3151 G 51   HET H O; L L A N D S C I I BUURPR A A. TIE N°. i. Zatufdag den 16 Qüobtr 1784. BAREND. Goeden Avond, Buurman,hou ik nu myn woord niet, als een eerlyk Man; en pas ik niet trek' op de klok van zeevenen? G O V E R T. Ik meet dan zegjen dat je een Man van je woord bent; daar is een pyp, rook een reis, enfehuif wkt nader by 't yuur, want waariyk dien Ooften wind maakt het dan al vroeg winterachtig. BAREND. Ja wel en zoo wy nog zo veel Weftenwind moeten hebben van 't Jaar als wy reeds Ooflen hebben gehad, ftaa vaft dan Dyken en Dammen. G O V E R D. Ja dan kondeVer wel eens weer bedroeft uitzien met ors Land; 't is waarlyk als*of het met ons een einde moeft neemen ; het eene oordeel is naauwlyks weg, of de voorbooden van het naaderende andere vertoonen zig ahreeds. BAREND. ' Ja, dat magjenog wel eens zeggen GOVERD buur cn hét is "wel waar ook; wanr onze Runderen ftierven nog op onze ftailen, toen Engeland ons den eerlooften aanval des Waerelds deed, en onze Scheepen, Buurtje, wierden maar zoo wcereloos, j,enoomen en opgebracht cn nu is 1 et weer als of het fpul fpreekt, dat v/y ons aan de aanvallen van eens ander, aan die van den Keyzer namentlyk zien bloot j^efteld» G O V E R D. Ja dat's waar, daar heb ik zoo iets van gehoord, weet uwe 'er ook iets naders van. . BAREND. De geruchten,Buur, zyn in die opzicht zoo verfchillende als dc. gevoelens over het gedrag van deti, Keizer verfchillende zyn; G O V E R D. Ik heb je gevat, BAREND, en doe 'er hetzwygen toe,., maarmy  dunkt evenwel dat het gevangen] neemen van KA AT MOSSEL, on-1 der de Oranje boven fchreeuwers weinig ontfag heeft veroorzaakt; zy fchynen 'er zich nietaan 5,ekreunen", en maar denouden gangte. gaart B A R E N D, Wel zco, zoo, zoa dot waar weezen, daar zeg je me wat nieuws, ik heb nog al gedacht datzynudë wyfe party , namentlyk die van zich ftii te houden, gekoozen zouden hebben. G O V E R T. Neen dit doen zy by lang niet cn gaan, al even ftout.en onbefchaamd hun oproerigen gang,getuigen daar van het gedragvan den Leidfchen Poppckramer, en dat van dien Kinder Koning, de een te Leiden en den anderen te Rotterdam woonachtig. BAREND. Den eerften die gy my 'daar noemt is derikolyk Berkhey, maar zeg my eens wie is de laaste, ik denk zetkerlyk dat, dat dien Franfchman in de Ryituyn zal wezen, is 't niet zoo. G O V E R D. Neen Vriend, hetfceenenzeekeren Jan van Beest, woonachtig te en de korte Baanftraat ahla\r; maar dien gaft die gy daar noemde is dat ook al zoo'n befaamde Oranje fchree-uwer; ik weet rtiet dat ik ooit iets van hem heb gehoord , vertel my eens iets van hem. . . . BAREND. Ntjcn Vriendje, cerft het cha¬ piter van Meeüer van Beëst af gehandeld, en dan zal ik u volgen, zeg my eens, wie isdienSeignenrG O V E R D. Een Menfch, tot niets minder dan tot een Schoolhouder gefchikc; van geboorte is hy een Geldersman , en was, eerii in Holland, koomende een lompe Mofterdjon, gen. BAREND. Zco, dn dunkt my, dat integ-ndecl djn wel een menfch moer wee z :n die by uitflc k tot het fel-ooi houden gefchikt zy, want zoo aanftond-; zal het by myn verhaal van dien Franfchman biykcn, d:e zoo veel te doenheeft als hy maar ■ af kan , fchoon het nu merkelyk met hem verloopt dat het is. alsof men zulke gaften hebben wildé. G O V E R D. Ja wel is hy 'er toe gefch'kt en zel's zeer gefchikt. gelyk uit hee Igrap dit hy uitgefpeeld heeft ,.. ' maar wat meerder dan al te dui- 1 deiyk blykt. BAREND. Wel wat mag het dan toch wee~ zon dat dien geftrengen KinderKoning gedaan heeft? j GO V E R T. j Dat zal ik u wel kort en goed' 'zeggen, je weet wel Buur, dat 'den haat van die Oproerige Oranje fchreeuwers zoo groot is, dat zy ' niemand van de vryheid enYadeflandminnende party onaangerand j kunnen laaten, en dat zy het inzonderheid op den brsaven Vroed- ; febap Elsevier en den dapperen  T ïeutenant van ZwïSDRUCHT.voorzien hebben; dat die ten gevolgen heeft gehad dat men door een aan - c tal iaaae en eerroovende geichnf- t ten dW goeden naam dier braa- t ve Mannen te bezwalken, ot ten < rJnicn hen in hunne pehoonenin < een beiachiyk flcjfe ^ftellea, BARE N D. t i d:t alles Weet * al te wei, dan wat dat dit ter zaake van onzen Kinder Koning, of Schoolvos doet, kan ik my nog zoo gemakiyk Het zal je zeekerlyk nog wel heugen toen wy by Meefter V/... te..,, ichool gingen en aan het fohryven van zoogenoemde Exempelen geraakten, wy voorfchrifen i r-p-en waar op of een o. artder Va^it den Bybel, of een Zee^e les, rympje öj iets anders aerchreeven waare, en dat de meeseer zoo wy weï gefchreeven hadde, ons Bos of eenBeeüje gai, doet het niet? BAREND. Ta zulks ftaat my nog zoo wc voor als den dag van Gdlertn enfommigen van die Spreuken ei Vaarsics die op onze voorichnite, ftenden, herhaal ik uog mecnig werven, als zeer voortreiclyK va Inhoud weezonde, aan myne ^ ne Tongens. om ze hen by vooi raad in 't geheugen te prenter ten einde za aan hun tot ieefreg* len in meerder gevorderde jaan zouden kunnen disten. G O V E R D. Dan ben je van gevoelen ciathee voo-merk, want het hoofdoogmerk was om's Meefters letters na e leeren maaken, waarom wy oeee voorfchriFten kreegen, was, ,m ons tot nut en {lichting te dienen B ARENDJa zèeker, en ik denkd.it e.fe rerftandig onderwyzer met dat 3ogmerk de gefchiktfte fpreuken voor zyne Leerlingen uitzoekt. G O V E R D. En zoo hy nu zulks nalaat dan voldoet hy nsar uw begnp niet aan zyn plicht. . BAREND. Irf 't geheel niet en indien de MeefterJdaar myne Kinderen by fchool gaan, zich volgens deezeri -regel gedraagde .wil ik uw wel al I verzeekeren, dat myne jongen , als ik 'er achter kwam, geen halven das? by hem zonden blyven. 7 G O V E R D. Maar wat zoud gy dan wel van dei meefter zeggen, mdien hy het niet alleen naliet,maar dat hy zelfs het tegendeel deed, en in ' plaats van nuttige onderrichtingen I of'zedekuodbe fpreuken , oproe, tise gelchrüten en rympjes op de 4'vóorrcliriften ftelde, en die, hoe , vuüderhoe eerder met een bomet. \je of bsesje ver eerde. :■ r BA R END. Wat ik dan van dia Meefter »! zoude zegren,,dat kand gy Ug:n] zelfs denlen, dat naamentlyk het iwelk elk redelyk en welde ^.•■d I aeafrh 'er van zeuü£#o^fl. W  »»en, dat by een flechten, en gein :c.ien gaft waarè. G O V £ R D.. Juïft zoo, want by heeft maar zoo eensginfch en weêr door een kind op fchool een oproerig Libel, in plaats van een zeedekundig voorfchrift, in hinden gegceven hebben .'e, datheéftrfo-nnafchryven, Cn op hetfchrift waarop het gefchreeven was, een bonnetje gege even. BAREND. Zoo, zoo, en wat heefr dit fchadelyke en j .-ugdbedervende bedryf ten gevolge gehad, is dat maar zoo ongemerkt afeeloopcn ? G O V E R R Ganfch nikt, de braave Burger vaderen zyn 'er achter gckoomen en hebben, na een bedaard en zachtzinnig \erhoor, een allerPilïyktt vonnis geveld, namentlyk, dat hy Meefter van BirfeST, Schoolmeelter van den voorlc-eclen tyd zoude weezen, dat is, pm het u duidelykcr te zeggen, dat hy zyn School gehouden zou zyn te fluiten. BAREND. Eer op de hand der Regeering j zie je nu wel d2t het is zoo ais ik zei'Je en dat de Regeering omtrent deeze zaak met my van een gevoelen is, maar hoe heeft hy zelfs zich in deeze zaak gedraasen ? GOVERD. Daar heb ik tot nog toe niet achter kunnen koomenj maar zyne hanftïge geaartheid, zyhe gewoon heetgebakerde drift, doen my denken dat hy juift geene der bezïdrgften zal ge weeft zyn, ten minften is my van goeder hand verzeekerd, dat zyn zoon de Regeering juift niet al te welgemanierd noch onderdan;g behandel J heeft. BAREND. Zju 't el anders weezen als het hoen, vraagt hetHoilandfche oude fpreekwoord te recht ; maar ik merk dat het laat word., door zulke difecurfen vale de tyd niet half zoo lang ais anders. . G ü V E R ü. Ja, het zal wel by elven weezen, ik wil u niet ophouden ; dewyl ik weet dat u vrouw zich zeer ongeruft kan maaken. BAREN D, My dunkt ook .waariyk dat ik het al reédejyk lang gemaakt heb , 't is nog al goed dat wy morgen niet moeten werken , — Vaar weJ G O V E R D. Insgelyks Buur, aanftaande Zaturdag zal ik op myn beurt u ook eens een bezoek koomen geeven cn dan zullen wy weer eens over 't een en ander, als over den Leidfchen Lector, daar het nu te laat geworden is, of dergelyk fpreeken. BAREND. Goed ik zal u wachten en wenfeh u goeden Nacht.. Dit blad word alle Zaturdaaen voor 3 duiten uitgeeeeven te Amfier Jam by Bom; Leyden Koenig, 'sffage van Drecht, Rotterdam van den Dries, de Leeuw en Krap, Pord Bluffé, Uir. Stubbe, Cn verder alom.  HET HOLLANDSCH BUURPRAATJE. No. 2. Zaturdag den 23 Ofiober 1784. COVERT. Ha! goeden Avcrd Barendje wel man hos hfhjet? BAREND. Vry wel nogal, God dank! ik rmet zegg?n dat ja zoo precies op je tyd aan )ï woord voldoet als cF 'er geld fiicê te wiDnen waare. G O V E R T. Als 'er dar. meê te winten waare zeu ik mogclyk zoo haaöig niet zyn als nu! ik zoud denke ik heb maar een m avond in de week vry en win tog ep noeg om ie ï unnen beftaan ; maar nu 'aï etn aangenaam gefprek te haaien is, nu zoud gy niec begrypsn hoa ik 's Maandaa, s al Daar dien Saturdag avond verlang. BAREND. Ik ben 'er wd mee verheugd en hoop dat onze byeenkomften langftaod. rnro^en hcuden, maar wat nieuws nebje meé gebracht. GOVERT. Niets, als dat ik heb hooren leggen, dac zyn Vorflelyke Door luchtigheid mynen Hetre den Heere Veldmaarfchaltc van Wolvenbuttel &c &c .&c. &c. door den Keizer opgeroepen zoude weezen, en kort na het ontfangen van het Keiferlyk bavel, onffiiddelyk zoude vertrokken zyn. BAREND. Ja, dat heb ik ook gehoord, en ook dat hy by lyu vertrek, drieè vier BrieT ven, als een aan zyn HoogheiJ, eea j.an de Ridderfchap en een aan myne Heeren de Stapten en dan nog ik weec oiet aan wie meer zoude gefchreeven hebben. • GOVERT. Zoo zeg' men als metde dat hy reeds werkelyk te Bruflel zouden weezen en aldaar eeD huis gebeurd hebben» BAREND. Zoo zoo, en blyfe hy evenwel nog Veldmaufchaik van den Staat,, dac ^aat al evenwel dunkt my wat te ver, zo dat zoo is. GOVERT. Neen daar word gezegt dat hy van den Staat ontflag van alle zyne Charges zoude hebban verzogt en dat hem dit verzoek guoftig zoude ingewilligt weezeD. BAREND. Ik verheel myn wanneer dat 200 is, dat de weidenkenden niet zoetjes verheugd zullen weezen over zyn vertrek; nu is hy weg, en heefc zelfs veizogt om dat geen dat hy zonder verzoek meriteerde verkreegen te hebben, zyne Dtmtjfte namentlylf, eQ *  denk dat zyne Hoogheid er vry tneer bj wind daa erlielt. GOVERT. Ja maar :iy is alevenwel zynRaadsman en vriend kwyr, en my dunkt dat d t verlies in 'c geheel maar niet gering is. BAREND. Indien het een g&booren Nederlander van beproefde treuw en verknochtheid asn de belangens van den Lsnde w>*a:e geweeO, zou zeekerlyk zyn verlies, mee alleen voor zyne Hoogheid, naar zelfs voor de gebeele Repub!;ek, zwaar en treffend zyn geweeft; maar nu nu .kan is waarlyfe, eelyk ik zeide niet anders z;en c-f de Prins en ds Republiek wind 'er meede. GOVERT. Z uit gy my dit niet wat breeder kucnen uitleggen ik vatje rneening wel zio wat, Buurtje maar ik weet niet of ik ze wel ter deege begrjp. BAREND. Ik Zeg de Prins wind 'er mee, cd dat is zoo, want, zoo lang als den Hertog in 't Land waare zou hy het zy het waarheid waar of niet, als den Raadsman van Z. H. zyn aangezien geworden. GOVERT. Nu begin ik licht te krygen. — vervo'g a!$ 't u belieft. BAREND. Nu weetje dat den Hertog zieb door een en ander bedryf den haat j van het weldenkendde deel van Neerlandfch Iowooneren zodanig had op den hals gehaald dat ongelukkig zyct Hoogheid de terug gekaarde gevolgen daar van , ongelukkiglyk hetft onder vonden,en wel ondervonden teroorzaake dat men msendt dat Z. H. aanhoudent den Raai vso den Hertog iooam ten mieften, zoo niet opvolgde. GOVERT. GevolgeJjk is het dan deakelïk. BAREND. Dat Z. H. weer als voorens, ten minden indien hy ,eene lyn fpacd mee 'sLardsftaate en Vryheid minnende Overheeden, de luU en liefde der Natie zal worden, gelyk zoude gebleev^o zyn, hadde men de lucht van eecig heimelyk verdand, naderhand door de berucrue Acte van Goofulentfchap beveiligd ciet weg gehad, derhalven dunkt my dat Z: H: 'er meer by wind dan verliefl. GOVERT. Zoo is 't ook, maar ondertuflehen zitten wy fchoon m t het biok aan 'c been; indie'D dsn Keizer ons eens den Oorlog aan dott en zend d >n Hertog eens tegeos ons, ziedaar dan , dan kan alles maar eens; orn ?oo te fpreeken, door verraad of diergelyken werden weggeiioomen, en de Keuer zoogoed als wy van alles onderricht weezen. BAREND. Dat's waar, dat zou 'er zeekerlyk oploopea want den Hertog zoo lang hier in 'c land zy ede geweéd heeft dus de tyd en gelegentheid gehad om al ts wat het zeive betreft naauwüeurig te onderzo km zyne hooge waa-digheid ren anderen gaf ivmhierop, een meerder , rechtmaatigen aaefpraak en zoo hem al den toegang tot het een of andtr te moeilyk of wel geheel onmoge;yk mochte zyn gewied, baande da gemelde een effenweg voor hsm en maakte hem het anders onmogelyke, «eer gem3kke]yfc, en het is ciet dan zeer waarfchynlyk dat hy wanneer zyn Heer «en Moeder de Keizer ons op eecevyandi^e wyze aanvald, en hem bet befiuur over zyn Troupes opdraagr, zich ook gewifleyk van het geen hy doo.'zyn langduurig verblyf hier te lande, zo we] als door de kwalykgeplaatdsopenhartigoeid van veele in't eerd en »arj ibmmigeo van 'sLands Inwoon-Jercn n 't Jaatüe ten nutte van zyne te-  eenwoordigeo Meefter, er uit heeft < weeTeo te viffchen en heef: weeten te « bewerken, zal bedienen om ons die < hem, eer wy mm recnc en doorg.on- i dia kende; liifsoosden en ten naafte< by afgodifcn eerden te onderdrukker, en te beoadee'en. GOVERD. Dat zou 'er dan waarlyk fraay uit. aien Buur, en wy/zouden op zulk etn voetwtl mooyijes wenfcrwn, dat den Hertog nimmtr een voet in > Land 8eh.dhjdk.ENa Dat zouden wy zeeker, maar wat za. jk zeggen, elke eeuw fchynd een byzonder haar ei^en Caraébr , of eet op haar heerfchendm Geeft te hebben, en het fchynt dat bet Carafter van, of den Geert die , in deeze onze 18de Eeu» heerfchen moert , die moeit weeien, van Vreemdelingen , Buitenlanders, die van tosten noch van blaazen witten, boven den Land2aat en ten zyner onderdrukking, voor'te trekken. v g R ^ Tp zeet daar zoo wat Vriendje en ik zou Tiet ook wel haaft gelooven, en od dien voet wel durven vootfpellen en dat de cu op handen zynde toie Eeuw voor den vryheidmmnaar enden hraaven Burger een gulden eeuw van voorfpoed en van eertyds verkreege. !e ,eerrechten, die nu een geruimer tyd achter de batk gekegen hebben. zal weezen. BAREND. De tegenswoordige lydsomftandigbeden «even niet weinig voet aai uwe gedachte; want waarlyk wy «en ?oo hier als daar, het geheele Lan< door, eene menigte van braave Man nen opkoomen, die nu dit, dan da eifchen en vorderen ten voordeele van den zuch-enden en lydendei LantUaac , eo hunne eifchen en vor leringen, ïoo menfchliev.end ajs braaf monomftoo.ely* gronden op de,door len Landmaat in ^oongs daagen vertreeaene voorechten, dat niemand, en waare hy mo dwillig en hardnekkig hadde vö.->rgenoomen d?o heerrc^enden fmaak deezer eeuwe, tot ;sL3nds en des Landszaats ondergang an nadeel, te ^o gtn , kan dezdve weerleggen^f^m verboeten.. Eo h troD'c 'er wel by voegen dat de heerfchende fmaak deezer eeu»e, den welkenkecden onder de Regarderen, zoo wel als den doar het voortrekken en voordhelpen •M vreemdelingen, overdrukken en jenden Landzaat , deimaate tegens de bo ft ttuit. dat wy zelfs eenden tyd geleeden, de braave Utrechtfche eene aanmerke.yke en falutaire Refoluue, die aSere ten voorbeeld van naiolpng kan vetftrekken, hebben zien nee- mCD- BAREND Wat was ook den Inhoud dier Re- fo!Utie' GOVERD. Om ze u geheel en al meede te deelen laat onzen tyd niet toa, want zy beftond uit in de 30 Artykeleo too ik meen, dan een van die was: dat geen vreemdeling een Aropc joude kunnen krygen, ten zy hy 8 jaar, of trouwende met een Burger Dochter, by Moderatie om baareat wille 4 Jaaren Burger waare geweeft. * BAREND. Braaf, 700 moet het koomen, ru wat en dan wat voor den Barger jge, zorgt, zoo doecde zal hy 'er ai langI faarner hand weeder bcoven op kco- : meD' GOVERD. ■ 1 't Is teweDfchen.Vriend, want anders 1 zonden wy B urgers, die zo in onieOu\ ders als in oczeeigeneipwfooaeDjaaien  herwaards'alle laden en ongelden als braave Landzaaten opgebragt hebbeD, eerlang wel door Moffen en geweeze Mofterdjongens worden geregeerd er hen dienen te fmeeken cm dat geene dat zy onwaardig waaren, of ten minften niet verdiende uit onze handen te ontvangen. BAREND Zeekerlyk, wanneerdeozeheerfchende fmaak rog lang met die drift, waar meede zy een groot gedeelte van d;eze eeuw op den Inwooner gewoel heeft, bleef voord*oeden , zoa ret 'er wel op uit kunnen loo pen; maar nu zal hst zco'n vaard niet hebben, dewvl zy, Heeren vreemdelingen, du door h-t vertrek van den H rtoï, den Gtootmeefkr hunner orde, vérlooren hebbende, nu den bree veertien zoo niét zullen kunnen fp:elen en het hen te raaden zal weezen, om fliiletj'es en zoet , binnen kort hunne fpulletjes by een te pakken en te volgea. GOVERD. Ik geloof ook dat het hun niet ongeraaden zou zyn; want beantwoord de nitkomfl welke men by een uitden Oorlog met den Keizer, van het Neerland, den Staat en Landzaat be» leedigond gedrag van den Hertog, heeft, aan de aakelige verwachting, denk ik dat zy zich aan niet weinige onaangenaamheden zullen bloot gefield vinden. BAREND. Dat ftaat 'er zeeker voor hun te wachten, maar my dunkt cu dan Hertog weg is en dus nu zy geen Protector hebben, dat het de zaa* en tyd van den Landzaat waare om haare 3anfpraaken op het door de vreemdelingen h°n onrechtvaardig ontweldigde te doen gelden en hen dus de volle laag te ge-even. G O V E R D De tyd zou 't zeeker we zen , maar de myne is verioopen — Vaar wel. Dit blad word alle Zaturdagen voor 3 duiten uitgegeeven te Am~ fterdam by Bom; Leyden Koenig, 'sHage van Drecht, Rotterdam van den Dries, de Leeuw ea Krap , Dord Bluffé, Ütr. Stubbe en verder alom.