VERHAAL DER OMWENTELING I N VRANKRYK R É C I T D E L A RÉVOLUTION E N FRANC E.   V E H H JL A Tj der' OMWENT E L ING ii •' " i n H E C I T d E LA iÉ YOLïï TIO I je jsr i78s . a AMSTERDAM , clies D . Seli uur man . mdccxc .    DE rampfpoedige Gefchiedeniflen en zo kort op eikanderen gevolgde omwendingen in Frankkyk, welken byna het geloof te boven gaan, zyn van dien aart, dat men bezwaarlyk een diergelyk voorbeeld uit de oude of nieuwere GebeureniiTen der Volken zal kunnen aantoonen. Dat grooteKoningryk, een der magtigfte en bloeiendfte van Eueopa, lang gezucht hebbende onder de willekeurige alleenheerfching eens Monarchs en gedrukt door fteeds aangroeiende lallen en bezwaaren, poogde eindelyk, onder de zachte Regeering van denEdelmoedigenKoningLodewyk de Zestiende, zig van alle ingewortelde misbruiken te ontflaan en haaren voorigen luiftcr weder te krygen. Niets fcheen tot dit heilzaam oogmerk bekwaamer dan het houden eener Nationaale Vergadering, waar in alles naauwkeurig onderzogt en ten befte van het land gefchikt zoude worden. Na dat men reeds lang over dit onderwerp gedagt en gehandeld had, kwam eindelyk,den27 December 1788. het befluit des Koningsin 't licht, waar by zyne Majefteit beval, dat de Gedeputeerden op de aanftaande algemeene Vergadering der Staaten,ten minften, duizend in getal zouden zyn, dat dit getal, zo veel mogelyk, naar eevenredigheid der bevolking en der Schattingen van ieder Eailluagie zoude ingericht worden, dat het getal der Burgerftand gelyk moeft zyn aan dat derGeeftelykheid en den Adel, zaamen genomen, en dat deeze voorloopige bepaalingen tot een grondflag voor het geheele Werk zouden dienen. Naauwelyks was het befluit des Konings ruchtbaar geworden of de Prinfen van den Bloede deeden dea  Les Evénemens déplörables & les Révolutions qui ont avec tant de rapidité eu lieu en France & furpaflent presque toutc croyance , font de nature qu'il fcroit impoffible d'en retrouver un ejcemple dans les Annales anciennes ou modernes des Nations. Ce vatTe Royaume, 1'un ,des plus puiflans & des plus floriflans de 1'Eurofe, après avoir Jongtems gémi fous I'unique pouvoir despotique d'un Moöarque , foulé par des charges & des griefs s'accumulant chaque jour, tenta enfin, fous le Gouvernement modéré de Louis XVI, Roi généreux, de s'affranchir de tous les abus enracinés & de recouvrer fon Luflre primitif. Rien ne paroiffbit plus convenable, afin d'atteindre ce but falutaire, que la tenue d'une Ajjemblêe Nationale, oü le tóut feroit examiné fcrupuleufement^ & réglé pour le bien de 1'Etat. Après avoir réfléehi &-délibéré Jongtems fur eet objet, la Réfolution du Roi fut enfin publiée le 27 Déccmbre 1788; en vertu de laquelle Sa Majeflé ordonna, qu'a la prochaine Auemblée Générale des Ecats le nombre des Députés iroit du moins a Mille; que ce nombre feroit, autant que faifable, proportionné k la Population & aux Impofitions de chaque Bailliage; que les Membres du Tiers Etat égaleroient ceux duClergé & de la Nobleffe réunis; enfin que ces déterminations préliminaires ferviroient de bafe h 1'opération entiere. A peine cette Réfolution Royale eut été publiée, que les Princes du Sa?ig préfenterent au Roi un MéA 2 moi-  C 4 3 den Koning eene Memorie overgeeven, tot handhaaving der oude Voorrechten van den Adel, waar by de menigvuldigedienften door denzelven aan de Kroon bewezen, ltukswyzë opgeteld wierden, doch tegens deeze Memorie kwamen welhaaft verfcheide gcfchriften, ter wederlegging van dezelve in 't licht, waar by aangetoond wierd, dat dien zeiven Adel ook menigmaal de oorzaak van Frankryks rampen geweefl was. Ook ontbrak het niet aan andere Gefchriften waar in de zaak des Volks nadruklyk verdeedigd wierd, onder welken eene Verhandeling van den Graave Entragues, om derzelver vrymoedige en merkwaardige taal', zeer geprezen wierd. Intufichen wierden 's Konings brieven van befchryving om de Algemeene Staaten zaamen te roepen , in 't Iaatfl: vanjanuary 1780. rond gezonden, in welken de Koning als een rechtvaardig en weldoend Vorft, begeerde dat in de Verkiezing der geenen die Leden der Vergadering zouden zyn, meer op de eerlykheid dan wel op de groote kunde gezien zoude worden, wenfchende voords dat de eendracht onder dezelven al het goede uit zonde werken, dat 's Konings grootmoedig hart zo dierbaar was. Terwyl de Vorft dus het welzyn van zyn gantfche Koningryk zocht uit te breiden en 't geluk zynsVolks te bevorderen, wierd 'er in zommigen Provinnen van Frankryk niet weinig over deeze zaak getwift, ja het Parlement van 't Fran~. che Comté protefteerde opentlyk tegens hetKoninglyk befluit, waarover de Koning zig egter zo misnoegd toonde, dat Zyne Majeueit het Arreft van 'c bovengenoemde Parlement vernietigde en niet onduidelyk te kennen gaf hoe zeer hem diergelyke zaaken tegens de borlt Honden. Ia  C j) moiré pour la confervation des anciennes Préro'gatives de la NobleiTe, dans lequel on fit une longue énumération des fervices qu'elle avoit rendus a Ia Couronne. Ce Mémoire fut cependant refuté biencöt par plufieurs Ecrits lumineux, 011 1'on prouva que cette même NobleiTe avoit quelquefois aüffi occaüonné les malheurs de la France. D'autres brochures parurent encore; la Caufe du Feuple y fut énergiquement défendue; mais celle qui mén" des louanges lincerement prodiguées par rapport a fa diótion hardie & lumineufe, étoit du Comte d'Entragues. En attendant les Lettres circulaires de S. M. pour la convocation des Etats Généraux furent expédiées vers la fin de Janvier 1789, oh le Roi, en qualité de Prince jufte & bienfaifant, defiroit que dans l'éleótion des Membres pour PAlTemblée, 1'honnêteté fut préférée aux grands talens: faifant en outre des vceux, pour que la Concorde effectuat tout le bien fi cher au généreux coeur de S. M. Tandis que le Monarque tacha d'étendre ainfi la profpérité de tout fon Royaume & d'avancer le bonheur de fon Peuple, on contefta dans quelques Provinces de France avec chaleur fur eet objet; le Parlement de Franche-Comté protefta même pubüquement contre la Réfolution Royale: mais S. M. juftement indignée d'une démarche aufïï peu réfléchie, fupprima 1'Arrêt dudit Parlement, & donna aflez clairement k connoïtre combien des procédés femblables lui répugnoient. A3 Ej*  co / ïn Bretagne was de verdeeldheid midlerwyl ten hoo^ften top gereezen en inzonderheid in de HoofdfTad Rennes, alwaar den 26 January een troep gemeen Volk ten getalle van twaalfhonderd mannen, de Burgers en Studenten; zo in den Koffiehuizen als op den Straat beledigden en de Studenten die zig te weer gefield hadden, te rug dreeven. Deze kwamen egter, den volgenden dag, met grooter magt en aanhang op de been, wordende door hunne tegenparty, flout op hunnen overmagt van den voorigen dag; afgewacht, welhaafl geraakte men van woorden tot daaden, waar op een hardnekkig gevecht volgde. De Adel mengde zig, mogelyk om een einde aan den flryd te maaken, 'er mede in ,en de Graaf de Thiard die zig aan 't grootfle gevaar bloot flelde, wift eindelyk, door eene gepafte redevoering, de gemoederen tot bedaaren te brengen , waardoor het gevecht een einde nam. In het zelve warén niet alleen verfcheiden Studenten gefneuveld en gewond geworden, maar ook bleven twee Edellieden op de plaats dood en verfcheiden anderen wierden , zwaar gekwetft, 'er van daan ge^ draagen. Sederd bezette de jonge manfehap der geheele provintie de Stad, waar op de Edellieden, om alle ongelukken voor te komen, de Zaal der Staaten en Rennes zelve verlieten, en hunne Vergaderingen naar St. Brieux verlegden, waar mede de Oproerigheden aldaar een einde namen. In Provence had den Adel mede tegens het Befluit van den 27 December geprotefteerd, doch in Languedoc, gedroeg zig den Adel en Geeflelykheid zeer voorzichtig; en in Bourgogne was een vergelyk getroffen, om alle misnoegen voor te komen, jjn de overige Provintien van Frankryk was alles iftil, en men wagtte aldaar geduldig af, al het geen de  (7) En Br&tagne, ladiiTention étoit dans eet intervalle montée au comble, particuliérement a Rennes ^ Capitale de la Province, oü le 26 Janvier une horde de la Populace d'environ 1200 hommes, infulta les Bourgeois & les Etudians, foit dans les Caffés publiés, foit en pleine rue, & repoulTa les Etudians qui avoient voulu fe défendre. Ceux-ci reparurent le lendemain plus nombreux & fóutenus; mais leurs adverfaires, fiers des avantages remportés la veille, les attendoient de pied ferme. On vint bientöt des paroles aux mains, & il s'enfuivit un Combat opiniatre. La NobleiTe s'y mêla, apparemment pour y mettre fin. Le Comte de Thietrd, s'expofant aux plus grands dangers, parvint enfin par un discours éloquent k calmer les efprits, k terminer le combat, dans lequel non - feulement différens Etudians avoient été tués ou blefles,mais deux Gentilshommes refterent auffi fur la place; plufieurs autres furent grievement bleiTés & emportés. Depuis ce tems la JeunelTe armée de la Province entiere garnit tous les P01t.es k Rennes: après quoi les Nobles pour éviter tous accidens iïniftres, quitterent la Villë de Rennes & transporterent leurs Aflemblées k Saint Brieux: ce qui termina-la les mouvemens feditieux. En Provence, la NobleiTe avoit auffi protefté contre la Déclaration du 27 Décembre; mais en Languedoc, la NobleiTe & le Clergé agiffoient avec beaucoup de circonfpeólion. En Bourgogne, on avoit paifé uneTranfactton pour couper racine au mécontentement. Dans les autres Provinces de France, tout étoit paifible & 1'on y attendoit tran» A 4 quil-  ( 3 ) de Koning en de Algemeene Staaten tot 's VoJks ivelzyn zouden befluiten, terwyl ondertuiTchen van alle kanten AdrefTen van Dankzegging aan den Koning kwamen, wegens Hoogftdeszelfs befluit, ter byeenroeping der Algemeene Staaten. Onder de Prinjjen van den Bloede, ontbrak het ook niet aan Voorftanders der Franfche Vryheid, en begunItigers van het Volk, althans de Hertog van Orleans gelafte aan de Procureurs, de Bailluagien waar Jn zynen goederen gelegen waren, aan te zeggen, en uit zynen naam te verklaaren, dat het Gouvernement geene magt zoude hebben, om in eenige ppzichten een verkiezing van Gedeputeerden voor de Staaten Generaal te belemmeren, en dat voorts de Atten van de drie Ordens in de Bailluagien een gelyk gezag zpuden hebben, als die van de Algemeene Staaten voor het geheele Ryk. Ongelukkig kreeg men ondertuiTchen van alle Jianten weder zeer verdrietige tydingen, daar de geeft van verwarring en oproer, zig hoe langer hoe verder uitbreide. Te Auch ontftond den 2j Maart een geweldig Oproer, waar van de meefte fchuld aan de Heer la Fare, Eerfte Raad aldaar, gegeeven Wierd, welke Heer eene groote menigte Volks, het wélk geduureude de verkiezing van Gedeputeerden , voor het Stadhuis vergaderd was, getergd , en onder anderen, tot een Vrouwsperfoon, welke hem om vermindering van de prys van het brood verzocht, pnvoorzigtig genoeg, gezegd had, dut %y alleen gemaakt was., om den drek der paarden te eeten. Aanftonds hier op wierd het Stadhuis aangevallen, de Graanzolders geplunderd, de Wacht, door een hagelbui van fteenen verjaagd, tweeSoldaaten gedood en verfcheidene anderen gewond, ja de gantfche Stad zoude in een bloedbad veranderd  C9) quillement ce que le Roi & les Etats Généraux déciderou-nt pour la profpérité Nationale; pendant que de tous cötés on préfenta des AdrelTes a S. M. pour la refflercier de fa gracieufe réfolution de convoquer .e> Etats Généraux. Parmi les Princes du Savg il ne m;:nqua non plus de Défenfeurs de la Liberté Frangoye, ainfi que de Protecleurs du Peuple. Le Duc d'Orléans, au moins, chargea les Procureurs d'annoncer aux Bailliages 011 les Terres de S. A. fe trouvent de déclarer en fon Dom, que le Gouvernement n'auroit aucun pouvoir d'enrraver, a tels égards que ce foit, 1'élection des Députés aux Etats Généraux; que d'ailleurs les AEtes de ces trojs Ordres dans les Bailliages, auroient la même force, que ceux des Etats Généraux pour le Royaume entier. Malheureufement on i-ec,ut alors deréchef & de toutes parts des nouvelles facheufes que 1'efprit de confullpn & de révolte fe répandoit de plus en plus. A Aucli s'éleva le 25 Mars un Tumulte effroyable,dont on rejettoit la plus grande faute fur le Sieur la Fare, premier Confeiller de la Ville. On 1'accufe d'avoir irrité la multitude alTemblée devant la Maifon de ville durant l'éleftion des Députés, entr'autres d'avoir dit a une femme qui le prioit de vouloir diminuer le prix du pain: qu'eux tous n'étoient faits que pour manger la crotte des che~ vaux. La Maifon de ville eft aflaillie fur le champ, les Magafins a bied font pillés, la Garde eftobligée de céder k une grêle de pierres, deux Soldats font tués & plufieurs autres blelTés. La Ville entiere feroit devenue un champ de carnage, fi 1'Archevêque d'Auch par fes exhortations conciliatoires ü'eüt appaifé & calmé la Populace furieufe. A A ^ AulpSy  ( io ) derd zyn geweeft, had den Aartsbifïchop van Auch, door zyne treflyke vermaaningen, het woedende gemeen niet gefufl en te vreden gefield. Te Aupsy eene kleine Stad in Provence, ging het nog erger toe, alwaar het Volk het huis van den Rechter der Stad, den Heer Montferra, overweldigd hebbende , zig van zyn perfoon meefler maakte en hem, die in de verdediging van zyn huis op hen gefchotea had , elendig vermoorde, twee uuren lang door de flraaten fleepte en eindelyk in duizend iTukken kapte. Te Befancon, wierden de huizen van de Heeren Talbert en Bourgon, de Eérfle Prefïdent en de andere Raad by het Parlement, geplunderd en by eenige Kooplieden in Graanen, deuren en venfters ftukken geflaagen. De Prins de St. Maurice kwam eindelyk tufichen beiden, en flilde de oproerige menigte. Te Ryffel ontflond ook, den 28 Maart, een zwaar Oproer, waar in een man, wiens Zolder vol koorn was, langs de Straatcn gefleept, en voords verfcheurd, en by een anderee opkooper de glazen ingeflagen wierden. Alle deeze en de volgende oproeren wierden intusfehen toegefchreeven, niet zo zeer aan een wezendlyk gebrek aan koorn, dan wel aan zommige perfoonen, die belang hadden, om de verbetering van den Staat te beletten, en dus de gelegendheid waarnamen om overal onluflen te verwekken. Te Cette, Stad in Languedoc, begon men in April tot Oproer over te flaan. Het huis van den Spaan/eken Conful wierd, onder voorwendfel dat hykoorn verborgen had, beroofd en geplunderd, Te Orleans, vernielde men twee huizen met wyn, olie en brandewyn beladen, welke Waaren langs de flraaten vloeiden, ook wierd het pakhuis van den Commisfaris der Regeering geplunderd. Te Caen, in Nor. man-  C ii ) Aulps i petite Ville de Provence, les chofes allerent plus loin: la Populace ayant forcé la Maifon du Sieur Montferra, premier Juge de la Ville, s'empara de lui,, & pour avoir tiré fur ces furieux en défendanc fon domicile, ils le malTacrerent, le trainerent pendant deux heures par les rues & le hacherent k la fin. A Befanfon, on pilla les maifons des Sieurs Talbert Sc Bourgon, dont le premier étoit Préfident, & le deuxieme, Confeiller du Parlement. On y brifa encore les portes & les fenêtres chez différens Marchands de bied. Enfin le Prince de St. Maurice vint entre deux & appaifa la multitude féditieufe. A Lille, fe forma de même le 28 Mars un foulevement affreux, dans lequel un homme, dont le grenier étoit rempli de bied, fut trainé le long des rues & déchiré enfuite. Chez un autre Accapareur on cafTa feulement les vitres. Ces deux Séditions, ainfi que toutes les fuivantes, pnt été attribuées, non a une difette réelle de grains , mais aux machinations de quelques individus intéreffés a empêcher la réforme de 1'Etat, & profitant ainfi de 1'occafion pour fufciter partout des troubles. A Cette, Ville de Languedoc, la Sédition commenca cn Avril: on fpolia Sc pilla Ia maifon du Conful d'E/pagne, fous prétexte qu'il avoit caché du bied. A Orléans, on démolit deux maifons remplies de vin, d'huile & d'eau de vie; qes liquides coulerent le long des rues: on y pilla d'ailleurs le magafin du Commiffaire de laRégence. A Caen en Normandie, ainfi qu'a la Campagne cireonvoifine, on commit toutes fortes d'excès. Mais  mandyen en op het Platte Land, wierden mede allerhande buitenfpoorigheden gepleegd. Doch dit alles konde niet haaien by de fchriklyke opftand te Parys, welke den 27 April begon. De Hoer Reveillon, een der grootfte Fabrikeurs der Stad, was by 't gemeen in verdenking geraakt van gefteind te hebben te hebben om het dagloon der Werklieden van 25 en meer Stuivers, tot op 15 Stuivesr te verminderen. In 't eérft gebruikte men maar bedreigingen en geweldig fchreeuwen tegens hem, doch den volgenden dag, maakten de Werklieden een Pop, welke den Heer Reveillon verbeeldde, die zy door de Straaten ronddroegen en eindelyk met een groot gejuich verbrandden. De menigte van tyd tot tyd vermeerderende voegden 'er zig verfcheidene Straatjongens en gemeene Vrouwlieden by, terwyl de Wacht zelve voor hen heenen liep, roepende: zie daar den opftand! fluit uwe deuren en Winkels. Omtrent 9 uuren, des avonds, voegde zig al het uitfeheidende Werkvolk van zyne Winkels by de oproerige troep, waar op men gezaamentlyk naar 't huis van een Salpetermaaker, waar in men zeidedat de Heer Reveillon zig bevond, fteefde, doch hem daar niet vindende plunderde zy het zelve geheel uit en maakte een Vreugdevuur van de Meubelen en van alles wat zy daar vonden. De Guardcs en Koninglyke Ruiters ondertuiTchen op de been gekomen zynde maakten, voor dien dag, welhaaft een einde aan den opftand, wordende vier of vyf der oproerigen in hegtenis genomen. Hier mede was het egter niet gedaun, want s'anderen daags, den 29 April, verzaamelde de menigte zig weder, verdreef niet alleen de Wacht maar ook zelve de Guardes en Ruiters en viel toen op de Wooning van den Heer Reveillon aan,welke  03) Mais tout cela n'approcha pas de la Révolte hör^ rible a Paris, commencée le 27 Avril. Le Sieur Reveillon, un des plus grands Fabricans de la Ville, étoit fufpeclé par la Populace d'avoir voté a diminuer le falaire des Ouvriers, de 35 Sols & davantage a 15. On fe contenta d'abord et le menacer, k crier contre lui; mais le lendemain les ouvriers firent urte poupée qui repréfentoit le Sieur Reveillon, la promenerent par les rues, la brülerent enfin, avec de grands applaudiiïemens. La troupe féditieufe s'accrut a tout moment, elle fut même augmentée de plufieurs poliflons & filles abjedtes; tandis que la Garde elle-même s'enfuit devanteus, en criant: Voild le Tumuhe! fermez vos portes 6? boutiques. Vers les neuf héures du foir , les ouvriers revenans de leurs travaux renforcerent cette mukitude. Après quoi tous enfemble coururent a la maifon d'un Fabricant de falpetre, prétendu refuge du Sieur Reveillon. N'y trouvant pas celui-ci, la Populace pilla la maifon entiere; les meubles & tout ce qui s'y trouvoit, fervirent k un feu de joie. Les Gardes & le Régiment du Roi, Cavalerie, ayant dans ces entrefaites pris les armes, diffiperent, pour ce jour, la fédition: quatre k cinq des révoltés furent emprifonnés. Tout n'étoit pas fini par-la, car le lendemain 29 Avril, la multitude s'alTembla de nouveau, expulfa nonfeulement la Garde ordinaire, mais encore lesGar-. des a pied & les Cavaliers même: après quoi elle lomba fur la maifon du Sieur Reveillon & s'en rendit d'abord maitre. Ici la fureur ne connut plus de bornes: on brüla les portes, lesfenêtres, les croifées} toutes les vitres furent calTées, les car- reaus  ( 14 ) zy ten eerften overweldigde. Hier fcheen de woeda uitgelaaten: Deuren, Venaers en Kruisraamen wierden verbrand, alle de Glaazen in Hukken geHagen, de marmere plinten geweldig verbroken > eene ryke Bibliotheek, een verzaameling der uitmuntende Prenten en een koftbaaren Kruidtuin t met alle derzelver zeldzaame Planten, geheel vernield. Verfcheidene der Plunderaars bekogten het nogthans met een fchielyken en geweldigen dood , want de chimifche bereidingen als Vitriool, roengzels van fterk Water enz. die in de Fabriek gevonden wierden, voor lekkere Liqueuren aanziende^ floegenzy dezelven greetig naar binnen enberftten dus oogenbliklyk, van welken elendigen men 'er verfcheidene in de Winkels of Kelders gevonden heeft. OndertuiTchen tragtten de Sóldaaten hen uit het huis te jaagen, doch zy ftonden den aanval uit en verdeedigden zig met fteenen van deSchoorfteenen en Pannen van de daken, waar door een Brigadier gedood, en eenige Sóldaaten gekwetfl wierden. Hier op gaf de Militie vuur, het welk aan verfcheidene nieuwsgierige aanfchouwers, waar onder ook een Ridder van St. Louis was, het leeven koften, en nog zouden de Soldaten het te kwaad gekregen hebben, indien 'er geen Bataillon Zwitsers met twee Veldftukken aangekomen was, welke toeftel de muitelingen zo verfchrikte, dat de gantfche menigte verdween , en men voor middernacht meefter van het Slagveld was, verfcheidene plunderaars, wier handen en zakken vol van geroofd goed waren, wierden toen gevat en ten getalle van omtrend twintig in hechtenis genomen, waar mede dit geweldig Oproer eindigde. Niettegenftaande alle deze onheilen was men nogthans zo verre gekomen, dat de Vergadering der Al-  C « ) reaux de marbre rompus avec effort: on détruific une riche Bibliotheque, une Colledtion d'Eftampes choifies, ainfi qu'un précieux Jardin Botanique, avec toutes fes Plantes rares. Plufieurs des Pillards le payerent d'une mort fubite & violente, car prenant les préparations chymiques, vitriol, mélanges d'eau forte, &c. trouvées en abondance dans la Fabrique, pour des Liqueurs fines, ils les avalerent avidement & creverent aulfitót: plufieurs de ces malheureux ont été trouvés dans les magalins & les caves. En attendant les Soldats cherchoient adébarraiTer la maifon; mais la multitude foutint 1'attaque & fe défendit,en langant les pier res arrachées des cheminées,Iestuilesdes toits,par 011 un Brigadier fut tué & quelques Soldats blefles. Les Troupes tirerent enfuite k balie ; ce qui coüta la vie k divers fpeftateurs curieux, entr'autres h un Chevalier de 1'Ordre de St. Louis; & ce nonobftant la Milice eut eu Ie deflbus, fi un Bataillon SuiJJe, amenant avec lui deux Canons,, ne füt venu afonfecours: eet appareil intimida tellement les mutins, que toute la multitude fe diffipa, & 'qu'avant minuit on refta maïtre du champ de bataille. Plufieurs pillards, dont les poches & les mains fe trouvoient remplies d'effcts volés, furent alors arretés au nombre d'environ vingt, & mis en prifon; ce qui termina cette Sédition violente. Malgré tous ces defaftres , on étoit pourtane avancé fi loin, que rAffemblée des Etats Généraux  Algemeene Staaten, eindelyk, den 5 May, geopend' was geworden, na dat men daags te vooren dé godsdienfb'ge plechtigheid, die dezelven moeft voorgaan, bygewoond had. De oproeping der Gedeputeerden in de Groote Zaal, duurde van 's morgens ten 8, tot 's middags ten i2 uuren, in dé tegenwoordigheid van meerman drie duizend perfoonen, welken zig op de Gallérven én de benedenzyden der Zaal geplaatlt hadden. De Heer Necker , op wien geheel Frankryk het oog had, en van wiens zorg en beleid men alles goeds voor de toekomende tyden beloofde, veifcheen om half tien uuren, én werd met de leevendigfte vervoeringen ontvangen Zyne Majefteit de Koning, kwam eeven na twaalf uuren, plaatfte zig op den troon, iigtte de hoed af, en groette de Vergadering. Na Zig weder gedekt te hebben, zo als de drieórdens toen mede deeden, opende de Vorft de Vergadering met eene redevoering, die met algemeene vérvoeringen ontfangen wierd, en zo duidelyk uitgefproken was, dat zy van allen gehoord had kunnen worden. Kort daar na ftond de Heer Necker op, die, na een kwartiér uurs gefprooken te hebben, het overige van zyne weldoorwrochte Redevoering, door den Heer BrouJJonnet, die vry fterker Item had, liet voorleézen. Zo groot de aandoening was, die deeze Redevoering veroorzaakte,zo groot was ook den indruk, welke deeze doorluchtige. Zitting, van de Vertegenwoordigers der Natie, op de gemoederen maakte, temeer, daar men *er zederd den Jaare 1614. en dus in honderd vyfen-zeventig jaaren , geen voorbeeld van had gezien, terwyl Koning Lodewyk de Zks tiende, by het eindigen van deeze Zitting, de leevendiglte betuigingen van liefde en erkentenilTe van de verga-  • C ■? ) raux fut enfin ouverte le 5 Mai, apfès que le lundi antérieur ort euc affifté a la folemnité religieufe qui devoit la précéder. L'appel des Députés dans la Grand' falie, dura depuis 8 heures du matin jusqu'a midi, en préfence de plus de trois mille perfonnes, qui s'étoient placécs fur les Galeries & en bas dans les contours de la Salie. Monfieur Nfxkfr , fur qui la France entiere avoit fixé les yeux» de la follicitude & de la conduite duquel on fe promettoit un avenir heureux, parut k neuf heures & demie & fut accueilli avec un applaudiffement univerfel. S. M. le Roi vint k midi fonné* fe placa fur le Tróne, óta le chapeau & falua 1'Asfemblée. Après s'être reCouvert, ce qu'alots les trois Ordres firent auffi, le Monarque ouvrit 1'Asfemblée par un Discours, applaudi avec tranfportj & prononcé il diflinóteraent que chacun pouvoit 1'entendre. Peu après Monfieur Necker fe leva &, après avoir parlé durant un quart-d'heure il remit le rede de fa Elarangue trés folide au Sieur Brous* /onnet, doué d'une voix beaucoup plus forte pour en continuer la leclure. La fenfation inexprima^ble, occafionnée par ce Discours, égala k peine 1'imprelïïon que cette Afiemblée illuftre des Repréfentans de la Nation fit fur les efprits; d'autant plus que depuis I'année 1614, conféquemment dans 1'efpace de cent foixante-quinze ans, on n'en vic rien de femblable: tandis que Louis XVI, a la clóture de la même Séance, regut de la Nation asfemblée les plus vifs témoignages d'amour & de reconnoifl'ance : la Reine , y ayant auffi affiftée, obtint de fon cóté un tribut d'hommages finceres. B Daas  c is; gaderde Natie ontfing, waar in de Koningin, die deze Zitting mede bygewoond had, rykelyk deelde. In een der volgende Zittingen, kwam de groote vraag te voorfchyn, of men by Ordens dan wel by hof den zoude Stemmen, de Geeftelykheyd wilde volftrekt dat men by ordens zoude Stemmen, de Adel was van het zelve gevoelen, doch de derde Hand begeerden by hoofden te Stemmen. Terwyl men hier over twistten, hadden verfcheidene van de bekendfte Schryvers, waar onder de Graaf van Mirabeau wel de voornaamfte was, goedgevonden, om al het geen in de Vergadering der Algemeene Staaten voorviel, door den druk in eenige tydfchriften gemeen te maaken. Twee bladen van het Journaal van Mirabeau waren reeds in 'tlicht,wanneer de Staatsraad goed vond, de loop daar van te fluiten, en het oude gebod te vernieuwen, van geen Tydfchriften uit te geeven,die de openbaaregoedkeuring niet verkregen hadden. Zo dra was dit verbod niet' bekend, of de derde Staat, geemelyk geworden zynde, zig hier in te leur gefield te zien, nam het befluit om te verzoeken: ,, dat het geoor,, loofdware, alle de befluiten der Nationaale Ver,, gadering, gelyk ook het Dagverhaal van dcrzel„ ver Beraadfiagingen, door den druk gemeen te „ maaken, en dat men eene volkomene Vryheid in ,, dit opzigte vergunde tot onderrigting van het ,, Volk." Dit Befluit wierd door eene Deputatie, aan wier hoofd de Advocaat Target was, aan den Adel gezonden, van wie het, niet zonder lange kibbelingen, wierd aangenoomen, hoewel onder eenige bepaalingen, en vooral met afkeuring van het gefchrift van Mirabeau, het welk over 't algemeen gehouden wierd al te vry gefchreven te zyn. De Geeflelykheid nam het voornoemde Befluit niet aan,  C 19 ) Dans 1'unc des Séances fuivantes, on propofa la grande Queltion, s'il feroit voté par Ordres, ou par Tétes? Le Clergé vouloit abfolumcnt que 1'on votat par Ordres; la NobleiTe fut du même Avis: mais le Tiers Etat defira de voter par Têtes. Pendant le cours de ces conteftations, plufieurs Auteurs connus, principalement le Comte de Mirabeau, jugerent a propos de publier dans quelques Ouvrages périodiques tout ce qui fe paiTeroit dans rAffemblée des Etats Généraux. Deux feuilles du Journal de Mirabeau avoient déja été mis en vente, quand le Confeil d'Etat trouva bon d'en arrêter le cours & de renouyeller 1'ancienne défenfe, en vertu de laquelle nul ouvrage périodique peut être rendu public fans Approbation. A peine cette Défenfe fut-elle connue, que Ie Tiers Etat, fiché de fe voir contrecarré, refolut de demander: „ Qu'il feroit permis de répandre par lTmpreffion les Réfolutions de 1'AiTemblée Nationale, auffi „ bien que le Journal de fes Délibérations, & qu'a ,, eet égard une Liberté parfaire pour lMnltruftion „ du Peuple füt accordée. " Une Députation, 1'Avocat Target a fa tête, porta cette Réfolution k la NobleiTe qui, après de longues tergiverfations> 1'agréa enfin, mais en ajoutant quelques reftrictions, dont la principale étoit la défapprobation de 1'ouvrage de Mirabeau; qui fut d'ailleurs généralement regardé comme écrit avec tfop de liccnce. Le Clergé n'acceptant point la Réfolution mentionnée, étoit d'avis qu'on la renvoyat aux Ëtats Généraux. Ba üa  ( 20) aan, maar oordeelde dat het zelve aan de Algemet' ne Staaten gezonden moeit worden. Eene andere zaak en van geen minder gewicht was het verzoek ter vernietiging van den Slaavenhandel, waar over zelfs eene Maatfchappy in Frankryk was opgerecht, welke Maatfchappy eenen merkwaardigen en zeer nadruklyken Brief, aan alle de Bailluagien in het Ryk, die Gedeputeerden tot den Nationaale Vergadering moeiten zenden, gefchreven had,en welk gefchrift van de gantfche Natie toegejuicht wierd, te meer daar den EngelJchen reeds deeze eer aan de Franfchen fcheenen te betwiften van de eerften te ^zyn om den Slaavenhandel te vernietigen. Ondertusfchen bleef de twift over het Hemmen by Ordens of by Hoofden nog fteeds voordduuren, zonder dat men tot eensgezindheidkonde komen, tot dat men eindelyk uit elke Orde een zeker getal van CommiiTarifTen aanflelde, om de gevoelens der drie Ordens tot eenheid te brengen. De eerfte Zaamenkomfl derzelven wierd den 23 May gehouden en duurde drie uuren. De Aartsbiffchop van Arles verklaarde in dezelve, van wegen de Geellelyheid aan den derden Staat; „ dat dezelve genegen was af te ftaan van alle uitzondering in Geldzaaken, dat zy daar in beruftte, dat de Beladingen voordaan gelykelyk verdeeld zouden worden en geheven onder Formen die aan alle de Ordens gemeen zouden zyn. De Hertog van Luxemburg deed dezelve verklaaring van wegen den Adel en voegde daar by, dat dit Befluit des Adels onveranderlyk was. Midlerwyl twiftte men hevig over het onderzoek der Volmachten, Hellende de Geeftelykheid voor 1,, dat, „ om de Ordens nader by een te brengen, het onder„ zoek der Volmachten by Ordens zoude gefchie- „ den,  C 21 } Un autre objet d'une importance non moindre, fut la demande de fupprimer la Traite des Negres; a 1'effet de quoi une Société exprelTement établie en France avoit écrit une Lettre remarquable & fort énergique k tous les Bailliages du Royaume, qui devoient envoyer des Députés a 1'AlTemblée Nationale. Ce morceau éloquent fut applaudi par la Nation entiere, d'autant plus, que les Anghis paroiffoient déja vouloir contefter aux Franfois 1'honneur, d'abolir les premiers la Traite des Negres. Durant eet intervalle le débat fur la 'votation par Ordres, ou par Voix, continua toujours fans pouvoir fe rapprocher. A la fin on nomma de chaque Ordre un certain nombre de Commiflaires pour réunir les fentimens des trois Ordres. Leur première AlTemblée eut lieu le 23 Mai & dura trois heures. L'Archevêque d'Arles y déclara de la (part du Clergé au Tiers Etat: ,, Que ,, fon Ordre étoit enclin a renoncer aux excep- tions quelconques dans les objets de finance; „ qu'il acquiescoit a ce que dorénavant les Im,, politions fulfent également réparties & levées „ fous des formes communes aux Ordres refpec„ tifs. " Le Duc de Luxembourg fit une Déclaration femblable au nom de la NobleiTe, en ajoutant que cette Réfolution de fon Ordre étoit jmmuable. On difputa vivement, en attendant, fur 1'examen des Plein-pouvoirs. Le Clergé propofa k eet efFet: ,, Que pour mieux rapprocher les Or- dres, la Recherche des Plein-pouvoirs fe feroit ss dans chaque Ordre a part; mais, qu'en cas de B 3 dif-  C 22 ) „ den, doch dat in zaaken van verfchil, en dan ,, alleen, het onderzoek gezaamentlyk zoude ge„ fchieden." Dit Voordel wierd egter door den Adel ten eerden verworpen, en na dat de derde Staat het zelve onderzocht had, zonden zy, den 27 May, eene Deputatie aan de Geeltelykheid, om haar te hoodigen , in den naam van den God des vredes, en wegens het Nationaal belang, om zig met hen te vereenigen, en daar door een einde te maaken aan de fcheuring, met welke de Nationaale Vergadering gedreigd wierd. " De Koning intulTchen van djt alles onderricht zynde, fchreef hier op eenen Brief aan alle de drie Ordens, waar in zyn Majefteit begeerde, dat de bevredigende CommilTariffen, den 29 May, by den Grootzegelbewaarder zouden vergaderen, by wien de Koning andere CommiffarilTen van zynent wegen zoude voegen , om aan eene hereeniging te arbeiden. De Geeltelykheid nam aanltonds deeze opening des Konings aan, daakte alle verdere beraadflagingen en gaf den derden Staat 'er kennis van. De Adel beruftte in het voordel, doch de Derde Staat had lang werk om 'ér over te beduiten, tot dat men eindelyk overeenkwam om de byéénkomften te hervatten en, volgens Konings begeeren, by den Grootzegelbewaarder te houden. In een deezer byéénkomden, den 4 Juny, gaf de Heer Necker, wegens den Koning, en uit naam zyner Comiflariflen eene bevredigende opening, welke door de Geedelykheid met toejuiching ontfangen wierd. De Adel bewilligde daar in zo verre het de betwidte verkiezingen betrof, doch wilde niet dat de andere Ordens een haadig onderzoek namen van die hunner orde, welke hy zelve had geoordeeld. De Derde Staat ftelde haare beraad-  C 23 ) différend, & feulement alors, Pexamen feroit ',' foumis aux Ordres réunis." La NobleiTe rejetta fur le champ cette Propofition: & le Tiers Etat, après 1'avoir examinée, envoya le 27 Mai une Députation au Clergé, pour 1'inviter au nom du Dieu de la Paix & par rapport a 1'intérêt National, de s'unir avec eux, & de terminer par ce moyen la Sciffion dont 1'AiTemblée Générale étoit menacée. Le Roi informé de tous ces débats, écrivit a ce fujet une Lettre aux trois Ordres refpeftifs, dans laquelle S. M. deüra que les CommilTaires conciliateurs s'affemblaiTent le 29 Mai chez le Garde des Sceaux, auxquels le Roi joindroit de fon cöté d'autres CommilTaires, pour effeftuer une réunion. Le Clergé accepta d'abord cette ouverture du Roi, fufpendit toute Délibération ultérieure & en donna avis au Tiers Etat. La NobleiTe agréa cette Propofition: mais le Tiers Etat n'y accéda qu'en regimbant ; a la fin on convint de renoucr les Alfemblées & de les tenir , felon le vceu de S. M., chez le Garde des Sceaux. Le 4 Juin, dans une de ces Affemblées, Monfieur Necker, de la part du Roi & au nom des CommilTaires Royaux, fit une ouverture conciliatoire. Le Clergé 1'accepta par acclamation. La NobleiTe y confentit en tant qu'elie étoit relative aux Eleftions conteftées; mais elle ne vouloit pas que les autres Ordres fiffent une recherche accélérée des Membres de fon Ordre que lui-même avoit Wés. Le Tiers Etat renvoya fes Délibérations B 4 3Près  (^3 flagingen uit tot na het fluiten der onderhandelin gen van de Commiflariflen, welken den 8 Juny moeiten eindigen. Geduurende dit alles vond de Derde Staat goed eene Deputatie uit hun midden tot den Koning te zenden, om zyne Majefteit van hunne liefde en trouw te verzekeren en zich onder zyne befcherming te Hellen. Deeze Deputatie had de Heer Baüly aan het hoofd en wierd door den Vorfl- zeer minnelyk ontfangen, die, hen ontfloeg van de gewoonly ke formaliteiten en onder anderen van dievanopdekniën te fpreeken. Voorts verzekerde zyne Majefteit hen van zyne goedwilligheid en befcherming en beval hen tevens de vervulling van 't goede het geen hoogftdezelve voor ?yn volk wilde doen. Wanneer de Gedeputeerden te rug gekomen waren, vonden zy, in hunne Kamer, eene Deputatie uit de Geeltelykheid, welke hen aankondigde: „ dat de duurte der graanen „ en de begeerte om het arme volk fpoedig te „ verligten, de Geeftelykheid bewogen hadden, ,, om middelen te beraamen waar door de prys „ van 't Koorn verminderd konde worden en dat „ zy dus de Heeren van den Derden Staat nodig,, den om hen te onderlteunen en over deeze drin„ gende behoeften van het volk te beraaden. " Zeer weinig genoegen gaf dit voorftel der Geeftelykheid , zelfs waaren fommige Leden van gevoelen dat het flrydig met de goede orde, om niet te zeggen oproerig, was. Anderen dachten dat het uitgedacht was om de Kamer van den Derden Staat de ongunft des Volks te berokkenen, en eenigen waren 'er, die eene tegenitelling maakte, van dat arme Volk, welks elende de Geeftelykheid beklaagde, met deRykdom, pracht en overdaad, van den terften rang der Kerkelyken. De derde Staat, gaf dqs  C *5 ) après la fin des Négociations des CommilTaires, dont la clóture étoit fixée au 8 Juin. Durant le cours de tout cela, le Tiers Etat jugea a propos d'envoyer de fon milieu une Députation au Roi, pour aflurer S. M. de fon amour, de fa fidélité, & de réclamer fa Protecrion Royale. Cette Députation avoit tVlr. Baüly a la tête : le Monarque 1'accueillit favorablement, & exempta les Députés des formalités ordinaires, de celle entr'autres de parler a genoux. Sa Majefté les aflura enfuite de fa bienveillance & de fa protedtion, leur recommanda en même tems 1'accompliffement des intentions falutaires qu'elle avoit pour fon Peuple. Au retour des Députés, ils trouverent dans leur Salie une Députation du Clergé qui notifia au Tiers Etat: „ Que la cherté des grains & le defir de foulager fans délai lepauvrePezfp/e, avoient „ porté le Clergé d'arrêter des moyens par ou 1'on „ pourroit diminuer le prix des bleds; que leCler„ gé invitoit donc Mrs. du Tiers Etat de vouloir „ y contribuer & délibérer fur ces urgentes néces„ fués du Peuple." On n'approuva gueres cette Propofition faite par le Clergé: quelques Membres penfoient qu'elle étoit contre le bon ordre, ou presque féditieufe: d'autres croyoient qu'on 1'avoit mis fur le tapis pour priver le Tiers Etat de la faveur populaire: d'autres enfin faifoient un parallele frappant de ce Pauvre Peuple dont Ie Clergé plaignoit tant la mifere, avec les richeffes, le luxe, Ia prodigaliré des Princes de l'Eglife. Toute la réponfe du Tiers Etat fe réduifit donc au vceu qu'on fe form&t en Chambre Nationale, en jnvitant le Clergé de venir fans délai y prendre féance. Sur quoi le Clergé répondit quHl délibérer foit fur la Propofition. B 5 La  C 26) dus geen ander antwoord, dan dat men zig tot eene Nationaale kamer moei! Hellen , en noodigde de Geeftelykheid, om ten eerften Zitting te komen neemen, waar op de Geeftelykheid antwoorde: dat zy. zig op de Voorstelling zouden beraaden. OndertuiTchen had de Stad Parys, eindelyk ook haare Gedeputeerden, in de Nationaale Vergadering gezonden, van welken de Heer Lally Tolendal eene redevoering deed, die niet dan Vaderlandsliefde, gemaatigdheid en vredelievendheid ademde, fchoon hy in 't midden derzelve, door zulk een fterk geraas, geftuit wierd, dat hy niet nalaten konde te zeggen: ,, dat men van alle denkbeeld eener Na„ tionaale Vergadering af moeft zien, indiende „ Vergadering, wanneer een woord haare toeftem„ ming niet had, zig veroorloofde, de ftem door ,, geraas te verddoven, en zo eene doorluchtige ,, Vergadering niet moeft doen ontaarten, in ge„ raas maakende Tooneelen." De Vergadering getroffen door deeze aanmerking, juichte de Heer Lally Tolendal toe, doch de Adel, die het voorftel tot verëeniging der Drie Ordens verworpen had, bleef by haar gevoelen, waarom de Kamer van den Darden Staat oordeelde, dat men tot eene belijdenden flap moeft komen, te weeten de Vergadering der Algemeene Staaten, op nieuws te formeeren. Hier op deed de Abt Sieijes, een der Gedeputeerden van den Derden Staat van Parys, den voorflag, om de Gedeputeerden der twee andere Ordens, voor de laatfte reize te nodigen, zich met de Gemeenten te vereenigen, om dus gezamentlyk aan het heil van het gemcene welzyn te arbeiden. Dit voorftel, byna eenpaarigaangenomen zynde, wierd door eene Deputatie, aan elk der beide Ordens afzonderlyk gezonden, en insgelyks aan den Koning voor'  ( 27 ) La Ville de Paris avoit enfin envoyé auffi fes Députés dans 1'Affemblée Nationale, desquels le Sieur de Lally Tolendal prononca un discours rempli de modération, de patriotisme,d'amour de la paix; quoiqu'au milieu de fa harangue 1'Orateur ffit arrêté par un tintamarre fi grand, qu'il ne pouvoit s'empêcher de dire: ,, Qu'on devroit renoncer a toute idéé d'une AffembléeNationale,fi 1'Affem" blée, improuvant un mot , fe permit d'étouffer " la voix par des bruits, & qu'une Affemblée fi Illus„ trene devroit pas dégénerer en fcenes bruyantes." L'Affemblée touchée par cette remarque, applaudiffoit le Sieur de Lally Tolendal: mais la NobleiTe qui avoit rejetté la Propofition tendant a réunir les trois Ordres, perfifta dans fon avis. LaChambre du Tiers Etat jugea en conféquence qu'il falloit recourir a une démarche décifive, favoir, a une nouvelle formation de 1'Affemblée des Etats Généraux. L'Abbé Sieyes, 1'un des Députés du Tiers Etat de Paris, fit enfuite la Propofition : D'inviter pour la derniere fois les Députés des deux autres Ordres, pour fe réunir aux Communes, afin qu'on puiffe de concert travailler au biende la prospérité publiqup. Cette Propofition agréée presqu'a 1'unanimité, fut par une D-putation communiquée a chacun des deux autres Ordres en particulier, & dans le même tems expofée auffi au Roi. Sa Majefté y répondit, qu'elle feroit connoitre fes intentions a PAffemblée. Le  C 28 ) voorgeteld. Zyn Majefteit liet daar op antwoorden, dat hoogftdezelven zyne gevoelens aan de Vergadering te kennen zoude geeven. De Geeftelykheid zond in 't geheel geen antwoord, doch den Adel liet alleen weeten, dat zy hunne beraadflagingen achtervolgden. OndertuiTchen gefchiedde,den 12 Juny, de oproeping der Gedeputeerden van alle de drie Ordens, doch 'er verfchenen geen anderen, dan die van den Derden Staat, 's Anderen daags kwamen 'er egter drie Palloors met hunne Volmagten in de hand, binnen treeden, welke met zo veel toejuiching ontfangen wierden, dat men een gegronde hoop fchepte, van de overige Geestelyken binnen weinig dagen, mede te zullen zien verfchynen. Geduurende dit alles, had de Koning, reeds ten uiterten aangedaan, over de wederwaardigheden, waar in zyn Ryk, door de verregaande verdeeldheid, gedompeld was, nog de fmart van zig zynen oudllen Zoon , den Dauphin, door de dood te zien ontrukken. Deeze beminnenswaardige Prins, overleed teMeudon, den 4 Juny, in den ouderdom van zeven jaaren, zyn verlies was des te gevoeliger, om dat hy, in zulk eenen tederen ouderdom, reeds de bete geneigdheden en hoedaanigheden ontwikkelde, waardoor men een billyke hoop op konde vatten, dat hy eenmaal een volmaakt Vorfl, zoude geworden zyn. De Hertog van Normandiën zyn Broeder , wierd voord, na zyn overlyden, door den Koning, tot Dauphin verklaard. OndertuiTchen zat de meerderheid van den Adel, fteeds geftoord op de gemeenten, geenszins ftil of werkeloos, Zy zond den 21 Juny, eene plechtige Deputatie aan den Koning, welke uit een-en-veertig Leden beftond, en de Hertogen van Luxemburg ea  ( *9 ) Le Clergé n'envoya aucune réponfe: quant a la NobleGTe, elle fit feulement dire, qu'elle continuoit fes Délibérations. En attendant, le 12 Juin fe fit 1'Appel des Députés de tous les trois Ordres; mais aucuns, excepté ceux du Tiers Etat, comparurent. Le lendemain cependant, on vit entrer dans la falie trois Curés portant leurs pleins-pouvoirs a la main: ils furent fi gracieufement recus, qu'on eut 1'espoir bien fondé de voir fous peu de jours paroftre auffi le refte du Clergé. Durant toutes ces conteftations, le Roi déja vivement affefté des disgraces dont pdtiffoit fon Etat par les diffentions pouffées a 1'excès, eut encore la douleur de perdre fon Fils arné, le Dauphin, par une mort anticipée. Ce Prince aimable décéda le 4 Juin a Meudon, agé de fept ans. Sa perte étoic d'autant plus fenfible, que dans une jeunelTe fi peu avancéeil avoit déja développé les meilleures intentions & qualités: 1'on pouvoit donc fe flatter a julle titre , qu'un jour il feroit devenu un Prince accompli. Après fon decès, le Ducde Normandie, fon Frere, fut par S. M. déclaré Dauphin. La pluralité de la NobleiTe, irritée contre les Communes, ne refta dans eet intervalle ni tranquille ni defceuvrée. Elle envoya le 21 Juin au Roi une Députation compofée de quarante-un Membres, les Ducs de Luxembourg & de Croy a leur • tê-  C3o) en Croi aan 't hoofd had. De Heeren d'Espremenil de Cafales, d'Entraigues en verfcheide andere be» leende hoofden der meerderheid van den Adel, bevonden zig 'er mede by. De Hertog van Luxemburg deed de aanfpraak aan Zyne Majeftit, waarin hy beweerde: „ dat de Derde Staat zig de rechten „ des Konings en der beide Ordens aanmaatigde, „• en dat de Edelen de geboorne Voorftanders van den troon waren" enz. Deeze aanfpraak had zo veel kragt op het gemoed des Konings, dat zyne Majefteit, twee dagen laater, in eene Koninglyke Zitting'verklaarde; „ te willen, dat de oude on„ derfcheiding van de drie Ordens van den Staat, , in haar geheel zouden bewaard blyven, als we>, zendlyk verbonden, met de behoudenis van zyn ,, Koningryk." Men kan ligt denken, welk eene verbaastheid, deeze onverwagte verklaaring maakte. De Gemeente, welke deeze Zitting niet anders dan als een Lit dejuftice befchouwde, deed aanftonds verklaaren ; dat zy by haare voorige belluiten volhardde, fchoon de Koning dezelvenvernietigd en van onwaarde verklaard had. Midlerwyl waren de Zaaien der Algemeene Staaten, voor de Gedeputeerden van den Derden Staat gefloten, zo dat dezelven , den 23 Juny, van de eene plaats naar de andere moeiten zwerven, om gelegenheid te vinden, tot het houden van hunne beraadflagingen. Intuflchen was hen de Kaatsbaan, tot eene verzamelplaats aangewezen, en dus hadden zy zig 's morgens ten negen uuren, naar dezelve begeven, doch dewyl de nieuwsgierige Menigte, zig van een goed gedeelte derzelve, meefter gemaakt had, zebegrepen de Gedeputeerden , dat voor hen geen plaats genoeg overbleef, om hunne Zitting te vervolgen, weshalven zy zig naar de Kerk der Recol- lec-  C 31 ) tête: les Sieurs d'Espremenil, de Cafalès, d'Entmigues & divers autres Chefs de la pluralité connus en faifoient nombre. Le Duc de Luxembourg harangua S. M. & s'efforca de prouver: „ Que le „ Tiers Etat s'emparoit des Prérogatives du Roi, „ ainfi que des deux autres Ordres, & que les No', bles étoient les défenfeurs nés du Tröne." Cette harangue fit tant d'impreflïon fur Pefprit du Roi, que le furlendemain SaMajefté dans une Séance Royale déclara: „ Vouloir que 1'ancienne dis, tinction des trois Ordres del'Etat reftat dans fon ,, intégrité, comme eflentiellement liée au main„ tien de fon Royaume.-" L'étonnement caufé par cette Déclaration eft facile a imaginer. Les Communes n'envifageant cette Séance que comme un Lü de Juftice, protefterent auflitót de perfifter dans leurs Réfolutions antérieures, malgré que le Roi les eüt annullées & déclaré comme non advenues. Durant ce tems, les Salies des Etats Généraux, deltinées aux Députés du Tiers Etat, restoient fermées; tellement que le 23 Juin ils fe vi* rent obligés d'errer d'un endroit a 1'autre pour trouverune place convenable a leurs Délibérations. On indiqua enfin le Jeu de Paume. S'y étant rendus a neuf heures du matin & voyant que la multitude curieufe s'étoit emparée d'une bonne partie de 1'emplacement, les Députés jugerent qu'il ne leur en reftoit pas alTez pour continuer la féance. ils allerent donc a 1'églife des Recollets, mais ces Moines en refufoient 1'entrée fans un ordre du Roi. L'afRuence des curieux étoit d'ailleurs fi grande, que cette Eglife peu vafte ne paroifibit pas convenable aux Députés. On tenta donc un dernier effort pour entrer dans 1'une des Salies dellinées aux Etats Généraux, mais envain; 1'Officier des Gardes  C30 UBten begaven, doch de geeftelyken weigerden hen, zonder een bevel van den Koning, te ontfangen. Daarenboven was de toevloed van nieuwsgierigen, op dien plaats zo groot, dat de Gedeputeerden oordeelden, dat die Kerk, die maar klein is, voor hen te naauw zoude zyn. Dus kwam men overeen, om nog eene laatfte pooging te doen, om in eene der Zaaien van de Algemeene Staaten te komen, doch vergeefsch, dewyl de Officier der Guardes hen weigerde in te laten. Hier op begaven de Gedeputeerden gedeeltelyk, zig weder naar de Kaatslaan, daar zy, dewy] het fterk regende, doornat en vermoeid aankwamen. Een ander gedeelte van dezelve, had zig naar de Parochie Kerk van St. Louis begeven, daar men hen had willen ontfangen, en waar die, welken naar de Kaatsbaan gegaan waren , eenige tyd daar na, by hen kwamen. Hier wierd toen de Zitting, in het byzyn van wel vyfduizend aanfchouwers begonnen. Te half twee uuTen, kwam de Geeftelykheid, die het niet betaamlyk gevonden had, zig in de Kaatsbaan te laaten vinden, zig by de Gemeente voegen, terwyl de oproeping hunner Leden in het choov gefchiedde. De Aartsbiffchop van Vienne, was aan 't hoofd der Leden van de Kerk, cn deed eene treffelyke aanfpraak, die door den Heer Bailly, met veel bevalligheid beantwoord wierd. Toen de Geeftelykheid de gedrukte Lyft, van alle de tegenwoordig zynde Leden op de tafel lei, zeide voornoemde Heer Bailly, zeer verpligtende: dat die Lyji verdiende, met gouden letteren gedrukt te worden. OndertuiTchen was alles nog in 'tonzekere, door dien men niet wift, of de Koning zouden blyven volharden in de Befluiten, die hem de meerde heid vaa den Staatsraad had doen neemen. Den 24 Juny beraad-  C 33 ) Hes leur en refufa 1'entrée. Une partié des Députés retourn3 enfuite au Jeu de Paume, & comme il pleuvoit a verfc, ils y arriverent tout mouillés & haraffés de fatigue. Une autre partie des Députés s'étoit renduc a I'Egüfe paroifflale de St. Louis, bu Pon vouloit bicn les recevoir; peu après leur nombre fut aügm'ertté pSr ceux qui avoient été au Jeu de Paume. La Séance commenca en prëfence de plus de cinq mille fpectateurs. Le Clergé, ayant tröuvé irtdécent de fe rendre au Jeu de Paume, joignit les Communes a une heure &demie, tandis que 1'Appel de leurs Membres fe fit au Cheeur. L'Archevêque de Vienne, a la tête des Membres de I'Egüfe, prononga un Discours fublime, auquel le Sieur Bailly repliqüa avèc beaucoup de graces. Quand le Clergé pofa fur le Bureau la Lilte imprimée de tous fes Membres préfens, le même Sieur Bailly dit trés obligeamment: Que cette Lifie méritoit d'étre imprimée en caraBeres Ü'or. Cependant tout refta encore incertain, paree que Pon ignoroit fi le Roi perfifteroit dans les Réfolutions que la pluralité du Confeil d'Etat lui avoit fait prendre. Le 24 Juin, les Communes dé-  (34-) raadflaagde de Gemeente, weder over de befluiten van den voorigen dag, en veele Leden beklaagden zig, dat hunne Raadplegingen niet vry waren, dewyl de deuren door Sóldaaten bewaard wierden. De volgenden dag verfcheen de Hertog van Orleans', met vier-en-veertig andere Edellieden, in de Zaal der Nationaale Vergadering, waar in de Graaf van Clermont Tonnerre het woord voerde; en door den Heer Bailly, als Voorzitter der Vergadering, beantwoord wierd. In deeze merkwaardige Zitting, zag men nu eindelyk de drie Ordens, thans vereenigd^ voor 't eerft gezaamendlyk raadpleegen, terwyl de geheeie en volkomene Verëeniging der Ordens, ingevolgen van eenen Brief, door den Koning, op dien dag,,aan de kamer des Adels, en de minderheid der Geeftelyken gefchreven, twee dagen laattr, namentlyk den 27 Juny gefchiedde. Onbefchryflyk was de vreugde over dit geval. De menigte begaf zig al juichende naar 't Kafteel, alwaar de Koning en Koningin, op het Balcon verfcheenen zynde, de gelukwenfchingen van een ontelbaar Volk genoten. Ook was Verfailles des.avonds, en geheel Parys, den volgenden avond, verlicht. ' Niéttegenftaande deeze blydfchap, zag men niet zonder bekommering, dat de Vergaderzaal telkens door Sóldaaten bewaard wierd, en dat geheel Verfailles met Troepen vervuld was geworden, terwvi talryke Patrouilles van deRuitery, gelyk ook geheeie Detachementen Guardes, de flraaten doorliepen. Het was dus geen wonder, dat de Graaf de Mirabeau voorflelde te verklaaren, dat de Perjoon -van elk der Gedeputeerden, heilig en onfchendbaar zoude %yn. Dit Voorftel ging, met eene meerderheid van van 433 tegen 34 Hemmen door. De aanleiding toe dit voorftel was de fterke taal van den Heer d''Espre-  ( 35 ) libéroient de nouveau fur les Réfolutions de la veille; plufieurs Membrés fe plaignoient de ce que des foldats gardoient les portes. Le lendemain on vit arrivcr dans la Salie de 1'Affemblée Générale le Duc d'Orléans, fuivi de quarante-quatre Membres de la Nobleffe , dont' le Comte de Clermont Tonnerre prononga un Discours ; auquel repliqua le Sieur Bailly , 'préfident de 1'Affemblée. Dans cette Séance remarquable on vit enfin les trois Ordres réurtis délibérer pour la première fois enfemble, tandis que 1'union parfaite & entiere des Ordres, en vertu d'une Lettre écrite ce même jour par le Roi a. la Chambre de la Nobleffe & a laMinorité du Clergé fe fit deux jours plus tard, favoir Ie 27 Juin. L'allégreiTe touchant eet événement étoit fans égale. La multitude pouffant des cris de joie accourut au Chateau, oiz le Roi & la Reine s'étant montrés fur un balcon, recurent les acclamations d'une foule immenfe. La Ville de Verfailles fut illuminée le même foir, & la C ipitale entiere le lendemain a ^a même heure. Nonobftant cette allégreffe publique, on ne vit pas fans regret que 1'Affemblée étoit durant chaque féance furveillée par des Militaires; que Verfailles fe rempliffoit .de Troupes, pendant que de fortes Patrouilles de Cavalerie & de gros Détachemens de Gardes a pied parcouroient les rues. On ne doit donc pas s'étonner, que le Comte de MirabSau fit une motion tendant a déclarer : Que la Perfonne de chaque Député feroit facrée ójf inviolable. On agréa cette Propofition avec une pluralité de 483 contre 34 voix. Le fujet de cette motion provenoit d'un discours hardi, tenu par le Sieur d'Espremenil, C 2 fou-  C 36 ) prcv,i:nii, die ftaande gehouden had, dat de Gede* fineerden van den Derden Staat, aan hoog verraad fchuldig waren, als ook aan de misdaad van gekwetjie Majefteit, en over zulks, als zoodaanigen, door den Procureur-Generaal konden aangeklaagt worden, OndertuiTchen verfprcide zig het gerucht, dat de Heer Necker zyn ampt neder zoude leggen, het welk zo veel ongeruftheid baarde, dat verfcheiden Gedeputeerden van den Deden Staat, zig by hem vervoegden, gebruikende traanen en fmeekingen, om hem te doen blyven, en daar elk verflagen was, vond de Heer Necker zig verpligt, den aandrang der geenen, die hem omringden, te ontwyken, te meer daar de Koning dien Miniller by zig ontbooderr had. De vrees voor den uitllag van 't gefprek van dien Heer met den Koning, had veel Volks naar Verjailles gelokt, waar onder een groot getal Gedeputeerden van den Derden Staat was. Naauwelyks was- de Heer Necker, door eene zydeur van 's Konings vertrek, op de plaats gekomen of duizend ftemmen riepen, de Heer Necker leeve! Men omringde hem van alle kanten, het Volk wierp zich aan zyne voeten, en riep, Blyft gy Mynheer? waar op de Heer Necker antwoorde, ja myne Hee. ren, ik blyf by u.' terftond galmde al het Volk uit, de Koning leeve! de Heer Necker leeve! en men bragt hem in triumf naar zyn huis. Midlerwyl trokken van tyd tot tyd verfcheidene troepen rondom Verjailles, alwaar de Zaal der Nationaale Vergadering zelfs door Sóldaaten bewaard wierd. Ook zag men, dat talryke Patrouilles der Ruitery van Berchiny, en geheele Detachementen Guardes, de flraaten doorliepen. Doch ondanks dit fcheen alles nogthans eene gelukkige vereeniging aan te kondigen. De verfchyning van den Her*  C 3? ) foutenant: Que les Députés du Tiers Etat étoient coupables de Haute Trahifon, ainfi que du crime de Lefe-Majefté; qu'en conféquence ils pourroient être accu/és comme tels par le Procureur Général. II fe répandit alors un bruit que Monfieur Necker vouloit remercier; ce qui occafionna tant d'inquiétude, que plufieurs Membres du Tiers Etat paiTerent chez lui, & le folliciterent, même en ver fan t des larmes, de continuer Pexercice de fa Charge. Monfieur Necker , ému par cette confternation, fut obligé de fe fouftraire aux vives follicitations de ceux qui 1'entouroient ; d'autant plus que le Roi 1'avoit mandé. La crainte, quelle tournure prendroit 1'entretien entre S. M. & ce Seigneur, avoit attiré un monde infini a Verjailles, entr'autres grand nombre des Députés du Tiers Etat. A peine Monfieur Necker étoit venu, par une porte latérale de "appartement du Roi dans la cour, que mille voix s'écrierent: Vin Monfieur Necker! On 1'entoura de toutes parts. Le Peuple embraifa fes pieds & demanda avec tranfport; Rejlez-vous, Monfieur ? A quoi Monfieur Necker re. pliqua: Oui, Mefiietirs, je refter ai avec vous. Aufiitót Pair retentit d'un cri général \Vive le RoilVive Monfieur Necker! & ce Miniftre fut ramené en triomphe a fon hötel. Quoiqu'il en foit, plufieurs Troupes fe cantonnerent peu a peu autour de Verjailles, ou la Salie de PAffemblée Nationale étoit même gardée par des Soldats. On vit encore des Patrouilles nom, breufes de Berchiny, Houflards, comme auffi de forts Détachemens du Régimens de Gardes, par* courir les rues. L'apparition du Duc d'Orléans, ayec 46 autres Membres de la NobleiTe, laquelle C 3 m  C38) Hertog van Orleans, met nog 45 andere Edellieden, welke op den 25 Juny voorviel, vereenigde eindelyk de drie Ordens met elkander. De Heer Bailly, Prefident der Nationaale Vergadering, fprak deze Heeren op de volgende wyze aan : ,, Myne „ Heeren! uwe tegenwoordigheid verfpreid hier „ de vertroofting en de vreugde: wy zeiden, toen „ wy de Heeren van de Geeltelykheid ontfingen5 „ dat ons nog wenfchen overbleven, dat'er nog „ Broeders aan dit Doorluchtig Huisgezin ontbra3, ken. Deze wenfchen zyn byna zo ras vervuld, „ als ge'daan, wy zien onder ons, een Doorluch,, tig Prins, een gewigtig en achtbaar gedeelte van ,, den Franfchen Adel, wy geeven ons zelve over „ aan de vreugde van het zelve te ontfangen, aan ,. de hoop van den geheelen Adel te zien zich daar by voegen. Ja, Myne Heeren, het geene ons ,, ontbreekt, zal ons gegeeven worden; alle on„ ze Broeders zullen hier komen: derede, de ge,, rechtigheid, het belang des Vaderlands, roe,, pen hen, en antwoorden ons: Laat ons te zaa„ men arbeiden aan de herftelling des Ryks, aan „ de verligting des Volks. Wy brengen de waar,, heid a^an den voet van den Troon, en haare ,, ftem zal gehoord worden, door eenen Koning, „ wiensGodsdienft kanverraft worden, maar wiens oogmerken rechtvaardig zyn, en wiens goed,, heid onveranderlyk is." Den 4 July gaf de Heer Necker eene brcedvoerige Memorie van onderrichting, in de Nationaale Vergadering over, in welke Memorie denzelven verllag deed van alle de zorgen, door den Koning aangewend, zederd dat hy, Necker, in 't Ministerie gekomen was, om overvloed van Levensmiddelen in 'tKoningryk te behouden. Deeze Memo-  C 39 ) eut lieu le 25 Juin, réunit enfin les trois Ordres. Le Sieur Bailly , Préfident de PAiïemblée , harangua ces Seigneurs de la maniere fuivante: „Meffieurs! votre préfence répand ici la joie & 11 la confolation. Nous dimes, en recevant Mes,, fieurs du Clergé, qu'il nous reftoit encore des „ vceux a faire, que cette Familie Ulultre man,, quoit encore de Freres. Ces vceux ont été „ presqu'auffitót remplis que formés. Nous „ voyons parmi 'nous un Prince illuftre, une par„ tie refpeftable & importante de la Nobleffe Fran,, goife. Nous nous abandonnons k la joie de les „ recevoir, a Pefpoir de voir toute la Nobleffe fe „ réunir avec nous. Oui, Meffieurs, ce qui nous ,, manque, nous fera accordé; tous nos Freres ,, viendront ici: la Raifon, la Juftice, 1'Intérêt ,, de la Patrie les invitent, & répondent anous: ,, Travaillons de concert a la reftauration du ,, Royaume, au foulagement du Peuple. Nous portons la Vérité au pied du Tróne; fa voix „ fera entendue par un Monarque, dont la Reli,, gion peut bien être furprife, mais dont les in,, tentions font juftes, & la bonté eft inaltéra„ bic." Le 4 Juiilet, Monfieur Necker remit k 1'Affemblée Nationale un trés ample Mémoire d'Inftruction; dans lequel il informa les Membres des follicitudes de S. M. depuis qu'il étoit entré au Miniftere, pour conferver 1'abondance des Vivrcs dans le Royaume. Monfieur Necker avoit compofé fon Mémoire avec cette fenfibilité, ce ton de C 4 p%r-  C40) rie was door den Heer Necker opgefteld, met die gevoeligheid, die toon van overtuiging en waarheid, die in alles wat uit de pen van dien fchranderen Staatsminifter gevloeid is, doorftraalt. OndertuiTchen zag de Nationaale Vergadering met geen pnverfchillig pog aan, dat 'er zo veel Troepen en Gefchut ip de Nabuurfchap van Parys verzameld wierd, doch waar toe, zo gezegd wierd, door het Volk zelve aanleiding gegeeven was, het welk wel ter menigte van j of 6000 menfehen de Gevangenis der Sóldaaten, alwaar eenigen, zp men meen den, om de zaak des Volks gevangen zaten, opengebroken had, en om dat men vreesde, dat deeze menigte ook de andere Gevangenifien open zouden zetten, had men bevel gegeeven tot het verzamelen van een Leger met Gefchut voorzien, in de nabuurfchap van Parys, welk leger wel uit 2800Q Man nen beltaan en waar over de Maarfchalk van Broglio het bevel zoude voeren. Het was dus niet te verwonderen dat zulk eene talryke krygsmagt in de nabuurfchap van Verfailjes en de Hoofdltad des Ryks, groote ongerulïheid by de Nationaale Vergadering baarde, alwaar pp aandrang van den Graaf Mirabeau' een Adres naar den Koning gezonden wierdt, het welk met deeze merkwaardige woorden eindigde: ,, De beweegingen van uw hart, Sire, ,, zyn het waare heil der Franfchen. Wanneer troepen van alle zyden aanrukken, wanneer Campementcn rondom pns gemaakt worden, wan„ neer de lloofdllad belegerd is, dan vragen wy „ ons zeiven met verbaaltheid,- heeft de Koning ,, aan de Trouw zyner Volkeren getwyffeld ? En ,, zo hy 'er aan had kunnen twyffelen, zoude hy „ zyn vaderlyk hartzeer niet in onzen boezem uitj, geftort hebben ? Wat wil dan deeze dreigende  C 4t D perfuafion & de vérité, qui perce conftamment dans toutes les produótions fortant de la plume de eet habile Miniftre d'Etat. En attendant 1'Affemblée Nationale ne regardoit point d'un ccil indifférent 1'affemblage de tant de Troupes & d'Artillerie dans le voifinage de Paris: k quoi néanmoins, felon le bruit public, le Peuple même avoit donnë lieu, vu qu?au nombre de 5 ou 6000 hommes il forga la prifon militaire pour en retirer quelques foldats, détenus, felon lui, pour la caufe patriotique; & paree qu?on redoutoit que la même multitude n'ouvrit les autres prifons, Pordre fut donné de rafTembler aux environs de Paris une Armée, avee de 1'Artillerie, laquelle Armée devoit être forte de 28000 hommes, fous les ordres du Maréchal de Broglio. II ne falloit donc pas s'étonner que des forces militaires( fi nombreufes, au voifinage de Verjailles & de la Capitale du Royaume, caufaffent une grande inquiétude a 1'Affemblée Nationale, laquelle, fur les inftan-ces du Comte de Mirabeau, envoya une Adreffe au Roi, dont une période remarquable contenoit les mots fuivans: ,, Les mouvemens de votre ,, coeur, Sire, voila le vrai falut des Frangois. ,, Lorsque des Troupes s'avancent de toutes „ parts, que des Camps fe forment autour de ,, nous, que la Capitale eft inveflie, nous nous ,, demandons avec étonnement; Le Roi s'eft-il ,, méfié de la fidélité de fes Peuplcs ? S'il avoit pu ,, en douter, n'auroit-il pas verfé dans notre „ coeur fes chagrins patemels ? Que veut dire t, eet appareil menagant? Oh font les Ennemis de „ PEtat & du Roi qu'il faut fubjuguer? Ou font ,, les Rebelles, les Ligueurs qu'il faut réduire? ?3 Une voix unanime répond dans 1'a Capitale &z c j  C40 „ vertooning zeggen? waar zyn de vyanden van „ denStaat en den Koning, die men moet onder„ brengen. Waar zyn de Rebellen en verbonde„ nen die men moet beteugelen? Eene eenpaarige „ Hem in de Hoofdftad en in de uitgeftrektheid „ des Ryks antwoord: wy beminnen onzer Ko„ ning; wy danken den Hemel voor de gift welke „ hy in zyne liefde gefchonken heeft." Dit Adres het welk met 830 Hemmen goed gekeurdwas, wierd door zyne Majefteit beantwooid met te verklaaren dat de ongeregeldheden te Parys en te Virfailjes, onder zyn oog en dat den Nationaale Vergadering gebeurd, hem genoodzaakt hadden zulke middelen te gebruiken om de ruft en Orde in de Hoofdftad en haaren omtrek te herftellen en te handhaaven, als zynde het eene zyner voornaamfte pligten voor de openbaare zekerheid te waaken en dat, indien zulks argwaan mogt veroorzaaken , Hoogltdezelven 'er toe over zoude gaan om, op verzoek der Vergadering, dezelve naar Noyon of Soijfons te verleggen, met aanbod om zig dan zelve naar Compiegne te zullen begeeven, om de gemeenfchap, die plaats moeft hebben, open te houden. Doch de Nationaale Vergadering toonde weing zin in dit voorftel te hebben. OndertuiTchen deed men de troepen, van tyd tot tyd.vermeerderen, en wel meeft door vreemden, Zwitfers en Duitfchers, met een grooten Sleep van gefchut, en dewyl men ftaat maakte op den moed van den Maarfchalk de Broglio, zo had men hem het opperbevel over alle deeze krygsknegten gegeeven,. terwyl men den Koning, op eene liftige wyze zo verre verleidde, dat zyne Majefteit den 11 July, aan den Heer Necker fchreef, „ dat het A Syfthema, dat hy hem tot hier toe geraaden had „ te  C43) dans 1'étendue du Royaume: Nous chériiTons " notre Roi,- nous béniffons le Ciel du don qu'il nous a fait dans fon amour." Cette AdreiTe, approuvée par 830 Voix, fut répondue par Sa Majefté en déclarant: Que les desordres renouvellés a Paris & a Verjailles fous fes yeux & ceux de 1'Affemblée Nationale, 1'avoient obligé de recourir a des moyens femblables, pour remettre & maintenir le bon ordre & Ia tranquillite dans la Capitale & fes environs, car c'étoit un de fes devoirs principaux de veiller a la füreté publique; mais que, fi cela pouvoit caufer de 1'ombrage, S. M, fe porteroit, fur Ia demande de 1'Affemblée, a transfér er les Etats Généraux a Noyon ou a Soisfons, en offrant de fe rendre alors a Compiegne, pour maintenir la communication reciproque. Mais 1'Affemblée Nationale ne goüta gueres cette Propofition. En attendant on fit, de tems a autre, augmenter les Troupes, en grandepartie par desRégimenS Suiffes & Allemands, avec un train nombreux d'Artillerie; & comme Pon comptoit fur la bravoure du Maréchal de Broglio, on le chargé» du commandement en chef de 1'Armée, tandis que d'une maniere infidieufe on perfuada au Roi d'écrire le 11 Juillet a Monfieur Necker: „ que le Syftême ,, que jusqu'alors il avoit confeillé a S. M. de ,, fuivre, paroiffoit conduire a des fuites fort dan„ gereufes, & qu'a eet effet Elle dcfiroit qu'il „ adoptat un autre Plan pour 1'avenir." Monfieur Necker repliqua la-deffus: d'être hors d'état de pouvoir fuggérer d Sa Majefté un autre confeil que celui qu'il lui avoit donné jusques d pré/ent. Sur quoi le  C44 > „ te volgen, fcheen te leiden tot zeer ernftigege„ volgen, en dat hy daarom begeerde, dat hy een „ ander ontwerp voor 't toekomende zoude" aan„ neemen. De Heer Necker antwoordde daar op , zyne Majefteit geene anderen raad te kunnen geeven , dan dien hy hem tot hier toe gegeeven had. Waar op de Koning hem, dien zeiven dag, eenen tweede Brief zond, waar in zyne Majefteit duidelyk te kennen gaf, ,, dat hy den Heer Necker „ ontiloeg van verderen raad te geeven, hem met ,3 een bevelende binnen vierentwintig uuren het „ Ryk te verlaaten, met zo veel geheimhouding „ en fpoed als mogelyk zoude zyn." De Heer Necker ontveinsde deeze gewigtige boodfehap met zeer veel bedaardheid, betuigende aan zyne Echtgenoote en alle die hem omringden, dat het hoofd hem zeer deed, dat hy vermoeid was, en dus eene wandeling met haar begeerde te doen. Uitgegaan zynde vonden zy hun Rytuig vaardig en vertrokkken 's middags voor half zes uuren, zonder zelfs hunne Dogter, Mevrouw de Staal te waarfchouwen, welke nergens van bewuft was. Dien nacht op hunne Buitenplaats naby Parys doorgebragt hebbende vertrokken zy den volgenden morgen vroeg uit Frankryk. Dien zelfden morgen wierden ook de andere Minifters afgedankt, of bedankten zeiven, behalven de Grootzegelbewaar-' der Barentin en de Staatfecretaris Vielledeuil. Zo dra kwam de gewigtige tyding van deeze groote Verandering niet te Parys of dezelve veroorzaakte eene algemeene Verflaagenheid: ieder was in de uiterlte droefheid en Wanhoop. De cerlle Tydingbrenger was niet alleen niet geloofd geworden, maar had zelfs gevaar van zyn leven gelopen. Zo dra het gemeen van de zekerhed der zaak onderrigt was, wierd het woedend  C # ) le Roi lui envoya ce même jour une deuxieme Lettre, par oii S. M. donna clairement a connoitre , qu'elle le dispenfoit de tout confeil ulté, rieur, lui ordonnant en même tems de quitter dans 1'efpace de 24 heures le Royaume,avecau„ tant de discrétion que de célérité." Monfieur Necker diffimula ?ce meffage important avec beaucoup de fang-froid, difant a fon Epoufe & a ceux qui 1'entouroient, qu'il avoit mal a la tête, qu'il étoit fatigué & defiroit prendre 1'air avec Gadame. Etant fortis de 1'hótel & trouvanc leur voiture prête, ils partirent avant cinq heures & demie du foir, même fans en prévenir Madame de Stahl, leur fille, qui ignoroit tout cela. Après avoir palTé la nuit a leur maifon de campagne prés de Paris, ils fe mirent le lendemain de bonne heure en route pour quitter la France. Ce m'ême matin les autres Miniftres furent auffi remerciés, a 1'exception du Garde des Sceaux Barentin, & du Secrétaire d'Etat Villedeuil. A peine fut-on cette nouvelle a Paris, qu'elle y caufa un abattement général. La trifteffe & le defefpoir accablerent. tout le monde. Loin de vouloir ajouter foi au premier porteur , il risqua de perdre la vie. Dès que la multitude fut enfin Ia vérité du fait, la fureur s'en empara & chacutt courut aux armes. Vers le foir il y eut une ren- con-  ( 40 en ieder wapende zig. Tegens de avond geraakte men op de weg van Sevre handgemeen. Twee Sóldaaten van de Franfche Guardes wierden door de ruiters van 't Regiment Royal Allemand gedood. Dit fcheen het teken van moord te zyn. De Franfche Guardes vielen onverwagt een patrouille van Royal Allemand aan, fchotentwee of drie ter neder, en verjoegen de overigen. Op den Prins van Lam. laefc, die het geheele Corps commandeerde, wier. den eenige Snaphaanfchooten gedaan, welken egter niet raaRten. Gemelde Prins hier over woedende geworden zynde, kwetfte een ongewapend burger. Hier op geraakte mep weder aan 't Vechten, waar door verfcheide Perfoonen fneuvelden, doch het gemeen wierd welhaaft door een Corps Ruitery en Voetvolk verftrooid, en van den weg naar Sevre te rug gedreven, zo dat zy zig genoodzaakt vonden de Hoofdllad weder in te trekken, waar na zy zig aan de fchrikkelykfte Buitenfpoorigheden van plunderen en rooven overgegeeven hebbende, de vrees en angfi: overal verfpreidden. Op de eerfte tyding die men van alle deeze beweegingen te Verfailles kreeg, bezette de Militie, alle wegen, en de Brug van Sevre, die genoegzaam in 't midden tuffchen Parys en Verfailles legt, zelfs met Kanon, ook gaf men bevel om die Brug af te breeken, indien zy aangevallen mogt worden, daar en boven bleven de troepen in laatftgemelde Plaats, den gantfchen nagt onder de Wapenen. Was men dien nacht te Verfailles dus bevreelt, de ongeruftheid te Parys was niet minder, daar men, niet zonder reden voor de Buitenfpoorigheden van een toomeloos gemeen beducht was, egter gebeurde 'er niets van belang. Zo dra den ochtend kwam, zette genoegzaam elk eene groene Cocarde op de Hoed, hier  C 4? ) contre fur Ie chemin de Seve: deux. foldats des Gardes Frangoifes furent tués par des Cavaliers du Régiment Royal Allemand. Ceci paroiflbit le fignal du meurtre. Les Gardes Frangoifes attaquerent a l'improvifte une Patrouille de Royal Allemand, en renverferent deux ou trois, & disperferent le refte. Le Prince de Lambefc, Chef du Régiment, elTuya, quoique fans accident , plufieurs coups de fulil: irrité par-la k 1'excès, il blelïa un Citoyen non armé. Alors le combat recommenga, dans lequcl plufieurs perfonnes perdoient la vie; mais la multitude fut bientöt diffipée par un Corps de Cavalerie & d'Infanterie, & repouffée du grand-chemin de Seve, tellement que le Peuple rentra dans Paris, s'abandonna aux plus horribles excès de pillage & de vol: ce qui répandit la terreur & 1'anxiété partout. Dès qu'on apprit a Verfailles tous ces mouvemens, 1'ordre fut donné aux troupes de fe polier fur toutes les avenues & fur le Pont de Seve, endroit fitué k moitié chemin entre Paris <5c Verfailles; on devoit même, en cas d'attaque, rompre ce Pont, &, pour plus grande précaution, les Troupes y relterent toute la nuit fous les armes. Si pendant cette nuit defaftreufe i'anxiété fut grande a Verfailles, 1'irquiétude n'étoit pas moindre a Paris , ou 1'on redoutoit les excès d'une ' multitude eftrénée. Cependant elle ne commit aucun defordre. A peine le jour commenga-t-il a poindre, que tout le monde arbora des cocardes vertes. La Bourgeoifie s'étant asfemblée dépofa les Régens de la Ville & les remplaga par d'autres. On forma enfuite des Compagnies Bourgeoifes & les arma de tout ce qui fe trouvoit fous la main, Les Officiers des Gardes ■Frangoifes offrirent alors, de faire a la téte de Jeurs  C 43 5 hier op vergaderde de Burgery welke de Regeering der Stad afzette en nieuwe weder aan (lelde, voords maakte men Burger Compagnien die met al wat men had gewapend wierden. De Officieren der Franfche Guardes boden toen aan met hun' getrouw Volk, met de Burgers te patrouilleeren. Dit aanbod wierd met vreugd aangenomen, ook kwamen twee Compagnien benevens eenige Artilleriften van St. Denis aan, welken, zo wel als de Guardes op het Koninglyk Paleis, door de Burgers, met blydfchap , eeten en drinken, ja zelfs geld gegeeven wierden. Ook droegen zig'de Sóldaaten zo wel dat zy zelfs eenige Belhamels die plunderen wilden, opvatten en gevangen namen.- Voords wierd geheel Parys den nacht van den 13 July verlicht. OndertuiTchen had de Nationaale Vergadering dien dag niet flil gezeten, maar had, hoewel zonder vrucht alle poogingen by den Koning gedaan, om door het wegzenden van de troepen , alle bewegingen te doen ophoude. Doch ziende dat niets daaromtrent hielp nam zy het hartige befluit, om de tegenwoordige Staatsdienaaren van wat rang of ftaat dezelven ook mogten zyn, voor alle tegenwoordige onheilen en die nog te gebeuren Honden , verantwoordelyk te ftellen. Voords wierd belloten aan den Heer, Necker en aan alle de Minillers die verwyderd waren , te fchry ven, hoe leed hun vertrek de Nationaale Vergadering was en dat zy de achting van alle de Leden derzelve medegenomen hadden. Het Hof van Verfailles was ondertuiTchen in een fchrikkelyke angft, dewyl men daar tyding gekregen had dat vyftien of twintigduizend Burgers te Parys, behalven de zig daar bevindende Sóldaaten de Wapens opgenomen hadden , om een einde aan de Wanórdens te maaken en  C 49 ) léui's Soldats fideles des Patrouilles avec les Bourgeois. Ces offres furent regues avec joie: il arriva encore de St. Denis deux Compagnies, avec quelques Canonniers, auxquels, auffi bien qu'aux Gardes, les Bourgeois remplis d'allégrefle donnerent dans le Palais Royal a boire, a manger & même de 1'argent. Auffi les Soldats fe comporterent li bien, qu'eux-mêmes faifirent & conftituerent prifonniers quelques boutefeux, qui vouloient piller. Tout Paris fut encore illuminé la nuit du 13 Juillet. L'AfTemblée Nationale, defoncóré, n'avoit pas refté oifive ce jour-la, mais, quoiqu'infructueufement, avoit tenté les derniers efforts chez le Roi, afin de faire ceffer par le renvoi des Troupes ces mouvemens. Mais voyant toutes fes peines perdues, elle prit la réfolution courageufe dé rendre refponfables les Miniftres adtüels de S. M. & tous leurs Confeillers, de tel rang oh état qu'ils pulTent être, de tous les defallres adluel lemen t exiftans & futurs. Ön réfolut en outre d'écrire a Monfieur JSfecker & a tous les autres Miniftres qui avoient été éloignës, combien 1'Affemblée Nationale étoit fachéé de leur départ & ne cefToit de leur conferver toute fon eftime. La Cour de Verfailles fe troiivoit alors dans une perplexité cruelle, paree que 1'on y avoit recu 1'avis que quinze öu vingt mille Bourgeois de Paris, outre les Soldats qui étoienc dans la Capitale, avoient pris les armes pour terminer enfin les defordres, & maintenir eux-mêmes la Caufe de 1'Affemblée Nationale: on apprit encore D que  C50) en de zaak der Nationaale Vergadering zeiven te handhaaven, daar by vernam men dat de troepen zelve, zig van tyd tot tyd by de Burgers voegden, doch alle deeze omruilende tydingen wierden egter voor den Koning zorgvuldig verborgen gehouden. Eindelyk kwam den gewigtigen dag van de'14 , July aan. Dag welken altoos in de Gedenkboeken van Frankryk eene aanmerkelyke plaats beflaan zal en die den nakomeling zig niet zonder fchrik en aandoening te binnen zal kunnen brengen. Reeds in den vroegen morgen zag men elk op de been. Men trok allereerft naar het Militaire School, alwaar men zig, zonder eenigen tegenftand meefter maakte van verfcheidene Killen met Geweeren en andere voorraad voor 't leger. Ook vond men 'er nog ryker en gewigtiger buit, naamenlyk een geheel Schip met Buskruid. Vermits men ondanks dit alles nog geen Wapenen genoeg had, befloot men naar 't Hotel der Invaliden te gaan alwaar men wilt dat zy waare'n. De Heer de Sombreuü Gouverneur van dat huis, niet weetende of hy al of niet tegenfland zoude bieden,doch begrypende dat hy toch eindelyk zoude moeten bukken, koos de voorzigtiglte party en opende de deuren voor de Burgers. Hier door wierd men eensklaps meeiler van twintigduizend Geweeren, vierentwintig Stukken Gefchut en eenige andere Krygsbehoeften. Men voerde de Kanonnen door de Stad en ftekle dezelven op de voordeeligfte plaatfen om werking te kunnen doen. Ook vond men welhaalï een goed getal kundige Kanonniers. Toen, flouc op zyne fterkte, fchreeuwde men uit het KoninglykPaleis en op de Straaten: Naar de Bafiielje 'naar de Bafiielje! waar op alle de onderfcheidene benden  t JI) qüe les Troupes même de tetns a autre joignoient les Bourgeois; mais ón eut le plus grand foin de cacher ces nouvelles inquiétantes au Roi. Enfin arriva la journéc rcmarquable du 14 Juilïet; journëe qui occupera toujours une place diftinguée dans les Annales de la France, & que la Poftérité ne fe rappellera jamais fans efFroi & fenfibilité. Avec I'aurore chacun fut fur pied. La marche fut d'abord dirigée vers 1'Ecole Militaire, ou fans trouver de réfiftance, on fe rendit maitre de plufieurs cal fles d'armcs & d'autres munitions dellinées pour l'Armée; un butin beaucoup plus riche & plus important y fut découvert, favoir un navire entierement rempli de poudre. Comme nonobftant toutes ces captüres, il n'y avoit pas encore aflfez d'armes, la réfolution fut prife d'aller a V Hotel des Invalides, oh Ton favoit qu'il y en eüt. Le Sieur de Sombreuil, Gouverneur de l'Hótel, héfitant s'il devoit, ou non, oppofer de la réfillance, mais réfléchiiTant auffi que tót oü tard il feroit obligé de plier, choifit le meilleur parti & ouvrit les portes devant les Bourgeois. Par ce moyen on fe mit tout d'un coup en poffesfion de vingt mille Fufils, de vingt-quatre Canons & de quelques autres Munitions de guerre. Les Canons furent trainés par la Ville & braqués dans les endroits les plus avantageux pour faire effet. Bientót un fuffifanc nombre de Canonniers babiles fue complété. Fiers alors de leurs propres forces, les Cris du Palais Royal & dans les rues étoient: d la Baftille'. d la Baftille! Toutes les Troupes refpeclives s'y étant tranfportées, on exigea du CommanD 2 dant  C J2 ) den zig denvaards begaven, en Wapenen en Buskruid van den Gouverneur eifchce. De Ridder de Launay, die Bevelhebber van deeze fterke en ontzaglyke Plaats was, vertoonde zig onder de befcherming van een wit Vaandel, om met het Volk. te handelen en liet tweehonderd van het zelve binnen komen, doch liet, wanneer dezelven naauwlyks binnen waren, de Brug op haaien en deed toen twee Hukken gefchnt,met fchroot gelaaden, op dezelven losbranden, door welke verfoeielyke daad, op de eerfte losbranding, tachtig dier ongelukkigen fneuvelden. Die van buiten , dit Verraad gewaar wordende, wierden niet zonder reden woedend en begonnen toen ook te vuuren en bres op het Kafleel te fchieten, waar op het zelve met de grootfte dapperheid beftormd wierd. De eerfte op. haalbrug neder gefchoten zynde, wierd het Voorhof ingenomen- De Zwitfers en Invaliden booden wel tegenftand doch moeften welhaaft wyken voor de Burgers die wanhoópigen als Leeuwen vochten. De tweede ophaalbrug wierd toen, op dezelfde wyze, ineen oogenblik vermeefterd en al wat nu tegenftand deed wierd gedood. De Gouverneur de Launay fneuvelde het eerft,en de Majoor Pujet, welke daags te vooren nog naar Verfailles gefchreven had, dat hy op zyn hoofd voor de Vefling verantwoordde , al wierd dezelve door vyftigduizend Mannen aangetajl, deelde welhaaft in zyn noodlot. De hoofden deezer twee gefneuvelden wierden ten eerHen afgehouwen op pieken geftoken en degantfche Stad doorgedragen. De kop des Gouverneurs pronkte met dit opfchrift, de Launay, Gouverneur der Bafiielje , Trouweloos en Verrader des Volks. Ieder tot Vrouwen en Kinderen toe, juichte deeze fchrikkelyke vertooning toe. Onder deeze bedryven van bloedver-  C 53 ) dant des Armes & de la Foudre. Le Chevalier de Launay, qui étoit Gouverneur de ce Chateau fort & redoutable, fe montra fous la fauvegarde d'unDrapeau blanc pour négocier avec le Peuple, dont il Jaiffa entrer deux eens. A peine s'y trouverent-ils, qu'il ordonna de lever le Pont & de les faluer avec deux canons chargés a mitrailles: par cette aftion déteftable la première décharge étendit quatrevingts de ces infortunés fur le cavreau. Ceux restés en dehors, appercevant cette trahifon, remplis de fureur commencerent de leur cóté a faire jouer le canon & titer en breche. On monta avec la plus grande bravoure k 1'alfaut. Le premier pont-levis ayant été abattu, on fe rendit maitre de 1'avant-cour. Qu°i(lue les Suijfes & les Invalides fe défendiffent, ils étoient bientót réduits k s'enfuir devant les Bourgeois qui combattoient en defefpérés & comme des lions. Alors on s'empara du fecond pont-levis de la même maniere, & dans un moment tout ce qui réfiftoit, fut maifacré. Le Gouverneur de Launay périt le premier; & le Major Pujet qui, la veille, avoit encore écrit a Verfailles: qu'il répondoit fur fa tête du Chateau, quand même cinquante mille hommes l'attaqueroiem, fubit bientót le même fort. Les têtes de ces deux tués furent auffitót coupées, plantées fur des piqués & portées par toute la Ville. La tête du Gouverneur étoit décorée de 1'infcription fuivante: de Launay, Gouverneur de la Baftille, perfide & traitre au Peuple. Tout le monde, même les Femmes & les Enfans, applaudiffoient a cette expofition terrible. Parmi ces fcenes de carnage & de fang répandu , quelques - uns fe rappelerent que le Sieur de Flejfelles, Prevót des Marchands, étoit depuis longtems foupgonnc de trahir la cauD 3 fe  C 54 ) vergieting herinnerden fommigen zig dat de Heer de Fiefi'elles, Provoolr. der Kooplieden, lang in 't oog gcloopen had, dat hy de zaak des Volks geen goed hart toedroeg; nu vond men in de zak van den Gouverneur eenen brief van dien Heer waar in hy de Launay fchreef, houd het tot acht uuren, dan krygt gy troepen en bomben, laat het canailje zig tuffchen beiden maar wat vermaaken. Deeze gevonden Brief kortte hein het leven. De woedende menigte haalde hem van 't Stadhuis en deed hem, door Beuls handen, op de Plaats de Greve, (gewoonlyke gerechtplaats van Parys) het hoofd affiaan. OndertuiTchen was de Bafiielje veroverd en de gevangenen, die men in dezelve vond, losgelaaten. De Soldaatdie het eerft deeze vefting beklommen had, en een Grenadier by de Franfche Guardes was, wierd door het Volk verfierd met het kruis van St. Louis, dat men by den gefneuvelden Gouverneur gevonden had, en wierd vervolgens, als in Zegepraal , door de gantfche Stad geleid, in welk geval hy zig zeer befcheiden en zedig gedroeg. Wierd deeze kloekmoedige Soldaat door ieder bewonderd geen minder aandoening gevoelde men op 't zien der gevangenen in de Bafiielje , welken dus lang de Uagtöffers ecner onbehoorlyke wraak waren. Onder dezelven bevond zig de Ridder de Soulas, een Man van 55 Taaien, welke bereids 32 Jaaren in een der akelige hokken dier fnoode gevangenis gezeten had, en het loopen zoo zeer ontwend was dathygroote moeite had om voord te komen. Die ongelukkige fcheen als in een verrukking toen hy zig in 't Koninglyk Paleis overgebragt zag,terwyl zyn gezicht en houding niet anders aankondigde dan dat hy geloofde in eenen zekeren droom te zyn. Efaags na deeze gewigtige gebeurenis was de Stad in  C 55 ) fe du Peuple; ce qui plus eft, on trouva dans Ja poche du Gouverneur une Lettre, par laquelle il mandoit a de Launay: tenez ferme jusques a huit heures; alors vous aurez des troupes des hombes; laisfez en attendant la canaille s'amufer un peu. Cette Lettre trouvée lui coüta la vie. La multitude furieufe Parracha de la Maifon-de-ville, & lui fa trancher la tête par le Bourreau en place de Greve. (lieu deftiné aux Exécutions a Paris.) La Baftille étoit donc conquife; & les prifonnicrs qu'on y trouvoit, délivrés. Lc Soldat qui le premier avoit monté a 1'affaut, Grenadier des Gardes Frangoifes, fut décoré par le Peuple de la Croix de St. Louis, arrachée de la boutonniere du Gouverneur péri; enfuite on lc promena en triomphc par toute la ville: il fe comporta dans cette occafion avec beaucoup de modeltie & de décence. Si chacun admiroit ce Guerrier courageux, la fenfibibté n'étoitpas moindre al'aspecT des Prifonniers fortis de la Baftille,fi longtems victimes d'uneVengeance injulle. Parmi eux fe trouvoit le Chevalier de Soulas, &gé de 55 ans, dont il avoit palTé 32 dans 1'un des cachots ténébreux de cette prifon infernale: 1'habitude de marcher étoit tellement perdue pour lui, qu'il put a peine avancer dans les rues. Cet inforturé paroifToit extafié après fon arrivée au Palais Royal: fa phyfionomie & fon maintien jreflèmbloient a ceux d'un homme qui rêve. Le jour après cet événement remarquable, la D 4 VU-  ruft en alle winkels open, iets zo yerbaazend na zulke eene geweldige beroerte dat het naauwelyks geloof zal vinden. OndertuiTchen verdubbelde de Nationaale Vergadering haare poogingen om zyne Majefteit tot andere gedachten te brengen en men vernam welhaaft dat den Koning voorneemens was in de Vergadering zelve te verfchynen. Het was'de Hertog van Liancourt geweeft die zyne Majefteit 'er toe overgehaald had. Deeze Heer, die grootmeefter van 's Konings Kleerkamer was, hadden Koning na middernacht, wanneer hoogft dezelven zig reeds te bedde bevond, het naakende gevaar waar aan zyne Majefteit zig met alle zyne getrouwe onderdaanen zoude bloot gefteld zien , voorgedragen , indien die Vorft by die zelfde maatregelen volhardde, welken men hem had doen goedkeuren. De Koning verfcheen ook den volgenden morgen, den 15 July, zonder gewoon gevolg, en flegts verzeld door zyne beide Broeders, de Graaven van Provence en Artois, in de Vergadering, alwaar by de volgende aanfpraak deed : „ Myne Heeren.' Ik heb u by een geroepen „ om over de gewigtigfte zaaken van den Staat „ met u raad te pleegen, daar zyn geen drin„ gender om Handigheden èn die myn hart, meer ,, aandoen, dan de verfchrikkelyke verwarrin„ gen welken in de Hoofdftad hëerfchen. Het ,, hoofd der Natie komt met vertrouwen in 't ,, midden haarer vertegenwoordigers, om hen. „ zyne fmert te betuigen en hen uit te noodi„ gen, ten einde de middelen, om de orde en ftilte te herftellen, te beraamen. Ik weet dat men u ongegronde vooroordeelen ingeblazen „ heeft, ik weet dat men opentlyk heeft durven aankondigen, c}at uwe Perfoonen niet veilig wa- a ren  C 57 ) Ville entiere fe trouvoit tranquille & les boutiques ouvertes: chofe fi étonnante après une émotion auffi confidérable, qu'a peine y ajoutera-t-on foi. Quoiqu'il en foit, 1'Affemblée Nationale redoubla d'efforts pour difpofer Sa Majefté a changer de Principes; & 1'on apprit bientót que fon intention étoit de venir elle-même dans 1'Affemblée. Ce fuc le Duc de Liancourt, Grand-Maitre de la Garderobe du Roi, qui lui avoit expofé, après minuit & quand S. M. étoit déja couchée, le péril approchant, auquel elle feroit expofée avec tous fes Sujets fideles, en voulant perfifter dans les mêmes Maximes qu'on lui avoit fait embraffer. Le Roi parut donc le lendemain matin, 15 Juillet, fans Suite & feulement accompagné de fes deux Freres , les- Comtes de Provence & d''Artois, dans 1'Affemblée & lui adreffa le Discours fuivant: „ Meffieurs! je vous ai affemblé pour vous con„ fulter fur les affaires les plus importantes de „ PFtat; ce qui affiige le plus mon ceeur, c'efl „ le defordre qui regne dans la Capitale. Le Chef ,, de la Nation vient avec confiance au milieu de ,, fes Repréfentans, leur témoigner fa peine & les „ inviter a. trouver des moyens de ramener Por,, dre & le calme. Je fais qu'on a ofé publier que „ vos perfonnes n'étoient pas en füreté: feroit-ü „ donc néceffaire de raffurer fur des bruits auffi ,, coupables, démentis d'avance par mon c'arac,, tere connu? Eh bien! c'eft moi qui ne fuis plus qu'un avec vous; c'eft moi qui me fie k „ vous: aidez-moi dans cette circonftance a as-  C 5* ) „ ren. Zoude het dan noodig zyn, u omtrentzuJke „ misdaadige geruchten, door myn bekend karak„ ter reeds wederlegd, geruit te ftellen? Wel aan „ dan, ik en myne Natie zyn een. Ik ben 't die my „ aan u vertrouw. Helpt my in deeze omftandig,, heid, het heil des Staats verzekeren. Ik ver„ wagt het van de Nationaale Vergadering. De „ yver der vertegenwoordigers van myn Volk, ten belle van het algemeen welzyn vergaderd , is my „ een zeker onderpand, en daar ik Haat maak op „ de liefde en trouwe myner onderdaanen heb ik „ aan de troepen bevel gegeeven, om zich van „ Parys en Verfailjes te verwyderen. Ik magtig u ,, en noodig u zelfs om myne geneigdheden en „ fchikkingen aan de Hoofdltad bekend te maaken. De Prefident beantwoordde deeze aanfpraak op eene verftandige, voorzigtige en gemaatigde wyze, waarop de geheele Vergadering den Koning,die te voet ging, naar zyn Paleis verzelde, onder een onbefchryflyk gejuich des Volks. Toen zyne Majefteit op het Kafteel te rug gekomen was, verfcheen Hoogftdezelven , terftond op het Balkon, benevens haare Majefteit de Koningin, den jondenDauphin en de Printten en Prinfeffen van zyn Koning, lyk Huis. Eene Deputatie, van meer dan 80 Perfoonen uit de Vergadering, trok naar Parys, trad 's middags om vier uuren ann de Thuillerien af, en begaf zig van daar, te voet, tulTchen twee Re'yen van Sóldaaten en Burgers, naar 't Stadhuis, terwyldegantfcheStad van vreugd als buiten zig zelve was en ieder riep lang leeve de Natie! lang leeve den Koning!De Deputatie in de grooteZaal van 'tStadshuis gekomen zynde,gaf de Prefident, de Markies <ïe la Faijette, kennis van de aanfpraak des Konings en  (59 ) furer le falut de FEtat; je 1'attends de 1'Affem„ blée Nationale, & le zele des Repréfentans de mon Peuple réunis pour le falut commun m'en , eft le für garant. Comptant fur la fidélïté de „ mes Sujets, j'ai donné ordre a mes Troupes de „ s'éloigner de Paris & de Verfailles; je vous au„ torife & vous invite même a faire connoitre „ mes intentions a la Capitale." Le Fréfident répondit a cette harangue d'une maniere fage, circonfpecle & modérée: enfuite toute 1'Affemblée accompagna le Roi qui mareboit a pied, jusques a fon Palais, au milieu des acclamations de la multitude. Sa Majefté étant revenue au Chateau, Elle fe montra fur le Balcon avec la Reine, le jeune Dauphin, les Princes & les Princeffes de la Maifon Royale. Une Députation de PAffcmblée Nationale, compofée de paffé 80 Perfonnes, partit alors pour Paris, defcendit a 4 heures aux Thuillenes & de-la fe rendit a pied, entre deux hayes de Soldats & Bourgeois armés a l'Hótel de Ville: tous les habitans étoient au comble de la joie, chacun crioit: Vive la Nation! Vive le Roi! La Députation étant entrée dans la grande falie de l'Hótel de Ville, le Marquis de la Fayette, Prélident, lut la harangue du Roi & ajouta: „ Que le Roi avoit été trompé, mais qu'il ne „ 1'étoic plus. Qu'en venant porter de fa part la „ Paix au Peuple, il efpéroit de rapporter auffi cetr „ te  (6o) fcn voegde 'er by„ dat zyne Majefteit bedrogen was ,, geweeft, doch 't nu niet meer was,dat hydevre„ de aan zyn volk brengende nu ook hoopte vrede „ aan den Koning te rug te brengen." Meer Perfoonen wilden fpreeken maar 't was onmogelyk iets te kunnen verftaan. De Markies de la Faijette wilde toen ook bedanken voor zyne benoeming tot Commandant der Stad, doch kon eeven min gehoor krygen, waar op hy,tot een teken van dankzegging, zyn degen trok en dezelve voor 't Volk liet zakken. Voords benoemde men , met algemeene ftemmen , den Heer Bailly , tot Hoofdfchout der Stad, in plaats van den onthoofdenProvooft der Kooplieden. Den volgenden dag, den iöjuly, deeden de gedeputeerden verllag van hunne verrigtingen te Parys en men vernam, met een aandoenlyk genoegen dat de Ruft in die Hoofdftad weder herfteld was, en in deeze algemeene blydfchap verdween alleverfchil van gevoelens. De meerderheid des Adels en minderheid der Geeftelykheid namen alle hunne gedaane Proteften terug, ja zelfs de beruchfte te. genltreever, de Heer d'Espremenil, de zyne. Vervolgends wierd over de te rugroeping van den Heer Necker gehandeld en wel inzonderheid hoe men dit,zonder het recht des Konings te kwetfen mogt verzoeken. Eindelyk bragt de bewuftheid van den algemeenen wenfch des Volks, welke in dit geval een bevel was, de Vergadering tot een. algemeen befluit, het welk naauwlyks genomen was, of men verftond dat de Groot Zegelbewaarder Barentin en de Heer Villedeuïl Secretaris van Staat, beieids afftand van hunne Ampten gedaan hadden, zo als rnen ook kort daar na de tyding kreeg dat de j>aron de Breteuü cn de Heer de Piufegar dat zelve vopr-  C 61 ) te Paix au Roi.v D'autres Perfonnes vouloient haranguer enfuite, mais il leur fut impoffible de fe faire entendre. Le Marquis de la Fayette vouloit alors remercier pour fa nomination k la place de Commandant de la Ville, mais il lui fut imposfible de fe faire écouter; il tira donc, en figne de reconnoiffance, fonépée& Ia bailTa devant le monde affemblé. Après quoi on nomma, par acclamation, le Sieur Bailly Prevót des Marchands, k la place de fon prédécelTeur décapité. Le jour fuivant, i<5 Juillet, les Députés firent leur rapport de ce qu'ils avoient exécuté a Paris, & l'Aflèmblée Nationale apprit avec une fatisfaction touchante que le repos fe trouvoit retabli dans la Capitale. Dans cette effufion d'une joie univerfelle, toute différence d'opinions difparut. La Majorité de la Nobleffe & laMinorité du Clergé retirerent toutes leurs Proteftations antérieures; le Sieur d'Espremenil, cet antagonifte fameux, retira lui-même la fienne. La Délibération roula enfuite fur le rappel de Monfieur Necker, mais en particulier comment, fans bleffer les prérogatives Royales, on pourroit le demander. Enfin la convicïion du vceu général de la Nation, qui équivaloit dans cette occafion k un ordre, détermina PAfTemblée a une réfolution unanime, laquelle eut été prife a peine, qu'on apprit que le Garde des Sceaux, Barentin, & Monfieur de Villedeuil, Secrétaire d'Etat, avoient déja donné leurs démiffions: ' peu après on apprit encore que le Baron de Bretsuil & Monfieur dePuifegur avoient fuivi cet exem- , ple.  ( 62 ) voorbeeld gevolgd hadden. Vervolgens wierd gè^ boodfchapt dat zyne Majefteit den volgenden dag, om aan het verlangen der Ihwooners van Parys te voldoen, in zyne Hoofdftad wilde verfchynen, en de Nationaale Vergadering verzogt, hem'daar met eene Deputatie op te wagten. Na den middag ontling de Vergadering eenen brief van het Parlement van Parys, doch thans hunne eigen waarde beginnen de te voelen, wierd befloten dat de Vergadering der vertegenwoordigers van het Volk wel eene Deputatie doch geen brief van een Gerechtshof konde ontfangc-n. Eindelyk kreeg men bericht dat de Koning, onderricht van den wenfchen het verzoek van de Nationaale Vergadering en van zyne geheele Stad Parys, aan den Heer Necker gefchreven had, om hem te verzoeken te rug te komen en zig weder aan het hoofd der Geldmiddelen te itellen, oordeelende het zelfs dienflig zynen brief aan de Nationaale Vergadering te zenden, om aldaar onderzocht te worden. Op deeze tydingwerd het vreugdegejuich, het welk men de dag te vooren, in 's Konings tegenwoordigheid aangeheven had, herhaald, en de blydfchap was nu des te volkomener dewyl 'er thans geen fmert of vreezemecr overig fchecn te zyn. De Courier vertrok, met 's Konings brief, naar den Heer Necker, ten een uur na middernacht. Den 17 July, 's namiddags omtrent drie uuren, kwam de Koning ceParys, hy reed er door,zonder eenige zyner Guardes, omringt door een groot deel van de Gedeputeerden der drie Ordens, tusfchen twee reyen der Burger Militie en voorgegaan en gevolgd door dezelve Militie, zo te voet als te paard. Aan den ingang der Stad was zyne Majefteit door het geheele lichaam der Stadsre- gee-  I (63 ) ple. Le meffage fut enfuite apporté que le lendémain Sa Majefté, pour fatisfaire au defir des habitans de Paris, vouloic fe rendre dans fa Capitale , en requérant que 1'AlTemblée Nationale 1'y accueillic par une Députation. Après-midi 1'Asfetnblée regut une Lettre du Parlement de Paris; mais commengant a connoitre adluellement fa propre dignité, la réfolution fut prife que 1'Affemblée des Repréfentans de la Nation recevroit bien une Députation, mais pas une Lettre, de la Magiftrature. Enfin on eut encore 1'avis, que le Roi inftruk de la requifition & du vceu de 1'AfTemblée Nationale & de fa Ville de Paris, avoit écrit a Monfieur Necker, avec priere de revenir & de fe mettre derechef a la tête des Finances, jugeant même convenable d'envoyer fa Lettre a 1'Affemblée Nationale, pour y être examinée. A la réception de cette nouvelle, les applaudiffemens exhalés la veille dans la préfence du Roi, furent repétés, & 1'allégreOe étoit d'autant plus parfaite, qu'aucune douleur ni crainte parut exifter davantage. Le Courier, porteur de cette Lettre du Roi a Monfieur Necker, partit a une heure du matin. Le 17 Juillet, environ les trois heures de 1'aprèsmidi, le Roi vint a Paris fans Gardes, entouré d'un grand nombre de Députés des trois Ordres, entre deux hayes de la Bourgeoifie armée, précédé ccfuivi des mémes Bourgeois armés a pied & a cheval. En descendant a l'Hótel de Ville, Sa Majefté fut regue par les Magiftrats en Corps, & le Sieur Bailly adreffa au Roi un discours éloquent. Environ les qua-  C64) gering ontfangen geworden, en de Heer Bailly verwelkomde den Koning met eene gepafte aanfpraak. Zyne Majefteit trad, omtrent half vyf uuren in de groote Zaal van het Stadhuis, verzeld door den Hertog van Villeroy, den Maarfchalk de Beauveau, den Hertog van Villeguier cn den Graaf d'Eflaing. De Zaal weergalmde van het geroep van lang leeve den Koning! tot dat zyne Majefteit op zynen troon geplaatst Was. De Heer Bailly bood den Koning toen de Nationaale Cocarde aan, welke door zyne Majefteit aangenomen en genadig op zynen hoed gehouden wierd. De tederheid van welgemelden Vorft was op zyn aangezicht en in alle zyne beweegingen zo zichtbaar te leezen, dat alle de aanfchouwers 'er, op de leevendigftewyze , door getroffen wierden. Toen het gedruis bedaard en men behoorlyke ftilte gekregen had, deed de Heer Mor eau de St. Mercy eene aanfpraak aan den Koning, waar in hy, na zyne Majefteit te hebben doen opmerken, hoe weinig het Volk, dat zulk eene waare algemeene vreugd liet blyken , Verdiende wegens zyne gevoelens ten aanzien van zynen Koning belafterd te worden, deezd merkwaardige woorden uitte: ,, Sire , gy behoeft u maar deeze groote en treffende waarheid te herinneren, dat de troon der Koningen nooit vafterge„ grond is, dan wanneer hy de liefde en trouwe der onderdaanen tot eenen grondflag heeft, en „ uit deezen hoofde, zal de uwe onwankelbaar „ zyn." Hier op vatte de Heer Ethis de Corny het woord op en verzocht dat 'er, om deezen grooten dag te vereeuwigen, een gedenkteken opgericht mogt worden voor Lodewyk den Zestienden, den Herfchepper der openbaar e Vryheid, den HerfteU Ier van den Nationaalen Voorfpoed, • den Vader des Fran*  (*5 3 'quatre heurés & demie Sa Majefté fehtra dans la Salie du même Hotel de Ville, accompagnée du Duc de Villeroy, du Maréchal de Beauvau, du Duc de Vïllequier & du Comte d'Eflaing. La Salie retentit des cris de Vive le Roi, jusqu'a ce que S. M. fe fut placée fur le Trone. Alors le Sieur Bailly préfenta au Roi la Cocarde Nationale, que S. M. accepta & porta toujours attachée a fon chapeau. La tendrefte de ce Souverain étoit lï caradlérifée fur fa phyiionomie & dans fes mouvemens, que tous les fpeÊtateurs en furent vivement touchés. Dès que le calme néceffaire avoit remplacé les efFufions d'une allégrefle univerfelle, le Sieur Moreau de St. Mery harangua Sa Majefté: dans ce discours énergiquc, 1'Orateur fit obferver au Roi: Combien peu un Peuple exhalant une joie fi univerfelle, méritoit d'être auffi malicieufement calomnié par rapport a fes fentimens relatifs au Souverain; & termina fa harangue par ces mots remarquables: ,, Sire, rappellez-vous feulement cette vérité grande & frappante, que le Tröne „ des Rou n'eft jamais mieux fondé, que quand „ 1'amour & la fidélité des Sujets en forment la „ bafe: le vótre fera donc inébranlable." Enfuite le Sieur Ethys de Corny prit la parole & propofa: Que pour éternifer cette grande journée on érigeit fur Pemplacement de la Baftille démolie un Monument a Louis XVI, le Régénérateur de la Liberté Civile, le Reftaurateur de la Prospérité Nationale, le Pere du Peuple Francois. Le Roi voulut alors parler, mais Ia vive émotion de fon cceur 1'empêcha d'adrefier fon discours a 1'Affemblée. Le Sieur Bailly s'étant approché de Sa Majefté pour en prendre les ordres, dit: ,, Que le Roi étoit venu pour faire difparoïtre 1'inquiétude E „ qui  ( C6 ) Franfchen Volks. De Koning toen willende fpreeken was zyne aandoening zo fterk, dat dezelven hem niet toeliet de aanfpraak welke hy tot de Vergadering wilde doen, uit te brengen. De Heer Bailly naderde hier op zyne Majefteit en deszelfs bevelen ontfangen hebbende, zeide hy: „ dat de „ Koning gekomen was, om de ongeruftheid wel„ ke omtrent de geneigdheden, die hy aan deNa„ tie had te kennen gegeeven, nog plaats mogt „ grypen , weg te neemen, en om de tegenwoor„ digheid en de liefde van zyn Volk te genieten, „ dat zyne Majefteit begeerde, dat de ruft en „ vrede in zyne Hoofdftad herfteld wierden , dat „ alles aldaar in degewooneOrde wederkeerde, en dat zo 'er eenige inbreuk op de wetten gedaan „ wierd , de fchuldigen aan het gerecht zouden ,, overgeleverd worden." De Heer Bailly daar na gezegd hebbende, dat zyne Majefteit toeliet te fpreeken, ftond de Graaf van Lally Tolendal op, en fprak met dezelve edele en gevoelige welfpreekendheid, welke hy reeds zo dikwyls ten toon gefpreid had. Zyne aanfpraak wierd by alle trekken, die de geneigdheden des Volks, ten aanzien van hunnen Koning uitdrukten, telkens afgebroken en door de toejuichingen der geheele Vergadering op ftaande voet beveiligd. De Koning, hoe langer hoe meer bewogen wordende, konde ter naauwer nood deeze weinige woorden uitbrengen : Myn Volk kan altyd op myne liefde flaat maaken. Welke toegenegene woorden men meer dan eens aan de Vergadering moeft herhaalen. Na het eindigen der Zitting vertoonde zig de Koning uit een der venfters van 't Stadhuis ,^aan de ontelbaare menigteVolk, dat op de Plaats de Greve faamengevloeid was, by welke gelegenheid de lucht van een algemeen lang  ( 67 ) ,} qui pourroit encore exifter touchant les bien„ veillances qu'il avoit vouées a la Nation, com,, me auffi pour jouir de la préfence & de 1'amour „ de fon Peuple: Que le defir de Sa Majefté étoit „ que la tranquillité & la paix fuffent retablies ,, dans fa Capitale, que tout rentrit dans 1'ordre, „ & que quiconque eufreindroit les Loix, füt re,, mis entre les mains de lajuftice pour lapunition ,, du Coupable." Le Sieur Bailly ayant enfuite dit que Sa Majefté permettoit de parler, le Comte de Lally Tollendal fe leva & harangua avec cette éloquence noble & touchante qu'il avoit déja auparavant développée en plufieurs occafions. A chaque phrafe 011 il fit mention de 1'attachement du Peuple au Roi, fon Difcours fut interrompu & d'abord confirmé par les acclamations de 1'Aflemblée entiere. Le Roi, ému de plus en plus, pouvoit a. peine exprimer ce peu de mots: Mon Peuple peut toujours compter fur mon amour. On fe vit obligé de répéter a plufieurs reprifes ces paroles affectueufes k 1'Affemblée. La Séance ayant été terminée, le Roi parut k 1'une des fenêtres de l'Hótel de Ville, pour contenter la curiofité d'une multitude incroyable, aftluée k la place de Greve. L'air retentit des cris repétés de Vive le Roi. En partant de la Maifon de Ville, Sa Majefté appereut partout fur fon paflage le même enthoufiafme d'amour & de joie. E 2 Du-  (68 ) lang leeve de Koning weergalmde. By Hoogfldeszclfs vertrek van het Stadhuis, vond zyne Majefteit op den weg overal dezelve verrukkingen van liefde en blydfchap. Geduurende de -loop deezer zaaken was 'er aan het Hof te Verfailles vry wat verandering voorgevallen , doordien veel Grooten ten fpoedigften het Ryk verlieten, dewyl zy zig, na het gebeurde te Parys, niet langer veilig achtten, 's Konings Jongde Broeder , de Graaf van Artois, met zyn twee Zoonen, de Hertogen van Berry en Angouleme, de Prins van Condé benevens zyn Zoon den Hertog van Bourbon en Kleinzoon den Hertog van EngJiien; waaren in den grootften haali, naar de Ouftenrykfche Nederlanden vertrokken , en den 18 July, gezaamentlyk te Bergen in Henegouwen aangekomen , om zig voor de woede des Volks te dekken , als befchuldig zynde voor het gebruiken van fterke middelen geweeft te zyn, om de zegepraal van de Helling voor te komen , welke door de meerderheid der Nationaale Vergadering en door het gantfche Volk ten kragtigiten onderfteund was. Ook verzekerde men dat gemelde gevluchte hooge perfoonaadien in hunne eerfte verblyfplaats reeds hevige woorden gehad hadden en dat by die gelegenheid, den Hertog van Enghien, Kleinzoon van den Pvins van Condé gezegd zoude hebben, van oordeel te zyn dat liet bloed van Condé moeft ftroomen, ter verdediging van het Vaderland, en geenzins om het zelve te onderdrukken. Merkwaardige woorden voor een Jongeling van zeventien jaaren! Behalven de gemelde Prinffen van den bloede hadden zig ook verwyderderd meert, alle Perfoonen die het vertrouwen van de Koningin hadden, waar onder de geheele Famielje der Polignacs zig bevond, voords veel  (69) Durant le cours de ces événemens, beaucoup de changemens avoient eu lieu a Virfailles. Plufieurs Grands s'emprefferent de quitter le Royaume, car après ce qui étoit arrivé a Paris, ils ne fe croyoient plus en füreté. Le plus jeune des Freres du Roi, le Comte d''Artois, & fes deux Fils, les Ducs de Berry & d'Angoulême; le Prince de Condé, avec fon Fils le Duc de Bourbon, & fon Petit-fils le Duc d'Enghien, étoient précipitamment partis pour les Pays-Bas Autrichiens, & le 18 Juillet arrivés h Mons en Hainaut, pour fe foustraire a la fureur du Peuple. On allure que dès le premier gite ces Perfonnages illuftres avoient eu une converfation trés animée entre eux; que dans cette dispute le Duc d'Enghien, petit-fils du Prince de Condé, dit: que felon lui le Sang des Condés devroit couler pour la défenfe de la Patrie, 6f nullemen} pour fon oppreffion. Paroles remarquables d'un Adolescent de dix-fept ans! Outre les Princes du Sang qu'on vient de nommer, s'étoient encore éloignées presque toutes les Perfonnes que la Reine honoroit de fa confiance, entr'autres la Familie entiere des Polignacs; plufieurs autres Seigneurs & Dames de la Cour, & quelques Gentilshommes qui auparavant avoient appartenu a la Majorité de 1'Ordre de Nobleffe, tels que le Duc de Luxembourg, le Prince de Lambesc, & différens autres qui, en partie,s'étoient retirés en Suiffe,&c \e refte en Angleterre. E 3 On  veel andere Hovelingen en verfcheide Edellieden, welke voormaals tot de meerderheid van den Adel behoord hadden, als de Hertog van Luxemburg, Prins de Lambefc en eenige anderen, welken ge. deeltelyk naar Zwitfetiand, gedeeltelyk naar Engeland, de wyk genomen hadden. De voornaamfte dezer uitgewekene Perfoonen wierden aangezien als de geweldigfte ontwerpen gefmeed te hebben en waren verdagt van niets minder bedoeld te hebben, dan de Heer Necker weg te zenden, de Troepen binnen Parys te laaten komen, deezen als dan meefter te doen worden van de voornaamfte poften en die met gefchut te beplanten, de Nationaale Vergadering voor te Hellen's Konings Verklaaring van den 23 Juny, aan te neemen en by weigering van dien, de Vergadering te doen fcheiden, Nieuwe Algemeene ftaaten te beroepen, en daar in den derden Staat zyne dubbele Vertegenwoording te beneemen, 's Konings Verklaaring voornoemd, inmiddels door alle Parlementen en Baljuwfchappen te doen regifteren , voords zeven-ën-veertig Leden der Nationaale Vergadering gevangen te doen neemen enz. ter uitwerking van dit geweldig ontwerp wierd gezegd dat men op een groot deel Biffchoppen en Edelen ftaat maakte, en om niets aan het zelve te doen ontbreken, onderftelde men dat de een of ander der nieuwe ftaatsdienaars gezegd zoude hebben, dat men, om van de gehoorzaamheid der Sóldaaten meefter te zyn, men dezelven een plundering der Stad Parys moeft belooven. Schrikkelyk ontwerp.' indien men voor de waarheid van het zeiven volkomen had durven inftaan en de zekerheid 'er van duidelyk had kunnen bewyzen, Doch hoe het 'gr ook iq de daad mede gelegen geweeft mogt zynJ  ( 7i ) On foupconna fortement les plus illuftres de ces Fugicifs d'avoir formé des Plans trés violens; d'avoir prefle le renvoi de Monfieur 'Necker; d'avoir fuggéré 1'entrée des Troupes a Paris, en les y rendant maïtres des Poftes importans, pour les gamir de canons; de propofer enfuite a 1'Asfemblée Nationale 1'acception de la Déclaration Royale du 23 Juin, &, en cas de refus, de la dis-\ foudre & convoquer de nouveaux Etats Généraux, oh le Tiers Etat feroit privé de fa doublé Repréfentation; de faire regiftrer en attendant ladite Déclaration du Roi par tous les Pariemens & Bailliages; enfin, de faire arrêter quarante-fept Membres de rAffemblée Nationale, &c. Pour effedbuer mieux ce Plan violent, on prétendoit être für de quantité d'Evêques & de Nobles, & pour y mettre la derniere main, on faifoit dire a 1'un ou 1'autre des nouveaux Miniftres d'Etat: Que pour s'ajpurer davantage de Vobéijjance des Troupes, il falhit leur promettre le pillage de la Capitale. Projet infernal! s'il eut été poffible d'en certifler la réalité. Mais, quoiqu'il en füt defanullité, oude fa vérité, 1'expérience prouva, qu'en fubjuguant même la Ville de Paris, on n'auroit pas été martre de la France entiere; car a peine le renvoi de Monfieur Necker fut-il connu, qu'une Province après 1'autre fe fouleva & s'arma: la plupart des Villes prirent encore des Réfolutions trés vigouE 4 reu-  C 72 ) zyn, de ondervinding toonde ten klaarden aan, dat men, met Parys te beteugelen, nog geen meefter van geheel Frankryk geweeft zoude hebben , want zo dra had men het wegzenden van den Heer Necker niet vernomen of de eene Provintie , voor en de andere na, ftond op en greep de Wapenen aan, ook namen de meefte fteden de naÜruklykfte befluiten in deeze zaak en toonden in alles met de Nationaale Vergadering het eens te weezen. OndertuiTchen dat dit alles in Frankryk gebeurde, had de Heer Necker, zyne Reize naar zyn Vaderland, Zwitferland voordgezet en was, den 20 July, te Bazel aangekomen. Daags daar na verfcheen de gantfche Famielje der Polignacs, geflagen Vyanden van den gewezen Staatsdienaar, ook te Bazel en waaren niet weinig verbaaft te verftaan dat de Heer Necker mede zig in die zelve Stad bevond. Mevrouw 'de Polignae begeerde den Staatsdienaar egter te fprceken het geen haar door den zeiven ingewilligd zynde, verzocht zy den Heer Necker, zig met eenige brieven naar Parys te belaften, inzonderheid met die welke zy aan de Koningin zoude fchryven, en welken zy niemand anders dor ft toebetrouwen. De Heer Necker, niet zonder rede, hier over ten uiterften verwonderd, antwoordde haar , ,, dat hy zig nog verder van ,, Parys ging verwyderen, en dat brieven aan de „ Koningin, aan haare Majefteit niet aangenaam 3; konde zyn, als die niet door Mevrouw de Her„ togin van Polignae wierden overgegeven." De Hertogin uit dit antwoord begrypende dat de Heer Necker nog onkundig was, van alles wat na zyn yertrek te Parys gebeurd was, onderrigte hem \ ' toen.  C 73 ) reufes k cet égard, & prouverent d'agir en tout de concert avec 1'Affemblée Nationale. Pendant que cela fe paffa en France, Monfieur Necker s'acheminoit vers la Snifte, fa Patrie, & étoic le 20 Juillet arrivé a Bofte. Le lendemain, toute la Familie des Polignacs, ennemis jurés du Miniftre d'Etat disgracié, arriva auffi dans la même Ville. Leur étonnement fut extréme en apprenant que Monfieur Necker fe trouvoit avec eux a Bajle. Cependant Madame de Polignae vouloit entretenir ce Miniftre. Ne 1'ayant pas refufé, elle pria Monfieur Necker de vouloir bien fe charger de quelques Lettres pour Paris, en particulier d'une qu'elle écriroit a la Reine & qu'elle n'ofoit confier a nulle autre perfonne. Monfieur Necker trés furpris, a jufte titre, de cette propofition, repliqua: ,, Qu'il alloit s'éloigner encore davan„ tage de Paris; que des Lettres adrefiees a la „ Reine ne pouvoient être agréablcs a Sa Majefte, fi Madame la Duchelfe de Polignae ne lui les remettoit pas elle-même." Cette réponfe ayant convaincu la Duchelfe que Monfieur Necker ignoroit encore tout ce qui, depuis fon départ, s'ctoit paffé a Paris, elle lui apprit alors le Soulevement de la Capitale, la prife de la Baftille , le renvoi de 1'Armée & des nouveaux Miniftres d'Etat, la fuite de tous les Perfonnages foupgonE 5 nés  C74) toen van den opftand der Hoofdftad, van de inneming der Bafiielje , van de wegzending des legers en der nieuwe Staatsdienaars, van de vlucht van alle de lieden, die verdacht waren zyne ongenade bewerkt te hebben, en eindelyk van zyne te rugroeping tot het Minifterie, waar van hy welhaaft de Brieven van den 'Koning en van de Nationaale Vergadering ontfing. Terwyl men ondertuiTchen te Parys het herftel der ruft vierde, gebeurde te St. Germain en Laye de grootfte wanorde. Het Volk hed een ongelukkigen Molenaar, in verdenking geraakt zynde van het graan opgekogt te hebben, zeer fchielyk doen vafthouden , vonniflen en veroordeelen om ter dood gebragt te worden. Vermits 'er zo fpoedig geen beul by de hand was, bood zig een flagers knegt tot ditampt aan, en zulks door het Volktoegeftaanzynde, hieuw deezen den rampzaligen Molenaar het hoofd af. Terzelver tyd wilde het gemeene Volk te Verfailles ook twee Huzaren ophangen , welken men befchuldigd had dat zy de Tenten der Franfche Guardes hadden willen verbranden, egter wierden zy nog, hoe wel niet zonder groote moeite, door de Nationaale Vergadering gered. Deeze en diergelyke onheilen gaven aanleiding dat men op het veftigen van eene Burgermilitie door geheel Frankryk, meer en meer bedagt wierd, fchoon dit alles nog in geen vergelyking kwam, by het geen kort daar op, met twee voornaame Perföonen , de Heeren Foulon en Berthier naamlyk , gebeurde. De eerfte van deeze twee Heeren, die reeds, zo gezegd wierd, meer dan vyfentwintig Jaaren gedoeld had, om in het Minifterie te komen, was reeds lang in de haat des Volks geweeft, en had om de woede van het zelve dies te  C 75 ) nés d'avoir contribué a fa disgrace, enfin fon rappel dans le Miniftere: ce dont Monfieur Necker ne tarda pas a recevoir bientót les Lettres du Roi 6c de 1'AfTemblée Nationale. Tandis que durant cet intervalle Paris jouisfoit du repos, le plus grand defordre affligea Saint Germain en Laye. Un Meunier foupgonné d'avoir accaparé des grains, y fut par la Populace aufïïtöt arrêté, jugé & condamné a perdre la vie. L'Exécuteur de la haute juftice étant éloigné, un G3rgon Boucher offrit d'en remplir les fonélions. La Populace y ayant confenti, ce barbare coupa la tête du meünier infortuné. A peu pres dans le même tems, la Populace de Verfailles vouloit pendre deux Houlfards accufés d'avoir voulu incendier les tentes des Gardes Frangoifes; mais 1'Asfemblée Nationale parvint enfin , quoiqu'avec beaucoup de peines, a leur fauver la vie. Ces malheurs & d'autres de la même nature, firent penfer de plus en plus a l'établiifement d'une Milice Bourgeoife par toute la France. Les defaftres dont nous venons de parler, n'étoient gueres comparables a ce qui fe paffa enfuite au fujet de deux Perfonnages diltingués, favoir Meffieurs Foulon &c Berthier. Le premier d'eux, qui, felon le bruit public, avoit depuis paffé vingt-cinq ans foubaité d'occuper une place dans le Miniftere, étoit odieux au Peuple: or, pour mieux échapper a fa fureur, il avoit fait répandre le bruit de fa more fubite arrivée dans fon chateau. Mais ayant été par malheur découvert, il fut, avec une botte de paiU le  C 7<5 ) te beter te ontkomen, het gerucht laaten uitftrooijen, dat hy op zyn Kafteei zeer fchielyk overleden was, doch deeze lift baatte hem weinig, hy wierd ongelukkig ontdekt, met een bos ftroo op zyn rug gebonden , naar Parys gefleept en befchuldigd, dat hy, aan het Volk dat zig by hem over de duurte der levensmiddelen beklaagd had, gezegd zoude hebben, dat zy flegts enkel gemaakt waren om gras te moeten eeten. Ondanks alle zyne verontschuldigingen en in weerwil van zyne poogingen om door de Juftitie geftraft te worden, wilde het woedend gemeen niets hooren, maar koos in tegendeel zeven Rechters uit de hunne, welken ten eerften , zonder den befchuldigden Foulon te willen hooren, hem vonniften om aan de Lantaarnpaal opgehangen te worden. Wanneer men dit vonnis uit zoude voeren, brak de koord twee keeren na elkander, doch de derde maal beroofde dezelve hem van het leeven, waar op zyn hoofd afgeflagen en in zegepraal door de geheele Stad gedraagen wierd. Genoegzaam ter zei ver tyd, bragt men de Heer Berthier , Schoonzoon van Foulon , gevangen te Parys binnen, befchuldigd zynde van een groote menigte Koorn opgekogt te hbben. Het gemeen toonde hem ten eerften het bloedige hoofd van zynen Schoonvader en bedreigde hem met geen beter lot, egter gelukte het zyne Geleiders hem op het Raadhuis te brengen , alwaar hy verhoord wierd. OndertuiTchen was het Volk dolzinnig het Raadhuis ingedrongen, waar in niemand,door de woede van deezen toomeloozen hoop, bedaard was dan de Heer Berthier, welke zig zeer ftandvaftig hield. . Na het verhoor poogde men hem naar de Gevangenis te brengen, om hem dus voor de woede  C 77 ) le liée derrière fon dos, trainé k Paris & accufé d'avoir dit a de pauvres gens qui s'étoient plaints de la cherté des Comeftibles: Qu'ils n'êtoient faits que pour brouter Vherbe. Malgré toutes fes juftifications & nonobftant fes efforts a fe faire traduire en Juttice réglée, la Populace en fureur, fourde k ces propofitions, choifit, au contraire, fept Juges de fon milieu, qui d'abord, fans vouloir entendre la défenfe de Foulon accufé, le condamnerent a être pendu au pilier de Lanterne. Lorsqu'on vouloit exécuter cette Sentence, la corde fe caffa a deux difFérentes reprifes, mais la troifieme fois elle le priva de la vie; après quoi fa tête fut coupée & portée en triomphe par toute la Ville. Presque dans le même tems on amena a Parts prifonnier le Sieur Berthier, Beau-fils du Sieur Foulon, accufé d'avoir accaparé une grande quantité de bied. La multitude lui montra d'abord la tête fanglante de fon beau-pere & le menaga d'un fort non moins rigide. Ses conducteurs eurent néanmoins 1'adreffe de 1'amener a 1'hótel de ville, ou il fut interrogé. En attendant la Populace fan. guinaire avoit forcé 1'entrée de 1'hótel de ville, oh a l'afpeót de cette multitude effrénée perfonne n'étoit de fang-froid que le Sieur Berthier, qui montra beaucoup de fermeté. Après avoir terminé fon interrogatoire, on dcha de le conduire en prifon pour 1'affurer contre la rage de la populace,  C 78 ) de van het Gemeen te bevryden, doch vruchteloos. Het dolle Volk ontrukte den ongelukkigen uit dé handen van zyne Geleiders, viel woedende op hem aan en de rampzaligen Berthier wierd met duizend wonden doorftooken , het hoofd afgeflagen, het hart uit zyn lyf gerukt, zyne leden verminkt en zo wel als zyne klederen verfcheurd en in Hukken gehouden , wordende dit Tooneel van afgryzen en verfoeijng alleen door eenige brandende Fakkels verlicht. De Nationaale Vergadering, met rede over alle deeze Wanordens onvernoegd, raadpleegde ondertuiTchen over de middelen welken men,ter herftelling der zo zeer geftoorde ruft, behoorde aan te wenden en nam ten één uur na middennacht een befluit om de Burgers tot de vrede uit te noodigen en hen aan te fpooren, om geenzins den fchuldigen zelve te ftraften, om dat de rechtvaardigfte en welverdiende ftrafte zelfs een misdaad word, wanneer die niet door de wet, en door de Rechtbanken die 'er kennis van draagen moeten, word uitgefproken. Den 24 July wierd aan de meergemelde Nationaale Vergadering verllag gedaan van eene niet minder verfchrikkelyke gebeurenis dan het moorddaadig ombrengen der Heeren Foulon en Berthier, welke, vier dagen te vooren, niet verre van de Stad Befancon, was voorgevallen, alwaar zekeren Raadsheer in 't Parlement de Mesmay genaamd, in zyn Kafteel van Qjiincey, des nagts na den ip July, een groot aantal perfoonen van beiderley kunne te gaft genodigd hebbende, onder voorwendzei van zyn vreugd, wegens het veftigen eener Nationaale Vergadering in Frankryk , hier door aan den dag te leggen, deeze ongelukkige lieden, midden in het vreugdefeeft op eene erbarmelyken wy-  C 79 ) ce, mais infructueufement. La multitude furieufe 1'arracha du milieu de fes gardes, fe jetta fur lui, & 1'infortuné Berthier fut percé de mille coups. Enfuite on lui coupa la tête, on ouvrit fon corps pour en tirer le cceur, on mutila fes membres, lesdéchira, les coupa par morceaux, ainfi que fes habits. Cette fcene d'horreur & d'exécration ne fut éclairée que par la pale lueur des flambeaux. L'Affembée Nationale, juftement indignée de tous ces defordres, délibéra fur les moyens qu'il falloit employer pour rétablir la tranquillité publique tant de fois interrompue. A une heure après-minuit elle prit enfin la réfolution d'inviter les Citoyens k la Paix, de les exhorter k ne jamais punir eux-mêmes les Coupables, paree que la punition la plus jufte & la plus légitime dégénéré en forfait, quand elle n'eft pas prononcée par la Loi & par les Tribunaux chargés d'en prendre connoiffance. Le 24 Juillet on rapporta k la même Affemblée Nationale une Aétion non moins horrible que le cruel meurtre des Sieurs Foulon & Berthier, commife quatre jours auparavant prés de la Ville de Befancon, oh certain Confeiller au Parlement, nommé de Mesmay, après avoir le 19 Juillet invité grand nombre de Perfonnes de 1'un & de 1'autre Sexe a un Souper dans fon chateau de Quincey, fous prétexte de marquer par-la fon allégreffe touchant Paffermiffement d'une Affemblée Nationale en France, fit au milieu de la Fête impitoyablement fauter en Pair tous ces infortunés convives. Pour exercer cette lache vengeance, le fcélérat avoit fait placer plufieurs barils de poudre dans les caves du chateau, & après avoir vu les ef.  C 8o ; wyze , in de lucht had doen fpringea De Eooswicht had, om deeze lafhartige wraak te volvoeren , verfcheide vaten met buskruid in de Kelders van het Kafteel doen brengen en zig, zo dra hy de uitwerkzels van zyn goddeloos voorneemen ge. zien had, ten fpoedigften met de vlucht gered, zo dat deStrikruiters die men, den volgenden dag, van Vefoul naar Ojimcey gezonden had, hem vruchteloos nazetten. OndertuiTchen waren de gevolgen van dit onmenfchlyk Huk niet minder fchrikbaarende, want de Boeren, in dien omltreek, niet dan wraak ademende, vielen op de meefte Kafteelen der Edelen aan, plunderden en verbrandden dezelven en maakten daar door eene groote menigte onfchuldigen, die voor de misdaad van de Mesmay boeten moeiten , ongelukkig. Midderwyl ontfing de Heer Necker, de brieven van zyne te rugroeping in het minilterie, zo als boven reeds met een enkel woord gezegd is. Deeze twee brieven, door de vertegenwoordigers der geheele Natie en door het Souverein Hoofd van geheel Frankryk aan dien waardigen Staatsdienaar gefchreven, kenmerken te veel de onloochenbaare bewyzen van het groot belang dat de geheele Natie in dien Heer Helde, dan dat zy der vergeetenheid niet onttrokken zouden worden. De Brief des Konings was van den volgenden inhoud: „ Ik ben ten uwen opzichte misleid geweelt. „ Men heeft myn Charakter geweld aangedaan „ thans eindelyk ben ik verlicht. Komt, komt, „ myn Heer, zonder uitftel de rechten hernee„ men op myn vertrouwen, 'dat u voor eeuwig „ verkregen is. Myn hart is u bekent. Ik wacht „ u met myne gantfche Natie en deele oprechte,, lyk in haar ongeduld. Hier mede bidde ik God, » myn  C 3i ) effets de fon entreprife déteftable s'étoit préeipicamment ' enfui; ainfi les Cavaliers de la MaréchaulTée, détachés le lendemain de Vejoul k Ojiincy, coururenc inutilemenc après lui. Les fuites de cette aétion barbare étoient terribles, puisque les Payfans de ces Cantons ne refpirant qu'une ved* geance cruelle, attaquerent la plus grande partie des chateaux de Ia Nobleffe, les faccagerent, y mirent le feu & plongerenr. par-la dans la détreffe grand nombre de viétimes ablbiumcnt innocentes du crime qu'avoit commis de Mesmay. Durant ces cataftrophes Monfieur Necker recjut les Lettres de rappel dans le Miniftere, dont nous avons dit un mot ci deffus. Les deux Lettres, écrites par les Repréfentans de toute la Nation, & par le Souverain Chef du Royaume de France* a ce refpectable Miniftre d'Etat, contenoient des preuves fi fortes du vif intérêt que la Nation en corps prenoit a ce Seigneur, qu'on ne peut gueres fe dispenfer d'en conferver la mémoire. La Lettre du Roi étoit de la teneur fuivante: „ J'ai été trompé fur votre compte. On a fait „ violence a mon earatlere. Me voila enfin éclai- ré. Venez, venez, Monfieur, fans délai re„ prendre vos droits a ma confiance, qui vous eft ,, acquife a jamais. Mon coeur vous eft connu. if Je vous attends avec toute ma Nation, & je „ partage bien fincerement fon impatience. Sur 3f ce je prie Dieu, Monfieur, jusqu'a votre reF tour,  C s2 ) ,, myn Heer, tot uwe terugkomt!, dat hy u in ,, zyne heilige en waardige hoede neeme. " (getekend) Louis. De brief van de Nationaale Vergadering was in deeze bewoordingen bevat: ,, De Nationaale Vergadering, Myn Heer , had „ reeds eene plegtige Afte daar geiteld, dat gy „ derzelver achting en leedwezen met u voerde. „ Dit loffelyk getuigenis is u van haar kant toege,, zonden en moet u reeds geworden zyn. Dee„ zen morgen had zy vaft gefield den Koning te „ bidden u te herroepen tot het Miniflerfchap: „ Dit was te gclyk de uitdrukking van haare ,, wenfchen en die van de Hoofdflad des Koning,, ryks welke u met fterk geroep te rug vorderd. „ De Koning heeft zig verwaardigd ons verzoek „ voor te komen. Uwe terugroeping is van zy,, nentwegcn bericht. De erkentenis voerde ons „ terftond naar zyne Majefteit, en Hoogftdezelvc heeft ons een nieuwe blyk van vertrouwen ge„ geeven met ons den Brief te behandigen, aan 3, u, door zyne Majefteit gefchreven, en ons te „ gelaften dien aan u te doen overhandigen. De „ Nationaale Vergadering dringt u, Myn Heer, 5, u aan de verlangens zyner Majefteit over te „ geeven. Uwe vermogens, uwe deugden, zouden ,, hier geen roemryker belooning noch vermogen,, der aanfpooring kunnen ontfangen. Gy zult 3, ons vertrouwen rechtvaardigen; Gy zult uwe ,, eigene rufte niet boven de ruft van het Alge„ meen Hellen , Gy zult niet weigeren te voldoen 3, aan de wcldaadige inzichten des Konings voor zyne Volken. Alle oogenblikken zyn dierbaar. „ De Natie, haar Koning en haare vertegenwoor-  C 83 ) tour, qu'il vous ait en fa fainte & digne garde. * (figné) Louis. La Lettre de 1'AfTemblée Nationale étoit congue en ces termes : „ L'Affemblée Nationale, Monfieur, avoit déja „ configné dans un Acle folemnel, que vous em„ portiez fon eftime & fes regrets. Cet honora„ ble témoignage vous a été adreffé de fa part & „ vous devez 1'avoir regu. Ce matin elle avoit „ arrêté que le Roi feroit fupplié de vous rappel„ Ier au Miniftere. C'étoit tout a la fois fon „ vceu qu'elle exprimoit & celui de la Capitale, „ qui vous réclame a grands cris. Le Roi a dai„ gné prévenir notre demande: votre rappel vous „ a été annoncé de fa part. La reconnoiffance „ nous a auffitót conduits vers Sa Majefté , & El,, le nous a donné une nouvelle marqué de con,, fïance, en nous remettant la Lettre qu'elle vous „ avoit écrite & en nous chargeant de vous 1'a„ drefter. L'Affemblée Nationale, Monfieur, vous „ preffe de vous rendre au defir de Sa Majefté. „ Vos talens & vos vertus ne pouvoient recevoir „ ni une récompenfe plus glorieufe, ni un plus „ puiffant encouragement; vous juftifierez notre „ confiance; vous ne préférerez pas votre pro„ pre tranquillité a la tranquillité publique ; vous ne vous refuferez pas aux intentions bien3, faifantes de Sa Majefté pour fes Peuples: tous „ les momens font précieux; la Nation, fon Roi Fa &  C84) „ digers verwagten U. Wy hebben de eer te zyn," enz." (getekend) De Aartsbiffchop van Vienne, Prefident, de Graaf van Lally Tollendal, Secretaris, Mounier, Secretaris. Verfailjes den 16 July 1789. De Heer Necker deeze brieven geleezen hbbende, aarfelde geen oogenblik om aan de edelmoedigen terugroeping des Konings, en het verlangen der Nationaale Vergadering te voldoen. Derhalven zond hy, zynen Schoonzoon , de Baron de Staal, terftond met het antwoord op de beide brieven af, waar van dat aan den Koning dus luidde. SIRE! „ Zo op het oogenblik ontfang ik den Brief, „ met welken het uwe Majefteit heeft behaagd my J} te vereeren. De uitdrukkingen ontbreeken my, a> om Hoogftdezelve alles te betuigen, wat de te„ rugkeering van uwer Majefteits goedheden, my fi tederdft doet ondervinden ; zy doordringt my meer en meer met de verpligting, die ik my fe„ derd langen tyd heb opgelegt om altoos in uwen „ Majefteit den rechtvaardigen Vorft, den braa„ ven man , die , wanneer hy door zig zeiven werkte, niet anders dan het welzyn der Natie kan maaken, te onderfcheiden van den vermo. „ genden Monarch die dezelve beheerfcht en „ blootgefteld is, om dikwils tegen zyn hart aan „ te werken. „ Ik neeme flegts den benoodigden tyd, Sire, ^, om de traanen af te droogen,die my uwen brief w heefc  CS5 ) „ & fes Repréfentans vous attendent. Nous avons „ Phonneur d'être, &c. (figné) L 'Archevique de V ï E N N if, Prefident. Le Comte de Lally Tollendal, Sécrétaire. Mounier, Secrétaire. Verfailles, le 16 Juillet 1789. Monfieur Necker ayant lu ces Miflives, n'héfita pas un moment de fatisfaire au rappel généreux fait par le Roi, & au defir de l'Affemblée Nationale. Pour cet effet il renvoya fur le champ le Baron de Stahl, fon Gendre, avec la réponfe a ces deux Lettres. Celle adreffée au Roi, conténoit ce qui fuit: SIRE! „ Je reeois h 1'inftant la Lettre, dont il a plu „ a Votre Majefté de m'honorer. Les expres„ fions me manquent pour lui témoigner tout ce „ que me fait éprouver d'attendrilfant le retour „ de fes bontés. II me pénetre de plus en plus , de 1'obligation que je me fuis impofée depuis „ longtems, de diftinguer toujours dans Votre Ma„ jefié le Prince jufte, Honnéte-homme, qui ne ,, peut que faire le bien de la Nation, lorsqu'il „ agit par lui-même, du Monarque puiffant qui la 5, gouverne, & qui eft expofé a faire fouvent ce „ qui répugne a fon cceur. „ Je ne prends, Sire, que le tems d'eiTuyer les Js larmes, que votre Lettre me fait répandre, & F 3 „je  C 86 ) „ heeft doen ftorten, en vliege op uwe bevelen. „ Myn hart zal ik u niet brengen, want dat is een eigendom, het welk u op duizenden gronden reeds .verkregen is , en waar op ik dus geen „ recht 'meer hebbe. Ik telle met ongeduld en ,, zoeke te befpoedigen de oogenblikken die my „ noodwendig zyn , om u mynen laatflen druppel „ bloed, mvne geringe kundigheden en myne ge,, heele opoffering aan uwen geheiligden Perfoon, ,, met djen diepen eerbied aan te bicden, met welke ik verblyve , Sire , van- uwe Majefteit de „ ootmoediglte en gehoorzaamfte Dienaar." (getekend) Necker. Het antwoord op den Brief van de Nationaale Vergadering, beftond in de volgende uitdrukkingen: MYNE HEEREN! Gevoelig ontfteld door langduurige beroeringen, en reeds van naby het oogenblik befchou„ wende, op welken het tyd is aan de te rugtred uit de waereld en de bezigheden te denken, be" reidde ik my om alleenlyk door myne vuurige *] wenfehen het noodlot van Frankryk en het ge", luk eener Natie te volgen, aan welke ik door zo veele banden gehegt ben, toen ik den Brief l, heb ontfangen, met welken gy my hebt vereerd. * Het is buiten myn vermogen, het is boven my5 ne middelen, om waardiglyk te beantwoorden " aan die dicr.baare blyken van uwe achting en ge3\ noegen: echter moet ik u, myne Heeren, ten 3 minde de hulde myner eerbiedige dankerkente,| niffe komen betuigen. Myne toewyding is u niet nodig, maar het is van belang voor myn geluk, om den Koning en der Franfche Natie te , betuigen dat niets eenen iever verflaauwen kan, die federd zo langen tyd het belang myns leevens maakt. Ik ben met eerbied, Myne Heeren, „ enz. "' i (getekend) Necker, fiafel den 23 July 1780. Deo-  C 87 ) „ je ^le a vos ordres. Je ne vous porterai point „ mon coeur; c'eft une propriété qui vous eft ac„ quife a mille titres & a laquelle je n'ai plus de „ droit. Je compte avec impatience & je cher,, che a accélérer les momcns, qui me font né,, ceflaires pour aller vous oft'rir la derniere goutte de mon fang, mes foibles lumieres, mon ,, dévouement entier a votre Perfonne Sacrée, ,, & le profond refpeét avec lequel je fuis, Sire , ,, de Votre Majefté le trés humble & trés obéis„ fant ferviteur (figné) Necker. La Réponfe a la Lettre de 1'Affemblée Nationale , renfermoit les expreffions fuivantes: MESSIEURS! ,, Senfiblement ému par de longues agitations, & confidérant déja de prés le moment ou il eft ,, tems de fonger a la retraite du monde & des affaires, je me préparois a ne fuivre plus que , de mes voeux ardens Ie deftin de la France & Ie bonheur d'une Nation , a laquelle je fuis attaché ,, par tant de liens,1 lorsque j'ai regu la Lettre „ dont vous m'avez honoré. 11 eft trop hors de mon pouvoir, il eft au deffus de mes foibles ,, moyens, de répondre dignement a cette mar,, que fi précieufe de votre eftime & de votre ,, bieriveillarrce : mais je dois ap moins, Mes,, fieurs, vous aller porter 1'hommage de ma re„ fpeftueufe reconnoiffancc. Mon dévouement „ nc vous eft pas néceffaire, mais il impprte a „ mon bonheur de prouver au Roi & a la Nation ,, Frav.coife, que rien ne peut rallentir un zele , qui fait depuis fi longtëms 1'intérêt de ma vie. ,, Je fuis avec refpeót, Mefficurs, votre, &c. (Jigné) Necker.. Bdle le 23 Juillet 1780. E 4 Cos  C 88 ) Deeze twee brieven van den Heer Necker verwekten niet alleen aan alle de leden der Nationaale Vergadering, maar ook aan den Koningen geheel Frankryk de grootfte vreugd en het volkomende vergenoegen. Terwyl men de terugkom!!: van den grooten man reikhalzende te gemoet zag vervolgde de Nationaale Vergadering haare raadpleegingen met de uiterfte iever. De Heer Mounier Jas den 27 July, eene fraaije verklaaring voor wegens de Rechten van den Menfch en den Burger midsgaders van het eerfte Hoofdeel der Conftitutie, waar in over de deeling van magt en de bvzondere Rechten van den Monarch en de Natie gehandeld wierd. Den 28 July, zynde'dingsdag, was de heiicheJyke tyd dat de Heer Necker weder te Verfailies te rug kwam. Dit gebeurde des avonds om tien uuren, en hoogftdenzelven wierd ontfangenzo als eenen Redder van Frankryk zoude kunnen gedaan worden. De Vifchverkoopfters , gemeenlvk Dames van de Markt genoemd, hadden zvne aa'nkomft reeds van maandag af te gemoet gez'ien, en hadden haare plaats niet vcrlaaten, althans eenigen yan dezelven hadden beftendig de wacht blyven houden, om de anderen te kunnen berichten wanneer de Heer Necker zoude aangekomen zvn en dus waaren zy de eerften die'hem de hulde" en eerbied der franfehen aanboden. De deur van zvn Hotel wierd na zyn aankomft, terftond dooreen Detachement der Burger Militie bezet, welke daar federd altoos de wacht hield. Den volgenden morgen begaf zig de Heer Necker by den Koning eeyen na dat zyne Majefteit opgeftaan was, en'men be;ftniet meer noodig dan zig 's Konings brief aan dien Heer te herinneren om te begrvpen welk onthaal den waardigen Man by zyne Majeftejt genoot. Voords gmg de Heer Necker den zeiven dag zvne phgtbetuigingcn by haare Majefteit de Koningin en by de verdere Perfoonen der Koninglyke Famielje, die nog^te Verfailjes gebleven waïen , af, leggen3> en verfcheen toen des namiddags, omtrend  C 80 ) Ces deux Lertres de Monfieur Necker cauferent non feulement a tous les Membres de 1'Aflemblée Nationale, mais encore au Roi & a la France entiere, une joie indicible, une fatisfaótion fans égale. Tandis que 1'on attendoit ardemment 1'arrivée de ce grand Homme, 1'Affemblée Nationale pourfuivit fes Délibérations avec beaucoup de zeIe. Le 27 Juillet, Mr. Mounier lut une Déclaration éloquente touchant les Droits de 1'Homme & du Citoyen, auffi bien que la première Seétion de la Conftitution, 011 1'on traite du partage de Pouvoir, des Droits particuliers du Monarque & de la Nation. Le mardi 28 Juillet étoit le jour agréable, oh. Monfieur Necker revenoit a Verfailles. Son arrivée étoit a dix heures du foir, & on 1'accueillit _ comme un des plus célebres Libérateurs de la Francs. Les Poiffardes, ordinairement appel 1 ées Dames delaHalle, 1'avoient attendu dès la veille,fans desemparer, du'moins quelques-unes de leur corps restoient continuellement fur pied, afin de pouvoir avertir les autres, quand Monfieur Necker feroit venu. Ellcs furent donc les premières a lui préfenter les hommages & la vénération des Francais. Auffitöt après fon arrivée, un Détachement cle la Milice Bourgeoife fe pofta a la porte de fon hótel, qui depuis fut toujours gardée. Le lendemain matin, Monfieur Necker pafl'a chez le Roi, peu après lc petit lever de Sa Majefté: dès qu'on fe rappelle la Lettre du Roi k ce Miniftre, il eft facile de concevoir comment Sa Majefté accueillit cet homme célebre. Le même jour Monfieur Necker préfenta fes refpedts k Sa Majefté la Reine, ainfi qu'aux autres Pcrfonnes de la Familie Royale, qui étoient reftées a Verfailles, & 1'aprèsmidi, entre une & deux heures, il fe rendit a l*lïluftre Affemblée des Reprcfentans de la Nation ' Francoife. F < r  C 90 ) -trend twee uuren in de doorluchtige Vergadering der vertegenwoordigers der Franfche Natie. Het is geenzins te verwonderen dat hier eene onuitdrukkelyke blydfchap plaats had, zo dra men den Heer Necker in zag treeden. De toejuichingen , die algemeen waaren , duurden nog eenen geruimen tyd na zyne binnenkomH en verdubbelden niet weinig toen de Heer Necker de volgende woorden uitbragt. „ Myne Heeren! befloten hebbende het over„ fchoc myner dagen, in de duifterfte afzondering door te brengen, had ik het denkbeeld ,, laaten vaaren om immer weder te komen, mid„ den onder eene Natie , voor welke ik altoos „ vaardig geweeft ben, myne ruft en leven op te ,, oneren. Maar ik heb my niet kunnen onttrekken „ aan de verlangens van deeze Doorluchtige Ver,, gadering. Gy, myne Heeren! legt my groote „ pligten op, en het is alleen met my te bevoor,, deelen van uwe kundigheden, dat ik van mynen „ lever al den uitflag kan hoopen, die gy recht „ hebt 'er van te verwachten. " De Hertog van Liancourt, te dier tyd Prefident van de Vergadering beantwoordde deeze aanfpraak zeer treffelyk en welgepaft, zeggende onder anderen tegen den Heer Necker deeze aanmerkelyke woorden : „welk „ gelukkig tydftip, Myn Heer.' om eenen wet ter „ verantwoordelykheid van de Staatdienaars te „ maaken. Gy zult geene. rekenfehap te geeven ,, hebben, dan van uwe gaaven en deugden! " By het vertrekken van de Heer Necker uit de Vergadering begonnen de toejuichingen weder op nieuw, en wanneer deleden na zyn'vertrek weder plaats genomen hadden, wierd de Hertog van Liancourt opentlyk dank gezegd wegens zyne zo waardige uitdrukkingen van alle de aandoeningen der Natie voor den Grooten Man, welke haaren Koning haar zo gunftig had weder gefchonken. Daags daar aan, den 30 July, verfcheen de Heer Necker op het Raadhuis te Parys. Een talryke wagt van Burgers, die hem reeds buiten die Stad afgehaald  II n'eft pas étonnant que toute la Salie fut rempUe d'une joie inexprimable, dès que Monfieur Necker y parut. Les applaudiffemens univeriels durerent" longtems encore après fa vcriue: ils redoublerent même de beaucoup, quand Monfieur Necker eut prononcé les paroles fuivantes: Meffieurs f réfolu dc paffer le rede de mes 'jours dans la plus obfcure retraite, j'avois aban" donné 1'idée de revenir en aucun tems au miV lieu d'une Nation, pour laquelle j'étois tou" jours prêt a facrifier mon repos & ma vie. Mais " je n'ai pu me fouftraire aux volontés de cette " Affemblée Hkrirré. Vous m'impofez, Mes" fieurs, de grands devoirs; & c'eft uniquemcnt " en profitant de vos lumieres que je puis cfpércr do mon zele tous les fuccès que vous etes en " droit d'en attendre." Le Duc de Liancourt, alors Préfident de 1'Asfemblée , fit une réponfe éloquente & touchante a cette harangue ; adresfant entr'autres a Monfieur Necker ces expreffions remarquables : „ Quel heureux moment , Monfieur, de faire une Loi concernant la relponla" bilité des Miniftres d'Etat. Vous n'aurez d'au" tre compte a rendre que celui dc vos talens 6c " de vos vertus!" Au départ de Monfieur Necker de 1'Affemblée les applaudiffemens rccommencerent de nouveau,& lor.squ'après fa fortie les Membres avoient repris leurs places, on remercia pubhquement le Duc de Liancourt de fes .CKpreffions fi dignes ,relatives aux fentimens dc la Nation en faveur de ce grand Homme, que le Roi leur avoit rendu fi généreufement. Le lendemain 30 Juillet, Monfieur Necker parut k l'Hótel de Ville a Paris. Une Garde nombreufe de Citoyens armés, ayant été le receyoir nors  haald hadden, verzelde hem, en eene ontelbaars menigte van allerhande Volk volgde al juichende dit geleide. De Heer Necker zelve zat in een koets met vier paarden befpannen en had den Graaf de St. Prieft, geweezen Afgezant des Konings in 'x Graavenhage, bv zig. Des namiddags ten één uur trad de Heer Necker de voornaame zaal in, alwaar de honderd-ën-twintig Afgevaardigden der wyken de Vertegenwoordigers der gemeente van Parys uitmaakende, zig bevonden. Hooggemelde Heer Necker wierd aldaar ontfangen door den Heer Bailly, Hoofdfchout der Stad, en door den Markies de la Fayette, algemeen Bevelhebber der Burgery. De Heer Bailly deed een aanfpraak welke zo eenvoudig als welfpreekend en aandoenlyk was, en waar in hy aanmerkte; ,, dat gelyk de verwydering M van den Heer Necker het teken was geweeft van „ onluft en verwarring in de Hoofdftad des Ryks, „ zyne te rugkomlt nu ook dat van orde, kalmte „ en vrede zoude zyn-" De Heer Necker zyne dankbetuiging voor deeze Vergadering afgeleid hebbende, ging vervolgens naar de kamer der Kiezers, alwaar hem ten eerften door den Prefident, de Heer Moreau de St. Mercy de Nationaale Cocarde wierd aangeboden onder het zeggen van: Myn Heer! zie hier kleuren welken gy gewijjelyk zult beminnen, het zyn die der Vryheid. De Heer Necker deze Cocarde bereidvaardig aangenoomen hebbende, plaatfte dezelve ten eerften op zyn hoed, en betuigde op nieuws zyne dankbaarheid over alle de bewyzenvan achting die hy ontfangen had, ook fprak "hy zeer fterk ten voordeele van den Baron de Bezenval, welke mede in 's volks haat geraakt was, mitsgaders tegen de vonniffen van verbanning en de bloedige Straftooneelen welken dezelven hadden voordgebragt en dit alles op zo eene hartroerende wyze, dat de geheele Vergadering als met één mond uitriep: Genade, genade voor de Schuldigen en algemeene Vergiffenis! OndertuiTchen was het Volk, dat in eene ontelbare menigte voor het Raadhuis zamen gevloeid was,  C 93 ) hors de la Capitale, lui fervit d'Escorte, & une foule innombrable de tout age & de toute condition fuivit ce Cortege en faifant retentir 1'air de cris de joie. Monfieur Necker, afiis dans un carofie attellé de quatre chevaux, étoit accompagné du Comte de Saint Priejl, ancien Ambaffadeur du Roi a la Haye. A une heure après-midi Monfieur Necker entra dans la falie principale, oü les cent vingt Députés des Diftricfs, formant les Repréfentans des Communes, fe trouvoient. Monfieur Necker ,■ y fut regu par Monfieur Bailly, Maire de la Ville, & par le Marquis de la Fayette, Commandant général de la Bourgeoifie. Mr. Bailly lui adrefia un discours auffi fimple, qu'éloquent & touchant, oh il obferva: „ Que, tout comme s, 1'éloignement de Monfieur N'cker avoit été le . 9i fignal des troubles & des defordres dans la Capitale; fon retour feroit auffi celui del'ordre, „ du calme & de la paix." Monfieur Necker, après avoir fait fes remercimens a cette Affemblée, paffa enfuite dans la Salie des Electeurs, dont le Préfident, Monfieur Moreau de St. Mery Jui offrit la Cocarde Nationale, en difant: Monfieur, yoici des couleurs que vous aimerez certainement; ce font celles de la Liberté. Monfieur Necker ayant volontiers accepté cette Cocarde, la nut d'abord & fon chapeau, & témoigna de nouveau fa reconnoiflance de toutes les marqués d'eftime qu'il avoit obtenues: il harangua encore trés énergiguement en faveur du Baron de Bezenval, qui s'étoit auffi atr tiré 1'inimitié du Peuple; de même que contre les Jugemens de profcription & les fcenes fanglantes qui en avoient réfulté: fon discours étoit fi pathétique, que l'Aflèmblée en corps s'écria de concert: Crace! gracel pour les Coupables & pardon général. En attendant le Peuple immenfe, afBué devant 1'Hotel de ville, marquoit beaucoup d'impatience de  was, ongeduldig geworden om den Heer Necker te zien, welke zig toen, benevens zyne Echtgenoote, zyne Dochter Mevrouw de Staal en Mevrouw de la Fayette eenige tyd voor de Ven (Iers der- zaal vertoonde en ooggetuigen van 's Volks blydfchap was. Geduurendde dit ai les (lelde den Graaf van Clermont Tonnerre de Vergadering een besluit voor, naar den finaak van den üce\-Neckér, hetwelk terHond goedgekeurd en getekend wierd , behelzende eene verklaaring in naam der ingezetenen van Paryr ,, dat zy aan alle haare Vyanden alles vergaven, dat zy alle daaden van geweld, hier mede dry,, dig, veroordeelden, en als de eenige Vyanden „ der Natie zouden befchouwen, allen die, door „ eenige buitenfpoorigheden, de algemeene ruft ,, zouden, ftooren." Dus zegepraalde de Heer Necker over alle de moeite en wederwaardigheden die hem, onverdiend, overgekomen waren: Dus zag geheel Frankryk zynen wensen, door de te rugkomft van deezen braaven Staatsdienaar, vervult, en in één woord dus zegepraalde de verheven deugd in de perfoon van den Grooten Necker. De-Nationaale Vergadering heeft federd dien tyd onöphoudelyk en onvermoeid gearbeid om alles aan te wenden wat tot heil en nut des Volks kan dienen, en dus kan men met grond verwagten dat de Vergaderingen der Algemeene Staaten op vafle tyden bepaald zuilen worden ; dat de wetgeevende magt aan die Vergadering zal worden toey;e':end, haar Recht om toeftemming tot de beladingen te geeven erkent; de perfoonlyke zeterheid beloofd; de Lettres de Cachet vernietigd; de Vryheid der Drukpers, onder bchooriyke bepaalingen toegedaan, alle uitzonderingen van de laden "afgefchaft en de Hoven van juditie verbeterd worden. Daar op alle deeze punten alle de flemmen der drie ordens vereenigd zyn , zal geheel Frankryk hier door eenen nieuwen luider ontfangen en weder gelukkig worden. EINDE.  C 95 ) de voir Monfieur Necker, qui, avec Madame fon Epoufe, fa fille Madame de Stahl & Madame de la Fayette, fe montra pendant quelque tems aux croifées de la Salie & fut témoin oculaire de 1'allégresfe publique. Dans cet intervalle le Comte de Clermont-Tonnerre propofa a 1'Affemblée une Réfolution, conforme aux vceux de Monfieur Necker; laquelle fut fur le champ approuvée & fignée, contenant au nom des Habitans de Paris la Déclaration fuivante: ,, Qu'ils pardonnoient tout le palfé a leurs ennemis; qu'ils réprouvoient tous „ les actes de violence a ce contraires; qu'ils re„ garderoient a 1'avenir comme les feuls ennemis ,, de 1'Etat ceux qui troubleroient par aucun ex,, cès la Tranquillité publique." Ainfi Monfieur Necker triompha de tous les revers, de toutes les disgraces dont il avoit été innocemment accablé : ainfi la France entiere vit 1'accompliiTement de fes vceux ardens dans le retour de ce Miniftre d'Etat integre: ainfi & en un moe triompha la Vertu pure perfonnifiée dans le grand Necker. Depuis cette époque 1'Affemblée Nationale travaille fans discontinuer & avec ardeur a effectuertout cequi peuttendreaubien-être & a laprospérité Nationale. On peut donc fc flatter a jufie titre que dorénavant les Etats Généraux s'afiembleront réguliérement; que le Pouvoir Légliflatif fera décerné a cette Affemblée & que 1'on reconnoïtra fon droit de régler les Impofitions ; que la Süreté perfonnelle fera affurée; que les Lettres de Cachet refteront fupprimées; que la Liberté de la Prefle fera accordée fous des conditions raifonnables,- que toute exemption des Impofitions fera annullée; enfin que les Cours de Jufiice feront mieux organifées. Or, comme fur tous ces points les Voix des trois Ordres font unanimes, la France acquerra par-la un nouveau luftre & redeviendia heureufe. F I N.'