E> E M A B L Y B R I E V E N AAN /• A D A M S.   BRIEVEN over de REGEERINGSVORM en WETTEN DER. VEREENIGDE STAATEN VAN NOORD-AM ERICA, AAN ZYNE EXCELLENTIE JOHN ADAMS, EERSTEN GEVOLMAGTIGDEN MINISTER. VAN DIE STA ATEN, BY DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. DOOR denabtZJE M A B LY. Te AMSTERDAM, By ¥. H O L T R O P, 1785.   VOORREDEN, B ï HE ENGELSCHE VER.TAALING VAN DIT WERK GEVOEGD. Eenc weldaadige en wysgeerige ziel kan zig geen edeler en- belangryker onderwerp voorftellen. dan eenc befchouwing van het burgerlyk beftuur, met opzigt toe die oogmerken, welke de Voorzienigheid met deszelfs inftelling gehad heeft. Hetzelve ftrekt niet alleen tot bevordering van die tydlyke zekerheid, gemak, en geluk, voor welke de mensen in dc maatichappy vatbaar is, maar tevens tot vermeerdering van die kundigheden en deugd, welke hy als een verllandig en zeedelyk werkend wezen nodig heeft. Deszelfs bedwingende kragt is gefchikt, om alle booze hartstogten te beteugelen , en den moed te beneemen. Deszelfs geheele bedoeling bepaalt zig tot het vermeerderen van de kragten van den mensch, tot het aanmoedigen van de werkzaamheid, en tot het uitbreiden van den kring van edelmoedige en weldaadige aandoeningen. Maar wanneer een zedenkundig wysgeer de onderfcheidene regeeringsvormen, welke hy * g reeds  ti VOORREDEN. reeds vastgcfteld vind, met de befchouwing van dcezc heerlyke en weldaadige oogmerken van de Voorzienigheid vergelykt, dan word dit behaaglyk toneel eensklaps met wolken overdekt. Dan volgen aanftonds de nevelen van zwaare bekommeringen op den helderen zonnefchyn van hoop. Hier ontdekt hy, hoe de beftuurders van cene maatfehappy , onder verfchillende voorwendfcls, de rechten van het volk verkrachten, deszelfs vermogen, en middelen van beftaan uitputten , cn op deszelfs gevoelens aanvallen. Daar ziet hy, hoe zy, in plaats van den kring van gezellige genegenheid uit re breiden, denzeiven integendeel bckrompener maaken. Hoe zy de waare vaderlandsliefde tot cenen geest van partyzugt verlaagen, hoe zy de liefde jegens de gehccle menschlykc maatfehappy tot eene partydige nationaale drift verneedcren. Hoe zy, in plaats van boozc hartstogten uit te roetjen , dezelve integendeel ten hunnen nutte dienstbaar maaken , hoe zy dc/.elve aanmoedigen cn in werking brengen, ter bevordering van hun eigen belang en onrechtvaerdige oogmerken. In één woord, dan zie- hy, dat alle regeeringsvormen, zo als dc/r re thans zig bevinden, in zekeren trap, op overweldiging gegrond zyn, door vooroordeelen gtdraagen, en door onderdrukking gefchraagd, en .yjtgeoelfend worden. Men  VOORREDEN, vu Men heeft over 't algemeen een gevoelen aangenomen, en een ieder byna erkent hetzelve, dat een mensch, by het intreeden in de burgermaatfehappy noodzaaklyk eenige van zyne natuurlyke rechten moet opofferen, om de zekere bezitting van de overige te verkrygen. En gelyk eene regeering niet zonder kosten gaande kan worden gehouden, is het niet meer dan billyk, dat ieder byzonder lid van de maatfehappy, in vergelding van die befcherming, welke hy geniet, een gedeelte van zyn vermogen tot onderhoud van de maatfehappy toebrenge. Dan, het is 'er in den grond zo mede gelegen ; wanneer een mensch zig in de maatfehappy begeeft, dan flapt hy niet noodzaaklyk van eenige van zyne natuurlyke rechten af: natuurlyk is hy een gezellig wezen ; hier om leggen hem de zeedelyke wetten der natuur, zo wel als die der openbaaring, alle die bepaalingen op, welke tot het welwezen van de maatfehappy vereischt worden. Deeze wetten gebieden hem , om in •alle zyne onderfcheidenc betrekkingen , de welvaart van de maatfehappy te bevorderen. Om zeekerheid te hebben, dat deeze wetten naargekomen zullen worden, voegt het burgerlyk beftuur by dezelve eene vastftellmg van eene gewisfe en daadlyke ftraf op derzelver overtree* 4 ding.  m M 9 o R k li d g v. cing. Toevallige onhandigheden mogen lom i'Jige wetten nodig maaken, maar alle -vcrpHnngen, welke men by die geene kan voegen ™ vvelke men noodzaaklyk vervalt wannec' ™n hd van de maatfehappy word , fpruitCJ1 enke voort uit die inrigtingen , welke haare oetrekkzng hebben tot dat aandeel , £ wclk ieder hd van de maatfehappy in het ondeelbaare, t0t Aflaad van de regcering moet opbrengen. ■ Maar gGIyk icdcre ftellige wet, welke tot de welvaart van de maatfehappy niet volfoekt noodzaaklyk is, eene indragt in de natuurlyke rechten behelst, en daarom, i, fommigen opzio-$ naar willekeurigheid en dwinglandy zweemt , ZP iS ook iedere belasting, welke, boven het' volftrekt noodzaaklykc tot inftandhouding van de maatfehappy gcheeven word, door welk een gezag dezelve ook moge worden ingevoerd, mfc welke fchoone glimp van WOordcn zy ook n Q ge opgefierd worden , inderdaad in zig »cIvea onrechtvaerdig, en in haare uitwerkfels een middel om het geluk van de maatfehappy te yffc Itooren. Een vry en menschlievend wysgeer, by wien de eerlyke goedwilligheid van het°harï door geene verkeerde ftaatkunde van Vorsten cr derzelvcr Ministers bedorven is, moe: hetzelve ■op de befchouwing van het clendig loc nm welk  VOORREDE N. ik wejk het mcnschdom worftelt, van medelydcn voelen overvloeijen, wanneer hy ziet, dat het geheele menschdom het wecrlooze flagtofïer geworden is van de ftaats- en fehraapzugt van ccnige weinige , welke onrcchtvacrdig genoeg zyn, om de_ weldaadige oogmerken van de Voorzienigheid tot bevordering van deugd en geluk om te keercn, cn in vecle opzigtcn dienstbaar te maaken tot voortplanting van dc ondeugd cn voortbrenging van elcnde. Maar tot welk eene hoogte moet zyne verontwaardiging niet ryzen, wanneer hy hoort, hoe deeze onderdrukkers het zelfs nog als eene gunst uitmeeten, dat zy aan hunne medefchepfelcn toeftaan, van door geene andere, dan door hun zelve, geplukt cn geplunderd te worden; hoe zy hunne medefchepfelcn toeroepen, dat zy voor deeze befcherming, ter vergoeding van welke men hun meer dan de helft van hunne inkomften afperst , dankbaar aioeten zyn? Iedere regecringsvorm, in welke deeze omftandigheden plaats hebben, is een volftrckt onheil. Es waar vind men, onder alle dc vastgefteldc vegeeringsvormen, 'cr eene, in welke men alle uecze dingen niet ontmoet ? Waar is eene zodanige regecringsvorm te vinden, in welke het ieeven v.m duizenden, het geluk van millioenen, • 5 É*  * VOORREDEN. cn de eigendom van allen, niet wispeJtuurig cn ongevoelig opgeofferd worden tot het doorzetten van oorlogen, in welke men misleide natiën weet in te wikkelen, niet met oogmerk om vryheid in Godsdienst en Burgerhaat te verdeedigen, niet" met oogmerk om eencn vyandclyken aanval van de grenzen af te weeren, maar alleen met oogmerk om der ydele eergierigheid en onverzaadlyke fchraapzugt van dc beftuurders der maarfchappy voedfel te verfchaffen ? En nog is dit het ergfte niet. De kosten, wanneer zy eens gemaakt zyn, moeten, hoe onvoorzigtig, hoe onverantwoordlyk zy ook mogen wezen, evenwel betaald worden. Maar waar is die regeeringsvorm , in welke het volk niet boven maate belast is, enkel met oogmerk om de verwaandheid, de wellust, en de gierigheid der beftuurders te koesteren? En word niet zeer veel , van het gecne dus onbillyk afgeperst is, nog bovendien befteed , om het geluk van die geene , van wie hetzelve ontnomen is, te ftooren ? Word niet een groot gedeelte van de algemeene fehatkist, in ieder land , op eene verkeerde wyze befteed, tot ilegte en veragtelyke oogmerken, om de omkoopingen algemeen te maaken, of om den algemcenen fmaak te bederven , of om de deugd cn het geluk te ondermyncn , door de Daaverny van die geene, welker verdeediging te-  VOORREDEN. xi tegen alle onderdrukking men tot een voorwendfel om dc belastingen te heffen, bezigde, op onwrikbaare gronden te vestigen ? Maar hoe zeer ook alle regceringsvormen , onder welke deeze ongelukkige omftandigheden plaats hebben , volftrekt kwaad zyn, zo moet men dezelve evenwel aanmerken als een noodzaaklyk kwaad, 't welk men moet lyden, om een grooter kwaad voor te komen : want zelfs de allerflegtfte regeeringsvorm brengt, over het geheel genomen , nóg minder elende voort, dan eene geheele rcgeeringloosheid. De hartstogten der menichen zyn zo onhandelbaar van aart, dat zelfs , wanneer men dezelve ten behoeve van de deugd in beweeging brengt , hoe zeer detzelver handelingen al in het begin met de rechtvaerdigheid mogen overeenkomen , dezelve egter, weldra, de paaien van gematigdheid te buiten zullen treeden, en even gelyk een ftroom in hunnen loop onweerstaanbaar, en in hunne uitwerkingen verwoestend zullen worden. Hier van daan, dat men overal , waar reeds de regeeringsvorm vastgefteld is, hoe zeer men nimmer den af keer tegen de flavcrny, eencnmanlyken geest van vryheid, en cenen brandenden yver voor het geluk van het menschdom te fterk aanmoedigen kan, egter vcele gebreken moet ge-  VOORREDE. N. gadoogen , veeie., onderdrukkingen met goede oogen aanzien, ,eer men het raadzaam kan oordelen , om of de regecringsvorm te veranderen , of de beftuurders van dezelve aftezetten. De flegcfte beftuurders , de grootfte .dwinglanden , kunnen tog altyd door de vooroordeelen der onkundigen , door de vrees der lafharrigen, en door de fchraapzugt der bedorven menfchen eenc Iterke party aan hunne zyde vinden. Eene ftaatspmwenteling is niet zonder, veel bloedftorten, te veikrygen; eene toekomende onderdrukking is gggp voorde komen, nog de vryheid van het | te.bevestigen, zonder veeie zodanige voorfcehoedfels, weike: niet, waarfchynlyk is, dat gedurende .deoproerige toneelen van eencn bur•g..u}ken opftand, met ,behoorlyke .bezadigdheid - P. overwogen worden. En zo dë onder.neeming van de tegenftandbiedende party niet i^agi, dan zullen zy onvermydelyk de flagtofiers van hun ongeluk wcezen. En, het geene aog beklaaglyker is, hunne edelmoedige oogmerken zullen, zelfs om het in 't werk ftellen van hunne onderneermng, alsonrechtvaerdig uitfcekreeten worden: want een wed erfland, die, zonder het oogmerk te berejken, gebooden word, •verbittert niet alleen de hartstogten, maar Itrekt zells, om het vermogen van kwaadwillige beftuurders en dwinglanden te vergrooten. Hier moet  VÓÓRREDEN, xirt moet derhalven de vriend van het menschdom zig vergenoegen met het bcklaagen van een onheil, welks verdry ving zo verhaazend onzeker is, als de daartoe {trekkende middelen gevaarlyk zyn. Maar de Americaanen , 6 Fortunatos nimium, fua fi bona norïnt. (a) zyn door de Voorzienigheid in eenen zo gunftigen famenloop van omftandigheden geplaatst, dat men daar van in de geheele gefchiedecis van het menschdom geen voorbeeld zal aantreffen. Zy zyn afftammelingen van dat volk, aan het welke alles, wat nog van de vryheid overgeblceven is, als een geheiligd pand, fchynt toevertrouwd te zyn geweest, door hei welke de vryheid menigmaalen uit de klaauwen van dwinglanden ontrukt, en (maar niet geheel ongefchonden) tot de tegenwoordige tyden overgebfagt is. Zy leeven in eene eeuw van toeneemende befchaafdheid, in welke dc Staatkundige zowel als de Godsdienstige vooroordeelen van meer duistere eeuwen door het licht van eene zuivere cn vrye wysbegeerte verdreeven worden , en in welke men de rechten van het menschdom volkomen - t"v^«i».7-H;: verCO ft Al te gelukkige volkeren, indien zy maar de waaniy van üunne goederen kennen!  xrv VOORREDEN. verftaat, en manmoedig verdeedigt. Zy vinden zig in de gezegende gelegenheid, om na een ryp beraad, eene regeeringsvorm op de grondflagen van vryheid en menschlykhcid re vestigen, in welke de natuurlykc gelykheid der menfehen, tevens met derzelvcr burgerlyke en Godsdienftige rechten geëerbiedigd, in welke de vryheid, zo veel mooglyk is, tegen dc buitenfpoorigheden van de losbandigheid, zo wel als tegen de geweldenaaryen van de onderdrukking gedekt zal worden. Zodanig fchynt hun voorneemen te zyn; cn wiens hart is door volksvooroordeelen zodanig van alle menschlykheid ontaart, of liever door den wrok van partyzugt zodanig verhard , dat hy hun hier mede geen geluk wenscht! Konden zodanige hardvogtige fchepzels alleen iyden, dan moest fiaverny hun welverdiende loon zyn. De bcfpiegelingen van eenen ftaatkundigen wysgeer kunnen van veel nut zyn voor een volk, 't welk zig in zodanige omftandigheden bevind. En hoe zeer men wel fommige van zyne grondbeginzelen als dwaalingen zal verwerpen, egter zal hy aan oordeelkundige leezers eenige heilzaame waarheden ontdekken , veeie nuttige voorbehocdfels aan de hand geevcn , en veeie voordeelige onderrigtingen mededeelen. Dac  VOORREDEN. xt Dat deeze de voordcelen mogen zyn, welke uit deeze tegenwoordige uitgaave fpruitcn zullen ! Men vind hier zeer vecle uitmuntende aanmerkingen , en eene diepe kennis van het menschlyk hart. 'tls zo, men zal 'er ook eenige gevoelens aantreffen, over welke die geene, die zedert langen tyd gewoon zyn, om over Staatkundige en Godgeleerde onderwerpen vry te denken, zig waarfchynlyk verwonderen zullen. Dan , men gebruike, inde beoordeeling van dezelve , eene gulle tocgeevendheid voor de omftandigheden, in welke zig de fchryver, zo ten aanzien van zyne natie, als van zynen Godsdienst bevind. Men houde in het oog, dat een Franschman, die over de vryheid fchryft, zo hy al niet door vooroordeelen geregeerd word, egter altyd weerhouden word door de vrees, die aan volftrekte monarchien eigen is; en dat een lid van de Roomfche kerk, wanneer hy eenigen fchyn wil behouden van met de leer van zyne kerk overeen te ftemmen, zig al te zeer door de eisfehen van die kerk belemmerd vind, dan dat hy de verdraagzaamheid uit eenig ander oogpunt kan befehouwen, dan voor zo verre dezelve een onderwerp van ftaatkundigc nuttigheid is. Een mensch, voor wicn de burgerlyke en Godsdienstige vryheid afgelegene onderwerpen zyn, die hy flegts op eenen verren afitand gezien heeft,  xvi VOORREDEN, heeft, moge derzelver bekoorlykhedcn oprechtlyk bewonderen , en naar de uitbreiding van derzelver heerfchappy verlangen; dan men kan niet vervvagtcn, dat hy zo volmaakt met haare wezenstrekken bekend kan zyn, 0f een zo verheevcn gevoel van haare uitmuntendheden hebben , als die geene, welke dezelve langen tyd mauwkeurig gekend, en ongeftoord genoot'cn hebben. Deeze omftandigheden zyn alleen genoeg, om ons de reden te doen bcgrypen, van dien geringen prys , op welken onze fchrandere fchryver het volk fchynt te ftellen. Waarfchynlyk heeft hy niet lang gehuisvest onder, nog perïooneelcn omgang gehad met volkeren, IVhere e'en the peafant boajls /as rights tofran. And Uarns to venerate himftlf as man. (b) Hy fchynt het volk van America beoordeeld fc hebben naar die denkbeelden, welke hv van het gepeupel van eene volftrekte monarchie had Men kan niet verwagten, dat een volk, aan het welk men geleerd heeft, dat het vooreenen, zelf; W Onder wette zelfs dc boeren * ni;„ne ecr * ^  VOORREDEN. x« even langdraadig en plechtig in haare behandeling van zaaken, als eene democratie. En uit de andere ongelegenheid kan men zig veel becter redden , door middel van eene geftadigc jaarlykfche aanvulling van nieuwe reprefentanten, in plaats van de afgaande, terwyl een gedeelte van de oude nog eenigen tyd zitting blyft behouden , gelyk dezelve in den uitvoerenden raad van Penfilvanicn vastgcftcld is. r Dc aanmerkingen van onzen fchryver over den voortgang van den koophandel, de weelde cn de overdaad, zyn oordeelkundig , cn oP een grondige kennis van het mcnfchclyk hart gebouwd. Het is mooglyk , dat deeze Americaanfche republieken, nicttegenitaande alle de wyze voorzorgen van haare wetgeevers, door cencn zwaaren toevloed van rykdommen en daaruit volgende verflapping van zeeden , in aristocratien kunnen ontaarten. Maar deeze foort van regecringsvorm is, wanneer zy niet door iets, 't welk naar de Monarchaale magt zweemt, in teugel word gehouden , nog ongunftigcr voor de vryheid , en onverdraaglyker voor ccn vryheidlicvend gemoed , dan dc monarchaale regcering zelve. De dwinglandy van eenen vorst is, in vergelyking van die van aristocraaten, van eene kleine uitgebreidheid , de aristocratifchc dwinglandy komt. Op  xx VOORREDEN. op het hoofd van ieder burger ter neder. Dan word het waardigfte gedeelte van de maatfehappy , die van den middelftand, met veragting en verwaandheid bejegend , door eene klasfe van menfchen, welke geene andere middelen weeten , om hunne aangematigde meerderheid te doen gelden, dan door een lastige cn onbetaamlyke uitocffening van magt; tegen welke , daar zy altyd gelyktydig rechter en party zyn, nimmer eenig herftel te bekomen is. In eenc monarchie komt de onderdrukking, hoe uitgebreid zy ook in haaren loop zy, evenwel alleen van een enkel perfoon voort. Het is mooglyk, dat het karakter van deeze écne perfoon menschlicvend en bcminlyk kan zyn, hy kan eene genegenheid hebben , welke gclyk ftaat aan zyne magt, om dc misflagen te herftellen, en tegen die klagten, welke voor hem gebragt worden , voorzieningen te doen. Maar in eene aristocratie zyn de bronnen van onderdrukking in eenc ontelbaare menigte, en wyd en zyd verfpreid. Uit hoofde van de gelykheid van magt kunnen de onrechtvaerdigheden en mishandelingen, welke by den eenen gepleegd worden , door andere niet weder herfteld worden. En de betrekking, in welke zy in den gemeenen loop des levens tot deeze onderdrukten liaan, zyn oorzaak, dat hunne eigene hartstogten cn belangcns mede in die  VOORREDEN, xxi die gefchillen betrokken zyn. Wanneer men door cenen monarch onderdrukt woid , dan vind het gemoed voor zig nog eenigc vertroosting in het befchouwen van dien verheeven rang, in welken de vooroordeelen van de waereld hem geplaatst hebben ; deeze, daar hy den monarch boven het perfoneel bereik van den onderdrukten plaatst, geeft hem tevens daar door eene verfchooning voor , en een beweegmiddel tot eene geduldige onderwerping. Maar zig buiten ftaat te bevinden, om zig tegen dc dwinglandy te verzetten, cn de onderdrukkingen te ftrarfen van zodanige , met welke wy ons byna gelyk achten, en in de gewoone handelingen des gezelligen levens telkens te doen hebben , aan welke nog de gewoonten, nog de vooroordeelen van het menschdom cenige meerderheid toegekend hebben, dit is , onder alle onaangenaame omftandigheden , de onverdraaglykfte voor een vryheidlicvend gemoed. Dezelfde ontaarting van grondbeginzelen, het zelfde bederf in de zeeden, het welk eene democratifche in eene aristocratifche regecringsvorm zou veranderen, zou weder in zeer korten tyd eene verdere verandering voortbrengen , en deeze aristocratie op eene volftrekte willekeurigheid en dwinglandy doen uitloopen. En het ge** 3 volg  xxii VOORREDEN. volg hiervan zou zyn, da: deeze desporieke aristocraten , zodra zy de gevoeligheid van het volk over hun gedrag gewaar wierden, zig met zomfiiigc buitenlandfche Mogendheden zouden verbinden, aan welke zy de bclangens van hun vaderland , enkel met oogmerk om hun eigen gezag te vestigen, zouden verraaden. En wierd dan het volk , na vergeefs gepoogd te hebben om het juk van llaverny van zyne fchouderen te werpen, gedwongen, om zig aan hetzelve te onderwerpen, dan zou hetzelve niets minder te Verwagtéfa hebben, dan al dat geene, wat de wreede wraakzugt van eenc laage dwinglandy het fpoedigfte aan de hand zou weeten te geeven; en deeze wraak zou dan met des te onverdraaglykcr geftrengheid genomen worden , om reden, dat dan deeze despotieke aristocraten als een vcreenigd lighaam zouden handelen, cn als zodanig , ongevoelig , zodanige yslykheden pleegen, op welker denkbeeld zy zelve, in hoedanigheid van ondeelbaare leden van de maatfehappy , van verbaasdheid zouden terug deinzen. Wanneer dan het volk zig met goed gevolg tegen dit alles wil verzetten , dan moet hetzelve befcherrnd worden, door iemand van een verheven karakter , welke in eenen zeer hoqgen graad de bekwaamheden, die in een legerhoofd vereischt worden, met die van eenen Staats-  VOORREDEN, xxm Staatsman, in zynen perfoon moet verecnigen, in deezen moet hetzelve dan een onbepaald vertrouwen ftcllen, hy moet eenen genoegzaamen invloed hebben, om dc pogingen van het volk te vercenigen, en eenc toereikende magt, om dezelve wel te beftuuren. Maar, waar zal het volk, in zodanige uiterftens , de gematigdheid, den volklievendcn geest tevens met de bekwaamheden van eenen Wafhington vinden? Is het in zodanige uiterftens niet oneindig waarfchynlyker, dat een zodanig voorganger den rol van eenen Cromwell zal fpeelen, en zig dc magt, zo al niet den tytel, van een volftrckten monarch aanmatigen? Indien immer mcnschlyke wysheid voor de duurzaamheid kan inftaan van de eenigfte regecringsvorm , welke met de waardigheid van de menschlyke natuur beftaanbaar is, dan beloven de Americaanfche ftaatsinrigtingen zeer veel van die beftendigheid; en niets , dan alleen eene buitenfpoorige partydigheid , ten behoeve van de oude, kan ons wederhouden , om te beflisfen, dat zy oneindig verheevcn zyn boven de wydberoemde republieken van Sparta en van Rome. De ftaatsinrigtingen van deeze volkeren waren, in veelen opzigte , onregtvaerdig , en zonder zedenkunde. De laatstgenoemde was zigtbaar gebrekkig in de grondbcginfelen, op wel** 4 ke  xxiv VOORREDEN. ke de verecniging van deszelfs inwendige deelen gebouwd was, en beide gaven zy aanleiding tot het voortbrengen van eene wrecdaartige en zamenrottende vaderlandsliefde, die weinig boeter was dan die geest van vereeniging, welke eene bende van ftruikrovers aan eikanderen verbind, welke, hoe zeer zy onder eikanderen veel ophef van getrouwheid en eer maaken, egter de plunderaars en moorders zyn van alle, die tot hunne bende niet behooren. Maar indien eenige verandering in de ftaatsin* rigtingen van dc vereenigde Staaten nodig zoude zyn , waardoor aan derzelver regecringsvorm eenc meerdere vastigheid zou kunnen worden gegceven , waardoor alle inbreuken op de vryheid v. n het volk zouden kunnen worden voorgekomen , waardoor die ongelegenheden, welke in eenc democratie voorvallen , zouden kunnen weggenomen worden, dan behoort voorzeekcr al dat geene vermyd tc worden , 't welk de republiek naar die zyde zou kunnen doen hellen , aan welke dezelve in het grootfte gevaar is, van haare vryheid tc verliezen. Het is mooglyk, dat zy eenige weinige inrigtingen, welke van plaat=lyke cn andere omftandigheden afhangen, met voordeel by hunne reeds vastgeltelde grondwetten zouden kunnen voegen, maar het is niet moog-  VOORREDEN. xxv mooglyk, dat die geene, welke niet onmidlyk in het land zelve zyn, de vereischtens van zodanige vcrbcetcringcn naauvvkeurig kunnen beoordeelen. De grondbeginfclen, op welke deeze ftaatsinrigtingen berusten , zyn zo zigtbaar uitmuntende, dat een ieder, die met den aart der vryheid bekend is, en deszelfs genot bemint, erkennen moet, dat dezelve alles overtreffen, Avat dc waereld tot hier toe immer gezien heeft. De aanmerkingen van onzen Abt over den Godsdienst zullen niet zeer in den fmaak vallen van die geene, welke de verdraagzaamheid aanmerken als niet zo zeer in eene ftaatkundige nuttigheid, dan wel in een onvervreemdbaar recht gegrond, 't welk ieder mensch heeft, om zedenkundige en Godsdienstige waarheden tc onderzoeken , om alles te gelooven, en voort te planten, wat hem als zodanige waarheden voorkomt, en om het Opperweezen op die wyze te dienen, welke het meeste met de voorfchriften van zyn geweeten overeenftemt. Deeze zullen niet ligtelyk over tc haaien zyn, om zig met den wensch van onzen fchryver te verecnigen , „ dat aan iedere kerk, na haare leerftellingcn „ en tucht in eenen Catechismus opengelegd te „ hebben, mogt worden verbooden, om in de„ zelve, 't zy onder voorwendfel dat men de ** 5 „ waar-  XXVI VOORREDEN. „ waarheden met meerdere klaarheid voor wil „ ftellen, 'c zy dat men de/.elve in eene ge„ fchikter orde wil regelen, eenige verandering „ te maaken", met oogmerk, om daar door Godgeleerde verfchiilen voor te komen. Het is gemaklyk te zien , dat een dergelyk verbod zeer ongefchikt zoude zyn, om het voorgcftelde einde tc bereiken, 't zy men hetzelve van de zyde van dc ftaatkunde, 't zy van den kant der zcedenkundc befchouwe. Zy , welke byzonder ten deezen opzigte de werkingen van den menschlyken geest nagefpeurd hebben , zullen ons leeren, dat bepaalingen van deezen aart nimmer in ftaat zyn , om den geest van oncenigbeid uit te blusllhen. Al wat dezelve zouden uitwerken, zou alleen daar in beftaan, dat zy bet kanaal, door welk deeze drifien werkten, zouden vernaauwen, en even daar door derzelver loop geweldiger maaken. Maar , waarom zouden wy tog wenfehen, om deezen geest uit te blusf'chen? Wanneer Godsdienstige gcfchillen op eene edelmoedige wyze, en zonder dweepery, behandeld worden, dan zyn dezelve, wel verre van nadeelig te weezen, in de daad zeer heilzaam voor het menschdom. Zy bevorderen de kennis , zy fcherpen het oordeel, en vermeerderen de kragt van alle de verftandelyke vermogens. Daarenboven is 'er niets, dat beter ge-  VOORREDEN, xxva gcfchikt is, om dc dweepcry en onedclmoedighcid uit te roeijen, dan eene vryc cn redèlyké gemeenzaamheid tusfchen menfchen van ondcrfcheiden verfchülende gevoelens ; daar integendeel de hier voorgefteldc bepaalingen niet anders zullen tc wege brengen , dan dat zy de dweepery en het bygeloof levendig zullen houden, en tot een allerfterkst beletfel tegen de vordering in Godgeleerde kundigheden verftrekken. Hoe zeer het derhalven waar is, dat het oogmerk van allen Godsdienst, met betrekking tot dc maatfehappy , het zelfde is, en dat zy, die in oprechtheid van hunne gevoelens overtuigd zyn, by de Godheid, welke onoverkoomlyke dwaalingen wil vergceven, zullen aangenomen worden, zo is het egter geheel onbeftaanbaar met eene zodanige oprechtheid, dat redelyke weezens, alleen om die reden, eenen Godsdienst zouden blyven belyden , omdat zy. denzelven eenmaal hebben aangenomen, offchoon zy door een ryper oordeel overtuigd wierden , dat zy dwaalden. Men zou den waardigen Abt kunnen verdagt houden , dat hy Wat al te zeer aan zyne eigene denkbeelden , begrippen en vooroordeelen verkleefd was, wanneer men hem eenen wensch ziet ontboezemen, dat de vryheid van de drukpers  XXVIII VOORREDEN. pers zo lang rnogte worden tegengehouden, tot dat het congres zynen ftaat- cn zedenkundigen Catechismus zal hebben uitgegecven , ten einde daardoor de gevaarlyke gevolgen „ van de wys» gecrigc denkbeelden, gevoelens en vooroor„ deeicn van Engeland" voor te koomen. In alle bepaalingen van deezen aart kan een vry volk nimmer te yverig zyn , om zig door geene boe ook genaamde voorwendfelen te laaten misleiden, daar het zeer moeilyk is, om in dezelve dc waare grenzen , buiten welke men niet mag treeden , vast te ftcllcn , en doorgaands onmooglyk , om voor tc komen , dat dezelve met overtreeden worden. De Godsdienst ftaat m een zodanig onmidlyk verband met de burgerlyke vryheid , cn de vryheid van de drukpers is met beide zo naauw verbonden , dat zy alle tc zamen moeten ftaan of vallen. Maar waarom is tog de Abt in het byzonder zo afkecrig van de wysgecrige denkbeelden, gevoelens en vooroordeelen van Engeland ? h dit niet veeleer onbeftaanbaar met die edelmoedigheid , van welke onze fchrandere fchryver belydenis doet, cn met die zaak, welke hy voorgeeft te willen verdcedigen? Engeland en Holland zyn de voornaamfte landen in Europa , waarin die gevoelens, welke de vryheid begun- fti-  VOORREDEN, xxix ftigen , afgemeen aangenomen zyn. En buiten deeze , uitgezonderd alleen Zwitzerland , is 'er geen ander land in Europa, in welk deeze gevoelens kunnen gezegd worden volks-eigen te zyn. Te midden onder alle de haatlykheden , welke ongelukkig door burgerlyke oorlogen verwekt worden , zullen egter de gevoeligcn, de openhartigen onder de Amcricaanen erkennen, dat die grondbeginfelen , welke de Whigs in Engeland ftaandc houden, dezelfde zyn, op welke zy hunne ftaatsinrigtingen gebouwd hebben. Zy zullen zig herinneren , dat hunne voorouders Ëngelfchcn waren, welke met de overige hunner landgenooten menigmaaïcn in het ftrydpcrk getreeden zyn, om hunne gemecne vryheid te handhavenen. Zy zullen zig in de gedagten brengen , dat zy eenmaal Engelfchen geweest zyn, cn dat zy hunne laatftc ftaatsomwentcling aan die grondbeginfelen , welke zy, als Engel, fchen, hebben ingezoogen, te danken hebben. Hoe dankbaar zy ook aan Vrankryk mogen weczen voor dien byftand, aan welken zy hunne onafhanglykheid verfchuldigd zyn, zo kunnen zy egter niet blind zyn voor deszelfs ftaatkundige beweegredenen; men zal hun niet in eenen waan kunnen brengen , dat het Franfche ministerie enkel tot deezen byftand opgewekt is, door eene belanglooze liefde tot die • vry-  xxx VOORREDEN. vryheid , van welke hetzelve met zo veeie zorgvuldigheid zyne eigene onderdaanen verftooken houdt. Zy zullen opmerken , dat, indien zy volkplantingen van eenig ander koningryk geweest waren, dat zy dan waarfchynlyk te onweetende zouden geweest zyn, om hunne natuurlyke rechten tc kennen en tc waardecren , en tevens te flaafsch, om dezelve te handhavcnen cn te verdcedigen. In dit geval zouden zy, in plaats van vrye cn onafhanglyke Staaten tc wcezen , naar alle waarfchynlykhcid hunne halzen onder een veel drukkender juk, dan dat van Engeland hebben moeten buigen, en veragte flaaven eencr volftrekte monarchie geweest zyn. 'Er is in dc Amcricaanfche Staatsinrigtingen eene zaak , welke onze Schryver met recht afkeurt, en welke tegen die manlyke en grootmoedige grondbeginfelen, op welke zy gebouwd zyn, fchynt in te loopen. Zy is deeze, dat de leeraars van de onderfchcidene gezindheden, niet alleen van alle burgerlyke bedieningen uitgeflooten, maar zelfs van het recht van ftemming by dc verkiezingen ontzet zyn. Het zou zeker niet itaatkundig zyn, dat men aan dezelve , als Gcestlykhcid , eenige byzondere voorrechten toeftond, maar het is aan de andere zydc ook niet billyk, dat men hun in cenigen opzigte van hun-  VOORREDEN, xxxi hunne rechten, als menfchen, berooft. Dit is zelfs eene vcrongclyking aan de maatfehappy. 'Er zyn veeie burgerlyke bedieningen, tot welke zy, door hunne deftige opvoeding en algemecne kennis beeter gefchikt zyn , dan het grootfte gedeelte van hunne medeburgers. Indien de reden, welke men voor deeze inrigting heeft , in de vrees tegen den indringenden geest der kerkelyken gelegen zy , dan kan men daar tegen aanmerken , dat men hiervan weinig gevaar te vvagten heeft in een land , waar men geene nationaale kerk gevestigd heeft, en waar by gevolg de Geestelykheid niet genoeg aan eikanderen verbonden is, om, als een afgefchciden lighaam van de leeken, van eenige aangelegenheid te kunnen worden, 't Is buiten twyffel zo. De beste weg, welken men kan inflaan, om allen invloed van eenen zodanigen geest af te keeren. is, dat men alle burgerlyke onderfcheidingen\ tusfehen hun en andere moet wegncemen: want,' gelyk zy dan naauwkeurig dezelfde rechten en voorrechten met hunne medeburgers hebben, zo moeten dan ook hunne ftaatkundige uitzigtcn cn belangens op het zelfde uitloopen ; daar integendeel, wanneer zy, 't zy by vergunning, 't zy door byzondere voorrechten, \ zy door uitlluiting van zodanige rechten , van welke hunne overige landgenooten het genot hebben, van de  xxxii VOORREDEN. dc overige burgers onderfcheiden worden, even daardoor inderdaad aan hun de weg aangeweezen word, om afgezonderde belangens te krygen; hierdoor worden zy als 't ware aangezogt, om met clkanderen, tot najaaging van zodanige afgezonderde belangens, de handen in een te liaan „ hierdoor word in hun een geest van kuipery en bcdrieglyken handel opgewekt , welke even dezelfde uitwerkingen zou hebben , als die geest, welke in lieden van eenen anderen ftand , die zig zeiven op eene zodanige wyze van de overige leeden der maatfehappy onderfcheiden vonden , zou doorftraalcn. Ik heb in deeze myne aanmerkingen den Schryver met die vryheid behandeld , welke ik hoope, dat niet als onedelmoedig zal worden aangemerkt. De vryheid cn het geluk van het menschdom in 't algemeen, zyn onderwerpen van eene zodanige uitgebreidheid, en zo belangryk , dat de yver, welken zy ons inblaazen, alle geringe nationaale partydighcid cn afkeer behoort te vernietigen. Ik heb alle agting voor de bekwaamheden van den Abt de mably, en ik zie met blydfehap, dat hy dezelve in eene zaak aanwendt, in welke de rechten van het menschdom een zo aangelegen belang hebben; maar het is de pligt van ieder menfchen vriend, dat  VOORREDEN, xvu zelfs weder aan anderen ondergefchikten, krygsman moet becven, dat het vuor de geringfte afhangelingen van een hof moet kruipen, dat het voor de laagfte dingers naar den adel-ftand moet onderdoen, even als of deeze alle wezens waren van eenen hogeren rang; dat zodanig volk ccnig verheeven gevoel van zyne waardigheid als menfchen kan hebben, of dat hetzelve die hoedanigheden zou kunnen bezitten, welke noodzaaklyk zyn , om de vryheid naar waarde te fchatten, cn met mannenmoed te verdeedigen. Hy fchynt te vergeetcn het geene hy zelfs heeft aangemerkt, „ dat de Americaancn kinderen „ waren van een vry volk, en dat de regeerings„ vorm, aan welke zy, van hunne kindsheid „ af, gewoon geweest waren , het volk in ftaat „ fteldc, om de drangreedenen van die mannen „ van verheeven verdiensten te begrypen, wel„ ke door hunne bekwaamheid, hunne voorzig„ tigheid en hunne ftandvastigheid, de bewcr3, kers van hunne gelukkige ftaats-omwenteling „ zyn geweest". De Democratie of volksregecring is de grondflag van alle vrye regeeringsvormen; en geene regceringsvorm kan vry genaamd worden , dan in zo verre als zy iets van de democratifche heeft. Maar eene democratie , hoe volmaakt ook n  xvin VOORREDEN". in dc befchouwing, heeft egter haare ongemakken, wanneer men dezelve in oeffening brengt; cn de wyshcid van de wetgeeving beftaat daar in , dat zy deeze ongemakken verbeetere, zonder egter dat geene, 't welk tot de democratie behoort , en in zig zeiven uitmuntend is , te benadcelen ; de voornaamfte ongelegenheid , in welke deeze regeeringsvorm een volk brengt, beftaat in dc menigte van die geene, welke geraadpleegd , en in die plechtigheden , welke noodzaaklyk waargenomen moeten worden. Deeze maaken de beraadflaagingcn langdraadig , deeze vertraagen de behandeling van zaakcn. Dit is de reden , waarom eene zodanige regeeringsvorm nimmer fpocdig en vaardig beiluit. Een ander ongemak kan gelegen zyn in de verfchillcnde en menigmaal onbeftaanbaare en tcgenftrydige gevoelens van die geene, welke eikanderen, 'het zy in den wetgeevenden, het zy in den uitvoerenden tak opvolgen. Hieruit kan volgen, dat in eene zodanige regeeringsvorm gebrek aan ftandvastigheid in beginfels cn aan eenpaarigheid van oogmerken plaats kan hebben. Om deeze ongemakken voor te komen, fchynt onze fchryver tot de aristocratie over te hellen. Dan, hierdoor kan het eerstgenoemde van deeze ongemakken niet weggenomen worden: want eene aristocratie is, wanneer zy flegts eenigzints bepaald is, even  VOORREDE ft. xxxm dat hy die vooroordeelen aanwyze, door welke zelfs het alleredelmoedigst hart, door eene te groote verkleefdheid aan zyne byzondere ftelfels, kan weggefleept worden. I N-  INHOUD DER BRIEVEN. Brief I. Algemeene en voorbereidende Aanmerkingen , BI. i II- Aanmerkingen over de wetten van Penfdvanien , Masfachufets en Georgien . . . . > m —— III. Aanmerkingen over eenige aangelegene onderwerpen 3 met betrekking tot de wttgeeving der vereenigde Siaaten van America . . (j2. IV. Over de gevaaren, aan welke de vereenig Je Staaten van America. Zyn blootgejleld. Hoe de beroeringen en verdeeldheden gullen gebuoren worden. Noodzaaklyk. heid om de magt van het algemeene Congres te vermeerderen . 106. EER-  EERSTE BRIEF. ALGEMEENE EN VOORBEREIDENDE AANMERKINGEN. SI Y N H E S ï. ! Ik heb met al dkn aandagt, vuur welken ik vatbaar ben, de onderfcheidene Staats-inrigtingen, die de vcreenigde Staaten van America voor zig gekoozen hebben, geleêzen; en ik zal, om aan uwe verlangens te voldoen, u myne aanmerkingen omtrent dezelve medcdeelen, in die venvagting, dat gy my met dezelfde bereidwilligheid zult gelieven te onderrigten, wat ik van dezelven te denken nebbe. Men (laat verbaasd, en gevoelt eene zeekere ftig-ting , dat uwe dertien Republieken, in een tyd, waarin byna alle de Natiën van Europa hunne onkunde omtrent die grondbeginfelen, welke tot het wefen van eene burgermaatfehappy behooren, aan den dag leggen, in een tyd, waarin men gewoonis, de burgers van eene maatfehappy niet anderï ann te merken, dan als het vee van een landgoed, A' 't welk  2 I, BRIEF OVER DE REGEERINGSFORBX 't welk men ten byzonderen voordeele van den eigenaar beftuurt, dat uwe dertien Republieken, zeg ik, in zulk een tyd, blyken hebben gegeeven, dat zy en de waardigheid van den mensch kenden, en de met de eer der menschlykheid meest overeenkomende grondbeginfelen , volgens welken zy willen geregeerd worden, uit de bronnen van de meest gezuiverde wysbegeerte hebben weeten te putten. Welk een geluk is het voor ulieden, dat de koningen van Engeland, toen zy aan uwe voorouders de handvesten gaven tot oprechting van uwe volkplantingen, zig enkel door hunne hartstogten, en vooroordeelen hebben laaten beftuuren! Zy hadden geene andere denkbeelden, dan die, welke de llaatszugt, en de gierigheid hun inboezemden. Daar zy zig van eene meenigte van burgers ontlloegen, welke hun tot last waren, zagen zy reeds nieuwe wingewesten groeijen, welken te eeniger tyd de majefteit van het Britfche ryk moesten vermeerderen. Zy vleiden zig, in dien tyd reeds, dat zy eene nieuwe bron van rykdommen voor hunne hoofdftad openden, en wilden met geen ander oogmerk uwen voorfpoed bevorderen, dan om zelve daarvan, meer dan gylieden, de voordeden te genieten. En zeker! gylieden zoud, zonder eenig uitzigt op herftel, geheel verlooren zyn geweest, indien zy, in die tyden, genoegzaame kennis hadden gehad aan de ongelukkige Maatkunde van Machiavel. Hunne onkunde was voor ulieden van het grootfte nut; zy  EN WETTEN VAN NOO'RD-AUÏERICA. j zy gaven zig, zonder nadenken, aan de in Engeland gebrulkelyke manier van regeeren over, en voerden by uwe voorouders zodanige regels en wetten op de regeering in, welke, daar zy u telkens herinnerden , dat gylieden kinderen en afflammelingen van een vry volk waart , ulieden tevens aanlokten, om uwe vlyt en zorgen ter bevordering van de gemeene belangens te befteeden. Geduurende een langen tyd wierd gyliedefl aan de belangens van het moederland opgeoffert , en gylieden merkte die opofferingen aan, als eenen tol, welken de billykheid vorderde, dat betaald wierd voor die befcherming, welke zy ulieden verleende, en welke gylieden nodig had. Na den laatflen oorlog, in welken Frankryk alle haare bezittingen op uwe vaste Kust verloor, begreept gylieden dat uwe meesters zig door hunne conquesten zelve verzwakt hadden , toen begondt gylieden eindelyk uwe eigene kragten te gevoelen ; en terwyl het Hof' van Londen, onagtzaam genoeg, om de Veranderingen, welke tusfehen uwe en zyne belangens voorgevallen waren, niet op te merken, bedagt was, om zyn reeds al te knellend juk nog meer te verzwaaren, Mond het ulieden intusfehen vry, om op een veel gelukkiger lot te hoopen , en eenen Onafhanglyken Staat te vormen. Daar men ten uwe opzigfc enkel met de gierigheid en ftaatszugt te raade ging, dwong men u, om u te herinneren, dat gy Engehchen waart. Dan de regeeringsvorm , aan welke gylieden van uwe geboorte af gewoon geweest zyt, ftdde het volk in  4 I. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM ftaat, ©m die lieden van verdiensten te kunnen verftaan, welke door hunne kundigheeden, hunne voorzigtigheid, en hunnen moed de uitwerkers van uwe gelukkige Staatsomwenteling zyn geweest. Daar Engeland zelve, zeiden zy, gemeend heeft bevoegd te zyn, om het huis van Stuart te verwerpen, en het huis van Hanover op den throon te zetten, waarom zou het ons dan niet vry ftaan, om het juk van George den derden af te werpen, wiens regeering oneindig onhandelbaarer, en harder is, dan die van Jacobus den tweeden, en welke op dewreedfte wyze misbruik maakt van onze edelmoedigheid, en yver. De Vereenigde Staaten van Noord America hebben zig zeker in dit (tuk veel grootmoediger gedraageu, dan de Staaten der Vereenigde Nederlanden. Wel verre van overal eenen nieuwen meester op te zoeken, had gylieden geen minder oogmerk , dan om de vryheid by ulieden op den throon te zetten; in alle uwe Staatsinrigtingen zyt gylieden opgeklommen tot die grondbeginfelen, welke de, natuur zelve oplevert; gylieden hebt als een onwrikbaare ftelregel vastgefleld, dat alle ftaatkundig gezag zynen grond in het volk heeft, dat aan het volk alleen het onvervreemdbaar recht toekomt, om wetten te maken, om dezelve wederom af te fchafFen, en veranderingen in dezelve te brengen, zodra het zyne dwaaling bemerkt, of een groot voordeel in die verandering voorziet. Gylieden kent de waardigheid der menfchen ; en daar gylieden de overheeden van de maatfehappy niet anders aanmerkt, dan als haare gemagtigden, hebt gylieden alle de bur-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 5 burgers op de allernaauwfie wyze door de werkzaa111e liefde tot het vaderland, en de vryheid, onderling aan eikanderen, en aan het algemeene belang verbonden Mogten deeze begrippen dc uitwerking niet zyn van eene voorbygaande bcgnigeling! mogten zy langen tyd onder ulieden levendig blyven! •mogten zy op alle ulieder raadsvergaderingen beftendigen invloed hebben, en van dag tot dag de grondflagen van uwe vereenigde Republiek ver* fterken! Het is zeer voordeelig voor dc Americaanen, cktt de dertien Staaten hunne rechten , hunne onafhahgelykheid, en hunne vryheid niet onder elkanderen vermengd hebben , met oogmerk om eene enkele Republiek te vormen, waarin men overal dezelfde wetten en dezelfde overheeden erkende. Ik zou my in dit geval verbeeld hebben, dat ik uit een dcrgelyk gedrag in deeze volkplantingen eene zekere vrees , een zeker wantrouwen op haare kragtcn moest opmaaken, welken tot een nadéelig voorteken llrektc, ik zou vooral, daarin eene diepe onkunde omtrent alles, wat de waare magt van eene maatfehappy uitmaakt, ontdekt hebben. Hoe zou men tog met eenige mooglykheid, in dat zo magtig uitgebreid land', 't welk gylieden bezit, de hecrfchappy der wetten op eenen goeden voet hebben kunnen vestigen? Zouden de fpringveeren van het belluur niet natuurlyk hebben moeten verlammen, naar maate dat dezelve meer en meer zig van bei middenpunt, 't welk hun. in beweeging bragt, ver.. A 3 wy-  6 I. BRÏÜÏ OVER DE REGERRINGSFORM wyderden? hoe zou tog haare waakzaamheid overal, op eene gelyke wyze, op alles het oog kunnen vestigen, om de misdagen voor te komen, of te doen verdwynen? Gyzoud, als een noodzaaklyk gevolg van die inrigting, den moed hebben zien verdwynen , de zeeden bederven , en de liefde tot de vryheid in losbandigheid overflaan , en weldra zoud gylieden niet anders gehad hebben, dan eene kwynende Republiek, welke door verdeeldheeden verfcheurd en te niet gebragt wierd. De tegenovergefielde keus, welke de volkplantingen gedaan hebben om eene vereenigde Republiek te vormen, in welke ieder Staat zyne eigene onafhanglykheid behoudt , is zeer gefchikt, om aan de wetten al die kragt by te zetten, welke dezelve nodig hebben, om geëerbiedigd te worden. De overheid kan overal by de hand en tegenwoordig zyn Gylieden hebt dit ondervonden in die zeven jaaren, geduurende welke Engeland u op eene onbezonnen wyze den oorlog heeft aangedaan , om u aan zig te onderwerpen , in dien tyd heeft zig tusfehen die Staaten een naaryver gevestigd, welke oorzaak is geweest, dat men overal den zelfden moed, overal dezelfde wysheid aantrof; en daar gylieden door het algemeen Congres vereenigd waart, heeft geene der Provintien zig onttrokken, maar hebben zy alle malkanderen met onderlinge hulp bygeflaan. Ik hoop, dat deeze eerftc gevoelens van vereeniging en eendragt, met welke uwlieder Republiek gebooren 15, in uwe harten diepe wortelen fchieten, ea  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 7 en onwrikbaar gevestigd mogen blyven. De tyd, de ondervinding van het heitryk lot, 't welk nu by ulieden voor de deur ftaat, overtuige ulieden , dat gylieden nimmer ten kosten van elkanders welvaren gelukkig kunt zyn. ik verwagt, dat uwlieder vereeniging dat onfchatbaar voordeel by ulieden zal aanbrengen , dat nimmer onder ulieden van die allerverderflykfle naaryver, door welke de meeste volkeren geneigd worden om hunne nabuuren voor hunne vyanden aan te zien, ecnig zweemzel zal worden gevonden. Daar gylieden dus een vergenoegd lecven zult leiden, onder de bcfcherming van het algemeen Congres; daar onder ulieden de een zig altoos veilig op den anderen zal verlaaten zonder eenige naaryver, haat of nyd'voet te geevcn, daar zal dan ook uwe Republiek in America dezelfde vertooning maaken, als Zwitferland in Europa, fchoon Europa niet wys genoeg is, om die Republiek te bewonderen. Het algemeen Congres, die nieuwe Vergadering van Amphyctionen , dog welke onder veel gunlligcr uitzigteu is aangelegd, dan die van het Oude Griekenland , zal het algemeene middenpunt zyn , op het welke zig alle de byzondere belangens zullen vereenigen om een algemeen belang, een belang, 'twelk altyd aan zig zeiven gclyk is, uit te maaken. De afgevaardigden van de byzondere Siaalen tot deeze algemeene vergadering, zullen op dezelve noodzaaklyk hunne uitzigten meer en meer uitbreiden3 langs zo meer den geest van deeze maatfehappy zig eigen A 4 maa-  6 1. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM maaken, en telkens by hunne terugkomst , dit gevoelens onder hunne medeburgers aanpryzen, eQ fmaaklyk maaken. Mogten alle die Provintien, wel. ke binnen bepaalde grensfcheidingen leggen, Mas' lachusfets , Connecticut, Rhode-Island, New-Jer-' fey , Delaware, en Maryland, geen ander ontmak ondervinden, dan dat geene, 't welke die Natien, by welke het zelve plaats heeft, tot eer verftrekt, ik bedoele die gelukkige overvloed van burgers, welke, terwyl zy het cieraad, en den roem van eene regeeringsvorm uitmaakt, egter nu en dan den Staat wel eens, tot last yerftrekt: Dat die Staaten, myn Heer! welke ik daar zo even opnoemde, ons eens wederom die fchoonc vertooning vernieuwen, welke weleer het Oude Griekenland maakte welkers gelukkige volkplantingen overal een nieuw' Vaderland vonden. Ik wensch dat zy, wel verre van den overvloed van hunne burgers eenigzints te misbruiken tot het maaken van conquestcn, i« teegendeel dezelve in zodanige van uwe Prnvintien zullen zenden, welke, om zo te fpreèken, op het vaste land geene grenzen kennen, en welker vrugtbaare akkers om arbeiders verleegen zyn. Dergelyke volkplantingen zullen de banden van uwlieder vereniging en belangens hoe langer hoe naamver toe trekken. Ik heb lust, myn Heer! om u alles voor den geest te roepen, wat mede kan werken, tot de bevordering van het heil van America. Gy  KN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 9 Gylieden hebt uwe Onafhanglykheid vcrkreegen , eer de ftaatszugt onder u bekend was, en zeker zult gylieden nimmer het voorbeeld der Europeaanfche Natiën navolgen, welke zig zelve ontvolkt en verzwakt hebben, door metdc wapenen in de vuist hunne volkplantingen te willen vestigen. Gylieden kent reeds te wel de rechten der menlchcn, de rechten de natiën, dan dat immer die wreededwaalingcn, die de uitwerking waren van het leenrecht, en de ridderorden, ulieden zouden kunnen mis -iden: dwaalingen, in welke de Spanjaarden, Portugee? zen , Engelfchcu , cn Franfchen gevallen zyn. Ik moet zelfs, met genoegen , aanmerken , dat g, lieden u thans zelfs in veel gelukkiger omuandigheeden bevind, dan die, in welke die oude Republieken % aren, over welker wysheid en deugd wy ons het allermeeste verwonderen, cn dat gylieden oneindig minder moeite zult hebben , om aan uwe Staaten dat karaccer van bellendigheid mede te deelen, 't welk de wetten bcminlyk maakt, en den diepllcn eerbied byzet. Gy weet, myn Heer! hoe die oude Republieken , om zo te fpreeken , als binnen de muuren van eene enkele Stad opgellootcn waren , cn niet dan een zeer matig grondgebied bezaten : alle de burgers, konden in dezelve zeer gcmaklyk de Staatsvergaderingen bywoonen. Deeze talryke vergaderingen, by welke de wetgeevenele magt was, en tegen welke nimmer iemand het recht had van zig te verzetten, waren meenigmaal aan de zwaai-fte bcA 5 roe-  ÏO I. BRIEF OVER DE REGEERIPfGSFOR1M roeringen van drift, van beguigeling,van eene foort van geestdryvery bloot gefteld, welke de geheele orde der maatfehappy in gevaar bragten. Midden in deeze verwarringen konden de wetten nimmer gezag genoeg verkrygeu, om het karakter van den burger beftendig te maaken; en de Republiek was dikwiis haare behoudenis enkel aan het geval verfchuldigd, of aan het een of ander verheeven vernuft, welke het volk te hulp kwam, en zig van deszelfs verbystering bediende, om het voor verder misbruik van deszelfs magt te bewaren. By de Americaanen in tegendeel zal deeze menigte minder onderneemend, minder heerschzugtig, en by gevolg minder onltandvastig zyn, om dat de uitgebreidheid der Staaten van ydere Republiek en bet getal van deszelfs burgers, haar nimmer zullen toelaaten , om dezelve alle in een en dezelfde plaats byeen te roepen. Gylieden hebt de hedendaagfche manier aangenomen van de\ landfehappen in kantons en (treeken te verdeelen , welke ieder op zig zelve over hunne belangens raadplegen, en zelve zodanige burgers benoemen, en met hunne magt bekleeden, welke zy de waardigften oordeelen, om ïiünne perzoonen in de wetgeevende vergadering van de Republiek te verbeelden, het zal ulieden daarom ook des te gemakkelyker vallen, om in die vergadering de goede orde Maande te houden. Die reprefentanten zullen nimmer in een zoo groot getal wezen, dat daar door deeze. vergaderingen in een verward en wild gefchreeuw zullen kunnea vervallen; zy  EN WETTEN VAN NOORD* AM ERICA. Iï zy zullen altyd bevreesd zyn, om hunne openbaare agting te verliezen; zy zullen altyd in het gojs Kottden , dat zy aan hunne afvaardigers verantwoording fchuldig zyn: en bedriegt men zig al een.; in de keus, die dwaaling zelve kan niet meer dan een kort ypor» bygaand kwaad veroorzaaken , om voor een jaar benoemd worden; terwyi zelfs h misdagen dienen zullen, om hwnne,opvolgers te verlichten, welke de begaane fouten met weinig moei zullen kunnen herflellen. Ik zie met vermaak, myn Heer ! hoe gylieden in alle uwe iurigtingen , op de zorgve>!digRe wyze, die rechten , welke gylied; n aan het volk hebt toegekend, eerbiedigt. By dezelve Helt gylieden oolc alle die menfchen onder de befchcrming der wetten welke nog geene leden van de Republiek zyn , om dat zy geene lasten draagen , cn den atbeid hunner handen aan meesters verkogt hebben. Gylieden hebt de groote kunst gekent, om deeze menfchen , welke onder den naam van flaaven by dc ouden zo zeer vcragt waren, en welke hedendaags in Europa onder den fchyn van vryheid- in een waaragtige llaveruy kwynen, aan het lot van uwe Republiek te verbinden, door hun een middel aan tewyzen, waar door zy uit hunnen Haat kunnen gcraaken, cn een eigendom, en fchranderheid verkrygen, welke hun tot de waardigheid van burger kunnen doen opklimmen. Als een gevolg van deeze grondbeginfelen hebt gylieden door eene byzondere en authentieke wet dc  -2 ï. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM de rechtspleeging door gezwoorens (jurès) in uwe Republiek ingevoerd. Deeze manier van rechtspleeging is het verftandigde middel, 't welk immer dc menfchen hebben kunnen uitdenken , om eene foort van gelykheid, of liever eene waaragtige gelykheid tuefchen den vermogenden, en den geringen burger Kaande tc houden. Gylieden hebt dus den burger van uwe maatfehappy deeze eerfte, deeze allerwefenlykfte zekerheid bezorgd!, dat hy nimmer door eenen vermogenden vervolger kan onderdrukt worden. Dc Overheid zelve kan nu geen misbruik van zyn gezag maaken, om, onder den fchooncn fchyn van de algemeene veiligheid te bewerken, zyne eigene byzondere hartstogtea te voldoen. In de meeste Europeaanfche Staaten zou men moeten zeggen, dat men de crimineele rechtsvordering, zo als zy daar m gebruik is, alleen had uitgevonden, om aan dc regeering de deur open tc zetten , om zodanige misdaadigen, voor welke zy byzondere genegenheid hebben, te kunnen doen ontvlugten, of om hunne vyanden, zelfs door den dienst van eene juditie, welke voor hunnen wil buigt, onfchuldig te doen omkoomen. By ulieden zyn die heimelyke en verborgene rechtsplegingen nog onbekend, welke op zig z-lvebefchouwd, alleen genoeg zyn, om der onfchnld eenen fchrik aan te jaageu, te verwarren, tc verdommen, en haar die bedaardheid van geest te beneemen , welke zy tot haare verdeediging nodig heeft; cn nimmer, hoop ik, zullen dezelve by ulieden ingevoeld worden. Altoos zult gylieden u te binnen brengen, dat Engeland, toen het ulieden  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. IJ den de zo beminnelyke zekerheid, welke in het te recht ftaan voor uwe gezworene rechters (jurés) gelegen is, wilde ontneemen, en uwe rechtszaaken aan de vierfchaaren cn gerechtshoven van Londen trekken, niets minder zogt, dan om het juk van dwinglandy op uwe fchouders te werpen. Eindclyk gylieden ziet , dat zelfs Engeland aan deeze heilzaame manier van rcchtspleeging alleen het overfchoü van die vryheid,- welke het nog geniet, te danken' heeft, en dat dit alleen nog onder hun dien nationaalcn geest levendig houdt, welke hun nog zelfs in hun verval (taande blyft houden. Wat zou 'er tog m Engeland van het volk worden , daar de grooten en -ryken zig lafhartig aan de Ministers verkoopen, indien het gemeen verdoken was van de befcherming der gezworen rechters, en door willekeurige rechtsplegingen onderdrukt konden worden ? Het zou dien moed en fierheid verliezen, welke de laatfte fpringveer van zyn vermogen is. De vereenigde Staaten van America zullen ten deezen opzigte nimmer iets te vreezen hebben, indien zy maar nooit uit het oog verliezen, dat de grondleggers van hun oorfpronglyk Staatsgeftel aan de wetgeevende magt hebben toebetrouwd en aanbevolen , om zodanige wetten te verbeeteren, welken te geftreng zyn , welken de ziel verhagen, den geest uitblusfchen, en welken, daar zy niet geevenredigd zyn naar de natuur der misdaaden, de min verlichte burgers, die zig buiten (iaat bevinden van beeter onderwys te bekoomen , in verwarring en dwaaling moeten brengen, om dat zy geene andere zedekunde hebben, dan die, welke hun de  14 I. BRIEF OVER DE REGEERÏNGSFORltt de wetten inboezemen. Zy zouden langs deezen weg omtrent de natuur van hunne pligten in het onzekere geraaken, en niet meer weeten, welke die ondeugden waren , voor welke zy zig met de meeste zorgvuldigheid te wagten hadden. Dus heb ik u de hoop, welke Ik wegens uwe Republiek heb opgevat , medegedeeld, dog tevens meen ik, dat ik de vrees, die by my ligt, ook voor u niet mag verbergen. Ik fia u gaarne toe, dat de democratie'of volkjregeering de grondflag moet zyn voor alle zodanige rcgeeringsvormen, in welke men het best mogelykc gebruik van de burgers wil maaken. En waarlyk dc ftandvastige ondervinding heeft overvloedige bewyzen opgeleverd, dat dit het eenige middel is, om de menigte belang te doen (tellen, in hetwelzyn van het Vaderland, om dezelve dat Vaderland met zo veel yver als moed te doen dienen , en zig eenigermate met de wysheid van deszelfs geleiders te doen vereenigen. Maar daar en tegen verwagt ik ook, dat gy my zult toeflaan, dat eene dergelyke democratie met dc grootfie voorzigtigheid behandeld, gematigd en ingerigt moet worden. Ik bid u , dat gy in het oog houd , dat de menigte, welke zig en door haare behoeftens, en door geringe bezigheeden verlaagd vind, en dus als van zelve tot de onkunde en gemeene en laage denkbeelden veroordeeld fchynt, nimmer de middelen, nog den tyd hebben, om zig door overwegingen tot die hoogte te verheffen, dat zy agterhet ge-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 15 geheim der grondbeginfelen van eene gezonde Maatkunde kunne geraaken. Daar deeze zig dus door hunne voordeden zullen laaten regeeren, zullen zy altyd de belangens van den Staat na hunne eigene belangens afmeeten, en dat geene voor wys en goed keuren , 't welk aan hunne eigene belangens het meeste dienstbaar is. Het volk kan nimmer gelooven vry te zyn, zonder tevens eene zeekere aanporring te gevoelen , 01a misbruik van de vryheid te maaken; om dat mea zekere hartstogten heeft, welke onophoudentlyk meer cn meer tragten uit te fpatten. Men vormt zig zekere hoop en vooruitzigten, welke als van zelve de geesten der menfchen voorbereiden, om minder zig te willen laaten onderwyzen. Men kan zig niet onthouden van het lot der meerderen te benyden, en men wil zig of tot hun verheffen, of hun tot zig vernederen. Wat moet hier natuurlyk uit volgen ? De burgers van den eerden rang hebben even zo wel hunne hartstogten, als de mindere; welke hun, indien ik zo mag fpreeken, tegen de voorgewende onbefcheidenheid van het volk in het harnas jaagen. Men befchuldigt eenen zodanigen, dat hy zig ontwerpen fmeed, ter vermeerdering van zyne magt, terwyl hy intusfehen nog niet anders doet, dan zig naar de omltandigheden te voegen. In plaats van hem te bevredigen , verbittert men hem. Om zyn gezag te bewaaren, tragt hy het zelve te vergrooten. En, zodanig is de verbysteringder hartstogten, dat, daar men weldra reeds naar de dwinglandy (laat, men onder-  16 I. BRIEF OVER. DE REGEER.ÏNGSTOR7W. dertusfchen zig nog verheelt, dat men alleen werkt,; om de goede orde en algemeene rust op vastere grondflagen te zetten. De gemoederen worden tegen elkandereri gaande, een eerfte ftap tot onrechtvaardigheid maakt eenen tweeden noodzaaklyk, en hier uit Volgen aanflon'.is wederzydfche mishandelingen en verongelykingen. Weldra volgt dan de eene Staatsomwenteling op de andere, en dan moet eindelyk het geluk alleen het geheele lot van eene zodanige Republiek bcflisfen. Ik geloof niet, myn Heer 1 dat ifc my ten deezen opzigte door ongegronde vrees laat vervoeren: dat geene, 't welk ftandvastig by alle volkeren gebeurt, waar de vryheid der burgers niet zo is ingerigt, en met zo veel wysheid bepaald, als te Lacedaemon, moet voor alle wetgcevers tot eene lecring verftrekken, dat zy de democratie nimmer anders, dan met de uiterfte omzigtigheid cn voorzorgen , in hunne republieken moeten invoeren. Men zal my mrsfehien tegenwerpen, dat de Americaanfehc wetten gebouwd zyn op de gronden van de wetten van Engeland, welker wysheid, door zo vcele fchryvers zo hoog geroemd wordt. Ik (la dit toe, maar ik wenschte wel, om uw eigen geluk, dat ik dit niet konde toeftemmen. Men ziet zeker nauwe'wetten den geest der Engelfche wetten doordraaien , maar ik bid u, myn' Heer! vestig tog uw oog eens op het hcmelsbreede oilderfchcid, 't welk tusfehen uwe omftandigheden, en die van Engeland plaats heeft. Dc Engelfche regeringsvorm is in het midden der woestheid van de leenrechten gevormd» Men'  EN WETTEN VAN NOOR.D-AMER.ICA. i( Men verbeeldde zig toen, dat Willem de Veroveraar, en zyne opvolgers alleen, alle de openbaare magt in handen hadden; en het was 'er zo verre van daan, dat het volk niet in een denkbeeld zou ge «eest zyn, dat het gebooren was, om flaaven tc wezen , dat zelfs de Baronnen zig niet anders verbeeldden» of zy hadden de behoudenis van hunne voorrechten enkel aan de milddaadigheid van hunnen Vorst te danken. Dit is eene waarheid, aan welke men niet kan twyffelen, indien men met eenigen aandagt de groote handvest leest, welke de Baronnen van Jan zonder land afpersten , (a) en welke te gelyk de grondflag wierd, zo wel van alle die beroerende bewegingen , welke die Natie neett jnueten ondergaan, als dc regel van het gedrag, 't welk dezelve nog tot heden toe houdt, om die vryheid ftaande te houden, welke zy nog geniet. Op deeze wys is het nationaale karakter der Engelfchen van langfaamerhand gevormd, ieder heeft zig van tyd tot tyd gefchikt naar den rang, welken hy bekleed, en eene gewoonlyke hebbelykheid heeft eindelyk de flaatszugt van den Vorst, en de vryheid van de Onderdaanen aan elkander gepaard. De vereenigde Staaten van Noord-Amcrica zyn op eene geheel verfehillende wyze gevormd. Hunne wetten {a) Deeze handvest, welke the Charter cf Liiertks genaamd word, is van het jaar 1255. ,e" het Engelsch en Latyn te vin«' den in tlie liistory of England, hy Rafin de Jhoyras, vol. l. pag. 285» Vertaaler, B  l8 ï. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM wetten zyn niet het werk vnn verfcheidcn eeuwen, nog van duizende, tegen elkander inloopende, en elkander telkens afwisfelende, omftandigheeden. De afgevaardigde en benoemde Hecren, welken de byzondere inrigtingen van ieder deezer Staaten geregeld hebben, hebben de wyze, de waaragtige grondbeginfelen van Locke, ten aanzien van de natuurlykc vryheid der menfchen , en van de natuur der regeeringsvormen , ten grondflag van hunne onderhandelingen gelegd. Maar is de overgang uit die omftandigheeden, in welke gylieden u onder de Engelfche heerfchappy bevond, tot die, in welke gylieden thans verkeert-, niet- wat al te overhaastende in het werk gegaan ? Ik zou vreezen, dat de gemoederen niet genoeg tot eene zo groote verandering voorbereid zyn, en ik heb mcenigmaal tegen zommigen uwer landgenooten gezegd, dat ik te veel belang Helde in hun geluk, om hun niet toe te wenfchen, dat de oorlog zo lang mogt duuren, tot dat zy door dcnzelven van hunne vooroordeelen gencezen, en alle die hoedanigheeden verkreegen zouden hebben, welke in een vry volk vereischt worden. Sta my toe, myn Heer! dat ik u vraage, of men zig in uwe nieuwe wetten wel genoeg gefchikt tebbe naar het doorzigt , naar de kundigheeden, naar de hartstogten eener meenigte, die nimmer ge-noeg verlicht is, om de vryheid, en de losbandigheid van eikanderen te onderfcheiden? Heeft men niet wel meer aan die menigte beloofd, dan men wilde , dan men in ftaat is, om ten uitvoer te brengen? Indien  EN WETTEN VAN N00RD-AMER1CA. i9 Indien het waar is, dat onder ulieden, als een gevolg van uwe oude verbintenisfen met Engeland, een vonkje van Aristocratie is overgebleeven, 'twelk zig altyd zal tragten te verheffen, zou 'er dan niet eene foort van onvoorzigtigheid daarin begaan zyn , dat men eene al te volkomene Democratie heeft willen invoeren? Dit moet de wetten tegen de zeeden doen ftryden. Het komt my voor, dat men, in plaats van de ftaatszugt, en de hoop van het volk door zodanige groote beloften op te wekken , beter zoude gedaan hebben, dat men eenvoudig aan het volk had voorgeftcld, om zig van het juk van het Hof van Londen te ontdoen, om voortaan alleen aan zodanige overhceden te gehoorzaamen , welke, door de middelmatigheid van hunne bezittingen, van zelve zedig handelen, vrienden van de algemeene zaak zyn , en hunne rechten op eene zodanige wyze zouden bepaalcn, dat nimmer iemand voor eenige onrechtvaardigheid tc vreezen zoude hebben. Men had zig voornaamentlyk moeten toeleggen, om aan de Aristocratie zodanige paaien te zetten, en de wetten zodanig interigten, dat nimmer de ryken in ftaat konden geraaken , om misbruik van hunne rykdommen te maaken , of om zig een gezag te koopen, 't welk zy niet behoorcn te bezitten. Ik zou denken, dat de Americaaufche Staats-inrigtingen ulieden in het zelfde geval zullen brengen, waarin zig de Romeinen bevonden, na dat zy de Tarquiniusfen verjaagd hadden. Om het volk in de zaak van de vryheid deel te doen neemen, deeden Ba de  20 I. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORKï de Patriciërs hun dc allerheerlykde beloften : zy maakten zig meesters van alle de openbaare magt, terwyl intusfehen de Plebejers zig vleiden, dat zy voortaan aan niets, dan aan wetten zouden te gchoorzaamen hebben. De eene party maakte misbruik van haare kragtcn, en de andere was te trotsch om dat misbruik toe te daan ; en deeze tegen eikanderen overftaande belangens waren de bron van alle de oneenigheeden en tweefpalt in de openbaare vergaderingen. Gy zult my, buiten twyffel, antwoorden, dat het juist geen ongeluk vnor cle vpreenigde Str.aten van Noord» America is, dat zy eenige overeenkomst hebben met de Republiek der Romeinen , welke het aller* fchoonfte en verwonderlykde fchouwtooneel opgeleverd , en haare heerfchappy over de geheele toen bekende weereld uitgebreid heeft. Dan ik zal de / vryheid gebruiken van hierop aan te merken, dat 'er hedendaags, over het geheel genomen, geen volk ïs, 't welk zig nietligtelyk zou kunnen getroosten, de misdagen en fouten der Romeinen te hebben, indien het daartegen zig ook in daat bevond, om met hun, in alles wat zy groot, wat zy wys, wat zy grootmoedig gehad hebben, naar den prys te dingen ; maar ongelukkig laaten onze hedendaagfche zeeden , welke zelve tot in America toe doorgedrongen zyn, ons niet meer toe, om ons immer met die hoop te vleijen. De liefde tot het vaderland, tot de vryheid, tot roem, verliet de Romeinen nimmer , zelfs bleef hun dezelve by in die oogenblikken, in  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 2i in welke hunne vervoeringen ten hoogften top geklommen fchecncn; hunne hartstogten waren altyd gewoon zig met rechtvaardigheid en gematigdheid te paaren. Zederd langen tyd heeft de Maatkunde van Europa, welke op het geld en den koophandel gebouwd is, die oude deugden verdreeven; en ik twyffel of een zevenjaarige oorlog dezelve in America wel weder kan ingevoerd hebben. Wat hier ook van zy, ik vreezc, dat, door den tyd, de ryken zig tot eene byzondere orde zullen willen verheffen, terwyl het overige gedeelte, al te moedig op die gelykheid met welke men hetzelve gevleid heeft, weigeren zal, om daarin toe te Memmen; en hier uit zal dan noodzaaklyk de vernietiging van die regeeringsvorm, welke men heeft willen invoeren, moeten volgen. Indien deeze Staats-omwcnteling dan op eene bedaarde, op eene ongevoelige wyze, en als by onopmerkzaamheid gefchiedde, dan zou dit een bewys opleveren, dat de gemoederen der burgers weinig vuur, weinig yver voor hunne rechten hadden, 't Is zo, dan zou de Republiek door geene oproeren, door geene Staats-Mormen geteisterd worden. Maar voor welke groote, voor welke edelmoedige daaden zouden dan de burgers vatbaar zyn? en kan 'er immer, zonder die hoedanigheeden, eene waare vryheid plaats hebben ? Indien in tegendeel eene zodanige verandering eenigen tegenMand ontmoet, welke kabaaien, welke listen , welke geheime aanflagcn heeft men dan niet te vreezen? Dan zie ik reeels den haat en nyd uit B 3 , hun-  2S I, BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM hunne fchuilhoeken ten voorfchyn komen, hartstogten , welke hunne treden nimmer beftuuren, en duizende ondeugden in haar gevolg met zig brengen» als zo veeie voorloopers van eenc op handen zynde, dan eens moedwillige, dan eens vreesagtige, dwinglandy. Ik zal my bedwingen, myn Heer! om hier geene nieuwe vraag op het tapyt te brengen, ik zou vreezen, dat myn brief te lang zou worden. In mynen brief, welken ik morgen de eer zal hebben u te fchryven, zal ik de vryheid gebruiken, van u myne aanmerkingen, of myne bedenkingen over dc wetten van Penfilvanien, Masfachufets, en Georgien mede te deelcn. Waarom zou ik myne vrees, en myne twyffelingen voor u verbergen, daar zy ten bewyze kunnen ftrekken van het deel, 't welk ik in het lot van America ncemc, en daar ik dezelve verfchuldigd ben aan die gevoelens, om welke gy my wel hebt willen agten ? Te Pjssy, den 24 July 17S3. TWEE*.  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 23 TWEEDE BRIEF. AANMERKINGEN OVER DE WETTEN VAN PENSILVANIEN, MASSACHUSETS EN GEORGIEN. Ik geloof, myn Heer! dat ik my, om op eene gegronde wyze te werk te gaan, aanftonds moet bepaalen tot het onderzoek der grondwetten. Ik verfta door deeze woorden, die vorm op welke ieder van uwe republieken haare regecring ingericht heeft. En dit is ook waarlyk de bron, uit welke yder volk het aan zig eigene karakter ontleent, en het zelve bepaalt. Indien deeze regecringsvorm in alle dc behoeftens kan voorzien , indien alle derzclver deelen zo zyn ingcrigt , dat het eenc het andere onderfchraagt, indien dezelve alle op een cn het zelfde oogmerk uitloop en, cn in plaats dat het eene het andere hindert, of benadeelt, in tegendeel alle dezelve eikanderen onderlinge hulp toebrengen, dan ben ik gerust, dat de voorfpoed van de republiek van dag tot dag meer en meer gevestigd zal worden. En de reden hiervan is, dat de hartstogten, na lang genoeg vergeeffche pogingen aangewend te hebben, om zig aan het gezag der wetten te onttrekken, en dezelve ongeftraft te fchendén , eindelyk zig van tyd tot tyd zullen moeten onderwerpen, om des te gelukkiger te zyn< Dan zal de burger eenc zede* kunde aangenomen hebben, welke op de natuur van 6 4 de  94 II BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM de regeeringsvorm gegrond is, en dan zal de maatfehappy zo volmaakt zyn, als immer mooglyk is. Maar indien de wetgeevende magt, welke de ziel van den Staat is, of liever de fpil, op welke het geheele ftaatkundige werktuig draait, niet in eene goede evenredigheid ingerigt is, welk eene wanorde moet dan in tegendeel daar uit niet volgen? Penftlvanie heeft het recht van wetten te maaken toebetrouwd aan eene kamer , welke uit vrye menfchen uit haare republiek bellaat, die vcrkooren zyn, om de perfoonen van de inwoonders van hunne Stad of Graaffchap tc verbeelden , cn in hunnen naam zoda pige wetten cn reglementen te maaken als zy tot welzyn van den Staat het meeste dienstbaar zullen oordeelen. Men heeft bepaald , dat deeze perfoonsverbeelders uit die perzoonen, welke door wysheid en dcu-d het meeste uitmunten, zullen gekoozen worden. Dit is zeer -goed ; maar ik móet bekennen, myn Heer 1 dat ik op deeze ftylwet geenen ftaat zoude maaken, dan wanneer de wetgeever tevens zodanige maatregelen genomen had, waar door men wel verpligt was, om dezelve op de getrouwfie wyze in agt te neemen. Indien de Penfilvaniers uit hoofde van hunne zeden gefchikt zyn, om zig overeenkomftig aan deeze fchikking te gedragen, indien de oprechtheid hun dierbaar is , indien zy eene geneigdheid hebben, om dezelve te beloonen, dan moet ik vraagen, waarom tog de wetgeever gewild hebbe, dat de ver- ki  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 05 kiezing der volksverbeelders by beflooten Hemmen moet gefchieden ? Deeze manier van verkiezing , welke men noodzaaklyk oordeelt , doet my gisfeu , dat Penlilvanien verre af is van eenen geest tc bezitten, welke eene democratie i bezielen moet. Ik denk, dat men daar, aan den eenen kant, reeds menfchen heeft, welke in hunne fleeden en graaffchappen vermóogend genoeg zyn, om ontzien te moeten worden, en dat men, aan de andese zyde, moeite zoude hebben, om een genoegzaam getal van zodanige verkiezers te vinden, welken moeds genoeg hebben, om onbewimpeld, en in 't openbaar, hunne gedagten te zeggen. Ik vinde, myn Heer! dat men, ia alle welbeftüurde republieken , gewild heeft, dat de burgers moed zouden hebben, om hunne gedagten met een duidelyke en hoorbaare ftetn te zeggen; en dit juist is het beste middel, om hun te gewennen, van niet anders dan op eene braave wyze te denken. De verflandigHe onder de oude Staatkundigen hebben altyd het gebruik van beflooten Hemmen afgekeurd, en men hciinnere zig, wat Cicero 'er van zeide, in eenen tyd, toen de Romeiufche republiek in partyfehappen verdeeld was, wel ke men niet zonder gevaar ongenoegen kon gecven. Zo dra de waarheid verpligt word om zig in het verborgene, en als onder een masker te vertconen, dan is de leugen weldra gereed om onbefehaamd ten voorfchyn te treeden. Indien beflooten Hemmen het verval in eenen vryen Staat verraaden, dan moet men dezelve vooral by de oprechting van eenen zodanigen Staat niet invoeren. Indien dit evenB 5 we'  26 II. BRIEF OVER. DE REGEERINGSFORM wel noodzaaklyk is, dan mag men vry befluiten, dat de rechten der democratie beeter bepaald moeten worden. Niemand, segt de wet, mag tot volksverbeelder van eene ftad of graaffchap verkooren worden, of hy moet ten minsten twee jaaren voor zyne verkiezing aldaar gewoond hebben, 't Is zo, deeze wet is verftandiger , dan die van Engeland , welke toelaat, dat men wegens eene ftad of graaffchap, na het Parlement afgevaardigd kan worden, zonder aldaar te woonen. Maar eene tweejaarigc beproeving is niet genoeg , om myn vertrouwen te winnen. Een flegt mensch, kan, gedurende eenen zo korten tyd, zonder veel moeite zyne zeden ontveinzen, cn geheel andere gevoelens voorwenden, dan hy in de daad heeft. Ik zou 'er op ftaan, dat iemand, welke naar deeze bediening ftond, alvorens in zyne ftad of graaffchap, eenig openbaar ampt zou moeten hebben bediend, waar door men in ftaat was gefteld, om over zyne welmeencndhcid en doorzigt te kunnen oordeelen. De menfchen \:bben, over het alge-meen , de meeste agting voor dat geene, 't welk zy ten duurften moeten betaalen, en 'er is veel aan gelegen , dat de wetgeevende magt uit zodanige burgers beftaa , welke gewoon zyn zig in agt te neemen, en eene hooge verbeelding hebben van den aanzienlyken post, die hun is toebetrouwd. Alle de vereenigde Staaten van America hebben, zo in hunne volksverbeelders, als in derzelver ver- kie-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 47 • kiezers eene zekere hoeveelheid van bezittingen gevorderd. Penfilvanic alleen laat, zonder eenig onderfcheid, alle haare inwoonders , welke gedurende een jaar de lasten van den Staat opgebragt hebben, tot deeze voorrechten toe. Het heeft den fclryn, als of de wetgeever by deeze inrichting meer op verdienden, dan op bezittingen het oog hebbe gehad; en niets fchynt in den eerft.cn opflag billyker. Maar, myn Heer! kunnen 'er geene omftaodighedea zyn, in welke men , daar tog dc grootfte volmaaktheid niet dan een harsfenfehim is, zig uit wysheid met eene mindere volmaaktheid moet vergenoegen? Indien eene republiek gelukkig genoeg is, om nog de rykdom, nog de armoede tc kennen , dan kan, dan moet men zelfs daar de wet van Penülvanie invoeren, om dat zy daar niet tegen de openbaare zeden ftryden, en in tegendeel de democratie zeer begunftigen zal. Maar indien dc fortuin reeds zodanige onderfcheidingen tusfehen de burgers gemaakt heeft, welke niet toelaaten , dat de Handen door eikanderen verward worden, zou men dan niet beeter doen, dat men, in plaats van naar eene zuivere democratie tc Haan, liever zig toclag, om aan dezelve zodanige voorrechten en rechten toe te Haan , welke noodzaaklyk zyn om de aristocratie meer omzigtig te maaken , cn tc beletten , dat zy zig nimmer in die ftaatszugt kondc tocgceven , welke haar natuurlyk is? Mooglyk zou, in zodanige omftandigheeden, de beste party, welke men verkiezen kon, zyn, dat men de ftaatkunde van Solon navolgde , welke, om de ryken niet te verbitteren, eischte  28 TL BRIEF OVER DE REGEERIISTGSFORM eischte, dat men een zeker bepaald inkomen moest hebben, om het recht tc bekomen, van deel aan de regecring te krygen. Men begaat in het daatkundige een van de allergevaarlykfte misdagen, wanneer men zodanige -nrigtingeri , welke ieder op zig zclven befchouwd, goed en nuttig zyn, dog met elkandcren niet kun«en bedaan, wil vereenigen; de wet van Penfilvamen begunfligt dc democratie onbepaald, zonder eemge matiging ; maar zelfs deeze cenzydigheid is aUergefchiktst om de ryken te verbitteren , welke mmmer zullen toedaan , dat zy geene andere rechten en voorrechten zullen hebben , dan de menig, te, of het armde gedeelte der natie. Sta my toe, myn Heer! dat ik u vraage, of gy geloof., dat de zeden en vooroordeelen , welke onder u gedurende de Engelfche overheerfehing zig gevestigd hebben, u immer kunnen toelaaten , om op eene zuivere democratie te daan , op eene reg-- ingsvorm, welke, waar goeie zeden plaats hebben , alleruitmuntendst is , dog welke tevens , waar men volgens onze zeden leeft, allerverfchriklykst is. Ik voor my geloof, dat America door eene hoogcre hand tot de aristocratie geleid word,' welke alle die wetten, die zig daar tegen zullen aankanten, zal vernietigen; en derhalven zal de daatkunde, welke, daar zy het tegenwoordige tyddip bepaalt , tevens in het toekomende behoort te voorzien, eenen aanmerkelyken misdag begaan, indien  EN WETTEN VAN NO0RD-AMERICA. 29 zy eene gelykheid van rechten , welke tegen alle de ingewortelde vooroordeelen inloopt, en by gevolg nimmer van duur kan zyn , tusfchen alle dc burgers wil invoeren. Hoe meer maatregelen de wetgeever neemt , om in zyne oogmerken te flaagen, hoe minder hy zig vleijen meet van zyne hoop te zullen beantwoord vinden. Zyne pogingen zullen geen andere uitwerking hebben, dan dat zy de onhandelbaarftc .hartstogten gaande zullen maaken, welke eindelyk de republiek in eene geheele regeeringloosheid, of in eenc regeering van weinige zullen ftortcn. Ik denk niet, dat ik my vergisfe , wanneer ik zeg , dat tot eene democratie zeer goede zeden vereischt worden, en ik voeg 'er zelfs by, dat, hoe wys derzelver grondwetten ook mogen weezen, hoe naauwkeurig dezelve ook onderling alle op eikanderen mogen flaan , dezelve egter nergens anders ftand kan houden, dan in republieken, welke zodanig zyn ingericht als die van het oude Griekenland , waar alle de burgers elkander kenden, zig onderling tot zedenmeesters dienden, en onophoudelyk onder het oog en de hand van hunne overheeden waren. Deeze leer , welke ik dc vryheid gebruikc , van aan u voor te ftellen , ben ik aan Plato, Aristoteles , cn alle de oude ftaatkundige fchryvers verfchuldigd; en het komt my voor, dat deeze doorkneedde wetenfehap door de geheele gefchiedenis bevestigd word. Op dit oogenblik heb ik de kaart van alle uwe bezittingen voor leggen-  30 II. BRIEF OVER DE REGEERING SFORflf gen, en ik kan niet zonder eene foort van killes fchrik myne gedagten laaten gaan over de magtige uitgebreidheid van het grondgebied van Penfilvanien. Men heeft niet meer dan één fchrander, ftout, en onderneemend man nodig, die niets te verliezen,en veel te hoopen heeft, om daar eene Staatsomwenteling te veroorzaaken , of voor te bereiden. Maar, zonder nu eens te willen fpreeken van zodanige gelukzoekers, welke zig op hun eigen gezag tot geraeensmaanen zullen opwerpen , wie zal borg blyven, dat niet , door den tyd , een of ander magtig vermogend koopman, onder voorwendfel van de volksregeering te willen begunstigen , zig niet zal wecten te bedienen van die ongerusthceden , die haat, die nyd, welke in eene democratie, waar dc bezittingen zo magtig ongelyk zyn, telkens levendig moeten worden , om langs dien weg het vuur van burgerlyke tweedragt aan te blaazen, zynen invloed en magt te beproeven , en eindelyk de dwinglasdy in te voeren? Men zal mooglyk denken , dat ik my harsfenfchimmen vorm , om het vermaak te hebben , van dezelven te beftryden. Maar'ik bid u, myn Heer! herlees de historie van Florence, en, zo ik my niet bedriege, zultgy met my beginnen te vreezen , of niet eindelyk in Penfilvanien een huis van Medicis zig zal verheffen, om uit het comptoir op den throon te klimmen. Waar kunnen fhatszugt, vernuft, geld, en de gunst van het volk, den mensch niet toe vervoeren ? Men had niet meer dan één zodanig voorbeeld  EN WETTEN VAN NOOR.D-AMER.ICA. 3t beeld nodig, om alle de banden van uliedcr verecniging te verbreeken. Het moeit my , dat ik u zo lange met deeze onaangenaame onderwerpen heb bezig gehouden, maar indien de Maatkunde, daar zy de kragt der hartstogten, en de nukken van de fortuin kent, zig zelve niet wil bedriegen, dan behoort zy zeer ligt over te hellen tot vrees, en nog moeilyker te bewecgen te zyn tot hoop. Het volk, zegt de wet van Penfilvanien , (b) heeft het recht, om te vergaderen, om met elk anderen over de algemeene belangens raad te pleegen , om deszelfs penponsverbeelders van last te voordien, en om , door middel van adres/en, verdoeken , of vertoogen , van de wetgeevende magt herjlel te eisfehen van die verongelykingen, welke het relve begrypt geleeden te hebben. Ik beken, myn Heer! dat ik moeite heb, om het denkbeeld van deeze wet te begrypen. Dat het volk het recht hebbe , om over deszelfs belangens raad te pleegen, en deszelfs perzoonsverbeclders van last te voorzien , wanneer het zelve vergaderd is, om die perzoonsverbeelders te benoemen,"; dit is de bil- C'o') Men kan dit zo reer niet als eene wet aanmerken : men moet het veel eer aanzien , «Is eene verklaaring van de wetgeevers van Penfilvanien , dat een dergelyk recht naluurlyk aan een \ry volk behoort. Men vind dit in de breedvoerige verklaaring van de rechten der inwoonderen van Penfilvanien $. 16. welke voor de grondwetten als eene foort »an inleiding geplaatst is. Zie de Hollandfche uitgaaf van de Conftitutien van Noord-America, p. 50. Dordr. 17S1. by Wanner. Vertadleu  3* II. ËRIEF OVER. DE REGEERINGSFORM" billykheid, dit is de redelykheid zelve , en hier irï is niets, dat naar oproer zweemt. Maar ik vraage, of het volk het recht hebbc , om zo menigmaal te vergaderen, als hun dit in het hoofd komt, zonder aan cenigen regel , aan eenige tucht gebonden te zyn , en zonder eenige overheid aan het hoofd te hebben ? Indien dit het oogmerk van die wet is, dan moet ik bekennen, myn Heer ! dat dezelve, door de volksregeering al te zeer te begunstigen, in den grond op regeeringloosheid uitloopt : de wetten kunnen nimmer de wetgeevende magt te eer* waardig maaken: en hier zie ik , dat men dezelve blootfielt aan de grilligheeden van eenc oproerige vergadering , welke byecn geroepen kan worden door een warhoofd, door een te onvredene, die wel» fprekendheid genoeg bezit, om de gemoederen op te ruijen. Dergelyke adresfen, verzoeken, vertoogen kunnen in Engeland nuttig en zelfs noodzaaklyk zyn, om dat daar de parlementen zeven jaaren kunnen duuren, en menigmaalen de belangens van de natie opofferen ; terwyl ondertusfehen de Koning en zyne Ministers een al te overweegend gezag bezitten , 't welk zeker nuttig is nu en dan gewantrouwd te worden , gelyk tevens de wysheid vordert, om den Koning en zyne Ministers nu en dan eens bevreesd en nadenkende te maaken. Maar in Penfilvanien kunnen zy tot niets dienstig zyn, om dat daar de wetgeevende vergadering , even gelyk die overheden , welke met de uitvoerende magt.belast zyn , jaarlyks vernieuwd worden. Indien ik my niet bedriege , dan moeten in Engeland de wetten die-  EN WETTEN VAN NOORD*AMERICA, 33 dienen, om het volk aandagtig op hunne belangens te houden, om dat hunne vryheid magtige vyauden heeft; maar in Penfilvanien moeten dezelve in tegendeel ftrckken, om het volk te leeren , een weinig geduld te oeffenen, en vooral om nimmer iets te onderneemen , dan onder het opzigt van eene overheid, om dat de regeeringloosheid nimmer eenig nut kan aanbrengen. Ik zou myne gedagten met mindere vrymoedigheid openbaaren , indien gy minder liefde tot de waarheid had , of indien myne dwaalingen in ftaat, waren, om u te kunnen misleiden. Ik twyffel zeer, myn Heer! of gy de Staats-inrigting van Penlilvanien kunt goedkeuren , wanneer zy, in plaats van de wetgeevende magt zo eerwaardig, zo groot, zo volkomen te maaken als mooglyk is, haar in tegendeel het vermogen ontzegt, van iets te kunnen byvoegen of veranderen aan haare oorfpronglykc Staatsinrigting (c). Dit is waarlyk, ik moet het erkennen , eene vreemde wet. Konden de wetgeevers, welken te Philadelphia vergaderd waren , om de grondflagen van eene in haare geboorte zynde republiek te leggen , onkundig zyn , dat niets de wetgeevende magt beperken kan ? Geloofde deeze verga- CO Hier vergist zig onze Abt. In de 47.' afdeeling van de conftitutie van Penfilvanien, pag. 96., vind men wel deferiaalcr, C 4  40 II. BRIEF OVER. DE REGEERWGSFORM Ik zou, myn Heer» en wel zonder eenige vrees van my te vergisfen, durven afkeuren, dat men het benoemen van de leeden van den uitvoerenden raad niet aan de algemeene vergadering overgclaaten hebbe. Waarom tog, bid ik u, wil men de zorg om uit alle uwe burgers de bekwaamde en gefchiktfte uit te zoeken , om voor de uitvoering der wetten te waakcn, en de alleraangelegenfte belangens van den Staat te beftuuren, en om de alleringewikkeldfte ftaatszaaken te behandelen, aan uwe verkiezers van één en twintig jaaren, aan eene menigte, welke flltyd onkundig (ƒ), welke natuurlyk geneigd is , om zodanige overheeden te beminnen, welke ten hunnen opzigte de toegeevendfte zyn , toebetrouwen ? Wie ter waereld kan geoordeeld worden, bekwaamer te zyn , om zulk eene keus te doen, dan uwe perzoonsvcrbcelders zelve, welke een zo groot belang hebben, dat hunne wetten (g) in ftand blyven, cn met de grootlïe getrouwheid gehoorzaamd worden ? Ik verbeelde my , dat dit tevens het beste middel zou zyn , om die eendragt en overeenftemming, welke het welzyn van eenen Staat uitmaaken , tusfchen de wetgeevende en uitvoerende magten tc vestigen ; daar dezelve anders natuurlyk in alle vrye regeeringsvormen eikanderen benyden, en in dc (/") Deeze uitdrukking is wat hard. Dit is geene altyd onkundige menigte : dit is het eerbiedwaardig volk. Deeze zorg is aan het geheele volk toevertrouwd. Vertaakr. {g) Het zyn hunns witten aier. Het zya de wetten van liet volk. fsrthtler.  EN WETTEN VAN NOORD-AM ERICA. 4. de democratie doorgaands elkanders vyanden zyn. Het komt my voor, dat de Peuiilvantos, zonder van hunne grondbeginfelen af te gaan, aan de algemeene vergadering de magt zouden hebben kunnen afltaan, om de leeden van den uitvoerenden raad, Uit die peizoonsveibeelders , welke de al0cmeene vergadering uitmaaken , te verkiezen. Hier uit zouden veeie voordeden gefprootcn zyn. Het graaffchap , wiens perzoonsverbeclders verkool 0 was, zou zig daar mede vereerd vinden ; want de menfchen verwaarlozen zelden dat geene, waar by hunne eigenliefde belang heeft Hier uit zou tusfchcn de graaffchappen eene foort van naaryver ontftaan zyn : zy zouden zeer oplettend geworden zyn, om tog nimmer eenige burgers naar de algemeene vergadering af te vaardigen, dan zodanige, van welke zy hoopen zouden, dat men hun waardig zou oordeelen , om in den uitvoerenden raad geplaatst te worden. Langs deezen weg zou het lighaam, het welk gefchikt was om zorg voor de bewaaring der wetten te draagen , uit dc agtingwaardigfte burgers beftaan hebben; en door dit algemeen belang van roem en naaryver, zou ten minlte het al te onbedagtzaam en te indringend karakter van de democratie een weinig gematigd zyn geworden. Dit is het nog niet alles, myn Heer! ik zou kunnen aanmerken, dat dit getal van twaalf raadeu bezwaarlyk voldoende zal zyn, om alle de zaaken, welke tot hun beftuur bchooren, te kunnen behandelen. Ik zou boven dien kunnen vraagen, waarom C 5 de  42 II. BRIEF OVER DE RBGEERINGSFOR» de wetgccvers, welke te Philadclphia vergaderd zyn geweest, niet een regel, niet eene wet, niet een ngtfnoer , langs welken de zaaken, zo inde algemeene vergadering , als in den uitvoerenden raad, moeten behandeld worden , hebben voorgefchrecven, daar zy wetten maakten voor eene regeeringsvorm, in welke men zig, onder voorwendfel van de uiterfie vryheid , even weinig moeite geeft, om te denken en te overwegen, dan men in eene despotieke regeeringsvorm gewoon is. De Wysgceren toonen hunnen leerlingen den weg aan, welken zy moeten infiaan, om de waarheid te zoeken en te vinden. En zouden dan de wetgeevers niet" even zeer zig moeten toeleggen, om vaste regels te bepaalcn, langs welke men tot de zuivere behandeling van de rechtvaardigheid en de waare bevordering der algemeene belangens kan geraaken , daar zy te doen hebben met lieden, welken,dikwils weinig bekwaamheden hebben, cn daar de hartstogten menigmaal den kundigften kunnen overmeesterd!? Na u dus zo veeie zwarigheden en bedenkingen voorgefteld te hebben moet ik evenwel ook bekennen, dat ik met een zeer groot vermaak in de mngting van het fiaatsgeftel van Penfilvanien heb ge. zien, dat zy de uitvoerende magt niet, gelyk het g eorffe gedeelte der vereenigde Staaten, in handen van eenen zodanigen raad hebbe gefield, welkejaarlyks geheel en al vernieuwd moet worden. Deeze Raad, welke uit leeden , die drie jaaren dienen moeten, beflaat, zal alle jaaren zyne vier oudfie lee-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 43 leeden zien afgaan , welke door vier nieuw aankomende leeden zullen vervangen worden. Door middel van deeze ge/iadige afwisfeling , zegt de wet, Zal men meer menfchen krygen , welke in de behandeling van faats7aaken doorkneed zullen rjn, men %al in den Raad altoos een zeker getal leeden behouden, welke volkomen kundig zyn van die zaaken, welke in het voorgaande jaar voorgevallen zyn, en hier door zullen de zciaken beter op eene aan zig \dve gelyke en eenflemmige wyze behandeld worden. Ik fïa toe, dat Pentiivanien hiér door minder afwykirgen van, cn meer eenzelvigheid in haare grondbeginfelen zal ondervinden , dan die republieken, wélke alleen eenen raad hebben ingefleld , in welken alle de leeden maar voor één jaar dienen. Maar dit is egter niet voldoende, om my volkomen gerust te Hellen. . Hebben de overheeden van eene republiek, welke in haare geboorte is, en welke zig nog bezighoudt, om haar beftendig karakter te vormen, niet een gezag nodig, 't welk wat langduuriger is , om in dezelve vaste ftokregels , ftandvastige grondbeginfcls te vestigen, en om dezelve , om zo te fprecken , op den meest gebaanden weg tot haar geluk tc leiden. Kan men, myn Heer! zonder te becven, zyne gedagten laaten gaan, over die ontzaglyke vermen, geling van menfchen, welke eene maatfehappy uitmaaken, en welke alle zeer levendige en zeer onderfcheidene hartstogten hebben ? Een gedeelte van die menigte ondertusfehen, is geheel onbekwaam om te  44 II. BRIEF OVER DE REGEERlNGsF0RM mTT ^f"'15 gm0tfte' hct all"grootfte getal. Lcn ander gedeelte heeft geene andere bekwaamheid, dan om die denkbeelden, welke men Hun heeft ingeboezemd, met eikanderen te vereeni^n. I„ het midden van deeze allen, verheffen zig V" d!U Cenige Heden *» vernuft, dog welke ondertusfehen alle „iet even eens denken Wa «oet er dan van zo eene republiek worden, indien heeft T' n°Crm ** ^ a!t00sdu^nd %haam d l;, haar '^«rouwden fehat * e Ctte\fata^3 van het nationaal karak er cven ^ ^ ^ ^ ^ ichc nonnen voor het heilig vuur van Vesta waakten ? La, cn wy dit bjd ik Heer i ]aaten ^ gefeh.eden.sfen van Lacedaemon en van Rome eens m e- «^kundig oog befehouwen, en ik twyffel n 5 OVCrUli^d -''en , dat deeze twee rep.Lheken, alle haare deugden, haare ftaatkunde, W wysheid, haareftandvastigheid, in één woord dat karakter, 't welk wy in haar zo bewonderen, * 'een aan het inftellen van dien altoosduurenden r ad te danken hadden, welke de ziel van die republieken was. Hier door wierden de aristocratie en democrane in evenwigt gehouden , en hier uit ontbond eene gemengde regeeringsvorm, welke, zonjer eemge van de gebreken te hebben, de voordelen van beide die vormen genoot. Jk heb, met v-e, genoegen, in de ftaats-inrigting van Nieuw-York gezien, dat deeze republiek eenen raad heeft opge- Z ValViCr ^ tWi0tIg perf00nen . *» welke de la °Udfte v«« ja^ tot jaar zullen afgaan, en door vier  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 45 vier nieuwe leden opgevolgd worden, welke zonder moeite natuurlyk den geest van dat lighaam, van het welke zy leeden geworden zyn, aanneemen, en by hun affcheid aan hunne opvolgers mededcelen zullen. Niettegenftaande de vriendelyke geftrengheid, waar mede ik de wetten van Penfilvanien onderzogt hebbe , ben ik egter doortrokken met den allerdiepften eerbied voor die wetgeevers, welke dezelve gemaakt hebben. Men vind op duizende plaatfen eene zeer diepe kennis , zo van de rechten der menschlykheid, als van het menschlyk hart. Maar, ik moet het herhaalen , men had, in dat oogenblik, in 't welk gylieden u eindelyk genoodzaakt vond, om niet langer het gezag van Engeland te erkennen, en in 't welk men zig haasten moest, om een ftaatsgcftel uit te denken , ten einde daar door de rcgeeringloosheid voor te komen, en de misdaadige pogingen der Engelschgezinden, welke gy nog in menigte onder u had, te dwarsboomen, men had, zeg ik, in dat oogenblik geenen genoegzaamen tyd, om alle de deelen van de regeering op de volmaaktfte en overeenftemmendfte wyze te zaamen te voegen. De wetgeevers kunnen dus hun werk hervatten. De liefde tot het vaderland nodigt hun hier toe aan, en ik twyffel geen oogenblik, of zy kunnen aan Penfilvanien de volmaaktst met haare tegenwoordige omftandigheden overeenkomende regéerings vorm geeven, wanneer zy intusfehen zig tevens met het toekomende bezig houden. De  45 II. BRIEF OVER DE REGEÉRINGSFORJVT De regecringsvorm , welke in de republiek vat» Masfacliufets is ingevoerd, is op den voet van die van Engeland ingericht, maar dezelve is veel wyzer. Het geene men in Engeland het parlement noemt, heeft by u den naam van het algemeene hof: het beftaat uit eenen raad, welke ons het hoogerhuis van'Engeland vertoont, cn uit eene kamer van pcrfoonsverbeclders , welke dezelfde voorrechten geniet, als het huis der gemeentens te Londen. Ieder van deeze kamers kan op, zig zelve bills opflellen, men deelt dezelve eikanderen onderling, mede , en die geene, welke met meerderheid van ftemmen van dc beide kamers doorgaan, worden aan den Gouverneur voorgedragen, welke dezelve of met zyne handtekening bekragtigt, of met by voeging der redehen, welke hem belet hebben, om zyne toeftemming te geeven, terug zend. Indien egter de twee kamers by hun bcfluit volharden, en de bills in een tweede onderzoek nogmaals, niet door de meerderheid , maar door twee derde der tegenwoordig z'ynde leeden' goedgekeurd worden , dan hebben dezelve, fchoon door den Gouverneur afgekeurd, evenvel kragt van wet. Eveneens is het gelegen, wanneer de Gouverneur meer dan vyf dagen wagt, met zyn gevoelen te uiten. Zyne flilzwygendheid word dan voor eene goedkeuring opgenomen. Deeze bcftiuiring komt my voor veel wyzer te zyn, dan die van Engeland. Een Gouverneur, die vnor een jaar dient, en weldra wederom tot den gemeencn burgerfland moet terug keeren , kan geen het  £N WETTEN VAN NOORD-AMERICA, 4? iiet.minfte belang hebben , om zyn gezag te vermeerderen. Hy word voorgelicht door eenen raad, welken men hem gcgeevcnheeft, welke door hem niet aangefteld is , en wiens- leeden hy niet naar zyne verkiezing kan afdanken, dit is, in één woord, ecu overhcids-ampt, 't welk geene middelen oplevert, nog om de ftemmen van het algemeene hof om te koopen , nog om deszelfs leeden , door dcrzelver ftaatszugt met ampten en titels te vleijen, in deszelfs. belangens te trekken. Deeze overheid is derhalvcn geen vyand van de algemeene vryheid , gelyk een Koning van Engeland , wiens hartstogten hem belangens doen hebben , welke tegen die van zyne natie ftryden, welke zonder ophouden, en in ftilte de rechten, der grooten en der gcmeentcns ondermynt, en welke, doormiddel van het bederf van fiap tot ftap nader by dc onbepaalde magt komende, de gemoederen verzwakt , de liefde tot de vryheid uitbluscht, en eens een oogenblik zal waarneemen, in 't welk hy met kragt en hardheid doorflaande, de Engelfcheu, even als Hendrik.de VIII, verbaazen cn verfchrikken zal , en hun voor het gewigt van zynen fehepter zal doen bukken. Daar en boven moet men opmerken, dat de Koning van Engeland de vryheid hebbende van eene biil te verbieden , daar door de wetgevende magt hindert, fluit, en aan banden ligt, cn haar zelfs belet , om zodanige wetten te maaken, welke voor haare eigene zekerheid noodzaaklyk zyn. Het Parlement verpligt wordende, om over de oeffemngvan haa-  48 II. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM haare magt in onderhandelingen te treeden, kan zig tiet met die eenvoudige en edele (landvastigheid ge> dragen, welke men van het zelve wel zou verwagten. En daar het tot eene laagte gebragt word, om verwcerender wyze te werk te moeten gaan, eene omltandigheid , welke eindelyk doodlyk voor het zelve worden moet, kan het ondertusfchen die verdeediging niet laaten vaaren , zonder den Staat aan de uiterüe verwarringen bloot te geeven, en deszelfs noodlot aan den altoos onzekeren uitllag der wapenen over te laaten. De Gouverneur van Masfachufets daar en tegen doet niets anders , dan zyne vertoogen aan de wetgeevende magt tegen haare bills in te leveren. Dit is een rad in het werktuig, 't welk deszelfs werking met geen ander oogmerk vertraagt, dan om dezelve des te heilzaaraer te maaken, en alle overhaasting, overrompeling en beguicheling tc wcercu. De beöordceling, welke de twee kamers van dit algemeene hof onderling over elkandercn doen, daar de eene het recht heeft om de bills van de andere te verwerpen, begunstigt, zo ik my niet bedricge , de duurzaamheid van de regeeringsvorm ten hoogden. Zy houdt den fmaak voor nicuwighecden tegen, zy boezemt den burgers eene veel grootere aankleving aan, en eenen veel dieperen eerbied jegens de wetten in. En het onderzoek van de bills, 't welk men den Gouverneur van Masfachufets aanbevolen heeft, is alleen gefchikt, om alle deeze voordeden des te meer te verzekeren. Mooglyk zult gy» myn Heer! nog het verdriet be-  EIST WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 49 bekeven, van te zien. dat Penfilvanien zig aan alle de grilligheden van de democratie overlevert, terwyl intusfchen de regeeringsvorm van Masfachufets zig langs zo meer in haare grondbeginzelen zal vestigen. Gylieden hebt, toen gy eene nieuwe republiek hebt opgericht, welke het juk van eenen harden meester aflehudde, die u aan zyne kwalykbegreepene belangens opofferde, de wysheid gehad, van aan de gemoederen geene andere wetten voor te fiellen, dan zodanige , welke zig gemaklyk plooiden met alle die denkbeelden, aan welke zy gewoon waren, en welke wel verre van tegen de oude hebbclykheden in te druisfehen, in tegendeel ftrekken moesten, om de vryheid des te aangenaamer en zekerder te maaken. Uwe medeburgers hebben dien fchielyken iprong niet ondergaan, welke de Penfilvaniers by de omwenteling van hun Staatsgefiel beproefd hebben. Gylieden hebt op den grondflag van eene democratie, welke de menigte van haare vryheid yerzekert, zonder haar tevens al tc veel fioutmoedige hoop te geeven, eenc aristocratie gebouwd, welke uit haaren aart minder fluit, meer aan zig zclvcn gelyk is, cn welke de zeden van America hedendaags noodzaaklyk maaken, om dat zy al te zeer met die van Europa overeenkomen. En terwyl Penfilvanic, al te ver door haare denkbeelden , door haare wetten, door haare gemeenzaame hebbclykheden vervoerd , zig met eene democratifche vryheid zal kunnen vrolyk maaken, welker fpringveeren zy niet kent, en welke zy waarfchynlyk eindelyk met de ongebondenheid venvarren- zal; zal dc republiek van MasfaD chu-  gO II. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM chufets , welke in alle haare werkingen niet veel meer bezadigdheid zal te werk gaan, om dat zy veel minder tegen elkander overftaande belangens te vereenigen zal hebben , haare regeeringsvorm en haar nationaal karakter op eenen duurzaamen voet vestigen. Ik twyffel geen oogenblik, of zodanige menfchen, welke alleen in hunne gedagten aan de waardigheid van den mensch, en aan die rechten, welke hy van de natuur ontfangen heeft, blyven hangen, zullen de regeeringsvorm van Penfilvanien den voorrang boven die van Maslachufets geeven. Maar ik ben «iet minder overtuigd, dat zy van begrip zullen vcrandereu , zodra zy hunne bovennatuurkundige begrippen afleggende , zig toeleggen op de kennis van den menschlyken geest, welke in de meeste menfchen zo bekrompen is. Het fchynt waarlyk, als of de natuur, door de ongelyke bedeeling van haare gunden, zelve die ondergefchiktheid bedoeld heeft, welke in eene maatfehappy niet kan gemist worden. Wy moeten ons derhalven in het maaken van onze wetten naar haare wetten fchikken, en nimmer de magt om ons te geleiden, aan die geene af« ftaan, Welke zy gefchikt heeft, om geleid te worden. Men treede in het menschlyk hart, om daar de verfchillende zaaden van alle de hartstogten te leeren onderkennen , welke telkens tragten uit te breeken; men lcgge zig op de kennis van het vermogen van onze hebbelykheden toe , welke telkens het licht van onze reden verduisteren, en eindelyk zodanige gebreken aan ons aangenaam maaken, wel-  EJV WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 51 welke wy in den eerften opflag meenden onverdraaglyk te zullen zyn j en weldra zal men overtuigd zyn, dat die ftaatkunde de verftandigfte is , welke zig het best naar den eisch van alle omftandigheden weet te voegen, om van dezelve het best mooglyke gebruik te maaken. Ik kan dit niet genoeg herhaalen , hoe ongebondener de zeden worden, des te meer moeten de wetten en de magt bepaald zyn, en in des te mindere handen moet de regeering toevertrouwd worden. En waarlyk, myn Heer! ziet men niet allerduidlykst in alle Staatsomwentelingen, dat zy door eene bedorvene democratie tegen hunnen wil en dank tot de aristocratie gebragt worden , en dat deeze wederom op haare beurt in eene regeering van weinige verandert, tot dat zy eindelyk tot eens monarchie overflaan. Zie daar, waar toe ons eindelyk onze hartstogten moeten brengen, indien men dezelve niet beteugelt. De gehcele kunst van eene goede wetgeeving beftaat daar in, dat men de hartstogten tot een nuttig, dat is te zeggen, tot een eerlyk einde weet te beftuuren. Gy zyt best in ftaat, myn Heer! daar gy den voortgang kent, welke de Europeaanfche bedorven zeeden in uwe Staaten gemaakt hebben, om te beoordeelen, welk eene foort van regeeringsvorm aan dezelve het beste voegt. Wat my aangaat, ik heb op dit ftuk zeer onzekere berigten. Ik ben onderrigt, dat de Penfilvaniers veel meer met den landbouw, dan met den koophandel op hebben , en die magtige ongelykheid in dc bezittingen niet kennen, welke men niet dan al te zeer in de republiek van Masfachufets aantreft. Dit D 2 gy  5* II. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM «y eens waar. Maar is dit genoeg om hunne democratie te rechtvaardigen? Ik weet, dat de landbouw veel eenvoudiger en zuiverer zeden op'evert, dan de koophandel, maar ik zie tevens, dat de haven van Philadelphia eene goede gelegenheid voor de fchrandcrheid en den koophandel verfchaft. Indien de rykdommen, welke de landbouw aan de Pcnfilvaniers oplevert, hun aangenaam en dierbaar zyn, waarum zouden zy dan, om dezelve te vermeerderen , verzuimen , om het voorbeeld van die van Boston naar te volgen ? En dan vraag ik , welke voorzorgen men in hunne wetten vind, om hun nog op den rand van die fteilte tegen te houden ? Ik vraag, in de tweede plaats, of het in eene geheel democratifche regcering wel mooglyk is, om zodanige voorzorgen te neemen. Het zou een wonder van de allereerfle foort weezen , indien een volk, 't welk op eene vermoeijende wyze hunnen grond bebouwt, om rykdommen te verkrygen , waar men weldra handwerkers en werkgasten zal vinden om de ruuwe ftolfe te bearbeiden, en nieuwe gedaantens te geeven, ten einde langs dien weg den landbouw zelve te begunftigen , en meerdere vorderingen te maaken, in ftaat zou zyn, om zig niet door die drift, waar mede het aangedaan, is, te laaten wegileepen. Het is de pligt van de wetten en van de regeering, om hetzelve hier in te gemoet te komen , en dan vraag ik nogmaals, welke zullen dan tog de uitzigten van haare democratie zyn? Ik houde my zeer lang met dit ftuk bezig, om dat ik met myn geheels hart verlange, dat Penfilvanien ftaat- kun-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERJCA. 53 kundige grondbeginfelen moge aanneemcn , welke meer met haare behoeftens, met haare tegenwoordige omllam igl.eden overeenkomen , en tegen die onheilen , waar mede zy gedreigd word , beter beftand zyn. Ik keere weder tot Ma;f chufets, myn Heer! en ik zie met vermaak, dat men daar alle die geene van de regeering v-erwyderd houd, welke geene andere bezitting hebben, dan hunne handen, cn welke, wanneer men hun eeriig gezag toeftaat, niet anders doen kunnen , dat het ftaatkundige beduur in verwaning brengen. Dit is mooglyk de reden, waarom dc oude ïepubli.-ken, welke de plichten van de mcnschlykheid, die tusfehen de burgers plaats moeten lubben, zo wel kenden, deszelfs rechten gefchonden hebben, door toe tc laaten, d<.t men 11 avcn hield , welke in den Staat niets waren, en enkel aan den wil van h-.inne meesters 0/derworpen ware -. Met, meerdere wysheid bevinden zig onder ulieden de armen onder dc befcherniing der wetten, en zy kunnen hr,open, dat zy met naartligheid en oveiieg het • eenmaal zo ver zuilen kunnen brengen, dat zy tot de waardigheid kunnen geraaken, om mede dem te hebben in de verkiezing der raadea , der perzoonsverbecldcrs, cn zelfs van den Gouverneur. Deeze hoop maakt hun hunnen dand aangenaam, zy beminnen den Staat, om het goede, 't welk zy van denzelvcn vcrwagten, en gylieden hebt nimmer voor cenen zodanigen opdand van dc ilaave-n tc vrrezen, van welke de gefchicdenisfen der ouden fpreek, n'. D 3 Door  54 II. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM Door een zeer groot onderfcheid te vorderen, tusfchen de bezittingen; om plaats te kunnen neemen in de kamer van den raad, en tusfehen die, om in de kamer der perzoonsverbeellers zitting te kunnen hebben, hebt gylieden een zeer verftandig evenwigt ingevoerd , om te beletten, dat dc rykfte burgers zig niet alle gezag kunnen aanmatigen. Dit is, naar myne gedagten , de beste weg , dien men kan inilaan, om de ariftocratie , door eene foort van vermenging met de democratie, te temperen. Het is zeer verfiandig, dat het algemeene hof, beftaande uit den raad, cn de perzoonsverbeelders, belast zy, met de benoeming van de negen raaden, aan welke, in vereeniging met den Gouverneur en zynen plaatsbekleeder, dc wetgeevende magt is toevertrouwd. Dan, na dat gy reeds geleezen hebt, het geene ik van den uitvoerenden raad van Penfilvanien gezegd hebbe, zult gy u niet kunnen verwonderen, indien ik de vryheid gebruike, van ook die van Masfachufets af te keuren , welke nog minder talryk is, cn alle jaaren geheel vernieuwd moet { worden. Ik mag het niet ontveinzen, eene ariftocratie, zonder eenen raad, in welken de zeeden , de fmaak, het karakter cn dc grondbeginzels van den Staat bewaard, cn onophoudelyk voortgeplant worden , is in het ftaatkundige waarlyk een monfter. Aan welke eene vertwyffeling zal men niet telkens bloot gefield zyn ? De republiek zal door telkens op nieuw de denkbeelden en fmaak van haare nieuwe overhellen aan te neemen, nimmer nog aan haare biu>  EN WETTEN VAN NOORJD-AMERICA. 55 burgers, nog aan de vreemdelingen eenig vertrouwen kunnen inboezemen. Dit gebrek alleen is in ftaat om de gehcele ovcreenftemmigheid van uwe regeeringsvorm in duigen te doen vallen. Ik erken gaarne, myn Heer! dat ik eene byzondere genegenheid gevoele voor de republiek van Georgien. Deeze volkplanting is nieuw, zy beflaat een magtig uitgebreid grondgebied , en, volgens myne berigtcn, bedraagt het getal van haare inwooders nog geen veertig duizend menfchen. Welke gelukkige omftandigheden, om onder een volk, 't welk zig nog enkel bezig houd, om haare rykdommen tc zoeken in de vrugtbaai maaking van die landeryen, welke het meest aan hunne woningen gelegen pyn, eene republiek op te rechten. Alle haare denkbeelden moeten natuurlyk op den landbouw uitloopen, welke alleen den overvloed aan de menfchen verfchaft , de eenvoudigheid der zeeden bewaart, en hunne ziel tot groote daaden bekwaam maakt. De ondervinding heeft ook doen zien, dat deeze volkplanting, hoe zwak zy ook was, en óffchoon zy veel meer, dan alle de andere staaten , aan de rampen van den oorlog blootgelleld geweest zy , zig egter nimmer onttrokken , maar in tegendeel het voorbeeld van moed en voorzigtigheid gegceven hebbe. Indien ik zo gelukkig was geweest, van burger van Georgien te wezen,' dan verbeelde ik my, dat ik in de vergadering, m welke haar Staatsgeftel in D 4 or-  55 II. BRIEF OVER DE REGEER1NGSF0RM orde gebragt wierd, alle myne vermogens zou aangewend lubben, om dien geest van bezadigdheid, van matigheid , van welken ik meende dat myne medeburgers, niettegenftaande hunne zeeden, de waardy nog niet genoeg kenden , meer en meer veld te doen winnen, « Myne broeders, myne vrienden!" zou ik gezegd hebben , * laaten wy de Voorzienigheid ii danken, dat zy America tot die gelukkige Staats11 omwenteling, welke onze onafhanglykheid verzen kert, gebragt nebbe, voor dat die tyden gekor> men Zyn, in welken wy meerder in getal en ryker « geworden zynde , mooglyk buiten fiaat zouden n geweest zyn om onze vryheid op onwrikbaare * gronden te vestigen. Ons getal is klein genoeg, n om elkanderen te kunnen verftaan, en onze zeer> den, welke nog door geene onnuttige behoeftens * bedorven zyn , geeven ons nog dc vryheid, om '* in onze groeijende republiek de waare grondbev> ginfelen van eene maatfehappy in te voeren , en ») een bolwerk tusfehen ons en die ondeugden op te » werpen, welke dc betreding van den weg tot ger> luk mqeilyk maaken, of weldra geheel uit het ,, oog dtcn verliezen. De menfchen hebben geene -.■> andere wezenlyke rykdommen , dan de voort•n brengfelen der aarde; willen wy op eene zekere v) en ontwyffelbaare wyze gelukkig worden, laaten Ti wy dan leeren , te vreden te wezen met die vrugr> ten, welke onze arbeid ons kan opleveren. Zy •n zullen tot ons bcfiaan toereikende zyn , en wy r> zullen nimmer aan dezelve gebrek hebben. Laan ten wy zodanige maatregelen neemen, dat niets in n ftaat  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 57 *> flaat zy , om ons deeze zo aangelegene waarheid « uit het oog t doen verliezen, welke wy nu nog « kennen, dog welke het bcfmetlyk voorbeeld van ■» onze nabuuren ons weldra kan doen veigectcn. v Ik zie met verdriet" zou ik vervolgen, *> dat. •■■> gy beflooten hebt, om op het zegel van Ónzg re-. *» publiek een fraai huis te doen fnydeu Ik zag r> liever, dat op hetzelve een eenvoudig en zc ig « huis geplaatst was, 't welk aan onze nakomciing« fchap de eenvoudige zeeden, zonder eenige weel•■■> de of pracht, welke deezen Staat gegrond he':ben>. Ti en door hun behooren te' worden nagevolgd, kan n herinneren. Ik zou met vermaak op het afdrufcfcl « van dit zegel, een veld metgraanen, of een landvi fchap, 't welk met groot en klem vee als be-. 11 zaaid was, en door eem rivier doorfneden wierd, n zien. Waarom wild gylieden by deeze beelden, n welke uwiieder karakter volkomen atlckiidcrcn ,. '* nog een fchip in volle zeilen voegen ? Laaten. ■n wy. in overweging neemen , dat dit voor ons de *> doos van Pandora zou zyn. Laaten wy aityd. •» fchuuwen, om ons met denkbeelden van eenen va!-. « fchen voorfpoed te gemeenzaam tc maaken, welke b wy niet dan al te gcmaklyk in de nog niet genoeg . » gevormde reden van onze kinderen zullen kunnen. n indrukken. De hemel bewaarc ons, dat nimmer 1 ecnig fchip, door het aanbrengen van ons onbjn kende behoeftens en vermaaken , ons tevens den ï) walg kome geeven, van die eenvoudigheid, weln ke toereikende is, om ops gelukkig te maaken! D 5 « Ga-  58 II. BRIEF OVER DE REGEERING SFORM * Gave de hemel , dat wy geheel en al ons aan *> den landbouw overgaven , cn dat wy van alle •» zyden voor niets anders te vreezen hadden, dan •» voor wilden , welke veel minder gevaarlyk zyn , " dan de zee, welke onze kusten befpoelt! Waar« om leggen wy ons toe, om de havens van Savan« nah en van Sanburry te begunstigen, door aan de " eene toeteftaan, om vier perzoonsverbeelders op » onze vergadering te zenden, en aan de andere, * twcc-> 0111 bunnen koophandel voor te Haan, en » uit te breiden? Laaten wy ons wagten, om nim" mer het voorbeeld van dat ongelukkige Europa « te volgen, 't welk haare magt, haar vermogen, v> haar geluk heeft willen vestigen op rykdommen , " welke h^t moesten verzwakken en verarmen, r. Indien wy den koophandel aanzien als het einde i en oogmerk van eenen bloeijcnden Staat, dan moer> ten wy van dit oogenblik af van alle grondbegin» felen van eene goede flaatkunde afzien , of ons « voordellen, dat wy, dezelve eenmaal vastgeflcld » zynde, weldra wederom in duigen zullen zien * vervallen. Indien wy die deugden, welke wy nor> dig hebben, willen aanmoedigen, en door onze « kinderen doen beminnen, laaten wy dan aan de *> bekwaamlle landbouwers, aan dc naarftigfte on*> der hun, aan die geene, welke om hunne bczitn tingen te leeren verdedigen, den arbeid van den ■n ploeg willen afwisfelen , met de oeffeningen van " den krygsdienst, eer, beloningen, onderfcheidin« gen toezeggen. Laaten wy nimmer denken, om » eene groote menigte volks tot ons te lokken. y> Nim*  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA, 59 11 Nimmer kan dezelve opwegen tegen een hand vol y> burgers, welke een goed hart en deugd bezitten." Ik weêrhoude my met weerzin, myn Heer! cn ik zal my nu alleen bepaalen tot het maaken van eenige algemeene aanmerkingen op het llaatsgefiel van Georgien. Het komt my voor, dat deeze republiek den middenweg tusfehen de fiaatkunde van Penfilvanien en Masfachufets gekozen hebbe. Het is daar niet genoeg, dat men de lasten betaale, om tot de. waardigheid van perzoonsverbeelder verheeven te worden. Maar de bezittingen, welke men daar in zulk eenen vereischt, zyn te klein, om niet met dc democratie te kunnen firooken. Van den anderen kant verwyderen zig de wetgeevers van dc aristocratie, doorniet, even gelyk die van Masfachufets, twee kamers op te regten, om dc wetgecvend» magt te oenenen. Men ziet, dat dc gelykheid hun zeer dierbaar is, om dat zy iederen ingezeeten niet willen aanmerken als burger, ten ware hy op eene voldoende wyze alvorens aflland gedaan hebbe van die byzondere titels, welke eenc kleine verwaandheid uitgevonden heeft, en welke in Engeland eene foort van adel fchynen aan te duiden. Ik zal my met allen yver doen verwittigen, van al het nieuws , 't welk eenigen invloed kan hebben op Georgien. Indien men my aankondigt, dat zy zig tegen de in-' kruiping van het bederf aankant, niet door wetten, welke onbepaald in het wild fchermen, maar door zodanige inrigtingen, welke dc goede zeden bekragtigen cn begunftigen , dan zal ik goeds gedagten van  Co TL BRIEF OVER DE REGEERINGSFORIVi van haar toekomend geluk hebben. Men zal dan die gebreken , welke men in lu.are tegenwoordige wetten zou kunnen berispen, zien verdwynen, of deeze gebreken zullen geene nadeelige gevolgen hebben. De wetten, welke door de kamer der perzoonsverbcelders gemaakt zullen worden , zullen onderworpen moeten worden aan het onderzoek van den Gouverneur cn zynen raad, welke met dc uitvoerende magt belast zyn. Hunne vertoogen zullen aan de wetgeevende magt overgebragt worden, door eenige daar toe benoemde leden, welke de veranderingen, die de Gouverneur begeert, benevens de beweegreden, welke dezelve noodzaaklyk maaken, in het breede zullen voorftellen. Gedurende deeze onderhandeling tusfehen de twee magtcn, zullen de benoemde leeden met gedekten hoofde zitten, en de perzoonsverbcclders zullen ongedekt zyn., behalven dc fprceker van de kamer. Dit is'de verkeerde waereld: 't is zeer byzonder, dat dc agenten, de commiefen, de amptenaaren van de republiek voor hunnen fouyerainen meester zullen vcrfchynen met de tekens van hooger aanzien en meerderheid. Ik weet zeer wel, dat een hoed meer of min niets bcwyst by een volk, 't welk deugdzaam genoeg is, om dc wetten en de vryheid even zeer te beminnen. Uit deeze ydele plichtpleging kan men eenvoudig befluiten, dat mende perzoonsverbeelders den diepen eerbied heeft willen leeren, welken zy aan de ministers der wetten verfchuldigd zyn ,  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 6l zyn, wanneer zy hunnen tyd uitgediend hebbende, wederom tot den gemeenen burgerfland zullen terug gekeerd zyn. Maar by een bedorven volk, waar de verwaandheid en de ftaatszugt geene mindere bedoeling hebben, dan om de grondlagen van de gelykheid te ondermynen, zou men niets anders nodig hebben , dan even dit middel. De geringde voorwendfels zyn voor de hartstogten genoeg, om zig dingen aan te matigen , welke ongevoelig in rechten zullen veranderen , die men door allerleije middelen zal tragtcn llaande te houden. Te Pas sv, den 6 Augustus 1783, DER-  CÏ2 III. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM DERDE BRIEF. AANMERKINGEN OVER EENIGE AANGELEGEN ONDERWERPEN, MET BETREKKING TOT DE WETGEEVING DER VEREENIGDE STAATEN VAN AMERICA. Het zou nutteloöze arbeid zyn, myn Heer! indien ik in een byzonder onderzoek wilde treeden, van die wetten, door welke de overige der vereenigde Staaten van America de openbaare magt onder hun bepaald hebben. Ik zóu noodzaaklyk in noodelooze en verdrietige herhaalingen moeten vallen. Het komt my voor, dat het geene ik in mynen voorgaanden brief dc eer heb gehad u wegens drie republieken, op welker ftaatkundige kennis ik my op eene meer byzondere wyze heb toegelegd, tc melden, op alle de andere toepaslyk kan gemaakt worden. Ik zal hier alleen byvoegen, dat, indien de burgers van Masfachufets, van Penfilvanien en van Georgien, by een nieuw onderzoek van hunne ftaatsgefiellen, zig toelagen, om hunne wetten meer te doen overeenkomen met den eisch van die omftandigheden , in welke zy zig bevinden; indien zy zig even zeer over het toekomende, als over het tegenwoordige bekommerden ; indien zy in hunne inrigtingen eene betere evenredigheid, tusfehen de wetgeevende en uitvoerende magten invoerden; indien  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 63 dien de fbiatszugt van het volk, minder door de .rechten en vervvagtingen , tot welke de democratie aanlering geeft, gaande gemaakt wierd, en hier door gezorgd, dat dezelve nimmer beroerende bewcegingen nodig had, om deszelfs waardigheid te verdeedigen; indien den ryken hinderpaalen genoeg gcftcld wierden, om hun het mishandelen van minder vermogenden te beletten, - dat dan deeze republieken tot voorbeelden vau navolging voor de overige zouden kunnen firekken , welke hier door op huune beurt ook meer ingetoogen van gedrag zouden zyn, en, zonder twyffel, uit de voorbeelden, welke zy voor hunne oogen hadden, onderwys zouden trekken. Indien ondertusfehen in dezelve nog eenige ftaatsorkaanen ontflonden, dan zouden de andere zig als bemiddelaars aanbieden. De roem van hunne wysheid zou hunne onderhandelingen gewigt byzetten, en van langzaamerhand zou men in alle de vereenigde Staaten goede grondbeginzcls gevestigd vinden. De drie republieken, van welke ik de eer heb gehad u te fpreeken , zyn de eenige , welke de waardy der zeeden , en van eene goede opvoeding gevoelt, ten minlten, welke van dezelve gefprooken hebben. De wetgeevers van Masfachufets denken niet alleen om de kennis in onzen geest uit te breiden, zy willen bovendien, dat men de grondbeginfelen van de menschlykheid, van de algemeene moedwilligheid, van de algemeene en byzpndere liefdaadigheid, van de naarjligheid, van de  6"4 III. BRIEF OVER. DE R'EGEERINGSFORM de matigheid > van de eerlykheid, van de naOÊ$v- keurigheid in alle zyne handelingen , van de oprechtheid, van alle daaden, die tot de maatfehappy betrekking hebben , van alle edelmoedige gevoelens , diep in de harten der kinderen zal inprenten. Ondertusfchcn zyn dit alle maar ydele klanken , indien de republiek niet met allen ipoed aan het werk ga, om deeze in de befchouwing zo hecrlyke zaaken door daadlyke wel overlegde inftellingen tot beoeftening te brengen. "Want alle die deugden, welke men den kinderen in hunne tederfte jeugd inboezemt , loöpcn gevaar van te ontaarten, zodra Zy, tot meerdere jaaren gekomen en de weereld ingetreden zynde, uit de zeeden der burgers tegcnovergeftelde lesfen ontfangen. Het fmert my derhalven, myn Heer! te moeten aanmerken, dat deeze wetgeevers, daar zy op deeze plaats zo veeie bewyzen van wysheid geeven, ondertnsfchèn nergens ftandvastige regels ten behoeve van dc zecden opgeeven ; integendeel willen zy de bevordering van den koophandel begunstigen, cn eene deur tot de gierigheid openen, dcor, by voorbeeld, tc gebieden, dat men aan den Gouverneur een eerlyk inkomen moet toeleggen, 't welk ruim inftaat is, om aan de behoeftens van zynCn Hand te kunnen voldoen. Ik zou integendeel wenfehen, dat, naarmnate de waardigheden gewigtiger waren , men naar evenredigheid aan dezelve mindere inkomftcn vast maakte, ja zelfs, dat dezelve niets opbragten. De Amtricaa- ncn  EN WETTEN VAN NOOR.D-AMER.ICA, 65 nen zyn geene onderdaanen meer van den koning van Engeland. Zy zyn thans vrye menfchen. En indien deeze myne gedagten hun even hard, even wild voorkwamen , als zy in de oogen der Euro» peaanen fchynen kunnen, dan zou ik my niet kunnen weerhouden, van my daar uit, voor het toekomende, ongunflige denkbeelden te vormen. Het geld kan in monarchien groote heeren maaken, maar het vernedert in republieken de overheden. Nog de rykdommen, nog de weelde, nog de pragt kunnen hun daar eer aandoen. Men moet wel weinig liefde voor zyn vaderland hebben, wanneer men loon durft te vorderen, om hetzelve te dienen. Wanneer men weinig liefde voor zyn vaderland heeft, dan is men een burger, die geene agting verdient; en door welk een wonder kan tog immer een burger, die geene agting verdient, een uitmuntende overheid worden? Waarom zou een Gouverneur, welke volgens de wetten uit zyne eigene bezittingen een goed beflaan moet hebben, niet weldaadig genoeg kunnen zyn, om een of twee jaaren van zyn geheel leven ten behoeve van de republiek af te flaan? Van dit tegenwoordig tydflip hangt dus alles voor de Americaanen af. Indien hunne zeden nu reeds zo bedorven zyn, dat zy hunne overheeden moeten koopen, dan zal dit verderilyk beginzcl weldra den algemeenen fmaak van de natie worden, en hun alle vernederen. Dat dan de republiek van Masfachufets de grootmoedigheid hebbe , van die wet, over welke ik hier klaage, af te fchaffen. Dat de eerfle overheid zyne belangeloosheid eens in E hel-  f5 II. BRIEF OVER DE REGEERINGSFOR'M helder daglicht (lelie, en dan zullen alle die burgers, welke op de eer, van hem op te volgen, nu ftaroogen , ook dezelfde edelmoedigheid hebben , en hier door zal eindelyk deeze deugd gemeenzaam en algemeen worden. Maar, gun my dé vryheid, om hier by te voegen, dat men, om die deugd te behouden , de burgers moet aanmoedigen, om zig nimmer hunner eenvoudige zeeden te fchaamen. Men moet door wetten op de verteeringen, door wetten ter bevordering van goede zeeden , den voortgang der weelde ftuiten, de behoeften der verwyfdheid en verwaandheid tegengaan. Hartstogten , welke geene paaien kennen, welke eindelyk zelfs monarchien doen te gronde gaan, en de republieken in een oogenblik den doodfteek geeven. Door deeze openbaare en algemeene tucht zal waarlyk de geheele opvoeding van uwe kinderen voltooid zyn. Noord Carolina en Georgien begreepen de nuttigheid van eene goede opvoeding, dog fpreeken geen woord van de zeeden. Zou de reden hier van zyn, dat deeze twee Staaten het vermogen van de zeeden niet zouden kennen? Quid leges [ine moribus vance proficiunt? Wat nuttigheid brengen ydele wetten aan , waar geene goede zeeden zyn? Men ziet met vermaak, dat de wetgeevers van Penfilvanien zig met dit onderwerp bezig houden. Maar daar zy de deugd aanpryzen , hadden zy tevens maatregelen moeten neemen , om dezelve te doen beminnen. Dit was voor hun van des te meer be. lang, om dat hoe meer eene regeeringsvorm demoera-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERTCA. fj? cratisch is , ook even daarom het gezag van de zeeden des te grootcr moet zyn. Het volk word veel meer door hunne hebbclykheden en gc«oontens , dan door kundigheden geleid. Deszelfs kundigheden zyn doorgaands gering, en met eene menigte vooroordeelen bezet. Het laat zig door de driften van zyne hartstogten cn begrippen wcgfleepen, en kent die onderfcheidene matigingen niet, aan welke dc voornaamfte burgers in eene aristocratie om hunne eigene belangen gewoon worden. Maar Penfilvanien zal het nimmer zo ver brengen, dat zy met voordeel zorge kan draagen voor de goede zceden, zo lang zy zig niet toelegt, om in haare voornaamfte burgers die gebreken , welke hun de natuurlykfte moeten zyn, weg te neemen. Om hier aan met hoop van eenen goeden uitflag te arbeiden, zou zekerlyk het gezag van den Raad der zeedenmeesters zig verder moeten uitftrekken, dan enkel tot het onderzoek, of het Staatsgeftel, zonder eenigen indragt, zuiver en ongefchonden bewaard wierd. Deeze Raad, welke alle zeven jaaren moet verga* deren, fchynt in den eerften opflag zeergunftig voor de algemeene rust. Men heeft zig zonder twyffel voorgefteld, dat deeze inrigting aan zodanige burgers, welke billyke redenen van klagten hadden, geduld zoude inboezemen , en dat de hoop, van eerlang de verongelykingen , welke men hun had aangedaan, gebeterd tc zullen zien, hun zou weêrhouden van tc kabaalccren, van flegte middelen te gebruiken, en van geweldige wegen in te Haan. Maar E 2 ik  68 HL BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM ik vraag al weder, hoedanig zal tog het gedrag, welk zal het vermogen van deezen Raad zyn, indien hy niet door den algemeenen fmaak voor goede zeeden van de geheele republiek onderfchraagd wordP Zy zullen, zonder twyflel , eindelyk hetzelfde lot met de Romeinfche zeedenmeesters ondergaan, welke , na aan hun vaderland zo groote diensten be. weezen te hebben, eindelyk geheel onnuttig wierden, toen het bederf de wetten deed veragten, en hun beval te zwygen. Indien men gewild had, dat de Raad der zeedenmeesters van Penfilvanien in ftaat ware, om aan die plichten te voldoen, welke hem opgelegd zyn, dan had men noodzaaklyk ook by de magt, waar mede dezelve bekleed is, moeten voegen, de zorg, om de misbruiken in hunne eerftegeboorte te fmooren, om aandagtig te letten op zodanige verfchynfelen, welke cenig nieuw gebrek aankondigen, om alle zodanige braave gewoonten, pryslyke gebruiken, en lofwaardige deugden, welke fchynen te ontaarten, of te verzwakken, daadiyke hulp toe te brengen. En dan zelfs wil ik niet ontveinzen, dat ik, niettegenftaande alle die voorzorgen , egter nog niet volkomen gerust zou zyn. Die maar een weinig op de natuur , den loop, den voortgang en de vorderingen der hartstogten letten wil, zal zeer gereed toeftaan, dat zy een altoos waakzaam, aandagtig en onophoudelyk toeverzigt nodig hebben. Indien Penfilvanien haar eerfte '.werk niet daar van maakt, dat zy de goede ze eden onder haare befcherming neemt, dezelve aanmoedigt, en alles, wat daar aan hinderen kan , uit den weg neemt,  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 69 neemt, dan vrees ik, dat een Raad , welke alle zeven jaaren vergaderen moet, om de inkrnipfelen, welke in het daatsgedel gekomen zyn, weg te neemen, cn hetzelve weder in deszelfs grondbeginfelen te bevestigen , eindelyk de onnuttigfte van alle raadsvergaderingen zal worden. Hy zal zelf door den algemeenen droom der bcdorvene zeeden weggefleept worden. Vergun my, myn Heer! hoe zeer ik geen oogenblik twyffele, of gy zyt ten vollen overreed, dat alle wetten zonder het behulp van de zeeden overtollig zyn, dat ik egter op dit duk een wéinig langwyfig ben. Ik zou de vereenigde Staaten bidden, hunnen aandagt daarop te willen vestigen , dat men juist daarom de medewerking der zeedenkunde, en van alle die inrigtingen, waar door men in Haat'is, om de beocffening der noodzaaklykde deugden aan den burger aangenaam en beminiyk te maaken, nodig heeft, om dat men anders nimmer in ftaat is om eenige voordeden van den Godsdienst te genieten, welke egter docr de ftaatkunde van alle volkeren is aangemerkt als een van dc voornaamdc fpringvecren, om het menschlyk hart in beweging te brengen, en onzen geest te beftuuren. Uwe voorouders hebben de gronddagen van uwe volkplantingen gelegd , in eenen tyd, toen Engeland, even gelyk het overige van Europa, in Godgc* leerde gefchillen ingewikkeld, en door oorlogen om den Godsdienst vanéén gereeten wierd. Zy vcrlie~ 3 ten  fO II. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM ten een vaderland , waar de gecstdryvery op den throon zat; en daar zy vol van billyke verontwaardiging waren, over de ongerymde dwinglandy, welke men over de geweetcns der menfchen ocffende, zagen zy de vryheid, om God op die wyze te dienen , welke een ieder de rcdclykftc voorkwam, voor het hoogde toppunt van hun geluk aan. Deeze manier van denken wierd het eerde grondbeginzel van de leer en van het gedrag van uwe voorvaders, en hunne kinderen zogen dezelve, om zo te fpreeken, met dc melk in. Uit tiwe grondwetten blykt, dat deeze onbepaalde vryheid van geweetcn ook nog het openbaare en algemeene gevoelen van uwe republieken is; maar de omdandigheden zyn niet meer dezelfde. Gy gehoorzaamd nu niet meer aan Engeland, 't welk voor uwe veiligheid zorgde, gy zyt thans vctpligt om uzelven te beduuren ; en moog])k, déar gylieden aan alle de verfchillendc fecten, welke elkander gewoon, cn met eikanderen gemeenzaam geworden zyn , dezelfde rechten hebt toegedaan, zou het noodzaaklyk geweest zyn, dat gylieden dien hoogden trap van verdraagzaamheid , welke onder ulieden plaats heeft, een weinig meer bepaald had, om de misdagen, welke daar uit kunnen ontdaan, voor te komen. Dewyl de Godsdienst het alleronbcpaaldst gezag over den geest der menfchen voert, zou het zonder twyffel van de allergrootde nuttigheid zyn, indien alle de burgers van eenen Staat, door een en denzelfden Godsdienst vereenigd, aan dezelfde God- ly-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 71 lyke wetten gehoorzaamden, gelyk zy alle onder dezelfde Staatkundige wetten flaan. Hier door zou dc Godsdienst haare kragtcn by die van de regeering voegen , om de burgers gelukkig te maaken. Ik weet , myn Heer ! dat de vereenigde Staaten thans nooit meer op dat voorrecht kunnen hoopen. Het Euangelic, 't welk aan alle die gezindheden, die ulieden onderling verdeeld houden, ten algemeenen regel ftrekt, gebied u de vrecde cn dc liefde tot den naasten. En dc regeering, welke zo veeie vcrfchillende Godsdiensten by clkandcren toelaat, verleent ook tevens aan alle dezelfde befcherming, ten einde zy zig naar de regels der Christelyke liefdaadigheid gedragen. Maar da my toe, te vraagen , of uwe republieken , wel genoegzaame maatregelen genomen hebben , om voor te komen, dat geene nieuwe Godsdienst-twisten, welke gylieden nog niet kent, dog tegen welke gylieden egter altyd behoort op uwe hoede tc zyn, uwe rust verflooren, en die bloedige treurfpclcn , welke zo langen tyd op den fehouwburg van Europa vertoond zyn , in America komen vernieuwen ? Buiten twyffel moet men goedkeuren, dat gylieden de bedienaars van den God.-dienst binnen de paaien van hun beroep, en enkel by het onderwyzeu van den Godsdienst beperkt hebt; tc recht hebt gylieden hun volgens dc leer van Jefus Christus gezegd, dat hun koningryk niet van deeze waereld is. En het ware te wenfehen geweest, dat de keizers, koningen en vorsten, toen zy h?t ChristenE 4 dom  72 III. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM dom omhelsden , zo onvoorzigtig niet waren geweest , van die geestelyken, welke hun de geestelyke goederen mededeelen, in belooning van dezelve, met rykdommen, eerampten en waereldlyke grootheid te overlaaden ; dit was in de daad niet anders, dan onkruid op den akker van den vader des hui gezins zaaijen, dit onkruid heeft het goede graan doen verflikken, het gecstelyke heeft voor het waereldlyke moeten onder doen. De wetgeevers van de Americaanfcbe vereeniging it ebben tegen dit gebrek zeer goede voorzorgen gebruikt. De bedienaars van die verfchilfende Godsdiensten, welke gylieden toelaat, genieten geene andere befcherming, dan die, welke de wetten aan ieder mensch voor zyne veiligheid verfchuldigd zyn. Maar zy zyn geen burgers, om dat zy geen het minfle deel hebben in de openbaare en ftaatkundige beftuuring der ftaatszaaken. Daarenboven is de middelmatigheid van hunne bezoldingen zeer gefchikt , om alle hunne hartstogten te verkoelen. Hunne bezittingen zyn niet groot genoeg, om hun, even al* in Europa, te verleiden, om hunne tydeJyke b.Luigcn in 't begin met die van den Godsdienst te vermengen , cn door den tyd boven dezelve den voorrang te geeven. Dit is zeker eene zeer goede zaak. Maar was het juist noodzaaklyk, dat die menfchen, welker werk is, dat zy het volk in de zeedenkt.nde moeten onderwyzen, onder eene foort van verdenking moeten gebragt worden? Gyiiedea fchynt hun te wantrouwen.; en. dit is in de daad  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 73 daad het middel, om hun voet te geeven, om uwe wetten te haaten. Wat zou het ulieden tog gekost hebben, indien gylieden die hoogagting, welke gylieden zonder twyffcl aan verfcheiden bedienaars van uwe Godsdiensten verfchuldigd zyt, wat meer had doen doordraaien ? Het zou voldaan hebben, dat gylieden hen had toegelaaten , om in uwe verkiezingen te mogen ftemmen , men had hun onder geen ander voorwendfel, dan om hun alle afleiding van de gewigtigc bezigheden, waar mede zy b'List zyn, te willen beneemen, van de bediening van alle openbaare amptcn behoeven uit te fluiten. Op deeze wyze heeft men zig in Europa nu cn dan van de Geestelykheid weeten te ontdoen, wanneer zy lastig wierd, of de heiligheid van haaren dienst te veel uit het oog verloor. Maar ik moet tot eene aanmerking van meer gewigt overgaan. Vreest gylieden niet, myn Heer! dat eens eindelyk uit deeze mengeling van zo veeie onderfcheidene lecrftelfcls , eene algemeene onverfchilligheid zal kunnen ontftaan voor dien byzonderen Godsdienst, welke ieder van deeze lcerftelfels vordert ? Deeze Godsdienst is ondertusfehen noodzaaklyk, om dat men anders in een deïsmus moet vervallen, 't welk natuurlyk de ftaatkunde moet ontrusten , ten ware hetzelve alleen viel in zodanige menfchen , welke boven hunne hartstogteu verheven zyn, en vermogens genoeg hebben , om op zig zeiven de Godlyke wysheid te overpeinzen, en door te 'zien, wat de zeederikunde van hun vordert. E5 'tls  74 III. BRIEF OVER. DE REGEERINGSFORM 't Is mooglyk, dat zodanige Deïsten deugdzaame burgers kunnen zyn, maar die Godsdienst, in welken zy opgevoed zyn, word hun meer cn meer onverfchillig. Zy vcrwaarloozen dcnzclvcn , en hun voorbeeld roeit door den tyd allen fmaak van den Godsdienst in die menigte van burgers uit, welke geen vermogens genoeg hebben , om dat gebrek te vervullen, cn zig zelve goede grondbeginzels voor te fchryven. Hier uit moet dan onder het groote gros der natie eene foort van lompe Atheïstery ontftaan, welke de verwoesting der zeeden ten fterkften moet verhaasten. Dan verheft het volk, geheel aan dc aarde verknogt, nimmer zyne gedagten meer tot den Hemel, dan vergeet hetzelve den Vrymagtigcn Opperheer van het geheel al. Waarom lees ik in de wetten der Pcnfilvaniers, dat niemand, die het aamvezen van eene Godheid erkent, op eene billyke wyze als burger van eenig burgcrlyk recht verflooken, nog op eenige wyze, ten aanzien van zyne byzondere gevoelens in het fluk van den Godsdienst, of ten opzigte van de byzondere wyr^e, op welke hy die Godheid dient, kan belemmerd worden? Kan men, wanneer men zig alleen by den Christelyken Godsdienst bepaalt, met eenige reden vreezen, dat in dcnzclvcn geene byzondere gezindheden genoeg te vinden zyii, om,een ieder genoegen te geeven ? Wilt gylieden, onder voorwcndfel van uwe landen des te fchiclyker te bevolken, in dezelve zelfs de allervreemdfte Godsdiensten toelaaten ? Ik durf my over een dergelyk ont-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 75 ontwerp niet verder uitlaaten , dog ik moet alleen aanmerken , dat de grootfte wetgeevers zig altoos minder bekommerd hebben, hoe zy eene groote menigte van burgers naar hunne republieken zouden lokken, dan wel, hoe zy dezelve van goede burgers zouden voorzien, en hoe zy dezelve door eene cn dezelfde manier van denken aan eikanderen zouden verbinden. Bedenk, myn Heer! dat het hcerfchend karakter van uwe vereenigde maatfehappy nog maar even gedoodverwd is. Een oorlog van zeven jaaren heeft aan uwe Staaten nog gcenen nationaalen geest kunnen mededeclcn. Het zou m deeze omllandighedcn een groot ongeluk voor ulieden zyn, indien een aanmerkclyk getal van vreemdelingen zig onder ulieden kwam vermengen, daar' hunne vooroordeelen zaayen, en langs dien weg de bevordering der openbaare zecden duiten, welke de burgers met clkanderen vereenigen, en door onderling vertrouwen aan elkandercn verbinden moeten. Nieuwe foorten van Godsdienst onder ulieden te willen invoeren , is het zelfde, als of men eenen twistappel op wilde werpen, cn dien geest van twist en tweedragt weder opwekken, welken de tyd zo gelukkig heeft weeten tc doen verdwynen. Indien deeze nieuwe Godsdiensten profelytcn kunnen maaken , gelyk men alle reden heeft om tc vreezen, dat zy doen zullen, wanneer men zyne gedagten bepaalt by de ligtgeloovighcid van het volk, en deszelfs fmaak voor dc buitengewoonde cn ongcrymdfle nieuwigheden, om welk eene reden zouden dan  76 Hl. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM dan deeze zelfde Godsdiensten geene nieuwe bronnen kunnen openen voor den haat, de wangunst, en de bitterfte tweedragt. 't Is waar; mooglyk zou » de tegenwoordige omftandigheden de republiek in dezelve niet dan een gering deel neemen, want de algemeene Staaten zullen thans hunne zorgen alleen kunnen uitftrekken over de belangen van den koophandel en den landbouw: maar zo dra zig ecnmaal onder ulieden verfchillende rangen en waardigheden, tusfehen familien en familien, zullen gevestigd lebben, iets, * wclk wcl ras gebeuren ^ . ^ uwe bevolking wat overvloediger zal geworden zvn; zodra gylieden u bloot gefield zult zien aan die tweedragt, welke de verfchillen over de democratie en anstocratie zullen moeten doen ontftaan , dan wenschte ik wel eens te weeten, wat tog een party gierige, eerzugtige, fchynheilige en bedrieglyke burgers zou kunnen beletten, om alle deeze in hunne geboorte zyndc partyen niet aan tehitfen, en tot het oogmerk van hunne heerschzugt dienstbaar te maaken Het geene hier omtrent in Europa gebeurd is, wettigt myne vrees, nopens het geene in America gebeuren moet. De verfchillen, welke Luther en t-alvyn tegen eikanderen in het harnas joegen , zouden alleen maar de fchoolen in verwarring hebben kunnen brengen, indien geene lieden van vermogen , welke in hun hart met hunne verfchillen fpotdreeven, hadden wceten te veinzen, datzy dezelve eerbiedigden, om langs dien weg gelegenheid re vinden, om zig eenen aanhang te verwerven, ™ zig fterk genoeg te maaken , om den Staat in ver-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. ?? verwarring te brengen, en daar door hunne eigene fortuin te bevorderen. Het komt my voor, dat de wetgeevers van ZuidUrohna het verfte van ulieden allen afgeweest zyn van die gronden, welke eene gezonde ftaatkundè behoort aan te neemen, wanneer zy zig i„ het geval bevind van verfcheidene foorten van Godsdienstoefeningen te moeten toelaaten. Zy hebben vastgcfteld; dat, {odra vyftien personen, van dc mannelyke kunne, tenminjlen een en twinti? jatu ren oud-ynde, en belydenis doende van den Protejlantfcken Godsdienst, ft ^/en verteni om onderling eene maatfehappy 0p te regten, welke eenefoort van Godsdienstoefening ten oogmerk heeft, dat u dan wel en wetng geregtlgd ^ Vn,om een by zonder lighaam op te rekten, en eene byzondere kerk te bouwen , welke uit kra«t der wetten even eens geëerbiedigd en aangemerkt ?«/ worden , als of zy de Godsdienst fan den Staat ware. De geest van eene zodanige wet is met, gelyk in de andere vereenigde Staaten, om al. lerleie Godsdiensten toe te liaan, met oogmerk, om op die wyze de geestdryvery voor te komen - Z tegendeel eene zodanige wet is regt gefehikt,'om dezelve wakker te houden, en nieuwe kragten te geeven De Godsdienst behelst geheimzinnig waarheden, de hoop en vrees, welke dezelveZ boezemt, moeten noodzaaklyk alle zodanige menfehen welke in ftaat zyn, om te kunnen denken ten fterkften bezig houden. Men moet zig derhalven toe.  78 III. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM toeleggen, om dc gemoederen in bedaardheid te houden, en de verfchillen voor te komen. De wet van Zuid-Carolina doet juist het tcgenovergeftelde. De geheele waereld weet , hoe flerk de menfchen aan hunne byzondere begrippen verflaafd zyn , hoe aangenaam het hun is, dat zy hunne begrippen door andere zien aanneemen, en dat zy over de reden van hunne leerlingen kunnen heerfchen. Het heeft iets aanloklyks, dat men zig tot het hoofd van eene gezindheid kan opwerpen. En daar Carolina aan iederen losbol, wanneer hy maar een en twintig jaaren oud is, de vryheid geeft van naar die eer te liaan , indien hy maar gebruik weet te maaken van zyne verbceldingskragt, cn veertien andere losbollen, die' even onbedagt zyn, als hy, in zyne denkbeelden weet over te haaien, zo kan men zeeker zyn, dat men daar door den tyd, in plaats van eenen beredeneerden Godsdienst te hebben , niet anders dan gecstdryvers en ingebeelde verlichten zal aantreffen. Zodra eene republiek verfcheidene foortcn vaii Godsdienst in haaren boezem toelaat, welke alle, om den vrede, de band van verecniging, dc cendragt, de onderlinge liefde tc bcwaaren, in dezelfde voordeden en voorrechten deelen, dan zou ik geloven, dat ook alle dc bedienaars van die Godsdienden gelyke vryheid moeten hebben, om hunne gronddellingen te verfpreiden. Maar dan zou ik ook begecren, dat iedere gezindte , na eenmaal haare grondwaarheden en kerkelyke tucht in eenen behoorlyken catechismus tc hebben opengelegd , belet wierd,  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 79 wierd, om in denzelven vervolgens immer eenige verandering tc brengen, onder voorwendfel van zig met meerdere klaarheid te willen uitdrukken, of van de waarheden in eene gefchikter orde voor te draagcn. Zy behooren geene vryheid te hebben om daar in iets tc veranderen. Hier door zou men de verfchillen cn oneenigheden, welke in iedere byzondere gezindte kunnen voorvallen, affnyden. Hier door zou men beletten, dat de overige gezindheden elkander niet met looden fchoenen zouden nagaan, om tog zorge te draagen , dat hunne rechten door geene van deeze nieuwigheden benadeeld wierden. Hier door zouden de verfchillende gezindheden zig minder met elkander bemoeijen , cn de gewoonte van elkander, zonder veragting, zonder ongerustheid, zonder haat te zien, zou van dag tot dag fierker worden; de buigingen van den geest, cn van het menschlyk hart zyn zo menigvuldig en groot, dc tyd kan , en moet zodanig ohderfcheidene en vreemd te zamenloopende omftandigheden voortbrengen , dat men nimmer te veel voorzorgen kan neemen- tegen de geestdryvery , of tegen die onvcrfchilIigheTd, welke de veelheid van Godsdiensten fchynt voor te bereiden; en waarom zou dan eene regeering niet haar eigen zeeden- en ftaatkundigen catechismus mogen hebben, in welken men de jeugd Ronde onderwyzen, te gelyker tyd als men hun de byzondere leerftelfels van hunne ouders, cn dien dienst, met welken zy de Godheid moet eerbiedigen , inboezemde ? Een dergelyk werk op te ftellen, zou de wys-  8o III. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM wysheid van het algemeene congres zeer tot eer ftrekken. Dat agtenswaardige lighaam van overheden , op welken de geheelc voorfpoed der dertien vereenigde Staaten van America rust, zou dan hier door verklaaren, dat zy het daar voor hielden, dat, daar dc Heilige Schrift op verfchillende wyze verklaard en uitgebreid is geworden , door zodanige menfchen, welke alle met zuivere oogmerken, e'ti met gelyke bekwaamheden, de waarheid gezogt hebben , men zyne magt zou misbruiken, indien men zodanige verfchillen wilde beflisfen, omtrent welke de Godlyke voorzienigheid niet heeft goedgedagt, om zig op eene ftellige en tastbaare wyze te verklaaren. Dat agtenswaardige lighaam zou dan verklaaren, dat het billyk was, dat het met den aart van den Godsdienst overeen kwam, dat alle de onder* fchei lene Americaaufche gezindheden, daar zy alle de diepte der wysheid van God aanbidden, zig onderling moesten verdraagen ; om dat de Godlyke voorzienigheid hen alle met dezelfde infehiklykheid draagt. Laaten wy onze broeders niet veroordcelen, uit vreeze van in het zelfde oordeel te zullen vallen. Laaten de Amcricaanen, onder het opzenden van ernftige gebeeden om de ontdekking en bevordering van de waarheid, getrouw bly ven aandien Godsdienst, in welken zy zyn opgevoed. Laaten zy zig verzeekerd houden, indien zy zig al bedrogen, dat de Godlyke goedheid bermhartigheid zal bewyzen omtrent dc dwalingen van een mensch, die ter goeder trouwe gelooft, dat hy de waarheid gehoor-  EN WÉTTEN VAN NOORD-AMERICA. 8i hoorzaamt (A). Men kan zeer ligt mistasten in de betrekkingen van den Godsdienst tot God, om dat deeze met veeie geheimzinnigheden omzwagteld zyn, maar de betrekkingen, welke de Godsdienst tot de maatfehappy heeft, zyn op de allerduidelykfte wyze bekend. — Wie kan immer in twyffel trekken, of God alle menfchen door de banden van de zeedenkunde, en van die deugden, van welke het geluk van ieder burger en van de geheele maatfehappy afhangt, niet met elkander heeft willen vereenigen? Ik weet, myn Heer! wat de heerfchende Goelsdienst van Europa tegen eenen dergelyken Catechismus kan inbrengen. Ik fpreek ook thans niet als Godgeleerden. En ik zal my hier omtrent alleen vergenoegen, met te zeggen, dat deeze Catechismus een noodzaaklyk gevolg is van die verdraagzaamheid, van welke gylieden u nu niet meer onthouden kunt. Gy gevoelt ligtelyk, dat langs deezen weg alle uwe onderfcheidene Godsdienflen voor eikanderen die toegeevendheid zouden hebben, welke gy verlangt. De kinderen, aan welken deeze' leer van hunne jeugd af ingeboezemd was, zouden deszelfs gronden hun geheel leven door behouden. De burgers zouden dan zeer aan hunnen Godsdienst ver- ('O Het zou in deezen >er 2eer op aankoomen, om het denkbeeld van goede trouw juist te bepaalen. Waar hoe is die goedé yuw overeen te brengen lnet het getrouw Uyven aan dien Godf'* ***** «5» " geringe en altoos kinderagdge redeiieerkragt van het groote gros der burgers niet kan misleid worden, dezelve dan even onvoorzigtig en even ftrafbaar zou handelen, als een vader van een huisgezin , welke zyne kinderen niet bewaarde voor gevaarlyvke gevoelens, door welke men hunne groeijende redeneerkragt, welke riog te zwak was, om de waarheid te kunnen toetfen, zou zoeken in verwarring te brengen, welke niet zorgde, dat zy door geene tvonderfpreuken en dwalingen konden verleid worden ? Indien in America, even als in Europa, fophisten of flinkfche geesten die waarheden , welke tot gron Magen van zeeden- en ftaatkunde moeten dienen, openlyk aantasten; indien heel hoofdige fchtyvers de allereerfte grondregels van de maatfehappy aan hunne byzondere inzigten en belangen opofferen ; indien fchryvers, zonder zeeden, de burgers leereu, dat zy zonder vrees, zonder fchaamte, zon* der berouw, zonder eer moeten zyn; indien andere zonder onderfcheid den leugen voor waarheid opdisfchen : waarom zouden dan de hartstogten in America minder onderneemend zyn , minder doodlyke 4 ge-  88 III. BRIEF OVER DE REGEERING SFORM gevolgen te wcgc brengen? Befchouwtog, wat'er in onze waereld omgaat: wy hebben aan die boeken , welke gefchreeven zyn om de ondeugd te doen beminnen, te danken, dat onze zeeden geenen regel meer kennen , dat zy het gebied der wetten verZwakt of liever verwoest hebben , dat de regeeringen ontaart zyn, dat de ftaatkunde zonder zeedenkunde is, in 't donkere omtast, cn de eene dwaling laat vaaren, om in de andere te vervallen. Ik zou derhalven verlangen , dat ieder fchryver verpligt wierdt, om zynen naam voor zyn werk te zetten ; cn indien hy in hetzelve op de zceden, op de majefteit der wetten, op den eerbied, welken men aan die overheden , die met de uitvoerende magt bekleed zyn, verfchuldigd is, aanviel, dat hy dan aan hunne ftraf onderworpen wierdt. En waarom zou hy ook niet veel zwaarder kunnen geftraft worden, indien hy zig onder eenen verdigten naam hadt getragt te verbergen? Immers dc verdigting van dien naam, is zelve een bewys , dat hy het kwaad, 't welk hy uitvoerde, begreep , en dat hy zig niet door onkunde ongelukkig vergreepen heeft. Het zou billyk zyn, dat hy voor eenige jaaren verftooken wierd, van al het recht, 't welk de burgers in de verkiezingen hebben. Hoe zeer ik in deezen geheelcn brief nog niet anders heb gefprooken, dan over het vermogen van de zeeden, over de noodzaaklykheid om dezelve te verbeteren, en om voor 't vervolg derzelver verval voor  SN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 89 voor tc komen, indien men eene heilzaame regeering en goede wetten wil htbben; zo wil ik egter gaarne toeftaan, dat ik nog niets anders heb uitgevoerd, dan dat ik eenigermaate eene nieuwe fchets van dit zeer gewigtig onderwerp heb ter neer gefield. Indien zy, die in America aan het roer der zaaken zyn, verlangen mogten, om in deeze flof meer licht te bekomen, dan zullen zy hetzelve kunnen vinden in een uitmuntend werk, 't welk Doctor Brown, 25 of 26 jaaren geleden, in het lichtgegeeven heeft, onder deezen titel, de Engelfche voeden, of beoordeeling van die zeeden en grondbeginr^els , welke tegenwoordig het karakter van de Britfche natie doen kennen. Ik kenne in het ftaatkundige geen werk, dat dieper gaat, en beter doorwerkt is; de fchryver heeft zig toegelegd, om, naar de wyze der ouden , het toekomende aan te kondigen, uit de naauwkeurige overweeging van het tegenwoordig oogenblik. Dit werk maakte in het begin eenen magtigen opgang in Engeland. Men ftondt verbaasd over de waarheden, welke men in hetzelve ter neder gefield vondt. Maar het bederf hadt'reeds veel te diepe wortelen gefchooten, dan dat men moeds genoeg zou gehad hebben , om zig te verbeteren. Men viel by zyne gebreken in flaap. Ondertusfchen wierdt Engeland in den oorlog van 1756. met roem ovcrlaaden , zy heerschte over alle zeeën, haare wapenen hadden overal den luisterrykfteu voorfpoed, en toen fpotte men met de vrees vau Doctor Brown. Om zig niet ongerust te maaken, wilde men niet zien, dat al die voorfpoed eeniglyk F 5 het  go III. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM het werk was van een zeer fchrander man, die liet verval van zyne natie enkel daar door ophieldt, dat by de ooizaaken, die derzelver ondergang moesten berokkenen , liet voortduuren en zelfs vermenigvuldigen. Deeze kortdondige roem is verdweenen , de Americaanen hebben ondervonden , dat hunne vyanden onder het gewigt van hunne gierige eerzucht verzonken waren , en dat die zeeden, welke Doctor Broum zo fterk gegispt hadt, hun noodzaakten, om te erkennen, dat het einde van hunne kragt en vermogen , niaar vooral van dien nationaalen en patriottifchen hoogmoed , welke hun tot nog toe tot een tegenwigt tegen hunne nationaale gebreken gediend hadt , _ eindelyk gekomen was. Ik zou my merl.lyk moeten bedriegen , indien de wetgeevers van.Noord-America uit het werk van Doctor Brown niet de nuttigde onderrigtingen zouden kunnen haaien, indien zy zyne gronden en manier van onderwys zig ten rigtfnocr wilden Hellen. Sta my toe, myn Heer! alvorens ik deezen langen brief eindige, om nog eenige artikelen uit de Americaanfche ïïaats inrigtingcn , welke my voorkomen niet genoegzaam te voorzien tegen die misbruiken waar mede gylieden gedreigd wordt, wat nader te onderzoeken. Kunt gy , by voorbeeld, die wet goedkeuren , by welke bepaald is, dat de rechters van het opperde gerechtshof zo lang in de bezitting van hunne ampten zullen worden gehandhaafd, als zy zig wel zullen gedraagen ? By den eerden opflag van het oog heeft deeze wet zeeker den fchyn van zeer wys te zyn. Maar zie hier myne bedenkingen.  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 91 gen. Ik zou vreezen , dat zodanige perfoonen , welke naar deeze ampten ftaan, wel eens zouden kunnen moede worden , dat hunne hoop te lang wierdt uitgefteld, en dus wel eens, om des te eerder aan dezelve te geraaken, het een of ander doorgeftooken ftuk zouden kunnen ondei neemen. Zy zouden aan dien rechter , wiens plaats zy zouden zoeken te bekleeden, wel eens laagen kunnen leggen, en hem verborgene vyanden berokkenen; immers tot welke omwegen , tot welke trouw boze fchelmftukken is de eerzugt van eenen onderkruiper niet bekwaam? Indien een rechter, welke op deeze wyze aangevallen wordt, niets anders dan zyne deugd en oprechtheid aan zyne bcnyders tcgenftelt, en het ongeluk heeft van het onderfpit te delven, dan is alles verlooren , dan zullen zyne opvolgers overtuigd weezen van hoe weinig vermogen in die gevallen de deugd is , en dus in Jt vervolg zodanige fchelmftukken met even ondeugende middelen te keer gaan. Dan zal men zig gaan toeleggen om zig door infehiklykheden, vrienden en veelvermogende béfchermers te verwerven; wel dra zal dan de fchaal der juftitie niet meer beftendig aan de zydc van dc billykheid overflaan; en ondertusfehen is 'er voor de algemeene zeeden niets doodlyker, dan de mishandelingen , en het misbruik van gezag, welke door overheden in de bediening van de juftitie gepleegd worden. Dan verliezen de wetten heur vermogen: want dan vindt men, onder voorwendfel van de werten duidlvker en billyker te maaken, al zeer ligt middelen uit, om dezelve te ontduiken. My-  92 HL BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM Myne vrees, of liever myn yver voor uwe belangen, vergroot mooglyk de gevaaren. Dan, ik eens toeftaan, dat die geest van bedrog, welke zo algemeen is in Europa, voor altyd in America onbekend blyve. Wat zal hier uit volgen ? De eerfte overheden zullen zekerlyk aanftonds zeer aaauwkeurig zyn in het waarneemen van hunnen Pbgt. Niemand hunner zal van zyn ampt vcrlaaten worden; en gelyk men hun dus hunne ampten, tot bunnen dood toe, zal zien behouden, zal men van langiamerhand aan het denkbeeld gewoon geraaken, dat hun die ampten voor hun geheele leven gegeeven zyn. De opvolgers van deeze agtingswaardige menfchen zullen zig met die meening, welke hunne verwaandheid begunftigt, vleijen , en dezelve met nadruk voor de hunne overneemen. Dan begint de kwaal haare werking te doen, dan beginnen deeze te voren onbefprookene overheden rekkelyker te worden, hunnen pjjgt met minder naauwkeurigheid waar te neemen, en minder op hun eigen gedrag te letten. Natuurlyk zal men in het begin geringe misflagen over het hoofd zien, om dat eene afzettmg, welke tot dien tyd toe onbekend was, eene al te zwaare ftraf zoude fchynen. De misdaaden zullen dus van tyd tot tyd vermeerderen, men zal dezelve gewoon worden, en uit de misflagen, welke deeze begaan hebben, en welke eindelyk eene foort van burgerrecht zullen verkrygen, zullen zig de rechters eindelyk eene foort van voorrecht, of een recht om zig naar welgevallen, 't zy dun wel, 't zy kwaalylc *e gedraagen , aanmaatigen. Myne voorzegging is niet  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 93 niet ongegrond ; de rechtsgeleerden , welke meer doorzigt hebben dan andere menfchen, gaan doorgaands in hunne oogmerken langzaam, en van ltap tot flap, voort, en de republiek zal niet gelukkig genoeg zyn, om, door ééne openbaare en fchreeuwende onregtvaardigheid van de zyde der rechtsgeleerden genoodzaakt te worden, om waakzaam te zyn op haare belangen , en de gebreken met gepaste geneesmiddelen te keer te gaan. Dewyl ik nu van de hoven van juftitie fpreeke, zy het my geoorlooft, om hier een woord by te voegen, over de hoven van billykhcid. Deeze ia. rigting kon weleer, in Engeland nuttig Zyn, toen het nog aan de ftaatkunde der Jeenen onderworpen was, en toen de wetten noodzaaklyk dubbelzinnig, onbefchaafd, en informeel waren. Het geen te diec tyd uit twee kwaaden het minfte was, mogt toen voor goed doorgaan; maar America bevindt zi" in geheel andere omftandigheden. Ik zie gaarne ,°dat de rechters den letter van de wet volgen ; indien dezelve hun, in zommige gevallen, duister of onbillyk voorkomt, dat zy zig dan, in plaats van zig tot wetgeevers op te werpen, liever aan de wetgeevende magt vervoegen; ik vrees'dat die hoven van billykheid, de wetten, onder voorwendfels van volgens den geest en het oogmerk der wetten te oordeelen, zullen bederven en ontaarten, door dezelve willekeurig te maaken. En myne vrees komt my des te gegronder voor, om dat het my toefchynt, dat de rechtsgeleerden by alle volkeren van Europa zig  94 HL BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM zig altyd toegelegd hebben, om den zin van de wei duister eii onbepaald te doen voorkomen. Hier van daan ontl eenen zy hunne agting , wy zouden hun minder nodig hebben, indien zy ons niet door verfcheidene wegen in duistere doolhoven wisten m te flingeren. Ik herhaale het nog eens , indien eene wet dubbelzinnig is, of te hard fchynt, of tegen de regels van menschlykheid inloopt, dan moet men zynen toevlugt tot de wetgeevende magt neemen. Zy alleen heeft het recht, om haare wetten te verbeteren ; en de zekerheid en rust van de burgers legt 'er ten hoogden aan gelegen, dat nimmer eenig hof van juftitie na deszelfs welgevallen eene rechtsgeleerdheid invoere, welke zeer ligt tot de ondraaglykfte dwinglandy kan overllaan; om dat zy zig weldra aan alle de hartstogten van de rechters zal onderwerpen. Sta my toe, myn Heer! dat ik vrytut fpreeke. Men vind in de Americaanfche ftaatsinrigtingen verfcheidene wetten, welke men verpligt is te gelyker tyd goed- en af te keuren. By voorbeeld, de republiek van Masfachufets wil, dat men. zonder de toe/remming van de wetgeevende magt, in tyd van vrede geen leqer op de been zal houden , om dat legers in tyd van vrede gevaarlyk %yn voor de vryheid. Zy voegt 'er by, dat de mi' litaire magt altyd in eene naauwkeurige onderwerping moet worden gehouden aan /iet burgerh'k Ke\ag- Deeze wet fchynt het gevaar zeer wel te zien, maar zy komt het zelve niet voor. Waarom fpreekt zy alleen van tyd van vrede ? Is dan in tyd van oorlog het leger beter gefchikt, om zig aan het  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 95 ftet burgerlyk gezag te onderwerpen? Menfchen van eenige kennis en ondervinding zullen moeite hebben , om zig van de waarheid van deeze wonderfpreuk te overtuigen. Men vindt niet dan al te dikwils, in de gefchiedenisfen , van voornaame Veldoverften gewag gemaakt, die aan hunne legers de ftaatszugt ingeboezemd hebben. Het oogmerk van deeze wet is onbepaald en verminkt. De vraag is niet, of het leger aan het burgerlyk gezag moet onderworpen zyn: dit is eene waarheid, die algemeen bekend is, aan welke niemand twyffclt; en een wet. geever moet alle maatregelen gebruiken , en alle mooglyke middelen in het werk Hellen, om deeze onderwerping , nadat zy eenmaal tot fland gebragt is, fiaande te houden, en zorge te draagen, dat zy nimmer in verwarring geraaken kan. Hoe vcelc voorzorgen moet men in eenen vryen Staat niet gebruiken, omtc maaken, dat de burgers goede foldaaten zyn , en egter nimmer misbruik van hunne kragten maaken. Men behoeft hun maar aan hun zeiven over te laaten, aanllonds zal men Syllaas, Mariusfcn, Caelars, Cromwels, Valfteins, op het tooneel zien verfchyneu. Nieuw-York wil, dat het krygsvolk in het vervolg, en ten allen tyde, 't zy in oorlog, V zy in vrede , gewapend zal ryn, in goede tucht gehouden worden, en geheel gereed ftaan, om dienst te doen. Men kan zeer ligt doorzien, hoe vecle dingen deeze wet nog onbepaald laat. Penfilvanie heeft bepaald, dat alle vrye menfchen, en hunne kinderen  g6 III. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORftl ren gewapend, en in tucht gehouden zullen worden, ter verdeediging van de republiek, en dat het volk het regt zal hebben , om zyne eigent overflen en mindere officieren te verkiezen. Deeze wet heeft het zelfde gebrek, 't welk ik in die van Nieuw-York aangemerkt heb. 't Komt my voor, dat de wetgeevers zig eeniglyk bezig gehouden hebben, met het oogmerk, 't welk zy zig voorgelield hebben, zonder zig te bekommeren over de middelen , om tot hetzelve te kunnen geraaken. Ik mag de wetten van uwe republiek zo goed beftudeeren, als ik wil, ik ontmoet in dezelve die betrekkingen niet, welke de belangen en den wil van de burgers met eikanderen vereenigen. Ik mis in dezelve die ovcreenftemming, welke alle de deelen van den Staat in eene foort van evenwigt houd, en met dezelfde gevoelens bezielt. Gy moet in het oog houden , myn Heer « 'dat uwe natie, aan welke de wetten op eene zo duidlyke wyze de fouverainiteit hebben toegekend, niet gemaklyk te leiden zal zyn, om dat zy haare kragten zal kennen. Daar zy gewapend is , om haar vaderland te verdecdigen , moet zy natuurlyk jaloersch zyn wegens haare waardigheid. Zy zal onrustig en agterdogtig worden, om dat zy ondervinden zal, dat burgers, welke naar rechten niet boven hun verheeven zyn, egter veel te trotsch op hunne f groote bezittingen zullen weezen, om zig met hun te vermengen, en zig niet eene zekere meerderheid boven hun aan te, matigen. Dit is eene ongenees- lyke  SN WETTEN VAN NOORD-AMERICA, t)p fyke kwaal, welke alle die vrye Staaten aantast, in welke de rykdommen zeer ongelyk verdeelt zyn. Indien dit zuurdeesfem van haat, van afgunst, van eerzucht ophoudt te werken, dan is dit een onfeilbaar voorteeken, dat de verflaauwde, en byna uitgedoofde fmaak voor de vryheid binnen kort geheel zal ophouden. Maar indien het ook wederom al te fterk gist, dan zal aan de andere zyde de republiek fchokkcn en geweldige beroerten moeten ondergaan, welke dezelve noodzaaklyk den ondergang moeten berokkenen. Welk is dan tog de levensregel , dien men met een zodanig temperament zig moet voorfchryven ? Ik meen dat hier toe moeten dienen zodanige wetten, welke den middelweg inflaan, welke, zonder aan de armen iets van hunne rechten te ontneemen , beletten , dat de ryken die hartstogten , die hun de rykdommen verfchaffen, nimmer kunnen misbruiken. Het volk is aan de middelmatigheid van zyne bezittingen eene fooit van gematigdheid verfchuldigd, in welke hetzelve zig ook houdt, zo lang men hetzelve niet door veragting of onregtvaardigheden verbittert. De rykdommen geeven integendeel aan hunne bezitters eene verwaandheid, welke des te meesteragtiger is, naar maate dat zy zotter is. Zy wil heerfchen, en haare wcnfchen veranderen voor haar in rechten. Waarom volgen dan de overige Americaanfche Staaten het voorbeeld van Georgien niet, in het verbieden van de erflaatingen over de hand? (i) Waarom leggen zig uwe wetten niet toe, om die onmaatige G be- (0 F'iiekommhfen,  98 III. BRIEF OVER DE REGEERINGSFOR.M* bezittingen , welke de gierigheid der ryken onophoudentlyk opeen ftapelt, te verdeelen? Waarom maaken zy de weelde niet veragtlyk, om langs deezen weg aan de begeerlykheid het voedzel te ontneemen, 't welk haar onderhoudt, en snverzaadelyk maakt? Indien de wetten van America op deeze grondbeginfelen gebouwd waren geweest, dan zou ik met vermaak gezien hebben, dat zy het gevaar gekend hadden, aan 't welke uwe republieken bloot ftaan, en dat men ten minden zig hadt toegelegt, om in den Staat eenen band van vrede en eendragt te maaken, en de grondflagen van de vryheid op eenen vasten grond te leggen. Menigmaal befchouw ik de Zwitferfche Cantons met vermaak. Sommige van hun bezitten kleine provintien, met eikanderen in 't gemeen, van welke zy de fouverainen zyn. Hunne kragten zyn alle aan eikanderen zeer ongclyk , hunne wetten zyn zeer onderfcheiden, en tusfehen hunne Godsdiensten is een aanmerkelyk verfchil; terwyl dezelve ondertusfehen, hoe zeer anders overal zeer tegen eikanderen gebeeten, in dit gelukkige land eikanderen geenen den minden aandoot geeven. Zy zyn door eenen veel zwakkeren en veel minder geregelden band aan eikanderen verbonden, dan de dertien vereenigde Staaten van America. Zy genieten ondertusfehen eene orde en gerustheid, tot welke de Americaanen mooglyk nimmer geraaken zullen. Men heeft in dit land nimmer, dan alleen voor ee« nige oogenblikken, beroerten gezien, en dan nog heb-  EN WETTEN VAN NOORD"AMERICA» 99 hebben deeze nimmer eenige zaaden van haat, nyd of vervolgzugt nagelaaten. Wat is de reden, waarom deeze vereenigde republiek met zo veel wysheid beftuurd wordt? Waarom heeft de democratie van zommige Cantons daar niet dezelfde buijen en vlaa•gen, die haar zo natuurlyk eigen zyn ? Waarom is de aristocratie, welke uit haaren aart zo agterdogtig, zo meesteragtig is, by voorbeeld in het Canton Bern, niet anders, dan eene vaderlyke bciluuring? Waarom gelooven daar de overheden, dat zy enkel de agenten, en niet de meesters van de maatfehappy zyn ? Hoe meer gy naar de reden van deeze gelukkige regeeringsvorm zoekt, hoe meer gy overtuigd zult worden, dat dezelve alleen toe te fchryven is aan het flilzwygen, waar toe de Zwitfcrs de natuurlykife begeerten van het menschlyk hart veroordeeld hebben. Zy hebben alle zorg aangewend, om tog alle die verzoekingen, welke de overheden zouden kunnen aanlokken om heerschzugtig en onregtvaardig te worden, van zig te vcrwyderen. Hier door is het volk vol vertrouwen en zekerheid, en het bemint de wetten, en rekent op derzelver befcherming. Het vaderland is hun dierbaar, zy zien eenige onagtzaamheden, en eenige kleine verongelykingen , welke een onaffcheidelyk gevolg van de menschlyke broosheid zyn, zonder eenigen fchrik of ongerustheid aan. Zy bewoonen een arm land, en hier door worden zy bewaard voor alle die onbehoorlyke behoeften, welke de maatfehappy elders wanhoopig maaken, en de rykfte landen uitputten, Q 9 Pe  JOO JIT. BRIEF OVER DE RRftRERTNGSFORM De vreemde dienst, in welken zy zig verbinden, brengt hun tw'eederlei voordeel aan. Het eene, dat zy hier door, niet tegenftaande de vrede, welke zy beminnen en genieten, altyd geoefende foldaaten hebben, en het andere, dat zy zig hier door van ilegte onderwerpen kunnen ontdoen, welke zy niet kunnen te vreede dellen, met de eenvoudigheid der Zwitferfche zeeden. Deeze aanmerkingen hebben my vreemd doen vinden, dat de vereenigde Staaten van America, in bezitting zynde van vrugtbaare landen, en zig op de allergunstigfte wyze geplaatst vindende om eenen ryken koophandel te dryven, niet voorzien hebben dat zy weldra voor alle die gebreken zouden bloot leggen , welke noodzaaklyk groote rykdommen vergezellen. Hunne wetgeevers behoorden derhalven opgemerkt te hebben , dat hunne republieken zeer moeilyk die zeeden zouden behouden, welke nodig zyn, om vryheid te genieten. Zy moesten by gevolg het ook niet laaten by eene algemeene en onbepaalde aanbeveeling van de beoeffening van eenige deugden, zy moesten in tegendeel niets onbeproefd laaten, om dezelve onder hun bemind en gemeenzaam te doen zyn. Ik wil niet ontveinzen, myn Heer! dat de Americaanen hunne onafhanglykheid in ongelukkige tydsomftandigheden gevestigd hebben. Wy beleeven die tyden niet meer, in welke fterke, verheevene en moedige geesten te gelyk voor de allerfterklte on«  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. ioi onregtvaerdigheden, en de grootfte deugden vatbaar waren. De Zwiifers te arm , om in de gebreken van onze eeuw te deelen, en zelfs door hunne armoede aan eikanderen verknogt, verzetteden zig tegen die Heeren, welke door hunne knevelaryen en wreedheden eindelyk hun geduld vermoeiden. Zy konden zig in hunne onderneemingen niets anders voordellen, dan de vryheid en de roem. Al het overige was hun onbekend. Uwe volkplantingen in tegendeel waren reeds bedorven door hunne betrekkingen tot het moederland, en benydden aan hetzelve even zo zeer haare fchatten, als haare vryheid. En dit is de reden, gelyk ik reeds de eer heb gehad van u te zeggen, waarom ik gaarne zou gezien hebben, dat eene langduurigc en moeilybe oorlog nieuwe hartstogten en nieuwe denkbeelden onder ulieden had doen gebooren worden, in plaats van die geene, welke gylieden uit Europa* gehaalt hebt. Ik keer weder tot de Zwitfers , myn Heer! en hoe meer ik hunne vereeniging in overweeging neeme, des te meer ben ik overtuigd, dat zy de duurzaamheid van hunne zecden, en van hunne gelykheid, voornaamcntlyk aan die gelukkige inrigting te danken hebben, dat zy geen eene verfterkte ftad geen eene vesting hebben, in welke zy bezetting behoeven te leggen, dat is te zeggen, foldaaten, die voor loon dienen, die niet anders, niets meer zyn dan foldaaten, en die nooit beeter te vreede zyn. dan wanneer zy vreedzaame burgers eenen fchrik op het G 3 lyf  loa III. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM lyf kunnen jaagen, en aan dezelve hunne ingebeelde meerderheid doen gevoelen. Hier van daan, dat de overheden geene foldaaten by de hand hebbende, over welke zy naar welgevallen kunnen befchikken, zig tegen wil en dank gewennen, om in alles den weg van bemiddeling en van rechtvaerdigheid te betreeden. Zy zyn in alle hunne onderncemingen omzigtig, om dat hunne verbeeldingskragt, welke zig met geene ftoute ontwerpen voed', zeer ligt aan vaifche hoop wederftand biedt. Wanneer deeze overheden vestingen en loontrekkende bezettingen in dezelve hadden gebadt, dan hadden zy tevens gevoeld, dat zy eene magt bezaten , die hun veel meer vertrouwen ingeboezemd zou hebben, en hun by gevolg minder omzigtig en onrechtvaerdig gemaakt hebben. Men zou onder voorwendfd van den toegang tot het land te willen verdeedigen, het getal der vestingen vermeerderd hebben. En ter zeiver tyd zouden de overheden veel gieriger en eerzugtiger zynde, niet nagelaatcn hebben, om in den burger den fmaak voor het militaire tc verdooven, door voor te wenden, dat men hunnen fmaak voor de rust en den arbeid van den landbouw wilde begunfligen. Wat zou 'er van die kleine Cantons geworden zyn, in welke nog de allervolkomenfle en vryfte democratie heerscht , onder de befcherming van goede zeeden ? Zouden daar de burgers op den duur-, even als in die eeuwen, welke de menschlykheid het meest vereeren, onder eenen ouden eiken of  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 103 of dennen boom hebben blyven vergaderen , om daar , zonder eenig bedrog of kunstenaary, dc. Staatszaaken in overweeging te neemen? Neen, dan zouden die Cantons, in welke thans de democratie door de wetten en gewoonten van eene wyze aristocratie getemperd is, reeds zedert zeer langen tyd aan aristocraaten , dat is , aan dwingelanden hebben moeten gehoorzaamen. Bern zelfs, welks aristocratie geene van die gebreken heeft, welke eeniger maate aan deeze regeeringsvorm eigen zyn , zou, door haare eigene burgers in flaverny te brengen , niet nagelaaten hebben , om het Zwitferfche eedgeuoodfehap te verwoesten. De ftaatzugt en gierigheid, waar toe deeze republiek dan zou vervallen geweest zyn, zou dan op niets anders bedagt zyn geweest , dan op het misbruiken van hunne kragten. Bern zou dan haare bondgenooten aan zig onderworpen hebben, daar die republiek nu in tegendeel derzelver rechten en het bondgenoodfehap zo heilig eerbiedigt. Gy zult my ongetwylfcld antwoorden, myn Heer! dat alle uwe republieken kngs de zeekust, en aan de monden van de groote rivieren, (leeden en zeehavens hebben , welke men noodzaaklyk moet verfterken. Ik gevoel zelve, van hoe veel belang het voor ulieden is, dat gy den toegang tot uwe havens door vestingen en] altoosduurende bezettingen kunt verdeedigen, indien gylieden in uw eigen land meester wilt blyven. Ik begryp zelfs, dat gylieden niet wel kunt nalaatcn, om in het binnenlte van uw land G 4 ec  I04 Hl. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM eenige fterke kasteden te bouwen, om de afloopirrgen en ftrooperyen voor te koomen , welke de wilden, die u omringen, op uw grondgebied kunnen doen komen. Hebt derhalven vestingen en bezettingen , dewyl uwe provintien niet even gelyk Zwitzerland door de natuur verfterkt zyn. Maar deeze verzekerde plaatfen moeten in geenen deele ter befehikking ftaan van de overheden van dat land, in het welke zy aangelegd worden. Zy zouden''er zonder twyffel misbruik van maaken : ik kan my van die vrees niet ontdoen. Ik zou dus van begrip weezen , dat alle deeze fterké plaatfen behoorden te worden toevertrouwd aan de beftuurbg en het bevel van het algemeene Congres. Die vergadering, welke uit hoofde van de vorm van ulieder vereeniging, alleen bekleed is met de magt om met vreemde mogendheden te handelen, behoort ook de magt e hebben, om het leger te gebieden, en alzo ook vreemde mogendheden vyandelyk te keer te gaan. Langs deezen weg zouden zodanige bezettingen, aan welke het verboden moest zyn, om zig immer in de burgerlyke zaaken te fteeken, en welke van niemand eenige bevelen zouden ontfangen, dan van het Congres, nimmer een wapen kunnen worden in handen van de overheden. Hier door zou de burgerlyke regeering, daar zy geene andere middelen, dan die van zagtheid en bemiddeling by der hand hadt, om de by toeval onlluimige geesten tot bedaaren te brengen, zig verpligt vinden, om zig aan eene ftaatkunde, die met haare omftandigheden overeen kwam , te onderwerpen. - En gelyk dus de  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 105 de burgers van hunnen kant ook niets te vreezen zouden hebben, zouden zy zig eindelyk ook gewennen, om niet uit vrees, maar uit eerbied en verknogiheid, de wetten ie gehoorzaamen. Hieruit zou eene algemeene gerustheid en veiligheid ontftaan ; de ryken zouden mooglyk geen misbruik van hunne rykdommen maaken, of ten minflcn het zou langer aanloopen, eer zy dat zouden doen, en zy zouden 'er minder hoogmoed by vertoonen. De gewapende natie zou even als in Zwitferland de weezentlyke fterkte van den Staat zyn, en zig tot zelfs in haare onderwerping en armoede doen eerbiedigen. Het komt my voor, dat geene van uwe republieken iets te vreezen hebbe , van de party, welke ik hun voorfla. Of is het mooglyk om te denken , dat het algemeene Congres eenmaal tot dien flap zou kunnen koomen, om die kragten, welke ik haar wil toevertroimen, te misbruiken , om zig een gezag aan te matigen, 't welk doodlyk zou zyn voor de vryheid der Americaanen ? Beflaat dan dit eerwaardig lighaam niet uit leeden , welke alle de eerampten van hunne republieken eerst bekleed, cn die zig daardoor derzelver zeeden en hebbclykheden eigen gemaakt hebben , en welke weldra wederom in den gewoonen burgerfland moeten wederkeeren? En ftel al eens, dat zy dwaas genoeg waren, om eene zamenzweering aan te gaan, wat zouden zy dan tog met hunne vestingen, kasteden en bezettingen kunnen uitvoeren , tegen de gewapende burgeryen van uwe dertien vereenigde republieken? Te P^tssr, den 13 Augustus 1783. G 5 VIER-  Ic5 IV. BRIEF OVER DE REGEERINGSPORM VIERDE BRIEF. OVER DE GEVAAREN , AAN WELKE DE VEREENIGDE STAATEN VAN AMERICA ZYN' BLOOTGESTELD. HOE DE BEROERINGEN EN VERDEELDHEDEN ZULLEN GEBOOREN WORDEN. NOODZAAKLYKHEID OM DE MAGT VAN HET ALGEMEENE CONGRES TE VERMEERDEREN. Nadat geheel Europa in de uiterfte bekommering is geweest, myn Heer! dat gylieden het nimmer tegen de kragten van Groot-Brittannicn zoud hebben kunnen uithouden, ftaat het thans verrukt over dien heldenmoed en ftandvastigheid, welke ulieden nimmer verlasten hebben, en over den zo gelukkigen mtftag, welken gylieden op uwe ondernecming hebt. Reeds zyn de praliminairen van die vrede, welke de onafhanglykheid van America zal bevestigen, getekend; en op dit oogenblik, in 't welk ik de eer heb van aan u te fchryven, ftaan wy op liet punt, van dezelve door een plegtig tra&aat te zien bekragtigen. En daar nu alle natiën zien, dat zy voor hunnen yver en fchranderheid eenen nieuwen tak van koophandel geopend heeft, is iedereen 'er op uit, om zig met den buit der Engelfchen vet te maaken. Daaglyks ontmoet ik zodanige geldpolitieken, welke u-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. IOJ ulieden niet uwe vryheid, maar die fchatten, welke uit alle vier de waerelddeelen in uwen fchoot liaan uitgcftort te worden, benyden. Reeds zien zy in hunne denkbeelden de zee als bedekt met uwe fcheepcn; en daar zy het goud aanmerken als dezcenuw van oorlog en van vrede, cn als het groote onderwerp van de diepfte Staatkunde, laaten zy ook niet na , om aan uwe Staaten den uiigebreidlkn voorfpoed te voorzeggen. Wat my aangaat, ik wil niet ontveinzen, dat in tegendeel deeze al te groote voorfpoed my voor uliedcr toekomend lot doet beeven. En ik vertrouw, nadat gy nu reeds drie brieven) van my gcleezen hebt , dat myne bekommering u niet zeer verwonderen zal. Ik breng my telkens het denkbeeld van Plato voor den geest, die, aan zodanige republieken , welke zig vestigen wilden , en de duurzaamheid van hun geluk op vaste grondftagen bouwen, den raad gaf, dat zy zig nimmer aan de zeekust, of op de oevers van eene groote rivier moesten ter neder zetten. Deeze legging , zcide hy, zou zodanige republieken aan de gevaaren van den koophandel bloot ftellcu. Dc vreemdelingen, welke buiten twyffel gebruik zouden maaken van die gelegenheid, om hunne overtolligheden tc kunnen llyten, zouden die republiek aan telkens nieuwe behoeften gewennen. Weldra zullen de burgers, door deeze nieuwigheden, welke zy eindelyk niet meer zullen kunnen misfen, verlokt, cn door aan J^an onbekende hartstogten voortgelleept worden-  *o8 IV. brief over de REgeeringsform dende, in den waan geraaken, dat zy hun vaderland "nen wezenlyken dienst bewyzen, wanneer z et ^gerwnlen Aagten , dat hun de koopwaaren door vreemdelingen aangebragt worden. Weldra" li nZZy°P hU"ne bemt derlviercn en ^ met htmne fch en v]ooten ^ ^ men zal dus alle kunftén , alle handwerken ten Wen aanmoedigen, maar, twyfifel Jer niet aa * deeze, u, menigte, in- en uitgevoerde vragten 2« koopwaaren, zullen eindelyk voor de republiek de W~»W doos van Pandora worden. Indien wy deeze leer, welke wy woest, ^k zelfs befpotlyk noemen, om dat wy onze eige2 ;aaSheid V°°r 0ns ^ ^dekken willen, eens -es^en geloven welkedoodlyke gevolgen z'oude,; ZÏ ^ HeeH Uk dCZClVe ni£t VOor de vereemgde Staaten van America moeten trekken? Zonder t yffelzou ^ ^ geene redenen hadden, om zig eenen voorfpoed van angen d 00 ^ ^ , ^y-nog heden alle die onnaauwkeurigheden, welke den aandagt van uwe wetgeevers ontflpt zyn n -er welke ik de vryheid gebruikt hebbe, van u in mynC voorg^«de brieven te Onderhouden. Deeze wysgeer zou ulieden zeggen, dat het mooglyk is, «" gylieden, door uwe regeeringsvorm op eene » er^eregelden voet te brengen, door uwe wetten zelve eikanderen onderling fchraagen en onderden. ' dat de bufSers op dezelve verliefd worden, uw  EK W.XTON V*« J\O0K.U-AMEiiICA. ÏC>9 öw toekomend ongeluk eenigen tyd zult kunnen verfchuiven en uitflellen, maar dat gylieden hetzelve mmmer zult kunnen ontduiken , en dat gylieden eindelyk eens het flagtoffer zult moeten worden van, en u zult laaten verleiden door alle die verzoekingen, die ulieden omringen. • Die Plato is een onhandelbaar mensch. Hy had de kragten van de menschlyke reeden, en den in. vloed der hartstogten op dezdve; volkomen beregend. Hy kende den voortgang van onze gebreken in den grond, en dat noodlottige verband 't welk dezelve alle aan eikanderen hegt. Mooglyk zou hy onbefcheiden genoeg geweest zyn, om l te zeggen, dat die wilde volkeren , welke aan uwe grenzen leggen, minder ontbloot zyn van de grondbeginzelen van de waare befchaafdheid, dan die volkeren, welke den koophandel dry ven, en de rykdommen beminnen. De wilden, zou hy mooglyk zeggen, redeneeren wel niet op eene geregelde wyze, en volgens de kunst, over de rechten van de mensehlykheid, maar alle de grondbeginzelen van die wetenfchap zyn in hunne iïerke en werkzaame ziel diep ingeprent. Nimmer zullen zy eenen afkeer hebben van zodanige deugden, welker nuttigheid men hun zal leeren kennen. Zy zullen dezelve uit overtuiging omhelzen. Daar in tegendeel die natiën jelke z,g het meeste op hun doorzigt laaten voorlaan, zig veeltyds aan die beweegingen ovenreeven, welke hun tot de misdaad verleiden, en door hunne kundigheden eindelyk redenen ontdekken, om  Ho IV. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORïVC om dezelve te regtvaerdigen, of liever om dezelve te doen goedkeuren. Laaten wy , indien het u behaagt, myn Heer! van eene minder ftuurfche wysgeerigheid fpreeken, die beter geëvenredigd is naar de zeeden van onze tegenwoordige eeuw. Laat ik u de gevoelens van D1. Brown over den koophandel eens mogen voordragen. Ik geloof, zegt hy, indien men de commercie in haare natuur en gevolgen wil nagaan, dat men overtuigd %al worden, dat zy, zp in haare beginfelen, als in haaren middelmaatigen fland zeer voordeelig voor een volk is. Maar dat zy^ zodra zy door verdere vorderingen eindelyk tot den hoogflen top van welvaart opgevoerd word, dan werenlyk gevaarlyk en doodlyk word. In het be* gin verborgt ^y de handeldryvende natiën van hunne onderlinge noodzaaklyke behoeften , zy komt gebrek voor, zy vermeerdert derrelver kundigheden, z_y geneest dezelve van hunne vooroordeelen, zy breid de gevoelens van menschlykheid uit, vervolgens bezorgt zy aangenaamheden aan het volk, 7yy vermeerdert het getal der burgers, yy doet geld munten , zy geeft de geboorte aan kunsten en wetenfchappen, zy legt de wetgeevers billyke wetten in den mond. Zy breid den over~ vloed en welvaart wyd en zyd uit. IWaar zodra zy tot haar hoogfle toppunt gekomen is, dan verandert iy van natuur, en dan brengt zy geheel andere uitwerkfelen voort. Dan voert 7y de overtolligheden met den overvloed in, dan veroorz^aakt 7J  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. iU tV de gierigheid, dan doet ry de weelde ryzen, en terwyl £y aan den eenen kant onder de lieden van den eerften rang eene foort van verfyning in dat fmaak doet gebooren worden, die hunne verwyfdheid volkomen maakt, bederft zy aan de ander* Zyde op eene tastbaare wyze de grondbeginfelen. van de geheele natie. In het begin is de naarftigheid Spaarzaam, tonder tegen de edelmoedigheid te ftryden. Op dien tyd nog maar bepaald zynde binnen den omtrek van de noodzaaklyke behoeften , bejlooten binnen de paaien van eene gematigde genieting van de aangenaamheden des levens, bezigt ry haar klein overfchot tot het oefenen van liefdadigheden cn mildheden. Maar naar maaie dat de naarflig. heidde rykdommen vermeenigvuldisj, vermeerdert ZY ook den fmaak voor den overvloed; daar de geldzygt een werk van verbeelding is, en niet van gevoel, zo is dezelve ook tevens onverraadlyk, en verwekt 7J eene walging en afkeer van dl voorwerpen, aan welke yjg anders de natuurlyk. fte hartstogten hegten. 'Er is geene hebbelykheid, welke door de gewoonte dieper wortelen fchiet, dan die van het opeenftapelen van geld. Een mensch, die zig aan dezelve heeft overgegeeven, word geheel door dezelve geregeerd. 'Alle zyne uitrjgten komen in dat middenpunt uit. Niets kan in rjne oogen by het genoegen van fchatten opeen te ftapelen evenaaren. Dienvolgende moet ieder koopman, die zig voor feit om ryk te willen wor-  112 IV. BRIEF OVER DE REGEERING8FORJI worden, even daarom naarflig worden, en even dat zelfde, 't welk oorzaak is van zyne naarflig. heid, is ook tevens de oorzaak van zyne gierig, heid. Maar dat geene, 't welk zig in byzondere menfchen vertoont, heeft ook plaats by geheele handeldryvende naden. Indien deeze natie den handel alleen dryft, om ryk te worden, indien het toppunt van haare begeerte is , om zig in den overvloed te baaden , en indien zelfs de hoofden van die natie, door denzelfden geest gedreeven , even daarom ook zelve kooplieden zyn, dan moet noodzaaklyk het heerfchende karakter van dat geheele lighaam eene naarflige gierigheid 7yn. Dan zal men alle landen, onder welk eene lugtflreek ook gelegen , gaan doorfnuffelen , dan z^al men alle zeeën doorkruisfen, en alle gevaar en flout. moedig onder de oogen zien, om langs dien weg aan de behoeften van weelde en gierigheid te kunnen voldoen. By het zo groote" gezag van deezen fchryver, zou ik nog kunnen voegen, dat van Cantillon, een man van het doordringendst en uitgebreidst vernuft. Deeze man had zelve eenen zeer uitgebrciden koophandel gedreeven , en alle die fpringveeren, welke denzelven in beweeging brengen en doen werken, en door welke de kooplieden , de bankiers, de wisfelhandelaars , de fpeculatiehandelaars zig ftandvastig laaten leiden , in den grond leeren kennen. Men ziet in zyn werk klaar, dat het geld de ziel is van alle hunne werkingen, dat zy wel een land be-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. tij bewoonen , dog eigentlyk geen vaderland kennen; dat hunne onverzaadlyke begeerlykheid ongevoelig tot alle burgers ove.flaat, welke, daar zy telkens nieuwe behoeften krygen , nimmer ryk genoeg kunnen weezen. Vervolgens befchouwt hy den koophandel met een ftaatkundig oog, en hy bewyst zeer klaar, dat zy aan een volk niet dan een oogenbliklyk en kortftondig vermogen geeft, nog kan geeven. De overvloed , op welke een zodanig volk hoogmoedig is, verdwyntras. Daar de kosten, welke op eenen ryken koophandel loopcn, van tyd' tot tyd zwaarder worden, laat men weldra zyne eigene inlandfehe handwerken vaaren, om dezelve by arme volkeren, waar de werkende hand beter koop is, te gaan zoeken. Dan begint men de beftuurders van de maatfehappy van dwaasheid, of ona-tzaamheid te bcfchuldigcn, om dat de koophandel vervalt, en het geld fchaars word, even als of zy het u, hunne handen hadden, om de natuur der emgen te veranderen. Ondertusfehen, merkt Cantillon aan, maakt men ^g in die oogenblikken van overvloed, welke men geniet, of in welke men als van voorfpoed dronken is, harsfenfehimmige denkbeelden van zyn vermogen. Men veragt zyne nabuuren, om dat zy minder ryk zyn, men verbeeld zig hier om reelit te hebben, om over hun te heerfehen, of ten minften om Hun uit de hoogte te behandelen. En >t zy me» dit aan eerzugt, verwaandheid, of onkunde, of aan alle drie deeze hoedanigheden , welke zig wonder H wel  114 TV. BRIEF OVER DE REGEERING SFO&.M vel met elkander plooijen, moet toefchryven , men ontwerpt zig onderneemingen , welke de kragtcn verre te boven gaan. Hieruit ontdaan dc geklopneemingen, en het geheele zamendel van die ver» wonderlyke kunst, om een uitgebreid crediet tc krygen. Maar gelyk de menfchen nooit wys genoeg zyn, om uit de ondervinding te leeren , zo vind men dan ook banken uit, om langs dien weg het gebrek van geld, waar in men zig bevind, met papieren aan te vullen. En weldra houdt men daande , dat het credit de grond is van het vermogen van den Staat. Waarlyk een zandgrond! De ingebeelde rykdom der banken verdwynt, nu word men bedagt om den koophandel wederom aan te wakkeren , en hier toe bezigt men de wapenen, dog men voorziet niet, dat de oorlog oneindig meer fchattcn zal verfiinden , dan de voorfpoedigde koophandel immer kan aanbrengen. Dan, myn Heer! ik zal het hier by laaten, want ik twyflel niet of het werk van Cantillon is in America bekend. Indien nu alles wat ik daar ter neder gedeld heb, door de eigen woorden van Dr. Brown uit te fchryven, en een kort uittrekfel van de leer van Cantillon op te geeven, voor eene ontegenfpreeklyke waarheid, welke duizend maaien door de ondervinding bevestigd is, moet doorgaan, zou ik dan niet wel eenige bekommering mogen hebben over het lot, 't welk den vereenigde Staaten van America boven het hoofd hangt ? Zou ik my niet ongerust mogen maaken, daar ik zie , dat hunne plaatslyke ligging hun uitnodigt, hun uitlokt , hun dringt, om zig geheel aan den. koop-  HN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. n5 koophandel over te geeven ? Uwe deeden zyn vervuld met burgers, welke reeds voor uwe daatsomwenteling alle de denkbeelden der Engelfchen over den koophandel, de rykdommen, en den voorfpoed van eenen Staat overgenomen hadden, en welke niet wyzer geworden zyn, fchoon zy met hunne oogen hebben gezien , dat Engeland eindelyk arm geworden is, in 't midden van alle haare fchatten, welke men haar zo zeer.benydt, en welke, gelyk uw eigen oorlog bewyst, hun niets anders aangebragt hebben, dan een onbedagtzaam vertrouwen, en eene bedrieglyke hoop. Welke maatregelen hebben uwe wetgeevers genomen om den koophandel paaien te zetten, en binnen dien gelukkigen middelftand te houden , door welken hy volgens Dr. Brown zig nog met eenige deugden kan vermaagfehappen ? Ik weet, dat alle hunne wetten niet anders dan een onvermogend bolwerk zouden geweest zyn , indien men in dezelve voor de hartstogten maar de geringde hoop van te zullen kunnen uitfpatten, had overgelaaten; maar ik zou ten minden met vermaak gezien hebben, dat men tot de grondbeginfels van eene gezonde Staatkunde opgeklommen ware, en deeze inrigtingen zouden althans den voortgang van die gebreken, voor welke ik met Plato vreeze, moeilyker gemaakt hebben. Dan wel verre van daar. De republiek van Masfachufets, welke gemaakt fchynt om het voorbeeld aan de andere tc geeven, beveelt, dat men alle d* H a  Il6 IV. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORflt byzondere maatfehappy en, en de openbaare inrigtingen, welke ten oogmerk hebben, om den voortgang van den landbouw, van kunfien en wetenfchappen, van binnen- en buitenlandfchen handel, van handwerken, en van naarfligheid te bevorderen, ten flerkflen zal aanmoedigen. Men gelooft zonder twyfiel met D1'. Brown , dat een matige koophandel eenige voordeelcn aan dc maatfehappy toebrengt, en zonder op het overige van zyne lesfen eenigen aandagt te vestigen, befluit men, dat derhalven een meer uitgebreide handel ook des te grootere voordeden zal geeven. Maar men moest in tegendeel met Plato gezien hebben , dat daar deeze middelmatige koophandel de ontembaarfte hartstogten gaande maakt, zy even daarom de zaaden van eene menigte gebreken in zig bevat, welke veel fterker zullen worden dan de ftaatkunde en de wetten. Vergun my , myn Heer! dat ik het voetfpoor van Dr. Brown, voor wien ik den diepften eerbied hebbe, volge, en u van ftap tot ftap den voortgang der onheilen, welke ik voor de vereenigde Staaten van America vreeze , ontwikkele. Zo lang uwe voornaamfte fteeden zig enkel zullen toeleggen om hunne betrekkingen uit te breiden, en hunne werkende handen te vermeerderen , zo lang zal uwe republiek eene vertooning maaken van inwendige rusten welvaart, om dat de burgers, door de zorgen en arbeid van hunnen byzonderen koophandel, een weinig ^beginnende afgetrokken tc worden van de  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. 117 de bemoeijenis met het belang der algemé*ene zaak, dan ook dien yver, dien Herken aandagt, en die liefde tot het algemeene welzyn niet zullen hebben, weïke eene groote deugd is, dog welke gemeenlyk heevige tweedragt, fomtyds benydingen, en foortcn van partyfehappen verwekt, welke door al te vrees agtige harten byna altyd voor een beginfel van verwarring en opdand aangezien worden, dog welke in der daad niet anders zyn, dan eene gisting , die zeer dienliig is, om den geest tc verheffen, en aan denzelven kragt , moed, en dandvastigheid by te zetten. De landbewooncrs zullen van hunne zyde dan nog niets anders ondervinden, dan de voordeelen van den koophandel. De voortbrengfclen der aarde zullen hier door eene nieuwe waardy ontfangcn. De arbeiders, aangemoedigd door dc vrügten van hunnen arbeid, zullen zig toeleggen, om onbebouwde landen vrugtbaar te maaken; het getal der inwooners zal vermeerderen , 0111 dat de kinderen niet tot lasten van hunne ouders zullen wezen. Men zal te gelyker tyd aan alle kanten nieuwe handwerken zien opregten, welke alle het hunne zullen toebrengen, om den koophandel en landbouw te bevorderen. Deeze fchildery vertoont tot nog toe niets verfchriklyks voor zodanige menfchen, die niet gewoon zyn, zig het toekomende als tegenwoordig voor den geest te ftellen. Men ziet hier niet dan volkeren, die in den grootftcn overvloed leeven, en welke de' nuttigde kunden en handwerken met yver doorzetH o ten.  IlS IV. BRIEF OVER DE REGEERING SFOBM ten. Maar, ik bid u, laaten wy de groeijende en nog zwakke gebreken , welke onder deezen be* drieglyken fchyn verborgen zyn, eens van naby bezien. Het komt my voor, dat de geest van koophandel , binnen zeer korten tyd, den algemeenen en heerfchenden fmaak van alle uwe flcedciingen moet inneemen. Die zig daar aan niet geheel zou willen overgeevcn, zou fchyncn te willen arm worden, en zig beneden dc kooplieden te willen plaatfen, welker fchatten van dag tot dag aangroei) en zullen. Ik geloof zeer wel, dat deeze nieuwüngs ryk gewordene in het begin niet anders zullen hebben, dan die groove en dwaaze verwaandheid, welke de ryk* dommen aanbrengen. Zy zullen wel hunne medeburgers, die zo veel fortuin niet gemaakt hebben , niet veragten, zy zullen zig alleen verbeelden, dat zy hun in bekwaamheid overtreffen, Deeze belaglyke inbeelding zal hun egter niet beletten, dat zy nog eenen geruimen tyd braave menfchen blyven. Maar zoud gy durven denken, dat hunne kindereu in het tweede, of uiterlyk in het derde geflagt, die driften en hartstogten niet zullen hebben, welke zo natuurlyk aan die rykdommen verknogt zyn, in welke zy gebooren zyn? Met welk een oog zullen dee/e die gelykheid befchouwen , welke uwe wetten tusfehen de burgers hebben willen houden? Zy zul'' niets begrypen van die onvervreemdbaarc rechten van de fouverainiteit, welke gylieden aan het volk hebt toegekend. Welk een wondér zal 'e geb- uren, om voor te komen, dat de rykdommen in America de familien niet in onderfcheideue rangen •zul;  . EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. IIQ zullen verdeden , daar zy by alle oude en heden, daagfehc volkeren de bron en grondflag zyn geveest van dien adel , op welken men zig zo veel laat voordaan. Waarom zouden die rykdommen, welke overal de allerwczenlykde, de allertastbaarde onderfcheidingen tusfehen de menfchen hebben te wege gebragt, juist by ulieden toclaatcn, dat de minvermogenden dezelfde voorrechten zouden mogen genieten, als de ryken ? Het kan derhalven niet mis* fen , of uwe regeeringsvorm moet haare gedaante verhezen. — En het vooruitgezigt van die omwenteling, welke ulieden dreigt, urgent fata (/c), is de waare reden , waarom ik de inrigtjng van het ftaatsgedel van Masfachufets de voorkeur voor alle andere gegecven heb, als welke de democratie binnen de naauwfte paaien bcfluit , en als van zelve den overgang van dc republiek tot de aristocratie voorbereidt, zonder dezelve aan die geweldige en beroerende beweegingen bloot te hellen , welke vaarfchynlyk Pcnfilvanic zal moeten ondergaan, en welke haar naar alle waarfchynlykheiJ onder het juk van eene regeering van weinige, -en zelfs misfehien van eenen enkelen meester zullen doen bukken. Ik keere weder, myn Heer! tot de landbewooners, en ik geloof , dat, daar zy zig in het begin alleen met hunne oogden cn met het vrugtbaa: maaken van onbebouwde landeryen bezig zullen houden, zy CO Het noodlot wil liet zot H 4  120 IV. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORtVT zy dan ook met hun lot zeer vergenoegd zullen weezen, en dat zy, wanneer zy hunne eetwaaren maar duur kunnen verkoopen, zig in 't geheel niet zullen bemoeijen met het geene 'er in de {leeden omgaat. Maar alles heeft in de menschlyke zaaken een eindpaal. En kan men zig vleijen, dat deeze menfchen, wanneer zy, na eenigen tyd zig van de bemoeijenis met flaatszaaken onttrokken te hebben, eindelyk hunne bezittingen in dien ftaat gebragt zien, dat dezelve hun zeer groote voordeelen geeven , hunne gedagten nimmer zufen laaten gaan over de vryheid; zullen zy den hoogmoed, en de aanmaatigingen der fteedelingcn niet onverfchillige oogen aanzien ? Zy hadden niets minder in hunne gedagten, dan om heerschzugtig te worden. — Zy dagten 'er zelfs niet eens om, dat zy vry waren , zo zeker rekenden zy op de gelykheid, welke by de wetten vastgelleld is. Maar is het te denken, dat deeze menfchen, die de behandeling van wapenen gewoon zullen zyn, die hunne eigene kragten zullen,kennen, wanneer zy den hoogmoed der ryken zullen ontdekken, wanneer zy reden zullen hebben om tc vreczen, dat zy zig van alle de magt meester willen maaken, zig maar zo geduldig zullen overgeeven , om onderdaanen van eene aristocratie te worden? Zodra te Rome de wetten en de zeeden tegen eikanderen flreeden, was de republiek verloö* ren. In zulk een tydftip hebt gylieden niet meer dan eenen Gracchus nodig, dat is te zeggen een fchrander en heerschzugtig mensch, of een drigtig redenaar , om burgers tegen burgers in het harnas te jaa-  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. I!2I jaagen, en hun in eene regeeringloosheid te dompelen, uit welke men zeer dikwils niet anders verlost word, dan om de wreedheden van het despotismus te ondervinden. Zie daar dan eindelyk, myn Heer.' de ontknooping van zaakcn, voor welke ik vreczc. Te vergeefs maakt gylieden wetten, indien zy niet door goede zeeden onderfehraagd worden , tc vergeefs beveelt gylieden de beoeffening der deugd aan, indien gylieden de kunst niet bezit van dezelve te befchermen, en u tegen de bedriegen cn, de kragt, en de overrompelingen der hartstogten tc verzetten, Deeze waarheid doet my beevcn. Z is des tc or.t■zaglykcr, om dat misfehien de gebreken, de vooroordeelen, de manier van denken der Europeaanen reeds zo vecle vorderingen in America gemaakt hebben, dat men daar door zig thans reeds buiten ftaat beWnd, om de vryheid op onwrikbaare gronden tc vestigen. Had gy in uwe republieken wat veel zodanige burgers , als die groote man , aan welken gylieden zo veel verpligt zyt! Wys, gelyk een Fabius, wanneer hy zig naar het beloop van den tyd moest voegen, ondernecmend, gelyk een Mar. cellus, wanneer het op de uitvoering aankwam, kon hy zig tot eenen Cromwel opgeworpen hebben. Maar daar hem niets in beweging b.agt, dan enkel die roem, welke helden vormt, heeft hy zig van al zyn gezag ontdaan, zodra gylieden zynen degen ter uwer befcherming niet meer nodig had. Thans op zyne landgoederen als een gemeen burger levende, H 5 ver-  122 IV BRIfcf OVER. DE REGEERINGSFOK M vertoont liy ons nog eene fchildery van die oude deugden der Romeinfche republiek. Hoe zeer de omftandigheden ulieden niet toclaaten, om die onheilen, voor welke ik vreeze, geheel af te wenden , zo zyt gylieden egter niet te min verpbgt, om alle zodanige maatregelen te neemen , welke dienen kunnen, om derzclver uitbarfting uit te ftellen, cn om ten minften de zaaken zo aan te leggen, cn voor te bereiden, dat die omwenteling vreedzaam, en om zo te fpreeken, ongevoelig in zyn werk ga. De oprechtheid gebiedt dit aan alle goede burgers. Indien onovcikomelyke zwarigheden beletten dat de ftaatkunde niet tot dat oogmerk kan geraaken, 't welk dezelve zig had voorgefteld, dan moet men ten minften alles doen wat mooglyk is, om zig in het fpoor tc ftellen, 't welk dcrwaards heencn leidt. Of zou men het voor niets houden, dat men den voortgang van onze hartstogten, deal te fchielyke vorderingen van onze gebreken, tragtte te fluiten , dat men de deugd zogt te befchcrmen, cn aan te moedigen, dat men dc inwendige rust van dc republiek eenigen tyd langer zogt "te doen duuren , dan de omftandigheden doen voorzien ? Ik bid alle die burgers , die door hunne fchranderheid en vermogens in den weg der Voorzienigheid gefchikt fchynen, om hunne reden en doorzigt te moeten befteeden ten nutte van die menigte, welke een beftendig geluk zoekt, maar blootgefteld is aan de dwaaling, om een ingebeeld voor een ttaaragtig geluk aan te zien. — Ik fmeek (zeg: ik) alle  EN WETTEN VAN NOORD-AM ERICA. 123 alle die burgers, om hunner eigen ecre cn roems wille, ik bezweer hun, dat zy in het oog houden, dat zy thans het noodlot van hunne geheele nakoomlingfchap in hunne handen hebben ; indien zy zig thans het gunftige oogenblik laaten ontflippen, in welk de gemoederen nog met dien moed, die 1 ragl , die blydfchap vervuld zyn, welke uit eene groeijende, en met veel arbeid verkreegen vryheid geboren worden , dan zal 'er naderhand nimmer weder een tyd komen, die gefchikt zal zyn, om eene hervorming te beproeven. Twyffel 'er niet aan. Dc gemoederen zullen zig in de flille gerustheid van de vrede bekoelen, cn voor alle edelmoedige pogingen onvatbaar worden. Indien de vooroordeelen der Kngelfchcn ulieden thans reeds beletten , om uwe regecringsvorm op de beste grondflagen te vestigen, geloof my , de hebbclykheden , welke gylieden u ftaat eigen te maaken, zullen u die vooroordeelen van dag tot dag dierbaarer maaken. Ik heb het reeds gezegt, dan zal 'er nimmer eene gelegenheid komen, om van uwe dwaling terug tc keerert. Ik weet, dat aan lieden, die het meeste doorzigt hebben, doorgaands, wanneer zy van alle kanten de onovcrkomenlykfte zwaarigheden ontmoeten, tegen die verbeeteringen, welke zy gaarne wilden tc wege brengen, den moed benomen word fom hunne ondernccmingen door te zetten, en dat zy mecuigmaalen het ongelukkig belLiit neemen, van zig aan het enkel geval, 't welk het lot der wetten, en der zeeden beflisfen zal, over te geeven. En waarlyk, • niets  IH IV. BRIEF OVER DE REGEERINGSroRM «iets kan onaangenamer zyn voor een burger, die verheeven kundigheden en doorzigt heeft, dan het *m> dat hy het nooit verder kan brengen, dan tot het maaken van fchetzen en ontwerpen van verbeeteringen. Natuurlyk agt hy dat geene bene" z'g, 't welk men uit bekrompenheid van denkgelden aan hem wil toelaaten, hy onttrekt zig van befiuunng van zaaken; en, om dat hy voorziet, «at men hem die onheilen zal ten laste leggen 'wel! ^men hem niet heeft willen toeftaan voor t'e kornen cn . ^ ^ ^ ^ ay de belangens van zyn vaderland dryven. JJe oudheid levert ons vericheiden groote mannen op, welke uit wysheid zig onderwerpende aan het vermogen van den zamenloop der omftandigheden, ^elke geene menschlyke voorzigtigheid veranderen *au geene andere keus hebben gehad, dan die van «agen. Maar de bujyke gefehiedenis heeft hun recht verlèhaft, en telkens doen zien , hoe in de iehynbaar onvoorzigtige partyen, welke zy gekoozen hebben, al die doorzigt, alle die bekwaamheden doorftraalden, welke hun in vollen luifter zouden hebben doen blinken, indien zy gunlliger omHandigheden aangetroffen hadden. Gylieden hebt velheiden burgers , welke zig even zeer door imnne deugd, als door hunne kundigheden hebben doen bekend worden. Ik heb de eer gehad van verfeheiden van dezelve te leeren kennen , en ik breng onder dezelve, de amptgenooten, welke men U gCgeeven hee^ ^ met welke gy zo gelukkig het groote werk van uwe onafhanglykheid voltooit hebt. Wat  r.V TVETTEN VAN NOÖR.C-AMERICA. *f* Wat ook het lot van America moge weezen , veest gerust, myn Heer! dat de nakomeliügfchap aan uwen cn hunnen arbeid recht verfchaffen zal , wannéér zy zal zien, hoe gylieden alle moöglyke maatregelen genomen hebt , om de hartstogten te beteugelen , en om u tegen de geboorte , of ten minften tegen den voortgang der misftagen te verzet-; ten. Zy zal u nimmer die onheilen verwyten, over "elke zy zig beklagen zal. Zy zal van ulieden zeggen , het geene Horatius van Regulus zeide, köc caverat mens provida Reguli (/), en zy zullen 'er by voegen, wy zouden thans gelukkig zyn, «ndierj zy, welken deeze mannen in het beftuur van" zaaken opgevolgt zyn , hetzelfde vooruitzigt, denzelfden moed gehad hadden, en ons volgens dezelfde grondregels hadden blyven beftuuren. Indien gylieden zodanige maatregelen neemt, welke gefchikt zyn , om aan den koophandel te beletten , dat hy nimmer de oorzaak worde van de vermeerdering van uwe behoeften , indien gylieden u tegen den voortgang der weelde verzet, indien uwe wetten op eene voorzigtlge wyze een foort van wantrouwen op de vrouwen inbocfemen, door welke in alle republieken het bederf ingefloopen is, indien gyheden hinderpaalen weet te ftellen aan de heersen- " zugt der ryken , welke natuurlyk geneigd zyn zhr te verbeelden, dat alles hun toebehoort, om dat zy de rykdommen, voor welke alles gewoon is onder te CO Hier teSen heeft de ver-vooruitziende Reg„h,s gezorgd.  I2Ó IV. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORRï te doen, bezitten. In één woord, indien gylieden u toelegt, om tusfchen alle de burgers en tusfchen alle de onderfcheidene takken van de regeering, een zodanig evenvvigt tc vestigen, dat men daar uit be11 uiten moet , dat gylieden alle moöglyke moeite hebt aangewend , om de vryheid op dc zekerde wyze op den grondflag der wetten te doen berusten, vreest dan niet, dat men immer die onheilen, welke eenmaal aan America kunnen overkomen, op uliedcr rekening zal ftellen. Men zal dezelve dan alleen aan die ongelukkige omftan ligheden moeten toefchryven, in welke gylieden u bevond, toen gy uwen ftaat vormdet. De verllandigen zullen dan zeg» gen, daar onze eerfte wetgeevers zig in zodanige omftandigheden bevonden, dat zy geen Lycurgusfen konden zyn; zyn zy Solons geweest, zy hebben ons gecne wetten gegeeven, die allervolmaaktst waren , maar zy hebben ons van zodanige wetten voorzien, voor welke wy vatbaar waren; en de gebreken alleen , van welke zy ons niet hebben kunnen terug brengen , Horten ons thans in ons verderf. "Wat hier ook van zy, men mag niet twyffelen, myn Heer! of uwe burgers zullen, zodra uwe republieken door eenen uitgebreiden koophandel ryk zullen geworden zyn, den fmaak en het karakter, welke aan kooplieden eigen zyn, aanneemen. In de banken en comptoiren moet het veragtlykfte eigenbelang regeeren: men raakt daar gewoon om alles tegen goud op te wegen. Men heeft reeds zedert langen tyd voor eene waarheid aangenomen, dat dc kooplieden geen cigenlyk gezegd vaderland kennen, dat  EN WETTEN VAN N00R.D-AA1ER.ICA. 'li* dat zy hetzelve, met de vryheid, zouden verkoopcn, aandien geenen, die Jer het meeste geld voor bood. Sla eens uw oog op de provinciën der verëenigdc Nederlanden, zie eens tot welk eene laagte dezelve thans gevallen zyn. Men vindt daar hièt meer dan de blootc febaduw van eenc republiek. Hoe zeer deeze republiek zig in eenen oorlog van tagtig jaaren gevormd heeft, en tot aan de Utrechtfche vrede toe, b alle de groote ftaatszaaken van Europa ingewikkeld gebleeven is , heeft zig egter daar de liefde tot de vryheid en de oude heldenmoed, gedurende de rust van eenc detógjaarigè vrede , in welke zy haare betrekkingen van koophandel uitgebreid , en haare rykdommen vermeerderd heeft, niet kunnen ftaahde houden. Men heeft daar naauwlyks een vonkje meer kunnen vinden, van dien geest, welke Jan de Witt verwekt had; en de allcrwonderbaarlykfie fiaatsomwentcling, welke by een vry volk kan voorvallen, is daar op dc allercenvoudigfte wyze uitgevoerd, en het werk van een oogenblik geweest. Ik vrees, en ik wil dit niet ontveinzen, myn Heer! Ik vrees nog een veel elendiger lot voor de Amcricaancn, dat is te zeggen, ik vrees dat zy tot eene veel harder fiaatsomwentcling zullen vervallen dan die der Nederlanden, en dat zy daar toe langs eene' veel mocilykcr cn onaangenaamer weg zullen "geraaken. Laaten wy, om myne bekommeringen tè billykcn , weder keeren tot het onderzoek van den voortgang der hartstogten in eeae burgernmt- fchap-  *28 IV. BRIEF OVER. DE REGEERINGSFORRi fehappy. Zodra de burgers van uwe deeden, door hunne rykdommen bedorven, op de lanubewooners en handwerkers met eene foort van veragiing beginnen neer te zien, zal dan niet van zelve volgen i dat uwe wetten geheel te vergeefs die volmaakte gelykheid tusfchen de burgers ingevoerd hebben? Deeze gunstelingen van de fortuin zullen zig dan gaan toeleggen , om familien van eenen hoogeren rang te worden. Indien zy dan voorzigtig genoeg zyn, en meesters genoeg van zig zelvcn, om de hartstogten te vleijen , en de vooroordeelen niet op eene fcherpe en geweldige wyze aan te vallen, maar op eene ftille cn langzaame wyze te onderkruipen, dan vraag ik u, wat de natuurlyke gevolgen zullen moeten weezen van eene {taatsomwenteling , welke dan zonder geweld, zonder fchok, zonder fprong zal te weeg gebragt zyn, en enkel daar aan zal moeten worden toegefchreeven, dat eerlooze indringers niemand anders dan een hoop zwakke, arme, cn onkundige menfchen te misleiden hadden. Zal de heerschzugt der ryken, nadat zy het geduld van het gemeen beproefd en gepeild hebben, zig laaten paaijen met eenen dillen en geheimen invloed cn magt ? Men verbeeld zig , dat men niets vermag, zodra men verpligtis, om dat geene, \ welk men vermag, te verbergen, of te ontveinzen. Het is met de heerschzugt geheel anders gelegen dan met de gierigheid, welke menigmaal fchatten begraaft , en behaagen fchept in het vertooncn van dc gedaante der armoede. Men wil juist geen kwaad doen, maar men wil de magt hebben om het te kunnen doen; en weldra zat  EN WETTEN VAN N00RD-AMERICA. m zal men het doen. Niets is harder dan de heerfchappy van de gierigheid, om dat zy onverzaadlyk cn dan zal weldra de geheele rykdom van den Staat aan zodanige menfchen tocbehooren, welke door hunne eigene fchatten bedorven zyn. Maar indien deeze ftaatsomwenteling eens niet door langzaame en bedrieglyke wegen bewerkt word, mdien integendeel de ryken zig eens opentïyk, of op eene onbedekte wyze de regeering aanmaatigen , dan kan men verzekerd zyn , dat de burgers, welke zy dus als onderdaanen zouden willen behandelen, zulks niet zullen verdraagen. De verontwaardiging zal hun dan moed byzetten. Zy zullen dan met geweld hunne wetten en het onvervreemdbaar gezag van het volk inroepen. Endaar zy gewoon zyn om de overheden als hunne agendansfen aan te zien, zullen zy dezelve dan in hunnen toorn als baldaadige en ongetrouwe bedienden behandelen. Indien in deeze foort van burgertwist de democratie zegepraalt, dan is het zeer gemaklyk tc voorzien, welk eenc rcgeeringloosheid daar uit zal voortfpruiten. Welke wetten zal men dan eerbiedigen ? Welk eene regeeringsvorm zal men dan maaken? Zal 'er dan even als te Florence een Me dicis opitaan, die zig meester zal weeten te maaken van de fouverainiteit over^zyn vaderland 3 Het is met mooglyk om dit te kunnen voorzeggen. 'Er is maar een weg om wel te doen, maar 'er zyn duizend wegen om kwaad te doen. Indien integendeel dan de aristocratie zig eens op dc puinhoopeu van 1 ds  I^O IV. BRIEF OVER DE REGEERINGsFORjvr de vryheid verheft, dan zal wederom noodzaaklyk volgen, dat deeze haar gezag misbruikt. Hoe meer moed het volk zal betoond hebben, des te meer zal deeze regeeringsvorm agterdogtig, en, uit vrees, onderneemend zyn. Mooglyk zal zy eindelyk op eene regeering van eenige weinigen ter neder komen, mooglyk ziet men dan wel ras weder een driemanfchap , welk eikanderen den roem betwisten, van het volk in llaverny te dompelen, onder voorwendsel van hetzelve te wreeken. Myne vrienden zyn gewoon, my al boertende, eenen propheet van onheilen te noemen. Ik wil niet ontveinzen, myn Heer 1 dat ik de menfchen te wel heb leeren kennen, om my ligtelyk met goede hoop te vleijen. Dan, het komt my voor, dat ik myne bekommeringen, in het geene ik gezegd heb, niet te breed heb uitgemeeten. Kan men zig te veel bekommeren , wanneer men eene onregelmaatige ftaatsinrigting befchouwt , daar ons de gefchiedenis leert, dat de geringde onagtzaamheid van eenen wetgeever genoeg kan zyn, om de grootfle verwarringen te vcroorzaaken. Het is niet genoeg , dat men voorziet, dat de vereenigde Staaten van America ftaatsomwentelingen zullen moeten ondergaan. Het ergfle van allen is nog, dat die ftaatsomwentelingen niet, even gelyk in de republiek der vereenigde Nederlanden, van welke ik zo even de eer had, van te fpreeken, zonder beroerten, zonder geweld, zonder eene foort van ftuiptrekkende beweegingen, zullen kunnen ter uitvoer gebragt worden. Dc  EN WETTEN VAN NOORD-AMERICA. j*i Ik bid u my„ Heer! vestig uw oog eens op deeze repubhek. Nadat zy het juk van Spanje», even gelyk gylieden dat van Engeland, afgefmeeten had wierd zy zonder moeite gewoon , om aan eenen Stadhouder te gehoorzaamen, dat is te zeggen aan eene overheid, wiens byna koninglyk gezag alle de kwalyk te zamen gevoegde deelen van het bondge. nootfchap aan elkandercn verbond. -De deugden en bekwaamheden van de eerfte Prinfen van Oranje hebben, gedurende eenen geruimen tyd, de plaats van alles wat aan de Ipringveêren van de regeeringsvorm ontbrak, vervuld. Behalven dat, zo veroorzaakte volgens de aanmerking van De Groot , de vrees' voor het huis van Oostemyk aan deeze nieuwe repubhekynen zeer gewigtige zorgen , welke door hunnen aart de nadeelige gevolgen van den algemeenen geest van koophandel tegenhielden. De Westphaalfche vrede, en de groote rykdommen, veranderden de genegenheid der gemoederen, en begonnen ongerustheid te verwekken. Men begon het Stadhouderfehap te wantrouwen. Men geloofde, dat men hetzelve niet meer nodig had. Men fchafte hetzelve af, omdat men nu Spanjeu niet meer vreesde En de republiek zou, van dien tyd af, van de wreedfte verdeeldheden bevryd gebleeven zyn, indien Lodewyk de XIV. haar niet de grootfte vrees ingeboezemd had. De partyen vereenigden zig, de De Witten waren de ftagtoffers, de jonge Willem de III wierd tot Stadhouder verheeven, en de republiek ten internen gevoelig tegen Vrankryk, en door den fehranderften Staatsman van Europa beftuurd, vond 1 - zig  In. Maar ik zou u niets nieuws kunnen zeggen. Uwe beoeffening van de kennis van het menschlyk hart heeft u met alle deeze waarheden gemeenzaam gemaakt. Niemand , mya Heer! kan meer belang neemen dan ik in uwe groeijende vryheid , en in den roem van uwe wetgeevers, aan welke men niets zal kunnen verwyten, wanneer men ziet, dat zy alle de klippen gekend' hebben, tegen welke eene republiek fchipbreuk lyden kan, en dat zy zig tegen dat noodlot hebben tragten te verzetten, 't welk aan alle menschlyke zaa-  156 IV. BRIEF OVER DE REGEERINGSFORM C1VZ. zaaken paal cn perk fchynt gezet te hebben. Ik doe de vuurigfte wenfehen om uwen voorfpoed; en ik bid u,myn Heer! van nimmer die verzeekeringen uit het oog te verliezen, die ikugeeve, van myncn yver voor uwe belangen, van myncn eerbied, en van myne verknogtheid. Te Passy , den 20 Augustus 1785.