ï41 KERKELIJKE v boer iv Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Twist over de verkiezing van eenen Paus en over de hervorming. Monitorium,) had uitgegeven, nog eens in te dagen. Naardien ook de twee Benedictijnen, die doof de vergadering naar Peniscola gezonden waren, van benedictus niets dan uitvlugten en tegenbefchuldigingen ten antwoord kregen, werd hij den 8ften Maart aan de deuren der Hoofdkerk driemaal opgeroepen. Den eerften April werd dit herhaald, en hij werd niet alleen voor ongehoorzaam verklaard, maar men benoemde ook Kommisfarisfen, om zijn Proces te voeren. Eenigen tijd daar na leverden dezen een berigt in: de befchuldigingen, welke men tegen benedictus had ingebragt, waren door eeue menigte getuigen van hoogen ftand onder eede bevestigd; evenwel daagde men hem nog een en andermaal in. Eindelijk werd hij in de zeven en der* tigfte zitting den aöften Julij 1417 als een meineediger, die de algemeene Kerk geërgerd, de ingewortelde Scheuring der Kerk bevorderd en onderhouden, ook den vrede derzelve verhinderd had, als een van het Geloof afwijkend Ketter en hardnekkige overtreder van het geloofs-artikel: Eene hei~ lige algemeene Kerk , die tot ergernis der Kerke Gods onverbeterlijk was, afgezet. Dit vonnis liet de Keizer in Konftans onder trompettengefchal bekend maken. Op deze wijze was na vele moeite van de veertigjarige fcheuring der Kerk door deze Kerkvergadering een einde gemaakt, hoewel 'er nog wel tien jaren verliepen, eer dezelve in alle hare overblijffelen was uitgeroeid. Thans fcheen de vergadering de handen ruim te hebben, om te arbeiden aan de verbetering of  GESCHIEDENIS. Ï43 of hervorming der Kerk in derzelver hoofd en leden; doch dra werd de twistappel opgeworpen, of men niet eetst eenen nieuwen Paus behoorde te verkie- ] zen ? Dit fcheen aan de ééne zijde natuurlijk, om- ' dat men zoo lang naar een regtmatig hoofd verlangd had; maar aan den anderen kant was het te wachten, dat, als 'er een Paus verkozen was, de verbetering der Kerk, die van den Paus beginnen moest, door denzelven geflxemd en te leur gefteld zou worden. Daarom verlangde de Keizer, en met hem de Duitfche en Engelfche Natiën, dat men met de Hervorming een begin moest maken. De Kardinalen integendeel, die voor hunne eer en gegezag vreesden, dreven het tegendeel, met welke zich de Franfchen, Spanjaards en Italianen vereenigden. De Kardinalen lieten dan door hunnen medebroeder d'ailly aan den Keizer en de vergadering een opftel voorlezen, over de verkiezing van eenen Paus, hetwelk zij hoopten, dat voldoen zou, volgens hetwelk zij, voor deze keer, eenige andere Prelaten of aanzienelijke Geestelijken uit de Natiën, tot het doen dezer verkiezing, wilden toelaten. Doch dewijl de Keizer bleef aanhouden, om eerst de Hervorming onder handen te nemen, werd de twist heviger, en eenmaal zelfs ftond het gefchapen, dat de vergadering daar door uiteen zou geraakt zijn. Ook gingen de Franfchen , die tot hier toe zoo fterk op de Hervorming hadden aangedrongen, aan de zijde der Kardinalen over. Een Godgeleerde van Praag hield wel in Juni} 1417 voor de vergadering eene Predikatie, om de noodzakelijkheid te bewijzen, om voor al- V boet IV loofdft. 1 C. G. aar 1073. ot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. 144 KERK EL IJ KE alle dingen de zeden der Kerkelijken te verbeteren / maar de Kardinalen leverden den volgenden dag aan den Keizer een fchriftelijk verzoek in, dat de Kerkvergadering een befluit wilde opmaken, omtrent de wijze, om eenen nieuwen Paus te verkiezen. Zelfs voegden zij 'er, beleedigend genoeg voor den Keizer, bij, dat hij omtrent Kerkelijke zaken niets kon voorfchrijven, fchoon zij tot dus verre hadden goedgekeurd, dat hij zoo veel deel in dezelve nam. De Keizer gaf, op dit aanhouden der Kardinalen, zoo veel toe, dat hij openlijke Godsdienstoefeningen te Konftans liet houden, om den Goddelijken bijftand af te bidden, tot de verkiezing van eenen nieuwen Paus. Maar echter feheen de partij van den Keizer weder toe te nemen ; daar de Aartsbisfchop van Genua hem vermaande, om zich door geene kunften of beloften, van het groote punt der Hervorming te laten aftrekken. Een Franfche Benedictijner Abt berniiard BAPTiséE, fchilderde ook in eene Kerkrede kort daar na in Augustus 1417 gehouden , niet alleen den leerftand in het gemeen , maar zelfs vele leden der vergadering af, als zoo bedorven, dat eene Hervorming niet langer uitgefteld moest worden. Bijkans de geheele Geestelijkheid, zegt hij, is aan den Duivel onderworpen; zoo heerfchend is bij dezelve Simonie, onkuischheid, hoogmoed , geldgierigheid , twistzucht, met andere buitenfporigheden. In de Prelaten is boosheid, onregtvaardigheid , nalatigheid , onwetendheid , ijdelheid, hoogmoed, geldgierigheid, en dergelijke meer, opgefloten; zij eten de fchapen op, wier herders zij voor  GESCHIEDENIS. 145 voor dezen waren. Aan het Pausfelijke Ho fis volftrekt geene heiligheid; twist en fcheuring maken daar de gelukzaligheid uit; regtsregelen en bedrog zijn daar leven en wellevendheid ; dwingelandij, Si* monie en roofzucht vindt men aan hetzelve in overvloed ; het is geen Gode behagelijk, maar een hoogst verfoeijelijk woord: Cu.ria Romana non quaerit ovem fine lana, waarom ? Omdat het geen Goddelijk, maar een Duivelsch Hof is. Maar hier , op de Kerkvergadering, zijn vele Farize'ên van verfchillende foorten, die deels .geenen Godsdienst bezoeken; deels onder denzelven lagchen, flapen en praten; of die aan Simonie fchuldig zijn; ook wel die zich met wetenfchappen bezig houden, doch niet met Goddelijke, maar met die der Dichters, Wijsgeeren en voornamelijk der Regtsgeleerden, waar bij zij den dienst van God geheel verlaten. —r Op denzelfden zin fpraken nog meer anderen. Doch d'ailly, thans meer Kardinaal dan Hervormer , haalde alles bijeen, om zijn voordel te onderdeunen, en deed op het Feest van St. Lodewijk in 1417 eene Kerkrede om te betoogen, dat men geene Hervorming kon ondernemen , zoo lang de Kerk zonder hoofd bleef. Ook delden eenige Godgeleerden een goeddunken of advijs op, hetwelk zeer gundig voor den Kardinaal was, en de andere partij met het vermoeden van ketterij bezwaarde. Ook befchuldigden de Italianen den Keizer, dat hij niet opregt te werk ging, en dat hij de verkiezing van eenen Paus verhinderde, ten einde eenen Paus naar zijnen zin te bekomen. Bovendien verliet hem thans XVII. Deel. K ook V boe3c iv Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073, tot 1517. l46 KERKELIJKE ook de Engelfche Natie, waar toe de dood van den Bisfchop van Salisbury, robert halam, veel toebragt, die altijd voor de Hervorming had geijverd; eindelijk ging de tegenpartij des Keizers in een Pro* test den nden September 1417 alle palen van eerbied jegens den Keizer te buiten, in hetwelk zij zeiden , dat het den Keizer geheel niet toekwam, dergelijke zaken te behandelen , of te verfchuiven. De Keizer, die met het uiterfte geduld alles had gedragen, verliet op het voorlezen van dit ftuk onverziens de vergadering , en .werd door den Patriarch van Antiochïè en eenige andere Prelaten gevolgd, doch men riep hem na: de Ketters mogten vrij heenengaan l Eene nieuwe proeve, welke de Duitfchers namen, om de Kardinalen en de overige Natiën tot hun gevoelen over te halen, was insgelijks vruchteloos. Zij leverden van hunne zijde een Protest in , waar in zij hunne regtzinnigheid betuigd hebbende, aanmerkten, dat, terwijl een algemeene Kerkvergadering bijeen was, het ledigftaan van den Pausfelijken Stoel niet gevaarlijk kon wezen; dat het ongeluk der fcheuring uit het verderf der zeden ontftaan was, en dat men daarom eerst het Hoofd en het Pausfelijke Hof moest hervormen, ten einde op deze Hervorming eene goede verkiezing van eenen Paus te vestigen. De Natie doorloopt de Pausfelijke Refervatien van Kerken, Kloosters en Geestelijke waardigheden; de Commenden, door welke de Godsdienst onderdrukt, de (lichters in derzelver oogmerk te leur gefield, en de godzalige plaatfen te grond geholpen worden; de verwachtingen en voorloopige fchen-  GESCHIEDENIS. 147 fchenkaadien van ontelbare Prebenden aan onkundige en zedelooze perfonen; den roof der nalatenfchap der Prelaten; de aanmatiging van een regtsgebied in alle zaken, zelfs wereldlijke; de uitflelling van twistzaken; de zondentakfen; het verkoopen van aflaten ; het toelaten van rondzwervende Kerkdijken, voor geld tot Kerkelijke ambten; eindelijk het opftapelen van verbazende fchatten, waar mede de Patisfen hunne nabeftaanden tot eene vorftelijke grootheid verreikten, ten einde dus de bron aan te toonen, van alle buitenfporigheden en fcheuringen; eindelijk befluit de Natie, dat het beter is, dat de Pausfelijke Stoel nog wat ledig fta, dan dat de toekomende Paus door de kwade gewoonte befmet worde, zoodra hij het beftuur aanvaard hebbe. Desniettemin bewilligde ook de Duitfche Natie tot het verkiezen van eenen Paus, na het betoonen van zoo veel ftandvastigheid. De oorzaak hier van was het eigenbelang van twee Duitfche Prelaten. De Aartsbisfchop van Riga, die in grooten twist gewikkeld was met de Duitfche Ridderorde, zag geen uitzigt, om ziin Aartsbisdom gerust te bezitten; de Kardinalen boden hem daar voor het Bisdom Luik aan, en nu had hij tegen de verkiezing van eenen Paus niets meer in te brengen. Daar tegen beloofden zij het gemelde Aartsbisdom aan den Bisfchop van Chur, die met den Hertog frederik van Oostenryk over hoop lag, en zich door deze belofte liet winnen. De Keizer dus van allen verlaten, gal dan eindelijk toe, dat men tot de verkiezing van eenen Paus zou overgaan, evenwel onder voorwaarK a des V BOEK IV doofdfl. na C. G. Jaario73. tot 1517-  V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaario73. tot 1517. Eenige befluiten tot hervorming. 148 KERKELIJKE de, dat deze terftond na het beftijgen van zijnen troon gemeenfchappelijk met de Kerkvergadering aan de Hervorming zou arbeiden , en niet eer uit Konftans vertrekken zou, voor dezelve haar beflag had. Nu men het op de vergadering ééns was, deed men in fchijn zelfs meer dan den toekomenden Paus tot eene Hervorming te verbinden. In de XXXIXfte zitting, den oden October 1417, ftelde men eene foort van Kerkverbetering, of een middel ten minfte vast, om dezelve bij alle toekomende misbruiken ter hand te nemen; te weten, het houden van algemeene Kerkvergaderingen, vijf jaren na het eindigen der tegenwoordige, vervolgens zeven jaren daar na weder eene , en eindelijk geregeld ééne om de tien jaren. Een ander befluit in dezelfde zitting bepaalt de fchikkingen, indien in het vervolg weder eene fcheuring van Pausfen mogt ontdaan. Het derde befluit bevatte de Geloofsbelijdenis, welke in het vervolg elke Paus terftond na zijne verkiezing af zou leggen , doch deze behelsde niets meer, dan eene belofte, om aan het Geloof getrouw te zullen blijven, hetwelk de Apostelen, de Kerkvaders en de algemeene Kerkvergaderingen voorgedragen hebben. In het vierde thans genomen befluit, werd bepaald, dat geene verplaatfingen van Prelaten naar andere plaatfen zouden geoorloofd zijn, dan om gewigtige redenen, waar over de Kardinalen zouden oordeelen. Eindelijk werd in het vijfde befluit den Paus verboden, zich in het vervolg de nalatenfchap, (fpolia,~) der Prelaten en andere Kerkdijken toe te eigenen; of den Bisfchoppen de hun bij hunne Kerken-  GESCHIEDENIS. 149 kenvifitatien toekomende leveringen en bijdragen , ( Procurationes, ) te onttrekken. Zoo ver ging alles naar wensch der genen, wien de Hervorming aan het hart lag. Maar toen de verordening zou uitgevaardigd worden, volgens welke de eerfte pligt des nieuwen Paus zou zijn de Kerk te verbeteren, kregen de Duitfchers na lang twisten eindelijk van de Kardinalen de verklaring: dat de nieuwver kozen Paus op dusdanige wijze niet kon verbonden worden. Woorden, uit welke kortzigtigen zelve ligt befluiten konden, dat men zich van de Hervorming der Paufen niet veel beloven kon. Echter bewerkte de Bisfchop van Winchester , Oom des Konings van Engeland, die toen door Ulm als Pelgrim naar het Beloofde Land reisde , en dien men, om den vrede te ftichten, naar Konftans genoodigd had, zoo veel, dat men, niettegenftaande dezen nieuw verwekten twist, zich eenparig vereenigde tot het befluit, dat de Paus terftond na zijne verkiezing de Hervorming te gelijk met de Kerkvergadering ter hand zou nemen. Zoo werd 'er ook op begeerte der Duitfchers nog dit ingevoegd: om welke redenen en hoe de Paus beftraft, (corrigi,] en afgezet zou kunnen worden. Sommigen, waar fchijnlijk Duitfchers , verwekten eenen nieuwer twist, door te begeeren , dat de Kardinalen geer deel zouden hebben in de verkiezing van den Paus Eindelijk kwam men overeen , dat de Kardinalei met zes Afgevaardigden van elke Natie hunne ftem men tot de verkiezing van eenen nieuwen Paus zou den geven. K 3 I V BOEK IV loofdtr. ïaC. G. [aan 073. :ot 1517- L I  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Ontwerp van hervormingvoor den Paus. I5o KERKELIJKE In de XLfte zitting, den 3often October 1417, nam men een algemeen befluit omtrent een ontwerp van Hervorming, betreffende den Paus, welk befluit evenwel vrij duifter was opgefteld. Benevens de verpligting voor den Paus, om terftond aan de verbetering der Kerk te arbeiden, en wel naar billijkheid en de goede Kerkregering, eer de vergadering nog gefloten zou zijn, werd dit eerst vastgefteld, dat, indien eerst de Afgevaardigden der Natiën met hem overeenkwamen, als dan de overigen met verlof van den Paus vertrekken konden. Dit was toch in der daad hetzelfde, als de vergadering ontbinden, eer de Hervorming tot ftand gebragt was, en deze groote zaak aan de willekeur van den Paus overlaten. Hoe het zij, men kwam overeen, dat deze Hervorming voor den Paus zich zou uitftrekken : over het getal, gefteldheid en Natie der Kardina}en _ over de Refervatien van den Apostolifchen Stoel — over de Annaten, de gemeene en kleine dienstbewijzen — over de uitdeeling der Prebenden en verwachtingen — over twistzaken, die voor het Roomfche Hof behooren of niet — over Appellen of Beroepen op dit Hof — over de bedieningen bij de Kanfelarij en het Oppergerigt der Boetelingen, (Poenitentiaria,) — over de exemtien en inlijvingen, (incorporationes,) die gedurende de fcheuring gemaakt waren - over de Commenden — over de bevestigingen der verkiezingen — over de inkomften gedurende het ledigftaan van Geestelijke waardigheden, (fructus medii temporis,) — over de niet vervreemding der goederen van de Roomfche en an- ée-  GESCHIEDENIS. 151 dere Kerken — over de redenen en de wijze, hoe en waarom de Paus tot heterfchap genoodzaakt of afgezet zou kunnen worden — over de uitroeijing \ der Simonie - over de Dispenfatien - over de Pro- "j vijlen, ( of voorbehoudene regten van den Paus en , der Kardinalen op Geestelijke posten) - over de Af- • latm _ 0Ver de Tienden. Onder de aangehaalde punten waren de Annaten een onderwerp van gefchil tusfchen de Franfche Prelaten en de Kardinalen, welke laatften dezelve behouden, maar de eerden ze afgefchafc wilden hebben, doch dit werd niet beflist, door den fpoed, met welken men thans tot de verkiezing van eenen nieuwen Paus overging. Tot deze verkiezing begaven zich den Siten November 1417 drie en twintig Kardinalen met dertig Afgevaardigden der Natiën in het Conclave, welks bewaring aan den Keurvorst van Brandenburg en andere Grooten en Edelen was aanbevolen. Vooraf werden de verkiezers door den Kardinaal san marco, Bisfchop van Lodi, in eene openlijke Redevoering vermaand, om toch zulken Farizeër niet tot Paus te verkiezen, als federt XL jaren den fchaapsftal des Heeren verfcheurd hadden. Ook verzocht hen de Keizer, die hen bij den ingang in het Conclave ontving, om toch eene onpartijdige keuze te doen, ook liet hij zich ijverig voor de poort van het Paleis vinden met de Grooten en Geestelijken, ten einde al zingende om den Goddelijken bijftand te bidden. Spoedig was men met de verkiezing gereed. Op den iiden November was de keuze eenparig, anderen echter zeggen met eene groote meerderheid beK 4 paalc V boek IV [oofdft. aC. G. aario73' ot I5I7' MARTINUS V wordt tot Paus verkoren, ;  152 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaario73 tot 1517 Zijn karakter. paald op den Kardinaal-Diaken otto van Colonna, die den naam van biartinus V aannam. Eigenlijk was hij eerst de derde van dezen naam, maar men had ook reeds te voren de namen martinus en marinus voor dezelfde genomen. martin, die uit het vermaarde Romeinfcha geflacht der colonna's afftamde, was omtrent LX jaren oud, toen hij den Pausfelijken troon beklom. Hij wordt befchreven als een minzaam, zachtmoedig man, en een beminnaar der geregtigheid, die zich als Paus zeer werkzaam betoonde, weinig lprak , maar zoo voorzigtig was in zijn handelen, dat men eer vernam, dat iets gefchied was, dan men geloofde , dat hij 'er op gedacht had. Alleen berispt windeck, Raad van den Keizer sigismund, die de Gefchiedenis van dezen Keizer befchreven heeft, in dezen Paus, dat hij, na een arm en befcheiden Kardinaal geweest te zijn, een zeer geldzuchtig Paus geworden is. Groot was de vreugde over deze verkiezing, waar door de fcheuring van meer dan XL jaren nu weggenomen en de Kerk weder van een algemeen erkend hoofd voorzien was. De Keizer zelve fpoedde zich naar het Conclave, en de verkiezers plegtig bedankt hebbende, viel hij voor den nieuwen Paus neder en kuste deszelfs voeten, wordende van dezen broederlijk omhelsd. Ondertusfchen moet deze vreugd bij hem en alle verftandige lieden fpoedig getemperd zijn geworden, alzoo de nieuwe Paus, zonder acht te (laan op de door de Kerkvergadering gemaakte aanmerkingen ter verbetering van het Paus- fe-  GESCHIEDENIS. 153 felijk Hof reeds den tweeden dag na zijne verkiezing; de Kanfelarijregelen van zijn Hof liet opftellen , welke de hatelijke aanmatigingen der Paufen omtrent de Refervatien, Exfpectances, Dispenfatien , Exemtien, Annaten, ledigftaande Geestelijke Posten, Aflaten en dergelijken weder bevatteden ; dus bij voorbeeld, behield de Paus zich voor alle hooge waardigheden in de Kathedrale Kerken naast de Bisfchoppelijke, als ook de voomaamfte in de Kollegiale Kerken , Priorfchappen, Proostdijen, en andere Posten in de Monnikenorden , en over het geheel alle Prebenden, welke zijne Hofbedienden en de vrienden der Kardinalen hadden, of in het vervolg bekomen zouden; hij bepaalde, hoe het gaan zou met de verwachtingen, en wat daar voor betaald zou worden. Bij flot dreigde de Paus, de vervloekte lasteraars, aan welken de misbruiken van het Roomfche Hof tot voedfel gediend hadden, en die onkruid zaaiden, om den roem van dit Plof te verdonkeren, te zullen ftraffen en uitroeijen. Dit was toch in der daad openlijk den draak fteken met de Hervorming, welke de Kerkvergadering tot een' eerften pligt van den nieuwen Paus gemaakt had. Deze regelen werden wel eerst den 26ften Februarij 1418 bekend gemaakt, maar derzelver aanwezen kon reeds vroeger niet verborgen blijven ; en toen zij openlijk verfchenen, volgde 'er echter geene uitdrukkelijke tegenfpraak tegen. Daar gebeurde wel het een en ander, terftond na de kroning van den Paus, ten einde eene Hervorming te bewerken, maar dewijl de Paus 'er niet K 5 zeei V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. De Paus doet weinig tot hervorming.  V BOEK IV Hoofdft naC. G. Jaario73. tot 1517- ,54 KERKELIJKE zeer toe geneigd was, had dit werk ook weinig te. beduiden. De Franfche Natie verzocht wel aan haren Koning, om den Paus daar toe te bewegen, maar kreeg ten antwoord: „ Toen wij begeerden, dat de Hervorming voor de verkiezing van eenen Paus zou ter hand genomen worden, wildet gij liever , dat deze verkiezing vooraf zou gaan. Nu hebt gij eenen Paus even als wij; fpreekt met hem over deze zaak; dewijl zij thans niet tot ons behoort , zoo als gedurende het ledigflaan van denRoomfchen Stoel." martinus gaf echter den fchijn, als of hij aan het verlangen der vergadering wilde voldoen, en begeerde, dat de Afgevaardigden der Natiën met zes Kardinalen aan de Hervorming zouden arbeiden, gelijk dan ook de Duitfche Natie ten dien einde een opltel overleverde. Met dit al genoot de Paus groot aanzien en gezag. In bet eerfte Konftftorie, hetwelk hij te Konftans hield, kwam ook eene klagt van Duitfche Vorsten over malkanderen voor. In Januarij 1418 erkende hij sigismund plegtig voor Roomsch Koning, en liet hem door twee Kardinalen eene gouden kroon opzetten. Te Rome was zijné heerfchappij ook vaster gevestigd; en dewijl 'er hem veel aan gelegen moest zijn, om den voormaligen Paus joannes, thans balthazar costa, niet in eens anders magt te laten, befloot de Kerkvergadering, dat deze aan den Paus zou overgeleverd worden, die over zijn verder lot beflisfen zou. Terwijl echter de Paus nog talmde met de Hervorming onder handen te nemen, deed de Duitfche Natie met den aanvang des jaars 1418 nieuwe ver- too-  GESCHIEDENIS. 155 toogen, om op dezelve aan te dringen; waar door de Paus zich eindelijk gedrongen zag, om in Januarij van dat jaar een ontwerp van Hervorming over te leveren , waar in hij fchijnbaar in verfcheidene dingen aan de hand kwam , maar toch zoo veel voor zich behield , dat het verlies voor hem niet aanmerkelijk kon zijn. Hij bepaalde het getal der Kardinalen op vier en twintig, uitgezonderd, wanneer de eene of andere Natie 'er geen eenen zou hebben; ook bewilligde hij, omtrent de eigenfchappen, welke men in hun gevorderd had. De Refervatien zou hij naar het Kerkelijk Regt waarnemen. Verwachtingen beloofde hij Hechts voor ééne Prebende te zullen fchenken; de Annaten verklaarde hij voor noodzakelijk tot onderhoud van den Paus en de Kardinalen. Pleitgedingen over zaken, die niet tot het Geestelijk gerigt behoorden, zouden aan het Roomfche Hof niet aangenomen worden ; uitgezonderd, als de beide partijen daar mede te vrede waren , of als het noodig was, om daar door de geregtigheid te handhaven. Huwelijkszaken zouden daar ook niet voor getrokken worden, behalve door Appellen. Alle Exemtien en Incorporatien van Kerken , welke federt den dood van gregorius XI , of het begin der groote fcheuring, tot ftand gebragt waren, zouden vernietigd worden. Hij maakte ook bepalingen omtrent de Commenden; op de inkomlten van ledigftaande Prebenden wilde hij geene aanfpraak maken. Het artikel omtrent het afzetten van eenen Paus fcheept hij kort af met deze woorden: „ Het fchijnt niet noodig te zijn, gelijk het V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517-  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. i56 KERKELIJKE het ook aan verfcheidene Natiën niet noodig gefchenen heeft, daaromtrent iets nieuws uit te denken of te verordenen. Tegen de Simonie verklaarde hij zich alierijverigst. De Dispenfatien, door fchismatieke Paufen gefchonken, deed hij te niet. Alle Aartsbisfchoppen, Bisfchoppen en Abten zouden zich in hunne /liften onthouden. Ten aanzien van ouderdom van jaren zouden de Dispenfatien niet boven de drie jaren uitgeftrekt worden. Voor zich zeiven en de Kardinalen behield hij wel, uit hoofde van hunne behoefte, Prebenden voor; maar flechts van minder foort. Aflaten beloofde hij volftrekt niet te menigvuldig te zullen geven , opdat zij niet in verachting zouden komen; en Tienden in het geheel niet te zullen uitfchrijven , ten ware ten beste der algemeene Kerk, en naar den raad der Kardinalen en Prelaten. Dit ontwerp was eigenlijk beftemd, om aan de Natiën in het algemeen te voldoen, maar behalve dit vond de Paus fpoedig middel, om met de Natiën afzonderlijk te handelen. Dus floot hij een vergelijk of Concordaat, met de Duitfche Natie, omtrent elf punten, bijzonder omtrent de Simonie der Geestelijken. Doch dit vergelijk zou flechts vijf jaren duren, na verloop van welken elk zijne regten zou kunnen hernemen. Een bijvoegfel, hetwelk na weinige jaren alles tot dien (iaat terug kon brengen, over welken men zoo fterk geklaagd had. Een dergelijk verdrag trof hij ook met de Engelfche Natie; doch met de Franfche bereikte hij niet zoo fpoedig zijn oogmerk. Hij ftelde ook voor dezelve een  GESCHIEDENIS. i57 een Concordaat op, maar dit werd in Junij 1418, toen het aan het Parlement werd voorgelegd, van hetzelve verworpen, omdat het op dzAnnaten bleef aandringen , daar reeds vroeger de Koningen van Frankryk den uitvoer van alle geld of gelds waarde naar Rome verboden hadden. Hier kwam nog bij, dat de Daufijn, die thans in naam van den krankzinnigen Koning karel regeerde, martyn niet terftond voor regtmatigen Paus erkende, hetwelk niet gefchiedde, voor dat de Franfche Afgevaardigden van de Kerkvergadering waren thuis gekomen. Zonder zich veel om de gevolgen van zijne Concordaten te bekommeren, deed martyn te Konftans nog eenen ftap, welke duidelijk toonde, hoe weinig acht hij op de Kerkvergadering floeg, aan welke hij nogtans zijnen troon te danken had. De Polen hadden hem willen bewegen, om een beleedigend en oproerig gefchrift van eenen Dominikaner tegen hunnen Koning en tegen hunne Natie te veroordeelen; dit van hem niet kunnende verkrijgen, appelleerden zij op eene aanftaande Kerkvergadering, waar op de Paus eene Bulle in het Konfiftorie liet voorlezen , welke met de uitfpraken der vergaderingen te Pifa en te Konftans regelregt ftrijdig was, alzoo dezelve bepaalde: dat men in geen geval van den Paus appelleren, of deszelfs oordeel en uitfpraak in geloofszaken ontwijken mogt; waar tegen de vermaarde gerson eene Verhandeling fchreef, in welker flot hij echter verklaarde, dat hij dezelve meer tot onderzoek der waarheid had gefchrevea, dan om den Paus te berispen; wiens verordening, in zoo verre die V BOEK IV Hoofdft. naC. G. Jaario73. tot 1517. MARTYN verbiedt alleappellen van den Paus op eene Kerkvergadering.  V DOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73tot 1517. Einde dei Kerkvergaderingte Konftans. j58 KERKELIJKE die eene daadzaak betreft, aan geene Theologifche berisping onderhevig was; maar voor zoo verre het regt aangaat, naar de meening zijner vereerders , eenen redelijken en waren zin toe kon laten. Dus kwamen zelfs mannen, als gerson, met alle hunne vrijmoedigheid voor het Kerkelijke Regt, tot onderdanigheid voor hunnen Opperheer, en kniebuigingen voor den Paus terug. Ook ging martyn V zijnen weg voort, als of 'er geene Kerkvergadering te Konftans geweest was. In de XLIIIfte zitting, den 2iften Maart 1418, wanneer hij zelve voorzat, liet hij door eenen Kardinaal zekere verordeningen voorlezen, waar op een ander Kardinaal, in naam der Natiën, zoo als hij ten minften verzekerde, antwoordde, dat zij haar, gelijk ook de geflotene Concordaten, behaagden, en dat daar door aan het befluit omtrent de Hervorming der Kerk voldaan was. Hier mede oordeelde de Paus, dat geheel aan de beftemming van deze Kerkvergadering voldaan was; waarom hij zich voorts enkel nog onledig hield met eenige Kerkplegtigheden. Zoo liet hij op Witten Donderdag zijne Bul van Excommunicatie tegen Heidenen, Ketters, Scheurmakers, Grieken, Joden, petrus van Luna, als ook tegen vervalfchers van oude gedenkftukken en de munt, afkondigen ; eene der eerfte ontwerpen tot die geduchte Nachtwaak - Bulle, (Bulla in coena Domini,) zoo als zij naar het ftichtingsfeest des Heil. Avondmaals genoemd wordt, welke federt urbanus V in de tweede helft der XlVde eeuw allengs in dien vorm ge- bragt  GESCHIEDENIS. 159 bragt is, in welken zij voor dezen te Rome in de Hoofdkerken werd afgelezen. In de XLIVfte zitting liet de Paus aflezen , dat hij volgens befluit der Kerkvergadering eene volgende bepaald had, te Pifa te houden. Eindelijk volgde de XLVfte en laatfte zitting dezer Kerkvergadering, eene van de onltuimigften; alzoo de Poolfche Afgezanten 'er fterk op aandrongen , dat het bovengemelde gefchrift zou Veroordeeld worden, en toen zij van den Paus geboden werden te zwijgen, op ftraffe van den ban, tegen dit gedrag protefteerden , en aan de eerstvolgende Kerkvergadering appelleerden. Ondertusfchen liet de Paus de Bulle tot het fcheiden dezer vergadering voorlezen, in welke hij tevens aan alle derzelver leden, en aan hun gevolg, eens in hun leven een volkomen aflaat van alle hunne zonden fchonk, welke weldaad hij zelfs uitftrekte tot het nut van hunnen dood; waar voor zij enkel twee achter een volgende jaren op vrijdag vasten, of, indien zij daar in verhinderd werden, andere goede werken doen zouden. Aan den Keizer ftond hij voor een jaar toe, de Tienden van alle Kerkelijke goederen in geheel Duitschland, waar tegen de Duitfche Kerken zich vergeefs bezwaarden. Ook deden de Franfchen eene vergeeffche poging, om den Pausfelijken Stoel weder naar Avignon te brengen. Op den ióden Mei 1418 reed martyn, in kostbaren Paufelijken fieraad gekleed, onder eenen hemel, die door vier Graven gedragen werd, terwijl de Keizer aan de regter- en de Keurvorst van Brandenburg aan de linkerhand den teugel van zijn paard hielden, waar op V boek IV Hoofdft. naC. G. Jaar 1073. tot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Beoordeling. 160 KERKELIJKE op nog andere Vorsten volgden ,■ die de paardendekken hielden, verzeld van al de Geestelijkheid en Adel, ten getale van wel 40,000, te paard, uit Konftans. Dus eindigde deze Kerkvergadering , welke zoo verbazend veel gekost, welke zoo ijverig gearbeid, en zoo goede hope op verbetering gegeven had, zonder eenig wezenlijk nut gelucht te hebben; alleen de langdurige fcheuring in de Westerfche Kerk was geheeld, alhoewel 'er nog omtrent tien jaren verliepen, eer derzelver gevolgen geheel waren weggenomen; zij had ijverig hare regten tegen de overheerfching der Paufen voorgedaan, maar moest dulden, dat de door haar verkorene Paus deze overheerfching , als om haar te befpotten , voor hare oogen uitoefende; van de Hervorming der Kerk in het hoofd en de leden werd zoo veel als niets bewerkftelligd. De Keizer sigismund , die zich zoo vele moeite gegeven had, werd, door de onftandvastigheid van velen, en door de ftreken en listen der Kardinalen en der Geestelijkheid gedwarsboomd en in zijne goede oogmerken te leur gefield , waarom hij ook, door eenen Gevolmagtigden affcheid nemende van de vergadering, betuigen liet, dat, indien 'er vetkeerde dingen gefchied waren, men hem daar van de fchuld niet moest toerekenen. Van de overige verrigtingen dezer vergadering, haar onderzoek van de gevoelens der Husftten; het veroordeekn en laten verbranden van joannes hus en hiëronymus van praag ; van het veroordeelen der gevoelens van wiklkff; van haar befluit: dat het Avondmaal  GESCHIEDENIS. t6i ptaal aan de Leeken zou bediend worden, zonder aan dezelven den gewijden kelk mede te deelen} van de Kanonifatie of Heiligverklaring der H. brigitta; van het vermaarde gefchrift van den Franciskaner joan petit , ter verdediging van den Tijrannenmoord, en andere zullen wij op de behoorlijke plaatfen nog moeten fpreken. Met dit alles is zoo veel zeker, dat de worfteling van den edelen geest van vrijheid tegen eene Kerkelijke overheerfching in deze Kerkvergadering zich heeft beginnen te openbaren, welke vervolgens voortgezet, en met zoo uitmuntende overwinning eindelijk bekroond is geworden. Het kon dus ook niemand bevreemden, dat deze Kerkvergadering bij de voorftanders der Paufelijke Hoogheid geenen goeden reuk heeft, hoe zeer men op de Kerkvergadering van Trente, op welke men overigens kwalijk duldde, dat zij genoemd werd, haar gezag gebruikt heeft, tegen de genen, die het gebruik van den kelk in het Avondmaal weder herfteld wilden hebben. De Gefchiedenis dezer Kerkvergadering is doof verfcheidene Schrijvers te boek gefteld. Inzonderheid behoort hier toe herman van der hardt * die eenen rijken voorraad van (tukken en fchriften tot dezelve behoorende verzameld en uitgegeven heeft in de jaren 1697 tot 1700, in IV Deelen in Folio, te Frankfort, waar bij in 1742 een Register gevoegd is. Door deze verzameling werd jakob lenfant in ftaat gefteld tot het befchrijven van de Gefchiedenis dezer Kerkvergadering, ( Hiftoire du Concile de Conftance, Amflerdam 1714, in II Dee- XVII. Deel. L len V boes IV Soöfdlti ia C. Gé [aario73i :ot 1517*  V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaario73 tot 1517. De Paus MARTI- uus geraakt weder in het bezit van Rome. id KERKELIJKE len in Quarto,) welke, hoe onpartijdig ook opgei field, hij echter zich genoodzaakt zag, bij de tweede uitgave te verdedigen; in het laatst der voorgaande eeuw , (1782-1786.) heeft roiko, Profesfor te Graz, naderhand te Praag, eene zeer goede Gefchiedenis van dezelve geleverd in IV Deelen, om geene andere Schrijvers op te noemen. Het gezag van den Paus martinus V nam vantijd tot tijd meer toe. In Frankryk werd in het jaar 1422 het verbod wel nog vernieuwd, om geene gelden naar Rome over te zenden, waar tegen 'sPaufen Nunciusfen in last kregen, om de wederfpannigen in den ban te doen, gelijk zij ook als een' grondregel beweerden, dat men het oordeel van den Herder moest eerbiedigen en volgen, al ware het ook onbillijk, hetwelk aan den vermaarden gerson aanleiding gaf tot eene Verhandeling, waar in hij de valschheid van dezen regel aantoonde, evenwel wist de Paus 's Konings moeder en broeder te winnen, waar door de Koning karel VII in het jaar 1424 overgehaald werd tot een bevel, dat alle Paufelijke befluiten zoo wel over het uitdeelen van Prebenden, als over de oefening van regtsgebied , even als ten tijde van klemens VII en benedictus XIII zouden gehoorzaamd worden, waar tegen de voorgaande Koninklijke verordeningen niets gelden zouden. Hoewel 's Konings Prokureur-Generaal in het Parlement verhinderde, dat dit bevel door het Parlement bekrachtigd werd, fchoon het niet bekend is, hoe lang deze tegenfpraak geduurd heeft. Middelerwijl was de Paus van Konftans naar Flo- ren-  GESCHIEDENIS. 1Ó3 rtnce gereisd, alwaar hij zich tot in September 1420 onthield, dewijl een groot gedeelte van zijn eigen gebied nog in vreemde handen was. Men had hem te Florence met veel eerbied ontvangen, maar de Florentijnen, die door rijkdom zeer dartel waren, en niemand achtten, hadden ook vervolgens weinig met den Paus op, zelfs zongen de jongens op ftraat: Papa Martino non vale un quattrino. (Paus martinus is geen oortje waard!) Evenwel trof hij, door bemiddeling der Florentijnen, eenen zoen met den Veldoverften braccio, die zich tot befchermer van Rome had opgeworpen, gelijk hij ook vervolgens Bologna tot gehoorzaamheid noodzaakte. De Koningin joanna van Napels, wier krijgsvolken tot hier toe den Engelenburg nog bezet hielden, ruimde hem dit flot insgelijks in, als ook de fteden Ostia en Civita Vecchia. Gedurende het verblijf van martinus V te Florence , kwam zich de gewezene Paus joannes XXIII aldaar voor hem verootmoedigen, martinus bleef voor dezen nog fteeds in bekommering, alzoo velen zijne afzetting als met geweld gefchied en onregtmatig hielden, in welk geval ook de verkiezing van martinus niet wettig kon wezen, ook vreesde hij, dat de Duitfchers, zoo hij in Duitschland bleef, zich den eenen of anderen tijd van denzelven als een fpeelpop tegen hem zouden kunnen bedienen, joannes , of thans weder balthazar cossa , zat nog te Heidelberg gevangen, alhoewel martinus den Keurvorst van den Paltz ontflagen had van de verpligting, om hem te bewaren. Eenige Florentijnen L a ver- V BOEK IV Hoofdft. ia C. G. Jaario73. tot 1517. Dood van JOANNES XXIII.  V BOEK IV Hoofdft. naC. G. Jaario73 tot 1517. Eindevn: BENEDICTUS XIII en der fcheurin inde Kei I04 KERKELIJKE verzochten den Paus ook ernftig, om hem zijne vrijheid te fchenken, hetwelk hij beloofde. Ondertusfchen kocht cossa zijne vrijheid van den Keurvorst voor 30,000 Goudguldens , en fpoedde zich naar Italië, begevende zich naar zijnen vriend thomas fragoso , toen Doge van Genua. Maar onverziens verfcheen hij in Mei 1419 in een haveloos gewaad te Florence, waar hij zich aan de voeten van den Paus kwam werpen. De Paus fchonk hem niet alleen zijne vrijheid, maar benoemde hem ook tot Kardinaal-Bisfchop van Tuscoli; doch hij overleefde deze nieuwe waardigheid nog geen jaar, en ftierf, gelijk men meent, van hartzeer, omdat hij zich niet aan een ambteloos leven gewennen kon. Hij heeft een Boek in verzen gefchreven , over de veranderliikheid van het geluk, ( de verietate fortuna, ) waar toe hem zijne eigene ondervinding in de laatfte. jaren [toffe genoeg kon aanbieden. 1 Terwijl martyn zich nog te 'Florence ophield 7 deed zich insgelijks hoop op, dat ook ten aanzien van benedictus XIII de fcheuring volkomen een l einde zou nemen. Deze had nog fteeds zich in zijknen kleinen kring als Paus blijven dragen. Twee van zijne vier Kardinalen, welke hij nog had, hadden door Afgevaardigden hunne onderwerping aan de Kerkvergadering van Konftans laten verklaren, met deze zond de Kerkvergadering eenen Kardinaal aan benedictus , maar dezelve kon hem niet lot afftand b ewegen , waarom hij hem den ban aankon, digde. Ongelukkig geraakte martinus in twist met alfonsus , Koning van Arragon , die daarom voort-  GESCHIEDENIS. 165 •voortging met benedictus , of gelijk hij alom buiten zijn gebied genoemd werd, petrus van luna te befchermen. Deze had thans weder vier Kardinalen , die echter allen te Florence kwamen , om den wettigen Paus te erkennen; evenwel bleef hij volhouden, en had ook het genoegen, dat hij in zijnen kring in het jaar 1424 als Paus geftorven is. Zijne Kardinalen hielden zijnen dood verborgen, en plunderden zijne nalatenfchap. Kort daar na verkoren drie van dezelve, door den Koning aangefpoord, den Kanunnik van Barcelona, ^egidius munoz , tot Paus, die den naam van klemens VIII aannam. De vierde Kardinaal, met deze keuze niet te vrede, benoemde zich eenen Paus op zijne eigene hand, benedictus XIV, wiens geflachtnaam men niet kent, en die ook niet verder te voorfchijn komt. klemens zelve was in zijne nabuurfchap zoo weinig geliefd, dat de inwoners van Valentia op het punt waren, om hem in Peniscola te belegeren, maar alfonsus noodzaakte hen , daar van af te zien, ja martyn verweet dezen Koning zelfs, dat hij den Tegenpaus belet had, daar hij voornemens was , zijne waardigheid vrijwillig neder te leggen. Maar toen de goede verftandhouding tusfchen den Koning en den Paus herfleld was, werd 'er in het jaar 1429 , onder voorzitting van den KardinaalLegaat van Foix, een Kerkvergadering gehouden te Tortofa, op welke de Tegenpaus afftand en den eed van trouwe aan martinus deed, ontvangende tot eene fchadeloosftelling het Bisdom der Balearifche Eilanden. Nu eerst nam dus de fcheuring, die L 3 . vijf- V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaano73tot 1517.  J66 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. naC. G. Jaario73. tot 1517. Kerkvergaderingte Siena. vijftig jaren geduurd had, volkomen een einde. In dien tusfchentijd was martinus V te Rome gekomen, hetwelk hij in het diepfte verval vond. Hier gedroeg hij zich nu in alles als een Paus, die van de ganfche Kerk vereerd werd. Hij befchermde lodewyk, Hertog van Anjou, tegen de Koningin joanna ; ook zocht hij eenen kruistogt tegen de Turken tot ftand te brengen, en vermaande alle Vorsten tot eenen oorlog tegen de Ketters in Bohemen enz. In 1423, den tijd, op welken de Kerkvergadering te Pavia zou gehouden worden, gelijk te Konjlans bepaald was, vergaderden in die ftad verfcheidene Prelaten, maar dewijl de pest zich aldaar openbaarde, werd de vergadering verlegd naar Siena; alwaar dezelve in het gemelde jaar onder voorzitting van Pausfelijke Legaten hare handelingen begon. Doch alles, wat 'er verrigt werd, bepaalde zich tot eene nieuwe veroordeeling der Wikklefiten en Husften, aan wier vervolgers aflaat werd aangeboden; tot eene herhaalde veroordeeling van petrus van luna en zijne aanhangers; en tot eenige flappen ter vereeniging der Griekfche Kerk met de Roomfche. Het gewigtigfte, hetwelk men van haar had behooren te verwachten, eene Hervorming, kwam niet eens in overweging. Ouder verfchillende voorwendfels liet de Paus in het jaar 1424 bekend maken , dat na zeven jaren te Bazel eene nieuwe Kerkvergadering zou gehouden worden. Hij zelve gaf voorts nog eenige verordeningen bijzonder betreffende de Kardinalen, hetwelk het voorkomen moest hebben van eene Hervorming van zijn Hof; en terwijl  GESCHIEDENIS. 167 wijl hij met de Gallikaanfche Kerk twistte, die de vrijheid der Kerk tegen de Pausfelijke overheerfching verdedigde, beftrafte hij in het jaar 1426 den Bisfchop van Winchester in Engeland zeer hevig, dat hij geen zorge droeg, dat de vrijheid der Kerk niet ongeltraft beleedigd werd, maar hij verftond door vrijheid der Kerk geheel iets anders dan de Franfchen daar door verftonden; deze trouwens bedoelden de vrijheid der Kerk van de overheerfching der hooger Geestelijkheid, en de Paus de vrijheid der Geestelijkheid van de inbreuken der Vorsten en vermogende Leeken. In het jaar 1431, in \ hetwelk de Kerkvergadering te Bazel eenen aanvang moest nemen, overviel hem op den aoften Februarij eene beroerte, welke een einde van zijn leven maakte. Hij werd, zegt platina, van het Roomfche volk en Geestelijkheid met zoo veel tranen ten grave geleid, als of de Kerke Gods en de ftad Rome van haren eenigen en besten Vader beroofd ware. Op den 3den Maart 1423 verkoren 14 Kardinalen te Rome den Kardinaal - Priester van St. Klemens, gabriel van condolmiere , tot Paus, die den naam van eugenius IV aannam. Hij was in het jaar 1383 te Venetië uit een aanzienlijk gedacht geboren, gelijk de broeder zijner moeder gregorius XIII, en naderhand zijn zusters zoon paulus II ook de Pausfelijke waardigheid bekleed hebben. In het Conclave had hij met de andere Kardinalen een merkwaardig befluit helpen nemen, hetwelk hij ook terftond na zijue verkiezing door eene Bulle bekrachL 4 tig- V BOEK IV Hoofdft. ia C. G. [aar 1073. tot 1517. Dood vaa MARTINUS V. EUGENIUS IV wordt Paus.  163 K E R K E L IJ K tt> V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. fot 1517. ] 1 1 j ! i i 1 EUGEN1US vernedert j het huis pOt-OKNA t 1 I C tigde, waar in deze voordellen begrepen waren. De nieuwe Paus zou het Roomfche Hof in het hoofd en de leden, met raad der Kardinalen, hervormen. Den zetel van het Pausfelijke Hof zou hij zonder bewilliging der Kardinalen niet verplaatfen. Hij zou naar rade der Kardinalen eene algemeene Kerkver* nadering op den bepaalden tijd en plaats houden, :n op dezelve de algemeene Kerk, in geloof, leven :n zeden, zoo wel in de Geestelijken als Wereldijken , hervormen. Hij zou de Kardinalen benoemen rolgens de fchikking te Konftans gemaakt. Hij ;ou zich geen meester maken van de goederen der Kardinalen. De Vafallen der Roomfche Kerk en ille Bevelhebbers derzelve, zouden, bij her afderren van den Paus, de bevelen der Kardinalen moeen gehoorzamen. De Paus zou aan de Kardinalen ie helft der belastingen en andere inkomften der Roomfche Kerk overlaten. Zonder hunne bewilli;ing geenen oorlog voeren, verbonden aangaan of lieuwe belastingen invoeren. Eindelijk in alle deze :aken en andere, waar de raad der Kardinalen wordt ngenomen, hunne namen en bewilliging in zijne 3reves laten invoegen. Ondertusfchen werd van dit Hes in het vervolg zoo veel naargekomen, als de 'aufen goedvonden. Reeds lang waren te Rome de beide huizen co,onna en orsini als hoofden van twee partijen aan» ezien. De voorgaande Paus martyn V was uit et eerfte huis afgedamd, terwijl de tegenwoordige ugenius IV zijne waardigheid meest aan het huis rsini te danken had. Kort na zijne verheffing eisch-  GESCHIEDENIS. l69 eischte deze van de colonna's den mgelatencn fchat van zijnen voorzaat als ook de fteden en floten terug, welke zij verkregen hadden. Op hunne weigering kwam men tot dadelijkheden. De Paus vervolgde de vrienden van martyn, en liet velen van dezelve ter dood brengen; ook deed hij het Paleis van zijnen voorzaat omver halen, en deszelfs wapen overal wegnemen. Ook dwong hij met hulp van joanna , Koningin van Napels, den Vorst van Salerno, den voornaamften der colonna's tot onderwerping, terwijl de Koningin aan denzelven ook het Vorstendom van Salerno ontnam. Inmiddels moest de Kerkvergadering te Bazel op den 3den Maart 1431 eenen aanvang nemen, welken martyn V volgens het befluit der Kerkvergadering van Konftans had uitgefchreven, hebbende hij tevens den Kardinaal julianus c. zelve voortgang te laten hebben, gevende tevens te kennen, dat hij de Afgevaardigden der vergadering beloofd had te zullen befchermen en handhaven. Doch voor deze verklaring liet de Paus hem te lan> ger wachten naar zijne kroning; zoodat de Keizei tot Pinkfteren des jaars 1433 vertoeven moest. Ein delijk werd 'er een vergelijk getroffen tusfchen der Paus en den Keizer, die daar op in Mei 1433 te Rome kwam, doch in groote armoede en met wei nig volk , gelijk zijn Gefchiedfchrijver windec* meldt. Hier maakte men hem , volgens dien Schrij yer, Kanunnik van Munfter of van de Pieterskerk. ei V BOEK IV Hoofdft. naC. G. Jaar 1073. cot 1517.. DeKeizer SIGISMUND te Rome gekroond. I  172 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofd», na C. G Jaario73. tot 1517. De Kerkvergadering handhaafczichtegen den Paus. en zette hem eenen bonten hoed op, zoo als de Domheeren aldaar droegen. Als nu de Keizer en de Paus, elk in zijnen Tabernakel zat, kwam 'er één, die den Keizeren de kroon plag op te zetten, die hem vraagde: of hij een echt kind, een vroom man en heer was? waar op sigismund antwoordde: ja, maar gij zijt niet vroom en deugdzaam, om den Keizer zijne kroon op te zetten, want gij hebt aan eene vrouw de borsten afgefneden. Een mder dan van degenen, die daar regt toe hadden, zette hem toen de kroon op, maar zoo dat zij "cheef overhong naar de regter zijde; nu hief de Paus zijnen regter voet op, waar mede hij de kroon regt haalde, gelijk regt en de gewoonte was, en welke plegtigheden meer tot de kroning behoorden. Te Bazel werd de Kerkvergadering hoe langer hoe (touter tegen den Paus. In hare tweede zitting den i5den Januarij 1432, herinnerde zij den Paus en de geheele Kerk aan het befluit der vergadering van Konftans, hetwelk zij thans bevestigde, dat eene algemeene Kerkvergadering wettig in den Heiligen Geest vergaderd, en de algemeene ftrijdende Kerk verbeeldende, hare magt onmiddelijk van christus heeft, aan welke ieder een , van welken ftand en waardigheid hij zij, al bezat hij ook de Pausfelijke waatdigheid, fchuldig was in alles te gehoorzamen, wat het geloof en de uitroeijing der fcheuring, als ook de algemeene Hervorming der Kerke Gods betreft. In de derde zitting deszelven jaars befloot zij den Paus te vermanen, om zijn befluit te herroepen, en zich binnen drie maanden in de vergade.  GESCHIEDENIS. »79 bering te laten vinden. Denzelfden tijd bepaalde zij ook voor de Kardinalen, onder bedreiging tegen die genen, die niet verfchenen, van ftraffen naar We-, reldlijke en Goddelijke Regten. In hare vierde zit-1 ting, den *Cften Junij M3». gi"g de vergadering nog verder, en verbood den Paus, gedurende hare zitting, nieuwe Kardinalen te benoemen of bekend te maken; ook nam de vergadering een looden zegel aan, op welks ééne zijde verbeeld was de vergadering, en boven dezelve de Heilige Geest in de gedaante eener duive zwevende, op de keerzijde las men- de hoogheilige algemeene Sijnode te Bazel. eugenius, die zich verbeeld had, dat zijn bevel alleen genoeg was, om de Kerkvergadering te dwmgen, ondervindende, dat de geest der eeuw ziet te-en hem kantte, befloot tot zachter maatregelen waar toe een nadrukkelijke Brief van den Kardinaa julianus veel kan toegebragt hebben; hij zond kort nadat de vergadering in hare vijfde zitting de 9den Augustus i43* eenige leden benoemd had om de Geloofszaken te onderzoeken , eenige Gezar ten, die in de Kerkvergadering ondernamen het g< dra'g van den Paus te verdedigen, doch waar op c vergadering hun niet fchuldig bleef; merkende : haar antwoord onder anderen het volgende aan „ Alhoewel de Paus het dienende hoofd der Ke is, Ccaput minhteriale Ecclefix,) echter is hij ni grooter, dan de ganfche Kerk; dewijl anders, wa neer de Paus dwaalt, hetwelk dikwijls gebeurt, gebeuren kan, de geheele Kerk zou moeten dwale hetwelk onmogelijk is. Alhoewel hij het Hoofd V BOEK IV loofdfl. a C. G. aario73» ot i$i7' i ï » e n k et n- :n n; en de  ?74 KERKELIJKE V boer IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. m 1517. j i 1 i 1 de voornaamfte Prelaat van dit geheimzinnig lig» chaam is, nogthans is hij binnen hetzelve. Ook mag niemand zeggen, dat het voornaamfte deel magtiger en waardiger is, dan het geheele ligchaam EB de overige leden; nademaal reden, ondervinding ïn het gezag der algemeene Kerk, zoo als het altijd gegolden had, het tegendeel bewezen. Even min mag men gelooven, dat, dewijl de Kerk de magt üer fleutelen en de regering over allen bezit, daar ait meer regeerders zouden moeten ontftaan, want sij is de eene en eenige." In de zesde zitting, den 6den September 1432 * ïischten de Zaakwaarnemers, ( Promotor es, ) der vergadering, dat de Paus voor ongehoorzaam, (con* tumax,) zou verklaard worden, omdat hij binnen 3en geftelden tijd niet in perfoon verfchenen was; :en zelfde vonnis werd ook over de Kardinalen uit*efproken. In de zevende zitting, den 6den De:ember, werd befloten, indien de Pausfelijke Stoel, gedurende de vergadering, mogt openvallen, dat de rerkiezing van een' nieuwen Paus alleen op de plaat» ?an hare bijeenkomften zou gefchieden. In de achtIe zitting, den i8den December, werd aan den 3aus ten overvloede nog een uitftel gegeven van LX lagen. In de negende zisting, den 22ften Januarij '433 •> nai" zij den Keizer sigismund , die nog in balie was, plegtig tot haren Befchermheer aan. In le tiende zitting, den ioden Februarij, gaf de Sij10de last, om het Proces over 'sPaufen ongehoorzaamheid te onderzoeken, en deswegens berigt in :e brengen; en dewijl men te Rome op allerhande wij-  GESCHIEDENIS. 175 wijze het befluit van het gezag eener algemeene Kerkvergadering te leur zocht te ftellen, werd hetzelve in de elfde zitting, den a7ften April 1433, herhaald , en de Paus en de Kardinalen nogmaals gelast, de vergadering bij te wonen, op ftraffe, van in hunne waardigheden gefchorst te zullen worden. Nog in de twaalfde zitting, den i3den Julij, gebruikte men verfchooning omtrent den Paus, dooi hem op nieuw een uitftel van LX dagen te geven; tevens verbood de vergadering, in dezelfde zitting, de algemeene refervatie van alle Hoofdkerken et Kloosters, welke de Pausfen te voren zich haddei aangematigd, en ftelde alle verkiezingen bij dezel ve vrij. Dit alles echter maakte op den Paus zoo weinig indruk, dat hij veel meer op het einde des jaar: 1433 twee Bullen tot ontbinding der Kerkvergaderinj dadelijk liet uitvaardigen, verbiedende alle Christe nen, aan de befluiten, tot zijn nadeel en tot nadee der Kardinalen op dezelve genomen, te gèhoorza men, bijzonder verklaarde hij het befluit in de twaalj de zitting voor nietig en van onwaarde. Dit echter verhinderde de vergadering niet, ori voort te gaan; en in hare dertiende zitting, de; iiden September 1433, drongen hare Promotore aan, dat de Paus voor halftarrig zou verklaard wot den, maar nu begeerde de Hertog willem va: Beyeren, in naam des Keizers, als ook de Burge meester van Bazel, in naam dier ftad, dat mende: Paus nog een uitftel van XXX dagen verleenen mogt te meer, dewijl de Keizer binnen dien tijd zelve oj d V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. 1 l l 1 De Paus j fchijnt zich met t deKerk. vergade- ringte 1 vereeni- gen. 1 j >  V BOEK ïv Hoofdft. nn C. G Jaario73 tot 1517 i7G KERKELIJKE de vergadering dacht te verfchijnen, gelijk hij ookkort daar na te Bazel aankwam, en bij zijne tegen* woordigheid in de veertiende zitting, den 7den November 1433, hoop gaf, dat de beide partijen mal! kander nader zouden komen; hier toe had de Keizer zich veel moeite gegeven, en de Paus eugenius was ook wetkelijk zoo ver gekomen, dat hij bij eene bijzondere Bulle van den iften Augustus 1433 toegedaan had : Hij wilde het, en was 'er mede te vrede, dat de Kerkvergadering van het begin af aan voortgezet en zoo gebleven was, als of 'er geene verplaatfing of ontbinding had plaats gehad; ja hij herriep deze verplaatfing en ontbinding, en nam de vergadering heel zuiver met alle genegenheid en liefde aan; doch op voorwaarde, dat zijne Gezanten dadelijk tot het voorzitterfchap op dezelve zouden toegelaten worden, en dat alles, wat op dezelve tegen zijn' perfoon, de vrijheid en het gezag van zijnen Stoel gerigt was, zou ingetrokken worden. Doch deze voorwaarden, als ook de woorden: wij willen het, en zijn te vrede, mishaagden al te zeer aan de vergadering, dan dat daar op eene vereeniging kon gevonden worden. Evenwel werden in de zitting, welke de Keizer bijwoonde, aan den Paus weder XC dagen uitftel gegeven, en hem verfcheidene voorfchrifren voorgelegd, uit welke hij een kon kiezen, om volgens hetzelve zich met de vergadering te vereenigen, welke daar in overeenkwamen, dat de Paus zou verklaren, dat hij wel het heilig Concilie om zekere redenen had ontbonden, maar, dewijl daar uit een ergelijke tweedragt ont-  GESCHIEDENIS. ©ntftaan, en nog erger te vreezen was, dat hij het begin en den voortgang van hetzelve voor wettig en zijne ontbinding voor nietig verklaarde. Dat de Paus zich dus onverwachts met de Kerk-1 vergadering verzoende, was inzonderheid toe te fchrijven aan de netelige omftandigheden, in welke hij zich tegen het einde des jaars 1433 bevond. Op aanfioken van den Hertog van Milanen, filip maria visconte, had de vermaarde Veldheer francisco sforza zich van de geheele Mark van An~ cona meester gemaakt, en een oud Bevelhebber van den Paus nicol. fortebraccio , met wien zich de colonna's vereenigden, veroverde Tivoli, en bragt Rome zelve in opfchudding. Met den eerften was de Paus den aslten Maart 1434 genoodzaakt, tot een verdrag te komen, waar bij hij hem de Mark Ancona voor zijn leven afftond, en hem tot Baanderheer der Roomfche Kerk benoemde. Te Rome zelve ontftond een hevig oproer , en de Paus werd in zijn eigen Paleis bezet; maar had echter het geluk, om in het gewaad van een' Monnik te ontkomen, en zich naar Livorno en van daar in Julij 1434 te Florence te begeven; de Pausfelijke Bevelhebbers vonden echter middel, om reeds in October deszelven jaars de ftad weder tot onderwerping aan den Paus te brengen. De Kerkvergadering, die in de vijftiende zitting den aöften November 1433 verordend had, dat 'er jaarlijks bijzondere Sijnoden in de Bisdommen , en om de drie jaren eene Provinciale zouden gehouden worden, maakte in de zestiende zitting den 5den XVII. Deel. M Fe- V BOEK IV LIoofdft\ ia C. G. [aario73. :ot 1517. EU GENIUS vlugt ui: Rome. Vervolg der handelingenvan de Kerkvergadering.  175 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. aa C. G. Jaario73. •tor 1517. 1 Februari} 1434 bekend , dat de Paus het Concilie door eene overgezondene Bulle volkomene voldoening gegeven had; waar op in de zeventiende zitting den 2i>ften April 1434 des Paufen Legaten in tegenwoordigheid des Keizers tot het voorzitterfchap werden toegelaten, na eerst den eed te hebben afgelegd, dat zij de hoogheid der Kerkvergadering erkenden, en derzelver gezag zouden helpen handhaven; tevens herhaalde zij in de achttiende zitting, den 25ften Junij 1434, het reeds meermalen herhaalde befluit der vergadering van Konfians, over het gezag der Kerkvergadering, hetwelk nu ook met 's Paufen goedkeuring bekrachtigd was. Tut hier toe was de Kerkvergadering te Bazel voor eene algemeene Kerkvergadering niet talrijk geweest; in de zeventiende zitting waren niet meer dan omtrent 100 Prelaten tegenwoordig; maarthans, nu zij met den Paus op eenen goeden voet fcheen te ftaan, vermeerderde het getal harer leden aanzienlijk; fchoon de Keizer misnoegd werd, omdat zij zich in fraatszaken- mengde, en de klagten van erich, Hertog van Sak/en-Lauenburg, aannam, wien de Keizer voorbijgegaan was, toen hij het Her:ogdom en de Keurwaardigheid van Sahfen, na het uitfrerven van den tak van het Anhaltfche Huis, welke beide bezeten had, opdroeg aan frederie len Strijdbaren, Landgraaf van Thuringen; doch leze twist nam een einde door het kort daar op gevolgde overliiden van Hertog erich. de verzoening met den Paus kon de vergadeing gewigtiger dingen ter hand nemen. In hare ne-  GESCHIEDENIS. negentiende zitting, detl ?deU September 1431, kwam zij met de Grieken overeen, om de vereerdging der Oosterfche en Westerfche Kerk op eene algemeene vergadering te behandelen; ook nam zij befluiten ter bevordering van de bekeering der Joden, en in de twintig/Ie zitting den aiften Januarij 1435 ging zij over tot het werk der Hervorming in het hoofd en de leden, verbiedende aan de Geestelijken het houden van Bijzitten; en aan den Paus in de XXIfte zitting den oden Junij het genot der Anna* ten. Ook werd in die zitting het zoogenoemde feest der gekken, als ook de flemppartijen en jaarmarkten in de Kerken afgefchaft. In de XXIIfle zitting den isden October 1435 werd zeker Boek als Ket tersch veroordeeld; en in de XXIilfte verfcheidem vastitclüngen gemaakt omtrent de verkiezing vat eenen Paus, deszelfs geloofsbelijdenis en pligten hoedanige den Paus weinig fmaken konden, gelijl hij dan ook in het jaar 1436 eenen wijdloopigei Brief rondzond aan vele Koningen en Vorsten, ii welken hij de vergadering befchuldigde, dat zij d oude Kerkenorde verbrak, nieuwe regten fmeedde en den Paus aan zich onderworpen wilde maken In de XXIVfte zitting den sjften Maart 1436 wei den twee fchrifteliike verklaringen voorgelezen va den Griekfchen Keizer en den Patriarch van Kot flantinopolen, dat zij, benevens andere Gevolmnj tigden der Griekfche Kerk, over de vereeniging di beide Kerken wilden komen handelen ter plaatfe welke de Kerkvergadering verkiezen zoude, bij wt ke gelegenheid deze, tot groot misnoegen van di M 2 Pa' V BOES IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517- 1 t l > tl :r 5 1- n is  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73tot 1517. Twisttusfchen de Kerkvergaderingen den Paus. De Paus verlegt de vergadering naar i9o KERKELIJKE Paus befloot, dat die genen, die tot de reiskosten van deze Griekfche Afgevaardigden geld zouden bijdragen, uit den Geestelijken fchat een even volkomen' aflaat zouden ontvangen, als in een Pausfelijk Jubeljaar of bij eenen kruistogt gefchonken werd. Men behoeft zich dus niet te verwonderen, dat het ongenoegen van den Paus in de XXVfte zitting den iften Mei 1437 volkomen uitberstte, In welke een befluit genomen werd omtrent de plaats, waar men met de Grieken zou kunnen handelen , waar toe de vergadering Bazel, of Avignon, of eenige ftad in Savoye voorltelde, geheel tegen 'sPaufen zin, die op eene Italiaanfche ftad aandrong; op deze wijze ontwaakte de oude wrok tusfchen den Paus en de Kerkvergadering op nieuw, en fteeg fpoedig tot die hoogte, dat de vergadering in hare XXVlfte zitting den 31 (ten Julij 1437 het vorige Proces tegen den Paus begon te vernieuwen , dien zij befchuldigde, dat hij alle Hervorming der Kerke tegenwerkte, dat hij de regten der Kerkvergadering krenkte, de Simonie begunftigde, en zijn wereldlijk gebied ongelukkig beltuurde; waarom zij hem ook indaagde , om binnen LX dagen in perfoon of door gevolmagtigden voor haar te verfchijnen, en her gene hij ter zijner verdediging of verfchoning noodig oordeelde, in te brengen. Ook gebood zij alle Kardinalen binnen dien tijd in de vergadering te verfchijnen, en dezelve met hunnen raad bij te ftaan. Van zijne zijde had de Paus eugenius door eene Bulle de Kerkvergadering van Bazel naar Ferrara verlegd, waar door de fcheuring nu openbaar werd, wei-  GESCHIEDENIS. i'Si welke de Keizer sigismund misfehien zou hebben voorgekomen, indien hij langer geleefd had, maar deze Vorst overleed den oden December 1437, en ^ de Kerkvergadering van Bazel ging nu, zonder ver- n: hindering, haren gang voort, en verklaarde in de ]( XXVIlIfte zitting, op den iften October 1437, den Paus voor ongehoorzaam, omdat hij op hare inda- * ging niet verfchenen was. In de XXIXfte zitting , ^ den inden October, werd de bovengemelde Bulle | van den Paus ter tafel gebragt, en kort daar na in ( een opzettelijk gefchrift op last der Kerkvergadering 1 wederlegd. j eugenius , die voor de Kerkvergadering niet ] zwichtte, terwijl hij nog in het jaar 1437 den Regts-1 geleerden en Ridder van Padua, joh. franciscus capitelista naar Bazel zond, om zijne zaak te bepleiten, liet den 8ften Januarij 1438 zijne Kerkvergadering te Ferrara door zijne Gevolmagtigden openen. Daar wij derzelver Gefchiedenis en onderhandelingen met den Griek/eken Keizer op eene voegzamer plaats zullen moeten vermelden, zal het hier genoeg zijn aan te merken, dat, behalve den Kardinaal julianus en nog vier Prelaten, die tot den Paus overgingen , de overige leden der vergadering van Bazel ftandvastig bleven, onder welken bijzonder uitmuntte de Kardinaal lodewyk allemand , Aartsbisfchop van Arles, die het voorzitterfchap in fpijt van den Paus op zich nam; terwijl de Paus met zijne vergadering te vergeefs die van Bazel in den ban deed, en de ftad gebood , dezelve binnen eene maand te doen verhuizen. Kort M 3 daar V BOEK IV oofdft. 1 C. G. iario73. >t 1517. errara , ;aar hij n vervol;ens te 'lorence ene Cerkver;aderiugloudt. )ood van Ceizer si- ÏISMUND.  iSü KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdfï. na C. G Jaar 1073. tot 1517. De verga deringvar Bazel fchorst den Paus in zijne waardigheid. De DuitfcheKeurvorstenverklaren zich onzijdig; en verkiezen ALBERT vr n Oostenryk tot Keize:» daar na verplaatfle hij zijne vergadering naar Florence, waar hij ze in het jaar 1439 eindigde. Maar des te ijveriger arbeidde de Keikvergadering te Bazel aan 's Paufen ondergang. Na in de XXXfte zitting een befluit omtrent het Avondmaal bekend gemaakt te heboen, fchorfte zij, in de XXXIfte zitting, den suften Januari),, den Paus in zijne waardigheid, verklarende tevens de bijeenkomst te Ferrara voor eene fcheur- en fluipvergadering; gelijk zij dan ook in de XXXIlfte zitting, den 24ften Maart van dat jaar alle Prelaten, die zich te Ferrara bevonden , gebood, dezelve te verlaten, en zich binnen XXX dagen te Bazel te laten vinden. Na het overlijden van Keizer sigismund , op het einde des jaars 1439, wendde zich de Paus en de Kerkvergadering beide aan de Duitfche Keurvorsten, om bij dezelven ondcrlïeuning te vinden; waar toe de vergadering den Aartsbisfchop nicolaus van Palermo afzond, die echter vergeefs zijne welfprekend» beid aanwendde, om de Keurvorsten geheel tot de zijde der Kerkvergadering over te halen. Deze, waarfchijnhjk uit vrees voor eene nieuwe fcheuring in de Kerk, vermaanden veel eer de beide partijen, om malkanderen te verdaan, en fielden den i7den Maart 1438, daags voor de verkiezing van eenen nieuwen Keizer, een verdrag van onzijdigheid op, waar in zij verklaarden, geene bevelen van eene der beide partijen te zullen aannemen, maar zich enkel door hunne Bisfchoppen te laten regeren , tot zij met den aanftaanden Roomsch-Koning zouden betaadflaagd hebben, wat tot het herftellen der Eenheid  GESCHIEDENIS. 183 heid zou mogen dienen. Den i8den Maart verkoren zij sigismund's Behuwdzoon, albert, Hertog Van Oostenryk, Koning van Hongaryen en Bohemen, \ tot Keizer. albert bood, even ais de Keurvorsten, aan de , Kerkvergadering en den Paus zijne bemiddeling aan; maar de vergadering zond daartegen eenen Afgezant naar Neurenberg, om de Rijksvorsten te bewegen, van hunne onzijdigheid af te gaan, ;doch deze floegen van hunne zijde voor, dat men op eene te benoemen plaats zoude bijeenkomen, om eene overeenkomst te treffen , hetwelk aan de Kerkvergadering niet beviel. Deze echter zond op den tweeden Rijksdag te Neurenberg weder eenen Afgezant, alwaar ook de Kardinaal albergotti, als Gezant van den Paus, verfcheen, dan dewijl de Paus 'er op ftaan bleef, om de Kerkvergadering naar eene andere plaats over te brengen, het zij, gelijk ^neas sylvius in zijne Gefchiedenis van de Bazelfche Kerkvergadering vermoedt, om de leden te verftrooijen, of van hun> ne vrijheid te berooven, kon men niet overeenkomen. Intusfchen bewilligden de Keizerlijke Gezanten , dat de vergadering den Vrijheer koenraad van Weinsberg tot Befchermheer aannam, waar door zij ten minften als eene wettige vergadering erkend werd. Merkwaardiger was eene nieuwe bijeenkomst in het jaar 1439 te Mentz, waar de Gezanten van den Keizer, de Geestelijke Keurvorsten, Afgevaardigden van de Wereldlijke Rijksvorsten, als ook Gezanten der Koningen van Frankryk, Kastiïïè, Arragon en Portugal tegenwoordig waren. Ook had de KerkM 4 ver" V BOEK IV loofdft. aC. G. aan 073* ot 1517.  V BOES IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. 1 184 K E R K E L Ij K E vergadering hier hare Gezanten, terwijl die van derf Paus te Neurenberg bleven, om nieuwen last af te wachten. Echter bevonden zich hier vrienden genoeg van den Paus, en onder dezen voornamelijk nikolaus van cusa , een man van uitmuntende gaven, die, hoezeer hij te voren de Kerkvergadering tegen de aanvallen van den Paus verdedigd had , thans alle vermogens infpande , om 's Paufen zaak te regtvaardigen, hoewel thans niet met het beste gevolg, alzoo Duitsclrland, na veel overlegs, de befluiten van de Kerkvergadering aannam, uitgezonderd alleen die, welke het regtsgeding tegen den Paus betroffen; de befluiten namelijk, die reeds te Konftans genomen en te Bazel bekrachtigd waren, over het gezag en de magt der algemeene Kerkvergaderingen, en over den tijd en wijze, hoe zij beroepen zouden worden, als ook de befluiten omtrent het hoogde regtsgebied van zoodanige Kerkvergadering over alle Christenen , zelfs over den Paus. Verders het befluit der Xllde zitting van het verkiezen en kosteloos bevestigen van Bisfchoppen en andere Prelaten; waar bij men flechts eenige ophelderingen van de Kerkvergadering verzocht - dat van te houden Sijnodale en Provinciale Kerkvergaderingen — van de Joden en gedoopte Joden — Van de Kerkdijken , die openlijk bijzitten houden; van de verkeering met geëxcommuniceerdeu; - van Interdicten; - van ligtzinnige Appellen; - van de donaten; - van het gerust bezit der Kerkelijke goederen ; — van den openbaren Godsdienst; — van ie Tooneelfpelen in de Kerken; - van het gezag en  GESCHIEDENIS. 185 kn de eigenfchappen der Kardinalen; - van het affchalïen der Pausfelijke Refervatien ; — uitdeeling van Prebenden; — van de twistzaken, die voor het j Roomfche Hof mogten gebragt worden enz. ] Gedurende de bijeenkomst te Mentz, ging intus- { fchen de Kerkvergadering van Bazel in haren gerigtshandel over den Paus geftadig voort. Men twistte thans onder de Godgeleerden: of eugenius, die de bevelen der Kerk zoo wederfpannig verwierp, ook deswegens voor een' Ketter verklaard kon worden? Hier over ontdekten zich driederlei gevoelens. Eenigen hielden hem werkelijk voor een' Ketter; anderen zelfs voor eenen, die in zijne Ketterij op nieuw vervallen was, (relapfus;) en nog anderen voor geen van beiden. Eindelijk behielden de beide eerfte gevoelens de overhand, en door dezen werden acht befluiten ontworpen, in welke hunne gronden vervat waren; waar tegen de Aartsbisfchop van Palermo de zaak van den Paus zocht te verdedigen , doch alleen te wege kon brengen, dat men van den Paus het woord prolapfus, gevallen, in plaats van relapfus, wederafgevallen, gebruikte. Voorts deed de meerderheid haar best, om door te dringen, dat behalve de Bisfchoppen ook de Godgeleerden over deze zaak ftemmen zouden. Eindelijk gaf de Kardinaal van Arles aan de vergadering kennis, dat de Paus door zijne Zendelingen in Frankryk meer veld won, waarom hij noodig oordeelde, ten minften de drie eerften van de gemelde acht befluiten af te kondigen , gelijk hij deed, terwijl de andere partij ontfteld en als overwonnen uit de vergadering ging. M 5 Dit V boek IV toofdft. ia C. G. 'aario73. ot 1517. rwist te Bazel of de Paus een Ketter zij.  V BOEK IV Hoofdft. naC. G. Jaar 1073. tot 1517. De Kerk' vergadering zet den Paus 186 KERKELIJKE Dit gebeurde in de XXXIIIfte zitting, den 6den Mei 1439- Ten aanzien van de Prelaten heeft men aangemerkt, dat dezen al veel hunne Vorsten naar de oogen zagen, die hen ook als Gezanten gebruikten, of dat zij andere uitzjgten hadden, welke van eugenius rijkelijk vervuld konden worden. De Paus, zegt een Godgeleerde dezer Kerk, geeft Kerkelijke waardigheden en Prebenden; maar de Kerkvergadering geeft niets, en is bovendien een ftreng Zedemeester. Dus zal de Aartsbisfchop van Palermo zich beklaagd hebben, dat hij door zijn' Koning genoodzaakt werd, tegen de waarheid te ftrijden ; gelijk hij dan ook korten tijd daar na eene Verhandeling opftelde ter verdediging van de Kerkvergadering, onder den titel: pro auctoritate, veritate et justitia Bafileenfis Concilii. Inzonderheid is nicolaus van cusa een voorbeeld van wankelbaarheid. Toen eugenius de eerfte poging deed, om deze Kerkvergadering te ontbinden, fchreef hij voor dezelve zijn vermaarde Boek: de Catholica Concordan* tia, Libri tres, hetwelk in het lilde Deel zijner werken ftaat, die in het jaar 1514 te Parys in Folio gedrukt zijn. Maar thans, bij de herhaalde poging van eugenius , verdedigde hij den Paus in eenen bijzonderen Brief: Epistota ad Rodericum de Trevino; naderhand bekwam hij van den Paus den Kardinaalshoed en een Bisdom. Hoe het zij, terwijl het grootfte deel der Bisfchoppen, de Vorsten, en de bijeenkomst te Mentz den Paus trachtten te befchermen, kwam de Kerk. ver-  GESCHIEDENIS. 187 vergadering in de XXXIVfte zitting den asflen Mei 1439 tot het uiterde, inzonderheid door den ijver van den Kardinaal allemand. Op deze zitting waren flechts weinige Bisfchoppen tegenwoordig; uit Italië niet meer dan één, en één Abt; uit Spanje geen één; uit de beide overige Natiën twintig Bisfchoppen en Abten. Maar des te meer lager Gees telijken en Doctoren in de Godgeleerdheid en in het Kerkelijke Regt. Nu liet de Kardinaal allemand alle Heilige Reliquien of Overblijffelen der Heiligen in geheel Bazel opzoeken, en door de handen van Priesters in de Kerk dragen, in welke de vergadering gehouden werd, en ze op de plaatfen der afwezig zijnde Bisfchoppen leggen. Hier door werd, volgens verhaal van ^neas sylvius , de Godsvrucht van al de leden zoo aangedaan, dat zij gezamenlijk God met tranen om zijnen bijdand baden, en zelfs de Keizerlijke Befchermheer der vergadering kon zich niet van tranen onthouden. Voorts waren alle de tegenwoordig zijnde leden, ten getale van meer dan 400, eensgezind; waar op de Bisfchop van Marfeille het befluit voorlas, waar bij, uit kracht van het befluit van Konftans, aangaande hel hoogde regtsgebied eener algemeene Kerkvergadering, waar door God den weg gebaand had tot een geregteliike beoordeeling over eugenius, deze, (die thans alleen gabriel in het befluit genoemd wordt,; als een wereldkundig ongehoorzame aan de bevelen der Kerk, en in openlijke wederfpannigheid volhardende, als een menigvuldig overtreder der Heiligt Kerkwetten, verftoorder van den vrede, en der eenheid V BOEK IV Hoofdft. as C. G. Jaar 1073. tot 1517* EV GENIUS IV af.  V BOEK IV Hoofdft. Ba C. G. Jaario73. tot 1517 188 KERKELIJKE heid van Gods Kerk, die dezelve voldrekt ergerde, als fchuldig aan fimonie, meineedige, onverbeterlijke , fcheurzieke, van het geloof afwijkende, als een hardnekkig Ketter, verkwister van de regten en goederen der Kerk, ook nutteloos en fchadelijk in het waarnemen van het Pausdom, van zijne waardigheid geheel vervallen, nog andere ftraffen tegen hem voorbehouden, en alle Christenen van gehoorzaamheid aan hem ontflagen werden ; ook dreigde de Kerkvergadering, aan hun allen, tot den Keizer toe, de ftrengde ftraffen, indien zij hem verder als Paus erkennen zouden. Thans betuigden zelfs de Vorstelijke Gezanten en vete Prelaten, die dezen ftap door hunne tegenwoordigheid niet hadden willen toeftemmen, aan de Kerkvergadering hunne goedkeuring. Maar /eneas sylvius, toen Geheimfchrijver en Cerimoniemeester der vergadering, riep eenigen tijd daar na in zijne Gefchiedenis van deze Kerkvergadering (*) vol vreugde uit: „ De Heer heeft fchild en rondas gegrepen; hij heeft zich tot bijdand der Kerk verheven; en onder dezen bijdand verblijdt zij zich vrolijk in haren God , die haar de kleederen des heils heeft aangetrokken. — eugenius , onlangs Paus, had haar ais de wind beweegd, zoo waar is, het geen joannes , die Guldemond, te voren gezegd heeft, dat zij onophoudelijk voor lagen is blootgedeld; maar in christus naam alles overwint. — Daarom heeft de ongeregtigheid gabriel gelogen, en de Heer heeft zijne boosheid te niet gedaan." Thans C) IL pag. 83.  GESCHIEDENIS. 189 Thans ontftond de vraag op de Kerkvergadering: of het nuttig ware, terftond eenen Paus te verkiezen , dan of men deze verkiezing zou uitftellen ? Men koos het laatfte, en ftelde de verkiezing twee maanden uit. In dien tusfchentijd rukte de pest, die zich in de ftad geopenbaard had, verfcheidene leden der vergadering weg. Men raadde den Kardinaal allemand, ten einde het gevaar te vermijden, zich eenigen tijd uit de ftad te begeven, hetwelk hij, wetende, dat hij de ziel der vergadering was, ftandvastig weigerde, waar op ook de andere leden bleven, allengs hield ook de befmetting op. Kort na de afzetting van den Paus werd in de XXXVfte zitting den ïoden Julij 1439 de voortduring der Kerkvergadering vastgefteld, de aanftaande verkiezing van eenen nieuwen Paus aangekondigd, en al de Hovelingen van den afgezetten gelast, om zich aan de Kerkvergadering te onderwerpen. Nog werd in de XXXVIfte zitting den I7den September de leer van de onbevlekte ontvangenis der Maagd maria vastgefteld, en de Feestdag aan deze leer gewijd, vernieuwd. In de XXXVIIfte zitting, den s>4ften October, werden 'er fchikkingen beraamd, tot de verkiezing van eenen nieuwen Paus, waar toe behalve de Kardinaal van Arles, of allemand, die de eenige Kardinaal hier tegenwoordig was, nog XXXII anderen, Bisfchoppen, Abten, Geestelijken en Doctoren benoemd werden; en eer deze zich nog in het Conclave begaven, werd in de XXXVlIIfte zitting den 3often October 1439 nog eene Bul van eugenius tegen de vergadering verworpen en verboden. Ein- V boek IV loofdfh ia C. G. [aano73:ot 1517. Zij verkiest fe1 ix V tot Paus.  V BOEK IV Hoofdft. ns C. G. Jaar 1373. tot 517. 190 KERKELIJKE ; Eindelijk verkozen XXVI van de XXXIII Kiesheeren den i7den November 1439 den Hertog amadeus VIII van Savoye, Vorst van Piemont, tot Paus. Hij was federt het jaar 1416 de eerfte Hertog van Savoye geweest, en had tot het jaar 1434 de regering met roem waargenomen, maar toen aan zijne Zonen lodewyk , Vorst van Piemont, en filips, Graaf van Geneve, afgeftaan. Vervolgens leef» de hij als Kluizenaar te Ripaglia in Savoye, bij het Meer van Geneve; alwaar hij de Orde van den H. Mauritius ftichtte , welker Opperfte hij werd. Waarfchijnlijk had de Kardinaal allemand de verkiezing op hem beftuurd , omdat hij vermaagdfchapt was met vele Vorsten , en buitendien den naam van heiligheid had. Men maakte echter over de keuze bedenkingen, bij voorbeeld, dat een Wereldlijk Vorst Paus werd, als of het aan Geestelijken ontbrak ; dat hij getrouwd geweest, en een man zonder grondige geleerdheid was: maar een lid der vergadering, die echter door /eneas sylvius niet genoemd wordt, hield eene lofreden op hem, waar in hij aanmerkte, dat amadeus altijd als een Monnik , (re/igiofe,') geleefd had, en dat men zelfs iemand, wiens vrouw nog leefde, tot Paus kon verkiezen, trouwens, hoe zonden de Doctoren anders onderling kunnen verfchillen: of een getrouwde Paus den huwelijksplist aan zijne vrouw fchuldig zij? Daar waren getrouwde Paufen; en petrus zelf, de Prins der Apostelen, was getrouwd. Ook vraagde hij, of het wel kwaad ware, dat een Paus vermogende zonen had, daar toch de Forsten eene onvermogen' de  GESCHIEDENIS. 191 de deugd weinig gewoon zijn te achten. „ Ik was, zeide deze Redenaar, voor dezen van gevoelen, dat het nuttig ware, dat de Wereldlijke Heerfchappij gefcheiden ware van de Kerke, maar thans heb ik geleerd: dat de deugd zonder magt belagchelijk is, ■en dat de Roomfche Paus zonder het erfdeel der Kerk niet meer zou zijn dan een Knecht der Koningen en Vorsten. — Nu is de Hertog amadeus iemand, die den éénen voet in Italië, den anderen in Frankryk heeft; die bijna met alle Christen-Vorsten vermaagdfchapt, of door vriendfchap verbonden is, en voor wien gabriel het meest van allen vreest." amadeus, die waarfchijnlijk al vooraf daar toe voorbereid was, maakte, toen hem zijne verkiezing aangekondigd werd, wel eenige zwarigheid om zijne Kluis te verlaten, maar nam ze toch eindelijk aan, om, gelijk hij zeide, niet ongehoorzaam te wezen aan de algemeene Kerk, en om haar in hare behoeften te hulp te komen; tevens noemde hij zich felix V. De Kerkvergadering, die in hare XXXIXfte zitting den I7den November 1439 zijne verkiezing bevestigd had, gebood in de XLfie den flöften Februarij 1440 allen Christenen, om hem als Paus te erkennen; met zijne kroning en inwijding te Bazel, in Augustus 1440 eindigt /eneas sylvius zijne befchrijving van het gebeurde op deze Kerkvergadering. Wat het karakter van felix betreft, alfchoon men wel wat zal kunnen afdingen op den overbodigen lof, welken .eneas sylvius hem geeft, evenwel V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. cot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaarl073. tot 1517. (*) Dictionaire comique, fatyrique, critique , burlesque, libre et proverbial. V. Ripaille pag. 567. a Lion 1735. in Zvo. 191 K E R K E L IJ K E wel mag men, naar het fchijnt, gelooven, dat hij geen onwaardiger Paus geweest is, dan eugenius , hoe veel kwaads ook twee vermaarde Italiaanfche Geleerden van dezen tijd, blondus en poggius, doch beiden Pausfelijke Secretarisfen te Rome, en dus niet onpartijdig, van hem gefchreven hebben. Nu is 'er eene vertelling aangaande felix, waar van de oorfprong onzeker is. Men vertelt namelijk, dat hij te Ripaglia zoo dartel geleefd hebbe, dat daar uit het fpreekwoord faire Ripaille ontftaan zij, om eene wellustige levenswijze te beteekenen (*). Van deze vertelling heeft de Dichter van Ferney gebruik gemaakt in de volgende regelen: O bizarre Amadée De quel fort capricieux Ton ame est ilonc posfedée, Duc , Hennite , Voluptueus 1 etc. Al het gezag der Kerkvergadering kon nogtans aan felix geen algemeen gezag in de Kerk bezorgen. De Duitfche Rijksvorsten — want Keizer albert II was reeds den 5den November 1439 geftorven — namen het kwalijk, dat men, in fpijt van hunne onzijdigheid, eugenius afgezet en eenen anderen Paus verkoren had. Ter naauwer nood erkenden Hertog albert van Beyeren, de fteden Bazei, Straatsburg en Camin , de Hoogefchoolen van Pa-  GESCHIEDENI S. 193 Parys, Weenen, Erfurt, Keulen en Krakau, de Koning alfonsus van Arragon en de Koningin elizabeth van Hongaryen als ook het Hertogdom Savoye in Zwltzerland, den Paus felix; alle andere Landen en Rijken bleven eugenius getrouw. Naar Frankryk zonden de beide Paufen en ook de Kerkvergadering van Bazel hunne Afgevaardigden, aan welke Koning karel VII gehoor verleende te Bourges in het jaar 1440. Hier verweet hij aan d« Afgevaardigden van Bazel, dat zij, niettegenftaande zijne verzoeken, met eugenius geregtelijk gehandeld hadden, en verklaarde, dat hij denzelven nooit verlaten zou, maar hem verzoeken, om binnen een half jaar eene Kerkvergadering in Frankryk te houden ; voorts liet hij der Kerkvergadering en den Heer van Savoye, (zoo noemt hij derzelver Paus ^) melden, dat zij in plaats van dreigen en ftraffen, liever trachten moesten den vrede te bevorderen. Evenwel verwierp hij de Kerkvergadering van Bazel niet; ook nam hij die van eugenius te Ferrara en Florence gehouden was , niet aan, en floeg hem ook andere van zijne eifchen af. Nu ftreden de beide partijen, gelijk gewonelijk bij elke Pausfelijke fcheuring, met bitterheid om de overhand, eugenius zond, op de eerfte tijding dei verkiezing van felix, eenen Brief aan alle Koningen, in welken hij hen vermaande, om zich mei alle magt te verzetten, daar de pestige wilde beesten te Bazel eenen Afgod Moloch hadden opgerigt, in wien aan den Duivel geofferd zou worden, en daai de oude amadeus hem meer dan eens gehoorzaam- XVII. Deel. N heic V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517- Strijd der beide partijen.  19\ KERKELIJKE V boek IV Hoofdft naC. G Jaario73 tot 1517, Keizer frederii III be- gunftigt Paus eu- GENIUSl1 heid ligtvaardig geweigerd, en zich aan den Satan ten ■ fpijze overgegeven had. In het volgende jaar 1440 veiklaarde hij, op de Kerkvergadering te Florence zijne partij voor een' Ketter en Scheurmaker, en dreigde aan zijne aanhangers de ftraffen, welke Ketters, Scheurmakers en fchuldigen aan gekwetfte Majefteit verdienden. Ook benoemde hij XVII nieuwe Kardinalen, onder welke echter maar een Duitfcher was. Daartegen noemde de vergadering van Bazel in hare XLIfte zitting den liften Julij 144° dit bevel ergerlijk, beleedigend, fcbeurziek, van het geloof afwijkende, en verbood allen Christenen, hetzelve te gehoorzamen, felix fchonk ook, ter ftijving van zijne zaak, den Kardinaalshoed aan eenige Prelaten, terwijl de Kerkvergadering in hare XLIIfte zitting den 4den Augustus 1440 zorgde voor zijn onderhoud, door hem vijf jaren lang den vijfden penning, en vijf volgende den tienden van de inkomften van Geestelijke waardigheden toe te leggen. Om dezen tijd was in Duitschland eene groote ; verandering voorgevallen, welke in de gevolgen zeer nadeelig was voor de Kerkvergadering te Bazel en voor haren Paus felix. In plaats van den overler denen Keizer albert II hadden de Keurvorsten den aden Februarij 1440 zijnen Neef frederik, Hertog van Oostenryk, op den troon geplaatst, die denzelven 54 jaren bezeten heeft. Deze, zijnen voorzaat niet gelijk in fchranderheid, moed en waakzaamheid, was des te meer genegen voor de eer en het voordeel van den 1 ausfelijken Stoel, waar door alle poginaen derJCerkvergadering voor de Kerkelijke vrijheid van Duitsch-  GESCHIEDENIS. 195 Duitschland genoegzaam verloren gingen. Al wat verder ten dezen ondernomen werd, was het werk van Duitfche Vorsten. Nog voor zijne verkiezing hielden de Keurvorsten in het begin des jaars 1440 te Mentz eene bijeenkomst, alwaar zij, onder den voorheen reeds gebruikten naam van Avifamenta, eenige artikelen opftelden, volgens vyelke zij hunne onzijdigheid bewaren, maar te gelijk zekere bezwaren tegen het Pausfelijk Hof en de Geestelijkheid verholpen wilden hebben. Vooral wilden zij gezorgd hebben, dat het gezag der algemeene Kerkvergaderingen niet ontzenuwd werd ; en dat de Paus belooven zou voor zich en zijne nakomelingen: dat hij alle Refervatien op Kerkelijke waardigheden zou affchaffen; de verkiezingen der Bisfchoppen en Abten niet verhinderen; alle verwachtingen op Prebenden , die open zouden vallen, doen ophouden ; geene Prebenden in Duitschland aan eenen vreemdeling geven; de Prebenden in de Metropolitaan - en Kathedraal-Kerken voornamelijk aan geleerden fchenken; en zich niets zou laten betalen voor bevestigingen of verkiezingen bij Geestelijke ambten; en meer dergelijke, welke artikelen den Keizer na zijne verkiezing terftond werden overgegeven, fchoon wij niet weten, met welk gevolg. In het jaar 1441 werd een Rijksdag te Mentz gehouden, die bijzonder beftemd was, om den twist tusfchen de Kerkvergadering van Bazel en Paus eugenius bij te leggen. Tot denzelven werden ook andere Koningen genoodigd, hunne Gezanten te zenden, onder anderen die van Frankryk. eugenius, vreeN a zen- V BOEK IV rïoofdft. ia C. G. [aario73:ot 1517-  V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. Hetgezai der Kerk vergadering en van feli vermindert. 106 KERKELIJKE zende, dat deze de verkiezing van felix op dien Rijksdag mede mogt goedkeuren , zond zijne Gezanten op de Kerkvergadering, welke de Koning in het jaar 1440 te Bourges hield, om den Koning te verzoeken, de Kerkvergadering van Bazel niet voor wettig te erkennen van den dag af, dat eugenius dezelve naar Ferrara verplaatst had; na eenig beraad, was 'sKonings antwoord, gelijk wij reeds gezegd hebben, dat hij de vergadering van Bazel voor wettig erkende, alleen was hem twijfelachtig de wettigheid der verkiezing van felix, waarom hij eugenius toegedaan bleef, tot hem blijken zou, dat deze roet regt was afgezet. Met dit al zond hij geene Gezanten naar Mentz; maar de Gezanten van den Paus en die van de Kerkvergadering waren tegenwoordig. De zaak der Kerkvergadering werd hier verdedigd door den Aartsbisfchop nicolaus van Palermo, en die van den Paus door nicolaus van Cufa. Het befluit op de bijeenkomst te Mentz was, dat met den eerften, ter herftelling der eenheid, op eene,", derde plaats eene algemeene Kerkvergadering zou worden gehouden; met welk befluit de Kerkvergadering noch de Paus te vrede waren, waarom het ook zonder gevolg gebleven is. ; Van nu af werden de verrigtingen der Kerkverga' dering te Bazel van minder gewigt en kracht, felix, die in haar voorgezeten had, in de zitting, £ in welke men voor zijn inkomen gezorgd had , gaf, in de XLUKte zitting den iften Julij 1441 enkel een voorfchrift nopens het vieren van het feest der groetenisfe van de Maagd maria, en in de XLIVfte zit-  GESCHIEDENIS. 197 zitting den 9den Augustus, zorgde hij voor de veiligheid van allen, die tot de Kerkvergadering behoorden; zijnde hij zelve van oordeel, dat de vergadering niets gewigtigs kon ondernemen, dewijl 'er in het jaar 1442 een Rijksdag te Frankfort aan den Main zou gehouden worden; op welken weder Gezanten van weérskanten waren; die van de Kerkvergadering verzochten den Keizer, de vrijheid der Kerk te befchermen; die van den Paus, dat de Keizer den eenigen wettigen Paus te Rome wilde erkennen : het befluit des Keizers was, naar den raad der Rijksvorsten, dat 'er ten eerden een nieuw Concilie moest gehouden worden, om deze zaak af te doen, terwijl inmiddels Duitschland bij zijne onzijdigheid zou blijven. Met dit befluit werden Gezanten van de Rijksvergadering aan de Kerkvergadering en aan eugenius afgezonden, dien zij tevens als Paus moesten vereeren; vervolgens ging frederik zelve naar Bazel op reis, fchoon hij niet eer in de ftad wilde komen , voor hij het antwoord der Kerkvergadering ontvangen had. Deze weinig in haar fchik met het befluit van den Rijksdag, gaf nogtans in October 1442 het volgende antwoord: dat, alhoewel zij geene reden zag, om de Kerkvergadering te verleggen, zij echter, om den vrede der Kerke, daar in bewilligde, en eenige fteden wilde noemen, ten einde de Keizer daar uit tot het houden der Kerkvergadering eene keuze mogt doen. Thans deed de Keizer zijne intrede in Bazel; hier bezocht hij felix met ontdekten hoofde, maar bewees hem de eere als Paus niet, om, gelijk hij zich ontN 3 fchul- V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaano73tot 1517. Einde de: Kerkvergaderingte Bazel. ,oS KERKELIJKE fchuldigde, den vrede des te meer te kunnen bevorderen. felix, merkende, hoe weinig hij op de Kerkvergadering kon fteunen, ging kort daar na, onder voorwendfel, van voor zijne gezondheid te zorgen, op reize naar Laufanne, echter belovende, in de lente des jaars 1443 terug te zullen komen. De Kerkvergadering behandelde intusfchen flechts eenige kleinigheden, alfonsus, Koning van Napels, die de beleening van dat Rijk voor zich en zijnen bastaardzoon ferbinand verlangde , omdat renatuS van Anjou aanfpraak op hetzelve maakte, handelde te gelijk met de beide Paufen, en met de Kerkvergadering, felix bewilligde hem gaarn zijnen wensch, maar eugenius deed hem geene mindere aanbiedingen, zoodat hij met denzelven een vergelijk floot in het jaar 1443, waar bij hij eugenius als wettigen Paus erkende, en door dezen met het Koningrijk Napels beleend zou worden, waar tegen alfonsus den Paus de Mark Ancona zou helpen heroveren. Terflond hier op ontbood de Koning den Aartsbisfchop van Palermo van de Bazelfche Kerkvergadering thuis, met nog twee andere Bisfchoppen van zijn Rijk, die dezelve echter niet verheten, dan onder betuigingen, dat zij haar getrouw zouden blijven. • felix benoemde nog wel vijf nieuwe Kardinalen, maar weigerde weder op de Kerkvergadering te komen, welke ook meer en meer te niet liep, en ook reeds verfcheidene van hare leden verloren had, onder anderen den Kardinaal julianus , haren ijverig- ften  GESCHIEDENIS. 199 ften verdediger tegen eugenius , wiens getrouwe aanhanger hij nu werd. De vergadering derhalve de onmogelijkheid ziende, om verders iets van belang uit te voeren, hield den löden Mei 144.3 hare XLVfte en. laatfte zitting, in dezelve verklaarde zij de ftad Lions, welke felix had voorgeflagen, tot eene volgende Kerkvergadering aan te nemen, tevens 'er bij voegende, dat zij echter niet uit een zou gaan, zoo lang zij vrij en veilig blijven kon; als dit ophield, wilde zij zich naar Laufanne begeven. NiettegenPtaande deze verklaring, en alhoewel 'et nog fteeds vele leden te Bazel en naderhand teLaufanne bleven, kan men haar toch van dezen tijd genoegzaam als geëindigd befchouwen. Zoodanigen uitflag had deze vergadering, die met groote wakkerheid haar werk begonnen, en groote verwachtingen op verbetering der Kerk verwekt had. In de Roomfche Kerk wordt zij van de voorftanden der Pausfelijke hoogheid als eene tegen haar Opper hoofd wederfpannige en fcheurzieke vergadering ge houden, terwijl anderen, inzonderheid de Franfch Godgeleerden, haar aanmerken als eenen Geestelijkei Rijksdag, op welken de vrijheden der Kerke, te voren te Konftans vastgefteld, nader behandeld zijt geworden. Wij hebben reeds gezegd, dat ^nea: sylvius een gedeelte van hare Gefchiedenis van he jaar 1438 tot 1440 befchreven heeft, op eene vrij wijze, zijne gevoelens omtrent den ftaat der Kerl tevens ontvouwende; welke gevoelens hij ook ii andere fchriften openleide; ten voorbedde diene de ze plaats uit zijnen LVften Brief aan den Bisfcho] N 4 SYL V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517*  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. ] i ! Handelingen van EUGEMUS met de Duit- | fchers. i y aoo KERKELIJKE sylvester van Chiemfee: „ Indien ik in 's Keizers plaats was, zou [ik alle Vorsten verzoeken, om hunne Gezanten op eene gemeenfchappelijke plaats te zenden, met volmagt, om de Kerkelijke zaken te vereffenen: want het gene de Vorsten doen zouden, zou het Volk en de Geestelijkheid wel volgen. — Men behoeft daar het Concilie of den Paus niet over te vragen; zij mogen willen of niet willen: de Vorsten kunnen bijeenkomen , en zich lan dezen of genen kant wenden. Maar dus zal tiet geen Concilie zijn? Wat raakt het ons? het is riet om den naam, maar om de zaak te doen. Geïoeg, als de fcheuring maar weggenomen wordt; lie het wegneemt, mag heeten, zoo als hij wil." [n later tijd vindt men vele belangrijke gedenkftuk£en en oorkonden van deze vergadering bij harduin , in zijne verzameling der Conciliën; ook bij martini in zijne Collectio FF. SS. et Monumentorum amplisfima Tom. VIII. edm. richer heeft Dok eene Gefchiedenis van deze Kerkvergadering in rijne Hiftor. Concill. General/. Libr. III. lenfant ivas voornemens deze Gefchiedenis breedvoerig en volledig te befchrijven, maar daar hij de Gefchiedelis van den oorlog met de Husfiten liet voorafgaan, jelette hem de dood zijn werk te voltooijen. Naarmate de Kerkvergadering te Bazel haar einle naderde, werd de Paus eugenius IV te frouter n zijne ondernemingen. In zijn antwoord aan de fezanten der Duitfche Vorsten in het jaar 1443, :af hij hun uitdrukkelijk te kennen, dat hij vernachtte , dat zij van hunne onzijdigheid, welke het ge-  GESCHIEDENIS. 201 geloof van Christus niet kende, afftaan, en tot hunnen ouden eerbied jegens den Roomfchen Stoel zouden vvederkeeren. In het jaar 1445 werd 'er een Rijksdag te Neurenberg gehouden. De Keizer namelijk, die met het Kanton Zurich een verbond gefloten had tegen de overige Zwitzerfche Kantons, had den Koning wan Frankryk verzocht, hem 5,000 zoogenoemde Armagnacs, dusgeheeten naar hunnen voormaligen Bevelhebber, den Graaf van Armag. nac, eene bende afgedankte Franfche en andere foldaten, die veel onvoegzaamheden bedreven, over te doen. De Koning zond 'er in het jaar 1444 wel 40,000 onder aanvoering van den Daufin, die een kleinen hoop Zwitfers op den weg naar Bazel vernoegen en de daar nog overgeblevene leden der Kerkvergadering verfborden, waarom men den Paus eugenius verdacht hield, hier de hand in gehad te hebben. Vervolgens vielen zij in Duitschland, overal plunderende en verwoestende. Op den Rijksdag daar toe bijeengeroepen, befloten de Vorsten deswegens tot eenen Rijksoorlog tegen Frankryk, en tevens werd op denzelven over den vrede der Kerk gehandeld. Doch vruchteloos. In het voorbijgaan moeten wij hier melden, hoe de Kardinaal julianus , weleer een ijverig voorftander van de Bazelfche Kerkvergadering, maar thans even ijverig voor den Paus, oorzaak was van een groot ongeluk voor Hongaryen. De Koning van dat Rijk wladislav, had eenen vrede met de Turken gefloten en plegtig bezworen, maar de Kardinaal julianus , die Pausfelijke Legaat bij dezen N 5 Ko- V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517.  20Ü KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft naC. G. Jaario73tot 1517. Koning was, haalde hem, door voor te ftellen, dat een vrede zonder goedkeuring van den Paus gefloten , niet gelukkig kon zijn, over, om zijnen eed te breken, waar op in het jaar 1444 de ongelukkige veldflag bij War na, aan de Zwarte Zee, volgde, in welken wladislav met de meesren van zijne foldaten het leven verloor; maar de Kardinaal, die ook een gedeelte des legers had aangevoerd, redde zich ter naauwer nood met de vlugt. Keizer frederik. ziende, dat de zaak der vereeniging met den Paus niet vooruitging, befloot ^neus sylvius, die zich ten voordeele der Bazelfche Kerkvergadering ijverig gekweten, maar dien de Keizer thans tot zijn' Geheimfchrijver en Staatsdienaar vctkoren had, als zijnen Gezant aan den Paus af te zenden. Deze nam nu den fchijn aan, dat hij, onzijdig zijnde tusfcben de Kerkvergadering en den Paus, zich naar de oogmerken van zijnen nieuwen meester fchikken wilde. Dus fchreef hij onder anderen in eenen Brief aan den Pausfelijken Gezant joannes carvajal (*): „ Ik dien den Keizer, die de eenigheid bevordert; deze wenfchen bevorder ik ook; voor dezelve zou ik mij gaarn aan groote moeijelijkheden blootflellen. Ook gij en uwe partij verlangt daar naar; maar op uwe wijze; uw Paus moet het blijven, en toch zal het eenigheid worden! Hetzelfde begeert ook de andere partij; niemand verwerpt den vrede; maar niemand wil ook zulken vrede, welke voor hem nadeelig is. Allen willen over- (*; Epstt. xxv.  GESCHIEDENIS. 203 overwinnen; niemand wil buigen; zoo halftarrig zijn zij. Is dan de Kerk eene flavin, dat zij om den wil van dezen of genen mensch zoo menigvuldige mishandelingen dulden moet? Indien gij niet weiden kunt: laat dan een ander Herder wezen! Doch het is niet te doen om het weiden der fchapen, maar om derzelver wol; men ftreed 'er zoo veel niet over, toen de Kerk nog arm was." De fchrandere /eneas sylvius kwam echter van I lieverlede tot de zijde van den Paus over; deze Ket hem wel verbieden, zijne reize naar Rome voort te zetten, maar hij, als Gezant des Keizers, vervolg. de dezelve, en verkreeg fpoedig, door zijnen ouden i vriend, den Kardinaal landriani, ontfiag van de Kerkelijke ftraffe, en gehoor bij den Paus, tot wel\ ken hij eene aanfpraak deed, gefchikt, om niet al! leen deszelfs vergiffenis maar ook zijne gunst te veri werven; evenwel was de Paus niet zoo gereed, om . den Keizer te wille te zijn, en eene Kerkvergadering in eene ftad van Duitschland toe te ftaan. Integen: deel ondernam hij in het jaar 1445, terwijl hij van het hand- en voeteuvel geplaagd werd, nog eenen ftouten ftap, door het willekeurig afzetten van twee Keurvorsten en Aartsbisfchoppen, dien van Trier en dien van Keulen, welke ftap al de Keurvorsten tegen hem in het harnas jaagde, zoo dat zij in eene bijeenkomst te Frankfort aan den Main , welk« ook de gemelde twee Aartsbisfchoppen, die ziet voor niets minder dan afgezet hielden, bijwoonden op den 2iften Maart 1446 een nieuwe vereenigin^ troffen, waar bij zij befloten, dat, zoo eugeniu: de V BOES IV Hoofdft. naC. G. [aar 1073. ;ot 1517.  V BOEK IV Hoofdfl. na C. G Jaar 1073. tot 1517. 204 KERKELIJKE deze afzetting niet introk, en niet openlijk het vermaarde befluit van Konftans aannam, en de vorderingen der Duitfchers niet op eene voegzame wijze voldeed, zij hem verlaten en de partij van felix aannemen zouden. Zij wilden tevens dit befluit geheim houden, en openbaarden het flechts aan den Keizer en zes van zijne Raden. De Keizer gaf hun ten antwoord, dat het afzetten der beide Aartsbisfchoppen ook hem mishaagde, maar dat zij verkeerd deden, dat zij zich tot rigters over den Paus wilden opwerpen. Echter ontdekte hij het geheim befluit der Keurvorsten aan ,eneas sylvius, wien hij tevens in last gaf, den Paus zachtzinnigheid aan te raden, en hem te verzoeken , om de beide Aartsbisfchoppen te herftellen. Dewijl dus de Keizer door zijnen listigen Staatsdienaar zich heimelijk met den Paus verftond, kon het befluit der Keurvorsten weinig baten, hoe zeer zij onder hunne naar Rome gezondene Gezanten den kundigen en eerlijken gregorius van Heimburg telden, die met mond en pen maar vergeefs hunne zaak voorftond , en ftrenge waarheden tegen den Paus beweerde, wien hij aanzeide, dat de Vorsten den iften September 1446 weder eene bijeenkomst te Frankfort zouden houden, om naar het antwoord van den Paus hun befluit in te rigten, doch de Paus gaf hem alleen ten befcheid, dat hij hun door zijne Gezanten een antwoord op dien Rijksdag wilde laten toekomen, hetwelk met de waardigheid van zijnen Stoel beftaanbaar zou zijn. Deze bijeenkomst werd op den bepaalden tijd ge- hou-  GESCHIEDENIS. ao$ houden; alwaar de Keizerlijke Gezanten den Keurvorst van Mentz van de vereeniging der Keurvorsten wisten af te trekken, door vier van zijne Raden j om te koopen, evenwel kostte het moeite, om het i Roomfche Hof tot eenige toegevelijkheid te brengen, | zoodat de Gezanten des Keizers en der Vorsten te •Rome nog veel zwarigheid vonden. Dewijl de Paus ; ook door eene zware ziekte werd aangetast, twijfel1 den eenige Gezanten, of men hem de beloofde gehoorzaamheid bewijzen en dus de eenheid in Duitschland vastftellen zou. Maar ^eneas sylvius haalde allen over, om daar mede te fpoeden. Vooraf echter werden vier Bullen uitgevaardigd, in welke de : Paus het getroffen vergelijk bekrachtigde, in de vier: de belovende, de Aartsbisfchoppen van Trier en Keulen te zullen herflellen. Doch te gelijker tijd liet eugenius den 5den Februarij 1447 een foort van Pro: test opftellen,waar bij hij betuigde,dat hij, in alles 1 wat hij had toegeftaan, niets nadeeligs had willen ! doen tegen de leere der Heil. Kerkvergaderingen of Itegen het gezag van den Apostolifchen Stoel, naar het fchijnt, op betere tijden hopende , in welken zijne opvolgers de half afgedwongene vergunningen weder zouden kunnen terug nemen. Na alle deze omwegen en uitftellingen werd het ii eindelijk den 7den Februarij 1447 aan de Gezanten vergund, den Paus, die bedlegerig was, de hand te kuslèn, en voor hunne Heeren de obediëntie, (gehoor: zaamheid,) te bewijzen, waar na zij in een open i Konftftorie der Kardinalen hunne onderwerping aan I den Roomfchen Stoel verklaarden. Terftond daar op wer- V BOEK IV loofdft. a C. G. aar 1073. ot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. Pragniatike fanctie in Frankryk 206 KERK EL IJ KE werden de klokken geluid, en 'savonds de ftad verlicht, en den volgenden dag een vreugdefeest gevierd, uit al hetwelk men genoeg kan opmaken, hoe zeer men te Rome in zijn fchik was, met deze onderwerping der Duitfchers, die door den Keizer, door deszelfs Geheimfchrijver , en door de omgekochte Raden van den eerften Keurvorst misleid waren, dat zij een vergelijk met den Paus aannamen, in hetwelk de herftelling der Duitfche Bisfchoppen, tot wier afzetting de Paus geen regt had, als eene gunst verleend werd; het aannemen der befluiten van Bazel door den Paus werd met voordeden voor den Paus verbonden, welke even zoo groot verlies voor de Duitfchers waren; en nog nam hij ze flechts voor een tijd en onder een Protest aan, hetwelk dezelve genoegzaam krachteloos maakte. De Franfchen fchenen eenigen tijd te voren beter en duurzamer voor hunne Kerkelijke vrijheden gezorgd en daar toe zich van de befluiten te Bazel tegen den Paus bediend te hebben. Zij hadden reeds voorheen in eene zoogenoemde Pragmatieke Sanctie een bolwerk gezocht tegen de overheerfching der Paufen. lodewyk IX of de Heilige, had die reeds in het jaar 1268 ingevoerd, en de Franfche Koningen hadden dezelve fteeds tegen de inbreuken der Paufen gehandhaafd; thans maakte men gebruik van de Bazelfche Kerkvergadering. Deze zond, zoo wel als eugenius IV, Gezanten naar Frankryk, waar men het gezag der Kerkvergadering erkend, maar hare ftrengheid tegen den Paus niet goedgekeurd had. karel VII beriep daar op eene ver-  GESCHIEDENIS. 207 vergadering van de Wereldlijke Grooten, de Prelaten en zijnen voornaamflen Adel in het jaar 1438 te Bourges, alwaar het Concilie van Bazel erkend, en een vermaarde wet, de Pragmatieke Sanctie, of ook la Pragmatique de Bourges genoemd, opgefteld en aangenomen werd. In dezelve werd, na het gezag der vergadering te Bazel aangewezen te hebben, de noodzakelijkheid van gedurige algemeene Kerkvergaderingen, en de hoogheid derzelve ook boven den Paus vastgefteld. Ook . werd de vrijheid der Kerkelijke verkiezingen daar in erkend, de Refervatien afgefchaft, als ook vele misbruiken omtrent het fchenken van Prebenden, omtrent de Appellen aan den Paus, en meer andere zaken, welke in de Kerkvergadering befloten waren. Niets was natuurlijker, dan dat de Paufen deze Franfche Kerkelijke wet op het hevigst aanvielen. Wanneer dus in het jaar 1439 volgens deze wet de Kanunniken van Angers eenen anderen Bisfchop verkoren, dan de Paus hun wilde opdringen, fchreef deze, hoewel vergeefs, eenen fcherpen Brief aan den Koning karel VII. Ook beproefde eugenius nog in het jaar 1440, op eene andere Kerkvergadering te Bourges, door zijne Afgevaardigden dezen Koning tot affchaffing dezer wet te bewegen, alzoo de Koning zijnen wil te kennen gaf, dat deze wet ongefchonden zou blijven. Meer fchijnt eugenius IV tegen deze wet niet ondernomen te hebben, zich vergenoegende, dat hij als wettige Paus in Frankryk erkend was. Na eene zeer onrustige maar tevens werkzame regering van zes ,V BOEK IV tioofdft. ia C. G. [aar 107 3. tot 1517. Dood van EUGENIUS IV.  V boer IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. NICOT.AUS V wordt Paus. telix V doet afftand van de Pausfelijkewaardigheid. 208 KERKELIJKE zestien jaren, overleed hij, weinige dagen, nadat hij de gehoorzaamheid der Duitfchers ontvangen had, den 23ften Februarij 1447. ^neas sylvius verhief zijnen lof in eene Redevoering (*), befluitende denzelven met deze woorden: „ Hij was een man van „ hoogen geest, wiens hoofdgebrek was, dat hij „ geene maat wist te houden; en gewoon was te „ ondernemen , niet wat hij kon, maar wat hij „ wilde." Den 6den Maart 1447 reeds werd de Kardinaal en Bisfchop van Bologna, thomas van Sarfano, onder den naam van nicolaus V, tot opvolger van eugenius IV verkoren, die in het jaar 1398 te Pifa geboren was, en wiens geleerdheid hooglijk geroemd werd. Terwijl het Conclave vergaderd was, had een Romeinsch Ridder, steven porcari gepoogd, de Romeinen op te wekken, om hunne vrijheid te hernemen, maar de Romeinen vreesden te zeer voor alfonsus, Koning van Arragon en Napels , die met een leger zich in de nabijheid dezer hoofdftad bevond. Eene der eerfte en voornaamfte hoofdbezigheden van den nieuwen Paus was, de overblijffelen der Kerkvergadering van Bazel uit te delgen, en den Tegenpaus felix V te onderdrukken. Hij betoonde zich ten dien einde zeer vriendelijk jegens de Gezanten des Keizers en der Duitfche Vorsten, en bevestigde fchriftelijk het vergelijk met zijnen voor- gan- (*) Oratio de Morte Eugenii IV. fn baluzii Miscell. L. VII. pag. 546.  GESCHIEDENIS. 209 ganger gefloten. Intusfchen handelden de Keurvorsten van Trier, Keulen, den Paltz en Sakfen, die van de vereeniging van Mentz niet plegtig waren afgegaan, met den Koning van Frankryk, met wien zij den aSften Junij 1447 te Bourges eene overeenkomst floten, waar bij wel nicolaus V als een wettig Paus erkend werd, doch tevens van hem gevorderd , dat hij eene algemeene Kerkvergadering zou uitfchrijven tegen den iften September 1448; maar hunne pogingen waren te zwak, en werden nog krachteloozer, roen de Keizer in Julij 1447 op eenen grooten Rijksdag te Afchafenburg, door mid. del van ;eneas sylvius, den Keurvorst van den Palz wist over te halen, als ook dien van Keulen, waar op het volgende befluit genomen werd: De Rijksftenden zouden den Paus nicolaus V gehoorzamen , gelijk zij zijnen voorzaat gehoorzaamd hadden, hetwelk openlijk onder godsdienftige plegtigheden zqu afgekondigd worden, terwijl men van den Paus dezelfde Bullen van goedkeuring op het vergelijk, met zijnen voorzaat gefloten, verwachtte, als deze uitgevaardigd had. Volgens dit befluit liet de Keizer een bevel in het geheele Duitfche Rijk afkondigen, dat ieder een nicolaus V als wettigen Paus en Plaatsbekleeder van christus zou erkennen, en gehoorzamen. Nu kon de kleine vergadering, die zich nog te Bazel bevond, haar gezag in Duitschland niet langer fiaande houden. De Keizer zeide haar ook op het einde des jaars 1447 het vrijgeleide op, waar door zij zich genoodzaakt zag, hare zitplaats in den XVII. Deel. O zo- V BOEK IV Hoofdft. na C. G. | aar 1073. tot 1517.  fiIÖ KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaano73. tot 1517. WeenerConcordaat met den Paus gefloten. / zomer des jaars 1448 naar Laufanne te verleggen, waar zich felix V ook bevond, die thans enkel nog in het Hertogdom Savoye als Paus vereerd werd. Eindelijk kwam het onder bemiddeling des Konings van Frankryk zoo ver, dat felix in het jaar 1445 een zoogenoemd algemeen Concilie met zijne weinige aanhangeren hield, en op hetzelve uit liefde tot den vrede der Kerke, gelijk hij zeide, van het Pausdom geheel en al afftand deed, terwijl nicolaus V hem tot eerden Kardinaal, Bisfchop van Sabine, Legaat en beftendigen Vikaris van den Apostolifchen Stoel in fommige landen benoemde. Om dit Kerkelijk Tooneelfpel op eene bevallige wijze te eindigen, verkoren de acht Kardinalen van felix met hunne bijzitters op dit gewaande Concilie thomas van Sarzano , onder den naam van nicolaus V, tot Paus, waar na het Concilie verklaarde , dat het zich ontbond, amadeus, of felix, keerde naar Ripaglia terug, alwaar hij in het jaar 1450 overleed. Wat vroeger had nicolaus het genoegen, om met den Keizer den i7den Februarij 1448 zonder vootkennis van de meeste Rijksvorsten te Weenen door zijnen Legaat den Kardinaal carvajal, en /eneas sylvius, van wege den Keizer, een Co#cordaat of overeenkomst te fluiten, hetwelk doorgaans , hoewel verkeerd, het Concordaat van Afchaffenburg genoemd wordt. In hetzelve werden de vrijheid en voorregten der Duitfche Kerk geheel aan den Paus opgeofferd, nicolaus V bekrachtigde hetzelve door eene Bulle van den iaden Maart 1448, hoe-  GESCHIEDENIS. BI «. lhoewel het nog eenige jaren aanliep, eer hetzelve van al de Prelaten van Duitschland werd aangenomen. De Keizer, een zwak Vorst, was zeer gezet, om te Rome door den Paus als Keizer gekroond te worden, zijnde dit eene der redenen van die zucht om den Paus te behagen, welke hij allezins vertoonde, frederik ging dan, met bewilliging van den Paus, in het begin van het jaar 1452 op reis naar Rome, onder omftandigheden, welke voor hen niet zeer gunftig waren, te weten, hij had ladiS' laus , Zoon van Keizer albert , die na zijns Va ders dood geboren, Hertog van Oostenryk, en Ko ning van Hongaryen en Bohemen, en nog onmon dig was, onder zijne voogdijfchap, en liet denzei ven aan zijn Hof opvoeden, waar mede de Stendei dezer landen te onvrede waren, omdat zij den Kei zer verdacht hielden, dat hij de landen van dezei jongen Vorst aan zich zocht te trekken; en wan neer de Keizer aan hunnen eisch, om hundenzelvei over te geven, ten einde onder hen opgevoed te wot den, weigerde te voldoen, floten zij eene verbindte nis tegen hem, om hem daar toe met geweld t noodzaken. Doch niets was in ftaat, om den Kei zer van zijnen Italiaanfchen togt terug te houden Te Siena gekomen, deed men hem den eed aan de Paus afleggen, eer hij het Pausièlijke gebied betrad Voor de poorten van Rome zwoer de Keizer nog maals, dat hij de goede gewoonten der Hoofdfta handhaven zou. Bij zijne intrede kuste hij den Pav die op de trappen der St. Pieterskerk zat, den voet O 2 han V BOEK IV Hoofdfr. na C. G. Jaario73. tot I5»7. FREDERIK IIlteRame als Keizer gekroond 1 t l ï I 1 s » d  V BOEK IV Hoofdft. na C. G, Jaar 1073. tot 1517. «a KERKELIJKE hand en wang. Vervolgens verzocht hij den Paus, hem de Langobardifche of Itaïïaanfche kroon op t« zetten, die de Keizers anders te Milaan ontvingen, dit deed de Paus ook op raad der Kardinalen; ook zegende hij het huwelijk des Keizers ia met eene Prinfes van Portugal, die uit Portugal te Rome gekomen was, echter hun verbiedende hun huwelijk , uit eerbied voor het Sacrament, eer dan na drie dagen te voltrekken. De kroning als Keizer volgde den isden Mei 1452, en na de plegtigheïd hield de Keizer den ftijgbeugel, toen de Paus te paard fteeg, en leidde hetzelve een einde wegs hij den toom. Na de kroning reisde de Keizer naar alfonsus , Koning van Napels, den Oom zijner Gemalin, een' verftandig Vorst, die den zwakken Keizer het eerst overhaalde , om zijn huwelijk te voltrekken, hetwelk hij^tot hier toe uitgefteld had. Bij zijne terugkomst te Rome liet hij door /ENeas sylvius, thans Bisfchop van Siena, eene redevoering voor den Paus houden, die vol vleijerij was, waar in hij op eenen kruistogt tegen de Turken en Muhammedanen aandrong, maar ten aanzien van eene algemeene Kerkvergadering zeide ^neas : „ Een ander zou misfchien om eene algemeene Kerkvergadering, of om befluiten van Hervorming verzocht hebben. Maar kan 'er wel eene grootere Kerkvergadering gehouden worden, dan de tegenwoordigheid van uwe Heiligheid en van uwen heiligen Senaat? Wie de bevelen van den Paus van Rome niet gehoorzaamt, verzoekt vergeefs om eene Kerkvergadering. Waar uwe Heiligheid is, daar is een Ces-  GESCHIEDENIS. 313 Concilie; daar zijn Koningen; daar zijn Zeden; en eene Hervorming." De Paus, die den Keizer kende, als ongefchikt tot eenen oorlog, antwoordde : dat zijn voornemen lofwaardig was; maar dat •men toch ook de overige Christen Vorsten raadplegen, en zich van hunnen bijftand verzekeren moest. Ondertusfchen beklaagden zich de Stenden van Oostenryk en de andere Bondgenooten bij den Paus over den Keizer, waar tegen de Keizer zich verfchoonde, en den Paus verzocht, tegen de bondgenooten het geestelijke zwaard te gebruiken, gelijk deze hem beloofde, de Oostenrykers in den ban te zullen doen , indien zij hem binnen XL dagen de regering niet weder inruimden. Kort na 's Keizers vertrek van Rome in het jaar 1452, verfchenen daai Gezanten der Hongaren en Oostenrykers, om te verklaren, dat deze zaak niet tot 's Paufen regtbank be hoorde, en om hem te verzoeken door zijnen Raac den oorlog voor te komen, dien zij den Keizer zou den moeten aandoen, indien hij hun hunnen Vorsi niet overgaf. De Paus, over deze ftoute verklaring gebelgd, antwoordde, dat de Oostenrykers zijn bevel hadden te gehoorzamen, of dat zij niet lange: als Christenen erkend zouden worden. Maar di Oostenrykers zwichtten niet voor deze bedreigingen, integendeel beriepen zij zich van den Paus als nie wel onderrigt, op denzelven, als bij beter onderrig zou zijn; (ab eoparum inflructo ad eundem infiru endum informanclumque magis,) of op een alge meen Concilie, of eindelijk op de algemeene Kerk zij belegerden den Keizer in Weener -Neuftad, ei O 3 nood V BOEK IV Hoofdft. aa C. G» Jaario73. tot 1517-  V BOEK IV Hoofdfl. na C. G. Jaano73< tot 1517. Hetbemagtigenvan Konflantinopolendoor de Turken doet den Paus eenen kruistogt uitfchrijven. ,ï4 KERKELIJKE noodzaakten hem nog in het jaar 1452, hunnen Koning ladislaus aan hun over te geven. Doch het bemagtigen van Konftantinopokn door de Turken in het jaar 1453, hetwelk geheel Europa met fchrik vervulde, gaf den Paus haast ander werk. De ijver tot kruistogten tegen de Muhammedanen was federt lang merkelijk verflaauwd, ook hadden de Vorsten van Europa meestal ftrijdige belangen, en de Paufen hadden de handen vol gehad, om hun gezag te handhaven; het een en ander was oorzaak, dat men niet vroeger behoorlijk werkzaam was geweest, om de hoofdfiad van het Griekfche Rijk krachtdadig bij te ftaan. Thans fchreef de Keizer, dien men zegt tranen over het verlies van Konflantinopolen geftort te hebben, aan den Paus, dat hij zonder uitftel de Christen Vorsten tot eenen kruistogt zou aanfporen, met verzekering van daar toe het zijne te willen aanbrengen; ook fchreef met gelijk oogmerk /eneas sylvius aan den Paus en de Kardinaal de cusa. Inderdaad verdient nicolaus ook den lof, dat hij werkelijk gepoogd had Konflantinopolen, zoo veel hij vermogt, dadelijk te helpen, terwijl behalve de Venetianen en Genuezen, die door het belang des koophandels aangefpoord werden, de magtigfte Vorsten van Europa alleen bij woorden bleven. Hij was niet alleen ijverig werkzaam aan de Kerkelijke vereeniging met de Grieken, maar hij liet ook terftond op de tijding van het overgaan van Konftantinopokn eene vloot uitrusten van ao oorlogfchepen en 9 galeijen, welke tot aan Eubea het hedendaagsch Eiland Negroponte gekomen,  GESCHIEDENIS. ai? men, daar het ongeluk had, van in de magt der Turken te vallen. Thans vaardigde hij in September des jaars 1453 eene Bulle uit tot eene kruisvaart tegen het volgende jaar 1454» wanneer ook daar over op een' Rijksdag te Regensburg gehandeld werd, doch zonder eenig gevolg, maar op eenen anderen Rijksdag in hetzelfde jaar te Frankfort, bragt ^eneas sylvius door eene welfprekende redevoering te wege, dat 'er een befluit genomen werd, om het Koningrijk Hongaryen 10,000 ruiters en 32,000 voetknechten te hulp te zenden, nicolaus zond verders in het jaar ,1454 alomme Aflaatpredikers, om de Christenen op te wekken; om het kruis aan te nemen, of ten minften geld op te brenger tot dezen togt. De voornaamfte onder deze predikers was wel de Italiaanfche Franciskaner Monnil joannes van capistrano, Doctor der Godge leerdheid, Generaal Inquifiteur der ketterfche fnood heid, en Nuncius van den Apostolifchen Stoel. Hi predikte in het Latijn, en ftampte zijn voorftel, or. de Italiaanfche wijze, met handen en voeten in. terwijl een andere Doctor van zijne Orde de Kerkredenen opfchreef, en ze in het Hoogduitsch vertaald terftond herhaalde, /eneas sylvius vermaan de hem, om zijne welfprekendheid bijzonder te oe feren op de Rijksvergadering, welke te WeenerNeuftad in het jaar 1455 gehouden werd. Of hi daar aan voldaan hebbe, weten wij niet; zoo vee is zeker, dat de vergadering vruchteloos afliep, waai toe de trotschheid van den Pausfelijken Legaat, det Bisfchop van Pavia, het hare toebragt, die aai O 4 dei V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. I I  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaano73. tot 1517. Dood van PausM- ColausV. CALIXTUS üö KERKELIJKE den Aartsbisfchop van Trier niet wilde afftaan, om aan 'sKeizers regterhand te zitten, hetwelk misnoegen onder de Stenden veroorzaakte. En, als de tijding van 'sPaufen dood inmiddels aankwam, werden de raadplegingen over den kruistogt verfchoven, tot het naastvolgende jaar. nicolaus V overleed den 24lten April 1455. Zijne zucht voor geleerdheid en achting voor geleerden, bijzonder voor de Grieken, die naar Italië geweken waren , wordt algemeen geroemd. Door zijne mildheid wekte hij hen op, om vele Griek' fche fchriften te vertalen; perottus onder anderen kreeg voor zijne overzetting van polvbius 500 Dukaten. Aan philelphus beloofde hij zelfs een fraai huis te Rome, met een rijk landgoed, en 10,000 fcudi, als hij de Ilias en Odijsfea in Latijnfche verzen zou overzetten; maar een te vroege dood ftremde deze onderneming. Deze Paus verrijkte de Paufelijke Boekerij met eenen fchat van Handfchriften; en niet min verfierde hij Rome met het herftellen en verfraaijen van deszelfs aanzienlijkfte gebouwen. Men voegt hier bij zijne liefde tot geregtigheid en vrede, zoodat men op zijn graf las: dat hij aan Rome deszelfs gouden eeuw bezorgd had. Evenwel werd tegen dezen zoo welwillenden Paus van denzelfden porcari , die reeds te voren te Rome een oproer had zoeken te ftoken, eene zamenzwering gemaakt, waar bij reeds een gouden keten gereed was, om den Paus te boeijeu, indien niet alles in tijds ontdekt was geworden. Op den ülten April 1455 werd de Kardinaal al- fon-  GESCHIEDENIS. ai? fonsus borgia, een Spanjaard, uit een -adelijk geflacht, tot Paus verkoren, onder den naam van calixtus III. Bijna was de keuze gevallen op den | Kardinaal bessarion, den geleerden en eerwaardi- 1 gen Griek, maar een der genen, die bang waren \ voor zijne ftrenge deugd, vraagde de andere Kardinalen fpottend: of men aan de Latijnfche Kerk eenen naauwelijks tot haar overgekomenen Griek, die zich den baard nog niet gefchoren had, tot opperhoofd wilde geven? en dus werd aan bessarion zijne reeds zekere hoop ontnomen. calixtus was reeds LXX jaren oud, toen hij Paus weid, maar nog vol levendigheid en moed. Gelijk hij, nog Kardinaal zijnde, een gelofte gedaan had, om de Turken op allerlei wijze te beftrijden, liet hij, Paus geworden zijnde, terftond bevelen afgaan, waar bij alle Vorsten en Volken opgeroepen werden, om met den iften Maart 1456 tegen de Turken te veld te trekken. Voor zijn eigen geld rustte hij eene vloot uit van 16 galeijen, welke den Turken eenigen afbreuk deed, en twee of drie eilanden op dezelven veroverde. Den vermaarden held scanderbeg, die Albanië zoo dapper tegen de Turken verdedigde, en aan andere Grieken zond hij bijltand in geld over. En, om ook geestelijke wapenen tegen de ongeloovigen te gebruiken , gebood hij, eenmaal daags op den middag de klGkken te luiden, en God om hulpe te bidden. Weinig echter waren de Vorsten gezind, om hem gehoor te geven. Hij mogt zich verheugen over de groote overwinning, welke de dappere joannes hunyades O 5 met V BOEK IV loofdft. ia C. G. aario73. ot 1517. ilt wordt Paus. Ifver van dei Paus tot eenen kruistogt.  ai 8 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. Bezwaren der Duitfchers tegen den Paus. met behulp van joannes van capistrano, die dï foldaten aanmoedigde, in het jaar 1456 bij Belgrado op de Turken behaalde, maar daartegen liet karel VII, Koning van Frankryk, niet toe, dat de Bulle van den Paus in zijn Rijk werd afgekondigd, Dmdat hij bezorgd was voor eenen nieuwen oorlog met Engeland, alfonsus, Koning van Arragon, ;n Sicilië, nam het kruis fpoedig aan, maar in plaats van zijne vloot tegen de Turken te gebruiken, tastte hij met dezelve de Genuezen aan, met welken hij in oorlog was. De Koning van Portugal, alfonsus , die eerst ook eene vloot tot dezen oorlog beloofd had, vervulde bij flot zijne belofte ook niet. Nergens vonden 's Paufen voordellen minder ingang dan in Duitschland, waar heen hij den Kardinaal van carvajal gezonden had, veel meer fpoorden de Rijksvorsten den Keizer aan, om hunne vrijheden tegen den Paus te handhaven. Maar deze Vorst liet zich door den invloed van ^eneas sylvius ligtelijk overhalen, om denzelven naar Rome te zenden, ten einde aan calixtus zijne gehoorzaamheid te verklaren, en een plegtig verbond met denzelven te fluiten. Hier door en om andere redenen fteeg het misverftand tusfchen de Rijksftenden en den Keizer ten hoogden top, omdat deze zich zoo weinig aan de zaken van Duitschland liet gelegen zijn. Het kwam zelfs zoo ver, dat de Vorsten in het jaar 1456 tegen 's Keizers wil eene vergadering hielden te Neurenberg, in welke zij befloten, eene andere in het jaar 1457 te houden, op welke zij, indien de Keizer daar niet verfchijnen wil-  GESCHIEDENIS. 219 Wilde, zouden overgaan tot de verkiezing van een' Roomsch-Koning, om het beste voor het Duitfche Riik te bezorgen. Ondertusfchen was calixtus over den Keizer zelve niet voldaan, die in plaats van tegen de Turken te veld te trekken, veel meer in verfchil was met ladislaus , Koning van Hongaryen en Bohemen, hetwelk zelfs eerlang tot eenen openbaren oorlog uitbrak. Doch de gemelde Rijksvergadering te Frankfort in het jaar 1457 opende hem de oogen, alwaar de bezwaren, welke de Duitfchers tegen het Pausfelijke Hof hadden, inzonderheid omtrent de verbazende geldfommen, welke onder allerhande voorwendfels in Duitschland ten behoeve van dat Hof werden afgeperst, ter tafel kwamen. Ja, hetwelk nog merkwaardiger is, volgens ^eneas sylvius , waren 'er in Duitschland, die het waagden te beweren : dat het gezag der Paufen niet noodzakelijk en ook niet van christus ingefield was; waar tegen ^eneas sylvius in eenet Brief zijn best doet, om het tegendeel te bewijzen, Dewijl de vergadering te Frankfort juist niet talrijk was, werd de hoofdzaak tot een' anderen tijd uitgefteld, alleen men maakte een begin met het verzamelen der bezwaren, en bepaalde, wat en hoe mer in eene volgende vergadering daaromtrent handeler zoude. Dewijl de Aartsbisfchop van Mentz, diether ol dietrich, grooten invloed had op de raadplegingen der Rijksvorsten , en deszelfs Kanfelier mayer , een verftandig man, zich een voorftander toonde van de vrijheid en voorregten der Duitfche Kerk fchreel V BOEK IV Hoofdft. na C. G, Jaario73 tot 1517  220 K E R K E L IJ K E V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. fchreef calixtus aan dezen Aartsbisfchop en Keurvorst eenen Brief, om hem af te manen , van iets tegen de Roomfche Kerk te ondernemen, terwijl hij zich bij den Keizer insgelijks in eenen Brief verdedigde tegen de befchuldiging , als of hij op de Concordaten of verdragen geen acht gaf, verklarende hij, uit enkele infckikkelijkheid en liefde voor den vrede, daar bij te willen blijven, alhoewel het gezag van den Apostolifchen Stoel volkomen vrij behoorde te zijn, en door geene verdragen had moeten beperkt worden. Met nog meer ijver was /eneas sylvius, die thans reeds Kardinaal was, inde weer tegen de bezwaren der Duitfchers, te meer, omdat hij meende te gevoelen, dat hij bij fommigen derzelver bijzonder bedoeld was. Hij fchreef daarom aan den Domdeken te Worms (*), hoe hij meer dan XXIV jaren Duitschland had gediend, en nog als Kardinaal voortging deszelfs belangen te behartigen, waarom hij geloofde , dat de Duitfchers niet behoorden te klagen, dat hij in hun land Prebenden tot 2,000 Dukaten jaarlijkfche inkomften gekregen had; ook fchreef hij aan zijnen ouden, door geld omgekochten vriend, den Keur-Mentzifchen Raad lysura (f), dat zij beiden behoorden zorg te dragen, dat het gene zij hadden uitgewerkt, niet verbroken mogt worden; aan een' anderen vriend, rovarella , Pausfelijken Legaat in Hongaryen, fchreef hij (§), dat hij zich ten fpoedigfte bij den Keizer ten Hove moest vervoegen, opdat deze de Rijksftenden af. (*) Spisi. 370- Ct) Epist. 334- (5) Epist. 348-  GESCHIEDENIS. '221 afzonderlijk mogt afmanen van alle verbindtenisfen tegen den Roomfchen Stoel. Ook moest hij in het algemeen aan de Vorsten beduiden: dat hunne zonen veel gemakkelijker door den Jpostolifchen Stoel bevordering konden bekomen, dan door Domkapittels of Bisfchoppen. Ook waarfchuvvde de Kardinaal den Aartsbisfchop van Keulen (*), om toch aan geene nieuwigheden het oor te leenen, want zoo het gezag van den Roomfchen Stoel onderdrukt werd, mogt hij maar gelooven, dat die van hem en andere Bisfchoppen zich niet zou kunnen ftaande houden. Voornamelijk verdedigde de Kardinaal /eneas zich bij den Keur-Mentzifchen Kanfelier mayer in eenen Brief (f), ter beantwoording van eenen Brief, door denzelven aan hem gefchreven, in welken hij hem geluk wenschte met zijne waardigheid als Kardinaal, maar hem te gelijk beklaagt, dat hij in tijden leefde, welke den Apostolifchen Stoel verdriet konden aanbrengen. „ Want," fchrijft mayer, „ bij mijnen Heer, den Aartsbisfchop, wordt vaak over den Paus geklaagd, die noch de befluiten van Konftans noch die van Bazel in acht neemt; die niet gelooft, dat de verdragen met zijnen voorzaat hem verbinden, en die onze Natie, (de Duitfche,) fchijnt te verachten, ja geheel uit te putten. Het is ook bekend, dat de verkiezingen van Prelaten meermalen verworpen, de Prebenden en allerlei foort van Kerkelijke waardigheden voor de Kardinalen en Protono- ta- (*) Epist. 319. (t) Epist. 3S3. V BOEK IV rloofdrt. ia C. G, [aar 107 3 :ot 1517  KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. cot 1517. tarisfen gereferveerd worden. Gij zelve hebt in drie Duitfche Kerspels op eene tot hier toe ongewone en ongehoorde wijze Refervatien bekomen. Ook worden ontallijke verwachtingen op geestelijke posten uitgedeeld; de Annaten, (Jive medii fructus,) worden zonder eenig uitftel te vergunnen ingevorderd, en openlijk meer afgeperst, dan men fchuldig is. De Kerkelijke regeringen, ( of Bisdommen,) worden niet aan verdienftelijke mannen, maar aan de meestbiedenden, toevertrouwd. Om geld zamen te fchrapen, worden dagelijks nieuwe Aflaten ingewilligd. Zonder onze Prelaten raad te plegen, beveelt men , onder voorwendfel van den Turkfchen oorlog, de Tienden in te zamelen. Zaken, welke in ons land behandeld en geëindigd moesten worden, worden zonder onderfcheid voor de Apostolifche Regtbank getrokken. 'Er worden duizenderlei middelen verzonnen, door welke de Roomfche Stoel ons, als Barbaren, met flimme ftreken van ons goud berooven zou kunnen. Door dit alles is onze weleer vermaarde Natie, die door hare dapperheid en met haar bloed het Roomfche Rijk gekocht heeft, thans tot behoeftigheid gezonken, en eene dienstmaagd en fchattingfchuldig geworden; in haveloosheid betreurt zij reeds vele jaren haar ongeluk en armoede. Maar thans beginnen onze grooten, als het ware uit eenen droom ontwakende, te overleggen , welke hulpmiddelen zij tegen dit onheil gebruiken zullen; zij hebben befloten, het juk geheel af te fchudden, en zich de oude vrijheid weder te bezorgen. Indien de Duitfche Vorsten hunne oog- mer-  GESCHIEDENIS. 223 merken ten uitvoer brengen, dan zal dit voor hei Roomfche Hof geen klein verlies zijn enz." Hier op antwoordde de Kardinaal vrij breedvoerig. Na het gezag van den Roomfchen Stoel be< weerd te hebben, erkent hij, dat aan het Roomfcht Hof, hetwelk van menfchen beftuurd wordt, fora' tijds dingen gebeurden, welke eene verbetering be hoeven; wij twijfelen ook niet, zeide hij, of zelf, de Roomfche Bisfchoppen kunnen, in zoo verre zij menfchen zijn, dwalen, vallen en bedrogen worden, Vervolgens beantwoordt hij de gemaakte bedenkingen ftuk voor ftuk, en merkt bijzonder aan, da! Duitschland aan Rome zijn Christendom en befchaving verfchuldigd zijnde, zulks met geene fchatteri vergelden kan; op dezelfde wijze vergeet hij zijne dienften aan den Keizer en de Natie niet, (aan wel ke laatfte hij dat fraaije Concordaat bezorgd had,j en hij had daarom, zegt hij, gedacht, dat de Natif hem grooter inkomften, (en hij had toch reedf a,ooo Dukaten inkomen!) zou aangeboden hebben, hoewel hij niet onverzadelijk was. Ondertusfchen verzocht hij mayer , als 'er eene Proostdij of voor. deelige Prebende mogt openvallen, aan hem te den» ken. — Een andere Brief van mayer, doch welke verloren geraakt is , waar in deze hem voorftelde de noodzakelijkheid, om in onderhandeling te komen over de geopperde bezwaren, beantwoordde /Eneas weder (*), genoegzaam op dezelfde wijze. Doch h« (*) Epist. 352. V BOEX IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517.  V EOEK iV Hoofdft, na C. G. Jiano73 tot 1517. 024 KERKELIJKE hij bevreemdt zich, dat de Kanfelier, een man van kennis,van eene goede verftandhoudingfprak tusfehen zijnen Meester en den Paus: „Gij weet toch wel," fchrijft hij, „ dat de Paus de eenige Vorst is, wien allen moeten gehoorzamen, — hij is de plaatsbekleder van Christus, die over Rome heerscht; hij heeft dus geene reden, om zich aan iemand te verpligten, onder den naam van verftandhouding of verbond, en het voegt aan onderdanen niet, met hunne Heeren verbindtenisfen te willen fluiten." Hij fluit met eene vermaning aan zijnen vriend, om zich liever door het gezag der Roomfche Kerk, dan door eenen aanval op hetzelve, beroemd te maken; zoo zou hij zich verdienftelijk maken bij de Kerk van Mentz; ook zouden dan voor hem en zijne vrienden des te meer voordeelen en eerbewijzen opgehoopt worden. Kort daar na ftelde hij tegen de bezwaren, welke de Kanfelier mayer ontvouwd had, nog een bijzonder werk op, onder den titel: Defcriptio de ritu, fitu, moribus et conditione Germaniae, hetwelk reeds in het jaar 1510 op last van Keizer maximiliaan I. door jakob wimfeling, een' Priester te Spiers, wederlegd werd. In dit werk gebruikt de Kardinaal allerhande middelen, om het gezag van den Paus tegen alle bezwaren te verdedigen, niet zonder drogredenen en verdraaijingen , doch wat kan men al niet verwachten, wanneer men in eenen anderen Brief van /eneas leest , dat hij aan zekeren Doctor, knorr , die waarfchijnlijk in Brandenburgfchcn dienst ftond, en die naar het fchijnt door zijnen eed aan zij-  GESCHIEDENIS. i&$ zijnen Vorst teruggehouden werd in het geen men van hem begeerde, meldt (*): dat de Paus de werkzaamheid van zijnen eed opfchortte, opdat hij voor de Kerk nuttig kon wezen ; en dat hij dus kon beweer en , dat hij door gtenen eed verbonden zij. Met dit al bleven de pogingen der Duitfchers zonder gevolg. Zij werden naar Rome gewezen, en zij klaagden immers over Rome; de Keizer was geheel op de zijde van den Paus; hun zeiven ontbrak het aan eensgezindheid en aan ftand vastigheid , zelfs de Aartsbisfchop diether van Mentz, die reeds eens den Paus een' grooten dienst gedaan had, hoe zeer l)ij thans voor de vrijheid der Duitfche Kerk fcheen te ijveren , begon aan onderhandelingen met het Roomfche Hof te denken. Het behoeft ons dus niet te bevreemden, dat de Duitfchers zoo Hecht Haagden. Ook bij de Franfchen wist calixtus zijn gezag vrij wel te handhaven. De Franfchen waren wel ftout geworden federt de invoering der Pragmatike Sanctie, evenwel wist de Paus hun het hoofd te bieden. Toen hij ook in Frankryk de tienden van de inkomften der Geestelijken tot den Turkfchen oorlog in het jaar 1456 eischte, appelleerde de Univerfiteit van Parys daar tegen, waar mede de Hooge School te Touloufe en vele Geestelijken zich vereenigden. In Maart des volgenden jaars was echter de Univetfiteit van Parys genegen, om toe te geven, (•) Epist. 364. XVII. Deel. P V BOEK IV Soofdfl. ia C. G. [aan 073. ;ot 1517- Verfchillen met de Fraafchen.  926 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdu. na C. G. Jaar 1073. tui 1517. CALIXTUS zoekt het Rijk van Napels aan zich te trekken ven, indien het oogmerk, waar toe deze Tienderl beltemd waren, bleek het ware te zijn; maar in de volgende maand befloot zij bij haar appel te blijven. Eindelijk nam zij in het jaar 1458 het befluit, om den Koning tegen deze Tienden voorftellen te doen, evenwel fchijnt zij kort daar na in dezelve voor deze keer bewilligd te hebben. De Koning karel VII zag ook deze Pausfelijke geldverzamelingen in zijn Rijk niet heel onverfchillig aan. Als hem inzonderheid eenige Prelaten en andere Kerkelijken voorftelden, dat, niettegenftaande zijne inwilliging, evenwel de hunne, zoo als het de vrijheden der Franfche Kerk gevorderd hadden, niet gevraagd was, verklaarde hij openlijk in Augustus 1457, dat dit voor die vrijheden niet nadeelig zou zijn. Van dezen kant dus bleef calixtus veilig genoeg, maar nu tastte hij den Vorst aan, door wien hij het eerst op de baan van geluk en eer geleid was, alfonsus, Koning van Arragon, Napels en Sicilië, een' roemrijk Vorst, van wiens geheimen Raad calixtus voormaals Prefident geweest was. Deze had reeds in het jaar 1443 een voordeelig verdrag gefloten met den Paus eugenius IV, waar bij dezelve hem vele voorregten had toegedaan, en onder anderen zijnen onechten Zoon ferdinand gewettigd, en verklaard had, dat hij zijnen Vader eens zou kunnen opvolgen, nicolaus V had dit alles bevestigd, en 'er nog nieuwe voorregten bijgevoegd; maar calixtus meende, gelijk wij reeds gezien hebben, reden van misnoegen op alfonsus te hebben, omdat deze, in plaats van zijne vloot tegen de  GESCHIEDENIS. 227 de Turken te zenden, met dezelve de Genuezen had aangetast en beoorloogd; hoewel het misverftand tusfchen hen beiden reeds met het begin der regering van dezen Paus fchijnt begonnen te zijn, immers als de Koning dezen zijnen voormaiigen Staatsdienaar lier vragen , op welken voet zij voortaan met malkanderen leven zouden ? gaf de Taus kort af ten antwoord: Laat hem zijn Rijk zelve regeren, en aan mij het waarnemen der hoogfte Apostolifche waardigheid overlaten! Met één woord, beiden hoog van geest, fcheen de Paus eenen Koning niet te kunnen verdragen, wiens onderdaan hij geweest was, zoo min als de Koning hem, zijnen gewezenen onderdaan, als de plaatsbekleeder der Godheid vereeren kon. calixtus weigerde ferdinands geboorte voor wettig te erkennen, en weigerde meermalen zijne goedkeuring op de benoeming van Bisfchoppen door alfonsus. Met den dood van dezen Koning in het jaar 1458 werden de verfchillen heviger. Deze had bij zijn overlijden het Rijk van Napels aan zijnen Zoon ferdinand , en zijne overige Rijken aan zijnen Broeder, Koning jan van Navarre, nagelaten; maar calixtus beweerde, dat Napels aan hem als Leenheer vervallen was, dewijl de Koning zonder wettige kinderen overleden was, hij herriep zelfs de Bulle van eugenius IV, waar bij de geboorte van ferdinand gewettigd was, en ontfloeg allen, die aan dezen reeds trouw gezworen hadden, van hunnen eed; maar ferdinand, den moed niet verliezende, appelleerde van de Bulle van den Paus, en fchreef hem, dat hij Koning was van Gods geP a na- v BOEK IV 3oofdiT. ia C. G. [aar 1073. :oc 1517.  V bof.k IV Hoofdft. na C. G Jaar 1073 tot 1517 Dood vnt CALIXTUS aaS KERKELIJKE nade, door de verklaring van zijnen vader, en dé toeftemming der Rijksftenden , ja als dit noodig ware, had hij ook de toeftemming der beide voorgaande Paufen voor zich; ook verfchenen 'er Gezanten in naam van het Koningrijk Napels te Rome, om insgelijks een Protest in te brengen, toen 's Paufen dood een einde maakte aan deze verfchillen. 1 Deze viel voor in Augustus 1458, in het 8olte jaar van zijnen ouderdom ; zijn oogmerk met den twist ovet het Rijk van Napels was, naar het algemeen gezegde, om hetzelve aan zijn Zusters Zoon petrus borgia te bezorgen, een mensch van buitenfporig levensgedrag, wien hij, niet zonder tegenfpraak van den Kardinaal capranica, tot Hertog van Spoleto, tot Pausfelijken Veldheer, Stadhouder van Rome, en Bevelhebber van Engelenburg, benoemd had. Aan deszelfs twee Broeders, die niet waardiger waren dan hij, joannes lodewyk mila en roderik lenzuoli, had hij op ée'nen dag de waardigheid van Kardinaal, en kort voor zijnen dood het Bisdom Valentia gefchonken. Zijn Neeffchap werd daarom te meer gelaakt, omdat het op zoo onwaardige menfchen viel. Overigens had hij den roem van niet geringe kundigheden, bijzonder in de beide Regten. Niemand der Paufen was hem gelijk in ijver tot den oorlog tegen de Turken. Hij wist zelfs den Vorst van Perfi'è en Armenië, usuwtcassan, door een gezantfchap en groote gefchenken te bewegen, om hen, niet zonder goed gevolg, te beoorlogen; zelve liet hij nog 115,000 Dukaten in zijne fchatkist na tot de kosten van dezen oorlog. Men  - GESCHIEDENIS. 429 Men roemt ook zeer zijne milddadigheid jegens behoeftigen. Zijn opvolger was reeds in Augustus 1458 ^eneas sylvius , die, gelijk wij gezien hebben, in de laatfte jaren zoo fterk geijverd had voor het gezag van den Paus en den Roomfchen Stoel, en die in geleerdheid uitmuntte. Deze nam als Paus den naam aan van pius II. Hij was uit het adelijk gedacht Piccolomini te Siena oorfpronkelijk, en in het jaar 1446 ter wereld gekomen. Daar zijn Vader uit Siena gedreven werd, was zijne familie zoo verarmd, dat /eneas tot zijn XVlIIde jaar toe allen veldarbeid verrigten moest, toen eerst reisde hij op kosten zijner bloedverwanten naar Siena, alwaar hij in de Latijnfche Welfprekendheid en Dichtkunst groote voortgangen maakte. Vervolgens ftudeerde hij in de Regten; maar door het ontftaan van eenen oorlog in dezen omtrek genoodzaakt, die ftad te verlaten , kwam hij met den Kardinaal capranica , als deszelfs Geheimfchrijver , op de Kerkvergadering van Bazel. Met tranen verliet hij dezen eerwaardigen Kardinaal, die door Paus eugenius IV van al zijne bezittingen beroofd werd, en volgde eenen Bisfchop van Novara naar Florence, ging daar na met den Kardinaal nicolaus van Santacroce naar Arras; doch merkende, dat de Paus hem niet gunftig was, keerde hij naar Bazel terug, alwaar hij fpoedig in groote achting kwam, en Geheimfchrijver werd van de Kerkvergadering, zijnde , gelijk wij gezien hebben, een groot voorftander van derzelver gezag. Vervolgens trad hij in dienst van felix 111, en kort P 3 daar V DOEK iV Hfoofdft. ia C. G. [aar 1073. ot 1517. ENEAS iYLVÏIJS .vordc 5aus on3er den raam van ?ius II.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaano73. tot 1517. Ridderorden de Maagd MARIAVa Bethlehem en vanhetg< zelfchap vaujEzu; 930 KERKELIJKE daar na in dien des Keizers, van wien hij den Poetifchen Lauwerkrans in het jaar 1442 ontving, wat hij vervolgens verrigt hebbe, ten voordeele van het Roomrcbe Hof, heeft ons de Gefchiedenis reeds geleerd. Hij heeft zijne eigene Levensgefchiedenis tot omtrent dezen tijd toe befchreven in eenen Brief van het jaar 1456 (*). Nog in het Conclave had hij met de overige Kardinalen eene verbindtenis aangegaan , waar bij de geen, die tot Paus zou verkoren worden, plegtig beloofde, niet zonder goedvinden der Kardinalen Rome te zullen verlaten, hunnen raad in alles te zullen innemen en volgen, en meer andere voorregten aan hen te zullen toekennen; maar zijne drift toteenen kruistogt tegen óeTurken, deed hem eene algemeene vergadering der Christelijke Vorsten beleggen té Mantua, waarheen hij zich, hoewel ziekelijk zijnde , reeds in Januarij 1459, in het midden van een guur winterweder, op reis begaf. Kort voor dat hij Rome verliet ftichtte hij eene r nieuwe Geestelijke Ridderorde , ( nova Religio, ) , tegen de Turken , die haren Zetel zou hebben op het Eiland Lemnos, zij zou den naam voeren van de Orde der Maagd maria van Bethlehem. Maar dewijl kort daar na Lemnos van de Turken veroverd werd, verviel deze Orde van zelve. Nog werd van dezen Paus eene Orde, het gezelfchap van jezus , ingefteld, insgelijks tegen de Turken , ter verdediging van het Christelijk geloof, ook dit gezel- (*) Epist. 201.  GESCHIEDENIS. 231 ^elfchap van jezus is fpoedig te niet gegaan, en moet niet verward worden met de Jezuaten, eene veel ouder orde, die eerst in het jaar 166S afgefchaft is, en van welke op hare plaats gefproken zal worden. Het was ongetwijfeld ter bevordering van zijn groote hoofddoel, den Turkfchen oorlog, dat pius met ferdinand, Koning van Napels, een voordeelig verdrag floot, waar bij hij hem door eene oorkonde van October 1458 het Koningrijk van Napels overliet, tegen den gewonen Wallen - eed; maar bij het uitfterven van zijn mannelijk kroost zou het Rijk aan de Roomfche Kerk vervallen; hij of zijne erven zouden ook nooit het Keizerrijk, of de heerfchappij over Lombardfè en Toskanen aannemen. Jaarlijks zouden aan den Paus 8,000 oneen gouds als leenfchatting betaald worden, en elk derde jaar, tot eer blijk, dat de Paus als Opperheer van het Rijk er kend werd, zou hem een fchoon wit paard, (Telle] aangeboden worden , en meer dergelijke. Om zich vat de genegenheid van den Paus te meer te verzekeren trouwde deze Vorst in het jaar 1461 zijne onechti dochter aan eenen Neef van den Paus, en gaf aai denzelven het Hertogdom Amalfi, benevens he Graaffchap Celano, tot een bruidfehat mede, en be noemde hem tevens tot Opperrigter, (Gran Glusli ziere,) van het Rijk. Paus pius kwam in Mei des jaars 1459 zelve 1 Mantua, alwaar hij niet alleen de eerfte, maar 00; een tijd lang de eenige was van het verwachte groc te gezelfchap, alzoo weinige Europifche Vorste P 4 hi: V BOEK iv Hoofdft. tia C G. Jaar 1073. tot 1517- De Paus erkent FERDINAND als Koning van Napels. I l t - Twist tusc fchen den Keizer en * MATTHIAS ^ Koning it  V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaarlo73. tot 1517. van Hongaiyen. J I!-ndeün- gen van denPaw te Mantua 1 1 ] 1 1 l \ r, t 931 KERKELIJKE lust hadden, om daar te verfchijnen, of Gezanten te zenden, andere waren in andere oorlogen ingewikkeld, inzonderheid was 'er een hevig misverftand tusfchen Keizer frederik en matthias, Koning van Hongaryen , hetwelk zelfs in den zomer des jaars 1459 tot eenen openbaren oorlog uitborst, waar door de Paus niet weinig in verlegenheid gebragt werd, doch toen de beide Vorsten in Augustus 1459 tot een vergelijk kwamen, greep hij nieuwen moed. Ook ontftond 'er onverwachts een oorlog in Italië, die den Paus nagenoeg aanging, en zelfs eenige jaren duurde. ferdinand , Koning ran Napels, werd door joannes, Hertog van An'ou, aangevallen, zoodat de Paus genoodzaakt was, ïem in het jaar 1460 eenig krijgsvolk te hulp te zenden. Niets echter kon den Paus terug houden, om zij1e vergadering te Mantua voort te zetten; toen 'er jezanten van den Keizer en eenige Vorsten aangekomen waren, opende hij dezelve den 2iftcn Junij :459 met eene Redevoering, waar in hij zich fterk ïitliet over de traagheid der Vorsten, ook liet hij den ieizer ftoute verwijtingen doen door des Keizers ei;en Gezant; eindelijk hield hij den 26ften Septem>er 1459 eene Redevoering, die drie uren duurde, an de vergadering, gelijk na hem de Kardinaal if.ssarion, doch de eene noch andere had de ge/enschte uitwerking, alleen gaven fommige Vorsten oede woorden, maar van de zaak zelve kwam iets, waarom de Paus, na op eene bijna belagchejke wijze door een Breve, te Mantua den i2den Ja-  GESCHIEDENIS. 233 Januari) 1460 den Keizer tot opperden Veldheer, (Dux ac Capitancus generalis,) voor den kruistogt te hebben aangedeld, de vergadering te Mantua in die zelfde maand befloot. Dus had deze vergadering weinig of liever geheel geen gevolg; zelfs de Duitfche Vorsten, die beloofd hadden, een leger tot den kruistogt te zullen verzamelen, waren met malkanderen oneens, waar uit nog in het jaar 1460 een oorlog ontdond, zoo dat de Kardinaal bessarion, die als Pausfelijk Legaat eene en andere Rijksvergadering had bijgewoond, ziende dat hij niets vorderde, naar Italië terug keerde, hebbende , gelijk men verhaalt , bij zijn aficheid de Gezanten der Rijksvorsten in toorn met de linkerhand den zegen gegeven. Beter gelukte het den Paus zich te doen gelden, waar het op zijne eigene grootheid en belangen aankwam. In het jaar 1459 was diether of dieterich, Graaf van Ifemhurg, te onderfcheiden van dien dieterich, die ons te voren meermalen is voorgekomen , dan als een beflrijdcr dan als een vriend van den Paus, tot Aartsbisfchop van Mentz verkozen. Wanneer deze zijne bevestiging van den Paus verkreeg, werd van hem voor de Annaten eene dubbelde fom afgevorderd, dan men voorheen gewoon was. De Aartsbisfchop weigerde dezen eisch te voldoen, en beriep zich, indien het Pausfelijke Hof denzelven wilde doen gelden , op eene aandaande Kerkvergadering, die volgens de befluiten van Konftans en Bazel, bekrachtigd door eugenius IV, om de tien jaren moest gehouden worden. P 5 De V BOEK IV Hoofdfl. na C. G. Jaar 107?. tot 1517. Verfchil!en van den Paus met den Aartsbisfchop vaa Mentz, dien hij afzet.  V BOEK IV Hoofdll. naC. G. Jaario73. tot 1517- a34 KERKELIJKE De Paus was hier over des te gevoeliger, omdat hij op de vergadering te Mantua onlangs dergelijke beroepen uitdrukkelijk verboden had , waar bij nog kwam , dat genoegzaam op denzelfden tijd siegmund, Aartshertog van Oostenryk, en een vermaard Regtsgeleerde gregorius van Heimburg zich insgelijks van den Paus op eene algemeene Kerkvergadering beriepen ; de eerstgemelde had verfcbillen met den Kardinaal nicolaus van Cufa, die in het jaar 1450 door den Paus tegen den wil des Aartshertogs en den zin van het Domkapittel in het Bisdom van Brixen was ingedrongen, en had dezen Kardinaal in het jaar 1460 in. een (lot laten overvallen en gevangen nemen, waar op de Paus den Aartshertog in den ban deed, waar tegen deze zich op eene algemeene Kerkvergadering beriep; gregorius van Heimburg, Raad des Hertogs, was insgelijks door den Paus, met nog anderen, om deze reden in den ban gedaan, maar deze zich insgelijks op eene Kerkvergadering beroepende , verdedigde zich tevens met hevigheid in een openbaar gefchrift, en wanneer theodorus l/elius, Bisfchop van FeJtri, in een daartegen gerigt werk de hoogheid van den Paus beweerde, niet zonder fchelden,betaalde heimburg hem met dezelfde munt, niet zonder fchimpen en uitvallen op den Paus. Hij fchreef nog meer gefchriften, onder anderen een tegen den Kardinaal van Cufa , wien hij vrij fcherp zoo wel als den Paus pius II in een belagchelijk licht ftelt, omdat zij beiden voorheen 's Pausfen afhankelijkheid van eene algemeene Kerkvergadering verdedigd hadden.- s1eg-  GESCHIEDENIS. 235 SIEGMUND kreeg eerst in het jaar 1464, door bemiddeling des Keizers, zijn ontflag van den ban , maar heimburg verzocht en verkreeg dezelve op f het einde van zijn leven, toen zijne befchermers, de * Koning georg podiebrad van Bohemen en de; Aartsbisfchop rokyczana in het jaar 1471 overleden waren, wordende hij omtrent Pafchen 1472 ontflagen, in welk jaar hij in de maand Augustus overleden is. De Aartsbisfchop diether had ondertusfchen eene Rijksvergadering uitgefchreven , in welke hij zijne klagten en bezwaren over den Paus voordroeg, maar zijn oogmerk niet bereikte, waarom hij befloot zijn Appel in te trekken, en den Paus gehoorzaamheid te belooven, gelijk ook zijn vriend , frederik , Keurvorst van de Paltz, die zich bij hem gevoegd had, van het Appel afftand deed. Doch het mogt niet baten. Door des Pausfen bewilliging werd adolf, Graaf van Nasfau, door een gedeelte der Domheeren tot Aartsbisfchop van Mentz verkoren, en diether door den Paus in Augustus 1461 afgezet; terwijl deze de Keurvorsten, die zich in eene vergadering te Neurenberg in 1460 wegens het voor hun beledigend gedrag van den Kardinaal bessarion, van dezen op den Paus en voorts op eene algemeene Kerkvergadering beroepen hadden, wist te vrede te Hellen door de belofte, dat 'er in Duitschland geene Tienden zouden gevorderd worden, dan met bewilliging der Vorsten en Prelaten. De beide mededingers om het Aartsbisdom van Mentz zetten, gedurende dit alles , den oorlog voort, V boek IV Ioofdft. a C. G. aan 073. ot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. naC. G Jaario73 tot 1517, Paus pius 11 herroept zijne vorige grondregelen. ±Z6 KERKELIJKE voort, tot zij eindelijk den i2den October 1463 een* vergelijk troffen, volgens hetwelk diether van het Aartsbisdom van Mentz afftand deed ten behoeve van adolf, mids daar voor eenige fteden en ambten en de inkomften van fommige tollen voor zijn leven behoudende; waar op hij ook met den Paus verzoende. Dewijl echter zoo velen bij verfchillende gelegenheden zich van den Paus op eene algemeene Kerkvergadering beriepen , en aan den Paus herhaalde verwijtingen deden over zijne tegenswoordige gevoelens, als geheel ftrijdig met zijne voorgaande, oordeelde hij het noodig, om zijne vorige gevoelens plegtig te herroepen, gelijk hij in April 1463 door eene Bulle werkelijk deed , ( Bulla retractationum omnium dudum per eum in minorihus adhtic agentem pro Concilio Bafil. et contra Eugenium [urnmum Pontificem fcriptorum;) welke aan den Rector in de Univerfiteit van Keulen gerigt is. „ Gelooft," zegt hij daar in onder anderen, „ liever eenen ouden man, dan een jong mensch! en acht een' ambteloos perfoon niet hooger, dan een' Paus! Verwerpt ^eneas, en neemt pius aan! dien eerden Heidenfchen naam hebben ons onze ouders bij de geboorte gegeven, maar dezen Chiïstclijken hebben wij met de Pausfelijke waardigheid aangenomen. Misfchien zullen fommigen zeggen , dat deze gedachten ons eerst met de Pausfelijke waardigheid zijn aangekomen; maar dit is geheel anders toegegaan ;" waar op hij een wijdloopig verflag geeft van zijne lotgeval'en en de verandering in zijne denkwijze. Twee  - GESCHIEDENIS. 237 Twee Jaren vroeger had de Paus ook eene poging gedaan, om de Pragmatieke Sanctie in Frankryk te vernietigen. Als de Franfche Gezanten op de bij- ] eenkomst te Mantua in het jaar 1459 hunne be-t zwaren tegen den Paus inbragten , omdat hij het j Koningrijk van Sicilië aan renatus, (RENè,) van yjnjou ontzegd had, verdedigde hij zich in eene nadrukkelijke redevoering, in welke hij tevens gelegenheid nam om over de Pragmatieke Sanctie te ipreken, welke hij wilde vernietigd hebben. De Franfche Gezanten zochten hem te wederleggen, doch beloofden te gelijk, dat hun Koning deze zaak in overweging zou nemen. Doch de Koninklijke Prokureur-Generaal dannez protefteerde in het jaar 1460 uitdrukkelijk tegen 's Paufen voorftel, evenwel fchreef pius in het jaar 1461 nog nadrukkelijk aan Koning karel, over de affchaffing dezer Sanctie. karel VII overleed in hetzelfde jaar. Zijn Zoon en opvolger lodewyk XI, die in verfchil met zijn' Vader van het Hof verwijderd geleefd had, liet van zijne zijde den Paus iets gunffigs hopen. Zelfs duldde hij onverfchillig, dat bij de begrafenis van zijnen Vader te St. Denys, de Pausfelijke Nuntius, Bisfchop van Term, zich verfroutte, over den overledenen Koning de abfolutie uit te fpreken, omdat deze door het invoeren der Pragmatieke Sanctie in den ban zou vervallen zijn. Uit eenen Brief van den tegenwoordigen Koning blijkt ook, dat hij, nog Daufin zijnde, aan den Paus beloofd hebbe, deze wet eens te zullen affchaffen, hebbende hem JOAN JOFFREDÏ, (of GODEFROY,) Bisfchop Van 4r- V BOEK IV Toofdft. a C. G. aario73. ot 1517. ?ius II zoekt de Pragmatike fanctie in Frankryk te vernietigen.  V BOER IV Hoofdft. na C. G. Jaano73 tot 1517 23S KERKELIJKE Arras of Atrecht, toen reeds genegenheid en onderwerping aan den Paus ingeboezemd, welke Bisfchop thans tot Kardinaal benoemd werd, en die nu, tot dankbaarheid, zich zeer ijverig betoonde, om den Koning over te halen tot het vernietigen van de Pragmatieke Sanctie, ook fchreef pius zelve in October 14G1 aan den Koning, om tot een fpoedig einde te komen, waar op deze terftond antwoordde, en verklaarde, dat hij deze wet affchafte, en alles, wat de magt der Pausfen beperkte; hij laat ook aan den Paus over, om in Frankryk deze magt naar welgevallen te gebruiken, alzoo hij toch alles het best beoordeelen kon. Met dezen Brief reisde de Bisfchop van Arras, van eenige andere Gezanten verzeld , in het jaar 1462 naar Rome, alwaar hij den Kardinaalshoed uit handen van den Paus ontving, terwijl geheel Rome uitgelaten van vreugde was. Ondertusfchen was al de vrucht, welke de Koning uit deze infchikkelijkheid trok, dat de Paus hem eenen gevvijden, met juweelen bezetten degen toezond, op wiens kling vier Latijnfche Verzen gegraveerd waren, die den Koning opwekten, om met denzelven het Turkfche Rijk te verwoesten. Maar toen de Kardinaal in 's Konings naam vorderde, dat de Paus het Huis van Anjou te handhaven had in deszelfs aanfpraak op het Rijk van Sicilië, verklaarde de Paus, dat ferdinand reeds Koning was, toen hij aan de regering kwam, echter wilde hij zich wel als fcheidsman tusfchen de beide Vorsten aanbieden. De Koning, die nu zag, dat hij bedrogen was, zond den Se-  GESCHIEDENIS. £35) Senechal bournazel naar Rome, die den Paus nadrukkelijk aanfprak, en dreigde, dat al de Franfche Kardinalen Rome zouden verlaten , indien bij den Koning geen genoegen gaf. De Paus, die van den i Kardinaal van Arras onderrigt was, dat de Gezan-• ten een geheim bevel hadden , om hunne bedreigingen niet uit te voeren, gaf tot befcheid, dat hij i verpligt was, geregtigheid en regt te oefenen; voorts ; ftonden de poorten van Rome voor de Franfchen \ open, als zij niet langer daar blijven wilden. Weinig fcheelde het nu, of lodewyk, door deze behandeling verbitterd, had de Pragmatieke Sanctie weder volkomen in hare regten gefteld. Ook kwam i hier bij de tegenfpraak van zijne Parlementen, bijzonder die van Parys en Touioufe ; ook was de Kardinaal van Arras zelve misnoegd op den Paus, omdat hij van denzelven twee aanzienlijke Stiften, ■ het Bisdom AM en het Aartsbisdom Befancon te gelijk verzocht hebbende, alleen het eerfte bekwam, waar naar men hem vervolgens Kardinaal van Albi ■ noemde , waarom hij naderhand al de oogmerken ' van den Paus, zoo veel hem mogelijk was, dwarsI boomde. Alhoewel de Paus weinig daagde in zijne pogin- i i gen tot eenen kruistogt, hij bleef echter gedadig J met dit ontwerp werkzaam. Kort na het aanvaar- ] I den van zijne regering had hij aan eenige Christelijke' i Vorsten in het Oosten eenen Franciskaner afgezonI den, om hen tegen de Turken in de wapenen te ; brengen , en ontving nu in het jaar 1460 weder I Gezanten van hen terug. Deze kwamen, zoo als 'er V boek IV hoofdft. taC. G. aano73. ot 1517. wszoekr lenSultan 1uham- ied te lekeereiL.  24.» KERKELIJKE V BORK IV Hoofdft. na C. G. Jaar/073. tot 1517. 'er verhaald wordt, van den Keizer van Trapezus of Trebizende; van de Koningen van Perftë, GrootArmenië en Klein - Iberi'è, van de Vorsten van Groot - Iberië en Klein - Armenië en meer andere. Men moet echter erkennen, dat in deze berigten veel is , hetwelk verdacht voorkomt. Ook antwoordde hij aan den Sultan der Mammelukken in Egypte, die hem eenen verachtelijk dreigenden Brief gefchreven had, omtrent op gelijken toom, terwijl hij de geduchte magt der Christen volken ongemeen verhief. Maar geene van zijne ondernemingen tegen de Turken was zonderlinger en hopeloozer, dan zijne poging, om Sultan muhammed, den veroveraar van Konftantinopokn, tot het Christelijk Geloof te bekeeren. Onder zijne Brieven ftaat een lange Latijnfcht Brief, door hem in het jaar 1461 aan denzelven ten dien einde gefchreven; niemand zal zich verwonderen, dat dezelve geene uitwerking deed; waarom ook de Paus tot zijne vorige ontwerpen terug keerde, en aan Koning matthias van Hongaryen in het jaar 1462 eene fumme gelds zond, om zijn krijgsvolk te betalen. In datzelfde jaar befloot hij, eenen ftap, te doen, van welken hij zich vastelijk eenen goeden uitflag beloofde, hij gaf namelijk aan zes der voornaamfte Kardinalen te kennen , dat hij zelve , hoe oud en ziekelijk ook, tegen de Turken te veld wilde trekken, geloovende, dat de Christelijke Vorsten en Volken gewis niet achterlijk zouden blijven, wanneer christus Stadhouder hen voorging. De Kardinalen keurden zijn voornemen goed; maar  GESCHIEDENIS. 241 1.0dkWYiv XI van Frankryk onthaalde zijne Gezanten niet gunftig, omdat hij den Paus verdacht hield, van den Turkfchen oorlog tot een voorwendfel te gebruiken, om den Koning te beletren, het Huis ' van Anjou tegen ferdinand, Koning van Napels,^ te ondeifteunen. Even zoo vergeefs vermaande de Paus de Vorsten en Prelaten, om den Despoot Thomas , Broeder van den laatilen Keizer van Konftantinopokn, die door de Turken uit zijn gebied verdreven was , te onderfleunen. pius II bleef desniettemin bij zijn voornemen. In ! eene nieuwe aanfpraak aan de Kardinalen in het jaar ' 1463, verklaarde hij, volffrekt befloten te hebben,' zijn leven in deze belangrijke zaak te wagen; twee ' Kardinalen ontrieden hem deze onderneming ver- ( geefs, hij fchreef in October van dat jaar door eene bijzondere Bulle (*), eenen kruistogt tegen de Turken op nieuw uit. Doch ook deze Bulle vermogt niets bij de Vorsten. De Koning van Hongary'è, matthias, had wel met de F~enetianen een verbond tegen de Turken gefl xen, maar deze Staten waren door hun eigen bijzonder belang daar toe genoodzaakt. De Paus bleef echter volharden, en maakte openlijk bekend, dat hij in het begin van Junij 1464 zich in de haven van Andona aan boord der Fenetiaanfche Vloot zou begeven, die zich daar zou htvinden. Ondertusfchen hadden arbeid , zorg en verdriet hem jicht en koorts op den hals gehaald, waarom de Geneesheeren hem raadden een bad te ge- (*) Epist. 412. XVII. Deel. O v boek tv -loofdft. a C. G. aar 1073. ot 15.7. nvs II. vil zeive egen de rurken te reld treken. Zijn lood.  V BOER IV Hoofdft. na C. G Jrario-3 tot 1517 Zijn karakter. 242 KERKELIJKE gebruiken, doch, om zijne onderneming niet op te houden, begaf hij zich reeds op het einde van den Winter 1464 naar hetzelve, en ging vervolgens, hoewel ziekelijk, in Junij des gemelden jaars van Rome op reis. Onderweg ontftelde hij op het gezigt van eene menigte kruisvaarders, die, al plunderende, naar huis keerden, hoewel platina verhaalt, dat de Paus, na hun den aflaat gegeven te hebben, hen naar huis zond, omdat zij gedeeltelijk ongefchikt waren tot den oorlog, gedeeltelijk het noodige tot den veldtogt, zoo als hij echter in zijne Bulle geboden had, niet hadden medegebragt. Naauwelijks was hij te Ancona aangekomen, of hij hoorde, dat de Turken in het gebied van Ragufa, gevallen waren, waar hij terftond zijne lijfwacht, 200 man fterk, met eenige fchutters, heenzond met een roeivaartuig. Thans kwam de Vloot van Venetië met den Doge zelven aan. De Paus liet zich aan den oever dragen, maar beklaagde zich, dat hij geen gebruik van de vloot zou kunnen maken. Ook ftietf hii werkelijk kort daar na, den isden Augustus 1464. Zijne ondernemende werkzaamheid verliet hem naauwelijks in zijn laatfte uur, kort te voren redentwistte hij nog zeer levendig met iiovarella, Bisfchop van Fcrrara , of hij zich het laatfte oliefel, hetwelk hij reeds te Bazel in eene gevaarliike ziekte ontvangen had , nog eens mogt laten geven. Niet ligt heeft iemand van zoo verhevenen en werkzamen geest, en zeker niemand in deze middeleeuwen van zoo veel geleerdheid, vernuft en wel- fpr»«  GESCHIEDENIS. 043 fprekendheid op den Pausfeliiken troon gezeten, als pius II. Zeer weinigen hebben, in zoo moeijelijke omstandigheden , ter bevestiging van hunne hoog- j beid, zoo veel gedaan, als deze, die te voren haar 1 zoo harde (lagen had toegebragt. Dit onderfcheiden ■ gedrag heeft de nakomelingfchap niet zoo gunftig beoordeeld, als hij en zijne vrienden. Een gevolg hier van was, dat zelfs zijne fchriftcn federt het jaar 1559 op de lijst der verbodene Boeken in de Roomfche Kerk geplaatst zijn; niet alleen zijne fchriften voor de Kerkvergadering van Bazel, maar ook vele plaatfen in zijne Gefchiedenis van frederik III zijn doorgehaald. Hij bleef, als Paus, nog de geleerdheid beminnen en beoefenen, vele Geleerden bevorderde hij tot aanzienlijke ambten, maar om hen te btloonen, ontbrak het hem veelal aan geld. Hij had ook voor geld geene achting, en gaf alles uit, wat hü had , zoodat hij zelfs eens door gebrek aan geld zijne tafel zeer inkrimpen moest, bij welke gelegenheid hij zeide, dat het even dwaas zij, naar geld begeerig als jegens hetzelve onverfchillig te wezen. Zijn vernuft liet zich dikwijls in boert uit, en zelfs nu en dan in bijtenden fcherts. Als de Koning van Frankryk hem dreigde, alle Franfchen uit Rome t'huis te zullen roepen, indien de Paus zijne begeerte niet voldeed, zeide hij: ,, Goed! dan zullen wij gemakkelijker wonen, en geene grappen meer hooj ren!" 'Niet lang voor zijn' dood verzekerden hem . de Geneesheeren nog, dat zijn leven geen gevaar had. Maar hij, die zijn einde voelde naderen, klaagde over het ongeluk der Vorsten, die zelfs nog Q 2 ia V BOEK IV ioofdft. ia C. G. 'aano73. ot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. ] aar 1073. tor 1517. fAULUS II Paus. 244 KERKELIJKE in den dood vleijers om zich hebben. Hij had ook^ gelijk platina aanmerkt, veel op met fpreuken en zedelesfen, waar van die Schrijver eenige voorbeelden bijbrengt. Zoo beweerde hij, dat het Christelijk geloof, al ware het ook niet door wonderwerken bevestigd, echter wegens zijne voortreffelijkheid moest aangenomen worden; wie veel kennis heeft, moet ook naar hooger dingen ftieven; een Koning, die niemand vertrouwt, is onnut, maar evenwel die is niet beter, die aan allen vertrouwt; die velen regeert, moet ook van velen geregeerd worden; een Koning, die zelve her gerigt niet houdt, is niet geregtigd, om fchattingen te vorderen; men moet mannen aan ambten, en niet ambten aan menfchen geven ; een ongeleerd Bisfchop is aan een' ezel gelijk; een omzwervende Monnik is een flaaf des Duivels ; de deugden hebben de Geestelijken rijk, en de ondeugden arm gemaakt; wie zijnen Zoon te ligt vergeeft, koestert eenen vijand in zich; liegen is eene flaaffche ondeugd ; men heeft wel den Priesteren het huwelijk op goede gronden verboden, maar men behoorde het hun op nog betere gronden te veroorloven. Deze laatfte fpreuk, de merkwaardigfte onder allen, welke van dezen Paus bewaard zijn, heeft men in verfcheidene uitgaven van platina weggelaten, doch zij ftaat in de uitgave te' Keulen 1479- Nadat de Kardinalen weder eenige voorwaarden ter verbetering onderling beraamd en vastgefteld hadden voor den nieuwen Paus, verkoren zij den 3iften Augustus 1464 tot deze waardigheid den Kardinaal- pries.  GESCHIEDENIS. 245 priester van St. Marcus, petrus barbus, (of barbo,) te Venetië uit een adelijk gedacht geboren, zijnde de Paus eugenius IV,, zijn Moeders Broeder of Oom van Moeders zijde geweest. Deszelfs verheffing tot Paus deed petrus, die als jongde Zoon tot den kóóphandel gefchikt was, tot het be■ oefenen der wetenfchappen overgaan, en fchoon hij juist geene groote geleerdheid verkreeg, werd hij iechter fpoedig door den Paus bevorderd, en einde\ lijk tot Kardinaal benoemd. Bij zijne verkiezing nam hij den naam van paulus II aan. De eerde flap, welken hij, na zijne inwijding, ondernam, ftrekt hem niet tot eer. Hij weigerde 1 namelijk de verkieziugsvoorwaarden, die hij zelve, smet de overige Kardinalen, bezworen had, te hpuiden, onder voorwendfel, dat de Kardinalen geen 'iregt hadden, om den Paus aan voorfchriften te binden. Hij deed de Kardinalen, en wel fommigen, gelijk bessarion, door geweld, dezelve fchriftelijk Jierroepen; alleen weigerde de Kardinaal carvajal deze herroeping te onderteekenen. Schoon paulus II zich door het vernietigen de:zer voorwaarden ook ontflagen had,'van het doorzetten van den Turkfchen oorlog, noodzaakte hem 'echter het dringend gevaar van Italië, om op denzelven bedacht te zijn, waar toe ook fpoedig Geijzanten van Venetië te Rome kwamen, om desweIgens met hem te raadplegen; verfcheidene Italiaanfche Mogendheden beloofden ook ten zelfden einde aanzienlijke geldfommen; maar alle hoop verdween reeds in het volgende jaar 1465; de Paus fchreef Q 3 nog V BOEK IV Hoofdlr. na C. G. Jaano73. tot 1517. Hij verbreekt d« verkiezingsvoorwaarden. Zijne pogingentotde oorlog met c'e Turken.  V BOEK IV Hoofd!!, rta C. G. jaar 1073. tot 1517, ti6 KERKELIJKE nog wel in het jaar 1468 bij eene Bulle eenen kruistogt tegen de Turken uit, waar toe hij zelfs eenen Italiaanfchen Veldheer benoemde , maar niets hier van kwam tot ftand. In Duitschland was men insgelijks druk bezig met onderhandelen, maar zonder iets zakelijks uit te voeren. In het jaar 1466 werd wel befloten, met den eerften een leger van 20,000 man tegen de Turken te veld te brengen, maar de Pausfelijke Gezant verhinderde zelve de uitvoering, doordien hij het aanbod van podiebrad, Koning van Bohemen, om zijne ganfché magt tegen de Turken te wenden, onder voorwendfel, dat hij een van den Paus verworpen en afgezette Ketter was, van de hand deed wijzen; zelfs riep de Paus in het jaar 1467 op eenen Rijksdag te Neurenberg den Keizer en de Duitfche Rijksvorsten tegen den gemelden Koning te hulp, wiens Rijk hij aan den Koning van Polen aanbood; ja, om hem te beoorlogen, zette de Paus denTV*fchen oorlog als het ware aan eene zijde, terwijl de Keizer, die op de kroon van Bohemen en Hongaryen loeide, ten einde zich van 'sPaufen gunst te verzekeren, tegen het einde des jaars 1468, in het gewaad van een' Pelgrim en flechts van 600 Ridders en Ruiters verzeld, naar Rome reisde; en den Paus raadpleegde, hoe den Turkfchen oorlog best te voeren , en'daar toe eene bijeenkonst te Konftans voorftell'ende, waar in de Paus niet bewilligde, waar op de toizeT misnoegd naar Duitschland keerde; men gelooft vnj algemeen, dat het geheime oogmerk van »sKeizers reize geweest was, de goedkeuring van den  GES'CHIEDENI S. *47 den Paus te verkrijgen, dat zijn Zoon maximiliaan tot zijn' opvolger kon verkoren worden, waaromtrent de Paus zwarigheid maakte. Naauwelijks was de Keizer in Duitschland terug gekeerd in het jaar 1469, of de Turken deden hunnen eerften inval in Duitschland zelve, in het landfchap Karinthië, hetwelk tot meer dan éénen Rijksdag aanleiding gaf. Op dien te Regensburg, in het jaar 1471, op welken een Pausfelijk Legaat voorzat, hield de Bisfchop joannes antonius campanus van wege den Paus eene fraaije maar voor den Keizer te langdurige redevoering, zoodat de Vorst onder dezelve in flaap viel, waar over hij van den Bisfchop beltraft werd. Even ilaperig was het befluit, hetwelk men op dezen Rijksdag nam, om namelijk bij voorraad 10,000 man tegen de Turken bijeen te brengen , tot men in het volgende jaar eene grooter magt zou kunnen verzamelen. In Frankryk deed de Paus ten dezen tijde ook pogingen, om de Pragmatieke Sanctie te doen vernietigen. Niettegenftaande de infchikkelijkheid var Koning lodewyk XI jegens Paus pius II, om dezelve af te fcharfen, was zij echter in volle krachi gebleven, alzoo beide het Parlement en de Univer fiteit van Parys ze handhaafden. De Paus paulu! II zond nu den Kardinaal van Albi, en den Kar dinaal joan kalug, Bisfchop van Evreux, om de ze affchaffing volkomen te bewerkfrelligen. De eer fte wendde zich tot de Univerfiteit, wier befchet mer der Pausfelijke voorregten, ( Confervateur Apos tolique,) zich groote vrijheden had aangematigd Q 4 al V bof.k IV loof'diT. ia C. G. [aar 1073. :ot 1517. Ondernemingen van den Paus tegen de Prngmatike fanccie in Frankryk. » s  V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073 tot 1517 Verfcbillen met FKROl- i>and Ko ring van Napels. 248 KERKELIJKE als hebbende perfonen , die van den Paus geëxcommuniceerd waren, ontdngen, en daartegen anderen geëxcommuniceerd, zelfs leden van het Pausfelijk; Hof van Appellen, ( Anditores Rota:. ) De Univerfiteit beloofde, dat zij hem tot zijnen pligt zou brengen. Ondertusfchen had de Koning in de vernietiging der Sanctie bewilligd. Maar de Univerfiteit beriep zich op eene Kerkvergadering. In het Parlement vond balue nog fterker tegenftand. Des Konings Pi okureur Generaal wilde niets toegeven, maar bewees de billijkheid en noodzakelijkheid dezer Kerkelijke wet, waar tegen de Kardinaal hem dreigde met ontzetting van zijn ambt , doch hij antwoordde, hetzelve ja zijn leven veil te hebben ter handhaving van het gene ten beste des Konings en ten algemeenen bette ftrekte; waar bij het voor ditmaal bleef. In Italië' zelve had de Paus insgelijks de handen vol. De verfchillen met ferdinand , Koning van Napels, liepen in de jaren 1468 en 1469 zoo hoog, dat de Koning het Graaffchap Sora aan den Paus ontnam, die daar tegen met de Venetianen een verbond floot, en Rimini liet belegeren, manr de ftad werd ontzet, eer de Venetianen konden aankomen. De Paus was reeds bedacht, om het Koningrijk Napels aan Hertog jan van Anjou, Zoon van renatus, te bezorgen , en vervolgens door dezen de lurken te beoorlogen, maar de bekommering, dat de Turken, die reeds in de Adriatifche zee Italië begonnen te ontrusten , zich van dezen binnenlandfchen oorlog zouden bedienen, hield hem hier van terug. Aan  GESCHIEDENIS. 449 Aan het Hof van den Paus zelve ontftonden onrusten , die zijnen goeden naam bij de nakomelingfchap niet weinig benadeeld hebben. Het verhaal van dezelve hebben wij wijdloopig van platina, doch die 'er zelve in betrokken zijnde, niet vrij is van het vermoeden van partijdigheid , hoewel hij vrij naauwkeurig en breedvoerig verhaalt, en in de hoofdzaak zijn verhaal ook door andere Schrijvers bevestigd wordt. Deze Levensbefchrijver der Paufen,.baptista , liever bartholomeus platina, gelijk hij zich zeiven in Brieven benoemt, voerde dezen naam platina, fchoon zijn geflachtsnaam sacchi was, naar zijne geboorteplaats Piadena, een ftadje in het gebied van Cremona, waar hij in het jaar 1421 ter wereld kwam. Paus pius 11 gaf hem eenen post in het door hem opgerigtte Kollegie van Abbreviatoren, of Paufelijke Kanfelarij - Secretarisfen. Hij verloor dezen post onder paulus II, maar de volgende Paus sixtus IV benoemde hem tot Opziener der Vatikaanfche Bibliotheek, in welk ambt hij in het jaar 14S1 geftorven is. In zijne hooge jaren fchreef hij, op bevel van Paus sixtus, zijne Levensbefchrijvingen der Roomfche Paufen, (de Fitis Pontificum Romanorum,) over het geheel genomen, en aangemerkt zijnen leeftijd en betrekkingen tot liet Roomfche Hof vrij onpartijdig en vrijmoedig. Deze Gefchiedenis eindigt met Paus paulus II, en daar in komt nu dit verhaal voor: platina had, in het jaar 1466, het, zoo hij geloofde, onverdiende lot, dat paulus II. hem het Q 5 ambt V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaarj.073. tot 1517. Onlusten aan het Hof van den Paus. Berigten van platina LevensbefchrijverJerPaufen  V boek IV HoofdftnaC. G. Jaario73tot 1517. >So KERKELIJKE imbt van Abhreviator ontnam, te weten, de Paus /ernietigde dit geheele gezelfchap, hetwelk zijn voorganger gelucht had, en wel, zoo wij den Kardinaal sgidius van Viterbo, die kort na deze tijden eene Gefchiedenis van XX eeuwen gefchreven heeft, omdat zich al de leden aan Simonie hadden fchuldig gemaakt; maar platina verzekert, dat de beweegreden van den Paus geweest zij, haat en naarijver jegens zijnen voorzaat, waarom hij, zonder eenige verantwoording te hooren, zoo vele verftandige en voortreffelijke mannen van hunne goederen en waardigheid ontzette. Vergeefs beproefden zij 's Paufen gunst te herwinnen; platina ' zelve verzocht hem hunne zaak door de leden der Rota te laten onderzoeken; waar op hem de Paus met een vergramd gelaat aankeek, en vraagde: „ Wilt gij ons voor den Rigter betrekken? Weet gij niet, dat alle regten hunnen zetel in onze borst hebben ? Het is eens vooral befloten: zij moeten allen weg, en kunnen gaan, waar zij willen; ik ben Paus, en kan, naar het mij behaagt, de fchikkingen van anderen vernietigen of goedkeuren." Nog lieten zij zich niet afwijzen; twintig nachten achter een, (want bij nacht alken behandelde deze Paus zaken,) zochten zij gehoor bij hem. platina, hier over verbitterd, vergat zich zeiven in zoo verre, dat hij, naar zijne eigene bekentenis, den volgenden Brief aan hun fchreef: „ Als bet u vriigeftaan heeft, ons van ons regtmatig door koop verkregen eigendom te beroeven , dan moet liet ons ook vrijftaan, ons over zoo veel onregt en hoon te beklagen. Wij willen bij  GESCHIEDENIS. 251 bij de Koningen en Vorsten rondgaan, en hen verzoeken , eene Kerkvergadering tegen u bijeen te roepen, op welke gij u zeiven zult verantwoorden, waarom gij ons uit onze wettige bezitting verdreven hebt." Hier op werd platina , als fchuldig aan Majeftehsfchennis, in de gevangenis geworpen, en met ketenen beladen; dus moest hij vier maanden op een' hoogen toren midden in den winter zonder vuur zitten. Eindelijk werd hij op voorfpraak van den Kardinaal gonzaga in vrijheid gefteld, die hem echter raadde , Rome niet te verlaten. Omtrent drie jaren lang had platina federt eenige rust genoten toen men den Paus aanbragt, dat eenige jonge lieden, onder aanvoering van zekeren CALLiMACtius, eene zamenzweering tegen hem gefmeed hadden. Terftond werden eene menigte menfchen te Rome, a\s medepligtigen, in de gevangenis gefleept, en onder dezen ook platina, gelijk hij wederom zelve verhaalt. De Paus dreigde hem met de pijnbank , en hij werd werkelijk, met twintig anderen, in den Engelenburg gepijnigd, zonder iets te kunnen bekennen. Nu veranderde de Paus van gevoelen; hij liet deze zelfde gevangenen over de befchuldiging van Ketterij verhooren. Eenige Bisfchoppen en twee Monniken, aan welken het onderzoek was aanbevolen, fpraken de befchuldigden vrij; zij bleven echter nog bijkans een jaar in de gevangenis, en fchoon de Paus vervolgens platina op eene verbetering van zijne huifelijke omftandigheden deed hopen, ftierf hij, eer hij zijne beloften aan denzelven vervulde. Tegen dit verhaal van platina en te- V BOEK IV Hoofdft. ia C. G [aar 1073 :ot 1517  V boek IV Hoofdft na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Dood en karakter van paU' LUS II. i XIXTUSlV Wordt , Paus. 1 1 J 4 252 KERKELIJKE tegen andere befcbuldigingen heeft de Kardinaal querim in eene opzettelijke verhandeling Paus paulus II zoeken te verdedigen. Niet geheel en volkomen echter heeft deze Kardinaal den Paus bij den onpartijdigen kunnen zuiveren. Verfcbeidene omftandigheden toch , door platina van hem gemeld, worden ook door anderen bevestigd, bij voorbeeld, dat het moeijelijk was, om gehoor bij hem te krrgen, dat hij zeer op pracht gezet was, bijzonder had hij eene Pausfelijke driedubbelde kroon laten vervaardigen , met zoo veel goud, juweelen en peerlen bezet, dat dezelve op bijna 200,000 Dukaten in waarde gefchat werd. Voorts wordt hij befchreven als zoo zacht van aard, dat lij geen misdadiger ter dood verwijzen , ja zelfs ?eene beesten kon zien dooden , en eens zal hij eenen lager zijne kalveren afgekocht hebben, opdat zij liet door hem gedood zouden worden. Men vindt ;an hem voorts nog aangeteekend, dat hij het eerst lan de Kardinalen den rooden hoed gegeven, en in iet jaar 1471 den Markgraaf borso van Ferrara tot ïertog benoemd heeft. Hij overleed onverwachts n Jutij van het gemelde jaar. De eerwaardige bessarion kwam bij de verkiezing >an eenen opvolger voor paulus II weder in aannerking, doch de Kardinalen voor zijne geftrengheid geducht, verkozen den pien Augustus 1471 den kardinaal frans van rovere, die den naam van uxtus IV aannam. Deze damde af uit een adelijk Lombardisch gedacht, en was in het jaar 1414 op en dorp in het gebied van Savona geboren, wer- waar d  GESCHIEDENIS. 253 waards zijne ouders om de pest te ontgaan geweken waren. Zijne Moeder werd door eenen droom en door zijne ziekte fpoedig bewogen , om hem aan den Heiligen franciscus te wijden , en gelijk men verhaalt, alfchoon verfcheidene lieden aan zijne ouders voordelden, dat hij veel te levendig van geest was voor de gefbrengheid van die orde, dwongen hem echter herhaalde ziekten, om een Franciscaner te worden. Hij maakte in zijne Letteroefeningen zoo goeden voortgang, dat hij tot- de waardigheid van Overfte van zijne orde ( Minister Generalis) opklom. Om dezen tijd was 'er tusfchen zijne Franciskanen en de Dominicanen een veifchil ontdaan, omdat één der eersrgemelden naar het gevoelen van hun vermaard medelid franciscus de mayronis, te Brescia gepredikt had, dat Christus , bij zijne Opdanding, zijn ligchaam met al zijn vergoten bloed weder aangenomen had. De gemeente aldaar verdeelde zich deswegens in twee partijen, die op het punt donden, om deswegens handgemeen te raken, ook mengden zich eenige Bisfchoppen in dezen twist. De Dominikanen beweerden, dat het onmogelijk was, dat iets van Christus bloed op aarde zou gebleven zijn, zonder de daar mede vereenigde Godheid; terwijl integendeel de Franciskanen de mogelijkheid daarvan bewezen uit zijne befnijdenis, en uit de met zijn bloed befprengde nagelen aan het kruis. Eindelijk leide Paus pius dit verfchil bij, door te verbieden, dat geen van beide de partijen voor kettersch moest gehouden worden. rovere , toen Kardinaal , fchreef over dezen twist een boek, het welk aan den V BOEK IV Hoofdft. na C. d Jaario^s. tot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Zijn ijver voor den Turkfchenoorlog. i54 KERKELIJKE den Paus was opgedragen, en te Rome 1470 in folio , met een ander gefchrift van hem de potentia, waar in hij eenen Karmeïïter wederleide, die ontkend had, dat God door zijne almagt een verdoemd mensch zalig kon maken, gedrukt is geworden. — Eene zijner eerfte zorgen, na dat hij den Pausfelijken troon beklommen had, was den oorlog tegen de Turken te bevorderen. Ten dien einde fchreef hij eene algemeene Kerkvergadering in de Kerk van Lateranen uit, maar men bragt den tijd vergeefs door met twisten, over de ftad, in welke deze Vergadering zou voortgezet, worden. De Paus zond toen eenige Kardinalen, als zijne Legaten, aan de voornaamfte Vorsten af: bessarion ging naar Frankryk; borgia naar Spanje ; earbo naar Duitschland; en caraffa te Napels werd tot Bevelhebber van zijne Vloot benoemd, bessarion werd in Frankryk van Koning lodewyk XI niet gunstig ontvangen, het zij dat deze kwalijk nam, dat bassarion aan den Hertog van Burgundië, 's Konings onverzoenelijken vijand, gefchreven had, voor dat hij aan het Hof veifcheen; het zij, omdat hij ondernam den Kardinaal balus te verdedigen, die voorheen Staatsdienaar des Konings geweest was, maar dien de Koning federt eenigen tijd in een foort van ijzeren Kevie had laaten opd uiten. Hoe het zij^ bessarion vertrok fpoedig weder uit Frankryk, maar ftierf eer hij te Rome aankwam, zoo men meent, van hartzeer. De Legaat, die naar Duitschland gezonden was, Haagde niet beter; een ander vervolgens aan den Keizer zeiven gezonden, had wel  GESCHIEDENIS. 255 'wel in het jaar 1472 eenige onderhandelingen met foramige Rijksvorsten te Weener -Neuftad, maar zonder dat 'er iets befloten werd. Middelerwijl twistte men te Rome in het Conftfto- \ rie, wie de Monarch der wereld was , de Keizer of, de Paus. Een Keizerlijk Gezant had daar deze uitdrukking van zijnen meester gebruikt, waar over hij van één' der Kardinalen bettraft werd; om zijnen misflag te verbeteren, zeide hij, alleen de wereldlijke magt te bedoelen, maar nu werd hem van al de Kardinalen geleerd, dat de Paus het zoo wel in het wereldlijke als geestelijke was. In het jaar 1472 moest de Keizer eenen nieuwen inval der Turken in zijne Oostenrijkfche erflanden dulden, maar de Paus rustte in dat jaar 18 Galeijen uit, aan een gedeelte van welken hij in den mond van den Tiber zijnen zegen gaf, de overige waren naar de Napelfche Haven Brindifi vooruitgezeild," waar bij de Koning ferdinand 30, en de Venetianen nog 56 Galeijen voegden. Deze vereenigde Vloot veroverde in dat jaar Smirna, maar zette hare ondernemingen niet verder voort, fchoon zij te land door den aanval van usum cassan op de Turken moedig onderfteund werd. In het jaar 1480 veroverden de Turken Otranto in Kalahrie, en het fcheelde weinig, of de Paus was naar Frankryk gevlugt, maar weder moed vattende, liet hij eene Vloot te Ancona uitrusten; zelfs bood hij zijne Gouden Kroon en al den fieraad van zijn Paleis tot de krijgskosten aan; en moest zich toch te gelijker tijd beklagen, dat de Fsnetianen Ferrara, het welk hij tot zijn gebied reken- V BOEK IV hoofdft. iaC. G. [aario73. ot 1517-  V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaari073 tot 1517 SIXTUS IV ïieerat deel in de Zamenzweeringtegen dc Broeders DE MEDICES. 25S K E R K E L IJ K E kende, belegerden. Maar kort te voren had hij ook zelve eenen oorlog met de Florentijnen gevoerd, en in het jaar 1482 werd hij in een' nieuwen oorlog met den Koning ferdinand ingewikkeld. Doch dit verdient een weinig breeder ontvouwd te worden. In Duitschland waren verfcheidene Rijksdagen gehouden, om te raadplegen over den Turkfchen oorlog, maar alle vruchteloos. Maar in Italië zelve wikkelde de Paus zich in zaken, welke een onuitwischbare vlek op zijn karakter gebragt hebben. In liet jaar 1478 begunstigde hij heimelijk eene zamenzweering, welke het huis pazzo te Florence gefmeed had, tegen het paar edele Broeders, julianus en laurentius de medices, tegen wien zijn Neef hieronymus riario hem had opgehitst. Deze znmenzweering echter mislukte; wordende wel julianus in de Kathedrale Kerk te Florence, bij het opheifen der gewijde Hostie , in de Mis vermoord, maar zijn Broeder ontkwam het gevaar gelukkig, waarop het volk de wapens opvatte, den Aartsbisfchop van Pifa ophing, en velen van de pazzi om het leven bragt. De Paus over deze mislukking verbitterd, deed de Florentijnen in den ban, .onder voorwendfel, dat zij eenen Aartsbisfchop en verfcheiden Geestelijken omgebragt en met de vijanden der Kerk zich verbonden hadden. Terftond liet hij met den Koning van Napels krijgsvolk in het gebied van Florence rukken, ook trad de ftad Siena in dit Verbond. Bovendien rokkenden sixtus en ferdinand de Genuezen op, om op te ftaan tegen de Hertogin van Milaan, Bondgenoote der Flf  GESCHIEDENIS. 2^7 Florentijnen, die in den naam van haren minderjarigen Zoon regeerde; ja de Paus ontfloeg zelfs de Zwitzers, die gezworen hadden, het Milaneefche niet aan te zullen vallen, van dezen eed, waar op fchielijk hun inval in dit land volgde. Het was reeds ergerlijk, dat de Paus zoo roekeloos het zaad van oorlog in Italië itrooide, daar dit land meer en meer gevaar liep van de invallen der Turken, maar hij tergde ook Koning lodewyk XI van Frankryk, door het oproer der Genuezen, voor wier ftad en land de Hertogin van Milaan hem hulde gedaan had. Deze Vorst hield daar over eene Rijksvergadering te Orleans in het jaar 1478 , waar befloten werd, op eene algemeene Kerkvergadering aan te dringen; waar op de Koning een aanzienlijk Gezantfchap aan den Paus zond, om hem dit voorftel te doen, en zoo deze zulks weigerden, dan zich te beroepen van den kwalijk onderrigten op den beter te onderrigten Paus of op het eerstvolgende Concilie, en verder aan te dringen op het houden van zoodanige Kerkvergadering, die reeds lang had behooren gehouden te worden. Ook dreigde hij den Paus, aan de Pragmatique Sanctie hare volle kracht te zullen wedergeven, en voornamelijk de Annaten geheel te zullen afl'chaffen. Met den Koning vereenigden zich tegen den Paus de Hertog van Milaan, de Venetianen, de Hertog van Ferrara, malatesta, Heer van Rimini, ert andere Italiaanfche grooten. Ook gelukte het den beroemden Staatsman en Gefchiedfchrijver, filips van comines, door den Koning naar Italië gezon- XVII. Deel. R den. V BOEK IV Hoofdft. ia C. G. [aar 1073. ;ot 15 '7- Zijn vetIchil met Koning LODEWYK Xf van Frankryk  V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. Zijne ver dere ooi logen. 15S KERKELIJKE den, aan de Fiorentynen onderftand te bezorgen. sixtus, nu in verlegenheid gebragt, zocht volgens deu raad van den Kardinaal van Pavia, den tijd te rekken, en verleende eerst in Januaiij 1479 aan de Franfche Gezanten gehoor, aan welken hij een uitftellend doch te gelijk fier antwoord gaf, dat hij zijne magt ommiddelijk van God had, en dat men dus van hem onderftellen moest, dat hij altijd wettig oordeelde, en dat hij niet verpligt was aan iemand eenige rekenfehap te geven van zijn doen of laten enz. De Venetianen floten nog in het jaar 1478 eenen vrede met de Turken, om de Fiorentynen te kunnen bijftaan, en beklaagden zich luidkeels over den Paus, die, in plaats van tegen den algemeenen vijand der Christenheid te werken, Italië in rep en roer zette. In Frankryk vergaderden de Prelaten op 's Konings aanfehrijving in het jaar 1479 te Lions, alwaar zij den grondregel van de hoogheid der Kerkvergaderingen boven den Paus bevestigden. Ook keurde de Koning van Engeland de gevoelens van dien van Frankryk goed, en de ftoute en grootmoedige laurentius de medices, in perfoon in het jaar 1481 tot den Koning van Napels gereisd zijnde, maakte hem van eenen gevaarlijken vijand tot zijnen vriend. Dit alles noodzaakte den Paus eerlang om aan de Florentynen zijne gunst weder te fchenken, hun alleen voor alle ftrafFe opleggende, om 15 Galeijen tegen de Turken te leveren. . Nu trad de Paus in het jaar 1480 in een verbond " met de Venetianen, wordende tot Veldheer van het- zel-  GESCHIEDENIS. 259 gelve 'sPausfen Neef, de Graaf van Imola, hieronymus riario benoemd. De Venetianen hkften de Turken op, tegen den Koning ferdinand van Na~ pels, hetwelk het verlies van Otranto ten gevolge had, fchoon de Napolitanen de ftad fpoedig weder aan de Turken ontnamen. In het jaar 1482 tastten de Venetianen herkules, Hertog van Ferrara, onder een gezocht voorwendfel aan. Deze Vorst, een Vafal van den Paus, verzocht deszelfs befcherming. sixtus fchreef deswegens aan het Gemeenebest, maar als hetzelve zich over de geweldenarijen van den Hertog beklaagde, gaf hij zonder omftandigheden ten antwoord: ,, Wel nu ftraft hem dan! beoorloogt hem; ik geef u daar toe den Apostolifchen zegen; het is mij al liever, als ik u lieden tot fchuldenaars heb , dan den Hertog, die mij, wegens niet betaalde renten, veel geld fchuldig is." Openlijk was Ferrara beltemd om eene bezitting van 'sPausfen Neef te worden. Maar aan den anderen kant kwam de Koning van Napels den Hertog te hulp, en bragt den Paus grootelijks in de engte; waar bij kwam eene zamenzweering der huizen Colonna en Savelli in Rome tegen den Paus, waar in men voornemens was , den Paus, zijn' Neef en den Venetiaanfchen Gezant, bij gelegenheid der Procesfie op Sacramentsdag, te vermoorden, en den Hertog van Kalabrië, 's Konings Zoon, binnen Rome in te laten; maar de aanflag werd ontdekt, en de beide Kardinalen van colonna en savelli gevangen genomen, terwijl de Paus en zijn Neef hunne veiligheid op den Engelenburg vonden. Ra In- V boek iv Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaat-1073. tot 1517. De Paus doet de Venetianen in den Ban, en fterft. 160 KERKELIJKE inmiddels fchenen in het jaar 1482 de Venetianen en de Paus de overhand te zullen behouden, naardien de Hertog van Ferrara in zijne Hoofdftad belegerd, en de Hertog van Kalabriê bij Nettuno met zijn leger gellagen werd. Doch de toenemende magt der Venetianen begon te zeer in het oog te loopen, waar door vele Italiaanfche Vorsten pogingen deden, om den Paus van hen aftetrekken, en toen de Koning van Napels en zijne Bondgenooten voordeelige voorwaarden aan 'sPaufen Neef aanboden, en dien tot hunne zijde overhaalden , floot de Paus in December 1482 een verbond met Napels, Milaan en Florence, geheel ten voordeele van den Hertog van Ferrara, waartoe ook den Venetianen vrijheid gelaten werd, toe te treden, mids zij aan den Hertog de veroverde plaatfen wedergaven. Maar de Venetianen betoonden zich hier toe ongezind, en klaagden over het gedrag van den Paus jegens hen gehouden. Deze daar tegen dreigde hen met de Kerkelijke Straffe, gelijk hij hen ook werkelijk door eene Bulle in Mei 1483 in den Ban deed, volgens welke alle Venetianen hunne ambten, en het Gemeenebest zelve alle zijne regten op alle zijne bezittingen moest verliezen ; alle Venetianen werden voor eerloos, en gevolgelijk voor onbekwaam verklaard, om goederen te erven, uiterde willen te maken, en geregtelijke vonnisfen te vellen; hunne verbindtenisfen met uitlanders werden vernietigd; tevens alle openbare Godsdienst in hun gebied verboden, en alle Vorsten opgeroepen, om hen te beoorlogen; aan eiken Vene- ti-  GESCHIEDENIS. 261 Haan in het bijzonder moest men zijn goed ontnemen ; en die de wapens tegen hen zou opvatten, zou aflaat genieten. Alle deze dreigingen echter werden in Venetië niet geteld. De Senaat verbood de afkondiging dezer Bulle, eenige Franciskaners werden gebannen, om dat zij weigerden de Misfe te lezen; en de Senaat beriep zich op eene algemeene Kerkvergadering. Tevens zetten de Venetianen den oorlog wakker voort, zoo dat de Bondgenooten tegen wil en dank van den Paus in het jaar 1484 vrede met hen floten, waar bij voor zijnen Neef niet eens gezorgd werd. Op het hooren van dezen vrede werd 'sPaufen dood, daar hij reeds zeer ziek was, verhaast, en hij overleed den i2den Augustus 1484. ,, Op dezen hoogst gelukkigen dag van zijnen dood," fchrijft stephanus infessura (*), die toen Kanfelier der ftad Rome was, (Scriba Senatus Populique Romanï,) ,, toonde de Alraagtige God zijne mogendheid, en verloste zijn Christen volk van de hand van zulken man, die geene liefde, geene welwillendheid in de regering van dit volk bewees; maar die alleen door onbetamelijken wellust, geldgierigheid, prachtige ftaatzij en ijdele roemzucht geleid werd." muratori , die uit deze plaats van zijnen fchrijver reeds eenige harde uitdrukkingen over den Paus, (impiisjimi et iniquisfimi Regis, cujat nullus Dei timor,) heeft weggelaten, zonder het te (*) Diario della Citta di Roma aptid murator. SS. Rer. hal. T. 111. P. II. ƒ>. 1182. R 3 V BOEK IV Hoofdft. na C. G. faario73. cot 1517. Zijn Karakter.  V BOEK IV Hoofdft. naC. G. Jaai-1073. tot 1517. stfz KERKELIJKE te melden, erkent, dat hij het een en ander,het welk hem te fchandelijk ('cheen, om het deugdzame menfchen voor te leggen, heeft doorgehaald, hetwelk met de goede trouw echter kwalijk overeen te brengen is. De plaats, welke hij bedoelt, betreft den onnatuurlijken wellust van dezen Paus. infessura zegt, dat niet alleen het algemeen gerucht meldde, maar dat ook de ondervinding het bevestigd hebbe, dat hij aan jongens, die hem in zijne kamer bedienden, vele duizend Dukaten , de Kardinaals waardigheid en groote Bisdommen gefchonken heeft, ook zal hij, om deze zelfde reden, zoo veel van den Graaf hieronymus riario en deszelfs Broeder gehouden hebben; waar bij de fchrijver nog een ander voorbeeld voegt, sixtus was ook zeer geldzuchtig, volgens dezen fchrijver. Prebenden, Kardinaalshoeden en Bisdommen werden aan de meestbiedenden menigmalen verkocht; om geld te bekomen, vond hij vele tot hier onbekende bedieningen aan het Roomfche Hof uit, welke hij aan die genen verkocht, die met Scythifche namen Stradiot, 207. R 4 V BOEK IV loofdfl. ia C. G. 'anric-73. ot i5'7-  V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaai-1073. tot 151 7. INNOCENTIUS VIII wordt Paus. 464 KERKELIJKE van den Paus aan zijnen Neef iiieronymus riario, of de Graaf van Imola, begrijpelijk maken, als men het voor meer dan een volksgezegde mogt aanmerker: Te weten, hieronymus en zijn Broeder petrus zouden Zonen van dezen Paus geweest zijn, door hem verwekt, toen hij nog blootelijk een Franciscaner was; maar die hij naderhand onder den meer voegzamen naam van Neeven aan zijn Hof had aangenomen. Anderen hebben echter veel prijs waardigs van hem verteld, ongemeene milddadigheid, het vermeerderen van de Vatikaanfche Boekerij, tot wier opziener hij platina benoemde, en voornamelijk het ve>fieren van Rome, door het heiftellen van oude en het ftichten van nieuwe Kerken en gebouwen. Ook wotdt zijne geleerdheid geroemd, katharina Koningin van Bosnië, die uit haar Rijk gevlugt te Rome van een Pausfelijk jaargeld leefde, vermaakte bij uiterften wil dat Rijk aan de Roomfche Kerk, doch de Paus heeft er de bezitting nooit van bekomen , maar zijne Leensheerlijkheid over het Rijk van Napels handhaafde hij fteeds, hoewel hij, in plaats van alle fchatting, zich vergenoegde, met jaarlijks een kostbaar getuigd paard of Telle te ontvangen. Daags na zijn dood ontftond 'er te Rome een oproer tegen zijnen Neef, hieronymus riario , wiens Paleis omvergehaald, en zijne goederen geplunderd werden. Eer de Kardinalen tot de verkiezing van eenen nieuwen Paus overgingen, fielden zij weder eenige artikelen op, welke de aanftaande Paus zou moe-  GESCHIEDENIS. 265 moeten bezweren, gelijk ook gefchiedde, doch zonder dat hij naauwgezetter was, om ze te houden, dan zijne voorzaten. Deze nieuwe Paus was joan baptista cibo , Kardinaal-Priester van St. Cecilië, en Bisfchop van Amalfi, die den 29ften Augustus 1484 verkoren werd en den naam van innocentius VIII aannam. Hij was in het jaar 1432 te Rome geboren, alwaar zijn Vader Senator was. Terwijl de een zijne bevallige zeden, zijne deugdzaamheid en lieftalig gedrag roemt, meldt ons een ander (infessura) dat 'er bij zijne verkiezing geheime ftreken hebben plaats gehad, en dat men geen goeds te gemoet zag, van iemand, die bij vcrfcheidene vrouwen reeds zeven kinderen van beiderlei gedacht gehad had. Die zelfde fchrijver zegt ook, dat hij den Romeinen zijne beloften, die hij bezworen had, niet vervuld heeft, „ doch," voegt hij 'er bij, „ het is niet te verwonderen , dat hij het Roomfche volk bedroog, daar hij den almagtigen God , wien hij bij z\jne aanneming in den Geestelijken Staat gelofte van kuischheid gedaan had, bedrogen heeft. " Hoe groot een liefhebber innocentius van den vrede zijn mogt, hij kon denzelven niet eens in zijne hoofdftad beftendig genieten, waar de huizen Colonna en Urfini elkander bleven beflrijden. De Paus, die thans de colonna's begunstigde, ontnam aan virginio orsini eene aanzienlijke bediening aan zijn Hof, die daar op, door openlijk aangeplakte brieven, het Roomfche volk te wapen riep, dreigende het hoofd van den Kardinaal colonna, die den K 5 Paus V 150FK IV Hoofdfr. na C. G. Jaar 107 3. tot 1517- Zijn oorlog met Koning FERDINAND van Napels.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. &66 KERKELIJKE Paus geheel regeerde, op eene piek te zullen laten ronddragen, en ftout zich latende verluiden, dat hij magtig genoeg was, om den Paus in den Tiber te laten werpen. Bij deze inwendige onlusten kwam in het jaar 1485 een oorlog met den Koning ferdinand van Napels, die de regering bijna geheel aan zijnen Zoon alfonsus , Hertog van Kalabrie had overgehren. De Grooten des Rijks op dezen misnoegd zijnde heulden met den Paus, die ten oogmerk had, zijnen Bastaardzoon franciscus op eene waardige wijze te verzorgen. De Paus eischte van den Koning de oude Leenbelasting van zijn Rijk, en weigerde de Telle aan te nemen, en bood aan renatus , Hertog van Lotharingen, die uit het huis van Anjou. afdamde, het Rijk van Napels aan. De Hertog van Kalabrie daarentegen nam verfcheidene Grooten gevangen , maar anderen donden nu openlijk tegen hem op, gelijk de ftad Aquila, zich voor den Paus verklarende, die hen van den eed aan hunnen Koning gereedelijk ontfloeg. ferdinand zag zich dus genoodzaakt, den Paus den oorlog te verklaren, wordende door den Hertog van Milanen en de Florentynen bijgedaan, als ook door het magtige huis Orfini. De Hertog van Kalabrie viel in den Kerkdijken Staat, en hield zelfs Rome eenige maanden ingedoten. De Paus oordeelde het daarom, reeds in het jaar 1486, dienstig, met den Koning ferdinand vrede te maken, welke, naar den uiteilijken fchijn, vrij voordeelig voor hem was. Maar in het jaar 1487 ontdak de twist tusfchen bei-  GESCHIEDENIS. a6> de Vorfïen weder; de Paus was reeds op het punt, om den Ban tegen den Koning uit te inteken, maar vond fpoedig raadzaam , zijne wraak uit te ftellen, echter duurde het flechts tot het jaar 1489, of het misverftand berstte op nieuw uit. De Paus klaagde over den Koning, dat hij den vrede geheel verbroken had, terwijl de Koning hem befchuldigde, dat hij Hechts gelegenheid tot oorlog zocht, om zijn fransje, (Fran.ee/chetto,') rijkdommen en hooge waardigheden te bezorgen. Ondertusfchen deed de Paus den Koning in den Ban, om het niet betalen van de Leenfchatting, en toen de Vorst zich op eene Kerkvergadering beriep, verklaarde hij zijn Rijk verbeurd. Doch in het jaar 1492 vernieuwden zij den vrede, op de oude voorwaarden. Hoe wreed ferdinand vervolgens zijne Grooten behandeld hebbe, behoort niet tot deze Gefchiedenis. De voortgangen, welke de Turken maakten met hunne veroveringen, maakten het ook voor dezen Paus tot pligt, om de Christenen op te wekken, om hun tegentfand te bieden. Deze pogingen waren even vruchteloos, als zoo vele voorgaande. In het jaar 1485 befloot hij met de Italiaanfche Vorsten, eene Vloot van 60 Galeijen uit te rusten. Op verzoek van cazimir, Koning van Polen fchreef hij in het jaar 1486 eene Kruisvaart uit tegen de Turken en Tartaren, die zijn Rijk verwoestten; voornamelijk zocht hij in het jaar 1488 de Duitfchers, Hongaren, Polen en Bohemers tot zulk eenen krijgstogt op te wekken. Te V BOEK IV Hoofdfh na C. G. jaar 107 3, tot 1517. Pogingen van den Paus omtrent den Turkfchenoorlog.  V boek jV Hoofdit. na C. G. Jaar 1073. tot 1517 1 ( ' 1 268 KERKELIJKE Te midden van deze vruchtelooze pogingen Gebeurde er iets, hetwelk gewigtige gevolgen voorfpelde, hoewel de uitkomst niet aan de verwachting beantwoordde. De Turkfche Prins dschem, dien de Christelijke Schrijvers van dezen tijd zizem of zemes noemen, jonger Broeder van den Sultan bajessid of bajezet , had zijnen Broeder den troon betwist, en was, door denzelven gtflagen zijnde, in het jaar 1482 naar het Eiland Rhodus gevlugt, tot de Joanniter Ridders, toen Ridders van Rhodus, en derzeiver Grootmeester d'aubusson, deze zond hem naar Frankryk, en de Paus verzocht Koning lodelyiv XI hem toch aan niemand te laten overleveren, gelijk matthias Koning van Hongaryê, de beide ferdinanden, Koning van Arragon, en die fin Napels, ja zelfs de Sultan van Egypte, die net de Turken in oorlog was, gezocht hadden, lem in hunne magt te krijgen; eindelijk werd hij wergeleverd aan den Paus innocentius VIII, die rem te Rome met de grootfte eerbewijzen ontving, :n van hem in den oorlog tegen de Turken gebruik neende te maken. batazet kwam terftond over furiën Broeder met den Paus in onderhandeling, nalat hij, zoo men zegt, vergeefs gepoogd had, door :enen Italiaan hen beiden met vergif om te laten jrengcn. Op het einde des jaars 1490 kwam er :en Gezant van den Sultan te Rome, die 120.000 Dukaten, benevens vele Juweelen en andere kost>aarheden ten gefchenke medebragt, en met den 3aus overeenkwam, dat aan denzelven jaarlijks 40,000  GESCHIED E N I S. -60 40,000 Dukaten zouden betaald worden , onder voorwaarde, dat hij dschem in eene foort van gevangenis zou houden. Andere groote gebeurtenisfen hebben de regering van innocentius VIII riet beroemd gemaakt. Voor Rome en zijn overig wereldlijk gebied heeft hij ook weinig tot ftand gebragt; en de wetten en geregtigheid werden flecht door hem gehandhaafd. Hij gaf aan alle misdadigers en bannelingen verlof, om naar Rome te keeren; waarvan het gevolg was, dat diefftallen, rooverijen en moorden in het jaar 1489 iets gewoons waren. De Schelmen vonden in de huizen der Kardinalen eene vrijplaats, of kochten zich met geld vrij van de ftraffe; en als men eens den Vice - Kamerling zijne bevreemding daar over te kennen gaf, kreeg men ten antwoord: God wil den dood des zondaars niet; maar dat hij flechts hetale en leve. Eenmaal flechts gaf hij bevel, dat alle misdadigers Rome zouden verlaren, en dit bevel is misfchien de grond, waar op fommigen hem voorftellen als een' ftreng handhaver van het regt. Om zijne uitgeputte fchatkist te {tijven, bedacht hij insgelijks nieuwe ambten, die hij te koop flelde. Dus ftelde hij drie Plumbatores Bullarum Apostolicarum aan, die een looden zegel aan de Pausfelijke Bullen vastmaakten, en ontving van hen 26,000 Dukaten. In het bijzonder was hij bedacht, zijnen onechten kinderen en naastbeftaanden groote waardigheden, goederen en inkomsten te bezorgen. Twee van dedezen waren gedurende zijnen regering nog in het leven. Aan zijn reeds gemelden Zoon france- schet- V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Dood en karakter van innocentiusVIII.  270 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 10 73. tot 1517. alexander VI. wordt Paus. schetto , fchonk hij eenige fteden in de nabijheid van Rome, en deed hem trouwen met eene Dochter van laurentius de medicis ; en zijne Dochter theodorina gaf hij aan eenen Genuees ten huwelijk , en overlaadde haar met rijkdommen. Eenen Bastaardzoon zijns Broeders benoemde hij tot Aartsbisfchop van Benevent, Kardinaal en Bevelhebber van den Engelenburg: zelfs gaf hij de waardigheid van Kardinaal, aan den Zoon van den gemelden laurentius de medicis, eenen knaap van dertien jaren. Indien Schimpfchriften, met welke de Paufen in Italië en te Rome zelve niet verfchoond zijn, in de Gefchiedenis iets bewijzen kunnen, dan zal innocentius niet minder dan 16 kinderen buiten huwelijk verwekt hebben, 8 jongens en even zoo vele meisjes, volgens dit Puntdicht: Octo Nocens pueros genuit, totideraque puellas; Hunc merito poterit dicere Roma pacrem. Doch een tijdgenoot van den Paus, de meergemelde infessura, geeft hem niet meer dan zeven kinderen, het welk voor een Paus al genoeg fchijnt te zijn. Een ander tijdgenoot, volaterranus, bekent, dat innocentius de eerfte Paus geweest is, die zijne onechte kinderen vrij en openlijk met eene foort van welgevallen erkend en verbazend verrijkt heeft. Hij ftierf den aslten Julij 1492. Zestien dagen daarna werd de Kardinaal rodrig» borgia tot Paus verkoren, onder den naam van alexander VI. Deze was in het jaar 1431 te Fa* lencia in Spanje geboren. Zijn Vader heette eigenlijk  GESCHIEDENIS. 271 lijk zenzolio , maar eene Zuster van [den Paus calixtus III ten huwelijk hebbende, nam hij,met goedkeuring van denzelven, den naam borgia aan, dien zijn Zoon en nakomelingen algemeen gedragen hebben, rodrigo leide zich tot zijn iBde jaar met zeer goeden uitflag toe op de beoefening der wetenfchappen, wanneer hij onverziens, uit liefde tot een ongebonden leven, tot den krijgsdienst overging. In dezen ftand verliefde hij op eene Roomfche Juffer, die met hare beide Dochters in Spanje gekomen was, en na haren dood, hield hij het met ééne van hare Dochteren, die gemeenlijk roza vanozza genoemd wordt, bij welke hij vijf kinderen gewan, en die hij bijna als zijne echte vrouw aanmerkte, hoewel hij buiten haar nog andere bijzitten had. Hij wist echter deze verbindtenis zoo geheim te houden, dat zij eerst jaren daarna bekend werd. Toen zijn Oom, onder den naam van calixtus, in het jaar 1455 Paus was geworden, bragt deze hem ten Hove, en fchonk hem eene rijke Prebende, ook maakte hij hem reeds in het jaar 1456 Aartsbisfchop van Valencia, en Kardinaal, en verhiel hem kort daarna tot de aanzienlijke waardigheid van Vice- Kanfelier der Roomfche Kerk. Intusfchen bleei hij zijne verkeering met vanozza aanhouden, fchoon hij uiterlijk den godvruchtigen en vromen Prelaat vertoonde. Na zijn Ooms dood, in het jaar 1458, fchijnen de volgende Paufen hem weinig gebruikt te hebben. Ten aanzien van zijne verkiezing: deze werd te mfege gebragt door omkooping, echter worden 'er vijf V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073tot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517, ALEXANDER VI bevordert zijne kin deren. 272 KERKELIJKE vijf Kardinalen genoemd, die zich niet lieten omkoopen. „ Zijne verkiezing," fchrijft guicciar. dini, in zijne Gefchiedenis van Italië, „ vervulde algemeen de menfchen met vrees en ontfteltenis, dewijl zijn aard en inborst aan de meesten heel wel bekend was. Onder anderen weet men zeker, dat de Koning van Napels, hoewel hij zijne gevoeligheid niet openlijk liet merken, aan de Koningin, zijne Gemalin, met tranen in de oogen gemeld hebbe, dat een Paus verkoren was, die voor Italië en de geheele Christenheid ten hoogften fchadelijk zou wezen." alexander VI had vier Zoonen, van welken de twee oudden, franciscus en c/esar berucht zijn geworden, en ééne Dochter, lucretia, die insgelijks, eenen naam gemaakt heeft, c/esar ftudeerde thans te Pifa, maar kwam, op de tijding van zijn Vaders verheffing, terltond te Rome, deze zal eene lange aanfpraak aan hem en zijne overige kinderen gedaan, en daarin verklaatd hebben, dat, zoo zij op bevordering wilde hopen, zij dezelve door hun gedrag zich zouden moeten waardig maken; fchoon men reden heefr, om hier aan te twijfelen, doch hoe het zij, hij wederleide fpoedig zijne woorden, door tegenftrijuige daden, alzoo hij niet alleen in het eerde Confidorie, zijn Zusters Zoon, den Aartsbisfchop van Monter-egale tot Kardinaal benoemde, dus tevens zijne met eede bezworene belofte verbrekende, dat hij het getal der Kardinalen niet zou vermeerderen ; maar ook reeds op den dag zijner inhuldiging fchouk hij aan zijnen Zoon caesar het Aartsbkdom Va.  GESCHIEDENIS. 273 Valencia en het Bisdom Pampeluna, beide in Spanje. In het volgende jaar 1493 werd deze jongeling, dien men voor den flechtften van zijne Zonen kende, ook tot Kardinaal benoemd. Zijne Dochter lucretia had hij, nog Kardinaal zijnde, aan eenen Spanjaard uitgehuwelijkt, dezen bewoog hij, door een gefchenk van 3,000 Dukaten, om zich van haar te laten fcheiden , en nu kreeg zij alexander, Zoon van den Heer van Pefaro, tot Gemaal. De Bruiloft werd in het Fatikaan, in tegenwoordigheid van den Paus, vele Kardinalen en Bisfchoppen, en ook de aanzienlijkfte lieden van Rome, maar inzonderheid van 250 der voornaamfte Juffers, die veel vroeger dan de mannen toegelaten werden, zoo vrolijk als pragtig gevierd. „ alexander," zegt infessura bij deze gelegenheid, ,, heeft de gewoonte, van innocentius VIII begonnen, om zijne Dochters uit te huwelijken, vervolgd en uitgebreid. Daarom is de gezamenlijke geestelijkheid regt ijverig er op uit, om kinderen te teelen; van de hoog' ften tot de laagflen houden zij openlijk bijzitten, /* den vorm van echte vrouwen. Indien God het niet verhoede, zal dit verderf ook tot de Monniken overgaan; alhoewel reeds bijkans al de Kloosters der hoofdftad, zonder iemands tegenzeggen, Hoerhuizen geworden zijn. Deze woorden heeft muratori weder in zijne uitgave overgeflagen, en 'er alleen een heel klein teeken van uitlating bijgevoegd. Dezelfde gelijktijdige fchrijver infessura , die te Rome zelve leefde, noemt onder de Juffers, die op deze Bruiloft tegenwoordig waren, na de Dochter van XVII. Deel. S den V boek IV Hoofdft. aa C. G. Jaar 1073. tot 1517»  V BOEK IV Hoofdft. naC. G. Jaario73. tot 1517. Togt van K*REL VIII naar Italië. ■ : 1 ] ï74 KERKELIJKE den Paus, ook julia bella , met deze bijvoeging » die weder van muratori wordt voorbijgegaan, genaamt van farnesio , 's Paufen Bijzit. Nog merkt hij aan, dat elk der aanwezenden eene Juffer tot gezelfchap had, en dat men zich tot diep in den nacht met Blij- en Treurfpelen en onkuifche liedjes, vermaakt hebbe. In Italië gebeurden ten dezen tijde gewigtige vermderingen in het Staatkundige, welke groote gevolgen na zich fleepten. Weinige maanden voor de /erkiezing van Paus alexanoer, was laurennus de medices , de Beftuurder van Florence, die loor zijne wijsheid het evenwigt in Italië had weten :e houden, overleden, en door zijnen jongften Zoon >ieter opgevolgd, die niets van 'sVaders fchranlerheid, maar des te meer verwaandheid en losheid bezat. De listige en heerschzuchtige lodewyk sforza, bekend met den bijnaam van moro, had in het jaar 1494 zijn Broeders Zoon, joannes galeazzo, gelijk men algemeen geloofde, met vergif pan kant geholpen, om Hertog van Milaan te wor3en. franciscus cibo, een onechte Zoon van Paus innocentius VIII, die zich te Florence ontlield, verkocht verfcheidene Sloten en Kasteelen, dier lij in de nabuurfchap van Rome bezat, aan verginio orsini , die bij den Paus zeer gehaat was, voor fp,ooo Dukaten, waar toe de Koning van Napels, ?erdinand, aan orsini een deel des gelds ter leen >pfchoot, ten einde dus den Paus in bedwang te wilden, opdat deze, ten behoeve van een' zijner Sonen, niets tegen het Rijk van Napels zou onder- ne-  GESCHIEDENIS. 275 nemen. Hier bij kwam het misnoegen van alfonzus, Hertog van Kalabrie, oudften Zoon van Hertog ferdinand, wiens Dochter met joannes galeazzo gehuwd geweest was, tegen lodewyk sforza. Deze laatfte floot in het jaar 1493 een verbond met de Venetianen, waar bij zij zich verbonden tot verdediging van het Pausfelijk gebied, en tot de herovering der kasteelen, welke orsini bezet had; doch, alzoo hij de Venetianen en zelfs den Paus niet regt vertrouwde, wendde hij zich tot den Koning van Frankryk, om de Franfchen in Italië te brengen, tot zijne onderfteuning tegen den Koning van Napels, karel VIII, Zoon van lodewyk XI, was thans Koning van Frankryk, een Vorst van een zwak en ziekelijk ligchaamsgeftel, maar gezet op den roem van heldendaden, en dié niets minder op het oog had, dan zich meester te maken van Konftantinopokn, waar toe het bemagtigen van het Rijk van Napels hem dienen kon, op het welk het Franfche Huis van Anjou nog oudé aanfpraken had. Ligtelijk gaf dus deze Vorst gehoor aan de voorftellen, welke lodewyk sforza hem, in het jaar 1493 , door een Gezantfchap liet doen, hoewel zijne verftandigfte Staatsraden hem dezen Italiaanfchen togt ten fterkften ontrieden. Hij zocht vervolgens den Paus aan zijne zijde te trekken , opdat die hem met het Rijk van Napels beleenen zou, maar deze trof veeleer een vergelijk met den Koning ferdinand, volgens hetwelk des Paufen jongften Zoon guiffredi of gottfried met eene onechte Dochter van den Hertog alfonzuS S 2 ver- V boek IV Hoofdft. na C. Ö. jaar 1073. tot 1517-*  275 KERKELIJKE v boek iv Hoofdft. na C. G. Jaarlo/3. tot 1517. verloofd werd; welk verdrag echter reeds tegen het einde des jaars 1493 weder begon te wankelen. De dood van ferdinand , in het begin des jaars 1494 fchijnt den togt van karel VIII verhaast te hebben; evenwel kwam de nieuwe Koning alfonzus met den Paus overeen: dat zij malkanderen tegen alle aanvallen zouden verdedigen; de Paus zou lan alfonzus de beleening van het Rijk fchenIten; en eenen Legaat naar Napels zenden, om hem de Kroon op te zetten, en aan lodewyk, Zoon yan 's Konings Broeder hendrik , den Kardinaalshoed bezorgen, alfonzus daartegen beloofde, dat hij aan den Paus op (Taande voet 30,000 Dukaten te betalen; aan deszelfs oudften Zoon, die reeds Hertog van Gandia in Spanje was, een Vorstendom van 12,000 Dukaten jaarlijkfche inkomsten geven, en hem meer aanzienlijke voordeden bezorgen zou. 's Paufen andere Zoon caesar, die, dewijl hij, als een bastaard, niet in het gezelfchap der Kardinalen kon aangenomen worden, daarom door valfche getuigen zijne echte geboorte had laten bezweren, en die doorgaans il Cardinale Valentino genoemd werd, zou eenige rijke Prebenden in het Napelfche bekomen. De Koning deed ook zijn bost, om den Kardinaal van Rovere, die het Kasteel Ostia in bezit had, met den Paus te verzoenen, maar deze Kardinaal verklaarde, dat hij zijn leven nooit aan eenen Katahnier zou vertrouwen, en nam de wijk naar den Koning van Frankryk. Vergeefs poogde de Koning van Frankryk den Paus aan zijne zijde over te halen, deze weigerde hem met het Rijk van Napels te beleenen,, en  GESCHIEDENIS. 277 en maakte veelmeer met Koning alfonsus fchikkingen, om de Franfchen, zoo zij in Italië mogten dringen, in hunnen voortgang te fluiten, en beiden zochten zij zelfs den Turkfchen Sultan bajessed op te ftoken, en de Paus dreigde den Koning van Frankryk met den Kerkdijken Ban, als hij een leger over de Alpen zou voeren. Weinig fcheelde het ook, of karel zou zijne onderneming geflaakt hebben; hij had dezelve zoo los ondernomen, dat hij de kosten van den veldtogt niet berekend had, ook was reeds het jaar 1494 ver verloopen, waarom zijne Raden verdeeld waren, en hij zelve befluiteloos ftond; toen de Kardinaal juliaan van rovere aankwam , en met de drift van zijne welbefpraaktheid alle bedenkingen opruimde. De Koning trok dan eindelijk in September 1494, zonder tegenftand te vinden, in Italië, waarop de colonna's zich voor Frankryk verklarende, het Kasteel Ostia vermeesterden, terwijl zij door een ander aanzienlijk huis te.Rome, de vitelli, onderfteund werden, karel, door een' overhaasten flap van pieter de medices, meester van Florence geworden, naderde al vast den Kerkdijken Staat, en de Hertog ferdinand van Kalabrië, oudfte Zoon van Koning alfonsus,die denzelven met een leger dekken moest, zag zich genoodzaakt, tot Rome terug te trekken. De Paus bevond zich thans in benarde omftandig. heden, toen karel hem liet aanzeggen, dat hij zich in de Paufelijke belangen geheel niet mengen wilde, maar dat hij alleen den doortogt en een goed onthaal in Rome begeerde. De Paus moest hier in beS 3 wil- V BOEK IV Hoofdft. ia C. G. [aar 1073. ot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. ?0t 1517. ! ] 1 ] < < ( S73 KERKELIJKE willigen, en dus trok de Koning den laatften dag van het jaar 1494 met zijn ganfche leger door de eene poort Rome in, terwijl de Hertog van Kalabriï met zijn krijgsvolk de anderepoort uittrok; de Paus was echter zoo bevreesd, dat hij zich met twee Kardinalen in den Engelenburg opfloot; de overige Kardinalen waren den Koning fterk aan, om den gehaatten Paus af te zetten, en reeds was 'er al tweemaal gefchut uit 's Konings paleis aangevoerd, om het gemelde Kasteel te befchieten; maar de Koning was op zich zeiven van alle geweld tegen den Paus afkeerig, en onder zijne Geheimraden bevonden 'er zich verfcheidenen, die de Paus door gerchenken en beloften voor zich gewonnen had. Integendeel werd 'er met het begin des jaars 1495 »en Verbond tusfehen karel en alexander gefloten , bij een van welks voorwaarden bepaald werd, Jat de Turkfche Prins dsciïem aan den Koning zou worden overgeleverd; terwijl voor de nakoming van iet Verbond de Kardinaal van Falencia, (of c^sar 30rgia,) 's Paufen Zoon, als gijzelaar, doch met Jen naam van Pausfelijken Legaat, den Koning zou verzeilen. Na het fluiten van dit Verbond keerde le Paus in het Fntikaan terug, alwaar de Koning ïem te gemoet kwam, en op eenigen afftand tweenaai voor hem nederknielde, terwijl de Paus zich ïield, als of hij dit niet zag, maar als de Koning lit nader bij voor de derde keer wilde doen, belette le Paus zulks, en kuste hem. Drie dagen daarna rerfcheen de Koning in het Konfiftorie, alwaar hij len Paus den voet, de hand, en eindelijk den mond kus-  GESCHIEDENIS. 279 kuste. Vervolgens werd de gehoorzaamheid des Konings aan den Paus bewezen, dat is, dat hij alexander voor den waren Stedehouder van christus en Opvolger der Apostelen petrus en paulus erkende. Eindelijk trok karel, met den Turkfchen Prins, den a9(ten Januarij 1595 van Rome voort naar bet Napelfche. De Kardinaal van Valencia verzelde den Koning volgens het Verdrag; maar te Velletri ontvlugtte hij reeds, als een Stalknecht vermomd, naar Rome terug, waar op de Paus twee Bisfchoppen aan den Koning zond, om dit geval te ontfchuldigen, fchoon men met veel waarfchijnlijk heid geloofde, dat deze vlugt door den Vader er den Zoon heimelijk afgefproken was. Eenige weken daarna, den 25ften Februarij 149; overleed de Turkfche Prins dschem te Napels waar hij Koning karel gevolgd was, ,, aan eeni fpijze of drank, zegt de Gefchiedfchrijver eur chard (*), welke niet gefchikt was voor zijnen toe fland. Zijn lijk werd met zijne ganfche familie aat den Sultan, op deszelfs begeerte, overgezonden: die daarvoor eene groote fomme gelds betaald, et de geheele familie in genade zal aangenomen heb ben." Dit kort en geheimvol berigt heldert dezi Schrijver op, door de oorkonden van de onderhan delingen tusfchen den Paus en den Sultan te plaat fen; te weten, de voorfchriften door den Paus ii Junij 1494 zijnen Gezant aan den Sultan, geor ge bozardi , medegegeven, waar in hij denzelvei i; (*) Diarium Curia Remana. S 4 V boek IV Hoofdit. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. ; Dood van den Turk1 fchen : Prins 1 . DSCHEM, : 1 1 l 1  28o KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G, Jaar 1073. tot 1517, KAREL VJII be- magtigt her Rijk van Na pels, maai verliest hrt even fchie jk in last gaf, om aan den Sultan te berigten, dat de Koning van Frankryk met eene groote krijgsmagt op Rome aanrukte, om des Sultans Broeder in zijn geweld te krijgen, liet rijk van Napels te veroveren, en vervolgens naar Griekenland over te fteken , om de Turken te beoorlogen; de Paus verzocht daarom den Sultan hem de jaarlijkfche 40,000 PenetiaanfcheDa* katen te zenden, ten einde zich in een' weerbaren ftaat te Hellen. Daar op volgen vijf Brieven van bajessed aan den Paus, van September des gemelden jaars tot in November. Onder welken de vijfde merkwaardig is. In denzelven meldt de Sultan aan den Paus, dat bij met zijnen Nuncius heeft goedgevonden, dat de Paus Sultans Broeder dschem hoe eer hoe liever, op de gefchiktfie wijze, van het leven mogt berooven, en deszelfs lijk aan hem overzenden, waarvoor de Sultan belooft, aan den Paus 300,000 Dukaten te zullen betalen. Men moet echter bekennen, dat er zeer vele redenen zijn, om aan de echtheid van dezen laatften Brief te twijfelen, hoe min 'er ook zijn mogen, om het algemeen verhaal te ontkennen, dat de gemelde Turkfche Prins door beftelling van den Paus met vergift is omgebragt. Ondertusfchen was de Koning van Frankryk, karel VIII, in het Rijk van Napels ingedrongen, van hetwelk hij zich met eene onbegrijpelijke fnelheid meester maakte, voornamelijk onderfteund door den algemeenen haat van de Grooten diens Rijks tegen den Koning alfonsus; deze Vorst zijne zaken hopeloos ziende, ftond in het begin des jaars 1495 de regering af aan zijnen Zoon ferdinand, en week zeU  GESCHIEDENIS. s8i zelve naar Sicilië, waar hij nog in datzelfde jaar overleed; maar ferdinand kon zich even min handhaven, en moest, van allen verlaten, insgelijks rjaar Sicilië vlugten, waar op karel den 2iften Februarij 1495, zonder tegenftand in Napels binnentrok; maar de trotsheid, hebzucht en dartelheid der Franfchen waren weldra oorzaak, dat hij zijne veroveringen even fchielijk weder verloor. Door de pogingen van lodewyk , Hertog van Milaan, die karel in Italië genoodigd had, maar die naariiverig was geworden door deszelfs buitengemeenen voorfpoed, werd 'er een verbond tot ftand gebrsgt den 3iften Maart 1495 tusfchen den Paus, den Keizer maximiliaan , den Koning van Spanje, ferdinand den Katholyken, en den ltaat van Venetië; op de tijding hier van verliet karel het Napelfche met zijn leger, flechts hier en daar in de fteden bezetting latende. Op zijnen terugtogt zocht hij de goede verftandhouding met den Paus te herftellen, maar deze wachtte lum te Rome niet af, en week naar Perugla. Echter gelukte het karel, het leger der Bondgenooten, hetwelk hem den terugtogt naar Frankryk wilde affnijden, bij Fornova aan de rivier Taro te flaan; waar mede zijne vruchtelooze onderneming op Italië een einde nam. Reeds in Julij 1495 keerde ferdinand II in zijne hoofdftad Napels terug, de Paus zond hem terftond een' Legaat, om hem in zijn rijk te bevestigen, terwijl hij den Koning van Engeland, hendrik VII mede overhaalde tot het Verbond tegen Frankryk. Met den aftogt des Konings was echter de rust van S 5 Ita. V BOEK IV Hoofdir. na C. G. Jaario73. tot 1517.  28a KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. naC. G. Jaar 1073. tot 1517 Deoudfïe Zoon van ALEXANDER. wordt vermoord Italië nog niet herfteld. In het jaar 1496 werden de Franfche bezettingen in het Napelfche verdreven, ook viel in dat jaar 'sPaufen Zoon, de Hertog van Gandia, als Generaal der Kerk, in het gebied der orsini, maar het Pausfelijk leger werd door hen in het jaar 1497 geheel gellagen, doch Ostia werd voor den Paus, ingenomen, met behulp van den Spaanleken Generaal consalvo , dien men den grooten Kapitein (el gran Capitan) noemde, die, gedurende zijn verblijf te Rome, den Paus, met de vrijmoedigheid van eenen krijgsman, nadrukkelijk beflxafte en vermaande over zijne buitenfporige zeden, over het wellustig leven van zijne kinderen, en de bedorvenheid van zijn geheele Hof. Weinig echter vermogten deze vermaningen op den Paus; in het jaar 1496 overleed de Koning van Napels, ferdinand II, wordende door zijn Vaders Broeder frederik opgevolgd. Nu befloot de Paus in Julij 1497 in een geheim Konfiftorie de ftad Benevent, in het Rijk van Napels gelegen, maar aan het Pausfelijk gebied behoorende, tot een Hertogdom te verheffen, ten behoeve van zijnen oudften Zoon , joan borgia van Arragonia, Hertog van Gandia, Kapitein Generaal der IJ. Roomfche Kerk, en deszelfs mannelijke nakomelingen, niettegenflaande de Paus, gelijk bijna geheel Rome, wist, welk een liederlijk leven dezelve leidde, zoo wel als zijn Broeder, de Kardinaal caesar. Kort daarna verloor deze nieuwe Hertog van Benevent het leven, waaromtrent joan burchard , die aan het Pausfelijk Hof tegenwoordig was, deze bijzonderheden verhaalt.  GESCHIEDENIS. 283 haalt. De beide Broeders hadden 's avonds bij hunne moeder vanozza gegeten, en reden zamen naar het Pausfelijk Paleis terug, toen de Hertog, onder voorwendfel van een klein genoegen, van den Kardinaal fcheidde, en met een vermomd mansperfoon bij zich een' anderen weg nam. Toen hij 's anderen daags niet te vootfchijn kwam, geloofde de Paus in het eerst, dat hij tot 'savonds nog in gezelfchap zijner minnaresfen zou blijven, maar eindelijk moest 'er onderzoek naar zijn lot gedaan worden. Daar op gaf zekere george sciavoni , die zijn hout bij den Tiber bewaakt had, te kennen, dat hij dien nacht een lijk door eenige perfonen in die rivier had zien werpen. Op de vraag, waarom hij dit niet aan den Stadhouder van Rome had aangediend, gaf hij ten antwoord, dat hij in meer nachten wel honderd lijken in de rivier had zien werpen, zonder dat 'er zich iemand om bekommerd had. Eindelijk vond men na veel zoekens het ligchaam van den Hertog met negen wonden vermoord in den Tiber. De Paus, van fmart overweldigd, floot zich in zijne kamer op, weende bitter, en gebruikte eenige dagen lang niet het geringde voedfel, tot hem eenigen zijner vertrouwden door hun toefpreken zoo ver bragten, dat hij zijne droefheid matigde. Een ander tijdgenoot rafael van volaterra zegt, na met weinige woorden het geval verhaald te hebben, • *er bij: „Alhoewel de meesten den aanlegger van dezen moord kennen, houden zij het toch niet geoorloofd, hem te noemen." Te weten, volgens guicCIArdini, benijdde de Kardinaal van Falencia, zijnen V BOEK IV Hoofdft. ia C. G. jaario73. cot 151 7.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. CfESAR BORGIA wordtvan Kardinaal Hertog van Vnlentinois. 284 KERKELIJKE nen Broeder den Hertog deszelfs rang; en bijzonder, dat zekere adelijke Juffer, welke zij beiden beminden , denzelven boven hem gefteld had, en liet hem, door wellust en eerzucht aangefpoord, bij nacht, als hij alleen door Rome reed, vermoorden , en heimelijk in den Tiber werpen. In Rome fpotte men openlijk met den Paus, dat hij een waardig navolger van petrus was, dewijl hij zijne bastaardkinderen uit den Tiber liet opvisfchen. c«;sar borgia, de hoogstwaarfchijnelijke moordenaar van zijnen Broeder, had volftrekt geen genegenheid voor den geestelijken (taat, welken hij voor ien wereldlijken wilde verruilen. De Paus, zijn Vader , maakte al vast een ontwerp, om hem niet minder dan een koningrijk te bezorgen. Hij verzocht dan voor hem de oudfte Dochter van Koning fre□erik van Napels ten Gemalin met het vorstendom Taranto tot eenen bruidfchat. Maar dit voorftel werd van den Koning op ftaande voet verworpen, terwijl hij zich nader met den Hertog van Milaan verbond. Te weten lodewyk XII, die zijnen Neef karel VIII in het jaar 1498 als Koning van Frankryk was opgevolgd, verklaarde terftond, dat bij befloten had, zijne aanfpraken op het Hertogdom Milaan te doen gelden; ook nam hij den titel van Koning van Sicilië aan. De Paus had reden, om Frankryk te ontzien en te believen, en lodewyk , die zich van zijne Gemalin wilde fcheiden, om met de weduwe van zijnen Voorzaat te trouwen, had tot deze echtfcheiding 's Paufen inwilliging noodig. De Hertog van Milaan werd dus van den Paus en ook  GESCHIEDENIS. 285 ook van de Venetianen verlaten, en ftond alleen bloot voor de overmagt van Frankryk. In October 1498 leide c^sar borgia zijne waarde als Kardinaal in het KonfifTorie neder, en ging terftond als Prins van bet Pausfelijk Hof in gezantfchap naar Frankryk, met de Bulle van zijnen Vader, door welke de echtfcheiding des Franfchen Konings bevestigd werd. Zijne verfchijning ten Hove i was zeer prachtig, zijnde vele van zijne paarden met zilveren hoefijzers beflagen. Zijn huwelijk met de \ Napelfche Piinfes mislukt zijnde, kreeg hij eene Zus'1 ter van den Koning van Navarre, charlotte van 4 Aihret, ter Gemalin. De Koning fchonk hem de ftad Valence in Daufinêe, en gaf hem den titel van ; Hertog van Valentinois. Kort daarna, in het jaar 1499, vielen de Franfche legers in het Milaneefche, hetwelk zij in drie weken veroverden, hebbende de Hertog met zijne fchatten de vlugt naar Duitschland genomen. Echter - verloren de Franfchen door hun buitenfporig gedrag, i eenige maanden daarna, in het jaar 1500 alles we! der, door eenen opftand der ingezetenen, en doordien de Hertog door 8,000 Zwitzers onderfteund , werd. Doch in hetzelfde jaar werd hij door de ! Franfchen op nieuw aangetast, en met zijnen Broe: der, den Kardinaal ascanius , gevangen naar Frank■ ryk gevoerd, waar hij tien jaren daarna op het Kas; teel te Loches ftierf. De Paus en zijn Zoon, de Hertog van Valentinois deden met deze overwinningen der Franfchen hun voordeel. Door eenige Franfche troepen onder- fteund, V BOEK IV loofdft. ïaC. G. [aar 1073. :ot 1517.  KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaar 1073. toe 1517. Wreedheden van den Paus en zijn' Zoon. fteund, bragt de Hertog verfcheidene kleine Vorsten, leenmannen van den Paus tot onderwerping. Ook ontnam de Paus , aan het huis Gaètano eenige plaatfen, met welke hij zijne Dochter lucretia beleende, die federt eenigen tijd met Don alfonzo van Arragonla, Vorst van Sakrno, onechten Zoon van den Koning van Napels, alfonzus II, getrouwd was, en die hij ook tot Stadhouderesfe van het Hertogdom Spoleto voor haar leven benoemd had. Van dezen tijd af geloofden de Paus en zijn Zoon , dat hun alles geoorloofd was, om hunne geld- en heerschzugt te voldoen. In het jaar 1501 ging de Hertog van Falentinois voort, met de naburige Grooten te onder te brengen. Dewijl hij het huis van Arragon haatte, uit hetwelk zijn Zusters man afdamde , en de Paus haar tot hooger Vorftenrang verheffen wilden, lieten Vader en Zoon hem in de Pieters Kerk zelve door moordenaars aanvallen, en dewijl de ontvangene wonden niet doodelijk waren, vervolgens op zijn bed doodflaan. Kort daarna werd lucretia uitgehuwelijkt aan den oudften Zoon van den Hertog van Ferrara. Zelfs liet oesar zijn' Neef, den Kardinaal joan borgia , met vergift ombrengen, omdat hij weleer zijnen Broeder, den Hertog van Gandia, genegen was geweest. Daar de Paus en zijn Zoon veel geld noodig hadden, was de Paus ook op buitengewoone middelen bedacht, om hetzelve te bekomen. Twaalf nieuwe Kardinalen, die hij benoemde, bragten hem maar weinig in; maar des te meer de bijdragen tot den oorlog met de Turken, daar hij ijverig op aandrong, en zijne Af-  GESCHIEDENIS. 2S7 Aflaten, die hij alom liet verkoopen, bijzonder aan die genen, die in het jubeljaar 1500 niet zelve naar Rome konden komen. Bovendien verkocht hij alle aanmerkelijke bedieningen aan zijn Hof; eigende zich de rijke nalatenfchap der Kardinalen en Prelaten toe, alfchoon zij 'er zelve reeds over befchikt hadden; ook verbood hij hun niet zelden, hunnen uiterften wil te maken; en om het vermogen der rijken des te eerder meester te worden, werden fomtijds hunne dagen door vergift verkort. De fchaking van eene der fchoonfte Italiaanfche Juffers, Gemalin van eenen Venetiaanfchen Veldheer, door caesar, niet zonder bijgaande moorden ondernomen, behoort insgelijks oncier de menigvuldige geweldenarijen, welke hij fchaamteloos ondernam. Ondertusfchen was de Napeïfche oorlog in het jaar 1501 uitgebroken, waaraan ook de Paus en zijns Zoon deel namen. De toenmalige Koning van Na. pels, frederik II, een wijs Vorst, maar zonder magt en geld, kon geen behoorlijken tegenftand bieden, maar lodewyk XII Koning van Frankryk, vreesde voor den Spaanfchen Koning ferdinand den Katholijken, waarom hij zich met dezen verbond , om het Rijk zamen te deelen, terwijl de Paus hetzelve voor frederik verbeurd verklaarde, onder voorwendfel, dat deze de Turken te hulp geroepen had, hoewel de Paus zelve van hen een jaargeld trok. In den zomer des jaars 1501 trok het Franfche leger over Rome naar Napels. In Rome werd voor het gemak en goed onthaal der Franfche Veldheeren zoo wel gezorgd, dat men zelfs geene ligte vrouw- V BOEK IV Hoofdft. ia C. G. Jaario73. tot 1517. De Fran- fchenvermeesteren het Rijk van Napels, maarworden van de Spanjaardenmisleid.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517 ] i < ( ( i 1 't li s l c \ G Z d t g 288 KERKELIJKE vrouwlieden tot hun gezelfchap vergat, (et deputa. t » e e e r r B t Iij t. Ia  V BOEK IV Hoofdft na C. C Jaario7j tot 151; JULIUS II. beoorloogt de Venetianen. 1 1 1 l 1 \ 296 KERKELIJKE Na zijn' val fpotte de Dichter sanazarius daat mede in verfcheidene Sneldichten, bij voorbeeld: ; Aut nihil, aut Casfar vult dici Borgia; quidni? Quum fimul et Csfar posfit et esfe nihil. Insgelijks: Omnia vincebas, fpcrabas omnia, Cttfar; Otnnia deficiunt; incipis esfe nihil. In later tijden heeft machiavelli, in zijn berucht werk, (// Principe,) hem tot een voorbeeld ter navolging aan de Vorsten aangeprezen, misleiden wel, aan heerschzuchtige en onregtmatige Vorsten als een voorbeeld van eenen fchranderen en gelukkigen dwingeland, want dus hebben fommigen het werk van dezen Schrijver, over het geheel, befchouwd. Hoe het zij, dit heeft aanleiding gegeven , dat het karakter van caesar borgia in later tijden, met opzet, naargefpoord , en zijne gedachtenis vernieuwd is geworden. julius II de fteden en kasteden in Romagna, welke tot hier toe in handen van borgia geweest waren, weder met het Roomfche gebied vereenigd lebbende, eischte ook van de Venetianen Faenza, Rimini en andere plaatfen terug, welke zij na den Jood van alexander VI vermeesterd hadden; na :enige onderhandelingen tastte hij in het jaar 1505 iet gemeenebest met de wapenen aan, en ftichtte egen hetzelve in het jaar 1508 het vermaarde veriond van Kamerik, ( La Ligue de Cambray, ) etwelk de Keizer maximiliaan en de Koningen an Frankryk en Spanje tegen de Venetianen met deu  GESCHIEDENIS. 297 den Paus en andere Italiaanfche Vorsten floten. De Paus echter, die niet gaarn de Frahfche magt in Italië zag, zocht door eene afzonderlijke onderhandeling het Gemeenebest over te halen, om hem genoegen te geven , doch als de Venetianen zijne voordellen van de hand wezen, nam hij het verbond van Kamer ik in Maart 1509 bij eene bijzondere Bulle aan, en dreigde de Venetianen met den ban en interdict, zoo zij aan de eifchen der Bondgenooten geen gehoor gaven, waar tegen de Senaat van Venetië zich op een toekorriftig Concilie beriep; doch de nederlaag, welke de Venetianen in Mei 1509 van de Franfchen leden, die daar op vele lieden bemagtigden, terwijl de Pausfelijke Veldheer, de Hertog van Ferrara, Ravenna en andere plaatfen wegnam, deden hen befluiten, om zich, dooi een Gezantfchap, aan den Paus te onderwerpen, ei met denzelven in het jaar 1510 te verdragen. Beide de Keizer en de Koning van Frankryt waren over dit afzonderlijk verdrag ten hoogftei onvergenoegd, dewijl volgens het verbond geen de Bondgenooten zonder de anderen eenen vrede 0 verdrag fluiten mogt. Maar de Paus wilde een ein de van den oorlog, om de Franfchen te beletten een' vasten voet in Italië te krijgen, ook was d Koning van Spanje omtrent derzelver overwinnin gen naarijverig. Hier bij kwamen bijzondere rede nen van misnoegen tusfchen den Paus en lodewyi XII, hetwelk door den Kardinaal van Amhoife 'sKonings voornaamfte Staatsdienaar, aangekweek werd. Deze in het jaar 1510 tot blijdfchap va T 5 de V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. i 1 : r > t 1 l  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Kerkvergaderingte Tours 1 1 ( 1 t Oorlog van Paus JULIUS II. e met den 2 Koning van Frankryk 2 Y 258 KERKELIJKE den Paus overleden zijnde, wilde de Paus zich des. zelfs nalatenfchap toeëigenen , hetwelk door den Koning belet werd, die in zijn hart den Paus verachtte en hem een' dronkaard en zuiper plag te noemen. Evenwel was de Paus of deszelfs ondernemende geest niet te verachten. Hij wist van het misnoegen der Zwitzers op de Franfchen gebruik te maken, zoodat een Zwitzersch leger werkelijk in het Milaneefche rukte, hoewel zij dat land, uit gebrek aan levensmiddelen , fpoedig weder moesten verlaten. lodewyk, die hoogst ongaarn tot dadelijkheden tegen den Paus kwam, voornamelijk daar zijne Gemalin hem dagelijks verzocht, denzelven niet te beoorlogen, dewijl zij vreesde in hare zwangerfchap niet gelukkig te zullen zijn,wilde niet dan met zekere i» veilige flappen voortgaan. Hij liet dus in den jomer des jaars 1510 de Prelaten van zijn Rijk te Drkans, daar na te Tours, bijeenkomen, en hun •erfcheidene vragen voordellen; of en in hoe verre iet den Paus geoorloofd ware, eenen wereldlijken forst te beoorlogen, en wat daartegen een wereldijk Vorst bewerkdelligen kon en mogt, om den uvelmoed der Paufen af te weeren en te beteuge:a? welke vragen alle door de vergadering ten geDegen des Konings beantwoord werden. Doch zoo voorzigtig als de Koning te w.~rkging, n niet zonder reden, daar het eene bedenkelijke aak was, met den Paus oorlog te voeren, zoo ge/eldig ging julius II van zijne zijde voort. Dee begon de vijandelijkheden , en maakte fchikingen, om Ferrara te belegeren, en gaf bevel, om  GESCHIEDENIS. 299 om den Franfchen flag te leveren. Hij begaf zich vervolgens naar Bologna , en dreigde den Hertog van Ferrara, den Franfchen Bevelhebber chata- , mont en alle deszelfs Onderbevelhebbers met den' ban, indien zij hun leger niet uit het Milaneefche terug voerden; evenwel moest hij het aanzien, dat hem, op zijne reize naar Bologna, vijf Kardinalen verlieten, die zich naar Florence begaven, hetwelk geheel op de zijde der Franfchen was. Ook fcheelde het weinig, of hij was in het jaar 1510 met zijn ganfche Hof te Bologna door de Franfchen gevangen genomen; doch julius wist den Franfchen Veldheer door onderhandelingen op te houden, en kreeg inmiddels hulptroepen uit het Venetiaanfche en Napelfche, en hier merkte men op, dat, bij deze gelegenheid, ook Turkfche troepen, in bezolding bij de Venetianen ftaande, den Vader der Christenheid tegen den Allerchristelijkften Koning befchermd hebben. Vervolgens belegerde hij Mirandola in perfoon, zich daar bij aan alle moeijelijkheden en gevaren van den geringften Bevelhebber blootftellende. Hier was de vermaarde Franfche Held bayard eens op het punt, van hem gevangen te maken; maar de Paus hielp zelve de brug ophalen , ovei welke hij in een Kasteel terug trok. Mirandola gal zich in het jaar 1511 aan hem over, maar daartegen verloor hij Bologna, ook werd zijn leger ondei den Hertog van Urbino door de Franfchen geflagen, Desniettemin rees zijn moed door het verbond, het welk hij tot ftand bragt, onder den naam van he Heilig Verbond, met het Gemeenebest van Venetië dei V BOEK IV loofdft. ia C. G. faario73at 1517. 1 !  V boek IV Hoofdft na C. G. Jaano73. tot 1517. Kerkvergaderingvan Pifa tegen dén 1 Paus, ( 1 ] c 2 % 300 KERKELIJKE 1 den Keizer, en Spanje, evenwel verloren de Pausfelijke en Spaanfche legers in April i5t2 eenen hoofdveldflag bij Ravenna tegen de Franfchen. Men was nu reeds voor Rome bezorgd, en de Paus kwam met Frankryk in onderhandeling over den vrede, toen een nieuwe inval der Zwitzers in het Milaneefche de Franfchen noodzaakte , niet alleen dat Hertogdom, maar geheel Italië, eenige vestingen uitgezonderd, nog in het jaar 1512 te verlaten. De Paus, die nu de handen ruim had, en 'er nog fteeds op aandrong, om Ferrara aan zijn gebied te hechten, zocht deswegens den Keizer maximiliaan met de Venetianen te verzoenen, en als deze de harde voorwaarden niet wilden inwilligen, op welke de Keizer met hen overeen wilden komen, dreigde de Paus de republiek met geestelijke en wereldlijke ftraffen, en rigtte zijn in het jaar 1512 gefloten verjond tegen haar, hoe zeer de Venetianen zich >ver den Paus beklaagden, die hen, als het ware, aan hunne vijanden ten prooi liet. Doch de oorlog tusfchen Frankryk en den Paus verd niet alleen met wereldlijke maar ook met Kerkelijke wapenen gevoerd; waar van de vergadering e Tours een voorfpel was. Koning lodewyk nanelijk oordeelende, dat hij door eene algemeene kerkvergadering het gezag van den paus het best ou kunnen knotten, wendde zich ten dien einde an de voornaamfte Vorsten van Europa, doch bij en Keizer alleen vond hij eenige onderfleuning tot ijn oogm^-k. Deze kende de algemeene behoefte an deze tijden, ook kwamen, onder zijne regering, de  GESCHIEDENIS. 301 de bezwaren der Duitfche Natie meermalen ten tapijte; de Keizer wenschte dus, dat de Duitfchers aan zulke Kerkvergadering deel mogten nemen, maar de Bis- | fchoppen, ten dien einde in het jaar 1511 te Augs- j burg bijeengekomen, toonden 'er weinig lust toe;; niettegenftaande de Keizer in eenen Brief aan de Rijksftad Gelnhauzen verklaard had befloten te hebben, om eene algemeene Kerkvergadering bijeen te roepen en te houden. Evenwel werd 'er door eenige Kardinalen, gemeenfchappelijk met den Keizer en Koning van Frankryk, in Mei 1511 eene Kerkvergadering uitgefchreven , om te Pifa gehouden te worden. Deze Kerkvergadering werd echter niet talrijk, de meeste leden waren Franfchen, zelfs alhoewel de Keizer alleen onder alle Vorsten deel in dezelve nam, zond hij 'er niet éénen Gezant. Zij werd den iften November 1511 geopend. Zij ftelde zich ten oogmerk de uitroeijing der ketterijen , fcheuringen en dwalingen, de Hervorming der algemeene Kerk, en de bevordering van eenen oorlog tegen de ongeloovigen ter herflelling van de vier Patriarchale Kerken van het Oosten. In de eerfte zitting werd be floten, dat alles,wat door den Paus of anderen, ui hoofde dezer vergadering, ten nadeele der Kardinale! zou ondernomen worden , van geene waarde zij! zou. In de tweede zitting werd de inrigting de Kerkvergadering vastgefteld. De befluiten in de der de zitting waren belangrijker; alzoo de vergaderin verklaarde, dat zij niet eer zou kunnen btftote worden, voordat de algemeene Kerk in geloof e z< V BOEK IV 'oofdit. ia C. G. aario73. ot 1517. I l r 3 il n  V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. 1 1 i 3 I | e /, li c F w É 302 KERKELIJKE zeden , zoo wel in het hoofd als de leden Z0U hervormd en de overige oogmerken bereikt zouden wezen; verders, dat het vermaarde befluit der Kerkvergadering te Kon/lans van de onafhankelijkheid en hoogde regtsgebied eener algemeene Kerkvergadering over alle Christenen in waarde en kracht zou Wf> ven. Doch tevens nam de vergadering een befluit, om naar Milaan te verhuizen , alwaar nog federt den rwièH Januarij 1512 in de gemelde ftad vijf zittingen gehouden werden, maar van een geringer getal Prelaten, die openlijk uitgefloten en verwenscht werden. Zij hadden echter moeds genoeg, om den Paus tien fteden voor te flaan , en toen hunne Afgevaardigden de hevigfte bedreigingen van den Paus kregen, in plaats van antwoord, ftelden zij iem een uitftel van £o dagen, om zich te verkla•en, of dat hij eene geregtelijke beoordeeling te machten had. Vervolgens lieten zij hem van ongeïoorzaamheid aanklagen, gaven hem een nieuw uittel , en fchorsten hem eindelijk in zijne waardigheid n hunne achtfte en laatfte zitting den aiften April 512. Doch alles liep ten laatften op niets uit. De [eizer, die de vergadering niet onderfteunde, floot, elijk wij gezien hebben, een verdrag met den Paus' n thans oordeelde de vergadering zich ook te Miran niet langer veilig, maar vertrok naar Asti, en ort daar na naar Liou, alwaar zij geheel uit'het og der Christenheid verdween. Zij is van den aus en zijne aanhangers altijd op eene verachtelijke ijze behandeld geworden , gelijk 00k de Jefuiet arduin hare handelingen niet dan in een uittrek-  GESCHIEDENIS. 3°3 trekfel in zijn werk over de Conciliën geplaatst heeft. Beter gelukte het den Paus met zijne Kerkvergadering, welke hij tegen die van Pifa overftclde, en in Juin* 1511 aankondigde , om den ioden April 1512 in de Kerk Van Lateraan te Rome geopend te worden. De oorlog van den Paus met den Koning van Frankryk en de veldflag bij Ravenna in het jaar 151a waren oorzaak, dat zij eerst den 3den Mei van dat jaar een begin kon nemen. Merkwaardig is het, dat de eerfte Redevoering, welke in deze vergadering gezonden werd, ook de eenige was, die eene eenigzins vrije taal voerde. Zij was van iEGiDius van Viterbo, Generaal der Augustiner Orde, naderhand Kardinaal, door zijne fchriften genoeg bekend. Hij vermaande onder anderen den Paus , „om zich niet op wapenen te verlaten , „ welke voor de Kerk vreemd zijn , maar dat de , Keik door hare eigene wapenen, dat is , door " godsvrucht, godsdienst, deugdzaamheid, gebed „ en dergelijke , behoorde te zegevieren. " Men prees den Redenaar, maar de Paus bleef oorlogzuchtig, en dit zelfde Concilie moest dienen , om zijne vijanden te vernederen. In de eerfte zitting, den ioden Mei 151a, werd enkel de Pausfelijke Bul der zamenroeping voorgelezen, waar in de bedoelingen dezer Kerkvergadering werden opgegeven : De verdelging der oude ketterijen, en van de op nieuw uitgeborsten fcheuring, (dit doelde op de vergadering te Pifa,) de hervorming der zeden van alle Standen, het dempen van den oorlog en hei her- V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar1073. tot 1517. Kerkvergaderingvan Lateraan door den Paus gehouden Dood vr.11 Paus juLius II.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73tot 1517. Bezwaren der Duitfchers. 304 KERKELIJKE herftellen van den algemeenen vrede. In de tweede zitting las men de verklaring van ferdinand, Koning van Spanje, waar bij hij deze vergadering erkende , terwijl die van Pifa voor onwettig verklaard werd. Vervolgens verfcheen in de derde de Bisfchop van Gurk , als Gevolmagtigde van den Keizer, om te verklaren, dat zijn meester insgelijks deze vergadering aannam, en alles herriep, wat hij ter inftandhouding van die van Pifa ondernomen had. Eene onbeftendigheid van dezen Vorst, welke uit zijne ftaatkundige omftandigheden moet opgehelderd worden. Bovendien verftoutte zich de Paus om geheel Frankryk onder verbod van Godsdienst te leggen. In de vierde zitting , welke eerst in December gehouden werd, kwamen ook de Venetianen tot het erkennen van deze vergadering over. Ook werd 'er gehandeld over het vernietigen der Pragmatieke Sanctie in Frankryk, hetwelk vervolgd werd in de vijfde zitting , den iöden Februarij 1513 , waar in men ook een ftreng bevel van den Paus goedkeurde tegen de Simonie bij de verkiezing van eenen Paus. Doch julius II was te ziek, om deze zitting te kunnen bijwonen, en overleed ook, vijf dagen na dezelve; waar door het Concilie eenigen tijd afgebroken werd. De Christenheid kon uit de handelingen dezer beide Kerkvergaderingen op nieuw ervaren , hoe weinig heils zij zich van foortgelijke vergaderingen beloven mogt; in die van Lateraan werd zelfs openlijk met de vergaderingen van Konftans en Bazel de fpot gedreven; evenwel was, in Duitschland, onder  GESCHIEDENIS. 3°5 der de regering van Keizer jviaximiliaan , zoo veel gefproken, geklaagd, en in overweging genomen, dat het fcheen, dat de Duitfchers nu of nooit eenig herftel te hopen hadden. Reeds op den Rijksdag te Freyburg in het jaar 1498 werd een voorfchrift ontworpen voor den Gezant, dien men aan alexander VI zenden wilde, om de affchaflïng van vele misbruiken te bewerken; van dit Gezantfchap fchijnt echter niets gekomen te zijn , alzoo 'er op den Rijksdag te Augsburg in het jaar 1500 vastgefteld werd, dat een Gezant naar Rome zou gaan,wegens het overtreden der Concordaten en andere bezwaren. Doch , eer dit gebeurde, kwam de Kardinaal-Legaat raymundus in Duitschland aan, uit hoofde van het Jubeljaar en de inzameling der Tienden tot eenen kruistogt, hetwelk aan de Duitfchers nieuwÉ reden van klagten gaf. Onder het Pausfchap van julius kreeg de zaak. gelijk het fcheen, eene veel ernftiger wending, ja kob regius, een vertrouwde des Keizers, fchree. hem omtrent het jaar 1507, toen hij voornemen! was, naar Rome te trekken, om gekroond te wor den, eenen Brief, waar in hij hem vermaande, he volftrekt bij den Paus daar toe te brengen, dat, ii het vervolg, niet meer geringe en ongeleerde lieden tegen de Kerkelijke wetten, twee of drie Priester bedieningen in eene ftad, en drie of vier Prebendei en Kanonikaten in verfcheidene Stiften ontvangei mogten. Toen nu de Keizer en de Koning vai Frankryk befloten hadden, de Kerkvergadering t Pifa uit te fchtijven, verzamelden de Rijksftende XVII. Deel. V va V BOEK IV Hoofdft. ia C. G. [aar 107 3. tot 1517. I »' l I 1 e 1 n  V boek IV Hoofdft. na C. G J.W1073, tot 1517, Keizer MAX1MILIAAN wil Pa us worden. Bedreigingen | van lode- wvk XII ' tegen den j Paus. ( / l 306 KERKELIJKE van Duitschland in het Jaar 1510 hunne bezwaren tegen het Roomfche Hof, welke zij den Keizer ter hand fielden, benevens de hulpmiddelen, om dezelve op te ruimen. De Keizer zelve nam zich deze belangen ten minfien een tijd lang ernftig ter harte, en liet dikwijls zijne genegenheid blijken voor de Hervorming der Kerk. In het jaar 1510 liet hij te Infpruk een verbod afkondigen, dat niemand meer dan één Geestelijk ambt bezitten zou. In het jaar 1510 droeg hij aan wimfkling, die toen te Straatsburg leerde, op, om uit de Franfche Kerkgefteldheid of Pragmatieke Sanctie een uittrekfel te maken, hetwelk voor Duitschland gefchikt zou zijn. Ja , dewijl het hem ernst was, eene Kerkhervorming daar te fiellen , naar het begrip, hetwelk men toen van dezelve had, vormde hij het zeldzaam ontwerp, om, ten einde aan dit oogmerk te kunnen voldoen, zelve Paus te worden, waar toe eene gevaarlijke ziekte van julius II in het jaar 1511 hem eenig uitzigt fcheen ïan te wijzen. Doch julius herftelde toen weder, :n van dit oogmerk des Keizers kwam niets (*). lodewyk XII, Koning van Frankryk, was nog neer dan de Keizer tegen den Paus vooringenomen, :n nam zelfs de houding aan, als wilde hij de weeldlijke magt van den Paus geheel vernietigen. Toen le verbittering tusfchen hem en julius II zoo hoog ge- (*) sal. cyprmn. de Maximiliano b Imp. Pontificaum maximum afectante. in Disfertt. varii argum. CaMg. 1755- >» ¥•  GESCHIEDENIS. 30? gedegen was, dat de Paus van de Kerk verga lering te Pifa met eene afzetting, maar lodewyk en geheel Frankryk door den Paus met den ban en het interdict j gedreigd weid, liet deze Koning gouden penningen" Haan, die op de eene zijde zijne beeldtenis met den ] titel: Koning van Frankryk en Napels, en op de andere het Franfche wapen met dit opfchrift hadden: Perdam Babylonis , ( of Babilonis,) nomen. ( /* zal den naam van Babyion verdelgen. ) ( * ) Niemand twijfelde, of de Koning verftond door dit Babyion Rome, tot dat de Jefuiet harduin beweerde, dat hij daar mede bedoeld hebbe Cairo, de Hofplaats van den Egyptifchen Sultan, doch enkel, naar 'smans gewoonte, op losfe gronden, gelijk door de geleerden overvloedig getoond is (f). Maar zijne bedreigingen bleven zonder vervulling, zelfs nadat hij den {lag bij Ravenna gewonnen had, trok hij niet voort naar Rome, maar wendde zich naar het Milaneefche, en het ontzag voor den Paus bleef, ook na het verliezen van den veldflag, zoo groot, dat, als de Kardinaal de medicis , die bij de Franfchen gevangen was, in naam van den Paus, aan alle foldaten, die beloofden, de wapens niet weder tegen den Paus te zullen voeren, aflaat toezeide van alle . Katholijke ftraffen, en dat hunne dooden in de gewijde aarde zouden mogen begraven worden , te Milaan de toeloop tot hem, als een' Legaat van den Paus, ten uiterften fpijt van de Kerkvergadering van (*) TtiUAN. Bist. L. I, T. I, jjvii. (t) deyuho Obf. Sacr. T. III. p. 498. fqq. V 2 V bobk IV loofdft. ia C. G. aario73» ot is'7-  V boek IV Hoofdfl. na C. G Jaar 1073 tot 1517 Karakter van julius II. 308 K E R K E L IJ K E van Pifa, die derwaards geweken/ was, onbefchrijfelijk fterk was. Bij al deze krijgszuchtige en onftuimige bewegingen van Paus julius II, gedurende zijne tienjarige regering, zijn zijne verdienden omtrent den Godsdienst en de Kerk van geen aanbelang , of men moest zijne verordeningen omtrent zoogenoemde Ketters en Scheurmakers, omtrent de Reliquien der Heiligen en dergelijke daar toe willen rekenen. Men roemt hem, dat hij vrij geweest is van het Neef fchap, dat is van de zucht, om zijne familie te verrijken , zoodat hij nog in zijne laatfte oogenblikken aan zijne dochter weigerde, haren broeder den kardinaalshoed te fchenken, omdat hij denzelven niet verdiende. Bijna algemeen wordt hem eene groote neiging tot den drank toegefchreven, ook van fommigen een buitenfporige wellust. Keizer maximiliaan zou eenmaal gevraagd hebben: wat 'er van Staat en Kerk te wachten ware, daar hij het hoofd des eerften, een overgegeven jager en de Paus, het hoofd der Kerk, een dronkaard was? Hij heeft, in de uitbreiding van het wereldlijk gebied der Paufen, alle zijne voorzaten overtroffen, ja gewigtige flappen gedaan tot de vermeestering van geheel Italië. Hoe min het ook voegde voor het hoofd der Christenheid , aanhoudend bloedige oorlogen te voeren, door welke fteden verwoest, Vorstendommen omgekeerd, landen verdorven werden, evenwel weet de Kardinaal bellarminus hem op zijne wijze te ontfchuldigen, door aan te merken, dat al deze oorlogen regtvaardig waren, tot welke hij, die tevens als een we-    GESCHIEDENIS. 3°9 wereldlijk Vorst moest befchouwd worden , geregtigd was; gelijk dan ook meer heilige Paufen vóór hem insgelijks de wapenen gevoerd hebben. Bekend H is het verhaal, dat hij, bij eenen zijner uittogten » uit Rome, tot eene krijgsonderneming tegen de t( Franfchen, met het zwaard gewapend, een paar . fleutels in den Tiber hebbe geworpen , zeggende : „ Het zwaard van paulus moet ons tegen den vijand verdedigen ; die fleutels van petrus baten niets! " hetwelk door eenen zijner tijdgenooten in dit puntdicht vereeuwigd is: In Gallum, ut fama eG, helium gesturus acerbum Julius, armatam duxit ab urbe manum. Accinctus gladio claves in Tiberis amnera Projicit, et fovus talia verba dedit. Hic gladius Pauli nos nunc defendat ab hoste, Quandoquidem clavis nil juvat iste Petri. Na zijn overlijden werd leo X Paus ; diezelfde Kardinaal joannes de medicis , die onlangs krijgsgevangen bij de Franfchen geweest was. Hij was de tweede Zoon van den beroemden laurens van medicis, wien hij in het jaar i475 te Florence geboren werd. Naar de bijna erfelijke liefde van zijn Huis voor'de wetenfchappen, werd hij al vroeg, en met goed gevolg , door angelus politianus en bernhard michelotti tot de kennis der oude letterkunde, de Latijnfche Dichtkunst en Welfprekendheid opgeleid; bijzonder ftudeerde hij op het Gijmnafium te Pifa, hetwelk zijn Vader gedicht had. Ten gevalle van zijnen zoo hoog gefchatten Vader, fchonk lodewyk XI, toen hij nog een knaapje was, V 3 hem V BOEK IV oofdft. C. G. ario73. it 1517« LEO X wordt Paus.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G, Jaano73. tot 1517. ] 1 ] < i i i t 2 310 KERKELIJKE hem een aanzienlijk Aartsbisdom in Frankryk. In dezelfde betrekking benoemde innocentius VIII hem, toen hij naauwelijks XIII jaren oud was, tot Karl dinaal; te eer, omdat deze Paus een' zijner Zonen met eene Dochter van laurentius getrouwd had. Eenigen tijd daar na kwam hij te Rome; maar de dood zijns Vaders in het jaar 1493. noodzaakte hem naar Florence te keeren, waar de Paus hem terftond voor zijnen Legaat in het Florentijnfche verklaarde, en waar zijn oudfte Broeder pieter thans de hoogfte magt bezat. Bij de verkiezing van alexander VI was hij één der vijf Kardinalen , die zich niet liet omkoopen. Doch in het jaar 1494 werd zijn Huis, door den inval van karel VIII in Italië, m nog meer door het onbezonnen gedrag van zijn Broeder pieter, ten hoogften ongelukkig. De Florentijnen verdreven hetzelve uit hun gebied, en felert leefde hij XVIII jaren lang in eene foort van wilingfchap, na het verlies van alle zijne goederen; ioor verfcheidene landen van Europa omgezworven ïebbende, hield hij zich ten laatften te Genua bij :ijne Zuster, magdalena cibo, op; alwaar hij in Tiendfchap trad met den Kardinaal juliaan van tovERE, die zich hier insgelijks genoegzaam als en balling onthield , omdat hij een afkeer had van iLexander VI. Maar toen deze Kardinaal onder en naam van julius II Paus geworden was, open!en z^h ook voor zijnen vriend gelukkiger uitzig;n. Hij leefde federt te Rome in geen gering aanien. De geleerden vergaderden veel bij hem, zoo ■el om zijne geleerdheid, als om de uitmuntinde Bi-  GESCHIEDENIS. 3» Bibliotheek, die hij van zijnen Vader geërfd had. Zijn Huis was fteeds vol van Toonkunftenaren, omdat hij ook zelf van hunne kunst verltand had; i ook vertoonden Schilders , Beeldhouwers en Gra-« veerders hunne kunstwerken nergens liever dan bij: hem, die een ongemeen liefhebber derzelve was. Doch de Adel hield nog meer van hem, wegens zijne groote neiging tot de jagt; waar in hij naderhand, als Paus, alle andere overtrof. Ondertusfchen ontbrak het hem dikwijls aan geld, zoodat zijn zilveren tafelgereedfchap verpand moest worden, om levensmiddelen te koopen. Wanneer men hem fomtijds vermaande, om meer ingetogen te leven, was zijn antwoord: Mannen, die tot groote dingen beftemd zijn, laat het geluk niet varen; zij zouden nooit ge brek kunnen lijden, als zij niet te kleinmoedig wa ren Deze voorfpelling werd bij hem ook werkelnl van tijd tot tijd vervuld. De Paus benoemde hen tot Legaat of Stadhouder van Bologna, en gaf hen ook krijgsvolk , om de Franfchen te beoorlogen Maar -Bologna moest eerst veroverd worden. Me een Spaansch leger vereenigd floeg de Kardinaal he beleg voor Bologna. Maar de Spaanfche Genera; niet gereed, om den raad van eenen Geestelijken I volgen , zette de belegering tragelijk voort , wa: door de Franfchen tijd kregen, om de ftad te on zetten, en den nden April 151* den Bondgenoot* bij Ravenna flag te leveren, welke voor dezelv* zoo ongelukkig uitviel, en in welken ook de Kt dinaal gevangen werd, zoo als wij reeds verhaa hebben. Hij .werd reeds naar Frankryk weggevoer V 4 tC V B02K IV loofdft. ia C. G. aario73. ,ot I5»7- L 1 t t 1 e | tnn rld1, en  V BOEK IV Hoofdft. mC. G. Jaario;3 tot 1517 f c b f a b h X k li k 0 a; Karakter van leo. ][j dt ze S« KERKELIJKE toen hij gelukkig wist te ontkomen. Sedert vele jaren was hij door den dood zijns Broeders het hootd van zijn huis en geflacht; thans maakte hij zich ook meester van de heerfchappij over Florence. Zes maanden daar na liet hij zich, alzoo Paus julius [I overleden was, ziekelijk zijnde, in het Conclave iragen. In hetzelve hadden de oude en jonge Kariinalen elk eene partij gevormd, om een' uit hun nidden tot Paus te kiezen. De jonge hadden de •verhand, en de Kardinaal joan de medicis werd len nden Maart 1513, eerst 37 jaren oud zijnde, P den Pausfelijken troon geplaatst. Eenigen hebben eloofd, zegt jovius, dat de oude Kardinalen alleen aarom hunne toeftemming tot zijne verkiezing heben gegeven, omdat zij hem geen lang leven toebreven, alzoo hij van eene verzweering aan zijn 2hterfte heel veel leed; doch welke toen juist doorrak; hetwelk bayle (*) dus opgevat heeft, als of ij de venusziekte had gehad, hetwelk echter joius niet te kennen geeft, en guicciardini verzeüt, dat hij van de jeugd af matig en kuisch geefd heeft; gelijk hij dan ook meldt, dat de verezing van leo eene algemeene vreugde verwekte; ndat men goede verwachting van zijnen gemoedsrd en geleerdheid had. leo X liet zijne kroning met meer dan Koninkke pracht voltrekken; zoodat hij op dien dag meer n 100,000 Dukaten verfpilde. Hij reed bij degelegenheid op hetzelfde Turkfcke paard, op hetwelk (*) Dictionn. Bist. et Crit. Art. Leon X.  GESCHIEDENIS. 313 welk bij in den flag bij Ravenna gereden had, toen hij gevangen werd, hetwelk hij weder gelost had, en tot in zijn laatften ouderdom zonder werk te doen liet onderhouden. Vervolgens was zijne Hofhoudingdoorgaans fchitterend; zijne tafel vol lekkernijen; hij volgde vermaken van allerlei, ook niet altijd van de welvoegelijkfte foort. Hij werd daar nog meer toe aangefpoord door eenige jonge Kardinalen, onder welke de Kardinaal bibiena, die aardige Italiaanfche Blijfpelen fchreef, en die door jonge lieden in het Vatikaansch Paleis liet uitvoeren, ook den Paus zeiven overredende, om dezelve bij te wonen. Onder de gunftelingen van den Paus waren inzonderheid eenige voorname tafelfchuimers, geoefend in alle lekkernijen, vernuftige invallen en grappen, waar in hij zich meer verzadigde, dan met eten. Deze bedachten voor den Paus niet alleen nieuwe geregten, bij voorbeeld , braadworften van gehakt pauwenvleesch, (waar over zijn opvolger, adriaan VI, gewoon aan de Hollandfche matigheid , zich ergerde, ) maar 'er werden ook vooi hun op zekere dagen, als leo bijzonder vrolijk wilde zijn, vele zeldzame fpijzen, als van apen en raven , op het einde der tafel ter befpotting opgedischt. Op zijne gastmalen werd ook fterk met de kaarten gefpeeld , en of hij won of verloor, hij ftrooide rijkelijk goudlfukken onder de toekijkers. In het fchaakfpel fpeelde hij zoo fcherpzinnig, dat zelfs de eerfte kenners niet met hem konden vergeleken worden. Voor alles was hij een driftig liefhebbei van de jagt. In het ongunltig weder, in ongezonde V 5 ftre- V BOEK IV Hoofdft. na C. G. jaario73. tot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. 314 KERKELIJKE itreken, en midden in den winter, zag men hem vele dagen achter een, en dikwijls ver van Rome, dit vermaak najagen; en zoo goedaardig hij anders was, zoo hevig ontfiak hij in toorn, als 'er iets tegen het jagersregt, of anders tot ftooring van zijn vermaak voorviel. Zelf een geleerde, een vernuft, en kenner van de Dichtkunst, achtte en beloonde hij de geleerden en fijne vernuften. Eer hij nog het Conclave verliet, benoemde hij twee der geleerdfte en welfprekendfte mannen , petrus bembus en tacobus sadoletus , tot zijne Geheimfchrijvers. In het vervolg fchonk hij aan thomas de vio van gaeta , (of Cajetanus,) aan ^egidius van viterbo , en aan silvester prierias , alle aanzienlijke Godgeleerden van zijne Kerk, de Kardinaalswaardighcid. Evenwel, hoe zeer hij in de verkering met geestige mannen zijn vermaak vond, echter vermaakte hij zich minst in de verkeering met Godgeleerden. Ook was zijne godgeleerde kennis zeer gering; maar met Griekfche en Romcinfche Dichters was hij des te bekender, ook was hij als Paus niet zoo vroom, als die waardigheid fcheen te vereifchen. Men is nog verder gegaan , en heeft hem zelfs tot een' verachter van het Christendom gemaakt, evenwel het verhaal, dat hij eens tegen zijnen Geheimfchrijver bembus zou gezegd hebben: het is aan alle eeuwen bekend, hoe veel voordeel ons het fabeltje van Christus aangebragt heeft, is zonder grond, gelijk bayle wijdloopig bewezen heeft. Zekerder is het, dat deze Paus, die zich overal zocht te vermaken, ook vernuf-  GESCHIEDENIS. 31$ nuffige geesten en fiechte Dichters daar toe gebruikte, camillus quernus, dien men te Rome tot Aartsdichter, (Archipoeta,) verheven had, moest geftadig bij zijne tafel aan het venfter ftaande, verzen voor de vuist maken; fomtijds liet zich leo dan met hem in wedfpel daar over in; hier voor kreeg de Dichter eenige brokken, die hem van de tafel werden toegeworpen, en als zijne verzen flecht uitvielen, wijn met veel water gemengd (*). Een' ander, cajetanus , (of gaetani,) die armhartige Italiaanfche Rijmen zamenknoeide, bragt hij door de hem gegevene loffpraken het hoofd zoodanig op den hol, dat hij zich voor een' tweeden petrarca hield, en even als deze plegtig tot Dichter wenschte gekroond te worden. De Paus liet hier toe ook alle fchikkingen maken. Maar toen de LX jarige Rijmelaar , zeldzaam prachtig uitgedoscht, op het voorplein van het Vatikaanfche Paleis eenen Olifant, met vergulden zadel, die eenen triumfzetel droeg, beftegen had, was het door het krijgsmuzijk en het gejoel des volks niet mogelijk , het beest van zijne plaats te krijgen. Het is, daar de Paus zoo veel van vermaken hield, niet te verwonderen, dat hij ook van onnatuurlijken, doch in Italië maar al te gewonen wellust befchuldigd is geworden ; jovius echter verklaart dit in zijne Levensbefchrijving voor achterklap en laster. Desniettemin was leo X te gelijk een ftreng handhaver van de wetten en van de openbare vei- lig- (*) p. jovn Elogia Doctorum Firorum C. 72. V boek IV ioofdft. la C. G. |aano73. ;ot 1517-  ' V soek IV Hoofdfi. na C. G Jaar 1073 tot 1517 Ziine verbindtenismet Frankryk. 316 K E R K E L IJ K E ligheid. Zelfs Jiet hij een' vermaard Bevelhebber, die zich bij zijn Huis verdienftelijk gemaakt had, ter dood brengen, omdat hij, tegen alle waarfchuwingen aan, niet naliet te rooven en te plunderen; andere misdadigers van fatzoenlijke afkomst ftrafte hij even onverbiddelijk; en eenen Leeraar in de Regten te Rome, die valfche Handfchriften gemaakt en in het gerigt bijgebragt had, liet hij openlijk verbranden. Niettegenftaande dit alles fmeedde de Kardinaal alfonsus petrucci, wien hij Siena onthield, eene zamenzwering tegen zijn leven, doch dezelve ontdekt zijnde, werd deze in het jaar 1517 geworgd, aan zijne medepligtigen fchonk de Paus voor eene groote fomme gelds het leven, en andere Kardinalen, die van de zaak geweten hadden, moesten insgelijks groote geldfommen opbrengen. Thans maakte hij, om zich tegen de Kardinalen te beveiligen, op eens 31 nieuwe, zijnde nabeftaanden van hem, of vrienden van zijn Huis, of zulken, door welke hij aan Vorsten dienst deed, of ook, die 'er hem mild voor betaalden. Door zijne liefde tot pracht en veelvuldige geldverkillingen, was hij vaak genoodzaakt, nieuwe hulpmiddelen te zoeken, om aan geld te komen, evenwel wist hij uitwendig zulk eene goede houding aan te nemen, dat men hem voor eenen besten Vorst hield, niet, zegt guicciardini , naar Apostolifche goedheid afgemeten , maar omdat in onze bedorvene tijden hij deugdzaam genoemd wordt, die de fnoodheid van andere menfchen niet overtreft. Veel dienst had hij, in zijne regering, van zijn Vaders  GESCHIEDENIS. |!$ ders Broeder, julius de medicis, wien hij,fchoon van eene onechte geboorte, Kardinaal gemaakt had. Deze was geheel en al aan hem verknocht, en dewijl hij ftreng en fpaarzaam was, kwam hij vele kwade gevolgen van de fpilzucht van leo voor. Men fchreef hem toe, dat hij de gewigtiglte zaken ' en ondernemingen beftuurde, doch het ongegronde hier van bleek naderhand, toen julius zelf onder den naam van klemens VII Paus geworden, eene zwakke en flechte regeting voerde. leo had drie voorname onderwerpen als het ware van zijnen voorzaat geërfd. Vooreerst den oorlog met de Franfchen , die vol wisfelvalligheid werd voort-ezet. lodewyk XII had bijkans alles in Italië verloren; hij veroverde het Milaneefche grootendeels weder in het jaar 1513, maar nog in hetzelfde jaar ontnamen de Zwitzers het hem op nieuw, nadat zij den veldflag bij Novara op de Franfchen gewonnen hadden, leo niet zoo oorlogzuchtig als zijn voorzaat, poogde zijne oogmerken meer dooi verbindtenisfen, onderhandelingen en kunstgrepen u bereiken. Hij bleef wel in het zoogenoemde heiligt verbond, maar zond flechts fchoorvoetende dei Keizer eenig krijgsvolk tegen de Venetianen te hulp: terwijl hij in onderhandeling was met lodewyk XI voorzag hij de Zwitzers, deze foldaten der Kerk en befchermers van den Roomfchen Stoel, gelijk ju lius II hen genoemd had, van geld, om in he Milaneefche te vallen, maar lodewyk XII overleg in het jaar 1515, en zijn opvolger frans I vi< reeds in hetzelfde jaar met een talrijk leger in Ita lie V BOEK IV hoofdft. ia C. G. [aan 073* tot 1517. i t t l ?  ' V BOEK IV Hoofdlt. oa C. G Jaar 1073 tot 1517. Zijne vcrbïndtenismet Frankryk. 31Ó KERKELIJKE ligheicï. Zelfs liet hij een' vermaard Bevelhebber, die zich bij zijn Huis verdienftelijk gemaakt had, ter dood brengen, omdat hij, tegen alle waarfchuwingen aan, niet naliet te rooven en te plunderen; andere misdadigers van fatzoenlijke afkomst ftrafte hij even onverbiddelijk; en eenen Leeraar in de Regten te Rome, die valfche Handfchriften gemaakt en in het gerigt bijgebragt had, liet hij openlijk verbranden. Niettegenltaande dit alles fmeedde de Kardinaal alfonsus petrucci, wien hij Siena onthield, eene zamenzwering tegen zijn leven, doch dezelve ontdekt zijnde, werd deze in het jaar 1517 geworgd, aan zijne medepligtigen fchonk de Paus voor eene groote fomme gelds het leven , en andere Kardinalen, die van de zaak geweten hadden, moesten insgelijks groote geldfommen opbrengen. Thans maakte hij, om zich tegen de Kardinalen te beveiligen, op eens 31 nieuwe, zijnde nabeftaanden van hem, of vrienden van zijn Huis, of zulken, door welke hij aan Vorsten dienst deed, of ook, die 'er hem mild voor betaalden. Door zijne liefde tot pracht en veelvuldige geldverfpillingen, was hij vaak genoodzaakt, nieuwe hulpmiddelen te zoeken, om aan geld te komen, evenwel wist hij uitwendig zulk eene goede houding aan te nemen, dat men hem voor eenen besten Vorst hield, niet, zegt guicciardini , naar Apostolifche goedheid afgemeten , maar omdat in onze bedorvene tijden hij deugdzaam genoemd wordt, die de fnoodheid van andere menfchen niet overtreft. Veel dienst had hij, in zijne regering, van zijn Vaders  GESCHIEDENIS. 3*7 ders Broeder, julius de medicis , wien hij, fchoon van eene onechte geboorte, Kardinaal gemaakt had. Deze was geheel en al aan hem verknocht, en dewijl hij ftreng en fpaarzaam was, kwam hij vele kwade gevolgen van de fpilzucht van leo voor. Men fchreef hem toe, dat hij de gewigtiglte zaken en ondernemingen beftuurde, doch het ongegronde hier van bleek naderhand, toen julius zelf onder den naam van klemens VII Paus geworden, eene zwakke en Hechte regering voerde. leo had drie voorname onderwerpen als het ware van zijnen voorzaat geërfd. Vooreerst den oorlog met de Franfchen , die vol wisfelvalligheid werd voortgezet, lodewyk XII had bijkans alles tri Italië verloren; hij veroverde het Milaneefche grootendeels weder in het jaar 1513, maar nog in hetzelfde jaar ontnamen de Zwitsers het hem op nieuw, nadat zij den veldflag bij Novara op de Franfchen gewonnen hadden, leo niet zoo oorlogzuchtig als zijn voorzaat, poogde zijne oogmerken meer dooi verbindtenisfen, onderhandelingen en kunstgrepen te bereiken. Hij bleef wel in het zoogenoemde heiligt verbond, maar zond flechts fchoorvoetende den Keizer eenig krijgsvolk tegen de Venetianen te hulp; terwijl hij in onderhandeling was met lodewyk XII voorzag hij de Zwitzers, deze foldaten der Kerk. en befchermers van den Roomfchen Stoel, gelijk julius II hen genoemd had, van geld, om in hei Milaneefche te vallen, maar lodewyk XII overleec in het jaar 1515, en zijn opvolger frans I vie reeds in hetzelfde jaar met een talrijk leger in Ita Ut V BOEK IV Hoofdft. ia C. G. [aar 1073* tot 1517. i  V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaario73 tot 1517 Hij vernietigt de PragmatikeSanctie ] 1 318 KERKELIJKE U"e, floeg de Zwitsers bij Marignan, en bemag* tigde andermaal het Hertogdom Milaan; ook bragt hij Genua weder onder de Franfche gehoorzaamheid. De Paus geraakte dus in groote verlegenheid, dewijl de Koning ook het Florentynfche dreigde; hij floot daarom in het jaar 1515 onder bemiddeling van den Hertog van Savoye zijnen vrede met Frankryk, en hield vervolgens met Koning frans te Bologna in December van dat jaar een mondgefprek over hunne belangen, bijzonder over de aanfpraak, welke de Koning op het Rijk van Napels maakte, waar van hij de beleening van den Paus voor zich begeerde die echter den Koning met goede woorden en toezeggingen wist op te houden; en toen frans in het jaar 1519 naar Frankryk gekeerd was, nam de Paus de gelegenheid waar, om den Hertog van Urbino te overvallen, en van zijn land te ontzetten. In het gemelde mondgefprek te Bologna wist leo den Koning van Frankryk ook over te halen, tot het vernietigen der Pragmatieke Sanctie in Frank, ryk, waar van de Franfchen aan 's Konings Kanfelier du prat , de fchuld gaven, die zich door den Kardinaalshoed en andere belooningen zou hebben laten bewegen, om den onervarenen Koning over te lalen, om den Paus genoegen te geven. Doch het is :evens duidelijk te zien, hoe fchrander en ftaatkun3ig leo X deze zaak behandelde. Zijn voorzaat fULius II had, in de vierde zitting der Kerkvergalering van Lateraan, den Koning van Frankryk, .odewyk XII, benevens de Prinfen, Prelaten en 'arlementen van zijn Rijk ingedaagd, om zich wegens  GESCHIEDENIS. 519 gens de Pragmatieke Sanctie te verantwoorden. leo had wel dezelfde bedoelingen, maar ging gematigder te werk , en gaf langer uitftel aan deze indaging, gelijk hij dan ook het genoegen had, dat lodewyk. XII in de achtfte zitting van deze vergadering den i7den December 1513 dezelve erkende. In de tiende zitting in Mei 1515 werd dit uitftel op nieuw verlengd, en eindelijk alles afgedaan in de bijeenkomst des Konings francois met den Paus te Bologna; het geen daar in vastgefteld werd, liet de Paus den ioden December 1516 in de elfde zitting der vergadering voorlezen, te gelijk met zijne Bulle, waar mede deze Kerkelijke wet werd vernietigd, en tevens de beroemde Bulle van bonifacius VIII, Uturn Sanctam vernieuwd, volgens welke het ter zaligheid noodzakelijk zal zijn, dat alle gehorige Christenen den Roomfchen Paus onderworpen zijn. In de plaats der Pragmatieke Sanctie kwam een nieuw vergelijk tusfchen leo X en frans I, bekend onder den naam van Concordaat, hetwelk reeds den ïöden Augustus 1516 tot ftand gebragt was. Volgens hetzelve zouden in het vervolg in het geheele Franfche Rijk, als eene Kathedraal - Kerk openviel, het Domkapittel en de Kanunniken niet verder geregtigd zijn, om eenen nieuwen Prelaat te verkiezen: maar de Koning zou eenen Doctor of Licenciaat der Theologie, of der beide Regten, die ten minften 27 jaren oud was, zes maanden na het openvallen, ter bevestiging voorftellen; en als hij niet bekwaam gevonden werd, drie maanden daar na een ander; anders zou de Paus dit ambt zelve kunnen vervullen; doch V BOEK IV Hoofd», ia C. G. [aano73. tot 1517. Concordaat tusfchen LEO Xen FRANS I.  V BOEK iV Hoofdft. na C. G Jaario73 tot 1517. 320 KERKELIJKE doch deze zou de Bisdommen van zulken, die aan zijn Hof overleden , alleen vergeven. Hetzelfde zou ook bij Abdijen en Priorfchappen in acht genomen worden, bij welke eene verkiezing plaats vindt; alleen dat de voorgeftelde perfoon niet beneden de 23 jaren oud zij. Doch de bijzondere verkiezingsregten van eenige Domkapittels en Kloosters, welke zij van den Pausfelijken Stoel ontvangen hadden , werden uitgezonderd. Dit vergelijk fchafte alle afwachtingen of geestelijke ambten en Refervatien af, welke de Paufen anders gewoon waren te geven , en het verklaarde de reeds uitgedeelde voor nietig; doch met eenige uitzondering. Ook werd aan den Paus vergund, wanneer iemand tien Prebenden bezeten had , eene derzelven ; en als hij 'er vijftig in zijne magt had, twee daar van te vervullen. Alle Kerkelijke twistzaken zouden in Frankryk afgedaan worden, uitgezonderd de groote aangelegenheden , die in de regten beftemd en bepaald werden. In fommige punten, die voor den Paus weinig te beduiden hadden, Hemt dit vergelijk ook met de Pragmatieke Sanctie overeen. Maar het geen in dezelve was vastgefteld, ten aanzien van het gedurig houden van algemeene Kerkvergaderingen, en van derzelver regtsgebied over den Paus; derzelver verbod van Annaten, en de bepaling van het getal ier Kardinalen; dit alles is in het Concordaat met lil zwijgen voorbijgegaan. Men ziet, hoe veel de vrijheden der Franfche Kerk bij dit Concordaat verloren hebben, geen wonIer, dat men 'er zijne ontevredenheid in volgende tij-  GESCHIEDENIS. 321 tijden meermalen over geopenbaard heeft; zelfs was toen bet ongenoegen in Frankryk en bijzonder op de Univerfiteit te Parys bijkans algemeen, toen de j tijding van deze willekeurige verandering der Ker-1 kenorde aldaar aankwam. Een aantal Studenten in de Hoofdftad maakte van lompen en todden een fpotbeeld van den Kanfelier du prat, hetwelk zij onder vele befchimpingen in de ftad ronddroegen, waar het enkel aan eenen aanvoerder van eenen hevigen opftand ontbrak. Toen de Koning eerst in het jaar 1517 aan het Parlement opening deed van dit Concordaat, werd hij openlijk door hetzelve deswegens berispt. Ook verzette het Parlement zich tot het jaar 1518 tegen het registreren van hetzelve, tot het eindelijk genoodzaakt werd, door bedreigingen van 's Konings ongenoegen, om hetzelve a's eene wet te erkennen. De Univerfiteit van Pr.rys verzette zich insgelijks, en beriep zich op eene volgende Kerkvergadering, op den volgenden Pans,?bp den Koning en op het Parlement. Zij verzocht den Aartsbisfchop van Lions, als Primaat der Franfchs Kerk, dezelve bijeen te roepen, en verbood aan de Boekhandelaars het Concordaat te drukken of te verkoopen. Eindelijk moest zij zich echter aan den Koning onderwerpen, toen deze eenigen van hare leden had laten gevangen zetten, echter bleef zij nog, tot in later tijden, bij herhaling, op de herftelling van de Pragmatieke Sanctie aandringen. Eindelijk vond leo X nog eene belangrijke zaak te voltooijen, welke zijn voorzaat hem had nagelaten , namelijk de Kerkvergadering van Lateraan met XVII. Deel. X eere V B0E3C IV Joofdft. a C. G. [aarj.073. ot 1517- Beflnit der Kerkvergadering van Lateraan.  3S£ KERKELIJKE V boek IV Hoofdft. naC. G, Jaario73, tot 1517 eere te vervolgen en te befluiten. Doch nadat de Keizer en de Koning van Frankryk dezelve erkend hadden, was hem dir gemakkelijk genoeg. Reed» onder julius II waren de befluiten dezer vergadering Pausfelijke bevelen, aan welke zij hare toeflemming gaf, omdat zij niet anders kon. Maar van hare zesde zitting af den apften April 1513, ftond zij volkomen onder den invloed en leiding van leo X, maar in deze en de volgende zitting werd niets van belang verrigt, maar in de achtfte den ïjden December 1513 verbood de Paus, in het vervolg te leeren, (zoo als vele Schoolfche Wijsgeeren deden,) dat de ziel fierfelijk, en, (naar de meening van aviïrroes,) dat 'er flechts èine eenige ziel in alle menfchen is; zij zouden niet meer onderfcheid maken tusfchen Filofofifche en Theologifcke waarheid; niet verder de eeuwigheid der wereld, en dergelijke dwalingen voorftaan, maar veel meer de Wijsgeerige redenen voor dezelve wederleggen. Merkwaardig is de Bulle van Hervorming, welke leo in de negende zitting den 5den Mei 1514 voorftelde, behelzende eenige verbeteringen, welke niet alleen het Roomfche Hof, maar de Geestelijkheid in het gemeen betroffen: doch onder welke ook gebragt werd, dat den Leken alle magt over Geestelijken volftrekt ontnomen werd. In de tiende zitting den 4den Mei 1515 kwam eene fchikking te voorfchiin , volgens welke Lombaard - of Beleenhuizen, ( Montes piëtatis,) opgerigt zouden worden; tegen welke nogtans de Aartsbisfchop van Tram' inbragt, dat dezelve meer nadeel dan nut aanbrengen. Eene tweede Bulle  GESCHIEDENIS, 525 le riep die Geestelijken weder tot orde, die, onder voorwendfel van Pausfelijke vrijdom, niet onder het regtsgebied van hunnen Bisfchop wilden ftaan. Door ] eene derde Bulle in deze zitting uitgebragt, gebood! de Paus, dat in zijne Hoofdftad noch in andere fteden van zijn gebied, iets gedrukt zou worden, zonder vooraf door eenen daar toe aangeftelden Prelaat onderzocht te zijn; op ftraffe, dat zulke Boeken opgehaald en openlijk verbrand worden, én de Boekdrukker 100 Dukaten tot den opbouw van de St. Pieterskerk betalen zou. De elfde zitting hield zich onledig met de zaken der Frtmfche Kerk, en met de twaalfde den löden Maart 1517 werd deze Kerkvergadering befloten. Uit het bovenftaande verhaal ziet men , hoe het den Paufen, niettegenftaande het onvoorzigtig, geweldig en ergerlijk gedrag van velen derzelven gelukte, hun gezag te handhaven; ja leo X bevestigde hetzelve door deze Lateraanfcke Kerkvergadering zoo vast, dat het geene fchokken of vermindering fcheen te vreezen te hebben, en 'er geéne de minfte waarfchijnüjkheid was , dat nog in ditzelfde jaar 1517 eenige in zich zeiven geheel onbeduidende mannen deze zedert meer dan 1000 jaren opgerigte en fteeds meer en meer verfterkre heerfchappij der Paufen , hevig en geducht, enkel door leeren en het verkondigen der waarheid met Jat goed gevolg zouden aantasten, dat zij, na weinige jaren, bijkans in half Europa geheel tot niet gebragt werd. X 2 VIJF- V BOEK IV loofdft. ia C. G. jaari073« :ot 1517. Befluit van de gefchiedenis der Paufen.  «** KERKELIJKE V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. Verandering in het Kerkelijk regt. Kerkelijk regtbij de Grieken. V IJ F D E HOOFDSTUK. Kerkelijk en Pausfelijk regt; regten der Forsten lts Kerkelijke zah en. Toeftand der Geestelijkheid. Nadat het Kerkelijk Seftuur federt grecorius VII, en voornamelijk federt innocentius III een wereldlijk Vorstendom verkregen had , veranderd was in een Eenhoofdig, (Monarchaal,) gebied der Paufen, werd de ftand der Leeraren en der Geestelijkheid meer en meer en eindelijk geheel afhankelijk van het opperhoofd der Kerk , en het oude Kerkelijk regt werd verdrongen door een nieuw, hetwelk eene bijzondere wetenfehap werd, welke een eigen wetboek, eigene Leeraars, den eerften rang onder alle regt verkreeg, en den groottten invloed zelfs op de Burgerlijke Staatsinrigting bekwam, zoodat het nu een hoofdfteun der Pausfelijke magt werd. Het eigenlijk Kanoniek Regt, of het oude Kerkenregt, afgeleid uit de Canons of befluiten der Kerkvergaderingen, Bisfchoppelijke voorfchriften en Keizerlijke wetten, bleef alleen bij de Grieken nog ftand houden, bij welke men een Handboek van het Kerkelijk Regt had, getrokken uit den Nomokanon van photius. joannes zonaras fchreef ophelderingen over de Canones der Apostelen, der algemeene en andere vermaarde Kerkvergaderingen, en over de voorfchriften van aanzienlijke Bisfchoppen van vorige eeuwen. Kort na hem fchreef, omtrent het midden  GESCHIEDENIS. %i$ <3en der Xlde eeuw, alexius aristenus, zoo al niet een uittrekfel uit de oude Kerkedjke wetten, dat onder zijnen naam gedrukt is, zeker dergelijke j aanmerkingen over de oude Canones, als zonaras. > • Maar voornamelijk muntte onder de Grieken in j dit vak uit theodorus balsamon, te Konftantinopokn geboren, alwaar hij de aauzienlijklte waardig-; heden bekleedde. In het jaar 1191 gaf de Keizer isaacius angelus comnenus hem zelfs hoop op het Patriarchaat van Konftantinopokn , fchoon hij vervolgens deze waardigheid aan een' ander fchonk. Hij fchreef eene uitlegging op den Nomokanon van fotius , op bevel van den Keizer manuel comnenus, en vervolgens aanmerkingen over de Canones der Apostelen, der Conciliën en Kerkvaders. In een ander werk verzamelde hij de oude Keizerlijke verordeningen over Kerkelijke belangen. Merkwaardig zijn vooral zijne antwoorden op 64 Kanonieke vragen van den Patriarch van Alexandrie, markus. Later Roomfche Schrijvers hebben hem haat tegen hunne Kerk te last gelegd, omdat hij, gelijk men verwachten moest, zich tegen de algemeene Opperhoofdigheid van den Roomfchen Paus verzette; ook erkende hij wel den eerften rang in het Kerkbeftuur van den Bisfchop van Nieuw-Rome, doch zondei daarom denzelven als het hoofd der geheele Kerk te houden, en zonder dezen voorrang van den Apostel petrus af te leiden. Het önderfcheid tusfchen de Griekfchs Bisfchoppen en de Kerk-Wereldlijke Vorsten in het Westen, volgens hem, is blijkbaar, wanneer men. flechts de plaatfen leest, waar bal- X 3 SA V BOF.K V loofdfl. mC. G. aar 1073 • ot 1517. rnEoi>. lAtiAflOM.  V boek V Hoofdft. na C. G Jaario73tot 1517. Latijn, fche Kanonistenbijzonder ivo of 1ves. I 1 1 I i 1 t t 326 KERKELIJKE samon zegt (*): de waardigheid van eenen Bisfchop heftaat in keren; ja, hij is alken tot Leeraar der gemeente aangejïeld, en moet dit hoofdoogmerk bijzonder op eiken Zondag uitoefenen (f). In de Latijnfche Kerk moesten thans de verzamelingen voor het Kerkelijke Regt den gang nemen, die met de hoofdverandering in hetzelve door het toenemen van het Pausfelijk gezag overeenkwam. Reeds in de eerfte tijden der Xlde eeuw had burhard van Worms in zijn werk over het Kerkelijk [legt vele onechte Decretalen aangenomen. Deze ivcrden bij volgende Kanonisten in grooter aantal ïangevoerd. Gedurende den twist over het regt der Investituur werden foortgelijke verzamelingen van Kerkelijke wetten in het licht gegeven, bijzonder is >ekend die van anselmus , Bisfchop van Lucca, ien vriend van Paus gregorius VU, welke ten >pfchrift heeft: Authentica et Compendiofa Collecio regularum et fententiarum SS. Patrum et Auorabiiium Conciliorum. In dezelve heeft ansel>ius, gelijk ook in zijne andere fchriften , veel ge>ruik gemaakt van onechte Decretalen. Tenzelfden tijde verzamelde bonizo, Bisfchop van °iacenza, die als een heilig ijveraar voor den Pauselijken Stoel in het jaar 1080 zijn leven verloren leeft, een dergelijk werk onder het opfchrift: Deretale, five Syntagma Deer et or urn Ecclefiasticorum, :r verdediging van de regten van den Paus, tot wet- (*) Schol. adCan. Apostoll. ap. bevereg. T. ï.p. 38. (t) Schol. adCan. Concil. VI. in T,u!lo l. c.p. 17S.  GESCHIEDENIS. 3*7 welker verdediging ook de Kardinaal dbusdedit de pen opvatte, en twee verzamelingen fchreef, welke nog niet gedrukt zijn. I Maar meer dan al deze verzamelaars heeft zich n een naam gemaakt ivo of' ives, Bisfchop van t Chartres, die in het algemeen een der aanzienlijkfte . mannen in de Kerk van zijnen tijd geweest is. Hij was geboren in het jaar 1040, en werd omtrent het jaar 1079 Prior, vervolgens Abt der Koorheeren van St. Qjtintin, alwaar hij eene ftrikte waarneming der regetën van deze levenswijze invoerde. Vijfden jaren met roem dezen post hebbende waargenomen , gebeurde het, dat de Bisfchop van Chartres zijn ambt moest nederleggen, en ivo werd, op aanprijzing van urbanus II, tot deszelfs opvolger verkoren, niet zonder hevige tegenkanting van zijnen Metropolitaan richer , Aartsbisfchop van Seur, doch tegen wien hij door den Paus nadrukkelijk gehandhaafd werd. Na het jaar 1091 werd hij, door zijne tegenkanting tegen het huwelijk van zijnen Koning filips met bertrade, gevangen o-ezet, gelijk wij reeds in de Gefchiedenis der Paufen verhaald hebben. In den oorlog tusfchen der Keizer en den Paus over de Investituur muntte hi ook uit, bijzonder door zijne befcheidenheid, alzot hij weigerde die genen voor Ketters te verklaren die de zaak des Keizers voorftonden, terwijl hij t gelijker tijd niet fchroomde, den Paufen hunne mis (lagen onder het oog te brengen. Hij overleed de p.3ftcn December des jaars 1116. Dewijl men hei 'ais eenen Heiligen aanmerkte, vierde men van tij X4 * V BOEK V wifdft. 1 C. G. 1^1073. >t 1517- i » 1 a d )t  V BOEK V Hoofdii. na C. G Jaar 107.3 tot 1517 1 ( 1 1 t t I / V fa O d. IV. m $ be 328 KERKELIJKE tot tijd zijnen fterfdag als eenen feestdag tot zijne eere; en alhoewel men niet weet, dat hij ooit gecanonizeerd is geworden, heeft echter Paus pius V in het jaar 1570 dit feest verplaatst op den aoften Mei. Hij heeft verfcheidene werken nagelaten, welke door joann. fronteau , Kanunnik der Heilige Genovefa te Parys, in het jaar 1647 in Folio zijn in het licht gegeven. Onder dezelven zijn zijne Brieven belangrijk, als welke dienen kunnen ter opheldering van vele bijzonderheden met betrekking tot den Kerkdijken en Wereldlijken Staat van zaken van dien tijd. Ook hebben wij van hem een getal van vier en twintig Predikatiën, gelijk'hij dan ook den roem heeft, van vlijtiger gepredikt te hebben dan ;enig Bisfchop van zijnen tijd. Van een ander werk >ver de Kerkplegtigheden zal in het vervolg gefpro:eti worden. Eene korte Chroniek der Koningen -an Frankryk, van farabiund tot filips I wordt e onregt aan hem ioegefchreven. Maar zijn meesm roem heeft hij verworven door zijne twee verzakingen voor het Kerkelijk Regt, de eene Deere■m, de andere Pannormia of Panmmia genoemd , 'aar bij het echter onzeker is, welke de eerfte door em vervaardigd is. De benaming der laatfte is insilijks onzeker; Pannormia, zoo hebben alle de ou: Handfchriften, naar het Latijnfche norma, doch ia- de meening van vele geleerden moet het ziinP^. mia, hetwelk geheel Grieksch zou zijn van „ims y 211c wet.) Hoe het zij, dit werk, hetwelk men geene' noegzaroe reden heeft, om aan ivo te ontzeggen, vat in acht Boeken eene verzameling van wetten om-  GESCHIEDENIS. y-f omtrent Kerkelijke zaken, zamengebragt uit foortgelijke werken van regino en burhard van IVorms , doch te gelijk met overneming van hunne gebreken; H ook uit den Codex van theodosius , het wetboek ns van justinianus , en de Frankifche Capitularien ; Jc maar de waarde van het werk vermindert, door het bijbrengen in hetzelve van zoo vele onechte Decretalen. In de andere grootere verzameling van Kerkelijke wetten door ivo, gemeenlijk Ivonis Decretum, door hem zeiven Collectio Canonum, en ook Exceptiones Ecclefiasticarum Regularum genoemd, zijn dezelfde bronnen door hem gebruikt, als in de vorige, zij beftaat uit XVII afdeelingen, in welke ook vele valfche Decretalen gevonden worden. In de eerfte dagen der Xllde eeuw waren ivo en l burhard van IVorms de voornaamfte leidslieden in 1 het Kanonieke Regt in de Westerfche Kerk; maar hun roem werd geheel overfchaduwd door dien van gratianus , een Monnik , geboren in de ftad Chiufi, het oude Clujïum, in het Florentynfche; een jonger verhaal, hetwelk zegt, dat hij en petrus lombardus en petrus comestor, Broeders van eene doch onechte geboorte geweest zouden zijn, heeft vrij waarfchijnlijk daar in zijnen oorfprong, dat deze drie beroemde mannen in hunnen leeftijd, elk in hunne wetenfehap, de eerften geweest zijn. ivo in het Kerkelijke Regt, petrus lombardus in de Schoolfche Godgeleerdheid, en petrus comestor in de Bijbelfche Gefchiedbefchrijving. Dat het Kerkelijk Regt tot hier toe op de Hoogefchool X 5 ,« V 30EK V Dofdft. C. G. ario73. t 5'7- ïrariani )ecretam  V bokk v Hoofdft. na C. G Jaar 1073 tot 1517 I 33° KERKELIJKE te Bologna nog niet openlijk geleerd werd, gelijk her Wereldlijk Regt, gelijk het ook nog aan eene methodieke of gefchikte verzameling van Kerkelijke wetten •ontbrak, zoo als het Wereldlijk Regt voor zich vond in het Wetboek van justiniaan , waar bij mis. fchien de klagt kwam van den Heil. bernhard , dat men het Romeinfche Regt aan het Pausfelijke Hof aannam, en zijne vermaning aan gratianus , hoe het zij, het één en ander fpoorde dezen Monnik op, om in 1151 eene verzameling te leveren voor het Kerkelijk Regt, welke tevens eene Sijstematifche uitlegging behelzen zou, en bijzonder ten oogmerk had, de Kerkelijke wetten te vereffenen en met malkanderen overeen te brengen, waarom hij ook dit werk Concordia, (of Concordantia,) discordantium Canonum noemde, gemeenlijk heet het zijn Decretum, innocentius III heeft het aangehaald met den naam van Corpus Decretorum. Dit werk beftaat uit drie Deelen. Het eerfte heet Distinctiones, waar in gratianus handelt van het regt der Bisfchoppen en Geestelijken in het algemeen; het tweede heet Cauf, *« derrie Akademifche eeretrappen van 2?W<™, en Doctor of Jttgfafr* die tot toer toe ffl r ^ekunften en in het Romeinfche Regt ungedeeld werden, in het vervolg ook , na behoorhjl zouden uitgedeeld worden, welke, dewnLig Goddelijke Regten leerden, den rang voor de anderen hebben zouden. „ Van dezen tijd af maakte het Geestelijk Regt op. «ang, en het werk van gratianus werd eene on ontbeerlijke bron van hetzelve. Spoedig verdeelder zich ook de Regtsgeleerden in Decretutae en U gistae. 'Er werden menigvuldige Glosfen op gra tianus werk ter opheldering gefchreven. Een de voornaamften onder deze Glosfators was joanne semeca, Teutonicus genoemd, omdat u eenDu fcher was. Hij was de Zoon van een Schoenlat per maar klom, uit hoofde van zyne geleerdhe) tPo 'de waardigheid op, van Proost van St Sten e H^erfiad. Zijne verdienden als Glosfato,- we den in zijn graffchrift te Halberftad Uitgedrukt , hetwelk hij genoemd wordt: Lux Decretorum, dux Doctorum, via morum. Hij overleed in het jaar 1245 of 1248. Tot het groot aanzien van gratianus wetk bis 11 V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. I r s d n rö gt iet  V boek v Hoofdft. na C. G. Jaano73. tot 1517. 1 l d n ti h g VI vt zi he 01 bi m< ou de 53* KERKELIJKE niet weinig toe, dat men al fpoedig te Rome van hetzelve gebru.k maakte tot het béflisfcn van «. fchdlen welke bij appel daar gebragt waren. Ook duurde het niet lang, of het werd ook aangenomen op de Univerfiteit van Parys, ook in Duitschland en elders. Niet alleen de volledigheid der verzameling, de wetenfchappelijke leerwiize i„ dezelve Jiaar voornamelijk de zorg van gratianus, om het" ausfehjk gezag te handhaven, en het gebruik van 100 vele Decreten en Brieven, wier echtheid met egt in twijfel getrokken werd, waar door menïg'uldige zaken bij appel voor het Roomfche Hof ter «flisfing kwamen, waren voornamelijk de redenen raarom de Paufen dit werk ten fterkften begunfhv! en, en dat hetzelve het eerfte Deel van het Pausfelijke Verhoek: Corpus juris Canonici genoemd, uitmaakt, •nders heeft gratianus menigvuldige en groote «sflagen in hetzelve begaan, waarom zelfs in later Iden verfcheidene Paufen de verbetering derzelve mben laten ondernemen; voornamelijk is zijn werk ttfierd door de menigvuldige onechte Decreten elke hij aangevoerd en ten grondflag gelegd heeft! Het is uitdien hoofde niet te verwonderen, dat deze rzamelaar in het vervolg door Schrijvers zelfs van ne eigene Kerk meermalen is doorgeftreken, fchoon t tevens waar is, dat men in ditzelfde werk veel tmoeten zal, hetwelk belangrijk is, leerzame overJffelen van het aloude Christendom, fporen var, Mgjuldige Kerkelijke mngtingen en gebruiken der de Chnstenen, waar uit men zien kan, hoe veel latere denkwijze en inrignng van de oorfpronke-  GESCHIEDENIS. 353 lijke is afgeweken, hoe min het ook het oogmerk van gratianus geweest is, die te doen opmerken. Zoo leeren de plaatfen van hieronymus , welke ] hij (*) aanhaalt, dat 'er in de allereerfte Kerk nog \ geene eigenlijke Bisfchoppen, maar alleen Ouderhn- j gen en Kerkendienaars geweest zijn. Uit eene plaats van ambrosius, welke hij (f) bijbrengt, dat ten tijde van denzelven nog geene meerderheid aan den Apostel petrus in de Kerk toegekend, maar paulus volkomen aan denzelven gelijk geacht is geworden (§). Voorts onder foortgelijke plaatfen, welke men getuigenis/en der waarheid gewoon is te noemen, is de volgende merkwaardig uit eene redevoering van den Heiligen bonifacius , eerften Aartsbisfchop van Mentz, in de VIHfte eeuw (»*). Deze zegt daar: „ Wanneer de Paus nalatig ten aan„ zien van zijn eigen en zijner Broederen heil, on" nut en bedrijveloos in zijne handelingen, boven " dien zwijgende , wanneer hij iets goeds kaï uitrigten, waar door hij zich zeiven en allen noS " meer benadeelt, bevonden wordt; zoo zal hi " zeker ontalüjke menfchen bij geheele fcharen me " zich, als den eerden flaaf der hel, medeflepen *, welke met hem door vele ftraffen geftraft zulle " worden enz." Zulke en dergelijke plaatfen, dl bii gratianus voorkomen, hebben aan fomtm? J Pn (*) Dist. XCIII. C. 24. p. 273- D'st. XCV. C. pag. 228. (t) Cauf. II. Qu*fl- VII. C 37- P- 4' (J) böhmer de varia Decreti Gratiani forturia§XL (**) Di/t. XL, C. 6. p> H7- V boek V ïoofdlt. ia C G. ;aario73. ;ot 1517- I i t 1 e e 1- >• \i.  V boek v Hoofdft. na C. G Jaar I073. tot 1517. VerzameiingenvanPausfelijke Decretalen. j i 1 < / i ( 334 KERKELIJKE Proteftanten gelegenheid gegeven, om van hem zeiven tegen de Roomfche Kerk gebruik te maken (*> Daar gratianus meestal ongelukkig Haagde in* het vereffenen der Kerkelijke onderling dikwijls ftrijdige wetten, gaf dit, gelijk wij gezegd hebben, veelvuldige aanleiding, dat men zich naar Rome aan den Paus vervoegde, om beflisfing der daar uit ontftane verfchillen. Dit gaf gelegenheid tot eene memgte Pausfelijke Brieven, in welke deze vragen befiist en bepaald werden, Epistolz Decretales , korthetdsbalve Decretales genoemd, hoedanige ook reeds voorheen en al federt de vierde eeuw voorkomen ; doch, alzoo thans het oppergezag van het Roomfeite Hof algemeen erkend werd, vermenigvuldigden zulke Decretalen ongemeen, inzonderheid onder alexander III, federt het midden der Xllde eeuw zoodat steven , die federt het jaar Uoa Bisfchop' van Doornik was, aan den Paus klaagde over het mdoorkomelijk woud van Decretalen, die onder den naam van alexander III voor de Kerkelijke Geregtshoven aangehaald werden, waar tegen de oude heilige Canones verworpen en uitgefpogen werden. .n plaats der Sijnodale befluiten, voegt hij 'er bij, loor welke thans niets meer beflist wordt, gelden ;nkel deze Brieven, die misfehien voor geld, onder len naam van den Paus van Rome, verdicht en op. gefield zijn. Men ondernam al vroeg eene verzanding van zulke Pausfelijke Decretalen. boh- mer (*) j. chr. pfaff, Dogmata Protestantium ex Jure 'anonico comprobata Tubing. i7i2, 1722. in tfo.  GESCHIEDENIS. 33? MER (*) heeft 'er eene in het licht gegeven, welke waarfchijnlijk de oudfte is: Decretales Alexandn III. in Concilie Lateranenfi HL General, a. U79Celebrato editae, en een tweede: Appendix ad Cmcilium Lateranenfe HL ftaat bij harduinus (t> Vervolgens verzamelde bernhardus circa , Proost te Pavia, naderhand Bisfchop te Faenza, ter aanvulling van bet werk van gratiaan ,de Decretalen , die nog buiten deszelfs verzameling verltrooid, hier en daar omzworven, onder den titel: Brerianum Extravagantie, om van geene andere te fpreken. Eindelijk kwamen 'er verfcheidene verzamelingen van Decretalen uit op Pausfelijk gezag, onder l* nocentius III, die tot bet jaar 1,15 geregen hoeft en onder zijnen opvolger, honorius 111. Doch' even hier door vermeerderde bij het aanta der Decretalen de moeijelijkheid van derzelver ge bruik bij de Geregtshoven, waarom gregorius IX die in het jaar 1227 den Pausfelijken Stoel beklom uit de voorgaande verzamelingen eene nieuwe ei meer bruikbare liet vervaardigen , waar toe hij ziel bediende van raymundus van pennafort , ( v het Latijn de Penna forti, ) bekend door zijne: üver in het bekeeren der Arabieren, die in het jas »75 in het IOofte jaar zijns ouderdoms overleden en in het jaar 1601 door klemens VIII orider d Heiligen van zijne Kerk geplaatst is. De verzamt ling door hem tot ftand gebragt, voert den titd (*) Append. ad Corp. Jur. Canon. T. II. p. i8i-34 (t) Acta Contill. T. VI. P. U. p. 1694. V BOEK V Hoofdft. ia C. G. Jaar 1073. tot 1517. [ i » e i.  V BOEK V Hoofdft. na C. G Jaario73 tot 1517 Omcn«inse. Extra vagames. 33<* KERKELIJKE Decretalium Papae Gregorii IX Compilatie , z9 werd in het jaar 1234 voltooid, heiraat in vijf Boeken, en maakt het tweede Deel uit van het Paus■ felijk Wetboek. \ Kort daar na liet innocentius IV uit de befluiten der onder hem in het jaar 1245 gehoudene Kerkvergadering te Lions nog eene nieuwe verzameling maken, welke hij aan de Univerfiteit van Bologna tot haar gebruik overzond; insgelijks gregorius X, en eindelijk bonifacius VIII, die in het jaar 1.92 zijne verzameling openlijk aankondigde als een algemeen voorfchrift voor de Geregtshoven , zoo als zij ook als het zesde Boek der Decretalen is aangenomen. Op deze wijze voltooiden de Paufen, naar hun welgevallen, hun Wetboek, niettegenftaande de pogingen, welke in het laatfte gedeelte van dit tijdsverloop aangewend werden, om hunne aangematigde magt te beperken, wanneer vele Schrijvers hunne twijfelingen tegen de echtheid van vele oude Decretalen inbragten. klemens V, de eerfte Paus die te Avignon zijn verblijf nam, vermeerderde het Pausfelijke Wetboek met eene nieuwe verzameling, welke hij in het jaar 1313 in het Konfiflorie bekend maakte, en zijn opvolger joannes XXII zond ze aan de Hoogefchool te Bologna enz. klemens had deze verzameling het zevende Boek der Decretalen willen genoemd hebben, maar men gaf ze, tot zijne eere, den naam van Clementinae. Van denzelfden Paus joannes XXII, die de Clementinae ten gebruik invoerde, kwam hier vervol- gens  GESCHIEDENIS. 337 gens nog eene nieuwe verzameling bij, onder den titel: Extravagante: Joannis XXIII, met welken naam men zulke Decretalen beteekende , welke na de vorige verzamelingen gegeven waren, ook kunnen deze dus genoemd zijn, omdat zij niet, gelijk de voorgaande, door eene Pausfelijke Bulle bekrachtigd, en aan de Hoogefcholen gezonden zijn. Hier bij werd eindelijk kort na het jaar 1484 nog eene verzameling gevoegd, onder den naam van Extravagantes Commune:, omdat zij bevelen van 25 Paufen bevat, van urbanus IV in het jaar 1262, tot sixtus IV in het jaar 1483. Op deze wijze is federt het midden der XTIde eeuw tot tegen het einde der XVde het Pausfelijk Wetboek onder den naam van Corpus Juris Cano niet , volledig gemaakt. Andere vervolgen van het zelve zijn in het groote Roomfche Bullarium te vin den, hetwelk tot 1758 XVIII Deelen in Folio bevat Daar zijn verfcheidene uitgaven van hetzelve bezorgd onder anderen heeft Paus gregorius XIII in he jaar 1582 eene door geleerde mannen laten bezorge te Rome in vier Deelen in Folio, naar welke d Parysfche uitgave gevolgd is in het jaar 1687 i twee deelen in Folio. Doch de eene en andere i ver overtroffen door de uitgave te Halle in het jat 1747 in Quarto, welke justus henning böhme bezorgd heeft, in welke hij wel den tekst onverai derd gelaten , maar tevens uit verfcheidene ouc Handfchriften en uitgaven eene menigte verfchillenc lezingen verzameld heeft, behalve zijne geleerde aai merkingen, en voor elk Deel eene Inleiding. Dis XVII. Deel. Y V BOEK V ioofdft. ia C. G. [aar 107 3. :ot 1517. Corpus Juris Cauonici. f t 1 1 s r *. 1e,e 1- r. le  V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Canonisteu. Griekfche Canonisten. i I 1 i Pausfelij- i 338 KERKELIJKE de varia Decrcti Gratiani fortuna en de Decretall. Pontiff. Romanor. variis Collectionibus et fortuna; eindelijk heeft hij 'er een volledig Register of Bladwijzer achter geplaatst. Men zal zich niet verwonderen, dat, gelijk het Wetboek van justiniaan , dus ook dit der Pausfen vele uitleggers gehad heeft, die men gemeenelijk Canonisten noemt. Zij hadden reeds in de Xlllde eeuw hunne voorgangers onder anderen in den Paus innocentius IV, die het eerst eenen Commentarius over de vijf Boeken der Decretalen gefchreven heeft; wien naderhand velen gevolgd zijn. In de Griekfche Kerk, waar men het Kerkelijk Regt bleef afleiden uit de eerfte Kerkvergaderingen :n Kerkleeraars, en wier hoofd, de Patriarch van Konftantinopokn, zich niet tot Wetgever had opgeworpen, had men daarom ook weinige Canonisten 3f Schrijvers over het Kerkelijk Regt. Men hield dch aan de fchriften van fotius , zonaras en 3ALSAMON. Het gebruik van dezelve gemakkelijk te naken, was het eenige, dat men verlangde. Ten hen einde fchreef omtrent het jaar 1315 de Monnik :n Priester, ( i^eofAaixyjf, ) mattheus blastetES een Alfabetisch Zamenftel, ( Xvyrxy/Ax kolt01 ■b'J^woV,) van alle onderwerpen, welke in de Heiige en Goddelijke Kerkelijke Wetten begrepen Jjn (*). Gelijk de magt der Pausfen ongemeen geftaafd werd , (*) beveridge Syfiod. f. Pandect. Canon. SS. Apost. r Concilior. T. II. ƒ>. II. ƒ>. 1-272.  GESCHIEDENIS. 339 werd, door het bovengemelde Pausfelijke Regt , terwijl men, gelijk wij in de Gefchiedenis der Pau-, fen gezien hebben, naderhand vruchtelooze pogin- | gen aanwendde, om deze magt te beperken en het i oude Kerkelijke Regt te herftellen; zoo wisten de ■ Paufen deze hunne magt op eene meesterlijke wijze te doen gelden, door allerwegen hunne Legaten of Afgevaardigden te zenden, die niet alleen hunne bevelen overbragten, maar met de grootfte ftoutheid, willekeurig te werk .gingen. De Koningen van Engeland bezaten wel het voorregt , dat hun geen Apostolisch Legaat mogt toegezonden worden, indien zij dit niet zelve uitdrukkelijk begeerden; doch dit voorregt was enkel een fchaduwregt, volgens mattheus van Parys (*), alzoo de Paufen zich aan hetzelve weinig kreunden, en in allen gevalle Gevolmagtigden onder eenen anderen naam zonden. Het volgende verdient uit dien Gelchiedfchrijver overgenomen te worden. Wanneer in het jaar 1237 de Koningen van Engeland en Schotland te Tork eene bijeenkomst hadden, om daar, onder bemiddeling van eenen Pausfelijken Legaat, over vrede te handelen, gaf deze zijn verlangen te kennen, om ook in Schotland te komen, ten einde daar de Ker. kelijke belangen te regelen. Maar de Koning var dit Rijk beduidde hem: dat men nog nooit eener Pausfelijken Legaat in Schotland gezien had, di< daar ook niet noodig was, en dien hij niet zou toe laten, zoo lang hij leefde. „ Evenwel, voegde di Ko . (*) Hijl. Maj. p. 723» 876. Y 2 V BOEK V ioofdft. ia C. G. aario73. ot 1517. ceLega;en. 1  V BOEX V Hoofdft. na C. G. Jaano73. tot 1517. I Geldfchnttingen aan ' de Paufen ^ 340 KERKELIJKE Koning 'er bij: dewijl men u als een heilig man roemt; zoo vermaan ik u, als gij misleiden in mijn land komen mogt, dat gij u voorzigtig gedraagt, opdat u geen ongeluk wedervare. Want daar wonen onhandige boschmenfehen , die naar menfchenbloed dorsten; ik zelve ben niet in ftaat hen te beteugelen ; als zij u zouden aanvallen, kan ik hen niet terug houden. " Op deze waarfchuwing bleef de Legaat in Engeland. De Paufen gebruikten tot deze Legaten meestal Italianen , Kardinalen , Bisfchoppen , Monniken , Paufelijke Hofprelaten en Hofbedienden; niet zelden echter verkozen de Paufen daar ook Bisfchoppen toe van het land zelve, waar zij dezen post zouden bekleeden; men weet ook, dat de Aartsbisfchop van Saltsburg zich geboren Legaat van den Heil. Stoel in Duitschland noemt. Over het algemeen hadden deze Legaten eenen kwaden naam , omdat zij zich eene menigte willekeurige handelingen en buitenfporigheden zoo wel van heersch - als van hebzucht Veroorloofden, zoodat de Bisfchoppen zelve zich over hen beklaagden, dewijl overal waar rij kwamen, de regten der Aartsbisfchoppen en Bisfchoppen weinig golden. Van daar dat fommige Vorsten en Volken weigerden hen te ontvangen, en ten Paus uitdrukkelijk verzochten van hen verfchoond e blijven. Eenige van de menigvuldige beflemmingen dezer Legaten was het opleggen of inzamelen van zekere <;eldbelastingen, van meer dan ééne foort , welke 11e Christelijke Vorsten en Volken aan den Paus be-  GESCHIEDENIS. 341 betalen moesten. Om niet te fpreken van de verbazende geldfommen, welke opgebragt werden, als 't ware, ten behoeve der kruistogten, of bij andere, gelegenheden, ten dienste, zoo het heette, van de Kerk, voor Pausfelijke gunstbewijzen, dispenfatien, voorregten voor titulen en waardigheden, voor het Pallium der Aartsbisfchoppen enz., 'er werden van geheele Natiën jaarlijks gefchenken aan den Heil. petrus of van cijnspligtige Vorsten aan hunnen Leenheer den Paus opgebragt. Zoodanig was de St. Pieterspenning in Engeland federt de VMtte eeuw, in Polen federt het midden der Xlde eeuw; in Denemarken misfchien al vroeger. In Zweden federt het jaar 1152. Waarfchijulijk ook omtrent denzelfden tijd in Noorwegen. Eindelijk weet men , dat hendrik II, Koning van Engeland, ten einde de toeftemming van den Paus te verkrijgen, om Ierland te veroveren, denzelven in het jaar 1159 aan geboden heeft, jaarlijks van elk huis in dat eilaas eenen penning te zullen betalen. Nog gewigtiger waren voor de Paufen de Leens cijnfen, die zij van verfcheidene Vorsten trokken Als het groot ontwerp van gregorius VII ten uit voer gebragt was, zouden bijkans alle Vorsten va Europa Vafallen van den Heiligen Stoel geworde zijn, en als zoodanigen eene jaarlijkfche fchattin hebben moeten opbrengen. In de Gefchiedenis di Paufen hebben wij gezien, hoe de Noormannifc) Vorsten in Neder ■ Italië van den Paus afhankeli geweest zijn. Met willem den Veroveraar mislu te het ontwerp van den Paus gregorius ; bet Y 3 fl % BOEK V loofdft. mC. G. [aar 1073. :ot 1517- [ 1 1 g i e k sr e-  V BOEK V Hoofdft naC. G, Jaario73. tot 1517. Afhapke- lijkheid der Vorsten van de Paufen. 1 ( 1 1 I 342 KERKELIJKE gelukte het zijnen opvolger innocentius III, dié Engeland en Ierland van zich leenroerig maakte, gelijk in de Gefchiedenis der Paufen verhaald is; op gelijke wijze heeft een Koning van Arragon en een Spaanfche Graaf zich leenroerig aan den Paus erkend; insgelijks waren de Koningen van Portugal, federt den oorfprong van hun Rijk, Vafallen van den Paus; en hoewel het eenigzins twijfelachtig is,evenwel waarfchijnlijk ook de Koningen van Denemarken. Dus waren vele Vorsten in der daad Vafallen van den Paus , en over het geheel moesten zij dezelven naar de oogen zien, hoe zeer velen van tijd tot tijd daartegen worftelden; en fchoon de Paufen gedurende hun verblijf te Avignon de Koningen van Frankryk ontzien moesten, handhaafden zij hunne hoogheid des te ftouter tegen andere Vorsten, ja wisten niet zelden de Koningen van Frankryk listig naar hunnen zin te buigen. Na alle pogingen, tot beperking van hunne magt, zag men, zoodra de »roote fcheuring een einde genomen had, Keizer sigismund met den grootften eerbied het paard van martyn V bij den toom leiden, frederik III was geheel gehoorzaam aan de Paufen , en zelfs maximiliaan, die de bezwaren der Duitfchers had aten verzamelen , keerde eerlang uit ftaatkundige )ogmerkeu weder tot de vorige onderwerping aan len Paus terug; zelfs moesten de Franfche Koningen .odewyk XI en XII, niettegenltaande zij met de 'aufen oorlog voerden, eindelijk tot die onderweriing wederkeeren. Niet  GESCHIEDENIS. 343 Niet alleen gingen de Vorsten voort, met allen diepen eerbied aan de Paufen te bewijzen, zoo als knielen, den voetkus, het houden van den ftijgbeu- „ ,el enz., maar zij erkenden ook allen meer of min n. de hoogheid der Paufen ; van wier uitfpraak ook cc in fommige landen afhing , wie de Rijksbeftuur- der zijn zou, waar van Hongaryen met het einde der Xlltde en begin der XlVde eeuw een treurig voorbeeld opleverde, alwaar na den dood van honing anbreas III, den laatften Koning uit het ge(lacht van Arpad, binnenlandfche verwarringen ontftonden, veroorzaakt, doordien de Paus den Hongaren eenen Koning wilde opdringen. Wel is waar, dat de Vorsten meermalen pogingen deden , om hunne regten tegen den Paus te handhaven, maar het ontbrak den meesten aan verftand, moed en ftandvastigheid; weinigen waren gelijk aan willem den Veroveraar, frederik I en H filips de Schoone, en manfred, maar integendeel gedroegen de meesten zich zoo laf of bijgeloovig als Koning jan zonder land in Engeland en de Heilige lodewyk in Frankryk. - Tot in de Xlde eeuw hadden de Keizers en Koningen het regt uitgeoefend, om Kerkvergaderingen bijeen te roepen, op dezelve eenigermate het voorzitterfchap tc bekleeden ; aan de Bisfchoppen Kerkelijke wetter, voortefchrijven, welke het gemeene welzijn vorderde; of die, welke van de Bisfchoppen ontwor pen waren, te bekrachtigen; maar het één en ande durfden zij gedurende dit tijdsverloop niet meer wa gen. Zelfs moesten zij vaak dulden, dat m hunn Y 4 6 V SOF.k V jofdft. C. G. ario73« t I5I7» R.egten der Vorsten in Kerkelijke zaken.  V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 15.7. 1 ] < 1 ( 1 < ( ( t I li 344 KERKELIJKE eigene landen door hunne Bisfchoppen de ban over hen werd uitgefproken. De Franfche Koningen hielden wel vergaderingen van hunne Geestelijken , maar op dezelve verfchenen dan ook Wereldlijke Grooten, zoodat deze vergaderingen eigenlijk Parlementen waren, gelijk zij naderhand genoemd zijn, in welke echter ook Kerkelijke wetten gegeven werden. Mgemeene Kerkvergaderingen waren wel eens de :oevlugt der Vorsten, en zij beriepen zich op dezelve, maar de Paufen wisten of derzelver bijeentomften te verfchuiven, of ze naar hunnen wil te wenden, of vruchteloos te maken. De Vorsten konden ook in dit Tijdvak de Bisshoppen in hunne landen niet meer benoemen, en iet had dikwijls zelfs moeite in, om de verkiezing lerzelven naar hun genoegen te doen uitvallen; bij iet ontftaan van vetfchillen in de verkiezing plagt ie beflisfing aan hen te Haan , maar ook deze werd iun door de Pausfen onttrokken, die ze zich zeiven lanmatigden. De Gefchiedenis van den twist over le Investituur heeft ons ook doen zien, hoe veel nen den Vorsten zelfs van hun wereldlijk regt over Ie Bisfchoppen, als hunne onderdanen, van tijd tot ijd heeft onttrokken, alles onder voorwendfel van ie vrijheid der Kerk voor te ftaan en te handhaven, n men zag het gevoelen, dat de Vorsten regt had!en om de Geestelijkheid te beleeneri, als eene ketBiij aan, en noemde het Simonie. Over de Kerkelijke goederen en derzelver beduur adden de Vorsten en bijzonder de Keizers, insgejks tot hier toe velerhande rekten uitgeoefend. Ge-  GESCHIEDENIS. 345 Gelijk zij zelve den titel van Voogden of befcbermers der Roomfche Kerk, (Advocatus Eccle/ia Roman 1 t  V BOEK V Hoofdft. na C G. Jaar 1073. tot 1517. 1 < ] 4 1 1 \ < I 348 KERKELIJKE zocht te vereenigen (♦>. Hij ftelde in hetzelve, dat de Wereldlijke magt van God oorfpronkeliik was, die aan de menfchen Overheden gegeven had; vervolgens handelt hij van de pligten van eenen 'wettigen Koning enz. Ten aanzien van de Priesterlijke waardigheid ftelt hij, dat de Bisfchop van God het voorregt ontvangen heeft, om den Hemel te openen Hi te fluiten, hij is aan den Koning ondergefchikt, maar deze eerbiedigt hem, uit liefde tot ceiristus. Hij bekleedt de plaats van den Zone Gods op aarJe. Men moet daarom de Bisfchoppen vereeren, Üs Sleuteldragers, (Clavicularii,) van het Hemelrijk, en Rigters der menfchelijke euveldaden. In iet tweede Boek van dit werk beweert hij, dat God zelve twee magten in zijne Kerk heeft ingefteld, de Koninklijke en Priesterlijke; wanneer deze ma'gten sich vereenigen, verfpreiden zij geluk over het nenschdom , en hij berispt zoo wel de Paufen als le Vorsten, dat zij zich wederzijds meer dan bilijk was, hadden aangematigd. In der daad, heeft leze Schrijver veel goeds gezegd, maar de oude rooroordeelen in haar geheel latende, bijzonder dat 'an twee eigenlijke magten, de Wereldlijke en Geeselijke, als van God zeiven op de wereld ingefteld, :on hij de waarheid niet behoorlijk in het licht >rengen , en dit vooroordeel was in der daad de luurzame bron van de aanhoudende verfchillen. De (*) Tractatus de regia potestate et Sacerdota/i digniatt in baluz. Misccll. L. IV. p. c-68.  GESCHIEDENIS. 349 De oorlogen tusfchen de Keizers en Paufen gaven vervolgens aanleiding, dat regtskundige mannen ter verdediging der Vorsten de pen opvatten, en de re-ten der Vorsten in Kerkelijke zaken behandelden. Zoo is ons in het voorgaande gedeelte der Gefchiedenis reeds bekend geworden het vermaarde Boek: Defenfor Pacis, hetwelk marsilius van Padua en joan van Jandun in het jaar 1324 met dit oogmerk voor lodewyk van Beyeren hebben uitgegeven. Ook hebben wij reeds van den moedigen tegenftrever der Paufen, willem occam, eenig bengt gegeven, maar deze heeft behalve de reeds elders genoemde, nog meer werken gefchreven, onder anderen een gefprek tusfchen een- Leeraar en een' Leer* Hng, (Diahgus inter Magistrum et Discipulum g in welks eerfte Deel onderzocht wordt, of het aar de Godgeleerden of aan de Canonisten toekomt, orr te oordeelen, welke leerftellingen Katholijk of Ket tersch zijn? Onder anderen bewijst hij in het vijfde Boek van dit Deel, door getuigenisfen en voor beelden, dat zelfs een wettig verkozen Paus tot ket terij vervallen kan, en dat de Paus alszins zijnet rigter op aarde hebbe , en dat deze rigter gewone lijk de Keizer zij. De tweede verhandeling loopt be paaldelijk over de regten van het Roomfche Rijk In Frankryk waren 'er verfcheidene Schrijvers, di de regten der Vorsten in gefchrift handhaafden, ee Dominikaner Godgeleerde, joan van Parys, die i het jaar 1306 ovetleden is, petrarcha in Itahe raoul, (Of kudolf,) de praelles, (of prrs les ) filip van matzures enz. Doch voorn; ' mi V boek V Hoofdft. aa C. G. [aario73. tot 1517. Verdedigers van de regten der Vorsten. 1 1 1 >  V BOEK V Hoofdft. na C. G Jaario73 lot 1517, Afhankelijkheidder Bisfchoppenvan den Paus. 350 K ERKELIJKE melijk gregorius van heimburg , van wien reeds voorheen gefproken is; doch zonder iets wezenlijks uit te werken, gelijk ons de Gefchiedenis der Paufen getoond heeft. Daar de Vorsten zelve zoo afhankelijk waren van de Paufen, moet het ons niet verwonderen, dat de Geestelijkheid, dat is de Bisfchoppen, want van de Monniken fpreekt het van zelve, aan hun onderworpen moesten zijn. Zij hadden zelve eerst gearbeid om de grootheid der Paufen te bevorderen, maar zagen zich in vervolg van tijd genoodzaakt, om hen naar de oogen te zien, en zich door hun gezag te dekken ter behouding van de goederen en inkomften, welke zij zich ten nadeele der Wereldlijke magt verkregen hadden. De Paufen vervulden willekeurig verfcheidene Bisdommen , zij verboden dikwijls aan de Domkapittels eenen Bisfchop te verkiezen, en behielden zich de begeving van anderen voor. De Metropolitanen verloren hun regt, hetwelk zij voorheen geoefend hadden , om de Bisfchoppen onder hun regtsgebied te bevestigen, integendeel moesten zij zelve hunne bevestiging van den Paus ontvangen, en voor het Pallium aan denzelven aanzienlijke geldfommen betalen, als ook hunne geloofsbelijdenis overzenden; welk een en ander binnen drie maanden na hunne inwijding gefchieden moest. Zelfs vorderden de Pausfen eenen eed van alle Aartsbisfchoppen en Bisfchoppen, waar bij zij zich tot gehoorzaamheid aan dezelven verpligtten.—1 Uit dit een en ander vloeide fpoedjg voort, dat de Bisfchoppen ook allengs hunne afhankelijkheid van de  GESCHIEDENIS. SS* 6e Paufen in hunnen titel te kennen gaven. Nog in de XUde eeuw fchreven zij zich enkel van Gods genade. In de XHIde eeuw integendeel verfchijnen de Bisfchoppen met hunne titels van de genade Gods en des Heiligen Stoels. Ook hadden zij van den Paus veel te vreezen, zelfs dat zij door hem ajgezet werden van hunne ambten en waardigheid. Zoo kwamen 'er in het jaar 1153 twee Kardinalen, als Legaten van eugenius III, met zulk een oogmerk naar Duitschland; door hen liet Keizer frederik I den Aartsbisfchop hendrik van Mentz afzetten en zijnen Kanfelier in deszelfs plaats verkiezen. Diezelfde Kardinalen velden een gelijk vonnis over burhard, Bisfchop van Eichftad, met verlof des Keizers-, maar als zij met den Aartsbisfchop Maagdenburg en andere Bisfchoppen op gelijke wijze wilden handelen, belette frederik hen, en liet hun aanzeggen, om weder naar Rome te reizen. Hoe zeer ook de Bisfchoppen meestal zich door hunne onkunde aan den Paus gewillig onderwierpen, ech ter waren 'er nog van tijd tot tijd, die koen genoes waren, om zich te verzetten. In het jaar 1213 weigerde dus Mauritius, Bisfchop van Poitiers, ziel te onderwerpen aan het oordeel van eenige door dei Paus daar toe gevolmagtigde Geestelijken, zeggende dat hij in zijn Bisdom Bisfchop en Paus wild zijn. Ook beklaagden zij zich menigvuldig ove het heerschzuebtig gedrag van de Pausfelijke Lega ten. De Provinciale Sijnoden werden weinig mee door de Metropolitanen gehouden en niet dan me goedkeuring van den Paus, en om deszelfsDecrete. V BOEK V Soofdft. ia C. G. [aano73. tot 1SI7. 1 t r t t t 1  V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaar 107 3. tot 1517. ; 1 1 1 1 < 1 1 ] i 1 I \ i ] 1 i 35a KERKELIJKE ten uitvoer te brengen; maar voornamelijk verloren de Bisfchoppen veel van hun gezag door de menigvuldige beroepen op het Roomfche Hof, waar door ie zaken aan hun regtsgebied onttrokken werden. Het laatfte gedeelte van dit Tijdvak bood wel len Bisfchoppen meer dan eene gelegenheid aan , )m hun gezag op den voet der vorige eeuwen te ïerftellen, indien zij van dezelve hadden willen gejruik maken. Op de herhaalde Kerkvergaderingen, /erfchenen zij trouwens weder als Afgevaardigden /an hunne Kerkgenootfchappen of Gemeenten , en javen op dezelve ook wetten ; maar zij leefden neestal in twist met hunne Landsvorsten, en zagen lerzelver magt, door zoodanige vergaderingen, toeïemen , en zulken, die zelve magtige en rijke Vorsen waren, wilden liever onder een Geestelijk-weeldlijk Opperhoofd hunne magt en rijkdom behoulen, dan weder vernederd te worden tot Opzieners :n Leeraars der Kerk. Vergeefs dus had men zich te Konftans en te Bazel teraoeid, om aan de Bisfchoppen hunne oude waarligheid te herftellen; hen minder afhankelijk van de >aufen te maken; hunne vrije verkiezingen, met afchaffing van de Pausfelijke Refervatien , weder in te roeren, en hun een aandeel in het Kerkbeftuur in te uimen. De Franfchen beweerden daar zelfs, dat de Jisfchoppen meer waren dan de Kardinalen, die ei;enlijke medehulpen van den Paus waren ; nadertand geloofden zij ook , door de Pragmatieke Sancie de voorregten hunner Bisfchoppen beveiligd te ïebben; maar bij flot vervielen zij door het Con- cor-»  GESCHIEDENIS. 353 cordaat weder onder de magt van hunne Koningen en van de Pausfen. Ook wonnen de Duitfche Bisfchoppen weinig door het Weener Concordaat. Over het geheel werden, federt deze groote Kerkelijke vergaderingen, de Bisfchoppen nog afhankelijker van de Paufen dan voorheen. Hunne verpligting, om hunne gehoorzaamheid aan den Paus met eenen eed te bevestigen, bleef voortduren. Hierom fchreven zich vele Bisfchoppen en Aartsbisfchoppen niet alleen van Gods genade, (Dei gratia, mijeratione divina, pcrmisfione divina, Deo auctore;) maar ook te gelijk van de genade des Apostolifchen Stoels. Hoe zeer echter de Bisfchoppen en voornamelijk de Metropolitanen onder hunnen Geestelijken Monarch vernederd waren, zij bleven evenwel nog aan merkelijke pverblijffeien van hun oud gezag en aan zien behouden. Men vindt fporen, doch hoe lan ger hoe zeldzamer, dat hun eernamen gegeven wei den, welke naderhand alleen aan de Paufen eigezijn geworden. De Abt bernhard van Clariveau. noemt den Aartsbisfchop van Mentz Beatisfimu Pater en Sanctitas Festra in zijne Brieven, eldei komt de titel Sanctisfimus Pater voor. Zij genote de hoogfte eerbewijzingen, zelfs van Koningen e Grooten, zoo leidde Koning hendrik II van E> geland het paard, waar de Aartsbisfchop thoma beck.et op zat, bij den toom; ook hadden zij de voorrang boven alle Wereldlijke Grooten, zelfs b ven de bloedverwanten der Koningen , derzelver G malinnen en Kinderen alleen uitgezonderd. Reeds in het vorig Tijdperk hebben wij geziei XVII. Deel. Z h V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 15 !7. Resten eti goederen der Geeste, lijkheid. 1 c' f s 1 n tsn )- >>  V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. i 354 KERKELIJKE hoe de Geestelijkheid veie landerijen, fteden , kas* teelen, tollen, het regt der munte en andere land;* heerlijke regten bezat, door giften en gefchenken, maar thans verkregen zij ook veel door koop en ruiling, waar bij kwamen lecnen, welke hun opgedragen werden, (feuda oblata,) of uit beginfelen van godsvrucht, of dat men hun die goederen verkochten weder van hen te leen ontving. Evenwel hadden, de Vorsten daar vervolgens ook hunne ftaatkundige oogmerken mede, namelijk, om zich dus met de zaken der Bisdommen, Abdijen enz. te kunnen bemoeijen, waarom zelfs Keizers Vafallen van Bisfchoppen werden. Van daar de groote Leenhoven der Bisfchoppen, en ook fomtijds van Abten. De Bisfchoppen van Wurtsburg telden tusfchen de jaren 1290 en 1303 onder hunne Leenmannen 13 Familien van Vorsten en Graven, 5 uit den Heerenftand, 370 uit den Adel en Ridderftand. Nog was het een tot hier toe ongewoon middel, waar door de Geestelijkheid goederen en bezittingen verkreeg , dat de Bisfchoppen aan het hoofd van legers Heidenfche Volken beoorloogden, en dezelve tot het Christendom noodzaakten, waar bij zij zich een groot deel van derzelver land toeeigenden, en aan hun Kerspel trokken, ook werden in dezelve nieuwe Bisdommen aangelegd. Ook droegen verfcheidene Kerkvergaderingen zorge, om de goederen 3er Geestelijken te vermeerderen, door te befluiten, üat niemand zijn Testament of uiterften wil anders nogt maken dan in tegenwoordigheid van eenenparochiegeestelijken. Zoo was. het befluit eener Kerk-  GESCHIEDENIS. 35? Kerkvergadering te Ar les in het jaar 1275 (*), en van meer andere. Ligt begrijpt men, dat 'er geene erfmaking, op deze wijze, gefchiedde, zonder dat aan de Geestelijkheid en de Kerk gedacht werd; ook zorgde de Kerkvergadering ijverig , dat zulke uiterfte willen fpoedig bekend gemaakt wetden, men las op haar bevel eene lijst derzelven in deKetk voor, men deed gebeden voor de overledenen, en wekte de Toehoorders op, om ten miniten een Vaderons voor dezelve op te zeggen. De krutstogten waren insgelijks eene rijke bron van winst voor de Kloosters, alzoo vele Grooten, Edellieden en anderen, hc ne goederen voor geringen prijs aan de Kloosters enz. verkochten of zelfs wegfchonken, op de rijke verwachtingen, welke zi. in de landen der Ongeloovigen zich verbeeldden. De aanwinlten, welke de Geestelijkheid voor zich it het Oosten maakte, gingen wel alle weder verloren, maar de Ridderorde/is, welke uit deze kruistogter ontftonden , bekwamen uitgeftrekte bezittingen ir het Westen , welke den grond van het Kerkelijk gebied vergrootten. En met dit al komen 'er in de fchriften der Gees. telijken van deze eeuwen menigvuldige klagten voor, over berooving en verlies van hunne goederen, ooi zijn 'er in de Xlllde eeuw eenige Kerkelijke ftraffei op verfcheidene Kerkvergaderingen bepaald , tegei het zoogenoemde nederwerpen, dat is, in den ftij van het oude vuistregt der Duitfchers, gevangenne mes C*j HARDUIN. T, VIII. Act. ConciH. p. 728. Can. 8. Z a V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 151?» I L 1 t »  V BOEK V Hoofdft. na C. G, Jaar 107 3. tot 15'.7. 356 KERKELIJKE, men van Geestelijken. Dit één en ander zou onbegrijpelijk zijn, indien men niet bedacht, dat de verbazende aanwas van Kerkelijke rijkdommen den afgunst der Leeken te meer verwekte , hoe minder dezelve tot welzijn van het algemeen befteed werden, en dat de Bisfchoppen zich in allerhande [taalkundige en krijgsverfchillen mengden, als ook de geest van die tijden, welke zich in onophoudelijke veden of bijzondere oorlogen openbaarde. Ook blijkt het, dat de Bisfchoppen, niettegenftaande deze kiagten, zich meer en meer bezittingen en zelfs landsheerlijke regten verkregen. De Aartsbisfchop van Niederoos, (Nidrofta, thans Drontheim,) in Noorwegen, beweerde zelfs in het jaar 1273, dat het geheele Koningrijk Noorwegen van zijn Aartsbisdom afhankelijk was. Niettegenftaande het aanzien der Geestelijkheid dus ten dezen tijde ten hoogften top geklommen was, vond men echter hier en daar ten allen tijde lieden, die beweerden, dat al deze uitwendige pracht en heerlijkheid voor de Opzieners der Kerk niet voegde; fomtijds vonden zelfs de Geestelijken noodig, deze aanmerkingen, zoo veel zij konden, tegen te fpreken. Een der bekwaamftcn onder hen, otto, Bisfchop van Freyfingcn, kon niet nalaten,deze fnaar te roeren in zijne Chroniek ( * ): Den Lezer opmerkzaam gemaakt hebbende op de wonderbare fchikking van God, waar door ,hij zijne verdrukte Kerk onder konstantyn den Grooten zoo zeer ver- (*) Prolog. L. IV. Ckrcnicor.  GESCH1 E D È N I S. 357 verhoogd had, dat heel fpoedig de Heeren der Wereld het Opperhoofd der Kerk te voet gevallen en Koningen door denzelven geoordeeld zijn , erktnt hij, dat hier eene vraag van gewigt ontuaat. „Sommigen ," fchrijft hij, „gelooven, onder een voorwendfel van Godsdienst, anderen met betrekking tot de Wereldlijke waardigheid en de vermindering van het Koninklijk gezag, dat deze tijdelijke heerlijkheid en eere den Priesteren van Christus , aan welken de heerlijkheid van het Koningrijk der Hemelen beloofd is, niet geoorloofd zij; ook halen zij vele gronden voor hun gevoelen aan. Twee perfonen, zeggen zij, zijn van God in de Kerk vastgefteld: de Priesterlijke en de Koninklijke. De eerfte moei de Sacramenten van christus bedienen , en he Kerkelijk gerigt met het Geestelijk zwaard houden maar de andere draagt het ligchamelijke zwaard te een de vijanden der Kerk, om de armen en deKerl tegen den aanval der kwaden te verdedigen, de on deugenden te ftraffen , en het Wereldlijk gerigt t houden. Dit zijn de twee zwaarden, welke in d Lijdensgefchiedenis des Heeren voorkomen; doe men leest, dat petrus 'er maar één gebruikt heef Gelijkerwijze dus tot het Geestelijke zwaard oc Geestelijke bezittingen , dat is , tienden, eerfteh gen vrijwillige giften der geloovigen enz. beho ren-' zoo zijn aan het ligchamelijke alle aardfcl waardigheden, Hertogdommen, Graaffchappen en onderworpen. Maar God heeft gewild, dat dit c denlijk en niê*t verward , dat is, niet te gelijk één perfoon, maar afzonderlijk in de twee genoe: Z 3 é V BOEK V Hoofdft. tia C. G. }aario73. tot 1517* > e li k j* )iez. rinn9»  358 KERKELIJKE V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaano/3. tot 1517. I ! I de, in zijne Kerk zijn zou. Geen van beiden mag dus zich dat aanmatigen, wat den anderen toekomt. Ook brengen zij vele getuigenisfen bij uit de Schrift, als ook voorbeelden des Heeren en der Heiligen, zoo als de woorden : Geef den Keizer, wat des Keizers is! enz., den fchattingpenning, welken de Heer voor zich zeiven en voor petros betaald heeft; de verklaring van den Apostel, dat alle magt van God is, met welke hij niet petrus, die toen op den Roomfchen Bisfchopsftoel zat, maar den fnoodtlen en goddeloosten mensch nero benoemd heeft, als den door Gods wil geftelden Koning der aarde. Voorts dat alle bezittingen uit de gunst der Vorsten afkomftig zijn, bewijzen zij uit augustinus." Op dit alles antwoordt Bisfchop otto het volgende: ,, De Heere heeft zijne Kerk met wereldlijke waardigheden, welke men Regalien noemt, willen vereeren; want dat dit volgens Gods fchikking gefchied is, bewijst de boven opgegeven grond. Bovendien, het is niet geloofeijk, dat Christus zon :oegelaten hebben, dat zijne Kerk, zijne bruid, zijn ligchaam, aan welke hij zijnen geest tot een' bruidfchat zal gefchonken hebben, door den geest der Iwaling zou bedrogen worden. Men vindt boveniien mannen van onloochenbare heiligheid, van weiwen men gelooft, dat zij in het bezit van deze we•eldlijke regten evenwel het Rijk van God verworden hebben. Op deze en andere wijze kan men bevijzen , dat zoo wel konstantyn regtmatig aan le Kerk Regalien gegeven heeft, als dat het deze ge-  GESCHIEDENIS. 359 .geoorloofd was, om die aan te nemen. _ Want, wanneer zij vragen, met welk regt de Koningen dezelve bezitten? dan antwoorden zij: door de verkie- , zing des volks en het beftuur van God. Heeft dus j God daar niet onregtvaardig in gehandeld, dat hij verordend heeft, dat de gemelde eere den Koningen zou toegedeeld worden: hoe veel minder mag men hem deswegens onregtvaardig noemen , dat dezelve eer naar zijne fchikking van dien perfoon, op de Kerkelijken overgebragt is geworden. Eindelijk, indien hij volgens zijne befchikking zoo wel hier als daar gewild heeft, dat de verkiezing des volks en de overgave van den Vorst onderling zouden overeenftemmen: zoo moet men gelooven, dat noch de Vorst dit onregtmatig overgegeven, noch de Kerk het op eene ongeoorloofde wijze aangenomen heb be Zegt gij, het was aan dien perfoon vergunc geweest, wat aan dezen wegens de heiligheid vai hun ambt noch betamelijk noch nuttig zij: zoo be ken ik, geene andere uitvlugt te weten, dan da heilige mannen van zoo Apostolisch geloof en vei dienften, als silvester, gregorius, ulrich bonifacius, lampert , gothard , zoo Ve. anderen meer, deze regten bezeten hebben. Als i naar mijn gevoel zal (preken, of de tegenwoordij verhooging der Kerk Gode meer behage, dan ha voormalige nederigheid, dan beken ik, dat ik zuil volftrekt niet wete. De eerfte toeftand fchijnt bet geweest te zijn; deze gelukzaliger te wezen. Do. ik voege mij bij de Roomfche Kerk, van welke geheel niet twijfele, dat zij op de. vaste fteenr. Z 4 V BOEK V loofdft. ia C. G. aano73. ot I5»7« [ l t » e k ;e :e ;s er :h ik >ts je-  V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. 1 1 i i 1 1 i F ti r k 360 KERKELIJKE gebouwd is; ik geloove , dat men gelooven moet, wat zij gelooft, en dat zij hare bezittingen op eene geoorloofde wijze verkregen heeft. Want dat zij door geene dwalingen verleid kan worden, bewijzen de woorden: De poorten der Helle zullen haar niet overweldigen; en dat haar geloof eeuwig blijven zal, blijkt uit de woorden: Ik heb voor u gebe. den, petrus! dat uw geloof niet ophoude! Maar dat door haar gezag en voorbeeld alle bedenkelijkheid in deze twistvrage weggenomen zal worden, ligt in den geheimen zin der woorden : Steek af naar de diepte, en werp het net uit om te vangen!" — De Bisfchop befluit daar mede, dat hij door deze opheldering niemand beletten wil, om dieper in dit onderwerp in te dringen : en in der laad iemand zou ongemeen ligt te voldoen moeten ïijii, wien zijn antwoord voldoen zou kunnen. Over het gemeen vond de Geestelijkheid meer tracht van overtuiging in hare Excommunicatie en Interdict , ook verdedigde zij hare regten met de vereldlijke wapenen in de hand, gelijk zij ook hare Tijdommen, (Indemniteit,) van alle belastingen en chattingen, als ook van alle wereldlijk regtsgebied 1 Kerkelijke zaken beweerde; alleen werd zij, in iuitengewone gevallen, bij kruistogten enz. vrijwüig gefchat, zoo als door de zoogenoemde tienden an Saladyn enz., maar anders verboden haar de aufen uitdrukkelijk, aan de Vorsten eenige belasngen op te brengen. Zij hadden hun Kerkelijk •gt(gebied, maar daar mede niet vergenoegd, trok:n zij ook burgerlijke zaken voor hunne regtbank, waar  GESCHIEDENIS. tfi waar in de Paufen hun de hand boden, en met hun voorbeeld voorgingen. . Door het een en ander kregen de Bisfchoppelijke j Regtbanken ook in deze eeuwen eene andere gedaan- i te. Zij plagten de waarneming derzelve in hunnen naam aan hunne Arcbidiaconi, (Aartsdiakenen,) welk Kerkelijk ambt reeds op het einde der IVde eeuw was ingevoerd, aantebevelen, maar deze matigden zich allengs dit regtsgebied zelve aan,en daar zij te voren de Bisfchoppen plagten te verzeilen op de Kerkvergaderingen of Synoden in hun Kerspel , welke als het ware Kerkevifuatien verbeeldden, hielden zij dezelve vervolgens in naam van den Bisfchop, en begonnen van lieverlede eigendunkelijk te handelen , en deden zelfs , zonder den Bisfchop, verkiezingen, wanneer eene plaats van Aartsdiaken openviel. Hier uit ontltonden meermalen verfchillen tusfchen hen en de Bisfchoppen, waar over de Paufen dan uitfpraak deden en bepalingen maakten. Om de ondernemingen dezer Aartsdiakenen tegel te werken, Belden de Bisfchoppen zekere van het afhankelijke ambtenaren aan, die zij Vicarii, Offi ciales en Justitiarii noemden, wier oorfprong nie veel ouder kan zijn dan in de Xülde eeuw; eers fchijnen de Vicaris van den Bisfchop en deszelf Officialis dezelfde perfonen geweest te zijn, nadet hand wordt 'er tusfchen hen onderfcheid gemaakt Het regtsgebied van de Bisfchoppen werd nogtan zeer bepaald, doordien zeer vele zaken bij beroe voor het Pausfelijk Gerigtshof getrokken, en vel zaken en gevallen voor hetzelve voorbehouden bh Z 5 ve" V BOEK V loofdtr. ia C. G. aario73. ot 1517. Archidiaconi en Officiales 1 1 C t 5 > e »  V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaar 1073 tot 1517. I ( t i I I ( 1 I I l Z i f r 1 Zeden der Geeste- f lijkheid. ^ c 36a KERKELIJKE ven, welke men Cafus refervati noemde, en die te Rome moesten afgedaan worden. Doch daartegen droegen de Paufen ook te meer zorge, dat geene Geestelijken voor Wereldlijke Regtjanken mogten worden te regt gefteld, maar verholen zulks op ItrafFe van den ban en interdict. ^Voor alle deze voorregten en rijkdommen der Geestelijken werd aanhoudend gezorgd, hoe zeer in le XlVde en XVde eeuw zich vele ftemmen daaregen hooren lieten. Voornamelijk mishaagden de:elve aan Keizer lodewyk van Beyeren, die gelegd zal hebben, al kon hij van drek geld maken, :ou hij daar voor nog geene Dom/liften oprigten; vanneer, in het begin der XVde eeuw, Hendrik V, Koning van Engeland, zware fubfidien eischte an het Lagerhuis of Huis der Gemeente, ftelde etzelve voor, dat men alle wereldlijke goederen der Jeestelijkheid intrekken en daar van eene duurzame ron voor de behoeften van den Staat maken zou; laar de Gemeenten konden hun oogmerk niet beïiken, alzoo hendrik al te zeer de Geestelijken egunftigde. Terwijl zelfs hier en daar enkelden ich beklaagden , werden op vele Kerkvergaderingen eze voorregten gehandhaafd, en ook door de Paum alle eigendunkelijk gebruik van Kerkelijke goedem tot wereldlijke oogmetken op ftrafFe van den an bij herhaling verboden. . De Banoefeningen, welke de Bisfchoppen uitoemden, moesten, gelijk men voorwendde, ten doel ebben, de ondeugden te ftraffen en te fluiten, en e zeden te beteren, maar helaas 1 de Geestelijkheid zei-  GESCHIEDENIS. S«3 Zelve was hoogst bedorven en zedeloos. In de Gefchiedenis der Paufen hebben wij voorbeelden genoeg gehad, hoe het te Rome en aan het Roomfche Hof gefteld was, ten aanzien der zedelijkheid. Wfl hebben de afzigtelijkfte teekeningen van dat Hot door den Heiligen bernhard, joan van Salisbury enz. ontworpen, befchouwd. „ De ftank van dat Hof," zegt de laatstgenoemde(*), „die uit deszelfs woeker, rooverij en fimonie ontftond, dampte den vuilften rook tot aan de wolken uit." De Geestelijkheid over het geheel was ten uiterften verbasterd, en deze verbastering fchijnt bijkans omtrent het midden derXtlde eeuw .haar hoogfte toppunt bereikt te hebben, en geen wonder, daar zij ftraffeloos misdeed, en met eenige boetdoeningen, vasten enz. zelfs groote euveldaden verzoenen kon, terwijl d< langdurige twist over de Investituur alle zedelijkheic verder vernietigde. Men kan deze verdorvenheic der Geestelijkheid ten dien tijde door verfcheidem bewijzen aantoonen; door het boek van geroh o gerhoh , die als Proost van het Klooster Reichers her? in Beyeren in het jaar 1169 geftorven is: Ex poL in Pfdmum LXIV, five Liber de Corrupt Ecc'efix Statu ad Eugenium III. Papam, hoew. hij in hetzelve flechts eenige bijzondere ftukken aai roert; maar voornamelijk behooren hier toe Stjnodt Je wetten en befluiten, door welke Aartsbisfchoppe en Bisfchoppen , die zelve hervorming van zede noodig hadden , de lager Geestelijken zochten (*) Hist. Ma}, p. 6" 55. V BOEK V Hoofdft. laC. G. Jaar 107 3. tot 1517- i l t i o 1 t- t n> :t t>  V BOËK V Hoofdft. Ra C. G. Jaar 10-3 tot 1517 i i 1 i 1 i \ 1 ( < Krijgs- zugtige . geest der Geestelij- 1 ken. j, C z I d 364 KERKELIJKE verbeteren. Meermalen werd den Geestelijken verboden, tappers huizen te bezoeken en zich dronken te drinken, te dobbelen, zich met Nonnen te vermaken , wapenen te voeren, deel aan tournooifpelen en andere fchouwtooneelen te nemen, onkuifche verkeering met vrouwlieden, fimonie enz. De Parijfche Sijnode in het jaar 1212 verbood ook de hooger Geestelijkheid het vloeken en zweeren, op de jagt :n vogelvangst te gaan, te dobbelen, of fimonie te liegen. Scherpe verwijtingen gaf Paus alexander V, in het jaar 1257, aan den Aartsbisfchop van Saltzburg en de Bisfchoppen aan hem onderhoorig, n eenen Brief, grootendeels door aventinus (*) >ewaard: „Gij Priesters," zegt hij onder andeen, „ zijt het verderf en het algemeen oordeel an den Christelijken Godsdienst — door ongebonene vrijheid zijt gijlieden vcrflimmerd; en de overloed bederft u. Openlijk, voor de oogen van alle lan, onderhoudt gij hoeren, tot groot nadeel der Christelijke Kudde, en evenwel durft gij, met een nbefchaamd voorhoofd, te offeren." Bijzonder maakten de Geestelijken zich aan drie oofdgebreken fchuldig, aan krijgszuchtige gezindeid, aan fimonie en onkuischheid. Hoe zeer de rijgszuchtige geest in de vorige eeuwen reeds de Geestelijken beheerschte, nooit echter vertoonde deelve zich meer dan in de Xllde en XlIIde eeuwen, lier toe gaven de kruistogten al veel aanleiding , swijl Bisfchoppen, Abten, Priesters en Monniken aan (*) Annal. Boior. L. VII. C. 7. p. 668.  GESCHIEDENIS. & aan anderen een voorbeeld geloofden te moeten geven, in het aannemen van het kruis; ja ons is zelfs in de Gefchiedenis der Paufen een Paus voorgeko- , men, die op het punt ftond, om in perfoon tegen i de Turken te veld te trekken. De oorlogen tusfchen de Gibellinen of Kerkdijken en Welfen of Pausfelijken, gaven ook menigen Bisfchop de wapenen in handen. Eindelijk het zoogenoemde vuistregt in Duitschland noodzaakte, als het ware, de Bisfchoppen, om hunne bezittingen gewapenderhand te verdedigen. Ook onze Vaderlandfche Gefchiedeuisfen leeren ons, hoe vele en hoe hevige oorlogen de Bisfchoppen van Utrecht in deze eeuwen gevoerd hebben. Vermaard is onder anderen de Gefchiedenis van dien Bisfchop van Beauvais, filip van dreux, een bloedverwant van den Franfchen Ko ning, wien richard leeuwenhart, Koning vai Engeland, in een gevecht in het jaar 1197 gevan gen gekregen had. Volgens den Engelfchen Ge fchiedfchrijver willem van newbridge werd h te Rouen gekluisterd en met zoo veel ijzer beladen als naauwelijks een ezel of paard zou hebben kur nen dragen. De Bisfchop wendde zich tot de Paus, om op deszelfs voorfpraak ontflagen te wo den,'maar deze overwegende, dat de Koning he niet predikende maar vechtende gevangen genom< had, wilde zich zijner niet aantrekken , maar g hem'veel eer eene beftraffing, omdat hij in plaa van. naar den BisfchopslM naar de Lans getast ha Doch volgens een ander verhaal, zal de Koninj als de Paus van hem het ontüag van den Bisfchop z V BOEK V loofdfl. a C. G. !aano73' :ot 1517- 1 i n n if ts 1. ! > » '}-  V BOEK V Hoofdft. naC. G Jaario73, tot 1517. 365 KERKELIJKE zijnen Zoon , begeerde, aan den Paus het bebloedd» harnas gezonden, hebben, in hetwelk de Bisfchop gevangen was genomen, met bijvoeging van deze woorden uit de Gefchiedenis van jozef: Beziet, of dit uws Zoons rok zij ? Vele kundige lieden verhieven hier tegen wel hunne ftem, zoo als ivo van castres , pieter van blois en anderen maar zonder vrucht; vergeefs werd het oorlogen en voeren van wapenen aan de Geestelijken door verfcheidene Kerkvergaderingen verboden; ook fchenen de Paufen nu en dan zich daartegen te verklaren , maar daar deze zelve een voorbeeld gaven, en oorlogen voerden, werd naar deze verboden weinig ge« luisterd, ook gaf het Leenregt van dezen tijd den Bisfchoppen en Abten fchijnbare voorwendfels, te meer, daar zij ook Wereldlijke Vorsten waren, en fommigen in Duitschland zelfs Rijksvorsten. Onder de voorbeelden van krijgszuchtige Bisfchoppen verdient bijzonder gemeld te worden zekere Bisfchop van Eichfad, omtrent het jaar 1489, die een heel lang vrolijk man was, die, als hij eens naar het Raadhuis ging, waar hij op last van Keizer frederik III te regt moest Haan, onder zijn' rok een volkomen harnas en een Beijersch lang Rappier, met een lang gevest van herfenpannen gemaakt, op Eijde had, en die zich dikwijls had laten verluiden, dat hij moeds genoeg had, om met vijf Beyerfcheté 2enen kans te wagen, als zij hem eerlijk aanvielen." Eindelijk, daar Paus jülius II, den Paus en derf Veldheer, gelijk wij gezien hebben, in zoo hoogen graad vereenigde, behoeven wij ons niet te Verwon--  GESCHIEDENIS. 36? deren, dat ook andere Prelaten aan het hoofd der foldaten durfden optrekken, gelijk zij nog twee honderd jaren na hem gedaan hebben. 1 Veel meer algemeen waren in deze eeuw de klag- ' ten over de Simonie der Geestelijkheid , doch de j beteekenis van dezen naam werd zoo ver uitgeltrekt, ■ dat men 'er op het laatst naauwelijks een juist denk-; beeld van maken kan. Sedert gregorius VII verftonden de Pausfen door Simonie niet meer blootehjk het koopen en verkoopen van Geestelijke ambten, en met dezelve eene gewaande gave des Heil. Geestes; maar ook het onloochenbaar regt der Vorsten, om de Prelaten, hunne Leenmannen, met de Regalien, bijzonder door het overgeven van eenen ftaf en eenen ring, te beleenen. Gelijk hette koop Hellen van Geestelijke ambten aan het Hof van Keizer hendriicIV, de eerfte aanleiding gaf, om hem Simonie te last te leggen, zoo werden al fpoedig de Investituren der Bisfchoppen ook daar onder begrepen, als of deze gezamenlijk op die wijze hunne ambten gekocht hadden, of als ware het daar bij de meening der Keizeren, om aan dezelven door hunne beleening eenige Geestelijke gave en bekwaamheid te fchenken; deze regel van gregorius VII is ook in het Decreet van gratiaan ingevoegd. In de Decretalen van gregorius IX komen nog verfcheidene bevelen en befluiten van Pausfen na den tijd van gratianus omtrent de Simonie voor. Dus verbood alexander III op de Synode te Tours in het jaar 1163, dat aan de genen, die in den Monnikenftand wilden treden, ad religionem tram* ire V BOEK V loofdlh a C. G. aano73. ot 1517* simonie Ier Gees;elijkheid  V BOER V Hoofdft. na C. G, Jaar 1073 tot 1517. 368 KERKELIJKE ire voluerint,) geen geld gevorderd; ook geenC Prior- of Kapellaanfchappen van Monniken of Geestelijken met aftrek der tiendendeels der inkomften verkocht; noch van den genen, aan wien zij toevertrouwd werden , eenig geld voor het overdoen derzelven zou begeerd worden; alzoo de Kerkvaders dit alles voor Simonie verklaard hadden. Ook zou voor begrafenis, en het ontvangen van den gewijden olie geen geld betaald worden, ook zou geene oude gewoonte iemand in zoodanig geval verfchoonen, en dergelijke geboden herhaalde hij ook op andere Sijnoden. Vreemd ondertusfchen is het, dat innocentius III deze geboden van alexander III regelregt tegenfpreekt, wanneer hij het eene loffelijke gewoonte en vrome godsvrucht der geloovigen noemt, wanneer zij aan den Priester voor het inzegenen van huwelijken, voor begrafenisfen enz., iets geven; ja het aan eene ketterfche boosheid toefchrijft, als men zulk eene gewoonte wilde affchaffen. — Doch , hoe zeer Kerkvergaderingen en Pausfen zich beijverden , om de Simonie te weeren ; de hevigfte klagten worden echter in deze eeuwen aangeheven over de Simonie der Paufen zelve en van het Pausfelijke Hof, bij hetwelk alles veil en voor geld te koop was , ja verfcheidene Paufen hebben hunne waardigheid door omkooping en geld verkregen , gelijk wij in derzelver Gefchiedenis gezien hebben; ook weten de aanhangers van de Paufen tot derzelver verfchooning niets anders in te brengen, dan de onnoozele onderfcheiding tusfchen den  GESCHIEDENIS. 3«9 •den Paus, den Apastolifchen Stoel, en het Roomfche Hof. Tegen geene buitenfporigbeid der Geestelijkheid komen in deze eeuwen meer wetten voor dan tegen derzelver onkuischheid en ontuchtige zeden; fchoon men in der daad tot dezelve de deur openzette door het verbieden van het huwelijk aan dezen ftand , niettegenftaande men het huwelijk tot een Sacrament gemaakt had; hier bij echter verdient in het oog gehouden te worden, dat men, wanneer Geestelijken echte vrouwen trouwden, men dit met hoererij verwarde, en zulke echte vrouwen niet anders dan als Bijzitten aanmerken wilde. Trouwens, het verbod van huwelijken vond aanvankelijk en zelfs var. tijd tot tijd hevigen tegenftand bij velen.. Als redenen voor dit verbod werden bijgebragt de heilig heid en eerwaardigheid van den Geestelijken ftand, die van alle bevlekkingen en onreinheden vrij be hoorde te blijven , maar in der daad, is 'er alli grond, om de ware reden te zoeken in de ftaat kunde der Paufen, die, door dit verbod, de Gees telijken aan de Maatfchappelijke en Burgerverpligtin gen onttrok , en aan zich alleen verbond , gelijl zelfs op de Kerkvergadering van Trente de Kardi naai van Carpi in het Paufelijk Confi'.torie zelf be kende, dat de vergunning aan de Geestelijkheid va zijn' tijd, om te rangen trouwen, heel fpoedig d heerfchappij van den Paus binnen de muren ya Rome beperken zou. Toen gregorius VII den Priesteren het huwelij verbood, vond hij in Duitschland veel tegenftand XVII. Deel. Aa g V BOEK V Hoofdft. ia C. G. |aario73. tot 1517» Onkuifehe en Hechte zeden der Geesteliikheid.Het huwelijk aan haar verboden. 1 e Ic  V BOEK v Hoofdft. na c. g. Jaano73. tot 1517. ) < i i c t ( 370 KERKELIJKE gelijk wij elders reeds gezien hebben, maar ook niet minder in andere landen. Eene Kerkvergadering ia Engeland te Winchester in het jaar 1076, verbood wel aan de Kanunniken echte vrouwen te hebben, maar vergunde nogtans aan de getrouwde Priesters ten platten lande, hunne vrouwen te behouden. Evenwel verordende Koning wiebem de Veroveraar, die toch den Paufen niet zeer onderdanig was, op eene vergadering van zijne Geestelijke en Wereldlijke Stenden , in Normandië, in het jaar 1080, dat geene Priesters, Diakenen en Subdiakenen , ook geene Kanunniken, eene vrouw zouden hebben. Doch als in ditzelfde land joan, Aartsbisfchop van Rouaan , op eene Sijnode in deze [hul, zijne Priesters wilde noodzaken , om hunne jijzitten, (zoo het niet waarlijk hunne echte vrouwen waren,) te laten gaan, wierpen zij hem met "teenen, zoo dat bij uit de Kerk de vlugt moest lemen, fchreeuwende : 6 God! de Heidenen zijn 'n uw erfdeel gevallen! (Deus! venerunt gentes in 'ttcreditatem tuam!) urbanus II vernieuwde de wet van gregorius egen het huwelijk der Geestelijken in het jaar 1089, mder deze ftraf, dat, indien zij niet van hunne Touwen feheiden wilden, de Vorsten geregtigd zoulen zijn, om die tot Slavinnen te maken. Zijn op■olger paschalis II, die tot het jaar 1118 regeer!e, ondervond echter, dat deze wet niet völftrekt veral ingevoerd kon worden ; zoodat hij daar in Degeven moest, anselmus , Aartsbisfchop van 'anterhury, raadpleegde hem, of men van getrouwde  GESCHIEDENIS. 37» *e Priesters, als.'er geene anderen voorhanden WH ren, in zijne laatfte uren het Avondmaal mogt ontvangen? en wat men doen moest, als deze Priesters weigerden', hetzelve te geven, omdat men hun- i ueMisfen niet had bijgewoond? zijn antwoord was, dat het in zulken toeftand beter was, het Avondmaal toch van eenigen Ptiester te ontvangen, dan het geheel te misfen; en iudien zulk een Priestes hetzelve weigerde, moest hij als een moordenaar der ziele geftraft worden. Op eene nadere vraag van anselmus vergunde de Paus ook, dat men zonen van zulke Priesterén tot Kerkelijke, ambten bevorderen zoude. In Engeland, gelijk ook in Nortnandïè, bleven vele Priesters nog bij hun voorregt, om vrouwen te trouwen,en zelfs aan hunne zonen hunne parochiën erfelijk na te laten, en hunne dochters van Kerkelijke goederen een uitzet ten huwelijk mede te geven. calixtus II deed nieuwe pogingen, om dit huwelijksverbod algemeen te maken, en herhaalde het. zelve op ftraffe van den ban, op eene Kerkvergadering te Rheims in het jaar 1119. goiffred , Aarts, bisfchop van Rouan , van deze vergadering naar hui gekeerd, wilde op eene bijzondere Sijnode in zijl regtsgebied de wet ten uitvoer brengen, maar zijn Priesters verzetten zich daar tegen, waar op hij gramftoorig de vergadering uitloopende, zijne wach met Hokken gewapend, binnenriep, die de Priester in de Kerk zelve onbarmhartig afklopten, waar n de Aartsbisfchop de Kerk met nieuw wijwater hei ligde. Ten dezen tijd kwam 'er tegen gemelde; Aa a Pau V BOEK V rloüfdiï. ia C. G; [aario73. ;ot 1517. [ 1 • 8 ï l i  V BOER V Hoofdft. nu C. G. Jaar 1073. tot 1517. 372 KERKELIJKE Paus uit hoofde van dit huwelijksverbod het volgende fchimpfchrift uit: O bone Calixte , mine oronis clerus oditte, Quomiam Prcsbijteri potcrant uxoiibus uti, Hoe detlruxisM, postquam tu Papa fuisti, Ergo mum inerito nomen habent oJio. Maar juist in Engeland vond men ook middelen, om deze flrenge wet te ontwijken. Bovendien gebeurde daar een tooneel, hetwelk het Pausfelijk Hof befchamen, en den Priesteren tegen hetzelve dienen moest. Eene Kerkvergadering te Londen, in het jaar 1125, toen reeds honorius 11 op den Pausfelijken Stoel zat , verbood den Priesteren , onder Apostolisch gezag, alle bijwoning met vrouwspersonen, het huwelijk en concubinaat, maar diezelfde Pausfelijke Legaat, de Kardinaal joannes de crema , onder wiens voorzitting deze vergadering gehouden was, die het de grootfte zonde genoemd had, wanneer iemand van de zijde eener hoere opftond, om het ligchaam van christus voort te brengen, (conficere,) werd denzelfden avond, als hij dien dag de Mis gevierd had, in een hoerhuis overvallen (*). Hoe zeer dus de ervaring het onnatuutlijke en onbedachtzame van dit huwelijksverbod leerde, evenwel gingen de Paufen en Bisfchoppen voort , het huwelijk te verbieden, en even daar door hoererij en ontucht te vermeerderen ^ hoewel desniettegeuftaande in vele landen het huwelijk der Geestelijken in (*) MATTII. PAUIS. Mist. Maj. p. 70.  GESCHIEDENIS. 373 in gebruik bleef. In Ierland waren zelfs de Bisfchoppen tot het midden der Xllde eeuw nog getrouwd, ook in Zweden en Denemarken. I gratianus zelve in zijne verzameling voor het Kerkelijke regt behandelt dat onderwerp, en haalt plaatfen uit de Kerkvaders aan, die wel een tweede huwelijk der Geestelijken afkeuren, maar het eerfte huwelijk dulden, zonder te eifchen, dat een Geestelijke van zijne vrouw zal fcheiden, waar mede hij de daar mede ftrijdige befluiten der Paufen bijbrengt, en goedkeurt, dus als het ware in eenvoudigheid zijns harte de oudfte denkwijze der Christenen aanwijzende. Anderen fpraken en fchreven vrijmoediger, dieterich, Bisfchop van Verdun, ftelde de bezwaren tegen het verbod van het huwelijk aat Paus gregorius VII reeds onderfcheidenlijk voor. ook een Ongenoemde: Epistola cujusdam adverfu Laicorum in Presbijteros Conjugatos calumniam (*) en iti de Xllde eeuw hebben twee beroemde ijveraar voor Godzaligheid, de heilige bernhard van Cla rivaux, en de Abt rupert van Duits, hoewel z niet regelregt dit verbod bedreden hebben, echte zoo veel in hunne fchriften van de zedeloosheid e ontucht der Geestelijken , als een gevolg van d verbod, aangevoerd , dat dit bijna nog meer ui werken moest, dan of zij 'er zich regtsftreeks teg< verklaard hadden. Onder al deze wetten en verordeningen bleven i Ke (*) In makten et durand. Thes. Nov. Anecdott. I. pag. 230-24U • Aa 3 V BOEK V loofdft. ia C. G. [aano73, :ot 1517- [ r > s ij r a it tn le r- r.  374 KERKELIJKE V BOEK V Hoofdft na C. G Jaar j 073 tot 1517 Kerken in Hongaryen ten opzigte van de huwelijken der Geestelijken nog tot in de Xlllde eeuw eenige voorregten en vrijheid genieten , maar in het jaar 1267 moest derzelver gefteldheid ftrenge voorfchrif' ten aannemen van den Pausfelijken Legaat, den Kardinaal guido. Evenwel vergunde hij, ten aanzien van reeds getrouwde Priesters en Diakenen, uitftel, tot dat de Paus over dezelven beflist zou hebben. In de XHIde eeuw werden door innocentiü3 III op de vierde Lateraanfche Kerkvergadering in het jaar 1215 deze wetten tegen het huwelijk , en vervolgens gedurende den loop dezer eeuw in de befluiten van menigvuldige Kerkvergaderingen herhaald. Een fprekend bewijs , dat dezelve telkens weder overtreden werden, en dat de Bisfchoppen daaromtrent vele toegevendheid gebruikten. Ja de Bisfchoppen zelve gaven meermalen voorbeelden , zoo niet van echte huwelijken, dan zeker van ontucht en onkuischheid. Het ergfte voorbeeld van allen is misfehien , dat van Bisfchop hendrik van Luik, aan wien een Brief van Paus gregorius IX gerigt is, van het jaar 1273 (*). De Paus verwijt hem in denzelven Simonie en andere ondeugden, maar inzonderheid eene verregaande ontucht; hij had voor en na zijne wijding verfcheidene zonen en dochters verwekt; eene Abdis van de Benediktiner Orde openlijk als zijne bijzit gehouden; eens op een gastmaal had hij onbefchaamd erkend , dat hij binnen nog geen volle twee jaren veertien zonen ge- kre- (*) HARDUIN. T. VII. p. 66$. fqq.  GESCHIEDENIS. 575 Wen had ; aan zijne kinderen had hij in hunne nog heel jonge jaren geestelijke ambten gefchonken; hun bij hun trouwen geestelijke goederen ten uitzet, «.even; verfcheidene Nonnen verleid; wülekeunge belastingen uitgefchreven ; de groffle misdadigers, voor geld vrijsproken; en met verzuim van d n Godsdienst, had hij als een wereldlijk Heer pracht g gekleed , zich. enkel aan zijn vermaak overgelaten. De Paus vermaant daarom den Bisfchop, terftond aan zijne bekeering te arbeiden; zijne zonden te beweenen; door gebeden, vasten en aalmoezen zich tegen de bekooringen des Duivels, der wereld, en van zijn eigen vleesch te bewaren; ook zou hu « Luik godzalige perfonen van beide kunne vinden die hunne eigene en eens anders zonden beweenden wier voorbidding bij God hem daar i»'^^ wezen. Doch met al deze vermaningen en beftral fingen laat de Paus hem in zijn ambt blijven e men kan ligtehjk opmaken, welken. invloed voorbeeld van den Bisfchop op de mindere Geest, liikheid hebben moest. 'ondertusfchen gingen aanzienlijke Leeraars e Schrijvers van dezen tijd nog voort, zich ten aa zien van het huwelijk der Geestelijken met z< ftreng te verklaren als de Paufen. Behalve dat gr tianüs, gelijk wij reeds gezegd hebben, erk« de r*), dat 'er een tijd geweest was, wanneer onthouding den Priesteren nog niet voorgefchreve (*) Deert* P. I. Diflinct. XXX5. p. 88. Aa 4 V boek V loofdrt. ia C. G. nar »o73« ot I5I7* 1 1 ' 1 t n 1- >o \ndea, en  V boer V Hoofdft. na C. G Jaario/^ tot 1517 376 KERKELIJKE en het huwelijk hun geoorloofd was, zoo als thans in de Griekfcfu Kerk (*), hebben de voornaamfte Schoolfche Godgeleerden gedeeltelijk nog fterker gefproken. thomas van Aquino beweerde uitdrukkelijk (f): dat de verpligting tot kuisckheid niet zoo wezenlijk zij, als in den Monniken/land, en dat zij alleen door eene verordening der Kerk met den geestelijken Jland verbonden is. In eene andere plaats (S), geeft hij toe , dat eene gelofte niet behoeft gehouden te worden, wanneer 'er een groot openbaar kwaad uit ontftaan zou, hetwelk men ligtelijk op het tegenwoordig onderwerp kan toepasfen. Duidelijker verklaart hij zich (**), dat, wanneer een Geestelijke van eene lagere klasfe den Priester belijdt, dat hij onmogelijk ongehuwd kan leven, dezelve niet zondigt, als hij in het geheim een huwelijk aangaat; het zij toch eene geringer zonde, in een' heimelijken echt te leven, dan zich aan hoererij over te geven, die van God verboden is. eonaventora, de vermaarde tijdgenoot van oen Heiligen thomas , brengt eene tegenwerping :e berde tegen den ongehuwden ftaat der Gees;elijkheid , welke hij op die wijze tracht op te osfen, dat men ziet, dat hij met dezelve verlegen is. (*) Difiinct. LVI. C. 13. p. i8r. (t) Summa totius Theologie, Secunda Secundi Ouast, -XXXVilt. Art. II. p. 167. (§ ) /. c. Art. 2. p. 164. (_*") Ah. flacium Catal. Test. ver. p. 421,.  GESCHIEDENIS. 377 is. (*) De tegenwerping is: de tegenwoordige Kerk is toch niet volmaakter, dan de ottdlte, en in de oudfre was echter deze onthouding den Geestelijken niet voorgefchreven. Daar op antwoordt hij: voor-1 eerst, in de oüdfte Kerk had dit verbod geene plaats kunnen vinden, om het klein getal van derzelver leden; ten tweeden: uit hoofde van de armoede der Kerk; nu de Kerk thans zoo rijke bezittingen had, zou de liefde ligtelijk verkouden, en de Godsdienst bij Geestelijken en Leeken te niet gaan; ten derden: uit hoofde van de matigheid der aloude Geestelijken, waar mede zij hunne vrouwen wisten te gebruiken. De tweede reden was zeker voor zijne eeuw de hoofdgrond, opdat de goederen der Kerk niet verloren mogten gaan , als de Geestelijken trouwen zouden. — Veel vrijmoediger zeide wilhelm duiianti, gewonelijk duuandus genoemd, Bisfchop van Mende in Languedoc federt het jaai 1296, zijne meening hier over (t)»daar hij zich beklaagt , dat de Geestelijkheid het verbod der Niceenfche en andere Kerkvergaderingen, om geenÉ vreemde vrouwsperfonen bij zich te hebben, geheel niet waarnam; waar uit veel ergernis ontftond, er het volk over de Geestelijkheid morde. Ook be •hooiden 'er geene openbare hoerhuizen digt bij d< Kerken, en aan het Roomfche Hof naast het Palei: van den Paus, noch elders naast de huizen dei Pre- (*) In L. IV. Sentent. Dift. XXVII. Art. I. O. 3. (f) Tractat. de modo generalis Concilii celebrardi P II. Rubr. 10. Aa 5 V BOEK V loofdft. ia C. G. [aario73 tot 1517  V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaar1073 tot 1517. Het huwelijkeenSacrament.Verbode ne huwelijken. 973 KERKELIJKE Prelaten gehouden te worden; de Pausfelijke Hofmaarfcbalk en andere zijns gelijken behoorden zich niet van de hoeren en hare hoerenwaarden geld daar voor te laten betalen. Op eene andere plaats (*) doet hij den merkwaardigen voorflag: ,, Nademaal bijkans van alle Kerkvergaderingen en van de meeste Paufen tot hier toe vele verordeningen gegeven zijn, om de onkuischheid der Geestelijken te verbieden en te ftraffen; en evenwel derzelver zeden volflrekt niet verbeterd hebben kunnen worden: zoo mogt men in overweging nemen, of het niet nuttig ware, en of 'er niet voor gezorgd kon worden, dat in de Westerfche Kerk, ten aanzien der gelofte van kuischheid, de gewoonte der Oosterfche Kerk waargenomen werd, wat betrof die genen, die nieuw bevorderd werden; inzonderheid daar deze gewoonte ten tijde der Apostelen de heerfchende geweest is." Met eene zeldzame ftrijdigheid en onbegaanbaarheid, werd het huwelijk, hetwelk den Geestelijken verboden werd, al meer en meer plegtig tot een Sacrament verheven, en vele bepalingen, verhinderingen en bezwaren omtrent hetzelve ingevoerd, de reeds te voren uitgedachte geestelijke verwantfchap, door doophefhng, en eene gekunftelde berekening der graden van bloedverwant'fchap, waar door huwelijken ongeoorloofd werden gemaakt, gaventhans aanleiding tot nieuwe uitpluizingen en beflisfingen, welke alle eene ftrekking hadden, om het huwelijk, en alle gevallen en twisten over hetzelve tot het regisseer*) Rubr. 46.  GESCHIEDENIS. 37? gebied der Geestelijken te brengen, die in dit opzigt geene ondervinding van zaken hadden. Dit ging zelfs zoo ver, dat eene Kerkvergadering te Arles m het jaar 1260 gebood, dat die genen, die zouden beftaan zonder voorweten der Kerk te trouwen, als ook zij die daar deel aan hadden gehad, zoo lang door hunnen Parochiepriester openlijk geëxcommuniceerd zouden blijven, tot zij door behoorlijke boetdoeningen de abfolutie van hunnen Bisfchop verdiend hadden. In de Decreten van gratianus vinden wij tën aanzien van de Geestelijke verwantfehap zeldza, me uitfpraken. Bij voorbeeld (*), dat een man, die uit misverftand zijn eigen zoon ten doop gehc ven had, van dien tijd af zijne vrouw niet meei echtelijk bijwonen mogt, dewijl hij dus haar gevadei geworden was. Even zoo diepzinnig werden d, graden van bloedverwantfchap en de geoorloofdheic van een derde huwelijk uitgeplozen. De Keulfch Kerkvergadering van het jaar 1280 gebood, dat me alleen op ftraffe van den ban geen huwelijk zonde voorweten des Priesters gefloten, maar dat ook dn zondagen na elkander de huwelijksgeboden bij de openbaren Godsdienst zouden afgelezen worden. Bé 'halve alle andere verordeningen het huwelijk betrei fende, is eene op de vergadering te Bayeux in hi jaar 1300 merkwaardig, dat alle waarzeggerijen 0 bruiloften fteeds verboden zouden blijven. Dus verviel de Geestelijkheid van erger tot ergei zelfs door het eigen voorbeeld van hunne Opperfte. Zei O Deer. P. II. Cauf. XXX. Qri. 1. p. 041. V boeï V Hoofdft. aa C. G. jaar 1073. tot 1517. I t r 5 1 !t P » Kanunnli. keu en Fs  V BOEK V Hoofdft. na C. G Jaar 1073, tot 1517 Domhceren. I I 380 KERKELIJKE Zelfs de Kanunniken, die in voorgaande eeuwen waren ingevoerd, ten einde eene verbetering in de Geestelijkheid te bewerken, verloren dit voorkomen. Reeds in de Xlde eeuw was deze inrigting alleen nog maar in uitwendige gebruiken overig. Maar omtrent het midden der Xllde eeuw trad een lid van dit Genootfchap geroh, of gerhoh, ook geroch gefchreven, op, om te bewijzen , dat het geheel verbasterd was. Hij was in het jaar 1093 te Pollingen in Beyeren geboren, en werd te Augsburg als Kanunnik Opziener der Bisfchoppelijke School. Doch onder Geestelijken, die alleen in naam tot eene gemeenfchappelijke levenswijze onderling verbonden waren , niet willende blijven, begaf hij zich in het Klooster der reguliere Koorheer en van den H. augustinus te Raitenburg in Beyeren. In 1132 werd hij Proost van het Klooster Reichenberg in Beyeren welke waardigheid hij tot zijnen dood in 1169 bet kleed heeft. Hij was een naarftig Schrijver, die met vrijmoedigheid de gebreken der Geestelijken tot het Paufelijk Hof toe berispt heeft, hoewel hij in den Investituur-oorlog de partij van den Paus met hevigheid aankleefde. Bijzonder vertoont hij zich een Dpenhartig bediller dezer gebreken in eenen Brief of liever Verhandeling aan den beroemden Abt van ïlarivaux tegen de fchuldigen aan Simonie, ( Trac'atus adverfus Simoniacos.) Wij hebben hier voor (*) )ok van zijn Boek over den bedorven ftaat der Kerk jewaagd, in hetzelve vaart hij bijzonder uit tegen le onregelmatige of wereldlijke Kanunniken, die na(*j) Boven Bladz. 346". der-  GESCHIEDENIS. 381 derhand onder den naam van Canonki Seculares van de Canonki Regulares onderfcheiden zijn, maar die hij Irregulares noemt, en die in een gemakkelijk, en dikwijls vrolijk genot van hun vermogen leefden, afgefcheiden van hunne medebroederen, en zich weinig om de pligten van hun ambt bekommerende. Eenige Bisfchoppen zochten wel het gemeenfchappelijk leven der Kanunniken weder in te voeren. Dus ftichtte altman, Bisfchop vmPasfau, die in 1091 geftorven is, drie Kloosters voor zulke Geestelpen, die den regel van augustinus zouden volgen, en welke men, hoewel augustinus nooit zulk een' regel ontworpen, maar alleen zijne Geestelijkheid naauw verbonden had, federt 11 co gewoon was, Canonici regulares S. A igustini te noemen. Maat bijzonder ijverde ivo, Bisfchop van Chartres, om de Kanunniken op deze wijze te hervormen. Doch alle deze pogingen waren van korten duur. Vele Bisfchoppen fchaften daarom hunne Kanunniken at. omdat zij een al te ongebonden leven voerden, ei bezetten hunne plaatfen met Monniken. Dus hielt in de Xllde eeuw reeds het gemeenfchappelijk et ftrenge leven der Kanunniken geheel op, en de over vloecl, in welken zij leefden, bragt den oorfpronke lijken regel geheel in vergetelheid. In het eerst had den deze Kanunniken, gelijk de Monniken, zie Broeders genoemd. Maar reeds in 1132 heet ec Kanunnik van Mentz Dominus Richardus S. Martit CMonieusi* waarfchijnlijk omdat hij van adel was gelijk men aanmerkt, dat de Kanunniken der M tropolitaankerk te Mentz van voorname afkomst w ren die zulken, welke van lager afkomst door Pa V boek v Hoofdft. ia C. G. [aar 1073. tot 1517- 1 > I l 1 i » 1l- :n  V BOEK V Hoofd», na C. G Jaario/s. tot 1517 38a KERKELIJKE fen verkoren waren, verachtelijk behandelden, en int gedrongenen, (intrufi,) noemden. Zoo rijke ftich-. tingen, die den weg tot Bisdommen en Aartsbisdommen baanden, wekten de begeerte van den Adel opr om dezelve voor hunne zonen te verkrijgen, en tot een bekwaam beftaan voor een deel van hunne geflachten te doen dienen. Ditzelfde fchijnt ook de naam van Domheer aan te duiden, die thans in gebruik begon te komen; of van bet woord Dom , hetwelk in fommige oude Duitfche tongvallen eene regtbank of regtsgebied zal bet-eekenen, omdat bij de Kathedraal of Hoofdkerk de zetel was van des Bisfchops Regtsgebied; of het zij dat Dom eene verkorting is van Dominica , gelijk van KVftatm ons woord Kerk komt; of dat Dom is voor Domus, gelijk eene Kerk Domus Dei, Godshuis, en het huis der Domheeren Domus Episcopi ge. noemd werd; waarom de Kanunniken zich ook voor dezen meermalen onderteekend hebben de Domo. Hoe het zij , op deze wijze was alles in deze Geestelijke gezelfchappen veranderd. Zoo wel in de Domftiften, als in de daar van afhankelijke Collegiaat-Kerken , werden grootendeels geene anderen, dan die van Ridderlijken of Vorftelijken of Heerenftand waren, of zoogenoemde Ministerialen, dat is van Hofdienftenftand , tot de Prebenden aangenomen, zoo als men de voordeelige posten noemde; welke thans al door de Kanunniken zelve vergeven, en niet meer om de daar mede verbondene Geestelijke pligten, maar om het inkomen, hetwelk daar aan vast was, gezocht werden. Wanneer de leden nog eens met malkander gemeenfchappelijk aten in het zooge- noem-  GESCHIEDENIS. 3»3 ftoemde Refectorium, was het om op zulke dagen heerlijker te fmullen. Spoedig matigde zich zulk een Domkapittel bij de Kathedrale Kerken groot gezag aan, en wilde met den Bisfchop het Bisdom belturen' welk beduur zij geheel op zich namen, wanneer hetzelve ledig ftond; zij hadden inzage in de verkiezing van Bisfchoppen en Aartsbisfchoppen, en dutfden fomtijds zelfs tegen de Paufen zich verzetten, waarom de Paufen zoo wel als de Bisfchoppen hen -aarn weder tot de oorfpronkelijke inrigting zouden hebben doen wederkeeren, als het kracht.glte middel, om hen in afhankelijkheid te houden. Daar de Geestelijkheid thans veelal zoo weinig meer geleek naar het geen zij oorfpronkelijk was en behoort te zijn, leeraars namelijk en voorgangers van den Godsdienst, zal men met regt vragen, wat 'er ten dezen aanzien dan nog ware overgebleven , en wat men in deze betrekking van haar vorderde. Men vindt desaangaande in het Pausfelijk Wetboek en in vele befluiten van Kerkvergaderingen menigvuldige voorfchriften en bepalingen, doch welke vaak over- treden werden. Dus waren 'er bepalingen genoeg omtrent den ouderdom, in welken iemand tot Bisfchop of Geestelijke mogt en kon verkoren worden. Eene Kerkvergadering te Rouen in 1074 verbood, dat iemand vool zijn aofle jaar Onderdiaken, voor zijn 25de Diakef en voor zijn 30de, doch in geval van nood 25de, Priester kon worden; hetwelk door Paus urbaanI bevestigd werd in het jaar 1089, hoewel hij vergun de, dat een Onderdiaken in zijn 14de of 15de jaa benoemd werd. Evenwel moest bernhard vai Clatr \r BOER V rlOofdft. ia C. G. Jaar 1073. ;oi 1517. Verei schten inden Geestelijken ftand. Ouder- j dom bij *t annnem°n tot Gee* telijkcn. i t  V boek V Hoofdft. na C. G. Jaario/3. tot 1517. i Kennis der Gees- , lelijkheid 1 ( j I i I I I 1 j t 2 384 KERKELIJKE Clairvaux reeds in de volgende eeuw klagten dat fchoolknapen en baardelooze jongens,om hunne voorname geboorte, tot Kerkelijke waardigheden bevorderd werden; ja, gelijk wij reeds in de Gefchiedenis der Paufen gezien hebben, hij verweet aan eugenius III zelven, dat een van deszelfs Legaten fchoone jongens op die wijze verzorgd had. In Engeland was het gewoon, dat knapen beneden de 10 jaren Priesterambten kregen, die intusfchen door Leeken werden waargenomen, waar tegen alexander III in het jaar 1169 een verbod gaf. In Frankryk fchreef een Abt aan Koning lodewyk den Jongen, die aan zijn kleinzoontje van zeven jaren eene Prebende bij de Domkerk te Cbalons gegeven had, dat de Kanunniken zich iaar over niet bezwaren konden, alzoo zij wel wis:en, dat in alle Franfche Kerken zelfs aan nog jonger (napen Prebenden toegewezen werden. De kennis, in de Geestelijkheid vereischt, voldeed Selijk wij reeds in het voorgaand Tijdperk gezien heb! >en, wanneer zij flechts de Liturgie of Kerkendienst :enigzins knap konden verrigten. De Bisfchoppen, n 1260 te Keulen vergaderd, verklaarden (*), dat zij 'an alle Geestelijken geene uitftekende wetenfchap be;eerden; het was genoeg, als zij lezen en voor den ïodsdienst bruikbaar zingen konden; maar konden ij dit één en ander in het Koor niet zelve verrigten; an mogten zij zulks door een ander bekwaam perfoon iten doen. Maar de Kerkvergadering te Exeter of ïxcester in 1287 gaf den Aartsdiakenen inlast, om ij de Parochiepriesters onderzoek te doen, of zij de : geboden hadden en kenden; of zij die aan hunne O af. hard. T. VII./>. 519. C. 3. toe.  GESCHIEDENIS. 385 toehoorders verklaarden en infcherpten; verders, of zij de zeven doodzonden wisten, en hunne Gemeente voor dezelve waarfchuwden; ook moesten zij de \ zeven Kerkelijke Sacramenten weten , en hoe elk 1 derzelve bediend moest worden; eindelijk moesten de Aartsdiakenen toezien, of de Parochiepriesters van de Artikelen des Christelijken Geloofs ten minnen een eenvoudig verfland hadden, zoo als dezelve in den Pfalm : Quicunque vult, (waarfchijnlijk een misdag van deze vergadering, in plaats van in de zoogenoemde Geloofsbelijdenis van athanasius , welke met deze woorden begint : Quicunque vult falvus fieri,) en in de beide Geloofsbelijdenisfen, (waarfchijnlijk de Apostolifche en Niceenfche,) begrepen waren enz. Elk Priester zou eindelijk een uittrekfel der befluiten dezer vergadering bezitten en volgen in het waarnemen van zijn ambt. Dit uittrekfel (*) bevatte een voorfchrift, waar naar voornamelijk Biechtvaders zich rigten moesten. Zij moes ten hunne Biechtkinders naar de X geboden onder zoeken, of zij tegen een of meer derzelven gezon digd hadden. Bij voorbeeld ten aanzien van he tweede (derde) gebod moesten de eenvoudigen flecht; geleerd worden, dat zij, om in hun geloof niet t wankelen, maar gelooven moesten, wat de Kerk ge looft. Bij het vierde (vijfde ) prent het eerbied i: voor de geestelijke Vaders. Het legt den Prieste eene lijst voor van zonden, over welke alleen va den Paus aflaat kon gegeven worden; het onderri^ hem (*) Summula , feu modus exigendi confesfmnes, poen tentiasque exigendi ap. hard. /. c. p. 1124-1129. XVII. Deel. Bb V boek V ïoofdft. ia C. G. [aan 073. :ot 1517* t l r 11 t  V BOEK V Hoofdft na C. G Jaar 1073 tot 1517 Priesters fine titulo 1 1 < 385 KERKELIJKE hem, dat 'er drieërlei foorten van zonden zijn • des geestes, des vleefches, en middelbare; het 'toont hem, welke boetdoening voor elk foort moet opge• legd worden; het fchrijft hem de geloofsartikelen 'voor, welke hij den Boetelingen leeren moet; (en deze beftaan eigenlijk in de leere van de Drieëenheid, en van de zeven Sacramenten;) het prent hem eindelijk in, dat elk Leek de Apostolifche Geloofsbelijdenis, het Vaderons, en het Ave Maria kennen; ten minfte driemaal in het jaar biechten, ja, zoo dikwijls hij in eene zonde gevallen is, tot den Priester komen moet, om van denzelven onderrigt, en als boeteling geabfolveerd te worden. Meermalen werd in deze eeuwen verboden, dat geen Priester of Diaken zonder eene zekere vaste Kerk, (fine titulo,) welke hem tot zijne ambtsbediening en tot zijn onderhoud werd toegewezen, gewijd mogt worden; eene wet, welke men reeds in de vijfde eeuw noodig geoordeeld had, maar welke men nooit menigvuldiger dan thans, fchijnt overtreden te hebben. Velen namelijk verlangden in den Geestelijken Stand aangenomen te worden, die thans de geëerdfte en aanzienlijkfte was, welks pligten gemakkelijk waren waar te nemen, en die vele voorregten en vrijdommen van burgeriasten bezorgde* ook behoefde zulk een Priester, die geene Kerk had, niet bekommerd te zijn , om zijn brood te hebben, alzoo 'er reeds zoo veel Misfen te lezen waren, dat hij daar rijkelijk zijn beftaan mede verïienen kon; ook werden zij gebruikt tot Schrijvers, ot Kanfelaristen, tot Geleerden, in deze tijden van mwetendheid, in welken flechts weinige lieden le- zen  GESCHIEDENIS. 3&7 zen en nog minder fchrijven konden; van daar is het ook, dat nog heden de naam Klerken, (Clerici,) in gebruik is voor Kantoorfchrijvers enz. ] Een ander misbruik, hetwelk plaats had, was de ■ zoogenoemde Pluralitas Beneficiorum, dat is, &\ vereeniging van verfcheidene Kerkelijke ambten en Prebenden in een perfoon, waar tegen Paus alexander III in het jaar 1179 een verbod uitgaf, klagende, dat fommigen niet alleen twee of drie, maar zelfs zes en meer Parochiekerken hadden weten te verkrijgen. Op gelijke wijze verbood innocentius III in het jaar 1215 in de IVde Later aanfche Kerkvergadering deze vermenigvuldiging van ambten , echter met voorbehouding, dat de Apostolifche Stoel uitmuntende en geleerde mannen van dit verbod zou mogen ontheffen. Het woord beneficium van Kerkelijke ambten gebruikt, geeft te kennen, dat men dezelve als Kerkelijke leenen aanmerkte, van welke men 'er liever verfcheidene in éénen Geestelijken vereenigd zag, dan dat men ze ooit in handen van Leeken zou laten komen. Hoe zeer, gelijk wij gezien hebben, in de beide laatfte eeuwen pogingen in het werk gefield werden, om eene Hervorming daar te Hellen, in het hoofd en de leden, bleef de toeftand der Geestelijkheid niet alleen dezelfde, maar fcheen zelfs te verergeren. De ongehuwde ftaat der Geestelijken gaf fteeds aanleiding tot vele buitenfporigheden derzelven , zelfs vindt men, dat de Bisfchoppen , vooi geld, openlijk hoeren en bijzitten duldden en toelieten, welke daarom met een gemeen fpotwoord zielenkoeljen , ( vaccce animales,) genoemd »er B b 2 deri V BOEK V •Ioofdft» ia C. G. aario73. ot 1517. Vereeniging van verfcheidene Kerkelijkeambteneil Prebenden in eeU perfoon. Toefland der Gees* lelijkheid indeXlV en XVde eeuw.  V boek V Hoofdft. na C. G Jaano73 tot 1517 388 • KERKELIJKE den (*). De Schrijver, die dit verhaalt, zegt op eene andere plaats (f) , dat de Leeken zoo overtuigd waren, dat de Geestelijken hunne gelofte van kuischheid niet konden houden, dat zij in de meeste Parochiën geene Priesters wilden hebben, die geene bijzitten hielden, opdat zij ten minfte op deze wijze de eere van hunne vrouwen en dochters beveiligen mogten. In het werk van den bekenden Wijsgeer henr. corn. agrippa, de incertitudine et vanitate fcientiarum Cap. 64. van de uitgave des jaars 1536 zal gelezen worden: dat zeker Bisfchop van 11,000 Priesters van zijn Kerspel jaarlijks voor de bovengemelde vergunning even zoo veel Goudguldens zal getrokken hebben. Dit ftaat nu wel niet in andere volgende drukken, maar hetgeen men daar leest, komt toch genoegzaam op hetzelfde uit, alwaar agrippa zegt: De Bisfchoppen lieten door hunne Officiakn de jaarlijkfche fchatting der Priesteren voor het verlof, om Bijzitten te houden, zoo openlijk invorderen, dat dit zelfs bij het gemeene volkje een fpreekwoord geworden was: „ hij mag 'er eene hebben of niet, hij moet evenwel zijn goudgulden betalen; dan mag hij 'er eene houden, als hij wil." Zoo haalt de Kerkvergadering te Compieg. nem het jaar 1304 aan ($), dat vele wereldlijke ambtenaren, zoo wel van ongehuwde, als van gehuwde Geestelijken; doch die maar eens, en met eene (*) Clemangis de Corrupto Ecclc/ia Statu Cap. 15.' pag. 5. in .Cpp. (t) De Prtfficlibus Simoniacis p. 165. (§) ap. hard. T. VII. C. 2. p. 1275.  GESCHIEDENIS. 389 eene maagd getrouwd waren, onder voorwendfel, dat zij neering deden, eene belasting wilden vorderen. Over het geheel waren het flechts geringere Kerkelijke bedieningen , (ordines minores,) bij welke men ze duldde. Echter verloren zij alle voordeden van hunnen ftand, wanneer zij onvoegzame neeringen of handteeringen deden; b. v. wanneer zij vleeschhouwers, (carnifices feu macellarii,) of marskramers waren, zoo als klemens V in de Kerkvergadering te Vienne in het jaar 131 i verordende. Voorts werden in menigvuldige Kerkvergaderingen ftraffen bepaald tegen Geestelijken, die bijzitten, onder den naam van keukenmeiden of dienstmeisjes, ( concubina, focarice ,) hielden. De buitenfporigheden der Geestelijken in dit opzigt, en de oorzaak van dezelve, het verbod des huwelijks, moesten natuurlijk meer kundige mannen in het oog loopen, en in der daad vindt men 'er ook, die zich in hunne fchriften daaromtrent min of meer duidelijk verklaarden. Men zal zich uit het voorgaande het gezegde herinneren van den fchranderen /eneas sylvius , naderhand Paus pius II, dat 'er gewigtige gronden geweest waren, waarom men den Geestelijken het huwelijk verboden had, maar dat 'er nog gewigtiger waren , waarom mer het hun behoorde toe te laten. In een gefchrift. hetwelk men niet onwaarfchijnlijk aan den Kardinaa zabarella toekent, (Capita agendorum in Conc, Conftant. de Reformatione,) wordt onder anderei aangeraden, tegen de Geestelijken, die bijzitten hou den, krachtdadige fchikkingen te beramen; anders voegt de Schrijver 'er bij, zou het beter zijn, hu: Bb 3 h< V boek V Hoofdft. ia C. G. [aar 1073. :ot 1517. . 1 > I t  V BOEK V Hoofdft naC. C Jaario7j tot *5iji 1 1 39» KERKELIJKE het huwelijk te veroorloven. Een ander vermaard Schrijver van dien tijd, nicolaus tudischi, Bisfchop van Palermo, gemeenlijk Panormitanus ge• noemd, fielt de vraag voor: of de Kerk nog heaen j wel zou kunnen verordenen, dat een Geestelijke trouwen mogt; zoo als zulks bij de Grieken geoorloofd is? en hij antwoordt: „ Allezins heeft zij niet ah leen deze magt; maar het is ook voor het heil der zielen nuttig, vast te (tellen, dat die genen, die de gave der onthouding hebben, en zich een hooger verdienste willen verwerven, aan hunne neiging worden overgelaten ; maar dat andersgezinden in het huwelijk mogen treden, dewijl de ondervinding leert, dat zij thans niet geestelijk leven noch rein zijn; maar zich door ontucht zwaarder bezondigen; daar zij integendeel bij hunne eigene vrouwen kuisch zouden Zijn." Op gelijke wijze drukt zich de geleerde polydorus vergilius uit s „ Veraf, dat deze gedwongene kuischheid de echtelijke zou overtroffen hebben; zoo heeft veel meer geene ondeugd den Geestelijken ftand meer fchande, den Codsdienst meer nadeel, en allen welgezinden menfchen meer fmart gebaard, dan de onkuischheid der Priesteren. Het zou dus misfchien voor de Christelijke Kerk en voor dezen ftand dienftig zijn, dat men aan de Priesters het regt van een openbaar huwelijk weder gaf." Zeldzaam is het en een blijk van de kracht des vooroordeels, dat een man als joan gerson, die in zij, ie fchriften meermalen erkent, hoe ergerlijk de ontuischheid van vele Geestelijken was, desniettemin 'Z. " int O Pe rerum in vinterihus L. 8. C. 4.  GESCHIEDENIS. 'i0 in het jaar 1423 den ongehuwden ftaat der Geestelijken verdedigde in een opzettelijk daar toe ingerfet gefchrift: Dialogus Sophi* et Naturx fuper coe- , Mat», five castitate Ecclefiasticorum, of zamenfpraak 1 tusfchen de wijsheid en de natuur over den onge-; huwden ftaat, of de kuischheid der Geestelijken; m hetwelk de natuur ten ernftigften op hare regten aandringt, en levendige tegenwerpingen maakt tegen de gewaande kuischheid der C eestelijken , maar zich eindelijk van de wijsheid moet laten overtuigen, dat zij ongelijk heeft. Daar de meeste Bisfchoppen, van den opperften afgerekend, hunne ware beftemming, dat zij Leeraars van den Godsdienst behoorden te zijn, met kenden, of begeerden te kennen, is het niet vreemd, dat ook de mindere Geestelijkheid ten dezen tijde ui een diep verval geraakt was. Algemeen klaagt men, dat de Priesters grootendeels onkundig, lui, weelderig énkel bezitters van dikwijls gekochte en zoc oppervlakkig mogelijk waargenomene posten waren: hoewel men niet zoo openhartig beleed, dat hunn verhevene Opzieners zelden betere bekwaamheden to het Leeraarambt bezaten; die enkel in rang, mag en inkomften boven hen uitftaken, en van hen, al Leeraars van den Godsdienst , ongemeen weim eischten 'Er waren wel aan alle zijden prijswaa. dige uitzonderingen; dus ontbrak het ook met aa Bisfchoppen, die bekwame Priesters in hunne Ken pels hebben wilden; aan Metropolitanen, die-va de aan hun ondergefchikte Bisfchoppen meer kenn en ijveriger werkzaamheid dan gewonelijk verlangde: J ' Bb 4 pve V BOEK IV loofdft. ia C. G. aano73. ot 15»7- t t s T n n is 1. 1-  V BOEK V Hoofdft. na C. G Jaarlo73. tot 1517. 392 KERKELIJKE Evenwel mag men zelfs in zulke gevallen niet verwachten, dat 'er op eigenlijke theologifche geleerdheid , of enkel op voorname godsdienstkundigheden gedrongen werd. joannes , Aartsbisfchop van Sens, hield in het jaar 1429 eene Kerkvergadering te Parys, met het bijzonder oogmerk, om zijne Geestelijkheid te hervormen. In het achtfte befluit van dezelve (*), zegt hij, alzoo het beter zij, weinige en goede, dan vele onnutte Priesters te hebben , zoo zou het, op ftrafre van eene uitfluiting voor drie maanden van den Godsdienst, aan alle Bisfchoppen verboden zijn , iemand daar toe. aan te nemen, die niet behalve betamelijke zeden de Epistelen en Euangelien benevens de overige voorfchriften van den Godsdienst heel knap kon lezen en verf aan. Doch als een Bisfchop, wordt 'er bijgevoegd, niet zelf bij hun onderzoek zou kunnen tegenwoordig zijn, zou hij het aan godzalige en geleerde mannen opdragen, om hen in zeden, kennis en ouderdom te onderzoeken'. Dewijl verders de Bisfchoppen, wordt 'er in den X Canon van deze Sijnode gezegd , een groot deel behoorden te nemen aan de zorg voor de kudde des Heeren; dewijl zij, volgens den Profeet, fchuldig zijn, het aangezigt hunner fchapen te kennen, en hun het geestelijk voeder toe te reiken; maar dewijl zij niet in Haat waren dit zonder den raad van verfiandige en geleerde mannen te doen, zou ieder Bisfchop ééu of twee geleerde Theologanten of andere geleerde mannen bij zich hebben, die dit en andere van zijne (*) ap. hakd. T. VIII. p. 1242.  GESCHIEDENIS. 393 ne ambtspligten in zijne plaats verrigten konden. Inderdaad men kon van de Parochiepriesters niet veel begeeren, alzoo geheele gezelfchappen van Ka- , nunniken fomtijds niet eens fchrijven konden; zooi als het Kollegiaal Stift te Zurich in het jaar 1335,; toen het eenen Priester verkoren had , waar van het aan den Bisfchop van Konftans fchriftelijk door eenen Notaris kennis gaf, van zichzelve bekennen moest: quia ftnguli in Capitulo fcribere nefcimus. Het was dus genoeg, dat een Pausfelijke Legaat in het jaar 132a op eene Sijnode te Valladolid de verordening gaf, dat in het vervolg niemand de inwijding ontvangen zou, die zich niet eenigzins geleerd kon uitdrukken, (nip. faltem litteraliter fciat loqui.) (*) Dit herhaalde de Sijnode te Toledo in het jaar 1339; doch de Legaat had toegegeven, dat men in zekere gevallen daar van ontflagen kon worden (f). Nog in het jaar 1473 moest deze verordening insgelijks op eene Sijnode te Toledo vernieuw worden, met deze uitdrukking, dat ieder, die ingewijd zou worden, vaardigheid in het Latijn zou bezitten. (Nift fciat latinaliter loqui.) (§) Onder de zoo taltijke Sijnodale wetten van deze eeuwen, waar in over zeden, kleeding, pligten, regten, Kerkedienften, en dergelijke ambtsverrigtingen der Geestelijkheid, alles op het ftiptlte bepaald werd, komt echter niets vooi dan misfchien in het voorbijgaan , met een paai woorden , van de noodzakelijke godsdienstkennis ol ge' (*) ap. hard. T. VII. C. 9. p. H69- (t) »• P- 1637. (5) a. T. IX. C. 3. P- 1594- V boek V loofdil. aC. G. aan 073. ot 1517.  V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaario;3. tot 1517. 394 KERK EL IJ KE geleerdheid derzelven. Men ziet fteeds , dat een eerbaar gedrag, eene ftipte waarneming der Kerkplegtigheden, eene zorgvuldige handhaving van het Priesterlijk gezag in den Biechtftoel, waakzaamheid tegen ketterijen, onafgebrokene opmerkzaamheid op de bewaring van alle voorregten en inkomften van hunnen ftand, en dergelijke verrigtingen meer,den waardigen Priester uitgemaakt hebben. Daarom was ook zijne buitendien heel kleine Boekerij alleen op zulke onderwerpen gerigt. Op eene Kerkvergadering te Bazel in het jaar 1503 werden aan de Parochiepriesters, (Curati,) de volgende Boeken aangeprezen, met welken zij bekend en gemeenzaam behoorden te zijn: Tractatus Sacerdotalh , hetwelk begon : Medlce, nosce te ipfum; Manipulus Curatorum; Manuale Curatorum; Opuscula Jo. Gerfon, voornamelijk zijn Tripartitum, en de arte audiendi Confesjiones; Confesfionale Antonini; Confesfionale Bartholo~ mai de Chaymis; fumma virtutum et vitiorum Lugdunenfium; fumma Angelica vel Baptistiana; Compendium theologica veritatis Thomce de Argentina; Expofitio Canonis Gabrielis; Refolutorium dubiorum Mis fa Johannis de Lapide; Praceptorium Joannis Neder. — Van de klagten over het zeer diep verval der Geestelijkheid en menigvuldige ingeflopene misbruiken in de Kerk, welke, in deze eeuwen, door vele betergezinde en meer verlichte lieden alomme werden aangeheven, hebben de Proteftanten reeds in het begin der Hervorming een gepast gebruik gemaakt, en hen als getuigen der waarheid, ook in de donkerfte tijden ,  GESCHIEDENIS. 395 den, aangemerkt. Reeds de eerfte verzameling van zulke getuigenisfen, uit welke de noodzakelijkheid eener Hervorming, met regt, werd afgeleid, deed groote uitwerking. Zij was van matthias flac- i cus en door hem het eerst in het jaar 1550 te Bazel in Octavo uitgegeven, onder den titel: Catalogus Testium Veritatis, qui ante nostram atatem Pontifici Romano ejusque erroribus reclamarunt. — Eene tweede Verzameling van deze natuur is de Fasciculus rerum expetendarum et fugiendarum , welke een Engelsch Predikant ed. brown te Londen in het jaar 1690 in twee deelen in klein Folio uitgegeven heeft. Eigenlijk had ortuinus gratius , Leeraar der Godgeleerdheid te Keulen, reeds in het jaar 1535 het eerfte Deel derzeive, onder dezen titel , in een deel in Folio, laten drukken, om de toen aanftaande Kerkvergadering aan te wijzen , waar op zij bijzonder hare aandacht te vestigen had. Daar in (tonden de Gefchiedenis der Bazelfche Kerkvergadering door ;eneas sylvius ; het gefchrift van valla tegen de fchenking van konstantyn , en vele andere, zoodat men hier uit ziet, dat deze uitgever ortuinus gratius zoo geheel de verachtelijke man niet geweest is, daar men hem volgens de Epistolce obfcurorum virorum voor houden zou. Ik eindig dit Hoofdjluk en tevens dit Deel met de woorden van den eerlijken windeck , Gefchiedfchrijver uit de XVde eeuw, in zijne Levensgefchiedenis van Keizer sigismund of siegmund : „ Al„ fo ftund es in die Christenhaid mit der Pfaffhait: j[ wo man pofes, (iet boos,) horte oder krig wer, „ und V BOEK • V Hoofdft. ia C. G. [aano73. :ot 1517. Befluïc van dit Deel. ,  V BOEK V • Hoofdft. naC. G. Jaario73. tot I5I7- 396 KERKELIJKE GESCHIEDENIS. „ und man fragte: wer tut das? zo hiesf es, der, Bifchof, der Probst, der herrliche Dechan, der „ Pfaff, enz. und waren die Laien von den Gaist„ lichen fo fere uberladen, das et nit wijnder were „ gewefen, hett es Gott nit felber verfehen, das „ die Husfen und die Ketzer etwas vil grosfer und „ vast fterker gewefen, wen fulches unpilliches zu „ vaste vil auf ertrich al umb und umb was." Einde van het Zeventiende Deel.    GESCHIEDENIS. 71 dewïk. genoodzaakt was, van al'e aanfpraak op dit Rijk affland te doen, en naar Provence te keeren. Gedurende dezen oórldg ftferf klemens VÖ te , Avigr.on den ïödcn September 1394. Men PrÜst | hem wegens zijne fchranderheid , befcheidenheid , • vcrzoeiMlijkheid en milddadigheid, doch erkent tefö») dat 1)5 in «liie bedrijven zeer langzaam en falfrwlfc dat h'j uit infcliikkelijkheid je¬ gens de Vorsten , wier ondertteuning hij noodig had, fotnttfds ongefchikte lieden tot Bisdommen bevorderd toebbe. Nicttegcnrtaaitdc zijn bovengemeld aanbod, om de uitfpraak over zijn regt tot het Pausfchap aan eene Kerkvergadering over te laten , ziet men echter niet, dat hij daar toe immer ernftige maatregelen te werk heeft gefield. Het ontbrak niet aan voorgeflagene middelen, om een einde van de fcheuving te maken, maar de Kardinaal petrus dk luna, zijn voornaamfle Raadgever, wist dezelve alle te leur te Hellen. Inzonderheid was de Univerfireit te Parys ijverig werkzaam, ten dezen einde. Zij liet dooi eenigen harer leden in het jaar 1394 aan den Koning drie middelen voorflaan, een Compromis , ( Compromisfio,) of overeenkomst tusfehen de beide Patlféh , •m hun regt aan de uitfpraak van goede manner over te laten; of den affland van de beide Paufen; (Cesfio;') of eene algemee ie Kerkvergadering, (De~ terminatio feu Decifto.') Dit voordel werd aan Ko ning karel VI den laatften Junij 1394 .in eenei Stief der Uïriveifneit voorgedragen, waar op zi E 4 e«s V 1 BOER IV ïoofdfl. ia C, G. aan 07 3. ot 1517. Pogingen om de fcheuring te doen eindigen. t ? \  V BOEK V Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517- Einde van het Zeventiende Deel. 396 KERKELIJKE GESCHIEDENIS. „ und man fragte: wer tut das? zo hiesf es, der, ,, Bifchof, der Probst, der herrliche Dechan, der „ Pfaff, enz. und waren die Laien von den Gaist„ üchen fo fere uberladen, das et nit wijnder were „ gewefeii, hett es Gott nit felber verfehen, das „ die Husfen und die Ketzer etwas vil grosfer und „ vast fterker gewefen, wen fulches unpilliches zu „ vaste vil auf ertrich al umb und umb was."      ALGEMEE NE KERKELIJKE GESCHIEDENIS, DER. CHRISTENEN.   ALGEMEENE KERKELIJKE GESCHIEDENIS, DER CHRISTENEN, DOOR IJSBRAND van HAMELSVELD. ZEVENTIENDE DEEL. MET PLAATEN. TE HAARLEM BIJ FRANCOIS BOHN, MDCCCVIII.   INHOUD van het ZEVENTIENDE DEEL. VIJFDE BOEK. Bevattende het vijfde tijdperk; van den tijd der kruistogten , of het Pausfchap van gregorius VII, in de elfde eeuw, tot de Kerkhervorming in het begin der zestiende eeuw. vierde hoofdstuk. Gefchiedenis der Roomfche Pausfen in dit Tijdvak Bladz. x. vijfde hoofdstuk. Kerkelijk en Pausfelijk regt; regten der Vorften in Kerkelijke zaken. Toeftand der Geestelijkheid. .... — 324. KER-   KERKELIJKE GESCHIEDENIS. VIJFDE BOEK. nevattende het vijfde tydperk '■, van den tijd der kruistogten, of het pausschap van gregorius VII, in de elfde eeuw, tot de kerkhervorming in het begin der zestiende eeuw. ■ VERVOLG VAN HET VIERDE HOOFDSTUK. Gefchiedenis der Roomfche Pausfen in dit Tijdvak. Toeftand der Geestelijkheid. N. het overlijden van Paus joannes XXH, verkoren de Kardinalen te Avignon tot deszelfs opvolger den Kardinaal van comminges , Bisfchop van Porto, doch onder voorwaarde, dat hij niet naar Rome terug zou keeren; toen deze dit weigerde te beloven, verkoren zij den geringften onder hen, den Kardinaal jakob fourmer , dien men den Witten Kardinaal noemde, omdat hij een Coelestiner-Aht geweest was, en de kleeding dezer Orde droeg. Hij werd den aoften December 1334 verkoXVII. Deel. A ren V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. Gefchiedenis der Paufen. BENEDIO TUSXII.  2 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaarlo73 tot 1517 .r.-oncs ren en nam den naam aan van benedictus XII. Of liet nederigheid ware, dan wel eigen gevoel van zijne onbekwaamheid, hoe het zij, hij zeide bij zijne verkiezing tot de Kardinalen : Gijlieden helt eenen Ezel verkoren! In de eerfte dagen reeds zijner regering gebood hij alle Prelaten en Geestelijken het Hof te verlaten en zich naar de plaatfen te begeven, waar zij hunne ambten hadden. Hij herriep alle Commendte of de inkomften van Geestelijke bedieningen, welke niet werden waargenomen, alleen die uitgezonderd, welke in handen van Kardinalen waren. Ook weigerde hij toezeggingen te geven op Prebenden, die nog niet opengevallen waren; en wilde geene Kerkelijke ambten meer fchenken aan zulken , die 'er reeds één met genoegzame inkomften bezaten. Simonie duldde hij volftrekt niet, en zijne Hovelingen moesten zweeren , dat zij geene gefchenken zouden aannemen. Allen, die tot Geestelijke bedieningen bevorderd werden, moesten vooraf door een bekwaam man een onderzoek ondergaan ; aan jongens, die nog geen 14 jaren oud waren , gaf hij geene Kanunniksplaatfen, maar des te liever deelde hij Geestelijke ambten uit aan geleerde mannen, al waren zij niet aan zijn Hof. De Koning van Frankryk begeerde de fchatten van zijnen voorzaat tot het ondernemen van eenen kruistogt, maar benedictus floeg hem zijne begeerte af, voordat die togt werkelijk zou ondernomen zijn. Als deze Koning vervolgens in perfoon te Avignon kwam, zeide de Paus tegen hem: Indien hij twee zielen had, wilde hij gaarn eene daar van ten zijne bes-  GESCHIEDENIS. 3 besten opofferen; doch dewijl hij 'er nu maar ééne had, wilde hij die, zoo veel mogelijk, behouden. Bijzonder weigerde hij ook aan dezen Vorst de j Tienden , welke hem tot den kruistogt toegezegd wa-t ren, omdat hij dezelve tot den oorlog met Enge- ] land belleden wilde (*). Eén van de oude Levensbefchrijvers van benedictus XII verhaalt, dat hij al vroeg voornemens was, om naar Italië' te keeren en te Bologna zijn Hof te vestigen, maar dat de inwoners dier ftad en der meeste Italiaanfche fteden tegen de Roomfchc Kerk oproerig waren, waarom hij befloot te Avignon te blijven; anderen willen, en misfchien met ruim zoo veel grond, dat de invloed des Konings van Frankryk hem in de uitvoering van dit voornemen belet hebbe. Schoon de oude Schrijvers niet allen regt uitkomen , is toch zoo veel zeker, dat deze Paus omtrent Keizer lodewyk ook een geheel ander gedrag hield, dan zijn voorzaat; hij deed namelijk pogingen , om met denzelven eene verzoening daar te ftellen, ten welken einde hij zich onder anderen aan den Hertog van Oostenryk wendde, maar volgens den Chroniekfchrijver albert van Straatsburg (f) werd hij door de flxeken der Koningen van Frankryk en Napels verhinderd, om zijn oogmerk ten uitvoer te brengen, waar bij zich ook de Koning van Bohemen en Hertog hendrik vanBeye- ren (*) Vitte Benedict! XII. ap. baluz. Tom. li Fltt. Tap. Aven. pag. 198. fqq. (t) Chron. ad h. a. A a V boek IV loofdlt. a C. G. aar 1073. ot 1517. Zijn gedrag omtrent Keizer LODBjwyk.  V BOER IV Hoofdft. naC. G. Jaar 1073. cot 1517 i 4 KERKELIJKE ren voegden; terwijl de Franfche Kardinalen den Paus voorhielden, dat het niet raadzaam ware, om voor eenen Vorst, die van allen verlaten was, deze magtige Vorsten te mishagen. Uit geheime Brieven van dezen Paus blijkt, dat de Koning van Frankryk filips bij hem aangehouden hebbe, om geene verzoening te treffen, voordat ten minften derzelver voorwaarden hem vertoond en van hem goedgekeurd waren, waar in benedictus bewilligde, hoewel hij den Koning tevens verzekerde, dat deze voorwaarden zoo zwaar waren , dat men twijfelen kon, of lodewyk ze wel zou aannemen. Voorts hield hij de verzoening van dezen Vorst met de Kerk voor hoogst gewigtig, dewijl daar door zoo vele zielen konden gewonnen worden, welke, zoo lang zij onder den ban en het verbod van Godsdienst lagen, aan de gulzigheid des Duivels , ( diaboliek voracitati , ) waren blootgefteld. De gemelde voorwaarden (*) behelsden ook in der. daad niet minder dan dat lodewyk zich volkomen aan den Paus en de Kerk zou onderwerpen; evenwel, hoe fchandelijk dezelve waren, nam lodewyk ze echter aan in eenen langen Brief aan den Paus, gedagteekend in Maart 1336 te Ulm. Met dit al kwam de verzoening niet tot Mand , door toedoen der Koningen filips en robert. lodewyk wreekte zich echter ten dezen tijde aan zijnen gevaarlijken vijand, den Koning van Bohemen, wien hij (*) Men vindt ze bij Nic. burgund. Hist. Bavar. L. III. pag. 144,  GESCHIEDENIS. 5 hij de erfopvolging in Karinthïè en Karn'tole ontzeide, en die aan het Huis van Oostenryk toewees. Hier uit ontftond een oorlog met den Koning van Bohemen, welken de Keizer met een goed geluk voerde. Bij deze gelegenheid zal de Paus tegen de Kardinalen gezegd hebben : „ Men wendt voor, dat deze Vorst van allen verlaten is; maar wie heeft tot heden toe zijne plaats vervangen ? " De Keizer, de hoop op verzoening nog niet opgevende, zond in het jaar 1336 nogmaal een Gezantfchap aan den Paus naar Avignon, verklarende zich gereed, om den Keizerlijken Titel af te leggen, den Paus in eigenen perfoon om aflaat en herftelling in zijnen vorigen ftand, bijzonder als Roomsen Koning, te willen verzoeken ; dat hij marsilius, occam, en alle anderen, welke de Kerk als Ketters veroordeeld had, als zij zich niet bekeerden, vervolgen, en ter genoegdoening voor zijne misflagen eenen kruistogt naar het Heilige Land ondernemen, en naar 'sPaufen bevel ook andere goede werken ondernemen wilde. De Keizer deed nog een* anderen ftap tot dit groote oogmerk, door den Koning van Frankryk een vergelijk over alle hunne verfchillen en een verbond voor te flaan; maar deze, voorwendende, den Paus eerst te moeten raadplegen, kreeg van dezen tot befcheid, dat lodewyk eerst weder in de gemeenfehap der Kerk herfteld moest zijn, eer men met hem een verbond mogt aangaan, dus kwarr hier van, gelijk ook van de poging tot verzoening, niets, doordien de Franschgezinde Kardinalen d< A 3 over V BOEK IV Hoofdft. aa C. G. Jaar 1073. tot 1517-  V boek IV Hoofdft. na C. G Jaario73 tot 1517, Ongelukkige toeftand van Duitschland. 6 KERKELIJKE overhand bij den Paus kregen, die nu voorwendde, dat hem dit niet van menfchen maar van den Heil. Geest was ingegeven, dat hij tot geene verzoening met lodewyk moest komen. In het jaar 1337 floot lodewyk een verbond met Engeland tegen Frankryk, en maakte tevens een ontwerp, om met een fterk leger naar Avignon te trekken, en den Paus te noodzaken, om hem van den ban te ontflaan. Maar het één en ander had geenen voortgang; omdat hij in Duitschland zelve de handen vol werks had. ,, Het was," zegt een oud Schrijver (*), ,, een tijd van ellende en ëen dag van ramp. Allen, die den Paus gehoorzaamden, en het verbod van Godsdienst in acht nemen wilden, leden van den Keizer en zijne aanhangers de hardfte vervolging; zij waren nergens hun leveo en eigendom zeker; men verjoeg hen uit alle fteden; de zieken moesten hunne huizen, en de Priesters hunne Kerken verlaten; alleen in eenige Kloosters, verre van de menfchen verwijderd, genoot men eenen half zekeren vrede; waarom velen van beiderlei Manden met hunne goederen dervvaards vlugtten. Maar die genen, die lodewyks zijde hielden, en gevolgelijk de Pausfelijke ftraffen verachtten, die het grootfte getal uitmaakten, werden van den Paus met ijsfelijke banvloeken overladen, en openlijk voor Ketters, Scheurmakers, geëxcommuniceerden, van God vervloekt, en met de Duivelen irerdoemd verklaard." Thans (*) tritthem. Chron. Hirfaug. ad a. 1337.  GESCHIEDENIS. 7 Thans waagden de Duitfche Bisfchoppen nog eene proeve, om den Keizer met den Paus te verzoenen. De Aartsbisfchop van Mentz hield in het jaar 1338 eene vergadering der voornaamfte Bisfchoppen van zijn Kerspel te Spiers, alwaar de Keizer zich insgelijks liet vinden, op welke befloten werd een Gezantfchap met eenen Brief aan den Paus te zenden, om hem te verzoeken den Keizer in zoen op te nemen, van wien zij verklaarden, dat hij bereid was, zich in alles wat billijk en betamelijk was te onderwerpen. Op dezen Brief kwam van Avignon geheel geen antwoord, omdat de Aartsbisfchop van Mentz zelve in den Pausfelijken ban gevallen was. Maat de Paus fchreef aan den Aartsbisfchop van Keulen, en fchoof de fchuld op lodewyk, die zijne Gezanten van Avignon teruggeroepen had, en die vooi alle dingen zijne toerustingen tegen Frankryk behoorde te ftaken, welks Koningen de Paus te minder verlaten kon, omdat deze de Roomfche Kerb nooit verlaten hadden. Zoo fprak benedictus ter minden openlijk, maar met tranen zal hij, volgen! een' ander Schrijver, den Gezanten der Kerkverga dering in het oor geluisterd hebben, dat hij lode wyk niet ongenegen was, maar dat de Koning vai Frankryk hem gefchreven had, als hij den Beijer Vorst zonder zijne bewilliging van den ban ont hief, zou hij den Paus nog erger behandelen, dai bonifacius VIII van zijne Voorvaders behandeli was. Eindelijk fchenen de Duitfche Rijksvorsten h£ gedrag van den Paus tegen den Keizer moede 1 A 4 zijt V BOEK IV ioot'drt. ia C. G. [aar 1073. :ot 1517. 1 1 1 l t Verbond e der Duit fche 1.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaario73 tot 1517 Rijksvorstentegen dei Paus. 8 KERKELIJKE zijn. Op den Rijksdag te Frankfort aan den Main in het jaar 1338, beklaagde de Keizer zich met tranen in de oogen , over 's Paufen behandeling en • over den Koning van Frankryk, en ten blijke van 'zijne regtzinnigheid in het geloof, het Onze Vader, het Ave Maria, en het Credo gebeden hebbende, gelijk eene oude Chroniek verhaalt, vraagde hij de Rijksftenden, wat hij nog meer doen kon, om zich met den Paus te verzoenen, en wat zij van 'sPaufen behandeling en het Interdict of verbod van Godsdienst dachten, onder hetwelk het Rijk nu zoo vele jaren tot fchade der zielen gelegen had? De Stenden, geraadpleegd hebbende met de bekwaamde Regtsgeleerden des Keizers, (Legistok de Pausfeliike Bul van abfolutie aan , met wel:e aan den Bisfchnp van Bamberg deze volmagt ;egeven werd: dat hij die genen van de verdiende haffen zou ontheffen, die hunne misdaad belijden n zweeren zouden, dat zij voortaan bij het Kathojk geloof blijven , den Apostolifchen Stoel getrouw ijn, zich jegens geenen Ketter of Scheurmaker geegen toonen, en ook gelooven zouden , dat het een' Keizer toekomt, eenen Paus af te zetten, en enen anderen te benoemen, maar dat dit eene veroemde Ketterij is; als ook, dat zij niemand voor :eizer wilden hebben, die niet van den Paus be- ves-  GESCHIEDENIS. 29 vestigd was, dat zij der Weduwe en de Zonen van lodewyk niet zouden begunftigen, zoo lang zij onder den ban zouden wezen, maar dat zij Koning karel zouden gehoorzamen, die van den Paus bevestigd was. Men gaf aan de Burgers van Bazel kennis van den inhoud dezer Bul, maar zij noch hunne Geestelijkheid wilde ze aannemen. Integendeel verfcheen de Burgemeester koenraad van berenfels met den Raad en eenen Notaris voor den Koning, en de Bisfchoppen, onder welken hij dien van Bamberg dus aanfprak: ,, Gij moet weten, Heer Bisfchop, dat wij niet erkennen of gelooven willen, dat onze voormalige Heer, de Roomfche Keizer lodewyk, ooit een Ketter geweest is. Want wij willen elk een', dien ons de Keurvorsten, of het grootfte gedeelte van hen, voor RoomschKoning of Keizer geven, daar voor achten, al zou bij ook nooit bij den Paus bevestiging verzoeken; voorts zullen wij ook niets anders doen, hetwelk in eenise wijze ftrijdig zou mogen zijn met de regten des Rijks. Maar indien gij van den Heer Paus volmagt hebt, om ons alle onze zonden te vergeven, dan zijn wij daar mede te vreden." Dus moest aan de ftad de aflaat en de Godsdienst zonder eenig beding verleend worden. Toen karel te Worms kwam, vond hij de Geestelijkheid en het volk even zoo gezind. De Geestelijkheid liet zich 'wel door den Bisfchop van Bamberg , na den eed afgelegd te hebben, abfolveren. Maar toen deze den volgenden morgen voor zich alleen, en niet voor de Burgers, Godsdienst wilde oefenen, ontftond 'er een oploop. De V BOES IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517»  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Tegenkeizerverkoren. 3o KERKELIJKE De Burgers floten de poorten, liepen gewapend naar de woning des Konings, waar de gemelde Bisfchop de toevlugt had genomen, en deze moest op bevel van den verfchrikten Vorst, aan de geheele ftad, zonder beding en zonder eed te doen, de abfolutie fchenken. Zelfs werd door verfcheidene Rijksftenden de verkiezing van karel tot Keizer voor nietig verklaard. Het Hertoglijke Huis van Beyeren, waar van lodewvks Zoon, lodewyk , Markgraaf van Brandenburg , thans het hoofd was , ging eene verbintenis aan met de Paltsgraven aan den Rhyn, ook met den Hertog van Sak [en- Lauenburg, als hoofd der oude Sakfifche linie; deze verkoren in het jaar 1348 eduard III, Koning van Engeland, tot . Keizer. Deze voor die waardigheid bedankende, boden zij dezelve aan den Markgraaf frederik van Meisfen aan ; en toen ook deze weigerde dezelve te aanvaarden, aan Graaf gunther van Zwartzburg, een dapper en eerlijk Edelman, die dezelve aannam en in Maart 1349 openlijk verklaarde, de regten des Rijks tegen elk en een ieder te zullen verdedigen. Evenwel wist karel de verbindtenis boven gemeld te ontbinden, en gunther deed, kort voor zijnen dood, in Junij 1349, tegen aanmerkelijke voordeelen, affland van zijne aanfpraken op den troon. Desniettemin moest karel zich te Frankfort nog eens laten verkiezen en te Aken kronen, een bewijs, hoe weinig acht men floeg op de verkiezing en bepaling van den Paus. Ook was 'er kort daar na bijkans een misverftand tus-  GESCHIEDENIS. 3« tusfchen karel en den Paus uitgeborften. De eerfte had zich jegens eenige Italiaanfche Grooten laten verluiden, dat hij voornemens was naar Italië te komen, hetwelk hij echter volgens zijne belofte | aan den Paus zonder deszelfs verlof niet doen mogt; de Paus gebood daarom zijnen Legaat, toe te zien, dat 'er op de groote vergadering, die te Padua ftond gehouden te worden, enkel Kerkelijke zaken Verhandeld werden, karel kwam echter bij het leven van dezen Paus niet in Italië. In dezen tusfchentijd vond klemens VI gelegenheid, om zijn gebied te vergrooten. andreas , Koning van Napels, een geboren Hongaarsch Vorst, die de Kleindochter van den voorgaanden Koning ter Gemalin had, was in het jaar 1345 te Averfa vermoord geworden. Zijne weduwe joanna werd befchuldigd van deze euveldaad medewustig te zijn; de Paus als Leenheer des Rijks geloovende, dat hem het onderzoek dezer zaak toekwam, droeg hetzelve aan den opperften Rigter van het Rijk, (Gran Gjustiziere,) op, die ook de aanleggers der zamenzweering ontdekte. Maar toen lodewyk, Koning van Hongaryen, met een magtig leger optrok, om zijns Broeders dood te wreken, nam de Koningin joanna de wijk naar Avignon in het begin des jaars 1347. De Koning van Hongaryen, het Rijk van Napels bemagtigd hebbende, liet eeuen der voornaamfte Grooten, als een aanftoker van den moord zijns Broeders, ter dood brengen, en keerde toen naar Hongaryen terug. Op zijn aandrang benoemde de Paus drie Kardinalen, om de fchuld of onfchuld der V BOEK IV loofdffi. ia C. d aan 073. ot 1517. KLEMENS VI koopt het GraaffchapAvignon.  V BOEK IV Hoofdfl na C. C Jaarioz; tot 151; De Psus benoemt eenenKo ning van deKanarifche Ei landen. 31 KERKELIJKE der Koningin te onderzoeken, die echter fpoedig vrij verklaard zijnde, met den Prins van Tarento , haren bloedverwant trouwde, waar toe de Paus ontflag verleende. Naar haar Rijk willende wedeikee| ren, maar geld gebrek hebbende, verkocht zij in het jaar 1348 de ftad en het gebied van Avignon, welke haar als geborene Gravin van Provence toekwamen , aan den Paus voor 80,000 Florentynfche Goudguldens. — Vervolgens keerde de Koningin met haren nieuwen Gemaal naar het Riik van Napels , hetwelk zich ook gedeeltelijk weder aan haar onderwierp. Eindelijk kwam men overeen- in het jaar 1351, om de uitfpraak van het verfchil aan den Paus over te laten, die der Koningin als geheel onfchuldig aan den moord van haren eerden Gemaal het Rijk van Napels toewees, mits zij aan den Koning van Hongaryen 300,000 Goudguldens voor zijne gemaakte kriigskosten betaalde ; maar deze was grootmoedig genoeg, om haar ook deze fom- kwijt te fchelden. In het jaar 1344 dichtte klemens VI een nieuw Koningrijk. Omtrent het jaar 1330 of wat later waren de Kanarifche Eilanden, bij de Ouden de Gelukkige genoemd, door eenige Kastilianen en Portugezen ontdekt. Spoedig matigden zich de Paufen bet regt aan, om over foortgelijke ontdekkingen te befchikken, onder voorvvendfel van het Christendom uit te breiden. In het gemelde jaar 1344 fchonk klemens deze Eilanden aan lodewyk , Graaf van Clermont, dien men don loujs van Spanje noemde , omdat hij een Zoon was van Don alfonzo de la  GESCHIEDENIS. 33 tA cerda, die uit het Koninklijk Huis van Spanje was. De Paus verhief tevens deze Eilanden tot een Koningrijk ten behoeve van dezen Graaf, die zich als Fransck Gezant aan zijn Hof bevond. 1 Tien jaren had klemens VI als Paus geregeerd, toen hij den 6den December 1352 overleed, en volgens zijnen wil in het Klooster Chaife- Dieu in Auvergne begraven werd, alwaar hij zich een prachtig graf had laten oprigten. Dit werd in de Burgeroorlogen van Frankryk in het jaar 1562 van de Hugenooten vernield, en dewijl zij al de deelen van zijn ligchaam met lood bedekt vonden, werden zijne overbüjffelen verbrand , terwijl zij al fpottend .riepen: Gelooft gij dan, groote Paus, dat gij den Duivel met looden wapenen zult overwinnen? Hij verzachtte de ftrenge bevelen van het Conclave dei Kardinalen in zoo ver, dat het hun geoorloofd werd, hunne kleine vertrekken, terwijl zij fliepen. door gordijnen af te zonderen, dat zij twee bedien den, Geestelijken of Leeken, konden hebben, er drie dagen na hunne komst in het Conclave, behalve brood en wijn, ook vruchten, kaas en gebak, .benevens een geregt vleesch of visch, zoo we 's middags als 's avonds zouden bekomen, petrar cha verhaalt van dezen Paus, dat hij een zoo fterl geheugen hebbe gehad, dat hij niet alleen wist, he geen hij eens gelezen had, maar het ook niet wede kon vergeten, al had hij gewild; en men voegd 'er bij, zegt petrarcha, hoewel hij zelve dit voo fabelachtig houdt, dat hij dit gekregen had, doo XVII. Deel. C . eene V BOEK IV Ioofdlt. ia C. G. [aario73. !Ot 15I7- Dood van KLEMENS VI. [ C r r r ï  34 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdfl. na C. G. Jaar 1073. tot 1517 INNOCENTIUSVl wordt Paus. eenen hevigen flag op de herfenpan (*). Hij was een man, zegt mattheus villani, zijn tijdgenoot , vol behoorlijke wetenfchap, zeer ridderlijk, maar juist niet godvruchtig, (molto eavalleresco, poco religiofo.) Van vrouwen was hij, nog Aartsbisfchop zijnde, niet afkeerig, maar overtrof hier in de levenswijze der jonge Wereldlijke Baronnen; zelfs als Paus kon hij zich van haar niet onthouden , maar voorname vrouwen gingen zoo goed als de Prelaten in zijne kamer. Bijzonder behaagde hem de Gravin van Turenne zoo zeer, dat hij om harentwil vele gunden bewees. De Kardinalen haastten zich eene verkiezing van zijnen opvolger te doen, eer Koning jan van Frankryk te Avignon kon wezen, om eenen Paus naar zijnen zin te hebben. De meesten onder hen waren genegen, om joan berelli, Generaal van de Karthuizer-Orde, te verkiezen, maar de Kardinaal van talleyrand of van Perigord, hield hen daar van terug, door hen te waarfchuwen, dat deze hen tot eene drenge levenswijze zou verpligten. Ondertusfchen maakten zij eenige wetten tot hun voordeel, welke de nieuwe Paus zou moeten bezweeren; gelijk zij ze allen ook bezworen, doch fommigen met de bepaling: indien deze wetten op het regt gegrond waren. Vervolgens verkozen zij den i8den December 135a den Kardinaal-Bisfchop van Ostia, stevei* AL' (*) Rer. Memsrab. L. II. C. 1.  GESCHIEDENIS. 35 alberti, (eigenlijk aubert,) onder den naam van innocentius VI, tot Paus. Deze herriep omtrent het midden des jaars 1353 de bovengemelde wetten, door de Kardinalen gemaakt, verders oefende hij eene prijswaardige ftrengheid omtrent het begeven van Geestelijke ambten en ten aanzien der zeden van zijn Hof. Dewijl verfcheidene Groote Heeren in Italië onlangs de meeste fteden van den Kerkdijken Staat onder malkanderen verdeeld hadden, zond de Paus in 1353 den Spaanfchen Kardinaal /EGiDius albornoz , die in zijn vroeger leven in krijgsdienst geweest was, derwaarts met volmagt, om met Geestelijke en Wereldlijke wapenen dezelve weder onder zijn gebied te brengen. De Aartsbisfchop van Mi' lanen, joannes visconte, die tevens Heer van deze ftad en het Milaneefche was, die onder anderen ook Bologna gekocht en voor 100,000 Goudgul" dens door den vorigen Paus in het jaar 1351 met die ftad beleend was, aan wien zich ook in 1353 de ftad Genua onderworpen had, ontving den Legaat wel, maar belette hem in Bologna te komen, opdat de inwoners door zijne tegenwoordigheid niet zouden opgewekt worden, om hunne vrijheid te hernemen. De Legaat in het voormalig Paufelijk gebied gekomen, wist de Romeinen over te halen tot een verdrag, waar bij zij hem tot hunnen befchermer aannamen. Kort te voren was deze hoofdflad zeer ontrust geworden door den tweefpalt der aanzienlijke Huizen van Orfini, Colonna en Savello; het volk had zelfs den Senator berthold van orsini C 1 dood- V BOEK IV Hoofdlr. aaC. G. jaar 107 3. tot 1517. Hij wordt weder meester van den Kerkdijken Staat.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaano73 tot 1517 36 KERKELIJKE doodgefteeuigd; waar op zekere frans baroncelli , Schrijver of Notarius van den Senator van Rome, onder groote beloften, om de oude vrijheid en waardigheid der Romeinen te herftellen, zich tot Tribunus der ftad opwierp. Hier tegen bediende de Paus en zijn Legaat zich van het middel, waar van wij boven gefproken hebben, zij zonden cola di rienzo herwaarts, doch die, na een goed begin, fpoedig een treurig einde had. De Legaat voorts allen in den ban gedaan hebbende, die der Roomfche Kerk iets ontnomen hadden, bemagtigde met geweld in het jaar 1354 Orvieto en Fermo, en na vervnlgens het zoogenoemde Erfdeel van petrus , (il Patromonio,) en meer andere gewesten veroverd te hebben , liet hij in het jaar 1356 het kruis prediken tegen hen, die hem Forli, Cefena en andere fteden nog onthielden; zij werden te gelijk voor Ketters verklaard, en aan ieder een aflaat gegeven, die tegen hen te veld zou trekken. ,, Maar hier mede," zegt villani, „ vong terftond de geldzucht der aflaatpredikers aan, haren pligt te doen, en de volmagt van den Paus te buiten te gaan. Zij namen van ieder zoo veel geld, als zij krijgen konden, waar voor zij aflaat van ftralfen en geloften van allerhande foort gaven; maar waren de lieden te arm, om geld te kunnen betalen, dan lieten zij zich ook kleederen, huisraad, granen enz. geven, en plunderden op deze wijze fteden, kasteelen en dorpen." Niettegenftaaude den gelukkigen voortgang des Kardinaals, riep de Paus hem in het jaar 1357 naar Avignon terug, doch was in het volgende jaar 1358 ge-  GESCHIEDENIS. S7 genoodzaakt, hem weder derwaards te zenden, alwaar hij het volgende jaar geheel Romagna won, en zelfs in 1360 ook Bologna. Nogtans had hij | geftadig te kampen met bernabo visconte, Heer t van Milanen, waar bij nog kwamen, behalve de; menigvuldige kleine Heeren en Vorsten, de talrijke Vrijbuitersbenden, die thans Italië afliepen , en uit roofzuchtige foldaten , Duiffchers, Franfchen , Spanjaarden, Engelfchen en Burgundiers beflonden. Zulk eene Bende, de Witte Kompagniegenoemd, drong zelfs in Provence, en de Paus was gedwongen, wilde hij geen bezoek van haar afwachten, haar 100,000 Goudguldens te betalen, waar na zij zich naar Pi»? mont wendde. Midden onder deze oorlogstoon eden in Italië, kwam karel IV in het jaar 1354 aldaar aan, om zich de Italiaanfche en Keizerlijke kroon te laten opzetten. 'Er fcheen zich voor hem eene gunftige gelegenheid aan te bieden, om de regten van het Keizerrijk eenigermate te herftellen, bijzonder in Lombar dyê, waar de Venetianen zijne hulp verzochten tegen het magtige Huis van Visconti, maar karel had Hechts 300 ruiters bij zich tot zijn geleide, maar een groot gevolg van Prelaten, Vorsten en Edellieden. Te Mantua gekomen fchreef hij om meer krijgsvolk naar Duitschland. Dewijl niemand reden had om voor hem te vreezen , werd hij overal eerbiedig onthaald, en te Milanen met de ijzeren kroon gekroond. In het jaar 1355 kwam hij t< Rome, alwaar hij door den Kardinaal-Bisfchop vat Qitia in naam des Paufen gekroond werd, en toei C 3 .vol V BOEK IV loofdft. 1 C. G. aar 1073. ot 15 '7- Keizer karel te Rome gekroond 1  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 10 73. tot 1517. ] i 1 t ?S KERKELIJKE volgens zijne belofte aan den Paus op denzelfdet dag Rome verliet, en zich fpoedde, om uit het Pausfelijk gebied te komen; echter liet hij eenig krijgsvolk over aan de Paufelijke Legaten, om tegen joan van malatesta gebruikt te worden, die in den Kerkdijken Staat nog vijandelijkheden pleegde. Terwijl hij te Pi fa aan een vergelijk arbeidde tusfchen malatesta en den Paus, ontftond 'er een oproer tegen hem , hetwelk hem in levensgevaar bragt; met 1200 ruiters trok hij Lombardyen door, hetwelk grootendeels in de magt der visconti was; maar werd in geene eene ftad binnengelaten, behalve te Kremona; op deze wijze kwam hij in Julij 1355 in Duitschland terug, met weinig eer voor zich zelven, maar met veel geld, hetwelk hij als gefchenken ontvangen had. De Paus was zoo voldaan over 's Keizers gedrag in Italië, dat hij hem den zoon der dankbaarheid, des zegens en der genade noemde. Evenwel was 3e Paus nu en dan op dezen gehoorzamen Keizer misnoegd, bij voorbeeld , toen hij begeerde , dat de Paus eenige verordeningen van klemens V zou vernietigen, die voor het Rijk honende waren; waar sp de Paus antwoordde, dat zij eens vooral in het Pausfelijk Wetboek ftonden, en op de Hooge Scholen roorgelezen werden, waarom "zij niet konden afge'chaft worden. Insgelijks als de Keizer in 1359 onier nam de buitenfporige zeden der Geestelijkheid te lervormen, fchreef hem de Paus, dat hij daar door n de regren van den Paus en van de Prelaten trad, vien het alleen toekwam, hunne onderhoorige Geesehjken te beftraffen. Niet  GESCHIEDENIS. 39 Niet alleen de Keizer, maar ook andere Vorsten moesten de heerfchappij van den Paus erkennen. Zoo vermaande hij lodewyk., Koning van Napels, t zijne onregtvaardige handelingen na te laten, en ver- n klaarde de giften, door hem en zijne Gemalin jo- t anna gedaan, voor nietig en van onwaarde. Ook moest pieter, Koning van Arragon, hem in het | jaar 1353 den leeneed vernieuwen. In het jaar 1355 deed zijn Nuntius den Koning van Kastilië, pieter, in den ban, omdat deze zijne Gemalin blanCA verftoten, en in hare plaats bijzitten genomen had, hoewel de Paus bij dezen weinig uitrigtte. Twee befluiten van dezen Paus zijn merkwaardig, de eene verbiedende, dat voortaan niet meer, in naam van den Paus, de ftraffe van moord voor eene geringe geldfom zou kunnen afgekocht worden; de tweede fchafte de belasting af, welke van ligte vrouwlieden aan de Pausfelijke Hofbedienden gewoon was betaald te worden. Eene van de zwakheden van dezen Paus was, dat hij al te ijverig was in het bevorderen zijner bloedverwanten. Hij ftierf den iaden September 136a. Daar waren twintig Kardinalen, die te Avignon tot de verkiezing van een' nieuwen Paus bijeenkwamen. Eén van dezen, androin de la roche, te voren Abt van Clugny, was eerst in deze ftad aangekomen, toen de Paus reeds zieltoogde. Hij had dus geen titel als Kardinaal, noch zitting w het Konfiftorie, dewijl de Paus hem den mond niet gefloten of geopend had. De Kardinalen echtei waren van gevoelen, dat hem eene ftem in het Co» C 4 ei* V BOEK IV [oofdft. a C. G. iano73» at 1517. leerchappij'an den ?aus over tndere Vorsten. Dood vaH [NNOCENTIUS VI. URBANüS V.  V BOEK iV Hoofdrt. na C. G. Jaario/3 tot 1517 Zijne twisten metBER- NAISO visconte 40 KERKELIJKE' clave toekwam, hetwelk nogtans in de volgende eeuw door eugenius IV anders verdaan en bepaald werd (*). De keus der Kardinalen bepaalde zich, na eenige verfchillen , den aöften October 1362 op willem grimoard of grimaud , Abt Van St. Victor te Marfeille, die den naam van urbanus V aannam, en wiens verkiezing, zonder dat men weet waarom, als een onmiddelijk werk van God werd aangezien. Een der eerfte bedrijven van dezen Paus was zijne onderneming tegen bernabo visconte; in het jaar 1360 had de Kardinaal albornoz dezen magtigen Vorst den oorlog aangedaan over Bologna , hetwelk hij wel volgens zijne overeenkomst met klemens VI nog eenige jaren moest behouden, maar hetwelk innocentius VI volftrekt nu reeds met het Pausfelijk gebied wilde véreenigen, omdat hij bernabo niet vertrouwde, albornoz maakte zich ook werkelijk meester van deze ftad , die vervolgens door bf.rnabo vergeefs belegerd werd. Thans zocht deze zich met den Paus urbanus te verzoenen , doch eischte 400,000 Dukaten voor zijn regt op Bologna. De Paus daartegen daagde hem op het einde des jaars 136a in, om tegen den naastkomenden eerften Maart zijn vonnis te komen aanhooren; verwijtende hem vele euveldaden en wreedheden ; onder anderen dat hij Priesters en Monniken in eene ijzeren kooi had laten verbranden, anderen onthoofden, (*) pagi Breviar. Gcst Pontif. Rom. Tom. II. P. II. pag. 100.  GESCHIEDENIS. 41 den, of wreed pijnigen , en eenen eerwaardigen Franciskaner met eene gloeijende priem de ooren doorboren. Ook zocht de Paus overal hulp tegen hem, onder anderen vorderde hij van de erfgenamen van lodewyk, Keurvorst van Brandenburg, Zoon van Keizer lodewyk van Beyeren, die onder deze voorwaarde door zijnen voorzaat van den ban ontheven was, dat hij den Paus, op deszelfs opontbod, met 100 geharnaste ruiters zou bijftaan, om deze 100 ruiters thans te leveren. Toen bernabo op den bepaalden dag niet verfcheen, deed de Paus hem als een' Ketter in den ban. Dit vonnis uitgefproken hebbende, knielde hij neder, en riep als Stadhouder van christus, denzeiven, als ook de Apostelen petrus en paulus. en het ganfche Hemelhof om bijftand aan; te gelijl liet hij een' kruistogt tegen bernabo prediken; waa: op deze in het jaar 1364 tot een vergelijk met dei Paus kwam, wien hij tegen de betaling van 8oo,oo< Goudguldens binnen acht jaren alle (loten en ves tingen zou terug geven, welke hij in het gebiei van Bologna en Modena, als ook in Romagna be magtigd had. Doch reeds in het jaar 1366 brak d vijandfchap op nieuw uit, hebbende de Paus ee verbond befloten met den Keizer en eenige Italhat fche Grooten, en de Koningin joanna van Nape tegen bernabo, en zelve een aanzienlijk leger 0 de been gebragt; maar bernabo, wien het noc aan krijgsbeleid noch aan moed en vernuft ontbrak wist zich gemakkelijk te handhaven; Keizer kare C 5 kwa: V bof.k IV 3oofdft. la C. G. Jaar 1073tot 1517. t > \ 1 's P h » l n  V BOEK IV Hoorn. na C. G Jaar 10 73 tot 1517 URBANUS V keert naar Rome terug, ( 4* KERKELIJKE kwam wel met een aanzienlijk leger opdagen, maar voerde zoo weinig uit, dat bernabo bij den daar op volgenden vrede in alle zijne bezittingen, op ééne • fchans na, welke hij in het Mantuaanfche opgewor_ pen had , bevestigd werd. Toenmaals bevond urbanus V zich te Rome en fcheen in vollen ernst van de 'afwezenheid der Paufen van die ftad, welke nu bijna 60 jaren geduurd had, een einde te willen maken. Toen hij nog Abt was, had hij reeds gezegd, dat, indien 'er een Paus verkoren werd, die zijnen Stoel weder in Italië vestigde, en daar van de dwingelandij een einde maakte, hij den volgenden dag wel zou willen fterven. Ook hadden de Romeinen hem ernftig daarom verzocht, en ook petrarcha in het bijzonder hem daar toe opgewekt. Ondertusfchen liep het nog eenige jaren aan, eer hij zijn voornemen ten uitvoer bragt, behalve andere redenen ook, omdat de Vrijbuiters de wegen in het Zuiden van Frankryk zoo onveilig maakten; voordat hij Avignon verliet, ontying hij daar nog een bezoek van Keizer karel [V, die hem groote beloften deed, bijzonder dat hij 3ie ftroopende Vrijbuiters wilde uitroeijen, van weite hij ondertusfchen bijna zelve in den Elzas overrompeld en gevangen werd. Eindelijk ging urbatos V in het jaar 1367 op reis naar Rome. Naauvelijks was de vloot uit Marfeitte in zee geloopen, >f de Kardinalen hieven luide klagten aan en riepen ;elfs: ,, 6 die booze Paus! ö die goddelooze Valer ! Waar heen voert hij zijne eigene Zonen weg!  GESCHIEDENIS. 43 weg!" niet als of zij, zegt petrarcha (*), naar de hoofdftad der Christenheid gingen, maar als of zij naar Ctefifon en Memfis in de kerkers der Saraeenen voortgefleept werden. Toen de Pans te Viterlo in zijn eigen gebied gekomen was, ontftond 'er een zoo hevige twist tusfehen zijne Hove'rsra en de ingezetenen, dat zelfs een Kardinaal mishan. deld, en eenige bedienden omgebragt werden. Doch dewijl de ingezetenen met berouw zich aan de ftraffen deswegens onderwierpen , feilde de hoop van velen, dat de Paus, wegens dit voorval, naar Avignon terug zou keeren. In het jaar 1368 kwam ook Keizer karel te Rome, alwaar hij den Paus zijnen eerbied bewees; deszelfs paard van de poort bij den Engelenburg tot aan de Pieterskerk bij den toom leidde; hem bij het hoog-ambt als Diaken oppaste, en zijne Gemalin door den Paus liet kronen, waai na hij naar Duitschland terug keerde. Van deze gebeurtenis geeft colluccio salutati, een van de herftellers der geleerdheid, maar tevens Pausfelijke Geheimfchrijver, op de volgende wijze, aan der vermaarden boccacio berigt: „ De Roomfche „ Prelaten en het gevolg van den Paus waren ver ',' rukt, toen zij zagen, dat de Keizer aan hun Op „ perhoofd zoo groote eer bewees. Het Romein „ fche volk liep te hoop met geheele fcharen, bui „ ten zich zelve van vreugde, dat het de beid< Alleenheerfchers der aarde in zoo groote eensge " zindheid zag. Die genen, die den vrede bemin „ den (*) Rer. Senil. L. IX. Ep. 2. V BOEK IV ^oofdfr. jaC. G. jaario73. tot 1517.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaarlo73 rot is 17 Hij gaat weder naarAvignon. Zijn dood. 44 KERKELIJKE „den, konden zich aan dit fchouwfpel, hetwelk „ zoo godvruchtige aandoeningen verwekte, niet „ verzadigen. Maar zulken, die alles kwalijk uit• t» leggen, fchreven deze onderwerping , welke de „ Keizer aan den Paus bewees, aan zijne kleinmoe,, digheid toe. Anderen zeiden: het was eene geveinsde nederigheid. De vijanden der Kerk maak„ ten de zaak belagchelijk; of keurden ze regelregt „ af. Wat mij betreft: ik was dronken van vreug,, de; ik was geen meester van mij zei ven, toen ik „ dit fchouwfpel zag, hetwelk onze Vaderen niet „ gezien hadden , en dat wij niet ééns waagden te „ hopen: het Pausfchap met den Keizer in eensge„ zindheid; het vleesdh gehoorzaam aan den geest, „ en de Monarchie der aarde onderworpen aan de ,, Monarchie des hemels." Maar in het jaar 1370 maakte de Paus zijn voornemen bekend, dat hij weder naar Avignon wilde keeren; voorwendende, dat zijne tegenwoordigheid in Frankryk vereischt werd, uit hoofde van den oorlog tusfchen Frankryk en Engeland, maar de ware reden waren de Kardinalen , die aan hun vaderland en deszelfs vermaken gewend waren. De Paus keerde ook werkelijk in het jaar 1370 naar Avignon, alwaar hij datzelfde jaar den ioden December overleed. Kort voor zijn dood deed hij voor zijnen Biechtvader en velen zijner Hovelingen belijdenis van het geloof zijner Kerk; ook herriep hij alles, wat hij in leeren, prediken en disputeren daartegen zou kunnen voortgebragt hebben, terwijl hij, hetwelk men naauwelijks van eenen Paus zou verwacht  GESCHIEDENIS. 45 wacht hebben, zich zeiven en al het gene hij voorgedragen had, aan de verbetering en bepaling der Kerk onderwierp. Men gewaagt ook, zelfs^ p'e- ] trarca, van vele en groote wonderen, die bij zijn t graf zouden voorgevallen zijn, waarom ook waldemar III, Koning van Denemarken, eenige jaren daar na bij den volgenden Paus aandrong, om dezen zijnen voorzaat plegtig onder de Heiligen te piaatfen, hetwelk echter nooit gevolgd is. Met meer zekerheid meldt men eenige loffelijke hoedanigheden van hem , zijne liefde tot geregtigheid , haat tegen Simonie, milddadigheid jegens armen en jegens beoefenaars der geleerdheid en wetenfchappen. Zeldzaam fchonk hij Bisfchoppelijke of andere hooge waardigheden aan zijne bloedverwanten; zijnen eemgen Neef huwde hij uit beneden zijnen ftand, en wilde niet eens toelaten, dat zijn Vader een jaargeld van 600 Livres zou aannemen, hetwelk hem d( Koning van Frankryk aanbood. Alhoewel hij nie van de pracht hield, heeft hij nogtans het eerst on der de Pausfen de driedubbelde kroon of mijter ge dragen, misfchien om een geheimzinnig getal aan t duiden. Over zijne handelingen omtrent de vereeni -ging der Griekfche Kerk, zullen wij op zijne plaat fpreken. De eenparige keuze der Kardinalen gaf hem reed den 3olten December deszelven jaars 1370. gregc rius XI tot opvolger. Te voren heette hij de Kaï dinaal pieter roger , en was een Broeders Zoo van klemens VI, door wien hij in den ouderdoi van XVIII jaren tot Kardinaal benoemd, en aan 01 de V BOEI IV Ioofdft. a C. G. [aar 1073. ;ot 1SI7- 3 S GHEOOM- . us XI. n n ïr-  V boek iv Hoofdft. na C. G Jaario73 tot 1517, Oorlog metBER- HABO visconte De KerkelijkeStaat in opftand tegen den Paus. 46 KERK EL IJ KE derwijzers aanbevolen was, die hij zoo naarftlg hoorde, dat hij een uitmuntend kenner der Burgerlijke en Kerkelijke Regtsgeleerdheid werd, zoodat de vermaarde Glosfator baldus zich in twijfelachtige gevallen op zijne fchriften en gevoelens plagt te beroepen. Ook hadden zijne befcheidenheid, mildheid en fchranderheid hem bemind gemaakt. Ongemeen veel hield hij van zijne bloedverwanten, wier raad hij veelal volgde, bijzonder in het begeven van ambten, waar bij fomtijds waardiger mannen moesten achter itaan. Spoedig vond deze Paus zijne bezigheid in Italië, alwaar bernabo visconte nog (leeds een gevaarlijk vijand der Pausfen bleef. In het jaar 1371 zocht gregorius den Keizer en den Koning vmHongaryë om.hulp tegen hem aan, en in het jaar 1372 kwam het tusfchen den Paus en bernabo tot eenen openbaren oorlog. De Paus deed hem en zijnen Broeder galeazzo visconte in den ban, terwijl de oorlog met wisfelend geluk werd voortgezet, tot dezelve in het jaar 1374 met eenen wapenftilftand eindigde, welke hoofdzakelijk te wege gebragt werd door de pest en duren tijd, welke toen Italië verwoestten. Doch 'sPaufen eigene Bevelhebbers in Italië benadeelden hem meer dan zijne vijanden, de visconTi: Alleen bedacht, om geld zamen te fchrapen, maakten zij zich door hunne onregtvaardigheden alom gehaat. De Pausfelijke Legaat te Bologna, de Kardinaal guglielmo , de ftad Prato getracht hebbende aan de Florentijnen te ontnemen, werden deze daar door zoo verbitterd, dat zij krijgsvolk tegen  GESCHIEDENIS. 4? gen den Paus wierven, en de fteden van zijn gebied opfpoorden, om hunne vrijheid te hernemen, fluitende tevens een verdrag met bernabo visconte, h met de Koningin joanna van Napels, en met den: fteden Siena, Pifa, Lucca en Arezzo. Zij lieten^ voor hun leger een vaandel vooruitdragen, waar op men het woord vrijheid las. Het gevolg hier van was, dat tegen het einde des jaars 1375 omtrent 80 fteden, floten en vestingen den Paus de gehoorzaamheid hadden opgezegd. In het volgende jaar vielen ook Ascoli, Civita Vecchia , Ravenna en andere fteden van den Paus af; zelfs poogde de KardinaalLegaat vergeefs Bologna door zijne tegenwoordigheid in teugel te houden. De Paus befloot eindelijk zelve naar Rome weder te keeren, maar zond vooraf den Kardinaal robert , met eenige duizend foldaten in Bretagne geworven, die echter niets uitvoerden, dan dat zij wreede buitenfporigheden en verwoestingen in het gebied van Bologna aanrigtten. Dewijl nu deze ftad van de Florentijnen en visconti onderfteund werd, floot de Paus in het jaar 1376 een vergelijk met galeazzo visconte , waar bij hij hem de ftad Vercelli en eenige floten afftond tegen de betaling van 200,000 Goudguldens. Maar de Florentijnen deed hij in den ban niet alleen , maar gaf ook ieder een vrijheid, hen, waar men hen meester kon worden, tot lijfeigenen te maken, en van hunne goederen te berooven, welk lot vele Florentijnfche Burgers in Frankryk en Engeland trof. De vermaarde Heilige van dien tijd, katharina van V BOEK IV oofdft. 1 C. G. ano73« * 1517* DePaui  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. keert weder naar Rome, en flerft. De Paus 48 KERKEL Ij K E van Siena, die op verzoek der Florentijnen naar Avignon gereisd was, om hunnen zoen met den Paus te maken, bewoog denzelven, om naar Rome weder te keeren; waar toe ook de Heilige bregitta hem reeds lang vermaand had; ook deed het antwoord van zekeren Bisfchop ten dezen werking op den Paus. De Paus had denzelven gevraagd, waarom hij zich niet naar zijne Kerk begaf? maar de Bisfchop antwoordde met eene wedervraag: waarom hij zelve dan niet naar zijne Kerk terug keerde? Eindelijk ging de Paus in September 1376 naar Rome op reis, tegen den zin zijner vrienden en van de Kardinalen, van welken 'er zes te Avignon bleven. De Paus kwam eerst in het volgende jaar in zijne hoofdftad aan, alwaar hij fpoedig ondervond, dat hij misleid was. De Romeinen, federt omtrent 70 jaren gewoon, zich zeiven te regeren , zetten wel bij zijne aankomst de XII Bevelhebbers van even zoo vele wijken der ftad af, die den naam van Bandarenfes of Banderarii, in het Italiaansch Banderefi of Baanderheer en voerden, van Bandum of Banderium , een Vaandel of Banier, maar zij herftelden hen fpoedig weder in hunne vorige magt. Insgelijks zag hij zich in zijne hoop bedrogen, dat de afgevallene lieden van zijn gebied zich zouden onderwerpen , dewijl integendeel de opltand (leeds verder ging. Ondertusfchen werd 'er echter aan een vergelijk gearbeid met de Florentijnen, doch eer hetzelve getroffen was, overleed de Paus den c^fleu Maart 1378. Hoe weinig ook de Paus de zaken in Italië naar zü-  GESCHIEDENIS. 4* zijnen zin kon fchikken , evenwel wist hij zijn gezag in andere landen fteeds te handhaven, karel IV, die tot zijn' dood toe, welke insgelijks in 1378 voorviel, den Roomfchen Stoel getrouw bleef, wenschte zijnen Zoon wenzel , die eerst 15 jaren oud was, tot Roomsch-Koning verkoren te zien. De Keurvorsten bragten hier tegen in, dat de Paus misfchien daar mede niet te vrede zou zijn, waarom karel in het jaar 1376 aan den Paus fchreef, en deszelfs toeftemming verzocht, welke ondertusfchen zelfs volgens de door karel IV ingevoerde zoogenoemde Gouden Bul niet noodig was tot de verkiezing van een Roomsch - Koning. Evenwel fchreef de Paus terug, dat hij voor deze eene keet dit wel wilde toeflaan, dat 'er bij het leven des Keizers een Roomsch-Koning verkoren zou worden, doch behoudens alle de regten en het gezag der Roomfche Kerk. Ondertusfchen waren de Keurvorsten reeds te Renfe bijeengekomen, eer dit Pausfelijk verlof aangekomen was. Over het Koningrijk Sicilië en het eiland van dezen naam vaardigde gregorius XI insgelijks zijne bevelen met nadruk uit. Dit eiland was reeds omtrent het einde der XlIIde eeuw aan het Koninklijke Huis van Arragon gekomen; de oorlogen tusfcher dat Huis en dat van Anjou over dit eiland eindig den in het jaar 1372 met een vergelijk, volgens het welk frederik, Koning van Sicilië, zich Koning van Trinacrië zou noemen, en zijn Rijk van lo< dewyk , Koning van Napels, te leen zoude ont vangen. Dit vergelijk werd door Paus gregoriuj XVII. Deel. D X V BOEK iV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. geeftzijne toeflemming tot de verkieking van een' Roomsch Koning. 's Paufen befehikkingenover Ita. Hè". [  50 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaario73 tot 1517 URBANUS VI word met geweld tot Paus ver koren. XI bekrachtigd, doch met bijvoeging van nog eenige artikelen, dewijl hij Sicilië als een Leen van de Roomfche Kerk befchouwde. Evenwel bereikte hij • zijn oogmerk ditmaal niet. Noch frederik, noch ' zijne Dochter maria, die hem in het jaar 1377 op den troon volgde, zochten hunne beleening aan het Pausfelijke Hof, of ook bij de Koningen van Napels, ook noemden zij het eiland niet Trinacrië, maar Sicilië ultra Pharum, en dus is Sicilië vervolgens van alle leenroerigheid vrij gebleven. De Romeinen, wien niets meer ter harte ging , dan eeuen Paus te hebben, die zijnen Zetel te Rome hield, hadden reeds in de laatlle dagen des levens van gregorius XI befloten, de Kardinalen te bewegen, ja des noods met geweld te dwingen, om eenen Romein of Italiaan tot deszelfs opvolger te verkiezen. De Kardinalen weigerden daar toe zich te verbinden, waarom de Romeinen de ftad bewaakten , opdat geen Kardinaal dezelve verlaten mogt, ook lieten zij eene menigte onbefchaafde landlieden in de ftad komen , en het Conclave door eenigen uit het graauw bewaken. De Kardinalen begaven zich naar het Conclave onder een geweldig gefchreeuw en getier, van het volk en de boeren: Wij willen een Romein of Italiaan hebben! de Bevelhebbers der XII wijken van Rome waarfchuwden de Kardinalen, om hier op te letten, willende anders voor de gevolgen niet inftaan. De oploop en het geweld werd zoo hevig, dat de Kardinalen zich genoodzaakt zagen, in allerijl bartholomeus van Pr in* hano, (of Prignano ,) Aartsbisfchop van Bart in bet  GESCHIEDENIS. $i het Koningrijk Napels, tot Paus uit te roepen, dien zij urbanus VI noemden, en die terftond daar na gekroond werd. Dit is het verhaal van eenen oog- ] getuigen, waar mede ook anderen overeenftemmen. j Maar theodoricus of diederik van Niem ver-: haalt de omftandigheden eenigzins anders, een gewigtig getuige, uit de ftad Niem in het Bisdom Paderborn geboren, aan het Pausfelijk Hof een Kanfelarijbediende, die de uitvaardiging der PaulWijke Breves of Brieven bezorgde, ( abbreviatore. ) Dit ambt bekleedde hij van het jaar 1378 tot 1410 onder vijf Pausfen. Naderhand werd hij tot Bisfchop van Verden benoemd, maar zijn mededinger Hertog otto van Brunswyk behield de overhand, en het Bisdom van Kameryk, hetwelk hem vervolgens gegeven werd, werd hij door den dood belet, te aanvaarden. Hij ftierf omtrent het jaar 1417 te Konflans. Hij is de Schrijver van een Hoofdboek in de Pausfelijke Gefchiedenis van 1378 tot 1410, Libri III. de Scbismate, et Liber IV. feu Nemus Unionis, hetwelk, omdat het met zoo veel vrijmoedigheid gefchreven is, te Rome op de lijst der verbodene Boeken is geplaatst, zonder echter daarom iets in geloofwaardigheid te verliezen. Evenwel daar de partijfchap gedurende dit Tijdvak der Pausfelijke Gefchiedenis zoo hoogen trap beklommen had, moet men zelfs dezen anders eerlijken Schrijver met behoedzaamheid lezen en gebruiken. Hij had mei urbanus VI, toen die zich nog aan het Hof te Avignon bevond , gemeenzaam verkeerd, en hi noemt de verkiezing van denzelven eene eenparig! D 2 ei V BOEK IV loofdft. ia C. G. aario73. ot 1517- i I  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517, URBANUS VI wordt gehaat. $2 KERKELIJKE en geheel vrije verkiezing, en zoo men hem gelooft', zijn de onrusten te Rome niet gebeurd vóór maar na zijne verkiezing, alhoewel hij erkent , dat de Romeinen bij hoopen op de Kardinalen aandrongen, om hun eenen Roomfchen of Itaïïaanfchen Paus te geven. De gemelde onrusten ontftonden, volgens hem, op deze wijze. Als men het volk uit het Paleis van het Conclave toeriep , dat de Barenfer, (dat is , de Aartsbisfchop van Bari,) tot Paus was verkoren, verftond het door dezen naam eenen Kamerheer van den overledenen Paus, joan van bare , die wegens zijnen hoogmoed en ontuchtige zeden bij de meeste Hovelingen gehaat was, en daarom ook van de Romeinen met hevig morren onthaald werd. Overigens fchijnf urbanus VI van dezen Gefchiedfchrijver vrij onpartijdig te zijn afgebeeld. Volgens hem was de Paus te Napels geboren , en had geene geringe kennis in de Geestelijke Regten, ook las hij dagelijks in den Latijnfchen Bijbel, en beftcedde al zijn tijd in ftuderen, bezigheden en bidden. Hij was ootmoedig en godvruchtig; droeg altijd een haren kleed; nam het vasten zeer flipt waar; was medelijdend, geregtigheidlievend, en een vijand der Simonie; alleen vertrouwde hij te veel op zijne fchranderheid, en hoorde te veel naar vleijers. Hij had zich enkel in het Conclave begeven, om de Kardinalen te verzoeken, om toch een waardig man te verkiezen; ook was in het eerst ieder een met hem te vrede, en niemand twijfelde aan de regtmatigheid vau zijne keuze. Maar kort na zijne kro-  GESCHIEDENIS. 53 kroning gaf hij aan de vergaderde Bisfchoppen eene ■fcherpe beftraffing, dat zij hunne Kerken verlaten hadden, en noemde hen meineedigen, waar op al jleen de Bisfchop van Pampelor.a antwoordde , dat 11 hij om openbare zaken te Rome was. Niet lang J daar na beftrafte hij in een Konfiftorie de zeden der ■ 'Kardinalen met hevigheid. Tegen eenen inzamelaar van Pausfelijke inkomden, die hem eenig geld uit zekere Provincie bragt, zeide bij: uw geld zij met u ten verderve! en wilde het niet ontvangen. Deze onbedachtzaamheid, zegt de Schrijver, ontdond daar uit, omdat de Vorsten al te eerbiedig jegens hem waren. De Koningin joanna van Napels betoonde zich zoo verheugd over zijne verkiezing, dat zij hare hoofddad vele avonden achter een liet verlichten, hem 40.000 Dukaten en geheele fcheepsladingen met wijn en levensmiddelen fchonk. Haar Gennal, Hertog otto van Brunswyk, kwam den Paus in perfoon opwachten, jegens wien de Paus weder zijnen hoogmoed betoonde. Als de Vorst hem op eene maaltijd een glas wijn knielend aanbood, liet hij hem zoo lang wachten, tot een Kardinaal hem herinnerde, dat het tijd was om te drinken. Dus werd, zegt diederik van Niem, het fpreekwoord in hem bewaarheid: Als niet komt tot iet, kent het zich zeiven niet. Terwijl andere tijdgenooten uit de geweldig afgeperste verkiezing het ongenoegen der Kardinalen afleiden , fchrijft dus deze Schrijver hetzelve aan "sPaufen gedrag toe. Hoe het zij, de Kardinalen 'hegaven zich, de één voor, de ander na, naar D 3 Anag* V BOEK IV loofdft. a C. G. jano73. Dt I517. De Kardinalen verbindenzichtegea hem.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario-3. tot 1517. KLEMENS Vil door de Kardinalentot Paus •verkoren. 54 KERKELIJKE Anagni; en de Paus merkte hun oogmerk te laat, waar op hij halverweg derwaarts naar Tivoli reisde, om hen weder te winnen. Ook deed 's Paufen vriend, de gemelde Hertog otto van Brunswyk, zijn best tot vereeniging, en tevens om met den Paus eenige fchikkingen te maken over de opvolging in het Rijk van Steilte, maar hij Haagde in het een zoo min als in het ander, dewijl de Paus een' longen Neef voor dien troon beftemd had. Om deze reden zeide deze Vorst: urbanus verdiende eer turbanus genoemd te worden, omdat hij veel onbeils (lichten zou. De uitgewekene Kardinalen, alle Franfcke, bij welke zich vervolgens nog drie Italianen voegden, protefteerden den oden Augustus 1378 te Anagni voor den Aartsbisfchop van Arles , Kameraar der Roomfche Kerk, regen de verkiezing van urbanus, als onwettig, omdat zij afgedwongen was. Men had hem, zeiden zij in eenen Brief aan al de leden hunner Kerk, verkoren, in die verwachting, dat hij te gemoedelijk zou geweest zijn, om die vetkiezing aan te nemen, hetwelk hij echter tegen alle Kerkelijke wetten gedaan had, waarom hij met regt een afvallige, een geëxcommuniceerde, de Antichrist, een befpotter en verftoorder der geheele Christenheid heeten mogt. Ook was het reeds tot vijandelijkheden tusfehen de beide partijen gekomen. Om niet te Anagni van de Romeinen aangetast te worden, hadden de Kardinalen bernhard van Sala met zijne bende Bretagnifche gehuurde foldaten te hulp geroepen. Deze wüdeu den Romeinen den doortogt beletten, maar wer-  GESCHIEDENIS. 55 werden door hen met verlies van meer dan 500 man geflagen. Maar de Kardinalen begaven zich 1 meer veiligheidshalve naar Eondi, alwaar zij van H( den Graaf dezer ftad befchennd werden. Hier be- na noemden zij den poften September 1378 den Kardi- t0 naai robert , Bisfchop van Cambrai of Kameryk, tot Paus, onder den naam van klemens VII, die eerst 36 jaren oud was, omdat hij zeer arbeidzaam en moedig was, hoewel hij lam was aan zijn eenen voet , als ook omdat hij groote Vorsten in den bloede beftond. Nog in hetzelfde jaar verklaarde de Koningin joanna van Napels in een bijzonder Ma. nifest, dat zij in plaats van den op den troon der pestilentie zittenden en met geweld ingefchovenen Aartsbisfchop van Bart, alleen den regtmatig verkozenen klemens als Paus erkende. Deze kwam ook fpoedig te Napels, waar hij van de Koningin zeer eerbiedig ontvangen werd, maar dewijl urbanus een Napolitaan was, en bij de natie zeer grooten aanhang had, zich niet lang veilig rekende , waarom hij onvoorziens naar Fondi keerde; en zelfs in Mei 1379 met zijne Kardinalen naar Frankryk te fcheep ging, waar hij zijnen Stoel weder te Avignon vestigde; terwijl de Koning van Frankryk zich insgelijks voor hem verklaarde. Dus ontftond de groote fcheuring der Westerfche Kerk, gelijk zij doorgaans genoemd wordt, die een langen tijd geduurd, vreesfelijke wanordens veroorzaakt, en groote gevolgen gehad heeft. De geheele Kerk, Vorsten en Volken waren verdeeld en kozen partij'federt het jaar 1378, en men is het, tot in D 4 on" V oek IV •ofdff. C. G. u-1073. t 1517. Groote rcheuring ierWesterfcheKerk.  V boek IV Hoofdft. na C. G Jaanc.73 tot 1517 56 KERK EL IJ KE onzen tijd toe, niet eens kunnen worden, wie der beide partijen het regt aan hare zijde gehad hebbe. De Heilige antoninus, de beroemde Aartsbisfchop van Florence, in het midden der XVde eeuw, erkent (*), dat, hoewel 'er aan weêrskanten vele geleerde en godzalige mannen geweest zijn, zelfs wonderdoeners, echter de zaak bij de meesten twijfelachtig is gebleven. ,, Want," voegt hij 'er bij, „alhoewel men noodwendig gelooven moet, dat, ,, gelijk 'er maar ééne Katholijke Kerk is, en niet ,, meer, 'er dus ook maar dén Herder derzelveis, „ de ftadhouder van Christus; evenwel fchijnt het, „ wanneer 'er door eene fcheuring te gelijker tijd ,, twee Paufen verkozen worden, ter zaligheid niet „ noodig te zijn, te gelooven, dat deze of die, ,, maar llechts, dat één van beiden, die regtmatig „ verkozen is, Paus is. Maar wie 'er regtens ver„ kozen is, behoeft men even min te weten, als „ het Kerkelijke regt; de Volken kunnen daar in „ hunne Opzieners of Prelaten volgen." Maar dezen wisten hetzelve niet, hoe zeer zij het hadden behooren te weten. Trouwens , werner rolewinck , een Karthuizer te Keulen, die kort na antoninus gefchreven heeft, erkent (f), voor de vuist: ,, Wie van urbanus VI tot martinus V, (dat is, tot het jaar 1416,) Paus geweest is, weet ik niet." In later tijden hebben de meeste Roomfche (*) Bij pagi /. c. pag. 4?. (t) In Fascic. Tempor. Mt. VI. in pistorii SS. rer, German. Tom. II. pag. 567.  GESCHIEDENIS. f7 fche Geleerden zich voor urbanus VI verklaard, en wel gelijk de Jezuïet papebroch (*) wil, omdat de Kerk van Rome fteeds denzelven heeft aangehangen, en klemens en deszelfs opvolger voor een' Tegenpaus gehouden. Maar de Franfche Schrijvers, onder welke baluzius één der geleerdften is, hebben daar tegen de verkiezing van urbanus voor onregtmatig willen houden; gelijk het ook voor dezen Paus erg is, dat hij hoogstwaarfchijnlijk zelve, toen de Romeinen de Kardinalen dwongen, gezegd zal hebben, dat, wie ook door geweld benoemd werd, die zou geen Paus zijn, en hij zou denzelven niet gehoorzamen. Maar daartegen ontbreekt het niet aan voorbeelden van afgedwongene verkiezingen, die toch doorgegaan zijn. Men zegt, dat 'er in de Fatikaanfche Boekerij eene verzameling is van }2 Deelen, van voor- en tegenfehriften over deze fcheuring. Zoo veel is zeker, dat, hoe het ook gelegen geweest zij met de verkiezing van urbanus, de Kardinalen hem toch ingewijd, gekroond, en verfcheidene maanden lang als regtmatigen Paus erkend hebben, hem eerst verlatende, toen zij door zijn gedrag getergd werden. Zelfs was de beroemde Heilige katharina zoo met urbanus ingenomen, dat zij in eenen Brief aan de drie Italiaanfche Kardinalen , die van hem afsevallen waren , de Franrdit Kardinalen gevleeschde Duivels, en den Tegenpaus, een ftedehouder van den Duivel noemde. Na diede- (*) In ctmatu Chronolog. Bist. Catalog. Pontitf. Rem, ap. Pagium l. c. p. 146. D 5 V BOEK IV iloofdft. raC. G. [aar 1073. cot 1517-  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaano/3 tot 1517. 58 KERKELIJKE de rik van Niem hebben verfcheidene Schrijvers da Gefchiedenis van deze fcheuring befchreven, en zeer uitvoerig maar niet volkomen getrouw aan de waarheid , de Jezuïet louis maimbourg , die onder anderen het volgende vernis op deze Gefchiedenis heeft weten te leggen: „ Voor het overige behoeven de Vrijgeesten en de Proteftanten zich niet te verftouten, om de Roomfche Kerk te honen, wegens de fchrikkelijke wanordens, welke deze fcheuring in de geheele Westerfche Kerk heeft veroorzaakt , door de verkeerde driften der genen, die zich zeiven, tegen den wil der Kerk, op den Pausfelijken Stoel zochten te handhaven, welken zij in bezit namen, zonder dat men van hunne regten op denzelven verzekerd was. De Heilige paulus heeft toch kort na den oorfprong van het Christendom gezegd, dat 'er, de buitenfporigheden der menfchen naar den gewonen loop der natuur onderfteld zijnde, welken God niet altijd door wonderen zijner genade terug houdt, ketterijen, verdeeldheden en fcheuringen zijn moeten. Doch God, die nooit een kwaad laat gebeuren, dan om daar uit een veel grooter goed te laten ontdaan, heeft door een verbazend wonder zijner magt en zijner oneindige goedheid allezins zijne eer daar uit voortgebragt. — Nooit is de eerstheid van den Paus beter vastgefteld, dan gedurende de fcheuring der Grieken, door de groote mannen, die God verwekt heeft , om dezelve tegen deze Scheurmakers te verdedigen; zij werden zelfs door hen zeer dikwijls genoodzaakt, om deze hoogheid der Paufen te zelfden tijde te erken-  GESCHIEDENIS. 59 kennen, toen zij die wilden vernietigen; en nooit is de eenheid, (unitè,) van den Heiligen Stoel, tot welken zich alle de gemeenten der Christenen wenden moeten, gelijk de ftralen tot het middelpunt, waar uit zij voortgegaan zijn, beter behouden geworden, dan gedurende deze groote fcheuring der Westerlingen, naardien zij, niettegenftaande de meerderheid der Paufen, van alle natiën meer dan thans erkend is geworden." Ten aanzien van de karakters der Paufen urbanus VI en klemens VII, hebben de Schrijvers doorgaans veel aan hunne partijzucht toegegeven. Hoe urbanus de Kerdinalen door zijne trotfche behandeling van zich vervreemd heeft, hebben wij reeds gezien. Een van hen, de Kardinaal van Amiens, jan de la grange, Legaat van den vorigen Paus in Toskanen, om daar den vrede te bemiddelen , werd van hem in het Konfiftorie duidelijk genoeg als een man geteekend, die den vrede dooi zijne geldgierigheid meer verhinderde. Daar ovei werd de Kardinaal zoo woedend, dat hij opftond, en den Paus met de hand dreigende, zeide: Ah Aartsbisfchop van Bari, liegt gij het! vervolgens fprong hij te paard, en fpoedde zich tot den Koning van Frankryk, wiens Staatsdienaar hij was. D< Koningin joanna van Arragon beleedigde hij daai door, dat hij karel van Durazzo, haren regtmati gen troonopvolger, uit Hongaryen naar Italië zochi te nekken, opdat haar Gemaal, otto van Bruns Wyk, 'er geene hoop op mogt maken. Evenwe ' werd hij door het grootfte deel van Europa erkend, Bij V boek IV Eïoofdft. laC. G. |aario73. tot 1517- [  V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaario73. tot 1517 6b KERKELIJKE Bijna geheel Italië, Keizer karel IV, Duitschland, Engeland , Denemarken, Zweden, Polen , Pruis/en en Friesland of een deel der Nederlanden erkenden zijn gezag. Om de afvallige Kardinalen te vergoeden , benoemde urbanus op eenen dag 26 nieuwe in hunne plaats, klemens integendeel, die, alhoewel door de Koningin joanna begunftigd, Napels om een oproer had moeten verlaten, had buitendien Hechts Frankryk , Schotland, Savoye en Lotharingen aan zijne zijde. Het kri'gsvolk, hetwelk hij op de been gebragt had, maakte zich wel in het jaar 1379 meester van den Engelenburg, gelijk zij ook de toegangen naar Rome floten; waar mede zij echter niet meer uitvoerden, dan dat 'er een kleine oorlog tusfchen de beide partijen , tot groot nadeel van de ingezetenen der Hoofdftad, ontftond. In Frankryk raadpleegde de Koning karel V, de Wijze bijgenaamd , met de Prelaten van zijn Rijk en voornamelijk met de Univerfiteit van Parys, eer hij een befluit nam, wiens zijde hij kiezen zoude. Na zijn dood zullen, .aan het Hof van zijnen Zoon karel VI, die, minderjarig zijnde, onder voogdijfchap van zijnen Oom, den Hertog van Anjou , ftond, in het jaar 1380 Gezanten van den Koning van Kastilië gekomen zijn, om hem te bewegen , om de partij van urbanus te nemen. Doch dit berigt der Franfche Schrijvers komt niet overeen met het berigt der Spaanfchen, volgens welke hendrik, Koning van Kastilië, geen' van beide de Paufen zal goedgekeurd en zelfs alle Pausfelijke inkomflen in zijn  GESCHIEDENIS. 61 Eijn Rijk in beflag genomen zal hebben, tot men zou weten, wien zij toebehoorden. Maar onder zijnen Zoon jan, werd in eene vergadering van Bis- rfchoppen en Godgeleerden in het jaar 1379 te Me- n dina del Campo befloten, dat klemens als regtma-1( tige Paus erkend zou worden, welk befluit in 1381 te Salamanca bekrachtigd werd. pieter, Koning van Arragon , hield zich volkomen onzijdig, tot hij in het jaar 138a aanbood, zijne gehoorzaamheid, (obedientia,) aan urbanus te zullen bewijzen, mids deze hem met het Rijk van Sicilië beleende, de achterftallige fchatting voor het Rijk van Sardinië kwijtfchold, en voor tien jaren de Tienden van zijn Rijk aan hem fchonk. Maar op deze voorwaarde begeerde urbanus de onderwerping der Arragoniers niet; waarom deze zich vervolgens aan den Tegenpaus overgaven. Na eene belegering van bijna een jaar gelukte het \ urbanus weder meester te worden van den Enge-' lenburg; en nu begon hij met ftiengheid te werk te , gaan tegen de aanhangers van klemens , ontflaande ■ de onderdanen der Vorsten van hunnen eed, en hen , verbiedende dezelve te gehoorzamen. Voornamelijk was hij verbitterd op joanna, Koningin van Napels, die krijgsvolk tegen hem gezonden had, om hem uit Rome te verdrijven, waarom hij haar in het jaar 1380 voor fcheurziek, kettersch en fchuldig aan misdaad van gekwetfle Majefieit en hare landen verbeurd verklaarde. Te gelijk begeerde hij van lodewyk, Koning van Hongaryë, dat hij zijnen en der Koninginne Neef, karel , Hertog van Durazzo, zou V boek IV ioofdft. iC. G. iario73. >t 1517- iebanus toot joinnaKolinginvanNapels 'an den roon, loor ka. iill van Durazzo.  62 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. zou overzenden, met een leger, dewijl hij willens was hem het Rijk van Napels te fchenken; waar bij ook de Heil. katharina van Siena zeer werkzaam was, om dezen Vorst tot dezen togt aan te fporen. karel in het jaar 1381 te Rome gekomen, werd daar door den Paus met het Rijk van Napels beleend, onder belofte, dat hij aan 'sPaufen Neef francisco prignano, een wellustig en nutteloos mensch, de Vorstendommen Kapua en Amalfi zou afïiaan; waar tegen de Paus , om hem aan geld te helpen, vele goederen van Kerken en Kloosters te Rome verkocht, als ook gouden en zilveren bekers, kruisfen en andere kostbaarheden, en eene menigte zilveren Beelden van Heiligen naar de munt zond. Hier tegen maakte Koningin joanna ook hare fchikkingen, en om zich te verfterken, nam zij den Broeder des Konings van Frankryk, lodewyk , Hertog van Anjou, tot Zoon en Erfgenaam van haar Rijk aan, gelijk ook klemens VII hem op haar verzoek in 1382 de beleening van het Rijk fchonk, zelfs vormde deze ten behoeve van lodewyk uit een gedeelte van den Kerkelijken Staat een nieuw Koningrijk, het Koningrijk van Adria genoemd, hetwelk hij ligtelijk kon wegfchenken, dewijl hij toch zelve niets in den Kerkelijken Staat bezat. Maar lodewyk was niet eens in ftaat, de Koningin joanna te redden, karel van Durazzo drong in het jaar 1381 in de Hoofdftad Napels, en dwong de Koningin zich aan hem over te geven, en dewijl zij volftrekt weigerde, hem tot erfgenaam van  GESCHIEDENIS. 03 van haar Rijk te verklaren, liet hij haar, daar zij nog fteeds befchuldigd werd, deel gehad te hebben aan den moord van haren eerften Gemaal, in Mei des jaars 1382, verworgen of verflikken. — Twee; jaren daar na flierf ook lodewyk , waar door ka : rel op den troon meer gevestigd werd. In het jaar 1384 gaf urbanus aan Koning karel een bezoek, misfchien om op de bevordering van zijnen Neef aan te dringen. Doch zijne komst was den Koning niet aangenaam, die zijne driftige en heerschzuchtige gefleldheid kende; hij onthaalde hem dus wel eerbiedig, maar hield hem te gelijk deels te Averfa, deels in een Kasteel te Napels, zoo goed als gevangen, opdat hij geene listige flreken met Napelfche Grooten mogt beramen. Ondertusfchen fchaakte de gemelde Neef van den Paus eene Non, die hij onteerde, waar op de Koning hem indaagde, en niettegenftaande hij in de Domkerk gevlugt was, ter dood veroordeelde. Meermalen had de Paus de buitenfporigheden van zijnen Neef, die reeds 40 jaren oud was, ontfchuldigd, met voor te geven, dat hij nog jong was. Thans verklaarde hij Opperheer van het Rijk te zijn, waarom de Koning, als hij zelve tegenwoordig was, geenen Grooten ter dood kon veroordeelen; ook liet hij zijn Paleis fluiten, en van gewapende manfchap bewaken. Eindelijk bewerkten de Kardinalen een vergelijk, volgens hetwelk des Paufen Neef eene bloedverwante des Konings trouwen, en deze hem jaarlijks voor de beloofde Vorstendommen 70,000 Goudguldens betalen zou. Maar V boek IV loofdft. ia C. G. [aario73. :ot 1517. Twist van URBANUS met Koning KAREL van Napels.  V BOEK IV Hoofdft na C. G Jaano73. tot 1517. 64 KERKELIJKE Maar fpoedig brak het misverftand tusfchen bei2 beiden weder uit. 's Konings Gemalin margaretha gaf daar toe aanleiding, dewijl zij, bij afwezendheid van haren Gemaal , zich het uitfluitend regt toeeigende, om de gewigtigfte levensbehoeften te verkoopen, waar door de Hovelingen van den Paus, die zich te Nocera onthield, eenige dagen in veilegenheid raakten. Zij met de Kardinalen zelve vlugtten eens hals over hoofd naar Napels, vreezende, op bevel der Koningin geplunderd te zullen worden. Na lodewyks dood liet karel den Paus vragen, waarom hij uit Napels was vertrokken, met verzoek, om weder te keeren, alzoo de Koning hem over zaken van belang fpreken wilde. De Paus liet antwoorden, indien hij iets met hem te handelen had, kon hij bij hem komen, naardien het gewoon was, dat de Koningen bij den Paus te voet kwamen. Ook liet hij hem melden, dat, indien hij op zijne vriendfehap prijs ftelde, hij de belastingen in zijn Rijk verminderen moest. Ja, zeide de Koning, hij zou zelf komen, maar aan het hoofd van een leger, en de belastingen raakten den Paus niet , die mogt zijne Priesters regeren, het Rijk kwam hem toe; de haat had zijnen oorfprong genomen, of omdat de Koning, na het bemagtigen van het Rijk, den Paus den vorigen eerbied niet bewees, of gelijk fommigen zeiden, omdat de Paus voornemens was hem hetzelve weder afhandig te maken. Eindelijk kwam het in het jaar 1385 tot openbare vijandelijkheden. ■ urbaan ontzeide den Koning en zijne Gemalin het regt op het Rijk, en deed hen in  GESCHIEDENIS. 65 in den ban. Daar tegen werden al de vrienden van den Paus te Napels gevangen genomen, en hij zelve op het Kasteel te Nocera belegerd. Daar de Paus den Geestelijken te Napels verboden had, den Gods- | dienst te vieren , werden vele Prelaten en andere Geestelijken door den Koning mishandeld, fommigen in zee geworpen, terwijl anderen in langdurige gevangenisfen kwijnden, urbanus kon deswegens geene andere wraak oefenen, dan dat hij viermaal daags met eene flambouw en een klokje of fchel aan het venflrer kwam, en het leger, hetwelk hem belegerde, in den ban deed. Eindelijk zonden hem de Genuezen op zijn verzoek eenige galeijen, met welke hij in September 1385 ter zee naar Genua ontvlugtte. Veel ergerlijker en gruwzaam was zijne behandeling der Kardinalen. Dezen, misnoegd over zijn gedrag, hadden door zekeren bartholino van Piacenza, een Zaakwaarnemer aan het Roomfche Hof, een ftuk laten opftellen, waar in onder anderen beweerd werd, dat de Kardinalen, wanneer de Paus zich niet wel gedroeg, het regt hadden, om een Voogd, {Curator,^) aan te ftellen. Dit werd den Paus heimelijk aangediend, die op het lezen van dit ftuk zoo woedend werd, zegt diederik van Niem, die dit verhaalt, dat hij zes van de gemelde Kardinalen op het Kasteel te Nocera in Januarij 1385 gevangen liet zetten, en hunne goederen verbeurd verklaarde. In een volgend Konfifforie benoemde hij de drie Geestelijke Keurvorsten en anderen tot Kardinalen, en toen dezen na lang overleg voot XVII. Deel. E die V HOEK IV ioofdfl. ia C. G. aario73. :ot 1517. Wreede behandelingderKardinalen door URBANUS'  ÓS KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. die waardigheid bedankten, fchonk hij dezelve aart verfcheidene Napelfche Geestelijken, die echter dezelve uit vrees voor den Koning niet durfden aannemen. Hij gaf vervolgens last aan niem en andere Hofbedienden, om de gevangene Kardinalen te verhooren; deze vonden den Kardinaal van Sangro in een zoo eng gat opgefloten, dat hij zijne voeten niet kon uitfteken, en alle de Kardinalen met ketenen beladen. Vergeefs bad men den Paus voor hen om genade, integendeel werd hij nog grimmiger, toen zeker Bisfchop, dien men op de pijnbank gebragt had, veel nadeeligs tegen hen getuigde. Hij liet vervolgens de Kardinalen pijnigen , terwijl hij gerust in den tuin wandelde, daar hij hun gehuil kon hooren, en zijn Brevier overluid bad. Bij zijne vlugt uit het Kasteel nam hij ze met zich mede; en alzoo de gepijnigde Bisfchop niet in ftaat was, om hard te rijden, liet de Paus hem, onder voorwendfel , dat hij met opzet zocht achter te blijven , ter dood brengen. En nog durft de eerlijke niem , die alle blijken van een menschlievenden aard bij deze gelegenheid gaf, den wreedaard niet flreng beoordeelen. ., Ik herinner mij niet," dit is alles wat hij fchrijft, „ ooit gelezen te hebben, dat een Paus, zonder zich aan onregtmatigheid fchuldig te maken, bevelen kan, dat iemand omgebragt worde!" Na zijne aankomst te Genua liet hij de gevangene Kardinalen voor hem komen, van hun eene belijdenis van hunne misdaad begeerende, maar zij bleven op hunne onfchuld ftaan, en daagden hem voor het oordeel van God, waar op. hij hen alle me-  GESCHIEDENIS. medelijden onwaardig verklaarde, alleen ftelde hij eenen van hen, een' geboren Engelschman, op verzoek des Konings van Engeland, in vrijheid, maar j de vijf anderen liet hij tegen het einde des jaars x 1386 ter dood brengen. Reeds waren 'er, om hen] te verlosfen, zamenzweeringen gefmeed, zelfs tegen het leven van den Paus. Twee andere Kardinalen verlieten zijne partij, en een derzelven, pileus van Prato , Aartsbisfchop van Ravenna, verbrandde zelfs, tot befchimping van den Paus, zijnen Kardinaalshoed, openlijk te Pavia. Inmiddels was in het Rijk van Napels eene nieuwe Staatsverandering voorgevallen , die urbanus opmerkzaam maakte, om 'er zijru voordeel uit te trekken. Koning karel was eenigen tijd na de dood van zijnen Neef, lodewyk, Koning van Hongaryen, die reeds in het jaar 1382 gebeurd was, door eenige Hongaarfche Grooten genoodigd , om bezit van het Rijk te nemen, niettegenftaande maria , lodewyks Dochter, als Koningin erkend was. In September des jaars 1385 ging hij naar Honga. ryen fcheep, en bragt het ook zoo ver, dat hij fpoedig tot Koning gekroond werd. Maar reeds in Februarij 1386 wérd hij, in tegenwoordigheid dei Koningin en van hare Moeder, op haar aanftoken vermoord. Zijne weduwe, de Koningin mar' garetha, liet daar op haren Zoon ladislaus . die tien jaren oud was, tot Koning van Napels ver klaren, tevens den Paus urbanus verzoekende, orf de beledigingen des Vaders te vergeven , en det Zoon in zijne befcherming te nemen, ürbanus E 2 di V BOEK IV loofdlh a C. G. aar 1073. ot 1517» Oogmerken van L'UBA^US met Napels. Zijrt dood. I  68 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaar 107 3 tot 1517 die een bevel naar Hongaryen gezonden had, om het lijk van karel, hetwelk in eene Kerk begraven was, weder uit het graf te nemen, omdat hij in den ban geltorven was, nam echter, volgens fommige Schrijvers, het verzoek der Koningin aan, en den jongen Vorst onder zijne befcherming; maar anderen, en onder dezen diederik van Niem, verzekeren , dat urbanus het gedacht van karel bleef haten; ook als hij zich in het jaar 1386 naar Lucca begeven had, lieten hem eenige Duitfche Vorsten verzoeken, dat hij toch bedacht wilde zijn , om zich met den anderen Paus te verzoenen, en de fcheuring weg te nemen, maar hij gaf droog ten antwoord: hij was alleen de ware Paus, en het was niet raadzaam , om dit in twijfel te trekken. Vergeefs getracht hebbende te Perugia de heerfchappij te verkrijgen, nam hij weder zijn verblijf te Rome, alwaar hij het Jubeljaar, hetwelk klemens VI tot 50 jaren bepaald had, op 33 jaren ftelde, of, omdat het leven van christus op aarde niet langer geduurd had, of om wegens de kortheid des levens aan velen deel te fchenken aan deze weldaad, maar in den grond, opdat de Romeinen meermalen het voordeelige van een zoo talrijk bezoek genieten zouden. Eevenwel beleefde hij het begin van het volgende Jubeljaar 1390 niet, alzoo hij in October 1389 overleed. Zijne wilde en wreede onftuimigheid heeft den genen, die hem niet voor eenen regtmatigen Paus wilden erkennen, nog meer wapenen in handen gegeven. De nog overige hem getrouw geblevene Kardinalen, verzochten daarom ook deu Aartsbisfchop  GESCHIEDENIS. 69 fchop vsn Trier, dat hij, bij den te houden lijkdienst over hem, God zou bidden, dat hij hem de fouten, uit menfchelijke zwakheid begaan, vergeven j wilde. ! klemens VII, die ondertusfchen te Avignon op] den Stoel zat, wien urbanus in den ban gedaan, en hem een afgodsbeeld van eeuwigdurende verdoe-] menis genoemd had , terwijl urbanus door hem op zijne beurt geëxcommuniceerd was, was van een veel zachter karakter, hoewel de Gefchiedenis niets weet van zijne verdienden, ten aanzien van den Godsdienst en de. Kerk; zijne werkzaamheid belfond alleen daar in, om zich tegen urbanus (taande te houden; hij had 36 Kardinalen, die zijn Hof uitmaakten, en aan welke hij menigvuldige Prebenden uitdeelde; ook eischte hij van de Franlche Geestelijken zeer ftipt de Annaten, of inkomden van het eerde jaar, van openvallende Kerkelijke ambten. De Geestelijkheid zweeg hier wel niet op, zelfs zond de Univerfiteit van Parys in het jaar 1381 een harer Theologifche Leeraren aan den Hertog - Regent van Frankryk, om hem deswegens voordellen te doen; maar deze liet den Leeraar in de gevangenis zetten, en de Univerfiteit kon zijne vrijheid niet verkrijgen, dan onder voorwaarde, dat hij de partij van klemens omhelsde. Doch in plaats daar van ging hij op reize naar urbanus, gelijk nog een ander Leeraar deed', ook verlieten eenige duizend dudenten de Univerfiteit. Zij verzoende zich echter fpoedig weder met den Paus, bij wien zij zoo ernftig aandrong, om een einde van de fcheuring te E 3 ma- V BOEK IV loofdir. a C. G. aar 1073. ot 1517. )e Te- jenpaus {LEMENS VII. Zijn tarakter.  V BOEK IV Hoofdrt. na C. G Jaar 1073 tot 1517- KLEMENS VII zoekt den HertogvanAnjou tot Koning van Napels te maken. 70 KERKELIJKE maken, dat hij in het jaar 1387 verklaarde, dat hij het aan de beflisfing van eene algemeene Kerkvergadering wilde overlaten; als deze voor hem gunltig uitviel, zou urbanus de Kardinaal van den eerften rang wezen, maar als zij voor urbanus gunftig ware, dan wilde hij zich onderwerpen. Eene aanbieding, welke hem te meer vrienden verwierf, omdat urbanus weigerde, eene dergelijke verklaring te doen. Dat deze Paus bedacht geweest zij, om den Hertog van Anjou aan het Koningrijk van Napels te helpen, en zelfs ten zijnen behoeve een nieuw Koningrijk van Adria op te rigten, hebben wij hier voor gezien. Toen 'er na den dood van Koning karel in het Napelfche eenige verwarring ontftond, had hij hoop, dat lodewyk, Zoon van den bovengemelden Hertog, zich van dat Rijk zou kunnen meester maken, gelijk in der daad de partij voor het Huis van Anjou in hetzelve zoo magtig was, dat zij reeds in het jaar 1387 de hoofdltad in hare magt kreeg, lodewyk werd toen genoodigd , om in het Rijk te komen, en urbanus bevorderde door zijne gewone onbedachtzaamheid deze onderneming, dewijl hij geen van beide deze Koningen wilde erkennen, maar bedacht was, om het Rijk voor zich zeiven te verkrijgen. In het jaar 1389 kroonde klemens den jongen lodewyk te Avignon, nadat deze den volkomenen Leeneed aan den Paus had afgelegd. lodewyk kwam in het volgende jaar te Napels, alwaar hij gehuldigd werd, maar de oorlog, welken hij met ladislaus voeren moest, duurde omtrent tien jaren, en had toen die uitkomst, dat lo- PE-  GESCHIEDENIS. 71 dewyk genoodzaakt was, van al'e aanfpraak op dit Rijk affland te doen, en naar Provence te keeren. Gedurende dezen oorlog ftieif klemens VII te f Avignon den 10Jen September 1394: Men prijst j hem wegens tïjne' Ibhranderhéid , befcheidenheid , \ vcrzoenelijkheid en milddadigheid, doch erkent te- • fgj, : ie bedrijven zeer langzaam en mmmmvA-^r 1 :i dat h,} uit infcnikkeHikheid 3e• a' •" 1 •.i-'l!!V-«}-vier ondettleunmg hij noodig |||l-Sfi^%!iikte Heden tot Bisdommen be- i zijn bovengemeld aanbod, om ' de uitfpraak over zijn regt tot het Pausfchap aan eene Kerkvergadering over te laten , ziet men echter niet, dat hij daar toe immer ernftige maatregelen te werk heeft gefteld. Het ontbrak niet aan voorgeflagene middelen, om een einde van de fcheuring te maken, maar de Kardinaal petrus de luna, zijn voornaamlte Raadgever, wist dezelve alle te leur te ftellen. Inzonderheid was de Univerfiteit te Parys ijverig werkzaam, ten dezen einde. Zij liet door eenigen harer leden in het jaar 1394 aan den Koning drie middelen voorflaan, een Compromis, ( Compromis fto ,) of overeenkomst tusfehen de belde Paufen , •m hun regt aan de uitfpraak van goede mannen over'te laten; of den afftand van de beide Paufen; (Cesfto;) of eene algemee ie Kerkvergadering, {Deter minatio feu Decifio.~) Dit voorftel werd aan Koning karel VI den laatften Junij 1394 .in eenen grief der Univerfiteit voorgedragen, waar op zij E 4 eerst V BOEK IV ;oofdft. a C. G. iario73ot 1517. Pogingen 3m de rcheuring te doen eindigen.  V BOEK IV Hoorn. na C. G. Jaanc.73. tot 1517. : j ] i 72 KERKELIJKE eerst ten antwoord kreeg, dat haar ijver den Koning aangenaam was; maar eenigen tijd daar na liet de Koning haar door den Kanfelier verbieden, zich verder niet met deze zaak te bemoeijen, ook geene Brieven daar over aan te nemen of te openen, voor dat zij den Koning ter hand gefield waren. De Univerfiteit, die dit uit hoofde van den invloed van 's Paufen vrienden ten Hove, en van de zwakheid van den dikwijls zieken en zelfs krankzinnigen Koning, vooruitgezien had, liet terftond aan den Koning verklaren, dat zij hare voorlezingen, en ook alle hare;Kerkredenen te Parys zou ftaken, tot haar billijk verzoek verhoord was; ook vervulde zij op Hond hare bedreiging, nicolaus de clamenge, 'of de Clemangis,) fchreef zelfs 'nog in dat jaar 1394 eenen heel vrijmoedigen Brief over dit onderwerp aan den Koning. — Ook fchreef de Univerfi:eit aan den Paus klemens VII, wien zij bijzonder mder het oog bragt, dat dit ligtelijk eene altijddu■ende fcheuring zou kunnen worden , dewijl velen ju reeds niet fchroomden, openlijk te zeggen: 'er 'ag niets aan gelegen, hoe veel Paufen 'er waren. Vlen kon 'er gemakkelijk in ieder Rijk eenen aantellen, die niets over de anderen te zeggen zouden lebben, klemens beantwoordde dezen Brief niet» naar zeide alleen, na dien gelezen te hebben: dat s een kwade en vergiftige Brief. De Univerfiteit iit gezegde vernomen hebbende , fchreef nogmaal ladrukkelijk aan den Paus, maar deze was inmidlels overleden, clemangis heeft in zijne werken eene  GESCHIEDENIS. 73 «ene treurige fchilderij van zijne regering opgehangen (*). „ Wie was toch," zegt hij, „ ellendiger dan onze klemens, zoo lang hij geleefd heeft! t Hij had zich zoodanig tot eenen knecht der knech- n ten der Franfcheforsten gemaakt, dat hij dagelijks J van de Hovelingen beleedigingen en befchimpingen . moest uitftaan, welke naauwelijks voor den geringften Haaf voegden; hij gaf hunne woede, den tijd en de onftuimigheid der eifchenden toe; hij verdichtte veel, veinsde, beloofde rijkelijk, ftelde van den éénen dag tot den anderen uit, gaf aan velen Prebenden, aan anderen goede woorden. Om de Hovelingen, die in de gunst der Vorsten ftonden , te behagen, deelde hij aan dezelven of hunne vrienden ledigftaande Bisdommen en andere hooge waardigheden uit, gelijk hij ook aan de Vorsten zeiven rijkelijk gefchenken gaf, en alle foort van geldafpersfingen over de Geestelijken toeftond, welke zij flechts begeerden. Dus onderwierp hij de geheele Geestelijkheid aan de willekeur van Wereldlijke Overheden ; zoodat bijna elk derzelven meer voor Paus gehouden werd, dan hij zelve." Door den dood van den Paus urbanus VI, in het jaar 1389, fcheen de gelegenheid gunftig, om een einde van de fcheuring te maken, maar de haat was tusfchen de partijen te hoog geklommen, en de Romeinen wilden volftrekt eenen Italiaanfchen en geenen Franfchen Paus hebben. Dus verkoren de 16 Kardinalen van den aanhang van urbanus VI, reeds . (*) De Corrupto Eeclefac Statu C. 27. Opp. pag. 26. E 5 v BOEK IV [oofdft. 1 C. G. iario73, »| 1517. BONIFACI- us IX te Rome tot Paus verkoren.Zijn karakter.  V BOEK IV HoofdfL na C. G. Jaano73. tot 15 17. 74 KERKELIJKE reeds op den aden November 1389, den Kardinaal pieter van tomacelli, een' geboren Napolitaan, tot Paus, die den naam van bonifacius IX aannam. Hij was eerst 45 jaren oud, in de Spraakkunde en Welfprekendheid wel geoefend, maar zoo veel te minder in het fchrijven en zingen ; hij muntte in geene wetenfchap, maar alleen in ligchaamsgrootte en (terkte uit. De waardigheid der Pausfelijke ambtsbediening kende hij zoo weinig, en fchreef onder de verzoekfchrifren, die hem overgeleverd werden, zoo onvoegzame dingen, als of hij nooit aan het Pausfelijke Hof geweest was; hij verftond 'er den inhoud niet van, noch ook de voordragt der Advokaten in het K<">nfiftorie, waarom hij ook gedurig verwarde antwoorden gaf. diederik van Niem, zijn eigen Geheimfchrijver, die hem dus afbeeldt , maalt zijn overig karakter insgelijks niets minder dan voordeelig. Zoo lang nog eenige goede Kardinalen leefden, die van alle Simonie afkeer hadden, durfde hij ook dezelve, zeven jaren lang, niet openlijk uitoefenen; hoewel hij onder de hand, bij het bevorderen van Prelaten, geld wist te bedingen, en als zij niet terftond betaalden, bedacht hij allerhande redenen , waarom hij hun het toegedachte ambt niet dadelijk fchonk. Maar toen deze Kardinalen geflorven waren, kende zijne geldzucht geene palen. Hij liet zich de inkomiten van het eerde jaar van ledigftaande Hoofdkerken en Abdijen door hen , die naar zoodanige waardigheid ftonden, vooruit betalen, zonder zich te bekreunen , of zoodanig iemand ooit in het bezit derzelve kwam»  GESCHIEDENIS. 75 kwam, ja hij zeide niet zelden openlijk: Mogt hij maar nooit tot het bezit van die Kerk of dat Klooster geraken! te weten, opdat hij gelegenheid zou hebben, om van een ander weder geld daar voor af te persfen. Dewijl allen, die naar zulke waardigheden ftonden, niet genoegzaam van geld voorzien waren, gaf dit aanleiding tot den verachtelijkften woeker. De Paus, zijne Secretarisfen en Kamerdienaars verkochten de Prebenden zoo onbefchaamd en menigvuldig, dat het volk zelve daar den fpot mede dreef. Hij zelf verkocht opéénen dag eene en dezelfde Prebende aan verfcheidene Heden; aan hun die later kochten metdeClaufule: Anteferri, (zij zouden boven de anderen den voorrang hebben,) tot dat zulke gunstbrieven, (Gratice exfpectativte, ) geene koopers meei vonden. Elke- zoodanige gunstbrief werd omtrent mei 25 Goudguldens betaald; die nog gunftiger waren. {cum antelationh prarogativa,) kostten 50 Duka ten. Meermalen werden reeds verkochte Prebenden voor welke het eerfte jaar inkomften al voorui betaald was, aan eenen anderen verkocht, die 'e meer voor bood, terwijl de Paus voorwendde, doo de eerfte koopers bedrogen te zijn. Op dezelfd wijze werd met Dispenfatien, of ontflag van Kei kelijke wetten , een fchandelijke handel gedreven Een zoo onbefchaamd en vernuftig uitvinder va geldmiddelen, zegt onze Schrijver, heeft 'er noo geleefd. Zelfs terwijl hij de Mis bijwoonde, liet h zijne Secretarisfen tot dat einde bij zich komen: e in zulke gevoelens is hij ook geftorven. Want, al hem iemand in zijne laatfte oogenblikken vraagde hc V BOEK' IV Hoofdft. ia C. G. Iaario73. tot 1517. t t ï n s e  V BflEK IV Hoofdn. m C. G Jaario73 tot 1517, Gedrag der beide Paufen jegens malkanderen. 76 KERKELIJKE hoe hij voer? was zijn antwoord: „ ik zou wel zijn, als ik maar geld had." De Lezer oordeele, of mainbourg onder anderen dezen Paus; genoeg, zaam tegen deze berigten van eenen tijdgenoot ontfchuUigt, met aan te merken, dat men den Paus niets meer verwijten kan, dan dat hij de Simonie aan zijn Hof geduld hebbe, zich houdende, als of zij hem onbekend ware; meer om de onverzadelijke hebzucht van zijne Moeder en Broederen, dan om zijne eigene te voldoen. bonifacius fcheen ondertusfchen gezind, om de Kerkelijke eenheid te bevorderen, doch floeg daar toe eenen min gepasten weg in, door in het jaar 1390 door den Hertog steven van Beyeren aan klemens te laten aanbieden, indien hij zijne waardigheid nederleide, den eerden rang on^er de Kardinalen, en het ambt van Pausfelijken Legaat en Vikaris in het Wereldlijke, voor zijn leven , in Frankryk, Spanje, Portugal en Engeland enz. In het jaar 1391, dewijl dit aanbod vruchteloos was, vermaande hij alle geloovigen in eene bijzondere BulIe , hem en de Roomfche Kerk, als de algemeene Moeder, te eerbiedigen, en zich voor den Tegenpaus, dien hij een Beliah man noemt, te wachten, [n het jaar 1392 zond hij twee Karthuizer -Monniien met eenen Brief aan den Koning vzn Frankryk, om dien te verzoeken, om mede te werken tot het andigen der fcheuring. Als deze beide Monniken $ Avignon waren gekomen, om ook klemens daar toe op te fporen, liet deze hen in een Karthuizer Klooster gevangen zetten, hoewel de Koning hun fpoe-  GESCHIEDENIS. 77 fpoedig hunne vrijheid weder bezorgde, klemens liet zich echter bij den Koning verluiden , dat hij gereed was, aan de eenheid der Kerk zijne waardig- f heid op te olFeren. Maar de beide Paufen misleid- r. den den Vorst, bonifacius vermaande hem kort j daar na, om de partij van robert van Geneve, (zoo noemde hij klemens,) te verlaten; en deze liet door eenen Karmeliter te Parys prediken, dat men bonifacius niet langer moest gehoorzamen. De pogingen van de Univerfiteit te Parys bragten ook even min den vrede te wege, als de dood van klemens, die in het jaar 1394 plaats had. Middelerwijl wankelde de heerfchappij van bonifacius in zijn wereldlijk gebied. Hij onthief wel ladislaus, Koning van Napels, van den ban, en liet hem tot Koning van Sicilië kronen, ook Mond hij hem zijne echtfcheiding toe, waar toe deze Koning befloten had, maar het mislukte hem, denzelven tot Koning van Hongaryë te zien verheffen , waar door de regtmatige Koning van dat Rijk, siegmund , misnoegd zijnde, de vervulling van alle Geestelijke posten voor zich behield. Ook was de Paus niet zonder vrees voor lodewyk van Anjou, die aanfpraak op het Rijk van Napels maakte. DtBaanderheeren te Rome behandelden hem eindelijk zoo verachtelijk, dat hij eene andere verblijfplaats moest zoeken, welke hij in het jaar 1392 met moeite te Perugia vond, maar ook deze ftad was hij, door oproer, in het jaar 1393 genoodzaakt te verlaten, en naar Asftsft te vlugten. Kort daar na kwam hij weder te Rome, maar moest die ftad in 1394 op nieuw V doek iV loofdft. a C. G. aan 073. ot 1517. JONIFACI* js wordt neester ranRome  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. jaario73. tot 1517. Zijne' deelne-' ining aan het afzetten van den Keizer WENZEL Of WENCESLAUS. Dood van KLEMENS Vil en verkiezing van f8 K E R K E L IJ K E nieuw verlaten. Doch tegen het jaar 1400 , een Jubeljaar, begrepen de Romeinen de noodzakelijkw heid van 's Paufen tegenwoordigheid in hunne ftad s om vreemdelingen derwaarts te trekken, waarom zij den Paus verzochten, terug te komen, die dit wei* gerde, ten zij de Romeinen de Baanderheeren af* fchaften, en gelijk zij voorheen gewoon waren, Senatoren aanftelden. De Paus wedergekeerd zijnde, lietterftond den Engelenburg, de fterkte van Rome, herbouwen, en ook het Kapitool, (Campidoglio,) verfterken, en maakte zich door fchranderheid en list zoodanig meester van Rome, dat men daar federt onder zijne regering geene oproeren meer vernam; op gelijke wijze werd hij van verfcheidene fteden en vaste kasteden fin het Pausfelijk gebied meester. Omtrent dezen tijd, in het jaar 1400, zetten eenige Keurvorsten den Keizer wenzel of wenceslaus van de regering af, en verkoren ruprecht, Paltsgraaf aan den Rhyn, in zijne plaats. De Keurvorsten hadden van hunne bezwaren tegen wenzel aan den Paus kennis gegeven, doch als deze tijd van beraad nam, waren zij met hunne zaken voortgegaan, evenwel, wanneer ruprecht in het jaar 1401 den Bisfchop van Ver den aan den Paus zond, om deszelfs goedkeuring op zijne verkiezing, onder belofte van gehoorzaamheid en trouwe, volgde deze goedkeuring fpoedig. Ondertusfchen had men fterk bij bonifacius aangedrongen, om zijne waardigheid neder te leggen, toen klemens VII in het jaar i394 overleed; vergeefs drong nu de Univerfiteit te Parys, als ook de  GESCHIEDENIS. 79 de Koning van Frankryk, in twee Brieven bij de Kardinalen te Avignon aan, om zich met de verkiezing van een' nieuwen Paus niet te overhaasten. Zij lieten 's Konings Brieven ongeopend liggen en verkoren den aSften September des jaars 1394 uit hun midden den Kardinaal pieter de luna, onder den naam van benedictus XIII , tot Paus. Deze was volgens diederik van Niem een man van verftand, en zeer fcherpzinnig in het uitdenken van nieuwe hulpmiddelen. Dewijl hij te voren beftendig verzekerd had, dat hij, eens opvolger van den Paus geworden zijnde, de eenheid der Kerk op alle mogelijke wijze zou bevorderen, erkende hem ook de Univerfiteit van Parys, terwijl zij hem dt uitvoering zijner belofte ten fterkften aanbeval, het welk hij met goede woorden beantwoordde. Van tijd tot tijd verhieven zich intusfchen meer vrij» ftemmen over het gedrag der Paufen, en waarfchijnlijl behoort tot dezen tijd het beroemde Boek van cle mangis , over den bedorven toeftand der Kerk; ooi is de Briefwisfeling merkwaardig tusfchen benedic tus XIII en joan van varennes, een Parysc, Godgeleerde of Lid der Sorbonne (*), gelijk 00 dat deze in het jaar 1395 den voorflag aan den Pau deed, om te Lions eene Kerkvergadering te berot pen, tot Hervorming der Kerk en tot wegnemin der fcheuring, al ware het ook door den afftan der beide Paufen. E (*) In jo. gersoni Opp. Append. T. II. p. 841. en bij lenfant Hist. du Concile de Pife T. I. p. 72. V boek IV Hoofdft. na C. G« Jaario73. tot 1517* benedictus XIII. : I t s l i e  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. Nationale Sijnode te Parys. 80 KERKELIJKE De voorflag tot eene algemeene Kerkvergadering was al vroeger, onder anderen reeds in het jaar 1381, door twee Godgeleerden te Parys, hendrik van Hesfen en pieter d'ailly gedaan, maar had, geenen voortgang gehad, omdat men thans vrij algemeen in den waan was, dat zoodanige vergadering door den Paus bijeengeroepen moest worden. Eindelijk kwam men in Frankryk tot eenen beflisfenden ftap. Koning karel VI fchreef den »den Februarij 1395 eene Nationale Sijnode uit te. Parys, waar op befloten werd, dat een afftand der beide Paufen de beste en kortfie weg was, tot wegneming der gefchillen. Met dit befluit der vergadering werden van 's Konings wege de Hertogen van Berry en Burgondi'è, 's Konings Oomen , en de Hertog van OrJeans, 's Konings Broeder met anderen , als ook Afgevaardigden van de Univerfiteit van Parys, aan den Paus te Avignon gezonden, die aan den Paus dit middel ten fterkfien moesten aanprijzen , waar bij de Univerfiteit van Parys eenen nadrukkelijken Brief aan den Paus voegde. Maar alles was vergeefs; immers, fchoon bijna al de Kardinalen in het voorgeftelde middel bewilligden, kon men van den Paus niets anders verkrijgen, dan dat hij tot een mondgefprek met zijnen mededinger komen wilde. Na deze mislukking befloot de Koning over deze zaak Gezanten aan den Koning van Engeland en aan de Duitfche Vorsten te zenden; ook zond de Univerfiteit van Parys Afgevaardigden aan de Scholen te Oxford en te Keulen, tevens verbood zij alle hare leden om bij benedictus om Prebenden te vragen.  GESCHIEDENIS. £ij vond echter vrij wat tegenfpraak. De Univerfiteit te Touloufe verklaarde zich tegen haar, en die van Oxford wederleide haar voorftel van den afftand der Paufen , maar drong aan op eene algemeene Kerkvergadering, benedictus zocht zich ook aan haar te wreken, door het intrekken van Geestelijke ambten , die aan hare leden behoorden, waar op de Univerfiteit een Appel of beroep opltelde aan eenen toekomenden, eenigen, waren, regtzinnigen en algemeenen Paus, hetwelk zij in 1396 aan den Paus liet aanzeggen, die daartegen eene Bulle uitvaardigde, in welke hij dit opfiel voor een oproerig fchotfchrift verklaarde. Men ging in Frankryk ondertusfchen voort, en zond Gezanten in het jaar 1397 op den Rijksdag te Frankfort aan den Main, waar echter weinig werd uitgevoerd. In het jaar 1398 kwamen Keizer wenzel en Koning karel te Rheims bijeen , alwaar zij befloten , dat, ingevalle de Paufen hardnekkig bleven, wenzel dien te Rome en karel dien te Avignon met geweld noodzaken zouden , om afftand te doen; doch wenzel deed niets meer, dan dat hij aan bonifacius fchreef, om zijne waardigheid neder te leggen, indien het zonder benadeeling van zijne zaak en eere gefchieden kon. Maar in Frankryk kwam in het jaar 1398 eene nieuwe Kerkvergadering bijeen in 'sKonings Paleis, welke de Koning echter, uit hoofde van eenen nieuwen aanval van krankzinnigheid , niet kon bijwonen. Op dezelve werd befloten, den Paus benedictus XIII alle gehoorzaamheid op te zeggen, welk befluit di XVII. Deel. F Kö- V BOEK IV Hoofdlt. na C. G» Jaario73» tot 1517* Frankryk zegt aan BENEDICTUS de ge* hoorzaamheid"op.  V boek jv Hoofdft. na C. G. Jaar1073 tot 1517. 8* KERKELIJKE Koning bekrachtigde, en terftond alle zijne onderdanen verbood, benedictus langer te gehoorzamen. Vooraf echter liet hij aan den Paus en de Kardinalen te Avignon dit befluit bekend maken; de Kardinalen berustten in hetzelve, maar de Paus gaf aan pieter d'ailly, thans Bisfchop van Cambray of Kamerik, ten antwoord: dat hij zijne waardigheid, welke hij van God ontvangen had, ook zoo lang hij leefde, behouden zou. Hier op trok de vermaarde Maarfchalk van boucicaud nog in het jaar 139S met krijgsvolk voor Avignon. De ftad floot met hem een vergelijk, dat hij in de ftad trekken en den Paus in zijn Paleis belegeren mogt. Deze, die zich van levensmiddelen voor langen tijd voorzien had, befloot tot tegenweer, hebbende aan den Koning van Atragon gezonden, om bijftand, die echter zoo ver af was, van denzelven te verleenen , dat hij veel eer, 's Paufen Brief gelezen hebbende , zeide: „ Meent dan die Paap, dat ik, om zijne ftreken te onderfteunen, den Koning van Frankryk beoorlogen zal?" Ook zeide Koning hendrik van Kastiliê hem de gehoorzaamheid op. De Kardinalen verlieten hem insgelijks, begaven zich naar Villeneuve, en (telden den Kardinaal van Neufchatel tot Bevelhebber van Avignon aan. Men zag dezen daar op in eenen rooden rok met den degen op zijde , en eenen (taf in de hand, door de ftad rijden; hij liet zelfs het gefchut tegen het Paleis van den Paus losbranden, die zelve door eenige brokjes van een (teen uit het gefchut getroffen werd. Evenwel verloor hij üen moed niet; en men kwam kort daar na overeen,  GESCHIEDENIS. 83 «en, dat de aanval op 'sPaufen Paleis geftaakt zou worden. Vier maanden lang had de Paus met zijn gevolg deze belegering doorgedaan, toen de vermindering van den voorraad van levensmiddelen hem noodzaakte, onder bemiddeling van den Koning van Arragon, in onderhandeling te komen. De Koning van Frankryk zeide hem zijne vrijheid toe, mids dat hij van zijne waardigheid affland deed, en na den dood van bonifacius een nieuwe Paus verkoren werd. benedictus nam in April 1399 deze voorwaarde aan, en kreeg in zijn Paleis alle vrijheid, maar mogt hetzelve niet verlaten, voor dat de vrede der Kerk herfteld zou zijn. Dezen toeftand moede, nam hij, geholpen door eenen Edelman uit Normandië, in het jaar 1403 de vlugt naar Chateau - Renau. Aanflonds zochten nu de Kardinalen zijne gunst weder, ook onderwierp zich de ftad Avignon aan hem. Hij zond vervolgens twee Kardinalen aan den Koning, om dien te verzoeken , dat hij met zijn Rijk tot gehoorzaamheid aan hem wederkeerde. Ook veran derden de omfiandigheden geheel tot zijn voordeel In het jaar 1404 werkte de Koning van Arragot. door een Gezantfchap ten zijnen behoeve; de Uni verfiteit van Touloufe fchreef een' Brief om zijm zaak te verdedigen. De Hertog van OrJeans, di uit wrok tegen den Hertog van Burgundië het be fluit der laatfte Kerkvergadering niet had toegeftemd en (leeds een begunftiger van den Paus gewees was, kwam thans openlijk voor hem uit. Aanzien lijke leden van de Univerfiteit te Parys, piete F a d'aii V BOEK IV loofdrt. ia C. G. [aar 107 3. :ot 1517* Men erkent hem op nieuw als Paus. 1 t I  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. BONIFACIUS IX Kerft. INNOCENTIUS VII wordt Paus te Rome. U KERKELIJKE d'ailly, door hem tot Bisfchop van Kamerik bevorderd, joannes gerson, zijn leerling, en nicolaus van clemangis fpraken thans voor hem, ook de Univerfiteiten vmOrleans, Angers enMontpellier. Door bewerking van den Hertog van Orleans kwam 'er in 1403 eene Kerkvergadering te Parys bijeen, die zich in alles naar 'sKoniugs wil fchikkende, fchielijk en openlijk de herftelling van den Paus bekend liet maken, tot reden gevende, dat zijn afftand het gewenschte gevolg niet kon hebben, omdat de ingedrongen Paus bonifacius van niemand zijner aanhangeren verlaten was, maar zich in zijne hardnekkigheid veel meer verfterkt had. Ondertusfchen had benedictus groote beloften gedaan , waar door zijn herftel bevorderd werd; hij zou namelijk afftand doen in een van de drie gevallen, indien zijn tegenpartij afftand deed, of ftierf, of afgezet werd. (adverfario cedent e, decedente vel ejecto.) Hij zou alle aanftellingen tot Geestelijke ambten, die intusfchen gefchied waren, bevestigen, en zoo fpoedig mogelijk, eene algemeene Kerkvergadering bijeenroepen. Doch in geen van deze opzigten hield hij zijn woord. Zelfs bleek zijne listigheid in het jaar 1404, toen hij uit Marfeille, waar hij zich thans bevond, Gezanten afvaardigde aan bonifacius IX, om dien tot een mondgefprek te noodigen; maar deze gaf hun ten antwoord: dat hij alleen de ware Paus, en benedictus een Tegenpaus was. Zij konden zich niet onthouden daar op te antwoorden , dat hij evenwel niet fchuldig was aan Simonie; waar door boni-  GESCHIEDENIS. 85 nifacius zoo verbitterd werd, dat zijne ziekelijkheid merkelijk vermeerderde, en hij den derden dag daar na ftierf op den iften October 1404. Nu had t één van die gevallen plaats, in welke benedictus n beloofd had, afbrand te zullen doen, maar wanneer { de Kardinalen van bonifacius zijne Afgevaardigden daar over fpraken, wisten deze van geen' afftand, waarom deze Kardinalen tot eene nieuwe verkiezing overgingen, en den i7den October den Kardinaal cosmas van Migliorato verkozen, die den naam van innocentius VII aannam. Evenwel zwoeren alle deze Kardinalen, negen in getal, vooraf, dat die geen onder hen, die verkoren zou worden, ter bevordering van den vrede der Kerk afftand zou doen, zoo dra pieter van luna, of benedictus XIII hetzelfde doen wilde. innocentius VII was te Sulmo in het Napelfche, de geboorteplaats van den Dichter ovidius, geboren; hij prees zich aan door zijne bevallige zeden en door zijne geleerdheid, diederik van Niem, die hem als een' armen Geestelijken gekend had, befchrijft zijn karakter op de volgende wijze: Met bonifacius had hij niets gelijks. Hij bevorderde de geleerden, en onderhield zich dikwijls met hen. De Pausfeliike Secretarisfen noodzaakte hij hunne bijzitten, {Focarit >j n in le n-  V BOEK IV Hoofdft. pa C. G Jaario73 'tot 151/, GREGORIUS XII wordt Paus te Rome. 88 KERKELIJKE andere wanordens, lieten de tegenwoordige Regenten 's Paufen wapens overal wegnemen of met flijk bezoedelen; tevens dreigden zij, dat zij de eenheid der Kerk herftellen en den Paus niet meer gehoorzamen wilden, ladislaus, die thans de gelegenheid gunftig oordeelde , om meester van Rome te worden, zond fpoedig eenen Bevelhebber met krijgsvolk derwaarts, die zich met colonna en de Regenten vereenigden. Maar dit hielp juist de zaken van den Paus weder op de been. De Romeinen verklaarden, dat zij liever alles dulden, dan zich aan dezen Koning onderwerpen zouden. Ook moest zijn krijgsvolk de lïad fpoedig weder verlaten. In het volgende jaar 1406 kwam innocentius , op uitdrukkelijk verzoek des volks, weder in Rome terug , alwaar hij zich over de meineedigheid en verraderij van Koning ladislaus beklaagde, en hem zijn Rijk en alles wat hij van den Roomfchen Stoel te leen had, ontnam; evenwel verzoende de Koning zich dra met hem. Maar daartegen verklaarde hij al de goederen der colonna's verbeurd, en fchreef eenen kruistogt tegen hen uit. Kort daar na overleed hij den 6den November 1406. Ondertusfchen was benedictus XIII, Paus te Avignon, in het jaar 1405 naar Genua gereisd, om, zoo hij voorgaf, tot een mondgefprek met innocentius bij de hand te zijn. Maar de pest noodzaakte hem eerlang naar Marfeüle te keeren. Toen innocentius, in plaats van zich met hem in te laten, eene Kerkvergadering aankondigde, zond beWsdictus eenen Kardinaal naar Parys, om dezelve te-  GESCHIEDENIS. 89 tegen te werken. Hier had de Univerfiteit in Mei tij06 door hunnen naderhand zoo vermaard geworden Doctor in de Godgeleerdheid joan petit aan de Prinfen van het Koninklijk Huis een voorltel laten doen, om den Paus, die enkel uitvlugten zocht, op nieuw de gehoorzaamheid op te zeggen, en den hier voor gemelden Brief der Univerfiteit van Touloufe te laten verbranden. De zaak kwam voor het Parlement, hetwelk het laatfte volkomen goedkeurde , maar het eerfie voor eene Nationale Sijnode voorbehield. Alleen verordende het, dat aan den Paus, de Kardinalen, en zijne ambtenaren geene annaten noch andere belastingen zouden betaald worden. Kort voor dat de Nationale Kerkvergadering in Frankryk een begin nam, was innocentius overleden; de Kardinalen van zijne partij veertien in getal, befloten tot eene nieuwe verkiezing, doch deden vooraf eene plegtige gelofte, die zij met eenen eed bekrachtigden, dat, wanneer één van hun ver koren werd , dezelve terftond afftand zou doen. indien de Tegenpaus insgelijks deed, of kwam tf fterven , en deszelfs Kardinalen zich met hen wildei vereenigen tot eene, wettige verkiezing van eenei nieuwen algemeen aangenomen Paus. Hier op verkoren deze Kardinalen te Rome dei 3o(ten November 1406 den Kardinaal van St. Mar cus, angelo corrario , een' geboren Venetiaan een man van omtrent 80 jaren, tot Paus, die dei naam van gregorius XII aannam. Deze had d Kardinalen voornamelijk aangefpoord, om den bc yengemelden eed af te leggen, en men had het F 5 daai V BOCK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. 1 l 1 » I 1  V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Kerkvergaderingin Frankryk. po KERKELIJKE daarom boven anderen verkozen, omdat hij ook godsvrucht , geleerdheid , fchranderheid met den hoogften ijver voor de eenheid der Kerk fcheen te paren. Maar alle uitzigten hier op werden wederom te leur gelteld, en zelfs diederik. van Niem vergeet hier de bedaardheid, die eenen Gefchiedfchrijver betaamt, uit gemelijkheid over de huichelarij en trouweloosheid, waar van hij dezen Paus befchuldigt, dien hij daarom ook doorgaans in plaats van gregorius errorius noemt. Zijne eerfte flappen beloofden veel; nog voor zijne kroning fchreef hij aan benedictus juist zoo als hij beloofd had, dat hij bereid was, afftand te doen, indien deze met bewilliging zijner Kardinalen hetzelfde doen zou. benedictus beantwoordde zijnen Brief op dezelfde wijze, zoodat in der daad de beide Paufen een kluchtfpel begonnen, waar mede zij jaren lang Europa zochten te verblinden, gregorius fchreef aan Vorsten, Heeren en Steden, hen vermanende, mede te werken, tot vernietiging der fcheuring. In gemeenzame gefprekken verklaarde hij gereed te zijn, om over zee in het kleinfte bootje, of over land te voet met een' ftok in de hand naar de afgelegenfte landen te willen reizen , indien hij daar mede tot dit doel iets kon toebrengen. Evenwel, zegt de bovengemelde Schrijver, was hij niet anders dan een groot huichelaar. De Kerkvergadering in Frankryk, die in November des jaars 1406 geopend werd, na de zaak voor en tegen door ia van hare leden te hebben laten bepleiten, was voor het grootfte gedeelte van ge- voe-  GESCHIEDENIS. 91 voelen, dat men aan benedictus alle gehoorzaamheid moest weigeren; alle de leden (temden voor eene algemeens Kerkvergadering, zonder echter een j vast befluit te nemen, misfchien omdat men hoop- \ te, dat de beide Paufen een vergelijk zouden treffen , zonder dat een gedwongen afftand of afzetting noodig zou wezen. Om die reden zond de Koning ook in het jaar 1407 aan de beide Mededingers een aanzienlijk Gezantfchap, om hen aan te fporen, dat zij zich daar toe wilden laten vinden, ten einde de eenheid der Kerk herfteld mogt worden. Maar eer dit Gezantfchap te Marfeille bij benedictus aankwam, was hij met zijne partij overeengekomen, dat zij in de laatfte maanden des jaars 1407 te Savona in het gebied van Genua een mondgefprek zouden houden; waar tegen gregorius velerhande uitvlugten maakte, en toen hij eindelijk van Rome op reis ging, hield hij zich lang te Siena op, waar tegen benedictus in October 1407 te Savona aankwam, gregorius zette ten laatften in het begin des jaars 1408 zijne reize voort naar Lucca, waar hij begeerde, dat benedictus bij hem zou komen, of te Pifa of in Livorno. „ De andere Paus," zegt leonardo van Arrezzo, die zich toen in het gevolg van gregorius bevond, wien hij in all« andere opzigten zeer prijst, „ had geen betere gezindheden ; maar hij wist zijnen boozen wil listig te verbergen; en dewijl de onze ontweek, fcheen hij hem te gemoet te komen. Hij reisde dus van Savona naar Porto di Fenere, en , om gregorius nog nader te zijn, naar Spezza. Maar als zij nu over V BOES IV loofdft. 3 C. G. anrio73. ot 1517.  V boek IV Hoofdrt. na C. G. Jaar 1073, tot 1517. DeFranfche Kerk verklaart zich oiizijdigtusIchen de beide Paufen. 92 KERKELIJKE over hunne bijeenkomst malkander Gezanten zonden ; wilde de onze, als een Landdier, niet aan de zeeftrand komen; maar de ander, als een Waterdier, weigerde de zee te verlaten." niem ipreekt ernftiger over de zaak, en vergelijkt de beide Paufen in listigheid bij den Duivel, en gelooft, dat dit kenmerken zijn van de nabij zijnde verfchijning van den Antichrist (*). Het gedrag der beide Paufen mishaagde niet min aan velen in Frankryk. De Univerfiteit te Parys nam, op het einde des jaars 1407, een befluit, dat het thans tijd was, aan beide de Paufen de gehoorzaamheid op te zeggen, hetwelk zij aan alle Vorsten en Prelaten der Westerfche Kerk in eenen rondgaande Brief meldde. Ook fchreef de Koning aan de beide Paufen, dat, dewijl zij hunnen eed omtrent het nederleggen hunner waardigheid niet gehouden hadden, hij geen van hun beiden erkennen wilde, te gelijk maakte hij aan alle Christenen openliik bekend , dat hij voornemens was, zich onzijdig te houden tusfchen de beide Paufen. Geen van hun liet zich echter hier door bewegen; hoezeer de Kardinalen van gregorius op hem aandrongen; zelfs verfioutte zich een Karmeliter, hem in het aangezigt in eene Kerkrede te Lucca zijnen eed onder het oog te brengen, waar voor de Neven van den Paus hem in de gevangenis deden zetten, gregorius daar- (*) Leon Aretin. Rerum fuo tempore in Italia Gesta. rum Commentarius in muratorii SS. Rer. Itttl. T. XIX. pag. 02 s. . •  GESCHIEDENIS. 93 daartegen verkoos, uit haat tegen de Kardinalen, eenige nieuwe, en daar onder twee van zijne Neeven, waar op de oude Kardinalen hem verlieten, en zich naar Pi fa begeven hebbende, beriepen zij zich op christus , op eene algemeene Kerkvergadering en op den toekomenden Paus. Deze verlegenheid en zwakheid van gregorius boezemde aan benedictus meer moed en trotsheid in. Dewijl de Koning van Frankryk hem had laten aanzeggen, dat, indien de beide Paufen voor Hemelvaartsdag 1408 geen vergelijk hadden getroffen, hij met zijn Rijk de onzijdigheid zou aannemen, zond hij in Mei des gemelden jaars twee Bullen aan den Koning. De ééne was reeds in Mei des jaars 1407 opgetleld , maar tot nu toe achtergehouden. In dezelve zegt benedictus, dat eenige lieden van Geestelijken en Wereldlijken ftand, door den Duivel verleid waren, om nieuwe verwarringen te ftichten, zijne goede oogmerken te verhinderen, en hem zelfs de fchuldige gehoorzaamheid te onttrekken. Deze allen, als ook de genen, die hunne ondernemingen begunftigden, hoe hooge waardigheden zij ook mogten bekleeden, deed hij raids dezen in den ban, zoodat zij alleen in het fierfuur, en niet dan van den Paus zouden kunnen geahfolveerd worden; ook bragt hij hun gebied onder verbod van Godsdienst, en ontfloeg hunne onderdanen van den eed van trouwe. Thans echter fcheen hij deze fcherpe Bulle door de tweede eenigzins te willen verzachten, die in April 1408 was opgefteld, in welke hij zich ovet den Koning, als een Vader over zijnen lieven Zoon, be- V BOCK IV Idoofdit. ia C. G. [aario73. tot 1517.  V BOEK IV Hoofdfl. na C. G Jaar 1073 tot 1517 94. KERKELIJKE beklaagt, dat hij alle liefde en gehoorzaamheid jegens hem vergeten had, maar hem tevens vvaarfchuwt, dat hij zich voor de ftraffen, in de eerlte Bulle begrepen, wachten zou. De Paus had aan de overbrengers dezer Bullen belast, ze aan den Koning alleen over te geven, en dan ten fpoedigften terug te keeren. Maar toen men bij het openen derzelve den beleedigenden inhoud zag, jaagde men deze Boden na, en bragt hen in de gevangenis- Hier op werd in tegenwoordigheid des Konings, van vele Grooten, Prelaten, Raadsheeren van het Parlement, Afgevaardigden van de Univerfiteit van Parys en meer anderen, door den Parysfchen Godgeleerden, joan van courtecuisse (of Curtacoxa,~) volgens de toenmalige gewoonte, over eene Bijbelfche plaats, ( Convertatur dolor ejus in caput ejus, et in verticem ipfius iniquitas ejus descendat; concepit dolorem et peperit iniquitatem — Petrus de Luna nominatus Benedictus.^) eene foort van predikatie gehouden, in welke hij dertien (tellingen tegen den Paus wijdloopig bewees, onder anderen , dat hij fchuldig was aan meineedigheid en aan Ketterij. Een ander Leeraar der Univerfiteit verzocht, in haren naam, dat de Bul van Excommunicatie voor wederregtelijk, oproerig, en heleedigend voor de Koninklijke Majefteit mogt verklaard worden, in welk verzoek de Koning bewilligde, en den Kanfelier gebood in deze zaak te doen, wat regt was. Deze liet de Bul in twee deelen fcheuren, waar van hij het een aan de Koninklijke Prin» fen en Raden, het ander aan de Prelaten, Rector en  GESCHIEDENIS. 95 en de Univerfiteit van Parys gaf, met last, om daar mede geregtelijk te handelen ; deze beide partijen fcheurden de hun gegevene deelen der Bulle in nog kleiner ftukjes. Hier op volgden nog andere befiuiten tegen den Paus en zijne vrienden. De Koning gebood, den Marfchalk bouctcault , Stadhouder van Genua , petrus van Luna, zoo lang gevangen te houden, tot hij met zijnen mededinger dadelijk vrede gemaakt had. Maar de Paus, die zijne galeien fteeds geteed hield, ontvlugtte met dezelve naar zijn vaderland Spanje, en nam zijn verblijf te Perpignan. Nu werd de onzijdigheid door den Koning volkomen bekrachtigd. Eene nieuwe Kerkvergadering, welke hij nog in het jaar 1408 te Parys liet houden, moest aan deze onafhankelijke Kerkenorde in Frankryk meer vastigheid geven. Verfcheidene Prelaten, die de partij van den thans verworpen Paus gekozen hadden, werden door de Univerfiteit van Parys aangeklaagd, en gedeeltelijk gevangen gezet. De overbrengers der Bulle werden in zwart lijwaad, waar op zij zelve, de Bulle aan den Koning overgevende, en ter zijde het wapen van benedictus omgekeerd, gefchilderd waren, met papieren mutfen op het hoofd, op welke ftond: Deze zijn jegens dt Kerk en den Koning trouweloos! op een fchavot t£ pronk gezet, en vervolgens de één voor zijn leven, de ander voor drie jaren ter gevangenis verwezen. Ook gaf de Kerkvergadering een voorfchrift omtrent de inrigting van het Kerkbeftuur, tot dat 'er eer regtmatige Paus zou verkoren zijn. Reed; V BOES IV loofdft. ia C. G. [aario73. :ot 1517-  V boek IV Hoofdft. na C. G Jaario73, iot 1517. DeKardi nalen fchrijven eene algemeeneKerkvergaderinguit. 96 KERKELIJKE Reeds te voren had de Koning van Frankryk aan de Kardinalen van beide de Paufen in Mei 1408 gefehreven, dat zij de boosaardige en bedriegelijke rustverftoorders angelo corrario en pieter van luna zouden verlaten, en aan de uitroeijing der fcheuring arbeiden. Ook fchreef de Univerfiteit van Parys aan hun in denzelfden zin; doch eer deze Brieven door hen ontvangen werden, hadden de Kardinalen van gregorius hem reeds verlaten, en zich naar Pi fa begeven, ook waren de Kardinalen van benedictus van dezen afgefcheiden en naar Livorno geweken, hetwelk toen onder de Franfche Heerfchappij ftond, en zich met de eerstgemelden vereenigd hebbende, fchreven de eerstgemelden eenen Brief aan al de Geloovigen, dat zij gregorius als een' ketter en onderhouder van de fcheuring hadden verlaten, en hem de gehoorzaamheid opgezegd, vermanende hen , daar in hun voorbeeld te volgen; aan gregorius zeiven fchreven zij, hem zijne meineedigheid onder het oog brengende, met vermaning om op de door hen uitgefchrevene algemeene Kerkvergadering te Pifa te verfchijnen , en volgens zijnen eed afftand te doen, met aanduiding, dat, zoo hij niet mogt verfchijnen , de Kerkvergadering een regtvaardig vonnis over hem zou ftrijken. Omtrent op dezelfde wijs fchreven de Kardinalen van benedictus aan dezen, maar in eenen beleefderen ftijl. Voorts zonden de Kardinalen eenparig eenen Brief aan alle Prelaten, heu noodigende, om zich op de Kerkvergadering, die te Pifa in Maart des jaars 1409 ftond gehouden te worden, te laten vinden, in  GESCHIEDENIS. 97 in welken Brief de beide Paufen insgelijks weinig verfchoond maar hun onloochenbare daadzaken te last gelegd werden. De beide Paufen gregorius en benedictus verzuimden niet, hunne waardigheid te handhaven. gregorius verklaarde in eene Bulle, in het begin des jaars 1409, de tegen hem vereenigde Kardinalen, voor afvalligen, fcheurmakers, lasteraars, meineedigen, zamengezworenen , fchuldig aan waarzeggerij, valschheid en misdaad van gekwetfte Majefteit, en gebood aan alle Bisfchoppen, den ban tegen dezelven openlijk bekend te maken. Aan de Florentijnen bijzonder rigtte hij eene verantwoording, in welke hij onder anderen zeide, dat hij reeds vroeger eene Kerkvergadering uitgefchreven had, voor welke hij Hechts eene veilige plaats zocht. Ook zond hij Gezanten naar Hongaryen, Polen en andere landen, om dezelve in gehoorzaamheid te houden. In Duitschland was Keizer ruprecht op zijne hand. In Italië had hij behalve den Koning ladislaus weinig aanhangers; eindelijk vond hij in het jaar 1409 eene plaats in het Venetiaanfche, Udin in Friaul, waat hij zijne Kerkvergadering houden wilde, benedictus was echter het eerst geteed met zijne Kerkvergadering te Perpignan, welke hij den iften November 1408 opende. Doch eenigen van de leden derzelve raadden hem, door Afgevaardigden zijne waardigheid te Pifa neder te leggen, terwijl anderen hel voor raadzamer hielden, dat hij tijd zocht te winnen; waar over zoo veel twist ontftond, dat d< Prelaten op 18 na vertrokken, doch welke hem ech XVII. Deel. G w V BOEK IV Hoofdrt. na C. G. Jaano73. tot I5I7- De beide Paufen fchrijveti insgelijks ieder eene Kerkvergaderinguit.  V BOEK IV Hoofdrt. na C. G. Jaario73. tot 1517. Kerkvergaderingte Pifa. 98 KERKELIJKE ter zulke voorflagen deden, die hem niet behagen konden. Dus had men te gelijker tijd drie Kerkvergaderingen en twee Paufen, zonder dat men vooruit kon zien, welke dezer partijen de overhand zou bekomen. Behalve de algemeene verwarring, hier uit ontftaande, gaf deze verdeeldheid ook aanleiding tot bloedige tooneelen. Dus ftreden jan, Hertog van Beyeren, en dirk van pervis om het Bisdom van Luik, de eerfle was door Paus urbanus VI bevestigd, de ander, door de Luikenaars verkoren, verwierf de goedkeuring van benedictus XIII. Hier uit ontïtond een oorlog, in welken de Luikenaars Hertog jan in Maaftricht belegerden, maar door den Hertog van Burgondi'ê in het jaar 1408 geflagen werden , waar op Hertog jan in het bezit van het Bisdom bevestigd werd. In Duitschland bevond Keizer ruprecht zich in het begin des jaars 1409 met vele Duitfche Rijksvorsten te Frankfort aan den Main, aan welke hij fchriftelijk de zaak van gregorius aanprees, doch flechts van weinigen gevolgd werd. Inmiddels kwam de Keikvergadering te Pifa bijeen, alwaar van tijd tot tijd 22 Kardinalen, 4 Patriarchen , 12 Aartsbisfchoppen en Gevolmagtigden van 14 afwezenden , 80 Bisfchoppen en Plaatsbekleders van 102 anderen, 87 Abten, benevens Procurators van 202 anderen, 40 Priors , en ook Afgevaardigden van de Univerfiteit van Parys eii vele andere; Afgevaardigden van meer dan 101 Metropolitaan- en Kathedraal - Kerken; meer dan 300 Doe  GESCHIEDENIS. 99 Doctoren in de Godgeleerdheid en het Kanonieke of Kerkelijke Regt; eindelijk Gezanten der Koningen van Frankryk, Engeland, Portugal, Polen, Bohemen , Sicilië en Cyprus, behalve andere Vorsten, vergaderden. Onder al de Godgeleerden, die hier tegenwoordig waren, muntte niemand meer uit dan joannes gerson, Kanfelier der Univerfiteit van Parys. Deze was in het jaar 1363 in het Dorp Gerfon, in het Kerspel van Rheims, niet ver van Rhetel, geboren, en heette eigenlijk joan charlier. Veertien jaren oud, kwam hij als Artista, of leerling der vrije kunften, in het Kollegie van Navarre, te Parys; eenige jaren daar na ftudeerde hij in de Godgeleerdheid, onder aanvoering der beide vermaarde mannen pieter d'ailly en gilles of ^egidius dechamp. In het jaar 1387 was hij, als Baccalaureus der Godgeleerdheid, één van de Afgevaardigden der Univerfiteit aan klemens VII in haren twist met de Dominikanen. In het jaar 1392 werd hij Doctor der Godgeleerdheid, en drie jaren daar na Kanfelier der Kerk en Univerfiteit van Parys, nadat zijn leermeester d'ailly deze waardigheid nedergelegd had. Ook benoemde hem de Hertog van Burgundië tot Deken der Kerk van Brugge, gerson wankelde tot aan de Kerkvergadering te Pifa toe, omtrent de middelen tot herftel der eenheid in de Kerk, en zou gaarn gezien hebben, dat een vrijwillige afftand der Paufen had plaats gevonden, als het zachtfte en gefchiktfte middel, maar nu men te Pifa voornemens was, vaste maatregelen te volgen, werd hij een onG a ver- V BOEK IV rloofdfl. ia C. G [aario73 :ot 1517 [OANNES GERSON.  ioq KERKELIJKE V boek IV Hoofdft. naC. G. Jaar 1073. tot 1517. Handelir gen der Kerkvcr gaderinj; te Pifa. verfehrokken en kundig voorftander van die grondregelen, welke meest gekant zijn tegen de onbeperkte heerfchappij der Paufen; hij was de eerfte en voornaamfte voorftander van die leer, welke naderhand de Gallicaanfche genoemd is, wier aanhangers zich federt voornamelijk op hem beroepen en hem als hunnen leermeester erkend hebben. Deze grondregels ontwikkelde hij eerst in het jaar 1409 in een afzonderlijk gefchrift: Tractatus de Unitate Ecclefiastica (*); waar in hij beweerde, dat de eenheid der Kerk beftaan kon zonder zigtbaar Opperhoofd, als Stadhouder van ciiristus. In eene Redevoering, door hem gehouden, voor de Engelfche Gezanten, die door Parys naar Pifa reisden, beweerde hij de regten eener Kerkvergadering , die ook zonder den Paus bijeen kon komen (f). Nog vermaarder is zijne verhandeling: Libellus de Auferibilitate Papte ab Ecclefia (§), in welke hij de gevallen bepaalt, dat de Kerk eenen tijd lang eenen Paus kan ontbeeren. De invloed van zulk een man moest ongemeen groot op deze vergadering zijn, die den 25ften Maart 1409 geopend werd, en reeds in de tweede zitting ernftige maatregelen tegen de beide Paufen nam. In de vierde zitting werden zij beiden, omdat zij niet in de vergadering verfchenen waren , voor ongehoorzaam, (contumaces,) verklaard, evenwel (*; Opp. Tom. II. P. I. pag. 114. (f) Propofitio facta coram anglicis etc. pag. 123.. (§) Pag. 209.  GESCHIEDENIS. ÏOt wél werd hun nog een nader uitftel verleend tot het beflisfend vonnis. Ondertusfchen verfchenen de Gezanten van Keizer ruprecht, die een gefchrift overgaven, hetwelk 24 punten van bezwaar tegen de regtmatigheid dezer Kerkvergadering behelsde, en eenen voorflag, om dezelve naar eene andere plaats, ten genoege van den Paus gregorius , te verleggen, alwaar deze zich dan zou laten vinden, cn zijne waardigheid nederleggen, om den vrede dei Kerk te bevorderen. Zonder echter hier op het antwoord der Prelaten af te wachten, vertrokken deze Afgezanten, na een appèl des Keizers tegen deze Kerkvergadering openlijk te hebben laten aamlaan. Deze ging echter met hare zaken voor, en fprak in hare XVde zitting den sdenjunij 1409 het vonnis uit tegen pieter van luna en angelo corrario, hen verklarende voor fcheurmakers, ketters en mein eedigen, der Paufelijke waardigheid onwaardig, ver biedende alle Christenen, op ftraffe des bans, hei verder te gehoorzamen, enz. De volgende zitting de Kerkvergadering was niet min merkwaardig. ' In de zelve deden al de Kardinalen de belofte, dat, in dien iemand hunner tot Paus zou verkoren worden hij zórgen zou, dat de Kerkvergadering niet uitee: zou gaan , voor dat eene behoorlijke Hervormt^ der algemeene Kerk en van haren toeftand, zoo i het hoofd als de leden, zou daargefteld zijn. Indie iemand buiten de Kardinalen mogt vetkozen woi den , zou hij hetzelfde moeten beloven. Den i5den Junij 1409 gingen 24 Kardinalen 1 Pifa in het Conclave, die den 2.6Hen dier maan G 3 de V BOEK IV Hoofdfl. naC G. Jaario73. tot 1517. De Kerkvergadering zet de beide . Paufen af 1 r > 1 T 1 1 e En verbiest ALEXAEJ- n  V BOEK IV Hoofdfl. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. DER VtOt Paus. 10a KERKELIJKE den Kardinaal pieter philargi , dien men ook den Kardinaal van Milaan noemde, en die den naam van alexander V aannam, tot Paus verkoren. Hij was een geboren Griek, uit het Eiland Candia, oudtijds Creta , wiens vader, moeder en ganfche namaagfchap onbekend was. Hij was als een arme jongen door eenen Italiaanfchen Franciskaner op gemelde Eiland opgenomen, en in het Klooster van zijne Orde aldaar gebragt. Zijn weldoender had hem vervolgens naar Italië medegenomen, daar na had hij in Italië, te Oxford, en te Parys geirudeerd , en was vervolgens in gunst gekomen bij joan galeazzo visconte, Heer van Milaan, en eindelijk Bisfchop der laatstgemelde ftad geworden. Toen hij tot Paus verkoren werd, was hij omtrent 70 jaren oud, een goedhartig en milddadig man, die van een goed leven hield en bijzonder gaarn fterke wijnen dronk. Hij verbeterde volftrekt niets , zocht ieder een te behagen, en kon niemand iets weigeren. Maar daar door hield hij ook in het wegfchenken van gunstbewijzen en geestelijke waardigheden geen maat noch orde. Voornamelijk begunftigde hij de Monniken van zijne Orde, en zijne Hofgeestelijken. Zoo befchrijft hem diederik van Niem. platina roemt zijne milddadigheid, die zoo groot was, zegt hij, dat hij binnen kort niets, voor zich overhield, waarom hij ibmtijds in boert zeide: dat hij een rijk Bisfchop, een arm Kardinaal en een bedelende Paus geweest was. Na zijne verkiezing herhaalde hij zijne belofte, iiopens de hervorming der Kerk, maar op deze Kerkvergadering gebeurde daar niets van; integendeel  GESCHIEDENIS. 103 deel kondigde hij eene nieuwe Kerkvergadering aan tegen het jaar 1412, op welke deze zaak zou behandeld worden. Waar mede hij den 7den Augus- | tus 1409 de vergadering te Pifa befloot. Deze Kerkvergadering , bijeengeroepen , om de fcheuring in de Kerk weg te.nemen, had ondertusfchen dezelve nog vermeerderd, door het verkiezen van eenen derden Paus, terwijl de beide anderen hardnekkig hunne waardigheid bleven handhaven. Ijverige aanhangers van dezen velden over haar een ongunftig oordeel, bonifacio ferreri , (gemeenelijk ferrerius of ferrarius genoemd,) Prior van het groot Karthuizer Klooster, en Broeder van den vermaarden Heiligen vincentio ferreri, noemde haar in eene verdediging voor benedictus XIII eene hoogst verdoemde zamenkomst van Duivelen, eene ketterfche en oproerige vergadering; ook wilde de Heilige antoninus , Aartsbisfchop van Florence, die kort na deze tijden gefchreven heeft, haar voor geene regtmatige Kerkvergadering erkennen. Maar bijzonder merkwaardig zijn de klagten van nicol. van klemangis over dezelve (*): Wat heeft toch daar de Kerke Gods en het volk bedrogen, en hen overgehaald om te roepen: Vrede, vrede! daar geen vrede was, wat anders, dan dal vleeschgezinde en gierige menfchen, (hoedanigen 'ei overal , wegens het verkouden der liefde , veler zij" 5; (*) Dispenfatio habita per fcriptum fuper materü Concilii generalis cum quodam Scholastico Parifienfi Opp pag. 70- G 4 V BOEK IV loofdft. ra C. G. [aan 073. :ot 1517. Oordelen over de Kerkvergaderingvan Pifa. I [  V BOEK IV Hoofdrt. na C. G Jaar 1073. tot 1517. 1 t J l 1 t I . FXAN- lKRr v t 'i ' ê e 104 K E R K E L IJ K E zijn,) vol brandend haken naar Prebenden, en geheel verblind, de Hervorming der Kerk, welke de meeste opregte Geloovigen boven alle dingen voltrokken wenschten, verhinderd hebben, en terftond tot eene nieuwe verkiezing overgegaan zijn , waar na, en na het bekomen der bevorderingen, die zij wenschten, zij gefchreeuwd hebben: het is vrede! en na het afbreken der vergadering, met den door hen gezochten vrede, dat is, met hunne bevordering, naar huis gekeerd zijn? " Terwijl de nieuwe Paus alexander V eene zwakke regering voerde, en zich geheel liet' befturen door den Kardinaal ealthazar van cossa, Legaat van Bologna, hield benedictus, die Spanje 3p zijne zijde had, eene Kerkvergadering te Perpig. nan tegen die van Pifa , en gregorius , die in het Koningrijk van Napels en eenige andere Italiaanfche anden erkend werd, federt Junij 1409 eene derde Kerkvergadering te Cividal de Auflria in het Vent. iaakfehe, op welke hij pieter van Lima en pierER van Candia als fcheurmafcers veroordeelde, en .He hunne verrigtingen voor nietig verklaarde. Maar oen de Venelianen de verkiezing van alexander ;oedkeurden,fpoedde hij zich, om heimelijk hun ge«d te ontkomen, vlugtende naar Gaêta, alwaar ij, met een klein gevolg, onder befcherming van en Koning ladislaus , leefde. Deze Koning, die zich van Rome had meester emaakt, werd door den Paus alexander desweis hÜ eene openbare verklaring, veroordeeld als nWedig leenman en vijand der Kerk, die zijn Ko-  GESCHIEDENIS. 105 Koningrijk en goederen verbeurd bad. De bovengemelde Kardinaal van Cos/a onderlteunde dit vonnis met de wapenen, met wien zich lodewyk de j Jongere, Hertog van Anjou, die reeds door kle- ! mens VII tot Koning van Sicilië gekroond was, • vereenigde; deze beiden veroverden verfcheidene fteden in de nabuurfchap van Rome, en werden zelfs van een groot gedeelte dezer ftad meester, alexander zou nu zich gaarn naar deze hoofdftad begeven hebben, maar cossa, die hem genoegzaam geheel beheerschte, noodzaakte hem in het midden van den winter naar Bologna te reizen, waar hij in het begin des jaars 1410 aankwam, en eene Bulle uitgaf, ïn welke hij de beide Tegenpaufen als fcheurmakers veroordeelde. Hier te Bologna overleed hij den 3den Mei 1410, niet zonder vermoeden van vergift, hem door den Kardinaal cossa toegediend, waar over deze ten minften nog op de Kerkvergadering van Conflans befchuldigd is geworden, hoewel de zaak niet geheel zeker bewezen is. Hoe het zij, deze zelfde Kardinaal werd reeds den i7den Mei 1410 onder den naam van joannes XXIII, zijn opvolger. Algemeen komen de Schrij vers van dien tijd daar in overeen, dat zijne verkiezing door dwang gefchied is. diederik van Niem, die ook zijn Geheimfchrijver geweest is, gelijk van vier voorgaande Paufen , zegt uitdrukkelijk van hem, dat hij zich ingedrongen heeft, en ais een dief en roover in de fchaapsftal is ingtflopen. jakob FiLiP van bergamo , een vermaard Augustiner Monnik, die niet lang na deze tijden gefchreG 5 veu V BOEK IV loofdft. ia C. G. aar 1073. ot 1517. JOANNES XXIII wordt Paus.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaario-3. tot 1517. Zijn karakter. 106 KERK EL IJ KE ven heeft, verhaalt, dat de Kardinalen hem verzocht hadden, hun te zeggen, wien hij dan verkozen wilde hebben, en dat hij den mantel van den Heiligen petrus deed brengen, om hem den genen om te hangen, die Paus zijn zoude; waar op hij dien zich zeiven omhing, met de woorden: Ik ben Paus! en onder hevige bedreigingen tegen de Kardinalen; in de hoofdzaak ftemt.ook platina overeen. Ondertusfchen had hij den fchijn vertoond, dat hij niets minder zocht dan de Pausfelijke waardigheid, en aan de Kardinalen hunnen medebroeder caracciolo aangeprezen , wel een goedgezind, maar geheel ongeleerd , plomp en tot de Pausfelijke regering volftrekt onbekwaam man, waarfchijnlijk , omdat hij wel voorzag, dat deze in geene aanmerking kon komen. Over de begaafdheden en het karakter van dezen joannes XXIII, zijn het de Schrijvers insgelijks vrij eens. Hij ftamde uit eene adelijke familie af in het Napelfche. In zijne eerfte jeugd ging hij met eenigen van zijne broederen, hoewel hij een Geestelijke was, uit op zeerooverij of kaperij, en bij deze gelegenheid nam hij de gewoonte aan, welke hij zijn ganfche leven behield, om bij nacht te waken. Naderhand begaf hij zich naar Bologna, waar hij vele jaren als ftudent leefde, (fub fludenth figura, zegt diederik van Niem,') zonder veel te leeren. bonifacius IX benoemde hem tot Aartsdiaken dier ftad, waar door hij tevens het hoofd der Hooge School aldaar werd. Vervolgens aan het Paufelijk Hof gekomen, werd hij Kamerheer bij den gemelden Paus; alwaar hij de Simonie, welke aan dat Hof    GESCHIEDENIS. 107 Hof heerschte, meesterlijk flim en voordeelig wist te oefenen; voornamelijk verzamelde hij groote geldfommen door de aflaatkramers, die hij, in naam van den Paus, naar Duitschland en de Noordfche landen zond. Deze kondigden eene volkomene vergeving van zonden aan. „ Ik zelf, " fchrijft van niem, „ heb hen meermalen hooren prediken, dat zelfs de Heilige petrus, als hij nog leefde, geene grootere magt zou hebben om de zonden te vergeven , dan zij van benedictus ontvangen hadden , tot heil der zielen van die genen, aan welke zij deze mededeelden, en dat alles , wat hun voor dezen aflaat gegeven werd, tot bijftand van den Griekfchen Keizer tegen de Turken gezonden werd." Als iemand hun tegenfprak, verklaarden zij hem voor een' Ketter en Scheurmaker , en vervolgden hem, zoodat hij genoodzaakt was, door bidden en geldgeven, hen te vrede te {tellen. Op deze wijze had den zij in twee jaren tijds meer dan 100,000 Goud. guldens verzameld. Toen zij daar mede te Romt gekomen waren, deed de voor naam fte van hen, dt Benedictiner antonius aan den Kamerheer vap cossa, zestien dagen lang, daar over rekening, tei huize van eenen koopman. Maar, nadat coss/ door bonifacius tot Kardinaal en vervolgens to Legaat van Bologna benoemd was, liet hij den ge melden koopman, die hem derwaards gevolgd was, onthoofden. Den Monnik antonius , die nog eeni ge duizend Goudguldens overgehouden had, on daar voor eene voordeelige Prebende te koopen wierp hij in de gevangenis, en ontnam hem di geld V BOEK IV Hoofdrt. na C. G. jaano73. tot 1517. 1 t t 5  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. 10« KERKELIJKE geld , waarom deze ongelukkige zich zeiven in de gevangenis verworgde, cossa had deze lieden befchuldigd van een oproer tegen hem te willen nachten, onder welk voorwendfel hij vele menfchen van alle (tanden ter dood liet brengen, en anderen uit de ftad bande. Met dit geld deed hij, door woekeren, te Rome groote winden. Hij werd van den Paus als Legaat of Stadhouder naar Bologna gezonden, deels opdat hij dus van zijne bijzit te Rome zou verwijderd worden, en deze naar haren man te Napels zou kunnen keeren; deels om Bologna weder onder de heerfchappij van den Paus te brengen , hetwelk de erfgenamen van joan galeazzo visconte , Hertog van Milanen , thans bezaten. Hier in flaagde deze oorlogzuchtige Kardinaal ongemeen wel, en bemagtigde Bologna, in welke ftad hij jaren achter een genoegzaam als Heer en Meester niet flechts ftreng, maar wreedaardig heerschte; zelfs behandelde hij de volgende Paufen verachtelijk, en was een van de voornaamfte aanleggers, om de Kerkvergadering van Pifa te beleggen, op welke eenige Kardinalen hem reeds tot Paus wilden verkiezen, maar hij prees hun pieter van Candiazm, alexander V, welken hij ook geheel beheerschte, gelijk wij gezien hebben. Bij dit alles voegt diderik van Niem nog, dat hij, volgens een openbaar gerucht, gedurende zijne regering te Bologna, 200 echte vrouwen, weduwen en jonge dochters, ook vele Nonnen onteerd hebbe, van welke fommigen door hare mannen, anderen door hare nabeftaanden werden omgebragt, zonder dat hij zich daar mede be-  GESCHIEDENIS. 109 bemoeide. Een ander Geheimfchrijver van dezen Paus, leonhardus aretinus , befchrijft zijn karakter met weinige woorden: hij was in tijdelijke dingen een groot man; maar in geestelijke volftrekt niets en geheel onbekwaam. Ook erkent platina , dat hem naderhand vele misdaden en wel van de groffle foort, te last zijn gelegd, en dat daar van 40 punten dadelijk bewezen zijn. Zijne Pausfelijke regering was onrustig door gedurige oorlogen, in welke hij echter niet zeer gelukkig was. Hij verbond zich met lodewyk van Anjou tegen ladislaus, Koning van Napels, welke laatfte aan den Paus gregorius eene fchuilplaats in zijne landen verleende. Maar de vloot van lodewyk werd door de Napolitanen geflagen, et den Paus werden vele fteden door misnoegde edel lieden ontnomen, onder welken de voornaamfte wai karel van Malatesta, Heer van Rimini, dien hi te vergeefs zocht te bewegen, om hem als Paus t erkennen. Het jaar 1411 was voor hem gelukkiger in hetwelk lodewyk eene volkomene overwinnin op ladislaus behaalde, waar over de Paus te Rc me eene zegepraal hield; maar ladislaus zijn vei lies fpoedig herlteld hebbende , noodzaakte zijne mededinger het Rijk te verlaten en naar Provence 1 keeren. Thans was de Paus in de engte, die vergeefs in December 1411 ladislaus in den ba deed, en een' kruistogt tegen hem liet predikei ladislaus daartegen trok de Florentijnen van dt Paus af, als ook des Paufen Bevelhebber sfor2 van Corignuola, ook hernamen de fteden Bologi V BOES IV Hoofdtt. na C. G. Jaano73tot 1517. Zijn oorlog met LADISLAUS Koning van Napels. i 5 r i tk e e n 1. n a \a va  HO KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft, na C. G. Jaario73. tot 1517. JOANNES XXIlI \vordt uit Rome verdreven. Dood van Keizer RUPRECHT SIEGMUND Of SIGISMUND Keizer. en Forli hare vrijheid , waar op joan zich gedwongen vond, tot een verdrag met Koning ladislaus te komen, wien hij beloofde 220,000 Goudguldens te zullen betalen, waar tegen de Koning den Paus gregorius XII zou verlaten, en joannes XXIII erkennen. Dit verdrag werd in het jaar 1412 gefloten , en ingevolge hetzelve moest gregorius het Rijk van Napels verlaten, gelijk hij deed, begevende zich naar Rimini, waar hij door het Huis Malatesta wel ontvangen werd. Om aan het verdrag met ladislaus te voldoen, had joannes XXIII geld noodig; hetwelk hij door nieuwe belastingen en door knevelarijen te Rome poogde te verzamelen. Spoedig ontftond 'er nieuw misnoegen tusfchen hem en den gemelden Koning, die in het jaar 1413 eenen inval deed in het Paufelijk gebied, ja zelfs Rome bemagtigde, terwijl de Paus naar Viterbo vlugtte. In Rome werden al de kostbaarheden en fchatten van den Paus en der Kerken een roof der Napolitanen, en velen der hooge Geestelijkheid fchoten 'er hun vermogen ja zelfs hun leven bij in. De Paus zich te Viterbo niet veilig achtende, floeg intusfchen zijne hofhouding te Bologna op. De Paus vond vervolgens in den nieuwen Keizer siegmund of sigismund eenen vriend. Keizer ruprecht was in het jaar 1410 overleden; na zijnen dood fcheen 'er een tweelpalt in Duitschland te zullen ontdaan, zoo als 'er in de Kerk plaats had. De Boheemfche Koning wenzel bleef nog fteeds den titel van Keizer voeren; een deel der Keurvorsten  GESCHIEDENIS. ui ten verkoos tot Keizer zijnen Broeder, den Koning siegmund of sigismund; een ander deel zijnen Neef, jobst of jodocus, Markgraaf van Moravië. De dood des laatften, die in Januarij 1411 volgde, maakte hier echter fpoedig een einde aan, en vereenigde alle (temmen voor sigismund , die reeds in het jaar 1410 joannes XXIII voor den regtmatigen Paus erkend had. Toen deze Vorst dan in het jaar 1413 in Italië kwam, lloot de Paus, die hem voor zijnen befehermer aanzag, tegen ladislaus naauwe vriendfchap met hem , terwijl de Keizer van zijne zijde met geene goede oogen kon aanzien, dat ladislaus meester van Rome zou blijven. De Paus was tevens bedacht, op eene Kerkvergadering, welke, ingevolge het befluit der Kerkvergadering te Pifa, binnen drie jaren moest gehouden worden. Hij had wel reeds in het jaar 1412 eene Kerkvergadering te Rome beginnen te houden, maar deze was, wegens het klein getal Prelaten, die daar tegenwoordig waren , van geen belang. Men verfpilde daar den tijd, zegt nicol. van clemancis ( *), met noodelooze raadplegingen; en eene vreesfelijke uil, die vlak tegen over den Paus kwam zitten, en hem ftijf aankeek, veroorzaakte hem eene groote ontfteltenis, terwijl de leden hem befpotteden. Thans voornemens om eene andere plaats voor eene algemeene Kerkvergadering uit te vinden , liet de Keizer hem verzoeken, om daar over met hem te fpreken. In een mondgefprek, door hen gehouden, werd CO Opp. p. 75- faper materia Concilii generalis. V BOEK iV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. De Paus fchrijft de Kerkvergaderingvan Konftansuit.  112 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft na C. G, Jaar 1073. tot 1517. Hervorming de Kerk ir hethoo en de lc den begeerd. NlCOLl werd de Zwabifche Rijksftad Confians, fchoon niet ten genoegen van den Paus, bepaald, tot de plaats dezer Kerkvergadering. In dit mondgefprek vermaande de Keizer den Paus, dat hij zijne ergerlijke zeden zou verbeteren, en de Paus beloofde, dat hij zijne buitenfporigheden en inzonderheid de Ketterij der Simonie zoude nalaten. Thans maakte sigismund in eene algemeene uitfchrijving van October des jaars 1413 in geheel Europa bekend, dat hij met den Paus joannes XXIII was overeengekomen, omtrent eene algemeene Kerkvergadering te houden den iften November des volgenden jaars te Conflans, waar toe hij alle veiligheid en befcherming beloofde; ook meldde hij dit aan gregorius XII , dien hij echter geen Paus noemde, en liet 'er aan benedictus XIII insgelijks door den Koning van Arragon berigt van geven. Eindelijk kwam hier in December des jaars 1413 de aankondigingsbulle van den Paus joannes XXIII bij , waar in hij alle Prelaten vermaande, om deze Kerkvergadering perfone1'rjk bij te wonen; en alle Vorsten en anderen , die op dezelve iets nuttigs konden uitvoeren , om ze door Gevolmagtigden bij te wonen. Het oogmerk dezer Kerkvergadering was niet al'■ leen het wegnemen der Scheuring en herftel van rd de Eenheid der Kerk , maar bijzonder verwachtte - de algemeene wensch van haar eene Hervorming, ( Reformatie , ) der Kerk, zoo wel in het hoofd ah in de leden, van de noodzakelijkheid van hoedanige Hervorming men algemeen overtuigd was. Het verbazend zedebederf, hetwelk zich van het lUS Pau-  GESCHIEDENIS. ir3 Paufelijk Hof over de Geestelijkheid verfpreid had, voornamelijk, federt de fcheuring in de Kerk had fiand gegrepen , was thans tot die hoogte geklommen, dat het onverdragelijk was geworden; groote mannen verhieven deswegens luide klagten, en floegen te gelijk middelen voor om zoodanige hervorming daar te ftellen. Onder dezen muntten voornamelijk uit nicolaus de clemangis , petrus ü'ailly en joannes gerson. nicolaus de clemangis, eigenlijk cla- menge, naar zijne geboorteplaats, een ftadje van dezen naam in het Kerspel van Chalons in Champagne, een geleerd man, was de eerfte, die zijne ftem luidkeels verhief, in verfcheidene gefchriften, gefprekken en redevoeringen. Zijne fchriften, die hier toe behooren, zijn zijne Brieven, een Heldendicht Deploratio Calamitatis Ecclefiasticce per Schisma nefandisftmum, eene Verhandeling: Non mentis tantum effectu a Bahijlone discedendum; fed etam pe> dibus corporis; eene fuper materia Concilii Generalis, waar in hij bijzonder daar op aandringt, dat men de Kerk, ten minften in zaken, die het geloof niet betreffen , niet voor onfeilbaar mag houden. Doch het voornaamfte of hoofdwerk van dezen Schrijver over dit onderwerp is dat, hetwelk den titel voert: De Corrupto Ecclefiae Statu, of ook de Ruina Ecclefice, waar in hij de gierigheid der Geestelijkheid aanmerkt als den wortel van het ganfche verderf der Kerk; voornamelijk teekent hij de hebzucht der Paufen met zwarte kleuren , vervolgens der Kardinalen, Bisfchoppen, Kanunniken, MonniXVII. Deel. H ken; V BOEK IV Hoofdfr. na C. GJaano73tot 1517. DE CLE-MANG1S.  V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. petrus d'ailly lI4 KERKELIJKE ken; in het gemeen zegt hij: „ Is iemand hedendaags lui, en tot dartelen lediggang geneigd, dan haast hij zich, om een Priester te worden. Als dan bezoeken zij vlijtig de hoerhuizen en kroegen, waar zij hunnen ganfchen tijd met zuipen, vreten en fpelen doorbrengen; dronken zijnde razen, vechten en tieren; den naam van God en de Heiligen met hunne onreine lippen verwenfchen; totdat zij eindelijk uit de omhelzingen van hunne Hoeren -tot den Altaar komen." Van de Nonnen wil clemangis fchaamteshalve niet veel zeggen; maar dit is genoeg; dat hij hare Kloosters voor hoerhuizen verklaart, en van een meisje, hetwelk den fluijer aanneemt, fchrijft, dat dit hetzelfde is, als of ^openlijk voor eene hoer was aangegeven. „ Zoo," dus befluit hij, „ is onze Franfche Geestelijkheid gefield; en evenwel heb ik nog veel van dezelve " weggelaten. Wij zijn dus met het Beeld van nel bukadnezar gekomen tot aan de voeten van „ modderigen klei." Men heeft wel tegen hem ingebragt, dat hij de zaak overdreven hebbe, en het kan zijn, dat hij in de eene of andere bijzonderheid zich wat fterk heeft uitgedrukt; maar in de hoofdzaak vinden wij hetzelfde getuigd bij de aanzienlijkfte, eerlijkfte en kundigfte mannen van dezen tijd. petrus d'ailly was niet minder overtuigd van ■ de noodzakelijkheid eener Hervorming der Kerk , hoewel hij de moeijelijkheid inzag om dezelve daar te (lellen, gelijk men uit zijn gefchrift ziet: de diffi* cultate Reformationis in Concilio Univerfa/i door hem in 1410 opgelteld. Zij°  GESCHIEDENIS. Zijn vriend joannes gerson, fchreef aan hem zijn werk over de middelen om de Kerk te vereenigen en te hervormen. (De modis uniendi ac reformandi Ecclefiam in Concilio Univerfali, ad Petrum de Alliaco,) waar in hij de bezwaren, van dezen oplost, en zijne gedachten over de Hervorming der Kerk vrijmoedig openlegt. Onder anderen zegt hij: De Katholijke en algemeene Kerk heiraat uit menigerlei leden, die één ligchaam uitmaken, uit Grie. ken,Latij'nen, Barbaren, die in Christus gelooven, uit mannen en vrouwen, uit boeren en edellieden , uit armen en rijken. Van dit ligchaam der Katholijke of algemeene Kerk is Christus alleen het hoofd; maar de Paus, de Kardinalen, Prelaten, Geestelijken , Koningen, Forsten en het Volk zijn ongelijk verdeelde leden. — In deze Kerk, en in haar geloof kan elk mensch zalig worden, al was 'er in de ganfche wereld geen Paus te vinden. — Deze Kerk heeft nooit kunnen dwalen, nooit Scheuring of Ketterij geduld, zij heeft ook nooit gezondigd. In dezelve zijn alle Geloovigen één in Christus. Eene andere heet de Apostolifche, Particuliere en Privatekerk, die in de Katholijke Kerk befloten is, en uit den Paus, de Kardinalen, Bisfchoppen, Prelaten en Geestelijken beftaat. Men pleegt ze de Roomfche Kerk te noemen; zij houdt den Paus voor haat Opperhoofd. Deze Kerk kan dwalen , bedrogen worden en bedriegen, fcheuring en ketterij hebben. Ten beste der algemeene Kerk moet men voor alle dingen tot herflel der Apostolifche arbeiden. Wanneer de Paus niet verdacht js, en 'er niet gehandeld H a wordt V BOEK IV Hoofdlt. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. JOANNES GERSON.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. ■ tot 1517- Paus JOANNF. opent d vergad( ring. Il6 KERKELIJKE wordt over de vereeniging van het hoofd , dan behoort dit werk het eerst tot hem; maar anders tot het grootfte deel of de geheele vergadering der Bisfchoppen , Prelaten en Wereldlijke Vorsten; ja, als 'er van de redding van het geheele ligchaam gefproken wordt, dan moeten zelfs boeren en de geringde geloovigen ter hulpe toefchieten, en hun leven daar voor opofferen. Vervolgens toont hij zijnen vriend aan, dat de Kerkvergadering van Conftans allezins de eenheid en de Hervorming der Kerk kan bewaren, maar dan vordert hij eerftelijk: dat de magt, welke zich de Paus federt langen tijd heeft aangematigd, beperkt worde. De Paus is een gewoon mensch en zondaar;- hij kan als Paus dwalen en zondigen. Het Pausfchap is geene heiligheid. Het is belagchelijk te zeggen , dat een fterfelijk mensch zich de magt, om in hemel en op aarde te binden en van zonde vrij te fpreken, toefchrijft; en dat even dezelve een zone des verderfs, een fimoniacus , hebzuchtige, leugenaar, geldafperfer, hoereerder, trotsaard, praalziek, en erger dan de Duivel is. Vervolgens komt hij tot de middelen, om de fcheuring te eindigen. Hier doet hij de vraag: of een Concilie of Kerkvergadering, op welke r/e Paus geene voorzitting heeft, boven den Paus is ? welke hij met ja beantwoordt; veel verwacht hij van den Keizer en deszelfs invloed enz. Paus joannes XXIII, die Rome had moeten ver- 1 laten, voor de magt van Koning ladislaus , werd 2 door de dood van dezen Vorst in Augustus des jaars 1414 van dezen vijand ontllagen; maar nu oordeel-  GESCHIEDENIS. deelde hij ook den Keizer minder noodig te hebben, daar hij kon hopen , fpoedig weder in het bezit van Rome te zullen zijn, waar door zijn ijver, om naar Conftans te reizen, welke plaats hem niet beviel, om dat zij onder een vreemd gebied lag, metkelijk verkoelde; te meer, daar zijne vrienden en bloedverwanten hem meermalen voorhielden; dat hij wel als Paus naar Conftans zou. reizen, maar gevaar liep, om als een ambteloos perfoon terug te keeren. Doch de Kardinalen drongen zoo fterk bij hem aan, dat hij eindelijk tot de reize bewilligde. Op den iften October 1414 ging hij dan op reis, hebbende zich rijkelijk van geld en juweelen voorzien, om een prachtig Hof te voeren, als ook om zijne partij door omkoopingen te verfterken. Onder weg floot hij te Meran in Tyrol een verdrag met den Hertog frederik van Oostenryk, waar bij deze hem zijne befcherming toezeide. Evenwel liet de Paus onder weg reeds merken, hoe deze reize hem berouwde. Als zijn rijtuig op den Arlesberg onder fneeuw en ijs omviel, en hij zelve 'er vrij onzacht uitgeworpen werd , morde hij woedend daar over, en zeide tegen zijne Hovelingen, die hem vraagden, hoe hij zich bevond : Hier lig ik in 's Duivels naam; waarom ben ik ook niet te Bologna gebleven? trittenheim, die dit verhaalt (*_), verhaalt nog bovendien, dat, toen hij van den berg afrijdende, Konftans zag, hij zal uitgeroepen hebben: zoo vangt men de Vosfen ! Na (*) Chron. Hirfaug. T. III. p, 336". H 3 V BOEK IV Hoofdrt. na C. G. Jaari073. tot 1517.  V boek IV Hoofdft. na C. G Jaar 1073 tot 1517 „8 KERKELIJKE Na den Paus kwam nog op het einde van hetzelfde jaar 1414 ook Keizer sigismund te Konftans aan; en de Kerkvergadering werd eene der talrijk, ften, die ooit gehouden was. Behalve den Paus, wiens gevolg uit 600 perfonen beftond, waren 'er tegenwoordig drie Patriarchen, (van Konftantinopolen, van Grado en van Antiochïè, dus alleen in den titel,) 22 Kardinalen, 20 Aartsbisfchoppen, 92 Bisfchoppen , waar bij nog eenige Engelfche kwamen, 124 Abten, alle met een groot gevolg, een groot aantal mindere Geestelijken, waar onder zich alleen 1800 Priesters bevonden , insgelijks Doctoren van allerhande foort, en Afgevaardigden der Univerfiteiten van Parys, Orleans, Keulen, Weenen, en meer andere, ook vele Monniken van de voornaamfte ordens. Niet min talrijk waren de Wereldlijke Vorsten en Heeren. De Keizer , met zijne Gemalin , bragt een gevolg van 1,000 perfonen mede; de Keurvorst rudolf van Sak/en 180; en dus naar evenredigheid de Keurvorst van den Paltz, drie andere Paltsgraven aan den Rhyn , Hertogen van Beyeren, Oostenryk, Brieg en Liegnitz, Sagan, Oppelen, Meklenburg, Wolgast, Stettyn en meer anderen; Markgraven, Graven en eene verbazende menigte Edellieden. Bij deze allen worden nog op dè lijst gemeld Kooplieden, Kunftenaars, en Handwerkslieden , die zich te Konftans lieten vinden, en ten laatften 346 Komedianten en Goochelaars van allerhande foort, als ook 700 ligte vrouwlieden, die flechts in huizen woonden. Onder de merkwaardigfte perfonen, die deze Kerkvergadering bezochten,  GESCHIEDENIS. 119 ten, waren joan gerson , Kanfelier der Univerfiteit van Parys, en de Kardinaal pieter d'ailly, en daartegen van een' anderen kant joannes hus | en HiëRONYMUS van praag, doch wier Gefchiede- 1 nis op hare plaats verhaald zal worden. De Paus opende de vergadering nog voor de aankomst des Keizers, den sden November des jaars 1414. Op den iöden dier maand werd de eerfte openlijke zitting gehouden met alle plegtigheid; wanneer de Paus ook het wapen van zijn' mededinger gregorius XII, hetwelk deszelfs Legaat voor zijne woning had laten ophangen, deed wegnemen. Te gelijker tijd leverden de Doctoren der Godgeleerdheid eenige artikelen over, waar in het gezag der Kerkvergadering boven den Paus beweerd werd. Kort daar na werden in eene Congregatie der Kardinalen drie opftellen vervaardigd, het eerfte van de Italiaanfche Kardinalen, die op de zijde des Paufen waren, en beweerden, dat de zaken den Godsdienst betreffende, eerst behoorden behandeld te worden, en dat de befluiten van de vergadering van Pifa bevestigd en ten uitvoer moesten gebragt worden , waar na volgden eenige voorfchriften aan den Paus, Dit was geheel in den zin des Paufen; trouwens, als men eerst de zaken van Godsdienst zou afhan delen, zou de tijd verkopen , en weinig van di Hervorming te wachten zijn, welke zoo algemeei verlangd werd. Hier tegen dan leverde de Kardi naai van Kameryk, pieter d'ailly, met eenig Franfche Prelaten , een ander opfiel in, waar ii aangewezen werd, dat deze vergadering geene be H 4 trek V BOEK IV ïoofdft. ia C. C [aan 073. :ot 1517. De Paus opent de vergadering. V- i  120 KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdrt. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. DeKeizer komt in perfoon op de Kerkvergadering. trekking had tot die van Pifa, dewijl men hier van zaken moest handelen, die daar niet behandeld waren. Eindelijk toonden de overige Kardinalen in een derde opftel, hoe zich de Paus over het algemeen behoorde te gedragen, om zijne waardigheid te handhaven , en zijn ambt gemoedelijk waar te nemen. In eene nieuwe Congregatie verklaarde zich d'ailly nader, omtrent het middel om aan de fcheuring een einde te maken; en wilde geen geweld omtrent de Paufen gebruiken, maar hen overreden, om zelve hunne waardigheid neder te leggen , niettegen(laande de Kerkvergadering te Pifa twee derzelven dadelijk had afgezet, terwijl hij aantoonde, dat groote Leetaars in de Kerk beweerd hadden: dat eene algemeene Kerkvergadering niet alleen in daadzaken en in regtsgevallen, maar zelfs in het geloof dwalen kon. Deze voorafgaande opgave van gevoelens konden den Paus niet veel gunftigs doen verwachten, en de aankomst des Keizers gaf aan de Kerkvergadering nog meer vrijheid en eene geheel onverwachte wending. De Keizer fpoedde zich wel terftond na zijne aankomst te Konftans, op den 25ften December 1414 bij den Paus, die eene plegtige Misfe hield, om denzelven , in het gewaad van Diaken, dat is met eene roode kap, echter met de Keizerlijke kroon op het hoofd, te bedienen. Maar korte dagen daar na hield de Kardinaal d'ailly eene Redevoering voor den Keizer, waar in hij bewees, dat 'er geene ware eenheid in de Kerk kon plaats hebben zonder Hervorming,  GESCHIEDENIS. 121 ming, en geene Hervorming zonder eenheid; waar in verfcheidene Doctoren in de Godgeleerdheid in hunne redevoeringen hem onderlteunden. Ook bragt de Keizer te wege, dat de vergadering de Legaten van gregorius XII en benedictus XIV ook toeliet , te meer, omdat zij nog fteeds magtige befchermers hadden. Deze Legaten verfchenen vervolgens reeds in Januarij 1415 op de vergadering. Hoe zeer het grootlte en beste deel derzelve neigde , om de eenheid der Kerk te herftellen, door den afftand van alle drie de Paufen te bewerken, bleek ook door eene verhandeling van den Kardinaal fillastre, die te voren als Deken te Rheims, zeer geijverd had voor de magt van den Paus, maar nu geheel andere grondregelen volgde, en den afftand der Paufen als het eenig middel van eenheid aanprees. De aanhangers van den Paus poogden hem wel te wederleggen , maar d'ailly beantwoordde terftond hunne tegenwerpingen, zoo dat joannes XXIII meer en meer ondervond, dat zijn gezag ten einde liep. Ook fchoot hij te kort in twee bijzonderheden, welke voor hem zeer belangrijk waren. Men bragt namelijk de vraag ter tafel: wie op de Kerkvergadering regt zou hebben om te ftemmen ? Dit regt wilde de Paus alleen toekennen aan de Bisfchoppen, Prelaten en Abten , onder welken hij ligtelijk de meerderheid zag te bekomen. Maar hier verzette zich d'ailly tegen, en beweerde, dat niet alleen deze, maar ook de Leeraren der Godgeleerdheid, en van het Kerkelijk en Burgerlijk Regt, de Vorsten en H 5 der- V BOEK IV loofdlr. ia C. G [aano73 :ot 1517  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517» JOANNES XXIII wordt befchuldigd 122 KERKELIJKE derzelver Gezanten, als ook de Afgevaardigden van afwezende Prelaten en Domkapittels het ftemregt behoorden uit te oefenen; bovendien bepaalde men, insgelijks tegen 'sPaufen zin, dat de ftemmen naar de natiën zouden opgenomen worden. In het eerst waren 'er vier natiën: de Franfche, Duitfche, Engelfche en Italiaanfche; doch toen ook Spaanfche Prelaten en Gezanten aankwamen, maakten deze de vijfde natie uit. Naauwelijks was dit vastgefteld, of men begon den Paus joannes XXIII harder aan te vallen. Hij had, behalve andere ftreken, om de aanflagen tegen hem te leur te ftellen, overal voor geld zijne verfpieders , die hem al de geheime raadplegingen in de Congregatiën bekend maakten , en die hij van den eed van geheimhouding ontfloeg, welken zij in de Congregatiën hadden afgelegd. Doch nu werd aan de vergadering door eenen Italiaan heimelijk een gefchrift overgeleverd, hetwelk de vreesfelijkfte befchuldigingen tegen den Paus bevatte, Qarticulos, omnia peccata mortalia , necnon infinita quodammodo abominabilia continentes , zegt van niem. ) Deze befchuldigingen waren zoo kwaad, dat de aanzienlijkfte leden der vergadering oordeelden, dat men ze niet behoorde in het openbaar te behandelen, te min, daar de meesten zoo gegrond waren, dat zij geen verder bewijs behoefden. De Paus, die van dit gefchrift door zijne verfpieders insgelijks berigt kreeg, was daar over zoo ontfteld, dat hij met zijne vertrouwdite vrienden raadpleegde, wat hem in dezen te doen ftond, en voornemens fcheen, in per- foon  GESCHIEDENIS. 123 fonn voor de vergadering zijne buitenfporigheden te bekennen, en zich voorts daar op te verlaten, dal een Paus niet dan om Ketterij mogt afgezet worden. Maar zijne vrienden raadden hem, dit voornemen nog eenige dagen in overweging te nemen. Ondertusfchen kwamen de natiën, die niet wisten, dat het gemelde ftuk aan den Paus reeds bekend was, overeen, hem voor te (tellen, om zijn( waardigheid neder te leggen. De Paus, waarfchijn lijk uit vreeze voor de befchuldigingen , nam dil met een fchijnbaar genoegen op, en antwoordde ■ als zijne mededingers wilden bedanken, van zijnt zijde daar toe bereid te zijn. Den avond van dien zelfden dag, den iöden Februarij 1415, deed hi deze verklaring fchriftelijk in tegenwoordigheid dei Keizers en der Kerkvergadering voorlezen, waai over eene groote vreugde ontftond. Dewijl deze ver klaring echter voorwaardelijk was , verzocht mer den Paus eene duidelijker te geven, welke ook (poe dig volgde, maar dewijl zij nog bijvoegfels bevatte, welke de beide Tegenpaufen zeer moesten mishagen, werd zij insgelijks verworpen; waartegen een voorfchrif door de vergadering ontworpen, van den Paus nie aangenomen werd. Eindelijk werd hij genoodzaakt dit voorfchrift van de vergadering openlijk over t( namen. Hij zwoer en beloofde, voor het altaar ge knicld, God, de Kerk en de Heilige Vergadering, dat hij vrijwillig, indien de beide Paufen hetzelfde zouden doen, ja zelf in allen gevalle, bedanken wilde, indien daar door de fcheuring kon weggenomef worden. Thans was de vreugde eerst volkomen. zoo- V BOES IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. 1 I  V BOEK IV Hoofdrt. na C. G Jaario73 tot 1517. De Paus doet afftand van zijne waardigheid. 124 KERKELIJKE zoodat de Keizer zelve den Paus de voeten kuste , om hem zijne dankbaarheid te betoonen. Met dit al geloofde men van den Paus eene bijzondere Bulle van afftand te moeten vorderen. Maar de Prelaten, die hem daarom verzochten, werden zoo onvoegelijk door hem bejegend, dat niemand het waagde, hem 'er meer over te fpreken, waarom men den Keizer verzocht, dezelve van den Paus te begeeren, waar op dezelve ook den 6den Maart 1415 volgde. In dezelve maakte de Paus aan de ganfche Christenheid bekend, dat hij, alhoewel pieter van luna en angelo corrario op de Kerkvergadering niet verfchenen waren, evenwel, om zijne vredelievendheid algemeen bekend te maken, en niettegenftaande hij het onbetwistbaarfte regt had, en ook bijna de geheele Kerk, en genoegzaam het volle tijdelijk gebied der Paufen aan hem onderworpen was, ter verkrijging van den vrede, den kortften en gefchiktften weg van afftand verkoren had, in hoper dat hij te meer belooning van God ontvangen zou, hoe meer hij verlaten had. Nu was nog overig, dat de Paus dadelijk zijne belofte vervulde, ten welken einde men voorfloeg, dat hij Gevolmagtigden zou benoemen voor zijne afdanking; doch dit weigerde niet alleen de Paus, maar ook de Italiaan-, fche natie. En van nu af begon men te vreezen, dat de Paus met zijne Italianen zich verwijderen en vertrekken zoude. Hij fchonk wel de gouden roos, die hij, volgens gewoonte der Paufen, op eerften Paaschdag gewijd had, aan den Keizer, maar deze liet zich daar door niet innemen, integendeel hield hij  GESCHIEDENIS. 125 bij 'sanderen daags eene Congregatie, in welke voorgefield werd, om eenen nieuwen Paus te kiezen ; terwijl het hoogst onzeker was, of de keuze op joannes vallen zou. Onverziens ftond de Aartsbisfchop van Mentz op, die verklaarde, dat hij nooit eenen anderen Paus dan dezen gehoorzamen zou , wiar door hij aanleiding gaf, dat de hardfte befchuldigingen tegen denzelven herhaald werden. Ook maakte de Keizer zulke fchikkingen, dat niemand der leden van de Kerkvergadering Konftans verlaten kon, hetwelk hij door de Franfche, Engelfche en Duitfche Natiën liet befluiten, en dit befluit den Paus ter hand ftellen, die daar tegen Nizza voorfloeg, om de vergadering daar te vervolgen, en van Gevolmagtigden niets meer hooren wilde, waar op de Engelfchen fpraken, van hem gevangen te nemen; doch de Keizer bragt hen tot bedaren. Daar het nu fteeds waarfchijnlijker werd, dat de Paus Konftans bij de eerfte gelegenheid zou zoeken te verlaten, liet de Keizer hem, als ook frederik, Hertog van Oostenryk, met wien de Paus naauw verbonden was, flipt gade flaan. Evenwel wist de Paus den aoften Maart 1415, bij gelegenheid van een Tournooifpel , te ontkomen, vermomd zijnde als een lijfknecht, en fpoedde zich naar Schafhaufen, eene ftad in Zwitzerlanci, welke tot het gebied van den gemelden Hertog behoorde. Van hier fchreef hij aan den Keizer, dat hij zich van Konftans begeven had, om voor de veiligheid van ziine perfoon te zorgen, ook ontbood hij zijne Hofbedienden , gelijk ook verfcheidene Kardinalen en de Hertog van Oostenryk volgden;. 's Pau- V boek IV Hoofdrt. na C. G. Jaano/3, tot 1517. De Paus vlugtnaar Schafhaufen.  V BOEK IV Hoofdft. naC. G. Jaar 1073. tot 1517- uö KERKELIJKE 'sPaufen oogmerk was zekerlijk, de Kerkvergadering door zijne vlugt te ontbinden, en zonder 'sKeizers ftandvastigheid zou hem zulks in der daad gelukt zijn; alzoo de ontfteltenis te Konftans op de tijding van 's Paufen vlugt zeer groot was. Maar sigismund ftelde allen gerust, en verklaarde, dat de Kerkvergadering voortgang zou hebben. Qok werden 'er aan de deuren van het Bisfchoppelijk Paleis gefchriften aangeflagen , in welke de Paus en de Kardinalen naar het leven werden afgefchilderd. Ook werd de Hertog van Oostenryk voor den Keizer en de vergadering ter verantwoording geroepen. Kort daar na hield joannes gerson eene redevoering voor de Kerkvergadering, in welke hij derzelver aanzien en gezag boven den Paus aantoonde; waar mede zekere befluiten van de Univerfiteit te Parys overeenltemden, die om dezen zelfden tijd het licht zagen. Doch daar tegen liet de Paus eene verantwoording opftellen, welke hij aan den Koning van Frankryk, den Hertog van Orleans en de gemelde Univerfiteit zond , doch van welke dezelve aan de Kerkvergadering terug gezonden werd; met welke de Paus echter ook in onderhandeling bleef, zonder dat men malkanderen nader kwam. Men befloot derhalve de Kerkvergadering zonder • den Paus voort te zetten , en nam in derzelver derde zitting den aóflen Maart 1415 het volgende befluit: „ De heilige Sijnode, welke de heilige algemeene Kerkvergadering, (Concilium,) van Konftans heet, en welke om de eenheid en hervorming der Kerk in het hoofd en de leden te bewerken, in den Heiligen Geest  GESCHIEDENIS. 127 Geest hier regtmatig vergaderd is, befluit, verklaart en verordent, dat zij regtmatig beroepen, aangevangen en gehouden is; dat zij door het vertrek van den Paus, of van Prelaten en eenige Leden niet afgebroken is, ook niet eer ontbonden mag worden, voor dat de tegenwoordige fcheuring volkomen uitgeroeid en de Kerk in geloof en zeden, in het hoofd en de leden hervormd is; dat zij niet dan om eene gegronde en van haar zelve te bepalen reden elders heen zal mogen verplaatst worden; en dat het elk harer leden insgelijks niet anders dan om gewigtige redenen , welke de vergadering zal moeten beoordeelen , vrij zal ftaan uit de ftad te gaan." In de vierde zitting der vergadering, den 3often Maart 1415, werd ook, het geene nu mondelijk en fchriftelijk meermalen behandeld was, plegtig in een befluit vervat, waar in vastgefteld werd : „De Kerkvergadering te Konftans, die in den naam des Heil. Geests regtmatig vergaderd is, en een algemeen Concilie uitmaakt, hetwelk de ftrijdende Katholijke Kerk verbeeldt, heeft hare magt onmiddelijk van Christus ; en aan dezelve is ieder een, van •welken ftand en waardigheid hij zij, al ware het ook de Paufelijke, gehoorzaamheid fchuldig in alles, wat het geloof en de uitroei] ing der fcheuring, insgelijks de algemeene hervorming der Kerke Gods in het hoofd en de leden betreft" In dezelfde zitting werden nog twee befluiten goedgekeurd, de eerfte: de Paus zou zijn Hof en deszelfs bedieningen, zonder toeflemming der vergadering niet van Konftans naar V BOEK IV Hoofdfl. na C. G. Jaario73. tot 1517.  lüS KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdlt. na C. G. Jaano73, tot 1517. naar eene andere plaats overbrengen. De tweede , dat alle verplaatfingen van Prelaten , intrekkingen van Prebenden, herroepingen van giften, ftraffen en andere handelingen, welke van den Paus of zijne ambtenaren, federt zijn vertrek, tot nadeel der Kerkvergadering en hare aanhangers ondernomen waren, volftrekt nietig en van onwaarde zouden zijn. Weinige dagen daar na vernam men, dat de Paus van Schafhaufen zich begeven had naar Lauffenburg, eene van de Zwabifche Woudlieden aan den Rhyn. Alwaar hij door eenen Notaris en Getuigen een Protest liet opftellen, dat hij alles, wat hij te Konftans beloofd en bezworen had, uit vrees gedaan had, en dus niet verpligt was te houden. Deze vlugt maakte nieuwe bewegingen te Konftans, welke ftad vele Kardinalen en Prelaten verlieten , meenende, dat de Kerkvergadering bezwaarlijk langer voortgezet kon worden. Maar de Keizer en ver het grootlle gedeelte der vergadering drongen des te nadrukkelijker op het volkomen vastftellen der hier voor aangehaalde befluiten aan, door welke de hoogheid eener algemeene Kerkvergadering ook boven den Paus vastgefteld werd. Dit gebeurde ook in de vijfde zitting, den 6den April 1415, welke daar doorvoor de merkwaardigfte van allen gehouden wordt. Men befloot bovendien , dat de Paus niet alleen in de gevallen in het voorfchrift van zijnen afftand vervat, maar ook in alle andere, waar het den Kerkelijken vrede bevorderen kon, verpligt was, zijne waardigheid neder te leggen; dat, indien hij weigerachtig ware, dit tot zulk een oogmerk te doen, al-  GESCHIEDENIS. 129 alle Geloovigen hem hunne gehoorzaamheid behoorden op te zeggen; dat zijn heimelijk vertrek van Konftans ongeoorloofd , en voor de eenheid der Kerke fchadelijk geweest was; dat hij daarom van de Sijnode zou worden ingedaagd, om tot haar terug te keeren, en zijne belofte te vervullen; en in» dien hij zulks binnen eenen van haar bepaalden tijd niet zou doen, zou tegen hem , als eenen bevorderaar der Scheuring en verdacht van Ketterij, gehandeld worden; dat eindelijk, als hij terug komen, en het beloofde vervullen zou, door den Keizer en de vergadering voor zijne veiligheid gezorgd, en hem en zijnen vrienden na zijnen afftand een voordeelige Staat zou toegedaan worden. Dus werd op deze vergadering plegtig vastgefteld en befloten, het gene reeds op de vergadering te Pifa voorgedragen was, de hoogheid en het gezag eener algemeene Kerkvergadering boven den Paus. Doch, alhoewel deze beide Kerkvergaderingen van Pifa en Konftans bij de Roomfche Kerk aangenomen en erkend zijn, evenwel is men het in dezelve niet eens omtrent den zin en uitgeftrektheid dezer befluiten, gelijk de Paufen dezelve ook in alle uitgeftrektheid altijd verworpen hebben. Men heeft gezegd, dat deze befluiten zich alleen bepaalden tot het geval van eene Scheuring, tegen derzelver duidelijke letter aan, te meer daar zij tegen eenen anders wettelijk en regtmatig verkozenen Paus genomen en ten uitvoer gebragt werden. Ook heeft men gezegd, dat deze befluiten niet vooraf behoorlijk bij de Natiën in oveiweging genomen zijn, dat enkel XVII. Deel. I de V BOEK IV loofdrt. ïaC. G. [aan 073:ot 1517-  V BOEK IV Hoofdft. na C. G, Jaar «073, tot 1517. De Hertog van Oosten ryk word geftraft. Handel I3o KERKELIJKE de obediëntie van joannes XXIII dezelve hebbs goedgekeurd, en dat zij genomen zijn op eene vergadering , welke zonder hoofd was; welk laatfte op eene onbewezene Helling rust, dat eene Kerkvergadering zonder eenen Paus geen befluit zou kunnen nemen, terwijl men bij de even voorgaande niet in aanmerking nam, dat joannes XXIII alleen als de regtmatige Paus erkend was, en de beide anderen voor Tegenpaufen gehouden werden. Op deze wijze werd joannes XXIil door deze befluiten reeds van verre bedreigd, maar zijn befchermer, Hertog rUDMB van Oostenryk, werd nog eer dan hij, vernederd. De Keizer daagde hem, omdat hij den Paus tot zijne vlugt behulpzaam geweest was, ter verantwoording voor zich den ?den April 1415', en verklaarde hem, toen hij niet verfcheen, in de'n Rijksban, belastende den naburigen Rijksftanden en de Zwitzers, om het vonnis uit te voeren , welke laatften, die eerst voor eenige jaren met den' Hertog vrede gemaakt hadden, ten dien einde van het Concilie, hetwelk den Hertog insgelijks in den Kerkdijken ban deed, aflaat ontvongen, en nu verloor de Hertog fpoedig alles, wat hij in Zwitzerland en Zwaben bezat. Hij onderwierp zich dus aan 'sKeizers bevel, en werd den sden Mei 1415 in genade aangenomen, onder voorwaarde, dat hij zich zeiven en alle zijne bezittingen ter genade des Keizers ftelde, en beloofde, den Paus joannes XXIII binnen zekeren bepaalden tijd te Konftans te leveren , en dat hij zelve zoo lang als gijzelaar daar blijven zou. in- Het lot van frederik. maakte indruk op den Paus  GESCHIEDENIS. i3I Paus en deszelfs aanhangeren. De Paus zelve was wel naar Freyburg in Brisgau , eene vesting van den Hertog van Oostenryk, geweken, maar bood echter aan de Kerkvergadering aan, om zijne waardigheid neder te leggen , onder voorwaarde , dat hij vrijgeleide van den Keizer ontvangen, en wegens geene zijner handelingen ontrust zou worden; ook dat hij ter vergoeding voor zijnen afftand zou benoemd worden tot Kardinaal - Legaat in Italië; of, wel om ftil te kunnen leven, den titel van Kardinaal met een jaargeld van 30,000 Goudguldens zou behouden. De Kerkvergadering daartegen zond eenen Brief aan alle Vorsten, waar in zij haar gedrag tot hier toe gehouden, openleide en verdedigde, en des Paufen vlugt nadrukkelijk veroordeelde. Zij zelve ftelde in hare zesde zitting den i7den April 1415 een ontwerp van afftand op, waar in den Paus alle uit vlugten werden afgefneden, en hetwelk hem door twee Kardinalen werd toegezonden, met aanfchrijving, dat hij, of terftond te Konftans terug komen, of zich zoo lang in Ulm, of Ravensburg of Bazel onthouden, tot de Kerkevrede gevestigd was; ook zou hij van nu af door eene Bulle verklaren, dat hij niet meer als Paus erkend wilde zijn. Ondertusfchen maakte de Italiaanfche Natie, het grootfte deel der Kardinalen, en vele leden der andere Natiën nog eene groote partij uit, welke den Paus genegen was; om derzei ver invloed te beletten, deed één der tegenwoordig zijnde Bisfchoppen het voordel: dat noch de Paus noch de Kardinalen tot de raadplegingen der vergadering behoorden te I 2 wsr* V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaano73. tot 1517. gen over der Paufen afftand.  132 KERKELIJKE V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaano73tot 1517. De Pïi word zijne waarc mrden toegelaten, omdat dezelve ook ten onderwerp moesten hebben de Hervorming in het hoofd zoo wel als in de leden. Dit voordel werd echter door de vergadering niet aangenomen, nogtans werden de Kardinalen daar door opgewekt, om eene verdediging van hunne regten daartegen in te leveren, waar op ook weder antwoorden inkwamen, waar bij het ftuk verder hangen bleef. Eene andere vraag werd te berde gebragt, ten aanzien van het veroordeelen van zekere ketterijen, of zulks in den naam van den Paus of van de Kerkvergadering moest voltrokken worden? De Kardinaal d'ailly beweerde het laatde, onder anderen aanmerkende, dat de algemeene Kerk van Christus zeiven het voorregt van onfeilbaatheid in het geloof ontvangen had, welke onfeilbaarheid de Paus niet bezit. Daartegen zocht de Patriarch van Antiochiï te be'toogen, dat de Paus geenszins aan eene algemeene Kerkvergadering onderworpen was, en dat derzelver befluiten in zijnen naam moesten genomen en uitgevoerd worden; ontleenende daar toe zijne bewijzen voornamelijk uit de Decreten van gratianus , en bijzonder die beruchte plaats uit dezelve aanhalende, in welke gezegd wordt, dat, alhoewel de Paus de menfchen bij hoopen naar de hel bragt, evenwel niemand dan God alleen hem deswegens ter verantwoording kon roepen. Doch hij werd door d'ailly met nadruk beantwoord. as Eindelijk kwamen de Gezanten terug , die aan i" den Paus gezonden waren, maar bragten geen vol•„ doend befcheid. De Paus was van Freyburg naar Bri.  GESCHIEDENIS. 133 Brifak vertrokken, van waar hij zich naar Neuburg, eene andere ftad aan den Rhyn, begaf, en in onderhandeling trad met den Hertog van Burgundi'è, van wien hij naar Avignon wilde gebragt zijn. Tot de begeerde volmagt van afftand gaf hij enkel hoop, gelijk hij vervolgens 'er een aan de vergadering zond, maar welke als onvoldoende verworpen werd. Men befloot daar op in de zevende zitting den aden Mei 1417 den Paus openlijk in te dagen. Deze indaging, die twee dagen daar na openlijk aangeplakt werd, behelsde: dat hij binnen negen dagen voor de Sijnode verfchijnen moest, om zich te verantwoorden tegen de befchuldigingen van Ketterij, Scheuring, Simonie, flecht beftuur en openlijke verkwisting der goederen en regten van de Roomfche en andere Kerken, en wegens verfcheidene grove misdaden, door welke hij der ganfche Kerk eene algemeen bekende ergernis had gegeven, en dewijl hij onverbeterlijk zijnde, de kudde des Heeren als een huureling heimelijk verlaten had, opdat hij de Hervorming mogt ontwijken. Toen de Paus op den bepaalden dag in de negende zitting den i3den Mei zich niet voor de Sijnode ftelde, werd het vonnis van fuspenfie of fchorfing vastgefteld, en hij in de tiende zitting den I4den Mei 1417 in alle bediening der Pausfelijke waardigheid, zoo Geestelijk als Wereldlijk ,gefuspendeerd of gefchorst , behoudende de Kerkvergadering zich voor, om het pleitgeding tegen hem , zelfs tot afzetting toe, indien de Regten dit vorderen, voort te zetten. I 3 Thans V BOEK IV Hoofdft. na C. G Jaar 1073 tot 1517 heid gefchorst.  V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. Hij wordt afgezet. i34 KERKELIJKE Thans kon het niet misfen, of de Paus joannes moest welhaast van den troon gefloten worden. De naaste flap daar toe was een nieuw verhoor onder eede van 37 getuigen, waar onder Italiaanfche Bisfchoppen en Pausfelijke Hofbedienden in geen gering getal waren. Door dezelven weiden LXX punten van befchuldiging tegen hem bewezen, van welken men 'er flechts L in de vergadering voorlas, en de overigen ter eere van den Apostolifchen Stoel, zoo als 'er in de Handfchriften Haat, en om andere wijze redenen , achterliet. Onder de eerstgemelde behooren de volgende: de Paus was van zijne jeugd af aan, een mensch van fnooden imborst, onbefchaamd, onkuisch, leugenachtig, wederfpannig en ongehoorzaam jegens zijne ouderen, en over het geheel aan de meeste ondeugden overgegeven geweest; hij had, door zijnen Geneesheer, alexander V laten vergiftigen ; met zijn broeders vrouw, met Nonnen, jonkvrouwen en echte vrouwen, zelfs onnatuurlijke ontucht gepleegd; nieuwe en ongehoorde misdaden van Simonie begaan; ontallijke geldafpersfingen geoefend; hij was , naar de algemeene meening, aan moorden, en andere grove misdaden fchuldig ; hij had dikwijls in tegenwoordigheid van verfcheidene Prelaten, en andere eerlijke mannen, op aanftoken des Duivels, hardnekkig beweerd, dat 'er geeri eeuwig leven, of een leven na dit leven was; dat de ziel des menfchen met haar ligchaam fterft, gelijk de beesten; en dergelijke meer. Onder dat alles liet men ook zeldzame getuigenisfen toe, bij voorbeeld: Hij had het hoofd van den Heil. joannes  GESCHIEDENIS. i3S nes den Dooper, hetwelk zich in een Nonnenklooster te Rome bevinden zou, aan At Florentijnen voor 50,000 Dukaten verkocht, hetwelk deze Heil. aan de Romeinen ontdekte; en als deze daar openlijk over morden, had de Paus hen deswegens hard gefttaft. Maar hoe het zij, daar waren zoo vele bewijsbare buitenfporigheden en ondeugden van dezen Paus, dat niemand het meer waagde, om hem te behouden. Hij was genoodzaakt, te Ratolfzel, (of Rudolfzel,) een fladje in de nabijheid van Konftans te komen, waar hij door afgevaardigden der Kerkvergadering bewaakt werd; en federt bemoeiden de Kardinalen zich ook weinig met hem. Eindelijk kondigde men hem zijne ophanden zijnde afzetting aan, waar aan hij zich volkomen onderwierp, alleen verzocht hij de Kerkvergadering, zijne eer, perfoon en ftand zoo veel te verfchoonen, als de eenheid der Kerk toe zou laten. Ook fchreef hij aan den Keizer om deszelfs gunst en voorfpraak. Eindelijk werd op den 2often Mei 1415 in dt twaalfde zitting het vonnis van afzetting tegen hem, met bijgevoegde redenen , voorgelezen, en alle Christenen van den eed van trouwe ontflagen, waar dooi zij aan hem verbonden waren. Zijn zegel en wapen werden verbroken, en men zond vijf Kardinalen aan hem af, om hem zijn lot bekend te maken. Hij nam het ootmoedig aan, en verzekerde zelfs mei eenen eed, dat hij het vrijwillig goedkeurde. Teven; verbood de Kerkvergadering, dat niemand, zondei hare bewilliging, en op ftraf van eenen eeuwigei vloek, tot de verkiezing van eenen nieuwen Pau I 4 zoi V boek IV Hoofdft. na C. G. Jaario73. tot 1517. I t I  V boek IV Hoofdfl. na C. G Jaar 1073 tot 1517. Vrijwilli ge afftau van gregoriusXII. X36 KERKELIJKE zou overgaan; als ook, dat geen van de overige Paufen zou verkoren worden, en eindelijk dat de Prelaten, welke zich verwijderd hadden, terug zouden komen, balthazar cossa, gelijk de gewezen Paus thans weder genoemd werd, werd kort daar na naar het flot Gotkben, digt bij Konftans, gebragt; een voor hem des te vernederend verblijf, omdat joannes hus daar ook gevangen zat, dien hij als een' Ketter had laten opfluiten. Omdat men niet gaarn zag, dat hij briefwisfeling had met iemand te Konftans, hoewel zijne oude vrienden het niet eens waagden, hem troost toe te fpreken, gaf de Keizer hem over aan den Keurvorst van den Paltz, die hem federt te Heidelberg in eene lijdelijke en voegzame bewaring hield. Ondertusfchen was men aan het Franfche Hof niet wel te vrede, dat men zonder deszelfs bijzondere toeftemming tot dezen ftap gekomen was. Ook verwonderde men zich, dat de Kerkvergadering, na het ledigftaan van den Pausfelijken Stoel, nieuwverkozene Bisfchoppen bevestigde; gelijk ook de Keizer Bisfchoppen aanftelde, en aan anderen uitzigten en verwachtingen op deze waardigheid fchonk. Op de afzetting van dezen Paus volgde kort daar * na de meer vrijwillige afftand van gregorius XII. Hij had door zijne Gezanten op de Kerkvergadering zich al vroeg daar gereed en bereid toe verklaard, en reeds den isden Mei 1415 verfcheen 'er een Brief van karel malatesta, Heer van Rimini, en Stadhouder van Romagna , in naam van den Paus. Deze Brief ging verzeld van eene volmagt op  GESCHIEDENIS. i37 op malatesta , om de Kerkvergadering te bekrachtigen, en den afftand van den Paus te'verklaren. In de veertiende zitting, in welke de Keizer zelve voorzat, deed malatesta mondeling voor hem den afftand. Zoodra gregorius hier kennis van kreeg, leide hij alle teekenen van zijne waardigheid neder, en bekrachtigde alles in eenen Brief aan de Kerkvergadering; waar op hij van dezelve tot KardinaalBisfchop van Porto en beftendigen Legaat in de Mark van Ancona werd aangefteld. Twee jaren daar na overleed hij, in eenen ouderdom van XC jaren. Maar de derde van deze fcheurzieke Paufen, benedictus XIII, was zoo ligt niet tot afftand te bewegen of te dwingen. Hij had zich, nadat Frankryk hem de gehoorzaamheid had opgezegd, van de ééne plaats naar de andere langs de Middellandfche Zee, en eindelijk naar Katalonïè begeven. De Koning martin van Arragon en de Schotten waren de eenigen, die hem nog bleven toegedaan. Op de Kerkvergadering te Konftans liet hij door zijne Gezanten om een mondgefprek met den Keizer verzoeken te JSizza, om hetwelk de Gezanten des Konings van Arragon insgelijks verzochten; doch uit hoofde van het regtsgeding tegen joannes XXIII, kon de Keizer niet dan in Julij 1415 op reize gaan, na knielend voor het altaar den zegen van de Kerkvergadering ontvangen te hebben. Om dezen tijd hield gerson weder eene leerrede voor de Kerkvergadering ten betooge van derzelver gezag en der grondregelen , welke zij tot hier toe gevolgd was , hetI 5 welk V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaar 1073. tot 1517. Hnrdnek- kigheid van den derden PaUS BE" NEDICTUS XIII.  V BOEK IV Hoofd», na C Ü jaano73 tot 1517 I38 KERKELIJKE welk bij de onderhandeling met benedictus te pas zou kunnen komen. De Keizer in September 1415 te Perpignan in het Graafichap Rousfellon aangekomen zijnde, begeerde, dat ook benedictus zich daar zou laten vinden, doch deze verfcheen niet, omdat de Keizer hem enkel Kardinaal noemde. Daartegen zond hij een voorftel aan den Keizer, dat hij van het Pausfchap afftaao wilde, onder voorwaarde, dat hij, door beftelliög der Vorsten , terftond weder verkoren zou worden. Toen dit afgewezen werd , en hij eindelijk zich te Perpignan liet vinden, verklaarde hij, op de volgende voorwaarden z'rne waardigheid te willen nederleggen: De te Konftans tegenwoordig zijnde Prelaten zouden met den Keizer en zijn gevolg op eene vrije plaats bijeenkomen , dan zou die vergadering alles , wat te Pifa tegen hem befloten was, te niet doen ; en dan wilde hij de algemeene Kerkvergadering bijeen roepen , en voor dezelve affland doen; waar voor hem het volgende zou worden toegeftaan: Hij zou Kardinaal-Legaat met volkomene magt in het Geestelijke en Wereldlijke blijven, in zijn geheel toenmalig geestelijk gebied; maar den naam van Paus niet meer voeren, ten ware hij van de Kerkvergadering daar op nieuw toe beroepen werd; evenwel zou hij naast den Paus den hoogften eerbied genieten, en al de genen, die van hem ambten bekomen hadden, zouden dezelve behouden. Maar de Keizer zoo wel als de Koning van Arragon, en de Afgevaardigden van Konftans eischten, dat hij eenvoudig afftand zou doen, waar te-  GESCHIEDENIS. 139 tegen benedictus volhield, dat hij de eenige wettige Paus was, hij was ook de eenige wettige Kardinaal, die eene deugdzame Pausfelijke vetkiezing verrigten kon, als zijnde voor het begin der fcheuring verkoren. Hij kon, zeide hij, de Kerk zijne bruid niet verlaten, en zou eene groote zonde begaan, als hij niet voor de verkiezing van den toekomenden Paus zorgde. Het (lot, hetwelk hij te Perpignan bewoonde, had hij met eene menigte foldaten bezet; en evenwel vlugtte hij, onder voorwendfel van grooter veiligheid, naar Coliiura, een ftadje aan zee, waar hij zijne galeijen gereed had, om zich verder te kunnen begeven. Eenige naburige Spaanfche fteden lieten hem hier influiten, maai hij wist, naar Peniscola te ontkomen, een klein ftadje op een halfeiland in het Koningrijk Valencie, Vermoeid door zijne hardnekkigheid, kwamen einde lijk de Keizer en de Gezanten der Vorsten, die to de obediëntie van dezen Paus behoorden, den i5dei December 1415 overeen: De Kardinalen en Prela ten te Konftans vergaderd , zouden al de Vorste; en Bisfchoppen, die tot hier toe benedictus wa ren toegedaan, tot eene nieuwe aldaar te houde: Kerkvergadering noodigen, op welke over de afzet ting van dezen Paus, de verkiezing van eenen met wen, de Hervorming der Kerk enz. gehandeld zo worden. Deze overeenkomst had ten gevolge, di de Koningen van Arragon, Kastilil, en Navari openlijk te Perpignan den 6den Januarij 1416 aa benedictus de gehoorzaamheid opzeiden. ■ In dezen tusfchentijd hield men zich in de Ker ve V BOEK IV Hoofdtt. tiaC. G. Jaar 107 3. tot 1517* e n r-  14° KERKELIJKE V BOEK IV Hoofdft. na C. G. Jaano73. tot 1517. vergadering te Konftans met andere zaken bezig , bijzonder met de zoogenoemde Ketterij der Husfiten, waar van wij in het vervolg moeten fpreken. Ook verloor men de zaak der Scheuring en der Hervorming niet geheel uit het oog. Dus werd in de laatfte maanden des jaars 1416 eene verhandeling voorgelezen van den Kardinaal van Kameryk, ( of pieter d'ailly,) over de Kerkelijke magt, (de Potestate Eccleftastica ,) welke met goedkeuring werd aangehoord. Kort daar na, in October 1416, toen de Gezanten van Arragon in naam der geheele obediëntie van benedictus de Kerkvergadering bijeengeroepen , en vervolgens , gelijk de Spanjaards over het geheel, zich met dezelve vereenigd hadden , begon men het regtsgeding tegen dezen Paus in de drie en twintigfte zitting. In de volgende zitting befloot men, dat benedictus voor de vergadering ter verantwoording zou verfchijnen, waar toe hem 100 dagen na het afkondigen van dit befluit gefteld werden, of 70, nadat het hem bekend zou gemaakt zijn. gerson, nog bepaalder en vaster in zijne beginfelen, dan d'ailly, en ftouter en levendiger in derzei ver uitvoering en toepasfing, liet den 6den Februarij 1417 aan de vergadering insgelijks eene verhandeling voorlezen: de potestate eccleftastica et de origine legum, in welke hij onder anderen zegt : „ Geloofd zij God, die door deze hoogheilige Kerkvergadering van Konftans, verlicht door het licht des Goddelijken Geests, en terwijl de fchokking der tegenwoordige fcheuring zelve haar daar om-  GESCHIEDENIS. 141 omtrent inzien verfchaft heeft, zijne Kerk van die hoogstfchadelijke leere bevrijd heeft, bij welfer voortduring ook de fcheuring, welke door dezelve onder- ] houden werd , fteeds zou hebben voottgeduurd ! 1 Thans namelijk is verklaard en vastgefteld, dat eene algemeene Kerkvergadering ook zonder den Paus bijeengeroepen , en dat de Paus van dezelve in zekere gevallen geoordeeld kan worden; insgelijks, dat dezelve het regt heeft, om wetten of regelen voor te fchrijven, volgens welke de volheid der Pausfelijke magt, niet wel op zich zelve, omdat zij fteeds dezelfde is, maar in haar gebruik moet gematigd en geleid worden. Ook hebben de algemeene Kerkvergaderingen het gezag der Paufen niet zoodanig van hare befluiten en fchikkingen uitgezonderd, dat aan dezen eene geheel onbepaalde vrijheid zou toegelaten zijn, om de voorfchriften, met veel wijsheid ingevoerd , ligtzinnig af te fchaffen of te overtreden ; maar alleen dan, wanneer dringende behoefte en openbaat nut zulks vorderen." In Januarij 1417 was sigismund van zijne meestal vruchtelooze reize te Konftans terug gekomen, na ook in Engeland vergeefs getracht te hebben . den vrede met Frankryk te bemiddelen. In de eer fte zitting, welke de Keizer bijwoonde, befloot d< vergadering den Hertog frederik van Oostenryk, die nog eens heimelijk uit de ftad geweken was , ei tegen wien zij al vroeger, omdat hij den Bisfchoj van Trente zijne ftad en kerkelijk gebied ontnomen en hem zeiven gevangen zou hebben laten zetten eene dreigende vermaning ter voldoening, (of eei Mo V boek IV loofdft. ta C. G. [aari073:ot 1517- BENEDICTUS XIII wordt afgezet. 1 > > 1