D E REPUBLIKEIN. EERSTE DEEL.  UITLEGGING VAN HET TITELVIGNET, Zie hier den Vrijheid-boom in vollen luister bloeijen, Offchoen ook (lang bij flang aan zijnen wortel knaagt! —■ Standvastigheid verwint, hoe fel de orkaanen loeijen, Schoon nog de dwinglandij de kroon der heerschzucht draagt: Verlichting durft het mom aan domheid afterukken, De fakkel, die zij draagt, verfpreid haar licht in 't rond: Celtrengeld aan de Deugd, kan niets haar onderdrukken ; Haar invloed is op recht, natuur, en plicht, gegroad...  ■ 1 1 D E SEPUJiLIIEIK 1 Te A M S T E X, D A M , Bij M . S C H A L E K AMÏ. . —   INHOUD van Met EERSTE DEEL. N°. I. Inleiding, behelzende een tafereel der ze- venjaarige onderdrukking. . Bladz. i N°. s. Onderzoek, wat eene Republiek zij? . 13 N°. 3. Befchouwingvan Neêrlands voormaaligBond- genootfchap. . . . 21 N°. 4, 5 en 6. Ontwerp wegens de aanftelling van Stedelijke Bewindsmannen te ulmfteldam. . . . 27 N°. 7. Aan de weldenkende Nederlandfehe Vrouwen. — Lierzang aan de Vrijheid. — Brieven aan, en verdediging van den Republikein tegen een ongenoemd Schrijver. 53 N°. 8. Welken zijn de beste middelen, om de Natie zoodanig te verlichten, dat zij ten ecnenmaale vatbaar worde voor de hooge waarde eener Republikeinfche Regeering? 67 N9. 9. Over het herftél van 's Lands ftnantie. —■ Iets over de Orange-Predikanten. . 7- N°. 10. Hoe moet men den tegenftander der Con- ftitutie behandelen ? . .87 N°. ii» Over de noodzaaklijkheid en den aard der algemeene Burger-waapening. . 9- N°. 12. Over de noodzaaklijkheid der bijëenroe- ping van eene Nationale Vergadering. . 103 N°- 13. Dat de Predikftoel niets gemeens heeft met de Staatkunde. — Brieven van Enkhuizen ■ en slmfteldam beandwoord. , nr N°. 14. Over het arresteeren van eenige Leden der Municipaliteit van ^émfteldam door deprovijioneele Reprefentanten van het Volk van Holland. . . . 119 N°. 15.  INHOUD. No. 15. Over de beste richting der Volks-Vergaderingen. . . Bjadz- j2? N°. 16. Over het Stern-recht der Joden. . 135 N°. 17. Over eene aanflaande Alliantie met de Fran- fche Republiek. . . 143 N°. 18. Dat de Staat verplicht is, voor de Armen te zorgen. — Bnei' over het Stemrecht deiJoden, met het Andwoord. . 151 N». 19 en 20. Bedenkingen omtrend de Geldligting der Proviftoneele Reprefnut anten van Holland. . . j jgj N°. 21. Over het regelen der Vo.'ks-frcm, met bijzondere toepasling op de Stad ^frnfteldam. 178 N°. 22. Over het afleggen eener verklaaring door de Stemgerechtigden. — Brief' wegens y. Boogh met het Andwoord. . 19; No. 23. Nog iets over de tenftaandë Alliantie met de Franfche Republiek. . . 199 N°. 24. Over de noodzaaklijke politieke maatregelen omtrend de Exrcgenten. — Brief over de herftelüng van in den jaare 1707 afgezette Predikanten. . . 207 N°. 25. Zege-zang op Neêrlands Vrijheid, bij de Alliantie met Frankrijk. . . £I£ N°. 26. Over het Onderhoud der Armen. (ï^êrvoloen Slot van No. 18.)— Brief over het nadeel der Vólks-Hem. . , 22j No. 27. Over de Voiks-verlichting, met betrekking tot het bij Holland ontworpen Committé tot openbaar Onderwijs. — i\og iets over de politieke Bejijdenisfen. . Zox No. 28. Over de gefloten Alliantie met Frankrijk. 239 N°. 29, 30 en 31. Aanmerkingen op het Plan van Oproeping, tot het vormen eener Nationale Vergadering. . , 2^ N°. 32. Over de Geld-negotiatien. . 271 NA 33. Over de beste middelen, om de plaatsgrijpen-  INHOUD. pende verwarringen jn onze Republiek te heriïellcn, van de . zijde des Bewinds. BMz.ft?£ N°. 34. Over de beste middelen, om hei Werk der Conmtutie te bevorderen, van de zijde des Volks. , . 287 N°. 35. Concept-Adrés, ter afweering van de traagheid der Bondgenooten , in het daarliellen eener Conmtutie. . nyg N°. 36. Raad aan Holland, om de overige Gewesten tot eene republikeiiifehe medewerking te dringen. — Nog iets over de Joden. 303 N°. 37. Over het doen van den eed door de Predkanten. - Over den Souverain Boekdrukker. ~ Iets over Ooltgensplaat en den Bonimei. . t 3 • . . ju N°. 38. Over de Amireldamfehc Wijkvergaderingen. 319 N°. 39. Over de noodzaaklijkheid, om de Predikanten der Gereformeerde Kerk niet langer uit 's Lands- Stads- of Dorps - Kasfen te betaalen. ' . . • ' 327 No. 40. Over Holland's geforceerde Geldheffing van 6 guldens ten honderd. . 335 N°. 41. Uittrekfel van eenen Brief uit Friesland, met het Andwoord. — Iets over het opkopen der levens-middelen. . 343 N°. 4». Over de zaak en de goederen van Willem V.— Aanmerkingen op Hollands Decreet wegens de Algemeene Waapening. - 35! N°. 43. Voorftel van eenige verbeteringen in het Rechts wezen. . _ ^ N». 44. Over de bezuiniging in 's Lands uitgaven, en de invoering van een Hoofdgeld. ' 367 N°. 45. Aanmoediging aan het 'Nederlandfche Volk ■ Lierzang. ' 375 No. 46. De Staatkunde aan haare Zoonen. — Over het gebrekig Bewind van één der Hollandfcfee Meiren. . i ^ No. 47.  INHOUD, N°. 47. Over de Joodfche Club te j4mfteldemt onder de Zinfpreuk: Fe/ix Ubertate, —Zamenfpraak tusfchen een Clubist en den Republikein over de afzetting der Orange- , Ambtenaaren. - . . 331 N°. 48. Concept-Adres aan Holland's Provifioneele Reprefentanten, om de daarflelling eener Nationale Conventie te bevorderen. Bladz. 399 N°. 49 en 50. Aanmerkingen over de hoogfte belangen der Bataaffche Republiek. . 40? N°. 51. Staat des Gefchils, wegens de eenheid en ondeelbaarheid der Bataaffche Republiek, tusfchen de Volks-Vertegenwoordigers der Nederlandfche Provinciën, met opgave van een Middel tot vereeniging. . Brief van u4dolphsland, met het Andwoord, 42^ N°. 52. Over de langvvijligheid der Rechts-oefening te dtmfteldam , met bijzondere toepasfing tot het gering aantal van Procureurs . . daar. ter Stede. . , 435  £> E REPUBLIKEIN. N°. ïi rj jLa iet daar dan Landgenoten! na eene zêvenjaarige onderdrukking, den tijd geboren , waarop wii vrij fprèkén, vrij fchrijven, en vrij handelen! Het oogenbtfk is daar, waarop de zegevierende waapenen onzer zusterliike Republiek dén ftandaart der Vrijheid in drie onzer Provinciën geplant hebben! Op éénen dag, als t ware , zagen wij vernietigd een poiinVk ftelfel van geweld , het geen- Örange's wraak , der Ariftocfaten huichlarij , de jaloersheid van het Britfche Minifierie, en Pruisfen's overmagt gevestigd hadden ! Niet zonder aandoening herdenkt Gij Bataven ! do fchandelijke omwenteling van den' jaaré 1787 — ach! dat wij het einde van dat jaar voor eeuwig uit onze jaarboeken konden wisfchen, uit hoofde van de fchandvlekken, waarmede geboren Purpers, kinders van den Staat, zich zeiven, hunne Familie, hunne Medeburgers, ja dé gantfche Republiek hebben bezoedeld! Het waren niet flechts gehuurde Benden, door eene niet genoeg genaturalileerde Burgeres ingeroepen, mee welke de Regeeringsvorm niets te maaken had , ter voldoeninge haarer , gelijk het heette , gefchonderie eer : maar Krijgsknegten , gezonden om te mishande-  » De REPUBLIKEIN.. len, te plunderen, en te verwoesten; Krijgsknegten", zo men zeide, gefchikt om de rust te herftellen, doch die, van het eerfte oogenblik af, -dat zij voet op onzen bodem zetteden, vijandfchap, tweedragt, haat, onderdrukking en geweld gezaaid hebben. Gij Bataven ! wildet bukken voo- hunne overmagt , omdat uwe beginfelen menschlitvende waren , omdat gij geenszins het geheele Land zoudt opofferen aan de handhavening uwer zaak, offchoon gij ook deze voor het belang van den Staat allerheilzaamst oordeeldet. Misleid door het toenmaalige Franfche Minifterie, dat.geen ander grondbeginfel had, dan de geldzucht, en zich daarom verkogt aan den meestbiedenden, gaaft gij uwe poogingen op. Gij gaaft ze op, in de hoop, dat eenmaal een gelukkiger tijdftip zou opdaagen, waarop de Natie, vloekende de onderdrukking, zou begeeren vrij te zijn. Als ballingen zwierft gij .rond, vervolgd, verjaagd, gebannen, gefcheurd van uwe Bloedverwanten, en uwe goederen verbeurdverklaard. Gering was de fmaad, waarmede uwe naamen werden bejegend , — want deze trof uwe harten niet — maar groot was de fmart dier vernederingen', waaraan zij u onderwierpen , die de eerfte vrijheidkreet in Nederland haAAeu aangeheven , doch die — want dit heeft hun gedrag geleerd — 'niets anders zogten , dan op de puinhoopen van het Stadhouderfchap hunne grootheid en eene ariftocratifche heerfchappij te (lichten. Heil zij den Men fc hen-vrienden , die u de hand van broederfchap boden , die uw leed verzagtten, die de wonden poogden te heelen, waarmede men uwe boezems verfcheurd had ! Droevig rees de eerfte morgenzon aan de kimmen desjaars 1788. Zij verborg, als 't ware, haaren aanfchijn op het gezicht der vertrapte vrijheid , welke , eerst mishandeld door een woest gepeupel , nu ziel- 'toogende nederlag aan den troon van een Driemanschap, 't welk gezworen had, te overheerfchen , al ging ook de geheele Republiek ten onder , en waarvan de goedaardige, de zwakke Willem V. de fpeelpop , was. Bezworen, door eed-verbonden bezworen, werd de. zoogenoemde oude Conftitutie, en haare banden — * dus  De REPUBLIKEIN. 3 ias riet zich eene Geestliikbeid hooren, welke altijd huichelachtig beweerde, dat Godsdienst en Örange woor» den waren van gelijke bèteekenis — werden zoo vast gelegd, dat geene menschlijke magt dezelve zou kunnen los rukken. Doch ook nu werden de binnenlaridfche geweldenarijen in werkinge gebragt. Millioenen fchats, voor het rust herftellend Pruisfen beftemd , werden den Burger, den Wees en der Weduwe, ontroofd ontroofd, zeg ik ; want eene fchatting , offchoon bij eedé gevorderd, welke ft rekt, om de vrijheid te keetenen , is eene plondering, eene daad van geweld 4 welke de fijnstgefponnén drogredenen van den verwatenen Rechtsgeleerden buiten ftaat zijn te verontschuldigen. Getuig gij, jaar 1789, de bange zugten én klagten, die zich alomme lieten hooren, hier wegens de fchending der Vrijheid van de Drukpers, dat bolwerk van elke vrije burger - maatfchappij; — daax wegens de befcherming, aan het gepeupel verleend, in fpijt van rechtgeaarde Burgers, die door hunne nijverheid den Staat aan zich verpligtten; — elders wegens de ftraf- en bloeci-plakaaten, welker geweld eene nog niet genoeg voldaane wraakzucht liet voorddu uren , en Ouders van Einders, Mannen van Vrouwen , Zuigelingen van de borst hunner Moeders fcheurde , omdat de Vrouw haaien vervolgden Echtvriend tot in zijne grootfte vernedering volgen wil.de ; —— ginds wegens de knevelarijen., welken Ambtenaren van allerleie zoort, die naauwlijks het woord oude Constitutie, althands. onze Land-taai niet 'verftonden, onbefchaamd en ongeftraft pleegden; — daar wegens.de openlijke befchimpingen, waar mede jjraave Patriotten door Hof- en Stad-Courantiers, en andere Dagfch'rijvërs, als een vloekwaardig gefpuis werden afgemaald elders, eindelijk, wegens de , hand over band toenemende armoede, en het deerlijk verval- van alle fabrieken en koophandel, terwijl de Regeering, aan den ieidband van Engeland en Pruis. fen waggelende, geen doorzicht, althands geen moeds genoeg had, om de verftopte bronnen van welvaart te openen, maar, met de vestiging der oude Conjiitutie, , ,haare pligten waande voleind te hebben! iü» A % ' Du*  4' De REPUBLIKE IN. Dus Nederlanders! rolden de jaaren 1790 en 17^,1 In de omwenteling der zonnekringen voord, zonder den aanblik van een vrolijker dageraad. De tijd, die alle fmarten lenigt, voerde zijne gewoone afwisfeling van voorwerpen met zich , waardoor de aandacht van de ftaatsbelangen afgetrokken, en de vergetelheid van geledene rampen voorbereid fcheen te zullen worden. De, tot nog toe onhandelbare, Orangefaftie wierp een half medelijdend oog op den Patriot, Wien zij in het ftof had vernederd; zij fcheen van hem niet meer te vorderen , dan de kunftige vermomming, welke de Ariftocraat reeds had aangenomen. Beiden wilden thands eenpariger tot één hoofd, doel werken, om den eerften fchijnbaar optebeuren, doch zoo- veel te zekerer te overheerfchen. Beiden keeken eikanderen listiglijk de kans af., om hunnen 'aanhang te verfterken, niet, om de grieven van den verdrukten te hoóren, niet om de wonden van den 'Staat te heelen, maar alleen om te heerfchen. T>6 Patriot — hij, die van 1784 tot ruim half 1787 de redding des Lands had poogen te werkftelligen •— bleef beftemd tot het flagtofter. Alleen zou de uitvoering 'met een glanfiger fchijnvernis bedekt worden, om zich 'zoo veel te gemaklijker van den prooi te verzekeicn. Maar God gehengde dezen doodflaap niet. — De Franfche Natie, door haare wijsgeeren aan den nacht eener bijgeloovige duisternis onttogen, door Amerika tot de beftemining van vrije Volken geroepen, had haare ftem verheven tegen een Ministerie, dat haar plunderde. Zij vormde zich zelve, in eene ftaats■omwenteling, waarvan alle gefchiedenisfen naauwlijk» 'eene wedergade leeveren. Om vrij te zijn en te blijven , wilde zij te rug keeren tot de oorfpronglijke eifchen en rechten der natuur. Dit dacht haar het éénige middel te zijn 'voor haaren kranken Staat. En waar kon immer de ftem der natuur ongehoord blijven, wanneer zij tot 'haare kinders fpreekt, als eene Moeder tot haar kroost, dat zich, uit onkunde, in'duizend gevaarea wikkelt ? — Deze ftem verrukte de Bataaffche Zoonen, die  De R E P U JB L IK E I N. 5 iie zich, als ballingen, onder zulk eene grootfche Natie bevonden: maar zij klonk niet minder in de ooren dier Vrijheidminnaren hier te Lande, die, hoe zeer reeds aan onderdrukking gewoon, nu echter dezelve, door vergelijking, op nieuw in alle haare kracht gevoelden. De vlam van dit edel vuur floeg bijkans over tot alle Europeefche gewesten. Zij werd gefluit, ter plaatfe, alwaar nog geene genoegzaame brandftof voor handen was, en waar de geweldige arm den brand nog tijdig bemachtigde. Daar alleen, waar de Vrijheid nog eenige voedfterzoonen vond, had zij reeds vonken verfpreid, die zich zoo vast hechtten, dat zij bij geene mooglijkheid konden uitgedoofd worden. Zoo was het in. Engeland, zoo was het bij ons, Landgenooten! • De natuur ontwikkelt zich nimmer, dan meteenen fchok, die altijd gevaarlijk, doch in zijne uitwerkfelen heilzaam is. De opeengepakte elechïeke ftofFen in de bovenlucht, de zwaveldampen van den afgrond barsten los in verwoesting, welke zegen teelt. De verpeste adem der menschlifkheid wordt niet gezuiverd, dan door tegengefteld gif, dat door haare ingewanden henen woelt. De fchok, dien de Koningskroon van Frankrijk ontving, deed zich gevoelen bij allen, die de kroon der Natiën op hunne hoofden gezet hadden. Haare verplettering was de ontzet'tendfle waarfchuwing voor alle Ministers, wat hen van een getergd Volk te duchten zij. — Nu fpanden bijkans alle Europeefche Mogendheden zamen, om dien geleden hoon te wreeken. List was de eerfte toevlucht. Bij omkooping en verraad, door fchats. verfpilling, paarde zich het afgrijslijk ontwerp van uithongering eener Natie, welke bijkans 24 millioe■ nen Menfchen telde. De menfchelijkheid beefde op dit gedachte; maar de Franschman lachte 'er om, als om den tegengeftelden irival van een Kind, dat zich zottelijk op zijne tinnen-Hufaaren wreekt, nadat zijne kleene verbeelding de beelden in menfchen herfchapen heeft. Dus zaagt gij Nederlanders! het tooneel van den oorlog in 1792 en 1793 geopend, nadat de Franfchen den verftandigen sroudregel van • ■ A'3 esa  $ De republikein: een groot Itaatkundig lichaam in praktijk bragten, dat het beter is, in eenen openbaaren ftrijd de oorlogskans te beproeven, dan heimelijk door list en verraad ontzenuwd te wordeu. Geducht waren van wederzijde de toebereidfelen. Niet min ontzettende was de voordgang. Wie herinnert zich niet den veldflag van Brunswijk, dezelfde Krijgsoverfte, die, in 1787 en 1788, aan den Overtoom, even buiten Amfteldam, van zijne Hollandfche veroveringea uitrustte, nadat hij'in een Manifest gezworen had, de Parijfenaars te vuur en te zwaard te verdelgen? In Frankrijk's gefchicdenisfen zal de Campagne a la Brunswick met eeuwigen luister praaien. ~ Zegenrijk waren overal de Franfche waapenen. De dappere Dwnourier verfioeg de Geallieerden tot op onze grenzen, en, daar de Conventie ook den Stadhouder in Nederland, als medepligtig aan verraad, den oorlog verklaard had , fche?n de zegepraal 'over onze gewesten beflist. Dan , de braafheid van den Franfchen Generaal was niet geëvenredigd aan zijne heldendeugd. Hij vlood, niet voor de fterkte van Neêrlands wallen en musketten ; want dezen zweegen: maar hij vlood als een vqrraader, en ballingfchap was zijn loon. ïhands liet zich eene nieuwe órde van zaken verwachten. Onze Kerken weergalmden van dankzeggingen over het wijken van troepen , die moesten gehoorzaamen aan eenen Dumourier, zoo lang hij nog haar bevelhebber was , even of het onveranderlijk Opperwezen behaagen kon fcheppen in verraaderlijke gouddorst. Zulks echter toonde de uitkomst, niet. De troepen bleven getrouw aan heure Natie, offchoon haar Genera:,! als afvallige henen vluchtte. Merkwaardig, intusfchen , was de Oorlogs-kans. De Stadhouder, moedig op den iteun der Geallieerden, en boven al op de werking van Engelfche guinies in het veld van Mars, had weinig moeite, om. ook onze Staatsbeftuurers tot aandeel in den offenfiven oorlog te nemen. Men kende zijne dappere voorzichtigheid, meermaalen in de Campementen te Waasdijk aan den, dag gelegd. Zijne Zoons waren jong,  De-REPUBLIKEIN. ? jong, en vol van heldenvuur. In kort, Eugclandwilde, dat men Frankrijk z*ou aanvallen , en onze Regenten gehoorzaamden onderdaanig. Alles ging los op den Vijand, door den Rotterdamfchen Schandcourantier overal als zwak, als wreed, als godloos en onmenfchelijk uitgekreten , en dat lasterblad kondigde dagelijks den zegepraal der geallieerde waape-, nen , en den ondergang der Franfche Republiek, welker inwendig beftaan doqr duizende uitheemfche verraaderijen gefchokt werd. Dan, die Troepen zonder krijgstugt Honden; zij vogten als leeuwen; de Franfche legers breidden zich uit in alle de landen hunner aanvallers , en dezen, die nog nimmer met eene vrije Natie geftreden hadden, moesren duizende flagtofrers der gefchondene Vrijheid , al vluchtende , agterlaten. Zoo werd de naam van Frankrijk glorierijk op alle de flagveldea, en overwinning op overwinning deed den zugtenden Nederlander hoopen op eene aanftaande verlosfing. Ach Landgenooten! hoe drukte niet fchatting op fchatting den Burger, zonder dat zijne nijverheid het verlies konde vergoeden, zonder dat hij wist, waartoe de vruchten van zijnen arbeid, in fpaarzaamheid opgezameld, dienen moesten! De Koophandel onbefchermd , enkel overgelaten aan de edelmoedigheid van eenen Bondgenoot, die denzei ven altijd benijdde .— de Scheepvaart overal geftremd, door gebrek aan Convoijen — het rampzalig overfchot van Fabrieken , nog kwijnende door mangel van binnenlandsch en uitheemsch vertier — Legers , verflindende den voorraad van krijgsbehoeften van allerleie zoort, en eene daaruit voordvloeijende .duurte van alle levensmiddelen — de Straaten grimmelende van lediggangers, die geen beftaan konden vinden, die echter niet te lui, noch te lafhartig, om den Staat te dienen , maar die nog te edel van ziel waren , om voor Órange te fneuvelen — de Oostindifche Compagnie, op den laatften trap van haaren ondergang nedergeploft — de Staats- en Stedelijke Schatkisten uitgeput — de Godshuizen, opgevuld met ellendigen — de klaagftem. der Natie ongehoord verdoofd — Ne< A 4 ' go-  De REPUBLIKEIN. gotiatiën op ncgotiatiën te vergesfsch opengezet, omdat de Regeering het vertrouwen der Natie verloren had, en — deze Regeering echter dolzinnig befluitende, om zich zelve, met haaren Minister en Mees* ter aan het hoofd, het kostte wat het wilde, in haar gezag te handhaven — ziet daar Burgers! uwen toeftand in 1794- — Konde ik hier zwijgen van de gevolgen dezes eu« velmoeds — ó hoe gaarn zou mijn hart en pen on* aangeroerd laten de verbijsteringen des menfchelijken verftands, wanneer eene rampzalige heerschzucht alle andere zedenlijke gewaarwordingen en gevoelens onderdrukt! Maar neen. Ik moet fpreken dit eischt mijn burger-pligt — van de jammerlijkfte ooriogstooneelen , midden in onze Gewesten , wanneer de zegepiaalende Frank de Soldaaten der dwinglandij Van zijnen vaderlandfchen bodem verdreven , en het deerniswaardig overfchot onzer Nederlandfche troepen, met die der Geallieerden, binnen 's Lands veitingen gejaagd had. Waar zou niet elk Staatkundig denker de fterkte van Frankrijk's legermacht tegen het jammerlijk overblijffel der overige Krijgslieden in de weegfchaal gefield , en' alzoo bij het edelmoedig Frankrijk den vrede gezogt hebben, om den val eener geheele Republiek te verhoeden ? Maar neen : dit ware het ariftocratisch trots vernederd. Men kon zich niet inlaten''met Godlochenaars ..... 1 .. . ik ijze op de herinnering van den laster, waarmede gehuurde Tijdfchrijvers van den dag ,' en Leeraars op gewijde Predikftoelen, de vrije Franfche Natie alomme zogten te bevlekken , om Neêrlands herderl levend Volk te blinddoeken, en zulks, ware het mogelijk , zijne beurs en zijn meèwaarig hart te ontrooven. God zou wonderen doen voor Nederland . en het water, dat deze gewesten tot eene Republiek had doen rijzen, zou het graf worden voor het uitvaagzei der Schepping ! — deze was de toezegging en de troost van het bijgeloof. Het trotfche Albion opende zijne bodemloze fchatkist, zond leger op léger, en, welke deelneming! ontgrendelde de gevangenisfen, die Tan booswichten krielden, ojn vóór het vrije Nederland,  De REPUBLIKEIN. $ land , en tegen den vrijen Frank te dienen — wat zeg ik "te dienen? God zij getuige! waar is de dienst, door hun bewezen ? waar is het plekje gronds , dat zij uit vijandliike handen gered , tegen den aanvaller beveiligd hebben ? Neen. De menschlijkbeid beeft voor de gruwelen , door Botanij-baai's-gedrochten gepleegd. Nog , nog zijn de Hollandfche Steden voJ van duizenden, ook van Orange-minnaren — die huis en have verlieten, om niet beestachtig mishandeld te worden. Dezen zouden uwe Verlosfers zijn, Bataven! Voor dezen werden uwe beurfen, uwe magazijnen-geplunderd! Voor dezen moesten zij, die zich voor hunne medeburgeren tegen derzelver euvelmoed in de bres fielden , in gevangenisfen gefleept 'worden ! Van hun mogt gij niet reppen ; één zugt, één woord van gehoopte verlosfing door den overwinnenden Frank ontflipte u naauwlijks , of ,, ver,, laat uw Stad binnen 24 uuren!" was het willekeurigst vonnis. Ja, de gefchiedenis zal eenmaal alle de gruwelen vermelden, door zoogenoemde Bond- en Geloofs-genooten gepleegd, aan welken eene rampzalige ondervinding het getuigenis heeft gegeven , dat zij de Pruisfifche mstherftellers van 1787 in lafhartigheid, woestheid en barbaarchheid , nog oneindig verre hebben overtroffen. Dan, Vaderlanders! uw grootfte druk was God zij dank! van korten duur. Wat ook. de Verdedigers der oude Conftitütie mogten beproeven, om dijk en water , fluifen en vestingen , naar hun ttelzel te richten ; hoe zeer zij akkers en velden overftroomden ; welke fchoonfehijnende aanwerving van binnenlandfche krijgsknegten zij ondernamen ; welke grootschklinkende naamen van Godsdienst, Vryheid en Vaderland , zij aan het hoofd fielden hunnêr geld-afperflngen; welke fchrceuwende mishandelingen zij in de legers gedoogden, om Neêrlands Burgers aan hunne belangen te kluisteren; hoe teder, eindelijk, de ontboezeming en aanfpraak van Orange ware op de hulp der Natie , om ter waapening te roepen alles, Wat ftrijden kon, —. Zij gevoelde haaren jammerflaat, en zweeg: want de mond van den Vriiman was door geweld gefloten, en de flaaffche aanhanger der Conftitütie was door de flaavernij zelve onverfchillig ge- wor-  |0 Dé REPUBLIKEIN. worden. Alle geweld, alle verdediging was vrucht*} loos; want God befchikte eenen winter zonder voorbeeld. De, door het ijs bevloerde,- ftroomen boden hunnen breeden rug , tot eene gemaklijke en zegepraaiende overvoering onzer Verlosfers. Noch fchanfen, noch vestingen, kanonnen noch musketten, walen langer beffcand tegen de Schranderheid en geoorJofde krijgslist, tegen de dapperheid en de broederfchap der juichende Overwinnaren. Aandoenlijk was de kreet der menschlijkheid, daar Franschman en Nederlander eikanderen als broeders omhelsden. ^Grootsch was der helden menfehenmin, wanneer zij .'die plaatfen zelfs, die tegenftand hadden moeten bieden , geenszins aan brand en plundering, aan roof en moord overgaven, maar, met het planten van den Vrijheid -boom , alle wreede oorlpgsgobruiken vergaten , en met hunne vijanden leefden als broeders. — Franken ! uwe gelijkheid zal in de gefchiedboeken .geroemd ; zij zal gezegend worden bij de nageflaclv ^ten, zoo tang de menfchelijkheid nog ademtl , Zoo naderden uwe Verlosfers , ó Hollanders ! na Gelderland en het Stichtfche overmeesterd , en den : lafhartig woesten Brit naar zijne flaaffche oorden te • rug gejaagd te hebben. Maar — zij wilden niet tot U komen, als Krijgsbeheerfchers, opdat gij van hun de martiaale wetten zoudt ontvangen. Zii kenden uwe gedaane poogingen, ter herftellinge der Vrijheid, .offchoon door het verraad geklapt, door de heerschzucht wederftreefd, en door 'eene gewaande gerechtigheid met ballingfchap en kerker vergolden. Zij wilden — ach1- welk eene grootheid! — zij wilden, dat gij u zeiven vrij maaktet — en gij aarzeldet geen pogenblik. Altijd worde uw naam met eerbied ge- ' noemd , Daandels en Kratjenhoff ■— gij rechtfehapene Vrijheidszoonen, dié het monfter van ] dwinglandij het hoofd boodt, die geene dagvaardingen noch indaagingen vreesdet, maar uw léven in gevaar fteldet, om de revolutie van de hand uwer ver- ' volgers te eifchen' Uwe pooging gelukte. Door U ' werd Holland's voornaamfte koopftad vrij. Gij hebt .de Burgerkroon verdiend. ö Ziet  De REPUBLIKEIN. ie Ziet daar Nederlanders! uwen toeftand! f)e Cornmisfarisfen. van het Noordelijk Leger hebben U vrij en onafhanglijk verklaard. Uwe Franfche Broeders zullen U het' oppergezag in handen geven, zoodra alle Provinciën, te zamen, tot één oogmerk, de vestiging der Vrijheid, kunnen werken. De Hollanders gaan U vóór in {Tedelijke herftellingen en in patriotfche deugden. Verbeidt fiechts een oogenblik de komst uwer Verlosfers, of, zo Gij kunt, bewerkftelligt zei ven het begin der revolutie, en ontvangt hen, als Broeders! Uw onvermogen, echter, door den dwang der noodzaaklijkheid, zal geene fchande zijn. Uwe volgende vrijheid-min zal den nooddwang verguizen. Gij zult vrij worden, vrij zijn, en vrij blijven, wanneer gij het begeert! Vrijheid, gelijkheid en broederschap, zijn aan de orde van den dag. Alles hangt af van bedaardheid, moed, kunde en braafheid. Patriotten , die uw Land gelukkig poogt te maaken, vereehigt U allen door broedermin! Dat uw dwaalende Broeder, door uw voorbeeld, herfchapen worde tot een edel Burger! Dat de Vrijheid, welke Gij begeert, het deel zij van allen! Zoo leeft, zoo waakt, z-oo zwoegt, zoo zorgt, en — wanneer het nodig mogt zijn — zoo fterft Gij voor de Vrijheid! God geve, dat de uickomst evenredig zij aan onzen wensch, onze beden, en onze verwachtingen! Om tot vestiging en uitbreiding dezer reehtfchapcne beginfelen, gevoelens en poogingen mede te werken, zal dit ons Weekblad dienen. Het zal de aanwijzing behelzen van het gebrekige in het Staats- en Stedelijk bewind onzer Nederlandfche Provinciën en Steden, zoo als het tot hier toe geweest is: het zal voorflagen doen van herfteilinge; het zal middelen aan de hand geven tot uitbreiding van onze nationale welvaart. Zoodanig voornemen Lnndgenooten! kunt Gij geenszins in uwen Medeburger wraaken. Hij is gereed, om uwe aanmerkingen van allerleien aard te ontvangen en mede te deelen, wanneer hij mogt gedwaald hebben. Befcheidenheid is de grootfche geestgefteldheid van eiken Renublikein; zoodanig verlangt hij al-  ii De REPUBLIKEIN. altijd te handelen. Wij bidden allen, die in de gelegenheid zijn , ons met hunne bijdragen tot voordzetting van dezen, zo wij wenfchen, nuttigen arbeid te vereeren , en bijzonderlijk met de tijdige toezending van alle zoodanige Stedelijke en Staats-ftukken, die tot de vestiging eener waare Republikeiniche Conftitutie zullen behooren, 'als door welker mededeeling wij dit ons Tijdfchrift verlangen te doen ftrekken tot eene volledige Verzameling , waaruit een andere Wagenaar de gefchiedenis dezer belangrijke Omwenteling , en herjlelde Bataaffche Vrijheid , zal kunnen opmaaken. — Té Amflerdim , bij M. Schalëkamp, in de Warmoesftraat, als mede te Rotterdam bij Ü. Vis en van den l'ries, Dord Blusfé en Zoon, 's Hage van Cleef, Leeuwenftijn en Plaat, Leyden Honkoop en Herding, Haarlem Walre en Comp. en C. Plaat, Schiedam Poolman * Delft Roelofs- . waart, Gouda Verblaauw, Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaartj Zaandam van Aaken, Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de, Wed. Terveen , en in de overig© Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers, wordt dit Blad 's week- • lijks met een No. vervolgd ü i| Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. k Quand une Rcpubliqiie ejl corrompue, on ne peut remt* dier a aacun des maux, au'en otant la corruption £f en rappellant les principes. Toute autre correüipn efi vu inutiie ou tm nouveau mal: MONTESQUIEÜ. Republiek en Republikein zijn wóórden , dié dagelijks feven zeer in de wandeling zijn, als de MuntXpeciën, zonder dat juist de waare beteekenis der èerften, even gelijk de opfchriften der laatftén , behoorlijk word; nagedacht. Het is met den naam gegaan, als met de xaaifc, welke dezelve uitdrukt. Naar dén aard van heé woord (*), beftond 'er eene Républiek, zoodra Menfchen met elkandercn eene Maatfchappij vormden „ aan welker belang een iéder , haar zijnen ftaat, eeii onbaatzuchtig deel nam, en, daar zoodanige behartiging, van het gemecne Wezên zich nérgens laat voorhellen , dan waar het gantfche Volk deel hoeft aaii het openbaar bewind , én dit aandeel , échter , den Volken van tijd tot tijd ontrukt is, begrijpt men ligtlijk, hoe het woord Republiek, eerst eënen vrijer» Staat, waar de opperfte macht doör hét Volk zelf geoefend wordt, daarna eene gemaatigde Volks-regeering bij vertegenwoordiging, en eindelijk eene Regeéring van Édelen hseft kunnen beteékenen, ofwel eene zoodanige Re- (*} Res puhlicA , waarvan lift tooord Rcpui"tek afflamt , beteekende bij de Roflieinen eerst liet vermogen , de macht van den Staat, daarna het gemeet.t wezen oF den Staat zelf, en eindelijk eenen vrijen Staat, tot welks beiluur liet Volk behoorlijk gekend wordt. 3  14 De REPUBLIKEIN. Regeering, alwaar bepaaldlijk geen ..Koning heerschu Zoo kreeg Rome den naam eener Republiek, nadat hot zijne Tarqutniussen verjaagd had. Het behield denzelfden naam onder een Dricmanfchap, dat gelijklijk zamenfpande, om de Vrijheid te vernietigen. In onze dagen heet* Venetien eene Republiek, offchoon de Adel-regeërTng* dèfpotiek zij. Ook onze Nederlander! werden alzoo genoemd, met eenen Stadhouder aan met hoofd , die zijne Meesters aanftelde, zonder dat het Volk den minftcn invloed had op het Staatsbewind. ' In Stadhouderloze tijden , Waren de woorden Vrijheid en Folks-oppermaclit klanken" van den dag , waarmede men de ooien des Volks wist te ftreelen. I De verltandigen oordeelden naauwkeuriger, maar het Cofrwjtogevaarte- van- aristocratisch gezag was niet te verpletteren door redeneeringen. De Schriften van Montesquie-u, daarna van Price, P-ktestley, en eindelijk van Paine en Adams , om van geene vroegeren..te fpreken , die deze groote Mannen vóórlichtten , of van geene laateren, die de genoemde Schrijvers gevolgd zijn, hebben den Volken hunne rechten duidelijk leeren kennen; maar het geen 'er nodig was voor het veritand, om van het mogelijke tot de daad , van de theorie tot de praktijk te befluiten , heeft de vrijmaaking van Amerika, en de vernietiging van het monarchaal gezag in Frankrijk, opgeleverd. Na deze voorbeelden , becve vrij ieder onderdrukker op zijnen troon ! De Natiën zullen eindelijk wederkeeren tot de rechten der natuur ! ' Thands Volk van Nederland ! zijt Gij in den aanvang der Staats-omw'entciing. Als Republikeinen , kunt gij geenen Monarch verlangen , omdat de Nuva's en Auheltussf.n zeldzaam, de deugdzaamste Vorsten meestal onverlicht zijn, en de Frederix's nimmer groot wórden , dan wanneer zij de grove gebreken hunner jeugd verbeteren. Gij fchuuwt den Adel , omdat geboorte eene toevalligheid is , omdat kimde en deugd alleen verdienstelijk zijn, en dezen dé ëénigVaanfpraak hebben op regeering. Gij verfoeit het Arittocra-tendom , .uit hetzelfde, grondbeginfel, omdat 'gij geen recht kent. " dat. God en de Natuur alleen den Voornaamen -geschonken , den. minderen .Burger zou geweigerd hebben , en de ondervinding leert. dat verlichting en braafheid , te- zamen, maar zelden ö - ■ het  De REPUBLIKEIN. 15 het deel-zijn van den Sterveling, wïen het vooroordeel fatfoenlijk of aanzienlijk noemt. Gij kent geen aanzien, dan dat zich grondt op waare verdienlte. Gij verwerpt, om dezelfde reden , die regeer'ing, welke in ons'Nederland meestal., en wel voornaamlijk van September 1787 tot op de tegenwoordige omwenteling, hesfc plaats gehad, als zijnde grootiïendeels geweest eene Familie - regeering , alwaar of de Staatsregenten zich zeiven verkozen, of door den Stadhoffdcr, bij aanbeveling, werden aangefleld ,. en de Ste. dclijke Reprcfentanten geene de minfte aanftelling van het Volk hadden , hetwelk zij onderfteki werden te vertegenwoordigen : eene regeering derhalve, waar gunst , geboorte, of aanzien, en geenszins waare verdiende, in aanmerking kwam. Gij haat 'eene volïtiekte Volks - regeering , omdat deze zichzelve verwoest , door het gebrek van genoegzaame kunde bij de Stemmende Ivleenigte , en door de Omkoopingen, waarvan zich de Staatzucht gemaklijk kan bedienen. Op deze wijze verwerpt Gij , als vrije Burgers , die door de revolutie zijt wedergekeerd tot het onvervreemdbaar recht van elke Natie , om haaren Regeeringvorm te regelen, alle die verschillende wijzen van* regeeringen , welke hier en daar plaats grijpen. De voornaame reden is, omdat in alle dezelven miskend wordt het recht van ieder mensch , hij zij wie hij zij , om zijne eigene daaden te regelen , als een vrij werkend wezen , om vrij te mogen Spreken ca Schrijven alles , wat eenen ander niet perfoonlijk beleed igt , om zelf den Staat met zijne bekwaamheden en deugden in alle , hem pasfende , betrekkingen ts dienen, en eindelijk, om zelf zijne Regenten te vérr kiczen, of naar zijn goedvinden te doen aanftellen. — De voornaame reden, zeg ik, waarom Gij'de voorige Regeeringsvormen verwerpt, heiraat daarin, omdat deze genoemde rechten , welken van den Schepper , van de Natuur , en van elke oorfprongliike MaatSchappij, tot elk haarer Leden afdaalen , in dezelvenniet alleen niet gehandhaafd, maar daadelijk wederftreefd en verguisd worden/' Als nadenkende , verlichte, en vrije Burgers, kunt Gij alleen die inrichting van het Regeerings-wezen vorderen , waarin de genoemde rechten plaats grijpen, en zcodanigen Staat, die, dezelven tot zijnen wezenlijken grondilag heeft, Roemen wij eene waare en vrije Republiek, als waarli 2 in  i6 De REPUBLIKEIN. in ieder Burger zijne voorrechten , als verftandig en gezellig wezen, daadelijk geniet, en daardoor een pe\-foonlijk belang Helt in de gemeene welvaart. God fchiep en beftemde den mensch tot geluk. God liet den mensch in eenen behoeftigeii toeftand geboren worden, om hem te veibinden aan diezelfde maatfchappij, welke hpm zal opkweeken. God fchonk hem krachten van' lichaam en geest, gezellige neigingen en hartstógten , kennis van goed en kwaad , bezef van recht en onrecht, en ftelde hem daardoor in ftaat, om aan zijne béftemming te voldoen. De natuur en béftemming van alle Menfchen is de; zelfdp. Om gelukkig te worden, moet de menscfi zijne verftandlijke vermogens behoorlijk ontwikkelen', daarvan een goed gebruik maaken, dezelven toepasfen, pp zijnen toeftand, en, naar gelang hij kundiger wordt in de bedoelingen van den Schepper , bij de inrichting der dingen , dezen toeftand genoeglijker en bevredigend maaken voor'zijn hart. Dit behooren allé Menfchen te doen zonder onderfcheid. ' Tegen dit oogmerk van hun beftaan handelende ,' verlaagen zi] zich beneden hunnen kring,, verwoesten zij hun geluk. De Mensch kan alle zijne behoeften niet voldoen door zich zelf. Hij heeft, van het eerfte dogenblik zijner geboorte, hulp nodig. Zijne eerfte opvoeding is eene weldaad van anderen. Zijné 'ontwikkeling yan lichaam eri ziel is het werk van anderen. Zeifs tot jaaren van onderfcheidende kennis , tot bewust-: heid zijner pligten jegens zich zelf gekomen, ondervindt hij duifendè behoeften. Hij is ongelukkig, zonder de behulpzaame hand van anderen. Zelfs het-, geen hij ,' tot verzorging van 'zijn leven , mogt verzameld hebben , ftaat bleet voor de aanranding van ^én' of veelen, die fterker zijn, dan hij. De Mensch, gezellig en behoeftig, begeeft zich dus in de maatfchappij , om veiligheid te genieten van 'eigendom. " Onder dit eigendom zijn niet flechts begrepen zij;1, perfoon en verkregene uitwendige goederen, maar ook hét gébruik yan zijn verftand, en dq regeling zijner daaden overeenkomftig deszelfs voorfchriften , tot welk iaatfte voornaamlijk behoort die wijze, om zijnen Schepper te vereeren, welke hij de peste oordeelt, al ftreed zij ook met die, welke uit tje volmaakte Christlijke Leer is afgenomen. .Onder voorwaarde, dat de gemelde eigendommen, die  De REPUBLIKEIN. 17 die tot zijnen aanleg, als een vrij werkend; tot zh> ne lichaamlijke en zedenlijkc behoeften, als een zinlijk en verftandig fchepfel, tot zijne befteiriming en genoegen, als een tot geluk verordend, pligt bezcffend , gevoelig en dankbaar wezen, bchooren, ongefchonden zullen blijven voordduuren, gaat hij met zijne Natuurgenootcn het burgerli/k verdrag aan , waardoor zij allen zich verbinden, om elkanders onvervreemdbare rechten, en aller veiligheid, te handhaven. Zoo treden alle Burgers te zanten tot de maatfchappij, met gelijke behoeften en rechten. —• Zij zijn daardoor allen volftrekt gelijk. Aan elkander zijn zij verfchuldigd gelijke pligten van welwil. Jendheid , waardoor het geheele gebouw .zal gefchraagd worden. Dan , de maatfchappij toenemende in Leden , do Burgers niet allen even verlicht zijnde omtrend hunne belangen, én dus nog minder omtrend die vaii anderen, wordt 'er vereischt eene publieke orde. 'Er wordt gevorderd een algemeen toezicht van de kundigfte en braaffte Leden , die. daartoe door het Volk gekozen worden. Ieders belang vordert, dat zij de vcrlichtften en besten zijn, en dat hij zelf die helpe aanbellen, en ook weder afzetten van hunne posten, wanneer zij de gemeene welvaart niet mogren behartigen. Zoo ontitaat een Collegie van Perfoonen , op en in naam des Volks handelende, en aan hetzelve rekenfehap verfchuldigd van hunne verrichtingen. Nu Maat ieder Burger een voornaam gedeelte zijner natuurli'-ke Vrijheid af aan de Regenten , welken hij zelf bevoegd verklaard heeft, oia het bewind over de maatfchappij te voeren. Hif }nag nu, op. zich zelf, niet meer zijne Medeburgers onderwerpen aan zijn goedvinden of zijnen wil; hij mag niet meer zijn eigen rechter zijn. Wetten te geven, tot behoud van het geheel, en recht te oefehen , is de zaak der aangeftelde Regenten. Maar juist door deze wetten', welke den wil des Volks» ten grondflage, de billijkheid tot richtfnoer, het gemeene heil tot oogmerk behooren te hebben , herkrijgen de menfchen hunne vrijheid en gelijkheid weder. Op deze gronden , die alleen gewijzigd worden raar de bijzondere omitandigheden , naar de minders of meerdere uitgebreidheid der ciaatfchappije, erï JS 3 naaf  jg De REP.U BL I K E I N. naar gelang haarer. betrekkin™ tot andere zoortga* lijke Volksvercenlgingen, is de Republikein een vrijman, die geenen meester boven zich gedoogt, diu zich nimmer tot (laaf van een' ander' kan vernederen, die in de maatfchappij niemand kent, dan zijn's gtWke, die zijnen broeder zoo min zijnen Heer, als zich zelf diens cn'krdaanigen dienaar kan noemen , die geen grootfeher titel kent, dan dien van Burger, of Republikein, en die de zoodanigen zelfs, welken in naam des Volks regeeren, dat is, het gezag darwetten, tot algcmecne veiligheid en welvaart, handhaven , met geenen anderen naaTn, dan dien van Medeburgers, begroet, zonder daarom aan hun, zoo lang zij zich op hunnen post bevinden, die achting -tc onthouden , welke de gantfche Maatfchappij begeert, dat men aan haare Vertegenwoordigers bewijze. Bij den Republikein zijn de woorden vrijheid , gelijkheid en broederschap, geene loutere klanken. Zij 'komen nimmer op zijne lippen, of zij drukken uit dat charakteristieke gevoel, waardoor de Mensch zich verheft boven het Dier. Hij herinnert zich daardoor, dat ieder Mensch zijn broeder is, tot een gelijk verheven oogmerk beftemd , deelende in dezelfde voorrechten der maatfchappij, even zeer gerechtigd tot alle de voordeden , voor zoo ver hij die, door eigen nijverheid, bekwaamheid en braafheid, kan bekomen, even vrij, om zijn gevoelen te uiten, al ft reed het ook met dat der gantfche Natie, even gefchikt, om het roer van regeering in handen te nemen, wanneer zijne omftandigheden, zijne bekwaamheden , zijn moed, en eene ongekreukte trouw, hem daartoe wettigen, en aan den anderen kant even zeer onderworpen aan het gezag der wetten, die den Staat beveiligen en doen bloeijen. Or» dezen titel, op dat woord, berust het onderling vertrouwen , waarvan zich de eene Burger omtrend den ander verzekert. Dat hij , die deze woorden niet durft te bezigen, in het oog gehouden, — dat hij, die ze ligtvaardig en als eene pligtpleeging van da mode fpreekt, als een man zonder charakter aangewerkt — bij, die ze noemt, en door zijne daaden wederfpreekt, als een onwaardige, aan de algemeene verachting worde overgegeven! Tot de rechten derhalve, welken de Republikein zich nimmer laat ontwringen, behoort voornaamlijk de  De REPUBLIKEIN. f$ de Vrijheid vari Spreken-en Schrijven. Zij is het, welke de Dwingelanden het eerst vernietigen, omdat zij de voornaame bron is van alle Vólksverlichting. Had de Burger Fbanklin nimmer, als Letterzetter," de, met bloed en traanen bezoedelde, Akten van het trouwloze Moederland onder het oog gehad ; had hij, als een vrij man, zijne aanmerkingen daartegen, in ftaatkundige gezelfchappen, en voor het Publiek, niet openlijk en-vrijmoedig aan den dag gelegd, nog kuschte Amerika — Brittanje's roede. En die Vrijheid ftrekt zich uit tot alles, zonder onderfcheid, waarin flechts geene daadelijkc heiligfchennis , geene beleediging van perfoonen begrepen is, zelfs tot de openlijke berisping van de daaden der Regenten , wanneer zij mogten dwaalen. Doch over dit punt hoopen wij, naderhand, afzonderlijk te fpreken, gelijk mede over da vier volgende rechten, weiken de Republikein onvervreemdbaar acht, als de Vrijheid van Godsdienst, het vrijlijk dingen naar Eerambten, wanneer hij zich tot derzelver waarneming in ftaat bevindt, het recht tot aahftelling zijner Regenten , en eindelijk hei! recht,-om zich, het zij alleen, het zij gezamenlijk met weinigen, of véelen, zijner 'Medeburgeren , overf zaken, die zijne Stad of ook den Staat betreffen, bij adres tot zijne Regenten te vervoegen. Wij ftippet deze vier laatfte bijzonderheden Hechts met' een enkel woord aan , om te beandwoorden eenen Brief, aan den Uitgever van ons Blad gezonden, van dsu. volgenden inhoud: Burger Republikein.' Uw titel, uw oogmerk, uwe vrije denkwijze behaagt mij : ik maak al aanftonds gebruik van uw Tijdfchrift. Van u wenschte ik xvel te weten, of «k de aanftelling der Reprefentanten in onze Stad ïtls wettig befchouwen kan. Het Volk is immers niet opgeroepen, zoo als te Haarlem, te Leyden, eri elders? Dit baart'mij veel nadenken. Kunt gij dez$ mijne zwaarigheid wegneemen, gij zult zeer ver. pligten Uwen'' Medeburger A—s. 'J'^njlerdam 30 Jmuarf 1795.  so De REPUBLIKEIN. ANDWOORD. Wij' zouden kunnen volftaan , met'onzen Mede* burger A—a te herinneren, dat het Commiué Revolu~ tionaifi te A,njleldam, op 19 van January,, het Collegie van Reprefentantcn aan de voor het Stadhuis verzamelde Burgerij heeft voorgeftcld, met deze bijvoeging: „ dat, zo 'er iemand onder mogt zijn, dia , algemeen mishaagde, zij haare afkeuring zou ta ' kenneni geven,'.' en dus, wanneer niemand tegen dat voorftel, of tegen de benoemde Perfoonen, is-opgekomen, de Burgerij te recht kan befchouwd warden, haare goedkeuring te hebben doen blijken: wij zouden met deze herinnering kunnen. volftaan , zo wij niet duidelijk, hier en daar, reeds befpeurd hadden -den toeleg der Ariftocraten, om onder de Patriotten verdeeldheid te zaaijen. Wij vinden het daarom niet ongepast, hierbij te herinneren, dat de Burgerij van ylmfteldam niet wel kan opgeroepen worden , om haare Vertegenwoordigers te helpen aanftellenj voor en aleer dezelve Burgerij geraadpleegd zij over de wijze van aanftelling of verkiezing : het geen gefchieden kan ^ door middel van een gedrukt ontwerp, het welk eenige dagen aan de Wijken worda voorgelegd, om daarop de bedenkingen af te waditen van ieder, die dezelven verkiezen zal, fchriftelijk te geven, waaruit als dan een volledig ontwerp gevormd , en aan de Burgerij' ter goedkcuringe kan worden voorgefteld. .— Voords zij onzen Medeburger herinnerd, dat de aanftelling flechts provifioneel is, en dus van niet langer duur, dan in andere Steden, waar een zelfde provifioneel Collegie voor 1 of 2 Maanden is aangefteld. — Wij verheugen ons -intusfchen, dat onze Medeburger naiiverig is omtrend de herftelde Bataaffche Vrijheid. Ja, Nederlanders', fpreekt onderling, en vooral met kundige Mannen, over uwe belangen ! — handhaaft de rechten, welken God u gefchonken heeft! en laat dus de grootheid onzer omwenteling daardoor blijken, da*< ieder wete, wat het is — vrij te zijn! * * * NB. Aan het voorftel in den Brief uit Amfterdam yan 28 Januarn, geteekend: Vriend en Medeburger V. kan om veele redenen niet voldaan worden. Hst bc* • lotfds zal intusfchen zeer aangenaam zijn.  REPUBLIKEIN, ; _-, Ow./ii «^1 RfpuliJiqne ejh corrmpüe, ón ne peut rer.iêdier a difcuii (les maux qui naisjent, qu'en otant la corruptipn £? en rappeüant les principes. Teute atltre '-■iiLÜivr. tji otl inütile ott un nouveau mal. '. _ • • „•' 9 ' v » ' "^^™Vf na MbHTESQUXEC, "VV^at is ëené Staats-omwenteling? •— ÖnnodigsS vraag, zal men zeggen, op een tijdftip, waarop dezelve overa! juicht! Wie ouzer zou, in den tiid van' onderdrukking, zijnen Mede-onderdaan gevraagd hebben : v/at ilaaveruij ware? daar zij beiden die gevoelden ? Wie viaagt, bij den helderen zonnefchijn , of het dag is ? En evenwei Volk van Nederland ! de vraag U daaiom niet ongerijmd, omdat alle de voorftanders van het oude, — allen, die zoo ongaarn van ïnmncfifc-'s cf Icun-ftoel oprijzen, aiis omdat alle uwe gewezene dwingelanden , zoo lang zij zich in het naauw bevinden , gemaatigdheid , zagtheid, infehik- lijkheid en rust, zullieh prediken, en diezelfda Modcrantis.en u tot allo daaden van geweld zullen aanhitzen, zoodra zij Hechts de flaauwfte hoop Scheppen op eenen, ommekeer tób hunnen voordeele. Misfcliien Nederlanders! had de' RvpuMke'n u dezer waarheid , welke de gefchiedenis leert, eerst dan ónder het oog moéten bréngen , wanneer ens bedorVen Staatkundig lichaam op het punt za! ftaan van genezing. .In veele ziekten, weer. gij, is het gevaarlijkste ti'dftip de zoogenoemde crijis. Maar , ik wil thands mét het midden beginnen , en met het begin eindigen. Ik oordeël mij verpligt, u oplettende t* rnaaken op ons Staats-wezen , zoo als hét van oudsher geweest is, zoo als het in voorige dagen, geduuC ren-  $4 De REPUBLIKEIN. rende onzen leeftijd, was, zoo als het tegenwoordig is bij de eerfte affehudding der llaavernij; en zoo als het zijn moei en zijn zal , wanneer gij in waarheid zéggen zult: wij ziJn vrij. Uwe afkomst Bataven! .. . ja, de naam ontvlucht reeds uwen mond , eer gij mij tijd gunt, om u re herinneren , dat zij glorierijk geweest is , en dat de dappere Romeinen , van welken de Batavieren zeer veel geleerd hadden , door eenen Claudius Civilis , te land en te water, roemruchtig geflagen zijn. -— Onder verfchillende Volken vermengd ,.«heeft u de gëfchiedenis vergeten, misfchien wel, ornaat uwe onwaardige afftammelingen laag genoeg waren, om Zich onder het juk van Graven en Gravinnen, van Edelen en Koningen , te krommeri. — Genoeg , Spanje's dwinglandij en Alva's moordlust dceden onze Voorvaders dö flaavernij vloeken, en de Unie, in 1579 te Utrecht gefloten, vormde het Staatswezen onzer vereenigde Provinciën. Gij kent de Acte, welke deze verbindtenis in 26 Artikelen bevattede. Ik behoef ze alhier niet te herhaalen. Zij werd geteekend doof gemagtigden uit, en in naam der Provinciën en Steden Een plechtige eed verbond, niet Hechts de Magiflraaten, maar ook de Schutterijen, de Gemeenten en Gilden, om alle die Artikelen heiliglijk natekomen. En waar, echter, was in dezelve eemge erkendtenis — Wat zeg ik ? waar werd 'er eenig gewag gc, om zich zei ven te behouden. Gij moest' zwichten voor den tegeniband, omdat uwe waapening nog ten halver wege' was, omdat gij geen hoofd hadt, waarop gij kondet vertrouwen. Gij gevoeldet alle de grieven van het hoogfte onrecht en geweld. Hoe meer gij bekend werdt 'met Frankrijk's goede, eeuwig waare , op 's Menfchen natuur, op Gods oogmerk én wil gegron» de, beginzelen van Burgerlijk en Staats• recht, zoö veel te grievender was uw noodlot. De dwinglandij, welke ieder gedachte van den Burger beloert, verguisde alle uwe wederftreeving. Gij branddet vari verlangen naar verlosfing. Nu zijt gij vrij. Door der Franfchen edelmoedigheid, hebt gij u zeiven vrij gemaakt. Thands Wacht u eene andere orde der dingen, Gij zijt aan u zei ven, aan uwe Broeders, aan 'Frankrijk, aan gantsch Europa, aan de gantfche waeield, ja aan God zelf verplicht, uw Land en Volk vrij en gelukkig te maaken, vrij en gelukkig te behouden! Gij bevindt ü, niet in eene hervorming van misbruiken, maar in eene omwenteling van Staat; dat is , gij moét alles veranderen ; gij moet .niet een omgekeerd kleed leenen aan uw Gemeenebest; maar gij moet eene geheel niemve Républiek vormen, en daardoor, naast God, de mooglijkheid verdelgen eener tegenomwenteling, waar aan Orange en Ariftocraat nimmer zullen ophouden te arbeiden, ten zij dan alleen, wanneer zij weten, dat gij onvenvinlijk zijt. Onvenvinlijk? Ja Bataven! dit kunt, dit moet gij Worden door de waapenen. Op waapening alleen berust uwe zegepraal. Zonder die waapening, zonder eene ipoedige , eene ordenlijke, eene geduchte waapening, zijt gij, binnen zeer weinig tijds, onderdaanen van den eerlten den besten Nabuur, die uwe lafheid met gehuurde flaaven bevechten en overwinnen  sS3 De REPUBLIKEIN. hen zal. Zou Frankrijk u, mét .opoffering van dufc feilden Iïaarër Burgeren — haarer Burgeren, zeg ik —nebben vrij gemaakt, om u aan gemak en weelde overtegeven? Zou zij eene Natie haare Zuster .noemen, welke onderdaanig voor haare voorige geweldenaars zou kunnen bukken ? Neen : dat zij ons daii overhe'eré , en onzen naam van dé lijst der Volken uitwisfche , omdat wij onwaardig zijn, vrij te wezen ! Neen, Bataven! •—: de Hemel verhoede dit! —— zoodanig wilt, zoodanigen kunt gij niet zijn , of gij waart het uitvaagfel van den aardbodem. Neen : gij wilt — gij zult nimmer de dwinglandij doen zegevieren. Dit hangt, naast Gód, — en Hij zeker heeft nimmer eenig Mensch , veel minder eenig Volk, tot fiaavèrnij gedoemd —i van u zelven ; van uwe eigen krachten , en van het gebruik dier krachten af. Waapent u in een genoegzaam aantal , niet Hechts om uwe Steden of Dorpen te bewaaken , maar om uw Land tegen eiken aanval tegen elke' óvérheerfching te verdedigen ! Van het oogenblik af, dat gij vrij zijt, moet uwé Vrijheid niet meer afhangen van de lafhartigheid van gekogte Huurlingen. Elk Burger moet Krijgsman, ieder Krijgsman een Burger zijn. Vrije Burgers alleen kunnen hunne haardfteden beveiligen; zij alléén kunnen den geduchtiten vijand vernederen. Spiegelt u Bataven! aan Frankrijk! Dé Franken zegevieren overal, omdat zij voor de Vrijheid vechten. Allés zwicht j omdat het gekogte flaaven zijn , dié hen tegénitaan. Carthago verloor haaren naam or.dcr de Republieken, omdat haare Burgers te laf waren, om zelvën dé waapénen te voeren. Zorgt Nederlanders , dat dit uw lot niet zij ! Do5d of vrij moet geen loutere klank; het moet uwe zinfpreuk, hét opfchrift uwer Vaandels; het moet de geest uwer Vrijheid, de geest uwer Revolutie zijn. Onder hét geklank uwer waapenen alleen , kunt gij eene nieuwe, eene vrije, eene duurzaame Républiek ftichten: wan£ Montesquieu zegt zéér waarachtig : Eene bedor- ven Republiek kan' niet genezen worden * zonder J5 het bedérf tot in zijnen allereerften oorfpfong weg»*, tenemen. Alle andere verbetering isohnut, of een nieuw bederf." NB. In het midden der weèk, zal een Extra-nom'mer ■worden uitgegeven, behelzende een Concept-Reglement voor de aaniTeiling van Vertegenwoordigers, door het Volk, te Amfteldam.  D E REPUBLIKEIN. j——_ C'est une maxime fondamentale du. gouvernement repitblicain, que le peuple nomme fes ministres, c'est-a-dirc» fes magistrats. MoNTEsquiEü. Dat het Volk zijne Vertegenwoordigers verkiéze, is ééne van de grondwetten eener vrije Republiek. Het kan aan een vrij Volk niet onverfchillig zijn, wie zijne belangen handhaaft. Het vordert ongetwijfeld, dat zijne Vertegenwoordigers mannen zijn van kunde, braafheid en moed; dat het zijn gezeten Burgers , die belang (lellen in de algemeene welvaart. En om daarvan zeker te zijn, kan en moet het zijn recht van aanftelling ten allen .tijde uitoefenen, of in Perfoon, wanneer het gantfche Volk bijêénvergadert, of door Gemachtigden, welken het tot dat bijzonder einde in Perfoon heeft aangefteld. Iedere Gemeente verkiest, op ééne der twee gemelde wijzen, haare plaatslijke Bewindslieden, en het gantfche Volk, in afzonderlijke Corpfen verdeeld, zijne Vertegen woord igers over den geheelen Staat. Met betrekkinge tot de Steden, of Gemeenten, over welken wij thands zullen fpreken, blijft het eene gewichtige vraag: welke de gefchiktfte wijze zij van aanftelling door het Volk ? Zij wordt nog van te meer belang, daar de proviftoneele Reprefentanten v*n 't Volk van Amfteldam alle Vaderlanders oproepen , om aan zoodanig ontwerp behulpzaam te wezen. De gelegenheid, waarbij dezelven zulks doen, is gewichtig. Zij doen den laster verdommen, die hen ten onrechte van verkeerde oogmerken befchuldigde. D Grootsch  3ö De REPUBLIKEIN. Groptsch is hunne verklaaring; dat zij hun gezag nederleggen in den boezem des Volks , omdat zij geen' verhevener ftand kennen, dan dien van vrijen Burger. Zij fchroomen niét, hun geheele bewind aan hunne plaatsvervangers open te leggen , omdat zij overtuigd zijn, in hunnen post als verlichtte Republikeinen, als eerlijke Mannen, te hebben gehandeld. Zij eindigen hun bewind met eene kieschheid, welke hen vereert. Zij dringen aan het Volk geen ontwerp hunner eigen vindinge op, het geen de nijd zou belasteren, al was het voortreflijk. Zij roepen alle Vaderlanders op, om daartoe werkzaam te zijn. Zij vorderen dit van hun als plichtmaatig, en zij zullen het Volk tot beflisfing inroepen, wat het beste •Ontwerp zij. Nederlanders! van zoodanige beginfelen hebt gij alles goeds te wachten. ■— Het is, in gevolge dier uitnodiging, dat ook de Republikein het van zijnen plicht geacht heeft, hieraan te arbeiden,, terwijl hij zeer gaarn zijne bedenkingen, en aaö de genoemde Reprefentanten, en aan het beter oordeel van alle zijne Medeburgeren onderwerpt. Zeer Aangenaam zelfs zullen hem de. aanmerkingen zijn van des kundigcn, en hij verlangt dezelven , tot vóórlichting van andere, Nederlanders, in zijn Tijdfchrift medetedeelen. Eer hij, echter, zijn ontwerp voordraagt, zal hed nodig zijn, eenige voorafgaande aanmerkingen tö maaken, zoo over de zaak, die hier verlangd wórdt, als over de wijze haarer uitvoering. 'Er worde» verlangd Perfoonen, die wettiglijk uit en in naam der Amfteldamfche Burgerije zullen kunnen handelen over alle zoodanige zaken, die tot hét ftedelijk beftuur mor als nog behooren. Wij zeggen voor als mg: want de- geheel é nieuwe, op gronden van va are vrijheiden des Volks oppermacht gebouwde , inrichting van he'Staatswezen onzer Republiek, welke de vrije Burger verlangt, zal eenen verbaazenden invloed hebben op de verrichtingen der Municipaliteit, of Stedelijke Regeeringen. Dus zal, bij voorbeeld, de Wetgeving; en Uitvoering^ binnen veel enger paaien béflotën, en veel gemaklijkër te beraamen zijn, dan het tót dus \erre, bij eene ariftocratifche willekeur der Steden,' geweest is. De gantfche Republiek één en ondeelbaar zijnde, vervallen veele Stedelijke Commrtté's, vvelken de tegenwoordige tijd vblihckt nóodzaak- lijlc  De REPUBLIKEIN. 31 Jük maakt enz. Van hier, dat de Reprefentanteu, die thands verkozen zullen worden , een veel uitgedrekter en moeilijker post aanvaarden , dan hunne Opvolgers zullen behoeven waartenemen. En , opdat wij nog in het voorbijgaan aanmerken ; het is te wenfchen, dat men, bij eene volkbmene ordening van het Staatswezen , de Verkiezingen der Bewindslieden , in alle grootere en kleenere Gemeenten, zoo veel mogelijk, op éénen gelijken voet zal regelen waarom dan het Volk van Amdeldam behoort onderricht te worden, dat de thans te beraamen Verkiezing, wat de 'y$ze betreft. Hechts gericht behoeft te zijn naar de tegenwoordige tijdsomdandigheden. ' Zij derhalven, die in dezen tijd zullen aangefteld worden, moeten niet flechts menfchen zijn van een goed natuurlijk verftand en van een goed hart: maar zij behooren bekend te wezen met den ftaatkundigen toeftand van Holland en der overige Gewesten ; zij behooren te kennen de onderfcheidene be« trekkingen , waarin onze Republiek , voornaamlijk door den koophandel, ftaat tor andere Landen ; zij moeten , om uit eigen oogen te kunnen zien , der Sfranfche taal kundig zijn; hunne huishoudentijke toeftand moet van dien aard wezen , dat zij eenen gepasten tijd kunnen afzonderen aan de handhavening der gemeene belangen, zonder dat hunne eigen zaak, op welke hunne tijdlijke welftand berust, ten gronde gaat; zij moeten gereed zijn, om alle opofferingen te cloen , welke in hun vermogen zijn ; een verftaalde meed , eindelijk, moet hen doen trotzeeren alle de zvraarigheden , -welke zich in meenigte opdoen. De Man, die deze hoedanigheden bezit, is een gefchikt voorwerp tot de Regeering. — Het fpreekt van zelf, dat hij moet bekend ftaan , als een man , die; aan de beginfelen van vrijheid en gelijkheid is toegedaan. ' ' De billijkheid vordert, dat hij, zp al niet geboren Burger, of met eene geboren Burgeres gehuuwd, ten minden eenen geruimen tijd zich aldaar hebbe gevestigd ,' en meerderjaarig zij, zonder in eenige afhanglijke betrekking tot eenig ander Land of Regeer ring, of in eenen naderen, dan den vierden, graad van bloedverwantfchap tot zijne Medeleden te ftaan. De zedenlijkheid eischt 1 dat hij zich niet fchuldijs. saaake aan een ergerlijk levensgedrag, noch onder d© D 2 ver-  3* De REPUBLIKEIN. vervolging of veroordeeling flaa van eenige Rechtbanktot 'zoo lang dat hij, door behoorlijke voldoe- • ning aan den eisch der wetten , zich hebbe vereerlijkt. De mindere of meerdere gegoedheid kan in éenen waarlijk vrijen Staat in geene aanmerking ko-' men. Alleen behóórt het te blijken', dat hij , door zijne huishouding/is geq'uotifeerd in 's Lands belastingen, eh geenszins zijn beftaan hebbe van publieke giften , of alimentatiën. Den zoodahigen kan ieder Burger te recht als zijnen Vertegenwoordiger vorde.ren. " • •.'•'•. Het tweede, dat hier in aanmerking komt, is'het, (lichaain dér Burgerij zelve , 't welk zijne' Gemachtigden tot het beftuur zal aanftellen. De' vraag : 5, wie is gerechtigd tot 'het geven zijner ftem tot „ medébenoeming?" is , dunkc mij, zeer gemaklijk' te bean'dwoörden. Niemand, kan, op .billijke gronden , onderfteld worden , belang te ftellen in het openbaar bewind , dan hij ,' die gehuisd , en dus, door zijne huishouding, gequotffeerd is tot de medebetaaling van 's Lands lasten. .Hij, die geene huishouding heeft, kan, als Mensch,: vütirig verlangen; hij kan, als Ingezeten, ijverig werken aan de vrijheid en Welvaart van' dat Land, dat hém beveiligt tegen alle* de'~krenking dier rechten, die hem als mensch toebëhooren : 'maar perfoonlijk belang bindt hem niet 'aan den Staat; het is" hem onverschillig, wie regeert;'de voordeejen eèner republikeinfche rëgeertng Ondervindt' hij'iriet ih die betrekking, als anderen; het is herh' onverfchillig, of de Tasten des Volks gr'öoter of minder zijn, wel of kwaalijk befteed worden. In zoo verre'is'de zaak van het ftemrecht, van der Ingezetenen kant, gemaklijk beftist. Maar, naardien het, van de zijde der Republiek', een' noodwendig begirifel is, orri den jan' gen Burger, offchopn misfchien door eene enkele tbêvairigheid , Welke niet' altijd van hem afhangt, buiten ftaat gefteld, eenige huishouding1 te aanvaarden, aan'haare belangen te verbinden', zbu'hierin — en wel vooral in eene ftad, 'als Jmfteld'am, alwaar de hooge prijs dér huur-huifen één' der voornaame beletfeien van het' huwelijk, en dus dér 'hui'shoudin-' gen is — eene billijke uitzondering kunnen en behooren plaats te grijpen ten aanzien van hun, dïe de waapenen aangorden voor' Stad en Republiek.'' De-  De REPUBLIKEIN. ' 33 Deze zeer gewigtige dienst ftaat dus over tegen dien, welken 'veele andere gequotifeerde Burgers , door ziekte , ouderdom , of andere betrekkingen, buiten ftaat zijn aart hun Vaderland te bewijzen : behalve dat ook de belastingen op alle de noodwendigheden des levens, in Holland, van dien aard zijn, dat niet één éénig'Ingezeten^ offchoon ook niet geqüotifeerd, kan gezegd wórden; daarvan ontheven te wezen. Onder het Stemrecht, derhalve, is begrepen ieder, die, uit hoofde 'van 'huishouding , gequotifóerd is , gelijk ook éen ieder, dié de waapencn draagt. Daar evenwel'jongelingen van 16 ja'aren, welken men misfchien tot den krijgsdienst mogt vorderen, geenszins kunnen vooronderfteld worden, éen recht doorzicht te hebben in de aanftelling van ópenbaare Bewindslieden , en het Stemrecht altijd behoort te blijven het edel fecht en voorrecht van eenen vrijen Burger , heeft elke Gemeente, welke' beftaat uit dé Hoofden der Huisgezinnen , het récht , om deze gelijkheid vari burgerlijke waarde aan hunne Zoemen niet toètekennen, dan op eenen tijd, waarop zij| kunnen onderfteld worden , dezelve volkomen te bezeilen, en dus niet eerder, dan óp, den leeftijd van 21 iaaren. Zij', die, beneden dien leeftijd, de waapenen voeren, zouden door den naam van' Cadets kunnen onderfcheiden worden; — Eéne aanmerking betreft nog de Vreemdelingen , wier getal m Amjtddam doorgaands zeer groot, en wier hulshoudenlijke inwooning dikwerf zeer onbeftendig" is. Dezelven tbetelaten tot alle de rechten van gezeten Burgers , is een ongelijk recht , omdat zij te' kort Komen in de betrachting van burgerlijke plichten. Hen geheellijk uittefluften , is onrechtmaatig. _ Men, Bepaale dan ii jaar van 'inwooning , mids zij zich hebben aangegeven op de lijst van quotifatie. Indien het hierna volgend, of een ander zoortgehjk. ontwerp van Kiezers bij de Burgerij mogt aangenomen 'Wórden, zóu de billijkheid vórderen, dat genoemde vreemdelingen , 'als nog niet genoeg bekend ihet de-ftedéliike inrichtingen, tot'de hoedanigheid van Kiezers'niet 'mógten benoemd worden. — Het fpreekt eindelijk van 'zelf ,v dat geene lievenj dragende Bedienden, noch ook die eenige bedeeling van Armbezorgers of milddaadige Gedichten genieten, als fcmgerechtig'den' gelden mogen." D 3 "  S4 D e REP U B L I K E IN. Na deze aanmerkingen over het Stemrecht, moeten wij fpreken over de wijze, waarop hetzelve door de Burgerij zal uitgeoefend worden. De eenvoudigftc, mst Vrijheid en Gelijkheid meest overeenkomftigfie, wijze is, alle de itemgerechtigden op daartoe gefchikte plaatfen op te roepen, en hen, hoofd voor hoofd, aftevraagen de naamen der genen, welken zij tot Vertegenwoordigers benoemen , deze naamen , met bijvoeging van qualitéit en woonplaats ,' opte' fchrijven , en uit de lijsten van alle oproepingsplaat, len opteteekenen de naamen van hun, aan welken de meerderheid van Hemmen is te beurt gevallenl nadat, evenwel door'twee S.tèm-opnemers, in iedere Vergai.cring, in tegenwoordigheid der Burgeren, die meerderheid opgemaakt, en de naamen zullen zijn afgekondigd. Hier echter doen zich de volgende zwarigheden op. De zaak is nieuw, en dus' nog niet l^ereekend voor die volkomenq orde, welke in kleenef" Sleden gemaklijk is intevoeren. Het mangelt te slniJïeldam niet aan kwaalijkgczinden , die gaarn het geheele werk in verwarring brengen,' en den niets kwaads vermoedenden Burger ligtlijk tot eene ongepaste werkzaamheid zullen poogen te verleiden. De groote wtgeftrektheid dier Stad , met het zeer werkzaam bedrijf haarer Ingezetenen, maakt, dat de kring van Bekenden bij veele Burgers zeer bepaald Is, waardoor' zij welligt zeer verlegen zullen zijn in de keus van ;n allen opzigte gefchikte voorwerpen. De waarlijk' vrije Burger laat zich niet ompraten door het gezwets van hun, die den mond vol hebben van vrijheid , fchoon zij buiten ftaat zijn , een goed gefprek over dit onderwerp re voeren. Hij verneemt, hij'onderzoekt zelf naar Mannen , die Stad en Staat zullen kunnen dienen, en, zo al zijne'Bekenden hém zijne' ftem wilden afvragen , leent hij dezelve nimmer aan vporwe.fpen , dan van wier kunde en deugd 'hij daa. delïjk overtuigd is. Daar nu zulk eene volkomenheid van denk- en handel-wijze, welke de ziel is van een1 vrij, Gemeenebest, voor als nog, 5n den' aanvang onzer Revolutie niet te verwachten is , laat het zich gemaklijk begriipen, dat de beste fchikking alleen die moet zijn, welke, gelijk de pnviftoneele Reprejentanten bij hunne uitnodiging zeer te recht aanmerken, aan de mhifte confuf.e, corruptie en misleiding , mitsgaders tnbeh-jorlijkcn invloed van kwaalijkgezinden, onderhevig is. De  •De REPUBLIKEIN. 3j geheele form, eindelijk, is waarfchijnlijk flechts prf>: vifioneel , omdat de eenparigheid van een Repubiikeinsch Staatswezen, door den tijd, de verkiezing van ftedelijke Beftüurers en nationale Vcrtegenwoor* digers overal op eenen gelijken voet zal brengen. Dit alles, bij elkander genomen, kan, mijns oordecis, bij de vergaderde Burgerij als een genoegzaame grond aangemerkt worden , waarop Zij de aanftelling door ieder Burger, hoofd voor hoofd, voor den tegen woordigen tijd ongepast oordeele: te meer, daar'er.twéé wegen zijn , waardoor zij deze uitwendige form kan' veranderen, zonder van haar oorfpronglijk en daadelijk recht en aandeel aftezien aan de vorming van het publiek beduur. De eerfte en eenvoudigfte weg is deze: dat Zij aan de tegenwoordige 20 provifwneele Reprejentanten gelaste, van haarentwege, binnen den tijd van twee dagen, eene Concept Lijst te maaken van een dubbel getal braave eri kundige Mannen, onder den titel van Gequalificeerden, hebbende de vereischten, welken hier vóór zijn uitgedrukt, om het Stedelijk Bewind té kunnen uitoefenen; moetende zij. alvoorens tot het maaken van deze lijst overtegaan , in handen van den tegenwoordige Maire, den Burger C. W. Vissche» ,. afleggen den hierna volgenden eed : waarna deze lijst, gereed zijnde, aan de Stemgerechtigden zal worden thuis gezonden, om daaruit, den volgenden dag, hoofd voor hoofd, eene verkiezing te doen. — Deze (lemming zal gefchicden , bij oproeping van ieder Burger, naar het nommer, waarmede zijne wooning; zal geteekend zijn , en zijne mondelinge (lemming door twee Stem-opnemers worden aangereekend. De-, zelve afgelopen zijnde , zal de Prelident afkondigen liet getal van ftemmen', welk ieder Gcqvtatificeerde gehad heeft, en daaruit de meerderheid van ftemmen worden opgemaakt voor zoodanig aantal , als nodig zal bevinden worden voor de ftedelijke vertegenwoordiging. Van welk alles, in tegenwoordigheid der Burgeren, notulen gehouden, en, na derzelver voorlezing en goedkeuring, door de 5 eerfte en 5 laatst (temmende Burgers , ten blijke van echtheid, zullen onderteekend worden. Wij kunnen nimmer vermoeden, dat dit voorde! bij iemand, hij zij wie hjj zij, zal befchouwd wor- dsq  #6' De republikein. den als onbeftaanbaar .met 's Volks rechten, of Spruitende uit onoprechte beginfelen. Daarbij immers1 verkiest de Burgerij zelve in Perfoon, het geen zij anders, door middel van Kiezers, niet verricht. Zij verkiest uit een dubbel (pf, zo men beter oordeelde tweedubbel getal) van Pdrfoónen, voorgefleld door Hun, die reeds haare belangen met zoo veel lof hebben waargenomen — döor Hun, zeg ik, waaraan alle vrijheidminnende Burgers van Nederland zeer veel verplicht zijn •—. en dat nog, nadat zij eenen eed van zuivering zullen hebben afgelegd. Alwie hen hierbij van kwaade trouw verdenken kan, is een mensch van een onedel hart. Voor het óverige verklaart de Republikein, op zijn woord, dat hij dit ontwerp heeft gemaakt »n daargefteld, zónder met één' éénigen der provijïoneele Reprejentanten, of der Leden van de verfchillende Committé's, óp eenigerhande wiize, te hébben gehandeld. Hij verklaart dit zijn gevoelen , alleen omdat dé zaak hem toefchijnt, het best gericht te zijn naar de tegenwoordige tijdsomstandigheden, waarin de Vergadering der provifwneele Reprejentanten , als zijnde van nabij bekend met de braaffte en kundigfte ^gezetenen, die aan hét belang des Vaderlands ijverig willen arbeiden , beter , dan een lichaam van Kiezers, in Staat is, de veréisch'ten te beoordeelen dier PerSoonen, welken gefchikt zullen zijn tot den post van Bewindslieden. — Dan, indien verstandige Burgers , oS wel de vergaderde Burgerij , meer mogten overhellen tot eene aanftelling, door middel van Kiezers, ondenverpt hij gaarn Zijn oordeel aan dat van anderen, wenSchende alleen vuurigst, dat de keuze, waarvan zeer veel zal afhangen, goed zal wezen. Hierover, nu, zal hij in liet volgende Nommer handelen. ( Het Vervolg op Morgen.)  D Ë REPUBLIKEIN. N». 5. Dans le gouvernement republicain ü est aiisjl important d'y regler continent, par qni, a qui, fur quoi les fuffrages doivent être donnés, qu'il l'est dans Une monar* ckie de J'av'oir quel est le mov,arque. MoNTESQBIEU. tweede, fchoon omflachtiger, wijze is die door middel van Kiezers , welken tot dat einde door dei vergaderde Burgerij zullen benoemd en gemachtigdWorden. Zij , die als Kiezers fungeeren , en dus irt dit geval rechtftreeks den perfoon der vergaderdeBurgerij verbeelden , behooren te zijn geboren Burgers, of aan eene geboren Burgeres gehuuwd, en ten rjiinften 5 jaaren gezeten Burgers, den ouderdom van ten minsten 25 jaaren hebbende, zijnde geenszins onder de vervolging van eenige wet, noch hebbende eenig Stads ambt of bediening, noch in eenen nadederen, dan den derden, graad van bloedverwantfchap ftaande tot één hunner Medeleden, zullende eindelijk gehouden zijn, alvoorens de keuze te doen, den hierna volgenden eed afteleggen in handen van den Maire der Stad. Voor het overige fpreekt het van zelf, dat geen der Kiezers zeiven benoembaar zal zijn tot den post van Bewindsman. Om al verder voortekomen allen misbruik van do macht, welke aan de Kiezers verleend wordt, dient het volgende in acht te worden genomen: dat door de vergaderde Burgerij niemand tot Kiezer worde benoemd, dan die in de vergadering zelve tegenwoordig is, opdat, in geval van weigering, aanftonds een ander worde gekozen; dat het getal van Kiezers aanmerklijk zij, eerstlijk om een gros van Reprefehtan£ 'ten  38 De REPUBLIKEIN. ten te maaken, daarna bij loting eenigen uit dezelven te benoemen, voords, wederom bij loting, anderen , die dat getal zullen verminderen , en zöo doende nogmaals, bij eene derde herhaaling der lotinge, zoodanig getal te bepaalen, dat, uit de laatfte reductie van een dubbel getal Benoemden, de verkiezing tot Hand zal brengen. De aard der zake vordert van zelf, dat de Kiezers, door het Volk aangcfteld, eene qualificatie van hunne Committenten moeten ontvangen, welke zij bij het doen van den eêd aan den Maire overhandigen, en dat zij, onmiddellijk na hunne aanftelling, zich naar het Stadhuis zullen moeten begeven , om aldaar hunne functie te beginnen , en zonder tusfchenpozing te agtervolgen, tot dat zij, bij derzelver afloop , zich gezamenlijk in de kamer der provijioneele Reprejentanten vervoegen, om den uitflag hunner keuze te melden, en door de laatstgenoemden aan de Burgerij, na voorafgaand klokkeflag, te doen afkondigen. Tot het doen der lotingen, zal één der Secretarisfen der gemelde Re. prefentanten moeten vaceeren, die echter bij iedere reductie en keuze zal vertrekken. Deze is ongetwijfeld de zuiverfte wijze van aanftelling, aan de minfte verwarring en misleiding onderhevig. Dan, in eene zoo volkrijke ftad, als AmJleldam , kan zeer ligtlijk de aanftelling plaats hebben van Kiezers, wier kring van verkeering zeer bepaald is, en waaromtrend derhalve dezelfde aanmcr. king geldt, welke wij te x'ooren hebben opgegeven, in welk geval zeer gemaklijk eene keuze van Repre. fentanten zou kunnen gefchieden, welke niet aangenaam was aan het Volk , zonder dat nogthands dc Kiezers hunnen plicht overtreden, of zich aan kui • perij hadden fchuldig gemaakt. Deze reden, gevoegd bij de anderen, welken hiervoor zi;n te berde gebragt, doet den Schrijver dezes, behoudends echter eens anders beter oordeel, befluiten, dat de eerfte wijze van verkiezing door het Volk, uit eene vooraf ontworpen lijst van gequalificeerde Perfoonen, in den tegenwoordigen tijd, verre de voorkeur verdient: te meer, daar de Burgerij van de provijioneele Reprejentan.. ten met alle recht vertrouwen mag, dat de door hun voorteftellen Perfoonen, door elkander gereekend, de nodige vereis chten tot waarneming van dezen Chands uitermaate gewichtigen post zullen bezitten. Thauds  De REPUBLIKEIN. 39 Tbands moeten wij gewaagen van bet getal der Leden, die de reprefentatie' der Burgerij zullen uitmaaken, als zijnde dit almede een punt, waarover de Municipaliteit het publiek gevoelen heeft ingeroepen. Zij zelve heeft, bij haare Proclamatie van 3 Februarij, en hij de aanftelling der onderfcheidene Committé's tot de uitoefening der onderdeden van het Stadsbeftuur, uitdruklijk aan den dag gelegd de verbaazende moeite, welke in den tegenwoordigen tijd , waarin alle de raderen van het Stads- en Staats-wezen, door eene fchandelijke onoplettendheid der voormaalige regeering, verlamd zijn, aan het politiek bewind gehecht is, en het z.al dus nodig zijn, om dien last, zoo veel mogelijk, door eene deelneming van meerdere Perfoonen , te verltgten , welke verligting niet wel in een minder, dan een dubbel getal, dat is van 40 Leden, zal te vinden zijn, aan welken dus de behoorlijke qualificatie des Volks zal moeten gegeven worden tot continuatie der plaatsgrijpende Committé's , of ook tot affchaffing (zoo als, bij voorbeeld, het Committé Revolutionair, het geen, bij eene aanteftellen Macht door het Volk, fchijnt te hebben gedefungeerd), of tot verandering dcrzelven ; in één woord, tot het waarnemen der Stads- en Staats belangen. Om dezen last te verligten, en te gelijk het aandeel -aan de bevordering der algemeene welvaart onder weldenkende Burgers meer en meer uittebreiden en te verfterken, zou de aanftelling voor \ maanden kunnen zijn, op welken tijd de helft (voor het eerst bij loting) aftreden, endoor de Burgerij t'elken reis zou kunnen herfteld worden, tot op den tijd der eenparige republikeinfche voltooijing: gelijk dezelfde verandering voor de helft in de Committé's, om de 2 maanden, waarfchijnlijk van veel nuts zou wezen. Wat eindelijk den naam betreft, die aan het Coilegie der ftedelijke Reprefentanten in het vervolg zal gegeven worden; hieromtrend zal ééne aanmerking genoegzaam zijn, hierin beftaande, dat de waare vertegenwoordiging, door welke een Volk, bij de perfoohlijke aanftelling zijner Bewindsmannen, zijne oppermacht 'uitoefent, niet een gedeelte van hetzelve, maar de geheele Natie betreft. De titel van Volksvertegenwoordiger, die altijd onderfcheidend, waardig en edel moet zijn,, kan alleen behooren aan die Vergadering, welE z ke  40 De REPUBLIKEIN. ke de gantfche Natie verbeeldt, en haare aanftelling insgelijks van het geheele Volk heeft. De naam van JRegent is haatlijk geworden, door eene gevloekte fchennis van de heiligfte rechten der menschheid. De naamen van Stad en Stedelijk moéten ons haatelijk in de ooren klinken, om het misbruik, dat de gewezcne Regenten van hunne gewaande Stads-onaf hanglijkheid gemaakt hebben. Voor onze nieuwe Republiek, welke één en onverdeelbaar moet zijn, behooren ook de onderdeelen eene gelijke weldadige richting te hebben tot het geheel, en deze moet door de-naamen krachtig worden uitgedrukt. Het platte Land mag geenen naam voeren, die, in de denkbeelden der meenigte, eenige minderheid zou kunnen aanduiden beneden de S:e;icn, en zoo ook omgekeerd. Uit de oude graailiji ke tijden, wanneer de Burgerijen haaren Volks-invloed behoorlijk deeden gelden, ftel ik dus de herroeping voor .van eenen naam, welken de trotsheid van geboren Regenten buiten gebruik heeft gebragt, naamlijk dien van Gemeente, welke op alle plaatfen toepaslijk is; gelijk de krachtigfte, entevens waardigfte, benaaming van den handhaver haarer beiangen, in haaren naam, mij toefchijnt te zijn die van Bewindsman. ■— Bewindsman der Gemeente van Amjleldam, zal dus, mijns inziens, de beste titel zijn, die all' het waardige, het goede, het edele uitdrukt, 't geen in de betrekking tusfchen een gedeelte des geheelen vrijen Volks en deszelfs tepre.fentative Overheid plaats heeft: wanrbij nog komt, dat deze titel zuiver Nederlandsch is; eene bijzonderheid , waarop wij bidden , dat voordaan , bij alle gelegenheden , zorgvuldiglijk zal gelet worden, zoo wel omdat het Volk aanfpraak heeft op het gei bruik zijner taal , als omdat zulks met de waarde derzelve, welke voor geene andere behoeft te zwichten , en bovenal met de waarde van een Volk ftrooktj, dat zich vrij gevoelt. Tot hiertoe eene algemeen redeneerkundige befchouwing hebbende laten vooraf gaan, zal het niet ondienstig zijn, dezelve bij form van een geregeld ont* werp opte^even , zoo als het zich ftuksgewijze zal kunnen ontwikkelen. Het fpreekt van zelf, dat wij, ingevolge van het voorgaande, tweeërlei ontwerp moeten voorftellen. Het algemeene, dat in beide gevallen gelijk ftaat, zal dus vooraf kunnen gaan. ONT-  De REPUBLIKEIN. 41 O N T W E R P wegens de AANSTELLING , van STEDELIJKE BEWINDSMANNEN, te a m s t e l d a m. Van de Stedelijke Gemeente. 1) Dc Gemeente van Amfiehlam, als een gedeelte der Bataaffche Republiek , verklaart zich vrij , gerechtigd tot alle de voordeelen van een vrij Gcmeenebest, en dus ook gerechtigd tot het aanftellen haarer Bewindsmannen. . j 2. ) Zij verklaart hiermede, te vernietigen alle Regeering, en derzelver beftelling, welke tot dus verre .heeft plaats gehad, met alle de beginfelen van gezag, waaruit dezelven waren voordgevloeid; houdende zij Zich aan de verklaaring der rechten enz., door de Vertegenwoordigers des Volks van Holland onlangs afgekondigd. . 3. ) Zij verklaart geenen Bewindsman wettig, dan die door haar, in perfoon vergaderd, of middelbaar op haaren last, is aangeileld : doch ook dezen, aan zijnen plicht voldoende , met goed en bloed, in zijn gezag te zullen handhaven. 4. ; Zij verklaart, de navolgende wijze van aanftciiing haarer Bewindslieden voor haaren wil_, behoudends zoodanige veranderingen , welken zij , in perfoon vergaderd, zal goedvinden, ten eenigen tijde daarin te maaken. Van den Stand der Burgeren, als Stemgerechtigden. 5. ) Ieder Ingezeten , deelende in het dragen dar .bijzondere lasten van Stad en Staat, is gerechtigd tot medeaanftelling zijner Vertegenwoordigers. 6. ) Zoodanige wordt gereekend eeu ieder, die * E 3 £e" .  42 Dg REPUBLIKEIN. gequotifeerd ftaat op den ontvangst van 's Lands Recht op het middel van Koffij en Theeveld 7. ) Het zelve recht komt ook toe aan ieder eeu-aapend Burger oud 21 jaaren, die kan aantoonen, de waapenen geduurende 5 jaaren, als Cadet, "gevoerd te hebben, b 8. ) Van dat recht is uitgefloten ieder Vreemdeling, ten zij ii jaaren binnen deze Stad woonachtig, en als boven gequotifeerd. " - • ^ ■ vj" dat recht is mede uitgefloten ieder, die zich in dienst bevindt, of eenigen titel voert, van wege eenige Mogendheid , alwaar de rechten van vrije Volken niet uitgeoefend worden , gelijk mede ieder, die een beftaan heeft van publieke giften of ahmentatiën, en ieder, die lieverij draagt. Fan den Stand der Burgeren, als Kiezers. ie.) Tot Kiezer, in naam en op last der Bur>gerij ter benoeminge van Stedelijke Bewindsmannen, is ieder gerechtigd, die 25 jaaren oud, een geboren Burger, of met eene geboren Burgeres gchuuwd, of ten minften 5 jaaren met der woon hier ter Stede is gezeten geweest, boven en behalve het geen in Art 0. is uitgedrukt. 11. ) Van dat recht is uitgefloten ieder, die ftaat onder de vervolging van judiciëele of crimineels wetten, of eenig ambt of bediening bekleedt, waarvan hij jaarlijks reekenfchap is verfchuldigd boven en behalve het geen Art. 9. behelst. Van den Stand der Burgeren, als Bewindsmannen. 12. ) Tot Bewindsman door, in naam, of op last der Burgerij, Zal ieder mogen verkozen worden , die bekend is, hulde te doen aan de republikeinfche beginfelen van vrijheid en gelijkheid, en onergerliik is van levensgedrag, noch beftaande tot één' zijner Medeleaèn in eenen naderen , dan vierden, graad van bloedverwantfchap ; boven en behalve het geen in Art. 10 en n. wegens de Kiezers ftaat uitgedrukt. 13. ) Hij zal zijne aanftelling niet mogen weigeren , dan ten zij de redenen daarvan door de Gemeente, tot dat einde opgeroepen, voldoenend worden geoordeeld. ym  De REPUBLIKEIN, 43 Vm de benoeming der Bewindsmannen. tA.) Het Coilegie van ao provijioneele Reprejentanten zal vervangen worden door een dubbel aantal, en. dus van 40 Leden, uit en door de Gemeente te verkiezen, onder den naam van Bewindsmannen der Gemeente van Amjleldam. 15. ) Bij voorraad, en tot zoo lang de Gemeente van Amjleldam daaromtrend eene andere voorziening nodig oordeelt, zullen de gemelde provijioneele Reprejentanten door Haar gelast worden, te maaken eene Lijst van een dubbel getal, en dus van 8^ Perfoonen, welken zij in gemoede zullen oordeelen gequallficeerd te zijn tot de waarneming der Stedelijke en Staats-belangen, om aan de Gemeente voorgefteld te worden, ten einde deze uit dezelven de keuze en aanftelling doe. 16. ) De voornoemde provijioneele Reprejentanten zullen gehouden zijn, deze Lijst te maaken, daags nadat zij daartoe door de Gemeente zullen gemachtigd zijn, en denzelven dag de Gemeente te doen oproepen tegen den iden dag eerstkomende. 17. ) Alvoorens tot de vorming dier Lijst overtegaan, zullen zij, provijioneele Reprejentanten, in handen van den Maire dezer Stad, hoofd voor hoofd, afleggen den volgenden eed : Dit zweer ik, dat ik, als provifioneel Representant, door de Gemeente van Amjleldam gemachtigd tot het helpen maaken eener Lijst van 80 gequalificeerde Perfoonen, ter waarneminge van het Stedelijk Bewind, daarin handele, als een vrij man, zonder vooraf overleg" of affpraak ge- * maakt, noch belofte ontvangen of gedaan te hebben van of aan iemand, hij zij wie hij zij, maar dat ik alleen zal voorftellen kundige en brave Mannen, voorzien met alle de vereischten, hiervoor in Art. 12, enz. uitgedrukt , zonder daarvan om lief of leed, om gunst of ongunst, af te wijken. Zoo waarlijk h"lpe mij God Almachtig. Tm  44 De REPUBLIKEIN. Van de Oproeping der Gemeente. 18. ) De Gemeente zal door haare prövifïoneele Reprefentanten behoorlijk opgeroepen worden tot aan ■ Helling haarer Bewindsmannen, in de gewoone Vergaderplaatsen der 60 Wijken van deze Stad. 19. ) De Oproeping zal gefchieden in ieder Wijk, volgends de verdechng, welke tot hiertoe plaats heeSt, met een gedrukt brieSje , waarop de naam , het oogmerk , de tijd en plaats behoorlijk zullen zijn uitgedrukt : gelijk mede de lijst van Gequalificeerden. (Art. 15.) 20. ) De Oproeping zal in ieder Wijk geSchieden door de Wijkmeesters, ieder voorzien met eene volmacht der Representanten , door den Prefident geteekend. 21. ) De Wijkmeesters zullen gehouden zijn , iedere wooning met een onderScheidend nommer te teekenen, met voorkennisSe van den bewooner, welk nommer op het briefje van oproeping bovenaan zai gefield worden, te gelijk met het nommer der Wijk. 22. ) De oproeping der Burgerij zal geSchieden daags te vooren, tegen den volgenden voormiddag, zoodanig dat 25 Wijken , op haare onderscheidene Vergaderplaatsen, te gelijk vergaderen, en de aanftelling de* voormiddags zal kunnen aflopen. (Het Vervolg en Slot op Morger.,')  t> Ë REPUBLIKEIN. N°. 6. Dans le gouvernement reptiblicain il est dusjï hiipoHdnt d'y regler comment, par qui, a qüi,fur quei les Juffrages doive?it être donnés, qu'il l'est dans une monart' chie de favoir quel 'est le monarfue. MoNTESqulEBi Van de Vergaderingen der Gemeente. a\) "Bij iedere Wijkvergadering zullen têgériwoof* tiig zijn I provifioneel Reprefentant, met 2 Secretarissen , waarvan de eerfte de ftemmen opnemen, da J laatften dezelven zullen aanteekenen. 24) Nog zullen zij aanteekenen Zoodanige Perfoonen, die in de Vergadering afwezig zijn. 25.) Ieder Burger zal, hoofd voor hoofd, gevraagd worden, volgends het nommer zijner Wijken Woonïng in rang, beginnende met No: i. Doch zal niemand eenig Perfoon mogen benoemen, dan met opgave van naam, voornaam, bedrijf of handel, en woonplaats. 26-) Na gedaane rondvraging, zullen door den tegenwoordig zijnde Reprefentant , als Prefident, de ftemmen Worden opgenomen , met asfistentie der 5 eerfte en 5 laatfté ftemmende Burgers, waarna de afkondiging der benoemde Perfoonen , en voords dd Notulen der Vergadering voorgelezen, goedgekeurd, F door  46 De REPUBLIKEIN. door de gemelde 10 Burgers onderteekend, en door tin, uit het voornoemde tiental gecommitteerd, aan de Vergadering der Reprefentantén zullen worden ovörgebragt. 27. ) In -gevalle de ftemmen der Verkozenen fta*ken, zal zulks door het lot beflist worden. 28. ) De Vergaderingen in de 60 Wijken afgelopen zijnde, zullen uit de ovcrgebragte Notulen, met behulp der daartoe Gecommitteerden uit ieder Wijk (Art. 26.), worden opgemaakt de meerderheid van ftemmen voor de verkozeue Bewindsmannen. , 29.) Door hun , gezamenlijk met het Coilegie der provijioneele Reprejentanten, zal eindelijk vervaardigd , en door de eerden geteekend worden eene volmtch van aanftelling der benoemde Bewindsmannen, als wettig, door, in mam, en op last des Volks gekozen, en vrijgewaard tegen alle namaaning enz. (Zie Art. 3.) Van de Aanftelling der Bewindsmannen. 30. ) 'De afkondiging, en daarna de inhuldiging, der gekozen Bewindsmannen, zal, zoo fpoedig doenlijk zij, na. voorafgaand klokgeflag, in het openbaar gefchieden. 31. ) Bii de inhuldiging, zullen zij, in handen van den Maire, afleggen den volgenden eed: Dit zweer ik, dat ik, als Bewindsman der\ Gemeente van Amjleldam, haare belangen," benevens die der geheele Republiek, zoo en in dier voege zal behartigen. als oveieendemt met de rechten van vrije Burgers , nader verklaard in de afkondiging der Vertegenwoordigers des Volks van Holland, en mij ten allen tijde, op haaren eisch, gereed verklaare tot verandwoording van mijn gedrag, zonder mij, tot op deri tijd van mijn wettig ontflag, om lief of leed'' te onttrekken aan haaren dienst. Zoo waarlijk helpe rog God Almachtig. »in^sgbscg tnw»ls>3-.c«v jrtwfcijisV  De REPUBLIKEIN. 47 '2.) De ingehuldigde Bewindsmannen zullen van de provijioneele Reprejentanten overnemen alle papieren enz., tot der laatften voormaalig bewind behoorende, hen , in naam der Gemeente, ontdaan van hunne posten , eii Slzoo tot den kring van ambteloze Burgers doen wederkeeren. (*) 33-) De Bewindsmannen zullen gemachtigd zijn , om uit hun midden zoodanige Committé s bij voorraad aanteftellen, als zij zullen oordeelen te behooren, met aanhouding of verandering der zoodanigen, welken reeds voor handen zijn. 34. ) Aan hun zal, in naam der Gemeente van Amjleldam, alles zijn aanbevolen, wat tot het Stedelijk Bewind behoort, en dus, voor zoo lang de provinciale form van Staatsvergaderingen zijn zal, tot het afzenden van Gemachtigden, om over 's Lands belangen te helpen raadpleegen en befluiten ; zullende alles, wat zij verrichten overeenkomftig de beginfelen van vrijheid en gelijkheid, door dezelve Gemeente aangemerkt worden, als of het door haar zelve in perfoon verricht was , waaraan zij zich diensvolgends verklaart, met alle bereidwilligheid te onderwerpen : behoudende zij nogthands het recht, om zoodanig Bewindsman , die aan zijnen plicht niet mogt voldoen, in zijne bediening optefchorten, en Jn ftaat van befchuldiging te ftellen. 35. ) Hunne aanftelling zal zijn voor \ maandsn. 36. ) Om de 4 maanden zal de Helft bij loting r.ftreden , en de andere helft op geliike wijze vervangen worden, als hiervoor is uitgedrukt, hetwelk poo lang zal herhaald worden , tot dat eene algemeene form van Regeering door de Republiek zal ■zijn ingevoerd. 37) (j~) Wil twijfelen nier, of de RurscFÜ, een 7001 tpuliik ont» werp tot ft nd b'Lngemic ?al uudrukiijk gelasten., dat dit Artikel nog met het volgend bijvoegzel Worde aangevuld: „ ver„ klaarcnde.zij, op undrnklijke,ti la«c der (gemeente,, dK nrin, né npameto-, a's jf-rto'lleRaer- en handhavers der repnhl'kfin ■ „ fche neginfeles} van vrijheid en gcliikhtitl i in de Notulen van de/en dag, mee roem zettan gemeld worden." F & '  48 De REPUBLIKEIN, 37.) Geen hunner zal, tasfehentijds , zijn owflqg plagen nemen, dan bij goedkeuring der Gemeente. Tot zoo ver ftrekt zich het eerfte Ontwerp uit , wegens de Verkiezing van Bewindsmannen, door het Volk, uit de lijst, op zijnen last ontworpen. - Thands pal ik laten volgen de ftuksgewijzo ontleeding des tweeden ontwerps , doqr middel van Kiezers , waarin ik zeer kort zal kunnen zijn, omdat ik de algemeene voorafgaande Artikelen reeds gemeld heb , cn , indien de aanftelling van Kiezers door de BuT, gerij beter mogt geoordeeld worden , alleen de uitlating van Art. 15, 16 en 17 behoort plaats te hebben. Ik zal dus , met eene andere hoafdverdeeling, Hechts de artikelen vervolgen. Over de aan/telling van Kiezers. 38. ) De Gemeente van Amjleldam zijnde opgeroepen in dier voege , als boven (Art. 18—22) omfchrevcn is, zal ieder Burger in zijne Wijk opgeven een viertal van Perfoonen , uit het gantfche lichaam der Ge-. Bieente, hebbende de vereischten, hiervoor in Art. 10 en ir uitgedrukt, en mogende tot geen' hunner Medeleden in eenen naderen, dan den derden, graad van bloedverwantschap ftaan. 39. ) De meerderheid van ftemmen voor 4 Perfoonen, door ieder Wiïk gekozen, zijnde opgemaakt volgends Art. 23—28., zal voor hun behoorlijke volmacht worden gemaakt volgends Art. 29. 40. ) Geene Perfoonen zullen tót Kiezers benoemd worden, dan die daadelijk tegenwoordig zijn in de Vergaderplaatfen, alwaar zij, als Burgers, waren opgeroepen. 41. ) Geen der verkozenen zal de aanneming mor gen weigeren, ten zij de redenen voldoenende geoordeeld warden bij de Gemeente, welke hem heeft aangefteld. 42. ) Geen der aangeftelde Kiezers zal benoembaar zijn tot den post van Bewindsman. .■•.3.) De 240 Kiezers zullen , zoodra mogelijk , door de provijioneele Reprejentanten. geroepen worden, om  De REPUBLIKEIN. 49 om hunne posten te aanvaarden: waartoe tusfchantijds de voorlopige fchikkingen door genoemde llc'.prcfentanten zullen kunnen gemaakt worden. Van de Vergadering der Kiezers. 44. ) De Kiezers zullen hunne volmacht (Art. 30.) •verleveren in handen van den Mah-c , en ter dier gelegenheid, als zoodanigen, afleggen den eed, hiervoor in Art. 17. uitgedrukt. 45. ) Zij zullen allen gezamenlijk een gros van Bewindsmannen maaken, ten minden van tweemaal het dubbel getal der Perfoonen , die zullen benoemd worden. 46. ) Daarna zullen zij, door middel van witte en '.zwarte booncn, onder elkander loten, opdat dc he.ft, dat is het getal van 120 , uit het gros eene Nominatie maake. De helft , welke de zwaite booncn "heeft getrokken, zal zich zoo lang verwijderen De Nominatie zal ten minften eenmaal het dubbel getal moeten behelzen. ., 47. ) Deze Nominatie gemaakt zimde , zullen alle. Kicxrs op nieuw gezamenlijk loten, opdat wederom de helft van 120 Kiezers van het getal één vierde verrinïndere: blijvende de form als in Art. 46. 48. ) Dit gefchied zijnde , zullen de gezamenlijke Kiezers, uit het overig ziinde getal van drie vierden deiStem-lijst, dc verkiezing doen dqr Bewindsmannen, 'bij meerderheid van ftemmen. 49. ) De ftemmen ftaakende, zal het lot beflisfen. 50. ) De verkiezing zijnde afgelopen , zullen de gezamenlijke Kiezers de keus bekend maaken aan dc pwïfionecie Reprejentanten, die op dien tijd zullen vc,gadèrd blijven, en dezen, met de eerstgenoemde^, daarvan ten eerften afkondiging doen aan-de Gcjneente. . 51. ) Van deze handeling zal een naa.uwkeung Verbaal gefteld worden in de notulen der genoemde Reprejentanten. 52. ) De Kiezers zullen gehouden zijn, hunne zit* ting onafgebroken te doen voordduuren , tot dat de verkiezing geheel is afgelopen, zonder met iemand rugfpraak te mogen houden. F,3, 53->  50 De REPUBLIKEIN. 53 ) Nog zullen zfj hunne (lemmingen fchriftelijk voordragen, met uitdrukking van naam, vóórnaam, bedrijf of handel, en woonplaats der Perfoonen, welken zij zullen benoemen. 54-) Eén der Secretarisfen van de provijioneele Reprejentanten zal de loting helpen regelen en uitvoeren; doch telkens, bij het maaken van nominatiën, vertrekken. Dus meen ik het Ontwerp der Regeerings-bejtelling voor Amjleldam in zijne voornaamile cleeleii gefchetst te hebben. Ongetwijfeld zullen op hetzelve door deskundigen verfcheiden aanmerkingen gemaakt worden, Dus. bij voorbeeld, zal mpn, ten aanzien van Art. 38., de opgave van een viertal van Perfoonen, uit het gantfche lichaam der Gemeente, misfchien afkeuren , en vorderen, dat ieder Wijk 4 Kiezers uit haar midden zal benoemen. Maar, waarop berust deze eisen, die zoo rechtftreeks dient, om het Volk te verflerken in het zeer verkeerde begrip, dat de macht niet in het geheel, maar in een gedeelte berust? Eéne der eerde noodwendigheden tot de algemeene verlichting is, om het publiek gevoelen derwaards henen te leiden , dat ieder leere, de deelen tot het geheel te vereenigen. Het fegenövergedelde van dit begrip was de grondregel der gewezene dwingelanden. Vandaar, de voormaalige jaloersheid der Hollandfche deden , de twisten tusfchen de dad Utrechp en de Staaten dier Provincie , de verbanning der kleene deden uit de Staatsvergadering in Holland, en de verwaarlozing der vertegenwoordiging van het platte L,and. Het is niet ééne of meer Wijken, maar zij zijn het allen te zamen genomen , die de Burgerij uitmaaken. p:en of meer Kiezers hebben geen perfoon; maar zij allen, te zamen genomen, verbeelden den perfoon der geheele Burgerij, leder Kiezer , hoofd voor hoofd, daat in geene de minde betref king tot een gedeelte des Volks. Hij heeft, of'kan zijne aanftelling niet hebben van een gedeelte, maar moet die hebben van het geheele lichaam der Burgerij , in Perfoon vergaderd. De verdeeling in Wijken gefchiedt ördeshalvé, omdat 'er geene plaats is, waar de gebeere Jtyigerij ordenlijk kan vergaderen, en die verdeeling zei-  De REPUBLIKEIN, « zelve Is zoo ongelijk, dat zij. de aandacht van sen volgend Bewind ter herftéllinge zeer te recht verdient, Eéne zwaarigheid echter wil ik niet ontkennen, dat voordvloeit uit de benoeming der Kiezers uit het lichaam der Burgerij. Zij beftaat hierin, dat in onderfcheidenê Wijken ligtlijk dezelfde Kiezers kunnen benoemd worden. Doch ook deze zwaarigheid zal gemaklijk zijn wegtenemen , indien de Burgerij kan goedvinden , de provijioneele Reprejentanten, in zoodanig geval, te gelasten , om, in tegenwoordigheid en met behulp van de Gecommitteerden uit de Wijken (Art. 26.), de vacante plaatfen aantevullen uit de meerderheid van de Stern-lijsten der 60 Wijken.' Juist dit, dat de Wijken overeenftemmen in de benoeming rierzelfce Perfoonen uit het lichaam der Burgerij, ftrekt haar en den Kiezeren tot eer. Eene andefe aanmerking zal misfchien, betreffen het' opgegeven getal, zoo van Bewindsmannen, die zullen moeten verkozen worden, als van het aantal, 't welk, volgends het eerfte Ontwerp, door de provijioneele Reprejentanten aan de Burgerij zal worden voorgefteld;maar een ieder ziet ligtlijk, dat zulks niets afdoet ten aanzien van het geheele Ontwerp, en dat hierin de nadere inlichting van dat genoemd Coilegie de noodzaaklijkheid van een grooter aantal genoegzaam beflisfen zal. Dan, welke ook de aanmerkingen, hoedanig ook de wijze van aanftelling zijn zal, welke de Burgerij van Amjleldam zal gelieven te volgen , de Republikein wenscht niets vuuriger , dan wijs en kloek beraad, niets fterker , dan de zegepraal der waare Vrijheid, boven alle de aanflagen van kwaalijkgezinden. —. Ja, Burgers van Amjleldam! aan welken de dapperheid van eenen Daandels , de moed van eenen Kraijknhoff , den aanvang en de eer onzer Omwenteling bezorgd heeft, gaat ook nu uwe Broeders in de overige Steden vóór in orde, in moed en ftandvastigheid 1 Dat gebouw uwer Gemeente , van waar gij openlijk zijt vrij verklaard, moet getuigen, hoe zeer gij kunde en deugd weet te onderfcheiden , en dat noch list, noch verraad, vermogende is tegen de zuiver, heid uwer Volks deugd. De Bewindsmannen , door U wettig zullende aangefteld worden , moeten zich zoo zeer verheffen boven de laage en lafhartige Regenten , wier plaatfen zij zullen vervangen, als gij U ver-  52 De republikein; Verheft boven die flaavén, d,ie aan derzei ver voete*' kropen. Zij, die lafhartig weeken van hunne eere-ftoeien ,' omdat Vrijheid en Gelijkheid aan de ordeVan den dag waren , gedroegen zich tegen U ah Souverainen , en bogen zich voor Orange. Uwe aan-, ftaande Vertegenwoordigers moeten U beminnen als: hunne Broeders, en geenen anderen wil eerbiedigen, dan dien van Gelijkheid en Broederfthap. De oude* Ariftocraten kenden geen belang, dan het hunne; — uwe Republikeinen moeten geen ander oogmerk hebben, dan hefheil der geheele Republiek. Dit Burgers! hangt af van uwe keuze. Bedenkt, wat het zij, het kwaade te verwerpen , het goede te kiezen. Toont met uwe daaden, dat gij vrij zijt door verlichting! Zoo verftrekke1-uw edel voorbeeld ook anderen, ter naarvolging! +- ',, In tene Republiek," zegt de groote Montesqöieu, ,,is het even belangrijk, te bepaalenr door ,,wien, aan wien, en op welken grond de ftemgeving* ,, zal gefchieden , als het ineen koningrijk is, te we-' ,,ten, wie de alleenheerfcher zij." Te Amflerdam- , bij M. SchalëkAmf, in dc Ww moesjlraat, als mede te Rotterdam bij 1). Vis en van •' • den Dries, Dordt Blusfé en Zoon.'V Hage van Cleef, I.eeuwenftijn en Plaat, Leyden Honkoop, Herding en Cyfveer , Haarlem Walre en C. ; Plaat, Schiedam Poolman , Delft Roelofswaart, Gouda Verblaauw, Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart, Zaandam van Aaken, Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen , en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfle Boekverkopers, wordt dit Blad/s weeklijks met een No. vervolgd a ii Stuiv.  DE REPUBLIKEIN. N°. 7. Dans les repubïïques les femmes font libres par les lé% £5* captivées par les moeurs. MONTESQUIEÜ. AAW MIJNE MeDEBURGERESSEN, Voor U, beminlijke Kunne! die, door uwen geheelen aanleg , al wat goed en fchoon is, oneindig levendiger gevoelt, dan wij; voor u- leverde de natuur naauwlijks een treffender fchouwfpel op , dan dat eener doodfche ililte , wanneer' zwarte wolken, zich in den zomer vergaderen; wanneer de ftoffen, waarvan zij zwanger gaan, zich opéénpakken; wanneer gij van verre den weêrfchijn des blikfems ziet; wanneer niet lang daarna de donder door de luchtgewelven henenrolt; wanneer klaterende flagen de aarde, als t ware, doen daveren; wanneer alles zich ontlast in plasregens; wanneer een hevige wind hec zwerk fcheurt, en door zijn toenemend geweld alles dreigt te verpletteren. Bij dit grootfche tooneel komen uwe edellls aandoeningen in werking. 'Niet zonder fchrik, ftelt gij u voor den geest het gevaar, waarin gij u zelve bevindt. De verbeelding der inooglijke onheilen, die anderen zullen treffen, grieft u, en deze fmart vormt uw mededogen. Hing de verwijdering dier onheilen vm uwe wsnfchen, geSi Q bei  54 D e REPUBLIKEIN1. beden en bijftand af, met den meésten ernst zondt gij gewis uwe bange zugten ten hemel," gij zoudt vliegen' ter hulpe. Zoo worstelen verfchillendé' aandoeningen in uwe ziel. Zoo lang de ftormwind loeit, blijft het denkbeeld van gevaar levendig. Alleen dan, wanneer een vrolijker dageraad aanbreekt, wanneer de gantfche natuur , na het genot der aange"naanïfte Verkwikking, met een nieuw leven prijkt, ïegent uw hart den weldadigen Beftuurer van alles; het deelt in de dankbaarfte vreugd. Zoo deelnemend Is het vrouwelijk hart! — Maar zou, nu, dat hart onaangedaan blijven bij den helderen zonnefchijn, die thands den Staatshémel befchijnt, nadat geweldige donderbuien en orkaanen eene algeheele verwoesting gedreigd hebben? .—■ Herinnert gij u dan niet Burgeresfen! hoe men, aan het einde van 1787, tot op de verlosfing onzer Franfche Broeders toe, de banden van huwelijksmin op eene gewelddadige wijze verfcheurd heeft, ter voldoeninge aan de wraakzucht eener heerschzuchtige Vrouw., die in de daad niet beleedigd, en, offchoon al beleedigd, volftrekt niet gerechtigd was tot (taalkundige wraakoefening? Kunt gij nalaten u te herinneren, hoe de Ouder- en Kinder-liefde;, van wederzijds, door eene ingebeelde misdaad, door een gevloekt geweld, gefchonden is, ten behoeve eener' wraakzuchtige, die uwe Sexe onteerde? — Weeë gij niet, hoe Grijzaards en Jongelingen mishandeld, gepijnigd, naar affchuuwlijke kerkers henengefleept, fa vermoord zijn geworden, enkel omdat zij gehoot hadden gegeven aan de ftem van God , welke den tnensch toeroept: gij zijt smul — Gij Echtgenoten of Moeders, gij edele Maagden-rei, welker fchuldeloze boezem altijd voor liefde zwoegt , zijn deze tooneelen van barbaarschheid u onbekend? Zijn uwe meêwaarige aandoeningen nimmer, ontgloeid? Hebt gij nimmer verlangd, dat eens andere tijden zouden opdaagen, waarin al het voorig leea zou herfteld worden? Zaagt gij nimmer uwe Echtgenoten gebukt onder een juk, dat zij vloektenY Had het plaats grijpend geweld geenen invloed op de huislijke verkeer in g, op hunne werkzaamheid, ipp hunne zorg voor uwe belangen? Bleef m hun  De REPUBLIKEIN. 55 nog lévendig dié liefde tot het Vaderland, van welke duizende verrichtingen van edelmoedigheid en weldadigheid haare kracht ontleenen? Zaagt gij' in de Jongelingen nog langer dat vuur, dien moed, die rechtfcb.apenb.eid, welke alleen in ftaat is, om Waare liefde te vormen? Of zaagt gij veelen hunner allengskens overhellen tot die lafhartige verwijfdheid, wélke de Ariftocraat door duifende middelen aankweekt, om zoo veel te zekerer te kunnen heerfchen? Zaagt gij overal onfchuldigc vrolijkheid, tot Welke iedér mensch gerechtigd, en welke zoo juist gefehikt is, om den band der gezellige maatfchappije al naauwer en naauwer toetehaalen ? Of* zaagt gij «11e opénbaare ën onfchuldige vermaaken verboden, omdat uwe Regenten niéts anders bedoelden , dan uwen geest, den geest der Natie te verdooven , en daardoor zeker te zijn van hunnen prooi? Vocldet gij nimmer dén druk van fcbroomlijke belastingen, met geweld van eeden afgeperst, met oogmerk, ons ü én allen, die rondom u zijn, tot flaaven te maaken? En zaagt gij, met dat alles, eene verandering van leefwijze? Zaagt gij niet de pracht ten top ga. vderd in kleeding, in maaltijden, in üiterlijken praal, met oogmerk, om den besten Burgerftand u:f te putten , en dien onderdaanig té doen zijn aan eene Regeering, welke niet het heil van den Staat, maar de grootheid haarer Familie zogt, en daartoe de inkomften . der ambten, met alle mooglijke knevelarijen bezigde? * Dit alles hebt; gij moeten zién, dit hebt gij moeten gevoelen Burgeresfen! zo niet de list van Oran- fe-Ariftocraten u reeds tot onverfchilligheid verjeid eeft 1—. tot onvsrfckilligheid ? Hemel! Zouden dan allé goede gewaarwordingen in eene Bataaffche Vrouw kunnen verflikken ? in een Land , dat Moensen , Herman's , HASSEtAAR's en Reigerseeecen's heeft opgeleverd -— in een Gewest, dat niet Hechts door mannelijke kracht, maar ook door1 de vaderlandsmin der Vrouwen, uit de golven verrezen, en in een aangenaam bord herfchapen is? Neen edele Vrouwen! Gij gevoelt ook gewislijk, wat het is, veit te zijn! Gij weet, dat »w afhang- & 3 15,  <6 Dk REPUBL1 K F. PN! lijke ftaat, waarin uwe Zusters in andere Landert tot alle, den, mensch verncdeiende, fl.iavernij gedoemd zijn, alleen kan gemaatigd, alleen kan gezuiverd en herfteld worden door billijke wetten: en Loe •kunnen die billijk zijn in een Land, alwaar de zoogenoemde Grooten alleen voor zich zei ven leeven en .heerfchen? — Gij weet,'dat gij dezelfde aan•fpraak hebt, als wii, op goede wetten, die u beveiligen tegen alle verongelijking en geweld, tegen alle kostbaare twistgedingen, wanneer het den een of anderen Schurk gevalt, u daarin te fleepen: maar, hoe kunt-gij ooit zoodanige wetten bekoomen, zoo lang zij;, die het roer van regeering in handen hebben, geen belang ftellen in het algemeene heil? —> Gij hebt recht, even als wij, op uw eigendom ; maar, kunt gij zeker zijn tegen deszelfs aanranding, door onmaatige fchattingen, zoo lang dc Regenten niet verplicht zijn, om reekenfehap te geven van hun bewind, en van het gebruik der opgebragte fchatten ? — Gij wilt de tedere Jeugd door een goed onderwijs gevormd hebben tot nut van den Staat; gij weet bij ondervinding, dat 'er naauwlijks ééne éénige goede School te vinden is; maar hoe zoudt gij "dit verlangen ooit voldaan zien door Bewindsmannen, die alle verlichting tegenftonden, alle nuttige inrichtingen met voeten traden ? —■ Eindelijk, nog veele vooroordeelen en fchandelijke gewoonten fluiten U buiten de gelegenheid, om uwe verftandlijke vermogens zoo aantekweeken , als uw aanleg zeer dikwijls vordert : hoe zult gij van dit dwangjuk der flaavernij ontllagen worden , dan door •verlichtte Staatsmannen, die aan de gelijkheid van alle menfchen hulde doen? hoe zal zulks immer uitvoerlijk zijn, dan wanneer het Volk zulke Mannen tot het openbaar bewind roept, aanftelt, gelast, en hen aanfpraaklijk maakt voor de fchending der wetten van gelijkheid en vrijheid? Ook gij Burgeresfen! hebt dus belang, een zeer groot, een oneindig .belang bij de tegenwoordige Omwenteling van den Staat. De hoofden derzelve., ja de geheele verlichtte, weldenkende Natie, bedoelen, in de herftelling der Volksrechten, ook die van uwe rechten, welken God aan u gefchonken heeft. Treedt  De REPUBLIKEIN. 57 Treedt dan, Kinders van éénen algemeenen Schepper en Vader! met ons, die uwe Broeders zijn, tot de waardeering, de handhavening, de bereiking van één en het zelfde oogmerk! Gevoelt ook uwe waarde, uwe grootere waarde, en tracht met ons gelukkig te worden! Ja Burgeresfen! ik weet het: uw hart heeft gebloed bij de onmenschlijke tooneelen , aangericht door dat Engelsch moordrot, het welk de Stadhouder en de voormaalige Regeering heeft ingeroepen, om de rechten van den Mensch te bevechten tegen den vrijen Frank , die gezworen had , dezelven in zijnen Staat te eerbiedigen. Dit éénige Haaltje is genoeg, om u te doen oordeelen over de grondftellingen dier Geweldenaars , en over het rampzalig lot, dat u en allen den uwen ware te wachten geweest , indien zij hadden gezegepraald. Uw hart heeft gewis een affchrik van die ontaarden. Uw hart, altijd zagtmoedig geftemd', yereenigt zich met de vriendfchap en broedermin, welke herleeft in deze dagen. Gij waart getuigen, dier tooneelen van rechtfchapene Vrijheid, die de menschheid vereeren. Uwe ftemmen paarden zich bij die der juichende mcenigte , welke om den Vrijheids - boom danste, als het zinnebeeld haarer overwinninge. De groete van heil en broederfchap zweeft ook op uwe tong, heerscht ook in uwe brieven aan rechtfchapene Vrienden ; want rechtfchapene Mannen alleen kunnen voorftanders der. vrijheid zijn. Zusterfchap was ook te recht het woord in den kring, uwer Vriendinnen. Burgeres is de naam, waarmede de Vrij-man het gevoel van zijne betrekking tot u, en uwe waarde ten zijnen opzichte uitdrukt. Zoo mag de Vaderlander reeds met blijdfchap het geluk bereekenen, dat hij van uw gevoelig hart te wachten heeft* ó Edele Burgeresfen! mogt mijne pen in ftaat zijn uwen invloed op onze Staatsherftelling te beschrijven ! — Wanneer gij , die Echtgenoten zijt, uwe Mannen zult aanvuuren , om alle dienften te doen aan het Vaderland , om alles optezetten voor eene zaak , waarmede uw heil op aarde , waarmede uw eeuwig geluk in verband ftaat: want hoe zoudt gij G 3 uwdB  58' Üe REPUBLIKEIN, uwen Schepper rechtmaatig vereeren , hoe zouöt gij Hem kunnen behaagen, dan door deugd, door goed' Willigheid en menfchen-min ? ■— Wanneer gij uwe Mannen aanvuurt, om hét ftaal in de handen te nemen , niet om losbandig, niet om wreed, niet om wraakzuchtig te zijn , maar om uwe haardftèden, om het Vaderland , örri de zaak der vrijheid tegen ëlken onverlaat te verdedigen; — Wanneer gij, die, Moeders zijt,'uw teder kroost reeds met de heiligftë beginfelen van vrijheid en gelijkheid uit uwe borsten zoogt, en uwe moedermelk de reinfte fappen overftort , die zich affcheiden tot het edelst heldenbloed,- terwijl uw mond niet ophoudt, aan de oude. ren van jaaren allé de tooneelen dézer roemruchtige omwenteling bij herhaaling te verkondigen , tot dat zij zeiven in ftaat zijn, om in de vreugd der vrijheid tedeelen; — Wanneer gij, fiere Maagden, op welken ons Nederland zich beroemt, den verwijfden , als eenen zielelozeri beufelaar, den wellustigen, als een flaaf van woeste driften , met verachting bejegent; wanneer gij geen Jongeling onder uwe öogen duldt, dan dié de rechten der menschheid be^ zworen , die de waapenen heeft aangegord voor de Vrijheid, dan die des noods voor zijn Vaderland als held kan fterven. Wanneer gij eiken kranfen vlecht, ter belooninge van zijne dapperheid ; wanneer gij hem uwe wederliefde fchenkt, omdat hij alleen in ftaat is , uwe waarde te erkennen uwe eer en uw leven te verdedigen , u in alle opzichten gelukkig te maaken. Wanneer uwe zang- of toonkunst zich alleen aan vrijheid en heldendeugd huuwt 6 God ! Zal zulk een Bataaffche gloed, uit den geheiligden asch onzer oud- ft'e Vaderen , op nieuw herboren worden' ? • gezegend zij dan voor eeuwig de dag, mijne Medeburgeresfen ! waarop het u vergund zal zijn , een Land te behouden , hetgeen, zonder uwe zusterlijke vriendfchap en vaderlands - min , verloren is : • verloren? neen: hetgeen vrij zal zijn en blijven, wanneer gij ons flechts beveelt, dat wij nimmer nalatig zijn in vaderlandfche plichten. Ik hoor u reeds, dunkt mij, op dit oogenblik, de Vrijheid met een heerlijk lied verheffen : gunt , dat de. volgende Zang uwe edele toonen vervange ! AAN  De REPUBLIKEIN. 59 AAN s> e V R IJ H E I P. 6 Vrijheid! «— edel, dierbaar pand \ Die 't lang gefolterd Vaderland Door uwe gunfïen doet herleeven , Daar gij -ons troost en redding biedt, Wie dankt, vol blijdfehap, de Almacht niet, Dat gij aan. ons zijt weêrgegeeven ? Mishandelde onfchuld, diep yerneêrd, Door fmart bij fmart allengs verteerd, r Moest in een' bangen kerker zuchten , Of naar een afgelegen oord, .W»ijl niemand haare klachten hoort, Beroofd van alles, hulploos vluchten. Ga 't Was  ' BuftGB.» Republikein! De uitkomst heeft mij geleerd, dat uw andmard o» mijnen Brief in No. 3. rechtmaatig was. Nu fchnjf ik weder eens aan u. Gij wèet zekerlijk de aanftelling van Kagiteinen en Luitenants in onze Schutterij alhier? Maar zeg mij eens, bid ik u , kan dat ooit, haar onze beginfelen. van vrijheid en gelijkheid , goed gemaakt worden, dat alle "die Officieren aangefteld zijn , buiten weten en toeftemming der Schutters ? Hebben dezen niet éen volftrekt recht tot die aanftelling ? Ei lieve, los mij deze vraagen eens pp. Heil en Broederfchap var* Uwen Medeburger Jmft. ii. Februari]. « „ A——R. ANDWOORD. Dat de Schutters recht hebben tot de aanftelling hunner Officieren, behalve evenwel den Commandant, en de Opperbevelhebbers , die , in tijd van nood , hunne orders van de Overheid moeten ontvangen , en ook daarom hunne aanftelling van diezeive Overheid behooren te hebben, kan geen Republikein ontkennen De gelijkheid, welke even zeer de ziel is van het militaire wezen, omdat de plichten van mindere Officieren volkomen gelijk ftaan met die van alle Krijgslieden, vordert zulk eene aanftelling volkomen 'Maar wij kunneh onzen' Medeburger A — r verzekeren, dat alles, wat tot dus verre in zijne Stad zoo wel, als in andere Steden, ten aanzien van het Burger-krijgswezen, gefchied is, volftrekt prwfionetl is Zoo lang niet het geheele Reglement van de Krijgsraaden is afgefchaft — en dit kan niet gefchiede-m, • zoo lang 'er niet een algemeen volledig ontwerp is vastgefteld behoort het ook te werken in züne oude form. Hierin thands verandering te - - - maa-  De REPUBLIKEIN. 6$ inaaken, zou ontijdig zijn, daar de militaire Commisfie reeds bezig is aan het 'ontwerpen ccncr volmaakter inrichting. " Tot zoo lang hebbe dan onze Medeburger geduld , en befebouwe de geheele daad, als iets, "dat kortheidshalve gefchied is, om de Schutterij zoo veel te eerder in werking te brengen , onder het Commando van 'provijioneele Officieren , die reeds daadelijk 'ervaren zijn in de waarneming dier posten. ' Door deze begrippen en gevoelens onder de óverigé Schutters te verfpreiden, en daardoor te verhoeden eene tweefpalt, waarop Orange en Ariftocraat beiden gretig loeren, zal onze Medeburger zich waarlijk-verdienftelijk maaken. " Buegiï Republikein} Onze roemwaardige Omwenteling is ongetwijfeld van het hoogst belang. En everiwel is het zeker , dat de verlichting , om dezelve ten nutte van ons Vaderland te doen {trekken , nog niet zoo algemeen en zoo groot is, als tot dat einde vereischt wordt. Welken zijn toch wel de beste middelen , om het geheele Volk zoodanig te verlichten , dat het ten eenenmaale vatbaar worde voor de hooge waarde eener Re.publikeinfche Regeering ? Met deze gewichtige vraag in uw geacht Weekblad te beandwoorden „ Zult gij eenen wezenlijken dienst doen aan de Natie, en bijzonderlijk verplichten Uwen beftendigen Lezer L. 5 Februari]. B ATAVUS* ANDWOORD. Onze Correspondent Batavus houde het ons te» goede , dat wij zijnen brief niet eerder plaatften. De mededeeling onzer gedachten, over de aanftelling Van Bewindsmannen te Amjtetiam., heeft ons de gelegenheid daartoe benomen. In onzen volgenden zullen wij zijne belangrijke vraag beandwoorden.  64 De REPUBLIKEIN. N. B. N. B. D2 Schrijver van den Republikein, ia de Amjlerdamjche Courant van Zaturdag 14 Februari] , eene advertentie hebbende gelezen van den navolgenden inhoud : ,, Het Dagblad, de Republikein, No. 4. fchijnende de Burgerij der Stad Amjleldam te willen leiden tot zeker door hein opgegeeven Stelling : ,, om aan de provifioneele Reprefentanten , van ,, wegens de Burgerij te gelasten , binnen den ,, ,, tijd van twee dagen een Concept-Lijst te maa,, ken , van een dubbeld getal braave en kundige ,, Mannen &c. , om het Stedelijk Bewind uit te ,, ,, oeftcnen." " Zo word een ieder bij deezen ,, gewaarfchouwd , op zijn hoede te zijn , terwijl ,, zodanige Stelling daarheen is ftrekkende , om de ,, Provifioneele Munieipaliteit in verdenking te bren,, gen , als of zij de aanftelling der te maakene Re,, p'refentanten, welke daad het Folk onder verbete,", ring alleenlijk toekomt, zich zogten aan te maati- (was geteekend) HOLLANDSCH BuitGER. zou dit geheele advertisfement met ftilzwijgen zijn voorbijgegaan, omdat ieder eerlijk Burger bij de eerfte lezing van zelf bemerkt, dat het de opgave eener ftelling is zonder bewijs , en dus haare nietigheid ten vollen bezeften zal. Hij zou medelijden kunnen hebben met een Man, die in dat korte bericht zijne 011. kunde in. de burgerlijke rechten met rónde woorden aan den dag legt, daar hij , in den tegenwoordigen tijd , nog kan fchrijven : ,, welke daad (de aanftelling naamlijk van Reprefentanten) het Volk on,, der verbetering, (dat is, behoudends eens anders m beter oordeel) alleenlijk toekomt." Hij immers, die thands nog kan twijfelen , of de aanftelling van Reprefentanten aan de Burgerij, en dus het Volk, toekomt, moet .befchouwd worden als iemand, die nog zeer onkundig is wegens de beginfelen der Vrijheid. *£r is hier geene verbetering mogelijk. Dit recht is reeds  De REPUBLIKEIN. reed1; eeuwen lang aan het Volk , en wel aan het Volk alleenlijk, toegekend , en in de laatfte afkondiging der Vertegenwoordigers des Volks van Holland , met ronde woorden uitgedrukt. Het tegendeel daarvan is niet meer mooglijk , of onze geheele Omwenteling ware eene hersfenfchim , of eene daad van onrechtvaardige ariftocratifche willekeur. De Republikein had zich misfchien uit dien hoofde kunnen onthouden van eenige aanmerking op zulk een nietig Advertisfement, dat zich zelf tegenfpreekt, en vooral bij ieder', die No. 4, 5 en,6 van zijn Weekblad met oplettendheid gelezen en naauwkeurig heeft, doorgedacht. Hij zou aan ieder Lezer ligtlijk de herinnering hebben kunnen overlaten , dat hij zijn eerfte ontwerp bij de Amfteldamfche Burgerij meer heeft aangedrongen, dan zijn tweede , juist omdat daarin de aanftelling onmiddellijk door het Volk zelf gefchieden zal , hetgeen door middel van Kiezers geene plaats heeft, en niet anders dan middelbaar gefchiedt. Hij zou , eindelijk , aan ieder zijner Lezers hebben kunnen overlaten de herinnering der nadruküjke betuiging , Velke hij op bladz. 36 gedaan heeft, ten aanzien van het Coilegie der provifioneele Reprefentanten, als Mannen van goede trouw: — maar juist, omdat het genoemde Advertisfement zeer hoonende is voor dezelve Municipaliteit, omdat het op geenen •n-ondflag hoe ook genoemd berust, en vooral omdat Saarbij uit het oog verloren wordt de eed van zuivering , waaraan gemelde Reprefentanten, volgends dat bewuste ontwerp bladz. 43, in geval zulks door de Burgerij mogt worden goedgekeurd, zullen onderworpen zijn : om deze redenen te zamen genomen wordt de fteller van dat Advertisfement door den Republikein verzogt, en des noods voor het Publiek openlijk uitgedaagd, om de gegrondheid zijner Hollandfche Burger-waarfchuwing, niet met eene enkele machtfpreuk , maar met bewijzen te ftaaven : ver» klaarende de Republikein hem, bij mangel van dien, voor eenen onkundigen , die, bij eene herftelling onzer regeeringsform , volftrekt onbevoegd is , om voor het Publiek met eenige raadgeving of waarschuwing voor den dag te komen. Voor het overige laat hij aan de Municipaliteit zelve over, om den hoon, die bij gemelde Publieke waarfchuwing haar ia  6ê De REPUBLIKEIN. fs aangedaan , verder in rechte te vervolgerf, óf niét, en aan de Uurgerij van Amfteldam de volko. mene vrijheid , om eenen Hollandfchen Burger, indien' hij tot haare Medeingezétenen behoort, die thands nóg kan twijfelen of de aanftelling aan het Vo}k alleenlijk toekomt, aan alle de verachting overtegeven* welke hij verdiént, of mededogen te Lebben met zijné onkunde. Wat den hoon betreft, die den Republikein zélf, als publiek Schrijver, is aangedaan? dezen vergeeft hij gaarn den Hollandfchen Burger, omdat hij, bij zijn allereerfte voornemen, om de pen voor Vaderland en Vrijheid optevatten, zoodanige tergingén van onkundige of wangunftigé Perfoonen heeft vooruitgezien , zoodra zijn gedachte met de hunnen ftrijden zou,, en hij zich heiliglijk had voorgenomen, om zich nimmer aan dezelven te bekreunen, als zijnde bij zich zelf het best overtuigd van de zuiverheid zijner oogmerken. Hij kan in dit voornemen nog te meer volharden, omdat de kundigfte en braaffte Republikeinen, hem hunne oprechte deelneming daadelijk hebben te kennen gegeven , en dat ontwerp zelf, waartegen de Hullandfche Bureer de goede Gemeente van Amfteldam heeft willen "waarfchuwen, juist door de geachtfte en braaffte Patriotten is goedgekeurd. De Republikei». ' Té Amflcrdam , bij M. Schalekamp, in de War* moesftraat, ah' mede te Rotterdam bij D. Vis en van .den Dries, Dordt Blusfé en Zoon, 's Hage van Cleef, Leeuwenftijn en Plaat, Leyden Honkoop^ Herding en Cyfvéer , Haarlem Walre en C. Plaat, Schiedam Poolman , Delft Roelofswaart, Gouda Verblaauw, Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart, Zaandam van Aaken, Utrecht G. T. ▼an Paddenburg en Zoon, en de Wed. Ter veen , en in de overige Steden der Republiek, bij de yoornaamfte Boekverkopers, Wordt dit Blad 's weeklijks met een No. vervolgd è ij Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. 8. - Qtlis vivit, ut vult, nifi cui vivendi vla confiderata atque provifa eft ? qui 'legibus quidem non propter metum paret, fed easfe(,ultur, atque colit, quia id falutare maxi' me effe judicat: qui nihil dicit,mihil facit, nihil cogi' tat denique, nifi libenter ac libcre. Cicero. ^J^anneer wij een Volk vatbaar noemen voor de hoOge waarde eener republikeinfche regeering, welke ojj vrijheid en gelijkheid gegrond is , dan verftaan wij daardoor, dat ieder Burger , hoofd voor hoofd , ot* wel het grootfte gedeelte, dat gelegenheid heeft, om zijne verftandlijke vermogens te befchaaven, zoo geheel doordrongen is van het heil, 'tgeen aan zoodanige regeering noodzaaklijk vérbönden is , dat het gezind zij, aan dézelve niet flechts hulde te doen, maar die -ook daadelijk met goed en bloed te handhavenen, als het boogfté goed , dat de gezamenlijke maatfchappij genieten°kan. Zonder zulk eene algemeene overtuiging, zonder zekere geestdrift, welke die overtuiging bij het Volk doet werken, is elke republikeinfche Conftitutie, hoe vooftreflijk ook ingericht, op den duur onbeftand tegen de ondeugden, welke, hoezeer door ' de wetten beteugeld, echter nimmer kunnen uitgerooid worden. Wat behoort nu een Volk te rteten, om töt die overtuiging en geestdrift te komen? — Het moet bekend zijn met de rechten van den mensch, in den ftaat der natuur, eer hij onderfteld worÜt lid te zijn der maatfchappij, -— met de gronden der maatfchappij, — .met de rechten, welken hij, als mensch, in de maatfchappij blijft behouden, en welken geen- fterveling, zelfs hij aan zich zelf niet, mag ontnemen, — met degelijkheid dier zelfde rechtën bij alle zijne Medeburgers, — met den grondflag , die allen eenparig verbindt tot de wederziidfche handhavening dier rechten , met den uitgebreiden zamenhang der plichten , die daaruit voordvloeüen, en waarop die bewaaring berust, met de H ' g*>0'  68 De REPUBLIKEIN. groatere voordeelen, die uit eene wel ingerichte Repuf bliek voordfpruiteu, boven die van alle andere Staatsinrichtingen f zoo wel ten aahzieir van het geheels lichaam van den Staat, als ten opzichte van ieder Burger in het bijzonder, — met de betrekkingen, waarir* elk afzonderlijk Ingezeten ftaat tot het geheel', — metde juiste grenspaalen, waarin zich ieders medewerking en bemoeijing beperkt, afgeleid uit ieders grondneigingen, bekwaamheden en omftandigheden, hetwelk in algemeene regelen kan worden uitgedrukt, waarvan ieder Burger de toepasfing op zich zelf moet maaken, — met het onderfcheid tusfchen burgerlijke en ftaatkundige vrijheid, en de gevallen,, waarin dezelven zimenlopen, — met den aard en de verandwoordlijkheid der aangeftelde Machten, die wetten geven en uitvoeren, — met de gevallen, waarin het Volk volftrekt nodig heeft, zijne ftem te geven, — met de noodzaaklijkheid, om Staat en Kerk van eikanderen aftezondare:i, mét de maatiging en den invloed eener eenvoudige civiele en crimineele rechtsexsfenrng,- — met de waare vereischten en gevolgen eener algemeene nijverheid, -— met de wijziging der politieke.wecten tot de meeste bevordering en belooning der deugd, — met de heilzaame inrichtingen voor de openbaareopvoeding der Jeugd, —■ met allé de bijzondere inftellingen tot de weldadige verzorging van ongelukkigen, en eindelijk, om geene andere bronnen van inwendige orde en welvaart optenoemen, welke in de voorigen reeds min of meer begrepen zi jn, met de uitwendige betrekkingen van den Staat tot andere Landen,, voor zoo ver daardoor de openbaare welvaart of verhinderd wordt, of bevorderd kan worden. Dit alles befchrijft omtrend den kring der algemeene verlichting enkennis, welke den Burger behoort eigen te zijn, zal hij, op goede gronden en op den duu-r, in ftaat wezen en blijven, omaandeRepubliekallediedienften tebewijzen, welken hij. verfchuldigd, en in wedervergeldinge daarvan aiie die voordeelen te genieten, tot welken hij gereehtigd is. Wij hebben dien kring, hier en daar, wat wijder uitgeftrekt, dan eigenlijk gefproken wel nodig was, ©m naderhand zoo veel te beter over de gefehiktfte middelen tot uitbreiding en invloed dier algemeene kennis te kunnen handelen, en voornaamlijk, om aan alle onze Medeburgers, die, in welke betrekking ook, met ons arbeiden aan de algemeene herftelling van ons jammerlijkst Staats wezen, eenen wenk. te geven van die onder-  De REPUBLIKEIN; 69 Verrichtingen, welken zij met' het meeste voordeel aan onze Natie, welke zich vrij gevoelt, zouden kunnen mededeelen. Welken zijn na de beste middelen, om zoodanige algemeene Volks-veriichting uittewerk'en? Het andwoord is zeer eenvoudig: ,\ Leer het Volk zijne rechten en plich- ten!" 't Is het openbaar en bijzonder onderwijs; dat hier toe werken moet. Dus verandett zich deze vraag van zelve in de vólgende woorden: Hoedanig moet het Volks-onderwijs zijn, om aan deze vereischten te voldoen ? De beandwoording dezer vraag zal in de volgende aanmerkingen begrepen zijn. • Laat ons eerst fpreken over het openbaare onderwijs. Zoo zeer het de plicht eener Republikeinfche Overheid is , te waaken voor de algemeene veiligheid en orde, en eenen ieder bij zijn afzonderlijk recht van eigendom te handhavenen, zoo is het ook haare plicht, om te zorgen voor de algemeene verlichting. Bij een Volk , dat reeds ten vollen verlicht is , kan zij volftaan, met zich te bepaalen tot den voordgang der verlichting, en dus tot de zorg voor het opkomend Geftacht, dat is de opvoeding der Jeugd. Zij behoort het nationaal onderwijs op goede grónden te bouwen, en in handen te geven van Leermeesters en Leermeestereéfef), die, van de eerde beginfelen af, tot op de volleering eener rijpe Jeugd, 'in ftaat zijn, om te on-, dcrwijzen. Zij behoort Leerboeken te doen vervaardigen, die tot dat einde gefchikt zijn, en overal gebezigd moeten worden. Zij behoort, bij herhaafing , onderzoek te doen naar den ftaat der Schooien, en de gepaste middelen te werk te ftellen, om de leerzucht der Jeugd te ontvonken, het onderwijs door lichaamsoefeningen aftewisfelen, en al zoo reven, kracht, moed cn deugd J aan de opkomende Natie te geven. Maar neg uitgeftrekter is die plicht alsdan, wanneer een Volk nog niet verlicht is, en dit is juist het.geval met elke Natie , welke zich plotslijk ontrukt aan de 'ftaavernij,' onder welke zij gebukt ging. Zij kende wel haaren druk ; want zij gevoelde dien-: maar juist de ulotslijke affchudding van haar dwangjuk was een betvijs, dat het grootst gedeelte der Natie nog geene inwendige kracht genoeg bezat, om zich, volgends den gewoqnen weg, om het misbruik met een beter goed W verwisfelen , te herftellen. Dit gebrek behoort zoo yeei mooglijk verbeterd te worden door de openbaare onderrichting van bekwaame cn brave Mannen, welken Ui- d«  7o De REPUBLIKEIN. de Overheid, in elk gedeelte des Lands, aanfteltj oig alle zoodanige onderwerpen, als wij hier boven aanroerden , in eenen geregelden zamenhang en met de meeste klaarheid te behandelen (*). Dus zou zij, bij voorbeeld, de Leeraars in de Rechten aan de Hoogs Schooien kunnen verplichten, om, in plaats van het uitgediende Roomsch-Keizerlijke Recht, onderwijs te. geven in de Rechten van den Mensch en Burger, in de taal des Lands, op gepaste tijden, en op openbaars plaatfen, alwaar de Meenigte ordenlijk konde vergaderen , nadat zij vooraf een behoorlijk Leerboek, Uiede in de taal des Lands , had doen opftellen , en voor eenen uiterst maatigen prijs verkrijgbaar maakte. Van onbefchrijflij'ken dienst zouden, gevvislijk, tot dit oogmerk kunnen zijn de Leeraars van den Godsdienst — zij, die geen ander oogmerk behoorden te hebben , dan hunne Toehoorers op te leiden tot de, kennis en betrachting van alle hunne plichten , als den éénig mooglijken weg,, om aan hunnen Schepper te behaagen. Wanneer zij denzei ven, bij herhaaling, leerden de hooge waarde der menschlijkenatuur, debetrekkingen, waarin zij ftaan tot Goden hunne Natuurgenoten, als zijnde zij allen Leden van één huisgezin, ónder het opperst toezicht van éénen algemeenen Vader, het verband van deugd en geluk, deaancenfehakeling .van de waare genoegens dezes levens met die eener beter waereld; wanneerzij, die Jesus openlijk vereeren, dien Godsgezant altijd voorftelden van de, zijde zijns ïioogst eerbiedwaardigen charakters, van de zijde zijner edele, msnfchenliefde en broedermin , dan zekerzouden zij ongelooflijk veel bijdragen tot de, kennis en waardeering der Volks - rechten , die even heilig zijn, als 's Menfchen natuur, en het oogmerk van allen waaren Godsdienst: maar juist omdat niet alle Leeraars nog' eensgevoeiende zijn. omtrend dit opzicht; juist omdat de Leeraars, in een vrij Gemeenebest, alleen geroepen worden tot (lichting hunner afzonderlijke Gemeenten, welke hen aan haar bijzonder kerklijk leerde! fel kunnen verbinden, is van dit middel, vooralsnog, niet veel goeds te wachten , en de Overheid moge zulks den Leeraaren aanprijzen, maar kan het geenszins bevelen." ,■■l' - • l r 'zij (*} Zoodani? was, bij voorbeeld, weleer de aanftelling, door den Mauift'aar, te beventer, van den beroemden F. A. van m;r Marck, dien mar'e'aar van fïadhOnderlijke recht'iriWglieid, dte aldaar in dc N--<.vrduiUi'l>e faal een voorrcilljk openbaar onderwijs in dc rccütsa van den Menjan cn $ar^et„ gegeven ïietft.  De REPUBLIKEIN. . 71 Zij moge'ben waarfchuwen, om openlijk niets te keren, -dat met ronde woorden tegen de begmfelen der Vrijheid en gelijkheid aanloopt; zij moge hen ftrairen,, wanneer zij .hierin misdoen: maar hun te bevelen, dat zij of wel hunne Gemeenten , dc Godgeleerdheid voor den Godsdienst zouden verwisfelen, dit zou eene inbreuk zijn op de burgerlijke vrijheid. ' Een ander en krachtiger middel tot onderwijs en verr lichting is gelegen in de Maatfchappijen , Genootfchappen, Gezelfchappen of Clubs, in éen woord, in alle zoodanige bijëenkomften, alwaar vrijheidminnende Burgers bijéénvergaderen,' met oogmerk, om hunne Medeburgers te onderrichten wegens hunne burgerlijke belangen. Dat van dezen, otfehoon zich al tot eenen kleenen kring bepaalende, veel vrucht kan genoten worden, behoeft geen betoog. Het komt alleen aan op' derzelver goede inrichting, op de orde, welke aldaar wordt waargenomen, op de leerwijze welke men in acht neemt, en vooral op het aantal vaii kundige Mannen, dat zich leent, om aldaar tc fpreken. Zullen zij wezenlijk nut ftichten, dan moet de verbindtenis broederfchap zijn, ten eenenmaale aigeicneiden van den geest, om eene partij of faclie te vormen jn den Staat. De wétten moeten niets anders uitdruKken dan den geest van orde, welke alleen gefchikt is, om op het verftand te werken. De zittingen moeten e-regeld beftuurd worden , om alle verwarringen tc verhoeden. De manier van onderrichting moet voornaamlijk beilaan in een gemeenzaam gefprek, dat zich tot 2 of ^ Perfoonen, bij beugen, bepaalt (*), en zij, die zich aldaar tot woordvoerers aangeven, behooren bekend te zijn als oprechte Vaderlanders, en meestal genomen uit den kring van ambteloze Burgers. — Geleerde Maatfchappijen, die in een vrij en wel beftuurd Gemeepebcst van geene nuttigheid altoos zijn, zouden den Staat, zoo lang hij nog niet tot zeker volkomen geheel gevormd is, eenen voomaamen dienst kunnen doen, met het uitfehrijven van zoodanige prijsvragen, die de gewichtigfte punten betroffen der Staatsherftelling, -om alzoo de beste ontwerpen onder het oog der Hatic te brengen. ^ r*) Dus beeft de nip'tblikAn mer veel genoegen vernomen , dat het Amfteldamfcbe eerfte Departement der Maatfchappij i lot Nut van 't Algemeen, reeds een aanvang heeft gemaakt, om, in zline Vergaderingen, zoodanig gefprek-te houden, tut vcrklaaringa der nsunirlijke e" burgerlijke Rechten.  tl . Be REPUn LUC EÏN. ^Deze aanmerking leidt mij'van zelve tot■de-overws; ging van het edelst voorrecht',' dat eene vrije Natie heeft , naamlijk de vrije Drukpers. ' Zij is het, dia het Volk kan, mag, en moet voorlichten omtrend deszelfs belangen, en in zoo verre kan ieder kundig Burger niet fterk genoeg worden aangefpoord, om zijno gedachten over een of ander ftaatkundig onderwerp openlijk meaetedeelen. Maar, in een Land, als het onze, dat zulken kleenen omtrek heeft, waarin da dwinglandij der voormaalïge Regeering den lust tot onderzoek jammerlijk uitgedoofd, en de drukkende belasting, gepaard met de kwijning van neeringen, handteeringen en koophandel, den leeslust zeer aanmerkIj|k heeft verminderd, kan 'er veelligt te veel, en 'ontijdig, gefcbreven worden. Zullen de Schrijvers voor het Publiek _ eenen wezenlijken dienst doen aan da .Staatsb'eritelling, dan behoorden-zij zich ieder een afzonderlijk oogmerk voorteftellen; zij behoorden, ieder' op zich zelf, te arbeiden voor eönen onderfebeidenen kring van Burgers , en elkandererf in zoo verre tot één' algemeen ontwerp behulpzaam te wezen. Zij behooren klaar, nadruklijk en krachtig te zijn, om daardoor met vrucht te kunnen werken op den geest der Natie, welke geest moet aangevuurd worden, terwijl zij het yeiftand overtuigen. Maar alle deze voorgeftelde middelen zijn nog raauwlijks toereikende, om bij eene geheele Natie da «due waardeering en deelneming uittewerken aan zijns Staatsregeering. Duifenden, ja de kundigfte menfeheri zelfs, behoeven nog meer, dan èene enkele verlichting des verftands. Om op menfchen te werken, moet ook hét zinlijke geraadpleegd worden ' 'Zónder daadelijk de zinnen aantedoen , is geene geestdrift eener Natie mogelijk. En zonder geestdrift,- zonder' eene'vuurige aandoening van het hart, welke het verftand doet werken, is de duurzaamheid van fepublikeinfoh'é gezindheden eene hersfenfehim. Hiertoe moeten' werkëfi alSen, die van wege hunne ambten, bekwaamheden, en braafheid alomme geicht zi>n. Zij moeten vóörgaari in alle zoodanige dingen , die in betaamlijkheid van invloed kunnen wezen. De omgang en dans öm den Vrij-, heidsboomis in zichzelveonverfchillig, en eigenlijk niet volftrekt noodzaaklijk tot de herftelling van hen Staatswezen; maar laten brave Burgers en Burgeresfen vóórgaan; duifenden zullen hen volgen: deegrften zijn deze involging eener onverfchilüge daad. even zeer ver.- plicht.  D. e.REPUBLIKEIN. 73 plicht, als óm den hoed aftenemen in de gewoonc groete. De vaderland iche- gift van een geacht liarger, ten dienfle van het uitgeputte Land openlijk-uitgereikt ,' zal eene meenigte van weldadige navolgers vinden'; ,.Openbaare Feesten , met zang en dans verzeld, waarin der vrijheid eene openlijke hulde bewezen wórdt, kunnen, niet gemist worden. De Schouw* burgen móeten de charaktérs aanprijzen van vaderlandfche Helden; nationale Hukken, op de tijdsgelegenheid toepaslijk, moeten het vermaak dienstbaar doen zijn, ter opwekkinge tot edelegevoelens en daaden. Alle droefgeestige tooneelen moeten vermijd worden, zonder daarom het ernftige te verliezen. Een Tempel voor vrijheid en deugd moet den roem vereeuwigen van hun', die zich bij het vaderland verdienftelijk gemaakt hebben, en deze lof moet, bij'herhaaling, niet door' een ieder, die zich aanbiedt, maar door de bekwaam-» fte redenaars, op de plechtiglïe wijze, vermeld wor-> den. De Zittingen van hun., diehet gantfche Volk vertegenwoordigen, moeren'openbaar zijn. De Wetten zeiven moeten kort en krachtig, en het Wetboek binnen weinige hoofdftukken begrepen zijn. De Straffen, tegen bedrog en ondeugd bepaald, moeten kenmerken dragen van eenen rcpublikeinfchen geest, en door eene evenredige berooving van burgerlijke rechten, door een fchandaal gewijzigd worden, dat den misdaadigen in het oog van anderen daadelijk vernedert, behoudends echter de gelegenheid, om, na gedaane vergoeding, tot de rechten van vrije Burgers weder te keéren. De Waapening, eindelijk, moet, door dé vereenigingder afzonderlijke Corps, den band vormen, waardoor zich de Vrijman aan den geheelen Staat.cn aan de vrijheid voornaamlijk verbonden acht. Zij moeten alleen in handen zijn van waare vrijheidzoonen; de exercitiën moeten meenigvuldig, openbaar, en plechtig; het krijgsgewaad eenvoudig en onkostbaar ; de onderfcheiding der Officieren zoo gering mooglijk zijn, en bet nadeel van tijdverzuim.zorgvuldig in acht genomen, of op andere wijzen vergoed worden. In één woord, alles, wat de denkbeelden van vrijheid , gelijkheid en broederschap kan regelen , verflerken en uitbreiden , moet het voornaame beginfel zijn van alle openlijke inrichtingen. Deze is de weg , om Republikeinen te vormen , en gevormd zijnde hen te bewegen , dat zij hun edel charakter handhaven. Dus doende alleen kan de vrijheid gefticht en bewaard worden, Bitr-  74 De REPUBLIKEIN. * Burger Republikein. — Het Finantiewezen is éérië van' dc belangrijkfte gedeelten des Staatsbeftuurs. Onze provifioneele Reprefentanten, in 's Hage, arbeiden aan de zeer gewichtige taak, ont de Natie met het zelve bekend të maaken, voor zoo ver deze Provincie betreft. Voorlopig hebben zij ons reeds bericht de importante fchuld van ruim 500 miliiocnen guldens, welken dezelve heeft. Zou het niet volftrekt nodig, en eene der eerfte vereischten zijn, dat ook in andere Provinciën daaraan met allen mogelïjken fpoed gearbeid wierd? En hoé toch zal het doenlijk zijn,.zonder uitputting der Natie, om den Finantiëelen Staat van deze en andere Provinciën te herrtellcn ? Wij lezen hier ' üw Weekblad met veel genoegen, en ik verzoek, dat gij deze vraag eens wilt beandwoorden; Vadeklakder.- Rotterdam'is Februari]. A N D W O O R D. De openlijke mededeeling van den ftaat der Finatitiën is gewis een recht van de Natie, 't welk de dwingelanden onderdrukten , omdat de oogen des Volks daardoor te veel geopend worden. Dank zij derhalvd aan Holland's Vertegenwoordigers, dat zij dit grondrecht zoo rechtftreeks zullen doen gelden! — Wat djj overige Provinciën betreft; ook aldaar zal ongetwijfeld dezelfde opening worden gegeven. Wü hebben alle redenen , om zulks van de vrienden der vrijheid te verwachten, die nimmer hunne verandwoordlijkheid voor het Volk kunnen lochenen. Ëéfle aanmerking, echter, willen wij hier bijvoegen, welke wij van gewicht oordeelen. Zij is deze: dat die opening wegens dert ftaat der Finantiën thands niet flechts van Staatswege behoorde te gefchieden, maar wel bijzonderlijk door ieder Stad, door ieder District, door ieder Dorp in het bij-* 'zonder, opdat langs dien weg alle de misbruiken zoo veel te beter gekend, en het algemeene herftel dc? tof .fpoediger, eenpariger en beter, tot ftandgebragtWorde. Hoe gaarn wenschten wij, dat deze voorflag bij alle Municipaliteiten door de geheele Republiek in aanmerking genomen wierd: —. Wat het herftel der Finantiën aangaat; hierover zullen wij in ons volgend Nommer onze gedachten mededeelen , zonder daarom tö willen vooruitlopen de zeer loflijke poogingen van Holland's beste Vertegenwoordigers.  D E REPUBLIKEIN. Nó. 9- NiHl est honestiüs, magnificentlüsque, quam pecunlatnt Ji habcas, ad beneficientiam libcralitatemque conferre. Cicero. iVl'et eeri brandend verlangen ziet Hollands Volk het bericht te gemoet, wegens den ftaat der Finantiën, waaromtrend deszelfs Vertegenwoordigers zich reeds voorlopig verklaard hebben. Hetzelfde verlangen heeft plaats bij de Ingezetenen der overige Provinciën. Ook de Burgèrs vatt Steden en Dorpen vorderen dusdanige opening van Stads- en Dorps-kasfen., om naauwkeurig onderricht te Worden , op welkè wijze hunne verbaazende fchattingen zijn hefteed ge*worden, om te zién den aard der bijzondere huishoudingen , welke tot hiertoe willekeurig beheerd Werden, om te kennen het oneindig aantal van ambten en ambtgelden , Waaronder het geheele Land, als 't ware, bedolven werd, om wel te kunnen oordeelen over de meerdere of mindere noodzaaklijkheid, welke de tegenwoordige Beftuurers tot affchaffmg en vermindering doet befluiten, en eindelijk om. eenen vasten grondflag te leggen tot een algemeen finantieel herftel, volgends zoodanigen overflag, die uit den erkenden toeftand der kasfen zal worden opgemaakt. En, daar hét vóór onze Republiek eene zaak van het hoogst belang is, om de Staatsinrichting , zoo fpoedig mogelijk, op eenen eenparigeri voet te brengen, kunnen de Vertegenwoordigers dc» Volks in alle plaatfen niet fterk genoeg worden aangefpoord, om dit finantieel ftuk onder handen te nemen, en met den meesten fpoed ter hunner eigene verandwoording ten einde te brengen. Iritusfcben bekommeren zich zeer veelen onzer Medcburgeren , en daaronder ook onze Rotterdarafche Correspondent, die onze gedachten over dit onderwerp gevraagd heeft, over den deerlijken toeftand. fl«r Financiën, en befchouwen derzelvet herftel on* l rooo§-  76 De REPUBLIKEIN. moogliik, zonder eene geheele uitputting der Natie. Dit fchaadelijk vooroordeel tegen te gaan, zal het onderwerp zijn onzer volgende befchouwingen. Vooraf maaken wij eenige aanmerkingen over den aard van het herftel zelf. Zeer ongerijmd is zommi- fer verbeelding , als of de vernieuwing van ons taatswezen te gelijk zou vorderen eene volkomene afdoening der fchulden , waarmede de Staat bezwaard is. Het is 'er zoo ver af, dat zuiks, indien het al uitvoerlijk ware, in aanmerking kan komen, dat het thands vooral zeer anitaarkundig zou wezen, terwijl pen groot gedeelte dier fchulden voordfpruit uit geleende kapitaalen , wier teruggeving voor de geldfchieters, in den tegenwoordigen tijd, bij de ftremming van koophandel, zeevaart, fabrieken en trafieken, volftrekt fchaadelijk, en, door het middel van vreemde negotiatiën , voor het land zelf verderfiik zou zijn, en de heffing zelve der lasten tot die betaaiing niet anders dan eene ruiling ware, door de eene hand ontvangen, om met de andere uittegeven, en bezwaarende voor dat aantal van Ingezetenen , die cf geene eifchen ten laste van den Siaat hebben, of flechts in eene zeer bepaalde maate gegoed zijn. Hetgeen ter afbetaaling in aanmerking komt, zijn alleen de zoogenoemde krijtende en lopende fchulden , welke voordfpruiten uit gedaane levcrantiën, uit verdiende arbeidsloonen, en ambtgelden. De reekening daarvan moet in orde gebragt, en door voldoening vereffend worden, nadat evenwel vooraf gebleien zij, dat dezelven, zoq als maar al te dikwerf plaats had, niet te hoog zijn opgegeven. In dat geval vordert de algemeene billijkheid , dat 'er pene behoorlijke taxatie plaats hebbe, aan welke de ffchaldeifchers verplicht zijn zich te onderwerpen. Zij, die zich hiertegen mogten verzetten, zouden als verdachte perfoonen openlijk bekend gemaakt moeten worden. De overige fchulden van den Staat, die uit opgenomen kapitaalen voordfpruiten, behoeven alleen onder eene eenvoudiger beheering gebragt te worden, om een overbodig aantal van ambtenaren te kunnen misfen , die onder de voormaalige Conftitutie over dit afzonderlijk werk gefield warenDus," bij voorbeeld, zouden de genegotieerde Staatsfohaiden van alle Provinciën op één register geboekt; alle Obligatiën ten laste'van het Land, met ie minlte koStea voor derzeiver Houders, vernieuwd err  De REPUBLIKEIN. 7f tn niet Coupons kunnen worden afgegeven, welker betaaling het Committé van Finantie uit de algemeene Volksvergadering jaarlijks konde overdragen aan de bijzondere Committé's der onderfcheiden* Gemeenten. Dezen zouden gemakshalve met eenen afzonderlijken letter , of nommer, in het Register bcek, gelijk mede op de Obligatie en Coupon, kunnen onderfcheiden worden, en de geheele jaarlijkfcbö betaaling der interesfen zou > langs dezen eenvoudï. gén wég, bij correspendentie en afreekening der Fi'nantieele Committé's, binnen den tijd van 8 dagen kunnen aflopen j zonder dat het werk zelf omflachtig, of lastig ware zoo min voor de Committé's, als voor de Houders dér Obligatiën. Deze nieuwe registratie is gewislijk eene zeer moeilijke taak; maar zij kan op veelerleie Wijze gemaklijk gemaakt worden , bij voorbeeld , wanneer ieder Gewest op zich zelf dit belangrijk wérk in orde brengt, en daarna aan het algemeene Committé mededeelt ; en zij is daarom vooral noodzaaklijk , omdat 'er zeer veelè fchuldbrieven zijn , Waarvan in veele jaaren geene renre betaald is, Waarfchijnlijk door onachtzaamheid of uitlandigheid der Houders, of verflrooijing der papieren, en ook, door de laatstgenoemde oorzaak, Veele fchuldbrieven in handen zijn geraakt van onwettige eigenaars, die hun recht Van eigendom Op> geenerlei wijze kunnen aantoonen. — Bij het opinaaken, echter, dér Staatsfchuldén zal voornaamlijk acht gegeven dienen te worden op die, welke ontdaan zijn juist op het Oogenblik, dat men het Volk van zommige Provinciën belast heeft met de heffing Van eenen vijfentwintigften, vijftiglten, honderdftert, of tweemaal honderdften penning. Zo het nierblijkt, dat eene billijke noodzaaklijkheid van Staat deze fchriklijke belasting heeft gevorderd, of da verandwoording der opgebragte fommen niet in orde wordt bevonden, dan zal het aan de Natie ftaan j om de wijze te bepaalen, hoedanig zij dit misbruik Van haar goedwillig vertrouwen verkieze geftraft te zien, ten profijte van dert Lande: waaromtrend, onder verbetering, de navolgende handelwijze de edelmoedig* fte zijn zou, dat allen, die daadelijk hebben mede* gewerkt tot zoodanig misbruik der gehevene fchartingen, of verfpüling van 's Lands gelden aan onbillijke uitgaven, zullen verpligt worden, om maf ïlkanderea aan het Land zondanige 1'OtfK-en in baa»  73 Di REPUBLIKÉÏN. ren gelde optefchieten op obligatiën tegen 3 pro Cauto 's jaars, onder beding, dat dezelven nu noch ten eeuwigen dage mogen afgelost worden, ten ware de- . zelve Perfoonen zich naderhand, door een edel gedrag, .verdienftelijk zullen maaken bij het Vaderland. Incusfchen fpreekt het van zelfs, dat zij, die alleen hun bijzonder belang beoogd, en 's Lands kas in . eenen meer of min rechtitreekfehen zin mogten ontvreemd hebben, in rechten verandwoorlijk blijven voor hunne perfoonen en gedragingen. Maar nu is de vraag : daar de finantiëele toeftand der Republiek ■—■ wij zeggen der Republiek; want het is geenszins te voorzien, dat de kas der andere Provinciën zoo veel beter zal zijn, dan die van Holland. Althands, de fchreeuwende geweldenarijen van allerleien aard, door de Engelfchen in Gelderland en Overijsjel gepleegd, gepaard met de natuurlijke gevolgen van eiken oorlog, doen met reden den jammerlijkften toeftand aldaar vermoeden, en de agterftallige fchulden , welken de overige Provinciën nog hebben in het Bondgenootfchap zelve, openen geen voordeeligór uitzicht ■— daar nu de geldmiddelen der Republiek in zoodanigen ellendigen ftaat zijn, wat zal "er worden van de betaaling der lo- . pende fchulden, die afgedaan moeten worden? Wat zal 'er worden van de kostbaare uitrustingen te land en ter zee, welke plaats zullen moeten hebben, 0111 gedekt tc ziin tegen allen aanval, en om den koophandel te befchermen, het welk na den jaare 1748, door den invloéd van den Stadhouder, fchandelijk verzuimd is? Wat zal 'er worden van de buitengewoone onkosten en prxmiên, welken de aanftaande algemeene Vergadering van Vertegenwoordigers der geheele Natie zal moeten doen en uitloven, om Zeevaart, Fabrieken en Trafieken aantemoedigen? Welke fchatten zullen 'er niet benodigd zijn , ter uitkeeringe aan zoodanige Bezitters van eigendommen , die thands aan de Natie vervallen, maar weleer, bij mangel van gezonde ftaatkunde, door aankoop in handen van particulieren gekomen zijn, ais bij voorbeeld de Dorps-heerlijkbeden, de ambten van Schouts en Secretarisfen op het platte Land, de goederen van de Geëligeerden, die het tweede lid van Staat in de Pro- ■ vincie Utrecht hebben uitgemaakt enz? Hoe zal men alle deze verbazende fommen kunnen vinden, zon- . èer ee-ae daadlijke uitputting der Natie? Van waar  De REPUBLIKEIN. 79 de contante penningen , die tot den dagelijkfchen handel zoo volftrekt onontbeerlijk zijn, en waarvan een fehandelijk verzuim bij de voormaalige Regeering, door d? eigenwillige en onverhinderde verzending buiten 's Lands, thands reeds eene zeer aanmerklijke fchaarschheid veroorzaakt heeft? Op alle deze bedenkingen zullen wij korriijk andwoorden. liet geen in contante penningen, of derzelver even-' redige waarde , voldaan zal moeien worden , betreft alleen' de nog onbetaalde avbcidsloonen, de gedaané leverantiën , en de dagelijkfche uitgaven , welke tot de itHodzaaklijke middelen van uitvoering dienen , 0111 het land uitwendig geducht, en inwendig voorfpoedig te maaken. Zij , die of met hunner handen werk den Staat gediend , of door geleverde noodwendigheden een wezenlijk yoorfchot van penningen gedaan hebben , of nog doen , mogen zoodanige betaaling in gangbare munt met het hoogfte, echt vorderen. Geheel anders is het gelegen met de vergoeding van eigendommen , die aan de Natie vervallen zijn , en" met alle uitkecringen , van welken . aard die pok zijn mogen. 'Dezen bij taxatie gefchiet'cnde , kan de Natie billijk yorderen , dat de voldoening zij in Lijfrenten ten laste van het Land , tegen zoodanigen billijken jaarlijkfchen interest, als dc a*rd der zaken en de leeftijd vordert der perfoonen , aan welken de uitkeering moet gefchieden. Door deze opheffing der lasten , welken bijzondere Hee-r jrén van'hunne Onderhoorigen ontvingen, door de paa ting der goederen , die weleer door enkele Leden bij vruchtgebruik genoten werden , verkrijgt de Siaat gegoeder Ingezetenen , wier welvaart algemeen voordéeliger zal zijn , terwijl de verkoop der nationale goederen - een aanzienlijk kapitaal 'in 's lands fchatkist zal ftorten. Moeilijker 'is de vraag : pp welke wijze het zoo veel grootèr bezwaar van jaarüjkfche interesfen voldaan, en de krijtende fchulden zullen af betaald worden , 'daar de Ingezetenen reeds zoo fterk belast, en duifenden, althands in Gelderlander] Oyen/sfel, van hun geheel beftaan beroofd, en dus, voor het tegenwoor-r dtge, buiten ftaat zijn, den Lande behulpzaam te wezen in het dragen der gemeene lasten ; en daar het contant geld zelf zoo uhermaate fchaarsch is? Hierr.se fchijnen ons toe' flechts twee middefen vopr I 3 ha»-  8o De REPUBL! K E I NT. handen te zijn, -naaml ijk papieren geld, en de toe-, vlucht tot de vaderlandsmin van vrije Burgers. Hoe zeer men niet kan ontkennen , dat eene nationale fchuld, al is zij ook nog zoo groot, flechts een bezwaar oplevert, hetgeen meer denkbeeldig, dan wezenlijk is , zoo lang flechts de Staatsbeftuurcrs zorgen , dat 'er genoegzaame brpnnen van welvaart voor handen zijn, ■ waaruit de voldoening der fteeds toenemende jaarlijkfche lasten bij de Natie gemaklijk kan gevonden worden : hoe zeer het dus zou fchijnen , dat 'er niets meer nodig ware , dan eene nieuwe negotiatie te openen voor zoodanige lommen , als' de Staat thands voor zijne behoeften, nodig heeft, zoo geeft echter juist de tegenwoordige gefteldheid van zaken genoegzame redenen aan de hand, om dit laatIte middel , voor als nog, niet te beproeven. De Staat is nog in eene daadlijke omwenteling,- de- con-ftitutie is nog niet gevestigd; de koophandel en fabrieken kunnen niet op één oogenblik herfteld worden ; alles is nog in zijnen aanvang; alleen de zucht voor de vrijheid , en het gegrond vooruitzicht op herffelling en voorfpoed, verbindt den Burger aan dit Land : maar dit alles is bij den kapitalist zeiden ovcrreedend genoeg , om hem in de belegging van ziin geld to bepaalen. Zo hij al niet, door eene hooge winzucht gedreven , alleen de hoogrte rente voor den grondflag zijner bereekening houdt, dan is de hooge of laage prijs der obligatien voor hem de maatflaf vanderzelver waarde, en, zoo lang deze prijs hier te Lande nog zoo laag blijft , kan hij niet befluiten, cm , zoo als hij gewoon is te fpreken , zijn geld op eenen onzekeren voet te waagen. Deze bedenking Iaat dus bijkans geene andere keuze over, dan de fchepping van een ingebeeld vermogen , door middel van asfignaten, of papieren munt, welke even zeer in omloop gehragt wordt, als het gereede geld , en waaromnrend alleen ten fterklten moet gewaakt worden tegen de vervalfching en opkooping, en te gelijk gezorgd, dat t'elken jaare een gedecite daarvan 3n s'Lands kas te rug kome en verbrand worde. Immers lang dien weg kan dit middel , het welk eigenlijk gefproken eene negotiatie zonder interest is, zeer wel ftrekken tot wegneming der fchulden, zonder bezwaar voor de Natie, terwijl aan de fchaarfehe pldfptjciën langzaamerhand een meerdere omloop kan wor-  De REPUBLIKEIN. gJ worden gegeven , welke de papieren munt, zonde;nadeel van den Staat, of deszelfs handeldrijvende Burgers , geheel en al vervangt, en den dagelijkfchen handel op den ouden voet te rug brengt. De fomme van den omloop der papieren munt zal dus alleen in evenredigheid behoeven te ftaan tot de middelen van bezuiniging anz. , welken men bij de band heeft, om ze naderhand intewisfelen. Het ander middel , zeiden wij, is de toevlucht tot de vaderlandsmin van Burgers , die zicli vrij gevoelen, leder, die de waarde der vrijheid kent, die onpartijdig kan doordenken op het heil , 't welk uit zoodanige ftaatsherftelling noodwendig moet voordvloeijen , als men thands op gronden van vrijheid en gelijkheid bedoelt, moet niet Hechts gereed zijn, den Staat met zijnen arbeid , maar ook met de vruchten zijner voormaalige zuinigheid , of nijverheid, te dienen. Ook hij moet gereed wezen , om zijn vermogen voor een goed gedeelte aan zijn Vaderland opteofferen. Hij weet, dat de zaak der vrijheid bij geene mooglijkheid kan gehandhaafd worden, zonder eene meer, dan gewoone, toelage tot de algemeene lasten. Hij houdt zich overtuigd, dat deze grootere last niet voordvloeit uit een gebrek aan het tegenwoordig bewind, maar dat het een gevolg is van die fchandelijke beheering, welke voormaals plaats had, en welke de dwingelanden zorgvuldig voor het oog der Natie bedekt hielden , om zich zeiven buiten de befchuldiging te houden, wegens de verhaasting van den ondergang des geheelen Lands , die zoo nabij , cn die allerzekerst geweest was , zo niet de algoede. Voorzienigheid het laatfte hulpmiddel tot redding in de tegenwoordige omwenteling gefchonken had. De vrije Burger houdt zich eindelijk overtuigd , dat elke opoffering, welke hij thands doet aan den Staat, met een tiendubbel voordcel tot hem en zijne kinderen zal te rug keeren , indien flechts de Natie door haare edele daaden toont, dat het haar ernst is, de vrijheid te handhaven. Op deze beginfelen mag, ja moet de Vertegenwoordiger des Volks reekenen, zal hij, in naam des Volks, arbeiden aan het herftel der Republiek , en van deszelfs allergrootst bederf, den rampzaligen ftaat der Finantie. 't Is voor hem niet genoeg, dat hij bij gisfing bereekene, of door geopende negotiaticn proeven neme, ho? hoog de rijke kapitalist het crediet der Natie gelieve te I 4 fchat-  U De REPUBLIKEIN. fehattcn , of in hoe ver hij het heil des Lands bo-' ven eenige meerdere intercsfen op vreemde Mogend heden waardeere, welker politiek beftaan thands even onzeker is, als de wind. Neen : hii moet ftaat kunnen maaken op de werking van bet grootfchè vrijheidminnend beginfel , dat de vrije Burger alles veil heeft voor zijn Vaderland , wanneer het deszelfs behoud geldt. Een enkele wenk — zonder dat het zelfs een daadlijke eisch behoeft té zijn — van den nood des Lands , tot verwerving ttan zoodanige fommen',' welken hij met zijne openbaare reekening aan de Natie uitdrukt ijk verklaart te behoeven , moet ieder Burger , hoofd voor hoofd, zoo wel den min als meer gegoedden , doen henenfnellen ter reddinge, en zijnen overvlped , welken hij in den waaren zin voor het tegenwoordige ontbeeren kan , alle de overtolligheden van praal en pracht, doen uitftorten in s'Lands fchatkist. Deze opofferingen mogen de Volksvertegenwoordigers in den yolftrektften zin vorderen , als het éénig mooglijk middel, om de Natie te ontrukken aan eenen ondergang , die haar reeds befchoren was , doch waarmede zij thands nog bij tijds bekend wordt, om te befluiten , of zij verkiest vrii, onafhanglijk en gelukkig, dan in haare Staats^ onmacht door haare Nabuuren overrompeld , uitgeplunderd en verwoest te worden. Ja Bataaffche Burgers' het is de deugd, welke uwe 'vrijheid moet fchraagen. Gij moogt u ftreelen met de denkbeelden van vrijheid, en haare gezegende uitwerkfeien ; maar zij kan noch gedicht, noch behouden worden , dan door de reinfte deugd. Zoudt gij waanen , dat een gebouw, hetwelk , doormijnen voormaaligen bewooner verwaarloosd , op zijjse grondflagen waggelt , van zelf met nieuwen Iuistbr en kracht zal opgetrokken worden . zonder dat overleg, kennis van bouworde , naarftigheid en arbeid de bouwftoffen behoorlijk zamenvoegen , na den ove. flag, dien de waare' eigenaar met zijne arbei. ders gemaakt heeft ? Even zoo kan het Vaderland , uwe algemeene Moeder , tot welken gij allen , als Kinders , in eene gelijke betrekking ftaat, nimmer herfteld , nimmer behouden worden , zonder dat een k ier uwer zijnen kinderlijken plicht betrachte , om haar, die u gezoogd heeft, en u nog verder poogt on rek week en , in haaren kranken ftaat te helpen , te genezen,, en tot haare volle krachten, te .rug te 1 • - ■• brêft^  De REPUBLIKEIN. krengen. Zal zij aan u vergeven uwe voorige onachtzaamheid , toen gij haar ten prooie liet .aan valfche vrienden, die zich om haare ziekte zoo min, als om haar leven bekommerden , dan moet haar zagt verwijt, daar gij thands uwe misleiding ziet, uwe oplettendheid verdubbelen , om haar te redden, daar zij nog te herftellen is. De gefchiedenisfen zouden voor eeuwig uwen naam fchandvlekken , indien gij uwen kinderplicht verzuimdet. De deugd beveelt u, dat gij milddadig zijt, tot behoud van een Land, dat gij te vooren als flaaven bewoond hebt, thands eerst, als vriie Mannen , het uwe moogt noemen. De deugd beveelt u , dat gij uwen wellust perken' ftelt, dat gij uwe kostbaare vermaaken regelt, dat gij huishoudeniijk wordt , om nuttig te zijn aan uw Gemeenebest, dat naauwlijks den dageraad zijner vrijheid aanfchouwt. Zonder dit bcginfel, zijt gij. onwaardig, zijt gij ongefchikt, om vrij te wezen. Zegt niet : ..wij zullen wachten, tot dat de wet ons bevelen zal , wat en hoe veel wij zullen moeten ,, geven aan den Staat. Wij zullen wachten, tot dat ,,onze verder vers , onze andersdenkende Medebur,,gers met ons zullen geroepen worden, om insgejidijks aan den Staat te offeren." Deze taal past in den mond der laagzielige en vuige eigenbaat. . Bij den Vrijman zou zij een gruwel zijn. Verbeeldt ut niet Burgers .' dat uwe Vertegenwoordigers door eeden hst geld zullen afdwingen , even als hunne Voorgangers , aan welken gij het JudasAoon betaald hebt, om uw Land ta verwoesten. Neen : zij zullen het van u vorderen , op grond van uwe deugd, van uwen plicht , van uwe Vrijheid- en Vaderlandsmin. Zij zullen geen .fterker grond aanvoeren , omdat hij de fterkfte van allen is , en waar deze grond ■ mangelt , daar moet de Burger — flaaf zijn. Denkt intusfchen niet , dat de voorftanders der voormaalige Conflitutie hunne aandacht zullen ontflippen ! Neen : indien dezen zich aan den dienst voor het Vaderland mogten onttrekken, houdt u verzekerd, zü zullen door de wet gevonnisd worden. Gij zult edel zijn door uwe deugd ; zij zullen genoodzaakt worden door febande. Maar neen : uw voorbeeld moet hen ten prikkel zijn; zij moeten door uw gedrag jaau het vaderland verbonden worden; zij moeten door uwe vrijheid-min te rug keeren van hunne dwaalingen. Hoe! Waar was onfchuldige of moedwil-  84 De REPUBLIKEIN. Willige dwaaling immer beiland tegen de verlichtte* goedwillige en ftandvastige deugd? Neen: dit is in de.n aard der dingen onmooglijk. En wilt gij eeri voorbeeld, wat zij , welken gij minacht, kunnen .doen? De voormaalige Stadhouder, die lafhartig van zijn post gevlucht is , offerde zijne geliefkoosdfte gouden en zilveren fieraadiën op, wanneer zijne zaak het vorderde —• en gij zoudt aarzelen? Neen Bataaffche Burgers! het voorouderlijk bloed vliet nog -door uwa aderen. Gij herinnert u den nood der Stad Leiden, in den tijd van het Spaansch beleg. De opoffering was algemeen, zoo wel van hun, die voor, als tegen Spanje waren, en — Leiden verwon. Tagtig jaaren ftreeden onze Vaders voor de verlosfing van Spanje's dwangjuk, met opoffering van goed en bloed, en gij zoudt geen gering gedeelte uwer bezittingen, gij zoudt uwen overvloed niet ten beste geven? '(*) Neen: gij kunt niet aarzelen op een tijd, waarop de vrijheid u nog niets kost; want het geen gij leedt, hebt gij geleden in flaavernij, toen gü de roede van dwingelanden moest kuslén , en dagelijks «we zugten ten hemel zondt om verlosfing. Werkt dan ook nu uit vrije, uit edele beginfelen, en toont door uwe dienflen aan den Staat, dat het Vaderland, naast God, u boven alles heilig is! Burger Republikein'. De vraag is: hoe moet het gaan met de zoogenoemde Wachters op den muur van Siön, die de Orange-leer op den predikftoel verkondigd , en al wat heilig was , daar naar hebben trachten te wringen? — Wat moet ik denken van hun, die fchandelijk gedraaid zijn , en nu weder draaijen? — Wat van hen , die eerst hevig den Patriot fpeelden , en daarna eene fchandelijke acte -van berouw ter teekening legden, en die flerk pro•teéteerden? — Wat moet ik denken van hen, die eerst fterk uitvoeren tegen de Priesters van den JJaal, en daarna voor die zelfde Priesters tot eene {*) Als eene bijzonderheid van het voormaalig bewind, in tien jaare 1794 , reekenen wij hier aan liet voordel, gedaan In de Vergadering der Staaten van Holland, om al liet ongemunt Zilver der Ingezetenen, bij eede, in recuiifitie te dellen, en daarvoor at'tegeveu obligmiën tegen de rent? van < Ouldens ten honderd 's jaars. Men wil. dat de fpoedige Omwenteling alleen bel beiluit en de uiivociiii« daarvan bsbite Y«rhiudeid.  De REPUBLIKEIN. 85 •I Collefte teekenden ? Wat moet ik oor- dee'en van dezulken , die gefcholden en gelogen hebben zoo dat ik dikwerf geërgerd ben geworden, omdat zij in hunne leerredenen en gebeden een vreemd vuur op Gods- altaar durfden brengen en zii daardoor dé eenvoudige Gemeente misleidden, te'rwiil hun voornaame doel was , om Orange, deszelfs aanhang , en al deszelfs bedrijf voor rechtvaardig te verklaaren , de Orange- eer voord te planten, en de beminnaars van vrijheid en gelijkheid uit te (chelden voor Godverzakers, pesten en diergelijkeni Kunnen zulke Leeraars vertrouwd worden als Mannen van eer, om de kudde van Christus te weiden ? Is 'het behoud der zielen hen toevertrouwd? Kan men verwachten , dat zij , in oprechtheid, de leer van Jefus , zonder eigenbaat, zullen JsJkondl' een op den predikftoel en aan het krankbed l Door deze vragen bondig te beandwoorden , zult gij den Burgeren grapt genoegen geven en verplichten Uwen Medeburger Chkistiaah. ANDWOORD. 'Sf'. '"•» .»•*'••'• :.• • • i i ' '> "Oga ,.,;>> Wü verheugen ons zeer over de edele denkwijze van onzen Correspondent. Hij , bij wien de godsd>nst heilig is , verdient onze hoogfte achting , om dat hij een Man is , die handelt volgends vaste beeinfelen. En zoo komen wij van zelf tot de beandwoording zijner voorgeftelde vragen. Medelijden en vergeving verdienen alle zoodanige Leeraars, die onnozel genoeg geweest zijn , om den predikftoel te misbruiken tot het voordplanten van orange-gevoelens, welken aldaar nimmer thuis behooren, en die dus m hunne onkunde gedwaald hebben — Onze hoogfte verachting verdienen die Leeraars, die men voorafkan beredeneeren niet uit onkunde gedopld te hebben, maar die, met verwatenen euvelmoed , alle mooglijke gelegenheden, tot zelfs de Bijbeltekften, gebezigd hebben, om haat, nijd en tweedracht te ftooken, en de voormaalige Regeering, met de heffe des Volks, aan te hitzen tegen de vreedzaame voorftanders van het onwrikbaar ftelfel van vrijheid en gelijkheid. De zoodanigen, bij voorbeeld, die den dood des Konings van Frankrijk openlijk hebben durven vergelijken bij het lijden van onzen gezegenden Heiland, cn op zoodanigen grond allen, die I  8ö DëREPÜBLIKEIN. aan Frankrijk's ftaatkundig zamenftel het oor leerden, voor een moordziek rót hebben gefcholden ; de zoodanigen, zeggen wij, hebben den predikftoel en den godsdienst onteerd, en door hun kan de welmeenende Christen, die in zijnen Leeraar een reehtfchapcn, eerwaardig , vredelievend en goedwillig Man vordert, niet langer gefticbt worden ; al fchreeuwden zij nu openlijk dc vrijheid boven! De predikftoel heeft niets gemeens met de ftaatkunde, en wij moeten daarom het gedrag pnizen c,ier Municipaliteiten, welke de Predikanten gelast hebben, zich noch rechtftreeks, noch van ter zijde, ,met de ftaatkunde te bemoeijen. —- Iti 200 verre, kunnen dus alle Predikanten, die thands door hun gedrag toonen, en daarom ook niet ongenegen zijn zouden te verklaaren, dat zij in voorigen tijd uit onkunde gedwaald hebben, herfteld worden in hunne achting, omdat hun gedrag eene dooling van het vcrftand, maar niet van het hart, was. — Ten aanzien der tweede zoort, welke een oproerig, ondeugend charakter hebben doen blijken, heeft ieder Lid der onderfcheidene Christelijke Gemeenten het recht, om zich, in geval 'er zoodanigen onder zijne Leeraars Zijn mogten, met de nodige bewijzen van dusdanig gedrag, te vervoegen bij den Kerkeraad, en van denzelTen te vorderen onderzoek, correctie, en des noods afzetting van hunne posten. Indien deze bewijzen voldoenend zijn, en de Kerkeraad weigerde, aan deze billijke voordellen gehoor te geven, dan ftaat de weg open tot de Municipaliteiten, welke zeer wel gereed zullen zijn, om de eer van den godsdienst en het charakter van brave Godsdienst-predikers, tegen derzelver onchristelijke Ambtgenoten , te handhavenen. — De onderfcheiding dezer twee zoorten fchijnt ons toe, zeer billijk en noodzaaklijk te wezen. De braaffte Man kan uit onkunde, en in een oogenblik van onbezonnen drift, dwaalen, grovelijk dwaalen: maar eea leeraar, die, om te haaken naar de gunst der voormaalige Grooten , op den predikftoel zijne Broeder6 kan vloeken , die dit bij aanhoudendheid kan doen , kent niet alleen den godsdienst niet, welke altijd liefde en broeder-min ademt, maar verraadt zeer duidlijk een flecht hart, dat hem alle de aanfpraak op den naam va* vhristenleeraar beneemt.  D E REPUBLIKEIN. N°. 10. L».r Chiens dsvicnnent i?ifupportables, quand on a pouf eux trop d'indulgence. ÖXENSTIRN. De tegenwoordige Omwenteling is eene daadzaak zonder voorbeeld. — De Natuur herfchept nimmer? den onzuiveren dampkring tot volkomene vruchtbaarheid , of haar werk is vernietiging van millioenen fchepfelen, die alleen fchijnen te leeven , om te fterven : en hetgeen de krachten van het geheelal, in haare onderlinge werking , ten aanzien van het ftoflijka daarilellen , is de afbeelding van het werk der Menfchen, wanneer zij, in grooten getale, eene buitengewoona onderneming van gewicht zullen tot ftand brengen. Da denkbeelden, gevoelens, vooroordeelen en belangen, zijit zoo oneindig verfchillende, dat men van groote Maatfchappijen , aan Zich zeiven overgelaten , naauwlijka eene eenparige , heilzaame verrichting kan verwachten , zonder aantebotzen tegen andere krachten , die haaren arbeid wederftreeven. Het oogenblik van böflisfing , waaraan Zwitserland , Amerika, Frankrijk , en onze voormaalig Nederlanden in de zestiende eeuw , de bevrijding van gevloektert dwang verfchuldigd waren, was altijd gevaarlijk, en in zekeren zin verwoestend. Het oogenblik dezer Omwenteling was de zoele en verfrisfchende avond-wind , na eene verfchroeijende aomer-hitte van den dag. — De dwinglandij had dc Natie doen reikhalzen naar de allereeifte gelegenK heidt  $8 De REPUBLIKEIN. fieid. om de flaaffche keetens te verbrijzelen, De" tegenftand , die- alle heimlijke poogingen te leur ftelde , deed alle' .vonken vuur vatten. Het fcheen , of de vlam, eensfiags uithardende, alles verwoesten zou, wat rondom haar was. Het oogenblik is daar — de Natie verklaart zich vrij — verwijdert haare tïjran- nen, en rechtvaardigheid is' aan de orde van den dag I .Juicht vrij Bataven' óver dezen uwen roem! Geene gen, offchoon in gal gedoopt, kan dien ontluifteren. Uwe Kinders zullen dien ongefchonden aan hun Nagedacht overleveren , al ware het zelfs 't geen God verhoede ! dat de Nazaat laf genoeg zijn mogt, om zich aan eene nieuwe willekeur te onderwerpen. Alleen zal de Nakoomlingfchap twisten , of de drijfveer van gemaatigdbeid — édelmoedigheid , dan of zij zwakheid geweest is. De oplosfing van dezen knoop zal zij alleen kunnen vinden in uw doorgaand gedrag, het welk gij, geduurende de geheele Omwenteling , houden zult. Het zal 'er op aankomen, om re toonen, dat de Natie in waarheid kenneden fchat, dien zij voor zich begeert; dat zij dezen fchat wel wete te waardeeren ; dat zij verdandig, dil, bedaard kan zijn, daar beraadflaagd wordt; moedig, daar wederdreefd ; grootmoedig, daar opgeofferd; onverwinlijk , daar gedreden meet worden. Dergelijke beginfelen zullen zich thands moeten openbaaren, hoe' meer de Omwenteling nadert tot zeker middenpunt, waar zich alle de krachten van den Staat zullen vereenigen , om één denkbeeld — dat der Vrijheid algemeen te doen werken. Zulke grondbeginfelen zullen zich moeten onderfcheiden, hoe grooter de wederdreeving wordt van hun , die de revolutie vloeken, omdat zij hunne gewaande eer en hun bedaan verloren hebben ; hoe geduchter de 'buitenfandfehe aandagen zullen worden, welken de Alleenheerfchers .eh Adel-despoten niet ophouden tegen de Vólks-Vrijheid te fmeeden, zoo lang zij nog ademen; hoe moeilijker duifende onvoorziene toevalligheden, welke van geene' menfchlijke befchikking afhangen , het recht gebruik van vrijheid en gelijkheid , van broeder-min en wraak, van toegeeflijkheid en gedrengheid, zullea maaken. Het woelig tooneel voor deze belangrijke tijdperken . " wordï,  De REPUBLIKEIN. 89 *cordt, thands, reeds geopend door den aanhang van Orange, van hem , die zijne vrienden lafhartig verlaten heeft, nadat hij ridderlijk gezwetst, kerkelijk gefchreeuwd, godsdiendig gezworen had, om voor Kerk en Staat al wat hem lief was, ja zijn leven zelfs, te zullen opofferen. Het gefchiedt door hun, die, voor als nog, geen het minde uitzicht hebben op herdellïng, en dus niet anders zijn, dan werktuigen der afgezette' dwingelanden , niets anders beöogende, dan verwarring. liet gefchiedt door hun , die zich weleer fchuldig maakten aan mishandelingen, welke de vervolging der wet rechtmaatig verdienden; door hun, die vergeving ontvingen in plaatfe van draf; door hun, die hunne oogen duiten voor de heldere zon, welke allen verlicht, met oogmerk, om hen met eene aangenaame warmte te verkwikken. Wat vordert hier de gelijkheid ? — wat vordert het recht? — wat eischt de vrijheid? Deze drie vragen zijn van het hoogst belang. Mijn Medeburger, dusfpreekt gij, heeft met mij alle rechten gemeen , waarop ik bij mooglijkheid aanfpraak kan maaken. Hij mag niet alleen verfchillen in zijne denkwijze van mij en anderen ; maar hij heeft zelfs volkomene vrijheid, om zijn verfchillend gevoelen te uiten, openlfk te uiten, .zonder dat het mij, of iemand anders, vrij flaat, hem in dat recht te belemmeren. Het éónige, dat ik van hem kan vorderen, en het geen ik wederkeerig' aan hem verfchuldigd ben, bedaat hierin , dat hij zijn gevoelen voordrage op eene be,'cheidene wijze. — Zoo mag dan.de voprftander eener eenhoofdige regeering, de verdediger van den adel, dc aanhanger van Orange openlijk uitkomen voor zijn gevoelen , dat hij gemelde regeeringen beter keure, dan die , welke thands gevestigd is ? Het baat hier niet, of gij hem zegt : dat alle die reeeeringen drijdig zijn met de grondrechten van iederniensch, welken onvervreemdbaar zijn : want hij zal u toedaan, dat hij dezelfde grondrechten erkent en aanneemt, maar dat het verfchil alleen bedaat in de toepasfing dier gronden, en dat een'Volk, op dezelfde gronden, een Alleenheerfcher tot hoofd der uitvoerende macht kan aandellen, als het nu zijnen Staatsvertegenwoordiger verkiest. Zulks, zegt hij, zal alleen afhangen •van de bepaaling zijner macht, volgends eenen be.K a hoor»  De REPUBLIKEIN. hoorlijkón last, dien hij van het Volk verkrijgen z'aT, Verbeeld U nu , dat deze onderlinge redeneering , van tijd tot tijd wat driftiger voordgezet, eindelijk onvriendlijk afloopt, zoo dat gij hem daagt voor de rechtbank, als eenen man, die openlijk eene leer verkondigt , welke ftrijdig is met het aangenomen ftelfel van regeering ? Wat zal hier het ftrikte recht beflisfen ? De billijke Rechter- zal vragen: of 'er ook door den tegenftander eenig voornemen is verklaard, om zich eenen aanhang te verwerven, ter wederftreeving der gemeene zaak? of 'er door hem eenige daadlijkheid gepleegd zij? of hij afzonderlijke Perfoonen, die thands in het bewind zijn , hebbe beleedigd' enz. ? -Van dit alles niets blijkende , zal de Rechter hem yrijfpreken, met waarfchuwinge alleen , om voorzichtig te zijn in zijne gedragingen, zoo dat hij geenzins de openbaare rust verftoore. En hiermede zal het -verfchil geëindigd zijn. Maar deze zelfde tegenftander deelt zijne gevoelens niet flechts aan u afzonderlijk mede. Dekenden, welken hij tot zich nodigt, worden door hem tot zijii ■ftelfel overreed. Hij komt openlijk uit voor hetzelve ; hij maakt zich eenen aanhang. Veelen vereenigen zich met hem , om. dezelfde leer te belijden, zonder iets meer te 'doen , dan hunnen aanhang op eene zeer bedaarde wijze te verfterken. Wat zal hier de Staats-Vrijheid oordeelen ? Zij zal zeggen: wanneer gij dezen man alzoo onverhinderd laat voordgaan , zoo geeft gij uwen listigen vijand de geduchte waapenen in de hand, om uwe vrije Staats-'inrichring alsdan te beftrijden, wanneer hij weet, dat hij zulks met een goed gevolg doen kan. Gij voedt een geheimen vijand iri uwen boezem , die 'veel gevaarlijker is , dan uw' openbaare aanrander , 'omdat gij u tegen zijne aanflageu nimmer zeker genoeg kunt beveiligen. Hier is een püht, waarin de Staats- vrijheid geheel iet adders fchijnt te vorderen, dan gelijkheid en recht. Beide laatften zullen toegevend zijn', zoo lang uw ftrijdig denkende Medeburger zich niet openlijk verzet tegen het aangenomen ftelfel door daadJijkheden. De eerfte, in tegendeel, zal-u ten fterkften dringen, niet flechts om een oplettend oog te houden op zoodanige wederftreevers, maar- zelfs te beletten. «kt zij' hunne gevoelens algemeen maaken. — Wat  De REPUBLIKEIN. 91 vordert hier eene billijke omzichtigheid? Laat ons dit kortlijk overwegen. 1 Welke is de grondflag, waarop de tegenwoordige Omwenteling berust? Het andwoord is gereed, Zulks is de volftrekte noodzaaklijkheid, geenszins voordfpruitende uit de bijkomende hulp onzer Franfche Broeders, — dezen voerden den oorlog tegen den Stadhouder, niet tegen de Natie — maar berustende op het algemeen belang. Zij, die den toeftand des Lands kenden, wisten, dat hetzelve op het punt was van zijnen ondergang. Dezen ondergang, zo mogelijk , te verhoeden , was de plicht van eiken Vaderlander. Op dezen plicht waren alle de poogingen gegrond, door welmeencnde Burgers, zoo binnen als buiten de Republiek', aangewend, na de omwending van 1787, tot in de laatfte dagen, om eene andere ftaatkundige form intevoeren. De Stadhouder was oppermachtig : de zoogenoemde Regenten waren , als zoodanigen, flaaven; als Volksvertegenwoordigers, onwettig; als misbruikers van een gezag, dat alleen aan het Volk behoort, geweldenaars: de fchatkist des Lands was uitgeput: alle bronnen van welvaart verftopt, en dus de Natie niet Hechts gerechtigd — want dit blijft zij altijd — maar verplicht tot herftelling, door middel eener Omwenteling. Dat de geheele Natie dit niet bewerkftelligd heeft, is geene billijke tegenwerping. Haare werking hing af van duifende toevalligheden , welke meestal in de macht ftonden van hun, die ten dien tijde nog aan het bewind waren. Dezelfde noodzaaklijkheid, welke 'er was voor de Omwenteling, maakte het ten ecnenmaale onverfchillig, of zulks door wpinige Burgers gefchiedde, die een voorbeeld gaven hunner vaderlandsmin; het kwam alleen daarop aan, of de Natie dat voorbeeld goedkeuren en volgen zou. Heeft de Natie de Omwenteling goedgekeurd? — Dit is buiten kijf. Zij is niet flechts hier en daar, maar overal, en wel overal in die orde'gefchied, welke men immer bij eenen opftand kan vórderen. Zij is gefchied, met herftellinge, niet van de ftoelen der voormaalige Regenten, maar met herftel van het recht yan ieder Burger, van ieder Mensch in 't bijzonder, dat de natuur, de gezonde reden , en eene verachtte ftaatkunde leert. Zij is gefchied zonder beK 3 »»'  9i De REPUBLIKEIN: - nadering van iemands rechten : want de afzetting derlaatfte Regeering is eene daad, welke het Volk altijd toekomt, wanneer zijne Bewindsmannen rmnr.e posten of onwettig aanvaard, of niet wel hehbcï waargenomen. Zij vormt ook de beste, de één?, ge grónden, waarop een Land immer zijne innerlijke welvaart kan bouwen, welke daarin beftaat, dat alle de deelen in eene evenredige betrekking ftaan tot het geheel. Zij heeft reeds te weeg gebragt, dat de Natie daadelijk haare ftem uitbrenge, of door Vertegenwoordigers , weiken zij in Perfoon heeft aangefteld, of, uit hoofde van den eerften aanvang, waarbij nimmer eene volftrekte volkomenheid kan gevor. denf worden, provifioneel goedkeurt: ik zeg goedkeurt; want de orde, welke door gantscb, Nederland, 'vari bet eerfte oogenblik der revolutie af tot op den huldigen dag, plaats greep, bewijst ontegenzeglijk, dat bet grootfte en beste gedeelte der Natie volkomen tc vrede is, en met het geen 'er ten algemeenen Witte verricht is, en met de Perfoonen, die het verricht hebben, en nog uitvoeren. Zonder de waarlr.id, derhalve, in eenigen opzichte te .chenden, kunnen wij thands met het hoogfte recht beweeren, dat de Natie haaien wil hoeft doen kennen. Deze wil is uitgedrukt in de Afkondigingen der provifioneele Volks-Reprefentanten van bijkans alle Provinciën, en het is ingevolge daarvan ffat het Vo!k h{er en daar zij.ng rechten Q enJi;,^ heeft uitgeoefend , of zich eerlang in ftaat zal bevinden, om dezelven in orde uitteoefenen. Bij denze! ven. wil is verklaard de affchaffing van het Stadhouderfchap , in alle deszelfs voormaalige ftrekkingëö, gelijk mede van den Adel, met alles, wat tot deszelfs invloed en regeering behoort. Deze wil is gevestigd door zeer veele befluiten en daaden in naam des Volks verricht, en door hetzelve goedgekeurd. ö b ' Zoo doende zijn wij op den weg, om te beandwoorden de vraag: hoe moet men den man befchouwen, die een ftelzel leert, openlijk leert, het eeen met dien uitgedrukten wil ftrijdig is? — HH die aülks doet, het zij hij eene monarchale, ar'ifto^ craflfche, of orange-Ieer predikt, met oogmerk or» daardoor aanhang te maaken, bedrijft eene burgerlijk • ■ flécfa.  De REPUBLIKEIN. 93 fïéchte daad, vermids hij wcderfprcekt een algemeen aangenomen gevoelen, dat door de verftandigfte en braaffte Mannen van alle eeuwen , en nu ook door het geheele Volk. voor waar, goed, en heilzaam, ja als de zekcrfte gvondllag van algemeene orde en welvaart, erkend is. Maar deze burgerlijk Jlechte daad wordt nog daarenboven zedenlijk jlecht, wanneer wij letten op de gevolgen, die daaruit kunnen voordvloeijen. Men kan niet vooronderHellen, dat ieder Burger, hoofd voor hoofd, kundig genoeg is , om alle de verkeerde redeneeringen te wederleggen, welken de prediker d;er ftrijdige leer aanvoert. Kan hij ongeftraft voordgaan, met deze zijne gevoelens op openbaare plaatlén te uiten, alwaar hij tegenftand ontmoet, zie daar den weg ge-, baand , om, bij de minfte verhitting van driften, tweefpalt, gevechten j moord en plundering uittewerken. Vindt hij op zoodanige plaatlén gehoor, zie daar denzelfden weg gebaand tot oproer, omdat hij in zoodanigen kring flechts weinig list noodig heeft, om zijnen aanhang tot zün verkeerd oogmerk te bezigen. In één woord, de tegenftander van het thands heerfchend ftaatkundig ftelzel is een gevaar-, lijk burger, omdat zijne tegenkanting uitloopt opwanorde en verwoesting. En nu is de Iaatfte vraag : hoe moet de Orangefchreeuwer behandeld worden ? —p Het onderfcheid tusfchen burgerlijk en zedenlijk flecht, zoo lang niet eenige feitelijkheid bewezen is , zal altijd in rechten een moeilijk vraagftuk opleveren ; of hij fchuldig zij, té achten aan oproer? Zoo lang een .Staat in omwenteling is, en zoodanig is de'Onze, zoo'lang wij nog geene algemeen ingevoerde Staats-Conftitutie hebben, welke op vrijheid en gelijkheid berust kunnen de wetten nimmer dien regelmaat volgen , welken zij anderszins uit de daargeftelde form van rechten ontkenen. Dit is het beloop van alle omwentelingen, welke, als'geboren in eenen ftaat van verwarring, noodwendig aan onvolkomenheden zijn blootgefteld. Maar, juist omdat ook dan het gevaar van tegenftand grooter is , behoort ook de omzichtigheid grooter te zijn. Men behoort meer te letten op de beginfekn, waaruit gehandeld wordt, dan op de daaden zeiven. Elke toegevendheid bereidt een grooter kwaad.  94 Dg REPUBLIKEIN. kwaad. De ondeugd zal daardoor gevoed worden» Zij zal verwarring op verwarring hoopen , in den Wensch , dat uit zoodanige verwarring eenmaal haare zegepraal zal voordvloeijen. Dit , toegepast op de woelingen der Adel-despoten , die tegenwoordig, gelijk altijd, het Orange-gepeupel tot hunne oogmerken bezigen, om twist en tweefpalt te zaaijen, leert, dat alle Rechters niet omzichtig genoeg kunnert zijn met de allereerlte beginfelen tegen te gaan, om zöo veel zekerer te zijn van eene duurzaame orde. Nu zal eene kleene ftraf kunnen uitwerken, het geen naderhand de doodftraf niet vermogen zal, wanneer een woest gepeupel zich verlaat op toegevendheid, dat is , in deszelfs oog , op zwakheid van beginfelen. Zij, die thands zich durven verftouten , onbefchaamJ voor Orange te ijveren, zijn, zelfs zonder buitenfpoorig te wezen , oproermaakers , of liever onzinnigen , die geen denkbeeld hebben van Vrijheid of Volks-geluk. Noch reden, noch braafheid kan hen overtuigen. De éénige weg van overtuiging is fchaamte, indien zij daarvoor nog vatbaar zijn. Behandelt hen dan als zoodanigen. Doemt hen tot den arbeid van llaaven; want dit verdienen zij. Doemt hen , terwijl gij hen bij nacht opfiuit, des daags tot den arbeid, om de ftraaten uwer Steden van modder te zuiveren, of om de gemeene 'wegen te verbeteren, in zoodanige kleeding, welke verachting inboezemt. Deze is de éénige weg, om hen zeiven, en hunne verdwaasde aanhangelingen, het onderfcheid tusfchen vrijheid en flaavernij te doen gevoelen: — de éénige weg, om de. zen zedelijk Hechten aanhang tot nadenken, tot beter gezindheden en daaden, op te leiden.  b ë Republikein. n°. ii. New-Yorcic ordonne 5 que la mllice nationale fera pat la Jüke £f dans tous les tems, j'oit paix, foit gnerret armée, disciplinée cjf toute prête a jervir. CONSTITUT. Am.ERIC. O nze geheele Omwenteling is eene hersfenfcbim zonder eene allerfpoedigfte waapening te land en te water. Het vermoeden, dat beiden, in dezen tijd, niet tot ftand zulien kómen, voor dat buiténlandfche Vijanden in ftaat zullen zijn , ons openlijk aantevallen , doet onze inlandfche belaagers juichen in de zwakheid der middelen tot verdediging. .-Hoe!" zeggen zij: in een Land, als het onze, waar elk oogenblik, dat ,,de arbeider of koopman mist, om zijne zakën bet, hoorlijk waartenemen , zijn geheel beftaan onder- mijnt; in een land , waar de overgroote weelde de • > Ingezetenen gewend heeft aan eene gemakli kheid, welke hen volftrekt buiten ftaat fielt, om de waapé- nen te voeren,- in een land, dat verbaazende fchatten. ,, nodig heeft, alleen om zijne dijken en waterleidingen te onderhouden, en dat dus.in de onmooglijkheid is, „om zoodanig geducht leger op de been te brengen, ,, het welk beftand ware tegen buiténlandfche aanval?,len; in een land, dat geene voordbrengfelen heeft, t, die tot den fcheepsbouw nodig zijn , dat dezelven ,, dus van alle andere Gewesten moet haaien , om ze alhier te bezigen; in een land, dat buiten ftaat is, ,j om zijne houthaalders door gepaste convoijen te dekL 9: keu,  96 De REPUBLIKEIN". ,'5ken, en dat geene macht altoos gereed heeft, onii, zich tegen het 'reeds lang oorlogend Engeland- ter zee' ,,te verdedigen: inzull^een land is de Omwenteling, zoo als zij thands plaats grijpt, een loutere droom, s, waarmede men zich onnozel vleit, zonder dat dezaak zelve bij mooglijkheid uitvoerlijk is, en het is derhalve zeker, dat'de tegenwoordige flaatkundige ,, revolutie even fchierlijk zal geëindigd zijn, als zij begonnen is." Zoodanige redeneeringen zijn' het, welken de Familie-despoten niet ophouden te verfpreiden onder de Meenigte , om daardoor, ware het mogelijk , den eenvoudigen te verftrikken, den zwakken ter neder te drukken, den floutmoedigen te over-' bluffen, den algemeenen moed te verdooven , en alZoo aan de Regeering des lands die inwendige kracht te' ontwringen, welke zij nodig heeft, om met een goed gevolg aan orde en herftel te arbeiden. De dwaasheid van diergelijke voorgevens aantewijzen , is de onvermijdlijke plicht van eiken waaren Vaderlander. Eéne voorafgaande aanmerking moeten wij maaken, eer wij over den toeftand van ons krijgswezen te water Én te land, en over de middelen totdeszeifs fpoedige verbetering, zullen handelen. Zij is deze: dat de Republiek Frankrijk, onze Bataaffche Gewesten tot haaren Bondgenoot hebbende , niet flechts eenen geduchteiA vijand minder te bevechten, maar juist daardoor eene gelegenheid heeft, om haare ondernemingen op het,Vaste Land, en ook ter Zee, met kracht doortezetten , welke zij nog nimmer gehad heeft. De Noordzee , welke tot nog toe, bij mangel van gefchikte havens, haare werkzaamheden te water belettede, zal haar nu in ftaat ftellen, om met haare geduchte Zeemacht de overwinningen voord te zetten, welken zij ts vooren "alleen op de kaart konde teekenen , om ze thands te; volvoeren. Met onze Vlooten vereenigd, zal zij zich meester kunnen maaken van het Kanaal , cn, indien wij haar eenen aanzienlijken bijftand verleenen, op gelijke wijze de Engelfche Kusten en Hayens zoodanig kunnen bewaaken, als weleer Engeland omtrend Frankrijk deed , zoo dat geene Schepen zullen kunnen in- of uitlopen, zonder in haare handen te vallen. Dezelfde aanmerking geldt ook van het Vaste Land. Te vooren in de Nederlanden eenen vijand hebbende, tegen wiensinvallen in Braband zij altijd eene aanzienlijke legerbende  De REPUBLIKEIN. 97 ■de moest agterlaten , aan den anderen kant belemmerd door den toevoer van allerleien aard , die langs den Rhijn tot in bet binnenfte van Duitschland onverhinderd konde gefchieden , kan zij , na de op handen zijnde verovering van Luxemburg, haare geheele macht zoodanig te zamen trekken,, of, bij derzei ver affcheiding tot onderfcheidene aanvallen , dezelven altijd, des noods, zoodanig vereenigen, dat noch Oostenrijk, noch. Pruis/en, haar het hoofd zullen kunnen bieden , terwijl zij, door haare veroveringen in het Munflerfche .en aan den Rhijn, den weg affnijdt voor die aanvallen, welken de Nederlandfche grenfen hadden te duchten, en eindelijk, indien zij al eens genoodzaakt ware te zwichten, het geen volftrekt onwaarfchijnlijk is , deze zelfde Landen , die haar te vooren den doortogt zoo iang beletteden , tot eene gefchikte wijkplaats zullen kunnen dienen, om den vijand het verder doordringen te beletten. Van deze zijde befchouwd , is derhalve eene Tegen-omwenteling, door macht van Oostenrijkfche of Pruisfifche waapenen , eene volkomene hers* fenfehim, alleen huisvestende in het hoofd van kinderverfchrikkers, of antirevolutionaire geesten, die, door hunne laagzielige inboezemingen , de fchandelijkfte oogmerken of verlangens openbaaren , en in den tegenwoordigen tijd nimmer genoeg in het oog kunnen gehouden worden. Welken Bondgenoot, intusfehen, zou het edelmoedig Frankrijk aan de Bataaffche Republiek hebben, indien deze buiten ftaat ware, haare eigen grenfen tegen allen mooglijken aanval te verdedigen , haaren eigen koophandel te befchermen, haare Zuster-Republiek ter zee te onderfteunen ? In de daad , zo immer eenige wraakoefening rechtraaatig ware, dan zou het die van Frankrijk zijn , dat zoo veel edel Burger-bloed plengde, om ons vrij te maaken — om onze Gewesten voor een Conquest te verklaaren, indien wij weigerachtig of nalatig waren , om dezen verfchuldigden dienst te bewijzen. Het is dus niet alleen belang, maar plicht, dat het geheele Krijgswezen te water en te land, zeer fpoedig, op eenen geduchten voet gebragt worde. Maar het fchandelijk beftuur der voormaalige Ad,5 miraliteiten heeft veroorzaakt, dat 'er een volflagen gebrek is aan alle nodige Scheeps-behoeften tot den 9» aanbouw van fchepen." — Volgt dan hieruit, dat L 2. mm  $8 De REPUBLIKEIN. men onwerkzaam zou moeten blijven? Zal niet de han» del op de Oostzee op het oogenblik kunnen geopend worden, zoodra de 25 Oorlogfc hepen, die thands voor handen en in goeden ftaat zijn, om zee te bouwen, onder het bevél van brave Officieren , zich met de Franfche Vloot zullen vereenigen , om de Engel fché Plunderaars in hun roofnest te jagen en optelluiten? Kunnen 'er niet van s'Lands wege prajmiën worden uitgeloofd , om den Noordfchen houthandel aantemoedigen? Kan niet de houthandel van den Rhiin. kunnen niet de aanzienlijke bosfchen in de Generaliteitslanden', in Braband, en in Gelderland, in eenen tiid van nood, aan dit oogmerk dienstbaar gemaakt worden ? Zijn niet de Scheepswerven van afzonderlijke Ingezetenen gefchikt, omeven voordeelig voor het algemeene Zeewezen te arbeiden? Kunnen niet veele Groenlandfche en West Indifche Schepen de onmiddellijk tegenwoordige behoeften vervullen tot Oorlogs-fregattén van een minder caliber? Waar zou het menfchelijk vernuft te kort fcbieten , om de algemeene nijverheid met eenen nieuwen geest van uitvinding te doen werken, indien flechts de kundige en arbeidzaame Vaderlander door" gepaste middelen en drangredenen wordt aangefpoord, om zijne poogingen met die van het algemeene Beftuur tot eenparig «ut te vereenigen? Wij houden ons volkomen verzekerd , dat de marine van den Staat, met zoodanige werkzaamheden , ondanks den tegenwoordigen nood. 2ich zeer fpoedig in dier voege herftellen zal, dat zij haare edelmoedige Bondgenoote door wederkeerige edelmoedige diensten, welken een wederziidsch belang noodwendig vordert, op het naauwfte aan zich zal kunnen verplichten. En wat het bemannen der Schepen betreft, nimmer zal zich de geest onzer Zeerobben nadruklijker openbaaren , dan wanneer oiize Zeemacht tegen den Brit zal gekeerd worden. De glorie van Zoutman zweeft nog op duifend lippen bij den Matroos, die de Engelfche treeken van den laatst voorgaanden oorlog nog niet vergeten is. Zijn moed zal op ïiieuw ontbranden ; de een zal den ander tot mededeelneming overreeden , cn ieder hunner zal een held zijn. Zoodra eene behoorlijke Staats - omzichtigheid, ©p de kennis van menfchen en zaken gegrond, de werking der Vlooten wel zal geregeld hebben, dan verheuge zich de Bataaf, bij voorraad, in het blij vooruitisicht van Doggerbankfche Xrijgslaurieren» Moei-  De REPUBLIKEIN. 99 Moeilijker fchijnt de regeling eener Land-armee. Aan deze moeilijkheid fchrijven wij toe de vertraa-, ging eener zaak, welke reeds voor een goed gedeelte in orde had behooren te wezen. Het denkbeeld, om als Soldaat, te dienen, heeft aan de Natie eene verachting van den krijgsdienst ingeboezemd De Ariftocraten hebben dit denkbeeld aangevuurd, omdat eene gewaapende Burger macht de geesfel was hunner willekeur. Zij hielden daarom den Soldaat zorgvuldig afgefcheiden van den Burger, om in beider afkeer van eikanderen hunnen fteun te vinden. Zij hielden den eerften onder zoogenoemde Pruisfifche, dat is, den mensch vernederende, krijgstucht, om hem tot alle oogmerken, hoe ilaafsch en haatelijk, te kunnen bezigen. Maar, in de tegenwoordige Omwenteling, welke zich naar de beginfelen van vrijheid en gelijkheid richt, beftaan 'er geene Soldaaten meer. Allen, die de waapenen opvatten, doen zulks als vrije lieden, als Burgers , die een eenparig belang hebben in de verdediging der Republiek, dat is, in de verdediging hunner rechten en eigendommen. 'Er kan, 'er mag hier geen onderfcheid zijn. in benaaming, of in verrichtingen. De naam van Burger-krijgsman moet algemeen zijn voor de geheele militie van den Staat. Allen, die opgefchreven zijn, om den Lande te dienen, ■— en zoodanigen moeten allen zijn van ig tot 60 jaaren, niet één éénigen uitgezonderd, die gezond van lijf en leden is, en den Burger-eed aan de Republiek zal gedaan hebben — moeten de wachten betrekken, tot beveiliging hunner Steden , hunner Dorpen en Gehuchten , .bij dag en bij nacht. Zij' moeten uittrekken tot bezetting der Frontierplaatfen, bij requifitie voor één jaar, als wanneer zij door eene andere requifitie behooren vervangen te worden , het welk zich zal uitltrekkea tot den ouderdom van 50 jaaren toe, boven welken tijd de billijkheid vordert, dat de Burger-krijgslieden, die als dan onderlteld worden, wel verdiend te hebben bij het Vaderland , de overige 10 jaaren alleen hunne eigen woonplaatfeh, of zeer nabijgelegen posten, zullen bewaaken. In tijd van oorlog, wanneer eene meer, dan tiendubbele, krijgsmacht aan de grenfen en in de verIterkte plaatfen, en des noods tot voordeelige aanvallen der vijanden, vereischt wordt, zal het Committé van algemeene Waapening de noodige requiiitiën doen L 3 \ïït  soo De REPUBLIKEIN. jiit As geheele Krijgsmacht, te beginnen met den jongden kring van 18 tot 21 jaaren, en verder bij opklimming t'_eiken reis van 3 jaaren, ieder van welke requifitiën zich voor één jaar zal verbinden. Langs dezen weg, blijven de meeste takken yan welvaart, het zij van koophandel , zeevaart, landbouw en fabrieken, , haaren gewoonen loop behouden, zonder dat het verlies voor^ de algemeene nijverheid verderflijk kan wezen. Zij , die den ouderdom van 16 jaaren bereikt hadden , zouden, van tijd tot tijd, in dc krijgskunst ouderwezen worden,- -en, als Cadets, vrijwillige dienden kunnen waarnemen; terwijl de zwaarigheid, in het geval der te doene requifitiën, dat de een of ander Burger, met een talrijk huisgezin voorzien, uit zijn bedrijf niet wel konde gemist worden., zonder de opoffeT ring zijner geheele welvaart, zou kunnen wegvallen, daardoor, dat hij eenen ander in zijne plaats delde, wiens plaatslijken post hij zou behooren te vervullen ' met betaaling van zekere buitengewoone fchatting * tot de kosten der Staats-armee. Volgends deze inrichting, zou het leger van den Staat, in tijd van vrede, naar de zeer maatige bereekening yan een tiende gedeelte der Ingezetenen , welken men op ik millioen begroot, niet minder dan 250,000 Krijgslieden bedragen. De verdeeling van zulk eene aanzienlijke legermacht, welke in hare allereerde richting wel afzonderlijk werken , en tot beveiliging van de rust en orde haarer woonplaatfen dienen, doch ook, zelfs in vredes-tijd, moet onderricht worden, om gezamenlijk in aanzienlijke Corps te kunnen werken, zal in de volgende orde kunnen zijn. Ieder Detachement van 25 tor ico Man afzonderlijk handelende, zou kunnen daan onder bevél van 1 Hoofdman, 1 Luitenant, en 3 Sergeants. Iedere Compagnie van ioo- tot 200, en zoo bij opklimming tot 1000 Man, zou, voor ieder honderd, naar gelang der afzonderlijke-werking, met 3 Officieren kunnen vermeerderd worden. Ieder 1000 Man, onder den naam van Bataillon, onder 30 Officiers; ieder 300c Man, met den naam van Regiment, onder po Officiers. Dezs lichaamen, gezamenlijk handelende, zouden in Legioenen, ieder van 6000 Mannen, onder 180, en dus de geheele armee, in 40 Legioenen verdeeld, onder het beduur van omtrend 7000 Officieren gedekl worden. Over de naamen en rangen zullen wij niet handelen, naardien dezelven zich," volgends de thands in zwang zijnde  De REPÜELIKËÏ Nt. ïór 4c verdeelingen, ligtlijk laten vinden. Liever willen' wij aanmerken, dat, bij de eerfte vorming van dit Leger, geduurige exercitiën zullen moeten plaats grijpen , welke door den tijd geheel kunnen wegvallen, wanneer de Cadets reeds geleerd zijn, eer zij onder het leger komen. Alleen zullen , ieder jaar, de gezamenlijke oefeningen moeten gefchieden, ten minften van 2 Legioenen bij elkander. De beste tijd daartoe zal zijn in de maanden April en Maij, zullende de Corps-gewijze verdeeling evenredig moeten zijri aan die der Departementen en Diftricten, welken tot oproeping des gantfchen Bataaffchen Volks zullen geregeld worden. Wanneer die verzameling zoo nabij mogelijk zal zijn in de belendende plaatfen, dan zouden de Zaturdag en Zondag der genoemde 2 Maanden tot dat einde het best dienen ; kunnende de zamenkomst op Zaturdag morgen' bepaald, het verblijf des nachts in opgeflagen legertenten, en den te rug marsch op Zondag avond gefield worden. — De Ruiterij zal, volgends dezelfde verdeeling, kunnen ingericht worden, met aanneming van 500 Mannen voor ieder Legioen, dus voor de 40 Legioenen 20,000 Ruiters:, die op dezelfde wijze geoefend, en, met ligte karabijnen gewaapend, ook wel moeten onderricht worden, om te gelijk te voet te kunnen dienen. De Uniforme, indien dezelve nodig zij, behoort zeer eenvoudig te zijn, en wel in zoodanige kleeding tc beftaan, welke de Burger, buiten dienst zijnde, even zeer kan bezigen. Een kopere vorm, rondom de' gewoone knoopen geflagen, zal zeer fchierlijk, en met geringe kosten, eene militaire onderfcheiding kunnen maaken. Die Waapenrusting zal de beste zijn, welke de minfte moeite geeft van fchoon houden, en dus een bandelier enz. van zwart leder verkieslijk zijn boven eenige andere kleur. De teekenen van onderfcheiding, van den minften tot den hoogften Officier, zullen alleen behoeven te beftaan in een onderfchciden knoop aan den Hoed, waarop de naam en hoedanigheid, in eenen zinnebeeldigen medaillon, zullen zijn uitgedrukt. ►— Wegens de aanftelling en bevordering der Officieren, behoef ik naauwlijks aantemerken, dat de opperfte Bevelhebbers door de Wetgevende Macht, de mindere rangen door de. Krijgslieden zeiven verkozen, en de bevordering bij opklimming moet gefchiëden. Het fpreekt,eindelijk, van zelfs, dat deaanteftellen Krijgs-  löa De REPUBLIKEIN. raad geene andere, dan huishoudenlijke, zaken behari* delen , en geene ftraffen, dan enkel van correctie, en dat; nog op eene wijze, welke dén Vrijman betaamt, zal lbo^en oefenen. Èéne zaak is nü nog overig, naamlijk het vinden der kosten, waaruit zoodanig' Leger zal onderhouden worden. Die kosten bepaalen zich alleen tot de jaarlijkIche exercitiën , en de uittrekking naar de Frontierplaatfen, zoo wel in tijd van vrede, als van oorlog:' want, zoodra de nationale legermacht behoorlijk zal gevormd zijn, zullen de plaatslijke Burgerwachten zeer' gemaklijk zijn waartenemen, en dus in geene foldij komen. Zeer billijk zóu zijn de invoering van eene belasting, onder den naam van Waapen of Krijgs-penning, die meest bezwaarend moest zijn voor Mannen, die ongehuwd zijn, of geene echte kinderen aan den Staat geven, of die door eenig lichaamlijk gebrek buiten Haat' zijn te dienen, hoogst bezwaarend voor hun, die den Burger-eed zouden mogen weigeren, en geheel niet betrek lijk tot allen, die een huisgezin van 8 Kinderera hebben; welke belasting, ten einde alle voorfchotten te verhoeden, om de 3 maanden zou' kunnen ingezameld worden. Ook ongehuwde, op zich zeiven woonende, Vrouwen en Weduwen, die niet meer dan 4. Kinders hebben , zouden in deze nationale belasting behooren te deelen. Wij twijfelen geenszins, of deze last, behoorlijk ingericht, en eenvoudig ingezameld, zou zeer wel kunnen dienen, om eëne wel geordende en dienende Legermacht te onderhouden, boven af, wanneer de verzorging van mondbehoeften enz. op eenen zeer huishoudenlijken voet bepaald, en alle pracht, praal en weelde uit deze militaire huishouding ten flerkften geweerd wierd. Zoo eenvoudig dit ontwerp is, het geen wij aan onze Medeburgers ter overweginge en verdere befchaaving aanbevelen, zoo zeer verlangen wij, dat het flrekken zal, om de algemeene werkzaamheid meer en meer op te wekken, opdat de Natie aan haare binnen-en bui-> tenlandfche vijanden eerlang met daaden toone , dat het eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid geene hersfenfchimmige dagteekening op openbaare Afkondigingen of Staatsrefolutiën, maar dat het de aanvang eener tijdreekening is, welke eeuwen zal verduuren.  D E REPUBLIKEIN. N°. 12. La Convocation d'une Affemblée Nationale efi la feule dm* Je , qtii convienne dans l'etat a£tüel des chqfes, Jolt par* ee que fes membres feront les feuls reprefentants legitimeS £f pubiiquemenf connus £f verifiès, feit paree que la reprefentaticn nationale hant une £f indivifible, aucun des depütès n'aura te droit d'exercer fes fon&ionsféparément de 1'AffemUeei Toegot. AAN HET BATAAFSCHE VOLK. Waarde Medeburgers ! levendig mijne' verrukking was bij de lezing Van bet befluit der Provifioneele Reprefentanten van Hollands Volk, om, in de Vergadering der Bondgenooten» het voorftel te doen ter vernietiging van het coilegie van den Raad van Staat, en hetzelve te doen vervangen door eene andere Commisfie , waarvan het derde gedeelte zich zou bezig houden met het ontwerpen van een plan ter oproeping van het geheele Nederland* fche Volk, om afgevaardigden tot eene nationale Vergadering te zenden . — zoo groot was mijne verbaazing, vermengd met de fmartlijkfte aandoeningen , na. eenige weeken te vernemen , dat 'er in dat heilzaam, voorftel nog niet getreden was; dat de Reprefentanten des Franfchen Volks eerst hebben moeten aandringen op eene fpoedige organifatie onzer Land en Zeemacht, en dat die aandrang, in de vergadering der Bondgenooten , eindsiiik een befiuit, overeenkomftig die U voor,*'  104 De REPUBLIKEIN. voorftel, hebben doen nemen. Met recht mogten cfeü Afgevaardigden wegens Holland hunne groote verwondering over die werkloosheid .betuigen. Welke de redenen , oorzaken, bedoelingen, of geheime drijfveêren van dezelve zijn, kan of wil ik niet gisfen. Dit is zeker ; dat deze flapheid en traagheid ons aan eene vernederende onbeflaanbaarheid fchuldig maakt, en, langer voordduurende , van de heillooste gevolgen voor ' deze Republiek zal wezen. Hartlijk wenfchen wij, dat, daar thans zoodanige Commisfie geflagen is, zij door onvermoeide' werkzaamheid dit verzuim zal vergoeden. Reeds meer dan e'énmaal, hebben wij de noodzaaklijkheid aangedrongen, om met de aanflelling der Landen Zeemacht, waartoe de gemelde Commisfie hoofdxaaklijk beflemd is, allen mogelijken fpoed te maaken. Thands is ons oogmerk, om de noodzaaklijkheid aantewijzen der fpoedige bijeenroeping eener nationale Vergadering, daar ik zeker weet, dat dezelve, door zommigen, voor als nog, als een ontijdig, en dus een min belangrijk en dringend voorwerp befcliouwd wordt;, — een voorwerp intusfchen, dat, naar mijn inzien, boven alle anderen de opmerking van het gantfche Volk verdient. Ik leg alvoorcns deze waarheid ten grondflag, die ik vertrouw, dat gij allen, van welke Provincie ook, volmondig erkent, en die derhalven geen betoog behoeft, dat de voorheen vereenigde zeven Gewesten voordaan flechts ééne onverdeelbaare Republiek moeten uitmaaken. De vereeniging , gelijk zij altijd geweest is, en nog is, was tenuiterften gebrekig, en bevatde zaaden in zich van tweedracht, ijverzucht, verwarringen tegenftrijdige werkingen. Zij alleen is de bron, dat wij, met alle onze natuurlijke middelen, om een groot, machtig en onafhanglijk,Volk te worden,tot den tegenwoordigen laagen peil gedaald zijn. Zij alleen heeft daartoe der ariflocratie en het despotismus maar al te veel in de hand gewerkt, en ons de uitoefening onzer men-r fchen- en burger-rechten gewelddadig ontwrongen. Jar hoe zeer een gezworen vijand van alle overheerfching,. is het mij altijd voorgekomen, dat het voor zommige provinciën veel voordeel iger zou geweest zijn , zich. van dit heilloos bondgenootfehap aftefcheuren, cn zich onder de befcherming van eene nabuurige Mogendheid te begeven. Eendrack maakt macht: was de fpreuk onZC*  De REPUBLIKEIN. 105 ser Voorvaderen , toen zij zich bondgenootfehaplijk •verecnigden, maar weinig begrepen zij, dat juist hunne poogingen ter vereeniging de bronnen van tweedracht, en daaruit natuurlijk voordvloeijende verzwakking, openden. Dan genoeg: gij gevoelt reeds te wel, door de ondervinding van voorige eeuwen voorgelicht, 'hoe noodzaaklijk het zij , u tot ééne onverdeelbaare Republiek te vormen , dan dat het nodig zou wezen, hierop langer ftil te ftaan.' Alleenlijk moet ik hier bijvoegen, dat uwe vrijverklaaring door uwe bijzondere Vertegenwoordigers , welke geene conftitutie meer duldt,dan die gegrond is op de onvervreemdbaar rechten van den Mensch enBurger,— dat de verklaaring onzer onafhanglijkheid, door onze Zuster, detranfche Republiek, en dat dus ons ftaatkundig aanwezen, als een vrij Volk, ons volftrektlijk noopt, ons thands zoo te vereenigen , dat wij flechts één geheel uitmaaken. Nu nog bijzondere provinciale Souvereiniteiten te willen behouden, zou de belachlijkfte tegenftrijdigheid zijn , weilier ongerijmdheid iederen verftandigen van zelve voor het voorhoofd fpringt. Op dezen grondflag dan is het, waarde Medeburgers van alle Gewesten.' dat ik u ten crnftigften en op het nadruklijkst aanmaane , om met de bijccnroeping eener nationale Vergadering, uit naam van het geheele Bataaffche Volk fprekende en handelende, allen mogelijken fpoed te maaken. — Gij ziet wel, zonder dat ik Let u herinnere , dat het beftuur der zaken, over het algemeen genomen, nog in een verwarden toeftand is. Verkeerd begrip van waare vrijheid en gelijkheid dreigt ons, aan den eenen kant, in den jammerpoel van re•geeringloosheid en losbandigheid te ftorten, en eene even ongelukkige denkwijze nopens de noodzaaklijkheid van orde , als ook wegens den aard der waare Volksvertegenwoordiging, verleidt veelen tot ariftocratie en heerschzucht. Waar vindt men nog eenparigheid , beftaanbaarheid en eenvormigheid , die eenige grondflagen van orde en welvaart in de maatfchappij ? Hier verkiest men Municipaalen , daar Burgemeesters: hier heeft het Volk , daar zijne Reprefentanten , de aanftelling van dezelfde macht : hier moet men voor zijne vrijheid nog betaalen; daar maakt men inbreuken op het heiligst recht, dat van wettig eigendom. Hier handelt men revolutionair , daar weder volgends oude formaliteiten. Ik erken gereedlijk, dat de omftandigM 2, he-  io6 De REPUBLIKEIN. heden des tijds nog niets anders gedoogen , en , wel ver* re van eenig oogmerk ter beleediging te hebben betuig ik mijne dankbaarheid aan de goede befchikking der Voorzienigheid , die uit zoo veele verwarringen nog al dat goede heeft doen voordfpruiten , in welks bezit wij ons daadlijk verheugen, en, door welker Krachtdadige medehulp , wij in het werk der revolutie reufenftappen gevorderd ziin. Maar, met dit alles is deze_ toeftand in geenerlei opzicht verkieslijk; bet is er oneindig verre af, dat dezelve eenig uitzicht op duurzpmhetd zou kunnen verghaffen. Integendeel , bekruipt mij, maar al te dikwerf, eene zwaarmoedige vrees voor gevolgen, die ons heerlijk gebouw van vrijbeicl zullen omverhaalen en verwoesten. Neen ; het Wordt hoog. tijd;, dat deze verwarring, wanorde en tegenltrijdighetd , plaats maaken voor orde en eenvormigheid: het wordt tijd, dat het oude Gothifche gebouw van ariftocratie en despotismus geheel vernield worde, zoo dat men naauwliiks deszelfs plaats zal kunnen wedervinden , en het gebouw van eenen regeeimgsvorm, op de eeuwige rechten van den Mensch en -»urger gegrondvest, tot de hoogfte volledigheid worde opgetrokken : het wordt tijd, dat orde en eenvormisu ü ,r-alle Steden en Dorpen van ons Gemeenebest, alle bsflutten , flappen en handelingen regelen , eer wij het flachtoffer worden vm heer'schzuchtigen , in het kleed van Vertegenwoordigers, of Volks Com.nisfansfen. Het wordt tijd, Bataven! dat gij uwe vergadering van wettige Vertegenwoordigers bheenroept. Het wordt nog meer tijd, om eindelijk eens all' dat provifioneele, dat tijdlijke, door het duurzaame en wettige te doen vertangen. Alle machten zijn provifionee : Reprefentanten, Raaden, Municipaaleii; het Volksbeftuur, zoo wel als het Dorpsbeftuur. Is een provifioneel beftuur wel een zedenlijk perfoon ? Kan het verordeningen maaken, waaraan het volgend gewettigd beftuur onderworpen is ? Is het wel iets meer dan eene tüsfchenregeerung? Ik zal geeneaanmerkin^en maaken. op.,de wijze of op de wettigheid der aanftel iing va" ai fi die Beftuurers ; de uitkomst heeft de keuze gehilhi.it, en de aangeftelde Machten het vertrouwen waardig gemaakt. Intusfchen, kaïf de wijze van verkiezing , over het geheel genomen, alleen door den nooddwang der tijdsomftandigheden gebillijkt worden Koq ongelijk is boven dien de vertegenwoordiging jf De  De REPUBLIKEIN.. 107 I5e volkrijkheid, immers, is.de maateder vertegenwoordiging. En hoe vee! is Amfteldam alleen , om geene andere voorbeelden te noemen, dan wel ten agteren in het getal zijner Afgevaardigden! Dit alles kan, zonder eene Nationale Vergadering, niet op dien voet verbeterd worden, dat het geheel onberisplijk blijve. Maar, ik wil hierop niet aandringen; ik wil allen zoo wettig befchouwen, als zij kunnen wezen : de naam alleen toch van provifioneel moet bij veelen gewichtige twijfelingen omtrend de volvoering van , of de onderwerping aan hunne befluiten verwekken. Zo 'die provifioneele Machten eens ambten begeven, die misfchien door eene Conventie of geheel vernietigd, of aan anderen toegefchikt worden; zo zij eens lasten opleggen, waaraan 'deze niet geheel gehouden wil wezen ; zo zij eens befchikkingen maaken , welken deze geheel afkeurt: — deze twijfeling alleen is genoeg, om in de werkzaamheden van alle door hen aangeftelde ambtenaaren , en in de volvoering hunner befluiten , eene allerfchaadelijkfte ftremming te veroorzaaken. r—- Boven dien verfchaft men aan kwaadwilligen of onkundigen, aan misleidde voorftanderen der oude Conftitutie, maar al te veel gronden , om zich aan de verfchuldigde gehoorzaamheid tè onttrekken. Voor hun toch, die geene voorkeur geven aan de handhavening der rechten van den Mensch en Burger, kan het niet vreemd zijn, hunne onwilligheid te bouwen op de onvastheid en ongelijkheid van het tegenwoordig beftuur, •en op de hoop, dat bij, eene tegenomwenteling,al het verrichte geheel en al zal vernietigd worden, als had het nimmer beftaan. Hoe fchaadelijk moet zulk een begrip werken op min doorzichtige perfoonen ? Eene nationale Vergadering alleen is de grondflag van da wettigheid, eenparigheid en duurzaamheid van het algeheele bewind. Van haar verwachten wij eene vastgeftelde orde, eenen voor alle Steden en Vlekken dezer vereenigde Gewesten gelijken Regeeringsvorm , eene gelijke bepaaling ten aanzien van het Stemrecht, een gelijk voorfchrift voor de werkzaamheden der Bewindslieden en Ambte. naaren van alle plaatfen; met éénivoord, de organifatie dezer geheele Republiek. Dan houdt al het provifioneele opten aanzien van den vorm van het beftuur, en alle twijfelingen over het wettige of on\vettige worden vernietigd. Dan kent ieder het voorfchrift en den regel zijner werking. M 3 Eene  so8 De REPUBLIKEIN. Eene nationale Vergadering is, eindelijk, het éénige middel , om het geheele lichaam dezer Republiek inet vaardigheid, met kracht en nadruk, te doen werken , en dit verplicht ons, met haare bijeenroeping allen mogelijken fpoed te maaken. Dikwijls, ik erken het rondborstig, dikwijls fta ik verbaasd over den traagen voordgang van het werk onzer berftellinge. Dan welt wel eens de vrees bij mij op , of alles nog wel zoo geheel van den ouden zuurdeesfem van het despotismus , van de ariftocratie of belangzucht, gezuiverd is; of, dit al niet zoo zijnde, of niet de ongewoonheid aan het nieuwe, en de bij onze Natie bijkans onuitrooibaare zucht tot het oude, veelen nog aan formaliteiten , gewoonten en gebruiken , angstvallig doet verkleefd blijven , welken wij nu, intusfchen, zonder fchaade kunnen voorbij gaan, en die een onherftelbaar verlies van tijd te weeg brengen ? Ik beroep mij alleen op de traagheid der £ indgenooten , om bet zoo gewichtig , zoo dringend , voorftel van Holland tot een algemeen befluit ie brengen. Verfcheiden andere voorbeelden van voorHellen zonder gevolg, van befluiten zonder werking, althands zonder volledige en behoorlijke werking, van poogingen zonder vrucht, zou ik hier kunnen bijbrengen. Ik erken zekerlijk , dat verfcheiden , bij bet algemeen onbekende, beletfelen , oorzaken dier vertraaging en flappe werkzaamheid kunnen wezen ; maar tevens geloof ik, dat niemand, des kundig, mij zal betwisten, dat de hoofdoorzaak fchuilt in onze, tot hier toe nog gebrekige, bondgenootfchaplijke vereeniging , waardoor te veel tijds verloopt, eer een gewichtig voorftel tot een befluit gebragt is. — Eene Nationale Vergadering daarentegen, die alle ftrijdige belangen tot één algemeen belang vereenigt; die ovejééne gemeenfchapüjke kas, over ééne gemeenfchaplijke Land- en Zeemacht befchikc, en van welke geene beroeping valt op eenige fouvereine macht, dan die ia den boezem des Volks huisvest, en welke het nimmer kan overgeven -— deze alleen kan aan alle voorftellen den meestmogelijken fpoed, om tot een befluit te komen, aan alle befluiten den fterkften nadruk en werkzaamheid bijzetten, welke men onder eene eenhoofdige Tegeering aantreft; een voorrecht, dat deze regeeringform in vroeger tijden boven Republieken bezeten heeft, maar haar nu reeds door het vereenigde Amerika en de Franfche Republiek ontnomen is, en ook, gelukt  De REPUBLIKEIN. 109 tukt mijn wensch, door het Bataafsch Gemeenebest zal ontroofd worden. Mogelijk zult gij, boe zeer deze gronden van nood^ zaaklijkheid van harte toeftemmende, echter nog zwaaligheden vinden , om het voorgeftelde ter uitvoer te brengen. Waaróm toch hier op aangedrongen? Is'er niet-nog ander werk, dat dringender en noodiger zij? Is het nog wel de rechte tijd hiertoe, wanneer men alle tegenwoordige omftandigheden in aanmerking neemt? Aan wien zullen wij dien volwichtigen post van afgevaardigden toevertrouwen?. Zouden rustiger, bedaar- ■ der tijden tot zulk een omflachtig werk niet veel beter gefchikt zijn? — Zonder mij over de meerdere of mindere aangelegenheid dezer zwaarigheden eenigzins uit te laten, zal ik dezelven nog kortlijk trachten weg te nemen; en ik vleije mij, hierin tot uw genoegen te zullen flaagen. Schoon gij aan uwe provifioneele Reprefentanten geene fchriftlijke inftruétie hebt gegeven, is het toch onlochenbaar, en dit fchijnen zij zeiven te erkennen, dat zij de Nationale Vergadering noch uitmaaken, noch eigener gezag kunnen uitmaaken. En wat is dan hunne onbefchreven inftructie, volgends den aard van hunnen post? Dat zij ons zullen brengen tot dat punt, waartoe zij ons juist gebragt hebben dat zij het voorig beftuur geheel deforganifeeren, en ons in onze vrijheid en rechten herftellen. Dit is Stedelijk en van Staats-wege gefchied. Ziet daar hunne commisfie afgelopen! Het vrije Volk moet nu zijne vrijheid zelf gebruiken; het moet zich eene Conftitutie geven, op die vrijheid gegrond; het moet zijnen algemeenen wil door Vertegenwoordigers of Afgevaardigden uitdrukken: nu is het tijdftip daar der bijeenroeping eener Nationale Vergadering. — Thands is het de rechte tijd, en de volgende misfchien niet. Gij kent de zwakheid uwer partij; gij ziet het aan haare ftuipachtige bewegingen, die een doodsgevaar aankondigen. Weinig hebt gij van haar te vreezen. Maar wie ftaat u borg voor het volgend oogenblik; van waar zij nieuwe krachten zal ontvangen," om het hoofd weder op te heffen? Be* roept eene Nat'onale Vergadering , en zij geeft den geest. — - Het oorlog dreigt mede, ons van alle kanten te beftormen: nog is het flechts dreigen; nog is het vuur niet uitgebarsten. Wacht gij tot die uitbarsting, tot het vuur zich op uwen grond verfpreidt, wat gpeds kunt gij daa Yan feu wak provifioneel, onregel- ma*>  ïra De REPUBLIKEIN. «ïaatig beduur verwachten, waarin nog voldrekt "eens gelijke vertegenwoordiging plaats heeft? Dan, verzeker ik u zal het geen cij'd zijn, om aan eene Nationale Vergadering te denken - Nu is de rust en bedaardheid inwend.g grootendeels gevestigd , maar hoe kort z m sfchten die rust duuren? - Gij ziet tegen het wede op, als ten uiterden ingewikkeld en omflachtia? ITdele vrees! overal in dit land is men reeds aan Volksoproe. ping gewoon. Slechts weinige verbeteringen, flechts meer eenparigheid is hier nodig; en ik zie niet, hoe dit eene gewichtige zwaarigheid kan opleveren. Men raadpleege verder deFranfche Conflitutk, en, met behoorlijke onderfcneiding ten aanzien van dit land ^eeft zij genoegzaame aanleiding, om een volledig plan van Voksoproeping ter verkiezing van afgevaardigden tot eene Nationale Vergadering, te vormen.— Watt eindelijk, de zwaarigheid betreft, om eene juiste keuze te doen; deze zal over een jaar even groot, alsnu, wezen. Van dag tot dag ontwikkelen zich de lieden van talenten, en treden uit het duister der onbekendheid ten voorichijn; bijna overal zijn thands de Beduurers door het vertrouwen des Volks verkozen: eenigen hunner helpen reeds mede het Volk vertegenwoordigen ; iedere Gemeente kan thands genoegzaam weten, wie aan het gegeven vertrouwen reeds dermaate heeft beandwoord, of wie m den kring zijner bekenden, zulke uititekende verdienden bezit, dat hij waardig zij den eerepost van Nationalen Vertegenwoordiger te bekleeden Ik vind derhalven geene beletzelen, die thands grooter zijn, dan zij over één of meer jaaren kunnen en zullen wezen, die u verhinderen, met dit volwichtig werk den hoogstmooglijken fpoed te maaken. Spiegelt u toch aan het voorbeeld onzer weL dappere, wel vrijheidlievende, maar echter eenvoudige en niet zeer doorzichtige Voorvaderen , wier onachtzaamheid ons meer, dan twee honderd jaaren, onder een provifioneel Beduur heeft doen zuchten, en houdt altijd in het oog, dat niets gevaarlijker is voor de vrijheid , dan eene aangedelde Macht zonder inftruftie, welke haaren aard bepaalt, haare grenzen aanwijst, en langs dien weg altijd aan het Volk het billijk vermogen overlaat, om de misbruiken behoorlijk te verbeteren. Vereenigt u dus Bataven! om uwen grondflag van vrijheid zoo fpoedig en zoo vast te leggen, dat noch zwakheid, noch vooroordeel, noch list, noch verraad, noch inwendig, noch uitwendig geweld in ftaat zij, u aan keetenen van flaavernij te klinken»  D E REPUBLIKEIN. N°. 13- La religion n'etant qu'm rapport de l'hmnme privé avec l'Etre Jnfini, ne peut être un rapport Jbcial. sieyes. Burger Republikein! ik heb geene reden, om uwe gevoelens te verdenken. Gij verdedigt de zaak der Vrijheid zoo rechtftreeks, dat ik voor mij geene vrijheid vinde, om li verdacht ta houden van oogmerken, die met onze revolutionaire beginfelen ftrijden. Ook blijft het bij mij altijd een haatelijk denkbeeld , iemand , die zich reeds openLjk als een goed burger verklaard heeft, in verdenking te brengen of te houden, omdat hij verfchilt van het oordeel der meenigte. Op deze wijze heb ik geoordeeld over uw Ontwerp wegens de aanftelling van Bewindslieden in deze Stad. Offchoon de een en ander mijner Medeclubisten dat ontwerp voor ariftocratisch uitfchreeuwden, hield ik zulks daarvoor, waarvoor gij zelf wilde, dat wij het zouden houden, naamlijk voor eene zaak van noodzaaklijkheid, welke voordvloeit uit den provijioneelen tijd van revolutie, waarin wij verkeeren, en waarin nog geen algemeene Burger-eed is ingevoerd, die door ieder Ingezeten, hoofd voor hoofd, gedaan moet worden : en in zoo ver heb ik uw ontwerp bij mij zelf goedgekeurd, als gefchikt, om voortekomen tooneelen van verwarring, die onder een provifioneel Bewind, hoe goed en billijk anderszins, altijd te duchten zijn. De overige gedeelten van dat ontwerp, waarin gij zoo rechtftreeks aan het Volk de Souvereine macht toekent, waren voor mij genoegzaame waarborgen, om u van alle ariftocratifche bedoelingen vrij te fpreken. Maar eene uitdrukking in No. 9. van uw weekblad is mij, echter, zoo vreemd voorgekomen, dat ik mij verplicht N 90ï:  tï2 De R E P U B L I K E ï JSt. óördeele, daarover uwe eigen verklaaring aftevraggriIn uw andwoord, naamlijk, op eenen voorafgaandeii brief, onderteekend Chrisiiaan , vind ik op bladz 86' reg. 8. de volgende woorden: De Predikftoel heeft niets verneem met de ftaatkunde,' en wij -moeten daarom het zedrar pnjzen dief Municipaliteiten, welke de Predikanten gelast hebben, zich noch rechtftreeks, noch van ter zijde, met de flaathwide te bemoeijen. Heeft onze Medeburger p. p/wluszich niet daardoor eenen onfterfl ijken naam- verworven, dat by, openlijk, de rechten van den Mensch heeft gehandhaafd op Evangelifche gronden, op gronden derha] ven , welken ieder vrijheidminnend Predikant, tegenwoordig, niet onaangeroerd kan laten op den predikftoel, en zoo ook te vooren, in de tijden der,dwinglandij , tot ftaaving' zijner zedenkundige leeringen , noodwendig heeft moeten aanvoeren ? Wettigt gij doot uw gezegde niet openlijk de fchreeuwende verongelijkingen en mishandelingen, welken veele achtenswaardige- Leeraars van de voormaalige R'egeering hebben moeten lijden , juist op denzelfden grondflag , omdat |'J Zlch op den predikftoel met ftaatszaken bemoeid.hadden ? Eilieve, los mij deze dubbelzinnigheid eensop, terwijl ïkgaarn belijde, dat ik de verplichting aan de eene zijde der Predikanten, om de rechten van den Mensch, die te gelijk de rechten van den Burger zijn zoo in het openbaar als in bijzondere gelegenheden, te. handhaven, niet kan overeenbrengen met-uwé verklaaring, noch ook met die der Municipaliteiten, dat'de predikftoel niets gemeens heeft met de ftaatkunde. Dit is het dringend verzoek van Uwen hoogachtenden Lezer en Medeburger, Amfteldam 7 Maart, sincerus. tfie Jaar der Bat. Vrijheid: A N D' W O' O R D. Zoo edelmoedig ten allen tijde de handelwijze is, om/ eenen ieder, die onderfteld wordt gedwaald te hebben , gelegenheid te geven tot zijne verdediging, eer men hem bij het Publiek verdacht wil maaken, zoo neemt Ook de- Republikein met dankzegging aan den brief van «incekus. Met korte woorden, behoeft hij flechts aan tc merken, dat de geopperdez waarigheid fchuilt in het woord ' " " • ' • • Staat*  D e R E P UBLI-K E IN. ïr3 'Staatkunde. Het gemeene leven en de omftandigheden ■van tijden heboen veroorzaakt , dat dit woord eenen .algemeeneren zin hebbe gekregen, waarin begrepen is •niet flechts Je inrichting van den Staat, met alles wat daartoe behoort, maar voornaamlijk de gronden, waarop de zaak zelve gebouwd is, en waardoor men over •haare waare of valfche, haare goede of kwaade zijde kan oordeelen, Dat nu deze gronden van a'lle maat•fchappijlijke inrichting en regeering, de rechten en -plichten der Menfchen , in hunne betrekking tot den "Staat, altijd gefchikte en noodzaaklijke onderwerpen zijn en blijven ter behandeling op den predikftoel, zal geen mensch van eenig gezond verftand ontkennen, die weet, hoe deze leeringen afgeleid worden uit de beginfelen eener waare en heilige zedenkunde. De Republikein zelf had reeds in No. 8. ep bladz. 70. van den invloed gewaagd, dien brave Leeraars op de algemeene waardeering der heilige Volks-rechten kunnen maaken. Juist daardoor kan hij zich zelf genoegzaam verontfchuldigen wegens zijn gebruik van het woord Staatkunde in eenen bepaalderen zin voor Staats-beftuur, of de kunst, om eenen Staat in alle deszelfs inwendige en uitwendige betrekkingen zoo te regelen, dat de wetgevende en uitvoerende macht, het finantie- enkrijgs-wezen, de handel en de fabrieken, de ambten en gezandfchappen, de tractaaten en verbindtenisfen met buitenïandfche Mogendheden enz. in een regelrecht verband ftaan tot de welvaart van alle Burgers te zamen genomen , en tot ieder hunner in het bijzonder. In dezen zin, die even zeer door het gebruik gewettigd is, oordeelt de Republikein, dat de predikftoel niets gemeens heeft met de Staatkunde, omdat alsdan de godsdienftige vergaderingen , welke alleen gefchikt zijn tot aanbidding van het Opperst Wezen , en voords tot ontvouwing dier kennis, welke ieder'afzonderlijk Genootfchap van Burgers oordeelt nodig te hebben vpor zijne eeuwige belangen, welhaast zouden ontaarden in ftaatkundige clubs, en langs dien weg ligtlijk dezelfde tooneelen van kerklijke dwinglandij vernieuwen, waaraan ons de gefchiedenisfen niet dan met affchrik doen te iug denken. Zoo lang de Menfchen zich onderfcheiden in godsdienftige Genootfchappen, uit hoofde van hun verfchil over de godgeleerdheid , dan kunnen de wetten nimmer zorgvuldig genoeg zijn ingericht, om' N 2 te  H4 De REPUBLIKEIN. te verhoeden, dat het eene of andere Genootfchap zich yermenge met den Staat, en het eerfte middel daartoe is, om aan de openbaare Leeraarsuitdruklijk tegelasten, van zich nimmer te uiten overzaten, die het Staatsbewind betreffen: en deze zorg, welke de algemeene veihgheid gebiedt, is nog zoo veel tc dringender , hoa meer de ondervinding geleerd heeft, en nog dagelijks leert , dat zommige Geestlijken hunnen invloed misbruikten, om eenen aanhang in den Staat te verfterken, waarvan ieder eerlijk en vriiheid-minnend Burger eenen afkeer voedde. —r Ook op dezen grond heeft de Republikein het gedrag dier Municipaliteiten goedgekeurd, welke in dat misbruik hebben gepoogd te voorzien. Zij hebben maatregelen van omzichtigheid daargefteld, welken de tegenwoordige tijd vereiscbt, welken alle tijden vorderen, zoo lang nog die onderfcheiding van godsdienftige genoodfchappen plaats grijpt, ja welken de aard van den godsdienst zelf vordert, omdat do godsdienst eene gewetenszaak van ieder Burger in het bijzonder is , waarover de Wetgever niets' beflisfen mag , maar waarvan hij alleen de uiterlijkheden mag bepaalen, om ze ten nutte , en geenszins ten nadeele, van den Staat te doen verftrekken. Aan dit Staatsgebrek zijn te wijten alle die fchandelijke vervolgingen, die, na de omwenteling van 1787, ten aanzien van zommige Predikanten hebben plaats gehad. De Staatsregeling van 1784 tot 1787, geenszins doorziende de grondflagen eener echte republikeinfche Vrijheid , en de zwakheid van haar eigen beftaan gevoelende, had de Geestlijkheid van alle Gewesten te hulp geroepen ter onderfchraaging van haar bouwvallig Staatsgebouw". De Geestlijkheid leende daaraan het oor. Zeer onrecht, maatig werd zij door Orange voor oproerig uitgekreten en vervolgd; want zij had niets meer gedaan , dan waartoe zij uitgenodigd en aangemaand was door het vóórgaande Bewind. Zo 'er eenig misdrijf had plaats gegrepen , dan was de fchuld daarvan bij de oude Regeering zelve te zoeken. De vervolgingen waren, dus, eene fchreeuwende ongerechtigheid :_ te meer, daar die zelfde Orange-Regeerins zich niet fchaamde, om de Geestlijkheid, die haarer' partij uit belang was toegedaan, te bezigen tot het verspreiden en handhaven van ftaatkundige beginfelen die den Vrij-man fchandvlekken. Zoo keurde die laat- fto  De REPUBLIKEIN, 115 fte Regeering — welk een monfter van onbcftaanbaarheid en onrechtvaardigheid! - in den éénen Geesr'1 ijken goed, het geen zij in den ander met gevangenis en ballingfchap ftrafte! Om alle zulke uiterften te vermijden, moet de predikftoel niets gemeens hebben met de ftaatkunde. in haare engere beteeken is , en de Staatswetten kunnen nimmer duidelijk en nadruklijk genoeg zijn, om de achtbaarheid van den Godsdienst, die zich geenszins naar eenige Staatsregeling , maar naar het geweten van ieder mensch in het bijzonder richt, te handhaven tegen alle die misbruiken , waarmede het onverftand, de boosheid en het verraad, het heiligst recht van ieder Burger zouden kunnen bezoedelen, en den Staat zelf bloot ftellen aan de jammerlijkfte beroeringen. NB. NB. Wij hebben dit andwoord wat uitvoeriger gefteid, om te gelijk te beandwoorden den brief uit R, van 11 Maart, geteekend S—r. Wij twijfelen geen oogenblik, of deszelfs geachte Schrijver zal, bij verder hadenken, de zwaarigheden opgelost vinden, welken hij geopperd heeft. De overweging, dat het Staatswezen , 't welk ieder Republikeinsch Burger thands verlangt tot ftand gebragt te zien, oneindig verfclnlt van de zeer gebrekige Regeeringform der Patriotten van 1784 tot 1787, zal hem van zelve leiden tot zoodanige bedenkingen, welken wij alhier met een enkel woord hebben ter neder gefteid. Bij eene andere gelegenheid, zullen wij over dit punt nader handelen. Wij bevelen ons intusfehen in zijne voordduurende Correspondentie. Burger Republikein'. Wij bevinden ons hier in eenen zeer onaangenaamen toeftand. Misfchien is het u bekend, dat onze Municipaliteit, al in het begin der Omwenteling , maatregelen beraamde , ter vormingq eener nieuwe Schutterij; eene zaak, welke hier vooral nodig was, daar onze Stad nog een aantal van kwaalijkgezinden bevat. Om deze Schutterij, derhalve , niet weder bloot te ftellen aan eene fchandelijke onwerkzaamheid, ter bewaaringe der algemeene rust, zoo als bij de oude, in 1787 en volgende jaaren, had plaats gehad, had het gequalificeerd Committé, met goedje 2 keu-  if6 De REPUBLIKEIN. keuring der Municipaliteit, goedgevonden, om, bij .de in eed-neeming van iedere Compagnie, aan ds Schutters voorteftellen drie zeer wel gezinde Burgers", ..tot Kapitein, Luitenant en Vaandrig; geenszins twijfelende-, of deze voorftelling, daar zij met zulk een voorzichtig en goed oogmerk gefchiedde zou ook met dankbaarheid erkend ziin geworden. 'Maar neendc Burger-Schutter A. van Schaeck', Opperboekhouder bij de O. I. Compagnie alhier, kantte zich hier tegen, en reclameerde de aanftelling der Officieren als een recht der Schutterij,- het geen ten gevolge had, dat de overige Schutterij zijn voorbeeld 'volgde , en de nieuwe verkiezing daadelijk tot ftand bragt, maar ongelukkig juist van dezelfde Officieren, die, door hunne onwerkzaamheid in den jaare 1787 enz'., onze Stad aan de jammerlijkfte onrust en 'baldadigheden hadden ten prooi gegeven. Zoo zeer nu alle weidenkenden gelijk ook onze Franfche Broeders , dezen ft'ap ten boogden afkeurden, zoo konde ook de Municipaliteit bij geene mooglijkheid zulk eene verkiezing 'van Officieren wettigen. Zij beiloot derhalve, het in den cd nemen der Schutterij met haare Officieren te verklaaren als niet gefchied zijnde, met verbod omtrend het doen van Schutterlijke dienften, en die vrijwillige Burgers, die alhier, van den eerften dag dezer Omwenteling , de rust der Stad voorbeeldig hadden "e handhaafd, te verzoeken, om hunnen betoonden ijver ren gemeenen nutte te agtervolgen,' Offchoon nu die brave Burgers zich van hunnen vaderlandfchen plicht uitmuntend kwijten, begrijpt.gij ligtlijk, hoe nadeehs deze oneemgheid zij in de tegenwoordige omftandigheden, en hoe zeer zij die republikeinfche werkzaamheid ftremme, welke tot een algemeen herftel zoo nodig is. Wat zoudt gij oordeelen, dat in dezen toeftand het best ware, om deze netelige zaak ten einde te brengen? Dit van u te vernemen, was het oogmerk van mijn gefchrijf, terwijl gij met uwen goeden raad waarlijk zult verplichten Uwen Medeburger, PATRIOT. "Enktmizen 9 Maart 1795. AND-  De REPUBLIKEIN. it? AND WOORD. De grond van alle dergelijke Handelingen, waarbij Eet gemeene belang daadelijk wederflreefd wordt, lfgi in de onkunde des Volks, van welke zich de een of ander heethoofd bedient, tot alle de oogmerken, welken hij heimlijk voeden kan. Laat dus uwe Munici-' paliteit Volks-Societeiten aanleggen, om'aldaar de Burgerij door 'bedaarde voorftellingen te verlichten , en haar te leeren , dat eene gèwaapende Macht, zonder kundige, welgezinde en Werkzaame Hoofden, een onding of liever een vervaarlijk mönfter is, dat verwoes-, ting dreigt, in plaatfe Van de fust te behouden, het geen haare inwendige beftemming is: terwijl ook alsdan, kan en moet betoogd worden, dat de opperfte Bevelhebbers , die hunne orders van het wetgevend Lichaam moeten ontvangen, ook door de Municipaliteit moeten aangefteld worden. — Voor het overige, daar alle! waapening der Schutterijen, en dus ook alle aanftelling' van Officieren, niet meer dan provifioneel is, had ook de aanftelling der Officieren flechts voor eenen bepaalden tijd, bij voorbeejd van 2 maanden..kunnen gefchiedci:» en langs dezen weg zeer veel onaangenaamheid voorgekomen worden. Burger Republikein! — In het jaar 1788 gaven Re-f genten van het Pesthuis alhier eene openbaare adver. tentie, waarbij zij een gefchikt perfoon verzogten tot Opziener van dat Huis, mids eenige kunde hebbendevan de Apotheek en Chirurgie. Onder die Sollicitanten bevond zich zekere Jan Boog, een mishandeld Patriot, die wel de meeste gefchiktheid fcheen tc hebben tot dezen post: maar, omdat bijeen Kees was, werdhij voorbijgegaan, en aangefteld de Vader uit het Aalmoefeniers - huis, die geene kennis had van Apotheek of Chirurgie. Dezen Opziener in 1790 overleden zijnde, vervoegde zich gemeide Jan Boog wederom bij Regenten , doch te vergeefsch ; latende Regenten dien post waarnemen door de Weduwe. Deze Weduwe hertrouwende met een Bakker , die weigerde in het Huis te blijven woonen, dacht de voornoemde Sollicitant, wederom vrijheid te hebben, zich bij Regenten te rervoegen; doch hij werd wederom afgeflagen, en de  ïii De REPUBLIKEIN. hertrouwde Weduwe bleef den post behouden. Deze Vrouw, eindelijk, onlangs overleden zijnde, verzogc Jan Boog ten vierden maale; maar kreeg ten and woord,, dat hij te oud was. Hij bragt daarop den Regenten onder het oog, dat de voorige Opziener wel 20 jaaren ouder geweest was , waarop zij hem de vrijheid gaven , om onder de Sollicitanten te worden aangeteekend. Intusfchen fchrijft hij eenen brief aan de Regenten, met aandrang van zijn verzoek, en met aanbod, zelfs van een minder tracïement, dan de voorige Opzieners genoten hadden; maar, in plaatfe van andwoord, verneemt hij, dat die post begeven is aan een Sergeant van het Regiment Orange-Nasfau, die denzelven met Maij aanftaande aanvaarden zal. — Wat dunkt u Burger ! van zoodanige handelwijze der Re. genten van een voornaam Godshuis? En wat moet de lang verdrukte Sollicitant, in dit geval doen, tot afweering van zulke mishandelingen? Uw fpoedig andwoord hierop verzoekt vriendlijk Uw bellendige Lezer, Jimflerdajm 14 Maart. R. S. A N D W O O R D. Indien zich het geval van den ongelukkigen Sollicttant aldus hebbe toegedragen, raaden wij hem, dat hij zich ver voege aan het Committé van Algemeen Welzijn, met beklag over dergelijke mishandeling, daar toch ieder eerlijk Burger aanfpraak heeft op de vaceerende ambten, tot welker goede waarneming hem zijne bekwaamheden en deugden in ftaat ftellen. — Het gedrag der Regenten verdient dan de hoogfte afkeuring, door de fchennis van het openbaar vertrouwen, in het plaatzen van een advertisfement, aan welks vereischten zij zeiven niet voldoen. Zoortgelijke Regenten zijn onwaardig, hunne posten te blijven bekleeden; en, daar wij veelvuldige klagten vernemen over het beftuur der Godshuifen in het algemeen, bidden wij alle oprechte Vaderlanders, om de misbruiken, die ter hunner kennisfe komen, onder het oog van het Publiek te brengen, en alzoo gelegenheid te geven tot eene wezenlijke herftelling.  t> È REPUBLIKEIN. N°. 14. * * I)e verklaaring der Rechten van den Mensch en Bar£sr _ ,s die ook geene wet? -— regen deze wet moeten alle mnftandigheden van noodzaaklijkiieid, welke daartegen Jlrijden mogten, verbrijzeld worden. . R É A L, jRii het opftel van ons No. 12, waarin wij de nood*zaakliikheid betoogden van de fpoedige bijeenrceping eener nationale Vergadering, konden wij niet vermoeden dat het befiisfendst voorbeeld van de waarheid onzer gëzegden.zoo fpoedig zou daargefteld worden De mv'loneéle Reprefentanten van het Volk van Holland hemen éen befluit tot het afvorderen van eenen Burgerèed van alle Ambtenaren. De Municipaliteiten van twee aanzienlijke Gemeenten van Holland , Leiden en Amfteldam, maaken zwaarigheid tegen den voorgeflelden Burger-eed. Zij oordeelen dien ongefchikt voot den tegenwoordigen tijd; zij maaken bedenkingen tegen den inhoud. Zij zenden beiden brieven af aan de provifioneele Reprefentanten, met aandrang, om met hec afvorderen van den eed niet voordtegaan De brief van Amfteldam verwekt zoodanige gevoeligheid bij Holhüic1 $ reprefentative Vergadering, dat zij eene Commisfie derwaards henen zendt, om 6 Léden der Municipaliït d e, in eene onvoltallige en onbefchrevene Vergadering , de meerderheid uitmaaken, en zich houden m aV» met eenparigheid van ftemnjsn. afgezondenerl  14ö De REPUBLIKEIN. brief met ontflag uit hunnen post, in ftaat van arresf te ftellen. De Municipaliteit van Leiden levert eene Memorie in bij Holland, om de gronden van 1 «Sn brieften fterkften te ondertonnen? en de Vergaderng van Holland machtigt het Hof tot afneming van den door haar voorgeflagen eed. Ziet daar een gefchil, gevoerd door provifioneele Reprefentanten met Municipaliteiten yan twee Gemeenten, die omtrend een derde gedeelte uitmaaken van Hollands Ingezetenen i — een gefchil, 't welk de gemoederen der Burgeren zoo zeer ontrust, 200 jammerlijk verdeelt, dat de nadeelige ge* wfin. " D°g niCt ge"0eg bSreeke0d Hier wordt het gedrag van Hollands provifioneele Reprefentanten gewettigd, omdat hunne Vergader*? m den brief van Amjleldam gehoond, en daardoor dl majesteit des Hollandfchen Volks gefchonden% -ï dat zij de wetgevende macht uitmaaken, welke zondeeenige de minde tegenfpraak moet gehoorzaamd worden; — omdat de zaak van denBurger-eedeen ftuk is van de hoogfte'noodzaaklijkheid, waarvan de veiligheid der geheele Provincie afhangt. — Daar wordt beweerd dat eene provifwneele Vergadering geen zeden!,'! perfoon is; dat zij dus de majesteit des Volks niet kan verbeelden, en dus ook, als zoodanige, niet kan geJioond worden; dat bij haar geene macht berust om eene daad te bedrijven van het hoogfte gezag als d> afvordering is van den eed; dat zij eene Vergadering is zonder mftructie, en daarom onderworpen aan haare oude form, welke is, dat de Gecommitteerden geene daad van gezag mogen pleegen, zonder vooraf hunna Committenten (zijnde de Municipaliteiten-) en deyrvolgends de tegenwoordige gronden van ftaatkunde wederom niet, omdat zij provifioneel zijn, zonder het Volk te hebben geraadpleegd,- dat de eeden in het 4heel overtollig, en de wetten alleen de waare grondlfagzijn yan ieders gehoorzaamheiden trouw aan de Confhtutie; dat deze Conftkutie npch plaats heeft noch kan gevormd worden door provifioneele Reprefentanten, en dat dus een eed op iets, dat nog niet beftaat een onding is, en zich zelf wederfpreektf dat eindelijk een eed aan perfoonen, in eenen tijd van revolutie M als-z.jnue dit voor als nog het tijdftip, waarin wij verderen — de vreeslijkfte ftap zou zijn tot eene gehaat-  De REPUBLIKEIN. 121 ïrantte ariftocrati'e. — Elders wederom wordt de afvordering van den eed, en het arrest der Amfteldam-fche Municipaalen , uit hoofde hunner onvoegzaame weigering, verdedigd op grond van 's Volks Oppermacht, welke zich bij vertegenwoordiging vereenigt in Hollands Vergadering; dat zij dus is een zelfde oppermachtig Lichaam, als de Nationale Conventie in Frankrijk; dat het ook daarom niet nodig zij, eene Nationale Vergadering hier te Land te vormen; dat men de oude provinciale form, op tegenwoordige verlichtte gronden gebouwd, zeer wel behouden kan; dat eindelijk de politieke noodzaaklijkheid eene daad kan vorderen , welke, in andere omftandigheden, en met de burgerÜike vrijheid en met de billijkheid ftrijden zou. _—. Hiertegen worden deze gronden door anderen uitgefchreeuwd als verraadende de fehandelijkfte willekeur, beweerende zij; dat eene provijioneele Vergadering, zoo als die van Holland, volgends haaren titul, niets anders is, dan eene bij provifie aangeflelde Macht, om de nodige fchikkingen te maaken tot het daarftellen van eene vrije Conftitutie; dat zij dus is, noch zijn kan eene gewettigde Souvereine Vergadering in naam des Volks; dat haare Leden niet rechtmaatig door het Volk gevolmachtigd zijn; dat haare onwettige form daadlijk blijkt uit de zeer ongelijke vertegenwoordiging, terwijl Amfteldam , 't welk 260.000 Ingezetenen bevat, «iet meer ftemmen uitbrengt, dan eene andere plaats , of andere diftricten, die op het hoogst 40,000 Inwooners bevatten; dat de behoudenis der oude provinciale form, hoe ook gewijzigd, volftrektlijk aanloopt tegen de reeds verklaarde gronden van gelijkheid; dat het beginfel van politieke noodzaaklijkheid altijd een hoogst gevaarlijk, maar in eene provijioneele, dat is, niet behoorlijk gemachtigde Vergadering , een misdaadige "rond is, die, onder de gezogtfte voorwendzels, uitloopt op eene doorgaande fchennis van vrijheid, gelijkheid, 'recht en billijkheid; en dat dus het ontflag der Amfteldamfche Municipaalen, op zoortgelijke gronden rustende, eene fchennis is van de erkende Volksoppermacht, terwijl eene regeering, door het Volk gewettigd , niet kan, niet mag ontflagen worden, dan door dat zelfde Volk, 't welk die Regeering machtigt, gn wel door zoodanige rechtbank, welke het Volk in O 2 zoo-.  Ï22 De REPUBLIKEIN. zoodanig geval tot onderzoek en ftraffe der gepleegde misdrijven zal hebben aangefteld. Zoo verbaazend ver lopen de gevoelens der Burgeren uit eikanderen over het voorgevallene bij Hollands Vergadering, ter zake van den voorgeftelden Bui gereed. Ik zal hier niet ipreken van de meenigvuldige bijzonderheden, welke in dat voorval hebben plaats gehad, en even onderfcheiden beoordeeld wordenhoe, bij voorbeeld, het gedrag der Commisfie uit Hollands Vergadering, wanneer zü, bij haare komst te Amflddam, de Nationale Guarde en andere troepen , aldaar in guarnifoen , op eigen ge^ag , zonder voorkennis der Municipaliteit, uit den Stads-eed ontiloeg, in den eed van Holland overnam, en op de been Het komen, door zommigen befchouwd wordt, als gefchied met geen ander oogmerk, dan om de Burgerij, indien zij haare Municipaliteit, als door haar openbaar goedgekeurd, had willen befchermen, met geweld te wederftreeven, met voorbijzien derftedeliikeSchutterij, welke een gewettigd lichaam is ter handhaving der ppenbaare rust,- terwijl dit gedrag door anderen op de reeds gemelde gronden ten fterkften verdedigd wordt; hos het gedrag der i r Municipaalen, bij hunne onderhandeling met de Commisfie, door zommigen, uit hoofde van het onvoorziene en verrasfehende. goedgekeurd, door anderen wordt uitgekreten als onrechtmaatig, omdat de Raad niet voltallig was, en omdat dezelve verzuimd heeft, bijéénteroepen de Burgerij welke zijne lastgever was; hoe de handelwijze der 5 aanwezig^ zijnde refilicerende Municipalen , die gezegd worden, te vooren, wanneer de brief naar 's Hage in overweging was, ten fterkften te hebben aan- fedrongen , om denzelven met nog fterker bewooringen te fchriiven, door dezen, ook uit hoofde van het verrasfehende, verfchoond, door genen als oneerlijk en ftrafwaardig befchouwd wordt; hoe eindelijk de verrraaging der Municipaliteit, om alP het voorgevallene ten fpoedigften onder het oog der Burgerij te brengen, door cenigen als eene daad van voorzichtigheid geprezen, door anderen als een bedrijfvan wantrouwen en onplichtmaatigheid wordt afgekeurd: van dit alles wil ik maar in zoo ver fpreiken, als genoeg is, om te doeir zien, welke geest Van' verwarring, natuurlijker wijze, moet ontftaan.'  De REPUBLIKEIN. 123 «n onder de Burgerij van Amjleldam, en onder andere Hollandfche Burgerijen , als die zich daardoor misfchien zullen achten openlijk gehoond en verkort te zijn in haare rechten; terwijl anderen zullen oordeelen, het gedrag te moeten prijzen, en van Hollands vergadering, en van haare afgezonden Commisfie, en van de minderheid der Amfteldamfche Municipalen , als' door het recht en de noodzaaklijkheid gewettigd: eene verwarring , welke alle beginfelen van broederfchap tot dus ver voor het uitterlijke zoo uitnemend eehandhaafd, zal verkeeren in eenen geest van oneemghe'-d tweedracht en haat, en den dolk van den jammcrliikftèn Burger-twist zal fpitzen, om eikanderen tot (lachtoffers te maaken van een onbeflist gevoelen, dat zich aan beide ziiden grondt op de beste oogmerken, om eene fchandelüke ariflocratie met de meeste kracht tc wederftreeven.' Welk oprecht vaderlander beeft met co de voorftelling der gruwelen , die hieruit zullen «boren worden; gruwelen, waarbij het Burgerbloed ever de ftraaten zal ftroomen, met dat gevolg, dat de wederftreevers der revolutie die gelegenheid te baat zullen nemen , om orange en zijnen ariftocratifchcn ■aanhang te herflellen op den troon eener alles ovcrheerfchende dwinglandij! De Republikein, die geen ander oogmerk heeft, dan het waarachtig heil van geheel Nederland, die zich zelf bewust is van de oprechtfte oogmerken , om waare vrijheid en gelijkheid te helpen handhaven en geen edeler beginfel kent, dan dat van eenen vrijen Burger-vriend, om de rechten der maatfchappij," op de edelfte gronden der menschheid, te verdedigen, heeft het van zijnen onvermijdlijken plicht -eöordeeld, om thands niet (lil te zitten, maar zijn cevoelen over deze voorgevallene zaak openlijk voor te dragen,' en wel voornaamlijk met oogmerk, om de te duchten verwarringen, zo mogelijk, te fluiten, en de zoo jammerlijk verdeelde gemoederen tot eemgheid en broedermin te herflellen. De volgende bedenkingen zullen tot dit oogmerk dienen. Men kan geenszins ontkennen, dat de Vergadering van Holland, en in haaren titul van provifioneele Reprejentanten, en in haare af kondiging der rechten van den Mensch en Burger , en in haare befluiten en daaden O 3 ter  124 De REPUBLIKEIN. ter vestiging van 's Volks oppermacht en doKHpV wezen getoond heeft, de oïï^ug j?^™ hjk te willen brengen tot dat punt van vereeniSnl waardoor deze Provincie zich met de overige S a toL één lichaam zal verbinden. Zij heeft domdé™ r1t°uldenoch°oö 'hef'' 16 ^ «™-&1ï lir£' 1 het gezaS' eener nationale Vereade- gantiure Volk gezamenlijk zal worden daargefteld Zü heeft getoond door haare ^„«fc form en befluiten «1 den zelfden fmaak, als de Staats-Vergadering was' onder het voorig beftuur, vergeleken met df«Inden waa op zij zich nu gevestigd heeft, dat zij clé Mu i! opahte.ten der onderfcheidlne Steten nimmer eTkend heef als hchaamen, welken zich zei ven hadden aan gefteid, maar als machten, welke door hef vS waren aangefteld en goedgekeurd. Zij heeft, door de afvordering van ordenlijke Credentiaalen , doen zien dat z.j in dezen révolutionairen tijd ,'en voor zoó lang als dezelve zal duuren , het gezag VM iedere Stedelijke Gemeente op zich zelve bleef Jrkenner1 en aus dat .edere Gemeente , door haare Mun cfpa'alen vertegenwoordigd, zoo lang 'er nog geen afftandver klaard is van ieders afzonderlijke gebruiken en rechten ];'a i;eioï2fe-?,nder h£C V°0liS Gouveïnei^geh d* waar door de willekeur van Orange niet heeft kunnen uft' petenen, gereekend moet worden, dezelfde/«m van rechen te behouden , welke te vooren plaats had Zii wnkt in usfchen , in het arrefteeren eener Stedeliike Municipahteit zonder daarin of rechtftreeks, of vS ter zijde, de Gemeente te erkennen, welke die JVluni cipaliteit had aangefteld en goedgekeurd, van haare e gen gronden en voorige gedragingen af. Deze afwiikina kan door Haar niet gefchied zijn, dan op gronden welken zij wijs en billijk oordeelt. Zij is derhalve en aan zich zelve en aan de Hollandfche Natie, welke zij, volgends de oude verbeterde Staats-form, verte. den handelwijze in dit geval onder het oog der Natie te brengen, opdat deze van derzelver rechtmaa tSd overtuigd worde. Dit fchijnt den Republike n toe e Zi:n eene daad van noodzaaklijke plichtmaatiVheid o» wlkp d6 Hollandfche Natie aanfpïaak ÏÏft?ï welke het  De RËP'UBLItfEIN. i** het vertrouwen kan herftellen, 't welk bij deze en gene Burgers, bij deze of gene Gemeente mogt geoordeeld worden, daadlijk verbroken te zijn. Het andere, dat hier in aanmerking komt, is dit. De Municipaliteit van Amfteldam heeft zich, in eene zaak van gefchil, — en wel in eene zaak van gefchil, welke ten gevolge had de afzetting van Leden, die gezamenlijk door de Burgerij, als haare wettige Vertegenwoordigers, waren goedgekeurd — niet beroepen op dat Volk, waarvan zij haar gezag alleen ontleent. Zij is verplicht, dit verzuim, dat misfchien gegrond was op redenen, die haar billijk toefchenen, te herftellen, en all' het voorgevallene, zonder eenige de minfte agterhouding , aan haare Committenten voortedragen , opdat dezen weten, in hoe ver zij van haare erkends Volks-rechten is afgeweken, in hoe ver zij gedwaald hebbe, of niet. Op deze mededeeling alleen kan het vertrouwen berusten, 't welk AmftePs burgerij in haare Municipalen in het vervolg ftellen moet. Dit niet gefchiedende, kan dezelve Burgerij in geene andere gevoelens ftaan, dan van wantrouwen, die altijd heilloos en verderflijk zijn voor de rust, de veiligheid, de eendracht en de welvaart der maatfchappij. Deze twee middelen van herftel der verbroken eens»gezindheid zijnde daargefteld, kan de Hollandfche Natie, en de Amfteldamfche Burgerij in het bijzonder, over den waaren toedragt der zaak oordeelen, en het voorgevallene zal geheel en al kunnen afgedaan worden op zoodanige wijze, als de waardigheid des geheelen Hollandfchen Volks aan den eenen , en de achtbaarheid van deszelfs provifioneele en provinciale Vertegenwoordigers, aan den anderen kant, vordert. Dit alleen zal de vonken van bitterheid en tweefpalt, die in eenen tijd van omwenteling zoo ligtlijk ontvlammen, en door kwaalijkgezinden aangeftookt worden, bij tijds en genoegzaam verdooven, en daarentegen de gevoelens van eendracht en broedermin, maar te gelijk van burgerlijke waarde en echte republikeinfche vrijheid, op nieuw doen herleeven en werkzaam zijn. Bedenkt hier Hollanders! wie en wat gij zijt! Gij zijt een gedeelte des vrijen Bataaffchen Volks. dat zich zelf, met behulp uwer Franfche Broeders, heeft vrij gemaakt, en dat recht heeft, om te weten, hoe uwe Vertegen- wo*r«  H6 Dé republikein. woordigérs handelen, bovenal wanneer zij onderling verfchilién in eene zaak, waar het uwe grondrechten geldt. Gij kunt niet onverfchillig zijn omtrend de allerminde inbreuk, welke door één uwer gelastigden op uwe heiligde rechten mogt gefchieden: maar, om dit wel te beöordeelen, moet gij ook bewust zijn van de zaken, waaromtrend gij zoudt waanen verkort te worden in uwe vrijheid. Vertoont u dus als vrije Bataven, die uwe vrijheid kent, en'wilt bandhaven met goed en bloed: maar zorgt te gelijk, dat geene rampzalige, woeste drift het gebouw van vrijheid om ver rukke, dat gij verlangt te nachten' Zijt op uwe hoede tegen alle listige oorblaazers , die alleen hun bijzonder belang bedoelen, of uit beginfelen van nüd en haat te werk gaan ! Leent in tegendeel het oor aan bedaarde voordellen, die door mannen van kunde en braafheid gefchieden , en laat uwe zegepraal geene Wraak, maar de edelmoedigheid van eenen Vrijman zijn, die in koelen bloede weet te beloonen, te vergeven, of te draden! Laat u boven alles door dit voorbeeld ten derkden overréeden , om met ail' uw vermogen op de fpoedige bijéénroeping eener nationale Vergadering van onze geheele Republiek aaatedringen!  .§ Ë REPUBLIKEIN. Nö. 15. Hunc ftatum, qui nünc ejl, quahscumque efi, mild ahd re, nifi concordid , retinere poffumus. Jam wnis eft inferior gradus , aut interitüs, aut femtutis, qU0 ne trudamur, dii immortales nos admonént, quomani jmnpridem humana cenfüia ceciderunt. C' I C E B 6. Fike Staat, maar bovenal élke vrije Staat, die nogin ziihè geboorte is, heeft geenen gevaarlijker vijand, dart de tweedracht. De dogter zijnde van onkunde en willekeur was zij, in dc hand des geweldenaar , altijd de fteuil zijner dwinglandij. Zij. werd ten allen t.jda aangeftookt door misnoegden , die uit haat, md, of Snbaat, eenen aanhang vormden, met oogmerk, om zen te verheffen op de puinhoopen van dat gezag, het welk mén ondermijnde. . Zij verborg zich agter het ma kér der edelfte beginfelen en oogmerken , om zoo Veel té gemaklijker den onkundigen tot haare gewaande belan-en te ovérreeden. Haar einde, wanneer zij zetevléS, was de fchriklijkfte overheerfchirtg .-Door fweedracht ging Griekenland ten onder ; dat land, het welf door zijne wijze keringen en wetten, de gronden 4legd heeft voor de verlichtte ftaatkunde van alle eeuwen De tweedracht deed het lafhartig bukken voor deTegevierende waapenen der Romeinen ; en dezen, Z hunnebeurt, moesten voor opgeraapte benden vari Èarbaaïèn zwichten, zoodra de aanhoudende verdeeld-  Ut De REPUBLIKEIN*. heden den teugel van het bewind aan de vrijheid eff rechtvaardigheid ontrukten , en de formen van «gS ring aHe die wijzigingen waren doorgeworfteld, vM- 5b&icSf*£ V ?1 rCl-°0rdeeI'- de ^lichting of dew i ^1St°lde daPP«heid, het verraad of drJhl u2dd/n daargefteld Wat de twee- S aaten nïtj^f V h,eb,be uitS^erkt in Rijken en SSP 7, G Kerk,Iiet featsbelang gedrocbtlijk Gilch&r\JTXe\°^ dc Oosterfcheen Werfcher Sarinee, Zulk* g^gen Engeland m-Frankrijk, S ™n Karklfjken twist losbarstte op dê £ £ Hrnnn- C^Uld'ge SIachtoff«s, op wier bloed weef nfer] ^ 1™\T ZËtel bouwde" ~ Engeland, tweedrfch; nnïerh-Cld lot hier toe eene ftaatkundigé Dm ^««h m/°ndJer gevaar te doen «itgesten. £e Sa"id0Or den anderen f" bedwa"S houfchÏÏfiimS, ^imster e zich veilig, te midden der koelt deJdHf, 1derdTakl£§ en belas^gen. Het bede Vertooïffi 1 edelfteG™iebest-gezinden, door Parffi Kr'?" P°PPen-fpel, 't welk in het d"Satfé rP W°rdt «^«cht, om daarmede Maar eV aakInVTen te te doen zwiigen. Zo al df Nntfe b3'1 dlt Hobbefiaansch bewind is nabij. z,o al de Natie haaren blinddoek niet verkiezen mogt re Pa rSa?dWerpen' offT^*'< «SepSde brï dc Se ™™ ' "let rgt d0en zeSwie«n. Sn zal fleeerlte opvolger van den zwakken Georze de vrii- !Ö£? Sf^, °m *ft Va" de heerscfzucht clL mSel Si V *?n' ?f biMe">andfche oorlogen, rmsfchien wel men door het jammerlijk verdrukte land aangevangen, zullen de keetens ve brSn waar- fSSStS S™de ' ^^S^SS. Zdeï over het Teven f n HP Tr f6 Ttten der Conftitutie , de tweefpalt, welke de Herfst-Omwentellng Thieot 1787 binnen deze Gewesten, wanneer de ^d verkwist werd in overwegingen; wanneer de Volks VerSeVil gen bijéén kwamen, om te twisten; waMee^S dïgedSdeeinKederb°SCh Va" de" h0ed" of -nigïn1 K»Jgs-toerusting betroffen,en de groote zaak der gezogte Vrijheid de fpeelbal was van verdeel-  De REPUBLIKEIN. 129 idee'ide Volksvrienden en Ariftocraten, die eikanderen wantrouwden, omdat hunne beginfelen of onvast, of onzuiver waren , tot dat hij , aan Orange te rug gekaatst, door Pruis/en gewelddadig werd opgevangen, om aan dit oneenige kaats-en kinder-fpel een droevig einde te maaken. ó Bataaffche Burgers! kunt gij u deze aanmerkingen, welke zich op daadzaken gronden, herinneren, zonder met uwe eigen oogen te zien, dat de tijden van 1786 en 1787 thands weder herleeven ; dat de dierbaare , maar tevens zoo gevaarlijke, oogenblikken der Omwenteling voorbijvliegen, in oneenigheden, in twisten, in verdeeldheden, in gefchillen, en wel in gefchillen over beuzelingen; terwijl de gewichtigfte zaak van allen —■ ds Volks-Vrijheid, in haare inwendige en uitwendige betrekkingen — den gewoonen flakken-gang voordkruipt, ja niet zelden geheel uit het oog wordt verloren? Gij zult het mij gewis ten goede houden, dat ik, als Republikein, met u fpreek; gij zult het mij vergeven, wanneer ik waarheden zeg, die voor zommigen onaangenaam zijn: het Volksbelang, dat het uwe, en ook het mijne is, verzekert mij , dat niet de vleierij van eenen hoveling, maar de taal van eenen vrijen Ba-' taaf, thands gelden , thans boven alles gelden moet, en, daar ik als zoodanig fpreek, zult gij ook mijne gezegden, ais zoodanigen, beoordeelen, en, zo ik nederig van mij zelf vertrouwen mag, ook goedkeuren. Gij ijvert, om vergaderingen aanteleggen, teneinde over den ftaat des Lands te kunnen fpreken. Steden en Dorpen wemelen van Sociëteiten en Gezelfchappen. Het oogmerk is Ioflijk: maar de uitvoe'ing, de bereiking van het oogmerk waar zijn tot hier toe de weldadige vruchten te befpeuren van alle de bijëenkomften, welke 'er, na den eerften aanvang der tegenwoordige Omwenteling, bij meenigte gehouden zijn? Zij zijn, zegt gij, nog in het oogenblik haarer oprichting:maar, waant gij, dat zij beter en heilzaamer zullen zijn over één of meer jaaren? ó Mogt mijn hart zich bedriegen in de ontkenning dezer vraag, welke mij de oprechtfte overweging afperst! — Vestigt uwen aandacht op een grondwettig gedeelte van uwe aanftaande vrije Conftitutie, de oproeping des Volks, om over s'Lands belangen te raadpleegen, of derzelver handhaving te bevelen aan kundige en eerlijke Mannen, die door u zullen verkozen worden : is dit onderwerp immer een ftuk P 2 gQ'  Ï39 De REPUBLIKEIN. geweest van onpartijdig onderzoek, waarin gij wildet dat kundige Mannen u zouden vóórlichten, of waart pver gij zeiven, na een voorafgaand ernflig nadenken uw gevoelen aan anderen wildet mededeelen? Wat is ,ei" j0t toe door u verricht, om uwe anders denkende Medeburgers , die nog , bij gebrek van doorj1C 'noSten dwaalen, tot uwe gevoelens te overreeflen? Waar is de grondflag, waarop gij zeker zijt van de braafheid en de trouw van hun, die zich voorflanders noemen onzer goede zaak ? Waar is tot nog de plaats, alwaar de Burger-waapening , dat groote bolwerk onzer vrijheid, op eenen geregelden voet gebragt is zonder nog gehecht te zijn aan den uitwendigen pplchik der krijgstoerusting,' welker kostbaarheid den mm gegoedden Burger volftrektlijk ten gronde richt? Waar. is de Volks - bijeenkomst, welke het zich ten plicht maakt, om, met "de voortref! ijkfte gronden van' een gezuiverd Staatsgebouw, tegelijk te werken op de,goede zeden en Volks-deugden, zonder welken de beste Conftittitie eene hersfenfchirn is ? Waar is, in eenigê bijeenkomst, de vraag onpartijdig behandeld, en tot eene wet van orde daargefleld, welke van het grootfle belang is voor de rust, de orde, en de welvaart van den geneelen Staat: naamlijk, „ tot boe ver zal zich, i»W de Volks-bijeenkomflen, de behandeling uitflrekken van de algemeene zaak der Vrijheid, en van de a, afzonderlijke Staatsbelangen, zonder aan deneenen ,, kant des Volks wettige aanfpraak op zoodanige ovcrwegingen te kwetzen, en aan de andere ziideindracht te maaken op het plaatsgrijpend Bewind?" Deze enkele voorbeelden uit duifende anderen, die nog voer handen zijn, en waarover de voorvallen van den dag, met eene meenigte van kinderachtige beufelarijeh, zoo vaak eenen fluier werpen, om ze aan de aandacht des Volks te onttrekken, zijn genoeg, om u te doen, zien het gebrekige, dat tegenwoordig in ver de meestq Vclks-bijeenkomflen plaats heeft. Vergunt mij, dat ik li hierover nog eenige nadere bedenkingen voordrage. De Volks -vergaderingen zijn prijslijk en noodzaakJijk. Zij moeten echter niet al te dikwerf herhaald worden , qm den Burger geenszins dien tijd te ont; ïqoven, dien hij aan zijne fijdlijke welvaart verfchuU digd is. Een Man , die zijne huislijke belangen verwaarloost, kan geen nuttig, en dus in den eigenlijkMÏ 2Ü SS'?" 8<5ed5 Burger zijn. De bijëenkomftes.  De REPUBLIKEIN. rT$ï poëten onkostbaar zijn, en alle aanleiding tot groote yerteeringen moet allerzorgvuldigst geweerd worden. Derzelver oogmerk moet zijn verlichting van het verftand, opheldering van ftaatkundige begrippen , dc ftandvastige vorming van nationale deugd , moed en dapperheid, en de aankweeking van broederfchap. Gefprekken en redekavelingen, die met dat oogmerk ftrijden, moeten met den grootften nadruk wederftreefd worden. De onderwerpen, aldaar behandeld, moeten nimmer buiten dien voorgeftelden kring gekozen worden. De belangrijkfte overwegingen zijn die wegens de toepasfing der aangenomen beginfelen van vrijheid en gelijkheid op onze algemeene Staats-conftitutie, en op bijzondere gevallen en omftandigheden, gelijk mede eene naauwkeurige ontleeding der genomenc befluiten, bij Staat en Steden, om daaruit te beoordeelen den voordgang der omwenteling, en alzoo te weten, wat 'er noodwendig gefchieden moet, om op deze regelmaatige wijze uit te drukken het algemeene gevoelen der Natie, 't welk den eerlijken Bewindsman ten richtfnoer zijner gedragingen verftrekken zal. Binnen deze grenfen bepaalt zich het gezag der bijëenkomften. Zij behooren voornaamlijk te beftaan in overwegingen. Jn enkele gevallen mag een voordracht aan het openbaar Bewind over ftedelijke of ftaats-belangen dienftig geoordeeld worden ;„ doch ook die voordracht zelf behoort nimmer te gefchieden door eene afzonderlijke Volks-vergadering, omdat deze, als zoodanige, niet meer gezag heef:, dan andere zoprtgelijke lichaamen, zelfs niet meer, dan ieder afzonderlijk Burger, terwijl het recht, van eenig request, adres of memorie, in te leveren, het bijzonder eigendom is van ieder' vrijen Burger, het welk hij, in elk voorkomend geval, mids op eene waardige en befcheidene wijze, kan doen gelden. Het openbaar Beftuur , zoo lang het getrouw is aan zijne verordening, geenszins te belemmeren , maar te fchraagen, niet door loftuitingen of ^ank-adres fen , maar door de goedkeurende ftem van het algemeen gevoelen; dit moet de grondregel zijn van iedere Club in 't bijzonder, en van alle Clubs tezamen genomen. Dan alleen, wanneer het openbaar Bewind in heerschzucht of dwinglandij mogt ontaarden „ dan is het de zaak van alle Volks-bijéénkomften, om zich te vereenigen tot den voordracht van de ftem en zijn godsdien geenszins de algemeene veiligheid belemmert. Fn dat de loden, als zoodanigen, aan hunne Geloofsgenoten ten fterkften gehecht zijn: dit zal hun door file die genen, die gewoon zijn, voor hun geloof te iiveren veeleer als eene deugd, dan als eene misdaad, toe^reekend worden , en verdient ook goedkeuring, voof zoo ver het niét alleen.ontftaat uit gewoonteof vooroordeel , en in geenen haat tegen anders denken- MaafhetTTuist die haat tegen de Christenen „welke de Joden kenmerkt, en waardoor zij altijd ge- »' * ■ ■ * q 2 ,> V3il-  138 De REPUBLIKEIN. vaas-lijk blijven voor het Christendom «r/ï> „ voor alle andere Burgers » _ nd°m i of lieve* baaten de Christenen "en dezen ? J%?htS"" ders van de broederminnende leer Yan lef s- f' BellJ' eigen boezem en vraa^i- » ,J J i 11 ! ln uweo jSfi^ÏA,*0 °PyO0rz^ oo/5ik w n! neer gij niet nadacht over uwen plicht? En éii zult dan van den nog veel minder verlichtten Tood vo jnaaktheid vorderen? Nadert mi lil? 'J , daarom, edeler behoorfteTa&en ofhem" en' hii f , a,dei'en- BejeSen he« n et achting, en b Slu^em'Sr' ^^mgenegenheidf'enïlj „Verwacht nimmer zulk een edel gedrag van een " &■ t* m dk Land ais vreemdeling wtont De *' Ka" tS r?? >a23/7' Aldaar hoopt hij n?| nS oSnn', ZaJ..gek0,me? z'in- Hij behoort dus " zei van ft,,?, Z'Jrn g„eheeIe g°dsd''enst is een meng„,zei yan ftaafs- geloofs- en zedenleer. Ziin ftaat- "go" sln!r0DenToiSd70naJChaaI' Uit b^l van " Christen h,nH iJ °d,*an,dus nimmer we> met eenen eerevrH, r cl™''■ kl} £an nimmer fteml^n voor :,' Klooi - 0nftltT,'- °f JerZaakt ziJ'n S°dsdie"" „ itiö geipof. — Ei heve! Waarop grondt zich hét Teruzalemfche Burgerfchap? Op de fchnften der oude toodfche Profeten. Maar Christenen" 'veelen uï lecraaren eigenen u diezelfde plaatfen toe waarop de £ie PraatfenVe;rChti^-!?0UVn Wd ^\lXl lJie plaatfen zeggen zij, zien alleen op Tefus.' Züt fén van°£idBPUrgerS Van l9™*1^ Rit verfta k nï t Eén van beiden moet toch waar zijn: de Tood of ziï ^noet dwaalen. Dwaalt de Jood, naar uwbegrip dan Sl TlïeeZnJn7ijrra'eraSC^Burgerf(:haP een onding, en fan wen Tef,,? ^ BUrg6rS' di^ de wederkomst Kofeten dii ft^CT ve"^chten , waar de rrqreten die voorfpeld hebben. Heeft de Tood geliik'- SSi^SSï?^ F verkMngen uwer Godfei fe §en .husthjk geloof, om a ten vollen te verzekeren', dat  De REPUBLIKEIN. 139 dat de Joodfche Mesfias, dien de Joden nu reeds, zederd meer dan 2500 jaaren, te vergeefsch wachten, nimmer verfchijnen zal? Wel nu, laat dan uwen zwakken en dwaalenden Broeder, zoo lang hij nog buiten ftaat is, van zijne dooling te rug te keeren, gerust in zijn gevoelen , dat misfchien zeer belangrijk is voor zijne deugd. Van zijne meening, welke in uwe oogen een loutere hersfenfchim is, hebt noch gij, noch deStaat , iet het minfte te vreezen. Zijn Jeruzalemsch burgerfchap, dat, door den ouderdom van ruim zeventien eeuwen , volftrekt verjaard is, zal zich het best in vrije burgerrechten ontwikkelen, daar hij u, door ziin eerlijk bedrijf en door zijnen wandel, zal toonen, dat zelfs het fchijnftrijdigfte gevoelen, 't welk gevaarlijk fchijnt voor de veiligheid van den Staat, geen' den minften invloed heeft op de burgerlijke eerlijkheid en trouw, zoodra het flechts, van nabij of van verre, verwand is met de godsdienftige geloofsleer. Nog eens : de Staat heeft niets gemeens met ééne éénige gebofs-belijdenis. Beoordeel dus den Jood uit zijne daaden. Heeft zijn Jeruzalemfche waan zoo veel invloed op zijn gedrag, dat hij eerl monarchaal ftelfel hier te land poogt in te voeren, laten dan uwe wetten hem ftraffen , zoo als het behoort : maar beroof gij hem, enkel op eene onderftelde mooglijkheid, van geen recht, waarop hij aanfpraak heeft , zoo lang hij als Burger handelt! Gij miskent, immers, den Roomschgezinden niet, offchoon hij één geestlijk Opperhoofd in zaken van geloof erkenne ; offchoon hij dus iets Jeert, dat ftrijdig is met de rechten van den mensch? Waarom? omdat de Staat met den Paus van Rome niets te maaken heeft. > ' ,, Maar, de Joden zijn zei ven oneenig onder elkan,, deren. Zij betwisten eikanderen het genot van vrije rechten. Hunne Parnasfijns en Rabbijnen verbie,, den zelfs de waapening aan de Leden hunner Kerk. En wie kan een ftemgerechtigd Burger zijn, zonder zelf de waapenen te voeren, tot verdeediging zijner haardftede?" Wij weten reeds, dat het nog onder de geleerdfte Rabbijnen onbeflist is, of de Joden voor en ten behoeve van Christenen ftrijden mogen ? Maar, zoo doende krabben wij, al wederom, de wonden open van den rampzaligften Volks-haat. De Joden zullen niet ftrijden voor Christenen, maar voor hunne Medeburgers , niet om dat zij Christenen, maar omdat ook zij Burgers zijn : zij zullen dan eigenlijk Q. 3 ftrij-  T49 Öe REPUBLIKEIN. ftrijden 'voor zich zeiven , voor hunne eigen rechten. De Jood , die hiertoe bereid is , mag door geenen Parnasfijn van ziinen Burger-pliebe worden te rug gehouden. De Rabbijn , die hierom eenen Jood mogt verongelijken , of vervolgen , kwetst de vrijheid van geweten, welke in eene vrije Conftitutie onfehendbaar is. De Parnasfijn, gerugfteund door de groote meerderheid zijner Geloofsgenoten , mag den waapenvoerenden buiten de gemeenfehap zijner Kerk fluiten,- doch ook meer niet. Dit moet zich de edel handelende Jood getroosten , indien zijne Kerk het voeren van waapenen op den Sabbath heiligfehennis reekent. ■— Maar juist deze zelfde vrijheid van geweten vordert ook, den Jood tot ftemgerechtigden te verklaaren, al konde hij, naar de godsdienftige infpraak van zijn hart, de waapenen niet dragen. Wie heeft immer den Doopsgezinden de aanfpraak op een vrij burger-recht betwist, omdat veelen hunner Leeraaren en Lceken het zwaard voeren , de zelfsverdediging, en de waarneming van het Overheids-ambt, als onchristlijk, afkeuren? Wie hunner Leeraaren is thands (tog dwaas genoeg, om een Leek, die anders oordeelt, uit hunne Kerk te bannen? — Indien de weldenkende Joden eenmaal kunnen goedvinden , de fchandelijke Kerk-dwinglandij hunner geestlijke Opperhoofden binnen de juiste paaien te beperken, ook dan zullen die twisten zeer fpoedig een einde nemen, even als de oude twisten over het lang en kort hair onder de Christen Dweepers geëindigd zijn, nadat de menfchen verlichter en beter zijn geworden, en nadat men begrepen beeft, dat de waarheid geenszins alleen bij Geestlijke Ambtenaars te huis behoort! Hoe, evenwel, kunt gij Republikein! —- dus vraagt, eindelijk, een ander — de partij der Joden zoo ,, fterk trekken, daar gij immers zeer wel weet, dat zij een „ baatzuchtig Volk zijn, in den nadruklijkften zin van het woord, die heden: leeve de Vrijheid! — morgen: vivat Orange! zullen roepen, zoodra hun bslang het flechts vordert? Zijn zulke menfchen in eenen vrijen Staat te vertrouwen ? Kunnen wij hen ,v als onze Medeburgers erkennen?" •—- Van welke menfchen fpreekt gij, mijn Vriend! Bedoelt gij wel opgevoedde, verlichtte Joden, zoo als gij toch niet ontkennen, zult, dat 'er daadelijk zijn? Of fpreekt gij van het woest gepeupel, dat veranderlijk is , als de wind? Of meent gij ook het gros der Joden, die tot nog  De REPUBLIKEIN. 14* nog toe , door eene fchreeuwende ongerechtigheid , buiten de mooglijkheid gefteid zijn, om hunne afzonderlijke belangen zoo openbaar, en onder de befcherming der wetten, te behartigen, als de Christenen .' — Eischt gij dan van mij, dat ik hier eene vergelijking maake? Dan moet ik u in ernst betuigen, dat gelijke ran„en— gelijke menfchen opleveren , om het even of zij Toden, of Muhamedaanen, of Christenen, en on der de laatften, of zij Roomfchen, of Lutherfchen, of Gereformeerden, of zij Hernhuthers, Kwaakers, Doopsgezinden of Remonftranten heeten. Het zijn niet de godgeleerde zamenftellen, maar het is eene goede en naar zuivere regels van mensch- en zeden-kunde gevormde opvoeding, welke den mensch cn burger, den braven Man en eerlijken, ftandvastigen Burger vormt. Moet ik u te rug wijzen op requesten van fubnv.sfie,_ op aüen van berouw, op onderdanige buigingen voor Orange ingeleverd , geteekend en verricht door mannen van den besten Burger -ftand, door Christen-patriotten van 1787? Dan, ik wil geene haatlijke gevolgen trekken Ik wil alleen aanmerken, dat, zo gij uitzonderingen maakt, de Christenheid, zelfs in vergelijking van haar grooter aantal, ruim zoo veele onwaardigen oplevert, die geene andere drijfveer in hunne daaden kennen, 'dan eigenbaat. Zijt gij dan ook niet onrechtvaardig in uwe beöordeeling van den Jood! De verfchijning van éénen kundigen, eerlijken, oprechten en menschlievenden Moses MENnELSsoHN, in Duitschland* moet u overree'den , dat de Joden ook hunne Grotiussen bezitten. De Christen Koopman zal u honderde Joden opnoemen, aan welken hij het zelfde vertrouwen fchenkt, als aan zijnen Geloofsgenoot. En voegt dan hier nog bij de voormaalige onderdrukking der Joden , hoe zij in afzonderlijke Wijkplaatlen verdeeld, buiten alle gemeenfchap met de Christenen gefloten, door het ijzeren dwangjuk der Gilden van hunne kostwinningen beroofd, en evenwel genoodzaakt zijn geworden tot voldoening van alle, ja zelfs tot meerdere, lasten van den Staat, en betreurt dan niet flechts hunnen jammerftaat; maar verblijdt u in tegendeel over de lijdzaamheid eener, tot het ftof vernederde, maatfchappij van Staats-bannelingen, die uwe broeders zijn, en die, terwijl gij zeiven flaaven waart, niet meer geacht werden , dan het dier! Zijt gij dan edelmoedig genoeg, om medelijden te hebben met hunne wandaden, 20 zij misdreven hebben! Vergeeft ze hen, als Christenen! Maay  i\i De REPUBLIKEIN. Maar, zorgt gij tevens, als vrije Burgers, dat zij fa dé gelegenheid komen, om hun wangedrag te herfteHar? Verbreekt de flaaffche banden, dieiien hSn aan mtnlcnel SS f zaken va" godsdienst, aan verklaaringen van Godgeleerden keetenen even of 'er geene deugd, geerie vrijheid zonder godgeleerdheid beftond! Laat hun godsdienst bij u , en de uwe aan hen heilig wezen • toaar vermengt ook nimmer uwe of hunne godgeleerd', heid uwen of hunnen godsdienst, met de Staatkunde < fthonk S dC 7%^ Wdken God **h even zeer" fchonk, als aan u! Zyzyn, even als gij, kinders van éénen a gemeenen Vader, die alle zijne fchepfelen ge" lukkig wil maaken! Dat onze vrije Conftitutie niet be- ÏZ* lirrde,met hCt flijk uit den ouden barbaÏÏfchen modderpoel, waarin voorheen en godsdienst, en Vrijheid en menfchen- en burgren-recht, waarin braafheid en deugd jammerlijk verfmoord zi n geworden! Verbreekt Bataven' alle flaaffche banden, van ,Tw öfHeurztf oo'^ijn mogen, en, daar het uw doel is, om uw Land vrij en gelukkig te maaken, betoont uwen waaren adel daarin! dat lij menfchen redt, die tot nog tóe altijd rampzalig warenTwS alle gefchillen uit uw midden! Laat broederfchap uw grondbegmfel z,,,i, en laat niet uw gevoelen over het hart van uwen Natuurgenoot, maar laat de Wet allee* over zijne daaden vonnisfen 1 Op deze wijze alleen drukke s ! * ' g'J Z£gevieren boven alle «we onder- Te Amficrdam bij M. Schalëkamp, in de Warmoes* Jtraat, als; mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries Pols en van Santen, Dordt Blusfé en Zoon, 's HaJ Leeuwenftijn en Plaat, Leyden Honkoop en Herdin? Haarlem Wahe en C. Plaat en Wed. van Brusfel.' Sc-hedam Poolman, Delft Roelofswaart, Gouda Verblaauw, Alkmaar Molkman en Comp., Hoorn ] Breebaart, Zaandam van Aaken , Utrecht G. T van Paddenburg en Zoon , en de Wed. Terveen s Bosch Palier, Middelburg Gülisfen, Groningen Leeuwarden Cahais, Deventer Brouwer en in de overige Steden der Republiek , bij de voornaamfte Boekverkopers, wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a ij Stuiv.  D Ë REPUBLIKEIN. N°. 17. Les droits da conquérant ne font fondts que fur ce qué ces chofes la ne font pas, fcf qWil y a un eloignemeni entre les deux nations, tel que l'une ne peut pas prendie conflance cn t'autre. ' montesquieu, Burger Republikein! 1 e récht hebt gij' in één uwer Nommers aangemerkt; dat hoe meer het tijdftip nadert eener conftitutioneéie richting van het Staatswezen, ook liet gevaar vari wederftreeving zoo veel te grooter zal Wezen. Wii hebben reeds Orange-oproerigheden zien ontftaan, oj> het oogenblik, dat men bezig was, aan de herftelling van hét Finantie-wezen te arbeiden. Thands, nu men de betrekking, waarin ons Land tot Frankrijk ftaatj nader voorneemt te bepaalen ; nu men waarfchijnlijk bezig is met onderhandelingen tusfchen de beide Republieken, om haare wcderzijdfche verbindtenis op eenen vasten voet te brengen, worden overal tijdingen verfpreid van allerleien aard, maar vooral hoonendö voor die Natie, welke ons heeft helpen vrij maaken« tijdingen, waarbij men niet fchroomt te verzekeren, dat ons Land daadlijk geconquesteerd, en dat 'er dus voor den Burger zeer weinig reden zou zijn, om zicfi in zijne Vrijheid te verheugen. Langs dezen weg* daar men de Vrijheid als eene loutere bersfenfchirri 4oet voorkomen, poogt men de Burgers aftetrekkeri ja nn  144 De REPUBLIKEIN. fan hunne handhavening der goede zaak, en alzo*door het zaaijen van allerlei verdeeldheden, de verwarring te vermeenigvuldigen. Het fcheen mij, derhalve , met onvoegzaam toe, U eenige bedenkingen medetedeelen over de betrekking, waarin wij ftaan tot frankrijk, en over de middelen, die konden dienen om eene gewenschte alliantie tot ftand te brengen! Vindt gij dezelven gegrond, dan twijfel ik geen oogenblik of gij zult haar eene plaats in uw geacht Tijdfchrift verleenen. Om wel te beoordeelen de betrekking, waarin offie Republiek zich tot Frankrijk bevindt, is het nodig, deze zaak een weinig hooger optehaalen, en wel van dat oogenblik af waarop de oorlog eenen aanvang genomen heeft. _ De Vertegenwoordigers der Franfche Natie overtuigd, dat de gewezen Stadhouder in coalitie itond met-.Engeland en de andere Mogendheden, welke geene middelen onbeproefd lieten, om de Vrijheid der nieuwe Republiek te overweldigen, of te vernietigen begrepen zeer te recht, dat het beter was, eenen openbaaren, dan geheimen, vijand te hebben. Op dc gunftige kans des oorlogs reekenende, door eene nieu• we vorming van ontzachlijke legers , verklaarden zij den oorlog aan dertien, zoo groote als kieene, Mogendheden te gelijk, en daaronder ook aan den Stadhouder , als het toenmaalig eminente hoofd der Republiek die, als dienaar van Staat, zijne Meesters beheerschte* en in wiens naam alle militaire en Staats-verordeningen, terinadeele vui Frankrijk, ten uitvoer werden gehragt. Frankrijk's waapenen waren, toen ten tijde gelijk altijd, zoo lang 'er geen verraad bij de Generaals fchuilde, ten vollen zegevierende. Dwnourier drone door tot op de grenfen, die buiten de minfte verdediging waren, en alles zou voor zijn krijgsbeleid en zijne dapperheid hebben moeten zwichten, zo niet hij zelf zijn Land verraaden had. Door dit verraad vrj Dumouner weeken de Franfchen, (het welk, om dit tusfchen beiden te zeggen, de geestlijke orange-kraai • jers aan de gunst van Neêrlands God toef-hieven) en de Stadhouder wist het, door zijnen invloed, zoo ver te brengen, dat ook hier te Land niet flechts tot eenen verdedigenaen , maar tevens tot eenen aanvallenden oorlog befloten werd. Dezelve werd door de zaam verbondene Mogendheden ongelukkig en lafhartig gevoerd, waarvan-het gevolg was, dat de Franfche legers  De REPUBLIKEIN. 14J «rs tot in de Generaliteits-landen, in Gelderland en. VtrecU doordrongen; terwijl de Hollanders, door den braven daendels aangemoedigd , de revolutie vooralaanvingen, en met behulp hunner Franfche Broeders voleindden. ,, , Deze daadzaken, vooraf gemeld, moeten ten grondflaee dienen, om te beoordeelen, in welke betrekking Frankrijk, als oorlogende en overwinnende Mogendheid zich tot ons, en wij ons. deels als overwonnen, deels als vrij gemaakten, tot Frankrijk bevinden? — Moet hier het recht van oorlog gelden, zoo als het tot nog toe onder alle Volken plaats heeft, dan lijdt het geen een minden twijfel,-of de Landen, door de Ffanfchen met macht van waapenen tot overgave gedwongen , zijn in de daad aantemerken als veroverd, en als zoodanigen in eigendom der overwinnaren overgegaan: welk recht van verovering nog daarom te meer zou kunnen gelden', omdat dezelve landen niet flechts in het geval Geweest zijn van eenen verdedigenden, maar zelfs eenen aanvallenden oorlog te voeren. Dan, hiertegen ftnjdt de herhaalde verklaaring van Frankrijk's Vertegenwoordigers bij de Legers, dat zij geenen oorlog tegen de Natie maar tegen het Bewind, tegen de Vorsten, en 'op het hoogst genomen tegen die genen voerden, die, met verfmooring van de ftem des Volks, alleen ftreeden voor den zetel hunner dwinglandij, en zich niet Schaamden, om aan dit heilloos oogmerk alles opteolferen.' ïn zoo ver heeft de edelmoedigheid der Franfchen elke Natie, welke te vooren pnder een rampzalig juk van overheerfching zugtte , aan zich willen /verbinden, om daardoor de rechten van den Mensch en Burger zoo veel te nadruklijker en algemeener te doen eerbiedigen. De oorlog, door hun gevoerd, was een oorlog om een politiek gevoelen, hetwelk eenige Despoten opzetlijk wederftreefden , omdat zij hun • hen ondergang duchtten, zoodra deze Vrijheids leer ingang moet vinden bij haare Onderdaanen. \ eroverheen te maaken van landen, welken zij overwonnen, konde nimmer het doeleinde zijn van den oorlog, omdat zoodanig iets ftreed en met den aard der zaak, en met den erondflag van deszelfs verklaaring, en met de zoo even gemelde afkondigingen der Vertegenwoordigers bij de Legers. Ook konden die veroveringen geene rechtftreekfche gevolgen zijn van den oorlog,_ omdat, jÜfaar de oorzaak ophoudt, ook aldaar het uitwerr.,el  ï4ó d e> repucli k E l N. wordt weggenomen, en de Natiën zeiven door w toet kracht van waapenen gehandhaafd gevoelen tot haare rechten teruggeroepen, nimmer kuCenonder field worden dezelven, bij een contract van handel k?°pm door ee» af&nd ha e^eig ndorn'. men, althands met, zoo lang door den Aanvallerda£ P^enilgeene, verklaaring gef h ed Eén enkel geval zou hierin eenige uitzondert kannen fcaaken, wanneer naamlijk de oVer wonnenLanden of Volken uitdruklijk weigerden, hulde te doen aan da gevoelen waarom de oorlog begonnen is AUdan zouden de zegevierende Franfchen deze weigering kun der Nadënme?h * d^dIijke °™Sa™D ing £,iï™ fteShaarevoonSeOverheerfchers, deze Vol- republiek en als zoodanigen vervallen onder baar Sn als llT*\ Zij f°°daniS za! beheeren en h nd! .haven, as zij goedvindt, ten einde van alle verdere verongelijkingen of aanvallen bevrijd te bihven tot zoo lang dat dezelve Natiën vatbaar worden vo'or de ~ Off hoonl61' ^"ik^Pubijkeinfche ftaatkunde! #.nn „ a 6r> nu' zeIfs °P deze handelwijze noaeen en ander ware aantemerken , hetgeen wi thandf onnodig oordeelen, alhier in het mi Jen kregen is het gezegde, onzes oordeels, genoegzaam óm ê befluiten, dat eene door de Franfchen i^gezégden oo ! log overwonnen Natie, welke op het ecrfte^o^nbl* gereed is van derzelver gedaane afkondigingen =5 de Vrijheid enz. gebruik te maaken, juist ofn deze %ft? fhtl^,redein',ee'; daadiijk rechtheeft op 5e Iran fche edelmoedigheid in alle haare uitgeftrekrheid een daadhjk recht op alle de voordeden'van eene„vrijen Staat, waaronder dat van de voordduuring haarereigen* dommen, welken zij te vooren bezeten heeftTéé„ der a lerwezenlijkften is Plet geen zij van de FranVcha Natie, of van derzelver Vertegenwoordigers .terecht kan vorderen is niets minder, dan eene vermaarfchanPing der beide Volken op alle'zoodanige gronSals de- gelegenheid en aard des Lands, en §de onmiddellijk ïlT In'rt 01Kfa,ndi8hede" het best zullen gedoó «tL Beide Republieken kunnen hierover onderlinge |hikk,ngen maaken, ten gemeenen voordek nimmer tennadeele van ééne der partijen: en deze fch kkiZn t32 aisteiibeEre%het sm^bM, ö:>Ss Wm&W^ eigendom der geheele  De REPUBLIKEIN. Ut Hatie Is, kunnen nimmer door de Vertegenwoordigers van beide Republieken tot fland gebragt worden, zonder daadlijke toeftemming van dat Volk , welks eigendom onderfteld wordt te verminderen, of zonder zijne Vertegenwoordigers op dit bijzonder punt ultdruklljk te hebben gemachtigd."— Maar juist deze zelfde aanmerking, dat een oorlog, gevoerd door het vrije Frafifche Volk, om zich zelf en andere Volken vrij te maaken, in zijne gevolgen niet kan ftrekken tot benadeeling van beiden, zoo overwinnaren, als overwonnenen; juist deze aanmerking geeft aanleiding tot eens zeer gewichtige vraag, aan de zijde der Franfche Natie: of zij, naamlijk, daar zij door den tegenftand der Mogendheden tot den oorlog gedrongen is, bij de overwonnen , maar vrij gemaakte Volken geene fchaadeloosftelling kan vorderen van die verbaazende kosten, welken zij tot dat einde heeft moeten maaken v — Zommigen zullen hierop andwoorden, dat de volftrekte nood. zaaklijkheid, van de zijde der Franfchen, om den oorlog te voeren, geenszins een genoegzaam beflist punt yan billijkheid is, om daarop eenen eisch van fchaavergoeding te gronden, of ten minften, dat de Franfchen zoodanig punt vooraf hadden behooren temelden, bij hunne oorlogsverklaaringen; en men kan niet ontkennen, dat deze redenen in de daad zeer fchijnbaar zijn. Dan , daar evenwel de gevoerde oorlog aan beide zijden, zoo wal der Overwinnaren als der Overwonnenen , onderfteld wordt te zijn eene daad van wederzijdsch belang, van wederzijdsch voordeel, hetgeen, door de vermaagfehapping der beide Natiën, tot een zeker effeft zal gebragt worden, dan laat zich ook op denzelfdert grond zeer gemaklijk betoogen een deeigenootfehap , zoo wel aan de geleedene fchaade, als aan de te verwachten voordeelen. Dan zal de billijkheid van zelve vorderen, dat de overwonnen Natie, als een equivalent voor haar reeds herkregen eigendom, zoo als de vrijheid is, met alle de voordeelen, welke daaraan in het vervolg noodwendig zullen gehecht zijn, eene opoffering doe voor de geledene oorlogs-fchaade haarer Zuster-Republiek: te meer, daar anderszins het recht van den oorlog, van de zijde der Overwinnaren, op het minst kan vorderen de verbeurdverklaaring ten hunnen voordeele der goederen van alle die voorftanderS van geweld, die den oorlog tegen hen lubben begonnen, pf voordgezet, zonder zich aan hc: gevoelen of R 3 de  »4« Ök REPUBLIKEIN. de ftem hunner vrijheidlievende Medeburgeren tebekreuma. Hgt fpreekt, om kort te gaan, van zelf, dat deze zaak door beide Volken bij' onderhandeling moet gevonden worden, op zoodanige wijze , als men van weder* zijde op billijke gronden zal kunnen overeenkomen. Laat ons nu deze aanmerkingen toepasfen op onze eigen Republiek. Onze Franfche Broeders hebben sommigen onzer Gewesten daadlijk overwonnen , en srttén helpen vrij maaken. Dezelven allen, of flechts •één derzelven, te veroveren, kan geenszins overeenkomen met hunne aangenomen grondregelen, noch met hunne betoonde edelmoedigheid. Billijk kunnen zij daarentegen, vorderen een aandeel in degeledenefchaaèe, en dus eene daadlijke fchaavergoeding. De grootheid derzelve moet geëvenreedigd zijn, en naar het beloop des oorlogs, en naar den ftaat onzer Republiek, cn naar de dienften, welken men aan Frankrijk, door de voeding enz., van deszelfs legers reeds bewezen heeft. Het gevolg van den oorlog moet beandwoorden aan' zijHe oorzaak, de erkendtenis en aanneming van Frankrijk's vrijheid-ademend gevoelen, en de naauwfte vermaagfchapping der beide Republieken moet hetweldadigstuitwerkfel zijn, dat beider belangen vereenigt. Aan dit oogmerk voldoenend, is de oorlog, hetgeen hij voor beiden kan en behoort te zijn , naamlijk weldadig. Aan ééne zijde onvoldoenend, is de oorlog niet alleen geen zegen, maar de geesfel van dat Volk, het geen daardoor lijden zon. Het weldadig uitwerkfel hangt af van eene onderlinge vereeniging , ten aanzien van illé wederzijdfche welvaart, en hcpaaldlijk van algemeene verdediging te land en te \vater,- en cm deze naar behooren te treffen, behoort de onafhanglijkheid van beiden erkend te worden. Zonder de volftrekte erkendtenis daarvan, kan geene juiste fchatting van voorrechten en voordeelen , geene bedoeling van één wederzijdsch belang plaats grijpen. Overal, waar overheerfching aan de eene, en onderdrukking aan de andera zijde beftaat, zal het te maaken verbond, door noodzaaklijkheid, juist dat zijn, het geen tot nog toe alle ftaatkundige verbindtenisfen tusfchen de Mogendheden geweest zijn, naamlijk een werk van list en bedrog het welk alleen moest dienen voor het oogenblik, waarop het gemaakt is, en toe welks verbreking de'verongelijkte partij de allereerfte gelegenheid zal waarne£25n> om op haare beurt de aadere voor haare xvan?  De REPUBLIKEIN. 149 iaaden te (haffen. De tijd van zulke alltaritien moet voorbij zijn, met de thands herboren verlichting. _ De rechten van den Mensch en Burger behoren ook hierin tot verftandige gidfen te verflrekken. Zij behooren aan de wederzijdfche Natiën, of derzelver Onderhandelaars in haaren naam , flechts één belang te doen Jcennen en eerbiedigen. Op dezen grondflag alleen kan de alliantie in haare gevolgen voor beiden nuttig wezen. Hoe beter het Staatswezen van beide Volken is. ingericht, hoe meer vastheid zulks verkregen heeft, zoo veel te nadrukliiker zal het verbond zelf zijn. Hoe minder geörganifeerd beiden , of één van beiden is j des te moeilijker en onzekerer zullen de nog overig blijvende gaapingen, door eene meenigte van bijkomende artikulen, aangevuld worden, die, naderhand hunne kracht verliezende, de geheele verbindtems in gevaar zullen brengen van ontbinding, zoo lang de kabinetten der hoven nog niet zijn te rug gebragt tot de beginfelen van algemeene rechtvaardigheid, althands zoo lang het Engelsch Minifterie, door zijne verbaazende fchatsverfpillingen , zijnen jammerliikften invioed op alle Staaten laat werken. In het tegenwoordig oogenblik, waarop de ftaatkundige hemel van Europa nog overat bewolkt of beneveld is, kan de moed der Natiën, en de deugd der Onderhandelaars, het lot der zich te zaan* verbindende Volken alleen beflisfen. Hoe gaarn onderwerp ik alle deze bedenkingen aan het beter oordeel van hun, die van wege onze Republiek zullen gemachtigd worden, om aan eene verbindtenis met Frankrijk te arbeiden! Mijn hart wenscht hun dat koel en rijp beraad , 't welk het tegenwoordige doorgrondt, dat fchrander uitzicht in dc gevolgen, 't geen liet toekomende wel weet te gisfen, en zeer juist aan het tegenwoordige te verbinden , die manmoedigheid , welke zich grondt op de overtuiging van waarheid en billijkheid, die ftandvastigheid, welke zoo min omtezetten is door drogredenen , als door fchijnbelofren, en eindelijk die getrouwheid aan republikeinfche grondbeginfelen , waarbij zij nimmer vergeten die voornaame en éénige kracht hunner onderhandelingen, welke in de oppermacht en den wil des Volks gelegen is. Hoe gaarn wenschte ik dat thands reeds eene nationale Vergadering over onze «eheele Republiek gevestigd waje, ora dit gewichtig * ftuk  ï5o De REPUBLIKEIN. flukvoor a tijd te kunnen afdoen: en, indien al ar noodzaaklijkheid zal vorderen , dat het zelve thands zijn beflag knjge door de provifioneele Volks-Vertegenwoordigers, dat alsdan die onderhandelingen niet ge. todden zonder eene uitdruklijke lastgeving der geheele Natie! Zoodra de algemeene beginfelen, waarop vrije Volken met eikanderen moeten handelen, bepaald en •bekrachtigd zijn door den uitgedrukten wil der Natie dan kan zij de bijzondere punten gerustlijk overlaten aan haare Gemachtigden. Dit niet gefchiedende, ftaat zij altijd bloot voor de werking van intrigues, welken eene looze ftaatkunde van andere Hoven bij meenigte £e baat heeft, om de beste ontwerpen en verdragen te venedelen en te vernietigen. Gefchieden de onderhandelingen tot eene verbindtenis met Frankrijk op alle de gronden , welken ik meen ontvouwd te hebben dan Bataven! zult gij geen oogenblik behoeven te twijfelen aan uwe Onafhanglijkheid en Vrijheid, — nimmer zult gij u behoeven te bekommeren over de vervulling van eifchen, welke, indien zij al mogelijk ware, u welhaast op het zelfde oogenblik zou vergmifen waarop gij u gevleid hadt, het hoofd vrijelijk te zullen verneffen. Indien gij zelven eendrachtig en kloekmoedig zijt, dan zult gij in uwe Pranfche Verlosfers gewis uwe Vrienden en Broeders vinden gilïïs. Te Amfierdam, bij M. Schalekamp, fa de Warmoes* praat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Driés1 1 Pols en van Santen. Dordt Blusfé en Zoon 's Hael Leeuwenftün en Plaat. Legden Honkoop en Herdinl Haarlem Walré, C. Plaat en Wed. van Brusfel Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn T Bree'baart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T van Paddenburg en Zoon , en de Wed. Terveen s Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen' üomkens. Leeuwarden Cahais. Deventer Brouwer» en in de overige Steden der Republiek , bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolg i is Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. 18. u. jiejüa tellus Pauperi recluditur. HoRAïriüs» ïlene der edelfte en voortrefdjkfte bezigheden, van den Menfchenvriend en Staatsman, is de zorg voor dien talrijken kring van verwaarloosde Wezens, de zöoge* noemde Armen, of Nooddruftigen, die van de mildda* digheid afhangen: eene zorg, welke tot hier toe, en wel zeer ten onrechte, aan den openbaaren godsdienst is overgelaten , en aan welke verkeerdheid hoofdzaaklijk te wijten is alle die verbastering, alle die verlaging, welke onder dien kring maar al te gemeen is, en waardoor hij voor het geringst gevoel van eigen waarde geheel onvatbaar fchijnt. •— In de eerfte eeuwen van het Christendom, met veclerleie vervolgingen om het geloof worstelende, waren de aanhangers djer leer genoodzaakt, voor hunne eigen Armen te zorgen, en de Beftuurers der Gemeenten begrepen te recht, de gegoeden tot milddadigheid allerkrachtigst te kunnen opwekken bij het oefenen van den openbaaren Godsdienst, alzoo deze niet alleen de menfchen liefde op het nadruklijkst aanprijst, maar de plaatshebbende armoede meestal ontftond uit de vervolgingen om dien godsdienst. — God zij eeuwig gedankt' het gelaat der zaken is geheel Veranderd. De Staat bemoeit zich niet meer met de Kerk- hij kent geene kerklijke maatfchappij; hij kent: alleen Burgers, vrije gelijke Burgers, voor wier heil en  152 De REPUBLIKEIN. welvaart hij moet zorgen, en op welke zorg ieder, Toorf zoo we! als Christen, gelijke aanfpraak heeft. — Hij alleen kan, en moet, de zorg voor het onderhond der Armen op zich nemen. — Op dit gewichtig onderwerp Wil ik thands flilftaan. * Zoodra ik mij in eene Burgermaatfchappij begeef,'is het groot oogmerk, waarmede ik de noodzaaklijke opofferingen doe, die in alle vereenigingen gevorderd worden , de bevordering van mijn welzijn in eene grootere «aate, dan m den ongezelligen ftaat kan plaats grijpen. In den laatften behoef ik nimmer, althands zeer zeldzaam van gebrek te fterven, zo ik flechts mijne krachten wil gebruiken, om mij het noodige te verfcbaffen. De geheele natuur is mijn eigendom", waarop ik met anderen een gelijk recht heb. Begeef ik mij in eene maatfchappij, dan beding ik als eene voorwaarde, dat zij mij het noodige zal verfchafFen. Daarvoor beloof ik, alle eigendommen, af fchoot 'er niets van dezelven voor mij over, te eerbiedigen, en tot befcherming van dezelven, als mede tot het algemeene welzijn, zoo veel ia mij is, mede te werken. Zonder befcherming, toch, js geen eigendom zeker en veilig. De gegoede behoeft dan ook den armen. — Alle eigendom wordt bezeten door het oorfpronglijk recht der eerfteaanmaatiging, of door werkzaamheid verkregen. Hij , die alle eigendommen zich aanmaatigt, en aan de vlijt niets wil afftaan van zijn overvloed, is een dwingeland, met wien ik in geen verbond fta. Het befluit is, dat de Staat, of de Vertegenwoordiger van het gantfche Volk en den algemeenen wil, verplicht is,mij het noodig onderhoud en daartoe de vereischte werkzaamheid te verfchafFen. Nog eens; het oogmerk der aanftelling van eeneopenbaare Macht is onder anderen, ongetwijfeld, de zedenhjkbeid te bevorderen. Ik vertrouw haar de zorg toe om niet alleen mijne eigendommen en veiligheid te verzekeren, maar ook alle middelen te beraamen, die mij. ne welvaart kunnen bevorderen. Het ftrafFen van'de misdaad is niet voldoenend , het aanmoedigen van de burger luke deugd, door aanbieding van belooningeir krachtloos, zoolang de Natie niet tot zedenlijkheidis' te rug gebragt. Alle misdaaden kunnen niet geftraft worden : en ftrafFen , zonder gezag en nadruk zijn even verderfliik, als flapheid in de handhavening der wetten. De zedenlijkheid, of de algemeen heerichenfk gezindheid tot burgerlijke deugd, voorkooint de mis-  De REPUBLIKEIN. 153 misdaad, maakt de ftraf noodloos, en ftelt den Burger in ftaat , om den eercprijs der deugd te verdienen. Maar nu, deze zeden lijkheid is eene hersfenfchim , zo gij niet begint, met overal nuttige, onafgebroken werkzaamheid te doen heerfchen. Deze beneemt der ondeugd allen toegang en zegepraal; zij onderhoudt de gezondheid van lichaam en geest, zoo bevorder lijk — meer dan men zich verbeeldt — voor waare menschlijke deugd; zij bezielt ons t'elken reize met nieuwen lust en ijver , om ons voor anderen nuttiger te maaken. Boe meer men althans ongedwongen werkt, hoe meer men werken wil Ik beroep mij op de ondervinding, op de Heiligers door alle gewesten: waar vindt men da meeste Volksondeugden en rampen, dan aldaar, waar luiheid heerscht? — waar de meeste volksdeugden, en een overal gelijklijk verfpreidden voorfpoed, vrolijkheiden blijmoedigheid, dan aldaar, waar men werken moet, om het onderhoud te krijgen, en waar onderhoud ook het onfeilbaar loon is van nutte werkzaamheid? De weg, dan, tot zedenlijkheid voor een geheel Volk, is het weeren van alle ledigheid, en het bevorderen van algemeene nuttige werkzaamheid. De Staat moet, dan, eenen ieder brood en werk verfchafFen. Dezen zo duuren plicht, de zorg voor werk en brood ten aanzien van hen, die beiden misfen, kan de Staat geenszins aan de edelmoedigheid van bijzondere Perfoonen , 't zij in zekere lichaamen vereenigd, of op zich zeiven ftaande, bij uitQuiting overlaten; fchoon dezelven verbonden zijn, tot dit groote doel mede te werken. Fooree-st, is het te vreezen, dat die edelmoedigheid wel eens door eenzijdigheid ontluisterd, en aan voorwaarden bepaald zal worden, die met het algemeen belang niets te maaken hebben. Ik beroep mij eenvoudig op de reeds plaats hebbende voorwaarde, die bij alle Christen Genootfchappen gevorderd wordt, dat men lid is van het zelve. Hij alleen, die nergends behoort, is een Arme van den Staat. Maar, wat doet het geloof toch tot een paar gezonde armen, of eene hongerige maag, die naar werk en brood verlangen? En juist hiervan heeft de Staat, en niet de Kerk, het voordeel. Die het meeste werkt, en het meeste verteert, is de beste Burger. — leu mvkren, wordt uit die edelmoedigheid afhanglijkheid geboren— eene afhanglijkheid, weike gevaarlijk is in eene vrije Burgermaatfchappij, en tevens den'Burger van de uitoefening zijner BurgerS z iech«  Ï54 De R E P U B L I [{ E I N. Techten uitfluit; waarom ook, genoegzaam overal, da Bedeelden van het ftemrecht beroofd zijn ■ — eene af hanglijkheid, zoo veel te ondraaglijker, naar maate zij onbillijk en onrechtvaardig is. Een Behoeftige , die werken wil, heeft recht op de openbaare onderftéuning, en het is geene edelmoedigheid, maar fchnld en plicht, om hem aan werk en brood te helpen. ■ Eindelijk voor zoo verre deze edelmoedigheid alleen aan ledig! gangers hefteed wordt, behoort de Staat hierin uit, dtuklijk te voorzien. Ledigheid, gepaard met afhang, W cru ' 1S de moeder van laaggeestigheid , van alle llaaffche gezindheden , en daardoor van eene geheele verbastering van goede zeden, van een waar zedenlljk onvermogen tot alle deugden , waartoe fterkte van geest en infpanning van krachten vereischt, worden. Van booswichten is nog meer goeds te maaken, dan van zulk een volk. Schelmftukken vorderen zedenliike krachten , vooronderftellen hevige driften." Worden die krachten en driften Hechts beter geleid, zij zullen nog daaden van grootmoedigheid uitwerken. Maar, wat te beginnen met wezens, bij Weiken die krachten «n driften verlamd zijn? Zij zijn nutlooze, fchaadelijke eden der maatfchappij. Volgens het revolutionaire recht moeten zij tot afzondering verbannen , of tot werkzaamheid gedwongen worden, opdat zij de gezonde levende deelen niet zullen kunnen aanfteken. Zij zijn even gevaarlijk, als het koud vuur in het menschlijk lichaam. .— De Staat is verplicht alle moogelijkc: zorg te dragen , om zulk eene verbastering van de menschheid , de bron van den ondergang der maatfchappijen, voortekoomen, en, waar het plaats heeft zoo veel mogelijk uitteroeijen; en, gevolglijk, om dé zorg voor het onderhoud der armen, door hun werk te geven, geheel op zich te' nemen. Zoolang hij dit verzuimt, koestert hij een allerfchaadelijkst vergif in ziin lichaam, dat ongemerkt voordfluipt, het bloed bederft, de zenuwen verlamt, en dat in zijne gevaarlijke uitwerkfelen eerst dan zichtbaar wordt, wanneer het lichaam zich wil bewegen: het is krachteloos krijgt ftuiptrekkingen , en het einde is — de dood. Op dezen grondfhg durf ik beweeren, dat, fchoon al de Staat geen volftrekt recht moge hebben op eenige goederen, ad pios ufus (tot'een godvruchtig oogmerk.) feeftemd, voor zoo ver zij oprfpronglijk bijzondere eigen-  De REPUBLIKEIN. 155 dammen zijn, hij echter het recht heeft, om te beletten dat zij tot aankweeking en voordplanting der ledigheid en afhanglijkheid gemisbruikt worden, en of dcrzelver beftuur op zich te nemen, ten einde die aan dit groot doelwit dienstbaar te maaken , of wel derzelver Beftuurers te noodzaaken, om hiertoe medetewerken. Hij kan, hij mag nimmer eenige corporatie dulden , welke beftemd zij, om de werkloosheid in de maatfchappij aantemoedigen. (Het vervolg hierna.) Burger RepublikeinI Zonder mij voor één dier kundige Mannen optewerpen, van welken gij edelmoedig verlangt, u, daar gij dwaalen mogt, te recht te zullen wijzen; zult gij het echter wel ten goede houden, dat één uwer Medsbur"ers, die over de Joden onbevooroordeelt denkt, die hun de algemeene achting toedraagt, welke hij zich aan alle Medemenfchen verplicht reekent, die hun geen van die Rechten betwist, waaröp zij , als Menfchen befchouwd, aanfpxaak hebben; maar die echter, met u en allen, welken hunne Rechten ook tot de Burgerlijke Rechten , overeenkomftig de gronden van onze vrije Conftitutie, willen uitbreiden, niet kan mftemmen: dat deze u (zeg ik) zi ne aanmerkingen op uw No. 16. rondborstig mededeele. Ten aanzien van uwen aigemeenen grondilag, uit de Rechten van den Mensch ontleend, ben ik met u, ten opzichte van alle Menfchen, eens, en dus ook van de Joden, zoolang bijzondere omftandigheden niet verplichten, uitzonderingen te maaken. Laat ons zien, of gij de Bezwaaren , tot dat einde tegen de Joden aangevoerd, genoegzaam wederlegd hebt. Heteerfteis: ,, De Joden maaken eene Natie op zich zelve," — „ Dit verfta ik niet", zegt gij : en vat het daarom in den zin; zij hebben een Godsdienst op zich zeiven. . Dat hebben alle Gezindheden, en dus was dan de zwaarigheid gemaklijk op telosfen, ja had zelfs geene de minfte kracht. De Staat heeft niets gemeens met de in¬ richting der Godsdienften, is waar. Maar of de hunne de algemeene Veiligheid niet belemmere , zullen wij ftraks nog eens nader inzien. S 3 n **l  J$6 De R E P U B L ï K E I N. „ De verknochtheid aan hun geloof is meer een waarborg voor hunne deugd, dan eene misdaad." Onthoud ditBiügér! wi] zullen zien, of gij u zeiven gelijk zult blijven'. De kracht der tegenwerping zelve, dat zij eene Natie op zich zeiven uitmaaken, vind ik van weinig belang; maar echter, meen ik, heeft zij eenigen grond. De joden zijn uit hun Vaderland Paleftina verdreeven; zij zijn wijd en zjjd verftrooid; bij ons en andere Natiën is hun een verblijf vergund ; zij befchouwen die verftrooide gedeelten onderling als een geheel, welke volgends hunne godsdienftige beginfeien zich eenmaal weder zullen vereenigen. Het bewijs echter, dat daaruit in dit geval zoude kunnen worden afgeleid, zal ilraks bii den Godsdienst van zelve vloeien, — het ligt in die tegenwerping opgefloten. Het tweede Bezwaar: „ De haat tegen de Christenen;" is perfoneel; en hoewel niet ongegrond echter kan het hier niet gelden. Op uwe wederlegging valt niet veel te zeggen. Alleen uwe gunftige onderftelling: „ Bejegen hem met achting en hij zal u eerbiedigen." •— „ Betoon hem genegenheid en hij zal u beminnen:" moet nog door de ondervinding bewaarheid worden; en verliest dus thands het recht, om als een zeker bewijs voor uw gevoelen door te gaan. De derde tegenwerping ; „ Dat het fiaatkundig ftelfel van den Jood, uitliet beginjel van Godsdienst, door zijne verwachting van denMesjïas als een aardsch Koning, monarchaal is" —- is van het grootfte gewicht, en uwe wederlegging houd naar mijn oordeel geheel geen fteek. Hoe zommige Leeraaren die plaatfen der oude Profeten uitleggen , waarop de Jood zijn Jerufalemsch burgerfchap grondt, komt hier niet te pas te onderzoeken. Ik vinde dit meer een Godsdienftige partijflcek , dan een grond, ftag tot eene bedaarde oplosfing der zwaarigheid; of, wat zagter genomen: dan is het een zijdfprong. De vraag is hier ook niet: heeft de Jood of de Christen gelijk ? „ maar de vraag is : Gelooft het de Jood of gelooft hij het niet?" Het eerfte erkent gij, doch wederlegt het gevaar niet anders, dan met ons te vragen :„ of wij niet fterk genoeg in ons geloof zijn, om niet te twijfelen, dat de Joodfche Mesfias dus nimmer komen zal?" Ja dat geloven wij zeker. „ Wij zijn ook niet bevreesd, dat de Mesfias komen zal, om zich aan het hoofd der Joodfche troepen te plaatzen, en ons onze vrije Conftitutie te ontneemen." Ncenl maar wij zijn bevreesd, dat zijne  De REPUBLIKEIN. 157 zijne meening ons nadeelig zijn zoude. — „ Ga hebt (zégt gij) van dezelve niets te vreezen." „ Zijn Jerujalemscf» Burgerlchip zal zich in vrije Burgerrechten het best ontwik. Velen:" dat zijn Machtfpreuken, van welken ik even het tegenovergeftelde verzekeren kan , en waarop ik wederom andwoorde: „ Het moet nog bewaarheid worden , en zoo lang is het geen bewijs." —- „ m „ zalu tomen, (gaat gij voort) dat een fchijnjlnjd-g gevoe• len, het welk gevaarlijk fchijnt voor de veiligheid van den „ Staat, geen invloed heeft op burgerlijke eerlijkheldentrouw, „ zoo dra het flechts verwand is met de godsdenftige geloofsleer." — Dit is eene volftrekte onwaarheid, want r. hebt gij nog niet beweezen , dat het gevoelen van den Jood flechts fchijnt te ftrijden met de veiligheid van den Staat; en zoo lang ftaat het u ook met vrij, om het ftellige fchijn ftrijdig te noemen, en 2. ftrijd het gevoelen waarlijk met de veiligheid van den Staat ^gelijk wij onderftellen en gij ftraks zelve toe geeft) dan i« het te meer gevaarlijk, juist daarom, omdat het aan eene godsdienftige geloofsleer verwand is , dan, dat het geen betrekking op den Godsdienst had. Want nooit dwaalt iemand meer ter goeder trouw, ja zelfs: nooit dwaalt een mensch meer onverzetlijk en hardnekkig, dan wanneer zijne dwaaling uit een godsdienftig begmfcl haaren oorfprong ontleend. Gij zegt verder wederom. „ De Staat heeft mets gemeens met den Godsdienst," —ja onder de bcpaaling, die wij zo even maakten, en anders wel. — „ Beoordeel (ZCgt gij) den Jood uit zijne daaden." Dan kon het wel te laat zijn,en de gevolgen zoo gevoelig, dat 'er niet veel oordeelkunde tot zijne daaden zoude nodig zijn. , f> Heeft zijn Jerufalemfche waan zoo veel mvloed op zijn gedrag, dat hij een monarchaal ftelfel hier te lande " poogt intevoeren:" ei lieve: geeft gij nu zelve met toe, dat 'er gevaar in zijnen Godsdienst ligt opgeflooten voor de veiligheid van den Staat? en zoude het wel van •uien grond ontbloot zijn, dat, wanneer hij eens dat Revolutionaire geleerd, en met de Rechten van den Mensch gemeenzaam geworden was, hij den inval zoude kunnen krijgen, om nu ook eene voorlopige Revolutie te beginnen, tegen dat Mesfias komt? — „ Welnu (zegt , gij) laten dan uwe Wetten hem ftraffen! Ja wel! richt galgen op, om 40,000 man te recht te ftellen, die gij zelve gewapend hebt. Hoe handig de Franfchen met de guillotine kunnen omgaan, hebben zij alle hunS 4 ne  158 De REPUBLIKEIN. ne Rebellen wel aan de wet kunnen onderwerpen ? Leest de mogelijkheid daarvan in de Bloedrollen, welke het Tooneel van LaVendée in zich bevatten. — DenPaus van Romen voert gij nu hier zo wonderlijk op het Toneel, dat ik 'er niets anders op zal and woorden, als, wanneer de Joden niet meer van hunnen Mesfias, dan de Roomsch-gezinden van den Paus van Romen verwachten, dan zullen zij wel goede Republikeinen worden. Want maar gij lost uwe eigen tegenwerping reeds op, door den Paus van Romen een Geestelijk Opperhoofd te noemen, en befchouwen de Jóden den Mesfias, welken zij verwagten, ook alléén in dje betrekking? Immers neen! dat hebt gij flraks reeds zelve erkend. ,, Maar de Joden zijn zeiven onééns onder eikanderen en betwisten, enz." Dit Was het vierde bezwaar. Uwe bsandwoording van deeze (telling vinde ik zees onvolkomen, en juist waar die het minfte te pas komt. Want i. zijn het de Wapenen alleen, die den Godsdienst der Joden belemmeren , met onze grondbeginfelen over een te ftemmen? of zijn 'er meer verhinderingen? daar ik u kundig genoeg rekene, om met den Godsdienst der Joden meer bijzonder bekend te zijn, weet gij zulks wel beter. — 2. Hoe gaarne ik de bronnen van den Volks haat gedekt wil laten, moeten wij , daar het op niets minder, dan op de zaak der Vrijheid aankomt, echter wel in 't oog houden, dat zij het zich eenen godsdienftigen plicht maaken, den Christen alle mogelijke afbreuk te doen. — 3. De Habbijn kwetst de Vrijheid van geweten niet, wanneer hij een Lid zijner Kerk vermaant, aan de gronden van dezelve getrouw te zijn: dan doet hij zijn plicht, en handelt als een eerlijk Man, even gelijk wanneer hij zulk een, die hier tegen aandruischt, als een onwaardigen buiten de gemeente fluit. —■ „ Dat moet zich de edel handelende Jood getroosten." (zegt gij verder) Maar Burger! keer hier te rug, tot het geen ik u ftraks verzogt heb wel te onthouden. — Blijft gij thans u zei ven gelijk? — Straks reekende gij de Verkleefdheid aan hun Geloof den Waarborg voor hunne. Deugd, en hier noemt gij den Jood edel omdat hij zich de Uitfluiting buiten zijne Kerke uit een Staatkundig beginzel getroost. Deeze Paradoxe hebt gij nimmer op denzelven dag gefchreven. De vergelijking met de Doopsgezinden meen ik daardoor te doen vervallen, met te verklaaren, dat ik d»  De REPUBLIKEIN. 159 de Wapening, op zich zelve, eigenlijk als geene weezenlijke belemmering befchouw , even mm als de Americanen de overgedrevene predestinatie van zommige Quakers gedaan hebben, gelijk gij in het gezand wr/Wvan Thomas Paine kunt vinden , en echter ^Imiteerden zij de Joden, als deelgenooten hunner Burgerlijke Rechten, niet, . „ , Vergun mij, u thans nog te vragen: m gevalle de Tood edel handele, wanneer hij zich de uitfluiting buiten de Sijnagoge zoo gemaklijk getroost, zoude hij dan nog niet edeler handelen,. wanneer hij zich vrijwillig aan eene Geloofsleer ontrok, waar tegen de infpraak van zijn hart rechtftreeks aanloopt? en hier is het de plaats Burger! dat ik u als een eerlijk Man verzeekeren kan:dat zommigen van hun,die betuigen, de gronden der Rechten van den Mensen te eerbiedigen, niet fchroomen, om in eenen adem voor de vuist te verklaaren: „ Wij zijn met onze harten geene Joden meer:" en waarom (vraag ik dus) zal hij dan nog in de Sijnagoge blijven? Maar wat zal hij dan voor een Goasdienst omhelzen, indien ha zich ook eens met de gevoelens der Christenen, als een eerlijk Man niet vereenigen kan?" (vraagt gij mis. fehien) doch ik andwoorde : laat hij omhelzen aen Godsdienst van zijn hart, en maakt hij zwaarigheid, om zich met cenen anderen Godsdienst, in welker gevoelens zijn hart niet ftemt, te vereenigen; is hij dan een eerlijk Man, wanneer hij voor het oog i« zijne eigen Gemeente volhard, welker gronden zijn hart niet meer kan belijden? 'M"t de onvolkomenheid uwer beandwoording be* doelde ik, dat gij de oneenigheid der Joden onderling maar ter loops aanroert. Gij erkent, ja ingewikkeld, dat' de groote meerderheid hunner Gcloofsgenooten 'er teen is, maar fpreekt 'er verder geen woord meer van. Vergun mij die fnaar nog eens te roeren. Wanneer allo de Joden over de Rechten van den Mensch en de Leer der Vrijheid eens zouden ftemmen, zoude men dan wel één van 't honderd houden kunnen, die 'er voor zoude ftemmen? — Laat ons dan niet langer twisten, of wij de Joden zullen aanneemen, daar het gros van hunne eigen Natie 'er tegen is. ,. „ , r . " Het einde van uwe wederlegging op dit ftuk, over het lort en lang hair, zijn weder geestelijke verfchiUsn , waarop ik niets hebbe aan tÊ merken. En bij na even weinig op de vijfde tegenwerping, da%  itfo De REPUBLIKEIN. ie Joden de Weerhaan gelijk zijn: die zijn 'er 'onder de Christenen ook, dit ben ik met u eens. Alleen weet ik niet, of het voorbeeld van Moses JMendelssohn wei zoo algemeen voor de Joden kan gelden , als het hier in het bijzonder, tot een bewijs van eerlijkheid (waar op ik mets te zeggen hebbe) word aangevoerd : omdat men mij altoos verzeekerd heeft, dat hij, hoe groot een Wijsgeer ook, nimmer van zijneJoodfche vooroordeelen genezen is: echter ik heb den Man niet in perfoon gekend. * Nu heb ik aan u, als Republikein, nog eene vraag te doen. Daar de Volkflem erkend word, in zaken van gewigt, en daar de nood het vordert, alleen uitfpraak te kunnen doen, heeft deeze dan ook geen recht, om ook cteeze vraag: of de Jooden in alle hunne Rechten zullen dealen of met? te beandwoorden? — Zo ja, laat dan de Volkflem het bcflisfen — „ Zegt gij: het Volk is nog te veel met vooroordeelen bezet,"— dat beneemt bun de Volksmacht niet, en, als zij dan naderhand, van haare vooroordeelen geneezen, overtuigd word gedwaald te hebben , dan kan zij nog altoos te rug keeren, en de Joden admiteeren. J Alvoorens ik eindige, moet ik u vooraf verzekeren , vooreerst: dat geen perfoonlijke haat tegen de Joden mijne pen beftierd heeft. Ten tweede, al zijn mijne uitdrukkingen foms wat fcherp, leest 'er geen© verbittering uit, daar ik u verklaare, in andere opzichten , u als een leerzamen Vriend van mij en van Mji Vaderland te befchouwen en eindelijk dat mijn oogmerk door dezen Brief niet is, een penneftrijd met u aantevangen, en daarom verwacht ik van uwe edelmoedigheid, denzei ven ten fpoedigften in zijn geheel ie plaatzen. Ik heb u alleen mijne gedachten willen mededeeten. Andwoord mij (zo gij het goed vindt) os denzelven, wat u gelieft. Ik zal over deze zaak niet verder met u correfpondeeren. . „ , Heil en Broederschap. Amjierdam, iS ^ri/ 1795. uw Medeburger !t Eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid. V. ANDWO ORD. Wij hebben niet willen afzijn, den voorgaanden br:ef van onzen Medeburger V. in zijn geheel te plaat-.  De REPUBLIKEIN. plaatzen. Wij hebben hem het recht doen wenervaren, om zijn gevoelen openbaar te uiten, even ali wi>' gewoon zijn, het onze te doen, zonder daarom \ iemand aan ons gevoelen te willen verbinden. Wij laten de beflisfmg van het gefcb.il .gaarn over aan het .eigen nadenken van ieder, die onpartijdig kan oordee'en: hoe zeer wij niet Cchroomen te verklaaren, dat de hier voorgaande bedenkingen bij ons geene overtuiging hebben te weeg gebragt, wegens de ongenoegzaamheid onzer eigen Hellingen. Daar ook wij geenen penne-ftrijd willen voeren, is het buiten ons oogmerk, thands eene wederlegging te Ichrijveu. Wij willen alleen aan alle die genen, die genegen zijn dit Huk voor zich zeiven door te denken, de navolgende grondftellingen herinnerd hebben, welken hun tot eene behoorlijke leid-draad zullen kunnen dienen. i. De eerfte vraag is: wie is»de Jood, in onderfcheiding van den Christen? ■— Indien het andwoord is: een aanhanger der Wet van Moses, fn eenen rechtftreekfchen zin , dan blijkt het zonneklaar , dat het onderfcheid louter godgeleerd of godsdienftig is. Beiden, Jood en Christen, houden de Wet van Moses voor godlijk; de eerfte in den fterkften zin, met verwerping van alle andere Wetten, die immer van God naderhand gegeven zijn; de laatfte in eenen bepaalden zin, waarin hij haar houdt voor den grondllag v.an de laater en volmaakter Wet des Euangeliums. Beiden verfchillen alleen in de verklaaring der Joodfche Huishouding en derzelver ooaraerk. Op aarde beftaat 'er geen Rechter, die dit gefchil kan, of mag beflisfen, zonder inbreuk te doen op de Vrijheid des gewetens, welke esn onvervreemdbaar recht is., door God aan ieder mensch gefchonken. Het gefchil tusfchen den Jood en dea Christen blijft, derhalve, een godgeleerd gefchil. Het doet niets af, wat de Joden, Profeten, Rabbijnen, of Parnasfijns, van vroeger of laater dagen, als geloofs- of zeden leer daarbij gevoegd hebben. Dit ftaat wederom gelijk met de gefchillen en bij- ' voegfeien der Christen-Godgeleerden in hunne Geloofsleer van alle eeuwen. De grond van onderfcheiding blijft bij den Jood zijne allereerfte erkendnis, van Moses godlijke Wet,, bij den Christen de aanneming van Jusus volmaakte Leer. De laatlle mag zoo min den eeiften, als de eerfte den laatften, van hardnekkigheid befchuldigen, wanneer ieder ge. trouw blijft aan het geen hij voor mar ihoudt, zon-  ï6i De REPUBLIKEIN; der wederom te fchenden het bovengenoemde rechê van Vrijheid des gewetens. De verandwoording daarvan is ieder, op zich zelf, aan God, en wel aan God alleen, verfchuldigd. 2. Om den Jood wel te beoordeelen, moet men Zich niet bepaalen tot éénen kring uit zijn Volk, en wel den verachtlijkften, die zich dagelijks vertoont als fchepfels, die, zoo als zij thands zijn, naauwlijks onder de Menfchen kunnen gereekend worden : maar tot het gros, en bcpaaldlijk tot de zoodanigen, die zich in eenige vrijwillige betrekking bevinden tot de Christenen, het zij die Van wetenlchap, kunst, bedrijf of koophandel. De overigen ftaan gelijk met elk ander gepeupel onder alle Natiën, 't welk, zoo lang niet de Staat zelf arbeidt aan de zedenlijke opvoeding van den Mensch, gereed is tot allerlei wan» daaden; doch 't welk, als doorgaands armoedig, bij het Stem-recht ««.'niet in aanmerking komt. 3. Hij, die over der Joden Stem-recht enz. wil 001deelen , moet niet redeneeren op eene onderftelde mooglijkheid, dat zij onwaardig kunnen zijn de oefening Van het Burger-recht. 'Er wordt gevraagd: of zij recht hebben, ja, dan neen? Dit recht, eenmaal "toegedaan zijnde, kan niet vervreemd worden door eenig gevoelen: maar door eene daadzaak, en wel door eene misdaad. Deze misdaad niet bewezen zijnde, kan geen recht ophouden, dat in zich zelf wettig is. Alle ontneming daarvan is eene daad van geweld, waartoe niemand, hij zij wie hij zij, ook niet eene Regeering, al is zij ook nog zoo wettig, zelfs niet het geheele oppermachtige Volk, gerechtigd is. 4. De Staat, beflisfende ieders vrije Burger-rechten, kan, noch mag, daarin eenigen anderen regel volgen, dan de onveranderlijk aangenomen grondwetten. De uitzonderingen daaromtrend kunnen, noch mogen, immer plaats grijpen, dan ten zij het met de daad blïjke,dat de volftrekteinachtnemingderzelven fchaadelijk zijn voor het geheele Volk te zamen genomen. 5. De Joden, eenmaal bij eene Staatswet gefloten buiten de oefening hunner burgerlijke rechten, zou< den altijd gevaarlijk zijn voor de uitwendige en inwendige Vrijheid van den Staat, naardien geene onderdrukking meer tegenftand verwekt, dan welke den fchijn van billijkheid aanneemt. Wij twijfelen geen oogenblik, of de behoorlijke toepasfing dezer grondregelen zal aan alle de jammerlijke gefchillen over de Burger-rechten der Joden een voegzaam einde kunnen maaken,  D E REPUBLIKEIN. N°. 19. Le Paüe focial éiablit entre les Citoijens une telle égalité, qu'ils s'engagent tous fous les mèmes condüions, £f doiventjouir tous des mêmes droits. R0USSE AU. Bedenkingen omtrend de Concept-Publicatiè'n der Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland, wegens de Geldligtingen. R eeds in het 9de Nommer van dit ons Tijdfchrift, deelden wij eenige aanmerkingen mede over den Finantieelen toeftand onzer Republiek , en over de middelen, die zouden kunnen dienen, om denzei ven te verbeteren. Niet onverfchillig was ons de goedkeuring, welke ons door onpartijdige beoordeelaaren is te kennen gegeven. Onze befchouwingen waren zekerlijk algemeen; doch, naar den aard der toenmaalige, zoo wel als tegenwoordige, omftandigheden, fcheen het ons toe, dat juist dit algemeene genoegzaam was, om van daar, indien het al noodzaaklijk geoordeeld werd, de behoorlijke toepasfing te maaken op bijzondere omftandigheden. Wij Honden ten dien tijde, even als nog heden, — en thands nog meer, dan ooit — in het begrip, dat de Volks-Vertegenwoordigers hunne overwegingen en befluiten niet genoeg konden richten naar die zijde, Welke in ftaat ware , den geest des Volks aftetrekken van de gewaande belangen zijner afzonderlijke Stad of Provincie, en te neigen tot de erkendtenis en behartiging van één algemeen belang des i«heelen Staats. Ook de Vertegenwoordigers des ^ X Volks  ÏÖ4 De R E P Ü B L I K E I N. ' Volks van Holland, nadat zif opening hadden gegeven' Van den rampzaligen ftaat der provinciale Finantie, hebben niet gefchroomd, deze denkwijze openlijk aan den dag te leggen , door alle de Bondgenoten uittenodigen, om, in het beraamen van een ontwerp van Finantie, eenparig met hun te handelen, en alzoo de eerfte grondflagen te vesiigen eener hoogst wenschlijke vereeniging. Hunne eerfte werkzaamheid daartoe beftond in het verminderen eener meenigte van ambten, welke het voorig Bewind u.itermaate omflacbtig, kostbaar, en voor 's Lands kas derhalve verderflijk maakte. Deze pooging, intusfchen , was wel gefchikt om de uitgaven te verminderen, maar geenszins', om geieede penningen te verfchafFen, welken men tot afdoening van lopende fchulden volftrektlijk nodig had. Om dezen te vinden, namen zij hunne toevlucht tot eene invordering, welke, hoe bezwaarende ook voor gegoede Burgers , omdat zij , met de overgave van hun goud en zilver, te gelijk een gereed middel opofferden , ■ om in het vervolg het gebrek te vergoeden aan contante penningen, die naderhand zullen gevor• derd worden, nogthands van alle onbillijkheid is vrij te pleiten, omdat zij zich vooreerst bepaalt tot een ftuk van loutere weelde, en dan ten tweeden niet meer is, dan eene voorbereidende heffing, welke eigenlijk tot dus ver geenen anderen naam kan dragen , dan dien eener leening aan den Staat zonder interest, om naderhand ter afkortinge te verftrekken van lasten , die noodwendig zullen geheven worden. Dan, daar zelfs deze invordering, welke over deze geheele Provincie op 50 millioenen fchats gereekend wordt, hun toefebeen, niet genoegzaam te zullen zijn voor de tegenwoordige behoeften, beraamden zij het ontwerp eener algemeene geldligting, welke zich zoude uitflrekken tot alle Burgers, naar evenredigheid hunner middelen van beftaan , en alzoo de reeds opgebragte ongemunte fpecie bij afreekening. zou doen vereffenen. Het waren deze ontwerpen, welken zij onderwierpen aan de overweging van die genen hunner Medeburgeren, wier kunde in zoortgeiijk ftag van bereekeningen in ftaat ware, het rechtmaatige of onreeïumaatige , het voordeelige of nadeelige te beoordeelen, en wier vaderlandsmin daardoor misfchien werd opgewekt, om een ander plan aan de hand te geven. In eene zaak, derhalve, van zoo teel gewicht, als waarvan de welvaart van den Staat. voor  Dr REPUBLIKEIN. \6$ tooi- een groot gedeelte afhangt, het publiek gevoelen interoepen,-verraadt eenen recht vaderlandfchen geest, die in Vertegenwoordigers den hoogften lof verdient, terwijl zij daardoor openlijk betuigen hunnen afkeer van alle die willekeur, welke juist het voorig Bewind den grootften haat op den halze geladen, het verlangen naar eenen ommekeer van zaken , en. daardoor eene bevrijding van de willekeurigfte belastingen , bijkans in aller harten heeft doen geboren worden. En het is jn gevolge dier uitnodiging , dat ook de Republikein zich genoopt vind, zijne gedachten over de reeds in druk uitgaande Concept publicatiën medetedeelen. Het eerfte ontwerp was daarheen gericht, om de vereischte penningen voor 's Lands kas te vinden, bij forme van taxatie en quotifatie, op eigendommen , ambten, of beneficiën, tegen i ten honderd van 500 tot 1000 guldens, cn voords bij opklimming tot raf ten honderd van 1,000,000 endaar boven, gelijk ook, behalve genoemde eigendommen, van het jaarlijksch inkomen tegen 10 ten honderd van 1000 tot 1500 guldens, en bij opklimming tot 10 ten honderd van 10,000 guldens en daarboven: welke belasting zich niet flechts tot de Ingezetenen van Hollend, maar ook tot alle zoodanige Buitenlanders zou uitflrekken, als binhen deze Provincie eenige bezittingen of eigendommen hebben, en eindelijk tot de gevers boven de 100 guldens zou te rug keeren in Recepisfen zonder interest, die al* gewoone wisfelbrieven zouden kunnen behandeld, en waarvan , na het fluiten van den algemeenen vrede, jaarlijks 3 millioenen, bij uitlooting, zouden worden afgelost De Steller van dit ontwerp heeft gewislijk zijne bereekening, met een zeer goed oogmerk , geëvenredigd naar den onderfcheidenen linantieelen toeftand, waarin ieder Burger geacht wordt, eene mindere of meerdere leening te kunnen doen aan zijn Vaderland, zonder juist voor dezelve leening eenigen interest te vorderen. Ja, indien het ontwerp niets meer had gevorderd, dan een ieder Ingezeten, bij zijnen plicht, aan het Vaderland verfchuldigd ,' ten ernftigften aantemaanen , om op voorfebreven wijze tot het tegenwoordig herftel der Finantiën m dgtewerken , behoudends eenige nadere wijzigingen, welken de ondervinding in het geval van uitvoering van zelve aan de hand zou hebben gegeven, dan kunnen wij niet zien, of dit ontwerp, als T 3 eens  i66 De REPUBLIKEIN. eene leening befchouwd, ware zeer wel tot ftand ta brengen geweest, zonder alle die verderflijke gevolgen, welken men daaraan allerwege heeft toegekend. Indien, bijvoorbeeld, ten aanzien der eigendommen , de rangfchikkingen minder in getal, de voordgaande opklimming niet bij gebrokenen, en de percent-gewijzé heffing niet hooger, dan tot 10 ten honderd, ware bepaald geworden; — indien de heffing van het jaarlijksch inkomen zich alleenlijk had uitgeftrekt tot burgerlijke of politieke ambten of'beneficiën, zoo die thands in wezen zijn, als in de laatst verlopen 6 jaaren hebben plaats gehad; — indien ook hierin eene gelijke evenredigheid van 10 ten honderd ware vastgefteld; — indien eindelijk de heffing zich enkelliik tot Ingezetenen van Bolland, of wel der geheele Republiek, maar geenszins tot Buitenlanders, bepaald had: dan moeten wij betuigen, niet te kunnen bevroeden, hoe zooda: nige vrijwillige leening, in den hoogen nood des Lands, immer zou kunnen befchouwd worden , inbreuk te doen op de aangenomen beginfelen, van Vrijheid en Gelijkheid. Zoodanige vrijwillige leening ware dus niets anders, dan een verdrag, het geen de gegoede Burger, in het dagelijkfche leven, aangaat inet den hulp behoevenden, aan wien hij verplicht is, en van wiens eerlijke te rug gave hij zich, na zekeren bepaalden tijd, verzekerd houdt. Zoodanige vrijwillige gz\óAeemr>g, 't is waar, zou veele Capitalisten hebben kunnen'te rug houden van eene daadlijke medewerking; doch wij zouden het charakter onzer Nederlanderen beleedigen, indien wij hen laagzieliggenoegoprdeelden,omgeenszins tot een verdrag te willen treden , het welk de nood vordert, en 't wélk, indien het ongelukkig affprong door gebrek aan Vaderlandsmin, zeer zeker het gevolg hebben moest eener drukkende belasting, welke, natuurlijker wijze, daar zij eenparig zijn moest, door da meer gegoeden ook in meerdere maate zou moeten gedragen worden. Ten aanzien der burgerlijke of politieke Ambtenaren, zou zoodanig verdrag nog mindere zwaarigheden ontmoeten. Betoonden dezen zich ongenegen , om tot zoodanige vrijwillige verbindtenis te treden, dan zou de Wetgever welhaast een gereed en billijk middel bij de hand hebben , om hen tot eene dringende belasting te noodzaken. ■ Intusfchen , is het bewuste ontwerp, zoo als het ligt, van eenen geheel anderen aard. Het draagt voor 1'.' " 1 ■' eene,  De REPUBLIKEIN. \t7 eene geforceerde geldligting; het ftrekt zich uit tot allen, die eenig wezenlijn, eigendom of inkomen hebben; hét bepaalt ftrafFen tegen hen, die eene vaifche opgave doen; het heeft dus in alle opzichten het voorkomen van een ontworpen Staats befluit, dat, bij zijne uitwerking. eene Wet zal zijn voor allen. In zoo ver , derhalve, zijn de bedenkingen zeer gegrond , welken het Committé van Fmantiën te Amjleldam, op den gden van April, aan de Municipaliteit aldaar heeft ingeleverd, en die te vinden zijn onder de Bijlagen, bi. 177 tot 204. De bewuste Geldleening, als eene bedisfende daad befchouwd van den Souverein, die gebied, dat alle Burgers, gegoed, het zij in eigendom, of bij jaarlijksch inkomen, boven de 500 guldens, daarin zullen deelen, wordt een ftuk van belasting. Als belasting befchouwd, waarin , volgends de aangenomen beginfels van vrijheid en gelijkheid, de een Burger nimmer boven den ander mag bezwaard worden, kan 'er noch verdeeling van min of meer gegoeden, noch eene opklimming van 1 tot i33 ten honderd, plaats grijpen. Het zij de Wetgever , tot goedmaaking van finantiëele kosten, 1 of 20 ten honderd bepaale, de heffing moet gelijk zijn over allen, het zij dan die heffing zich uitftrekke tot eigendommen, tot inkomften, tot voprwerpen van weelde, of andere opzichten. De hoogfte wijsheid van den Wetgever is daarin gelegen, dat hij den aard der belasting regele naar de plaats hebbende omftandigheden en behoeften, zoo wel aan de zijde van den hulp behoevenden Staat, als aan die der Ingezetenen, zoo dat de eerfte in de daad zoo veel, en ook niet meer, onderftand ontvange, dan nodig is, en de laatften door de gevorderde belasting nimmer gedrukt worden, maar, in tegendeel, met dezelve, niet ophouden, nuttige Burgers te zijn voor den Staat. Zoodra eene ingevoerde belasting, juist door haare onevenredige zwaarte, drukkende is voor dezen of genen kring van Burgeren, vormt 'zij niet alleen misnoegden, die ligt!i|k eenen aanhang maaken; maar zij zal welhaast de gegoedften, die voor eenen Staat van fabrieken en koophandel zoo onontbeerlijk zijn, het befluit doen nemen, om naar elders te verhuizen, alwaar zij zoortgelijke plundering hunner goederen nimmer hebben te duchten; of, indien zij al door eenige bijzondere belangen aan het Land gehecht blijven, zullen zij afzien van alle zoodanige uftT3 , ga-  jó8 De REPUBLIKEIN. gaven van weelde, welke den nijveren arbeider en kunftenaar tot hier toe een ruim beftaan deeden genieten, waardoor derhalve de gezegde belasting in haare gevolgen allernadeeligst zal worden. Eene andere bedenking doet zich, omtrend het bewuste ontwerp, vooral op, ten aanzien van hun, die eenig beroep, eenige wetenfchap, of kunst oefenen, en volgends hetzelve zouden verplicht worden, 8 tot ig ten honderd van hun jaarlijksch inkomen, naar eenen overflag der drie laatst afgelopen jaaren, aan den Staat voartefchieten. Behalve het ongelijke, dat ook hierin ai wederom plaats grijpt, is toch de gemelde overflag zelf, in dit jaar, waarin de ftaatkundige omftandigheden van geheel Europa, en de verbaazende duurte van zeer veele levens-noodwendigheden, als een jammerlijk gevolg van den nog woedenden verderflijken oorlog, een verbaazend onderfcheid maaken met voorige jaaren, aan zeer gewichtige bedenkingen onderhevig; terwijl het gevolg daarvan bij zommigen niet minder zou zijn, dan eene wezenlijke verhindering in de voordzetting van hun beroep of kunst, eene wezenlijke aanleiding tot hunnen ondergang, vermids elke omwenteling, hoe ggmaatigd ook , altijd zekere fchokken met zich .voert,, g hét meest gevoeld, en het minst wederftaan kunnen worden door hun, wier jaarlijksch inkomen, het zij clan groot of gering, naauwlijks toereikende is voor het beftaan van zich zeiven en hunne huisgezinnen. ■ öok blijft het nog altijd in eenen Staat, die zich pas begint te vestigen, en zoodanige toch moet onze ilèpubliek thands,daar zij zich nog in den tijd der omwenteling bevindt, zeer zeker befchouwd worden — eene gewichtige vraag: ofnietkunftenen wetenfehappen, als de fpoorfelsder nijverheid, in allebuitengewoonebelastingen eene daadlijke uitzondering moeten lijden, naardien de onder vinding overvloedig geleerd heeft, dat alle onderr drukking, aan dezelven befchoren, niet flechts het getal van berooide huisgezinnen vermeerdert, maar ook yeeie kunftsnaars en geleerden zeer fchierlijk doet verhuizen, en dus andere Landen de vruchten van hunnegenie en arbeid doetplukkcn?— Eindelijk, indien ook dit bezwaar al eens minder mogt geoordeeld worden , dan het ons toefchijnt, waarlijk te zijn, dan nog leert de aard van alle belasting, en de billijkheid haarer hefftnge van zelve, dat zij nimmer ten oogmerke kan hebben, ,den Burger van zijn volftrekt onderheud te be- ÏOQ-  De REPUBLIKEIN. f rooven, en dat 'er dus, bovenal ten aanzien van den Kunftenaar of Geleerden, een zeker quantum, volgends ëene maatige bereekening, moet vooruitgefteld worden, waarvan hij zich behoorlijk kan geneeren , en waarover de belasting haaren drukkenden invloed geenszins zal mogen verfpreiden. Het geen de Burger, in den nadruklijkften zin, aan zijn Vaderland verfchuldigd is, kan, op het hoogst genomen, niet meer zijn, dan zijn overvloed, dat gene, het welk hij in de daad kan gezegd worden te kunnen ontbeeren, zonder in zijnen kring optehouden , een nuttig Burger te wezen. De 'trap van weelde, 't is waar , is voor den Wetgever zeer moeilijk te bepaalen ; maar de verlichter dénkWijs van onze dagen heeft hem moeten leeren, dat de weelde, op zich zelve, geenszins zoo nadeelig is voor de maatfchappij, als het bijgeloof van voorige eeuwen wel heeft voorgewend, en het moet voor hem een gewichtige grondregel zijn, om, indien zoodanige bepaaling al eens mogt gevorderd worden, in dat opzicht, liever te ruim , dan te bekrompen , te wezen ; vermids elke te groote beperking der weelde, in eene omgekeerde reden , veel meer werkt ten nadeele van het huishoudenlijk beftaan der Ingezetenen, dan de al te groote weelde zelve op derzelver zedenlijk charakter. Eindelijk, heerscht 'er, in het bewuste Ontwerp eene aanmerklijke geftrcngbeid ten aanzien van Buitenlanders , die eenige eigendommen in Holland mogten bezitten, wanneer men naamlijk door dezelven anderen verftaat, dan Perfoonen, die uit hoofde der tegenwoordige tïjdsomftandi'gheden geëmigreerd zijn. Dat aan de laatstgenoemde Emigranten een gelijk aandeel wordt opgelegd, en uit hunne agtergelaten goederen geheven, is eene billijkheid, welke niemand kan lochenen, daar zij het voornaamlijk geweest zijn, die, geduurende hun voorig verblijf, in meerdere ofmindere maate, hebben medegewerkt tot dien jammerlijken ftaat van zaken, die thands den kundigften en eerlijkften Staatsman handen vol werks , en de koramerlijkfte uitzichten geeft op een toekomend herftel. Maar dat Buitenlanders, die in hun eigen Land gewislijk niet minder bezwaard zijn omtrend hunne belastingen , dan wij in deze Republiek thands reeds zijn, nog daarenboven de lasten van dezen Staat zouden moeten helpen diagen, uit hoofde yan eigendommen,  170 De REPUBLIKEIN. men, welken zij alhier mogten bezitten, die toch (ow dit tusfchen beiden aanteinerken) niet zeer belangriik over het geheel genomen zullen zijn: dit kan op geenen billijken grond gevorderd worden , en zou aan andere Landen , waarin veelen onzer gegoede Medeburgers zeer aanmerklijke eigendommen bezitten , maar al te veel aanleiding geven, om het zoogenoemde recht van wedervergelding te oefenen, en daardoor, vooral in den tegenwoordigen tijd, nadeelen kunnen veroorzaken , die van de ver uitziendfte gevolgen zouden wezen voor het geheele beftaan onzer Republiek. Wat eene verftandige wetgeving in het vervolg moge beraamen , om de geldligtingen van vreemde Landen te bemoeien, zal de tijd moeten leéren. Zeker is het, r dat dit ftuk, voor als nog, niet dan met de groocfte omzichtigheid, moet behandeld worden. (Het Vervolg en Siot in het volgend Nommer.') TeAmJlerdam, bij M. Schai.ekamp, in de Warmoesftraat, als mede te Rotterdam bii D. Vis, van den Dries, Pols en van Santen. Dordt Blusfé en Zoon. 's Hags Leeuwenftijn en Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, C. Plaat en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon , en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek , bij de voornaamfte Boekverkopers . wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd ï li Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. 20. Le Pafte focial établit entre les Cito:j:ns wie telle ègalitè quHls sengagent tous fous les mêmes conditions, dohentjouir tous des mêmes droits. ROUSSEAU. Vervolg en Slot der Bedenkingen omtrend de Concept-Publicatiën der Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland, wegens de Geldligtingen. J~Jet geen, al verder, op het eerfte ontwerp van Geldligting is aantemerken, betreft voornaamlijk de zeer omflachtige wijze, waarop de toelagen zouden ingevorderd worden. Men kan geenszins ontkennen, dat de Heller naauwkeurig geweest zii omtrend de mooglijke middelen, waardoor de flinkfche uitvluchten ten aanzien der voldoening waren te verhoeden. Dan, gelijk elke omflachtige inrichting, natuurlijker wijzè, het meest gevaar loopt, om hier of daar veronachtzaamd te worden, zoo bevat ook dat gedeelte der Publicatie zoodanigen uitgebreiden kring van deelgenoten tot de uitvoering, zoodanig ingewikkeld beftuur , dat men bijkans aan eene volkomene uitvoering moet wanhoopen: behalve dat nog het onderzoek naar de bezittingen of inkomften van iemand, dien men wegens eene bedrieglijke opgave verdacht mogt houden, door eene geheime Commisfie, eene zaak is, in zich zelve zoo onedel, bezwaarend, en gevaarlijk , dat wij met reden mogen twijfelen, of emis wel opgevoed Man, eenig oprecht Vaderlan. °" ' ** V der»  172 De REPUBLIKEIN. der, zich immer tot zoodanig werk zou laten bezigen. Het is met dat onderzoek, even als met de opgave der ftaaten zelve van een ieders inkomen en eigendom. Beide kan niet overeen gebragt worden met de gronden eener Republikeinfche Wetgeving, welke, door alle haare befluiten, moet werken op de deugd der Natie, terwijl daarentegen niets meer gefchikt is,om de deugd te ondermijnen,dan een haatlijk wantrouwen. De openbaare gemeenmaaking der ingebragte lommen, met de naamen van derzei ver gevers, aan de zijde van den Staat, en de verklaaring van den kant der Ingezetenen, dat zij hunne lasten opbrengen, volgends de trouw, welke elk Burger aan het Vaderland verfchuldigd is,-— ziet daar de twee eenvoudige wegen, in een Hepublikeinsch Beftuur, waarvoor alle geheime Cominisfien, en wat dies meer zij, ten eenenmaale moeten zwichten! HU» die laaggeestig genoeg is, om met zoodanige openlijke verklaaring den fpot te drijven, zal vroeg of laat als zoodanige gekend worden, en alle de fchande inoogften, welke zijne wandaad verdient, en welke ook, in eene vrije Republiek, de hoogfte ftraf moet wezen. Omtrend de fournisfementen voor een gedeelte in Obligatiün, en wel der zoodanigen, die in Art. XX. van het bewuste Ontwerp met naame uitgedrukt, en tot zeer onderfcheidene prijfen worden bercekend, valt wederom in het oog de ongelijkheid dier bereekening, met een verfchil van 20 ten honderd; terwijl volftrekt geene reden daarvan te bedenken, maar veel eerder het tegendeel zou kunnen geoordeeld worden te moeten plaats grijpen. Immers Obligatiün, waarop reeds, geduurende een aantal van jaaren, zoo veele interesfen betaald zijn, dat bijkans het geheele kapitaal daarin herfteld is geworden, zouden, indien al de nood des Lands zoodanige vermindering volftrektlijk vorderde , veel eerder daaraan onderhevig moeten zijn, dan die, welke naauwlijks 7 jaaren rente hebben genoten van een kapitaal, het geen op den tijd, waarop het gegeven is, van de zijde der Geldfchieters , eene wezenlijke daad van vaderlandsmin geweest is. •—■ Voords, is het aannemen van Obligatiën tot fournisfement van gereede penningen, wier inzameling het éénige oogmerk dezer Geldligting was, volftrekt ontoereikende, en het voordeel, 't geen  De REPUBLIKEIN. 173 reen daaruit in het vervolg voor den Staat, door eene daadelijke vermindering van interesten, zou geboren worden, zoude tot een wezenlijk nadeel verftrekken der Ingezetenen, als die in de Recepisfen, welken hun naderhand, tot op de uitlooting, welke in zich zelve onzeker is, een renteloos kapitaal hebben het welk, zoo lang de Staat zijn credtet niet dermaate weet te vestigen, dat de genoemde Recepisfen eenen vasten cours behouden , en de plaats eener gangbaare munt bekleeden, voor den Houder ten uiterften onverfchillig, en voor allen, die flechts een zeer bepaald inkomen van liggende renten hebben, ten hoogften verderilijk is. Eindelijk is, ten aanzien der eerfte ontworpen Ge ldligting, nog eene zeer aanmerklijke zwaarigheid geleeen in de toelagen der Ingezetenen met gereede penningen. Geene klagt is algemeener , dan die over gebrek aan gemunte fpecie. Van waar, derhalve, dit geld? üat Renteniers en anderen hunne eigendommen verkoopen, met een grooter verlies ,dan van de helft der oorfpronglijke waarde, dit toch kan nimmer gevorderd worden, naardien de belasting daardoor ten hoogden drukkende zoude worden , en , in plaatfe van voordeel aan den Staat, volgends de reeds in het voorig Nommer aangevoerde redenen , eene allerwezenlijkfte fchaade zoude veroorzaken. — Dit gevreesde onheil, wel is waar, wordt eenigermaate verminderd door de thands reeds gevorderde toelage van ongemunt goud en zilver, het welk, door den Staat gemunt zijnde, eenen nieuwen omloop van gereede penningen te weeg brengen , en daardoor het tegenwoordig gebrek zal vergoeden. Doch ook deze verwachting berust alleen op de vooronderftelling, dat het zuiver beloop van all' dat goud en ■/ilver in dit Land zal blijven, zonder op ecnigerhande wijze te worden uitgevoerd. Wanneer dit laatfte mogt plaats hebben , zou het voordeel , 't welk men zich thands daarvan belooft, zeer fchierlijk uitlopen op een ijdel niet. — Meer voordeels zou gewislijk hieraan toebrengen eene Nationale Beleenbank, waarvan het Concept al mede door Holland's Provifioneele Reprefentanten onder het oog van het Publiek is gebragt geworden. De inrichting daarvan is, over het geheel genomen, zoo wel beredeneerd en voortreflijk, dat men indedaad reikhalst naar het oogenblik, waarop dezelve tot ft and zal komen. Intusfchen , hoe voordeelig deze Bank ook V 2 ziJ»  174 £)e REPUBLIKEIN. zij, om, door middel van Crediet-billets, het gebrek aan gereede penningen te gemoet te komen, zal toch het zekere uitwerkfel daarvan dit zijn, dat duifende Ingezetenen , in het geval zijnde om hunne effecten te moeten beleenen, daardoor hunne renten, althands van Hollandfche Obligatiën, voor een gedeelte verliezen, hun jaarlijksch inkomen verminderen, en alzoo niet gemaklijk in ftaat zullen zijn, om hunne effecten daaruit te losfen : vooral, wanneer het in de macht der Directeuren zal ftaan, om naar goedvinden de beleening op te zeggen, in welk geval de laatfte dwaaling wederom erger ware, dan de eerfte. Deze en dergelijke bedenkingen zijn het waarfchijnlijk, welke Holland's Provifioneele Reprejentanten overreed hebben, om een tweede Ontwerp publiek te maaken, het geen alleen beftaat in eene Belasting op alle jaarlijkfche inkomften, van we'ken aard zij ook mogen wezen, en wel ten bedrage der middelbare winst of inkomst van één jaar, volgends den gemiddelden overflag der laatstverlopen 5 jaaren, beginnende met 1 ten honderd, en bij opklimming voordgaande tot 50 ten honderd, tot de fomma van <,ooo gids., boven welke laatstgenoemde fomme het geheele montant ten behoeve des Lands zou moeten worden opgebragt; zullende deze toelage worden aangemerkt, als eene daadlijke opoffering, of don gratuit, waarvan nimmer eenige te rug gave gefchieden zal. Frijslijk is. ongetwijfeld, de zucht van den Ontwerper dezer tweede Concept-publicatie, om een middel voorteflaan, waaruit de finantie van den Staat daadelijk verbeterd worde, zonder eenig bezwaar agtertelaten. Konde men zoortgelijke ontwerpen tot ftand brengen, welk een heuchlijk vooruitzicht zou dit niet opleveren voor den Burger, om eenmaal van den drukkenden last van eene oneindige reeks van imposten ontheven te zullen worden! Hoe gaarn zou hij zich, in dit vooruitzicht, nog eenen buitengewoonen last getroosten! Intusfchen, fchijnt ook dit tweede Ontwerp onderhevig te zijn aan zeer gewichtige bedenkingen. Vooreerst, vinden wij daarin eene zoortgelijke onevenredigheid, als waarover wij ons omtrend het eerfte Ontwerp, in het voorige Nommer, verklaard hebben. De bereekening ftelt 2 ten honderd voor het geringfte, 50 ten honderd voor het hoogst inkomen, dat zij' erkent , en behoudt voor zich alles, wat boven de 2450  De REPUBLIKEIN. 175 Elds. aan inkomen bedraagt. Wij hebben te vooren reeds aangemerkt, dat alle Burgers tot den Staat m eene zelfde betrekking ftaan, en dus de zuivere m acht nem ng der beginfelen van vrijheid en gelijkheid niet wel eedooeen kan,den eenen flechts 2, den ander 50 gids., fot hetzelfde oogmerk te doen betaalen. De Staat kent eigenlijk geene andere perfoonen , dan Burgers, armoede en rijkdom, mindere of meerdere gegoedheid zijn toevalligheden, waarover geen Wetgever kan gebiJeden. _ Ook Is de fom van 2450 gids., hoe groot in vergelijkinge van de winften des Arbeiders, die flechts 300 gids. geniet, in de tegenwoordige tijdsomftandighe, den, zeer ontoereikende, om eenig huisgezin te voeden.' Zal dan de gegoede Burger , boven zijne1 bela tins nog genoodzaakt worden, zijne eigendommen te vervreemden, om het overige te vinden voor zijne nodige behoeften? Dit zou zeer onrechtmaatig, en 111 do gevolgen verderflijk zijn. - Boven alles doet zich geen de minfte grond op, waarop de Ingezeten zou kunnen -verplicht worden, om, boven zime toelage van omtrend 50 ten honderd , welken hij van 5000 gids. zal opofferen, een wezenlijk vol kapitaal van het overige aan den Lande tefchenken. — Hetgeen de Staat, onzes oordeels, omtrend den zeer gegoeden Burger, bij uitzondering, befluiten kan, moet alleen afhangen van een wederzijdsch vrijwillig verdrag. : • Een tweede bezwaar is wederom geluk aan dat, net eeen wij reeds in het eerfte Ontwerp afkeurden, naamlijk omtrend de Buitenlanders. Het embargo t welk Spanje thands reeds gelegd heeft op de Hollandfche Schenen uit voorzorg voor de zekerheid haarer eigendommen'hier te Lande, laat geen twijfel meer overig, om te beweeren , dat andere Landen de belasting hunner -Onderdaanen geenszins onverfchillig kunnen aanzien: en wat zullen daarvan anders de gevolgen zijn, dan beperking van den koophandel , of te rug houding van verfchuldigde Interesfen? Eene derde bedenking betreft de uitgeftrektheid der belasting over alle inkomften , dus ook over die van kunsten en wetenfchappen - welke echter gehjfc Wtj te vooren aanmerkten, eene billijke uitzondering konden lijden - over de inkomften der Kooplieden die echter ten hoogften onzeker zijn , en over alle Coloniën, fchoon de verre afftand van zommigen derzelven rolftrektlijk niet toelaat, om deze belasting in 6 Maan-  176 De REPUBLIKEIN. den aan hun bekend te doen worden, veelmin derzelW» betaaling in 12 of 13 termijnen te doen volvoeren: behalve dat ook aan de Colonisten, wanneer zij in eene gelijke betrekking tot dit Moederland gefteid worden, als de Ingezetenen hier te Land, een gelijk recht dient te wedervaren, om deze Ontwerpen te beoordeelen, en hunne aanmerkingen daaromtrend mede te deelen. Eene vierde aanmerking omtrend den bemiddelden overflag der inkomften, gereekend naar het beloop der laatst verlopen 5 jaaren, is wederom van denzelfden ■aard, als wij reeds te vooren gemaakt hebben, terwijl -aie overflag, op een' tijd, waarop veelen zeer zeker een derde gedeelte hunner gewoone inkomften zullen -misfen , niet flechts onevenredig is, maar ook daardoor zeer nadeelig moet werken. Maar het geen, ten vijfden, boven alles bezwaarend en geftreng moet geoordeeld worden, is de uitgeftrekte beieekening zelve van de inkomften en derzelver waarde, in Art. III—VIII., als bij voorbeeld, dat de Eigenaar, die zijne onroerende goederen bewoont, dezelven zal moeten bereekenen, als of hij die aan eenen ander had verhuurd; dat op gelijke wijze ledige kapitaalen , juweelen, paarIen , gemaakt goud en zilverwerk, boeken en liefhebberijen, paarden en rijdtuigen, tegen 4 ten honderd bereekend, en dat van den gemaakten overflag der jaarlijkfche winst alleen zullen mogen worden afgetrokken geledene verliefen en fchaade, maar geenszins het onderhoud, dat iemand voor zich zelf of zijn huisgezin, noch ook voor zijne weelde, nodig gehad heeft. —Dat alle voorwerpen van weelde niet alleen mogen, maar in een buitengewoon geval volftrekt, bij uitzondering, moeten bezwaard worden, heeft de Wijze ftaatkunde van alle tijden geleerd; maar het is toch even zeker, dat geene belasting, van welken aard ook, onmaatig, noch de weelde, als zoodanige, door dezelve op éénmaal, als 't ware, kan of moet befnoeid of verbannen wordei. Doch, dat aan den anderen kant, het noodwendig levens-onderhoud, naar de tegenwoordige tijdsomftandigheden bereekend, altijd in alle buitengewoone belastingen eene allerwezenlijkfte uitzondering lijden moet, hebben wij te vooien reeds aangewezen, cn fpreekt van zelve zoo klaar, dat zulks met geen het minfte recht ih twijfel kan worden getrokken. Ten aanzien derhalve, zoo wel van onroerende goederen, door den Eigenaar zeif bezeten of  De REPUBLIKEIN. 177 of gebruikt, en ten aanzien der noodwendige levensbehoeften, zal eene billijke bereekenwg mogen en moeten gemaakt worden, indien het belang van den Staat dat is de welvaart van ieder Ingezetenen in t bijzonder, op goede gronden zal worden gehandhaafd. Nog, is eene aanteftellen Commisfie, zoo als Art. XXVI. wil, welke zal waaken tegen kwaade trouw m het fournisfement, eene hoogst gevaarlijke ïnftellmg, geluk wij al mede boven hebben aangewezen. 1W zaak zelve is aan duifende zwaarigheden onderhevig, en kan niet wel worden afgedaan, zonder^ de verre-aandfte grieven. De publieke trouw vereiscbt, c>at de Gever op zijn woord geloofd worde , even gelijk de Burger in het zelfde vertrouwen verkeert omtrend den Wetgever, dat hij 's Lands penningen eerlijk beftuuren en gebruiken zal. Eindelijk, is het verbranden van alle aantee^enmgeTO.,. welke tot zoodanige geldligting mogten behooren, zoo als Art. XXXI. voorflaat, dat na den afloop der heffing gefchieden zou, in een Repubhkeinsch beftuur niet wel te verdedigen. In tegendeel, de burgerlijke en politieke Vrijheid eischt volftrekthjk , inden fterkften zin, dat van alle lasten behoo.luke reekening en verandwoording gefchiede aan de Natie. en hoe veel te meer moet zulks plaats hebben omtrend biutengewoone belastingen? Hoe zou, nu, eene verandwoording kunnen plaats hebben, waar de ontvangst zeU niet behoorlijk verandwoord wordt met de ooripronglijkeftukken? De Wetgever, die eene belasting gebied, behoort alles, wat ten dien aanzien plaats heeft,' ter zijner verandwoording, openbaar bekend te maaken, en ook dit is de éénige weg, om aan de Natie het waare vertrouwen op het publiek Bewind mteboezemen. Het is juist dit gebrek, waarvan de gevolgen thands allerblijkbaarst zijn, en welks herftel de éentgB grondflag is van een mooglijk herftel der Finantiem Na deze voorgedragen bedenkingen, zal de Republikein nog kortlijk zijn gevoelen mededeelen over de middelen tot verbetering der Staats-Finantiën, en bijzonderlijk over de wijze der heffing van belastingen. Het lijdt geene tegenfpraak, dat 'er thands gereede penningen voor s'Lands Kas vcreischt worden : dan, daar een ieder verlangt naar de organifatie van het Staatswezen onzer geheele Republiek, moet natuurlijker wijze de vraag opkomen: of de reeds onder handen zijnde invordering van ongemunt goud en zilver niet ge-  178 De REPUBLIKEIN. genoegzaam zij voor de dringende behoeften van Holland , en of het dus niet beter ware, met eene andere geldligting te wachten tot de aanwezigheid eener Nationale Vergadering over de geheele Republiek? De fpoed, waarmede de Bondgenoten dit werk gezamenlijk zullen voordzetten , zal ook het aanzijn eener algemeene en buitengewoone belasting niet behoeven te vertraagen. Een tweede grondflag, waarop de Natie haaren overvloed aan den Staat kan opofferen, is de beflisfing van haare onafhanglijkheid door Frankrijk. Zoo lang omtrend dit gewichtig punt geene voldoenende zekerheid is, zal alle heffing van penningen ontijdig, en in haare werking onzeker zijn. Dit punt eenmaal zijnde vastgefteld, dan zal de Natie ook zeer bereidwillig zijn, om de lasten te dragen. Een derde grondregel is de overtuiging der Natie, dat juist de gevorderde buitengewoone last noodzaaklijk is. Deze overtuiging hangt af van eene balans, welke onder het oog der Natie moet gebragt worden, om vooraf te doen zien, tot welke uitgaven de belasting dienen moet. Zonder deze publiciteit, is geen vrij Volk te overreeden tot buitengemeene opofferingen , daar de gewoone lasten reeds uitermaate zwaar zijn. De vierde vereischte is de evenredigheid der te heffen belasting. De noodzaaklijkheid eenmaal betoogd zijnde door eenen publieken ftaat, of balans, dan zal geen Burger zich aan dezen plicht kunnen onttrekken, indien hij flechts niet bezwaard worde boven zijnen Medeb urger , maar indien zij allen gelijklijk deelen, zoo wel in de lasten, als in de voordeelen. Deze eenparig, heid verbindt alle Burgers te gelijk aan den Staat. Uit dit alles laat zich dan van zelvede uitkomst gemaklijk afleiden. Zoodra bij de publieke balans blijkt, wat'er voor s'LandsKas aan den gewoonen ontvangst te kort kome, behoeft dat te kort komende alleen zeer eenvoudig geflagen te worden over alle Burgers van den Staat, met uitzondering alleen der Armen. Het zij deze last 5 of 10 ten honderd van het inkomen van ieder Burger belope, deze zom moet op de eenvoudigfte wijze opgemaakt, uitgefchreven, en door de Wijkmeesters, in ieder Wijk of in iedere Gemeente, verzameld worden, zonder dat daartoe bijzondere Commisfiën nodig zijn. Deze wijs van heffing is de waare en eenvoudige, welke met den aard van een republikeinsch Staatswezen volflrektlijk overeenkoomt.  D E REPUBLIKEIN- N°. 31. La volonté du Souverain eft le Souverain lui-même. montesquieu. Burger RepublikeihI "Wanneer een Request, tot voordragt aan de Reges* ling, geteekend door een aantal Perfoonen, aldaar wordt ingeleverd, vraagt men doorgaands: „ Is dit de Volkstem ? " — Zou men daarop niet wederom kunnen vragen; ,, Zijn dan alle Perfoonen, die niet geteekend hebben, tegen dit Request?" Wat zou men toch op de tweede vraag andwoorden? — Indien men ja zeide, zou het andwoord zekerlijk valsch zijn: want. veele Perfoonen worden door veelerleie beweegredenen van het teekenen op een Request te rug gehouden , zonder daarom tegen de zaak zelve te zijn, welke in het Request begrepen is. i.) Zulke Perfoonen teekenen niet, die doorgaands vreesachtig vallen, omdat zij den uitflag daarvan wel eerst vooruit wenschten te weten, en omdat zij over alle Requesten zwaarmoedig denken; fchoon echter hun hart aan het algemeen belang is toegedaan. z/.) Zulke Perfoonen teekenen niet, die geen doorzicht genoeg in de zaken hebben , welke in het Request worden voorgefteld; en echter wenscht hun hart, dat het algemeen belang moge bloeijen. 3. ) Zulke Perfoonen teekenen niet, fchoon hun hart goed is, die aanmerking maaken op eenige bijzondere uitdrukkingen, welken zij niet'echt vatten, waarvoor zij gaarn iets anders wilden gefteid hebben, of die bezwaard zijn over eene of andere benaa-ming; fchoon zij over 't geheel het Request goed keuren Wie zal toch een Request opftellen, waarin niet de een of ander iets zal vinden, dat hij gaarn anders wenschte uitgedrukt? De genoemde drie zoorten van Perfoonen zin, derhalve, niet tegen het verzoek in het Request over't geheel ; maar téekenen echter niet, om de opgegeven hindernisfen. ., 4. ) Nog een vierde zoort teekent nimmer, omdat zij zich altijd bij de bovendrijvende partij voegt. Ook  180 De REPUBLIKEIN. deze kan men nog niet zeggen , dat 'er volftrekt tegen is; omdat zij zich fchikt naar den tijd, en wel wil genieten de voordeelen van het algemeen, maar zich daarvoor met wil blootftelien aan weigering of onaangenaame gevolgen. ; JTT Het vijfde zoort, dat volftrekt tegen het Request is, zal er doorgaands niet ruiterlijk voor durven uitkomen als houdende zich fchuil uit fchaamte of andere oogmerk-en. Nu is de vraag; hoe zal men de Volksftem in een Request erkennen ? Het andwoord wordt doorgaands opgemaakt op deze wijze, ken aantal Perfoonen, bij voorbeeld, teekent een Request. Indien 'er een gelijk getal tégen teekent, ite,cen de ftemmen eerst ; indien 'er minder tégen, en meer voor zijn, wordt het geóórdeeld befhst te zijn; zij, die vóór noch tégen teekenen, ziin buiten advies, en kunnen dus niet anders aangemerkt worden , dan als Perfoonen, die zich bij de meerderheid voegen, en het aanzien. Dus , een grooter getal teekent vóór het het Request; een minder getal daar tégen; derhalve is de wettigheid van het Request beflist. Immers, zoo gaat het ftemmen in alle Genootfchappen, Sociëteiten en Maatfchappijen; en, wanneer men niet geheele Steden en Landen op geiijke wijze als zoodanige Maatfchappijen bsfehouwt, zou men nooit eene Volks-ftem kunnen bepaalen. Derhal ven, wanneer een Request, door eeh aantal Perfoonen geteekend , wordt voorgedragen aan onze Volks-Reprefentanten; en men maakt de tegenwerping of de Teekenaars op dat Request de Volksftem uitmaaken? dan is het best, om een tegen request te legen en daaruit te zien, welke de meerderheid is; want die vóór noch tégen teekenen, zien het aan, volgends bovengemelde grondftellingen , op deze wijze is dan de Volksftem reeds gevonden. Mijn wensch was, dit ftuk eens wettig te bepaalen en bij onze Reprefentanten op eenen vasten voet te brengen , om in 't vervolg , in onze Requesten en Voordragten, bij onze Reprefentanten, op eenen zekeren grond te kunnen werken. Met dit ftuk te plaatzen in uw geacht Tijdfchrift, en uw_andwoord daarbij te voegen, zult gij aan de .burgen,en m liet gemeen eenen grooten diénst doen: en bijzonderlijk Uwen beftendigen Lezer, ;. / ' ' N. v. n. M. J. Der  De REPUBLIKEIN. igr Der volgende Aanfpraak, door één' onzer Medeburgeren in eene Wijkvergadering binnen Amfteldam^ gedaan, en aan ons ter plaatzing zijnde toegezonden , hebben wij, ter dezer gelegenheid, daar zij gedeeltlijk handelt over hetzelfde onderwerp, 't geen m den voorgaanden Brief vervat is, niet willen afzijn, eene plaats in ons Tijdfchrift te verleenen , zullende wij agteraan eenige aanmerkingen tot and-woord mededeelen. VRIJHEID. GELIJKHEID. BROEDERSCHAP. ] Burgers! De dag waarop wij onze wettige Volksvertegenwoordigers zullen verkiezen , nadert met rasfe fchreden. Zoo min als wij ons onverfchilhg betoonden, ten opzichte van de 'Proclamatie der Municipaliteit , even min zal en mag het ons onverfchillig zijn, uit welk gezichtpunt wij onze aanftaande Reprefentanten zullen befchouwen. Zoo wel ons, die verkiezen, als hen, die verkozen w rden, moet eene koude rilling bevangen. Wij en zij, moeten huiverig zijn, om die gewichtige posten zoo wel toe te wijzen, als te aanvaarden, terwijl men nog onbewust is, wien en hoe men het Volk van Amfteldam hebbe aantemerken. Geen wonder dan , mijne Vrienden , dat deze gewichtige zaken in de zamenkomften der Burgeren dadelijks behandeld worden, en zij, uit hoofde van dat b°lang, de drukpers, als het ware, doen zweeten. "Dikwerf deed ik mij zelf deze vragen; wie zijn het Volk van Amfteldam? Heeft dat Volk zich reeds tot één lichaam geformeerd? Zo ja; in welke betrekking ftaat het tot deszelfs Vertegenwoordigers, en dezen tot het Volk? Of behoeft zoodanige vorming niet? Ta is het zelfs niet fchaadelijk, dat het Volk aldus in masfa vergadere? Welke is de inftruótie, waarnaar zich zijne Vertegenwoordigers zullen hebben te gedragen? Of zal men , door de tegenwoordige Omwenteling, alleen verkregen hebben de bedoeling van 1748, de aanftelling, naamlijk, van Regenten? Alle deze vragen , Medeburgers! zullen naar mijn inzien wel degelijk moeten opgelost zijn, eer het groote werk kan gereekend worden, zijn beflag te hebben gekregen. Zonder deze duidlijke bepaalingen , zal een ieder der nu aanteftellen Reprefentanten met reden zwaarigheid maken, om deze eer-posten te bekleeden. Ik zal dezelven kortlijk aanftippen, en die ter verdere ontwikkeling u ten fterkften aanbevelen. — X z \Zaa-  ï82 Dé republikein. Zonder mij fn verfchillen over het Stemrecht zelf te laten, verfta ik door het Volk van AnZdama?He zoodanigen, die zich Stemgerechtigden gWkend heb ben na de gedaane Afkondiging der M^nSirel?" en daar dezen, zekerlijk voor ver het erMtfté ieSe Leden der Wi ik vergaderingen ziin .volg,vanzelve' dat de Municipaliteit, zal zij zich reekenen door het Volk van Amfteldam aangefteld te wezen de Hoofd mXtstn^fehPM-i,'len' TSt at de°°ïï: meiiKomst, of het lichaam der Burgerii nefsTornierdahe,!;0ramiêe Wij'ken alle haare BewooSaL doo- 1Hbe" "P^oePM - ^hoorde dit eeneenéSvereen.> - denW,lken te ^fchieden , en alzoo belandfrW %fl?ten te worden van oogmerken en SneTeden dï w^5' in,Z°.° Ven'e derze'ver Lede» Ie clubs ?n,h ^vergaderingen mogten zim. Deze Uubs, toch, hebben zich, even als de Wijkvergaderingen, voor het meerderdeel als Stemgerechtigden aangegeven, en langs dezen weg zou men deze• veS waare lichaam der Amfteldamfche Burgerij Dan , op dezen voordracht hoor ik twee vragen doen welken men als bezwaaren tegen dit ftuk aanmefkt" ..Hoe, vraagt men, is het mooglijk, eene vereeni- "&dvPraafen d6r C!ubs' °f-el Van der elv^ llmmP*dWmg met de Hoofdvergadering der 1^ kniere5' '■• wanneer *t alles tot genoegen „ van beide Partijen of Gezelfchappen afgedaan en "wfnst"ITkT de T^[T>S zeIve eene'goede aan. „winst zal bekomen hebben, mag men dan nog wel "d,nd nC?' datude geheeIe ftei" der Burgerij In de „daad wordt uitgebracht, naardien zij, dl!niet ver- ^te1oSeD?" Bdde ^ b~ * Ö ,.^at h6t e6fe b^freft; we,k is het oogmerk van de zamenkomst der Clubs? Welk dat der Wijkvergade* L"f°?, Kan men zonder geheel onredenlijk te zijn, vooronderstellen dat zii beiden eenig ander doel heb. pen dan het heil van 't Vaderland? Wel nu: wie kan er dan aan twifelen, of zij beiden voelen, dat ieder afzonderlijk niet het Volk is? Maar wie kan dan ook ïrlTaT' r Z,J, b6ldeJn' ver?enigd zijnde, hebbende der Burgerij? Zij gevoelen, dat eendracht de fterkte is — vaa  De REPUBLIKEIN. 185 «,„ PPn Volk feil gevoelen, dat niët de naam dèr Vet. SderouJ'- maar het oogmerk van de Vergaderingen Kaak is welke daaraan gezag geeft: en waartoe meer wóórden gebruikt? Heeft niet de Grondvergadering de? Clubs r in het zoo veel gerucht gemaal: hebhèV verfchil over de Proclamatie der Municipaliteit, door"eènen uudrukliiken brief, de Hoofdvergadering 5 wiikpn aancezost, om met haar gemeenfchaplijk — n8düs getoond, hetzelfde uitzicht het zelfde oogmerk te hebben? Zij hebben alleen willen Sn zien8, dat het Volk niet onverfchi hg wil zijn omtrend aUes wat men hetzelve voorfchrijft, maar, volgends zijn öorfpronglijk recht, over zijne gewichtige be aiïïen wH oordeelen. Dat dit toen met aangenomen if, is alleen veroorzaakt door een onlangs te voofen genomen befluit, om geene voordellen aan te nemen , dan die daadelijk uit Wijkvergaderingen k«men- en zulks doet hier niets ter zake. Ik maak derhalve geene zwaarigheid, om vast te dellen, dat zoodSevereeniging gemaklijk is tot dand te brengen. D gefchied zhjnde, met oogmerk, om dat heilzaam einde te bereiken , behoorde 'er gewis ook nu eene Commisfie van beide zijden benoemd te worden, om rezamenli* tot het zelfde oogmerk werkzaam te zijn, In alzoo de dem der Burgerij eenparig te kunnen uit- bl7iltndaar dan het lichaam der Burgerij tot één middenpunt vergaderd; maar ...... eenige Burgers verkiezen niet toetetredeu tot deze Vergadering en zal men hen daarom hun Burgerrecht ontzeggen? Dit was h-t ander bezwaar , dat ik zou trachten optelosfen. Dikwids heb ik deze aanmerking hooren maaken; en ik erken het openlijk, niet zonder wrevelig misnoegen omdat zij allen den tegenftanderen der Vrijheid, ipzètlijk en rechtftreeks, in de handwerkt, hoezeer ik die ook hoorde van menfchen, wier denkwijs bij mij tot nog toe geen den minften argwaan verdiende. Naar deTgronden dezer ftelling vragende, gaf men mij ten andwoord, dat de oproeping niet wettig ware ?n dat men daarom tot dezelve niet behoefde toetetreden. Alles derhalve , wat niet door eene wettige oproeping is daargefteld, is niet noodzaakiijk en louX willekeur? Wat dunkt u Burgers! van dit gevojlen? Wat'wordt 'er dan van alle die zaken die er gebeurd zijn zederd den i8*n van Jamanj? Zou het dan, wanneer andere Burgers nalaten hun welzijn te behartigen, ook aan ons verboden zijn, voor bet X 3  ■ i»4 De REPUBLIKEIN. te behoeven? - Maar Iaat ik hierI » b 0Pr°epmg een enkel woord Cpr^ïtoïïS&^g^ ren dat 'er volftrekt geene zulke Ve fadedngen al' voordragen, de deur ftaat voor allen ópen Hier be tl ernleYerd S? ™ aUfin < e" ^da™ fnd4e VerSnL'fnt h'J "iet toegetreden tot eene of reltrlVber& 4* «iet tegen de Vrijheid te zijn, maar die 1^0^! 5Heene"»termaate bepaalde Vrijheid, en óok Sk- maar JJroederfchap ! neen; zegt het trotfche hart „ Zou ik daar gaan in die Wijkvergadermgen alwaar "' fchenTeSngt? h°°P V, velTme! t JL Tn Kruier e" ^diende j' m j , e Cggen heeft' dan ik?" - Hier waarde Medeburgers! hier zit de zwaarigheid Wj vellen die tot ons «iet willen overkomen; zij maaken flecSs 5 zeVg°°Sti' °m hunf»oodbkaantfbedSn \uklrgu,h $am} want kan 'er iiJlmer iet veracht! hjker worden u.tgedacht, dan den allereerften grond berusf?%v"teto ,Waar°P-0nzf gewenschte Conftl berust/ Wat toch is Vrijheid zonder Gelijkheid en denkèn *£ *™**<^9 » Zij bSorenlè bï Patriotten ^ollc met alt0^ flapen zal, en deze win ter in'^ r u de ^egen, welken zich den geheele» tTd me h, , r °°rfteen verbergen, en in den voort'ja met hun gefnor verveelen, ook nu bii hoonen re» hZ^a kren'Ich0°n zi' te vooren daar niet vó™ zal het " ; , dCZe gSWaandc Patriotten, zeg T die Lft ,Y°hk T' Wetel1 te °»derfcheiden van hun S£„2F Un hart aan het fte,fel van Vrijheid zH» H^?st; en gebleven; zulk zoort van eigên Eetlfw^dèn.231 "? 63113 °atms^d e» «.5.°*-?er dit' m' ia doorgaande drijfveer is vaa «rfctefte* zoogenoemde aanzienlijken en rijken, is  De REPUBLIKEIN. iSj ïij die echter niet van allen, die zich, als Patriotten, nog van ons afzonderen; daar zijn'er, die ter goeder trouwe denken, dat het nadeelig zijn zal, indien het Volk in masfa vergadere, omdat zij beducht zijn voor eene Volks-regeering, welke in Regeeringloosbeid zal uitlopen: doch deze brave, maar zwaarmoedige, Vaderlanders behooren toch te bedenken, dat men, om een zeker mooglijk kwaad te vermijden, eene in de daad goede zaak niet moet verwerpen. -— Maar hoe, nu, zal het Volk van Amjleldam ftaan in betrekking tot zijne Reprefentanten, en dezen tot het Volk ? Daar zij beiden dus van elkander gefcheiden zijn, en moeten zijn, waarin zal het meerdere en mindere gevonden worden, het geen 'er behoort plaats te grijpen; want twee gel ijk werkende krachten zijn hier onbeftaanbaar? Eene zoo veel mogelijk naauwkeurige bepaaling ten dezen opzichte is ten hoogften nuttig, ja onontbeerlijk. Vergunt mij dan, dit een weinig meer uit te breiden, te meer, daar ik van oordeel ben, dat uit deze befchouwing van zelve blijken zal de noodzaaklijkheid eener InftritBie voor de Municipaliteit. Het geheele Volk van Amjleldam moet met zijne Vertegenwoordigers uitmaaken één vereenigd geheel, als het hoofd met het lichaam, welkeronaffcheidbaar verband, wederkeerig op elkander, geene de minfte ftooring in derzelver werking kan gedoogen. Het moet zijn eene onderlinge vereeniging, als van eenen Vader met zijne roeerderjaarige Kinderen. Deze voorbeelden doen u zien, dat noch de Reprefentanten, noch het Volk, hier kunnen zeggen : ik wil, wij gelasten, enz. maar ook, dat 'er gevallen zijn , waarin de Vertegenwoordigers kunnen en moeten werken , zonder het Volk te kennen, de zoodanigen, bij voorbeeld, welke fpoed en geheimhouding vorderen ; doch , om allen fchiin van kwaade trouw wegtenemen, zou het dan niet goed zijn, dat 'er eene Commisfie beftond van eenige weinige Perfoonen , uit en door het Volk te benoemen, met welken de Vertegenwoordigers als dan zouden kunnen handelen , onder zoodanige bepaalingen, ais men vooraf zou kunnen vastftellen, en met zoodanige geheimhouding , als de zaak mogt vorderen , tot op den tijd, waarop de openbaarmaking hun veroorlofd werd. Eene Hoofd vergadering derhalve, waarin de belangen van het geheele Volk, uit de kleene Vergaderingen tot één gebracht, kunnen gewikt en gewogen worden, naar goede regels zijnde ingericht, wordt eene nood. zaaklijke behoefte, en zal zoo wel verftiekksn tot een X 4 biet»  IR<5 De REPUBLIKEIN. breidel voor de beerschzucht, als tot een ringmuur efj borstweering voor de Reprefentanten, en bovenal tot Verligting van derzelver arbeid. Immers, de Voordellen ter hunner kennis gebracht zijnde door eene Commisfie, welke handelt volgends haaren last, niet als Gebieders, maar als Zoonen, die het belang der huishouding met hunne Vaders befpreken, en welke ook daarom door de Vertegenwoordigers behandeld wordt, niet volgends het willekeurig denkbeeld, dat het Volk alle zijne macht op hen alleen heeft overgebracht, noch ook daarom door hen moet gepaaid of weggezonden worden: maar alleen volgends de braafheid van rechtgeaarde Vaders , zoo als dezen met hunne meerderjaarige Zoonen gewoon zijn te handelen; deze Voordellen, zeg ik, op zoodanige wijze tot deVolks-vertegenwoordigers gebracht zijnde, moeten bij hen overwogen worden met allen dien ernst , welken het gewicht der zaken verdient. Het eene belang is toch onaffcheidlijk van het andere; het welvaren der Vaders is ook de weiftand der Kinderen. Op deze wijze wordt het werk der Vertegenwoordigers gemaklijk, en veel minder omflachtig, dan wanneer zij ieder Burger hoofd voor hoofd te woord zulleri moeten ftaan. Alles zal langs deken weg met meer fpoed verricht worden, en het Volk zal zich even min beklaagen, als de Vertegenwoordigers zullen kunnen misdoen. In de daad, Medeburgers! daar wij onze wettige Vertegenwoordigers eerlang wenfchen voor ons te zien, zaf het niet eene begeerlijke zaak zijn, met hun op zulk eene wijze te verkeeren, en zij met ons, en, wanneer dit nu algemeen aangenomen en in een Declaratoir veranderd wierd, zou dan wel iemand huiverig zijn, dezen post aantencmen ? Zou niet veeleer elk braaf Man verlangen, door zulk een Volk totVertegenwoordiger gekozen te worden? Het is in deze overtuiging, welke ik vermoede, dat ook de uwe zal zijn, dat ik U het navolgend opftel voordrage van zoodanig Declaratoir en Inftru&ie, als ik mij verbeeld, dat tot het voorgemelde einde dienftig zouden wezen. DECLARATOIR. Wij, het Folk van Amfteldam, verklaaren, de door j> ons aangeftelde Municipaliteit als onze Vertegen,, woordtgers te zullen eerbiedigen, hun, daar zij orïze Plaatsbekleeders zijn, als ons zei ven te achten, hunue zaak de onze te maaken, in zoo ver hun, om  De REPUBLIKEIN. Hj "„ om onzent wil. iet nadeeligs mogt overkomen, e:r ,, verwachten, ook op dezen grond, daar wij onze belangen aan hun toevertrouwen, dat zij van hun,, nen kant zich naar de volgende Injlru3ie zullen ge- dragen." INSTRUCTIE. ,, Daar de oppermacht des Volks in den boezem der ,, Burgerij huisvest, zullen de Vertegenwoordigers ,, geenen anderen last uitbrengen, dan die met den wil ,, des Volks overeenkomt. Zij zullen derhalve , om altijd zeker te zijn in hunne verandwoording , iri ,, alle die zaken, waarin hun die wil onbekend is, het Volk raadpleegen. — In zaken, die fpoed vorde,, ren , en waarin dus de Burgerij niet kan gekend worden, of die geheimhouding vereifchen, zullen ,, zij daarvan opening geven aan eene Commisfie, ou,, der den naam van geheim Committé, te vooren daar,, toe door de Burgerij aangefteld. die dezelven zoo ,, lang zullen moeten bewaaren, tot hun de vrijheid van openbaarmaking vergund worde." Door dit Declaratoir en deze Inftrucïie, of eenig ander van dezen aard, zal, naar mijn inzien, de gehaatte tweedracht verre geweerd , onze Vertegenwoordigers met het Volk te zamen vereenigd, en één hart en ééne ziel zijn, het welk de oprechte wensch van mijn hart, en, zo ik vertrouw, die van elk Burger is. Mijn voorftel is derhalve , met. overlating van het beraamen der i.adere fchikkingen tot na het te nemen befluit", aan de Vergadering der Wijken voortedragen de volgende Pointenr 1. ) Om uit naam van alle Wijkvergaderingen cpteroepen, uittenodigen, en aantemaanen alle Ingezetenen zonder onderfcheid, om in dezelven deel te nemen, op grond van het thands erkende hemelsch gefchenk , de Rechten van den Mensch, welk aanbod ook die Wijken , die haare Vergaderingen reeds gefloten hebben, behoorden te vernieuwen. 2. ) Eene Commisfie te benoemen , om met de Clubs te handelen, en een behoorlijk verdrag te fluiten. 3. ) Een Declaratoir en eene Inftraüie te vervaardigen, in zulke duidlijke bewoordingen, dat daaruit zoo wel de achtbaarheid des Volks, als het gewicht van den last- en éer-postder Volks-vertegenwoordigers, met alle mooglijke behoedzaamheid, in het oog gehouden, en daardoor eindelijk de rust dezer Stad, en tegelijk bet welvaren des geheelen Lands, verzekerd wierd. AAN-  m De republikein. AANMERKINGEN van den REPUBLIKEIN. De Brief en Aanfpraak, alhier geplaatst, betreffen beide (lukken van het al!erwezenli]kst belang. Beiden zijn zij uitermaate verdienftelbk, omdat zij één edel doel hebben de bevordeiing der waare eensgezindheid tusfchen de Burgers en derzelver Vertegenwoordigers, en de zorg, dat de Iaatften, om wél te regeeren op eene voegzaame wijze onderricht worden van den wil hunner lastgevers.- Wij nemen de Vrijheid, ook onze gedachten over het een en ander mede te deelen De vraag: welke is de Volks-ftem? wordt eenvoudig beandwoord op deze wijze. .. Zoodra het meerder gedeelte der Burgerij zich vóór het een of ander ge„ voelen verklaart." — Maar juist dit brengt ons op eene andere vraag, welke onmiddelijk met de voorgaande zamenhangt: hoe zal men in de daad erken,, nen, of dit meerder gedeelte zijn gevoelen uitbrengt? Welke is het waare kenmerk, om de ftem vaneen „ gedeelte van die des geheels te onderfcheiden ? Welk -,is het behoedmiddel, om alle willekeurige uiterften ,, in dit opzicht te verhinderen?" .— Het andwoord daarop is geene andere, dan oproeping van het Volk tot openbaare vergaderingen, alwaar de plaats grijpende zaken kunnen behandeld en afgedaan worden. Maar wie zal het Volk oproepen? Zal dit alleen afhangen van de Regenten , zoo dikwerf zij zulks nodig oordeelen, en anders niet? Naar het oordeel van den Republikein, mag de willekeur der Regenten hier geen regel zijn. Het Volk , over zijne belangen zullende raadpleegen, heeft het volkomene recht, om zich zelf te vormen op zoodanige wijze , als bet goedvindt, rnids, met zoodanige vergaderingen, de rechten wederom van dat zelfde Volk in het gemeen, noch die van ieder Burger in het bijzonder, gefchonden worden: of in andere woorden, mids het VoIk zorge, dat niet de openbaare rust door zulke bijéénkomften 'verftoord, noch ook eenig Burger, zonder de wettigfte redenen , uit dezelven geweerd worde. Zoodra het Volk zich eenmaal zoodanig gevormd heeft, dan komt bet in geene aanmerking te vragen : wie hetzelve hebbe opgeroepen? Zoodra het aanwezig is in zekere licbaamen, die eindelijk, door middel van zekere Vertegenwoordiging, één lichaam uitmaaken, dan is die vraag overbodig. Het Volk , aanwezig zijnde, moet ook als zoodanig erkend, dat is, zijne handelingen moeten door den Regent geëerbiedigd worden. In zulk een  De REPUBLIKEIN. i3? «val, heeft het Volk geene !egst?ffat!e, of erkend ten is van wettigheid nodig. Het wettigt zich zelf. Het moet alleen aan zijne \ ertegenwoordigers doen ter hand ftellen zeker Declaratoir, waarbij het zijn aanwezen te kennen geeft, en de befcherming eischt tegen alle onrustige perfoonen, die zouden kunnen goedvinden, hetzelve in zijne bi'éénkomften te ftooren. Het moet daartoe kennis geven van alle plaatfen , alwaar het, in gedeelten afgefcheiden, vergadert, opdat de Vertegenwoordiger, ook hierin, zijnen plichtgetrouwlijk zou mogen vervullen. De zorg alleen , dat'er in de Volksbijeenkomften niets onbehoorlijks gefchiede, is een allerwezenlijkst ftuk , waarvoor ieder Burger, maar vooral de Overheid, zorgvuldig waaken moet: want de openbaare rust verftoord wordende, geraaktde allereerfte grondflag van allen maatfchappijlijk verdrag, de veiligheid van ieder Ingezeten, verbroken, en de Volksvergadering houdt op te beandwoorden aan haar voornaame, ja éénig doel, 't welk was het belang van allen. Op zulk eene wijze worden, dan, gevormd de Grondvergaderingen, welke, het zij in groote of in kleene bijeenkomften verdeeld , door haare goede inrichting , in ftaat zijn, eerst de ftem van iedere Gemeente op zich zelve, en daarna die der gantfche Natie , op eene geregelde wijze nittebrengen. Om aan dezelven alle orde, alle kracht, en gezag bijtezetten, wordt noodwendig vereiscbt, dat daartoe alle Burgers, Zonder onderfcheid , worden opgeroepen , door midde! van gequalificeerde Wijkmeesters , en met gedrukts Briefjens, waarin het oogmerk dier Vergaderingen is Uitgedrukt; dat deze oproeping op dezelfde wijze tot 4 of 6 maaien herhaald worden, opdat niemand eenige Onkunde voorwende; dat de vergadering gefchiede op voegzaame plaatfen , alwaar eene voegzaame gelegenheid is tot zamenkomst; dat aldaar de vergadering geopend worde met voorlezing der conftitutioneele gronden van Vrijheid, Geljkheid, en Broedcrfchap; dat daarop eens naauwkeurige lijst worde gemaakt der tegenwoordig zijnde Burgers ; dat daarna door ieder , hoofd voor hoofd, gedaan worde eene openlijke erkendtenis dier grondbeginfelen ,. en dat al wie zich aan die gronderi niet mogt kunnen toehei! igen , worde befchouwd als een Burger van een ftrijdig gevoelen, en alzoo ongeleid kt tot bijwooning dier Vergaderingen, tot zoo lang dat hij daaraan verkiest hulde te doen; en dat, eindelijk , na eene 4 of 6 maalige algemeene oproeping de Vergaderingen zich zeiven aanmerken als geörgani- feerd.  190 De REPUBLIKEIN. if'n'i^T vormin?' aIzo° gefchied, enzoowettnr ft nar ng -3g - f'^' heeft e,ke Gemeente van Staf cf ,D,0I,P' 111 eene of meer gedeelten gefcheiden en üÉnVéZ f-1ere HoofdvWiering8 van Gemachhlic? ™ t a3am vereeniSd. de volkomene Vrijheid, om haare ftem aantemerken als de waare VolL Mepi, en de Vertegenwoordiger moet die ftem eerbiedigen, zoo zelfs dat alle andere Burgers, die/fthoc^i opgeroepen zijnde, „iet verkiezen, te verfchijS IZ wnhraatIg- kunnen' m°Sen' en m°eten gereel kend worden, zich aan de meerderheid van de aldaar «ft8 ftem te onderwerpen , en alzoo daadelijk Zi n%ÜS™men' offchoon niet tegenwoordig : het wek ook, >t eiken reize, in de Oproeping-briefjens net ronde woorden moet worden u tgedrukt, vermids Cn Sh' H'"nlljk' een^'-kem„erkmoetzi;n, waaraan zich de Burger, zoo wel als de VertegenwoordiVnl'-SX kunnenfno«den, ter vestiging eener geregelde Volks-ftem, en afwending van alle verwarring. * . Me deze ontwikkelde begrippen, die ons toefchijin B h-LTJ^djS' redelijren'conftitutioneel te zrni blijkt het dan van zelve, hoe zeer wij het ten vol en eens zijn met de Aanfpraak, welke hier vooraf gaat, wat de gronden betreft. Alleen kunnen wij niet In lZm,0* aakhjkheld Van het geopperde Declaratoir nllfZ , Imme". hetgeen daarin vervat is, blijft idn Zfkere gtondfla^, waarop fl/fc bewind, vol f?., °nfe 'nands aangenomen leer van Vrijheid, berust , en het verwondert ons ten h'oogften, dat de Mumcipahteit van Amfteldam zulks niet aan het hoofd gefteid hebbo van het beraamde Regeerings-Reglement, gelijk wij tc vooren £n ons medegedeeld Ontwerp No. tf.bl.40 en 7. met ronde woorden hebben aangewezen. — 4 Alleen Ö£ oëfnrokP " ^ CT^' Waarvan in de ^ Jtruthe gefpioken wordt, in de hand van zommige Per- gevaarlijk middd Z0U k"nnen zUn§! om wantrouwen te zaanen tusfchen de Burgers en dèrzelver Vertegenwoordigers: een middel T geenook van zelve minder noodzaaklijk is , a geheelS kan heefde gere'eide VoTk^ VaadpIeegen- Immers' dan zoodanige'Tpenit tf v;aft4n * ft***,1* «5 ^aardige Burgers^ eerli gVer™ 3"f ' ? Jen niet na aten. aan de wpiJp»u -j r 'gers zu,i In alle opzichten gehooï S^'ljkheid en hillijkheid  D E REPUBLIKEIN. Dans le gouvernement republicain il est ausfi important d'y regler comment, par 'qui, a qui, Jur quoi les fujf rages doivent être donnés, qiCil Vest dans une monarchie de favoir quel est le uonarque. MONTESqUIEU. Burcer Republikein! Dat een mensch zonderlinge invallen kan hebben,' zult gij ongetwijfeld wel gelooven. Dit ondervond ik ook , toen mij een gedachte inviel , dat ik waardig acht u mede te deelen, met de verdere bedenkingen, die daaruit ontftaan zijn. Ik was onlangs bij één' mijner goede Vrienden, die een beminnaar en voorftander van Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap is. Terwijl wij na den maaltijd wat in den tuin rondwandelden, viel het gefprek op de oproeping van het Bataaffche Volk tot het verkiezen van Reprefentanten , ter formeering van eene Nationale Conventie, of algemeene Vergadering van Volksvertegenwoordigers voor geheel Nederland, die, bekleed met de Souvereiniteit des Volks, eene Conftitutie zullen maaken en vastftellen. De ftaatkundige denkwijze, of liever, de bijzondere ftaatkundige inaichten van veelen, kwamen mijnen Vriend voor eene wezenlijke zwaarigheid te zijn, uit aanmerking dat, volgends de Leer der Gelijkheid, ieder als Mensch enburger een gelijk recht heeft om te ftemmen, en gestemd te worden. Volgends de aanleiding, welke één der Nommers van den" Nieuwen Post van den Nederrhijrt hem daartoe gegeven had, bragt hij ook in 't midden: Hoe of het met de Joden moest, die zeiven zich als eene onderfcheidene Natie befchouwen? en meer andere bedenkingen van dien aard. Onder dit gefprek kwam ik, daar ik juist met eenen Predikant te doen had, op den inval, om te zeggen: Geene zwaarigheid , dan moet 'er maar eene Nieuwe Gemeente abgerich worden, waarin elk lid op zijne belijdenis word aangenomen. Gij begrijpt wel Burger Republikein! dat ik geene godsdienftige Gemeente bedoelde, maar eene Burger-Gemeente; en ik kan 'er u bij zeggen, dat ik geen. liefhebher Yau geloofsbeiijdeaisfen ben, waar. Y dooi  JC>! He REPUBLIKEIN ^«c jJt ?J e Souvereiniteit des Volks hene »»nen, en, vokrends dè^i™ j^arij 1795, erken,,sers winU ^ , he' aIs fteln hebbende Bu-- »e burger belastingen ten agteren ZHn n" Janmhun" moeten uitfluiten. Elk inoes^de VrHh«-!i °°fdeeIde te te verfcbijnen, en od 1 nf lVn 'fd hebben- °m dus in elke Plaats of Stad z'ch 1o 1' die aU dragen, enfdaarvoor" do™ W»?f^ 5e,peB fcherming van hunne Vrijheid, Veïlffid «•Rfhrbe" zijn, ten ^bïïoX^ch^iSS«d * gedragen, en de Vriiheld fi^iithlYj 'tl,,e Burgers «iet op ^toS^g!£%£ "d^V ft  De REPUBLIKEIN. ïbï Tk fchrijf maar losfe bedenkingen, en over een ■plan van oproeping, of vcrdeeling in Distriden , 'Wijken, Buurten enz., heb ik niet gedacht; maar wel over de te verkiezen Volksvertegenwoordigers. Dezen moesten , naar mijn gedachte, verkozen worden, bepaaldlijk uit die verzamelde Gemeente van ftem hebbende Burgers, met inachtneming, dat men den deugdzaamften en bekwaamften den voorrang gaf. Mooglijk was het ook goed, dat de Predikanten, Priesters enz. niet daarvan uitgefloten werden; want zij hebben, als" Menfchen en Burgers, dezelfde rechten en plichten, als anderen; maar men zou hen daarvan kunnen verfchoonen , omdat zij reeds aan een ambt verbonden zijn, waartoe zij, zo zij het wél zullen waarnemen , ali' hunnen tijd en hunne ■bekwaamheid nodig hebben. Maar, indien nu de Conftitutie voor het Bataaffche Volk, behalven op de natuurlijke rechten van den Mensch en Burger, ook op de daarmede overeenkomende Leer des Euangeliums gegrond moet zijn, waarin geleerd word, dat God uit tenen bloede het gantfche geflacht der menfchen gemaakt heeft, om op -, den geheelen aardbodem, te wonen; Dat G"d onzer aller Vader zij, bij wien geene aanneming des perfoom is, maar wien allen, die hem vreezen en gerecUigheid werken, aangenaam zijn; dat God wil, dat allen gelukkig_ worden , en dat wij maar éénen Meester hebben, naamlijk Jefus, en allen Broeders zijn, dus allen — gelijke rechten en plichten hebben; indien, zeg ik, de Conftitutie voor het Bataaffche Volk ook op die Leer des Euangeliums gegrond moet zijn, dan moesten, naar mijn gedachte, de te verkiezen Volksvertegenwoordigers, tot het maaken en handhaven der Conftitu.. tieö, ook belijders des Euangeliums zijn, zonder eenig onderfcheid, tot welk eene Huishouding van Euanaeliebelijders zij ook behooren. Ik heb in den beginne gezegd * dat ik dezen inval en verdere bedenkingen waardig acht, om ze u rede te deelen. Vindt gij ze nu ook waardig, om in uw Weekblad te plaatzen, met bijvoeging van uwe aanmerkingen, of om 'er eenig ander nuttig gebruik van te maaken, ten dienfte van het Bataaffche Volk,, het zal mij aangenaam zijn; zo niet, dan kunt gu Jer mede handden naar uw goed vinden. Ik blij| intusfehon Uw Medeburger, W. Volksvriend, y 2 4 N ÏK  .194 De REPUBLIKEIN. A N I> w OORD. Onze geachte Correspondent zal rmJï ii»» voorfg Nommer hebben kunnèn belluftï , Hoe zeer wT^"^ V°'^ SS&Sïï er,^dTy:„Jdn"genha^^^ ss„é„tsdri^/i5¥« - W tg C--P-dentVeorS^ K dat ook L f„ r aanSevuId met de betuiging iTUB*! 2* »»'¥* en eerlijk Burger, en dufooVeen goedVeSerf woordeer, wezen. Dan, deze zaak Se heeft in de daad minder zwarigheden in het vooruitzkh dan zommigen ons willen diets maaien r^f , S-t» en welgezinde Tood zal « J? De kllndlge aldie tot hiertoe geweest is , of heeft C "wezen De Jood zal, daarentegen, zeerirairn 7i >J1- , ' Commerciëele dienff i?^tS,ï5gï^ S o^^f^ B,U;gerS 0"bevoorooTdeeTd'genoeg zijn, om dezelven a daar te vordei-pn j- met het hoogfte nut voor «tasSS^ ku'nnTn'be" ge" W-hL p r. Derze'ver ambt hen  Dn R EP UB T, IK E IN. 195 fcen bij eene daadlijke Wet uitte/luiten, is ten eenerlmaale wederrechtlijk. Zulks is eene aller wezenl.ikSte inbreuk op de Vrijheid. De Staat kent flechts éénen ftand, naamlijk dien van goede Burgers. Met de uiterfte bevreemding heeft de Republikein in zommi-e Regeering-Reglementen daaromtrend eene Jctoi&Jifte uitzondering gevonden. Wanneer zal men ophouden, eene goede politieke theorie van eene waarhik Republikeinfche praktijk aftezonderen? of in andere woorden, de rechten van den Mensch en Lurger niet flechts bij monde belijden, maar ook mei de daad leeren uitoefenen? Burger Republikein.' Het geval van den ongelukkigen Burger Jan Boogh, betreklijk zijne herhaalde, doch vergeefR-he,aanzoeken Èn het 'Pesthuis, in uw geacht Weekblau No. 13. geplaatst, en waarop gij een voor alle weidenkenden zeer voldoenend andwoord gegeven hebt, is thands alhier een punt van overweging geworden tn veele Wijkvergaderingen, welke, volkomen inftemmende met uw gevoelen, ten fterkften veroordeelen de begeving van dat Ambt aan den Militairen Sergeant van Orange Napau, f IV.Rooth, die een Bovenlander, een rechtftreeklcne vijand van vaderlandfche beginfelen, en een groot aanhanger van orange is; waarvan men, des noods .gelijk ik u in het zekere onderrichten kan, de fterkftebewijzen kan aanvoeren. . . Het Andwoord der Regenten aan onze Municipaliteit (*), dat naamlijk: ,, de Perfoon van J. tV. Rooth, hun' na inneming van alle moogiijke mformatien, tot welziin van het Huis, en tot vervulling van een zoo „ gewichtigen post, de besteen gefchiktfte is voorge„ komen , onder alle de daartoe zich opgedaan hebben„ de Sollicitanten," heeft mij wonderlijk in de ooren geklonken. Is een Man, als J. IV.Rooth, zoo bekwaam tot het beftuur van ongelukkige Krankzinnigen^ ls er geen Hollander, tot dien post zoo gefchikt?_ Moet era Bovenlander Directeur zijn in een Godshuis, t weifc: door Nederlanders is geftichten moet onderhouden worden? — en zijn die ongelukkigen het best vertrouwd! aan het opzicht van een' Militairen Sergeant, die met itokflagen gewoon is te ftrafFen om nietige beufehngen t — van hem, die, alleen door vloeken en door den rofcüng, over zijne minderen als despoot plag te heerichen, daar hij Voor zijne meerderen gewoon was te kruipen? f*) Zie Dnnües van a8 tn^npril, uitÊCgevenbijG„«»S». y 3  *9S Br REPUBLIKEIN. Indien die zoo is, dan vrees ffc m.,,- ", ■thands ook krankzinn J Stt'i ^ands Vo!fc den kwamen de WiSX^oZ^: In °"de tijfchijnt het, dar de Wijzen uhT^f/ ' maDar thands r«2 moeten komen, ffiaad e.n alsdan ten hoogften bewSen ' l f ^derland mogt, dat dit gevoele alleen'hn r^16'k ^^Ilen dan zou ik hoonZ T,, J blJ ReSenten plaats had; mis/atting ÖKtóï enX h« der Uidende menschheid te'handhaven', dïafles we an" n btfch?uren ' dan volftrekt wederreen U k her* welk thands boven alles behoort geweerd te wor'den? Het raakt ons n 't ^eheel niet nf n' r Z- ■ , { huis zekere^^^^gS&Z g£ lijk geplaatfte harten befmetten kan: hekominkt te pas om te vragen: of dat niet eerder bü,SeeSuf poosten fchuile, dan wel bij zulke veJchfeSnT als de Regenten zijn? De zaak is alleen deze dawil de belangen van zulk een aanmerklijk Geftfcht al he Pesthu.s, dat door ^«/fe/v Burgerij onderhouden wordt niet kunnen vertrouwen aan de zorg van een taïfcS Sergeant wiens genoegzaame kunde zelve no" niê bé fl stis En wie dan nog, die gezonde hersfenen heeft en vaderlandsch bloed door zijne aderen voelt ftroo men kan bij mooglijkheid verduwen Tda\%edeZTd zulk een bekwaam Sollicitant niet zou opleveren at eenen Sergeant van Orange Nasjau? Dit weet* bS' en dinfenden met mij; en wij, oprechte Nederlanders (behoudends a le achting voor brave en kundige Buf tenlanders) reekenen ons door dit getuigenis van r, genten gehoond; ja, daar zich een, braaf Nededander van zeer veel meer bekwaamheid en gefchiStett dien post opdoet, kunnen wij den Sergfant ¥ W Rooi ummer als zoodanig erkennen; en motten dus debele ring van dat ambt aan dien Suppliaat altijd ZoTi^rl meel  Di REPUBLIKEIN; TQ7 weel en onwettig verklaarcn. Dan , .de opfchorting daarvan door de Municipaliteit, op Herken aandrang van twëe cordaate Vaderlanders, bevalt ons ten hoogften ; en wij hopen, dat Regenten zich wel zullen laten vinden ten genoegen dier braven, 't welk aan veelö Burgers de moeite zal fpaaren , om zich daarmede verder intelaten. — Dezen brief ter plaatfing, tegelijk met uw andwoord, verzoekende, blijf ik, onder toewenfching van heil en Broederfchap, Amfteldam, Uw beftendig Lezer en Medeburger, 3 van Mmj, I79S- M" N' AND WOORD. Wij vertrouwen , dat Regenten van het Pesthuis zeer wel geinformeerd zijn wegens de omftandigheden van den Mede-follicitant en Burger J. Boogh. Dan, of misfchien hieraan nog iets mogt haperen, en hij althands bij anderen min bekend mogt zijn, oordeelenwij het niet onvoegzaam, ter dezer plaatfe de onderrichting van een' ander' onzer Correspondenten, den Burger R , medetedeelen. Gemelde J. Boogh was voorheen Apotheker te Oudewater, ftaande ter goe. der naam en faam, en bekend, vooral in i"86en 1787, als een ijverig Patriot. In het laatstgenoemde jaar, de voornoemde Stad, op den iiden van Junij, door den Overften Balneavis, ten behoeve van Willem V, bij verrasfing ingenomen, en de brave Commandant van Sitters , met den Kapitein Hay, gewelddadig uit het huis van J. Boogh, alwaar zij hunnen intrek hadden, zijnde weggevoerd, onderging hij. benevens anderen zijner Medeburgeren, van de Soldaaten veelerlei baldadigheden , welken hij zich echter voor de goede zaak getroostte. Daarna Commandant zijnde geworden van het Exercitie-genootfchap aldaar, nadat Balneavis de Stad verlaten had, ontving hij op 15 van September order, zoo wel van de Staaten van Holland, als van het Defenfte-wezen te Woerden, om zich van de Stads-poorten te verzekeren, en met Manfchap ter hulpe te komen. Het eerfte met zeer veel moeite van de toenmaalige Stads regeering verwervende, kreeg hij welhaast contra-order van Woerden, naardien Utrecht reeds verlaten was. Dit zelf willende onderzoeken , begaf hij zich naar Woerden, van waar hij, na bekomen bericht, naar huis zullende te rug keeren, den weg reeds zoozeer bezet vond met oproerige Soldaaten, dat hij het onge- «aoen ooraeeiaej om aita uaat v«*w*« ^ w*&*»^s,  m De REPUBLIKEIN l^Sit^S 'ZetZÏ5? V«*?'»te, naar U welke n.SSand.^SH gezm voor geringen prijs zijn verkogt geworden Voords, op aandrang van den Stadhouder om5,?; overmeestering van Stads fleutels, buKde Hol land fche Amnestie gefteid ziinde b&el hl; ■ Z "0Uand~ daar heimlijk opgehouden, en nadaf de S J"" bannisfement verftreken vrl.,tfchtoJïlk&Z A1* gezet , en alzins braaf en éerTiik Zdlfen ™ ^ fober beftaan te genieten. De hoof nm \ T -eeD kunde er, braafheid zijn beftaan te"verbeteren *M hem bij herhaaling aanzoek dopnV™ n ' dee(t post in het Pesitïa™^nïiï^^W^™ der omftandigheden van £ mTgT, ^olïellTnu vrii ?Jn ft KV6r de b£Wbeid van onzen oLernkk? gen Medeburger , in vergelijkinge van % WRoo)h van wien de voornoemde Regenten onlangff*) een fpoed ge^gd^ztègtote'br kwaamheid , bij Regenten zeer ze'-rr , , • had behooren ti konten, v^I.XiySKï maaien naar dien post geftaan had, en kan de weTdeT kende Amftelaren, en alle andere Vaderlanders „le" genoeg aanfpooren, om zich de zaak varO verdrukte Patriotten met befcheidenheid de hunne te maa/en en te zorgen dat, in openvallende ambten cn bedien in gen van allerleien aard, (bekwaamheden en braafheid gehjk ftaande) onze ongelukkige en vervolgde Medéburgers, billijker wijze,, de voorkeur geniften Bo ven al behooren alle Buitenlanders van alle ambten geweerd te worden, ten zij het blijke, dat zij opSte Vaderlanders zijn. De Natie vloeke te rech °fi zielige en geboren flaaven , die Eereed ziin ™ a roede van alle dwinglandij te kuchen " zóod ™ zï maar eenig ambtje kunnen beedeleni Zullen wi v worden en dan vrijt blijven, dan moeten ook de vr ie gevoelens geëerbiedigd, en openlijk aangekweekt wol den Allen, die m eenig Beftuur zin; van welken aard ook en d,e hiertegen mogten zondigen, begaan eene misdaad van Staat, welke nadruklijk moe te E jjegaan en geftralt worden. O) Zie Dagblad van 8 Mc.ij, bladz. 5To e;iz.  D E REPUBLIKEIN. N°. 23- Accidere potest, ut plures gentes arBisfimo mterJe foeders colligentur, et faciant Jtjstema quoddam, neque tarnen Singulae definant fiatum perfetlae civitatis retmere. Grotius» TL hands is het oog van Neêrlands Volk voornaamlijk gevestigd op de Franfche onderhandelingen, welke m / Hage zullen geopend worden, om het lot dezer Gewesten en de vermaagfchapping der beide Republieken te beflisfen. Verfchülend is het verlangen naar derzei ver uitkomst. Al beevende loert de aanhanger van Orange op Pruisfen's invloed, om van daar de heriteU ling te "wachten des Stadbouderfchaps dat bo werk voor 's Lands voormaalige gezegende Conjhtutie'! De Ariftocraat begluurt, als 't ware, iederen oogwenk der onderhandelaars, om te zien, waar eene trotfcbe houding, of eene onderdanigfte buiging, waar ftoute taal, of de goudbeurs, den evenaar van het politiek gevoelen mogt doen overhellen. De Volks- vriend bouwt op bekende Franfche edelmoedigheid, op de deugdzaamheid van Menfchen-en Volks-recht. De Natie hoopt he<- beste. Geruchten, die geenen anderen grohd hebben, dan in het brein van politieke Tinnegieters, of in de belangen der Koffijhuis - houders, verdeelen de gevoelens. Hier is de afhanglijkheid ja zelfs eene Poolfche verdeeling, op het tapijt. Daar zit de Vrijheid en de Gelijkheid op den troon. Weinigen weten zich zekere middenmaat voorteftellen, waarbij de Vrijheid kan gewijzigd worden, zonder echter laavernij te heeten. Zeer weinigen, die de kaart van 't Land verttaan, fthoiten hun oordeel op, en houden, zich alleen Z w  soo De REPUBLIKEIN. in het gemeen verzekerd, dat de eindelijkebefliify,* welke misfchien nog niet zoo fpoedig zal daar ziin ' voor de tegenwoordig gevestigde grondflagen der Conftitutie niet hinderlijk zal wezen. Intusfchen , is de Commisfie der onderhandelaren zaamgefteld uit aanzienlijke Staatsmannen, wier fchranderheid, wier beleid wier braafheid en moed alomme geëerbiedigd worden en de beroemde Franfche Natief welke io oprechthjk verlangt naar eene vreedzame Zuster-Repu& Af" £ belanSen even goed vertrouwen aan haai e Afgevaardigden , als het Bataaffche Volkaan zijne Gemachtigden. Dit Volk vertrouwt, dat de Afgezondenen toe de gemelde onderhandelingen volkomen onderricht zijn van het algemeen gevoelen , zoo wel omtrend de preliminaire voorwaarden, als de alliantie zelve, welke tusfchen beide Republieken zal gefloten worden. Het vertrouwt, dat de Afgevaardigden dit verlangen der Natie op de nadruklijkfte wijle zullen onderdennen , om het geheele werk , zo mogelijk eenen zoodanigen keer te doen nemen, dat de tot noê toe verdeelde gemoederen der Ingezetenen welhaast tot het aangenomen ftelfel van Vrijheid , Gelijkheid en Broederfchap zullen kunnen vereenigd worden De aanmerkingen van één' onzer Correspondenten, welke juist ter dezer plaatfe voegen, zijn ons van dat belai^ toegefchenen, dat wij dezelven zeer gaarn mededeelent Burger Republikein! De Brief van Gelrus, in No. 17. van uw seicht Weekblad geplaatst, heeft allcrwege zeer veel lenoe gen verfchaft. De gronden, in denzelven aangevoerd' zijn eenvoudig en waar. Gegrond was bovenal dé wensen van den Schrijver, dat'er eene Nationale Vergadering^ beftond, door het geheele Volk aangefteld, en dus in den volftrektften zin gewettigd, om de bui! tenlandfche onderhandelingen te kunnen afdoen Dan daar de tegenwoordige toeftand van Europa vordert' dat het lot der Bataaffche Republiek niet langer onbe' fl.st bl.jve zullen d,e onderhandelingen, waarvan uw Correspondent Gelrus met geheel onkundig fcheen te zijn, thands moeten voordgaan, eer 'er hier te Land eene echte Nationale Vertegenwoordiging aanwezig zij. De zwaarigheid welke 'er mogt plaats hebben omtrend hst rePreiCntatu gezag van het Coilegie van H. Hoog Mo-  De REPUBLIKEIN. 20\ Mogenden , fchijnt mij toe, niet zoo groot te zijn, als men voorgeeft. Immers, de Gedeputeerden to* dat Coilegie komen uit provinciale Vergaderingen tv Iker Leden , over het geheel genomen door he Volk zijn aangefteld, en men kan dus met zeer veel p-rond eene Volks - vertegenwoordiging erkennen, fchoon de oude gebrekige form tot nog toe u bewaard iebleven. Moeilijker is het punt van lastgeving, leike uw Correspondent wilde, dat door de gehee e Natie aan de Gemachtigden zou gefchieden. Zoo als de. Sten tot hier toe zijn, fchijnt het mij toedat zulk, bezwaarlijk zou zijn uittevoeren : behalve dat er m onderhandelingen van dien aard als thands op het taniit zijn , veele punten zijn , welken onder het oog des Vota n* kunnen gebragt, maar aan de Afgevaardigden moeten overgelaten worden, omdat dezelven eenTal openbaar zijnde, aan de invloeden van allerlet partijen onderhevig zouden wezen. Aan den anderen kant is het zeker, dat ieder Vertegenwoordiger nimmer genoeg oplettend zijn kan omtrend het publieK gevóélen, 't welk doorgaands van dien aard is , dat men het kan aanmerken als den uitgedrukten wil der Natie offchoon op geene plechtige wijze aan den dag gelegd. Hierover nadenkende, 'heb ik mij, in mijne betrekking aan s' Lands herftel zorgvuldig arbeidende, allerwege beijverd, om het algemeene Volks-gevoelen optefpooTen - en dit wel in 't bijzonder omtrend de betrekking, waarin onze Republiek ftaat, en behoort te ftaan tot Frmkriik Ik zal u de hoofdfomme mijner bevindingen roededeelen. Vindt gij die gewichtig, handel 'er mede naar welgevallen : misfchien zullen zij hier of daar eenia nut kunnen ftichten. Zeer billijk is, in de eerfte plaats, het onderfcheid tnsfchen de verbindtenis zelve der twee Republieken en de grondjlagen, waarop dezelve berust, vermids de l'atften doorgaands gewijzigd worden door de tegenwoordige tijdsomstandigheden ; terwijl de eerfte een werk moet zijn, welks duurzaamheid men, met de daaa zelve , poogt te verzekeren. • Ónder de preliminaire voorwaarden, derhalve, die tnt -rondilagen moeten dienen van alle onderhandede eerfte, van onze zijde, de openbaare erkendrenis der Bataven voor een vrij en onafhanglijk Volk, dat gerechtigd is, om .zijne Regeeringform in alle opzichten zoodanig te richten, als het zal goedvinden, Z 2 zon-  202 De REPUBLIKEIN. zonder dat het daarin door èéhigeh overheerfcheniW invloed verhinderd worde, «dat^SvlEfS dwang treedt tot zoodanige artikelen van S„£ nis, als waaromtrend men naderhand zal overeenkomen Deze eerfte grondflag fluit van zelve uit alle aan- deelen te mogen maaaen op eenige Landen, door de macht haarer waapenen overwonnen , en in gevolre daarvan veroverd,- vermids zulke overwinning en evering, volgends de openlijk erkende grondSfèlèn der Franfchen, tot niets anders geftrekt heefdan om dezelven te rug te geven aan den wettigenEige" naar, naamlijk het Bataaffche Volk, het welk door een voormaalig Beftuur altijd ontzet is geweest van het recht om zijne eigendommen zoodanig te beheëren t l2™ S°ed ™^n: dat is, in andere woorden om de Natie vrij te maaken. De fWe voorwaarde, van de zijde der Franfche Republiek ,s de betaaling der gedaane Oorlogskosten De billijkheid daarvan is buiten allen twijfel. Herkomt alleen aan op de grootheid der fomme, en de wij. ze van voldoening. Deze kosten niet fpêcifiek kunnende, noch behoevende opgemaakt te worden, komt er alleen in aanmerking eene afkoping bij wijze van fchaadeloosftel ing. Derzelver begrooting bepaalt S to de opofferingen van Frankrijken de dienften, welken dat Land daadhjk genoten heeft, na de Om wen teing. Dus, bij voorbeeld, om maar eene zekere fem te noemen ; mdien de begrooting door de Franfche Commisfarisfen wierd opgegeven tot 80 millióenen Guldens, zouden daarvan noodwendig behooren te word™ afgetrokken de reeds gedaane requifitien a" ail rTetn aard, ten behoeve van het Franfche Leger zoo wél als van de Republiek, met alle zoodanigebuitengewoone kosten , als van Staatswege daartoe gemaakt zijh ofgemaakt hebben moeten worden, 't welk, insgel il s to zekere begroot.ng gebragt, etlijke mülioerien zal bclopen. Maar vooral is de bepaaling zeer belangrijk over de Wijze van voldoening. . De fchaarsheid van geldfpeciën aan de zijde van dezen Staat, en de dringende behoefte van veelerlei noodwendigheden aan den kant van K 2t'T °°k hl^^tmiddel.aau de hand kunnen ge-en dVtr Iniï SedeeI:e der te bepaalenLom van vergoe'- ' ing te voldoenm koopwaaren, die op zekere tijden- zul-  De REPUBLIKEIN. 205 rullen eëlèvéfd worden, terwijl de contante penningen bij de la tf e ermijnen in aanmerking zouden kunnen ko* Jfen Het is echter volftrekt overbodig te herinneren dat aan de. aandacht onzer Gemachtigden, m zoodanig geval? geenszins ontflippen zal de tegenwoordige bezorgdheid over de fchaarsheid der graanen , en fan zoodanige andere noodwendigheden als wij voliwkrliik behoeven : geikzi, gewishjk, evenzeer Suen^Sgen op "de nodige verwijling der termijnen ende middelen van faciliteit, door deugdzaame Wisfelbdeven, om de contante penningen over te ^ïne derde voorafgaande fchikking betixft ongetwijfeld l et ftuk der Franfche Affignaten, waarvan reeds eene aanmerklyke fom in dit Land voor handen is, welfe nof d ge ijL vermeerdert. Zoodra eene behoorlijke vergoeding van Oorlogskosten is vaftgefteld dan zal ook debereckening der Affignaten, als eene fchuld van der Franfchen zijde, op billijke gronden kun, en beraamd worden. — Hierbi komt de beflisfing nooensdeerde.lijke betaaling der Interesfen, welken frank- , ^fe uit hoofde van voorgaande negotiatiën, aan zeer veele Ingezetenen van dezen Staat is verfchuldigd: eene fchuld, Sefwettigheid door de Nationale Franfche Convendfre'd ertend is geworden. Mogelijk zou wel debenl ng daarvan, oP eenen voor beide Landen voordeelken voet, bj voorraad,'door onze Republiek kunnen overgenomen worden. - Eindelijk zal oo* de overweging van zelve vallen o? alle zoodanige arresren als 'er, na de inrukking der Franfche Legers van wég'e derze ver Commisfarisfen of Generaals, gefchied S op de goederen van zommige Ingezetenen die. Jsm° «erd zijnde eene meenigte van fchulden hebben S!3aten of eenig contra* van handel hadden met S n- van zoouanlge Mogendheden, waarmede Fmnkriik in oorlog geweest is, of nog is. De bovengeSte » eek voorwaarde bij onderlinge overeenkomst Se Avonden , laat het zich van zelve begrijpen dit oe Fianfche Gevolmachtigden wel bereidwillig zullen zi n om of zoodanige arresten optehefien of ten Suften'de bezwaaren der daarop gevestigde fchulden van de baatiae fomme aftetrekken. .. Deze voorafgaande bepaalingen voldongen zijnde, zal v het werkder Alliantie niet moeilijk te vinden zijn. Twee kwubflSefii waarvan de jongfte haare ouder Zuster niet flechts hoopt natebootzen, maar daadlijk Z 3  2c4 De REPUBLIKEIN. «atóTOlgen, hebben de natuurlijkfte aanleiding tot de naauwfte vereenig.ng. Volken, die ééne, opbeeuwiï gronden rustende, regeeringfonn zullen erkennen worden door de natuur tot vermaagfchapping geroe^ §& Sn ï^" hiC/ de Mtuur der Menfchen vorder, wordt nog nader aangedrongen door de plaatshjke omftand.gheden. Het verfchlllend klimaat ?n zommige gedeelten, mag het Volks-charakter verfèhiL lend wijzigen : maar de behoeften van beide Volken gen Dezelfde aanleidingen en beletfelen van commerciële welvaart, in de zeeën, welken beideBn moeten bevaren en in haare jaloerfche Mededinge s de Engelichen, die niet zelden aan beiden eene vrijê wef-e aerfnJ ^^'^l^n^ernisfen aan den Rhijn! welke aan beiden zeer dikwerf de gevoeligfte flagen kunnen toebrengen, gelijk hij haar in Vredls-tidle voordeelt: dit wederzijdsch belang, gevoegd bij de algemeenheid der Franfche taal, vormt de twee Volken op zich zei ven ftaande, zoo eigenaardig tot één dat het geheele Verbond in weinige woorden kan begi'epen worden. Doch ook juist deze eenparige ftemmintvordert eene alliantie, welke van alle andere ftaatkundige verbmdtenisfen daardoor behoorde onderfche den ?e worden, dat men vooraf moest overeenkomen omtrend de wijze, hoe onverhoopte gefchillen op de beste wiS ze zouden uit den weg geruimd worden. — Dat be de Republieken eikanderen, in geval van oorlog, het z-j aanvallenaeóf verweerende, zullen bijftaan, fpreekt van zelve Dc grootheid van Frankrijk'* bevolking op omtrend 25, en de kleenheid onzer Republiek op omtrend 3 milhoenen Menfchen bereekend het ver mogen der eerfte te Land, en haare zwakheid te.- Zee omdat Spanje en Engeland haar altijd kunnen benaauwen, het kunstmaatiggebouw van onze Republiek welke altijd tegen de Noordzee moet worstelen en ook haare voornaame fterkte in het Zeewezen heeft waardoor zij, in tijd van oorlog, onder een goed beftuur, .aan Frankrijk al er voordeel igst kan zijn, maakt natuurlijk, dat onze bijftand voornaamlijk in wel uitgerustte Oorlogfchepen, die van Frankrijk daarentegen in Landtroepen oeltaan moet. De tegenwoordige tijdsomftandigheden alleen, waarin zich onze jammerlijk gefolterde Republiek bevindt, vorderen den behoorlijken tijd, 0111 het een en ander in zoodanige orde te brengen, dat wij aan onzen Bondgenoot denvereischten bijftand  De REPUBLIKEIN. 205 ftand kunnen verleenen. In «"gf*^1^ wii 7iine befcherming nodig; doch hij ncett tevens recht J om teeifchen, datalle mooglijke middelen van ei'en'verdediging, zoo fpoedig doenlijk, worden te werk SI Wij moeten hem, als Bondgenoot, verzoeken fat hij. zoo lang als wij nog in den ftaat van weerloosheid zijn, onze grenfen bezette met: Manichap, en we met een bepaald"aantal, hetwelk geduurende all dien ti d in onze foldij zal worden genomen en dat altoc"de knellende doortogt des noorde ijken legers en de Suttende inkwartiering, in het binnenfte van ons S geweerd worden. Eindelijk, daar eene zoo naauwé verbindtenis der twee Republieken noodwendig met Tich brengt! dat geene der contracterende partijen bijzonderepolitieke verbindtenisfen aangaa met andere MogenSn, buiten elkanders concurrentie, zoo mogen Idi te recht opening verwachten van begonnen vredesnegoïatiën, ten einde, bij eenen algemeenen Vreae te Ken, dat de Republikeinfche Conftitutie van beide Landen ook door andere Mogendheden gegarandeerd worde , terwijl Neêrlands Volk , even als de Franfche Natie, goed en bloed veil heeft voor eenen Re "e'ringvorm, waarbij het eenen, op gronden van VrHheid en Gelijkheid fteunenden, invloed op het Be. 'Tpvlinfren zal — Wat eene commercieele ver> wint bltteft; daar eene verlichtte Staatkunde de t Sèktfte vrijheid van den handel predikt, zal d,e a lian ie ook in weinige woorden kunnen vervat worden Aan onze zijde alleen kan men, ten. behoeve van den Franfchen Koophandel, alle zoodanige asten o'nheffen, als denzelven tot nog toe mogten drukken, en voords ook fchikkingen maaken,. om dien, aan de Franfche zijde, te doen bevorderen. In geval van oorToT behoorde bepaald te worden, dat de Scheepvaart nimmer belemmerd wierd, dan alleen omtrend cortraW«Waaren, waardoor alleen billijker wijze verftaan kan worden Krijgs-ammunitie in den letterlijken zin.— De grensfeheidingen, eindelijk, mede een artikel der alliantie zullende uitmaaken, kunnen ook dezen gericht worden naar het politiek aanwezen der Brabandfche, of voormaals Oostenrijkfche, Nederlanden. Dezen aan frankrijk, bij wijze van Departement, verblijvende, zóu men aan onzen Bondgenoot ligtlijk eene of andere Vesting van belang, bij voorbeeld Maastricht, kunnen affiaan, om tot eene voegzaame dekking voor zijne  2oö Da REPUBLIKEIN. Landen te kunnen dienen. Zoodanige affHnd mn** ~ i ons voordeeüg zijn tegen allen £&^oiï£riM Pnusfen, en kan ons, dienimmer beöoge, onz"Li fen door macht van waapenen uittebio/dèn ook in geeneriet opzicht nadeelig zijn. Indien er van dè Pmisnfche zijde, mogt kunnen befloten worden tot af voo?enTotede7!eTdee,,te T, JhESk* vooien tot deze Landen behoord heeft, dan zou zulks natuurlijker wijze van zeer veel invloed zijn op alle de onderhandel,ngen, door welken mende wederziidfche Doco in''ft*0 naau7ke"ig zou kunnenbepileï Doch, in het aangaan dier verbindtenis, behoort iedere pwtif mmllig te handelen, en ook vWldaa en S zü vrijwillig gehandeld heeft, en tevens een tiidbenial te worden, waarop zoodanig ftuk door al lede belang S afïeefnP-af Je,nZaI hT^ WOrd™> te« einde S door aftefnijden alle zoodanige voorwendfelen vart oor- %)»j " 31 te dikwerf uït °ntftaan zijn! opfechtlifk 6enige bedenkingen, welken ik u opiecntujk verklaare, niet de miinpn a]]Pe.n m voornaamlijk die te zijn van kuiXgT en welgezS Vaderlanders, wjer gevoelens ik, na een naauSrionderzoek, vr.jlijk mag opgeven als die van èen aan°merkhjk gedeelte der Natie. Met dezelven hidt hét geen twijfel, of de tegenwoordig aangevangen Onder handelingen zullen indedaad ftrekken tot dafóosrïrk waartoe alle rechte Vaderlanders hartlijk veSen' dat zy dienen zullen , naamlijk tot vestiging van dê waare onafhanglijkheid en vri heid onzefZtaaffche Republiek, en tot daarftelling van zoodanige verbindtenis als waardoor de welvaart van twee" vrHe Na tien indedaad zal geftaafd worden. Met den vuurigften wensch, dat dit het einde zal zijn, ben ik g Uw beftendig Lezer J. Demophilus. NB. NB. NB. In No. I9. bladz. m reg. r5 van end. is, bij misflelling van den Zetter, geplaatst 50 millioenen. De Lezer gelieve daarvoor te lezen: 30 millioenen.  D E REPUBLIKEIN. N°. 24. Juftitia omnibus hommibus , ftve pobis ftve improbis , perceque ejl neceffaria. , Het navolgend voorftel, onlangs in eéne onzer Wijkvergaderingen gedaan, komt mij zeer bedenkhjk voor, en ik neem daarom de vrijheid , u hetzelve te zenden , met verzoek om het te plaatzen, en mij daarover' uwe gedachten medetedeelen. Medeburgers! Het is zeker , dat, niet tegenftaande de veele en eroote belastingen,en de meenigvuldige geldligtingen, welke zederd het jaar 1787 hebben plaats gehad, en waardoor de Ingezetenen zijn uitgemergeld, de provinciale en ftedelijke Schatkisten bij de Omwenteling ledig bevonden , en het Land met fchulden overla- ^Ëtet'is mede bekend, dat, zederd datzelfde jaar» verfcheiden vonnifen, tegen recht en billijkheid ftrijdig geveld zijn; dat zommige Balliuwen zich fchatt»n vergaderden door vervolgingen knevelarijen der Ingezetenen; dat veele Schepenen zoo zeer hunnen eed en plicht hebben verzuimd , dat zij, om den Balliu* wen te gelieven, derzelver onbillijke eifchen toeftonden zoo zelfs, dat men aan Rechtsgeleerden verbood, zich voor de Burgers in de bres te ftellen, waardoor zommigen hunner, in groote onaangenaamheden1 gewikkeld , de verregaandfte onrechtvaardigheden hebben ondergaan. . . Men weet ook, dat de Provifioneele Reprefentantenvm Hollani's Volk in het begrip ftaan, dat zij, die aan het voorig Beftuur deel hadden, reekenfchap hunner pos., ten behooren te doen ; dat onderzogt moet worden, waar s'Lands en Stads gelden gebleven zijn; dat Vonnifen en Knevelarijen, alleen uit partijfchap geboren, moeten vernietigd , en zij, die daardoor fchaade geleden hebben, zoo veel mooglijk fchaadeloos gefteid, en dat de geftolen of verkwistte penningen, met de fchaavergoeding, uit de privé-beurs der fchuldigen, en geenszins door belasting der Burgers, die te ve/geetscn Aa 013  So8 D e REPUBLIKEIN. dtn herflel fineekten, geligt en voldaan motten »*C Hét is, eindelijk, eenen ieder bekend, dat de voorn' h^^rteSwinbdCd.Cbt' fchul°ige LièdeTvan S^ommislfrol0" ' *ï- d°°r de danige ^B^SS^i^^^^ 5? meHefr r/P°iiè'eren va» Sb'oS ffteS n"d,.de; bezitti"«e" meest overeenkom' Sweest ÏI h6t °0gmerk van gemeld Plakaat geweest is behoeft geen breedvoerig betoo- Im- van fchuldf ^ Z'jner Soed«en , op vermoeden Natie daard^nv , . g- ? W5,k voordee! erlangt de &fc niehW, 1 t " zoodani'ge Cbmmjyïf t« 0«S 70 f U 1, 3 -het °°5merk was va" gemeld p|a. Kaat zou hetzelve uitermaate willekeurig en onrecht vaardig zijn. Het zou den fchijn hebben, ah ofmen de Burgerijen met een louter niet in flaap * ! SaJhebS' f ^ Iand °P den S^vSS gcnragt nebben, van alle vervolein* vrii te lar^r, 1« zoodanige Regenten daarentegen?dieScorSt af Cn, daard00r a=>nfpraak'hebben op breder- fchap en achting, onder eene voordduurende verl,r king te -houden van kwaade trouw : - eéne hand, " net piauaat te eludeeren; terwijl brave Regenten ~ zoo als 'er zeer zeker veelen geweest ziinf ~ voZ geen onderzoek van hun «dra- vriend" uï *ens gebrek aan het n^S^^Stttt^Daarenboven, Waarde Medeburgers! geeifhet be- .wns-  De REPUBLIKEIN. 209 wuste Plakaat zeer duidlijk te kennen, dat ook, atvoorens het zoo even genoemde onderzoek gelchiedde° aoor de Municipaliteiten eene nadere voorziening zoü gedaan worden tegen de vervreemdingvan_de soederen der Exregenten, en wel m iedere Stad zoolanSF^ als met den aard van derzelver bezittingen & övereenkomftig, en ^^^S drukkend ware. Alle ongelijkheid, toch.»W"g den aard onzer thands aangenomen P?«^Kf| ginfelen, en wat kan daarmede ooit ftnjdiger zyn, dan dat die Leden van het voong Bewind, die vaste goederen hebben , van derzelyer beheering «rftokeii lijn terwijl'zij, die handel drijven, of EngeUche Wen enOblig'atiën in blanco.'bezitten,hunnefatten vrijlijk naar elders kunnen ov«m^e"?.JV,aWat ons dan , die alhier woonen het gemelde Plakaat baaten? Indien de bezittingen der Exregenten met in vaste goederen, of kostbaare meubelen maar ge lijk meestendeels het geval is - m^Engelfche Tona ■fen en Penningen beftaan, die in de «gotie toulee ren; kunnen dezelven niet zeer gemaUijk yerv eema worden zonder juist tegen den letter van het Plakaat e misdoen! en zonder dat de verkoper kanagterhaa d woS^aar 'er geen het minftetblijk«ObU-atiën in blanco juist aan eenen Lxregent behooren, loè "emakliik kunnen zij aan Vrienden of Maagen, d°*nSt S de termen van het plakaat vallen worden t tSaakï? Is het den Notarisfen verboden, om jSS'tt Pasfeeren tot het verkopen van zoodan °e Engdfche Vondfen? Is 'er voorzorg gedaan, dat Se Exregeritèii hunne koopwaaren verkopen en - wmnTngeö , daaruit komende, naar hunne buitenteB Correspondenten niet kunnen verzenden ? K ets van dit alles is , voor zoo ver ik weet geiuist uit dit verzuim onzer Municipaliteit SS' is ne te duchten, dat de fchuldige Exiegent flechts onder eene zeei geringe poenahteit zal gefteld l orden In de daad , welke tóch kan de reden zijn Z zóódanig verzuim? Zou 'er dan „irrpdenken om te voorzien tegen de beneering cti vervreemding !an boedels, die in Obiigatiën in blanrSSfche Fondfen cn penningen van negotie Cn S juist den koophandel te benadeelen, SrS-bezS'ééne aanmerklijke fchaade toeteoren?en? Op welk eene wijze toch wordt « voomen ^ren de vermindering der boedels van kooplieden, ffiJ&SS van bemaling verzegt enbckomca^  2io De REPUBLIKEIN. ben? Wat zou het dus den Exreranfpn w,*- , t *„ tooptode, fcha!lde„, dlnSSC«to*a1 tenslatds heeïi^ Zi^a boedel «aar bui- l£t^£Jl^^ra&>,^t De overweging VeSrinl t'£~?°ïMlei}'. om in de algemlenf veihaaering der Wijken aantedringen : *iïiLut% Commisfie vervoege büonzeMu- hebben frhS ' die, Zlch aa" geene kwaade trouw FeTuarii I70C Lgfv&ï' d°°r het EIakaat va" " * 7 i795 merkhjk 'benadeeld worden, en 'er te- flhier nietrlen?,ding Van de boede,s der'fchuld g n zoo fpoedL^o°3Zfam 18 V0°rZien, zij daaromtrlnd tevens^ deR£i^ ?0rZie"inê doe' met aand^? Plakaat voor ^refentanten van Holland, omvoorm j„ ut--, """^bb'ng, dat de Burgers, uitmaakpn haar  De REPUBLIKEIN. 211 haar behulp, langs middelen van recht, eene fpoediEe fchaavergoeding of fatisfaftie te bekomen. % -) En eindelijk, te infteeren, dat het eerfte punt, als eene zeer presfante zaak, ten fpoedigften worde afgedaan; te meer, dewijl her vertrek naar de J^ancu goederen eene gefchikte gelegenheid aan de hand geett, Sm veele kostbaarheden te vervoeren en te verdonkeren. Wat dunkt u Burger? Is zulk een voorftel niet ftrijdig met de broederfchap, welke wij met de Leden yan het voorig Beftuur hebben aangegaan, of moeten onderhouden? Moet men niet, om over de rechtvaardign-id van Rechters wel te oordeelen , altijd acht geven op het heerfchend ftelfel van ftaatkundige regeering, vomal omtrend de vrijheid der drukpers? En zou men, dit beginfel in acht nemende, wel kunnen beweeren dat 'er in den ftriktften zin onrechtvaardigheden gepleegd waren ? Eindelijk, zou zelfs een befluit van nadere voorziening tegen de goederen der Exregenten tegenwoordig niet reeds te laat komen, dewijl de fchuldige zich ten dien opzichte thands ongetwijfeld reeds volkomen zal hebben ontdaan van all* datgene, waaromtrend eenige aanfpraak in rechten zou kunnen gelchieden < Eilieve, deel mij uw gedacht over dit ft.uk eens openhartig mede: hiermede zult gij mij en veelen mijner bekenden verplichten. Heil en broederfchap. Amfteldam 17 Maij H95- Uw Medeburger A N D W O O R D. Wanneer met de nadere Voorziening, waarvan het Voorftel der Wijkvergadering gewaagt, niets anders, gelijk wij vermoeden, bedoeld wordt, dan eene zoortgelijke Sequestratie, als plaats heeft omtrend de boedels van Kooplieden, die furcheance hebben, volgends refolutie der Staaten van Holland van den jare 1793; wanneer men daarbij begeert, dat 'er een Committé van fequestratie dier boedels worde aangefteld, met last, om den Exregenten dezelfde beheering over hunne bezittingen te laten, als in het geval van furcheance gefchiedt, dan is zulks indedaad geen nieuw , noch onrechtmatig denkbeeld, terwijl het desgelijks reeds van ter zijde ligt opgefloten in het Adres, 't welk onlangs door veele Ingezetenen aan Holland's provifioneele Reprefentanten betreffende de Exregenten is ingeleverd, en de Gemeente en Municipaliteit te Rotterdam, zo wij wel onderricht zijn, reeds werkzaam is aan zoodanig politiek onderzoek van Aa s het  2ü De REPUBLIKEIN. het gedrag van Rallinwen en Schepenen , die zederd fit fi^ffïï? b,ekl2£d hebben' dlt M<™ komt in het geheel met te pas, wat de Exrégent in des vfdeZS verfchilIende denkwijs wegens het heil maar w7r °r der ^Orange-confticutie, gedaan; tn ornftand.gheden misdadig moet gereekend worden. Dus , b , voorbeeld , zegt men tc Rotterdam, dat 'er zoo wel door Rechtsgeleerden, als andere private Bur1% n?u; ee",Sü^J'ocedurcs gehad hebben ten tijde van gS^ g befchu digen valt wegens de toenmaalige ^ ^ IkDC1?T en onrechtvaardigheden, waarr. ,:.;,C;der' Wlk e h,J «iet een ftcdelijk bannisfement onderaan, genoodzaakt was zich te onderwerpen. Op ,^ujke wijze heeft het geval van den Advokaat Hargïr ' hfiZf0™' ,7a,,neef één zijner Klerken, een JongeZIT, ?'"--Cnd ™ ^ het Stadhuis, e.i nadcband bij een Zielverkoper gevangen xverd gehou- h"rchMM?L00ginei'k ' ,01? he,n ziJ'nen Patroon £e doen iSn RR 7 zoorook de mishandeling der Boekhan, Borchers, Verlem en Nutby; zoo veel geruchts «einaakt, dat een volkomen en onpartijdig onderzoek caer zaaken, ook thands, als hoogst Billijk In noodzaakj. .. moet gereekend worden. Aan den anderen kant hebben dje goede Regenten, die zich onder het voorig Bewind braaf gpdragen hebben, een volkomen recht? om te vorderen, dat zij ontheven worden van dien valraam waaronder zij, door het Plakaat van 12 leraart; vzn IJoIIand's Reprefentanten, chands nog liggen en dus bij hunne vrijfpraak gelegenheid erlangen , om hunne vaste goederen vrijlijk te bpheeren. Tol zoouanig oogmerk is het gemelde voorftel, onzes oordeels, bij uitnemendheid dienftig. Dat de Municipali. teu eene Commisfie benoeme, welke de goederen der Exregenten opichrijft, zoodanig, dat zij wel in' het bezit derzeiven bhjven, doch hen, op ftraffe des doods verboden wordt, daarvan iets te vervreemden, dan met voorkennis dier Commisfie, welke één' uit haar midden kan machtigen,om op ieder boedel een Zorgvuldig waakend oog te houden, tot zoolang, dat bii het politéel onderzoen zal gebleken ziin , of gemelde Regenten zich aan eenige wandaaden hebben fchuldig gemaakt ja of neen: is uit hoofde der reeds in het Voorftel zelf geopperde bedenkingen, een zoo billijke regel van ftaat. Rnnde, dat de bedaardfte Vaderlander zelf, die Hechts' csjj oprecht vooxftander yvx waarheid en braafheid rs', het-  De REPUBLIKEIN, ajg hetzelve bij geene mooglijkheid kan afkeuren. En , daar de zeer moderate handelwijs der Patriotten gewis! _ nog al vrij wat invloed gehad heeft op de daaden der Exregenten, omtrend het niet geheel vervreemden ook zelfs hunner roerende goederen, kan zoodanige melen voorziening, nog tegenwoordig, niet ontijdig gereekend worden. De vraag, eindelijk, of zulk eene handelwijs ftrijdig zij met de verklaarde Broederfchap , laat zien even gemaklijk oplosfen. Immers, ieder goed gevoelen , elke goede daad heeft gewislijk haare grenfen, binnen welken zij moet bepaald worden, om niet weder tot uiterften te vervallen. Wij mogen , en moeten , als welgezinde Vaderlanders, ieder in onze bijzondere betrekking, de verongelijkingen vergeven, welken wn in de laatst voorgaande jaaren van kwaalijkgczmden moesten verduuren: maar dit neemt daarom niet weg, dat het Volk, als Volk, de billijkfte aahfpraak heek op het naauwkeurigst onderzoek, hoe Stads of s'LandS gelden beheerd en befteed zijn geworden. Dit neemt niet weg, dat de Volksvertegenwoordiger ook thands zijnen altijd blijvende plicht behartige, om te waalten tegen allen daadlijk onrecht, wanneer en door wie ook gepleegd. Zoodanig onrecht behoort onder de misdrijven, waartegen ten allen tijde allerzorgvuldigst moet voorzien worden , wil men niet den geheclen Staat blootftellen aan de fnoodheid van Intriguanten , aan onderdrukking , en aan wezenlijke flaavërnij: want dan eerst heeft de grootfte flaavërnij plaats , wanneer dé voor handen zijnde wetten, die op de allereerfte gronden van het aangegane burgerlijk verdrag berusten, onbefchaamdeliik en zonder rechtmaatige ftrafte gefchonden worden.'Zoodanige jammerlijke toegevendheid Zou indedaad, in haare gevolgen, uitlopen op den wezenlijken ondergang van den Staat, welks veilig beftaan alleen op recht en billijkheid gegrond is. Wij fchroo. men derhalve geenszins, om het gemelde Voorftel, dat even zeer ftrekt, om de goede Burgerij in zekerheid te ftellen tegen Lieden van kwaade trouw, als om brave Exregenten te verlosfen van de hardheid, welke in beu bewuste Plakaat van 12 Februarij ten hunnen aanzien gelegen is, aan de aandacht onzer welgezinde Medebucgeren ten fterkften te bevelen. Burger Republikein! Uit uwe aanhoudende redeneeringen mag ik vrijlijk ©nmaaken, dat gij allen dwang zonder onderfcheid af . keurt.  fii* De REPUBLIKEIN. keurt, als den vrijen Mensch en Burger onwaardig. Wat moet men dan wel denken van zulke Collegiën, die eene Christhjke Gemeente vertegenwoordigen en nogthands tegenwoordig volftandig blijven berusten in S kJ^nV°nmfein'- 7dken het vo°rmaalig Bewind ïlfS goedvinden, omtrend waardige Leeraars uittevaardigen van wege derzelver Vaderlïndfche gevoelensen gedragingen? Het is bekend, om één voorbeeld alhier optenoemen, hoe de Regeering vmAmlïel. den Rotterdamfchen Predikant Scheffer op de proef te laten prediken offchoon de Rotterdamfche Regeering zelve bij een fchriftlijk befluit verklaard had dat zij! ^rLT^1-0 vande waarneming zijns ambts bij hem%?rli f •n^' ",mum?r ten °og«wrke had gehad, om dar vnln ™d™sGhs! te verklaaren. Nu echter na?m/Z h' P,redlkant 111 z'J'ne waardigheid en eer herft?i ' ru Se"?emds Lutherfche Kerkeraad zich fchroomvallig om haar gefchonden recht te £ ftêH& z?üa tfc?.nds niet ten V0,Ien Plichtmaa- ?èndP TPrf/hjk^erechten' tot S^noegm van weldenSoforolS " G,emeentenj herftelden, en dus hunne Protocollen zuiverden van de fchandelijkfte aantijgingen waarmede brave Leeraars voor als nog ftaan eebrandmerkt ? Welke dunkt u de beste weg°e zi?n om dl edel oogmerk te bereiken? Uw andwoord hierop zal zeer aangenaam zijn aan n p r jfiff I70J. ÜWen «gen Lezer, andwoord! Ook m dit opzicht, behoeven wij den Burger flechts te wijzen naar No. o. van ons Ti,df>hwf? ufT 86. Ieder weldenkend Lid f vm^Le Ge^r die hulde doet aan de heiligfte rcffv^££5; en Burger, vervoege zich vrijlijk bij den KerTeSl ner Gemeente en eifche eenevolkome^ herftelSZ* alle die fchandelijke inbreuken op de burS kVri? heid , waaraan'zich het voorig BewinH -V f, iJ godsdienst tot het rrask J 2^n^&te iTf ^ bezigde in duifende numic^MhÏML^Ïf Ieder Lid van een Kerklijk Coilegie, dat hfeS we' gert gehoor te geven, kan ook nimmer een goefve te" üemvoordiger zijn eener vrije Christlijke Gemeente C"  D Ë REPUBLXKEï N°. 25- Waarlijk, deze handelwijze tusfchen het beftutir van twee Natiën is zoo eenvoudig , zoo kort, zoo zaaklyk, zoo Iroederlijk, dat ik twijfel, of 'er in de gefchedems dct Verbonden wel een ander voorbeeld van ts, en dat het «.*'her gantsch Europa verbaazen zal. Aanfpraak van den Burger-Reprefentant HahN' zegéÏang op j^ËÊRLANDS vrijheid. juicht Bataven! juicht! De morgenftond uwer Vrij- 'he d daast. De grootfte Republiek, welke op dööfïfc boaWteftaat;Szij, die veertien Volken te gelijk beft reed; zij, die den zaamverbondenen Alleenheerfcher* dé wet ftelde; zij, die zegevierde over het geweld van oonenLchtigètroónen; zij, die door haare inwendig* Sh beftaat, op eenen tijd, dat ftaatzuchtige jaloezij alle haare banden poogt te verbreken; zi) , die door den moed haarer Burgeren, de list en het verraad beteugelt — Frankrijk heeft u vrij verklaard. le was niet genoeg, dat Orange's willekeurige Slaven u tegen uwen wil - want de drukpers, zoo lang S nog het papier mogt bezielen, toonde ontegenfpreel Hik dat het Bataaffche Volk in geene boeijen, van we ken'aard ook , wilde gekeetend zijn - in oor og wikkelden met eene Natie . welke door haare vrijheid-min nnwèêrftaanbaar was. Het was niet genoeg , dat zij eenen (zo het heette) Geloofs- en Bondgenoot binnen uwe landen voerde, die gezworen had u te befpottert e^e verdelgen. Het was niet genoeg, dat zi, fchatting op fchatting hoopten, om den verderflukften van alle oorlogen voordtezetten , dat zij magazijnen Van allerleien aard, magazijnen van krijgSj en levens-behoeften edigden , om den laffen Brit al deinzende te doen aftrekken, en te verzadigen in zijnen wellustigen overvloed terwijl duifendl Nederlanders van honger, göb ek en kommer, verteerden. Zelfs, nadat de Krijgjb nden verflagen', gevangen, * P^^j^? nadat zij, met de grootfte vernedering,waapen-fti ltana en vrede hadden gemaakt en bekomen van een edelmoedfg Volk dat zij nog kort geleden met de: chandeh Jflj verzuiling gevloekt hadden; zelfs nadat zij, door nun SbSl Opperhoofd verlaten, van hm» P«^n ont-  £16 De REPUBLIKEIN. Tnl'J°% n;emand beleedigd, door geene wraak ver. Ichuldigend geweten waren overgegeven: zelfs nog in deze dagen, waarin zij alle de deugd van een vemap fend 1 red,-g' Vj getoond in hare koelzinnige leverinf van fen v ifen ^""^««'ijftigften penning, behalve nog de ove- ' nge belastingen welken de fchranderheid van den FiluSftefc^l»Unendfte redenen en wellu.dendfte naamen wist daarteftellen. 6 Bataven • had de Franfche Republiek bij zulk een aanbod, meer geIet op hare tegenwoordige behoeften, waarin zti zich almede door de woelingen haarer vi anden, bevindt' SflP de verlokkende uitzichten van den grooten fchat, die het oogenbliklijke geldgebrek zou lenigen dan 0p de natuurwet der gelijkheid, welke alle vrije Volken te zamen verbindt, dan op de voorlluuiZdpjbe'fgen van dat bondgen'ootfchap, he°welk zij met een herwonnen Volk fluiten moest : gevvis g i zoudt aan het groote gerucht van uwen rijkdom lat zich, ook uit den mond dier listige Afgevaardigde^ Swertge^fpreid-had'- Cenen va' verfttfdfgd Sr h;, rvan/1j ? mmmer h*dt kunnen oprichten, omdat die gewaande uitwendige vrijheid het oogenblik van de wederoprichting des sfadhouderfchaps de her™d»r dCn ftd des gewe'dVgïwe e de fc,3% h, aud?iS was de onderhandeling ,b welke Pa f brandc^eid T fer zij dcn «itvinderl —1 van Paryi naar s Hage had weten evertebrenger, out  De REPUBLIKEIN, eif «iet laneer ten doel te (taan aan de vergulde kuiperijen v ; a£er?chtte Staats-fpionnen De OJrwm^en vaa het Noorden deeden hulde aan de trouw van eenkleen, doch edelmoedig, aan de oprechtheideen ^r.jgemaakt, doch ook vrijheid minnend, Volk. Geene lou tere pliertpleeging, welke voorheen alleen in ftaat was, om den vSder Landen, de goede buurfchap van na aÏÏ elkander grenzende Volken te verwijderen, kwam thLdsmeerte'pas. Het verdrag, 't geerzoiiftiu ten, was de vermaagfchappmg van twee J^ter-Repu blieken, welke beiden aan de rechten van den Mensen. an de burgerlijke en ftaatkundige vrijheid hadden trouw gezworen.0 Ongerijmd was hier de toor^ waarop de Alleenheerfcher gewoon is te fpreken. Het moest as S^So^bts zijn. Frankrijk zond uit haar midden een ge a, tfchap , hetgeen volkomen was afgemeten naar fe tfd on ftandigheden. Mannen , doordrongen van a t dfgSen der zuiverfte Vrijheid-leer.maar te gelijk doorzult in alle de geheimen en drogredenen van hooffchMaatkunde - Mannen, die de omwentelingen van £n FiaSn Staat, in alle hare tijdvakken, doorga ftaan van nabij gadegeflagen, en den Vrij-man van den Slaaf' den Defpoot van den Volksvertegenwoordiger, den Belangzoeker van den redenlijken Volks-vriend, het gewaand» punt van eer van de waarheid, den fehijnvan fe7 wezen , de verklaaring van ftaats vriendfehap van eigenlijke valschheid, zeer juist hadden leeren onderscheden ; dezen waren beftemd tot Onderhandelaars met eene Republiek, welke, voor geen gering gedeelte Toor Franfche waapenen overheerd haar ftaatkundig Sjn naauwlijks aanving. Hoe veele voorziening was van hunne zijde, niet nodig, om zeker te zijn van «ne uitkomst, van welke Frankrijks rust, en ook niet mind« deszelfs belang, afhing? Wat konden Zij met Cderen van een Land, dat door Franfchen voor een LnSiik gedeelte bevochten door Franfche hulp "Smaakt, in zijne weerloosheid door Iranfcheri befchermd was, en in den ftaat zijner kindsheid al verder moes befchermd worden? Waar was ooit.de prijs te Ketenen van het dierbaar Burger bloed dat zoo edelmoedig en overvloedig geftort was voor de vrijheid van een Land, welks ftaatkundig aanwezen op dc kaart der Mogendhedea reeds lang een enkel ftipje geweest vw* Jonde men immer verwachteni, dat eene Natie welke, door voormaaligen bloe van fabrieken en^V^f Zij, dre « door overmacht hadden kun-  De REPUBLIKEIN. 219 «en overweldigen, vonden in uuhunne gelijken weder. Zij ftreden voor de belangen hunner Republiek ; gij voor de uwe. Hunne tegenftand was groot; uwe Handvastigheid was onbezweken. Gij pleitedet voor waarhl d en broederfchap; zij voor het ftnktfte recht. Zij konden vrijlijk overgroots eifchen op het gewaande ?echt des oorlogs bouwen. Deze eisch was eene beproeving uwer" deugd. Maar verftandige trouw en b llijkheid waren de rechters , waarvoor gij de zaak onzer Natie dagvaarddet. Gij benept u op dat gemeen gevoel, dat aan alle vrije zielen eigen is Gi duchttet geen gevaar, omdat gi) fpraakt met Veitegenwoordigers van een vrij Volk, en omdat het heil der Natie welke Gij vertegenwoordigdet, uwe hoogfte, uwe éénige wei was. Voor zulk eene ftandvast gheid bezweek de fijnst gefponncn drogreden. Frankliïk's Gelastigden erkenden in u hunne broeders. Aan uwe SouwVogt zich vrij een geheel Volk overgeven. Op uwe deugd , door welke te gelijk het charakter van Bataaffche Patriotten henenblonk, konden SiTeSk reekenen. Zij konden zich verzekeren, ii de Bataven wel geduldig van aard, dat: zij wel in Schijn lafhartig zijn , omdat een onbeftendig klimaat den omloop des bloeds zoo vaak vertraagt, maar dat tZ eenmaal partij kiezende, ftout m hunne voornemens onvenvMnk in hunne befluiten zijn. Van uwen Soed tot dien des Volks redeneerende, - wantwaar feftond ooit een Volk, welks charakter niet doordat zijner Voorgangeren gewijzigd werd? - konden zij, b hunne terugkomst, aan hunne Lastgevers berichdat zij een verdrag hadden gefloten met een Volk, dat vrij konde en wilde zijn, datdezmfpreuk. dood of vrij, te recht in zijne krijgsyaanen konde voeren , en dat zijne aangegane verbindtems hei hg bewaa en zal. Zoo fluiten vrije Volken met elkander een verbond. Zoo werd dit heilig verdrag tusfchen Frankrijk en de Bataven gefloten. Beiden deden opofferingen voor eikanderen, welken de billijkheid vordert Het eerfte ontving eene overgave van Plaatien en Distriften, welken zijne veiligheid tegenoverheer. fchende Nabuuren volftrektlijk vereischte. Het bedong bezetting van krijgsmacht aldaar, waai Engeland's oorlogend verraad, en Zeetel zwakheid, die noodzaaklijk maakten. De Bataven verkregen de vrijwaaring van het dierbaarfte van alle bezittingen, de Vrijheid jzij verwierven alle mooglijke verzachting yan Bb 3 bl1"  Sao De REPUBLIKEIN. bilhike eifchen , waarop de rechtvaardigheid immer aanfpraak konde maaken. Wederzijdsch belang de duurzaame welvaart van beide Republieken, wa's de grondzuil van het gemaakt verdrag. De onderfcheiding tusfchen de dapperheid, welke de eenereedszoo blijkbaar had aan den dag gelegd, en die, welke de andere in vervolg zal doen blijken , werd op dit oogenblik uitgewischt. Het voornemen werd voor de daad genomen. Eén gevoelen, ééne deugd zou beide Republieken bezielen. Zij werden beiden vrij met en door eikanderen De afkondiging van dit plechtig gefloten verbond is nabij. De Vertegenwoordigers van beide Volken zullen het met hunne trouw verzegelen. God geve, dat het de omwenteling van eeuwen verduure.' Tucht Bataven! juicht! De dag uwer vrijheid is daar. Ou zijt verbonden aan de edelfte der Natiën, welke zich zelve in u, en u door haar toedoen,wenschtgelukkig te zien. ó Dat u alle die moed beziele die den Frank, zederd zijne geopenbaarde Vrijheid-min zoo roemruchtig onderfcheidde.' Thands wachten nieul we plichten op u, welken gij met ijver vervullen moet , om u Broeders der Franken te kunnen noemen. Zij gaven u een voorbeeld van alles wat in een Volk grootsch en edel is. De gevaaren, waaraan zij ten doel honden , het monfter van verraad dat hen zoo dikwerf aangrimde, de helfche tweedracht welke hunne binnenlandfche en buiténlandfche vijanden wisten te ifooken, de fchandelijke willekeur welke aterlingen zomtijds pleegden: dit alles verfch'aft u lesfen van voorzichtigheid, waarnaar gij u zult hebben te regelen. De uitgebreidheid der Franfche Republiek, de grootheid en moed van meer dan ac millioenen vrije Burgers , en de onverwinlijkheid hunner talrijke Legerbenden, behoedden hen voor eenen ondergang, waaraan elke kleene Natie , in een gelijk geval, zeer zeker ware blootgefteld. Het is uwe wijs. heid, welke u oplettende moet doen zijn omtrend alle ondeugden, welke in alle ftaatkundige omwentelingen met dubbele kracht woeden , omdat wij nimmer kunnen vooronderftellen, dat ieder Ingezeten, hoofd voor hoofd, even verlicht, even braaf, even ijverig zal zijn voor de heiligde rechten van den Mensch en Burger. Het is de verlichting, welke u de beste gevoelens moet doen koesteren , waardoor de Vrijman ziph boven den flaaf verheft. Zij moet u nimmer hei  De REPUBLIKEIN, ai* het onderfcheid tusfchen Mensch en Mensch, nocfï ook tusfchen Burger en Burger , ergends anders in doen vinden, dan in eenen grooteren eerbied voorde wetten, in eene wel beituurde Vrijheid min. Thands wacht u eene geheel nieuwe orde der dingen. Gi) waart tot nog toe in den aanvang. Alles was voorwaardlijk en provifioneel. Eene wettige Volks-ftemdoor het gantfche Gemeenebest heeft nog geenszins het zegel kunnen drukken op de handelingen van deszei» Bewindslieden, De Vertegenwoordigers zeiven zijn nog niet overal even wettig aangefteld. Uw Gemeenebest zelf is nog in zijne oude zeven Souverainiteiten verdeeld. Iedere Provincie is nog onafhanghjk op zich zelve. Dit monfter van ftaatkunde moet verdelgd, en wel zoo verdelgd worden, dat het nimmer zijn kop zal kunnen om hoog fteken. Ook onze Republiek moet één en onverdeelbaar worden. Zonder deze wijziging , zou welhaast dezelfde oneensgezindheid omtrend verfchillende belangen , dezelfde traagheid in befluiten , het Staatsgebouw blootftellen aan dezelfde beroeringen en willekeur , welken wij nog zeer onlangs tot onze zoo aanmerklijke fchaade ondervonden. Vereenigt u dan Bataven! te gader, om allen één en hetzelfde doel te treffen, door de vestiging eener vrije Conftitutie! Zorgt, dat Gelijkheid en Vrijheid geene loutere klanken , maar echte grondflagen zijn, waarop het gantfche gebouw regelmaatig zal worden opgetrokken: maar waakt bovenal voor de middelen , om uwe Conftitutie te handhavenen, de verlichting naamlijk des vetftands, en de handteering der waapenen. Dezen moeten de bolwerken zijn , waardoor gij veilig zijt tegen allen gevaar. De eerfte moet uwe keus regelen van gefchikte Vertegenwoordigers, die nimmer in willekeurige heerfchers kunnen ontaarden ; zij moet u de hooge waarde der Vrijheid zoodanig leeren eerbiedigen, dat gij hare belangen om lief noch leed verzaken; maar uw goed en bloed voor haar met heldenmoed kunt opofferen. Zoo moeten de laatften de waapenen — in uwe handen de fchrik zijn voor alle fnoodaards, die onedel genoeg zijn, om vrije Burgers aan overheerfching en geweld ten prooie te geven. Zoo zult gij den dag zegenen, waarop gij, aan de vrije Franken verbonden, aan hun Vriendfchap en Broederfchap hebt mogen zweeren, om met eikanderen, de rechten van den Mensch en Burger alornme te doen zegevierea, Bra£-  222 De REPUBLIKEIN. Braaven ! die de lieve Vrijheid Boven, alles hoog waardeert — Die, verkleefd aan uwe rechten. Tevens die van and'ren eert; Toont geftaag, door ed'le daaden, Dac gij, elk in uwen kring, 't Vaderland van dienst wilt wezen, En de diepe wond genezen, Die 't van Dwinglandij ontving l Vrij te zijn en vrij te Hijven, Zij voordaan uw eenig doel! Dat elk uwer zijne plichten En zijn waarde recht gevoel' t Ongelijks rang en fchatten Zijn uoodzaaklijk hier beneên ; Maar 't geen u gelijk kan maaken , En het grootfte heil doen fmaaken, Is de waare deugd alleen. In die uïtgeftrelcte keeten , Die de Maatfchappij vereert. Wordt ook van de kleenlte fchakcl Een gepaste hulp ontleend. leder een moet medewerken , Wijl de vlijtige ambagisman, Even zoo als Staatsperfconen, 't Groot verbetrings-werk bekroonen — Waarlijk nuttig wezen kan. Met vernieuwde vlijt — met eendracht Wijken alle zwaarigheên; Zoo herleeft de blijde voorfpoed, En de rust verzelt uw treên. Zijt grootmoedig — zijt ftatidvastig, En vergeldt geen kwaad met kwaad! Dat zich uwe haat'ren fchaamen , Daar ze u juichend zien te zamen. Over hun gevloekt verraad! Durft een vijand u bedreigen,' Dat dan elk ten ilrijde gal Prijst de heldendeugd der Franfchen; M«ar volgt ook hun voorbeeld na! Toonc dat gij, als Batavieren, Moedig het gevaar trotzeert —« Dat gij nooit uw recht wilt derven En met roem verkiest te flerven , Eer ge, als pamen, u verneirt'. A. i. »  D E REPUBLIKEIN. N°. 26. ,- „ — Jequa tellus Pauperi recludltur. HORATIUS. Vervolg cn Slot van No. 18. I Tit het -een wij bij eene voorgaande gelegenheid •tóenddele^ %°fee^ verfchrftlijké lastpost voor den Staat worden? Van vaar -"en, bovenal in den tegenwoo^n t«d de ben°kdefehePtngeengez^vS»»'unneïtl weinig S £££ SÖ^.^^^ nm voor half geld te werken, en dus in zrnarbemgeen om vooi nan gc.u ^ en den la_ beftaan te vinden? Zal cie btaat ueu * brikeur hierin te gemoet komen? En zo d^"^arl aftes, de fabrikeur buiten 's lands nog beter Koop KanCe  224 De REPUBLIKEIN. zuHe^^ hen werk te verfchafFen. onderhouden en Dan, alvoorens hiertoe overtesaan mnPc,>„„„ i aanmerkingen voorafzenden. Ü b^ar all Ag ^ ten laste van het land moeten komen? word n a^e de ^an lrefón3derghL°rf}'haPPen'- Z0"d^ ™Sfchdf 7W hunner eiSen Armen ontheven De fondfen, daartoe gefchikt komen natuurliik zo &m^ÈmhL '0Ch Md? heC beftuur v'an'den ? a?i» u il ?rtoe geene bl zondere fondfen se- fch.kt hebben, gelijk meestal het geval is met de voormaalige Disfenters, zijn toch verpligr een "deelï van hunne kerklijke fondfen afteftaan voor defe beffing. Ziet daar dan reeds twee bronnen aangewe zen, waarmt eene aanmerkte onderfteuning to?dk oogmerk kan voordvloeijen. Hierbij moet men ook nog voegen verfcheiden lands- en ftedelijke fubfidiën 'i m tot belastingen, 't zij uit zuivere toelagen voord* fpruitende welken nu de Armen trekken! en waar van het Land en de Steden als dan ontheven zullen Teugen?^ ^ ^ * *** 1Ceds ter Bij een zuiveronderhoud der Armen derhalven zo» der eens de vruchten van hunne werkzaamheid mede n rekening te brengen, die echter altijd nog iet zui len bijdragen, zal de enkele beftuuring vafïlaJswe't . 'een reeds veel meer uitwinnen , dan bij de £n£ p'aats hebbende wijze van beftuur: vooral noV daar op d,e direéhe zelve veel bezuinigd zal kunnen wórden Armen, die nu u,t hoofde van godsdienftige veSllen, bijzondere huizen bewoonen, kunnen dan inéén «e bouw geplaatst worden. dit vermindert reeds het getal der bedienden, opzieners enz., en zal, over degeheeleRenu bliek eeneaanmerkihke bezuiniging-opleverenZelfS der werk te verfchaiFen, kan dus'het Land 1 Armen veel beter koop onderhouden, dan de fteden of biLondere genootichappen. oijzon- De hoofdzaak echter, is hen aan werk te helaen Hoe rs dit mtvoerhjk? - Vergun mf, eer ik E vraag  De REPUBLIKEIN. ti$ Traag beandwoorde, deze grondflagen te legden. —• De Staat moet werk geven: dit is en blijft een onvermijdelijke pligt, al kost die eenige opofferingen. —— Ziine eigen kaszoomin mogelijk tebezwaaren; diteischt het algemeen belang. Ter bevordering van het algemeen belang, in den hoogen nood, de bijzondere belangen van weinige particulieren niet te fpaaren; maar ook dezelven niet vertier te drukken ofte beperken, dan de hoogfte nood volftrekt vordert, dit is de billijkfte ftaatsregeling, Saltts populi fuprema lex esto. Deze regelen van gezonde ftaatkunde zullen wij zoo veel mogelijk trachten in 't oog te houden , bij de overweging van het ontwerp, om den Armen tot werkzaamheid te brengen. — Om Armen in fabrieken te doen arbeiden, vind ik het volgende een zeer gefchikt middel Zou het land geene pramiiën kunnen uitlooven aan den fabrikeur, die de meeste Armen had te werk pefteld? — Of zou het de ruwe ftoffen niet kunnen koopen, en voor zulk een hoogen prijs laten verwerken, dat de Arme hierin een behoorlijk beftaan vond? Zou het, vervolgends, deze ruwe ftof, die de eerfte bewerking ondergaan had, niet zoo goed koop aan den fabrikeur kunnen overdoen, dat hij dezelve, voor denzelfden prijs, niet buiten 's lands had kunnen laten verwerken? Laat dit al eens veel kosten het is toch geld, dat in het land blijft, en die kosten zullen oneindig mind'er bedragen, dan een zuiveronderhoud. Hieruit zullen ook nog deze voordeelen voordvloeijen; de nijverheid en moed zullen in den arbeidsman 'herboren , en de naarijver bij koopman en fabrikeur opgewekt worden. Het volk, wel betaald wordende, werkt uitgemaakt hier veel beter, dan de buitenlander; de fabrikeur zal zijn goed op zijn tijd krijgen; misfchien zelf wel de ruwe ftoffen laten verwerken, aan duifende werk en brood geven, en den Staat van den last ontheffen. . Boven dien, daar de Staat over den krijgsdienst te water en te land befchikt, waarom zou hij, de nood zulks vorderende, hiertoe niet de zoodanigen presfen, van wier onwilligheid of luiheid voldoende bewijzen voor handen zijn? Of, zo men hen al niet waardig keurt, om in den rei der helden te ftrijden en hun leeven 'voor hun Vaderland opteofferen, waarom zo men hen niet noodzaaken tot den arbeid in vestingwerken en het geen verder van dien aard de krijg vordert? Cc 2 Cf,  22Ó DeREPUBLIKFIN. ■ Of, zo men het presto, als tegeftreng, afkeurt, ka» men echter van deneenen kant, wel zoodanige middelen van bc.wang uitvinden; en van de andere zi de zoodanige aanmoedigingen daarftellen , dat men geene pmjiieke dwangmiddelen hiertoe behoeft. Nog meer; hoe veele ondernemingen ziin 'er niet dis het vermogen van een particulier te boven gaan' en die aan duifenden brood en werk kunnen geven? Het zal genoeg zijn, hier alleen optenoemen het ontginnen van onbebouwde heiden, of het droog maaken van uitgeveende landen. Ter uitvoering van zoodanige ondernemingen kunnen de penningen, van landswege, tegen eenen maatigen interestgenegotiëerd worden. En wie zal in het vervolg, oijjiet verval van het buitenlandsch crediet, in zoodanige geldleeningen niet gretig deel nemen? Om de aannemers van zoodanigen arbeid aantemoedigen , om zoo veel mogelijk alleen behoeftige ingezetenen tot dezen arbeid te gebruiken, zou men ook pramiën kunnen uitlooven. En ditzelfde middel zou ook van eene gevvenschteuitwerkingziinbijalle landbouwers, dijkbaazen, veen lieden en anderen die thands vreemdelingen gebruiken , welken 's jaarlijks'eene ongeloofiiike mimexa re fom uit ons land voeren en daartegen weinig verteeren. Daar des winters de meeste armoede wordt geleden omdat de handwerken, die alleen des zomers gedreven kunnen worden, dan ftiiftaan, zou men, om zulks in het vervolg voortekomen, nu reeds fchikkingen kunnen maaken. dat ieder man twee handwerken leeien; een, dat hem des zomers, en een ander, dat hem des winters, voedt. Meest alle- weeverijen (en wij hopen, dat deze zich met andere fabrieken ook ten platten Lande zullen verfpreiden) kunnen des winters gehanteerd worden, zoo ook het fpinnen van vlas en wol, en klein garen, touw ftaan, twijnen van zijde, garen en wol. Dit zal van'zelve den vrecmdling voor ons nutloos maaken, en den dorpling en fteeman, die beiden meestal des zomers hun beftaan kunnen vinden, ook in den winter brood vei■fchaften. De bijzondere Municipaliteiten, in de fteden en in de oorpen, zouden ook haare kasfen veel kunnen befpaaren en veele armoede voorkomen, indien zij de ftads of dorpsambtjes meer verdeelden en niet dan aan inboorlingen gaven. Nu begiftigt men één mensch, zom-  De REPUBLIKEIN, m? SnH"?eSterJ een voldoende beftaandezelven • '«.n vnnr armoede bewaard bliven. '"te ik bdffi» moer ik hier nog deze aanmerk.ng terAanziender Weeshuizen bijvoegen, welke zulk ten aanz en "<=i d pub iel.en onderftand .SSST^Ïi^1 -en zorg dragen, o,n SSf'tot nuttigen ^IjftJS^SSE KieSieS reaa;oe?den°malsnooek hen, zoo vee! to, den zee en land-dienst optelenlen. g£&£> van hunnen ^gSS^S^ wacht voorwee ui»yten ' veel van hunne winst --BeS Sn"?Orderingn te maaken. ' Ivlenschkunde moet h,er Z middeS zoeken, ter beveiliging hunner deugd fpT ve levendiging van die drift tot vordering, en ter verievenai^iub gr0ote onderne- wplke onuitwischbaar en cie oron tsisrr sss^t* Sènen, het zelve bereikt te hebben! Cc 3 BüS-  228 DeR EPÜRLIKEin, Burger REPaELncirw! Ik heb eenige bedenkingen over hpt r,^»«i j de Volksftem voor het Sr lii j dat ult gehore, morden J%rV^StS ^ Volks,m°« of zedenliik en burgerlijk kwnd uë ^A™Ucht> eigenfchappenziinjuineeCT- zpM. ?n deze twee bet Volk van Nederland Ir w ? van tal van teriichK S«)S^rl'Be?geci: H«™hnds I„fcZetenen mS&Sg^SÏV*t kunnen locbenen. Als nu het Vnlfr 1 ë'J n,et zal de meerderheid over dP fl j 'eenkomt' daa pralen. Gij zult ' kerh I £ ^gevermoeden. Het zii zoo ,f te Am^am niet Jebbei Maar is^« ftSffSliK -aardig Mannen ISJKg™^f" Zkh t0t V&& belangen £; ^^"f Kff^^r'r* Mannen rï£ff£ den post gefteid, om de be tngen aefvoKS * Ugen Waarom moet dan bet^nbed even vSk tn' ote kundieer moesten ?im in ►« i j , 1!en' weg '„„zen? g 3 ZsUSfj*?.' ™ Hier0** ï n^S^ÉS^W derhalve van dc VwtfcoS^^^^0^ gj taait Volk aan de ^-ÏÏRï^^gï ^ dat het Vo^WlLKS^.^ het  De REPUBLIKEIN. 2-29 het welzijn des . Volks bij ben de hoogde wet zij. Onze tegenwoordige Reprefentanten nemen veele gewichtige befluiten, die tot welzijn des Volks dienen, maar de meesten derzelven op voorftel van 't Volk, ef een deel van heuelve Zoo hebben zij onlangs aan de eertijds heerfchende Kerk het geufurpeerd voorrecht van trouwen benomen, en getoond, dat gelijkheid ook; hier de grondflag onzer Conftitutie is: Maar waarom worden 's Lands penningen nog tot heden toe hefteed aan het onderhoud van Gereformeerde Kerken , Godshuifen en Predikanten? Is dit ook gelijkheid? „ Neen," zult gü zeggen : ,, maar hierover zal eene „ nadere fchikking gemaakt worden bij de aanftaande onventie. ' En waarom dan het ftuk van trouwen ook niet tot dién tijd toe uitgefteld , dat van vrij minder gewicht is, en het land geen geld kost? Waarom niet provifioneel alles den bodem ingeflagen, wat met de afgekondigde rechten van den Mensch ftrijdig is? Gij zult zeggen: „ Omdat alle rechten nog ,, niet gereclameerd worden. De Volksreprefentanten ontvingen onlangs een request nopens de vrijheid, „ welke ieder godsdienftig Genootfchap zich kan toe. eigenen, om eene wettige trouw te verrichtsn, en „ daarom hebben zij in dit ftuk de gelijkheid inge„ voerd. Dan , nopens het onderhoud der Gerefor„ meerde Predikanten uit 's Lands Kas, enz., is nog „ niemand opgekomen , die zich beklaagt." Dat is waarlijk een droevige Staat, waarin de Vertegenwoordigers de aangenomen grondwetten door heilzaame befluiten niet willen of durven handhaven, of zij moeten eerst door het Volk daartoe als opgewonden worden. Ach Burger Republikein! ik heb altijd gedacht, dat niet vox populi, maar salus pepuli fupremalex, (niet de volks ftem, maar des volks belang) de hoogfte wet ware voor Vertegenwoordigers, die geroepen zijn, om des Volks belang te behartigen. Wanneer ik mij 'niet overtuigd achtte van de eérliikheid onzer Vertegenwoordigers, dan zou ik waarlijk denken, dat zij bang zijn, om iets te doen tot ongenoegen van het vernietigd despotifme, zonder uitdrukliike begeerte des volks, opdat zij, bij eene toekomende omwending van zaken, zich zouden kunnen vrij pleiten, en de fchuld op het Volk leggen. -S R. R 16. Maij 17P5, AND-  230 De REPUBLIKEIN. AND WOORD. Wij verklaaren openhartig, dat dezelfde bedenkingen van onzen geëerden Correspondent meermaalen de onzen geweest ziin. Deze flapheid van het Bewind is ongetwiifeld te zoeken in het provifioneele, dat nog blijft voorddturen. Het ware te wenfchen , dat het waarachtige Volks-belang de Vertegenwoordigers van zei ven overreedde, om daaraan een fpoedigst einde te maaken , en alzoo aan alles een nieuw leven te verfchafFen. Voor eenen zoo kleenen Staat, als den onjzen, is de flapheid en traagheid van een provifioneel Beftuur des te verderflijker, naar maate zii langer duurt, en kan dus niet nadruklijk genoeg te keer gegaan worden. Te Amflerdam, bij M Schalekamp, m de Warmoespraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den 'ries, Pols en van Santen. Dordt Blusfé en Zoon. 's Hage Leeuwenfteijn en Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Wal ré, C Plaat en Wed van Brusfek ScVedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G T van Paddenburg en Zoon , en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden Cahais. Devent er Brouwer, en in de overige Steden der Republiek , bij de voornaamfte Boekverkopers wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a ij Stuiv.  D Ë REPUBLIKEIN. N°. 27. La vertil politique est un renoncement a p.-mSme. 0& peut définir cette vertu Vamour des loix de la patrio 7 out 'typend donc d'établir dans larepubiïquecetamour} £f eest a l'infpirer que l'education dolt être atientive. MO NT ES QUIEU. 21 oo zeer de Provincie Holland zich , door haare ftaatkundige bemoeiiingen , zeer voordeehg onderfcheidt boven de andere Gewesten, zoo is dit bijzonder blijkbaar in de aanftelling, welke zij zeer onlang* gedaan heeft van een Committé tot openbaar OnUenvijs, op voorftel van den Burger A. V-.rhul. Indedaad, zo eenig gedeelte van Bewind eener vrije Republiek noodzaakliik is, dan is het dat, 't welk betreft de verlichj ring des Volks, en de opvoeding van het opkomend Gedacht. Het waren beide deze zaken, welke onder het voormaalig Bewind fchandelijk verzuimd werden, en onder alle despotieke regeeringen agter weeg blijven omdat men zeer te recht begreep, dat een waarlijk 'verlicht Volk volftrekt buiten ftaat is, om onder den fcepter der dwinglandij te bukken. Overal, vaar de Overheden, overecnkomftig haaren eed en plicht, "or^vuldig waaken voor de Volks verlichting. overal, waar zij zorgen, dat het Volk zijne eigen waare belanden leere kennen , en de Jeugd gevormd worde tof; waardige leden van den Burgerftaat, zal de Regeeringform zelve het best gevestigd , het vertrouwen tusfchen het Volk en zijne Bewindslieden best gefchraagd , de algemeene rechten en veiligheid best gehandhaafd, en de fom van Volks-deugd en Volks-geluk weldadigst worden uitgebreid. De tirannij, daarentegen, heeft seenen fterkér fteun, dan in de heerfchende onkunde en domheid. Waar deze plaats grijpt, wordt or onverfchilligheid omtrend den toeftand des Lands j öt daadlijke ondeugd geboren. De zuivere liefde tot dë Vrijheid, welke den Mensch zoo zeer verheft, en in  232 De REPUBLIKEIN. ftaat ftelt tot het verrichten van alle edele daaden, wordt aldaar verwisfeld in vuige eigenbaat, de fchandelijkfte van alle ondeugden. De listige dwingeland weet zich van dezelve gepaslijk te bedienen ter ftaavinge ziiner willekeur: terwijl de onnozele Burger, onkundig van zijne belangen, geene middelen kent, om de dwinglandij te wederftaan, en in eenen wettigen opftand doorgaands het einde en den ondergang ziiner Vrijheid vindt, omdat verr' de meeste Burgers, door hunne eigenbaatige beginfelen, te voorziclitlg, (of, oia het met een waar woord uittedrukken, te zwak) zijn, om den opftand te ouderfteunen, en daardoor aanleiding geven, dat die opftand door de Geweldenaars met den naam van oproer beftempeld, en als zoodanig geftraft worde. Hoe ongaarn — en echter, welke leermeesteres kan voor ons beter zijn, dan de gefchiedenis en de ondervinding? hoe ongaarn Medeburgers! breng ik tot uwe aandacht te rug de jongst geleden voorvallen van den dag, welken uw geheugen U ligtlijk zal herinne. ren! — Hoe ftil rustte de geheiligde asch der Vaderlandfche Cahïllen's, in hunne eigen begraafplaatfen, op hunne eigen kosten, eenvoudig en tot een edel oogmerk opgericht , om het begraven in de Keiken —• die gezondheid-verpestende gewoonte — allengskens tegen te gaan: en hoe ongeftraft echter woedde een, door zijne domheid woest, gepeupel tegen de waarheid en het recht van eigendom.' De lafhartigheid en tirannij van geboren Regenten gedoogde zulks, ia plaatfe van die fchennis met den dood te ftrafFen, alleen omdat zij begrepen, dat de verlichting des Volks fchaadelijk voor hunne heerschzucht was. De weldadige Maatfchappij, onder de zinfpreuk: tot Nut van 't Algemeen, door alle braven zoo openlijk toegejuicht , — welken tegenftand vond zij niet in de Overheden, bijkans van alle Plaatfen! Werd zij, zelfs hier en daar, niet rechtftreeks verboden? Waarom? Omdat uwe toenmaalige Regenten gezworen hadden, het verftand van den algemeenen Burger in de keetens van domheid te klinken, ten gevalle van Orange, die geenen anderen aanhang had, dan van onkundigen, van baatzuchtigen en geweldenaars. — In 1789, vormden eenige weldadige Menfchenvrienden, te Amfteldam , op eenen tijd, dat de ftraaten grimmelden van Behoeftigen , een voortreflijk ontwerp, om Armen , ' aa£t  De REPUBLIKEIN. 233 ban brood te helpen, en te gelijk dc verftandlijke kennis onder die geringe meenigte met de daad uittebreiden, — en de ariftocratifche .Regeering dier Stad konde goedvinden , op de enkele beuzelachtige klacht van Orange-Diakenen der Gereformeerde Gemeente, door menfcben-haatende Geestelijken opgeruid, dat weldadig ontwerp te verguizen, en daardoor honderden ongelukkigen, welken zij noch helpen wilde, noch konde, aan hun ellendig lot overtegeven! Waarom? Omdat die Regeering alle verlichting —dat is, in andere woorden , de waare Vrijheid — openlijk tcgenftond. — Ja, zelfs in de dagen onzer tegenwoordige Omwenteling, hebt gij niet gehoord van Geestelijken, die dom, boos en oproerig, genoeg waren, om aan de Jeugd, welke aan hun godsdienftig onderwijs was toevertrouwd, in handen te geven een Boekje van overouden tijd, 't welk den fternpel draagt van de fchandelijkfte partijzucht, getiteld: de Franfche Tirarmij, waarbij zij geen ander oogmerk hadden, dan om de edelmoedige Franken bij de Natie gehaat te maaken ? — Deze Medeburgers! zijn de ondervindingen van den dag. Zij leeren U, dat onkunde en dwinglandij in de naauwfte vermaagfchapping ftaan tot eikanderen, en dus bij tegenoverftelling, dat de Vrijheid haaren fteun moet vinden in de verlichting des Volks. Zegent dan die Mannen, die het kwaad aantasten in zijnen eerften oorfprong , en het openbaar onderwijs en de opvoeding der Bataaffche Jeugd willen brengen tot de geheiligde grondbeginfelen der waarheid en republikeinfche Vrijheid' Ja, wij fchroomen niet, openlijk te beweeren, dat het befluit van Holland's provifioneele Reprefentanten, tot het oprichten van een Committé van openbaar Onderwijs, naast hunne allereerfte afkondiging der Rechten van den Mensch en Burger, het weldadigfte is van hun bewind, en het voldingendst bewijs, dat zij de waare zaak der Vrijheid zoo verlangen te handhavenen, als het voor den Mensch en Burger, overeenkomftig de oogmerken van het algoede Opperwezen , en de echte gronden der Maatfchappij, waarlijk behoort. Het zal, bij de uitvoering van dit allergewichtigst befluit, alleen aankomen op de goede inrichting van dit Committé, en bovenal op de perfoonen, die daartoe zullen aangefteld worden, als die behooren te ziin Mannen, doordrongen van den waaren geest van Vrijheid- en Vaderlands-min, vervreemd van allen Dd 2 Ben-  S34 De REPUBLTKEILV. Bende haat, doorzult in de kennis van den Mensch, cn zijnen natuurlijken aanleg, ziine volftrekt zedenlij» ke behoeften , zijne onderfcheidene betrekkingen ën oinfhndigheden van dit leven, behoorlijk geoefend in alle de grondrechten van eenen vrijen Staat, en derzeiver billijke toepasfing, en eindelijk voorzien met eene genoegzaame maate van geduld en moed, om eenen zoo moeilijken arbeid onbezweken doorteworftelen. Een naauwkeurig onderzoek van de gefteldheid der Nederlandfche Schooien heeft den Republikein geleerd, dat'er naauwlijks ééne éénige goede School voor handen is, qn bij zoodanige Meesters, welken de fortuin een goed. gerucht had weten te bezorgen, ontmoette hij niet zelden de rampzaliglte vooroordeelen , die den heilrijken invloed van allen openbaar onderwijs op eenmaal vernietigden. Wat zou 'er dan, al wederom, van het opkomend gedacht te wachten geweest zijn, zo niet Gods yoorzienend beftuur ons de tegenwoordige Omwenteling bezorgd had? De openbaare Schooien bedorven door de plak van den trotfehen fchoolvos, die„ fchoon zelf hoogst onkundig, nogthands als het orakel der wijsheid wil gehoorzaamd wórden: de Schoo^ len, verpest door bedorven lucht, alwaar de jeugd tot een eeuwig zitten gemarteld wordt: — de Schooien, daar oudwijffche fabelen worden nageklapt, waarover de denker niet kan nalaten te bloozen : de Schooien , alwaar de genie der jeugd, door de willekeur van den Meester , volftrekt wordt uitgebluscht — ziet daar Nederlanders! de inrichtingen voor de jeugd, waarvan veclen uwer , dikwerf met eene jammerlijke onverfchilligheid, gebruik maakten voor uwe Kinderen, ten zij gij u, door uwe geldmiddelen, in ftaat bevondt, eenen Gouverneur of Gouvernante te nemen, die, van elders overgewaaid, van waar zij zich uit gebrek moesten Verwijderen , onze Vaderlandfche zeden wel haast door hunne vreemde manieren verbasterden. Ó! Laat ons allen een dankbaar gebruik maaken van den goeden weg, dien wij hartgrondig wenfehen , dat Ilolland's Reprefentanten zulien aanwijzen , om Bato's Kroost edelaardig optevoeden : Laat ons ds goede poogingen dier Braaven onderfteunen, die aan dit gewichtig werk zullen arbeiden, opdat de grondflagen, door hun gelegd, zullen dienen, om het gantfche gebouw der Vriiheid ce voltooijen , ten dienfte ■pnzer geheele Republiek! BüR-  De REPUBLIKEIN. 235 Burger Republikein! Ik heb uw Nommer 22. gelezen, en wel over het ftuk «ener Politieke Belijdenis, welke uw Correspondent wü ingevoerd hebben, fchoon hij geen liefhebber van BeHjdenisfen is Ik ben zoo een vijand van Beludenisien niet, als die Schrijver van den brief voorgeeft te zijn, fchoon ik het vervolgen om iemands belijdenis zoo fterk haat, als iemand. Wij hebben dit bedrijf der Inquifitie voor langen tijd verfoeid, en keuren het nog ten fterkften af. Het Koningrijk van onzen Verlosfer moet met door vuur noch ftaal, maar door de kracht der overtuioendfte bewijzen, worden voordgeplanten uitgebreid; Dan, ftrijdt het doen van belijdenisfen in een Kerkgenootfchaó, tegen den aard van eene vrije Republiek? Kan in een vrije- Republiek zoo wel geen Hervormd als Doopsgezind, Luthersch, Remonftrantsch, ia zelf geen Roomsch Kerkgenootfchap zijn ? Wanneer ieder der Leden van die ondcrfcheiden Genootfchappen flechts uitoefent de plichten, aan de Republiek verfchuldigd, overeenkomftig haare vrije Conftitutie? Zo ja: waarom zal men dan alle belijdenisfen den bodem inflaan? en waarom mag ik zoo wel niet Gereformeerd zijn, als een ander Luthersch, Doopsgezind, of Remonftrantsch, of Lid van de Roomschgezinde Gemeente ? Dan, hoe zullen mijne Medechristenen weeten , of ik tot de Hervormden , of Lutherfchen, of Doopsgezinden, of eene andere Gezindheid behoore, zo ik de belijdenis niet aflegge van dat Genootfchap waaronder ik wil gerekend zijn? Gij zult welligt zeggen: de beliidenisfen ftrijden tegen de christelijke vrijheid, maar heb ik dan meerder vrijheid van het Godsdienftige, dan van het Burgerlijke; want zo de belijdenisfen de vrijheid kwetzen, zal eene Burgerlijke belijdenis datzelve te weeg brengen ten aanzien van de vrijheid in denBurgerftaat, en ftrookt dit met den aard eener vri;e Republiek ? Gij zult vervolgends voordgaan en zeggen: ,, de Burger„ tijke belijdenis is alleen gefchikt , om eene zui,, vere Maatfchappij te vormen;" maar mag dan mijn Kerkgenootfchap in een vrije Republiek zoo zuiver niet zün, als de Republiek zelve rein moet zijn? en ik bid u\, wat zal het baaten, of van de 2 tot 3 Millioenen me-ifchen, die in onze Republiek zijn, eens een derde deel die belijdenis aflegt , waardoor zij erkennen de Conftitutie aantenemen en te zullen handhaven; maar Dd 3 twee  236 De REPUBLIKEIN. twee derdedeelen doen dat niet, het zij uit (chroom of omdat zij niet overeenkomflig de ingevoerde Conftitutie denken? wat zeg ik, zal het anders afdoen, dan dat men weet, dat 'er een derdedeel der Inwooneren is die de Leer van onze Conftitutie omhelzen? Maar mag Jk nu niet even goed weten, wie Gereformeerd, wie Luthersch, wie Doopsgezind is, of tot eene andere Gezindheid behoort? Dan, ftrijden de belijdenisfen der onderfcheidene Kerkgenootfchappen wel zoo fterk tegen de Vrijheid, als men voorgeeft? Bij voorbeeld, ik ben een Lidmaat van de Gereformeerde Kerk. Dit ben ik vrijwillig zonder eenigen dwang, alleen uit overtuiging van ne waarheid, geworden. De belijdenis van de Gereformeerde Leer ftrijdt zoo min tegen mijne vrijheid, als ik d'e vrijwillig heb aangenomen, en ik heb de vrijheid behouden, al heb ik die Leer met mijne handtekening onderfchreven, om, wanneer ik overtuigd word, dat zij de waare Leer niet is, dezelve te laten varen, en tot de belijdenis van dat Genoodfchap, waarin ik vermeen, dat de waare Leer te vinden is, mij te vervoegen , en tot een Lid van her zelve te doen aannemen. Dus heeft die belijdenis en ondertekening geen' , langer verbindend vermogen , dan ik overeenkomftig rlie belijdenis leer en geloof; ik blijf met de eenmaal aan mij toegedane vrijheid zoo lang vrij in mijn Kerkgenootfchap, als ik met hetzelve zal inftemmen in deszelfs Leerbegrippen, en geloof mij, als ik mij niet Janger met de Leer der Hervormden vereenigen kan, zal ik die vrijwillig verlaten, en dit liever doen, dan gevoelens voorftaan, die tegen de belijdenis van dat Genootfchap ftrijden. Kunt gij mij echter overtuigen dat het doen van eene Godsdienftige belijdenis ftrijdt tegen den aard eener vrije Republiek, waarin ik wel de vrije Godsdienstoefening van iedere Gezindheid erkennen wil, maar ook, ware het moogelijk,de zuiverheid van de Hervormde Kerkleer handhaven , (fchoon ik warsch ben van het woord Heerfchende Godsdienst,) Lk wil het wel eens hooren, en kunt gü dezen brief een plaats vergunnen in uw Weekblad, zal het mij niet onaangenaam zijn. Ik ben " , Uw Lezer Over het T, . c r 66 May 1795. and-  De REPUBLIKEIN. 237 A N D W O O R D. Dezelfde vrijheid, welke ieder Burger, eener vrije Republiek, hoofd voor hoofd, heeft, om God zoo te dienen, als hij, na een oprecht onderzoek, (waarvan hij wederom aan God alleen reekenfchap verfchuldigd is) oordeelt te behooren, moet ook worden toegekend aan twee, tien, honderd, of duifend Burgers, die zich in eenige opzichten van geloof vereenigen. Zij mogen daarvan opftellen zoodanige verklaaringen of belijdenisfen, als zij verlangen, het zij kort of uitgebreid, en die onder elkander aannemen, als behelzende de echte opgave hunner gevoelens. Maar, daar eene heerfchendet Kerk (gelijk onze Correspondent zeer wel aanmerkt) ten eenenmaale ftrijdt met de eifchen der waare burgerlijke Vrijheid, mag aan alle die belijdenisfen geen ver» bindend gezag worden toegekend, hetgeen inbreuk zon maaken op de rechten van anderen, die van die belijdenisfen verfchillen. Daartegen is de Overheid, volgends haaren eed, gehouden zorgvuldig te waaken. Dus, bij voorbeeld, mogen geene ambten, of bedieningen, uitfluitender wijze, gegeven worden aan Gereformeerden, Lutherfchen, Remonftranten, Doopsgezinden of Room1'chen, omdat die titel in geen het geringfte opzicht daartoe in aanmerking komt, maar, in de begeving van eenig ambt, alleen kunde en braafheid wordt gevorderd, welke het eigendom kunnen zijn van alle Burgers. Zoo ook, moet de Overheid zorgen, dat geene Kerk in haare Verklaaringen of Belijdenisfen zich zelve zoo zeer vergete, dac zij eenen anderen Burger, die van haare gevoelens verfchilt, buiten den hemel fluit; of in andere woorden: het ftaat geen Burger vrij, te beweeren , dat de waarheid, welke naar de godzaligheid is, alleen bij hem, of bij zijne Kerk, te vinden is, omdat zulks eene zaak is, welke tot het geweten van ieder afzonderlijk Mensch behoort, waarover dus geen rechter op aarde beftaat, en waarvan een ieder dat gebruik kan en moet maaken , als hij in gemoede overruigd is: eene zaak, waarin de aangenomen leer van Gelijkheid, Vrijheid en Broederfchap wil, dat de een nimmer zal heerfchen over het geweten van den ander, en de beflisfing van zaken, welke hier door geen' rechter kunnen afgedaan worden, alleen aan God worde evergelaten, Wij hebben dit, bij deze gelegenheid,  *;8 De REPUBLIKEIN. ten gevalle van den Burger C. R., wel willen aanmerken, om daardoor, is het mogelijk, uit den weg te ruimen de zwaarigheden van veele eenvoudige Menfchen, die van oordeel zijn, dat juist de tegenwoor. dige hervorming van ons Staatswezen nadeelig zou zijn voor de godsdienftige vrijheid : een gevoelen » hetwelk nijdige Geestlijken niet nalaten onder de Gemeente te verfpreiden , doch 't welk echter weinig redenen behoeft, om zijne valschheid aan den dag te leggen, daar het zelfs zeer duidliik uit het ftelfel van vrijheid is afteleiden, dat de benaaming van godsdienftige vrijheid in de burgerlijke volftrektlijk ligt opgefloten , zoo dat de eene buiten de andere niet kan gedacht worden. Te Amflerdam, bij M. Schalekamp, in de Warmoesjiraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den ! ries, Pols en van Santen. Dordt Blusfé en Zoon. 's Hage Leeuwenfteijn en Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, C. Plaat en Wed. van Brusfel. " Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Mojkman en Comp. Hoorn J.Ereebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G T. van Paddenburg en Zoon , en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg ^ Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek , bij de voornaamfte Boekverkopers wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd i li Stuiv.  D Ë REPUBLIKEIN. N°. 23* Onze Vrijheid is bevestigd door een Verbond, hetwelk naar de belangen der twee Volken bereekend is, en welks daarftellmg, zonder eenige vreemde tusfchenkomst, van Gouvernement tot Gouvernement, het verheven kenmerk van Broederfchap heeft gedragen, waarbij de Alliantien der Koningen zoo koud zijn. Dat Volk is onze Bondgenoot gewerden, hetwelk immer getoond heeft, dit Gemeenebest te beminnen. Proclamatie der Provisioneele Representanten van het volk van Holland van i Junij 1795- Onder de gefprekken van den dag, blijft de gefloten" Alliantie met Frankrijk het gemeenzaamfle. Nog zeer veelen onzer Landgenoten — en zij vooral, die aart de zaak der Vrijheid geenszins een geheel goed hart toedragen — böfcheuwen den toeftand van ons Land bij dit verbond als hoogst vernederend en zorglijk. Met nadruk tellen zij de bedongen millioenen ; met Wrevel befchimpen zij de overgave van plaatfen; toef? gemich fchreeuwen zij van de onderwerping, waarmede" onze Republiek den voet haares Overwinnaars moet kusfen ; met een inwendig genoegen baauwen zij dc woorden na, welken Engeland's gezagvoerer, Püt, over de afhangÜjke onafhanglijkhcid van onzen Staat geuit heeft, en voorfpellen met zekerheid den ondergang dezes Lands, uit hoofde des vernietigden Stadhouderfchaps. De voorgevens der zoodanigen tegentegaan en te wederleggen, 'is waarlijk een arbeid, des te verdienftelijker , naar maate zich de Ariftocraat, tegenwoordig, onder allerlei gedaanten meer vermomt, om Zijne helfche Staatkunde met zekerheid te vestigen* 7eer gaarn plaatzen wij daarom de volgende aanmerkingen van één onzer geachte Correspondenten, welke ons de Staatkundige uitzichten , zoo van onzen Staat, als van andere Landen, zoodanig openen, dat zij rechtftreeks dienen ter wederleggings der zoo evdrl gemelde drogredenen. ^ ^  Ho De REPUBLIKEIN. tja**?™**?0'! een 00Senb,!k onderftetlen, dat onze toeftand indedaad vernederend is; dan mogen wij na- &k 6 volge",deoVrTaag doen: Verdienln wij als Nate, een beter lot? Ja, hebben wij, in evenredig- in rnfl^l gSdïiS' /ederd de AnWikaanfche onlul If™ ^.ert,oe Sponden, geene reden, om op ons te. .gem,oordig lot te roemen? Hoe heeft het meerder gedeelte onzer Natie zich in all' dien tijd gedragen? Als wezens, die geen Vaderland hebben die gein gevoel van waarheid of deugd bezitten, die door weelde onïPf>nWHnn gewo,defn zi'in om zich te verheffen, en al- krfnrlpr^ ^ T h[jgM e" hs& P^tijfchap ch fnffPr wgÊf W°rdenV Zij'n wiJ' ^ardoor, wat ons Sn nr l V°°r FrankriJk> ™ den loop van zij- neen FngwT /"S 'a glW'lchtiZ ? Imme's neen. En wat doen de Franken echter nog? Zij ftel- Im o°n< E mo°gIijkheid' J'a in de noodzaaklijkheid, h!oPd L % e^-efeD' °m te t00nen' of waarlijk het bloed van de Stichters onzer Republiek nog door onze wii N 'w°fr h" V,°°rig Gouvernement flierecht zfen l 1 Cn WiJ W3kker' en a,s wiJ' ecrst ee^ ftaan SSLTt" ^tegenwoordige behoeften be- ^^jsstas.n zoeken en vinden'om Het gevoel onzer verarming door hetgeen wij aan ' Fmrcinj* en aan onze eigen kasfen zullen moeten op" ^SPSk^^i VdiiSheid ^^innen en verdedl ging tegen Engeland genieten, zal ons onze behoeften 'grondig ieeren kennen. Wij zullen zien, dat vH?ÏÏ fpaarzaamheid hoofdvereischten geworden zijn. Wj zullen bezig, drok bezig worden, en wij zullen zul n.gheid leeren oefFenèn. Door deze deugdenStó in ons Land bevoorens groot geworden. Door de ve waarloozing daarvan worden wij kleen, verachten* Door eene vernieuwde beoefening dier deugden S nen wij weder van eenig belang voor ander! Volken Z H^gr°0t' misrchie" groter, dan immer, wol' f lu Het Gouvernement, dat wij zederd i<8i gehad ïs S;>heeft °nS aIIe£n 200 veel grootheidbezfrgd, als nodig was, om ons, tot 1648 toe, met luister tegen Spanje te kunnen verdedigen Na dien tijd, hebben de volgende Gouvernementen tot onze tegenwoordige omwenteling; toeT on flechti zoo veel grootheid laten bewaaren, als toü-nftandhou tïL T r?itieke bdangen omtrendSS Z — ^ ani.uuuuen onzer öpaanlche kluisters vaa  De REPUBLIKEIN. 241 «Fan binnen vrij geweest. Nimmer is onze Nationaale induftrie zederd dien tijd aan zich zelve overgelaten geweest, omdat wij nimmer vrijheid van fchrijven, nimmer eenen behoorlijken invloed op de aanftelling onzer Vertegenwoordigers hadden. Laten wij nu eens zien, v/at onze Natie zal kunnen en zal willen doen. —> Maar: „ de Franfchen hebben ons in de onmoog,, lijkheid gefteid, om ons te kunnen verheffen." Ons of- en defenfief verbond tegen allen houdt op met den Oorlog, behalve tegen Engeland, welk laatfte mij, althands in de eerfte Jaaren na den Vrede, tot herftel. ling van onze welvaart nodig voorkoomt. De kring van ons Land wordt kleener , dus met minder manfchap en kosten te verdedigen , en onze Handel en Scheepvaart zullen door eene genoegzaame Zeemacht befcherming kunnen genieten. ,, Ons lot zal echter, vooral in het eerst, geheel ,, van Frankrijk, afhangen. Zijne binnenlandfche twis- ten, zijne buiténlandfche oorlogen zullen ons kun- nen verdelgen." Zeer wel. Maar ook zijne binnenlandfche herftelling, zijne buiténlandfche vrede, zullen tot onze verheffing, tot onze grootheid kunnen medewerken. Of de Franfche Republiek gaat binnen kort te grond , en dan is ons Land ook geheel weg. Want, zo 'er een Koning benoemd wordt, komt hij'er door Engeland, en dan krijgen wij hier weder het voq. rig Gouvernement, (*) dat zamenweeffel van bijgeloof, heerschzucht en zwakheid, hetgeen nooit meer in ons Land het algemeen vertrouwen kan krijgen, en dus nooit meer in ftaat is, de Natie te kunnen verheffen. Of de Franfche Republiek beteugelt de binnenlandfche, zoo v/el als de buiténlandfche, vijanden, en koomt als uit de puinhoopen met vernieuwden luister ten (*) Het oordeel der Staatkur.iiaen over deze (telling, is mee reden zeer verfcbiHende. De Repuiliitin altiiands verltlasn; zich eeeoszins vreemd van het gevoelen van liun. die beweerèn dat zelfs een heift-ld Koningfcbap in Frankrijk geenen na. deelisen invloed op ons tegenwoordig zamenftel vsn Staatkunde beuhen zal. Immers, al flaagt Het Engelsen Minifteiie ib Zijue. onophtmdüjke poogingen tot die wederinvoering vau het Monarchaal gezag, 'er zal toch in Frankrijk geen Monarch geduld worden, dan die nog meer, nog veel meer beperkt is aan de Conftiwtie en aan een Minifterie, dan de Koning van £ngetane\ Zoodanig Koning en Minilterie, nu, indien zij niet geheel cotn ziin, zullen nimmer kunnen gedoogen , dat ons Ntderland , voor Frankrijk 200 onontbeerlijk, ann eenen Stadhouder onderwor. pen zij, die het op nieuw, op de wenken van hagtland en truUJ'cn zou doen vliegen. Ee a  S4* De REPUBLIKEIN. tam voorfchijn. Door de noodzaaklijkheid van zelftverdediging tot de gruuwelijkfte uiterften gedreven, en te midden van zulk eene verbaazcnd moeilijke zelfsyerdediging door allerlei binnenlandfche oproeren als ijlhoofdig geworden, gevoelen de Franfchen niet, dat Hunne zelfs verdediging minder noodzaaklijk wordt minder kracht zal vereifchen, en dat dc binnenlandfche btaatslisten nu ook krachteloozer worden, of hunne iilhoofdigheid vermindert ook. De Jakobijnen, die dommekrachten hunner redding, verliezen daaglite meer en meer hunnen invloed; en bedaardheid, (zoo veel het Franfche Temperament veelen kan) wordt de orde van den dag. Toskanen fluit de neutraliteit met tmn. 1 misjen maakt eenen roemrijken vrede met hun. Meden erkent hen. Alle de anderen zoeken onderhandcungen met, hun. De Vendêe vereenigt zich met hun. /.tj heritellen daaglijks , zoo veel mooglijk , de onrechtvaardigheden van het fchrikbewind, en de meerderheid der Conventie neemt , bij voordduuring, ïchratiderer en minder ondeugdzaame maatregelen terwijl het Volk over het algemeen gehoorzaamer aan de Wetten wordt, en de leiding volgt van hun, die hst midden kiezen tusfchen het Roijalismus en het Terronsmus. ,, Ja maar 'er is nog geen vast Gouvernement. De ..Conftitutie is nog niet in werking!" _ 't Is zoo. Maar alles bereidt zich tot een vast Gouvernement, en Amerika m het bijzonder Pruis/en, hebben'er het hoogst belang bij , dat 'er een vast Gouvernement koomt %f moge nog vrij wat tegen geworfteld worden : maar ik geloof toch, dat het'er koomen zal, omdat alle verftandige Ingezetenen van Frankrijk 'er nu toe durven, en voor hun eigenbelang 'er nu toe wel- zullen willen medewerken. Zo Frankrijk geen vast Gouvernement nog in dit Jaar aanneemt, wordt het, mijns inziens, zeer zeker geen hair minder ellendig, dan Poolen. De Franfchen zijn niet geldzuchtig. Indien zij hunne Asügnaaten aan het Vaderland durven opofferen , zijn zij waarfchijnlijk eéne hunner tegenwoordige grootfte zwarigheden geheel te boven. De hoop op de toekomende inwisfeling van dezelven is bij hun eene bron van de grootfte verdeeldheden. Hij, die hun cieze hoop als een pooging tot iet onmoogeliiks kan doen befchouwen , die hun weet te beduiden , clat zij adeen , door deze hoop geheel optegeven, in figt vervolg, als Natie, groot en gelukkig kunnen Wprden, kaq t)iin herftel waarfchijnlijk volkoomen maa-  De REPUBLIKEIN. 243 maaken, kan hen tot vlijt, tot fpaarzaamheid, reet één woord tot Republikeinfche deugd , en alzoo tot Republikeinsch geluk opvoeren. — „Maar zij hadden beloofd, hunne grenzen met ,, uittebreiden, geene Conquesten te maaken." — Zij hebben dit verklaard, maar niet beloofd. Ten minften ik weet niet aan wien. — „tZij dachten 'er evenwel s, teen zoo over." Haaden de met hun oorlo¬ gende Gouvernementen deze verklaar ing aangenomen, en ze alzoo tot eene belofte gemaakt; had men toen enkel defenfief gaan handelen , en Traftaaten van Neutraliteit of Vrede, waarin van geen huis \n.n Bourbon gemeld wierd, met hun in ernst willen aangaan, dan waren denkelijk noch de Oostenrijkfche Nederlanden, noch wij, noch eenig ander Land, door hun geconquesteerd geworden. NÜ heeft men niet verkozen, die verklaaring aantenemen en 'er naar te handelen, en het gevolg was, dat zij zederd door de offenfive handelwijs der Geallieerden tot de uitputting hunner krachten genoopt, bij vermeerderd oorlogsgeluk en hoop op fchaavergoeding voor de rampen, hun zederd die verklaaring door de Geallieerden berokkend, van hunne voormaalige verklaaring zijn afgegaan, om het voordeel der aeconquesteerdc landen te doen dienen tot het middel, om hun Land weder in dien ftaat van welvaart te kunnen brengen, waarin het geweest was, toen vreemde Machten Frankrijk aanvielen , en deszelfs recht , om van binnen zijne eigen regeering naar zijn genoegen interichten, tegen de overheerfching van anderen bij vervolg genoegzaam te kunnen beveiligen. Dat zij echter°gcen verder plan van verovering hebben , blijkt en uit den Vrede met Fruisfen, en uit de fchikkingeu met ons, en uit hunne bereidwilligheid tot onderhandeling met hunne overige vijanden. —— ,. Maar de eer van ons Vaderland is verdwenen , en die is nooit weder te herftellen?" De eer van ons Vaderland, en dus van eik Nederlander, is daarin geleeen, dat wij, als Volk, deugdzaam zijn omtrend elkander en omtrend alle Volken, met welken wij in betrekking ftaan. Maar, hebben wij waarlijk deze eer zederd 1581 genoten? Van dat oogenblik af, hebben wij in ons Land, ali' wat Roomsch en Joodsch was, onderdrukt, en zederd 1619 ook alle onze andere Medeburgers , die met de Leer der Dordrechtfche Sijnode niet inftemden, in zeer veele opzichten benadeeld, ja dikwijls vervolgd. En hoe hebben wij ons omtrend andere Volken gedragen? Of wij hebben hen zelt getijiannifeerd, gelijk Raijnal omtrend onze bezittingen Ee 3 W  *4* De REPUBLIKEIN. fn Oost-en Westmdièn duidelijk aangetoond heeft; of wif hebben met andere Mogendheden, naar maate van onze verbindtemsfen, zamengefpannen, om ten hunnen koste rijker en machtiger te worden; of wij hebben, vooral zederd 1780, toen wij door weelde recht verzwakt waren geworden, voor andere Volken beginnen te kruipen, en hen getoond, dat wij, als Menfchen en Burgers, onze waarde niet meer gevoelden, terwijl' toch uit het gevoel dier waarde alle deugd alleen voordvloeit. Wat is dus de eer, welke wij zederd i<8i genoten, anders dan fchijn, dan valfche grootheid, dan fchande? Voeg hierbij, dat wij, zederd i58r, alle eigen waapenoeftemng, het voornaamfte middel ter befcherming van ons en onze Medeburgers, tegen binnen- en buitenlandsch geweld, verwaarloosd en onze onaf hanghjkheid aan de genade van ftaande legers (veelal uit Vreemdelingen beftaande, en meer en meer voor zoo ver 'er Landgenoten in dienden , van allen burgerlijke invloed op het Gouvernement verwijderd) toevertrouwd hebben. Ook op die wijze hebben wij dus lang omtrend een verdienftelijk gedeelte onzer Landgenoten gehandeld, en hen tot'blinde werktuigen van heerschzuchtige Opperbevelhebbers helpen maaken. Is dit een bewijs onzer deugd, onzer waare eer? Of liever, is het een bewijs, dat wij de eer van ons Vaderland niet gekend, en dus ook niet genoten hebben? Nog meer. Wij hebben , zederd 1581, allengskens afgezien van allen invloed op Stedelijke en daardoor op Landsregeeringen, hoe zeer ons, bij zoo veele Handvesten en andere publieke Charters, wettig toegekend, en ons dan aan dit, dan aan dat foort van O verheidsjuk tot hiertoe gereedelijk onderworpen. Is dit deugd, is dit eer, dat wij ons, meer dan twee eeuwen, hebben ïaten blindhokken? dat onze Vroedfchappen, Staaten, Stadhouders, ons de waare ftaat onzer Landszaken, en onze daarop gegronde burgerlijke belangen, ftraffeloos hebben Juinnen verdonkeren? Is dit deugd, is dit eer dat wij ons geld buiten 's Lands geplaatst, en daardoor onze binnenlandfche Fabrieken, Handel, Scheepvaart, en wat dies meer is, aan het kwijnen gebragt, en zoo teffens ook onze zeden verbasterd hebben? De waare eer heeft dus, in ons Vaderland, federdi58r, haaren zetel niet gevestigd. Zij kan dus ook nu niet verdwenen zijn. Zij kan nu eerst zich in ons Land nederzetten. Indien wij, Nederlanders, willen, kunnen wij ons nu eerst recht eerwaardig maaken. Wanneer wij seenen heerfchenden Godsdienst meer hebben; wanneer wij zeiven onze Vertegenwoordigers aanftellen; wan, ne.er  De REPUBLIKEIN- 24? neer wij de vrijheid der drukpers handhaven; wanneer ons Leger en onze Zeemacht meestal uit Burgers beftaat, die in het Veld grooter, en buiten het Veld gelijke , voorrechten met andere Ingezetenen hebben; wanneer wij, na het eindigen van dezen Oorlog, eene Staatkundige onzijdigheid omtrend alle Landen aannemen, en Engeland door den Vrede met Frankrijk, in dien ftaat geraakt, dat het zijne geduchtheid voor ons verliest, en dus de nood verdwijnt, om van dien kant, door onze altijdduurende of- en defenfive Alliantie met Frankrijk tegen hen in groote ongelegenheid geftort te worden, dan, dan eerst kunnen wij op genot van ware eer denken: dan, dan eerst kan ons Vaderland den roem der deugd —- en ik ken geen' anderen roem — met waarheid genieten. ,, Maar , het is eene onmooglijkheid , Engeland t© vernederen, Engeland tot billijke Vredesvoorwaarden te dwingen, en die bij vervolg te handhaven." —• De Franfchen zijn in ftaat geweest, aan de geheele Coalitie tegenftand te bieden , die uit elkander te drijven, ja één' van de machtigfte Leden derzeive, PruisJen, den Vrede te doen vragen. Toen zij ditdeeden, hadden zij alle mooglijke binnenlandfche onlusten, en nergends , buiten Amerika, Vrienden of Bondgenooten. Nu zijn zij, door de Inwooners der veroverde Landen , door het Bondgenootfchap met ons, en bijzonderlijk door den Vrede met Pruisjen, verfterkt, en hunne inwendige onlusten verminderen van dag tot dag. Het Duitjcke Rijk is alle zijne kracht kwijt, en zal, ten minften gedeeltelijk, ook binnen kort Vrede met Frankrijk maaken. Spanje kan het ook niet lang meer uithouden. Portugal is reeds onzijdig, althands omtrend ons, geworden. Sardiniën, de Keizer, en Napels, zijn zoo verzwakt, dat zij ook weldra zullen moeten buigen. De andere Europeaanfche Staaten verkiezen niets ten voordeele van Engeland te doen ; zommigen zelfs -«verken zeer tegen de belangen van Engeland, gelijk bij voorbeeld Zwitzerland , Zweden, Genua, Venctiën. Zal Engeland dan nu, nu alleen, alle de macht van Frankrijk kunnen wederftaan? Ik geloof het niet. — ,, Ja, maar zij zullen met Rusland een of-en defenfive ',, Alliantie fluiten." — Het zij zoo. De Franfchen, fchijnen dit te verwachten, en zijn 'er niet bevreesd voor. Moeten wij 'er dan bevreesd voor zijn ? Daarenboven; Turkijën zal dan waarfchijnlijk eene diverfie aan den eenen kant, en Pruisjen en Zweden aan de andere zijde ten voordeele van Frankrijk maaken. De Enjelfchen mistrouwen de Keizerin, van Rusland, omdat  246 De REPUBLIKEIN. zij , ten koste van Engeland, zich tot eene Zeemogendheid verheft, en Rusland zal zich niet voor Engeland willen uitputten, omdat het door den val van Engeland groot kan worden. De Keizerin gaat ook op haare laatfte dagen. Jndien zij fterft, is zulk een uitgeftrekt Rijk moeilijk door één hoofd, zonder binncnJanafche wanorde , of buitenlandfchen kabinets - invloed, te beftuuren, en kan dus ligtlijk een groot gedeelte Iran die veerkracht misfen, welke deszelfs Alliantie thands voor Engeland zoo wenfchelijk maakt. Zal het ook, bij eene verdere'doorzetting Van den Oorlog, zonder merkelijke overwinningen op de Franfchen, welke, immers door mij, niet te voorzien zijn, in Engeland zelf lang rustig blijven ? De Engelfche Koophandel lijdt geweldig. De Engelfche Fabrieken kwijnen hoe langer zoo meer. Wat zijn volle Magazijnen zonder debiet; wat is Koophandel zonder omloop van penningen? Ook de Engelfche Scheepvaart ondergaat fchaaden, zwaare fchaaden, en naar maate de Zeemacht van Frankrijk toeneemt, zullen deze febaaden aanmerklijker worden. Zullen de Engelfchen , bij daaghjks verhoogde belastingen tot fchraaging Van. hun onverzethjk Gouvernement, altiid even geduldig blijven, in weerwil van alle nadeelige vooruitzichten voor hun Land even geduldig blijven? Engeland verliest zederd eenigen tijd fteeds , en frankrijk wint fteeds. Dit moet een' verftandig' Brit neêrflachtigheid, een' verftandig' Franschman moed inboezemen. Bij de minfte verdeeldheid tusfchen de Britfche en Rusfifche Kabinetten , welke tusfchen jaloerfche Alleenheerfchers ligtlijk te verwachten , en indien zij toevallig plaats grijpt, nog ligter aanteftooken is, ligt de thands nog overige kracht van Engeland grootendeels gebroken. Frankrijk, integendeel, heeft geene jaloerfche Geallieerden; — want wij zijn te gering om nog jaloersch op Framnjk te wezen. En misfchien, zo Frankrijk teveel van Engeland en Rusland lijden mogt. misfchien zeg ik* fchiet dan eindelijk Amerika ook nog tot daadelijkehulp van Frankrijk toe, — Amerika, dat, indien de Engelfche en Rusfifche dwinglandij in Europa zegeviert, gewis nog eens eindlijk de vernedering zou moeten boeten, waartoe het Engeland bevoorens genoodzaakt heeft. De Engelfchen, met Rusland vereenigd, zullen het dus op den düur even min tegen Frankrijk kunnen uithouden, als zij het, met het gantfche lichaam der Coalitie, en dus ook indedaad, (fchoon minder zichtbaar en krachtig) met Rusland vereenigd, tegen dat Volk tot hiertoe hebben kunnen doen.  e ë B.ËPUBLIKËI n°. 29. fout ce qu'on peut attendre du plus iendre tniérêt nu bonheur public, tont ce qu'on peut demander aux Reprefe?}tants legitimes du Pcitple, c'est l'ouvrage de 1'AsJembléé Nationale; c'est qu'on dolt efpérer defesfentimens. T u R e- o T. ' Aanmerkingen op het Plan van Oproeping dei Burgers van Nederland , tot het vormer! eener algemeene' Vertegenwoordigende Vergadering, ingeleverd door het Committé totde Algemeene zaken van het Bondgenootfchap tc Lande. S^oo zeer wij ons, met alle rechtfchapene beminrmen der Vrijheid, verheugen over de werkzaamheden tot vestiging eener betere Staats-örde, zoo aangenaam was ons bovenal de verfchijning van het Plan van Oproeping des Nederlandjchen Volks tot het vormen eener algemeene Vergadering, in het laatst der afgelopen Maand Mdij door het Committé van het Boni. lenootfchab te Land bij de H. H/Staaten Generaal ingeleverd 'Meer dan eenmaal , hebben wij in onze} Vertooeen, de noodzaaklijkheid der fpoedige bijeenkomst van zoodanige Algemeene Vergadering aangewe-zen en wel zoo fterk aangedrongen, dat wij ons van'de toeftemming onzer Lezeren verzekerd houden* en niet kunnen afzijn, openlijk onzen dank te betuigen aan die kundige Vaderlanders, die deze moeilijke taak ondernomen, en ons hun Ontwerp thands hebben medegedeeld. Dan, hoe zeer wij hunneri üver en kunde roemen, fchroomen wij geenszins te Verklaaren, dat ons, onder deszelfs lezing, eenige aanmerkingen zijn voorgekomen, *e]^f"J^* met de vrijmoedigheid van eenen echten Republikein, ïnder het oog brengen daar wij gebrmk maak^  H* De REPUBLIKEIN. van dat oordeel, het welk eiken vrijen Burger tbffKörnt en waaraan ook .zij, Gecommitteerden, hun rJan hebben onderworpen. « u00'^' hadden wij weI Sewenscht, dat het gemelde Committé, bij wijze van Inleiding, zijne gedachten had te kennen gegeven over den eigenlijken aard dier Algemeene Vergadering {Nationale Conventie), tot welker vorming de Oproeping des Volks dienen Vl} eTlëe uitdruklijke Hellingen blijkt zeer fluidhjk, dat daar mede bedoeld wordt eene Vergadering, welke zijn zal uiterlijk voor één jaar {A>t. n.O gemachtigd ■ om te ontwerpen de Conjtittitie des Nederlandjehen Volks, en dezelve, goedgekeurd zijnde, daartcftelen {Art. 58 en nö.) Uit dit oogpunt alleen befchouwd, zou het fchijnen, als of die Vergadert!» met meer ware, dan een Committé van Conftitutie, gefchikt om den arbeid te verligten dier Collegiën, welken thands reeds voor handen zijn, en wier drokke bezigheden naauwlijks toelaten het gemis van zommigen hunner Leden, om aan dit zeer eewichti" werk alleen te arbeiden. Ware dir zoo, dan zou zoodanige Commisfie met minder omflag gekozen • ja daar de beflisfing van haaren arbeid van de ftem des' Volks afnangt, zou zij door de tegenwoordige Remaken tanten der Provinciën, in naam des Volks kunnen gekozen en gemachtigd worden : men zou haar eene plaatslijke zitting aanwijzen, en den afloop haarer zitting kunnen bepaalen tot 6 maanden terwijl die tijd, indien zij flechts niet uit een al té groot aantal van Leden beftond, lang genoeg is, om eene Conftitutie te' ontwerpen, welke voor het grootst gedeelte eene navolging der Franfche moet zijn van 1793. v Maar, uit andere Artikelen, daarentegen, bijzon, derhjk Art. 114 alwaar gefproken wordt van tijdlifke Regeering, voords uit Art. 69 tot 76, en vooral uit Art. 85, alwaar de verandwoordlijkheid van alle uitvoerende Macht aan gemelde Algemeene Vergadering met ronde woorden verklaard wordt, moeten wij haar befchouwen, als het waare lichaam van Volksvertegenwoordiging, waarbij de wetgevende en uitvoerende macht berust, en het welk, om deze volle oppermacht te kunnen uitoefenen, ook daarom door liet Volk zelf zal moeten gekozen worden. In dit opzicht, derhalve, fchijnt de bedoelde Vergadering een  De REPUBLIKEIN. 249 «en einde te maaken aan all' het provifioneel Bewind, het geen thands plaats heeft, met betrekking tot het geheele Bondgenootfchap. Zij fchijnt alsdan te zullen vervangen dat Coilegie onzer voormaalige zoogenoemde Unie, 't geen nog beilaat onder den gedrochtlijken naam van Hoog Mog. Hoeren Scaaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Met haar, zal de wettige Regeering eenen aanvang nemen, terwijl die wettige Regeering eerst , geduurende haare zitting van één jaar, het ontwerp eener Conftitutie zal aan de hand geven. Dan, is dit in der waarheid iet anders, dan het eene provifioneele met het andere te verwisfelen? Welk gezag kan eene Natie verleenen aan eene, haar vertegenwoordigende, Vergadering, zonder dat 'er vooraf wetten beraamd zijn, waarnaar het Volk wil, dat dezelve zich richten zal? Deze ftrijdigheid in den inwendigen aard eener Souveraina repiefentative Vergadering fchijnt den Republikein toe, zoo ongerijmd te zijn, dat hij voor zich zelf eene nadere inlichting verlangt, alvoorens zijne goedkeuring, als Nederlandsch Burger, daartoe te kunnen geven. Deze zwaarigheid wordt nog grooter, wanneer wij, uit Art. 8r moeten befluiten, dat de provinciale Vertegen woord iging der Natie, geduurende dat jaar, nog op dezelfde wijze zal voordduuren; dat dus de zeven Souverainiteiten van Nederland, onveranderlijk, haare oude form zullen blijven behouden; dat 'er dus wederom aan de list en het verraad van buiten, aan de oude ariftocratie en de tweedracht van binnen, een nieuwe tijd verleend wordt, om haar zaad in renen vruchtbaaren akker te werpen, en alzoo het beste oogmerk van oprechte Vaderlanders of geheel te veriede'en, of ten minften niet te doen bereiken, zonder onrustige beweringen , die welligt dezelfde tooneelen zouden kunnen veroorzaken, als in Frankrjk hebben plaats gehad, alleen door het uitftel van de aanvaarding der Conftitiuie. Immers, wat kan gevaarlijker zijn, dan eene Vergadering, welke, uit kracht haarer aanftelling, bezit en uitoefent alle de macht van een Souverain Volk, zonder dat zij bepaald is aan eene gewettigde form van Beftuur, op een tijd, dat nog zeven andere lichaamen van Regeering, op dcnzclfden grond, zich eene Souverair.3 Biacht kunnen aanmaatigen , ja zelfs daadlijk be^ic, L'f as tentf  fcjö Öe REPUBLIKEIN. ten? Bij Art. 80, 81 en 8a, 't is waar, fchijnt togen dat gevaar gezorgd te worden. Volgends dezelven^ zal het eene huishouden zich niet mogen mengen m het andere, en geen Lid zal twee onderfcbeiriene hchaamen mogen beheeren: maar, waar zijn in dit Ontwerp de behoorlijke grenfen aangewezen, binnen dewelken zich een ieder beperken moet? Dezelfde ondervinding, Welke ons, zederd meer dan 200 jaaren, geleerd heeft, dat het Coilegie der Staaten Beneraat bij beurte gebecrscht heeft over de Souveraine Provinciën, of wederom tot een onding geworden is, en dat de eene Provincie maar al te dikwerf indracht heeft gemaakt op de onafhanglijkheid der andere; deze ondervinding kan ons nimmer te Ipoedig doen arbeiden, om aan aiP dat provifionee' le, zoo ais onze yoormaalige zoogenoemde Conftitutie indedaad geweest is, een einde te maaken, en het gebouw onzer waare Vrijheid optetrekken, niet op den grondflag eener Vergadering, welker gezag, hoe wettig, zou kunnen gedwarsboomd en verminkt worden, maar op eene Conftitutie, door het Volk gevestigd, naar welke zich elke Vergadering, hoe groot of kleeh, onveranderlijk richten moet. Eindelijk, indien de bedoelde Algemeene Vergadering, volgends onze voorgaande aanmerkingen, ftrekkerj moet, om liec Coilegie der Staaten Generaal wettiglijk te vervangen , dan zou daaruit noodwendig meeter» volgen het ontflag van het laatstgenoemd Coilegie : want het kan nimmer het oogmerk der Zamenftellers van het Ontwerp geweest zijn, om twee Iichaamen van gelijken aard, tot een zoo aanmerklijk bezwaar van den Lande, ten gelijken tijde te doen aanwezig zijn. B11 het lezen van Art. 66, hebben wij ook in twijfel gedaan, of zulks niet de meening ware Dan bijna, dere overweging bevindende, dat aldaar gefproken wordt van het perfooniijk vertrekken der Commisfie tot ppemng der Vergadering (Art. 63.), fchijnt het ons toe, dat dit genoemd Ontflag met ronde woorden had moe* ten uitgedrukt worden, gelijk mede het Ontflag van het Committé des Bondgenootfchaps, waarvan dit Ontwerp grKotoltig is, en 't welk zal moeren gereekend worden |edefungeerd te hebben, zoodra een lichaam beftaat, tietgeen de gantfche Natie vertegenwoordigt. a Ff 'I' i",Sev'°'ga dezer gemaakte aanmerkingen , m 4§ Republikein, behoudends een beter oordeel, vair .  De REPUBLIKEIN. 251 «dachten zou ziin , dat wel eene Veytegenwordigev.de Vergadering des Bataaffchen Volks — want deze Hollandfche naam zal beter voegen, dan een vreemde titel, aan een Volk, dat zich zijne taal niet behoeft te fchaan,en — konde gevormd worden naar het ontwerp van gemelde Committé; dat wel die Vergadering, door het Volk aangefteld, deszelfs fouveraine macht in zich ■konde en moest vereenigen; maar dat tevens, met haar aanwezen, alle reprefentative oppermacht, hetzij van Provinciën, of Generaliteit, met alle derzelver Committé's, behoorde optehouden, ten einde alle verwarringen te verhoeden, en eindelijk, dat het ontwerpen eerier Conftitutie zeer wel het werk konde en behoorde te zijn van een zoortgelijk ofwel dit zelfde Committé, >t welk dit Ontwerp heeft aan de hand gegeven, opdat de voorgemelde Vergadering een zeker richtfnoer mogt hebben, waarnaar zij zich had te gedragen, zonder tot verregaande uitsrften te kunnen vervallen, of in tweeftnjd te komen met andere in wezen zijnde Lichaamep van rea-eering. De Republikein is altijd van begrip geweest,0 en, blijft nog daarin volharden, zoolang hij niet van dwaaling overtuigd wordt, dat het hoogst be, lan^ de fterkfte fteun onzer aanvanglijke, en, zo net ons ernst is, voordduurende vrije Conftitutie, moet *ifi de eenheid en ondeelbaarheid onzer Republiek : maar hij is te gelijk van oordeel, dat, om dit fundament wel te leggen in eene vertegenwoordigende , naar goede regels en wetten ingerichtte, Vergadering, welke haar zal handhaven , de voorbereidende werking daartoe moet gefchieden door de Provinciën zeiven, of haare Reprefentanten, gerngfteund door de weldenken» de Natie; dat dezen voornaamlijk behooren te zorgen voor het in orde brengen haarer Finantiën , in dier voege, dat de Staats-inkomften, uitgaven en fchulden van alle Provinciën, te zamen genomen, onder ééne eenvoudige en regelmaatige beheering zullen kunnen gebvacht worden. Wordt dit hoofddoelwit uit het oog verleoren, dan is de eenheid eener Republiek, welke uit zoo verfchillende gewesten beftaat, waarin dikwert geheel ftrijdige belangen plaats hebben , niet meer, dan éen woorden-fpel, eene loutere hersfenfehim. Wordt het daarentegen bewaard, gelijk de Republikein oordeelt, dat het heiliglijk behoort bewaard te worden, dan moet ook alle fouverainiteit van een gedeelte, waarmede ffién zoo vaak gefcheimd heeft, en nog helaas! in den F f 3 saiif  De REPUBLIKEIN. aanvang onzer Staatkundige hervorming bliift fchermeri, zwichten voor die des geheelen Volks, wettiglijk ver egeiiwoordigd. Dan moet het binnenlandschVe«uur door Departementen, Districten en Bannen , afgedeeld, zoo veel mooglijk vereenvoudigd, langs dien weg een aantal van nutloze collegiën en ambten afgefchaft en alzoo de zekerite form daargefteld worden, zoo wel om de algemeene lasten te verminderen , en dus de mduftrie te bevorderen , als om de mooglijkheii eener tegen-omwenteling te verhinderen. Naar het oordeel van den Republikein, derhalve behoorde er, in het bewuste Ontwerp, met ronde woorden te zi n uitgedrukt de vernietiging van alle reprefentative Lichaamen van Regeering, welken thands noz voor handen zijn, en welken hunne pap'eren, reekeningen, ftaat en inventaris, behoorlijk in orde en geverifieerd, moesten overdragen aan de Algemeene Vergadering, zoodra zij wettiglijk beftond. En, daar zelfs de wijze van Oproeping , in het Ontwerp, om haare ruwheid, niet.algemeen begrepen wordt, behoorde net terjte Hoofd/tuk, betreffende de verdeeling des Volks tntdruklijk tegewaagen van alle die ondergefchikte formen van Vertegenwoordiging , als 'er in het vervolg zeer zeker zullen moeten plaats hebben , beginnende met de eenvoudigften (bij voorbeeld de Wijken of Buurten ,) en klimmende alzoo op tot de meer zaamgeftelde lichaamen van Volks - vereeniging, en eindelijk tot de Algemeene Vergadering, welker vorming het hoofddoel was van dat Ontwerp. Deze algemeene form ontworpen, aan het Volk ter beöordeeling voorgefteld en eindelijk door de Volks-ftem zijnde daargefteld, konde men denzelfden regel volgen in de werkftelligirig van het Ontwerp, met te beginnen van de eenvoudigfle en te eindigen met de meest zaamgeftelde Volks-vergaderingen, derzelver vertegenwoordiging en beheèringterwijl de eindelijkevoltooijing, daarvan, met de reeds' volgenas voorgaande aanmerkingen, aangenomen Conftitutie, zou kunnen gefchieden door de Vertegenwoordigende Vergadering des Bataafjchen Volks, welke daarvan eene behoorlijke AEle, in naam des Volks, vervaardigen, en, ten profïjte van den Lande, zou kunnen in het licht geven. Dezen zijn de algemeene aanmerkingen , op het geheele beloop des bewusten Ontwerps, welken de RepuMkcm zich verplicht heeft geoordeeld alhier ter neder » te  De REPUBLIKEIN. 253 te (lellen. Nog andere bedenkingen doen zich op omtrend de bijzondere Artikelen, en wel vooral omtrend zoodanige punten, welken, zijns oordeels, met ftilzwijgen zijn voorbijgegaan, en die echter, om naderhand geene aanleiding tot allerlei onrust en verwarringen te geven, uitdruklijk hadden behooren aangeroerd te worden : als bij voorbeeld de bepaaling van de macht der Conventie tot het heffen van belastingen, hetnegotiëeren van benodigde geldfommen, welke niet kunnen gevonden worden, zonder al te drukkende toelagen des Volks, het maaken van vrede of oorlog, het veranderen der Conftitutie enz. Dan, om onze Lezers daarover, zoo wel als over het voorgaande, beter te doen oordeelen, hebben wij het best geraaden gevonden , het geheele Ontwerp, zoo als het d. or het Committé des Bondgenootfchaps is voorgedragen, alhier te laten volgen, en bij ieder Artikel zoodanige aanmerkingen te voegen, als ons onder het lezen zijn voorgekomen. EERSTE HOOFDSTUK. Van de verdeeling des Volks, en het oogmerk van dezelve. Art. 1. Het geheele Volk zal geteld worden. Waartoe deze telling , daar het eene gedeelte des Lands in volkrijkheid wint, of afneemt. De Franfche Conftitutie van 1793 ftclt zeer wijslijk, ten einde dit omflachtig en altijd onevenredig werk te vermijden, de benoeming van éénen Afgezondenen uit de bevolking van 39 tot 41 duizend zielen (Hoofdfl. VI. Art. III.), en even zoo in de Grondvergaderingen een openblijvend getal van 100, zoo als voor 301 tot 400 twee, voor 501 tot 600 drie Kiezers (Hoofdft. VII. Art. III.) 1. De tegenwoordige Volks - Reprefentanten in de zeven Provinciën, en het Landfchap Drenthe, elk in den haare, en het Committé tot de algemeene zaken van het Bondgenoot* fchap te Lande, in a'eGentraliteits-Landen, zullen deze op'telling doen ter uitvoer brengen. Dit Artikel volgends voorige aanmerking wegvallende , zou daarvoor, op eene andere plaats, kunnen gefield worden, dat aan de aldaar genoemde Collegiën werd aanbevolen het maaken van alle voorbereidende Schikkingen tot de voimimj eener Algemeene Vergadering 1  i§4 De REPUBLIKEIN; ring, nadat het plan daartoe vooraf door het geheele Volk ware goedgekeurd. 3. Dezelven zullen het Volk, zoo na doenlijk, in tien duizend verdeelen. De uitdrukking, 200 na doenlijk, toont reeds, dat dé haauwkeurige telling overtollig is. Men voege flechts t ter vermijding van kosten, de naast belendende Plaatfen , tot Diftrict of Departement, te zamen, zoodat Zij, nagenoeg, tien duizend Zielen bevatten. 4. Voor elk getal van tien duizend zal 'er één Vertegenwoordiger tot de Nationale Conventie worden benoemd. Volgends voorgaande aanmerking, ware het beter te (lellen: voor elk getal van negen duizend en vijfhonderd tot tien duizend. ' 5. Elk tien duizend zal in twintig deelen, ieder deel, zo ha doenlijk, vijf honderd zielen idtmaakende, gefplitst 'morden. Hier hadden behooren gemeld te worden de naamen der verdeelingen, het zij van Wijken, Bannen, Diftriélen., of Departementen , en de verdeeling zelve haar het oogmerk dier ondergefchikte formen van Beftuur te gefchieden. Dus bij voorbeeld zouden onze gewesten, begroot op 2? millioen Zielen, kunnen verdeeld worden in 14 Departementen, ieder na genoeg van 180,000, in 56 Diftriéten, na genoeg van 45,000, in 120 Bannen, na genoeg van 20,000, en in 5000 Wijken, ieder van 500 Zielen. ■ Indien de Vergadering, welke hier bedoeld wordt, flechts een provifioneel lichaam van algemeene Vertegenwoordiging zal moeten zijn, met aanblijving der andere Collegiën van Regeering, welken thands in werking zijn, dan zou men, ter vermijding der kosten, voor 20,000 één Ver* tegenwoordiger kunnen kiezen, en dus voor een provifioneel jaar, voor 125 Afgevaardigden minder, behalve de reisgelden, befpaaren de fomma van ƒ 456,250:-:- 6. Voor elk getal van vijf honderd, zal 'er één Kiezer worden benoemd. (Het Vervolg in het velgend Nommer.")  D Ë REPUBLIKEIN. N°. 30. Tout ce qu'on peut attendre du plus tendre intérêt au bon* heur public, tout ce qu'on peut demander aux Reprefentants legititnes du Peuple, c'est l'ouvrage de 1'AsfembUi Nationale; c'est qu'on doit efpérer de fes Jentimeiis. TURGOf. Aanmerkingen op het Plan Van Oproeping der Burgers van Nederland , tot het vormeri eener algemeene Vertegenwoordigende Vergadering , ingeleverd door het Committé tot de Algemeene zaken van het Bondgenootfchap te Lande. Vervolg van het voorgaande Nommer* TWEEDE HOOFDSTUK. Van de Stemgerechtigden en hunne werkzaamheid. Art. 7. T-^e Kiezers zullen door de Stemgerechtigden ge» kozen worden. 8. Stemgerechtigden zijn alle Burgers, die twintig jaareri bereikt, en geduurende het jaar voor de (lemming, in dit Geineenebest hunne vaste woonplaats gehad hebben. Deeze bepaaling echter van het jaar inwooning, fluit niet uit de Burgers, die, om heerschzugt en geweld ontvlugt, hurk Vaderland Verhaten hebbende, daar in zijn teruggekeerd en weder hunne vaste wooning genomen hebben. 9. Alle Stemgerechtigden zullen hunne ftem in eigen perfoon uitbrengen, ter plaatje waar zij hunne vaste wooning hebben j zullende de Guarnifoenen niet voor de woonplaatfen der Milt* taken gerekend worden, ten zij dezelve tevens hunne vaste woonplaats zijn; en zullen de Militairen, om reden van ftemming} hunnen post niet verhaten, of zich uit hunne Guarnifoenen, na humt vaste woonplaats begeeven mogen, Gg 13$  256 De REPUBLIKEIN. De Militairen thands wel deugdlijk als onze Medeburgers wordende aangemerkt, moeten zij ook in de gelegenheid zijn, om hunne Hemmen tot verkiezing uittebrengen. De gemaklijkfte bepaal ing is, dat zulks gelchiede in de plaatfen van hun Guarnifoen, daar het te verlangen is, dat zij niet, gelijk te vooren pleegde te gslchieden , zoo dikwerf van plaats veranderen , maar eene Guarnifoen-plaats als hunne vaste woonplaats zullen mogen aanmerken. 10. Fan het Stemrecht zijn uitgefloten: A. Men, die, om verkwisting? of wangedrag, onder Curateele ftaan. b. Men, die door de publijke Armenkasfen bedeeld worden. C. Men, welke uit hoofde van Rechterlijke Vonnisjen ent Uitfpraken voor eerloos moeten gerekend worden. . D. Of op befluit van den Rechter gevangen zitten. Als eene eerfte wet van Stem-recht behoorde, onzes oordeels,, verklaard te worden de noodzaaklijkheid om openbaare hulde te doen aan de afgekondigde rech' ten van den Mensch eit Burger. Hij, die zulks niet kan of wil doen, is volftrekt onbevoegd, om eenieen post, van welken aard ook, waartenemen, en geeft daardoor zelf te kennen, zijn recht als Burger niet te kunnen of te willen uitoefenen. De zoodanige moet befchouwd worden als een openlijke wcderftreever deConftitutie, en kan dus geen Stemgerechtigde zijn 11. De Municipaliteit of Plaat/elijke Regeering zal de Stemgerechtigden m elk vijf honderd Zielen op den befiemden da* bij een roepen, op de daartoe gefchikte plaats. ö 12. Zj zal drie der Stemgerechtigden benoemen tot Sternotneemers. e De Franfche Conftitutie zegt Hoofdft. V. Art IV zeer billijk: De inwendige inrichting der Grondvergaderingen is aan zich zelve overgelaten." Zii zet ' ven moeten benoemen één Voorzitter, één Schrijver en Stemopnemers 'Art. DL) De Municipaliteit behoort flechts één Lid te machtigen, om het aanvang ïijke werk te regelen, en te zorgen, dat 'er geene wanorde plaats hebbe. 13. Zij zal dezen plechtig doen beloven, niemand tot Kiezer aan de Stemmers te zullen aanbevelen, de ftipfte geheimhou-, ding omtrent de Stemmen in acht te neemen, en de bepaalde orderder Vergadering nauwkeurig tc doen nakomen. Indien de ftemming zelve eenmaal wel geregeld is in de Grondvergaderingen, zal dit Artikel volftrekt o vertol-  De REPUBLIKEIN. ac> tollig zijn. De Republikein is zeer fterk tegen alle geheimhouding in zaken, die openbaar zijn, en bekend behooren te wezen. De Wetgever, op den geest der Natie werkende, moet zorgvuldig alles vermijden, wat Voor de deugd van openhartigheid en edelmoedigheid nadeelig ziin kan. 14. De Stemopneemers zullen hen , die niet Stembevoegd zjjn, doen vertrekken en vervolgens de Deuren fluiten.. 15. Zij zullen de aanweezenden tellen, en elk een bijzonder Nummer laaien trekken. 16. Zij zullen Lijsten houden van de Nummer, die ieder getrokken heeft. 17. De Stemgerechtigden zullen zich naast elkander op de daar toe gefielde Zitplaatfen nederzetten. 18. De Stemopneemers zullen de Stemgerechtigden de vereischte qualificatie van eenen Kiezer voorleezen. 19. De drie Stemopneemers zullen zich na eene afzonderlijke plaats in het zelfde Gebouw begeeven. 20. Zj zullen alle Stemgerechtigden Hoofd voof Hoof dieder naar zijnen Nummer oproepen. 21. Zij zullen in tegenwoordigheid van den Stemmer het Nummier, dat hij getrokken heeft, op den hoek van een Biljet aarw tekenen, en hetzelve omflaande, die vouw verzegelen. !2. Elk zal den door hem geflemden Perfoon, met uitdrukking van deszelfs Naam en Woonplaats op het gezegde Biljet fchrijven, en dat vervolgens zslfs toevouwen. 13. Die nietfchrijven kan, zal den door hem benoemden Perfo;n aan de Stemopneemers mondeling opgeven, die dezelve in 'zijn bijzijn zullen opfchrijven, waar na zij hem zelf's het Biljet zullen laaten toevouwen. 2'. Elk Stemgerechtigde, zoo we! de Stemopneemers, als de anderen, zal zijn eigen Biljet in eene daar toe beftemde gcfloi tene Busfe werpen. 25. Wanneer alle Stembilletten ingekomen zijn, zullen de Steraopnemers %'ch met de Busfe weder tot de overige S^emgetechtlgden vervoegen, in derzelver tegenwoordigheid de Busfe tpenen', de Billetten voorleezen, aantekenen en optellen. 16. Zoo bij derzelver opening bleek, dat iemand eenigert miflag begaan had, zal het Nummer ontzegeld, en hij op nieuw tot het ftemmen opgeroepen worden. , 27. .Zoo iemand bevonden word ter kwader trouw in 't ftemmen gehandeld te-hebben,zal zijne ftem vervallen enzijn Naam epenlijk voorgeleezen worden. ■ 28. Die de meeste ftemmen heeft zal tot Kiezer worden verklaard , de plaatsvervanger zal vervolgens op dezelfde wyze ver■koven worden. G g % Wi?,  •*58 De REPUBLIKEIN. Wij zien niet, waarom niet Kiezer en PlaatsvervulIer te gelijk zouden kunnen benoemd worden. 29. Wanneer de ftemmen fteeken zal het Lot bejlisfen. DERDE HOOFDSTUK. Vin de Kiezer-s en hunne Werkzaamheden. 30, Kiezers zullen mogen zijn, alle Stemgerechtigden, die vtjfen-twmtig jaaren vervuld, en geduurende twee jaarenvoorde •verkiezing in het Gemeenebest hunne vaste woonplaats pehad hebben. r ö • _ Deeze bepaaling echter van twee jaaren inwooning fluit niet mt de Burgers, die om heerschzugt of geweld ontvlugt, hun Vaderland verhaten hebbende, daarin zijn te rug gekeerd en weder hunne vaste wooning genomen hebben. Nog fterker behoort hier de hoedanigheid te zijn uitgedrukt, dan die bij Art. 10. van Stemgerechtigden. Jüe laatfte, fchoon Orangegezind geweest zijnde, intiien hij flechts hulde doet aan de rechten van den Mensch en Burger, kan tot de ftemming worden toegelaten Maar tot Kiezer mag volftrektlijk niemand benoemd worden , dan die altijd als een goed Vaderlander is bekend geweest. Deze omzichtigheid eischt het nationaal belang in den volftrekcften zin. Ook daarom behoorde verklaard te worden, dat de benoeming van eenen Aanhanger van Orange of der voormaahge zoogenoemde Conftitutie met zeker fchandaal «al gebrandmerkt worden. 31. De Stemgerechtigden zullen in achtneemen, niemand tot Kiezer te ftemmen als die binnen vier-en-twintig uuren ter plaatje der bijeenkomst aankomen kan. 32. Indien iemand door meer dan eene Vergadering tot Kie. aer benoemd is zal het Lot bejlisfen, voor welke lüj verkhiipen zal en uit de andere de plaatsvervanger worden opgeroepen 33. Deaangeftelde Kiezer zal zich binnen de vier-en-twintig uuren ter bepaalde plaats vervoegen. f 34. Zijn plaatsvcrvuller Zal zich ook derwaards begeeven Qdoofsbrie)? * Zd ^ Z'Ch m0em brengm dm volSende» De Grondvergadering van heeft benoemd N. N. . ' ' ' tot Kiezer om zich te vervoegen naar (de plaats der bijeenkomst) tot het verkiezen van eenen Vertegenwoordiger en twee Plaatsyervuliers. - - -' ■■ f)if  D>. REPUBLIKEIN. 259 ,? Dit Getuigfchrift moet door de drie Stemger'chtigdcn, tot Regeling der Grondvergadering benoemd, getekend worden. Hier wordt gewaagd van Grondvergadering, zonder dat de Natie , althands de Bewooner van het Land weet, wat dit woord beduidt, waarvan nergends anders in dit Ontwerp gclproken wordt. Juist omdat een Reglement nimmer te duidlijk zijn kan, beboorae 'er, volgends voorige aanmerking bij Art. 5, eene op gave voorafgegaan te zijn dier lichaamen, waarin het Volk , bij deszelfs onderfcheidene oproepingen , zal verdeeld worden. 36. De Municipaliteit of Regeering der Plaats, waarde Kiezers bijeenkomen, zal drie Leden uit den haaren benoemen em bij de kiezing tegenwoordig te zijn, en toe te zien, aat al. les naar het bepaalde vaorfchrift gefchiede. Ook alhier wordt onderfteld, dat de manier van Volks-oproeping reeds bekendis, door de vereemging van Wijken, üiftriaen, of zoortgelijken. •— Ook is, indien iedere ftemming zal gefchieden voor eene vertegenwoordiging van 500 Zielen (Art. 5.), het getal van 3 Afgevaardigden uit de Municipaliteit veel te «root, vooral in eene volkrijke Stad, als Amjleldam enz., ten zij het werk traaglijk voordga, 't welk zorgvuldig moet vermijd worden. 37. Deezen zullen de Geloofsbrieven examineeren, en wettig levenden hebbende, aan de Kiezers hoofd voor hoofd de volgende Verklaaring afvragen. Ik verklaar volgens de infpraak van mijn geweten, mj als Kiezer van mijnen plicht te zullen kwijten, en zonder aanzien des Perfoons, naar mijn bate weeten, tot Vertegenwoordiger alleen te zullen fiemmenzodanigen Burger, .van wiens eerlijkheid, kunde en erkende Vaderlandsliefde ik mij overtuigd houde; en wijdersbelooveikaanniemand iets aangaande de ftemming te zullen openbaaren. De uitdrukking erkende Vaderlandsliefde in de Verklaaying moet nader omfebreven worden. Vergelijk de aanmerkingen op Art. 10 en 30. Bij 'de keus van eenen Vertegenwoordiger moet zulks nog fterker gelden. 38. De benoemde Commiffie uit de Municipaliteit of plaatfelijke Regeering zal hun voorleezen de vereischte qualificatie van een Vertegenwoordiger des geheelen Volks. 39. De oudfte van Jaaren zal Voorzitter zjn, en de Secretaris bij meerderheid van Stemmen benoemd worden. ■ Ook de .inrichting der Keur-verzameüngen, met dg wi'ze van kiezen, moet aan zich zelve worden over**■ . Gg,3 SO-  2f5o De REPUBLIKEIN. gelaten^ (Verg. Franfche Conftitutie Hoofdft. VIL 40. Zij zullen, zoo ml uit hun midden als huiten lm eenen Vertegenwoordiger kunnen kiezen. Dit Artikel is hoogst gevaarlijk voor de Vrijheiden zou eene zeer gereede aanleiding geven tot allerlei wanorde; bi, voorbeeld dat de Kiezer zich zelf koos enz. Beter ware daarvoor gefteid, dat zij niemand Tic hun m.dden mogen kiezen tot Vertegenwoordiger ön verbeurte van hun geheel Burger-recht P 41. Zij zullen bij beflooten Billetten even als te vooren bi} de Vergadering der Stemgerechtigden bepaald is , een Vertegenwoordiger ftemmen. ï *z\Zo° bï!,et °Pe'len Billetten bevonden word, dat landmeer dan tien ftemmen, dat is, de volftrekte meerderheid heeft, zal de keur gerekend worden gefchied te zijn 43. Zoo niemand meer dan tien ftemmen heeft, zullen alle de gefiemden opjene Lijst gebragt worden, uit welke nu weder Op dezelfde wijs als te vooren gekoozen moet worden. 44. Zoo bij deeze tweede [temming niemand nog dc volflrekte meerderheid heeft, zullen de drie, die de meeste%mml tl hen alleen de Nomimtie uitmaken, en die uit dezelve demeerder.ieid verkrijgt, voor verkooren gerekeni worden LofbeflhfeT geVallm' Waarin ds filmen fteeken, zal het 46. Wanneer de Vertegenwoordiger verkooren zal ziin ~aJ men op dezelfde wijze den eer/te», en vervolgens den tweeden plaatsvervanger benoemen. ™ '* 47- 2so dra de verkiezing gedaan is, zullen de Kiezers tut een gaan. * VIERDE HOOFDSTUK. Van de Vertegenwoordigers en hunne bijeenkomst. 48. Be Vertegenwoordigers zullen dezelfde vereischten om. tre >t 4ep ouderdom en inwooning moeten bezitten als de Kiezers dochzy zullen over de geheele Republiek kunnen verkoren worden! ■ Hier moet mtdruklijk gewaagd worden van de bevoegdheid rot de benoeming, uit hoofde eener bekende gezonde Staatkundige denkwijze. ■ \9 D: Mmicipaüteit der Plaats waar de Kiezers bijeen 2 - gekomen, zal den verkooren Vertegenwoordiger en PlaatsZotten ' Z0Jp06dlS domliih vm Welver aanftelling ver- 50. Nia-,  De REPUBLIKEIN. 261 50. Niemand zal zich mogen ontrekken als om wettige rede* Sien door de Reprefentanten van de Provincie en Landjrhap Drenthe, of in de Generaliteits-Landen door het Committé tot de algemeene zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, te beoordeelen. 51. Zoo iemand die eenig Ampt bekleedt, tot Vertegenwoordiger wordt verkooren, zal hy geduurende den tijd, dat hij den post van Vertegenwoordiger vervuld, van het waarnemen van zijn Ampt worden ontfiaagcn, doch hij zal mieten zorg draagen, dat hetzelve zonder bezwaar voor den Lande, ten genoegen van die , welken 'er de befchikking over hebben > worde vervuld. 52. De benoemde Vertegenwoordigers en Plaatsvervuilers, zullen voorzien worden van den volgenden Geloofsbrief. De Kiezers uit tien duizend Inwooners van'Nederland, woo> tiende te . . .., hebben benoemd tot Vertegenwoordiger van liet Volk van Nederland, in de Nationaale Conventie, den Burger N. N, of tot Plaatsvervuller den Burger N N., en zal deeze Geloofsbrief geteekend worden door de benoemde Commisfie , welke bij de verkiezing tegenswoordig is geweest. De qualificatie der Vertegenwoordigers behoort nog aangevuld te worden met eene uitdru-klijke lastgeving, tot welke de Kiezers, in naam des Volks, kunnen 'gemachtigd worden; welke lastgeving naauwkeurig moet behelzen den aard en de uitgebreidheid zijner beftemming. Op dezelve moet het wederkeerig vertrouwen berusten tusfchen het Volk en zijnen Vertegenwoor. diger. 53. De Nationaale Conventie zal gehouden wordenin'sHnge. Indien de bedoelde Conventie enkel een voorbereidend Coilegie is tot vereffening van de zaken des Bondgenootfchaps, dan is de voorgeftelde plaats van s'Hage tot de bijeenkomst best gefchikt. Maar. indien het een Wetgevend lichaam zal zijn, dan behoort zulks te vergaderen op eene Plaats, waar geene andere provinciale Vergaderingen zijn, bij voorbeeld Leiden of Haarlem , " welke beiden , als' een genoegzaam middenpunt der Republiek , zeer voegzaam zijn. 54. De verkorene Volksvertegenwoordigers zullen zich zon fpoedig mogeVjk en wel binnen veertien dagen naar 's Haga moeten begeeven, ten zij 'er wettige redenen van verhindering plaats hadden. 55. Zj zullen ontvangen tien ftuivers voor ieder uur afftand, hetwelk zj zullen moeten afl"ggen, om hunnen postte aanvaarden. K6. Zij zullen ontvangen tien Gulden daags, te rekenen van den dag dat zij hunne Geloofsbrieven zullen vertoond hebben. ' 57. Er zal eene Commiffie door Hun Hoog Mog. benoemd worden, tot onderzoek der Geloofsbrieven. 57. De*  2r5z De REPUBLIKEIN. 53. Deeze Commiffie zal haar werk beginnen veertien da?c,t na den dag der kiezing. ü 59. De Vertegenwoordigers zullen bij hunne aankomst in 's Hage, hunne Geloofsbrieven aan die Commiffie overhandigen. 60. Indien het blijkt, dat een Perfoon, op meer dan eens plaats, tot Vertegenwoordiger is verkooren, zal de Commiffie, door het Lot, doen bejlisfen, voor welke hij ter Nationaale Con. ventie verfchijnen zal, en uit de andere de Plaatsvervanger wor* den opgeroepen. 61. Zoo ras 'er honderd erkende Vertegenwoordigers aanwezig zullen zijn, zal de Commiffie de Staaten Generaal hiervan verwittigen. 62. Deeze zidlen hen op de gefchiktjïe plaats befchnjven. 63. 'Lij zullen daarna eene plechtige Commiffie benoemen, tm de Vergadering te openen. 64. Deeze Commiffie zal elk der Vertegenwoordigers hoofd Voor hoofd afvraagen. 1. Of hij zich houd voor wettig verkooren Vertegenwoordiger van het geheele Volk van Nederland ? 2. Of hij verklaard aan geenen Vorst of buiténlandfche Macht verbonden te zijn? 3. Of hij erkend, verantwoordelijk te zijn aan het geheele Vilk van Nederland en wel aan hetzelve alleen zonder dat eenige macht, buiten hetzelve, hem van deeze verbintenis kan ontflaan? En voorts ten 4. Of hij zich verbind aan alle de Jrtijkelen, waarop de Nationaale Conventie bijten geroepen is, getrouwlijk te zullen nakomen? Onder de vragen behoort ook die te zijn; of hij zal voldoen aan die lastgeving, welke hij, volgends da aanmerking op Art. 52, zal hebben ontvangen, na dac zij hem. ter dier gelegenheid, zal zijn voorgelezen? 65. Zoo iemand onvermoed deeze erkentenis en belofte weigert, zal hij de Vergadering moeten verhaten, en zai zijn plaatsvervanger worden opgeroepen. 66. Wanneer de Vertegenwoordigers, hoofd voor hoofd, deeze beloften zullen gedaan hebben , zal de Commiffie der Staaten Generaal , door de Vergadering, een Voorzitter en twee Secretarisfen doen benoemen, en vervolgens vertrekken. Onder de algemeene Aanmerkingen op dit al geheele Ontwerp, in.No. 29, hebben wij reeds te kennen gegeven de redenen, waarom de Vergadering der Staaten Generaal op dit oogenblik behoorde ontbonden te wor. den, wanneer naamlijk de Conventie een wetgevend jen uitvoerend lichaam zal zijn. (Vervolg en Slot m het volgend Nommer.)  D E REPUBLIKEIN. N°. 31. Tout ce qu'on peut httendre du plus tendre intérêt au bonhear public, tout ce qu'on peut demander aux Reprefentants legitimes du Peuple, c'est l'ouvrage de l'Asfembli» Nationale; c'est qu'on doit efpérer de fesjentimens. j TUEGOT. ■ C » '■ * '" 1 ■ ' Aanmerkingen op het Plan van Oproeping der Burgers van Nederland, tot het vormen eener algemeene Vertegenwoordigende Vergadering, ingeleverd door het Committé tot de Algemeene zaken van het Bondgenootschap te Lande. (Vervolg en Slot van het voorgaande Nommer.) V IJ F DE HOOFDSTUK. fan de Werkzaamheden der Nationale Conventie. Art 67. Na het vertrek der Commiffie zal de benoemde Voorzitter de Vergadering verklaaren. het wettig verkoren Vertegenwoordigend Lichaam van het Volk van Nederland. 68. Het ontwerpen van eene Conftitutie, voor het geheele Volk van Nederland gefchikt, is het hoofdoogmerk der Nationale Conventie. Van welken aard de bedoelde Nationale Conventie — of liever , vertegenwoordigende fergadering des Hh Bch  2É4 De REPUBLIKEI K Bataaffchen Volks — ook zijn zal, zeker is het, dat dje waare aard, de bedoeling, de werkzaamheden, en de grenzen van haar gezag, duidelijk moeten omfchreven zijn , zoo dat daarover nimmer gefchil zal kunnen rijzen. Dit is niet gefchied bij de volgende Artikelen: want, gelijk wij reeds in N°. 29. hebben aangemerkt, 'er zijn gewichtige Artikelen, bij voorbeeld, over de belastingen, over het verklaaren van Oorlog, het maaken van Vrede, het aangaan vanVerbindtenisfen, de munt en bepaaling der waarde van .het geld., het beftuur der Gemraliteits-Landen enz. over gedagen. 69. Zij zal het beftuur hebben over de buiténlandfche betrek* hingen. 70. Zij zal de befchikk'.ng heiben over Land enZeemagt, en zonder eenige bepaaling de verdediging te Water en te Land^ met al het geen daartoe betrekking heeft, beftleren. jt. Z j zal in ftand brengen eene geregelde en egale wijze yan Burgerwapening, over het geheel Gemeer.ebest. 72. Zij zal de'aangeflelde Machten, in het gebruik van derzelver wettig gezag, handhaven, en het Volk tegen deszefs misbruik cn onderdrukking beveiligen. Welke zijn die aangeftelde Machten ? Zij behooren uitdruklijk genoemd te worden , ook met omfchrijving van derzelver wettig gezach. . Anders is het voor den algemeenen Burger onverftaanbaar. 73. Zoo de Nationale Conventie het noodig oordeeld, perfoonen te arrefieeren, zal zij dezelven dadelijk aan hunnen competenten Rechter moeten overleveren. 74. Zj zal befchikking hebben over de Amften,dle betrekking tot het geheele Gemeenebest hebben. Dit.Artikei is zeer billijk, alleen met deze bijvoeging: dat alle bezuiniging zal plaats hebben omtrend Ambten , die ontbeerd kunnen worden , gelijk mede omtrend de Commisfiën tot infpectie enz. 75. _Z;7 zal de hoogfte zorg dragen voor de handhaving var, het Nationaal crediet. ', Het Nationaal Crediet, alhier genoemd , in betrekking tot den aard dezer Conventie, fchijnt alleen aanteduiden het Crediet der Generaliteits - Obligatiën. Zullen deze dan gehandhaafd worden ten koste der Obligatiën ries Pols en van Santen. Dordt Blusfé en Zoon. 's Hagè Leeuwenfteijn en Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, C. Plaat en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn]. Breebaatt. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon , en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden Cahais. DeventerBrouwer, en in de overige Stéden der Republiek , hij de voornaamfte Boekverkopers, wordt dit Blad 's Maandags met een No. mvoigd i ii Stuiv.  DE • REPUBLIKEIN. N°. 3a- In primis videndum erit ei, qui rempublicam administrabit, utfuum quisque teneat, neque de bonis pnvatorwit publice deminutio fiat. Cicero. Aanmerkingen omtrend de tegenwoordige hoogstnodigt Geldnegotiatiën of belastingen voor de Republiek. Tri et ontbreekt thands aan geene ontwerpen over deze gewichtige ftoffe. Prijslijk is het intusfthen, dat een ieder zijne krachten hierin beproeve De reprefentative Souverain verkrijgt daardoor alle inlichting, om. ■met het minst mogelijk bezwaar van den burger , het i.and uit zijnen nood « redden. Voldoen nu alle Ontwerpen aan dit hoogstnodige vereischte? Dit verdient onderzoek; dan, het zij veiTe van mij om te ftellen, dat ■er mogelijkheid zou zijn, om het Land uit zijnen Finantiëelen nood te redden, zonder eenig bezwaar van den. Kr' Neen! dit ware eene hersfenfchim, hetbedoelden'moet alleen zijn het minst mogelijk bezwaar.. Dat de Kapitalisten zederd eenigen tijd huiverig zijn «eworden, om eenig geld aan Mogendheden optefchieTen was niet te verwonderen. De verkwistingen der Hoven, door heerschzuchtige Oorlogen vermeerdering van hunne fteeds toenemende Staats fchulden, en het niet oP zijn tijd betaalen der Interesfeni veroorzaakte eene groote daaling in de waarde dier Lffectem Ja de denkbeelden waren niet vreemd, dat eindelijk deze of ge e Mogendheid een Nationale bankbreuk moest maaken tenbminften veele Staatsfinanciën zijn zoo in de war , dat dezelvenbezvvaarlijktereddenzullen wezen ! Om van deze waarheid overtuigd te zijn , behoeft men niet verder te gaan, dan tot onze Republiek. Kort vóór den Engelfchen Oorlog waren de Holland:che Obligatiën boven het Kapitaal, en thands^wel 40 en honderd laager. Welk een verfchil Een Kapitalist van 100,000 Gids. rijkdom in Obligatie» verarmt .daardoor Sooo Gids.,J terwijl intusfchen de duurte der  2>2 De REPUBLIKEIN. Levensmïddelm hand over hand tr*™**** tx de ondervinding dit alle ee t ^fhetSw^ T ■wonderen, dat het overige leid n TJz? tei**' den, te meer, daar men"vreest Eï h- ' ge?ou' geest der Natie Mndeiaai zclf> m^r op den geheelen ÈÊ^Êmmsm ipegd wordt ÏÏSii*!1 ,nï™*« Gewest van den a3rdSl J aIs ?.n eeniS and«- aanp- pn ri„ r, """cn aan eenen daadhjken ondergang, en de bronnen van welvaarr u """temeer te ftopnen Immr-,-7 j , . ™e IanSer zoo rende , ÏÏ CoVdt ook » -belaStinSen ^rmeerdevensbeboeft^n^atuurnjke ^^S^ £" ^-=f^ =eïren'du?ÏÏneooï ver volftrekténftiïftand nf te !necr. va» derze!Het getal van behoeftige ÏSÏfi* ^ dig toenemen, terwijl het mfddM zal noodwenbrood te heipen, X^^SË&SP^ wel in praktijk -ebraw ™ ? dl™2en> zulks hiet men operiijl^ Lanfl> a'«'aar vea  De REPUBLIKEIN. 275 ven wordt, zou het niet geheel vreemd zijn, eene belasting te ontwerpen, welke in zich zelve billijk, niet bezwaarende, en voor 's Lands Kas zeer voordeelig ware. Dus, bijvoorbeeld., heeft één onzer geachtte Correspondenten ons aan de aandacht gebragt het middel, om 1 gulden ten honderd te vorderen, van alle de bezittingen der Ingezetenen , met uitzondering alleen der zoodanigen, die uit eenige Armen-kas, of van elders bedeeld werden, of geene 100 guldens in eigendom bezaten. Dit eenvoudig en zeer onbezwaarend middel, gelijk het eene aanzienlijke gereede fom zou opbrengen voor 's Lands Kas, zou te gelijk zeer gefchikt zijn, om alle Ingezetenen in den toeftand en de welvaart des Lands te doen dcelen, en alzoo belang te doen ftellen in de herftelling van zaken; terwijl het alleen zou afhangen van eene goede inrichting der terr mijnen, om dezelve niet drukkende te maaken voor hun, die, uit hoofde hunner meerdere gegoedheid, pene aanzienlijke bijdrage zouden moeten leveren. Met uitzondering, derhalve, van zoortgelijke belastingen , welke ligtlijk kunnen geheven en herhaald worden, zonder dat zij den Burger drukken, befluit ik, dat 'er aan vermeerdering van lasten niet moet gedacht worden, zoolang 'er nog eenige andere hulpmiddelen voor handen zijn. Maar nu het tweede hulpmiddel, Papieren-geld, naamlijk, dat in omloop de plaats van comptante fpecie zou vervangen, zou dit niet meer aanneemelijk zijn? Heb. ben de Amerikanen hunne Vrijheid daar niet mede bevochten ? Hebben de Franfchen door dit hulpmiddel niet gezegevierd over hunne vijanden? Ja: maar Amerika was eensgezind; het liet zich leiden door de braaffte mannen dezer eeuw, die zich allen vertrouwen waardig toonden; het waren deugdzaame Colonisten; het was een Land in zijne kindsheid, eendrachtig bezield met Vrijheids-min, zich vergenoegende met binnenlandfche nooddruft, Bij een zoodanig Volk was het onverfchillig, of men geld, dan of men papier had; de algemeene liefde voor de Vrijheid maakte het papier even waardig, als geld. In Frankrijk daarentegen., wa ren de omftandighcden geheel anders. Deze was eens verlichte Natie, verdeeld in partijfchappen. belaagd door binnen- en buiténlandfche vijanden, 'die hunne verraaderlijke rol meesterlijk fpeelden. (*) Geld pi? .,',„. PV (*~) De Schrijver van liet Plan tot een prnyipin-el h-rjlel vt.n he' Fwüntie weztn d.zsr Republiek, gtd-ukt, lij L. Ihri'.tnqh te Leiden, heeft de zaaken van 1,ec nüoCfetliet uit Affignaten ia Frankrijk bondig s«ngewe?en. Ii 2  ?74 De REPUBLIKEIN. papier in mededinging tegen eikanderen komende, zoo moet, juist om dat het geld eene innerlijke waarde heeft, en de waarde van het niet rentend papier enkel op Crediet fteunt, het geld altijd verkieslijk boven het papier zijn. Alle handel in Fondfen of papieren Effecten, is daarom altijd onderworpen aan eenen prijscours. Denzelven te willen bepaalen aan eene gelijkmaatige" waarde , ftrijdt tegen alle recht van eigendom , en maakt de grootfte inbreuk op de burgerlijke rechten. De verfijnde ftaatkunde dezer eeuw heeft daarom te recht, door middel van rentegevend papier, hunne gegeven Obligatiën aan de Kapitalisten voor opgefchoten gelden, in mededinging met het geld gebragt, weiKen de eigenaars kunnen verkoopen boven en onder derzelver pari, naar den prijs-cours, dien de handel gelieft te bepaalen. Door denzelfden weg, zijn de eigendommen der Staats-fondfen, in de ftaatkunde der Landen , even zeer voorwerpen van Koophandel geworden, als andere Koopwaaren. Deze geest van Koophandel, door het voormaal'g .Bewind , bij gebrek van hand havening der Fabrieken en Trafieken, zoo wel als van den wezenlijken handel jammerlijk aangevuurd, en van de Beurs tot ieder afzonderlijk huisgezin doorgedrongen, heeft, door zijne eigen bazigheid, nadeelig gewerkt op het charakter des Nederlandfchen, en vooral des Hollandfchen , Volks. Van daar alle die tegenwerkingen van de goede oogmerken der hooge Overheid, wanneer zij bij mangel van geldfpecie, aan papieren fchuldbckendtenisfen zoodanige gelijkmaatige waarde wilde hebben toegewezen, als de republikeinfche Amerikanen van zeiven hebben daargefteld, niet flechts zonder de mmfte tegenkanting, maar zelfs met de grootfte eenparigheid , waardoor zij allen fchandelijk bedrog ten eenenmaale vernietigden. En echter, indien eene Overheid, welke een vrij Volk zal heeten te vertegenwoordigen niet zoo veel deugd in dat Volk zal mogen vooronderftellen , dat het gereed zij tot aanmerkipe opofferingen, wanneer het welzijn des Lands daarvan atnangt, wat zal 'er dan worden van de Conftitutie zelve, welke niet alleen op de rechten van den Mensch en Burger, maar ook wel hoofdzaaklijk op de plichten gegrond is, welken de een aan den ander, en ieder Ingezeten aan het Vaderland verfchuldigd is? Het hangt alleen van de wijze af, waaropmen het papieren-geld zal invoeren. Hetzelve te fcheppen, zonder dat de eigenaar zeker zij van de voldoening dier waarde, welke öe Wetgever daaraan uiterlijk wil hebben toegekend, is  De REPUBLIKEIN. 275 is eene veroorzaking derzelfde rampen, welken de Asfrmaten, in Frankrijk, door toedoen der Agioteurs, hebben te weeg gebragt. Maar, waarom zouden deze nadeelen niet kunnen geweerd worden, indien flechts vooreerst de vorming van papieren-geld gefchiedde ten overltaan der Natie, welke zich verbond tot de volkomene inwisfeling. en ten anderen, indien met den om. loop van hetzelve, tot op de inwisfeling toe, eenig pecunieel voordeel gepaard ging? Dus, bi] ■voorbeeld zou de Staat, onder guarantie der Natie, kunnen fcheppen 100 millioenen Guldens aan Coupons, welken in 20 jaaren en dus 5 millioenen in ieder jaar, in contante fpecie zouden worden ingewisfeld. leder Coupon, niet minder, dan van 100, en niet hooger, dan van 5000 Guldens , zou kunnen verzeld gaan van eene wisfelform, waarbij dezelve niet minder dan 1 maand, voor ieder Houder, en ook niet meer dan 12 maanden, zou mogen lopen, waardoor dezelve alleen door de hand van weinige Houders zoudo gaan, wier crediet, ieder afzonderlijk, flechts van korten tijd zou wezen. Dan daar de Staat de geftelde 100 millioenen met op eenmaal nodig heeft, zou men de fcheppmg daarvan kunnen beginnen met 10 millioenen te gelijk , en dezelve om de 6 maanden met 10 anderen nerhaalen waardoor de geheele leening van papier binnen < jaaren tijds ware voltrokken, terwijl 'er m die S ïaaren 25 millioenen zouden zijn afbetaald. Intusfchen zijn 'er dan nog 75 millioenen overig om te worden ingewisfeld, waartoe nog 15 jaaren tijds behooren, in welken de Coupon als wisfelbrief in omloop zal moeten wezen. Deze fchaade voor de Houders, in het gemis van geldfpecie, voor gedaane leverantiën enz. aan het Land, moet gevonden worden in eene opklimmende rente van 2 tot 11 Guldens ten honderd. Alleen behoort men te zorgen, dat ade de Coupons, die flechts 12 maanden mogen lopen, jaarlijks op den verfchijndag worden ontvangen, om wederom nieuwe Coupons aftegeven voor die fomme, welke ter inwisfeling nog overig is. , - ' De Coupons, voor ieder 5 millioenen geteekend met eenen afzonderlijken letter, met het jaar, waarin zij voor geld zulien ingewisfeld worden, zouden bij de iaarlijkfche verwisfeling kunnen ontvangen een jaar prasmie, welke door den laatften Houder moet genoten worden: terwijl de percentsgewijze klimming der Renten, van 2, 2\, %i, 2h 3, 3i, 3h 3*, 4 ««• tot i» li 3 Sul'  274'  284 De REPUBLIKEIN. teL TuVeel mot,8"J'k ïs\te he'Pen verminderen, ■welke toch zeer zeker, zonder .mnt„, 0»„„„..:„.u„: beginfelen en maatregelen, niet zal weggenoo- van wien worden, 8. 6 Julij 1795, Het eer/ie Jaar der Bataaffche Vrijheid, Met volkomene goedkeuring der gedane voorflage» van onzen geëerden Correspondent, waaraan wij om het gewicht der zake, de fpoedigfte gemeenmaaiung verleend hebben, oordeelen wij ons, ter dezer gelegenheid, verplicht, den Leden van alle hooge -Vergaderingen onzer Republiek in bedenking te geven of met eene andere orde hunner Vergaderingen gefchikter ware , om met nut voor den Lande te werken. Het dagelijkfche huishoudenlijk werk geeft zoo veele en drokke bezigheden aan derzelver Leden bovenal aan hun, die, gelijk meestal plaats heeft in één of meer Committé's zijn , dat zii naauwlijks tijd overig hebben, om hunne aandacht tot het werk der ftaatkundige hervorming te bepaalen. De bovengemelde voorflag is zeer juist gefchikt, om daarin een voegzaam herftel te weeg te brengen. Dan behalve dezen voorflag zeiven, zou eene andere orde van het beftuur van zaken hoogst bevorderlijk zijn voor de gemeene belangen. Dus, bij voorbeeld, zou het lopende werk aan eene vaste Commiffie kunnen worden opgedragen, welke, bij opgave van den fummierlijken inhoud, preadvifeerde en in welker preadvies men, doorgaands, zou kunnen berusten Men zou dagelijks, of om de twee dagen, bepaalde uuren kunnen afzonderen, om de eigenlijk! Staats-hervorming te behandelen, waartoe de voorftellen der Leden, twee dagen te vooren, geopperd en aan de afzonderlijke Leden zouden ter hand moeten gefteid worden. Men zou, even zoo, de afdoening daarvan kunnen bepaalen. Men zou aan elke Commiflie, van welken aard ook, den termijn kun- nea  De REPUBLIKEIN. 285* ten bevelen, binnen denwelken zij rapport zou moeten doen. Eindelijk, zou de Secretaris kunnen gelast worden, een rooster te maaken van de hangende zaken, met aanwijzing van den tijd, waarop rapport of befluit zou moeten vallen,- welke rooster, cn in de Vergaderzaal, ten dienfte der Leden, voorhangen, en dagelijks aan den Voorzitter zou moeten overhandigd worden. ■ Ook om die zelfde reden, zou eene nadere bepaaling van het werk des Voorzitters, en zijne macht, om de ingekomen Hukken, al of niet, ter tafel te brengen, van zeer groote nuttigheid zijn. Voor het overige verdient, ook, het ftuk der Publieatiën de aandacht der Vergaderingen. - Derzelver meenigte en uitgebreidheid, in den tegenwoordigen tijd, is zoo groot, dat voor hem zelfs, die gewoon is te lezen , vrij wat tijds daartoe bedeed moet worden. Derzelver verzending naar alle flaatfen is ook zeer kostbaar voor den Lande. Zou het dus niet voegzaam zijn, dat de befluiten der Vergadering min wijdlopig opgefteld, of, indien zij al uit hunnen eigen aard meer omflachtig waren, dat alsdan de Secretari» gelast wierd, den zaaklijken inhoud kortlijk optegeven, ten einde die korte inhoud alleen openlijk konde afgelezen en aangeplakt worden? Voords zou het geheele ftuk, in deszelfs volle uitgebreidheid, op last der Vergadering, ten dienfte van hun, die daarin belang ftellen , kunnen geplaatst worden in zoodanig Dagblad, als men het gefchiktst oordeelde: terwijl nog behoort gezorgd te worden, dat de uitgave van publieke ftukken, van 's Lands wege, zoo min kostbaar gemaakt worde, als eenigzins doenlijk zij. Het zijn deze en zoortgelijke bedenkingen meer welke, hoe gering op zich zelve, nogthands zeer veel invloeds maaken op de algemeene orde, en daardoor op het gemeen belang, waarvoor toch ieder, in welke betrekking ook, maar voornaamlijk de Volks-vertegenwoordiger, zorgvuldigst waaken moet. Van dergelijke kleenigheden hangt bovenal af de bezuiniging van 's Lands Finantiën , welke alle de opmerkzaamheid van ieder Staatslid vordert; fchoon aan den anderen kant, wanneer het belang Yan den Staat zulks VÜI-  De REPUBLIKEIN. vordert, geene uitgave te groot kan gereekend worden. Wij bevelen het een en ander aan de rijpe overweging onzer weldenkende Medeburgeren, die gewis, met ons , geen hooger belang kennen , dan het heil des Volks, en die geen ander doel hebben, of behooren te hebben, dan om het Schip van Staat, zederd een geruimen tijd jammerlijk heen en weder geilingerd , in eene veilige haven te geleiden, alwaar alle Schepelingen gelukkig mogen aanlanden. NB. Het volgend Nommer zal handelen over dk meest gepaste wijze, om het werk der Staats-hervorming, van de zijde des Volks, te bevorderen, ten einde ook , van dien kant, alle plaatsgrijpende verwarringen te verhoeden. Te Amfterdam, bij M. Schalekamp, in de Warmoes* flraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries Pols en van Santen. Dordt Blusfé en Zoon. 's Hase JLeeuwenfteijn en Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, C. Plaat en Wed. van BrusfeL Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn]. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon , en de Wed. Terveen. *f Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen' Oomkens. Leeuwarden Cahais. Deventer Brouwer en in de overige Steden der Republiek , bij' de voornaamfte Boekverkopers. wordt die Blad 's Maandags met een No. vervolgd a i| Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. 34. Quand la maniere de gouverner ne derive pas de la volmité dn peuple clairement exprimée, il n'a pomt de confiitution; ü n'a qu'un gouvernement de fait, qui varie Juiva,a les circonfiances , qui cêde a tous les événement. Mors l'autorite a plus de puisfunce pour opprimer les hommes, que puur garantir leurs droits. Ceux qui gouvernent, et ceux qui font gouvernes, font ègalement malheureux. Mounier. Burger Republikein.' Ik verbeeld mij een goed Patriot te ziin, en echter kan ik niet goedkeuren het gedrag, 't welk onlangs door mijne Medeburgers gehouden is omtrend het arrest enz. der gewezen Regenten. Ik had mij gevleid, dat onze aanbieding van broederfchap niet-flechts in naam, maar ook in de daad, zou beftaan. Zoortgelijke tooneelen fchijnen mij toe, regelrecht uittelopen op dat geweldige fchrik-bewind, hetwelk in Frankrijk zoo jammerlijk gewoed heeft. Hoe gaarn wenschte ik, dat Gij, en andere Braven in den Lande, zich gezamenlijk vereenigden, om alle zulke geweldige maatregelen tegen te gaan , opdat onze gezegende Conftitutie zich ook bij anders-denkenden mogt aanprijzen! Nu vrees ik maar al te zeer, dat onze partijen, hoe langer zoo meer tegen ons verbitterd, zoo veel te zekerer zullen zamenfpannen , om niet flechts, alle goede poogingen te dwarsboomen, maar zelfs, zo mogelijk, eene tegen, omwenteling te werkftelligen. Eilieve, Burger Republikein, heb de goedheid, uwe gedachten eens ernftig over deze zaak te laten gaan, en aanwijzing te doen van bet geen, uwes oordeels, behoorde te gefchieden, om LI dea  288 De REPUBLIKEIN. onnregn°pedr uT^^ h6t WCrk 0nzer Conftjfttie op eene krachtdadige wijze te bevorderen. Hier mede zult gij veelen verplichten, en vooral Uwen aanhoudenden Lezer, „ ' , Justus Vreedzaam. Rotterdam, 25 van Junij 1795, . Eerfcjaar der Bataaffche Vrijheid. AND WOORD. De eerzaame Justus Vreedzaam houde het den Rembhkein ten goede, wanneer hij verklaart dat opgevatte vrees voor het termisme Sr tè Lande tS nog toe louter ingebeeld is, akhand dat het voör'e vallene in zijne Stad niets heeft, hetgeen in vergeliS kan komen met de waare beteekenis van d?en ft hrikmram. In eene Stad, als Rotterdam, waar groot en kleen Orange-gepeapel de heiligfterechten, zeverenlamt gewelddadig gefchonden heeft, waar dezelfdekabafi KSEfe? h.aal'6 r°V^het^eimfefS,ekn t zult eene Stad, kan zoodanige Hap, als door de ver gaderde Burgerij aldaar gedaan is, bij heteen of Lder" dringend gevaar noodzaaklijk zijn. Het denkbeeld dat men door volkomen Conjlitutioneel te handelen' zoo lang 'er nog geene Conftitutie is, de zaak: der Vrii' heid boven alle woelingen onzer partijen zaldóenJeeL praalen is louter hersfenfthimmig en verraadtII hem, die zulks voorwendt, of een kleen verS of een kleenmoedig hart. Of nu zoodanig dnngend oogenblik van gevaar daadlijk aanwezig gewSS kan de Republikein, bi mangel van genoegzaamrondel* richt, niet beflisfen. Dit ftaat bij hem vas,dat de' vordering , om de voormaalige Regenten tot' verand woordmg van hun gedrag te roepen, en de zoodan "en bovenal die in eenig Finantieel bewind zijn gewéést reekenfehap daarvan te doen afleggen, in z.lh zeivê 200 billijk, en, van eene ftaatkundige zydebe fchouwd, zoo noodzaaklijk is, dat men op derzelver Prtvqenng niet fterk genoeg konde aandr ngen Sis in No. 24 van ons Tijdfchrift, hebben wij de recht maatigheid daarvan, door veel'erlei bedenk ngen a7, KZf"' e",Wel V00ral de zijde der voormaal ge Regenten zeiven waaronder veelen geweest ziin wier befhste onfchuld hen het hoogfte recht geeft; 01a  De REPUBLIKEIN. 289 om ontheven te worden van dat aanmerklük bezwaar, waaraan zij door het Plakaat van Holland's Vertegenwoordigers van tl Februari] laatstleden onderhevig zijn. Trouwens, de genoemde Vertegenwoordigers zeiven hebben, bij hun befluit van 22 en Junij, in liet bepaalen eener Commisfie tot zoodanig onderzoek, deszelfs rechtmaatigheid buiten kijf gefteid, en binnen weinig tijds zal de Hollandfche Natie haar verlangen omtrend deze gewichtige zaak kunnen voldaan zien, indien zij flechts zorge, tot dat .onderzoek te benoemen Mannen van genoegzaame kunde en cordaatheid, die niet alleen toegang hebben tot alle ftedelijke papieren , maar voornaamlijk tot de gewoone en geheime notulen van Holland's provinciale Vergaderingen, en tot de papieren der Thefaurie. Aldaar, immers, oordeelt de Republikein, dat, zo 'er eenige moedwillige dwaahng door het voormaalig Bewind begaan zij, de fout voornaamlijk gezogt en gevonden zal moeten worden. Een ander ftuk, waarin wij niet kunnen nalaten de welmeenendheid van den Brieffchrijver te prijzen, is züne vraag: wat 'er thands, ter krachtdadige voordzetting van het werk onzer Conftitutie, voornaamlijk behoorde te gefchieden ? De vraag zelve is zeer gewichtig, en juist daarom wil de Republikein zich aan derzelver beandwoording niet onttrekken. —- Het lijdt geen twijfel, of de aandacht des Nederlandfchen Volks bepaalt zich, veelmaalen, tot zaken , welke uit haaren eigen aard voorwerpen zijn der onderhandelingen van het vertegenwoordigend Bewind, en waaromtrend het Volk, om zijne eigen waarde te blijven behouden , en geenszins het vertrouwen te fchenden, dat tusfchen de Natie, en haare goede Bewindsmannen, behoort plaats te grijpen, altijd zeer kiesch moet wezen, of tot dingen, die thands nog voorbaarig zijn. Beiden zijn uicerften , welken voordvloeijen uit den tegenwoordigen provifioneclen tijd van werkinge. Deze is de vruchtbaare akker, waarop het zaad van tweedracht, door duizenden rijklijk geftrooid, weelig groeit, en waarvan, zo daarin niet fpoedig voorzien wordt, weldra vruchten zullen voordkomen, wier genot hoogst verderflijk zal wezen. Partijen van ver. fchillenden aard, die wel uit onderfcheidene beginfels werken, doch daarin overeenkomen, dat zij alles belemmeren, wat met hunne inzichten ftrijdt ftooken den geest van misnoegen aan, of maaken de drift van reeds verhitte gemoederen dermaate gaande, datdezelLl 2 ven  29=> De REPUBLIKEIN. t? „™ a"frlei zelfs de ongerijmdfte, daaden ligtlijk te overreeden zijn. Het Volk zelf heeft zich verdee d m zoo veele Gezelfchappen , Sociëteiten, Clubs, VerIvÏTge" ™n,gehandeld en befloten wordt Se,foienoemdebelangen des Lands, dat het nie fche den „'l frneCr é-n 5Urger' °P vier of vüf onderrim? S ,PiftrCn'fZ!J"/ ftem "brengt tot de uitroeni dtf verfchrllende adviefen, welken hij op ie. dere laats hoort uitbrengen, niet zelden verfchilt van fef lcZT^ hlj reeds 8"egaven heeft- Dit al- es loopt onbetwistbaar uit op verwarring, welke hoe w^fi' I00 gl'?0tCr zal worde"- "aar maate de tegenwerkende partijen zich onderling vereenigen, en, door tPT/ueenigAe, we''ki"g> de algemeene geestdrift nog meer zullen ontvlammen. Maar, hoe zal nu dit kwaad op eene voegzaame wijze worden afgekeerd ? Het andwoord is gereed. Spoor «echts de oorzaak na, waaruit het voordkomt, en laten de middeien zich daarnaar regelen. De oorzaak, nu is daarin gelegen, dat de aandacht des Volks zich richt tot verkeerde voorwerpen. Het middel, derhalve iigtdaann dat dezelve zich bepaale tot dinaen, welken indedaad tot den kring van deszelfs werkinff behooren ~ De voornaamfte zorg van een Volk? d& waarlijk vn, zal heeten, moet zich richten tot Zijn'hoogst belang. Dit hoogst belang is eene goede Confcmtic dat is, eene juiste en beftendigc form van Bewind, naar welke het Volk verkiestyin let vervolg beftuurd te worden, of in andere woorden eene duidluke verklaaring der rechten en verplichtingen van de verfchillende machten, welke dat Bewind zullen uitmaaken, alles overeenkomftig de gronden van gelijkheid en vrijheid, die'thands rieds openbaar erkend en aangenomen zijn. Zie hier het allergewlf™Sst voorwerp, waarop zich des Volks aandacht volftrekt]uk moet bepaalen. zal het immer gewaarborgd zim tegen alle de indracht van allerlei kabaaien, welke alleen zich zei ven , en niet de welvaart des Lands, bedoelen. Zie hier een voorwerp, zoo rijk van overweging, zoo grootsch in zich 'zelf, dat niet dan de verHchtfte en zuiverfte Vaderlands! min daaraan met vrucht kan ai beiden. Dan. men kan met vooronderftellen, dat het Volk, over het S .S?01I!en',,even kumli'g is omtrend alle de bijzonderheden, welke tot zoodanig Ontwerp behooren. Het  De REPUBLIKEIN. 291 Het is, derhalve, de zaak van allen, die kundiger zijn , — en hiertoe behoorden voornaamlijk alle Clubs of Sociëteiten te ijveren — om de verftanden hunner min verlichtte Medeburgers té onderrichten, en voortebereiden tot dat groote werk, 't geen het hoogst verlangen uitmaakt van ieder' welgezinden Vaderlander, en 't welk, hoe fpoediger het tot ftand kan gebragt worden, ook zoo veel te zekerer grondflagen legt onzer onafhanglijkheid en welvaart. — Maar, hoe zal nu het Volk, als zoodanig, arbeiden aan het werk der Conftitutie, zoo lang hetniet gevormd is tot zoodanige afzonderlijke lichaamen of gedeelten ,waardoor het zijne ftem geregeld zal kunnen uitbrengen? — Zie hier een tweede voorwerp, waarmede zich bet Volk noodwendig moet bezig houden, zal het immer zijn verlangen voldaan zien omtrend de vestiging eener vrije Conftitutie. Tot nog toe is de Volks-ftem in ons Gemeenebest ten uiterften ongeregeld. 'Erzijnaanmerklijke en volkrijke plaatfen, alwaar 30 of 40 perfoonen de ftem haarer Burgerij uitbrengen, zonder dat de overige 200 tot 300 Ingezetenen in het geringde opzicht gekend worden. Monfterachtig, bovenal, is deze inrichting ten platten Lande, alwaar het verfchil van ftaatkundige denkwijze de vertegenwoordiging op de jammerlijkfte wijze misvormt. Is diteenehandelwijze, gebouwd op de gronden van gelijkheid en vrijheid, die zoo plechtig alomme afgekondigd en toegejuicht zijn geworden? — Maar hoe nu, al wederom, dit werk aangevangen ? Zie hier het andwoord. Laat het Volk van iedere Gemeente, 't zij groot of kleen, zich vormen tot kleene Vergaderingen , waarvan één Voorzitter en Secretaris \vorden gekozen. Laat het deze Vergaderingen in orde brengen tot den hoogst mooglijken trap van volkomenheid, zonder aan den eenen kantuittefluiten die Burgers , die van eene bekende verfchillcnde denkwijze zijn, doch te gelijk zonder uit het oog te verliezen het gevaar, 't welk uit derzelver te grooter invloed of overwicht kan geboren xvorden. Laat die Vergadering eenmaal in elke Week gehouden worden. Laat men aldaar in overweeging nemen de zaken , welke onder het bereik vallen dier Gemeente, als daar zijn de toeftand der finantie, — de middelen, om dezelve, indien zij agterlijk mogt zijn, te verbeteren, —— de middelen, om de gemeene welvaart uittebreiden, — de waapening, en derzelver regelmaatige inrichting —. de keus van bekwaame Bewindsmannen en AmbtenaLl 3 ren —  im De republikein. ren — de overweeging der algemeene en bijzondere burger-rechten enz. Op deze wijze bewcrktuigt het Volk ziin eigen wettig beftaan. Óp deze wijze wordt de gelegenheid daargefteld, om het algemeene gevoelen, den wil der Natie, kenbaar te maaken. Op deze wiize zal het verfchil van denkwijze onder afzonderlijke Ingezetenen langzaamerhand ophouden, nadeeüg te wezen voor den Staat. Op deze wijze zal ieder gedeelte het best de gebreken leeren kennen, welke aldaar plaats grijpen, en de bewustheid daarvan, door deszelfs afgevaardigden tot grooter Vergaderingen, en,éindelijk lot de algemeene vertegenwoordigende Vergadering des Bataaffchcn Volks overgchragt, zal de Vertegenwoordigers het best in ftaat fteilen, om niet flechts voor de algemeene, maar ook daardoor voor de bijzondere belangen van ieder deel, naar behooren te zorgen. De ftem der Natie op deze wijze gpvormd zijnde, behoeft men alleen opterichten een Committé van Lastgeving , hetwelk, midden in de Republiek gevestigd, op eenen bepaalden tijd des daags zal kunnen vergaderen, om, door middel van de drukpers, de befluiten des Volks ,' binnen zeer korten tijd, openbaar te maaken. De Republikein zou zich zeer bedriegen , zo niet het Volk, op deze of zoortgelijke wijze geleid tot het onderzoek en de kennis zijner hoogfte belangen, ook daardoor wierd te rug gehouden van alle zoodanige ftappen, waartoe de vijanden des Vaderlands hetzelve willen aanvuuren, alleen om verwarring en verdeeldheid te zaaijen. _Alle deze bedenkingen, eindelijk, zullen nog meer kracht ontvangen door den geest zeiven van hetftaatkundig Bewind, wanneer dezelve zoodanig geftemd is, dat ieder Burger, eenparigheid van werking ziende, daaruit noodwendig moet befluiten tot de behartiging van één weldadig oogmerk, het welk overal zichtbaar is; wanneer een we! gekozen Committé van Onderwijs overal de rfuttigfte verrichtingen daarftelt, om de Natie te verlichten, en bij haar eene geestdrift te vormen, tegen welke zelfs de fnoodfte list onbeftand is,- wanneer ieder Burger, door eene vermindering der gewoone lasten, welke op een herfteld en wel ingericht finantie- wezen allerzekerst volgen moet, daadliik ondervindt het höii, 't welk uit de herfchepping der Staatsform voordvloeit, en eindelijk, wanneer de Conftitutie zelve, eenmaal door het vrije Volk goedgekeurd en aangenomen, even zeer werkt op den geest van ieder Burger, gelijk men zulks, volgends de gewoone werkingen van 's menfchen'  De REPUBLIKEIN. 293 fchen natuur, veiliglijk onderftellen mag. Immers, dan eerst zullen de weldadige gevolgen der eerfte vaste grondflagen , waarop men het gebouw der Vrijheid gevestigd heeft, allerblijkbaarst zijn. De Natie, aan eenen geest van orde gewoon, zal geene wanorde kunnen dulden. De Vertegenwoordiger zal in het Volk den fteun vinden, dien hij waarlijk verlangt, en, zo 'er, onverhoopt, hier of daar, een dwingeland zich mogt durven opwerpen , zal dat zelfde Volk, dat geleerd heeft vrij te worden, altijd vermogend en heldhaftiggenoeg zijn, om zijnen kop te verpletteren. Een geest van wanorde, in tegendeel, algemeen doorgedrongen, beneemt den ftaat zijne inwendige kracht, welke ih de kunde , in de deugd . en in de oppermacht des Volks gelegen is, en geeft ten allen tijde,* de natuurlijkfte aanleidingen tot allerlei onderdrukkingen. Dé grondregel van den kundigen Mousiee, in den beginne der Franfche Omwenteling , in de Nationale Vergadering aldaar aangedrongen, en aan het hoofd van dit nummer geplaatst, behelst eene leering, welke dé Republikein wenscht. dat in het hart van ieder Vertegenwoordiger , zoo wel als van ieder Burger , onuitwischbaar geprent worde , om zich naar dezelve in alle gevallen te richten. ,, Zoolang de Regcering,, form niet gevestigd wordt door den duidlijk ver,, klaarden wil des Volks, beftaat 'er geene Conftitu,, tie. De zoodanige, welke als dan plaats heeft, ,, is eene regeering van geweld, welke 't eiken reife verandert naar gelang der omftandigheden, en af,, hangt van allerlei toevallen. Het als dan gevestigd gezag heeft meer macht, om de Burgers te onder,, drukken, dan om hunne rechten te handhavenen. 5, Zij, die regeeren, en zij, die geregeerd worden, ,, zijn even ongelukkig." Het is deze wijze les , welke ieder Nederlandscb Burger zorgvuldigst behoorde te doen arbeiden, om zoo rasch mogelijk een einde te maaken aan alle provifioneel Bewind, en de Natie voortebereiden, om de Conftitutie op eene geregelde wijze te vormen. ■ Zoo zeer wij ons vleijen, met dit Andwoord aan het oogmerk van den Rotterdamfchen Brieffchrijver voldaan te hebben, zoo vinden wij ons verplicht, hem, en alle anderen, die met hem eenftemmig denken, te raaden, en van hem op zijne trouw, aan het Vaderland . verfchuldigd, te vorderen, dat hij zich geenszins onttrekke aan de algemeene Volks-zaak. De ondervinding  294 De REPUBLIKEIN. ding leert dagelijks, dat de meeste bedillers van het werk der Omwenteling, onder de zoogenoemde Vaderlanders , juist die genen zijn, die zich tot nog toe huiverig toonen, om de burgerlijke bijeenkomften bijtewoonen, en aldaar te inreken over de algemeene belangen. Zij zijn het, die, door hunne koelheid, de Orangc-aanhang verfterken in de hoop op eene tegenomwenteling; terwijl zij den mond vol hebbende van aanmerkingen en verbeteringen, zonder echter iet wezenlijks te verrichten, aan min doorzichtigen aanleiding geven, niet Hechts om hunne zoogeroemde Vaderlandsmin te verdenken, maar ook totanderejammerlijke mterften te vervallen. — In zulk een tijd van Omwenteling, al.s waarin wij ons thands nog bevinden,-—degevaaritjkfte inde^aad, die ooit beftaan kan, juist omdat 'er geene Conftitutie is, en de plaats grijpende verordeningen in duizende opzichten aandruifchen tegen de erkende gronden van gelijkheid en vrijheid in zulk' eenen tijd, weet de Republikein naauwlijks tebeflisfen, welke misdaad grooter zij ten aanzien van het Vaderland die van koelzinnige onverfchilligheid en laage bedilzucht of eene te verre gaande drift, welke tot een uiterfté overhelt, in de hoop, om aan de goede zaak eenen wezenlijken dienst te doen. De eerfte heeft niets ter zijner verontfchuldiging, dan het vochtig klimaat, hetwelk hem op den laagften trap der waare zedenlijkheid plaatst, en is naauwlijks te genezen, zonder electrieke fchokken van zijne geldkist. De laatfte moge grovelijk dwaalen; maar zijne verbetering is geenszins hooploos. Alwie de rechte fnaar zijner ontftelde verbeelding weet te treffen, zal hem te recht brengen, en tot een edel Burger herfcheppen, van wien alle goed te verwachten is. Wetgevers! — Rechters wie gij ook zijn moogt ■— raadpleegt de menschlijke natuur eer gij regecren, eer gij vonnifen zult, opdat gij den Mensch niet vertreedt,' waar hij alleen opgebeurd en geleid moet worden! — — Burgers! wie gij ook zijt, die eenige achting koestert voor waarheid en recht, bedenkt ernftig, dat alle vrijheid, gegrond op een willekeurig gezag der meenigte, hersfenfchimmig is, en vroeg of laat fn regeeringloosheid en dwinglandij ontaardt! — Deze aanmerkingen zullen welligt te Rotterdam, en elders, haare toepasfmg vinden. Hoe gelukkig zou de Republikein zich achten, indien zij van invloed waren bij hen, die voorgeven, oprechte voorftanders der vrijheid te wezen 1  - Ö B ■ REPUBLIKEIN* Puisje vme heureufe Conjiitution être bientot le fruit cis nns travaux! Jamais il ne Jut plus dangereux de perdre un jeul moment. Puisje t'on Jentir que fi l'on voulolt trop entreprendre, on s'expqferoit d manquer tous les Juccès, et que le plus important aeveir est d'asjurer la liberté publique'. MouaiE k- De verzekering der algemeene Vrijheid, zoo zeer gij het hoogst verlangen uitmaakt van ieder' oprechten beminnaar des Vaderlands, zoo blijft zij, natuurlijker wijze, de hoofdplicht van ieder' Bewindsman, Van ieder' rechtfehapen Burger. Aan dezen moet elk ander bedrijf ondergefchikt worden, omdat hij beflisfend is voor onze welvaart; wat zeg ik? ofndaè hij beflisfend is voor ons beftaan, als eene vrije eri onafhahglijke Republiek. Elk oogenblik, dat voor ile bereiking van dit hoofd-doel vruchtloos voorbijai ui vliegtj  iprj De REPUBLIKEIN Vliegt, is een allerwezenlijkst verlies, jnist omdaf leder meer verwijderd tijdftip ons hoe langer zoomeer buiten ftaat fielt, om met eenparigheid daaraan te arbeiden. De aanhangers van het voormaalig Bewind, onze binnen- en buiten-landfche vijanden laten niet na, alles te beproeven, om de gemoederen tc verdeelen, om de Provinciën door verkeerde jaloersheid van eikanderen te fcheuren, en de kabinettender buiténlandfche Hoven tegen onzen Staat voor intenemen. Gij zijt verloren Volk van Nederland! zogij niet bij tijds opftaat, om te waaken! Ziet gij dan niet volkomen herleeven alle de verwarringen, alle de traagheid, alle de befluitloosheid van die voorige tijden, waarin gij u eensgelijks vleidet met eene grondwettige herftelling? - Ja Burgers! — met fmart vernieuw ik deze betuiging, ■— gij zijt wederom op het punt, om alles te verliezen, zo gij niet fpoedig zorgt, dat uwe hoogfte belangen met eenparigheid van oogmerk werden behartigd. Reeds een geruimen tijd zaagt gij in het licht een Plan van Oproeping tot eene Nationale Conventie. Uit deszelfs inhoud meendet gij te mogen beiluiten, dat, na de ingekomene aanmerkingen, flechts weinig tijds zou nodig zijn, om hetzelve zoodanig te verbeteren , dat het door de gantfche Natie goedgekeurd zou kunnen worden. Thands, in plaatfe van deze billijke verwachting voldaan te vinden, wordt dat Plan bij de Provinciën overgenomen; het wordt onderworpen aan de langwijligfte overwegingen, aan een lang uitgerekt beraad, waarvan het gevolg, zeer waarfchijnlijk, dit zijn zal, dat hetzelve, met honderde andere goede ontwerpen, aan den fpijker, zoo als men zegt, zal blijven hangen. Hoe gaarn wenschte de Republikein, in dit ongunftig vermoeden te dooien. Maar de ondervinding is ons daarin eene al te waarachtige leermeesteres geweest, om zulks thands nog in twijfel te kunnen trekken. Hij, die daaraan kan twijfelen, loont blijkbaar onkundig te zijn in de ervaringen van den dag, en werkt, fchoon misfchien onfchuldig, mede ten verderve des Vaderlands. Wat zullen wij nu hierin doen, om eene langwijligheid te ftrsmmen , tot welke, in gevolge onzer ■ . voer»  De REPUBLIKEIN. 297 voortreflijke! oude Staats-form , wettiglijk befloten 'is? Dit befluit te doen herroepen, is een omflachtig, moeilijk, en misfchien onuitvoerlijk werk. Heter zal het dus ziin, om datzelfde Committé, 't welk aan deze taak reeds gearbeid heeft, nogmaals te ver. zoeken, dien arbeid te hervatten; doch op eenen anderen voet, met een uitgeftrekter doel, en dus ook met eene uitgebreider macht. Die Commisfie, thands voorzien met eene meenigte van belangrijke aanmerkingen, uit den boezem des Volks afkomftig, zou niet flechts aan een Plan tot oproeping, maar tegelijk, en wel met weinig meer moeite, kunnen arbeiden aan het ontwerp van Conftitutie zelf, met bepaaling van eenen gefchikten tijd tot afdoening van dezen arbeid. Dan , daar dit Committé zich zelf hiertoe niet kan machtigen, zou het nodig ziin, dat de braaffte Ingezetenen, zo mooglijk uit alle Provinciën, zich met een gelijkluidend Adrès vervoegden bij hunne Provinciale Vertegenwoordigers, en op de bewerkftelliging daarvan met den nodigen ernst aandrongen. Om dit werk gemaklijk te maaken, deeïen wij alhier mede het ontwerp van een zoodanig Adrès, als ons toefchijnt hiertoe het best gefchikt te wezen. Concept jidrèt. Aak de Vertegenwoordigers des Volks; VAlï * Geven te kennen de ondergeteekende Bur)» gers 9, Dat zy Ondergereekenden , in de publieke Nieuwspapieren hebbende gezien het Plan van Oproeping tot eene Nationale Conventie, op last van ,, II. Hoog Mogenden, door het Committé van Al,, gemeen Bondgenootfchap te Lande gevormd, en », thands bij de refpeétive Provinciën ter deliberatie Mm z »i over-  298 D e R E P U B L I K E IN. 5. overgenomen, daaruit vervolgends vernomen hei»-. ,, ben , dat het hoofdoogmerk dier Conventie ziin }, zou liet ontwerpen eener Conftitutie voor hef geheele Bataaffche Volk , en dat de arbeid dier i» Conventie daartoe , .uitterlijk binnen een jaa^ ?, tijds., zou moeten geëindigd zijn." m Dat de Ondergeteekenden, alle bedenkingen op s» he? voorfchreven Plan van Oproeping voor het tegenwoordige ter zijde ftellende, zich niettemin 'ik verplicht oordeelen, voor hun gevoelen, bij dey zen openlijk te verklaaren, dat bet/ hun' voor- komt, dat deze overneming bij de Provinciën tot 5' eenen piibepaaldcn tijd, met het onderzoek en de ?> nadere beflisfing wegéns de aanmerkingen, door *5 7 Souveraine Provinciën daaromtrend te maaken, zonder dat 'er echter een genoegzaam middel voor v handen is, om, in geval van gewichtige gefchilr ?i len ter dier zake, eenparigheid onder de Hooge Bondgenoten te bewerken, of dezelven te nood?» zaken, om zich zulk een Plan te laten welgevalV* len , indien het al eens met meerderheid wierd doorgezet, én voords in deszelfs uitvoering geens. zins te ftremmen — aanleiding zal geven tot langwijlige beraadflagingen, tot de verregaandfte »•> pneenigheden en verwarringen in de Republiek, V welke ons volftrektlijk buiten ftaat'zullen ftellen, om aan onze verbindtenis met Frankrijk te vol,. doen., en ons Land van binnen alle . veerkracht zullen benemen tot een fpoedig herftel van all' ^» het vervallene." Dat de Ondergeteekenden het onnodig oordeaj» l.en? dit een. en ander breeder te. ontwikkelen, «, naardien de zwaarigbeden van bondgeriootfchapX' lijke overwegingen tusfchen 'zeven Souveraine Pro^ yinciën. over gewichtige zaken, behalve in alle on/'e voorige gefchiedenisfen, nu bijzonderlijk 2e?« derd onze jongde Omwenteling, zoo duidlijk ge,., bleixn'zijn, en nog dagelijks blijken, dat, indien n deze zwaarfgheden niet met den meestmooglijken' o, f.ioed opgeheven en herfteld worden, duizenden |3 onzer Landgenoten, die jndedaad zeef veel 'nuts voor!  De REPUBLIKEIN. 293 s) voor de goede zaak zouden kunn'en en willen doen, huiverig zullen blijven, om tot deze Revolutie, door geld, en alle andere' zoorten van 5, hulp medctewerken, cn ons Vaderland het flachtoffer der voormaalige gebrekkige en nog onveranderde Staats-inricbting, voor Frankrijk nutloos, en voor onze vijanden tot een voorwerp van geduurige intrigues, bij aanhoudendheid blijven, of ver- 7? der worden moet." ,. "Dat dc Ondergeteekenden , ter' voorkomingo v, van alle deze, met het hoogfte' recht gevreesde, 5, onheilen, in dit opzicht geen beter middel we,, ten, dan hetgeen zij de Vrijheid nemen, hierbij aan U, die hen vertegenwoordigt, voortedragen, "., fa het billijk vertrouwen, dat gij dezen hunnen '., voordracht in de ernftigfte overweging nemen j en daarop zoodanig befluiten zult, als het belang ï, des gevneenen Lands, uw plicht, als deszelfs handhavers, en uwe verandwoordlijkheid in het „ behartigen van denzei ven, zal vorderen." ,, ,, Dat, naamlijk, met daadlijke intrekking van ,, hst voorfchreven Pinn van Oproeping tot eene , Nationale Conventie, het zelfde Departement van ,, ,, het Co:nmitté van Ajgeineen Bondgenootfcliap te ,, ,, Lande, gefnppleerd tot 21 Leden — waarvan ,, de 14 onderjlelde nieuwe Leden, door de Re,, prefentanten der bijzondere Provinciën , uit „, ,, het midden der Burgerijen, binnen 14 dagen, zouden moeten benoemd worden — door H. j. Hoog Mogenden gemachtigd worde. ,, Om, uitterlijk binnen 3 maam ,, den, aan H. H. Mogenden over- ., ,, televeren: ,, Vooreerst, het Ontwerp van eene ,,' ,, nieuwe Conftitutie voor het Ba- ■., 'taafiche Volk, zoo veel mooglijk ,, ,, ingericht, naar de Conftitutioneele Aften van Frankrijk, welke reeds "ü- i; Mm 3 „ aan,-  gco De REPUBLIKEIN. ,» aanwezig zijn, en wel met be« s> jj hoorlijke affcheiding der Machten, die het Bewind zullen uitmaaken, zoo wel die wetten voor,, ftellen, die dezelven goed- of afs, keuren, als die tot het uitvoeren9» ,, de en rechterlijke Departement zul» len behooren; en ,, j, Ten tweeden, een Plan van Op'»> 3, roeping van het Bataaffche Volk ,, tot de aanneming of afkeuring yan het zejve," '1 ÜT »» Dat beide deze Ontwerpen vervolgends door ï» de Hooge Bondgenoten gelijklijk onderzogt zul,, len worden, onder daadlijk verband, om hun3, ,, ne bedenkingen deswege , ujfterlijk. binnen 6 s, ,, weeken tijds, inteleveren. ,, ,, Dat deze Aanmerkingen op beide Ontwer',, ,, pen , vervolgends ,' door hetzelfde Committé 3, nader overwogen , en het door hun in orde s, ,, gebragte Plan van Conftitutie, uitterlijk binnen ,, 6 wieken, ter drukperfe gelegd, en zoo fpoe,, ,, dig mooglijk aan het Bataaffche Volk ter aan,, ,, neming of afkeuring voorgefteld worde, onder ,, ,, gelijke voorwaarde-, dat ook de manier van Oproeping des Bataaffchen Volks , op zoort,3 gelfke wijze uit de ingenomen adviefcn der Hooge Bondgenooten opgemaakt, door het bo,, vengemelde Committé bepaald, en binnen den- de-  Dé REPÜBLTKÉTN. So* 'ü dezer _ Revolutie , de vorming eener gewensehtel Conftitutie voor altijd verhinderen , en de welsj vaart dezes Lands, met alle de vooruitzichten op „ eene lang gewenschte Vrijheid , ten eenenmaala' j> zouden vernietigen." 5» De Ondergeteekenden verzoeken Uwe Vergade» s , ring , aan deze Voorftel len eensgelijks den fpoé3» digften termijn van finaal befluit te willen geven4 ,, opdat alzoo het oogenblik verhaast wórde, waars-s van wij het begin onzer gegronde hoop op het #s wezenlijk herftel van de politieke orde onzer Rejff publick zullen kunnen dagteekenen." ss 't JVelk doende, zult Gijlieden -wel doen*. Ziet daar Medeburgers! van alle Oorden , wie gij bok zijn moogt, zo gij flechts eenig belang ftelt in? de waare welvaart des Vaderlands , eene pooging to* deszelfs redding , welke , onzes oordeels, zich bij ieder' weldenkend Bataaf ten fterkften moet aanbevelen. Bij all' wat ons , als echte Patriotten , lief er* dierbaar, —■ bij de Vrijheid, welker bewaaring onsr allen heilig is, bidden wij U, — en U vooral, die reeds' daadlijk in eenig ftedelijk of provinciaal beftuur zijt, .— in de overweging dezer zaak alle points d'kmmeur, alle bijzondere inzichten ter zijde te ftellen , en de' hand te leenen aan de werkftelliging van zoortgelijke' zaken, als wij in het gemelde Adrès hebben opgege ven. Hebt gij eenige aanmerkingen op deszelfs voordracht , laat geen twist over woorden ons verwijderen van het hooge belang, dat wij allen in het oog hebben. Verfchilt gij van ons in de zaken zeiven verre is het 'er af, dat wij ons zouden vermeeten \ alleen een recht doorzicht van de Staatkundige belangen des Lands te hebben. Gaarn mogen wij lijden , dat het voorftel op eene andere wijze gefchiede , zo maar die wijze in zich zelve daadlijk beter eu uitvoerlijker zij , zo maar het gewichtige hoofddoel , de tegenwoordige nood , daarmede zal bereikt en geholpen worden. Op welke manier het dringendst gevaar, waarin zich onze goede zaak bevindt,- oo3s:  $02 De REPUBLIKEIN* ook worde afgeweerd , is den waaren Vaderlander onverfchillig , indien zulks maar'zoodanig gefchiede, dat wij , allen , reden hebben , ons in de eenparige werkzaamheid van alle goede Burgers tot één oogmerk, en het uitzicht op 'de vestiging eener waarlijk vrije Conftitutie te verheugen , welke door hét Bataaffche Volk zal worden aangenomen en goedgekeurd. Dit moet ons aller verlangen en doel zijn. En dit niet fpoedig gefchiedende , houdt de föpfbfc lein zich zelf, als Burger, en. als openbaar Schrijver, die zijne pen geleend heeft aan de bevordering der' algemeene belangen , en, als zoodanig, in de achting en het vertrouwen van zeer veele rechtgeaarde Patriotten deelt, volkomen onfchuldig aan-allé die Verwarringen , met derzelver heilloze gevolgen t welken hij', op de hoogst waarfchiihlijke gronden , vooraf bereekent, dat eerlang deze Republiek zullen beroeren. Deze verklaaring hebbende ter neder gefteid , laat hij gaarn de rijpe overweging der zaken aan zijné Medeburgers over. Te Jmfterdam, bij M. Schalekamp, in de Warmoes^ ftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis , van den I >ïies Pols'en van Santen. Dordt Blusfé en Zoon. 's Hagel Leeuwenfteijn en Plaat. Leydsn Honkoop en Herding. Haarlem Walré, C Plaat en Wed. van Brusfel. ' Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda VerblaauW. A&maar Molkman enComp. Hoorn]. Breebaart. Zaandam van Aakeh. Utrecht G. Ti van Paddenburg en Zoon , en de Wed. Terveen. *s Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais.Dmnter Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers i wordt dit Blad 's Maandags met een Ne. vervolgd a ij Stuiv*  D Ë REPUBLIKEIN. öaand la jeunesfe d'un Ëtdï est dispofée h exécuter avtc vigueur les fages refolutions d'un confeil èclairé, en peut compter Jur le Juccés des entreprijes. , oxenstirh. » c ■ '" • ' Burger Republikein.' Tk heb altijd een zwaar hoofd over de omftandighéddn Van den tijd; ik wenschte gaarn, dat verftandige Vaderlanders mijne zwaarigheden eens oplosten, en mogelijk zult gij dat kunnen doen! Met genoegen heb ik uit de Nieuwsbladen gezien, de Commiffie der Hollandfche Volks - Reprefentanten, bij hun Hoog Mogenden, met zoodanige voorftellen, die dezelven tot eer verftrekken En niet min aangenaam was het mij, te zien, dat hun Hoog Mogenden de meeste punten zonder refumptie hebben goedgekeurd. Dat is vvat anders, als onder het oud beftuur ! Maar; maar!.. het punt van geld. — Dit werd wederom, als vanouds, door Gelderland, Zeeland, Utrecht en Ovefijsfel, overgenomen.' Zie daar, dacht ik, nog een ftukjen uit de oude doos! geld, zonder het welk de heilzaamfte voorftellen vruchteloos zijn, dat is een punt, waarop men niet zonder refumptie kan befluiten, maar dat wordt overgenomen!! Hoe is het mogelijk, dat nog één Patriot achting heeft voor ons oud Bondgenootfchaplijk beftuur! In een tijd van den uiterften nood, waarin Zee- en Land-macht werkeloos ihóet blijven , als 'er geen geld komt, zoo een gewichtig punt mrtenemen? Wat moet 'er dan van onze Repur Na blie* N°. 36.  304 Dk republikein. bliek worden? Is het genoeg, fchoone aanfpraken eö vertoogen te doen? Onze vijanden lachen ar in hun Vuist, verblijden zich bij vöörraïa in hurme zegepraal, en liaan al gereed met kluisters, en wee onzer dan! Neen, Bataven] verkiest liever roemruchtig te' fterven, dan op nieuws onder het oude ariftocratisch juk der Unie, onder de meer dan tweehonderdjaarige provifioneele regeering te komen, en ziet hieruit, hoe noodzaakelijk het zij, dat Nederland, door eene goede Conftitutie, tot één Staatslichaam vereénigd worde! Doch helaas ! daar is. nog niet aan te denken; men hoort zelfs niet meer van eene CpnvenCie fpreken", en , zo die, na lang deliberecren en overnemen, ai eens komen mogt, dan nog een Jaar voor het Ontwerp'eener Conftitutie; —— dus al wederom deliberecren, overnemen, aanmerkingen maaken enz. zoo doende is 'er groote kans, dat de meesten der tegenwoordige Vrijheidszoonen zulks voor hunne volgende geffa'chten zullen moeten overlaten. Maar, zijn 'er nu geene andere en korter wegen, om tot eene Conftitutie te "Rdmen? Want dit is zeker, dat, zoo lang 'er geene vaste Conftitutie is, de werkloosheid zal voordduuren, de ver-, warring en partijfchappen toenemen, de Einah.tiëu voor geene verbetering vatbaar, aan de vestiging van gelijkheid , vrijheid en broederfchap niet meer gedacht zal worden: maar dat wij, in tegendeel, al darlzende om den Vrijheids-boom, de flaavërnij tegemoet zullen gaan; terwijl wij billijk mogen vertrouwen, dat onze binnen- en buiten-landfcbe vijanden zoo werkloos niet zijn, maar van onze verwarringen een voordeelig gebruik zullen maaken. Maar nu, wat raad? Mij dunkt, dat de kortfte weg was, eene Prijsvraag dien aangaande aan het Publiek optegeven. Men konde den termijn van beantwoording zoo kort ftellen, als men wil. De Friefcae Volks-Reprefentanten verdienen allen lof, dat zij daarin voorgegaan zijn. Kundige .Vaderlanders, waarvan ons Land niet ontbloot is, komen dan aan het werk. Bezen zijn in ftaat, de Natie vóór te lichten, zoo wel als de Conventie, of Commiffie, welke gelast zal zijn tot het Ontwerp eener Conftitutie. Alle kundige Vaderlanders moeten aan den arbeid. Onze goede zaak bevindt zich , mijns oordeels , in een dringendst gevaar, en zonder eene algemeene. Conftitutie is het Vaderland verloren. Neer-  De REPUBLIKEIN. 305 Ne-ndands nieuw Schip van Staat dobbert tusfencn de gevaarlijkfte klippen; zonder ijver cn algemeene werkzaamheid ftranden wij zeer zeker. Bevaren Zeelieden laten het op de Lootfen alleen niet aankomen; zij peilende gronden, zien vooruit, letten op de bakens, en waarfchuwen, als zij begrijpen, dat 'er gevaar is. Het ftrekt geenszins tol oneer van Stuurlieden, als ook anderen de navigatie kennen. Mogelijk zult gij wel zeggen, Republikein! dat )k wat "driftig val; dit 'er tijd vcreischt wordt voor eene Conftitutie, en of ik 'er wel om denk, dat 'er eerst eene, verklaaring der rechten van den Mensch en Burger mo'it voorafgaan. Dat laat zich hooren: —— maar mag ik wel vragen? Ik ben geen bouwmeester, doch ik heb 'er wel zoo veel van gezien, dat men eerst de gebouwen in hunne muuren zet, en dat men dan vervolgends alles, wat kunst en ftiiaak vordert, op zijne plaats brengt. In de Staatslichamen, nu, ziin bij mij de muuren de Rcgeeringform , die opgebouwd zijn naar eene opgegeven teekening, of goedgekeurd plan, en dan is cn blijft de eigenaar nog meester, om te bepaalen, of laat ik liever zeggen; het Volk kan dan, door zijne Vertegenwoordigers zulk een Ontwerp van Wetten' ter goe.keuring laten voprftellen, -welken zij 001 -dealen dienstbaar te zijn voor de algemeene vrijheid en welvaart. De ftaatkundige bouworde komt. hier overeen met de natuurlijke, en dan kan men, binnen den kortften tijd , een fchoon gebouw ter neder ftellen. Dit een en ander, dunkt mij, was de aandacht der Volks-Sacicteiten dubbel waardig, om voords in iedete Provinciën de nodige addresfen daarover te maaken. Zie daar Republikein! mogelijk dwaal ik hier of daar in mijne denkbeelden; maar dan verzoek ik om onderrichting. Vaderlandsliefde doet mij fpreken. Ach1 was mijne vrees ongegrond! maar ik öndervihde, dat mime kundiglle Medeburgers geene minder bekomüiering hebben. Vaderlander. I?. 15 Julij 179?. A. L. B. im<\ Na 3 A N D-  $g6 De REPUBLIKEIN. AND WOORD. Dit de laatst voorige drie Nummers van ons Tijd» fchrift, en voornaamlijk uit het laatfte, zal onze geachte Correspondent gezien hebben, dat wij met hem volkomen eensgevoelende zijn over het dringend gevaar, waarin zich de goede zaak thands bevindt, en, over de noodzaaklijkheid van een fpoedig herftel. Wij wijzen hem der waards terug, in het vertrouwen, dat hij de gemaakte bedenkingen niet afkeuren, en als dan ook, als een ijverig Patriot, de hand zal leenen aan het voorgefteld, of zoartgelijk ander, middel, om aan de jammerlijkfte werkloosheid een fchielijk einde te maaken. Gewichtig is ons vooral voorgekomen de aanmerking wegens de overneming van punten bij de Provinciën, die het opbrengen van haar quotum tot de gemeene las» ten betreffen, zonder dat 'er, bij die overneming, een tijd bepaald wordt, binnen denwelken de Afgevaardigden zich verplichten tot andwoord. In de daad, dit is, in den tegenwoordigen tijd, waarop men de rech-r ten van den Mensch en Burger openlijk afgekondigd, en dus aan de gronden eener nieuwe Ccnftitutie trouw ge-, zworen heeft, een zoo vreemd verfchijnfel — ja, wie tveet, of anderen dit niet zouden noemen eene recht» ftreekfche fchending van het vertrouwen der Natie? — dat men naauwlijks weet, wraarover men zich meer verbaazen moet, of over de traagheid in eenen tijd van werkzaamheid, of over de lafhartigheid der Natie, v/elke dit alles met eene koele onverschilligheid aanfchouwt. — Wij ftellen daarom voor, dat de Stedeii en het Platte Land van Holland, aan hunne Afgevaardigden tot de provinciale Vergadering in 's Hage in -uifdruklijken last geven, om te vorderen: Vooreerst, dat de Reprefentanten des Volks van 7, Holland aan de overige Provinciën , hoofd voor ss hoofd, Cathegorisch afvragp: of zij gezind zijn, eene Conftitutie te helpen vormen, waarbij Nederss land ééne ondeelbare Republiek worde, met ophef3, fing van de thands aanwezige form der zeven Sou»» verainiteiten, en die der Generaliteits vergadering? ss Zo ja : dat zij eenen decifiven tijd bepaalen tot M afdoening."  De REPUBLIKEIN. 3°7 Ten tweeden, dat zij aan iedere Provincie zullen „ overdragen eenen ftaat van balans , raakende de ,, voorfchotten, welken Holland voor haar, zederd den jare 1648, gedaan, en de fcmme, welke de. ,, zelve Provinciën, van dien tijd af tot ultimo Juli} ,, dezes jaars 1795, aan Holland zijn verlchuldigdj met aandrang, om eenen peremtoiren tijd te ftellen, binnen den welken de vereffening dier openftaande ,, fchulden zal bewerkftelligd worden." ,, Tenderden, dat gemelde Reprefentanten van Hol- land aan de Provinciën, in geval zij, onverhoopt, ,, niet mogten treden in het heilzaam Ontwerp, en de „ tijds-bepaaling tot deszelfs daarftelling, van ééne ,, ondeelbare Republiek, alsdan verklaaren, in het vervolg geen het minfte voorfchot, van welken aard ook, te zullen doen; maar dezelven aan haar ,, eigen lot overtelaten:" met bijvoeging: dat ,,■ zij, Reprefentanten van Holland, in naam van dat Volk, hetwelk zij vertegenwoordigen, zich voor», behouden alle zoodanige billijke en efBcacieufe ,, middelen , als zij tot bereiking hunner heilzaame ,, oogmerken, en gedaane vorderingen, zullen oor,, deèlen te behooren." Deze ftap fchijnt den Republikein toe te zijn eene zaak van de hoogfte noodzaaklijkheid, gefchikt, om, midden in alle de traagheid der Bondgenoten, een einde te maaken van alle die belemmeringen, welken het belang der Natie, dagelijks, van alle zijden ontmoet. Burger Republikein! Zederd uwe twee Nummers, 16 en 18, betreffende de Joden, had ik verwacht, dat alie gefchillen wegens hunne zaak gerust zouden hebben tot de beflisfende uitfpraak der Reprefentanten op het Request der Sociëteit Felix Libertate. Op eenmaal zie ik thands dezelven meer dan ooit verlevendigd, en meer over de geheele provincie verfpreid, na den ftap der Wijkvergaderingen bij de Municipaliteit van Amfteldam, en de tegenwerking van gemelde Sociëteit. Het is bekend, hoe de laatfte eenigen afgezonden heeft, om in de aan£ienlijkfte Steden van Holland de Burgervergaderingen Nn 3 voor  |'ÓS De REPUBLIKEIN. voor hunne zaak te winnen, en,'zo ik verneem, met eenen gewensebten ujtflag. Dit noopt mij, om u in dc noodzaaklijkheid te brengen, om nog een Nummer aan dit onderwerp toetewijden. Te weten; het boven verhaalde heeft bij mij eenige vragen doen oprijzen, die ik gaarn in uw geacht en •algemeen getrokken Blad wenschte beandwoord te zien, om ook, ten aanzien der verdrukte en mishandelde Joodfche Natie, de rechten der vrijheid en gelijkheid te handhavenen. — Vooraf echter vra&e ik: i.) Is de ftap der genoemde Sociëteit goed te keuren, om dc aanzienlijkfte Steden voor haare zaak te winnen? Is het billijk, dat Steden, die maar zeer Weinig belang hebben bij deze zaak , omdat zij een niet noemenswaardig aantal Joden herbergen , als het-ware, aan Amfteldam de wet zullen ftellen, daar de Joden bijna een vijfde gedeelte der Inwooners uitmaaken, en dus aan deze Stad alleen een allergevoeligst nadeel kunnen veroorzaaken? Een ander kan toch Ciet voelen, waar mij de fchoen wringt. i.) Hoe zeer ik van de eene zijde erken , dat de Staat geenen godsdienst kent, en dus alle vragen wegens de bijzondere godsdienftige begrippen der Joden volftrekt niet te pas komen: hoe zeer ik van den and©, ren kant erken, dat men eenig recht hebbe, om de Joden in zommige opzichten te wantrouwen, zoo is' het echter een doorgaande regel van recht, dat men ieder, van wien het tegendeel niet bewezen is, voor een eerlijk man moet houden en op zijn woord gekloven ; en dus vervallen aile bedenkingen tegen de geloofwaardigheid van de verzekeringen der Joden : fchoon de Staat moet zorgen en toezien, dat de verbrekers van hun woord rechtvaardig geftraft worden: >—■ Hoe zeer dit alles bij mij uitgemaakte waarheden zijn , vraag ik echter: hoe moet men thands de geheele •Joodfche Natie befchomven? Is zij, eene geheel vreemde, ma Natie? (ik fpreek hier niet van enkele perfoonen,) of is zij eene geheel Vaderlandfche? Hoe wil zij zeire, qua Natie, befchouwd worden? De beandwoorcing dezer vragen kan best het gefchil beflisfen. is zij eene geheel vreemde? Laat zij dan, door Ver-  REPUBLIKEIN. sc? {ggênwoordigers, uit naam der geheele Natie, plechtig Verklaaren, dat zij begeert met de Nederlandfche ineelijfd, en voortaan voor haar zelve cn haare Nakomelingen als Nederlanders befchouwd te worden. Aan die begeerte kan men beandwoorden. Maar, daar zij dan als vreemd befchouwd wordt, moet men hec richtfnoer der Franfche Conftitutie volgen en de voorwaarden bepaalen, waarop men alle vreemdelingen,, en dus ook de Joden, voordaan de rechten vaneen geboren' Nederlander en Burger wil fchenken. Is zij eene geheel Nederlandfche? Dan hebbe men flechts het'zelfde richtfnoer te volgen, dat _ men bij Nederlanders in het oog houdt, en toe te zien, dat geene bekende voorftanders der oude Conftitutie met de handhaavers der vrijheid en gelijkheid op gelijken voet behandeld worden. Om de beflisfing dezer vragen gemaklijker te maaken, oordeel ik het zeer dienftig, in de oude archiven van' Stad en Land natefpooren , op welken voet de Toodfche Natie in ons Vaderland is aangenomen. — Hoe zij, bij" haare intrede , befchouwd heeft willen worden ; — welk verdrag met haar is gefloten; — welke vrijheden haar zijn toegeftaan. Ik denk, dat, • voor zoo ver zij tot hiertoe in zoodanige verdragen ftilzwijgend berust heeft, dezelven ook nog gelden, en dezen niet döe*' mkele perfmen, maar door de geheele Natie alleen kunnen verbroken worden. Ik denk, dat. zij mijn vermoeden zullen bevestigen, dat de Joden tot hiertoe altijd als eene geheel .vreemde Natie befchouwd ziin, en ook niet anders befchouwd hebben willen worden, dan als vreemdlingen, die hier flechu inwooning, rust, veiligheid en vrijheid voor hunne perfoonen, goederen en godsdienst — maar geen burserfcha» zochten; — vieemdiingen, wier Vaderland %lestina is, en die flechts eene gunftige gelegenheid pfwaehten , om naar het zelve terug te keeren. Denk. ik juist; laat zij dan als Natie opkomen, en verklaaren, dat zij niet meer als eene vreemde, afgezonderde Natie befchouwd wil worden. Laat zij de vernietiging eifchen der voorige contracten; laten 'er nieuwe verdragen aangegaan en geteekend worden, die gegrond zijn op billijkheid en gelijkheid. PlETER VSAGEX.  Sio De REPUBLIKEIN. AND WOORD. De eerzaame Pieter Vrager houde het ons teri goede , dat wij volharden bij ons genomen befluit om de zaak der Joden niet weder te behandelen. Wij raaden hem dus , om zich , ter verkrijging van een juist befcheid , te vervoegen bij de geleerde Maatfchappijen of Genootfchappen in ons Vaderland , of ook in het Ottomannifche Rijk, of in China, met voorftelling der navolgende Prijsvragen: 1. ) Welke is de kunstmaatigfte wijze, om perfoo. nen, die, jaaren agter den anderen, fchot en lot betaald hebben , in eene vreemde Natie, of wel in Vreemdelingen te herfcheppen? 2. ) Zijn de oude archiven van zoodanige Landen, die altijd het geluk gehad hebben , om ariftocratisch of despotiek geregeerd te worden, niet de allergefchiktfte handleidingen tot verklaaring der rechten van den Mensch en Burger? 3. ) Is het geloof aan eenen vroomen en weldadïgen Koning , die zijn Volk in vrijheid , vrede en welvaart zal beftuuren , niet eene openbaare fchen-^ nis der grondwetten van alle republikeinfche Conftitutie ? — En verdienen de drijvers van zoodanig gevoelen niet de berooving van alle menfchen- en burgren - recht, verbanning uit den Staat, of — 't geen het minst omflachtig van allen is, — de Guillotine ? En , zo de eerzaame Pieter Vrager, onverhoopt, geene voldoenende andwoorden mogt bekomen, dan wijzen wij hem, met allen mooglijk refpect, naar de Committé's van Vóórlichting. «—  D E REPUBLIKEIN, N°. 37- L'iniérêt me parolt fembldble a de la poudre, que le démon jette aux yeux de l'hpmme, afin qu'il ne connoisfe nijusti* ce, ni devoir, ni honneur, ni amitié. C'est lui, qui fuffoque lesfentimens naturels entre les parens, qui brouille mari& femme, quiJéme la haine entre les fréres, & qui éteint i'amitié entre les amii. , II Jert aux grands de pretexte pour commeitre les a&ions les plusinjustes, & au vulgaire a rompre le naud de l'obéisfance de lafidélitê due au fouverain. II rend le courtifan ejclave, le foldaS temerairc, l'eccléfïastique tartuffe, £f le marchand trompeun O xenstirn* Burger Republikein.' Onlangs zijn alhier de Predikanten der onderfcheido* ne Proteflantfche Gezindten, benevens de RoomfebÖ Priesters , en den Joodfchen Rabbijn, ten Raadhuize ontboden, én (behalve dén Jood en cien Moravifchen Broeder) ook verfchenen * om voor eene Commisfie üit de Municipaliteit den eed of belofte afteleggen op de Rechten van den Mensch enz., door de provifioneele Reprefentanten des Volks van Holland voorgefchreven< De .gerequireerden vergaderden op Schepenen Kamer, alwaar zich één der Secretarisfen, na een weinig toevens, vervoegde met een zak, waarin 8 genommerde briefjens, ten einde iedere Gezindte daaruit één mogt trekken, en , in gevolge van het getrokken nomrher , vroeger öf laater zou binnen gelaten worden. Het viel juist zoo uit, dat de Roomfchen No. 2 trokken, (terwijl No. 1 met nog een laager nommer in de zak bleef, zoo dat de Jood waarlijk kans zou gehad hebben, dm, als Leeraar van de oudfte Kerk, den voorrang te krijgen) en daarna de, Gereformeerden , Remonftranten, Doopsgezinden en Lutherfchen volgden. Der Janfenisten Priester weigerde, een afzonderlijk nommer te trekken , zeggende even goed Katholiek te zijn, als dc overige Roomfchen, op welken hij zeer vertoornd was, omdat één derzelven op da vraag van den Secretaris: waar de Janfenist thuis be0 0 hoor-  ftt Be RE PUB l IK E IN. Koorde? geand woord had: daar is der Jan fern sten Priester! 't geen deze voor een fcheldnaam hield, varende daarover vrij' hevig uit, en voegende 'er bij, dat hij niet zou binnen gaan. dan te gelijk met de overige Priesters, gelijk dan ook gefchiedde. Intusfchen heeft deze Man van alle de Roomfchen alleen den eed afreJegd; hebbende de overigen geweigerd, ofzwaarigheden ingeworpen, gelijk ook 3 Gereformeerde Predikanten alvorens eene nadere opheldering verzogt hebben waartoe zij door de'Commisiie naar de Reprefentanten van Holland gewezen zijn. Wat dunkt u, Republikein, moet 'er met deze on■wilhgen gedaan worden, indien zij op den duur weigeren den eed te doen? Gij zult misfchien zeggen; men moet hen van hun ambt ontzetten, omdat zijden Souverain tegenitaan: maar, is het raadzaam, om in de Republiek een aantafafgedankte Geestelijken te houden , die, wel is waar, als dan hunnen invloed misfen, om de goede zaak in het openbaar tcgentewcrken, docb ook , als misnoegden, in het geheim zooveel te nadeeliger werken, en den geest van partijfchap des te fterker zullen aankweeken? Is het ook'voegzaam, om indien dat getal in ons Land aanmerkiijk zijn mogt' de Gemeenten van zoo veele Leeraaren te berooven? Op welke wijze zal dat getal worden aangevuld? en is het dan in zich zelf uitgemaakt zeker , dat ieder Leeraar, die gemoed 1 ijke zwaarigheden heeftin den bewusten eed, daardoor volkomen on."efchikt of onwaardig is, om zijne Gemeente teftichten? Met deze vragen , volgends uwe gewoone rondborftipheid te beandwoorden, zult gij grootlijks behaagen aan Uwen Medeburger, NlKOLAAS KfiRRVRIEND. Haarlem 20 Julij. A N D W O O R D. De Republikein wil niet ontveinzen, reeds bij de ver', fchiinmg der eerfte Püblikatie van den Eed, voor zich. zelf gewenscht te hebben, dat de Reprefentanten van Holland den Predikanten, zoo min der voormaalige zoo^ genoemde Heerfchende Kerk, (die eigenlijk, omdat zif uit s Lands Kas betaald worden, alleen geestlijke Amb. tenuars zijn) als der andere Gemeenten, het doen eener Led-gelofte bevolen hadden, juist omdat dezelven niet meer zijn, dan dienaars hunner Gemeenten, met welden de Staat, als zoodanigen, niets te maaken heeft. iJan, dit nu zoo zijnde, en bij eene nadere verklaaring door genoemde Reprefentanten uitdruklijk blijkende, dat  De REPUBLIKEIN. dat dc bewuste Eed: ',, niets anders bevat, dan eene ,5, plechtige verzekering en gelofte van Ambtenaaren, ,, dat zij hunne posten ter goeder trouwe en met eer,, iijkheid zullen waarnemen, en zich daarin zullen gedragen naar de, bij het tegenwoordig beftuur tot 5, grond van alle hunne verrichtingen gelegde enplech,, tig aangenomene Rechten van den Mensch en Bur,, ger," blijft 'er, onzes oordeels, geene de minfte zwaarigheid, waardoor zij van het doen dier gelofte gouden wederhouden worden. In de daad, wanneer Leeraars van den Godsdienst , en bovenal van den .Christlijken, die zoo rechtftreeks gelijkheid en broederfchap predikt, de rechten van den Mensch en Burger openlijk durven in twijlel trekken, dan verklaaren zij zich zei ven volftrekt onbevoegd tot den post, dien zij bekleeden, cn zij berooven, juist door deze daad, den Godsdienst van zijne godlijke kracht en invloed, welken hij kan cn behoort te hebben op de veiligheid, op de orde, en de gelukzaligheden van het burgerlijke leven. .— De zoodanigen, van zelven ophoudende, goede waarnemers .van hunne posten te zijn, moeten natuurlijk verklaard worden, van dezelven aftezien, en, offchoon zij dan, als misnoegden, in hunnen eenvoudigen Burger-kring, de Conftitutie mogten tegenwerken , blijft het de zaak der Regeeringen, om op zoodanige ambteloze Burgers een zeer naauwkeurig waakend oog tc houden. — De zwaarigheid wegens het aantal van vacaturen, daardoor bij de Gemeenten veroorzaakt, kan bij haar gemaklijk herfteld worden, deels door den zwaaren predikdienst alomme te verliggen, deels door eenige kleene Gemeenten ten platten Lande te combineeren, en alzoo de noodzaaklijkheid van een zoo groot aantal van Predikanten te verminderen, en eindelijk, door een genoegzaam aantal van jonge Burgers, op eenen beter en voor Staat en Kerk heilzaamer voet, dan thands plaats heeft, tot den dienst der Kerk opteleiden. — Voor het overige zal de Souverain zeer wel gereed zijn tot het geven der gevraagde ophelderingen , indien dezelven wezenliik gemoedlijke zwaarigheden mogten betreffen: fchoon Rabener misfchien dat woord liever met die van hardnekkig onver ft and, tartitffianisme, of toumer auteur du pot zou verwisfelen, Vriend Republikein! -— Wanneer zal dan toch dat meesterachtig bedillen eens een einde hebben ? WaarJijk, ik kan het in de Patriotten niet dulden, dat zij • de heerlijkheden des Lands zoo maar in het aangezicht Oo a tc-  3*4. Re REP U B E I K E I N. tegenfpreken, en de beste oogmerken in de gevolgen i echt noemen. Gij moet dan weten , Republikein ik ben Lid van een coilegie, daar wij zoo dagelijks bijl fêenkomen, om over allerhande dingen te praaten en .ook wel eens een ombertje te fpeeleu. Al vcelma'alea was het discours geweest over de begeving van ambten aan perfoonen, die zulks het minst verdienen, terwiil verdien/lelijke Vaderlanders worden over 't hoofd geZien, dan weder over de fchrikbaarende meeniate van Committé's, die het Land op duizenden te flaan komen, zonder iet wezenlijks uittevoeren; en als al dat gerit mij begon te verveelen, dan zeide ik maar kort af„ hoort Burgers! de beste ftuurluï ftaan aan wal, en* „ het komt mij voor, dat gij ook al naar één ambtje of Lommisfetje hunkert?" Maar in de voorleden week kom ik weêr, als naar gewoonte, in mijn coilegie, en Zie daar de poppen geweldig aan het danzen. Daar ipringt 'er een uit den hoek, en begint eene redevoering, dat mijn bloed omtrend begon ta kooken. ., Daar zitten wij, Boekverkopers, nu bitter in de konkels'' De Souverain Boekdrukker en Boekverkoper' zullen" „nu niet alle auteurs,' die eenigen naam willen maa„ ken, gelijk Vader Heringa met zijn preek, zich met „ een addres bij den Souverain Boekverkoper vervoe„ gen, met verzoek, om zijn werk aldaar te mogen lakten drukken, en, daar zulks natuurlijk, met de Sou„ verame aanbeveling op den titel, eenen grooten op,,gang moet maaken, kunnen de Commisfarisfen ge„ wis een grooter honorarium geven, dan wij, die ons ?,met een kleen oplaagje moeten vergenoegen? Wat „ zal er nu van ons worden, die, met ons ruim 2000 „perfoonen, van de:i boekhandel een eerlijk beftaan hadden, en nu, om zoo te fpreken, voor de kat „zrn? En, om eens recht de waarheid te fpreken ,,kan de Souverain, dat is, de vertegenwoordi."endê Oppermacht des Volks, en dus een moreel perfoon ' „wel öildebroeder zijn, 'tgeen, volgends de Gilde,, wetten, een privaat perfoon, met naam en toenaam „bekend, moet wezen? Waar zal dit heen, als de „Souverain dat zelfde eens deed omtrend andere fa,, brieken en takken van negotie, bij voorbeeld, om„, trend de fabriek van zwart laken, waardoor de'oude „ confututioneele rouwdragt weder in zwang komen, ,,en de tegenwoordige rouwlinten-mode, die voor de „ laken-fabnek zoo verderflijk' is* weder zou kunnen j» vernietigd, èij de koren* handel,' waardoor het brood „misfchien nog beter koop, dan ooit, zou kunnen „ worden? Waarlijk, dan mogen wij allen wel voor V mSm W sjouwers gaan werken " _ Hou v wat  De REPÜRLIKKï^. Jj.ji '„.wat op, hou wat op, Burger!" viel ik hem in do rede, want geloof mij, Republikein, ik kon het me): langer aanhooren : ..gij bclcedigt den Souverain. Zijn wij , het Volk van Amjléiddm en Holland, niet hot ,, groote 'Gild? Is de Souverain dan niet de Deken van „dat groote Gild, en dus, als Deken, ook Broeder ,, van 'alle Gilden, die toch allen maar mindere en on„ dergefchikte lichaamen zijn yan het groote Gild? % En zou dan de Souverain ten voordeele van dat groote Gild, daar de Finantiën zoo flecht zijn, geene „ onderneming van onbereckenbaar belang mogen „doen? Zou dan uw handje vol Boekverkopers „ in vergelijking komen bij het aantal van 900,000 zie„ len , zoo als 'er ten minften in Holland zijn? En „waarom behoeft ook gij, Hepren Boekverkopers, „die uwe auteurs-doorgaands zoo naauw op den tas "„zit, en hen naauwlijks genoeg geeft, om met eere „door de waereld te komen, zooveel figuur te maa„ken? Zijn 'er niet nog veele eerlijke middelen var» „beftaan, welken gij thands, omdat het quafi uw fat„zoen te na is, door uwe knechts laat waarnemen? „ En eindelijk, is het niet goed, dat 'cr eens een ein„ de komt aan al dat nadrukken, waardoor de prijs aer boeken zoo blijkbaar aan het daalen is? En wat uwe „overige aanmerkingen betreft van Souverain Laken„Fabriekeur, of Souverain-Korenkoper : dit zijn maar ,, opgeraapte vergelijkingen, welke gij heel wel weet, "„dat in geene aanmerking kunnen komen, terwijl letters, papier en inkt, in derzelver waare natuur, „met alle haare gevolgen van druk-letters, druk-pappier en druk-inkt, behooren tot eene Vergadering, „ welke raadpleegt, befluit, en haare befluiten publiek maakt." Op deze wijze, Burger Republikein, bragt ik dén man tot ftaan; want ik voelde, dat ik warm werd. Ook zeide ik hem nog, dat men altijd moet letten op de oogmerken der daaden, en dat het oogmerk van den Souverain goed is enz. Maar, wat was nu het gevolg van onze kijfpartij? Geen ander, dan dat de man mij begon uittefchelden voor eenen Haagjehen Ja-broer, en dat hij aan het Coilegie voorftelde, om 5nïj, als zoodanigen, te deballoteeren. Door zijnen invloed werd dit voorftel aangenomen, en binnen weinige dagen zal mijn lot door ftembiiefjens beflist worden. Daar ik nu reeds van den beginne af, omtrend 12 Jaaren lang, dat Coilegie getrouwlijk heb bijgewoond, en niet gaarn van mijn Lidmaatfchap zou verftoken zijn, en evenwel vrees, dat het cabulifeeren (want dat is toch in ons Patriotisraus helaas! geen onbekend ding) mij O o 3 de  3Tö De REPUBLIKEIN1; «3c kool zal ftooven, en ik evenwel aan den ander*u tont met gaarn wilde te rug baaien, het geen ik S mijn beste weten, tot eer van den Lande voo? dl vuist, en met een best oogmerk verdedigd 'het bï ik m groote verlegenheid, en neem mijne toevlucht töt 4TT' dat billijk zal oordeelen Heb gij dan de goedheid, om in uw eerstvolgend Nomjner maar vooral niet laater, het bovenftaande gefchil te befl.sfen, en mij uwen getrouwen raad mede te de* Jen, Hiermede zult gij ten hoogften verplichten Uwen vlijtigen Lezer, PlETER RECHT door ZEE. 29 juiij. AND WOORD. Offchoon de Republikein niet gewoon is perfoonlijke gefchillen te behandelen tusfchen den eenen Burger en den ander wil hij thands , in dit finguliere geval waar den Burger recht boor zee, om de vérdedisinz .van de eer des Souverains, in lijden vreest te komen** en dus zonder confequentie voor het vervolg ziineh jraad niet onthouden, betraande daarin: dat bi?' fiet-r beciit door zee, eerst zijn lot moet afwachten, en zo hij, onverhoopt, gedeballoteerd wordt—. iets' dat tegen alle erkende gronden onzer republikeinfche Conftitutie (de vrijheid van fpreken en fchrijven) aanl00pï ~7Z, „ als dan moct vervoegen bij eene der aanzienhjkfte Sociëteiten, Clubs, of Vólks-vergaderingen met verzoete, om de .volgende zedenkundige vraag beflisfend aftedoen: „ of een goed oogmerk eene „daad verontschuldigt, welke inbreuk maakt on e°ns „anders recht, en in de gevolgen nadeel ig is?" Wij twijfelen niet, of het patriotsch Coilegie zal, bil het ontwaaren van dezen ernst, van zijnen misflag te itug keeren. *» * Burger Republikein! Ook in onze Heerlijkheid is eene Regeering, welke het gezag heeft over twee Dorpen, Ooltgensplaat en den Bommel, onder welken nog begrepen zijn twee Gehuchten, die vrij wel bevolkt zijn en veele goede Vaderlanders opleveren. Nu is deze Regeering, welke te vooren haare aanftelling had van onzen zeer genadigen Ambagtsheer , in het begin dezer Omwenteling ook door eenen Commisfaris veranderd, en wel op deze wi.ze. Het Volk werd opgeroepen. De Commisfaris benoemde een Committé Revolutionair van 4 Leden, i van  D is B EPU'BLÏK E IN. $if van Ooltgensplaat, als de Hoofdplaats, i van den Bom onontbeerlijke inkomften tot drinkgelagen te verteeren. Men 5p ^Cil-*0t tdrSt e,nde' z«er gepastlijk, vervoegen bij de ftedelijke Vertegenwoordigers,- om van hun eene gefchi te plaats (bij voorbeeld, eèn openbaar GefticlTt IS te,ver?ofken. Dezen, van het prijswaardig IC ondemcl", zullen dit verzoek geenszins van tL 2 ullZfA' maïT S^düjk voldoen. Intusfchen, kan de Hoofdvergadering, zoo langde tegenwoordig form duurt zeer veel vereenvoudigd worden, omalle moeiten en kosten te befpaaren, en het gehee e beftaan de mm iVergadefin5en kan die waardeen dat nut we, derom te rug bekomen, het geen zij, door haare verwijdering van het beste dogmerk, hebben verloren Burgers van Amfteldam! die onder deeerften behóórt door welken de ftandaart der vrijheid, in de tegen woordige Omwenteling , zoo moedig geplant is lm op uwe hoede tegen allerlei aanblazingen. Zoo wél z die u wantrouwen omtrend uwe ftedelijke Verte«en woordigers inboezemen, zoo wel zij, d e u tot eene verkeerde werkzaamheid aanvuuren, als zij, die uge! heel werkloos willen houden, zijn uwe vrienden niff zij zijn vijanden van de zaak der Natie. Kiest een -eiukkig midden tusfchen beide deze uiterften! Plaatst In uwe bijéénkomften mannen aan het hoofd, diekund S en braaf zijn; mannen, op wier leiding.gijuveiliever. laten kunt Uw doel - het bezit der vfijleid-i7ede Poogt dit doel te treffen, door alle gepaste middelen• maar zorgt te gelijk dat gij, naar vrijheid haakende' geenszins de vrijheid van één' uwer Medeburgeren fchendt, door u een recht aantemaatigen, dat alléén aan de gantfche meenigte van alle HemmendeBS toebehoort! „ De vrijheid is een eigendom van al a „ Menfchen; maar, om hen allen die te doen gen e„ ten is het volftrekt noodzaaklijk, dat niemand de " vrlJ^d van eenen ander, ongeftraft, mag fchen" je.n\T Laat deze regel , dien wij aan het hoofd van d,t Vertoog plaatften, de heiligfte wet zijn Se het zegel drukt op alle uwe verrichtingen! NB. NB. Aan het verzoek van Janus Libe* kius, m zijnen brief van 20 julij, zal in het volgend Nommer voldaan worden.  DE REPUBLIKEIN. N°. 30. Jöann. VI. 60 en XVIII. 37. Deze rede is hard: wie kan dezelve hooren? ~ Een iegelijk, die uit de waarheid is. Medeburger! Gij verzoekt mij, mijn Vriend! dat ik U mijn gevoé* len opgeef nopens eene zaak, die thands het voorwerp van veele Vaderlandfche gefprekken is, te weten: of de Predikanten der Hervormde Kerk, en alle verdere bevoordeelde perfoonen van die Gezindheid, langer Uit 's Lands — Stads — of Dorpskasfen behooren betaald te worden, dan of men deze betaalingen voor het' vervolg moet opfchorten, — en aan de Gemeenten dier Kerken overlaten , om de Leeraars en Kerkbedienden, welken zij verkiezen te gebruiken, tot zoodanig een getal, en op zoodanig eene wijze, als zij zullen goedvinden, uit hunne eigen Beursfen te betaalen? . . Eer ik deze vraag beandwoord , moet ik voorat aanmerken, dat ik een Christen, een oprecht beminnaar der Leer van Jefus ben. Ik ken toch geen Godsdienftig zamenftel, waarin de rechten en plichten van den Mensch en Burger met eenvoudiger duidlijkheid ontwikkeld, waarin de gronden der alseroeene gelijkheid beter voorgefteld, en waarin de * Qq men-  323 De REPUBLIKEIN. menfchen krachtiger tot dankbaare liefde en ootmoed' jegens het weldadig Opperwezen, en tot onbepaaU der welwillendheid jegens hunne Natuurgenooten, opgewekt worden. Ik zoek dus, door mijn openhartig andwoord op deze vraag, den zielverheffenden en vertroostenden Godsdienst van Jefus noch befpotlijk , noch verachtlijk te maaken, en ik geloof ook niet, dat iemand, die immer de moeite genomen 'heeft, om eerst zijne eigen weèzenlijke behoeften nategaan, en dan den Christelijken Godsdienst te onderzoeken, den voordeeligen invloed van denzelven op het geluk der maatfchappij zal kunnen of willen ontkennen, ja zelfs in twijfel trekken. De befchuldigingen, door zommigen tegen den Christelijken Godsdienst ingebragt, zijn enkel toetefchrijven aan verkeerde uitleggingen van Jefus leer , of aan het misbruik, dat men van dezelve, vooral in laater eeuwen , tot bevordering van Kerklijke en Politieke heerschzucht gemaakt heeft. Nu tot de zaak zelve. Ik denk dan, dat alle betaalingen van 's Lands, Stads of Dorps wege aan alle Predikanten en andere Kerkelijke perfoonen, tot den Hervormden Godsdienst behoorende, (bij voorbeeld , Schoolmeesters , Voorzangers , Catechifeermeesters , Krankbezoekers, Organisten, WeduwenTra&ementen, School- en Akademiegelden van Predikantskinderen , Vifitatiepenningen, en wat dies meer 2ij) ten fpoedigften geheel afgefchaft moeten worden, en wel om de volgende, zoo ik vertrouw, gewichtige aanmerkingen : r°. Heeft elk (volgends Decreet van de provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland in dato 31 Janumïj 1795) in ons Land thands volkomene vrijheid, om God te dienen, op zoodanige wijze, als hij wil; ja zelfs volkomene vrijheid, om God, in het geheel niet, door openlijken eerdienst te verheerlijken, mids hij voords de gronden van vrijheid, gelijkheid en broederfchap in de zamenleeving erkent en betracht, dan is het ook hoogst onrechtvaardig, dat zij, die tot een ander Godsdienftig Kerkgenootfchap behooren , dan de Gereformeerden, of zich, in het geheel niet, bij het een of ander Godsdienftig Kerkgenootfchap verkiezen te voegen, gedwongen zouden zijn, om eenige lasten tot onderhoud-van zulk eene zoogenoemde heerüchende Kerk, of derzelver Bedienden,.onder welken tij.  De REPUBLIKEIN. 329 tijtel ook, bij aanhoudendheid te moeten opbrengen. En deze onrechtvaardigheid wordt des te grooter, wanneer men overweegt , dat de grondftellingen der Gereformeerden in zeer veele opzichten lijnrecht ftrijden met die van verfcheiden andere Godsdienftige Kerkgenootfehappen, en zij de laatftcn (fchoon ter goeder trouw) dagelijks aan hunne Toehoorders affchilderen als menfchen, die in tijd en eeuwigheid van Gods Vaderlijke gunst beroofd zijn, en niet anders dan verdoemenis en eeuwig onheil te wachten hebben. Is het niet hoogstonrechtvaardig, vraag ik, dat Lutherfchcn, Remonftranten , Mennoniten , Roomfchen en Joden, (die, zeer zeker, met eikanderen, een veel grooter getal van Ingezetenen uitmaaken, dan de Gereformeerden,) tot 'onderhoud van de Bedienaars dezer Gezindheid nog dagelijks belastingen moeten opbrengen, en dat ondertusfehen de Gereformeerden hocgenoemd mets betaalen tot de meenigvuldige kosten der Gebouwen „ Leeraars, Bedienden, Studenten en Armen van alle dia andere Gezindheden? Hebben onze Voorouders dan Spanje s Inquifitie met goed en bloed beftreeden, opdat hunne Nakoomüngen onder een nieuw Geestelijk Juk zouden gekromd gaan , dat hunne minder verlichte Vaders niet dragen konden? De weigering eener billijke Godsdienftige Vrijheid was, toch, de voornaame reden van hunnen wettigen opftand tegen Philips en zijnen Raad der beroerte, dc voornaame reden van da "ongelukkige fcheuringen der Remonftranten en Contraremonftranten in 161S cn 1619, en van mecniger'ei tweedracht zinds dien tijd tot onze jongfte omwenteling toe; een tweedracht, die immers nooit zoo hoog zou geklommen zijn , zo men de gelijkheid van rechten tusfchen verfchillende Godsdienftige Gezindheden herfteld en gehandhaafd had. En zouden wij nu — wij, die , met behulp onzer Franfche Broeders, van het Burgerlijk Despotismus ontüagen zijn, — het Godsdienftig Despotismus onder ons laten voordduuren, en eene onderdrukking verlengen, waarvan het ongerijmde en nadeelige door zoo veele wijze Mannen, en nog onlangs door den verdienst'ijken Schrijver van het werkje: de Godsdienst afgezonderd van den Staat (*) zoo klaar betoogd is? Zouden wij in een tijd, dat elk Ingezeten zoo veele penningen voor de vestiging en be- fchet- CO Uitgegeven ie LeijSen . Ki P. du Mortier, en Zoon. Qq Z  33° De REPUBLIKEIN. fcherming zijner Vrijheid en onafhangUjkbeid aan he* Land noodzaaklijk moet opbrengen, zoo veelen onzer Medeingezetenen nog langer verdoken laten van eene verhgtmg van lasten, waarop zij, zederd de Unie van Utrecht, rechtmaatige aanfpraak hadden, en die hun, .altbands na de jongde gelukkige omwending van zaken m ons Gemeenebest, en het bovengemelde Decreet van 31 Januarij 1795, onder niet éen billijk voorwendzel pen oogenblik langer kan onthouden worden? 20. Is het niet eene gedrochtelijke ongelijkheid van beginfelen in ons beduur, alle Leden van alle andere Kerkelijke Gezindheden niet alleen mede verkiesbaar gefleld te zien tot allerlei posten van hooger en laager bewind, rnaar ben op zommige plaatfen zelfs de meerderheid der regeering te zien uitmaaken, en ondertusfchen diezelfde Leden te blijven verplichten, om door hunne gevergde indemming tot het onderhoud der Hervormde Geestlijkheid, het denkbeeld van eenen heerfchenden Godsdienst te helpen bevorderen, en de Regenten en Ingezetenen van de Publieke Kerk, als boven hen bevoorrechtte en dus in zeker opzicht als tiitmuntender weezens. te doen beschouwen? Moet het Volk, 200 doende, niet natuurlijk denken, dat de eene Gezindheid waarlijk Godebehaaglijker is, dan de andere, dat de ééne Secte oneindig gefchikter is om gelukkig te maaken, dan de andere, ja, als het ware, °eene zékere verachting krijgen voor alle de Volksreprefentanten, die, fchoon tot de Disfenters behoorende, aan de Leeraars en Bedienden der Gereformeerde Gezindheid een onderhoud toeleggen, dat zij aan hunne eigen Gezindheid weigeren? En kan deze verachting anders dan hoogst nadeelig zijn voor het vertrouwen, dat zij m andere opzichten op hunne Vertegenwoordigers behooren te dellen? Neen, zulk eene ivanvoeglijkheid langer tpetelaten, is in hun een bewijs van zwakheid' pf van gering doorzicht, of van wantrouwen aan dé gegrondlieid yan hunne eigene Godsdiendige dellingen Men heeft deze ongelijkheid bij de Vergadering van Holland ook reeds in één opzicht gevoeld. Men heeft daarom , het houden der Gereformeerde Sijnoden ' onder publiek gezag, en ten kosten van den Lande* afgefchaft. Men heeft, echter,' aan de Theólogifche Profesforen der Hervormde Gezindheid bij de Leïdfch'e yniverflfeif, voor altijd, hunne bedieningen en Tractementen verzekerd; ja, hun zelfs, voor altijd, eéne fchaa-  De REPUBLIKEIN. 33* fchaadeloosftelling wegens het gemis van zekere vrijdommen toegelegd. Hoe dit met elkander ftrookt? is voor mij een raadfel. ,0 Zo 'er eene heerfchende Kerk moet blijven, zal elke gezindheid natuurlijk haar best doen , om de haare tot de heerfchende Kerk te maaken, en zich te ontlasten van een onderhoud , dat aan veele Gemeenten, vooral in eenen tijd, als de tegenwoordige, zoo moeilijk valt. En is het dan niet waarfchijnlnk , dat de Roomfcbe Kerk weldra de heerfchende Kerk in ons Vaderland worden zal, dewijl hun getal zeer groot is, en veele goederen, die tot het zoogenoemde Geestelijk. Kantoor behooren, uit dén boezem der Roomfchen afkomftig,ja hun, in vroeger tijden, door het Geretormeerdgezinde Staatsbeftuur onzer Republiek, op eene zeer willekeurige wijze ontweldigd zijn ? Zou het dus vreemd wezen, dat, zoodra de Roomschgezmden eens de meerderheid uitmaakten in de Vergadering van Holland, of eenige andere Provincie, zij, op een onverwacht oogenblik, den Roomfchen Godsdienst voor de heerfchende Kerk verklaarden, en de Hervormden even gelijk alle andere Disfenters , voor het onderhoud van hunnen eigen eerdienst bij vervolg lieten zorgen? Wat zouden de Gereformeerden hierover te onvreden zijn , en hoe ongegrond zou echter hunne klacht wezen , indien zij nu deze onrechtmaatigheid langer gedoogden ! Men voorkome dan, door billijke fchikkingen, de geduchte gevolgen eener waarfchijnlijke geiuurige verwisfeling van heerfchende Kerken, welke, bij iedere veranderde meerderheid in de Vergadering , tooneelen van godsdienftige dweeperij en menfchenhaat in ons Land zoude kunnen verwekken, waarvan immers, zeer zeker, de geheele ondergang van ons thands vrij Gemeenebest het rampzalig einde zou moeten zijn. Men werpe mij niet tegen: de "Predikanten en andere kerkelijke perfoonen hebben zich, op voorwaarde van een duurzaam beftaan, tot hunne bedieningen aan het Land , de Steden en de Dorpen verbonden, en zij hebben dus een verkregen recht op hunne Trafteinenten en andere Voordeelen. Veelen hunner zijn ook, door hunne jaaren en omftandigheden, ongefchikt geworden , om eene andere Kostwinning te toeken. Men begaat dus eene onrechtvaardigheid, * Qq. 3 ««*  332 De REPUBLIKEIN. met hen yan hun inkoomen, geheel of gedeeltelijk op die wijze te berooven. UJlf' Ik andwoord: Zoo min als de Disfenters van de Gereformeerden thands behooren te vergen , dat zij Bit de publieke Kasfen vergoeding krijgen van alle de onkosten welken zij tot den aanlig en inftandhoudinl hunner Gemeenten hier te Lande, van oude tijde af £1^ t0S,' DCtaa d Ilebben' (en hoe groot zou deze fom evenwel met zyn?) even min behooren zij thands na wij eene Volksregeering ingevoerd hebben, die op de beginfelen van Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap gegrond is, van de Disfenters te vergen , dat dezeii hun de onkosten helpen opbrengen, welken zij tot verdere inltandhouding en uitbreiding hunner gezindheid, tnj vervolg, nodig mogten hebben. Of moeten de Disfenters, na zulk eene langduurige opbrenging van onrechtvaardige lasten ten behoeve der Gereformeerde Geestlijkheid, nog langer — men fchroome deze waarheid niet te hooren ! De waarheid alleen kan ons, naar Jefus mtfpraak, vrij maaken nog langer ten gevalle van eene Gezindheid, waarvan zoo veele Leeraars en •-Leden, zoo lang en op zoo veelerleie wijzen, tot bevordering van het willekeurig Stadhouderlijk en Afiftocratisch bewind dezer Landen medegewerkt hebben waarvan zommige Leeraars en Leden zelfs de fnoodfta werktuigen tot bevordering van godsdienftige vervolging en burgerlijke oproeren waren, ja waarvan d» doorluchtigfte Ledemaaten de geesfels van hun eieén Vaderland geweest zijn, jaarlijkfche fchattingen bctaalen, en alzoo, tegen hunne eigen beginfelen aan, eene Leer helpen voordplanten , welke , in het oof van zommigen, door alle verdere verlichting te ftuiten en de gemoederen aan deDordrechtfcheSijnodegekluisterd te houden, eene bron van meenigvuldige nationale onheilen , ja van algemeene menfchelijke ellende genoemd kan worden? Hij toch, die God —. wien veele Disfenters, naar hun begrip wegens de leer van Jefus affchetzen en eerbiedigen als den eeuwigen Vader van ■alle menfchen, die alle menfchen tot tijdlijke en eindelooze gelukzaligheid geroepen heeft, en niets van hun vordert, dan dat zij Hem, den Heer van hemel en aarde, als hunnen God, en hunne Naasten (alle menfchen) als zich zeiven lief hebben. — Hij, zeg ik, dieGod aan den zwakken en dikwijls troostbehoevenden fterv-e- ling  De REPUBLIKEIN. B33 {|ng als een dwingeland voorftelt, wiens partijdige gunst, ter willekeurige liefde van een ander Wezen, ^menfchen eeuwig gelukkig of ongelukkig maakt — en hoe veele Leeraars en Leden der Hervormde Kerk ftellen hem dus voor, of liever, hoe weinigen ftellen hem dus niet voor? — Zal, naar het oordeel van zommige Disfenters, indien hij aan zijne eigen grondbegin* felen, gelijk blijft, (het geen echter veelen, God zij dank.' tot heil van hunne Medemenfchen, in hun gedrag ten dezen opzichte geduurig vergeten) zich bij voorvallende gelegenheden nietfchaamen, om, ten einde deze zijne grondftelling der hoogfte volmaaktheid xiatevolgen, een dwingeland over zijne medemenfchen te worden, en alzoo de beginfelen van Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap, waarop de rechten van den Mensch en Burger gegrond zijn, fchandelijk te verlochenen, en met voeten te treden. Al wie zoo redeneert, kan immers de voorwaarden , waarop de Hervormde Geestlijkheid zich aan het voorig bewind verbonden heeft, niet onverbreekbaar keuren , kan immers , ten koste van een gedeelte zijner Medeburgers, het geheele lichaam der maatfchappij niet langer doen lijden. De Disfenters zullen echter, van welke Gezindheid zij ook zijn, redelijkheid genoeg bezitten, om deze fchaade der Hervormde Geestlijkheid op alle voegzaame wijze te gemoet te willen komen. Zij zullen gaarn de gelegenheid willen aangrijpen, nu zij mede in het beftuur zijn, om te toonen , dat hunne menfchenliefde grooter, dan die hunner partijen, is, en dat zij hun, welken zij als noodzaak! ijke flachtoffers der omwenteling befchouwen, uit hoofüe van dit hun ongeluk echter hunnen bijftand niet ontzeggen. Zij zullen gaarn alle onvermogende Profesforen, Predikanten , eh andere bevoordeelde Leden der publieke Kerk, voor zoo ver zij den nieuwen Eed afgelegd hebben, de helft van hun inkomen uit de Lands, Stads, of Dorpskasfen doen behouden, tot dat zij, op eene andere wijze, zich een beftaan verfchaft hebben, of verfchaffen kunnen; terwijl zij, in de omftandigheden, waar in ons Land zich thands bevindt, van de meervermogende Leeraars en Bedienden dier Gezindheid geen verzoek tot openlijken onderftand kunnen verwachten , daar dezen immers in dat opzicht gelijk ftaan met eene meeUigte bezitters van andere thands vernietigde Ambten en  334 De REPUBLIKEIN; en Bedieningen. Zij zullen aan alle verdienstlijke Leden der Hervormde Geestlijkheid zelfs gaarn de voorkeur geven in alle Bedieningen, waartoe zij gelijke bekwaamheden bezitten, en dus met de daad verder betoonen, hoe zij van begrip zijn, — het geen zij ook tot hiertoe door hunne toegevendheid omtrend dit ftuk reeds zoo klaar getoond hebben, dat een© welbeftuurde Omwenteling het^getal der flachtoffers zoo gering mooglijk maakt, en alzoo aller harten zoekt te vereenigen, om de groote oogmerken eener nieuwe ftaatsinnchting des te beter te helpen bevorderen. Ik meen u dus kortüjk bewezen te hebben, dat het onrechtvaardig, ongelijk aan de aangenoomen beginfelen onzer nieuwe regeering, ja zelfs hoogstgevaarhjk voor de rust van ons Land is, de Predikanten en andere bevoordeelde Leden der Hervormde Gezindheid langer uit de Lands-, Stads- of Dorpskasten te blijven bezoldigen. Heil en Broederfchap! Uw Medeburger, • Né N. Te Amfierdam, bij M. Schalekamp, in de Warmoes* ftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries, Pols en van Santen. Dordt Blusfé en Zoon. 's Hagë Leeuwenfteijn en Plaat. Leyden Honkoop en Herding.Haarlem Walré, C. Plaat en Wed. van BrusfelSchiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn]. Breefcaart. Zaandam van Aalten. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon , en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Slighen Cahais. Deven. ter Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers', wordt dit Blad 's Maandags met een No* vervolgd a ii Stuiv.  D Ë REPUBLIKEIN. N°. 40. Les finances tun état font un eentre, ml aboutisfent unt multitude innombrable de canaux: tout part de ce centra et tout y revient; et quand le defordre s'cn est emparé, la dangereufe influence de la confufion des finances parcourt teute la république, et s'etend tcllement au lom, qu'on perd fouvent cettè caufe de vue dans le iems même*, qu'elle produit les pltis funestes cffets; mais un obferva.teur attentif rétrouve afément les rapports et la filiation, qui échappent a la plupart des hommes. Burger Republikein! Prijslijk is ongetwijfeld dc zorg eter provifioneele Reprefentanten van Holland's Volk, om te voorzien ire de goedrriaaking van zoodanige kósten, zonder wélken, liet Vaderland niet behouden, of beveiligd kan worden. En, na de vruchteloze pöógïngen, om zulks té vinden door het opbrengen van ongemunt goud en zilver, en eene vrijwillige infehrijving, kan het geenszins: vreemd zijn , dat zij overgegaan zijn tot eéne geforceerde Geldhefïing, ten einde de gemeene zaak dér vrijheid Voor eenen wezenlijken Ondergang té behoeden. Dan , dit neemt niet weg, dat het middel, door Hen daartoe gebezigd, aan wezenlijke bedenkingen onderhevig zij; en daar het eenen ieder vrij ftaat, zijné gedachten daaromtrend openlijk voortedragen, kan het niet dan zeer nuttig 2ijn, dat zoodanige bedenkingen openbaar Worden, ten einde daarin, zo mogelijk, het nodige redres gemaakt worde. Het is 'er zeer ver af, dat zulk èen gedrag den naam kan dragen, van wantrouwen te zaaijen tusfchen het Volk en deszelfs Vertegenwoordigers, dat in tegendeel de werkzaamheid niet genoeg kan aangemoedigd worden van hen, die aan de herftelling van het Financie-wezen van den Staat arbeiden, offchoon zij ook niet geroepen worden, om hunne gev dachten daaromtrend optegeveh. ' j. Het is op dezen grond Republikein! datikumiine bedenkingen mededeele over de laatfte geforceerde ©eldhcffing van zes ten honderd van de Waaide van de  33<* De REPUBLIKEIN. PioSncS" kJTa^0** der Ing^etenen deze* vL : 3 deze!ve onPartijdig overwegen. wefzTov'ecl^T 23*** ü '«in Hólland Z%,hT J g^eed geld te vinden, als de GeldbefW mSubJimu vordert? Over de uitzonderingen daarom? tiend zullen wij naderhand fpreken. Laat ons de b™ reekening eens opmaaken. furmna van'd ^ H°ümd WCrdt bsSroot °P ruim eene waarvan de Obligatiën meest al bin-7 5O0'°^030:": " nen deze Provincie thuis behooren. Nu mag men vrij gegrond bereekeJien , dat de Hollandfcbe Kapitalisten, zoo m publieke Fondfen buiten s Lands, als in de Oost- en West Indien, bezitten. f r t^i c De „verige bezittingen vanHuifeif, *^009,0°0:";" Landerijen, Schepen, Molens; Pi*, huifen en andere Gebouwen Koopmans-goederen , Meubüen, Kleederen ' " enz, mogen, na aftrek van 400 Gids, voor ieder huisgezin, gefchat worden op . j— ƒ r»5po.oco>ooo:-.-. üSh fIoIiaHdS ÏWS beJ^7Ic^oo7ooT^ Doch, om de mindere waarde in dezen tijd Van veeIe effeften, mag dezelve billijk gefield worden in. boenen Guldens. Deze bereckening11 niet " veel buiten den. haak zijn, wanneer men fagaat, dat de 25fte Penning, onder het voormaal* Bewind geheven, omtrend 80 millioenen, cn dus een provenu van 2000 millioenen Gids. heeft óngebri? Vh ,1 f heffing eene afgedwongen gift ^ llieef tertlïr ^ ging van het geweld, kan men als zeker ftellen'dl de weidenkenden niet te ruim gegeven hebben en ffl Holland's wezenlijke rijkdom ,b zo iftet de helft SS minften één derde, grooter geveest is tM Zoodanig is nu de ftaat der bezittingen- een ftaat zékerl'Sfwef/V^H eten ^ SM? tnnnin 1 30 "P1'11021^ Gids. aan den Lande zou kunnen leveren , indien het bewezen was dit eei4 zoo groot fom van contante penningen daadlijk vóór &iêWiP en.dezeT be>^ening frijnt SSèfM beftLt nier ïn n ?• ImmerS> de riJkdom va» Ho)lané ffierftèn WiK^V^^ Obligatiën, Huifen, tinïn J bi'nnS PEnK W ^ WesMndifche beziN Het 1' bekend ft bllltf"-'.andfebe Koopwaaren «I «et Is beitefta, dat, zelfs in dé bioeijendfte tijden; nim-  De REPUBLIKEIN. 33? ■iiimmer het tiende gedeelte van den wezenlijken rijkdom aan-, contante penningen gevonden wierd. En hoe veel fchats is 'er niet, binnen het tijdvak van 8 jaaren, uit Holland vervoerd? Neem den 2 5flen en sollen Penning, order het voorig Bewind opgebragt, ter v. aarde van meer dan 100 millioenen Gids., die grootendeels buiten *s Lands geraakt zijn. Neem de negotiatien voor de Oostindifche Compagnie, die wederom millioenen hebben weggefleept. Neem de kosten yan den gevoer4en, zoo heimlijken als openbaaren Oorlog tegen dp Franfchen, waaronder zeer bezwaareude opkoopingen buiten 's Lands, die al wederom contant moesten betaald worden. Neem de aanmerklijke fom van eenige millioenen , die door den Stadhouder , en anderjs •vluchtende perfoonen, ziin medegevoerd. Neem em«delb'k de millioenen fchats aan buitenlandiehe mteresfen,J die iaarliiks alhier in omloop kwamen, en nu zijn 3<*ter gebleven. En wanneer gij dit alles bij elkander voegt, dan zult gij, op zeer goede gronden, binnen 8 jaaren tijds, een wezenlijk en ruim verlies van zco millioenen aan contante penningen mogen bereekenen. Nu is de vraag: Is dc Koophandel in dat tijdvak a£t;ei of pasfief geweest? Ongetwijfeld pasfief. En daar dan' dat pasfive, door het verlies van contanten, hetwelk ro" ieder jaar vergroot wordt door eene confuratie vari bufteniandfjhe producten, die altijd in fpecie betaald worden, het Land zoo verbaazend verarmd heelt, kunnen wij met zekerheid befluiten, dat Holland's contante rijkdom tegenwoordig, meer dan de helft verminderd is- maar dan volgt ook te gelijk, dat de bereckening van Ï50 millioenen Gids. contant, zoo als wij hier boven als h'èl moogtök product van den wezenlijken rijkdom opgaven, eigenlijk gelpiokeu. niet meer dan hersfenfchimmig is. ... , , Maar, zégt gij: van de gefielde 150 mihioenen Gids. moeten noodwendig afgetrokken worden die lommen, welke reeds aan goud en zilver opgebragt, of bij de vrijwillige negotiatie ingelchreven , of aan 's Lands recepisfen reeds zijn uitgegeven. Doch wat zal hier de aftrekking baaten van eene fom, welke door zomnu. gen nog op geene 30 millioenen Gids. begroot wordt, daar zelfs de overfchietende contanten door de Ingezetenen niet kunnen voldaan worden, omdat de interesZen der meeste buiténlandfche Fondfen agter blijven, de Koophandel door den oorlog ilil ftaat, de winlten der Ingezetenen dagelijks yerminderen, en de duurte van levensmiddelen tot eene excesfive hoogte geftegen SB? En, al eens gefteid zijnde, dat de Geldligting in  '338 De REPUBLIKEIN. alle opzichten tot ftand zal komen, door het gereede ïurnisfement,- indien de opgebragte contanten, voor een groot gedeelte, wederom zullen dienen tot noodjïaaklijke betaaling buiten 's Lands; indien 'er dus wederom zeer weinig overig blijft, om te rouleeren voor den bmnenlandfchen handel; indien de Koopman zijne gereede gelden aan den Lande moet opfchieten, en dikwerf w het geval komt, om voor zijne gedaane leverantien bij voorraad, papier te krijgen in betaaling > welke zullen dan de gevolgen wezen? Neêrlands Kooplieden geven een uitgebreid crediet aan andere Volken en betaalen zelfs veele Koopwaaren vooruit, zoo wei m eigen, als in Commiffie-handel: dus zijn de producten yan buiten, en ook van binnen 's Lands, voor ver het grootfte gedeelte betaald , eer zij door den Koopman m omloop gebragt, of tot winst worden aangelegd. Maar zullen nu de Buitenlanders aan Kooplieden crediet geven , waaraan zij voorheen enkel in contanten verkogten ? Neen: geld verloren zs zijnjaarhjksch komen 1:0 Gids. verminderd; dan is hij 4000_ Gids verarmd; dan wordt de ftaat oP nieuw met tchtilden bezwaard, cn, indien het opgebragte geld buiten s Lands moet, Is het in alle opzichten eene verarming v'n den ftaat, welke, over alle Burgers gaande, indedaad hoogst nadeelig moet wezen. Maar, zegt gij: Wi hehoeft niet te verkoopen, en kan te rechtkomen ^ié BeleendTuk Ditis w'aar,' indien hij flechts eenig vooruitzicht heeft, om binnen 3 ja aren zijne be keende eiFeaenin comptante penningen mtewisfelen, ot indien hij met eenige waarfchijnlijkheid bereekenön kan, dat de Sen der Hollandfche Effecten als dan niet laager zullen wezen. Anderszins zou zijne beleening van jo ooo Gids. aan Obligatiën in de Bank nog aUuurer voor hem te ftaan komen, daar hij, ook met d,e beleening tegen 4 pro Cento, nog 90 Guldens jaarlijks VeËiSS, fchiint mij de bewuste Geld-heffing-of liever Papier- heffing: want daar 'er zoo groot gebrek, ia, contanten is, zullen v'Pi' de meeste Ingezetenen hunne goederen beleenen, en dus met de reeds vfcrS B-ecepisfen van opgebragt Goud en Zilver en van de vrijwillige Negotiatie, in bank - billetten betaaïen én de eigenlijke toelage van contanten zal eerst over f jaaren gefchieden, in welken tijd wij harthjk Sche datShet papier (waartegen Holland's financiers anderszins zoo geweldig ijveren) de waarde der £ff»fh»n z-lven niet nog laager zal doen daalen, dan zij ?£nds reeds zij. 1- zeer nadeelig te zullen zijn voor Jen b d ivend n Burgerftand. Reeds zederd eenen geruimen ti d kwijnen handel, ^M^^g Veele Kapitalisten , die hunne jaarhjkfche fchuk.e» So neenPregelmaatig betaalden , kunnen daaraan met voldoen bil mangel van den ontvangst hunner interesten Deze wanbetaaling gaat alzoo voord van leverfncTer tot leverancier, en geeft het vooruitzicht van een groot aantal van bankbreuken. De Winkelier, „iet Sparen overladen, waarvan geen debiet is bevindt zich reeds in de grootfte engte omdat hi, met ato voorheen op zijn tijd betaalen kan. Stel nu het geval 't ge'en zeerJverJaf is van ingebeeld of zeldzaam te lijn , dat die Winkelier 50,000 guld. aan koopwaaren neeft, waarvan op zijn hoogst *S,ooo guldens aan hen* | eigendom 'behooren. Hiervan moet hij in de GeWB,r 3 16  34° ^ D e REPUBLIKEIN. «Stag geven 1500 guldens, welken hü, bij gebrek va* betaaling en debiet, of niet heeft, of zohij die!j tieeft, ze£r zeker niet misfen kan of dwis fels ten S f-6" lül?£n V,a"- Zl'in crediet vervaTt en bij wordt, bij wanbetaaling, over hoop geworpen Ta boe veelen zijn 'er nier, wier handel alleen beftiat door crediet en nijverheid, zonder dat zii een tiende fcÈ tedeKigenr0in h6bben H ^nnen Lndef,n we k| echter dikwerf vrij uitgebreid is? Hoe ligtlijk kunnen te eevên leHoebhtS 7TS aan de geWheffing behoeven neng rnfffrn • Ti' H co'»anten niet kun, nen nusfen, juist daardoor in verdenking komen, dat &ÊÈ X& 5£taald i?£bben! En verkiest ^sdan de Commiffie WM onderzoek, in gevolge Art rq., tegen alle Sn ' in?lk°mfn Vt\mT 2ijn' of men ftoPc de bron Ben fijner werkzaamheid, zijnen ftaat en overflag van handel natezien, zie daar een gereed middel, om hem zijn crediet voor altijd te benemen! Dezen Medeburger! zijn mijne voornaamfte bedentingen tegen de gevaaren, die in de geforceerde Geldlief\ fig gelegen zijn. Nog andere bezwaaren ziin 'er, «aarvan ik flechts met een enkel woord gewaagcn zal Tot hoe lang bjj voorbeeld, zullen de Recepisfen i'Z 24 e? ln °,mlooP bIiJ'ven? En zullen dezen, Z:T^an^- °P- heL' h°°Sst ëeliik kan gefield worden aan de Obligatiën yan 2% pro Cento, niet wederom eene groote ftremming maaken in den handel, daar zii 7oTnotbM•T?^^LKand^kunnen §ebezigd ^rden'1 400 ook blijft bet bij mij ten uiterften bedenklijk: of Holland s Ingezetenen daadlijk verplicht kunnen worden om voor de andere Provinciën vóórtefchieten, (en als zoodanig voorfcjiot.komt de bewuste Geldheffing voor) alvoorens de Nationaale Conventie algemeen gearresteerd, en als dan te gelijk bepaald zij, te enlanneer dat voorfchot zal gevonden worden? Dan, ik wil liever eene bedenking oplosfen, welke gij tegen mij zult ma" T^JfSu3 ? zeggen, dat het gemaklijker 1», aftebrekerj, dan optebouwen, en mij vragen; of ik HernfMI % ^ WeeC te ftellen? Totandwoord hierop, behoef ik alleen te wijzen op uw eigen Tijdfchm, en wel op Nummer 32 bladz 277 en 278 alwaar gij eene Concept-negotiatie hebt aangevoerd' welke voor alle ge dfchieters voordeelig is, zonder voor het Land nadeelig te zijn, en waarvan de in omloon Sebragte Coupons veel minder omflagtig zijn, en op hun tijd in geld worden afgelost. Zij' fchijnt Mi toe pvereenteftemmen met de waare ftaatkunde, a!s weikê '3 ia  DsRÈPUBLtKEïN. 34? In een Land, als het onze, dat tot nóg toe alken van den handel beftaat, vordert, dat de belangen der merffchen te gelijk in werking gebragt worden met de Vaderlandsmin, ter vervullinge van 's Lands behoeften. Het is eene loutere hersfenfchim, om aan vrijwillige opofferingen te denken in eenen ftaat, welks Ingezetenen, jaaren lang, allerwillekeurigst en buitenfpoorig belast zijn, en hen door geweld te noodzaken tot opofferingen, waardoor zij perfoneel verarmen, is onftaatkundig, gevaarlijk, en onbillijk. Ja, (op dat ik dit nog ten Hotte zegge) had men, bij het Plakaat van vrijwillige Negotiatie, zoodanige interest gevende Coupons gebezigd; had men de termijnen van betaaling op eenen anderen voet ingericht, en had men, bovenal, de Negotiatiën van het voorig Bewind niet gereduceerd tot '2§ pro Cento — iets, hetgeen de Despoten van Europa zelden gedaan hebben, zonder vooraf aan de Houders der Obligatiën hunne Kapitaalen aantebieden, het geen ook de rechten der Volken, die niet anders dan de 'rechten der Menfchen zijn, volftrekt verbieden, en hetgeen aan het nationaal crediet hier te Land een on- bereekenbaar nadeel heeft toegebragt dan twijfels "ik geen oogenblik, of gemelde vrijwillige infchrijving zou aan de provifioneele behoefte van den ftaat volkomen hebben beandwoord. Verzekerd, dat gij een wezenlijk belang ftelt in de herftelling van ons ftaatkundig zamenftel , waarvan eene wel ingerichtte financie de hoofdzaak uitmaakt, tzend ik u deze bedenkingen ter plaatfing in uw Tijd'fthrift, en blijf intusfchen üw heilwenfchende ' ' 1 1 • • P. N. AND WOORD. Het is 'er zoo ver af, dat de Republikein aarzelt in het siedèdeelen der aanmerkingen van P. N. over de geforteerde Geldheffing van Holland's Reprefentantén, dat hij in tegendeel niet fchroomt, dezelven voor het grootfte; gedeelte als zijn gevoelen mede aantenemen. Gelijk hij aan dit belangrijk ftuk meermaalen zijne aandacht geSvijd, en verfcheiden bedenkingen en voorftagen daartoe geleverd heeft, is ziin verlangen ooïr altijd geweest, dat geene financieele operatie in werking gebragt wierd, dan na vooraf te zijn onderzogt doorkundige mannen, die niet alleen loutere financiers, maar  üb REPUBLIKEIN. lrmar ook ftaatkundigen zijn in den eigenlijke» zin des woords dat is, zoodanigen, die alle bereekeninpen .behoorlijk weten te onderwerpen aan plaatslijke omJtandigheden, aan de eenvoudige grondbeginfelen der eenmaal verlangde Conftitutie, en aan den invloed, waarmede elke daad van gewicht voordeeüg moet werken op de Natie, ten einde haar niet tot morrend misnoegen, maar tot deelneming aan de Omwenteling te ©verreeden Dus, bij voorbeeld, indien men, bij de ■irtjwdhge Aegotiatie, bepaald had, dat de Leden der Mumcipalitct van alle Plaatfen, geadfiftecrd met brave Burgers, aan de huifen van alle Ingezetenen hadden moeten rondgaan, om te ontvangen alle fommen beneden de ioo Gids. als vrijwillige Contributiën, en alsdan cie hooger fommen aantenemen op reëele wisfels van 2, 4 en 6 maanden, welken zij door de Infchrijvers behoorlijk hadden doen teekenen , met aanzegging , dat de ingefchrevene fom bij anticipatie zou werken op de nadere algemeene geldheffing, dat de lijsten publiek gemaakt, en dat zij, die weigerden intefchrijven, als openbaare wederftreevers van 's Land* belangen, .met vigeur tot hunnen plicht zouden gebragt worden, dan houdt de Republikein zich van eene voldoenende infchrijving tegen ïi pro Cento verzekerd, en de wisfels, even als alle andere wisfels, binnen eri buiten 's Lands gangbaar, zouden den ftaat daadlijk hebben geholpen, zonder eenig Burger, die alsdan eenen waarlijk vrijwilligen overflag konde maaken, en vooral niet den Koophandel, te benadeelen: terwijl in geval van wanbetaaling der afgelopen wisfels, dé ftaat zich borg had kunnen ftellen, onder voorwaarde van pratferentie in gedisfolveerde boedels. Deze en zoortgelijke handelwijzen, waarbij noch eed, noch haatlijke Commiffiën te pas komen, zouden op den geest der Natie met voordeel werken. NB. NB. De Schrijver of Zender van den Brief, met Kapitaale Letters gefchreven, uit Bata- VIEN, * * july VAN 'T EERSTE VkyHEIDSJAAR , kan denzei ven Brief bij den Uitgever te rug bekomen, mids opgevende den naam, waarmede hij onderteekend, en betaalende de port, welke daarvoor verfchoten is, alzoo dezelve Kapitaale brief niet kan geplaatst worden.  b e REPUBLIKEIN, N°. 4i- Het is iuist het verwaarlozen van voorfchriften, (geboren uit den geest der weldenkende Natie, het welzijn van het Vaderland, en de waardigheid van een vrij Volk) dat ons toevallig opgetrokken en zoo weinig zamenhangend Staatsgeftel fteeds heeft doen waggelen. H A H N. (Uittrékfel van eenen particulieren Brief uit Friesland.) Gij vraagt mij, hoe men in onze Provincie (Friesland) over eene Conventie denkt? Tot mijn leedwezen moet ik u andwoorden, dat de gevoelens daarom^trend zeer verdeeld zijn. Ver de meeste Leden van het Bewind, die in 1787 uitgeweken, thands terug gekeerd en in hunne voormaalige posten herfteld zijn ijveren frhrikliik tegen eene Conventie. Zij maaien die at ais £ bron v f alie die onheilen, waarmede Frankryk heeft moeten worstelen: ten anderen als zeer nadeel g voor het politiek beftaan onzer Provincie; terwijl Holland, door de grootere uitgebreidheid, eudus^oor eene zooveel te uitgeftrekter vertegenwoordiging, oppermachtig wordt boven de andere gewesten; en ten E aïs onnodig voor de Frieten , omdat dezen reed eene zoo vrije Conftitutie hebben, als zij immer verlange^ kunnen. Met deze onze Bewindsmannen zijn meestal eenftemmig de zoodanigen die hier of -daar naar een ambt of naar eene Commiffie ftaan, en daarom niet wel van het gevoelen der Volks-vertegenwoo diaers durven verfchillen , of ook vreezen, dat de ambten, bij eene algemeen' aangenomen Conventie , veel te veel zullen beknibbeld, en daarbij m getal verminderd worden. Ja, ik mag gerustlijk„flemen, dat bijkans allen, die eenig deel aan het Staats-of Stadsbewind hebben, of hopen te krijgen, op één derje noemde gronden zich tegen eene Conventie verklaaren. flechts weinigen, die geheel vnj zijn van alle perfoc-  344 Da REPUBLIKEIN. ukIeennZiilïen '• k°men teSen dl'e jonden openlük lem W J ,Even verdeeid zijn ook de gevoe- Sand?^n h g ,fchfn eerbïed' ingenomen voor dê d£ers jTf °ude P™ herfteldevertegenwoor' Ik 1 Clda ,Z1J fec een gelovig hart aannemen albeweeren eenseem*?*A 7°ldt ^P™* Anderen U vnn, 1 Lv Jks' daC eene Conventie fchaadelijk venln , tlT1 am ,°nzer ?«vincie, omdat zij, boS de ,ïd,rf.nr C,ede °pzicht> afhanë!ijk zal ^rden niét r~£ Gewesten- Anderen, eindelijk , zijn hèr n f , G in™e»ng eener Conventie: maar tegen iV o*?r °PnTg dat bij ^Wgearrefteerd hetwel emgr0nd% der Conventie te dienen, en aldfar ™Ifcekt Vil. d" door ons tor«7« gevolgd worde. Men is het, over het geheel genomen volkomen eens met de aanmerkingen, welken VIJnCr Va" het Tijdfchrift: « Republikein, op hetere Ontwerp gemaakt heeft; men befchouwt eene Conventie, zonder vooraf gevestigde voorfchriften oorS ZLZa'rhandden, als gevaarlijk men zul ? iVnP > u onLWerpen eener Conftitutie, door zulk eene uitgebreidde Vergadering, ten uiterften moeilijk en voor den Lande al te kostbaar !", inEvenredigheid, van het nut, 't welk even zoo goed door SS,*' KPf' £° Ve,n aiIeS' is men tegen het zcvmfe H' be reffende de verandwoordlijkheid der Leden. ^eSrl-t0heftaan'l 'dat de verandwoordlijkheid, in geval zij zich van hunnen post niet wel kwijten moe zijn aan het geheele Volk: maar men begeert, dat er eene meerdere drangreden zij tot het wel waarnemen hunner plichten, en deze oordeelt me éénighjk daarin te kunnen ftellen, dat ieder Burger of ten minften dat gedeelte des Volks, het welk eenig S benoemd heeft, rechtheeft, om dat Lid in ftaft van befchuldiging te ftellen, wanneer hij zijnen last nogt overtreden. Men is van begrip, da , nd en al ter rVeechmt,jd:nng-V?n a»e ^warringen, 'zood nig billg recht aan ,eder Burger, of aan eenig gedeelte des Volks, niet mogt worden toegekend, alsdan ongetwhfeld aanwezig moet zijn eenige Burger Vergader n? SlieTCd^r Seheden V0!h> vo°^ellenêzou mgol faaklSid , , Co,m"euntle' en, in geval van noodzaaklijkheid, volgends haar oordeel, gemachtigd wa- raad-  De REPUBLIKEIN. 345 raadpleegen. Men is van gedachten, dat tot zoodanige Vergadering bijzonderlijk gefchikt en bevoegd was het lichaam van Kiezers, die de Leden der Conventie zullen benoemen, mids dat uit dat geheek: lichaam een kleen gedeelte, bij loting, werd aangefteld, betgeen zich tot dezen voorfchreven post leende, en zien ten allen tijde in ftaat bevoed , om of het geheele lichaam der Kiezers, of wel het geheele Volk, te raacs pleegen. Deze Kiezers, door het lot misfchien m ver van elkander gelegen plaatfen woonende, zouden hunnen post gemaklijk kunnen volvoeren , enkel door fchriftlijke Correspondentien , ter vermijdmge van hooggaaude kosten, en de Natie had daardoor een veeL zekerer behoedmiddel tegen de verkeerde gedragingen van de Conventie, dan haare Leden zei ven, waaruit niets anders, dan vijandfchap en tweefpalt te wachten is. Eindelik, zoolang de Gerichtshoven in alle bewesten nog niet behoorlijk gezuiverd zijn van Leden, die aan de voormaalige Conftitutie nog openlijk hulde doen, oordeelt men, dat dezen volftrekt onbevoegd zijn, om over de misdaad (dat is, zo ik het wel yerita, binnen of buiten-landsch verraad tegen de Republiek ot de Conftitutie) van de Leden der Conventie te oordee. len, en men wil, dat daartoe zal aangefteld worden een nationaal Gerichtshof, met opheffing der thands rungeerende Hoven, bij hetwelk de laatfte ffo*™ ™ alle procesfeu wezen, en hetgeen door de Conventie uit het Volk zou moeten benoemd en aangefteld worden Alle deze bedenkingen zijn wezenlijke be- zwaaren, die bij veelen onzer plaatsgrijpen, en indien Holland volftrekt blijft aandringen, dat onze Provincie gaaf zal toetreden, tot de Conventie, vo gends het gearrefteerd Ontwerp, dan heb ik reden om te vermoeden, dat 'er maar al te veel tegenkanting zal plaats hebben Hoe gereeder men in Holland is, om aan billijke tegenbedenkingen gehoor te geven, des te gereeder zal men de ijverige Volksvrienden vinden, om in deszelfs oogmerken en maatregelen te treden, lntusfchen verlangen wij zeer naar het bericht wegens de ingekomen andwoorden op de gewichtige vraagen, den ziften van April laatstleden door onze voormaalige WoviRoneele Reprefentanten aan alle kundige Vaderlanders ter beandwoordinge voorgefteld. Indien ik het gemeen gerucht gelooven mag, dan zou de zaak van de voordduuring of wegneming van alle provinciaal Beftuur van beide kanten vrij voldingend betoogd zyn, zoodat wij nu, misfchien, nog meer zullen wciffelen m onze SS 2 Keus'  346 De REPUBLIKEIN. keus. Ook daarom ben ik, voor mij, tegen de oo?a ve d.er vraagen geweest, omdat ik reeds ten overvS heb leeren opmerken, hoe weinig zelfs de best sefchTe vlrmoVfieenanzSëen k°? de, °Ve"eeding ™£n* zeTeVerdonkeren g JZ°nde'e in2khten de Waarheid h^nnda^kZeg?ing aan den geëerden Zender van het vaneztn1n^icTekfel; °°rdeelt de ^hkein he\ vrüe Si tJf-T hef' en alle andere 0Prechte Heden om H blddf"' dat Zij allen billiJken invI°ed VeSnwoordfï Z3ak £ener alSemeene en evenredige Medehur^rc tS as Van Santsch Neerland aan hunne Medeburgen in derzelver waare gedaante voorteftei- peL^n. VS 6 VraaS niec: of wij ons, in het afIfn misbruik^T'1 voorfle,'en zodanige' verbetering fom dS , V00rD1aaliSe Conftitutie, dat dl efenmaareov tuTd ?adat f' worden, die Ilechts^^a^D«f ^het t fewee?tT dS* PrOTi?c*aal Be™d ntet?m& leen in h ndl 6116 reSeeri"g biJ P">vifie, welke alhet°Volk .Wr Van CnkeIe famÜiën' z°"der dat ziiL ftem hTf/l ? eene vettige en waardige wijze, Si k tot rfLk;Vnne\Ultbrengen «ver zaken, welké ?ti K recht£n en eigendommen behooren, dan is alleen de vraag; Is dat gebrek in den te SdTnSe?' Z0Vadkaal teve'rbéterén, behou worden ? F? h ™ï, dat ^ misbruik zal vernietigd voraeni ? En het andwoord daarop zal volftrek' onV lingnfefvemheeft ZT\ ^ ^^-ordige Omwenle-" misbiuiken, welke dat einde bereiken zal, mooaliikis  De REPUBLIKEIN. 347 ve, welke men zich voorftellen en verlangen mogt, eene daadlijke vernietiging is van de oude Staatsform, zoo volgt van zelve, dat het oneindig raadzaamer is voor alle Provinciën , om gaaf toetefternmen in eene volkomene vernietiging van het oude Staatswezen , en, door het vormen eener evenredige vertegenwoordiging, eene daadzaak daarteiteilen, welke tot nog toe altijd mangelde, naamlijk het vestigen en behartigen van een eenparig algemeen belang voor de geheele Republiek. En dit denkbeeld moet nog fterker werken, wanneer men overweegt, dat eene enkele, zelfs de best mooglijke, verbetering van misbruiken altijd in zich behoudt de zaaden eener tegen-omwenteling , zoolang flechts de oude form nog loordduurt: maar dat, ook de form geheel veranderd wordende, de mooglijkheid zelfs eener tegen-omwenteling verdwijnt: — eene zaak, welke, boven alles, de aandacht van den waaren Vaderlander verdient, daar het hem geenszins onverfchillig zijn kan, omtrend: dit gewichtig punt alle de zekerheid te genieten, welke de menschlijke wijsheid immer verleenen kan. -Deze redenen behooren dringende te zijn tot overreeding, op eenen tijd, waarop eene verkeerde jaloersheid der Provinciën jegens eikanderen, — dat y,, .in andere woorden, eene hardnekkige verkleefdheid der Volksvertegenwoordigers aan hunne bijzondere begrippen — het geheele herftel van zaken op niet zou doen uitlopen Zij behooren zeer ver te gelden boven alle andere bedenkingen van eigen voordeel, van gewaande oppermacht, of valfche eer: maar den band van broederfchap, op gronden van gelijkheid en vrijheid, zoo weeten toetehaalen, dat dezelve voor altijd worde vastsefnoerd. Dwaas zou het zijn, eene pooging tot radicaale herftelling, welke niemand kan ontkennen, dat in eene algemeene en evenredige vertegenwoordiging "eieren is , tegentewerken door het voorgeven , dat Holland oppermachtig zou worden boven de andere gewesten. Immers, volgends de evenrediges werking van het gearrefteerd Ontwerp , zal Holland, bereekend op oooooo zielen, flechts 90 Vertegenwoordigers beoben in de Conventie, en het getal haarer Leden op 250 gefteid zijnde, behouden de andere Gewesten nog een overwicht van 70 ftemmen, en de inrichting zelve der Conventie, volgends de gronden eener gewenschte Conftitutie, zal ongetwijfeld zoodanig zijn, dat n et de belangen van Holland, maar van de geheele Republiek daadlijk in het oog zullen gehouden worden. In tegenSs 3 q5ei»  348 De REPUBLIKEIN. deel, zo 'er eenig Gewest, op zich zelf befchonnH door eene evenredige vertegenwoordiging zal ku, „en Ulden, dan zal hét juist Holland zijn, hét leenzich o hiertoe blondere voordeelen had wéten SiSnen welken nu van zeiven een einde zullen nemen daar dé andere Gewesten , bovenal in het geval van n^lt een onbereekcnbaar voordeel uit de aTgemeene v° t gen' woordigmg trekken zullen. — EinJel^ bij de Friefen nog gewichtige bedenk gén Si at on di hmiu a \ VertegenwGordigers zullen gaarn aan de^brllijkheid gehoor geven, en! indien flechts het denI eTdae S G^''" zkh met we" waaïe vfiiJé dS/n veree,ligen - om gezamenlijk de ?,„ algemeene welvaart te handhaven kan het niet misfen, of wederzijdfche broederfchap zal éen gemeen belang doen zegevieren, en alzoo Ke doen die jammerlijke fcheuringen, welke de gemoede ren altlJd verwijderden, en de vereeniging dlr zeven ^te,n ücch}s ™. «*»» deeden beftaan /terwijl zoï genoemde privilegiën en rechten, terwijl wetten kea ren en ordonnantiën, wetten van toelatingen verbod lasten en imposten; in één woord, de blheerS van ieder deel eene volftrekt ftriidi-e wWil, i 7 g ï n bloeij en voorfpoed des ge heil * Z %eSHoi?Jfa ^^nM hart, met de openlijk erkende Gelijkheid, en de onen lijk aangebodene Broederfchap overeenftcnft Zonder" IETS ovM het OPKOPEN dek LEVENS» MIDDELEN. 6 j?ed™ tegenwoordigen tijd, waarin het lot van duizende Burgers, wier kostwinning, bij gebrek van ver tier bijkans geheel ftilftaat, nog verzia^d wo d"door" len ï hefCnëe ^ Van ,bijn;l a& levensmiddelen, is het voor eenen ieder, die zich in eeniaen nnltvan Bewind geplaatst ziet, eene zaak van het wezen lijkst belang, om alle zijne aandacht hieraan te leenen , en  De REPUBLIKEIN. 349 cn boven alles te verhoeden, dat niet eenige weinigen zich, met hooggaanden woeker, verrijken ten koste der Natie. Dus, bij voorbeeld, nadat de inkoop van koren buiten 's Lands, door de waakzaamheid van welgezinde Kooplieden, thands haar beilag heeft, en alle uitvoer naar elders uitdruklijk verboden is, kan 'er tegenwoordig geene rijzing daarvan meer plaats hebben, dan alleen door woekerzucht. De op handen zijnde Oogst, welke alomme de voordeeligfte uitzichten oplevert, laat geene bedenking meer overig, of de prijs zal bij de volgende inkoop zeer aanmerklijk daalen. De aard van den handel, aan den anderen kant, vordert eene zoo min mooglijke geftrengheid in deszelfs bepaaling. Maar de algemeene billijkheid eischt, echter, thands eene geftrenger regelmaat, dan in andere tijden. Zij eischt, dat de Reprefentanten van alle Provinciën, bij provifie voor den tijd van % maanden, ftellen het maximum, zoo als de markt nu bepaald heeft, met bedreiging van exemplaire ftraf aan ieder, die den prijs zal verhoogen. Om, zo mogelijk, eene daaling van prijs te bewerken, kan mén, van 's Lands wege, een premie uitloven voor ieder, die, beneden den bepaalden prijs, op de markten eenige lasten zal verkopen, met verklaaring, dat zijn naam bekend gemaakt, en hij als een verdienftelijk Burger zal worden verklaard. — Voords behoorde de Zetting van het Brood, niet, zoo als thands gefchiedt, naar den gemiddelden prijs van verfchillende Markten , in onderfcheidene Diftriften , verfchillend , maar in tegendeel, overal, op eenen gelijken voet gebragt te worden: terwijl Minvermogenden en Armen, volgends een billet, het geen hun door den Wijk- of Buurt-meester zou kunnen ter hand gefteid worden, vrijheid van impost op het Gemaal konden genieten, waarvan de Bakker verandwoording zou moeten doen. — Eindelijk, zou ook het Land premiën kunnen uitloven aan eenen ieder, die, .voor eenen geringeren prijs , Aardappelen-brood , of ander zoortgclijk gezond en wel toebereid gebak, het geen. vooraf goedgekeurd was door hoog gezag , ten dienfte van minvermogende Burgers, verkogt, waar van hij konde aantoonen flechts een zeer maatigjvoordeel voor de bereiding te genieten! — Bijzonderlijk, moet gewaakt worden tegen de flegte bereiding van dat Gebak, zoo wel als van het Brood in het gemeen, en alle Municipaliteiten behooren uitdruklijk gelast te worden, daartegen zonder de min/ie oogluiking te voorzien. Moeilijker is de regeling van dit ftuk omtrend zooda^  35° De REPUBLIKEIN. danige eetwaaren, die op openbaare Markten worderi aangeboden, waaromtrend de woeker zooveel te vrijer en ongeftrafter werkt, omdat het bijkans onmoogiijli is, daarvan een zeker maximum of minimum te bepaalen en de zamenfpanning van Verkopers en Opkopers niet ligtlijk te beletten is. De befchikking daarvan overtelaten aan de Burgers, die de eetwaaren kopen, is de aanleiding tot de grootfte wanorde, tot het agterblijven der Verkopers, en tot een zooveel te grooter bezwaar voor zoodanige Burgers, die noch zich zeiven, noch hunne Bedienden , aan het willekeurig geweld van vegtende partijen ten prooi willen geven. Het oordeel van den Republikein daaromtrend is dit. 1°. In plaats; dat 'er thands weinige marktplaatfen zijn, moeten dé marktplaatfen vermenigvuldigd worden. z°. De Wijkof Buurt-meesters moeten gelast worden, een v/aakend oog te houden op de publieke orde, zelfs met behulp van gcwaapende Krijgsmacht, welke zal ftaan onder de orders van den Wijk- of Markt-meester. 30. De verkopers te gelasten . alle waaren, welken zij aan dé markt brengen, daadlijk te verkopen, zonder dezelven weder mede te mogen voeren. 4°. De verkopers té Verbinden, om hunne waaren, in eene zekere hoeveelheid, alleen aan de Burgers te verkopen, tot op zekeren tijd.' waarop de markt zal gereekend worden te zijn afgelopen. 50. De geftrengfte maatregelen te nemen tegen alle zoort van opkopers, hoe ook genoemd, als die in de daad moeten gelijk gefteid worden met verraaders van het Land, en openbaare roovers. 6°. Het ter markt brengen der nodige eetwaaren, zooveel mooglijk, aantemoedigen, zoo door openbaare befcherming hunner perfoonen en goederen, als door premiën, in geval zij, door een declaratoir van den Marktmeester, hunnen Vaderlandfchen dienst aan Land en Stad behooiliik doen blijken: ten welken einde zal moeten gelast worden, dat allen , die op de markten gewoon zijn te verkopen, zich altijd op ééne en dezelfde plaats, naar het lot of de keus van den Wijk- of Markt-meester, zullen hebben te vervoegen. Het zal den Republikein alleraangenaamst zijn, te vernemen , dat deze zijne voorfiagen, door eene goede pölicie behoorlijk in praktijk gebragt, in de gevolgen Voor de gemeene welvaart heilzaam wezen, en alzoo een einde zullen maaken aan alle zoodanige intrigues, Waarvan zich de nijd en het verraad maar al te zeker bedienen, om verwarring, tweedracht en oproer te ftooken.  D E REPUBLIKEIN. N°. 42. Dat veniam corvis, vexat cenfura columbas. Phaedrus. Önder de gefprekken van den dag mogen wij thands reekenen de zaak van den gewezen Stadhouder, en bijzonderlijk zijne goederen, bovenal nadat deJ^hten willen, dat de perfoon van Willem V, en zijne eigen dömme'n en bezittingen, een gunft g aandeel mude op. lettendheid en zorg van den Koning van te. * hebben verworven. Indedaad, zoo groot de eer is voor eenen ^oordvluchtigen Minister, om niet flechts bii het Hof van JEngetouifchuilplaats te vinden, maar ook door één der Noordfche Hoven be chermd te worden zoo netelig zal ook de behandeling dezer zaak S'aan de zijdeSdes Bataaffchen Volks en van deszelfs vertegenwoordigers , ten einde met de grootfte omzichtigheid alles te vermijden, wat eenigen fch.jnbaarèn aanftoot zou kunnen geven, om het thands bijna algemeen gedoofde oorlogsvuur op nieuw te ontvlammen Brengt gij de zaak van Neêrland's uitgeweken Stadhouder2 voor die rechtbank welker .billijkheid z ch grondt op de eenparige gevoelens van onbevooroordeelde brave Burgeren , dan.zal ^ne uitfpraak voor zijn perfoon niet gunftig zijn. Zij zullen hem veroordeelen als een misdaadigen van Staat, die: zich, zonder uit eigen oogen te zien , aan de dwinglandij van eene andere hand onderworpen, en daardoor zijn uitvoerend bewind meenigwerf in een wetgevend en voor 1 Lands waare welvaart ailernadeehgst despotisme veranderd, die zich, ten verderve van dit Land, Sijdaan Engeland verbonden; die, in de befaamde Expeditie naar 7i«rt, den verraaderlijkften trek aan deSÏÏJK gefpeêld, en het fchandelijkst voorbeeld van moedwillige ongehoorzaamheid aan zijnsMeus e s gegeven; die in het bevorderen van zekere bekende Haagfche vrolijkheid, het oproer aangeftookt m het voorftaan of niet wederftaan van bekende opioeimaaJiers, den moord- en plonder-lust aangemoedigd; die.  SS* D e REPUBLIKEIN. ,*00i,hetJinroePen Vi»n Pruislïfche Troepen dp afr& vn 1^,1 " heIpen lebenden; die, door de ver, en" gr.°r-fntaI van veidienftelijke Bu 5ers' /echt en vrijheid met voeten perrpH™. ^ ~ door het geweldig aanftooken eer fvan een«hetnT Str-'ÏW ind- °P den oever van ziJnen ondergang gebiagt, door de inroeping van eer en plicht vertre tiïtXtZ^r^ ^«enyoorfa denl : ten van den Staat verfpild, en overal verwoesting en moord verfpreïd; die, na de verkwisting de? 2en froorlgfte geldfoinmen tot voordzet ngg vin Sri datSSv'oorêGodZÜn/^OPn ^ °P S83R ipl ^j01 de Natie gezworen had, zijn goed en leven voor den Lande te zullen opofferen zkh door eene fchandelijke vlucht verwijderd , en veele tonnen gouds, bijëengefchaard, uit zijne anfbten en inkomften van goederen, dip zeer aanmSk be LTeiXhr TZJChg6V0erd; die' SS-ncl na deze vlucht, zonder in eenige betrekking te fta.n tot de uitvoerende macht dezer Republiek ^de oS hoorzaambeid van Bevelhebbers en Min sters doodde willekeurigfte orders aangemoedigd, en alzoo ° we rfS %^t n P dSZe ^Jze zouden zij allen von-' Si„ st 9£» lls onPartu4ige rechters, het gedrag van den Stadhouder moesten bgoordeelen, yan den til If Staat, ftond tot zijne g^ffijStte^ goedvinden echter voor hem nimmer eene wet' was maar wier wil hij altijd aan den zijnen onderwLn' £ le'zee 'en'5 de ^i^nlandfche ft/aN Runde, Zeer zeldzaam grondt zich dezelve op billiikheid of recht, Haar doel is loutere eigenbaat 7H had den perfoqn de, Stadhouders nodig ^o.nln'vloed w„ bM ?P dC N^'andfche'StaabtefluTten ^ «ras zeer wel overtuigd wegens de gedrocht ikheid vt hoe 0^^ W«ï* U"de= -yivroeddez e wel' zeer verfthS«' iD ** zeIf 4%, dat de zoo 6 bela"gen van zeven zoogenoemde Jf'fW deïsten Ja handen, war;A yan een zwak! • T . '' man.  Dé REPUBLIKEIN 533 man , Zonder, eenig politiek doorzicht, die altijd afhing van de intrigues ziiner raadslieden, en wiens beheering nogthands, zoo vast geftaafd was , dat zijne Meesters zei ven het niet waagden,; om zich tegen zijn. goedvinden te verzetten, noch zijn gezag binnen behoorlijke paaien te brengen., Iii hem groeteden, derhalven , alle buiténlandfche Ministers het eminente hoofd der Republiek. Hij verleende gewoone en buitengewoone audiëntie. Aan deze wet zelve moest zich onderwerpen de tijdlijke Prefident der Vergadering van de Staaten Generaal. Deze zelf vond het, zomivijlen,• niet vreemd, eenigen tijd te moeten wachten, nadat hij zich,had laten aandienen, tot dat de Stadhouder zijne conferentie met den Secretaris van den eenen of anderen Gezant, met den Penfionaris van eene of andere Holiandfche Stad, of ook met eenig ander afzonderlijk voorftander zijner Stadhoudersgezinde bende < geëindigd had. (*) Zulken Man misfen thands alle hoven , en zijn gemis is geenszins gering. In zijné hand, toch, was de geheele uitvoerende ■—en, wanneer het nodig was, ook de wetgevende — macht eener Republiek, welker lafhartig bewind altijd aan vreemden indracht, aan omkooping en verraad, ten doet ftond. Door hem verloren alle ftaatsgeheimen hunne kracht, omdat de openhartige Stadhouder die gaarri aan zijne vrienden mededeelde. Door hem, was ieder zeker, van in zijn oogmerk wel té zullen tfaagerij omdat de oplettendheid,, de, kunde, de godvruchten de moed van den Heer Stadhouder beftendiglijk in alle vergaderingen geprezen, zijne voorftellen als belangrijk geroemd , zijne raadgevingen als godfpraken werden geëerbiedigd. Het is dus geheel niet vreemd , dat Willem V., hier en daar, eenen erkenlijken hoveling vindt, die zich zijner aanneemt, hier en daar een hof,' het-, (*) Tot een bewijs der. btiit'nrpo'orige trotsheid van jjet Huis van Orange, kunnen wij niet nalaten. de volgende rijzonder-'. heid aameteckènen. Wanneer dé jom fte Zoon van IFtlltm V., in dezen Oorloa tegen de Franfchen, op> de Oostenrijkfche gren- • zen gewond, in 's /lage was teruggekomen, om van zijdewond ■ te herttdlen, moesten alle Afgevaardigden naar de Vergaderingen van Holland en de Generaliteit zich, ieder morgen, in pèrfoon, naar het verblijf van den jongen Prins begeven, om naar zijnen welftand te vernemen fs z'j waren genoodzaakt, in perfoon, een kaartjen overtegeven, ontvingen het andwoord, van eenen Hofbedienden, én het verzuim dezer pliclnplceging werd als de hooglte beleediging aangemerkt, zoodat hij, die. znlks naliet, dan alleen in geval van ziekte, verzekerd konde iijn, niec weder gecommitteerd te worden, noch immer eenijf ambt te zullen bekomen. Tt 2  §54 De REPUBLIKEIN. hetwelk ontvangen dienften edelmoedig vergelden wil. Zelfs de luister en de pracht der Hoven , zelfs de ftaatkundige en zedenlijke dwaaling, dat de man, die eenen grooten ftaat weet te voeren, alleen voor het bewind geboren is, moet den perfoon des gewezenen Stadhouders in alle opzichten aanbevelen, daar zijne hofhouding en praal dien van meenig Rijksvorst zeer ver te boven ging, en zijn gul onthaal, onder het genot der vrijdommen van bijkans alle belastingen , meenigen vreemdeling tot de onderdaanigfte plichtplegingen wist uittelokken. Zoodanig denkt en gevoelt de hooffche Staatkunde. Van haar mag men vrijlijk allerlei werkzaamheden verwachten ter herftellinge van den perfoon des Stadhouders , zoolang nog het tegenwoordig beftuur dezer Landen de waare kracht mist, om zich behoorlijk te doen gelden. Haast u, derhalve, gij Vertegenwoordigers van alle Provinciën en Steden — haast'u Volk van Nederland, om alle uwe macht, de onverbreekbaare macht van een wel vereenigd Volk , in zoodanig middenpunt te verzamelen, dat de regeering uwer gewesten beftand zij tegen alle heimlijke Jntrigues, en verhoedt daardoor , dat buiténlandfche Hoven of. fchoon zij voor het uiterlijke vriendfchap zwe'eren u op een onverwacht oogenblik verrasfchen, en u een prooi maaken van het bedektst verraad! Zoodanig zal de ftaatkunde woelen, zelfs dan, wanneer gij de zaak des_ Stadhouders laat, zoo als zij thands is , zonder u intelaten met eenig verder openbaar en rechterlijk onderzoek, of hij, als Stadhouder, zijnen post wel of kwaahjk hebbe waargenomen. De waare omzichtigheid moet u Ieeren, om te berusten in zijne vlucht en de daarna gevolgde vernietiging van het Stadhou-' derlchap, met alle deszelfs aangrenzende pra?ëminentien. De waare en billijke ftaatkunde, welke altijd Iet op tijden en omftandigheden, moet u waarfchuwen, om alles, wat de verandwoording van den Stadhouder betreft ten opzichte van zijn beftuur, overtelaten tot diei tijdenwanneer eene daadlijke Conftitutie gevestigd zal zijn, en uwe Vertegenwoordigers kunde en macht.genoeg zullen hebben, om die Conftitutie tegen allerlei aanvallen te handhaven. Vóór dien tijd, zoudt gij, met de zaak van eenen vluchteling te beoordeelen, uwe eigen zaken, binnen uw eigen Land, in verwarring brengen, en buiténlandfche Hoven opzetlijk uitlokken, om zijne zaak de hunne te maakem De Stad. iTt hu ZaS' Keirt'k gefproken, Minister. Alles, wat hij verricht heeft, is gefchied op bevel van zijne Mees-  De REPUBLIKEIN. S5S- Meesters. Hij is, dus, onaanfpreeklijk voor de gevolgen: ziet daar voorwendzels genoeg, om hem te verontfchuldigen bij'de zoodanigen , die alleen naat gelegenheid wachten, om u wederom onder het oude flte doen krommen, en daardoor zeker te zijn, van hunnen voormaaligen ftaatkundigen invloed! Meteen bedaard overleg tegen alle zoodanige aanflagen te waaken, moet het werk zijn van alle kundige en eerlij^ Vertegenwoordigers, die zich aan het hoordbewmd yan den Staat bevinden, en, om hunne poogingen we te ondeSeunen! moet Neêrlands Volk andere oogenblikken geduldig afwachten, die voor een gunftig einde gefchikt zullen wezen. Die gunft.ge oogenblikken daar zijnde, zal ook de Republikein, wanneer h j nog zoo lang, al Schrijver, de goedkeuring van weldenkende Lezers mag blijven genieten, niet aarzelen om de Natie tot de uitoefening eener geftrenge rechtvaardigheid a3nMaaredzS'en veelen; waarom niet ten eerften de goederen van den Stadhouder aangebroken, ten einde daaruit tegenwoordig eenig herftel te vinden voor 's Lands financiën? - Doch, hoe vleijend deze poogmg ook SS ten voordeele des gemeenen Vaderlands dringt ons echter en de billijkheid , en de omzichtigheid waarvan wij zoo even fpraken, om dit ftuk, voor als n0. geheel onaangeroerd te laten. Zoo lang immers, Se zaak van den Stadhouder voor de rechtbank der Natie nog niet bepleit en beflist is, kan 'er geen recto hoegenoemd aanwezig zijn, om zijne goederen verbeurd te verklaaren , welken hi als Burger bezit. Dat het. Land hem die onroerende goederen, heerlijkheden enz. onTneme, welken hem willekeurig en laf hartig zijn opgedragen , om daarvan geduurende zijn leven het gehm k te genieten; dit kan eene billijke aanfpraak des Volks vofderen: en zulks is mHolland, enelders, reeds geSed Maar, dat goederen, welken de Stadhouder, in gelijkheid met andere particuliere Ingezetenen, dooi wettigen aankoop enz* verkregen heeft, zouden verbeurd ' verklaard worden ten profijte van &.Lande zohdè een beflist procés en bewijs van fchuld, zou de onbillijkheid zelve wezen. Ja, het lijdt nog zeer veel bedenking, of immer eenige misdaad aan het Land of den Wetgever een wezenlijk recht verfchafFen kan van verbeurdverklaring van goederen, al is die misdaad daadlijk bewezen. Tegen zoodanig iet althands, verzetteden zich, altijd, de braaffte Vaderlanders enVoorftanders der rechten van den Mensch en Burger: en eene fchandelijke willekeur kan even min omtrend den Stad-  S5ö Öe REPUBLIKEIN. houder werken; als omtrend eenig ander Ineezei-pn ftl edelmoedige Franfchen zeiven fchoon dpn fff ° rende tegen den Stadhoudef %n volfe d, n S.V°e" gebruik ^.gewettigd to't de"conl^u t^I^ben de billijkheid boven het krijgsgebruik doen gelden en fe^fi ra" dat genet hét welk d/ oS a tijd gewild heeft, dat aan overwinnende kriigshfden toebehoorde vooral dan wanneer de overwonnene lelt Z t,V-lllCKht;erw^ert' e" daardoorbuSftaat ftelt om eenig beding tot afkoop der verover™ te maaken.- Voeg hier bij, dat veelë goederen S d^en dommen van den gewezen Stadhouder bezwaard zl r, met zeer aanmerklijkè fchulden, gefproterzoo wel üit Negotiatiën, welken hij daarop feöpenI, als uit h Voorfchot, welk de Provincie Holland niét zeldèn tot aankoop derzelven gedaan heeft. Dit Verdiag tusfchen Schuldeifcher en Schuldenaar is heilig, en ka, door geene wet hoegénoemd verbroken worden Dat dö Schuldeifchers van den Stadhouder, en onder dezelven ook de Provincie Holland, zich thands, nu de perfoon van den Schuldenaar voordvluchtig is en znnp ™l£ ren derhalve ftaan onder eene befeg.^n lSet deugd zij met overtuigd zijn, vereenigdln, om de £ ta| mg hunner fchulden te vorderen , is éene zaak welke afhangt alleen van de verkiezing der kapitalS' De behandeling dezer zaak, haar de gewoon fon f"' rechten, ,s eene daad van de hoogfte billijkheid waartegen geene aanmerking gelden kan: en het ware misfchien de z.aak der crediteurs van den Stadhouder om zulks te vorderen , eer eene verkeerde beheering de waarde dier goederen tot eene aanmerklijke laagte ver mindert, welke hen een jammerlijk verlies g doen lijden van hunne uitgefchoten penningen: maar X deze fchulden voorbijgezien , en het eigenlijk dooverdrag bepaalde eigendom der Schuldeifchers, het zij dan door confiscatie of op welken anderen grond ook aan den Lande zöude.komen, is in zich zelve™ wederrechtlijk, dat de eenvoudige melding daartn genoegzaam is, om die onbillijkheid aan den dag te ]fg. Dat men dan, de beheering der Stadhouderlijke goe-deren overlate aan zijne fchuldeifchers, die in meenig. te voor handen zijn, en omtrend welken de voord, vluchtige, door het medenemen van aanzienlijke »n. nen gouds zelfs van etlijke millioenen, zich daadliik misgrepen heeft, indien het blijkt, dat die goederen gelijk veelen beweeren, zeer ver bezwaard zfn boven oerzelver waarde: Dat men het aan hunnekeuVove"  De REPUBLIKEIN. 35? late, om den agtergelaten boedel en bezittingen vaa den vluchtenden, in geval hij niet daadlijk aflost de Kapitaalen, die hem opgezegd worden, aanteflaan, dien boedel onder eene goede adminiftratie te brengen, en daarvan zoo veel te verkopen, als nodig zal bevonden worden! Dat de Natie, bij voorraad, afzie van allen eisch van fchaavergoeding enz., welken de ge. woone form van rechten tot hiertoe gedoogen mogt! Dat zij haaren aandapht afwende van een perfoon, die geene middelen onbeproefd zal laten, om zijne zaak te doen zegevieren, met opoffering van 's Lands welzijn, en wiens crediet bij andere Hoven alleen daardoor kan verminderen, wanneer het blijken zal, dat hij geens-. zins dat eminent hoofd, die rijke Vorst is, die zichmeer-* inaalen boven andere Vorften pleegde te verhefFen , en niet zelden zijn vermogen tot borg ftelde voor kostbaar re ondernemingen en guarantiën , welker ongunftiga afloop hem zelf ten gronde gericht, en alle zijne toegevende fchuldeifchers aan de grootfte verliezen zon hebben blootgefteldj Op deze wijze zullen de gewaande erflijke dienften van den gewezen Stadhouder rasch vergeten worden. De onverlichtte Meenigte , welke alleen ijverde voor den klank van zijnen naam , zal ophouden belang te ftellen in zijne zaak. Onze tegenwoordige omwenteling zal zich zelve, van dien kant althands meer fchraagen , en het Bewind zal meer kracht ontvangen, om de aanflagen van den Stadhouder , zoo binnen als buiten 's Lands, met nadruk aftckeeren. AANMERKINGEN op het DECREET van HOLLAND'S REPRESENTANTEN, wegens de ALGEMEENE WAAPENING. i°. Het Decreet van Holland, nopens de Nationaale Guarde, heeft zijne ftrekking tot eene algemeene waapening: en echter zondert het eenige plaatfen, gehuchten enz. uit, waar de Ingezetenen zulks niet mogten verkiezen. Deze ongelijkheid doet veel nadeel aan de zaak zelve, en is onbillijk. Indien de Natie zich waapent, moet zulks algemeen zijn, van de 18 tot ss jaaren. De waapening moet het voorrecht zijn van een vrij Burger. De zoodanigen kunnen , binnen den gezegden leefkring, alleen uitgezonderd worden, die zich aan Orange-oproerigheden hebben fchuldig gemaakt, of door lichaams-gebrek buiten ftaat zijn, of door godsdienftige begrippen' worden te rug gehouden. Deze regel niet woï-  358 De REPUBLIKEIN. wordende m acht genomen, zal de Burger-waapeninjt altijd een onding blijven. Op het Land alleen moet onderfcheid gemaakt worden omtrend de huisgezinnen Indien een Landman zoonen heeft, die zich waapenen, ot zelf de waapenen voert, dan moet zijn knegt ongewaapend blijven. Men behoort, bij tijds, de nodige zorg te dragen, om den Landbouw niet te belemmeren in geval het eenmaal nodig ware, dat de gewaapendê bcnutterijen buiten haare woonplaatfen naar elders moesten trekken. 2°. Dat Decreet vordert alleen cojrtributiën van hen, die zich wet waapenen. Hoe grooter derhalven het getal zij der gewaapenden, zooveel te grooter zijn de toe agen der ongewaapenden. Hierin is geene evenree dl^f.'., ' ten ,ziJ de waapening algemeen zij, en ten zij duidiijk worde uitgedrukt het oogmerk, waartoe men zichwaapent. Zoodanige belasting, intusfchen, alleen van ongewaapenden, zal altijd veel gemor veroorzaken, en houdt de partijfchap levendig. Beter ware het dus, eene algemeene kas te maaken, waartoe ieder naar zijn vermogen — de gewaapendê Schutter minder, en de ongewaapende meer — moest bijdragen, en daaruit alle kosten betaald wierden. 3°. Dat Decreet wil een eenparig montuur voor de geheele Burger-krijgsmacht. Hoe eenvoudig dat montuur ook zij, hetzelve past wel den Stedeling, maar geenszins den Bewooner van het Land. Zoodra men dezen dwingt tot eene Stedelijke kleeding, belemmert men zijne vaardigheid , en die eenvoudigheid verdwijnt welke een zoo groot fieraad is voor het Land. Ook is zulks voor den Landman te kostbaar. Dat ieder Regiment of Bataillon zijn eigen montuur bepaale, en dat vooral de Land-guarde zich zoodanig kleede, als met Haare levenswijze het beste ftrookt! Dit eischt de waare Staatkunde. De voornaame zorg van het Staatswezen moet daarheen gericht zijn, om de waapening te doen befchouwen als een burgerlijk voorrecht. Daarom behoorden alle ongehuwde dienstbaare perfoonen uitgefloten en onder contributie gefteid te worden, om hen aantemoedigen, dat zij zich verheffen tot den ftand van vrije Burgers.— De waapen • oefening zelve moet zoo min omflachtig mooghjk zijn, en wél te kunnen fchieten, is de hoofdzaak. Eindelijk, moet de waapening zoo min kostbaar zijn, als eenigzins kan gefchieden, met het minst verlies van tijd enz. Wij wijzen hier te rug op ons . voong N°. n , alwaar wij dit ftuk opzetlijk liebbea behandeld.  D E Republikein. N°. 43- . Le fuprême et le parfait gouvernement confifte a farmer ceux, qui font gouvemés, ainfi qu'ils n'ont point d'intérêts a foutenlr les uns cantre les autres , & qu'ils s'aiment tous d'un amour fraternel que rien ne trouble, qu'on ne voit parmi eux aucune difiinEtïon, que de fagesfe et de vertu, & que la fraude, la violence, le parjure, les procés ne font jamais entehdre leur voix cruelle et empostie. Fenelon. Burger Republikein.' IVÏeer en meer overtuigd , dat gij, met uw weekfchrift , indedaad de verlichting en verbetering der Natie en de handhaving haarer Rechten bedoelt; en dat u'de bijdragen uwer Medeburgefen, tér bereiking van hetzelve doel, niet onaangenaam zijn, zet ik mij thands wederom, om u mijne gedachten over eene zaak Van belang medetedeelen. Het is de uitoefening der Rechtvaardigheid, welke ik bedoel. „ Wel hoe " vraagt gi|' welligt: ,, twijfelt gij dan aan de eerlijkheid der-tegenwoordige , Rechters?" — doch ik andwoord u rondbörftjg Op die vraag: Neen! want daar heb ik geene redenen voor. Maar het is de wegfot Rechtverkrijging, die, zoo als dezelve tot nog toe is ingericht, even rond gezegd volftrekt onbcftaanbaar is met de gronden eener waarlijk vrije Conftitutie, en met de Rechten der Burgeren in zoodanig Gemeenebest. Zulk eene Regeeringform , toch , op de Rechten van den Mensch gegrond, kent allen haaren Burgeren gelijke Rechten toe; maar zeg mij: hoe zullen alle onze Medeburgers dit hun wettig Recht doen handhaven, zoolang zij, langs een met goud bevloerd pad, V v diï  3'6o De REPUBLIKEIN. mr%m$thH'J&*, hTe ^eun moet zij"' ***** moeten; — Zal het nodig zijn , uwe verontwaardiging te doen ontbranden, door een tafree , dTt udé fen° Zal het^od^^^ Verdrakki"gen ™^ Jen ; Zal het nodig zi,n, u den rijken dwingeland te teekenen d,e, door zijn goud, denbehoeftigen Man de hulpeloze Weduw, den veriatenen Wees f veracht! och"" nJhT" Td? f Vee!e Rechtsgeleerden, toch, omhelzen de partij, welke hunne geldzucht voeden kan En deze, trotsch op zijn vemogen waagt een deel zijner gevloekte fcbatten, om zij op zet vol te houden, zoo lang vol te houden - al zoude het ook jaaren duuren, _ tot dat zijne armoedige of SSSr ^ht7^.digfte zaakgewonnenrnoe geven, terwij hij juicht in zijne, met geld gekogte ze- hA Jon6 W diS der gerechtilheidgnoeêmt L Hoe ligt word een' nijver, maar onvermogend' man wiens gantfche fchat naauwlijks honderd.gulden kan bedragen, vijftig guldens te kort gedaan / doch d e op raad van anderen die doorzigtiger zijn dan hij 1 omdat men hem bereekent, de kosten mêer dan zijnen e.sch te belopen, _ de helft van zijn, met zwee ^ taS^drfor'ttln heTderfCh0t W*É?$* »"» "** heelt de iouuin beide partijen beguniligd , dan moet het geding nog een ge jaaren langer duuren, tot zoolang dat dezen, zulk eene verkwisting moede, het gefchil, door bemiddeling, fc zoo veele dagen vereffenen als het, zoms jaaren, hun vermogen heeftverfpiid. Hoe nodig is derhalven, eene zoo fpoedig hooglijke verbetering in den weg, tot handhaving van hft Burgerlijke Recht! Niemand gewis, dan dit 'erzijn belang bij vindt, zal dit ontkennen. Maar - e, h er zal het op aankomen - wie kan zoodanige verbe f ring. fpoedig en goed, het best uitvoerig maaken? Eene pooging daartoe zal uwe en aller braven S. keuring toch wegdragen. Zijn 'er gegronde tegenwerpingen op mijn voorftel? dat men zeaanvoere Cze is het mogelijk, op te Iosfen, of tot verte erinp tl doenftrekken. Zijn'er anderen, die het g heeÏÏ feuren? dat z„ redenen geven: en dit niet alleen maar &tte3ïïr??maaken cer Twee middelen zijn ter verbetering nodig. Vooreerstde weg van Rechten moet verkort; en JJeZ? hij moet  De REPUBLIKEIN. 361 moet minder kostbaar worden. — Het gereedfte middel daartoe is, dat 'er eene wet gemaakt worde, die den tijd bepaalt, binnen welken de verfchillen beflist moeten zijn.'' Maar is dit middel uitvoerlijk? Mijns oordeels, neen' — Zoo is het ook;" zal hier de Pleitbezorger zeggen: ,, want de fpoed hangt af van den „aard des gefchils. Zoms is het zelve zoo duister, „dat wij' ongelooflijke moeite en tijd behoeven, om „den waaren grond te ontdekken. Dikwerf moeten wij onze bewijzen uit verre landen haaien. Door„ gaands moet men aan partij den tijd vergunnen, on„ zen eisch te beandwoorden, en zich te verdedigen; „en deze tijd hangt al wederom van de omftandighe„den af." — En ik geioof, dat dit alles, juist niet bezijde de waarheid is. Maakt men eene uitzondering op den regel der wet, dan zal de eigenbaat het misbruik door de uitvluchten verlevendigen; en het zal niet, dan in zaken van weinig belang zijn, dat men geene verlenging van tijd behoeft. Hiermede dus even min vorderende, zal, naar mijn inzien, dit middel vervallen. Zie daar eene uitvoerige inleiding tot een zeer beknopt ontwerp; en dit is: dat men in elke Stad of . Plaats, naar gelang haarer uitgebreidheid, een genoeg, zaam aantal van kundige Rechtsgeleerden behoorde aanteftellen, op een vast Salaris, 't welk niet bekrompen zijn moet, en uit 's Lands Kasfe, of plaatslijke Thefaurie, moet worden betaald. Dezen moeten zich vereenigen, en op vastgeftelde dagen (bij voorbeeld, driemaal in de Week)- vergaderen, onder den naam van Kamer van'Recksbezorging. Alle partijen, nu, zijn verplicht, alvoorens elkander in Rechten te betrekken , haare gefchillen (kleene zaken uitgezonderd) aan deze Kamer aantegcven , welke dan twee hunner leden, die het minst met werk belast zijn, moet benoemen, om elk der partijen afzonderlijk te hooren, en daar na bij elkander brengen, om, was het mogelijk, haar door vriendlijke bemiddeling te bevredigen. Zij moesten haar daartoe dienen van hunne voorlichting en raad, — en, des noods, een derde perfoon hunner medeleden tot hunnen onderftand inroepen , om, zomogelijk, langs den minnelijken weg, deplaats grijpende verwijdering wegtenemen. Maar , was het hun volftrekt onmooglijk, daarin te ilaagen, dan moesVv 2 ten  $6z De REPUBLIKEIN. ten die zelve twee bemiddelaars hunne Pleitbezoreers Cn, ïfg™ elkan ™ ^« zal het aflopen .- want zoodanig Rechtsgeleerde d l het recht aan zijne zijde heeftf zal beknopt en klaar bewijzen; en zijne partij, die ongelijk heeft, zal het door geene ilinkfche ftreeken bewimpelen. Beiden toch verdienen geen ftuiver meer; en hoe wijdlopigerbehaï deling hoe meer zij werken moeten. baïziS dit iST Pl'°,CeKfen klmnen raaateIoos kost' „ iIjni dlt heb, lk reeds bewezen : want die om duïfend guldens recht zoekt, is het altijd vijftig of des noods honderd guldens waardig. ë' S Ten vierden. Niemand zal zich de kosten van ziin geding kunnen beklaagen; want hij heeft te vooren na genoeg geweten, wat het belopen.zoude; en in ca van verloren Appèl, heeft hij het alleenlijk aan ziin eigen opzet te wijten. J Jn Tm vijfden. Mag ik 'er nu nog een zedenlijk voordeel bijvoegen? - Veele Rechtsgeleerden, en veele Pleitzieken, zullen een geruster fterfbed, dan hunne voorgangers hebben ; omdat de traanen der door hun verdrukten hun, in de nadering des doods eni der eeuwigheid, het wroegend geweten niet verfcheuren zul Zie daar, Republikein , wederom eene pooging om nuttig aan mijn Vaderland en aan mijne Medeburger? Heil en Broederfchap. Amflerdam 25 Aug. i795„ Uw Medeburger ijle J. d. B. V. V* AND-  De REPUBLIKEIN. 3Ó$ A N D W O Ö R D. Is 'ex eene zaak, welke alle de aandacht van den Vaderlander verdient, dan is zulks gewislijk het Rechtwezen, 't geen, onder de voormaalige Regeering, iri plaatfe van verdrukten gered, duifende ongelukkigen geheel ten gronde gericht, en zijne gevloekte woeker* zucht in alle Landen met fchande ten overvloede heeft doen bekend worden. De Republikein herinnert zich. veelerlei gevallen van zoortgelijken aard, waarbij Inlanders en Vreemdelingen de rampvolle beheering dezer Gewesten, ten aanzien derfchriklijkkostbaare en vreeslijk lang uitgerekte Procesfen, tot hun grievend leed hebben ondervonden. Hij zal het oogenblik zegenen, waarop of eene Conventie, of eene andere reprefentative Regeering, het nodig herftel hiertoe zal ter hand nemen. Bij zoodanige gelegenheid verdient het plan van onzen geëerden Correspondent zeer zeker in aanmerking te komen. De zwaarigheden daartegen fchijnen ons toe nog meer weggenomen te zullen kunnen worden, indien de bewuste Kamer van Rechtbezorgmg, of Vrede-kamer, juist niet in elke Stad of Plaats, maar in elkDiftriêl plaats had, volgends die verdeeling, welke ons Land eenmaal zal moeten ondergaan, om.eene eenvoudige Staats-beheering daarteftellen. De voordeelen daarvan ftrekken zich zelfs nog verder uit, dan onze Correspondent heeft opgegeven. Immers, zulk eene inrichting moet zeer zeker met een ongelooflijk voordeel werken op de verbetering van het Volks-charakter. Het voorig Beftuur deed alles, om de gemoederen der Ingezetenen van eikanderen te verwijderen; het deed niets, om viiandfchap te fmooren, en vriendfchap te ftichten. Het Volks-charakter werd agterdogtig, wantrouwend, listig, valsch. Zoodanige inftelling nu, als hiervóór is opgegeven, moet eigenaardig ftrekken, om den geest van partijfchappen teverdoo. ven, en, door een kort en zaaklijk recht, de gemoederen verbinden aan de Conftitutie, en juist daardoor orde en vriendfchap aankweeken. ó Mogten de oogenblikken reeds daar zijn, waarop niet de uitfpraak van eenen Keizer Justiniaan, maar de uitfpraak van het gezond verftand en van een welwillend hart de ftaatkundige form mogt .bezielen! Hoe fchierlijk zou men dan kunnen voordgaan van verbetering tot verbetering, en  3&. De REPUBLIKEIN. en alzoo een einde maaken yan eene Omwenteling; welker onregelmaatige voordduuring nergends anders op kan uitlopen, dan op wanorde en verwoesting! Intusfchen verneemt de Republikein met genoegen, dat: reeds afzonderlijke Plaatfen met ernst bezig zijn aan de hervorming van het Rechtwezen , zoo wel als van haar ftaatkundig beftaan, waarvan het Stedeken-Bodegraven, in Zuid-Holland, een merkwaardig voorbeeld oplevert,- terwijl eene aldaar opgerichte Kamer van Vredemaakers reeds zoo voordeelig voor de goede orde en gemeene welvaart gewerkt heeft, dat ieder nadenkend Burger, daar ter plaatfe, den Hemel in gemoede dankt voor de Omwenteling. Hoe veele aanmerklijke Steden moeten zich niet fchaamen over zulk een voorbeeld! of liever, hoe ijverig behoorde zulks niet alle andere Stedelingen te maaken, om daadelijk de hand te leenen tot een wezenlijk herftel van het vervallene! TeAmfierdam bij M. Schalekamp, in de Warmoes* ttraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Ories Pols en van Santen. Dordt Blusfé en Zoon. 'j Hasl .Leeuwenfteijn en Plaat. Legden Honkoop en Herdinl. Haarlem Walré, C. Plaat en Wed. van Brusfeh Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn] Breebaart. Zaandam van Aak en. Utrecht G T van Paddenburg en Zoon , en de Wed. Terveen. s Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Uomkens. Leeuwarden vShSligh en Cahais. Deven. ter Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers wordt dit Blad 's Maandags met een No.' vervolgd a i| Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. 44. O dii immortales! non intelligunt hommes, qiidm magnum ve&igal fit paffimohta. Crc s p. o. et voornaame kenmerk van de deugd eener Staatsberoering is haare eenvoudigheid. De raderen yan het .ftaatkundig werktuig mogen meenigvuldig zijn; zij mogen in grootte van eikanderen verfchillen; derzelver plaatfmg op onderfcheidene afftanden moge de zamenftelling van het geheel aan een oppervlakkig oog als ten .uiterften ingewikkeld doen voorkomen ; zij moeten echter, om eene ligte-en gemaklijke beweging daarteftellen, door ééne hoot'dwerking gemaklijk verbonden ziin, en alzoo de algemeene overeenftemming bewerken tot het eenparig Oogmerk. Intusfchön , is het zeker, dat een overgroot getal van raderen doorgaands eene moeilijkheid van beweging vórmt, en daardoor hét geheele werktuig zeer ligtlijk in gevaar brengt, om tegen zijne bedoeling te werken. Het is deze aanmerking, welke, toegepast op onze voormaalige regeeringform, en op die, welke wij thands verlangen tot Hand te brengen, ons eenige zeer nuttige bedenkingen aan de hand geeft. Het voormaalig bewind onzer Republiek, zoo in haar geheel, als in haare deelen, was uitermaate omflachtig. Men moet ongetwijfeld de. naauwkeurigheid. prijzen, welke 'er in de afzonderlijke plaatfmg der oneindige reeks van deelen gelegen was. Bijkans geen afzonderlijk gedeelte was over het hoofd gezien. Tot de kleenfte gehuchten hadden een afzonderlijk beftuur. Daar alleen, waar zich bet bewind van alle deelen tot één punt moest vereenigen, was dè zamenftemming hoogst gebrekig. Friesland uitgezonderd , werden de belangen der Steden voornaamlijk behartigd, die van het Land, daarentegen aan een afgezonderd lichaam van regeering aanbetrouwd, dat geenen invloed had op de eenparige werkzaamheid tot behoud vari allen. Nergends, echter, is deze omflachtigheid meer blijkbaar, dan in het Xx , ft'-*  S68 De REPUBLIKEIN. lt*dZ F.lnlncien' en wel bijzonderlijk in Holland. ÏSfi -1S het mooglijk, een ontwerp van geldzof knnn^ Werkl"S te brengen • waarbij men meer ZZrï ,n zo>-gen tegen alle fluikerij , misleiding, Sinf rr7Tmdinë' dan bi-j de bepaaling en in! zamehng der belastingen aldaar plaats heeft Iedere eenen T,J^ë- ^ niec flechts °P 'edere Plaats fiat dikwerf HI 1Jk65 °ntv?nger' '^ar de ontvangst rol eïen / d°°r..d.e h/ndeö ™n 4 of 5 zoogenoemde Collecteurs, eer zij-in de fchatkist geftoft wordt, om de TlZ*lS ÈrM °,°gmerk' ^t Lhoud der PiCin-' uiterL. e • y™^"/1* getal dier Inzamelaars ten in gl'°0t- Iedei; derzelvea breilgt zijne percennemiiV tTg V°°r,den « voor de over- fnel 6 maacigfte opgave der kosten van inza- hpl«rfn«? ^ °mtrend 6 rail!ioen™ guldens. De belastingen zeiven zijn meenigvuldig. Bijkans geene behoefte des menschlijken levens is uitgezo derd.§ dI wetten tegen den fluikhandel zijn geifreng, en l et ge- m n« en Zr ft-™* f^.**»V elk zelfs het minst en onfchuldig, verzuim loeren , is zeer aan- hefnnS- Metdatalles' Ie«» de ondervinding, dat hoo5SnLrvgeuds aISemes»«> en dat dus allé die hoogstmooglijke voorzorg ongenoegzaam is. Die maa\Tfnntmf' geV°egd bij dender inzameling! Si 1 hef nt. en,f ^ Vei'iies voor de Staats-kaf zhr iS^261^1111?,' datziJ' °ie tot toezieners zeiven Sh ' °,"der deJwnd d001- de Auikenden den.d t tidworden' endus' in plaatfe van de ondeugd te helpen weeren, dezelve rechtftreeks bevor. unTtSZ 5? 1C Provinciën i beeft men zekerlijk den eenvoudiger weg van verpachting, gelijk de- heho Je°°r ^ Jaar,e 1748 vrij algemeen was! b ij ven KttnoS" Da"i: dlt bePaa!£ zich flechts tot enkele belastingen en het middel van colkfo door perfoonen , van s Lands of Stads-wege aangefteld en bezoldigd, heeft, ten aanzien der overige inkomften, even zeer fland gegrepen. — Het gevolg van deze omflachtige inrichting ,s juist dat geweest, 't welk ieder, die met de menschlijke natuur een weinig bekend is, natuurlijker wijze verwachten moest. De Ingezetenen, misnoegd, dat een aanmerklijk gedeelte hunner toelagen tot de gemeene lasten daadlijk befteed wordt aan eene meenigte van ambtenaars, die, buiten deze hunne beHenmcgh' m" werk,Ioos ]even leiden, en zich niet zelden fchuldig maaken aan verregaande knevelarijen, hebben zich meer en meer bediend van alle de fcbijnbaare redenen ten voordeele van den fluikhandel. Zij heb-  De REPUBLIKEIN. 569 hebben zich meer en meer gefpitst op bet uitvinden van allerlei listen, om den letter dei- wet en de geftrengheid van het toezicht te ontduiken, en zich alzoo , ten koste der maatfchappije , op eene onedele wijze te verrijken. Van daar de zeer meenigvuldige publicatiën, welke bij herhaaling tegen den fluikhandel gedaan zijn, zonder dat zij eenig wezenlijk neritel hebben te weeg gebragt. Zoo zeker is het dat een Staatkundig Bewind van zelve voordeel ïg ot nadeel iö werkt op het charakter der Natie! Zoo zeker is het, dat alle die openbaare inrichtingen , welke blijkbaar verraaden, dat de Wetgever de deugd des Vo ks wantrouwt , regelrecht gefchikt zijn , om dat charakter meer en meer te verbasteren, en dusdeondeugdvoordplanten, in plaatfe van haar te verhinderen I Zullen wij nu langer zulk eene beheering blijven volgen, op eenen tijd, waarop de rechten en plichten van den Burger de grondflagen uitmaaken onzer aanvanglijke Conftitutie, en waarop men gaarn de hand wil leenen aan alle middelen van bezuiniging in het Financieel Beftuur , ten einde daardoor ."'war? het mooglük, de gemeene lasten, zo al niet daadlijk te verminderen, ten minften derzelver toenemend bezwaar te verhoeden? Deze vraag doet zich van zelve 00 bij ieder nadenkend en welmeenend Burger, en zij verdient bovenal de oplettendfte overweging van eiken staatsman, die, door den voortreflijken en eenvoudigen aard der wetgeving en uitvoering, op den geest der Natie voordeelig wil werken. Indedaad, het andwoord is gereed. 'Er is geen fterveling, of hij zal erkennen , dat de eenvoudigfte Staatsbeheenng de beste is- dat alle middelen, die in zich zeiven gefchikt zijn , om de ondeugd van allerleien aard bij een gantsch Volk ie vóórkomen, niet fpoedig en krachtig genoeg kunnen gebezigd worden; dat het gezicht alleen van duifende ambtenaars, uit het zweet en bloed des Burgers bezoldigd, en doorgaands, buiten hun gemaklijk waartenemen ambt, een lui leven leidende, niet kan nalaten den nijveren Burger gevoelig te treffen ; en eindelijk, dat de bezuiniging van het Financie-wczen een ftuk is van het allerwezenlijkst belang , waaruit het herftel van zaken ruim zoo fterk moet gezogt worden , als uit de fteeds vermeerderde toelagen. Hier komt nog bij, dat zeer veele lasten, uit hunnen eigen aard, ftrijdig zijn en met de gevoelens van e.k welwillend hart, en met de waare ftaatkunde. Dus is, bij voorbeeld, alle belasting op noodwendige levens-behoeften van fpijze en drank', van koren en bier, eene. £ x a ïcnieeu-  2?o De REPUBLIKEIN. fcbreeuwende onrechtmaatigheid en ten hoogften onftaatkundig, althands in een Land, waarin de £nei. m voor den algemeenen Burger zoo lyk verdopt zm, ea waarin het dus nodig is dat de molÊf ±pt allf moos!ijke >vegei1 ^ moedigd, om den plaats grijpenden nood, zo mogelijk, te vervullen. ja> het is al mede aai het fchandel.jk verzuim van het Bewind der laatstverlópen so jaaren te wijten, dat de Bier - brouwerijen, die voorn>en een zoo ruim beilaan voor honderde Ingezetenen opleverden, thands bijkans geheel vervallenen, en dat de hchaauihjke fterkte, door het vermeenigvuldigd gebruik van heete dranken, die minder in prijf warén, êf/^kt:Is geworden. Even on'recht'Jtl f Aa * ze,f Z,J'3 de be'astingen op de noodwen?3e brandftofièn van hout en turf, en wel voornaamlijk in allerlei zoort van fabrieken, welke laatften ' zullen zii nog eenige opbeuring uit haaren vervallen ftaat genieten , eenen onbepaalden vrijdom behooren te hebben van alles, hetgeen tot haare inrichting en regelmaatige .voordzetting behoort. Op gelijke wijze moet men oordeelen over de. belasting, waaraan het' trouwen, en begraven onderhevig is , terwijl het huwelijK niet genoeg kan aangemoedigd worden, en het noodlot yan droevige fterfge vallen in zich zelf al te treffend is, .om nog a! verder door den wreeden pijl van een bloedzuigend Bewind vergiftigd te wordengelijk dan ook het Coliateraal , van eenen naderen' dan den derden, graad van bloedverwandfchap geheven m zich zelf zoo ongerijmd is, dat de eenvoudige melding genoegzaam zij, om deszelfs onbillijkheid aatr den dag te leggen. Alle. deze eii zoortgelijke belastingen meer (waaronder die van den Landman vooral ten aanzien van zijn hoorn-vee en het gebruik van zout voor zijne bouwerij van boter en kaas, en voords van den invoer en uitvoer van binnenlandfche voordbrengfelen in deze en gene Provinciën, haare eigen onrechtmaatigheid met zich voeren) zijn van dien aard dat de verftandjge en billijke Wetgever dezelven in goe' een gemoede nimmer kan vorderen,' noch ook een vrii Volk, dat zijne eigen waarde gevóelt, zich langer daaraan kan onderwerpen, zonder het denkbeeld van willekeur ,, 't welk voor een vrij wezen zóo hoonend is al verdei- voordteplahten, en de gemoederen daardoor te vervreemden van eene Conftitutie, wélke zich door haar beroep op de rechte;...van den Mensch, bo'yewalle de oarbaarschheid van. .ikmde graaflijke dw:n^Iandii *p den volften zin, behoorde te vei heffen. Re-  De REPUBLIKEIN. 37? Reden e*«d et^go finnen affchaffing van alle zoodanige .la^^ ^ waarde, en S^oS^ yloedlg beftaan in zich zelf^«^m behoeft > werking van andeie .V«ae™.. bloei alleen verkan dan ook ongetw feld ^«^yj De eer; fchuldig4 zijn aan vrijheid en uj fte moe: de Ingezetenen aan he Land vero * de vreemdelingen derwaards ^kaS>an lichaam eerfte aangevuurd moet ieders^ki behaniging der en geest ^^f^ffi^tettoen; maar,, algemeene welvaait kracnwaa ^ d werking pm dit alles behoorlijk te * WQ» £? van ieder Burger hoofd voor hoo a ^ Ech en den vrijen Staat w^.gf ^'genoegzaam nodig heeft, ffife^°nïe' "tmdeT Wij moeten hier lelastingen af , 1 gS derzelven zij onbillijk z-rm, ftWfcgJgg Men doe devoor den Lande verbaazend^™^1Jonder den naam Ielv.en *m «ffigffiX&ïïn leder Hoofd van Hoofd- of üaw «> ;. ^ rf naar de grootdes huisgezin*, en be eekenoik -d hetverbiijf, heid van zijn gezin, en naar at waar eigenaar< dat bij bewoont bttg, „hl 1 f^^.rnaa/de beDe grootheid dei hethng Kan Ce hoeften van den Staat > ™n ° J« 1 ^aarVan be. terwijl niemand, dan alleen jde a » , ^ hoeft te morden uitgezonde a niaa, lïï'heFÖfe ei^debezoldiging voor der-  $n de Republikein. zeer billijk voordeel tè hechten ™ 71 P°St™ eeniS rechten dezer voor-efteldé • ons de voor- zoeken, voortitelde nieuwe inrichting onder- Pooremt. Beveelt zii 7irri i De uitgestrektheideem af 3?°r h(?a!'e eenvoudigheid. Wet, naar evenredlgTeil v^gffi? dSot de vaste regelmaat, welke voor den k * 18 'er eene zamelaar even duidl ik i? 7nnl ^ ƒ" V00r den In" dan de Armen , die dórfr i ' Tmmd «itgezondferd, Met haar houd het moeiliff ^rT, bedeeId WOrdm redige betrekking der Kéitf fchl1 °P °ver de ev«der vermogen , ^vSid^S^a?0 naar dien kring van we-Hn°- ^ • l" eelt' mist overlaaden , tmf S nS \e uj 5<ï b''"yke f<*»fc waarde. Hij geniet de"behoeft?» ? Z,'Jne wezenlijke hoeften voor zijnen arbeid n ?-,eJV?ns' de be* Met verachting é ruiende n%%d en vrij. gen, welke hem ie5eiö?04nbTl-Trg^lde bePaa,i"den gevoelen , en dm^SSn^^S^ d/eknevelarijen, bezeft hii' n>, , ds verregaandfte evenredig aandeel in het nelne, T*» T bl^k e» lasten, waartoe hij vSi^l f lgen der gemeene Inkomften afzondert. b n Ueen Seded« zijner- deelt ^^f^^&^j^ voorlettend Beftuur, met de £ , Urëerj onder een opwendlgKeden vanK^fftaS?'alie denoodjammerlijkften druk, waaronder fn%e vn"J dm men , naar , ' d \™dz^ te .vooren gebukt daalen, en den min verL^nl, g ' ,ln pnj3 zulle<* geopend tot een gemak kef hl W°rdt alzo° de weg -deren kant ^T^^£^t^ ^ be% der voormaalige lasten vo« <£ ge-  De RÉFUBLÏKEÏ& m rezondheid enz. geboren worden, onder de invoering van dit vtvs Hoofd- öfHmsgeld, met eene dubbele kraait zullen werken , omdat ieders belang zulks volftrekt vordert, en eik een daardoor ook een volftrekt belang leert ftellen in de Conftitutie , welker voortrefhjke geest hem bezielt, en welker handhaving hem dier- bZTen 'vijfdeii. Zij is voor den Staat genoegzaam. Bé bezuiniging, welke zij in de uitvoerende macht maakt, gepaard met de voorheen gefielde bepaal ing, dat haare grootheid zal afhangen van de bevinding der zaken, na ledaanen overflag van de benodigde penningen ten behoeve des Lands, brengt ook te weeg, dat men nimmer aan haare genoegzaamheid behoeft te twijfelen ; terwijl voords de overige belastingen op alle hukken van weelde blijven voordduuren, of ook in dat opzicht nieuwe lasten zouden ingevoerd kunnen Worden, indien de nood het vorderde. _ . Eindelijk, lost zij eene zeer gewichtige bedemnng op, welke tot dus ver veelen terughield, om hunnetoeftemming te geven tot het daarftellen van één en onverdeeld Bondgenootfchap, van ééne en onverdeelde Conftitutie. Immers, eene der grooefte zwaarigheden was het vinden van belastingen , die eenparig waren voor alle Provinciën, en geëvenredigd naar het meerder of minder vermogen van derzelver Inwooners, die, daar zij of meer of minder aanleidingen hebben tot een ruimer of bekrompener beftaan, ook in de geheven lasten meer of minder zullen moeten deelen. Door dit voorgeftelde Hoofd- of Ruisgeld , wordt niemand bezwaard boven vermogen; maar, in tegendeel een ieder juist zoodanig, als zijn betreklüke toeftand van mindere of meerdere Inkomften of rijkdom vordert. Zoo zeer prijst zich dan de invoering der genoemde eenparige bel asting voor al le Ingezeten der Republ iek ten hoogften aan. 'Er zijn,echter, ongetwijfeld zwaarigheden van een wezenlijk belang in derzelver uitvoering. Dus, bij voorbeeld, zou het eene groote hardheid zijn voor een zoo groot aantal van Colle&eurs, als 'er thands over de inzameling der bewuste imposten gefteid zijn, zoo eensflags van hun beftaan beroofd tè worden, bo. venal, indien zij zich in hunne posten getrouw, eerlijk en burgerlievend, hebben gedragen. Men kan deze zwaarigheid geenszins ontkennen. Dan, zij ftaat op het hoogst gelijk met het lot van meenigen Kantoorbedienden, wiens meester zich van deszelfs dienst ontfiaat, wanneer hij dien post op eene voordeeliger wijze  374 De REPUBLIKEIN. ae kandoen waarnemen, of wel geheel kan misfën. De , gantlche maatfchappij behoeft geenszins te lijden ten geva Ie van Bedienden, welken zij tot hier toé ruim bezoldigde voor eenen zeer bepaalden dienst. Ook zouden de afgefchafte Collecteurs in alle Diftriéten op de lijst der Sollicitanten, tot de ambten geplaatst worden, en bij derzelver begeving fn aanmerking kunneii komen, indien het daadlijk.bleek , dat zij zich aaii' geene knevelarijen hadden fchuldig gemaakt. ■ ■ De grootfte zwaarigheid , echter ,. is gelegen in hét nadeelig voorbeeld , hetgeen de Provincie Utrecht in voorige dagen van zulk eene proeve heeft gegeven Immers , wanneer de knevelarijen der Pachters , in de eerfte helft dezer eeuw, tot zulk een uirerfte waren overgeflagen , dat het misnoegen des Volks eene allergefchiktfte gelegenheid opleverde tot de herftelling van Orange, heeft de genomen proeve met een nieuw ingevoerd Hoofdgeld, in piaatfe der gepachte imposten , haar geheele doel gemist door de wanbetaalingen der fmalle Gemeente, met dat gevolg dat men naderhand tot de listig ingevoerde lasten, of ook tot de pachterijen zei ven , heeft moeten wederkeeren Doch ook dit voorbeeld bewijst te.veel. Het bewijst alleen, hoe zeer het voormaalig Bewind, ten geval'e van Orange, de menigte liever om den tuin leiden dan door manmoedige befluiten de waarheid en het recht heeft willen handhaven. Indien iet dergelijks thands plaatshad, twijfelen wij geen oogenblik, ofds wetgevende Macht zou een zeer eenvoudig middel té baat nemen, om het gebrek van huishoudkunde 't welk eigenlijk bij de fmalle Gemeente het geval was te doen vergoeden door de Verhuurders der huifen' , die ligtlijk, bij vermeerderde huurpenningen, zouden kunnen overreed worden, daarvan eene kleene fom ten. behoeve van den Staat aftezonderen. Dit althands is zeker, dat een ontwerp, hetwelk de billijkheid en de bezuiniging van het Financie-wezen volftrektlijk vorderen, een ontwerp, waarmede de waarde van den Mensch en de belangen der geheele Maatlchappij in den volftrektften zin verbonden zijn bij zijne werkftelliging, geenszins behoort aftehangen van de onwilligheid van eenige weinigen, en bijzonderlijk uit de fmalle Gemeente; terwijl de Maatfchap. pij, juist door zoodanige inrichting, het recht ontvangt, om allen, die zich aan zoodanige lasten onttrekken , onbevoegd te verklaaren tot het eenot der hooge voorrechten van eenen vrijen Burger.  13 E REPUBLIKEIN. N°. 45- Nihil est, quod tam deceat, quam in omni re gereiidS* anfilioque capiendo Jervare conftantiam. Cicero. Aan het NEDERLANDSCHE VOLK. "Was 'er ooit een tijdftip Burgers! waarin gij waaker* moest het is dat, waarin wij thands verkeeren. Var» binnen belaagd door valfche vrienden, die, niet het woord Vrijheid in den mond, geen ander doel hebben, dan haar den hartader aftefteken, — belaagd door da vuise tweedracht, welke fteeds wantrouwen zaait, welke den eenen Burger tegen den ander' ophitst, en de beste poogingen, de vaardigfte befluiten tot niet verkeert — belaagd door de jamtnerlijkfte befluitloosheid' waarvan misfchien nooit een fterker voorbeeld voor handen was; eene befluitloosheid, Weke ^irh aan het oude Staatswezen vastkeetent, gefchikt, om de Natie lusteloos, lafhartig en onverfchilHe te maaken omtrend haare wezenbjkfte belangen, endaardoor het roer van Staat, met alle de voordeelen van ambten en commisfiën , in handen te laten yart hen die zich trotfchelijk opwierpen, of door kuiperijen van allerleijen aard op de ftoelen der eer wiste» inSringen, — belaagd door Intriguanten die zich aan he hóófd der Meenigte ftellen , terwijl de drijfveer hunner daaden alleen buiten fpoonge eerzucht » welke rasch in dwinglandij ontaardt, of laage baatSis welke, op het oogenblik haarer bevrediging, St laffe' onverfchilligheid overhelt, - - van buiten bedreigd door Mogendheden, welke den val onzer Rj-  37ö D e REPUBLIKEIN. PubliekThebben bezworen, door vijanden, die alleen naar gelegenheid wachten, om den oorlog te verS- middelen onbeproefd laten, om eenmaal hun oogmerk te bereiken, _ ziet daar Bu , d b r ftand, waarin gij u bevindt! „n^n ilgemeei) misnoegen over den traagen voordgang Snef" 0'™^ heerscht in alle Gewesten. Me* In i vfmfloneele» tijd van werkinge, uithoofde van duifende ongerijmdheden, misdagen, en onrechtvaardigheden uit hoofde van duifende tegenftrijdigheoen, welken de een dag na den anderen oplevert. Men rï1 °Peilh£ f alle de maatregelen omtrend een allerderKfnl'f ••■ Ul\d,er ^tkunde, het beftuur naamlijk £w len'- ,Meü doe;nt de nalatigheid in een zeer belangrijk opzicht, als de bezuiniging is van alle ont. fceerlijke uitgaven. Men berispt openlijk eene fcheppmg van nieuwe, en de willekeurige begeving de^ opengevallen ambten aan lievelingen, wier perfooneii en famihen, hoe zeer bij de Natie om veelvuldige redenen gehaat, aan verdienftelijke Burgers worden voorgetrokken. Alle deze grieven planten zich voord van gewest tot gewest, van mond tot mond. Het algemeen gevoelen omtrend dezelven is eenparig De Omwenteling in plaatfe van gezegend te wSrden wordt gevloekt. De Natie, in plaatfe van zich, op de verklaarde eenparige rechten en plichten van den Mensch en Burger, door broederfchap te vereenigen wordt in partijfchappen verdeeld. Het vertrouwen onder de welgezinaen, zoo nodig voor de algemeene orde wordt verbroken. De moed, in plaatfe van aantewak! keren , naarmaate het gevaar toeneemt, wordt verdoofd. Eene flaapziekte , welke de naaste oorzaak was der voormaalige dwinglandij, bevangt alle gemoederen. Uit haar wordt een misdadig verlangen geboden naar eene omkeering van zaken, waarvan min da uitzichten niet kan bereekenen. Vrolijkheid is gefchil! &?P.-bet g*?Iaat Van bekende aanhangers der oude Conftitutie. Hun oog verraadt reeds de zekere verWacht'nS dunner zegepraal, terwijl de voorftander van fSh7eidfen ™iheid 2iJ"en benaauwden boezem doo? eenen zugt ontlast, en zijnen éénigen troost vind in de hoop op eene moogüjke redding? Ziet daar Burgers! den rampzaligen toeftand, waaromtrendIher ' «wpang getuigenis der Natie zeive geno^Si befti t  De REPUBLIKEIN. 377 En in dezen veegen toeftand, waarin dwinglandij of regéeringloosheid U bedreigt, in dezen ftaat, welke u brengt op den rand des verderfs, zult gij , Volk van Nederland ! flapen — blijven flapen ? . . . Ach' dat gij dan flaaven waart gebleven van eenen Stadhouder, die niets meer verlangde, dan dat gij, ineen vol vertrouwen op zijne goedhartigheid, u, al flapende, aan zijnen wil zoudt overgeven! — Waarom dan uwe Iranfche Broeders, de Helden van Europa, ingeroepen, om u aan Stadhouderlijken dwang te ontrukken 4 Waarom u verbonden met de grootfte der Natiën, om op haar voetfpoor de baan der Vrijheid heldhaftig optetreden ? Waarom, met befpotting van alle willekeur, de rechten van den Mensch en Burger aangenomen, om dit Gemeenebest uit zijn niet tot het beftaan te roepen, en de eifchen te doen gelden, welken de menschheid en de Waare ftaatkunde aan de hand geeft? Or waren alle de woorden, waarmede gij deze denkbeelden uittedet, klanken van den dag? Was dan het voornemen, o.m in den kring der weinige vrije Volleen zoo kortftondig te beftaan, als het Haf, dat leeft oin te fterven? — Neen: Bataven! gedoogt niet dat Vriend of Vijand, Nabuur of Bondgenoot, reden hebbe, om aan uwe oprechtheid te twijfelen! Ontwaakt uit uwen doodlijken ftaap om te verhoeden dat gij niet de aanfluiting wordt van alle Volken Ontwaakt, om uwe Vrijheid te redden ! De Vrijheid — het Vaderland is in gevaar — ftaat op, als mannen van eer , om voor uwe Vrijheid te ftrijden! Waapent u, om het verraad, dat u aangrimt, onder de oogen te zien! Vereenigt u allen, die eenmaal aan de Vrijheid hulde deedt, om haar te behouden — haar te behouden, ten koste van alles, wat u dierbaar is! Vereenigt u allen, om een einde te maaken aan all het tmifioneele, om de tweedracht te verpletteren, en de wanorde aan de orde van het Bewind te keetenen! En hoezeer uw opftand, in tijd van gevaar, nodig is, wacht u echter zorgvuldig voor alle geweld en oproer' Kan' u de zang eener Vaderlandfche Vrouw in deze edelfte beginfelen verfterken, leent dan voor een oogenblik uwe aandacht aan het volgend Lied! Mogt haare bemoediging ook die zijn van. alle weldenkende Vrouwen, die gevoelen, dat het behoud des Lands ook de grondilag haarer rechten, haarer genoegens en welvaart is! Yy 2 LIER-  378 De republikein, LIERZANG. Zinds Vrijheid Neêrland kwam beftraalen Zindszij haar' ftandaard heeft geplant, Zmds elk dien luisterrijk zag praaien, In t lang gefolterd Vaderland ■ Toen hoorde men, door dankbre monden, Alomi haar lof, baar roem verkondent Gejuich weêrgalmde ftrijd om ftriid ■ Xani°u"g en °ud' van duizend tongen.' Werd haar ter eer een Lied gezongen ; Uli Burger was haar toegewijd, De moed fcheen op 't gelaat te prijken- Standvastigheid bezielde 't oofMen wilde niet voor Frankrijk wijken Wiens roem tot heldenmoed bewoo^* Die Deugd fcheen ieder te bezielen: x, Wij zullen nooit voor Vorsten knielen 1 | Nu dwinglandij eens is verneêrd • ' >, Nu vrijheid aller hart doet blaaken' t, Kan niemand ons tot flaaven maaken • s, Geene aardfche Macht, die ons verheert!.,; Wij zullen alles, alles waagen, r Voor het behoud van 't Vaderlandas Gevaar noch ramp kan ons vertzaagen- ,, En, zien wij Vrijheid aangerand „ Door vuige Snoodaards, trotfche Grooten „ Door Prins, of Brit, of meer Despooten 1, - dais £ \mc: VuU[t verfchrikt ons niet: „ Alom op de afgefchoten wallen, »j Zou eer de laatfte Burger vallen „ Eer één van ons zijn post verliet» Deze is de taal van Neêrlands Braaven De taal van Jong en Oud geweest ÏJeez' waren de eeden der Bataaven Op 't eerfte plechtig Vrijheid-feest! Her.  De REPUBLIKEIN. 379 Herinnert u mijn' Landgenooten ! Kon iets uw vuur, uw' moed vergrooten, Toen gij, vereend, gewaapend Mondt? — \ Gij zwoert, de Dwangzucht te verpletten l Uw' hoeden zwaaiden op musketten. Terwijl ge uw' eed ten hemel zondt. Zien wij die heldendeugden groei jen, Toen door den Burger hoog geroemd? Zien wij zijn oog door ijver gloeijen, Wanneer hij 't woord van Vrijheid noemt ? Gruuwt hij voor 't juk van 't flaaffche lijden? j Wil hij zijn Vaderland bevrijden? Tart hij den nieuwen ftorm, die woelt? Ontvonkt zijn moed zich door gevaaren, Nu hij het helsch Gedrocht ziet waaren, Dat op den val der Vrijheid doelt? — Helaas! in fteê van heldendeugden, In fteê van ijver, moed en vuur, Die korts den vrijheid-vriend verheugden, Zoo zien we, in dit rampzalig uur, Der Burgren moed bijna bezweken; Zijn vrijheid-min fchijnt heel geweken, Of zij is zorgloos, laauw en koel; Zijn hart fchijnt nu door vrees bevangen. . . : Hoe Burgers' . . . blijft ge aan woorden hangen? Was grootfpraak dan uw éënig doel? Kunt gij flechts Vrijheid-hoornen planten! Slechts zingend' haar uwe offers biên? Hoe! zijt gij bloodaards? . . . geen' trawanten? Zal me in 't gevaar u beevend zien? Zoudt ge in 't gevaar nu zorgloos ronken, Als in een diepen flaap verzonken? . . Of ducht gij, zoms, een zwart verfchiet? Denkt gij: ,,, de tijd kon ligt verkeeren?'* Hoopt gij, zo Dwang mogt triumfeeren, Dat gij de ftraf dan wis ontvliedt? . . . Yy 3 Of  S8o De REPUBLIKEIN. Of iugt gij om dg duure tijden ? Heeft dit u all' den moed ontrukt? Wie kan u van dien last bevrijden, Waaronder gij zoo kwijnend bukt? . . . ; Wilt gij, dat zij, die thans bellieren, Van 'c gantsch heelal de teugels vieren Dat zij, daar 't oorlogs-monfter woed, Door almacht Vorsten zullen dwingen, Om voordaan niet meer hunne klingen Te verwen in het Burger-bloed? .... Dat gij uw' volgelaaden fchepen, Waarin uw fchat verborgen zit, Niet meer naar England zult zien fleepen Door den onmcnfchelijken Brit? Dat zij 's Lands welvaart doen herbloei jen, Het koren op de ftraaten groei jen, En de oogften rijklijk zaamien doen? . Dan moesten zij almachtig wezen 1 " ó Stopt de bron van all' uw vreezen, ' En ziet met moed die rampen wóêri. ... 1 Of ftroomt u 't bloed van uwe Vadren Niet meer in het Bataaffche hart? .... Voelt gij dien moed niet meer in de ad're'n, Die dood en dwingelanden tart? ..... Leert dan op Frankrijk's helden ïtaareii," Toen gij den dood om hen zaagt waaren, Hen 's vijands ftaal in de oogen glom,' Toen zij de donders hoorden klettren, *t Heelal hen dreigde te verplettren, 't Gevaar ten hoogften toppunt klom! ; ó Toen zaagt gij hen niet bezwijken: Hunn' aller fpreuk was: Dood of Vrij Hoe dikwerf ftrekte een berg van lijken Dien Helden tot een' batterij? Als fiere leeuwen in het ftrijden, Zaagt gij hen 't Vaderland bevrijden! - Stand-  De REPUBLIKEIN. z%t Standvastigheid en heldenmoed Zijn als de onwrikbre lleile rotfen, Waarop vergeefsch de golven klotfen: Zij ftaan, offchoon ook alles woed. Deez' zijn de fchoone en grootfche trekken Van uw' zoo fleren Bondgenoot! Zou dit uwe ijverzucht niet wekken, Daar gij 't verdrag van vriendfchap floot? Daar zij, om u, 't gevaar trotzeerden, En honger, koude en dood, braveerden,. . -'. 2 Zoudt gij nu, zorgeloos en koel, Uw' vrijheid-min niet voelen branden, j>Tu men u dreigt — u aan wil randen? — Ontaardt, Bataven! uw gevoel? . . - Komt gij dan, Vaderlandfche Vrouwen' Die u aan Vrijheid hebt gewijd! WÜ kunnen veilig op u bouwen . . . Op u, die nooit kleenmoedig zijt. Zoo toont uw' vrijheid - min , Heldinnen! Wilt door uw' taal het hart verwinnen . . : Komt, fpoort uw' zwakke Mannen aan, —« Wilt door uw' ijver hen ontvonken! Natuur heeft u meer vuur gefchonken; Laat hen niet langer weiflend ftaan! . . ; Ta, zegt hen: Bloodaards, laffe zielen! . .. .: ,, Gaat, ftrijdt voor ons en voor ons kroost: — ,,'wij zullen nooit voor dwangzucht knielen-:-— „ Ziet onze vrijheid-min! ... en bloost! ..... ó Konden we u den ijver geeven, Dien wij in de adren voelen zweeven, ,, Dan wierd uw borst op nieuw ontgloeid; Dan moest veel eerder alles wijken, t, Eer gij uw' rechten zaagt bezwijken; Uw' hand hield wis den dwang geboeid. 7, Schooi?  $oi De REPUBLIKEIN. ?5 Schoon ge in't verfchieü een Prins hoort fluistrëö i „ De Ariftocraat ook fchandlijk woelt, r„ Zoudt gij op nieuw u laten kluistren, Nu gij uw waarde, als Mensch, gevoelt? . J »t Wat ïjslijkheid ware ons befchooren, st Zo gij uwe eeden kost verfmooren; »? Zo gij, door laffe vreês ontaard, s> De Vrijheid aêmloos liet bezwijken, 3t Geen'trouw, geen'deugd, geen'moed liet blijken, tf Maat zielloos, onverfchillig waart! s, Wat baat u goud, en goed, en leven, j» Zo u de Vrijheid worde ontrukt?...,. $» 6 Wilt veeleer met glorie fneeven, ,, Eer gij voor Dwingelanden bukt' ss Reikt dan elkaar de broeder-handen!... » Alwie uw' rechten aan durft randen j" Zij met ftandvastigheid geweerd! . st 6 Burgers! wilt het uiterst waagen' i, Laat woest gefchreeuw u niet vertzaagen' „ Hij, die flechts wil.... die triumfeert!... 57 Die triumfeert in 't moeilijkst ftrijden1" Zoo fpreekt de Vaderlandfche Vrouw- " Zij ducht geen' ramp, geen' dood, geen iij'dêni Zij wankelt nooit in haare trouw Laat 't vuur der Vrijheid, haar gefchonken, 6 Burgers! ook uw ziel ontvonken - Zoo tart gij elk Ariftocraat; Zo moog' men dolken op u wetten <ïeene aardfche Macht kan u verple'tten! Zgo redt gij Neêrland's veegen Staat! n. c. b.  D E REPUBLIKEIN. N°. 46. Ouce pradentia, que cafSditat, quceque gravhfimo nmninejapientia appellatur, kec Jciemia poliet unt}. Cicero. De Staatkunde aan haare Zoonen. ^_ §. — Een oud Handfchrift. — * — (*) Lieve Kinderen'. M-t leedwezen zie ik, dat gij de lesfen uwer Moeder jammerlijk verwaarloost, en daardoor u zeiven in hachlijke gevaaren wikkelt, welken gij, vrees ik, onbefchaadigd niet zult ontworstelen. Verlaat het nad door u betreden ! Ik waarlchuw u voor het laatst Wilt gij voordgaan , met uw eigen gevoelen ftijfhoofdig te volgen , gij zult het u te laat beklaaeen Ik zal u aan uw eigen bewerkt ramp.poedig noodlot moeten overlaten, en mij zal niets oyerfchieten, dan traanen. Gaarn wenschtet gij de posten te behouden waarin gij u geplaatst ziet. Dit is natuurlijk. Hieraan Ttif a > nnnieren van phiU-ircnes. De man is onbekend. v£? welk land of voor welke omttandigheden, be< gefchikc ïii isTnzekër. Misfcnien is, geli k in alle oude gefchiedeBis. fèn', daariri iït toepaMijks op den huidige» dzg. l^ze w>S de reden der mededeeling. Z z  3&4 De REPUBLIKEIN, forten ik mijne kinderen. Maar hieraan herken ik u volftrekt niet, dat gij dien wensclf' zoo duidfiïk iaat Z1en; dac gij mi reeds de geheele uitgeftrektheid va uwe macht wilt uitoefenen ; dat gij' reeds eenen ' vin 7a3'St' Z^de/ uwe krach^n, en het vermogen van den tegenftand te hebben bereekend ; dat gij u ITpf zoo dun en doormijnend, ft,,kz'ende, reeds op eenen verren afftand, jtoor hetze ve henengluurt, en uw aanfchijn ontdekt, juist zoo als het is .Gij wenscht uwe posten te behouden.... Wat is fflertoe het middel?' - Den tijd uwer zitting te rek- tl' ~~ ° tegen wil etl dank sn met gewtód in den zetel vasttezetten? ó Dit gelukt zelfs den dwingland, itrf dle\weS' "'et altijd, al wordt hij door duileride huurlingen befchermd. Heeft men eenmaal het vertrouwen des Volks verloren ; is men in deszelfs oogen een overweldiger i dan wankelt reeds de zetel Vroeg of laat moet hij tuimelen. Hoeveel te onvoorzichtiger gaat gij dan te werk, die nog zoo- wankelbaar gevestigd zijt ! Gij loopt' jaaren vooruit Gii waagt nu reeds , hetgeen over tien jaaren nog hachJijk zal zijn. Wie heeft u toch in het bewind geplaatst? — Einders, veinst toch voor uwe Moeder met!_ Voor haar doorzichtig oog is niets- verborgen Het is datzelfde Volk zelf in eenen phüfieken zin' waartegen gij u thands verzet. Dat gedeelte, door a almede onder het Volk gereekend, en 't geen ook in eenen zedenluken zin daartoe behoort , offchoon het in zijn hart den ouden tarqjjyn nog aanhangt heeft u niet gekozen , of, zo al gekozen, niet dan door nooddwang. Dat gedeelte , dat zich nergends mede bemoeit, dan met de keuken, en zich aitfd voegt bii de winnende partij, heeft u mede niet verkozen Zii zegden: Wat makt het mij, wie regeeren, als zii maar tnijn pijp niet breken?(*) Er blijft dus niets anders ove" rig, dan dat gedeelte, 't welk nu zijne ftem verheft en zich , met wat oogmerk dan ook , met de lands'. zaken bemoeit. Wat zult gij nu winnen, met u hetzelve h£} iUit 'i"56 ,ze2™i2ezou ik vermoeden, dat dft handf. hrift Maar dan de uitvinding der cabaks-p jpen. In cmt a itle'e  De REPUBLIKEIN. tf$ «eive ten onvriend te maaken? Ik beef voor u en het gantfche Land , als de (haaren nog al ftijyer worden fefpannen. Hebt gij nimmer de gefchieden is van Ro* L gelezen, en vooral gedui.rende het tijdvak der Gemeensliedén , wanneer dezen nog aan de in»ell»n» van hunnen post beandwoordden ? Eiheve doet het dan eens , en wel fpoedig. Ik verzeker u , gi] zult ■er meer in vinden , dan ik u thans verkies te zegeen Nog eens: wat zult gij winnen , zelfs al dreigc gij dit Volk uit één te jagen ? Wat zult gij winnen, wanneer zij uwe boden beandwoorden: ,. Zegt aan „ uwe Meesters j wij gaan niet uit eikanderen , dan ,door den fpits der bajonetten. Waar wij verdreI.ven worden, zoeken wij eene nieuwe plaats , om „ons te vestigen. Waar wij vergaderd zijn , daar ..ziin wij vrije lieden en geconftitueerd ■- Hebt gij moeds en machts genoeg, om alsdan dwinglanden fe worden, u zeiven permanent te verklaaren, en de voetftappen te volgen van hen , welken gil van den zetel bonsdet? — ó Hier valt mij juist iets in, dat ik u niet te fterk op het hart kan drukken. Hoe gemaklijk ging het, tarquyn met zijnen afhang te veriagen ! Niet ééne ftem verhief zich daartegen. Maar hoe kwam die toch , daar zij zoo vastgemetzeld fchenen? Zij hadden het vertrouwen verloren. Beeft dan voor dat tijdftip, wanneer het zco ver met m gekomen is! ■—i No" eens De geheime aanklevers van tarquvn zuilen u toch niet befchermen, maar veeleer de hand reiken, om u den voet te ligten. De pijpgasten zullen het fpel half zugtend ,• half grommend aanzien , en wel te vrede zijn , als 'er maar geen bloed geftort wordt, en zij aan dat gelag niet mede moeten betaalen Gij beroept u op het geheele Volk .waarfchijnlijk in eenen zedenlijken zin. Uit eerbied voor hetzelve , kunt gij aan den wil van een gedeelte mee toegeven. Meent gii dit in goeden ernst , dan herken ik aan dezen trek van onnozelheid mijne kinderen ■niet meer. Hebt gij u ook dan op het Volk, in denzelfden zedenlijken zin, beroepen, toen het de vraag was uwer aanftelling? Toen was dat kleen gedeelte, 'r welk u de oppermacht in handen gal, bij u net Volk • en dit denkbeeld was uwer afkomst waardig. Houdt u hij dat ftelfel nog eenigen tijd i Erkent da* Z z % zsn*  3S tuig bewaaren. 4.) Boven alles — en dit is de gewichtige nad — let op al e beginfelen ! Zij zijn nfmmer ongew bt,^ Hi, die kwaad vóórkomt, is verdienftel ijker, dan hij fcrtSêW^ Le&1VOOr *«d«M« fti/veraad1: ne srhjjke ! Gij zijt uit het Volk; gij behoort tot het Volk , en zult eenmaal tot het Volk wederkeerem G% moet  De REPUBLIKEIN. moet met het Volk één zijn, daar gij zulks vertegenïoordTgt Schaamt u niets meer,.dan dat men, u eenmaal met grond zal kunnen verwijten : Gij Kent het Volk 7elëoldat gij niet gewoon f f^gSSt Ik heb Kinderen, die zich op die Kennis hooidzaak\% toegelegd en 'erzich wel bij hebbenbevonderK Een cincinnatüs .... [fredertk, joseph] (*) — zo° nen die mij, hunne Moeder, eer aandeeden — fchaamdèn zich nimmer, tot de gelijkheid de,: nat»« aftedaalen,en den Soldaat een foldaat, den Landbouwer een landbouwer te worden. — Er is geen oogenblik, dat gii het Volk niet ten hoogden behoeft. Volgt bid ik u, Kinderen! deze mijne lesfen zorgvuldig8 'en bedroeft niet langer door een dwaaslen verkeerd gedrag, uwe voor uw welzijn zeei beduchte Moeder. 't»S Tlier was het fchrilt onleesbaar. Om 'ér „ko'u heeft de nièdeêfeeScr de n.eu.ver voorheelden tusfchen U -er bij gevoegd. ^ # ^ Burger Republikein! Ik heb belang in ééne der Hollandfche Meeren, en vJr ïAiv dat dezelve ten zuinigften worde beftuurd. Zommige Ingelanden hebben in het Voorjaar Copie van d7 Rel enine gevraagd. Dit werd, fchoon onder eene foSKto? ™* de» Dijkgraaf door Hoofd Inbanden en Heemraden toegeftaan. Echter moest men zich voor de tweedemaal addresfeeren , eer die gevraagde en toegeftane Copie te voorfchijn kwam. Zij daagde eindelijk op , en men werd , dezelve inziende -waar dat de Meer , indien zij bij aanhoudendheid op dien voet wordt beftuurd noodwendig moet verlooren gaan. Laat ik 'er u een flaauw denkbeeld van geven. De Polder is bezwaard met eene aanmerkelijkefchuld , ten bewijze, dat de gewoone en buitengewoone opbrengingen der Ingelanden , welke jaarlijks bedraagen ƒ 43 33 - 16- 2 , niet toereikende ziin Dit was bij de Leden van het beftuur zoo wel bekend, dat zij in het voorleden Jaar nog ƒ 4000-:-: opnamen , en flechts ƒ 1000 - : - : aflosten. Het te kort bij de Rekening was ƒ 213 - 1 - H- Dus is de Meer Zz 3 111  388 De REPUBLIKEIN. in den tijd van een Jaar terug gegaan f rn - r j, lot deze bezwaarende uitgaven behooren niet alleen da traclementen van Hoofdingelanden, Dijkgraaf SS raden, Secretaris, Penningmeester Eoden Rijder ™, Schipper, maar het onderhoud van een Wagen én voor eenige Jaaren nieuw gebouwd Jagt, waarvan men zeg? dat het verwen van het laatfte gekost heeft f 300 - • Dit is zeker dat ik in de Copie-Rekening zie" de Somme van ƒ 853 - 15 - c aan'twee onderfchelden Verforen, voor Verw, Glas als anderzins, en arbêidsloonen ten dienfte van de Meer verftrekt. De Liist der traétementen bedraagt ƒ 4000 - : - 7 iéts min of meer. Zo ik hier bij voeg het onderhoud van twee fraaie Kamers, en de verteeringen , die gemaakt wor! den zal men met misrekenen , zo men de onkosten yan het beftuur met alles dat daar toe behoort, brengt ten minften op ƒ 5000 Eindelijk kan men bii aeze Lijst der uitgaven nog vpegen ƒ zoo : - • die men in het Jaar f791 aan den Predikant toeftond "zonder zijn werk te vermeerderen, en dat men nóóit aan zijne Voorzaten gegeven had, dus waarfchijnlijk alleen omdat hij een gunfteling van den Dijkgraaf en van zommigen der Hoofdingelanden was, en N li dit ce fchiedde m een tijd, toen men wist, dat de Meer zeer bezwaard was met fchulden , en dat men, nietteeénftaar.de er reeds 1 gulden per morgen extra wierd betaald , tot afdoening der Polderfchulden , iaarliiks penningen moést opnemen , om de noodzakelijke uitgaven goed te maaken, in plaats van fchulden aftelosfen Over het beftuur zelve is ook wel iets aantemerW cn welligt hiervan in 't vervolg wat nader Nu be doel ik alleen het finantieete van den Polder dat zeer Hecht is. ' ^Lwr Dan, wat ftaat den Ingelanden, die kennis hebben van1 den ftaat der Meer, nu te doen? Gij begrijpt ligt, de Copie-Rekening is maar bij een zeer gering getal der Ingelanden. Dan, wat moeten die aanvangen om ver betering in het beftuur en bezuiniging in de uitgaven te verkrijgen? Eene bijeenroeping van alle de Ingelanden, die thands buiten het beftuur zijn, om hun den ftaat van de Meer te doen kennen, en mede te do°n werken _ tot bezuiniging , zou de gereedfte weg ziin • maar wie heeft gezag genoeg , om die bijeenroeping" werkftelhg te maaken? Eu wat meer is; mij is verhaald,  De REPUBLIKEIN. 3S9 haald dat zulk eene bijeenroeping der Ingelanden, \n eene andere Meer, op hoog gezag verboden is. Dit zoo zijnde, zou zoodanige bijeenroeping geen goed gevolg kunnen hebben. Wat dan? Mogen de Ingelanden ,diö den ondergang van de Meer zien , hunne Mede-Ingelanden niet waarfchuwen, en hen tevens aanfpooren, om naar middelen tot verbetering omtezien? Het befluit der Reprefentanten van het Volk van Holland , van 6 Maart 1705, dat de Collegiën van Heemraadschappen en Watergraaffchappen provifioneel moeten blijven op den oit. den voet, kan immers geen opzicht hebben op het gebrekige van zoo een beftuur, maar zal alleen, zoo ik het begrijp, willen zeggen , dat de vorm van beftuur moet blijven, juist niet dezelve perloonen, vooral ook niet de heerfchende gebreken. Wees zoo goed en laat uwe gedachten eens hierover gaan Pen Republikein fielt zijn roem zoo wel in het behartigen van het welzijn der bijzondere Districten, als van de gantfche Republiek. Geef eens een befchetden weg op , want de befcheidenheid moet altijd in het oog gehouden worden,langs welken de klaagende Ingelanden verbetering, vooral bezuiniging, zouden kunnen erlangen. Ik ben intusfchen Uw beftendige Lezer, Eén Hollander. A N D W O Ö R D. Dezelfde weg, die onlangs met goed gevolg is ingéflagen bij de Ingelanden van Rhjnland, tot het nazien der Reekening, en verder daarftellen van redres, ftaat ook open voor de Ingelanden dier Meer, waarvan onze geachte Correspondent ons het bovenftaande bericht heeft medegedeeld. Eenige kundige en weldenkende Ingelanden kwamen bij elkander, en befloten te beproeven , of ook andere Ambachten genegen waren, tot herftel medetewerken. Zij fchreven dus brieven, en vervoegden zich bij de Municipaliteit der afzonderlijke Plaatfen, met eisen, om de Ingezetenen opteroepea. Alle Ingelanden zijnde opgeroepen , verkoos men uit de Comparanten eene Commisfie van eenige Perfoonen, die Volmacht ontvingen, om het nodige herftèl uitte- wer-  390 De REPUBLIKEIN. Werken. Dat men dan ook dit voorbeeld volge ! Ieder Burger zonder onderfcheid (en dus nog veel meer eenige Burgers te zamen genomen) heeft het recht, zijne aanmerkingen van bezwaar of verbetering voortedragen ter plaatfe, waar zulks behoort, en, wanneer het een algemeen goed of eigendom geldt, aan zeker afzonderlijk lichaam van Ingezeten toekomende , alsdan te eifchen, dat alle Eigenaars, of derzelver Plaatsvervullers, gezamenlijk worden opgeroepen , om daarover hunne ftem uittebrengen. Dezen allen bijéén zijrfde , dan houdt voor dat tijdftip het gezag der Regeering op, omdat in het Volk zelf de opperfte macht berust, en ook alsdan ftaat het aan de bijéénvergaderde Burgers (wel te verftaan, nadat 'er vooraf eene wettige oproeping van allen hebbe plaats gehad) volkomen vrij, zoodanige verandering in het beftuur te maaken, of zoodanige Commisfie tot onderzoek enz. aanteftellen , als men oordeelt te behooren. De Magiftraat, Bailluw of Schout, of wie hij ook zijn mogt, die zich daartegen zou willen verzetten , zou eene misdaad van gekwetfte majefteit tegen de gantfche Natie begaan , en als zulk een misdaadige hoogst ftrafbaar zijn. Ieder Burger kan zich vrijlijk verlaten op dit wettig recht, 't welk uit de aangenomen beginfelen van Gelijkheid en Vrijheitl voordfpruit, en in zijn bijzonder District zoodanige verbeter.ng voordragen , en , met behulp van zijne Medeburgers, daarftellen, als hij in gemoede oordeelt verplicht te zijn. — Het befluit der Hollandfche Reprefentanten heeft, zoo als zeer wel is aangemerkt, alleen betrekking tot de form van het Bewind, en geenszins'tot de gebreken in het beftuur* zelf. De Reprefentanten zeiven hebben hier en daar reeds veele gebreken in het provinciaal beftuur weggenomen , zonder daarom nog dé form te veranderen. Deze opheldering, dunkt ons , zal voor onzen Correspondent voldoenend wezen. Wij kunnen hem, intusfchen, niet genoeg aanmoedigen, om aan het herftèl van zaken in zijn Ambacht te arbeiden, opdat ook aan dat gedeelte der Natie , waartoe hij behoort, de noodzaaklijkheid der Omwenteling ten vol£ len blijkbaar worde.  D E RËPÜBLIKEÏN, N°. 47- L'AsJemV.ée Nationale décréte , que tous les Juifs joutfont des druks de citoyen a&if, lorsqu'ils reuniront d'aiU leurs les conditioits requifes par les décrets de l'asjemblée. Décrét du 28 Janvier 1790; Medeburger, Onder de weinige Vaderlanders, wier redeneeringeri altijd ftrooken met de aangenomen en openlijk verklaarde beginfelen van Gelijkheid, Vrijheid en Broe-. derfchap , zonder dat zij , of door vooroordeel , of door drift, of door andere laage bedoelingen, worden teruggehouden , om der waarheid openlijk hulde te doen," was het mij zeer aangenaam, ook u te tellen,' die niet gefchroomd hebt , de rechten der Joden alsdan te verdedigen, wanneer zij door duifende ander ren miskend werden. Daar mij uwe oordeelvellingen, in N*. 16 en andere Nommeis ter dezer zake voldin-j gend zi n voorgekomen , bevreemd het mij zeer, dat; het nationaal vooroordeel tegen de Joden nog al te fterk blijft, om zich aan de uitfpraak der gezonde reden en ftaatkunde te onderwerpen Het dwaas begrip van zeer veelen, dat men, met de Sociëteit van Joodfche Gemeencbestgezinden tot de daadlijke Volks ftem,' en uitoefenrng van burgerlijke rechten toetelaten, ook alle Joden zonder ondeijcheid, tot zelfs den allergemeen, ften hoop , het uitfehot des Volks , daarin begrijpen moet, blid't nog zoo vastgeworteld, dat men zich van deszelfs verkeerdheid niet wil laten overtuigen , en daarom overgaat tot allerlei uitvluchten, om aan dat begrip ten minften eenigen fchijn van wettigheid te; geven. Naauwlijks vernam ik , dat de Sociëteit te Amjleldam, onder de Zinfpreuk: Felix libertate, van de Algemeene Vergadering der Volks - vergaderingen en Sociëteiten van gantsch Nederland op nieuw geweerd is, op dezen grond: dat de benaaming van Jood m „zich behelst de verplichting, om te gelooven, dat „ de bij hem verwachtte Mesfias een aardsch Konmg „ zijn zal, en dat dus de Joodfche Godsdienst ftelAa-a --lin"  39* De REPUBLIKEIN. „ lingen bevat, die met eene republikeinfche Confti„tutie ftrijdig zijn':" naauwlijks vernam ik dit', of flc bejammerde bij mij zelf de ftrijdigheid , welke zoo vaak bij het menschdom plaats heeft, dat men naamlijk zoo regelrecht bandelt tegen zijne beginfelen. Daar ik een voorftandér van waarheid en recht bdn, om het even waar zij gelden of gelden moeten , had ik reeds de pen op het papier, om daarover aan u te lchniveiT en uwe gedachten te vragen. Dan , uw verklaard befluit, dat gij, na de voldinge'ndfte aanmerkingen uwes oordeels , niets meer over de zaak der Joden fchrij ven wildet, hield mij daarvan te rug. Onverwacht, ontving ik uit Amfteldam de Copie van een voorftel , hetgeen in de genoemde Sociëteit ter gemoetkoming aan het nationaal vooroordeel gedaan is. Ik neem de vrijheid, hetzelve aan u te zenden,met alleryriendhjkst verzoek, dat gij voor ditmaal van UW i-jr'ï '?£zie!lde • hetzelve, zoodra moogli k , in uw Tijdfchrift plaatzen , en uwe bedenkingen "daaro. ver wilt mededeelen. Elke gelegenheid toch, om de' waare Leer der Gelijkheid en Vrijheid' uitdruklijk te bandhaven moet u , die 'aan !de algemeene verlichting arbeidt, niet min dierbaar zijn, dan zii is aan ieder menfchen vriend, en bijzonderlijk aan rv *r „ Uwen beftendigên Lezer■„ Den Haag 18 September 6 * I79S- ' N, N. Voorftel , gedaan in de Sociëteit: Felix Libertate te Amfteldam , op i6 van September 1795. * „ Het is zeker, dat de éénige grond, waarop zommige Christenen voorwenden, dat de Joden derech„ ten van den Mensch en Burger, in eene Retiubliek , „op de gronden van Vrijheid en Gelijkheid geves-' ,, tigd, geenszins behooren te genieten, deze is: da"„zij zich verbeelden, dat niemand een Jood kan ziin, „ten zij hij geloove, dat de Mesfias , ft, de SchrifV *, ten des O. Verbonds voorfpeld , een aardsch Ko, „ Ding zal zijn , en dus ieder , die met erkendtenis r-, van het god lijk gezag dier Schriften, niet toeftemt, „dat Jelus de beloofde Mesfias is, uitdruklijk leert y, dat de komnglijke waardigheid voor de volheid des„tijds noet herftold, en alle Republieken moeten vernietigd worden : befchouwende zij de zoodani„gen, die belijden, dat de republikeinfche regeering„form éénmaal in eene alleenheerfching veranderen 5, moet, als zeer gevaarlijke Burgers, die ligtlijk door •> ie-  Be REPUBLIKEIN. 393 . , .Vj unn K«ïrf«rfer kunnen vervoerd wor- ^en om" te6gen de vrijheid te verzetten en li volftrekt niet te vertrouwen zijn , dan «« ™J » " j Jiüire rmpven eeven hunner aanueevinbe aan „daadhjke proeyen geve» Medeburgers, ,,de tegenwoordige Conltituue. vdn, & ir deze ftelling dier Christenen waar ? Kan hij at' leen el Tood "zijn , die het voorgeftelde gevoelen " „ji «2i- 5 r verklaaren wij Ondergetekenden, dat wij zulks nimI.'jrier gedaan hebben, noch ook thands doen, dan voor „zoo ver ons zeiven betreft, als individueele Leden der Sociëteit, onder de Zinfpreuk : Felix libejme, en H dat wij voordaan geene Leden onzer Sociëteit zullen „erkennen, dan alleen de zoodanigen, die voornoem,,de declaratoir ondeiteekenen, endoor hun rechtfcha„pen gedrag de gehechtheid aan de tegenwoordigeaan- vanglijke 'Conftitutie zullen doen blijken." AND WOORD. Reeds meer dan éénmaal heeft de Republikein aangemerkt, dat geen gevoelen, hoe verkeerd, zoo lang het door geene daadlijk'beid agtervo'gd wordt, eenig mensch Tan een recht berooven kan, hetgeen zijnematuur of de maatfchappij hem gegeven heeft. Dit bezef alleen had voor de ónfchaadlijkheid van de monarchaalegodsdienst-leer der Joden zoo zeer behooren te pleiten, dat de twijfeling aangaande bun burger recht nimmer had moeien opkomen De herinnering, daaienboven, dxtdc Mesfias, dien de Joden verwachten, volgends hunne eigen Leer, geen dwingeland, maar een menschlievend en rechtvaardig Vorst zal zijn, die hen, en alle Volken, vrij cn gelukkig zal'maaken, had het geheele gefchil, ten 'voordeele dier martelaaren van bende-haat, reeds lang moeten beflisfen. . Dan, het is nu zoo. De Christenen bliiven bevooroordeeld tegen hunne verdwaalde Natuurgenoten, en het Joodsch Gepeupel, dat door eene eeuwige onderdrukking tot alle wandaaden overhelt, blijft vast aan de rechtzinnige inboezemingen van Priesters, wier gewetensdwang ten hoogften top geklommen is , en is daardoor ten vollen ongefchikt yoor de zachte werking eener recht vrije Conftitutie, Midden tusfchen deze twee klippen poogt de Sociëteit: Felix libertate, veilig doortezeilen, zonder of door fterke branding, of door ondcraardfebe draaijkolken verflonden te worden: en, na veelen vruchtlozen arbeid, fchijnt het den Republikein toe, dat zij eenen gefchikten cours genomen heeft. Zij moge zich dan in voorige. reifm (b. v. met de herroeping der rechten van gelijkheid en vrijheid voor hunne Geloofsgenoten, zonder dat dezen daartoe immer hadden toegeftemd, — en het rondzenden van brieven naar alle Plaatfen, om andere Burgerden, die geene Joden, dan flechts in naam,kenden, ten haaren behoeve voprintenemen)grovelijkmisrekend hebben, thands echter gaat zij recht door zee, en zal, door haare toegevendheid, zo wij vertrouwen, een einde maaken aan gefchillen, die in zich ze!ven Aaa 3 9W  ?q<5 TiE republikein. pnteerend , en voor de goede zaak verderflijk ware,n. Zoo min dus de Republikein twijfelt, dat brave Joden, die, zoo als men weet, tot de tegenwoordige Omwenteling zeer veel hebben bijgedragen, op hunne vrijwillige gelofte van Burger-trouw, overal als echte vaderlanders zullen erkend worden, zoo zal ook de genoemde Sociëteit, tot het teekenen van bovenftaand Declaratóir gaaf befluitende, allen blaam van zich, werpen, die baar was aangewreven; waarom ook, géwislijk, niemand der Leden zwaarigheid zal maaken, hetzelve te teekenen , tén zij hij,1 uit halstarrigheid.detweedracht nog langer wilde doen voordduuren. — Dit bovengaande beeft de Republikein, met intrfkking van zijn reeds 'genomen beiluit, wel willen plaatzen, omdat hij zich boven alles heeft voorgefteld, daar nuttig te zijn , waar eene eendrachtige zamenftemming van veelen of weinigen de zaak der Gelijkheid 'en Vrijheid kan bevorderen: fchoon hij van verdere brieven over dit on« der werp wenscht verfchoond te blijven. ' " Fragment eener Zvmenfpraak tusfchen een Clubist en den Republikein. Clubist. Zoo zal, eindelijk, het werk eens aangevangen worden, daar het behoort. Die verd Oran- gefchreeuwers moeten toch eindelijk loon naar werken ontvangen! Republikein, Gij zegt wel lom naar werken. Dit zegt ons onze reden. Dezelfde regel, die ons leert, dat een braaf arbeidzaam Man zijn brood verdient, in denflriktften zin, zegt ons ook, dat hij, die zijnen burgerlijken plicht verwaarloost, ftrafwaardig is. 'Maar, wilt gij dan alle voorftanders der Orange-Conftitutie zonder onderfcheid geftraft hebben? Goede Hemel, dan komen 'er, bij de meenigte van Committés, nog dujfenden te kort, om onderzoek te doen. Club. Gij begrijpt mij verkeerd. Ik fpreek alleen van het afzetten der Ambtenaren. Rep. Die afzetting is toch eene ftraf, nietwaar? Zij verliezen, onvrijwillig, een voordeel, dat zij genpten, voor eenige dienften , welken zij, bij onderling verdrag, beloofd hadden aan' den Staat te zullen doen Club. En die zij nu niet langer kunnen doen, juist omdat zij Orange hebben aangehangen, en nog aanhangen. Waar zou het heen , indien men "de Patriotten honger liet lijden, om de vloekverwandten yan Orange mét het zweet der Burgeren te voeden?-  De REP XTü l rit E T N. 30.7 Rep. Zoudt gij dan van gedachte zijn, dat een patriot , dat, is,-, in uwen fmaak , een tegenftander van Orange, bij uitfluiting, de gaaf verkregen had , om een ambt eerlijk waartenemen,- en dus aan zijn verdrag te voldoen? Club. Dat wil ik juist niet zeggen. Dit evenwel is zeker, dat men de ambten nimmer kan vertrouweniri handen van veinzaards, die misfchien nu wel, uit eigenbelang , den eed op de Conftitutie doen , maar, zoodra zij de kans fchoon zagen , zeer fpoedig voor Orange ijveren, en ons gantfche gebouw omver zouden werpen. Geloof mij, wij kunnen hen nimmer vertrouwen. Rep. Gij maakt hier een' grooten fprong. Zeg mij ronduit: kan een aanhanger van Orange getrouw zijn in den post, dien hij bekleedt? Zo' ja : dan verdient hij geene ftraf. En heeft de tegenwoordige Conftitutie u een Confcientie-meter in handen gegeven , om altijd juist te weten , wat 'er in het hart van uwen Natuurgenoot omgaat? Club. Laat vrij den Orange man in het bèftiTur! Hij zal , daar hij kennis draagt van de politieke befluiten en handelingen, u zeer fchierlijk overleveren aan den Afgod , dien hij dient. Rep. Zeer wel aangemerkt. Gij vreest dit, omdat Iedere factie gewoon is, haare zaak langs alle wegen te bevorderen. Maar juist bier wilde ik u hebben. De waare ftaatkunde moet ons leeren, om geen ambt in handen van eenen tegenftander onzer zaak te vertrouwen, hetwelk invloed, heeft op de gantfche ftaacsbebeering. Club Ik ben blijde, dat gij evenwel ook voor de' afzetting zijt. Zommige patriotten beeven thands voor' het woord van afzetting, hoe hard ons dat ook viel in 1 83. Rep. 't Is toch eene verkeerde Zedenleer, om kwaad' met kwaad te vergelden. Zulk eene navolging zou Voor ons, patriotten, een dubbel kwaad zijn, omdatwij met reden ons verberTen op de edele beginfelen onzer aanvanglijke Conftitutie, die God endemenschlieid vereeren. Gii gevoelt zelf, mijn Vriend, dat het met die beginfelen ftrijdt, een man aftezetten, die zijnen post wel waarneemt, zo hij ook voor het overige braaf is. Club. Maar , kunnen wij , naar ons fijstema , eene aanftelling wettigen van ambtenaren, welke voornaamlijk door den Stadhouder gefchied is?... Rep. Dat is in andere woorden: gij wilt de eer der aanftelling hebben. Wel nu, dat men de brave Ambt-K  M li e REPUBLI K E IN. tenaars, om het even hoe zij gedacht hebben, of nog denken , indien zij zich maar nimmer aan misdaaderï hebben fchuidig gemaakt, die in alle tijden ftrafwaardig zijn, om de gemelde reden van hun ambtóntflaa, en op betzelfde oogenblik wederom aanftelle! j Club. Eén ding is evenwel toch niet te verduwen,dat een Orange man een vet ambt blijft behouden, daar ik, en anderen met mij, die fterk voor de Vrijheid ijverden , in de tegenwoordige neeringloosheid omtrend honger Irden. Rep. Schoon ik niet wil hopen, dat de grond uwer vaderlandsgezindheid alleen de beiaging vaneen ambt, alleen eigenbaat, en dus een, den patriot zeer onWaaroig, beginfel geweest ïs, of nog is, kan ik niet Ontkennen , dat 'er zekere hardheid in gelegen is. Maar, ftef uw lot nu eens over tegen den braven AmDtenaar, dien gij alleen zoudt afzetten , omdat hij orange-zind geweest fs,of nog geen luidruchtigaanhangef is van het tegenwoordig fijstema. Kunt gij het dan van u verkrijgen, om u zelf te herftellen, ten koste misfchien van een Man , door wiens afzetting eene geheele familie ongelukkig, en honderd anderen , die tot hem in betrekking ftonden , benadeeld worden?' Zou dit eene weldaad voor den Staat zijn? - Maar, kom aan; — ten aanzien der vette ambten is 'er nog een middel voor handen. Men zou veele vette ambten kunnen verdeelen, zoodat 'er, in plaatfe dat één WAn thands verkwistend leeft, twee famiiiën daarvan looden kunnen welvaren. Club. Dit is niet Onaardig gevonden. Waart gij nu nog maar in ftaat, om deze ééne bedenking optelosfen, dat uoor een Orange-ambtenaar heïmlijk veracht cn tegengewerkt te worden, voor den Fatriot een ondraaglijk denkbeeld is? Rep. Zijt toch nooit onedel genoeg, om over eens a'nders hart te oordeelen. Befpied den ambtenaar dien g.j ais orange-gezind kent, van nabij, en laat hii geftrengs ftraf ontvangen, als hij in ziin ambt, oftegen de Conftitutie misdoet. Maar , denkt gii niet dat hij, door het bebond van zijn ambt, juist uit hoofae van belang, San de Conftitutie verbonden wordt ? Zo«5*« gij hem' afzet \ wordt hij een onverzoenlijk vijand, ö Mijn Vriend ! laat ik u deze gewichtige le, mogen geven. Ds Patriotten, moeten noch moge;,. afe Patriotten, eene faótie uitmaaken. De peest, dte heri bez.elt, moet die van algemeene: plijkheid en. vrijheid wezen. Vergeet nimmer onze' heil.gite zedenleer : Hetgeen gij niet wilt, dat aan té zal gëjctuemty aoe-aat ook nooit aêi een ander!  D È REPUBLIKEIN: N°. 48. C'fft de la vertu, c'est da courage des bons citoyens, tptü faut espérer le Jalut de la patrie. Ils fentiront la nécesjité de n'ètablir dans aucune partie de la rej.ublique un pouvoir indépendant du corps legislatif , qfli Jera dans ïAsjemblèe Nationale. Mounieh. T^eeds meermaalen was de nuttigheid en noodzaaklijkheid van de éénheid en ondeelbaarheid onzer Republiek , en van één wetgevend lichaam , onder deri naam van Nationale Vergadering, of Conventie , het onderwerp onzer redeneeringen. De Republikein • thands mag hij zich zulks tot eer reekenen •— was de eerfte , die het waagde, dit gevoelen onder dé aandacht van het Publiek te brengen, op een tijdftip , dat de voorvallen van den dag den beambten, en onbeambten Burger meer tot het tegenwoordige, dan tot het toekomftige bepaalden. En had men dit belangrijk onderwerp reeds vroeger aan de behartiging der Bondgenoten bevolen, en wel dan* Wanneer de harten nog gevoelig voor de jongfte verlosfing uit de flaavërnij, nog onvatbaar waren voor de onedele werkingen van eigenbaat of heerschzucht, en dus wanneer de ftaatzuchtige zich nog niet vast genoeg gezet had, om zijne beginfelen te durven verraaden , dan zeker zou dit geheele ftuk nimmer dien tegenftand hebben gevonden , welken het thands ontmoet. Dan, het komt niet te pas, te onderzoeken: waar de fchuld van dit verzuim te vinden zij? Genoeg, de oogen der Natie zijn geopend, en de kundigile en braaffte vaderlanders befchouwen de vertegenwoordiging des gantfehen Nederlandfchen Volka in ééne wetgevende Vergadering , welke zal gehouden zijn, om binnen zekeren bepaalden tijd een ontwerp van Conftitutie aan de Natie te doen voordragen, als het éénige middel, om dsfl Staat tej&dden B b b van  400 De REPUBLIKEIN. van dat zeker verderf, waaraan het reeds eenen seruimen tijd ,s blootgefteld geweest. Het is thands de 7.aak der braven, om dat gevoelen met alle mooglijke kracht te onderfletinen, opdat niet de ftaatzticht van binnen, en het verraad van buiten, gelukkig senoeg zijn , om over het ftaats-belang en de vrijheid te zegevieren. Tot dat einde moet ook dienen het Concept-Adres , hetwelk ons uit Leiden is overgezon- wmLTJ uJgaal?d ber!cht' dat het aIda^ door de weidenkenden zal geteekend , en alzoo zal overgeleverd worden aan Holland's provifioneelen Souverain die zich , door de cordaatfte flappen in dit opzicht den eerbied en het vertrouwen van alle rechtlchapen mSis1^!ri,oTgth:eeft Wa''lrdl'S Semaakt' D£SZelfs CONCEPT ADRES aan de Provijioneele Reprefentanten van het Volk van Holland. „ Burgess Representanten! „ De ondergeteekenden, Burgers en Inwooners de- " lZ3^eemS' nen,len de vriiheid> voor eenige oo„ genblikken uwe hoogwichtige deliberatiën opte„ houden, met een voordracht hunner bezwaaren en „ verlangens , welken zij vcrmcenen in uwen fchoot „ alleen te kunnen en te moeten uitflorten " „ Reeds bij het aanbreken van den dageraad der „ vrijheid over deze Republiek, ftreelden de OndeV„ geteekenden en duifende Inwooners derzefve die " ftl,,haare -Vtlvaart *"» °Precht Patriottisch belang " S '• fCh "let de !l0°P ' dat nu eens die vrij. „ heid, niet in naam en klanken, maar in het wezen „ en in de daad, en wel op oinvankelbaare grondfl " „ gen gevestigd; _ dat het Nederlandse! VoT eir„ debjk eens van het juk van een provifioneel be„ ftuur, waaronder het twee eeuwen gezugt heeft „ verlost zou worden. Hoe groeide die hoon tot de „ zekerde verwachting, toen de Hooge BoTdgenoo „ ten eenparig befloten : „ 'er zal eene Na ionaale „ Conventie zijn," en , ingevolge van dat befi r „ eene Commisfie decerneerden , om het plan vo^ „dezelve te ontwerpen! TwijfelachtigwaTde te " meken's, di'r woorde" niet- Men wist, wat eene „ Nationale Conventie in Frankrijk is: men ver „ ftond door dezelve niets anders, dan eene Verga- „ 3e-  De REPUBLIKEIN. 4°r „ dering van Perfoonen , uit de zeven Gewesten bij» „ ëengekomen, om Neêrlands Volk te vertegenwoor,, digen , deszelfs oppermacht uitteoefenen, en eene „ Conftitutie voor hetzelve te vormen. Dit toch is zij in Frankrijk. De Commisfie, benoemd ter vor„ ming van het plan, is blijkbaar mede in dit denk„ beeld geweest, heeft dit als de éénige mogelijke „ beteekenis veronderfteld, en daarop haar ontwerp „ gebouwd, het ook daarom overtollig reekenende, „ om dit nader te verklaaren. Tot hiertoe heeft niemand der Bondgenooten dit Committé voorgewor,, pen, dat het zijn last is te buiten gegaan, en iets ,, anders, iets mqer of minder, van eene Conventie „ gemaakt hebbe , dan zijne Committenten met dit „ woord verilonden. Toen wilde men, dan, eene ,, Nationale Conventie op grond der eenheid en on„ verdeelbaarheid der Republiek. En Neêrlands Volk „ bekrachtigde door zijn ftilzwijgen dien wil." ,, intusfchen deze Commisfie met haare werk„ zaamhedan voordging , werd de verwachting der „ Ondergeteekenden gevoed en gaande gehouden door ,, de heiligfte toezeggingen van alle de Bondgenoo,, ten. De Conventie was de eindpaal van alle pro„ vifioneele fchikkingen; — een toverwoord, dat aU le onrust en misnoegen bevredigde, alle zorgen „ ftilde, alle angften bedaarde; — een borg, waarop „ het Volk zich de dierbaarfte opofferingen getroost„ te; met één woord, de bode van verlosfing van al„ le zwaardrukkende rampen. — Na een waarlijk „ ruim tijdsverloop , verfchijnt het plan tot die bij„ ëenkomst. Nu, dacht ieder welgezinde, zijn wij „ de haven van rust, van zekerheid zeer nabij: nu „ zullen Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap de ze-i ,, ven Gewesten tot éénen zin verfmelten , en wij „ haaren weldaadigen invloed eerst recht ondervin„ den' Nu zal onze Zeemacht den Koophandel vrij„ geleide bezorgen , om de fchatten van vier wae,, relddeelen in onzen fchoot uitteftorten. Nu zullen „ onze Heirlegers alle belaagers onzer vrijheid, alle „ vijanden van onzen welvaart, van onze grenzen ,, verdrijven , en den fchrik in 't hart jaagen. Nu „ zullen wij, als Volk, de eer van Bondgenoot der „ grootfte Republiek van dit waerelddeel waardig „ worden , en overvloed en weltevredenheid alom „ zien regeeren. Welke veranderingen en verbeterin„ gen in het Ontwerp tot de Conventie ook gemaakt Bbb 2 „ wer-  402 De REPUBLIKEIN. " TfCa'J°0ï Te,ke,\net altijd vatbaar moest ver. „ onderfteld worden; dit blijft vast, — eene Co,v " l?Tka°T'»n haar de éénheid en onverdee » ^aajrlierd der Republiek, - met haar de vrijheid, „ de gelijkheid, de broederfchap.** J ' „ De Ondergeteekenden werden ook in die voor„ uitzichten teleurgefteld. Bij uw Decreet van r " ^ vrlJwiIIiSe Negotiatie, betuigdefGij " 7'^'a 0m t0t dri"gender Operatien over- „ tegaan, alzoo deze eerst bij eene Nationale Conven„ tie niet eenige billijkheid konden te werk gefteid " ffi )va"neer,.de lasten over het geheele Neder" -° k gehikUjk Werden geheven- En toen " fL r eCnj dnnSende 0Pcratie bii uw Decreet " onL 'ni*?t/-°nuernaamt' gefchiedde dit niet, dan „ onder plechtige betuiging: „ dat Gij, met het uit„ „zicht op eene nabij zijnde Nationale Conventie „ „ de tegenwoordige Geldheffing flechts als Provifio" ''".eej0°.rdee,deVn werkingte moeten brengen, ten " " t a- v"vo g6nds do°r eene finale Geldheffing „ „welke die Nationale Conventie zou mogen arrf' „ „ fteeren, zoodanig te doen vervangen, en met de„ „zelve te doen geconfolideerd worden als^evon„ „ den zal worden te behooren;" gelijk Gij daarom „ ook deze Negotiatie confidereer'det,, als een vdT„ „fchot der Hollandfche Natie op de-nader bii de " ïfflESft C0nVe7ntle geneSeGJe!d! „ „nernng. —- Zij verheten zich op deze toszetr„ gingen, door hen gedaan, die gewoon ziin humfe „ engagementen heilig geftand te doen. Opd.zeto^ „ zegg.ngen, hebben zij blijmoedig, reeds-bij den eet „ termijn dier Geldheffing, aan uwe intentie vo „ daan; op deze toezegging, zijn zij bereid ook bü „ den tweeden termijn, niet gedwongen, maar met die „ welwillendheid, welke denN^riiheidlievenden fiiaaf „ kenmerkt, hun offer aan het Vaderland tebrengen •• •.Burgers! gij hebt woord gehouden; gij hebt de „ Conventie gedecreteerd; — |*j hebt ónil^a i » hng van dezelve, met allen nSgeï |etSt b f de „ Bondgenooten aangedrongen ,• t gii hebt ,lL,V „ niond van uwen Voorzittfr aan deïi&dïeïvS; „ a Ie Burger-Vergaderingen in Neder afd hSan dê „ plechtigfte verzekeringen gegeven." ,, Alle deze toezeggingen, gebouwd op zulke hechte „ gronden zouden meer dan lenoeg zijn, om den On « derëe^den alle vrees voor de mogelijheiciI van ,, de  De REPUBLIKEIN. 403 de mislukking hunner verwachtingen te ontnemen, „ ware het niet, dat de tegenkantingen, welke zich „ voor de uitvoering van uw befluit opwerpen, van ,; dien bijzonderen aard waren,dat zij oordeclen grond „ te hebben, om te duchten, of'uw moed, uwe cordaatheid en ftandvastigheid, wel genoegzaam zullen „ wezen, om over dezelven volkomen te zegeprajen? „ Drie Provinciën , vernemen wij , verwerpen eene „ Nationale Conventie , gebouwd op de éénheid en „ onverdeelbaarheid der Republiek , en willen haare „ Provinciale Souverainiteit in den voiften nadruk be„ houden — drie Provinciën, die met u de daarftelling eener Nationale Conventie gedecreteerd , da „ Commisfie tot het vormen van het Plan daartoe ge„ creëerd, de rechten van den Mensch en Burger, be. „ nevens de Souverainiteit des geheelen Nederland„ fchen Volks, erkend, en de Vrijheid, de Gelijkheid „ en de Broederfchap, als haar Schibboleth aangeno„ men hebben. Zou deze ftap, die met eene vastheid gedaan is , voor wankelen of wijken onvatbaar , „ de Ondergeteekenden niet bekommeren, niet angstv vallig doen vragen: kunnen zij, die de Souverai,, niteit des Volks' verbeelden , van eenige wel en ,, wettig genomene Refolutiën terug keeren , zonder „ nooddwang, die zoodanige verandering wettigt? is,, de wil des Souverainen Volks veranderiiik?— Weg „ dan met alle vertrouwen, dien band der Maatfchap„ pij .— met alle de heiligheid van het woord des „ Souverains, welke aan de Geldheftmgen crediet moet geven, cn den Krijgsman zijn leven voor het „ Vaderland doet waagen'! Zou deze ftap den On,, dergeteekenden niet bekommeren , en het akeligst „ vooruitzicht in de toekomst openen — hen met „ 'bevende handen het goud in de fchatkist doen wer„ pen, daar hunne groote borg voor de confolidee,, ring der Geldheffing met de algemeene Operatie, ,1 de Nationale Conventie, zoo gevaarlijk aangeval,, len , cn met den doodfleek bedreigd wordt; —• „ daar het bang vooruitzicht daardoor des te waar,, fchijnlijker wordt , dat Holland met den last der „fchulden, uit' deze Geldheffing fpruitende, be,, zwaard zal blijven, en om welken te vinden, als ,, ook om andere lasten goedremaaken, die niet min„ der zullen worden bij de voordduuring van den ,, tegenwoordigen ftaat van beftuur en de traagheid„ der Bondgenooten in' het dragen der algemeene lasBbb 3 » ten'  404 De REPUBLIKEIN. * ten, weder nieuwe Geldheffingen noodzaaklijk zul len worden; — dat Hollands Reprefentanten die " bel?,°fden > of z,'j' wiste" nS-wSr/S t ten bukkènrgC V°°r dE overftemminS nullen moe: " Misfchi5? is de vrees der Ondergeteekenden te " hT r7r0!dlg'' "T «hien leert het gainfche Ne! „dedandfche Volk fpoedig zijn waar belang "l ~ „ni,srch,ien vei'heft zich weldra deszelfs » kreet in alle oorden der Republiek: „ „ wi?w " " Conventie' *« witferi alléén al Ne. „ „ derlanders, Souverain zijn! " — misfchien over » wnn uwe ftandvastigheid alle rtSSSSfZZ „ Het is ook in dit vooruitzicht, dat de Onderge„ jenden, met dankbaarheid erkennende, en haf' „ lijk goedKeurende de gepaste middelen dóór u aan SffitolL^ dM we"rch- ^es Holland1 I S' ,'ch tot u kceren > om * aantefpoo„ reri^om op dezen weg kloekmoedig voordteftree- "■■khTS"8 iSih£t intllsfchm ™ hen , dat zij geheet „ blind zouden zijn voor veele zwaarigheden die „ zich reeds in de onderfcheiden ontwerpen tot'eenS „ Nationale Conventie opdoen ; dat zij het ËS " VCe'e "f*"** '^denkingen niet zouden ge „ voelen. — Maar, na het onzijdigst onderzoek ver „ klaaren zij geene zwaarigheid nog te hebben a?r£ „ getroffen die niet door eene goede organif' e van „ zoodanige bijeenkomst, welke zij ger-oS SbM£2 „ Wisheid en die der Bondgenooten , zo zim er „ tot dezelve toetreden, overlaten, geheeleLlTeJ. „ geruimd kan worden, - geene zwaanghëid die ,. een.gzrns verdient opgewogen te worden bii d e „ genen we ke ook eene eenvoudige Commisfie tót „ eene Conftitutie, met behoud van den T~nT „ digen ftand der zaken , meenigvuld g ST, " „ Dezen bijtebrengën zullen zij zich niet vermeten „ om met den fchijn te geven van de adviefeder „Bondgenooten te willen tauxeeren, Ook doorzie „uw fcherpzienend oog dezelven, zonder aanwh „ zing te behoeven. Slechts ééne zullen 2.i z ch „ veroorloven voortedragen , daar zij hen wel Te " ieratrSAlsP en ïln reët' e" he^eest bekom" ölf , • c een ge.volS onzer tegenwoordige nog „ gebrekige Staatsgefteldtenis, zijn 'er nu rèlds óm trend zeven maanden verlopen, zederd het flaan ,i der  De REPUBLIKEIN. 405 ,, der Commisfie tot het vormen van een Plan tot eene Nationale Conventie. En nog weet men niet, of dat Plan verworpen, dan aangenomen, zal worden? Zo 'er nu eens tot eene Commisfie tot eene ,, Conftitutie befloten wordt, hoeveeltijd zal'er verlopen, eer de Perfoonen benoemd en werkzaam .) zijn! Hoe veel tijd , eer dezen hun Concept ontwerpen , en zulks door de zeven Provinciën en Ba,, tao.fsch Bmband en Drenthe goed- of afgekeurd is! ,, En dit verwijl , in een tijdperk , waarin buitenlandfche vijanden en binnenlandfche woelingen zich meer en meer verheffen en ons bedreigen! En wat zal men na dit tijdverloop gevorderd wezen , zo ,, de één- en ondeelbaarheid der Republiek niet ten ,, grondfiage van die Commisfie gelegd worde ? De eene Provincie zal het plan verwerpen ; eene andere het aannemen, (want overftcmming kan bier,, in niet gelden , wanneer de Provinciën haare bij,, zondere Souverainiteit willen behouden, en de een,, ftemmigheid zou indedaad een wonder wezen) en wij zullen juist even ver zijn , als van waar wij ,, begonnen — zeven vereenigde Provinciën met zeven verfchiltende Conftitutiën." ,, Burgers! wij hebben goed en bloed voor de vrij„ heid , de onafhanglijkheid en de welvaart van het „ Vaderland veil. Maar onze fchatten en ons leven ,, opteofferen ter befcherming en beveiliging van Ge,, westen , die het in hunne macht behouden , zich ,, aan den algemeenen nood te onttrekken, en Holland's Volk het fpits re laten afbijten , terwijl zij in de ,, voordeelen van deszelfs opofferingen deelen ,, Neen, Burgers, dit wilt gij niet." ,, Geeft ons dan eene Conventie, die de lasten van „ het algemeen belang, thands zoo ongelijk gedragen, „ over het geheele Nederlandfche Volk, naar evcnre,, dighetd van ieders vermogen, gelijküjk verdeelt! — „ Blijft manmoedig bij het genomen befluit! —■ Be. ,, zigt alle middelen, welken uwe Committenten u toe,, vertrouwd hebben, om hetzelve met een gewensch,, ten uitflag bekroond te zien, met die cordaatheid, „ welke tot hiertoe uwe flappen gekenmerkt heeft! —i „ Vertrouwt op dedankbaare goedkeuring van Holland's ,, Volk, dat zijnen brave Reprefentanten weet recht te ,, doen! — Dringt bij de Bondgenooten met allen „ mogclijken nadruk op de daarftelling dezer gewensch„ te zaak! —• Bezweert hen bij hun gegeven woord en » het  406 De REPUBLIKEIN, „ het dierbaar belang des Vaderlands, dat misfchien „ nimmer aan dunner draad hing, dan heden! — Be„ paalt den tijd onveranderlijk, waarop wij dien ge. „ wenschten dag kunnen te gemoet zien — en gij zult „ de Vlooten fpoedig bemand, de Legers geducht, dë „ Burgerkrijgsmacht antzachlijk zien, als een bolwerk „ voor de vrijheid en onafhanglijkheid, voor de rust „ en de -welvaart van dezen Staat; — ja, gij zult in „ het Volk van Holland de verwinnaars van Philips we-> ,, dervinden!" ,, Ziet daar, Burgers, de gevoelens, welkende har. „ ten der Ondergeteekenden bezielen, en die zij gè„ meend hebben voor u te moeten openleggen — ge„ voelens , waarin zij vertrouwen dat allen deelen „ dien het belang des Lands ter harte gaat. Zij vleijen „ zich, dat uwe overtuiging van het bijzonder gewicht „ der zaak, en hunne eenftemmigheid met uwe denk„ wijze, hen ligtlijk verfchooning zullen doen vinden, „ dat zij aan uwe beraad dagingen tot heil des Vader„ lands eenige dierbaaré oogenblikken ontroofd hebben." Indedaad, zoo gepast ons dit Concept-Adres voorkomt om Holland's Souverain in zijn cordaat gedrag ie ver' Herken — en wat kan daartoe gefchikter zijn, dan de ■openlijke vereeniging der weidenkenden ? — zoo belangrijk keuren wij ook den geheelen inhoud, om ov«r de thands zweevende gefchillen der Provinciale Souveramen wegens dit zelfde onderwerp eenig meerder licht te verfpreiden, dan, onzes wetens, nog ergends gefchied is. Wij vertrouwen, dat onze Lezers, met ons de kracht van alle die aanmerkingen bezeilende, daardoor ten vollen zullen overreed worden, om de gevoelens, in hetzeive vervat, voor de hunnenovertenc.e' en door hunne naams onderteekening te bekrachtigen opdat alzoo aan de tegenftanders eener nationale vertfe genwoordiging ten klaarften blijke, dat Holland'x Souverain, m het manmoedig voordzetten dezer taak, niet anders gehandeld heeft, dan overeenkomftig het verlangen dier vrijheidminnende Burgeren, die zich omtrend de belangen des Vaderlands in geenen deele onverfchilhg getoond, maar door hunne opbrenging va'rt drukkende lasten uitdruklijk hebben doen zien, dat zij gereed zijn tot de gevorderde opofferingen, zelfs ten behoeve der Bondgenooten, indien flechts dezen even bereidwillig zijn, om het aangenomen ftelfel van Gelijkheid , Vrijheid en Broederfchap , niet enkel, met woorden, maar ook met de daad, te bevorderen.  D E REPUBLIKEIN. N°. 49- C'est de la vertu, c'est du courage des bons citoyens, qu'il faut espérer le falut de la patrie. Ils J'entiront la nêcesfité dè n'établlr dans aucune partie de la republique un pouvoir indépendant du corps legislatif, qui fera dans l'Asfemblée Nationale. MOUNIER. Aanmerkingen over de hoogfte belangen der Bataaffche Republiek. Een onderwerp , hetwelk tegenwoordig a!le de aan* dacht van denkende en oprechte vaderlanders vordert» blijft nog de groote Vraag: Zal 'er eene Nationale Conventie zijn? De Centrale Vergadering der Volks-, Wijk-, Burger- en andere Vergaderingen van het beste en weldenken- \ de gedeelte des Bataaffchen Volks, haare zitting houdende in den Haag, heeftze reeds bevestigender wijze afgedaan : maar de groote meenigte Volks, welke zich buiten alledie Vergaderingen houdt, (en daarom zekerlijk meer onverfchillig fchijnt te zijn!) en veele Volks-Re* prefentanten van eene en andere Souveraine Provincie, beandwoorden die Vraag ontkennerftle, of beraadilagen Ccc  .108 He REPURLIKEIN, ?g|pSS;hierdoor is dit ftuk byla"g In dit nog onbeflist tijdflip doet ieder kundig Burger put, met zijne gedachten over dit onderwerp te ontvouwen, en aan zijne Medeburgers voortedragen, ter hunner overtuiging, is 't mooglijk, omtrend hetgeen hij,begrijpt het aanneemlijkfte te zijn; bovenal, wanb^ri'JtZ1rn-,bet°?g afleidt llit ,,et voordeeligfle en dus SI n ^«?f fcclfel van Beduur voor het geheele Bataaffche Land , met het minstmooglijk be- ^nrPnVannen,lgf,deelte van hetzelve of deszelfs IngeZÏZt,- befch0UWing van voorgaande tijden, de befchouwing van meenigvuldige aaiftootlijke gebreSt"Lhei v,oer!^BelIuur, en het fchoone vooruit- rlnZ, ? gl°*kfgÖÏ" toeftand van h« Bataaffche Gemcenebes, zal dan ook mijn leiddraad zijn bij de onbaatzuchtige voortelling mijner gevoelens , en gevolgtrekkingen, aan het verlicht verftand van óprechte Deelnemers >n de belangen des Vaderlands, ten einde, inde hoop op hunne toeftemming, hen aantefpoören om hunne vermogens en invloed te gebruikerteiaan wendmge van dit heilzaam middel, toSt herflefvan voorledene en nog aanwezige grieven en tot voorkoming l*dl^'e itT"-' dif Uh de ^ordduurlng onzef ïmderat.e, hoe fraai ook, voor het uitwendige, als voor de beste verbeter nn-Pn vni.-n_0i- „ i noaaiA j UIU,c.Lcrlnb en \ohnaaking vatbaar voorgefteld, noodwendig moeten voordvloeijen. IK merk dan, vooreerst, aan, dat wij een voorbeeld voor ons hebben van meer dan 200 jaaren, zederd dc £C lëdvnng-Van,het Juk Van 'het^k ons eer ! dat de voorige algemeene Conftitutie, (als men het zoó va°n ütrechtg)oL°dC geiegde d« ™° van Utrecht, onderhevig was aan geduurige gefchillen onlusten, woelingen en inwendige beroerten, nu eens van Gewesten tegen Gewesten, dan tusfchen de trde hjke Overheden onder eikanderen, of van Ingezetenen tegen hunne Regeering, of tegen 'hunne Medf-lS tenen: zoodat dezelven geduuriglijk op de felfteT£ gefchokt zijn geworden, ten nadeele van he a gemeen cn van elks bijzondere finantiën, pat deze beroerte alleen toeschrijven zijn aan de Rebrek^fconStle van * deelen en van het geheel der Republiek, zal ieder gaarn  Du REPUBLIKEIN. 409 gaarn toeftemmen: als zijnde alle Beftuur gegrond gp. veest op het gë:ijurj>eerde Recht der Machtigen, en op de miskenning van de Rechten der Ingezetenen: waarom zulks geen nader bewijs fchijnt te behoeven. Dan, hieruit volgt, dat men geene Orde van Beftuur in wezen moet laten , hetwelk , uit zijnen aard gebrekig , vatbaar is voor zooveele onheilen, als natuurlijk uit misduiding en oneenigheden moeten voordvloeijen, wanneer men in de gelegenheid is, om die Orde te vernietigen, en eene beter in de plaats te ftellen. En was daar immer gelegenheid toe, de tegenwoordige is voorzeker de bes,te, en behoort daarom ftoutelijk aangegrepen te worden, en wei zonder verwijl, omdat diezei ve gelegenheid afhangt van duifende, veelal uitwendige, omftandigheden , welke niet altijd in de macht ftaan of van den Wetgever, of van het Souveraine Volk. Tweede Aanmerking. Het is ontegenzeglijk, dat alle Souvereine Staaten onderfcheiden belangen hebben, welken derzelver Overheden, wie zij ook mogen wezen, verplicht zijn, door alle mogelijke middelen voorteftaan en te befdiermen. Zij mogen geene zuivere Contracten of verbonden met andere Souvcreiniteiten aangaan, door welken die belangen aan ftaatkunde of welvoeglijkheid wierden opgeofferd. Derhal ven , moeten die belangen altijd bovendrijven, en invloed behouden op de gedragingen der Beftuurers. Aan dit beginfel heeft men, in ons f federatief Lichaam, in onze Unie, die eeuwige haspelarij'ën te wijten over alle voorflagen,om zich geducht te maaken voor, en aanzienlijk tc maaken 'bij alle buiténlandfche Mogenheden , over algemeene Geldheuingen ten behoeve van het gemeene belai-.g, over algemeene Waapening; kortom, over bijkans alle zaken en onderwerpen, welke ons Land grooL eu ge--, lukkig konden maaken. Men moet geheel onkundig zijn van de natuur en geaardheid der menfchen, indien men gelooft; dat, door eene verbeterde verbindtenis der onderfcheiden Gewesten, dit kwaad zoude ophouden te werken De onderfcheiden belangen hebben dooigewerkt in Stadhouderloze, zoo wel als in Stadhouderlijke tijden, en nu, nu het Volk, en deszelfs Reprefentanten, door de tegenwoordige Omwenteling machtiger geworden zijn, dan ooit; nu 'er in 't geheel geen Bemiddelaar is, zoude men onderftellen, dat de onder Ccc 2 • fchei-  4io De REPUBLIKEIN. fcheiden belangen minder nadeelig voor het algemeen zouden gehandhaafd worden ? Neen, daar is zelfsr geen fchijn grond voor. Na deze Omwenteling heeft men reeds maar al te veele en droevige blijken van de fchaadelijke gevolgen , door de handhaving van dit. Recht der bijzondere Souvereiniteit veroorzaakt. Het is immers volftrekt onverdedigbaar , dat Provinciën, die zich te zamen verbonden hebben, om elkandereti bijteftaan, die elkanders hulp volftrekt behoeven, de eene aan de andere zullen verbieden den uit- of in-voer, en dat wel zomtijds van de allereerfte behoeften Aas levens! Dewijl men, dan, in alle de verfchillende tijden en omftandigheden van ons zonderling zaamgeflanst Gemeenebest, bevonden heeft. dat het handhaven van elks bijzondere provinciale belangen nimmer opgehouden heeft, zulken nadeeligen invloed-te maaken op de handhaving der algemeene belangen en den toeftand der Finantiën , dan is het gewislijk hoog tijd, om die onderfcheiden belangen te niet te doen, en 'er één algemeen belang van te maaken tot heil van het geheele Volk. Derde Aanmerking. Daar 'er geen twijfel is , of de onderfcheiden Landen, welken te zamen onze Republiek uitmaaken, kunnen onder één uit- en inwendig Beftuur gebragt. worden, hierdoor een vermogender aan-' .zien verkrijgen bij vreemde Mogendheden, endoor dat Opperbeftuur, veel eenvoudiger en fpoediger, van het middenpunt tot aan derzelver eindpalen , bewerktuigd worden , en inzonderheid met veel minder kosten dan voorheen; dan is dit gewislijk zeer ver te verkiezen boven de langdradige bewerking , welke tot hiertoe plaats had, en welke onder onafhangliik blijvende Provinciën niet zoude verbeteren. Eén krachtig beweegrad in een werktuig is beter, wanneer het kan geplaatst worden , dan verfcheiden raderen , die geene meerdere uitwerking doen. De fpoediger werkzaamheid eener bijéénzijnde Vergadering , ih vergelijking van eene als die van de Staaten Generaal thands is waarbij elke gewichtige zaak overgenomen, bij de afwezige Souvereinen overwogen, ter condufie gebragt en het eindelijk befiuit der onderfcheiden Machten weder te huis gebragt moet worden, terwijl juist dat belluit, dikwijls, door het verloop van tijd nutloos, ja zelfs  De REPUBLIKEIN. 411 seifs nadeelig wordt, loopt eenen ieder zoo fterk in het oog, dat het geene voorbeelden tot bewijs behoeft. Vierde Aanmerking. De mindere kostbaarheid eener Vergadering van 130 tot 150 Leden, al reekent men die ook op tien Guldens des daags, 't welk, op zijn allerhoogst , voor alle de nodige Committé's uit dat Lichaam, eene fomme van 550,000 Guldens zoude uitmaaken, tot zoo lang de Conftitutie geformeerd en ingevoerd zal zijn, (als wanneer 'er misfchien een derde gedeelte minder nodig zal bevonden worden) zal , in vcrr*clijkinge der kosten van het voormaalige Lands-Beftuur, zoo aanmerküjk zijn, dat men, indien all' het andere gelijk ftond, zulks daarom alleen moest vóórtrekken: want bet Stadhouderlijke huis , of liever , de Stadhouder met zijne Familie, kostte aan de onderfcheiden Provinciën, de Oost en West-Indifche Compagnie, en aan de particuliere Steden, in alle derzelver betrekkingen, jaarlijks meer dan 850,000 Guldens alleen. Meer behoefde ik hier niet over aantevoeren, zo het niet blijkbaar ware, dat dit geheele artieul toch wegvalt, of 'er eene Nationale Conventie zij, dan niet. Hierom zal ik maar eene fuüwè opgave doen, afgeleid uit het aantal van StaatsBeambten , met de Secretarisfen van de onderfcheiden Collegiën in ééne Provincie, welken ik flechts op 2000 Gids. door elkandereu ftel, hetgeen zeer zeker veel tc weinig is, behalve nog allé de Beambten der Generaliteit en de bedii-aing der Justitie. Dezelve bedraagt zelis dan voor hst Beftuur der afzonderlijke Gewesten, en deiUnie, verreboven een miiiioen Guldens ;en de ruekening bij gisfing over bet geheel gemaakt zijnde, zal zij den Lande op meer dan twee millioenen Guldens te liaan komen. Hoeveel, mi, het Hoofdbeftuur van ieder Departement jaarlijks zal moeten kosten, kan niet eerder bepaald worden, dan nadat 'er vooraf vastgefteld zijn, in hoeveel Departementen onze Republ;ek zal verdeeld, en hoe veele gefalhrieerJe Beftuurers 'er in eik Departement nodig zullen geoordeeld worden. Naar pijn gevoelen , "zou het genoegzaam ziin , indien 'er in elk Departement maar één Hoofd-Beftuur plaats had , beftaande uit agt Leden en één Secretaris, ierier 2000 Guldens genietende. Wanneer 'er nu ook agttien Departementen daargefteld wierden , zouden die Collegiën te zamen aan de Republiek kosten 352,000 GulCe c 3 dens.  412 De REPUBLIKEIN. dens. Stelt men nog daarenboven, dat 'er Beftuurende Collegiën der Districten nod,ig zijn, die om de 14 dagen moeten vergaderen , om de belangen der Districten nategaan , en tevens Rechters over plaatslijke zaken te zijn ; wel nu , indien dat Coilegie uit vier Leden beftaat, die ieder 200 Gld's. genieten , met eenen Secretaris op 600 Gids., clan zoude zulks vrij •wel bereekend zijn, en dit zoude voor 18 Departementen (gefteid, dat ieder uït 8 Districten beftond) uitmaaken de fomme van 126,000 Guldens. Als ik dit bijééntrek, te weten ƒ 50,000 voor het Nationaal Hoofdbeftutir. ƒ 352>ooo voor de Departements-beftuuringen. ƒ 126,000 voor de Beftuurer der Districten. dan maakt dit voor het geheele Beftuur ƒ 1,028000 Gids. , en alzoo omtrend de helft minder , dan het beloop derzelve op den ouden voet; en deze ftelling, echter, isgantsch niet la>;g berekend, zoo wel ten opzichte van Beftutirers, als van Departementen. Vijfde Aanmerking. Wanneer de Republiek één en onverdeelbaar is , kan het eene Departement of Ged23lte het andere niet hinderen, of benadeelen, door willekeurige befchikkingen over de levensmiddelen , koophandel , fabrieken en trafieken. ■ Alle inwendige belemmeringen worden opgeheven ; alle bepaalingcn daaromtrend ftrekken zich alleen tot het algemeene en buiténlandfche uit, en dienen alleen ten nutte van het geheel. Hierdoor worden eene meenigte van gé■fcbillen vóórgekomen,met welken de Pieitzaalen voorheen vervuld werden, en die meermaalen den onfchuldigen of ongelukkigen alleen troffen ; terwijl flimme Intriguanten doorgaands den dans'wisten te ontfpringen, ja zelfs hun bijzonder voordeel daarbij vonden. Ooi; hierdoor zal aan veele ontrouwe Bedienden, als Commifen, Dienaars, Opzieners enz., de gelegenheid benomen worden, om, tegen hunnen eed en belofte, lluikerijen toetelaten , om zichzelven daarmede te verrijken , wanneer dat opzicht op eenen beter en veel  D f H RPUBLÏKKIN. 4r% veel minder omflachtigcn voet zal worden ingericht. Hierdoor , eindelijk , vervallen van zeiven eene meenigte van Ambten en Bedieningen, alles ten voordeele van den Lande, het welk zeer groot moet zijn, en voorhands niet te bereekenen is. Het is waar , door het uitvallen van zoo veele Ambten en Bedieningen , geraakt een aantal Ingezetenen beroofd van een middel tot beftaan, maar hierdoor zal dan weder de Landbouw, Fabrieken en Trafieken, Koophandel en Zeevaart, een aantal nuttige wezens tot derzelver fteun en voordzetting bekomen , en zij zullen daarin weder een voor hun en den Lande voordeeliger beftaan kunnen vinden. Zesde Aanmerking. Alle de Provinciën hebben ftaats. fchulden, de eene meer, de andere minder. Men moet onderftellen, dat zij die gemaakt hebben , of ten behoeve van elks bijzonder Gewest, of voor het Bondgenootfehap , het welk ook zelf nog gemeene fchulden heeft. Heiland munt zekerlijk boven allen daarin verre uit; maar heeft ook, zederd een zeer groot aantal Jaaren, veel meer, dan de helft, en dus meer, dan de andere Landen tezamen, tot het Bondgenootschap betaald! Hoe zij 'er toe gekomen zij, om, 200 verre t' '-en haar vermogen, gelijk bij de uitkomst blijkt, dit Bondgenootfehap te onderfteunen, ftaat mij niette onderzoeken. Men moet onderftellen, dat zij het gedaan heeft tot behoud van het Bondgenootschap zelve , en dus tot het algemeene best, hetwelk buiten dien uit één had moeten geraaken. Op dezen rechtmaatigen grond, kan men alle die bijzondere fchulden als fchulden der gantfche Natie aanmerken, welke, door vermenging tot één gebragt, alzoo eene nationale fchuld worden, waarin alle Ingezetenen, waar ook woonende, deelen, en waarvoor zij allen zorgen moeten ; welke algemeene zorg dus geheel onaffcheidlijk wordt van eene ondeelbaare vereeniging. Op welke wijze daarvoor kan en belmore gezorgd te worden , dat derzelver Interesfen regelmaatig en ftipt betaald worden, zoo zelfs, dat 'er voor beloofde aflosfingen de nodige fom overfchiete., is hier de plaats niet om aantewijzen. Ik weet alieen, dat hiertoe een ontwerp gereed ligt, hetwelk naar mijn inzicht voldoenend en uitvoerlijk is. Het kan niet ontkend worden , dat de In.  4T4 .De REPUBLIKEIN. Ingezetenen van elke andere Provincie, b. v. van Friesland, door deze vermenging zeer veel meer bezwaard fchijnen te worden , dan zij nu zijn; maar ik geloof, dat dit ook meer fchijn , dan waarheid, behelst, en dus maar in het denkbeeld beltaat. Vooronderfteld zijnde, dat men in 't zekere overtuigd ware , dat dit oogmerk in de betaaling der Interesfen, en met het inkorten van het Kapitaal, door eene jaar • lijkfche opoffering daarvoor van omtrend drievierde ten honderd van ieders vermogen, van 500 Guldens af te rekenen, volgends een nader te maaken ontwerp, volkomen bereikt , en dat hierdoor een groot gedeelte der Belasti ngen konde worden opgeheven, welke nu moeten ftrekken tot betaaling van de provinciale en algemeene Interesfen: zou alsdan nog die overneming, of vermenging, van fchulden zoo nadeelig zijn voor Ingezetenen , die gewislijk , door eene vereeniging met de geheele Republiek , zooveele voordeelen zouden genieten, als wij zoo even hebben aangeftipt? Zou dus het bezwaar niet veeleer louter denkbeeldig blijven? {Het Vervolg in N°. 50.)  D Ë REPUBLIKEIN. N°. 50. C'esf de la venu, c'est du courage des bons citoyens, quil faut espérer le fahlt de la patrie. Ils fentironi la nécesfité de n'établir dans aucune partie de la reptibUque un pouvoir indépendant du corps legislatif9 'qui fera dans 1'AsJemblée Nationale. Zevende Aanmerking. D aar de Lasten, Imposten eri Tauxén zoo geheel onevenredig , ongelijkzoortig en ongelijkmaatig zijn, is het volftrekt noodzakelijk, dat dezelven bij eene volkomens vereeniging nagegaan, vernietigd, op nieuw behoorlijk gewijzigd, en op eenen e.enpaarigen voet gebragt worden , ten nutte van het algemeen. Zekerlijk een omflachtig, maar daarom geen onuttvoerlijk werk. Wanneer 'er eerst gezorgd is voor de'nationale fchuld, op zoortgelijke wijze, als in dé o~de Aanmerking is aangeftipt, dan moet vervolgends ongemaakt worden, wat 'er al vereischt worde tot het iii ftand brengen en onderhouden van het geheelè Staats Beftuur; voords, hoeveel de tegenwoordige heftin"en in alles meer, dan dit montant, opbrengen, waaruit dan van zelve zal blijken , welke belastingen geheel, of ten deele, kunnen opgeheven worden ,• en dit zal wel zoo aanmerklijk wezen, dat Hoofdgelden, zoo als die thands hier 6n elders zijn, ën belastingen op de noodzaaklijke behoeften des levens en allergemecnfte kleeding kunnen wegvallen. (*) Eene evenge-» (*) Door eene geheele omarbeidinp der belastingen, en derzeivec (toiijKmaatigUcid, zullen zekerlijk zommigen. die door dezelven thands bevoorrecht zijn (b. v. de Geneverftookers in Grnmn^ea') in hunnen gevvoonen handel en uitzichten belemmerd worden: maar daaruit volgt nog niet, dat zij op den dimi Udtt een Mounier. {Vervolg van No. 49.)  4iö De REPUBLIKEIN. gelijke belasting op Landerijen, Huifen en Gebouwen moet 'er vastgefteld worden naar derzelver evenredigen opbrengst, omdat die last meer algemeen gedragen wordt, dan eenige andere, na de peribneele fchatting , op bezittingen of inkomften gegrond , ten behoeve der nationale fchuld. En daar die in zommige Provinciën, of derzelver Gedeelten, veel fterker belast zijn, dan in andere, zoo zullen dezelven bij de nieuwe inrichting bij dezen verzwaard, en bij genen verligt moeten worden. Om nu het nadeel van deze en gene Ingezetenen 200 gering mogelijk te doen zijn, moet de algemeene fchatting per morgen van 600 Roeden, •naar de wezenlijke waarde van het vruchtgebruik bepaald, — alsdan overal nagegaan worden , wie meer of minder betaalen zullen , en dat overfchot aan de anderen worden uitgekeerd. Laat ik hier een voorbeeld ftellen. Een Friesch Landeigenaar moet thands van zijn verhuurde, of zelf gebruikte Landen, bij tauxatie aan wezenlijke fchattingen betaalen 50 pro Cento (*), en een zelfde Man in het Landfchap Drenthe 12Ï ten een wezenlijk nadeel zullen lijden. Immers, men behoort te zorgen, dat het Huiken geene plaats meer belibe, en , wanneer op dat Artikel, en voords op alle anderen van weelde, een algemeene Impost gezet wordt, dan komt het mij voor, dat zij met anderen volkomen gelijk ftaan, en even goed kunnen (Ion. ken, als anderen, die hen rhamls drukken, juist omdat zij minder la «en betaalen. Dit is zeker, dat uit elke geiijkmaatigbeid van belastingen noodwendig eene onevenredigheid derzelvcu moet ontdaan, even als. bij het Verkiezen Van RejirfifeMrairten, uit de gelijkheid juist ongelijkheid geboren wordt, door den af. ftand der Volks oppermacht: maar dte onevenredigheden wor. xlen veelal vereffend door de natuurlijke beter gelcniktheid, om uit hetzelfde ding een goed beftaan ie vinden. Dus, bij voorbeeld, de Stad AmüeUam heelt voor hetzelfde getal Ingezetenen, wegens den grond . welken zij beflaarr, en het aar. deel. 't welk zij aan veele gerijflij'-heden vnor den Handel heeft, veel meer tot onderhoud nodig, dun een gelijk getal van Ingezetene* op het Land, of in eene Land provincie, als OverijsCel; doeli, ook juist daarom , moeten voor dat onderhoud de algemeen* imposten verzwnnrd , of 'er moeten hkuwe lasten gevonden worden. Dit, echter, is voor die Ingezetenen geen Wezenlijk nadeel, terwijl juist zij genietingen en jianleidiiwten tot winst Ijeb.ien, welken alle andere Ingezetenen moeten misten. ('*) Men denke niet, dat die eene Valfche spgave zij. De Steller van dit ftuk weet zeker, dat 'er j arlijks z..-lls nog mrer ten honderd betaald wordt, en kan even dit zelfde wegens //«/. land met zekerheid verklaaren , zoo zelfs , dat Vr in de laatstgenoemde Provincie jaaren zijn, waarin zulks 65 Gids. ten liondeTd belopen heeft.  Dr REPUBLIKEIN. 4i7 ten honderd. De algemeene taux .wordt nu eens gefteid op 25 pro Cento. De huur van evenveel Land wordt ook geliik onderfteld , zoodat de Fries van 10 morgen, 200 Guldens aan huur doende, 100 moet betaalen bij de oude, en 50 Gids. bij de nieuwe Inrichting, en de Drenthenaar van even zooveel Land bij de oude Inrichting 25, en bij de nieuwe 50 Guldens: • dan moet in dit geval de Fries die 50 Guldens, welken hij nu voordaan minder zal betaalen aan zijne Provinciale Kas , een reëel Capitaal tegens den penning 20 (dat hier uitmaakt rooo Guldens in eens of bij termijnen opbrengen, en de Friefche Reprefentanten moeten dat aan de Nationale Kas, en van daar aan de Reprefentanten van Drenthe doen geworden, ten behoeve van die genen onder hen, die als dan zoo veel meer zullen moeten betaalen , om daaruit voordaan 50, in plaats van 25 Guldens te kunnen voldoen, zonder voor de hand van hetzelfde Land nadeel te lijden. Doch , dit moet niet eerder gefchieden dan nadat eerst in dezelfde Provincie die vereffening op zulk een voet gefchied zij. In Friesland echter is hiertoe niet veel tijds nodig, naardien het gemaklijk uit het Floreen en Reëel Register optemaaken is, althands ten opzichte van alle zulke posten, waarvan men genoegzaam overtuigd is, dat geene fraudes, of opzetlijks misftellingen plaats hebben. In zulke gevallen moet'er eene tauxatie gefchieden. Op gelijke wijze, als bij de vereffening der Landfchatting, kan en moet 'er ook met de Huilen en Gebouwen worden gehandeld. Vermids thands in de onderfcheiden Gewesten ook onderfcheiden belastingen daarop gefteid zijn, zoo moet die taux daarvan ook eenparig op 5 of 10 pro Cento worden gebragt van het vruchtgebruik of de huur., en hiervan behooren geene, dan algemeene of LandsGebouwen, uitgezonderd of bevrijd te worden. Agtfle Aanmerking. De Vergadering, welke het Volk van Nederland zal vertegenwoordigen, en hierdoor in haare werkzaamheden de macht van het gantfche Volk uitoefenen , kan , met zeer veel recht, ten opzichte van buiténlandfche Mogendheden, den citul van Hoogmogenden voeren; zelfs kan die.benaaming aan dat Committé worden toegekend , 't welk , uit hun midden daargefteld , met de Buiténlandfche Zaaken belast v/ordt, zonder dat eenig bijzonder deel van 't gantfche Land, of eenig Ingezeten, hiermede benadeeld wordt; D d d z want  4i« De REPUBLIKEIN. want in hun huisvest de gantfche macht, en dus de ma* jefteit van het geheele Volk, hetwelk zijn eigen vermogen in hun als in één middenpunt zamen voegt, en aan hetwelk zij alleen verandwoordlijk blijven, en wel, zoo het mij toefchijnt, in dezer voege; naamlijk: Alle de Reprefentanten te zamen, of de gantfche Vergadering der Nationale Conventie aan het geheele Jlemgerechtigd Volk, 't welk hen bij meerderheid van ftemmen vei kozen heeft, volgends het oordeel der mee)derheid van het zelve, en elk Reprefentant in het bijzonder voor dat gedeeU te des Volks, hetwelk hein bij meerderheid van ftemmen geroepen heeft, en dus ook naar het oordeel dier meerderheid; gelijk ieder Lid, wederom, verandwoordlijk blijft voor de masfa van Reprefentanten. Negende Aanmerking. Deze Vergadering kan door het Volk geconftitueerd worden, door deszelfs vrije ftemming uit het geheele Bataaffche Volk, of uit dat gedeelte des Volks, hetwelk de ftemmers onmiddelijk omringt. Het voordeel, 't welk in de eerjle wijze gelegen is, bepaalt zich hiertoe , dat eenig gedeelte van liet Volk in deszelfs omtrek geene zoo bekwaame Perfooi nen kan hebben , aan welken het deszelfs dierbaarfte belangen durft toevertrouwen , en daarom kiezen hen dezulken buiten zijn oord, wier bekwaamheden en deugden tot daar zijn doorgedrongen ; maar men bemerkt ligt de zwakheid dezer ftelling, vermids 'er geen oord kan onderfteld worden te ziin, waar het vereisclb te aantal eerlijke, brave en verftandige Lieden zoude ontbreken , zcodat deszelfs ongefchiktheid in de uitvoering, op een zwak geloof rustende , geen verder betoog behoeft; (*) maar dan blijft het tevens vast, dat de ftemgerechtigd verklaarde Ingezetenen , volgends onderlinge overeenkomst der handelende Partijen, door de Vergadering van Hun Hoogmogenden, hunne keuze moeten bepaalen tot hunnen werkkring, in het daarftellen van algemeene Vertegenwoordigers. Laat (*) Misschien is dit verfchil minder, dan het oppervlakkig fchijnt Hit is rorh woogFjA, dai 'er in zekere» omirik geerjé itkwaamc peifoonen gevoniien worde". Dan rW> '.'e genTaskte kepaallnl}; bet Volk Verbinden., een:n «»«««« ie benoemen. Zijn 'er daarentegen kundige en breve Mannen, bij het Volk bekend, dan zal ook ieder ged'elte des.Volks zeer zeker zijne Vew.e vestigen op de nas«i b jpijnde voorwenen. Zijr. de gefchikie voorwerpen onbekend, dan kan dat gebrek door 'e öepaaling niet weggenomen worden.  De RK PÜBLIKEIN. 4rp Laat ons deze bewerking nog wat nader ontwikkelen. Het Volk van Nederland wordt door deszelfs Reprefentanten geteld , en te gelijk verdeeld in Can. tons of Grondvergaderingen van 300 Stemgerechtigde Perfoonen. Agt zulke om en naast elkander leggende Cantons maaken een Distntl, en agt Zulke Districten één Departement. De aanftootende ftieeken van' eenige Cantons en Districten, aan de grenzen liggende, worden met die der nabuurige Provinciën zoo vereffend door bijvoeging, of afneming, naar de gelegenheid en gefchiktheid , dat dit ook" gemaklijk ten uitvoer gebragt wordt, vermids 'er vervolgends geen voordeel of eer in zal gelegen zijn, dat de eene Provincie een grooter terrein beflaat, dan eene aangrenzende. Volgends de orde en fchikking der Reprefentanten, komen de 300 Stemgerechtigde Canton-bewooners bijéén , op eenen zelfden tijd, en ftemmen drie uit hun midden , die Reprefentanten kunnen worden. De alzoo gekozenen driemaal agt Kiezers begeven zich aanftonds naar de bepaalde plaats , ftemmen uit hun midden vijf tot het Departement; en daarna begeven zich die vijfmaal agt verkozenen naar de bepaalde gelegenfte Plaats in het Departement, en kiezen uit hutt midden de bekwaamde vijf, zes, zeven, of meer Vertegenwoordigers des Departements , tot de Nationale Vergadering, en derzelver plaatsvervullers , zoo als vooraf bepaald is , dat elk gelijk Departement zal en moet daarftellen; hangende dit af van het aantal der Vertegenwoordigers, welken de onderlinge Gewesten zullen ftellen nodig te zijn, 't welk dan over het aan* tal Departementen moet rond geflagen worden. Deze wijze van aanftelling van Nationale Vertegenwoordigers moet bewerken: r.) Dat 'er geenen inkomen , dan die daadlijk in de Grondvergaderingen benoemd zijn , zoo dat het meerendeel der Benoemers den Geftemden in Perfoon , en dus ook zijne bekwaamheden en zijn charafter kenhen. 2.) Dat 'er uit alle oorden van het Land Leden in de Vergadering gefteid worden, welken aUe die Landen, derzelver gunitige of ongunftige gefteldheid, de Ingezetenen, hun beftaan,. hunne geaardheid, behoeften en aangelegenheden, volkomen kennen en daarom met klem en nadruk over die belangen , bij voorkomende gelegenheden, naar waarheid kunnen beraadflagen, hetwelk D d d 3 voor  420 De REPUBLIKEIN. voor elk Departement, District en Canton , een öo« genfchijnlijk voordeel aanbiedt, en dezelven voor verwaarlozing en verdrukking uit onkunde zal behoeden, dewijl zij hunne kundige , en van zelfs toegenegene Vertegenwoordigers in de gevolmachtigde Vergadering hebben , fchoon die , in de Vergadering zelve, ook alle andere Departementen mede vertegenwoordigen. Tiende Aanmerking. Zoo veele voordeelen door eene bet,;:r orde van zaken daargefteld ziende, als metde meeste behoedzaamheid zal worden ingevoerd , blijven 'er, naar mijn inzicht, geene voordeelen overig, die fterk genoeg pleiten voor het behoud van de Provinciale Souvereiniteiten en de voordduuring van eene fcederative , aan zoovcele gebreken onderhevige Macht, om voor het Bataaffche Volk begeerlijk te blijven , hoezeer ook deszelfs Vertegenwoordigers aanbi: dingen mogen doen, om alle mogelijke verbeteringen in het gemecnfchaplijk verbond intevoeren. De Sotivereiniteit der deelen van dit Verbond , en derzelver onderfcheidene bijzondere belangen, zullen al-ti|d de waare kracht van werking in de Algemeene Vergadering der Bondgenoten in den weg ftaan; de bijzondere belangen zullen altijd boven de algemeene vóórgetrokken worden; de verfchillen, hieruit voorde vloeijende, altijd voordduuren; de finantiën altijd in de war blijven, en de Quota's flecht opgebragt worden: zoodat ik vastftelle, dat, indien alle deze pointen in de Grondvergaderingen des Volks, met gepaste bewoordingen en nadruk worden voorgefleld, in tegenoverftelüng van alle waarfchijnlijke voordcelen, die uit eene verbeterde fcederatie zullen voordfpruiten, vermeerderd met de mogelijke zwaarigheden, welke uit eene volkomene vereeniging te wachten ftaan, de groote meerderheid- des Stemgerechtigden Volks vóór eene Nationale Vertegenwoordiging en volkomene vereeniging zal zijn. Men werpe hier niet tegen de uitkomst van dien voordragt, in Zeeland aan het Volk gedaan 1 ■— Het vooroordeel, het eigenbelang, de voorafgaande inboezemingen , onkunde , en een veel te kort tiidbeftek , om zich daarop te beraaden, vertrouw ik, dat zamengewerkt hebben, om de meerderheid tot dat befluit te brengen, behalven dat bijlang (die de voordeelen van eene vereeniging in bet Rapport niet ziin opgegeven; gelijk breedvoeriger gedaan is piet de onder/lelie, voordeelen van éen fqederatief Beftuur. Maar,  De REPUBLIKEIN. 421 &!aar, wanneer men van de laatstgemelde voordeelen pens afwekt alle de in dat Rapport opgenoemde leem» tensv waaraan onze Republiek reeds zedert twee eeuwen heeft gezukke'd, eri (taande eene federatie moet Inlijven zukkelen, dan blijft 'er bij een" verftandig'beichouv/er nieugceds over-, hét wélk hij voor verftandigen zou durven beweeren genoegzaam te zijn , ora het oude pan te houden : en móet men,dan niet- be> fluiten , dat het ondoorzichtigheid , belang , halftarrigheid , fciele eerzucht, kisenmoe.-fgheid of een» > veel te verregaande voorzichtigheid is in Reprefen-v tanten eener Provincie, om die vereeniging door mach te. wederhotiden ? Ik wil wel toeftaan, dat verre het grootfte gedeelte der Stemgerechtigden in de Grond, vergaderingen geene kunde genoeg bezit, om over de waarde van zulke voorftelien te oordeelen. Maar , het is ook geene zaak , waarop bij eene enkele voorlezing onmiddeiijk kan befloten worden; gelijk in Zeeland misfchien heeft moeten gefchieden. Dan, elke Vergadering kan, immers, wel eenigen van de bekwaamften uit haar midden verkiezen, om die voorftellen met aandacht nategaan, om daarna de Vergadering voor te lichten , waarna zij haar befluit kan nemen. Elfde Aanmerking. Ik kan hier mijn vermoeden niet verbergen , dat, in eenige weigerende Provinciën , veele Reprefentanten zeiven , omdat het regeeren altijd iets aantreklijks in zich heeft , en 's menfchen grootsheid zoozeer kittelt, uit dit gevoel, en de meerdere kans, welke 'er met de voordduuring der oude f onn zou blijven , om ,nu en vervolgends op zijn tijd wederom het Beftuur der Souverainiteit in hunne handen te doen voordduuren, en ook veele anderen, hiertoe op eene kunftige wijze worden aangezet door zulke Patriotten , die thands reeds in meer of min aanzienlijke Posten, Ambten en Bedieningen geplaatst zijn , en die natuurlijker wijze fchroomen , dat, bij eene geheele verandering onzer Conftitutie , veelen dier voedende posten zullen worden vernietigd, of ten hunnen nadeele gealtereerd en verminderd. Hoe ongunftig zou het oordeel over de zoodanigen uitvallen , indien het , bij een naauwkeurig onderzoek, bleek, dat de voorftanders der ondeelbaarheid van de Republiek , en der Nationale Vertegenwoordiging in eene Conventie, bijkans allen, weinig of niet beambte  422 De RE PUB LIK E IN. te Burgers zijn , en dat ver de meeste Tegenftanders onder de hoge Ambtenaren te vinden zijn : Wat zou de Natie hieruit anders oordeelen, dan dat zulk zoort van tegenftanders niets anders ten doel had , dan alleen hunne waardigheid, hunne eigen perfoonlijke Souverainiteit te handhaven, en met alle hunne macht vóórteftaan! Twaalfde Aanmerking. In het Rapport van het vereenigd Committé van Vóórlichting in Zeeland , wordt zeer nadruklijk verklaard : „ Het is wat te zeggen , Bur„ gers! de Provinciale Vergaderingen zoomaar te flui- „ ten en te vernietigen ■ eene Vergadering bij- „ een te roepen , om eene Conftitutie te beraamen» „ welker beftaan reeds van zelve eene zoort van Con- ftitutie, of liever eene onbeperkte Oppermacht zon„ der grondwet involveert." Ja wel, is dat wat te zeggen, Burgers! 't Is maar jammer, dat men in de overweging daarvan 'er bij moet voegen : ,, uwe gewetens» ,, zwaarigheid, Heeren Gecommitteerde Voorlichters 1 fi beftaat hoofdzaaklijk in de verbeelding!" Waarom toch is het gegronder, waarom van minder gewicht voor den ftemgerechtigden Burger , om zich, bij eenen vrijwilligen afftand van zijne gedeeltelijk» Souverainiteit, Vertegenwoordigers en Beftuurers te verkiezen, die hem op den ouden voet, onder andere naamen, zullen beftuuren, dan zulken, die het algemeen, en dus ook hem, op eene hem beter voorkomende wijze zullen vertegenwoordigen? Had men geene langduurige ondervinding van het gebrekige der bondgenootfchaplijke Souverainiteit, welke zander verbindtenisfen niet eens kan gehandhaafd of behouden worden; ja, 'dan was het vrij wat meer te zeggen, om de provinciale Vergaderingen te fluiten: maar : nu zegt het nietmetal; omdat wij, buiten dat aantewenden middel, in het gemeen waarfchijnlijk niet kunnen behouden blijven, en 'er daarom maar. zeer weinig gewaagd wordt. •— En zoude men eene Vergadering bijeenroepen, voorzien van eene onbeperkte Oppermacht, zonder grondwet? Ik houde mij verzekerd , dat indien ook eenige Provinciale Reprefentanten , op die wijze over de daarHelling van zulk eene Nationale Conventie dachten, het Folk van die Provincie daar geheel anders over 2al denken ! Wanneer eerst de Helling volkomenlijk doof alle de belanghebbende Gewesten aangenomen is: 'Er zal eene Nationale Conventie zijn, dan is het eerst de tijd,  De REPUBLIKEIN. 423 tiid , om punten voorteftellen , en te beflisfen , op welkegronden, en met welk eene macht voorzien, die Conventie zal ingü; icht en gevestigd worden ? Maar, wie heeft het recht, om vastteftellen, en te doen uitroepen : 'ÜR zal EENE NaTIONAI-K CONVFNTIB ZIJN? .— De Reprefentanten der bijzondere Provinciën ? Neen voorzeker. Dit zou eene aanmaatiging wezen, waartoe zij niet gelast of gemachtigd zijn , en welke ftrijdt met de Souverainiteit des Volks. Noch tot de bovengenoemde vastftelling, noch tot het tegenover/taande: 'Ér zal geene Nationale Conventie zijn, hebben de R.eprefentanten eenig het minfte Recht. Zij moeten een ftuk van dat aanbelang voor het gantfche Volk niet onder elkander beflisfen. Zij moeten het beflisfen , overeenkomftig de Rechten van den mensch en Burger, en dus niet, zonder dat hetzelve in zijn geheel aan de ftemgerechtigden in de Grondvergaderingen is voorgedragen , en aldaar door de meerderheid uitgemaakt is, — ja, indien het door Reprefentanten reeds beflist mogt zijn , behooren z'j uitdruklijk de Ingezetenen te raadpleegen, om zeker te zijn, dat hun befluit met dat des Volks overeenftemme. Dit niet te doen , zoude waarlijk eenen hoogen trap van dwinglandij verraaden. Wanneer 'er dan wettiglijkbK* floten is tot eene Nationale Conventie, dan moet eene Commisfie, op last der gezamenlijke Belanghebbenden , (welke niet groot behoeft te zijn) eene In» j&uSii voor de Nationale Conventie opftellen. Ook deze moet aan het Valk ter goed of af keuring worden overgegeve::. Is uie goedgekeurd ; dan kan de Nationale Conventie volgends het beste ontwerp worden daargefteld , om haare werkzaamheden volgends haare inftruftie te beginnen. Tot de werkzaamheden eener Nationale Conventie behooren hoofdzaaklijk 1. ) liet helium' der Republiek , met betrekking tot buitenlmdfche Mogendheden, 2. ) Het Beftuur der Krijgsmacht van den Staat, zoo te water, als te lande. 3. ) Het Beftuur over da Geldmiddelen, endelnlandfche verzorgingen, met die der Coloniën, inet voord duuring der Quota's , die ftiptelijk betaald moeten woïden. 4. ) Het Ontwerpen eener ya&e Conftitutie, en van een algemeen IVetboek, 5-)  44 De REPUBLIKEIN. 5.) Het maaken van een Ontwerp tot algemeene \Y & pening. 0.) Het vormen van een Ontwerp, om deland lasten te vereffenen, en daarna gelijk dragende lasten en imposten intcvoeren. 7. ) Het voordragen van een Ontwerp, om de bijzondere Land-fchulden te vermengen, en te zorgen voor de gereede betaaling der Interesfen, met eene daadlijke inkorting dter fchulden. 8. ) Het daarftellen van een Ontwerp ter regeling der Finantiën, zoo voor de Republiek in 't algemeen, als voor elk Departement in het bijzonder enz. Deze vijf laatfte Articuls, of de ontworpen Plans, moeten allen ter overweging en bekrachtiging aan de Grondvergaderingen worden voorgefteid, na welker goedkeuringe de Conftitutie door de daadlijke invoering geconfolideerd wordt. In de InJiruSie behoort mede uitgedrukt te zijn, hoe irrtusfehen de Departementen provifioneel zullen worden beftuurd, terwijl het finantieele ook intusfehen op den ouden voet blijft. ■— Het grootfte gevaar, hetwelk de Ingezetenen zouden kunnen lopen , met die macht, W'aartriedc veel kan worden uitgevoerd, aan hunne Vertegenwoordigers te geven, beftaat hierin: dat dezelve aan menjchen moet worden toevertrouwd, die dezelve zouden kunnen misbruiken. Maar hoe ver gezogt is dat gevaar! In de Grondvergaderingen toch, kiest men dc beste, de kundigfte en braaffte Perfoonen. Uit die zoo omzigtig gekozenen , die allen waardige mannen z'in, kiezen die braven wederom de voegzaamften, er dpzeh kiezen de bekwaamften uit hun midden! zouden die beste Reprefentanten dan niet van natuur en aart geheel moeten veranderen , en ontaarden, om het vertrouwen des Volks door hunne daaden te fchenden, en dat voor den korten tijd, waarvoor zij in het Beftuur zijn gefteid? Dit is bijkans ónmoogelijk. Hierom moet die ijdele vrees de anders goede en onontbeerlijke zaak in haaren voordgang geenszins verminderen. — Eene Tegenwerping kan ik niet voorbij hier ter plaatfe aanteftippen , daar zij haare betrekking heeft op het bovenftaande derde en vierde Artikel van deop{•egevene werkzaamheden der Nationale Vergadering. Men beweert naamlijk , dat men aan dat Lichaam , niet zonder groot gevaar, de macht kan toekennen , om wetten te maaken, dezelven uittevoeren, cn over de  De REPUBLIKEI N. 425 de geldmiddelen te befchikken. Ik erken gaarn, dat die Macht in handen van Schurken of Weetnieten zeer gevaarlijk zij , en de vrije Bataven weldra berooven zou van de pas verkregen vrijheid. Maar , hebben wij gronds genoeg, om zulks te vermoeden, indien de benoeming der Leden tot de Conventie zoo omzichtig gefchiede, als hier boven is opgegeven, en zij almede eene Inftructie ontvangen, naar welke zij zich zullen moeten regelen ? Wat zou 'er van worden, indien, in den tegenwoordigen tijd van verwarring, en vóór dat 'er eene Conftitutie zij , welke de grenfen van alle de Machten naauwkeurig aanwijst, de Uitvoerende Macht onafhanglijk ware van de wei, gevende, zoodat de eerfte konde weigeren , hetgeen haar door de laatfte wierd aanbevolen ? Wat zou 'cr van worden , indien het Hoofdbeftttttr over de Geld, middelen wederom zonder verband en afhanglijkheid ware van beide die Machten ? Voorwaar — dit leert de tegenwoordige ondervinding tastbaar — niets anders , dan vertraaging , wederftreeving, verwarring, en fchaade voor het gemeene welzijn, 't geen thands de naauwfte Vereeniging van alle werking tot één oogmerk vordert, bovenal ten aanzien der buiténlandfche Mogendheden , bii welken de Republiek haar aanzien op alle mooglijke wijze moet trachten te bewaaren, ja zelfs te herftellen. — Ook zij het verre van mij te ontkennen , dat 'er onder de Patriotten veele eigenbaatigen en heerschzuchtigen gevonden, worden, die den mond vol hebbende van vrijheiden vaderlands-min , hunne fchandelijke oogmerken listig weten te bedekken; dan, mogen wij van het Bataaffche Volk verwachten , dat het, in zijne Grondvergaderingen bijéénkomende, zich zoo zeer om den tuin zal laten leiden, dat eene meerderheid van flecht gezinden gekozen wierd ? Zal niet het Volk in eene zaak van dat belang raadpleegen met bedaarde, kundige , onpartijdige, ambteloze Burgers , die zelven geen ander belang kunnen hebben , dan dat des gemeenen Vaderlands ? Ja, indien al eens, 't geen onwaarfchijnlijk is, eenige flechthoofden benoemd wa, ren, zal dan niet zoodanig Departement, waaruit de. zeiven gekozen zijn, zich gereed toonen, om hen terugteroepen , en door anderen te doen vervangen ? Maar, zijn de Leden der Conventie, mr het geheel  42ö De REPUBLIKEIN. genomen , kundig en braaf, dan moet men ook aan hun de dierbaarfte belangen gerustlijk toevertrouwen, en hen die macht volftrektlijk in handen geven, zonder welke zij in de bewerkftelling van het aanzien en geluk ten eenenmaale zouden verhinderd worden. Zij moeten zoodanige uitgeltrekte macht bezitten, om het thands omilacbtig, kostbaar en krachteloos bewind met een eenvoudiger, min kostbaaren en alzins vermogend beftuur te verwisfelen. Zonder zoodanige uitgeftrekte macht, zullen geene brave , kundige en werkzaame Mannen bij mooglijkheid te overreeden zijn, om dezen allergewichtigften post te aanvaarden; zonder dezelve , zal nimmer die kring van Vertegenwoordigers kunnen daargefteld Worden, als volftrekt nodig is , om eene , op het punt van haaren ondergang ftaande. Republiek te redden, en door bedaarde en verftandige maatregelen in een bloeijend Gemeenebest te herfcheppen. Mogten deze Aanmerkingen almede dienen , om dat voor het gantfche Bataaffche Volk zoo belangrijk ftuk toe ftand te helpen brengen, dan zou ik mij oprechtlijk verheugen , tot heil mijns Vaderlands iet goeds, iet waarlijk nuttigs met dezen arbeid verrichc te hebben. Ook dan zou ik mij op nieuw aangefpoord vinden , om eenige verdere bedenkingen medetedeelen over belangrijke Puntten , welken wij te vooren flechts met een enkel woord hebben aangeroerd.  REPUBLIKEIN. N°. 51. Pars hominum vitiis gaudet conjlanter, et urget Propojïtum: pars multa natat; modo reüa vapesfens; Interdum pravis obnóxia. HORATIUS. Staat des Gefchils, wegens de éénheid en ondeelbaarheid der Bataaffche Republiek, tusfchen de Volks - vertegenwoordigers der Nederlandfche Provinciën, met opgavt van een Middel tot vereeniging, IVfidden in de thands zweevëndë gefchillen ónzer Provinciale Volks-vertegenwoordigers, over de vereeniging der zeven Gewesten tot ééne ondeelbare Republiek , welker vertegenwoordiging zal berusten in eene Nationale Vergadering, kan het niet ondienftig zijn, den waaren ftaat des Gefchils optefpooren, ten einde daaruit zooveel te gemaklijker eene eenparigheid van begrip geboren worde. Alle provinciale Vertegenwoordigers komëri daarin overeen, dat de voormaalige vorm van Beftuur des gemeene.n lichaams van den Staat, in de Vergadering der Staaten Generaal berustende, ten uiterften gebrekig is», zoo uit hoofde der verfchillende belangen van ieder Gewest in het bijzonder t als om de traagheid der befluiten i welke uit de gemelde oorzaak, en uit het middel van overneming der voorftellen geboren wordt, en eindelijk uit hoofde van de Souveraine Macht, welke aan ieder Gewest toekomt, en waardoor ieder op zich zelf befluiten kan nemen, die voor de welvaart der andere Provinciën nadeelig zijn, zonder dat 'er een micU del voor handen zij, om deze averechtfche werking te verhinderen. Allen zijn zij daarin eenftemnftg, dat het Bondgenootfchap mpet gevormd worden naar eenen beteren regel, die, op gelijkheid en vrijheid gegrond, de algemeene welvaart behartigt, zonder het welzijn van iedere Provincie, op zich zelve, daaraan opteofferen. Holland, Utrecht, Overijsfel, Gelderland en Bataafsch Bra.bandfta2.Ti nagenoeg in dit eenparig begrip, dat de aangenomen grondwetten der Unie van Ütrechtj als bij ondervinding voor het geheel fchaadelijk, opgehevön; é&t in derzelver plaats eene nieuwe federatie inge£ e e yoerdj.  428 De REPUBLIKEIN.' voérd, waarbij flechts één gemeen belang vdor allen 2al gelden , zonder dat de plaatsfijke Regeering der bijzondere Gewesten die geineene welvaart aan derzelver afzonderlijk voordeel zal kunnen onderwerpen; dat, ten dien einde, alle verfchillende inrichtingen , waardoor het eene Gewest van het andere onderfcheiden is, onderzogt, vervormd, en tot ééne eenparige werking te rug gebragt; dat voor alle de, alzoo tot één eenparig lichaam gevormd zijnde , Gewesten ééne gelijke Conftitutie,- ééne Vertegenwoordiging, één openbaar Gezag, in onderfcheiden maate gewijzigd, één burgerlijk, rechterlijk en krijgskundig Wetboek moet ontworpen worden. De genoemde Gewesten Haan, ter bereikinge van dit oogmerk, na genoeg eenparig, vóór den aanleg eenèr Nationale Vergadering, of Conventie, gevormd door Kiefers, uit en door het gantfche Uataaffche Volk gekozen ; welke Vergadering zal bevatten de vertegenwoordigende Oppermacht des gantfchen Volks, en gemachtigd zijn, om alle de bovengemelde zaken tot ftand te brengen, en binnen zekeren'bepaalden tijd een Ontwerp van Conftitutie aan het Bataaffche Volk, ter goedof afkeuring, voortediagen, waarna dezelve Vergade--. ring ontbonden, en door eene ander Beftuurend Lichaam, ingevolge der aangenomen Conftitutie, zal ver. vangen worden. Nog zijn genoemde Gewesten van oordeel, dat de tegenwoordige Collegiën, die de oppermacht, en des geheelen Volks, en die van iedere Provincie in 't bij Zonder, vertoonen, naamlijk dat der Staaten Generaal, en der afzonderlijke Staats - vertegenwoordigers, moeten ontbonden worden, opdat niet zooveele verfchillende Oppermachten de ontwerping, daarftelling en Uitvoering der bovengemelde nieuwe en heilzaame maatregelen zullen kunnen belemmeren, maar alles reeds van den beginne der voorgenomen hervorming, tot één algemeen nuttig einde zamenftemme. De Volks-vertegenwoordigers van Zseland, van oordeel zijnde, dat de voorflag 'vm'Holland enz. alleen door het Volk. hunner Provincie kan beflist worden heeft eene algemeene oproeping des Volks beraamd' nadat zij hunne eigen gedachten voorafhadden bekend gemaakt, en bij die oproeping is het voorftel cene>Conventie door het Zeeuwfche Volk afgekeurd. De redenen van af keuring zijn, overeenkomftig het praj-advies der Vertegenwoordigers'; 10. omdat de zaak nieuw ea  De REPUBLIKEIN. 4*9 en vreemd is, en dus moeilijk in de uitvoering; in. omdat de ontbinding der Vergadering van de Staaten Generaal niet (taalkundig is, ten aanzien van het binnen- en buiten landsch Beftuur; 30. omdat eene Conventie, blijkends het voorbeeld van Frankrijk, eene voor de vrijheid des Volks gevaarlijke Vergadering is. De Souvereine Staaten van Friesland en Groningen , eindelijk, opperen zoortgelijke zwaarigheden, als zoo even zijn voorgedragen. Zij beweeren, dat'er mogeliikheid is, om de leemten der voormaalige Regeeringform te verbeteren, zonder juist de geheele Unie van Utrecht om ver te werpen. Zij beweeren , dat ieder Gewest, tot het Plan van Holland enz. tredende, al te groote opofferingen moet doen ; dat het nog onzeker is, of de. verfchillende belangen van alle Gewesten tot één kunnen gebragt worden; dat eene Conventie, zoo als Holland begeert, zonder eenen bepaalden last en inftructie, hoogst gevaarlijk zou zijn; dat zij daarom alleen eene conftitueerende Vergadering moet zijn , beftemd tot het ontwerpen eener Conftitutie; dat daarom ook de Vergaderingen der Staaten Generaal, met die der bijzondere Provinciën, moeten aanwezig blijven; dat zij, ten laatften, daar de bijéénroeping eener Nationale Vergadering, volgends het voorftel van Holland enz., eene zaak is, tot welke zij bij hunne aanftelling ongèlast zijn , daartoe niet kunnen, noch mogen befluiten , zonder het Friefche Volk te raadpleegen , en van deszelfs goedvinden hieromtrend onderricht te worden. Het blijkt, derhalve, dat het verfchil tusfchen Holland enz., en tusfchen Frieslanden Groningen, een louter gefchil van woorden is; terwijl, volgends de erkendtenis zelve der laatften, het Volk alleen beflisfen moet, in welks naam de eerstgenoemden voor hun gemaakt ontwerp hebben geijverd. Dus moet dan, ter beflechtinge daarvan , het Volk worden opgeroepen. Het Volk moet zijne goed- of afkeuring onbewimpeld te kennen neven. Hetgeen de Vertegenwoordigers in dit geval alleen mogen doen. is een voordracht van den aard der voormaalige, en nog plaats grijpende, wijze van Beftuur, met aanwijzing der voordeelen en nadeelen, — een voordracht van het nut'en de fchaaden in het vormen eener ondeelbaare Republiek, en van de voordeelen ot -adeelen eener nationale Vertegenwoordiging, het zij net of zonder inftruftie. En, daar zij, Vertegenwoordigers, hierin zich alleen naar het goedvinden des Volks gedragen moeten, zoo blijkt van zelve, dat die E e e 2 voos*  430 De REPUBLIKEIN, voordracht aan het Volk eenvoudig, duidlijk en zééronpartijdig moet zijn , zonder aan de eene' of andere zijde de zaak te beflisfen. Ook hieruit kan men opmaaken, hoe weinig de verklaarde ftem des Volks van Zeeland in dit geval gelden kan, daar deszelfs Vertegenwoordigers in hunnen voordracht ter dier gelegenheid meer hunne bijzondere ge. voelens en geneigdheden te kennen gegeven , dan de geheele- zaak, welke in gefchil is, in haaren waaren aard, met alle de voordeelige of nadeelige gevolgen, onpartijdig hebben voorgedragen, waardoor zij op de ftem des Zeeuwfchen Volks eenen invloed hebben te weeg •gebragt, die noch met deszelfs vrije overwegingen, welke eenen veel langer voorafgaanden tijd vorderden, dan door de Reprefentanten vergund is, noch met het achtbaar charakter derzeiven, als onpartijdige voorftellers, beftaanbaar is. Om derhalve een ftuk van zooveel belang, als dat is der ondeelbaarheid onzer zeven vereenigde Gewesten en eener Nationale Vertegenwoordiging, met alle de oppermacht des gantfchen Bataaffchen Volks bekleed naar het genoegen van alle belang hebbende partijen' aftedoen, zou de gereedfte weg deze zijn: dat uit iede- n T^T'^1 Bataaflei Brahand en het Landfchap Drenthe, één bekwaam perfoon benoemd wierd; welke 9 Perfoonen zouden gelast zijn, om, binnen zekeren bepaalden tijd, eene eenvoudige en ontanijdige opgave te doen van de zaak, zoo als zij thands in gefchil is met alle de voordeelen ennadeelen, die uifdé thands plaats grijpende , en ook uit de nieuwe voorgetelde orde, daadlijk voordvloeijen, of verder zulleifgebo ren worden : welke voordracht, op d# minst kostbaare wijze aan het Publiek medegedeeld? alsdan tot een goede grondflag zou kunnen dienen, óm heJieele Bataaffche Volk in ftaat te ftellen, om, bii eenlïïgemeene oproeping zijne vrije ftem tot goedkeuring of afkeuring artikelsgewijze met ja of leen, uittebrenge, Gelijk dan ook dit middel, alzoo in het werk3' eenen nieuwen grond aan de hand zou geven Ómi deze gewichtige zaak, bij eene wettige• meide hefd van ftemmen , aftedoen ; welke overftemming anderszins ™l°Tr. egm u,td™k,iike «t^elen der Unie van Ut. recht oor zoo ver deze nog tegenwoordig gevolgd Sbez?gdTo?dljknnaïel dCr bf'an«en van den .gebezigd voidt, om het een of ander gevoelen naar -mme zulks min of meer geliefkoosd- weidt, tevcrdl  De REPUBLIKEIN. 431 digen of te onderdrukken. Deze fchijnt den RepublU kein toe , de éénige gelukkige middenweg te zullen zijn, om aan de rampzalige verdeeldheden nopens dit belangrijkst ftuk een einde te maaken, en de zaak der Vrijheid rechtftreeks te bevorderen. Burger Republikein! Uw Weekblad N°. 37, waarin de brief uit onsDiftrict geplaatst is , gaf den waaren Vaderlanderen alhier zeer veel genoegen, juist omdat daarin de waare toedracht van zaken onpartijdig voorgedragen, en het 'gedrag volkomen gefchetst wordt dier nieuwbakken patriotten en vrijheidfchreeuwers, wier doel ééniglijk belang of heerschzucbt is. Immers, zij zijn het, die onder eikanderen het Committé Revolutiotiair gemaakt, door hetzelve de bij hen bepaalde perfoonen tot Municipalen benoemd , die keus aan de Burgerij' opgedrongen (want eene oproeping des Volks in de Kerk, zonder voorftelling van perfoonen ter goed- of afkeuring, en dus zonder Item-opneming , is bij mij niets anders, dan dwang, door het gevloek en gezwets op het Goliath's Zwaard van den Haagfchen Commisfaris gefterkt), en zich dus het bewind eigendunklijk hebben aangemaatigd. Zij zijn het, die, bij dekorast der Commisfarisfen uit het Committé van Vóórlichting, diezelfde onwettig aangeftelde Regeering voor een jaar hebbende weten te continueeren, de Volks-ftem voor de tweede maal gefmoord hebben. En, ware het nog hierbij gebleven , dan zou men misfchien dat gepasfeerde, als een ftuk van provijioneele verwarring, over het hoofd kunnen zien. Maar een ander ftaaltje, hoe het alhier toegaat , is te zonderling, om niet onder het oog der Natte té brengen. Gij moet dan weten, dat onze active Municipaliteit niet in gebreke, heefc willen blijven, om , zoodra het Plan tot eene Conventie bij Holland gearrefteerd was , aanftonds twa Kiefers te doen benoemen, ten einde ook alhier eenen Reprefentant tot de toekomende Conventie te helpen wettigen. Zie hier, hoe zich die zaak toedroeg. De Municipaliteit van Ooltgensplaat en den Bommel beveelt bijKlokgeklep, bij publicatie en derzelver aanplakking, dat alle'Burgers, die Stemgerechtigden zouden willen zijn , zich twee dagen agter den anderen zouden vervoegen op het Raadhuis der eerstgenoemde Plaats, ten einde aldaar het Plan van Stemrecht Eee 3 en  432 De REPUBLIKEIN. en KiefeïS te overwegen, en het declaratoir van Holland's Reprefentanten te teekenen, tot welks opheldering eene Commisfie (N. B. beftaande uit één der 2 Bodens) zou vaceeren , met oplegging van een eeuwig ftilzwijgen en gemis van Stemrecht aan allen, die niet zouden verfchijnen. Wat wil nu het geval? Qngelukkig verfchijnt 'er , buiten de Municipaliteit cn de 2 Bodens (die N. B. beiden L'iverij-bedienden van onzen genadigen en zaligen Ambachtsheer vanSomnulsdyk geweest zijn), niet één enkel Perfoon in de gefielde 1 dagen ter teekening, juist omdat een ieder alhier over de afgedwongen Regeering-beftelling ten Loogden te onvrede is. Maar geen nood! Onze Vrijheidlievende Municipaliteit wist op het oogenblik goeden raad te nemen. Zij bragt, zonder naar iemand te wachten , haar recht van verkiefing uit. Dit laat zich gercedlijk hooren: want, daar het Volk niet opkwam , moesten zij als Reprefentanten opkomen , of liever, zij keerden, ieder voor zich zelf, te rug tot den ftaat van ambteloos Burger. Hoe 't ook zij; de benoeming van Kicfers werd door hun gedaan,en dezelve viel op Gcrrit van Schagen, Schoolmeefteren Municipaal van O >!tgensplaat , en op Anthony vanWeil, Ottd-Schoolmeefter van Bommel, almede Municipaal der voornoemde Plaats. Wat dunkt u, Republikein, van deze fchoolmeefterüjke keus ? Wie weet, of de door hen tc verkiezen Reprefentant ook geenSchoolmeefter zijn zal? of liever, wie weet, of de een den ander' niet zal verkiezen ? In welke perfoonen berust nu de Volks ftem? Geen onaardig problema indeJaad! Immers', dezelve berust in'de Municipaliteit met haare twee Ministers; en deze echter is, zoo als het heet , door de Volksftem verkoren? Hoe is dit te begrijpen? Kortom, Republikein, gij ziet uit dezefchets, hoe ellendig alhier onze toeftand zij. Ook deze is de reden, waarom wij van uwen gegevenen raad in N°. 37 geen gebruik hebben kunnen maaken. De brave Burger van Weil op den Bommel heeft nog , uit oude archieven, een request ontworpen, en ter teekening gelegd , om ook eene Municipaliteit op laatstgenoemde plaats aanteftellen met eene wettige Volks-ftem; maar noch de Regeering van het Diftrict, noch de Burgerij, bood de behulpzame hand, zoodat 'er maar zeer .weinige teekenaars opkwamen. De bron van hetkwaad fchuilt bij de overgroote gehechtheid aan het Orange'huis, welke alhier zoo groot is, dat de brave Patrio  De REPUBLIKEIN. 433 fiiets kan uitvoeren, terwijl zij zeiven, die aan het be'«' wind gekomen zijn , meestal den patriotfehen ouderdom van flechts ê maanden hebben, en dus volkomen ongefchikt zijn tot een post, waarin zij zichzelven gedrongen hebben, of door vermogende gunst zijn gezet geworden. Tot een ftaaltje behoef ik mij alleen te beroepen op onzen Leeraar van Ooltgensplaat, een Man, die nog in den allerlaatften Bedeftond , wanneer da Franfchen reeds in de Bommeler-waard waren, nog volieverig bad voor het Orange-huis: ,. dat hetzelve mogt „ gezegend en beftendig blijven tot in het laat/ie Nageftaclit, „ dat de Maan niet meer zoude zijn; dat des forsten poogin,, gen mogten agtervolgd worden met den besten zegen tot be„ 'houdvan't Vaderland; dat Mevrouw de Prinfes mogt zijn „ als eene Debora, tot eene Neêrlands Moeder en Verlosten ,, dat des Prinfe beide Zoonen, en vooral de Erfprins, door „ s'Hemels hoede mogten bewaard worden, en bejekut als met een 'réndasje in den ftrijd; dat zij in de bresfe mogten (laan voor Nederland , als andere Gideoiv,; dat God de Heer, wiens naam is Krijgsman, met etize Legerbende mogt op„ trekken cn in de fpitfe ftaan; dat ieder van onze Krijgshel„ den d jij enden en tietiduifenden van onze vijanden, de Fran„ fchen , mogten verft aan , leggende dus Jehova denselven ,, vijanden een haak in de neufe, een gebit in den mond, ge„' biedende hen te komen tot hiertoe en niet verder, en latende, ,, hen met fchaamte en fchande wederkecren langs dien weg, „ door welken zij tot ons gekomen waren" enz. En deze zelfde Man hoort naauwlijks de bevestigende tijding, dat de Franfchen te Dordrecht waren, of zijn patriotismus herleeft, hij wordt eerfte Lid van het Committé Revolutionair , verklaart de aanftelling der Regeering door wijlend' den Ambachtsheer (dien hij, niet lang te vooren , in zijne Lijkpredikatie , als een voorbeeld van rechtvaardigheid en als zijnen bijzonderen vriend had geprezen, door wien hem deze post en zeer veele andere weldaaden waren toegevoegd) als onwettig, en de afgezette Leden als onwaardig, om dien post te bekleeden, danst des Zondags,omtrend een uur na Kerk-tijd, met mantel en bef om den vrijheid-boom , en fielt, N. B. met behulp van den Haagfchen Commisfaris, den gewezen Schout en Secretaris, midsgaders den Prefident .Schepen, hoe zeer te vooren het vertrouwen der Burgerij onwaardig gekeurd, op nieuw aan. — Dit een en ander , waarover ik de aanmerkingen aan u en ieder uwer onbevooroordeelde Lézers overlaat, is genoeg, om u te doen zien den rampzaligen ftaat, waarin wij ons  434 De REPUBLIKEIN. ons bevinden, en u te toonen, dat wij, zonder ons aai» dé grootfte onaangenaamheden blootteftellen, niet éé> nen vaderlandfchen ftap doen, en dus ook uwen raad niet volgen kunnen , ten zij gij ons iet beter aan de hand wist te geven, waarnaar wij zeer verlangen, en waarmede gij zeer zult verplichten uwen beftendïgen Lezer , Adolphs.land 31 September een Vriend van orde en standvastigheid» AND WOORD. In zulk eenen ellendigen toeftand, als waarin zich de Volks-zaak van Adolph-land bevindt, blijft het moeilijk, zo niet onmooglijk, eenig herftel te bewerken, zonder dat de waare en Jïandvastige Patriotten openlijk ten voorfchijn treden. Dat zij, bij de oproeping des Volks tot regeling van bet Stemrecht door de Municipaliteit (hoe onwettig dan ook aangefteld), zijn thuisgebleven, laat zich op geen grond verdedigen. Dat zij, midden in de bhjkbaarfte wanorde, blijven ftilzitten , is geenszins prijswaardig. De Republikein, wien Zulk eene rechtftreekfche inbreuk op de rechten van den Mensch en Burger ten hoogften grieft, raadt daarom nogmaals met nadruk, dat de welgezinde Burgers zich onderling ten naauwften vereehigen ; dat zij eene vaderlandfche Societeit aanleggen» om aldaar over de burgerlijke belangen te fpreken; dat zij hunne dwaalende Medeburgers door een zagtzinnig gedrag paogen te winnen; bovenal, dat zij hunne zaak bevelen aan de naastgelegen Vaderlandfche Burgerij of Sociëteit, bij voorbeeld aan dé verdienftelijke Sociëteit, onder de Spreuk: tot behoud van Vrijheid en Gelijkheid, te Dordrecht, of ook aan de Algemeene Centrale Vergadering der Volks Sociëteiten in den Haag, welke gewis haaren bijftand tot handhaving van gelijke rechten niet zullen weigeren, en eindelijk, datzij hunne grieven vrijmoedig uitftorten in den boezem der Repreientanten van Hollands Vclk, als die — dit kunnen wij verzekeren — gereed zullen zijn, om aan de wettige klachten , al ware het flechts van één enkel Burger, gehoor en voldoening te geven. Indien de welgezinden van Ooltgensplaat en den Bommel weigerachtig zijn, om hiertoe eenen of anderen beflisfenden ftap te doen, dan hebben zij aan hunne eigen lafhartigheid alle denadeehge gevolgen te wijten , die uit de willekeurigfte fchennis van burgerlijke rechten zullen voordvloeijen*  b b REPUBLIKEIN. JUs civile est cequitas conftituta iis, qui ejusdem civi'tatis J'wït, ad res faas obtinendar. ClCERÖ. Medeburger! Gij fchrijft ten algemeenen nutte, en dus ook zeer f.eker ten voordeele van bijzondere Steden. Ik hoüde mij derhalve verzekerd , dat mijn gefchrijf u niet geheel ongerijmd zal voorkomen, daar zulks het beJang betreft van de Plaats mijner inwooning, en niet flechts van mij in 't bijzonder, maar van alle mijne Stadgenoten. Onlangs mijne aandacht vestigende op de edelaardige poogingen onzer Stedelijke Vertegenwoordigers , om de bediening van het Recht op eenen vasten en beteren voet te brengen, dan tot nog toe heeft plaats gehad , dacht ik natuurlijker wijze over het voeren der procesfen , en andere zaken , daartoe betreklijk. Indien 'er in eenig vak der politieke beheering eene verbetering nodig is , dan moet zulks volftrekt zijn in het daarftellën der meest gepaste middelen, om de voorkomende pleit-gedingen binnen zekeren bepaalden tijd aftedoen. . Is dit ftuk van eene algemeene noodzaaklijkheid voor alle dee. len van ons Gëmeenebest, zoo wel ten aanzien van de eerfte, als tweede inftantie enz., dan komt zulks vooral nog zooveel te meer in aanmerking binnen deze Stad , alwaar de aanleiding tot gefchillen, door den Handel en Zeevaart, ongelijk grooter is, én waar bet crediet zelfs onzer Kooplieden, ook buiten s'Iands, volftrektlijk vordert, dat de Pleidooijen ten fpoedigften worden afgedaan. Én zulks is in den tegenwoordigen tijd nog al van grooter belang, daar het bekend is, dat, geduurende het laatst voormaalig provifioneel Bewind, geeii aanmwkiijk proces doorgezet,- veel Fff tm  4|6 De REPUBLIKEIN. minder afgedaan is geworden. De redenen daarvan Waren gelegen in de zeer drokke ambts-bezigheden van veele Rechtsgeleerden , die zich , ten tijde der Omwenteling, met de behartiging der ftedelijke belangen wel hebben willen belasten, en juist daardoor werden verhinderd , om hunne eigen zaken voordtczetten , waarin zij dikwerf te gelijk als partijen , en als rechters, zouden hebben moeten dienen. De ongerijmdheid daarvan was zoo tastbaar , dat zij dus liever befioten, den voordgang der voornaamfte pleitgedingen voor eenen tijd optefchorten , dan aan de beoefening van het Recht den fchijn van onbillijkheid te geven. Intusfchen, is het aantal van hangende Rechts-zaken daardoor zoo groot geworden , dat het tegenwoordige Committé van Justitie naauwlijks tijds genoeg zal hebben, om de oude rol behoorlijk aftelopen, eer het tot die pleidooien komt, waarvan het begin tot deszelfs eigenlijke zittingen behoort: en daar nog bijgevoegd de langwijligheid , waarover zoo menigmaalen te vergeefsch geklaagd is in voorige dagen dan is het vooruitzicht indedaad nog grievender 'voor allen , die het ongeluk hebben , in eenig pleidooij te zijn ingewikkeld. Mij heugt , onder anderen , eene zaak van zekeren Buitenlander , die alhier, op goede, wel erkende, en door bevoegde getuigen verklaarde gronden , een proces heeft moeten voeren, hetwelk volkomen twee jaaren geduurd heeft, fchoon het gefchil , blijkens de voor handen zijnde verklaaringen van partijen , reeds binnen de zes eerfte weeken, zoo duidlijk bleek, dat ieder gezondmeny fchen-verftand hetzelve binnen twee uuren tijds konde beflisfen : eene handelwijze indedaad; welke wel voor de beurs der Praftizijns, maar nimmer Voor de vierfchaar der reden en billijkheid goedgemaakt kan worden. Over de oorzaken dezer onbillijke langwijligheid —. welke , om dit in het voorbiigaan te zeggen , in voorige dagen, onder de Orange - Ariftocratie, zoo wonderlijk fchoon ftrookte met den geheelen geestder aloude langwijlige Conftitutie — bij mij zelvefi meermaalen hebbende nagedacht, is mij zulks, tegenwoordig vooral, onder de aandacht gekomen, en gij zult het mij wel ten goede houden, wanneer ik mijne gedachten over dit onderwerp wat breeier ontWikkelc. Een  De REPUBLIKEIN. 43? Een oppervlakkig befchouwér. zou al zeer fchierlij'k op her denkbeeld vallen, dat de voornaame oorzaak van zulk eene aanmerklijke vertraaging te vinden moest zijn bii hen , tot welken zich de gefchil «-oerende partijen in de eerfte plaats begeven , naamlijk de Advokaten; en men kan niet ontkennen, dat Pleitbezorgers, die bij monde zeer drok geraadpleegd «oefen, zoo zelfs, dat zij bijkans den geneelen dag daartoe befteeden , in de onmooglijkheid ztm, om in zskm, waarin verfcheiden procesftukken voor en tegen bij den Rechter moeten dienen, den behoorlijken fpoed te maaken , dien hunne Cliënten met reden verlangen. Om 'deze nadeelige oorzaak in haare uitwerkfelen te-verhinderen , kan niet wel een ander middel worden uitgedacht, dan dat de Rechter, bi] de allereerfte kennisneming der zaak in gefchil, waarbij bij, zo hij niet geheel onervaren is, zeer wel over het meer of min ingewikkelde kan oordeelen, eene termijn van afdoening bepaale , met dien bijgevoegden aandrang, dat een Advokaat, aan dien termijn niet voldoende,' in zekere boete verwezen, er* Ae behandeling der bewuste zaak aan eenen ander' zal -vorden overgedragen, zonder echter den Advokaat te benemen zijn recht van verandwoording, indien de vertraaging buiten zijne fchuld door onvoorziene omHandigheden ware veroorzaakt geworden. _ Eene andere oorzaak zal zommigen toe fchnnen geleden te zijn in de keuren en wijze van rechten, die no", bij voorddtturing gevolgd worden, welke keuren zekerlijk zoodanig zijn, dat de Advokaat dier partij, welker onrecht reeds bij den eerften opflagbhjkt, door ■ kiStie reliëf, declaratie, protest, en door duilend andere bènaamingen, welken dc kunst van delibereeren ■beeft uitgevonden, zijne zaak zeer lang weet uitterekken , en daardoor den Rechter zelf. buiten ftaat ftelt, om fpoediger te vonnifen. Dat deze reden ook voornaamlijk geldt, is van zelve blijkbaar uit de meenigvuldige aften en documenten , welken tot het waar verftand eener zaak gewoonlijk worden bijgebragt, eer vij tot haare beilisüng nadert. En het is zeker, dat deze oorzaak niet kan wegvallen, dan door eene volkomene hervorming der praktijk, waarbij de Rechter, of wel de wetgevende Macht der geheele Republiek, zal behooren te bevelen, dat flechts ééne voordracht van beide partijen in gefchrifte zal mogen worden overEff % Sc"  438 De REPUBLIKEIN. geleverd, en dat de uitfpraak zal gefchieden naar da gronden, welken in beide gefchriften, vóór entegen, zullen vervat zijn. Zijn deze gronden wel ontwikkeld , dan zullen zij voor kundige en onpartijdige Rechters , welken men vooronderftelt, genoegzaam zijn, om de zaak te beoordeelen en üittewijzen, zonder dat zij behoeven bloot te ftaan voor de ellendige en kunftige uitvluchten, waarvan zich de nimmer uitgeleerde fchranderheid of list weet te bedienen. Dan, het zijn deze twee voornaame oorzaken niet, welken ik thands bedoele. Zij mogen waarlijk .—■ dit kan ik niet ontkennen >— zeer veel bijdragen tot vertraaging der pleidooijen ; maar zij zijn echter de éénige niet. Eene voornaame , en wel hoogst aanjnerklijke, oorzaak fchijnt mij toe te berusten in de Procureurs ter dezer Stede. Men weet, dat 'er geen croces kan gevoerd worden , of het moet door hunne handen gaan. Zij zijn de bezorgers der ftukken, die voor den Rechter moeten dienen , nadat de Ad. vokaten van beide partijen hunne ftellingen hebben opgegeven. De wet en het gebruik hebben hen beftemd , om den Rechter zekerheid te geven , dat de gewoone formulen , ufantiën, zegels enz. behoorlijk zijn in acht genomen, zoo dat hij zich, daarop verlatende , jn goeden gemoede de uitfpraak zal kunnen doen. Maar, hoe zal nu, in eene zoo volkrijkeftad, als deze, een getal van agt Procureurs, zoo als 'er, volgends bepaalde keur , alhier flechts mogen dienen,' genoegzaam'zijn , om het meenigvuldig' aantal van techts-zaken te regelen, welke zich dagelijks opdoen, daar zelfs zij, niet alleen in pleidooijen, die bij gefchriften behandeld, maar ook in mindere zaken, die alleen door één gewijsde van den Rechter worden afgedaan , de afwezigheid en de plaats van den Advokaat vervullen? Indien men nagaat het overgroot ge-' tal van Advokaten binnen deze Stad, die echter allen, de een meer, de ander min, dagelijks hunne gevoelens over rechts-zaken vóór de balie ontvouwen, ■wie zal zich dan bij mooglijkbeid kunnen overreeden' dat een zoo gering getal van Procureurs', door welken toch alle ftukken en aften ter tafel der Rechters moeten komen , in ftaat zij, om dit alles behoorlijk aftedoen, al waren zij ook van een oneindig grooter getal van Klerken voorzien, dan zij daadlijk zijn?De Werkzaamheid toch van één zoodanig mensch, al is  De REPUBLIKEIN. 439 hij ook nog zoo vlijtig , bepaalt zich binnen naauwe grenfen : de billijkheid vordert, dat de ijverige man. behoorlijken tijd van eten , uitfpanning enz. hebbe, en het is onbetwistbaar , dat hij , van zijne werkzaamheid nog afzonderende gefprekken , welken hij moet houden , om de zaak in gefchil wel te vatten, den tijd , welken hij nodig heeft tot vergelijking der ingekomen gefchriften , en het overzien van den arbeid zijner Bedienden, flechts zeer weinig werks zal kunnen voleinden, in vergelijkinge dier meenigvuldige zaken, welke dagelijks voorkomen. Is het nu billijk , dat de vertraaging der Rechts zaken zal blijven voordduuren , ten gevalle van Perfoonen , die zich volftrekt buiten ftaat bevinden, om het lopende werk ten eiude te brengen ? — Deze zwaarigheid worde nog bedenklijker, indien eens het geval wil, dat van de''agt Procureurs flechts drie of vier zijn , die de geheele praktijk, zoo als men zegt, in handen hebben, terwijl de overigen bij de Burgerij minder in aanmerking komen. Zoo lang 'er toch een zeker getal van bevoegde Perfoonen is, om het Recht to bedienen, dan ftaat het ieder Burger vrij, om zich toe den genen te vervoegen, die hem het best.gevalt, af liever, de Burger, die zijne zaak wil bevorderen, ziet zich bijkans genoodzaakt, alleen de hulp te verzoeken van hun, die uit dat gering getal r.og de meeste zaken om handen hebben. Immers — en dit is een ander zeer aanmerkliik nadeel, het welk uit het gering getal van Procureurs geboren wordt —- het waren in voorige dagen juist die genen, die, omdat zij dagelijks vóór de Rechtbank verfchijnen, van een onontbeerlijk nut waren voor Rechters., die, zei ven nier genoeg ervaren zijnde in den ftijl van rechten , zetrr veel, zo niet alles, op het woord van den Procureur moesten laten aankomen; het zijn juist die genen, zeg ik. die eigenlijk de rechtbank • uitmaaken. Zij zijn het — en dit heeft de ondervinding maar al te blijkbaar geleerd — die zich het meestetfebap over de rol aanmaattgdeh ; die de Rechters overreedden , om alleen die zaak te behandelen, welke door hun werd voorgedragen, offchoon vijftig anderen,volgends de rol, nog hadden behooren vooraftegaan; die daardoor alle anderen , wier zaak in handen der overige Procureurs was , onderdrukten , en dus eenen ieder tot zich hebben weten te lokken, die Hechts verlangFff 3 de,  44o De REPUBLIKEIN. de, dat zijne zaak wierd voordgezet. Ik zal hier niet eens gewaagen van het gerucht, dat in voorige dagen vrij algemeen was; dat men, naamlijk, aan ^oodanigen Procureur, die bij Schepens-bank gezien was, flechts een goeden fteek-penning behoefde te geven, om zeker te zijn van de voordzetting zijner zaak. Ik hoop, dat zoodanige gewoonte, bij den tegen woordigen ftaat van zaken , waarin men* de burgerlijke vrijheid en gelijkheid openbaar belijdt, geene plaats meer hebben zal:,maar het is volftrekt nodig, dat niet alleen de aangeftelde Rechters, maar ook ieder Burger, Hoofd voor.hoofd, toezie, en uitdruklijk zorge, dat zoortgelijke fchande! ike knevelarijen nimmermeer zullen gedoogd , en zelfs , indien zij onverhoopt mogten plaats grijpen, openbaar gemaakt, cn met alle geftrengheid zullen geweerd worden. In eenen Burgerftaat, toch, is niets heiliger, dan het Recht, en deszelfs beoefening. Hetzelve moet, in den allerfterkften zin, afgefcheiden zijn van alle omkooping, knevelarij, bedrog; in één woord, van alles, wat immer onrechtmaatig kan genoemd worden. —• Ja, bet was van daar, dat de ondervinding geleerd heeft, dat zoodanige gezagvoerende Procureurs (wier inkomen men, door zulk eene manier van han» delen , wel eens begroot heeft op de bijfter groote fom van 2j.,ooo tot 30,000 Gids. in het jaar) zich een'aanzien hebben verworven, die voor dat van eenen quantgeparuikteri Burgemeester des voorigen Gouvernements niet behoefde te zwichten. Van daar, dat de Advokaten - zelfs Advokaten van naam — den Wel-Ede'.en Heer Procureur onderdanig naar zijne gezondheid vra gen,-en, offchoon zij eigenlijk-de pleitbezorgers, en tot Meesters in de Rechten bevorderd waren, hem echter eerbiedig moesten naderen, om uit zijnen mond te hooren, of het hem gelegen zou komen , hunne zaak voordtezetten, ja, dan neen? Vandaar, eiudelijk, dat hij, die den Procureur ten vriend had, zich taamlijk zeker konde reekenen wegens den voordeeligen uitflag zijner zaak, zelfs alvoorens zij bepleit was. Na alle deze aanmerkingen, welken ik voor mij oordeele,- uit eene voormaalige befchouwing te hebben mogen opmaaken, zal het niet nodig zijn, verdere redenen aantevoeren , om te doen zien , dat het belang dezer Stad , het belang van alle Ingezetenen, en van ieder Burger in het bijzonder , 't welk volftrektlijk gehecht is aan eene fpoedige en onpartijdige  De REPUBLIKEIN. 441 te beoefening van het Recht, ten fterkften vordert, ra het gering getal der agt Procureurs , als zijnde bii geene moeilijkheid in ftaat, om de hangende en lopende Rechts-zaken aftedoen, worde vermeerderd, ten einde* daardoor eene voornaame mede-oorzaak in de vertraaging van het Juftitie-wezen wegtenemen. Hoe pni"en fprong te maaken. Zie daar Medeburger! eenige bedenkingen over ons Stedelijk Rechts-wezen, welke mij toefchijnen, met ieheel ongewichtig te zijn, en misfchien ook voor andere Steden en Rechtbanken van eenige nuttigheid v'ülen kunnen wezen. Kan eene hartlijke deelneming .la het belang uwer Medeburgeren u van het gewicht derzei ven even zeer overtuigen, als mij, dan vertrouw ik dat gij dezelven niet zult weigeren te plaatzen, fen einde daardoor aan anderen , die meer invloed hebben op het Stedelijk Bewind de herftel]ing dezer zaak aantebevelen. Bij eene andere gelegenheid, deel ik u mogelijk nog iet anders, betreffende het Rechtswezen, en deszelfs verbetering, mede. Ik blijf mtusfchen uw getrouwe Lezer, en Amsteldamsch Medebusges. Jmfleldam 12 van Qüibet i-795.  442 £> £ R E P U B L I K E I N B. N.B. Onzen geachtten Lezeren zii hiermede ^t-VfS1,1 2.ev'0lSe^"ereerfte Ontwerp van dit Pijdfchrift (zie Bladz. i2), binnen kort eene Biftage tot du eerfte Deel zal worden uitgegeven, beftaande uit zoodanige gedrukte en ongedrukte ftukken , welke de tegenwoordige Omwenteling kenmerken , en dus tot haare Gefchiedenis behooren. Wii verzoeken daarom nogmaals allen, die aanwijzing kunnen doen van gedrukte, of in de gelegenheid ziin om ons belangrijke ongedrukte ftukken van dezen aard medetedeelen, ons met hunne aanwijzing en bijdragen te vereeren .- gelik wij onze geachtte Correspondenten, onder dankbetuiging voor hunne toegezonden aanmerkingen, zeer vriendlijk verzoeken, hunne Cor- 5e R^Sr iVn' tC, r i,ü£n aS,tervoISe» > om dus aan de Bataaffche Republiek , welke eerlang van de Om, wemeling een einde fchijnt te zullen maaken , en tot een geregeld Beftuur te zullen overgaan, door be. daarde voorftellingen der waare Geiijklieid, Vrijheid en Broederfchap, een wezenlijk nut te doen. ' Nog zij onzen Lezeren bericht, dat de Titel en Tm houd voor het eerfte Deel, welk met dit Nommer conL pleet is, eerstdaags zullen worden medegedeeld ïeAmfterdam bij M. Schalekamp, in de Warmoe firaat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den IS' T>1^ TÏT'i D°rdt Blus«en Zoon. Viw' J Plaat. Leyden> HonkoopenHerding. HaarlemWnhé ft/I n" f" Wed" van Bmsfel. Schiedam Sweben Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. JSr' Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Z« van Aaken. Ut/echt G. T. van Paddenburg en ^ ',r en de Wed- Terveen. 's Bosch PaHc? Middelburg Gillisfen. Groningen Oomke, s L»ev' warden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer ' en in de overige Steden der Republiek, bi' de voornaamfte Boekverkopers, wordt dit Blad 's Maandags met een No. verYolgd a ijr StuiY.