312 134       '<   DEN WESTLANDER. B L TSPEL, I N DRIE BEDRYVEN. ALOM TE BEKOMEN h. 6 STUIVERS. 33x W: KNIES, Boekverkoper op <ï voor goed, en ook zeer duur. Griet. Kom laat u BroeJer daar, men weet immers dat hy een gemeen (legt Karei is, — vraagt het maar aan de Knegts van den iiaron T . . . , fchoon dat 7.yn Rug heugt van de fiokflagen, die hy van hun ontfangen heeft. Westlander. Laat myn Broeder daar — en verteld my u Nieuws. Griet. Wel nu , — je weet immers dat je hebt kate zetten in de Courant van Delft, zekere Brief, waar in je de Schoot van ons Dorp zoo getragt hebt-te bclafleren f A 5 W e s T'  C io ) Westlander. Wel jaa ! wat zou dat nu weezen ? Griet. Wel nebje dan de Courant van den Haag van faeeden niet gezien ? Westlander. Neen Griet! — zegt metog wat ftaat daar in ?' Griet. Wel daar ftaat in dat je omtrend een Leugenaar en een finaale Schelm bent! Westlander. Helpt my, — ik vinde my gants niet wel. Griet. Jaa dat hebbe ik wel gedagt van u vervloekte Lastertaal; — waar Donder Doctor j^emoeije u niet mede ? Westlander. Jaa myn lieve Grietje, ik zie van agter dat ik dat wel had moogen laaten, — maar myn y ver veor het Vaderlandt heeft my vervoert. Griet. Tut, tut, hadje u by de Klifteer-fpu't gehouden ! —Hoe zal je nu waarmaken , dat de Schout ■een Landverrader is ? W E S T-  C n y Westlander. Ach! ik weet er wat op, — ik gaa naa Ontydig , die weet overal raad voor, — dat is een geodtro ij eerde Babbelaar, die zal my wel hier uit helpen. Griet. Daar word gebeldt. Westlander. Laat maar binne koomen. TWEEDE BEDRYP. TWEEDE TOONEEL. Het Theater verbeeld, een Binnekamer zonder Vuur aan den Haart, — den JVeftlander gekleed met een ouwe witte Jas, en een fmeerige Leere Broek, aan. — Griu loopt half dronken uit en in, ie» is gekleed als een Jlet. Westlander, Griet, Ontïdis, Dül vestyntje. Westlander. Kom binne Heer Ontydig! — goeden da* Diüveftyntje, gaat zitten. Grieï»  G R i e T. gullen de Vrienden ook iets gebruiken, Duivejlyntje en Ontydig {alle by te gelyi fp rtekende.) Wel jaa zoete Grietje. Westlander. Wel Vrienden wat is de reede van u komft ? gy lykend evenwel byde fris en gezondt. DüIVESTTNTJE. Neen Doétor wy kome u niet Confulteeren over onze gezondheid; wy wenfehte u over heel Wat anders te fpreeken. W estland ER. ó! dat zal weezert over de Advertentie in de Haagfe Courant geplaaft onder den datum van den pde February 1785. Van Duintje. Wel jaa Wefdander, je word daar inne voor een Leugenaar uitgekreete. W e s t l a n d e r, Wel is het dan niet waar, dat ik in de Delffche Courant geplaatft hebbe, met opzigte van die Schout ? Van  c n % Van Duintjb. Wel Neen! er is wel wat Oranje gedragen; maar ingemoede kan ik niet zegge , dat de Welgeboore Mannen, en die van'den Geregte er mede verfiert waaren. Griet. Wel Knopping uit de Poeldyk met zyn lamme üand, heeft het my evenwel vertelt. Westlander. Knopping k een Gek, en die door zyn gebabbel de menfchen zoekt aan elkander te helpen. Griet. Wel nu myn lieve Doftor, al was- het niet waar, al wat-gy gelchreeven hebt in de Courant van Delft; wel wat is er aan gelegen ? 'c ft maar een Leugentje om beftwil! Vak DuifiTjB. Zwygt Grietje! als den Do&or zyn geze*dens niet kan waar maaken, zoo is hy een flene Vent, en dan wil ik liever tegens Paasfchen geen Diacon worden als langer met hem om gaan. DuiVESTYNTJE. En ik wil liever geen Luitenant worden van ons opteregte Vry Corps Fufehers, als langer niet Weftlander te converfeeren, Gril t.1  C 14 ) G r 1 e t. - Wel a-propos Duiveftyntje, of liever Heer Luitenant, hoe fterk is u Corps Fufeliers al?, DuiVESTYNTJE. > Twintig Mannen - maar de helft zyn Dronke Lappen , en de reft zoo wat Luy en Verminkt Volk. Griet. Wel moet dit Jcboon Corps dan de Prins defendeeren? Westlander. Zwygt Vroumenfch ! Neen zy moeten het Vaderland dienen tegens de Prins. Griet. Wel is de Prins van Oranje dan de Vyand Van het Vaderland? Ontydig. . Ja Griet.' wat zal ik daar op antwoorden, — zy zeggen zoo, maar ik weet niet wat ik er van denken moet. Van Duintje. Wel is het dan niet van de Prince van Oranje geweeft teegens wie de Franfche Tiranny is gefchreeven , die ik in myn jeugd op het School geleezsn heb? 0 ' . West-  C 15 > W e S T l a N d e r. Tic geloof van Jaa, ten minfte heb ik het zoo wel hoore zeggen. Ontydig. Wel Doctor nouw loopt de Mole door de Vang! dat was de Franfche Koning wiens Volk, tó Bodegrave, en Zwammerdarn zoo bitter Huishielden. Westlander. Waarlyk dat wifl ik niet. Griet. jaa Doctor ik vrees dat gy u gat gebrand hebt; en op de blaare zal moete zitten. WïSTLANDER. Waarom ? Griet. Om, vermits gy dit niet en wift, zoo vreeze ik dat gy het toegedrageue te Naaldwyk niet Teel beeter zal weeten. Westlander. Oh! Laat my met Ruft, het Hoofd doet mf zeer; Ontydig. Maar Doctor, ljoe zal dat nu aflopen met d km  t 16 ) lafterende Brief, onder den Naam vnn Wefllan* der, in de Courant van Delft geplaaffi. Westlander. Vermits die Brief van my onder een gefingeerde Naam gefchreeven is, zal men my niet ontdekken. Griet. | Wel, WyboWyboz. zal het niet wille zeggen. DüIVESTYNTJE. Jaa, maar, men zal het hem wel doen zeggen. Van Duyntje. -Wel weet jeluy dan niet, dat men reeds in de Haagfe Courant het vlak uit zegt , dat het Boudewynfe is? Griet. Zoude dat waar weezen ? Van Duintje. Men zegt zoo! (daar word gebeld) Griet. Dat is Duivels Bellen, — ik wou dat alle de Courantiers, Dronke Boeren, en Gekke Doclors aan de Galg hongen. (zy komt binne.) Doctor daar is de Haagfe Courant; leeft hem eens. W EST"  t 17 ) Westlander"; Wel nu ik zie daar een Advertentie ; dié kwamswys op my ziet , — maar myn Naani ftaat daar inne niet vol uit* Griet. Jaa , jaa ■, het ziet wel op UE.; oh Doctor! ik hebbe' het wel gedagt, — wat zal er vanmy worden ? Westla'nd er. Wel wat lyd u hier aan geleegen ? Griet. Wel Doctor, u fatfoen is immers het myne? want gy hebt my belooft te Trouwen "als gy van u Vrouw gefepareert ben, — en daar en boven weetje immers in wat ftaat dat ik pen? O n t y d i Gi Wel Grietje wat benje onbehoude in u zeggen , — ais dat waar is, zal den Doétor wei wecten Wat te doen. Duivestyntjè. Hoe ver benje, dan al heen Grietje ? Griet. Wel dat kunt gy inimérs zoo' wel weeten ik, Duireityntje ?  < i* ) .Westlander. Sas, fus met die praat, je hebt overal je mont in Griet. Griet (builende.) Neen Doctor, 'tis in myn mond niet geweeft. Van Duintje. Ter zaak Doctor ! is de Advertentie van den 4. Maart zoo fterk teegens u in de Haagfe Courant ? Westland er. 't Is niet teegens my dat die ingerigt is, — den Schryver zet er wel zyn Naam onder, maar de myne ftaat er niet in. Griet. Ik laat my Ville , zoo je niet vol uit met naam en Toenaam, in de Rotterdamfche Courant, u zal afgefchildert zien. Ontydig. Neen, Neen, dat durft men niet doen. Griet. Wel weet je dan niet Heer Ontydig, dat er 'door denzeive Autheur , eerftdaags een Comedie uitkomt, — onder den Naam van JVeJliander ? Westlander. Wat zegje daar^ Griet  G x i e f. tic zegje dat er een Comedie op ü gemaaké is, dat men het in de Courant kan zien, — en dat gy Doctor* nog ik, nog Ontydig, nog zyn Zufter, nog Duiveftyntje, en vun Duintje, en. Wybo Wyboz. er in zulle gefpaart worden. ( Ontydig Duivejlyntje * en van Duïntji alle gelyk fpreekende.) Wat Griet, zullen wy ook in die Comedie genoemt worden ? Griet. Jaa zeg ik immers , er zullen twee beëdigd? Verklaaringen in veörkoomen, in dewelke men dingen zal bewyzen, — die den Doctor, (alias den Weftlander) voor een flegt Karei zullen te boek doen ftaan. Westlander. Hoe weet jy Grtetje dat die Verklaringe i$ de Wereldt zyn ? G r i È Ti Dfe Schout zyn Zoon, heeft die in de Haii3en, en laat die overal Leezen; Westlander^ Hoe komt hy daar aan^ Griet. Vraagt het hem zelfs als je durft; B a We3ï«  | 20 ) Westlander. Waarom zou ik dat niet durven doen ? Griet. Om datje weet, dat zoo je de deur inkomt, gy het fchuifraam zult uitgaan. Westlander. Tut tut, zeg maar wat in die Vèrklannge dan ftaat. G r i e t, In de eerfte Verklaring ftaat, dat je eeu dolle gekke Vmt bent, — dat gy u Vrouw altoos met Jlaagen mishandelt hebt, — dat het met een Tobaksdoos is giweejl, dat je haar voor de Kop hebt gegooit, — dat je een Hoerelooper ben. — Enfin , dat het om die veede is dat zy u beeft moeten verlaaten. Westlander. Dat is een Leuge Griet. Griet. Wel zal je nlyn dan ook hiete liegen ? Westlander. • Wat zou ik u hiete liegen? Roijelleksl - Griet. Wel Smeerlap is het dan niet waar, dat toen ik myn Man naar OoJÏ-Indien ba'lde verzonden, en Op  ( 21 ) «,* een klein Kamertje woonde, gy my dikwlls in een Hoerhuis in den Haag hebt laate haaien, en my telkens een Dueaat gegeevcn hebt, voor 't gebruik van myn Onderlyf, is het niet waar Kwakzalver, dat om die Dueaat ui: te haaien, gy my gebuurt bebt voor u My.it, en my medegeno >:en hebt naa Broekvliet, daar ik dagelyks u Onderleg moet zyn, braaf Jlaag van u fa'ygen en geen geldt? is dat niet waar, Vent ? W e.stlander. Zwyg Roije Heks, of ik kom u op u bek. Griet. Zie daar hebje liet alweer! — Sleat my nu eens Honsvot in Prefentie van deeze Lieden. — Je bent een Schelm; want, toe je my onlangs zoo mishandelt hadde, kwam gy immers daags daar aan op Zolder by my? — zeggende, Griet zie hier hebbe 'ik hem voor den dag gebaaldt, 'toe Lieve Griet! Neemt hem eens in u Hand; al heb ik u kwaat gedaan , zoo heeft by het niet gedaan. Westlander. Je bent een Hoer ! Griet. Dat weet ik wel, maar nou wil ik uitfpreeken : — Toen ik dit ding zog , konde ik het niet langer houden, ik ging dan leggen, en gy deed u zaak zoo goed en kwaad als het mogelyk was. B 4 Wist-  Westlander. Vroumens maak my de kop- niet heet, Want ik'zou ook wel iets van u kunne vertellen, Griet, Wel wat zou je zeggen? Westlander, Wel Hoer! heb je dan op zekere dag niet »an Hendrik Elvers gevraagt, om zyn Klap/puit by u eens uit te Jckudden ? en dat gy hem een dingetje zoude late knusfelcn, als hy u zyn Zilvere Snuifdoos Griet.' W:l al was dat ook ivaar , zoo heb ik het gedaan om dat gy $e Pokk. , aan u gat hebt, en mji piet meer kan helpen. Ontydig, DuiveJIyntje, en van Duintje, alledrie gelyk fpreekende. Foei Griet! Schaamt u Doétor! — Maar zullen wy ook in die Comedie genoemt worden? Griet. Waarom Duivel zou jeluy meer gefpaard. Worden, als ik 3 je hebt immers alle geholpenom den Doctor ^yn Brief getekend JVeJilander je helpen opitelien. O n t r d i ©. Ik heb den Doétor maar myn gedagte gezegd. Griet  ( H ) Griet." Pad 11 mond gehoude, Babbelaar. DUIVESTTNTJE. Jaa nou ben ik verlooren ! Nu kan ik geen Dia* ton worden te Paafcben ! want iemand daar den fpot mede gehouden wordt, — is immers infaam ? Griet. Jaa jou fyne hondt, aan u is niet veel geleegen,maar Helaas; (a/ huilende) myn Lieve Doctor , wat zal er van u worden, en van u arme Grietje? Van Duintje. Zou ik dan myn Compagnie Fufeliers ook hier ©mme kwyd raaken ? Griet. Wat Duivel is 'er aan die, en u gelegen ? Westeander. Hoor Griet, houd het ftil, ik zal 'er tegens fchryven. G r „i e t. Houd het ftil! — er,zyn reets meer dan twintig Courante op het Dorp daar het inftaat,— en zal jy 'er teegen fchryven?  Westlanber. , JRa zeS »k u, en hier inne zal my JFyio Wyboz. diè domme Fries wel in helpen. Griet. Laat het met Wybo Wyboz. niet gaan, zoq als het over eenige jaaren met de Courantier van Keulen ging. W estlander. Wel hoe ging het er mede? Griet. Wel hy kreeg een brave dragt flagen, moef| er Quitantie over geeven: en een hond had hec fcem gebeeten. Ontydig, Duiveflyntje, er, van Duintje, all;t drie opffaande, nceme van Weftlander af- ' Jebeid, zeggende.-. Dodtor wy gaan naa huis, ~ onze wyve zullen nieuw opzien van dit alles. — Nagt Doétor Nagt Grietje. A  DERDE TOON.E EL. Verbeeld bet Plyn van Naaldwyk; waar op twintig Boeren vergaderen, half zat zynde, -— Weftlander Jlaat ag:er een Boom, om alles aftezien. Dronke Boere, J"Ioezée, Hoezee, Vivat de Prins van Oranje. JVeJïlander fpreekt teegens van Duintje en Duivejlyntje. Wat beduit dat geroep Duiveftyntje? DUIVBSTYNTJE, Dat zyn Boere, die wille leeren Exerceeren, Westlande*. Wel dan moeite zy roepen Vivat de Vryheid, DUIVBSTYNTJE. Wel weet je dan nog niet Doétor, dat die domme Menïche, zig verbeelden dat den Prins B 5 va« DERDE BEDRYF.  ^an Oranje, ende.Vryheid een en dezelve zaak zyn ? W estlandeb. Wel, u en Duiveftyntje haar werk is het, x>m de onnozele Lieden te beduiden, dat de Prins, de Vyand is van de Vryheid. Van Duwtje, en Duivestyntje. Neen Doctor , dat kunne wy in gemoede niet doen, dan waare wy eerft oprcgte Oproermakers! ftiaar Wybo Wyboz. zal dat in zyn Courant wel doen. Westlander. Dat is 'er wel op gevonde, — die Vent zegt alles wat hem voor de Bek komt. — Leeft de Courant maar van Delft van den 3de Maart 'J7%5' — en ziet hoe die Karei durft fpreeken ran den Stadhouder: — Hy zegt, dat deeze Vorft, opgevoedt door den Hertog van Brunswyk, voor de Republiek niet gezind is, en dat denzelve Republiek niets van dien Vorft, ten befte te wagten heeft. Van Duintje. Wat zeg je daar Do&or ? Westlande r>. Daar is de Courant. Duivejlyntje, Leezende. Den Courantier, zegt daar en boven dat een Gekroond Hoofd aan hem Courantier heeft laten 5veten > dat den Hertog een ongeoorloofde Cor- re£  ( n v refpondentie , met het Garnizoen"van Maaftrigt houd, en dat om die Stad aan den Kei/t'r inhandcn te doen vallen. — Ziet nq eens Doctor, hoe veel Perfoonen dien L-furacr in. eens in verdenking bren