r 312 L 145     D E HERSTELDE FABRIKANT.     D E HERSTELDE FABRIKANT. TOONEELSPEL. Te AMSTERDAM, By D. SCHUURMAN, Boekverkooper. 1782.   AAN DEN L É E Z Ë Ri j££et kwam my niet ongepaji voor, op myn voorgaande Tooneelfpel, dat onde.r den Tytet van Het Nieuwe Nèderlandsche , Fransche , Americaanschê en Engelsche Kolfspel, in 'i licht verfcheenen is, deezen mynen Herstelden Fabrikant, te laaten volgen. De goede uitjlag welke myne,ten deezen opzichte, eerfie pooging gehad heeft, heeft my daartoe niet weinig aangemoedigd, en ongetwyfeld zullen fommigen het tegenwoordige Stukje met my voor een gepaft vervolg op het bovengenoemde voorgaande houden; zo deeze fommigen yerfiandige Leezers zyn, zal de goedkeuring my ylyen; zo niet, hoop ik dat de verftandigen my het zullen vergeeven mynen tyd gebruikt ie hebben om zotten te vermaaken: het was myn oogmerk niet; —= maar wie Jlaagt in zyne oogmerken altoos? A 3  PERSOON AADJEN. Fabrikant. Uk ia, Vrouw f yvan FabrikafiB. Werklust, Zoon} Patriot. Sembler. Vrylief. Kwaadoog. horribleness. Ecnige Kinderen van Fabrikant en Unia. Het Tooneel is in het eerfie Bedryf in het huis van Fabrikant, en in het tweede Bedryf in dat van Patriot.  DE HERSTELDE FABRIKANT* EERSTE BEDRYF. EERSTE TOONEEL. Midden op het Tooneel fiaat een wel van fpys voorziene tafel, rondom, dezelve zit Fabrikant en zyn gantfche Gezin. Fabrikant, Unia, Werklust, cn verdere Kinderen van Fabrikant. Fabrikant. Toornt Kinderen, nu eens een fris glaasje, op de gezondheid van onzen nieuwen vriend Vrylief. Werklust. Met al myn hart, vader. (Afa alle de glaasjes vol gefchonken zyn, neemt ieder het zyne in de hand.) Fabrikant. God geeve hem gezondheid en eenen onafgebrokenen voorfpoed! A 4 Unia.  8 DE HERSTELDE Dat wenfcht myn hart met U. Werklust. Die het niet wenfchte kon geen rechtaartig Nederlander zyn. Fabrikant. Een drievoudig hoezé , toone dat wy allen rechtaarte Nederlanders zyn. (De kamer weêrgalmt van het herhaald roepén; de gezondheid van Fryftef hoezé!) . UniAj na men zig weder aan 't eeten hegeeven heeft. My dunkt dat laatfte glaasje wyn, heeft my by uitneemendheid gefmaakt. Werklust. Geen wonder, Moederlief! gy dronkt het op de gezondheid van onzen nieuwen vriend! Fabrikant. Dat hebt gy wel, Zoon! zulk een teug verkwikt thans het hart, en wy hebben waarlyk ook lang genoeg gewenfcht om dezelve eens te mogen drinken. Maar als ik het wel bedenk, dan hebben de vrienden van den Heer Patriot, de deugdzaame getrouwe en fchrandere Amsterdammers , ons zulks reeds voorlang toegedacht. Un ia.  FABRIKANT. 9 Unia. Ja waarlyk, zy hadden 't wél met ons voor. Werklust. Zy hebben onzen vervallenen ftaat altoos met medelyden aangezien. - Unia. 6 Het zyn lieve menfchen! Fabrikant. My dunkt wy zouden ondankbaar zyn, zo wy hunne genegenheid niet met een glaasje vereerden. Unia. Met twee, met drie Fabrikant. Zo moeder zo, het oude vuur is in uw hart weder recht aan 't branden. Unia. Ja zekerlyk ben ik een vriendin van de eerlyke Amfterdammers. Fabrikant. Kom, een boordenvollertje, op hunne gezondheid. (Zy fchenken de glanzen tot overloopens toe vol.) Unia. God; — de vader van alle menfchen; — Hy die onze banden gebroken heeft; die onze A 5 arnv  io DE- HERSTELDE armlyke woning tot een paleis; onze fobere tafel (Zy barjl uit in traanen.) Fabrikant. Hoe! braave vrouw, waartoe deeze traanen ? Unia, /nikkende. Och! — myn hart Fab rikant. Volvoer uwe waare INederlandfche taal. Unia. Ik kan niet. Fabrikant. Kom, op de gezondheid der Amfterdammeren! (Het drinken van deeze gezondheid gaat weder vergezeld van een herhaald hoezé. Na gedronken te hebben zegt Fabrikant) Och dat fmaakt! (Na Werkluft eenige oogen* blikken aangezien te hebben.) Wat maakt u zo bedeelt zoon ? zyt gy zo gevoelig voor de traanen van uwe moeder? Werklust. Gy weet dat ik haar bemin, Vader; evenwel zyn het haare traanen alleen niet, waar door ik thans getroffen ben. Fabrikant. Wat is dan nog meer de oorzaak uwer bedeesdheid. Werk-  FABRIKANT. Werklust. Hoor vader. ■ Toen ik voor weinig tyds, door hen ftilftaan myner getouwen genoodzaakt , was, een gedeelte van onze nooddruft te gaan bedelen .... Unia. Zwyg, bid ik u, lieve zoon, van dien akeligen tyd. Fabrikant. Nu moeder laat hem fpreeken; wy zyn die verfchrikkelyke woeftyn immers reeds door gereisd; de tyd onzer omzwervinge is geëindigd, en wy zyn in het land van belofte aangekomen. Ga voort Werkluft, ga voort. Werklust. Onder alle de voorbygaanden, zag ik,op zekeren dag, ook dien beminnelyken Grysaart, waar van Mynheer Patriot zo dikwyls fpreekt. Unia. En met zo veel lofs van fpreekt Fabrikant. Geen wonder, het is de befte man des werelds.Nu Werkluft, die beminnelyke Grysaart? Werklust. Bleef voor my ftaan. — Uit eerbied voor hem floeg  li 12 DE HERSTELDE floeg ik myne oogen neder; want Vader,de achtbaarheid en majefteit, welke op zyn gelaat verfpreid is, boezemt hoogachting en ontzach in. Waarlyk zyn oog is bekwaam om de oneerbiedigheid zelve te temmen. — Hy vroeg my naar de oorzaak myner armoede. -__ Ik ben een Nederlandfche laken weever Mynheer, zeide ik, en ik zag dat hy op 't hooren van die woorden verbleekte. Lieve God! zeide hy, en loosde tevens een zucht die my Stoutmoedig maakte, zo dat ik myn antwoord vervolgde, met te zeggen: * De vreemdeling Mynheer! de vreemdeling heeft my van 't geluid, van 't aangenaame Muzyk myner getouwen beroofd, en genoodzaakt myn brood te moeten bedelen. Myn vader Fabrikant teert uit door gebrek, en myn lieve moeder Unia ligt doodlyk krank. Unia. Èn wat zei die braave man daar op, lieve Zoon? Fabrikant. Kon hy ons? Werklust. Of hy u kende? hy verzekerde my dat uw toeftand hem aan 't hart ging, en beloofde alles in 't werk te zullen Hellen wat dienen kon om u wederom in de armen der welvaart te brengen; ik zal  FABRIKANT. 13 -zal den vreemdeling weeren, zeide hy, en maaken dat Vrylief zig met u en uwe ouders verbind, al zou het ook myn gryze hoofd koften. Unia. 6 Die goede Man! Fabrikant. Hoe zal hy zig in onze welvaart, de vrucht van zyne vaderlyke zorg verheugen! Werklust. Hy gaf my een aalmoes en voegde 'er de volgende hartlyke taal hy; „ Ontvang deeze geringe „ blyk van liefde van uwen vader, en geloof dat '„ hy niet zal ruften voor dat hy u weder geluk„ kig zie." Fabrikant. Ja hy is wel onze vader en de vader van alle zy-. ne Stadgenooten. — Komt kinderen, my dunkt het ware onverfchoonelyk zo wy de gezondheid van deezen Grysaart niet dronken; ter zyner eere moeft zelfs de eerfte dronk, die wy gedaan hebben, geweeft zyn. TWEE,  14 DE HERSTELDE TWEEDE TOONEEL. De voorigen. Kwaadoog. Kwaadoog. Hy komt in, terwyl ieder bezig is met zyn glas op te vatten. nfo Mynheer Fabrikant.' dat is een ander Ieven. Unia. ter zyde. Och! waarom komt dat laftige menfcb ons ftooren i (Alle de kinderen yqn Fabrikant, behalven Werkluft, over de komjl van Kwaadoogverdrietig zynde, vertrekken.) Fabrikant. Ja Heer Kwaadoog, dat is het ook;, ik begin nu wederom in myne oude plooi te komen. Kwaadoog., Het is my lief, vriend! ik hoop flegts dat uwe welvaart beftendig zal weezen. Fabrikant. Gy hebt zulks meermaalen gehoopt, en dat te my aangenaam. Fabrikant. Hoe zo ? kwaadoo g. Wel om dat het my doet begrypen dat de beften- dig.  FABRIKANT. 15 digheid van myne welvaart ten minften nog te hoopen is. W erklust. Maar daar is ook zekerheid voor. Kwaadoog, lachende. Zekerheid! zekerheid jongetje! waar in tog zou die zekerheid' beftaan ? Werklust. In twee goede borgen. Kwaadoog. Borgen! ja vertrouw maar niet te veel, gy zoudt u wel ligt bedroogen kunnen vinden. Werklust. Myne borgen zullen my niet bedriegen. K waadoo g. Men zou door hen te kennen daar van kunnen Oordeelen. — Wie zyn uwe zogenaamde borgen ? (Werkluft Jleekt beide zyne handen op, het geen Kwaadoog doet bloozen.) Unia. Dat is wel gedaan. Kwaadoog. Maar die borgen hebben u meermaalen ongetrouw geweeft. Were.  ïê DE HERSTELDE. Werklust, driftig opflaande, zegt op een vergramden toon. Wie! zy ongetrouw geweeft! Unia. Neen waarlyk, nimmer. Werklust. Zy waren geboeid. Fabrikant. En nu zyn die boeijensverbrooken, Heer Kwaadoog , dat maakt een groot onderfcheid. — * Maar kom, laat ons niet twiften. Wilt gy met my een glaasje van vriendfchap drinken? Kwaadoog. Waarom niet? Unia, terwyl Fabrikant zyn glas Kwaadoog aanbiedt. Zou 't ook kwaade gevolgen kunnen hebben? Kwaadoog. Gy fpot Vrouw Unia, doch ten onrechten. Werklu st. Neen, billyk. Kwaadoog. Hoe! billyk? WER-Cr  FABRIKANT. ff Werklust. Ja, billyk. Kwaadoog. Waarom ? Werklust. Om uwe achterdochtigheid in een nadeelig licht te ftellen. Fabrikant. Kom Heer Kwaadoog, ftoor u daaraan niet^ en drink eens. Kwaadoog. Ik zal. (Hy brengt het glas aan zyri mond, doch trekt het fchielyk te rug, en zet het, bevende, neder.) Fabrikant. Hoe, vriend Kwaadoog! gevoelt gy u niet wel i Werklost- Ik ben ontfteld. Fabrikant. Waardoor ? Kwaadoog. Het is franfche wyn. Fabrikant. Nu ja, wy drinken die tot onze veriterking. Werklust. De gezondheid van allefranfchen. (Hydrinkt.) B ÜNIAV  18 DE HERSTELDE Unia. Dat behaagt my. (Zy drinkt mede.) Fabrikant, tegen Kwaadoog. Houdt gy niet veel van franfchen wyn ? kwaadoog. Op verre na niet. Fabrikant. Waarom niet? Kwaadoog. Hy is zeer bedriegelyk. Unia. Maar niet voor my; want ik gevoel wel zeer duidelyk dat hy my verfterkt. Werklust. Ik mede. Fabrikant. OndertufTchen geloof ik, Heer Kwaadoog, dat Vroomaart nimmer zo gelukkig gefpeeld zou hebben , ware het niet dat de franfche wyn zyne fpieren gefterkt hadde. Kwa ad 00 o. Geloof wat gy wilt; verheug u in de meerdere kracht welke gy zo duidelyk ge voelt dat de franfche wyn  FABRIKANT. i9 wyn u byzet; maar ik verzeker u dat gy u zult bedriegen. Fabrikant. Hoe! bedriegen ! dan moeSl myn gevoel my bedriegen , ■ en dat is te veel voorondersteld. Kwaadoog. Neen vriendlief uw gevoel bedriegt u voor heÉ tegenwoordige niet; maar de gevolgen. Unia. Alweêr die gevolgen. Werklust, tegen Unia. Die gevolgen-zullen den man nog eilhoofdlg maaken. Fabrikant. Maar Heer Kwaadoog voor welke gevolgen zouden wy dan te duchten hebben ? K w a a d o o g. Gy kent zekerlyk den aart van den franfehen wyn niet? Fabrikant. Niet nader dan dat ik gevoel dat hy my versterkt en vervrolykt. K waAdoog. Ja,maar verder.  ao DE HERSTELDE Werklust, driftig. Waarom verder, Kwaadoog ? — die al te ver wil zien, verwaarlooft veeltydshet tegenwoordige. Kwaadoog. o Jongetjelief gy zyt te heethoofdig; neem my niet kwalyk dat ik het zeg. Werklust. Ik verheug my gaarne met het tegenwoordige, en laat God voor het toekomende zorgen. Kwaad oog. Ja maar dat is de hartflag voor het menfchlyke vernuft. Unia. Het ware te wenfchen dat de menfchen wat minder op hun vernuft fteunden. Kwaadoog. Hoor, tegen u beiden zou ik het te kwaad krygen. Vergunt my met den Heer Fabrikant alleen, te mogen fpreeken: met hem kan ik veel beter over weg. (Hy fchuift de glaasjes die digtjt by hem fiaan, met de duidelykjie blyken van afkeerigheid, te rug, en zegt:) De opklimmende dampen hinderen my geweldig. Fabrikant. Maar vriend, Kwaadoog! welke is dan de aart van  FABRIKANT. ar van den franfchen wyn , in den uitgebreidften zin? Kwaad oog. Hoor; hy verheugt en verfterkt, gelyk gy te recht zegt, wanneer men hem naauwlyks gedronken heeft of nog met drinken bezig is; maar daarna, ö! gy zoudt het niet gelooven, daarna verwekt hy de vreezelykfte Stuiptrekkingen, en brengt den drinker zelfs op den oever des doods. Fabrikant. Is 't mogelyk! Werklust. Geloof hem niet, Vader. Kwaadoog. Gy zult het, doch te laat, ondervinden. Unia. Het is aan Vroomaart en Vrylief nog niet gebleeken; en zy beiden hebben echter van denzeïven gedronken. Kwaadoog. Het is de tyd nog niet. Werklust. Zo kunt gy u altoos redden. B 3 Kwaad-  S2 DE HERSTELDE Kwaadoog. Ei laat my,bid ik u,tog met Mynheer uwen Va-: der fpreeken! Werklust. Nu fpreek met hem. Fabrikant. Maar gefteld Heer Kwaadoog, dat uwe kundigheid van den franfchen wyn, gegrond zy : gefield dat hy waarlyk zulke nadeelige gevolgen heeft; men kan echter in de noodzaakclykheidweezerivan hem wel te moeten gebruiken; dan naamlyk,wanneer men oogenbliklyk flerkte noodig heeft, en in dat geval bevonden Vroomaart en Vrylief zig zekerlyk. Unia. Heer Kwaadoog zou mhTchien gaarne gezien hebben, dat zy de eer der overwinning verroekeloosd; met Horriblenesf en Robber de handen in één geflagen , en zamen uit een zelfde Kom, oprechte britfche punch gedronken hadden. Kwaadoog. Gy hoont my Vrouw Unia. Fabrikant. Vergeef het haar Mynheer! onze tegenwoordige verbeterde ftaat, maakt haar doof voor alle aanmerkingen op de gevolgen. ' Kwaad-  FABRIKANT. 23 Kwaadoog, Evenwel zal ik haare bitfche rede beantwoorden. Hoor Vrouw Unia, het is verre van my, dat ik de punch boven den franfchen wyn zou verkiezen, ik weet al te wel dat niemand zig immer by het gebruiken van denzelven wel bevonden heeft; de hiftorlën vertellen ons zulks, ten opzichte van onze voorvaderen, maar al te duidelyk; neen ik prys de punch niet aan, dat waare louterczotheid, fchoon 'er heden nog veelen gevonden worden, dat juift geene britten zyn, en echter dien drank zeer beminnen; — maar ik zou gaarne gezien hebben dat Vroomaart; want van Vrylief wil ik nu niet fpreeken: die .bevond zig in eéne geheel andere omftandigheid, dat Vroomaart, zeg ik, zig met het Nederlandfche bier verfterkthad, eer hy tegen de Britten opgetrokken ware. Werklust. Waarom ? KwAADÖOG. Om dat hy dan voor geene gevolgen te duchten zou hebben. Unia terzyde, doch eenigzins luidfpreekende. De hel heeft die gevolgen in zyn arm hoofd gebragt. JKWAADOOG. Wat zegt gy, vrouw Unia ? ■ " B 4 Unia,  54 PE HERSTELD^ unia. Niets. Werklust, lachende, Neen waarlyk niets. Kwaadoog. Het fcbynt dat gy met my fpot. Unia. Hé neen! Werklust, lachende. Pat ware onredelyk. Kwaad oog, ernjtig. Ik twyfel 'er aan. Unia, mede ernjlig. Met reden. Fab rikant. Maar Moedertje gy neemt den toon te hoog. Unia. Waarom ? Fabrikant. Pet zon u kunnen berouwen. Unia^ My? Fabrikant. Qngetwyfeld. Unia.  FABRIKANT. ?y Unia. Het zou my kunnen berouwen! Fabrikant. Ja zeg ik u. Unia. Waarom ? Fabrikant. Om dat gy den vrede bemint. Unia. Nu ja. Fabrikant. En 't verfchil met Heer Kwaadoog, dat gy beiden op een bitfchen toon voert, zal, geloof my, twift veroorzaaken. Unia. Om dat ik den vrede en eenigheid bemin, en zeer duidelyk zie dat Sembler fchynt beflooten te hebben , zig op de redelykfte wyze met ons te vereenigen, kan ik niet dulden dat Kwaadoog, dat achterdochtig en ieder verdenkend menfch, altoos zyne gevolgen opdifcht. Kwaadoog. Maar B 5 Unu.  £6 DE HERSTELDE. Unia. Is het my geoorloofd voort te gaan ? Kwaad oog. Waarom niet? Unia. Hoor dan. K waad oog. Gaarne. ,T HAaiaa a '[ Unia. Laaten uwe gedroomde en Sembler ten hoogften beledigende gevolgen zyn wat zy willen, één van twee is waar, of dat de gevolgen voor ons gunftig of dat zy voor ons nadeelig zullen weezen. Kwaadoog. Zekerlyk. Unia. Nu, indien gunffig, dan zult gy my toeftaan dat wy niet te klaagen zullen hébben. Kwaadoog. .•3'jlloj -;i.:> jam esvw . :;';!abji eb 00 ■orf r;c,d Dat is zo, maar indien zy dan nadeelig bevonden worden? Unia. Wel nu, zo wy dan uwe voorgewende gevaarlyke werkingen van den franfchen wyn befpeuren, is immers het tegengift daar voor in gereedheid? 3. Kwaad-  FABRIKANT. 27 Kwaadoog. Het tegengift! , Unia. Ja. Kwaadoog. jrn wat? . ; wat is dat tegengift? Unia. Wel het Nederlandfche bier. Werklust. Zo is 't Moeder. Fabrikant. Zekerlyk. Kwaadoog, verwonderd Het Nederlandfche bier, zegt gy? Unia. J^ Kwaadoog. Wel nu komen wy in éón fchuit, vrouw Unia. Unia. Dat is my lief; de eensgezindheid is al myn vermaak. Kwaadoog. Ik heb immers gezegd, dat het Nederlandfche bier alleen, gebruikt moeit geworden zyn. U:ïia.j  a8 DE HERSTELDE Unia. Ja maar onze Brouweryen waren niet aan de gang- Kwaadoog. Dat had moeten weezen. Werklust. Maar dat was ondertufTchen zo niet. Unia. Ook bevinden wy ons in dat geval niet meer; want daar wy ondervonden hebben dat het Nederlandfche bier ontbrak, zyn onze Brouweryen in orde gebragt, zo dat wy voortaan geen dorli meer zullen Jyden. Kwaadoog. Hier echter drinkt men nog franfchen wyn. Unia. Hier is men nog niet beducht voor de kwaade gevolgen. Kwaad oog. Men is hier wat te ligtgeJoovig. U nia. Neen; maar men zou u hier den aart van den franfchen wyn nog eerft recht kunnen leeren kennen, en u dus van uwe vrees voor de gevolgen daarvap, kunnen geneezen. Kwaad-  FABRIKANT. Kwaadoog. My den aart van den franfchen wyn keren kennen? ünia. Ja. KwAADÖOG. ö Dezelve is my volmaakt bekend. ünia. Gy vlyt u. Kwaad oog. Geenzins: myne kundigheid ruil: op de ondervinding van veele eeuwen herwaards; de hiftoriën hebben my daar van onderricht. Unia. Maar lees uwe hiftoriën dan nog eens aandachtig na, en gy zult ongetwyfeld vinden, dït de kracht van het Nederlandfche bier is, gelyk ik u zo even gezegd heb, en dat daarom een Nederlander zonder fchroom den franfchen ■ wyn kan gebruiken; dat voorders gemelde wyn wel degelyk bekwaam is het hart van eenenNederlander te verkwikken, om dat hy een zeer verfterkend vermogen bezit. Werklust. Met reden dringen dan onze voornaamfte Nederlanders thans op het gebruiken daarvan zodanig aan. r A-  30 DE HERSTELDE Fabrikant, Hy omhelft zyn vrouw zeer hartlyk. Lief menfch! Werklust. Vader, my dunkt wy moeften met een glaasje franfchen wyn de gezondheid van moeder nog eens drinken. Fabrikant. Zeer gaarne myn zoon: zo Jang vrouw Unia Welvaart, kan het Fabrikant niet kwalyk gaan. (Hy drinkt met Werkluft, de gezondheid van Unia.) Unia, tegen Kwaadoog, die het voorgemelde drinken met onvergenoegde oogen aangezien heeft. Nu? — zal ik het genoegen niet hebben, dat gy my ook het welvaaren wenfcbt ? Kwaadoog. Geef my een aarden kroesje met Nederlandfch bier, dan zal ik uwe gezondheid drinken; want de wel. vaart welke u by het drinken van den franfchen wyn toegewenfcht wordt, ftaat tog flegts op loffc fchroeven, en is maar wie nadert ons. Unia. Hemel welk een aangenaam bezoek mogen wy ontvangen I Werk.  FABRIKANT. gr Werklu st. Wie is 't Moeder ? Unia. De Heer Sembler met Vryiief. DERDE TOONEEL. De voorigen. Sembler, Vrylief. (Sembler houdt Vrylief by de hand, en geleidt hem ter kamer in.) Sembler, tegen Vrylief. Zie hier het verblyf van den man, die voortaan uw boezemvrind zal weezen. Fabrikant. Waaraan zyn wy het geluk verfchuldigd, Mynheer Sembler , van u in onze woning te mogen zien ? Sembler. Aan myne belanglooze zucht voor den welvaart van Vrylief; een zucht die op de gerechtigheid van zyne zaak gegrond is. Unia, die maft Kwaadoog ftaat, zegt zacht tegen hem. Zou dit Mynheer Sembler wel zyn? Kwaadoog, verftoord. . ■ Ik weet het niet. Unia.  |2 DE HERSTELDE Uni a. Bezie hem eens wel. Kwaadoog. Het raakt my niet. Fabrikant. Hy heeft inmiddels de Heereri Sembler en Vrylief floelen aangeboden, waar van deezen echter geen gebruik maaken. Wat geluk mag ik genieten Sembler. Geene loftuitingen vriend Fabrikant: alles wat ik doe vordert de pligt en de menfchlykheid Van my. Uwe voorfpoed is my zo aangenaam; dat ik niet kan nalaaten mynen vriend Vrylief uwer befcherminge aan te beveelen. (Hy vat de hand van Vrylief als mede die van Fabrikant, en legt ze in elkander.) Zyt vrienden; zyt onfcheidbaare, zyt boezem vrienden; geloof en belang, de beide afgoden van het menfchlyke hart, houden u voor eeuwig vereenigd. Unia, tegen Kwaadoog. Ik geloof waarlyk niet dat het Sembler is* (Werkluft, lacht.) Fabr ikant. Gy verrukt my Mynheer. — Ik kan van ver*  FABRIKANT. 3j verbaasdheid naauwlyks fpreeken. Ja Vrylief zy myn vriend. (Hy omheljt Vrylief) Unia. Tot dus verre zyn de gevolgen nog al draageJyk, Heer Kwaadoog. Kwaadooc. Goed, goed, vrouw Unia; — gy zult vrees ik nog wel eens uit een anderen toon zingen. Unia. Ja, indien Sembler, tegen Fabrikant. Befcherm hem, en onderfteun hem met uw vermogen, dat door zyne vlytongetwyfelddagelykfch zal vermeerderen. Ja , Heer Fabrikant! befcherm hem; hy is my lief. Kwaadoog, ter zyde. Om de gevolgen. Sembler. Het is een dierbaar voorwerp, dat ik uit de kaaken des doods gewoekerd heb. Kwaadoog, nog ter zyde. Zelfbelang. Werklust, (ftil tegen Kwaadoog ) Spreek uit de Borft. C Kwaad-  54 DE HERSTELDE. Kwaadoog. Dat is niet noodig. Fabrikant, tegen Vrylief. Gy zult myn rechterhand zyn. Vrylief. Gy myn fleun en toevlucht. Sembler. • Daar op omhels ik u beiden, benevens uw gantfche gezin; (Onder het omhelzen.) niets vuüriger wenfchende, dat dat onze onderlinge verbindenis nimmer verbroken worde. Kwaadoog, ter zyde. Ja, ja, dat zal wel gaan. (Als Sembler hy Kwaadoog komt om hem mede te omhelzen, trekt deeze zig te rug, en zegt:) Kwaadoog. Verfchoon my Mynheer! Sembler. Hoe! Unia, tegen Fabrikant. Dat laftige menfch! Fabrikant. Deeze onbefcheidenheid had ik niet verwacht. Werk-  : FA BRIKANT. 35 Werklu st. Hy zal voor gevolgen vreezen. Sembler, die Kwaadoog , geduurende de voorgaande tusfchenpoozing, met de grootjle verwonderinge aangezien heeft. Wat wil dit zeggen, Mynheer? kwaadooo. Niets. S embler. Niets! Kwaadoog. Niets anders dan dat gy, voor myn neus, te fterk gepomadeerd zyt; ik kan die franfche lucht met wel verdraagen. , ? Sembler. Gy hoont my. Kwaadoog. Het is uw aart, ligtlyk gehoond te kunnen Worden , en daarom zyt gy een gevaarlyke hulp. (/// vertrekt.) C » VIER.  3fr DE HERSTELDE VIERDE TOONEEL. Fabrikant, Unia, Werklust, Sembler, Vrylief. Sembler. Tk had zulk een compliment by u niet verwacht, Heer Fabrikant! Fabrikant. Het doet my leed Mynheer, dat is alles wat ik 'er van kan zeggen. Unia. Verfchoon uwen belediger Mynheer, zyn gemelyke aart maakt hem voor ieder onverdraagelyk. Sembler. Maar dan moet hy zig by niemand begeeven. — Het zou my op veel na niet vlyën, wanneer ik op deeze wyze voor mynen betoonden yver en welmeenendheid beloond werd. Fabrikant. Bekreun u des niet Mynheer, de tyd zal hem ftreng genoeg Straffen. Unia. Door hem befchaamd te doen flaan, overzyne zo dikwyls voorgewende gevolgen. Sem-  FABRIKANT. 37 Sembler. Gevolgen! — Waarvan ? Fabrikant. Ei Mynheer, 'tzyn beuzelingen, niet waardig dat gy 'er uwe aandacht op verligt. Sembler. - Kom laat ons dan gaan: de Heer Patriot verwacht ons allen tot zynent. Fabrikant. Met al ons hart. Einde van het eerfte Bedryf. C3 TWEE-  DE HERSTELDE TWEEDE BEDRYF. EERSTE TOONEEL. Patriot, Kwaadooq. Patriot. /^*y verhaalt my dat op zulk een vrolyken toon, Heer Kwaadoog. Kwaadoog. Nu ja. Patriot. Doch ik hou uwe daad voor zeer onbezonnen. Kwaadoog. Onbezonnen! Patriot. Ja. Kwaadooq. Waarom ? Patriot. Om dat gy Sembler indedaad gehoond hebt. Kwaadoog. Immers heb ik u daardoor nu getoond, hoe ligt hy zig voor gehoond zal houden; hoe veel hy zal durven eisichen op rekening van zynen betoonden by- ftand,  FABRIKANT. 39 ftand; en hoe redelyk ik derhal ven voor kwade gevolgen beducht ben. Patriot. Maar uwe vrees voor kwade gevolgen, heeft daar door geen gunftiger gedaante ontvangen. K waad oog. Niet? Patriot. Volftrekt niet. Kwaadoog. My dunkt wel degelyk van ja. Patriot. Gy vleit u. Kwaadoog. Ik doe niet. Patriot. Indedaad gy doet het. Kwaadoog. Bewys. Patriot. Gy vergeet dat gy de belediger zyt. Kwaadoog. Dat 's mis vriend: ik heb alleenlyk beproeft, hoe veel de zo hooggeroemde vriendfchap van Sembler , van een' vriend wel zou kunnen verdiaagen. C 4 Pa.  40 DE HERSTELDE Patriot. Ja maar gy moogt niet beproeven, dat ftaat u noch geenig menfch vry. Kwaadoog. Wel neen zeker niet, ik moefi; my mede door den fchyn laaten bedriegen. Patriot. Hoor, gy moet een vriend vertrouwen, dit moogt gy ondertuflchen met omzichtigheid doen, en als dan die vriend zelf zig ongetrouw te zyn vertoont, dan is het uw tyd eerft, om u tegen hem te fteJIen. Kwaadoog, lachende. Een fchoon beginfel. Patriot. Waarom niet ? Kwaadoog. Het is beproefd. Patriot. Ja menigmaal. Kwaadoog. Maar valfch bevonden. Patriot. Neen nimmer: het is op 't gezond verftand gegrond. Kwaai>  FABRIKANT. 4i Kwaadoog. En ons verfchil met Horriblenesf en Robber kan van de valfchheid uwer grondftelling mede niet getuigen? kan het wel? Patriot. De Britten zyn niet roet omzichtigheid vertrouwd. Kwaadoog. Gelyk Sembler thans mede niet gedaan wordt ik zeg nog eens en zal het zo lang ik leef ftaande houden, dat wy alleen hadden moeten fpeelen. P atriot. Gy hebt van de gezonde Staatkunde een even ongegrond en onberedeneerd denkbeeld als van de vriendfchap. My dunkt de menigte die vóór onze verbintenisfen met Sembler en Vrylief is , die menigte alleen moeit u bewyzen dat gy dwaalt. Kwaadoog. Indien de item der menigte ten bewyze kan verftrekken, dan kunnen wy, met zekerheid, veele voornaame lieden voor fchurken verklaaren. Patriot. Wederom eene dwaling. Kwaadoqg. Waarom nu tog eene dwaling! C 5 Pa-  42 DE HERSTELDE Patriot. Omdat gy niet met onderfcheidinge te werk gaat: gy oordeelt niet. KwAADOOe. Ik oordeel niet! - Patriot. Neen, indedaad niet. Kwaadoog. Ik oordeel wat al te veel: indien ik minderoordeelkundig dacht, zou ik my by u en anderen niet zo gehaat maaken. P atriot. Hoor,indien gy oordeelkundige befluitenvormde, zoudt gy het door u aangehaalde voorbeeld niet tegen myne ftelling inbrengen; want de menigte die ten voordeele van de in verfchil zynde verbinteniflen haar ftem verheft, beftaat uit verftandige lieden, voornaame mannen, welken het gegeeven is, onze zaak tot in het hart toe te kunnen zien ; daar zy, door wier geroep, ware het dat men het aanname, veele aanzienlyken tot fchurken zouden worden, domme, bevooroordeelde en partyzuchtige menfchen zyn. Ziedaar! — welk een onderfcheid. Kwaad-  FABRIKANT. 43 Kwaadoog. Ik kan niet zien dat uwe medevoorstanders der verbinteniffen zulke doorzichtige'mannen zyn. Patriot. Laat ons van wat andersfpreeken,Heer Kwaad, oog. Kwaadoog. Waarom? Patriot. Om dat ik u, zonder u te vernederen, thans niet kan antwoorden. Kwaadoog. Zonder my te Vernederen! Patriot. Neen maar zie daar my gelukkiglyk uit myne zwaarigheid gered. TWEEDE TOONEEL. De voorigen, Fabrikant, Werklust, Sembler, Vrylief. Patriot , gaat hen aan de deur ontvangen. 2iyt welkom edele vrienden! zyt welkom! Kwaadoog, ter zyde. Hoe! Sembler ook! — zal ik dan overal den Franfcbman vinden. _ r a-  44 DE HERSTELDE Fabrikant. Hy omheljl Patriot. Nimmer kan ik u myne dankbaarheid genoeg toonen. Patriot. Uwe welvaart is my Jief: uw huis onder de gunflige invloed van Mynheer Sembler, en de yverige medewerking van den deugdzaamen Vrylief te zien bloeijen, in grootheid te zien toeneemen is al myn vermaak. (Kwaadoog, toont de uiterjle blyken van misnoegdheid.') Sembler. Ik heb mynen dierbaaren vriend Vrylief, in handen van den wakkeren Fabrikant gefteld, Mynheer ; ik hoop dat gy het uwe zult toebrengen om hem te helpen befchermen, en zynen welvaart te bevorderen. Patriot. Met al myn hart, Mynheer! de welvaart van Vrylief zy altoos de myne, en die van alle myne medebroederen. Vrylief. Ik zal trachten my uwe vriendfchap waardig te maaken. Patriot. Hy rykt Vrylief zyn hand toe, en deeze legt de zyne daarin. Wajrmeer wy de handen in eengeflagenhouden, zal  FABRIKANT. 45 zal Fabrikant bloeijen, en gy zelf, op deeze Aarde een Paradys van overvloed, en .een' Hemel van genoegen vinden. Kwaadoog. Wel lieve deugd, wat al formaliteiten! Sembler, Kwaadoog gewaar wordende, gaat naar hem toe , en ziet hem met oogen vol vuurs aan, waardoor deeze eenigzins verfchrikt te rug deinjï. Gy zyt het, naar men my bericht heefr, diemy by de braave Nederlanders verdacht zoekt te maaken? Kwaadoog. Verdacht maaken! hoe verdacht maaken ? Fabrikant. Mag ik u bidden, Mynheer, ftoor u niet aan zyn fnappen; geloof my, hy zal 'er niets mede uitwerken. Werklust. Gy hebt ons beloofd Mynheer S embler. Zyt onbekommerd myn vrienden, een-recfttaartig Franfchman van onzen tyd weet zig wraak te befchikken. K w a a d-  46 DÉ HERSTELDE K WAADOOC. Hoe! wraak te befcbikken! Sembler. Ja- KwAADOOC. Weet gy wel dat gy in Nederland zyt? Sembler. Zeer wel. Kwaadoog. En u aldaar nog zo veel niet afgeftaan is, dat gy het wraakvermogen in handen hebt ? Sembler. Dat vermogen heeft de eerlyke man door de gantfche wereld in handen. Kwaadoog. Ik verfta u niet. Sembler. Gy zult my verfhan, wanneer ik my gewroken zal hebben. Kwaadoog. Spreek van geen wraak, Mynheer Sembler! die taal is haatelyk in myne ooren. Sembler. Maar bedenk met welkeen foore van welluidendheid  FABRIKANT. 4? held uwe laffe achterdochtigheid myne ooren moet aandoen. Kwaadoog. Ik zou gaarne myne vrienden gelukkig zien. Sembler. Zy beginnen het te worden, en ik zal dat begin helpen voltooijen. Fabrikant. Ja waarlyk wy beginnen het te worden. Patriot. Tot vreugd van alle welmeenenden. Kwaadoog, tegen Sembler. Ik hoop dat uwe belofte bewaarheid zal worden. Sembler. En in het volbrengen van die belofte zal myne wraak beflaan. Patriot, terwyl Kwaadoog zyn hoofd befchaamd omwendt. Dat is eene edele taal. Vrylief. Daaraan kent Vrylief zynen weldoener. Fabrikant. En Fabrikant den vriend van zyn Vaderland. Sem-  48 DE HERSTELDE Sembler. Beiden wil ik blyven. Werklust. Hy voegt zig by Kwaadoog, en zegt: . Zou het Sembler wel zyn ? Sembler, tegen Kwaadoog. Gy die u verftout myne bedryven aan flinkfche oogmerken toe te fchryven, geloof my, gy zyt volftrékt onkundig wat eigenlyk de voornaame, ja de eenigfte dryfveer van myne handelwyze is, en fchoon gy my beledigd hebt, en ik zonder trots te weezen, my niet zou behoeven te vernederen om my by u te verdedigen, zal ik het echter doen; niet om dat uwe verdenking ongegrond is; maar om dat gy een Nederlander zyt; om dat het my in myn ziel leet doet dat een Nederlander my verdenkt; waart gy een Brit, dan zou ik met den donder in myn vuifl op u aanftuiven, en u voor uwe onbezonnenheid ftraffen. — Weet dan, Kwaadoog! dat myn oogmerk op niets anders uitloopt, dan op het verdelgen van hun, wier naam te noemen my in woede kan brengen; op het verdelgen der doemwaardige Britten; en hoe tog kan ik myn hart daaromtrent betere voldoening geeven, dan door Vrylief te befchermen en. met Patriot zamen te fpanncn? daardoor kan ik hunnen duldeloozen hoogmoed en baldaadigheid fnui-  FABRIKANT. 49 fnuiken, ja geheel te onderbrengen: door Vrylief aan hunne tiranny te ontrukken, en de Nederlanders te helpen, het britfche jok aftewerpen, wordt hun den hartader afgefneeden, dit zal ieder my moeten toeftemmen. — Zie daar myn oogmerk. Patriot. Hy gaat naar Sembler en omheïft hem. Onfchatbaare vriend! Fabrikant. Hoe bekoort my die edele taal. Vrylief. Sembler heeft zyns gelyken niet Werklust. Hy is deugdzaam. Patriot. En edelmoedig. Fabrikant, Dat weeten wy reeds by ondervinding. Sembler. Genoeg myne vrienden, uwe eenvouwdigegoedkeuring voldoet. Werklust, tegen Kwaadoog, terwyl de overigen zig onderling bezig houden. Ik wordt zeer verlegen. D Kwaad.  50 DE HERSTELDE Kwaadoog, Waar voor? Werklust. Voor den Heer Sembler. Kwaadoog. Wel hy vertoont zig immers zo beminnelyk 1 Werklust. Ja hy vertoont zig zo, maar.... Kwaadoog. Hoe nu , begint gy in myne gedachten te Hemmen ? Werklust. Neen, Heer Kwaadoog! en echter ben ik vol vrees. Kwaadoog. Waarvoor ? Werklust. Dat het een geeft of fpook is, die ons onder de gedaante van Sembler komt kwellen. Kwaadoog. Hoe! een geeft! Werklu st. Ja, en my dunkt dat wy ons weg moeften maa. ken. Kwaad-  FABRIKANT. st Kwaadoog, lachende. Zou het een geeft zyn ? Werklust. Ik vrees 'er voor. Kwaadoog. Waarom ? Werklust. Om dat het volgends uwe berichten de Heer Sembler zelf onmogelyk kan zyn. (Werkluft lacht, en Kwaadoog toont zeer duidelyk, zyne gevoeligheid over den trek van Werkluft; doch op 't oogenblik dat hy wil antwoorden, wordt hy daarin verhinderd, door eenige gillen die men van buiten hoort, en de aandacht van alle de aanweezenden tot zig trekken.) Patriot. Wat mag dat zyn! fabrikant. Het is dunkt my een bekende ftem. Werklust, Het fchynt iemand die in nood is. Sembler. Zeer duidelyk. D 2 Vry-  $% DE HERSTELDE Vrylief. Laat ons den ongelukkigen gaan helpen. Fabrikant. Met al myn hart. (Zy keeren zig om, om te vertrekken; dochllyven allen verfchrikt Jlaan ) Werklust. Hoe! Fabrikant. 6! Myn God! het is myn vrouw. DERDE TOONEEL. De voorigen. Unia. Unia. Zy komt in de grootjle venvarringe en met de uiterjie drift in, vliegt in de armen van Sembler, en zygt daarna op een ft cel neder. Red my! red my! Fabrikant. Wat deert u ? Unia» ïk wordt vervolgd. Werklust. Vervolgd! — door wien? ' Unïa.  FABRIKANT. 53 Unia. Ik ben te ontfteld om te kunnen fpreeken. S embler. Meld ons Hechts Unia. Horriblenesf...... Sembler. Wie! Horriblenesf? W erklust. Horriblenesf, zegt gy! Fabrikant. Hoe is 't mogelyk! v rylief. ö! Die fnoode! Unia. Hy kwam in degrootfte wanorde aan ons huis ik nam de vlucht, en hy vervolgde my. Fabrikant. Hy* vervolgde u! Unia. En heeft zekerlyk gezien waar ik ingegaan ben. Fabrikant. Dat hy kome, wy zullen hem ontvangen. D 3 Sem-  54 DE HERSTELDE. Sembler. Neen wy moeten hem gaan zoeken. Werklust. Ik ben gereed. Vrylief. Al myn begeerte is, om vrouw Unia voor zyne baldaadige klaauwen te befchermen. Fabrikant. Kom dan. (Zy vertrekken, Kwaadoog fchiktzig in een' hoek om het einde van alles af te wachten. — Nog niet tot aan de deur genaderd zynde, komt Horriblenesf infiuiven , en werpt zig voor hunne voeten, op zyn aangezicht ter aarde.) VIERDE TOONEEL. De voorigen. Horribleness. Kwaad oog. Jrloe! — wat is dit! Sembler. Wat is uw oogmerk Verraader ? (Dit gezegd hebbende , zet hy zyn voet op den nek van Horribleness.) horrible ness. Vrede te maaken. Fa.  FABRIKANT. 55 Fabrikant. Hoe! — vrede te maaken! Vrylief. Hy begrypt te.laat dat dit zyn zaak is. Kwaadooq. Nu zal men zien. Patriot. - . Vrede maaken, zegt-gy? Horribleness. Ja- Fabrikant. Och! mogt dat zyn oogmerk zyn! horr ieleness. Ik heb geen ander oogmerk. Fabrikant. En gy vervolgde myn vrouw ? Werklust. Ja ontaarte, gy jaagde haar een doodfchrik op 't lyf. Horribleness, altoos in de voorgaande ligging blyvende. Zy was te ligt vervaard. Kwaad-  $6 DE HERSTELDE K waad oog. Zy is altoos te ligt vervaard geweeft. Patriot. Wat had gy dan voor? Horribleness. Vergun my te mogen opftaan, dan zal ik u alles openhartig verhaalen. Patriot. Nu, Heer Sembler? Sembler. Met al myn hart; hy is in ons geweld. Kwaadoog, ter zyde, terwyl Horriblenesf op Jlaat. Wat is hy toegeevend! Fabrikant. Nu? Horribleness. Door uwe geflootene vereenigingen, die ik ondanks alle myne pogingen niet heb kunnen verhinderen , tot het uiterfte gebragt zynde, floeg ik een oog, een bedaard oog op myne omftandigheid, en" bevond dezelve allerakeligft. Fa-  FABRIKANT. 57 Fabrikant. Gelyk dezelve dan ook waarlyk is. Sèmeler. Zyne oogen worden nog te vroeg geopend. Vrylief.- Waarom myn vriend? Sembler. Om dat ik nu het genoegen niet kan hebben i Van hem geheel te onder te brengen. Werklust. Hy is genoeg vernederd. Patriot, tegen Sembler. Ten minften hebt gy hem uw voet pp den nek mogen zetten. Sembler. Ik had hem gaarne willen verbryzelen. «i Maar dat hy ons voldoe. Werklust, tegen Kwaadoog. Let tog wel op de gevolgen, Mynheer. Sembler. Vervolg Horriblenesf. E H or*  58; DE HERSTELDE Horribleness. Het besef van de akeligheid myns toeftands bragt my tot wanhoop, zo dat ik oogenbliklyk het befluit nam my herwaards te begeeven; voor uwe yoeten neder te vallen en om den vrede te fmeeken. Patriot. ■ "Maar gy hebt vrouw Unia aangevallen. Fabrikant. c Ja dat hebt gy. Unia. En met de uiterfte woede. Sembler. Neem tog in aanmerking dat hy altoos buitenfpöorig is! Horribleness. Ik heb haar niet aangevallen. Ik kwam om my voor haare voeten te werpen: doch myn wanhqopige toeftand verfchrikte haar. Sembler. Dat is zeer waarfchynelyk. Horribleness. Het is de waarheid. Werk- ■  FABRIKANT. 59 Werklust. Let nu tog op de gevolgen Heer Kwaadoog. Sembler, tegen Horriblenesf. Gy tracht onze vriendfchap weder te verwerven ? Horribleness. Ja- Sembler. ' Ernftig? Horribleness. Met al myn hart. Sembler. En vindt gy u bereid om de voorwaarden welken wy zullen maaken te onderfchryven ? Horribleness. Ik wil alles onderfchry ven, indien ik flechts uit myne akelige omftandigheid gered worde. Sembler. Gy moet bekennen, dat Vrylief uw dienaar niet méér behoeft te weezen dan hy zelf wil. Horribleness. Gaarne. Sembler. En dat gy Patriot ontflaat van 't jok, waar onE 2 der  tfo DE HERSTELDE FABRIKANT. der gy hem en de zynen zo langen tyd bebt doen' zuchten. Horribleness. Gaarne, zeer gaarne. Sembler. Dit zyn de voornaamfte poinct.cn; het overige' zullen wy u daarna wel voordraagen. (Kwaadoog vertrekt Jiilzwygende.') Werklust. 'Zie daar gaat hy met zyne gevolgen fchuiven! Patriot, Sembler omhelzende. De Hemel heeft u tot orize redding gezonden. Vrylief. Sembler! —£ in waarheid gy zyt grootmoedig» Sembler, rond ziende. Waar is nu myn kuleraar? Werklust. Reeds vertrokken. Sembler. Dan is hy ook reeds geftraft, en ik ben voldaan. Laat ons door eene hartfyke dankzegging den Hemel over zyne fchikking eerbiedigen. Einde Jan het tweede en laatfte Bedryf.