D E A F V A L ."DER NEDERLANDEN.   268 LM GESCHIEDENIS van den AFVAL der VEREENIGDE NEDERLANDEN van de SPAANSCHE REGERING, uit het hoogduitsch van FREDRIK SCHILLER. ( Dienende tot opheldering van dit vak in de Viderlandfche Historie, ) EERSTE DEEL. * te AMSTERDAM, by JOHANNES ALLART. MDCCX.CI.   GESCHIEDENIS VAN DEN AFVAL DER [VERENIGDE NEDERLANDEN; SPAANSCHE REGERING. EERSTE BOEK. INLEIDING. Onder de merkwaardige gebeurenisfen, I. welke de Zestiende Ecu zo zeer boven boek. andere hebben doen uitblinken, verdient, » mijns bedunkens, de Grondvesting der Nederlandfche Vrijheid een aanzienlijke plaats. Immers, indien de fchitterende daden van eergierigheid en verderflijke heerschzügt regtmatige aanfpraak óp onze verwondering hebben, hoe veel meer dan ene gebeurenis, waarin men de verdrukte mcnfchclijkheid ziet worftelen om hare edellte regten te befchermen; terwijl mef I. deel. A van de  fl DE AFVAL DEft, ï. BOEK. de goede zaak zig ongewone kragten ver« enigen, en de hulpmiddelen van beradeii wanhoop over de gedugte kunften der dwingelandij in enen ongelrjken ftrijd zegevierem Groot en bemoedigend is het gedagt, dat 'er tegen de trotfchc aanmatigingen van Vorstelijke magt eindelijk nog ene hulp voorhanden is 5 dat derzelver best overlegde ontwerpen tegen de menfchelijke vrijheid in duigen kunnen fpatten; dat een kloekmoedige tegenftand den opgeheven arm eens Geweldenaars kan doen bukken, en manlijke Itandvastigheid deszelfs fchriklijke hulpmiddelen ten laat* ■ften uitputten. Nooit trof mij deze waarheid zo levendig r als bij de Gefchiedenis van dien gedenkwaardigen Opfland, waardoor de Verenigde Nederlanden voor altoos van de Spaanfche Kroon wierden afgefcheurd; en het fcheen mij wel der7 moeite waardig te beproeven , dit fchone gedenkteken van burgerlijke kragt voor het oog der wereld op te rigten ; ten einde in het hart mijner Lezeren een aangenaam gevoel van zig zeiven te verwekken , en een nieu, onwedeifpreeklijk bewijs aan den dag te brengen , wat menfchen voor de goede zaak durven wagen., en door eendragt in ftaat zijn uit te voeten. 't Is geenszins het buitengewone,. of het eigenlijk zo genoemde heldhaftige dezer gebeurenis, dat mij noopte om dezelve te befchrijven. De Jaarboeken des menschdoms hebben ons meer ondeï~  KEDÉRLANDrER 5 nemingen van dien aart nagelaten, welke zig in den aanleg nog ftouter, en in de uitvoering nog glansrijker vertonen. Men zag meer dan énen Staat met enen gedugten flag nederploffcn , en andere met ene verheven vlugt oprijzen; Men verwagte hier ook gene van die zeldfame, reusagtige menfchen, gene dier verDazende daden, welke in de Gefchiedenis van vroeger tijden zo menigvuldig Voorkomen. Die tijden zijn geweest; zulke menfchen zyn 'er niet meer. In den zagten fchoot der bcfchaafdheid zijn die kragtcn in flaap geraakt ^ welke in die oude tijden werkten, en voor dezelve noodzakelijk waren. Met vernederende verwondering btfchonwcn wij tans die reuzen-beelden, even als een verzwakte grijzaart de manlijke oefeningen der jeugd tóchout. Maar zo is het niet gelegen met de Gebeurenis, waarvan wij fpreken* Her Volk, dat wij hier op het toneeJ zien verfchijnen, was het vrcedfaamfte ■cart den aardbodem, en minder, dan alle zijne naburen, vatbaar voor dien heldengeest , die zelfs aan de geringfte bedrijven een verhevener vlugt geeft. De nooddwang der omftandigheden deed het zijn eigen kragt gevoelen , en voor enen rijd ene grootheid aannemen, welke het anders niet zoüde gehad hebben, en .mogelijk nimmer zal wederkrijgen. De kragt derhalven, waarmede hetzelve gewerkt heeft, is onder «ns niet verloren; de gelukkige uitflagy A * t BOEK,  4 DE AFVAL DER l 6 o ek. i I » i waarmede deszelfs hachlijke onderneming bekroond wierd, is ook ons niet ontzegd, wanneer eens zulke tijden wederkeerden, en gelijke omftandigheden ons tot gelijke daden riepen. Het is dus juist het mangel aan heldengrootheid, welk deze Gebeurenis bijzonder en leerzaam doet zijn; en daar anderen hun werk 'er van maken , om de overmagt van het vernuft boven het geval te betogen, heb ik mij voorgefteld een tafereel op te han-* gen, waarin de nood aan het vernuft leven gaf, en het geval helden vormde. Had men ooit vrijheid, om in menfchelijke zaken ene hoger Voorzienigheid te brengen, men had die zekerlijk bij deze gefchiedenis: zo zeer fchijnt dezelve tegen alle rede en tegen alle ondervinding aan te lopen. Filips de t w e d e , de magrigfle Vorst van zijnen tijd; wiens gedugte overmagt geheel Europa dreigde te verflinden ; wiens fchatten den verenigden rijkdom van • alle Christen - Mogendheden overtroffen; wiens vloten in alle zcën het meeflerfchap voerden ; — een Vorst, aan wiens gevaarlijke oogmerken talrijke legers ten dienfte tonden; legers, welke door lange en bloedige oorlogen, en door ene Romein"che krijgstugt gehard, door enen geest /an volks - hoogmoed gedreven , en door le herinnering aan behaalde overwinningen aangefpoord, op eer en buit vlamlen , en zig onder den ondernemenden ;eest van hunne. Hoofden als gedienfiige  NEDERLANDEN. S leden beweegden: — deze gedugte Vorst, onveranderlijk overgegeven aan één halftarrig , voornemen ; aan éne onderneming, die den rustelozen arbeid van zijne gehele regering uitmaakte; en alle deze fchrikbarende middelen op een enig doel gerigt, 't welk hij nogtans ten laatften , aan den avond yan zijn leven, zonder het bereikt te hebben , moet opgeven! — Dezen filips de twede zien wij met ene zwakke Natie in enen oorlog, welken hij niet kan ten einde brengen. En met welk ene Natie? Hier, een vredelievend Volk van Visfchers en Herders, neêrgezeten in enen vergeten hoek van Europa, welken het met grote moeite den golven ontweldigd heeft; een volk, voor welk de Zee zijn beftaan, zijn rijkdom , en zijne plaag is; welks hoogde goed zijne vrijwillige armoede, welks roem zijne deugd is. Daar, een goedaartig, befchaafd , handeldryvcnd Volk, in ruimte levende van de welige vrugten ener gezegende vlijt; wakende voor wetten , welke hunne weldocnfters waren. Te midden van de gelukkige rust des voorfpoeds begeven zij zich buiten den kleinen kring hunner behoeften , en beginnen naar hoger voldoening te haken. De nieuwe waarheid, welke tans over Europa begon op te dagen, fchiet enen yrugtbaarmakenden ftraal in deze gunstige lugtftreck, en met blijdfehap ontvangt de vrije burger het licht, waarvoor onderdrukte , treurige Haven zig verfchui» A 3 I. BOEK.  6 DE AFVAL DER. t flOEK. *\ 1 f É 1 E i< b v JT O' 5i; len. Een losfe vrolijkheid, veelal her gevolg van overvloed en vrijheid, noopc hen om het gezag van verjaarde begrippen te toetfen , en enen fchandelijken keten te verbreken. De harde tugtroede der Dwingelandij wankt boven hunne hoofden ; een willekeurig geweld dreigt de grondzuilen van hun geluk om ver te fmijten; hij, die de Handhaver hunner wetten moest zijn, wordt hun Tijran. Eenvoudig in hunne ftaatkunde, zo wel als in hunne zeden, durven zy het wagen Dm zig op een verouderd verdrag te beroepen, en den Heer der beide Indien om bet regt der Natuur aan te fpreken. Een ïaam beflist de geheele uitkomst der dingen. Men noemde te Madrid oproer, vat te Brusfel flegts ene wettige handelvijze heette : de bezwaren van Braband 'orderden enen wijzen Staatsman tot middeaar; filips de twede zond enen beul; n daarmede werd het teken tot den oor-, 3g gegeven. Een dwingelandij zonder oorbeeld tast leven en bezittingen aan. )e wanhopige burger , wien flegts tus:hen twe zoorten van dood de keus werd elaten, kiest den edelen dood op het agveld. Een welvarend, vrolijk Volk emint den vrede, maar het wordt oor)gzugtig, wanneer het arm wordt. Het ekommert zig nu niet langer om een ie:n, dat alles, wat begerenswaardig is, oet derven. De woede des oproers flaat rer tot in de verst afgelegen gewesten; «del en verkering Haan ffilj de fchepe*  NEDERLANDEN. ? ^ontwijken de havens; de handwerksman yerlaat zijn werkplaats, de landman de verwoeste velden. Duizenden nemen de vlugt naar vreemde landen ; duizenden laten hun leven op het moordfchavot, en nieuwe duizenden vervangen dezelven: Godlijk tog moet ene leer zijn , waarvoor men zo rustig kan fterven. 'Er ontbreekt nu nog de laatfte hand, om het werk te voltoojen : de verlichte, ondernemendegeest, welke met dit gewigtige tijdftip weet voordeel te doen, en de vrugt van ?t geval tQt een plan van wijsheid ce vormen. Willem, de zwijger, een twede mütus, trekt zig de grote zaak der Vrijheid aan. Boven een vreesagtig eigenbelang verheven, zegt hij den troon alle ftrafbaare pligten op; ontdoet zig van den luister zijns Vorftelijken rangs; vernedert zig tot ene vrijwillige armoede, en is niets meer *lan een Burger der Wereld. Pe goede zaak wordt aan den hachlijken kans des oorlogs gewaagd: maar een opgeraapte hoop huurelingen is tegen de gedugte aanvallen ener geoefende krijgsmagt niet heiland. Twemaal voert hij zijne moedeloze benden tegen den Dwingeland aan 3 twemaal begeven zij hem; maar zijn moed begeeft hem niet. Filips zendt hem telkens zo veel verfterking toe , als zij ne gruwelijke fchraapzugt bedelaars maakt, Ballingen, uit hun vaderland gevlugt, zoe< ken een ander vaderland ter zee, en verzadiging van wraak en honger ann de, A 4 1. EOEICo  t TOEK ( '< 1 \ 1 1 l l t ! I r i 8 DE AFVAL DER fchepen van hunnen vijand. Weldra worden Zeefchuimers in Zeehelden hervormd, uit eenen hoop Rooffchcpen ontflaat een Zeemagt; en uit Moerasfen verheft zig ene Republiek. Zeven Gewesten verbreken te gelijk hunne banden , en maken enen nieuwen jeugdigen Staat uit, magtig door eendragt, door zijne wateren en door wanhoop. Een plegtige uitfpraak der Natie ontzet den Dwingeland van den troon ; de Spaanfche naam verdwijnt uit alle wetten. Nu is 'er een ftap gedaan, waarvoor gene vergiffenis meer te vinden is; de nieuwe Republiek wordt gedugt, om dat zij niet weder te rug kan gaan. Partijfchappen rukken hare banden los ; zelfs haar vreeslijk element, de Zee, met haren Onderdrukker als t ware zamenfpannende , dreigt Jaar zwak begin enen vroegtijdigen oniergang. Zij gevoelt hare kragten voor le overmagt haars Vijands bezwijken , en verpt zig biddende neder voor de mag. igfte Tronen van Europa, om ene op>ermagt weg te fchenken, welke zij niet m befchermen. Na vele vrugteloze aankeken, (zo veragtelijk was deze Repu»hek m hare opkomst, dat zelfs de hebugt van andere Koningen die jonge »loem verfmaadde,) gelukt het haar einelijk , hare gevaarlijke Kroon enen Vreemdeling op te dringen. Nieuwe ftra;n van hoop beuren haren kwijnenden i©ed weder op: maar het noodlot gaf aar in dezen nieuwen Landsvader enen  NEDERLANDEN, 9 Verrader; en in den dringendften nood, terwijl de onverbidlijke vijand voor de poorten Is, tast karel van anjou de vrijheid aan, tot welker befcherming hij was ingeroepen. Daarceboven wordt door een moorddadige hand de Stuurman van het roer gerukt. Nu fchijnt haar noodlot beflist; in willem van oranje haar enige Schuts-Engel verloren: maar het fchip vliegt tegen den itorm in , en heeft des Stuurmans hulpe niet meer nodig. filips ziet de vrugt verloren van ene daad, welke hem zijn Vorflelijke eer kostte , en misfchien niet weinig de hei. melijke trotschheid van zijn gemoed vernederde. Hardnekkig en met enen twijfelagtigen uitflag worftelt de Vrijheid met de Dwingelandij; 'er vallen bloedige veldflagen voor; een edele rij van Hek den vervangt elkander op het veld der eer; Vlaanderen en Braband waren de fchool, welke voor de volgende eeuwen veldheren kweekte. Een langdurige verderflijke oorlog verwoestte den zegen der velden ; overwinnaar en overwonnenen vernielden elkander, terwijl de opkomende Water-Staat de vlugtende nijverheid in zijnen fchoot lokte, en op de puinhopen zijner naburen het heerlijke gebou zijner grootheid vestigde. Veertig jaren duurde een oorlog, wiens gelukkig einde het dervend oog van filips niet verheugde; die een Paradijs in Europa vernielde, en uit deszelfs puinhopen een ander deed opkomen; die den bloem der krijgshaftige A 5 r. boek,  I© DL' AFVAL DEK. I. BOEK. jeugd bedorf, een geheel wereld-deel verrijkte , en den bezitter van het goudrijke Peru arm maakte. Deze Vorst, welke, .zonder zijn land te drukken, negen honderd tonnen gouds jaarlijks konde verfpillen; die nog veel meer door de kunften der dwingelandij afperste; bezwaarde zijn ontvolkt land met een fchuld van honderd en veertig millioenen dukaten. Een onverzoenlijke haat tegen de vrijheid verflond alle die fchatten, en krenkte nutteloos zijn Koninglijk leven ; maai- de Hervorming groeide aan onder de verwoestingen van zijn zwaard, en de nieuwe Republiek Hak uit burgerbloed hare zegevanen om hoog. Deze ongewone zwaai der dingen fchijnt zeer nabij aan een wonder te komen; doch vele omftandigheden liepen 'er te zamen, om de magt des Konings te fnuiken, en de opkomst van den nieuwen Staat te begunfti* gen. Ware het gehele gewigt van zijne magt op de Verenigde Gewesten nedergeftort, het zonde met hunnen Godsdienst en hunne Vrijheid gedaan zijn geweest. Doch zijne eigene eergierigheid kwam hunne zwakheid te hulp, daar deeze hein noodzaakte zijne magt te verdelen. Door de kostba? re ftaatkunde, om in alle Kabinetten van Europa verfpieders te onderhouden ; door het onderfteunen van de Franfcbe Ligue; door den opffand der Moren in Granada; de Verovering van Portugal, en den bon ?an het pragtige Eskuriaal, werden zij* AS, zo het fcheen, onmetelijke fchattea  NEDERLANDEN. ft aitgeput, 't welk hem buiten ftaat ftelde om niet ernst en nadruk in het veld te E handelen. De Duitfche en ltaliaanfche „ krijgsbenden, welke zig alleen op hoop van buit onder zijne banieren hadden begeven , floegen aan het muiten, omdat men ophield met haar te betalen, en verlieten troulooslijk hunnen Veldheer in het beflisfende ogenblik , toen zij hem van dienst moesten zijn. Deze gedugte werktuigen der onderdrukking keerden nu hunne gevaarlijke magt tegen hem zclvai, en woedden vijandlijk in die Gewesten , welke hem getrou gebleven waren. De ongelukkige uitrusting tegen GrootBnttanje , waaraan hij, als een dolle fpeïer, het gehele vermogen van zijn Rijk Waagde , voltooide zijne verzwakking ; niet de Onvcrwinnelijke Vloot gingen de fchattingen der beide Indien , en de kern der Spaanfche Kri'gsmagt verloren. Dog juist naarmate dat de Spaanfche magt verzwakte , nam de Republiek toe in kragt en bloei, Het verlies, welk de nieuwe Godsdienst, de dwingelandij der Inquifitie, de woedende roofzugt der zoldaten , de verwoestingen van enen langdurigen oorlog , onophoudelijk in Braband , Vlaanderen en Henegouwen, de wapenplaatfcn en voorraadkamers van dezen kostbaren Oorlog, veroorzaakten, maakte het natuurlijkerwijze van jaar tot jaar bezwaarlijker, de legermagt te onderhouden en aan te vullen. De Katholijke Nederlanden hadden reeds een sniUioen burgers verloren, en de plat- g OEIC,  13 DE AFVAL DER SOEK getrapte velden verfchaften geen onderhoud meer aan hunne bouwers. Span, je zelf kon weinig volk meer leveren. Dit Land, fchielijk tot voorfpoed op. genegen, waarvan ledigheid een gevolg was, had zeer veel in zijne bevolking geleden, en kon de verzendingen van men. fchen naar de Nieuwe Wereld en de Nederlanden niet lang uithouden. Weinigen van deze menfchen zagen hun Vaderland weder ; en deze weinigen hadden hetzelve als jongelingen verlaten, en kwamen nu als verzwakte grijzaarts weder. Het goud, gemener geworden, maakte de zolda. ten fteeds duurder. De hand over hand toenemende bekoorelijkheid der weelde maakte de tegengeftelde deugden fchaarfer. Ge. heel anders was het met de Nederlanders gelegen. Alle die duizenden, welken de wreedheid van 'sKonings Stadhouder uit de Zuidelijke Nederlanden, de vervolging der Hugenoten uit Frankryk , en de gewetensdwang uit andere landen van Euro. pa verdreyen, kwamen tot hun over. De gantfche Christen-wereld was hunne werf. plaats. De geestdrijverij zo wel van den vervolger, als van de vervolgden, werkte hun in de handen. De geestvervoeren. de drift ener nieu verkondigde Leer, de wraakzugt, de honger en de wanhoop trokken uit alle oorden van Europa geluk, zoekers onder hunne banieren. Alles, wat voor de Nieuwe Leer gewonnen was; wat van overheerfching geleden, of in het toekomende daarvoor te vreezen had, was ene wezenlijke aanwinst voor deze  NEDERLANDEN. nieuwe Republiek. Elke mishandeling, van enen Dwingeland geleden, gaf het Burgerregt in Holland. Alles vloeide toe naar een land, waar de Vrijheid haren heuchlijken ftanderd had geplant, waar de gebannen Godsdienst op agting, veiligheid, en wraak aan zijne onderdrukkers ftaat konde maken. Wanneer wij den toevloed van alle Volken in het tegenwoordige Holland befchouwen, welke bij hunne intrede binnen deszelfs grondgebied hunne regten als menfchen wederkrijgen, dan kan men zig verbeelden , hoe het toen gefield was, toen het gehele overige Europa nog onder enen beklaaglijken gewetensdwang zugtte; toen Amflerdam bijna de enige vrijplaats voor alle gevoelens was. Vele honderden huisgezinnen borgen hunne rijkdommen in een Land, dat door den Oceaan en de Eendragt tevens befchermd werd. Het Republikeinfche Leger werd voltallig, zonder dat men nodig had handen aan den ploeg te onttrekken. Te midden van het gedruis der wapenen bloeiden handel en nering, en de geruste burger genoot bij voorraad alle de vrugten der vrijheid, die met vreemd bloed eerst bevogten wierd. Ten zelfden tijde, toen de Republiek nog worflelde om tot fland te komen, breidde zij de grenzen van haar gebied over dei] Oceaan uit, en boude in flilte aan hare Oost-Indifche tronen. Nog meer: Spanje voerde dezen oorlog met onvrugtbaar, dood goud, dat niet weêr te rug kwam in de hand van hem; I. BOEK.'  *4 DE AFVAL DER r. boek die het uitgaf, maar dat den prils van alle . noodwendigheden in Europa deed fteige- ren. De fchatkamcren der Republiek waren Nijverheid en' Koophandel. Het eerfte Verminderde, de laatfh vermeerderde door den tijd. , Juist naarmate dat de hulpbronnen der Regering bi} den langdurigen oorlog uitgeput werden, begon de Republiek eigenlijk haren oogst in tezamelen. Het was een gezaai, dat wel wat laat, maar' honderdvoudig wedergaf; de boom daartegen , van welken filips zig vrugten afrukte, was een afgehouwen tronk , die nooit weder groende. Het ongunlrigë noodlot van filips wiU de, dat juist alle die fchatten , welken hij ten ondergang der Nederlanden verfpilde , dienden om dezelven nog rijker te maken. De ftceds vlietende llfoom van het Spaanfche goud had rijkdom en weelde door geheel Europa verfprcid; maar Europa ontving zijne vermeerderde benodigdheden grotendeels uit de handen der Nederlanders , welke destijds van den handel der gehele wereld meester waren, en den prijs, van alle waren bepaalden. Filips was niet in Haatom, gedurende dezen oorlog-r den handel der Republiek met zijne Qnderdaanen te beletten; zelfs was dit zijn zaak niet. Hij zelf betaalde hun ie kosten Van hunne verdediging; want :1e oorlog» welke hen verderven moest, vermeerderde den aftrek hunner waaren. De ontzaehlijke zoramen, welke aan ïijne vloten en legers beftccd werden*-  NEDERLANDEN. 15 kwamen merendeels in de fchatkamer van de Republiek , die met de Vlaamfche en Brabandfche Handelfteden verbonden was. Al wat filips tegen de Nederlanders ondernam , werkte middelbaar vóór bun. Hij vermogt niets tegen dezen Vijand, om dat hij deszelfs land niet door enen muur konde affluiten. Alle die onnoemelijke fehatten, in enen veertigjarigen oorlog verfpild, waren in de vaten der Danaïden gegoten, en in een' grondelozen put verzonken. De trage voordgang van dezen oorlog deed den Koning van Spanje even zo veel fchade, als zij den Nederlanderen voordeel aanbragt. Zijne legermagt was voor het grootfle gedeelte zamengefteld uit het overblijffel van die overwinnende benden, welke onder karel den vijfden hunne laurieren geplukt hadden. Een veeljarige dienst gaf hun regt tot rust: velen hunner, weiken de oorlog verrijkt had, verlangden vol ongedulds hunne feaardfteden weder te Zien, en de overige dagen van een afgefloofd leven in gemak te eindigen. Hun vorige ijver» hun heldenvuur en hunne krijgstugt, verfiaauden, naarmate dat zij rekenden aan eer en pligt voldaan te hebben, en de vrugten van zo vele veldtogten eindelijk begonnen in te zamelen. Hier kwam bij, dat lieden, welke gewoon waren, door de Woede hunner aanvallen eiken tegenfland te overwinnen, verdriet moesten krijgen h\ enen oorlog, die meer tegen elemen* r. BOEKi  I. Hoek IS OE AFVAL DËR ten, dan tegen menfchen gevoerd wierdi . meer het geduld oefende, dan de begeerte - naar roem verzadigde ; waarbij men minder met gevaar, dan met zwarigheden en gebrek te itrijden had. Noch hun moed, noch hunne langdurige ondervinding konden hun te ftade komen in eert Land, welks natuurlijke gefteldheid vaak den lafharrigften der inborelingen voordelen op hun deed behalen. Op enert vreemden bodem eindelijk, kwam één nederlaag hun duurder te Haan, dan vele overwinningen op enen vijand, welke hier t'huis was, hun voordeel konden doen. Bij de Nederlanders had juist het tegengeftelde plaats. In enen zo langdungen oorlog, waarin geen beflisfende flag voorviel, moest de zwakker vijand ten jaatften van den flerker leren; moesten kleine nederlagen hen aan het gevaar gewennen , kleine overwinningen hunnen moed aanvuren. Bij den aanvang van den burger-oorlog had de legermagt der Republiek zig naaulijks voor de Spaanfche in t veld durven vertonen; maar de langdurigheid van denzelven oefende haren moed en hare kragten. Gelijk 'sKonings legers verdriet in het ftrijden kregen, zo nam het vertrouwen der Nederlanderen met hunne verbeterde krijgstugt en ondervinding toe. Eindelijk , na dat een halve eeu verlopen was, gingen meesters en leerlingen, zonder overwonnen te hebben, als gelyke Kampvechters, uit elkander. Ook  NEDERLANDEN. \y Ook Werd 'er in den gehelen loop deèes oorlogs van den kant der Nederlanderen meer geregeld en eenftemmig gehandeld, dan van den kant des Koning.?. Voor dat de eerstgenocmden hun eerite Hoofd verloren, was het beftuur der Nederlanden door niet minder dan vijf verfcheidene handen gegaan. De- befluiteloosheid der Hcrtoginnc van pa^ma bragt het Kabinet van Madrid in verwarring, en liet hetzelve binnen korten tijd bijna alle ftaatsregelen doorlopen. Dc onbuigfame gcllrenghcid des Hertogen van a l b a , dc zagtheid van zijnen opvolger requesens, de listen en ftreken van Don j u an van oostenrijk, en de levendige en krijgshaftige geest desPrinfen van parma, gaven aan dezen oorlog even Zo vele tegenflrijdige lig* tingen ; terwijl het ontwerp' des Afvals in het enige hoofd, waarin het klaar cn duidelijk huisvestte, ilceds het zelfde bleef. De grootfte misflag was, dat men altoos het tijdftip verzuimde, waarin men van zijne grondregels gebruik moest maken. In 't. begin van den opftand, toen de overmagt ogenfchijnlijk nog aan de zijde des Ko~ nings was; toen een fpoedig befluit eit manlijke ftandvastigheid deii opltand in zijne geboorte hadden kunnen fmoren, liet men den teugel des beftuurs in de handen ener vrouwe flaplijk heen en tveder flingeren. Nadat de opftand werkelijk Was uitgeborfren , de kragten des Konings en der Tegenpartij reeds meer elkander evenaarden , en ene ver* I. deel, g ï. boes.  l8 DE AFVAL DËtt I. *OEK. ftandige toegeeflijkheid alleen den nakerm den burger-oorlog konde afweren, viet het Stadhouderfchap enen man te beurt ? wien juist deze enige deugd tot dien post ontbrak. Enen zo waakzamen opziener, als willem de zwijger was, ontging geen van die voordelen , welke hem door de verkeerde flaatkunde zijns vijands aangeboden werden, en met ilille naarftigheid ftreefde hij langfaam naar het doel van zijne grote onderneming. Maar waarom verfcheen filips de twede niet zelf in de Nederlanden ? Waarom wilde hij liever alle onnatuurlijke middelen uitputten, om flegts het enige niet te beproeven, dat niet misfen konde? Om de bukenfporïge magt des Adels te fnuiken, was 'er geen natuurlijker middel , dan de perfoonlijke tegenwoordigheid van den Heer. Bij de Hoogheid zelve moest alle grootheid van bijzondere perfonen dalen , alle ander aanzien verdwijnen. In plaats dat nu de waarheid door zo vele onzuivere kanalen langfaam en troebel naar den ver afgelegen troon vloeide , en de dralende tegenweer aan het werk des gevals tijd gunde om tot een werk van verftand te rijpen , zoude zijn eigen fcherpziend oog waarheid van dwalingen hebben ■onderfcheiden; niet zijne menschlievendheid, maar alleen bedaarde Staatkunde zou den lande een millioen Burgers befpaard hebben. De Plakaten, hoe nader 2ij aan hunne bron waren, zouden des  NEDERLANDEN; ïa ïe kragtiger zijn geweest, en de pijlen des opflands, hoe nader aan hun doel, waren des te kragtelozer en zagter neergekomen. Het kost oneindig meer het kwaad, dat men tegen enen afwezigen vijand ligtelyk beftaan kan, hem in het aangezicht toe te brengen. De opfland fcheen in den beginne zelfs voor zijnen eigen naam te fchrikken , eh bediende zig enen tijdlang van het kunftig verzonnen voorwcndfcl, dat men de zaak van den Souvercin tegen de willekeurige aanmatigingen zyns Stadhouders handhaafde. De verfchijning van filips in Brusfel had op éénmaal van dit gochelfpel een einde gemaakt. Men had dan zyn voorgeven moeten nakomen, of het masker affmijten-, en zig door zijne ware gedaante veroordelen^ En welke verligting ware het niet voor de Nederlanden geweest, bij aldien zijne tegenwoordigheid hen flegts voor die onheilen had gefpaard, waarmede zij buiten zijn weten en tegen zynen wil gedrukt werden! Welk een voordeel voor hem zclvcn, al had die tegenwoordigheid tot niets anders gediend, dan om het oog te hebben op de uitgave dier onnoemelijke zommen,- welke, tot de benodigdheden van den Oorlog onregtmatiglijk geheven ^ onder de handen zijner bedienden te zoek raakten! Het geen zijne Vertegenwoordigers door het onnatuurlijke middel yan vrees moesten afperfen, h&A de Vorst in aller gemoederen reeds gef B 2 boek.  tfö DE AFVAL DÉR ï. Boek. reed gevonden. Het gene de eerstgenoemde!*' tot voohverpen van haat maakte , had hem, op zijn hoogst, gevreesd gemaakt: want het misbruik van aangeboren magt drukt op Verre na zo fmei'telijk tiiet, als het misbruik van gegeven magt. Zijne tegenwoordigheid zou" duizenden behouden hebben , al ware hij niets anders dan een huishoudelijk Despoot geweest; en fchoon hij ook zelfs dat niet ware geweest , zou dc vrees voor zijnen per-, foon hem een Landfchap behouden hebben , dat door den haat en de minagting voor zijne werktuigen verloren ging. Even zo wel, als de onderdrukking van het Nederlaridfche Volk de gemene zaak werd van alle menfchen , welke hunne regten gevoelden , is het te denken , dat ook de ongehoorzaamheid en afval dezes Volks alle Vorsten waakfaam zouden hebben gemaakt, om in de regten Van hunnen Nabuur hunne eigene te befchermen. Maar de nijd tegen Spanje behield voor dit maal het overwigt ovct het Staatkundige medegevoel , en de voorhaamfte Mogendheden van Europa begunstigden , meer of min, 't zy Openbaar of heimelyk, de zaak der Vrijheid. Keizer MAXIMILIAAN DE TWEDE, fcllOOU door banden van bloedverwantfchap aan het Huis van Spanje verknogt, gaf billijke reden tot de befchuldiging, van de partij der Afvalligen heimelijk toegedaan te zijn. Door het aanbod van zijne  NEDERLANDEN. Ot bemiddeling, erkende hij ftilzwijgend enig regt in hunne bezwaren, 't welk hen j moest aanmoedigen , om destc ilijver . daarop te blijven liaan, Onder enen Keizer, welke het Spaanfche Hof oprcgtclijk genegen ware geweest, zoude de Prins van oranje niet ligtclijk zo veel manfehap en geld uit Pujtschland gekregen hebben. Frankrijk , zonder openlijk en uitdrukkelijk den vrede te breken , {lelde enen Prins van den bloq? de aan het hoofd der Nederlanderen, en de krijgsverrigtingen van dezen werden grotendeels met Fransch geld en. volk uitgevoerd. Elizabet van Engeland oefende flegts ene gcregtc wraak en wedervergelding , met de wederfpannigen tegen hunnen wettigen Heer in hare befcherming te nemen; en fchoon eigenlijk hare geringe hulp ten hoogften daartoe kon dienen , om den gehelen ondergang der Republiek te verhoeden, was dit evenwel reeds oneindig veel in een tijdilip, waarin hui} uitgeputte moed door hoop alleen nog kon ftaande blijven. Met deze beide Mogendheden ilond filips toenmaals nog in een verbond van Vrede, en beide werden zij zijne Verraders. Tusfchcn den Herken en den zwakken is opregtheid dikwijls geen deugd; hem , die gevreesd wordt, k°men zelden die fijner banden te ftade, welke gelijken met huns gelijken verenigen. Filips had zelf de waarheid uit den ftaatkundigen omgang verbannen , de zedelijkheid B 3 ï. BOEK. 1  22 DE AFVAL DER ï. BOEK, j i 1: l V h z z o k 4 I ï tusfchcn Koningen vernietigd, en List totde Godheid van het Kabinet gemaakt. Zonder zig ooit regt over zijne meerderheid te verheugen, moest hij zijn gehele leven worftélen met den nijd, welken zij hem bij anderen verwekte. Europa liet Jhem boeten voor het misbruik van een magt, waarvan hij inderdaad nooit het yolkomen gebruik had gehad, Wanneer men tegen de ongelijke magt van beide Partijen, welke ons in den eerden opflag zo zeer verbaast, alle de toevallen in rekening brengt, welke ten ladele van deze, en ten voordele van ;ene werkten, zo verdwijnt het Boven, latuurlijke van deze gebeurenis, maar iet Buitengemene blijft; en dan heeft pen enen juisten maatdaf gevonden , om Ie eigenlijke verdiende dezer Republieks-. jezinden, ten aanzien hunner Vrijheid, te ;unnen opgeven. Men moet egter niet lenken, dat ene zo naaukeurige bercening der kragten de onderneming zelve ; voorafgegaan, of dat zij, reeds bij et afdeken in deze gevaarlijke zee, e kust hebben geweten , waaraan zij vcrolgens landden. Met die rijpheid , doutcid en heerlijkheid, waarin dit werk bij jne voltoojing praalde, vertoonde het g geenszins in-, het plan van zijnen ntwerper, even zo weinig als ene vol-, amen fcheuring in 't Geloof zich voor:n geest van l ut her vertoonde,-toen ij tegen de Aflaatskraarri opkwam. Welk m onderfcheid tusfehen den nederigen  NEDERLANDER 53* optogt dier Geuzen te Brusfel , die om een menschlievende behandeling, als om een genade, fineken, en de gedugte Majefteit van enen Vrijen Staat, die met Koningen, als met zijns gelijken, in onderhandeling treedt, en in minder tijds dan een ecu' den troon zijner vorige Dwingelanden wegfehenkt! De onzigtbare hand van het noodlot dreef den afgclchoten pijl in enen hoger kring, en in ene geheel andere {trekking voord, dan hem bij het affcMeten gegeven was. In den fchoot van het gelukkige Braband werd de Vrijheid geboren , welke, als een pasgeboren kind aan hare Moeder ontrukt , het veragtc Holland gelukkig moest maken. Dog, de onderneming zelve moei ons daarom niet kleiner toefchijnen, on dat zij anders uitviel, dan de bedoeling was geweest. Van deze dwaasheid moes' ons een gemeenzame omgang met d< tegenwoordige en verleden wereld ge nezen hebben. De mensen bewerkt befchaaft en vormt den ruwen iteen welken de tijden aanvoeren; tot hem be hoort het ogenblik en tijdftip, maar he geval rolt de gebeurenisfen. Indien d driften, welke zig bij deze gebeuren, werkfaam betoonden , flegts het wer niet onwaardig waren, waaraan zij, zor der het te weten , dienstbaar waren indien de kragten, welke dezelve hie pen uitvoeren, en dc enkelde bedrijven uit welker vereniging dezelve op en wonderbare wijze ontllond* flegts o B 4 t BOEK» » s i '•> i e P  SOEK ! 3 i ] ;i H DÉ AFVAL DER zig zelve edele kragten, fchone en gro, te bedrijven waren, dan is de gebeu. rems groot, gewigtig en nuttig voor ons, en mogen wij over de ftoutc geboorte van het geval verbaasd ftaan, 0f een hoger verftand daarin eerbiedigen De Gefchiedenis der Wereld is zig zelve gelyk , even als de wetten der Natuur, en eenvoudig, even als de ziel des menfchen. De zelfde gegeven onhandigheden brengen de zelfde verfcnijnfelen weder voort Op dien eigen grond," waarop tans de Nederlanders aan hunne fcpaanlche Dwingelanden het hoofd boden, hadden voor vyftienhonderd jaren Jiunne ftamvaders, de Batavieren en Belgen, tegen hunne Romeinfche Geweldenaars geftreden. Dezen, even als genen onwillig onder enen trotfehen Overheerfcher ftaande en op gelyke wijze van roofzugtige Landvoogden mishandeld, wierpen met gelijke koenheid het flaaf[chc juk af, en waagden den kans in sen even ongelijken ftrijd. De zelfde rotschheid van Veroveraars, de zelfde loge vlugt der Natie had plaats in de Spanjaarden der zestiende, en in de Ronemen der eerftc eeu; de zelfde dappcrïeid en krijgstugt in beide legers: de :elfde vrees voor hunne wapenen. Daar. :icn wij, even als hier, list met over-' nagt kampen, en ftandvastigheid, door 'endragt onderfteund, ene ontzaglijke magt fmatten vvelke zig door verdeling ve?wakt had. Daar, zo wel als hier,  NEDERLANDEN. &5 ïaa"de bijzondere haat de Natie in het harnas: een enkeld mensch, voor zijnen tijd geboren, ontdekt haar het gevaarlijke geheim harer fterkte, en doet haar verkropt misnoegen tot ene bloedige verklaring uitbersten. „ Bekent het Batavieren!" dus fprak claudius civilis zijne medeburgers in het heilige woud aan, „worden „ wij van deze Romeinen nog, gelijk voor „ heen, als Bondgenoten en Vrienden, * of niet veel meer als Haven behandeld1? " Wij zijn aan hunne Amtenaren en Stc„ dehouders overgeleverd, die , nadat zi '„ zig met ons goed en bloed verzadigc i hebben, van anderen worden vervangen die de zelfde geweldenarij, flegts onde: „ andere namen , herhalen. Komt 'e , al eens een Opperbevelhebber, dez< ',' drukt ons door zijn pragtig en kostbaa „ gevolg, en door zijnen nog ondraaghj '„ ker hoogmoed. De wervingen ftaai weder voor de deur , die Kinders va hunne Ouders, Broeders van elkander voor altoos af fchcuren, en uwe wal kere jonge manfehap aan de Romeir £ fche geilheid ten prooie geven. Tam ■ Batavieren ! is de tijd voor u geborei " Nooit ftond het met Rome zo veeg als op dit ogenblik. Laat u door di „ namen van Legioenen genen fchrik aar jaagen: in hunne Legers vindt men ni< ^ dan oude lieden en buit. Wij hebbe ,', Voetvolk en Ruiterij. De Germane „ zijn op onze hand, en de Gallen zij gezind om met ons het juk af te werpej i 5 I. boe k. [ l 1, 1 T !. e i- !t n n n h  DE AFVAL DER ï, KOEK, „ Laat Syrië, en Azie, cn het Oosten, „ waar men Koningen van noden heeft hun dienen, 'Er zijn nog onder ons, „ die geboren zijn, vóór dat men den „ Romein fchatring betaalde. De Goden „ houden het met de dapperfteri." Door enen plegtigen eed wordt de zamenzwemg gewijd, even als het Verbond der Geuzen; zij vermomt zig ook looslijk, gelijk dit, met den grijns van onderdanigheid, en fchuilt agter de Majefteit eens groten mams. De benden van civilis zweren bij den Rhijn trou aan vespasiaan in Syne, gelijk het Bondgenootfchap aan riLips den tweden. De zelfde ftnjdplaats geeft het zelfde bellek van verdediging, de zelfde toevlugt voor de wanhoop aan de hand Beiden vertrouwen hun weifelend geluk aan een gunftig element. Iu gelijke benaaudheid redt civilis door een gemaakte overftromhig zijn Eiland, gelijk vijftienhonderd jaren later willem van oranje de Stad Leijden. De dapperheid der Batavieren bragt de zwakheid van de Heren der Wereld aan den dag, even gelijk de loflijke moed hunner Naneven de pragtige uittering van het Spaanfche Rijk voor het oop- van geheel Europa ontdekte. De zelfde vindingrijke geest bij de Legerhoofden van beide tijdperken doch den Oorlog even zo hardnekkig voordduren, en bijna even zo twijfelagtig eindigen. Eén onderfcheid is -hier egter te vinden: de Romeinen en Batavieren oorloogden raenfch©.  NEDERLANDEN. %J lijk, want zij voerden geen'. Oorlog om den Godsdienst. (*) Eer wij ons in deze grote Omwenteling verder begeven, moeten wij enige fchreden in de oude Gefchiedenis des Lands te rug gaan, om dien (laat van zaken, welken wij ten tijde dezer merkwaardige verandering aantreffen, te zien, geboren worden. Het ogenblik, waarin dit Volk in de Gefchiedenis der Wereld zijne intrede doet, is het tijdffip van deszelfs ondergang: het verkreeg zijn Staatkundig beftaan van zij.ne Overwinnaars. Dit üitgeftrektc gewest, dat ten Oosten door Duitschland, ten Zuiden door Frankrijk, ten Noorden en Westen door de Noordzee bepaald wordt, De Rhyn maakte deszelfs grensfeheiding uit. Tei linkerhand van die Rivier woonden de Belgen:; aan hare regter hand de Friezen: en de Batavieren op het Eiland , 't wel! hare beide armen ten dien tijde met der £*) Tacitus. Hiftor. L. IV. V, (f) J. c/esar de Bello GaU. L. ï, taciï de Mori'bus German. en Hist. L. IV. BOEK l  DE AFVAL DER ï. boek, s 1 1 1 < t C*) Over de oude verdeling dezer landen raadplege de weetgrage Lezer het voortrede 7*J1a a , l Eerwaardigen Engelberts , ^enaamd : Aloude Staat en Gefchiedenis der V>r cenigde Nederlanden. ^ CS) De Bello Gal!, U) Hisr. L. IV. c. i2. Oceaan, vormden (*} Alle deze Natiën werden, de ene na de andere, aan de Romeinen onderworpen: ondertusfehen geven hare overwinnaars zelve ons de loffelvk, fte getmgenisfen van derzelver dapperheid, De Belgen, fchnjft caesar (ö7 warei de emgften onder de Galjifchc Volken Welke de inrukkende Tcutonen en Cimbren van hunne grenzen weerden. De Batavieren zegt tacxtüs Cf), overtroffen m heldenmoed alle volken omftreeks den RW Dit woeste Volk betaalde zijne fchatting in zoldaten , en werd van zijne Overwinnaars, gelijk zwaard, en P'jl, flegts tot den flag bewaard. De Romeinen zelve verklaarden de Bataafse Ruiterij voor het beste gedeelte ran hun leger. Langen tijd waren zij, gef ta»? de Zwitfers, de Lijfwagt der xomein che Keizers; hun wilde \ioed rerfchnk/e den Dader , daar zij in volle vapenmsnng over den Donau zwommen, Je zelfde Batavieren hadden agricom »P fijnen togt naar Brittanje verzeld', n hem in de verovering van dit eiland ge-  tiÉ'DERLANDEfi. 20 holpen ( * ). Dc Friezen werden het laatst van allen overwonnen , en heriïelden zig , het eerst weder in de vrijheid. De moe- . rasfen , waarin zij woonden , maakten de Veroveraars later belust, cn kwamen hun duurder te ftaan. De Romein drusus, Welke in deze oorden den krijg voerde, «roef een kanaal van den Rhijn m de Flevo, tans de Zuiderzee, waardoor dc Romeinfche vloot in dc Noordzee doordrong, en Uit deze door dc monden vart de Eems en dc Wczer een' gemakhjker weg naar het binnenfte van Duitschland vond (f). Vier ecuwen lang vinden wij de Batavieren in de legers der Romeinen, dog na de tijden van honoriüs verdwijnt dcrzelver naam Uit de Gefchiedenis. Wij Zien hun eiland overftroomd van dc Franken , welke zig vervolgens weder in het naburige Bclgien verliezen. De Friezen hebben het juk van hunnen verafgelegen en magtelozen Beheerfchcr verbroken 3 cn komen weder te voorfchijn als ceii vrij Völk, dat zelf veroveringen maakt, zig door zijne eigene gebruiken en een over fchot van Romeinfche wetten beftuurt. en zijne grenzen tot over den linke) oever des Rhijns uitbreidt. In 't algemeci (*)DionCass. S. LXIX. Tac. Agric. C. %6. Tac. Annal. II. 15. . C§) Tacit. Annnl. II. 8. Su#rbN. P ©aud. Cap. 1. ys» 3, h iokK. I  3° DÈ AFVAL DElt i. BOEK I ) j i { g P O e ü heeft Friesland onder alle de Gewesten . van Nederland het minst van de inval• Icn van vreemde volken, van vreemde gewoonten en wetten geleden* en, eeuwen. kng, fporen van zijne oorfpronkehjke gedeldheid , zijnen volksgeest en zijne zeden behouden, welke noe ten huidigen dage niet geheel verdwenen zijn, Het tijdperk der Volksverhuizingen Vernietigt den oorfpronkelijken vorm vande meeste dezer Natiën ; 'er ontdaan andere vermengingen, en andere inrigtingenDe deden en legerplaatfen der Romeinen verdwijnen in de algemene Verwoesting, en met dezen zo vele gedenktekens van hunne grote kunst van regeren, door de Vlijt van vreemde handen voltooid. De verlatene dijken moeten weder voor de woede der dromen en den indringenden Oceaan zwigten. De Wonderen van menfchen handen , de kundige kanalenIrogen weder uit; de wateren veranderen ïunnen loop ; het vaste land en de zee 'erwarren hunne grenzen * en de natuur an den grond verandert met zijne beroners. De zamenhang van beide tijden :hijnt vernietigd , en met een nieu ge^ agt van menfchen begint ene nieuwe efchiedenisi Het Rijk der Franken, dat uit de uinhopen van het Romeinfche Galliè'n pkwam , had in de zesde en zevende ;u alle Nederlandfche gewesten ingeM , cn het Christelijke geloof in deze  NEDERLANDEN. gt Janden gevestigd. Friesland , het' laatite van allen, werd na enen hardnekkigen oorlog eindelijk door karel martel, die voor het Euangelie met zijne wapenen den weg baande , der Frarikifche krone onderworpen. Karel dé grote verenigde alle dezen landen, welke van toen af eert deel uitmaakten van die uitgebreide Mo-» narchie, welke deze Veroveraar uitDuitschland, Frankrijk ert Lombardijen ichiep. Toen naderhand dit grote Rijk onder deszelfs nakomelingen weder verdeeld wicrd, werden ook de Nederlanden, nu eens tot Duitfche, dan eens tót Frankifche, dan weder tot Lotharingfche Provinciën gemaakt , en eindelijk vinden wij dezelve onder de beide namen van Friesland en Neder-Lotharingen. Met de Franken kwam ook de Leenregering, een vrugt van Noordfchen grond, in deze landen, en ontaartte zo wel hier* als overal elders. De vermogendile Leenmannen onttrokken zig van tijd tot tijd aan de Kroon , en de Koninglijke Amtenaren fleepten de landfehappen, welken zij befchermen moesten , als een Wettig erfgoed naar zig. Dan deze afvallige Leenmannen konden zig niet, dan met hulp van hunne Onderhorigen, tegen den Vorst ftaande houden, en de bijHand , welken dezen verleenden , moest door nieuwe Lenen gekogt worden. De Geestlijkheid werd door vrome veroveringen en gefchenken magtig, en vcrworf zig weldra een onafhan.kc.1 ijk bc« T. boek,  ï. & o e!', 3* DË AFVAL DE^ ilaan in hare Abtdijen cn Bisfchoplijka zetels. Op die wijze waren de Ne* , derlanden in de tiende , elfde , twaalfde cn dertiende eeuwen in verfcheidene kleine onafhankelijke Staten gefplitst, welker Heren nu eens aan liet Duitfche Keizerrijk, dan eens aan de Frankifche Koningen hulde deden. Door koop, huwelijk ken, verwantfehap, of ook door overhering, werden vaak 't grootst gedeelte van dezelven weder onder een' hoofdfiam verenigd; en •in de vijftiende eeu zien wij het Huis van Bourgondiën in bezit van het grootfte gedeelte der Nederlanden (*). Filips de goede, Hertog van Bourgondiën, had, met meer of minder regt, airede elf Gewesten onder zijn gebied gebragt, welke door karel den stout en, zijnen zoon, door magt van wapenen met nog twe nieuwe vermeerderd wierden. Dus ontftond ongemerkt een nieuwe Staat in Europa, waaraan niets meer dan de naam ontbrak, om het bloeiendfte Koningrijk van dit Werelddeel uit te maken. Deze uitgeftrekte bezittingen maakten den Bourgondifchen Hertog tot enen gedugtcn nabuur voor Frankrijk , en bragt den (routen , onrustïgen geest van karel in verzoeking, om het ontwerp ener verovering te maken, welr ke het gehele ingefloten land van de Zuiderzee en den mond des Rhijns af tot in den Elzas toe zoude bevatten. Dc onuitputtelijke C*) Grat. Annal. L. L p. 2. 3.  &ÏEDERLANDE1N. gg ïïjke middelen van dezen Vorst kunnen énigszins deze vermetele herfenfchim goedmaaken: een gëdugfe legermagt dreigde dezelve tot dadelijkheid te brengen. Reeds beefde Zwitferland voor zijne vrijheid , maar het trouloze geluk verliet karel in drie vreeslijke veldflagert, en de dolle Veroveraar raakte onder dc levenden cn de doden verloren De enige erfgenaam van karel dem stouten, maria, de rijkiïe Prinfes van dien tijd, en de rampzalige helene, die het ongeluk over deze Landen bragt, hield tans de gehele wereld ih verwagting opgetogen, Twe magtigê' (*) Een Hofjonker, welke hem had zie» vallen , en de Overwinnaars , enige dagen na den flag , op de plaats verleide, redde hem nog uit ene veragtelijke vergetelheid. Men trok zijin lijk, naakt en door wonden deerlijk misvormd , uit een moeras, waarin het vast gevroren was , en herkende hem nog met vele moeite aan enige tanden, welken hij milie, en aan de nagelen van zijne vingers, welken hij gewoon was langer , dan andere mentenen, te dragen. Dat 'er evenwel, onaangezien deze kenmerken , nog fteeds dezulken zijn geweest , welke aan zijnen dood twijfelden, en zijne wederverfchyning te gemoete zagen, blijkt uit een plaats in den brief, waarin lodewyk de elfde van de Bourgondifche Staten vorderde, dat zij weder onder de kroon van Frankrijk, zouden terug keeren. „ Ingevalle," dus luidt die plaats, „ Hertog karel nog in leven is , „ zijt gij van uwen eed aan mij weder ontfla„ gen." C om in es T. III. Preuves desMemoires 4P5, 497- I. deel. Q f. boek*  I BOEK. $4 DÊ AFVAL DEK. Vorsten, lodewyk de elfde, Koning van Frankrijk, voor den jongen Daufijn, zijnen Zoon, en maxi mi li aan van oostenryk, Zoon van Keizer fred erik den derden, deden zig op als mededingers naar haar bezit. Hij, wien zij hare hand zou fchenken , moest de magtiglte Vorst van Europa worden, en nu begon dit werelddeel voor 't eerst te vrezen voor zijn evenwigt. Lodewyk, de magtigfte van beiden, konde zijn aanfpraak door de kragt der wapenen onderfteunen ; maar het Nederlandfche Volk , dat over de hand van zijne Vorstin befchikte, ging dezen gedugteiï Nabuur voorbij, en befloot ten voordele van maximiliaan, wiens afgelegene Staten en bepaalde magt voor 's Lands vrijheid min gevaarlijk fchenen : ene bedrieglijke ftaatkunde, welke door ene zonderlinge fchikking des Hemels het ongeluk verhaastte , in plaats van hetzelve voortekomen! Filips de schoone, Zoon van maria en maximiliaan , geraakte door zijne Spaanfche Bruid in het bezit van dat uitgeftrekte Rijk, dat onlangs door ferdinaNd en isabella geftigt was ; en zijn Zoon, karel van oostenrijk, was geboren Heer van het Koningrijk Spanje, de beide Siciliën, dc nieuwe Wereld en de Nederlanden. Het gemeen raakte hier,, vroeger dan in de overige Leenrijken, van zij-  Hp lijflijke flavemij öntflagën, en verkreeg wel ras een eigen burgerlijk beftaan. De gunstige ligging des Lands aan de Noordzee en groote bevaarbare wateren, deed fpoedig den Koophandel opkomen, welke de menfchen in Steden bijeen verzamelde, de nijverheid opwekte * vreemdelingen lokte, en Welvaart en overvloed onder hen verfpreidde: Hoe veragtelijk ook dë borlogzugtige Itaatkunde dier tijden op elke nuttige handtering nederzag, konden egter de Landsheren de wezenlijke voordelen, welke hun daaruit toevloeiden ; niet miskennen. De toenemende bevolking hunner Landen , de menigvuldige giften, welke zij onder de verfchillende benamingen van Tol, Weggeld, Bruggeld, Markt - geld, enz. vati inlanders en uithecmfchen afpersten, waren voor hun te zoete lokazen; dan dat zij onverfchillig zouden gebleeven zijn omtrent de Oorzaken, waaraan zij die te danken hadden. Hunne eigen hebzugt maakte hen tot voorftanders van den Koophandel, en de onkunde zelve, gelijk meermalen gebeurt , holp zo lang, tot dat eindelijk ene gezonde ftaatkunde in derzeïver plaats kwam; In vervolg van tijd zogten zij zelfs de Lombardifche Kooplieden aan,> befchonken de Steden met grote voorregten en een eigen regtsgebied,- waardoor' deze in aanzien en invloed grootlijks toenamen; De gedurige oorlogen/ e 2 ïi BOEKi  BOEK. '5* 5>E AFVAL DER welken de Graven onder elkander erï met hunne naburen voerden, maakten hen afhankelijk van de gunst der Steden , welke zig door haren rijkdom belangrijk maakten, en die voor de onderftand-gelden, door haar verleend, aanzienlijke voorregten wisten te bedingen. Van tijd tot tijd groeiden de Voorregten der Gemeenten aan, toen dc Kruistogten den Adel tot ene kostbare uitrusting noodzaakten, toen de voortbrengfels van het Oosten langs enen nieuwen weg in Europa kwamen, en de inrukkende weelde den Vorftcn nieuwe behoeften veroorzaakte. Zo vinden wij reeds in de elfde cn twaalfde eeu enen gemengden regeringsvorm in deze landen, waar de magt van den Vorst door den invloed van de Standen , te weten den Adel, de Geestelijkheid, en de Steden , merkelijk bepaald is. Deze , welke Staten genaamd werden , kwamen zo dikwijls te zamen, als het belang der Provincie zulks vorderde. Zonder hunne toeftemming golden gene nieuwe wetten, mogt geen oorlog gevoerd, gene nieuwe tollen geheven, gene verandering in de munt gemaakt, en geen vreemdeling tot enig deel van het ftaatsbeftuur toegelaten worden. Deze Voorrechten hadden alle Landfchappen met elkander gemeen; ander ■ i waren verfchillende naar de onderfcheidene Gewesten. De regering was erflijk, maar de Zoon trad niet in de regten des Vaders, dan na alvorens de  NEDERLANDEN. 37 Staatsgeftcldhcid plcgtig bezworen te hebben (*). , Nood is de eerfte wetgever; alle . noodzakelijkheden, welken men in deze ftaatsgeltcldheid ontmoet, zijn oorfpronkelijk noodzakelijkheden van den Koophandel geweest. Dus is de gehele inrigting van de Republiek op Koophandel gegrond , en hare wetten zijn later dan haar handel. Het laatfte Artiekcl van deze ftaatsinrigting, waardoor Uitlandcrs buiten bedieningen gefloten worden, is een natuurlijk gevolg van alle de voorgaande. Eene zo ingewikkelde en kunflige betrekking van den Vorst tot het Volk, welke in elke Provincie , en dikwijls in elke enkelde Stad nog weer bijzonder was , vorderde mannen , welke den vurigften ijver voor de onderhouding van 's Lands vrijheden met de grondigfte kennis van dezelve verenigden: beide zaken , die niet wel in enen vreemdeling konden öhderfteld worden. Deze wet gold voor het overige voor elk Landfchap in 't bijzonder, zo dat in Braband geen Vlaming , in Zeeland geen Hollander mogt worden aangeltcld , en zij bleef ook naderhand nog ftand houden, na dat reeds alle deze Gewesten onder één Hoofd verenigd waren. Van alle de overigen genoot Braband de ruimfte vrijheid. Deszelfs Voorregten C*0 Grotius L. I. 3. C g I. SOEK,  3§ DE AFVAL DER |i o ek. (*) De faeüo Belg.Dec. I. L. II. 34. guicciardini. Descr. Belg. " ■ •' " : werden op zo hogen prijs gefchat, dac vele moeders uit de aangrenzende landfchappen tegen den tijd van hare verlosfing derwaards trokken, om daar hare kinders te baren, en dezelven hierdoor, alle de Voorregten van dit gelukkige Land;< deelagtig te maken; „ op dezelfde „ wijze," zegt strada, „ als men ge„ wasfen van een ongunftige lijgtftreek „ in enen beter grond veredelt (*)." Na dat het Huis yan Bourgondie verfcheidene Gewesten onder zijne heerfchappij verenigd had, werden de bijzondere Provinciale Gerechtshoven, welke tot dus verre onafhankelijke rcgtbanken waren geweest, naar een algemeen Gerechtshof te Mechclen gewezen , k welk de onderfcheidcne leden tot een enkeld lighaam verbond, en alle burgerlijke en lijfftraffelijke zaken door een onherroepelijke uitfpraak befliste. De Souvereiniteit der enkelde Provinciën werd weggenomen , en de Oppermagt had tans zijnen zetel in den Raad van Mechelen. Na den dood van karel den stouten verzuimden de Staten niet, hun voordeel te doen met de verlegenheid hunner Hertoginne, die door de wapenen van Frankrijk bedreigd zijnde tans van  NEDERLANDEN, tg hun afhankelijk was (*). De Staten van Holland en Zeeland noodzaakten i haar, een groot Privilegie te onder- . tekenen, welk hun de gewigtigfte regten der Souvereiniteit verzekerde. De ftoutheid der Gentenaren ging zo ver, dat zij de gunftelingen van maria, welke het ongeluk hadden gehad hun te mishagen , op eigen gezag voor hunnen regtbank fleepten, en onder het oog yan deze Vorflin onthalsden. Gedurende de korte regering der Herto«-inne maria tot aan haar huwelijk, verkreeg de Gemeente een vermogen , 't welk haar al zeer nabij aan enen vrijen Staat deed komen. Na het affterven van zijne Gemalin nam maximiliaan op eigen gezag, als Voogd over zijnen Zoon, de Regering op zig. De Staten , door deze inbreuk in hunne regten beledigd, wilden zijn gebied niet erkennen , cn konden ook niet verder o-ebragt worden, dan om hem enen bepaalden tijd, en onder beëdigde voor= waarden , als Stadhouder te dulden. Maximiliaan verbeeldde zig, na dat hij Roomsch Koning geworden was. de flaatsgefteldheid te kunnen overtreden Hij leide den Gewesten buitengewoon belastingen op, gaf bedieningen aan Bour gondiërs en Duitfchcrs, en bragt vreem de Krijgsbenden in het Land. Maa met de magt van den Regent was oo (*; Memoires de philippe de cpwine C 4 L lOEK. r ( i  r. « O E K, 4* BE AFVAL DER. dc yverzugt dezer Republieksgezinden toegenomen. Hce Volk vatte de wapenen op, toen hij met een fterk gevolg van Vreemdelingen binnen BruS» zijne intrede deed; maakte zig meester van zijnen perfoon, en zettede hem op het Slot gevangen. In wêerwil der vermogende voorfprake van het Keizerlijke en Roomfchc Hof, verwierf hij zine vrijheid niet weder, voor dat men der Natie wegens dc punten in verfchil, verzekerdheid had gegeven. De veiligheid van leven en goederen, welke uit zagter wetten, en ene gelijke handhaving van het regt ontftond? had de nijverheid en vlijt jp deze Landen aangewakkerd. In enen- geftadigen Üriid met den Oceaan en buiten hunne oevers rijzende ftroomen , welke tegen het lager land woedden, en wier geweld door dammen en kanalen gebroken moest' worden had dit Volk al vroeg geleerd , op de Natuur rondom zig te letten een magtige hoofdftof door vlijt en ftandvastigheid te trotfeeren , en, even als de Egyptenaar, die den Nijl tot zijnen leermeester had, in enen kunstrijken tegenweer zijne vindingskracht en fchranderheid te oefenen. De natuurlijke vrugtbaarheid van het Land, welke door den akkerbou en de veeteelt bevorderd werd, vermeerderde tevens de bevolking. Deszelfs gelukkige liggmg aan de £ee en de groote bevaarbare Rivieren yan Duitschland en Frankrijk, welke ^  NEDERLANDEN, 4r deekelijk hier in de Zee vallen; zo vele kundige Kanalen, welke het Land 5 heen en weder doorfnijden , gaven leven . aan de Scheepvaart; en dc naauwer gemeenfchap der Provinciën, welke daardoor zo gemakkelijk werd gemaakt, wekte ras enen geest van Koophandel in deze Volken op. De naburige kusten van Brittanje en Denemarken waren de eerfte, die zij met hunne fchepen bezogten. Dc Engelfche wol, door dezen medegebragt, verfchaftc werk aan duizend vlijtige handen in Brugge , Gent en Antwerpen, en reeds in het midden der twaalfde ecu werd in Frankrijk en Duitschland Vlaamsch linnen gedragen. ïn de elfde eeu vinden wij reeds Friefche Schepen in de Belt , en zelfs in de Lcvantfche Zee. Ja, dit ondernemende Volk waagde het, om , zonder kompas, onder den Noordpool door, tot aan den Noordelijken punt van Rusland, te ftevencn. Van de Wendifche Steden kregen de Nederlanden een deel des Levantfchen handels , welke destijds nog uit de Zwarte Zee door het Rusfifche Rijk naar de Oostzee ging. Toen deze in de dertiende eeu begon ten gronde te gaan ; toen de Kruistogten enen nieuwen weg door de Middellandfche Zee voor de Indifche waren openden, de Italiaanfche Steden dezen vrugtbaren tak van handel naar zig trokken, en in Duitschland het grote Hanze-vcrbond werd opgerigt, C 5 I. BOEK  4^ PE AFVAL DER BOEK. werden de Nederlanden de gewigtige Stapelplaats tusfchen 't Noorden en Zuiden. Het gebruik van 't kompas was nog niet algemeen, en men zeilde nog langfaam en niet zonder omwegen langs de kusten. De Havens van de Oostzee waren in de wintermaanden grotendeels toegevroren, en voor gene vaartuigen toegankelijk. Die fchepen derhalven , welke dep verren weg van de Middellandfche Zee en de Belt, in een zelfde jaargetijde, niet wel konden afleggen, kozen geredelijk ene plaats van vereniging, in het midden van beide delen gelegen. Agter zig een onmetelijk vast land hebbende, waarmede zij door de vaarbare Aromen verbonden waren , terwijl tegen het Westen en Noorden de Oceaan door veilige Havens voor hun geopend was, fchenen deze Gewesten opzettelijk tot een verzamelplaats der Volken, en tot een middenpunt van den Handel gefchapen. De voornaamfte Nederlandfche Steden werden tot Stapelplaatfen gemaakt. Portugezen , Spanjaarden , Italianen , Franfchen , Britten , Duitfchers, Decnen en Zweden vloeiden hier zamen met voortbrengfels uit alle oorden der wereld. De menigte en naarijver der verkoperen verminderden den prijs der waaren ; de nijverheid werd aangewakkerd, dewijl de markt voor de deur was. Met den noodzakelijken omloop van geld kwam de wisfelhandel op, welke ene nieuwe vrugtbare bron yafl  NEDERLANDEN. 43 rijkdom opeqde. Dc Lands - Vorsten , die eindelijk hun waar belang beter begonnen te kennen, moedigden den Koopman door de grootfte vrijheden aan, en wisten hunnen handel door voordelige verdragen met buitenlandfche Mogendheden te befchermen. Toen in de vijftiende ecu dc meeste enkelde Provinciën zig onder énen Heer vereenigden , hielden pok derzelver fchadelijke oorlogen tegen elkander op , en derzelver gcfchcidcne voordelen werden thans door ene gemcenfchappelijke Regering naauwcr verbonden. Haar handel en welvaart groeiden aan in den fchoot van enen ïangdurigen Vrede, waartoe de overmagt harer Vorsten de naburige Koningen noodzaakte. De Bourgondifche vlag werd in alle Zeen geëerbiedigd (*) ; het aanzien van den Vorst gaf aan de onderneemingen der Ingezetenen nadruk ; en maakte dien van elk bijzonder perfoon tot de aangelegenheid van enen gedugtcn Staat. Een zo magtige befcherming (telde hen weldra in (laat, om zelfs het Hanze - verbond te verlaten cn dezen trotfehen Vijand door alle Zeën te vervolgen. De Hanzcfche Koopvaarders, welken dc Spaanfche Kust toegefloten werd, moesten ten laatften tegen hunnen wil in Vlaanderen te markt komen, en de Spaanfche waaren pp Nederlandfchen (lapel ontvangen. (*) Memoires de comines L. III, Ch. 5, I. SOEli.  4v DE AFVAL DER I. SOEK. Brugge in Vlaanderen was in de veertiende en vijftiende eeu het middenpunt van den gehelen Europifchen handel , en de grote markt van alle Natiën. In 't jaar 1468 telde men honderd en vijftig Koopvaardij fchepen , welke op eenmaal dc haven van Sluis binnenliepen. Behalveh het rijke Magazijn van het Hanzc-verbond, waren hier nog vijftien Genootfchappen van Koophandel met hunne Kantoren, benevens vele Factorijen en Handelhuizen uit alle Landen van Europa. Hier was dc ftapêl van alle Noordfche voordbrengfels voor het Zuiden, en van alle Zuidelijke en Levantfche voor het Noorden. Deze gingen met Hanzcfche Schepen door de Zond, en over den Rijn naar O'pper-Duitschlahd , of werden op wagens ter zijde af naar Bronswijk en Lunenburg vervoerd. Het is de zeer natuurlijke loop der menfchelijke zaken , dat deze welvaartvan ene buitenfporige dertelheid gevolgd werd. Het verleidende voorbeeld van filips den schonen konde dit tijdperk flegts verhaasten. Het Hof der Bourgondifche Hertogen was het wellus-» tigfte en pragtigfte van Europa, zelfs Italië niet uitgezonderd. Dc kostbaare kleding der Groten , welke vervolgens tot een model voor de Spaanfche verftrekte , en eindelijk met de Bourgondifche gebruiken tot het Oostcnrijkfche Hof overging, kwam welras onder het Volk ? en de geringfte burger kleedde  NEDERLANDEN. *5 tig in zijden ftoffen (.*> „ Op den „overvloed," zegt c o mines , ( een ] Schrijver, die omtrenc het midden der . vijftiende eeu de Nederlanden doorgereisd heeft) „ was de hoogmoed ge„ volgd. De pragt en praal in kleding „ werd van beiderlcie kunne tot de bui,', tenfporigfte verkwisting gedreven. Toe „ zo hogen trap, als hier, was de weel- (*) Filips de goede was te groot een verkwister , om fchatten te vergaderen : des met tegengaande vond karel de stoute in deszelfs nalatenfchap, aan tafelgereedfchap „ kleinoodién, boeken, tapijten en lijnwaat, een erooter voorraad opeengehoopt , dan drie rijke Vorftëlijke huizen toenmaals te zamen bezaten , en bovendien nog enen fchat van driemaal honderd duizend Daalders in baren gelde. De rijkdom van dezen Vorst en het Bourgondifche Volk lag op de flagvelden bij Granfon , Murten en Nancy ten toon gefpreid. Hier'trok een zoldaat van de Zwitfers karei, den stouten den beroemden Diamant van den vinger, welke langen tijd voor den grootflen van Europa is doorgegaan, die nog lieden als de twed'e aan de Franfche Kroon prijkt, cn die toen door den onkundigen vinder voor enen gulden verkogt werd. De Zwitfers verruilden het gevonden Zilver tegen Tin, het Goud tegen Koper, en fcheurden de kostbaarfte tenten van goudftof in ftukken. De waarde van den buit , welke aan Zilver, Goud en edele Geftecnten gemaakt werd, ■wordt op drie millioenen gefchat. Karei. en zijn leger waren niet als vijanden , die vegten willen , maar als overwinnaars, die zig na behaalde zege optooijen , ten (Wijde geicokken. Comines I. 253. 259. 265. L iOEK  4& DE AFVAL DER, t Soek „ de der tafel nog bij geen ander Volff „ geftegen. De zedeloze .gemeenfchap „ van beide geflagten in Badftoven eri „ foortgelijke plaatfen van bijeenkomst i „ welke den wellust aanprikkelen , had „ alle fchaamte verbannen: en het is „ niet de gewoone dertelheid der Gro„ ten, waarvan wij hier fpreken ; de „ geringde Vrouwen gaven zig onbepaald aan deze buitenfporighedeti „ over (*)." Dan , hoe veel aangenaamer is nier zelfs deze buitenfpoorighëid voor den' menfehenvriend, dan de treurige ingetogenheid des gebreks, en de barbaarfche deugd der domheid, welke toenmaals geheel Europa ter neder drukten! Het Bourgondifche tijdvak fchijnt weldadig tusfehen die duistere eeuwen door, gelijk een aangename lentedag tusfehen het nog gure weder van den afgaanden winter. Maar juist deze bloeiende welvaart bragt eindelijk de Vlaamfche Staten ten val. Gent en Brugge , dronken vari vrijheid en overvloed, kondigen den Beheerfcher van elf Provinciën, filips den goeden, den Oorlog aan, welke zo ongelukkig geëindigd , als vermetel ondernomen werd. Gent alleen verloor in den flag bij Havre vele duizenden Volks, en moest den toorn van zijnen Overwinnaar met ene Geld- (*) Memoires de M. philippe de ComiNES T. h L. I, C. L. V. C. p. s i decltc van zijn gebied moest hem klef», agting voor de regten van den onderdaan inboezemen; maar hier leerde men hem dezen te ontzien. Hoe meer hij aldaar het vermaak van een onbepaalde magt genoot, en hoe hooger het gevoelen was, 't welk hem van zig zeiven werd gegeven, des te minder moest het hem fmaken, zig hier tot de befcheidene menschlijkheid te vernederen; des te meer moest hij zig geneigd gevoelen, om dezen hinderpaal uit den weg te ruimen. 'Er wordt reeds een grote deugd vereischt, om dc magt, welke tegen onze meest geliefde wenfehen gekant is, niet als vijandig te beftrijden. Eer wij ons naar de blinde noodzakelijkheid fchikken, veranderen wij haar liever in een vrijwerkend wezen , 't welk wij kunnen te keer gaan ; hoe veel meer ian, wanneer het de Vrijheid is, welke mze Vrijheid beperkt? De ovennagt van karel maakte evens het wantrouwen , altoos een re volg van zwakheid, bij de Nedcranders gaande. Nooit hadden zij fter;er voor hunne ftaatsgefteldheid geijverd, looit meer zwarigheden tegen de regen van hunnen Vorst gemaakt; nooit /aren zij omflagtiger in hunne verdraen geweest. Wij vinden onder zijne de ogen ftak , noch de gelijkheid van dezen den hoogmoed der Kastilianen beledigde. Gitoi. tius. Annal. Belg. L. i.  NEDERLANDEN, 57 regering de hevigfte uitbarftingen van den Republickeinfchen geest, en de eifchen , der Natie vaak gedreven tot een mis- . bruik, dat aan de Happen, door de Koningrijke magt gedaan , enen glimp van billijkheid konde geven. Een Vorst befchouwt ftc-eds de burgerlijke vrijheid als een gedeelte vap zijn gebied, dat hem ontvreemd is, en dat hij moet tragten te herwinnen. Voor den Burger is de Oppcrheerfchappij een geweldige- vloed, welke zijne regten overftroomt. De Nederlanders dekten zig tegen hunne zee door dijken, en tegen hunne Vorlten door grondwetten. De gehele Wereldlijke gefchiedenis is een fteeds herhaalde ftrijd tusfehen dc heersenzugt cn dc vrijheid om deze» betwisten plek gronds, gelijk derzelver Natuurlijke gefchiedenis niets anders is, dan een ftrijd tusfehen de Elementen cn de lighamen om dc ruimte. De Nederlanders gevoelden wel ras, dat zij de Provincie van ene Monarchie geworden waren. Zo lang hunne vorige Heren geen hoger doel hadder., dan voor hunnen welftand te zorgen, geleek hun Staat naar het ftille geluk van een verenigd huisgezin, welks hoofd de Vorst was. Karel de vijfde voer-, de hen op het toneel der ftaatkundige wereld. Nu maakten zij een lid uit van dat reusagtige Üglitwpn , dat door de eerzugt van énen tot zijn werktuig gebruikt werd. Zij hielden op het doe} O 5 I. 10 e k.  58 DE AFVAL DER ï. BOEK ft van zig zclven te zijn ; het middenpunt van hun beflaan was in de ziel van hunnen Vorst verplaatst. Daar zijne gehele regering flegts éne beweging naar buiten, of één Staatkundig bedrijf was, moest hij voor alle andere dingen meester van zijne leden zijn , om zig met nadruk en fpoed daarvan te kunnen bedienen. Hij kon zig dus met gene mogelijkheid met het omflagtige kunstwerktuig van hun inwendig burgerlijk leven bemoejen, of hunne eigendommelijke voorregten met die naaugezette opmerkfaamheid behartigen, welke hunne Republiek infche omflagtigheid vorderde, Met den ftouten flap van enen Aljeenheerfcher vertrapte hij het kunflige gebou van ene wormen-wereld. Hij moest zig het gebruik van hunne kragten gemaklijker maken door eenheid. De Raad tc Mechelen was tot hier toe een onafhankelijke Vierfchaar geweest; tans onderwierp hij denzelven aan een Koninglijk Geregtshof, dat hij te Brusfel vestigde, en dat het werktuig van 's Vorsten wil was. In het hart van hun Staatsber ftuur voerde hij vreemdelingen in , Welken hij de gewigtigfle bedieningen in handen gaf. Lieden, die alleen van ss Konings genade afhingen, moesten noodwendig flegte handhavers zijn van regten, Welke hun behalven dat weinig bekend waren. De toenemende onkosten zijner oorlogzugtige regering noodzaakten hem zijne hulpmiddelen te vermeerderen. Met  NEDERLANDEN. $9 yerfmading van de heiligfte Voorregten, legde hij den Landen ongewone bclastin- • gen op. De Staten moesten, om bun . aanzien te bewaren, dat gene wel bewilligen , wat hij zo befchciden was geweest van niet met geweld te willen invorderen: de gehele Gefchiedenis der regeering van dezen Vorst in de Nederlanden is genoegzaam een aaneengeschakeld verflag van gevraagde, geweigerde, cn eindelijk evenwel ingewilligde fchattingen. Tegen de Staatsgefteldhcid voerde hij vreemd Krijgsvolk in hun Land, liet in de Provinciën werven voor zijne legers , en wikkelde haar in oorlogen, welke voor haar belang onvcrfchillig, zo niet fchadelijk waren , cn waarin zij niet hadden toegeftemd. Hij ftrafte als Monarch de misftappen van enen vrijen Staat, cn de gedugte ftraf der Gentenaren vertoonde hun de grote verandering, welke hunne ftaatsgelteldheid airede geleden had. Zommige gefchiedfehrijvers befchuldigen hem, dat hij getragt zoude hebben, de gewigtigftc Vrijbrieven der Provinciën uit de kloosters cn vertrekken, waar dezelve bewaard werden, heimelijk te laten opligten: een lage cn veragtelijke daad voor enen zo groten Vorst, maar tevens een bewijs», dat hij deze brieven nog vreesde! De welvaart des Lands was voor z<* verre verzekerd, als dezelve voor de itaatkundige oogmerken van deszelfs Heer noodzakelijk was; voor zo verre I. SOEK.  €9 DE AFVAL DE li I. r-OEK. karel's verftandige Staatkunde den gezondheidsregel des Jighaams zekerlijk niet overtrad, waaraan hij nodig vond zig ftiptelijk te houden. Gelukkig treffen •vaak de tegenftrijdige bedoelingen der heerschzugt en der belangeloze menschlievendheid het zelfde wit, en de burgerlijke welvaart, welke het doel is van enen marcus aurelius, wordt onder enen lodewijk en augustus toevalligerwijze bevorderd. De regering van enen denkenden Despoot heeft daarom niet zelden de fehone buitenzijde van dat gezegende land, waarvan een Wijsgeer de Wetgever was; en deze betoverende fchijn is in ftaat om het oordeel des Gefchiedfchrijvers te misleiden. Maar laat hem dk bevallige bekleedfel opligten, zo zal een nader inzien hem leren, hoe weinig bij de magt van d.en Staat het welzijn der ingezetenen ter harte genomen is, cn hoe veel nog een bloejend rijk van een gelukkig rijk verfchilt. Karel de vijfde was volkomen overtuigd, dat Koophandel de fterkte der Natie Was, en vrijheid de grondflag van ha^ ren Koophandel. Hij ontzag hare vrijheid, om dat hij hare fterkte nodig had. Staatkundiger, maar niet regtvaardiger, dan zijn Zoon, onderwierp hij zijne grondftellingen aan de noodzaaklijkheid van plaats en omftandigheden, en trok te Antwerpen ene verordening in, welke hij met magt en geweld te Madrid en  NEDERLANDEN, ót Lisfabon zoude hebben ftaande gehouden. Het gene de regeering van karel » ben vijfden voor de Nederlanden bijzonder merkwaardig maakt, is de grote Geloofs - omwenteling , welke onder hen voorviel , en met welke wij ons, als de voorname oorzaak van den namaals gevolgdcn oplrand, wat omftandiger zullen bezie; houden: deze Geloofsomwenteling baande het eerst den toegang voor het willekeurig gezag tot het binnenfte heiligdom der Nederlandfche daatsgedcldheid, bragt dit gezach in verzoeking om een mecsterftuk van zyn bekwaamheid te vertoonen, en gaf het zekere houding van wettigheid, terwijl het, ten zelfden tyde, den Republiekeinfchen geest op een gevaarlijke deilte plaatde. Even gelijk dees laatde in anarchie en oproer ontaarte, beklom de eerde , het monarchaal geweld namelyk, den hoogden top van het despotismus. Niets is natuurlijker, dan de overgang, van burgerlijke vrijheid tot vrijheid van geweten. De mensch, of het volk , dat door ene gelukkige Staatsgedeldheid eenmaal de waardij der menschheid heeft leren kennen; dat de wet, die over hetzelve uitfpraak moet doen, gewoon is geworden te beoordelen , of zelf daarvan de rnker is; welks geest door werkfaamheid opgeklaard; welks gevoel door het genot des levens gaande gemaakt; welks natuurlijke moed door inwendige veiligheid en welvaart verheven ï. BOEK*  & D'Ë AFVAL DER t BOEE. ( i i : i i ] 4 ] ] is geworden; zulk een volk en zulk eer! niensch zullen zig niet zo gemaklijk als anderen aan de blinde heerfchappij vart een willekeurig geloof overgeven , en zig eer dan anderen daarvan weder ontdaan. Nog ene andere omftandigheid moest dén voortgang van den nieuwen Godsdienst in deze Landen begunftigen. Italicn, toenmaals de zetel van de grootfte befchaafdheid des Geestes, een land, waar anders altoos de hevigfte partijfchappen van Staat gewoed hebben , waar een hete lugtsgefteldheid het bloed tot de buitenfporigfte driften verhit; Italiën ,• zoude men kunnen tegenwerpen, bleef bijna onder alle Europifche landen het meest bevrijd van deze nieuwigheid. Maar voor een Romanesk volk, 't welk foor enen warmen en lieflijken hemel , ioor ene welige, immer jeugdige en mraer lachende Natuur , en door de neest verfcheidene betoveringen der Kunst n een eeuwigdurend genot der zinnen verd gehouden, paste beter een Godslienst, wiens pragt en ftaatfie de zinïen boeit, wiens geheimvolle raadfelen :oor de verbeelding een oneindig veld >pcnen, wiens voornaamfte leringen doof childeragtige gedaanten op ene aangeïame wijze tot de ziel indringen. Een rolk daarentegen, dat door de bezigïeden des burgerlijken levens tot ene mdigterlijke werkfaamheid afgedaald, meer h duidelijke denkbeelden dan in beelden eeft, en zijn menfehenverftand ten ko<-  NEDERLANDEN. te der verbeeldingskragt befchaaft; zulk een volk zal meer behagen vinden in een geloof, dat het onderzoek minder vreest, dat minder op Verborgenheden dan op Zedenleer aandringt, minder door het oog gezien dan door het verftand begrepen kan worden; met één woord: de Katholijke Godsdienst zal over het geheel beter voor een volk van Kunitenaars, de Proteflantfche beter voor een volk van Kooplieden pasfen. Dit vooronderfteld zijnde , moest de nieuwe Leer, welke door luther in Duitschland, en door kalvyn in Zwitferland verbreid werd , in dc Nederlanden den gunftigftcn grond aantreffen. De weg, waardoor zij derwaards geraakte , was de. zelfde , waardoor de Pest uit het Oosten komt , waardoor wijsheid en dwaasheid tot ons komen, de weg des Koophandels. De eerfte zaden derzelve werden door de Proteftantfche Kooplieden, welke te Amfterdam en Antwerpen bijeen kwamen * in de Nederlanden geftrooid. De Duitfche en Zwitferfche Krijgsbenden, door karel in deze landen gebragt, en de grote menigte van Franfche, Duitfche en Engeifche vlugtelingen, welke het zwaard der vervolging, dat in hun Vaderland op hen wagtte^, in de vrijheden van Vlaanderen zogtèn te ontvlieden , bevorderden derzelver verfpreiding. Een groot deel des Nederlandfchen Adels ftudeerde desüjds nog te I. boek.  H ï>]t AFVAL DER f. BOEK 1 i Geneve, terwijl de Hoge School vari . Leuven toen nog genen opgang had . gemaakt, en die van Douai nog eerst geftigt moest worden; de ftudercndc jeugd bragt de nieuwe Godsdienstbegrippen, welke daar openlijk geleerd werden, in hun Vaderland met zig te rug. Bij een onvermengd befloten volk konden deze eeriïe zaden verdrukt worden. De toevloed van zo vele en zo ongelijke Natiën in de Höllandfche eri Brabandfche Stapelplaatfen moest derzelver eer/len wasdom voor het Oog der Regering ongemerkt laten , cn. &onder het dekkleed der verborgenheid verhaasten. ^ Ene verfcheidenheid in gevoelens kon ligtlijk veld winnen, waar geen algemeen Volkskarakter , gene eenheid van zeden en wetten was. In een land, eindelijk, waar arbeidfaamheid dc' meest geroemde deugd, en bedelarij de veragtelijkfte ondeugd was, moest een Orde van lediglopers , de Monnikenftand , voorlang ergernis gegeven hebben. De nieuwe Godsdienst, welke daartegen ijverde, won dus reeds onbegnjplijk veel daardoor, dat hij in dif fluk het gevoelen des völks op zijn zijde had. Schötichriften., vol van bitterheid eh fpottemij, welke door de Dnlangs uitgevonden Drukkunst enen" neller omloop kregen; gelijk mede vercheidene, toenmaals de Provinciën rondrwervende, Redenaarsbenden , Rederijers genaamd, welke in Toneelfpelen of  ! NEDERLANDEN, 3? of gezangen dc misbruiken van hunnen .tijd befpottelijk maakten , bragtcn niet weinig toe, om het gezag der Roomfche Kerk te ondermijnen, cn der nieuwe Lerc enen gundigen ingang in dc gemoederen des volks te bereiden. Het ging.met de eerde voordelen, welken zij behaalde, ongemeen ,fncl, en het' getal der ^enen, welke in korten tijd, voornamelijk in de Noordelijke Provinciën, zig voor de nieuwe Sekte verklaarden , is verbazend : maar de Buitenlanders wonnen het daarin nog verre van de geboren Nederlanders. Karel de vyfde, welke bij deze grote gcloofs-fchcuring de partij had genomen, welke een Defpoot voldrekt moet nemen, delde de derkde middelen in het werk, om dezen aanwasfenden vloed te keren. Tot geluk voor den verbeterden Godsdienst was de Staatkundige geregtighcid aan de - zijde van zijnen vervolger. Dc dam,- welke dc mcnfchclijke rede zo vele eeuwen lang van de waarheid afgehouden had, was te fchielijk weggebroken, dan dat de losgelaten droom de hein aangewezene oevers niet zou overtreden hebben. De herlevende geest van vrijheid en onderzoek, welke zig binnen de palen van Godsdiendige punten had moeten houden, onderzogt tans ook dc regten der Koningen. Daar men in den beginne ilegts ijzeren ketens verbrak , wilde men ten laatdcn ook de billijkdc en noodzakelijkilc banden verfcheuren. L deel. L" I. BOEK»  66 DE AFVAL DER i üoek. De boeken der H. Schrift , welke meer en meer algemeen geworden waren , moesten tans zo wel vergif aan de fporeloosfte dweperij, als licht en voedfel aan de opregtfte waarheidsliefde verfchaffen. De goede zaak moest den verkeerden weg van oproer kiezen , en dit had die gevolgen, welken het immer hebben zal, zo lang menfchen menfchen zullen blijven. Ook de kwade zaak, welke met de andere niets dan het onwettige middel gemeen had, door deze verwantfchap driester geworden, vericheen in gezelfchap van deze, en werd met haar verwisfeld. Luther had tegen het aanbidden van de Heiligen geijverd; nu heette elke baldadige guit, die in de Kerken en Kloosters brak , en dc Altaren beroofde, een Lutheraan. Partijfchap , roofzugt , woestheid, ontugt, ftaken zig in zijn kleed; de godloosfte booswigten verklaarden voor den regter tot zijne Sekte te behoren. De Hervorming had den Bisfchop van Rome tot dei; ftaat van een' mensch, die dwalen kan, vernederd; nu wilde een razende bende", door honger aangedreven , alle onderfcheid van ftand vernietigd hebben. Natuurlijk was het,, dat een leer, welke zig aan den Staat alleenlijk van hare nadelige zijde vertoonde , enen Vorst niet met zig konde bevredigen, die reeds vele redenen had, om haar te verdelgen ; en geen wonder dus, dat hij de wa-  .NEDERLANDEN. tf? ftenen tegen haar gebruikte, welken zij zelve hem had opgedrongen. Karel moet zig in de Nederlanden reeds als enen vrijmagtigen Vorst bcfchoud hebben, daar hij de geloofsvrijheid , welke hij in Duitschland veroorloofde , niet mede tot deze landen uiritrekte. Terwijl hij, door de kragtdadige tegenweer der Duitfche Vorften genoodzaakt , den nieuwen Godsdienst aldaar ene vreedfame oefening verleende, liet hij denzelvcn hier door de wreedlïe Plakaten vervolgen. Het lezen der Euangelistcn cn Apostelen, alle openbare en heimelijke bijeenkomften , welke maar enigszins tot den Godsdienst betrekking hadden, alle gefprekken van deze foort, 't huis cn over tafel, werden in deze Plakaten onder ftrenge .ftraffen verboden. In alle Provinciën des Lands werden bijzondere regtbanken ingefteld, om voor de uitvoering der Plakaten te waken Al wie onregtzinnige gevoelens aankleefde, wierd, zonder aanzien van rang, uit zijn amt gezet. Al wie bewezen wierd Kctterfche lcerftellingen verbreid, of ook flegts de geheime zamenkomften deiHervormers bijgewoond te hebben , werd ter dood veroordeeld; de mannen onthalsd, en de vrouwen levende begraven. Wederafvallende Ketters werden ten vure gedoemd. Zelfs kon de herroeping van den misdadigen deze gedugte vonnisfen niet vernietigen. Wie zijne dwaling afzwoer, had niets daarE 2 I. BOEK.  m AFVAL DER I 'BOEK bij gewonnen, dan, ten hoogden, een zagter foort van dood. (*.) - De leengoederen- van de veroordeelden vervielen aan- de fehatkist, tegen alle regten. des Lands, volgens welke het. den- erfgenamen vrijflond dezelven voor weinig gelds te losfen. Tegen een uitdrukkelijk dierbaar voorregt van den Nederlandfchen burger, volgens welk hij nier, buiten zijne Provincie kon te regt gefield worden , werden de fchuldigen buiten de grenzen van hun vaderlandsch regtsgebied gevoerd , en door vreemde vierfcharen veroordeeld. Zo moest Godsdienst de hand der Dwingelandije beltieren om vrijheden , welke voor den wereldlijken arm beveiligd waren, met heilige klaauvven zonder gevaar en tegenfpraak aantetasten.. Karel de vyfde, door den voorfpoed zijner wapenen in Duitschland flout geworden, meende nu ' alles te kunnen wagen, en was ernflig daarop bedagt, om de Spaanfche Inquifitie in de Nederlanden te planten. Alleen de fchrik voor dien naam bragt reeds te Antwerpen plotslijk enen finHand iii den handel te wege. De voorr naamfle vreemde kooplieden waren van gedagten de Stad te verlaten. 'Er werd niets meer gekogt of verkogt. De prijs der .huizen daalde, de handwerken, fronr (*) Thuan. Hist. p. i.:L. VI. 300.  r. SOEK 1 l 3 i < j 1 i t I ï 7* DE AFVAL DER ff ",en5h> hi> zi) b»rgcr of Vorst ■Hg durft onderwinden, dien het £3 ' Sff, 1S' T. e verwondering ' tot zi* te van karel m deze landen, welke hïj volgens Zijn eigen getuigenis, tot tien ondcrfcheidene leren-6 bezogt 'had hielden de misnoegden in toom; "de her* haalde vertoningen van ftreng en vaardig regt hielden den fchrik voor het oppermagtig gezag "lëvendfe Karel emdehjk, was in de Nederlanden gel boren, -on beminde hef volk, m welks iehoor hy- opgevoed was. "Hunne zcdert gevielen hem; .het- natuurlijke van hun karakter en hunnen' omgang' verfchafte hem ene aangename Vwisfcling van de ftrcnge Spaanfche 'deftigheid. Hit [prak hunne taal, 'en fchikte zig in zijn ponder lemr: naar hunne gebruiken, let lastige Ceremonieel,' een • onnatuur, üjke fcbeidsmuur tusfehen Koning en /ode, was uit Brusfer verbannen. Geer* ïorfchc en trotfehc vreemdeling beletede hun den toegang tot hunnen Vorstle weg tot hem liep door hunne eirene landsoeden, aan welken, hij zijlen perfoon vertroude. Hij fmk veel m gaarne met hun; zijn vóórkomen vas bevallig zijne redenen innemend/ )ezc kleine kunstgrepen verwierven henl iunne hefdc, en. inmiddels.: dat zijne oofgienge handen bezig waren in hune- bezittingen te wroeten, zijne Je ers hunne koornvelden vertrapten, zijne^  NEDERLANDEN. f) Stadhouders presten , en zijne beulen flflgtten, wist hij zig door ene vriendlijke houding van hunne harten te verzekeren. ■ Gaarne' had Karel gezien, dat deze genegenheid der Natie op zijnen Zoon Eilips ware overgeërfd; om geene andere redert liet hij hem, nog in zijne jeugd ,, uit Spanje komen ,• en vertoonde hem in Brusfel zijn toekomend volk. Op den plegtigcn dag van zijnen afftand, beval hij hem deze Landen aan als de kostelijkfte parels aan Zijne kroon, en vermaande hem ernflelijk, hunne' 'ftaa'tsgeitcldheid te ontzien. Filips de twede was in alles ^ Wat menschlijk is, het tegenbeeld van zijnen Vader. Eerzugtig, gelijk deze, maar minder bekend met menfchen en derzelver' waarde, had hij zig een denkbeeld van de koninglijke magt gevormd, dat de menfchen flegts als fiaaffche werktuigen der willekeur behandelt , en door eiken ilap van vrijheid beledigd wordt. In Spanje geboren , en onder de ijzeren tugtroedc der Monniken opgevoed, cischre hij ook van anderen de droevige eenvormigheid en den dwang , welke afjjn' karakter uitmaakten. De vrolijke ftouthcid der Nederlanders was niet minder aanllotelijk voor zijne gemocdsgefteldheid , " dan hunne regten zy'ne "foeerschzugt griefden. Hij- fprak gene andere dan de Spaanfche taal, ckilde rondom zig genen dan Spanjaarden , en was ftijfzinnig aan hunne >"■'■' E 4 v I. boek  74 BE AFVAL DER I. boek. i l J I t 5 i £ £ c è v Zi gebruiken gchegt. IIcc was te vergeefs, dat het vindingrijke vernuft van alle Vlaamfche fteden, wetten hij doortrok, zig om ftrijd beijverde om zijne tegenwoordigheid door kostbare feesten te veréren Q*% Filips aanfehoude d« alles met een donker gelaat; al de verkwistende pragt, alle luide uitboezemmgen van de betamclijkfte vr&uo-de waren niet in ftaat om enen cnkelden lach van welgevallen op zijn aangezigt te lokken. Karel miste gansch cn al zijn oogmerk , met zijnen Zoon aan de Vlamingen voor te ftelicn. Zij zouden deszelfs juk in 't vervolg veel minder drukkend gevonden hebben , bij aldien lij zijnen voet nooit in hun Land had ?ezet; maar zijn gelaat kondigde hun ictzelvc aan; zijne intrede in Brusfelleed hem alle harten verliezen. Des ÈeiÉers vriendelijke infchikkelijkheid met" lit volk diende tans alleenlijk daar. oe, om den hoogmoedigen ernst van ijnen Zoon des te hatelijker te maaen.. Tans hadden zij het voorwerp ezien, dat naderhand oorzaak van hun jden werd. Die heilige fchrik, welken nbekendheid eu verre afftand hem zouen verfchaft hebben, was met zijne ver:hijning verdwenen. Hij vertoonde zich aor hun geheugen als een mensch gelijk ('*) Dè Stad Antwerpen alleen verfpilde ter ^zer gelegenheid tweemaal honderd en zestig duiihd goudguldens. Vvn meteiien, I. D. i. B.  NEDERLANDEN. 75 zij, en als een klein mensch. In zijn aangezigt hadden zij den verdervelijken aanflag tegen hunne vrijheid gelezen, . welke reeds toen in zijn hart woelde. Zij waren voorbereid om enen Dwingeland in hem te vinden, en gereed om hem het hoofd te bieden. Qe Nederlanden waren de eerfte troon, van welken karel de vijfde afftapte. In ene plegtige Vergadering re Brusfel, ontfloeg hij de Algemene Staten van hunnen eed, en droeg hun filips, zijnen Zoon, op. „Bijaldien „ mijn dood," dus fprak hij bij het flot tot dezen, „ u in het bezit „ dezer Landen gefteld had, moest zulk „ een rijke ervenis mij reeds een „ regtmatige aanfpraak op uwe dank„ baarheid, geven. Maar nu, daar ik u „ dezelve uit ene vrije keuze affta, , daar ik den dood vooruitloope, om u „ te fpoediger het genot van dezelve te „ bezorgen, nu begere ik van u, dat gij „ aan dit volk betaalt, wat gij oordeelt „ mij daarvoor verder fehuldig te zijn, „ Andere Vorsten achten zig gelukkig hunne kinderen met de kroon, well, ke de dood hun afvordert, te ver„ blijden; deze vreugde wil ik nog „ zelf genieten; ik wil u zien le„ ven en regeren. Weinigen zijn mij „ hierin voorgegaan; weinigen zullen „ mijn voorbeeld volgen. Maar mijn „ gedrag zal prijslijk, zijn, wanneer I. B QEKJ  76 DE AFVAL DEÏè L S oei; „ uw coekomend leven mijn vertrou. „ wen billijkt; wanneer gij nooit af-„wijkt van de wijsheid, welke gij * dusverre beleden hebt; wanneer M „ onveranderlijk volhardt in de zuiver„ heid vaö geloof , welke de fterkfte *» "eunpuaar uws troons is. Ik eindige met den wensch , dat de I Je~ B mei u ook enefl Zoon fchenke » aan wien gij het gebied kunt, maar* si niet behoeft afteflaan." Nadat de Keizer geëindigd had, viel filips voor hem op de knieën, drukte zijn aangezigt op deszelfs hand, en ontving den vaderlijken zegen Zijne ogen waren tans voor de laatfte maal met tranen bcvogtigd. Alles ween, dc, wat 'er omtrent wast Het was een onvergetelijk ogenblik (*). Op dit aandoenlijke -guichclfpcl vols-" de dadelijk een ander. Filips ontJing van de vergaderde Staten de hulde; hij zelf leidc den eed af , welke hem in de volgende woorden werd voorgehouden: „Ik, filips, door „ Gods genade Prins van Spanje, bei„ de Siciliën enz: belove cn zwere « dar ikT in de banden , Graaffchap-' pen, Hertogdommen enz. een o-ocd „ en regtvaardig Heer zal zijn ; b das , ik allen Edelen, Steden, Gemeen» , ten en' Onderdanen hunne Privilegiën (*) Strada Dec. I. L. ï. 4,5. va'n ma4 J- Thua.\ Hifi:. P. L L. xvL  NEDERLANDEN. 7? uilen Vrijheden, hun van mijne Voori, zaten verleend, en verder hunne gewoonten, herkomens, gebruiken eii „ wetten, welken zij tans allen in t „ gemeen, en ieder in 't bijzonder, l] hebben en bezitten, getrouwelijk zal houden en doen onderhouden ; en 5' verder al dat gene doen, wat een „ goed en regtvaardig Vorst en Heer „ van regtswegen te doen verfchuldigd ], is. Zo waarlijk hclpe mij God en „ alle zijne Heiligen!" De vrees, welke de willekeurige hcerfchappij des Keizers had ingeboezemd , en het wantrouwen der Landsfténden op zijnen Zoon, zijn reeds duidelijk te zien in dit formulier van den eed, welk met veel meer behoedfaamheid en bepaling was ontworpen., dan dat, waarmede karel de vijfde zelf, en alle Bourgondifche Hertogen 's Lands regten bezworen hadden: filips moest nu ook de onderhouding hunner gebruiken en gewoonten beloven, 't welk vóór hem nooit gevergd was. In den eed , welken de Staren hem zwoeren, werd hen•gene andere gehoorfaamheid beloofd. dan die met de regten des Land: bellaanbaar was. Zijne Amtenaren mog ten alleenlijk dan onderwerping en hulp( verwagten , wanneer zij de hun op gedragen amten gemoedelijk waarnamen Eindelijk werd filips in dezen hul digingseed der Staten alleenlijk d L 3 O EK  BOEK ( ] t t | d a d b v; ta m 7% DE AFVAL 'DER Natuurlijke, de Geboren Vorst, en niet • ,fUverem ,of Heer genoemd, gelijk de . Keizer wel gewenscht had. Bewijzen genoeg, hoe gering de vcrwagtingen waren welken men had aangaande de regtvaardigheid en grootmoedigheid van den nieuwen Landsheer! Na het aflopen van dit laatfte bedrijf verliet karel de vijfde zijne komnglijke woning te Brusfel, en betrok een gemeen huis, tot dat hij de reize naar zijne voorgemelde wijkplaats konde aannemen. Daarheen bragt hij zijne eerzugt in veiligheid, dewijl de nieuwe ftrijd met den tegenfpoed voor dezelve te hachelijk was Het onzigtbare Wezen, dat dc gebeurtenisien der wereld beftuurt, vindt fomajds goed met den hoogmoed der mensenkinderen te fP°"en, en in zijne chaal te wegen wat wij voortrefljjk * godhjk heten. Dat merkwaardige even, t welk der Gefchiedenis voor •ele eeuwen haren loop voorfchreef, mdigde met een armhartige kloosterigt. bne kmderagtige boete was het )on van zo vele lastige jaren, en e ondankbaarheid van hem, voor wienleen zij befteed waren. Filips de twede ontving de Neerlanden in den fterkften bloei van mne welvaart. Hij was de eerfte n derzelver Vorsten, die hen volIhg aanvaardde. Zij beftonden van i af me zeventien landfehappen: de  NEDERLANDEN. 79- Vier Hertogdommen Braband, Limburg, Luxemburg, Gelder; de zeven Graaffchappen Artois, Henegouwen , Vlaanderen , Namen, Zutfen, Holland cn Zeeland; het Markgraaffchap Antwerpen , en de vijf Heerlijkheden Friesland, Mechelcn, Utregt, Ovenjsfel en -Groningen, welke verenigd enen groten en magtigen Staat uitmaakten, me, ten opzigtc van inwendig leven en rijkdom, met de eerfte Koningrijken van Europa naar den prijs konden dingen. Hun handel had tans het hoogfte toppunt bereikt. Hunne goud mijnen waren boven den grond, maarzij waren onuitputtclijker en rijker dan alle mijnen van zijn Amerika. Deze zeventien Provinciën , welke te zamen genomen naaulijks het vijfde deel van Italië uitmaken , cn zig niet boven driehonderd Vlaamfche mijlen uitftrekken, bragten haren Bcheerfcher niet veel minder op, dan geheel Brittanje zijnen Koningen, vóórdat dezen nog dc geestlijke goederen aan hunne kroon getrokken hadden. Driehonderd en vijftig Steden , door genot en arbeid levendig, waaronder vele fterk zonder bolwerken, en gefloten zonder muren; zesduizend en driehonderd grote vlekken; kleiner dorpen, meierijën en Merkten zonder tal, verenigen dit gebied tot een enig bloeiend landfchap (*). Tan< (*) Strada Dcc. i. L. I. i-5i8» TnuAf II. 482. r. SOEK.  v BOEIi ■ 80 DE AFVAL DER had dc Natie juist den middag van . haren uister bereikt: vlijt en over• vloed hadden het vernuft des burgers verheven,. zijue denkbeelden opgeklaard' zijne neigingen veredeld; elke bloei van den geest kwam met den bloei des Lands te voorfchijn. Een bedaarder bloed , door ene ureneer lugtssefteldheid bekoeld, laat dc drifter? hier minder woeden : bedaardheid van geest matigheid,' cn ftandvastig geduld, ge' ichenken van dezen noordelijker aardgordel ; redelijkheid, regtvaardigheid en goede rrou , noodzakelijke deugden voor zijnen handel, cn de lieflijke vrugten zijner vrijheid ; waarheid, goedwilligheid cn patriotfche hoogmoed, fpelen hier in zagter mengelingen met menschlijkc ondeugden. Geen volk ter wereld wordt gemakhjker beheerscht door enen verftandigen Vorst, en geen moeilijker door enen bedrieger of Dwingeland. Nergens is de volks-ftem ene zo onfaalbarc beoordeclfter der regering als hier. Ware Staatkunde Kan geen roemrugtiger proefftuk ondernemen en zwakke , kunftige politiek heeft geen dimmer te vrezen. Een Staat als deze kon met reuzenfterkte handelen en volhouden , wanneer de dringende nood deszelfs kragt opëischte; wanneer een verftandig en .wel overlegd beftuur deszelfs bronnen opende. Karel i>e vijf-  NEDERLANDEN fct vijfde liet zijn Zoon erie magt in deze landen, welke niet veel van j éne gematigde Alieenheerfching vcrfchil- , de. Het koninglijke gezag had zig merkelijk boven het vrije ftaatsbeftuur verheven, en dit zamengeftelde kunstwerktuig konde nü bijna even zo fnel en zeker in beweging gebragt wordèn j als een geheel onderworpen. Staat. Dë talrijke, , anders zo vermogende Adel, volgde tans den Vorst gewillig in zijne oorlogen, of vrijde ter verkrijging van bedieningen in tijden van vrede om den vriende■lijken lach der Majefteit. De loze Staatkunde van de Kroon had nieuwe goederen der inbeelding gefchapen , waarvan zij alleen de uitdeling had. Nieuwe driften en nieuwe denkbeelden van geluk verdrongen eindelijk de ruwe eenvoudigheid der Rtpublieksgezinde deugd. Hoogmoed week voor praalzugt, vrijheid voor eer i bekrompen onafhankelijkheid voor ene wellustige lachende flavernij. Als onbepaald Landvoogd van enen önbepaalden Heer het Land te onderdrukken , öf te plunderen, was een vermogender aanlokfel voor de fchraap- en eerzugt der Groten, dan het honderdfte en düizendfte deel der Oppermagt op den rijksdag met hem te delen. Een groot gedeelte van den Adel was daarenboven ih armoede cn zware fchülden gedompeld. Onder het fchoonfehijnend I; d e e e. F t IOEK*  #2 0E AFVAL DE K boek. i ] I t I }• è P \ V V d h ff hi m OJ ki ve rei vc voonvendfel van eerbewijzingen , had karel de vijfde reeds de gevaarlijkfte Leenmannen van de Kroon, door kostbare gezantfchappcn aan vreemde Hoven, gekortwiekt. Dus werd willem van oranje met de Keizerlijke Kroon naar Duitschland, en de Graaf van egmond naar Engeland gezonden , om de huwelijksverbindnisfen vm filips met Koningin maria te fluiten. Beiden verzelderi ook vervolgens den Hertog van al ba naar Frankrijk , om den vrede ■ tusfehen de Msfcfe Kronen en de nieuwe verbindn's van hunnen Koning met Madane elizabet te fluiten. De kos3n van deze reis beliepen driemaalonderd-duizend guldens, waarvan de .oning hun genen penning vergoede. Toen de Prins van Oranje, in laats van den Hertog van Savoyen, eldheer was geworden y moest hij: leen de kosten dragen , welken deze •aardigheid noodzakelijk medebragt. — /anneer 'er vreemde Gezanten of orsten te Brusfel kwamen , moesten ; Nederlandfche Groten de eer van innen Koning ophouden, die alleen ijsde , en voor niemand open tafel eid. De Spaanfche Staatkunde had >g kunstiger middelen uitgevonden i de rijkfte geflagten des Lands igfamerhand te fnuiken. Alle jaren rfcheen een der Kastiliaanfche Grot te Brusfel, welke daar enen ftaac erde en verteringen maakte, die zijn  NEDERLANDEN. ff* Vermogen verre te boven gingen. Hierin vöor hem onder te doen , ware in Brusfel voor ene onuitwischbare fchande gerekend. Om ftrijd beijverde zig elk om hem te overtreffen , en verfpilde in dezen kostbaren wedftrijd zijn vermogen; terwijl de Spanjaard nog in tijds naar huis keerde, en de verkwisting van een enkeld jaar door ene vierjarige zuinigheid weder goed maakte. Met eiken aankomeling om den prijs van rijkdom te kampen , was' het zwak van den Ncderlandfcheu Adel , waarvan dc Regering voor zig een zeer goed gebruik wist te maken. Evenwel hadden deze kunstenarijen geenszins dat gelukkige gevolg, welk men zig daarvan beloofd had; want juist die drukkende last van fchulden maakte den Adel te fterker op elke nieuwigheid belust, daar hij, die alles verloren had, in ene algemene verwoesting niets • dan voordeel had te Wagten (*). De Geestelijkheid was vaii oudsher een fteun der Koninglijke magt, en dit moest zij zijn. Zij had haren gouden tijd, wanneer 's menfchen geest gekluisterd was, en wij zien haar , evctt als die, van kleinmoedigheid en zinlijkheid enen rijken oogst inzamelen. Burgerlijke onderdrukking maakt den Godsdienst noodzakelijker' éri Q"j RtiD ANUS L. 1. 2: F a l BOËKi  t ) O E Ki 84 DE AFVAL DES. dierbaarder; blinde overgeving aan het geweld eens Dwingelands bereidt de • gemoederen tot een blind, gemakkelijk geloof, en de Wereldlijke dwingelandij krijgt hare dienlten van dc Geestelijke met woeker weder betaald. De Bisfchoppen cn Prelaten in het Parlement waren ijverige handhavers der Koninglijke magt, en fteeds bereid om de belangen des Burgers aan het nut van de Kerk en aan het Staatsbelang^ van den Vorst opteofferen. Talrijke en dappere Bezettingen hielden de Steden in vrees, welke tevens door Godsdienfh'ge knibbelarijen en partijfchappen verdeeld 3 en van hare magtigfte fteunfels zo onzeker waren. Hoe weinig was 'er derhalven nodig, om dit overwigt te bewaren , en hoe onbegrijpelijk groot moest de misflag zijn, waardoor hetzelve verloren trina; ! Zo groot als de invloed van filips in deze Landen was, zo groot was het aanzien , welk het Spaanfche Rijk ten dien tijde in geheel Europa ver^ worven had. Geen Staat durfde op het flagvcld een' kans met hetzelve wagen. Frankrijk, deszelfs gevaarlijkfle nabuur, door enen zwaren oorlog, en nog meer door inwendige partijfchappen , welke onder ene kindfche regering het hoofd opftaken, verzwakt, fnelde reeds met rasfe fchreden ftaar het ongelukkige tijdperk, welk  NEDERLANDEN. hetzelve, bijna een halve eeu iang, tot een toneel van gruwelen en jam- , mer heeft gemaakt. Eliza-bet van , engeland had genoeg te doen om haren eigen, nog wankelen, troon tegen de aanvallen der Partijen , en hare nieuwe, nog niet bevestigde, Kerk tegen de heimelijke aanflagen der uitgedrevenen te befchermen. Op hare fcheppende ftem moest deze Staat eerst uit de duisternis te voorfchijn komen, en de levende kragt, waarmede hij zijnen mededinger onder den yoet wierp, van de verkeerde Staatkunde van dezen ontvangen. Het Duitfche Keizerlijke huis was door de dubbelde banden van bloed cn ftaatsbelang aan het Spaanfche verknogt; en het toenemende krijgsgeluk van so liman trok zijne aandagt meer naar het Oosten , dan naar het Westen van Europa ; dankbaarheid en vrees verzekerden filips van de Italiaanfche Vorr ften, en zijne Creaturen regeerden het Conclave. De Noordfche Rijken lagen nog in enen nagt van woestheid, of begonnen pas ene gedaante te ontvangen, cn het Staatkundige ftelfel van Europa kende dezelven niet. De bekwaamde Krygsbevelhcbbers, talrijke legers, aan overwinnen gewoon, ene gedugte Zeemagt, en de rijke goudbron, welke nu eerst regt begon geregeld en zeker uit de West-, indiën toe te vloeien — welke fchqkF 3 I. SOEK.  I BOEK. i i ( \ V V 2 n f< v 3 Vi é al w ee va P -BE AFVAL DEÏ\ barende werktuigen in de vaste en zekere hand van enen verdandigen Vorst! Onder zulk een gunfh'g ge* fternte aanvaardde filips de regering. Voor dat wij hem zien handelen°,' moeten wij met een viugtig oog in zijne ziele zien, om daar enen den, tel tot zijn daatkundig leven te zoeken. Vrolykheid en goedwilligheid ontbraken in- dit hart. Zijn bloed en zijne eerde fombere jaren hadden hem de eerstgenoemde geweigerd, en gene menfchen konden hem °de 'laatje geven, daar hem de lieflijkde en lerkde band der gezelligheid ontbrak rwe denkbeelden, zijn Ik, en 't geen Joven dezen Ik was, vervulden zijlen bekrompen geest : Eigenbaat en Godsdienst waren de inhoud en het •pfchrift van zijn gehele leven. Hij ras Koning en Christen , en beiden /as hij degt; mensch voor menfchen 'as hij nooit, om dat hij van zig elven alleenlijk naar boven, nooit aar beneden klom. Zijn geloof was >mber en wreed , want zijn Godheid as een verfchrikkclijk wezen. Van ;ze had hij niets meer te ontmgen, maar wel te vrezen. Den :nngen man verfchijnt de Godheid 5 trooster, als verlosfer; voor hem is dezelve een opgeregt fchrikbeeld, n droevige vernederende beperking n zijn menschlijk alvermogen. Zim tzag voor dezelve was ^te diepU  NEDERLANDEN. toe minder het zig op andere wezens verdeelde: hij beefde flaafsch voor God, omdat God het eenigfte was, waarvoor hij behoefde te beven. Karel de vijfde ijverde voor den Godsdienst , omdat de Godsdienst voor hem arbeidde ; filips deed het , omdat hij werkelijk aan denzelven geloofde. De eerfte Het, om lecrfhikken, te vuur cn te zwaard tegen duizenden woeden; en hij zelf dreef in den perfoon van den Paus, zijnen gevangen, den fpot met het leerftelfel, waaraan hij menfchenbloed opofferde: filips befloot niet dan met tegenzin en gewetensangst tot den regtvaardigflen oorlog tegen dezen, en gaf alle vrugten zijner overwinning over , even als een beronhebbend kwaaddoener zijnen roof. De Keizer was een Barbaar door uitzigt op voordeel ; zijn Zoon uit gevoel De eerfte was een fterke en vei lichte geest, maar misfchien een des te flegter mensch ; de andere was een bekrompen en zwak hoofd, maar hij was regtvaardiger. Beiden egter zouden, mijns bedunkens , beter menfchen hebben kunnen zijn dan zij werkelijk waren, en evenwel in 't geheel naar de zelfde .maatregels gehandeld hebben. Dat gene, wat wij aan het karakter des perfoons wijten, is zeer dikwijls de zwakheid, de noodzakelijk F 4 boek»  I. soek. j I t i 2 C ï C r z V. v 'i e 8$ DE AFVAL DÉR afwijking der algemene menschlijfce m tuur. Een gebied Van deze uitgeftrektneid was ene al te fterke verzoeking voor den menschlijken hoogmoed , en een ai te zware taak voor menschlijke kragten. Algemeen fit 'in - 'J? ,10°S(ie vriiheid van eik m t bijzonder te paren, is het werk van- den oneindigen Geest, die zig over alle delen alomtegenwoordig Verfpreidt Maar hoe redt de menscfc zig m het geval van den Schepper? De mensen komt de bepaaldheid van zijn verftand door foortverdeling te hulpeven als de Natuur-ondcrzoekcr Mi hij kenmerken en enen regel V3§t, welke voor zijn zwak oog het over, nen gemakhjker. maakt, én tot welce alle denkbeelden moeten gebrast worfen; dezen geeft de Godsdienst hem tan de hand. Zij vindt hoop en «es in elk menschüjk hart gezaaid. Ferwijl zy Zig m deze 4 en verzekert , deze hartstogten am _en voorwerp dienstbaar maakt, heeft ij milhoenen zelffhmdige wezens in en eenvormig Algemeen veranderd. *u wordt de Beheerfcher niet meer oor de oneindige vcrfcheidenheid der mensehlijke willekeur in verwarring ebragt; nu is Vr een algemeen waad, en een algemeen goed, \ 'elk hïj tonen en wegnemen kan: welk ook daar, waar hij niet is, ytfemmig met hem werkt; nu %\  NEDERLANDEN, ?er ene grènsfcheiding , waarbij ■ de Vrijheid ftüitaat; een eerwaardige heilige ïijn , naar welke alle itrijdige bewegingen van den wil zig ten laatften moeien bepaalen. Het gemene doel van den Dwingeland en van het Priesterdom is Eenvormigheid; en Eenvormigheid is een noodzaaklijk huipmiddef voor de armoede en beperktheid van den mensch. Filips moest meer Dwingeland zijn, dan. zijn Vader , naar maate zijn geest bekrompener was ; of, met andere woorden, hij moest zig des te zorgvuldiger _ aan algemene regels houden, hoe mindei hij tot de foorten en eenlingen kor afdalen. Wat volgt n« uit ai alles? Filips de twede kor niets meer ter harte gaan dan d< gelijkvormigheid in 't Geloof en ii de Staatsgeflcldheid, omdat hij zonde die niet kon rcgcrai. En egter zoude hij zijne regerin; met meer zagtheid en toegeeflijkhci begonnen hebben , bijaldien hij tiezei re vroeger had aanvaard. In h< oordeel, dat men gewoon is ovc dezen Vorst te vellen, fchijnt me niet genoeg op ene omllandigheid i letten , welke nogtans bij de g< fchiedenis van zijnen g^est en vs zijn hart billijkerwijze in aanmerkir dient genomen te worden. Filii telde bijna dertig jaren, toen hij dc Spaanfcacu troon beklom, en zi. F 5 I, boe*< I 1 t ■> 1 t r n e n g 5 n  r. BOEK i | 1 l l li ■ e i\ b k< k< dj bi nc tb °P 9» DE AFVAL DER vroeg-rijp verftand had vóór den tijd zijne meerderjarigheid verhaast. Een geest als de zijne, welke zijne rijp. heid gevoelde, en maar ajte £ meenfaam met grote uitzigten was geworden kon het juk van kinderlijke onderwerping niet anders dan met tegenzin dragen; de iterker geest des Vaders en de willekeur des Aüeenheerfchers moest den met zig zeiven ingenomen hoogmoed van de- St ZA°°n ,,drukken' Het aandeel, welk den Vader hem aan het rijks' beftuur toeftond, was juist toereikende om zijnen geest van lager driften • aftetrekken, en den ifrengen :rnst van zijn karakter te bewaen, maar ook gering genoeg om 'Jn verlangen naar de onbepaalde nagt deste . rterker gaande te maen. Joen hij dezelve -werkelijk in ander kreeg had zij het bekoorJke der meuheid voor hem verlot Die zoete dronkenfchap van ien jongen Vorst , die mee de hooge raagt verrast wordt; die vrolijke ïdwelmmg, welke de ziel voor el, ■ fête aandoening opent, en weli de menschheid reeds menige welige fligring heeft afgetroggeld, was ! p hem federt lang voorbij , 0f oit bij hem geweest. Zijn karak' was gezet, toen het geluk hem deze zware proef ftelde, en ziibevestigde grondftellingen wedei  NEDERLANDEN. ftonden deze weldadige roering. Hij had vijftien jaren tijds gehad , om zig "tot dezen ■ overgang vuuia.ue- . reiden; en in plaats van bij de tekenen van zijnen nieuwen ftand', naar de wijze der jeugd, opgetogen te blijven ftaan, of den morgen van zijne regering in den roes eener ledige ijdelheid doortebrengen , bleef hij- gelaten en ernsthafrig genoeg, om daadlijk in het grondige bezit van zijne magt te treden , en door het volkomenfte gebruik van dezelve z:g over het lang gemis daarvan te w-vken. Filips de twede zag zig niet zo dra, door den vrede van Chateau in CambrHis, in het geruste bezit van zijn Rijk , of hij gaf zig geheel en al aan het grote werk der Geloofs-zuivering over, en bevestigde de vrees, welke zijne Nederlandfche onderdanen reeds had bevangen. De Plakaten, welke zijn Vader tegen de Ketters had laten uitgaan, werden in volle kragt vernieud, en fchrikkelijke Regtbankcn , waaraan niets dan de naam der Inquifïtie ontbrak , zorgden , dat dezelve wierden nagekomen. Doch bij fcheen zijn werk nog maar ten halven voltooid te hebben , zo lang hij de Spaanfche Inquifitie niet in hare ganfche gedaante in deze landen konde overbrengen ; een onderneming , welke den Keizer recdg ^eerlijk mislukt was, I. boek.  ï. ftOEK. 1 ] c i i z g d li h dc te he M m gc rei Rc Sp gei 99 BE AFVAL DEü . De Spaanfche Inquifitie is ene in ngting yan enen geheel nieuwen aar en ene biJz dere fQJ ^« ^ gehelen omloop der rijden geen voo2 beeld wordt gevonden / en lelke met gene geestelijke, gene wereldlijke vSrï fchaar kan vergeleken worden. Inquiime is er geweest, federt dat de reden zig aan het heilige waagde; federt dat er twijfelaars en hervormers geweest mi maar eerst in het midden van de dertiende eeu, na dat enige voo" beelden van afval aan de GeesteSe nagt enen fchrik hadden aangejaagd Igtte INNOCENTIUS DE S i aar ene eigene Regtbank, en fcheur! e op ene onnatuurlijke wijze het ,eestl,jke opzigt en onderwijsJ van de raffende magt. Om te beter ver! ekerd te zijn, dat geen menfehen- V°wrPIn fne,iniPraak ^r Natuur ? wrede- itrengheid van hare inftelJgen zou verijdelen, onttrok hij ar aan dc Bisichoppen en de WeIdhjke Geestelijkheid , welke door handen des burgerlijken levens nog veel aan de menfchlijkheid gegt was, en droeg haar op aan oimiken ; ene basterdfoort ? van mfcfaen, die de heilige aandoenin" der Natuur hebben afgezwoi, dienstbare Creaturen van den -omfchen ifoel. Duitschland, Italië mje Portugal en Frankrijk oS i haar: een Franciskaner Monnik  NEDERLANDEN; 9$ zat bij het gëdugte oordeel over de Tempelheren als regter ; aan _ enige , weinige Staten gelukte het haar buiten te , fluiten, of aan de Wereldlijke Hoogheid te onderwerpen. De Nederlanden waren tot aan de regering vart karel den vijfden van dezelve verfchoond gebleven; hunne Bisicnoppen oefenden de geestelijke ragt, en in buitengewone gevallen vervoegde men zig bij vreemde Inquifitie-gengten , de Franfche Provinciën te Parys , en de Duitfche te Keulen. (*) j|l u„. Maar de Inquifitie, welke hier bedoeld wordt, kwam uit het Westen van Europa, zijnde anders in haren oorfprong en anders van gedaante. De laatrte Moorfche troon was m de vijftiende eeu in Granada gevallen, cn de Saraceenfche Godsdienst had eindelijk voor de overmagt vart den Christelijken moeten wijken. Maar het Euangelij was in dit jongtte Christelijke rijk nog nieü en niet bevestigd, en in de troebele vermenging van ongelijke wetten en zeden, hadden de Godsdienilen zig nog niet vaneen gefcheiden. Het zwaard der vervolging had wel vele duizenden van huisgezinnen naar Afrika gedreven , maar een veel groter aantal. (*) Hopper Memoires des foubleï d* ftrys-Bas. in vit» VigU *5« i. soek*  1 êOEK i i i £ t d k V; rc hi Ja in W: du fel oe vo kei we zeJ< gro OUC t?Ë AFVAL fiËH Êm *m gcJfefde ™de«he im s te dienen. Zo lano- w " loei Hpc « • Koomfche ftStfË Waf, niet genoeg, dit we2r? volk «ö« den uitwenden o m vaü een nieu geloof te dwine" , or hetzelve door de zwakke TZeZeTT^ P^hedeTtt e zegepialende kerk te verenigen- hor *P 'er op aan, om g enen ouden Godsdienst uit te g»* en ene hardnekkige gezind! «' te overwinnen, welke doS t igfaamwèrkende kragt va„ ? . deqzplfc 4 ^ T van eeuwen deszelfs zeden, fpraak en ? '"gedrukt, en door', den lord renden invloed van den vaderknl" en grojid en hemel i„ IZSl emng bleef. Wilde de Kerk ene kome zegen over den %£i \ Godsdienst behalen, en ,JeJ™.  NEDERLANDEN den vorm van het zedelijke karakter, waaraan het ten fterkften fcheen eeheo-t te zijn , geheel in ftukken flaan.& Zij moest in de inwendigfte diepten der ziele deszelfs geheime wortelen uitgraven, alle deszelfs fporen in den kring des huislijken levens en der burger-wereld uitwisfchen; alle herinnering aan denzelven laten uitfterven, en, ware het mogelijk, zelfs het gevoel voor deszelfs indrukken doden. Vaderland en bloedverwanten , geweten en eer, het heilige gevoel der maatfchappij en dei Natuur zijn fteeds de eerften en de naasten, met welke de Godsdienfter zig vermengen, van welken zij fterk te ontvangen, en aan welken zij dii geven. Deze verbindnis moest ni verbroken, de oude Godsdienst moe= van de heilige aandoeningen der Na tuur met geweld losgefcheurd wor den; al zoude het ook de heiligheid dezer aandoeningen zelve kosten. Zo danig werd de Inquifitie ingerigt, wel ke wij, om haar van de meer mer fchelijke vierfcharen van dien naai to onderfcheiden, de Spaanfche no< men. De oprigting van dezelve vu voor onder het beftuur van den Kaï dinaal ximenes; een Domimkanc Monnik, torquemada, openc het eerst dit afgrijslijke Geregts-hof grondvestte deszelfs verordeningen, € bragt daardoor over zijne Ordende boek» ! \ c i ï r e » n n  t fcOEK. i 1 \ < t i 2 ü Z> b g< te ë da H bii uil fol all zijl va] lev fiiê zig feh *■ DÊ AFVAL DËt 2Jr V/erd dit werktuig van we- ski ^k?"« ~ verklaren der goederen in de koninglijaarlS ff kWameö' ^ een ggie nquifice gaf hem den flcu^N^ 'et werktuï ™ ' ziJ teven? Ie fterke LJ Zlpe ' en ircrKe band was, waardoor hii e verinogendcn vasthield. DeZe ReS erlX ht Veremgde ^ ^ twe Het v.ïï igte" S^hvaagd wierd. - onder een blind geloof te doen «Ken en de vrijheid Van den est door ene dode eenvormigheid ^ eEge,n; r hetdoei'^ doo; ■ seftgt beoogd Werd; de werktuigen breL^-- fchl'ik èn fthande. ;t bre dde z,jn onnatuurlijk rechtsge- fV\ dC §Cheimfte gedagfen d Elke harstogc Hond in zijne %: vnendfehap, huwelijksliefde \n neigingen der Natuur wist het toe üaSTt^ \ ?^kCn;' ^ «* Waar het t^T^ ^ Bnde^e« van iet geweten door vrees- een emeraehdg geloof aan zijne" overal ge#  NEDERLANDEN. $*) ■genwoordigheid kluisterde de vrijheid van den wil , zelfs in het binnenfte der ziele. Het deed alle ingevingen der menschlijkheid bukken onder het formulier van een willekeurig geloof; alle aanfpraak op zijn geflagt was voor enen Ketter verfpeeld; met de geringfte. ontrou aan de Kerk , had hij zijn geflagt verloren. Den aangeborenen afkeer, waarmede de Schepper ons wijslijk tegen onnatuurlijke zonden gewapend heeft, droeg het willekeurig op een ellendig Priesterwerk over; een zedig twijfelen aan dc onfeilbaarheid van den Paus werd geftraft als vadermoord , en gefchandvlekt als fodomy. Geen toeval kon hetzelve van zijn offer ontzetten ; deszelfs vonnisfen werden aan lijken en fchilderijen uitgevoerd ; het graf zelf was geen fchuilplaats voor den arm der Inquifitie , cn dc fchuld des vaders bleef voordleven in dc ellende van gehele geflagten. De vermetelheid van de vonnisfen der Inquifitie kan alleen overtroffen worden door de onmenschlijkheid ? waarmede zij dezelve uitvoert. Zij valt de zinnen aan met nieuwe, uk* gezogtc, en onderaardfche verfchrikkingen, ontleend van de fpoken , welken zij zelve in ecne kranke en kinderagtige verbeelding gevestigd heeft ; cn vermengt de wezenlijke ontzetting over het tegenwoordige met een gufe I. DEEL. G 1. BOEK.  9« DE AFVAL DER. t BOEK ] 1 i < I 1 i i i d d is d v Vi Üj g< è chelfpel uit toekomende werelden. Terwijl zij het belachelijke met het verfchrikkelijke verenigt, en door enen misfehjken opfchik het oog vermaakt.» maakt zij de deelnemende aandoening kragtloos door de kitteling van ene andere: zij verdrinkt het medelijden m fpot en veragting. In enen plegtigen optogt wordt de misdadige naar de geregtsplaats gevoerd; een rode bloedvlag waait voorop; het verenigde gebrom van alle klokken verzelt den trein ; vooraf gaan Priesters in nisgewaad, en zingen een geestlijk ied; op dezen volgt de gedoemde Zondaar, gekleed in een geel gevaad , met zwarte Duivels - beelden be'childerd; op zijn hoofd draagt hij ne papieren muts, welke in een aenschlijke figuur uitloopt, om wele vlammen vuurs flikkeren, en afrijsiijke helfchc geesten heen vliegen; et beeld des Gekruiligden wordt" afekeerd van den eeuwig verdoemde, edragen; voor hem geldt de verlosng niet meer; zijn ftervelijk lijf is en vure, en zijne onftervelijke ziel sr helfche vlammen gewijd; de mond hem toegeftopt, om te beletten, it hij zijne fmert niet door een :rzagtend klagen koele, het verdorst medelijden door zijne aandoenke _ gefchiedenis opwekke , en de :heimen van het heilige gerigt aan O dag brenge. Hem volgt de Geest-  NEDERLANDEN^ 99 iïjkheid in ftaatfij - klederen, de Overheid en de Adel ; de Vaders, wel- i ke hem geoordeeld hebben , fluiten den affchuwelijken trein. Men zou zig Verbeelden een lijk te zien , dat ten grave gebragt wordt, en het is een levend mensen, wiens ongelukken thans het volk op ene zo wrede _ wijze moeten vermaken. Gewoonlijk zijn^ deze regtsoefeningen voor hoge Feesten beflemd, waar toe men een bepaald getal van zulke ongelukkiger! in de gevangenisfen van het heilige Huis befpaartj, om door de menigte Van offers aan het bedrijf meer luister bij te zetten , en dan zijn zelfs de Koningen tegenwoordig : deze zitten met ongedekten hoofde op enen lager' ftoel» dan de Opper - Inqüifitie* meester , aan wien zij op zulk een' dag den rang afftaan: cn wie zou niet beven voor een Vierfchaar, waar voor de Oppermagt zelve moet onderdoen? (*) De grote Gcloofs - Omwenteling door tuïHEii en kalvijn veroorzaakt » bragt de noodzakelijkheid Weder te voorfchijn, welke aan dit Geregts - Hof zijn beflaan had ge^ geven; en 't geen oorfpronkelijk alleen was uitgevonden om het kleine Koningrijk Granada van de zwakk? (*) Burgund. Hist. Belg. 126. 127. Hopper. 65. 66. 67. grot. Annal. Belg. L. i< Esfay W les meeuw/Tom. III. Inquifition. G s t OEK  tam DE AFVAL DER I. BOEK, 3 I 1 < t t 1 C t ]; V r< li ir overblijffels der Joden en Saracenen te zuiveren , werd thans een noodzaakelijk middel voor de ganfche Katholijke Christenheid Alle Inquifitie - Hoven in Portugal, Italië , Duitschland en Frankrijk namen den vorm van het Spaanfche aan ; dit volgde de Europeanen naar de Indien, en vestigde te Coa een Vierfchaar, welker onmenschlijke rechtsplegingen ons nog, bij het lezen van de befchrijving daarvan, ene rilling door de leden jagen. Overal volgde de verwoesting haar op den voet ; maar in geen oord van de wereld heeft zy ooit zo fterk als in Spanje gewoed: de doden , door haar geofferd, raken in vergetelheid,- de ^eflagtcn der menfchen worden weer aeriteld, en ook de landen, door ïaar overweldigd en ontvolkt, krijgen ncttertijd hunnen bloei weder; maar ;euwen zullen 'er verlopen, 'eer hae fporen uit het karakter der Spanjaarlen zijn uitgewischt. Ene vurige, voorreflijke Natie heeft zij midden op den we«er volmaking gefluit, het vernuft uit ene lemeïsftreek, waar het te huis hoore , verbannen, en ene fomberheid, veo als die op graflieden rust, agter geiten in den geest eens volks , 't reik boven vele andere, die dit 'vVe:ld - deel bewonen, tot vreugde o-e. :hapen was. De eerfte Inquifitie - Meester werd het Jaar 1522 door karel oen  NEDERLANDEN. ï*f vijfden in Braband aangefteld. Enige Priesters werden hem als hel- B pers toegevoegd ; doch hij zelf was _ een Wereldlijke. Na den dood • van adriaan den zesden, befchikte deszelfs Opvolger, clemens de zevende, drie ïnqmfiteurs voor alle Nederlandfche Provinciën, en paulus de derde bragt dit getal weder tot twe , welke tot aan het, begin der onrust ftand hielden. In 't Jaar 1530 werden, met voorkennis en goedvinden der Staten , de Plakaten tegen de Ketters uitgegeven , welke tot alle volgende den grond leiden , en waarin uitdrukkelijk melding van de Inquifitie gemaakt werd. In 't Jaar 1550 zag karel de vitfde Zjg door den fnellen aanwas fier fckten genoodzaakt deze Plakaten tc vernieuwen en fcherpcr te maken; en bij deze gelegenheid was het, dat de ftad Antwerpen zig tegen dc Inquifitie verzettede , cn ook gelukkig van dezelve vrij raakte. Maar de geest van deze Nederlandfche Inquifitie was naar den aart des Lands menschlijker , dan in het Spaanfche gebied, en geen uitlander, veel minder een Dominikaan , had tot nog toe dezelve bediend. Tot rigtfnoer dienden haar de Plakaten, welken ieder kende ; en juist daarom vond men haar minder hatelijk, om dat zij, hoe ftreng ook in het vonnisfen , nogtans minder willekeurig fcheen , * C 3 I. DEK.  i |oek. < | I < < | | 1 i t I rï©a DÊ AFVAL DER. en zig niet, gelijk de Spaanfche Inquifitie, , in het kleed der geheime-nis verftak. Maar juist deze laatfte zogt ri-. lips in de Nederlanden in te voeren , om dat zij hem het gefchiktfte werktuig fchcen te zijn om den geest dezes Volks te bederven, en tot ene willekeurige Regering voor te bereiden. Hij maakte een begin met de Geloofsverordeningen zijns Vaders ftrenger te maken , de magt der Inquifitie - Meesters hoe langer hoe meer uit te breiden, hun gezag wik lekeuriger , en van het burgerlijke beltuur onafhangelijker te maken. Binnen kort ontbrak aan deze Vierfchaar weinig meer van de Spaanfche Inquifitie, dan de naam en Dotninikanen. Bloot vermoeden was geloeg om enen Burger uit den fchoot ier openbare ruste, en uit den kring /an zijn huisgezin weg te rukken % ;n het zwakfte getuigenis gaf regt )m hem op de pijnbank te brenren. Wie in dezen afgrond neder-, 'iel, kwam nooit weder; alle wek laden der wetten hielden voor hem >p : de moederlijke zorg der Gereg-igheid liet hem varen: aan gene ijde van de wereld oordeelde hem loosheid en dolheid naar wetten, wele voor menfchen niet gelden: de misdadiger vernam nooit wie zijn aanklaer,; en. zeer zelden wat zijn misdrijf was j  NEDERLANDEN. «°S een helfche kunstgreep , welke den rampzaligen noodzaakte naar zijn vergrijp te raden, en door de bedwelming der pijnen , of uit verdriet van zo lano- levend begraven te zijn, wanbedrijven te belijden, welke mogelijk nooit begaan , of altans den Regter niet bekend geworden waren : de goederen der gedoemden werden verbeurd verklaard, en de aanbrenger door vergiffenis - brieven en beloningen aangemoedigd: generhande voorregt, gene burgerlijke geregtigheid , gold tegen dit heilig geweld; wien het aantastte, die wasvoorden wereldlijken arm verloren : dezen had het geen verder aandeel aan zijne regtsplegingen gelaten , dan met eerbiedige onderwerping de vonnisfen ter uitvoer te brengen. De gevolgen van zodanige inftelling moesten onnatuurlijk en ij slijk zijn: het gantfche tijdlijke geluk, ja zelfs het leven van den onbefproken man was nu in d< hand van eiken gewetenlozen deugnie gefteld. Elk verborgen vijand, elk be nijder werd tans tot ene onzigtbare ei zekere wraak uitgelokt. Het was me veiligheid van bezittingen, met troü 11 de verkering gedaan. Alle banden vai voordeel, van bloed en van liefde wa ren verbroken; een aanftekend wantrou wen vergiftigde het gezellige leven; d gevreesde tegenwoordigheid van den ene of anderen verfpieder ftuitte den opfla in het oog, en de ftem in de kee Men geloofde aan geen eerlijk mensc G 4 BOEK.' I t l 1 1 r -> 1, tl  i. boek O GROTIUS L. I, 104 DE AFVAL DER meer, en werd zelf niet meer voor zo. danig gehouden. Goede naam, landge. nootfchap , broederfchap , de eed zelfs , en alles, wat van menfchen voor heilig gehouden wordt, had zijne waarde verloren. Aan dit noodlot gaf men ene grote bloeijende Koopftad over, waarin honderdduizend bezige menfchen door den enigen band van vertrouwen zamen woonden: ieder onontbeerlijk voor den anderen, en ieder dubbelhartig, verdagt: allen door den geest der winzugt tot elkander getrokken , en uit elkander gedreven door vrees; alle grondzuilen der gezelligheid omver gerukt, waar gezelligheid de grond is van alle leven en duurfaamheid. (*) t Geen wonder, dat een zo onnatuurlijke regtbank, welke zelfs voor den lijdzamen geest der Spanjaarden onverdraagelijk was geweest, enen vrijen Staat in oproer bragt. Doch de fchrik, welken deze inboezemde , werd nog vermeerderd dooide Spaanfche krijgsmagt, die, ook na de herftelling van den vrede , op de been werd gehouden, en, tegen de grondwetten des Lands, de grensfteden vervulde. Men had karel den vijfden deze invoering van vreemde legers vergeven, zo lang men de noodzakelijkheid daar van konde zien , en meer Haat maakte op Zijne goede gezindheid. Maar tans zag  NEDERLANDEN. 105 men in deze benden niets anders dan de gedugte toerustingen der onderdrukking, j en de werktuigen ener gehate geestelijke . dwingelandij. Ene aanzienlijke ruiterij, uit in borelingen opgerigt, was tot beicherming des Lands toereikend, en maakte deze uitlanders onnodig. De losbandigheid en roofzugt dezer Spanjaarden, welke' nog veel agterftallige foldij te vorderen hadden , en zig op kosten van den burger betaling verichaften , voltooiden de verbittering des Volks, en vervoerden den gemencn man tot wanhoop. Toen vervolgens het algemene gemor de Regering bewoog , hen van de grenzen zamen te trekken , en op de Zeculche Eilanden te verplaatfen, waaide Schepen tot hunnen aftogt werden uitgerust , ging hun moedwil zo verre , dat de inwoners hunnen arbeid aan de dijken Haakten , cn liever hun Vaderland aan de Zee ten prooic wilden geven , dan langer de bcestagtigc onbefchofthcid van dit razende volk verdragen. Zeer gaarne had filips deze Spanjaarden in het land gehouden, om doo: middel van dezelve aan zijne Plakatei meer kragts bij te zetten , en de nieuw inrigtingen te onderlteunen , welke lr voornemens was in het Nederlandfch Staatswezen , te maken. Zij waren voc hem zo veel als waarborgen van de a gemene rust, en een keten , waaraa hij de Natie gekluisterd hield. Daaroi G 5 1. IO EK. 1 i r a a  I. hoek. i 3 < ] j 3 c c | a i1 S C g v i V G d< d< m L: % jas io5 DE AFVAL DER liet hij ook niets onbeproefd, om den aanhoudenden aandrang van 's Lands Staten , welke deze Spanjaarden verwijderd wilden hebben , te ontgaan, en nam alle gelegenheden en alle middelen van list en overreeding bij de hand. Dan eens vreesde hij enen onvervvagten aanval van Frankrijk, dat ondertusfchen door woedende partijfchappcn jammerlijk verfcheurd , üaaulijks in ftaat was om het tegen enen inandfchen vijand uit te houden ; dan eens noesten zij zijnen zoon Don karlos aan Ie grenzen inhalen , terwyl hij nooit van ms was hem uit Kastiliën te laten gaan, iun onderhoud zou der Natie niet tot last *jn; hij zelf wilde uit zijn eigen Kas Me kosten daarvan draagen. Om hen met es te beter fchijn in het land te houen , hield hij opzettelijk hunne agterallige foldij te rug, daar hij hen rog nders aan de inlandfche krijgsbenden, melken hij volkomen voldoening gaf, ewisfelijk zoude voorgetrokken hebben. >m de vrees der Natie in flaap te wiesn, en het algemene misnoegen te beëdigen , wilde hij het opperbevel over :ze benden aan de beide lievelingen des olks, den Prinfe van Oranje, en den rave van Egmond opdragen; doch beiin wezen dit aanbod van de hand , met : edelmoedige verklaring, dat zij nimsr befluiten zouden tegen de wetten des mds te dienen. Hoe meer de Koninf n verlangen liet blijken om zijne Spat£ rden in het land te houden , des te  NEDERLANDEN. fterker bleven de Staten op derzelver verwiidering aandringen. Op de eerst volgen- , de Staten-Vergadering te Gent moest hij, ■ midden in den kring zijner hovelingen, dc volgende vrije taal der waarheid horen: Waar toe vreemde handen ter onzer befcherming?" voegde de Sijndicus van Gent hem toe. „ of is het misfchien „ daarom, op dat de overige Wereld ons voor tc zwak, of wel voor te „lafhartig houde , om ons zeiven te verdedigen? waar toe vrede gemaaKt , " zo de lasten van den oorlog ons ook " nog in vrede drukken? In den oor" log fcherpte de nood ons geduld , m * den vrede zugten wij onder deszelfs lrjden. Of zullen wij dit losbandige " Krijgsvolk in -toom houden , daar uwe " ei-ene tegenwoordigheid zo veel met heeft vermogt? Hier ftaan uwe onder" danen uit Kamerik en Antwerpen, en " klagen over ceweld. Thionvüle en Ma" rienburg liggen woest ; en daartoe " hebt gij on! tog den vrede niet gege" ven op dat onze fteden tot woestij " nen zouden worden, gelijk zij nood " wendig worden moeten, mdien gi " haar niet van deze plonderaars verlost " Of wilt gij u misfehien tegen enen on " verwagten aanval onzer naburen in d " weer ftellen ? deze voorzorg is wijs f maar het gerugt van hunne toerustin " zal ver genoeg hunne wapenen vooruii ;; &en. Waarom met zware koste „ vreemdelingen in foldij gehouden , cü I. SOEK \ T ■y 1 e  t BOEK. ( 1 ( 9 t 2 2 C f 1 z 33 33 33 33 33 33 33 33 33 i°8 DE AFVAL DER ,, eert land niet zullen verfchonen , dat ,, zij morgen weer verlaten moeten ? No3, Jaan dappere Nederlanders tot uwen „ dienst, aan welken uw Vader, in „ veel hachlijker tijden , de Republiek „ betroude: waarom zoudt gij tans „ twijfelen aan de trou van lieden , die » zo velc eeuwen lang aan uwe Voorva» deren. gfrrou z[P gebleven ? zouden „ zij niet in ftaat zijn om den oorlog zo S ,ang uk te houden , tot dat uwe :, bondgenoten zig bij h imns vanen voeg;, den, of gij zelf uit de nabuurfchap „ hulpe zond ?" Deze taal was voor len Koning al te ongewoon , en hare vaarheid al te blijkbaar, dan dat hij tezelve dadelijk konde beantwoorden: i Ik _ben ook een Uitlauder," riep hij indelijk uit, „ waarom niet liever mij elven ten lande uitgejaagd?" Met dce woorden rees hij van zijnen ftoel p, en verliet de vergadering; doch den Jreker. werd zijne iloutheid vergeven, we dagen later liet hij aan de Staten jnentwege de verklaring doen , „ dat, bij aldien hij eerder geweten had , dat deze Krijgsbenden hun tot last ftrekten, hij reeds toeftel zoude gemaakt hebben, om dezclven met zig naar Spanje te nemen; dit was nu te laat, om dat zij zonder betaling niet zouden vertrekken ; maar hij beloofde hun op het heiligfte, dat deze last hen niet langer^dan vier maanden meer drukken zoude." Dan, niet tegenllaande deze  NEDERLANDEN. i°9 belofte, bleef dit volk, in plaats van vier, nog agttien maanden in het land , en zij zouden denkelijk nog langer gebleven zijn , zo niet de omftandigheden des Rijks hen in een ander werelddeel noodzakelijk hadden gemaakt. (*) De gewcldadigc invoering van Vreemden in de voornaamfte Amten des Lands, gaf ftof tot nieuwe klagten tegen de Regering. Van alle dc voorregten der Nederlanden ftak geen den Spanjaarden zo zeer in de ogen , als dat , waar door Vreemdelingen buiten bedieningen gefloten waren ; en geen van allen hadden zij ijveriger gepoogd te ondermijnen, (t) Italië, de beide Indien , en alle Provinciën var deze uitgeftrekte Monarchie ftonden vooi hunne fchraapzugt en eerzugt open; al leen van de rijkften onder allen waren zi door een onveranderlijke grondwet uitge floten. Men wist den Koning te overtui gen , dat zijne Könihglijke magt in dez landen nimmer bevestigd konde worden zo lang hij zig niet van vreemde werk tuigen daartoe mogt bedienen. Reec1 was de Bisfchop van Atrecbt , een Boui gondiër van geboorte, den Vlaminge wederregtelijk opgedrongen , en tans zot de ook dc Graaf van Feria , een Kastil aan , zitting en ftem in den Raad va (*) Burgüünd, L. i. p. 38. 39- 4°- Rei' dan. L. i. P. i. meteren, D. i. B. 47. (•() Re id an , L. 1. p. 1. L B O E ff.' I » S n 1- i* n  I 1 i < \ L k n w g Zl O Grot. Annal. L. i. p. 13. tto DE AFVAL DER Staten bekomen. Maar deze ondenurtnine vond kragtiger tegenfland , dan de vleiers des Komngs hem hadden voorgelleld en zijne willekeurige magt zag zig ditmaal door de flnnheid des Prinfen van Oranje en de flandvastigheid der Staten . te leur gefield (*) ' ^ Met deze voortekens begon filips zijn bcftuur over de Nederlanden, en Zodanig waren derzelver bezwaren , toen hij van zins was dezelve te verlaten. Reeds lang verdroot het hem in een land', Waar hij een vreemdeling was ; waar zo vele voorwerpen zijne neigingen beledigden, _ en zijn heerschzugtigen geest zo dikwijls met grote vrijpostigheid aan de wetten der vrijheid herinnerd werd. De vrede met Frankrijk vergunde hem'eindelijk zijn vertrek ; de toerustingen van s oliman trokken hem naar het Zuiden, en m begon ook Spanje zijnen Heer te misen. De keuze van enen Opper - Landvoogd over de Nederlanden was de grote aak j welke hem nu nog bezig hield >edert het ontflag van Koningin maria an Hongarijen , had e m a n u e l p h iibert van Savoijen deze plaats beleed, welke egter, zo lang de Komg in de Nederlanden zelf tegenwoordig as, meer aanzien dan wezenlijken invloed if- 's Konings afwezigheid maakte de-;lve tot het gewigtigrte Amt, en he£  NEDERLANDEN. in roemrijkite doel, waarnaaf de cerzugt eens Burgers kon ftreven. Zij ftond tans : ledig door het vertrek van den Hertog , ■ welke door den vrede van Chateau in Cambrefis weder in 't bezit van zijne landen was gefteld. Het bijna onbepaalde gezag, dat den Landvoogd moest gegeven worden; de bekwaamheden en kundigheden , welken een zo omflagtige en netelige post vorderde; en vooral de gewaagde aanflagen der Regering tegen de Vrijheid des Lands, welker uitvoering van hem moest afhangen, maakten noodwendig deze keus ten hoogden moeijclijk. De wet, welke Uitlanders buiten bedieningen floot, maakte in den Opper - Landvoogd ene uitzondering. Daar hij niet uit alle zeventien Provinciën tevens geboortig konde Zijn , behoefde hij tot gene van allen te behoren; want de nayver eens Brabanders zoude aan enen Vlaming, die een halve mijl van zijne grenzen t* huis hoorde, geen groter regt daarop hebben toegeftaan, dan aan enen Siciliaan, die in een ander land, en onder enen anderen hemel woonde. Egter fchecn het belang van de Kroon zelf, in dit geval, voorenen Nederlandfchen burger te zijn. Een geboren Brabander, bij voorbeeld, wiens Vaderland zig met een onbepaald vertrouwen aan hem overgaf, konde , bij aldien hij een verrader ware , den dodelijken ilag reeds ten halven volbragt hebben , eer dat een Uitlander op het nieuwe fpeeltuig had geleerd te fpelen , I. JOEC.  I. o ek, < t 1 \ n d « r d vr L •J O r • """.lljvgh upiettenct was. Had de Regering m éne Provincie hare oogmerken doorgezet, zo was de tegenkanting der ovengen ene ftoutheid, welke zij regt had om ten ftrengften te ftraffen. in het gemeenfchaplijke geheel, welk de Provinciën tans uitmaakten, 'waren de bijzondere inngtingen van ieder als 't ware verfmolten ; de gehoorfaamheid van ene enkelde was een wet voor elke der ovengen, en het voorregt, dat één niet m Haat was te bewaren , was voor alle dc anderen verloren. Onder de Nederlandfche Groten , wel^ °PPGr-La"dvoogdij konden togen, was de verwagting en wensch Ier Natie verdeeld tusfehen den Graaf *n Egmond cn den Prins van Oranje velke door even aanzienlijke geboorte laar toe geroepen , door gelijke verdiensen daartoe geregtigd , endoor gelijke des Voks «* dezen post welkom aien een luisterrijke rang had beiden aast den troon geplaast, cn wanneer Vorsten oog in de eerfte plaats onder e waardigften zogt, moest het noodenoig 0p enen van deze beiden vallen 'aar wij in 't vervolg van deze Gefchiemis die twe namen meermalen zullen oeten aanhalen, kan de aandagt des ezers niet te vroeg op dezelven gevesi rd worden. Willem de eerste, Prins van ranje, was gefproten uit het Vorst- "2 DE AFVAL DER  NEDERLANDEN, lij lijke huis van Nasfau, Welk reeds agt eeuwen gebloeid, met dat van j Oostenrijk enen tijd lang om den , voorrang geftreden , en aan het Duitfche Ryk enen Keizer gegeven had. Behalven vele rijke bezittingen in de Nederlanden, welke hem tot enen Burger van dezen Staat 9 en geboren leenman van Spanje maakten , bezat hij in Frankrijk nog het orffhangelijke Vorstendom Oranje, 't welk reNatus van chalon hem bij uitenten wille had nagelaten (*). Willem werd in 't jaar 1533 te Dillenburg , in het Graaffchap Nasfau, van ene Gravinne stollberg, geboren. Zijn Vader, de Graaf van Nasfiiu, van den zelfden naam , had den Protestantfchen Godsdienst aangenomen, en liet ook zijnen zoon daarin opVoeden ; maar karel de vyfde, die den knaap reeds vroeg genegen was , nam hem, nog zeer jong zijnde, aan zijn Hof, en liet hem in den Roomfchcn Godsdienst opwasfen. Deze Vorst , welke reeds in het Deze renatus van chalon , was een volle Neef van vvillem, en een Zoon van Graaf iiendeik van nassau, welke met de erfgename van den Huize van ciialon op eene reis, door hem nis gezant naar Frankryk gedaan, gehuwd was. Hy kwam by de belegering van St. Didier om 't leven , en zyne Weduwe, Prinfes anna van lotharingen, was de gene, die den jongen willem voor het eerst te Brusfel kragt. I. DEEL. II L !OEK»  BOEK ïï"4 DE AFVAL DER kind den toekomenden groten man onc, dekte , hield hem negen jaren in . zijn gezelfchap , verwaardigde hem mee zijn eigen onderwijs in zaken van regeling, cn vereerde hem met een vertrouwen boven zijne jaren. Hem alleen was het vergund bij den Keizer te blijven , wanneer deze aan vreemde gezanten gehoor gaf: een .bewijs, dat hij reeds in zijn vroege jeugd moet begonnen hebben den roemrijken naam van zwyger te verdienen. Zelfs fchaamde de Keizer zig niet, openlijk te bekennen , dat deze jongeling hem meermalen raadflagen had opgegeven, die aan zijne eigene fchranderheid ontglipt waren. Wat mogt men niet verwagten van den geest eens mans , die in zodanige fchool gevormd was % en wat niet van het hart van dien man , welke reeds als kind, zo nabij- den troon, niet had opgehouden een goed mensch te zijn ! Willem was drie-en . twintig jaren oud, toen karel afftand van de regering deed, en had reeds twe openbare bewijzen der hoogfle agting van dezen ontvangen. Hem was met uitfluiting van alle de Groten aan het Hof, den hoogstaanzienlijken post opgedragen, om de keizerlijke Kroon aan ferdinand overtebrengen. Toen de Hertog van Savojen, welke over het Keizerlijke leger in de Nederlanden  NEDERLANDEN. Jïïf het bevel voerde, door zaken van zijn eigen land naar Italië geroepen wierd, vertroude de Keizer aan hem het Opperbevel over deze krijgsbenden ; en zulks in wêerwil der tegenbedenking van zijnen gehelen Krijgsraad , wien het al te veel gewaagd fcheen , den ervaren Franfchen Veldheer enen jongeling tot opvolger te geven. Hem , die afwezig en generhande aanbeveling had, gaf de Vorst de voorkeur boven de gelauwerde fchaar zijner helden, en de uitkomst gaf hem geen redeïi om zig dezer keuze te beklagen. De buitengewone gunst, waarin deze Prins bij den Vader gellaan had, zoude alleen reeds een gewigtige reden zijn geweest, om hem van het ver* trouwen des Zoons uit te fluiten. Het fcheen dat filips zig tot een wet gemaakt had , den Spaanfchen Adel aan den Nederlandfchen te wreken wegens den voorrang, welken karel de vyfde fteeds aan den laatstgenoemden gegeeven had. Maar van meeï gewigt waren de geheime beweegredenen, welken hem van den Prins afkerig maakten. Willem van oranje Was een van die fchrale en bleke menfchen, gelijk caesar hen noemt, welke 's nagts niet flapen , en te veel denken; die ook de onverfchrokkendfle harten aan 't wankelen kunnen brengen. De ftille rust van een Ha I BOEK»  I roek. L boe k C) strada Dec. f. L. f. p. 24. & L. in p. 55. fq. Grot. Ann. L. I. Reidan. L. IK ' p. 59. Meurs Guliel. Auriac. L. I. p. 2 fa' .|iüRG, 65. 66, 1 h grippen omtrcnc zijnen Godsdienst. Wil. , lem geloofde aan den Paus , zo ■ lang de Keizer , zijn weldoener, leefde; maar men was met reden bedugc, dat ' de zugt voor de Hervormde leer , welke hem in zijn jeugd was ingeboezemd, hem niet geheel en al verlaten had. Aan welke Kerk hij ook in zekere tijdperken van zijn leven de voorkeur gegeven _ hebbe, zo konden zij tog alle zig daar mede vergenoegen, dat met een hem geheel had gehad. Wij zien hem in latere jaren bijna met even zo weinig bedenking dc leer van calvijn omhelzen, als hij in zijn vroege jeugd het Roomfche geloof met het Lutherfche verwisfcld had: hij verdedigde tegen dc Spaanfche dwingelandij mesr de menschlijk; regten der Proteftantcn, dan hunne gevoelens; niet hun geloof, maar hun lijden had hem tot hunnen broeder gemaakt ( Deze algemeene gronden van wantrouwen fchijnen gebillijkt te worden door ene toevallige ontdekking, welke zijne ware gevoelens aan den dag bragt. Willem was als gijzelaar Jcs, vredes van Chateau in Cambre-  NEDERLANDEN. 121 fis, waaraan hij zelf mede gearbeid had, in Frankrijk gebleeven, en had B door de onvoorzigtigheid van hen- _ diuk den tweden, welke meende met enen vertrouweling des Konings van Spanje te fpreken, enen heimelijken aanilag vernomen, welken het Franfche Hof met het Spaanfche tegen de Proteftantcn van beide Rijken beraamd had. In aller ijl ging de Prins deze gewigtige tijding aan zyne vrienden te Brusfel, welken dezelve zo van nabij betrof, bekend maaken, en de brieven, daarover gcwisfcld, vielen ongelukkig den Koning van Spanje in handen Filips werd minder verrast door deze beflisfende verklaring van willem's gezindheid, dan onthutst door het verijdelen van zijnen aanflag; maar de Spaanfche Groten, welke het ogenblik nog niet hadden vergeten , toen de grootfte der Keizers by het laatfte bedrijf zijns levens op de fchouders van dezen Prins leunde, verzuimden deze gunftige gelegenheid niet, om den verrader van een ftaatsgeheim geheel en al buiten de gunst van bannen Koning te fluiten. Van geen minder edele afkomst dan willem, was lamoral, Graaf van Egmond en Prins van Gavre, (*3 Strada Dec. h L. III. p. 56. Thuan,. J, -ioio. Reid. L. L p. 2, H 5 J, o ek.  ifi* DE AFVAL DER l V. o e k. zijnde een aframmeling van de Hertogen van Gelderland, wier dapperheid in den oorlog de wapenen van het Huis van Oostenrijk had afgemat. Zijn geflagt pronkte in 's Lands Jaarboeken: een zijner voorouderen had reeds onder maximiliaan het Stadhouderfchap van Holland bekleed. Zijn huwelijk met de Hertogin sa bi na van beieren vermeerderde den luister zijner geboorte, en maakte hem magtig door aanzienlijke verbindenisfen. Karel de vijfde had hem in 't jaar 1546 te Utrecht, Ridder van het Gulden Vlies geflagen. De oorlogen van dezen Keizer waren de fchool van zijnen toekomenden roem, en de ilag bij Sint Quintin, en die bij Grevelingen, maakten hem tot den Held van zijne ecu. Elke zegen des vre» des, welke door handeldrijvende volken op het dankbaarfte gevoeld wordt, was ene herinnering aan de overwinning , waardoor dezelve verworven was; en de Vlaamfche . hoogmoed ftofte, gelijk een trotfche moeder, op den heerlijken Lands-Zoon, die de verwondering van geheel Europa to: zig trok. Negen kinders, welke onder de ogen zijner medeburgeren opgroeiden , vermeerderden en verftcrlcen de banden tusfehen hem cn zijn Vaderland , en de algemeene liefde voor hem oefende zig in het befchouwen van hun, die hem her, dierbaarfte  NEDERLANDEN. 123 waren. Elke openbare verfchijning van egmond 'was een zegepraal; ieder oog, dat op hem geflagen was, verhaalde zijn leven; in de grootfpraken over zijne Krijgsgevaren leefden zijne daden ; de moeders hadden hem bij Ridderlijke fpelen aan hare kinders getoond; weigemanierdheid, ene edele houding en gemeenfaamheid, de beminnenswaardige1 deugden der Ridderfchap, gaven bevalligheid aan zijne verdicnften ; door enen vriendelijken groet of handdruk verbond zig zijn overlopend hart aan eiken burger ; op een ongedwongen gelaat vertoonde zig zijne vrije ziel ; zijne openhartigheid ontzag even zo min zijne geheimen, als zijne milddadigheid zijne goederen , eft elke gedagte, welke de zijne was, behoorde dadelijk aan allen : zijn Godsdienst was zagt en menschlijk, maar niet zeer gezuiverd, om dat dezelve niet van het verfland maar van het hart zijn licht ontving; het was een zinlijke, gemaklijke Godsdienst; een Soldaten-geloof, getrou aan de Kerk , gelijk zijn degen aan den Koning; om dat het zelve bij der hand moest zijn in den nood van 't gevegt, en om dat men gereder vrugten plukt van het geheugen, dan van het oordeel. egmond bezat meer geweten dan gronden; zijn hoofd had zig zijn Wetboek niet zelf gegeven % maar flegts ingeprent j I. ïoek,  I soek. j j i i » < i : ] < I I Ï24 DE AFVAL DER hierom kon de blote naam van een daad hem de daad verbieden. De menfchen waren bij hem liegt of goed; een mengeling van beiden kende hij niet; m zijne zedenlere vond tusfehen goed en kwaad geen middenweg plaats, daarom was by hem ene enkele goede zijde vaak genoeg om ten voordeele van iemand te befiisfen: hij verenigde alle: gaven, die den Held uitmaaken; hy was beter foldaat dan de Prins van Oranje, maar als Staatsman was hij ver beneden dezen; Oranje zag de wereld, zo als ze werklijk was, maar egmond in den tover-fpiegel yan ene verfraaide verbeelding. Menfchen, welke door het geluk verrast ivorden met ene beloning, waarvoor dj genen natuurlijken grond in hunie bedrijven vinden, worden zeer ligtijk verzogt, om het noodzakelijke 'erband tusfehen oorzaak cn uitwerdng uit het oog te verliezen, en n de . natuurlijke gevolgen der dingen die hoger wonderkragt te vinlen, waarop zij ten laatften, drest :n dol, gelijk een cjesar op zijn jcluk, Vertrouwen. Van dit flag van nenfehen was egmond : dronken 'an verdienften, welken de dankbaarïeid jegens hem te ver gedreven had, Iwaalde hij in dit zoete gevoel , ven als in ene aangename wereld ran dromen, onbezorgd daar heen, lij vreesde niets, om dat hij op het on-  NEDERLANDEN.- 135 wïsfe onderpand vertroude, welk het lot hem in de algemene liefde had ] gegeven , en hij geloofde aan regt- , vaardigheid, omdat hij gelukkig was. Zelfs de fchrikkelijkfte ondervinding der Spaanfche trouloosheid was niet in ftaat om dit vertrouwen in 't vervolg uit zijne ziel te verbannen, en op het moordfchavot was hoop nog zijn laatfte gevoel. Ene tedere bezorgdheid voor zijn gezin hield zijnen patriotfchen moed aan kleiner pligten gekluisterd : dewijl hij voor goed en leven te vrezen had, konde hij voor de Republiek niet veel wagen. Willem van oranje zeide zijnen Vorst de hulde op , omdat het willekeurige geweld zijnen hoogmoed gaande maakte ; hij gaf vrijheid, niet om dat hij van eerzugt vrij was, maar om dat zijn hoger eerzugt veragtte dezelve te ontvangen. Egmond bezat ijdele verwaandheid, daarom ftelde hij prijs op Vorllelijke gunst. De eerfte was een Burger van de wereld , de laatfte niet meer dan een Vlaming (*)• Filips de twede ftond bij den Overwinnaar van St. Quintin nog in de fchuld, en de Opper-Landvoogdij over de Nederlanden fcheen de enige waardige beloning voor zo fchitterende verdien- (*) Grot. Annal. L. I. pg. 7. StradaL. I, 23. & . III. 84. L SOEK.  345 DE AFVAL DEU I. boek. i ] I 1 1 e c t i e v g n k e; v! ften te zijn. Geboorte en aanzien*, de ftemme des volks en perfoonlijke bekwaamheid, fpraken even zo luid ten voordeele van egmond als van oranje, en bijaldien deze voorbijgegaan wierd, kon niemand dan de eerfte hem in den weg geftaan hebben. Twe mededingers, zo gelijk van verdienften, hadden filips bij zijne keuze verlegen kunnen maken, indien het hem anders in den zin gekomen ware, zig voor enen: van de. beiden te verklaaren. Maar juist die voorregten , waardoor zij hun regt laarop onderfteunden, waren de reden waarom hij hen buiten floot; en juist ioor het vurig verlangen der Natie, om len tot dien post verheven te zien, hadlen zij hunne aanfpraak op denzelven om» ïerftelbaar verloren. Filips kon in le Nederlanden genen Landvoogd heb>en, welken de goede wil en de aagt des volks ten dienste ftonden, n welken het door ene zo lcvenige genegenheid aan zig verbonden ad. Egmond's afkomst van de Gelerfche Hertogen, maakte hem tot tien geboren vijand van het Huis m Spanje; en de hoogfte magt fcheen evaarlijk in de handen van enen ian, die het eens in 't hoofd zou innen _ krijgen , dc onderdrukking van ïen zijner voorouderen, aan den zoon m den onderdrukker te wreken. Het  NEDERLANDEN. 12? voorbijgaan van deze lievelingen des volks, kon noch de Natie noch hen zeiven beledigen, want het heette, dat de Koning beiden voorbij ging, om dat hij genen den anderen mogt voortrekken. (*) Dc te leurgeftelde hoop op de Landvoogdij , benam den Prins van Oranje nog niet alle hoop om zijnen invloed in de Nederlanden beter te vestigen. Onder de overigen , welke tot deze waardigheid in aanmerking kwamen, was mede christina, Hertogin van Lotharingen , en Moei des Ko nings, welke als middelares van den vrede van Chateau in Cambrefis, zig bij de Kroon ten hoogden verdienstelijk had gemaakt. Willem had hei oop" op de Dogter van deze, er hoopte door een kragtdadige voorfpraal voor de Moeder zijn oogmerk te bereiken : maar hij begreep niet , da hij juist door zijne voorfpraak har< zaak bedorf. De Hertogin christini moest agterftaan, niet zo zeer, ge liik men voorgaf, om dat de afhange lijkheid harer landen van Frankrijk haa bij het Spaanfche Hof verdagt maak te , als wel , om dat zij bij he Volk van Nederland en den Prins va1 Oranje welkom was. (f) (*) Strada, Dec. i. L. i. 24. CR0'i Aunal. p. 12. (f)BURGUND. L. i. 23. fq. STRADA DCl ï. L. 1. ■24. 25. r. boek. i f t i  ia8 DE AFVAL DER boek. I i 1 i j 1 Terwijl elk nog in verwagting waê opgetogen , wie in 't vervolg over het lot der Nederlanden befchikken zoude, verfchijnt op de grenzen des Lands de Hertogin margareet van parma , door den Koning uit het afgelegen Italië ontboden , om het beftuur over deze Gewesten te voeren. Margareet was een natuurlijke dogter van karel den vijfden, uit ene Nederlandfche Freule van geest, in 't jaar 1522 geboren. Om dc eer van haar huis te verfchonen , werd zij in den beginne in 't verborgen opgevoed; doch hare Moeder 3 welke meer trotsheid dan eer bezat, gaf zig luttel moeite om het geheim van hare afkomst bewaard te houden, en ene Koninglijke opvoeding verried des Keizers dogter. Nog een kind zijnde, werd zij aan de Landvoogdes margareet, hare Oudmoei, naar Brusfel ter opvoeding gezonden , welke haar, toen zij agt (aren oud was, ontviel, en door vi ar ia , Koningin van Hongarijen, jen Zuster van den Keizer, vervangen werd. Haar Vader had haar •eeds in haar vierde jaar aan enen örins van Ferrara verloofd; doch toen leze verbindenis in vervolg van tijd e nicte liep, werd zij ter gemalinne ^eftemd voor alexander de memcis, den nieuwen Hertog van Floence, welk huwelijk ook na de ze-  NEDERLANDEN. ta£ gepralende wederkomst des Keizers uit Afrika werkelijk te Napels voltrokken werd. Reeds in het eerfte jaar van enen ongelukkigen egt verloor zij, door enen geweldigen dood, dezen gemaal, welken zij niet beminnen konde, en voor de derde maal moest hare hand voor haars Vaders ftaatkunde woekeren. Octavius farnese, een Prins van dertien jaren , en neef van pa lilus den derden, verkreeg met haar de Hertogdommen van Parna en Piacenza ten bruidfchat, en margareet werd, door een zonderling noodlot, nu hare jaren hebbende, uitgetroud aan een kind , gelijk zij voorheen als kind aan eenen man verhandeld was. Haar weinig vroulijke geest maakte deze laatfte verbindenis nog onnatuurlijker , want hare neigingen waren manlijk , en hare gehele wijze van leven was een befpotting van haar geflagt. In navolging van hare voedftermoeder , de Koningin van Hongaryen, cn van hare oud-moei, de Hertogin maria van bourgonDiëN, welke in deze liefhebberij den dood vond , beminde zij met drift dc jagt, en had haar lichaam hierin dermate gehard, dat zij alle de ongemakken en vermoeinisfen aan dat leven eigen, trots enen man, konde verduren. Haar gang zelfs bragt zo weinig vroulijke bevalligheid mede ,- dat men eer in de verzoeking I, deel. I I. BOElC  I. boek H | I 1 ■I ( < ( c i t è t$o DE AFVAL DER kwam om haar voor enen verkleden man , dan voor ene manlijke vrou te houden; en de Natuur, mee welke zij door deze aartverplaatfing gefpot had, wreekte zig eindelijk ook aan haar door ene manlijke ziekte, het voeteuvel. Deze zo zonderlinge eigenfehappen gingen gepaard met een dom Monniken-geloof, welk ignatius loyola, haar biegtvader en leermeester , de eer had gehad in hare ziel te planten: onder de liefdewerken en boetdoeningen, waarmede zij hare trotsheid kruifigde , is ene van de merkwaardigften, dat zij in de vasten - avond - week van ieder iaar zeker aantal van armen, welken op het ftrengfte verboden werd zig voorif te reinigen , eigenhandig de voelen wiesch-, hun aan tafel als een lienstmaagd bediende, en hen met rijte gefchenken onthaalde. 'Er is niet veel meer dan deze laatfte rek Uit haar karakter noodig, om te begrijpen, waarom de Koning aan haar boven ille mededingfters de voorkeur gaf; want )ij deze keus had hij altans niets ran de liefde der Natie te vrezen : log deze zijne voorkeur werd tevens bor de beste gronden der Staatkunle gebillijkt. Margareet was in e Nederlanden geboren, en ook daarin pgevoed; zij had hare eerfte jeugd hdcr dit volk gefleten, en veel van eszelfs zeden aangenomen. Twe Land-  NEDERLANDEN. 131 voogdesfen , onder wier oogen zij was opgegroeid, hadden haar van tijd tot tijd bekend gemaakt met de ilaats-, regelen, naar welke dit vrije volk . best beituurd wierd , en konden haar daarin 1 ten voorbedde , dienen : het ontbrak haar niet aan geest en enen bijzonderen lust tot het beftuur van zaken, dat zij hare voedftermoeders afgezien en vervolgens , in de Italiaanfche fchoole tot groter volkomenheid gebragt had. De Nederlanders waren fints verfcheidene jaren aan het bewind van vrouwen gewoon, en filips vleide zig misfehien, dat het fcherpe werktuig der Dwingelandije, waarvan ■ hij zig nu tegen - hen wilde bedienen, in de handen van ene yrou zagter fhijden zoude. Men wil, dat het • believen van zijnen vader 4 welke destijds nog in leven en voor deze dogter ingenomen was, bij deze keus min of meer in aanmerking is gekomen ; gelijk het ook waarfchijnelijk is, dat hij den Hertog van Panna, wien hij toen ter tijd een verzoek moest afïlaan, door deze eer, aan deszelfs Gemalin bewezen , heeft willen paaien. Daar dc landerijen der Hertoginne door zijne Italiaan fche ftaten omringd , en ten allen tijde aan zijne wapenen blootgefteld waren, konde hij tevens met zo veel minder gevaar, de hoogfte magt in hare handen' vertrouwen : en tot zijne volkomene I.' 2 I. boek  i*z DE AFVAL DER t BOEK. gerustheid bleef nog alexandek farnese, haar Zoon, als een oni derpand van hare trou, aan zijn Hof. Alle deze redenen te zamen waren gewigtig genoeg, om 's Konings keus op haar te bepalen , en zij waren zelfs volkomen beflisfend , dewijl zij door den Bisfchop van Atrecht en den Hertog van Alba onderfteund werden : de laatfte fcheen dit te doen, omdat hij alle overige mededingers haatte of benijdde; de eerfte, omdat zijne heerschzugt waarfchijnelijk reeds toen de grote voldoening in 't oog had, welke in de zwakke ziel van deze Vorstin voor hem gereed lag (*). Filips ontving de nieuwe Landvoogdes met een pragtig gevolg aan de grenzen des lands , en voerde haar in grote ftaatfij naar Gent, waar de Algemene Staten vergaderd waren. Daar hij niet voornemens was, om fpoedig weer in de Nederlanden te komen , wilde hij, nog eer hij dezelve geheel verliet, der Natie door ene plegtige Dagvaart genoegen geven , en zijne gemaakte fchikkingen op ene wettige wijze nader bekragtigen. Hier vertoonde hij zig voor de laatfte maal aan zijne Nederlan- (*) Burgund. L. I. 23. Strada Dec. L L. I. 24. Van met eren, II. 61. Recueil & Memorial des troubles des Pays-bas. fautfore hopfero) T. II. Vita yigli 118. 1^.  NEDERLANDEN. 133 ders, welke van nu voordaan hun lot uit de verborgene verheid, even als uit de handen der onderaardfehen , te wagten hadden. Om dezen . plegtigen dag des te meer luisters bytezetten , floeg hij elf nieuwe Ridders van het Gulde Vlies, liet zijne Zuster op enen ftocl nevens zig zitten, cn toonde haar den volke als deszelfs toekomflige Voogdes. Alle bezwaren des volks over de geloofs-plakaten , de Inquifitie , het agterlaten van de Spaanfche foldaten, de opgelegde lasten, en de wederregtelijke invoering van vreemdelingen in 's lands bedieningen , kwamen op dezen Land-dag ter bane, en werden wederzijds met drift verhandeld; enigen op ene listige wijze afgewezen of in fchijn opgeheven , anderen door magtfpreuken afgeflagëri. Dewijl de Koning in de lands-taal een vreemdeling was, fprak hij door den mond des Bisfchops van Atrecht tot de Natie; telde haar met veel grootfpraak alle de weldaden van zijn beftuur op, verzekerde haar van zijne genade voor het toekomende, en beval den Staten nog eenmaal op het ernftigfte de handhaving des Katholijken geloofs, en de uitroejing der Ketterij. Hij beloofde hun, dat het Spaanfche Krijgsvolk binnen weinige maanden de Nederlanden zoude ruimen , indien men hem flegts tijd wilde vergunnen, dat I 3 I. 30EK.  DE AFVAL DÉR I. BOEK. hij zig van de menigvuldige uitgaven des laatfieh ooriogs hciTrelde \ om aan deze benden 'de agterftallige foldij te kunnen betalen : hunne landswetten ' zouden ongefchonden blijven , de belastingen hen niet boven vermogen drukken, en de Inquifitie zoude haar amt met regtvaardighcid en gematigdheid waarnemen. Hij voegde hierbij, dat hij in de keuze van ene Landvoogdesfe voornaamlijk met den wensch der natie • was te 1 rade gegaan , en zig tot ene inboreling bepaald had, welke in derzelver zeden en gewoonten ingewijd, en uit Vaderlandsliefde haar genegen was : hij vermaande haar des, zijne keus door hare dankbaarheid te • vereren , en aan zijne Zuster, de Hertoginne, even als aan hem zeiven te gehoorzamen. Bijaldien , zeide hij ten befluite •, onverwagte belctfelen zijne terugkomst mogten tegenhouden, zo beloofde hij hun, Prins karel, zijn' zoon, in zijne plaatfe te zenden, die in Brusfel zijn verblijf zoude memen (*). Enige kloekmoedige leden dezer Vergadering waagden nog een laatfte poging voor de vrijheid - van geweten. Elk volk, dus was hun gevoelen,' moest naar zijn eigen Nationaal karakter, even als ieder mensch naar zijne lichaams - gefteldheid , behandeld worden; (*) Burg. L. I. 34. 37. Strada L. 32.  NEDERLANDEN. 135 dus zoude men, bij voorbeeld, het Zuiden onder enen zekeren graad van dwang nog voor gelukkig houden, welke voor het Noorden onverdraagelijk zoude zijn. Nimmer, voegden zij 'er bij, zouden de Vlamingen in een juk bewilligen, waaronder de Spanjaarden misfchien geduldig bukten, en, zo men hun hetzelve wilde opdringen , zouden zij liever het uiterfte wagen. Dit voorftel werd door eenigen van 's Konings Raden onderfteund, welke met ernst op verzagting van die fchrikkelijke Geloofs-plakaten aandrongen; maar filips bleef onverbiddelijk: „ liever niet heerfchen," was zijn antwoord , „ dan over Ketters „ heerfchen (*)." Volgens ene " inrigting, reeds door karel den vijfden gemaakt, waren der Landvoogdesfe drie Raadsvergaderingen of Kamers, toegevoegd, welke de waarne ming der Staatszaken onder zig verdeelden Zo lang filips zelf in de Nederlandei tegenwoordig was , hadden deze dri< Vergaderingen zeer veel van hare mag verloren, en de eerfte van dezelven de Raad van State, had bijna ge heel ftilgezeten: tans, nu_ hij he hegt der regering weder uit de han den gaf, verkregen zij haar vorij aanzien weder. In den Raad vat State, welke over oorlog en vrede (*) Bentivocl. L. I. p. io„ \ 4 L BOEK. j l j  136 DE AFVAL DE li I. boek. en de veiligheid van buiten het opzigt had, zaten de Bisfchop van Atrecht , de Prins van Oranje, de Graaf van Egmond , de Prelident van den Geheimen Raad , viglius van zuichem, van aijtta, en de Graaf van Barlaimont, Prefident van den Raad der Geldmiddelen. Alle de Ridders van het Gulden Vlies , alle de leden van den Geheimen Raad en den Raad der Geldmiddelen, gelijk ook die van den groten Raad te Mechelen , welke reeds door k ar.el den vijfden aan den Geheimen Raad te Brusfel onderworpen was, hadden zitting en Hem in den Raad van State , wanneer zij van de Landvoogdesfe uitdrukkelijk daar geroepen werden, Het befluur van 'sKonings inkomften en Domeinen behoorde aan den Raad der Geldmiddelen, en de Geheime Raad hield zig bezig met het Regts-wezen en de burgerlijke orde, en verleende brieven van vrijdom en vergiffenis. De ledigffaande Stadhouders-plaatzen in de Provinciën werden of van nieus vervuld, of de ouden bevestigd: Vlaanderen en Artois behield de Graaf van Egmond; Holland, Zeeland, Utregt en Westfriesland met het Graaffchap Bourgondië de Prins van Oranje ; de Graaf van Aremberg, Oost - Friesland Overysfel en Groningen ; de Graaf ran Mansveld, Luxemburg;' Bnrkimont,  NEDERLANDEN. 137 Namur ; de Marquis van Bergen Henegouwen , Chateau in Cambrefis en Valencyn ; de Baron van Montigny, Doornik en het Doornikfchc: andere Provinciën werden aan anderen gegeven , welke onzer opmerking minder waardig zijn. Filips va is moktmoren c ij, Graaf van Hoorn, wien de Graaf van Megen in het Stadhouderfchap over Gelderland cn Zutfen was opgevolgd, werd als Admiraal der Nederlandfche Zeemagc aangefteld. Elke Provinciale Stadhouder was tevens Ridder van het Gulden Vlies, en Medelid van den Raad van State. Elk had in de Provincie, welke hij beftuurde, het bevel over het krijgsvolk, welke dezelve dekte, en het hoofd-opzigt over dc Burgerlijke regering , en het regts-wezen: uitgenomen alleen Vlaanderen ; waai de Stadhouder in regtszaken niets te zeggen had. Braband alleen ftonc onmiddelijk onder de Landvoogdes, welke, volgens oud gebruik , te Brus fel haar beften dig verblijf nam. Da de Prins van Oranje als Stadhoude was aangefteld, was eigenlijk ftrijdi; met de Conftitutie des Lands, dc wijl hij een vreemdeling was; , maa enige landgoederen, welke hij in d Provinciën hier en daar bezat, c als Voogd over zijnen Zoon l>eftuui de, een langdurig verblijf in dit land en voornaamlijk 'het onbepaalde ve: ï 5 L boek, i 6 r r > r f i  DE AFVAL D.ER L R OEIt. j i 1 1 1 ] i 1 I I trouwen der Natie in zijne denkwijze , vergoedden aan wezenlijke bevoegdheid , wat hem aan ene toevallige ontbrak (*). De nationale magt der Nederlanderen, welke wanneer zij voltallig was, uit drieduizend paarden moest beftaan, dog tans niet veel over de tweduizend beliep, werd in veertien benden verdeeld , over welke, behalvcn de Stadhouders der Provinciën, nog de Hertog van Aarfchot, de Graven van Hoogftraten, Bosfu, Roeux en Brederode het opperbevel voerden. Deze ruiterij , welke door alle zeventien Provinciën verdeeld was , moest alleen maar. voor onverwagte toevallen gereed ftaan: hoe weinig zij ook tot grote ondernemingen toereikend ware, was zij nogtans ter bewaringe . van de binnenlandfche rust ^enoegfaam. Zij v/as van enen beproefden moed, en de vorige oorogen hadden den roem van hare iapperheid door geheel Europa verbreid (f). Behalven deze moest 'er ïog voetvolk worden aangenomen, dog vaartoe de Staten tot hier toe niet :onden befluiten. Van de buitenlandche troepen waren nog enige Duit- (*) Van meteren L D. L Boek 46. iLRGUND. L. I. p. 7. 25. 30. 34. strad.a .. I. 20. (f) Burgund. L. I. 26. Strada L. 21. Hopper ig, 19. Thuan. T. II. 489,  NEDERLANDEN. i39 fche Regimenten in dienst, welke op hunne betaling wagtten. De vierduizend Spanjaarden, over welke zo veel bezwaar gemaakt werd, ftonden onder twe Spaanfche Bevelhebbers, mendoza en romero, en lagen in de crensfteden in bezetting. Onder de Nederlandfche Groten, welken de Koning bij de begeving van deze plaatfcn boven anderen uitkipte , Haan de namen des Graven van Egmond en des Prinfen van Oranje boven aan. Hoe diep ook toen reeds de haat tegen deze beiden , en bijzonderlijk tegen den laatften, bij hem geworteld ware , gat hij hun evenwel nog deze openbare blijken van zijne gunst, omdat zijne wraak nog niet rijp was, en hel volk hen bijna afgodisch vereerde. Beider goederen werden vrij van be festingen verklaard; (*) dc voordcliglh Stadhouderfchappen werden hun gege ven; door het aangeboden bevel oye de agtergcblevene Spanjaarden, ftreeld* hij hen met een vertrouwen, well hi zeer verre af was van wezen lijk in hun te Hellen: maar tei zelfden tijde, dat hij den Prins doo deze openbare bewijzen zijner ^ agtin; verpligtte, wist hij hem in 't ge heim des te gevoeliger te kwetfer Uit vrees, dat ene verbmdtems mc (*) Als mede die van den Graye van Hoorn» ï. ROEK l f r t  I 140 DE AFVAL DE 11 boek. j het magtige Huis van Lotharingen dezen verdagcen Leenman tot (louter aanflagen mogt verleiden, ftremde hij het huwelijk, dat tusfehen dezen en ene Prinfes uit dat Huis Hond aangegaan te worden, en verijdelde deszelfs hoop, welke zo nabij hare vervulling was : een grievende fpijt, Welke de Prins hem nooit vergeven heeft (*). De haat tegen willem vermeesterde éénmaal geheel en al zijne aangeborene kunst van veinzen, en deed hem enen flap begaan, waarin wij filips den t wed en geheel niet meer herkennen. Toen hij te Vlisfingen aan boord ging, en de Groten des lands zig op het ftrand rondom hem fchaarden, vergat hij Zig zeiven zo ver, dat hij den Prins op ene onbefchofte wijze bejegende, en hem openlijk voor de oorzaakder Vlaamfche onlusten uitkreet. De Prins antwoordde op ene bedaarde wijze , dat 'er niets gebeurd was, 't welk de Staten niet uit eigene seweeging en uit de billijkte oorzaten gedaan hadden. „ Neen," zeide 'Ilips , terwijl hij 's Prinfen hand rreep , en dezelve hevig fchudde , , niet de Staten, maar gij, gij, gij|« Je Prins flond verflomd, en zonder e wagten, tot dat de Koning aan loord was , wenschte hij hein een (*) Watson T. 1. 137-  NEDERLANDEN. 14* goede reis, en ging naar de Stad te rug (*). Zo maakte perfoonlij- j ke haat de verbittering ongeneesbaar, welke deze regtfchapen en edele man reeds voor lang tegen den onderdrukker van een vrij volk in zijnen boezem droeg; en deze dubbelde ter. ging bragt ten laatflen die grote onderneming tot rijpheid, welke der Spaanfche Krone op zeven van hare edelfte ftenen te ftaan kwam. Filips had zijn waar karakter niet weinig verzaakt, daar hij de Nederlanden nog met zo veel goedertierenheid verliet. De wettige vorm ener dagvaart , de bereidwilligheid om zijne Spanjaarden uit het 1 land te voeren , de infchikkelijkheid om_ in de gewigtigfte lands-amten de lievelingen des volks te zetten , eindelijk, de opoffering, welke hij aan hunne ftaatsgefteldheid deed, door den Graaf van Feria weêr uit den Raad van State te nemen, waren oplettendheden , waaraan zijne groothartigheid zig nooit weder fchuldig maakte ; dog hij had tans meer dan ooit de genegenheid der Staten nodig, ten einde met hunne hulp, ware het mo- (*) Vie £? Genéalogie de Guillaume I. Prime d'Orange. Dit boek , welk ik niet meer in handen heb , en waarvan ik den tytel niet nader kan opgeven, is onder Koning willem den derden van Engeland gefchreven, en ook aan hem opgedragen. L IOEK.  r#é DE AFYAL DER I. bok k. i ] < .(*) Strada' L. IL 49. & L. ï- 31, gelijk, den zwaren last van fchulderi weg te nemen ,. welke nog van dc vorige oorlogen op de Nederlanden rustte : met zig door kleine opofferingen aangenaam bij hen te maken, hoopte hij misfchien zijne onregtvaardige handelwijze te vergoeden. Hij tekende zijn affcheid met blijken van genade , want hij wist , in welke handen hij hen liet: de vreeslijke tonelen des doods , welke hij dit ongelukkige volk had toegedagt, moesten den helderen glans der Majefteit niet verduisteren , die , gelijk de Godheid, hare voetftappen alleen met weldoen tekent; die fchrikkelijke roem was voor zijne Plaatsbekleders befternd. Evenwel werd door de herïfelling van den Raad van State de Nederlandfche Adel meer gevleid, dan hij werkelijkcn invloed daardoor kreeg." De Gefchiedfchrijver strada, welke van alles , wat de Landvoogdes betrof, uit de eigene papieren van deze best konde onderrigt zijn, (*) heeft ons enige punten bewaard uit het geheime narigt, welke haar door de Spaanfche Regering werd gegeven. Wanïeer zij merkte, vindt men onder inderen hierin , dat de Raden' door sartijfchappen verdeeld,. of, 't geen log erger was, door geheime onlerhandelingen', vóór de zitting, af-  NEDERLANDEN. 143 fpraak met elkander gemaakt hadden, I. . .. „:: J« 13 nn/-Icwr>r s .1 r i.  II. BOE K. ( 1 < i C I r v z v b o h v Ui *S* DE AFVAL DER Het ftond dezen vrij aan de laagte driften van wellust, gierigheid, wrik! mSr' A -VTn tmScl te vieren; maar de _ emgfte , welke hem inderdaad bczieldej de aangename bewus[_ Heid van eigene voortreflijkheid en vermogen , moest hij zorgvuldiglijk voor het agterdogtige oog van den Vorst verbergen. Vrijwillig' ftond hij af van alle voorregten, welken hij in eigendom bezat, om dezelve van de grootmoedigheid des Konings andermaal te ontvangen. Zijn geluk mogt uit o-een andere bron dan deze voordvloefen • geen ander mensch mogt aanfpraak op zijne dankbaarheid hebben. Het Pur >er hem uit Rome toegezonden , wille hy „iet aannemen, voor dat hij s Konings toeftcmming uit Spanje becomen had: terwijl hij hetzelve aan len voet van den troon nedcrleide, cheen hij het als 't ware eerst ui e handen van den Vorst te ontvanen (*). Minder Staatsman dan hij, gtte de Hertog van Alba zig te Antwerpen een ftandhceld op , en fchreef jnen eigen naam onder de zegetekens 'eiken hij als een werktuig der Kroone ehaald had; maar alba ging met de igenade van zijnen Heer ten grave- huid met ene roekeloze hand in het Regaal m de Kroon getast , door onmiddehïk t de bron der onfterflijkheid te fcheppen. (,*) Strada 65.  NEDERLANDEN; 153 Driemaal verwisfelde granvelle van Heer, en driemaal gelukte het j hem tot de hoogde gunst opteklim- • men. Even gcmaklijk, als .hij den diep gewortelden trots van enen zelfheerfcher, en het ftijve Egoïsmus van enen Despoot had weten te beduren, wist hij ook de zwakke verwaandheid ener Vrouwe ftaande te houden. Zijne verrigtingen met de Landvoogdesfe werden gewoonlijk , ook dan, wanneer zij in één huis bij elkander waren , door briefjes afgedaan; een gebruik, dat men zegt uit de tijden van augustus en tiberius herkomftig te zijn. Wanneeer de Landvoogdes m 't naau was gebragt , werden zodanige briefjes tusfehen den Dienaar cn haar, vaak van uur tot uur, gewisfeld. Waarfchijnelijk verkoos hij dit middel , om den waakfamen nijd des Adels te bedriegen , welke zijnen invloed op de Landvoogdes niet geheel moest kennen; misfehien dagt hij ook langs dien weg zijne raadflagen voor de aatstgenoemde duurfamer te maken, en zig in geval van nood met de fchriftelijke blijken tegen befchuldiging te dekken. Maar de waakfaamheid van den Adel ftelde deze voorzigtigheid te leur, en weldra werd het in alle Provinciën bekend, dat niets zonder den Staatsdienaar gefchiedde. Granvelle bezat alle hoedanigheden eens volmaakten Staatsmans voor K 5 II. 10 EK.  154 DE AFVAL DER Rijken, die tot een eigendunklijk beltuur overhellen : maar volftrekt p-enen 11. BOEK. ] I 1 1 1 3 ( ^ { \ 1 x i 2 * V a k le # Vv f 1 yoor vrije Staten, die Koningen hebben. Opgevoed tusfehen den troon en den biegritoel kende hij gene andere betrekkingen tusfehen menfchen, lan heerfchappij en onderwerping, en iet inwendige gevoel van zijn eigen neerderheid boezemde hem menfehenreragting in. Het ontbrak zijner ftaatmn.le aan zagtheid, de enige deugd, velke haar hier onontbeerelijk was. Nooit veek zij af van haar eens gezette igtfnoer , dewijl zij zig reeds in le jeugd van zijnen geest had geormd , en dewijl het bezwaarlijk valt, an enen vroeg ontvangen indruk te :heiden. Hij was oplopend en woest an aart, en wapende met de koningjke volmagt de natuurlijke heftigheid an zijn gemoed, en de driften van zijen geestlijken (land. Onder het bemg van de Kroon bewimpelde hij ijn eigen eerzugt , en maakte de erwijdering tusfehen de Natie en den honing onherftelbaar, dewijl hij dan oor dezen onontbeerelijk bleef. Hij zogt m den Adel zijne eigene geringe af:>mst te wreeken, en ftelde , gelijk aldie genen , welke het geluk door :rdienften gedwongen hebben , de ïorregten van geboorte beneden die, aardoor hij tot aanzien geftegen was. \ Proteftanten erkenden hem voor mnen onverzoenlijkiten vijand ; alle  NEDERLANDEN. 155 lasten, welke het land drukten, werden aan hem toegefchrcven, en allen , drukten des te onverdraagelijker, om- . dat zij van hem kwamen; ja zelfs wordt hij . befchuldigd, :de zagter gezindheden, welke het dringend aanhouden der Staten den Vorst eindelijk hadden afgeperst, tot Ürengheid te rug gebragt te hebben. De Nederlanden vervloekten hem , als den gedugtften vijand hunner vrijheid, en de eerfte oorzaak van al den jammer, welke hun namaals is overgekomen (*) Klaarblijklijk had filips de Provinciën nog* te vroeg verlaten. De nieuwe maatregelen der Regering waren voor dit volk nog te vreemd , en konden door hem alleen gezag en nadruk verkrijgen ; de nieuwe Kunstwerktuigen , welken hij liet fpelen , moesten door een gedugte fterke hand aan den gang gebragt, derzelver eerfte bewegingen vooraf geholpen, en door gehoorfaamheid eerst bevestigd worden. Tans ftelde hij dezen Staatsdienaar bloot aan alle driften, welke in ééns ophielden de banden der Koninglijke tegenwoordigheid te gevoelen ; liet aan den zwakken arm van enen onderdaan een werk over, waaronder de Hoogheid zelve met hare (*) Strada Dec. I. L. Ü. 47. 4*« 49V 50. Thuan. L. VI. 301. Burgun* biu.1. II. lOEK» '559*  '156 DE AFVAL DER II. BOEK. I i I i I \ magtige fteunfels zou hebben kunnen bezwijken , en maakte enen ftaatkundigen misflag tot ene misdaad in de verkeerde keuze van zijnen dienaar. Het land bloeide inderdaad, en een algemene welvaart fcheen te getuigen van het geluk des vredes, welken het voor korten tijd deelagtig was geworden ; het uitwendige voorkomen van rust bekoorde het oog : maar het was niet dan blote fchijn , en van binnen fmeulde de gevaarlijkfte twedragt. Wanneer de Godsdienst in een land aan 't wankelen is, wankelt hij niet alleen; de moedwil had met het heilige begonnen, en eindigde met het onheilige. De gelukte aanval tegen de Gecstlijke overheerfching, had lust en floutheid ingeboezemd om alle gezag in 't gemeen aantetasten, en wetten zo wel als Icerftcllingen , pligten zo wel als gevoelens, te onderzoeken. Deze dweepagtige moed , dien men m zaken , de eeuwigheid betreffende, had geleerd te oefenen , kon zijn roorwerp veranderen ; deze kleinagting van leven en goederen, kon van vreesigtige burgers dolle oproermakers maten. Ene vroulijke regering van bijia veertig jaren, had aan' de Natie gelegenheid gegeven , om hare regten e doen gelden ; aanhoudende oorlogen , waarvan de Nederlanden het toleel waren , hadden ene zekere losbandigheid ingevoerd, en het regt van  NEDERLANDEN. 157 den flerkflen voor burgerlijke orde in de plaats gefield; de Provinciën waren opgevuld met vreemde gelukzoekers en vlugtelingen, louter menfchen, die aan geen vaderland, geen geflagt, geen eigendom meer gebonden waren, en die nog het zaad des oproers uit hun ongelukkig land herwaards overbragten. De gedurige tonelen van foltering en dood hadden de tedere banden der zedelijkheid verbroken, en aan het karakter der Natie ene onnatuurlijke ongevoeligheid gegeven. Door alle de verfchrikkingen der menschlijke natuur op deze moordtonelen blootteftellen, en de gemoederen met dezelve gemeenfaam te maken , verloor de Regering haar meest vermogend behoedmiddel, den fchrik voor het onbekende. Nu waren 'er voor het misdruk gene verfchrikkingen meer agtergehouden ; het oog telde dezelve , de gewoonte benam haar de kragt , en het verftand was in ftaat gefield om dezelve te wegen. . Dan, met dit alles Zou de opkanc nog fchroomagtig zijn gebleven , er langs den grond gekropen hebben had hij niet in den Adel enen fleur gevonden , waarmede hij zig op eet gedugte wijze verhief. Karel di vijfde had de Nederlandfche Grotei verw end, daar hij hen tot deelgenote! van zijnen roem maakte, hunnen volks hoogmoed voedde door den voorrang II. ÏOEK. [ : 1 1 1 >  158 DE AFVAL DEK. II. boek. r I 1; a n d Ia welken hij hun boven den Kasriliaan» fchcn Adel gaf, en in alle delen zijns Rijks voor hunne eerzugt een veld opende. In den laatften Franfchen oorlog hadden zij aan zijnen Zoon dezen voorrang wezenlijk verdiend ; de voordelen , welken de Koning uit den vrede van Chateau in Cambrefis inoogstte , waren grotendeels het werk van hunne dapperheid geweest, en nu waren zij op ene gevoelige wijze verftoken van den dank, waarop zij met zo veel reden ftaat gemaakt hadden. Hier kwam bij , dat door de affcheiding des Duitfchen Keizerrijks van het Spaanfche rijk, en den min krijgshaftigen geest der nieuwe Regering, hun werkkring over het geheel kleiner geworden , en 'er buiten hun Vaderland weinig meer voor hun te vinnen was. Filips Melde tans zijie Spanjaarden aan, waar karel >e vijfde Nederlanders gebruikt had. UI* die hartstogten, welken de voige Regering bij hun verwekt en verkfaam gemaakt had, hadden zij tans 1 den vrede bij zig behouden ; en deze ssbandige driften, die het aan haar regtïatig voorwerp ontbrak, vonden onelukkig in de bezwaren des Vader* tnds een ander. Nu haalden zij die mfpraken, welke enen tijd lang door ieuwe driften verdrongen waren, uit f vergetelheid te voorfchijn. Bij de atfte vervulling der openftaande plaat  NEDERLANDEN. *59 fen had de Koning genoegfaam niet dan misnoegden gemaakt ; want zelfs die genen, welke met amten waren begunfligd, waren weinig beter te vreden dan die, welken hij had voorbijgegaan, omdat zij op beteren hadden ftaat gemaakt. Willem van oranj e had vier Stadhouderfchappen , zonder nog andere kleineren medeterekenen, die te zamen genomen de waarde van een vijfde beliepen; maar willem had zijn uitzigt op Braband en Vlaanderen gevestigd. Hij en de Graaf van Egmond zagen voorbij, wat hun werkelijk ten dele was gevallen , en dagten flegts daaraan , dar de Landvoogdij hun was ontgaan. Het grootfte gedeelte van den Adel had zig zelf in fchulden geftoken, of zig door de Regering daartoe laten vervoeren. Tans, daar hun de hoop benomen was, om zig door voordelige amten te herftellen , zagen zij zig op eenmaal aan gebrek blootgefteld, dat hun te gevoeliger fmcrt veroorzaakte , hoe meer de pragtige levenswijze van den welgezeten burger hetzelve deed in 't oog lopen. In den uiterften nood, waartoe het met hun gekomen was, hadden velen zelfs tot een misdrijf de band geboden: hoe zouden zij dus de verleidende aanbiedingen der Kalvinisten hebbes kunnen wederftaan, welke hunne voorfpraak en befchcrming met zware fom- il soes,  l5o DE AFVAL DER II. boek. men betaalden? Velen eindelijk, voor wien gene redding meer overig was, vonden hunne laatfte tocvlugt in de algemene verwoesting, en Honden elk oogenblik gereed , om den brand in de Republiek te Heken. (*) Deze gevaarlijke gefteldheid der gemoederen werd door de ongelukkige nabuurfchap van Frankrijk nog meer verergerd. Het gene filips voor de Nederlanden te vrezen had, was daar reeds werkelijk gebeurd. In het lot van dit Rijk kon hij het lot zijner Nederlanden afgebeeld zien, en de geest des oproers kon aldaar een verleidend voorbeeld vinden. Gelijke toevallen hadden onder franciscus den eersten en hendrik den tweden de zaden van verandering in dit Rijk geftrooid; ene gelijke razernij der vervolgingen, en een gelijke geest van partijfchap hadden deszelfs wasdom bevorderd , en die tedere vrugt tot enen reus aangekweekt. Tans worstelden Hugenoten en Katholijken in enen zeer twijfelagtigen ftrijd ; woedende partijen rukten dit gehele Rijk uit zijne gewrigten, en fleepten dezen magtigen Staat met geweld tot op den oever van zijnen Ondergang. Hier , zo wel als daar , konden eigenbelang , heerschzugt en C) Vita viglii T. II. Recueil des troubles des Pays-bis, P. hopper 22. Strada 47.  NEDERLANDEN. tSi «h geest van partij fchap zig in het kleed van godsdienst en vaderlandsliefde vermommen, en de driften van enige weinige burgers de gehele Natie in de wapens brengen: de grenzen van beide landen lopen in Fransch Vlaanderen in één; het oproer kan, gelijk een verbolgen zee, töt hier toe zijne golven werpen ; zou de overgang aan hetzelve belet worden door een land, welks taal, zeden ert geaartheid tusfehen Galliën en Belgiën als in 't midden ftond ? Tot nog toe had de Regering geen onderzoek naar hare Proteftantfche onderdanen in deze landen gedaan ; maaf zij weet, dat deze nieuwe fekte eeti zamenhangende grote republiek is, welke hare wortelen . door alle Rijken der Christenheid verfpreidt; ert de geringfte fchudding daadlijk in alle hare delen gevoelt. Het zijn dreigende Volkanen, die ^ door onderaardfche wegen verbonden , zig in ene gedugtë Sympathie ten gelijken tijde aahfteken. De Nederlanden moesten vöor alle Volken openftaan , omdat zij van alle volken leefden. Kon zij enen handeidrijvenden ftaat zo gemaklijk fluiten als hare Spaanfche Staten ? Bijaldieri zij deze Gewesten van hunne dwa; ling in 't geloof Wilde zuiveren; zo moest zy beginnen met haar ip Frankrijk uitteroeicn (*). C*) Strada L. III. 71. 72. 73, I. DEEL. L BOEK»  1(5ï DE AFVAL DEIl Jtt BOEK. I56o. 'Zodanig' vond granvelle de Ne* derlanden, toen hij zijne bediening aanvaardde. De eenvormigheid van het Pausdom in deze Landen terug te brengen, het gezag van den Adel en de Staten te fnuiken, en op de puinhopen der republikeinfche vrijheid de Koninglijke magt te verheffen , was de grote bedoeling der Spaanfche Staatkunde , en de last van den nieuwen Staatsdienaar. Maar deze onderneming vond hinderpalen, ter wegneminge van welke, nieuwe middelen uitgedagt, nieuwe kunstwerktuigen in beweging gebragt moesten worden. De Inquifitie en de Bloed-plakaten fchenen wel genoegfaam te zijn, om de befmetting der ketterij tegen te gaan; maar dezen ontbrak het aan toezieners, en gene aan voldoende werktuigen van haar uitgebreid regtsgebied. Hier te Lande hield he oorfpronklijke Kerk-inrigting van vroegere tijden , toen de Provinciën nin volkryk waren , de Kerk nog ene ilgemene rust genoot, en het toezigt op lezelve gemakkelijker was, nog 'ftand. ien reeks van eeuwen, welke de gelele inwendige gefteldheid dezer Gewesten veranderd had, had dezen vorm ran het Geestelijke beftuur onveranderd ïelaten, die behalven dat, door de Privilegiën der Provinciën tegen de willekeur van. derzelver beheerfchers gedekt was. Alle de zeventien Provinciën  NEDERLANDEN. I'S'* .waren onder vier Bisfchoppen verdeeld, welke te Atrecht, Doornik, Kamerijk en Utrecht hunnen ftoél hadden, en aan de Aartsftiften van Rheims en Keulen ondergefchikt waren. Filips de goede, Hertog van Bourgondië, was wel, bij de toenemende bevolking dezer Landen , op ene uitbreiding van de Geestelijke magt bedagt geweest , maar had dit ontwerp in de dronkenfchap van een vrolijk leven weder vergeten. Karel de stoute werd door eet* zugt en lust tot veroveringen, van de inwendige belangen zijner Landen afgetrokken j en maximiliaan had reeds te vele vérfchillen met de Staten , om ook nog dezen ftrijd te wagen; Ene onftuimige regering belettede karel Den vijfden de Uitvoering van dit uitgeftrekte plan, dat filips de twede tans als een erfenis var alle deze Vorften overnam (*). Nu was het tijdftip gekomen, dat de dringende nood der Kerke deze nieuwigheid verfchonen, en de ftilte var den vrede derzelver uitvoering begün ftigen konde. Met de verbazende Volksmenigte , welke zig uit allé oorden van Europa in de Nederlandfche Steden te Zameh pakte, was ene vermenging van Godsdienften en gevoe lens ontftaan, welke door zo Weinig* .f*) Burcünd. 45* Strada 42*. La ft boek, l i I  n. boek. i l I ) i 1 | | I ii d d v k | v 11 v g 164 DE AFVAL DER ogen onmogelijk meer gade geflagen konden worden. Daar het getal der Bisfchoppen zo klein was, moest derzelver gebied zig veel te ver uitftrekken, en vier menfchen waren niet langer in ftaat, om voor de zuiverheid van geloof in een zo wyd uitgeftrekt gebied te waken. Het regtsgebied, dat de Aartsbisfchoppen van Keulen en Rheims in de Nederlanden oefenden, was reeds lang een aanftoot voor de Regering geweest, welke dit Land nog niet als haar eigendom kon befchouwen , zo lang het gewigtigfte gedeelte Ier magt in vreemde handen was. Om hun deze magt te ontweldigen, de jeloofs-onderzoeken door nieuwe kragtiadige werktuigen te verlevendigen, en evens het getal van zijne aanhangeingen op den Rijksdag te vergroten, rond men geen beter middel, dan her ;etal der Bisfchoppen te vermeerderen. /Iet dit plan beklom filips de twee den troon ; maar ene verandering 1 het Geestelijke gebied moest bij e Staten den fterkften tegenftand vinen , zonder welke dezelve tog niec 'el kon ondernomen worden. Men on wel voorzien , dat de Adel nimter m ene inftelling zou bewilligen, 'aardoor 's Konings partij enen zo erken aanwas bekwam, en hun zei;n de' overmagt in de Staten - veridering benomen wierd. De inkomen, waarvan deze nieuwe Bisfchop-  NEDERLANDEN. iSg pen leven zonden, moesten den Abten en Monniken worden afgenomen, en deze maakten een aanzienlijk gedeelte der Landsflenden uit: wij zwijgen , dat hij alle de Proteftanten te vrezen had, welke niet in gebreke zouden gebleven zijn, om , op den Landsdag, hem heimelijk tegen te werken. Te weinig gewoon den regten weg der waarheid en geregtigheid inteflaan , wanneer voor de logen nog een klein fluippad open was, nam hij ook nu zijne toevlugt tot bedrog , en het gehele werk werd te Rome op de heimelijklle wijze belloken. Frans sonnoy, een Priester uit Leuven, en welafgerigt dienaar van granvelle, verftheen voor paülus den vierden, en gaf hem te kennen, hoe uitgellrekt deze Landen waren, hoe gezegend en volkrijk , hoe vrolijk in hun geluk. Maar, zeide hij verder , in het onmatige genot der vrijheid wordt het ware geloof verwaarloosd , en de Ketters komen op. Om dit kwaad te fluiten , moet de Roomfche ftoel een buitengewoon middel te werk ftellen. Het viel niet moeielijk den Bisfchop van Rome tot ene nieuwigheid te bewegen , die den kring van zijn eigen regtsgebied zou vergroten, Paulus de vierde Helde daarop een regtbank aan van zeven Kardinalen , welke deze gewigtige zaak in oyer- l<4 ir. joek;  \6ê DE AFVAL DER II. soei OOBurgund. 46. Van meteren «ar. Vita vict. T. ï. 34.. weging moesten nemen; dog 't geen ;. de dood hem belettede, werd door r zijnen opvolger pius den vierden voltooid (*). De Koning ontving de heimelijke tijding nog in Zeeland, voor dat hij naar Spanje onder zeil ging, en de Staatsdienaar werd in 't geheim met de gevaarlijke uitvoering be> last. Het nieuwe Geestelijke gebied wordt bekend gemaakt; by de tegenwoordige vier Bisdommen zijn dertien nieuwe bijgevoegd, naar de zeventien Gewesten des Lands, en vier derzelven tot Aartsftiften verheven. Zes van die Bisfchoplijke zetels , namelijk die van Antwerpen, 's Hertogenbosch, Gent, Yperen , en Roermonde ftaan onder het Aartsftift van Mechelen; vijf andere , Haarlem , Middelburg, Leeuwarden , Deventer en Groningen , onder het Aartsftift van Utregt; en de vier overigen, Atrecht, Doornik, St. Omer en Namen , welke nader aan Frankrijk liggen , en taal, geaartheid en zeden met dat Land gemeen hebben , onder het Aartsftift van Kamerijk. Mechelen , in 't midden van Braband en van alle zeventien Provinciën gelegen , is de Hoofdzetel van alle de overigen , en, benevens verfcheidene rijke Abtdijen , de beloning van granvelle. De inkomften der nieu-  NEDERLANDEN. 167 we Bisdommen worden uit de fchacten der Kloosters en Abtdijen genomen , welke door vrome liefdadigheid federt eeuwen hier zijn opgeftapeld. Zommige Abten verkrijgen zelfs de Bisfchoplijke waardigheid, die met het bezit van hunne Klooster- en Prelaatfchappen ook de Item ter Staten-vergadering behouden , welke aan dezen gehegt is. Met elk Bisdom zijn te gelijk negen Prebenden verbonden, welke aan de bekwaamfte Regtsgeleerden en Godgeleerden gefchonken worden , om de Inquifitie en den Bisfchop in hun geestelijk amt te onderfteunen. Twe van dezen, die zig door kundigheid, ondervinding en onbefproken wandel dezen voorrang waardig gemaakt hebben, zyn werkelijke Inquifiteurs, en hebben de eerfte fteni in die vergaderingen, Den Aartsbisfchop van Mechelen, als Opperkerk voogd- van alle zeventien Provinciën , is de volmagt gegeven om Aartsbis fchoppen naar welgevallen aantcftel Jen en aftezetten, en de Roomfch< ftoel geeft alleenlijk de goedkeuring (*) In alle andere tijden zoude d< Natie ene zodanige verbetering in he (fl burgund. 49- 5°' DlNOTH. de bello civili Belg. L. !. 8. Grot. 15. Vit. vigl. 34- strada 23. REID' 6" Hopper Recueil des troubles des Pays-bas, ÜB vita vigl. T. II. 23. 28, 0 L 4 II. BOEK t  té* DE AFVAL DER ïï. SOEK ] i i Kerkwezerj met dankbare goedkeuring . aangenomen hebben, daar dezelve door . de noodzakelykheid intefchikken , ea voor den Godsdienst en ter . verbeteringe der Monniken geheel 'onontbeerlijk was. Tans gaven de omftandigheden der tijden haar dc hatclijkfte gedaante. Algemeen was het misnoegen , waar mede zij ontvangen wierd. De Conftitutie, riep men, is de bodem ingeflagen, de regten des volks en de bijzondere voorregten der enkelde ftanden gefchonden , de Inquifitie ftaat voor de deur, die haar bloedgerigt van nu af hier, gelijk in Spanje , zal openen. Met beven bcfchout het volk deze nieuwe dienaars der willekeur en der vervolging. _ De Adel ziet de Koninklijke magt in de Staten-vergadering door veertien magtige Hemmen' verfterkt, en den fterkften ftut der Volks-vrijheid, het evenwigt tusfehen de Koninglijke en burgerlijke magt, weggenomen. De Dude^ Bisfchoppen beklagen zig over vermindering van hunne goederen , en beperking van hun regtsgebicd; de Ab^ ien en Monniken hebben hunne magt en inkomften tevens verloren , en daar re°en Irenge opzieners over hun gedrag betomen. Adel en Volk , Priesters en _*eken, komen te zamen tegen deze remene vijanden op, en terwijl alles roor een klein eigenbelang in de veer is, fchijnt ene gedugte ftem,  NEDERLANDEN. %S(f ieT Vaderlandsliefde gehoord te worden C * ) CVan alle Provinciën is Braband het fterkfte hier tegen gekant. Dc onfchendbaarheid van hare Kerklijke inr rigtino- is een der voorregten , welken zi? zig in den merkwaardigen Vrijheids-brief der Blijde Inkomfte heeft voorbehouden; grondwetten, die de Vorst niet kan fchenden, zonder de INatie van hare gehoorfiamheid jegens hem te ontdaan. Te vergeefs beweerde de Hogcfchool te Leuven , dat in onftuimige tijden der Kerke een Privilege zijne kragt verloor, dat haar in vreedfame tijden gegeven was. Door de invoering der nieuwe Bisdommen werd hei ganfche gebou van hare vrijheid gefchud De Prelaatfchappcn, welke nu aan de Bisfchoppen kwamen, moesten van m af enen anderen regel volgen , dat het welzijn der Provincie, waarvan zi de ftenden waren. Uit vrije Vader land-lievende burgers ontftonden tans werk tuiden van den Roomfchen ftoel, ei afhangelingen van den Aarts-bisfehop die nog daarenboven, als eerfte Pre laat van Braband (f), bijzonderlijk ove hun te gebieden had. Het was me de vrijheid van ftemmen gedaan, de wijl de Bisfchoppen, als de gedier (*) Grot. i$- feq.. Vita vigl. T. I 28. feq. ' (t) Abt van Affligem. V § II. BOEK » r t [.  H. BOEK. I 5 3 ) i J ï l r 1 t?» DE AFVAL DER flige verklikkers van het Hof, elk befchroomd maakten. „ Wie," zeide men, „ zal het voordaan wagen, in „ tegenwoordigheid van zulke verfpie„ ders, ter vergadering de Item te „ verheffen , of de regten der Na„ tie tegen de roofgierige aanvallen „ der Regering in befcherming te ne„ men? Zij zullen de hulpbronnen „ der ^ Provinciën opfporen , en de „ geheimen, van onze vrijheid en van „ onzen eigendom aan de Kroon ver„ raden. Den weg tot alle eeramten „ zullen zij affluiten; weldra zullen „ wij hen van zijne Hovelingen zien „ gevolgd worden ; de kinders van bui„ tenlanders zullen voordaan den Raad „ innemen, en het belang hunner be„ gunftigers zal hunne gehuurde ftemmen „ befturen." „ Welk een geweld !" rervoigden de Monniken , „ de heili„ ge ftigtingen der Godvrugt om „ te keren , den onfehendbaren wil , der ftervenden te verbreken , en, , 't geen vrome milddadigheid in de, ze bewaarplaatfcn voor ongelukkigen , had weggelegd, voor de dartelheid , dezer Bisfchoppen te laten dienen , , en de trotfche pragt van dezen , met den roof der armoede te verr , groten!" Niet alleen de Abten en /Ionniken, welken het ongeluk wer-, elijk trof, van door deze verandering te lijden, maar alle famiën, die tot in de laatsttoekomende  NEDERLANDEN, Ï7* Seflagten zig met enigen fchijn van hoop konden vleiën om dat voordeel eenmaal te genieten, gevoelden dit verlies van hunne hoop niet wfcw * dan of zij het werkelijk geleden hadden , en het leed van enige Prelaten werd de zaak van gehele ge- flagten (*), . . . . , an In deze algemene beweging hebben de Gefchiedfchrijvers ons de heimelyke gangen van Prins willem laten waarnemen , die zijn best deed om deze ondereen woelende driften op een zeker doel te rigten. Door aanfloking van hem gefchiedde het, dat de Brabanders de Landvoogdes om enen voor fbraak en befchermer verzogten , de wijl zij alleen onder alle de overig. Nederlandfche onderdanen het ongelul hadden, van in den zelfden pertoo; hunnen Bezorger en Heer te verem eren Hunne keus kon op meman andèrs , dan op den Prins van Oranje vallen. Maar de flimheid van grap vell e wist dezen ftrik te brekei „ Wie dit amt verkrijgt," gaf hij i den Raad van Staten te verftaan zal, hope ik, begrijpen dat 1 Braband met den Koning van Spai " ie deelt (+>" Het lang uitblijven vs 'sPaufen open-brief, die door misve {*) Bürgund. 55' 5<5. Vita vigl. tl. 24. Strada 36. Strada Itf, 80. 8l« w boek. | d • 1. n •> 'ij 1- n r-  II. hoek i ] t i i V?% DE AFVAL DER Jand tusfehen het Roomfche en Spaanfche Hof te Rome op de lange baan werd gefchoven, gaf den misnoegden tijd, om zig tot één doel te verenigen. Zeer heimelijk vaardigden de Staten van Braband enen buitengewonen Gezant af, aan pius den vierden1, om te Rome zelve hunne zaak te bevorderen. Deze Gezant werd met gewigtige brieven van aanbeveling van den Prins van Oranje voorzien , en kreeg aanzienlijke geldfommen mede, om zig tot den Vader der Kerke den weg te banen. Te gelijk ging van de Stad Antwerpen een open brief af aan den Koning van Spanje waarin hem de nadruklijkfte voordellen werden gedaan, om deze bloeiende Koopftad van die nieuwigheid te verfehonen. 'Zij erkennen daarin, dat' s Vorllen oogmerk het beste, en de aanllelhng der nieuwe Bisfchoppen tot het in ftand houden van den waren Godsdienst, zeer prijslijk is; dog hiervan konde men de Buitenlander-s niet overtuigen, van welken tog de bloei dunner ftad afhing. De ongegrondfb ;erugten waren in dit opzigt even zo gevaarlijk als de waaragtiglle. Het :erfle gezantfehap werd nog tijdig geïoeg door de Landvoogdes ontdekt :n verijdeld ; op het twede verkreeg le Stad Antwerpen zo veel', dat zij, ot aan de perfoonlijke overkomst des' [onings, gelijk het heette, van ha-  NEDERLANDEN. m ren Bisfchop verfchoond zoude blijven (*). i Het voorbeeld en de goede uitflag . van Antwerpen was voor alle overige Steden , welken een Bisfchop was toegedagt, de leus tot tegenkanting. Het is een merkwaardig bewijs, hoe ver destijds de haat tegen de Inquifitie , en de eendragt der Nederlandfche Steden gegaan is, dat zij liever van alle voordelen wilden afzien, welke de zetel eens Bisfchops voor hunne inwendige zaken gewislijk moest medebrengen, dan dien gehaten regtbank door hare toeftemming bevorderen , en het voordeel van 't geheel tegenwerken. Deventer, Roermonde en Leeuwarden verzetteden zig ftandvastiglijk, en dreven het ook gelukkig door; den overigen lieden werden de Bisfchoppen, in weerwil van alle tegenfpraak, met geweld opgedrongen. Utregt, Haarlem, St Omer, en Middelburg waren de eerften , welke hun de poorten openden; de overige lieden volgden het voorbeeld van dezen ; maar te Mechelen en 's Hertogenbosch werden de Bisfchoppen met zeer weinig agting ontvangen. Toen granvelle in de eerstgenoemde ftad zijne plegtige intrede deed, kwam (*) Burgund. 60, 61. Van meteren 59. Vita vigl. T. 29, 30. Strada III. 79. Thüan. II. 488. II. iOEK  ï?4 «E AFVAL DE II li. BOEK. zelfs nier een der . Edelen te vöorfchijn , en aan zijne zegepraal ontbrak alles, dewijl die genen uitbleven, over welken dezelve gevierd werd (*)! Inmiddels was ook de beftemde tijd verlopen, binnen welken de Spaanfche zoldaten het Land moesten ruimen , en 'er was nog geen fchijn van_ hun aanftaande vertrek. Met fchrik ontdekte men de ware oorzaak van dit dralen, ert de vreesagdge argwaan bragt hetzelve met de Inquifitie in een ongelukkig verband. Het verlengde verblijf van dit Krijgsvolk maakte den Staatsdienaar alle overige nieuwigheden moeielijker, dewijl de Natie daardoor waakfaam en wantrouwend gemaakt wierd; en evenwel wilde hij zig niet gaarne van dezen magtigen bijftand beroven , welke hem in een Land, waarin alles hem haatte , en bij de uitvoering van enen last , waarbij alles hem regenfprak, onontbeerlijk fcheen. Dog eindelijk zag de Landvoogdes zig door het algemene gemor genoodzaakt, ernfHg bij den Koning op het terug roepen van dit Krijgsvolk aantedringen. Zij fchreef naar Madrid, dat de Provinciën eenftemmig verklaard hadden, zig nimmer weder te zullen laten dwingen, om aan de Regering (*) Vita vigl. T. II. Uecueil des trou* bles des Pays-Bs«, par hopper 24.  NEDERLANDEN. 175 de gevraagde buitengewone lasten in* tewilligen , zo lang men _ haar in dit opzigt geen woord hield. ^ Het gevaar van enen opfland was vrij - wat dringender, dan dat van enen inval der Franfche Protedanten; en bijaldien in de Nederlanden een oproer ontftond, waren deze benden evenwel te zwak, om hen in toom te houden, en in de fchatkist was geen geld genoeg om nieuwen te werven. Nog zogt de Koning, door uitftel van antwoord , ten minden tijd te winnen, en de herhaalde aanzoeken der Landvoogdesfe zouden nog vrugteloos zijn gebleven, had niet, tot geluk der Provinciën , een verlies , kort te voren van de Turken geleden, hem genoodzaakt dit Krijgsvolk in de Middellandfche Zee te gebruiken. Hij bewilligde dan eindelijk in derzelver vertrek: zij werden in Zeeland ingefcheept, en het vreugde - gejuich van alle Provinciën volgde hunne kielen (*). Intusfchen heerschte granvelle met een bijna onbepaald gezag in den Raad van State. Alle amten j wereldlijke en geestelijke, werden dooi hem begeven ; zijn goedvinden golc tegen de verenigde dem der geheh Vergadering. De Landvoogdes zelv< (*) Strada 61, 62, 63* II. soek. l  Ut boek *?6 DE AFVAL DER hing van hem af. Hij had het m weten te befchikken, dat haar het bewind flegts voor twe jaren was opgedragen; door welken kunstgreep hij haar altoos onder zijne magt hield (*> Zelden gebeurde het, dat aan de overige leden enige zaak van belang in, overweging wierd gegeven , en zo dit al gebeurde ; waren het zaken „ die reeds lang befloten waren, en waartoe men alleen de nutloze plegtigheid van hunne toeftem^ mmg wilde hebbem Wanneer een brief aan den Koning voorgelezen wierd * had viglius last, om zodanige pkuu> fen over te flaan * welke door den Staatsdienaar ondcrflreept waren: Het gebeurde namelijk meermalen, dat deze brieven de naaktheid van den ftaat; of de verlegenheid van de Landvoogdesfe openbaarden j 't welk men niet gaarn bekend had gemaakt aan leden, op wier trou geen ftaat was te maken. Kwam het geval, dat de partijen den Staatsdienaar meester wierden i en met nadruk op een punt bleven taan , dat hij niet wel meer afflaan konde , dan zond hij hetzelve aan het Kabinet van Madrid ter beflisfinge waardoor hij ten minften tijd won -j en verzekerd Was van onderfteuning te raden (f> Wanneer men den Graaf van C) Van meteren 6t. Burgund. 37, W Van meteren 6u  NEDERLANDEN. Van barlaimönt , den Prefident vig-mus en weinige anderen uitzonderd , kan men zeggen, dat alle de overige Staatsraden ene ijdele vertoning maakten , en zijn . gedrag met hun fehikte zig naar den geringen prys, welken hij op hunne vricndfchap en onderdanigheid ftelde. Geen wonder, dat menfchen, wier trotschheid door de vlciendfte onderfcheidingen van oppermagtige Vorftcn zo ten fterkften vertroeteld was; die ene verwaandheid, welke den Vorst ten vriend houdt, met Ariflokratifche fierheid verenigden: en wien de eerbiedvolle onderdanigheid hunner medeburgeren als Goden des Vaderlands wierookte 5 over deze trotschheid van een mensch van gemene afkomst ten hoogllcn gebelgd waren Velen van hun had granvelli perfoonüjk beledigd. Het was der Prins van Oranje niet onbekend, da hij zijn huwelijk met de Prinfesfe vai Lotharingen verhinderd had , en en< andere verbindenis met de Prinfesfi van Saxen hadt getragt te fluiten Den, Grave. van Hoorn had hij he Stadhouderfchap over Gelderland e; Zutfcn ontnomen, cn ene Abtdij, wel ke dc Graaf van Egmond voor cnei zijner bloedverwanten begeerd had voor zig behouden. Van zijne over magt verzekerd, agtte hij het nie eens tier moeite waardig , voor dei Adel de klcinagting te verbergen, wel I; deel. M Ik boek. t l f t l > 8 '*■ (  [f9 DE AFVAL DER II. BOEK ke het rigtfnoer van zijn gehele befiuur was: de Prins van Oranje was de enigfte $ dien hij nog zijne veinzerij waardig keurde. Al ware het dat hij zig werkelijk boven alle wetten der vrees en welvoegelijkheid verheven rekende, zo bedroog hem tog hierin zijne roekeloze trotschheid, en hij beging geen' minder' misflag tegen de lïaatkunde, dan hij tegen de befcheidenheid zondigde. 'Er kon in den tocnmaligen ftaat van zaken naaulijks een flegter regel door 'de Regering gevolgd worden, dan die van den Adel te verftoten. Zij had in hare magt derzelver neigingen te vleien , hen door list en ongemerkt voor haar plan te winnen, cn de vrijheid der Natie door hun zeiven te laten onderdrukken. Tans herinnerde zij hen geheel ontijdig aan hunne pb'gten, hunne waardigheid en hunne magt, noopte hen zelfs om Patriotten te worden , en ene eerzugt , welke zij onbedagt afwees, naar de zijde der ware grootheid te fttren. Om de Gcloofsverordeningen doortezetten, had zij den kragtiafter: bij■ftand der Stadhoudcren nodig ; maar geen wonder, dat dezen weinig ij vers betoonden om haar deze hulp te bewijzen. Het is veeleer hoogstwaarfdhïjnlijk, dat zij in ftilte hun best deden , om de zwarigheden voor den Staatsdienaar te vermeerderen, en zij-  NEDERLANDEN.' 179 ne maatregels te verijdelen , ten einde door zijnen tegcnfpoed het ver- } trouwen des Konings te wraken, en , zijn beftuur aan de Spotternij prijs te geven. Ongetwijfeld moest aan de flaauheid van hunnen ijver de fnelle voortgang worden toegefchreven, welken de Hervorming, in fpijt der bloed-plakaten , gedurende zijn beftuur, in de Nederlanden gemaakt heeft. Van den Adel verzekerd, had hij de woede des volks kunnen veragten, welke kragteloos op den gedugten voormuur des troons afftuit. Het verdriet van den Burger toefde langen tijd tusfehen tranen en ftille zugten , tot dat de kunften cn het voorbeeld der Edelen hetzelve deden uitberften (*). Intusfchen werden door de menigte der nieuwe arbeiders de geloofsonderzoeken met nieuwe werkfaamheid voordgezet, en de plakaten tegen de Ketters met ene gedugte gehoorfaamheid uitgevoerd. Dog dit afgrijslijke middel had het tijdflip laten voorbijgaan , waarin het moest aangewend worden ; de Natie was reeds ,te edel om ene zo bcestagtige behandeling te Verdurem De nieuwe Godsdienst konde nu al niet anders, dan door den dood van alle zijne belijders , uitgeroeid wórden. Alle die ftrafoefenin- Grot, .8—14. Strada, 5-jj M a lOÊK, 156U  idd t)è - AFVAL DElt II. boek gen waren tans zo vele bekorende' tonelen van zijne voortreffelijkheid, zo vele fchouplaatfen van zijné zegepraal en van zijne fchitterende deugd. De heldhaftigheid , waarmede de lijders dert dood ondergingen , won harten voor het geloof, waarvoor zij ftierven. Uit het bloed van énen omgebragtcn ontftonden tien nieuwe belijders. Niet flegts in fteden en dorpen, maar op de openbare wegen en ftratcn , in fchepen en op wagens , werd over . het gezag van den Paus , over dc Heiligen, over het Vagevuur, over den Aflaat getwist; werden preken gehouden en menfchen bekeerd. Van het platte land en uit de ftcden kwam het gemeen toefchietcn, om de gevangenen der Inquifitie uit de handen der Geregtsdienarcn te fcheuren; en de Overheid, welke het waagde haar gezag door geweld te handhaven , werd met ftenen begroet. Bij hopen verzelde men de Proteftantfche leeraars, welke door de Inquifitie vervolgd werden , droeg hen op de fchouders naar de Kerk en uit de Kerk, en verborg hen, met levensgevaar, voor hunne vervolgers. De eerfte Provincie, welke van den tuimel des oproers werd aangetast, was,gelijk men gevreesd had , Fransch Vlaanderen. Een Franfche Kalvinist, launoi genaamd, ftond te Doornik op als een wonderdoener, betaalde  NEDERLANDEN. l8t enige vroulicdcn , op dat zij zouden voorgeven ziekten te hebben, en begeren van hem genezen te worden. Hij predikte in de bosfehen buiten de ftad, trok het gemeen met gehele fcharen derwaards, en ontltak het vuur van opftand in de gemoederen. Het zelfde gefchiedde te Lille en Valencijn , in welke laatfte Had die Apostels door de Overheid in verzekering werden genomen. Dog terwijl men draalde met hen te ftraffen, groeide hun aanhang dermate aan , dat hij fterk genoeg was, om de gevangenis open te breken , en het Gcregt zijnen prooi met geweld te ontrukken. Eindelijk bragt dc Regering Krijgsvolk in de ftad, dat de rust hcrftelde. Dan; dit weinigbeduidende voorval had op éénmaal het kleed des gcheims, waaronder de aanhang der Proteftanten dusverre was verborgen geweest, weggenomen , en den Staatsdienaar hun verbazend aantal laten opmaken. Te Doornik alleen had men vijfduizend van dezelve, bij zulk een preek, tegenwoordig gezien, en te Valencijn niet veel minder, Wat kon men niet van de Noordelijke Provinciën verwagten, waar de vrijheid groter, en de Regering verder van de hand was , en waar de nabijheid van Duitschland en Denemarken de bronnen der befmettüig vermeerderde? Een enkele wenk had de'2e gedugte menigte uit de duisterni; M 3 II. BOEK»  r*82 DE AFVAL D E11 II BOEK, ( \ (*) Burg u n d, 53. 5s. strXda L. III. ■ 75- 7*. 77- DiNOTH. de byio C»y, Bel?. L. I. 25. te voprfchijn gebragt. Hoe veel gróter was misfchïèn het getal van dié . genen, welke in hun hart der nieuwe fekte waren toegedaan , en flegts op een gunftiger ogenblik wagtten, om 'er openlijk voor uit te komen (*)? Deze ontdekking bragt de Land-, voogdes in de uitcrfte ongerustheid. De flegte handhaving der Plakaten, een uitgeputte fchatkist, die haar noodzaakte nieuwe lasten uittefchrijven, en de verdagte bewegingen der Hugenoten aan de Franfche grenzen,, maakten hare bekommering nog groter. Tevens ontving zij bevel van Madrid , om tweduizend Nederlandfche ruiters tot vcrfterking van het leger der Koninginne Moeder naar Frankrijk te zenden, welk* in de benaaudheid van den Religie - oorlog hare tOevlugt tOt FILIPS DEN TWEDEN had genomen. Elke geloofs-zaak, tot wat land zij ook behoorde, was voor filips zijne eigen zaak. Hij nam dezelve zo na ter harte, als enig toeval van zijn eigen huis, eh ftond in zulken gevalle altoos gereed, om rijn eigendom, ten behoeve van vreemlen, opteofferen. Was het eigenbelang', lat hem hierin beftuurde , het was ten ninften Koninglijk en groot, en het  NEDERLANDEN. 183 ftoutmoedig uithouden van dezen grondregel wint weder zo zeer onze bewondering, als de fchadelijkheid van denzelven onze goedkeuring verloren heeft. , De Landvoogdes gaf in den Raad van State 's Konings begeerte te kennen , waar zij van den kant des Adcls den fterklïen tegenftand ontmoette. De Graaf van Egmond en de Prins van Oranje zeiden , dat het tans geheel en al ten ontijde was, om de Nederlanden van Krijgsvolk te ontbloten, daar 'er veeleer alle reden was , om nieu volk te werven. De naburige bewegingen var Frankrijk dreigden elk ogenblik ener aanval , en de inwendige gistingen dei Provinciën ried de Regering tans mee dan ooit op hare hoede te zijn Tot hier toe , zeiden zij verder, Ü)\ de Duitfche Proteitanten ledige aan fchouwers van den ftrijd hunner ge loofsbroederen geweest, maar zullen z dit ook dan blijven, wanneer wij d magr hunner vijanden door onze hul verfterken? Zullen wij niet hunn wraak tegen ons gaande maken, en hunn wapenen in het Noorden tier Nedei landen roepen? Genoegfaam de g< hele Raad van State verenigde zi met dit gevoelen ; de voorftelhnge waren nadrukkelijk en niet te wede leggen. De Landvoogdes zelve, gehj ook de Staatsdienaar, moesten de waa M 4 II. BOEK. I j 2 S I l n k  i§4 ©E AFVAL DER. II. B OE K i ] i i heid daar van gevoelen, en hun eigen belang fcheen hun de uitvoering van 's Konings bevel te verbieden. Zouden zij, door de verwijdering van hec grootite gedeelte der Krijgsmagt, de Inquifitie van haren enigen lleun beroven, en zig zeiven , zonder bij* itand, in een oproerig land, aan de willekeur van enen trotfehen Adel weerloos overgeven? Terwijl de Landvoogdes, tusfehen den wil des Konings, den aandrang van hare Raden, en haar eigen vrees verdeeld , in 't geheel geen bcflisfend befluit' durft nemen , ftaat de Prins van Oranje op, en ftelt voor, de algemene Staten bijeen te roepen. Geen dodelijker flag 'had het gezag van den Koning kunnen lijden , dan dit inroepen der " Natie, een in het tegenwoordige tijdftip zo verleidende herinnering aan haar magt cn hare regten. De Staatsdienaar begreep. ;eer wel het gevaar, dat hem bo/en het hoofd hing; hij gaf der dertoginne enen wenk, om de raadpleging aftebreken en de Vergadering e fcheiden. Hij fchrcef naar MaIrid , dat de Regering, niet verlerflijker tegen zig zelve konde haulelen, dan met toeteftaan dat de Ugemene Staten vergaderden. Zulk en ftap ware ten allen tijde onoegelijk, aangezien zij de Natie in veroeking brengt, om de regten van e Kroon te onderzoeken en te be*  NEDERLANDEN. 1B5 paaien; maar tans ware dezelve meer dan ooit , te verwerpen ; rans, nu de geest van oproer zig reeds alomme had vertoond; tans, nu de Abten , getergd door het verlies hunner inkomften , niets onbeproefd zouden laten, om het gezag der Bisfchoppen te fnuiken; nu de gantfche Adel en alle gevolmagdgden van (le Steden door dc kunsten van den Prins van Oranje beftuurd wierden , en de misnoegden op den hijrtand der Natie vasten ftaat konden maken. Dit voorftel , waaraan ten minften gene bondigheid ontbrak , kon niet niisfen de verwagte uitwerking op \s Konings gemoed te hebben. Dc Vergadering der Staten werd eens voor altoos afgeflagen , de ftraf bedreigingen tegen de Ketters met alle fcherpheid verr nieud , cn dc Landvoogdes aangemaand pm de verzogte hulpbenden fpocdig over te zenden. Dan, hiertoe was dc Raad van State niet te bewegen. Alles, wat deze toeftond, was, in plaats van hulpbenden , geld aan de Koninginne Moeder te zenden, dat haar in het tegenwoordige tijdftip nog ruim zo welkom was, Om evenwel de Natie met een fchaduw-beeld van Republikeinfche vrijheid te verblinden, befchreef zij de Stadhouders der Provinciën , en de Ridders van het Gulden Vlies tot ene buitengewone ver M 5 II. BOEK,  II. boek. \ e I I v "(*) Burgund. 63. 65. Vita vigl. 1. II. 2§. 26. Stxaba 82. I»ö DE AFVAL DER gadering te Brusfel , om over de tegenwoordige gevaren en behoeften van den Staat te raadplegen. Na dat de Prefident viglius hun het onderwerp van die bijeenkomst had opengelegd, werden hun drie dagen tijds ter overweginge vergund. In dien tusfchentijd nep de Prins van Oranje hen in zijn Mof bijeen , en ftelde hun de noodzakelijkheid voor, om zig nog vóór de zitting te verenigen , en gezamenlijk de maatregels te beramen , naar welke bij het tegenwoordige gevaar Van den Staat gehandeld moest worden. De meesten Hemden dit voordel toe; dog barlaimont, met enfee weinige aanhangers van den Kardinaal jRanvelle , had' moeds genoeg om In deze bijeenkomst de Kroon en len Staatsdienaar voortefpreken. „ Het „ was," zeide hij , „ hunne zaak , niet , zig in het beftuur van de , Regering te fteken . en deze vQo^ , lopige vereniging der ftemmen ware , ene onwettige en ftrafbare aanma> tiging, waaraan hij zig niet be, geerde fchuldig te maken." Ene erklaring, waardoor de gehele bijenkomst vrugteloos eindigde '(*). De .andvoogdes ,' door den Graaf' van iarlaimont van dit voorval onderrigt, ffst de Ridders, gedurende hun ver-  NEDERLANDEN. 187 blijf in de ftad , zo kunftig bezig te houden , dat zij tot verdere onderhandelingen genen tijd konden vinden. Rgter werd met hare toeftemming nog in die zitting beflotcn, dat FLORENTIUS VAN M ONT MORE NC IJ, Heer van Montignij , ene reis naar Spanje zou doen , om den Koning van den tegenwoordigcn ftaat van zaken te onderrigten. Maar de Landvoogdes zond hem enen anderen geheimen bode vooruit, die den Koning vooraf van alles verwittigde, wat bij die zamenroeping tusfehen den Prms van Oranje en de Ridders verhandeld was. De Vlaamfche Afgevaardigde werd te Madrid gevleid met dc ij dele verzekering van 's Konings gunst , cn zijne vaderlijke genegenheid omtrent de Nederlanden ; de Landvoogdes kreeg last . om de geheime verbindenisfen var den Adel met alle magt te belet ten , en zo veel mogelijk onenigheid onder deszelfs voornaamfte leder te verwekken (*). Naijver, eigenbelang en verfchil var Godsdienst hadden velen der Groten lan gen tijd van een gefcheiden ; he gemene lot van hun verminderd ge zag, en de haat tegen den Staats dienaar had hen weder verenigd. Z< lang de Graaf van Egmond cn d< Prins van Oranje mededingers naar d (*) Strada L. III. 84. II. B O t X. I l I  188 DE AFVAL DER II. KOEK. i | f V t: h h & rr fc Landvoogdij waren , kon het niet mis, jen, of zij moesten op de onderscheidene wegen, welken elk van hun daartoe infloeg, e]kander zbmtijds hin_ derhjk zijn. Beiden hadden elkander op het pad des roems en bij den troon ontmoet; beiden ontmoetten elkander weder in de Republiek, waar zij naar denzelfden prijs, namelijk de gunst van hunne medeburgers, dongen. Karakters, welke zo zeer tegen elkander gekant waren moesten zig vaak van elkander fcheiden, maar de kragtige overecnfl-emming van den nood bran hen even zo ras weder bijeen. Elk hunner was onontbeerlijk voor den mder , en de behoefte lcide tusfehen leze twe menfchen enen band, welken urn hart niet zoude gelegd hebben (*) Jog juist op deze ongelijkheid hunte? gemoederen grondde dc Landvoogdes haar plan; en gelukte het haar, ezen te fcheiden, zo had zij te* ens den gehelen Nederlandfchen Adel i twee partijen verdeeld. Door gedenken en kleine oplettendheden, /aarmede zij deze beiden bij uitfluing vereerde, zogt zij den nijd en et wantrouwen der overigen tegen in gaande te maken; en terwijl zij 31 Grave van Egmond enen voorng boven den Prins van Oranje heen te geven , hoopte zij zijne (*) BüRGUND. 45. ?TRA»A S3. $4.  NEDERLANDEN. l§o trou bij den laatstgenoemden verdagt te maken. Het geval wilde , dat zij juist omtrent dezen tijd enen buiteno-ewonen Gezant naar Frankfort, ter verkiezing van enen Roomfchen Koning, moest zenden; hiertoe verkoos zij den Hertog van Aarfchot, den openbaren vijand van den Prins, om in hem als 't ware een voorbeeld te geven, 'hoe luisterrijk men den haat tegen den laatstgenoemden beloonde. De aanhang van Oranje had, in plaats van enige vermindering te lijden, een gewigtige aanwinst gekregen, in den Graaf van Hoorn , die als Admiraal van de Nederlandfche Zee-magt den Koning naar Biscayen had verzeld cn tans weder zitting in den Raad van State had genomen. De onrustige Republiekeinfche geest van hoorn kwam de ftoute ontwerpen van orante cn egmond te ge moet, cn weldra vormde zig tusfehen deze drie vrienden een gedugt Dricmanfchap, dat de Koninglijke magt in dc Nederlanden aan 't wankelen bragt, maar aie op dezelfde wijze voor alle drie ein digde. Intusfchen was ook montigni van zijn Gezantfchap terug gekomen en bragt den Raad van State d gunftigfte gevoelens van den Konin: mede. Maar dc Prins van Ofanj had door een geheim kanaal tijdinge uit Madrid ontvangen , die veel mee II. soek, > r j i f  Ii JiOEK. I ■( l i t t X V V O te Vi h: te K zi gc de da 190 DE AFVAL DER geloof verdienden, en dat berigt geheel tcgenfpraken. Hierdoor werd hij 011derrigt van aile de kwade treken , welken granvelle hem en zijne vrienden aan het Hof gefpceld had, en de hatelijke benamingen, waarmede het gedrag van den Nederlandfchen Adel beftempeid wierd. '£r was geen hulp voor handen, zolang deze Staatsdienaar niet buiten bewind was cre- i , V-,™, dit ontwerp, hoe ftout &en hachelijk hetzelve ook fcheen te zijn, hield hem tans geheel bezig. 'Er werd tusfehen hem cn de Graven ran Hoorn en Egmond befloten, op iaam van den gehelen Adel enen airemenen brief aan den Koning afevrtardigcn, den Staatsdienaar daarin litdrukkelijk aanteklagen , en ten lerkften op deszelfs verwijdering aandringen. De Hertog van Aarfchot nen deze voorflag door den Graaf an Egmond werd medegedeeld, ver» nerp denzelven , met de trotfche srkkriHg, ' dat hij niet gezind was M zig van Egmond of Oranje wetn te laten voorfchrijven ; dat hij >or zig niets tegen granvelle id meebrengen, en dat het buindicn zeer vermetel zoude zijn den oning voortefchrijven , wat hij met ne Dienaars moest doen. Een foorthjk antwoord ontving Oranje van n Graaf van Aremberg. Het zij nu t het zaad van wantrouwen, door  NEDERLANDEN. IQ* de Landvoogdes tusfehen den Adel gezaaid, reeds wortelen had gefchofen, of dat de vrees voor de magt van' den Staatsdienaar zwaarder woog, dan de afkeer van zijn beltuur, zeker is het dat de gehele Adel befchroomd en zonder te befluiten op dezen voorflag terug week. Deze mislukte verwagtwe floeg nogtans hunnen moed niet ter°neder: de brief werd gefchrevcn, en door hun alle drie ondertekend ( ). Granvelle komt daar in voor als de eerfte oorzaak van alle bewegingen in de Nederlanden. Zij verklaren , dat, zolang de hoogfte magt in zo fchuldige handen was, zij met in Haat waren , om de Natie en den Koning met vrugt te dienen. Daarentegen zoude alles weder in de voïvtq ruste komen, alle tegenftand ophouden, en het volk weder liefde voor de Regering krijgen, zodra zijne Majefteit goedvond dezen man het roer van ftaat uit de handen te nemen. Ia dat geval, voegden zij ei bij , zoude het hun noch aan invloed, noch aan ijver haperen, om het ge zag des Konings, en de zuiverheu des Geloofs, die hun niet minde: hcü> waren, dan den Kardinaal gran velle, in deze Landen te handha ven (t)- C*) Strada 85. 86. Cf) Burg. L. I. 67. Hopper 3< Strada 87. Thuan II. ^9- m boek. I  ir. BOEK: 192 DÉ AFVAL DÉ li Hoe heimelijk deze brief ook wierd algezonden , bekwam evenwel de Hertogin nog tijdig genoeg narigt daarvan , om de uitwerking, welke dezelve , tegen alle vermoeden , op s Konings gemoed misfchien maken konde, door enen anderen, dien zij m allerijl vooruit zond, te verijdelen. Enige maanden verliepen, voor dat het antwoord uit Madrid kwam opdagen. Dit was zagt, dog onbepaald. „ De Koning," dus luidde het, ,-, was met gewoon zijne Staatsdienaars ^ „ op de aanklagte van vijanden, onver„ hoord te veroordelen. Zelfs de een„ voudige natuurlijke billijkheid vorderde, i, dat de aanklagers van den Kardinaal van „ algemene befchuldigingcn tot enkelde bewijzen overgingen , en zo zij ge- nen lust hadden om dit fchriftliik „ te doen, dan mogt één uit hun „ midden naar Spanje overkomen, waar ,, bij met alle behoorlijke befcheiden- heid zoude behandeld worden (*)" Behalvert dezen brief, welke aan alle drie tevens gerigt was, ontving egmond nog voor zig enen eio-enhandigen brief van den Koning, waarin deze te kennen gaf , dat het hem aangenaam zou zijn, in 't bijzonder pan hem onderrigt te worden omtrent (*) Vit: vigl; t. U. 32. 33. grot; !0. JiURGUND. 68.  NEDERLANDEN. 1&$ ttent het gene in dien algemenen brief flegts oppervlakkig was aange- . roerd. Ook Was aan de Landvoog-.. desfe ftiptlijk voorgefchreven, wat zij aan " alle drie tevens, en aan den Graaf van Egmond in 't bijzonder, moest antwoorden. De Koning kende zijne lieden. Hij wist, hoe gemaklijk men iet op den Graaf van Egmond kon verwinnen , wanneer men met hem alleen te doen had , daarom zogt hij hem naar Madrid te lokken , waar hij van het oog cn beftuur van een meer verlicht hoofd verwijderd was. Hij wist, dat men van dit karacïer meer kon verkrijgen , wanneer men hem liet zien , dat men meer van hem vcrwagtte ; daaröm keerde hij zier in 't bijzonder tot hem. Naardien hij hem met dit vleiende bewijs van vertrouwen boven zijne beide vrienden onderfchcidde , maakte hij de betrekkingen ongelijk., waarin zij alle drie tot den troon ftonden. Hoe konden Zij nu zig lang met gelijken ■ ijver tot het zelfde doel vereënigen , daar hunne drangredcnen hiertoe . niet meer de zelfde bleven ? De waakfitamheid van oranje verijdelde, 'c is waar, voor deze reis dit plan; maar het gevolg van deze gefchiedenis zal doen zien , dat het zaad, welk hier geftrooid werd, niet geheel was veriaren gegaan. (*) (*) Strada. 88; I. dul, N ÏT. oëk;  ï94 DE AFVAL DElt II. i! o e K. i i J 1 i i De drie verbondene vrienden namerl in 's Konings antwoord geen genoegen , en waagden het ene twede proef te nemen. „ Het had hun", fchrevcn zij, „ niet weinig bevreemd , dat „ zijne Majefteit hunne voorftellen zo „ luttel aandagts had waardig gekeurd. ,-, Niet als aanklagers van den Staatsdie„ naar, maar als Raden van zijne Maje„ fteit, wier pligt het was, hunnen „ Heer van den toeftand zijner Staten te „ onderrigten , hadden zij dien brief aan „ hem gefchi'even. Het was hun niet te „ doen , om den Staatsdienaar ongeluk„ kig te maken : veeleer zouden zij met „ vermaak hem aan elk ander oord >, der Wereld , buiten de Nederlanden , „ vergenoegd cn gelukkig zien. Dog „ daarvan waren zij volkomen overtuigd , „ dat de tegenwoordigheid van dezen „ Staatsdienaar met de algemene rust volftrekt onbellaanbaar was. De tegen,, woordige gevaarlijke toeftand des Va, derlands liet genen hunner toe hetzelve i, te verlaten, en om granvelle's wil , een verre reis naar Spanje te doen. , Bijaldien derhalven zijne Majesteit niet , goedvond huu fchriftelijk verzoek aan, tpnemen ,■ verzogten zij voordaan ver, 1'choond te zijn van de Vergadering bij, tewonen, waar zij flegts het verdriet , hadden van den Staatsdienaar aante, treffen, buiten ftaat om of den Ko. , ning, of den Lande van enig nut te , zijn, en dus veragtelijk jn hunne eigene  NEDERLANDEN. *95" ij offen waren. Ten bëfluke vcrzogten zij, H dat zijne Majefteit hunne onopgefmukte ft eenvoudigheid een beste moge nemen , „ naardien "luiden van hun flag meer prijs , daarop ftelden, om regt te handelen , ?„ dan om iierlijk te ipreektn. (*)" Dit was ook de inhoud eens bijzonderen briefs van egmond, waarin hij voer den brief van -s Konings hand zijnen dank betuigde. Op dit twede fchrijven kwam tot antwoord: „ Men zoude hunne voorftellen „ in overweging nemen \ inmiddels ver9, zogt men, dat zij mogten voordgaan de „ Vergaderingen van den Raad van Staten als voorheen bij te wonen." " Het bleek duidelijk , dat de Koning in 't minste niet gezind was om hun verzoek ïntewilligen ; "hierom bleven zij ook van nu af uit de Vergadering, en ve nokken zelfs uit Brusfel. Op ccne wettige wijze den Staatsdienaar te verwijderen , was hun niet gelukt \ zij beproefden dit nu op ene andere manier, waarvan beter gevolg te wagten was. Bij alle gelegenheden bewezen zij cn hun aanhang hein in 't openbaar die vcragting, welke zij voor hem gevoelden , en wisten alles , wat hij ondernam, belachlijk te maken. Door die vernederende behandeling hoopten zij den hoogmoed van dezen Priester te kwellen , en van zijne gekwetfte eigenliefde misfehien dat gene te verwer- (*-) Vit» vi*l. T. Kt 34- 3?. ffr B O k £  EfE AFVAL DER. II. HOEK. ven , wat hun door andere middelen mislukt was. Zij bereikten dit oogmerk . wel niet, maar het middel , door hun uitgedagt, bragt tog eindelijk den Staatsdienaar ten val. De ftemme des Volks liet zig luider tegen hem horen , zodra men vernam , dat hij de agting van den Adel verloren had , cn dat mannen, welken men gewoon was blindeling na te volgen, in. de veragting vart dezen Staatsdienaar voorgingen. De lage manier, waarop de Adel hem behandelde, wijdde hem , om zo te ipreken , aan de algemene veragting , en gaf den laster, die zelfs het heilige niet verfchoont, volmagt om zijn eer aantetasten. De verandering in het Kerkelijke beftuur, de hoofdklagte der Natie , had den t grond, gelegd tot zijn geluk: dit was een misdaad, waarvoor gene verfchoning gevonden kon worden. Het algemene misnoegen zogt zig in haat tegen hem te ontlasten , en alle geheime en openbare lijders kwamen aan deze algemene bron te zamen. Elk nieuw fchoufpel van ftrafoefening , waarmede de Inquifitie maar arte mild was, hield den haat tegen hem in ene vcrfchrikkelijke werking, en eindelijk werden alle rampen, ook die hunnen oorfprong aan oude herkomens en gewoonten verfchuldigd waren , op zyn reekening gefteld. Vreemdeling in een Land , waar hij met geweld was ingedrongen ; alleen, onder duizenden van vijanden ; van alle zijne werktuigen onzeker," van den afwezi-  NEDERLANDEN. *S7 gen Vorst flegts met enen zwakken arm onderfteund; met de Natie , welke hij moest gewinnen , door louter trouloze leden verbonden ; alleen menfchen , wier hoogfte belang het_ was , zfme daden te vcrvalfchcn — en eindelijk toegevoegd aan ene Vrou, die den last van den algemenen vloek niet met hem delen konde, ftond hij daar, blootgefteld aan den moedwil, den ondank, de partij zugt , den nijd , en aan alle drft•ten van een tomeloos ,, losgelaten volk; een voorbeeld, dat in de Gefchiedenis nog niet vertoond was, Het is aanracréenswaaidig , dat de haat s «hen hij zig op den hals haalde , de hefchuldigingen verre overtreft, welke tegen hem konden ingebragt worden; dat het voor zijn befchuldigers zwaar, ja onmogelijk was, door enkclde bewijzen het vonnis van veroordeling te regtvaardigen , 't welk algemeen over hen geveld werd. Voor en na hem fleepw de dweperij hare offers naar het al taar; voor en na hem ftroomde bur gerbloed, werden de regten der men fchen met voeten getreden , en vee jammes aangeregt. Onder karel dei vijfden had de dwingelandij door har nieuwheid gevoeliger moeten treffen onder den Hertog van alba werd zj tot enen veel hoger trap van onm tuurlijkhcid gebragt , zo dat het bf ftuur van granvelle, m vergel! Jting van dat zijns opvolgers , nc N 3 Ha BOEK. I 1 l j | g  II. Boek. 19$ DE AFVAL DEK genadig was ; en egter vinden wijnergens, dar de luiden van dien tijd de perfoonlijke verbittering en veragting in 't openbaar tegen dezen laat. ften zo ver gedreven hebben , als zij zig tegen deszelfs Voorzaat véroorloofden. Om zijne lage geboorte door den glans van hoger aanzien te bedekken, en hem door enen verhevenor ftand veelligt ook tegen den moedwil zijner, vijanden te befchutten, had dc Landvoogdes te Rome bewerkt, dat hij met het 'Kardinaals purper bekleed wierd; maar juist die zelfde waardigheid , welke hem naauwcr aan het Roomfche Hof verbond, maakte hem des te meer vreemdeling in de Nederlanden. ' Dit purper was een nieuwe misdaad te Brusfel , en een gehate dragt, welke als 't ware openlijk de beweeggronden aan den dag leide,' volgens welke hij in 't vervolg ftond te handelen. Noch zijn eerwaardige rang, welke alleen vaak den fchendigften booswigt heilig maakt; noch zijne hoge bedieningen ; noch zijne agtingswaardige talenten; zelfs niet eens zijn gedugt vermogen , dat zig dagelijks door zo bloedige proeven liet zien , waren in ftaat om hem tegen fmadelykc beledigingen te beveiligen. Schrik en fpefci terny, het vreeslijke en het belachelijke, waren in zijn voorbeeld, op enq  NEDERLANDEN. l')Q, ©nnatuurlijke wijze verenigd (*). Hatelijke gèrugten brandmerkten zijne eer; men tijgde hem moorddadige aanflagen aan tegen het leven van egmond en oranje : het ongelooflijkfte vond geloof; de fehrikkelijkfte. dingen , wanneer ze hem golden, baarden gene verwondering meer. De Natie was reeds tot dien trap van verwildering gekomen , waardoor de tegenftrijdigfte aandoeningen elkander verdragen ,' cn de fijne fcheidlijncn van betamelijkheid cn redelijkheid vernietigd worden. Dit geloof aan buitengewone misdrijven is meest altoos een C *) De Adel liet , op het voorbeeld des Grr.ven van egmond, hunne bedienden een gemene liverei dragen, wierop eéï zotskap gedikt was. Geheel Brusfel verklaarde dien voor den Kardinaals - hoed , er elke verfchijning van zodanige bediender gaf nieuwe ftof tot gelach. Deze z.otskaj werd naderhand , om dat het Hof zij daaraan ergerde , in enen bondel pijlen ver anderd : een toevallige fpotternij, die eet zeer ernftig einde nam, en waaruit wa;r fchijnlijk het wapen y?d de Republiek ge boren b. {fita vigl. T. IL 35 thüan 489.) Het aanzien des Kardinaals zon] eindelijk tot die laagte, dat men hem open lijk een fpotprent in de hand ftak, welkhem vertoonde, zittende op eieren , waarui Bisfchoppen werden uitgebroed. Boven hen zweefde een Duivel, met dit omichrift Deze is mijn Zoon , hoort hem", N 4 li. boek v  2oO DE AFVAL DER BOEK. i C) Hopper, L. I. 35. gewisfe voorbode van derzelver nabij zijnde verfchijning (* ). Dog in dat zelfde zeldfame lot van dezen man vindr men te gelijk iets groots, iets verhevens, dat den onpartijdigen befchouwer vermaak en, verwondering baart.' Hij ziet hier ene Natie, die, door genen fchijn verbünd, door gene vrees teruggehouden, ftand' vastig, onverbiddelijk V en zander affpraak eenftemmig, het misdrijf Üraft, dat door de gewelddadige "invoeringvan dezen vreemdeling ' tegen hare waardigheid begaan was. Eeuwig onvermengd, en eeuwig alleen, zien wij hem , gelijk een vreemd, tegenftrijlig lighaam, over de oppervlakte zyve/en, welke weigert hein aantencmen. £elfs de fterke hand van den Vorst, lie zijn vriend en befchermer is , be*mdt zig onvermogend om hem tegen len wil der Natie te behouden, 'nu leze eenmaal beflotcn heeft hem te ■erfioten. Hare ftem is' zo verfehrikelijk, dat zelfs het eigenbelang zijen gewisfen buit veragt; dat zijne weldaden gefchuwd worden , als vrugsn van enen vervloekten boom. Geik een vergiftige, lugt, hegt de :hande. der algemene verfoeijing op era. De dankbaarheid oordeek zig an hare pligcen jegens hem onrilagen; ijne aanhangers mijden hem , zijne  NEDERLANDEN. 201 vrienden zijn tot zwijgen gebragt. Zo vreeslijk wreekte het volk zijne Edelen en zijne gekwetfte hoogheid aan den grootftcn Vorst van den aardbodem. De Gefchiedenis heeft dit zonderlinge voorbeeld flegts een enkelde keer in den Kardinaal mazarin herhaald, maar het was naar den geest_ van beide tijden en Natiën verfcheiden. De ppperfte Magt kon genen van beiden tegen de befpotting beveiligen \ dog Fiankrijk gevoelde verligting , als het om zijnen Pantalon lachte , daar de Nederlanden door het gelach tot opHand werden gebragt. Het eerfte zag zig uit ene langdurige flavernij, _ onder het beftuur van richelieu, in ene plotfelijke ongewone vrijheid gefteld: de laatften gingen uit ene lange cr aangeborene vrijheid in ene ongewone flavernij over: het was natuurlijk, da le 1'ronde (*) weder in on denver «hg , en de Nederlandfche onlusten ii llcpublicksgezinde vrijheids - ijver eindig len. De opftand der Parijzcnaars wa ;en vrugt der armoede ; uitgelaten naar niet dapper; baldadig zonde ■;ragt; onedel cn laag, gelijk de bron waaruit hij voortvloeide. Het morrci der Nederlanderen was de trotfche ei vermogende ftem des rijkdoms. Moed wil en honger bezielden de eerften (*) Dus noemt men die partij der Parijfenasri \Yflke zich tegen den Kardinaal mazarin ve konden had. N 5 II. BOEr l > r j 1 ï \  202 DE AFVAL DER II. boek i i 1 wraak , bezittingen, leven en GooV . dienst de laatfien. Hebzugt was de - drijfveer vau mazarin; °hecrschzugt die van granvelle. Gene was menfchelijk en zagt; deze ongevoelig en wreed. De Franfche Stadsdienaar zogt in dc genegenheid zijner Koninginne ene toevlugt tegen den haat der Groten en, de woede des Volks ; de Nederlandfche Staatsdienaar tartte den haat van een gehele Natie, om énen te behagen. Tegen mazarin waren alleen Partijen en het Graan, dat door dezelven gewapend werd; tegen granvelle de gehele Natie. Onder den eerften zogt het Parlement heimelijk tot een magt tc geraken , op welke het geen regt had; onder den laatfien {treed het voor een regtmatige magt, welke hij op een listige wijze poogde te vernietigen. Gene" had met de Prinfen van den bloede en de Pairs van het Rijk, gelijk deze met den inlandfchen Adel en de Standen te worftclen: maar daar de eerstgenoemden hunnen gemeden vijand, alleen daarom, den voet zogten te ligten, om zig zeiven in djne plaats te zetten, wilden de aatften de plaats zelve vernietigen, m een magt verbreken, die geen mkeld mensch alleen in handen moest lebben. Terwijl dit onder het volk omging, >egon ^ de Staatsdienaar aan het Hof ran de Landvoogdesfe te 'wankelen.  NEDERLANDEN. 3tf Dc herhaalde bezwaren over zijl* magt moesten haar tog eindelijk aan 't veriland gebragt hebben , hoe weinig men hare magt erkende. Dat men den Staatsdienaar , en met haar, zijne Gebiedercs, vreesde, mx>est hare trotschheid beledigen : de vloek zelfs, dien hij op zig laadde, moest haren nijd en hare ijvcrzugt gaande maken. Misfchicn was . zij ook wel bedugt, dat de algemene afkeer, welke hem betoond werd, tegen naar zelve irogt gekeerd worden, of dat zijn langduriger verblijf den geercigden opftand eindelijk mogt doen ïosberftcn. De lange verkering met hem , zijne onderrigting en zijn voorbeeld, hadden haar eindelijk in ftaat gefield, om zonder hem te regeren. _ Zijn gezag begon haar lastig te zijn, naarmate hij min noodzakelijk voor haai werd; cn zijne misflagen , voor wel ke hare gunst, dus verre, tot cel dekkleed had geftrekt, werden zigt baar, naarmate deze verkoelde. Zi was nu even zo zeer geneigd , on deze gebreken- optczocken , en ten breed ften ïmtcmeten, als zij voorheen gewees was om dezelve te bedekken. In deze z< ongunftige gclleldheid voor den Kardi naai , begor.ncn de menigvuldige e dringende vertogen des Adels eindelij ingang bij baar te vinden , 't welk des t gemakkelijker gefchiedde , daar zij tf Vens hare vrees daarin wisten te mei; BOEK-  -04 DE AFVAL DER ÏL roek. i i j ( i 1 ( 2 c \ gen. „ Men kon zig niet begrijpen", zeide onder anderen de Graaaf van egmond, „dat de Koning, ten gevalle „ van énen mensch, die zelfs geen „ Nederlander was , en van wien men „ dus _ wist dat zijn geluk' met het „ welzijn dezer landen niets te doen „ had, alle zijne Nederlandfche onderda„ nen konde laten lijden; ten gevalle „ van enen vreemdeling, dien zijne ge„ boorte tot enen onderdaan des Kei„ zers , zijn purper tot een fchepfel „ van het lloomfche Hof maakte. Hem „ alleen", voegde de Graaf 'er bij, „ had granvelle het te danken , „ dat hij zig nog onder de levenden „ bevond ; dog voortaan zoude hij deze zorg aan de Landvoogdcsfe overla,, ten, en wilde hiermede haar gewaar, fchuvvd hebben." Dewijl het grootfte ledeelte van den Adel, uit verdriet jver de minagting, welke hun daar setoond werd , van tijd tot tijd uit de vergadering van den Raad van State e rug bleef, verloor het willekeurige redrag des Staats-dienaars ook nog den aatflen Republiekfchen fchijn , welke het:elve tot hier verzagt had, en de leligheid in den Raad ffelde zijne trotche hcerfchappij in hare volle hatelijkleid ten toon. De Landvoogdes oniervond nu , dat zij enen Heer boven ig had, en van dit ogenblik af was e verwijdering van den Staatsdienaar efloten» Zij vaardigde ten dien einde  NEDERLANDEN. 205 haren Geheim - fchrijver , thomas armen te ros, naar Spanje af, om den Koning van alles , wat den Kardinaal betrof, te onderrigten , hem aile die duidelijke verklaringen van den Adel voorteleggen , en op deze wijze hem wit zig zeiven het befluit tot deszelfs verwijdering te doen nemen. Het gene zij in haren brief niet durfde vertrouwen , Was armenteros gelast , Op ene bekwame manier te laten invloeien, in het mondelijk berigt , 't welk de Koning waarfchijnelijk van hem zoude vragen. Armenteros volvoerde zijnen last met alle bekwaamheid van enen volmaakten Hoveling; doch, een mondgefprek van vier uren, kon het werk van vele jaren, de goede gedagten van filips aangaande zijnen Dienaar , in zijn gemoed niet omver floten. Langen tijd ging deze Vorst met de flaatkunde en zijn vooroordeel te rade, tot dat eindelijk granvelle zelf zijn dralend befluit te gemoet kwam, en uit zig zeiven zijn ontflag verzogt, welk hij vreesde niet langer te kunnen ontgaan. Het geen de haat der gehele Nederlandfche Natie niet vermogt had, werd door de vcragtelijke behandeling des Adels uitgewerkt; hij kreeg eindelijk tegenzin in ene magt, welke niet meer gevreesd werd , en hem meer aan fchandc, dan aan nijd blootflelde. Veelligt was hij, gelijk zommigen gemeend hebben, bedugt II. BOEK  aoö DE AFVAL DER II. boek. voor zijn leven , dat zekerlijk met een mee? dan ingebeeld gevaar gedreigd werd ; veelligt wilde hij zijn ontflag liever ónder den naam van een gefchenk , dan als een bevel van den Koning ontvangen, en zijnen val , die onvermijdelijk was, naar het voorbeeld van enen beroemden Romein, met eer doen. Filips zelf, wilde, zo het fchijnt, den Nederlanderen liever tans grootmoedig ene | bede toeftaan, dan dezelve naderhand als ene eisch afgeven , en met enen flap, waartoe de nood hem dwong, ten minften nog dank bij hun verdienen. Zijne vrees won het van zijne eigenzinnigheid, cn de voorzigtigheid zegepraalde over zijnen hoogmoed. Granvelle behoefde geen ogenblik te twijfelen, hoe het befluit des Konings was uitgevallen. Weinige dagen na de terugkomst van armenteros zag hij het ontzag cn de vleierij verdwijnen van de weinige gezigten , die hem tot dus verre nog dienstvaardig hadden toegelachen ; het laatfte kleine hoopjen van ■ baatzoekende ögendienaars verliet zijnen perfoon ; zijn dorpel werd verlaten ; hij zag, dat de vrugtbaarmakende warmte hem begeven had. De laster, die hem gedurende zijn gehele beftuur zo mishandeld had , verfchoonde hem ook niet in het ogenblik , toen hij het zelve hederleide. Men durft beweren, dat hij kort te  NEDERLANDEN. 207 Voren , eer hij van zijne bediening afihmd deed, gcwcnscht zoude hebben zig mee oranje cn egmond te verzoenen , en zelfs aangeboden _ hebben , bij aldicn hij tot dien prijs op hunne vergiffenis hopen mogt, enen knieval voor hun te doen (*> Het is laag en vcragtelijk, de gedagtems * van cenen meer dan gentenen man met zulk een voorgeven te bezwalken ; maar het is nog veragteiijker en lager hetzelve aan de n'akomclingfchap overteleveren. Granvelle onderwierp zig aan 's Konings bevel met ene betamelijke gelatenheid. Reeds ccnigc maanden te voren had hij naar Spanje aan den Hertog van alba gefchrevcn , dat deze hem , in gevalle hij de Nederlanden ruimen moest, ene wijkplaats te Madrid wilde gereed maken. Langen tijd ftond alba in overweging, of het raadïir.m ware, cr.cn zo gevaarlijken mededinger van 's Konings gunst bij zig te nemen, of enen zo gewigtigen vriend, een zo kostelijk werktuig °van zijnen ouden haat tegen de Nederlandfche Groten , afcewijzen. De wraak zegepraalde over zijné vrees, en hij onderllcundc nadrukkelijk de bclangei van granvelle bij den Koning. Maai zijn aangewende dienst bleef vrugteloos Ar me nt eros had den Koning overtuigd CO Rei dan. 4. II. BOEK.  sa>3 DE AFVAL DER II. BOEK dat het verblijf van dezen Staatsdienaar te Madrid alle de bezwaren der ■ Nederlandfche Natie , waaraan men hem had opgeofferd, weder heviger zou doen opkomen , dewijl men voordaan de „ bron zelve, waarvan hij tot hiertoe „ de wateren flegts bedorven had , „ door hem vergiftigd zoude agten." Hij werd dan naar het Graaffchap Bourgondic , zijn Vaderland, gezonden, waartoe zig juist een gefchikt voorvvendfel opdeed. De Kardinaal gaf aan zijn vertrek uit Brusfel den fchijn van een kleine reis, waarvan hij eerstdaags ftond terug te komen. Dog ten zelfden tijde kregen alle de leden van den Raad, welke zig onder zijn beftuur van de Vergadering hadden onthouden , bevel van 't Mof, om zig daar weder te laten vindem Offchoon nu deze laatfte omftandigheid zijne terugkomst in 't geheel niet waarfchijnlijk maakte , en men dezen vond flegts voor een armhartige trotschheid aanzag , floeg egter de verst afzijnde mogelijkheid van zijne wederkomst de vreugde zeer ter neder , welke over zijn vertrek gevierd werd. De Landvoogdes zelve fchijnt in twijffel te zijn geweest, wat zij van dit gerugt geloven moest, want zij vernieude in enen Brief aan den Koning alle voorftellen en redenenen , welke hem te rug moesten houden, om dezen Staatsdienaar te laten wederkomen. Granvelle zelf zogt in zijne Briefwisfe- ling  NEDERLANDEN. Sfi^ Kng mee barlaimont en viglius dit gerugt levendig te houden, cn zijne vijanden ten minften nog door ijdele dromen te verfchrikken , daar hij hen door zijne tegenwoordigheid niet meer kon plagen. Ook was de vrees voor den invloed van dezen man zo buiten mate groot, dat men hem eindelijk ook uit zijn eigen Vaderland verjaagde even als of deze reuzengedaante , wanneer zij zo nabij de Nederlanden bleef, dc vrijheid der Natie nog met hare vervaarlyke fchaduwe zoude verflinden. Toen pius de vierde gefiorven was, deed granvelle een reis naar Rome , om de verkiezing van enen Paus bijtcwonen , cn tevens aldaar enige zaken waartenemen voor zijnen Heer , wiens vertrouwen hij befiendig bleef behouden. Kort daarna maakte deze hem Onderkoning van Napels, xvaar hij bezweek voor de verleidingen van dat gewest, en enen geest , die door geen toeval had kunnen gebogen worden, door den wellust liet overmees: teren. Hij was twe-en zestig jaren oud, toen de Koning hem weder in Spanje deed komen , waar hij voordging dé Italiaanfche zaken met onbepaalde magt te bezorgen. Een fombere ouderdom,' en dc trotfche ingenomenheid met een zestigjarig bewind , maakten hem tot enen ftrengen en onbillijken regter over de gevoelens van anderen; tot enen1 I; deel. O n. boek;  21© DE AFVAL DEK. m soek. flaaf van aangenomene inftellingen, en enen lastigen lofredenaar van vorige rijden. Maar de fiaatkunde van het einde der eeu was niet meer de fiaatkunde van derzelver aanvang. De jeugd van het nieuwe Ministerie werd ras enen zo gebiedenden Opziener moede , en filips zelf begon enen Raadgever te fchuwen, die alleen zijns Vaders daden lofwaardig vond. Desniettegenftaande vertroude hij aan hem nog ten laatfien zijne Spaanfche landen, toen de verovering van Portugal hem naar Lisfabon riep. Hij ftierf' eindelijk op ene Italiaanfche reis te Mantua, in het drie-en zeventigfte jaar zijns ouderdoms, en in het volle genot van zijnen roem , nadat hij veertig jaren onafgebroken het vertrouwen van zijnen Koning bezeten , en , door ene verbindenis zonder voorbeeld, vrijheid en Vorftelijke gunst in zig verenigd had (*). Granvelle was gevallen, zo als geen gunflcling valt : niet om dat zijn kortftondig geluk uitgebloeid was; niet door den ligten wind van grilligheid ; neen , maar hij viel door de eendragt van eene verwonderlijke magt, door de vertoornde ftem ener ganfche Natie. Maar hoe was het mogelijk, dat een man, die het moeilijkfte fpeeltuig C*) Strada Dec. I. L. HL IV. p. 88—p8.  NEDERLANDEN",' to kunftig behandeld had, zo ongelukkig op een veel gemaklijker fpeelde ? Wist hij, die de waakfame agterdogt van enen fomberen Despoot had kunnen misleiden, geen middel om zich voor een vrolijk Volk te vermommen ? Hoe hoger hij rijst door de verwonderlijke vriendfehap van enen Vorst, welke bij hem hare onbeftendigheid verleerde , des te meer vernedert het hem , dat hij deze Koninglijke vriendfehap blootftelde aan de fchande , om haar onvermogen voor de wereld openteleggen ; dat hij zijnen Koninglijken Befchermer noodzaakte, hem met afgekeerdeu aangezigte opteofferen. Terftond na het vertrek van den Staatsdienaar, zag men alle die gelukkige gevolgen, welke men zig van deszelfs verwijdering beloofd had. De misnoegde Heren namen weder zitting in den Raad van State , en met dubbelden ijver de zorg der ftaatsza» ken ter hand, om gene aanleiding te geven, dat men den afgezetten Dienaar terug verlangde , en om , door een gelukkig gevolg van het tegenwoordige beftuur, te tonen, dat men hem misfen konde. Het was ongemeen druk bij de Landvoogdes. Allen beijverden zig om ftrijd , om elkander in bereidwilligheid, onderdanigheid en dienstvaardigheid te overtreffen : tot laat in den nagt werd het werk voortgezet t O a IT. BOEK» 1564,  DE AFVAL DEK II. SlOEK. Ï564. 'er heerschte de gröotfte eendragt tusfehen de drie hoge Kollegiën , en de beste verftandhouding tusfehen het Hof en de Staten. Men kon van de goedhartigheid des Nederlandfchen Adels alles verkrijgen , zodra deszelfs eigenzinnigheid en hoogmoed door vertrouwen en inschikkelijkheid gevleid wierd. De Landvoogdes maakte zig de eerfte blijdfchap der Natie ten nutte , om haar de toeftemming in enige lasten , welke men van haar onder het vorige beduur niet had kunnen verkrijgen , afteperfen. De vermogende invloed van den Adel op het volk onderfleunde haar hierin op het kragtigfte , en weldra zag zij der Natie het geheim af, dat men flegts veel moest vragen , om altoos wat te krijgen. Zij zelve zag zig met blijdfehap van hare langdurige flavernij ontheven ; de onderlinge naijver van den Adel vcrligtte haar den last van het Staatsbeftuur, en deszelfs innemende onderdanigheid liet haar al het zoet van hare heerfchappije fmaken (*). Granvelle was nu gevallen, maar •zijn aanhang ftond nog. Zijne fiaatkunde leefde in zijne gunfteüngcn , welke hij in den Geheimen Raad en in den Raad der Geldmiddelen agter liet. De haat blaakte nog onder de partijen , nadat het hoofd reeds lang verdreven (*) Hopper 38. Burgund. 78. jg. Strada 95. 98. Grot. ij.  NEDERLANDEN. 213 was, en de namen van Oranje- en Koningsgczinden, van Patriotten en Kar- B dinaalsgezinden, gingen nog (leeds voord _ den Raad te verdelen , cn het vuur van twedragt aan den gang te houden. VlGLIUS van ZUICHEM van AIJTTA, Prefident van den Geheimen Raad, lid van den Raad van State en Zegelbewaarder , werd tans voor den gewigtigftcn perfoon in den Raad, en voor' den fterkften fteun der Kroon aangezien. Deze verdienftelïjke grijsaart, dien wij enige kostbare bijdragen tot de Gefchiedenis van den Ncderlandfchen opftand te danken hebben , cn wiens vertroude briefwisfeling met zijne vrienden ons in het verhaal daarvan meermalen tot gids verftrekt heeft, was een der gröotfte Regtsgeleerden van zijnen tiid, tevens ook een Godgeleerde en Gecstlijke , en had reeds onder den Keizer de gewigtigfte amten bekleed. De omgang met de gcleerdfte mannen, op welke dat tijdperk mag roemen , en aan wier hoofd zig erasmus van Rotterdam bevond, gevoegd bij verfcheidene reizen , welken hij in 's Keizers gezclfehap gedaan had, hadden den kring zijner kundigheden en waarnemingen uitgebreid , en zijne grondbeginfels in vele opzigten boven zijne tijden verheven. De roem van zijne geleerdheid verbreidde zig door zijnen gehelen leeftijd, en heeft zijnen naam tot de nakomelingfchap overgebragt. Toen in 't jaar 1548 O 3 II. o ek.  DE AFVAL DER II. boek ■>•> n •>•> v> r> die tusfehen den Graaf van Egmond en Mansveld gewisfeld zAjh , en die, lchoon in een later tijdvak gefchreven ons egter ene getrouwe fchilderij van hunne betrekkingen ten dien tijde opleveren. „ Ben ik," antwoordde mansvetd aan zijnen vriend, die hem vriendlijke yerwijtingen over zijnen afval tot de partn des Konings gedaan had, „ ben „ ik voormaals van oordeel gen-eest, dat de affehaffing der Inquifitie , de „ verzagting der Plakaten , en de ver„ wijdenng van den Kardinaal granvelle, voor het algemeen welzijn , noodzakelijk waren, de Koning heeft , aan dit ons verlangen reeds voldaan, , en de oorzaak onzer klagte is weg, genomen. Wij hebben reeds te veel , tegen den hoogmoed van den Vorst, , cn het gezag der Kerke ondernomen; , het is, hoog tijd om intcpalmen, - °Pdat wii de» Koning, wanneer hij i komt, met een .vrolijk gelaat, zonder angstvalligheid, ontmoeten kunnen. Wat mij betreft, ik ben voor zijnen toorn _ niet bevreesd ; gerustlijk durve ik mij op zijn bevel naar Spanje begeven , cn mijn vonnis van zijne regtvaardigheid en goedheid verwagten. Ik zeg dit niet, als twijfelende , of Graaf Egmond dat zelfde, van zig zoude kunnen verzekeren ; dog Graaf Egmond zal wèl doen , dat i hij deze zijne zekerheid meer en meer bevestige , en het vermoeden van zijne  NEDERLANDEN. WIJ daden verwijdere. Verneme ik ," du; leidt het flot", ,, dat hij mijne ver „ maningen ter harte neemt, zo blijf „ het bij' onze vriendfehap; maar zo niet dan voel. ik mij fterk genoeg, on „ alle menfchelijke betrekkingen aan mij ,, nen pligt en mijne eer opteoffcren (_*).' De vermeerderde magt des Adels ftel de de Republiek bijna aan een grote kwaad bloot, dan dat, welk zij doe het verdrijven des Staatsdienaars pas om komen was. Door ene langdurige wee de verarmd, welke te gelijk hunne z< den bedorven had, en waarmede z reeds te gemeenfaam waren geworden om haar nu eerst te laten varen , bi zweken zij voor de gevaarlijke gelegel beid, om hunne heerfchende neigir roetegeven , en den kwijnenden glai van hun geluk weder te herftellcn. Ve kwisting bragt winzugt mede , en dc; den woeker. Geestelijke en wcreldlijl amten raakten veil; Ereposten , Prh legiën en Vrijbrieven werden aan de mee: biedenden verkogt ; met de geregtighc zelve werd handel gedreven. Wie do den geheimen Raad veroordeeld wa werd door den Raad van State wee vrijgefproken ; wat de ene weigerd< was bij den anderen voor geld te vi krijgen. Dc Raad van State wie naderhand wel de fchuld op de V andere Hoven , maar zijn eigen vo< (*) Strada I5pi '• II. • BOE K'. r r •> ï- g is r- :e riitid or ' •> er :» :rrpve >r-  5.22 DE AFVAL DER II. n o e k i J I c s beeld was het, waardoor deze aange. doken werden. De vindingrijke fchraapzugt opende nieuwe bronnen van gewin Leven, Vrijheid en Godsdienst werden, even als landerijen, voor vaste lommen verzekerd; voor goud waren moordenaars en kwaaddoeners vrij , en de Natie werd door de loterijen en lombaardtafelen bedolen. Zonder aanmerking van rang of verdiende, zag men de bedienden en afhangelingen der leden van den Raad van State, en der Provinciale Stadhouders tot de gewigtigfte bedieningen verheven. Wie iets bij 't Hof te verzoeken had, moest zig door de Stadhouders en hunne onderbedienden derwaards den weg banen. Generhande kunstgrepen van verleiding werden 'er gefpaard, om den Geheimfchrijver der Hertoginne , t hom as armen teros, enen tot hiertoe onbefproken en eerlijken man, mede in deze ongeregeldheden te liepen. Door gemaakte betuigingen van genegenheid :n vriendfehap, wist men zig in zijn vertrouwen te dringen, en zijne grondseginfels door een los leven te ondernijnen. Het verderflijke voorbeeld dak :ijne zeden aan, en nieuwe behoeften icgepraalden over zijne voorheen on:reukbaare deugd. Nu werd hij blind oor misbruiken , waaraan hij mede'Hgtig _ was , en fchoof een gordijn voor c misdrijven van anderen , om daar gter tevens de zijnen te verbergen. Met  NEDERLANDEN. ftüS 2ijne kennis cn medewerking beroofde men den Koninglijken fchat , en verijdelde de oogmerken der regering, door een (lege beftuur van hare hulpmiddelen. Ondertusichcn leefde dc Landvoogdes in enen zoeten waan van heerlchappij en werkfaamheid, welken de vleierij der Groten op ene kundige wijze wist te koesteren. De eerzugt der partijen fpeelde met het zwak ener vrouwe, en kogt haar ene wezenlijke magt af, voor die wezenloze tekens en een nederig vertoon van afhangelijkheid. Welras behoorde zij geheel aan de partij , en veranderde ongemerki hare grondbeginfels. Op ene wijze, geheel drijdig met haar vorig gedrag, bragt zij tans vragen, welke tot d( andere Hoven behoorden , of voordellen, haar in 't geheim door vigliu: gedaan, wederregtelijk in den Raad vai State, waar de partij de overham had, even als zij denzelven voormaals onder het beduur van granvelle wederregtelijk had voorbijgegaan. Ge noegfiam alle zaken en alle invloe kwamen tans aan dc Stadhouders. Al le fmeekfehriften werden aan hun op gedragen , alle gunden door hun uil gedeeld. Het ging zo ver, dat ■ z aan de Regeringen der Steden regtzs ken onttrokken , en die voor hunne regtbank bragten. Het gezag der Pre vinciale Geregten verminderde, naarmat het hunne toenam ; en met het geza II. b oe IC. I l > i j .1 e l  45| DE AFVAL DER m Hoek der Regering lagen regtsoefening en bati , geïfijke orde ter neder. De kleinere . Geregtshoven volgden weldra het voorbeeld van de regering des Lands. De geest, welke den Raad van State te Brusfel beheerschte, verfpreidde zig welhaast door aile Provinciën. Kuiperijen i verfchoningen van misdrijven, roof, omkoping van het regt, werden algemeen in de Regtbanken des Lands : de zeden raakten in verval, en de nieuwe fekten bedienden zig van deze losbandigheid, om haren kring te vergroten. De verdraagfamcr gevoelens van Godsdienst bij den Adel, die of zelf de nieuwe leer beguniligden , of ten minden de Inquifitie als een werktuig der dwingelandij verfoeiden , hadden de ftrenghcid der Geloofs- Plakaten vernietigd • door de vrijbrieven , welken men aan verfcheidene Proteftanten verleende, werden het heilige Geregt zijne best» offers ontnomen. Doof geen ding kon de Adel voordaan zijn nieu aandeel aan de _ regering des Lands den Volke voordeliger aanprijzen, dan wanneer zij het gehate Geregtshof der Inquifitie aan hetzelve ten offer bragten ; cn daartoe bewoog hen nog meer hunne eigene neiging, dan het voorfchrift der Staatkunde. De Natie ging ogcnbliklijk van den drukkendften dwang der onverdraagfaa'mheid in enen ftaat van vrijheid over, welken zij reeds te zeer Ontwend was, om hem met gematigdheid  NEDERLANDEN. heid te dragen. De Inquifitiemeesters, ran den bijftand der Regering verftoken, zagen zig meer befpot, dan gevreesd. Te Brugge liet de Stadsregering zelfs enigen van de Dienaren der Inquifitie, welke enen Ketter in hcgtcnis wilden nemen, te water en brood zetten. Omtrent dien zelfden tijd werd te Antwerpen , alwaar het Gemeen ene vergecffche poging gedaan had, om enen Ketter uit de handen van het heilige Gercgt te ontzetten , een met bloed gefchreven papier openlijk op de markt aangeplakt, houdende, dat een aantal menfchen zig te zamen verzworen had, om den dood van dezen ongciukkigen te wreken (*). De Geheime Raad en de Raad der Geldmiddelen, in welke viglius en SarlAiMont voorzaten, hadden zig van het bederf, waarvan de gehele Raad van State aangeftoken was, nog grotendeels zuiver gehouden. Een nieü aanzoek bij den laatstgenoemden was wederom mislukt; tans deed men zijn best om in die beide Hoven enige nieuwe Leden intcdringen, welke 'der partije meer toegedaan waren. In dien tijd deed zig in het rijk der o-eleerdheid Zekere baldtjinus op, een geboren Vlaming, die zig in de Regtskunde enen fchitterenden roem ver- (*) Hopper 40. Grot. 17. Vita vict. 39. Burg. 80, 8f. 88. Strada 99. 10©. I. de kl. P II. boek.  32 Daar het der partij niet gelukte»' noch om den Geheimen Raad cn den Raad der Geldmiddelen in hare belangen te krijgen, noch ook om htire aanhangers in deze twe Vergaderingen te dringen, zo bleef haar geen ander middel over, dan beiden geheel en al buiten- werkfaamheid te breno-cn, cn derzelver werk in den _ Raad van State te doen overgaan. Om dit ontwerp ter uitvoer te brengen, zogt de Prins van Oranje zig van den Raad van State te verzekeren. ,, Men noemt hen „ wel Raden £ dus liet hij zig meermalen tegen zijnen aanhang uit, „ maar „ anderen hebben de magt in handen. Wanneer men geld nodig heeft, om ' het krijgsvolk te betalen, of wanneer het te doen is om de inkruipen,= de ketterij te weren , of om het „ Volk in orde te houden, dan be- C'O BrucuND. 89. 90. 91. Grot. 18. P a II. boek*  ssJ JDE AFVAL DER II. .6 o E k. j . i 1 I I ( 1 i „ dient men zig van hun, daar zi) „ noch over het geld, noch over de „ wetten, het opzigt hebben, maar „ alleen de werktuigen zijn, waardoor „ de beide andere Kollegiën op den „ Staat werken. En evenwel zouden zij „ alleen tot het gehele beftuur der Re„' gering, welke men geheel nodeloos „ onder drie verfcheidene Kollegiën ver„ deeld heeft, genoegfaam zijn , zo zij „ zig flegts onder elkander wilden ver„ binden, om dezen afgefcheurden tak „ van Regering weder den Raad van „ State intelijvcn, ten einde het gehele „ lichaam door éne ziel in werking ge„ bragt wierd." Men beraamde vooraf en in ftilte een plan, volgens 't welk twaalf nieuwe Vlies-Ridders in den Raad van State gebragt, de regtsoefening aan het Hof van Mechelen, aan 't welk dezelve regtmatig behoorde, wedergegeven, en de brieven van Vrijdom, Vergiffenis enz. aan den Prefident viglius >vergelaten, dog het geldbeftuur hun dleen in handen zou gefteld worden. Vlen voorzag zeer wei, alle de zwarigïeden , welke door het wantrouwen van iet Hof, en den naijver over de toenenende magt der Edelen, tegen deze ïieuwigheid zouden in den weg geleed vorden: om dezelve derhalven bij de landvoogdes doortedringen, maakte men :nige van de voornaamfte Officieren >p , om het Hof te Brusfel door lerke aanmaaningen om hunne agtertallige zoldij te ontrusten 7 en in geval  NEDERLANDEN. ssp van weigering' met enen opftand te dreigen. Men bewerkte dat de Landvoogdes met menigvuldige Verzoekfchriften en Memoriën wierd aangevallen, waarin over uilftel van regt geklaagd, en hoog opgegeven werd van het gevaar, 't welk van de dagelijks toenemende Ketterij te dugten was. Men verzuimde gene gelegenheid, om haar den verwarden toeftan d der Burgerlijke orde , der Regtspleging en der Geldmiddelen zo akelig aftefchüderen , dat zij uit de bedwelming, waarin zij tot hiertoe was gewiegd geweest, met fchrik ontwaakte (*). Zij riep alle drie Kollegiën te Zamen, om te bcraadflagen, door welke middelen deze verwarringen te verhelpen waren. De meertlcrheid der ftemmen kwam hierop uit, dat men enen buitengewonen Gezant naar Spanje moest zenden , die den Koning in ene uitvoerige en levendige fchüdery den waren ftaat van zaken onder het oog zoude brengen , cn, ware het mogelijk, hem tot betere maatregelen bewegen. Viglius, die van het geheime plan der partij niet het minfte gemerkt, had, verklaarde zig tegen dit gevoelen. „ Het kwaad," zeide hij, „ waar„ over men klaagde, was zekerlijk grooi „ en niet te veragten ; maar ongenees„ lijk was het niet. Het regt werc „ flegt bediend ; maar uit gene ande (*) Burgund. 92—94. Hopper 4* Vit. vi cl. 5. 87. 88. P 3 II. BOEK. s*  230 DE AFVAL DER II. BOEK, „ re oorzaak, dan omdat de Adel zelf „ het gezag der Overheid , door hun „ minagtend gedrag omtrent dezelve , „ verminderde, en de Stadhouders haar „ niet genoeg onderfleunden. De Ket„ terij nam de overhand, omdat de „ Wereldlijke arm de Geestrijke . in het „ gedrang liet zitten , en het 'gemene Volk, naar het voorbeeld van den ,, Adel, den eerbied voor zijne Over, heid had ukgefchud. Niet zo zeer , het flegte'' beltuur der geldmiddelen , , maar veelmeer de vorige oorlogen en , de ftaatsbehoeften des Konings had, den de Provinciën met dezen last van , fchulden bezwaard, waarvan zij door , billijke fchattingen langfamerhand we, der ontheven konden worden. Wan, neer de Raad van State zijne gunst, en vergiffenis-brieven verminderde; wan, neer dezelve de verbetering van ze, den van zig zeiven begon, en meer , agting voor de wetten toonde; kortom, , wanneer flegts dc Kollegiën en de , Stadhouders eerst hunne pligten be, tragtten , zo zouden deze klagten , weldra ophouden. Waartoe dan een , nieuwe Afgevaardigde naar Spanje gezonden, daar tog niets nieus gefchied was, om dit buitengewone middel te regtvaardigeh ? Bijaldien men evenwel daarop bleef (laan , zo wilde hij zig tegen de algemene (tem niet verzetten; alleen maakte hij dit beding , dat de voorname last van den  NEDERLANDEN. 231 Afgezant daarin beftaan zoude, om " den Koning tot ene fpoedige over? „ komst te bewegen (*)?" Over de keuze van den Afgevaardigden waren alle Hemmen ééns. Onder alle Nederlandfche Groten fcheen de Graaf van Egmond de enigfte te zijn, die gefchikt was om aan beide partijen tevens genoegen te geven. Zijn verklaarde haat tegen de Inquifitie, zijne vadcrlandfche en vrije gevoelens , en dc onbevlekte eerlijkheid van zijn karakter, waren voor de Republiek genocgfame waarborgen voor zijn gedrag. Uit welke gronden hij welkom bij den Koning moest zijn , is reeds boven tc kennen gegeven. Daar bij Vorften vaak reeds het eerfte voorkomen beflist, kon egmond' s innemende lichaamsgcliake zijne welfprekendheid onderlteuncn , en, aan 't "'een hij veorteftcllen had, ene hulp bijzetten, welke de regtvaardigfte zaak bij Koningen niet kan ontberen. Egmond zelf verlangde dit gezantfchap , om enige familie - zaken met der Koning te vereffenen (t). De Kerkvergadering van Trente wa< intusfehen ook geëindigd, en derzelvei bcfluiten aan de gehele Katholijke Chris eenheid bekend gemaakt. Maar dez< befluiten, wel verre van aan het oog merk der Vergadering te voldoen , ei (*) Burgund. 95- 9<5. Hoppe», 41 43- fqq(t) Strada 103. P 4 II. b o e k. I *  632 DE AFVAL DER ö. BOEK dc verwagting der Godsdienstpartijen te , vervullen, hadden de fcheuring tusfehen . beide Kerken nog veel groter, en de verdeeldheid in 't geloof onherftelbaar en altoosdurend gemaakt. De dvveperij was reeds op enen gewenschten weg om tot het gezonde verftand terug te keren , toen her denkbeeld tot deze Kerkvergadering geboren wierd. De fteeds toenemende voorfpoed der Hervorming , welke reeds begon Staten in den Staat optcrigten, en die het ene Noordfche rijk. na het andere van het Pausdom aftrok, verijdelde de barbaarfche middelen, welken ene woeste ftaatkunde gercedlyk tegen haar had zamengeraapt. Het dringende gevaar, waarvan de Geestlijke Dwingelandij zig omringd zag, had die bloedige middelen tot redding in zekeren zin geregtvaardigd: de nood gaf dezelve aan dc hand , om dat ene kwade zaak alleen door ene andere kwade zaak kan ftaande gehouden worden; en de ftaatkunde ried dezelve aan , zo lan** bewezen kon worden , dat zij voldoende waren. Het doden van een lid, dat gemist kon worden, behield misfehien het gehele lichaam 5 maar dit lid moest verfchoond worden , zodra betzelve het edelfte was. Deze zelfde handelwijze, welke zig tegen de eerfte ?pkomst der fekte liet aanprijzen, kon jij den aanwas van dezelve ligtelijk de rerwerpelijkfte zijn. In verfchcidene lan-  NEDERLANDEN. 233 den, gelijk in Frankrijk, cn, over het geheel genomen, ook in Duitschland, ftond het Proteftantfchc gedeelte des Volks met het Katholijke reeds in evenwigt ; in andere woog het dit geheel en al over. Waar het in getal voor het andere moest wijken, had het misfehien de gehele nijverheid en den welvaart van den Staat in handen, en de Regering kon hetzelve niet laten onderdrukken, zonder zig tevens van hare nuttigfte onderdanen te beroven. Grote cn wijduitgeftrekte rijken, gelijk het Spaanfche was, konden dit verlies van burgers ligter dragen , of gevoelden altans hetzelve later; daar integendeel kleinere Staten , gelijk Savoijen , de Nederlanden enz. daardoor te gronde moesten gaan. Deze derhalvenweinig daarmede geholpen , dat zij, om het gezonde deel te redden, het aangeftoken opofferden , moesten veeleer zorgvuldig daarop bcdagt zijn, om ook zelfs het laatfte nog te bewaren, en dit, zo mogelijk, tot een nuttig lid tc maken. Van hier dc zagtere gezindheden in het ftuk van Godsdienst bi de Vorftcn van den tweden cn derden rang; van hier de oorfprong dei grotere verdraagfaamheid in kleinere Sta- telBij de geweldige cn algemene fchud ding , welke het gehele Godsdienftig» Behaara beroerde, kon het niet mis P 5 II. BOEK.  =34 DE AFVAL DER ir. fen, of enige van deszelfs zwakke delen moesten ontdekt worden, üe ftoute cn gelukkige aanvallen der Hervormers op de Geesdijke Dwingelandij hadden eindelijk den Katholijken zeiven de ogen geopend, ten opzigte van het zedenbederf hunner Geestlijkheid, en van verfcheidene misbruiken der Kerke , welke de aantijgingen der Geloofsverbeteraars enigermate fchencn te billijken. Eenparig kwam men daarin overeen , dat de Kerk ene zuivering nodig had , om dc edele eenvoudigheid van haren oorfprong te herftellen , en al het vreemde en willekeurige weg te nemen, waarmede een lange reeks van eeuwen dc zuivere Leer misvormd had. Beide deze oogmerken hoopte men, naar het voorbeeld van vroegere tijden, door ene algemene Kerkvergadering te bereiken, welke in de vereniging van hare aardfche werktuigen den Hcmelfchen ftigter des Christendoms verbeeldde. Hier moesten de verfchilpunten nog eenmaal ter toetfe gebragt worden, dc tegenpartijen van de Moederkerk haare bezwaren met Republickeinfche vrijheid voordragen, en dan tot de uitfpraken van den Heiligen Geest gewezen worden , welke, door den mond der Vergadering, zijne mening openbaarde. Nog gewigtiger waren de ftaatkundige redenen, waarom de Vorften zodanig ene Kerkvergadering wenschten. De  NEDERLANDEN. 335 willekeurige aanmatigingen van den Roomfchen ftoel hadden reeds lang dc regten dezer Vorften gefchonden, en derzelver hoogmoed gekwetst; tans, nu deze gedugte Aanvaller hunner tronen, tot de dicpfte afhanklijkheid van hun gedaald was, tans hadden zij het in hunne hand, deze aanftotclijke Pnestermagt binnen betamelijker palen terug te brengen, het Opperhoofd van 't Kerklijke beftuur door zijne eigene werktuigen te beteugelen, en hem door dc Geestïijkheid hunner Landen wetten voor te fchrijven. Alle deze redenen bewecgden karel den vijfden, ten ftèrkften voor het houden van deze Vergadering te ijveren; dit was ook de verenigde ftem van alle Katholijke Vorften. Maar die zelfde redenen, welke de overige Vorften zo ijverig naar deze Vergadering deden wenfehen, maakten den Paus des te huiveriger oir dezelve uittefchrijven. Een ftellcl gelijk het Geestlijkc Gebied, dat zc grote reden had om het oog de: onderzoeks te fchuwen; dat door zc zwakke, zo ongenoegfamc banden wer< famengehouden, en, om zo te (preken., flegts in een fchcmerligt dien de 'gezien te worden, kon aan dc RepubUekeinfehe vrijheid van dezen Geest lijken Rijksdag, cn aan de cerzng der Prelaten, die een geheel tegen ftrijdig belang met den Roomfchen itoe II. boe k. i > l : 1  23Ö DE AFVAL DEIl II. « OEK. 1 I ( ] < < 3 I c 1 v hadden , zonder gevaar niet worden blootgefteld. Vele leerftukken, welke de Pauslijke Hoogheid te na kwamen , mogten in 't geheel niet voor her onderzoek komen; een fchoolfche twist zou de grondzuilen der Pauslijke magt kunondermijnen. Het voorbeeld der vorige Kerkvergaderingen bewees genoeg, hoe veel de Prelaten zig tegen de Pauslijke _ hoogheid konden aanmatigen. Was dit in de bedaarde tijden van het onbeftreden Leerftelfel gefchicd , hoe veel meer was er te wagen in enen tijd, wanneer reeds een zo verleidend voorbeeld van Afval gegeven, de verligting van het menschdom zo vele eeuwen gevorderd was, en de twijfelagtigc gcfteldheid der gemoederen , de onzekerheid van vele der voornaamste Katholijke Vorften, het Opperhoofd 3er Kerke alle die trotfche wapeïen verbood, die eertijds zo onwederftaanbaar en onfeilbaar waren. c lemens 3e zevende wist het aanzoek daar:oe met alle ftreken der Roomfche laatkunde te ontduiken ; dog dc verenigde nadrukkelijke ftem der" gezamenijke Katholijke Vorften drong zijnen )pvoIgcr paulus den derden einlelijk om zijne toeftemming te geven, ^a vele knibbclarijen, welke over de •laats , waar de Kerkvergadering zou ;chouden worden, ontftonden, en wclc den Paus zeer aangenaam waren , rerd dezelve eindelijk, door een pleg-  NEDERLANDEN. «37 uge Bulle, tc Trente befchreven, waarheen de Paus zelf drie Gezanten afvaardigde , om door dezen derzelver handelingen uit Rome te befturen. In de verfcheidene zittingen werd de hoofdleerftelling der Protcftanten, volgens welke zij dc fchriften der Euangelisten en Apostelen voor het enige rigtfnoer des Geloofs erkennen, veroordeeld, de Apokrijphe Boeken in den zelfden rang met de Kanonijke geplaatst, en daaraan, alsmede aan de mondlijke overleveringen der kerke, een gelijk gezag toegekend. In plaats van de eigenlijke bronnen der fcheuring natevorfchen, cn dc bezwaren der tegenpartij te onderzoeken , verfpilde men veel tijds en woorden met nutloze fchoolfche onderzoeken , cn belachelijke twisten, welke met de eigenlijke bron van 't kwaad niets te doen hadden; enige weinige gewaagde aanvallen op den Roomfchen Roel werden door de meerderheid zijner afhangelingen, en door de loosheid der Gezanten, gelukkig afgeflagcn. Toen de ftrijd wat heter begon te worden, en enige bedenkelijke punten den Paus bekommering baarden , verleide hij de Vergadering fpoedig naar Bologne; de ftaatkundige gefchülen , welke het Keizerlijke en Roomfche Hof verdeelden, maakten ook een fcheuring in het Concilie, en de Keizerlijke Bisfchoppen, die in Trente agterbleven, wilden de Vaders tc Bo¬ lk BOEK.  II. boek. 23S DE AFVAL DER logne niet erkennen. Inmiddels had de flag bij Muhlberg des Overwinnaarsmoed opgebeurd. Beledigd dóór den Paus, en onvergenoegd over het Koncilie , wil hij uit eigen magt dat gene wcrkflellig maken, 't welk hij geen kans meer zag van die Vergadering te verwerven, en onderneemt de itrijdende partijen, door middel van zijn Interim , te verenigen; ene poging, welke, gelijk alle vorigen, mislukt. Het Koncilie wordt door de hevigfte gefchillen verdeeld, welken de Bastaard-zonen van den Paus en den Keizer wegens Panna en Piacenza verwekten. Gedurende deze • onenigheden fterft paulus de derde. Het Koncilie keert onder zijnen opvolger julius den derden naar Trente te rug ,* maar dc ftrijd wegens Parma en Piacenza, welke door de ttisfchenkomst ener natuurlijke Dogter van hendrie den tweden , Koning van Frankrijk, nog neteliger werd, vaart niet minder voord beide Hoven verdeeld te houden , en de handelingen der Vergadering te ftremmen. De Aartsbisfehoppen van 'Ments en Trier, vier Pauslijke Nunciusfen cn Legaten, twe Keizerlijke Gezanten , en enige Italiaanfche, Spaanfche en Duitfche Prela* ten, geven eindelijk aan het Koncilie zijne werkfaamheid weder, 't welk nogtans, na enige vrugtloze knibbelarijen over het Avondmaal, door den fchrik  NEDERLANDEN. 239 der Proteftantfche wapenen, welke reeds de grenzen van Italië bedreigden, plot- • felijk gefchciden werd. karel verliest in Tirol de vrugt van alle zijne overwinningen, en vlugt met fchande voor zijnen Overwinnaar; so lijmans wapenen roepen den Roomfchcn Koning naar Ilongarijen, en hend rik de ïwede van Frankrijk, een Bondgenoot van deze beide vijanden der Katholijke Christenheid , komt hun in Italië cn Duitschland ter hulpe. De verzamelde Volleen vertrekken ras uit Trente, en nu had het Koncilie voor negen jaren lang afgedaan. Naau was de Franfchc oorlog, door den vrede van Chatcau in Cambrcfis, geëindigd, en de rust in Europa weder herfteld , of dc aandagt van F1 l 1 p 1, welke nu door geene dringender ftaarsbelangen meer werd afgetrokken , vestigde zig weder op den toeftand der Kerken in zijne Staten, als zijne geliefdiic zorg, en hij floeg de ogen weder op het Koncilie. Wel verre van daarbij aan ene verzoening met dc Euangelifche fekte te denken, tegen welke zijn haat als aangeboren en onvcrwinlijk was, of het der moeite waardig tc agten, deze verlorene leden voor dc Moeder-Kerk te behouden , was het hem flegts daarom te doen, om het nog onbefmette gedeelte zijner onderdanen voor een gelijk verderf te bewaren. Het verlies van een millioen menfchen, (al moest IT. j0e3c.  £4» DE AFVAL DER' II. boek het ook nog meer zijn,) was geen' grote zaak voor enen Vorst , die , " wanneer het op ftaatkundige berekeningen aankwam, met het leven van menfchen zo kwistig was , en nooit bij enkelden telde ; het gemak daarentegen van ene algemene Gcloofsmode, welke een vrugt van het Koncilie zijn zoude, was zo bekoorlijk voor zijnen bekrompen' geest, dat hij meende zig niet genoeg te kunnen haasten, om dezelve in alle Provinciën van zijn gebied uittefchrijven. Hier kwam bij, dat ook hij, onaangezien zijne ware en geveinsde genegenheid voor den Roomfchen Stoel , de aanmatigingen van denzelven met fchele ogen befchoude, en , door de magt der Bisfchoppen en der kleine Vorsten te vergroten, het regtsgebied van dezen ffoel hoopte te beperken. Uit geheel andere beweegredenen, en ene veel menschlievender ftaatkunde, ftemde Frankrijk voor de hervatting van het Koncilie. hendrik de twede, die affchuwelijke vijand der Hugenoten , , was niet meer; hun aanhang was in dit Rijk tot ene zo gedugte magt aangegroeid, dat dezelve in ftaat was, om de Heerfchende Kerke iiet hoofd te bieden, en zelfs den teugel der Regering naar zig te trekken. Tevens maakte dezelve het rijkfie en aanzienlijkfte gedeelte der burgeren uit, en het verlies fcheen even groot,  NEDERLANDEN. 24* groot , enen zodanigcn vijand tc onderdrukken , of voor hem te zwigten. Het ènigfte middel van redding voor dezen Staat fcheen te zijn ene wedervereniging der beide Kerken, welke, zo mogelijk, alleen van ene algemene Kerkvergadering te wagten was. Deze zelfde menschlievende ftaatkunde was oorzaak, dat ook de Keizer, de Heiiog van Savoijcn en enige andere Vorften het zelfde 'wenschteii, en de Voordzetting van het Trentfche Concilie was wederom de eenparige begeerte van alle Katholijke Mogendheden. Piüs de v Ier de, uit den huize van medicis, zat destijds op den Roomfchen Stoel. Hij zelf had zig, vóór Zijne verheffing, tot db hervatting van het Concilie verbonden, maar naaulijks had hij den Stoel van petrus beklommen, of hij trad in dc grondftellingen zijner Voorzaten. Hij herinnerde Zig de beweegredenen, naar welke p a ulus de derde gehandeld had, toen hij de Kerkvergadering, onder het voorwendfel van dezelve naar een gezonder lugtftreek te verleggen, inderdaad deed eindigen. Hij overwoog het gevaar, welk junus de derde, bij geluk, en door de wapens der Pröteftahteri Sn Duitschland, nog ter naauwer nood ontkomen was. Tans was 'er in Europa geen kareL de vijfde meer, die aan de trotschheid en eerzugt de? \\f PEEE. O if. b o e k  2X8 DE AFVAL DE lt H. BOEK. Prelaten pad en perk kon zetten 4 wanneer het dezen in 't hoofd mogt komen , op de puinhopen des Pausdoms, hunne eigene magt te verheffen. Maar de drift, waarmede de Katholijke Vorften dit ftuk dreven , liet hem gene keus. Tevens werd hij door Frankrijk met ene Nationale Synode bedreigd, welke hem in gevaar bragt van dit ganfehe Koningrijk even als Brittanje te verliezen : om dit voor te komen moest hij zig haasten om het Concilie van Trente te hervatten. De vraag was , of het als ene geheel nieuwe Kerkvergadering, dan als ene voordzetting van het opgefchorte Concilie moest aangekondigd worden. De bcflisfing van dit punt was zo ernftig cn gewigtig, als zij in den eerlten opflag niets beduidend fcheen. Was het een nieu Concilie, zo werd daardoor ftilzwijgend het gezag van het vorige vernietigd, en aile uitfpraken van hetzelve, welke met zo veel kunst en moeite verkregen waren, moesten nog eenmaal aan het zo gevaarlijke licht des. onderzoeks blootgefteld worden. Was het integendeel flegts ene voordzettinf van het eerfte, dan behielden alle °befluiten, welke tegen de Proteftanten genomen waren, de kragt van wetten, en dus konden dezen zig bij voorraad reeds veroordeeld agten. Maar in die weinige jaren, waarin het Concilie had Itilgetiaan, hadden de om-  NEDERLANDEN. f243, ftandighcden der Proteftantcn een zo gunftig aanzien gekregen, dat hunne goedkeuring niet meer zo geheel onverfchillig was. Verklaarde men het Concilie voor nieu, dan kon men hen misfchien bewegen om hetzelve te erkennen, cn hunne Afgevaardigden derwaards tc zenden. Dit laatfte gevoelen werd door het Keizerlijke en Franfche Hof ten fterkfteri onderdeund; welke daarop aandrongen, dat men de befluitert der vorige zittingen aan de vergetelheid zoude overgeven; Maar filips de twede, dien aan de verhaasting van het Concilie oneindig meer gelegen was , dan aan de goedkeuring der Proteftantcn, eri die bovendien nog vreesde , dat de befluiten van hetzelve daardoor ene verzagting mogten bekomen, drong 'er op aan, dat men hen geheel en al daarvan uitfloot, en het nieuwe Concilie uitdrukkelijk voor ene voordzetting van het vorige verklaarde. Het Roomfche Hof, om, zo niet aan beide partijen volkomen genoegen" te geven , ten minden beide te verfchoncn, bc•holp zig met ene fpitsvïndigheid. „ Wij „ zetten het Concilie voord," was dc verklaring der Legaten , „ terwijl wij het aankondigen; en wij kondigen „ het aan , terwijl wij het voord„ zettem" Alle Christen- Vorften, ook de Proteftantfche , werden naar Trente tot: Q * tb BOKKi-  &£,&. DÉ AFVAL DER II. BOEK. het Concilie opgeroepen. Twee Pan»* Kjke Nunciusien , welken de Keizer drie Gezanten toevoegde om hunne voorftellen ce onderfteunen, verfehenen voor de Proteftantfche Vorften van Duitschland, welke ten dien einde te Naumburg vergaderd waren. Maar, on« gelukkig , had men zig alreê in de uitschrijving vergist. Die uitfehrijving bepaalde vooraf punten, welke eerst bewezen moesten worden, en gefchiedde uit naam van den Bisfchop van Rome, wiens regt daartoe een voornaam gefchilpunt was. Deze Vorften betuigden aan de Gezanten des Keizers hunnen dank voor zijne welmenende moeite: „ Niets," zeiden_ zij, „ zou„ de hun aangenamer zijn, dan ene „ algemene Kerkvergadering, welke met „ ernst daarop uit was, om de te„ genwoordige Geloofsfcheuring te ver■„ helpen; maar noch dit oogmerk, „ noch deze uitwerking beloofden zij „ zig van de Trcntfche vergadering, „ in welke, zo als reeds uit de Bul?, le bleek , alleen de afhangelingen „ van het Roomfche Hof iets te zeg„ gen zouden hebben." De Nunciusfen werden binnen gelaten, maar de Pauslijke brieven , ongeagt hun vriendlijk opfchrift, ongeopend terug gegeven. „ Daar zij geen regtsgebied „ kenden, dat de Bisfchop van Ro„ me buiten zijn Kerfpcl had te oev fenen, hielden [zij zich niet ver-  NEDERLANDEN. £»< pligt, hem hun gevoelen omtrent „ het Concilie te zeggen." De Nunciusfen , welke naar Denemarken en Engeland beflemd waren, werden met nog minder agting ontvangen. Nog aan de Nederlandfche grenzen zijnde , kreeg de Kardinaal maiitiningo van den kant van frederik bevel om terug te keren; en in Lubek ontving zijn gevolg van Koningin elizabet enen vriendlijken wenk, om zich de moeite van de reis over zee te fparen. De opening van het Concilie voorfpelde al terftond , wat men van hetzelve te wagten had. Eer nog het gröotfte deel der Afgevaardigden en der buitenlandfche Bisfchoppen aangekomen waren, werd op aanzoek der Legaten, welke de voorzitting in de Vergadering hadden, een befluit ontworpen , dat alleen zij de ftrijdyragen zouden mogen opperen. Hierdoor meende de Roomfche Stoel alle aanvallen afteweren, welke tegen hem zeiven konden gerigt worden; cn de hoofdbedoeling van het Concilie, de verbetering in het Geestlijke Gebied , werd al aanftonds door de befluiten van deszelfs eerfte zitting uit het oog verloren. Hoe meer moeite filips en de overige Vorften aanwendden , om dit fchadelijke befluit te vernietigen, deste meer verfterkten zij 's Paufen wantrouwen, die nu niet ineer twijfelde , dat men het met dit Concilie op zijn eigen regtsgebied geQ 3 ÏL BOEKj  JM.& DE AFVAL DER II. b o e k. munt had; cn de Legaten ontvingen bevel, om met dc onvcranderlijkfte ltandvastigheid op dezen artiekel Haan te blijven. 'Er werden des niet te min enige zeer bedenkelijke vragen, voornamelijk over de aanltelling der Bisfchoppen , en waar zij hunnen zetel zouden hebben, tc berde gebragt; vragen, welke reeds paulus den derden vrees ingehoczemd, en zijne gehele fiaatkunde gaande gemaakt hadden ; maar door ene onvoorziene waakfaamheid, door omkopingen , beloften en bedreigingen , door onafgebrokene geheime onderhandelingen met de Prelaten , cn vooral door de kragtdadige medewerking der Italiaanfche Bisfchoppen, welke in getal de overigen verre overtroffen, en als de armfte van allen, zig in de gröotfte afhangelijkheid van den Roomfchen ftoel bevonden, wist hij de meerderheid der Hemmen overal op zijne zijde te krijgen, zodat niet alleen geen befluit tot ftand kwam , waardoor zijne magt beperkt werd , maar zelfs enige gewigtige aanmatigingen , welker affchaffing een der oogmerken van het Concilie was, geweest, door hetzelve bckragtigd werden. Deze openbare partijdigheid dier Kerkvergadering, welke door onophoudelijke geheime bevelen uic Rome in banden werd gehouden , veroorzaakte bittere bezwaren van den kant der buitcnlandfche Gezanten en Prelaten, dog welken men nu eens door bedrieglijke ep dubbelzinnige antwoorden  nederlanden. '24.7 ontweek, dan eens met onbefchaamde iloutheid tegenfprak. Cathmuna de m edicis verkogt de Franfche Kerk aan den Roomfchcn ftocl, voor de geringe fom van vijf - cn - twintig duizend goudguldens, en Keizer ferdinand klaagde zeer, dat men hem geen dergelijk bod gedaan had. Het Roomfche goud woekerde rijkelijk te Trente , en de heilige Vaders waren laag genoeg om den heiligen floel als verfpieders te dienen.- "'Maar ten laatfien begon de Paus deze kostbare _ geldverkwisting cn de aanhoudende inlpannino- van zijne oplettendheid moede te worden. Met alle zijne waakfaamheid kon pius de vierde niet beletten, dat niet de ene bedenkelijke artiekel op den anderen volgde, cn de ftouthcid der Prelaten hem in gedurige' vrees hield. Hij gaf dcrhalvcn zijnen Legaten bevel zonder uitftel de Vergadering te doen fcheiden. Dit gefchiedde, omtrent het einde des jaars1563, met dc onvoegelijklte overhaas-r ting , dog zonder merkelijke tegenkanting van de zijde der Katholijke Vorften , die hunne vorige verwagtingen van dit Concilie reeds lang hadden opgegeven , en nu duidelijk zagen, dat de verdere voordzetting daarvan het Pauslijk gezag, wel verre van het te verminderen , veeleer uitbreiden en bevestigen zoude. Hiervan overtuigden hen de laatfte befluiten van het Concilies welke' 9 4 Ik b o e k=  34? DE AFVAL DER II. BOEK. 1 < I f 2 l X t X . i h op deszelfs gehele voorgaande willekeurige handelingen volkomen het zegel drukten. Het eerfte behelsde, dat de befluiten, eer zij de kragt van ene wet verkregen , door den Paus vooraf moesten hekragtigd worden; het andere was , dat, welke uitdrukkingen in dezelve ook gebruikt waren, gene daarvan tot nadeel van 's Pauzen gezag mogt worden uitgelegd. Vier Pauslijke Legaten, elf Kardinalen, vijf-en twintig Aartsbisfchoppen, honderd en agt en zestig Bisfchoppen, negen-en dertig lasthebbendc Ministers, en zeven Orde - Generaals onr dertekcnden de vastgeftclde punten. De Paus, met den gelukkigen uitflag van lit zo gevreesde Concilie op het aangenaamst vcrrascht, liet openlijke Dank:cggingcn daarvoor doen ; de Bullq ran bekragtiging werd zonder uitftel ifgevaardigd; alle Prelaten en Vorften verden daarin gelast, de befluiten van iet Concilie ter uitvoer te brengen , n alle uitleggingen van dezelve, onicr welke namen ook, werden eens vooral erboden. Aan de Proteflantfche Vorten werd hierbij niet gedagt : daar ij weinig agting voor de uitnodiging etoond hadden , was het niet te ver/agten , dat de Bulle van bekragtiing een beter onthaal bij hen zou inden. De Roomfche ftoeï ging hen us met ftilzwijgen voorbij. De uitflag van deze Kerkvergadering ad jnderdaad de flegte verwagtingen  NEDERLANDEN. 24? der laatstgenoemden maar alte zeer bevestigd. Het oude Lc-erftchel in ftedc van gezuiverd te zijn, had nu, flegts zo veel tc meer vastheid en een groter gezag bekomen. Alle fpitsvindigheden der lcre, alle kunflen en aanmatigingen van den heiligen ftocl, die tot hier- toe meer op willekeur berust hadden, waren nu voordaan tot wetten geworden, en tot een vast ftelfel verheven, De gebruiken en misbruiken, welke in de barbaarfche tijden van bijgeloof en onkunde in het • Christendom waren ingeflopen, werden tans voor wezenlijke delen van den Godsdienst verklaard, en banblikfems tegen zodanige roekelozen uitgezonden, welke zig tegen die leerftukken verzetten, of zig aan die gebruiken onttrekken durfden ; banblikfems tegen hen, die het waagden aan de wonderkragt' der Reliquihi te twijfelen, de beenderen der Martelaren gene eer te bewijzen, en dc voorbidding der Heiligen voor kragteloos te houden. De kragt der Indulgentiën, de eerfte aanleiding tot den afval van den Roomfchen ftocl, was nu door ene onveranderlijke leerftclling bewezen, en het Monnikendom door ecu uitdrukkelijk befluit der Kerkvergadering in befcherming genomen, daar zij den mansperfonen toeftond met het zestiende, en de meisjens met het twaalfde jaar, gelofte te doen. Alle gevoelens der Protcflanten waren nu zonder uitzondering, veroordeeld; niet één befluit was ren hunnen voordele ge--, Q 5 II. BOEK.  4fO BE AFVAL DER u BOEK. nomen, niet één ftap gedaan, om hen langs enen zagteren weg tot den fchoot der Moederkerke terug tc brengen: de fchandelijke kronijk dezer Kerkvergadering, en de ongerijmdheid van hare uitfpraken, vermeerderden bij dezen, zo dit mogelijk ware, nog de diepe veragting, welke zij reeds lang tegen het Pausdom gevoelden, en Helden voor hunne aanvallen nieuwen tot nog toe niet bemerkte, zwakke zijde, bloot. Het was een ongelukkig denkbeeld, den verligtenden fakkel der Rede zo nabij de geheimen der Kerke te bren^ gen, en voorwerpen van een blind geloof met bewijsredenen te verdedigen. Maar de befluiten van het Concilie waren zelfs niet eens tot volkomen genoegen _ der Katholijke Mogendheden, Frankrijk verworp dezelve geheel en al, zo wel om dén Kalvinisten te behagen, als ook om dat het zig door het oppergezag, welk de Paus zig over het Concilie aanmatigde , beledigd vond. Ook enige Katholijke Vorften van Duitschland verklaarden zig 'er tegen; de Republiek' van Venetiën en meer andere Italiaanfche Staten onderworpen zig aan hetzelve. Hoe weinig ook filips de twede over fommige artiekelen geftigt was, welke zijne eigene regten, waarvoor geen Vorst met meer ijver kon waken , dan hij , te na kwamen; hoe zeer de grote invloed van den Paus op het Concilie, en de willekeurige overhaaste fcheiding van hetzelve hem beledigd hadden; hoe billijke-  K E D ER. LANDEN. 2jï r Rédenen rot vijandfchap , eindelijk , de Paus hem door de verftoting van zijnen Gezant, had gegeven , toonde hij zig egter gereed, om dc befluiten dier Vergadering te erkennen , welke ook, zo als zij nu waren, in zijn geliefkoosd plan , om de Ketters uitteroeiën , te pas kwamen. Alle overige ftaatkundige oogmerken moesten hierbij agterftaan, en hij gaf bevel om dc befluiten in alle zijne Staten aftekondigen ( * ). De geest van opftand, welke alle Nederlandfche Provinciën reeds had aangeftoken , had deze nieuwe brandflof niet meer nodig. De gemoederen waren aan het gisten ; het gezag der Roomfche Kerk was bij velen reeds op het diepst gezonken: onder zodanige omftandigheden konden de gebiedende en veelal zotte uitfpraken van het Concilie niet anders dan tot groot ongenoegen uitvallen; maar filips de twedk kon zijn karakter zo zeer niet verlochenen, dat hij aan volken, die ene andere zon, ene andere aarde, en andere wetten hadden , ook een ander geloof toeftond. De Landvoogdes ontving het nadrukkelijkfte bevel, om in dc Nederlanden even die zelfde gehoor- ' (_*") Gefchiedenis van filips TI. dooi Watson, II D. 5 B. Thuan, II. =9. 491. 350. Effiiy Cur les moeurs. T. III. Concile de Trente. V-vn meieren 59. 60, n. boek.  453 DE AFVAL DER II. boek (*) Strada io*. faamheid jegens de Trentfche befluiten , te vorderen, welke in Spanje en Italië . aan dezelve bewezen werd (*). Deze befluiten vonden de fterkfte tegenfpraak in den Raad van State te Brusfel. Willem van oranje verklaarde, dat de Natie dezelven niet zou noch kon erkennen, daar zij grotendeels tegen de grondwetten van hare ftaatsgefteldheid aanliepen , en op gelijke gronden door verfcheidene Katholijke Vorflen verworpen waren. Bijna de gehele Raad van State was op 's Prinfen zijde; de meeste Hemmen kwamen daarop uit, dat men den Koning moest tragtcn te overreden, om de befluiten of geheel intetrekken , of dezelve ten minden niet dan onder zekere bepalingen bekend te maken. Hiertegen verzettede zig viglius, en hield zig aan de letter der Koninglijke bevelen. „ De Kerk," zeide hij, „ had in alle tijden de zuiverheid van „ hare Leer, en de naaugezetheid der „ tugt, door zodanige algemene Kerk„ vergaderingen bewaard. Tegen dc ge„ loofs-dwalingen, welke het Land reeds „ zo lang beroerden, kon geen kragti,, ger middel gebruikt worden, dan juist „ deze befluiten, welken men tarts zo „ gaarn wilde verworpen hebben. Zo „ zij al hier en daar tegen de regten „ des burgers en de ftaatsgefteldheid ftre„ den, zo was dit een kwaad, dat door  NEDERLANDEN, 353 „ ene verftandige en verfchonende nitvoe„ ring van dezelven ligtlijk te verhel„ pen ware. Voor het overige ftrekt ,', het, (zeide hij,) onzen Heer, den Ko„ ning van Spanje, zeker tot eer, dat j, hij alleen van 'alle de Vorften van zij„ nen tijd niet genoodzaakt is,- zijn be* „ terweten aan de noodzakelijkheid te on„ derwerpen , en uit vrees aftezien „ van maatregelen, welken het welzijn „ der Kerke hem aan de „hand geeft, en „ het geluk zijner onderdanen tot zijnen „ pligt maakt." Daar fommige beiluiten het ene en andere behelsden, 't welk de regten der kroon zelve benadeelde, namen enigen daaruit aanleiding, om voorteflaan, dat men ten minften die hoofd ftukken bij de bekendmaking zoude weglaten. Opdat de Koning deze aanftotelijke, en voor zijne waardigheid nadelige punten goedfehks zoude opheffen, wilden zij de Nederlandfche Nationak vrijheid ten voorwehdfel gebruiken, er zig, tot dezen aanval op het Concilie van den naam der Republiek bedienen Maar de Koning had de befluiten ii zijne overige Staten zonder bepaling aan genomen en laten gelden, en het wa: niet te verwagten, dat hij aan de ove rige Katholijke Mogendheden dit voor beeld van tegenkanting geven , en zei het gebou ondermijnen zoude , dat hi zo ijverig had helpen grondvesten (*) f*) Watson T. I. L. VIL 262. Strad. 02. burgund. 115. II. KOEK» l \ ï i 1  II. boek. 25* ÖE AFVAL DER Den Koning ten opzigte van deze befluiten voorftellingen te doen , hem een zagter handelwijze met de Proteftanten aftepersfen , en de intrekking der beide andere Kollegiën voortedragen , was de last j met welken de Graaf van Egmond door de misnoegden voorzien was : de tegenkanting van het Nederlandfche Volk tegen de Plakaten ter kennisfe van den Vorst te brengen, hem te overtuigen van de onmogelijkheid j om deze Plakaten in hunne volfie kragt uittevoeren 1 hem ten opzigte van den flegten ftaat des Krijgswezens en der Geldmiddelen in zijne Nederlandfche Staten de ogen te openen, was de last, hem door dc Landvoogdes opgedragen. 's Graven lastbrief werd doör den Prefident viglius vervaardigd. Dezelve behelsde zware klagten over het verval in de regtspiegingen, den aanwas der Ketterij j en de uitputting der fchatkisü Op de perfoonlijke overkomst des Konings weid nadrukkelijk aangedrongem Het overige werd aan de welfprekendheid van den Afgezant overgelaten, die Van de Landvoogdes enen wenk kreeg, om deze fchone gelegenheid, waardoor hij zig_ van de gunst zijns Heren verzekeren kon, niet te laten voorbijgaans De Prins van Oranje vond den last* brief dei, Graven, en de voorflellingen, welke door hem aan den Koning zouden gedaan worden» in veel te alge-  NEDERLANDEN. 355 mene en onbepaalde uitdrukkingen bevat. „ De fchilderij," zeide hij, „wel„ ke de Prefident gemaakt heeft van „ onze bezwaren, is verre beneden ^de „ waarheid gebleven. Hoe kan. de Ko„ ning de gepaste hulpmiddelen aanwenden, zo wij de bronnen van het " kwaad voor hem verbergen? Laat ons ly het getal der Ketters niet minder op', geven, dan het werklijk is; laat ons ', openhartig bekennen, dat elke Pro,, vincie, elke ftad, elk nog zo klein vlek, van dezelve krielt; laat ons niet verbergen, dat zij de ftrafbevelen veragten , en luttel eerbieds aan " de Overheid betonen. Waartoe dan [, nog die agterhoudendheid ? Liever op„ rcgtelijk den Koning beleden, dat de „ Republiek het in dezen ftaat niet „ lang kan uithouden. De Geheime „ Raad zal zekerlijk anders oordelen, " omdat dezen de algemene verwarring „ aangenaam is. Vanwaar tog anders „ komt die flegte waarneming van het „ regt, dat algemene bederf in de regtbanken, dan van de fchraapzugt „ van dezen Raad, welke door niets „ verzadigd kan worden? Vanwaar die „ pragt, die fchandelijke brooddronken„ heid van zodanige fchepfels , wel„ ken wij uit het ftof hebben zien „ oprijzen, zo zij niet door omkoping „ daartoe geraakt zijn? Horen wij het „ volk niet dagelijks zeggen , dat de „ zaal van dezen Raad niet anders dan IL B OEÏ.  i&é DË AFVAL È-ËR H. boek. „ met enen gouden fleutel kan geoi „ pend worden, en bewijzen niet de „ verdeeldheden onder de leden zeiven i „ hoe weinig zij zig door liefde voor „ het Algemeen laten befiuren ? Hoe „ kunnen menfchen voor het algemene ., best zorgen, die het offer van hun* „ ne eigene driften zijn ? Verbeelden „ zij zig misfchien, dat wij, de Stad„ houders der Provinciën, op het be, vel van enen gemcnen roêdrager , met onze zoldaten gereed moeten , liaan ? Dat zij eenmaal palen zetten aan „ hunne vergunningen cn kwijtfcheldin„ gen van misdaden, Waarmede zij zo gul zijn omtrent dezulken, aan welken wij „ dezelven weigeren. Niemand kan een „misdrijf verfchonen, zonder tegen het , geheel te zondigen, en het algcffic, ne kwaad door een nieu kwaad te ,, vermeerderen. Het heeft mij, daar komc ik voor uit, nooit behaagd, „ dat de geheimen van den Staat, en dc zaken van regering onder zo ve,, le Kollegiën verdeeld waren. De „ Raad van State is voor allen ge„ noeg; vele Patriotten hebben dit reeds , voorlang in ftilte begrepen , en ilc , yerklare het tans openlijk. Ik ver* , klare , dat ik voor al het kwaad, , waarover geklaagd Wordt, geen ander „ hulpmiddel wete, dan die 'beide Kol,, legié'h in den Raad van State te „ doen verfmelten. Dit is het, wat j men van den Koning moet zoeken n ^  NEDERLANDEN. 4S7 „ te verkrijgen , en zonder dat is dit >j nieuwe Gezantfchap van gene bedoe„ ling of nut." En hierop deelde de Prins den vergaderden Raad het plan mede , waarvan te voren gefproken is. De zitting eindigde eerst laat in den nagt, om den volgenden dag hervat té worden. Viglius, tegen wien dit nieuwe voorftel in de eerfte plaats en voornaamlijk gerigt was , en wien d# ogen tans plotfclijk opengingen , bezweek onder de hevigheid van zijnen fpijt. Deze gemoedsaandoening was voor zijn zwak lichaam te ftcrk, cn men vond hem den volgenden morgen door ene beroerte aangetast , en in gevaar van zijn leven (*). In zijne plaats trad joachim hopperus, uit den geheimen Raad té Brusfel, een man van oudcrwetfche zeden en onbefprokene eerlijkheid, de vertroudfte en waardigftc vriend van den Prefident (f). Hij voegde, ten gevalt le der vrienden van Oranje, nog t een en ander bij den last van den Afgezant, betreffende de affchöffing der Inquifitie, en de vereniging der drie Kollegiën; doende dit niet zo zeer met goedkeu- (*) Vïta Vigl. §. 88. op. Burg. 97 —ï02. Cf) Vita vigl. §. 89. De zelfde, uic wiens Ged|nkfchriften ik vele ophelderingen over dit tijdperk gefchept hebbe. Zijn na-* derhsnd gevolgd vertrek naar Spanje heeft die briefwisfeling tusfehen hem en den Prefident doen ontftaan, welke een der gewig-' ïigfte ftukken is voor deze gefchiedeni*. I. deel, R it boek*  DE AFVAL DER II. boek. (*) Burg. 103. ring der Landvoogdesfe , als wel zonder dat zij het belettede. Toen vervolgens de Graaf van egmond affcheid nam van den Prefident, die inmiddels van zijn toeval weder herfteld was, verzogt deze , dat hij hem zijn ontflag van dien post uit Spanje mogt medebrengen. Zijn tijd, zeide hij, was voorbij ,* hij wilde zig, naar het voorbeeld van zijnen voorganger en vriend granvelle, tot de ftilte van het amteloze leven terug begeven , om de veranderlijkheid van het Geluk voortekomen. Hij had een voorgevoel van aanftaande ftormbuiën, waarin hij zig niet: gaarn begeven wilde (*). De Graaf van egmond aanvaardde in Loumaand des jaars 1565 zijne reis naar Spanje , en werd daar met zo veel gunst en agting ontvangen, als nog niemand van zijnen [ftand ondervonden had. Alle de Kastiliaanfche Groten , door het voorbeeld van hunnen Koning ingenomen, of veelmeer aan deszelfs Staatkunde getrou, fchenen hunnen verouderden haat tegen den Vlaamfchen Adel afgelegd te hebben , en beijverden zig om ftrijd, om hem door betuigingen van genegenheid intenemen. Zijne bijzondere verzoeken werden hem alle van den Koning ingewilligd , ja zijne verwagtingen werden in dit opzigt geheel overtroffen, en gedurende al den  NEDERLANDEN. 259 tijd van zijn verblijf in Spanje, had hij overvloedige redenen, om 's Konings gastvrijheid te roemen. Deze gaf hem de nadrukkelijkfle verzekeringen van zijne liefde voor het Volk van Nederland, en boezemde hem hoop in, dat hij niet ongezind ware, om aan het algemene verlangen te voldoen, en ,de ftrengheid in de Geloofsverordeningen enigszins te matigen. Tevens Helde hij te Madrid ene Kommisfie van Godgeleerden aan , welken de vraag werd voorgefteld , of het noodzakelijk warej aan de Provinciën de begeerde Godsdienst-vrijheid intewilligen ? Daar de meerderheid van gevoelen was, dat de bijzondere gefteldheid der Nederlanden, en de vrees voor enen opfland hier wel enige toegeeflijkheid kon gedogen, werd de vraag andermaal en bepaalder voorgefteld : „ Zijne Majefteit verlangde „ niet te weten, of hij kon, maar of „ hij moest toegeven?" Toen het laatfte ontkennenderwijze beantwoord wierd, ftond hij op van zijnen ftoel, en knielde voor een Krucifix neder. „ Zo bid „ ik U dan, Allerhoogfte Majefteit ,'* riep hij uit, „ dat Gij mij nimmer tot „ die laagte laat vervallen, om een' „ Heer te zijn over dezulken , die U „ verwerpen." En naar dit patroon werden ten naastenbij de maatregelen genomen, welken hij voornemens was in de Nederlanden te houden. Over het punt van Godsdienst was het befluit R 2 II. 3 O EK.  «66 DE AFVAL DER m boek. van den Vorst nu eenmaal voor altoos, genomen; de dringendfte nood kon hem mislchien bewegen om in de uitvoering der ftrafbevelen iets minder ftreng tc zijn, maar nimmer, om dezelve regtlijk . intetrekken-, of zelfs ter beperken. Eg.mond Helde hem voor, hoe Zeer zelfs- deze- openbare ftrafoefeningen der Ketters dagelijks derzelver aanhang yërfterkten , daar de voorbeelden vart hunnen moed, en hunne, vrolijkheid in den doody de aanfehouwers met de diepfte verwondering doordrongen , en hun hoge gevoelens inboezemden van ene leer, welke derzelver belijders tot helden kon maken. Deze aanmerking werd van den Koning wel niet in den wind geflagen, maar zij was van ene geheel andere uitwerking, dan men daarmede bedoeld had. Om deze verleidende toonden te vermijden, en evenwel niets daardoor in de ftrengheid der plakaten toe te geven, bedagt hij deze uitvlugt: hij befloot, dat de ftrafoefeningen voordaan in 't geheim zouden gefchieden. Het antwoord van den Koning op den inhoud van zijn gezantfehap, werd den Grave fchriftlijk aan de Landvoogdesfe medegegeven. Eer dat hij hem liet vertrekken, kon hij niet voorbij, hem wegens zijn gedrag ten opzigte van granvelle rekenfehap aftevorderen, waarbij hij in 't bijzonder ook van de fpot-liverei gewag maakte. Egmond betuigde , dat dit alles niets anders dan een klugt  NEDERLANDEN. *6t was geweest, en men niets daarmede bedoeld had, wat den eerbied voor den Vorst kon benadelen. Wist hij, dat het in énen van hun opgekomen ware, iets zo kwaadaartigs daarbij te denken, den zodanigen zou hij zelfs voor den degen eifchen (*). . Bij zijn vertrek vereerde de Koning hem met een gefchenk van vijftig-duizend guldens, en voegde 'er de verzekering bij, dat hij de zorg van,zijne dogter op zig zoude nemen. Hij vergunde hem tevens den jongen farnese van Panna met zig naar Brusfel te nemen, om der Landvoogdesfe,deszelfs moeder , daardoor cene oplettendheid te _ betonen (f). De geveinsde zagtmpedigheid des Konings, cn zijne betuigingen van genegenheid voor de Nederlanders , welke hij niet gevoelde , verlinkten de eerlijkheid van den Vlamingen Vol vreugde ovei het geluk , dat hij aan zijn 'Vaderlanc dagt medetebrengen , dog waarvan hei nooit verder af gev/eest was , verliet hij Madrid, boven alle verwagting te vreden: om alle Nederlandfche Provinciën mei den roem van hunnen goeden Koning te vervullen. Dadelijk met de opening van s Ko nings antwoord in de vergadering te Bras fel, begon die aangename hoop merkelijl (*) Grot. VI. Hopper 43. 44. 45- Strp a 104. 105. 106. (j-) Strada 107. R 3 BOEJfc  ifc DE AFVAL DER H. BOEK. te dalen. „ Schoon zijn befluit ten op„ zigte der Geloofs-Plakaten ," dus luidde het antwoord, „ vast en onveranderlijk „ ware, en hij liever duizend levens „ verliezen wilde , dan een' enkelen „ letter daarin veranderen, had hij eg,, ter, door de vertogen des Graven van egmond bewogen, aan den an„ deren kant, geen van die zagte mid„ delen onbeproefd willen laten, waar„ door het Volk voor de befmetting „ der ketterije kon bewaard worden, en die onveranderlijke ftraffen ontgaan. „ Daar hij nu uit het berigt van den i „ Graaf verftaan had, dat de voornaara„ fte oorzaak der tegenwoordige dwa„ lingen in het zedenbederf der Ne„ derlandfche Geestelijkheid, in het fleg„ te onderwijs des Volks, en in de „ verwaarloosde opvoeding der jeugd te „ zoeken was, zo beval hij hun bij „ dezen, ene bijzondere Kommisfie van „ drie Bisfchoppen en enige der be„ kwaamfle Godgeleerden te benoemen, „ die zig bezig moest houden met de ,j nodige hervorming in overweging te ,, nemen, ten einde het Volk niet ver, der door ergerlijke voorbeelden , of ,, uit onkunde, tot dwalingen verviele. , Daar hij verder vernomen had , dat , de openbare doodftraffen der Ketters , aan dezen flegts gelegenheid gaven, , om met enen dolzinnigen moed te , pronken, en den gemenen hoop door , enen fchijn van Martelaars - roem te  NEDERLANDEN. fl^S verblinden, moest deze Kommisfie ook " middelen voorflaan, hoe men deze £ " ftrafoefeningen meer geheim maken, . ! en aan de veroordeelde Ketters de " eer van hunne ftandvastigheid benemen kon." Dan, om zeker te zijn, dat deze Kommisfie haren last niet te buiten ging, begeerde hij uitdrukkelijk, dat de Bisfchop van Iperen, een vertroud man, en de ftrengfte ij veraar voor het Katholijke Geloof, lid van dezelve zijn zoude. Dc raadplegingen moesten, zo mogelijk, in ftilte, en onder den fchijn als ' of zij de invoering der Trentfche befluiten ten oogmerke hadden, gehouden worden ; waarfchijnlijk, om het Roomfche Hof door deze bijzondere Synode niet ongerust te maken, en den geest des opftands in de Provinciën daardoor niet aantewakkeren. Bij de zitting zelve moest de Hertogin, nevens enige vertroude leden uit den Raad van State , tegenwoordig zijn ; ook moest een fchriftelijk verflag van 't gene daarin befloten was, aan hem worden overgezonden. Voor hunne dringendfte behoeften zond hij, voor ééns, enig geld. Hij gaf hun hoop van zijne perfoonhjke overkomst; dog eerst moest de oorlog met de Turken geëindigd zijn, welken men juist toen voor Malta verwagtte. De voorgeflagen vermeerdering van den Raad van State , en de vereniging van den Geheimen Raad en den Raad der Geldmiddelen met dezen, werd R 4 II. O EK.  «6*4 DE AFVAL DER m BOEK geheel en al met ftilzwijgen voorbijge^ gaan, behalven dat de Hertog van aar, .schot, dien wij als enen ijverig Koningsgezinden kennen, zitting en ftem in den laatstgenoemden verkreeg. Viglitjs werd van zijnen post als Prefident in den Geheimen Raad wel ontflagcn, maar moest desniettemin nog gehele vier jaren in bediening blijven , dewijl zijn opvolger, ka rel tisnacq, lid van den Raad der Nederlandfche zaken te Madrid, aldaar zo lang werd terug gehouden (*). Egmond was naaulijks wedergekomen, of ftrenger Plakaten tegen dc Ketters, welke hem uit Spanje op de hielen volgden, wederfpraken de voorbarige tijdingen , welken hij van de gelukkige gemoedsverandering des Konings had mer degebragt. Met deze kwam te gelijk een affchrift van de Trentfehe befluiten, zo als zij in Spanje waren aangenomen, en tans ook in de Nederlanden zouden moeten gelden; als mede de ondergetekende doodvonnisfen van enige Wederdopers , en andere Ketters. „ De Graaf," hoorde men tans willem den zwijger zeggen, „ is door „ fpaanfche kunftenarijen verkloekt ge„ worden. Eigenliefde en verwaandheid „ hebben zijne fcherpzinnigheid verblind, ,, eigen voordeel heeft hem het alge- (*) Hopper 44. 46. 60. Strada 107. [51. Vita vigl. 45. Not. ad Vit. vigl. [87. BüRGUND. I05 fq. up,  NEDERLANDEN. 265 „ menebest doen vergeten." De valschheid van het Spaanfche Hof lag nu openlijk aan den dag; deze oneerliji-e handelwijze maakte de besten in 't Land gaande. Niemand echter leed hierbij gevoeliger, dan de Graaf van egmond, die zig tans als de fpeelpop der Spaanfche arglistigheid befchoude , cn, zonder dat bij het wist, een verrader van' zijn vaderland was geworden. „ Deze fchijn - goedheid," hoorde men hem overluid en bitterlijk klagen, „ was „ dan niet anders, dan een kunst„ greep , om mij aan de befpotting „ van mijne medeburgeren bloottelieilcn, „ en mij van mijnen goeden naam te be„ rooven. Is de Koning van zins, „ om de belofte, in Spanje aan mij „ gedaan, op deze wijze te houden, „ dan moge Vlaanderen overnemen wie „ wil; ik zal, door mij aan alle waar„ neming van zaken te onttrekken , „ openlijk tonen, dat ik aan dit woord„ breken geen deel hebbe." Het Spaanfche Hof kon inderdaad bijna geen gefchikter middel hebben uitgekozen , om het vertrouwen van zulk een' man te breken , dan dat het hem voor zijne medeburgers , waarvan hij de Afgod was, openlijk als icmandv, met wien men den draak gefloken had, ten toon ftelde (*> Intusfchen had de Kerkelijke Kommisfie het volgende befluit uitgebragt, (*~) Strada 113. R 5 n. 3 o e k,  i66 DE AFVAL DER ïi. BOEK 't welk den Koning dadelijk werd overgezonden. „ Voor het Godsdienftige „ onderwijs des Volks, de verbetering „ in de zeden der Geestelijkheid, en „ de opvoeding der Jeugd, was reeds „ in de Trentfche Befluiten zo veel „ zorge gedragen, dat het 'er nu „ maar op aan kwam, deze beflui„ ten ten fpoedigflen ter uitvoer te „ brengen. De Keizerlijke Plakaten te„ gen de Ketters konden volflrekt ge„ ne verandering lijden; dog men zou „ de Geregtshoven onder de hand kun,, nen beduiden, dat zij alleen de „ hardnekkige Ketters en derzelver Leer„ aars met den dood moesten ftraf„ fen, tusfehen de fekten zelve enig „ onderfcheid maken, en jaren, rang, „ geflagt en geaartheid der aangeklaag,, den daarbij in aanmerking nemen. „ Zo het daaraan haperde , dat de „ openbare ftrafoefeningen de geestdrij„ vcrij nog meer ontftaken , zoude „ misichien de onheldhaftige, minder „ in 't oog lopende , en nogtans „ niet minder ftrenge ftraf der Galei„ en, best gefchikt zijn, om deze „ hoge gedagten van Martelaarfchap te „ doen dalen. Vergrijpen van bloten „ moedwil, van nieuwsgierigheid en onbe„ dagtfaamheid , kon men met geld„ boeten , verbanning , of ook aan „ den lijve ftraffen (*). (*) Hoi'per. 49. 50. Burgund. 110. ui.  NEDERLANDEN. *6? Inmiddels, dat onder deze raadplegingen , welke eerst naar Madrid ver- j zonden, en van daar terug verwagt , moesten worden, de tijd nutloos veritreek, rustten de Procesfen tegen de Ketters, of werden altans zeer flaperig voortgezet. Sedert het vertrek van granvelle, had de regeringloosheid, welke in de Hoge Vergaderingen heerschte , en zig vandaar door de Geregten der Provinciën verfprcid had, gepaard met de zagter Godsdienstbegrippen des Adels, den moed der fekten aangewakkerd, en aan de bekeringsijver van derzelver Apostelen ruim veid gegeeven. De Inquiimeregters waren door de ilegte onderfleuning van den wereldlijken arm, die op de meeste plaatfen derzelver ongelukkige flagtoffers openlijk in beicherming nam , in veragting geraakt. Het Katholijke gedeelte der Natie had zig van de Befluiten der Trentfche Kerkvergadering , gelijk ook van e gmond's gezantfehap naar Spanje, grote verwagtingen gemaakt , die door de heuchlijke tijdingen, welken de Graaf medegebragt, en in de eenvoudigheid zijnes harten niet nagelaten had te verbreiden, fchenen gebillijkt te worden. Hoe meer de Natie van de flrengheid der Geloofs - vervolgingen was afgewend , deste fmertclijker moest ene plotfelijke en ftraffer vernieuwing van dezelve gevoeld worden. Onder II. o ek.  %6H DE AFVAL DER II. koek. deze omftandigheden werd 's Konings fchrijven uit Spanje aangebragt, waarin het oordeel der Bisfchoppen , en de laatfte vraag der Landvoogdesfe beantwoord wierd. „ Hoedanige uitlegging ook de Graaf „ van egmond," dus luidde het, „ aan „ de mondelijke voortellingen des Ko„ nings gegeeven hadde, was het dezen ,, evenwel nooit, zelfs niet van ver„ re , in den zin gekomen, iets het ,, allerminfie te veranderen , in de „ flxaf bevelen, welken de Keizer, zijn „ Vader, reeds voor vijf- en dertig jaren , in de Provinciën had laten „ uitgaan. Deze Plakaten, begeerde hij „• dus , dat voordaan op het Krengde ,, zouden gehandhaafd worden ; dat de „ Inquifitie de kragtdadigfie onderfieuning .,, van den wereldlijken arm zoude ont„ vangen , en de Befluiten der Trent„ fche Kerkvergadering onherroepelijk „ en onbepaald in alle Provinciën van ,, zijne Nederlanden gelden zouden. Het ,, befluit der Bisfchoppen en Godge,, leerden keurde hij volkomen goed, ,, uitgezonderd de verzagting, welke „ daarin met opzigt op jaren, ge„ flagt en geaartheid der perfonen was „ voorgeflagen, dewijl hij het daar„ voor hield , dat het zijnen Plaka„ ten ganfchelijk niet aan gematigdheid „ ontbrak. De vorderingen, welke de „ Ketterij tot dusverre in het Land ., gemaakt had, waren alleen aan den  NEDERLANDEN. »6p flègteH ijver, en de trouloosheid der Z Regters toetefchrijven. Elk wie onder ]l dezen derhalven voordaan gebrek aan „ ijver mogt betonen , moest van zijn amt ontzet, en een beter in des„ zelfs plaats gefield worden. De In„ quifitie moest, zonder enige men„ fchelijkheid in aanmerking te ne„ men , ftandvastig, onbefchroomd, en „ vrij van bartstogten, haren weg be„ wandelen , en noch vóór zich, noch „ agter zich omzien. Hij keurde al„ les goed , zij mogt zo ver gaan , als zij wilde, zo ze maar de er'„ gemis weerde (*). Op hem alleen „ moest zij zig maar beroepen, hij „ zelf zou het misnoegen des volks „ onbefchroomd het hoofd bieden (f).' Deze Koninglijke brief, waaraan dc vrienden van Oranje alle namaals gevolgde ellenden der Nederlanden hebben toege fchreven, veroorzaakte de hevigfte be weging onder de leden van den Raac van State, en de uitdrukkingen, wel ke hun bij toeval of met opzet ii gezelfchappen daarover ontvielen, ver fpreidden den fchrik onder het volk De vrees voor de Spaanfche Inquifitii kwam vernieud terug, en met dez< (*) Inquiptores prater me intueri neminem volo. Lacesfant fcelus fecuri. Satis est mihi, ft fcandalum declinaverint. Burgund. iiS. (-f) Van meteren 75. 76. Hopper 55l. Strada 114. Vita vigl. 45- II. BOEK»  s70 DE AFVAL DER II. BOEK zag men reeds de gehele ftaatsgefteldheid omvergeworpen. Men hoorde en zag reeds Kerkers bouwen , ketens en halsbanden fmcden en houtftapels oprigten. Alle gezelfchappen waren nu vol van zulke gefprekkeri, en de vrees hield dezelve niet meer in den teugel. Aan de huizen der Edelen werden gefchriften aangeplakt, waarin men hen, gelijk Rome voormaals haren brutus, opriep, om de fiervende vrijheid te redden. Bitfche fchimpfchriften kwamen tegen de nieuwe Bisfchoppen , welken men Beulen noemde, te voorfchijn; de Geestelijkheid werd in toneelfpelen befpot, en in het fchelden verfchoonde men den Troon zo min als den Roomfchen Stoel (*). Verfchrikt door deze gerugten, liet de Landvoogdesfe alle de Raden en Ridders bijeenroepen, om aan hun oordeel over te geven , wat haar in dezen neteligen ftaat te doen ftond. De gevoelens waren verdeeld , en de ftrijd hevig. Onzeker tusfehen vrees en pligt, aarfelde men om een befluit te nemen, tot dat de grijze viglius ten laatften opftond, en met zijn oordeel de gehele Vergadering verraste „ Tans," zeidc hij, „ kon „ men in 't geheel 'er niet aan den„ ken , om de Koninglijke verorde„ ning bekend te maken, voor dat (*) Grot. Burg. i*s. Hopper 61.  NEDERLANDEN. S7I , men den Vorst tot het onthaal had ]] voorbereid, welk die verordening naar alle waarfchijnlijkheid ontmoeten zoude: veeleer moest men de Inqui„ tie - regters vermanen , hunne magt H niet te misbruiken , en zonder hard" heid te werk te gaan." Maar nog groter was de verbaasdheid, toen de Prins van oranje opkwam, en dit gevoelen befireed. „ De wil des Ko„ nings," zeide hij, „ was te dui„ delijk en te bepaald voorgefteld . , was door te vele raadpleegingen be vestigd, dan dat men nu nog ver „ der kon wagen met de uitvoering '„ daarvan te dralen, zonder den fchuh " der ftrafwaardigfte halftarrigheid oj l] zig te laden." „ Dezen neme il op mij," viel viglius hem in ik ftelle mij aan zijne ongenad „ bloot. Zo wij hem daarmede de rus „ in zijne Nederlanden bezorgen, zc „ deze tegenkanting ons ten laatfte „ nog dank bij hem verwerven." Reec begon de Landvoogdes tot dit gevos len te neigen, wanneer de Prins m< heftigheid 'er tusfehen viel. „ Wat. zeide hij, „ hebben de menigvuldig „ voorftellingen , die wij aan hem gi „ daan , alle die brieven, welken w „ aan hem gefchreven, wat heeft h „ gezantfehap uitgevoerd, dat wij nc „ kort geleden aan hem gezonden hel „ ben ? Immers niets ! en waarop wa; „ ten wij dan nog ? Zullen wij II. boek. ! > » t 1 | s :t ;e Ü :t g >- r. 5 ï  Hd BOEK I j J C r r a z e ri t« tc fl ei v; S7S de afval der „ zijne Staatsraden , alleen zijn ofiee„ noegen op ons laden, om htm „ met ons eigen gevaar enen dienst „ te bewijzen , waarvoor hij ons ninv nier dank zal wijten?" Belluiteloos en onzeker zweeg de gehele Verga* denng; niemand had moeds genoeg om dit geTOeIen bijtevallen , noch ook , om hetzelve te wederleggen ; maar de Prins had de natuurlijke vrees' agt.gheid der Landvoogdesfe te baat eenomen welke haar elke keus belettede. De gevolgen van hare ongelukkige gehoorzaamheid moeten in het ooo>open ; maar waarmede , bijaldien zij ?o gelukkig is, om deze gevolgen loor ene verftandige ongehoorzaamheid, e verhoeden, waarmede zal bewezen funnen worden, dat zij dezelven wer:ehjk had te dugten gehad? Zij kiest us van twee partijen de flegtfte- 'er logt van komen, wat wilde, 'sKoings verordening werd gegeeven om fgekondigd te worden. Voor ditmaal 2gepraalde dus de tegenpartij, en de nge hartelijke vriend van de RCo-eng, die, om zijnen Vorst dienst : doen » m°ecls genoeg had om hem mishagen, werd uit het veld ge* 'gen (*). Deze zitting maakte een nde van de rust der Landvoogdesfe; n dezen dag af rekenen de Ne-- der- C) Burg. i23. i24. van ju e t e r e m • Vita vigl 45.  NEDERLANDEN. Ü73 dërlanden alle ftórmen, die, zonder verpozen, federt in hun binnenfte gewoed hebben. Bij het fcheiden van den Raad, zeide de Prins van oranje tot enen , die naast bij hem ftond: „ Nu zal men haast een on,, gemeen Treurfpel zien beginnen" (*). (*) De Schrijvers van de Spaanfche partij hebben niet nagelaten 's Prinfen gedrag, in deze vergadering gehouden, als een bewijs tegen hem intebrengen, en met dit bewijs van oneerlijkheid over zyn karakter te zegepralen. „ Hy"> zeggen zij, ,, die dus verre, in het ganfche be„loop van zaken, de maatregelen van het Hof „met woorden en daden beftreden had, zo lang ,,'er nog enige grond van vrees was, dal zij „ doorgaan mogten, voegt Zig tans voor de eerfte „ maal aan deze zijde, daar ene flipte uitvoering „van deszelfs bevelen waarfchijnlijk aan het zelve „tot nadeel zou ftrekken. Om den Koning te „ overtuigen , hoe kwalijk hij gedaan had met „ zijne vermaningen in den wind te Haan ; om zig „ te kunnen beroemen: „ dat heb ik wel „ „ voorfpeld" zet hij het welzijn van zijne „Natie in de waagfchaal, daar hij tog tot dus „verre had voorgegeven alleen hiervoor te ftrij„den. De gehele zamenhang van zijn voorgaan„de gedrag bewees-, dat hij het doorzetten dei „Plakaten voor een kwaad had gehouden; en nu „evenwel wordt hij op eennif.al ziiner overtui' „ ging ontrou , en volgt een tegengefteld plan, „offchoon aan den kant der Natie de gronden „ nog de zelfde waren, welke hem het eerfte „hadden voorgefchreven; en dit doet hij blote^ „lijk daarom, dewijl de gevolgen tais vooi „rekening van den Koning uitlopen. Het blijkt dit: „ duidelijk", vervolgen zijne paf'ijen, ,, dat he „ welzijn van zijn volk minder op hem ver „ mogt, dan zijn kwaad hart tegen den Koning L deel. S II. boek. j  274 DE AFVAL DER II B-O E K. 'Er ging dan een Bevelfchrift uit, aan alle Stadhouders der Provinciën, „ Om zijnen haat tegen dezen te verzadigen, „maakt hij gene zwarigheid om 's volks wel„zijn mede opteofferen". Maar is het dan inderdaad zo gelegen, dat hij met de bevordering van deze Plakaten de Natie opoffert? of, om bepaalder te fpreken, bewerkt hij, dat de Plakaten uitgevoerd worden , wanneer hij op de afkondiging van dezelve aandringt? Laat het zig niet, integendeel, met veel meer waarfchijniijkheid bewijzen , dat hij het eerstgenoemde door het laatfte alleen kan beletten ? De Natie is aan 't gisten, en de ontftoken partijen zullen, naar alle vermoeden, {was immers v i g l i u s zelf hiervoor niet bèdugt?) enen tegenftand doen blijken, welke den Koning noodzaken zal toetegeven. Tans, zeide oranje, heeft mijn volk de nodige veêrkragt, om met goed gevolg tegen de dwingelandij te ftrijden. Verzuim ik dit tijdftip, zo zal deze laatfte middel vinden, om onder de hand, en door flinkfche ftreken, dat gene uittewerken, wat haar door openbaar geweld mislukt is. Zij zal dat zelfde doel, alleen maar. met meer omzigtigheid en toegeeflijkheid, najagen ; maar het uiterfte alleen is het, wat mijn yolk tot één doel verenigen, tot enen ftouten flap brengen kan. Het is dus klaar, dat de Prins alleen van taal, ten opzigte van den Koning , veranderd was, ma-r , met opzigt op het volk, volkomen overëenkomftig met zijn vorige gedrag handelde. En welke pligten kan hij jegens den Koning hebben , onderfcheiden van die, welke hem aan de Republiek verbinden ? Zal hij ene onregtvaardigheid (dezen zagten naam willen wij eens aan de handelwijze van filips, met de Nederlanden, geven) juist in dat ogenblik verhinderen, wanneer deze onregtvaardigheid haren bewerker zal ltraiïeo ? Handelt  NEDERLANDEN. *7S waarbij zij gelast werden de Plakaten des Keizers, gelijk ook die , welke onder de tegenwoordige Regering tegen de Ketters waren uitgegaan, de befluiten der Trentfche Kerkvergadering, alsmede die der jongst gehouden Bisfchoppelijke vergadering, op het zorgvuldigfle te doen nakomen, aan de Inquifitie de behulpfame hand te bieden, en de hun ondergefchikte regeringen, insgelijks, op het nadrukkelijkfle daartoe te doen medewerken: ten hij wèl met zijn Vaderland, wanneer hij deszelfs onderdrukker belet, enen ftap van overijling te doen, waardoor hei alleen zijn onvermijdelijk noodlot kan ontvlieden? Of het deze redenen' alleen, en niet teven; ook wraakzugt en boosaartigheid geweest zijn, welke den Prins tot dezen flap beweeg den, ftaat ieder vrij te beoordeelen. Genoeg dat 's Prinfen gedrag, op ene voldoende wijze uit enen beteren beweeggrond kan verklaard wor den, zonder dat men nodig heeft, den ilegtftet ter hulpe te nemen, en dat altans zijn karak ter gene aanleiding geeft , om dit gedrag he ver uit flegte dan uit goede oorzaken afteleiden [Deze verdediging is misfehien geheel onnodig immers merkt wagen aar aan, dat met di verhaal niet wèl overeen te brengen is, 't gen de Prins zelf zegt, in enen brief, aan de Lam voogdesfe, in Loumaand des volgenden jaars, gc fchreven, alwaar hij, zwarigheid makende, 01 's Konings last, omtrent de Inquifitie en Plaki ten, in de plaatfen van zijn Stadhouderfchap ( doen agtervolgen, te gelijk verklaart, dat mc hem, in een zaak van zo veel gewigt en g< volg , genen raad gevraagd had. VI. D. 120.1 S a II. BOEK. l t 1 e R 1.  H76 DE AFVAL DER II. boek. C*) Strada 114. Hopper 53. 54. Hurg. 115. Van meteren 77; Grot. i9. dien einde moest elk van hun, uit den hem ondergefchikten Raad, enen degelijken man uitkiezen, om de Provinciën vlijtig door tc reizen, en ftrérig onderzoek te doen, of de verordende fchikkihgeri , door de la-er Amtenarcn, wel behoorlijk wierden nagekomen; en dan alle drie maanden een naaukeurïg berigt daarvan in de Hoofdplaats bezorgen. Den Aarts-Bisfchoppen en Bisfchoppen , werd een afTchrift van de Trentfcbé Befluiten, naar hét Spaanfche oorfpronklijke, toegezonden, met aanïchrijvihg, dat, ingevalle zij de hulp van den wereldlijken arm van noden mogten hebben, de Stadhouders van hun Gebied hun met krijgsvolk ten dienfie moesten flaan; ten ware, dat zij dit liever van de Landvoogdes zelve wilden hebben. Tegen deze Befluiten gold generhande Privilegie; de Koning wilde en beval, dat. het l j legd, en gaf aan de overige Provin. ciën her teken tot foortgelijke Protes. ten, en even dapperen tegenftand. Zonder aan de Hertoginne tijd te laten, om daarop te befluiten, weigeren zij, op eigen gezag, aan de Inquifitie hunne hulp en gehoorfaamheid. De Geloofs - regters, nog kort geleden , door een uitdrukkelijk bevel tot ftrenger uitvoering van hun amt gelast, zien zig eensklaps weder van den wereldlijken arm verlaten, van alle gezag en onderfleuning beroofd, en bekomen op hunne klagten, aan. het Hof, nietsbeduidende woorden tot befcheid. De Landvoogdes, die aan alle partijen genoegen wilde geven, had het met alle bedorven (*_). Inmiddels dat dit tusfehen het Hof, de Raden en de' Staten omging, bezielde een algemene geest van oproer het gehele Volk. Men begon de regten van den Onderdaan voor den dag te zoeken, an dc magt der Koningen te toetfen. „ Zo onnozel waren de Nederlanders ., niet", hoorde men velen, en niet heinelijk, zeggen, „ of zij wisten zeer wel, , wat de Onderdaan den Vorst, en deze , den Onderdaan, fchuldig ware; en men , zou nog wel middelen weten te vin, den, om geweld met geweld te keren, , fchoon dit tans nog zo niet mogt fchij, nen". Te Antwerpen vond men zelfs, op (*) Vita vigl. 46. Hopper 64. f15. Itrada 115. 116. Burg-. 150—154..  NEDERLANDEN. ï8l verfcheidene plaatfen, een gefchnfc aangeplakt, waarin de Stads-Regering vermaand wierd, den Koning van Spanje, dewijl hij zijnen eed verbroken, en 's Lands vrijheden gefehonden had, bij het Kamero-erest van Spier aanteklagen, daar braband als een deel van den Bourgondifchen Kreits, in den Religie - Vrede van Pasfan en Augsburg, mede begrepen was De Kalvinisten gaven,omtrent dien zeltden tiid, hunne Geloofs-belijdenis in t ligt, ei verklaarden, in ene Voorrede aan den Koning, dat zij, fchoon bijna honderdduizend fterk zijnde, zig egter vreedlaam (*■) De Landvoogdes noemde den Koning een aantal van vijfduizend zodanige fchriften. Strada ,17 Het verdient opmerking, welke rol de ' Drukkunst , en het openbaarmaken van dingen in 't gemeen, bij den Nederlandsen, oPftand gefpeeld heeft. Door du middel fprA een enkeide onrustige geest tegen millioenen. Onder de fchotfehriften, welke merendeels met alle die ruwheid en onbelchoftheid gefchreven waren , die destüds het onderfcheidende karakter der meeste Proteftantfche twistfehriften mtjnaakten, bevonden zig zomtiids ook boeken, S 5 II. BOEIt.  28a DE AFVAL DER H. boek. i i ( < 1 l 9 1 T 5 9 d V De krijgstoerustingen van filips tegen de Porte, gelijk ook die, welke erik, Hertog van Brunswijk, omtrent dien zelfden tijd, zonder dat iemand het oogmerk daarvan wist, in de nabuurfchap maakte, bragten niet weinig toe, om het algemene vermoeden te verfterken, als of de inquifitie den Nederlanden met geweld zoude opgedrongen worden. Velen van de voornaamfte Kooplieden gaven openlijk te kennen, dat zij hunne huizen en goederen wilden verlaten, om de Vrijheid, welke hun hier benomen wierd, in enen anderen oord van de wereld te zoeken; mderen zagen om naar enen aanvoerder, ?n heten zig gezindheden tot gewelddahgen tegenftand, en uitzigten op vreemde ïulp ontvallen (*). Om in dezen benaauden toeftand 'olkomen radeloos en zonder fteun te moest de Landvoogdes ook nog van len enigften verlaten worden, die haar montbcrelijk was, en die medegewerkt iad, om haar in dien toeftand te bren;en. „ Zonder enen Burger - oorlog te , ontfteken," fchreef Prins willem"aan aar, „ was het tans volftrekt onmogei Ljk, de bevelen des Konings na te , komen. Zo men evenwel daarop bleef ftaan, dan moest hij haar verzoeken, aarin de Godsdienstige vrijheid grondig verdeed wierd. (*) Hopper 6i. 62. Strada 117. ug. an meteren 77.  NEDERLANDEN. 283 zijne plaats met enen anderen te ver" vullen, die beter met de oogmerken " van zijne Majesteit ftrookte, en meer dan hij oP de gemoederen der Natie vermogt. De ijver, welke h,j bij aUe andere gelegenheden in dienst van de " Kroon had betoond, zou den tegenwoor' digen ftap, zo hij hoopte, tegen alk verkeerde uitlegging verzekeren: zo ah de zaken nu ftonden, bleef hem gene " andere keuze over, dan of den Koning ongehoorfaam te zijn, of tot nadee van zijn Vaderland en van zig zelvei l tc handelen". Van toen af verhe willem van oranje den Raad va State, en begaf zig naar zijne Stad Brt da, waar hij in opmerkfame ftilte, do niet zo geheel werkeloos, den uitflag a: wagtte. De Graaf van hoorn volgc zijn voorbeeld (*); alleen e g m 0 n d , fteec onzeker tusfehen de Republiek en dc Troon, fteeds arbeidende aan de vrug loze poging, om den goeden Burger m den gehoorfamen Onderdaan te verenigd egmond, wien de gunst ;van den V01 minder ontberelijk, en dus minder onve fchillig was, kon niet van zig verkrijge: den oogst van zijn geluk te verlaten, c a-m het Hof van de Landvoogdes 1 juist in vollen bloei ftond. Het vertr des Prinfen van oranje, wien de noo zo wel als zijn uitmuntend verftand, dien invloed op de Landvoogdes gegev (*) HopHï 67. ii. boek. i l t 1 T e Is n t;t1; st r- ie m :k i, al en  n. Boek ] ] < S b w d yy ai v> » a84 DE AFVAL DER NEDERLANDEN. had, dien grote geesten op kleine zielen altoos hebben, had in haar vertrouwen ene opene plaats gemaakt, waarvan Graaf egmond, door middel van ene geh-ime overeenftemming, welke tusfehen de vreesagtige en goedhartige zwakheid zeer li thjk ontftaat, een onbepaald bezit nam. Daar zij al zo zeer vreesde, door een uitfluitend vertrouwen op de Koningsgezinden, het volk te belgen, als zij bedun: was, den Koning door een te naauwe meenfehap, met de verklaarde Hoofden der partije, ongenoegen te geven, kon er zig naaulijks een gepaster voorwerp voor haar vertrouwen opdoen, dan juist de Graaf van egmond, omtrent wien tiet nog met volkomen uitgemaakt was :ot welke van beide partijen hij behoor' ie; die aan den enen kant fterkte genoeg jezat, om haren wankelen moed te onierfteunen, en aan den anderen kant'toe;eeflijkheid genoeg, om zig met hare geoelige verwaandheid te verdragen (*;. (*) Des Konings aanhang in den Raad van tate met deze opoffering nog niet te vreden egeerde daarenboven van den 'Graave van e g- o pjd, dat hij zig duidelijk en bepaald voor : Inquifitie en de Plakaten verklaren zoude Gij hebt goed praten", gaf de Graaf hun ten itwoord, „ maar bedenkt ook eens, hoe veel ik door het tegenwoordige reeds aan mijne eer ;eleden, aan hoe vele verfchillende oordeelvellingen ik mij blootgefteld heb, en hoe vele verwijten mij dagelijks van mijne vriendea iaarover gedaan worden". Hopper 66  DERDE BOEK. landvoogdij van' margareet' van i' a r m a. verbond der edelen* Zot dus verre fehenen de Prins Hl. van oranje, de Graven van eg- boek* mond en hoorn, benevens hunne vrienden, opregtelijk de algemene rust I565te wenfehen. Het ware belang van den Koning, hunnen Heer, had hen niet min, dan het gemene welzijn, beftuurd; altans hunne ondernemingen en bedrijven hadden even weinig met het eerfte, als met het laatfte geftreden. 'Er was tot nog toe niets gedaan, dat niet met de trou jegens hunnen Vorst beftaanbaar was, wat hunne oogmerken verdagt kon maken, of enen geest van opftand bij hen Pet blijken. Het gene zij gedaan hadden, hadden zij volgens hunnen piigc  286 DE AFVAL DER 111. boek, als leden van enen Vrijen Staat gedaan , als de vertegenwoordigers en de (brekers der Natie, als Raadgevers des Konings, als lieden van eer en _ deugd. De wapenen , waarmede zij de aanmatigingen van het Hof beltreden, waren vertogen , befcheidene klagten , verzoeken geweest. Nooit hadden zij zig door den regtmatigften ijver voor hunne goede zaak zo ver laten vervoeren, om tegen de voorzigtighcid en gematigdheid te handelen , waartegen anders zo ligt door Partijzugt gezondigd wordt. Maar niet alle Edelen luisterden dus naar de ftem der voorzigtigheid; niet allen hielden zig binnen deze palen van gematigdheid. Inmiddels, dat men in den Raad van State de grote vraag 'behandelde, of de Natie ongelukkig moest worden, dan niet; inmiddels dat derzelver beëdigde vertegenwoordigers alle gronden van reden en billijkheid tot derzelver hulpe aanvoerden, en de burgerftand met het gemeen hun lang verkropt leed in ijdele klagten, bedreigingen en vervloekingen ontlastten, geraakt een deel der Natip in beweging, dat het minfte van allen daartoe fcheen geroepen te zijn, en waarvan men dit het minfte van allen had verwagt. Men herinnere zig eens die klasfe van den Adel , waarvan boven gezegd is, dat filips - bij den aanvang van zijn beftuur niet no-  NEDERLANDEN. 287 dig had geoordeeld, derzelver dienften erf behoeften in gedagten tc houden. Verre het gröotfte gedeelte van deze zo kwalijk vergeten Edelen had, uit ene vrij dringender oorzaak, dan blotelijk om de eer, op bevordering gehoopt. Velen hunner waren, langs wegen boven gemeld, diep in fchulden verzonken, waaruit zij genen kans meer zagen om door eigen hulp gered te worden. Met deze menfchen bij de begeving der eeramten voorbij te gaan, had filips iet veel ergers gedaan , dan blotelijk derzelvei hoogmoed beledigd: in deze Bedelaars had hij zig even zo vele ledige toezieners en onbermhartige regters var zijne daden ; even zo vele fchaêverhaal — zoekende verzamelaars en aankwekers van nieuwigheden gemaakt. Daai met den welvaart de hoogmoed hei niet tevens had verlaten, maar dez< veeleer, (en dit lot fchijnt huns ge lijken algemeen te treffen,) ook noi die ledige plaatfen ingenomen had welke de verdwenen gelukftaat bij hei had agtergelaten, zo begonnen zij tans door nood gedrongen, het enige ka pitaal, dat niet had kunnen vervreeim worden, namelijk hunnen Adeldom ei de Republikcinfche waarde hunner na men, op woeker uittezetten, en brag ten een geldmunt in de wandeling die nooit anders dan in zulk een' tijd voor gangbaar had kunnen doorgaan K III boek. [ > 1 | 1 1  288 DE AFVAL DER III. BOE K. naamelijk hunne Befcherming. Met een hoog gevoel van zig zeiven, waaraan zij zo veel te meer toegaven, dewijl dit nog hunne enige bezitting was, befchouden Zij zig tans als "de veelbeduidende middelmagt tusfehen den Vorst en den Burger, en geloofden geroepen te zijn, om den benaauden Staat, die met ongeduld op hen, als op zijne laatfte fteunfels, het oog had gevestigd, ter hulpe te komen. Dit denkbeeld was alleen in zo verre belachelijk, als hunne verwaandheid daaraan deel had; maar de voordelen , Welken zij uit dezen waan wisten te trekken, waren wèl gegrond. De Proteftantfche kooplieden, in wier handen zig een groot gedeelte van den Nederlandfchcn rijkdom bevond, en die dc vrije oefening van hunnen Godsdienst voor genen prijs te duur dagten te kunnen kopen, Verzuimden niet, het enige mogelijke gebruik van deze klasfe des Volks te maken, we'ke nu ledig aan de markt ftond, en aan welke niemand tot nog toe eenig bod had gedaan. De zelfde menfchen , op welken zij in alle andere tijden met de trotschheid van den rijkdom zouden hebben neergezien, konden hun nu, door hun aantal, hunnen moed, hun aanzien bij de gemeente, hun misnoegen tegen de Regering , ja zelfs door hunnen bedelaars-hoogmoed en hunne wanhoop, zeer wezenlijke dienften doen. Uit dien hoof-  NEDERLANDEN. aSo hoofde deden zij ijverig hun best, om zig naau met hun te verbinden, de geneigdheid tot oproer zorgvuldig bij hen aantekweken, die hoge gevoelens van zigzelven bij hen aan den gang te houden, en, wat het meeste afdeed, door een regt van pas komende onderfteuning in geld en fchone beloften, hunne armoede om te koopen -—(*). Slegts weinigen onder hen waren zo min betekenende, dat zij niet, al ware het ook maar door verwantfchap met meer vermogenden, enigen invloed bezaten: en allen te zamen, zo het gelukte hen te verenigen, konden ene gedugte ftem tegen den Troon verheffen. Velen uit dezelven hadden zig reeds voor de Nieuwe Leer verklaard, of waren ten minften heimelijk haar toegedaan; en zelfs die genen onder hen, welke ijverige Katholijken waren, hadden ftaatkundige of bijzondere redenen genoeg, om zig tegen de Trentfche befluiten en de Inquifitie te verklaren. Allen, eindelijk, waren, door hunne verwaandheid alleen, reeds genoeg aangefpoord, om het enige tijdftip niet te laten voorbijgaan, waarin zij, bij mogelijkheid, enig vertoon in de Republiek konden maken. Maar zo veel als men zig van ene vereniging dezer menfchen moge (*) Strada 52. I. DEEL. T III. BOEK.  290 DE AFVAL DER. III. boek, beloven, zo ongegrond en belachelijk zoude her geweest zijn, enigerhande hoop op enen enkelden onder hen te vestigen : ondertusfchen was het niet zo gemaküjk, zulk ene vereniging tot ftand te brengen. Om hen allen bijeen tc krijgen, daartoe moesten buitengewone toevallen medewerken; en ten gelukke deden dezen zig op. Ter gelegenheid van de Bruiloft des Heren montignij, enen der Nederlandfche Groten, alsmede van die des Prinfen alex ander van parma, welke beide ten dezen tijde te Brusfel gevierd werden, kwam een groot gedeelte van den Nederlandfchen Adel in deze Had bijeen. Bloedverwanten bezogten bij deze gelegenheid hunne Bloedverwanten; nieuwe vriendschappen werden gemaakt, en oude vernieud; het gefprek liep over den algemenen nood des Vaderlands; wijn en vrolijkheid ontfloten mond en hart; 'er werden wenken tot ene vereniging, en tot een verbond met vreemde Mogendheden, gegeven. Deze toevallige bijeenkomften bragten weldra opzettelijke voort; uit openbare gefprekken ontftonden geheime onderhandelingen. Het geval wilde, dat in dezen tijd twe Duitfche Edelen, de Graven van hol en van schwartsen berg, zig in de Nederlanden bevonden, welke onophoudelijk bezig waren, met grote verwagtingen van na-  NEDERLANDEN. ügi bufigen bijftand te verwekken (*). Reeds enigen tijd te voren, had Graaf lodiwijk van Nasfau, in perfoon, diergelijke onderhandelingen aan verfcheidene Duitfche Hoven geopend (f). Enigen willen zelfs, dat 'er geheime boden van den Admiraal colignij, omtrent dezen tijd, in Braband gezien zijn; 't welk egter met reden in twijfel getrokken wordt. Was ooit een fiaatkundig tijdftip, tot het ondernemen van ene verandering, gunftig, zo was het dit. Een vrou aan het roer van Staat; de Stadhouders der onderfcheidcne Gewesten misnoegd, en tot oogluiking geneigd; een gedeelte van het Staatsligchaam geheel buiten werkfaamheid; geen leger in de Provinciën; het weinige Krijgsvolk reeds lang morrende over de agterblijvende betaling, en te vaak door valfche beloften bedrogen, om zig door nieuwe te laten verleiden; deze benden, daarenboven, aangevoerd door Bevelhebbers, die de Inquifitie in hun hart verfoeiden, en zig gefchaamd zouden heb* ben, om voor haar het zwaard opteheffen; geen geld bij kas, om fpocdig genoeg nicu krijgsvolk te werven, en even zo weinig om Buitenlanders te hu- (*) Burg. 150. Hopper. 67 68. Ct) Ook was de Prins van oranje niet te vergeefs zo plotfeiijk uit Brusfel verdwenen, om de verkiezing van enen Roomfchen Koning, te Frankfort, bij te wonen. Ene verzameling van zo vele Duitfche Vorften moest voor ene onderhandeling zeer gunftig zijn. Strada 84. ■ T 2 nr. boek»  292 DE AFVAL DER HI. boek (*) Grot. 19. Buicund. i54< ren; het Hof te Brusfel, zo wel als de drie Kollegiën, door twcdragt inwendig | verdeeld, en door zedeloosheid bedorven; de Landvoogdes zonder volmagt, en de Koning verre van de hand; de aanhang van dezen in het Land gering, onzeker en moedeloos; de tegenpartij talrijk en vermogend; twe derde gedeelten des volks tegen het Pausdom verbitterd, en belust opÖ verandering — welk ene beklaaglijke naaktheid der Regering, en hoe veel beklaaglijker nog, dat deze naaktheid bij hare vijanden zo wel bekend was! (*) 'Er ontbrak nog, om zo vele hoofden tot één doel te verenigen, een Aanvoerder, en een veelbeduidende naam, om aan derzelver eerfte ondernemingen , in de Republiek, enig gewigt bijtezetten. Beiden vond men in Graaf l ode wijk van nassau, en hendrik van bredero- d e, zijnde beiden van den eerften Adel des Lands, die zig vrijwillig aan het hoofd der onderneming ftelden. L ode wijk, broeder des Prinfen van oranje, bezat vele voortreffelijke hoedanigheden, welke hem waardig maakten, om op zulk een belangrijk toneel te verfchijnen. Te Geneve, waar hij de wetenfehappen had beoefend, had hij den haat tegen Geestelijke dwingelandij, en de liefde voor den nieuwen Godsdienst ingezogen, en bij zijne terugkomst niet verzuimd, voor deze grondftellingen aanhangers in zijn Vaderland te werven,  NEDERLANDEN. 293 De Republieksgezinde vlugt, welke zijn geest aan die zelfde School genomen had, onderhield in hem enen blakenden haar tegen alles wat Spaansch heette, welke haat alle zijne daden befluurde, cn hem niet dan met zijnen laatfien adem verliet. Pausdom en Spaanfche Regering waren in zijn gemoed een en het zelfde, gelijk zij ook inderdaad waren; en de afkeer, welken hij voor het ene voedde, hielp zijnen weerzin tegen de andere verfterken. Zo zeer als de beide broeders in genegenheid en afkeer overëenflemden, zo ongelijk waren de middelen, waardoor zij die beide hartstogten voldeden. Den jongfien broeder veroorlofde het driftige bloed van zijn geitel en zijne jeugd die buigfaamheid niet, waardoor de ander zijn doel wist te bekruipen. Zo diep de gedagten van den laatfien zig verborgen hielden, zo open en bloot lagen alle de aandoeningen van den jongfien broeder; zo fiil en heimelijk als de hartstogt in de ziel van willem gloeide, zo hevig woedde dezelve op het gelaat van lodewijk. Een koel bedaard voorkomen bragt den eerflen langfaam, maar zeker, tot zijn doel, terwijl ene doorknede voorzigtigheid hem de zaaken ontworp; lodewijk had aan ene dolle drift, die wat haar ook voorkwame onder den voet liep, alles te danken, wat hij groots verrigtte, zo wel als alles, wat hij bedorf. Hierom was willem een Veldheer, en lodewijk nooit meer dan een Geluk T 3 IIT. boek  204 DE AFVAL DER III. boek. zoeker; een welgelpierden arm, wanneer hij door een wijs hoofd beftuurd wierd. Hardnekkig en- volftandig bleven beide broeders hunnen eerilen haat, zo wel als hunner eerfte liefde, getroiu maar de goede zaak had enen zekerder borg in willem's voortreffelijk verftand, dan in den ftouten moed van deszelfs broeder. Het was bij een gelukkig toeval, dat Vaderland, Waarheid en Vrijheid, het eerfte bezit van lodewijk's hart genomen hadden, maar van het hart zijns broeders waren zij, fchoon ook later, verzekerd. Lodewijk's eens gegeven woord gold voor altoos; zijne verbindtenisfen verduurden- alle wisfelvalligheden, omdat zij in het nijpen van den nood waren aangegaan, en vermits het ongeluk vaster banden legt, dan de ligtzinnige voorfpoed. Zijnen broeder en deszelfs zaak minde hij even zeer, en voor deze liet hij het leven. Hendrik van brederode, Heer van Vianen en Burggraaf van 'Utregt, was een Afftammcling van de oude Graven van Holland, welke dat Gewest voorheen als oppermagtige Vorften beheerschtcn. Deze betrekking maakte hem dierbaar voor een volk, onder welk de gedagtenis aan zijne range Heren nog volkomen in wezen, en zo veel te meer in zegeninge was^ hoe minder men bij de verandering gevoelde gewonnen te heb-  NEDERLANDEN. 295 ben. Dit geërfde aanzien kwam zeer te ftade aan de verwaandheid van enen man, die den mond f reeds vol had van den roem zijner Voorvaderen, en die mee deste groter vermaak tusfehen de puinhopen der vergangene heerlijkheid omdoolde, hoe meer het gezigt op ■ zijnen tegenwoordigen toeftand van troost ontbloot was. Buiten alle waardigheden en bedieningen gefloten, waarop de hoge gedagten van zigzelven, en de Adel van zijn geflagt, hem ene regtmatige aanfpraak fchenen te geven, (want een Escadron ligte Ruiterij was alles, wat men hem toevertroude,) rekende hij zig bevoegd om op de Regering te fchimpen, en derzelver maatregelen met ftoute fmaadredenen aantevallen. Hierdoor kieeg hij het Volk aan zijn fnoer. Ook was hij heimelijk aan dc Hervormde Leer toegedaan; dog minder, dewijl zijne beter --ertuiging zig" daarvoor had bepaald, dan wel omdat het een afval was. Hij bezat meer rapheid van tong, dan welfprekendhei.1, en meer driestheid, dan moed: koen was hij, dog meer, omdat hij geen gevaar geloofde , dan omdat hij boven hetzelve verheven was. Lodewijk van nassau brandde van ijver voor de zaak, welke hij befchermde; brederode voor den roem van dezelve befchermd te hebben: gene vergenoegde zig met voor zijne partij T 4 ITT. boek.  III. boek. 096 DE AFVAL DER. te werken; deze moest aan 't hoofd vandezelve zijn. Niemand paste beter tot Voorganger van enen opftand; maar tot Befluurder van denzelven kon 'er naaulijks flegter uitkomen. Zo ijdel als in den grond zijne bedreigingen waren, zo veel nadruk en ontzag kon de waan van den groten hoop daaraan geven, ingeval het dezen in 't hoofd kwam, enen Pretendent in zijnen perfoon optewerpen. Zijne aanfpraken op de bezittingen zijner Voorouderen waren een ijdele naam; maar bij het algemene misnoegen was ook een naam reeds genoeg. In een boekjen, dat destijds onder het Vólk verfpreid werd, noemde men hem openlijk den Erfgenaam van Holland; en zekere beellenis van hem voerde dit trotfche :>mfchrift: Sim Brederodus ego, Batava non infima gentis Gloria, virtutem non unica pagina claudit (*). Behalven deze beiden, traden uit Jen voornamen Nederlandfchen Adel mede tot het Verbond, de jonge Graaf karel van mansveld, een zoon yan dien, welken wij onder de ijve•igfte voorflanders van 's Konings par:ij gevonden hebben; de Graaf van ic uilen burg, twee Graven van berken en van batenburg, johan (*) Burg. 3si. 352. Grot. ao.  NEDERLANDEN. ZQ7 van marnix, Heer van Thoulouze, FiLiP 'van marnix, Heer van St. Aldegonde, nevens enige anderen; en omtrent het midden van Slagtmaand, des jaars vijftienhonderd-vijf-en zestig, kwam dit Verbond, ten huize van zekeren van hammes, Wapen -koning der Vliesridderen, tot ftand (*). Zes menfchen waren het (f), die hier het lot van hun Vaderland, even als, op enen anderen tijd, de Eedgenoten de Zwitferfche Vrijheid, beflisten, de fakkel van enen veertigjarigen oorlog ontftaken, en den grond van ene Vrijheid leiden, waarvan zij zelve de vrugten niet zouden genieten. Het Verbond, zo wel als de eed, door van marnix eerst van allen ondertekend, was van den volgenden inhoud: „ Nademaal zommige kwalijk -gezin„ de perfonen, bewimpelende hunne , ftaatzugt en gierigheid met ijver voor „ het Katholijke geloof, zijne Majcs„ teit overgehaald hebben, om de v«r„ foeilijke Inquifitie in deze Landen „ intevoeren, (een Regtbank, ftrijdig „ met alle Godlijke en menschlijkc „ wetten, en die alle barbaarfche in ?, rigtingen van het blinde Heidendom. (*) Een ijverig Knlvinist, en de driftig fte werver voor het Verbond, die zig beroem de wel tweduizend Edelen daartoe overgehaald i hebben. Strada ii8. (t) Burg. isó. Strada noemt 'er negen fWAUZNAAR elf.] T < IIÏ. boek.  HI. BOEK. &9% DE AFVAL DER „ in onmenschlijkheid overtreft, welke „ alle andere magt aan de Inquifitie„ meesters onderwerpt, de menleken „ tot ene altoosdurende flavernij ver„ nedert, en door hare bedekte lagen, ,, den eerlij'kften Burger onophoudelijk „ aan den fchrik des doods blootftelt, „ zodat het enen Priester, enen trou„ lozen vriend, enen Spanjaard, met „ één woord, eiken deugniet vrijftaat, „ wien en wanneer hij maar wil, „ voor deze Regtbank aanteklagen, „ te doen gevangen nemen, veroor„ delen en ftraffen, zonder dat het „ dezen vergund zij, zijnen Befchul„ diger te weten, en bewijzen van „ zijne onfchuld bijtebrengen) zo heb,, ben wij Ondergetekenden ons ver„ bonden, om voor de veiligheid van „ onze huisgezinnen, goederen en per„ fonen te waken. Ten dien einde „ hebben wij ons door een heilig „ Verbond te zamen verenigd, en be„ loven met plegtigen ede, het in„ voeren der Inquifitie, uit al ons „vermogen, te zullen beletten, 't 3 zij men dat heimelijk of in 't „ openbaar, en onder wat naam „ ook, .mogt beproeven. Tevens be, tuigen wij 'er zeer verre af te , zijn, van tegen den Koning, on, zen Heer, iets nadeligs voor, tehebben; veeleer hebben wij al, lep ons onveranderlijk voorgenomen, , 's Konings bewind te onderfteunea  NEDERLANDEN. 299 „ en te befchermen, de rust te bewaren, en allen oproer naar vermogen te fluiten. Ingevolge dit voor„ nemen, hebben wij gezworen, cn „ zweren bij dezen , de Regering heilig te zullen houden, en haar 11 met woorden en daden te cerbie.digen, waarover wij God Almagtig „ tot getuigen aanroepen. „ Verder beloven en zweren wij, el„ kandcr onderling ten allen tijde, en „ op alle plaatfen, tegen allen aan,' val te zullen dekken en befchermen , voor zo verre die punten ^ betreft, welke in dit Verbond zijn ,' uitgedrukt. Wij verpligten ons hier„ mede, dat generhande aanklagte on„ zer vervolgers, met welken naam de', zelve ook opgefchikt worde, zij moge „ muiterij, afval of anders heten, ons „ van onzen eed tegen hem, die aangeklaagd is, zal kunnen ontheffen, " of ons van onze belofte omtrent „ hem ontdaan. Gene handelwijze, die „ tegen de Inquifitie gerigt is, kan „ den naam van Opftand verdienen. „ Alwie derhalven uit dien hoofde in \, hegtenis wordt genomen, dien ver„ binden wij ons hier, naar ons ver,, mogen, te zullen helpen, en hem, „ door alle geoorloofde middelen, zij„ ne vrijheid weder te geven. Hier„ in, gelijk mede in alle overige „ regelen van ons gedrag, maar in„ zonderheid tegens de Regtbank det III. BOEK.  m. boek. | 1 ] 3 « 300 DE AFVAL DER „ Inquifitie, onderwerpen wij ons aan „ het algemene oordeel van het Verbond, „ of wel van die genen, welken wij „ eenparig als onze Raadslieden en „ Hoofden erkennen zullen. „ Ter bevestiging dezes, en ter be„ kragtiging van dit Verbond, beroe„ pen wij ons op den heiligen naam „ des levenden Gods, des Scheppers „ van Hemel en Aarde, en van al„ les wat daarin is, die de harten, „ de gewetens en de gedagten be„ proeft, en die de zuiverheid van n de onzen kent. Hem bidden wij „ om den bijfiand van zijnen Heili„ gen Geest, opdat ons voornemen „ met geluk en eer gekroond wor„ de, tot verheerlijking van zijnen i, Naam, en tot zegen en beflendi, gen vrede des Vaderlands" (*). Dit Verbond, Compromis geheten, verd dadelijk in verfcheidene talen overrebragt, en fnellijk door alle Gewesen verfpreid. Elk der verbondene Edeen bragt al wat hij van vrienden, )loedverwanten, gunfielingen en bedienlen had, te zamen, om het Ver)ond fpoedig tot een groot ligchaam e maken. Men hield grote maaltijlen, welke gehele dagen lang duurlen: onwederftaanbare verzoekingen voor len zinlijk, lugtig flag van lieden, bij velken de diepfie ellenden den lusx 00 Burg. 15Ö, 155. Strada 118.  NEDERLANDEN.' 301 tot een vrolijk leven niet hadden kunnen verdoven. Wie zig daar liet vinden, (en elk was 'er welkom,) werd door voorkomende verzekeringen van vriendfehap vermurfd, door wijn verhit, door het voorbeeld medegefleept, en overweldigd door het vuur enei woeste welfprekendheid. Velen ftuurde men de hand ter ondertekening; wie twijfelde, werd gefcholden, wie fchroomde, bedreigd, en de welgezinden overfchreeud; menigeen wist in 'r gehee niet, wat het eigenlijk was,_ waa: onder hij zijnen naam fchreef , et fchaamde zich eerst lang daarna t< vragen. De algemene zwijmel lie gene keus over; velen dreef bloo Uitzinnigheid tot de partij; een aan zienlijke broederfchap lokte de genr gen; den vreesagtigen gaf het grot getal moed. Men had zig van d list bediend, om de namen en z< gels van den Prins van oranji de Graven van egmond, hoor* me gen en anderen, bedrieglijk nat maken; een kunstgreep, waardoor ve honderden voor het Verbond gewo oen wierden. Bijzonder had men h hierbij ook op de Officieren van h leger gemunt, om zig in alle g vallen van dezen kant te dekken, b aldien het tot geweld mogt komc Met velen gelukte het, vooral m die van minderen rang, en Gra br ederode trok zelfs tegen en HL boek. [ l e e 1 ie 1et:t lis p a. et af >n  302 DE AFVAL DER ITT. « o f. K. i i ( c \ c J e g e h O Strada irp. Burgund. 159.—161. Vaandrig, die zich bedenken -wilde,1 den degen. Menfchen van allerlei rang en ftand tekenden. De Godsdienst maakte geen onderfcheid; zelfs Katholijke Priesters voegden zig bij het Verbond. De beweegredenen waren niet bij allen de "zelfde, maar bij allen werd het zelfde voorgeven gebruikt. Den Katholijken was het blotelijk om de affchaffing der Inquifitie, en verzagting der Plakaten, te doen; de Proteftanren beoogden ene onbepaalde vrijheid van geweten. Zommige dolzinniger hoofden voerden niet minder in den fchild, dan ene gehele omkering van het tegenwoordige beftuur; en de behoeftigften onder hen houden ene veragtelijke hoop op de algemene omkering (*). Een affcheids-maal, dat juist omrent dezen tijd aan de Graven van ;chwartsenberg en hol te Bre!a, en kort daarna te Hoogftraten, [egeven werd, trok velen van den erften Adel ^naar beide plaatfen, on!er welken zig reeds verfcheidene beonden, die airede het Verbond haden ondertekend. De Prins van orane, de Graven van egmond, hoorn n van me gen, waren mede bij dit astmaal tegenwoordig, zonder affpraak renwel, en zonder dat zij zelve tot et Verbond behoorden; fchoon een  NEDERLANDEN. 303 van egmond's Geheimfchrijvers, en enige Bedienden der overigen, zig openlijk bij het zelve hadden gevoegd. Bij dezen maaltijd nu, verklaarden zig reeds driehonderd voor het Verbond, en de vraag werd opgeworpen, of men zig gewapend, dan ongewapend, met een Aanfpraak of Verzoekfchrift, tot de Landvoogdes zou vervoegen. Hoorn en oranje (egmond wilde op generlei wijze de onderneming bevorderen,) werden hierbij tot fcheidslieden geroepen, welke voor den weg van befcheidenheid en onderdanigheid beflisten, doch juist hierdoor gelegenheid gaven tot de befchuldiging, dat zij de onderneming der Zamen gezworenen vrij openlijk onder hunne befchcrming genomen hadden. Men befloot dus, ongewapend, en met een Verzoekfchrift te verfchijnen, en 'er werd een dag bepaald, waarop men te Brusfel bijëen zou komen (*). De eerde wenk van dit Verbonc der Edelen werd der Landvoogdesfe door den Graaf van megen, dadelijk na zijne wederkomst, gegeven „ 'Er werd", zeide hij, „ ene on „ derneming gefmeed, waarin drie „ honderd van den Adel begrepen wa „ ren; het gold den Godsdienst; d< „ gezamenlijke deelgenoten hadden zi{ (*) BVEG, 150. 166. III. b o ek»  504 DE AFVAL DER III. boek. J (*) Hopru. 69. 70. Burg. 166. 167. „ door enen eed verbonden; zij maak* „ ten groten ftaat op buitenlandfche „ hulp; het overige zoude zij binnen „ kort vernemen". Meer zeide hij haar niet, hoe fterk zij 'er ook op aandrong. „ Een Edelman had het „ hem onder het zegel van geheim„ houding toevcrtroud, en hij had zijn „ woord van eer daarvoor verpand". Eigenlijk was het niet zo zeer deze kieschheid, omtrent het punt van eer welke hem terug hield, van zig verder te verklaren, als wel zijn afkeer van dc Inquifitie, aan welke hij niet gaarn enen dienst wilde bewijzen. Niet lang na hem ftelde Graaf egmond de Landvoogde&fe een Affchrift van het Verbond ter hand, waarbij hij haar tevens de namen der Eedgenoten, enige weinigen uitgezonderd, opgaf. Ten zelfden tijde fchreef de Prins van oranje aan haar: „ 'Er „ werd," zo hij hoorde, „ een leger „ geworven; vierhonderd Officieren wa- ren airede benoemd, en binnen kort „ zouden 'er twintig duizend man in de „ wapenen verfchijnen". Dus werd het ;erugt, door telkens nieuwe bijvoegrels, zo wel als in eiken mond, het revaar meer en meer vergroot (*). De Landvoogdes, door den eerften "chrik dezer tijding bedwelmd, en door niets  NEDERLANDEN. 305 niets dan vrees beftuurd, raapt in allerijl bijeen , allen die uit den Raad van Staten juist te Brusfel bij der hand waren, en laat tevens door enen dringenden brief den Prins van oranje, benevens den Graaf van hoorn, verzoeken , om hunne verlatene plaatfen in den Raad weder intenemen. Eer dezen nog aangekomen waren , overlegt zij met egmond, megen en barlaimont, wat befluit 'er in deze hachlijke omftandigheden dieride genomen. De vraag was, of het best ware dadelijk de wapenen optevatten , of van den nood ene deugd te maken, cn den Verbondenen hunne begeerte intewilligen ; dan, eindelijk, of men hen door beloften en ene fchijnbare infchiklijkheid zo lang zoude ophouden , tot dat men tijd had om regels voor zijn gedrag uit Spanje tc bekomen , en zig van geld en krijgsvolk te voorzien. Tot het eerfte ontbrak het nodige geld, en het niet minder nodige vertrouwen op het leger, dat misfehien reeds door de Verbondenen was overgehaald. Het twedc zou nimmer door den Koning worden goedgekeurd, en ook eer daartoe ftrekken, om den trots van het Eedgenootfchap te verheffen, dan tc vernederen; daar integendeel ene gepaste zagtheid en ene fpoedige onbepaalde vergiffenis van het gebeurde, het oproer mogelijk nog in de wieg zou kunnen fmoren. Het I. deel. V III; boek;  306 DE AFVAL DEK m boek. laatfte gevoelen werd door mecen en egmond verdedigd, dog door barlaimont bedreden. „ Het gerugt," zeide deze, „ had de zaak vergroot; „ onmogelijk kon ene zo gedugte wa„ pen - toerusting zo heimelijk en met ,, zulk een' fpoed zijn toegegaan. Het was ., een rot van enige degte lieden, door „ twe of drie dwepers opgedookt, en „ niets meer. Dc rust zou dra herdeld „ zijn, wanneer men enige koppen had ,, afgedagen." De Landvoogdes beduit het oordeel van den vergaderden Raad van State af te wagten, dog blijft intusfehen niet dil zitten. De vestingwerken van de voornaamde plaatfen werden bczigtigd, en, waar zij befchadigd waren , herdeld ; hare Afgevaardigden aan vreemde Hoven worden gelast hunnen ijver te verdubbelen; vliegende boden naar Spanje gezonden. Te gelijk doet zij haar best, om het gerugt van de nabij zijnde overkomst des Konings van nicus tc verfpreiden, en in haar uiterlijk gedrag de dandvastighcid en bedaardheid te vertonen van iemand, die den aanval vcrwagt, en niet fchijnt voor denzelvcn te bezwijken. Met het einde van Lentemaand, en dus vier volle maanden na het opdel des Verbonds, vergaderde de gehele Raad van State te Brusfel. Hierbij waren tegenwoordig de Prins van oranje, (*) Strada 120. Burgund. 168, ió>  NEDERLANDEN. 3a? de Hertog van aarschot, de Graven van egmond, van bergen, van megen, van aremberg, van hoorn, van hoogstraten , van barlaimont en anderen, de Heren van möntigny en hachicourt, allen Ridders van het Gulden Vlies, benevens den Prefident viglius, den Staatsraad bruxelles, en de overige leden van den Geheimen Raad (*). Hier werden reeds verfcheidene brieven ten voorfchijn gebragt, welke van het ontwerp der zamenzwering nader berigt gaven. De uiterfte verlegenheid, waarin de Landvoogdes zig bevond, gaf den Misnoegden enen fteun, waarvan zij niet in gebreke bleven tans gebruik te maken, en hun lang onderdrukt gevoel bij deze gelegenheid in Woorden te uiten. Men veroorloofde zig bittere bezwaren tegen het Hof zelf , en tegen de Regering intebrengen. „ Nog onlangs," liet de Prins van oranje zig uit, „ heeft de Ko„ ning veertigduizend gulden aan de Koningin van Schotland toegefchikti ,, om haar in hare ondernemingen te„ gen Engeland te onderfteunen, en „ zijne Nederlanden laat hij onder den „ last hunner fchulden zugten. Dog om ,, van het ontijdige dezes onderftands, „ en deszelfs flegt gevolg (f) niet eens (*) Hopper. 71. 72. Burg. 173. (f) Dit geld was in de handen van Ko ningin elisabet gevallen. V % lil boek.  ■3o8 DE AFVAL DER ra. boek ,i te fpreken, waarom haalt hij ons den , „ toorn ener Vordin op den hals, die „ ons als Vriendin zo waardig, maar als Vijandin zo gedugt is?" Ook kon de Prins bij deze gelegenheid zig niet onthouden te reppen van den heimelijken haat, welken de Koning tegen het huis van Nasfau, en tegen hem in 't bijzonder, voedde. „■ Het is bekend," zeide hij, „ dat hij met de erfvijan„ den van mijn huis beraadflaagd heeft, „ mij, om 't even op welke wijze, „ van kant te helpen, en dat hij met „ ongeduld flegts ene gunfiige gelegen„ heid daartoe afwagt/' 's Prinfen voorbeeld opende mede den mond aan den Graaf van hoorn en vele anderen, die met veel drifts over hunne eigene verdienden en de ondankbaarheid des Konings uitweidden. De Landvoogdes had moeite om het gedruis te dillen, en de aandagt op het eigenlijke onderwerp der Vergadering te bepalen. De vraag was, of men den Verbondenen, welke men nu wist dat zig met een Verzoekfchrift ten Hove zouden vervoegen, gehoor zou geven, dan niet ? De Hertog van aarschot, de Graven van aremberg , Van megen en bar- laimont ftemden daartegen. „ Waar„ toe vijfhonderd menfchen," zeide de laatfte, „ om een klein gefchrift over„ tegeven? Deze tegendclling van ne„ derigheid en notschheid beduidt niets „ goeds. Laat hen enen agtenswaardigen  NEDERLANDEN. 30? „ man uit hun midden, zonder ftaat" fij, zonder aanmatiging, tot ons zcn„ den, en langs dezen weg hunne be„ geerte aan ons voordragen. Dat men „ hun anders de deur toefluite, of, zo „ men hen al wil binnen laten, dat ,, men hen dan op het itrenglle gade „ fla, en dc eerfte (loutheid, waaraan „ een van hun zig fchuldig mogt ma„ ken , met den dood ltraffe." De Graaf van m an s veld , wiens eigen zoon mede tot de Verbondenen behoorde, verklaarde zig insgelijks tegen de Partij ; hij had gedreigd zijnen zoon te onterven, zo hij zig niet aan het Verbond onttrok. Ook de Graven van me gen en a rem berg maakten zwarigheid , om het Verzoekfchrift aantene^ men. - Maar de Prins van oranje, dc Graven van egmond, hoorn, hoog straten cn meer anderen, Hemden 'e: met nadruk voor. ,, Dc- Verbendenen,: verklaarden zij, ,, (tonden bij hun al „ menfchen van eer en deugd bekend „ met velen uit dezelve waren zij doo „ banden van vriendfehap en bloedver „ wantfehap verknogt, en zij durfde: „ voor derzelver gedrag inftaan. Ec „ Verzoekfchrift intelevercn Hond elke „ Onderdaan vrij ; zonder onregtvaardi „ te zijn kon men een zo aanzienlij „ gezelfchap geen regt weigeren, „ welk de geringde mensch in de ,, Staat mogt genieten." Het befluit yïi dus, daar- de meeste (temmen voor d HT. boek. i > r 1 1 j T 3 fc 't n :1 LE v  III. Soek, . verichenen, en zig met belcheidenheid gedroegen. De kibbelarijen tusfehen de leden van den Raad, hadden het gröotfte gedeelte van den tijd weggenomen , zodat men de verdere raadpleging tot ene twede zitting moest uitftellen, welke dadelijk den volgenden dag werd geopend (*_). Om de hoofdzaak niet, gelijk den. vorigen dag, in nutteloze klagten te verliezen, fpoedde de Landvoogdes ditmaal regelregt naar het doel. „ Bre„ derode," zeide zij; „ zal, gelijk onze bérigten luiden, in naam van. ,, her Verbond ons om de affchaf„ fing der Inquifitie , en verzagting „ der Plakaten komen verzoeken. Het „ oordeel van mijnen Raad moet mij „ bepalen, wat ik hem zal antwoor„ den; dan, eer dezen hunne gevoe„ lens voordragen , zij het mij ver„ gund, een woord te laten vooraf,, gaan. Mij is gezegd, dat 'er ve„ len, ook zelfs onder U, Mijne „ Heren! gevonden worden, welke de „ Geloofs - Plakaten van den Keizer, „ mijnen Vader , openlijk aanranden , „ en dezelve den Volke als onmenfchelijk en barbaarsch affchilderen. „ Nu vrage ik U, Gij Ridders van „ het Vlies, Raden van zijne Maje- (_*") Strada iai. 122.. $lo DE AFVAL DER gevoelen waren, de Verbondenen toctelaten, mids dat zij ongewapend  NEDERLANDEN. JU , fteit en van den Staat, of gij niet " zelve uwe Hemmen tot deze Plakaten j *' hebt gegeven? of de Staten des Lands , " dezelven niet als wettelijk verbindende ',' erkend hebben? Waarom keurt men " tans af , wat men. voormaals voor " wettig verklaarde? Of is het daar" om, wijl het tans meer dan ooit \\ noodzakelijk is geworden? Sint wanneer is de Inquifitie in de Neder" landen iets zo ongewoons geworden? Heeft de Keizer dezelve niet reeds voor zestien jaren ingevoerd, en waarin zou zij wreder zijn, dan de Pla' katcn ? Zo men toeitemt, dat deze " laatfien een werk van wijsheid ge" weest zijn; zo de algemene goedkeu„ ring der Staten dezelve bekragtigd ", heeft; waarom dan dat misnoegen " tegen de eerstgenoemde, welke tog " veel menfcheiijker is dan de Plaka" ten, wanneer deze volgens den letH ter worden nagekomen? Spreekt tans " vrij uit, ik wil uw oordeel hierme" de zijne vrijheid niet benemen, maar " het is ook uwe zaak, toe te zien, dat hetzelve niet door drift over" heerscht worde." De Raad was, gelijk gewoonlijk, in twe gevoelens verdeeld ; dog die weinigen , welke de Inquifitie en de letterlijke nakoming der Plakaten vooritonden, werden zeer verre door de tegenpartij, welke den Prins van oranje aan 't hoofd had, overftemd. „ Had men tog," du* ving hij V A III. boek. V  m BOEK. I £*) Strada 123. 124. 312 DE AFVAL DER aan, „ mijne voorftellen der overwe-* „ ginge waardig gekeurd, toen zij nog „ maar verre afzijnde bekommeringen wa„ ren, dan zou men niet daartoe heb-. „ ben behoeven te komen, om de uiter,, fle middelen te beproeven; dan zou„ den menfchen, die in dwalingen ver„ keerden, niet door die zelfde maat„ regelen , welke aangewend werden, „ om hen daarvan terug te brengen, „ dieper in dezelve verzonken zijn. „ Wij allen, gelijk gij ziet, ftemj, men in de hoofdzaak overeen. Wij „ allen wenfchen den Katholijken Gods„ dienst buiten gevaar te zien ; kan „ dit niet zonder hulp der Inquifitie „ te werk gefield worden, welaan, „ zo bieden wij goed en bloed ten is dienfte van haar aan; • maar juist „ dit is het, gelijk gij hoort, waar„ over de mcesten onzer geheel an„ ders denken." (*) ,, 'Er is ene tweërlei foort van In„ quifitie, waarvan dc Roomfche Stoel „ zig de ene aanmatigt, terwijl de r, andere federt onheugelijke tijden door ,, de Bisfchoppen is geoefend. De , kragt des vooroordeels en der ge, woonte heeft ons de laatfte ver, draaglijk en ligt gemaakt. Deze zal , in de Nederlanden weinig tegenftands , vinden , en het vermeerderde getal , van Bisfchoppen zou dezelve genoeg-i  NEDERLANDEN. 3U ?, faam maken. Wat doet men dan „ tog mee de eerfte, wier blote naam P, alle gemoederen in oproer brengt? „ Zo vele volken misfen dezelve, en „ waarom moet zij dan ons juist wor,, den opgedrongen? Voor l u t h e r „ heeft niemand haar gekend; de Kei-, „ zer was de eerlte, die haar in„ voerde; maar dit gelchiedde in enen „ tijd, toen 'er gebrek was aan Gees„ telijke Opzieners; toen de weinige „ Bisfchoppen zig daarenboven traag „ betoonden, en de zedenloosheid der „ Geestelijken hen van het Regteramt „ uitfloot. Tans is alles veranderd; „ tans tellen wij zo vele Bisfchop„ pen, als 'er Landfchappen zijn. Waar-, ,, om zou het beftuur zig niet fchik„ ken naar dc tijden ? Zagte middc„ len hebben wij nodig, maar gene „ harde. Wij zien 's Volks misnoe„ gen, welk wij moeten zoeken te „ Rillen , .zal het niet tot oproer „ overflaan. Met den dood van pius „den vierden is de Volmagt der „ Inquifiteurs ten einde gelopen ; dc „ nieuwe Paus heeft nog gene bc,, kragtiging overgezonden, zonder wel„ ke tog anders niemand zig onder„ wonden heeft , zijn amt tc oefc„ nen. Nu is het derhalven de tijd, „ dat men haar kan opfchorten, zon?, der iemands regten te benadelen." „ Het gene ik omtrent de Inquifr & tie oordele, geldt ook ten opzig V § IR. boek.  SI4 DE AFVAL DER III. BOEK. 1 : I ,, te der Plakaten. De nooddwang der „ tijden heeft die afgeperst; maar die „ tijden zijn nu voorbij. Ene zo lang„ durige ondervinding behoorde ons nu ,, eindelijk geleerd te hebben, dat te„ gen Ketterij geen middel weiniger „ helpt, dan zwaarden en brandlta„ pels. Welke ongelooflijke vorderingen „ heeft niet de nieuwe Godsdienst, „ federd maar weinige jaren, in deze „ Gewesten gemaakt! en wanneer wij „ de gronden van dezen aanwas na„ gaan, zullen wij die vinden in de v roemrijke ftandvastigheid der genen, „ die als flagtoffers voor dezelve ge„ vallen zijn. Vervoerd door medelijw den en verwondering, begint men „ in flilte te vermoeden, dat het wel „ waarheid moet zijn , wat met zulk , enen onverwinlijken moed wordt fiaan, de gehouden. In Vrankrijk en Engeland , werden de Protcllanten met dezelf, de ftrengheid behandeld, maar heeft „ men daar meer dan bij ons ge, wonnen ? De eerfte Christenen be, roemden zig reeds, dat het bloed , der Martelaren het zaad hunner Ker, ke was. Keizer juli aan, de ge, dugtfle vijand, welken het Christen, dom ooit gehad heeft, was van , deze waarheid ten fterkflen overtuigd. , Verzekerd , dat vervolging het En, thufiasmus flegts meer ontftak, nam , hij zijne toevlugt tot fpotternij, en , vond hierin een veel fterker wa-  NEDERLANDEN. 3»5 „ pen, dan in geweld. In het Gnek„ fche Keizerrijk zijn in onderfcheidene „ tijden onderfcheidene fekten opge„' ftaan; arius onder constant-ijk, „ AëTius onder constantius, nes„ tokius onder theodosius; dog „ nergens vindt men, dat tegen deze „ Dwaal-leeraars zclven , of tegen der„ zeiver aanhangers ftraffen zijn uitge„ voerd, gelijk aan die, welke in „ onze Landen ingevoerd zijn: en waar „ zijn tans alle die fekten gebleven, „ die, zou ik wel haast mogen zegden een gehele wereld niet fcheen " t&e kunnen bevatten? Maar zo gaai " het met de Ketterij: ziet men haai " met veragting voorbij, zo verzinki " zij in haar niet. Zij is een ijzer. ', dat, wanneer het ftil Hgt, verroest; maar door het gebruik Icherp wordt ' Men wende de ogen van haar af " en zij zal hare vermogendfte be „' koring verliezen, de betovering na ' melijk . van het nieuwe en verbo dene. Waarom willen wij' ons me vergenoegen met maatregelen, welk wij door zulke grote Vorften vmdei goedgekeurd? Voorbeelden kunnen on op de veiligfie wijze leiden." _ " Maar waartoe voorbeelden uit d „ oude tijden des Heidendoms, daa „ het roemrugtige voorbeeld van O „rel den vijfden, deil gTOOtfte „ der Koningen , voor ons ligt, dl „ eindelijk, door zo vele ondervmdir IH. boek. ( 1 i r i  'Jiff DE AFVAL DER ÉL boek. gen overreed, den bloedigen weg der „ vervolging verliet, en, vele jaren „ voor zijnen aflland van den troon, ,, tot zagtheid overging. Filips zelf, „ onze Genadige Heer, fcheen voor„ maals tot infchikkelijkheid over te „ hellen; dog de raadflagen van enen „ granvelle en zijns gelijken, leer„ den hem anders; met wat regt, mogen zij zelve goedmaken. Wat „ mij betreft, ik ben fint lang van „ oordeel geweest, dat de wetten zig „ naar de zeden, en de grondftellin„ gen naar de tijden moeten fchik^ „ ken , zullen zij anders een goed „ gevolg hebben. Ten befluite herin. ,, nere ik U nog' de naauwe ver? ,> ftandhouding, welke tusfehen de Hu„ genoten , en de Vlaamfche Prote-> „ Hamen ftand grijpt. Dat wij ons ,, tog wagten, hen meer te verbitter „ ren, dan zij tans reeds zijn. Laat }, ons omtrent hun gene Franfche Ka? „ tholijken zijn, opdat zij niet in 't „ hoofd krijgen de Hugenoten tegen „ ons te fpelen, en, even als dc,, zen, hun Vaderland in de akelighe„ den van enen burger-oorlog te ftor- ten." (*) (*) Burg. 174—180. Hopp. 72. Stra. da 123. 124. „ Niemand moet zig verwon„ deren," zegt burgunbius, (een fterke ijveraar voor het Katholijke Geloof, en de Spaanfche partij,) „ dat in de redevoering „ van dezen Prins zo veel wijsgerige kun-  NEDERLANDEN.' *»/ Het. was niet zo zeer de waarheid en het onwederlegbare der gronden , welke van de meerderheid in den Raad onderfteund werden , als veeleer de vervallen ftaat der krijgsmagt en de uitgeputte fchatkist, waardoor men verhinderd werd, het tegengeftelde gewapenderhand doortezetten , waaraan de Prins van oranje te danken had, dat zijne voorftellen voor ditmaal niet geheel zonder uitwerking waren. Om ten minften den eerden dorm afteweren , en den nodigen tijd te winnen, om zig beter tegen den zeiven in daat te dellen, kwam men overeen, den Verbon denen een gedeelte hunner verzoeker intewilligcn. 'Er werd bedoten , d( draf bevelen des Keizers te verzagten zo als hij zelf die verzagten zoude indien hij in den tegenwoordigen tiji weder opdond; zo als hij zelf eenmaal in gelijke omdandigheden, het niet be neden zijne waardigheid had geoordeel dezelve te verzagten. De Inquifitie zou waar zij niet was ingevoerd, agterblij ven; waar zij werkelijk plaats had zou zij op enen zagter voet worde gebragt, of wel geheel en al dil zii ten , dewijl de Inquifitie - meesters (z drukte men zig uit, om den Protc ftanten het geringe vermaak niet te gut jien, dat zij gevreesd werden, of d: „ de doordraait. Hij had dezelve in d< „ omgang met balduinus opgedaan." III. boek. I i 1 3 1-' .t  Hl boek. j ( < (*) Strada 124. 125. 3iS DE AFVAL DER men hunne verzoeken regt liet wedervaren) door den nieuwen Paus nog niet bekragttgd waren. De Geheime Raad werd gelast, dit befluit zonder verwijl aftevaardigen. Op die wijze voorbereid, wagtte men het Verbond af. (*) De Raad was nog niet gefcheiden, toen door gansch Brusfel alreeds de tijding klonk, dat de Verbondenen de Stad naderden. Zij beftonden flegts uit twehonderd paarden , doch dit getal werdt door het gerugt aanmerkelijk vergroot. De Landvoogdes, in grote verlegenheid, wierp de vraag op, of men den Inkomenden de poorten zou fluiten, of zig door de vlugt redden; Dit werd beide als fchandelijk verworpen; ook werd door de ftille Intrede der Edelen, de vrees voor enen geweldigen aanval weldra van grond ontbloot. Den eerften morgen na hunne aankomst vergaderden zij aan het huis van kuilenburg, waar hun door brederode een twede eed werd afgevraagd, hierin beflaande, dat zij zig verbonden , om, met agterftelling van alle mdere pligten, eikanderen, des noods jelfs met de wapenen , bij te ftaan. rlier werd hun ook een brief uit Spane voorgelezen, waarin gemeld werd, lat zeker Proteftant, dien zij allen kenlen en hoogagttcn, door een langfaam 'uur, levende aldaar verbrand was. Na  NEDERLANDEN. T'P deze en zoortgelijke voorbereidfelen, riep hij hen een voor een bij name op, liet hen , in hunnen eigen naam, en in naam der afwezenden, den nieuwen eed afleggen, en den ouden herhalen. De volgende dag, zijnde de vijfde van Grasmaand des jaars 1566, werd tot de overgave van het Verzoekfchrift vastgefteld. (*) Hun aantal was tans tusfehen de drieen vierhonderd. Onder dezen bevonden zig vele Leenmannen van den voornaamften Adel, alsmede verfchéidene Bedienden van den Koning zclvcn, en van dc Hertogin (f). Met den Graaf van nassau en brederode aan het hooid, trokken zij, in geregelde orde, vier aan vier , naar het Hof; gansch Brusfel volgde dit ongewone fchoufpel in ene ftille verbaasdheid. Men zag hier enen hoop menfchen, die moedig en trotsch genoeg optrokken,om niet als fmekenden te verfchijnen, aangevoerd door twe mannen , die men niet gewoon was te zien bidden; aan den anderen kant, zo veel orde, zo veel nederigheid en zedige ftilte, als met enen Opftand kwalijk is overeentebrengen. De Landvoogdes ontvang! den trein, door alle hare Raden en de Vlies-ridders omftuwd. „ Deze Edele Ne „ derlanders," dus fprak brederode haai met ene eerbiedige buiging aan, „ wel (*) Strada 126. (f) Hopper 73. III. BOEK.  S^o DE AFVAL DER III. üoek. 5 5 5 ( J ü ^en Uwe Hoogheid hier voor zig „ ziet, en nog veel meer, welke „ fpoedig zullen aankomen, verlangen ,, U een verzoek voortedragen, van „ welks gewigt, zo wel als van hun„ ne onderdanigheid, deze plegtige op4, togt U zal overtuigen. Ik, die uit „ aller naam het woord voere, bid„ de U dit Verzoekfchrift aantenemen* „ 't welk niets bevat, wat niet met „ 's Lands welzijn en 's Konings waar- „ digheid beftaanbaar is." < „ Zo „ dit Verzoekfchrift," antwoordde margareet, „ werkelijk niets behelst, „ wat met het welzijn des Vader„ lands, en de waardigheid des Kot, nigs ftrijdt, is 'er geen twijfel, of „ het zal gunstig worden aangeno- „ men." „ Zij hadden," voer de fpreker voort, „ met leedwezen ver„ nomen , dat men aan hunne ver,, bindenis verdagte oogmerken toefebreef* n en Hare Hoogheid ten nadele van „ hun had vooringenomen; hierom ver,, zogten zij Haar, dc inbrengers van zul,, ke zware befchuldigingen hun te noe, men, en dezen te noodzaken hun, ne aanklagte op ene wettige wijze , en openlijk te doen, opdat die ge, nen, welken men fchuldig zou vin, den, de verdiende ftraf mogten on» dergaan." — „ Men kon," antwoordle de Landvoogdes, „ haar gewislijk , niet verdenken, omdat zij, op de , nadelige gcrugtcn aangaande de oog- mer-  NEDERLANDEN. 3** £ merken en verbindenisfen der Bond„ genoten , nodig had geoordeeld, de ,, Stadhouders der Provinciën opmerk„ faam daarop te maken ; maar nimmer >, zou zij de aanbrengers van dat be„ rigt noemen : Staatsgeheimen te verra„ den," voegde zij met enen blik van ongenoegen hierbij , „ kon met geen „ regt van haar gevorderd worden." Nu befcheidde zij de Edelen tegen den volgenden dag, om het antwoord op hun verzoekfchrift te halen , waarover zij tans nog eens met de Ridders ging raadplegen (*> Het Verzoekfchrift was van aezen inhoud. „ De Nederlanders , Mevrou ! „ zijn, altoos en alomme , voor getrou A jegens hunne Vorsten vermaard ge„ weest ; met name de Edelen , die „ ook nog , zo zeer als ooit, geneigd „ zijn , de voctftappen der voorouderen „ te volgen. Dog de dienst, dien wij „ den Vorst tegenwoordig doen , moet „ voor den grootlten en voegelijkiten ge„ rekend worden , alfchoon wij 'er den „ ondank uwer Hoogheid door op der „ hals mogten halen. De Inquifitie is. „ vertrouwen wij , zo wel als de fcher„ pe Plakaten , met ene goede mening, „ door zijne Majefteit ingevoerd , er „ om te doen naarkomen, 't gene Kei- zer karel eertijds raadfaam geoordeelc (*) Hopper 73. StrAda 126. Burg. 182. 183. X III. boek.  Sas TfE AFVAL DER. lii. BOEK „ had. Doch de rijden verfchillen en ei* , „ fchen bijzondere hulpmiddelen. De . „ Plakaten , fchoon niet ten ftrcngften „ naargekomen, hebben reeds merkclij,, ke beroerten veroorzaakt. Wat heeft „ men anders te wagten , dan een' al» „ gemenen opftand , tot onherllelbaar be„ derf der Landen, zo ze , volgens „ 's Konings last , zonder enige mati„ ging, worden in 't werk gefield ? Wij ,, hadden gehoopt, dat de Heren of „ Staten reeds voorlang enig vertoog „ hierover zouden gedaan hebben ; doch „ zulks niet zijnde gevolgd , om rede„ nen , die wij niet bevroeden kunnen, „ hebben wij ons, volgens onzen eed „ en pligt , verbonden gerekend, om „ niet langer te zwijgen ; vertrouwende , „ dat zijne Majefteit ons dit niet kwa„ lijk afnemen zal, alzo wij , hebbende „ onze huizen en goederen meest, liggen „ in het open veld, bij enen gevrees„ den opftand , den eerften aanfioot lij— ,, den zouden , en ook niemand van „ ons , ja niemand in Nederland zijns „ lijfs zeker is, zo men de Plakaten ten ,, ftrengften wil hebben uitgevoerd ; ftaan„ de , in zulk een geval, elk bloot voor „ de haat van den eerften kwaadaartigen „ befchoidiger. Wij bidden uwe Hoog„ hcid dan ootmoediglijk , dat zij, zon,, der uitftel , iemand gelieve aftezenden aan den Koning, met ernllig ,, verzoek, dat zijne Majesteit in de ,, gemelde zwarigheden ten fpoedigffen  NEDERLANDEN. 3*3 u gelieve te voorzien , door het intrek. ken en te niet doen der Plakaten, ma- x „ kende nogtans, bij rade en bewilli- ; j, ging der algemene Staten, anderen „ in derzelver plaatfc. Wij fmeken daar„ enbovcn, dat uwe Hoogheid , ter„ wijl de Koning deze onze begeerte „ overweegt , de Inquifitie en Plakaten „ bij voorraad buiten uitvoering fielt, tot dat zijne Majesteit ander bevel ge„ ven mogt. Betuigende wij anderzins „ wel ernllelijk, onichuldig te willen „ gehouden worden aan alle dc kwa, de gevolgen, die uit het verwaar„ lozen van dezen goeden raad zou„ den mogen ontftaan. Wij hebben „ ons, als getrouwe dienaars en vas„ Uilen des Konings , gekweten van „ onzen pligt, zonder dien ergens in „ te buiten gegaan te zijn ; waarom wij „ te vlijtiger en te vuriger bidden , „ dat uwe Hoogheid gelieve te letten „ op ons verzoek, eer 'er meer on„ heil van kome : 't welk doende , „ zal zij wel doen (*) Den volgenden dag vcrfchcncn de verbondenen in gelijke ltaatfij, maar nog lterkcr in getal , (want de Graven van Bergen cn Kuilenburg wa- (*) Wij hebben hier hec verzoek _ letterlijk van wagen aar, die bor gevolgd is, overgenomen , daar de Heer schiller alleen bij vege van verhaal den inhoud daarvan mede deelt. V e u t a t e r. X 2 IIL : O E Ito  324 DE AFVAL DER III. BOEK. ren met hunnen aanhang intusfchen 'er bij gekomen) voor de Landvoogdes, om haar befluit te ontvangen. Dit was op den rand van het Verzoekfchrift getekend, en van dezen inhoud : „ Dc Inquifitie en de Plakaj, ten gansch en al optefchorten , „ ftond niet in haar magt ; dog zij „ was bereid om , overeenkomstig de „ begeerte der Verbondenen , énen uit „ den Adel naar Spanje te zenden, en „ hunne begeerten bij den Koning met „ alle magt te onderfteunen. Inmiddels ,, zou men den Inquifitie-meesteren aan„ bevelen, hun amt met gematigdheid „ waartenemen ; daartegen verwagtte zij ,, ook van de Verbondenen , dat zij zig „ vart alle gewelddadigheid onthouden, „ en niets tegen de Katholijken onder„ nemen zouden." Hoe luttel ook deze algemene en onzekere toezegging de Verbondenen te vrede ftelde , was dit evenwel alles, wat zij met enigerhande vvaarfchijnlijkheid voor eerst vcrwagten konden. De goedkeuring of verwerping van het Verzoekfchrift had met het eigenlijke oogmerk des Verbonds niets te doen. Voor het tegenwoordige was het genoeg, dat het flegts was opgerigt; dat 'er nu voordaan iets voor handen was, waaraan de geest des oproers zig vasthouden, waardoor men de Regering, zo dikwijls als het nodig ware, bevreesd maken kon. De Verbondenen handelden dus overëenkomftig hun  NEDERLANDEN. 3*5 ontwerp, dat zij zig met dit antwoord vergenoegden, en het overige op de uitfpraak des Konings lieten aankomen. , Daar over 't geheel het ganfche gochelfpel van dit verzoek alleen maar uitgevonden was, om het ftouter ontwerp des Verbonds, agter dit masker van verzoekenden zo lang te verbergen, tot dat het genoegfame kragtcn zou hebben gekregen, om zig in zijne ware gedaante te vertonen; moest hun veel meer aan de genoegfaamheid van deze mom, en aan een gunftig onthaal van het Verzoekfchrift, dan aan een fpoedige toeftemming gelegen zyn. Zij drongen hierom in een twede Gefchrift, drie dagen .later overgegeven, op een uitdrukkelijke verklaring van de Landvoogdesfe, „ dat „ zij niets anders, dan hunnen pligt had. „ den gedaan, cn dat alleen ijver voor „ den dienst des Konings hen beftuurd „ had". (*) Als de Hertogin van deze verklaring niets repte, zonden zij, reeds buiten gegaan zijnde, nog iemand aan ( * ) En bijgevolg was deze hun , flipt genomen, nog groten dank daarvoor fchuldig, 3al zij het op zig genomen hadden, hem tegel zijne eigene inftelïingen te verdedigen ; wan anders zeide de inhoud van het Compromis toj niet. Zij fcheidden, vrij fpitsvindig, het werf van zijnen Maker, befchouden de Inquifitie al: zijne en hunne gemene vijanden, en hielden zig als of Zij niet wisten, dat hij zelf de gen< was, die hun dezelve opdrong, en dat he dus alleen op hem aankwam, hen daarvan ti bevrijden, X 3 III. 30EKf  326 DE AFVAL DER III. BOE K. : (*) Hopper §. 94. Strada 127. Haar af, om deze begeerte te herhalen. ,, De tijd alleen, en het toe■ „ komende gedrag der Edelen," was haar antwoord, „ zouden best over „ hunne oogmerken oordeel vellen". (*) Gastmalen hadden aan het Verbond zijnen oorfprong gegeven; een Gastmaal . voltooide hetzelve. Op den zelfden dag, toen het twede Verzoekfchrift ingeleverd wierd, onthaalde bri> der ode de Leden van het Verbond aan het huis van kuilenburg, 't welk naderhand geflegt is. Bij dezen maaltijd waren omtrent driehonderd gasten tegenwoordig; de dronken'fchap maakte hen uitgelaten, cn hunne ftouthcid nam toe met hun getal. Hier was het, dat enigen zig herinnerden , den Graaf van Barlaimont der Landvoogdesfe, die bij het overhandigen van 't Verzoekfchrift fcheen te vcrblccken , in 't Fransch tc hebben horen influisteren : „ zij moest „ voor enen hoop Bedelaars (Gueux) „ niet bevreesd zijn". iVIet velen onder deze Edelen was het inderdaad door een liegt huishoudelijk beftuur zo ver gekomen, dat 'er voor deze belaming maar al te veel gronds was, ai barlaimont had, met dat enkelIe woord, dc gehele inwendige geieldheid, cn, zonder daaraan tc denken, tl het gedugtc van dit Verbond uit-  NEDERLANDEN. 3*7 •opdrukt. Daar men juist om enen naam voor de Brocderfchap verlegen was, nam men deze uitdrukking gretig aan, die het ftoute der onderneming in nederigheid vermomde; die, wanneer het begreepcn wierd, de fcherpfte befchimping op den rijkftcn der Koningen was, cn die tevens, 't welk tog ook in aanmerking kwam, minst van de waarheid afweek. Dadelijk dronk men elkander onder dezen naam toe, en het lang leven de Geuzen! werd met algemene toejuiching uitgegalmd. Na den maaltijd verfchcen brederode met enen zak, zo als de Pelgrims en Bedelmonniken destijds droegen, hing dien om den hals, dronk , de gezondheid van het ganfehc Ge' zelfchap uit enen houten beker, bedankte allen voor hunne toetreding tot het Verbond, cn deed de frerkrte betuiging, dat hij voor elk van hun bereid was goed cn bloed optezetten. Allen riepen met luide ftemme hel zelfde ; de beker ging rond, cn cl li zeide, terwijl hij dien aan den mom bragt, hem dezelfde belofte na. Ni kreeg de een na den anderen der bedelzak in handen, en hing diei op aan enen fpijkcr, welken hij voo: zig had uitgekozen. Het gerugt, doo dit klugtfpel veroorzaakt, trok dei Prins van Oranje , cn de Gravel van Egmond en Hoorn , welke toe vallig hier voorbij kwamen, in huis X 4 III. BOEK. )  328 DE AFVAL DER III. BOEK i waar brederode, als Gastheer, hen , onituiming drong te blijven, en een • glas mede te drinken (*) De komst van deze drie voorname mannen vermeerderde de vrolijkheid der gasten, welke nu tot buiten fporigheid begon te rijzen. Velen werden dronken; gasten en bedienden, zonder onderfcheid, ernst en klugt, brooddronkenheid en ftaatsbelang, mengden zig hier op ene belachelijke wijze ondereen, en de algemene nood des Lands rigtte een Bacchus-feest aan. Hierbij alleen bleef het niet,- wat men in dronkenfehap befloten had, voerde men nugteren uit. Men moest het Volk de tegenwoordigheid hunner Befchermers voor de zinnen brengen , en den ijver der partij door een zigtbaar teken levendig houden: daartoe was geen beter middel, dan met den naam van Geuzen openlijk te pronken, en daarvan het teken der Broederfchap te ontlenen. Binnen weinige dagen kriel- (*) „Dog", betuigt egmond, in zijne Verdediging, „ wij dronken flechts een „ enkeld klein glas , en daarbij riepen zij: „ Lang leve de Koning! lang leven de Geu„ zen! Dit was voor de eerfte maal, dat ik „ dezen naam hoorde, en inderdaad hij mishaag„ de mij. Maar de tijden waren zo erg, dat „ men vele dingen tegen zijnen zin moest me, dedoen, en ik meende een onfchuldige daad • te verrigten". Procés criminels des Comtes VEgmont &e. T. I. ecmond's Verantwoorling.  NEDERLANDEN. 3*9 de het in Brusfel van aschgrauwe klederen, hoedanigen men de Bedelmonniken en Boetedoeners zag dragen. Het gehele geflagt , met de huisgenoten van enen der Edelen, ftak zig in dit Orde-gewaad. Enigen droegen houten napjens, ligt verzilverd, even zulke bekers, of ook mesfen, het ganfche huisraad van de Bedelaars-orde, aan den hoed. Om den hals hingen zij enen gouden of zilveren penning, naderhand den Geuzenpenning genoemd , wiens ene zijde het borstbeeld des Konings vertoonde, met het omfchrift: „ Den Koning getrou". Op de tegenzijde zag men enen knapzak, door twe zamengevouwen handen vastgehouden, met dc woorden: Tot den Bedelzak (*> Hiervan is de naam van Geuzen afkomftig, welke naderhand in de Nederlanden gegeven werd aan allen, die van het Pausdom afvielen, en de wapens tegen den Koning opvatteden (f). Vóór dat de Edelen uit elkander gingen, om zig in de Provinciën te verfprciden, verfchenen zij nog éénmaal voor de Hertogin, om haar in? (*) Aan 's Konings beeklenis werden de dikke lippen, en de flonkerende ogen van zijn geflagt, niet vergeten. Burgund. 187. (f) Hopper. %. 94. Strada 127—130, Ë DEC, 185. Ï87. X 5 III. B O EK.  DE AFVAL DER. III. boek. tusfehen, tot dat 's Konings antwoord uit Spanje overkwam, tot ene zagter behandeling met de Ketters te vermanen, opdat het met het Volk niet tot het uiterfte kwaine. Dog bijaldien, voegden zij 'er bij, uit een icgengefteld gedrag onheil ontftond, wilden zij worden aangemerkt als lieden, die hunnen pligt gedaan hadden. De Landvoogdes gaf hierop tot antwoord: „ Zij hoopte zodanige maat,, regelen te nemen, dat 'er geen wan„ orde kon voorvallen; dog zo die „ evenwel mogt plaats grijpen, wilde „ zij dit aan niemand anders, dan „ aan de Verbondene Edelen hebben „ toegefchreven. Zij vermaande hen „ daarom ernftelijk, ook hunne bc„ loften natekomen, en vooral ge,, ne nieuwe Leden meer in hun ,, Verbond aantenemen, gene bijzon„ dere bijeenkomftcn meer te hou„ den, en in 't algemeen gene nieu„ wigheden aantevangen". Om hen middelerwijlen genoegen te geven, werd de Gehcimfchrijvcr berti gelast, hun dc brieven te vertonen, waarin den Inquifitie - meesteren en Wereldlijke Regteren gematigdheid werd aanbevolen, omtrent allen, die de fchuld- van ketterij door geen burgerlijk misdrijf* zouden verzwaard hebben. Vóór hunnen aftogt uit Brusfel, benoemden zij nog vier Voorfpraken uit  NEDERLANDEN. 33* hun midden, (*) die de zaken van 't Verbond moesten waarnemen; en, bchalven dezen, nog bijzondere Zaakbezorgers voor elk Landfchap. In Brusfel zelve, werden enigen agtergelatcn, om op alle bewegingen van. het Hof een wakend oog te houden. Brederode, kuilenburg en bergen, verlieten eindelijk de ftad. door vijfhonderd-en-vijftig Ruiters verzcld, begroetten zij nog eenmaal van buiten de wallen met een musketten-vuur, cn trokken daarop van elkander, brederode naar Antwerpen, de beide anderen naar Gelder. Den eerften had de Landvoogdes enen vliegenden bode, naar Antwerpen, vooruitgezonden, om de Magiltraat dier ftad voor hem te waarfchouwen. Meer dan duizend menfchen vergaderden voor liét huis, waar hij was afgeftegen. Hij vertoonde zig, met een vol wijnglas in de hand, aan het venster: Burgers van Antwerpen"! dus fprak hij hen aan, „ ik ben hier met ,, gevaar van mijn goed en mijn „ leven, om u van den last_ der „ Inquifitie te verlosfen. Wilt gij de„ ze onderneming met mij delen, en „ mij voor uwen Leidsman erkennen, „ zo neemt dc gezondheid aan, wcl- (*) Burgundiüs noemt twaalf zulks Voorfpraken, welke door het Volk, fpotsWij. ze, de twaalf Apostelen zijn genoemd. 188. 111. BOE Kr  nr. BOEK. i i (*) Strada 131. (f) Hopper. § '95. S3S DE AFVAL DER „ ke ik u hier toedrinke, en iteekt „ ten teken van uwe toeltemming de „ handen omhoog". Daarop dronk hij, en alle handen vlogen onder een luid gefchreeu in de hoogte. Na deze heldendaad verliet hij Antwerpen. (*). Dadelijk na de overgave van het Verzoekfchrift der Edelen , had de Landvoogdes door den Geheimen Raad een nieuw Formulier der Plakaten doen ontwerpen, 't welk tusfehen de bevelen des Konings en de verzoeken der Edelen , als 't ware den middenweg zou houden. Nu was de vraag, of het beter ware, deze verzagdng, of Moderatie, gelijk zij gewoonlijk genoemd werd, onmiddelijk te laten afkondigen, dan dezelve eerst aan den Koning ter goedkeuringe voorteleggen, (f) De geheime Raad, d?e het hachlijk oordeelde, zodanigen flap zonder voorkennis, ja tegen den uitdrukkelijken last van den Vorst te doen, (•erzettede zig tegen den Prins van Oranje, die voor het eerlte itemde. Bui:en dat had men reden om te vreten , dat de Natie met deze Moderatie niet eens te vrede zou zijn, kar dezelve zonder medekennis der Sta:en , waar op men tog eigenlijk aanIrong, gemaakt was. Om nu van de Staten de toeftemming te bekomen,  NEDERLANDEN. 33S cf liever om hun dezelve afteftelen , bediende de Landvoogdes zig van den kunstgreep, om het ene Landfchap na het andere afzonderlijk , en die, welke de minfte vrijheid hadden , als Artois, Henegouwen , Namen en Luxemburg , eerst tc vragen , waardoor zij niet alleen voorkwam , dat het ene het andere genen moed inboezemde om zig te verzetten , maar ook nog zo veel won, dat de vrije gewesten , gelijk Vlaanderen en Braband, welke wijslijk tot het laatfte gefpaard werden , zig door het voorbeeld der anderen lieten medeflepen. (*) Door ccn hoogst onwettige handelwijze verraste men dc gevolmagtigdcn der Steden, eer zij nog met hunne gemeenten ruggefpraak konden houden ; cn leide hun omtrent deze gehele handeling een diep ftilzwijgc'n op. Hierdoor verkreeg de Landvoogdes , dat zommigc Landfchappcn de Moderatie onbepaald, andere met weinige bijvocgfels , lieten doorgaan. Luxemburg en Namen ondertekenden dezelve zonder bedenken. De Staten van Artois voegden 'er nog bij, dat valfche aanklagers aan het regt var wedervergelding zouden onderworpen zijn, Die van Henegouwen begeerden, dat. in plaats van verbeurdverklaring dei goederen, welke ftreed tegen hunne (*) QROT. 22. BURGUND. IS>6. 107. nr. BOEK.  -534 T/E AFVAL DER HL JÏ.OEK. Privilegiën, een andere ffraf, naar goedvinden, zou worden ingevoerd. Vlaanderen eifehte de gehele affchaffing der Inquifitie, en wilde den beklaagden _ het regt, om zig op hunne Provincie te beroepen, verzekerd hebben. De Staten van Braband lieten zig door de ftreken van het Hof verkloeken ; Zeeland , Holland, Utregt, Gelderland en Friesland, als welke door de gewigtigfte Privilegiën gedekt waren, en met den meesten naarijvcr daarvoor waakten, werden in 't geheel niet gekend. Ook had men de Geregtshoven der Landfchappen hun gevoelen over dc nieu ontworpene verzagting gevraagd, dog dit moet niet zeer gunstig geluid hebben , dewijl het nooit in Spanje gekomen is. Uit den hoofdinhoud dezer verzagting, welke haren naam tog inderdaad verdiende, kan men tot de Plakaten zelve een befluit opmaken. „ De Schrijvers onder de Ketters ," vindt men onder anderen daarin , „ hun„ ne Hoofden en Leeraars, gelijk ook ,, die genen , welke enen van dezen „ herbergden , of anderszins openbare ,, ergernis gaven , zouden met de galg „ geftraft, en derzelver goederen (waar ,, namelijk de Landswetten zulks" toe„ lieten) verbeurd zijn ; dog bijal,, dien zij hunne dwalingen afzwoe„ ren, zouden zij met het zwaard 5? vrij komen , en hunne goederen aan  NEDERLANDEN. 335 hunne nabeftaanden gelaten worden." Een doemwaardigen ftrik voor de ouderlijke liefde ! „ Aan ligte en boetvaar„ digc Ketters", luidde het verder, „ kon genade verleend worden; [onboet,, vaardige moesten het land ruimen , „ zonder verlies nogtans van goederen; „ ten ware zij door verleiding van an„ deren zig van dit voorregt bcroof„ den". Van deze gunst waren evenwel de Wederdopers uitgefloten , die, zo zij zig niet door de voldoenendfte boete los kogten, van hunne goederen beroofd, en, in gevalle zij weder afgevallen Ketters waren, zonder genade ter dood gebragt zouden worden (*). Het meerder ontzag voor leven cn bezittingen , dat in deze verordeningen tc zien is, en 't welk iemand ligtelijk aan ene aanvangb'jke verandering van gedagtcn bij dc Spaanfche Regering zou toefchrijven , was niets anders , dan een gedwongen ftap, waartoe de ftandvastige tegenkanting des Adels haar noodzaakte. Ook had men in de Nederlanden met deze Moderatie , die in den grond geen cnkeld wezenlijk misbruik wegnam , zo weinig op , dat het volk dezelve in zijn misnoegen, in plaats van Moderatie , Moorderatie noemde. Na dat men langs dezen weg den Staten hunne toeflcmming had afge¬ ef) Burg. ioo. 103. III. BOEK.  33^ DE AFVAL DER III. KOEK, j « V V E 1- n it § I  III. boek. I ] ] i t C 2 f! n v d h k e1 C P< n; Ketters hebben neêrgezien, welken zij als een flegter foort van menfchen befchouden. S50 ÖË AFVAL DER lukte proef, gaf moed om een mei de te wagen. In den omtrek van Aalst komen zij weder in grote menigte te zamen; maar tans zijn zij reeds met rappieren , vuurroeren en hellebarden gewapend ; zetten wagten uit, en floppen de toegangen met karren en wagens. AI wie bij toeval hier voorbij komt, moet willens of onwillens aan den Godsdienst deel nemen 3 waartoe bijzondere oppasfers zijn aangefleld. Aan 3en ingang hadden zig Boekverkopers geset , welke den Protestantfchen Kate:hismus, fligtelijke boekjens, en Pascwillen op den Bisfchop te koop boden.3e Apostel herman stricker liet ig van een fpreekgeftoelte horen , dat iit karren en Hammen van bomen in er haast was opgezet. Een zeil, daarver gefpannen , dekte hem voor de on en den regen; het Volk plaate zig tegen over de windzijde, om tog iets te verliezen van zijne Preek, rier beste kruiderijen in fchimpre2nert tegen het Pausdom beftonden. Ien fchepte water uit den naastgegert ftroom, om de nieugeborene nderen, zonder verdere plegtigheid, 'en als in de eerfte tijden van het hristendom,- door hem te* laten do:n. De Sakramenten werden hier ar de wijze der Kalvinisten be-  NEDERLANDEN; 3£i diend; Huwelijken ingezegend, en vernietigd. Half Gend was op deze wijze uit de poorten getrokken,- de optogt verbreidde zig fteeds verder en verder, en had in korten tijd geheel Oost - Vlaanderen overftroomd. West-Vlaanderen werd door enen anderen afgevallen Monnik, petrus dathentjs, uit Poperingen, insgelijks in beweging gebragt. Vijftienduizend menfchen vloeiden uit vlekken cn dorpen tot zijne Preek bijéén: hun aantal maakte hen ftout genoeg, om ftormenderhand in de gevangenis te breken, Waar enige Wederdoopers tot den marteldood bewaard werden. De Protestanten te Doornik werden door zekeren ambrosius ville, enen FranfchenKalvinist, tot gelijke ftoutheid aangeftookt; deze drongen mede op het loslaten hunner gevangenen , en lieten zig herhaalde bedreigingen ontvallen, van de Stad aan de Franfchen te zullen overgeven. Dezelve was van bezetting ontbloot, welke door den Kommandant, uit vrees voor verraad, naar het Kasteel was gebragt , cn die daarenboven ook weigerde tegen hunne medeburgers te vegten. De ftoutheid der partij ging zo ver, dat zij ene eigene openbare Kerk binnen de Stad voor zig begeerden ;en toen hun deze geweigerd wierd, verbonden zij zig met die van Valenchijn en Antwerpen , om hunnen Godsdienst, naar het voorbeeld der andere Steden, met openlijk geweld doorte III. boek:;  35* ÖE AFVAL DER III. MEK zetten. Deze drie Heden Honden mer elkander in de naaufte verbindenis, en in alle drie was de Protestantfche Partij even groot en magtig. Dewijl egter gene van de drie het wagen durfde den opftand te beginnen , zo kwamen zij overéén * dat zij ter gelijker tijd met openlijk preéken wilden uitbreken. De verfchijning van brederode te Antwerpen gaf hun eindelijk moed. Zestienduizend Menfchen trekken op den zelfden dag, waarop dit ook te Doornik cn Valenchijn gefchiedde, de Stad uit; vrouwen en mannen onder elkander; de moeders liepen hare nog heel kleine kinderen agter zig aan. Zij floten de plaats af met wagens , die. aaneengebonden werden , en waar agter gewapende mannen zig verborgen hielden, ©m deze oefening tegen enen onverhoopten aanval te dekken. De Preêkers waren gedeeltelijk Duitfchers, gedeeltelijkHugenoten , en fpraken in de Walfche taal : enigen onder dezelven waren uit het gemeenfle gepeupel genomen , en zelfs handwerkslieden voelden zig tot dat heilige werk geroepen. Geen ontzag, voor de Overheid, gene wet, gene verfchijning van Geregtsdienaars fchrikten hen meer af. Velen werden uit blote nieusgierigheid derwaards gelokt, om tog te horen , wat al nieuwe en zeldfame dingen door deze vreemde aankomelingen , van welken zo veel gefproken werd, voor den dag zouden worden ge-  NEDERLANDEN. 353 gebragt. Anderen bekoorde de welluidendheid der Pfalmenj die, gelijk te Gent gebruikelijk was, in Franfche verfen gezongen werden. Een groot deel kwam op de Preken zelve af, even als op Klugtfpelen, waarin de Paus, de Vaders der Trentfche Kerkvergadering, het Vagevuur, en andere leerstellingen der heerfchende Kerk, op de belachelijklte wijze ten toon gefield werden. Hoe doller dit ging * deste meer kittelde het de oren der gemeente, en een algemeen handgeklap, even als in de Schouburgen, beloonde den Redenaar, die boven anderen in het uitfpoorige en befpottelijke had uitgemunt. Dog het belachelijke, dat in deze Vergadering op de heerfchende Kerk gefmeten werd * ging evenwel in de gemoederen der hoorders niet geheel verloren, zo min als de weinige korrels verfland, die 'er nu en dan tusfehen liepen; en menig een, die hier niets minder dan waarheid gezogt. had, bragt die veelligt, zonder dat hij zelf het wist, met zig naar huis (*). Deze Vergaderingen werden verfcheidene dagen herhaald, en met eiken dag nam de vermetelheid der Sektarisfen toe, tot dat zij zig eindelijk zelfs verfloutten, hunne Prekers, na het eindigen van den Godsdienst, met een gevolg van gewapende ruiters , in triumf naar huis (*) STRADA 132. BURG. 220—232. I. DEEL. Z III. BOE K.  35+ DE AFVAL DEK m. r o ek. re geleiden, en dus de wet door operp bare plegtigheden te befpotten. De Stads-Raad zond den enen vliegenden bode na den anderen aan de Landvoogdesfe, om haar tot een perfoonlijke overkomst, en, zo mogelijk, tot een vast verblijf in Antwerpen overtebaIen, als het enigfte middel, om den trots der oproermakers te beteugelen, en den gehelen ondergang der Stad voortekomen, daar reeds de voornaamfte Kooplieden, uit vrees voor plondering, voornemens waren dezelve 'te verlaten. De vrees, om het Koninglijke gezag aan zo hachelijkcn kans te wagen, verbood haar wel aan dit verlangen te voldoen, maar in hare plaats werd de Graaf van Megen derwaards gezonden, om met de Magiftraat over het hmemen van bezetting te handelen. Het oproerige graau, voor welk het oogmerk zijner komfte niet lang verborgen bleef, vergaderde rondom hem, met een woest gefchreeu, dat men hem voor enen gezworen vijand der Geuzen kende; dat hij. flavernij en Inquifitie medebragt, en dat hij derhalven zonder uitftel weer had te vertrekken. Ook bedaarde het oproer niet, voor dat megen weder ter poorte uit was. Daarop leverden de Kalvinisten in deze ftadr bij de Magiftraat een gefchrift in, waarin zij aantoonden, dat hun groot aantal het hun voordaan onmogelijk maakte in ftilte bijeen te komen, en  NEDERLANDEN. 355 zij tevens om een eigen Bedehuis in de ftad verzogten. De Raad herhaalde zijne gedane voorftellingen aan de Landvoogdesfe, dat zij tog de Stad in derzelver benaaudheid, door hare perfoonlijke verfchijning, te hulp mogt komen, of haar ten minften den Prins van Oranje zenden, als den enigften, voor wien het Volk nog enig ontzag had, en die daarenboven aan de ftad Antwerpen, door den Erftijtel van Burggraaf, verpligt was. Om het groter kwaad voortekomen , moest zij in den tweden voorflag bewilligen, en Antwerpen, hoe hard haar dit ook viele, aan den Prins van Oranje toevertrouwen. Deze, na dat hij eens voor altoos vast befloten fcheen te hebben, aan het beftuur van zaken verder geen deel te nemen, liet zig eindelijk door het ernllige aanhouden der Landvoogdesfe, en het onftuïmige verlangen des Volks, overhalen. Brederode kwam hem , ene halve mijl buiten de ftad, met een groot gevolg te gemoet, en van weerskanten begroette men elkander met het af> fchieten van pistolen. Antwerpen fcheen alle zijne inwoners uitgelaten te hebben, om zijnen Verlosfer te ontvangen. De gantfche weg krioelde van menfchen; de daken waren van de landhuizen afgenomen, om meer aanfehouwers te bevatten; van agter heiningen, uit de muren der kerkhoven, ja zelfs uit graven kwamen menfchen oprijzen. De gene- Z o, lil. boek.  35<5 DE AFVAL DER m. BOEK (*} STRADA 138. I3<)'. BURG. 233. 234. genheid des Volks voor den Prins ver-» tooi de zig hier in kinderlijke uitboe, zemingen. „ Lang leven de Geuzen J" riep jong en., oud hem te gemoet : „ ziet," fchreeuden anderen, ,, dat is „ hij , die ons de Vrijheid aanbrengt." „ Dat is hij ," riepen de Luthersgezinden , „ die ons de Augsburg„ fche Belijdenis brengt:." «-— „ Nu ,, hebben wij voordaan gene Geuzen „ meer van noden," riepen anderen; wij behoeven nu niet langer den „ iastigen weg naar Brusfel inte- Haan. Hij alleen is ons alles.". Zij, die in 'c geheel niets wisten te zeggen, boezemden hunne uitgelaten blijdfehap in Pfalmen uit, welken zij vrij woest rondom hem aanhieven. 'Hij zelf verloor ondertusfehen zijne ernsthaftigheid niet, vermaande door wenken rondom zig tot flilte , en riep ten laatfien , toen niemand naar hem luisterde , tusfehen gramfchap en ontlïeltenis , hun in Gods naam toe, dat zij tog zouden toezien, wat zij deden; dat het hun eens berouwen zoude , 't geen zij tans gedaan hadden (*). Het gefchreeu vermeerderde, toen hij de Stad zelve was ingereden. Dadelijk bij het eerfte gefprek met de Hoofden der Burgerij en der onderfcheidene fekten, welken hij elk afzonderlijk bij zig liet komen , en  NEDERLANDEN. 35? ondervraagde , bemerkte hij, dat de voorname bron des kwaads in het onderlinge wantrouwen der Godsdienstige partijen, en in den argwaan der Burgeren tegen de oogmerken der Regering, te zoeken was , en dat dus zijn eerfte werk moest zijn, zig meester van de gemoederen te maken. Den Hervormden , als de meesten in getal, zogt hij door overreding en list de wapenen uit de handen te wringen , 't welk hem eindelijk met groote moeite gelukte. Dan, daar kort hierna enige wagens met krijgsvoorraad te Mechelen geladen wierden , en de Drosfaart van Braband zig meermalen met gewapend volk in het gebied van Antwerpen vertoonde, vreesden de Kalvinisteii, in hunnen Godsdienst vijandelijk geftoord te worden, en zogten den Prins aan, dat hij hun binnen de Stad ene plaats voor hunne préken inruimde, waar zij tegen allen overval zeker konden zijn, (*). Het gelukte hem nog eenmaal hen neer te zetten ; en zijne tegenwoordigheid hield de uitbersting des oproers gelukkig tegen , en wel op het Feest van Maria Hemelvaart , bij welke gelegenheid ene menigte Volks naar de Stad was getrokken , en waarvan men alles te vrezen had. Het beeld van Maria werd met de gewone ftaatfij ongemoeid omgedragen; enige (*} miurs, Guil. Auriac. Libr. I. ic. II, Z 3 ra. BOEK.  353 DE AFVAL DER III. b oe k. 1566. fchimpwoorden , en een geheel ftil, gemompel van Afgoderij was alles , wat het Onroomfche gemeen tegen de Procesfie ondernam (*). Terwijl de Landvoogdes, nu uit de ene , dan uit de .andere Provincie , de droevigfte tijdingen van de ftoutheid der Protestanten ontving, en voor Antwerpen beefde, 't welk zij genoodzaakt was in de gevaarlijke handen des Prinfen van Oranje te laten , werd zij van enen anderen kant in geen minder ontfteltenis gebragt. Terftond op de eerfte berigten van het openbare preêken, had zij van de Verbondenen gevorderd, hunne beloften tans' te vervullen, en haar tot herftel der orde de behulpfamc hand te lenen. Dit voorwendfel gebruikte Graaf brederode, om een algemene Vergadering van het gehele Verbond uittefchrijven , waartoe geen gevaarlijker tijdftip, dan het tegenwoordige , had kunnen gekozen worden. Een zo plegtige tentoonftelling van de inwendige kragten des Verbonds , welks beftaan en befcherming alleen reeds het Protestamfche Gemeen had kunnen aanmoedigen , om zo ver tc gaan , als zij gegaan waren , moest tans in den zelfden trap de ftoutheid der Sektarisfen verheffen , als zij den moed der Landvoogdesfe ter ne-? (*J V. METEREN 83, liültS. «34.  NEDERLANDEN. 359 der floeg. De bijeenkomst kwam in ene Luikfche Stad, St. Truijen, tot ftand, waarheen zig brederode en lodewyk van nassau, aan het hoofd van twe duizend Verbondenen, begeven hadden. Gelijk het lang uitblijven van 's Konings antwoord uit Madrid reeds niet veel goeds fcheen te voorfpellen , zo agtten zij het in alle gevallen raadfaam , enen vrijbrief voor hunne perfonen van de Hertogin afteperfen. Die genen onder hun , welke zig ener ongeoorloofde ovcrecnftemminge met het Protestantfche Gemeen bewust waren, befchouden deszelfs buitenfporigheden als ene gunstige omfiandigheid voor het Verbond; het fchijnbare geluk van hun, tot welker gemeenfchap zij zig vernederden, vervoerde hen om van toon te veranderen : hunne voormaals loflijke ijver begon nu tot trots en onbefchoftheid overtellaan. Velen waren van gedagten, men moest zig van de algemene verwarring en de verlegenheid der Landvoogdesfe bedienen , enen limiteren toon aannemen, en den enen eisch op den anderen laten volgen. De Katholijke leden des Verbonds, onder welken velen in hun hart nog 1 vrij Koningsgezind waren , en zig meer door gelegenheid en voorbeeld , dan uit eigen beweging, bij het zelve gevoegd hadden, hoorden hier, met gene geringe verbaasdhgid, Z 4 m. BOEK.  36.o DE AFVAL DER 81. boek ene algemene vrijheid van Godsdienst voorflaan , en werden tans met fchrik gewaar , in welke ene gevaarlijke onderneming zij zig door overijling hadden ingewikkeld. Dadelijk na deze ontdekking trad de jonge Graaf van Mansveld te rug, en een inwendige twedragt begon nu reeds dit werk van overhaasting te ondermijnen, en de banden des Verbonds ongemerkt los te maken (*). De Graaf van Egmond en willem van oranje werden van de Landvoogdesfe gevolmagtigd, om met de Verbondenen in onderhandeling te treden. Twaalf van deze laatstgenoemden , onder welken lodewyk van nassau, brederode . en kuilenburg waren , kwamen met hun in gefprek te Duffel , een Dorp niet ver van Mechelen. „ Waartoe deze nieuwe flap ?" liet de Landvoogdes door den mond van deze beiden vragen. „ Men heeft „ Afgevaardigden naar Spanje van mij „ gevorderd ; ik heb die gezonden. „ Men heeft de Plakaten en de In„ quifitie te flreng gevonden; ik heb „ beiden verzagt. Men heeft op ene „ Algemene Vergadering der Staten aan„ gedrongen; ik heb dit verzoek voor „den Koning •-gebragt, om dat ik „ uit eigen gezag hetzelve niet durf„ de inwilligen. Wat heb ik daa (*) BURG. 235. STltAD. I40,  NEDERLANDEN. 361 nu nog uit onkunde nagelaten ' of gedaan , 't geen die . bijeen- , ,, komst te St. Truijen noodzakelijk . maakte? Is het misfehien vrees voor " 's Konings gramfchap , en derzelver gevolgen, die de Verbondenen ont' rust ? De belediging is groot , maar „ zijne genade is nog groter. Waar „ blijft nu de belofte van het Ver, bond, om geen onrust onder het „ Volk te verwekken ? waar die fraai„ klinkende woorden, dat men be' reid zoude zijn, liever aan mijne „ voeten tc fterven, dan den Ko„ ning in een van zijne regten be„ nadceld té zien ? Reeds beginnen „ de Nieuwheid-zoekers dingen te doen, „ die zeer na aan oproer grenzen, „ en de Republiek in het verderf „ fleepen; en dezen beroepen zig hier„ bij op het Verbond; zo de Ver„ bondenen dit ftilzwijgende toelaten , „ maken zij zig zeiven tot medc„ pligtigen van derzelver misdadig ge„ drag; indien zij het wèl «net. den „ Koning menen , kunnen zij bij de„ ze ongeregeldheid des Gemeens mei „ werkeloos blijven. Maar zij zelvei „ gaan het dolle Gemeen door hui gevaarlijk voorbeeld voor; fluiten verbindenisfen met de : Vijanden de „ Vaderlands, en bevestigen deze na „ delige gerugten door hunne tegen „ woordige ftrafbare bijeenkomst. (*. (*) y. METEREN H- BURG. 238. 23?. Z 5 III. BOEK. I \ 1 X s. I  III. BOE K. 5 5 1 $62 DE AFVAL DER _ De Verbondenen verantwoordden zig hiertegen in een gefchrifc , welk zij door drie afgevaardigde Medeleden in den Raad van State lieten inleveren. „Alles," dus luidde hetzelve, „ wat uwe Hoogheid ten opzigte van „ ons Verzoekfchrift gedaan heeft, heb„ ben wij met de levendigfte dank„ baarheid gevoeld; ook kunnen wij. „ over gene nieuwigheid klagen, wel„ ke in dezen .tijd tegen hare Hoogheids „ belofte, in 't ene of andere, ge„ maakt is; maar daar wij evenwel nog „ fteeds van alle kanten in ervarenis ko„ men, en met eigene ogen ons „ overtuigen kunnen, dat men onze „ Medeburgers om den Godsdienst voor „ 't Geregt fleept, en ter dood brengt, „ zo moeten wij noodzakelijk daaruit „ befluiten , dat de bevelen uwer Hoog„ heid van de Geregtshoven altans „ zeer weinig geagt worden. Wat het „ Verbond van zijnen kant beloofd „ heeft, is het eerlijk nagekomen ; ,, ook heeft het de openbare Préken , naar vermogen getragt te fluiten ; , maar het is zekerlijk geen won, der, dat het zo lang uitblijven , van een antwoord uit Madrid de , gemoederen met argwaan vervult, , cn de te leur geftelde hoop op , ene Algemene Statenvergadering hen , weinig geneigd maakt, om aan verr , dere verzekeringen geloof te flaan. , Nooit hebben zij zig met den  NEDERLANDEN:. 363 „ Vijand des Lands verbonden , ook „ nooit enige verzoeking daartoe ge„ voeld. Indien het gebeuren' mogt , „ dat Franfche wapenen zig in het „ Land laten zien , zuilen V-'ij Vcr„ bondenen de eerfte te paard fly„ gen , om dezelven daaruit tc drij„ ven: maar wij willen opregt zijn „ omtrent uwe Hoogheid. Wij meen„ den tekenen van baar misnoegen tegen ons op haar gelaat te lezen ; wij zien' menfchen in het uitfluitend 'J bezit van hare gunst , die door hun', ncn haat tegen ons berugt zijn. Dagelijks moeten wij horen , dat men " elk voor de gemeenfehap met ons , " even als voor de pest, waarfchout ; ' dat men ons de komst des Ko" nings, even als enen aanftaanden oordeelsdag, aankondigt. Wat is natuur','lijker, dan -dat dc argwaan tegen ons ook eindelijk den onzen gaande maakt ? dat het verwijt van geH kwetfte Majefteit, waarmede men onze verbindenis zoekt zwart te ma\\ ken ; dat de krijgstoerustingen van „ den Hertog van Savoijc en ande, re Vorsten , dewelke , zo als hei W ge1^ zeSc' °P ons gemunt ziJn: de onderhandelingen des Konings me het Franfche Hof, om voor eet „ Spaansch leger, dat naar de Ne „ derlanden beftemd zou zijn , det „ doortogt door dat Rijk te verwer III. 30 KK. I  fli. ">OEK. 3 3 3 t V. 3= 33 33 3' 33 33 33 33 33 33 33 '3 33 ♦3 3S4 . DE AFVAL DER „ ven, en dergelijke omftandigheden „ meer, ons genoopt hebben om op „ onze zelfverdediging bedagc te zijn , „ en ons door ene verbindenis met „ onze buitenlandfche vrienden te ver„ fterken? Op een algemeen, onzeker 3, en twijfelagtig gerugt, befc-huldigt „ men ons deel te hebben aan de „ buitenfporigheid van het Protestant„ fche gemeen ! maar wie wordt niet „ door het algemene gerugt befchul„ digd ? Zekerlijk is het waar, dat „ 'er ook onder ons Protestanten zig , bevinden, welken ene verdraagfaam, heid in het ftuk van Godsdienst , het aangenaam fte gefchenk zoude we-, , zen, maar ook dezen hebben geenszins , vergeten , wat zij hunnen Heer fchul, , dig zijn. Het is geen vrees voor 's Konings gramfchap , welke ons aangezet heeft, om • deze Vergadering te houden. De Koning is goed , en wij willen hopen dat hij regtvaardig is. Het kan dus gene vergiffenis zijn, die wij bij hem zoeken , en even zo min kan het vergetelheid zijn, welke wij voor bedrijven affmeken, die onder de verdienften , welken wij bij Zijne Majefteit verworven hebben, geenszins de minften zijn. Het is ook waar, dat 'er Afgevaardigden uit de Lutherfchen en Kalvinisten te St. Truijjen zig bij ons hebben laten vinden ; ja wat meer is 9  NEDERLANDEN. B3£ zij hebben ons een Verzoekfchrift "overhandigd, 't welk wij hierne>, vens aan uwe Hoogheid voorleg,' gen. Zij bieden daarin aan, de wa" pens bij hunne Preken afteleggen , * indien het Verbond hun veiligheid ',' wil verlenen, en voor ene Alge" mene Vergadering der Staten in„ ftaan. Beiden hebben wij gemeend , hun te moeten toezeggen, maar onze verzekering alleen beeft geen „ kragt , ten zij dezelve tevens door uwe Hoogheid cn enigen van hare voornaamfte Raden, bevestigd worde. ' Onder dezen kan niemand van den toeftand onzer zaken zo wèl on„ derrigt zijn, en het zo opregt met ons menen, als de Prins van Oran, je , en de Graven van Hoorn ^ en' Egmond. Deze drie nemen wij " o-aarne als Middelaars aan , zo meri ," hun daartoe de nodige volmagt ver„ lene , en ons zekerheid geve, dat " buiten hun weten geen Krijgsvolk geworven, en gene Bevelhebbers ovei " hetzelve benoemd ' zullen worden. Deze zekerheid begeren wij even wel maar voor enen bepaal „ den tijd, naar verloop van wel , ken het aan den Koning zal ftaan " of hij dezelve opheffen of beves ' ti°en wil. Gefchiedt het eerfte " dan is het billijk, dat men on l enen tijd bepale, om onze perfo „ nen en goederen in veiligheid t III. BOEK» 3  w. Ji O ek. ! ) < 1 ( i V i a d V h ft rr V( d( fq. I. 3<& DE- AFVAL DER » brengen; drie weken zuIlen daar* oe genoeg zijn. Eindelijk en ten " laacften ne™n wij ook aan, 0,n „ van onzen kant niets nieus, zon? " f* v;°°rkennis van deze drie bemid„ delende Perfonen , te ondernemen (*) " Zulk ene ftoute taal kon het Verbond ntet voeren, zo het nier enen rnagtigen ruggefteun had, en zig op de Landvoogdes vond zig even weinig m ftaat, om hun de begeerde punten mtewilligen, als oni zig ^t ïrnst daartegen te verzetten. In BrusJt, dat tans van dc meeste Staatsraden, die of naar hunne Provinjien vertrokken waren, 0f zig on„ er een of ander voorwendfef aan et beftuur van zaken onttrokken haden , verlaten was ; zo wel van raad, Is van geld, ontbloot, bij gebrek an welk laatfte zij genoodzaakt werd, e grootmoedigheid der Geestelijkheid mtefpreken, en, daar ook dit mida met toereikende was, haar toeugt tot eene loterij te nemen; afingende van bevelen uit Spanje, die -eds venvagt werden, en niet kwaen^ zag zij zig eindelijk tot den *nederenden ftap gebragt, om met ■ Verbondenen te St. Truijen de 9nl" METERKN» H- 85. STRADA I4t. b^vrg. 24o. 25i. MEüRsuGuil. Aur. L.  NEDERLANDEN. 367 voorwaarde aantegaan, dat zij nog vier - en - twintig dagen op het befluit des Konings wagten zouden, voor dat zij enen verderen flap ondernamen. Het liep gewisfelijk in het oog, dat de Koning nog fteeds voordvoer een bellisfend antwoord op het Verzoekfchrift te rug te houden, niettegenftaande het algemeen bekend ware, dat hij yeel jonger fchrijvens beantwoord had, en dat de Landvoogdes met allen nadruk daarop aandrong. Ook was door haar de Marquis van Bergen , dadelijk na het uitbersten der openbare Preken , den Baron van Montignij na gezonden , die als een ooggetuige van deze nieuwe omftandigheden , haar fchriftelijk berigt destc levendiger onderfteunen , en den Koning deste fpoediger tot een befluit brengen zoude (*). Ondertusfchen was de Nederlandfche Gezant, florentius van montignij , te Madrid aangekomen , waar hem alle behoorlijke eer wedervoer. De inhoud van zijnen last was 'de affchafling der Inquifitie cn verzagting der Plakaten , vermeerdering van den Raad van State, en affchaffing der twe overige Vergaderingen, het verlangen der Natie naar ene Algemene Staten-Vergadering , en het aanzoek der Land- HOPPER, §. II7. BURG. 252. 2(>2. lil. boek. 1-56-6,  363 DE AFVAL DEït m. boek voogdesfe om de pcrfoonlijke ovef-' komst des Konings. Dan dewijl de, ze fteeds maar tijd zogt te winnen 4 werd montignij tct op de komst van zijnen medehelper gepaaid, zonder welken de Koning geen eindelijk befluit wilde nemen. De Vlaming had intusfchen elkenj dag, en elk uur, wanneer hij maar Wilde , gehoor bij den Koning, die hem ook telkens beval , den last der He'rtoginne, en het antwoord op denzclven medetedelen. Meermalen werd hij ook in den Raad der Nederlandfche zaken genomen, waar hij niet naliet den Koning ene Algemene Vergadering der Staten, als het enigfte middel om de tegenwoordige beroerten tcgentegaan, en 't welk alle overige middelen onnodig maakte $ ' voor ogen te ftellen. Dus bewees hij hem ook , dat alleen ene algemene en onbepaalde vergiffenis van al het gebeurde het wantrouwen zou kunnen wegnemen , welk bij alle deze bezwaren de grondigfte was, en eiken ook nog zo wèl gekozen maatregel eeuwig tegen werken zoude. Op zijne gegronde kennis van zaken, en van het karakter zijner Landgenoten, waagde hij het, den Koning voor hunne onverbrceklijke trou borge te blijven, zodra deze hun door een openhartig gedrag van de opregtheid zijner oogmerken overtuigd zou hebben; daar, hij hem inte- gen-  NEDERLANDEN. 35> gendeel , op grond van deze zelfde kennis, alle hoop daarop ontzeide, zo lang zij niet van de vrees ontheven waren, om het doel zijner onderdrukking te zijn , en dèn nijd der Spaanfche Groten tot een offer te ftrekken. Zijn medehulp verfcheen eindelijk, en de inhoud van hun gezantlchap werd aan herhaalde beraadllagingen onderworpen (*). De Koning was op dien tijd in het bosch te Segovie , waar hij zijne Staatsraden insgelijks liet Zamettkomen. In deeze Vergadering znen de Hertog van Alba; Don gomez de figuerra; Graaf van Feria; Don antonio van toledo, Grootmeester van de St. Joannes-orde ; Don johan MANRIQtJEZ van LARA, Opperhofmeester der Koningin ; ruij gomez , Prins van Eboli en Graaf van Melito; lodewyk van quixada, Opperflalmeester van den Prins; karel van tisnacq, Prefident van den Ncderlandfchen Raad; de Staatsraad en Zegelbewaarder hopperus (f), en de Staatsraad van corteville (§). De zitting werd enige dagen agtereen voordgezet; beide de Gezanten (*") Hopper, 98. 99. i°3. f) Uit wiens Memoires, als enen der Biedehandelende Perfonen, het verflag van deze Vergadering genomen is. T§) Hopper §. m. I. deel. A» III. BOEK. 1566.  370 DE AFVAL DER III. boek. woonden dezelve bij, dog de Koning zelf was daarbij niet tegenwoordig. Hier werd nu het gedrag van deu Nederlandfchen Adel met Spaanfche ogen bekeken; men ging hetzelve van ftap tot ftap na , tot aan deszelfs verst afgelegen bron; bragt omftandigheden met elkander in verband, die nooit enig verband gehad hadden, en vond een rijp veruitziend plan in gebeurenisfen, die de vrugten van een ogenblik waren. Alle die onderfcheidene voorgaande ftappen des Adels, welken het geval alleen zamengeknoopt , en de natuurlijke loop der dingen zo en niet anders geduurd had, zouden on titaan zijn uit een overlegd plan , om ene algemene vrijheid van Godsdienst intevoeren , en het beftuur van zaken in handen van den Adel te brengen. De eerfte ftap daartoe, meende men , was de geweldige verftoung des Staatsdienaars granvelle, aan wien men niets kon vinden te berispen , dan dat hij in 't bezie was van. eene raagt, die men liever zelf had geoefend. Den tweden ftap deed men door het afvaardigen van den Graaf van Egmond naar Spanje , om op de affchaffing der Inquifitie en verzagting der Plakaten aantedringen , en den Koning tot ene uitbreiding van den Raad van State te bewegen. Dan daar dat op zulk ene befcheidene wyze niet te verkrijgen was geweest,  NEDERLANDEN. M iogt men het nu door enen derden en ftouteren ftap , door ene plegtige verbindenis, het Geuzen-verbond, den Koning aftedwingen. Een vierde ftap tot dat zelfde doel is tans het nieuwe Gezantfchap, waardoor men eindelijk zonder fchroom het masker affmijt, en door de dolle voorflagen, welken men zig niet fchaamt aan den Koning te doen, duidelyk aan den dag legt , wat alle de voorgaande ftappen bedoeld hebben. Of, zeide men , kan de affchaffing der Inquifitie op iets minder, dan op ene volkomene vrijheid van geloof uitlopen ? Gaat met haar niet het ftuur der gewetens verloren ? Voert de voorgeflagene Moderatie niet ene volkomene ftraffeloosheid voor alle Ketterijen in? Wat is het ontwerp om den Raad van State te vergroten , en de twe overige Hoven aftefchaffen, anders, dart ene volledige omkering van het Staatsbeftuur, ten gevalle van den Adel ? Een Algemeen Opperbeftuur over alle de Nederlandfche Gewesten ? Is die zamenrotting der Ketters bij de openbare Preken niet reeds de derde Verbindenis, die met de zelfde oogmerken ondernomen wordt, daar het gefpan der Groten in den Raad van State , en het Verbond der Geuzen niet werkfaam genoeg gefchenert hebben (*). Hopper §. 104. Aa 2 iir. BOEK.  S7ï de afval der BOEK. f Dan, welke ook de bronnen van dit kwaad zijn mogten , men kwam daarin overeen , dac het hierom niet te minder bedenkelijk en dringend ware. De onverwijlde perfoonlijke aankomst des Konings te Brusfel was zekerlijk het ware middel , om hetzelve fpoedig en in den grond wegteneemen. Dan daar het reeds laat in 't jaar was, en de toerustingen tot deze reis den zo korten tijd voor den winter geheel moesten wegnemen; daar zo wel het ftormagtige jaargetijde, als het gevaar van de Franfche en Engelfche Schepen , welke den Oceaan onveilig maakten, den Noordelijken weg, als den kortften, niet toelieten te nemen ; daar de Muitelingen zelfs in tusfehen het eiland Walcheren in bezit nemen, en den Koning het landen betwisten konden; zo was 'er voor het volgende voorjaar aan deze reis niet te denken, en men moest zig, bij gebrek van het enige grondige geneesmiddel, met ene redding voor een' tijd behelpen. Men kwam dan overeen , den Koning voorteltellen: eerfielijk: dat hij de Pauslijke Inquifitie uit de Nederlanden mogt wegnemen , en het bij de Bisfchoplijke laten berusten ; ten tweden, dat 'er een .nieu ontwerp tot verzagting der Plakaten beraamd wierd, waarbij de waardigheid van den Godsdienst en den Koning meer dan in de overgezonden Moderatie ontzien wierd;  NEDERLANDEN. 373 ten derden, dat hij der Landvoogdesfe volmagc mogt verlenen, om alle de genen, die niet airede iets ftrafwaardigs begaan hadden, of reeds geregtelijk veroordeeld waren , met uitzonderinge egter van de Prékers der fekten en derzelver medepligtigen, genade te fchenken , opdat de gemoederen gerust gefield , en geen weg der mcnfchelijkheid onbeproefd gelaten wierd. Alle famenfpanningen , verbindenisfen, openbare bijeenkomften en Préken, moesten voordaan, onder Itrenge ftraffcn, verboden zijn ; cn zo daartegen evenwel gehandeld wierd, moest de Landvoogdes vrijheid hebben om zig van de gewone krijgsbenden en bezettingen, tot kragtdadige onderwerping der oproerigen, te bedienen ; ook in geval van nood nieuwe benden te werven , en de Bevelhebbers over dezelve naar haar eigen goeddunken te benoemen. Eindelijk zoude zijne Majefteit weldoen, met aan de voornaamfte fteden, Prelaten, en Hoofden van den Adel, aan enigen eigenhandig, en aan allen in enen goedertieren toon , te fchrijven , om derzelver dienstvaardigheid aantewakkeren (*). Zo ras den Koning dit befluit var zijnen Staatsraad was voorgehouden, was het eerfte dat hij deed, in de voor- (*) Hopper. §. 100. no, 112. "3« Aa 3 III. BOEK.  SM BE AFVAL DER m. BOEK (*) Hopper. 124. Burg. 258. naamfte plaatfen des Rijks, en ook in . de Nederlanden, openlijke omgangen en gebeden uittefchrijven , ten einde de Godlijke befluring bij het nemen van zijn befluit. aftefmeken. Hij verfcheen in eigenen Perfoon in den Raadom dit befluit tc bekragtigen, en dadelijk te laten afvaardigen. De Algemene Staten-vergadcring verklaarde hij voor nutloos , en floeg dezelve geheel af; dog hij verbond zig om enige Duitfche Regimenten in zijne zoldlj te houden, en dezen, opdat zij des te ijveriger dienen mogtcn , den Ouden agterflai te betalen. Hij gelastte de Landvoogdes, in enen afzonderlijken brief, zig onder de hand en in ftilte te wapenen ; drie duizend man Ruiterij , en tienduizend man Voetvolk moest zij in Duitschland laten zamentrekken, waartoe hij haar met dc nodige brieven voorzag , en haar ene fom van driemaal honderd duizend goudguldens overmaakte (*). Hij zond dit zyn befluit af met meer brieven aan enkelde perfoncn en fleden , waarbij hij dezen in zeer gunflige bewoordingen voor hunnen betoonden goeden ijver bedankte , en hen aanmaande daarin :e volharden. Niettegenflaande dat hij n het gewigtigfic ftuk, waarop de ^atie tans bijzonder gezet was, de  NEDERLANDEN. 375 Algemene Vergadering der Staten , onverbiddelijk bleef; nicttegenftaande dat deze bepaalde cn dubbelzinnige vergiffenis zo goed als gene was, en veel te veel van de willekeur afhing, dan dat zij de gemoederen zou. hebben kunnen gerust Hellen ; nicttegenftaande hij eindelijk' zelfs de voorgeflagene Moderatie als te zagt verwierp, daar men zig nogtans over derzelver hardheid beklaagde; zo had hij tog voor ditmaal, ten gevalle der Natie, enen ongewonen flap gedaan: hij had aan haar de Pauslijke Inquifitie opgeofferd, en alleen de Bisfchoplijke, waaraan zij gewend was, gelaten. Zij had in den Spaanfchen Raad billijker Regters gevonden, dan waarfchijnlijker wijze was te wagten o-eweest. Of deze wijze infchiklijkheid op enen anderen tijd , en onder andere omftandigheden, de gehoopte uitwerking zou gehad hebben, zullen wij daar laten. Tans kwam zij te laat ; toen de Koninglijke brieven te Brusfel kwamen, was de Beeldenftorm reeds uitgebroken. De drijfveren van dit buitengewone voorval zijn geenszins zo hoog te zoeken ah vele Gefchiedfchrijvers zig de 'moeite hebben gegeven. Mogelijk, en zeer waarfchijnlijk is het, dat d< Franfche Proteftantcn ijverig daaraan werkten , om in de Nederlanden eer kwcekfchool voor hunnen Godsdienst « onderhouden, en dat zij een ramhjk ver Aa 4 IH. BOEK. 1566, i  37 DE AFVAL DÉR III. BOEK. I ] < 3 ! i \ c x V 2 e e d g o S in ve gelijk tusfehen hunne Geloofsbroederen aldaar^ en den Koning van Spanje, door allerlei middelen zogten te beletten , ten einde dezen onverzoenhjken vyand van hunne Partij in zijn eigen land werk te verfchaffen; zeer natuurlijk derhalven, dat derzelver Onderhandelaars in de Nederlanden niet zullen hebben nagelaten , de onderdrukte moedeloze fekte tot uitfporige uitzigten optewakkeren , derzelver verbittering tegen de heerfchende Kerk op allerlei wijzen aantek weken, den druk, waaronder zij zugtte, te vern-oten , en haar daardoor ongemerkt ot wandaden te vervoeren. "Mogeijk, dat 'er ook onder de Verbonlenen velen waren , die hunne ei;en verloren zaak meenden te hertellen , wanneer zij het getal hunner nedepligtigen vermeerderden ; die de nettigheid hunnes Verbonds niet aners dagten te kunnen bewijzen, dan ranneer zij die ongelukkige gevolgen merkelijk deden ohtftaan , voor welke ij den Koning gewaarfchoud hadden, tl die in het algemene misdrijf hun gen hoopten te verfteken. Maar dat ï Beeldenftorm de vrugt zou zijn ïweest van een overlegd plan , waarntrent men in de bijeenkomst te :. Truijen affpraak gemaakt had; dat ene plegtige ■ Vergadering van zo le Edelen en dappere lieden , onr welken nog verre het gröotfte  NEDERLANDEN. 7,77 deel het Pausdom aankleefde, een dolleman zig zou hebben durven verfhouten , om een plan tot een openbare fchanddaad opgegeven , die niet zo zeer ene afzonderlijke Godsdienst-partij krenkte , als veeleer alle agting voor den Godsdienst in 't gemeen , en alle redelijkheid met voeten trad, cn die alleen in den vuilen fchoot van een laag Gemeen kon geboren worden, zou reeds daarom alleen niet geloofbaar zijn , dewijl deze woedende daad zig in hare opkomst te fnel, in hare uitvoering te driftig, te dol vertoont, om niet de vrugt te zijn geweest van het ogenblik, waarin zij te voorfchijn kwam, en dewijl zij uit de omftandigheden, die haar voorafgingen, zo natuurlijk voordvloeit , dat 'er zulke diepe navorfchingen niet nodig zijn , om haren oorfprong te ontdekken. Een woeste, talrijke hoop , zamengefchoold uit het laagfte Gemeen ; beestagtig door ene bcestagtige behandeling ; door moordbcvelen , die in elke ftad op hen loerden , van grenzen tot grenzen rondgejaagd, en tot wanhoop aangedreven ; genoodzaakt hunne Godsdienstoefeningen te ftelen; een algemeen geheiligd menfehenregt , even als een werk der duisternis , tc verbergen; ziende misfehien voor hunne ogen de trotfchlijk oprijzende Godshuizen der zegevierende Kerke, waar Aa 5 III. B O EK.  37* DE AFVAL DER III. hunne hoogmoedige Broeders in al!e Boek. gemak en weelde hunnen Godsdienst oefenden ; zeiven buiten de muren gedrongen , en dat misfchien wel door het zwakfte getal; verdreven naar het woeste woud, om daar in de brandende middagshitte, in ene veragtelijke heimelijkheid, den" zelfden God te dienen ; uit de burgerlijke maatfchappij tot den ftaat der Natuur verftoten, en in een gedugt ogenblik aan ' de regten van dezen ftaat indagng gemaakt ! Hoe veel groter hun getal is, des te onnatuurlijker is dit hun lot ; met verwondering wordt zulks van hun opgemerkt. De ruime lugt , voorhanden zijnde vvapenen, verbeelding in het brein, en verbittering in het hart, komen den wenk enes dweepzieken Prekers te hulp; de gelegenheid lokt uit ; geen affpraak is 'er nodig, waar alle ogen het zelfde waarnemen; het befluit is genomen, vóór dat nog het woord uit den mond is gegaan ; gereed tot een wanbedrijf, zonder dat een van allen nog weet tot welk; zo loopt deze woedende hoop uit elkander. De lachende voorfpoed van den vijandlijken Godsdienst beledigt hunne armoede; de pragt van eiken tempel hoont hun omzwervend geloof; elk opgeregt kruis aan den weg, ieder heilig beeld, dat zij aantreffen, is een zegeteken , dat over hun is  NEDERLANDEN. 3?S> opgeregt, en alle moeten onder hunne vvraaknemendc handen vallen. Dwe- j perij doet de wandaad geboren wor- . den, maar lage hartstogten , voor welke zig hier ene ruime voldoening aanbiedt, voltooijcn dezelve. De Beeldenftorm nam zijnen aanvang in West-Vlaanderen en Artois, in de landfehappen tusfehen de Lijs en de Zee. Een razende bende van handwerkslieden , fchippers cn boeren, met hoeren, bedelaars en dievengeboefte vermengd, omtrent driehonderd in getal, gewapend met bijlen, hamers , ladders en touwen , flegts enige weinigen met vuurroeren en degens , vallen, door dolle dweepzugt gedreven, in de vlekken en dorpen bij St. Onier ; lopen dc deuren der Kerken en Kloosters, weiken zij gefloten vinden , met geweld open , werpen de altaren omver , breken de beelden der Heiligen in flukken, en vertreden dezelven met voeten. Door deze verfoeilijke daad nog meer verhit , en door enen nieuwen toeloop verfterkt , trekken zij regelregt naar Yperen, waar zij op enen flerken aanhang van Kalvinisten konden ftaat maken. Zonder tegenftand te ontmoeten, breken zij in de Hoofd-kerk; men klimt met ladders tegen de muren op; de beelden worden met hamers verraorfeld , de Preêkftoelen -en Zitftoelen met bijlen in ftukken ge- III. SOEK. 1566.  III. BOE K, l8o DE AFVAL DER houwen, de altaren van hunne Hemden beroofd, en het heilige huisraad . geftolen. Dit voorbeeld wordt dadelijk te Menin , Comines , Vcrrich , Lillo en Oudenaarden nagevolgd; in weinige dagen was geheel Vlaanderen door de zelfde woede aangetast. Juist toen de eerfte tijdingen hiervan inkwamen , krielde het in Antwerpen van ene menigte landlopers , welken het Feest van Maria Hemelvaart in deze ftad had bijeengebragt. Ter naauwer nood hield de tegenwoordigheid des Prinfen van Oranje deze tomeloze bende nog in bedwang, die brandde om het voorbeeld van hunne broederen te St. Omer natevolgen; dog een bevel van het Hof, dat hem in aller ijl naar Brusfel riep, waar de Landvoogdes den Raad liet _ vergaderen , om aan denzelven des Konings brieven voortelezen, gaf Antwerpen aan den moedwil dezer bende ten prooi. Des Prinfen vertrek is het teken tot den opftand. Uit vrees voor de baldadigheid van 't graau, dat al terftond in de eerfte dagen fpotagtige zinfpelingen liet horen, had men het Maria-beeld, na weinige omgangen, ter vlugt op het Koor gebragt , ^ zonder hetzelve , als gewoonlijk , in 't midden van de Kerk te plaatfen. Dit bragt enige moedwillige boeven uit het volk op den inval, om hetzelve daar een bezoek te ge-  NEDERLANDEN. 381 yen, en fpottende te vragen, waarom het onlangs zo ras verdwenen ware ? Anderen klommen op den Preêkftoel, waar zij den Prêker naaapten, en de Papisten tot enen wedItrijd uitdaagden. Een Katholijke fchipper, wien deze fpotternij verdroot, wilde hen van boven trekken, en men raakte op den Preêkftoel handgemeen. Dergelijke bedrijven werden ook den volgenden avond gepleegd. Het aantal vermeerderde, en velen kwamen reeds met verdagte werktuigen en heimelijke wapenen voorzien. Eindelijk kreeg een van allen in het hoofd te roepen: „ Lang leven de Geuzen"! terflond riep de ganfche bende dit na, en het Maria-beeld werd gelast hetzelfde te doen. De weinige Katholijken , welke zig daar bevonden , de hoop opgevende, om tegen deze tdo\\e menigte iets uitteregten , verlieten de Kerk , na dat zij alle de deuren , tot één toe , gefloten hadden. Zo ras men zig alleen zag, werd 'er voorgeflagen, enen der Pfalmen naar de nieuwe zangwijzen aanteheffen, welke door de Regering verboden waren. Onder het zingen vallen zij alle te gelijk, even als op een gegeven teken , woedende op het Maria-beeld aan, dooriteken hetzelve met zwaarden en dolken , en flaan het hoofd 'er af; hoeren en dieven rukken de groot HL BOEK.  KI. HOEK i « ( 1 1 I 1 f e i v DE AFVAL DER fte kaarfën van de Altaren, en lich* , ten by her werk. Het ilhone Sr tlk^anV?' ?\ Tvï -kUnSt' Werd vei™eld, alle de fchddenjen bedorven, alk de pronkbedden verpletterd. Een gekruï fchen TUS' le-ns-^o«e, die tus¬ fehen de twe moordenaars, tegen over het Hoge Altaar, geplakt was, een oud ftuk in . n houden, werd met touwen ter aafde ssïïr \en-,mcc bijien in ^ geflagen, terwijl men de beide moordenaars ter wederzijden eerbiedig verschoonde. De gewijde Ouwels werden over den grond gefmeten, en met voeten vertrapt; met den wij^i van ' Nagtmaal, bij geval daar gevonden, dronk men de gezondheid der Geuzenmet de heilige Olie fineerde men dè fchoenen; de graven zelve werden opgewroet, de halfvergane lijken 'er £ gehaald, en met voeten getreden. Dit les gefchiedde in zulk ene verwonlerhjke orde, als of men d lkander vooraf de rollen had uitgeleeid; ieder werkte zijnen buurman daar- Lu\ a ™\a'\ geen van a]ie"> hoe lalsbrekend ook dit werk ware, bekwam en ongeluk, niettegenitaande de dik•e| duisternis, en fchoon de zwaarltc ukken om en nevens hen nederviclen i n zelfs vden op de uiterfte fporten er ladders handgemeen wierden. Het r*s, als pf een hoger magt dit werk  NEDERLANDEN. 383 der duisternis in hare befcherming had genomen. In weerwil der veelvuldige kaarfen, welke hun bij dit guitenftuk lichtten, werd geen enige herkend. Met ongelooflijke fhelheid was het werk verrigt; een getal van ten hoogften honderd menfchen verwoestte binnen weinige uren enen Tempel van zeventig Altaren, zijnde, na de St. Pieters Kerk te Rome, misfehien de gröotfte en pragtigfte in het Christen-rijk.- Het bleef niet bij de Hoofdkerk alleen; met fakkels en kaarfen, vandaar genomen, trok men nog te middernagt op, om de overige Kerken, Kloosters en Kapellen een gelijk lot te doen wedervaren. De troepen groeiden met elke nieuwe fchanddaad aan, en de gelegenheid lokte dieven. Wat men vond, nam men mede; vaatwerk, altaar-behangfels, geld, klederen: in de kelders der Kloosters bezoop men zig op nieu; de Geestelijke Zustlrs lieten alles in den loop, om de uiterfte fchande te ontgaan. Het doffe gedruisch van dit bedrijf had de burgers met fchrik uit den eerften flaap gewekt; maar de nagt maakte het gevaar vreeslijker, dan het werkelijk was. en in fiede van zig ter hulpe zijnet Kerken re fpoeden, verfchanste men zig binnens huis, en zag met ene onzekere verbaasdheid den dag te gemoet. De opgaande Zon vertoonde eindelijk de gemaakte verwoesting; maar het werk van den nagt was hier mede niet geëindigd, III. BOEK.  3Ö4 DE AFVAL DER III. DOEK'. Enige Kerken en Kloosters waren nog verfchoond gebleven; ook dezen moesten hetzelfde lot ondergaan: drie dagen duurde dit geweld. De meest gegoede burgers, eindelijk bezorgd geworden dat dit woedende gefpuis, wanneer het niets heiligs meer te vernielen vond, op gelijke Wijze het ongewijde mogt aanranden, en voor hunne winkels gevaarlijk worden, tevens moed gekregen hebbende door de ontdekking van het kleine getal der vijanden, wagen het zig gewapend voor de deuren hunner huizen te vertonen. Alle de poorten der ftad worden gefloten, een enkelde uitgenomen , door welke de Beeldenftormers uitbreken, om in de naburige ftreken hetzelfde wanbedrijf te herhalen. Gedurende dien gehelen tijd, had de Overheid het flegts een enkelde reis gewaagdj zig van haar magt té bedienen: zo zeer werd zij door de overmagt der Kalvinisten in vrees gehouden, van welken , zo men meende , dat roofgefpuis gehuurd was. De fchade, door deze verwoesting aangeregt, was onnoemelijk: aan de Maria-Kerk alleen werd dezelve op viermaal honderd duizend goudguldens begroot. Vele kostbare kunstwerken wérden bij deze gelegenheid vernield, vele- voörtreflijke handfchriften, vele gedenkftukken, van groot belang voor de Ge-  NEDERLANDEN. 3% Gefchiedenis en het Staatsregc, gingen daarbij verloren. Dc Magiftraat gaf dadelijk een bevel uit, om de geroofde goederen op levensftraffe weder optebrengen, waarbij de Hervormde Leeraars , die zig van wegens hunne Gczinte fchaamden, met nadruk behulpfaam waren. Veel werd op deze wijze nog gered, en de hoofden van dat gefpuis , 't zij öm dat ze min door roofzugt dan door dweperij en wraakzugt bezield, of dat zij door vreemde handen beftuurd wierden , beflotcn, ten einde in 't vervolg deze buitenfporighedeil voortckomen, voordaan bij benden en in beter orde te ftormen (*). De Stad Gent beefde inmsfehen voor een zelfde lot. Tcrftond op het eerfte bcrigt van den Bccldcnftorm tc Antwerpen , had de Magiftraat dezeï Stad zig met de voornaamfte Burgers door enen eed verbonden, om de Kerkenfchcndcrs met geweld tegentegaan : dog toen men dezen eed ook aan het Volk voorhield , waren de ftemmen verdeeld, en velen verklaarden ronduit, dat zij in 't geheel niet gezind waren, om een zo godsdienstig werk te verhinderen. In deze gefteldheid van zaken (*) meteren 86 strada i45 - I47,' burg. 294. 295. 300. hopper. §. 126; meurs. Guliel. Aur. II. 13. 14. I. deel. Bb III. boek:  386 DE AFVAL DER III. HOEK oordeelden de Roomschgezinde Geestelijken raadfaam, de beste kostbaarhe. den uit de Kerken in het Kasteel te bergen, en enige Familiën verkregen de vrijheid om 't gene hunne Voorouders daaraan gefchonken hadden , mede in veiligheid te brengen. Inmiddels werden alle plegtigheden opgefchort; de Regtspleging ftond ftil , even als in een veroverde ftad; men beefde in de verwagting op het geen komen zou. Eindelijk verftoutte zig ene doldrieste bende, met den volgenden onbefchaamden last, in bezending naar den Gouverneur der Stad te gaan. „ Het was hun," zeiden zij , ,, van hunne hoofden op„ gedragen, naar het voorbeeld der „ andere Steden, de beelden uit de „ Kerken te nemen. Bood men hun „ genen wederftand, dan zouden zij „ in ftilte en zonder fchade daar,, mede voordgaan; dog in het te„ gengeftelde geval, zouden zij ftor„ men." Ja zo ver ging hunne ftoutheid, dat zij de hulp der Geregtsdienaren daarbij verzogten. In 't eerst vcrftomde de Gouverneur over dit onbefchaamde aanzoek ; doch vervolgens bedenkende, dat de buitenfporigheden door het gezag der wetten misfehien beter beteugeld zouden worden , maakte hij gene zwarigheid om hun de Geregtsdienaars toereftaan. Te Doornik werden de Kerken , in het ge-  NEDERLANDEN. 58/ èigt van de Bezetting, welke niet kon overgehaald worden óm op de Beeldenltormers te fchieten, van hunne Geraden beroofd. Toen het uitlekte , dat men de gouden en zilveren vaten met den overigen opfchik der Kerk onder de aarde had begraven , werd de gehele vloer der Kerke omgewroet, en bij deze gelegenheid kwam het lijk van den Hertog adolf van gelder Weder voor den dag, die eertijds aan de fpits der oproerige Gentenaars in 't gevegt gefneuveld, en te Doornik begraven was. Deze adolf had zijnen Vader bcoorlogd, en den overwonnen grijsaart, enige mijlen ver, barrevoets naar de gevangenis gefleept; dog hem zeiven had karel d£ stoute van Bourgondic gelijk met gelijk vergolden. Nu , een halve eeuw daarna, wreekte het noodlot een wanbedrijf tegen de Natuur, door een ander tegen den Godsdienst: de Dweperij moest het gewijde ontheiligen , om het gebeente eens vadermoorders andermaal aan den vloek prijs te geven (*). Bij de Beeldftormers van Doornik voegden zig anderen uit Valenchijn, om alle Kloosters van het omliggende Grondgebied te verwoesten , waarbij ene kostbare Boekerij, welke geduurende eeuwen bijeengezameld was, (*) Burc. 315. 316. * Bb a III. boek.  333 DE AFVAL DER III. S50EK. door de vlammen vernield werd. Ook in Braband drong dit verderflijke voorbeeld door ; Mechelen , 's Hertogenbosch , Breda en Bergen op Zoom ondergingen het zelfde lot. Alleen de Provinciën Namen en Luxemburg, benevens een gedeelte van Artois en Henegouwen , hadden het geluk, zig van deze fchandbedrijven zuiver te houden. In den tijd van vier of vijf dagen waren in Braband en Vlaanderen alleen vierhonderd Kefken verwoest. Wanneer men deze uitgeltrektheid en dien trap van verwoesting vergelijkt met het geringe getal der genen, die dezelve pleegden, zou men fchier in verzoeking geraken om te geloven , dat meer dan menfehenhanden daaraan gewerkt hebben (*). Van de zelfde dolheid, welke het zuidelijke gedeelte der Nederlanden doorliep , werd welhaast ook het Noorden aangetast. De Hollandfche Steden Amfierdam , Leiden en 's Gravenhage hadden de keus , om óf vrijwillig hunne kerken van derzelver fieraad te ontbloten , óf te zien, dat hetzelve geweldadiger hand daaruit wierd gehaald. Delft, Haarlem, Gouda en Rotterdam ontkwamen de verwoesting door de kloekmoedigheid der Regering. De zelfde geweldenarijen werden ook op de Zeeufche Eilanden ge- (*) Meteren 85. 87. strad. 149.  NEDERLANDEN» 389 pleegd; de Stad Utregt, benevens enige plaatfcn van Overijsfel, en Groningen moesten mede den Beeldenftorm lijden. Friesland werd door den Graaf van Aremberg, en Gelderland door den Graaf van Megen voor dat ongeval bewaard (*). Het gerugt van deze ongeregeldheden, dat uit alle Gewesten vergrotend inkwam, verfpreidde den fchrik in Brusfel , waar de Landvoogdes juist ene buitengewone Vergadering van den Raad van State had belegd. De zwermen van Beeldenftormcrs drongen reeds verre in het Brabahdfche door, en dreigden zelfs de Hoofdflad, waar zij zeker waren van enen nieuwen aanhang te vinden , onder het oog der Hoge Regering aldaar den zelfden gruwel te herhalen. De Landvoogdes, bedugt voor haren eigenen pcrloon , dien zy zelfs in het hart des Lands, te midden van de Stadhouders en Ridders , niet veilig agttc , was reeds van gedagten naar Bergen in Henegouwen te vlugtcn , (welke Stad de Hertog van Aarfchot haar tot ene wijkplaats had ingeruimd,) om niet, aan het goeddunken der Beeldenflormers overgelaten , tot onvoeglyke voorwaarden genoodzaakt te worden. Het baatte niet, dat de Ridders hun bloed (*~) Burg. 318. 319. meurs. Gul. Aiuv II. 15. Bb 3 III. BOEK,  III. boek, \ 390 DE AFVAL DER en leven voor hare veiligheid te pand zetteden, en op de dringendfle wijze bij haar aanhielden , dat zij zig door ene zo fmadelijke vlugt tog niet aan de fchande mogt bloot ftellen, alsof het hun aan moed en ijver ontbroken had om hunne Vorstin te befchermen ; het baatte niet, dat de Stad Brusfel zelve haar bezwoer, haar tog in dezen uiccrften nood niet te verlaten; dat de Raad van State haar dc nadruklijkfte voorftellen deed , om door zulk enen kleinmoedigen flap de ftoutheid der Muitelingen niet nog meer aantevuren ; zij bleef onveranderlijk bij dit wanhopige befluit, daar 'er nog bij aanhoudendheid boden kwamen, met de tijding, dat dc Becldenltormers tegen de Hoofdftad in aantogt waren. Zij gaf bevel, om alles tot hare vlugt gereed te houden, welke met den vroegen morgen in ftilte zou voordgaan. Met het krieken van den dag ftond de grijsaart viglius vóór haar, welken zij , ten gevalle der Groten, reeds federt lang gewoon was te verwaarlozen. Hij wilde weten , wat deze toeftei betekende , waarop zij hem eindelijk beleed , dat zij vlugten wilde , en zeide, dat hij wèl zou doen , zo hij zig zeiven mede zogt te redden. „ Het zijn nu twe jaren ," zeide de oude man, „ dat gij deze „ uitkomst van zaken hebt kunnen  NEDERLANDEN. 39* verwagten. Om dat ik vrijer ge" fproken heb, dan uwe Hovelingen , " hebt gij uw Vorstelijk oor voor '', mij gefloten, 't welk alleen voor " verderflijke raadflagen openftond." De Landvoogdes Hemde toe, dat zij _ zig vergist had, en door enen lchijn van opregtheid was verblind geweest; maar tans drong haar de nood. „ Zijt rij voornemens," hervattede viglius hierop , „ u aan 's Konings bevelen ftandvastig te houdend „ Dat " ben ik," hernam de Hertogin. — " Neem dan uwe toevlugt tot hel " o-rote geheim der kunst van rege" ren, tot veinzen , en voeg U ir " fchijti bij de Edelen , tot dat gr " met hunne hulp dezen Itorm hebi s' Afgeweerd. Toon hun uiterlijk eer " vertrouwen, waarvan gij in 't har " zeer vervreemd zijt. Laat hen ener "! eed afleggen , dat zij met U ene ge mene zaak willen maken, om de " ze ongeregeldheden te keer te gaar " Die genen, welke zig daartoe ge " reed betonen , moet gij als uw " vrienden betrouwen,- maar wagt l " de anderen door kleinagting afte " ichrikken." Viglius hield haar no lang aan de praat, tot dat d Edelen inkwamen, welke hij wist df de vlugt der Landvoogdes geensztr zouden "gedogen Toen deze verfchc nen , verwijderde jq zig in ftilte om aan den Raad der Stad bev< Bb 4 III. boek. I l J \ ■ t s 5 i  III. f O EK ] < | c 1 ii v e b d, (♦) Burc 330. 331. hopper. § Vit* vigl. 48. : v - S92 DE AFVAL DER te geven , de poorten te fluiten, en aan alles, wat tot het Hof behoorde , den uitgang te beletten. Deze laatfte ftap deed veelmeer af, dan alle vertogen tot nog toe gedaan •hadden. De Landvoogdes, die zig in hare eigen Hofplaats gevangen zag, begaf ■zig nu met den Adel in gefprek ' welke zig verbond, tot den' laatften droppel bloeds bij haar te blijven. Zij gaf aan: den Graaf van Mansveld het bevel over de Stad, verfterkte in der haast de bezetting, en wapende haar gehele Hof (*) Nu werd 'er Staatsraad gehouden , welks befluit. hierop uitkwam , dat men van den nood een deugd moest naken , het préken op die' plaatfcn, vaar het reeds begonnen was , toeaten , de affehaffing der Pauslijke In[uifitie openlijk bekend maken, de >ude Plakaten tegen de Ketters voor fgefchaft verklaren, en, voor alle anere dingen , den verbonden Adel de egeerde verzekering zonder bepaling willigen. Dadelijk werden de Prins m Oranje, de Graven van Egmond 1 Hoorn , benevens enige anderen, enoemd, om met de Afgevaardigden m het Verbond des aangaande te handen. De Verbondenen werden pleg-  NEDERLANDEN. 393 tiglijk, en in de duidelijkfte bewoordingen , van alle verantwoording wegens het ingeleverde Verzoekfchrift vrijgefproken , en aan alle Koninglijkc Amtenaren en Overheden aanbevolen, deze verzekering natckomen, en ge* nen der verbondenen , nu of ooit, ter zake van gemelde Verzoekfchrift, moeilijk te vallen. Daartegen verpligtten de Verbondenen zig van hunnen kant , om getrouwe Dienaars zijner Majefteit te zyn , met al hun vermogen medetewerken ter herftelling van de rust, en beteugeling der Beeldcnftormcrs, het Volk te noodzaken om de wapens nederteleggen , en den Koning tegen zijne inwendige en uitwendige vijanden kragtdadig bijteftaan. De verzekering er tegenverzekering werden in enen geregtelijken vorm gegoten, en dooi wederzijdfche Gevolmagtigdcn ondertekend ; de brief van verzekering wert nog bijzonder door de eigen hand dei Landvoogdes getekend, en met der zeiver Zegel voorzien. Na enen zwa ren ftrijd en met fchreïende oger was de Landvoogdes tot dezen droe vigen ftap overgegaan, en bevendt gaf zij den Koning hiervan kennis Zij fmeet al de fchuld op de Groten , die haar in Brusfel als gevan gen gehouden en met geweld daartoe vervoerd hadden. In 't bijzondci Bb 5 III. BOEK. I  394 DE AFVAL DER m. BOEK. i beklaagde zij zig zeer over den Prins van Oranje (*). Zodra die Huk zijn volle beflag had gekregen, fpoedden de Stadhouders naar hunne Landfchappen ; egmond naar Vlaanderen , oranje naar Antwerpen. Hier hadden de Protestanten zig van de verwoeste Kerken , als van een ding dat den eerlten vinder toekomt , meester gemaakt, en zig naar krijgsgebruik in het bezit daarvan bevestigd. De Prins gaf, dezelven aan hare regtmatige eigenaars weder, liet haar herilellen, en zettede den Katholijken Godsdienst weder daarin. Drie van de Beeldenflormers , welke gevat waren , werden voor hunne roekeloosheid met de koord gefiraft, enige Oproermakers gebannen, vele anderen getugtigd. Daarop liet hij vier Afgevaardigden van elke fpraak, of, gelijk zij genoemd werden, de Natiën , bijeenroepen, en kwam met dezen overeen , dat hun, daar de ophanden zijnde winter hun het préken in 't open veld onmogelijk maak:e , drie plaatfen binnen de Stad souden worden ingeruimd, waar zij ceuze hadden om óf nieuwe Kerken e bouwen, óf ook bijzondere huijen daartoe interigten. Daarin zou- (*) Meteren 88. 89. 90. hopper. § r28„ 129.134. burg. 333«" 337' meuks, II. 16. :7-  NEDERLANDEN. 395 den zij alle Zon en Feestdagen, en altoos op het zelfde uur, hunnen Godsdienst verrigten ; dog alle _ andere dagen zouden hun • tot dit gebruik verboden zijn. Viel 'er geen Feestdag in de week , dan zou de Woensdag hun daar voor ten goede komen. Gene Godsdienstige aanhang zou meer dan twe Geestelijken mo (*~) Meteken 91. eurg. 349 - 354 st rad. 153- hopper. § 136. meur s. Gul Aur. I. 17- l8- (f) Burg. 345- 34-6. 354- IÏL iOElf.  III. boek. i | 1 t 2 c k ( 1( v k b di d; k< dc dc C) fiURc. 356. 357- 393 DE AFVAL DER Meer had het in Doornik in rusr te brengen , welks beltuur, in plaats van montignij, tot wiens bewind deze ftad behoorde , aan den Graaf van Hoorn was overgedragen. Hoorn beval den Protestanten terftond de Kerken te ruimen, en zig buiten de Stad met een Bedehuis te vergenoegen. Hiertegen bragten derzelver Leeraars in, dat de Kerken ten dienfte van het Volk geftigt waren, en dat het Volk was, niet ivaar de Hoofden , maar waar het grootre gedeelte zig bevond. Zo men hen :nt de Katholijke Kerken verjaagde, was iet billijk , dat men hun geld verfchafe om eigene te bouwen. Daarop antvoordde de Magiftraat, dat de partij Ier Katholijken , fchoon die ook de wakfte ware, buiten tegenfpraak nogans de beste was. Kerken te bouwen ou hun vrijftaan , dog men vertroude, at zij de Stad, na de fchade, wele deze reeds van derzelver waardige ïeloofsgenoten , de Beeldenftormers , geiden had, niet vergen zouden , om in wegens hunne Kerken nieuwe 0113ste_n te maken. Na langdurige knibilarijen over en weder, bragten : Protestanten het evenwel zo verre, •t zij in 't bezit van enige Ker:n bleven , welken zij , tot meerr zekerheid, met wagten bezetten (*> Te Valcnchijn wilden de  NEDERLANDEN. 399 Proteftantcn ook niet luisteren naar de voorwaarden, welke hun door filips VAN st. aldegonde, Heer Vail Noircarmes, aan wien, bij afwezigheid van den Marquis van Bergen, het Stadhoudcrfchap aldaar opgedragen was, waren voorgeflagen. Een Hervormd Leeraar, la grange, zijnde een Franschman van geboorte , die door zijne welfprekendheid een onbepaald gebied over de gemoederen voerde, hitfte zijne gemeente op, om op eigene Kerken binnen de ftad te blijven aandringen, en, in geval van weigering, te dreigen, dat men de ftad aan de Hugenoten zou overgeven. De overmagt der Kalvinisten , en derzelver verltandhouding met de Hugenoten, maakten het den Gouverneur ongeraden iets gewelddadigs tegen hen tc ondernemen (*). Ook de Graaf van Egmond overwon tans zijne natuurlijke weekhartigheid, om den Koning zijnen ijver te bewijzen. Hij bragt bezetting m de ftad Gent, en liet enigen van de erglte oproermakers aan het leven ftraffen. De Kerken werden weder geopend, de Katholijke Godsdienst, herfield, en alle Buitenlanders kregen bevel om de gehele Provincie te ruimen. Voor de Kalvinisten, maar ook voor dezen alleen, werd buiten de Stad een plaats ingeruimd, om zig (*) Burg. 359. fqq. IIL boek.  'til. 13 o ek. 3 s I \ 1 \ I V r, (?) Meieren 91.92. b u rg. 340-343. 4°° DE AFVAL £) E R. daar een Bedehuis te ftigten ; daartégen moesten zij zig tot de m {}e gehoorfaamheid jegens de Regering der rad, en tot kragtdadige medewerking in het ftraffen der Beeldenftormers verbinden Soortgelijke inrigtingen werden van hem door geheel Vlaanderen en Artois getroffen. Een van zijne Edelluiden, en een aanhanger van het Verbond, JOhan cazembrood, Heer van Beckerzeel, vervolgde de Beeldenftormers aan het hoofd van enige ruiters van het Verbond; overviel enen zwerm van dezelven, die juist voornemens was om ene ftad in Henegouwen te overrompelen, by Grammont in Vlaanderen, en kreeg dertig Vau hun gevangen, van welken twe - entwintig 0p ie plaats gehangen, cn de overige gele?^*/" ^ Sejaa^ W^r" Men zou denken , dat diensten van to veel gewigt niet verdiend hadden, net s Konings ongenade beloond tc vorden. Het geen door oranje, eg.10nd en hoorn bij deze gelegenheid 'errigc werd, was ten minsten een 'evvijs van even zo veel ijver, cn 'iel even zo gelukkig uit, als 't geen fOIRCARMES, MEGEN CUAREMBERG uvoerden, aan welken de Koning zije dankbaarheid met woorden en daden  NEDERLANDEN. 4U' den te kennen gaf, maar deze ijver, deze dienden kwamen te fpade. Zij hadden reeds te luid hunne ftem tegen de Plakaten laten horen , zig te hevig tegen zijne maatregelen verzet, te zeer hem in den perfoon van zijnen Dienaar granvelle beledigd , dan dat 'er nog vergiffenis kon plaats vinden. Geen tijd, geen berou, gene nog zo volwigtige vergoeding konden deze vergrijpen uit het gemoed van hunnen Heer uitwisfchen. Zijn geest ondervond niets van de gemene wisfelvalligheid der dingen; beledigingen waren als op koper in zijne ziel gegraveerd. Filips lag juist krank te Segovië , toen hem de tijdingen van den Beeldenftorm , en van het verdrag met de Onroomfchen getroffen, werden aangebragt. De Landvoogdes vernieudc tevens haar dringend verzoek om zijne perfoonlijke overkomst , waarover ook alle brieven liepen, welken _ de Prefident viglius met zijnen Vriend hopperus omtrent dezen tijd wisfelde. Ook hadden velen der Nederlandfche Groten, gelijk egmond , mansveld, megen, aremberg, noircarmes en barlaimont bijzondere brieven aan hem medegegeven , waarin zij hem van den toeftand hunner Provinciën verdag deden , en hunne daar gemaakte fchikkingen met de beste redenen poog- 1. deel. Cc III. soek. 1566.  402 DE AFVAL DER III. boek. den te bekleden. Er kwam juist ook ter dezer tijd een brief van den Keizer, welke hem tot ene zagter handelwijze met zijne Nederlandfche Onderdanen vermaande , en zig daarbij tot Middelaar aanbood. Hij had ook hierover onmiddelijk naar Brusfel, aan de Landvoogdes zelve gefchrevcn, en daarbij aan de Hoofden van den Adel bijzondere brieven overgezonden , doch welke niet waren overgegeven. Dc Koning, van het eerfte misnoegen bedaard, 't welk door dit onaangenaame voorval in hem verwekt werd, gaf het aan zijnen Raad over , deze nieuwe gebeurenis in overweging te nemen. De aanhang van granvelle, die hier de overhand had , wilde tusfehen het gedragVan den Nederlandfchen Adel en de buitenfporigheden der Becldenftormers een zeer naau verband ontdekt hebben, 't welk duidelijk bleek uit de gelijkheid van beiderzijdfehe eifchen, en vooral uit den tijd , waarin de woede der laatstgenoemden was uitgeborsten: Zij merkten aan dat de Becldenftorm • nog in de zelfde maand was begonnen , waarin dc Adel hunne drie punten had overgeleverd ; ook waren op dien avond , waarop oranje de ftad Antwerpen verlaten had, de Kerken verwoest. Gedurende het gehele oproer , had niemand enen vinger uitgeftoken om de wapenen optevatten, alle  NEDERLANDEN. 403 middelen, waarvan men zig bediend had , waren tot voordeel der partijen geweest ; alle anderen, welke ter inftandhouding van het zuivere geloof dienen moesten , waren agtergelaten. Velen der Beeldenftormers hadden ook uitdrukkelijk gezegd, dat zij alles met voorkennis en goedkeuring der Groten gedaan hadden : en niets was natuurlijker , dan dat zodanige onverlaten een misdrijf, voor eigen rekening ondernomen , met grote namen zogten optefchikken. Men bragt ook een gefchrift ten voorfchijn, Waarin dc voorname Adel aan de Geuzen hunne hulp beloofde , om de Vergadering der Algemene Staten doortedrijven, 't welk egter door dezen ftandvastig ontkend werd. Men wilde in 't geheel vier onderfcheidene complotten in de Nederlanden befpeurd hebben, welke alle meer of min in een naau verband met elkander Honden , en alle tot het zelfde doel medewerkten. Een derzelven was dat veragtclijke rot, dat de Kerken had geplonderd; een twede waren die onderfcheidene fekten , Welke de eerstgenoemden tot die fchenddaden gehuurd hadden ; de Geuzen , welkë zig tot befchermers der fekten hadden opgeworpen , maakten het derde , en de voorname Adel, welke den Geuzen door leen - betrekkingen , bloedverwantfehap of vriendfehap toegedaan Cc a IIT. BOEK.  404 DE AFVAL DER III. hoek. waren, het vierde uit. Alles ware bijgevolg door het zelfde bederf aangeftoken ; en alles zonder onderfcheid ichuldig. De Regering had niet blotclijk met enige afgezonderde leden te doen ; neen, maar zij had met het geheel te firijdcn. Dog wanneer men in aanmerking nam, dat het Volk flegts het verleide gedeelte , en de aanfporing tot opftand van boven was afgedaald , was men geneigd om het dus verre gevolgde ontwerp te veranderen, 't welk in meer dan één opzigt gebrekkig fcheen. Daardoor, dat men alle klasfen zonder onderfcheid drukte, en het gemene volk met even zo veel ftrengheid, als den Adel met kleinagting behandelde, had men beiden genoodzaakt elkander opte zoeken; men had den laatften enen aanhang , en den eerften aanvoerders gegeven. Een verfchillende behandeling van beiden , ware een onfeilbaar middel om hen van elkander te fcheiden : het gemeen , ftreed vreesagtig en traag , wanneer het niet door den uiterften nood wordt aangedreven , zoude zijne aangebeden befchermers wel ras in 't gevaar laten zitten, en derzelver lot als ene verdiende ftraf leren befchouwen, zodra het dat gevaar niet meer met hun deelde. Men ried derhalven den Koning, dat hij den groten hoop voordaan met meer zagtheid zou be-  NEDERLANDEN. 4°5 handelen, en alle ftrengheid regen de hoofden der partij keren. Om egter den fchijn van ene lage toegeeflijkheid te vermijden , vond men goed , de voorlpraak des Keizers hierbij tot een voorwendfel te gebruiken, als welke alleen, en niet de regtmatigheid van hunne eifchen , den Koning bewogen had , om dezelve aan zijne Nederlandfche Onderdanen , als een grootmoedig gefchenk toeteftaan (*)" De vraag aangaande de perfoonlijke overkomst des Konings kwam nu wederom ter bane , en alle bedenkelijkheden , welke zig. voorheen daartegen hadden opgedaan, fchenen voor de tegenwoordige dringende noodzaaklijkheid tc wijken. „ Tans," dus lieten zig tvsnacque en hopperus horen , „ tans was de grote zaak „ werkelijk voorhanden , waaraan de ,, Koning, volgens zijne eigene ver„ klaring , voormaals aan den Graaf „ van Egmond gedaan, gereed was ,, duizend levens te wagen. Om de „ enkelde ftad Gent in rust te bren„ gen , had karel V. ene moci,, lijke cn gevaarlijke reis door een „ vijandlijk land ondernomen , en tans ,, gold het de rust, misfehien zelfs „ de bezitting van alle de verenig„ de Provinciën (f)." Dc meesten (*) Burg. 363. 3.64. Hopper. § 138139. 140. 152. iS3(f) Hopper § 142. burg. 366. Cc 3 iir. boek.  4o6 DE AFVAL DER III. boek. I ) } ! J r. j; y. »! >: K ti waren van het zelfde gevoelen , en de reis des Konings werd befchoud als een zaak, welke hij volftrektlijk niet langer kon agterlaten. Nu was de vraag, met hoe groot of klein geleide hij dezelve moest aanvaarden ; en hieromtrent waren de Prins van eboli en de Graaf van figuero.a met den Hertog van alb a van verfchillende gedagten, gelijk elks bijzonder belang daarbij verfchillende was. Bijaldien de Koning aan het hoofd van een leger derwaards reisde, was de Hertog van alba de onontbeerlijke man, die, integendeel , bij ene vreedfame vereffening , waar men hem minder nodig had, aan zijne mededingers het veld moest ruimen. „ Een leger," zeide riGUERoA, die de ccrlie beurt had /an fpreken , „ zou den Vorsten, t door welker Land men hetzelve voer, de, onrust baren , en zelfs ligtelijk , tegenfland van dezen ontmoeten ; het , zou. de Provinciën , voor welker , rust het beilemd was, nodeloos , tot last verllrekken , en een nieu , bezwaar voegen bij die, welke haar tot hiertoe zo ver gebrast hadden. Het zou alle onderdanen op gelijke wijze drukken, daar integendeel ene vreedfame regtsoefening de onfchuldigen van de fchuldigen onderfcheidde. Het ongewone en geweldige van zulk enen ftap  NEDERLANDEN. 4°7 „■ zou de hoofden der Partij in verzocking bréngen , om hun tot hiertoe gehouden gedrag , waaraan brood" dronkenheid en onbedagtfaamheid het ", gröotfte deel hadden gehad, van enen ' meer ernstigen kant tc befehouwen , en nu eindelijk met overleg m „ zamenhang voord te varen; de ge„ dagte , van den Koning zo ver „ gebragt te hebben , zoude hen tot „ ene .wanhoop doen overflaan , waarin „ zij het uiterfte zouden wagen. Trok „ de Koning den Muitelingen gewa„ pend tegen , dan beroofde hij zig „ van het gewigtige voordeel , dat „ hij op hun had, te weten zijne „ waardigheid als Landsheer, welke „ hem deste kragtiger zou befcher„ men , hoe meer hij toonde , dat „ zij zig op deze alleen verliet. Hij „ fteldc zig daardoor als 't ware „ met de Muitelingen gelijk , die van „ hunnen kant ook niet verlegen zou„ den zijn, om een leger op de „ been te brengen, daar de aigeme„ ne. haat tegen Spaanfch Krijgsvolk „ hun bij de Natie in de hand „ werkte. De Koning verfpilde op „ die wijze zijne gewisfe overmagt, „ welke zijne betrekking als Lands„ Vorst hem gaf, tegen den wisfel„ valligen uitflag van gevegten, die,. „ gewonnen of verloren , noodzakelijk „ een deel van zijne eigene onder„ danen te gronde moesten brengen. Cc 4 III. 3.0 EK. 1566.  408 DE AFVAL DER HL BOF K. : ) » J J' •> ■ y y. •>• y> y> m „ Het gerugt van zijne gewapende „ ove komst zou hem vroeg genoeg „ naar de Nederlanden vooruit lopen , „ om allen, die zig ener kwade za„ ke bewust waren , den nodigen „ tijd te verfchaiTen, om zig in ftaat „ van tegenweer te ftellcn , en zo ,, wel hunne inwendige als uitwendi„ ge hulpmiddelen te laten werken. „ Hierbij zou de algemene vrees hun „ grote diensten doen: de onzeker„ heid, wien het eigenlijk gold, „ zoude ook de min fchuldigen tot ,, den groten hoop der Oproermakers „ overhalen , cn hem vijanden ver„ wekken, welken hij anders nooit „ zoude gehad hebben. Maar wist men, „ dat hij zonder zulk een gedugt ,, geleide in aantogt was , en dat , zijne verfchijning niet zo zeer die , van enen bloedrcgter was, als van , enen vertoornden Vader, dan zou, den alle weidenkenden moed krij9 gen , en de bozen in hunne ei, gene gerustheid omkomen. Dezen , zouden zig zeiven overreden om , het gebeurde van minder aanbelang , te rekenen, dewijl het den Ko, ning niet gewigtig genoeg had gefchenen, om deswegen enen geweldigen ftap te doen. Zij zouden zig wagten, door openlijke daden van geweld ene zaak te bederven , die misfehien nog te redden ware. Langs dezen ftillcn en vrced-  NEDERLANDEN. 409 fatnen weg zou men derhalven juist dat gene verkrijgen , 't welk langs „ den anderen weg onherftelbaar ver„ loren ging : de getrouwe onderdaan ,, zou op generhande wijze met den „ ftrafwaardigen Oproermaker worden „ vermengd, maar op den laatfien al„ leen het gehele gewigt zijns toorns „ nederkomen. Om niet te zeggen , dat men hierdoor tevens ene ontzach„ lijke uitgave voorkwam , welke door „ het overvoeren van een Spaansch le„ ger naar deze afgelegene gewesten „ van het Koningrijk zou veroorzaakt „ worden" (*), „ Maar," liet dc Hertog van alba zig horen , „ kan het onheil van eni„ ge weinige burgers in aanmerking ko„ men , wanneer het geheel in gevaar „ is? Om dat enige welgezindcn daar„ bij lijden , zullen daarom de Oproer„ makers niet geftraft worden ? Het „ misdrijf is algemeen , waarom zou dc „ ftraf zodanig niet zijn ? Het gene „ de muitelingen door hunne daden , „ dat hebben dc overigen door hunne „ nalatigheid misdaan ; wiens fchuld is „ het, dan de hunne , dat het den „ anderen zo ver gelukt is ? waarom „ hebben zij de aanflagcn van dezen „ niet eerder tegengegaan ? De omllan„ digheden , zegt men, zijn nog zo „ wanhopig niet , dat zij dit geweldi- (*) Burg. 386. 387. Cc 5 DL B Ofi£.  III. Boek. I 3 » 3 j 5: y 3i y, i: y> 55 •>■> 55 410 de afval der » ge middel billijken : maar wie „ ftaat ons borg, dat zij bij de aan„ komst des Konings niet zodanig zul„ len zijn, daar, volgens elk berigt „ van de Landvoogdes, alles met fnel„ Ie fchreden tot erger loopt ? zal men „ het wagen, dat de Koning eerst „ bij zijne komst in de Nederlanden „ gewaar worde, hoe noodzakelijk een „ knjgsmagt voor hem geweest ware ? „ Het heeft maar al te veel grond „ dat de Muitelingen zig van buiten„ landfche hulp verzekerd hebben, die „ op den eerften wenk tot hunnen „ dienst gereed is : zal het dan tijd „ zijn , op ene krijgstoerusting te den„ ken, wanneer de vijand over de „ grenzen rukt ? zal men het daarop , laten aankomen, dat men zig met , de naaste de beste Nederlandfche , benden moet behelpen, op welker , trou zo luttel ftaat is te maken? , en komt het zeggen van de Land, voogdes niet fteeds daarop neder , dat alleen het mangel aan ene ge, noegfame krijgsmagt haar dus verre belet heeft, aan de Plakaten kragt bij , te zetten , en de Muitelingen in hunnen loop te fluiten ? Alleen een welgeordende en gedugte legermagt kan dezen de hoop geheel en al affnijden , van tegen hunnen wettigen Heer opteftaan , en alleen het zekere vooruitzigt van hun verderf hunne eifchen verminderen. Zonder  NEDERLANDEN, 4^ - een genoegfaam leger kan de Ko'\ ning buiten dat zijnen perfoon niet " in vijandelijke gewesten wagen; zon- der dit kan hij met zijne oproerige onderdanen gene voorwaarden aangaan, " welke met zijne waardigheid ftro„ ken (*)." 1 Het aanzien van den Spreker gat aan zijne redenen het overwigt, en nu was alleen de vraag nog , hoe ras de Koning de reize aanvaarden , en welk enen weg hij nemen zoude. Daar de reis over zee in 't geheel niet voor hem te wagen was , bleef hem gene andere keus over, dan óf door de engten bij Trente over Duitfchland te gaan, of van Savoijen over de Apennijnfche Alpen te trekken. Op den ecrstgenoemden weg had hij van de Duitfche Protestanten tc vrezen , wien het oogmerk van zijne reis misfchien niet onverfchillig zoude zijn ; en over de Apennij nen was in dit late jaargetijde geer reis meer te wagen. Daarenbover moesten de nodige fchepen eerst ui) Italië gehaald en herfceld worden, waar toe verfcheidene maanden nodig waren Daar eindelijk ook de Vergadering de Cortes in Kastilië , van welke hij zij niet wel onttrekken kon , tegen Wintermaand reeds was uitgefchreven , kor de reis niet voor het Voorjaar ondernomen worden (f). (*) Burg. 381. 39°' (f) Hopper § 154. 155. buug. 390- 392 III. BOEK. 1566. '. 1 1  HL BOEK. J 4 1 C c r e h 11 w d d ei h< 1 ni tc 4r* DE AFVAL DER. m * veel daarbij te benadelen • &en e moest „oodzakelijk iets gedaan'worde ón,^ f de. K°™f ondernam -Sn-» --eÏ Je, welken zij den Staten en den Raden mogt mededelen, en een "he- bden^^bfr beftemf^ berftelling, e" bdc IS™ vanu 'an deg Iqfante cSÏ^6 geb°0rte kc clara izabella Wtshe^\ maa)S Gemaiin va" den lartsheitog al bert van Oostenrijk ;n Vorstm der Nederlanden. fiR^ S nden "nZijnrVaSC bcfl"iC om de Neerlanden in perfoon te bezoeken waar mkteJ De^A, * "0d* «fi-SE e al rpAIgemene gering werd, ven als ,te voren, afgeflagen: van et vergelijk dat zij nfet de ProTe- e deninendheC ^rbü,ld ^oVen hïï , erd m dezen brief niet gerept om " h'i h« *>g "iet raadlfim "oordeel hetzelve volftrekt te verwerpen ! nog veel minder gezind was "om i haar ^F"' &aren^gen beval uwef*J ^ te verlterken, -uwe Regimenten uit Duitschland aan ™, en de wederfpannigen mt  'NEDERLANDEN. 443 geweld te keer tc gaan. Voor het overige , (dus was het flot) verliet hij zig op de trou van den voornaamflen Adel, waaronder hij velen kende, die het met hunnen Godsdienst en hunnen Koning wèl meenden. In den geheimen brief werd zij andermaal gelast de Algemene Statenvergadering met alle magt tegentehouden ; dog bijaldien het evenwel mogt gebeuren , dat de algemene ftem haar te fterk wierd, en zij voor de overmagt moest bukken , dan ten minsten het zo voorzigtig te befchikken , dat zijne waardigheid niet benadeeld, cn zijne toeftemming aan niemand bekend wierd (*) inmiddels dat men in Spanje hierover raadpleegde, maakten de Protestanten in de Nederlanden het ruimfte gebruik van de voorregten , welken men hun uit nooddwang vergund had. De Kerken kwamen , waar men vrijheid had om die tc bouwen , met ongelooflijken fpoed tot ftand; jong en oud, de Adel zo wel als de gemene man, holpen flenen aanbrengen , en vele vrouwen gaven zelfs haren opfchik ter beste , om het werk te verhaasten, Beide fekten ftigtten in verfcheidene fteden hare eigene Kerkenraden. waarmede in Antwerpen een begin was gemaakt, en bragten hunnen Godsdiensi (*) Met eren 92. hopper §. 144- 145 I46. b urg. 369. 3"0. HL 15 O E K.  III. !i OEK, t t 2 i h ü V fc b V( te ne en en 't •de te te wa dn; 4M DE AFVAL DEK. op enen regelmatigen voet. Men ftPU ket VZ' te"" a]gCmene ! ~Pr^^ zig verbonden 2 !' W-aan" Z" mug van r^V J e Vrne oeffe- rf pv* tests r«< lerlanden verfpreid • nm T • e lokken S ' 1 de mengen lokken , hadden velen V00r aan enhjke fommen getekenci. Xr dï unenfporige aanbod zijn door de "janen _ der Hervormden verfcheidene uit 'ggen gemaakt, welke allen nign hW voor 21g hebben. Onder het owedfJ namelijk van de nodi^ en te "T^ deZer Plofte %n VC^deren, hoopte men, minder argwaan de toelage binntekrijgen, WeJken men tans tot en gewapenden tegenftand nodig hadwanneer de Natie tog eenmaal! zij voor of tegen de Landvoogonkosten moest maken, was het denken, dat zij veel gemaklijker bewegen zou zijn, om' ter be™g van den vrede, dan tot enen kkenden en vernielenden oorlog haar geld  NEDERLANDEN. *T5 geld optebrengen. Anderen zien in dit aanbod niets anders, dan een uitvlugt der Protestanten voor enen tijd, ene begocheling, waardoor zij het Hof ene wijle tijds buiten befluit zogten te houden, tot dat zij kragten genoeg verzameld zouden hebben om het hoofd te bieden. Anderen verklaarden het volftrekt voor grootfpraak, om der Landvoogdesfe daardoor fchrik aantcjagen , en den moed van hunne partij door het openen van zulke rijke bronnen optewakkeren. Wat ook de eigenlijke grond van dit aanbod geweest zij , weinig werd daarmede gewonnen : dc toelagen kwamen fpaarfaam in, en het Hof beantwoordde den voorflag met ftilzwijgende veragting (*). Maar de buitenfporigheid van den Beeldenftorm , wel verre van de zaak des Verbonds te bevorderen, en de Protestanten optebeuren, had aan beiden een onherflelbare fchade toegebragt. Het gezigt der verwoeste Kerken , die , volgens de uitdrukking var viglius, eer naar beestenftallen, dar naar Godshuizen geleken, bekommerde alle Katholijken , en allermeest derzelver Geestelijkheid. Allen, welken var dien Godsdienst tot het verbond wa ren toegetreden , verlieten nu hetzelve daar het de ongeregeldheden der Beei (*) Strada 163. burg 374. 375. IIT. BOE IC. l  III. DOEK. 4ÏÖ DE AFVAL DEIl denftormers, zo al niet opzettelijk aahgellookt cn begunstigd, alcans van verre aanleiding tot dezelve gegeven had. De onverdraagfaamheid der Kalvinisten \ welke op die plaatfen , waar hun aanhang bovendreef, de Katholijken op dc fhoodfie wijze onderdrukten, opende dezen volkomen de oogen, en zij flapten 'er tans van af, om langer een partij aantekleven, van welke , indien zij de overhand behield, zo veel voor hunnen eigenen Godsdienst te dugten ftond. Op die wijze verloor het Verbond vele van zijne beste leden ; de vrienden en begunstigers, welken het onder de welgezinde Burgers gevonden had , verlieten hetzelve, en deszelfs aanzien in de Republiek begon merkelijk te dalen. De ftrengheid, waarmede enige van deszelfs leden , om zig bij de Landvoogdes aangenaam te maken, en het vermoeden van verftandhouding met dc Beeldenliormers te verdrijven, tegen dezen tc werk waren gegaan , deed aan hetzelve nadeel bij het Volk, 't welk dezen in hunne befcherming nam , en dus bevond het zig in gevaar, om bij beide partijen tevens zijn aanzien te verliezen. Zo ras de Landvoogdes van deze verandering kennis had bekomen, was zij op een ontwerp bedagt, om van ïangfamerhand het gehele Verbond tc vernietigen, of ten minften door inwendige verdeeldheden te verzwakken. Ten dien einde bediende  NEDERLANDEN. Aï? "de zij zig van de afzonderlijke brieven , welken de Koning aan fomraigen van den Adel in den haren had ingefloten , met vólkomen vrijheid , om daarvan naar goedvinden gebruik te maken. Deze brieven , welke vol waren Van gunffige uitdrukkingen , werden dert genen, voor welken zij beltenïd waren , 'met opzettelijk verbroken geheimhouding op die wijze bezorgd, 'dat telkens een of ander Van die genen, welke niets dergelijks ontvingen, zulks gewaar wierd; en om het wantrouwen meer cn meer te verbreiden, zorgde zij , dat 'er ene menigte affchriften daarvan in de wan^ deling kwamen. Deze kunstgreep voldeed 'aan het oogmerk. • Velen dei Verbondenen begonnen de ftandvastigheid der genen, wien zulke fchone beloften gedaan waren , te wantrou wen: uit vrees vart door hunne voor naamfle befchermers te leur gefield tè worden , namen zij gretig de Voorwaarden aan, welken hun dóór de Landvoogdes weden aangeboden , en haastten zig, om hoe eer hoe liever met het Hof tc worden verzoend. Het algemene gerugt van de nabij zijnde overkomst des Konings , 't welk de Landvoogdes oveial ijverig zogt te verbreiden, kwam haar in dit geval zeer te ftade: velen, die zig van 's Konings komst niet veel goeds beloofden, bedagten zig niet lang, I. DEEL. Dd nr. BOEK.  4ï8 de afval der III. ïsoek. i om ene gunst aantenemen, die hua misfchien voor de laatfte maai werd aangeboden (*). ...Onder die genen, welke zodanige afzonderlijke brieven ontvingen, waren ook egmond en de Prins van Oranje. Beiden hadden zig . bij den Koning beklaagd over de nadelige gerugten, waardoor men in Spanje hunnen goeden naam zogt te brandmerken , en hunne oogmerken verdagt te maken. Bijzonder had egmond, met die eerlijke eenvoudigheid . en onbefchroomdheid , welke hem eigen waren, den Vorst uitgedaagd, om hem tog maar te kennen te geven , wat hij eigenlijk wilde, en hem de manier van doen voortefchrijven, waardoor men zijne Majefteit behagen , en hem van zijne dienstvaardigheid overtuigen konde. Zijne befchuldigingen, liet de Koninghem door den Prefident tijsnacque antwoorden , kon hij door niets beter wederleggen, dan door de volkomenfte onderwerping aan de Koninglijke bevelen , welke zo duidelijk en bepaald bfehreven Waren, dat zij gene nieuwe uitlegging noch bijzondere verklaring meer nodig hadden. Het kwam ien Vorst toe, te beraadflagen, te onderzoeken en te verordenen; den onderdaan paste het des- Vorften wil O) Thuan. IL 507. Strada 164. vé$, MïïHEN 93*  NEDERLANDEN^ 419 onbepaald natekomen; deszelfs eer belfond in gehoorfamen. Een lid betaamde het niet, wijzer te willen zijn dan zijn hoofd., Hij had zekerlijk fchuld, dat hij niet alles gedaan had, wat in zijn vermogen was, om het verzuimde weder te vergoeden , en tot op 's Konings komst ten minli'en, rust en orde tc helpen bewaren. Daar men den Graaf van egmond, gelijk een ongehoorfaam' kind, met verwijten ftraftc, behandelde men hem' overeenkomftig zijne bekende geaartheid; ten opzigte van zijnen vriend moest men kunst cn bedrog te hulp" roepen.' Oranje had ook in zijnen brief gewag gemaakt van het kwade vermoeden , dat de Koning aangaande zijne trou en onderdanigheid had opgevat, doch niet iri de ijdele hoop, 'gelijk egmond, om hem dit vermoeden' te benemen: deze hoop had hij reeds lang opgegeven; maar om' van deze klagte enen overgang te maken tót het verzoek , dat hij van zijne amten mogt ontflagen worden. Hij had reeds meermalen dit verzoek aan de Landvoogdes gedaan , maar telkens' had hij, onder de fterkfle' betuigingen van hare agting', een weigerend antwoord: van haar bekomen. Ook de Koning, tot wien hij zig eindelijk onmiddelijk met dit aanzoek gewend had , gaf hem • tans het zelfde . antwoord, dat met gene minder fïerke' ' Dd 2/ UT. boel  III. b o ek. 420 DE AFVAL DER verzekeringen van zijn genoegen en dankbaarheid was opgefmukt. In 'e bijzonder betuigde hij hem zijn uiterfte genoegen over de dienften, welken deze hem nog kort geleden te Antwerpen bewezen had ; gaf ten fterkftcn zijn leedwezen te kennen, dat 's Prinfen huislijke omftandigheden (welken hij tot een voorname drangreden gebruikt had , om zijn ontflag te verzoeken) in zulk een verval waren; doch befloot met de verklaring, dat het hem onmogelijk was, enen Dienaar van dat gewigt te misfen, in een tijdftip, waarin het getal der goeden eer ene vermeerdering dan ene vermindering nodig had. Hij had gehoopt, voegde hij 'er bij, dat de Prins betere gedagten van hem had, dan dat hij hem voor zo zwak kon houden , om aan den ongegronden laster van zekere menfchen geloof te flaan, die het met den Prins en met hem zeiven kwalijk meenden. Om hem tevens een bewijs van zijne opregtheid te geven, beklaagde hij zig. in vertrouwen bij hem over deszelfs broeder, den Graaf van nassau; vraagde hem kwanswijs in deze zaak om raad, en gaf eindelijk zijn verlangen te kennen, dat de Graaf zig enen tijd lang uit de Nederlanden mogt verwijderd (*). (*) Hopper. §. 149. Burg. 397. 4p^ logie de Guit. Pr. (TOrange.  NEDERLANDEN. 421 Maar filips had hier te doen met enen man , die hem in geflepenheid verre overtrof. De Prins van Oranje had hem en zijnen Geheimen Raad te Madrid en Segovie, reeds federt lang, bewaakt door een aantal van verfpieders, die hem alles overbragten , wat daar merkwaardigs verhandeld wierd. Tot hec Hof van dezen - geheimden aller Despoten had hij zig door list en geld den toegang gebaand, en langs dezen weg verlcheidene brieven , welken de Landvoogdes heimelijk naar Madrid gefchrevcn had, met hare eigene handtekening bekomen , welken hij te Brusfel onder hare ogen als in zegepraal had laten rondgaan; zo dat zij zcifs, ziende met verbaasdheid in ieders han-r den 't gene zij zo geheim meende te zijn, den Koning verzogt, hare brieven in het vervolg terllond aan een' kant te maken. VVillem's waakfaamheid bepaalde zig niet blotelijk tot het Hof van Spanje, maar zelfs tot in Vrankrijk en nog verder had hij zijne aanbrengers uitgezonden , en zommige befchuldigen hem zelfs , dat hij niet altoos langs geoorloofde wegen tot zijne ontdekkingen geraakte. Maar het meeste licht van allen gaf hem een onderfchepte brief van den Spaanfchen Gezant in Vrankrijk, fra.ns van alara, aan de Hertogin , waarin deze zig uitliet over de fchone gelegenheid * welke Dd 3 III. koek.  B Q r K. Ï566. #22 DE AFVAL DER tans door dc overtreding des Neder.landfchen Volks voor den Koning geboren was, om een willekeurig gezag in die land te vestigen. Hierom ried hy haar den Adel tans door die zelfde kunstenarijën te bedriegen, waarvan deze zig tot hiertoe omtrent haar had bediend , en hen door fraaije woorden en ene vriendlijke behandeling in flaap te «wiegen. De Koning, (dus befloot hij) die de Edelen kende als de geheime drijfvederen van alle onlusten, welke dusverre hadden plaats gehad, zoude hen op zijnen tijd wel weten te vinden, zo wel als die beiden , welken hij reeds in Spanje had, en die hem niet weer zouden ontfnappen; en hij had gezworen, aan hun een voorbeeld te ftellen, waarover de gantfc.e Christenheid verbaasd zou ftaan, al- zou hij ook alle zijne erflanden daaraan wagen. Deze droevige ontdekking verkreeg door de brieven, welken ° bergen en montignij uit Spanje fchreven,' en waarin zij zig over de aan-" ftotelijke behandeling des Cpaanfehe Groten , , en het veranderde * gedrag des Konings jegens hen, bitterlijk beklaagden , de hoogde geloofwaardigheid , en oranje zag nu duidelijk hoe veel' ftaat hij op '-s Konings fraaie verzekeringen moest maken (*). (*) Re in. IIL Thuan. 507. Burg. 4.01. Meteren 94. Strada 160.  NEDERLANDEN. 4^3 De brief des Ministers al ara, benevens enige anderen, welke uit Spanje gefchreven waren, en wegens de nabij zijnde gewapende komst des Konings , en zijne verderflijke oogmerken met de Edelen , een omftandig berigt gaven, werden door den Prins aan zijnen broeder, Graaf lo de wijk van nassau, den Grave van Egmond , van Hoorn en van Hoogftraten, op eene bijeenkomst te Dendcrmonde in Vlaanderen , w?.ar deze vijf Ridders zig vervoegd had-? den , om met gemeen overleg de nodige maatregelen tot hunne veiligheid te beramen , voorgelegd. Graaf lodewijk, die alleen aan zijne drift gehoor gaf, beweerde dolzinnig, dat men zonder tijdverzuim de wapens moest opvatten, en zig van ene fterke^ plaats verzekeren. Men moest den Koning, het mogt kosten wat het wilde , de gewapende intrede in de Provinciën beletten. Men moest Zwitferland ,• de Proteftantfche Voriten van Duitschland en de Hugenoten in de wapenen brengen , dat zij hem den doortogt door hun gebied bezwaarlijk maakten , en zo hij dan evenwel alle die zwarigheden te boven worstelde, moest men hem aan de grenzen des Lands met een leger ontvangen. _ Hij nam op zig, in Vrankrijk, Zwitferland en Duitschland een verbond van befcherming te bewerken, en uit het Dd 4 IIL 3 o e g;  4H DE AFVAL DER III. 15 o ek. < j 1 < f C c t f d d d h g di h, 1B V£ cr dc hs ke laatstgenoemde Rijk vier duizend Ruiters, beneffens een evenredig aantal Voetvolk bijeen te brengen; het ontbrak niet aan een voorwendfel om het nodio-e geld daartoe intezamelen , en hij hield zig verzekerd, dat de Hervormde Kooplieden hem niet verlegen zouden la{en. Dog willem, voorzigtiger en wijzer, verklaarde zig tegen \lezen voorflag, tvelke bij de uitvoering waarfehijnlijk oneindige zwarigheden zoude ontmoeten, :ri door niets geregtvaardigd kon worien. De Inquifitie, zeide hij , v/as uderdaai opgeheven, de Plakaten bijia geheel in vergetelheid geraakt , n ene billijke Geloofsvrijheid toege:aan. Tot hiertoe ontbrak het hun lis aan enen voldoenden grond, om ezen vijande'ijken weg inteflaan; hi» jsfbhen twijfelde hij niet, of 'er zou un tijdig genoeg zulk enen grond aan ï hand gegeven worden. Hij Was irhalven van begrip, dezen met gelid aftewagten , ' en het Volk van :t dreigend gevaar enen wenk te wen, ten einde het gereed ware om enst te doen, wanneer de omftandig:den het vorderden. Waren allen, die dit gezelfchap afraakten , des Prinfen gevoelen bijgellen , het lijdt genen twijfel , of e zo magtige Verbindenis , gedugt 'Or het vermogen cn het aanzien van re leden , zoude tegen de oogmer-r n des Konings hinderpalen hebben  NEDERLANDEN. 425 kunnen in den weg . zetten,, _ welke hem genoodzaakt hadden, zijn gehele plan optcgevcn. Maar dc moed der zamenvergaderde Ridders werd uit7 termaten zeer ter nedergcliagen , door, de verklaring, waarmede de Graaf van Egmond op het onverwagtst ten voorfchijn kwam. „Liever," zeide hij, „ zal ik alles, wat mij kan overko„ men, afwagten, dan étt ik het ge„ luk zo mmesel b.proeven zoude. „ Het gêfiiap van den Spaaniüien „ al ara deert mij weinig : hoe zou „ deze man daartoe komen , om -het w gefloten hart zijns Mfcesters te door„ gronden , en deszelfs geheimen te „ontwikkelen? De narigten^ ons door „ wontignij gegeven, bewijzen niets „ meer, dan dat de Koning een „ twijfelagtig gevoelen aangaande onze „ dienstvaardigheid heeft, cn reden meent „ te hebben," om onze trou te ver„ denken; en daartoe , dunkt mij , „ hebben wij hem maar alteveel aan„ leiding gegeven. Ook is het mijn „ ernflig voornemen, door verdubbel5, den ijver hem betere gedagtcn om„ trent mij inteboczemen , en doo? „ mijn toekomftig gedrag, zo het mo„ gelijk is, het vermoeden te ver„ drijven , dat mijne vorige daden te„ gen mij verwekt hebben. En hoe „ zoude 'ik mij ook uit de armer „ van mijn talrijk en hulploos huis, gezin fchcuren , om aan vreemde Dd 5 HL 13 o e kv  42Ö DE AFVAL DER III. BOEK „ Hoven als een balling te zwerven; „ een last voor elk, die mij aan? „ neemt; de flaaf van ieder, die „ zig vernederen wil, mij in den „ arm te nemen ; een knegt van bui- tenlanders ; om enen draaglijken dwang „ in mijn Vaderland te ontgaan ? Nim„ mer kan de Koning enen dienaar „ kwalijk behandelen , die hem anders „ lief en dierbaar was, en die zig „ een gegrond regt op zijne dankbaar„ heid heeft verworven. Nimmer zal ,, men mij overtuigen , dat hij, die „ zo redelijk , zo goedertieren om„ trent zijne Nederlanders gezind is, s, en mij dit zo nadruklijk, zo hei„ lig betuigd heeft, tans zulke ge- weldige aanflagen tegen hen zou fme„ den. Wanneer wij maar eerst de „ rust in het Land wedergebragt, de „ oproermakers geftraft, en den Katholij„ ken Godsdienst herdeld zullen hebben, „ zal men, gelooft mij , van geen „ Spaansch Krijgsvolk meer horen; en „ dit is het, waartoe ik u allen door „ mijnen raad, en door mijn voor„ beeld tans vermane , cn waartoe „ ook reeds de meesten onzer broe„ deren geneigd zijn. Ik voor mij „ vreze de gramfchap des Konings niet. „ Mijn geweten fpreekt mij vrij ; „ mijn lot zal ik van zijne regt„ vaardigheid en genade afwagten (*).'' (*) Thuan. 507. Burg. 405. 406. Meteren 95.  NEDERLANDEN. 42? Te vergeefs poogden nassau, hoorn en oranje zijne ftandvastigheid aan h wankelen te brengen, en hein voor het nakende onvermijdelijke gevaar de ogen te openen. Egmond was wezenlijk geheel aan den Koning overgegeven ; 't herdenken van deszelfs Weldaden, en de verpligtende manier, waarmede hij die gepaard had, leefden nog in zijn geheugen. De oplettendheden , waarmede de Koning hem van alle zijne vrienden onderfcheiden had, misten de bedoelde uitwerking niet. Meer uit een valfche Schaamte, dan uit partijzugt had hij tegens hem de zaak zijner landgenoten verdedigd; meer door een gevolg van zijn natuurlijk geitel , cn aangeboren goedhartigheid, dan volgens be proefde gronditehirr en, had hij de har de meatregekn van het Hof bedreden De ' liefde; oer Natie , die hem al: haren afgod vereerde , vervoerde zijn< eerzugt. Te verwaand, om enen naan te weigeren, die hem zo aangenaan jn dc "oren klonk, had hij tog iet moeten doen , om dcnzelvcn te ver dienen ; maar een enkeld oog op ziji huisgezin geOagen; een harde naam waaronder men hem zijn gedrag voor ftelde; een bedenkelijk gevolg, 't wel daaruit getrokken wierd; de blote klan van misdrijf, deden hem met fchri uit dit zelfbedrog ontwaken, en i allerijl tot zijnen pligt terug kerei III. boe k. I l 1 » C c i n 1.  III. boek. i j \ i i c I z v> 01 11 11 11 11 11 55 11 11 11 >1 428 DE AFVAL DER Het gehele plan van oranje viel fn duigen, wanneer egmond afviel. Egmond had het hart des volks, en en het gehele vertrouwen des legers zonder welk het vohirekt onmogelijk was iets met nadruk te ondernemen. Men had op hem Haat gemaakt ; zijne onverwagte verklaring maakte de gehele bijeenkomst wrugmlbos. Men fcheiddc van elkander, zonder iets befloten te hebben. Allen, die te üendermonde bijeen geweest waren, werden n den Raad van State tc Brusfel vervagt; dog alleen egmond verfcheen laar. De Landvoogdes wilde hem over iet onderwerp der gehouden onderhanleling ondertasten, maar zij kon niets ut hem krijgen, dan den brief van i la ra, waarvan hij een afichrift ad medegenomen, cn welken hij haar nder de bitterde verwijten voorleide 1 den beginne was zij hiervan ontït, dog herfielde zig weldra, en ?rklaarde denzelven onbefchaamd vooe legt. „ Hoe kan," zeide zij, „ deze brief werkelijk van al ara komen, daar ik tog genen brief vermisfe, en daar hij , die dezen had willen onderfcheppen, gewisfelijk de overigen niet verfchoond zou hebben ? Ja, daar mij zelfs geen enkeld pak brieven gemist heeft, en ook geen bode is agtergebleven ? En hoe_ is het te begrijpen, dat de Honing enen al ara een geheim  NEDERLANDEN. 4^9 „ .'üu hebben toevertroud, dat hij mij ., zelfs niet ontdekt zou hebben (*)?" Ondertusfchen haastte de Landvoogdes zig, om gebruik te maken van het voordeel , dat dc verdeeldheid onder den Adel haar gaf, ten einde den val van het Verbond, dat reeds door inwendige twedragt wankelde, te voltooien. Zij liet zonder uitftel benden uit Duitschland komen , welken Hertog erik van Brunswijk voor haar in gereedheid had; verfierkte de Ruiterij , en rigttc vijf Regimenten Walen op , over welken de Graven mansveld, megen, are mberg èn anderen het opperbevel kregen. Om den Prins van oranje niet op het gevocliglte te beledigen, moest ook hein Krijgsvolk worden toevertroud; te meer, daar de Provinciën , waarover hij Stadhouder was, hetzelve 't meest van allen nodig hadden : dog men gebruikte de voorzigtigheid om hem enen Overftcn, met name walderfinger, toetevoegen , die alle zijne flappen- in het oog hield, en zijne maatregelen , wanneer die gevaarlijk fchenen te worden, kon te keer gaan Dc Geestelijkheid in Vlaanderen zetrede den Grave van Egmond veer tigduizend Goudguldens bij , om. vijf tien honderd man te onderhouden (*) Burg. 408. Meteren 95. Groi is, IIL boek. 1566.  irr. BOEK i té < t l I I< H e P 430 DE AFVAL DER waarvan hij een gedeelte in de ^ vaarlijkfte plaatfen verdeelde. Ieder Stad' foudcr mocsc zijne krijgsmagt vernVri e". ZS van Ammunitie voorzien. Alle deze toebereidfelen, wel- rL^ met mAruk gemaakt werden, heten genen twijfel meer over welken weg de Landvoogdes m e vervolg dage inteflaan. Van hare meerderheid verzekerd, en op dezen magtigen bijltand gerust, jaagt zij het nu, haar vorig gedrag te veranderen , en tegen de misnoegden ene geheel andere • taal te voeren. fi, waagt het, de gunden welken zij de Proteftanten - flegts uit vrees èft door den nood gedrongen had ingewilligd, op ene gèheel 'wil-' lekeunge. wijze uitteleggen, en alle vrijheden , die zij hl fevi»! ad toegedaan tot de blote vfrgunamg > van préken te bepalen. Alle erzelver overige Godsdienstoefeningen -n gebruiken, welke tog, wanneer iet éne toegedaan was f 'van zelf laaronder fchenen begrepen te' zijn ra-den door nieuwe bevelen voor on' ;eoorloofd verklaard, en tegen de over- rC, !L alS Hoo^heid - Anders, ehandeld. Men vergunde den Protesten, anders dan de Heerfchende ■erk over het Avondmaal're denken: aar hetzelve anders te gebruiken, was ie misdaad; hunne manier van do'n, trouwen en begraven werd on-'  NEDERLANDEN. 431 der bedreiging van doodflraf verboden. Het was ene gruwelijke fpotternij , hun den Godsdienst toetedaan, en deszelfs Oefening te verbieden ; dog deze veragtelijke kunstgreep, om van haar gegeven woord weder ontflagen te worden , ftrookte zeer wèi met de laagheid , waarmede zij zig hetzelve had laten afperfen. Uit de geringde veranderingen , uit de minde afwijkingen nam zij aanleiding, om het preken optefchorten ; verfcheidene Leeraars werden, onder het voorgeven, dat zij hun amt op ene andere plaats, dan hun aangewezen was, bediend hadden, in regten betrokken, en enigen zelfs opgehangen. Zij gaf bij meer dan ene gelegenheid openlijk te kennen , dat de Verbondenen misbruik van hare vreeshadden gemaakt , en dat zij zig niet gehouden agtte aan een verdrag, dat haar door bedreigen was afgeperst (*> Onder alle Nederlandfche Steden, welke zig aan den oproerigen Beeldendorm fchuldig maakten , had de Landvoogdes voor de Stad Valenchijn in Henegouwen het meest gevreesd. In gene van allen was de aanhang der Kalvinisten zo derk , als hier, en de geest van opdand, waardoor de Provincie Henegouwen boven és overigen deeds had uitgemunt, fcheen hier zijnen zetel . (*) Meteren 93. 94- Thuan. 5°7« Strada 160. Meurs. Guil. Aur. 21. III. KOEK,  43^ IBM AFVAL DER III. boek te hebben. (*) De nabijheid van Vraiit" rijk, waarmede het, zo wel in taal als in zeden, nog veel meer overeenkomst had dan met de Nederlanden , was oorzaak geweest , dat men deze Stad van ouds her met meer zagtheid, maar ook met meer oplettendheid beiluurde, waardoor zij nog deste meer haar gewigt leerde gevoelen. Reeds bij den laatfien opfland der Kerkenfchendcrs had 'er weinig aan gehaperd, dat zij zig niet aan dc Hugenoten had overgegeven , met welken zij in de naauiie verftandhouding was ; cn de geringfle aanleiding kon dit gevaar vernieuwen. Hierom was onder alle Nederlandfche Steden Valenchijti dc eerfte , aan welke dc Landvoogdes ene verllerkte bezetting had tocgedagt, zodra zy zig maar in de omftandigheden zou bevinden , om haar dezelve te geven. Filip van noircarmes , Heer van St. Aldegonde, Stadhouder van Henegouwen , in plaats van den afwezigen Marquis van bergen, had dezen last bev komen , cn verfcheen aan het hoofd eens legers voor derzelver muren. Uit de ftad kwam hem ene bezending van (*) Er was een 'fpreekwoord in Henegouwen , en misfehien is het 'er nog, dat de Provincie onder niemand anders ftond , dan onder God m de Zon. Strada 174.  NEDERLANDEN. '435 Van de Magiftraat te gemoet , om te verzoeken van de bezetting verfchoond te worden , dewijl de Pro- ; testantlche Burgerij , als de meerderheid uitmakende , zig daartegen had verklaard. Noircarmes gaf hun den wil der Landvoogdes te verfiaan, en liet hun de keus, om de bezetting intenemen , of een beleg te wagen. Meer dan vier Esquadrons Ruiterij , en zes Kompagniën Voetvolk zouden de Stad niet worden opgedrongen ; daarvoor wilde hij zijnen eigenen Zoon tot gijzelaar geven. Toen deze voorwaarden aan de Magiftraat wierden voorgelegd, welke voor zig zelve zeer genegen was om dezelven aantenemen , vcrfchcen een Preè- ker , peregr1ne le gr a n ge , aan het hoofd van zijnen aanhang, zijnde de Apostel en Afgod van zijn volk , wiens zaak het was, ene onderwerping te beletten, waarvan hij zelf het flagtoffer zou worden, en ftookte , door de kragt zijner welfprekendheid, het volk op, om de voorwaarden aftellaan. Toen men dit antwoord aan noircarmes te rug bragt , liet hij de gezanten, te* gen alle wetten van het Regt der Volken , in boeien s flaan , en voerde hen gevangen met zig weg; egter moest hij hen , op bevel der Landvoogdes , weldra weder op vrije voeten ftellen. De Landvoogdes, door I. deel. Ee III. JOEfC.  434 de afval der Hl Boek 1566. geheime bevelen uit Madrid tot afte mogelijke zagtheid vermaand , liet nog een en andermaal de Stad voorflaan, de haar toegedagte bezetting intene* men; dog daar zij bij de weigering bleef volharden , werd zij door ene openlyke Akte voor oproerig verklaard, en noircarmes- kreeg bevel , pm haar te belegeren. Aan alle de overige Provinciën werd verboden , deze oproerige Stad met raad , geld of wapenen bijteliaan. Alle hare goederen werden verbeurd verklaard. Om haar den oorlog te laten zien, voor dat hij denzelven werkelijk begon, en om haar tot een verftandig nadenken tijd te laten, trok noircarmes uit geheel Henegouwen en Kamerijk krijgsvolk bijeen, nam St. Amant in bezit, cn leide bezetting in alle naastgelegene plaatfen. Uit de behandeling van Valenchijn konden alle Overige Steden, die in hetzelfde geVal waren , befluiten , wat lot haar befchoren was, en hierdoor" werd het gehele Verbond in beweging gebragt. Een Geuzenleger , tusfehen de drie - en vier duizend man fterk, dat uit landlopers en het overfchot der Beeldftormers in der haast was zamengeraapt, verfchijnt in het gebied van Doornik en Lillo, Dm zig van deze beide fteden te verZekeren , en den Vijand voor Valenchijn te ontrusten. De Gouverneur van Lillo had het geluk , een gedeelte  NEDERLANDEN; 435 daarvan , dat, met overleg der Protcftani-en van die ftad, enen aanflag had gemaakt , om dezelve te vermeesteren , op de vlugt te flaan , en zijne ftad te beveiligen. Ten zelfden tijde werd het Geuzenleger, dat bij Launoy nutteloos den tijd verfpilde , door noircarmes overvallen , en bijna geheellijk in de pan gehakt. Die weinigen, welken zig met wanhopige dapperheid 'er hadden doorgeflagen, wierpen zig in de ftad Doornik, welke door den overwinnaar dadelijk bevel ontving, om de poorten te openen , en bezetting intenemen; Hare fpoedige onderwerping befchikte haar een zagter lot. Noircarmes' vergenoegde zig, met het Protestantfché Konfistorie aldaar te vernietigen , de Leeraars te verbannen , de hoofden der muitelingen te ftraffen , en den Roomfchen Godsdienst , welken hij bijna geheel onderdrukt vond , te herftellen. Na dat hij haar zekeren Roomfchen Bevelhebber gegeven , en ene genoegfame bezetting had agtergelaten ^ trok hij met zijn overwinnend leger weder naar Valenchijn om het beleg vöordtezetten. Deze Stad , trotsch op hare yèrfterking, ftelde zig kragtdadig in ftaat van tegenweer , vastelijk befloten hebbende het uiterfte te wagen. Men had niet verzuimd zig van krijgs-en mondbehoeften voor een. langdurig beleg te voorzien ; alles 4 wat maar wapens kon dragen, de handwerksina'n zelfs hkt Ee 2 HL boek;  boek, 436 DE AFVAL DER l uitgezonderd, werd Soldaat; de huizen voor de Stad , . en in de eerfte plaats de Kloosters , werden omver gehaald, opdat de belegeraars zig daarvan niet tegen de Stad mogten bedienen. De weinige Koningsgezinden, door de menigte verdrukt, zwegen; geen Roomfche durfde het wagen , zig te roeren. Regeringloosheid en oproer hadden de plaats van goede orde ingenomen , en de geestdrijverij van enen doldriesten Priester ftelde de wet. De manfchap was talrijk, hun moed wanhopig, hun vertrouwen op ontzet zeker, en hun haat tegen den Roomfchen Godsdienst ten hoogften top geftegen. Velen hadden gene genade te wagten , allen verfoeiden het gemene juk ener geweld-oefenende Bezetting. Noircarmes, wiens leger door de hulpbenden , welke hem van alle kanten toevloeiden , verbazend aangegroeid, en van alle noodwendigheden» ener langdurige blokkering rijkelijk voorzien was, beproefde nog eenmaal de' Stad door goedheid te bewegen, dog te vergeefs. Hij liet dus alle de loopgraven openen ? en maakte zig gereed , om de Stad intefluiten (*) : De toeftand der Protestanten was inmiddels zo veel ftegter geworden, (*) Burg. 379. 411-418. meteren 9?. pp. strada 176. vi au ad nare er. Epift. *• f1" - , J-V.  NEDERLANDEN. 437 «Is de Landvoogdes in fierkce was toegenomen. Het Verbond der Edelen was langfamerhand tot op het derde gedeelte verfmolten. Zommigen van deszelfs voorname voorftanders , gelijk de Prins van g-avre , waren weder tot den Koning overgegaan ; de gelden , waarop men zo vast gerekend bad, werden zeer fpaarfaam opgebragt; de ijver der Protestanten begon merkelijk te verflaauwen , en met het zagte jaargetijde moesten nu de openbare preéken ook een einde nemen , welke hen tot hiertoe in beweging hadden gehouden. Dit alles te zamen genomen, bewoog de onderlcggendc partij , hare eifchen te matigen , cn , voor dat zij het uiterfte waagde , alle onfchuldige middelen te beproeven. In ene algemene bijeenkomst der Protestanten , welke tot dat einde te Antwerpen werd gehouden , en waar ook enigen der Verbondenen verfchenen , werd befloten , aan de Landvoogdes ene bezending te doen, haar over het breken van haar woord te onderhouden , en haar aan het gemaakte verdrag te herinneren, brederode nam dezen last op zig, maar moest ondervinden , dat hij op ene harde en vernederende wijze afgewezen , en zelfs buiten Brusfel gefloten wierd. Daarop nam hij zijne toevlugt tot een fchriftclijk • opftel , waarin hij zig uit naam van ■■ hét. gehele Verbond Ee 3 III. boek.  III. BOEK. 438 'DE AFVAL DER beklaagde , da: de Hertogin hen voor het oog van alle Protestanten, die , op borgftelling van het Verbond , de wapenen hadden nedergelegd, door het breken . van haar woord , logenitrafte , en al het goed, wat de Verbondenen hadden uitgewerkt, door intrekking van hare vergunningen , weder vernietigde ; dat zij het Verbond in de ogen des Volks had gezogt te verlagen , twedragt onder deszelfs leden geltookt, en velen onder dezelven als misdadigers had laten vervolgen. Hij drong bij haar aan, dat zij hare nieuwe verordeningen zou herroepen, waardoor dea Protestanten hunne vrije Godsdienst-oefening benomen was; dog boven al, dat zij het beleg van Valenchijn zou opbreken, de nieuw-ge worvene benden afdanken , onder welke voorwaarde alleen het Verbond voor de algemene rust durfde borg blijven. Hierop ant-r woordde de Landvoogdes op enen toon, die van hare vorige gematigdheid veel verfchilde. „ Wie die Verbondenen zijn,s, welke zig in dit fchrifc bij mij aah„ melden , is voor mij inderdaad een „ raadfel. De Verbondenen, met wel-$ ken ik te doen had, zijn , zo ik „ wèl onderrigt bei;, uit elkander ge„ gaan, Allen ten minsten kunnen aan' dit klaagfchrift geen deel hebben, „ want ik zelve kenne velen , die» „ in alle hunne eifehcn voldaan zijlat v de , tot hunnen pligt zijn wederge,-..  NEDERLANDEN. 439 , keerd. Doch wie het ook zij, die H zig hier geheel onbevoegd , en zonder „ regt of naam tot mij wendt, ze„ ker is het, dat hij aan mijne woor„ den ene zeer verkeerde uitlegging heeft gegeven , wanneer hij daaruit opmaakt, dat ik den Protestanten „ Vrijheid van Godsdienst heb toege„ zegd. Niemand kan onkundig zijn, „ hoe hard het mij reeds gevallen is, „ de préken op die plaatfen toete„ laten , waar men die zeiven heeft ingevoerd, en dit kap tog niet wel ^ ene vergunde Geloofs-Vrijheid heten. „ Hoe zou het in mij hebben kunnen op3 komen , die onwettige Konfistoriën on■ der mijne befcherming te nemen, dezen Staat in den Staat te dulden? „ Hoe zoude ik mij zo ver hebben kunnen vergeten , om aan ene ver'„ foeilijke Sekte op die wijze een aan" zien van wettigheid te geven, alle „ orde in Kerk en Staat omtekeH ren, en mijnen heiligen Godsdienst " zo gruwelijk te fchandvlekken ? Houdt ^ u aan hem , die u deze vrijheid „ gegeven heeft, maar gij moet met mij niet in het regt treden. Gr \ befchuldigt mij , dat ik het verdrag " gefchonden heb , volgens 't welk i '-' ftraffeloosheid en veiligheid belooft was. Het voorledene heb ik u kwiji " gefcholden, maar niet het gene gi „ in 't vervolg zoudt begaan. Uw ver " zoekfchrift van den vorigen April zoi Ee 4 III. BOEK.  440 DE AFVAL DER HI. BOEK. h d is „ genen van u-allen enig nadeel toebren„ gen, _ cn dat heeft het ook , zo „veel ik weet, niet gedaan; maar „ wie zig federt van nieus tegen „ 's Konings Hoogheid vergrepen heeft, „ moge dc gevolgen van zijne misdaad „ dragen. Eindelijk , hoe durft gij be„ Haan , mij aan een verdrag tc herinp ncrcn i dat gij zeiven eerst ver„ braken hebt ? Op wiens aanffoken „ zijn de Kerken geplonderd, de üeel,, den der Heiligen in Hukken ge„ fmeten , en de Steden tot opftand' „ vervoerd ? Wie heeft verbindenisfen „ met vreemde ' Mogendheden gemaakt % L, ongeoorloofde wervingen ondernomen* 9 en van de onderdanen des Konings » onwettige belastingen gevorderd ? Daarp om is het, dat ik krijgsvolk heb" , zamengebragt ; daarom zijn de Pk, katen fcherper gemaakt. Wie mij" , vergt de wapenen weder neêrte> teggen , kan het nimmer wèl me, nen met zijn Vaderland en den Koi n.inS» en zo gij u zeiven lief hebt , f ziet toe, dat gjj uwe eigene dai den van fchuld vrij pleit, inplaats van de mijne te beoordeelen" (*). Alle hoop tot een minfaam vergejk was den Verbondenen door deze ooggeflemde verklaring benomen. Zon:r van enen fierken ruggefleun ver- C*) TlIUAN 523. 524. strada ito. l6?ft jrg. 433' 434" 435» met eren pó^p^.  NED ERLANDEN. ' 44» zekerd te zijn, kon de Landvoogdes zulk ene taal niet voeren. Er Hond een leger in het veld, de vijand was voor Valenchijn , de voornaamftcn van het Verbond' waren afgevallen , en de Landvoogdes eischte ene onbepaalde onderwerping. Hunne zaak Hond - tans zo flegt , dat een openbare tegendand dezelve niet kon verflimmeren. Gaven zij zig weerloos aan hunne vergramde lieren over, dan was hun ondergang zeker, maar dc weg van wapenen kon dcnzclven ten minsten nog twijfelagtïg maken; dus kozen zij den laadlen, cn begonnen met ernst aan hunne verdediging tc werken. Om zig enig regt op de hulp der Duitfche Protestanten te verwerven, wilde l od e w ij k van nassau de deden Amderdam , Antwerpen , Doornik en Valenchijn overhalen, om zig bij de Augsburgfche Belijdenis te voegen , cn zig op' die wijze naauwer aan derzelver Godsdienst te verbinden ; een voordag, welke niet tot ftand kwam, dewijl de Godsdiensthaat der Kalvinisten tegen hunne Euangelifche Broederen den afkeer, dien zij tegen het Pausdom hadden, zo 'het mogelijk was , nog overtrof. Nu begon n a ssau in Vrankrijk, in de Palts er in Saxen , met ernst over ondei'danc tc handelen. Dc Graaf van Bergen -«irderkte zijne Kastelen. Bre p £ rode wierp zig met een kleir Ec 5 HL BOEK..  442 DE AFVAL DE II ïff. boek, leger in zijne vaste ftad Vianen aan de Lek, over welke hij zig de regten van Oppermagt aanmatigde , en welke hij Ipoedig in ftaat van verdediging bragt, om hier ene verfterking van het Verbond, en den uitflag van nas sa u's onderhandelingen aftewagten. De Krijgsbaniere was nu opgeheven, overal werd de trom geroerd; allerwegen zag men krijgsvolk trekken , werd geld ingezameld, werden foldaten geworven. De Onderhandelaars van beide zijden ontmoete ten elkander dikwijls in de zelfde plaats ; en naaulijks hadden de Aannemers en Wervers der Landvoogdes ene ftad verlaten , of zij moest" van de Makelaars des Verbonds dezelfde geweldadigheid ondergaan (*). Van Valenchijn vestigde de Landvoogdes hare aandagt op 's Hertogenbosch , in welke ftad de Beeldenftormers nieuwe baldadigheden gepleegd hadden, en de aanhang der Protestanten tot ene fterke meerder^ heid was geraakt. Om de burgerij langs enen zagten weg tot het innemen van bezetting overtehalen, zond zij den Kanfelier scheif van Braband, met enen Raadsheer merode van Petersheim , dien zy tot Bevelhebber der Stad gefchikt had, als (*) TlIUAN 524. STRADA l6. J-tG L. acSj, HOPPER. Epist. 3,  NEDERLANDEN.' 443' Gezanten derwaards , welke zig op ene zagte wyze van dezelve zouden verzekeren , en de Burgerij enen nieuwen eed van gehoorfaamheid afvorderen. Te gelijk kreeg de Graaf van Meo-en, die met een deel Krijgsvolk in de nabuurfchap ftond, bevel, om op de Stad aanterukken, ten einde den last der beide Gezanten te onderftcunen, en tevens bezetting daarin te kunnen brengen. Maar brederode, die te Vsanen hiervan tijding kreeg, zond enen zijner afhangelingen , zekeren antonij ■van bom berg, enen driftigen Kalvinist, doch die als een braaf Sob daat bekend ftond, derwaards , ' om den moed van zijnen aanhang in die ftad optebeuren, en de aanflagen der Landvoogdes te verijdelen. Het gelukte dezen van bomrerg, de brieven , welken de Kanfelic-r van de Landföogdes had medegebragt , in handec te krijgen , en valfche in de plaats te ftcllen, welke door hunne harde en gebiedende taal de Burgerij verbitterden. Insgelijks wist hij de beide Gezanten der Hertoginne verdagt tc maken, als of zij kwade voornemens tegen de Stad hadden, H welk bij het Gemeen zo veel ingangs vond , dat hetzelve zig in dolle woede tegen de Gezanten vergreep, en her gevangen nam. Hij zelf plaatfte zig san het hoofd van agthonderd manj HL boek i  444 DE AFVAL DER III. boek welke ;hcm tot hunnen aanvoerder benoemd hadden , tegen den Graaf van Megen , die in flagorde op de Stad aantrok , en ontving dezen zo wel met grof gefchut, dat megen onverrigter zake moest aftrekken. De Landvoogdes liet vervolgens hare Gezanten door enen Geregtsbode terug eifchen, en « in geval van weigering, de Stad met een beleg dreigen; dog van bomberg bezettede met zijnen aanhang het Raadhuis , en dwong de Regering, hem de fleutels der Stad overteleveren. De Geregtsbode werd met fpot afgewezen, en aan de Landvoogdes door hem geantwoord , dat men het op het bevel van brederode zou laten aan' komen, hoe met de gevangenen gehandeld moest worden. De Bode , die buiten de Stad ftil hield, verfcheen nu om hun den Oorlog te verklaren , 't welk egter nog door den Kanfelier belet werd (*) « Na den mislukten aanflag op 's Hertogenbosch , wierp de Graaf van Megen zig binnen Utregt, om een zelfde oogmerk van brederode met die Stad voortekomen. Deze Stad, welke van het leger der Verbondenen, dat niet verre van daar bij Vianen lag, veel had te lijden , nam hem met ope- (*) ThUAN. 525. STRADA i70. BURG, 423. 424. 427. 428. vigl. ad HOPPER. Epist.  NEDERLANDEN. 44$ ne armen als haren Befchermer aan, en fchikte zig naar alle de veranderingen ,. welken hij in hunnen Godsdienst maakte. Terltond daarop liet hij aan den oever van de Lek ene fchans opwerpen , uit welke hij Vianen kon heilrijken. Brederode, genen lust hebbende, om hem binnen die Stad aftewagten, verliet met het beste gedeelte van zijn Leger - deze flandplaats , en trok in alk haast naar Amfterdam (*> Zo nutteloos als de Prins van Oranje , gedurende deze bewegingen , zijnen tijd te Antwerpen fcheen te verfpillen, zo werkfaam was hij in deze fchijnbare ledigheid. Op raad van hem had het Verbond geworven, en brederode zijne Sloten verfterkt, waartoe hij hem zelfs drie Hukken Kanon gefchonken had, welken hij te Utregi 'had laten gieten. Hij hield een wakend oog op alle bewegingen van he Hof, en het Verbond werd door hen tegen eiken ' aanllag gewaarfchoud , wel ke op deze of gene ftad gemaak wierd. Maar zijn hoofd- toeleg fcheei te zijn, zig van de voornaamfte plaat fen van zijn Stadhouderfchap meeste te maken; ten welken einde hij de: aanflag van brederode op Utregt ei Amfterdam met alle magt had gezog (*) Strada 170, viül. ad 110 pp ei Epist. 5. HL boe k'. b i r> i 1 t  4*6 DÊ AFVAL DER ni. BOEK te bevorderen (*). De gewigtigfte plaats . was het Zeeufche Eiland Walcheren, . waar men ene landing des Konings vermoedde; en öm dit te overrompelen , beraamde hij tans enen aanflag, welks uitvoering een der verbondene Edelen, een vertroud vriend des Prinfen van Oranje, johan van marnix, Heer van Thouloufe, broeder van filips van St. aldegonde, op zig nanu Thoulouse hield geheime verffandhouding met den gewezen Amtman van Middelburg, peter haak, welke hem gelegenheid zou verfchaffen , om in Middelburg en Vlisfingen bezetting te brengen, maar de werving, welke voor deze onderneming te Antwerpen gefchiedde, kon zo ftil niet gedaan Worden, dat de Regering geen agterdogt kreeg. Om nu deze gefust te hellen, en tevens zijn voornemen te bevorderen , liet de Prins aan alle vreemde Soldaten en andere vreemdelingen , welke niet in dienst van den Staat Waren , of anders iets by der hand hadden, openlijk aanzeggen, dat zij zonder vertoef de Stad moesten ruimen. Hij had, zeggen zijne Vijanden , door het fluiten der poorten Zig gemakkelijk van alle die verdagte Soldaten meester kunnen maken: maar hij dreef hen ter Stad uit, om hen. des te fchielijker aan de plaats hua* Grotius 23.  NEDERLANDEN. 447 ner beftemming te krijgen. Zij werden dan dadelijk op de Schelde ingefcheept, en tot voor Rammekens gevoerd ; doch daar men door het marktfchip van Antwerpen , welk kort vóór hun binnen kwam, in Vlisfingen reeds van hunnen aanflag berigt had ontvangen , werd hun hier het inlopen in de haven geweigerd. De zelfde zwarigheid bejegende hen bij Aarnemuiden , nabij Middelburg , in welke Stad de Onroomfchen te vergeefs hun best deden, om ten hunnen voordele enen opftand te verwekken. Thoulouse liet dus onverrigter zake zijne fchepen wenden, en zeilde de Schelde weder af tot aan Oosterwele, een vierde mijl van Antwerpen , waar hij zijn Volk ontfeheepte, en langs den oever een Leger opfloeg, met oogmerk, om zig hier liit Antwerpen te verfterken, en den moed van zijnen aanhang, die door de Regering onderdrukt werd, door zijne nabijheid levendig te houden. Door de hulp der Hervormde Geestelijken, welke in de Stad het werk van Wervers voor hem verrigtten, werd zijn klein leger van dag tot dag fterker, zo dat het eindelijk voor de Antwerpenaren gedugt begon te worden , wier gehele grondgebied door hun verwoest werd. De verbitterde Magiftraat wilde hen hier door het Stads-Krijgsvolk laten overvallen, 't welk echter de Prins Yaa Oranje, onder voorwendfel dat IIT. boek»  m. BOEK. 44« Dli AFVAL DER het niet raadfaam was de Stad tan?; van Soldaten te ontbloten, wist te beletten. Intusfchen had. de Landvoogdes in der haast een klein leger tegen hen bijeengebragt, 't welk onder bevel van filips van lanooy, met groten fpoed uit Brusfel tegen hen aanrukte. Te gelijk wist de Graaf van Megen het Geuzenleger bij Vianen zo wèl intefluiten en bezig te houden , dat het noch van deze" bewegingen iets vernemen , noch zijnen. Bondgenoten te hulpe kon komen. Lan o o ij viel de verftrooide hopen , welke op plundering waren uitgegaan , onverhoeds op het lijf, vcrfloegze en richtte een vreeslijk bloedbad aan. Tnouloüse vlood met het kleine overfchot van zijn volk in een landhuis, dat hem tot hoofdkwartier had gediend , cn bood met den moed eens wanhopigen nog lang tegenftand, tot dat lanooy, die hem door geen ander raiddel daaruit kon drijven , het huis in brand liet Heken. De weinigen , welke uit de vlammen ontkwamen , vielen in het zwaard des" vijands , of vonden den. dood in de Sehelde. Deze overwinning, welke meer dan duizend der vijanden ombragt, kwam den overwinnaar op gering verlies te ftaan , daar hij m zijn . gehele leger niet meer dan twe man vermiste. Drie honderd, welke zig levende overgaven , werden , dewijl men uit  NEDERLANDEN. 449 lilt Antwerpen enen aanval vreesde, zonder genade op de plaats neêrgefabeld (*). Voordat de flag aanging, had men te Antwerpen niets gemerkt. De Prins Van Oranje, welke vroegtijdig daarvan berigt had bekomen , had de voorzigtigheid gebruikt, om de bruggen , welke de Stad met Oosterweel Verenigen, den vorigen dag te laten afbreken, opdat, gelijk hij voorgaf, de Kalvinisten uit de Sta'd niet in verzoeking mogten komen, om zig bij het leger van thoulousè té voegen; dog waarfchijnlijker, op dat de Katholijken het Geuzen-leger niet in de rug mogten vallen, of ook lanooy , wanneer hij overwinnaar wierd, niet in de ftad mogt dringen. Om die zelfde reden werden ook op zijn bevel de poorten gefloten , en de inwoners, welken vari al dien toeftel niets begrepen, wareri fteeds tusfehen nieusgierigheid en vrees, tot dat het balderen van 't gefchut bij Oosterweel , hen van verre aankondigde , wat daar omging. Vol drifts en met gehele hopen loopt tans alles naar de wallen en op de muren , Waar men , toen de wind den buskruid-damp der vegtende legers verfpreidde, het gehele fchoufpel . van (*) Meter en 97. 98. burg. 440. 441,' strada 171. i72. thuan. l.' 41, I. deel'. Ff Ut boek.'  450 DE AFVAL DER III. boek. een gevegt kwam te zien. . Beide legers waren zo nabij de Stad, dat men derzelver vaandels kon onderfcheiden, en de Hemmen van overwinnaars en overwonnenen duidelijk onderkennen. Schrikkelijker, dan de flag zelf, was de gedaante, waarin zig deze Stad tans vertoonde. Elk der ftrijdende legers had zijnen aanhang en zijne vijanden op de muren; Alles wat beneden voorviel, verwekte boven vreugde en fchrik ; de uitflag van 't gevegt fcheen het lot van eiken aanfchouwer te beflisfen. Elke beweging op het flagveld ; nederlaag en overwinning ; de fchrik der onderliggenden en de woede der overwinnaars, ftonden op de aangezigten der Antwerpenaars gefchilderd. Hier een pijnlijk vrugteloos pogen om den bezwijkenden te onderfleunen , de vltigtenden tot ftaan tc bewegen ; daar ene even vrugteloze drift om hen intehalen , aftemaken , te verdelgen. Bij de levendigftc deelneming, die onmogelijkheid om dezelve werkfaam te betonen ; dat onvermogen bij de vurigfte drift ; die afftand en die nabijheid , dit alles maakte den toeftand verfchrikkelijk. Ziet daar vlugten de Geuzen, en nu zijn tienduizend menfchen gelukkig geworden : de laatfte fchuilplaats van toulouze ftaat in vlammen, en twintigduizend Burgers in Antwerpen fterven den vuurdood  NEDERLANDEN. '451 friet riem. Maar welhaast moet de verllomdheid van den eerften fchrik voor de woedende drift om te helpen, voor de wraak , plaats maken. Onder een luid gekerm, het wringen der handen, en met losgemaakte hairen, vliegt de . weduwe van den verflagen Veldheer door den hoop , cn roept om wraak en medelijden. De Kalvinistcn, door hunnen Apostel herman aangevuurd, grijpen naar de wapens , met vast befluit om hunne broederen te wreken , of met hun omtekomen: zonder overleg of doel , zonder aanvoerder, door niets dan door droefheid en woede beftuurd; vliegen zij naar de Rode Poort , waarilit men naar het flagveld moest gaan ; maar ziet, daar is geen uitweg ! de poort is gefloten, en de voorden werpen zig op de agterfteri te rug. Duizenden verzamelen zig bij duizenden; op de Meerbrug is een vreeslijk gedrang. Allen riepen : wij zijn verraden ! wij zijn gevangen! Wraak over de Paapfchen ! wraak over hem, die ons verraden heeft! Een dof, oproer-aankondigend gemor, heerscht onder den gehelen hoop. Men begint vermoeden tc krijgen , dat al het gebeurde door de Roomfchen beftokert is, om de Kalvinisten te verdelgen. Hun verdediger was vermoord, nu zou men zelfs de werelozen aantasten. Met ene rampzalige behendigheid verfpreidc Ff 3 HL. boek;  45» DE AFVAL DER III. BOE K. zig dit vermoeden door geheel Anf> werpen. Tans dagt men de oplosfing van het voorledene gevonden te hebben , en vreesde iets nog ergers agterna. Een akelig wantrouwen vermeestert aller gemoederen; elke partij beeft voor de andere ; elk ziet in zijnen nabuur zijnen vijand; de heimelijkheid vermeerdert deze vrees en deze ontfteltenis: een vcrfchrikkelijke toeftand voor ene zo volkrijke Stad, waar elke toevallige zamcnloop van menfchen dadelijk een' opftand, elke uitgeltrooide inval een gerugt, elke kleine vonk een laaie vlam wordt, en alle hartstogten , door de fterke wrijving, te heviger ontbranden. Alles , wat Hervormd heet, raakt op dit gerugt in beweging. Vijftienduizend van dezen aanhang, maken zig meester van de Meerbrug , en planten zwaar gefchut op dezelve , 't welk met geweld uit het tuighuis gehaald werd ; op ene andere brug gefchiedt het zelfde; hun aantal maakt hen gedugt, de Stad is in hunne handen : om een ingebeeld gevaar te ontgaan, brengen zij Antwerpen op den oever van 't verderf. Reeds in 't begin van den opftand had- de Prins van Oranje zig in aller ijl naar de Meerbrug begeven , waar hij- kloekmoedig door den Woedenden hoop henen floeg, vrede gebood , en om gehoor bad. Op de andere brug beproefde de Graaf van:  NEDERLANDEN. 45S Hoogftraten, verzeld door den Burgemeester stralen , het zelfde ; dan daar het dezen zo wel aan gezag als aan welfprekendheid haperde , wees hij den dollen hoop, die hem zeiven te flerk werd, naar den Prins , op welken tans geheel Antwerpen losftorm de. Deze zogt hun te beduiden, dat de poort om gene andere reden gefloten was, dan om den overwinnaar , wie hij ook ware, van de Stad aftehouden , welke anders een roof der foldaten zou zijn geworden. Te vergeefs: deze razende benden geven hem geen gehoor, en een der dolflen uit dezelven verflout zig zelfs zijn geweer op hem aanteleggen , en hem voor enen verrader te fchelden. Met een oproerig gefchreeu eifchcn zij hem de fleutels van de Rode Poort af, welken hij eindelijk genoodzaakt is in handen van den Preker herman te fiellcn. „ Maar," voegde hij met ene gelukkige tegenwoordigheid van geest daarbij , „ zij „ moesten toezien, wat zij dedem ■, in „ de voorffad flonden zeshonderd vijan„ delijke Ruiters gereed om hen te „ ontvangen." Deze uitvinding, hem door nood en angst ingegeven, was niet zo verre bezijden de waarheid, als hij misfehien zelf wel dagt ; Want de overwinnende Veldheer had niet zodra het oproer te Antwerpen vernomen , of hij had zijne gehele Ruiff 3 HL boek.  454 DE AFVAL DER HL boek, terij laten opzitten, om onder begunstiging van dezelve in de Stad re dringen. ,, Ik altans," vervolgde de Prins van Oranje , „ zal intijds' voor mijne veiligheid zorgen, en wie „ mijn voorbeeld volgt, zal daarvan „ geen berouw hebben." Deze woorden , op hunnen tijd gefproken, en te gelijk door de daad ' zelve gevolgd , 'vonden ingang. Die naast bij hem ftonden, volgden hem, en dezen werden wederom gevolgd van de genen , die hun het naast waren, zo dat eindelijk die weinigen, welken reeds vooruit gefneld waren, niemand ziende agter hen komen, den lust verloren, om zig alleen tegen de zeshonderd Ruiters te wagen. Alles plaatfte zig nu weder op de Meerbrug , waar men wagten en voorposten uitzettede, en enen onltuimigen nagt onder de wapens doorbragt (*). De Stad Antwerpen werd tans met' het fchrikkelijkfie bloedbad en ene volkomene plondering bedreigd. In dezen dringenden nood riep de Prins van Oranje enen buitengewonen Raad bijeen , waartoe de beste Burgers uit de vier. Natiën genomen werden. „ Zo men den „ moedwil der Kalvinisten wil bcteugej, len," zeide hij, „ moet men insgelijks m een leger, tegen hen op de been » brengen, dat gereed is om hen te Burg. 444. — 447. strada 172.  NEDERLANDEN. 455 ontvangen." Er werd derhalven beflot'en, de Roomfche Inwoners van de Stad', inborelingen, Italianen en Spanjaarden, met allen ipoed onder de wapens te brengen, en, ware het mogelijk, ook nog de Lutherfchen in deze partij te trekken. De heerschzu°t der Kalvinisten , die trotsch op hunnen rijkdom, en Hout op hunne meerderheid, eiken anderen Godsdicnstigen aanhang met veragting behandelden , hadden reeds lang de Lutherfchen tot hunne vijanden gemaakt, en de verbittering van deze beide Protestantfche Kerken tegen elkander was van enen onverzoenlijker aart , dan de haat, welken zij tegen de heerfchende Kerk met elkander gemeen hadden. Van deze wederzij dfche ijverzugt had de Magiftraat het wezenlijke voordeel getrokken, van de ene partij door de andere, doch voornamehjkg.de Kalvinisten, van welker aanwas het meeste te vrezen was , binnen de palen te houden. Om die reden had zij de Lutherfchen, als de zwakfte partij , en de vreedfaamfte van beiden, ftilzwijgende in hare befcherming genomen, en zelfs geestelijke Leeraars uit Duitschland voor hun laten ko^ men, welke dezen wederkerigen haat door préken over gefchil-Hukken fteeds levendig moesten houden. Zij het de Lutherfchen in den waan, dat de Koning over hunne Godsdienst -Behjde-, Ff 4 III. BOEK.  456 DE AFVAL DER III. boek. nis gunstiger dagt, en vermaande hen hunne goede zaak tog niet dqor verftandhouding met de Gereformeerden te bederven, Het was dus niet moeilijk , tusfehen de Katholijken en Lutherfchen , voor dat ogenblik, ene vereniging tot ftand te brengen , daar het te doen was, om zulke gehate Mededingers te onderdrukken. Met het aanbreken van den dag ftond tegen de Kalvinisten een leger gereed, dat het hunne ver overtrof. Aan het hoofd dezes legers begon de welfpreekendheid des Prinfen van Oranje veel meer kragts te krijgen, en veel ligter ingang te vinden. De Kalvinisten , fchoon in het bezit van de wapenen en het gefchut, door de meerderheid van het getal hunner vijanden verfchrikt geworden , begonnen met Afgevaardigden te zenden , en een minfaam vergelijk voorteflaan, 't welk door het beleid van oranje tot algemeen genoegen getroffen werd. Dadelijk na de bekendmaking van hetzelve, leiden de Spanjaarden en Italianen in de Stad hunne wapenen neder. Zij werden hierin van de Gereformeerden gevolgd, en dezen van de Katholijken ; dc Lutherfchen waren de katden, die zulks deden (*). Twe dagen en twe nagten had (*) TlIHAN. 526". 597. BURG. 448. —45I •TRADA I73. M ETER E N 97. 98.  NEDERLANDEN. 457 Antwerpen in dezen fcbrikkelijkcn toeftand doorgebragt. Reeds hadden de Katholijken vaten met buskruid onder de Meerbrug gebragt, om het gehele leger der Gereformeerden, 't welk daar post gevat had, in de lugt te laten fpringen ; het zelfde was op andere plaatfen door de laatstgenoemden tegen de Roomfchen gedaan (*). De ondergang der Stad hing aan een enkeid ogenblik, en het was oranj e 's wijs beleid , waardoor dezelve wierd verhoed. Noircarmes lag nog met zijn leger Walen voor Valenchijn, welke Stad door het vaste vertrouwen op onderr Hand van de Geuzen , tegen alle voorr ilagcn der Landvoogdesfe onverzettelijk bleef, en alle gedagten van overgaaf verwierp. Een uitdrukkelijk bevel van het Hof verbood den vijandelyken Veldheer met nadruk te handelen , voor dat hij zig met verfche benden uit Duitschland zou verfterkt hebben. De Koning, 't zij uit goedertierenheid, of uit vrees , was afkerig van het geweldige middel van ftormen, waarbij niet vermijd kon worden, de onfchuldigcn in het lot der fchuldigen medetcflepen , en den getrouwen onderdaan even als enen vijand te behandelen. Dan , daar met eiken dag de trotschheid der belegerden toenam, ("*") Meteren 97. Ff 5 hl b o ek. 1567-  453 DE AFVAL DER HI. ROEK. j 1 I i 4 < i ] t ] < i I \ die , door 's vijands werkeloosheid ftou* ter gemaakt, zelfs zig niet ontzagen , dezen door gedurige uitvallen te ontrusten, enige kloosters voor'de Stad in brand te fteken , cn met buit weer naar binnen te keren ; daar de tijd, welken men nutteloos voor de Stad verfpilde, door de Muitelingen en derzelver Bondgenoten beter gebezigd kon worden , hield noircarmes bij de Landvoogdes aan , om hem verlof van den Koning tot enen ftorm op deze Stad te bezorgen. Spoediger, dan men zulks van dien kant gewoon was, kwam het antwoord terug, dat men voor als nog niets anders zou doen, 3an het llormtuig in gereedheid te brengen, en, voor dat men den ftorm n ernst begon, vooraf den fchrik van lenzelven enen tijdlang te laten werden ; en bijaldien dan nog de overgave niet volgde, gaf hij vrijheid ot den ftorm , egter met alle mogelijke verfchoning van elks leven. Vóór lat de Landvoogdes tot dit uiterfte werging, gelastte zij den Prins van javre , benevens den Hertog van Aarchot, nog eenmaal met de Muiteingen in ene minlijke onderhandeling e treden. Beiden hielden mondgefprek:en met de Afgevaardigden uit de Stad, n lieten niets onbeproefd, om hen an hunne verblindheid te genezen. 7A] openbaarden hun, dat thoulouse ;eflagen , en met hem al dc fteun ier belegerden gevallen was; dat de  NEDERLANDEN. 459 Graaf van Mcgcn het Geuzen-leger van de Stad had afgcfneden , cn dat het alleen 's Konings goedertierenheid was, waardoor zij het zo lang hadden uitgehouden. Zij boden hun ene volkomene vergiffenis van al -het ge* beurde aan. Het zou enen ieder vrij ftaan, zijne onfchuld , voor welk eno Rcgtbank hij wilde , te verdedigen ; enen ieder, die dit niet wilde, zou het vergund zijn, binnen veertien daeen met alle zijne bezittingen de Stat* te verlaten. Men begeerde mets anders van hun, dan dat zij de bezetting innamen. Om zig op dezen voorflag te bedenken, werd hun een' wapenftilftand van drie dagen toegcftaan Toen de Afgevaardigden weder in de Stad kwamen , vonden zij hunne medeburgers nog minder dan voorheen tot een vergelijk gezind, dewijl zig ondertusfehen valfche gcrugten van ene nieuwe werving van Krijgsvolk bij de Geuzen onder hun hadden verfpreid. Men beweerde , dai thoulouze overwonnen had, en da 'er een fterk leger m aantogt - was om de Stad te ontzetten. Dit vertrouwen ging zo ver, dat men zeil zier 'onderftond den ftilftand te breken, en op de Belegeraars vuur tc o-even. Eindelijk wist de Magiftraa het met veel moeite zo ver te bren gen, dat men twaalf Raden met d< volgende voorwaarden naar het - lege BOE k I  III. boek. ] / . v \ v li 4ÖO DE AFVAL DER zond. De Akte, volgens welke Valenchijn wegens misdaad van gekwetfte Hoogheid aangeklaagd, en voor vijand verklaard was , moest herroepen ; de geregtelijk aangellagen goederen wedergegeven, en de gevangenen wederzijds op vrije voeten gefield worden. De Bezetting moest niet eer m de Stad komen, voor dat elk, die zulks goedvond, zig zeiven en zijne goederen in veiligheid had gebragt; zij moest zig verbinden, de inwoners in geen ftuk te bezwaren, en de Koning moest de onkosten goed maken. Noircarmes beantwoordde Jeze voorflagen in toorn , en was ran zms de Afgevaardigden te misïandelen. Bijaldien zij , zeide hij, niet gekomen waren, om hem de Stad ivertegeven, hadden zij op ftaanden 'oet weerom te gaan, of te wagen , dat hij hen , met de handen »p den rug gebonden, terug zond. A) leiden de fchuld op de halfrerighcid der Gereformeerden , en fmceken ^hem ootmoediglijk, dat hij hen a 't leger mogt houden , dewijl zij iet hunne oproerige Medeburgers niets leer te doen wilden hebben , noch i derzelver lot begeerden te delen :ij vielen zelfs Graaf egmond te' oet, om deszelfs voorfpraak te verderven; maar noircarmes bleef doof oor hun gebed, en het gezigt der etencn welke voor den dag ge-  Nederlanden: 46* fiaald werden , dreef hen tegen wil en dank naar Valenchijn te rug. Het was noodzaaklijkheid, en gene hardheid, welke den vijandelijken Veldheer tot deze flrenge handelwijze bewoog. Het terughouden der Afgevaardigden was hem reeds eenmaal door de Hertogin ten kwaden geduid; tans zou men in de Stad niet nagelaten hebben , derzelver uitblijven aan de zelfde oorzaak, als het vorige, toetefchrijven. Ook durfde hij de Stad niet van het kleine overfchot van weldenkende Burgers ontbloten, noch kon lijden, dat een blinde dolle hoop dérzelver lot in handen had. egmond was over den flegten uitflag van zijn Gezantfchap dermate gebelgd, dat hij den volgenden nagt zelf rondom de Stad reed , om "derzelver vestingwerken optcnemen , en zeer vergenoegd wederkeerde , toen hij overtuigd was, dat zij het niet langer kon houden (*). Valenchijn ftrekt zig van ene zagte helling in ene regte en effene vlakte uit , en ' heeft ene niet min vaste dan aangename ligging. Aan den enen kant door de Schelde en ene kleiner rivier omvat, aan de andere zijde door diepe gragten , fterke muren en torens verfchanst , fchijnt het allen aanval van buiten tc kunnen c*) ThüAN. 528. strada 178. iir. boek*  4S& i^fi AFVAL DEJt iii HOEK, j » tarten. Maar noircarmes had enige plaatfen in de Stadsgragt opgemerkt* welke, door verzuim , met den ovengen grond waren gelijk geworden; en dezen maakte hij zig ten nutte. Hij trekt alle de verfpreide finaldelen van zijn leger , waarmede hij de Stad tot hiertoe had ingefloten , bijeen , cn verovert in enen" onftuimigen nagt de Bcrgfche Voortrad, zonder, enen enkelden man te verliezen. Daarop verdeelt, hij dc Stad onder den Graaf van Bosfu, den jongen Graaf karei, van mansveld, cn: den jongen barlaimont. Een van zijne Overften nadert met alle mogelijke fnelheid dc muren , van welke de vijand door een ijslijk vuur werd afgedreven. Digt voor de Stad, en tegen over de poort, wordt onder het oog der belegerden , en met zeer gering verlies, in gelijke hoogte met de vestingwerken een batterij opgeworpen, ran welke de Stad met een en - twintig Hukten gefchut, vier uren lang , zonder opïouden , befchoten wordt. De Nikoaas-toren, op welken de belegerden :nig gefchut hadden geplant, was onïer de eerften , welke inftortten, n velen vonden onder deszelfs puinlopen den dood. Op alle hooguittekendc gebouwen werd gefchut geigt , en een fchrikkelijke flagting on,er de inwoners gemaakt. Binnen weiige uren waren de voornaamfte war-  NEDERLANDEN; 489 ken vernield, en aan de poort zelve een zo grote bres gefchoten , dat de belegerden, aan hun behoud wanhopende, ijlings twe Trompetters afzonden, om gehoor te verzoeken. Dit werd vergund, dog met den ftorm zonder ophouden voordgevaren. Deste meer drongen de Afgevaardigden , om het vergelijk te fluiten , en zij wilden nu de Stad op die zelfde voorwaarden overgeven, welken zij twe dagen te voren verworpen hadden: maar de omftandigheden waren nu veranderd, en de Overwinnaar wilde van gene voorwaarden meer horen. Het onophoudelijke vuur liet hun genen tijd ,. om de muren te herftellen , welke de gehele Stadsgragt met hun puin vulden, en den vijand overal den weg baanden , om door de bres in de Stad te dringen. Van hunnen gehelen ondergang verzekerd, geven zij met hei aanbreken van den dag, de Stad op genade cn ongenade over, na dat dc ftorm , zonder tusfehenpozen , : zes er dertig uren geduurd had, en 'er drie duizend bomben in de Stad geworpet waren. Onder ene ftrenge krijgstugt trek noircarmes met zijn overwinnem leo-er binnen, wordende door ene gro teÖ fcharè van vrouwen en kleine kin deren ontvangen , die hem groene tak ken te gemoet droegen , om hem tc mededogen te bewegen. Dadelijk wei den alle Burgers ontwapend; de Be iit boe kv j l t l t  46*4 BE AFVAL DER III. BOEK I567. velhebbcr dór Stad met zijnen Zoon . onthoofd ; zes - en dertig der flimfte oproermakers , onder welken ook lb grange, en guido de bresse, een ander Gereformeerd Preêker, zig bevonden, moesten hunne halfterrigheid met den ltrop boeten; alle Overheids-Perfonen verloren hunne Amten i en de Stad alle hare Privilegiën. De Katholijke Godsdienst werd terftond in zijnen vollen luister herfield , cn de Protestantfche vernietigd; de Bisfchop van Atregt moest zijnen zetel naar deze Stad overbrengen , en voor derzelver gehoorfaamheid in 't vervolg bleef ene lierke Bezetting waken (*). Het overgaan van Valenchijn, op welke plaats aller ogen gevestigd waren , was voor alle overige Steden, welke zig op gelijke wijze gedragen hadden, een fchrikbarende waarfchouwing, en bragt de wapenen der Landvoogdesfe in geen klein aanzien. Noircarmes vervolgde zijne overwinning, en trok dadelijk op naar Maastricht, dat zig zonder flag of floot overgaf, en bezetting innam. Van daar toog hij naar Turnhout, om de Steden 's Hertogenbosch en Antwerpen door zijne nabijheid fchrik aantejagen. Zijne aankomst maakte de Geuzenpartij, welke onder aanvoeren van bomberg de Magiftraat nog fteeds onder haar bedwang had gehouden , zo be- (*} THÜAN. 528. 529. ME TEREN 98. 99; • TRA DA. 178 — 180. liURS. 462 — 465.'  NEDERLANDEN. 4©5 bevreesd, dat zij , met haren Aanvoerder, ijlings de Stad ruimden. Noircarmes werd zonder tegehftand binnen gelaten, de Gezanten der Landvoogdes dadelijk in vrijheid gefield, cn ene fterke bezetting in de Stad gelegd. Kamerijk opende mede voor zijnen Aartsbisfchop, die door de heerfchende partij der Gereformeerden uit zijnen zetel verdreven was, met vreugdegeroep weder de poorten ; en deze zegepraal verdiende hij , dewijl hij zijne intrede niet met bloed bevlekte. Ook de Steden Gent , Iperen en Oudenaarden onderwierpen zig, en namen bezetting in. Gelder was door den Graaf van Megen bijna geheel van de Muitelingen gezuiverd, cn tot gehoorfaamheid gebragt; het zelfde was ook den Graaf van Aremberg in Friesland en Groningen gelukt, fchoon een weinig later; en met meer moeite ; dewijl het zijn gedrag aan gelijkvor-' migheid en ftandvastigheid haperde , en deze ftrijdbare Republicksgezinden fterker op hunne Privilegiën ftonden , en fiout waren op hunne middelen van verdediging (*). Uit alle Provinciën , uitgezonderd Holland, werd de aanhang der Muitelingen verdreven; alles bukte voor de overwinnende wapenen der Landvoogdes. De moed ontzonk de Tegenpartij, en niets bleef haar meer (*) Vigl ad hopper. Epist. i. o.i. I. DEEL. Gg HL boe&  in. boek. 466 DE AFVAL DER. overig, dan de vlugt, of een on* bepaalde onderwerping (f). Reeds federt de oprigcing van her Geuzen - verbond maar nog veel meer federt het. uitbersten van den Beeldenflorm , had de geest van tegenkanting en fcheuring, onder hoge en lage (hinden , zo zeer de overhand genomen , en de Partijen zo zeer onder elkander verward , dat de Landvoogdes moeite had, om hare aanhangers cn werktuigen te kennen, en ten laatftcn naaulijks meer wist , in welke haaiden zij zig eigenlijk bevond. Het onderfcheidend kenmerk der verdagten en getrouwen was allengs verloren geraakt, en de grensfeheidingen tusfehen beiden minder merkbaar geworden. Door de veranderingen, waartoe zij ten voordele der Protestanten had moeten befluiten, en die merendeels flegts noodmiddeIcn en vrugten van het ogenblik waren , had zij aan de wetten zelve hare bepaaldheid , hare verbindende kragt benomen , en aan het goeddunken van elk , die dezelve had uitteleggen , een ruim veld gelaten. Dit had eindelijk ten gevolge, dat onder de menigte en de verfcheidenheid der uitleggingen, de zin der wetten verloren raakte , en het oogmerk des wetgevers verdraaid wierd; dat bij het naauwe verband, 't welk tus- Ct) Burg. 46c». 473 — 475.  NEDERLANDEN. 46"? fehen de Protestanten en Katholijken, tusfehen Geuzen en Koningsgezinden önritond , en derzelver belangen niet zelden gemeen maakte; de ' laatstgenoemden zig bedienden van de agterdeur, welke hun door het onzekere in de wetten was opengelaten, en zig van het ftrenge van hunnen last door kunstige onderfcheidingen ontfloegen. Volgens hunne gedagten was het genoeg, geen verklaarde Muiter , geen van de Geuzen of Ketters te zijn, om zig bevoegd te rekenen , de pligten van zijn Amt naar goedvinden te plooien , en zijne gehoorfaamheid aan den Koning naar Willekeur te hjpalen. Zonder daarvoor verantwoording te zijn, waren de Stadhouders , de hoge en lager Amtenaren, de Stadsregeringen, en de hoofden van lffet Krijgsvolk , in hunnen dienst zeer nalatig geworden , en gebruikten , in vertrouwen op ftralfeloosheid , ene nadelige toegeeflijkheid omtrent de Muitelingen en derzelver aanhang , die alle maatregelen der Landvoogdes kragteloos maakte. Deze flapheid van zö vele voorname lieden in den Staat , had de nadelige gevolgen , dat dc onrustige hoofden óp enen veel fterker fleun rekenden, dan zij inderdaad reden daartoe hadden ; dewijl zij elk , die zig omtrent de partij van 't Hof maar eenigzins koet gedroeg, tot hunnen aanhang betrokGg i Hf. BOEKi'  4<$ DE AFVAL DER. HL BOEK. ken. Daar deze waan hen ftouter maakte, was het bijna het zelfde als of die werkelijk gegrond ware geweest ; en de onzekere Vafallen van het Hof werden daardoor bijna even zo fchadelijk , als de verklaarde vijanden des Konings , zonder dat men ene gelijke ftrengheid omtrent hen durfde gebruiken. Dit was voornamelijk het geval met den Prins van Oranje , de Graven van Egmond, van Bergen , van Hoogftraten , van Hoorn , en meer anderen van den bogen Adel. De Landvoogdes begreep de noodzaaklijkheid, om deze dubbelzinnige onderdanen tot ene verklaring te brengen, ten einde daardoor of den Muitelinge^ hunne ingebeelde fteunfels te beneme$, of den vijanden des Konings het masker fafteligten. Zij was tans te jneer hiertoe gedrongen , daar zij een «leger in 't veld moest brengen, en-zig genoodzaakt zag , aan velen van dezen het bevel over een gedeelte van het Krijgsvolk te geven. Zij liet ten dien einde enen eed ontwerpen, waarbij men zig verbond, den Roomsch-Katholijken Godsdienst voorteftaan , de Beeldenftormers te vervolgen , en allerlei zooit van Ketterijen naar zijn beste vermogen te helpen uitroeien. Men verpligtte zi°daarbij , eiken vijand des; Konings als zijnen eigen te behandelen, en zig tegen enen ieder , zonder onderfcheid, welken de Landvoogdes in 's Konings  NEDERLANDEN. 469 naam zoude opgeeven , te laten gebruiken. Door dezen eed hoopte zij wel niet de gemoederen te doorgronden, en nog minder dezelve te binden ; maar dezelve moest haar tot een geregtelijk voorwendfel dienen, om de verdagten te verwijderen, hun ene magt, die zij misbruiken konden , uit de handen te nemen, bijaldien zij weigerden dien eed te doen, en hen te ftraffen, zo zij hem braken. Deze eed werd van alle Ridderen van het Gulden vlies, van alle hoge en lage Staatsbedienden, alle Amtenaren en Overheidsperfonen, alle Officieren van het leger, van allen eindelijk zonder onderfcheid, welken iets in de Republiek was toevertroud, door het Hof gevorderd. De Graaf van Mansveld was de eerfte , die denzelven in den Raad van State te Brusfel openlijk afleidc ; zijn voorbeeld volgde dc Hertog van Aarichot, de Prins van Gavre, de Graven van Megen en Barlaimont; HOOGSTRATEN Cll HOORN zogten denzelven op ene listige wijze te ontduiken. De eerfte was nog gevoelig over een blijk van wantrouwen, dat de Landvoogdes hem voor enigen: tijd, bij gelegenheid van zijn Stadhouderfchap van Mechelen , had gegeven. Onder voorgeven , dat Mechelen zijnen Stadhouder niet langer kon misfen , en dat Antwerpen des Graven tegenwoordigheid niet minder nodig had, had zij hem die Provincie ontnomen, Gg 3 III. BOEK.  47.o DE AFVAL DEil lil. boek. 1566. -en dezelve aan enen anderen begeven, van wien zij zekerer was. Hoogstraten betuigde haar zijnen dank, dat zij hem wel van enen zijner posten had willen ontheffen , en voegde daarbij , dat zij zijne verpligting volkomen» zou maken , indien zij hem mok van den anderen ontfloeg. De Graaf van Hoorn leefde, nog fteeds getrou aan zijn genome befluit, op een zijner goederen in de fterke ftad Weerdt , aan alle beftuur van zaken onttrokken. Daar hij zig buiten dienst van den Staat had begeven , en aan de Republiek noch aan •den Koning niets meer. fchuldig oordeelde te zijn , weigerde hij den eed , ■waarvan men hem dan ook eindelijk fchijnr. ontflagen te hebben (*). Den Grave van Brederode werd de keus gelaten , om of den gevorderden eed te doen , of bet bevel over het Esquadron, dat hem toevertroud was, nederteleggen. Na vele vrugteloze uit vlugten , welken hij daarvan ontleende, dat hij geen openbaar Amt in dc Republiek bekleedde , befloot hij eindelijk tot het laat-fte, en ontging daardoor de fchuld van meinedigheid Cf). Te vergeefs had men getragt, den (*) Meteren 99. strada 180.fq. grot. Burg. 421. 422.  NEDERLANDEN. 47* Prins van Oranje tot dezen eed overtehalen, die, bij het vermoeden, dat reeds lang tegen hem was opgevat, meer dan iemand anders deze zuivering fcheen van noden te hebben , en van wien dezelve, uit hoofde van de grote magt, die men genoodzaakt was in zijne handen tc geven, met den grootften fchijn van regt, kon gevorderd worden. Tegen hem kon men niet met die Lakonifche kortheid , als tegen enen brederode ■of zijns gelijken, te werk gaan , en met den vrij willigen afftand van alle zijne Amten, welken hij aanbood, was dc Landvoogdes niet gediend, die wel vooruit zag, hoe gevaarlijk ■deze man dan eerst voor haar zon worden, wanneer hij zijne onaf hanklijkheid zou gevoelen, en zijne ware gevoelens door gene uiterlijke welvoeglijkheid en genen pligt meer zou gebonden agten. Maar bij den Prin: van Oranje was het, reeds federt dit raadpleging te Dendermonde , onveran derlijk befioten , zig buiten dienst de Konings van Spanje te begeven, et tot op betere tijden zelfs het lan< te ruimen. Ene zeer moedbenemendi ondervinding had hem geleerd, ho< onzeker de verwagtingen zijn, die mei genoodzaakt is op den groten hoo] des Volks te vestigen, en hoe dr die veelbelovende ijver verdwijnt , wan neer het op doen aankomt. Er wa Gg 4 n. BOEK. I l l > l i  473 DE AFVAL DEK. III. BOEK, 1 i c ï i c I 2 d ï d d d f< h een leger in het veld, en een ander , nog veel fterker, wist hij , dat onder bevel van den Hertog van Alba in aantogt was. De tijd van voorflagen te doen was voorbij ; niet dan aan het hoofd van een leger kon men hopen , voordelige voorwaarden met de Landvoogdes aantegaan , en den Spaanfchen Veldheer de intrede in het Land te beletten. Maar van ivaar dit leger te nemen, daar hem bet nodige geld, de ziel van alle andernemingen, ontbrak; daar de Prorestanten hunne fchitterende beloften ntrokken, en hem in dezen dringenden lood lieten zitten? (*) Yverzugt en Godsliensthaat hielden , daarenboven, de beide 3rotestantfche Kerken verdeeld, en ftonlen derzelver heilfame vereniging te^en den gemenen vijand van hun Geoof in den weg, Der Gerefonneer- 00 Hoe welgezind men in 't beloven, en hoe ebrekkig in het nakomen was, blijkt onder aijeren uit het volgende voorbeeld. In Amfterdarii adden enige vrienden der Volks-vrijheid, Roomden zo wel als Lutherfchen, plegtig beloofd en honderden penniug van hunne goederen in ené emene kas te zullen opbrengen , tot dat men ene om van elfduizend guldens bijeen had, die tot ienst der gemene zaak zoude befteld worden. ;en kist, met ene reet in het dekzel, en met rie floten voorzien , werd tot den ontvang van eze gelden beftemd. Toen dezelve na hetgeè'inigde tijdsbeftek geopend wierd, vond men enen :hat van zevenhonderd guldens, welke aan de jiswaardin des Graven van Brederode, inkorting ? deszelfs onbetaalde drinkgelagen, wérd gelate*.  NEDERLANDEN. 473 den afkerigheid van de Augsburgfchc Belijdenis had alle Protestantfche Vorsten van Duitschland van hun verwijderd , zo dat voordaan ook aan de vermogende befcherming van dat Rijk niet meer tc denken was. Met den Graaf van Egmond was het voortrcflijke leger Walen verloren , dat met blinde onderdanigheid het geluk van zijnen Veldheer volgde , die hetzelve bij St. Quintin en Gravelingeu had geleerd te overwinnen. De geweldenarijen , door dc Beeldenftormers aan Kerken en Kloosters gepleegd, hadden de talrijke, gegoede _ en vermogende klasfp der Katholijke Geestelijkheid van het Verbond weder afgetrokken , waarvoor zij , vóór dit ongelukkige toeval , reeds ten halven gewonnen was ; en dc Landvoogdes wist met eiken dag verfcheidenc leden van het Verbond zelve door list aftctrekken. Alle deze -omftandigheden te zamen genomen, bewogen den Prins, om een ontwerp , dat in het tegenwoordige tijdftip niet uitvoerlijk was, tot ene gunstiger gelegenheid ter zijde te ftcllen, en een Land te verlaten, waar zijn langdurige verblijf van geen nut meer kon zijn, en hem zeiven een cnT vermijdelijk verderf bereidde. Aangaande de gezindheid van filips pnitrent hem , kon hij , na zo vele ingekomen berigten , zo vele blijken van deszelfs wantrouwen , , zo, vele waarGg 5 IIL boek.  DE AFVAL DER IIÏ. BOEK, fchouwingen uit Madrid, niet langer twijfelen. En zo dit al nog plaats mogt gehad hebben, zou het gedugte leger, dat in Spanje uitgerust werd en 't welk niet den Koning, gelijk men valfchelijk uitftrooide , maar, gelijk hij wel beter wist, den Hertog van Alba, den man, die 't meest tegen hem gekant was, en dien hij de meeste reden had te vrezen, aan *t hoofd zoude hebben , hem wel ras uit deze onzekerheid gebragt hebben. De Prins had het menfchelijke karakter, en het gemoed van filips te wèl doorgrond, om op ene opregte verzoening met dezen Vorst, die hem eenmaal had begonnen te vrezen, ftaat te maken. Ook oordeelde hij te onpartijdig over zijn eigen gedrag, om , gelijk zijn vriend egmond , op enen dank bij den Koning te rekenen, waartoe hij genen grond bij hem had gelegd; en hij was van de fchranderheid van filips te wèl overtuigd, dan dat hij zig had kunnen vleien , hem geblinddoekt te hebben. Hij kon dus gene andere dan vijandige gezindheden van hem verwagten , en de voorzigtigheid ried hem , zig voor de werkelijke uitbarsting daarvan door ene tijdige vlugt te redden. Den nieuwen eed, welke van hem gevorderd werd, had hij dusverre ftandvastig geweigerd, en alle fchriftelijke vermanin-  IMEDERLANDEMi. 4fÓ gen der Landvoogdesfe waren vrogte'loos geweesc. Eindelijk zond zij haren Geheimfchrijver berti naar Antwerpen bij hem , om hem met nadruk in het gemoed te tasten , en ,hem alle kwade gevolgen voortcftcllen , .welken een zo haastig verlaten van 's Konkigs dienst voor het Land zso wel , als voor zijnen eigen goeden naam, na zig zoude liepen. Reeds het weigeren van den gevorderden eed, liet zij hem door haren Gezant zeggen , had ene vlek op zijne eer gelegd, -en aan het algemene gerugt , dat hem van vcrftandhouding met dc Muitelingen befchuldigde , enen fchijn van waarheid gegeven , welke door dezen overhaasten afftand volkomen zekerheid zou bekomen.. Ook -was alleen de Heer bevoegd om zijnen Dienaar tc ontflaan , maar niet de Dienaar om zijnen Heer . den dienst optezeggen. De Afgezant der Landvoogdesfe vond den Prins in zijn Hoi -te Antwerpen , reeds geheel , i gelijk het fcheen, den openlijken dienst afgeftorven , en in eigen •bezigheder begraven. Hij had geweigerd, ga; hij , in 't bijzijn van hoogstraten, den Gezant ten antwoord , dei gevorderden eed afteleggen , omdat hi Mg niet wist te herinneren, dat iet; van dien aart van enigen Stadhou der vóór hem gevergd was; o" idat hij iig -reeifls eenmaal voor al 111. boek. t  III. LOEB : I i I I 2 d 476 DE AFVAL DER roos aan den Koning had verbonden, . en dus door dezen nieuwen eed ftil! - zwijgende zou beiijden, dat hij den eerften gebroken had. Hij had geweigerd denzelven afteleggen omdat een vroeger eed hem verpligtte, de Regten en Privilegiën des Lands te befchermen , en hij niet kon weten, of deze nieuwe eed hem gene daden zoude opleggen , die met den eerften ftnjdig waren, omdat in dezen nieuwen eed, welke hem verpligtte, tegen enen ieder, zonder onderfcheid , die hem genoemd zoude worden, te dienen , de Keizer zelf, zijn Leenheer, niet was uitgezonderd, welken hij tog, als deszelfs Vafal, niet mogt beoorlogen. Hij had geweigerd, denzelven afteleggen , om dat deze eed hem kon opleggen zijne Vrienden en Bloedverwanten, zijnen eigen Zoon , ja zijne Gemalin zelve , die Luthersch was, naar de flagtbank te voeren. Volgens dezen eed moest hij zig aan alles onderwerpen , wat het den Koning zou nvallen van hem te vorderen; en le Koning kon tog dingen van hem vorderen , waarvan hij een afgrijzen lad ; ook had de ftrengheid , waaraede men nu en fteeds tegen de 'rotestanten handelde, reeds lang zijn art gegriefd. Deze eed ftreed tegen ijn menfchelijk gevoel , en hij kon ien niet doen. Bij het flot ontviel  NEDERLANDEN. 477 hem de naam des Hertogen van Alba , met "ëen blijk • van bitterheid , en dadelijk daarop zweeg hij ftü (*). Alle deze ingebragte redenen werden ftuk voor ftuk beantwoord : Men had van genen Stadhouder dus verre zodanigen eed gevergd, om dat de Nederlanden zig tot hiertoe nooit in een dergelijk geval bevonden hadden. Men vorderde dezen eed niet, omdat de Stadhouders den eerften gebroken hadden , maar om hun dien eerften deste levendiger te herinneren * en in deze dringende omftandigheid hunne werkfaamheid optewakkeren. Deze eed zoude hem niets opleggen , 't geen de Regten en Privilegiën des Lands kon krenken, want de Koning had deze Regten en Privilegiën zo wel bezworen, als de Prins van Oranje. In dezen eed kwam geen Oorlog tegen den Keizer, noch tegen enigen Vorst van 's Prinfen verwantfehap in aanmerking, cn men wilde hem gaarne, zo hij daarin zwarigheid vond, door ene uitdrukkelijke bepaling daarvan ontflaam Var bevelen , die tegen zijn menschlijk gevoel ftreden, zou men hem weten te verfchonen , en gene magi op aarde zou hem kunnen noodzaken , tegen echtgenote of kinders te handelen. Berti wilde nu tot het laat- (*) Burg. 456 — 458. strada 182. 183 III. b o e k. !  m ïvo.e.k 15^7- (*) Burg. 45c?. 458. Strad. i2z. 478 DE AFVAL DER fte punt , betreffende den Hertog vati i Alba overgaan, maar de Prins , die . uier gaarne ene verklaring hiervan wilde hebben, viel hem hi de reden. De Koning, zeide hij j ftond in de Nederlanden te komen, en hij kende den Koning. Deze zoude nimmer dulden, dat een van zijne Dienaren ene Lutherfche Egtgenoot had, en daarom had hij befloten , met zijne gehele- Familie vrijwillig uit het Land te gaan , eer hij zulks uit dwang zoude moeten doen. Doch, waar hij ook srijn mogt, hij zoude zig fteeds als een Onderdaan des Konings gedragen. Men ziet, van hoe ver de Prins de beweegredenen tot zijne vlugt op-zogt, om de enige niet aanteraéren, die hem werkelijk tot dat befluit gebragt had (*). Berti hoopte nog, door de welfprekendheid van egmond, misfehien dat gene uittewerken , waartoe hij door zijne eigen genen kans meer zag. Hij floeg ene bijeenkomst met dezen voor, waartoe de Prins zig des tc gereder liet vinden , om dat hij zelf" verlangde, zijnen vriend egmond vóór .zijn vertrek nog eenmaal te omhelzen , en den verblinden, ware het mogelijk , voor zijnen gewisfen ondergang te behoeden. Deze merkwaardige bijeenkomst, zijnde dc laatfte,  NEDERLANDEN, 479 tveike tusfehen deze beide vrienden plaats had > werd gehouden te Willebroek , een dorp aan den Rupel, tusfehen Brusfel en Antwerpen: de jonge Graaf van Mansveld was met den Geheimfchrijver berti mede hierbij tegenwoordig. De Gereformeerden, wier laatfte hoop op den uitflag van deze onderhandeling berustte, hadden een middel gevonden, om den inhoud van dit gefprek door enen verfpieder te vernemen, die zig verborgen had in den fchoorfteen van het vertrek, waar hetzelve gehouden werd (*). Alle drie beftormden hier des Prinfen befluit met verenigde welfprekendheid, dog zonder hem aan 't wankelen te brengen. „ Het zal U uw „ goed kosten, oranje, zo gij bij „ uw voornemen blijft," zeide eindelijk de Prins van Gavre , terwijl hij hem ter zijden af naar een venster volgde; „En u, egmond, het leven, zo „ gij het uwe niet verandert," hernam de ander. „ Ik zal ten mins„ ten nog den troost hebben , wat „ 'er ook gebeure, dat ik het Va,5 derland cn mijne vrienden in den „ nood met raad en daad heb wil„ len bijftaan; gij zult vrienden en ,-, Vaderland met u in het zelfde ver„ derf flepcn." En daarop vermaande hij hem nog eenmaal , en nog dringender, dan hij te voren gedaan (*) VAN METEREN. iir. BOEK.  489 DE AFVAL DER III. boei:. had, ' zig zeiyen wedertefchenken aan een Volk , dat door zijnen arm alleen nog kon gered worden; zo niet dan ten minden om Zijns zelfs wille her onweder te ontgaan * dat uit Spanje tegen hem opkwam. Maar alle de blijkbaarfte redenen, welke een veruitziend verftand hem aan de hand gaf, met alle die levendigheid, met al dat vuur voorgedragen , dat de rcderhartiglte bekommering der vriendfehap hem maar kon ingeven , waren niet in ftaat, om het ongelukkige vertrouwen te verbannen, dat egmond's goed verltand nog gebonden hield.- De waarfchouwing van oranje kwam uit ene fombere moedeloze ziel ; en voor egmond lachte nog de Wereld. Zig te begeven uit den fchoot des overvloeds, der' vrolijkheid en der pragt, waarin hij tot enen jongeling en enen man was opgegroeid; te fcheiden van alle die duizenderlei gerijflijkheden des levens , die alleen de waarde van hetzelve voor hem uitmaakten ; en dat alles om een kwaad te ontgaan, dat zijn ligt hart nog zo ver af ftelde , neen , dat was geen offerhande, die men van Egmond moest vergen. Doch al ware hij ook minder zwak geweese, dan hij werkelijk was , met welk hart had hij ene , door langdurig geluk vertroetelde , Vorstendogtcr, ene hem bevende gade, en kinderen , aan welke zijne ziel hing, bekend kunnen ma-  NEDERLANDEN. 481 ïrraken met ; ontberingen, waar voor zijn eigen moed te zwak was, en' welken alleen ene verhevene Wijsgeerte op de zinlijkheid kan doen zegepralen. „ Nimmer zult gij mij over„ reden, oranje!" zeide • egmond , „ om de dingen in dat fombre licht ?, te bcfchouwen, Waarin zij zig aan „ uw' angstvalligen geest vertonen.. Wan* neer ik • het eerst zo ver zal gebragt hebben , dat de openbare Pree„ ken afgéfchaft, de beeldenfrormers „ geftraft , de oproermakers onderge„ bragt, en de Nederlanden weder in „ vorige rust herdeld zijn , wat kan ,, de Koning dan meer 1 van mij ver„ gen ? De Koning is goed en regt„ vaardig % ik heb mij alle regt op n z'ine dankbaarheid verworven , en „ ik mag niet vergeten , wat ik . mij „ zei :cn fchuldig ben." - „ Wel „ aan!" riep oranje, met ongenoegen en* inwendigen; fpijt; 1 „ waag het „ dan op uwe Koninglijke dankbaar,, heid. Maar een treurig voorgevoel „ zegt mij, (en gave de Hemel, dat „ het mij' bedroge,) dat gij de brug „ zult zijn, egmond, waarover de ,, Spanjaarden in het Land zullen ko„ men-, en die zij afbreken zullen, „ wanneer zij 'er in zijn." Hij trok hem, nadat hij dit- gezegd had 4 met hartlijkheid tot zig, drukte hem vurig en vast in de armen. Lange tijd, als ware het voor het gehele overige léL deel. Hh III. boek.  ÉI,: p.pf.R. (*) tbxjan. 527. strada 183, «*-te*1 '; 95. burg. 470. 47s> meurs. a8. 482 DE AFVAL DER ven , hield hij het gezigt op hem gevestigd , tranen rolden hem uit de og«i 4 zij zagen elkander- niet weder (*). Terftond des anderen daags, fchreeforanje aan de Hertogin den Affcheidsbrief, waarin hij haar van zijne altoosdurende agting verzekerde, en haar nogmaals verzogt, dezen zijnen ftap ten goede te nemen. Hierop vertrok hij niet zijne drie Broeders en zijne gantfche Familie naar zijne ftad Breda , waar hij flegts zo lang vertoefde, als nodig was, om nog enige huislijke zaken in orde te brengen. Zijn oudfte Zoon, rï-u*ï! willem, alleen, bleef op de Hogefehool te Leuven terug , dewijl hij hem onder de befcherming der Brabandfche Vrijheden en de voorregten der Akademie veilig genoeg oordeelde; ene onvoorzigtighcid, die, zo zij werkelijk niet met oogmerk gcfchiedde, bezwaarlijk overeen te brengen is met het- juiste oordeel , dat hij in Zo vele andere gevallen aangaande het karakter van zijne tegenpartij geveld had. Te Breda vervoegden de hoofden der Kalvinisten zig nog eenmaal" bij hem , met de vraag, of zij nog iets konden hopen , dan of aües verloren ware? De Prins gaf hun m antwoord, dat hij hun meermalen-  NEDERLANDEN. M raad had gegeven , dien hij tans wederom herhaalde, dat zij zig bij de Augsburgfche Belijdenis zouden voegen , dewijl dan hunne hulp uit Duitsch- " land zeker was; doch konden zij daartoe niet befluiten , dan zouden zij hem zësmaal honderdduizend guldens bezorgen , of nog meer, zo zij "konden. Het eérfte, zeiden zij , fireed met hunne overtuiging en hun geweten ; maar tot het geld zou misfehien raad zijn , bijaldien men flegts weten mogt, waartoe hetzelve hefteed zou worden. ,, ja," riep oranje verdrietig uit , „ zo men dat weten moet j kan „ het van. geen nut zijn." Dadelijk brak hij het gefprek af, en liet de Afgevaardigden teriioud daarop vertrekken. Hem wérd venveten , dat hij zijn vermogen verfpild , en, om zijne drukkende fchulden, nieuwigheden begunstigd had; dog hij verzekerde, dat hij nog zestigduizend guldens jaarlijkfche renten genoot. Evenwel liet hij zig , vóór zj^T vertrek , door de Staten van' Holland nog twintigduizend guldens opfchictcn, waarvoor hij enige vaste goederen te pande ftelde. Mert kon zig niet begrijpen , dat hij zo geheel en al zonder tegenftand zig aart dc noodzakelijkheid onderworpen , ert alle verdere pogingen opgegeven' had ; doch wat hij in fiilte Vet zig omdroeg , wist niemand; niemand had fif êtjne ziel geleezcn. Zommigeu vraagden Hh a. iit SOEiT,  484 DE AFVAL DER. III BOEK, hem , hoe hij zig voordaan jegens dëri Koning van Spanje dage te gedragen? „ Vreedfaam ," was zijn antwoord , „ ten ware dat hij mijne eer, of mijne ?> goederen aantastte". Daarop verliet hij de Nederlanden, om zig in zijne geboortefiad Dillenburg, in het Nasfaufche,' tot dc rust te begeven. Vele honderden , niet alleen van zijne onderhorigen , maar ook vrijwilligen *, verbelden hem naar Duitschland; en weldra volgden hem dc Graven van Hoogftraten, van Kuilenburg, en van Bergen , die liever verkozen ene vrijwillige ballrngfchap met hem te delen, dan roekeloos een onzeker lot te gemoet te gaan. De Natie zag haren Befcherm - Engel met hem vertrekken ; velen hadden hem aangebeden , allen hadden hem vereerd. Met hem ontviel de Protestanten hun laatfte fteun; en evenwel hoopten zij van dezen gevlugtcn man nog meer, dan van alle te zamen, die agtergeblcven waren. De Katholijken zelve zagen hem niet zonder leedwezen vertrekken. Ook voor hun had hij zig tegen de dwinglandij verzet; niet zelden had hij hen tegen hunne eigen Kerk in befcherming genomen ; velen onder hun had hij aan den bloeddorstigen ijver der Sekten ontweldigd. Enige weinige bekrompene zielen onder de Kalvinisten , welken de voorgeflagen vereniging met de Augsburgfche Geloofsgenoten geërgerd  NEDERLANDEN. 485 had, vierden met ftille dankofferen den dag, waarop de vijand van hun geweken was (*). Dadelijk na het affcheid van zijnen Vriend, fpoedde de Prins van Gavre naar Brusfel terug, om aan het Hof der Landvoogdes de beloning voor zijne ifandvastigheid te ontvangen, en daar, in het hofgewoel, en in den zonnefchijn van zijn geluk, die weinige wolken te verdrijven, welken de ernstige waarfchouwing van oranje over zijne ziel had getogen. Er kon tans geen mensch gelukkiger zijn , dan E gjviond zig gevoelde. Oranje's vlugc liet hem nu alleen op het toneel. Tans had hij in de Republiek genen mededinger meer, die zijnen roem verdonkerde. Hij was alleen de fier, die tans aan den Hemel flonkerde. Met verdubbelden ijver ging hij van nu af voort, om ene wankelende vorstengunst te verwerven , boven welke hij tog zo ver verheven was. Gantsch Brusfel moest zijne vreugde 'met hem delen. Pragtige gastmalen en openbare feesten werden door" hem aangeregt, welken de Landvoogdes zelve meermalen bijwoonde , om alle fporen van wantrouwen uit zijn gemoed uittewisfchen. Niet te vreden , den gevorderden eed afgelegd te hebben, ftreefde (*) Meteren 100. meurs, Guil. Aiiru 34, heid. 5. grot- 26. Hh 3 iir. b o e rc. 1567.  486* DE AFVAL DER UI- jSOEK, (*) STRADA 184. BURG. Afói hij den rechtzinnigftcn in rechtzinnigheid 3 en in ijver den grootften ij veraar voorbij , om het Protestantfche Geloof te verdelgen , cn de wcderfpannige Steden van Vlaanderen door de wapens te onderwerpen. Den Grave van Hoogftraten , zijnen ouden vriend, gelijk ook den gehelen nog overigen aanhang der Geuzen , zeide hij zijne vriendfehap voor altoos op , bijaldien zij nog langer aarfelden , om in den .fchoot der Kerke wedertckcren , en zig met hunnen Koning te' verzoenen. Alle vertrqude brieven , welken beide Partijen van elkander in handen hadden , Werden ijitgewisfeld, en de fcheuring tusfehen beiden door dezen laatfien ftap openbaar en onherllelbaar gemaakt, egmom d 's afval, en dc vlugt des Prin fen van Oranje, vernietigden der Protestanten laatfte hoop , en Hoopten het gehele Verbond der Geuzen. De een wilde den anderen voorbijdreven in bereidwilligheid en ongeduld, om het Compromis aftezweren , ' en den nieuwen eed te doen , die hem werd voorgelegd. Te vergeefs Haakten de Protestantfche Koopluiden over dit woordbreker des Adels luide klagten ; hunne zwakke ftem werd niet meer gehoord , en alle fommen , door hun aan de ondernemingen des Verbonds hefteed 3 waren verloren  NEDERLANDEN. ' 4§f De voornaamfte plaatfcn waren onderworpen , en hadden bezetting; de B, oproermakers vloden, of ftierven door _ beulshanden ; in de Provinciën was geen redder meer voorhanden ; alles week voor het geluk der Landvoogdes, en haar overwinnend leger was in aantogt tegen Antwerpen. Na enen zwaren en hardnekkigen ftrijd, was deze Stad eindelijk van de ergfte aanftokers gezuiverd; Herman en zijn aanhang waren gevlugt; hare inwendige ftormen hadden uitgewoed, en nu lag zij uit* geput en magteloos, gelijk een doodkranke , dien het geweld der koortfe zo even verlaten heeft. De gemoederen begonnen langfamerhand weder tot zig zeiven te komen , en, door gene dolle Dwepers meer verhit , voor beter raadflagen vatbaar te worden. De welgezeten Burger verlangde hartlij k naar de rust, om den Koophandel en de handwerken weder te zien opluiken, welke door de langdurige Regeringloosheid zeer veel geleden hadden. Dc gedugte aannadering van alba deed wonderen ; om de vervolgingen voortekomen , welken een Spaansch leger over het Land ftond te brengen, haastte men zig, om in de zagce hand der Landvoogdes te vallen. Uit eigen beweging zond men gevolmagtigden naar Brusfel , om haar een vergelijk voorteftellen , en hare voorwaarden tc horen. Zo aangenaam als dc Landvoogd. Hh 4 HL b o k k.  483 DE AFVAL DER III. BOEK. des door dezen vrijwüligen ftap verrast wierd, zo weinig liét zij zig door hare blijdfchap ' verkloeken. Zij verklaarde , dat zij van niets horen kon' of wilde, 'voor dat de 'Stad Bezetting' had ingenomen'. Ook dit vond genen tegcnliand meer, en de ' Graaf, van Mansveld ' trok den volgenden dag met zestien Vaandelen in dagorde binnen. Tans werd 'er' een plegtig ver-' drag tusfehen de Stad en de Hertogin gefloten, volgens welk de eerstgenoemde zig verbond , den Hervormden' Godsdienst gantsch en al aftefchaf-' fen , alle Leeraars van die Kerk te' verbannen , den Roomsch - Katholijken Godsdienst in 'zijnen vorigen luister',' de verwoeste ' Kérken in ' haren ' gehelen pragt te hcrftcllcn , de oude Pla-" karen , als voorheen , te handhaven,' den nieuwen eed , welken dc andere Steden gezworen hadden, ' insgelyks" tc doen , en allen, die de Hoog-' heid des Konings beledigd, # ' de wapens opgevat , en aan het ontheiligen der Kerken 'deel gehad hadden,' in de handen van het Gcrcgt tc leveren. Daartegen verbond, de Land-" voogdes zig, al het voorledene te vergeten , cn voor de overtreders zelfs een goed woord ' bij den Koning te fpreken. Aan alle de genen, die,' van hunne- vergiffenis onzeker, de vlugt mogten verkiezen, zoude een maand vergund worden, om hunne  NEDERLANDEN. 48* goederen toe geld te maken , en hunne perfoncn in veiligheid te bezorgen ; met uitfluiting nogthans van alle dezulken, die iets ftrafwaardigs, gedaan , cn door het vorige reeds van zelf uitgezonderd waren. Dadelijk na het fluiten van dit verdrag werd aan alle Gereformeerde en Lu-" therfche 'Predikanten binnen Antwerpen en het gehele omliggende grondgebied , door den Rocdcndrager aangezegd, dat zij binnen vier-en twintig uren het Land moesten ruimen : aan de zulken die tot Konfistoriën behoorden , werden drie dagen vergund. Alle flraten, alle poorten waren opgepropt van vlugtelingen, die ter eere van hunnen God dat gene, wat hun 't liefftc was, verheten , en voor hun vervolgd geloof een gelukkiger hemelflrcek zogten. Hier namen mannen van hunne vrouwen, vaders van hunne kinderen voor eeuwig affcheid ; daar voerden zij dezelven met zig weg. Gantsch Antwerpen was gelijk een klaaghuis; waarheen men de ogen floeg , zag. men een aandoenlijk toneel . van de fmertelijkfte Tchciding. Alle. Protestantfche Kerken waren verzegeld; het was met dien gehelen Godsdienst gedaan. De tiende April was dc dag., waarop de Predikanten uittrokken. Toen zij zig nog eenmaal op het Stadshuis vertoonden , om van de Magiftraat affcheid të nemen, konden zij Hh 5 HL BOEK. I567*  4«0 DE AFVAL DER HL BOEK hunne traanen niet binnenhouden , zij . borsten uit in de bitteriic klagten. . „ Men had hen opgeofferd," riepen zij , „ men had hen op de fchan„ delijkite wijze veriaten ; doch 'er lecf„ de voor hun een God , die niet „ ongeftraft zoude dulden , dat de Die„ naars van zijn woord wierden weg5> gejaagd, en er zou een tijd ko„ men , wanneer Antwerpen deze laag„ hcid zwaar genoeg zoude boeten." Allermeest beklaagden zig de Lutherfche Leeraars, "die' door de Magiftraat zelve in het Land waren geroepen , om tegen de Kalvinisten te préken. Onder het bedrieglyke voorgeven , dat de Koning hunnen Godsdienst niet ongunstig ware, had men hen in ene verbindenis tegen de Kalyinisten getrokken, en dezen met hulp van hun onderdrukt; tans, nu men hen niet meer nodig had, liet men beiden in een gemeen lot hunne dwaasheid betreuren (*). Weinig dagen daarna deed de Landvoogdes een pragtige Intrede binnen Antwerpen, verzeld van duizend Waalfche Ruiters , van alle de Ridders van het Gulden vlies, alle Stadhouders en Raden, benevens haar gantfche Hof en ene grote menigte Re- (*) MeURS 33. 34. thuan. 527. reid. s. kïrAda 187. 188. meteren 529, iqq. j-urg. 477. 478.  NEDERLANDEN. 49? gerings-Peifonen ? met de gehele praal yan ene Overwinnares. Zij deed haar eerfte bezoek in de Dom - Kerk, die nog de droevige blijken van den Beeldenftorm vertoonde , en hare Godsvrugt de bitterftc tranen afperste. Terftond daarop werden op de openbare markt vier Oproermakers, welke in hunne vlugt agterhaald waren , met den dood geftraft ; alle kinderen , welke den Doop paar de wijze der Protestanten ontvangen hadden , moesten denzelven van de Pvoomfche Priesters nog eenmaal ontvangen ; alle Scholen der Ketters werden vernietigd, alle hunne Kerken geil egt." Genoegfaam alle Nederlandfche Steden volgden het voorbeeld van Antwerpen, en dc Protestantfche Leeraars werden uit allen verjaagd. Met het einde van April waren alle Roomfche Kerken weder pragtiger dan voorheen opgefierd , alle Protestantfche Kerkgebouwen gedoopt, cn alle vreemde Godsdienst, tot op het geringfte overblijffel toe , uit alle zeventien Provinciën verbannen. De gemene hoop , die met zijne genegenheid gemeenlijk het geluk volgt, betoonde zig tans even zo ijverig, om den val der ongelukkigen te verhaasten, als hij kort te voren woedende voor dezelven gefireden had: een fraai Bedehuis , 't welk de Kalvinisten te Gent geftigt hadden , was in minder dan een uur tijd» vernield. Van de bal- III. SOEK  492 OE AFVAL DER IÏL OE K (*) TlIUAN 52p. STRADA 178. METEREI* 99- 103. BURG. 4Ü.2. 484. ken der vernielde Kerken werden galgen voor de zulken geboud, die zig aan de Roomfche Kerken vergrepen hadden. Alle Geregtsplaatfen waren met lijken, alle geyangenisfen mee offers, die ter dood beitemd waren, alle openbare wegen met yiugtelingen opgepropt. Geen Stad was zo klein , dat 'er in dit moordjaar niet tusfehen de vijftig cn driehonderd binnen dezelve ter dood wierden gebragt , - zonder de zulken te rekenen , welke op het platte land den Drosten in handen vielen , en als royersgeboeftc , zonder genade , cn zonder verder verhoor, op fiaande voet wierden opgehangen (?) De Landvoogdes was nog te Antwerpen, toen 'er zig uit. Branden-; burg , Saxen, Hesfen , Wirtembcrg en Baden Gezanten aanmeldden, die als voorfpraken voor hunne gebannen Geloofsbroeders bij haar verfchenen. De verdreven Leeraars van de Augsburgfehc Belijdenis hadden den Religievrede der Duitfchers , waaraan Braband , als een Rijks - Stad mede deel had, ingeroepen , en zig onder de befcherming dezer Vorsten bege-» ven. De verfchijning dezer vreemde Gezanten maakte de Landvoogdes verlegen , en te vergeefs zogt zij der-  NEDERLANDEN. 493 zeiver intrede in dc Stad voortekomen ; het gelukte haar egter, hen onder den ichijn van eerbetoningen, zo ïenerp . te laten bewaken , dat voor de rust der Stad niets van dien kant te vrezen was. Uit den hogen toon , welken zij , zeer ten, ontijde , bij de Hertogin gebruikten , zou men fchier befluiten , dat het hun met hun verzoek geen regte . ernst geweest ware. „ Volgens regt f. zeiden zij , „ behoorde • de Augsburgfche Belijdenis , „ als de enige, die den zin van ,., het Euangcüj begreep, in de Ne* „ dcrlandcn de heerfchende te zijn; „ maar het was ten uiterllen onna„ tuurlijk en ongeoorloofd, derzelver ,', Aanhangers door zulke • gruwelijke Pla„ katcn tc vervolgen. Men verzogt „ derhalven de Landvoogdes, uit naam van den Godsdienst, de Volken , „ over welken zij het beftuur had , niet met zulk ene hardheid te be„ handelen." — „ Een vooraffpraak van „ zodanigen aart ," liet zij door den mond van haren Duitfchcn Staatsdienaar , den Graaf van Scharcmberg 4 antwoorden, „ verdiende in 't geheel „ geen antwoord. Uit het aandeel, „ dat de Duitfche Vorsten aan de ' „ Nederlandfche Vlugteüngen genomen ,., hadden , bleek het, dat zij den „ brief des Konings , welke ene ver„ klaring van deszelfs gedrag behels„ de, veel minder geloof gaven, dan IIT. BOEK  III. BOEK. j l ( I f \ t I / tl n ft tc E 494 DL AFVAL DER „ dan dc bcrigten van enige onver- " iaCj'n' l'ie tie bedabce»is hunner „ daden , in zo vele vernielde Ker„ ken gelligt hadden. Zij zouden wèl „ doen , zo zij aan den Koning van „ Spanje overlieten, voor het welzijn „ zijner onderdanen te zorgen , en h afzagen van de onedele poging, ,', om dén geest van oproer in vrecm„ de landen aantekWeeken." Binnen weinige dagen vertrokken de' Gezanten weder uit Antwerpen ; zonder iets te hebben uitgevoerd; alleen die van Saxen deed in 't geheim aan de Landvoogdes ene verklaring , dat zijn Heer tot dezen ftap uit nood overgegaan,' sn oprcgtelijk het Huis van Oostenrijk toegedaan was (*). De Duitfche Sezanten hadden Antwerpen nog niet verlaten, toen een berigt uit Holland le zegepraal der Landvoogdes volooide. Dc Graaf van Brederode had zijné tad Vianen , en alle zijne nieuwe Vestingwerken, uit vrees voor den Graaf an jvlegen, verlaten, en zig met ehulp der Onroomfchen in de Stad .mfterdam geworpen , waar zijne teenwoordigheid dc Magiftraat, die pas : voren enen opftand van binnen iet moeite geftild had, ten uiteren bekommerde, doch der Protestaiïn moed op \ nieu opwakkerde. agelijks vermeerderde hier zijn aan- (*) Strada 188. burg. 4S7 — 48^  NEDERLANDEN. 495 hang j en uit Utregt, Friesland, en Groningen vloeide hem ene menigte Ëdelluiden roe , welke door de overwinnende wapenen van megen en are m berg vandaar verdreven waren. Onder allerlei vermomde kleding vonden zij middel om in de Stad tc fluipen , waar zij zig rondom den perfoon van hunnen Aanvoerder verzamelden , en hem tot ene fterke lijfwagt verfirekten. De Landvoogdes, voor enen nieuwen opftand bedugt, zond deswegen enen van hare Gehcimfchrijvers , jacob de la torre , aan den Raad van Amfterdam, en liet denzelven aanzeggen, dat zij zig , om 't even op welke wijze van den Graaf brederode moesten ontdoen. Noch de Magiftraat , noch de la torre zelf, die hem in perfoon den wil der Hertogin bekend maakte, konde iets op hem verwinnen ; zelfs werd de laatstgenoemde door enige Ëdelluiden uit het gevolg van brederode in zijne kamer overvallen , cn alle zijne brieven hem ontnomen. Denkelijk had hij zelf het leven daarbij iugefchoten, zo hij geen middel gevonden had, om haastig uit hunne handen te ontkomen. Nog een gehele maand na dit voorval , bleef brederode, als een onvermogende Afgod der Protestanten , en een last voor dc Roomfchen , zig te Amfterdam ophouden , zonder veel mee? HL BOEK.  406 £>È AFVAL DEK III. HÓEK. tc doen , dan de rekening van -zijnen waard dagelijks groter "te maken ; terwijl intusfehen zijn dapper leger' dat hij Mi Vianen had agtergelaten \ door vele vlugteliiigen uit de zuidelijke Provinciën, verftérké, den Graven van Mégen genoeg te doen gaf, om Hen tc beletten, de Protestanten op hunne vlugt te ontrusten. Eindelijk belloot ook brederode, naar het voorbeeld van oranje , voor de noodzaaklijkhcid te bukken, en ene zaak optegevcn, die niet meer te redden was. Hij gaf den Raad van State zijn verlangen te kennen, om Amfrërdaffl te verlaten, zo mén hem door het opfc'hieten van ene matige fomme gelds daartoe in ftaat wilde ftellên. Om van hem ontflagen te worden , werd het begeerde geld in allen fpoed bijeen gezogt , ° en enige Bankhouders fchotcn het zelfs onder borgtogt van den Raad der Stad. Hij Vertrok dus nog dien zelfden nagt uit Amfterdam, en werd door een vaartuig, met gefchut voorzien, tot in het Vlie gebragt, vanwaar hij gelukkig naar Embden ontkwam. Het noodlot handelde genadiger met hem , dan met de meesten van die genen , welken hij in zijne dolle onderneming had medegefleept; hij ftierf in het volgende jaar vijftienhonderd agt-en zestig , op een zijner Kastelen in Duitschland, aan de gevolgen van dronkenfehap waar-  NEDERLANDEN. «o? Waartoe men zegt, dat hij ten laatfien vervallen was om zijn hartzeer te verdrijven. Een gelukkiger lot viel zijne weduwe , ene geboren Gravinne van Meurs, ten dele, welke de Gemalin werd van f red er ik III, Keurvorst van de Palts. De zaak der Protestanten had door het vertrek van brederode weinig verloren; het werk, dat hij begonnen had , fiierf niet met hem , gelijk het ook niet door hem had geleefd. Het einde beflist de eigenlijke waardij van alle ondernemingen. De zamenzwcring van enen brederode moest in het niet weder verzinken , waaruit zij was opgekomen; maar wat zij goeds en gegronds had, was en bleef boven alle toe« vallen verheven (*). Het kleine leger, dat hij door zijne fchandelijke vlugt aan zig zeiven overliet , was moedig en dapper, en had enige welberaden aanvoerders. Het was ontilagen, zodra hij vlood van wienv het betaald wierd, maar goede moed en honger hield hetzelve nog enen, tijdlang bijeen. Enigen , onder bevel van dirk van batenburg, trokken op naar Amfterdam , in hoope om deze Stad te berennen ; maar de Graaf van Megen, die met dertien Vaandelen uitgeleezen Krijgsvolk ter ontzetting - aanrukte, noodzaakte hen de- O VAN METER EN ioo. Vigl. Vita. N. CV, I. DEEL. li III. boek.  4Ö& DE AFVAL DEK. ÏIL boek zen aanflag optegeven. Zij voer-* den niets anders uit, dan de om, liggende Kloosters te pionderen, waarbij voornamelijk de Abtdij van Egmont deerlijk gehavend werd, en trokken vervolgens naar Waterland, iwaar zij zig , wegens de menigvuldige moerasfen , voor verdere vervolging veilig rekenden. Doch ook derwaards volgde hen de Graaf van Megen, en dwong hen hun behoud in de vlugt over de Zuiderzee te zoeken. De Gebroeders van batenburg, benevens enige Friefche Edelen , onder anderen de Heren bei ma en galama, borgen zig met honderd - en twintig Soldaten , en met den buit, uit de Kloosters bij Hoorn gehaald, in een fchip , om naar Friesland overtefieken, doch vielen , door de trouloosheid van den Schipper, die het fchip bij Harlinjven op ene zandbank Huurde, in hai> den van enen der Hopluiden van arem< berg, die hen alle levende gevangen kreeg. De gemenen uit deze manfchap werden dadelijk door den Graaf van Aremberg gevonnist; de Ëdelluiden , welke zig onder dezelve bevonden , werden aan de Landvoogdes overgezonden, die zeven van hun liet onthoofden. Zeven anderen van de aanzienlijkfte geboorte , onder welke de Gebroeders batenburg en. enige Friezen zig bevonden , allen nog in den bloei des levens, werden voor den Hertog van Alba gefpaard , om  Nederlanden, 499 de bediening van zijnen post terftond te kunnen aanvaarden met ene daad, die zijns waardig was. Gelukkiger waren de vier overige fchepen , die van Medemblik onder zeil waren gegaan , en door den Graaf van Megen met kleine vaartuigen vervolgd werden. Door tegenwind geraakten zij buiten hunnen koers, en werden naar de Gelderfche küst gedreven; waalzij behouden aan land (lapten; Zij gingen vervolgens bij Heusfen over den Rhijn , en bereikten gelukkig den Kleeffchen bodem , waar zij hunne vaandelen in Hukken fcheurden, en uit elkander gingen. Enige hopen, die zig bij de plondering der kloosters te lang hadden opgehouden, werden door den Graaf van Megen in Noordholland agterhaald, en gevangen genomen. De Graaf verenigde zig vervolgens met noircarmes, en leide bezetting in Amlierdam. Drie Vaandels Krijgsvolk, het laatfte overfchot van het Geuzen - Leger, werden bij Vianen, daar zij ene fchans wilden vermeesteren , door Hertog erik van brunswyk overvallen en geflagen, en derzelver hoofd, re nes se gevangengenomen, die kort daarna op het flot Vredenburg binnen Utregt onthoofd werd. Toen Hertog erik daarop in Vianen binnenrukte, vond hij niets dan ftraten , en ene Stad zonder menfchen : de inwoners en bezetting hadden dezelve li 2, III. BOEKi  503 £>E AFVAL D-'ËR lil TT O EK. in den eerften fchrik verlaten. Hij liet dadelijk de Vestingwerken flegten,' muren en torens afbreken, cn maakte deze verfterkte Stad der Geuzen tot een Dorp (*•). De eerfte oprigters van het Verbond waren uit elkander geraakt ; Brederode en lodewyk van nassaü waren naar Duitschland gevlugt, en de Graven van Hoogftraten , Bergen en Kuilenburg hadden hun voorbeeld gevolgd; mansveld was afgevallen, de gebroeders batenburg verwagtten in de gevangenis een fchandelijk lot,cn thoulouze had enen roemrugtigen dood op het flagveld gevonden. Die geenen der Verbondenen, welke het zwaard van den vijand en den fcherpregter ontkomen waren, hadden ook niets meer dan hun leven geborgen , en dus zagen zij eindelijk met ene fchrikkelijke waarheid den naam te verdienen , dien zij als enetf pronknaam gedragen hadden. Zodanig een onaanzienlijk einde nam dit lofwaardige verbond , dat in den eerften tijd van zijne oprigting zulke fchone vooruitzigten opleverde , en zig liet aanzien enen Herken dam tegen de onderdrukking te zullen worden. Eendragt was deszelfs magt; wantrou- C*) van meteren 100. 101. th u an, 530. burg 490 — 492. strada. 189. meur s, $i» vieL. ad 11 opper, Epist. 34.  NEDERLANDEN. cof wen en tweedragt deszelfs ondergang. Het had vele zeldfame en fchone deugden aan 'c licht gebragt en ontwikkeld ; maar het miste de twe minst ontbeerkjke van allen , gematigdheid en voorzigtigheid, zonder welke alle ondernemingen mislukken, alle vrugten der werkfaamfte vlijt bederven. War ren deszelfs oogmerken zo zuiver geweest, als het voorgaf, of ook flegts zo zuiver gebleven, als zij bij deszelfs oprigting werkelijk waren, het zou de toevallen getrotfeerd hebben , die hetzelve al vroeg ondermijnden, en , fchoon ongelukkig, evenwel een roemrugtig aandenken in dc Gefchiedenis verdienen. Maar het firaak te duidelijk in de ogen, dat dc verr bondene Edelen aan de dolheid der Beelde.nfformers meer deel hadden of namen ,, dan met hunne waardigheid en de zuiverheid van hun oogmerk firookte; en velen onder hun hebben ogenfehijnhjk hunne eigene goede zaak met de razende onderneming van dien veragtelijkcn hoop verwist feld. Het beperken der Inquifitie ,. cn ene wat meer mcnfchelijke inrigting der Plakaten, was een van de weldadige uitwerkingen des verbonds 5 maaide dood van zo vele duizenden, welke in deze onderneming omkwamen , de ontbloting des I^ands van zo vele voortreffelijke burgers, de inroeping van den Hertog van AJba a 11 3 HL BOEK,  eoa DE AFVAL DER III. BOEK. en de wederkering der Spaanfche wapenen in de Nederlanden , waren gewisfelijk een alte dure prijs voordeze kortffondige verligting. Menig goed en vreedfaam burger , die, zonder deze gevaarlijke gelegenheid, de verzoeking niet gekend zou hebben , werd door den naam van dit verbond tot ftrafbare ondernemingen vervoerd, waarvan het hem enen gelukkigen uitflag liet hopen, doch welke hoop het nier. vervulde, en hem daardoor in het verderf fio.rtte. Nogtans kan men niet ontkennen, dat het Verbond ook veel ikwaads, door hetzelve geftigt, door een wezenlijk nut weder heeft vergoed. Door hetzelve werden de afzonderlijke leden uit den burgerftaat nader bij elkander gebragt , en uit een bekrompen eigenbelang getrokken; door hetzelve leefde een weldadige geest van algemenebest - gezindheid , welke onder den druk der Alleenheerfching dus lang bijna was uitgedoofd; en 'er werd tusfehen de vaneengefcheiden leden der Natie ene vereniging bewerkt, welker moeilijkheid alleen de Dwingelanden zo. ftout maakt. Die proef, 't is waar, mislukte , en deze in te groten haast gelegde banden raakten weder los, maar door mislukte proeven leerde de Natie eindelijk den duurfamen band vinden , die de vergangklijkheid zou tarten. De vernietiging van het Geuzen-  NEDERLANDEN. 5°5 leger bragt nu ook de Hollandfche Steden tot de vorige gehoorfaamheid te- ] rug en in de Nederlanden was geen enkelde plaats meer, die zig niet aan de wapenen der Landvoogdes had onderworpen ;' maar de toenemende verhuizing van inborelingen en vreemden dreigden het Land ene dodelijke uitputting. Te Amfterdam was de menigte0 der vlugtenden zo groot, dat het aan vaartuigen ontbrak , om hen over de Noord" en Zuidzee te brengen, en deze bloeiende Koopftad zag den gehelen ondergang van hare welvaart te gemoet. Verfchrikt door deze algemene vlugt, haast zig de Landvoogdes , om bemoedigende brieven aan alle lieden te fchrijven , en den zinkenden moed des Burgers door fchone beloften optebcuren. Aan allen die den Koning en der Kerke vrijwillig1 trouwe zouden zweren, zeide ' zij ""in 's Konings naam ene volkomene vergiffenis toe , en nodigde de vlugtenden, door openbare papieren , in vertrouwen op deze_ Koninglijke genade weder te keren. Zij beloofde de Natie , haar van het Spaanfche Krijgsvolk te bevrijden, offchoon het ook reeds op de grenzen ftond; ja zij ging zo ver, om zig te laten ontvallen, dat men nog wel een middel konde vinden, om dit leger den ingang in de Nederlanden met geweld te beletten, dewijl zij in 'l li 4 in. SOEK.  S°4 DE AFVAL D.EIt III. BOEK geheel niet gezind was, den roem enes vredes , dien zij met zo vele . moeite behaald had, aan enen anderen afteftaan. Slegts weinigen keerden op trou en geloof" terug. , en deze weinigen hebben zig dit naderhand beklaagd; vele duizenden waren reeds weg, en meer duizenden volgden. Duitschland en Engeljnd waren opgevuld met Nederlandfche vlugtelingen , die , waar. zij zig vestigden, hunne gewoonten en. zeden , zelfs tot, de klederdragt toe, behielden , omdat het hun tc hard viel, hun Vaderland geheel afteflerven , en zelfs van de hoop op ene wederkomst te, fcheiden. Weinigen bragten nog enige ovcrblijffclen. van hunne vorige welvaart met zig; verre het gröotfte gedeelte kwam daar al bedelende, en fchonk htm nieu Vaderland niets' dan hunne nijverheid, rappe handen y; en regtfehapen burgers (*). En nu fpoedde zig de Landvoogdes , om den Koning ene boodfchap toe te zenden , waarmede zij hem , in al den tijd van. haar beftuur, nog niet had kunnen verblijden. Zij liet hem weten , dat' het haar gelukt was, de rust in alle Nederlandfche Provinciën te herftellen, en van meteren ioi, meurs. 35, burg 486. vigl. ad hopper. Epist. 5. 34» f rot» 26,  NEDERLANDEN. 505 dat zy zig nu ftctk genoeg oordeelde , om dezelve daar te bewaren. De Sekten waren uitgeroeid , en de Roomsen-Katholijke Godsdienst praalde tans in zijnen vorigen luister; de muitelingen hadden reeds hunne verdiende ilraffen ontvangen, of verwagtten dezelve nog in de gevangenis; van de Steden was zij door genoegfame Bezetting verzekerd. Tans had men derhaivcn geene Spaanfche benden in dc Nederlanden meer nodig, en 'er was niets meer overig, wat enen genoegfaamen grond voor derzelver komst kon opleveren. Deze zoude integendeel de orde en rust weder verhoren , welke zij met zo veel kunst gevestigd had , het herltel van Koophandel en Handwerken 't welk beiden zo nodig hadden, moeilijker maken , en , terwijl dezelve den Burger tot nieuwe kosten noodzaakte, hem tevens van het enige middel , om die kosten te vinden, beroven. Reeds had het blote gerugt van de komst des Spaanfchen legers het Land van vele duizenden nuttige burgers beroofd ; de werkelijke verfchijning van hetzelve zou het ganfchelijk tot ene woestijn maken. Dewijl 'er geen vijand meer te beltrijden, en geen oproer meer te dempen was ? kon men gene andere reden voor dit leger uitvinden , dan dat het beflemd ware om ftraf te oefenen , en in deze li 5 IJL B O EK.  S06 DE AFVAL DER III. boek. onderftelling zou het geen luisterrijk onthaal ontmoeten. Niet meer door de noodzaaklijkheid ontfchuldigd , zou dit geweldige middel flegts den gehaten fchijn van onderdrukking hebben , de gemoederen op 'c nieu verbitteren , de Protestanten tot het uiterfte brengen, en hunne buitenlandfche Geloofsgenoten tot hunne befcherming wapenen. Zij had de Natie in *s Konings naam beloofd , dat dezelve van vreemd Krijgsvolk bevrijd zoude blijven, en aan deze toezegging had zij de tegenwoordige rust voornamelijk te danken ; zij ftond hem derhalven voor de voortduring van die rust niet in , bijaldien hij haar logenftrafte. De Nederlanden zoude hem, hunnen Heer en Koning, met alle tekenen van genegenheid en eerbied ontvangen, maar hij mogt tog als Vader, en niet als ftrafoefenend Vorst komen. Hij mogt komen om zig te verheugen in de rust, welke door haar den Lande gefchonken was, maar niet, om dezelve op 't nieuw te doren (*> Dog in den Raad te Madrid was het anders befloten. Granvelle , die, fchoon afwezig , nog door zijne aanhangers in het Spaanfche kabinet heerschte , de Kardinaal GrootInquifitie - meester spinosa , en de Hertog van Alba, ieder door zijnen (*) Strada 197.  NEDERLANDEN. 5^? haat, zijnen geest van vervolging, pf zijn eigenbelang beftuurd , hadden de zagtere gevoelens van den Prins van Eboit , den Graaf van Ferm, en den Koninglijken Biegtvader fresneda overltemd (*)• Dezen beweerde , dat het oproer voor het tegenwoordige wel geftild' was, maar alleen daarom, dewijl het gerugt van de gewapende overkomst des Komngs de muitelingen yerfchrikt had; dat men alleen aan vrees, maar niet aan beton die rust had tc danken, welke ras weer zou geitoord worden , wanneer die vrees was weggenomen. Daar dc vergrijpen van het Ncderlandlche Volk den Koning ene zo fchonc en gewenschte gelegenheid gaven, om zijne despotieke voornemens met enen fchijn van regt op de Republiek uittevoeren, was deze vreedfame vereffening , waarin de Landvoogdes ene verdienste Relde , zeer ver bczijdcr zijn eigenlijk oogmerk, welk geer ander was, dan de Nederlanden , ondei een wettig voorwendfel, te berover van vrijheden , die voor zijnen heersen. Zugtigen geest reeds lang een aan ftoot waren geweest. ' Tot dus verre had hij den a ge menen waan, dat hij de Nederlan den in perfoon zoude bezoeken, me de ondoorgrondelijkfte ontveinzing gaan de gehouden, hoe ver hij ook mis (*) Strada. 1.93. fq. HL boek, l 6  ÏIL ] J ) 1 i 1 C z d e n 50o DE AFVAL DER JcWen immer yan ^ voomemcn lTLT'-0ver ,het ^eheel *h-" men Z i " WcI ^^pceftemmen mee den kunstmatigen toon van zijn en den Mkn gang van zijnen geest welke door de verfcheidenheid e/S heid van vertoningen, die van buiten op hem aandrongen, alte ligt pp ene onaangename wijze verftrooid en overllelpt wierd. De zwarigheden en gevaren, waarvan bijzonder deze reis verzeld ging, moesten derhaiven _zyne natuurlijke vreesagtighcid en kleinmoedigheid deste m.ee? affehrikken hoe mmder hij , die flegts gewoon was van zig aftewerken , '. en deg S ïcben naar zijne grondregels, en niet zijne grondregels naar de menfchen £ fchikken, het nut en de noodzaaklijkhcid daarvan kon inzien. Daar het hem xuten dat onmogelijk was , zijnen Peroon , zelfs maar voor een ogenblik [an zijne Koningiijkc waardigheid te* chciden, voor welke geen Vorst ter vereld ooit zo flaafsch en kinderagdg 'ezorgd was als hij, waren de om!ag, welken hij in zijne gedagten iet zodanige reis verbond, en de on^ ' osten, welken dezelve uit dien hoofe veroorzaken moest, reeds op zigelven alleen genoeg in ftaat om hem aarvan aftefchrikken; zodat men niet ens nodig had, den invloed van zijen gunsteling ruï co mes van ebq»  NEDERLANDEN. £oti t i, als die gaarne zou gezien hebben , dat zijn mededinger, de Hertog van Alba , van den perfoon des Konings verwijderd wierd, daarbij ter hulpe te roepen. Doch hoe weinig hem deze reis ook ernst ware , zo noodzaaklijk oordeelde hij het evenwel, de fchrik voor dezelve te laten werken, om ene gevaarlijke vereniging der onrustige geesten te beletten , den moed der wclgezinden optehouden, cn verdere flappen der misnoegden voortekomen. Om deze veinzerij tot het uiterfte te drijven, had hij de omflagtigfte, en meest gerugtmakende toebereidfels tot deze reis gemaakt, en alles gedaan wat in zodanigen gevalle immer vereischt wierd. Hij had fchepen laten uitrusten , Officieren aangefteld , en zijn gehele gevolg bepaald. Alle vreemde Hoven werden door zijne Gezanten van dit voornemen verwittigd, op dat hun door deze krijgstoerustingen geen argwaan mogt gegeven worden. Den Koning van Vrankrijk liet hij voor zig en zijn gevolg den doortogt door dat Rijk verzoeken , en den Hertog van Savoijen om raad vragen, welke van beide wegen best was te kiezen. Van alle fteden en vaste plaatfen , door welke zijn weg zou kunnen lopen , liet hij berigten opmaken , en derzelver afftand van elkander op het naaukeurigfte bepalen. De gehele landftreek iir. KOEK,  5xó DÉ AFVAL DER ïlh li o e k van Savoijcn tot Bourgondië moest op-" genomen, en een bijzondere Kaars , daarvan gemaakt worden , waartoe hij van den Hertog de nodige Tekenaars en Landmeters verzogt. Hij dreef dit bedrog zo ver , dat hij de Landvoogdes gelastte, ten minlien agt vaartuigen in Zeeland gereed te houden, om hem die dadelijk te gemoct te kunnen zenden , wanneer zij zoude horen, dat hij uit Spanje was afgevaren. Zij liet ook werkelijk deze fchepen uitrusten, en in alle kerken gebeden doen , dat zijne reis wèl mogt gelukken, fchoon velen bij zig zeiven begrepen , dat zijne Majefteit in zijne kamer te Madrid,- van ftorm op zee niet veel te vrezen had. Hij fpeelde deze rol zo meesterlijk, dat de Nederlandfche Gezanten te Madrid, bergen en montighv, die alles tot hiertoe voor een guichelfpel gehouden hadden, eindelijk zelve daarover begonnen ongerust te worden , en ook hunne vrienden te Brusfel met deze -vrees vervulden. Een derdendaagfche koorts, welke hem omtrent dezen tijd te Segovic overviel, of ook flegts van hem geveinsd werd, verfchafte hem een fchijnbaar voorwcndfel, om de uitvoering van deze reis uitteftellen , terwijl intusfehen de toebereidfelen tot dezelve met allen nadruk wierden voordgezet. Toen eindelijk de dringende  NEDERLANDEN". f>t* en herhaalde aanzoeken van zijne zuster hem tot ene bepaalde verklaring noodzaakten, gaf hij' voor, dat de Hertog van Alba met het leger vooruit zoude trekken, om de wegen van oproermakers te zuiveren, en zijne eigene Koninglijke komst meer luister bytezetten. Hij durfde het nog niet wagen, den Hertog als zijnen eigenlijken Plaatsbekleder aantekondigen , dewijl men , niet verwagten kon , dat de Ncderlandlche Adel ene gematigdheid, welke zij den Vorst niet konden weigeren, ook zoude uitftrekken tot enen van deszelfs Dienaren , die bij de ganfche Natie als een wreedaart bekend was, en van wien zij , als een vreemdeling en enen vijand van hare ftaatsgefteldheid, een afgrijzen had. En inderdaad hield het algemene en nog lang na al b a's komst ftand houdende gevoelen, dat de Koning hen binnen kort ftond te volgen, het uit berften van geweldenarijen tegen, wel ken de Hertog bij de wreedaartig< aanvaarding van zijn Stadhouderfcha} gewisfelijk'zou hebben ondervonden (*) De Spaanfche Geestelijkheid, en ii 't bijzonder de Inquifitie, bragt dei Koning tot dezen Nederlandfchen togt even "als tot enen heiligen oorlog rijkelijke gaven op. Door geheel Sdanj (*) stradaip3-200. Van meterento.i. III. boek. t I l l >  iHi rié afval di:r hl i> O e K, werd met allen ijver geworven. Zip ne Onderkoningen en Stedehouders van Napels, Sicilië , Sardinië en Malta ontvingen bevel , om de kern van zijne Italiaanfchc en Spaanfche ■Krijgsbenden uit de Bezettingsplaatfen bijeen te trekken , en naar de gemene verzamelplaats in het Genueefche gebied te zenden ; waar dc Hertogvan Alba dezelve zoude overnemen, en tegen Spaanfche Rekruten , welke hij medebragt, verruilen. De Landvoogdes kreeg ten zelfden tijde aanfehrijving , om nog enige Duitfche Regimenten Voetvolk , onder bevel des Graven van eberstein, schouwenburg ell eodrona in Luxemburg, gelijk mede enige Esquadrons ligte ruiterij in Franfche Comté gereed te houden, op dat de Spaanfche Veldheer zig dadclijk bij zijne aankomst in dc Nederlanden daarmede verlierken konde. De Graaf van Barlaimont ontving den last om het inkomende leger van levensmiddelen te voorzien, cn aan de Landvoogdes' werd een fom van twemaal honderd duizend goudguldens uitgeteld , om deze nieuwe onkosten zo wel , als die van haar eigen leger, goed te maken (*). Toen ondertusfehen het Franfche Hof, onder voorwendfel van gevaar', dat van de Hugenoten te dugten was, zig van den doortogt des gehelen fpaan- £*) Meteren 104, burgünd. 412 «trad. io£.  NEDERLANDEN. 513 Spaanfche legers verfchoond nad , wendde filips ,zig tot ' de Hertogen van Savoije en Lotharingen, , die te veel van hem afhingen, pm hem dit verzoek te weigeren. De eerstgenoemde maakte flegts de voorwaarde , dat hij op kosten des Konings twe duizend man Voetvolk , en een Esquadron Ruiterij zou mogen houden, om zijii land te dekken tegen de ongemakken , waaraan hetzelve, gedurende den doortogt van het Spaanfche leger, mogt zijn blootgefield. Tevens nam hij aan, het leger van de nódige mondbehoeften te voorzien (*). Het gerugt van dezen döortogt bragt de Hugenoten , de Genevers , de Zwitfers en Graubunders in beweging. De Prins van Condé en de Admiraal van c o l 1 g n y hielden bij karel IX aan, dat hij tog zulk een gelukkig tijdftip niet mogt verzuimen, daar hij. ; het in zijne magt had, den erfvijand van Frankrijk ene dodelijke wonde toetebrengen. Met behulp der Zwitfers, Genevers en zijne eigene Protestantfche Onderdanen, zoude het hem gemakkelijk vallen , de bloem der Spaanfche Krijgsbenden in de enge doorgangen van het Alpifche gebergte te vernielen, waarbij zij beloofden hem met een leger van vijftig duizend Hugenoten te zullen off* CO* STRADA 15)8. ï.09. I. deïl. Kk HE boek;  5*4 DË AFVAL DER ttT. Soek. 3567 (*} Strada ipö. burg. 497. derfteunert. Dan deze aanbieding, welker gevaarlijk vooruitzicht niet te lochenen was, werd door karel IX, onder een voldoend voorwendfel, van de hand gewezen; en hij zelf nam op zig, voor de veiligheid van zijn Rijk bij dezen doortogc te zorgen. Hij bragt ook in der haast volk op de been , om de Franfche grenzen te dekken ; het zelfde deden ook de Republieken Geneve, Bern, Zurich en Graubunderland, allen gereed om den gedugten vijand van hunnen Godsdienst en hunne Vrijheid met den kloekmoediglien tegenweer te ontvangen (*). Den vijfden van Bloeimaand des jaars vijftienhonderd zeven - en zestig ging de Hertog met dertig fchepen, welke door and ré as doria en Hertog cosmus, van Florence , daar bezorgd waren , te Carthagena onder zeil , en kwam binnen agt dagen te Genua, waar hij de vier Regimenten , voor hem bcltemd, overnam, Doch een derdendaagfche koorts, waarvan hij , dadelijk na zijne aankomst, overvallen werd, noodzaakte hem enige dagen werkeloos in Lombardijen te blijven liggen, van welk vertoef de naburige Mogendheden tot hunne verdediging gebruik maakten. Zodra hij weder herfteld was, hield hij bij de Stad Asti in Montferrat ene monste-  NEDERLANDEN. $ig tmg van al zijn krijgsvolk, dat meer dapper dan talrijk was, en aan Ruiterij en Voetvolk te zamen, niet veel boyen de tienduizend man beliep. Hij wilde zig op. enen. zo- langen en gevaarlijken togt niet bezwaren met ene nuttelozen fleep , die zijne reis Hechts zou vertragen , • en de moeilijkheid van bet - onderhoud vergroten. Deze tienduizend oude foldaten moesten flegts zó veel als het merg, de .vaste kern zijn van ccn groot • leger , dat hij, naar, gelange der rijden cn omftandigheden, ■ in de Nederlanden zelve gemakkelijk zou kunnen bijeen verzamelen. Dan, zo klein als dit leger ware, zo uitgelezen was het ook. Het beftond uiti het. ovcrfchot dier zegerijke' keurbenden, aan welker fpits karel V Europa had doen beven ; moordzieke ondoordringbare fcharen, in- welke de oude Macedonifche Phalanx weder herleefde , gezwind en handig door ene langge~ oefende kunst„ tegen alle elementen gehard , trotsch , op hét geluk van hunnen Veldheer, en Hout door ene langdurige gewoonte van overwinnen, gedugt door ongebondenheid, en nog meer gedugt door orde, met alle de hevige driften "van ene warme lugtftreek losgelaten tegen een mildelijk gezegend land, en onverbiddelijk tegen enen vijand, die door de Kerk vervloekt was; deze dweepagtige moord* Kk 2 nr. boek,  5*6 DE AFVAL DER ÏÏL BOEK. zugt, deze dorst naar roem en op-" gehitlten moed', werd geftevigd door ene ruwe zinlijkheid, den fterkften en duurfaamften band, waaraan het Spaanfche Legerhoofd deze woeste benden leide. Opzettelijk liet hij dronkenfchap en ontugt in het leger toe, en leed, ongeltraft,- dat ene fchaamtelofe losbandigheid over alle zedelijkheid zegepraalde ; onder zijne ftilzwijgende befcherming trokken Italiaanfche hoeren mede agter de vaandels op; zelfs op de togt over het Apenijnfche gebergte, waar de kostbaarheid van 't levensonderhoud hem noodzaakte zijn leger tot het kleinst mogelijke getal te bepalen , wilde hij liever enige Regimenten minder hebben, clan deze werktuigen van den wellust agterlaten (*). Doch, zo zeer als hij aan den enen kant zijn best deed, om de zeden zijner ibldaten te be- Dc Bacchnntifche optogt van dit leger, frak niet weinig af bij den duisteren ernst en de voorgewende heiligheid van deszelfs bedoeling. Het aantal van deze hoeren was zo internisten groot, dat zij zig genoodzaakt vonden, ene eigene krijgs-orde onder zig intevoeren. Zij fielden zig onder bijzondere vaandels ; trokken by rijen en gelederen in ene verwonderlijke orde agter elk Bataillon op , en verdeelden zig met ftrenge naaugezetheid, volgens rang en' waarde, in Ovcrflcns hoeren, Kapiteins - hoeren, rijke en arme Soldaten-hoeren, naar dat het lot haar gunstig was geweest, en hare Aótiè'nrezen of daalden, van meteren I04.  NEDERLANDEN. 51? derven, zo zeer hield hij hen aan den. anderen kant door de fterkfte krijgstugt in den band , waarvan alleen de overwinning ene uitzondering maakte , en het gevegt enige verligting gaf. Hierin handelde hij overeenkomstig het gevoelen van den Atheenfchen Veldheer iphicrates ,die aan de wellustigfte en gierigfte Soldaten den voorrang in dapperheid toekende (*). Hoe pijnlijker de begeerten onder den langdurigen dwang bijeen gehouden waren, met deste groter woede moesten zij door de enge deur, welke haar open gelaten wierd, uitbreken. Dc Hertog verdeelde al het Voetvolk, ten naasten bij negenduizend man fïerk, en voor het gröotfte gedeelte Spanjaarden , in vier Brigaden, over welke hij vier Spanjaarden als Bevelhebbers aanftelde. Alphonsus van ulloa leide de Napelfche Brigade, welke , onder negen vaandelen, 'drieduizend twehonderd en dertig man uitmaakte •, sancho van lodogno, de Milaan fche , beftaande uit tweduizend twehonderd man onder tien vaandels ; de Siciliaanfche Brigade , van even zo vele vaandels en zestienhonderd man, werd aangevoerd door ju liaan rome r o , een ervaren krijgsman, die reeds te voren op Nederlandfchen bo- (*) l'LUTARCHUS in GALBA. Kk 3 in. e o e e.  r13 fJE AFVAL DER. HL. b o e k. Ï566, clem geftreden had (*), en gossalo van braccamonte had höt bevel over de Sardinifche , welke doo£ drie vaandelen . nieulings mpdegpbragte jonge foldaten • in getal met de voorgaande gelijk was gemaakt. Bij ieder Vaandel werden nog daarenboven vijf-' tien Spaanfche Muskettiers gevoegd. De Ruiterij , niet boven de twaalfhonderd paarden lterk , befïond uit drie Italiaanfche , twe Albaanfche en • zeven Spaanfche ligtc en zwaar-geharnaste Esquadrons , over welke . des Hertogen beide zonen, ferdinand en frederik van toledo, het opperbe-vel voerden. Chiappin vitelli, Marquis van Cetona , was Veld-Maar-, fchalk , zijnde een vermaard Officier, met welken cosmus, van Florence; den Koning van Spanje befchonken had, en gabr iel ser bellon was Generaal van de Artillcrij. Door den Hertog • van Savoije werd hem een kundig Ingenieur, f rans paciotto, uit Urbino, overgelaten, om hem 5n de Nederlanden tot het bouwen ■yan nieuwe vestingwerken van dienst te zijn. Nog volgden zijne vaandels, een groot getal vrijwilligers, en de. ' mV:| ,, E AFVAL DER ROE K. 1 l I 1 J 1 t 1 I C . li 1567. v V 2 s ? kunde uitgeput, cn den Koning onder het oog gebragt , dat de tfehelè ondergang Van den Nedcrlandfchen Handel het onvermijdelijke gevolg van deze (paanlche inkwartiering zijn zoude f vruo-teloos had zij zig op de reeds he?Itelde , rust i des , Lands , en op hare eigene verdiensten -in het bewerken van die rust beroepen , die vrij beteren tok, verdiende, dan dc vrugten van. haren arbeid aan enen vreemden aaniomeling te moeten afllaan, en aliet goede, -door haar geftigt , door me. tegengeftelde handelwijze weder te sien i vernietigd worden. Zelfs , nadat le Hertog den berg Ccnis reeds was ïyergetrokken, had zij nog ene • poring gedaan, : om hem ten minften ot. ene vermindering van zijne legcrnagt te bewegen , maar ook - deze >oging was even vrugtcloos geweest, Is de voorgaande, dewijl de Herog op zijnen last lieunde. Met het ïievendfte verdriet zag zij tans zije komst . te gemoet, cn tranen van ekwetlle eigenliefde mengden zig oner die 3 .welken zij om het Vader» tnd vergoot (*). • /. De twee- en twintigfle van Oogstmaand 'as de dag, waarop , de Hertog van Alba Dor de poorten van Brusfel verfcheem. ijn volk werd" dadelijk in de Voor- C) VAN METEREN. 104. BUIIG. 470, rRADA 200. VIGL. ad HOPPER. Ep. 4, 30. " '  NEDERLANDEN, 52^ fteden in bezetting gelegd, en . hij zelf maakte in de eerfte plaats zijn werk, om jegens de Zuster zijns Konings den pligt van eerbetoon afteleggen. Zij ontving hem als een zieke , 't zij dat de geleden krenking haar werkelijk zo zeer had aangetast , of waarfchijnlijker, dat zij dit middel verkoos, om zijnen hoogmoed te kwetfen , en hem ten minsten iets van zijne zegepraal ie benemen. Hij overhandigde haar brieven van den Koning, welken hij voor haar uit Spanje had medegebragt, en vertoonde haar een afichrift van zijne eigene aanftelling; waarbij hem het opperbeftuur over de ganfche Nederlandfche Krijgsmagt was opgedragen , en de Landvoogdes dus nog gelijk het fcheen , het beftuur in burgerlijke zaken , zo als voorheen, bleef behouden. Doch zodra hij zig met haar alleen bevond, kwam hij met enen nieuwen Lastbrief, die van den voorgaanden geheel verfchilde, ten voorfchijn. Ingevolge van dezen' werd hem de magt gegeven, naar eigen goeddunken oorlog te voeren , vestingen te bouwen , de Stadhouders der Provinciën , de Bevelhebbers der fteden, en de verdere Koninglijke Amtenaren aanteliellen en aft tezetten ; naar de voorgevallen beroerten onderzoek te doen , derzelver hoofdbewerkers te ftraffen , en die genen. welken getrou gebleven waren , t« be- HL BOEI?,  gag BE AFVAL DER HL koek. lonen. Een volmagr van die uirge* ftrektheid, welke hem genoegfaam aan enen Oppermagtigen Heer gelijk maakte , en # die hare eigene volmagt verre overtrof, veroorzaakte haar de gröotfte ontfteltenis, en zij had moeite om hare aandoening te verbergen. Zij vraagde den Hertog, of hij niet misfchien nog enen derden last, of bijzondere bevelen had, die nog verder gingen, en meer bepaald waren ? 't welk hij niet onduidelijk toeftemde , doch waarbij hij tevens te kennen gaf, dat zulks voor heden te langwijlig zoude zijn , en bij nadere tijden en gelegenheden beter kon getoond worden. Terftond in de eerfte dagen na zijne aankomst, liet hij aan de Staten en Raadsvergaderingen een affchrift van dien eerften Lastbrief voorleggen , en gaf denzelven in druk, op dat hij deste fpoediger in ieders handen mogt komen. Dewijl de Landvoogdes het Hof bewoonde, betrok hij voor enen tijd het huis van kuilemburg, het zelfde, waarin de Geuzen - broederfchap haren naam had gekregen, en voor 't welk tans, door enen wonderbaren keer van zaken $ de Spaanfche Dwingelandij haren ftandaart plantte (*). Tans heerschte in Brusfel ene dode- (*) strada 203. van meteren. 10$. meurs. Guil. Aur. IV. 38.  NEDERLANDEN. 52e delijke ftilte, welke alleen bij wijlen door het ongewone gedruis der wapenen werd afgebroken. De Hertog was maar weinige uren in de Stad geweest , toen zyn gevolg zig, even als losgelaten honden i naar alle kanten vcrfpreidde. Overal vreemde gezigten, ledige ftraten, alle huizen gefloten , alle fpelen geftaakc , alle openbare plaatfen zonder volk j de gehele Hofplaats als een Landfchap , eerst onlangs door de pest verlaten. In plaats van naar gewoonte bij el; kander te ftaan praten, liepen bekenden elkander voorbij ; men verhaastte zijne fchreden^ zodra een Spanjaard zig op ftraat vertoonde. Het minste gedruis verwekte fchrik , alsj of dé Geregtsdienaar airede aan de deur klopte ; de Adel hield zig in angstige verwagting binnens huis ; men vermijdde het zig in 't. openbaar te Vertonen,, om de herinnering des nieuwen Stadhouders niet te hulp. te komen. Beide Natiën fcheenen haar karakter omgeruild te hebben; de Spanjaard was tans de fpraakfame , de Brabander de fpraaklooze: wantrouwen en vrees! bedwongen den geest van losheid en vrolijkheid; ene gedworigene ernsthaftigheid hield het gelaat gefpannen: Elk ogenblik zag men den flag te gemoet. Sedert dat de Stad den Spaanfchen Veldheer binnen hare muren had* ging het haar ^ als enen, die een 1. DEEL. LI IK. BOEK  goo D:E AFVAL DE& III. Boek. kelk met vergif heeft gedronken f én' mee bevenden angsc daarvan terftond de dodelijke werking, verwagt. Deze algemene gefteldheid der gemoederen ried den Hertog dc uitvoering zijner voornemens te verhaasten , "eer men hem door ene tijdige vlugt voorkwame. Zijn eerfte werk moest zijn , zig van de verdagte Groten te verzekeren , om daardoor de partij éénmaal voor altoos van hare hoofden , en het Volk , welks vrijheid onderdrukt- zoude worden , van zijne fteunfels te beroven. Door ene gemaakte vriendelijkheid was het hem gelukt, hunne eerfte vrees in flaap te wiegen ,■ en bijzonder den Graal van Egmond in zijne gehele vorige zorgeloosheid te ftortcn ; waarbij _ hij zig , op ene zeer gepaste wijze, van zijne zonen, ferdinand cn fredrik toledo,- bediende, wier gezelligheid en jeugd zig gemakkelijker met het vlaamfche karakter verenigden.- Door dit fchrandere gedraggelukte het hem ook , dat de Graaf van Hoorn , die tot hiertoe raadfamcr geoordeeld had , de eerfte begroetingen van verre aantezien, door het goede geluk zijns vriends verleid , zig naar Brusfel liet lokken. Enigen- uit den Adel , aan welker hoofd zig egmond bevond, begonnen zelfs tot hunnen vorigen vrolijken levenstrant weder te keren, doch flegts half van  NEDERLANDEN. $31 harten, en zonder vele navolgers te vinden. Het huis van kuilemburg werd onophoudelijk door een aantal menfchen beftormd, die zig daar rondom den perfoon des Stadhouders famendrongcn, en op een gelaat, dat door vrees en onrust gefpannen was, ene geleende vrolijkheid lieten fchijnen: egmond in 't bijzonder nam den fchijn aan, van met een ligt hart in dit huis uit- en integaan , onthaalde de Zonen van den Hertog , en liet zig weder van hun onthalen. Ondcrtusfchcn overleide de Hertog , _ dat ^ zo fchoon ene gelegenheid ter uitvoering van zijn ontwerp, voor de twedemaal veelligt niet zoude weêrkomen, en ene enkelde onvoorzigtigheid genoeg was, om deze gerustheid te verdrijven , die hem dé beide flagtoffers te gelijk in handen leverde ; maar behalven deze twe moest nog hoogstraten, als de derde man, in den zelfden ftrik gevangen worden , dien hij hierom , onder een fchijnbaar voorwendfel naar de hoofdftad ontbood. Op den zelfden tijd. dat hij zig in Brusfel van de drie Graven verzekeren wilde, moest de Overfie van lodrona te Antwerpen den Burgemeester stralen^ enen boezemvriend des Prinfen van Oranje , en die verdagt was van de Kalvinisten te hebben begunstigd, een' ander den Geheimfchrijver en £deïLI a III. boek.  de^afVal dêr III boek. man des Graven van Egmond, j o- han c azembrood van beckerzeel , te gelijk met enige klerken des Graven van Hoorn in hcgtenis nemen , en zig van derzelver papieren meester maken. Toen de dag daar was, welken hij tot de uitvoering van zijn ontwerp beflemd had, liet hij alle Staats-Raden en Ridders, als of hij hen over gewigtige Staatszaken te fpreken hadde , bij zig ontbieden , bij welke gelegenheid, vart den kant der Nederlanders ,- de Hertog van Aarfchöt , de Graven van Mansveld , van Barlaimont en van Aremberg, en van den Spaanfchen kant, behalven des Hertogen zonen, vi- t el li $ serbellon en ibarra tegenwoordig waren. De jonge Graaf van Mansveld, die mede bij deze Vegadering verfcheen, kreeg van zijnen Vader enen wenk , waarop hij zig ijlings onzigtbaar maakte, en door ene fnelle vlugt het verderf ontging, dat hem, als weleer een deelgenoot van het Geuzen-verbond , over het hoofd hing. De Hertog zogt de raadpleging voorbedagtelijk te rekken, om de Boden uit Antwerpen nog eerst intewagten , die hem van het gevangennemen der overigen berigt moesten brengen. Op dat zulks te minder in 't oog mogt lopen,, moest de Ingenieur paciotto bij de raadpleging tegenwoordig zijn, en hem  NEDERLANDEN. 509 Je fchctfcn van enige vestingwerken vertonen. Eindelijk werd hem berigt, dat dc aanflag van lodrona gelukkig ter uitvoer was gebragt, waarop hij de onderhandeling op ene gefchiktc wijze afbrak , en de Raden liet gaan. Nu wilde Graaf egmond zig naar de Kamer van Don ferdinand begeven, om een fpel, dat hij met hem begonnen was, te hervatten; toen de Hoofdman van 's Hertogen Lijfwagt, sanchio vant avila hem verhinderde, cn hem uit 's Konings naam den degen afeischte. Op het zelfde ogenblik zag hij zig omringd van ene bende Spaanfche Soldaten , die , volgens affpraak, plotfelijk uit enen hoek voor den dag kwamen. Deze geheel pnverwagte flag trof hem dermate, dat hij voor enige ogenblikken fpraak en bezef verloor ; doch welhaast herflelde hij zig, en nam zijnen degen met ene bedaarde welvoeglijkheid van de zijde. „ Dit flaal ," zeide hij , terwijl hij het den Spanjaard overgaf, „ heeft „ de zaak des Konings reeds meer„ malen niet ongelukkig verdedigd." Ten zelfden tijde maakte een andere Spaanfche Officier zig meester van den Graaf van Hoorn , die , zonder het geringfte vermoeden van gevaar , juist naar huis wilde keren. Hoorn's eerfte vraag was naar Graaf egmond. Toen men hem antwoordde , dat zijnen LI 3 HL boe ic.  534 D2 AFVAL DÉR III. BOEK. vriend op dat eigende ogenblik hel zelfde wedervoer , gaf hij zig zonder tegenftand over. „ Van hem heb „ ik mij leiden laten," riep hij uit , „ het is billijk, dat ik ook het zclf„ de noodlot met hem dele." Beide Graven werden in onderfcheidene vertrekken in bewaring gebragt. Terwijl dit van binnen- voorviel , was de ganfche Bezetting uitgekomen , en ftond voor het huis van kuilemburg in 't geweer. Niemand wist, wat 'er binnen gebeurd was; een geheimvolle fchrik liep door geheel Brusfel , tot dat eindelijk het gerugt dit akelige voorval verbreidde. Dit trof alle inwoners , als of het ieder van hun zeiven wedervaren ware ; bij velen overwon het misnoegen over Egmonds blindheid, het medelijden met zijn ongeval; allen verheugden zig dat oranje ontkomen was. Ook wil men, dat de eerfte vraag van den Kardinaal granvelle , toen men hem te Rome hiervan de tijding bragt, geweest was, of men den Zwijger ook in handen had. Toen dit ontkend werd , fchuddede hij zijn hoofd en zeide : ,, Dan heeft men niets, „ zo men zig den Zwijger heeft la„ ten ontglippen." Gunstiger was het noodlot den Grave van Hoogftraten, dien het gerugt van het gebeurde nog op zijne reis naar Brusfel ter oren kwam, dewijl hij wegens onpaslijkbeid genoodzaakt was geweest lang-»  NEDERLANDEN. 535 famcr te reizen. Hij keerde ogenblikkelijk te rug, en ontkwam gelukkig zijn verderf (*). Terftond na de gevangenneming des Graven van Egmond, werd hem een handfchrift aan den Gouverneur van het Kasteel te Gent afgedwongen , waarin hij dezen moest gelasten , dc vesting aan den Spaanfchcn Overflen & lïhonsus van ulloa overtegeven. Vervolgens werden de beide Graven, nadat zij enige weken in Brusfel , ieder op ene afzonderlijke plaats, hadden gevangen gezeten, onder een geleide van drieduizend Spaanfche foldatcn naar Gent gevoerd , waar zy tot diep in het volgende jaar in bewaring bleven. Tevens had men zig van alle hunne brieven meester gemaakt. Velen van den eerften Adel, die zig door de geveinsde vriendelijkheid des Hertogen van Alba hadden laten misleiden om te blijven , ondergingen het zelfde lot ; en aan die geenen , welke reeds vóór 's Hertogen komst met de wapenen in de hand gevangen waren genomen , werd nu zonder verder uitftel het laatfte vonnis voltrokken. Op het gerugt van het gevangennemen van egmond , namen wederom bijna twintig duizend inwoners den pelgrimftaf in de hand , behalven die honderdduizend, die zig reeds in (*) v. meteren lüB. strada 204, 205. Meurs. Guil, Aur. 30. LI 4 m B GiEHC  g3<5, DE AFVAL DER III. SOEK. veiligheid begeven, en de komst des Spaanfchen Veldheers niet hadden willen afwagecn (*). Niemand agtte zig nu langer veilig, nadat een zo fchuldeloos, zo heilig leven was aangetast ; maar velen vonden reden om zig te beklagen, dat zij dit heilfame befluit zo lang hadden uitgefteld; want met eiken dag werd hun de vlugt moeilijker gemaakt, dewijl de Hertog alle havens liet fluiten, cn het trekken buitenlands op doodftraffen verbood. Tans noemde men die (*) Een groot deel van deze vlugtelingen hielp het leger der Hugenoten verfterken , die uit den floortogt van het Spaanfche leger door Lotharingen een. voony.endfel ontleend hadden , o.m hunne magt bijeen tc trekken, en karel den negenden tans ten uiterften' in 't na'au haddén gebra'gt. Op. dezen grond meende het Franfche Hof regt te hebben, om bij de Landvoogdes der Nederlanden op ondertand aantedringen. Het bragt voor reden bij, dat dc Hugenoten den optogt vr.u het Spaanfche legér hadden aangezien als een gevolgvan de affpraak , welke tusfehen beide Hoven , te Bajonne tegen hen gemaakt was, en dat hun daardoor de ogen waren opengegaan. Van regts' wegen was dus het Spaanfche Hof verpligt, den Franfchen Koning uk de engte te redden, waarin hij, alleen doc\r den optogt. der Spanjaarden, gebragt was. Alba liet ook werkelijk den Graaf van Aremberg met ene aanzienlijke magt, ter verfterking van het leger der Koninginne Moeder, naar Frankrijk trekken , en bood zig aan hetzelve in eigenen perfoon te gebieden , welk laatfte van de hand werd gewezen. Strada 206» Thu a n. 541.  NEDERLANDEN, 537 bedelaars gelukkig , die Vaderland en goed hadden agtergelaten, om niets dan het leven en de vrijheid te behouden (*). Nadat alba zig van de verdagte Groten had yerzekerd, was zijn eerfte ftap , de Inquifitie weder in haar vorig aanzien te hcrftcllen , dc befluiten der Trcntfche Kerkvergadering wederom te doen gelden, dc Moderatie intetrekken, en de Plakaten tegen de Ketters, met alle . derzelver vorige ftrengheid te vernieuwen (f). Het ïnqulfltiehof te Madrid had de gehele Nederlandfche Natie, Katholijken cn Ketters, welgezindcn en muitelingen , zonder onderfcheid, de eerften , om dat zij zig door daaden, en dc laatftcn om dat zij zig door nalatigheid vergrepen hadden, uitgezonderd enige weinigen , welken men zig voorbehield met name op te geven, aan gekwetste majesteit in den li oogsten trap schuldig verklaard , en deze uitfpraak had de Koning door een openlijk vonnis bekragtigd. Hij verklaarde zig tevens aan gene zijner beloften meer gehouden, en outflagen van alle verdragen , welken de Landvoogdes in zijnen naam met het Nederiandtche Volk had aangegaan ; genade was het enige regt, (*) Meurs. Guil. Aur. 40. tiiuan 539, v. m ete ren Io8. ) Meuks Guil.Aur. v. iieteren i05. LI 5 III. 3 o E Ka'  538 DE AF VA L D ER m. 9 o e K 1 dat zij voordaan van hem te wag» ten hadden. Allen , die tot het verdrijven van den Staatsdienaar granvelle iets hadden toegebragt, aan het Verzoekfchrift der verbonden EdeJen deel gehad , of ook maar ten voordele van hetzelve gefproken hadden ; allen , die tegen de Trentfche befluiten , tegen de Geloofsplakaten, of tegen de aanflelling der Bisfchoppen met een verzoek waren opgekomen ; allen , die de openbare preêken toegelaten, of niet kragtdadig genoeg gehinderd; allen , die de tekens der Geuzen gedragen , Geuzenliederen gezongen, of op de ene of andere wijze hun genoegen daarover getoond ; allen , die enen onroomfchen Lceraar geherbergd of verfcholen, begravenisfen van Kalvinisten bijgewoond, ofte ook maar van derzelver heimelijke famenkomflen geweten en dezelve verzwegen hadden; allen , die zig op de Privilegiën des Lands beroepen , allen eindelijk , die zig uitgelaten hadden , dat men Gode meer moest gehoorfamen, dan den menfchen; allen, zonder onderfcheid, waren in de firaf vervallen, welke door de wet tegen de misdaad van gekwetfie Hoogheid en Hoog-verraad was bepaald , en deze ftraf moest zonhr verfchoning öf genade, zonder lanmerking van rang," kunne ofte jar •en, den nakomeling ten voórbeelde,  NEDERLANDEN. 539 en tot een affchrik voor alle volgende tijden, naar het voorfchrift, dat men gevert zoude , aan de fchuldigen worden uitgevoerd (*). Volgens deze opgave was in alle de • Provinciën niet één onfchuldig, en den nieuwe Stadhouder was ene fchrikkelijke keus uit de gehele Natie overgelaten. Alle goederen en alle levens waren dc zijnen , en wie een van beiden , of wel beiden behield , die cnrving hetzelve als een gefchenk van zijne grootmoedigheid en menschlievendheid. Door dezen, zo affchuwelijken als fchrander ui tgc dagten , kunstgreep, werd de Natie ontwapend, en ene vereniging der gemoederen on. mogelijk gemaakt. Daar het namelijk alleen van 's Hertogen goeddunken afhing , aan wien hij het vonnis wilde laten uitvoeren , dat over allen, zonder onderfcheid , geveld was, zo hield elk zig ftil, om , ware het mogelijk, de aandagt des Stadhouders te ontgaan , en de dodelijke keuze tog niet op zig te doen vallen; zo ftond elk , met wien het hem behaagde ene uitzondering te maken, enigermate in zijne fchüld, en had aan hem voor zijnen perfoon ene vcrpligting, evenredig aan de waarde van leven en bezittingen. Dan daar deze ftrafoefenïng flegts over vérre het (*) VAN METEREN IO^. IIL BOEK  54Q DE AFVAL DER III. BOEK. kleinfi-e _ gedeelte der Natie konde gaan, had hij zig dus natuurlijkerwijze van het gröotfte gedeelte door de Iterkfte banden van vrees en dankbaar? heid verzekerd ; en tegen enen, dien hij voor de flagtbank uitkoos, had hij tien anderen, welken hij voortging > voor zig gewonnen. Hij bleef ook onder Aromen bloeds, welken hij vergoot , in het geruste bezit van zijne heerfchappij , zo lang hij zig aan deze Staatskunst hield , en verfpilde dit voordeel niet eerder , dan toen gebrek aan geld hem dwong der Natie enen last opteleggen, die allen zonder uitzondering drukte (*). Doch om nu dit bloedige werk, dat dagelijks onder zijne handen toe' nam, te beter gedaan te krijgen, en uit gebrek aan werktuigen gene prooien te verliezen ; tevens om aan den anderen kant zijn gedrag onafhanklijk van de Staten te maken, met welker Privilegiën hetzelve zo ilrijdig was, en die hem over het geheel veel te menfchelijk dagten, (lelde hij een buitengewoon Geregtshof van twaalf Bloedregters aan, die naar dc voorgevallen onlusten onderzoek zouden doena en naar den letter van het gegeven voorfchrift vonnis vellen. Reeds was de inflelling vap dit Geregtshof ene fchen-; Thuan. II. 540.  NEDERLANDEN. 54* Mg van 's Lands Vrijheden, welke uitdrukkelijk medebragten , dat geen burger buiten zijne Provincie mogt worden te regt gefield ; maar het geen deze geweldige handelwijze voltooide , was , dat hij\ tegen de heiligfte Privilegiën des Lands, ook aan de verklaarde vijanden der Nederlandfche Vrijheid, zijne Spanjaarden, zitting en ftem daarin gaf. Hij zelf was de Voorzitter in dit Geregtshof, en op hem volgde zekere Licentiaat vargas, een Spanjaard van geboorte, die als een pest uit zijn eige Vaderland werd geweerd, waar hij ene wees, over welke hij Voogd was, verkragt had; een onbefchaamde hardnekkige booswigt , in wiem gemoed gierigheid, wellust en bloeddorst oni den voorrang ftreden, er over wiens fnoden aart de Gefchied fchrijvers van beide Partijen overeen ftemmen (*> De voornaamfte Mcdele den waren de Graaf van Aremberg filips van noircarmes, en ka rel van barlaimont, welke eg ter nooit in die Vergadering zij: verfchenen ; adriaan nicolai, Kar felier van Gelderland; jacob mees tens en peter asset, Prefider ten van Artois en Vlaanderen; ji (*) Dignum Belgico cavcinomate cultrum noei hem meur s. G. A. 3*- vigl. ad na pp; 4 48. 81. v. meteren 105. IJL BOEKs i i 1 it  III. boek. I i i 1 < 1 t X c z n S 4 u vc 542 DE AFVAL DE it kob he S S els en johan de L'A porte, Raden van Gene; lodewyk del rio, Meester in de Godgeleerdheid en een geboren Spanjaard,Johan du bois, Procureur Generaal des Konings, en de la torre, Schrijver van dit Geregtshof. Op verzoek van viglius werd de Geheime Raad van aandeel aan dit Geregtshof verfchoond; ook werd uit den Groten Raad te Mechelen niemand daartoe genomen. De Hemmen der medeleden waren alleen raadgevende , en niet beflisfende, welk laat- ru^t, Hmog 3311 zië aIleen behield. Er was geen bijzondere tijd voor de zittingen bepaald ; de Raden veraderden dès middags , zo dikwijls de rlertog het goedvond. Doch reeds met iet einde van de derde maand, be?on deze zig zeldfamer in de Vergalering te laten zien , en eindelijk zijlen lieveling vargas zijne gehele plaats tteiraan, welke door dezen met zulk ne affchuwelijke waardigheid bekleed 'erd, dat in korten tijd alle de verige leden, de gruwelen moede ynde, van welke zy ooggetuigen en ledehelpers moesten zyn, behalven de paanfche Godgeleerde del rio en 2n Geheimfchryve de la torre, t de vergadering wegbleven (*). Het 00 Gelijk men dan ook werkelijk vaak de nnisfeu tegen de voornaamfte mannen . zo als  NEDERLANDEN, 543 gemoed word gaande, wanneer men fee» , hoe het leven der edclften en besten in de handen van Spaanfche deugnieten wierd gegeven, en hoe weinig 'er aan haperde, dat zy zelfs in de heiligdommen der Natie, in derzelver Privilegiën en Vryheidsbrievem gewroet, de zegels verbroken, en de geheimfte verbindenisfen tusfehen den Landheer en de Stenden ontheiligd en prys gegeven hadden (*> Van dezen Raad van twaalven, die, volgens het oogmerk zyner inftelling, de Raad der Beroerten werd genoemd, doch wegens zyne handelwy- het doodvonnis over den Burgemeester stra^ len van Antwerpen, alleen door vargas, del rio en de la torre ondertekend vindt, v. meteren 105. (*) v. met eren 106. Tot een voorbeeld, met welk ene ongevoelige roekeloosheid de gewigtigfte dingen, zelfs Hitfpraken over leven er: dood, in dezen Bloedrar.d behandeld werden, kan (trekken het gene van den Raadsheer hessels verhaald wordt. Deze namelijk was gewoon meestentijds in de Vergadering te flapen, en wanneer de beurt aan hem gekomen was, om zijne ftem tot een doodvnnnis te geven, halfOapende uitteroepen: ad patibulum,- ad patibulum, zo- was hem dit woord op de tong beftorven. Van dezen hesselt verdient nog gemeld te worden, dat zijne Egtgenoot, ene Nigt van den Prefldent viglius, in het Huwelijksverdrag uitdrukkelijk bedong, dat hij het droevige ampt van Procureur Generaal , welk hij toen bekleedde, zoude nederleggen, welk hem bij de gairfche Natie gehaat maakte, vigl. ad hopper. Ep. 67. lil boek*;  ' DE AFVAL DER III. BOEK ze meer algemeen onder den naam . van Bloedraad, hem door de ver. bitterde Nade gegeven , bekend is $ Vond geenerhande herziening van Regts'gedingen, geen hoger beroep plaats. Deszelfs vonnisfen waren onveranderlyk, en hingen van gene bekragtiging af. Geen gerigt in het Land durfde zig zaken aantrekken, welke de jongfte öpfland raakten, zodat bijna alle andere Gerechtshoven Uil Honden. De grote Raad te Mechelen was zo goed als niet meer aanwezig; en het gezag van den Raad van Staten Verviel ganfchelijk, zodat deszelfs Vergaderingen ophielden. . Zelden gebeurde het , dat de Hertog met enige leden uit dé laatstgenoemde óver Staatszaken raadpleegde, en wanneer hij dit al nü en dan deed, gefchiedde zulks in zijn kabinet, in ene bijzondere onderhandeling, zonder enigerhande regtsvorm daarby in agt te nemen. Geen Privilégie , geen Vrybriéf hoe zorgvuldig ook verzegeld, kwam bij den Raad der Beroerten in aanmerking (*_). Alle oorfpronkelijke papieren en verdragen moesten aan denzelven vertoond worden,- en vaak de geweld dig- . C*) Iuzeerflegt Latijn doeg va rvas de Nederlandfche Vrijheid den bodem in, Non curamus vestros Privilegios, antwoordde hij enen die zich op de Voorregsen der Hoge Schoole te Leuven tegen hem wilde beroepen;  NEDERLANDEN 545 diofte verfraaijing en verandering ondergaan. Wanneer de Hertog een vonnis & liet afvaardigen , dat van de Staten van Braband tegenfpraak te vrezen had, dan gold hetzelve zonder het Brabartdfche Zegel. Op de heiligftc regten der Perfonen werd inbreuk gemaakt, en een Dwingelandij zonder wedergaê drong tot in den kring des huislijken levens. Dewijl de Onroomfchen en Afvalligen tot hiertoe door huwelijksVerbindenisfen met de eerfte Familiën des Lands hunnen aanhang hadden weten te verfterken , gaf de Hertog een Bcvclfchrift uit , dat aan alle Nederlanders , van welken ftand of rang zij ook mogten zijn , bij ftraffe aan lijf en goederen, verbood , zonder zijne voorafgaande toeftemming , een huwelijk aantegaan (*> Allen , welken de Raad der beroerten goed vond voor zig te dagen , moesten voor deszelfs Vierfchaar verfchijhen ; de Geestelijkheid zo wel als de- Leken, de eerwaardigfte hoofden van dfcn Raad zo wel als de Beeldenftormers van het flegtfte gepeupel. Die niet verfehecn, gelijk bijna - niemand deed, werd gebannen, en alle deszelfs goederen verbeurd verklaard; doch wie voor deze Regtbank verfcheen, of wien men an- C*) v. Meteren io6. 107. thuan 540. I. DEEL, Mm IIL BOEKi  54^ DE AFVAL DES. UK, BOEI dcrs in handen konde krijgen, was :. onherftelbaar verloren. Twintig , veer- tig of vijftig werden uit éne Stad -te gelijk gedaagd , en het onweder dreigde den Rijkllen het eerst. Geringer burgers , die niets bezaten , wat hun Vaderland en Haardfïede dierbaar voor hun kon maken , werden zonder voorafgaande dagvaarding overvallen , en in hegtenis genomen, Menig aanzienlijk Koopman , die over een vermogen van zestig tot honderdduizend guldens te befchikken had gehad, werd, gelijk het laagfie gelbuis , met de handen op den rug gebonden , aan den Haart van een paard naar de geregtsplaats gefleept : te Valenchijn werden op eenmaal , vijf- en vijftig onthoofd. Alle gevangenis•fen , van welke de Hertog bij het aanvaarden van zijn bewind een groot aantal nieuw had laten bouwen, ware» opgepropt met ongelukkigen; hangen , onthalfen, vierendelen , verbranden was dagelijksch werk; veel zcldfamer hoorde men van galei -ftraf of verbanning; want 'er was gene misdaad , die. té ligt gerekend wierd om met den dood geflraft te worden. Onnoemelijke geldfommen kwamen daardoor in de openbare kas , welke egter den gelddorst van den nieuwen Stadhouder en zijne hulpgenooten veelmeer gaande maakten, dan verzadigden. Zijn dol  NEDERLANDEN. 547 voornemen fcheen te zjjn , de gehele Natie tot den bedelzak te brengen, en al den rijkdom des Lands in handen van den Koning en deszelfs dienaren te fpeelen. Het jaarlijkfche inkomen van deze verbeurdverklaringen Werd gefchat met de inkomften eens Ko.ningsrijks van den eerften rang gelijk te ftaan 5 men wil, dat ze den Koning , volgens ene geheel ongelooflijke opgave , tegen twintig millioenen Daalders zijn toegerekend. Doch deze handelwijze was deste onmenfchclijker , daar zij juist de vreedfaamfte onderdanen , en de regtzinnigc Katholijken , welken men niet bedoelde te befchadigen , dikwijls het gevoeligfte trof; want door dit beflag op de goederen zagen alle Schuldeifchers , die daarop aanfpraak hadden , zig te leur geftcld; alle Godshuizen en openbare geftigten , welken daarvan onderhouden werden , geraakten in verval $ en de armoede, welke voorheen ene aalmoeze daarvan getrokken had, moest deze enige bron van haar onderhoud zien uitgedroogd. Allen die het ondernamen , hun gegrond regt op deze goederen voor den Raad der Beroerten te vervolgen , (want geen ander Geregtshof durfde zig hiermede bemoeien) "boorden zig door langwijlige kostbare pleitgedingen in den grond, en waren tot den bedelzak gebrast, vóór dat zij nQ£ Mm è & III. BOEK  548 0E AFVAL DE1t m boek. I567. het einde van dezelven gezien hadden (*). Van zodanig ene omkering der wetten, < van zulke geweldige aanvallen op wettigen eigendom , van zulke ene verfpilling van menfchenbloed, kan dc Gefchiedenis van befchaafde Staten bezwaarlijk meer dan een enig voorbeeld bijbrengen ; re weten dat van cinna, sylla en marius; maar dezen trokken als beledigde overwinnaars binnen Rome, en deden ten minsten . zonder bewimpeling, 't geen de Nederlandfche Stadhouder onder den eerwaardigen dekmantel der wetten uitvoerde. Tot op het einde des jaars vijftienhonderd zeven en zestig had men nog aan de perfoonlijke overkomst des Konings geloof geflagen , en de besten uit het Volk hadden zig tot op dit uiterfte tijdftip getroost. Nog fteeds lagen 'er fchepen , welken hij uitdrukkelijk tot dat oogmerk had laten uitrusten , en de haven van Vlisfingen gereed, om hem op het eerste bevel te gemoet te zeilen; en de Stad Brusfel had alleen daarom , dat hij binnen hare muren zijn verblijf zoude nemen , hare roeftemming tot de Spaanfche bezetting gegeven. Maar ook deze hoop verdween allengs geheel, daar de Koning van het ene vierendeeljaars (*J V MET ER EN I0£  NEDERLANDEN. 549 tot het andere uitftelde, en de nieuwe Stadhouder alras begon zijne voljnagt te tonen, welke minder enen voorloper van den Vorst aankondigde, dan enen met de hoogde magt bekleden Dienaar, die de komst van den Vorst zeiven geheel onnodig maakte. Om den nood der Nederlanden te voltoojen, moest nu ook nog, in den Perlbon der Landvoogdesfe, hun laatfte Befchcrmengel hen verlaten (*). Van dien tijd af namelijk, dat de uitgeftrekte volmagt van alba genen twijfel meer aangaande het einde van haar bewind overliet , had margareet befloten , ook den naam daarvan afteleggen. Enen lachenden Erfgenaam te zien in het bezit van eue Hoogheid, die voor haar door een negenjarig genot tot ene behoefte was geworden; enen anderen de heerlijkheid , den roem, den luister, de aanbidding , en allerlei foort van dienstbetoningen , welke het gewone gevolg der hoogfte magt zijn, te zien genieten , en te gevoelen dat gene verloren te hebben, wat zij niet vergeten kon bezeten te hebben, was meer dan ene vroulijke ziel in ftaat is te verkroppen ,• maar buiten dat was de Hertog van Alba in 't geheel niet gefchikt , om, door een befcheidcq (*) Vigl. ad hopper- Ep. 45, Mm 3 IÏL boek  £5«> DE AFVAL DER. III. Boek gebruik ^ van zijne nieuiings verkregen ( Hoogheid, haar het verhes daarvan raW ; der fmertelijk te maken. Zelfs de algemene orde , die door dit dubbelde hefluur in gevaar geraakte, fcheen haar dezen Hap aanteraden. Vele Stadhouders der Provinciën weigerden , zonder uitdrukkelijken last van het Hof, bevelen van den Hertog aantcnemen , en hem voor Mederegent te erkennen. De fnelle omwenteling van haar geluksrad had bij de Hovelingen niet zo zagt, zo ongemerkt kunnen toegaan , dat de Hertogin de verandering niet op het bitterfte gevoelde. Zelfs die weinigen , welke , gelijk bij voorbeeld viglius, haar ftandvastig bijbleven , deden zulks minder uit • gehegtheid aan haren perfoon, dan uit verdriet van zig nieulingen en vreemdelingen boven het hoofd geplaatst te zien, en omdat zij te hoogmoedig dagten, om onder den nieuwen Regent hunne leerjaren te herhalen (*). Verre het gröotfte gedeelte kon, bij alle aangewende moeite om den middenweg te houden, den onderfcheidenden eerbied niet verbergen, welken zij aan de opgaande Zon boven de ondergaande toebragten ; en het Koninglijke Paleis te Brusfel werd fteeds eenfamer en ftiller, naarmate het gewoel. O YIGb acl HOPPER. Ep. 23.. 40. 44. 45.  NEDERLANDEN. 55« aan het huis van kuilenburg toenam. Doch het gene de Hertogin op het gevoeligfte trof, was het gevangennemen van hoorn eii egmond, 't welk buiten haar weten, en als ware zij in 't geheel niet in de wereld geweest, eigendunkelijk door den Hertog beflotcn en uitgevoerd was. Alb a had wel, nadat de zaak gefchied was, getragt haar te vrede te Hellen door de verklaring, dat men dit voornemen om gene andere reden voor haar had geheim gehouden , dan om bij ene zo onaangename omftandigheid haren naam te verfchonen ; maar die voorgewende kieschheid kon de wonde niet helen, die haren hoogmoed was toegebragt. Om éénmaal voor altoos diergelijke beledigingen voortekomen , waarvan de tegenwoordige waarfchijnlijk ilegts een voorbode was , zond zij haren Geheimfchrijver machiavel naar het Hof van haren Broeder, om daar met allen ernst om ontflag van hare Land voogdij te verzoeken. Dit werd haar zonder zwarigheid, doch met alle blij ken van 's Konings hoogfte agting ingewilligd; hij ftelde, zo als hij zig uitdrukte , zijn eigen voordeel en dat der Provinciën ter zijde , om aan zijne Zuster genoegen te geven. Een gefchenk van dertigduizend daalders verzelde deze toeftemming, en twintigduizend werden haar tot een jaarlijks. iu« Mm 4 III. boek.  552 DE AFVAL DER III. boek. Vomen toegelegd (*). Dadelijk hierop volgde een Brief van aanltelling voor den Hertog van Alba, waarbij hij in plaats' van de vorige Landvoogdes als Opper-Stadhouder der gezamenlijke Nederlanden met onbepaalde Vöïmagt wierd verklaard (f). Zeer gaarne had margareet gezien, dat men haar vergund had, haar. bewind voor ene plegtige vergadering der Staten nederteleggen; welke begeerte zij ook den Koning niet onduidelijk te kennen gaf, zonder evenwel, het genoegen te hebben, dezelve ver-^ vuld te zien. In 't algemeen beminde zij het flatige leven, en het voorbeeld (*) Dit geld febijnt egter niet zeer getroulijk betaald te zijn , zo men anders geloof mag (laan aan zeker gefebrift , dat nog bij haar leven in druk uitkwam, filet voert ten tijtel: Discours fur la blesfure de Monfeigneur , Prince (TOrange 1582. zonder naam van de plaats, waar het. gedrukt is, en wordt gevonden in de Keurvorstelijke Boekerij te Dresden.) Volgens dit berigt Kwijnde zij te Namen in ellende, zo flegt onderfteund door haren Zoon (toen Gouverneur «Ier Nederlanden) da. haar Geheimfchrijver a 1. sb rand in aelf haar verblijf aldaar ene ballingfchap noemt. Maar voegt de Schrijver daarbij , wat kon zij beter verwagteh van enen Zoon, die toén hij, nog zeer jong zijnde,haar te Brusfel bezogt, agter. haren rug de tong tegen haar uitftak?. (t) Strada 206. 207. 2o!5. meurs. G. A„ 40. thuan, 53p. Vigl. ad hopper. E. 40,'  NEDERLANDEN. 553 van den Keizer haren vader, die in deze zelfde ftad het buitengewone fchoufpel van zijnen plegcigen afftand van de kroon gegeven had, fcheen ongemeen veel bekoorlijks voor haar te hebben. Daar zij Du tog het op7 perbewind moest laten varen, was ten minfte de begeerte, om dezen ftap met allen mogelijken luister te doen, zeer wel in haar te verfcbonen; en daar zij buiten dat wel gemerkt had, hoe zeer de algemeene haat tegen den Hertog haar ten. voordele had geftrekt, zag zij een vleiend, aandoenlijk toneel te gemoet. Zij had zoo gaarne dc tranen der Nederlanderen over hunne goede Landvoogdes zien vioejen , zo gaarne ook dc hare daarbij geftort, en onder het algemene medelijden zoude zij zagter van den troon zijn geftcgen. Hoe weinig zij ook, gedurende haar negenjaarig beftuur gedaan hadde., om de algemene genegenheid te verdienen, toen het geluk . haar nog aanlachte, en de gunst van haren Heer het deel was van alle hare wenfehen ; zo vele waardij had zulks tans in hare ogen, dewijl dit het enigfte was, dat haar voor de teleurftelling van hare overige verwagtingen enige vergoeding kon geven; en gaarne zou zij zig zeiven hebben wijsgemaakt, dat zij een vrijwillig offer van haar goed hart en hare menschMm 5 III. B O EK.  554 DE AFVAL DER m. DOEK. (*) MEURS G, A. 40. STRADA 207, 20«L lievende gezindheid voor de Neder* landen was geworden.. Dan daar de Koning in 't minfte niet gezind was Zig in gevaar van ene zamenrotting der Natie te ftellen, om aan ene gril van zijne Zuster te voldoen, moest zij zig met een fchriftelijk affcheid van de Staten vergenoegen, waarin zij haar gehele beftuur doorliep, alle zwarigheden, met welken zij had moeten worftelen , alle onheilen, welke zij ■door hare fchranderheid had verhoed, niet zonder grootfpraak optelde, en eindelijk daarmede befloot, dat zij een voleindigd werk agterliet, en haren opvolger niets dan het ftraffen der fchuldigen had over te dragen. Dit zelfde moest ook de Koning herhaalde reizen van haar horen, en 'er werd niets gefpaard, om den roem te verhinderen , welken de voorfpoed des Hertogs hem onverdiend verwerven mog-r ten. Hare eigene verdiende leide zij als iets ontwijffelbaars, maar tevens als enen last, die haar zedigheid drukte, aan de voeten des Konings neder (*). De onpartijdige nakomelingfchap zoude evenwel zwarigheid kunnen ma-? ken , om dit gunftige oordeel onbepaald te onderfchrijven: wanneer zelfs de vereenigde ftem van hare tijdgenoten, wanneer het getuigenisfe der Neder-  NEDERLANDEN. 555 fanders zelve dit bevestigde , zoude evenwel enen derden het regt niet benomen zijn, om hetzelve nog nader ter toetfe te brengen.' Het goedhartige en ligt beweeglijke fchepfel, de mensch , is maar alte zeer geneigd, om zich een gebrek minder voor ene deugd meerder toe te rekenen, en onder den druk van een tegenwoordig kwaad het voorledene te prijzen. Het gehele vermogen van haat en verfoejing bij de Nederlanders fcheen zig aan den Spaanfchen naam te hebben uitgeput; de Landvoogdes als hoofdoorzaak van enig kwaad te befchuldigen, was zo> veel, als den Koning en zijne dienaren van vervloekingen te ontlasten, welken men hun liever alleen en geheel gunde; en het beftuur van alba in de Nederlanden Was zekerlijk het regte Itandpunt niet, om de verdienften zijner Voorgangeren te onderzoeken. Het was in 'tgeheel gene gemakkelijke zaak, aan de vcrwagtingen des Konings te beantwoorden, zonder- de regten des Nederlandfchen volks en de pligten der menfchelijkheid te fchenden; maar in enen ftrijd met dezen twe tegengeltelde pligten had margareet genen van beiden vervuld, en de Natie baarblijkelijk te veel nadeel ge daan, om den Koning te weinig voordcel aantebrengen. Het is waar, zij bragt eindelijk de Protestantfche III. soek,  55* DE AFVAL DER III. BOEK. partij onder, maar de toevaliige uit-, bersting van den Beeldenstorm deed haar daarbij groter dienden, dan har re gehele Staatkunde. Door hare fchranderhtid verbrak zif wel het verbond der Edelen, maar dit deed zij, toen reeds inwendige twedragt den dodelijken ilag aan deszelfs wortel had toegebragt. Dat gene, waaraan hare ftaatkunde zig jaren lang had uitgeput, werd door ene eukelde werving van krijgsvolk, die haar uit Madrid bevolen was , tot ftand gebragt. Zij liet den Hertog het land in rust over; maar niemand kan ontkennen, dat de vrees voor zijne komst het meeste daartoe had gedaan. Door hare bcrigten misleidde zij het kabinet van Spanje, omdat zij hetzelve nooit de kwaal, maar alleen de toevallen, nooit den geest en de taal der Natie , maar alleen de buitenfporigheden der partije bekend maakte. Haar gebrekkig beduur vervoerde het Volk tot wanbedrijven, dewijl zij verbitterde, zonder genoegfaam aftefchrikken; zij haalde den verderflijken Hertog van Aiba in het Land, omdac zij den Koning in den waan had gebragt, dat de beroerten in de Nederlanden minder aan de hardheid van zijne verordeningen, dan aan ongenoegfaamheid van het werktuig, waaraan hij derzelver uitvoering had toevertroud, was toete-  NEDERLANDEN1. 55/ fchrijven. Margareet bezat bekwaamheid genoeg , om ene geleerde Staatskunst in een regelmatig geval op ene gepaste wijze te gebruiken ; maar het haperde haar aan fcheppingskragt, om voor een nicu en buitengewoon geval enen nieuwen ftaatsregel uittevinden, of van enen ouden met verftand aftegaan. In een Land waar de fchranderfie ftaatkunde in opregtheid belfond, had zij den ongelukkigen inval, om hare bedrieglijke Italiaanfche ftaatkunde te oefenen, en zaaide daardoor een verderflijk wantrouwen in de gemoederen. De infchiklijkheid, die haar zo gulhartig tot verdienften wordt aangerekend, had zij zig door den kloeken tcgenftand der Natie , uit zwakheid en lafhartigheid laten afdwingen; nimmer zou zij uit eigen beweging zig boven den letter der Koninglijke bevelen verheven, nimmer den barbaarfchen zin van haren last uit eigene lofwaardige menschlievendheid anders hebben opgevat. Zelfs die weinige vergunningen, waartoe de nood haar dwong, gaf zy met ene bevende terug trekkende hand,als haddezijgefchroomd te veel te geven; cn' zij verloor de vrugt van hare weldaden, omdat zij dezelve met ene laaghartige zuinigheid beknibbelde. Het gene zij te weinig was in hare gehele overige leven , was zij te veel op den troon, een Vrou. Het ftond in hare magt, iir. i o e kV  til. hoek. J j ] 3 i t i ï t t ï c 2 3 i c V ■Einde van het eerfte Deck DE AFVAL DER NEDERLANDEN. na het vertrek van granvelle \ de weldoenfter des Nederlandfchen Volks te worden; maar zij is het niet geworden. Haar hoogfte goed was de gunst des Konings, haar hoogfte ongeluk zijn misnoegen. Bij alle voorregten van haren geest, blijft zij een gemeen fchepfel, omdat haar hart den Adel miste. Met veel gematigdheid oefende zij ene droevige magt, en bevlekte hare regering door gene willekeurige wreedheid; ja, hadde het aan haar geftaan , zij zoude fteeds menschlievend gehandeld hebben. Lang naderhand, toen haar Afgod, filips II. haar reeds vergeten had , hield het Nederlandfche Volk hare gedagtenisfe nog in eere ; maar zij verdiende op verre na den roem nietj welken de onmenschlijkheid van haren opvolger rondom haar heeft verbreid. Zij verliet Brusfel tegen het einde van Loumaand des jaars vijftienhonderd zeven- en zestig ^ en werd door Jen Hertog tot aan de grenzen van Braband uitgeleid, welke haar hier onier de befcherming des Graven van mansveld verliet, om deste fpoeliger naar de Hoofdftad wedertekeren ,:n zig aan het Nederlandfche Volk •oordaan als Regent alléén te vertonen.-