( 464 ) héden,dienhyaanvoerd (*) naauwkeurig overweeg^ dan moet men zig billyk verwonderen, waarom boufler zo weinig van de fouten der Attacque beeft geproflteert. §. 56. Eene omftandigheid, die in het algemeen van gewigt is, komt de bezetting ter hunner verdediging, eejn'gfints te ftade. Zy waren met geen genoegzaam kruid voorzien , en om die reedeii wierd den Ridder van Luxenberg met 2500 Ruiters, die iedereen zak met 50 tot 60 pond kruid achter zig op het paerd hadden, afgezonden,om dit gebrek eenigziuts te vergoeden; edoch de aanflag kwam niet tot ftand, de Geallieerde ontdekte hen,en 'er kwamen alleen ongeveer 200 a 300 man in de Stad (**). De levensmiddelen waren ook (*) Raifonnernent vön Attacque pag. 150. Onze Artiile. rie had aan de Wallen noch niets gedaan. Er was geen Terrain, om verder te Sappeeren; maar het kwam daar op aan, om de Graaven te vullen. De Bolwerken waren geretrancheert,het Guarnizoen had voor geen overval te vreezen. Wanneer men een Plaats wilde beltonnen, alwaar een Water-Graav , flegte Galleryen, die men gemeenlyk fnial maakt, de Bresfchen geretrancheert, en manfchappen daar agter plaatst,die zig wel willen defendeeren,dit alles veroorzaakte toch eene generaale bedekking. Ik weet niet, hoe den Handel zoude zyn afgeloopen, wanneer de vyand ons het Terrain beter hadden willen betwisten, zo als hy doen konde, en wy kunnen wel zeggen, dat het Guarnizoen ons een grooten dienst bewees, door zig over te geeven. (**) Theatr. Europ. 1. c. p. ros.  ( 472 ) Manoeuvres,die door een corps pkoischen, onder de orde van den generaal major , en inspecteur der westphaalsche regimenten, vam ROMBERG, zyn uitgevoerd geworden. Dispositie op den jden Juny 1791. Orere de battaille. CL JV CU pp ^J q. pp )LJ ö B » cdtoS td h » o cT-s 5"c7< 5* o" < "-« ii ra n> n> a> 0q rjq sr PT* 'sMorgens, om 6 uuren, ftaan de 3 Regimenten op de Ptee d'Armes, ieder man heeft 10 Patroonen, 'er word geladen, met Divifien, regts afgemarcheert, en in een bepaalt Allignement, links ingezwonken. De Signalen worden door Canon-fchooten gegeven. 1 fteSignaal:halt ! met Divifien, links zwenkt et Front. 2de  C 473 ) ode Signaal, met Pelottons 2 maal op de plaats, Chargeeren. 3de Signaal, Battaillons links om keert ü ! met Pelottons op de plaats, gechargeert, wanneer alles gefchouderd heeft, links herfteld u! waarop aanftonds: Battaillons! voorwaards marsch ! word gecommandeert, de Vaanen voor treeden, en alligneeren zig met het ifte Battaillon van Romberg, waar naar de richting gefchied. 4de Signaal , word gecommandeerd marsch! 5de Signaal, halt! met Pelottons Chargeert. 6de Signaal, marsch ! 7de Signaal, halt ! met Battaillons Chargeert, waar by word overgefprongen. Het Grenadier Battaillon van Woldeck vangt aan. 8fte Signaal, marsch ! 9de Signaal , halt ! waar op de Officieren en voormarcheerende Vaanen, van het richtings Battaillon, 2 pasfen voortreden, en de overige Officieren der andere Battaillons, zig aanftonds, in dit Allignement, der Officieren van het richtings Battaillon, Alligneeren, als dan word gecommandeert, richt u! De Commandanten richten zo fpoedig als mogelyk, en dan word het geweer in den arm genomen, en met het richtings Battaillon, te gelyk weder aangevat. 10de Signaal,Battaillons links omkeert o! de Vaanen treeden aanftonds voor, en richten zig accuraat. 11 de Signaal! marsch. Ii 5 12de  ( 407 ) ■ bekwaam Onder-Officier met 20 man, terug liet, om zich van achteren te dekken, en daar mede, altyd de Retraite open te houden , doch met alle de overige, den vyand vervolgde. Hier over kan men het beste oordeelen, naar het terrain, en naar den afftand, zo wel van zyne; als van de vyandelyke Armee. Een zodanige commandecrendeOfficier, van een Detachement, mag niets onderneemen, of uitvoeren, zonder hy zynen Chef daar van alvoorens .onderrecht, en zyne toeftemming bekoomen te hebben, ten zy, in zodanige gewenschte omftandigheden, dat het geluk eene gunftige en onfeilbaare gelegenheid aanbied , daar men daadelyk gebruik van makekan, wanneer het zelve, naamlyk het Commando, niet direct, het tegendeel, is bevoolen. Wanneer een zodanige voor de fpitze van het Leger of in 't algemeen,op Voorposten, ftaande Officier geen uitdrukkelyk bevel heeft, om zig hartnekkig te verdedigen, dan moet hy zig nimmer op eene byftand van de Armee verlaaten,hy moet derhalven ingeval van een Aanval,zich nooit in een Kafteel of ergens anders vast zetten,alzo hy dan onfeilbaar verlooren is, wanneer de vyand hem influit, en is derhalven, ongeacht de beste verdediging, altyd te berispen. Hy moet dus aanftonds, in het begin, zyne terug togt wel overleggen, en by eene Attacque,als een braave Soldaat, ter uitvoering brengen, edoch zoeken, den vyand allen mogelyken afbreuk te doen, en zyn post nooit, wegens een valsch Alarm, verlaaten. L 1 3 VER-  ( 493 ) VERHANDELING Over den aanval, en verdediging van een corps artillerie, in het open veld, en orde de Battaille, paralllle. Ik veronderftel,dat ingevolge de Dispofitie, de dezerzydfche Armee, tot op ongeveer 2CC0 pasfen van den vyand, in verfcheide Colonnen aanrukt, en als dan in Slag-orde, opmarcheert, de tegenzydfche Armee hun reeds in orde afwagt, of zelvs .wel direct, te gemoet trekt. Hier trekken de Brigaden die a la Tete der Colonne, marcheeren, terftond 30 pasfen voor het Front, en richten hun vuur,hec weik op dezen afftand, wegens zyne onzekerheid , buiten dien , niets meer als alleenlyk fchrik kan aanjagen , alleen tegen de vyandelyke Artillerie, om het vuur derzelve, zo veel te onzekerder te maaken, cn den deezer zydfche Troupen, insgelyks de Batteryen die niet a la Tete zyn, daar door tyd te geeven, hunnen opmarsen, met; behoorlyke contenance en richting te volvoeren. Doch detegengeftelde Artillerie, moet, hun langzaam, doch wel ingericht vuur, op de deploijeerende Colonnen bepaalen, om hunnen opmarsch te vertragen , en de nog niet gericht zynde Troupen , door aangejaagden fchrik,in disorde zoeken te brengen , want den Soldaat word voornaamlyk fchrik aangejaagd , wanneer hy zich nog in geen behoorly ken ftaat bevind,om zig te verdedigen.  C 499 ) Zo, als de Slagorde aantrekt, moet de , voor dezelve ftaande Artillerie, van 30 tot 40 pasfen, altyd met een forfchen tred en met vaardige fchikkingen avanceeren, ten einde zy ten minften altyd eens, zo niet tweemaal kan vuuren, tot dat hen de Linie weder te zeer nadere enz. tot ongeveer op 400 pasfen, wanneer de Infanterie zig, tot het vuuren met klein Geweer, gereedmaakt, daar als dan de Brigaden, tusfchen de intervallen, intrekken, en dan met de Infanterie, te gelyk avnncecren, of den vyand met het fterkfte vuur , in vreeze ftellen. Ten opzigte van de richting, is, zo, wanneer de Armee tot op 1200 pasfen, is genaderd, deze, in alle gevallen,geldende en algemeeneGrondftelling,aan te neemen,dat men zyn Artillerievuur, het welk nu , op dezen afftand, beflisfende begint te worden, telkens op dit punt richte, waar men zei. ve denkt in te dringen, doch nimmer moet men zyn vuur verfpreiden, want een zodanig vuur beflischt niets, waar en tegen een,in één punt,vereenigd vuur , een zeer voordceüge werking kan veroorzaakeu, doch het welk de in de nabyheid zig bevindende Bevelhebbers, alleen zig ten nurten, moeten weeten te maaken. Ten opzigte van de Vleugel Batteryen, volgt daar uit, dat zy op den afftand van 1200 pasfen, of minder, wanneer de Cavallerie, gelyk gewoonlyk, op de Vleugel is gefteld, hun vuur eenig en alleen, heftig, fchuins op de Cavallerie aanleggen, en voornaamlyk, (wanneer het de grond toelaat) met recocheteerende of rollende Granaten, deze L 1 4 Ca-  ( 50© ) Cavallerie in disorde zoeken te brengen, ten einde het de dezerzydfche Cavallerie, zo veel te gemaklyker word, de vyandelyke overhoop te werpen, en daar door de flancquen, van de vyandelyke Infanterie te ontblooten , en te overwinnen. Doch zo aanftonds de dezerzydfche Cavallerie de tegen zydfche met alle kracht aanvalt , moet de Commandant van dc Battery van den Vleugel, zyn vuur doen ophouden, zig gezwind in de Linie zyner Infanterie, terug ftellen, en voords het zelve tegen de tegenzydfche Vleugel-Batteryen rigten, ten einde deze in hunne bewegingen, om hunne flancquen te dekken, ingeval hunne Cavallerie wierde overhoop geworpen, zo veel als mogelyk, mogen verhinderd worden. Zoude nochtans de dees zydige Cavallerie over hoop geworpen worden, (waar op de Commandant van de Artillerie naauwkeurig moet acht geven) moet de Artillerie Capitein de Vleugel-Battery van de eerfte Linie door een foort van een vierdedeels zwenking, rugwaards, met een gezwinde naauwkeurigheid in de flancque zetten, en de Vleugel-Battery der tweede Linie moet door een agtfte deels zwenking voorwaards, de pofitie zo neemen , dat beide de Batteryen een kruiswegs en fterk Cardoezen-vuur op de aandringende Cavallerie, aanhouden, en daar door niet alleen, de Cavallerie van den vyand, van den inval in de flancquen der Infanterie zoeken af te houden, maar ook de dezer zydfche Cavallerie,daar door gelegenheid te geven, dit gebrek te remedieren , en den vyand wederom terug te dry ven, waarop , wanneer dit gelukt, de Batteryen zig en ordre de  ( 50i ) de Battaille weder hèrftellen , en de Battery van de eerfte Linie hun vuur, naar de voorige Grondftelling, voordzetten. Doch met opzigt tot de midden Batteryen, oordeele ik, dat zy in een korter diftantie, hun geheel vuur, alleen op één punt aanbrengen , en hier eene fchcuring en opening zoeken te maaken, wanneer als dan, de dezer zydfche,aan dit punt zig bevindende,Generaal, terftond het zo diend te treffen, dat door de Infanterie , dewelke zig opent, cn voor hun plaats maakt, één of twee Esquadrons ligte Cavallerie , die zig agter de Batteryen, in de nabyheid ophouden , doortrekken, in het, in disorde geraakte vyandelyke Battaillon inbreeken, en den vyand geen cyd laten, deze disorde, door een nieuw of frisch Battaillon, uit de tweede Linie , te remedieeren. Zoude dit gelukken, zo zal als dan , deze midden Battery , benevens de, ter hunner zyde zig bevindende Infanterie, met verdubbelde fchreeden,aanftonds inde gemaakte opening der vyandelyke eerfte Linie indringen, cn zyn fterk Cardoefen-vuur, tegen die troupen van de vyandelyke tweede Linie , die hier tot hulp aankomen, richten. Doch, terwyl de tegcnzydfche in een zodanig geval, ook Cavallerie, in gereedheid, konden hebben, waar mede hy de dezerzydfche Cavallerie, door eene fterken Aanval ontfinge, zo moet hier de Commandant van de Battery insgelyks , niet al tej driftig, voor de Infanterie avauceeren , maar wel acht geven, dat deze ook zyne flancquen dekke, en boveu dien, zal hy een L I 5 ge.  ( 508 ) geval, 't geen ik daar voor houde, dat het den Officier van de Artillerie best is , zig met zyne manfchappen', zonder zyn Canon, terug te trekken, alzo het hier onmogelyk is, iets van meer belang, te verrichten, tiet is niet te denken, dat men een Capitein, na dat hy alles gedaan heeft, wat ook een braav man doen kan, berispen, of uit een oud vooroordeel, zelvs wel geheel condemneren , wyl hy zyne Canonnen verlooren heeft. Zoude zulks toch gebeuren, dan moet hy zyn ongeluk, met ftandvastigheid doorftaan,en zig daar mede troosten, dat hy niet den eenige Officier is, dien meermaals, dat ongeluk als een Laster, op rekening gefield is , in plaats dat het onverdiende geluk, Lof en groote verdienden, te weeg brengt. Er zal altyd nog eene klein getal doorzigtige en rechtfchaapene mannen overblyven, die een zodanige Officier hunne achting niet zullen onttrekken, en dit moet voor hem meer waardig zyn, als het geheele gros van het groote en kleine gepeupel, of gemeene volk. De Artillerie van het Corps de Referve moet, wanneer de dezer zydfche Armee geflagen word > met een aanhoudend vuur, den terug togt der andere Troepen, dekken , en met alle mogelyke orde en naar gefteldheid, alleen fuccesfivelyk retireeren, ook by pasfeering van Defilees en Bruggen, altoos te vooren, aan de overzyde, laaten post vatten, ten einde bet vuur van de andere kant, den dezer zydfche terug togt, op zyn tyd dekken kan. Maar om houte Bruggen, aanftonds agter zig weg te branden, zal men wel doen, wanneer men te vooren daar  ( 5°9 ) daar op reeds bedagt is, en eenige bosfchen ftroo en een vat met teer, of andere fterk en ligt brandbaare ftoffen heeft mede genoomen. Dit gefchied zynde , geefc men die, welke aan geene zyde post gevat hebben , te gelyk het bevel, om een OnderOfficier en een Paar man , op de Brug te laaten, die aan de eene zyde van de Brug, wat ftroo ftrooijen, (ten einde op de andere zyde derzelve, de pasfagie blyve) voords wat teer daar op gieten, en hier in wat kruid van een gefcheurde patroon fchudden, als dan wederom ftroo daar over, en weder teer en kruid &c. waar by de Onder-Officier met een brandende lont, en aanfteekende brandhoutjens in gereedheid blyft, en niet eerder aanfteekt, of de aanfteekende brandhoutjens daar in werpt, voor dat de laatfte Artillerie en de Ojteue van het Corps de Referve gepasfeert is , of in alle gevallen geheel is afgefneeden, zo dat zy niet meer pasfeeren kan. Zouden echter de Bruggen alleen worden afgenomen , dan verrichten zulks andere Troupen, wyl het de Artillerie niet aangaat. Op Steene Bruggen , moeten aanftonds eenige manfchappen, met fteen-breekers defteenen los maaken, en tot aan den hoekfteen , eene groote Granaad worden ingelegt, die men als dan, naar dat den brand, met een loopend vuur, voorzien is, weder toeftopt , en ter behoorlyker tyd aanfteekt; doch men moet in allen gevallen, hier toe reeds van te vooren geprepareert zyn , anders is het in zodanige gevallen, onmogelyk, Is de vyand nochtans geflagen, dan zal niet alleen de dezer zydfche Artillerie , zo lang in het M m vuur  ( 5io ) vuur blyven, als de vyand flechts noch af tekhrikken is,ten einde hy zo veel te verder,daar van word terug gehouden, om zig weder te herftellen. Doch de Artillerie van het Corps de Referve , dat hem moet vervolgen, moet hun vuur nimmer buiten noodzaaklykheid gebruiken, maar het zelve voorzigtig , op zodanige tyden emploijeren, wanneer het denagterhaalden vyand, werkelyk, met nadruk, kan befchieten , want ook eene vlugtende vyand, moet men nooit verachtelyk behandelen; een fchielyk en ftandvastig befluit, voornaamlyk, wanneer hem de vertwyftling bevangt, kan dikwyls noch grooter dingen uitvoeren, gelyk de ondervinding genoeg leert. Derhalven moet deeze Artillerie van het Corps de Referve, in het vervolgen van den vyand, met alle, maar mogelyke orde en oplettenheid marcheeren,en ageeren, desgelyks moeten de andere gezamentlyke Brigaden, en Regiments-Canonnen ook na den Slag, in gereedheid, en de manfchappen by het Gefchut, te faamen worden gehouden , zo om zig' daar doo^ niet, te verloopen , en op het plunderen af te gaan, toegelaaten worden. Om dit te weeg te brengen, moet ieder Onder-Officier, zyne manfchappen wel in 'toog houden,doch de Officiermoet aanftonds na de Actie, de noch prefent zynde gezonde manfchappen en paarden laaten optekenen, ten einde men daar uit zien kan, of niet iemand gedcferteert is. Voor het overigen moet den Officier daarvoor zorgen, dat zyne geblesfeerden te zamen gebragt en verbonden worden, ook moet hy laten onderzoeken, wat aan het Gefchut mauqueert, cn hoeveel pa-  C 5" ) patroonen 'er zyn verfchooten geworden. Van dit alles, naamlyk wat zo wel van de manfchappen als paarden, gebleeven of verwond is, als ook: wat aan het Gefchut befchadigd, als mede hoe veel van de Ammunitie gebruikt is , waar van hy aan zyn Opperbevelhebber een fpoedig fchriftelyk raport afzend, ten einde alle manquementeu ten fpoedigfte worden geremedieert. By 't fluiten van deze verhandeling, fchiet my noch iets te binnen, 't welk veelligt menig een, belachlyk zal voorkomen, doch dat ik ongeacht, dezelve, voor zeer nuttig befchouw. Ik houde bet daar voor, dat het voor de Artillerie-dienst, voomaamlyk , dienftig zyn zoude, wanneer men een fterkgeluitgevendInftrumentuitvond,waardoor de commandeerende Officier, geduurende de hevigheid van het vuur, zyne manfchappen het behoorlyke teken liet geven , want de trom is by manfchappen, die door het vuur, byna doov geworden zyn,deels niet fterk genoeg,en deeis heeft de Infanterie dezelve ook, en kan derhalven, by beiden, een misverftand veroorzaaken , naamlyk de Artillerie kan gelooven, dat het teken van de naast by zynde Battaillons, hun aangaat, en het teken der Artillerie kan weder de naby zynde Infanterie misleiden. Doch wanneer een zodanig Inftrument, zich, door zynen wilden toon, van alle overige Troupen onderfcheidde, dan konde geen vergisfing daar uit voortvloeijen, en een vreeslyke en brullende klank, was voor het verdoofde gehoor der Artillerie, het beste gefchikt. Mm 2 DE  [ 512 ) DE WYZE Hoedanig zig een officier moet gedragen, die met een commando , daar de armee campeert, in een dorp geposteert is. Een zodanig Detachement dient tot zekerheid, van de geheele Armee, en Ion derhalven nimmer, wegens eene te vreezene overrompeling, genoegzaame voorzigtigheid gebruiken. Alvoorens nu het zelve aldaar inrukt, zo moet de Bevelhebber te vooren , alle toegangen naauwkeurig recognosceeren, op alle Wegen, Patrouilles uitzenden, om te onderzoeken, welk een fituatie de vyand tegen hem heeft, geduurende dezen tyd, laat hy aan de andere zyde van het Dorp, op een, daar toe bekwaame plaats , eene Veldvvagt uitzetten, ook alle toegangen, tot het Dorp, met Infanterie Wagten bezetten , om te gelyk te verhinderen , dat uit het Dorp , niemand naar den vyand overloope, om denzelven naricht te kunnen geven. Wanneer op zodanige wyze, alle precautien zyn genoomen,en de Patrouilles, niets van belang hebben vernoomen, om zynen gemaakten aanflag, eenigzins te verydelen , dan trekt het Detachement naar het Quartier. De fchildwagten van de Infanterie, buiten het Dorp, moeten zo gefield worden, dat alle kleine en groote Wegen, als ook de Voetpaden, met Posten bezet zyn, en terwyl de  (513) t de voomaamfte toegangen tot het Dorp, meteen Officier of bekwaam Onder-Officier zyn bezet, ver. mits deze Posten, de meeste manfchappen by zig hebben,zo moet dezelve,door de Infanterie rondom het Dorp laten patrouilleren, om alle de gedetacheerde Posten, in de nodige waakzaamheid te houden. Wanneer de vyand niet naby, en voor denzelven ,niet|fchielyk iets te vreezen is, en zo wel de Veldwagten, als Infanterie-posten behoorlyk uitgezet zyn, en wegens de uittezenden Patrouillen, alles geordonneert is, dan kan de Cavallerie afzadelen en voederen, en benevens de Infanterie in hunne Quartieren blyven; doch tegen den avond word weder opgezadeld , en trekt zo wel de Cavallerie als Infanterie, op de, aan de manfchappen, by't inrukken, aangeweezen Alarm-plaats , alwaar dezelve, tot den opgang der Zon, en de, des morgens uitgezondene Patrouilles , terug gekoomen zyn, en ook geen nieuws hebben mede gebragt, moeten blyven; in alle geval, kunnen ook eenige in de nabyheid van de verkozen plaats, zig bevindende huizen, by flegt weêr, tot Piquet-huizen worden genoomen, edog dat alles waakzaam en tot de bepaalde oogenblikkelyke uitrukking, op het minde gerucht of alarm, by de hand zyn. Zoude veelligt kort by een zodanig Dorp, op eene hoogte, een oud Slot zyn, het welk eenigzins ware te bevestigen, dan trekt men omtrent den avond, daar op aan, edoch kleine Wachten blyven in het Dorp ftaan, doch dezelve moeten Mm 3 zig,  ( 5H ) zig, by een fomtyds voorvallende Aanval, insgelyks hooger op begeven. Maar is de vyand in de nabyheid, zodat men zich ook by dag, een overval moet voordellen, dan laat de Commandant, wel het geheele Commando, Biljetten geven; doch alleen gelederwyze, of wanneer meer Compagnien te zamen zyn, Com. pagnies wyze, in de Quartieren gaan, dewelke zig, op de, aan hun bepaalden tyd, wederom by het zelve, moeten vervoegen, en de andere daar voor in de Quartieren kunnen gaan; doch de Cavallerie blyft op de plaats, en word by beurte gevoedert, zo dat altyd de halffcheid opgetoomd blyve, en op 't moment klaar ftaat, edog eenige gaan naar binnen, en haaien het nodige voor zich en hunne cammeraden ,op een behoorlyke wyze, daar uit, doch het zekerst is dit, wanneer de Commandant, ingeval, gelyk reeds gezegtis , de vyand, zeer naby is, voor het geheele Commando , de buiten Wachten of Posten daar onder begrepen, zich het nodige uit het Dorp laat leveren, het zelve,voor allen, in gelyke deelen verdeelt , en zo wel aan de gedetacheerde Wagt zend, als ook aan zyne by zig hebbende manfchappen, uitdeelt, teneinde al het marodeeren vermyd, en het Commando by eikanderen word gehouden. Des nagts gaat men even zo te werk, alleen dat een gelid van de Infanterie of ééne Compagnie, onder het Geweer, en de helft van de Cavallerie, de Paarden opgetoomd en by de hand hebben , beurt-wyze moet blyve, en met het aanbreken van den dag,toome de  ( 515 ) de geheele Cavallerie op, om aanftonds allen te gelyk te kunnen opzitten,ook laat men,zo veel mogelyk, alle ingangen tot het Dorp,zo reeds met Infanterie Wagten zyn bezet, noch met te famen gevaaren Wagens, Ladders, Mest of iets diergelyks toemaken/ Is het Dorp zo gefitueert, dat het Commando niet heeft te vreezen, om overvallen te worden, ook daar by fecours vervvagt; dan laat men ook wel een Redoute voor- of agter het Dorp daar 't mogelyk is, op eene hoogte, opwerpen, naar dat de ligging gefield is; of men zoekt het Dorp te verdedigen, of te verlaten, doch de Redoute moet zo groot zyn, dat het geheele Detachement daar in plaats heeft. Doch is het Commando bepaald, om lang te blyven ftaan, en men wil zyne manfchappen niet tc zeer afmatten; dan laat de Bevelhebber, behalven de uitgezette Wachten, noch het derde gedeelte van de Infanterie, des avonds uit, en in het eerfte huis naar den vyand, in het Piquet rukken; doch de overige Infanterie alleen gekleed , en de Cavallerie gezadeld,in de Quartieren blyven ; doch des nagts, moet als dan, in ieder huis een licht branden, ook in allen gevallen ,één de wacht houden, die by het geringde Allarm, de andere opwekt, en een ieder zyne zaaken vinden kan. Een Tambour, of Trompetter , of halve maan-blazer blyft in het Quartier van de Bevelhebber. Doch dit Piquet, benevens de Veld en Infanterie-Wagten , moet in allen gevallen, zo lang tegen den vyand ftaan, tot dat de overige allen kunnen aanrukken, waar op zjg de eerfte, als dan, wanneer M m 4 de  (5«6) de vyand te fterk aandringt, en het geheele Commando zelve , geen genoegzaame tegenftand kan doen, wel insgelyks retireeren, edog de AirierGuarde maken; doch is de vyand niet zo veel fterker, en het Commando rukt voor, of in eene Redoute, dan fluit het Piquet zich, benevens de Wachten , aan bet zelve, en wagten als dan, verdere bevelen van hunnen Commandant af. Vind de Officier, by het aanvaarden van zynen aangeweezen Post, dezelve te gevaarlyk en gebrekkig , dan kan hy zulks wel aan zynen Commandant te kennen geven; doch hy moet eene beteie pofitie in voorflag brengen. De uitgezonde Patrouilles moeten onophoudelyk continueeren; doch zulks kunnen by dag, flegts 2 of 3 man verrichten, imar des nachts, en voornaamlyk, tegen den avond en den morgen,worden fterker, echter naar omftandigheid der by zig hebbende Cavallerie, met één Onder-Officier afgezonden, terwyl op zodanige tyden, de overrompeling of overvalling, het meeste plagt te gefchieden. Doch is het by Winter tyd, als de Armee in de Winter-Quartieren zig bevind, dat een zodanig Detachement in een Dorp, voorwaards ligt, dan moet de Bevelhebber, zich wel, gelyk te vooren reeds gemeld, in acht neemen, en zich van deze genoemde voorzorge bedienen. Edog, hy kan ook ten aanzien der Quartieren, eene zodanige verandering maaken, dat de gezamentlyke Infanterie vooraan in het Dorp,na die, van den vyand, bet meest hloot gefielde zyde, worde gelegt, alzo  ( 517 ) alzo dezelve fpoediger onder het Geweer zyn te brengen. Van de als dan te maaken Flefchen of Redouten, die met Infanterie Wachten, worden bezet, is hier boven reeds in het breede gehandeld. Zouden des Winters by fterke Vorst, of opene Moerasfen, fomwylen zodanige plaatzen voorkomen, waar geene Cavallerie doorkomen, en alzo van dezelve ook geene Patrouilles kunnen worden afgezonden, waar by men echter noch te duchten heeft, door zodanige Wegen, door de Infanterie te kunnen worden aangetast, dan moet op zodanige Wegen, de Infanterie tot het Patrouilleren worden gebruikt. Edoch , zyn alle deze voorzorgen nog niet toereikende genoeg, om voor het overvallen,zeker te zyn;maar men moet zig noodzaaklyk ook van fecuure Spions voorzien, die hun van de geringfte bewegingen des vyands aanftonds naricht geven; en om zulke bekwaame te hebben, moet men geen geld ontzien, alzo zodanige gelden, ten minften in den tegenwoordigen dienst, van de Generaaliteit,weder moeten worden betaald: doch de ontvangen , eenigzins toegezondene narichten , moeten waar , en niet alleen op gerugten gegrond zyn. Zoude een Commando of Detachement, in een Stad of op een Slot liggen, het welk niet met behoorlyke Poorten voorzien, en des nachts kwam 'er een voor de Poort, die zig ook veelligt, by het examineeren, voor vriend uitgave , en het regte Parool had, ook wél de naamen van den Bevelhebber opgave: Zo mag evenwel de Poort, zonder M m 5 voor-  C 518 ) voorweten van'den zeiven, niet worden geopend, en kan als dan, wanneer de Wacht onder het Geweer, ook in allen geval, wanneer het verdagt is, het Piquet aanrukken, en een klein nood-poortje geopen t worden, waar door een Onder-Officier met eenige manfchappen heen gaat, en alles op het naauwkeurigfte worde geexamineert, doch intusfchen het genoemde kleine Poortje aanftonds wederom worde toegemaakt. Doch is een zodanig Poortje niet aan de groote Poort, dan moet het daar voorkomende, tot den volgende morgen wagten, alzo 't openen van de groote Poort niet veilig is. By een zodanig vermengd Commando, of Detachement, moet men nimmer, tusfchen Cavallerie en Infanterie, eenige jaloufie doen ftand grypen, alzo zulks by voorkomende Attacque's , van de flegtfte gevolgen zyn kan. DEPOSITIËN OMTRENT DE VERDEDIGING EN DEN AANVAL VAN INFANTERIE-POSTEN, VELDWAGTEN EN VOORPOSTEN VAN EEN LEGER. Men vind in meer Boeken de algemeene Regelen, hoedanig zig een Officier , op de boven genoemde Posten en Wagten moet gedragen. Eu deze zyn tot onderricht ,voor een,niet geheel onervaaren, genoegzaam voldoende; een jong Officier, die nog in 't Veld geheel niet heeft gedient, weet echter , wanneer hy aan zig zelve is overgelaaten, daar van nog geen recht gebruik te maaken.  C 5'9 ) ken. Hy moet door levendige voorbeelden eerst zien, hoe en waar deze Regelen kunnen en moeten waargenomen worden, en daar toe is eigenlyk deeze kleine verhandeling dienende. Ten einde men , met een opflag den te zaamen hang van deze Wachten en Posten, naar gaan kan: Zo heeft men hier, in het eerfte Plan, het Leger van eene kleine Armee , afgetekent, tot welker zekerheid, zy uitgefteld zyn, No. i. 22, 4, iy en 14 beftaan uit kleine Infanterie Posten, en No. 2; 15, 13, 2r en 20 uit Cavallerie Veldvvachten, die alle uit het Leger zyn bezet,en alle 24 uuren worden afgelost. De overige Nummers zyn met Piquetten van Cavallerie en Infanterie, uit de Armee, of met ligte Troepen bezet, die in de aangetekende Dorpen liggen. Om van de Dispofitien, van alle deze Wagten en Posten, een duidelyk begrip te geven: Zo zullen wy de zei ven, in de groote tekening, gelyk in Plan 2. van ftuk tot. ftuk, naargaan. Het Terrain is uit zekere omtrekken te zamen gefteld,en alzo niet geïmagineert. De oorzaaken der alzo gegeven orders, blyken by eenig nadenken, van zelven;men heeft de zei ven, om kort te zyn, weggelaaten. Tot het beftudeeren van deze veronderftellinge,behoort voor het overige noch, dat men zig bevlytige, andere fchikkingen uittedenken , die dezelvde zekerheid aanwyzen, en dat men foortgelyke terrains verkieze,endaarin de fchikkingen tot zekerheid, ontwerpt, doch daar, waar het  C 520 ) het,wegens de gefteldheid van het terrain,nodig is, van ons voorbeeld afzie. Eerste voorbeeld. Plan 1 en 11. No. r. Vooronder {lelling. Men neeme aan, dat regts en links de Posten No. 13en 22.van het Leger zyn uitgezet,en dat verder voorwaards,in No. 3,7 en 17. ligte Troepen liggen,dat 1 Officier met 24 man Infanterie gecommandeert ware, de toegang van een Bosch te bewaaken, en dat deze het bevel heeft, den vyand zo lang, als mogelyk is, terug te houden. Dispositie. Om de Dispofitie van deze Wacht, naauwkeuriger te kunnen befchryven, is Plan 11. No. 1. bet Bosch, naar eene groote Voetmaat getekent. Zodra de Wacht op de plaats aankomt, onderzoekt de Officier de fituatie, onder geleide van eenige manfchappen; doch in dezen tusfchen tyd, geeft hy aan den oudften Onder-Officier, het commando over. Daar het geheele Front maar 2000 pasfen bedraagt : zouden, wanneer de plaats open was, eenige fchildwagten , by dag , genoeg zyn , om elke aannadering van den vyand, te obferveeren, en  (520 ( en ieder, die hen naby komt, kunnen examineeren. Een Berg die zig voor het Bosch bevind, kan op deze plaats, de aannadering van den vyand, verbergen , en vereischt alzo noodzakelyk, dat men nog een tweede fchildwagt, op dezelve plaatst. Des daags, bevinden zig derhalven in d , b , en a fchildwagten , zo als het Plan aantoond. De fchiltwagten plaatzen zig agter Boomen of Heggen enz. zodat zy van de aankomende niet ligt worden gezien: zoude de vyand een fchiltwagt, onverhoeds , op het lyf komen, dan geefc hy vuur. Ieder fchiltwagt, moet, de twee naast by hem ftaande Posten, kunnen zien , en 'er aanftonds kennis van geven, wanneer hy de zei ven niet gewaar word. De Hoofdwagt word zo verin het Hout, terug geplaatst, dat zy van den aankomenden vyand, niet kan gezien worden. Men zoeke de Hoofdwagt, op de een of andere wyze eenigzints te dekken; eene Borstwering was te veel, want men kan hier,geen behoorlyken Aanval afwagten ; men zoeke zig derhalven, alleen tegen het overvallen , te dekken, men houwe kleine boomen ter neêr, en draage de zwaarfte takken te faamen, zo dat men een foort van Verhakking, rondom zig bekome. Des nachts, blyven de Dispofitien, even als by dag, alleen, de fchiltwagten gaan uit het Bosch, en dan field men voor de punten e, b. f. en a fchik- wag.  C 522 ) wagten, kort voor het zelve. Men laat alzo de fchiltwagten des nagts, van den Berg afgaan. By nagt gaan alle 2 uuren, op de Wegen p. PI, 1 No. 1, Patrouilles. Zoude de ligte Cavallerie, uit de daar voorliggende Dorpen , worden terug gedreven; dan dekke deeze Wagt hunnen terug-togt. Naar bevind van zaaken, zend zy regts en links, twee kleine Corpfen , waar van ieder , uit ongeveer 4 of 6 man, moet beftaan, die van agter de Boomen, op den vyand vuur geeven. Tweede voorbeeld. Vooronderjlelling. Plan 1 No. 2 is een Cavallerie-Veldwagt. Van 30 Paarden en een Officier voor het Leger , de vyand is omtrent 1 myl daar van af, en voor de Veldwagt, zyn de Dorpen, met onze ligteTroupen, bezet. Dispositie. Men ziet hier in Plan 11 No. 2. deze Wacht in B. C,is een Onder-Officier met 6 man, die beftendig te Paard, en op het berigt, dat hun een Vedette , van de aankomst, van 't een of ander, geeft, met eenige mannen , uittrekt, en zulks examineert. a. b. en c Vedetten, die hier de Vedetten van de    II   C 523 ) de andere Veldwacht, regts en links zien,en elke aanrukking van den vyand, kunnen waarneemen. e. Enkele Vedet, die des nagts uitgezet is. p. De weg der Patrouilles. Deze Dispofitie houd men ook des nagts, en laat als dan, op alle de Wegen en na het Hout, aan de linke zyde , alle uuren Patrouilleeren, en de helft van de wacht, moet beftendigopzitten. In o heeft men een klein vuur. Word door een van de Vedetten, hier of daar iets vyandelyks waar genoomen, het welk tusfchen No. 10en No. 8 heimlyker wyze,is gepasfeert,en bevestigt zulks de Onder-Officier c; dan zend men aanftonds een Onder-Officier, met kennis geving daar van, aan den Generaal du Jour af. Enkele vyandelyke Huzaren dryft men terug; als ook kleine Troupen, na dat men den OnderOfficier met de 6 man, en de Vedetten tot zig heeft getrokken ; ook zend men wel regts en links 1 Onder-Officier , met 8 of 9 man. Deze verdeeld zyn Corps, en dryft de flanqueerers tot over a b en o. Attacqueert intusfchen de vyand, met groote Corpfen, zo dat de Veldwacht, niet in ftaat is, zig tegen dezelve te verzetten; dan trekt zy tot in D terug, en heeft beftendig een Onder-Officier met eenige manfchappen, regts en links, die den vyand, zo veel als mogelyk, obferveeren. Grypt de vyand , die fomtyds hier of daar, tusfchen de Voorposten, is doorgefloopen, geduurende den nacht, aan,dan trekt de Wacht tot in D. doch regts en links, blyven kleine Corpfen van  ( J24 ) van 4 man , die niet eerder wyken , dan dat de vyand, met een grooter gecal, op hun aanvalt. Hoedanig aan te vallen, en wat by de infanterie , artillerie en cavallerie, in een actie te observeeren is. Van de aanvallen. §. i. Eenige Posten van twee tot vier Battaillons, moet men niet anders dan een Redoute, betragten en ftormenderhand inneemen. §. 2. Het flancqueerende vuur,der ter zyde liggende Bergen, moet men zoeken te vermyden. §. 3. By de Attacque eener vaste Post, in het gebergte, moet men voor alle dingen, de principaalfte hoogte zoeken te attacqueeren, uyl men als dan, wanneer men de eerde zwarigheid te boven is gekomen, zeker meester van het geheele terrain is , doch attacqueert men de zwakfte en laagfte plaatfen, zo treft men den vyand op nieuw, in een voordeliger pofitie aan. §. 4. In zekere gevallen , moet men verfcheiden Attacques doen , om de vyandelyke attentie te verdeelen. Doch als dan,moet die geene, welke van het meeste gewigt is, het fterkfte worden gcfouteneert. §. y. Alle naby liggende Bergen, moeten geoccupeert, en met Canonnen en Houbiuers worden be.  (525 ) bezet, om al het vuur derzelven, op de te attacqueerende Hoogte, te concentreeren. §. 6. Men moet zyne Troepen agter Hoogtensj alwaar men voor het vyandelyke vuur gedekt is, formeeren, en dan van daar, de Attacquen in 't werk ftellen. §. 7. By eene getrancheerde Post , in de Plai. ne , moet men zoeken, den vyand zo mogelyk, de flancque, fchoon zy ook wel geappuijeert is, te ontneemen , ten einde insgelyks de flancquen der attacqueerende Battaillons, gedekt zyn. By voorb. men wilde, de vyandelyke flancque, die door een Rivier gedekt is, attacqueeren, dan moet men zig insgelyks, aan dezelve Rivier appuijeeren. Men trekt,naar bevind van zaaken,eenige Battaillons tot de attacque voor : neemt men, naamlyk zeven Battaillons, dan formeeren 3 de eerfle, en 4 de tweede Linie. Deze laatfle moet de eerfte Linie overvleugelen,en deszelvs flancquen dekken. Met de linke Vleugel,moeten deze beide Linien altyd, aan de Rivier, blyven geappuijeert. De tweede Slag-Linie moet 100 tot aoo pasfen, agter de eerfte blyven, en agter deze, blyft de eerfte Linie van de Armee, 1 tot 2 honderd pasfen. De Battaillons van dezelve moeten en Echellon, van de linke Vleugel aan , avanceeren, en de rechte Vleugel blyft geheel buiten het vuur. §. 8. By ieder Attacque op het Veld, moet men door de gezwindigheid der Troepen, en door gefchikte Manoeuvres, den vyand zoeken te flaan ■ wanneer men uit de fituatien van het terrain,weinig voordeel kan trekken. Nu' §. 9.  ( 526 ) §. 9. Is de Attacque gelukkig geweest, en heeft men den vyand geflagen,dan moet menniet aanftonds, te driftig, in het vervolgen zyn, maar eerst met de eenigzins, in de Attacque, in disorde geraakte Troepen, zoeken te railleeren, men moet op de naast by ftaande Troepen, opmerkzaam zyn, en is de Post, die men heeft ingenoomen , van gewigt, dan moet men den zeiven niet eerder verhaten , voor dat dezelve weder, door de tot fecours komende Troupen, is bezet geworden. Edoch, men kan den vyand, door eenige manfchappen, laten vervolgen. Om hun te beletten, d3t hy zig niet weder herftellen kan. In het Gebergte en gecoupeerde Terrain,moet menden vyand met alle behoedzaamheid vervolgen, vvyl hy overal plaatfen vind , waar hy zig kan zetten , en alwaar men hem met troupen, die in disorde zyn, niets doen kan. Gaat de vyand nu over een Defileé; dan moet men hem, zo veel mogelyk, zoeken te beangftigen. Doch is hy op eenmaal, aan de andere zyde van het Defileé; dan moet men aflaaten, om hem verder te vervolgen. Doch in het Veld, kan men den vyand, zo lang men wil, vervolgen. Maar trekt dezelve in een Bosch, dan moet men het zelve wel laten recognosceeren, of de vyand in het zelve , wederom Post gevat heeft , en men moet het Bosch, niet eerder pasfeeren, voor dat men zyne troupen weder in orde, heeft gebragt. §. 10. Zo men geflagen is, moet men met orde terugtrekken, of en Echiquier en Qjiarre, of heeft men een Defileé agter zig; dan moet men aan de over-  ( 527 ) overzyde, Post vatten, de Armee weder in orde brengen, en die gemoederen nieuwen moed inboezemen, die moedeloos zyn geworden. Observatien der infanterie by eene actie. §. r. De Bagagie , Pakpaarden en het overige gevolg, moet onder een behoorlyk opzigt aan eene zekere plaats, te famen blyven. §. 2. Naar gefteldheid van zaaken, moet men den gemeenen, den Ranfel en alles, wat hnn bezwaarlyk valt, afneemen. § 3. De Geweeren moeten gevifiteert worden, men moet, op nieuw, laaden ,nieuwe fteenen laaten opfchroeven, en daar naar zien, dat alles in goeden ftaat zy. Ieder Soldaat moet negen en dertig Patroonen in de Patroon-tas, en de veertigfte in de loop hebben. §. 4. Wanneer gedeploijcert zal worden, moeten de Divifien en Battaillons digt op eikanderen gefloten blyven. Doch afgemarcheert wordende ; moet een behoorlyke diftantie en interval , tusfchen de Battaillons worden gehouden, en er word met flaande Trom en vliegende Vaanen opgemarcheert. §. 5. De Regimenten van het eerfte , treffen worden, des noods, door die van het tweede geremplaceert. Doch de tweede Linie blyft 2 of 300 pasfen, van de eerfte Linie af, en de commanderende Nu 2 Ge-  ( 52» ) Generaal moet daar naar zien, dat de Intervallen van de eerfte Linie wel gedekt zyn. §. 6, Geduurende het avanceeren, moeten de commanderende Generaals der Brigade, en de Commandanten der Battaillons wel acht geven : dat de Battaillons zig niet debanderen,maar dat zy, in de eens bepaalde orde en diftantie, blyven en marcheeren. Heeft de vyand de retraite genomen, dan moet met geheele Battaillons gechargeert worden. §. 7. De Officiers en Onder-Officiers, die opfluiten, moeten daarop letten, dat de manfchappen, niet praaten nog gedruisch maken, dat altyd de eene helft van het Pelotton, het Geweer op fchouder heeft, dat de manfchappen met bedaardheid vuuren, zig in hunne Rotten rigten en drie man hoog , ftaan , en wanneer een gedrang ontftaat , zy het zelve aanftonds redresfeeren. Doch kwaame een Battaillon het terrain te verliezen,zo moet van de Vleugel worden afgebrooken. Een Soldaat,die onvoorzigtiger wyze,zyn Ammunitie in de lugt laat vliegen, of dezelve wegwerpt, moet in het gelid blyven , offchoon hy ook al geen Patroonen meer heeft, en mag geen pas rugwaards doen. Maar zonde hy dit ondernemen, dan moet men hem aanftonds,op de plaats doordeken, of, wanneer wagens met Patroonen komen, en een Soldaat verwygerd, om Patroonen te neemen , dan moet dezelve, geduurende de actie, genoteert, en des anderen daags gearquebufeert worden. §. 8 Ieder Officier moet zyne onderhebbende man-  C 520 ) manfchappen, tot dappere tegenw eer en Appelaafpooren, en het moet den manfchappen worden verzekert, dat die, welke een Vaan, Standaart, Pauk of Canon veroverd, een belooning zal genieten. §. 9. Ip geval, de vyandelyke Armee, zig van de openingen wil bedienen, die fomtyds door het debandeeren der Battaillons,zyn ontftaan,zo moeten aanftonds flancquen geformeert, en het vuur zeer gemenageert worden. §. 10. De Major blyft agter de eerfle, en de Adjudant agter de laatfte Divifie, van het Battaillon. Dezelve moeten niet alleen, alles zoeken te redresfeeren; maar ook den Commandant van alle voorvallen, die hy niet naar zien kan,bericht geven. Word de Overfte doodgefchooten, zo moet de Overfte Lieutenant in deszelvs plaats, en wanneer die blyft, als dan de Major, en verliest deeze zyn leven, de oudfte Capitein,die dan echter den dienst te Paard doen moet, in derzelver plaats commanderen. Wanneer de Officieren , van een Battaillon, worden geruineert , dan moeten de Onder-Officieren de Pelottons commandeeren. Doch by ieder Divifie, moet een Officier, en agter het Battaillon, drie Officieren blyven. §. 11. By ieder Battaillon, moeten eenige veldfchcers, of Onder-Chirurgyns, op den afftand van een fcheut, agter' de Battaillons volgen, om de geblesfeerden te verbinden; na bet eindigen van den Slag, moeten zy het Slagveld vifiteeren, ook N n 3 moe-  ( 530 ) moeten zy weten , waar de Regiments- en de andere Veld-Chirurgyns te vinden zyn. Observatie der artillerie. §. i. Het Gefchut zo wel, als de Officieren der Artillerie, worden, Brigade wyze, verdeelt, als ifte Brigade van de regte Vleugel. ade van de midden. 3de van de linke Vleugel. In een Actie, waar de Brigade's te famen zullen getrokken worden, moeten zy zig afdeelender wyze formeeren. Wanneer nochtans het Gefchut, op eene andere plaats, of dat uit de tweede Linie, die in de eerfte trekken zoude, zo moet daar omtrent, eene byzondere order gegeven worden , om alle verwarring voor te komen. §. 2. Wanneer het Gefchut den vyand, van eene hoogte , befchiet , en eene ander ontdekt word, welke voordeliger te occupeeren is, zo moet het Gefchut, niet te gelyk, maar het een na het ander , daar heen gevaaren worden, en de oude Battery vuurt zo lang , tot dat de nieuwe met vuuren begint. Als dan word het Gefchut van de eerfte hoogte, daar heen gebragt, wanneer men zulks r aadzaam oordeeld. §. 3. Het voordeligfte is, op den vyand, in de flancquen te Canonneeren, en de vyandelyke Artillerie zoeken te Deinontceren. Het Gefchut moet wel voorzien, en de Canonnen goed en wel gericht worden. §• 4-  C 53r ) §. 4. De zwaare twaalfponders, worden in de eerfte Linie, de ligte twaalfponders in de agterfte Linie, en in de flancquen verdeeld: de Houbitzers komen op de Vleugel. By ieder Battaillon zyn twee Veldflukken, deze blyven, vyftig pasfen voor de Intervallen der Battaillons, en beginnen, op 3 tot 400 pasfen, met Cardoezen te fchieten. Observatien der cavallerie. §. 1. De Cavallerie moet men geduurende de Attacque, aan het vyandelyke vuur, zo min mogelyk, blootftellen: doch zy moet evenwel a portee zyn, zo dat men hen tegen de geflagen vyand kan gebruiken. Men moet ook kunnen vooruitzien, hen te plaatfen, of waar de vyandelyke Batteryen hunne dispofitie hebben, of waar wy de onze flellen ,en ons gevolglyk het vuur der vyandelyke Batteryen onttrekken , wyl zy daar zelvs zonder nut, word opgeoffert ; maar men moet hun agter hoogtens, of anderzins, op fecuure plaatfen ftellen. Bevind zig agter een Plein, waar de Cavallerie zil ageeren, een Bosch of Hoogte, dan moet het zelve met Infanterie of Canonnen worden bezet, om zo wel door de Canonade, de vyandelyke Cavallerie in disorde te brengen, als ook te beletten , dat, in geval onze Cavallerie geflagen wierd, zy niet verder door de vyandelyken worden vervolgt. Nn 4 Is  C 532 ) Is de Cavallerie, met de vyandelyke, Parallel, zo vind hec deploijeeren plaats, marcheert dezelve nochtans £7! Front; zo moet met Divifien of Esquadrons, tot den opmarsen, worden ingezwonken. Vooral: zig fpoedig te formeeren , het juiste oogenblik te bepaalen , eene gefloote Attacque, (Attacque en Muraille) te maken, en van den vyand de flancquen te winnen , zyn de zodanige mouvementen, die de Cavallerie, tot het grootfte voordeel kunnen verftrekken. §. 2. Zend de vyand zyne ligte Cavallerie voor, dan moeten de Huzaren den Aanval doen; deze moeten door de Dragonders , en die weder door de kuiters gefouteneert worden. Doch gefchiet de Choc van de zwaare Cavallerie, dan dekken de Huzaren zyne flancque, en de Dragonders volgen, met Intervallen, van 4 tot 500 pasfen. Wanneer een Detachement Huzaren, met een Detachement der zwaare Cavallerie, van gelyke fterkte, handgemeen word , dan moet de eerfle zo veel als mogelyk is, de laatften van begin af aan , zoeken te ontgaan , maar het zelve door flanckeurs laten verontrusten , hem de flancque zoeken te ontneemen, en de overigen Troep te fliamen houden. Bovendien is het voor een Huzaar meer eer,zich op zyn tyd, terug te begeven,dan zig in een ongelukkige fchermutzeling in te laaten. Men moet ten allen tyde den Aanval doen,doch dezelve niet afwachten;zig niet te vroeg in Galop zet-  C 533 ) zetten, ten einde de Paarden alvorens niet vermoeid zyn. Doch is men op eenige honderd pasfen naby den vyand, dan moet men met hangende teugels, den Aanval doen. De tweede Linie moet op den voordgang der eerfte, zeer oplettende zyn; 2 tot 300 honderd pasfen van dezelve verwyderd blyven; zig regt op de Intervallen van de eerfte Linie richten, en wanneer fomtyds een Esquadron uit de eerfte Linie; gerepoufeert of en flancque zoude genoomen worden, dan moet het naaste Esquadron, uit de tweede Linie, zonder bevel af te wagten, voorrukken , om de n vyand te attacqueeren, of deszeivs flancquen te dekken. Is de vyand geflagen; dan moet aanftonds Halt worden gemaakt, om zig te her ftellen. De Huzaren onderfteund van de Dragonders, vervolgen dezelve, en de Cavallerie, zoekt met de pas, of ten hoogden met een draf eenigzins terrain te winnen. Op de vlakte,moeten altyd,agter de Intervallen der Infanterie, troepen van ligte Cavallerie, geplaatst zyn. Dezelve ageert voor zig zelv, en begeev' zich in aller yl, derw.iards, daar fecours nodig is, of vervolgt den vlugtenden vyand, ten .einde hy zig niet wederom kan herdellen. §. 3. De Chef van een Esquadron, moet zich aan het Hoofd van zyne manfchappen bevinden, hun moed inboezemen, de beveelen van den Chef op het fpoedigde, ter uitvoer brengen, en zich by een Aanval, in acht neemen, dat hy de Linie niet breeke, de Intervallen verlieze, en mits men het  C 534 ) liet Commando niet altyd kan hooren , zo moet hy zig, in de beweging, naar het eerfle Esquadron, rigten. Wanneer de, aan de rechte of linke hand liaande Esquadrons, voor den vyand vluchten, dan is het geen tyd meer, om aan een te terugtogt te denken, maar het zekerde middel is, alle kragten in te fpannen , om den vyand te overmeeiteren. Hy moet, wanneer zyne troup begint te wankelen, dezelve weder aanmoedigen, opnieuw een Aanval wagen, zig 'er doorheen flaan,of door omwegen, rechts of links, zoeken terug te trekken. Gefchied de Aanval gelukkig, tast hy, zo dra zyne manfchappen weder in orde zyn, de tweede vyandelyke Linie aan. Heeft hy deze geflagen, moet by den vyand, in de flancque vallen, en niet eer rusten, voor dat de vyand geheel verdrooit is, waar by hy zich echter wel moet in acht nee. men, om niet afgefneeden te worden. Word hy gewaar, dat de vyand hem de flancquen zoekt te ontnemen, moet hy zulks met bet Esquadron of met een Divifie zoeken te keer te gaan. §. 4. De flancqueurs moeten hunne Paarden ontzien, niet van verren, fchieten, zig deeds elkanderen fecondeeren, en den vyand afbreuk zoeken te doen. Het Esquadron moet altyd in goede orde worden te famen gehouden, en zig niet debandecren, de manfchappen moeten niet plunderen, maar hunnen aandacht altyd op den vyand hebben, goede conté-  C 535 ) tenance houden , den vyand niet vreezen,maar zo veelen zoeken te dooden en te onder te brengen, als eenigzins mogelyk is, geen halt maken , wanneer Paarden gedood worden; altyd Heer van het Paard zyn, en de fluitende Officieren en Onderofficieren moeten acht geven , dat er geen man te rug blyve, en zig met plunderen ophoude! De Muzicauten blyven op de Vleugels, en zo dra Appel geflagen word, moet zig alles weder herdel len. Doch de Paucken worden met een Wagt van eenige manfchappen agter het Regiment geftelt. §. 5. Tot de Retraite is de en Echiquier de zekerde, en de laatde moetentwee Corpfen, a la Bandade agter zig laten, die met des vyands nietige flanqueurs, met hunne Carabynen en Piflolen behoorlyk fchermutzelen, ten einde de terugtogt, zo veel te bekwamer en met de mogelykde orde kan gefchieden, gedeld, dat de Vleugels wel geappuijeert zyn , dat de vlakte twintig Esquadrons en Front beflaat, en dat tien Esquadrons Huzaren, tien dito Dragonders, en tien Esquadrons Curasfiers, de Retraite zullen uitmaken; als dan, neemen de tien Esquadrons Huzaren, voorwaards, het geheele terrain in. Ieder Esquadron posteert zig,met Intervallen,en ieder detacheert eene kleinen troup, van 7 tot 800 pasfen voor zig, die met den vyand fchermutfelen. Agter de Huzaren, formeeren zich de tien Esquadrons Dragonders, en wel zo, dat ieder, een Esquadron interval heefe. Ag-  C 536 ) Agter dezen, formeeren zich de tien Esquadrons Curasfiers, ter diftantie van 5 tot 600 pasfen. Worden nu de Huzaren van den vyand gedrongen, dan trekken zy door de Intervallen van de Dragonders, terug, en formeeren zig voor de Curasfiers. De Dragonders rukken voor, en pousfeeren van een ieder Esquadron, een Pelotton voor, die met de Piftolen op den vyand losbranden,en wanneer de Huzaren zig weder hebben geformeert , dan rukken die weder voor, en de Pelottons der Dragonders herftellen zig weder, by hunneEsquadrons. De Curasfiers daar en tegen , rukken niet eer voor, als in geval van de uiterfte noodzaaklykheid, en dezelve werden door de Infanterie, of reiden, de Artillerie onderfteund. Zyn de Vleugels niet geappuijeert, zo maaken de Dragonders de eerfte , en de Curasfiers de tweede Slag-Linie, en de Huzaren worden tot zekerheid der flancquen, met eenige troupen,voorwaards geplaatst. Wanneer de Infanterie is afgcmarcheert, dan volgen de Curasfiers, op deze, de Dragonders, en dan de Huzaren. Ieder Officier moet zich met zyne troup ,zo kort als mogelyk is, by het Defileé begeven , noch eens front, en de agterfte gelederen rfgts om keert laten maken, fpoedig door het Defileé trekken , en weder front maken, waar op het eerfte Gelid van beide Vleugels regts en links om maken, met tweeën in vollen jagt, defileeren, en agter zyn troup, zig weder formeeren.  BEOORDEELINGEN. ken zy hebben, niets zegt, begrypen wy niet. Hec 2de Hoofdfluk, handeld over de Knoopen. Hier omtrent heeft den Schryver zyne overzetting met geen byvoegfelen vermeerderd, en om evenwel iets, quafi daar by, te veranderen, de Machine, waar op die Touwen gemaakt worden,die zig in het orgineel bevind, weggelaten. Het 3de Hoofdfluk, befchryft de Machine, waar van men zig, by de Artillerie, bediend, en het 4de deszelvs, gebruik. De Schryver heeft in het laatfte Hoofdfluk, 't geen wel 't grootfte gedeelte van het Werk uitmaakt, zo als in de voorgaande, voor het wezenlyke alleen, een bloote Vertaling gevolgt. Alleen, dat hy hier afdeelingen maakt, die in het origineel, niet te vinden, en ook volgens de natuur derzaaken, ongegrond zyn, nieuwe titels, of benamingen 'er by gevoegd, het een en ander gefielde , verplaatst , of een of twee , niet ce pas komende Manoeuvres, onnodiger wyze, eenigzins wydlopiger, voorgedragen, kunnen wy, voor geen verbetering, aanneemen. De tekeningen heeft de Schryver ook, uit het origineel, overgenomen, en by dezelven, alleen een paar tekeningen, waar van de befchryving, in het origineel,zig bevind,en die zelvs geheel overvloedig zyn, bygevoegt. Het is aanmerklyk, dat de Uitgever, onder deze tekening, die hy uit een gedrukc boek, gecopieert heeft , k Chevalier d'Obreuil, inv. ëf del. zet. Wanneer de Schryver, zo als hy, in de Voorre-  BEOORDEELINGEN. reden zegt, roemwaardige perfoonen den inhoud van 't zelve metier, van dit Boek, als zyn Werk, heeft mede gedeeld: zo heeft hy daar door, weinig achting, jegens dezelven getoont. Het is te verwonderen, dat de Schryver onderricht, in deezen tak,nopens de verrichting der Artillerie, wil geven, daar hy zelve geen kennis van de beginfelen daar van, fchynt te hebben. Hy drukt pag. 30 Vlasch- en Werk- (uitkamfe! van Vlasch,) dezelvde betekenis uit. Fouten in het origineel, die ieder, die kennis van zaaken heeft, aanftonds ziet, veranderd hy niet, als by voorb. in Fig. 33 de plaatfing van letter I.  MAGAZYN VAN MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Elfde Stuk. INHOUD. Over den kleinen Oorlog en de Troupen, waar door dezelve word gevoerd. . - Pag. 538 Noodzaaklyke eigenfchappen van een Aanvoerer, voornaamlyk by ligte Troupen. - - 549 Militaire Oogmaat (Coup d'oeiL') • - 547 Vergelyking van de Infanterie, met de Cavallerie, en hunne beiderzydfchen voorrang. - 550 Voorzigtigheid op den Marsch. - - . 558 Gedrag by een terug marsch. - - 561 Oogmerk der Partyen; en het gedrag der Party- gangers. - - - - - 564 Aanwyzing of merktekens. ... $y0 Over het afzenden van Berichten en Rapporten. 574 Nopens de Befpieders en Spionnen. - - 577 Over de Attacque van Cavallerie op Infanterie. - 583 Korte bedenkingen en aanmerkingen. - - 500 NB. De Stukjes moeten ingenaaid,en niet doorftooken worden. Te A R N II E M, By J. H. MÖELEMA N. m ö c c x c I ï I.  BEOORDEELINGEN. Ueber die Schriften des K. K. Obristl. von Lindenau , betreffend die Höhere Preuszifche Tactik, &c. von Rohde, Koningl. Preusz. Lieutenant Erstes Heft, uber das ifte und sde Capittel,des Ersteri Theüs. Potsdam bey C. C. Horvath 1791 70 Pag. in gr. fivo. Terftond in het begin van de Voorreden, verklaard de Schryver, in eenen buitengemeene vuu. rigen toon,zonder de geringde aanleiding tot deze verklaring op te geven, dat hy aan het kleine gefchrift. ,, Aanmerkingen tot de Schriften van L. nog middelbaar , nog onmiddelbaar, ergens ,, eenig Aandeel heeft, en vel even zo min, als s, aan het Militaire maandfebrifc", dat in Berlyn by Ungers uitkomt, cn het \ye!k hy , tot hier toe, naauvv-lyks anders dan by naam kendt. Dit alles gelooven wy zeer gaarn, cn verzoeken derhalven, den Heer Rohde, voornaamlyk, het laatfte Werk, dat zeer veele goede opftellen bevat , nader te leeren kennen . Voor het overige, weten wy niet, wat het Pubücq, aan een zodanige Verklaaring, gelegen zyn kan. Even zo herinneren wy ons, dat den Major von Masfenbach , voor eenigen tyd, zonder eenige reden, in de Courant verklaarde, dat den Schryver van de Aanmerkingen, over het Werk van Lindenau, niets in het Militaire maandwerk, had gefchreeven. Js de Capitain Ingenieur Muller, (zo als gezegt word) de Schryver van deeze Aanmerkingen , dan moet ons dit noch zo veel te meer verwon-  ( 537 ) VOORBERICHT. Zie daar Lezer! eenige Bladeren, uwe opmerkzaamheid dubbel waardig, die den kleinen Oorlog niet als een geringe zaak , en den Partyganger niet voor een Rover of Vrybuiter houd ; die lust heeft, om zelvs eens een Party te wagen, en zig zei ven overtuigt, dat tot deze affaires meer, als moed, meer als eenige Takrifche begrippen, en eindelyk meer, als ordinaire kennis, van het voornaamfte deel des Oorlogs, behoort. De meeste zig daar in bevindende Voorftellingen zyn, uit de Verhandeling, over de inrichting van ligte Troupen, en uit die van den Heer de la Croix, over den kleinen Oorlog, ten gebruik der Vry-Compagnien, naar de Paryfche Uitgave in 1752 ontleent. Het laatstgenoemde Werk is niet zo zeer bekend, als het wel verdiende te zyn. Het bevat wel niet alle, de door den overleden koninglyken Franfchen Marfchal de Camp, met een goeden uitflag, ter uitvoer gebragte Krygslisten en uitvindingen; doch men vind dezelven, in de Papieren, welke hy nagelaten heeft, en door zyn Zoon in 't licht, gegeven zyn. Men vind daar'in zekere regulen en fchikkingen, tot een Aanval, die hunne geheele waardeverliezen zouden, wanneer men dezelve, buiten den te zamenhang,met derzelver omftandigheden, wilde voordragen , waar toe zy gebruikt zouden worden. Ieder bekwaame aanvoererneemt zyne maatregelen en fchikkingen, het zy tot den Aanval, het zy tot verdediging, naar de plaats, waar in hy zig bevind , naar de vyandelyke dispofitie, naar zyne ontvangen orders, en naar bepaaling der overige omftandigheden. De jonge Heer de la Croix, was een yverig .Soldaat, en hield zich alleen met deze zyne ftand bezig, en onophoudelyk werkzaam, om nieuwe en nuttige kundigheden in dezelve, machtig te worden. O o Hy  C 538 ) Hy nam als een leergierige van anderen, dat geene aan, wat hy nuttig vond, en door deze verftandige opvoeding, geraakte hy tot het bezit der bekwaamheid, om telkens ook den, hem in aantal overtreffenden vyand, te verdaan, en tot zynen roem, onder de bekwaamde aanvoerers geteld te worden. Hy verbond met deze zyne inzichten, eene ver uitgebreide ondervinding, en men zal in zyne berichten, voomaame buitengevvoone gebeurtenisfen, en grondige aanmerkingen en gedagten vinden , welk het voortreffelykst afbeeïdfel van een groot Krygs-kundig man, in zich fluiten, zy beginnen met 1680 en gaan tot 1740. Als een gebooren Engelander, heeft hy, de in zyn Vaderland voorgevallen, omftandigheden, onder de Koningen William en Jacob, omflandig bcfchreeveti. Hy is voornaamlyk, in het affchilderen van Gevegten, zeer naauwkeurig, opregt en leerzaam. En zynen, onder hem gediend hebbenden Zoon, heeft dat ]Werk , met gelukkig gevolg, voordgezet. Mogte toch het voorbeeld van dezen grooten man, veelen van myne Lezers , tot naarvolging aanzetten , en doen zien , hoe nuttig, ja boenoodzaaklyk het in tyden van Oorlog is,zig in tyd van Vreede, daar op te hebben toegelegt. EERSTE AFDEELING. Over den kleinen oorlog in het algemeen , en van de troupen, waar door dezelve word gevoerd. De kleinen Oorlog is een Hoofd-tak van den grooten, en kan tot derzelver gelukkige uitvalling veel toebrengen. Dezelve is zeker, dat geene in het klein, wat de andere in 't groot is : En even. wel hebben veelen gemeend, dat zy eenig en al- leen,  ( 539 ) leen, in ftroperye van een Partyganger , beftaat. Dit is ook de reeden, waar om men zo lang heeft verwaarloost, zyne Grondftellingen te onderzoeken, en die, in derzelver voorvallende onderneemingen , van eikanderen te onderfcheiden, en te ontleden. De zogenaamde ligte Troupen, zyn die geenen, welke met de minfte moeiten, en de grootfte voordcelen , den kleinen Oorlog voeren kunnen. Doch alvoorens ik, met zyne befchryving, voordvaare, moet ik vooraf aanmerken, wat mtn onder de benaaming : van ligte Troupen, te verftaan, heeft. Dezen naam geeft men aan Krygslieden, die ten aanzien hunner gefteldheid, hunne aanvoering, en de listigheid hunner Evolutien, het gevoeglykfte tot die onderneemingen, kunnen gebruikt worden, welkers gelukkig gevolg, eene fpoedige uitvoering veronderftelt. Hier onder teld men voornaamlyk de volgende. De dezerzydfche Armee, in zyn' marfchen, Legering;, Fouragering, Toevoering en Quartieren te dekken, vyandelyke Posten op te ligten, den vyand, in diergelyke onderneemingen, voor te komen, hem te ontrusten, in! het oog te houden, te overvallen , hen het onderhoud moeilyk te maken, inmiddels hem zyn toevoer en Communicatie af te fnyden, zyne ftelling en beweging te recognosceeren, als mede zyn Land met Brandfchattingen te bezwaaren, en te overheeren, of de dezerzydfche Staaten, voor foortgelyke overvallen, te befchutten. Deze onderneemingen, verbonden met, daar by voorvallende gevegten, geven ons ook te gelyk eenen fchets: van den kleinen Oorlog. Eene Armee, konde V3n de ligte Troupen, groote beflisfende voordeelen trekken. Doch men moet hen, tot geene andere verrichtingen gebruiken, als die hun natuurlyk eigen zyn. Men moet dezelve , niet als zodanige fchepfelen aanzien, die alleen om doodgefchooten te worden, of om dood O o 2 te  C 540 ) te fchieten,zyn beftemt.of om onder bedcndige koude of Hitte.Honger en Dorst,geheel alleen, voor het welzyn, en de zekerheid van de andere Troupen, te waaken. Mm moet hun, een gefcbikt en er. vaaren man, tot Opperbevelhebber, geven, die van zyne onderneemingén alleen, aan den Commanderende Generaal van de Armee, rekenfchap moet geven , en van dien alleen de beveelen mogen afwachten. Hier door zal deze man, worden aangemoedigt, om de oogen van de geheele Armee tot zig te trekken, 'en door wezenlyke zaaken, een groote achting te verwerven. Hy zoude met een on vermoeiden y ver, waakzaam 'zyn, op de minde beweging van den vyand. Hy zoude zelvs de Armee, als mede hun toevoer, voeragermgcn enz. voor eene onverwachte vyande'yken Aanval, die hy of geheel verydelen, of ten minften tydig genoeg zoude ontdekken, zeker ftellen. Met een woord, hy zoude geen list, geen toettel , geen beweging verzuimen, waar doo'r hy den vyand nadeel toebrengen, verzwakken en verontrusten, of de dezerzvdfche Armee, eenig voordeel zoude kunnen verfchaffen. Waar by noch het nut komt, dat den bevelhebbende Generaal, altyd door hem, de zekerde en volkomenlte berichten kan bekoomtn. De ligtheid , waar mede zich deze foort van Troupen kan bewegen, terwyl zy ligC gewapend zyn, en altyd zonder zwaare Veld'gereedfchappen, Pükkagie enz. marcheeren . en ieder oogenblik, tot betGevegt gereed zyn, konden verder de dezerzydfche Armee, het beflisfende nut verfchaffen, dat, wanneer zy den vyand een Slag wil leveren, of toch met den zeiven, naby elkander daat, de ligte Troupen 'er om heen trekken, van achteren, of in de flancque aanvallen, en daar door in disorde konde brengen. Hoe moeilvk dit ook fchynr, zo gemaklyk kunnen zy, die met nodige voorzigtigbeid, en verftandig genoomene maatregelen, in het werk dellen. Het  ( 54i ) Het zal veelen, veelligt belachlyk en onmogelyk, voorkoomen , van de ligte Troupen, de volkomene uitvoering van alle de hier vooren genoemde onderneemingen, te begereen. Zekerlyk kan men dit, zeer bezwaarlyk van onze, by het begin van ieder Oorlog, uit alle ("tanden en volkeren, te famen geworven vry Battaillons, verwagten: Want een voortreflyk, Schoen- of Kleermaker, kan in eenige weken onmogelyk in een bekwaam en bruikbaar Soldaat worden herfcbaapeh, offchoon, hy ook noch zo een goede wil heeft, enden bekwaamde en zich de meeste moeite gevende Voorganger heeft. Deze foort van Troupen, van wien men de volbrenging der voorgemelde pligten vordert, moeten alzo, op een vasten voet, ingerigt, ftreng gedeciplineert, wel uitgeëxerceert, en ten minden het grootde gedeelte, van dezelve vertrouwde lieden zyn. Zy moeten met even die achting behandeld, en in allen opzigten, zo aangezien worden, als de zwaare Troupen. Doch wanneer de inkornde van den daat en andere omftandigheden , ons in het algemeen noodzaken , ten minften de ligte Infanterie, by het begin van den Oorlog, te famen te neemen: dan zorgt men toch , dat ten minften een zesde gedeelte daarvan, oude, in den dienst afgerichte Soldaten , uit de ftaande Regi. menten worden getrokken, die den voet van deeze Battaillons, voordellen. Want by een oud geoeffenc Regiment, kunnen toch honderd Recruten onmogelyk zo veel fchade veroorzaaken , dan wanneer ik, met een hoop, te famen geraapc volk, of, zogenaamde Soldaten , tegen den vyand zal ageeren. Eene der voornaamde hindernisfen , waar om ,de ligte Troepen, niet dat geene verrichten, wat men van hun zoude kunnen vorderen, ligt in de onervaarenheid hunner Officieren. Want vordert ergens, een foort van Troupen, verftflndfgé, ervaarcn en weldenkende Officieren, dan zyn het zekerlyk de ligte Troupen. Doch dit gebrek zoude zekerlyk O o 3 ver-  C 542 ) verbetert worden, wanneer men hen op eene foJiden vasten en duurzaamen voet fielden; zouden zy nochtans alleen met het begin van den Oorlo» opgericht worden, dan moet men in 't algemeen; gediende, bekwaame, verflandige en yverig--manlcnappen, die hart en genie daartoe,doen blvken, uit de Armee trekken, en naast dezelve plaatfen. Ue kleine Oorlog is, zonder twvfel, de School, waar in een Officier, de zo menigvuldige onderneemingen kan leeren, zig in hun ontwerp, in hunne uitvoering oeffeuen, en in het algemeen, wanneer hy de Studie der Theorie, daar mede verbind, zig tot een, in alles dienstbaar, Soldaat, voordoen kan. Wy kunnen zeker nimmer gefchikter worden, tot den grooten Oorlog, alvoorens wy den kleinen naauwkeurig kennen. Deeze ver eischt veele natuurlyke bekwaamheden, kennis en ondervinding. Het gevolg der onderneemingen, daar van, hangt zeker eenig en alleen, van de icherpzinnige, en wel ingerichte fchikkingen van den Bevelhebber af. Hoe nuttig was het alzo niet, wanneer men jonge lieden, volgens derzelver Talenten en bekwaamheden voorlichte , en vooraf, eenige jaaren by de ligte Troupen liet dienen. Hier kunnen zy in éénen Veldtogt meer zien, meer leeren, as midden in de Hoofd-Armee, in tien jaaren. Hoe veele zyn 'er niet, die zig den Krvesdienst met de voortreffelykfle inzichten toewy. den, doch buiten gelegenheid blyvende, om denze ven recht te kunnen ontwikkelen , zo blvvt zulks voor hun als verborgen. Want wat nut trekt een jong Officier doorgaands uit het gezigt ecner Hoofd-Battaille! Wat helpen hem die groote, alleen voor den Generaal nuttige werken,van Tactik en OorloEs kunst , terwyl hv veelligt nooit, in die gevallen, zal koomen , om van dezelve gebruik te maaken.daar mooglyk zyne kennis, zich nog met zo ver uuflrekt, Dm dezelve regt te verflaan' Uit gebrek aan middelen, om zig in dat geene, wat voor hem voornaamlyk nuttig is, te kunnen dceij  C 543 ) doen onderrichten, geeft hy het alzo geheel op, zyn beroep te beftudeeren, waar by hem nog de overtuiging van veelen zyner Kameraden, veelligt zelvs Bevelhebbers , te pas komt, dat manmoedigheid en gewoonte, in den ordinairen dienst, voldoende eigcnfchappen voor hem zyn. Deeze valfche, doch zeker, algemeen plaats hebbende, inbeelding is, helaas! de volkomen genoegzaame grond der onbekwaamheid, van zo veele mindere Officieren, en van de verkeerde uitwerking hunner onderneemingen , die zy in enkele , op zich zeiven beftaande, uitvoeren. TWEEDE AFDEELING. NOODZAKELYKE EIGENSCHAPPEN VAN EEN AANVOERER, VOORNAAMLYK BY DE LIGTE TROEPEN. Een ieder , die tot bet aanvoeren van een afgezonderd Corps, zig aanbied, of aan denzelven word opgedragen, overwege naauwkeurig de gewigtigheid van deezen Post, en zy bedagt,dedaar toè vereischt wordende kundigheden, zig eigen te maaken, en de pligten van een Opper-Bevelhebber, getrouwlyk te volbrengen. De op zich zelv beftaande Aanvoerer, moet volftrekt zoeken, zich by zyne onderhoorige,een geheel ongedwonge gehoorzaamheid, jegens zyn perfoon en beveelen, te verwerven. De Officier moet denzelven, eeren en hoogachten, de gemeene hem lief hebben, doch beide hem vreezen, en gewend worden, blindelings dat geene te doen, wat hy beveelt. Hier toe echter, kan hy nooit door ftrengheid, opvliegenheid en hoogmoed zyn oogmerk beryken. Deze gebreken zullen aller herten van hem afkerig maaken,zy zullen zyne onderhoorige terug houden, nooit met y.vcr en coegeOo 4 nc  ( 544 ) negenheid, maar alleen met den uieerften dwang en tegenzin , hem volgen ; de geest der wraak-* zugt, zal eindelyk den wensch baaren , en de middelen aan de hand geven, hem te zien omkomen. De Bevelhebber zy alzo daarop bedacht, de nodige ftrengheid, met goedwilligheid en vriendelykneid te doen gepaard gaan, dit doende, kan en zal hy zig de liefde en achting des volks, verwerven, zonder, dat hy nodig heeft, gehoorzaamheid , orde en ftrenge Krygstugt te laaten verflaauwen. Inde beide laatfte Rukken, ftrekt zyn eigen voorbeeld tot de fterkfte wet. Het is vin de grootfte uitwerking , en doet hem bvzonder eer aan. Hy moet alzo alle Regelen, dié hy voorfchryvt, zelvs ter uitvoer brengen; doch niet in die oogenblikken, wanneer zyne manfchappen van koude, honger en dorst byna verfmagie'u, het zig laaten welgevallen , of maar ineen zacht bed, zig omwentelen. Niets zal den gemeenen man,mismoediger en weerfpanniger maken , als dit;zoa!s'in tegendeel, hem het lyden van het drukkenfte gebrek, niets fterker aanmoedigt, als het voorbeeld van zynen Bevelhebber. Een Aanvoercr zy alzo een wand van medogenheid, hy zy nugteren, werkzaam en oplettend, niet alleen daarom, om niet van den vyand aangegreepen te worden, maar om denzelven op allerlei manieren wyze, daar in voor te komen. Voor het overige,moeten alle zyne handelingen, hetafbeeldfel van een vast en altoos even gelyk vormig Carafter, insgelyks van verftand en overlegging, met zig voeren. Hy moet niet alleen fcherpzinnigheid genoeg bezitten, om alle zwarigheden te voorzien, maar ook Cordaatheid genoeg, om dezelve te overwinnen. Dikwyls| verwerpen' wy de beste ontwerpen, terwyl het óns aan vermogen ontbreekt, om een fpoedig befluit te neemen. Of ook aan genoegzaame moed en ftandvastigheid ontbreekt. Een Aanvoerer moet alzo een praifentie van geest hebben, die niets bevrccsJ, en eene ftandvastigheid,  C 545 ) heid, die niets kan neerflagtig maken. Hy moet niet alleen geheim, van alle eigenzinnigheid, en verkeerd zelv-vertrouwen vervreemd zyn , maar gezond verftand, rechte beoordeeling, en vrugtbaare verbeeldings-kragt, weten te vereenigen. Terwyl den kleinen Oorlog, zoals de grooten, zig naar de eigenfchap van het Land, rigten , zo is noodzaaklyk,dat een Aanvoerer van ligte Troupen de fpraak van het Land verfta, en het Slagveld ten vollen, kenne. De beste middelen, om tot het laatfte te geraaken, zyn perfoonlyke bereizingen, van Landen en Plaatfen, voor het openen van den Veldtogt, naauwkeurige Kaarten en bekwaame en getrouwe Spionnen. Hoedanig met dezelve moet gehandeld worden, vind men in de Afdeling, over de Befpieders en Spionnen. Buiten dien, moet een Aanvoerer een ieder, welke hem bericht brengt, zo lans: by zig behouden, tot dat het zelve onderzogt is. Worden zy echt bevonden, dan moet men hun rykelyk belöonen. Doch hy moet in tegendeel, zwaar worden beftraft, wanneer hy bedrieglyk te werk gegaan heeft. De verradery , heeft te gevaarlyke gevolgen, dan dat men dezelve ongeftraft zoude laten; in het algemeen is aan een verrader, de toegevelykheid, kwaalyk bolleer. Ongehoorzaamheid, diefftal, dronkenfehap, en ongeregelde moedwilligheid, zyn zodanige misdaaden, die de Aanvoerer by zyne onderhoorigen, voornaamlyk moet zoeken uic ie roejen. Die geenen , welke naar aanwending van alle middelen, evenwel daar mede behebt blyven .moet men zonder tyd verzuim, van de overige Troupen afzonderen. Men verliest zeker niets aan de zodanige, want wat voor dienst, kan ik my, by voorb. van een mensch veronderftellen, die zeker alle uuren, in gevaar geraakt, door dén drank, verftand en kragten te verliezen. By de Officieren is dit evenwel noch onvergeevlyker, als by den gemeenen , alzo zulks gevaarlyke gevolgen heeft. O o 5 Want  ( 546 ) Want het maakt ben niet alleen , by hunne onderhoorigen verachtelyk, maar berooft hun dikwvs van her verftand of beneemt hem het zelve, tVn "fon|dnkdftort.y * *** geheele T^ in PP?/'li^rl,7Ach d,US fdluIdi£ ™^ende, en toe fffrV,i>n P tC brengen manfchappen, moet aflchaften, even zo moet men het ook, ten opzigte van de paarden, maaken, die gebreken van flegte gevolgen, hebben. Geen febuw of vreesachtig,geen onbeflendig, fterk rinnekend, hartbekkig.of met loortgelyke gebreken behebt paard, moet alzo worden geduld, en men zal altyd weldoen, het in den Oorlog, regtmatig verkregen geld, bever tot deeze noodzaaklykheid , als tot aankoop van eenige fmuk en andere kostbaare cieraadien te verlasten, het welk ons geen wezenlyk nu! verlcnaft, bezwaarnisfen veroorzaakt, en' bv 't minfte geval, kan verlooren gaan. Een Aanvoerer, moet verder zyn Party met vlvt en zorgvuldigheid obferveeren; dat is te zc°eeii hy moet het Caracter, de bekwaamheid, de grond' ftelhnge van zyn tegenparty , deszelvs kragten, (te weeten de macht of hoeveelheid van deszelvs lroupen; de Wapenen, waar van hy zig bediend den weg van marcheeren, zig te legeren en te vegten; op dit alles moet een dezerzydfche Aanvoerer, zig toeleggen , om dat alles te'leeren kennen. Ue bekwaamheid om met een opflag,het voor of nadeebge van een omtrek, of eene ftelling te overzien, moet een Aanvoerer insgelyks eigen zyn Men noemd deze, in den Oorlog, onontbeerlyke' nodige weterjfchap, de Militaire Oogmaat (Coup d ail) . In de volgende Afdeeüng , zullen wy dezelve nader befchouvven. Offchoon het niet noodzaaklyk is, dat een Bevelhebber van ligte Troupen , ook een bekwaam Ingenieur zy, zo moet hy evenwel zo veel kennis van de Bevestigings-kunst hebben, als noodzaak yk is, om de fterkte en zwakheid eener Vesting  C 547 ) ting te kunnen beoordelen, ten einde hy niet in verlegenheid gerake , wanneer hy hier of daar, eene onderneeming, tegen eene bevestigde Plaats, zoekt ter uitvoer te brengen. Hy moet ook weeten , om nut te trekken, uit de natuur of eigenichap eener pofitie, ten einde hy insgelyks, door de bevestiging, dezelve in ftaat (felle, zig langer daar in te kunnen verdedigen. Gelyk hy ook dc uitwerking en beftier van het groove Gefchut, moet kennen. Uit het voorgeftelcle zien wy alzo , dat een kundig Partyganger, of een Aanvoerer van ligte Troupen , een doordringend verftand moet bezitten, om de voordeelen, zwarigheden en het duiftere van eene zaak, terftond te zien , en tot oplosfing van dezelven,om het regte middel dadelyk te kunnen by de hand nemen; verftand en overleg in het verkiezen der middelen, die hy deswegens laat werken, in zyne uitvoering, ftilzwygen en verfiagenheid ; eene bekwaamheid, den menfehen te leeren kennen, en hunne gemoederen te kunnen beftieren, een, uiterlyk welvoegend gedrag, om vertrouwen en liefde tot zig te trekken, met eene vooruitvindingen, volle verbeeldings en behoorlyke beoordelings-kragt, grootmoedigheid en onverfchrokkenheid, in alle voorvallen , en zelvs in het hevigfte van het Gevegt, ftandvastig en met prrefentie van geest voorzien zyn. Dit is een bepaalde afbeelding van bet Caradte'r, het welk ik in een bekwaam Opper-Bevelhebber, moet vooronderftellen. DERDE AFDEELING. Militaire oogmaat (Coup d'ozil.') Onder deze benaming, Militaire oogmaat, verft%an wy die kunst, door welke men, met een opflag, alle  ( 542 ) alle voor- en nadeelen van een zekeren omtrek Jtan naar gaan, en uic ieder deel zyn nut of voordeel daar van weet te "trekken. Het leeren dezer kunst , is even zo moeilyk, ais noodzaaklyk, ja voor ieder Officier , die eens op zig zelve, alleen zal ageeren, onontbeerlyk is. Anders zoude hy zeer dikwvls,tot misflagen,van t grootst gevolg , kunnen vervallen , alzo de verJtiezmg van zyne Posten, zelden goed, defchikKing zyner onderneeming echter nooit, of alleen maar van ongeveer met de gefteldheid van het terrain, zal over een komen. De middelen , om zig deze zeer voordeelige wetenlchap eigen te maken, zyn zeer verfchillende. De Oorlog is het best daar toe gelchikt, zelvs, alzo men m dezelve zyne onwetenheid, dikwyls bloedig ontwaar, of door fchade kloek word, en als dan zeker al bet mogelyke aanwend, om zodanige leenngen te ontgaan. Doch het is altvd geen Oorlog; dikwyls in veele jaaren niet, even zo min, ftaan buiten dien, de Armeen zo lang in bet Veld, dat een Officier, by deze gelegenheid, zig een Militair oogmaat, kan verwerven. Een jonge leergierige Officier, moet alzo ook in vreedens tyd, en buiten de Revue, zig toeleggen, midaelen te vinden, die hem in deze kunst,ten minlten in eenig deel daar van, kundigheid by brengenjagen en reizen - al beftond het laatfte ook maar met te gaan wandelen zy!1 twee der beste middelen, wanneer men maarby 't gebruik , de oorzaken daar van,moeke, verftand, en verbeeldings krsgt, te hulp neemt. De Jagt verfchaft ons ,op eene aangenanme wyze , in het algemeen,de kennis vaneen uitgeftrekten omtrek Lands, als ook deszelvs zo merkclyk yan elkander verfchillende, en zig geheel niet gelykende plaatfen; reizen of wandelen , is van dezelvde uitwerking, wanneer wv ons alzo beftendig, in deeze wetënfcrrap oeffenen , en ter be. oordeeling van ieder omtrek, ons gewennen, ons oor-  ( 549 ) oordeel dienaangaande,aan oude, verftandige Cammeraden, mede te deelen, en hetzelve door hun laten onderzoeken: zo word hier door, de eerfte grond tot deze wetenfchap gelegt, waar op men, op de volgende wyze, voord vaart. Wanneer wy eene zo veel mogelyk gecoupeerde, met veel atwisfelingen, doorfneden plaats ontdekken, dan doorlopen wy dezelve eerst, met een fterk oog, en geven als dan, aan den eenen de wydst afftaande plaats van den wand, aan de ander, het naaste by gelegen , maar aan ons zelv ,'een uitgekipfte ftelling. Dan onderzoeken en beoordeelen wy het voor of nadeel,welk de omftandigheid van de plaats aan deze beide (tellingen, geevt. Willen wy verder gaan,dan vormen wy, in onze gedachten, het ontwerp, tot den Aanval van den vyand. Wy overwegen hier by , welk nut uit het terrain te trekken is, en welke de voordeligfte wyze zyn konde, waarnaar de vyandelyke ftelling, zig konde verdedigen. Zvn wy hier mede gereed , dan neemen wy, met onze Post het zelve voor, en wanneer dit gefchied is, dan kunnen wy in dezelvde plaats, of andere onderneemingen in 't werk ftellen, of ons naar een andere plaats begeven, waar de oogenblikkelyke verandering, van den omtrek, ons wederom, tot nieuwe ontdekkingen cn nieuwe ontwerpen , gelegenheid geeft. Willen wy van de naauwkeurigheid onzer mening en oordeel, des te zekerer overtuigd zyn. dan ontwerpen wy in aller yl, een geheel kunfteloos, en alleen daar by, behoorlyk Plan der ficuatie, neemen zulks mede na huis, en onderzoeken als dan het voorgenomene nog eens, of neemen een verftandig vriend daar bv. ter hulp. 'Op deze wyze, kunnen wy ons daar by, aangenaam en nuttig bezig houden, en ons,fchoon ook niet alles, echter doch zeer veel van de Militaire oog-maat, eigen maken. Ieder oord bied ons ook daar toe gelegenheid aan, om door voordzetting  ( 550 ) ting van het hier voorgezegde, volkomener te wor- Zo kan men ook by hec wandelen enz. een wydte tusfchen twee afftanden, by voorbeeld van de eene boom tot den andere, beoordeelen, en daar naar, dezen afftand afcreeden, waar door men zig, van zyn recht of valsch oogmaat overtuige,en het frfZr v MVerbeteï?,n- Een middel dat insgelyks m het Veld, ons dikwyls wezenlyk nut verfchaft. VIERDE AFDELING. VeRGKLYKING VAN DE INFANTERIE MET DE CAVALLERIE, EN HUNNE BEIDERZYDSCHEN VOORRANG. Zonder twyfel, is ten aanzien van het waare nut, hec welk men in den Oorlog, van beide foorten van Troupen kan hebben,een onderfcheid tusfchen beiden. Doch men zal ook, wanneer men van be.de foorten , een gelyk getal Troupen heefe aan menigte en inwendige waarde, geheel gelyk tegen eikanderen field, het behoorlyk, fien onderscheiden, welk foort den voorrang verdien nadien zy boven de andere, den voSrrang bekomt .' Aan beiden zyden, vinden wy verftandige en ervaaren mannen, die den voorrang zig willen aanmatigen. Hunne mening is echter alleen een uitwerking, van 'c vooroordeel, hec welk hen overhaald tot die party te treden, waar by zy gediend hebben. 3 fa Verder zy het verre van my, om my tot fcheids Kigter.in deze zaak, te willen ftellen;alleen,beide foorten van Troupen, tegen eikanderen te vergelyken, vordere ik, ten einde men by de overweging daar van., zoveel ce duidelyker, deregels cn  ( 55i ) en fchikkingen kan bepaalen,die voor ieder foort, de beste en dienstbaarfte zyn. Ontegenzeggelyk is het, dat een dapper en wel geoeffend Battaillon Infanterie, onder aanvoering van een gefchikt en bekwaam man, een Regiment van de beste Cavallerie , by alle zyne behendigheid, dapperheid, en onftuimige fnelheid, altoos ontfachlyk , doch wanneer het verfchanst is, of maar ergens eene dekkende tegenftand, by voorb. een graav , een hoog hekken of tuin voor zig heeft, zeker onverwinbaar blyven zal. Daar en tegen fchynt het ook nochtans zonder redding, verlooren te zyn, wanneer het op eene vlakte, buiten verdere bedekking, als zig zeiven, van de Cavallerie word aangevallen. Dat Battaillon kan, ik beken hec, wel door zyn vuur, zelvs door den tegenftand der Bajonetten, en de driedubbele gefloten Gelederen, fomwylen den Aanval der Cavallerie wederftaan,en zig met orde, of tot hun voordeel, terug trekken; het zal toch eindelyk, een gerefolveerd, en aan het vuur gewoon Esquadron Cavallerie en de hevigheid van deszelvs Aanval, niet langer kunnen tegenftand bieden, maar het moeten opgeven . Terwyl men hier uit kan afneemen , dat het voordeel der Cavallerie, in den nadruk van den ftoot beftaat, zo zal de zwaare Ruiterye hier by de voortreffelykfte dienst doen , terwyl nog daar én boven , de Curasfiers onder dezelve, zo zeer voor den fchoot, zyn bevyligt. Men moet in het vonrfte gelid, alleen uitgezogte manfchappen plaatfen, die benevens hunne Paarden aan het vuur gewoon zyn. Dat, wat zy hier moeten uitftaan, is wel heftig; doch komen van de tien man , 'er maar vier tusfchen de Infanterie, dan is tot het doordringen , de vereischte openig gemaakt, en de Infanterie geflagen. Hier over vind men meer, hier agter , onder de Afdeling, ovi-r den Aanval op de Infanterie. Doch ten einde de Cavallerie, tot diergelyke Aanvallen bekwaam en gefchikt worde, om den tegenftand van de  C 552 ) de Infanterie te overweldigen , zo moeten de Paarden aan het vuur en alarm gewend worden. De, van natuur, vreesachtige Paarden tot dit oogmerk te gebruiken, zoude meerendeels, vergeeffche moeite zyn. Men vind wel eenige, die men in de manegie daar toe brengt, wanneer men dezelve, in het begin aan den toom, en met geblinde oogen leid, en ze door geduurige oeffening en herhaalde Proeven,deze fouten afgewend; de meefte nochtans zyn niet te veranderen. Het is alzo zeker , dat de Cavallerie de Infanterie, op de vlakte te boven gaat,en dezelve flaan kan. Doch even zo zeker is het ook, dat de In» fanterie,in ontelbaare andere omftandigheden, zyne overtreffing ftaande houden,en zelvs op eene vlakte ik wil niet zeggen, door mafchienen^ Spaanfche Ruiters, Pieken , of met de Bajonet — met Contenmce, en door wel aangebragt vuur, veele aanvallen der Cavallerie, kan terug flaan. De oeffening is voor alle Troupen, onontbeerlyk, en hec eenigfte middel, om dezelve volkomener te maken. Het is in het algemeen, geen gebrek aan heldhaftigheid, wanneer de Soldaat by het vuuren , de oogen coeknypt , of hec hoofd weg draayt. Die komc meestendeel, uit gebrek van oeffening, en de gewoonte voord, liet men alzo de Soldaaten in Vredens tyden, veel , en voornaamlyk na de fchyf, fchieten, zo zoude hy in het Veld, zynen vyand, mee even dezelvde zekerheid en onverfchrokkenheid , zoeken te treffen, als de Jager een ftuk Wild. Men oefene alzo den Soldaat, voor den Oorlog, men leere hem met zyn Geweer omgaan, hec zelve altyd in behoorlyken ftaat te houden, en het zelve de vereisebte lading te geven enz. Toe een loop, welkers Caliber, hec zestiende deel van een pond is, moet men Kogels gieten , waar van er 18 op een fg gaan, zyn de Kogels grooter, zo gaan dezelve, door den omflag , bezwaarlyk na beneden. De,in het Gevegt, driftige en zig overylende Soldaat, moet  ( 553 ) moet alzo veel tyd hebben, eer hy de lading naar onderen brengt, of hy brengt dezelve niet ten vollen, op den grond, waar door zyn Geweer ligtelyk fpringt, het geen hem niet aileen tot het verder vegtèn onbruikbaar maakt, maar ook hem en eenige zyner Cammeraden, fterk kan kwetzen. Wanne'er twee Corpfen Cavallerie tegen elkan* deren ageeren ; dan is de Piftool meer bezwaarlyk, als nuttig; de meesten, die dezelve in de hand hebben, werpen dezelve weg, om den Degen of Pallast te neemen, dat ook het eigenlyke, en werkende Geweer voor een Cavallerist is. Doch of de kromme Sabel, of den regten Degen welkers punt, in zekeren opzicht, de plaats der Pistool vervangt, — beter is; onderfta ik my niet te beflisfen. Het is verder gantsch niet kwaad., dat de Cavallerie, door 't handgevest van den Sabel of Degen, een klein ketentje tiekke, terwyl anders een enkele houw hun aan den vyand kan overleveren. Even zo noodzaaklyk is het, eene byzondere of aparte trens te gebruiken, wanneer de ftang onbruikbaar word, of,wanneer men by voorb. by overvalling, geen tyd heeft, dezelve om te draaijen, zo kan de trens gevoeglyk deszelvs plaats vervangen. Mooglyk gelukte het ook,de ftang, zo in te richten, dat dezelve, doormiddel vaneenen, ter zyde aangehechten teugel, het Paard uit de mond uitgenoomen, en in een oogenblik weder daar in konde gelegt worden, zonder nodig te hebben het hoofdgeftel af te neemen. Dit was een uitvinding,welke by bet, op Veldwagten , gedetacheerde Posten enz. noodzaaklyk voederen , zeer nuttig zyn konde, mits, dat de beftiering of 't beteugelen der Paarden, daar door niet kome te lyden. Zoude het ook niet van groot nut zyn , wanneer men voor de Cavallerie, voornaamlyk in plaats van zulke,Machien-matigemutzen als de'Huzaren ophebben eene andere hoofddekking te geve. By voorb. een Pp foort  C 554 ) foort van een Helm, zo a!s het Hanoverfche ligte Dragonder-Regiment van Elliot, in den zeven Jaarigen Oorlog, droeg, het welk in hec algemeen een voorbeeld van wel ingerigce ligce Cavallerie, vertoonde. Was deze Helm echter te kostbaar, kon men den Ruiter, het beter koop ,|ligter en bekwaamer Kasket geven. Ging over bec zelve, en ter beide zyde rot aan de beide fchouderen, een ketentje naar beneden, zo was het Hoofd en de Hals meerendeels, voor het inhouwen gedekt, en liet men deze ketting langs de armen, tot aan de hand naar onderen loopen,zo hadden dezelve eere gelyke befchutting. Ook het tans gebruikt wordende Zadel der Huzaren ,komc my niec wel voor. Het groot gebrek van het zelve is, de langduurigheid van tyd, welke men nodig heeft, om het zelve behoorlyk op te leggen. Was het alzo niet beter, wanneer men hun een ongevuld, zogenaamt duitsch vorfchen Zadel gave,waar aan de PiftooU kappen, en eene kleine Mantelzak, van gebrand leer , die geflooten kan worden, onaffcheidbaar aangehecht zyn. De tegenswoordige zwaare en kostbare dekken, (by de Duicfche Huzaar en, Woulack genoemd) waren als dan geheel overvloedig; alzo een gantsch dun dek van grof doek, of van Beddetyk.in derzelver plaats, kan gebruikt worden. Het voor en agter getuig, ten pinden het laatfte kan geheel weggelaten worden ,alzo het Zadel, door de boven en onder Gordel, die beide alleen, door middel van een riem , worden toe gegespt, genoegzaame vastigheid heeft. De houte Laadftok der Piftoolen, gevalt my insgelyks in 't geheel niet. De Huzaar laac by hec flancqueeren, denzelve of vallen, of breekt ze dikwyls in ftukken. Men geevealzo een yzere Laadftok,die door middel van een ligt kettingje, aan den Bandelier, is vast gehegt, en waar mede de Carabyn en Piftoolen kunnen geladen worden; ware het mooglyk, beide, zonder kruid, op de Pan te fchudden, gelyk tans met de Pruififche Infanterie-Gewee- ren  C 555 ) ren — te veranderen ; zulks zoude zéker veel voor uic hebben. VeeleMonteeringe derHuzaaren, hebben vervolgends ééne Couleur, die deels te fraay en vlekachtig , deels te zeer afftekende is, —by voorb. geel en rood — kon men niet alle Huzaren Regimenten met donker groen,of asch graauw — twee Couleuren, die nog ffnullen,nog in het Veld boven anderen, te zeer uitfteken kleeden , en even zo , gelyk de andere foort van Troepen , door knoopen , kragen , opflagen, het welk met Huzaren Pels gemaklyk is te doen zig laten onderfcheiden ? Ik veronderftel hier by,dat de noodzaaklykheid der Hongaarfche dragt, reeds is bewezen, en dat een korte, met overkleppen , voorziene Kolder, dezen dienst niet konde verrichten. Of het verder beter zyn zoude , den Huzaren Mantel in een wyden Overrok te veranderen , of hem in de tegenwoordige gedaante te laten , onderfta ik my niet, te beflisfen. Lezer! (Iel deeze myne voordagennietop rekening van myne eigen wysheid, of een onrype zugt tot nieuwigheden. Het zyn alleen bloote opgeworpen gedagtcn , tot welkers onderzoeking , ik gaarn zodanige mannen wenschte aan te fpooren, die in ftaat zyn, om deze zaaken dus te veranderen. Ik koome alzo weder tot hec gebruik der Cavallerie. Offchoon ieder Caval!erist,doch voornaamlyk een Dragonder, die zo goed te Voet als te Paard moet kunnen vegten: zo houde ik het afzitten by een enkele, niet zeer fterke Troup, ten uiterften gevaarlyk. By een geheel Corps , gaat dit met veel kleiner afwisfelingenoch aan; want den commandeerende Generaal, kan zo veel andere Troupen laaten aanrukken, als nodig zyn, om de afgezeetenen te kunnen onderfteunen, en hun tyd verfchaffen, om weder te Paard te ftygen. Doch die voordeel ontbreekt een enkel zwak Detachement; Want wanneer ik, by voorbeeld.: van honderd P p 2 man,  ( 556 ) man, veertig laat afzitten, dan zullen die geene, wel|ke de Paarden vast houden, dezelve dikwyls op eentyd, wanneer men zulks het minfte vermoed, laten lopen, om zig zei ven te verdedigen. Een Aanvoerer van Cavallerie , moet alzo nooit laten afzitten, dan wanneer hy een genoegzaam getal Troupen |, ter onderfteuning, over heeft, of wanneer het uiterfte gevaar zulks vereischt. Het laatfte geval kan, by voorbeeld: dan plaats hebben, wanneer het Detachement,door eene lange hollen Weg, of door een eng Defileé moet te rug trekken. Doch ook hier is het niet altyd nodig : want by het pasfeeren van een hollen'Weg, kan men het Defileé-vuur gebruiken, en by het overgaan van een Defileé kunnen de manfchappen, die het zelve bezetten, byna zo goed te Paard,als te Voet, vuuren, en het laatfte verdient, dan alleen, den voorrang, wanneer men de Paarden der afgezetenen, in volle zekerheid, kan brengen, en de manfchappen, door het afzitten fcheut vry kan houden , intusfchen men dezelven, agter een Heg ftell', of in een Graav laat gaan ftaan enz. In het Jaar 1743 wierd de verftandige en voorzigtige Heer de la Croix , evenwel gevangen. Doch men merke echter ook,den te faamenloop van noodlottige omftandigheden. Hy ftond in de Beijerfche Stad Pfarkirchen, zeer kort by de Oostenrykfche Armee: welke hy, door het opligten van Veldwagten , gedetacheerde Posten en Patrouilles, zeer merkelyke fchaade toebragt. Op zekeren dag,bekwam hy naricht, dat Prins Karei, zig tegen Linz in beweging ftelde : en twee dagen daar na, ontdekie hy ,dat den vyand met ongeveer 40000 man, over Scharding , tegen eene Franfche Voorpost aanrukte, welke met Infanterie bezet was, die onder het bevel van een Lieutenant Collonel ftond. De Heer de la Croix. liet hier van terftond aan den commanderende Generaal, kennis geven, cn kreeg bevel, met twee Cornpagnien Dragonders, te-  C 557 ) tegens eene hoogte, op te rukken, van welke men den vyand beter overzien kon. Hy deed zulks, en gaf daar op, aan den oudften Officier, het Commando over de beide Compagnien Dragonders; en beval hem de hoogteniet eerder te verlaten, voor dat hy hem zulks zoude beveelen. Hy begaf zig hier op, tot den Lieutenant Collonel, die de Voorposten commandeerde,om met hem naderaffpraak te maaken. Eensklaps, zag hy hier den vyand, in twee Colonnen, aanrukken. Hy ylde alzo terftond na zyne Dragonders terug; doch bevond, dac den hen aanvoerende Officier, de hoogte verlaten, en zig in eene zo engen weg had begeven , waar door flegts, man voor man , konde marcheeren. De Heer de la Croix, had moeite, om voor dezelve te komen, en eene plaats te vinden, op welke hy de Dragonders in 5 of 6 gelederen, troups wyze konde laten opmarcheeren, en liet2 5 man afzitten , om de zwakke vyandelyke AvantGuarde , het nazetten te beletten. Dit gelukce, alzo de vyand goedvond, terug te blyven. De voorgenoemde Officier, intusfchen met die beredene Dragonders, en de Paarden der afgezetenen, uit den weg, uittrokken,en aan geene zyde, den Heer de la Croix,af te wachten. In plaats van dit laatfte, te doen, begaf hem zyne gelatenheid. Hy ylde , om 't over een naby gelegen Rivier, te zetten, edog in een zodanige disorde, dat het den vyand merkte, en hem daarop aanviel; waar by hy zyn leven,en eenige andere Officieren, van groote verdienden, hunne vryheid verlooren. De Heer de la Croix, kwam uit den hollen Weg, en geloofde, daar zyne Paarden te vinden, doch vond niets als vyanden en verwarring; zyn handvol manfchappen wierden aanftonds verftrooid. Een Officier en een Dragonder was nog by hem, toen hy van 20 Hongaarfche Huzaren omfingeld en gevangen wierd. Een voortreffelyk voorbeeld: om daar uit te leeren , hoe fchadelyk en ftrafbaar het zy, de bevelen van zyn Bevelhebber, te overtreeden. Had P p 3 de  ( 558 ) de meer genoemde Officier het niet tweemaal op de onvergeevlykfte wyze, gedaan, dan was , naar alle waarfchynlykheid , hy zelve in 't leven gebleven. En de Heer de la Croix, benevens veele Officieren en gemeenen, waaren niet gevangen genoomen geworden. VYFDE AFDELING. VOOEZICTIGHEID OP DEN MARSCH. In alle onderneemingen tegen den vyand, moet men konstgreepen zoeken , uittedenken. Doch men moet ook fcherpzinnigheid genoeg bezitten , om die des vyands, naar te gaan: ten einde men deszelvs aanflagen , door gepaste tegenmiddelen verhindere, of vemietigc. Alle geheimen, die in het vyandelyke Land, beraamd, en op eene gewigtige onderneming, doelende marsch, moet men "alleen naar het ontvangen der nodige berichten aanvangen. Zy beftaan daar in: dat men van het Land, waar door men trekken moet, als mede de wegen, die men voornemens is te neemen, gelyk ook.de fterkte en foort van Troupen , van den in dien omtrek, of kort daar by , zich bevindende vyand,zyne gefteldheid, en de ligging der, doorhem bezette posten, met naauwkeurigheid en oplettenheid, zoeken te onderfcheppen, om dit alles recht te kennen. Wil men nu opbreeken , dan doet men zulks niet, met het geheele Detachement, te gelyk. Men verdeelt het in verfcheide kleine hoopen, welke na verfcheiden openingen van het Quartier, of uit verfcheiden zyden van het Leger, als mede eenige uuren , na eikanderen, afmarcheeren. Door deeze list , worden de vyandelyke Spionnen zekerlyk misleid. De voorgenoemde verdeelingen worden door Officieren gevoerd, die de marsch der an-  C 559 ) andere weten, en de hunne zo inrichten, dat zy ter bepaalder tyd, op de beftemde verzamelplaats, aankomen. Hier word een monftering of naarzien der gezaamentlyke Detachementen gehouden , waar na men met orde, en in ftilte,de marsch beginne, die op kleine wegen, met mogelyke vermyding van alle bewoonde plaatfen, en alleen des nachts word voordgezet. Met het aanbreken van den dag, verffeekt men zig in een digt, en weinig bezogt wordend hout., tot dat de nacht wederom aankomt, en behelpe zig met de, voor de vereeniging, aangefchafte levensmiddelen. Ongeacht,deeze maatregelen met het voorzigtigfte| verftand, overeenkomen; zo zyn zy toch niet geheel toereikende, om het marcheerende Detachement, zeker te ftellen. Want de Aanvoerer moet niet alleen geheim, en verborgen weten te marcheeren, hy moet ook vooruitzien, hoedanig hy zal terug komen, en alzo niet ééne pas voorwaards doen,zonder voor de zekerheid van zynen terug marsch, gezorgt te hebben. Zyn eigen beste is de fterkfte Dryfveer.die hem moet noodzaken, die plaatfen te verfchoonen, waar door hy trekt, en hen zynen doormarsch zo weinig bezwaarlyk te maken, als mogelyk is. Alleen hier door, als mede door vriendelykheid, gefchikte en menschüevende omgang, bewaaring voor plunderen, zelvs voor alle moedwilligheden, verwerft hy de toegenegenheid der vyandelyke Inwooners. Voegt hy op zyn tyd, by dit gedrag, eenige mildadigheid, dan kan hy zig verzekerd houden , niet alleen onverraden te blyven ; maar men zal hem noch zelvs gewigtigc dingen, van de fterkte des vyands, de ftelling en beweging zyner Troupen, en wat dies meer is, ontdekken. Zulke berigten kunnen zelvs zeer nuttig worden , naamlyk : wanneer zy door de Berichten der vooruitgezondene Spions, opgehelderd en bevestigd worden. Men kan als dan, met goed vertrouwen, overeenkomftig met dezclPp 4 ve,  C 560 ) ve, te werk gaan , en zig van eene goeden uitflag verzekerd houden. Een Partyganger zal zelden ongelukkig zyn, wanneer hy deze? regels volgt , en wel geregelde Troupen heeft, die het zelve doen. De Heer de la Croix, was met deeze Grondregels zo zeer ingenoomen; hy wist dezelve behoorlyk ter uitvoer te brengen, en hy heeft het bewezen, hoe zeer hier van, de uitïlag der onderneemingen, afhangt. Men weet, hoe veele ftrooppartyen, hy in het vyandelyke Land gedaan, en meest altyd, met een gunftig gevolg heeft ter uitvoer gebragt,men weet, hoe veel gewigtige Posten hy den vyand ontnoomen, en hoe veele Steden hy overrompeld, beklommen, en onder brandfchattinge, gebragt heeft. En toch heeft hy alle deze gelukkige daaden, nog 't grooter getal van zyne Troepen, noch de uitwerking van zyn zwaare Gefchut, te danken, nadien hy alleen eenige Petarts of muurbrekers met zig voerden. Zyne bekwaamheid, zyn doordringend verftand, zyne voortreffely k uitgekipte maatregelen en wel overlegde bevelen, onderlfeunde hem hier in. Want, wat kan moed en verftand niet ter uitvoer brengen ! Ik heb gezegt, dat men by eene geheime Expeditie, zig door verfterking, en het marcheeren by nacht, moet verbergen; doch ik heb vergeeten, daar by te voegen, het gevaar waar in men dikwyls komt, om door het blaffen van een enkelen hond , verraaden te worden , wanneer men by voorb. een, omtrent het Dorp, gelegen Boeren huis, niet ver genoeg van het zelve, kan voorby gaan. Om dit te verhinderen, moet men verkleede lieden, vooruit zenden, die met Vosfenbeet of Kraan oogen, de honden vergeven. Deze lieden kunnen veelligt noch boven dien , ontdekkingen doen , en berichten brengen, waar door den maisch zeker geftelt word, ZES-  ( S6i ) ZESDE AFDELING. 't Gedrag ey een terug marsch. Terwyl onderneemingen op geflooten Posten, alleen door Infanterie, worden ter uitvoer gebragt, zo heeft de Cavallerie daar by, niets te doen, als dat zy de aangevallen plaats berend, om de vlugtelingen op te vangen, en dat zy kleine Patrouilles, ter waarneming van 't een of ander ligt bykomend fecours, van den vyand, uitzend. Doch, wanneer de Infanterie, het hunne gedaan heeft, en zig tot den terugtogt begeeft , het welk zo fpoedig , als mogelyk gefchieden moet, moet men, op den marsch, een toerykend getal, wel befpannen Wagens te famen brengen , waar op de Infanterie, en de gevangenen zo veel te fpoediger kunnen worden voordgebragt — als dan eerst kan de Cavallerie den meeflen dienst doen , vermits zy de Agterhoede uitmaakt, den vervolgende vyand die als dan insgelyks, alleen met Cavallerie, kan nakomen, terug keerdt, en de Infanterie , benevens de gevangenen in zekerheid fieldt. Deze volgende, zyn de hoofdregelen, die by ieder Retraite , moeten in het oog gehouden worden. 1) Men moet nooit in ééne, maar altyd in meerer gedeeltens van Troupen, terug trekken. 2) Men moet , wanneer het hier of daar kan zyn, deze Troupen, niet alle op eenmaal, maar de eene na de andere, laten terug trekken. 3) Men moet zelvs by den hevigflen Aanval, nooit naar de wydte, of te lang, of te fterk jaagen, maar zyne Paarden zoeken, hun adem te doen behouden, en den flegte, iets voor uit, voor de goeden, geven, zo veel men immer kan. 4) Men moet , by een terug marsch, niet alleen op den vyand,en deszelvs, ons zigtbaar ver- Pp 5 vol-  C 562 ) volgende Troupen, ons oog gevestigd hebben; maar ook in het ter zyde en agterwaards liggende terrain , naauwkeurig laten Patrouilleren, ten einde men niet onverwachts, in een Agterhoede valle. 5) Men moet nooit een Dorp, een enge pasfagie, een Brug, of een Difileé pasfeeren, zonder dat het zelve alvoorens, door het,naar proportie der fterkte van het Detachement, bezet is, Deeze Troup moet doorgaands by tyds, weg gezonden worden, ten einde dezelve, by de aankomst van het Detachement, zig reets naar vereisch heeft geposteerd. De Officier die het zelve geleid, gaat over het Defileé, of over de Brug, aan de overzyde van dezelve , hy laat 2 derde gedeelte van zyne manfchappen afzitten, of wanneer het Infanterie is, neemt hy een behoorlyk getal met zig, en posteert dezelve, zo mooglyk,|aan beide zyden van het Defileé , doch zo, dat zy altyd door een graav, heg, tuin, of iets diergelyks gedekt zyn. Het laatfte derde deel zend hy, met de Paarden, onder aanvoering van een bequaam Onder-Officier, zo ver terug, dat zy fcheut-vry zyn. Veronderfteld, 'er zyn geringe hoogtens, dieptens, of iets diergelyks, in de nabyheid' om zig in dezelve te kunnen verbergen. Zodra nu het retireerende Detachement, het Defileé nadert, en van de Vleugel afvalt, om het zelve te pasfeeren; zo moeten, de by de Cavallerie af- gezeeten manfchappen naamlyk, wanneer zy den vyand reeds bereiken kunnen, of Pelottons , of rots wyze , beginnen te vuuren , en daar mede, tegen den doorgang, zig tezamen fluitende , zo lang continueeren, tot dat de laatfte Troup gereed is, om daar over te gaan, als dan loopen zy naar hunne Paarden, en zitten fpoedig op : waar by ze dan van de,aan deeze zyde van het Defileé , reets opgemarcheerde Troupen gedekt worden. (6 Men moet — naamlyk,wanneer men niet te fterk gedrongen word, op dat oogenblik,als men  C 563 ) men het Defileé pasfeert, met die, het naast aan den vyand ftaande, Troup, wel eene korte, doch ten uiterfte ferieufe attacque, op hen maken; zo dat hy fchrikke, en daar door, de reets kort by hec Defileé, zig bevindende Troup, tyd geven, daar over te gaan, en aan geene zyde van het zelve, zig weder te plaatfen. Zodra dit gefchied is, gaat, den vyand attacqueerende Troup,"op een volle Gallop insgelyks daar over, en verzameld zig agter de reets ftaande Pelottons. Doch geduurende den overgang,worden zy door de afgezeetene, of door de by zig hebbende Infanterie, gefouteneerc. 1) Men kan zyne terug marsch ook, door masquering, of door éen, vooriden vyand gemaakt blind werk, zoeken te verligten Doch men moet,by ieder blindwerk, zeer voorzigtig zyn. Want oncdekc de vyand die masqué, dan zal hy daar uic, onze verlegenheid opmaken, en ons zo veel ce driftiger en oponhoudelyk vervolgen. Zo raaden ik het by voorb. veele aan : dac men een Trompetter by tyds terug zend, en hem, onder een, ter zyde liggend Bosch, of Berg, den marsch laat blaazen, om den vyand , hier door, in het begrip te brengen, als of er nieuwe Troupen toe ons fecours, aannaderden. Dan, dit middel moet, naar myne gedachten, by een, maar eenigzins ervaaren vyand , geheel het tegendeel uitwerken. Want, wanneer ik eenen vervolgden Troup, te hulp kome, en den vervolgden vyand, door eenen Aanval, terug wil flaan , zo zal ik myne aankomst, niet door een Trompetter uitbazuinen , en den vyand te vooren bekend laten maken; terwyl hy dan by tyds,ftil houden, zig in Slag-orde ftellen, my recognosceeren, en by ontdekking myner overmagt, zig by tyds, terug keeren zoude. Doch wil men des niet te min, dit blindwerk proberen, dan geefc men de, hier toe uitgezonden Trompetter, een Pelotton mede. De helft van dit Pelotton flancqueert, het andere blyft t>e- flo-  ( 564 ) floten. Hier door, zal men niet alleen de, tot het recognosceeren,bykomende vyandelyke flancqueurs terug dry ven, maar hen ook in het begrip doen komen, als ware deze Troup, de Avant-Guarde van een grooter Detachement, welker aanmarsch dezelve dekce. Word de vyand hier door misleid, om ftil te ftaan, om zig te verzamelen, en zig in eenbehoorlyken ftaat te kunnen ftellen, dan moet het, dezerzydfche vervolgde Detachement,'[zig insgelyks, langzaam retireeren. Men zal hier uit, tweeërly voordeelen trekken. Onze flegte Paarden zullen eenigzins verfchoond, onze goede, eenigen tyd,om zig te herhaaien, bekoomen; ten tweeden, zullen wy,den vyand door deeze langzaame terugtogt,diets maaken), als verlieten wy ons, op het reeds naderende fecours. Doch ten einde, de vyand echter het flaauwe masqué dezer list,zo laat, als mogelyk ontdekke. Zo moet de voorgenoemde Troup, benevens de Trompetter, zodra hy van den vyand klaar ontdekt word , in ftilte en fpoedig terug trekken , en zig aan een andere plaats, weder zien en hooren laten (*). ZEVENDE AFDELING. Oogmerk der partyen; en het gedrag der party6angers. Men gebruikke de Partyen, tot zeer veele onde'rneemingen, die alle op deeze tweeërlei Grond-regelen uitloopen: of den vyand fchade en afbreuk tOÖ (*) Deze regelen zyn wel juist voor de Cavallerie gefchikt, doch een Oflicier van de Infanterie, zal ook veel daar in vinden, wat nuttigen in zo een geval,dienstbaar zyn zal.  C 565 ) toe te brengen, of ons zeiven, nut en voordeel te verfchaffen. Alle foorten van recognosceringen, opligtingen, by voorb. van enkele Perfoonen, kleine toevoeren, Magazynen enz. alle foorten van overvallen, en in het algemeen, ondernemingen, die met geweld of list, alleen door weinige manfchappen, kunnen worden ter uitvoer gebragt. Een Party, kan uit Infanterie of Cavallerie, meerendeels,uit beide foorten van Troupen, te gelyk beftaan,doch echter, dat naar de gefteldheid van het Land, en 't de manier, der ter uitvoer brengende onderneming , zulks vereischt. Zy word door een verftandig en ervaaren man aangevoerd, die de naam van een Partyganger bekomt. Zyne noodzaaklykfte eigenfchappen zyn, in de tweede Afdeeling , van dit Stukje, befchreven. Ontegenfpreekiyk is het, dat niets zo zeer, als Parthyen, de Troupen oeffenen en africhten, en bekwaame-cTi duchtige Officieren maaken kunnen. Een hooger Bevelhebber moet dus, zo vaak als mog-eiyk, Parthyen uitzenden , al gefchiede het ook maar alleen, om wegens den vyand naricht in te winnen. Beveelt hy nu den Parthyganger, niet te rug te koomen, zonder eenige gevangenen te hebben gemaakt, of toch ten minften gevuurd te hebben, dan zal deeze zekerlyk, meer beginnen te wagen, en zig op het leeren van die middelen toeleggen, hoedanig men een marfch, geheim houd; den vyand ontdekt, hem den terugtogt affnyd, in hinderlagen lokt, in fchermutfelingen wikkelt, Veldwagcen, Voorposten en Patrouilles overvalc, hoe men eene tegenzydfche Parthy overrompele , opligte, af (hoe men zich het vervolgen van den vyand , moet zoeken te onttrekken. Op deze wyze, kan fomwylen het bepaaldfte verftand, zig tot eene wetenfehap vormen, die werkelyk zwaar en alleen, door fterke oeffening, te leeren is. En worden die geenen , welke hier in uitmunten, wel beloond, dan zal de yver, ter naar-  C 566 ) naar volging, het nooit aan de treffelykfte Parthygangers, doen ontbreeken. Terwyl de onderneemingen van een Partyganger, dikwyls voorloopige maatregulen vereifchen, zo is het nodig, dac hy met zynen Opper-Bevelhebber , voor zynen aftogt, affpraak maake, en zich, vooral, in alle gevallen, algemeene inftruétien laat geven; naar byzondere voorvallen,kunnen dezelve nooic zyn ingericht, cerwyl ieder Parcyganger de magc moec hebben, wilkeuriglyk ce mogen handelen, een einde hy eiken gunftige gelegenheid, daadelyk zich kan een nutte maken. Want zoude hy telkens, te vooren, nieuwe beveelen inwagten, zo zouden zyne ondernemingen, zelden gelukken, en altoos zeer gebrekkig zyn. Hoe een Parthyganger zyn marsch moet inrichten , is reeds in de vyfde Afdeling, aangetoont. Wanneer hy nu ongeveer, één of twee mylen van de plaats zyner beflemming, verwyderd is, posteere hy zyn Detachement zo voordeelig, en verborgen als mooglyk is,neeme ongeveer tien der best bereedene manfchappen met zig, die hy insgelyks, of alle, of wel hec grootfte gedeelte, tot zekerheid van zyne terug komst; gebruikt, en begeeve zig dan,of geheel alleen, of maar flechts, met een Escorte van eenige manfehaopen, zo digt aan zyne beftemde plaats, als mogelyk is, of dezelve, buiten ontdekt te worden,kan naderen, en hier recognosceert by van een der voornaamfte Hoogtens, zo veel als hem mogelyk is. Ontdekt hy niets, dat hem verdagt voorkomt, of iets wat met de berichten zyner Spions over een ftemt, dan trekt hy geheel, in ftilte, terug, en kan als dan zyn onderneeming, met zo veel te meer moed en voorzigtigheid ter uitvoer brengen. In tegengeftelde gevallen, moet hy zich, omtrent de gegrondof ongegroudheid van zyn verdenking, zo veel mooglyk trachten te overreden, een einde hy zyn oogmerk, of geheel laae vaaren, of wel hec zelve met veel voorzigtigheid, onderneemc. De  (567) De Aanvoerer moet, voor de begonnen onderneming, zyne Troupen alle de hindernisfen en zwarigheden, te kennen geven, welke zy hebben te verwachten, of die de vyand waarfchynlyker wyze , daar tegen , kan ftellen, en het gedrag, by hunne meererheid, bepaalen. Hier door zullen de Troupen in het vervolg, niet confuus gemaakt worden, maar zig,naar de omftandigheid, weten te rigten. Ook moet telkens een vergader-plaats worden bepaalt, op welken zig de Troepen, weder by eikanderen, kunnen voegen , ingeval, een ongelukkigen uitflag , ons tot een haaftige vlugt, noodzaakte. Men zal wel doen , verfcheiden plaatfen, tot de weder te famen komst, te bepaalen, ten einde die geenen, welke op de eerfte niet kunnen komen, ten minften op de tweede of derde, elkander aantreffen. Zoude deParthygangcr, alvorens hy zyne onderneeming kan beginnen, in 's vyandsLand , en in de nabyheid zyner Armee, genoodzaakt worden, om eenige dagen te blyven liggen, dan moet hy niet alleen bedekte, weinig bezogte plaatfen, tot zyn oponthoud verkiezen, zig door een Keten van geheime Posten, verzekeren,maar ook deeze plaats van zyn oponthoud , dikwyls veranderen, alzo het mogelyk is, dat hy, met de beste voorzigtigheid, voornaam'yk des nachts, ontdekt,en van den vyand is verraden geworden. Doch deze verandering van Post, moet alleen in den donkere, zo geheim en ftil,als mogelyk, worden in het Werk gefteld, terwyl wy,zelvs door deeze beweging, ons kunnen verraaden. Hoe nut en noodzaaklyk het is, in deeze fkuatie, met nodig onderhoud, verzorgt te zyn, is ontegenfpreeklyk. Is nu de onderneeming gelukkig volvoerd, zet ons den vyand niet na, of behoeft men niet te vreezen, fterke vyandelyke Detachementen te ontmoeten , dan kan men op groote welgebaande wegen terug trekken, om zo veelfte fneller, voord te komen. Doch word men van den vyand ontdekt  C 568 ) dekt en vervolgt dan moet men'de fpoed, des terugtogts verdubbelen, terwyl het winnen van een TwrhPïonf ',hec eenigfte middeI tot reddi»g i Doch haalt den vyand het Detachement in, en komJn h° ftMk' "a' d,3t hy niec meer kan vó". dfe hpiH nibl^Vel1 aHeCn tWCe mi"ddelen °Pe". v,n hIdAWel TC voordeliS zyn, doch dienen ft fiï' c°ch moeten gekozen worden. Het verftrnnlaaC IT' dat raen hec Detachement verftrooije, en enkel zoeke te ontkomen; het tweede, dat men zig m een Kerk, Slot, Kerkhof, of aT 3ndere gefchikce P^ats, ter verdedif ri\ ?T' f11Ige wel bereede manfchappen om iecours afzende,en zig hier zo lang verdedige, tot Swa^en 15 rgf°rn> °/ten mUen,den&nc£ fl^r 8 n ' 1 ond" b£,8""diging van dezelve, zig daar door heen flaan , en te kunnen ontvlieden Doch dezen toeftand, is zo criticq, en met zö veele geyaaren verbonden, zo dat ifc bvna een ver«rooide vlugt, den voorrang geve. 'Wel te ver ftaan, wanneer het Detachement, alleen uit Cavallerie beftaat, alzo by de Infanterie, deeze terugtogt geen plaats kan vinden, zonder dezelve geheel aan den wand op te offeren Infanterie-Detachementen moeten', in eene onene, en ongedekte plaats, alleen des nachts, marcheeren, doch is het Land Boschachtig, of Coupeerend; dan kan de marsch onafgebrooken worden voordgezet. Onderneemingen , die op eene verren afftand zullen worden voordgezet, moeten zo geheim,als mogelyk, worden gehouden ; en niemand, als de Aanvoerer, als mede de oudfte Officieren van het Detachement, moeten het oogmerkvan den marsch weeten. Als dan zal men door Delerteurs of gevangenen, ten minften niet geheel kunnen verraden worden. Voor het overige, moet de Infanterie, zig op den marsch. van meer levens-middelen voorzien, als de Cavallerie: want voor eerst, heeft dezelve langer tvd nodig, en ten tweeden loopt de Infanterie meer'gevaar, ontdekt  ( 569 ) dekt te worden, wanneer zy voor zig, levensmiddelen, op de Dorpen haaien moeten. Wanneer verfcheiden Parcyen, gemeenfchappelyk, tot eene Expeditie zullen te famen komen 5 dan moeten de Horologien van de Aanvoerers der Detachementen , naauwkeurig op eikanderen gefield zyn, en men moet telkens een weinig tyd, op onvooruitzichtbaare hindernisfen, meer toegeven. Wil men den vyand een Troup van achter na zenden, een nooit te verwaarlozen groot voordeel dan moet de tyd naauwkeurig, en niet te lang worden berekend, die deze Troup nodig heeft, om daar omheen te koomen: ten einde het van vooren aanvallende Detachement, zyn opbraak, marsch en Aanval daar naar, konne inrichte. Noch beter zal het zyn , wanneer deeze Troupen zo lang, voor het vyandelyke Front, ftil en verdekt blyven liggen, totdat de omgaande Troup, door een alvorens afgefprooken teken, zyne aankomst, op de bepaalde plaats geeft. Zoude men onmooglyk een teken kunnen maaken ;dari kan deze Troup, den Aanval beginnen, veronderfteld, dat het voorfte Detachement, reeds aan den oort of plaats, en gereed is, op dat moment,ah zy zulks hooren, het zelve te doen. Zet het een Detachement over een Rivier, om den aan de overzyde gepofteerden vyand, aantevallen ; dan moet het zig niet te verr' in het Land wagen, zonder het zelve alvorens naauwkeurig, door Spionnen te hebben doen opneemen. De toe het overzetten, gebruikte Schuiten, of Vaartuigen, moeten, wanneer men dezelve tot den terug rrnrsch nodig heefr, — ondertusfchen, door Troupen worden bewaakt; ten einde de vyand zig van dezelve geen meester maake, en daar door het Detachement , den terugtogt kan affnyden. Word een Detachement Infanterie, op den terugtogt, door Cavallerie aangevallen; dan moet het zig wel geflooten houden, en d3ar by , altyd voorwaards zoeken te koompn. Het moet zyn vuur Q1 fpaa-  C 570 ) fpaaren, en tegen de voordringende Bankeurs, zvne beste Schutters (tellen, de welke het geheele Front van het Battaillon dekken, eenige vuuren ven'Lfaar S D°°r dic 00Senfchynlyk levensgevaar, zullen de te vrypostige vvandelvke flankeurs , zeker worden terug gehouden om het Battaillon te verom^h^M^d^ Pelottons, een werkzaam vuur behoeven te maa Eene zigtbaare dapperheid, en tegenswoordigtel T f e,sc' ,s in het gemeen, de beste tegen E de';pInfa"ce"e, by den Aanval eener Calallene. De eerfte mislukte, en duur betaalde At tyd winnen, of, om eene voordelige Post, ofverfterk.ng te bekoomen. Ook zyn dikwyls, voornaamlyk in een gccoupeerden omtrek , weinige mi nuten genoegzaam, zig de blikken van den fvaTid te onttrekken, en hem geheel te ontkoomen! A G T S T E AFDELING. Aanwyzingen of merktekens. Het is in den Oorlog van een groot nut en begunstigt ongemeen onze onderneem , gen , wan" "enVvLf me?dvt1,ingen C" van on" zen vyand, met vlyt en naauwkeuriL'heid in irhr genomen en overdacht hebben. W nt uit de £ ms derzelveh, kunnen wy zeer vee aan wzinaen bekoomen die dikwyls van groot geS zvn n^:lStUd]VS VOnr a,,en Officieren,doch voor- ien Uo.»Zi'e' Wrke by de ligCe Tr°ePe» *™> ten hoogften mteresfant, en noodzaaklyk, de laat! ft en  ( 57i ) ften hebben ook daar toe, de beste gelegenheid; terwyl zy altyd beftendig, in het gezigt van den vyand, ftaan, en alzo door fcherpzigtige, en werkzaame opmerkingen, het gemaklykfte, de oogmerken van den vyand , uit eene hun gewoon geworde beweging , opmaken, ten minften vermoeden kunnen. Een ieder wachte zich echter, die uit de opgemerkte bewegingen van den vyand, befluiten trekt, zyne inbeeldings kragt, eene vryen loop te laaten, dat is: de tegenftanden, nog te vergrooten , nog te verkleinen, wyl het een zo fchadelyk, als het andere is. Hy moet wel alles, wat hy ziet, zich ten nucten zoeken te maken , en zynen Bevelhebber, elke gewigtig fchynende zaak, te kennen geven, doch daar by, nooit uit het oog verliezen, om dat geene alleen, voor bloote gisflngen uitte geven, waar van hy geen vaste verzekering heeft kunnen bekoomen. De volgende zyn de voornaamfte aanwyzingen, waarop men met grond, zyne befluiten bouwen kan. Uit het ftof oordeeld men, of in het vyandelyke Leger , eene buitengewoone beweging plaat3 heeft. De, door eene fourageering veroorzaakte ftof, is verfchillende van dien, welke de marsch van een Colonne te weeg brengt. Dan alleen oefening en ondervinding leert ons, beide foorten , van eikanderen , te onderkennen. Terwyl de vyand gewoonlyk, voorden aanvang van eene marsch, laat kooken , zo kan men dit daar uit opmaken, wanneer men op een buitengewoonen tyd, eene fterken rook, uit het Leger, ziet opryzen. Doch zoude de vyand, by of voor zyn opbreeken, het Leger aanfteeken; dan zal men Wolken, van zwarte en dikken rook, zien opgaan. Wanneer de vyand, zyne, des nagts voorgenoome opbreeking, daar door wil geheim houden , dat hy niet alleen, de ordinaire vuuren aan 't branQq 2 den  ( 572 ) mLhr°ndt 5 ma3r 00k' noch zeIvs meer daar by maakt; dan moet men , zodra het, uit het Leger gewoonlyke opgaande licht, vergroot of veran £dtek2o°omenen M' ^glyL°Vrb^ £en te koomen,om van de gegrond of oneeerond heiconzer gistingen, zig te verzekeren"8 ^ ld' daar u t afZl™^ w° heC °Pbreeken , kan men aaar uit atneemen. Wanneer in het vvandelvke Leger , een ongewoone ftilte heersc, of wanneer v«o„ïnJyranl1ÏKhet Gr6Weer vin5, zole "hè6" verontrust te hebben. In het eerfte geval is hv tollnWt°°kT\ia- hf "-ede, m^akt y'daar tov. IchUckmg ; doch m beide, kan een daar van &n greSren,berAchc' ™or «en dezerzvdwordenf hebbCnde GeneraaI ■ zeer Trekt de vyand zyne Detachementen en Voorposten by zig ; dan Iaat het zig aanzien, dat hv voornemens ,S> een Hoofd-onderneming uit te vol. ^ Laat de vyand in het geheele Leger, de gewee- Hnofïnhlet-en',Z° fchyiu hv gemeênfykf een Hoofd-fiag m den zin te hebben; gefch dt zulks een t'eken 'da t f^V-0 !1St ^ JbS een teken , dat hy een Detachement afzend. Men S SmrSf rrktCk!nen Zig niet v^en, wanneer iomtyds de vyand wegens eene gelukkige omftandigheid, victorie fchiet. Het laatfte gefch édt m een r^elmaatige, gemeenlyk driemaal herhaalde Salvo, daar en tegen het eerfte alleen een zwak, en onregelmaatig vuur is. ' Ziet men by Zonnefchvn, op een zekeren afftand eene Linie of Colon-Voetvolks,marcheeren, dan kan men uit het glinfteren der geweeren be FÏi'kf'èr'en33; "T **A het 7ehe -'A^ wenS ivI, ZdVG regt voor ons' da" marcheert de vyand op ons aan ; zyn zy afwisfelende en zeldS'Jf marcheert hy weg; trekken zy van de finke zyde na de rechte, dan marcheert hv regts en in het tegen overgeftelde geval, links. Wan-  C 573 ) Wanneer men des nachts, in het vyandelyke Leger, een groot Allarra , gefchreeuw cn 't geklap der Voerknegts, als mede het inflaan van Piquet en Tentpaalen hoort, en de vuuren ziet vermeerderen , dan kan men daar uit opmaaken, dat de vyand of verfterking van Troupen , of toevoer gekregen heeft. De afmarsch van een Troup laat zig insgelyks, uit het buiten gewoone, edog van tyd tot tyd, zig verwyderend gedruisch , als mede, uit het hier endaar uitblusfchen der vuuren, veronderltellen. Dikwyls detacheert de vyand Troupen, uit de tweede en derde Linie; doch laat, om zulks verborgen te houden, de Tenten ftaan, en de vuuren brandende blyven. Een, in de nabyheid,zig bevindende Partyganger, of Aanvoerer van ligte Troupen, moet dit insgelyks, met zig, kort 'er by te begeven, door middel van een fecuur Perfpcctief, zoeken uit te vorfchen. Grypt men de ligte Troupen van den vyand aan, en zy houden een vasten ftand, zo kan men daar uit befluiten, dat zy fterk onderfteund zyn. Plaatfen de vyandelyke ligte Troupen zig, tusfchen de dezerzydfche Armee, en een, van het zelve gedetacheert Corps, dan is de vyand zeker van gedachten, het laatfte op te ligten. 'Er zyn nog veel meer merktekenen, die, om bier aan te haaien, te wydlopig zyn zouden,wyl ieder Bevelhebber zyne eigen Grondftelling en gewoonte heeft, waar naar hy te werk gaat; en die men eerst, na verloop van óén of meer Veldtogten , leerdt kennen. En deze kennis gaat met te veel nuttigheden gepaart, dan dat men de naarfpooring derzelve, niet als zeer belangryk,zoude zoeken te rccommandeeren. Alleen moet een waarnemer daar van, de tegenftanden,met fcherpzigtige oogen naarfpooren , en by het maken van zyn befluit: zich even zo min, door een overdreven fantafy, als door een te zeer gemeene inbeeldings-kragt, laten beheerfchen. Nimmer ech. Qq 3 ter  C 574 ) ter moet men m de fpoedige afzending, der berichten, aan zynen Bevelhebber, van dat geene, ?»L?m- r" °f h,°°rtj I,alati8 7-yn- Wan!zelvs enkele gisfingen, kunnen dikwyls voor den commanderende Generaal, ten uiterfte gewigtig wor- een vyandelykyoorneemen, waar van hy,door zyne Spionnen, of op een andere wyze, bericht heeft belcoomen, ten vollen kunnen overtuigen NEGENDE AFDELING.. Over het afzenden van berichten en raporten. Alleen het bloote vernuft doet ons zien van welk gew,gt de Berichten of Rapporten zyn', dï fn den Oorlog moeten afgezonden worden, want even zo gewigtig, als een ter regter tyd ingezönder, .uitvoerig en naar waarheid ingericht Rapport, al betrof het ook, maar alleen naar aanzien, een geringen tegenftand, voor de Opperbevelhebber kan worden ; even zo fchadelvke gevolgen ,£ nen m het zelvde geval, door Jen Sh Bericht worden voor gebragt, en zo wel , als eemV OffieTÏ** ' ?f hct' onv"^nd van een eenig Officier, fomwylen een geheel Corps ongeJukk.g word, even zo ligt, kan zulks door een onecht Bericht gefchieden. Doch wy willen, de gevolgen geheel ter zvde ftellen, welke uit de toezending van valfche Berichten ontftaan, en alleen een kwaaden reuk en fchaude verfpreiden, welke daar door op den berich gever terug kaatst : Een Officier, die onware Berichten afzend, geeft daar door te verftaan,d 11 J I het We,k noch o'ieindigHegtcr is - dut het hem aan tegenwoordigheid van geest en hel-  ( 575 ) helden-moed ontbreekt, om de tcgenftanden fimpel te doorvorfchen en verftandig te beoordeelen. Heeft het eerfte geval, by hem plaats, dan zoude hy niets ondernemen, voor dat hy de voorgenoemde eigenfchappen , verkregen heeft. Doch in het tweede geval, doet hy het beste, eene uniform af te leggen, dat, alleen door hem word gedisrespedfeert. Wyl de mondelyke Berichten, alleen zeer zei den, met de behoorlyke naauwkeurigheid, kunnen gedaan worden , zo moet men zyn Rapporten, zo mooglyk, altyd fchriftelyk overzenden,en alleen, by gvoot gebrek van tyd, zulks te melden, door een kundig Onder-Officier, of Vice-Corporaal, zyne beveelen laten overbrengen. Dan , zodra men maar eenigen tyd heeft, moet men het mondelyk Rapport, meteen fchriftelyk vervangen. Hieruit blykt de noodzaaklykheid, dat ieder Officier, altyd een blad fchoon papier en een goed potloot , by zich hebbe, en zig boven dien gewenn-a, zyn Rapport, in allen gevallen te paard, te kunnen fchryven. De af te zenden Berichten, moeten zonder titels, complimenten of vvydlocpigheid worden opgefteld. Men moet in eene bepaalde kortheid, dat geene fchryven , wat men onmiddelbaar van den vyand heeft vernoomen; verder, alle veranderingen of voorvallen, die ons zeiven, zyn ontmoet, en ook al het 'overige, wat men voor gewigtig genoeg houd, om het den geenen te kennen te geven", voor wien het Rapport diendr. Men kan ook zyne eigene gisfingen, wegens de ondernemingen, 'er hy 'voegen, wat de vyand, ongeveer in het fchild, konde voeren, benevens de aanmerkingen, waar uit men dit befluit kan afleiden. Het moet wel ons Hoofdoogmerk zyn, het afgegeven Bericht, zo veel mooglyk te gelooven; daar wy echter , by onzen besten wil, evenwel kunnen feilen, zo moeten wy nooit een oogenblik uitflel neemen, om door een tweede Rapport, de Qq 4 fou-  ( 57Ö ) floepen?311 tG t0°lien' diC in het eerfte iD«é- i^Tfru' l3n deznen^t, zullen een Officier no(,,c tot fchande verftrekkeIlj en hern zeer zeJd.aarn een verantwoording veroorzaaken, terwyl zy ten bewys dienen, dat den Officier de tegenftaande met onverfchillig , heeft gade geflagt?,maar door een aanhoudende naarvprfchinf, val dêwaaroïerZSngenaakCe 0Pmerki»Sen > ^ig zoekt te dS g. ■IietJWare dan' dat "y d^e fout zo K J^"*' dat men genoodzaakt wierde,de oorzdak derzelve, aan zyne nalatigheid, of overhaasting toe te fchryven. VPïf mo.et zyne Berichten, zo veel mooglyk, verzegeld ingeven; doch zulks moet geen oogen! blik oponthoud veroorzaaken, wanneer men daar toe, geen gelegenheid heeft. Om myne Lezers de voorfchnTten, wegens het afzenden der Rapporten duidejyker te doen verdaan, zo wil ik het Morgen bericht "van een gedetacheerde Post, hier by voegen. Gedetacheerde Posten te Konradswalde, uit een Officier en 3o Paarden beftaande, den 16 July , om 8 uuren des morgens. Zedert het avond Rapport van gisteren, is op deezePost, niets merkwaardigs voorgevallen. Even zo min, heeft de ondergetekende van den vyand, sets van belang vernoomen. Deszelvs Posten bv Albertinenhof, zyn noch in dezelvde pofitien:en twee, m den voorleden nacht, aangekoomen deferteurs, die de ondergetekende, hier nevens, mede zend, verzekeren, dat den, by Friedrichtsfeld ftaanden vyand, insgelyks,zyne voorige ftelling heeft. r • N. N. Lieutenant van het Regiment. Adres ö Aan zyn Excellentie, de Hr. Gen. Lieut. von N. te N. TIEN-  ( 577 ) TIENDE AFDELING. Nopens de bespieders en spionnen. Het zoude overvloedig zyn, wanneer ik wydlopig, de nuttigheid wilde aanwyzen, die in den Oorlog, ons door goede Spionnen, word aangebragt. Genoeg zy 't, wanneer ik: zeg, dat zig flegts weinige onderneemingen van gewigt, buiten hunne hulp, laaten ter uitvoer brengen, en dat men veel eer de noodzaaklykfte behoeftens, als hunnen byfland, kan misfen. De meeste aanflagen zouden mislukken, en de beste fchikkingen vrugteloos zyn, wyl zy, of te onrechter tyd, of niet op de regte wyze,ondernoomen waren. Spionnen zyn zeker niet alleen, by alle onderneemingen, die wy tegen den vyand voor hebben, onontbeerlyk; zy brengen ons ook dat wezenlyke nut aan, dac zy ons by tyds, van den aanflag onzer vyanden, kennis geven, en ftellen ons alzo, daardoor in ftiat, om dezelve te verydelen. De grootfte Krygs-kundigen, raaden het uit dien hoofde aan, dat niet alleen ieder Generaal, maar pok elk Officier , dien het Commando , over een afgezonderd Corps Troupen, is opgedragen, zig van Spionnen bediene. De Spionnen beftaan uit allerhande foort. Men vind fommige in de Raadzaalen der Vorftcn, in de geheime Vertrekken der Minifters , in den Krygs-raad der Generaals , insgelyks in de vyandelyke Steden, Kloosters en Dorpen. Ook vind men er nog veel anderen, als: afgedankte Soldaaten, Marketenters, Bedelaars, enz. die , uit het eene Leger in het andere, loopen, en dikwyls gewigtige Berichten kunnen overbrengen. De eerfte hebben de Generaals en Minifters in hun belang getrokken, de laatften bieden meenigmaal,zig zeiyen daar toe aan. Allen, nochtans die zig tot dit Qq 5 cm"  C 578 ) employ aanbieden zyn daar toe gefchikt: by- zonder, die der laatst genoemde Clasfe. 't Blyft mtusfcben onwederfpreeklyk, dat zy, zo de een, ais de ander, of uit geldzucht, of uit eigen intrest, zig daar toe, overgeven. Men moet alzo, by het verkiezen van zyne Spionnen , voorzigtig zyn, en zo veel mogelyk, alleen zodamgen aanneemen , wier kennis 'en bekwaamheden indat vak, ten minften eenigzins beKwaam zyn , waar toe men hen wil gebruiken. Wyl het myn oogmerk niet is, hier, omtrent de Spionnen te handelen, die in de Staats-Cabinetten onderhouden, of die tot uitvorfching van een Land, worden afgezonden; zo zal ik my alleen, tot die geene bepaalen , welke men in den Oorlog gebruikt; om door dezelve, narichten van den vyand te bekoomen, die door Recognosceeren, Patrouilles, Overloopers, Reizende en Inwooners van het Land, of in 't geheel niet, of toch alleen gebrekkig, ja zelvs geheel leugenachtig te houden zyn. Perioonen te vinden, die bekwaamheid en kennis genoeg bezitten, om deeze affaire, onberispeJyk uit te voeren, is nog onmooglyk, nog zeer zivaar. Want helaas! men vind in alle Armtën, Officieren, die wegens een flegt gedrag, uit dezelve zyn verftooten. Veele onder dezélven zyn, vernuftige en doortrapte koppen. Meest allen zullen, in hun algemeenearmoedigen toe(tand,by hunne ongevoeligheid, en by de natuurlyke neiging, tot laagheid en laf hartigheid , het wel betaald wordende ambt, van een Spion, gewillig op zig neemen_, en wegens hunne kennis in dat vak, de eerfte in hun foort zyn. By gebrek van zodanigen, Jtan men vyandelyke, behoeftige Soldaten neemen, die by hen, in fchyn van bedelaars, zo veel te vryer pasferen, en ten minften veel meer dienst doen, als een Boer. Doch, zoude men, tegen alle vermoeden,geen der voorgenoemde foort van menfehen, kunnen vinden, dan zal men zekerlyk genoodzaakt worden, zul-  ( 579 ) eulken te neemen, die men krygen kan. Die geene verdienen toch altyd den voorrang , welker het meefte verftand, en de grootfte doortraptheid en loosheid toonen te bezitten; die benevens den omtrek, met den vyand, en de Inwooners des Lands bekend zyn, ten minften dezelvde taal, met hun , doch buitendien, geen uicftekenheid, in zig zeiven hebben. Alzo men zig, niet zorgvuldig genoeg, voorde verradery van zyne Spionnen kan wagten, zo moet men het ook, zo veel mooglyk, verhinderen,dat niet de een den anderen leert kennen ; anders konden zy onderling, eene zaak te famen fmeeden, om ons te duperen. Zelfs geen ander Officier, kortom, niemand moet van hun verrigting iets bekend zyn. Men moet altyd, buiten getuigen, met hun fpreeken; hun eer men hen recht kend —- van zaken voorpraaten, welkers geheim van weinig aanbelang is: en hun veel laaten fpreeken; ten einde men hun verftand, hunne kennis en gemoedsgefteldheid, doorgronde. Het zekerfte, en door ondervinding, bekragtigde middel, om zig van goede Spionnen te voorzien , dezelve trouw, oplettende en werkzaam te houden, is geld. Men moet alzo, zyne Spionnen zeer mild betaalen , en de aan hunne gedaane beloften , ftiptelyk, naar komen, den van den vyand, ontdekten, eene veilige fchuilplaats verzorgen , en voor allen dingen , hun altyd veel meer laten hoopen, als zy rèeds, bekoomen hebben, en dan kan men van hunne bereidwilligheid verzekerd zyn. Het, aan een Spion , verfpilde geld, moet my nooit berouwen. Het kan my rykelyk daar door vergoed wrorden, wanneer ik door hem zekere narichten bekome, en dezelven my behoorlyk ten nutren weet te maaken. Een Spion, kon op veellerlei wyze worden beproeft, en onderzogt. Men kan , voor eerst: hem iets laten onderzoeken, waar van men te vooren reeds naauwkeurig onderricht is, die hy buiten dien  wyze.worde,, SSSTVJ" rV^Sf °f" „yan,d, ~ wanneer men misleid zyn zoud- - Spion, echt is. Men kanook verder n fe 1 Corp», Troupen, ka„ m™ „octans „f£"e vf van onze onderneeming, doch de ÏÏnif! ! ' fprnw ,wn i,- , • dJn' tot aan de Voerag ers «n, ten einde hy de verdiende draf niet onrm-i SJSf nem,Van Z^ v^radery oïer Sg ' de S "Ifs,van de"' Uic twee monde» fpreeken öe, Spion, kan men fomtyds groot voordeel treï- ken ,  C 581 ) fcen, wanneer mert-hem om den tuin leidt, en in zyne tegenwoordigheid , het tegendeel, waar van men fpreekt, ook in fchyn beveelt, wat men eindelyk voorneemcns is , te doen.Hier van zal hy zeker aan den vyand Bericht geven, en deeze zal rykhalzend, zig in dien kuil Horten,die men voor hem graavt. Doch geevt hy aan de Berichten van den Spion, geen gehoor, dan kan men verzekerd zyn, dat hy op een andermaal, ook de werkelyk gegronde Berichten in den wind zal flaan: zelvs den daadelyk gehuurden vyandelyken Spion, mag men niet terflond gevangen neemen , en laaten ombrengen. Men kan zich houden, als of men geen de minfte argwaan, op zyne handelingen, voedde , men beveeld onderneemingen, die of geheel achterwegen blyven , of toch , als geheime bevelen, anders worden ter uitvoer gebragt, waardoor men insgelyks de voorgenoemde nuttigheid deelachtig word. Doch heeft men den vyandelyke Spion, eens gevangen genoomen, dan moet men denzelven alleen voorneemen , vertronwlyk met hem fpreeken, hem niet dreigen, maar in tegendeel, aanlokkende beloften doen, wanneer hy onbewimpelt, openbaare, wat hem van den vyand bewust is. Vind men in hem een verftandig en kloeken gast; dan moet men geld en al het mogelyke aanwenden;, om hem over te haaien, om zig in onzen dienst te begeven, en men kan, wanneer het laatft.e gelukt, zig de grootfte voordeelen van hem beloven. Doch men moet hem niet eerder gebruiken, voor dat men van zyne getrouwheid, verzekerd is, en als dan ook noch, met zeer veel omzigtigheid. Is deeze Spion, daar en tegen, eene hardnekkige, domme kaerel, of hy field zig ten minften zo, als dan moet hy openlyk worden opgehangen , en zyn noodlot zal de andere vyandelyke Spions tot eén leer verftrekken , en veelligt hem van hun handwerk geheel affchrikken. Zoude men onder zyne eigene huisgcnooten , eene  ( J82 ) eene vyandelyke Spion ontdekken , dan kan men dien met veel voordeel gebruiken , wanneer men nem dwingt, den vyand een valscb bericht te fchryven. Doch dit mensen moet ook daar na, terftond worden opgehangen, alzo men zynen dienst,flechts maar eens kan gebruiken. Wanneer men de aanflagen van den vyand weet, moet men zich veinzen, dezelve niet te weeten' doch weet men dieniet, dan kan men zig houden,' ten vollen, daar van onderricht :e zvn/Het laatlte geval kan den vyand misleiden, en' hem beweegen , zyne onderneeming te laaten vaaren. De eerfte zal zich van de trouw van zyn Spion , febvnen te verzekeren ; het zal hem daar toe brengen, in zyne voorneemens, niets te veranderen , en hem afhouden, die geene uit te vorfchen, welke ons eenigzins Bericht daar van gegeven hebben. Kan men een Spion bekoomen, die eene naauvve gemeenfehap met den commandeerende vVandelyke Generaal, by voorb. een Secretaris,"Kamerdienaar enz. heeft, zo zal men van denzelven, oneindig meer nut hebben , als van veele anderen die flegts van de eene Armee tot de andere loopen, en dikwyls tot niets anders kunnen gebruikt worden, als tot het overbrengen van brieven, of tot Canaalen, om valfche nieuwstvdingen uit te ftrooijen. ° Wanneer men het mooglvk kan maken, de vrouwen of kinderen van zyn 'Spion, als panden hunner trouwe, te kunnen bewaaren, dan kan men zig van hunne bereidwilligheid, zo veel te beter verzekerd houden. Dezelvde Wet, die ons het Recht geeft, opfpeurers en Spionnen te houden , geeft het ook aan den vyanden, die het zeker niet nutteloos zullen gebruiken. Men zy alzo bedagt, bv alle gewigtTge en moeilyke onderneemingen, zyn'eigen Spion te zyn, om zyn voorhebben met zekerheid te kunnen opmaaken en uitvoeren. Ten aanzien van het fiatfte , fpreeke men alleen met weinigen, dien aan-  ( 583 ) aangaande en wel met zodanige perfoonen, die verftand en trouw genoeg bezitten, om een zaak geheim te houden. Men bemoeije zig , op alle, maar mogelyke wyze , kennis van het terrain en de pofitie te bekoomen, die door* den vyand is ingenoomen, en elke onderneeming zal, als dan, beter gelukken, als wanneer men de maatregelen daar toe, alleen naar het bericht van den Spion, ontwerpe. Want een Spion — hy mag zo trouw, opmerkzaam , en fcherpziende zyn, als hy wil, — kan zeker nooit alles weten, nog volkomen grondige en uitvoerlyke Berichten aanbrengen. ELFDE AFDEELING. Over de attacque van cavallerie, op infanterie. De gefchiedenis van den Oorlog, geevt ons veele voorbeelden op , dat de Cavallerie zeer dikwyls aanvallen tegen de Infanterie, met eene volkomene en zeer gelukkigen uitfiag , heeft uitgevoerdt. Dikwyls is een enkel Regiment Cavallerie, in geheele Linien Infanterie ingedrongen , heeft een menigte eertekens veroverd, een buiten gemeen getal gevangenen gemaakt, en zig hier door vereeuwigdt. Wy zien hieruit, dat aanvallen van Cavallerie, op de Infanterie, geen onderneemingen zyn, die de menfchelyke kragt, te boven gaan , geen onderneemingen ,welkers gelukkigen uitfiag, alleen door buitengewoone toevallen , word verkregen. Doch wy mogen ons niet al te zeer verwonderen, wanneer wy insgelyks, uit de gefchiedenis, lezen , dat een enkel Battaillon Hesfifche Grenadiers , op eene groote vlakte, in het gezigt van 60 Esquadrons Franfche Cavallerie, 2 uuren ver, terug getrokken zyn , zonder dat het dezen  C sU ) jen mooglyk geweest is, in dezelve in tevbreé. Ultnag V3n eenr' teêen infanterie aangevoerde Attacque, geeft gemeenlyk de gelegenheid van het terrain, Contenance der Infanterie? benévens de prefentie van geest, in hunnen Bevelhebber, en de gerefolveerdheid en ware dapperheid, ^"ffï Cavalerie, By geene oEderneemmg, als by deeze, is het laatfte, eigenlyk verftaande, onontbeerlyker. hJj* T? TergJ en Boschachtig, zelvs in een ge, heel vlak Land, naamlyk, wanneer het zelve met Kweren, Graven, Heggen en Tuinenisdoorfi.eede, blyvt eene dappere wel aangevoerde Infanterie, voor Cavallerie onaantastbaar en onoverwinlyk. len ware de Bevelhebber der Cavallerie, den weg van misleiding moest inflaan, en de Infanterie op dat oogenblik, met den grootften moed ,aan- itT'^Tu d^zdve eene kleine vlakte pasleert. Gelukt hen dit nu , door deeze voor de Infanterie, onvermoeden Aanval, hem verfchrikt en bevreest te maken; dan kan hy, op deze wyze, flair? * bergac!uiS Land » h™ gemaklyk Daar tegen, houde ik ook ftaande, dat in een vlak en ondoorfneeden land, waar in de Cavallerie, van allen zyden kan aanvallen, en waar in hunne manoeuvres niet, door de legging van het terrain, verhinderd worden, in een zodanigen omtrek, zeg ik, moeten van de tien aanvallen, die men op de Infanterie, onderneemt, een of ten hoogften twee, mislukken, veronderftellende , dat zy vocrd S °mworpen' en daPPer worden uitgeIk heb over de ftelling en wyze, hoe men de infanterie zal attacqueeren, zoveel hooren fpreeen irryden, dat ikj my niet vertrouwe, ééne enJcele, als de beste, op re geeven. Doch ik wil vercheiden pontien, tot deeze attacque, ter neer ftel len, en het aan een ieder overlaten,welke hy voor den  ( 585 ) den beste wil keuren, wanneer ik alvoorens eenige regelen hebbeaangehaald, die volgens myne mening, algemeen in bet oog te houden zyn. By eene Attacque op Infanterie, komt zeer veel, en alles op den eerften Aanval aan. Gemeenlyk beflist deeze het geheele Gevegt. Is men eens, is men tweemaal terug geflagen, dan handeld men het verflandigfte, het gemaakte project liever te laten vaaren, dan de Attacque te herhaalen. De vyand zal hier door altyd meer Contenance en tegenwoordigheid van geest bekoomen. Hy zoude inzien, dat het niet alleen mogelyk, maar ook gemaklyk is, eene Attacque te repousfeeren. Doch onze eigene manfchappen, zouden, by ieder herhaalden Aanval, hunnen moed dieper zinken, alzo zy niet alleen hun oogmerk niet bereikt , maar ook door den dood van veele Cameraden,het gevaar levendig inzien, waar aan, by deeze gelegenheid, hun leven is bloot gefield. Niets is fchadelyker, als draalen en aarfelen met den vyand. Ik moet myne dispofitie, van verren ontwerpen, als dan furieus aanrukken , en alle laagten infpannen, om in te dringen. De ftelling of pofitie, die de Cavallerie tot den Aanval moet verkiezen, kan tweeërlyzyn; zy zal of in Linien, of in Colonnen beftaan. De vyand mag in een of twee Linien, hy mag in Colonnen, of in Quarreés, zig geplaatst hebben,dan blyven de beide poficien te gelyk applicabel; het komt alzo alleen op de beftemming aan,welke van deeze beide ftellingen, de voordeeligfte is. Wanneer de Cavallerie,dezen Aanval in Linien doet, zo formeert men alleen eene Linie, en wel zonder Intervallen. Daar ik by het mislukken van den Aanval, geen vervolging, te vreezen heb, zo zoude de tweede Linie of het point de ralliement, zonder nut voor my zyn, en my zoude daar dnor, een zeer gewigtig voordeel ontgaan, den vyand met een geheel geflooten en alzo zo veel te fterker Front, te kunnen aanvallen. Doch wil ik even R r wel  ( 586 ) vvel met Intervallen, attacqueeren, dan kan ik by formering eener Linie, den vyand niet alleen veel groter Front bieden, maar ik kan hem ook overvleugelen, in de flancque, of van achteren invallen, op verfcheide plaatfen te gelyk aanvallen, enz Wanneer ik met eene Linie, wil attacqueeren", dan kan ik zulks, op verfcheiden manieren, doen. Attacqueer ik met de|geheele Linie, op eenmaal, dan gefchied zulks,of met het voorzetten van kleine Troupen, of zonder dezelven. Wil men Troupen voorzetten, dan word hier toe, van ieder Esquadron, een Onder-Officier met 12 man, genoomen, zes daar van flancqueeren, en zes man blyven , benevens den Onder-Officier geflooten in een gelid. Geduurende de Attacque, blyven deeze Troupen honderd pasfen voor de Linie. Zodra zy van den vyand, even zo ver verwyderd zyn, gaan zy in volle Galop, op hem los, om denzelven tot het vuuren te animeeren. Was hy zo onvoorzigtig, om dezen Troup de volle laag te geven , zo was hy verlooren, alzo de Cavallerie Linie als dan aankomt, eer hy nog geladen heeft Doch laat hy alleen met Pelottons, of met enkele gelederen vuuren , dan heeft de Cavallerie-Linie toch ten minften dat voordeel, van de geheele ladine: niet te behoeven door te ftaan. In dit laatst genoemde vuur, kan den wand, echter door die Troup gedrongen worden, naamlyk, wanneer de zelve hem op den hals jaagt, en de flancqueurs in de gelederen infchieten. Ieder Officier moet,by deeze gelegenheid, daar op letten, dat by het vuur der Infanterie, zo min de manfchappen , als paarden vallen, dat alles in vollen renn' blyve, en de Choc, met de grootfte heldhaftigheid volbragt word. Zodra men 3 tot 4 pasfen, van den vyand verwyderd is,moet ieder zyn Paard beide de fpooren geven, ten einde het zelve, zo min uit fchuwigheid bevreest worde, als zig door het eenigzins, voorhoudende Bajonet, laten terug houden, maar regt door, in het gelid fpringe. Breekt  C 587 ) Breekt de Cavallerie, flegts aan een of twee plaatfen, op den vyand in, dan is dezelve ,ontegenfpreeklyk, geheel geflagen, want de doorgebrookene, behoeven alleen aan de regte en linke hand, der noch ftaande vyandelyke Linie, van agteren aan te vallen, of van ter zyde op te rollen. Men fteld de Cavallerie ook, tot eene Attacque op Infanterie, wel in ééne Linie, doch laat dezelve niet op eenmaal, maar, of het eene Esquadron na het andere, of men laat Brigade wyze, en Echellon Attacqueeren. Ik koome nu tot die ftelling, van welke ik oprecht moet zeggen , dat my de beste fchynt te Zyn. Het is de ftelling in Colonnen. Uitgenoome, in dit eenige geval, wanneer men een Battaillon Quarreé, wil aan vallen, 't welk op eene groote vlakte marcheert , en veel grof Gefchut by zig heeft. Want het is natuurlyk, dat die Canon-Kogel of Cardoez', die by eene Linie-Attacque, twee of vier man weg neemt, door een geheele Colon, gaan, en wel 20 manfchappen over hoop fchieten kan. Daar ik verder , op eene groote vlakte, drie of vier werkende ladingen, moet doorftaan, alvoorens ik by den vyand koome, zo -was het by deeze gelegenheid, al te gevaarlyk, in Colonne aan te vallen, en men moet als dan, liever de minder gevaarlyke Linie-Aanval, verkiezen. Doch buiten dit, zoude ik nooit anders, dan in Colonne, de vyandelyke Infanterie aanvallen; want een Colonne, behoud altyd meer fterkte en nadruk, en het klein Geweer-vuur van den vyand, het welk ik my flegts met kleiner Front tegenftel doet my geen meer fchaade, als by een Linie-Aanval ; ten minften het onderfcheid zal niet zeer aanmerkelyk zyn, alzo een Geweerkogel , zelden meer, als twee man, doodt. Den Aanval met Colonne, kan ook op verlcheiden wyzen, worden uitgevoerd, . In den Zeven faatigen Oorlog, brak een Regiment Pruififche Cavallerie, op de volgende wyze, Kr 2 *■  C 588 ) in de, in twee Linien ftaande, vyandelyke Infanterie, met een gelukkig gevolg in. Hec uit 5 Esquadrons beftaande Regiment,was Esquadrons wyze,in Colonnen gefteld. In deeze dron, als de Tete, brak door de eerfte, en zonder zig op te houden, ook door de tweede Linie heen. Het tweede Esquadron , volgde hen hier na, en toen het laatfte gefchied was, zwenkte het eerfte Esquadron regts, en rolde den vyand naar zynen linken Vleugel op. Het tweede Esquadron zwenkte links , en deed het zelvde tot aaSde vy andelyke rechte Vleugel. Na dat de eerfte Linie was doorgebroken, zwenkte het derde Esquadron t »8l'nen hfC V'erd,e ,inks' die mec de vyandelyke voorfte Lin.e, het zelvde ter uitvoerihg voornamen , gelyk het eerfte en tweede Esquadron met de agterfte Linie hadde gedaan. Het vyfde Esquadron bleef voor de openinge ftil houden! om het geheel te onderftcunen '"uuen, Deeze Dispofitie komt my te fraai voor, dan pryzen. 2 ' ÏW naarvo,SinS aan- Wil men den vyand, op verfcheiden plaatfen te gelyk, aanvallen, dan moet men natunrlyk, even zo veel Colonnen formeeren. By gebrek van meerde, Troupen , behoeft ieder Colonne alleen, uit één, m Divifien, afmarcheerend Esquadron , bet m-eun z,odani8e Colonne, in de vyandelyke Linie inbreekt, zwenken de beide voorfte Divifien , den vyand in de rug, en de beide laatften regts en links, in de flancque Is men tusfchen den vyand ingebroken, zo laat men zig daar mede niet vergenoegen, dat hy pardon roept Men dringe veel meer daar op aan, dat een ieder zyn Geweer weg werpe, en zig van de plaats verwydere, alwaar het zelve ligt. Wy hebben voorbeelden gehad, dat door het verzuim van deeze voorzigtigheid , de wand zomwylen, zig weder geheel hervatte, en dikwyls noch her Ge-  C 5S9 ) Geweer weder gegrepen, en veele manfchappen geblesfeert heeft. Wanneer men een Attacque , tegen Infanterie onderneemt, zo zal een verftandige en ervaaren Bevelhebber, aanftonds by het begin, kunnen beoordeelen en befluiten,wat voor hem te verwachten zy. Befpeurdt hy , by den tegengeftelden Bevelhebber en zyne Officieren, ontfteltenis en verwarring, by de manoeuvre, en zelvs by het vuuren, onbepaaldheid en disorde, en by den gemeenen, een zeker vreesachtig weezen, dan kan hy, met verwachting van den besten uitfiag, onverfchrokkenaanvallen, al was de vyand dan ook noch zo fterk. Hy moet hem maar, door onnuttig oponthoud, geen tyd laaten, om zig van zyne disorde , en verflagenheid te kunnen herhaalen, maar met de uiterfte fpoed en heftigheid aanzetten, den vyand in allen gevalle, door een animeerend gefchreeuw, hen het gezicht van de aanrennende Cavallerie, noch vreesachtiger maken, en hen reeds in eenigen afftand, pardon laten toeroepen. Doch is de vyand veel zwakker, als de dezerzydfche Troupen, dan was het zekerlyk fchande, hem niet aan te vallen , al liet hy noch zo veel moed en ftandvastigheid blyken. Zekerlyk, men mag als dan, niet door werking van zodanig blindwerk, als het gefchreeuw en roepen van pardon is , de overwinning verwagten ; maar men moet den vyand , met wel ontworpene Dispofitien en rechte dapperheid aanvallen. Rr 3 TWAALF-  ( 550 ) TWAALFDE AFDEELING, Koste bedenk^gen en aanmerkinoen. Aanmerkjngen over de onderneemingen, van een partyganger. e» Cantonneerinss-Ouaitieren i,„ 1 ,? WlIlterte van ^^««dÖe^^liStóuf krgen mtflag wanneer zulks dikwyl gefchied men, en met moed, verftand Ril? 0ndernu°°; worden uitgevoerd', ffi dan? ^SSïï;8^ alzo hy de vyando yMpariyen, soek.weT5kïï.' ni rip riö^0- ».;jr i 6 nuttig Kan worden, ende dezer zydfcbe toevoeren, tot dekking dieMen moet hier by, zeker Veronderftellen die de Partyganger, niet alleen de Theore fc < Gio, Jen moet kennen, waar naar ieder van deeze on." der-  (591 ) derneemingen, moet worden ingericht. Maar dat hy ook telkens, voor en by zynen marsch, alle mogelyke fchikkingen moet maken, die den gelukkigen uitfiag kunnen begunftigen. Terwyl hy de roofzucht der gemeenen, en de zwaarigheden kend, om hen weder by een te brengen , wanneer hy hen aan zig zeiven heeft overgelaaten, zo zal hy zekerlyk, de werkzaamfte maatregelen neemen, om deeze gevaarlyke disorde voor te koomen, en die geenen, zonder aanzien van perfoon, fterk ftraffen, die zig niet op het eerfte Signaal, ftiptelyk, op de hun aangevveezen verzamelplaats bevinden. Eene flipte gerechtigheid, by het uitdeden van belooningen, een fpoedige, ftrenge beflraffing, voor begaane misdaaden , zyn twee voomaame middelen, om orde, liefde en gehoorzaamheid te bevorderen. . Eene onderneeming, die geen te maakene buit, ter vooruitzicht heeft, is zelden van een gewensche gevolg. Dit fpruit echter geheel niet, uit de daar mede verbonde zwaarigheden, waar uit de onverfchilligheid , daar mede den gemeenen man , zig aan de zwaarigheden, en het gevaar onderwerpt, die hem geen perfoneel voordeel doen hoopen : Doch belooft men hem alleen het minste voordeel , dan valt hem niets te zwaar of onmogelyk. Deeze zeer billyke opmerking, moest zeker geen Aanvoerer vruchteloos laaten. Daar men zeker by alle Armeen, de nuttigheid en onontbeerlykheid, der ligte Troupen , heeft ingezien ; zo zyn dezelve doorgaands merkelyk vermeerderd; en ook meeftendeels verbeterd geworden. Deeze oorzaak heeft die uitwerking te weeg gebragt, dat het tegenswoordig, oneindig moeilyker is, verftandige en listige onderneemingen uit te voeren. De Partvganger keert zeer dikwyls te rug, zonder iets te hebben uitgevoerd, ja zelvs, zonder iets te hebben ondernomen, alzo hy vreesde , dat zelvs, by het bereikte oogmerk, het daar door bekoomen voordeel , niet dat evenwigt zouR r 4. de  ( 592 ) den Jn h' T huet getaI van menfehen- en paarte^ n Y ,da3r by ,n de waagfchaal ftelt. Door deeze opmerking, word hy veel te voorzigtig en Te wa'geï vrecMchlifi* om »oodIottige*CoupS dieeren, beftaat daar m : dat men zvne Troupen, nerlnK^ e" verbetering, fu,"-' 55 gn',da-n1,eel brenSc> ™ door hunne S*C bruikbaarheid, den vyand te overe eS'hpt,, r-ü' d°°r vo,maaking van onze SSL trhe'd,ZI§ toelegge,deze te bovenltreving, te vergrooten. Zodra de Partyganger, fainÖ Z 1en Ppmmandeerencfe Generaal S d,a van ber,ch< geven, opdat dezelve tr kken ' "te voordeel> ^ uit konne Ongegronde vooroordeelen, en onregtmatige gertngachting , dek ligte tkoupen en partygangehs. zeeLrleiU'en'ChgeheeI ?P We,ke G'°"dc«» zeekere lieden bewoogen worden , de waarde der hg e Troupen, minder te achten' en zelvs vooï 1ntfehennn0konlh°Ud;in- Va" on^a«e°n menichen, komt my dit vooroordeel niet vreemd oT 'wannee? S V,Ugtig ™ ^P^rkzaam cleds na,** wanneer Ik my zo mo?e uitdrukken, niet in ftaat, den Kryg als het hoofdoogmerk van hunnen weifw0v°ar7TtebeftUderen Cn « beooïdeTeS weiK loort van Troupen, de nuttigfte, en welke StTuitemdykfteZynr °°k ka" het'geSeure, died/hV .x5 ' °V£rrde Vrvheid «Roede dagen diedeligtelroupen^omwvlen genieten met min achting van dezelven oordeêlen. Doch k ben zeer gevoelig, by eenige menfehen van ryper jaaren! en  ( 593 ) en meerer ondervinding , dezelvde meening ontwaar te worden. Deeze moesten toch, die tegendeelen in hunne waare licht, en geheele uitgeftrektheid overweegen, en zig nooit van overdrevene, ongegronde vooroordeelen laaten beheerfcben. Ontftaan zulken eenigzins uit de verbeelding, die men zig gewoonlyk van een Partyganger, en in het algemeen van* den roofzugt , en onmenschiykheid der ligte Troupen maakt ? Heeft men het echter wel overwogen , dat dit kwaad, uic de gebrekkige inrichting ,\ van dit foort van Troupen, alleen ontflaat, en datzy wegens de veelvuldige nuttigheden, door weinige worden overtroffen , welke de Armeën door deeze Troupen toevloeijen ? Op verfcheiden plaatfen , in dit Werk, heb ik de zeer verfchillende, doch meerendeels gewigtige onderneemingen aangehaald, die door ligte Troupen kunnen tot ftand worden gebragt. Het zoude alzo te wydlopig en onnut zyn, zulks te" herhaalen; want alleen een geringe onpartydige bcoordeeling moet ons overtuigen, dac den dienst van deeze Volken , even zo pryswaardig, hun daar zyn even zo noodzaaklyk is, als alle andere foort van Troupen, Zy dienen immers den zelvden Heer, hebben het zelvde oogmerk, dezelvde wetten, en worden van even die zelvde Generaals gecommandeert, die de andere Troupen gehoorzaamen. Het onderfcheid van hunne oefening, en inrichting, waar in zy van andere Troupen onderfchciden zyn, ontftaat alleen, uit de veelvuldige en afwisfelende manieren, van onderneemingen, waar toe zy worden gebruikt. Men handeldt alzo zeer kwalyk, wanneer men de groote voordeelen, die deeze Troupen veroorzaaken, min acht, of geheel lochend. Men zoude dezelven veel meer hoog achten, en als een School befchouwen, waarin de voortreffelykfte Soldaaten worden gevormd. Hunne Krygstucht is regelmaatig; de gehoorzaamheid en de onderwerping by de bevelen volkomen, de gedienstigheid en achting, jeRr 5 gens  ( 594 ) gens hunne medemakkers, word niet misbruikt, en door de veelvuldige gelegenheden, om uit te munten, ontftaat eene edele drift, tot nayver, van den hoogften Officier, tot op den Soldaat. Men verkrygt hier zeer gemaklyk, de kennis en fmaak aan de maxime, van onzen ftand, en word tot arbeid cn alle bezwaarnisfen, gehard, en gefchikt gemaakt. Zyn deeze voordeelen,en voorrechten niet meentgvuldig, niet gewigtig genoeg, om deeze Troupen alle achting te doen verwerven ? [Gehoorzaamheid en krygstücht. Gehoorzaamheid en fubordinatie , is de eerfte hoofdplicht der Soldaaten: By nalaating van dezelve, houd alles op, en men kan zeer zelden, zig, een gelukkigen uitfiag van zyne onderneemingen, beloven , wanneer niemand naar de bevelen van zyn Bevelhebber, maar alleen naar zyn eigen goedvinden, wilkeurig handeldt. De bevelen van den Aanvoerer, moeten altyd eenftemmend,en mee bereidwilligheid worden volbragt, en zodra hy fpreekt, moet men zonder tegenfpreeken, of murmureeren , gehoorzaamen. Daar ftille en flrenge Krvgstugt, altyd nuttig, en by geheime marfchen des nachts, geheel onontbeerlyk is, zomoeten de Troupen zulks onverbreeklyk in het oog houden, cn de Aanvoerer moetjook hier in, zig weten te doen gehoorzaamen. Het is bovendien , gruwelyk en onmenfchelyk, wanneer men het ongeluk van den armen Landman, die door de fchrikken van den Oorlog, reeds meer als te veel lyd, noch door moedwillige geweldaadigheden vermeerderde Het ftrekt ons dienvolgends altyd tot eer, wanneer wy, zo dikwyls het de mogelykheid flegts toelaat, ons het nodige, met eene minlyke goedheid zoeken te verfchaffen. Wy zullen door dit gedrag, zeker meerendcels van de on-  ( 595 ) ongelukkige Landbewooners veel meer dienst en noodwendigheden bekoomen, dan wanneer wy zulks door geweld, roven en plunderen zoeken te verkrygen. Dit waren de Grondftellingen van den Heer de la Croix, die hy ook met het beste gevolg, ter uitvoer heeft gebragt. Wanneer iemand van zyne ondergefchikte , den hem aangeweezen Post verliet, en ook buitendien, de regelen der ftrengfte Krygstucht overtrad, dan moest hy de zwaarfte ftraf ondergaan. De Officier wierd van zyne waardigheid ontzet, en de Onder-Officier of gemeene had zyn leven verbeurd. Men zag daar door niet één van zyne manfchappen, zig van den Troup verwyderen,of op plundering uitgaan. Zo zelvs, dat de vrugten op de boomen,onaangeroerd bleven, tot dat hy daar toe vryheid gav, om dezelve te genieten, en de geheele Troup, hield of de vrees voor ftraf, of de hun zo levendig, ingeprente Grondftelling, van ongehoorzaamheid en disorde te rug. NaTUüRLYKE GEVOLGEN, VAN 'T VERTROUWEN , DAT DE GEMEENE JEGENS DEN OFFICIER HEEFT. Wanneer de Officier verdienden bezit, die den gemeenen bekend zyn, wanneer hy by ieder gelegenheid, zo wel door zyne redelykheid en mildaadigheid, als ook door zyne bekwaamheid en moed, gelyk mede, door onophoudelyke voorzorge, voor de behoudenis en het beste van den gemeenen man, zig getoond heeft te zyn: dan zal hy zeker by de laatften, zig eene zo groote hoogachting en liefde verwerven, dat men daar op, als 't ware, zal aandringen, om onder zyne bevelen, te ftaan, en onder zyne aanvoering, uitftekende onderneemingen te volbrengen. De  C 5&6 ) dpDirWK3ar1heid van deeze opmerking,bevestigde neefd?'Va" Oorlog.2 Want S ?er« ™,V Cn g0Cden reuk ftaallde Officier, iets zoude uitvoeren, dan liepen, zodra als he? maar bekend wierd, i„ cen oogU ,°meer V?v wi i^ers te faamen, als men nodig hadde Men he geroo\teSmie"en' Wdke te"* besten blyven" roemwaardig vertrouwen verwerft V°°rgenoemde JNiets is dwaazer, dan deeze Gmndftellinir lUr oTL™VX°n' ^ Aftelde uTttrkingl i.,., , d|s mensen, overtrppHr zeiven te heeifchen, bezit eder menscb AlWn fenVVein'8Jn' gaf de natuur ^ ga 'en , ^„ eigen weetPPdezefver 2? ™ ?" "°g "eeI «^52 weet dezelve, daar mede ovcreenkomftij aan .Niets kan nuttiger zyn, dan dat een ioni* Dffi dergeS acrgeicniictheid is, alvoorens hv Officier word Pn zelve over anderen te bevelen heeft ' De onftuirmge driften, de zekere eigenfehap van ieder  ( 597 ) ieder jong mensch die ons nooic nuttig, en als Bevelhebber, ten uiterfte gevaarlyk en fchadelyk zyn, onderdrukt en minderdt niets gelukkiger, dan den ftand van onderwerping, en gehoorzaamheid. Dezen ftand, zal den kleinen Jonker, de oogen openen. Het laat zich zo ligt, voor een Regiment, met den Degen in de vuist, niet heen draven, als voor een Troup kleine Knaapen , met een Hoed met Veèren en de Zweep in de hand. Zy zal hem aan allen, den Soldaten ftand eigene bezwaarlykheden , en onaangenaamheden, by tyds, gewennen , hem met het gevaar bekend, en onverfchrokken maken, denzelven leeren, de bevelen van zynen Bevelhebber, met vlyt en ernst op te volgen , en hem, de zo ontichatbaare bekwaamheid mededeelen, fpoedige befluiten en zonder verwarring, te neemen. Het is verder zeer voortreffelyk, dat men den jongen Heer, zo lang aan blinde gehoorzaamheid gewennen,zo lang zyn vernuft over bevelen ,noch verder niets meer , als een vonkje der jeugdige ongebondenheid, en ligtzinnigheid is. Is hy alleen eerst daar heen gebragt, zyne eigene meening, geen grooter waarde by te zetten, als de mening van zyn Bevelhebbers, en de eenmaal noodzaaklyke omftandigheid , zynes ftands, dan zal hy onvermerkc, zig aan wel te denken gewennen, en zyne'pligten en gedragingen, van de regte zyde, leeren befchouwen. Is hy hier mede eerst bekend, zo zal by, den natuurlyk deugdzaam en regtfchaapen denkenden Jongeling, het gevoel van waare eer, de by zyn beroep, zo nodige moed, en de zuivere ongeinteresfeerde begeerte, tot roem, wel haast en ten fterkften ontwaaken : overtuigd, van deze bevindingen zullen zy hem onwederftreevlyk aanfpooren, elke berisping te ontgaan, boven anderen uit re munten , en door waare verdienften , zig de achting, vriendfchap, en liefde van zynen Bevelheb, ber,  ( 593 ) ber, mede makkers, en onder gefchikten waardig te maaken. Hy zal zynen ftaat leeren eeren, en ï^SaChan: die hem eene ruwen,doch langs den icnatbaar,dienstbaar,kortom als een man van eer, te leven en te fterven. Is nu de jongen Officier, tot de begeerte gepragt, zynen met doornen bezaaiden, doch blindenden vveg te loopen, dan zal hy geen ongemak, meer fchuwen, offchoon hy het zelve vooruit ziet en venvagt. Is by geheel in dienst van zyn Vaderland, dan zal een hoger Enthufiasmus -- zeEer eene fterke dryfveer, tot grooter daaden, als de begeerte naar Oorlogs belooningen ieder zyner handelingen, iets groots indrukken, waar door hy, boven alle UitlandersJ en vreemden , zal uuiteken, die geen ander belang hebben,dan hun eigen voordeel. Hoe gemaklyk zal het hem nu worden, ook een goed Burger te zyn, zonder op zyne medeburgers, dien het veelligt aan geluk, geboorte, moed enz. ontbreekt,de zelvde baan, met hem te loopen, verachtelyk neder te zien, zal hy reeds ieder deugd,fchoon, en geen ltand onedel vinden, die niet zo glansryk als de zyne is. De openlyke rust en zekerheid, welkers iielchutter hy te gelyk, voor een gedeelte is,zal ny t, om dezelve te befchermen, voor zyne eer en phgt rekenen. Schoonheid en onfchuld,zullen m zyne oogen alzo, heilig en onkwetsbaar zyn. De , in hart en verftand gevormden Krygsman, zal alzo zyn beroep eeren, en de zwaare plichten deszelvs, zullen alle zynen moed, zo veel te meer aan vuuren, om dezelve, met moeite en zorgvuldigheid te leeren. Hy zal derhalven, zo wel in Vreede, als in Oorlog, niet alleen ieder gelegenheid, zig ten nutten maaken, welke zich hem hier toe, als van zei ven aanbied ; maar hy zal, voornaamlyk in het laatfte geval, alles aanwenden, om van tyd tot tyd , nieuwe uitvindingen te doen. Hy  ( 599 ) Hy zal, ten einde het laatfte hemgelukke, op alle wyzen , zoeken te ontdekken, hoe fterk de tegen hem ftaande vyand is? waar en op welk eene wyze, dezelve zyne ftelling heeft genoomen, en wat hy wel denkt te onderneemen ! ten einde hy hem daar in voorkome, en, naar vereisch der omftandigheden, of aanvallen, verzwakken, of verontrusten moge. Hy moet zich altyd hier by, den grondregel voor oogen ftellen, dat zeker nooit geene onderneeming, zonder moeite en vlyt, en zonder iets daar aan op te offeren, zich laat uitvoeren. Hy vermyde evenwel zorgvuldig, een te groot vertrouwen, op zig zeiven, en zyne inzigten. Hy vergeete nooit, dat by ieder gelegenheid, den raad en onderfteuning, van zyne medemakkers, zelvs van zyne ondergefchikten ,hem noodzaaklyk, ten minften altyd nuttig zyn kan. Hy zoeke derhalven, dezelve naauwkeurig te leeren kennen,hunne talenten en inzigten te beproeven, en te beoordeelen , ten einde hy voomaamlyk ,de gefchikften, zig tot vertrouwden, en vrienden maaken kan. Vervolgends, verbonden met eigen moed en doorzigt, heefteen Officier, inden Oorlog, niets nodiger , als het vertrouwen, en de liefde van den gemeenen man. Het moet alzo, ook eene zyner voornaame bezigheden zyn, om zodanige te verkrygen, en die te behouden. Hier toe word, alvoorens, eene naauwkeurige kennis, van zyne onderhebbende vereischt, ten einde hy de goede en bruikbaare manfchappen, van de flegte en onbruik» baare weet te onderfcheiden. Van de eerfte moet hy als dan , voornaamlyk hunne genegenheid zoeken te winnen. Hy moet hun, zoveel maar mogelyk is , in alle hunne behoeftens zoeken te hulp te koomen. Zyn gedrag moet altyd vriendelyk, fomwylen ook toegevende zyn. Hy moet met hun, dikwyls van den dienst fpreeken, zig in die ftukken, welke zy heter, dan hy, inzien, van hun laten onderrichten ; hunne raadflagen aanhooren , en het  ( 6oo ) het goede daar van aanneemen. Een der voornaamfte middelen, om hun vercrouwen te verwerven, is dit , dat men alle zyne onderneemingen, verftandig mrichte, en dapper uitvoert. Een Officier moet de Coups,die hy onderneemt, te vooren rypelyk overdenken, en alle zorgedaar toe aanwenden , ten einde deieerfte derzelven geheel met, en de daarop volgende, zo zelden als mogelyk, mislukken. Een Officier moet verder bedacht zyn, de onder zyn Commando hebbende manfchappen, by Jeder gelegenheid, by voorb. by gedetacheerde Tosten, Party en enz. met goede en overvloedige levensmiddelen te voorzien. Dl\£yn de voor»aamfle middelen, waar door een Urhcier, liefde en vertrouwen verwerft. > De Bevelhebber, moet voor het overige, ook in alles , het voorbeeld van zyne onderhebbende zyn: Want, wanneer by voorb. de Officier, de dronkenfchap liefheeft, dan zal de gemeenen, die dit euvel zeker merkt, zig zonder ontzag, aan dezelve overgeeven. Hv zal gelooven, men verwyte hem zyne gedraging, zonder grond, enden Umcier, mag zekerlyk niet onderftaan, zulks te n"'A£° zyn Seweten hem zeiven veroordeelde. De Officier zy alzo onthoudend, matig en foaarzaam, doch niet zo, dat het laatfte in gierigheid verandere; want niets kan hun verachtelyker, by den gemeene man maken, als de verdenking, dac hy karig is. Het Spel ftrekt dikwyls daar toe: hec kan ons in het algemeen, tot het begaan van ontberende handelingen aanfpooren. Een ieder zal alzo wel doen, zyn geld liever aan goede paarden, goed geweer en andere noodzaakiykheden te belleden, alzo hier van alleen, dikwyls leven en eer afhangt. Kennis en beoordeling ,jzvner ondergefchikten, verfchaft den Bevelhebber het gewigtigfle voordeel, ieder derzelven tot eene, met zyne neiging en bekwaamheid, het meescover eenkomende,"ouder-  ( 6oi ) derncemingen, te kunnen verkiezen. Zo vind men by voorb. lieden, die voortreffelyke Spionnen, daar en tegen flegte Patroulleurs zyn. Een ander kan dit eene, doch zyne lighaams omftandigheden laaten hem niet toe, het ander te doen, alzo hy daar by, dikwyls geheele nachten, onder den blooten Hemel liggen, Honger, Koude en Hitte moet uitftaan. Veelen zyn wederom tot het flancqueeren en inhouwen goed, doch deugen weder niets tot het voorgenoemde enz. De grond en oorfprong aller, tot een volkomen Officier , vereischt wordende eigenfehappen , is een , by alle voorvallen, te betrachten, deugdzaam gedrag , doch hec welk niet alleen in uiterlyken fchyn, maar in een inwendig bewust zyn, regtffchaapen en volgens zyn geweeten te hebben gehandeld , beftaat. Een man met een bevlekt geweeten , zal veelligt woede en dolkoppigheid, doch zelden waare heldhaftigheid gevoelen, daar en tegen , die geene, die waare eer,deugd,en moed te verbinden weet: ook de gevaarvolfte pligt zyncs ftands, met te vreedene gelykhuldigheid kan vervullen. Om tot deeze bekwaamheid te komen , zal hy zig, by het beftudeeren van zyn beroep, niet alleen tot Handgreepen en Reglementen, bepaalen. Hy zal grootere tegenftanden overwegen, zonder de eerfte beginfelen overtollig te houden. Hyzal niet geloven, dat een Cornet of Vaandrig, daar om geen goed Cornet of Vaandrig zy, wyl hy fchriften leest, die den Generaal kunnen vormen. Doch hy zal zig ook niet onderftaan, zo aanftonds den Kunstrichter, over Plans, en handelingen van oude en hogere Officieren te fpelen, en als een Orakel, over Tactik en Krygskunde te beflisfen. Doch zodanige Officieren vind men belaas , meer, als te wenfehen ware, die ieder vooreen wys hoofd, fchool-Vos, of regt uit, voor een dwaas houden, die niet zo los en'ongebonden leven, en naauwlyks alleen, iets meer verftaan, als een Divifie te S s la-  ( 602 ) laaten zwenken. En evenwel, fpreeken deeze hooge Geesten, zo geleerd van den dienst, en met zo veel minachting, van hun bovengeftelde, als ruste de geest van Fredrik den Grooten, tiendubbel op hunnen fcheedel. Hadden zy, zeggen eenige van deze Alexandertjes , dezen Generaal of geenen StafOfficier, niet hier of daar een wenk gegeven,dan zoude hen de Duivel halen, als de Kïerel zig had vveeten te helpen. Zodanige jonge Officieren, die dus dwaasheden van dit foort, myden en verachten, cn zig alleen zo vertoondt en gedraagt, als ik hier'vooren hebbe getoond, zal, door roem geleid, van trap tot trap voordvliegen, en evenwel nooit door valfche eerzucht ,andere belooningen zoeken, als de toeftemming van zyn geweeten. Hy zal de pligten der Soldaten, met de pligten der mcnschheid gemaklyk weeten te vereenigen. Hy zal als een man van Godsdienst en gevoel , geen vyand kennen, dan alleen den vyand van zyn Vaderland, en zynen Heer, doch met edelmoedigheid en menschlievendheid, zal hy de overwonnenen, gelyk ook den onfchuldigen bewooner der vyandelyke Staaten, behandelen. Nimmer zal hebzugtig eigen belang de oorfprong van ontelbaare laagen,en de menschheid onteerende Handelingen zyne medelyden, of edelmoedigheid onderdrukken. Veelmeer zal hy door zyn voorbeeld; tooncn,dac den dapperfle, voortreffelykfle Soldaat, evenwel een edel gevoelvol man zyn kan, zyn Hart zal alzo ook|het onderfcheid, tusfchen hardigheid en ftrengheid, in den dienst, gemaklyk kunnen onderfcheiden , en het eerfle verachten. Hy zal tot geen minachting of laagheid, jegens hooger, bekwaam zyn, en dezelve eeren zonder te kruipen. Hy zal eindelyk den ellendigen geest tot flaan, fchuwen , zonder een bi'oöhartige te zyn, maar zyne eer, met moed en verftand weten te verdedigen. Dit alles, zal hy dat oogenblik hebben te danken, dat hy bet geluk had, in die ftrenge fchool te  ( 6o3 ) te treeden, waarin gehoorzaamheid eer is, en die ons zo veel vereeuwigde voorbeelden, van groote Helden heeft gegeven. Dit is alzo — wanneer ik in myne fchilderingen en voorfchriften niet misfe — een kort Bellek, van den weg, waar op een jong Officier, zig zeiven bekwaam maken, als dan het zelve met zyne onderhebbende doen, en zo, benevens hun, zig tot alle roemryke onderneemingen , moet gefchikt maaken. Voor de mindere officieren,moet men achting hebben, de oude voortrekken en hoogachten. Niets kan voor een Bevelhebber fchadelyker zyn, als wanneer hy gelooft, door een hovaardig , beledigend gedrag, van zyne onderhebbende by uitftck te moeten gerefpefteen worden. Een Officier van geringe geboorte, voornaamlyk, wanneer hy by de ligte Troupen diend, vorderd met regt, dac men achting voor hem hebbe. Wanneer men alzo, een zodanig man, de uitvoering van een ontwerp opdraagt, dan moet men de bevelen daar toe, zodanig inrichten, en in eenen toon geven, welke hem overtuigde,dat men zig verlaat op zyne bekwaamheid en moed. Door deze handeling geroerd, zal hy zeker alles aanwenden, om onze goede nieening te billyken. Verrichtingen van deezen aart onderfcheiden zig zeer van die , welke het hoofdwerk van andere Troupen zyn. Hec komt hier daarop niet aan, eene Battery te beftormen, of met den Degen in de vuist, in eene Linie in te breeken. Hier zal een zodanig ontwerp worden uitgevoerd , darhonderd zwaarigheden toondt, welkers wegruiming, nadenken , overleggingen en bedagenheid vereisèhen, en alzo by den Officier, die deeze onderneeming waagt, niet alleen moed , maar ook doorzigt en bekwaamheid, veronderftellen. Men moet derhalven, zyne uvyfelingen , met opmerkzaamheid aanhooren , en zyne aanmerkingen en gedachten, naauwkeurig overwegen, en niet alleen uit achting voor hen, maar ook om ons eigen voordeel. De geboorte 'u'pnald nooir onze verdienden ; derhalven is de geringde Officier bloot als Soldaat dikwyls toe het grootlte doorzigt bekwaam. Duch men is aan ieder Officier schting fchttldig, die van Ss 2 zyn  C 604 ) zyn beroep behoorlyke grondftellingen bezit, hoe veel te meer, vorderen dezelve ons die geene af, welke door lang dienen, eene volkoomene ondervinding bekoomen , en beftendige proeven van hunne bekwaamheid, hebben gegeven. De Krygskunst vereischt Theorie , zy is onontbeerlyk, doch men moet ook toeitemmen , dat de bloote Theoretifehe kennis der grondleere, zonder oeffening of gebruik voor het grootfte gedeelte, onnut is, en dat de prafticq, den voorrang des kundigen, voor denieuwlingen outegenftrydig maakt; alzo de laatfte, de zekerheid niet heeft, die by geenen op roemryke proeven, gegrond zyn. Ongeacht dit, is nog niets gewoonlyker, als dac leerlingen, de Krygskunst —"alleen geloven, voor hunne eigene inzigten nodig te hebben, en op de mening hunner oude Cameraden, weinig acht geven, leder Opper-lievelhebber, moet de uitwerking dezer dwaaze iaatdunkenden zoeken voor te koomen , alzo dezelve zeer gevaaryk en fchadelyke gevolgen kan te weeg brengen. Alleen de Oorlog maakt Soldaaten. Een aantal agter elkander volgende Veldtogten , hebben ons de grootfte mannen getoond,die door hunne, weinig voorkomende Talenten, doordringend verftand, groote moed en beroemde daaden, zig hebben vereeuwigd. Hoe zyn de zwaarste oorloos onderneemingen uitgevoerd geworden ? Men mankt ontwerpen , welkers uitvoering ongemeen veel zwarigheid vind, en bragt dezelven evenwel tot ftand; want de hindernisfèn maakten niets bevreesd, maar men overkwam dezelve, met moed en gefchiktheid. De oorzaken hier van zyn niet moeilyk te vinden. De Aanvoerers hadden tot den Oorlog, wel afgerigte Troupen, en Oflicieren vol eer, liefde en bekwaamheden onder zig. Zy waren overtuigd van de verdunden hunnerondergcf'chikte,en toonden zig altyd beleefd,doch nooit beledigend; zy wisten, dat onftuimige hitte, en overhaasting , den gelfikkigen voortgang verhinderde, en dat de glansryklle o>-,demeemingen meestendeels wierden terug gezet, wanneer men zig te zeer op de toevallen verliet. Zy lieten hunne ontwerpen tot ryphekl komen, en verkoozenhetgunftigftetydllip,om dezelven uit te voeren. Zy onderhielden getrouw , bekwaame Spionnen.betaalden dezelve rykelyk, en konden zig alzo zeker houden, omftandige berichten te bekoomen , kortom , moed cn verftand was beide hun leidsman , en verfchafte hun den gelukkigften uitfiag van hunne onderneemingen.  BEOORDEELINGEN. wonderen, alzo deeze Schryver zeer beroemd is, en zyne Opftellen, zeker hec Militaire maandwerk tot roem , zouden hebben verftrekt. De Schryver zegt van zyn Werk; hy had zig nier bekend gemaakc, wanneer hy op eene andere wyze, eene bekwaame plaacs, om zig over zyne voorgedragen twyfelingen te verklaaren, hadde gevonden. Wanneer alzo het oogmerk van dit Werk zal vervuld worden, dan moet een ander, noch eerst over het zelve, zich uitlaten. Doch dit mag noch wel zo fpoedig niet gefchieden - het zoude hier te wydlopig zyn, een Uittrekfel, nopens de Aanmerkingen van den Schryver te geven, zy zyn al te wyd uitgeftrekt. Het merkwaardigfte, wat hy over het eerfte Capittel zegt, beftaat daarin, dat de, van den fleer Lindenau, voorgeflaagcn manier : een Quarré, zo wel uit de Colonne als Linie te formeeren, reeds in het Pruififche Reglement is, edoch niet als een algemeen voorfchrift. Wy weten niet, hoe het komt, dat de Heer van Lindenau, zulks niet weet. Moogtyk is dat Reglement, na dat hy den Pruififchen dienst veriaten heefe, eerst uitgekooroën. Dan het zy5hoe het wil, de manier van den Heer van Lindenau, was reeds genoeg bekend,en is met door hem uitgevonden. In de Verhandeling over het 2de Capittel, word zeer duidelyk gefield , dat men by het pasfeeren van een Defileé , geen algemeene manier kan bepaalen. In veelen opzigten, zyn wy met den Schryver niet van eene meening: dat de manier van formeering  BEOORDEELINGEN. ring eenes Quarreés, naar de byzondere omftandi^ heden, zig moet rigten, en geen algemeene manier kan plaats vinden, dat by Leuthen de Pruisfchen gedeploijeert hebben &c. Overal is het goede,onder zo veele vvydlopige raifonnementen verftrooid, en de grondftelling, niet fyn en ongezogt.  (6 ƒ3 MAGAZYN van MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Twaalfde Stuk. INHOUD. Verhandeling over het bouwen van Batteryen, voor Canonnen in eene Belegering- - . Pag. 605 Canon üattery. .... Van den opbouw eener Battery, buiten de Loopgraven, of zonder Bedekking, op een goede Grond, en op zo eene grooten afftand, dat het Geweer-vuur nog niet gevaarlyk is. - - 615 Over het bouwen van Batteryen in de Loopgraven. 622 Van het bouwen op eene goede Grond, doch onder het Musquetcen vuur. - - - £24 Aangaande het bouwen op Steenachtigen Grond. 625 Van het bouwen op een Moerasfigen Grond. - 629 Van het bouwen op een zeer fmalle plaats. - 631 Van het bouwen der Bresch-Batteryen. - - 632 Tracering der Schietgaten. ... 535 Opening der Schietgaten. - . - 642 Oprichting der Beddingen. ... Voorziening by het opvaaren der Canonnen. - 647 Over het aanleggen van Kruid Magazyr.en. - 654 NB. De Snikjes moeten ingenaaid,en niet doorftooken worden. Te A R N H E My By J. H. MÖELEMAN. mdccxciii.  By den UITGEVER dezes zyn de volgende Militaire Werken te bekoomen J. J. van HASSELT , over het houden van Krygsraadin deGuarnizoenen van den Staat ƒ 2-ip J. J. EWALD, Verhandeling over den Militairen dienst, in het Ve^. - - ƒ3:- J. G. TIELKE, over den Militairen dienst in het Veld, met Aanmerkingen en Byvoegfels, uit het groote Werk, over den zeven Jarigen Oorlog van dien zelvden Auteur , 2 Deelen in 3 Stukken. - - - - ƒ 8 - 17 Het derde Deel, waar mede dit beroemde Werk compleet is, zal binnen weinige dagen aan de Heeren Intekenaaren, met alle de noch ontbreekende plaatfen, worden afgeleeverd. Magazyn van .Militaire Wetenfchappen, 12 Stukjes. - - - - ƒ 4 - 16 Handboek voor alle Officieren, over de noodzakelyke kennis van den kleinen Oorlog in het Veld, uit het voortreffelyke Werk, van den Marfchal de Camp de la Croix. - - ƒ : - 8 Depuget, Verhandeling over het Bouwen van Eatteryen , voor Canonnen in eene Belegeïing. - - - - ƒ : - 8 Deeze twee Stukjes, maken het Elfde en Twaalfde Stukjen uit, van het bovengemelde Magazyn, doch zyn om derzelver nuttigheid , voor hun, die het Magazyn niet bezitten, apart te bekomen Alle deeze Stukken, zyn voor ieder Officier nuttig en onmisbaar, vooral in den tegenswoordigen ryd, cn den Uitgever agt het onnodig, daar van eeni-  ( 6o5 ) D U P U G E T. Verhandeling over het bouwen van batteryen, voor canonnen in eene belegering. ^.Izo verfcheide jonge Artillerie Officieren, my rzogt hebben, hun dat geene, wat ik omtrent : opwerpen van Batteryen, in eene Belegering, irgedagc en gezien heb, eenigzins omftandiger en idely ker te verklaaren, als het in myne (*) Schets» er het gebruiken der Artillerie heeft konnen geneden ; zo heb ik, om aan dit hun verzoek te doen, dan ook maar, voor zulke alleen, is dit (lel ingerigt. Die Officieren , welke reeds beeringen bygewoond hebben, zullen daar in niets den , 'c geen zy niet even zo goed als ik, ten. (**) Canon batteryen. len heeft Batteryen, ingerigt, om den voordgang ') Bedoelende hier meede zyn, in 1771 , te Amfterdara jgeven leezenswaardig Werkje , tot titel hebbende, i fiir 1'ufage de f Artillerie, dans la Guerre de Campagne ans celle de Sieges, par un Officier du Corps. p. 141 ' Liv. 1. *) Batt?ryen was genoeg, werdende die , waar Mor11 in geplaatst worden , by de Hollandfche Artillerie, Is genaamt. Tt  By den UITGEVER dezes zyn de vol gende Militaire Werken te bekoomen J. J. van HASSELT, over het houden v; Krygsraad in de Guamizoenen van den Staat ƒ 2 ■ 1 J. J. EWALD, Verhandeling over den Milit; ren dienst, in het Weid. - - ƒ 3 : J. G. TIELKE, over den Militairen dienst het Veld, met Aanmerkingen en Byvoegfels, 1 het groote Werk, over den zeven Jarigen Oorl van dien zeivden Auteur , 2 Deelen in 3 Stt ken. - - - -ƒ8- Het derde Deel, waar mede dit beroemde We compleet is, zal binnen weinige dagen aan de H< ren Intekenaaren, met alle de noch ontbreeker plaatfen, worden afgeleeverd. Magazyn van Militaire Wetenfchappen, 12 Sti jes. - - - -ƒ4- Handboek voor alle Officieren, over de noc zakelyke kennis van den kleinen Oorlog in 1 Veld, uit het voortreffelyke Werk, van den M fchal de Camp de la Croix. - - ƒ : • Depuget, Verhandeling over het Bouwen \ Eatteryen , voor Canonnen in eene Belej ïing. - - - - ƒ : • Deeze twee Stukjes , maken het Elfde en Twa; de Stukjen uit, van het bovengemelde Magazj doch zyn om derzelver nuttigheid , voor hun, < het Magazyn niet bezitten, apart te bekomen Alle deeze Stukken, zyn voor ieder Officier n tig en onmisbaar, vooral in den tegenswoordig ïydi en den Uitgever agt bet onnodig, daar v ee  ( 605 ) D U P U G E T. Verhandeling over het bouwen van batteryen, voor canonnen in eene belegering. A !zo verfcheide jonge Artillerie Officieren, my verzogt hebben, hun dat geene, wat ik omtrent het opwerpen van Batteryen, in eene Belegering, naargedagc en gezien heb, eenigzins omftandiger en duidelyker te verklaaren, als het in myne (*) Schets» over het gebruiken der Artillerie heeft konnen gefchieden ; zo heb ik, om aan dit hun verzoek te voldoen, dan ook maar, voor zulke alleen, is dit Opftel ingerigt. Die Officieren , welke reeds belegeringen bygewoond hebben, zullen daar in niets vinden , 'c geen zy niet even zo goed als ik, wisten. Men heeft Batteryen, ingerigt, om den voordgang (*) Bedoelende hier meede zyn, in 1771 , te Amfterdain uitgegeven leezenswaardig Werkje , tot titel hebbende, Esfai fur Pufage de 1'Artilierie, dans la Guerre de Campagne & dans celle de Sieges, par un Officier du Corps. p. 141 2. P. Liv. 1. (**) Batteryen was genoeg, werdende die, waar Mortieren in geplaatst wurden , by de Hollandfche Artillerie, Ketels genaamt. Tc (**) Canon batteryen.  ( 6c5 ) gang der Loopgraven te bevorderen , van deeze moet den Belegerde het gebruik zyner verdedigings middelen benomen worden, andere zyn' er, waar van men voorheeft, Bresch te leggen in de buitenwerken en kapitale Wal der Vesting. Om de eerfte op hun behoorlyke plaats aan te leggen , moet men de verlenging der Facen, van alle in 't Front van Attacque, gelegene Werken wecten. De redenen waarom, zullen wy ftraks aantoonen. Deze verlengingen zyn op het Veld niet zo ligt te vinden, als men zig, by het overzien van eene aftekening,of Plan wel verbeeldt. Wilde men dezelve eerst, op dat oogenblik, zoeken, wanneer de. Battery dient aangelegc te worden, of wanneer men zig daar op wilde verlaten, dezelve onder een wandeling, in de Loopgraven te vinden, loopt men dikwyls gevaar, dezelve geheel temisfen; derhalven is het nodig, dat men daar mede begint, en dezelve op zoekt, zodra de zyde, tot den Aanval bepaald is. De Generaal van de Artillerie zoude, wanneer hy deezen arbeid alleen op zig nam,het lastige, dat met dien arbeid verbonden is , wegens andere wigtige, door hem te verrigten bezigheden , niet konnen goedmaken, behalven dat het nodigis, dat zyne onderhebbende Officieren, dat geene leeren uitoefFenen, wat hen te weeten nodig is, ten einde hem heden of morgen in zyne bediening op te kunnen volgen. Ik meen derhalven met grond te kunnen vastftellen, dat hy in veelen opzigten, wel daar aan doet, dezen arbeid, onder verfcheiden Divifien  C 607 ) Hen van zyne Officieren, te verdeelen, welke Rapport aan hem, van hun verrichtte doen,zo heeft hy hun verrichtte alleen naar te zien, of ze wel gearbeid hebben. De verlenging der buitenfte zyde van een Werk, zyn gezigte Lini's te vinden, is zo veel,als, naauwkeurig het ftip te bepalen, van waar men ophoud, om het eerfte gezogte te zien. Zodra men zig maar een weinig te veel, na de aanpalende Face of gezigtte lyn keert : heeft men dit punt gevonden , dan zet men een ftok loodregt, op die gezogte plaats, in welke richting men daar na meerdere in eene regte Linie, kan planten,en zal deeze Linie,door ftokken bepaald, de gezogte verlenging zyn. Hoe eenvoudig deze verrichting ook fchynen mag} zo vereischt dezelve toch veel oeffening. Jonge Officieren , kunnen zich alzo niet genoeg bevlytigen, zich dezelve eigen te maken. In de uit. oeffening, vinden zelvs die geene zwaarigheden Welke deze verrigtinge dikwyls gedaan hebben. Donker of mistig weêr, de door wind veroorzaakte ftof, Boomen, Heggen en Huizen verhinderen dikwyls, de te verlengene Face, te onderkennen, voornaamlyk , wanneer de Vesting laage of razeerende Werken heeft. Door yver en vlyt, brengt men het toch altyd zo ver, dat men deze zwarigheid te boven komt. Men begint hier mede, om op het Plan, dat Werk te bepaalen , wat men eigenlyk zoeken wil, maake zig ieder hoogte ten nutte, welke zig in den omtrek, op 't terrain op doet, als Kerktorens, ho. Tt 2 ge  ( 6o8 ) ge Boomen, Huizen en diergelyke. Men naderde hier op de Vesting, zo veel als mogelyk is, en zonder daar by , het gevonden voorwerp uit het oog te verliezen. Men gaat eindelyk langst ieder Face heen, om de tweede te verlengen, en verzuime niet, ieder vocrdeelige omftandigheid, zig hier by, ten nutte te maken. De Steenen Schilderhuizen, die men voorheen op de Bolwerken en Schouder-hoeken pleegde te zetten , maakten de vinding van de verlenging der PaceBgemaklyker. Het is hoofdzaaklyk,om deeze rede, dat men dezelve naderhand heeft weggenoomen, of niet meer gebouwd heeft. Men bediend zig van dezelven, wanneer men die noch hier of daar, aantreft. By gebrek van dezelve, kan men zig ook, naar de Boomen richten ,w aar mede de Walgangen gemeenlyk bezet zyn. Het zal den arbeid ook tot voordeel verftrekken, wanneer men zich die tyd ten nutte maakt, wanneer de eene Face door de Zon befchenen word, daar de andere dan, integendeel in de fchaduw ligt. Doch wanneer alle deze hulpmiddelen geheel niet van nut zyn, dan moeten oplettende oogen , dit gebrek vergoeden. Men ziet zeer naauwkeurig na de Werken ; men gaat heen en weêr, men onderzoeke de zaaken een en meermaalen, men vraage de Officieren , met wien men arbeid , wat zy omtrent de zaaken denken, en men ontdekt door dit en derzelver hulpe, dat geene wat men zoekt. Wanneer men de Linie heeft gevonden, zo bepaalt men dezelve, met vier of vyf fufficante paalen> die men tot op een halve voet na, in den grond flaat  ( 6op ) flaat, en op wiens koppen men een Nummer infuydt, om dezelve te kunnen weder vinden. Laat het de gefteldheid van den grond niet toe, om paaien in te flaan , dan tekent men de Linie met anderen,ligt kenbaare tekenen , die niet zeer gemakkelyk kunnen worden weggenomen. Een natuurlyk gevolg, uit het tot hier toe geleerde, is, dat de Officieren van het Artillerie Corps, om den dienst, welk hun opgelegt is, behoorlyk te kunnen verrichten , eene zeer naauwkeurige kennis van het geheele Militairifche deel der Fortificatiën moeten bezitten. Bovendien moet ik hier als in 't voorby gaan,noch aanmerken,dat het met behulp der Faun, van een Werk gemaklyk is, de groote der Bolwerks-hoeken,als ook, om de Capitaale Linie der Bastions te vinden, twee hoeken met Bousfole of eenige andere hoek nader genoomen, zyn tot het eerfte genoeg; en tot het tweede behoeft niets meer, als een weinig kennis van de Trigonometrie, en de toepasfing van een gemakkelyke of beste proportie, uit dezelve. Zodra het Werk der eerfte Parallelle begonnen is, begeeven de Officieren, die de verlenging bepaald hebben, zich derwaards, om te zien, waar deeze dezelve koomen te fnyden. Somwylen vind men die zonder moeiten, en wel alleen by het been en weer gaan , in de Paralelle; doch zomwylen en voornaamlyk , als de Loopgraven in eene laagte ligge, als men de Facen niet meer kan zien, gelyk zeer dikwyls gebeurd, moet men de verlengings Linie door baaken, die men met de te vooren ingeüagen paaien, in een regte lyn Tt 3 ftelt,  C 610 ) fielt, verlengen. Het nut van de verlenging der Facen, blykt nu aanftonds daar uit, dat zy in de Paralelle , de plaats der Batteryen bepaalt. De Batteryen, die men tegen de groote Werken van fterke Plaatfen opricht, moeten zo worden aangelegt, dat zy de verlengde Facen berecocheteeren, en de tegen hun overliggende , van vooren befchieten kunnen. Om dit zyn dubbel oogmerk te bereiken , moet of het Front van dezelve of een weinig aan de voorliggende Face, of loodrecht op de verlenging der andere, zyn aangelegt, en op eenen bepaalden afftand ,van deeze verlenging, zyn begin hebben. Is het derhalven nodig, deeze verlenging te hebben, terwyl anders de zo gewigtige eerfte Batteryen, als by geval aangelegt, en daar om dikwyls zeer flegt geplaatst zyn, redenen, waarom als dan ook veel Ammunitie, op eene onnodige wyze, verfpild word. Ja ik mag hier wel by voegen, dat deeze verlengingen zelvs dienen kunnen, om de ligging van die Battery te bepaalen, welke eene Face, regt van voren, moeten befchieten, alzo het gemaklyk is, om die met dezelve Parallel te leggen, wanneer men de verlenging eens bepaald heeft. Ik zeide zo even, dat een Battery, die een cn het zelvde Werk, zo wel berecochetteeren, als regt van voren befchieten zal, of Parallel met de voorliggende Face, of perpendiculair op de verlenging zyn moet. Hier uit zal alzo deze vraag ontftaan, welke van deze beide liggingen, is de voordeeligfte? (Wanneer de uitfpringende hoek, van 't te befchieten Werk , recht is, of niet ver daar van  C 611 ) van afwykt,dan zyn de beide liggingen even goedj of ten minfte in hun werkingen zeer weinig van eikanderen onderfcheiden. Doch wanneer deezen hoek zeer Homp of zeer fcherp is, dan zyn deeze liggingen, ten aanzien van hun uitwerking, merkelyk van eikanderen verfchillende, en ik boude het daar voor,dac men in beide":delaatfte gevallen, de Batteryen dan loodrecht op de verlenging, aanleggen moet. De voorkeur, welke ik aan deze ftelling geeve, berust voornaamlykop deeze twee gronden : i) bekomt men daar door eene rechte en twee byna regte Schiet-gaten, waar uit den Walgang, van 't te befchietene Werk, over zyn geheele lengte berecochetteert kan worden, waar en tegen men by de Paralelle ligging, alleen fchuinfche fchietgaten bekomt. 2) Zo is men by deze ligging altyd zeker, het voorwerp behoorlyk te raken, wyl de raader van het Affuit, tegen de binnen kant van de Borstweering, komen aan te ftaan, daar en tegen men,by de Parallelle ligging, byzonder des nagts,gevaar loopt,of, om het voorwerp geheel te misfen, of eene ongelukkige Stad, op eene onnutte wyze , te verwoesten, vooral, zo dra de aanfloot-balken, voor de bedding zig maar een weinig verzét hebben. Blyft ons nu over aan te geven, hoe ver eene Battery, met deszelvs uiterfte einde van de verlenging moet verwyderd zyn. Dit hangt af, van bet oogmerk, waar toe men die beftemd. Is zy, om van dezelve een Werk te recochetteeren, dan moet zy zo te liggen komen, dat het eerfte Canon de Walgang op 4 a 5 voet afftand, van de Tt 4 Borst-  ( 612 ) Borstwering , de langte na befchiet, en dat de overige met zeer fpitfe boeken op dezelve vallen Doch is de Battery bcftemd, om een Werk van vooren te befchieten, om de Borstwering af te fchieten , of om een Bresch te maken, dan was het te wenfchen , dat zy met het Front van het te befchietene Werk, Parallel, en tusfchen de twee uiteindens van 't te befchietene Werk, door perpendiculaire Linien bepaald lag; doch terwyl men dit;niet altyd zo in zyne magt heeft, zoekt men deeze ligging zo veel naby tc- komen, als mogelyk is. Waar toe zo veele fcrupuleufe regelen ? Wierden de Batteryen te vooren niet behoorlyk aangelegt, zonder alle deeze, van nu in het klein vallende voorfchriftcn ? Die dit durft te vraagen, moet niets bekend zyn van de uiterfte zorgvuldigheid, waar mede de kundigite Generaals van het Corps , deezen arbeid, zelvs in de beroemdfte belegeringen , hebben verricht. Zy zyn de uitvinders van deze regelen , cn wierden door hun, zo wel voor, als na de opening der Loopgraven, betragt. En ontdekt men niet altyd de fpooren van deezen hunnen arbeid, zo is dit toe te fchryven, aan hunne bewonderingswaardige naauwkeurige oogmaat , zo als hunne groote praöifche endervinding, die een zeker klein detail,ontbeerlyk maakte, dit alles moet men zig ook al, zeer eigen gemaakt hebben, wil men dit,gelyk zy j agterlaten. Het is niet wel mogelyk, als een algemeene regel, te bepaalen, hoe veel Arbeiders men op elk ftuk Canon, op een Bittcry te plaatfen, moet rekenen. Allts, wat ik daar omtrent kan aangeevcn, is,  ( 613 ) is, dat men in een goeden grond cn by de gewoonlyke ligging der Batteryen, tot ieder Canon, behalven 2 Canoniers en 6 handlangers, noch 20 Arbeiders uit de Linien neemd, ongerymd zoude het zyn, zig in dit, gelyk in veele anderen gevallen, op de uitgerekende Tafelen ün St. Remy te vinden, te verlaaten. Even zo laat het zig flegts alleen naar de gefchapenheid van den grord bepaalen , hoe veel Pioniers-werktuigen, van ieder foort, men daar toe benodigt heeft. In eene harde Steenachtige grond, by voorb. heeft men voornaamlylc veele hakken,pikken (Hoyaux),in vette aarde veele Spaaden (Beclies ou pelles Quarrees); en in .Zandachtige grond , meer beflaagen Schoppen (Pelles rondes) nodig. De werkers uit deLinie-Troupengeformeert, en waar mede de arbeid aan eene Battery begonnen word, brengen ieder twee fluks van deeze bepaalde werktuigen, en eene kleine Schanskorf mede, de welke fomwylen [benodigd, doch altyd toch met nut te gebruiken zyn. De Canoniers en handlangers, brengen daar en tegen , uit bet Park, op ieder Canon gerekent, mede twee of drie boute fleggen, twee hand aardflampers, en twee fachien Mesfen, doch voor een Battery van zes Canonnen , twee groote Zaagen , eenige Voetmaten of reien van verfchillende lengte en een timmermans Waterpas. Niets bevordert meer de goeden en fpoedigen arbeid , als de oplettenheid , om dc arbeiders in orde en flilte aan 't werk te ftellen en te houden, cok dat den arbeid in gelyke deelen onder hun verTt 5 deelJ  ( öi4 ) deeld worde, en overal even gelyk ver, voordgezet werd , en voor de behouding der Arbeiders zorge j zonder hun evenwel het gevaar te duidelyk gewaar te doen worden. Intusfchen moet niemand zig voordellen , dat het ons mogelyk zy , deezen arbeid in den Oorlog, in die orde, zo als gezegt is, ter uitvoer te kunnen brengen , zo wy ons in tyd van Vreede, daar in niet geoefend endaar op hebben toegelegt. Eene regel, die ik noch, als onverbreeklyk hebbe voor te fchryven, is, dat men nog de arbeiders uit de Linie, nog de Canoniers en handlangers, die den tyd van 24 uuren, in de Battery moeten blyven, eerder laat afgaan, voor dat die geene, welke hun moeten aflosfen, aangekomen zyn, doch met dat beding, dat men op de aan hun af te gevene arbeid fchyn (Billet de traveil) de tyd aantekene, dien men hun over den bepaalden tyd, by zig heeft moeten behouden. Want zonder deze voorzorg, zoude men anders, den arbeid, dikwyls halve dagen en nachten geheel moeten ftaaken. Volgens deze algemeene voorlopige aanwyzingen, willen wy den Bouw der Canon-Batteryen, naar de verfchillende omftandigheden , waar onder die kunnen voorkomen , door gaan, en met het gemakkelykfte geval een begin maaken. Van  ( 615 ) Van den opbouw eener battery , euiten de loopgraven, of zonder bedekking, op een goede grond , en op zo eene grooten /fstand, dat het gevveer-vuur nog niet gevaarlyk is. Na dat de Capitein, op de te vooren uitgezogte plaats, alwaar de Battery moet komen te leggen, is aangekoomen, fteekt hy het Front derzelve, met een lont af, bepaaldt't begin derzelve» van de verlengings-linie af te rekenen, en maakt deze afgeftooken Linie, zo veele fchreeden lang, als de hem toebetrouwde Battery, Canons moet groot worden, gevende voor ieder Canon 20, en op eene enge plaats, ten minfte 15 voet ruimte. Op de beide eind puntten van het Front, richt hy perpendiculaire en 20 voet lang, voor de breedte der Borstwering (Co/re),'en fluit het figuur door eene Linie, naar hec Front. Deze perpendiculaire verlengt hy hier op, noch verder buitenwaards, om eene Berm van 3 tot 4 voet breed , en naar gefchapenheid van den grond , een min of meerder breeden graav te bekoomen. De dus afgeftooken figuur, is een regthoek, en word met Lonten of Fafchienen getekend, ten einde de Arbeiders genoodzaakt zyn, deze figuur te volgen. Het uir fteeken eener Battery, in het open Veld, gefchied gewoonlyk des nagts, en derhalven moet men met cenedieve- of fecreete Lantaarn (Lanterne fourde) voorzien zyn , om zyn arbeid daar mede tc helpen  C 616 ) pen vinden, zonder evenwel in de Vesting gezien te worden. Ook zal het goed zyn, een eenvouvvig werktuig te hebben , waar mede men rechte hoeken, fpoedig en zonder mistasting kan affteeken. Wanneer het nodig is eene flancq door eene omweg (retour) of traverfe te dekken, zo fteekt men het zelve te gelyker tyd, en naar de voorige maat af. De Capitein neemt tot dezen arbeid, alleen een gedeelte der Officieren, en. eenige Canoniers met zig. Is hy daar meede gereed, dan laat hy de overige, en de Arbeiders der Linie roepen, die mee orde en in alle ftike in de Loopgraven, op zyn bevel wagten. Van de laatfte fteld hy eene reij, ieder man, drie voet van den anderen, zeven toe acht voet van den Berm; eene tweede op den Berm, 6 voet van eikanderen, en de Canoniers en hand' langers, gedeeltelyk in het Cofre, gedeeltelyk in het binnenfte der Battery. De eerfte reij Arbeiders, fteekt de aarde uit de Graav, en werpt dezelve op den Berm, de tweede werpt dezelve verder in de Coffre, en de overige fpreiden dezelve daar door heen, zetten ze laagswyze aan, en vermengen dezelve, tot op eene hoogte van 2 voet, waar het nodig is, met Fafchinen. Men iet hier by, voornaamlyk daar op, dac de Borstwering in het byzonder, aan die zyde, goed word verhoogt, alwaar ceC-monnen komen te ftaan, bet welk men de rug der Battery noemd. Ik zeg niets van de Officieren, die onder den Commandant der Battery dienen, terwyl zy geen vasten Post hebben, maar zig dan hier , dan daar begeven, om den arbeid te  ( 6i? ) te helpen verhaaften, en zyn beveelen uit te voe* ren. Ik geloov dat het voordeelig zoude zyn, de Cvffres met Schanskorven te verbinden, die op f van hunne hoogte, naar binnen gebogen zyn: de Schouderweringen zouden daar door vaster worden : en alzo was dit dan de eerfte arbeid der Canoniers, en hunne handlangers. Zodra de Graav eenige breete en diepte heeft bekoomen, vermeerderd men de Arbeiders, die tot het uitgraaven der aarde, bepaald zyn, en terwyl er plaatfen zyn, die eene bezwaarlyker en gevaarlyker arbeid veroorzaaken, als andere, zo moet men de in voorraad zynde Arbeiders, van tyd tot tyd, daar in plaatfen. De ondervinding heefe geleerd, dat één man, zonder zig zeer te vermoejen, in agt uuren, ongeveer 50 vierkante voeten gemeene aarde, uit de Graav werpen, en opzetten kan. Dit en de te vooren befchreeven inrichting der Arbeiders veronderftellende, zo zal men in de eerfte nagt -} van het Epaulement tot ftand brengen, en wanneer de Canoniers hunnen tyd wel hebben gebruikt, dan zullen zy by het aanbreeken van den dag, met de bekleeding kunnen vaardig zyn. Wanneer de eerfte Arbeiders zyn aangefteld, dan blyven van het geheele getal derzelve,noch eenige overig, die onder aanvoering van een Sergeant, to: byhaaling der Materiaalen, worden afgezonden. Onder deze zyn de Worften het gewigtigfte, waar van men er iö, totjieder Canon, pleegt te rekenen, naamlyk, waanneer zy 1 voet dik en 18 tot 19 voet lang  ( 618 ) lang zyn. Vier man kunnen een zodanige Fachine met zyn toebehooren dragen. Twee uuren te vooren, eer de Arbeiders worden afgelost, gaat een Officier der Battery, naar het Depot af, om de nieuwe Arbeiders te ontfangen, die teffens daar op let, dat dezelve zo veel Worften en andere Materiaalen,mede neemen,als hun word bevolen, en dat insgelyks de nieuw aankomende Canoniers en hunne handlangers, hetzelve doen. Somwylen heeft men buitengewoone Arbeiders nodig, die de Commandant der Battery als dan van den Generaal der Loopgraven, moet vraagen. Doch men moet met zodanige vordtringe, zeer voorzigtig zyn. Het is beter, den Major der Trancheé, van de voorvallen, die buiten gewoone Arbeiders vereifchen, te vooren kennis tegeeven,als zo eensklaps meer Arbeiders te vorderen. Terwyl ik veronderftel, dat de Battery voorwaards van de Parallel is gelegt, zo heeft men noch eene Loopgraav tot hunne verbinding, met de Parallele nodig. De Capitein, die de Battery Commandeert, laat dezelve door een Officier van zyne Divifie maaken, doch met andere Arbeiders, als die geene, waar van tot hier toe, is gefproken. Deze Loopgraav word, gelyk alle overige 10 tot 12 voet breed, bekomt een Kogel vrye (a l'epreuve) Borstwering , en moet ten minden aan het einde van den eerftennacht, in eene dienstbaaren fiand zyn. Wanneer het gevaar niet zo groot is, gebruikt men  C 619 ) men een gedeelte van de dag Arbeiders daar toe, om de Borstwering te verfterken. Doch is hec vuur der Vesting zeer levendig, of wil men zynen arbeid niet verraden, dan vergenoege men zig daar mede, om de aarde op den Berm, of tegen de rug van de Battery op te hoopen, waar by de Arbeiders fteeds gedekt blyven. De overige Arbeiders, haaien in het Depot het Hout, tot de Beddingen, in die tusfchen tyd, af, wanneer de Canoniers en hunne handlangers aan de bekleeding arbeiden. Alvoorens zy hier toe de Worften leggen, trekken zy aan de Voet der bekleeding, aan de buiten zyde der Tracé een Rioöl, (Rigole) die lyn regt, langs de geheele Battery, of ten minften, langst ieder Canon voordloopt, wanneer men naamlyk tot den bezwaarlyken arbeid word genoodzaakt, wegens eene veel te grooten afhang der afdakking» in de Borstwering te maaken. De eerfte Fachine laat men, tot op de helft van deszelvs doorfnyding, in de Rioöl zinken, en word met 5 of 6 paaien, op eene gelyke wydte, vast gemaakt. In het voorby gaan, merkemenaan, dat men de Fachinen, wanneer zy behoorlyk zyn gemaakt, uit ongebladerde groene Garden, Cyünder wyze te zamen legging, en van 8 tot 8 of van 10 tot 10 duim,met goede taaije weeden moeten gebonden worden,zo dat de band knoopen alle op eene zyde liggen. Hunne lengte en groote is reeds boven aangetoond. De paaien moeten tusfchen 10: en 5 voet lang zyn;en kunnen boven ,van \ tot 3 duim dik zyn; intusfchen zyn de groote daar onder, niet gefchikt tot  C 620 ) tot verpaah'ng der Fachinen , maar men moet dezelve, wanneer men geen anderen heeft, te vooren fpouwen. Op de eerfle reij Fachinen, legt men de tweede en volgende, tot op een knie hoogte, 4§ voet, boven den grond van het Rioöl,en geeve daar by acht, dat de einden der Fachinen wel in eikanderen worden geftooten, dac de verbindingen van de eene reij door de tweede word verfterkt, dat de aarde agter ieder rei; wel worde aangeffampt. Eene fchuinte, die \ van de hoogte, tot den aanleg heeft, zal genoeg zyn, wanneer de aarde laagswyze word aangezet. Om deeze fchuinte te behouden, behoeft men ieder nieuwe Fachine maar 4 duim verder binnenwaards ce leggen, dan de onderfte, waar op zy rusc. Doch terwyl de Fachinen zelden met eikanderen geheel gelyk zyn, zo zoude ik my liever van twee Liniaalen bedienen, die na den hoek der fchuinte, aan eikanderen gevoegd waren. Wanneer de laatfte reij Fachinen gelegt is, tekend de Capitein der Battery, de binnenfte openingen der Schietgaten. Hy zet van het eene einde der Battery, jo voet af, om de midden der eerfte Schietgaten te behouden, 20 voet, om de tweede te bekoomen, en zo vervolgens tot het midden der laatfte, die als dan weder 10 voet van het buitenfte einde, moet verwyderd zyn. Voor een 24 Ponder , is de binnenfte opening eens Schietgats, van co duim groot genoeg,en van 2 voet, meer a's groot genoeg. Zodra deeze maac, door recht opftaande paaien, wel  C 611 ) vJ getekend is , vaaren de Canoniers voordj ó". Merlons te bekleden, zodanig, dat de binnenfte opening der Schietgaten in de hoogte, nog toe, nog afneeme , en dat de fnede der Fachine, die Lier boven gezaagt worden, loodregt, op haare As gefchiede. Te gelyker tyd, bekleed men de zyde der Battery, en de buiging (retour) derzeU ve, wanneer er een by is. Geduurende deezen arbeid , die by het begin van dc tweede nacht, moet voltooid zyn, zoekt de Capitain de rechte Linie, tusfchen de midden van ieder Schietgat , en het punt van de te befchietene tegenftand, en bevestigt dezelve door 2 of 3 paaien , die niet gemakkelyk kunnen uitgerukt worden. By de Recochet Batteryen, is dit punct: ongeveer de midden van de breedte, der verlengde Wal-Linien. Hec nut van deeze Linie, zullen wy in het vervolg zien. Hy beyvere zig te gelyk , om den afftand van dit punct, van zyne Batterye te vinden. De Arbeiders van de tweede nacht, brengen de overige Fachinen, en andere noch nodige Materiaalen met zig. Straks na hunne aankomst, worden zy ingericht, eenige om geduurende dien dag, de uit de Graven opgeworpen aarde, op de Borstwering te werpen,anderen, om meer daar van, er uit te werpen, weder anderen, om de binnenfte ruimte der Batteryen, tot de Beddingen en den terug loop der Canonnen, gelyk te maken,en om de kleine kruid Magazynen aan te leggen, en eindelyk noch anderen, om de Weg voorde Canonnen en Ammunitie effen of gelyk te maken, die nog in deV v zelv.  ( 622 5 zelvde nacht, 'er moeten by gebragt worden. Te gelyker tyd, openen de Canonniers, benevens hunne handlangers, de Schietgaten, bekleeden dezelven, met Fachinen, en leggen met behulp van eenige handwerkers, de Beddingen. Om den geheelen arbeid, by het opwerpen van Batteryen, op eenmaal volledig te maken, en om te toonen, dat men een Battery, in 2 nachtenen ééne dag, moet klaar maken, wanneer zy aan ééne niet nadelige plaats ligt, en wanneer men de aarde daar toe, voor de voet, kan neemen, zo heb ik de befchryving in dit eerfte geval, geheel tot derzelver voleindiging toe, ter neder gefteld,en alzo dat geene, wat deze met de overige gemeen hebben, reeds voorloopig aangeroerd. Over die Werken , welke my voldoende genoeg, fchenen verklaard te zyn , zal ik in 't vervolg , niets verder zeggen; doch van het, van ter zyde, daar by aangemerkte, zal ik omflandig fpreeken, wanneer ik dat geene hebbe aangetoond, wat by het overige van de verfcheiden gefteldheden, die een Battery kan hebben, byzonder is aan te merken. Over het bouwen van batteryen in de loopgraven. Wanneer een Battery , uit haastige ontltaane oorzaake, in eene Paralelle of aan het einde van een Loopgraav, moet worden aangelegt, en men aldaar goede aarde vind, zo kan men dezelve in ééne dag en ééne nacht vervaardigen, alzo men reeds  ( C23 ) reeds zo veel aarde, voor de Borstwering vind $ als in de eerfte nacht, door de Trancheè-ArbeL ders, heeft kunnen uitgeworpen worden. Zodra de Capitein, die deeze Battery commandeerde, daar toe bevel ontvangen heeft, begeeft by zig mee de Arbeiders tot de aangeweezen plaats, (leekt het Front van de Battery uit, laat de Loopgraven, die zeker met de zyne nooit overeenkomen, daar naar veranderen, en hier op de Borstwering , van die aarde op voeren , die uit de verwyderde, doch niet verdiepte Paralelle, van de Arbeiders word genoomen. Voor het overige is de arbeid daar van,met de overige niet verder verfchillende. Nu heeft de Capitein daar op te letten, dat de Schanskorven, die naderhand by het infnyden der Schietgaten, in de weg konden zyn, weggenoo men, en als dan voor de Merlons worden gezeti ten einde zy zo veel te meer vastigheid bekomen. Om de beweging in de Loopgraven niet te belemmeren, en zig zei ven, daar door, niet bezwaard te vinden, moet men altyd , wanneer zulks mogelyk is, de afgefneden Paralelle door eene Graavs wederom vereenigen, die men achter den terug loop der Stukken, om heen leid. Ik moet hier noch by voegen, dat men deze ligging van eert Battery nooit moet verkiezen, dan by de uiterfte noodzaaklykheid , of om rede van een voornaam voordeel. Vv 2 Va«  ( «24 ) Van het bouwen op fene goede grond , doch onder het musquetten vuuk. Wanneer de Commandeerende Capitain der Battery vooruit ziet, dat hy,byden arbeid, een aanmerkelyk Musquetten vuur , zal hebben door te ftaan, laat hy , na dat hy het Front der Battery en derzelver verbinding, met de Paralelle heeft uitgeftoken, in de langte der Tracé een vliegende of volledige Sappe leiden, na dat de omftandigheid zulks vereischt, en plaatst de Arbeiders achter dezelve bedekt, die de aarde als dan achterwaards op de Borstwering werpen. Om ook de Canonniers en handlangers, die de aarde op de Battery verdeelen en aanftampen, voor het gevaarte befchutten , laat men dezelve , in de eerfte nacht ééne reij met aarde gevulde Schanskorven, langst de Berm te zetten, en dan noch boven daar op, een tweede rey met Fachinen gevulde Schanskorven, waar door zy, tegen de Musquet-fcheuten gedekt zyn. In het vervolg, zullen noch andere middelen voorkomen, om den arbeid te masquee. ren. Wanneer de nodige aarde by de hand is, dan heeft men toch niet meer, als twee nachten en ééne dag nodig, om de Battery zo ver te brengen, dat de Canonnen daar kunnen op gevaaren worden. Maar veellicht heeft men, eenige Arbeiders meer als gewoonlyk nodig, of, om de Materiaalen aan te brengen, of,om het aflosfcn,met meer orde in 't werk te ftellen.; een voorzigtigheid, die men  C 625 ) men noodzaaklyk moet gebruiken, zo dikwyls den arbeid verhaast zal worden, of de plaats daar toe eenigzins gevaarlyk is. Wanneer de Sappe, naar dit voorfchrift op te werpen, gereed is, dan komt hec overige,met het opwerpen van de Batteryen, in de Loopgraven, ten vollen over een. In beide gevallen, moet men, wanneer men op eene vlakte ftaat, en de werken der Vestingen rafeerend vuur geven, niet te zeer infnyden; maar veel meer dezelve eenigzins hooger opwerpen,niet zo zeer, om deeze Recochetfcheucen willen, die, daar zy onder hoeken van 8 toe 10 Graaden gefchieden,de Trancheé-Arbeiders niet kunnen verhinderen, zo lang zy nog niet op defpits van de Glacis ftaan ,maar veel meer om de rechte fcheuten, (Coups de plein fouet), die, om de Werken, de verdediging te beneemen,(rajner la defenfe), eenigzins onder het Cordon vatten, en alzo Horizontaal langs het Veld moeten heen gaan. Wanneer men de Battery boven den Horizont moet verhogen, dan laat men de aangevoerde aarde, in laagen van 7 of 8 duim vast ftampen, fomtyds legt men met eene goede laag Fachinen, den grond. Aangaande het bouwen op steenachtigen grond. Onder Steenachtigen grond , verfta ik zodanige aarde, die met Steenen,zeer vermengd is; Steenlaagen, die alleen een halve voec hoog, met aarde V v 3 be-  ( 626 ) bedekt zyn; Plaatfen waar men groote Velddeenen onder de aarde vind; en zodanige die natuurJyke rotfen hebben. De eenige omzigtigheid, die men by de eerde foort van aarde, in acht te neemen heeft,befbac daar in,dat men, na het oprichten eener Sappe, gelyk hier vooren aangetoond , by het opwerpen der Borstwering, tot eene knie hoogte, zo veele Schanskorven, als mogelyk gebruike, om de aarde, die of geheel zuiver , of maar flechts met weinig (teenen is vermengt , tot de Merlons te bewaaren. By de overige foorten van aarde, vind men meer moeite en bezwaarlykheid. Zodra de Battery afgeftoken is,of ook noch iets eerder, zy men daar op bedacht, den vyand den arbeid te masqueeren. Men flaat hier toe, doorgaands zand- eniflrook-zakken voor; doch deeze bedekking is te kostbaar, en daar by noch niet voldoende, uit oorzaake, die hier by niet te pas komen. Ik prafereere de negen voetfche Fachinen, die men in twee, van zeven voet hoog, en twee voet in het ligt', wyde Gavels influit, en waar van men, tot eene goede bedekking, op ieder i| Toifen lengte, ongeveer 60 nodig heefe. By gebrek van zodanige Gavels, zet men zeven voets lange Fachinen, regt op, in de Schanskorven, die in ééne reij aan eikanderen gezet zyn. Diergelyke bedekkingen keeren, wanneer zy wel gemaakt zyn, de meeste geweerfcheuten af, of beletten den vyand ten minden, zyne fcheuten wel te richten, als hy anders doen zoude, wanneer hy den arbeid zag. Somwylen zoude het wel ten uiterften voor- dee-  ( 627 ) decligzyn, de opmerkzaamheid van den vyand, door meer diergelyke maskes, te fplitfen, waar agter geheel niet gearbeid wierd. Wanneer de Commandant van de Battery, zyne manfchappen alzo, voor het grootfte gevaar,heeft befchut, dan laat hy de aarde tot de Borstwering te faamen brengen. Wanneer zy, niet buiten gewoon ver, moet gehaald worden, zo is het zyne zaak, dezelve door de Arbeiders in korven, zakken of andere machinen, te laaten aanbrengen. Is hem dit niet mooglyk, dan moeten de boven hem geftelde , den Generaal van de Armee, daar van kennis geven, ten einde die daar voor zorge. Ik heb, by 'de ligt optewcrpen Batterije, aan. geraaden,deCofters, met eene;influiting van Schanskorven , te beginnen. Dit is hier,zo als in allen gevallen, waar men geen paaien in de aarde kan brengen, eene noodzaaklykheid , alzo men in 't byzonder, het onderfte deel der bekleeding, niet uit Fachienen kan maken,en de Schanskorven alzo, hunne plaats moeten vervangen, men zoeke hier toe de zodanige uit, die naauwkeurig Cylindrisch , en doorgaands even hoog zyn, geev aan dezelve eene fcheeve ligging, zo veel als de af-x dakking zulks vereischt, en legt over dezelven een reij lange Fachienen, die de kniehoogte bepaalen, en die met paaien wel vast genageld worden. Wanneer dit gefchied is, dan voleind men de bekleeding der Merlons, zo , als te vooren is aangeweezen. Wat nu de zyde der Batteryen aanbelangd, zo bekleed men dezelven alleen maar, met Schanskorven, om den arbeid , die reeds door andere Vv 4 zwaa-  C 628 ) «waarigheden langwylig genoeg is geworden, niet noch meer te vertraagen. En ik weet niet, of het zelvs niet raadzaam zyn zoude, dit by alle gelegenheden te doen. Wanneer men genoodzaakt is, eenegemeenfchappelyke Linie, met de Loopgraaven te bouwen, dan zal dit niets anders, dan eene voordzecting van bet te vooren befchrevcne Masqué zyn. Doch waren, om dezelve op de eene, of de andere manier te bouwen, de nodige Materiaalen, als Fachinen en Schanskorven niet in voorraad, dan moet men zig met Aardzakken behelpen. Ik laat my aaar over niet in, om de manier, hoedanig dezelve te gebruiken zyn , te befchryven, alzo niets zwaars daar by voorkomt. Tot het bekleeden der Batteryen, konden zy insgelyks goed genoeg zyn, en door het veelvuldig nat maken , van de zyde der Schietgaten, kan men zelvs belettten, dat zy niet in brand geraaken. De begeerte, om zyne Battery, tydig tot ftand te brengen, het welk door andere aanmoedigingen, fomwylen door de bevelen der hoofden, cn dikwyls door onwillige voorwerpen, vermeerderd word, kan een Bevelhebber abuferen, de Borstwering van de Battery te zwak, of te onvolkomen te maken. Doch deze handeling is in allen opzigten fchadelyk; naauwlyks hebben zodanige Batteryen, een begin met vuuren gemaakt, of men ziet zig reeds genoodzaakt, dezelve met nieuwe en veel grooter zwaarigheden tot ftand te brengen. In tusfchen vereischt het veel verftand en een cordaat befluit, alle zyne plichten met eikanderen te vereenigen. Van  ( 629 ) Van het bouwen op een moerassicen grond. Buiten de zwaarigheden, die het bybrengen of by haaien der aarde, tot de Eorstwecring veroorzaakt, heeft men hier ook noch die, dat men te vooren,een vasten grond moet zoeken te vinden, en een weg aanleggen , waar langs men de Arbeiders , de Materialen en de Canonnen, kan toevoeren. Doorgaands is men genoodzaakt , met den weg een begin te maken. Op een zeer weeke Moeras , zoude ik eerst , een zeer dikke laag, Fachinen leggen,die ik in eene breedte van 12 voet in de lengte, liet leggen, en aan beide zyden, met een reij dikke wel aangefpiefte Fachinen verbinden. Wanneer deze overal met Horden waren belegt, zoude ik een tweede laag van 10 voetige Fachinen in 'c dwars daar over heen leggen, en aan beide einden, met paaien, die zo wel door de Horden, als de onderfte laag Fachinen , doordringen, laaten vast maken,en eindelyk dit alles , met een menigte aarde en ftroo bezwaaren. De Moeras moest zeer onbruikbaar zyn , wanneer deeze Weg niet goed zoude worden, word by het niet,wanneer de voorigen arbeid word herhaald, dan word hy het nimmer. Op minder flegte Moeras, kan men het met minder moeite gedaan krygen; doch het is altyd beter, iets te veel, dan te weinig te doen. Opleven die zelvde manier, en te gelyker tyd, lege men, wanneer het zig doen laat, den grond Yv 5 tc'^  C 630 ) tot de Battery, zo wel voor de Borstwering 3?n en voor zig ze!ven, als voor de Beddingen en de Plaats tot den terug loop : waar bv alleen is aan te merken, dat men op een Berm van 3 voet, aan de voorde zyde,en op beide einden van de Borstwering, moet rekenen. Wat het by brengen der aarde en het maskeeren van den arbeid betreft, zo gefchiedt dezelven even als by den Bouw, op ftotfen. Het laatfte moet, in het byzonder in bei. de gevallen, langs den Weg, of degemeenfehapsLinie, zo lang worden gehouden, als de Batterv vuurdt. y St. Remy, of de Uitvinder van het Opftel dat hy aangehaald heeft, fteld voor: de Batteryen op Moerasfigen grond, met Schanskorven te bouwen die 6 tot 7 voet. in de doorfnyding houden, en 8 voet hoog zyn, zonder aan de zwarigheden te denken, om dezelven wel te vervaardigen, by te brengen, op te zetten , en met aarde te vullen ik wil alleen vragen, wat men daar door windt,' en boe men daar toe zal koomen, om eene zodanige Battery te verbeteren, wanneer zy door het vyandelyke Canon , of door Bomben is befebadigt? Zo veel is zeker, dat, in geval, men zig eenmaal van deze manier heeft bediend, dit alleen, in die tyd is geweest, wanneer het vuur der Vestingen, zeer zwak en flegt gericht was. Van  ( 631 ) Van het bouwen op een zeer smalle plaats. Een Officier kan genoodzaakt worden, zyne Battery op een plaats te bouwen, alwaar hy ten aanzien van de Borstwering, hunne behoorlyke dikte nog de rug der vereischt wordende plaats, tot den terug loop, kan geven, gelyk by voorb. op een, van vooren en agteren, afhangende Steen-Rots, op een Dyk, op eene Land-engte, die zig in eene anders diepe overfirooming, uitftrekt, of op een Werk, dat uitwendig bekleed was, en inwendig alleen , eene zeer fmallen Walgang hadde. In alle deeze gevallen, zal hy zig wel de moeite geeven, de plaats door Schanskorven en Fachinen te verwyden;doch niet zelden,zal dezebemoeijingvrugteloos afloopen. In dit geval, zal hy zig van hec middel bedienen, 't geen de Heer de Mony in zyn Opfiel heeft aangegeven. Men brengt, zegt hy, eenige voeten van de Borstwering, buiten de Battery3- ribben, 6 tot 7 duims dikke Balken aan, die de ontbrekende plaats, zo veel by zetten, dat zy zig van de Borstweering af aan, 18 voet rugwaards uitftrekken , ontbreekt hier aan flegts 4 of 5 voet* dan brengt men dezelve, alleen voor de Schietgaten aan, en onderfteund dezelve, aan de rand van den afhang, met Hutten (Chevet). Doch ontbreekt ook de plaats geheel, voor de bediening der Stukken,dan moet men, langs de geheele lengte, eene laag Planken hebben, en daar van als dan, het grootfte gedeelte, aldaar vry beweeglyk ge- hou-  C 633 ) - Kouden worden: voords moet men met ordentelyfe timmerwerk,dezelvenondervatten, welkers gedaan te en maat, zig naar de verfchillende omftandigheden moet richten , en alzo niet algemeen kunnen opgegeven worden. Wanneer deze Brug met Horden, Fachinen en Zooden bedekt is , zo is a het overige,als te vooren. Doch gebruikt men alleen eene Brug voor den terug loop , en is de grond anders vast genoeg, dan behoeft men nog Fachinen, nog HPrden daar over te leggen. Van het bouwen der eresch-batteryen. Men mag de Bresch-Batteryen , op de punten oer Glacis, in de bedekte Wegen, of in het binnenfte gedeelte van een Werk aanleggen, zo moe ten zy toch altyd, op eene der voorgaande manieren, terug gebragt kunnen worden, en alzo is over het wezenlyke, van hunne Bouwing, niets verder te zeggen. Ik wil, om die reden, fiechts eenige byzonderheden ter neer ftellen. 1. Men moet dezelven altyd zo aanleggen, dat men den Voet, van de te befchietene Muur,geheel ontdekke, anders loopt men gevaar, nooit eene bruikbaare Bresch, tot ftand te brengen. Hier uit volgt, dat,wanneer of de bedekte weg of zeer breed is, zo als hy by Bergen-op-Zoom was, of de graft zeer diep is, men dezelve niet, op de punt der Glacis , maar in de bedekte Wegen, zelvs kort aan de Contre-Scherp jmoet aanleggen. 2. Of men te gelyk, gemeenlyk in betrachting van  C 633 ) Van het reeds gedempte vuur der Vesting, voorfchryft, aan deeze Battery alleen een Borstwering! van 12 voet dik, te geven, zo durf ik toch niet aanraaden,dit voor een algemeenen Regel te houden. Een vyand, die het gebruik der Artillerie, by het verdedigen van een Vesting, kendt, zoude zeker maken, dat het ons berouwde, ten minften met opzigt tot de Batteryen, tegen de flancquen. 3. De binnenfle opening der Schietgaten, moet men by deeze Batteryen, niet boven de 20 duim maaken , alzo het Geweer-vuur , al te fchadelyk is. 4. Men moet zig zorgvuldig met Traverfe voorzien,en de pasfagie, om ieder Traverfe,naauwkuerig verdekken. Gemeenlyk gebruikt men ééne Traverfe, voor ieder paar Canonnen. Doch de ligging der Battery zelve,-bepaald zulks nader. 5. Wanneer het Couronnement van den bedekten Weg, niet naauwkeurig met den zeiven, Parallel loopt, of ook over de 18 voet, daar van verwyderd is, en de Battery evenwel op de punt der Glacis, zal gebouwd worden , dan moet men deeze fout, door een nieuwe Sappe vergoeden. Vervolgends moet men ook daar naar zien, dat geen Schietgaten, regt tegen eene Traverfe van den bedekte Weg, komen te liggen. 6. Doorgaands ontbreekt het in de lengte, aan de nodige ruimte,om den Canonnenhunnenbehoorlyken afftand te geven * en deswegens, is men genoodzaakt , alleen 15 voet tusfchen-ruimte, tusfchen twee Schietgaten , te laaten. 7-  C 0-34 ) ?. Hier voorzeide ik, dat men de Batteryen in den bedekten Weg, moet leggen, wanneer deze!ve zeer breed, of de Graft zeer diep is. Men is echter ook noch daarenboven genoodzaakt,wanneer de wapen plaatfen in de ingaande hoeken, wegens hunne ruimte,of der, zig daar in bevindende, Lunetten, al te zeer tegen de Capitaale Linien, van het te opene Werk oploopt. Deezezyn, zomy dunkt, de voornaamfte zwaarigheden, welken een Officier kan ontmoeten, die een Battery voor Canonnen , bouwen moet. Ik heb mets over de Zaagvormige Batteryen (b. a redans) nog van die, welkers Borstwering, eene buiging (retour) vereischt, gezegt, terwyl derzelver bon' wmg nog in de traceering, nog opvoering van de voonge, verfchillende is, zodra men maar ieder gedeelte, als een Battery op zich zeiven, aanmerkt. Doch ik wil noch herinneren, dat de eene Redans gewoonlyk 6 voet, voor de andere, voorfpringt en 12 voet lang, tegen den terug loop, zig we-' der terug trekt. Tans keere ik tot die verrichtingen terug, waar van ik,in de hiervoor gedaane eerfte befchryving nopens den Bouw, alleen ter loops, gewag hebbe gemaakt,naamlyk,de oprichting der Beddingen.de opening der Schietgaten, de'nodige voorzieningen, by het bybrengen der Canonnen, en de inrichting der kleine Kruid Magazynen. • Tra.  ( 635 ) Tracering der schietgaten. De regte Linie, die tusfchen den te befchietenen tegenftand, en de midde der binnenfte opening der Schietgaten, in eene verticaale vlakte, zig bevind, die door beide puntten, en de midde van de ftoot balk gaat, kan men de midde Linie van een Schietgat (diretlrice) noemen. De Wangen der Schietgaten, moeten zig van de gemelde verticaal vlakte, regts en links, evenveel verwyderen,ten einde de Lucht-ftoot ,by het affchieten van het Canon, dat in deeze midde Linie gericht is, de eene niet meer dan de andere, befchadige. Even zo moeten ook de Stootbalken, met deeze vlakte een regten hoek maken, ten einde men verzekert is, dat het Canon, zig in dezelve bevind, wanneer men de raderen, daar tegen heeft laten aanlopen, het welk in het byzonder, een gewigtige omftandigheid is, wanneer men by nacht, of by donker weêr, zal fchieten. Flier uit blykt alzo , dat de Traceering der Schietgaten, ja zelvs de oprichting der Beddingen, van de trekking der midden Linie afhangt. En in deeze veronderftelling, willen wy nu de verfchillende manieren, aantoo. nen, hoedanig een Schietgat word getraceerc, waar van er vier zyn. Eerste manier. Men richt zig, met de voornaamfte punt, van het te befchietene Werk, in, en teleend deeze Linie , met twee paaien, waar van een in de midden, der binnenfte opening der Schietgaten, doch de tweede, op den buitenften rand  C 630 ) rand der Borstwering, komt te ftaan. De rechte Linie, tusfchen deeze beide paaien, is als dan de midden Linie der Schietgaten. Om hier naar de uitwyking der Wangen te bepaalen, ftellen wy ten grond, dat eene buiten opening, van 9 voet toereikende is, Wanneer de Borstwering i3 voet dikte heeft, gelyk zulks eene veel jaarige ondervinding geleerd heeft. Naar deezen regel, ftelt men alzo op den büitenften rand van de Borstwet ring, aan beide zyden der midde Linie, eene paal, die 4; voet van dezelve af is; teken even zo de beide buitenfte punten der binnenfte opening, trek hier óp, door ieder paar van deeze paaien, eene regte Linie, zo is de richting der Wangen, bepaald. Het is buiten herrinnering, klaarblykelyk, dat de eerfte paaien,geen 4} voet van de midde, moeten verwyderd zyn, wanneer de Borstwering geen 18 voet dik is: den waaren afftand, is als dan eene vierde proportionaal tot 18 voet, der gegeevene dikte, en 4; voet. Op even deeze manier, befluit men, wanneer men de buitenfte punt, tot bepaaling der midde Linie, niet aan den büitenften rand, maar in de midden der Borstwering, heeft genoomen. Was dezelve by voorb. 12 voet verwyderd, van de binnenfte opening, dan moesten die, de buitenfte opening, aantoonende paaien, flegts 3 voet daar van verwyderd zyn; want bet is 18: 12=4;: 3 (*). Twee- (*) Deeze manier is alleen te gebruiken, wanneer men zonder gevaar, de punkten (f) C en E op den bnitenften rand (t) Fig. I.    C 037 ) Tweede manier. Een Schietgat is regt of icheev: in het eerfte geval,ftaat de midden Linie loodrcgt op de bekleeding , doch in de tweede fchecv. Maakt de midden Linie, met de bekleeding een regten hoek, die men,uit de lengte der Battery, zonder zig om hunnen afftand, van het oogmerk, te bekommeren, kan beoordeelen, dan zoekt men tot de dikte der Borstwering, tot 41 voet minder, dan de halve binnenfte opening der Schietgaten, de vierde proportionaal, zet deeze Linie , van het eene einde der binnenfte opening, uit, zo dat zy de binnenwaards verlengde midde Linie, doorfnyde, en bekomt alzo tweepunten, waar door men ééne Linie, in de Borstwering, daar in kan verlengen, die de uitwyking der Wangen bepaald, (*) of ook: men zoekt tot 4* voet minder , dan de halve binnenfte opening, tot deeze halve binnenfte rand dér Borstwering, kan tekenen. De volgende manier leerdt, GE te vinden, wanneer dit niet kan gefchieden; en bovendien, word daar by noch het geval medegenomen ; wanneer EF en CE eenen fcheeven hoek maken. (*) Dit is zeker verfchreven, en zal vermoedelyk alzo heeten : zoekt tot 4^ voet minder, de halve binnenfte opening, van de dikte der Borstwering, en de halve binnenfte opening der vierde proportionaal Linie; zet deze Linie op de binnenwaards verlengde midden Linie, dan bekomt gy een punkt, door welke, het einde der binnenfte opening, en de Linien loopen, die de uitwyking der Balken bépaaldt. Want (f) DE: DG a FG: FB. en door B en G bepaald zig de Linie GE. Men ziet wegens deze aan* merking, het volgende tweede geval na. (t) FiS. 3. X x  C 63B ) fle opening, en tot de dikte der Borstwering, eene vierde proportionaal, en handeld daar mede op de genoemde manier. De waare proportie is DE : DE=EG : GB; doch men neemt voor EG de dikte der Battery, die niet merklyk verfchillende daar van is. In het tweede geval, wanneer de midden Linie HL (f) de Borstwering fcheevhoekig doorfnyd , moet men den afftand ZF der Battery van het voornaamfte te befchietene punt Z weeten. Heeft men dit door het. hulpmiddel, die de Geometrie daar toe voorfchryft, gevonden, dan heeft men dezelve nodig, om daar door ZH te vinden; dit is naamlyk de Hypotenufe van den regthoekigen driehoek HFZ , waar in de gedagte verwydering ZF en den afftand van de punt F van de midde H der aan te leggene Schietgaten, bekend zyn. Zyn eindelyk , door deeze beide operatien, ZF en ZH bekend,zo bekomt men de lengte der midden Linie HL, alzo men befluit, ZF: FG= ZH: HL volgens deeze voorlopige bepaaling, handeld men nu, gelyk te vooren , zoekt op de binnenwaards verlengde midde Linie HL de punt P. alzo men befluit, OM: ON (=HL) =HN: HP, en trekt door dezelve, en het einde der binnenfte opening N, eene regte Linie, die verlengt de afwyking der zyde vlakte NM van de midden Linie bepaald. Edoch is hier by aan te merken, dat de buitenfte opening door deeze handeling, eenigzins kleiner als 9 voet word, en dat alzo de Schietgaten ligt (t) Fig. i.  ( 639 ) ligt te eng kunnen worden, wanneer een hoek LHF zeer fpits is. Derde manier. Deeze is in opzigt tot die gron. den , van de voorgaande tweede manier, geheel niet verfchillende, als alleen daar in, dat de operatie» die voorheen in de binnenfte ruimte der Battery gemaakt wierd, hier van binnen in de Schietgaten zelve gefchiede,alzo men in plaats van de verlenging der midden Linie, een gedeelte zelve daar van zelve neeme. Zy is gemaklykcr als de voorgaande ; doch heeft die fout, dat men daar by , te zeer van het klein tot het groote befluit (*). VlER- (*) Deeze berisping is ongegrond, gelyk op het gezigt dsr figuur, die zig de Schryver anders mag ontworpen hebben , ontltaat. Den Triangel GFA (f) is in niets, als in de lengte, van den zeiven Triangel Fig. I onderfchei. den, en BF word in beiden, op een en dezelvde maniet bepaald. Hier is naamlyk DE: Dl = AH (=FI) AI = GF: BF gelyk te vooren, heefe men BF op deeze manier, bepaald, dan zet men BH=:GI loodregt op BF,en bekomt daar door de richting van EI zonder de punt E, te vooren, getekend te hebben. Voor de fcheeve Schietgaten (ff) geld deeze handeling even zo, alleen zal uF hier eenigzins grooter gevonden worden, alzo de midden Linie CF hier eenigzins grooter is. Deeze CF moet dan ook te vooren bekend zyn, doch die de Schryver in de voorgaande manier, op eene veel te moeilyke wyze. leerdt vinden. Zonder een hoek tot hulp te neemen, zal men dezelve beCt) Fig. 3. Ctt) Fig. 4. Xx 2  C 640 ) Vierde manier. Wi! men een regt Schietgat affteeken, dan richt men een perpendiculair uit de midden der binnenfte opening, die als dan de midden Linie opgeeft. Opdezelve tekend men , naareen wilkeurigen afftand, een punótjenberekeiK^naar de in de eerfte manier, aangeweezene gedraging, de wydte, die het Schietgat op zyn plaats toekomt, zal het Schietgat fcheev in de Borstwering liggen , dan zal men, wanneer men die, in bet tweede geval der derde manier , voorgefchrevene regelen aanwend , ook den hoek bekoomen, die de midden Linie, met de binnenfte wand der Borstwering, maakt, die men als dan, met eenen, in Graaden verdeelden boog, afzet. De uitwyking der Wangen bekomt men als dan daar op, gelyk by de eerfte manier. Doch is men niet met een hoek meeter voorzien, dan moet men zig van de volgende manier bedienen. De fcheeve midde Linie en de Stootbalk,maken met de binnenfte Wand,de fpitfen hoek der Borstwering, die te famen 90 Graaden uitmaken. Weet men nu den eerften, dan weet men ook den tweeden: en uit deeze en de bekende lengte der Stootbalk, laat het zig berekenen, hoe bezwaarlyk korter vinden, doch neemt men deeze te hulp, dan behoeft men dezelve geheel niet, en deeze behandeling, is zeer gemaklyk. De hoek AIH is altyd 11 Graaden, by de aangenoomen gefteldheid der Schietgaten; weet men nu den hoek KFC, die de fcheeve midden Linie met de regte maakt, dan heeft men ook de fituatie der Linien LN en MI en heeft alzo aan deeze beide, den genoemden hoek maar af te zetten.  (64i ) hoe ver het eene einde der Stootbalk van de Borstwering moet verwyderd zyn, wanneer het andere daar aan (toot. Met behulp van deezen bekenden afftand, brengt men nu een, van den Stootbalk, gelykmaatig, Liniaal, inde daar door bepaalde fituatie, waar by het eene einde, aan de Borstwering aan (toot; doch de midde regt voor de opening der Schietgaten, moet komen te liggen. De perpendiculair-Linie, die uit de midden derzelve, zodanig word opgerigt, toont de verlengde midden Linie , en het overige volgt daar op , zo als te vooren is aangetoond. Van deeze vier manieren , veronderftellen de drie eerfle, dat twee puntten in de midde Linie, zyn gegeven, zo dat aldus de tweede en derde, de zaak alleen onnodiger wyze, wydlopig maakt: Want het Schietgat mag vol of ledig zyn, zo vind geen wezenlyk onderfcheid, plaats in de manier, om de midden Linie, en de uitwyking der Wangen, 3anftonds in 't begin, in 't groot te bemerken. De eenige opmerkzaamheid, die men daar by moet hebben , beftaat daar in, dat men ftraks by den aaavang , het Allignement neeme , dat men nodig heeft, waar toe wy den behoorlyken tyd, reeds te vooren hebben opgegeven. Heeft men deeze voorzigtigheid niet gebruikt, of zyn de paaien, waar mede men het getekend heeft, verlooren gegaan, gelyk zulks door meer, als één voorval, kan gefchieden,dan blyft 'er geen andere, als de vierde noch, by nacht te gebruiken, alleen om deeze rede, heb ik dezelve ook flegts maar voorgeflagen, alzo de eerfle in alle overige X x 3 ge-  ( 642 ) gevallen , den voorrang verdiende Zy brengt voor het overige, geen verdere zwaarigheden met zig, dan dat men de Trigonomctrifche en LogaritbmTche Tafelen by zig moet hebben, en dat men daar by,even zo, als by de tweedeen derde manier, alvoorens den afftand der Batteryen, van hetjvoornaamfte befchietende punt,gezogt te hebben, en te zoeken verftaan moet. Opening der schietgaten. Men mag de Schietgaten by dag, niet anders openen , als wanneer de Battery, door den vyand niet kan gezien worden, of ook aan deszelvs vuur niet is bloodgefteld. Is de Battery aan het Geweervuur bloodgefteld, dan mag het zelvs, by nacht, niet eens gefchieden. Zodra het Schietgat getraceert is, moet men den arbeid masqueeren, en wel zo fterk, dat deMusquetfcheuten , geen fchaade kunnen veroorzaaken, doch echter niet zo fterk, dat men de bedekking, wanneer men met vuuren beginnen wil , niet gemaklyk kan wegruimen. Het in 't oog houden, van deeze regelen, vertraagt den arbeid niet, veronderfteld, dat men de Fachinen, en Schanskorven in voorraad heeft. Is het niet genoeg , zal iemand vraagen,wanneer men voor ieder Schietgat, eenige aarde laat ftaan, die door de eerfte Canon fcheut, van de Battery word weg genomen ? Doch waarom wil men den arbeid vermeerderen? Ik verwerp niets, ik zeg alleen myne meening, en deeze is, dac een zodanige  C 643 ) nige Aardwal nooit hoog genoeg zyn kan, om de Soldaten eenigzins te dekken, dat zy altyd hinderlyk is, dat zy in eene Steenachtige grond zeer fchadelyk is,dat zy in een Zandachtige,geen ftand zal houden, en dat zy niet meer daar is, wanneer men de Schietgaten zal verbeteren , waar en tegen, met Fachinen gevulde Schanskorven , in alle gevallen, goeden dienst doen, en in geenen deelen fchaaden. Wanneer het masqué.aangebragt is, dan opene men de Schietgaten, intusfchen men de aarde op het Merlon werpt, men geeve aan den grond den nodigen af hang, voornaamlyk digt aan de zy-wangen. Men laat de Fachinen, verder zo digt aanpaalen, dat zy aan de binnenfte opening der Schietgaten, alwaar zy in de Fachinen der bekleeding fecuur moeten ingeftooken worden, naauwkeurig loodregt, op eikanderen liggen; doch hierop zig van tyd tot tyd meer over eikanderen weg trekken, zo dat aan het buitenfte einde, geen meer, op de , onmiddelyk daar onder liggende, rust. Doch terwyl de loodregte ligging der Fachinen over eikanderen, zwaar te bekoomen ftaat ,en men de Wangen,aan de binnenfte opening der Schietgaten, zeker altyd te veel fchuinte geeft, om den arbeid aan de Canonnen daar door te verligten , zo zoude ik a3n ieder zyde , eene fterken paal zetten , die als dan tot een rigtfnoer diende. Ik zeide hier voor, dat men de Schietgaten geheel moet uitruimen , eer men de Wangen bekleed, alzo men zig de zaak, onnodiger wyze, zwaar zoude maaken , wanneer men de bekleeding X.x 4 wil-  ( 644 ) wilde beginnen, als men alleen maar een Riool langs de Wangen gemaakt hadde. Evenwel is het onnodig, dat dezelve geheel uitgeruimd zyn, voor dat de eerfte reij Fachinen word gelegt; het is genoeg , wanneer de arbeid gefchied , zo als zulks het beste diendt. Wat het afhangen der grond aanbelangt, zo is deeze, naar gefteldheid van den te befchietene tegenftand , verfchillende. Vereischt dezelve opdraagende fcheuten, dan is zy naar binnen afhangende ; doch vordert zy ncderwaards gaande fcheuten,zo is zy naar buiten meer of min afhangende, naar dat de te befchietene tegenftand , meer of minder, laag ligt. Eenige opmerkzaamheid op deeze omftandigheid, zal zo aanftonds leeren, in hoe ver men het gedeelte der Borstwering, dat het Schietgat zal bevatten, met Schanskorven en Fachinen kan bevatten of niet. Oprichting der beddingen. De Beddingen worden gewoonlyk voor de opening der Schietgaten en dikwyls zelvs voor de Traceering der zeiven , gelegt, zodra de midden Linie der Schietgaten is bepaald, kan men dezelve even zo goed, en noch beter by dag, als by nacht, leggen. Het begin maakt men daar mede, dat men door het uitvullen van kleine verdiepingen, en door het flechten van kleine hoogtens,de plaats, die dezelve zal benaan, gelyk maakt, en dezelve zo mogelyk, langs de geheele Borstwernig, doch anders, wan-  ( 645 ) wanneer naamlyk eene veel te groote afbangenheid zulks verhinderd, verdeelingswyze, naauwkeurig balans regt maakt. Deeze verdeelingen kunnen fomwylen zo zeer boven eikanderen,verhoogd zyn, dat men de aarde, met Schanskorven en Fachinen, moet onderfteunen, waar door de arbeid niet weinig verzwaard word, gelyk ik diergelyke voorbeelden, in de belegering van Maastricht hebbe gezien. Men legt vervolgends de Battery ribben, de eerfte in de verlenging, der midden Linie, zo dat zy met het eene einde, aan de Borstwering kome, en met het andere op eene lengte, van 12 voet en 4 duim, verhoogd is. Men behoeft alleen een voetmaat van i2>oet, een Water-pas ,eneen?Klos van 4 duim hoog, te hebben, om hun deeze ligging te geeven. De bovenfte zyde van deezen Balk, moet aan de 'Borstwering 3 voet 8 duim, onder de binnenfte opening der Schietgaten, zyn: Wanc zo veel moet de kniehoogte, boven de Bedding, verhoogt liggen. De overige Battery ribben worden aan de regte en linkehand, van de eerfle gelegt, zo dat derzelver bovenfte vlakte, zig met de eerfte effen bevinde , ten einde de Bedding, niet op ééne zyde hange. Hunne afftand word bepaald, aan de Borstwering, door de lengte der Stootbalk, doch aan de tegengeftelde einden,door de lengte der Planken. Is in de Battery eene vasten grond, dan gebruikt men alleen drie, doch anders , vyf Battery ribben. Niet zelden gelooft men , aan het eerfte getal, genoeg te hebben, doch ik heb meest altyd gevonden, dat die geenen, welXx 5 ke  ( 646 ) ke het beproevden, wegens de verwarring hunner Bedding, zig de proev moesten beklaagen. Zodra de Battery ribben gelegt zyn, brengt men den Stootbalk,die van7 tot 8 voet lang zyn kan, op zyne plaats. Het is reeds boven herinnert, dat dezelve met de midden Linie, een regten hoek moet maken: gevolglyk raakt ky de binnenfte bekleeding, in zyne geheele lengte,wanneer het Schietgat regt is; by eene fcheeve , verwyderd hy zig van dezelve, aan die zyde, werwaards de midde Linie overhangt. Om hem deezen afftand te geven , legt men hem aanvanglyk aan de bekleeding, met zyn midden, voorde midden van 't Schietgat. Met een Voetmaat, neeme men hier op de verte van het einde, dat aan de Borstwering moet komen, van een, in de verlenging der midden Linie, naar goedvinden, geplaatften paal ;gaat deeze wydte van even die zelvde paal heen, tot het andere einde der Stootbalk,|die men te gelyk, zo veel te rug brengt, tot dezelve hem bereike, en ziet hier by, daar op, dat het midden der Stootbalk,in de midden Linie blyve. Heeft hy zo zyne behoorly. ke ligging bekoomen , dan maakt men hem met een dikken paal vast. De Planken komen Parallel, met den Stootbalk te liggen, van wien zy van vooren de vaste ligging bekoomen, zo zal zy agter, met drie dikke paaien,worden vast gemaakt, die evenwel niet boven de vlakte der Bedding uitfchieten. In voorige tyden, gebruikte men tot eene Bedding 18 Planken, tot verligting van den Arbeid, met het Canon, was dit zeer goed; doch eene verftandige Oeconomie heeft  C 647 ) heefe dit getal, ongeacht het genoemde voordeel op 12, ja zelvs tot op 10 Planken, ieder een voet breed, verminderd. Even zo plagt men,in vroeger tyden, de langte deezer Planken, van den Stootbalk af aan, tot na agteren toe, te laaten toeneemen; ook geeft men zig deeze moeiten niet meer, en men doet daar aan zeer wel. Men geeft hun tegenswoordig,doorgaands eene langte van 10 tot 12 voet. Eer ik van deezen artikel der Beddinge afllappe, moet ik nog herinneren: dat men de ruimte, tusfchen de Beddingen, zo inrichte, dat het water rugwaards kan aflopen: niets is onaangenamer, dan wanneer men in zyne Battery , door het water moet baaden , zodra het een weinig regendt. Voorziening by het opvaaren der canonnen. De eer van den Commandant der Battery vorderdt, dat zyne Canonnen ter beftemder tyd,zonder zwaarigheid en ongeluk aankoomen. Of het alzo aan den Wagenmeester Generaal en zyne Conducteurs toekomt, zo mag hy zig evenwel alleen op zig zeiven verlaaten , wanneer hy zeker zyn wil, dat den Weg doorgaands, en in 't byzonder van de plaats der opening, van de Loopgraven af aan, tot aan de Batterye toe , zeer goed is. Hier in 't byzonder, is 't zyne zaak, de Sompachtige en weeke plaatfen te verflerken, de Graaven uittevullen, fteile plaatfen, gemaklyk afloopende te maken, de gaten die de Bomben gemaakt hebben, weder in te  ( «48 ) te vullen, de Paralelle te doorfnyden, en deze!ve daar na, of weder te herftellen, of de openin. ge te Masqueeren. Wanneer meer Batteryen aldaar hunnen doorvaart hebben, zo verdeelen zich de Commandanten in deezen arbeid , het is alleen een groote onvoeglykheid, wanneer veele Batteryen, éénen doorvaart hebben, meest altyd wurd oponthoud en verwarring daar door veroorzaakt, die de eene of de andere, of wel alle Batteryen fchaadelyk zyn. Op een bepaald uur , gaat een Officier van de Divifie, met twee of drie der beste Canoniers en Arbeiders, de aankoomende Canonnen tegen. Wanneer de zwaarigheid of het gevaar, zeer groot is, zo dat de Conducteur en de Voerlieden daar door kunnen worden afgefchrikt ,doet den Capitein wel, zig zei ven daar heen te vervoegen, terwyl zyn aanzien meer gewigt byzet. Moet men de Canonnen met Paarden tot in de Battery voeren ? Wanneer het vuur der Vesting, niet te gevaarlyk is , dan kan men zulks doen, doch niet, gelyk my dunkt,wanneer het zeer levendig is. Ik heb by meer, als eene gelegenheid opgemerkt, dat men daar by , meer verliest, als men aan tyd en manfchappen fpaardt. De Paarden deinzen meer terug, als voorwaards, zy zyn hunne Voerlieden bezwaarlyk , maken door hun rinniken, en het daar by komende gefchreeuw der Voerlieden , het vuur der Vesting levendig, en geven, den vyand de richting van het zelve, te kennen. De fcheuten worden hier op menigvuldiger, de Voerlieden verliezen den Kop, of loopen  ( 649 ) pEn ook wel daar van af, een Stuk valdt om, de Paarden worden ter neêr gefchooten, de dag breekt aan, eer het kwaad kan herfteld worden, en de Canonnen blyven op het open veld liggen. Van dit alles, komt niets tot daadelykheid, wanneer men in deeze gevallen, manfchappen gebruikt. Voor Bergen-Op-Zoom, zag ik een Stuk van 24 pond, dat men met 35 Paarden had befpannen, om hec uit een gat, in den weg, waar in hec was gevallen, ce trekken, men bragt meer dan een uur daar mede toe,men verloor daarby, twee of drie Canoniers en eene Conducteur, en men kwam tog niet.tot zyn oogmerk, men (lelde hier op 95 man daar voor , die het in minder als een Quartier. uurs daar uit trokken , en op de Battery bragten, zonder dat een eenig man daar by bleef. Alle overige Stukken, wierden van even die zelvde manfchappen, met even het zelvde gevolg, daar heen gevoerd. Word men door het een of ander toeval, genoodzaakt, een Canon op het Veld, onder de fcheut van den vyand te laten flaan, dan zorge men daar voor, dat het zelve, voor het aanbreeken van den dag, mee Fachinen worde bedekc. Somwylen laat de Chef der Artillerie de Canonnen , voor de eerfle Batteryen heen voeren, eer dezelve tot ftand zyn gekoomen, of voor dat hec hun geoorloofc is te vuuren. Het was te wenfehen, dac ten minften de Beddingen gereed waren , en zy aanftonds daar op konde geplaatst worden, zyn zyhec niet, dan plaatfe men de Canonnen agter de Merlons, zo veel als mogelyk is, gedekt. Over  C 650 ) Over het aanleggen van kruid magazynen. St. Remy, en de oude memoires der Artillerie, fpreeken van de groote en kleine Magazynen, in ieder Battery. Het groote Magazyn had zo veel Kruid, als de Battery in eenen dag gebruikte, 't lag 25 Toifen agter den rug der Battery, was met een fterke Borstwering bedekt , en door, voor het beftryken, vrye Loopgraven, met de Battery verbonden. Het is uitgemaakt, dat er veele gevallen voorkomen, alwaar een zodanig Magazyn niet kan worden aangebragt. Zedert dat de belegerde zo veel Bomben werpen , moest men vreezen, zo veel tonnen Kruid, op eenmaal, zo wel tot nadeel der Loopgraven ,als der Batteryen, te zien in de lugt vliegen. Waarfchynlyker wyze hebben deze gronden, en de groote gezwindheid, die in alle Operatien tegenswoordig worden vereischt, dezelve buiten gebruik gebragt. En in de daad, houden zeer.bekwaame Officiers het daar voor, dat het beter zy , de voor de Battery bepaalde tonnen Kruid, in even den afftand van 20 tot 25 Toifen, afzonderlyk van eikanderen te plaatfen. Men loopt anders gevaar, van tyd tot tyd,eenige daar van te verliezen.  eenige verdereaanpryzingen hierby te doen, alzo de graagte, waar meede dezelve alle zyn ontfangen, hier van tot een bewys kunnen dienen, ook zyn er nog maar een zeer gering getal van Exemplaaren meer voor handen, zo dat zy, die zig daar van noch gelieven te voorzien, zulks fpoedig dienen op te geeven, alzo men niet in ftaat zyn zoude, die by een herdruk , voor eene zo modique Prys te kunnen geeven.  MAGAZYN VAN MILITAIRE WETENSCHAPPEN.      m a g a z y n VAN MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Voor het Jaar 1793- Te ARNHEM, Bv J. H. M ü.Ë £*E MAN. MDCCXCIII.   VOORBERICHT AAN DEN L E E Z E R, Daar thans, volgens het Plan van Intekening, een Jaar, ,net dit maand Werk, is ten einde geloopen, en de Uitgever niet in ftaat is, „egens de afwezig, lmdvan een groot aantal Officieren, om te kunnen opmaken, of de Heeren Intekenaaren zullen continu"ren, dan niet, zo vind hy zig genoodzaakt, mt de ^rdere Uitgave, voor een tyd lang, ten minften te ^etenflilftaan^eorneemenszynde, omnaheteindrgen van den Oorlog, deezen begonnen taak, vederom voord te zetten. m «ij, wa„ tyi< h %ig m mt.un ■ ""' "T"''""1' SUMa " ™™«l>n,aL daar L *' ■» *< rui, ui,greni„ ,Mmi w op  VOORBERICHT op moeten toeleggen, om voor ieder Clasfen, daarin iets te plaat/en. De verzamelaar van dit maand Werk, vind zig ook verplicht, zyne dankbetuiging te doen, aan die Reeten, welke hem eenige Stukken daar toe hebben gelieve ter hand te ft ellen, herder dezehen verzoekende daar mede te willen voordvaaren, en andere uitnodigende , dit loflyk [voorbeeld te volgen , ten einde by tent verdere voordgang, in (iaat gefield te worden, om dit Werk van meer en meer nut te doen zyn. Hier by voor het overige niets te voegen hebbende, verzoekt hy alleen den befcheidtn Leezer, de fouten daar in voorkoomendt, goedgunftig te willen verbeteren. den Verzamelaar.  NAAMLYST der HÈ E RE N die dit WERK met hunne INTEKENING HES3BEN gelieven te begunstigen. ZYNE DOORLUCHTIGE HOOGHEID den HEERE PRINCE van ORANGE en NASSAU, ERF-STADHOUDER, ERF-GOUVERNEUR, ERF-CAPITEIN en ADMIRAALGENERAAL der VEREENIGDE NEDERLANDEN &c. &c. &c 6 Exemplaaren.  ii NAAMLYST der HEEREN onder het escadron gardes du corps van zyne DOORLUCHTIGE HOOGHEID, den HEERE PRINCE van ORANGE en NASSAU, &c. &c. &c. Colonel C. V. Baron van Boetzelaar. W. R. Baron van Heeckeren , tot de Wierfe. Lieutenant Colonel B. C. Baron de Cocq, van Haeften, van Blütsrswyk. ■ en Adjudant van zyn HOOGHEID , F. G. W. Baron van Lynden tot Hoevelaken. Major G. C. C. J. Baron van Lynden. Ritmeester J. A. F. Bigot de Vilandrie. en Adjudant W. H. Muller. onder het corps ingenieurs van den lilutenant generaal C. D. du MOULIN. Den Lieutenant Generaal C. D. du Moulin, Dirc&eur Generaal van s'Lands Fortificatiën, &c. &c. &c. Major H. van Hooff. Capitein W. van HoofF. C. Schuller. ■ A. Croifct. Lieutenant VV. de Vayne van Brakel. Extraordinairis Ingenieur J. E. Wildema. 1 J. A. R. Kymmel. on-  INTEKENAREN. in onder zyn HOOGHEIDS regiment hollandsche gardes te paard. Ritmeester L. A. van Oyen. onder zyn HOOGHEIDS lyf regiment te paard, okange vriesland. Major J. B. Gafinget. onder zyn HOOGHEIDS lyf regiment te paard, orance carbiniers. Lieutenant Colonel W. A. van Pabst. Ritmeester F. P. von Cotzhaufen. J. L. van der Dusfen. Lieutenant C. J. Oester. J. A. Roëll. ■ D. R. Bisdom. Cornet C. W. Mosfel. C. Baars. ■ C. F. A. van der Brugghen. ■ J. A. van Lawick van Pabst. ■ D. van Hees. onder het regiment van den luitenant generaal H. J. baron van TTJYLL van SEROOSKERKEN. Ritmeester J. F. van Mansvclt. R. B. W. van Westerhold.  ir NAAMLYST der HEEREN Ritmeester J. A. Henckel. P. Schuil. Cornet L. van Zutphen. D. F. Schas. A. P. J. Sloet. P. R. van der Voort. en Adjudant H. Duytz. onder het regiment van den lieutenant generaal W. PRINCE van HESSEN PH1LIPSTHALL. Colonel Commandant A. H. Graave van Rechteren. Lieutenant Colo-nel J. L. T. Baron van Teng- nagel. Major P. J. Timmerman. Ritmeester M. L. van Coehoom van Houvvorda. F. W. Krufe. Lieutenant G. L. van der Velden. J. G. van Doorn. Cornet G. C. Wurtenberger. en Adjudant F. Beekman. onder het regiment van den generaal major A. F. baron van der DUYN van s'GRAVENMOER. Lieutenant Colonel B. M. van Stecnhardt. Ma-  INTEKENAREN, v Major P. F. de Mey. Ritmeester J. A. van Steenhardt. • C. E. Roëll. ONDER ZYN HOOGHEIDS REGIMENT GUARDES DRAGONDERS. Voor de Bibliotheek van gemelde Regiment. ONDER ZYN HOOGHEIDS REGIMENT HOLLANDSCHE GUARDES TE VOET. Lieutenant Generaal A. N. Baron van Aersfen, Beyeren van Voshol , Commandeur van Deventer , Hoogheemraad van Delfland enz. &c. &c. Colonel J, C. G. Schmid. en Adjudant Generaal van zyn HOOGHEID L. G. A. Graave van Byland. Capitein en Adjudant C. L. W. Schumann. Lieutenant H. van Voerst tot de Borgel. C. L. Baron van Lasberg. ONDER DE GUARDES GRONINGEN TE VOET VAN ZYNE HOOGHEID. Capitein P. Durleu. * 3 ON-  vi NAAMLYST der HEEREN onder zyn HOOGEIEIDS reciment orange celderi.and. Colonel Commandant M. P. van Eys Grootmajor van Doesborg. Lieutenant Colonel S. J. Graave van Limburg, Stirum, Grootmajor van Arnhem. Capitein J. H. van Munnich. ■ II. Velthuyzen. ■ L E. Op ten Noort. G. G. Bachine. C. J. Aberfon. Lieutenant J. F. Andrau. ■ H. Buys. Vaendrik C. J. Trotz. ■ J. P. Frank. J. C. Wind. onder het reciment van den l1f.dtenant generaal W. F. BAROtf von WILCKE. Generaal Major H.P. Baron Snouckaert van Schauburg. Colonel Commandant O. G. E. Graave van Lim- burg Stirum. Lieutenant Colonel F. E. Graave van Hohen- lohe. C. Adr. Schutte. Major F. G. Supplair. Capitein G. van den As. Ca-  INTEKENAREN. VII Capitein A. M. van Meurs. J. Alex. Schiphorst. ONDER HET REGIMENT VAN DEN LIEDTENANT GENERAAL J. H. BEDAULX. Major M. J. van der .Maefen. Capitein A. F. Rolland. J. E. Eyman. F. B. Hamberger. Lieutenant J. B. Briatte. Vaendrik J. U. Greveftein. A. C. van Diepenbrugge. C. S. Crufeman. J. Boisreant. ONDER HET REGIMENT VAN DEN LIEUTENANT GENERAAL J. STUART. Lieutenant Colonel F. L. C. Graave van Rechte- ren Limpurg. Major R. Schot. Capitein A. Pilkington. J. E. Ritz. Lieutenant F. J. Molles. C. H. Lorsbach. ■ S. Balneavis, Vaendrik J. R. de Plönnies. M. Ie Cavelier. F. B. ten Ca te. L. F. van den Broek. * 4 ON-  vut NAAMLYST der HEEREN onder het regiment van den lieutenant generaal W. L. B. graave van WELDEREN. Colonel Commandant E. J. van Straubenzee, Major J. G. Spengler. A. van Baaien. Capitein A. J. van Straubenzee. ■ M. Maas de Koek. W. B. van Bronkhorst. A. L. van Ingen. Lieutenant J. J. Beekman, A. Schilders. D. Snoek. G. C. Claasfen. Vaendrik E. van Benthem van den Bergh. cn Adjudant J. P. Voigt. H. van Baaien. W. F. A. Koninck Westenberg. — J. R. G. Koninck Westenberg. R. G. Plegher. ■ L. P. Dietz. P. C. W. Beureken. J. C. B- de Vries. G. C. Peper de Beveren. N. S. Kuiste van Hoefen. J. H. de Bruyn. Sergeant J. Ilarbag. -> J. EymaaL  INTEKENAREN onder het regiment van den lieutenant generaal F. U. baron van MONSTER. Lieutenant Colonel J. J. van Fischbach. Capitein B. J. Zaal. ■ A. H. van Wyn ■ C. L. Fenema. Lieutenant en Adjudant F. L. van Coenen. onder het regiment van den lieutenant generaal W. C. baron van NYVENHEIM., Vaendrik J. C. T. Beylon. onder het regiment van den generaal major F. PRINCE van BADEN. Colonel Commandant J. F. du Buy. Major H. J. Franken. M. T. Blancken. Capitein L. A. de Milly. O. Z. van Zandick Lieutenant en Adjudant M. P. F. Blancken. 5 Exemplaaren- G. Westenberg. A. Catshoek. en Adjudant R. F. Lilly. F. C. Riehl Vaendrik P. D. Deriena. * c Vaen-  x NAAMLYST eer HEEREN Vaendrik A. E. Westenberg J. C. J Beek. ■ A. E. Kempe. W. H. Boon. J. C. Vollgraaff. H. M. Eekhoud. Cadet van Hulfleyn. onder het regiment van den generaal major D. W H. baron van BRAKELL. Colonel Commandant W. van Swanenberg, Commandeur van Axel. onder het regiment van den generaal major W. C, PI. graave van RANDWYK. Voor de Bibliotheek van gemelde Regiment. onder het regiment van cen generaal major V. R. baron van BENTINCK. Colonel Commandant D. J. D. J. Baron van Raesfelt. Lieutenant Colonel N. Macloed. Capitein A. van Bentinck. J. J. Mamin. Vaendrik F. W. Chevaücrau. Vacn-  INTEKENAREN. xi Vaendrik C. F. Franck. ■ D. E. Baron van Voerst. onder het regiment van den colonel E. grave van DAM. Capitein A. Z. de Munnick. Lieutenant J. G. Lorbach. ■ ■ C. A. W. van Oldekop. A. G. Pompe van Meerdervoort. Vaendrik J. A. Tellingen. onder het regiment van den colonel L. van PLETTENBURG. Colonel L. van Plettenberg. onder het regiment van den generaal major R. DOUGLAS. Colonel Commandant H. E. Siborg. i Exempl. onder het regiment van den colonel L. L. WESTERLO. Colonel J. S. B. des Borgnes. Lieutenant Colonel W. C. Baron van Coeverden. Capitein M' Hogerwaard. G. M. Bazin. H. Noot. Lieu-  xir NAAMLYST der HEEREN Lieutenant en Adjudant j. G. Scharff. Vaendrik C. W. van Seikel des Borgnes. C. F. Perret Gentil. Capitein by de Armee, L. Kruyfe. onder zyn HOOGHEIDS regiment guardes zwitzers. Lieutenant Generaal G. P. de Vernaud. Generaal Major G. E. Graave van Golowskin. ■ B. de Salis. A. D. de Planta. onder het corps artillerie van den colonel B. E. PARAV1CINI de CAPELLI. Colonel B. E. Paravicini de Capelli. 5 Exempl. Major A. Hasje. Capitein L. H. L. van Reenen. Capitein Lieutedant W. Palte, Onder-Major van Deventer. L. S. Riedel. j. YV. van Imbyze van Batenburg. Premier Lieutenant j. C. Veltcamp Helbacb. A. van Suylen. H. van Bommel. Onder-Lieutenant B. H. van Schack. j. A. Hunichen. G. j. j. Stuilen. S. j. Colthoff. On-  INTEKENAREN* xm Onder-Lieutenaut A. Dryer. . F. F. C. Stemmetz. H. Muller. ■ J. van Heel. ■ J. H. Gravenhorst. W. Camp. < D. Kuypers. ■ C. F. Cuncel. D. Ragay. W. F. Dames. G. F. Scherrer. A. van Thielen. J. G. Oosthout. H. G. Schluiter. I ■ J. Taare. ■ F. van Gorkum. Cadet Bombardier C. A. Gunkel. ■ A. van Vierfen. R. Dietz. G. Muller. . H. Loesbergen. W. E. J. Bergh. Cadet J. A. Kellner. J. H. van Bafel. W. van Bergen, Boekhandelaar te Breda, i Exemplaaren. J. C.  xiv NAAML. der HEEREN INTEKEN. J. G. Herbig, te Leeuwaarde. F. P. van Hoogenhuyzen, Cadet by de Infanterie. H. Keyl,Capitein en Onder-Major te Vlisfingen. VV. Krieger, Boekhandelaar in de Graaf 2 Exemplaaren. C. Meulen, Geadmitteerd Landmeeter en Burger Major te Nymegen 2 Exemplaaren. Mr. E. Oosterbaan, te Harlingen. H. Palier en Zoon, Boekhandelaars te s'Bosch, 10 Exemplaaren. W. C. van Riemsdyk en E. van Bronkhorst, Boekhandelaars te Bergen-Op-Zoom , 8 Exempl. J. van Rosfum , Boekhandelaar te Utrecht. P. van der Scheer, Boekhandelaar te Coeverden. P. Servatius, Onder-Major te Coeverden. KOR-  KORTEN INHOUD VAN HET G E H E E L E WERK. Inflructie voor de Infpeóteurs, van de Pruififche Infanterie , door Frederik den 2de. .... Pag. i Het doortrekken der Battaillons en den Opmarsen der Adjudanten, door den overleden Pruififche Generaal Gaudi. . . 8 Proeve over de vereiste taayheid van het yzer by Bommen. . . .12 Bericht van het Hanoverfche Artillerie Leger niet ver van Hanover. . . .16 Eenige voorvallen uit den zeven Jarigen .Oorlog in den omtrek van Wezel. . . 20 Bericht van den Veldflag by Hocbftadt. . 30 Bericht van de Veldflag by Roschbach, met Aanmerkingen van den Graaf van St Germain. . . . . -39 Bericht van de gevangenneeming van Karei de 12de Koning van Zweeden , te Varniza by Bender. . . . . 5a Veld.  KORTEN INHOUD. Veldflag by Cudalore in Oost-Indien. Pag. 57 Journaal der Courfe , gedaan in de laatfte Campagne, in 1712 door den Lieutenant Generaal van Groveftins. . . 61 Inftruct.ie van den overleden Koning Fredrik den Grooten voor de Silefifche Infanterie. . . . . ?o Over het avanceeren en retireeren van meer dan één Battaillon, in eene Linie, of van den marsch in Front, en over het vuur, dat by den Aanval, van de Cavallerie word gemaakt, door den overleden Pruififchen Generaal van Gaudi opgefteld, om by het doen der Iiifpecïie, te gebruiken. . 91 Van het vervaardigen en het gebruik der Schanskorven en Horden. . .102 Over den Aanval der Cavallerie . .130 Over de noodzaaklykheid der ligte Troupen in het Veld. . . . 143 Over de uitrusting van een train Veld-Artillerie. . ... . 146 Voorfchrift waar na men zig by het Bouwen van Mortier-Batterye , en by de oefFcning in het werpen van Bomben op dezelve, te richten heeft. . . .160 In hoe verre zig de Veldbevestigings-kunst met de Taétik vereenigen laat of niet. 171. Wat men by het doen van een Escorte, in het oog te houden heeft. . 175 Gronden waar op de richting van het Gefchut berust. . . . i8i Be-  KORTEN INHOUD. Beveelen, inhoudende de orde van Exercee- ren en de Evolutie , door den Pruisfifchen Generaal van Gaudi, voor de Infpeftie zy. ner Regimenten opgefteld. . . Pag. 198 Over den Oorlog in 't algemeen. . . 232 Manoeuvre van het Corps BronswykfchTrou- pen te Maastricht, lyyo. . . 041 Affaire by Meer, in 1758. . . 265 Over den Aanval van een Cavallerie-Quartier hy daS- • . ■ .274 Over den Aanval van een Cavallerie-Quartier by nacht. . . . .285 Manier ingevolge welke de Zwitzers in dienst van H. H. Mog. gekoomen zyn. . 294 Byvoegfel tot de gevvoonlyke Grondregels der bevestigings-kunst. . . . 299 Over de kundigheid van een Generaal. . 317 Op welk eene wyze men in 't algemeen den dienst by ligte Troupen te voorzien heeft. 321 Wat op den marsch by een Detachement Artillerie te obferveeren is. . . 3,5 Aanfpraak van den tegenswoordige Koning van Pruislchen. . . ■ 1"5 Bericht van de Bataille by Lisfa, in 1757. 335 Bericht van de Bataille by Leuthen. . 345 Aanmerkingen over de voorgaande berichten. 351 Dispofitie van Zyne Doorl. Hoogh. den Heere Prinfe van Orange en Nasfau &c. &c. &c. den 10, 11, 12 en 13 October J792 35r, Bcfchryving van de Bataille by LafelJ. . 371 ** " Over  KORTEN. INHOUD. Over de definitie en verdeling der Krygswetenfcbap. . . . pag. jgy Van de richting eener CavalLerie-Linie wanneer zy en\ Front met Intervallen avan ceert 397 Vergelyking van de oude met de hedendaagfche verdedigingen der Vestingen. . 418 Manoeuvres , van een Corps Pruifchen onder de orde van den Generaal Major van Romberg. . . 472 Verhandeling over dat geene wat een Officier, die een buiten Post commandeerd, in het oog te houden heeft. . . 488 Verhandeling over den Aanval en Verdediging van een Corps Artillerie, in het open Veld 498 Wyze, hoedanig zig een Officier moet gedragen die met een Commando , daar de Armee Campeert , in een Dorp geposteerd is. . . . . -512 Dispofitie, omtrent de verdediging, en den Aanval, van Infanterie Posten, Veldwagten en Voorposten van een Leger. . .518 Hoedanig aan te vallen , en wat by de Infanterie, Artillerie en Cavallerie, in een Actie te obferveeren is. 524 Over den kleinen Oorlog, en de Troupen waar door dezelve word gevoerd. . 538 Noodzaaklyke eigenfchappen van een Aanvoerer , voornaamlyk by ligte Troupen. 543 Militaire Oogmaat (Coup d'ttil). . . 547 Ver-  KORTEN INHOUD. Vergelyking van de Infanterie met de Cavallerie, .en hunner beiderzydfche voorrang- • • • Pag. 550 Voorzigtigheid op den Marsch. . . jjg Gedrag by een terug Marsch. . . 5Qt Oogmerk der Partyen en het gedrag der Par- tygangers .564 Aanwyzing of merktekens. . . 5-jQ Over het afzenden van Berichten en Rapporten. . . . 5n Over de Befpieders en Spionnen. . . 577 Over de Attacque van Cavallerie op Infanterie. . . . . .583 Korte bedenkingen en Aanmerkingen. . 590 Depuget , Verhandeling over het Bouwen van Batteryen, voor Canonnen in een Belegering. . .... 605 Canon Batterye. . . .605 Van den opbouw eener Battery, buiten de Loopgraven , of zonder bedekking , op eene goede Grond , en op zo eene grooten afftand , dat het Geweer-vuur noch niet gevaarlyk is. . 615 Van het Bouwen der Batteryen in de Loopgraven. . . . . . 622 Van het Bouwen op eenen goeden Grond, doch onder het Musket-vuur. . . 624 Van het Bouwen op Steenagtige Grond. 625 Van het Bouwen op een Moerasfigen Grond. . . . 6?9 * * 2 Van.  KORTEN INHOUD. Van het Bouwen op eene zeer fmalle plaats. . . . . 63 r Van het Bouwen der Bresch-Battei yen. . 632 Traceering der Schietgaten. . . 635 Opening der Schietgaten. . . 642 Oprichting der Beddingen. . . 644 Voorziening by het opvaaren der Canonnen. 647 Over het aanlcgging van Kruid-Magazynen. 654  M A G A Z Y N VAN MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Eerste Stuk. INHOUD. Inftru&ie voor de Infpefteurs van de Pruysfifche Infanterie, door Fredrik den 2de. - - Pag. I Het doortrekken der Battaillons en den Opmarsch der Adjudanten, door den overleden Pruyfifche Generaal Gaudi. ..... 8 Proeve over de vereiste taayheid van het yzer by Bommen. .... . . I2 Bericht van het Hanoverfche Artillerie Leger niet ver van Hsnover. - ... kj Eenige voorvallen uit den zeven Jarigen Oorlog in den omtrek van Wezel. . - - 20 Bericht van den Veldflag by Hochftadt. - 30 Bericht van de Veldflag byRosbach met Aanmerkingen van den Graaf van St. Germain. - 39, Bericht van de Gevangenneeming van Karei de 12de Koning van Zweeden, te Varniza by Bender. 52 Veldflag by Cudalore in Oost-Indien. ■ * 57 NB. De Stukjes inoefen ingenaaid,en niet doorftooken worden. Te ARNHEM, By J. H. M Ó" E L E M A N. mdccl X X X X i i.  BERICHTEN Van Militaire Nieuwigheeden en beoordelingen van Militaire Boeken in Duytschland en elders gedrukt. NIEUWIGHEDEN. 1. By de Pruyfifche Artillerie heeft men op voordel van den Overfte van Tempelhof, de 7 pondige Mortieren tot de Veld Artillerie, zodanig ingericht, dat zy van de Wagen, waarop zy worden getransporteerd, heel gemakkelyk afgenootnen, en door eenige manfchappen, daar, alwaar het nodig is, kunnen ter needer gefield worden. Ook om op de hoogde en dylde Bergen , waar op ons flegts eene voerweg brengt, deeze Mortieren te kunnen brengen; heeft men noch eene andere inrichting gemaakt. Hen laat de Mortieren door 2 paarden , welke agter eikanderen gaan , op Boomen dragen. Men heeft met deze Mortieren verfcheide proeven gedaan, die alle goed zyn uitgevallen. 2. De Koning van Pruysfchen heeft bevoolen een Militaire School voor de Artillerie op te richten, en de Heer van Tempelhof het bevel gegeeven, om daar van een Plan te vervaardigen. 3. Den Pruysfifchen Lieutenant van de Artillerie, Neander, heeft een Indrument uitgevonden, waar mede men tot op 3500 fchreeden, den afltand van een voorwerp zonder berekening kan vinden. Het zelve kost 6 Pistoolen. Men kan zig dien aangaande addresfeeren aan den Uitvinder. By de bekendmaking is niet opgegeven, of men een Standlinie gebruykt , hoe ver de nauwkeurigheid der bepaaling vati den afdand gaat, en hoe veel tyd tot dezelve word vereist, dat evenwel hooftzaaken zyn, zonder welke een kenner, niet zo gemakkelyk tot de uitgave van 6 Pistoolen zal belluyten. 4. Het voornaamfte Militaire werk dat de gepasfeerde Paasch-Mis is uitgekoomen, is zonder twyfelhet tweedeen derde Deel van het Werk. Das Verhdltnisz zmsfchen Oestenreich und Preuszen. Dit is het eenigde, dat men van de Oostenrykfche zyde over den 7 jaarigen Oorlog beeft, ten minden het eenigde , dat van deze zyde onze opmerkzaamheid verdiend. Den Schiyver woond in Opper Silefien, in  M A G A Z Y N VAN MILITAIRE WETENSCHAPPEN. INSTRUCTIE VOOR DE INSPECTEUREN DER INFANTERIE, VAN DEN OVERLEEDEN KONING VAN PRUISSEN, FREDRIK DEN GROOTEN. n -L/aarzyn veele voorwerpen, waarop de Infpecteurs hunne Attentie moeten vestigen, op dat de Regimenten, die zy onder hun opzigt hebben, in behoorlyke order zyn. Het eerjle Vwrwerp ziet daar op, dat de Regimenten in het Laden en Avanceeren, in het Deplojeeren, en in alle die Manoeuvres, die by ons ingevoerd, en zo algemeen bekend zyn, dat zy zonder de minfte desordres akyd zodanige exercitiën kunnen verrichten , als hun bevoolen worden. Hier by doet de menigvuldige oeffening het meeste af, en de manfchappen moeten zo daar aan gewoon zyn, dat hun alles werktuyglyk word. Het tweede Voorwerp, dat van veel meer aangelegenheid is, heeft betrekking op de opvoeding en vorming der Officieren, en hier byzyn nog veele zaaken te voegen, die de grootfte oplettenheid en gehoorzaamheid vereifchen , op dat men toe zyn oogmerk koomen kan. De Regimente kunnen niet anders dan als eene mafchiene gebruykt worden , waar tot een Hoeft behoord. Hoe A be-  ( 2 ) bekwaam ook een Degen is, zo voert hy doch vai zelve niets uit, wanneer hy niet van eenen Merken arm word geregeerd, die daar van weet behoorlyk gebruik te maken. De Inspecteurs der onder hun behoorende Regimenten, moeten aan de Officieren meer Ambitie en aandagt op het waare van den dienst by brengen. By eenen langduurende Vreeden, gelyk de tegenswoordige, die reets langer dan 20 jaaren heeft geduurd, kan onmogelyk zo veel avancement zyn, als by eenen Oorlog, waar by jaarlyks 4 of 5 Veldflagen voorvallen; doch ongeacht dit alles, wanneer het tot een Oorlog komt, dan zyn er in het eerde jaar zo veele Officieren die tot Invalieden worden gemaakt, en zo veele die hun affcheid neemen, zo dat de Staf-Officieren by de Regimenten in korten tyd geheel nieuw worden. Wanneer als dan de Subalterne Officieren, als Lieutenants,en als Vaandriks niet daar aan gedagt hebben , wat zy als Capiteins, Majors, Commandeurs , en Generaals verrigten moeten, en zy koomen by een Avancement tot dien ftand , dan weeten zy niet wat zy te doen hebben, en wat hunnen nieuwen ftand met zich brengt. Daar is geen Capitein, geen Major, geen StafOfficier, die niet met een kleen Corps gedeeltelyk by Fouragering , gedeeltelyk by Convoijering, gedeeltelyk by Arrier-Gardes kan worden gecommandeerd. Wanneer zy het Commando voeren over Battaillons, dan koomen zy in Dorpen op Posteering te Maan, wanneer zy Generaals zyn, dan worden zy met hunne Brigade gedetacheert, ge.  C 3 ) gedeeltelyk om de vyand in het quartier te over» vallen, gedeeltelyk om het van de vyand gede-1 tacheerde Corps te attaqueeren; tot alle deze onderfcheide Puntten behooren dispofitien, en wie zig niet by tyds daar in oefFend, om dezelve re. gelmatig'te maken, opdat wanneer hy als Overfte of Generaal in die omftandigheeden komt,dat hy diergelyke dispofitien maken moet, dan is hy niet in de mogelykheid om die te vervaardigen, tervvyl hy nooit aan diergelyke zaken, de welke doch het voornaamfte gedeelte van zynen ftand uit maken, gedagt heeft. Doch om de zaakendaar heen te brengen, zo is het nodig de jonge Officieren te animeeren, dat zy van hunne leedige uuren dewelke zo veelvuldig by hun zyn, ten minften eenigen daar van gebruiken, om hun beroep beter te beftudeeren, en zig bekwaam te maken, teneinde de hoogere posten waar in zy kunnen geplaatst worden, met allen roem te kunnen bekleeden. Diergelyke Dispofitien zyn tweeledig, de Offenfieve en Difrenfieve. De OfFenfieve die altyd de beste zyn, en waar op men het voornamentlyk houden moet, beftaan daar in, om de vyand afbreuk te doen, en aan dezelve zyne Posten te ontweldigen. Om dit te doen, moeten zy ten eerften alle wegen nauwkeurig onderzoeken, die na de Posten uitgaan ;zy moeten weeten waar de vyand zyne voorposten gefield heeft, om zo doende die te kunnen omgaan en vermeiden, en waar het mogelyk is, van agteren in de rug te koomen, alwaar de vyand gelooft zeker te zyn, en op die wyze in zyne Posten te vallen , en zo fpoedig A 2 Zy  ( 4 ) zy met hunne Coup gereed zyn, door eenen am deren weg, als te voorcn wederom terug na de Armee keeren. Is het een affaire eener Arrier-garde, die men tegen de vyand gebruykt, dan moet het Corps van de vyand het welke terug trekt, regts en lings van de Cavallerie, als in een halve maan worden omfingeld, ten einde aan de Infanterie tyd gegeeven word om by hun te koomen, en de Infanterie moet zien, voor zo veel het de Dispofitie van de vyand toelaat, dat zy hun niet alleen van vooren maar ook op de flanque attaqueeren. Moet de vyand een Defilee pasfeeren , dan is men altyd zeker een goed fucces tegen dezelve te hebben, voornamentlyk als men hem attaqueertop die tyd wanneer hy Defileert. Zyn hetConvoijen van de vyand, die men attaqueeren wil, dan moet men zig verfchoolen houden, en afwagten, tot dat een gedeelte van het Convooy in de Defilee is, en als dan te gelyk in de midde en op de Arrier-Garde aanvallen, dan blyft men zeker meester van dat gedeelte, het welk men heeft afgefneeden. By deze Convoijen moet men zig niet lang ophouden, voornamentlyk wanneer het in de nabyheid van de vyandelyke Armee is. Is een Generaal met eene Brigade gecommandeerd om een kleen vyandelyk Corps te attaqueeren, dan is men in de eerde plaats verplicht de weegen te weeten , die daar heen loopen,ten tweede welke Posten de vyand occupeeren, en op welk eene wyze hy dezelve bezet heefc, ten derde waar zyne Veldwagten ttaan, ten vierde waar zyne Patroullcs gaan,  ( 5 ) gaan, en na dit alles verrigt te hebben kan eerst de Dispofitie gemaakt worden. Is er mogelykheid om hun onverwagd te overvallen, of in de rug te koomen: dan is zulks het allervoordeeligfle. Zal het eene overvalling zyn, dan moet de tyd tot de marsch vereist, nauwkeurig worden uitgereekend, zo dat men op het bepaalde uur aan die plaats van het Leger, waar heen men wil, aankomt, opdat de Attaque een uur voor het aanbreeken van den dag kan gefchieden. By deze gelegenheid moet de marsch in alle ftilte worden ontworpen, de Soldaten moeten geen tabak rooken, de Artilleristen moeten hunne lonten wel verbergen, opdat zy niet door het vuur worden ontdekt, en geen paarden moeten worde mede genoomen, welke rinneken, opdat de vyand niets ontdekt, voor dat men by hem is, en de overvalling zo veel te zekerder en beter mooge uitvallen. Doch zyn de omftandigheeden zo, dat geen overval kan plaats vinden, dan moet de Dispofitie tot een Attaque worde gemaakt, na dien met zig alvoorens de tyd gegeeven heeft, om de Posten wel te kennen, en als dan moet daar na de Dispofitie gemaakt worden, zo als ik zulks in myn Werk, aan de Generaals hebbe opgegeeve; dat is; dat de vyand aan de zwakfte plaats moet worden geattaqueert, zig aan een point d'Attaque niet te lang met fchieten ophouden, maar het terrain genoomen, en waar het mogelyk is , hem op de fianque en in de rug attaqueeren. Wat den Defenfiven Oorlog aanbelangt, zo berust dezelve hooftzakelyk op Fortificatiën , Legers met een goed overleg teneemen; de Legers te fortificeeren; de A 3 Dor-  C 6 ) Dorpen, die als in de Keeten van de Winterquar* tieren leggen, behoorlyk te verfchanfen , en alle die zaken aan te brengen, die zy by de Ingenieurs leeren. Tweede Articul. Ik weet, hoe onmogelyk het is,dat alle Officieren by eene zoogroote Armeedat Verftand en die bekwaamheid zoude bezitten de welke by deze wetenichap word vereist, doch ongeagt dit alles ben ik niet minder verzekerd, dat wanneer de Chefs en Commandanten van de Regimenten , de Jonge officieren welke verftand en ambietie hebben, aanmoedigde, veele daar onder zyn zoude, die door fterke oeffening een waare grond van de by den Oorlog behoorende dienst, zoude verwerven, waar aan zy hun geluk en roem zoude te danken hebben. Om hun daartoe nog meer op te wekken, zo kan aan hun de gefchiedenisfen van de oude oorlogen worden aangepreezen. Als, daar zyn de Oorlogen van Gustaaf Adolf, de Campagnen van den Prins Condee, van den Marfchal de Turenne, van den Marfchal van Luxemburg, de Oorlogen van Prins Eugenius, de Veldtogten van Carel den Twaalfde, van Adlerfeld, Feuquiere, Memoires en l'Art de l'Attaque & de Defenfe van Vauban, dit zyn altemaal boeken, waar in de voornaamfte zaaken voorkoomen, die in voorige tyde hebben plaats gehad. Dan terwyl het eene onmogelykheid is, om voor ieder Regiment alle die boeken te kunnen hebben: Zo zal ik zoeken een zodanige verzameling voor ieder Infpecïeur aan te fchaften, op dat ten min- ften  C 7 ) ften de Officieren, die de meeste Ambitie en geneegenheid voor hunne kunst hebben, diergelyke gefchiedenisfen kunnen weten, en de Infptcleurs zullen aan my eene groot Plafier doen, wanneer zy zig de moeite geven, de Officieren zo danig te onderrechten, zo dat men in het vervolg van tyd hope heeft,eene goede fchool van ftaf Officieren en Generaals daar uit te kunne trekken. Voor het overige weete ik zeer wel, gelyk reets gezegt, dat niet alle Officieren by de Armee groote bekwaamheid hebben derhalve is het ook niet noodzakelyk, met diegenen, welke geene bekwaamheid genoeg bezitten, zich veel moeiten te geven , doch daar en tegen zo veel te meer met die welke verftand en Studie bezitten, en die biezonder eene goede hope geve, gelyk dan ook de Infpecleurs, wanneer zo danige Officieren onder de Regimenten zyn, die verftand en bekwaamheid hebben, zy mogen Capitains, Lieutenants of Vaandriks zyn, dezelve my aan wyzen en moeten bekend maken. Getekend Potsdam den 25 July 178L Frederik. A 4 Het  C 8 ) Het doortrekken der jjattaillons en den opmarsch van de adjudanten , door den overleden pruyssischen generaal van gattdi, voor zyne inspectie opgesteld. van het doortrekken. O Wanneer het doortrekken op de plaats gefchied, dan word gecommandeerd, doorgetrokken, rechts om, deze wending gefchied zonder Tempo, en de Pelotons gaan met eene fpoedige pas , by de regeer Vleugel door de Pelotons heen, welke hun in het Front tegen komen, en alwaar, wanneer den Commandant commandeert, breek af de vier Rotten van de regter Vleugel lings om maken, en zig aan hun Peloton aanfluyten, waar en tegen zy zonder Commando regc uit marfcheeren , en nu moet dat Battaillon het welk de Attaque zal vernieuwen, eerst tot op de plaats avanceren, alwaar de eerde Attaque of de eerde Linie gedaan heeft, als dan halt maken en opmarfcheeren. ?) Wanneer het laatde gedeelte van de doorgaande Battaillons door de volgende Linie, of de volgende Attaque zyn, word gecommandeert ordinaire fchrid , alle Officieren rigten zig accuraat lings, op dat alle Pelotons in gelyke hoogte marfcheeren , en wanneer zy Front maken, de linker Vleugel zig reets dekt. 3) Zo aandonds alles in de ordinaire fchrid is en trad heeft, word ook de langte van een Peloton  C 9 ) ton regts getrokken, en hier op recht uitgemarfcheert, op dat by het inzwenken het voorfte Battaillon nier. overvleugeld word. Op halt front, laat den Officier van het 6e Peloton 6 fchrede rechts fluyten , op dat daar door de Vaanen overvleugeld , en het Rot van de linker Vleugel zyn voor man bekomt. 4) Wanneer ook meer Attaque of Linien op eikanderen volgen , dan word alleen by de voorfte op de rechter Vleugel , doch by alle overige op de linker Vleugel der Pelotons doorgetrokken, wanneer als dan 4 Rotten, op het Commando ereek af , rechts om maken, en zig aan hun Pelotons aanfluyten. 5) Wanneer in het retireeren zal worden doorgetrokken: dan moet tot op 15 fchreeden aan het ftaan gebleeve Battaillon worden gemarfcheert, alsdan word gecommandeert halt ! Waarop de Vaanen intreeden doorgetrokken , lings om marsch , en by de S Vleugels der ftaan- gebleevene Pelotons met een gezwinde fchrid doorgetrokken , wanneer 4 Rotten op het Commando breek af, 3 fchreeden te rug treeden en zig alle vier lings agter hun Peloton fluyten. Wanneer alles is doorgetrokken , fluyten zig de afgebrookene Rotten zonder Commando regts , en rukken wederom in hunne openingen. 6) Wanneer het ftaanblyvende Battaillon, door zyn vuur het doortrekken van dat geene het welke retireert, zal dekken, dan Commandeert den Commandant , zo aanftonds als hy de vier Vleugel Rotten van zyne Pelotons heeft laten afbreeken A 5 char-  ( io ) chargeer, battallons ferdig, en evenzo wanneer het laatfte gedeelte der doortrekkende door zyn Battaillon heen gaan, laat hy aan/laan en vuuren. 7) liet doortrekkende Battaillon neemt, wanneer deszelfs laatfte gedeelte gepasfeert is de ordineere Schrid aan, waar by de Hoofden zig evengelyk accuraat moeten richten, hier op Commandeert den Commandant; oogen in het 3 de gelid, en. aanftonds daar op, met rotten opgeMARscheert, wanneer als dan de Vaanen dadelyk voortreden, en alles, als het in de linie komt, met hun de trad aanneemen en zig rigten moet, waarop, wanneer men ver genoeg geretireerd is, word Front gemaakt, en door het plaatzen van de vleugel Officiers, gericht word. 8) Wanneer meer Battaillons zig retireeren en door de (laan blyvende Linie zullen doortrekken; dan moeten de voor gemarfcheerde vaanen zig altyd (tipt na die van het Richtings Battaillon richten, waar op de Majors en adjudanten moeten letten. Te gelyk met dat Battaillon moet ook het Doortrekken der andere Battaillons gefchieden , ook alle te gelyker tyd, wederom met Rotten oploopen , en wanneer dit gefchied, de vaanen zig ook als dan nauwkeurig rigten, even zo als zulks by een retireerende Linie word geobferveert. Van den opmarsch der adjudanten 1) De Adjudanten moeten zig in het afreiden der destantie voor hunne Battaillons zodanig oefFe- nen,  (ii) nen, dat dezelve altyd behoorlyk worden genoomen. 2) Wanneer de tot het Deploijeren geflootene Colonne in a. a. agter het Allignement c. c. is,waar in de Linie zal komen te ftaan: dan word hak gemaakt, en de Battaillons trekken door het maken van Rechts en Lings om, uit eikanderen, zoals voor het Deploijeeren is gefchied, ieder Battaillon Marfcheert zo ver, dat het eene tusfchenruimte van 12 Schreede van zyn naastftaande Battaillon bekomt, hec voorde dient, wanneer het Front gemaakt heeft, tot Richting en na dit hooft worden alle inrukkende Hoofden inb. b, gerigt,wanneer dit gefchied, treeden. 3) Op het Commando opgemarscheert of op het voorgefchreeve Signaal, alle Battaillons aan, dat van demidde gaat recht in een fterker pas, op zynen Adjudant toe, die van de rechter en linker vleugel treeden met de ordinaire Schrid aan, die van de rechter neemen gelyk de linker en die van de linker aanftonds de rechter fchouder voor,draaijen zig op deze manier tegen hunne Adjudanten, treeden na gemaakte draaijing fterker aan, en richten hunne marsch zodanig, als of die van de rechter Vleugel hunne adjudanten 40 Schreeden lings, en die van de linker Vleugel hunne Adjudanten 40 Schreeden rechts wilde laaten; maar wanneer zy met hunne hoofde tegen hun komen, draaijen zy zig rechts op hun toe, en wanneer alle Pelotons op hun en het Allignement rechthoeking zyn, word gecommandeerd ordinaire schrid en aanftonds daar op geheele distantie, waar op het voorfte Pelo-  C 12 ) Peloton in de Marsch blyft, doch alle andere halt maken, en de een naa de andere, zo aanftonds hy zyne distantie heeft, wederom aantreed. c c •••O o O MUI \±\ IZI6 El |T| IZI IZI a Proeven over de vereist wordende taayheid van het yzer tot de bommen. Eerste proef. Eene 30 pondige Bom van taay yzer, die met 2;, pond kruid word geladen, fpringt in 7 ftukken, welkers grootften afftand van de plaats alwaar de Bom legt, 200 en 260 fchreeden bedroeg. , De Bom was gelegt geworden in eene laagte van 8 voet diep en 6 roeden in het Diameter wyt, van de gefpronge Bom zyn twee ftukken tegen de afdakking geflaagen een ftuk is lynrecht weder om laag gevallen, en 2 ftukken in een hoek van ongeveer 5ograaden op 200 en 260 fchreede voortgeflingerd; de overige 2 ftukken zyn by het van een-  ( 13 ) eetifpringen niet ontdekt geworden. Doch uit de wedergevonde ftukken heeft men kunnen befiuyten, dat de Eom in 7 ftukken was gefprongen. Tweede proef. Eene 30 pondige Bom van taay yzer, dewelke mee 3 pond kruyd was gelaaden , fprong in 13 ftukken , welkers grootfte afftand van de plaats alwaar de Bom lag, 360 fchreeden bedroeg. Van deze gefpronge Bom , zyn 6 ftukken ter zyde tegens de afdakking van de hoogte geflagen, waarvan een ftuk door de fnee en in de aarde gedrongen, 3 ftukken op 4, 6 en 26 voeten wyt, en een ftuk over het hooft der hoogte heen, ala mede een ftuk in een hoek van ongeveer 60 graden op 360 fchreeden geflingerd. Maakt men nu een befluyt uit de groote der wedergevonde ftukken ten aanzien van het geheel , dan is het niet onwaarfchynlyk dat de Bom in 13 ftukken gefprongen is. Derde proef. Een 7 pondige Bom van taay yzer, die met een pond kruyd was gelaaden, fprong in 9 ftukken, welkers grootfte afftand van de plaats alwaar de Bom lag 200 fchreeden bedroeg. Deze Bom was in eene laagte van 14 voet diepte gelegt, dewelke van boven eene wyte van 30 voeten had, en de afdakking bedroeg 45 graad. Na het fpringen heeft men aan de afdakking in de fnee 9 fpooren ontdekt, alwaar ftuk-  C 14 ) ftukken yzer van de Bom waaren ingellaagen, waar van i ftuk over het hooft op 200 fchreeden was voortgeflingerd. Vierde proef. Eene 7 pondige Bom van kras yzer, die met 22 loot kruyd was gelaaden , fprong in 11 ftukken , welkers grootften afftand van de plaats 3 alwaar de Bom lag ijo fchreeden bedroeg. Deze Bom was in eene andere laagte van 8 voet diep en 12 voet wyt gelegt, doch had dezelve afdakking als voorige. Men ontdekte 6 fpooren in de afdakking van de hoogte, en 3 ftukken zyn daar overheen geflingerd , waarvan een op 150 fchreeden is gevonden geworden. Uit de groote van deze ftukken laat het zig opmaken , dat de Bom in ongeveer 11 ftukken gefprongen is. Vyfde proef. Eene 30 pondige Bom van taay yzer, die met 2 ponden kruyd was gelaaden is niet gefprongen. Deze proef is in eene vlakte van ongeveer 1000 fchreeden gemaakt; de Bom is niet gefprongen , maar het kruyd heeft het Brandroer met eene fterke flag in de hoogte gedreven, offchoon dezelve vast in het gat waarin het Brandroer komt was geflagen geworden. Zes-  C 15 ) Zesde proef. Ef-ne 30 pondige Bom van taay yzer, die met 3 pond kruyd was gelaaden , fprong in 8 ftukken , welkers grootften afftand van de plaats alwaar de Bom lag 300 en 500 fchreeden bedroeg. Deze proef wierd in dezelve vlakte en mee de voorheen niet gefprongen Bom (met 3 pond lading) gedaan, voor zo veel men heeft kunnen bemerken, is dezelve in 8 ftukken gefprongen, die ongeveer op 1,3, 48, 5° 5 51 > 7°> 45° en 500 fchreeden geflingerd zyn. Zevende proef. Eene 30 pondige Bom van kras yzer, die met 1 pond kruyd was geladen, fprong in 15 ftukken, welkers grootfte afftand van de plaats alwaar de Bom lag 100 tot 150 en 200 fchreeden bedroeg. Deze proef wierd in eene holleweg gedaan ; 7 ftukken van de gefprongen Bom zyn tegen de hoogte geflagen, 1 ftuk is op 150 fchreeden in een hoek van 70 graad en 3 ftukken in eene vlakke boog voortgeflingerd, waarvan een op 250 fchreeden weder gevonden is geworden, als mede 2 ftukken op 15 en 24 fchreeden. Na de groote der wedergevonde ftukken te oordeelen, mag de Bom in ij ftukken is gefprongen. Na-  C 16 ) Narict van het exercitie leger, van zyne ko. ningl: gkootbrittannische en keurvorstelyke hannoversche artjlleri-regiment in de nauyheid van hannover, zedert den i tot den 21 september I789. Het Regiment wierd van zynen Chef den nu reets zynde Generaal Major van Trew Gecommandeert. Reets in Augustus had men met het vervaardigen der Batteryen tot den aanval, van het Artillerie Regiment opgeworpene Polygon, een begin gemaakt; Doch den ifte September rukte eerst het Battaillon in het Leger. Het zelve beftond uit 2 Battaillons en hadde 50 Park en 20 Regiments-Canonnen, die alle eerst in het nieuwe Giethuis te Hannover waaren gegooten. In de eerfte 8 dagen, wierde 3 dagen met het klein geweer en 5 dagen met de Canonnen geexerceert. Men Manoeuvreerde met 16 ftuk 3 ponders en 8 ftuk 6 ponders. Men avanceerde met ditgefchut in eene Linie, formeerde een Quarré, ftelde hetzelve in 't Front, marfcheerde in 2 Colonnen af, Deploijeerde, Chargeerde, trok in een afwistelend vuur of en echiquier te rug, maakte verfcheide zwenkingen, zodanig als het de zamenhang der Manoeuvres vereiste &c. Op een andermaal zette men een gedeelte en portence zwenkte weder en Front , marfcheerde rugwaarts in meerder Colonne af, formeerde voor- waarst  ( 17 ) waarts het Front, avanceerde in gezwinde Mafsch een groote ftreek en trok in een alternatif vuur met gedekte flanquen over een brug te rug. Men avanceerde by deze Manoeuvre zo wel met de 6 als 3 ponders in 2 minute 300 fchreeden in ieder terrain. Den 8ften wierd voor den Heer Veldmarfchal ■van Reden voortrefFelyk gemanceuvreert, en by deze manoeuvre wierden 914 patroonen verfchooten (*). Van den 9. tot den iyden wierd na de Schyf met deCanonnen, na het Ravelin, Baflion en de Waapen plaats van het Polygon met de Mortieren en Houwitzers geworpen en gerecocheteert. Ieder Canonier deed drie fcheuten. Hier by bevond men dat de nieuwe Canonnen beter, als de oude, in het voorige Exercitie-Leger, fchooten. Toen ter tyd, kwaamen op 800 cal. of io65 ordinaire fchreeden, flegts de vierde fcheut in de O voet hooge en 15 voet breede Schyf, waar en tegen tegenswoordig de twede, en flegts by flegt weer, de derde , raakt;. Op O Men veronderfteld hier, gelyk by alle Artillerie manosuvres,datzig de Batteryen tusfchen de Infanterie bevonden; en om die reden wierden ook flegts zodanige Evolutien gemaakt , die by de verfchillende plaatfingen en bewegingen van dezelve kunnen voorkoomen. Door deze manoeuvres bekoomen de manfchappen eene vaardigheid in de behandeling en beweging van het Gefchut, en leeren de Evolutien, die op den dag van een Slag by de Batteryen kunnen voorkoomen. B  ( 18 ) Op 600 Cal. of 800 ordinaire fchreeden raa^cr van de oude Canonnen de derde, doch by de nieuwe het f tot l gedeelte van de fcheuten. By de oude troffen van 174 fcheuten f59 maar by de nieuwe van de 168 fcheuten 119. De op 400 Cal. of 533 andere fchreede afftaande Schyf, wierd by goed weer door de nieuwe Canonnen flegts zeer zelden (de een om de andere van de 42 fcheuten niet eenmaal) mis gefchooten. In de laatfte dagen maakte men, benevens het fchieten na de Schyf te gelyk proeven met Bommen. Men heeft op den Harz Bommen van onderfcheidefterkte, van verfchillend yzer, en van onderfcheide inrichtingen laten gieten, die men flegts by verfchillende lading liet fpringen. Men bevond dat de 30 pondige Bommen van onze gewoonlyke inrichting, in eene zekere proportie van taay en hard yzer met 3 pond kruyd geladen, eene betere werking deede als andere inrichingen . By eene lading van 3 pond fprongen dezelve n 30 ftukken. By een lading van 2 pond bekwam men minder ftukken, het welk de gewoone mening, dat de geringere lading de beste is, volkoome wederlegt. De 7 pondige Houwitz-Granaden fprongen by 1 pond en 4 loot in 20 ftukken. Ook maakte men nochp roeve met nieuwe licht en brandkogels, men bediende zig daar by van zwakke Bommen met groote brandgaten, en vulde de-  / ( 19 ) -dezelve met een zeker vuurwerkfas. Deze gaven een helder fterk vuur en fprongen , wanneer de fas was afgebrand Zy deeden alzo de dienst der Bommen en lichtkogels te gelyk , en hebben daar by dat voordeel, dat men dezelve met veel meer nauwkeurigheid werpen, en dat men zig van-hun in geval van nood tegen Steeden enz., tot het aanfteeken van brandbaare, ook verdekte dingen kan bedienen. Andere proeven met Dampkogels ga ik met ftilzwygen voorby, alzo daar by niet ieder een wierd toegelaten. Met Cardoezen fchoot men tegens Linne Blindingen, die in het Front een Esquadron veronderftelden. Op 250 Cal. of 330 ordinaire fcheeden bragten de 6 ponders in ongelyk terrain 20, en de 12 ponders 30 Kogels in de Blinding. Op 800 fchreeden was de werking minder. Evenwel bragt men van de groote druy ve Kogels, noch in ieder fcheut van 25 Kogels vyf in de Blinding,of fchoon men ook Graaven voor zig heeft, waar in de opgeflaagene Kogels blyven fteeken. Men ondervond hier, dat eene zeekere inrichting der druy ven, welke den Generaal Major van Trew heeft opgegeven, betere werking, als de gewoonlyke Buckzen-Cardoezen, en tot hiertoe gebruykte Druyven veroorzaken. De 7 pondige Houwitzers bragten op 330 fchreden 16 en op 800, 3 ftuk Kogels by ieder fcheut in de Blinding. By andere proeve hebben deze Houwitzers meer effect, gedaan. Hier bleven de Kogels in de Graaven fteeken, B 2 ook  ( 20 ) óok heeft men zwaardere (15 loot zwaare) en konde nu alzo minder, als anders, in ieder Bucks nemen, maar daar en tegen ook van ieder Kogel verwagcen dat zy in Haat zyn noch 3 menfchen te dooden. EeNIGE voorvallen uit den 7 JAARIGEN OORLOG in den omtrek van wezel. Belegering van wezel en het voorval by camperbeek niet ver van het klooster campen. Als de Geallieerde Armee in Augustus en September 1760 op menigerly wyze het indringen der Franfchen in Hanover en Munflerland waaren voorgekoomen, hoe wel de laatfte Casfel en Göttingen in bezit hadde; zo nam den Hertog Ferdinand het befluit om eene Expeditie op Wezel te onderneemen, en aan geene zyde van den Rhyn eenige Magazynen op te ligten , om daar door den Oorlog na deze Provintie te trekken. Den Erfprins van Brunswyk commandeerde dat Corps,het welk met dat oogmerk tegen Wezel voorrukten, en geduurende de belegering dezer Vesting, zig tegens het vyandelyke fecours zoude verzetten. De berenning van Wezel gefchieden den 30 September; de marsch van dat Corps het welk de belegering doen zoude, wierd zeer geheim gehouden , en de berenning zo onverwagts ondernoomen, dat het vyandelyke Guarnizoen daar door verrast wierd. Dat  ( 21 ) Dat Corps floot op de volgende wyze de Vesting in. Daar wierde drie Brigades geformeert ;de eerfte onder het bevel van den Lieutenant Generaal van Hardenberg en bezette den omtrek tusfchen de Lippe en het Canaal der zo genoemden Ysfel. Den Generaal Major van Bock nam met de tweede Brigade de zyde van Wezel, tusfchen het Canaal en den Rhyn in, en de derde plaatfte zig onder de order van den Generaal Major van Breitenbach tusfchen den Rhyn en den linker Oever van de Lippe, in den omtrek by Rahm. Te gelyker tyd pasfeerde de ligte Troepen den Rhyn,om Buderik, een Battaillon Infanterie ging in den omtrek van Rees over deze Rivier. Dit was beftemd om het Guarnizoen van Cleef, het welk uit 400 man beftond te obferveeren. Doch genoemde Battaillon rukte daar na zo ver voort, datzy het Guarnizoen noodzaakte, om zig in het daar zynde Slot te werpen. Den iften Odlober wenden zyne Doorlugtigheid den Regerende Graaf van Schaumburg-Lippe zyn opmerkzaamheid hooftzakelyk daarop, om de verfchillende quartieren van het Belegerings-Corps ten vollen in zekerheid te Hellen. Deswegens wierd aanftonds aan de Eattaryen gearbeid, die tot dat einde wierden aangelegt, en de Barrière die ongeveer een Canonfchoot van de Stad gelegen is, en van Schmitsbof tot na Weisfenberg na beneden loopt, ftelde men in ftaat van verdediging. Niet minder wierd het aan den Oever van den Rhyn leggende Dorp Fluhren door VlegtB 3 werk  ( 22 ) werk en Redans gefortificeert. Zyne Doorluchtigheid den Erfprins van Bronswyk beieverde zig even gelyk al dat geene by te dragen, wat tot eene van zo veel aangelegenheid zynde onderneeming wierd vereist. In de navolgende dagen tot het begin der Attaque, gingen deze byde hooge perfoonen met genoemde werkzaamheden voort, ook wierd van dezelve zonder verzuym dagelyks de Vesting gerecognosfeert. Hooftzakelyk maakte in deze tyd zyne Doorluchtigheid den Regerenden Graaf van Schaumburg-Lippe alle nodige toebereidzels tot deze Attaque, op die tyd kwam noch deze aanmerkelyke omftandigheid daar by,dat den Hesfifchen Overften van Dittforth met 2 Battaillons wierd geordonneert op den 2de na Cleef voortterukken, het daar zynde vyandelyke Guarnizoen wierd daar door genoodzaakt zig op den 3den tot Krygsgevangcn over te geven, 9 Canonnen en eenige Vaandels kwamen daar door in onze handen. De Overfte van Dittforth moest na deze Expeditie, met de onder zyn Commando ftaande3 Battaillons en eenige Cavallerie in het Leger aan deregter zyde van Buderick den Rhyn in de rug hebbende, inrukken, welk Leger door het vervaardigen van veele Batteryen in zekerheid wierden gefield. In de Nacht van den 6de op den 7den maakte de vyandelyke bezetting uit de bedekte Weegen, een fterk Geweervuur, ook gefchiede eenige Canonfcheuten, vermoedelyk wyl onze Patroulles zig te zeer hadden genaderd. In de Nacht van den ?den tot op den 8ften viel dit zelve voor. Den  C 23 ) Den oden ondernam de vyand uit de tete de Pont die zy aan de Lippe hadde vervaardigd, een Uitval met 2 Esquadrons op de Schanfe, die van onze zyde in dezen omtrek gemaakt wierden, onze arbeiders en derzelver bedekking wierd te rug gedreeven, en het verlies aan onze zyde beflond uit eenedooden en 10 Gevangenen, de Brug die in den omtrek tot App over de Lippe wierd gellaagen, kwam dien dag in order, ook wierd een begin met het flaan van een tweede Brug over de de Lippe gemaakt. In de Nacht van den loden op den irde gefchiede de opening van de Tranchees. Dezelve wierde te gelyk aan twee plaatzen, rechts en lings van het Canaal tegen de Cleeffe, Brugner en Berlynfche Poort ondernoomen. Zy wierd tot ftand gebragt, zonder dat de vyand daar van iets het geringde vernam, en den arbeid vorderde die nacht zo ver, dat de rechter Vleugel zich tot aan de zieke Kerk uitftrekte, en de linker tot voor het Finhuys uitliep, zo na aan de Pallifaden van de Vesting, dat de Parallele flegts 150 Vaam daar van af waaren. Met het aanbreken van den dag, wanneer de vyandelyke bezetting onze Tranchees gewaar wierden , maakte hunne Artillerie eene fterke Canonade, doch waar door in zyn geheel geen fchade wierd uitgericht, veel minder eenig oponthoud aan den arbeid veroorzaakte. Tegen den middag ftak de vyand het Fannhof in brand. In dezelve tyd om n uuren deed de vyandelyke bezetting een Uitval, tegen de midde van onze Attaque., met ongeveer 300 manen 100 B 4. ar-  ( 24 ) arbeiders. Onze arbeiders en 200 man, die onder Commando van den Lieutenant Collqnel van Sidowzig tot bedekking in de Tranfchees bevonden, wierden daar uit -erjaagt. Doch 2 Battaillons die zig insgelyks tot bedekking van de arbeiders, agter de in Haat van verdediging gezette Linie ophielden, rukte onder het Commando van den Lieutenant Collonel van Butlar met de levendigfte Heldhaftigheid voor, en dwongen de vyand wederom na de Vesting terug te trekken. Het verlies aan onze zyde, het welk wy hooftzakelyk door de Canonade uit de Vesting leeden, beftond in 9 dooden, cn 10 gewonden, onder welke laatfte zig den Lieutenant Collonel van Butlar mede bevond. Ookwaren in een diftantie van ongeveer jo fchreede de Tranfchees eenigfins ingeworpen, doch het welk in eenige minuten wederom kon worden herlteld. Tegen den avond rukte daar op 5 Battaillons tot bedekking in de Tranfchees, die toereikende waren om de bezetting in order te houden. In de Nacht van den 11 de op den 12de voer de vyandelyke Artillerie met hunne fterke Canonade voort, doch aan onze zyde wierde wy daar door in zyn geheel niet gehinderd, om een begin te maken met het opwerpen van 5 Batteryen en met de voortvaring om de Tranfchees ruymerte maken en in behoorlyken ftaat te brengen. De fterke Canonade continueerden den i2den, ook wierden van de vyand noch verfcheide huyzen buyten de Stad in brand geftooken. Des nademiddags gefchiede van nieuws na den omtrek van App  C 25) App een Uitval van ongeveer 40 man Cavallerie die door byna 200 man Infanterie wierden onderfteund. Onze Veldwagten , die agter de hoogtens verdekt ftonden, rukte onverwant voor, en dreeven de vyandelyke Cavallerie met verlies terug. Even gelyk wierden deze ook nog in het te rug trekken met eenige Canonfcheuten begroed. Voor het overige rukte den Lieutenant Generaal Waldgrafe, met een Corps Engelfche en Bergfchotten van de Armee tot verfterking voor Wezel in het Leger. Dit Corps plaatfte zig tusfchen den Rhyn en de Lippe, in den omtrek, alwaar den Generaal Major van Breitenbach zig reets bevond. Des avonds marfcheerden den Generaal Major van Bock even gelyk met eenige Regimenten aan geene zyde van den Rhyn, over de even gereet geworde Brug. Genoemde Brug was in den omtrek vanFluhren geflagen, en hadde het Yland, van de zogenoemde Carthuzer Graaf tusfchen zig. Op den zeiven dag maakte de vyand even] gelyk een begin met het flaan eener Brug over den Rhyn, die hy tot op de helft in order bragt, doch dezelve des nachts met de grootfte fpoed wederom afbrak, terwyl van onze zyde in even die nacht verfcheide werken aan den linker Oever van den Rhyn, by het Jagerhuys regt tegen over die van de vyand, wierden aangelegt. Het vyandelyke Canonvuur in deze nacht was ook niet zo fterk, waar mede den 13de des daags wierd voortgevaaren, en zo veel te grooter was de viyt, om de Batteryen en Tranfchees in volkoome order te brengen. De Canonade uit de Vesting was den 14de op B 5 de  ( 20 ) de zyde van den Rhyn zeer levendig, het welk in de nacht met even die zelve levendigheid wierd voortgezet. Ten zeiven dagen tegens den avond ontfing men een berigt, dat een Corps Franfche van 30 tot 40 Battaillons onder het Commando van den Lieutenant Generaal Marquis de Caslriers tot ontzet in aanmarsch was, en reets by Rhynberg waaren genaderd. Den Lieutenant Generaal Waldgrafe met zyn Corps, als mede 3 Regimenten Infanterie en 4 Eïquadrons van het Corps dat de belegering verrigte, wierden des wegens geordonneerd, aanftonds op te breeken, en zig by het Corps van den Generaal Major van Bock aan te fluiten, het welk reets des nachts tot in den omtrek tusfchen Rhynberg en Offenberg was voortgerukt. Doch wegens de verre marsch en het pasfeerenvan den Rhyn te Fluhren,konden dezen tot het opbreeken geordonneerde troepen niet eerder te Offenberg aankoomen, als den 15de des middags, onder het Commando van zyne Doorluchtigheid den Erfprins van Bronswyk genoemde troepen obferveerdede vyand aan den linker Oever van den Rhyn,terwyl zyne Doorluchtigheid den regerende Graaf van Schaumburg-Lippe met 5 Regimenten Infanterie en 1 Regiment Cavallerie zig tusfchen den rechten Oever van den Rhyn en den linker Oever van de Lippe in den omtrek van Furth Posteerden, en met dit Corps de vyand obferveerde, die over Roeroord en Avefel wilden indringen. Tegen den avond kwam nog een Corps onder het bevel van den Generaal Major Howard voor Wezel, doch het zelve moest aanftonds  ( *7 ) ilonds by Busfen in Scheepen den Rhyn pasfeeren, en zig even gelyk by het Corps van zyne Doorluchtigheid den Erfprins van Bronswyk voegen, zo dat onder hoogstdeszelven Commando zig 20 Battaillons en 26 Esquadrons bevonden. Nadien verfcheide berigten waaren ingeloopen, dat de vyand in 3 Colonnen opKlooster-Campen aanrukten , en van die zyde wilde doordringen; zo liet zyne Doorluchtigheid dat Corps het welk onder de order van den Generaal Major Bock zig bevond, en 5 Battaillons en 6 Esquadrons uitmaakte, voor Rhynberg liaan, en brak zelve met de andere Regimenten en Esquadrons na Klooster-Campen op, in de nacht van den 15de op den iöden , om aldaar de vyand aan te grypen. De vyandelyke detachementen die voor het Front waaren uitgezet, wierden over het hooft geworpen, en tot Krygsgevangen gemaakt; wy bekwaamen 2 Vaanen 3 Canonnen, 1 Lieutenant Generaal, 1 Brigardier en verfcheide Officieren, Onder-Officieren en Gemeenen. Hier op liet zyne Doorluchtigheid den Erfprins zyn Corps eene beweging op de linker Vleugel van de vyand maken. De Attaque nam den 16de des morgens om 3 uuren een begin, na dat dezelve driemaal met eene biezondere levendigheid , en de grootfte heldhaftigheid was wederhaald geworden; doch zyne Doorluchtigheid den Erfprins van Bronswyk zag zig, wegens de overmagt van de vyand en uit gebrek van Patronen zo wel voor de Artillerie als Infanterie, als ook wyl de troepen wegens de veele geforfeerde mgrfchen op het fterkfle waare gefatigeert, ge-  ( 28 ) genoodzaakt te rug te trekken. De terug marsch gefchieden over Alpen, alwaar zig het Corps by de Geeste wederom zette, Erichs aan de linker Vleugel hebbende, geduurende dezen terüg marsch verliet den Generaal Major van Bock even gelyk den omtrek tusfchen Rhynberg en Offenberg, eu Posteerde zyn Corps wederom in het tot zekerheid van de Brug over den Rhyn fterk verfchanfte Leger. Des avonds kwam ook nog een Corps van de Geallieerde Armee onder het bevel van den Lieutenant Generaal van Kielmansegge aldaar aan, het zelve Posteerde zig op de hoogte van Heins , en was daar toe beftemd om even gelyk die van de zyde der Roer indringenden vyand waar te neemen. In den nacht van den 16de op den 17de zwol de Rhyn zodanig op dat daar door de Brug geheel aan ftuk raakte. Om op nieuw een zekere en bekwaame Brug te vervaardigen, gelyk zulks van den Lieutenant Erben, die daar over het opzigt hadden, wierd ftaande gehouden, wierd men genoodzaakt ten minften 1000 fchreeden den Rhyn verder na beneeden een nieuwe te flaan, de welke zig wegens de kortheid van tyd alzo zonder hooft, en zonder de geringde verdediging bevond, den 17de des morgens drong de vyand met veel geweld aan, en van onze zyde verwagte men dezelve met de grootfte ftandvastigheid, enwagte alle ogenblik den Aanval. Doch de vyand liet het alleen daarby bewenden, om met kragt op onze linker Vleugel los te dringen, naar welken Aanval wierd afgeweerd. Geduurende dezen tyd viel de nacht in. Het flaan eener  C 8> ) eener nieuwe Brug kwam eindelyk den igden des morgens om 3 uuren volkomen tot ftand, waarop aanftonds zyne Doorluchtigheid het Corps liet opbreken en over de Brug deiïleeren. Het zelve gefchiede met de grootfte order, en uit gebrek aan de Tete de Ponts wierd op order van zyne Doorluchtigheid den regerenden Graaf vanSchaumburg-Lippe een Wagenbrug geflagen, en de byde zyde der Brug van den Oever des Rhyns met 24 Canonnen bezet. Toen de Agterhoede een begin maakte om over de Brug te defileeren, lieten zig reets de Hoofde van de vyandelyke Colonnen zien. De Voorhoede van de vyand rukte met alle inagt voort, en onze troepen wierden op de Brug gecanoneert, doch de op onze andere Brug geplaatfte Artillerie maakte op eenmaal, een zodanig vuur, dat daar door de vyandelyke Artillerie tot zwygen gebragt en in ontzag gehouden wierd. Zo aanftonds het Corps van zyne Doorluchtigheid den Erfprins den Rhyn gepasfeert was,wierd op order van zyne Doorluchtigheid den regerende Graaf van Schaumburg Lippe het Tranfchees veriaaten, en het belegerings Corps voegde zig by dat Corps, het welk den Rhyn gepasfeerd was. Na deze vereeniging rukte dit geheele Corps in het Leger by Brunen,de terug togt van dit Corps, en de opheffing van de belegering gefchiede met zodanige order, dat de vyand zeer weinig van de belegeringstryn en flegts alleen niets anders dan een drie ponder, het welk geheel gedemonteerd was op den 16de in handen viel. Aan het weg maken en opruymen van de by Bru-  (30) Brunch geplaatfte Wapenhof wierd aanftonds den Joden met de grootfte vlyt gearbeid, terwyl reets de aangekoome belegerings Artillerie den 17de de marsch op Munster hadden aangenoomen. Bericht van de veldslag by hochstadt door de;: hannoverschen veldmarschal van bul0w aan den keurvorst van hannover, daar na koning van engeland, george den i. den 13 augustus i704. Doorluchtige keurvorst genadige heer. Het is buyten twyfel,dat de Ritmeester Eusch, dewelke ik den 13de dezer des avonds om 6 uuren, uit de Camp de Battaille by Hoodftadt als Courier afgezonden, de verblydendetyding, aan uwe KeurVorstelyke Doorluchtigheid, mondeling zal hebben overgebragt , op welk eene wyze onze Geallieerde Armee eene heerlyke Victorie, op de vyand bevogten, dezelve geheel uit het Veld geflagen, en niet alleen een groot getal van de vyand gedood , maar ook daar benevens, den Marfchal der Franfche M. de Tallardjen veele andere Franfche Generaals,gelyk ook werkelyk over de 8000 gevangene bekoomen heb. Ik hebbe het van myne plicht als Onderdaan van uwe Keurvorftelyke Doorluchtigheid geacht, een volledig bericht van deze bekoome Victorie omHandig te moeten mededeelen. Als wy van onze zyde het bericht ontfingen; dat den Keurvorst van Beieren zich met den Marfchal  ( S1 ) fchal de Tallard hadden vereenigd en van voorneemens was, den Donau by Dillingen en Lauingen te pasfeeren, en dat hunne Armee door deze vereeniging 72 Battaillons en 150'Esquadrons waren fterk geworden: (*) Zo hebben wy de Refolutie genoomen: Frankenland en Zwaben voor eene vyandelyke Invafie te dekken, en zo fpoedig als eenigfints mogelyk, den Donau te Donauweert en beneden den Rhyn te pasfeeren, en ons met het Corps, door den Prins Eugenius van den BovenRhyn tot hier toe geleid, te vereenigen. Wy deeden den n de dezer, toen wy de pasfering van de vyand vernaamen, een zeer verre marsch om over de Wernitz te pasferen,het welk dan ook werkelyk gefchiede. De vyand was intusfchen op den zei ven dag, na dat, hy den Donau te Lauingen en Dillingen gepasfeert was, in aanmarsch, om den Prins Eugenius te attaqueeren, maar dewelke zig by tyds op den Schellenberg by Donauweert retireerde. Doch hy marfcheerde nog op dien zeiven dag met onze Armee terug, en formeerde een Leger by Munster. Dan terwyl onze Artillerie en Bagagie onmogelyk op deezen dag wegens de GrooteMarsch in het leger konde aan komen: zo vonden wy ons ge- nood- (*) Waar by noch te ovenveegen, dat de vyandelyke Armee uit de Edelfte zo uit de Beyerfche als Franfche troepen beftond, en dat de Geallieerde flegts 64 Battaillons en 172 Esquadrons hadde, doch waar van noch veele Cavallerie en het Corps onder den Prins Louis van Baden tot belegering van Ingolflad was gedetafcheert.  (30 noodzaakt om den iaden dezer met de Armee te moeten ftil houden, en het Leger by Hochfiadt te Recognosfeeren. Als wy nu des Morgens vroeg uitreden, om de vyand te Recognosferen, bevonden wy, niet alleen dat hy, op deze zyde van Hochftadt reets eene Hoogte tegens ons occupeerde, maar ook by genoemde Hochftadt aireede het Leger geflaagen hadde, waar door wy dan van wegens de Voeragie zeer waaren ingeflooten; en de vyand ook zodanig geposteerd ftond, dat hygevoeglykDetachemente in het Wurtenbergfche en in Frankenland hadde kunne zenden. Wy lieten een gedeelte van onze Cavellerie, tegen de Hoogte door de vyand ingenoomen, Marfcheeren, doch waar op zy in haar genoome leger by Hoogftadt retireerde. Nadien wy nu daar na de gevolge , die uit dusdane genoome Post konde voorkoomen in overweging naamen, namentlyk hoe moeilyk het weezen.zoude, om in ons genoome Leger zo lang te blyvenftaan, tot dat de belegering vanlngolftadc was ten einde gebragt; nadien ons Leger ook wegens de fituatie zeer nauw en infultabel was: derhal ven refolveerde men den volgenden dag, den 13de Augustus, met onze Armee recht tegens het vyandelyke Leger te marfcheeren, en in geval de Situatie en gelegenheid het veroorloofde, dezelve eene Battaille te leveren; waar toe dan ook de nodige befchikkingen wierden gemaakt. Wy hebben dan, opgemelde dag onzen marsch met het aanbreeken van den dag aangenomen, en zyn om 7 uuren voor het Leger van de vyand gekoomen, doch  (33) doch het welk zy in zyn geheel niet vermoed hadden. De Generaals waaren toen noch alle te Bed, hadden bovendien uitgezonden om te voerageren, die zy op aannadering van onze Voorhoede door een Signaal van twee Canonfchooten te geven , in het Leger lieten terug koomen. Wy hadden intusfchen tyd om de fituatie en het terrain te recognosfeeren, als ook om onze Armee voor het Leger van de vyand in Slagorder te ftellen. Het Leger was voor den vyand zeer voordelig; had aan de rechter en linker Vleugel een Dorp, waar door zy hunne flanque dekte en voor het Corps de Battaille eene Beek, waar door ondericheide Moolens gedreven wierden, hebbende agter dezelve hunne Cavallerie en ordre de Bataille gerangeert. De vyand ziende, dat het van onze zyde ernst was, om zyn Leger te attaqueeren,liet niet alleen ondericheide Dorpen, welke langs de Beek gelegen waaren, in brand fteeken, maar maakte ook bovendien alle tot zyne defenfie dienende Dispofitien, rigte zyne Canonnen tegens ons, befchoot ons met dezelve onophoudelyk; en bragt ons daar mede rykelyk fchade toe. Uwe Keurvorftelyke Doorluchtigheid zult uit het bygevoegde Plan de Dispofitie beter kunnen zien. De rechter Vleugel, die door den Prins Eugenius wierd gecommandeerd, beftond uit Keyzerlyke, PruyfiTche en andere Kreits troepen , gelyk mede in eenige Deenfche Infanterie; dezelve trok langs de hoogte na boven, ten einde van de vyand de flanque te winnen , het welk dan ook den Keurvorst van Beyeren met zyne linker Vleugel, beC ftaan-  ( 34 ) flaande gedeeltelyk uit zyne eigene en gedeeltelyk uit Franfche troepen onder den Marfchal de Marfin, even gelyk deed, ten einde zig de flanque niet te laten neemen. Als nu onze Armee in Battaille gerangeerd was, zo wierd om een uuren des namiddags de Attaque van onze linker Vleugel begonnen; de Infanterie attaqueerde het Dorp Blintheim (Bleinheim) het welk door de vyandelyke rechter Vleugel gedekt was, en waar in de vyand 26 Battaillons en 4 Regimenten Dragonders van de Franfche troepen geposteerd hadde. Gemelde Dorp was niet alleen van vooren met een Beek gedekt; maar had ook anders onderfcheide voordelige posten, zo dat het zeker eene onmogelykheid was, den vyand zonder een geheel ruwiene van onze Infanterie daar in te forceeren. Niet tegenftaande dit alles vuurde de Infanterie aan byde zyde 6 uuren lang , onophoudelyk op eikanderen; even dit zelve vond ook plaats aan de rechter Vleugel, waar by zig hetPoolfche, Tekelenburgfche, gelyk ook de twee Ranzouwfche en Bernftorffchen Battaillons mede bevonden. Aan onze linker Vleugel waren de 8 Hannoverfche en Zellefche Battaillons, doch waar van het eerfte Battaillon Garde, mede byde 10 Battaillons, die van deze Vleugel tot de eerfte Attaque onder den Hesfifchen Generaal Major Wilkens wierden gedetacheert. Deze Battaillons begonnen het eerst de Attaque op het Dorp Blinth eim, zo aanftonds dezelve begonnen , pavfeerde de Cavallerie van de linker Vleugel Pclemêle de Beek voor het Corps de Battaille van de vyand, offchoon genoemde Beek een hooge Oever en  C 35 ) en moerasfige laagte had. Zy formeerde zig aan geene zyde voor de vyand, zo goed zy konde, de welke eene kleene Canonfchoot daar van daan de Hoogte occupeerden. Doch hy liet aan ons de tyd, dat wy de eerfte Linie konde formeeren. Ia. tusfchen pasfeerde ik ook met de tweede Linie, maar toen ik ongeveer met Uwe'Keurvorftelyke en Vorstelyke Zellefche Dragonders, de Beek was gepasfeerd en in ordre de Battaille ftond , gaf de vyandelyke Infanterie uit het Dorp Blintheim, op de Engelfche Cavallerie, dewelke de linker Vleugel hadde, eene decharge in de flanque, te gelyk attaqueerde de vyandelyke Cavallerie de eerfte Linie , waar door alle Engelfche Cavallerie op de linker Vleugel in de eerfte Linie, tot aan het Geele, Voigtfche en Nogellifche Regiment de vlugt namen, en over de Beek terug weeken. Doch ik liet aanftonds de onder myn Commando ftaande Dragonders uit de tweede Linie tegen de vyand avanceeren, floeg dezelve wederom terug, en ftelde my aanftonds weder in order. Toen het de geene die terug weeken zagen, dat wy de vyand het hooft boden, kwaamen zy qver de Beek te rug. Intusfchen gaf de vyand aan ons zo veel tyd, dat wy ons weder in twee Linien konde ftellen, dóch alle Cavallerie van dit Huys bleef, gelyk ook eenige Hollandfche Regimenten in de eerfte Linie ftaan, en attaqueerde daar op de vyand, repousfeerde ook dezelve, en wel tot viermaal na eikanderen, zo dat hy geheel uit het veld wierd geflaagen. In dien tusfchentyd kwaamen 4 Battallons Spaanfche aldaar aan, die door de 3 Regimenten C 2 Ca  ( 3« ) Cavallerie, als de Geele, Voigtfche en Nogellifche geattaqueerd, en geheel wierden over het hooft geworpen, zo dat deze 4 Battaillons gezamentlyk ter neder gezabeld wierden. Uwe Keurvorftelyke Doorluchtigheid kund verzekerd zyn, dat de Cavallerie van dit Huys, een groot deel aan de behaalde overwinning hebben, ook door ieder een aan hun dien lof en getuygenis moet gegeeven worden, dat geen Cavallerie zo gewillig zig betoonde tot het Chargeeren, als de Hannoverfche en Zeilefche, zo dat zy de overige Cavallerie van de linker Vleugel tot een voorbeeld diende. Het Villerfche en Bothmerifche Regiment en een Esquadron van myn Regiment, die in het begin de Beek pasfeerde, hebben zig op eene zonderlinge wyze gedistingueerd, door dien zy de eerfte vlugt hebben geredresfeert. In het begin waaren van myn Regiment, terwyl het op de Vleugel ftond, 3 Esquadrons, benevens 7 andere Engelfche en Hesfifche Esquadrons ftaan gebleeven, om de Infanterie, die het Dorp Blintheim zoude attaqueeren , te onderfteunen, doch die ik voor de Choc wederom by het Regiment hadde getrokken. Het is zeker, wanneer de 25 Esquadrons van Uwe Keurvorstelyke en Hertoglyke Doorluchtigheid van Zelle,zyne Cavallerie niet de eerfte disordres hadde geredresfeert, ook daar na, zig niet gewilliger dan andere om te Gharfeeren hadden betoond, en zig ieder keer inde eerfte Linie hadde geplaatst, wy de Battaille zeker zoude verlooren hebben. Na dat wy nu de Franfche Cavallerie hadde over het hooft geworpen, en tusfchen by de Dor-  C 37 ) Dorpen waar mede de vyand zyne rechter en linker Vleugel hadde gedekt,onze Cavallerie zig hadde geposteerd, dan was het niet meer mogelyk geweest, de 26 Battaillons en 4 Regimente Dragonders van de Franfche troepen uit het Dorp Blintheim te Sauveren; weshalve men het onnodig achte onze Infanterie verder tegen dezelve te laaten Charfeeren, alzo zy bovendien ingeflooten en zo goed als gevangen waaren. De Generaal Major de Herbeville heeft, na dat de Franfche Cavallerie uit het Veld was geflaagen, terwyl hy gefepareert tusfchen de Cavallerie gerangeert geweest was, de vyand geattaqueert, lang gechargeert, en de eer gehad, met meer genoemde 26 Battaillons en 4 Regimenten Dragonders, in het Dorp Blintheim te Capituleeren, en dezelve gezamentlyk tot Prifonniers de Guerre te maken; doch met die Conditie, dat de Officieren niet flegt zoude behandeld worden. Voor het overige vind ik my verpligt ,al!e overige Generaals als ook de andere hooge en mindere Officieren, gelyk mede de gezamentlyke troepen van Uw Huys dat getuigenis te geven, dat zy zig boven alle andere in de Armee gedistingueert hebben. Offchoon de troepen van dit Huys, by deze Actie een confiderabel verlies geleden en veele brave Officieren van waare verdienden daar by hun leven hebben gelaaten, zo zal doch Uwe Keurvorstelyke Doorluchtigheid deroem, welke de troepen van Uw Huys daar by hebben verworven , en ook in het biezonder, ter wy 1 door deze aanmerkelyke Victorie ,aan het publiek een zeer groot voordeel word toegebragt, en tot eene biezondere C 3 raad-  C 38 ) raadgeving dienen kunnen. Diergelyke overwinning isin veele jaaren, tegens de vyanden van bet Ryk nn t bevogten. Onze rechtervleugel is zo gelukkig niet geweest,alzo de vyand dezelve altoos repousfeerde, en dikwyls in confuile heeft gebragt, dat ook de Keurvorst zodanige Attaque, noch twee uuren lang, na dat de geheele Franfche Cavallerie reets uit het veld was geflaagen, ftaande hield. Wanneer men de nodige Dispofitie hadde willen maken, zoude zig de Keurvorst van Beijeren tusfchen ons bezwaarlyk hebben kunnen retireeren: alzo hy op het laatst door onze Cavallerie in galop bcvreide, zonder dat wy hem attaqueerde, fchoon men hem anders gemakkelyk had kunnen ombrengen. Ik voeg hier by de Specificatie van de dooden en verwonde; wat de laatfte aanbelangt, zo heb ik dezelve heeden met elkandere na ons gectableert hospitaal doen brengen, alwaar dezelve gelyk bekent is wel worden bezorgt. Uwe Keurvorstelyke Doorluchtigheid gelieve voor het overige goedgunstig te behagen, het verlies der Opper Officieren door die geene, welke een avancement meriteren,hier door fpoedig te verhelpen , inzonderheid by het tweede Battaillon van de Gardes, die zig gelyk de eerfte in de Battaille op een zonderlyke wyze hebben gedistingueert. Daar zyn zo veele voornaamen gevangen genoomen, dat eenige bladen papier zoude vereist worden, om daar vaneen Lyst te formeeren, wanneer dezelve alle zoude worden aangehaald. Met eerst genoemde zal ik een nauwkeurige opgave overzende van het geene wat wy verlooren hebben. De Franfche zeggen ons, dat zy  (39 ) zy de Edelfte van hunne oude troepen by deze occafie gehad, waar onder iooo Gens d'armes de la maifon du Roi zig bevinden. Wy hebben geen Generaals verlooren, uitgenoomen dat de Prins van Holfteinbeck, met 20 wonden, gelyk ook de Graaf Nogel door den Hals, en de Generaal Major Nazemel verwond is, doch welke alle hope tot eene geneezing hebben. Ik ben met aller onderdanigst refpect. Uwe Keurvorstelyk Doorluchtigheids onderdaanige Dienaar C. W. BULOW. Bericht van de veldslag by rosbach met aanmerkinge van den graai''van st. ger- main (*) overgezet uit de CorrCS- pondance -particuliere du Comte de St. Germainavec M. du Verney. Den 3often Oftober (1757) ging de Prins van Soubife over de Saai en plaatfte zig by Merfeburg. In Weisfenfels bleef de Heer van Crillon met 2 Battaillons Beierfche en 10 Compagnie Franfche Grenadiers (**). De (*) De Graaf St. Germain was mede ooggetuigen by deze Veldflag en commandeerde een gedeelte van de Franfche en Ryks Armee. Zyne aanmerkingen zyn derhalven in dat gedeelte , wat deze Armee aanbelangt, zeker geloofwaardig. (**) In Weisfenfels bleeven 4 Battaillons en i/CompagC 4 nie  ( 40 ) De Heer van St. Germain was in Naumburg gebleeven (*). Den Koning van Pruysfen zogt ons van Saxen te verweideren, en waagde het in de nacht van den 3ofte op den 31 fte zyne Armee van 28000 man fterk (**) die hy onder Leipzig hadde gezonden, in 3 Corpfen te verdeelen, ten einde hy met 2 tegen Merfeburg en Naumburg zigvertoonen en om met de overige Weisfenfels op eene ernftige wyze te kunnen aanvallen, het welk voor ons even een zo nadeelige als voor hem voordelige Post was. Na eene marsch van 7 Franfche mylen viel hy op deze laatfte Post, wanneer men zulks het minften verwagten (***). Het nie Franfche Grenadiers. De Prins van Hildhurghaufen fliep hier de nacht en ging des 's morgens daar van daan. Deze en alle overige aanmerkingen zyn van den Graaf van St. Germain. (*) De Heer van St. Germain kwam van Leipzig te rug, en konde flegts met veel moeite Pegan aan de Saai ;n eene nacht bereiken. (**) Deti Koning van Pruisfchen hadde flegts 22008 man. Hy marfcheerde van Leipzig over Linzen , zond flegts eenige troepen tegen Merfeburg, liet Weisfenfels aangrypen, waar uit men , zonder eenige order, uittrok, en daar op verdeelde hy zyne macht tusfchen Weisfenfels en Merfeburg. (***) De Pruisfifche Armee was des nachts voor den Aanval gelegerd, 4 Franfche mylen van deze plaats. Doch zyne voorposten waaren flegts eene myl daar van gelegen. Het was daar door bekend, dat hy met het aanbreken van den  ( 41 ) Het grootfte gedeelte der Beierfche, die met de flopkoufen in de hand daar van daan vlugten, verlieten hunne Posten, en waaren zeeker alle genoomen , wanneer niet onze waakzaame Grenadiers de vyand eenige ogenblikken hadde opgehouden; Intusfchen wierde zy noch gedwongen om de Brug in brand te fteeken. Dit voorval maakte een zeer flegte indruk op de Armee, men befchuldigde den Heer van Crillon, die reets te middernacht gelyk men zegt, bevel gegeven hadde, om Weisfenfels te verlaaten. De Koning van Pruysfchen hadde zig flegts voor Merfeburg, wille doen zien; hy verzamelde zekerlyk zyne geheele Armee in de nacht by Weisfenfels tegen over ons Leger,en des anderen daags, den ifle November, breide hy zig tot by Merfeburg uit, doordien hy verfcheide bewegingen liet maken, alwaar den Hertog van Broglio zig mee 6 Battaillons bevond. Doch hy ondernam tegens deze Post niets, alzo hy dezelve in een zeer goede ftaat bevond. Wy Legerde ons agter Laag-Peina. Den Prins van Hilburgshaufen, die een Veldflag wilde vermeide, volgde ons niet; hy gaf intusfchen zyne Curasfiers aan den Prins van Soubize over, bleef in zyn Leger tegens Weisfenfels flaan, en liet de Graaf van St. Germain door een Corps Keyzerlv- ke dag, den Aanval doen zoude. Onze troepen zyn hier zeer (legt aangebragt; en door niemand waaren de gegeve beyeelen ter uitvoer gebragt. C 5  ( 42 ) fce troepen onder Commando van den Prins van Baden-Durlach in Naumburg aflosfen (*). Den 2de November was de Koning by Hall genaderd, en den Prins van Soubife trok zyne Armee in het voordeelige Leger by Mucheln te zaamen. Hier door wierd den Koning van Pruysfen gedwongen , wederom na Merfeburg te rug te trekken (**) het welke wy verlaaten hadde. Hy durfde het niet wagen de Rivier by Hall te pasfeeren. (***) Alzo hyons leger flegts op de Rechterflank konde aanvallen, en daar by aan ons zyne flanque op 4 franfche Mylen hadde aangeboden. Den 3den Vereenigde zig den Prins van Hildburgshaufen met ons by Mucheln (****) zynde hy van gedagte dat den Koning van Pruysfen iets tegens hem wilde onderneemen. In (*) Den Graaf van St. Germain is flegts Naumburg gepasfeert, toe by Van Leipzig terug trok, en is alzo niet afgelost. Deze terug togt gefchieden gedurende die tyd dat Weisfenfels wierd aangevallen. (**) Dit is alles niet alzo. Het Leger by Mucheln was van welke zyde men het zelve befchouwde, flegt, en wy moesten geflagen worden, of van Honger fterven. Wy Helde hier onze troepen inde rug, aan de vyand,bloot,die ook den 3den des avonds zig agter ons Legerde. (***) Den Koning van Pruysfchen hadde hier geen gevaar. (****) Den Prins van Hilburghaufen was ver over onze linker Vleugel heen getrokken en was buyten alle gevaar. Hy vereenigde zig met ons, in de nacht tusfchen den 3den en 4den.  (43 ) Intusfchen dat dit gefchiede, pasfeerde de vyand de Saai te Merfeburg en Weisfenfels en nam tegens den avond eene zeer voordelige pofitieover Breda, een franfche Myl van onze regter Flanq, die ongedekt ftond, zo aanftonds men zulks ontdekte, Jiet men de Generaale Marsch flaan en nam eene andere pofitie $ Franfche Myl van die plaats waar onze rechter Vleuger te vooren ftond. De Rechter Vleugel van de eerfte Linie, was aan een bosch geplaatst en de Linker Vleugel, in de vlakte, was verfchanst en door een Battery van 12 Canonnen en 2 Mortieren gedekt. Jeder 4de Battaillon van deze Linie was in Colonne. Men Deployeerde deze tusfchen de eerfte en tweede Linie, plaatfte 4 Battaillons van de agterhoeden (*) in 2 diepe Colonne,in de midde op eenen van boven gelyken Heuvel, die zo als de rechter vleugel , het bedrygende gedeelte fcheen te zyn. (**) De vyanden naamen in de Nacht eene andere Helling tegen ons over, j franfche Myl van ons verwyderd. (***_) Zy (*) Agt Battaillons wierden tot de Referve zeer flegt geplaatst. (**) Onze Pofitie was even gelyk onze Slagorder flegt, en wanneer wy waaren aangevallen , was onze neerlaag volkomener geworden, dan zy op den 5de wierd. (***) De Vyande waaren des nachts geheel niet in Slagorder, en by den dag pasfeerde zy flegts eenige fchreeden verder voorwaards, die door troepen wierden oifllerfteund.  ( 44 ) Zy bragte eenige Canonnen van het front op eene hoogte, die ons door eenige 20 Kogels dwong, het vuur van de eerfte Linie, op de rechte Vleugel, die het Regiment de La Marine infloot, te losfen. De Koning van Pruysfen trok den 4de des morgens in zyn Leger te rug, alzo hy zyne flagorder goed en zeker hadde gevonden. (*) Om deze terug togt te dekken liet hy onze Huzaren en voorposten terug dry ven, en hield ons eenige uuren daar mede op. De Heer van Soubife wierd hier over verdring en liet de Armee Voorrukken, die zig in eene voordelige ftelling bevond. (**) Want het Corps van de Ryksarmee hadde de rechter Vleugel verfterkt; doch wy zagen in de vlakte niets meer als de voorhoede van de vyand. Zy wierd door onze Dragonders en eenige Artillery gerecognosfeert , maar de Koning van Pruysfen ftelde een groot Corps Cavallerie tegen ons, die onze eerfte Dragonders welke tot hunne onderfteuning voorrukte,(***) terug dreef, zo dat de vyand in dien tusfchen tyd hunne terug togt volvoerde. Hier (*) Den Koning van Pruysfchen behoefde ons den 4de niet aan te grypen; hoe flegt onze ftelling ook altyd zyn mogt, zo wilde hy doch niets resqueeren, hy was te wel overtuygd, dat wy hem niet konden ontgaan. (**) Wy rukte eenige hondert fchreeden voort, op eene wyze zonder eenig overleg. (***) Daar viel verder niets voor, dan eene fchermutzeliitg tusfchen de Huzaren , en eenige Canonfchooten tot leering van jonge lieden die te voorbaarig waren.  ( 45 ) Hier op Campeerde onze Armee op haar flagveld, en ik neem de vryheid om te beweeren, dat het zelve zeer flegt was uitgekoozen. Hadde men den Koning van Pruysfen wille dwingen, om te flaan, of geheel terug te trekken: dan had men onze linker vleugel daar moete plaatfen alwaar onze rechter vleugel zig bevond; (*) dan was onze Armee nader byde vyand, en had zyne linker vleugel, die de plaats van de aanval was, over vleugeld,ook hadden zy een Bosch naast hun, hetwelk onze troepen, die zeker alle zonder Tenten waaren , beter tegens het ruuwe weer des Nacht. Zoude hebbe gedekt. Den 5de des Morgens fcheen de Koning van Pruyfchen in zyn Leger gerust te zyn, (**) wy geloofde ook niet, dat wy hem daar in zoude verontrusten. Doch om 8 uuren wierd in onze Armee de Generaale Marsch geflaagen en ogenblikkelyk moeste wy opmarfcheeren. Men geloofde in de Armee men zoude eerder Retireeren dan flagleveren.(***) Men detacheerde van de Armee onder Commando van de Heer St. Ger- (*) Een diep Dal maakte het onmogelyk de hier voorgeftelde fteiiing te neemen, ook konde wy niet nader by de vyand zyn, als wyin der daad waaren. Hier was geen voordeliger Helling te verkiezen; men zoude anders deze Pofitie niet hebben genoomen. (**) Den sden des morgens hadden de ligte Troepen noch eene groote fchermutzeling. (***) De terug togt was onmogelyk, en zoude zo fchandelyk als vol gevaar geweest zyn.  ( 46 ) Germain de byde brigaden de la Marine en van Touraine benevens Twee van de Cavallerie om de agterhoede te formeeren. Hy moest hier op tegen over het Centrnm van het vyandelyke Leger zyne ftelling neemen, intusfchen onze Armee de linker Vleugel van de zelve omging; doch zy naamen eene zo grooten omweg,dat het fcheen, als of z'y na Freyburg wilde, om aldaar te overnagce. De Koning van Pruysfen 'fcheen by alle onze manucevrcs te zullen ftil blyven, zyne Tenten bleeven ftaan en zyne veldwagte op 'dezelver plaatzen. Maar dit was eene wel overlegde verftelling; want hy hadde flegts weinig Infanterie in de Tenten , zy waaren reets verborgen in het Ravin geposteerd, waar over hy eenige Brugge (*) had laten leggen, om ons wanneer het tyd was, aan te grypen. Dit was een voordeel, dac wy , als de daar zynde omtrek geheel onkundig, niet konde hebben. Des nademiddags om half 3 als wy voor den Koning van Pruysfen verre genoeg waren, liet hy in een half uur de tenten afbreken en de bagagie weg voeren, zyne overige troepen moesten nevens het Ravin voor by Defileeren, die hy agter een Corps Cavallerie hadde verborgen. (**) Hy zelve maakte met het overige gedeelte van de Ca- (*) Aldaar was geen Ravin, en alzo ook geen Brugge. Het overige van deze Krygslist beflaat ook flegts in de veibeelding. (**) De Pruysfifche troepen (tonden'op Koogtens, waar door alle hunne manoeuvres voor ons verborgen bleeven.  ( 47 ) Cavall'erie eene overhaaste marsch (*) om zig fchuyns op zyne linker vleugel te plaatzen, voor de Heer van Broglio die onze voorhoede Commandeerde en dewelke zekerlyk uit onze geheele Cavallerie beftond , bleef wegens de Hoogte, deze manucevre verborgen. (**) Slegts het Corps van de Heer St. Germain konde het zien. Den Hertog van Broglio geloofde alzo zeker de vyandelyke Cavallerie te overtreffen, en hoopte om vier uuren dezelve zonder nadeel te kunnen aangrypen, zonder eens de Infanterie welke hem, volgde , af te wagten. Hy bragt werkelyk het vyandelyken Corps tweemaal toe wyken, (***) doch plotfelyk wierp den Koning zig met een groot Corps Cavallerie en Infanterie op de rechter vleugel van den Hercog, Demasqueerde zyne overige Artillerie en liet zyne Infanterie tegen de onze op- (*) Den Koning van Pruysfchen maakte geen overylde marsch, alle zyne bewegingen waaren wel overlegt, en wierde behoorlyk uitgevoerd. (**) Dat men ziet, is noodzakelyk, maar veronderfteld. ook men ziet niets,zo moet men doch met de voorzigtigheid van een Generaal te werk gaan , voornamentlyk , wanneer men geen halve Canonfchoot van de vyand verwyderd is. (***) De Heer van Broglio konde de (lag niet vermyden, hy wierd op eene levendige wyzc aangevallen, deed eenige tegenftand en wierd hier op over het hoofd geworpen en geheel verflrooiJ. Hy vermoede in zyn geheel dezen Aanval niet. Zyn Corps verbleide zig over den terug marsch van den vyand en geloofde hun te vervolgen , wanneer onze Cavallerie plotzelyk wierd aangegreepen.  C 43 ) opmarfcheeren, dezelve was nog in Colonne en in zyn geheel niet gevat hun aan te treffen, zy geraakte in fchrik, en den Koning floeg bydeLinien te gelyk. (*) By de Cavallerie ging het niet beter, zo dat het onmogelyk was, de disorders te herftellen. De Heer van St. Germain wist dat men hem niet zoude aangrypen en wilde met zyn Corps daarby, zo aanftonds als de flag een begin nam; doch hy konde alleen getuygen van de ongelooflyke neerlaag worden. (**) Dit Corps, wiens fterkte de vyand niet konde beoordeelen, hield niet alleen eene Colonne vyandelyke Cavallerie en Infanterie van de rechter vleugel op, die het overige van onze Armee zoude influyten; maar bragte het noch zodanig in disorders, dat de Koning van Pruysfen dezelve na het gezegde van de Deferteurs, eerst een groote halve franfche myl van daar wederom heeft kunne verfamelen. (***) Wy zagen werkelyk eenige disorders en de Heer van St. Germain zegt, dat hy van dezelve voordeel hadde kunne trekken, wan. (*) Het waaren flegts 7 tot 8 Battaillons, die onze rechter Vleugel aangreepen, en de Cavallerie herftelde, die de onze vervolgde. De byde vyandelyke Infanterie Linien kwaamen eerst van de hoogte na beneden, toen onze Infanterie reets in disorders geraakte. (**) Toen de fleer van St. Germain zag, dat de vyand zig in Slagorder ftelde; marfcheerde hy na de Armee , en had reets een derde gedeelte van de weg afgelegt, eer de eerfte Cauonfchoot gedaan \\ ierd. (***) De vyandelyke Armee maakte Halt! als zy naby hem  C 49 ) wanneer wy twee Brigadens op onze regter vleugel hadden in order gebragt. Doch het was niet raadzaam de byde Brigadens te wagen, het welk de eenige waaren, die de vlugt van zo veele konden dekken. Die zelve Deferteurs|zyde ook: de Koning had uit onzekerheid over dat geene, wat van agteren met het Corps van den Heer St. Germain konde voorvallen, op het Slagveld niet gecampeert, en op het zelve waaren in de nacht, niets als dooden en geblesfeerde gebleeven. Op welk eenewyze moest den Monarch den volgende dag by het zien van zo veele Tropheën (*), die wy aan zynen roem overlieten, verrast worden. Zeker , onze geheele Artillerie, ook een groot gedeelte van onze Infanterie, Pauken, veele Vaanen, en een groote menigte geblesfeerde, voornamentlyk Officieren waaren verlooren, en de wegen vol vlugtelingen en Bagagie. De Heer St. Germain verweiderde zig eerst des avonds om 3 uuren van het Slagveld, doch het ontbrak hem aan middelen om de geblesfeerde te helpen. Hy nam hem, naast een Bosch, de byde Brigadens zagen formeeren. Doch daar ontftond geen disorders by hun , zy campeerde de nacht over, geheel ftil en in Slagorder, by Reichherz-Werben, een Dorp, het welke wy geduurende de Veldflag agter onze rechter Vleugel hadde gehad. Den volgende dag, zynde den 6den des voormiddagsom 10 uuren, kwaamen zy met Detachementen, om met order het Slagveld te plunderen. C*) Den Monarch was in zyn geheel niet verrast; den Schryver houd alhier de groote Disfipline van de vyand voor vrees. D  (50) nam zyne retraite, zo als de Franfche Armee, né Freyburg. De Ryks-Armee retireerde na Pomnitz en van daar marfcheerde zy na, Weimar. De Heer St. Germain geleide verder de Agterhoede met veel order en verftand (*). Uit de onzekerheid over de verdere onderneemingen van de vyand, hebben wy3 nachten in Bosfchen toegebragt, doch op het bericht, dat wy flegts door eenige Commandoos Cavallerie vervolgd wierden , moesten wy Cantonneeren. De Heer van Soubife hadde voor zyne Armee dezelfde maatregelen genoomen, hy is tegenswoordig te Nordhaufen, eene vrye Ryksftad 2 mylen achter ons. Waarfchynlyk zal hy zyne Armee fpoedig verdeelen, zy heeft veel Eqipagie verlooren, voornamentlyk ook de gemeene Soldaten. Ik zoude een wantrouwe op uw vertrouwen ftellen, wanneer ik aan uw royne bedenkingen over de oorzaak van ons ongeluk wilde verzwygen. Na myne mening deed men verkeerdelyk, dat men den Koning, die Minister van zynen ftaac was, die een bekwaam generaal, een geleerde in de kunst van den Oorlog, die verflagen, onderneemend en een menfchen kenner was , die de Liefde en het vertrouwen van zyne troepen heeft, die zig door het winnen van zeven Veldflagen en het verlies van flegts een eenige, krygshaftig hadde gemaakt, en die hun, welke onder hem commanmandeerde zelve bekwaam maakte, dat men aan dezen Koning, twee Generaals van verfchillende Natiën tegenftelde, die verder noch niets dan dapperheid en eene goede wil konde hebben, die eene uic (*) Nimmer was ergrooter disorders, en minder goede wil.  C 5i ) uit verfchillende troepen te zamen gefielde Armee onder zig hadden,die een verfchillend voordeel zig daar van voorftelde, waar door een afwisfelend mistrouwen ontftond. Eene Armee, die uit twee andere Armeen belfond, waar van de Ryks- Armee met geweld de Wapenen hadde moeten opvatten, en by de Franfche veele vreemde Regimente waaren, die de Religie reets voorfchreef, die geene niet te verderve, welke de fteun van hunne Secte was. Doch de Franfchen ontfingen noch levendig de ongerechtigheid, die zy na hunne mening van de Heer van Richelieu hadde geleeden. Eindelyk ftelde, deze Armee geen vertrouwen in hunne Bevelhebbers, want zy zagen, in welk eene flegte verflandhouding 'zy zelve met eikanderen waaren; en de weenige krygstugt die onder de troepen was in gevoerd , waar door zy zig op hunne marfchen by een ieder gehaat maakte, ftelde hun aan het gevaar bloot, ieder oogmerk te misfen. Dit alles heeft my altyd voor de voordeelen van den Koning bevreesd gemaakt. By deze Hooftoorzaaken voegde ik noch die geene, welke het verlies van de Slag by Rosbach hebben verhaast: Wenig beleid op de marsch, alzo zeer na by de vyand, wenig Artillerie, zwakheid van Paarde en Soldaten, troepen die 2 nachten in de kouwde onder den bloten Hemel hadden doorgebragt, zonder noch eenige wyn ofbrandewyn te hebben, en eindelyk die maatregelen welke alle Generaals en ook de Fleer van Soubife zelve nam, namentlyk om de Cavallerie op te offeren, zonder dat een eenige daar aan dacht, om de Infanterie in het vuur te brengen. D 2 Be-  ( 5* ) Bericht der gevangeneeming van karel de 12de koning van zvveeden te VARN1ZA by bender. Terwyl deze ten uitterfte merkwaardige verdediging van een Huys, tot heden, in deze fpraak noeh niet omftandig is mede gedeeld: zo geven wy hier een nauwkeurig bericht van dezelve, door den Lieutenant Generaal Axel, die by den Koning in deze omftandigheid tegenswoordig was. Zy is uit de Zweedfche Bibüoteek in het Fransch, en alhier uit de Encyclopedie Militaire (van December 1772) in het Duytsch, overgezet. Na dat de Turken en Tartaaren dit Huys, waar in zig de Koning bevond, 3 weeken hadden ge. bloqueert, beflooten zy het te beftormen. Zy befchooten het zelve met Canonnen op den eerften February 1713. en greepen te gelykertyd de verfchanfïng aan. De Godsdienst wierd juyst op dat ogenblik verricht, een ieder liep op de eerfte fchoot aanftonds na zynenPost,en deKoning klom te paard, en begaf zig na de verfchanfingen, die van eenige Zweden met de grootfteHeldenmoed verdedigd wierden. Evenwel wierden deze alle gevangen genoomen, en flegts hy alleen kwam gelukkig daar van. Hy wierd tot aan het Huys vervolgd, en zyne dapperheid alleen redde hem. Als hij voor de deur van zyn kamer aankwam, klom hij eerst van het paard. De Heer Roos vatte hem in zyne Armen , en bad hem op een dringende toon, om aldaar in te gaan. Neen,zy de Koning, ik wil hier ftaan blyven, en zien, wat de Turken lust hebben te onderneemen. Dan terwijl deze intusfchen niet ophielden om na hem te fchieten Z9  (53 ) zo zogt de Heer Roos hem te beweegen, om doch ten minften door de deur te treeden. Maar hy wilde niet, hy wilde volftrekt door het venster op den Hof (waarfchynlyk aan de andere zyde) fpringen, alwaar meer dan iooo Turken, een ontzaggelyk vuur tegen het Huys maakten, in welken tusfchentyd de anderen, eenige vensters forceerde, en met de Zweeden in de Zaal en in de daar onder zynde Kamer hand gemeen waaren. Als de Koning dit gewaar wierd, konde hem niets terug houden. De Heer Roos hield hem noch flegts, toen hy zig los rukte , aan de band van den degen. De Koning maakte de Gespet los, en deed eenige fprongen; doch de Heer Roos haalde hem in, vatte hem in zyne Armen en zeide met ontevreedenheid , tegenswoordig zult Uwe Majefteit my niet ontkomen. Twee Zweeden kwamen daar by, om de Heer Roos te helpen, en deKomng in dedeur te trekken,die door andere aanftonds wierd toegemaakt en verzekerd. De Koning viel nu in de Zaal, waar in men gelyk reetsgezegt, in gevegt was. Dezelve was vol Turken, en flegts na eenige tyd jaagde men deze eerst daar uit. Verfcheide bleeven op de plaats dood, andere vlugte door de vensters of Deur. Hier op plaatfte de Koning 5 tot 6 man voor ieder venster, en op deze wijze hield hy met een handvol menfchen,eene Armee van Turken en Tartaaren 8 uuren op. Hy zelve ging van de eene Kamer in de andere, en fpoorde zyne manfchappen tot eene dappere verdediging aan. Hy bragt hun in zyn hoed kruid en loot aan; zelfs de ëooden ontnam hy de Amunitie, die hy by hun vond, en deelde dezelve aan de noch leevende uit. D 3 In.  C 54 ) ^ Intusfchen hy in deze bezigheid was,ging byvgn de Zaal in een Voorkamer, en floot de deur achter zig toe. Aan deze Voorkamer kwam de Kamer van den Hof-Marfchal üuben.die niet bezet was,alzo het hem aan manfchappen ontbrak. Terwyl men aanftonds aan deHeer Roos berichte,dat men deKonmg niet meer vernam , zo zogt hem deze op, nauwlyks had hy de deur van de Heer Duben geopend, of hy zag de Koning met 3 Turken in gevegt. Hy fchoot dadelyk een van dezelve, die met de rug na de deur gewend ftond, dood. De Koning werd deze onderfteuning eerst gewaar, toen hy de fchoot hoorde, nauwlyks konde hy door de rook zynen getrouwen dienaar bekennen. Hy zag hem aan zonder een woord te fpreeken, en kloofde dadelyk daarop den naast by hem ftaanden Turk de kop open. Den derde wierd, intusfchen dit gefchiede met de 2de piftool dood gefchooten. Zyt gy het fprak de Koning tegen de Heer Roos, die my bevreid,ik zie het,gy hebt aan my gedagt. Intusfchen hy dit zeide, wiste hy het bloed af, dat uit de wonde liep, die hy van de Turken hadde bekoomen. Hy vroeg na de overige van zyne manfchap. pen , waar van hy geloofde, dat zy hem hadde verlaten. Doch als hy hoorde, dat het grootfte gedeelte was gevangen genoomen en gedood waaren , zeide hy: laat ons dan de Zaal alleen bezetten. De Turken hadden tot hier toe gezogt, om in de vensters te klimmen, doch zy waaren terug gedreven; nu kwaamen zy met beweeglyke Borstweringen van mist vervaardigt, aan, die zy voor hun heen op een geftel fchooven, zy hadde groote deuren op deze geftellen, en zodanig ingericht, dat zy  ( 55 ) ?y agter dezelve, bedekt flaan en fchieten konde. Op dusdanige wyze naderde zy, zonder veel verlies, doch wierden evenwel noch door het vuur van de Zweeden gedwongen, hunne geflelle te verlaaten. De Canonnade duurde noch onophoudelyk voort, doch zy befchliste ook niets, terwyl het gebouw zeer flerk was. Tegen den avond begon men, metpekkranfen te werpen, en met gloeijendeKogels te fchieten. Ma3r ook dit gefchiede zonder eenig gevolg. Eindelyk hadden de Turken aan de onbezette zyde, alwaar de Kamer van de Heer van Duben was, een hoop Hooy gebragt, het zelve aan geftooken, endaar door het Huys in brand gezet, nauwlyks ontdekte de Zweeden zulks, of de Koning nam eenige manfchappen , met welke hy hec vuur zogt uit te blusfen. Doch als men de deur van de Voorkamer opende, om na de trap te gaan, bevond men zig reets in het vuur, en verfcheide Zweeden verbrande het gezigt en de kleederen. Men kwam evenwel tot over de Zaal, de Koning gaf order om het dak af te fmyten, doch terwyl men geen inflrumenten tot een zodanigwerk hadde; zovoerde men weinig uit. Eindelyk moest men dit voorneemen laten vaaren, vooral terwyl de Turken met hunne Canonnen en het kleengeweer,op die plaats, alwaar men flond, zonder ophouden fchooten. Het vuur had ondertusfchen zig zo ver uitgebreid, dat de Koning en de overige, door de vlam fprongen, en het gezigt, om het zelve niet te verbranden, met hunne kleederen moesten bedekken. De Zaal (de plaats der hooftverdediging) ftond reets in brand. De Koning had nu het voorneemen,om zig aan eene andere plaats, die voor het vuur noch zeP 4 ter  leer was, te verdedigen. Hy zeide: Laat ons boven na myne Slaapkamer gaan, daar kunnen wy ons noch Jlaande houde. Nauwlyks hadde hy die uitgefprooken, of zag vier Turken op hem aankoomen. Hy nam , offchoon hy anders mee den Degen vogt, de Carabiner van de Heer Roos, en fchoot de eerfte daar mede,zo dat hy op de grond neder viel. Doch de andere drongen evenwel op hem in. De Heer Roos zogt de Koning te beweegen, om zig niet meer aan het gevaar bloot te ftellen, dan de Koning gaf daar op geen agt, toen fprong de Heer Roos tusfchen de Koning en het venster, waar op de Turken toekwaamen. Zy fchooten in een ogenblik hunne Pistoolen af. Eene Kogel trof de Heer Roos aan het hooft,hy viel de Koning in de armen, doch kwam fpoedig weder tot zig zelve, in welke tusfehentyd die drie Turken door deZweeden wierden ter neer gefchooten. Op die ogenblik ondernaamen de Turken andermaal om een Scorm te doen, doch die wederom wierd afgeflagen. Intusfchen vermeerderde van tyd tot tyd het vuur, de vlam floeg door de planken en deuren van de noch bezette Kamer. Men moest zig derhalve uit dezelve begeven, of in de vlam omkomen. Men verkoos het eerfte, en fprong in den Hof,de welke vol vyanden was. De Koning riep : Courage laatenwy ons verdedigen, zo lang wy kunnen, het mag dan gaan zo het wil. — De rug had men in het huys tegen eene Muur, doch waar van , na dat men een uur in deze hopelooze toeftand,met eene onbefchryfelyke opoffering haddegevogte,het brandendedak viel. Volgt my na de Canfelary, riep de Koning, en nu verdubbelde hy zyne fchreeden, met dat oogmerk om zig  ( 57 ) zig door de Turken heen te flaan. In de fpooren verward, viel hy, als de Turken hem reets inflooten; zy vielen op hem en alle de overige Zweeden, en die in het leven bleeven,wierden gevangen. En toen was het reets 8 uuren des avonds. Veldslag by cudalore in oost-indien, in het jaar i782. Op den 13de Juny des morgens met het aanbrecken van den dag, rukte de geheele Armee in 2 Linien onder het Geweer en in Slagorder. De meefte Seapoy Battaillons formeerde de tweede Linie, uitgenoome eenige , die tusfchen de Europifche Regimenten Battaillons gewyze, en met het tegenswoordige oogmerk overeenkoomende,geplaatst waaren. De Hanoveraanen, benevens het ioilte Koninglyke Regiment, Honden in het Centrum, onder de Brigade van den Engelfchen Collonel Elphinfton. Het 78de Regiment benevens 3 Regimente Seapoys, onder de Brigade van den Colonel Stuart aan de rechter Vleugel, en het 73de, het Regiment Madras en 3 Battaillons Seapoys donden aan onze linker Vleugel, onder den Colonel Gordon, en tot dekking van de geheele linker Flank, was noch den Colonel Relli met 3 Battaillons Seapoys uit het Corps Grenadiers van den Overde Catheard geposteerd. Op een zodanige wyze waaren wyreets des avonds te vooren uitgerukt, en van den Generaal Bruce, die eerst voor korten tyd uit Europa gekoomen was, (en die ook in den Amerikaanfche Oorlog gediend heeft,) ge-  C 58 ) gemonfterd gewórden. Aan de rechter en linker Vleugel waaren wel voorziene Batteryen van 18 pondige ftukken, en ook even zö in het Centrum, alwaar zig zelfs het Hooftquartier bevond. Den eerften Aanval gefchiede tegen den volgende morgen om 5 uuren, aan de rechter Vleugel,na dat de geheele Armee in Front was voorgerukt: doch wy wierde van de vyand gefcheide door een Boschje van Cocus en Palmbomen. De Canonade was fpoe. dig algemeen en zeer fterk; en na verloop van eenige uuren hadde men aan byde Vleugels eenige FranicbeB atteryen veroverd. Wy moesten benevens het ioifte Regiment en een Battaillon Seapoys, des morgensom 10 uuren tot onder de Battery van het Hooftquartier rukken alwaar wy toen over de 2 uuren tusfchen Zandheuveis ftonden, en aan een fterke Canonade en Cardoes vuur waaren bloot gefteld, doch waar by wy mets van eenig aanbelang verlooren, alzo de Batteryen van de vyand te hoog fpeelde. Om 1 uur wierd ons bevoolen, dat wy de recht tegens ons overleggende groote Franfche Battery, van 21 ftukken Canon zoude beftormen. De manfchappen bekwaamen te vooren nog een borrel en tweebak. Hierop gefchiede van het Hooftquartier een Signaal tot den Aanval. Wy rukten in Front.met de gewoonlyke marsch, tot na by hetkleene Bosch voort, alwaar wy degeweeren in de rechter hand naamen, en met dezelve in Balans in een fnelle fchrid, door het dikke hier en daar met Graaven en verhakkinge voorziene Bosch ons voorwaarts fpoede. De hitte was dezen dag, als ook het Cardoes vuur, het welke ons nu trof, onuitfpreckelyk. Niet alleen Kogels,  ( 59 ) gels, maar ook een menigte van afgefchoote takken en Hammen regende als het waare op ons. Veele gelederen van ons beste Regiment vielen dood of verwond ter neder. Een der eerfte die zyn leven verloor, was onzen besten vriend den Major Varenius, en aan zyne zyde, den even tot Vaandrik benoemde Adjudant M. Dan, ongeacht dit alles kwaamen wy door het Bosch, waar agter ongeveer 40 fchreede de voornoemde Schans Siegturn genoemd, geleegen was. Uit dezelve wierden wy met een fterk vuur begroed; doch tot onze grootfte verwondering zagen wy intusfchen, dat het ioifte Regiment niet mede voortrukte, zodat wy Hanoverfche geheel alleen waaren. Onze manfchappen waaren ongemeen dapper, voor het Bosch moesten wy ons op nieuw formeeren. De vyanden waaren tot aan den hals verfchanst. Wy maakte niet meer dan een ordentelyk hekkevuur, en rukte toen met gevelde Bajonette op de Borstweering aan. De groote overmacht derFranfchen veroorloofde ons wel de eerftemaal niet om de Schans weg te neemen: Doch terwyl wy in order tot na voor aan in het Bosch terug trokken, en aldaar wederom Post vatte,zo ondemaamen wy flegts de tweede Aanval, offchoon eenige honderd Franfchen ons vervolgde, en fchaade toegebragt hadde. Met onderfteuning van een Battaillon Seapoys, en met eene dapperheid welke de vyand geheel verward maakte, vernieuwde wy nu onzen Aanval op een ernftige wyze, en toen de eerfte commandeerende Collonel der Franfche de Fleer de Bent voor onze oogen was dood gefchooten ; ver-  ( 6o ) verlieten de Franfche aanftonds de Schans, en trokken met de mogelykfte fpoed na Cudalore teruWy namen dezelve met 17 Canonnen en verfcheide geblesfeerde Artilleristen, in bezit: Ook vonden wy hier in veele dooden. De bezetting hadde beftaan uit 1500 man van de Regimenten la Mare en Auftrafie. Dit was het einde van den heeten dag, en hier mede hadde wy ons meester gemaakt van de geheele gewigtige Barrière Bondshedge. Buyten genoemde Heer Major en Adjudant was van onze zyde noch den Capitein B. en Lieutenant C. op de plaats gebleven, benevens byna 300 dooden en verwonde. Onder de laatfte bevonden zig 10 van onze Officieren. Ik kreeg by het eerfte voorrukken een fchoot door den Hoed die aan den Hals na onderen een fchram veroorzaakte, by de terug marsch met de kolf van een geweer een flag van agteren over het hooft, en by den aden Aanval een kneufing met een ftuk van een Canons Kogel aan het linker been.  BERICHTEN. in dat gedeelte het welk aan Pruysfchen toebehoord, en heeft aldaar een Landgoed. Hy fchilderd de gedraginge van deze Machten behoorlyk, en zyne gefchiedenis van den Oorlog is vol vaninteresfante Berichten en Anecdoten, die tot opheldering derzelve, van het grootfte gewigt zyn. Zyne Berichten , van de Oorlogs voorvallen, zyn met grondige en de Tatftik betreffende aanmerkingen voorzien , en dragen overal het teken van onpartydigheid en befcheidenheid. BEOORDEELINGEN. Es/ai Militaires par C. Mackinfon, traduits de VAnglois, d Berlin, chez St. Pitra; Libraire du Roi 1789. 60 paginaas in Oclavo met 11 Plans. Den Schryver heefc dit Boek zelve overgezet: Wy weeten niet waarom , dan men vind in het zelve niets als eenige refonnementen en voorftelüngen over de Bevestingskunst,die ieder eerst beginnende zig zelve kan voorftellen, wanneer hy ook niets als Struenfees en Böhms Krygsbouwkunst flegts ter loops heeft geleezen. Aan het eynde komt den Schryver ook op de Veldflagen, en geeft tot raad , om in de 2de Linie de Colonnen te plaatzen, terwyl zy aldaar niet zo zeer, als de eerfte aan het vuur zyn bloot gefield, en met het eene gedeelte van de eerfte, wanneer de omftandigheden zulks vorderen, de vyanden aanvallen en in hem een opening kunnen maken, waar door dan de Vedflag word gewonnen. Den Schryver heeft, gelyk hy zegt, niet gediend,en veelligt flegts in het voorby gaan over deeze voorwerpen gedagt. Men kan alzo van hera niets verlangen, als zyne fchriften ongedrukt te laaten.  By den Uitgever dezes zyn de volgende Militaire Werken gedrukt en te bekoomen. J. J. EWALD, Verhandelin gen over den Militairen dienst in 't Veld. ƒ3.: J. J. van HASSELD, Militaire Juris- di6tie 3-5 = " • ■ over het houden van Krygsraad in de Guarnizoenen van den Staat. - . 2 - 10 : J. TIELKE, Onderricht in den Velddienst,2 Deeleniii3 Stukken,voor de Intenenaaren. - . . 8 • 17 : Buy ten Intekening. - . 11 - i0 : Met het derde of laatfte Deel van dit zo zeer beroemde Werk word alle mogelyke fpoed gemaakt, en zal met alle de noch ontbrekende PJaaten aan de Intekenaaren worden afgeleverd.  M A G A Z Y N VAN MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Tweede Stuk. INHOUD. Journaal der Courfe, gedaan in de laatfte Campagne, in 1712. door den Lieutenant Generaal van Groveftins ... Pag. 61 Inftrudüe van den overleden Koning Fredrik den Grooten voor de Silëfifche Infanterie. - 86 Over het avanceeren en retireeren van meer dan één Battaillon , in eene Linie of van den marsch in Front, en over het vuur, dat by den Aanval, van de Cavallerie word gemaakt, door den overleden Pruififche Generaal, von Gaudi opgefteld, om by het doen der Infpeftie, te gebruiken. - - ... pi Van de vervaardiging en het gebruik der Fafchie- nen, Schanskorven en Horden - - 102 NB. De Stukjes moeten ingenaaid,en niet doorftooken worden. Te ARNHEM, By J. H. MÖELEMAN, mdcclxcii.  9? EOORDEELINGEN. Neue Militairifche briefe und Auffatze. Erstes Bandche, Breslau und Brieg i 790 by L. F. GUTSCH 128 paginaas in Octavo, het welke ieder h3lf jaar ook zomtyds vroeger of laater, met een Stukje vervolgd word , zynde deszelfs hooft-inhoud, Berichten van Armeen, Oorlogs berichten,Ontwerpen ,Tactifche Aanmerkingen, Anecdoten, korte Beoordeeiingen &c. De Schrijver wil, om den Velddienst te leeren , dat men elk Najaar 10 tot 14. dagen lang , de troupen en Corps in 't Leger hebbe , welke in dien tyd, gelyk in het Veld, tegens eikanderen zullen ageeren. Door dat middel, gelooft hy, kunnen de Officieren den Velddienst bet beste leeren. En terwyl dit geene buitengewoone groote koste veroorzaakt, zo zullen de Verlofgangers flegts alle 2 jaar terug koomen; en injhet Leger, zouden alleen de dienstdoende Manfchappen zyn. By 3 Regimenten zoude een Academie, en 4 Leermeesters worden aangelegt, die uit het bezuinigen der terug gebleyene Verlofgangers, zouden betaald worden. Wanneer by deze inrichting, de Verlofgangers hunne bekwaamheid in het marcheeren en chargeeren niet verlooren, wanneer de discipline daardoor, niet zoude lyden en de vreeze voor den dienst toeneemen : dan zoude zekerlyk tegens dit voorflel, niet veel, in te brengen zyn. De 7de brief houd in zig eenige, ten deelen goede Berichten, van de Pfaltz-Byerfche Armeen, zy word hier van 15 tot 20000 man opgegeven; doch zy is tegenswoordig werkelyk 3600Q map iterk;en daar van zyn, zekerlyk over het f gedeelte, met verlof, BE-  (61 ) JOURNAAL. Van de course gedaan in de laatste 'campagne AO. 1712. door den heer lieutenant generaal van GRöVESTINS. De reedenen waarom de Lieutenant Generaal van Grove(tins,de Courfe door Champagne,en de drie Bisdommen van Metz, Toul en Verdun,gelegen in Lotharingen gedaan heeft, zijn dat die drie Bisdommen, gedirigeerd wordende door een Intendant, van de Politie en Finantie, dezelve na de Battaille van Oudenaarden of wel te vooren, een Conventie met de Heeren Ontfangers van den Staat gemaakt hadt, om de Contributie exaclelyk van 3 tot 3 maanden te betaalen, in reprefaille van de Contributien door de Franfchen opgelegt aan de Meyery van s'Hertogenbosch en Baronie van Breda , deze Conventie gemaakt geweest zynde op dezelve voet en Conditie, die de Meyery en de Baronie gemaakt hadden. Dat offchoon die Conventie en Accoord van weerskanten getroffen zynde, en een heel jaar zynde verloopen zonder dat den Intendant van de drie Bisdommen het minste devoir heefc gedaan om aan onze Ontfangers deze Contributie te voldoen,niet tegenftaande de klagten die daar over gefchied zyn, en de menigvuldige Partyen die gezonden zyn geweest, om Ostagiers uit de Bisdommen op te lig. E ten,  C 62 ) ten, om haar daar door te dwingen tot de betaaline van de Contributien. De Franfche Intendant zig dan altyd met veele unvlugten geëxcufeerd hebbende, de klagten van onze kant verfcheidemaalen gereitireerd en veele Parthyen tot bereiking van het oogmerk uitgezonden zynde, doch alles zonder effect, bragt den Lieutenant Generaal van Groveftins, tot het voorneemen om met approbatie van Haar Hoogmogende , haar te doen zien, dat hij met een confiderabel Corps, haar tot reeden kon brengen. Ook zoude door deze zyne onderneeming de betaaling van de uitgefchreevene Contributie, benevens de agterftallingen van die wel gefchiedt zyn , zo de ongelukkige uitflag van de affaire by Denain, het daar op gevolgde opbreeken van het beleg van Landrecy , als mede de groote apparentie van een kort op handen zynde Vreede niet plaats hadden gehad, terwyl de Generaal van Groveftins in de volle marsch was, om de drie Bisdommen te executeeren. Om dan zyn Project te maken, zo had de Generaal de heele winter te vooren in Bouchain zynde, van welke ftad hy Gouverneur was, verfcheide geaffideerde perfoonen, de fituatie van de Rivieren, de Pasfagien, de Dt-filees en de Bosfchen laten recognosceeren. Waar van de Generaal ook zelfs,een grondige kennis hadt. Naar alles rypelyk en wel overlegt te hebben, gaf de Lieutenant Generaal van Groveftins zyn project te kennen aan zyn Hoogheid den Prins Eugenius van Savoyen, die het is waar de zaaken wat zwaar vond, dog niet  C 63 ) niet tegenftaande, en wel weetende, dat alles in goede en zeekere handen was, zo wierd het volk dat den Luitenant Generaal van Zyn Hoogheid vroeg geaccordeerd naar zyn welgevallen. Daar op ook kennis gegeven zynde, aan de Grave van Tilly, aan Zyn Hoogheid den Erfprins van Hesfen-Kasfel, en aan den Generaal van Dopff, toenmaals Generaals van de Cavallerie en Dragon, ders zynde, werden de navolgende troupes gecommandeert en aan haar geordonneert om voor vier dagen brood mede te neemen. LYST van de TROUPPES. D'Audignie . Dragonders 100 Paarden Prins Willem vanHesfen Dragonders 200 Van Dopff . Dragonders 200 Smittau . Dragonders 200 Collin Lambert Dragonders 100 Hesfen Cavall. en Dragonders 100 Orange . . Cavallerie 200 Groveftins . Cavallerie 200 Glinftra . Cavallerie 200 Colonicz Keizerlyke Hufaaren 100 Splenie Keizerlyke Hufaaren 100 Carabiniers van Albemarle roo Totaal 1800 Paarden By dit Corps Troupes, was gecomfnandeert de Brigadier Glinftra, vier Colonels, en buyten die, de Colonel Collin Lambert, van de Vry Compagm'en; vier Lieutenants Colonels, vier Majors en E 2 by  C 64 ) by ieder Esquadron dubbelde Officieren, alsmede veele andere Officieren die als Volontairs mede gingen ; eyndelyk de Heer Moesbergen als Generaal Quartiermeester van het geheele Corps. De voorzyde Troupes hadden ordre om den 10. Juny 1712. des namiddags om vier uur, zig te laaten vinden op de Paradeplaats, aan de linker Vleugel van de groote Armee, welke Front maakte tegens over Chateau Cambrefi, alwaar, den Hertog van Ormondftond, met het Engelfche Corps apart gecampeerdt. Des avonds na de taptoe bevond zig den Lieutenant Generaal van Groveftins aan het Hoofd van het Detachement, en begon met het zelve te marfcheeren tusfchen 8 en 9 uuren regt door Wasjonghien en Enguien, het Bosch van Chattillon voorby, regt naar Proisfy, alwaar mende Rivier de dOyfe pasfeerde tusfchen 10 en ir uuren. De Graaf van Coigny Generaal van de Franfche Dragonders , ftond gecampeert langs de Rivier dOyfc met een Corps Dragonders omtrent een uur van Guife, om alle pasfagie van die Rivier te be.etten, alsmede om Champagne en het Landt van Thierache te dekken, voor alle Executie die de Geallieerde Troupes zouden kunnen doen, om het landt onder Contributie te brengen. Den 11. Juny. 0 ƒ Morgens marfcheerde de Generaal naar Vervin, de Hooftfiadt van het Land van Thierache in Picardien, welkers Poorten door de Inwoonders me  C 65 ) met Wagens en Karren gebarricadeert waaren, aan dezelve wierd geordonneert om open te doen,zig te onderwerpen aan de Contributie, Ostagiers te geeven , alsmede een foumittó voor de Brandfchatting, dit alles (tonden zy toe, op conditie, dat men de Stad niet zoude plunderen. Naar deze Expeditie van Vervin, marfcheerde het geheele Detachement naar d'Abtdy van Val, St. Pierre , alwaar de Generaal twee Esquadrons liet ftaan om Ostagiers mede te neemen. Het Gros van het Detachement marfcheerde naar Mont-Cornet en Annicourt, s' hagts bleef men tot de Cenfe de Mongrofel, die in de Plaine van Rheins en Champagne legt. De twee Esquadrons van de Hesfen voegden zig s'avonds weder by het Corps met Ostagiers. In de marsch van MontCornet en Annicourt, detacheerde de Generaal de Hufaaren met 50,Dragonders van d'Audignie onder Commando van den Colonel Splenie en den Capitein Suermont met Gidzen , om naar de Stadt Cresfy fur Serre te gaan, om die Stadt te gaan fommeeren voor de Contributien, en Brandfchatting en Ostagiers te vragen. En met order om in Cas van weigeringe de Stadt in brand te fteeken, als dan de Back, die op de Rivier de Serre legt te pasfeeren en het Gros van het Detachement te komen vinden in den marsch in de Plaine van Rheyms. Te Cresfy komende was het Jaarmarkt in de Stadt, en de Hufaaren van de Avantgarde aan de Poort komende , alwaar zy de Winkels vonden begaven zig aan de plundering, het geen een groot E 3 alarm  ( 66 ) alarm onder de Inwoonder veroorzaakte en haar de vlugt deed neemen na de Markt. Het Corps Hufaaren en Dragonders volgde kort daarop, verjoeg alles, en begon ook te plunderen, het geen oorzaak gaf dat de Invvoonders het geweer namen. De Colonel Splenie en den Capitein Suermond dat ziende, verzamelde haar volk om zig in teegenweer te ftellen, zig meester van de Markt gemaakt hebbende, zonden zy naar de Magiftraat om met haar te fpreeken , maar deze weigerde te willen koomen. De Burgery zig aan de Vensters en op andere plaatzcn geposteerdt hebbende, om zig te dcfendeeren, liet den Colonel vSplenie de Stadt, aan vier hoeken in den brand fteeken en plunderen. Dit Corps bemagtigde ook aldaar 80 vette Osfen die voor de Franfche Armee gedestineert waaren, en kwam dezelve weg weer te rug over welke het aldaar gekomen was, in plaatfe van den back op de Serre te pasfeeren, zo als de ordre luydc, welke de Colonel Splenie van den Generaal van Groveftins gekreegen hadt. Was de Colonel Splenie den Back gepasfeerd, zo waaren verfcheide perfoonen van Geboorte, zelfs den Aartsbisfchop van Rheyms in zyn handen gevallen, bevindende zig ter bruyloft op een Cafteel, het welk een half uur van Cresfy geleegen is. Door de alarm van de Stadt, en den brand die zy zagen , nam dit geheele gezelfchap de vlugt regt naar Rheyms, onder deze, nam den Aartsbisfchop en verfcheide groote Heeren de vlugt op bloote paarden van haare Koetfen , en brachten den alarm tot in de Stadt Laon, alwaar dan ook drie Canon-  C 67 ) nonfchooten gedaan vvierden, om fignaal te gee. ven in het land, dat er vyand was. Deze alarm verfpreidezig zelfs tot Cresfy, Soisfons en Noyon,welke Steeden haare Poorten toe deeden, haar Bur. gery in 't geweer op de Wallen fchaarden, en bleven alzo zes dagen. Den 12. Juny. Marfcheerde het Detachement naar Neuchatel, op de Rivier d'Aine, alwaar een optrekkende Brug was, en een wagt van Garde fel, welke aanftonds de Brug optrokken en zig agter dezelve benevens een groot getal Inwoonders ftelden, om de pasfage te beletten. De Generaal zond een Avantgarde , om haar te fommeeren van de Brug neer te laaten, ofdathy haar zoude doen attaqueren, en te gelyk om haar te waarfchouwen, dat zo zy een fchoot deeden» er noch voor haar, noch voor de Inwoonders geen quartier zoude zyn, en daarenboven de Stadt geplunderd en in brand geftooken ftond te worden. Midlerwyl rangeerden zig de troupes van het Detachement , de Generaal liet ook 50 Dragonders afzitten om den vyand in refpect te houden , en zondt eenige Gidfen om de Rivier te pylen. Ondertusfchcn Commandeerde de Generaal den Lieutenant Colonel van Willemsdorff van het Regiment Gardes Dragonders, met 200 Dragonders om te marfcheeren na Back Aubery om aldaar de Rivier d'Aine te pasfeeren en hem te cotoijeeren op de flancq van het groote Detachement,om ook E 4 by  C 68 ) by tyds gewaarfchouwt te zyn, of er eenige vyandelyke troupes zig in de Plaine zoude laaten zien, en als dan zig weder by het Cros van het Detachement te voegen. Die van de Brug van Neuchatel deze fchikkingen en mouvementen ziende, en in vrees zynde van achteren geattaqueerd te worden , verz'ogte den Opperpaftoor van de Stadt, dat hy den Generaal wilde gaan fpreeken, en een rnondgefprek door den laasten , aan den Paftoor geaccordeerd zijnde, fmeekte deze den Generaal van haar genadig te willen zyn , en vry te mogen weezen van het plunderen en brandfteeken. Dat hy de Burgers en Garde feJ| zoude bewilligen , om de Brug neer te laaten op die Conditie , en zig dan ook zoude foumitteeren aan de Contributien, en Ostagiers geven, bet geen de Generaal hem beloofde Waar op de Paftoor zyn devoir deed by de Burgers , en daarin wel geflaagt zynde wierd de Brug neer gelaaten, en de Generaal marfcheerde met het Detachement door de Stadt zonder de minste fchade te doen. De Paftoor gaf zig zelfs vry willig als Ostagier voor de Contributien van die Stadt, er bleef ook getrouwlyk by het Detachement, geduurende den verderen marsch, en wel tot aan de pasftgie van de Rivier de Serre, alwaar de Generaai hem op zyn Priesterlyk woord liet na huvs gaan. 3 Naar een uur op de andere zyde van de Stadt gerafraifcheerd te hebben, marfcheerde het Detachement omtrent Bojul en B-fancourt, aIwaar de Lieutenant Colonel van Wiilemsdorff weder by het  ( 69 ) het Corps kwam. De marsch wierd vervolgt op Lisle, Warmerville, Selle en Pont-Faverque, Bestinville, le petit St. Hillier, St. Martin, van Sincourt, Auberwe,grand St. Hillier, Jonchery (alle deze Dorpen leggen op de Rivier de Suippe) en uit ieder dezer plaatzen wierden Ostagiers genomen. De Avantgarde die de Generaal gezonden hadt wierd voor de Stadt Suippe komende door de Burgers opgehouden; hebbende de Poorten gebarricadeert, en alle het geweer opgenoomen, de Generaal liet het Detachement in ordre van Bataille rangeeren op het veld, om s'nagts daar te blyven, en commandeerde 200 Dragonders te voet met intentie om de Poort en de Burgers te forceeren ; de Paftoor van de Stadt kwam naar buiten, om den Generaal te verfoeken compasfie te willen hebben met de Inwoonders, zeggende dat zy door den drank zo ver heen waaren dat zy niet wisten wat zy deeden. De Generaal ordonneerde aan de Paftoor dat hy zoude maaken, dat de Burgers het Geweer neder leiden, of dat hy alles in vuur en bloedt zoude brengen. Een quartieruurs daar na wierd de Poort geruymd en aan de Burgers geordonneerd haar Geweer op het Stadthuys te brengen, op pcene van de dood, het welk aanftonds gefchiede. De 200 Dragonders naamen Post aan de Poorten en aan het Stadthuys, endaar wierd ook geordonneerd dat geen Burgers zig op ftraat zouden hebben te laaten vinden, op poene van de ftraffe. Des anderen daags foumitteerde zig de Stad aan de Contributie en Brandfchattinge, en gaaven twee E 5 Os-  C 70 ) Ostagiers. Daar en boven wierden twee fchellingen gevraagd voor ieder der Dragonders die de Wagt hadden gehadt, dewelke met veel moeiten verzameld wierden, zynde deze Stadt zeer ten agteren, en in een zeer flegten ftaat. Den 13 Juny. Marfcheerde het Corps door St. Jean fur Tourbe , van daar tot St. Menehould op de Rivier d'Aine. De Burgers waaren gewapend en ftonden niet vliegende Vaandels op de Wal. Op het Cafteel waaren drie Invalides, die een Canonfchoot deeden tot fignaal. Het Detachement moest noodzakelyk over eene fteene Brug pasfeeren, die aan de Poort van de Stad legt, en de Burgers fcheenen gerefolveert te zyn deze pasfage te beletten. De Generaal liet het Detachement op de hoogte van de Stadt in een Linie rangeeren en zond om de Mag.ftraat van de Stadt te fommeeren van Ostagiers te geeven, en haar te gelasten dat zy ordre aan de Burgers zoude geven van haar Geweer neder te leggen en de Poort van de Stadt te openen, op poene van de Stadt te zullen doen plunderen, ,n brandt te fteeken, en geen quartier te zullen geven aan iemand van wat Sexe het ook zoude moogen weezen. Waar op een Deputatie van de Magiftraat na buyten kwam, en dezelve gevraagd hebbende om met iemand van difli„clie te mogen fpreeken, wierd haar door den Generaal, den Colonel Diemer gezonden om zyne laaste intentie en Refolutie con- form  ( 71 ) form met het hier boven gemelde, aan die Gedeputeerde te herhaalen. De Gedeputeerde hier op geen pofitief antwoord kunnende geeven, vroegen een uur tyds om met haar Principaal daar over te fpreeken, dog haar wierd maar een quartier uurs toegedaan, en naar dien tyd een Cathagorisch antwoord van haar geeischc. Midlerwyl liet de Generaal alle Dragonders benevens een gedeelte van de Cavallerie afzitten, en na dezelve in verfcheide Pelottons verdeelt, te hebben, met flaande trom tegen de muuren van de Stadt avanceeren, welke hier en daar wat afgevallen waaren. Die van de Stadt dit ziende, begonnen te febreeuwen en te lamenteeren, ook kwamen de Gedeputeerden wederom na buytxn,om het antwoord van haar Principaal te communiceeren, het welk was, dat zy Ostagiers zouden geven, en zig verder aan de Contributie en Brandfchatting wilden foumitteeren op Conditie dat niemand van het Detachement in de Stadt zoude mogen komen. Dit wierd baar geaccordeerd, maar dezelve teffens te gelyk gewaarfchouwd dat zo iemand van de Inwoonders ftout genoeg mogte zyn om een eenige fchoot te doen, dat als dan alles vernield ftond te worden, en wel om dat men remarqueerde, dat er misnoeg, de onder de Burgers waaren, die zig wel zouden gem.utineerd hebben tegens haare Magiftraat, om dat deze de pasfage langs haare Poorten aan den vyandt vry lieten. Evenwel na dat de Magiftraat aan de Generaal de twee Ostagiers overgelevert had (welke benevens alle  C 70 alle de andere Ostagiers, die uit de reeds bezögte Stecden en Dorpen mede genoomen waaren in verzekering gezet wierden, tusfchen een Wagt van een Lieutenant met 30 paarden) liet hy de troupes wederom opzitten en marfcheeren. Continueerende zyne marsch tot aan Verrieres, alwaar men d Aine weder pasfeerde, vervolgens op de Abdye van Chartues, Vülers en Argonne, en het Vlek Boulzey daar de Rivier d'Ayr gepasfeerd en aan de overkant s'nagts een halte gemaakt. Den 14. Juny. Marfcheerde men met den dag over Frescour en Neuville en Verdunois, waar men den zei ven morgen over het territoir van den Hertog van Lotharingen ftond te pasfeeren. De Generaal had fcherpelyk doen belasten, dat geen Ruyter of Dragonder of wie het mogt weezen, uit zyn gelid zoude hebben te gaan , op poene van gearquebufeerd te worden. Gelyk ook alle die geenen , welke in een huys zouden gevonden worden, terwyl men door een Land trok het welk men moest pasfeeren als goed vriend. Des morgens geduurende de mnrsch, kwam het Detachement langs de Commandery van Maltha genaamt St. FJi/aire, alwaar de Pachter van de genoemde Commandery uitkwam om klagten aan den Generaal te doen, dat erin zyn huys geplunderd wierd. De Generaal zond terftond een Officier en 12 Dragonders van de Avantgarde na dat huys met ordre van de marodeurs in arrest te neemen. . In  C 73 ) In het zelve wierd gevonden een Ruyter en een Dragonder van de Hesfen, een Hufaar en een Ruyter van Orange, welke haare paarde hadden verlooren, in welk geval veele andere ook waaren. De vier gevangene voor den Generaal gebragt zynde, wierd haar gevraagd of zy de ordres gegeven daags te vooren niet en wisten, en haar antwoord was ja. Waar op de Generaal ordonneerde tot een exempel voor het geheele Detachement, dat zy zouden gearquebufeerd worden, maar op voorfpraak, en om dat het de eerfte keer was ftond hy toe, dat zy mogten fpeelen wie van haar vieren fterven zoude, en de Generaal wierd ook tot deze Mitigatie bewoogen, dewyl zy tot haar verfchooning inbragte, dat zy maar waaren geweest, om eens te drinken en geen intentie hadden om te marodeeren. De Gevangenen dan tot het fpel toegetreeden zynde wierpen met een dobbelfteen op een trom , en het Lot gevallen zynde op de Ruyter van Orange, wierd denzeive aan het Hoofd van het Detachement gearquebufeerd. Hy ondergong zyne Sententie, wel gerefigneerd zynde, had 32 jaaren gediend zonder ooit een fout begaan te hebben , volgens het getuygenis van den Heer Coenders , Colonel van het Regiment en Ritmeester van de Compagnie waar onder deeze Ruyter zo lang gediend hadt. Deze Executie volbragt zynde wierd de marsch vervolgd , tot voor de Stadt St. Michel gelegen op de Rivier de Maas, over welke eene fteené Brug lag. In de Stadt, was een Gouverneur voor den  C 74) den Hertog van Lotharingen, en voor Guarnizoen een Compagnie Gardes te voet van den zeiven Hertog. De Generaal maakte een halte voor de Brug buyten de Stadt, zond om een Compliment te maaken aan den Gouverneur, en om hem te verzoe. ken te mogen rafraicheeren met zyn Detachement. Zyn antwoord was zeer beleeft, laatende weer een Compliment maken aan den Generaal met offertes van alle foorten van dienst. Vervolgens liet deze Gouverneur een Weyde langs de Maas aanwyzen, daar het Detachement overvloedig fourage in had, als ook genoegzaame Levensmiddelen voor de manfchappen, door de Burgers aanbrengen. De Generaal marfcheerde in de Stadt en deede de Militaire honneurs aan de Wagt, die aan de Poort van de Brug ftond, deze beantwoordeden met dezelve honneurs en met demonftratien van vriendfchap gelyk ook de Burgers deeden. Naar dat het Detachement in de Weyde was gebragt, ging den Generaal een vifite afleggen by den Gouverneur die zeer impotent was, en hem met veel vriendfchap ontfing, naar affcheid van den Gouverneur genoomen te hebben, vervaardigde de Generaal eenige Depêches zo voor de Armee als voor den Haag. Dewyl aldaar het eerfte Post-Comptoir was, daar men aankwam. Naar 2 a 3 uuren gerafraicheerd te hebben, marfcheerde de Generaal met het Corps, en deed dezelve Militaire honneurs als by het inkomen. Geuuurende de marsch kwaamen twee Nichten van den overleedeuen Lieutenant Generaal Dom- pre  ( 75 C pre met haare domestiquen, en prefenteerde verfcheide manden met Vrugten en Wyn, aan den Generaal en alle andere Officieren, toonende te gelyk een groote blydfchap aan onze troupes,waar onder dat er noch veel waaren die zy gezien hadden in de tyd dat zy met den overleedenen Generaal in Breda woonden. Men continueerde de marsch tot Aspremont Severy, daar men de Rivier la Maid pasfeerde, en maakte weer een halte, om te rafraicheeren; den Hertog van Lotharingenzond eenen van zyne Chambellans aan den Generaal van Groveftins, om een Compliment te maken, en te doen fourneeren de nodige fourage en brood aan het Detachement, voor zo lang het zelve in het Lotharingfe zoude zyn. Den 15. Juny. Marfcheerde men na Seichêpre, Vendiene, en in den morgen aan de Stadt Pont k Mousfon gekoomen zynde, pasfeerde men aldaar de Moefel over eene fteene Brug, vervolgens na Aiton en Porfufeil, waar men dagt de Rivier deSeille te pasfeeren, maar het water te hoog zynde, vervolgde men de marsch; laatende Mannoncour op de rechter en Clemery op de linker hand. En zo regt op de Stadt Nomeny, alwaar men de Seille pasfeerde en een halte maakte. Den 16. Juny. Marfcheerde men op Mailly , Pagny, Fleury , Poui'1-  ( 76 ) Pouilly, Magtiy, la Sence de haute Bevoirs op de hoogte van St. Barbe voor de Stadt Metz. De Generaal rangeerde aldaar het Corps in ordre de Battaille, in eene Linie in het gezigt van de Stadt. d'Alarm was aanftonds in de Stadt en rondsom op het Land. De Marquis de Refugé Brigadier van de Franfche Infanterie en Commandeur van de Stadt, maakte zijne Dispofitie en liet zyn Infanterie in de bedekte Weg marfcheeren. Ondertusfchen wierdt gecannonneerd uit de Stadt op het Detachement. De Generaal dit ziende fchreef twee brieven, een aan den Marquis de Refugé en een aan den Intendant van Metz, welke hy door een Trompetter naar de Stadt zond. Deze brieven waaren van den volgenden Inhoud. Monfieur. Si vous avez, quelque pitie d'un pauvre peuple, deja aJJ'és fatigué d'une fi longue Guerre, c'eft d'envoyer deux Ostages pour repondre de la Contribution, fans quoi je ferai obligé de faire, quoique malgré moi, l'Execution dans les trois Evêchés, dont fai les ordres pofitifs, fattends l'honneur de vótre reponfe dam une heure de tems, £? fuis tres parfaitement. Monfieur Votre tres humble £? tres obeïsfant ferviteur. F. de GROVESTINS. De la Hauteur de St. Barbe ce 16 Juin au matin 1712. Het  C 77 ) Het antwoord van den Marquis de Refuge was. Monfieur Je viens de recevoir la lettre que vous ni'avez fait l'honneur de m'êcrire de la hauteur de St. Barbe ce jourd'hui d 10 heitres du matin, je vousdirai Monfieur! que fai les ordres du Roi, d'Empecher les Contributions dans les villages de ce Pais ci. Je ne fais fi vous aurez tout le tems de faire entierement votre execution èf de vous retirer par le Pais de Tréyes ou le palatinat, car dans peu vous poures avoir bonne Compagnie. J'ai Vhonneur d'etre avec toute la confideration poffible. Monfieur Votre tres humble &? tres oleïsfant ferviteur. de REFUGE. a Metz xe 16 Juin 1712. Den Intendant abfent zynde, brak den gelubdelegeerden de tweede brief open, en antwoorden aan den Generaal omtrent in dezelve termes als de Marquis de Refuge; doch wat onbetaamelyker. Naar die twee antwoorden; ontfangen te hebben , liet de Generaal de Hoofd-Officieren tot hem komen, om haar, die twee antwoorden te Communiceeren , kort daar op wierd de Lieutenant Colonel la Hault gecommandeerd, met 300 DraF gon-  ( 7S ) gonders oni zig te gaan posteereu, op de groote weg van Verdun,alwaar de Generaal wist,dat een van de Franfche Detachementen uit haare Armee onder Commando van den Lieutenant Generaal St Fremönt, was gearriveert, om aldaar te vernee.' men, welke route ons Corps zoude neemen, zynde den vyand altyd in de meening geweest, dat de Generaal zig zoude retireeren door het Land van Luxemburg en de Ardennes. Het Regiment van Collin Lambert en de Hufaa< ren wierden gezonden om de Voorftad van Metz in brand te fteeken, het welk wel rcusfeerde,als ook het uitplunderen. In de Stad waaren 200 FranfcheDragonders,die zomtyds uitvallen wilden doen, maar alles zonder effect, wordende altyd te rug gejaagdt. Verders maakte de Generaal zyne Dispofitie, om het Land in brand te fteeken en te plunderen, waar toe verfcheide kleine Detachementen, van 30, 40, of 50 paarden gecommandeert wierden, hebbende een Lieutenant of Cornet aan het Hoofd van ieder troep. Deze wierden gezonden naar de Dorpen en Cafteelen om de Executie te doen,en ook om Ostagiers mede te neemen. Het fchoonehuis van den Entrepreneur van Metz dat kostelyk gemeubileert was, en op de hoogte van St. Barbe ftond , wierd aldaar eerst geplunderd en verbrand. Alle die geenen, die tot het plunderen en verbranden van de naby zynde Cafteelen en Huizen van het overblyvende Gros, nog gedetacheerd wierden, hadden ordre, om zig aanftond naar gedaane Exe- cu-  C 79 ) cutie, weer by het Corps te voegen, maar de hier boven gemelde Detachementen die verder waaren, hadden ordre, om zig met Zonnen ondergang, weder by het Corps te voegen. Den geheelen dag ftond het Gros van het Detachement op de hoogte van St. Barbe by Metz, zonder in 't minftegeincommodeert te worden. Alle Heeren en Landlieden van het platte Land, die by de Generaal kwamen, fauve Gardes te vraagen , om hunne Goederen en Huizen van den brand en het plunderen te bevryden, wierd een Ruiter of Dragonder gegeeven, met een gedrukte Sauve Garde brief Gratis, zonder een penning te betaalen, aan wien het mogte weezen. Met Zonnen ondergang kwamen alle de kleine Detachementen wederom, volgens d'ordres die zy hadden, als ook den Lieutenant Colonel la Hault, die den geheelen dag, geen vyand wasgewaargeworden. Dienzelvden dag waaren de drie Franfche Detachementen, uitmakende tusfchen de na 12 duizend paarden, en verdeeld in drie Corpfen, de geheele tyd te Verdun gebleven, en lieten de Generaal ongeftoord de Executie in het land van Metz doen. Een dezer Corpfen gecomponeert uit Dragonders , was onder Commando van den Graaf Coigny , en het Koninglyke Huis onder de ordres van den Lieutenant Generaal St. Monifen Cheladat; en een van de Cavallerie onder de Graaf van St. Fremon. s'Avonds, wanneer alle de kleine Detachementen wederom by het Corps kwaamen, bragten zy veel F 2 buit  ( 8o ) buit mede, als ook een menigte Ostagiers, welker getal, die uit Champagne en Thierache mede gevoerd waaren , daar by gerekend, omtrent de 300 beliep , en- gelyk reeds gezegt, door een Officier met jo paarden bewaard wierden, en in de marsch agter het Detachement marfcheerde. De fchade, die men rekent gefchied te zyn, in het Bisdom van Metz, beftaat in 35 Dorpen en 18 Cafteelen die geplunderd en verbrand zyn geweest. Daar zyn nog veele kleene particulariteiten die te groote plaats zouden weg neemen, om hier by te voegen, en dit Journaal interrumpeeren, die dan ftilzwygende voorby gaande, zal men maar verder gaan. Des avonds naar Zonnen ondergang, marfcheerde het geheele Detachement af, en den geheelen nagt door gemarfcheerd hebbende, over St. Bar. bre aux Etangs en Neubruck, pasfeerde men aldaar de Rivier la Nid. Den 17. Juny. Marfcheerde men des morgens door Wolmeringen in Duytfch Lotharingen geleegen , door de Stad Boulay , Pledekken, Busfendorff op d'Abdey van Bouzonville, alwaar wy de Rivier over een fteene Brug pasfeerde, en van daar door het Bosch van Feletoch, Fremestorf. Naar advenant,dat de troupes defileerden door het Dorp Fremestorf, liet de Generaal dezelve opmarfcheeren , langs de Rivier de Sare alwaar van diftantie tot diflantie, verfcheideRedouten ftonden, ieder  ( 8i ) ieder bezet met een Officier en 30 man van het Regiment en vry Compagnie van Kleynholst, om te beletten, dat er niemand van de Geallieerde troupes of Partyen van de Hondrug naar het Lotharingfche, of.de drie Bisdommen eenige invafie doen zouden. Hadde de Rivier de Üare onbruik¬ baar geweest, of meerder bezet, zo was de intentie van den Generaal, om te marfcheeren door Bourgogne, Franche Comte, regt op Zwitzerland, om door Duitschland langs den Rhyn wederom te keeren. De Generaal liet de naast by 't Detachement zig bevindende Redoute fommeeren, om niet een fchoot te doen, of dat hy ze met d'uiterfte rigeur zoude traóleeren, het welk zy toeftonden, mits dat men hun niet te na zoude koomen en hen attacqueeren. De Generaal maakte zyn dispofitie om de Rivier te pasfeeren , welke aan beide kanten geescarpeerd was. De Dragonders van de Avantgarde een opening gemaakt hebbende, pasfeerden de Rivier, doch niet zonder moeiten, zynde dezelve redelyk breed, en fterk van ftroom. De rest van het Detachement volgde man voor man. De Commandant van Sar-Louis gewaar geworden zynde, dat er Geallieerde troupes de Rivier pasfeerden by Fremestorf, liet de Sluizen open zetten. De Rivier zwol allengskens op, maar by geluk was alles met den avond over, en bleef het Detachement die nagt, in een Wyde aan de andere zyde der Rivier Campeeren. De Hufaaren en de vry Compagnien van Collin F 3 Lam-  ( 82 ) Lambert .'-hadde verfcheidene kudden Schaapen.die zy genoodzaakt waaren te verlaaten, deeze dieren niet kunnende zwemmen;maar de 80 vette Osien, die de Hufaaren hadden, kwamen wel over. Den 18. Juny. Met den dag begon het Detachement weer te marfcheeren, den Berg op, regt op het Dorp Merking. De vry Compagnien van Kleinholst, diezy daags te vooren de Rivier hadden laaten pasfeeren,zonder een fchoot te doen, volgens het gemaakte accoord, kwamen nu uit hunne Redouten en fchoo. ten op de Avantgarde. Een Officier van de Gardes Dragonders wierd gequetst, een Dragonder van d'Audignie een been in ftukken gefchooten, en 2 a 3 paarden gequetst. Hier op liet de Generaal, de voorfle Dragonders afzitten , door dezelve vervolgens een generaale Decharge geven , die den vyand ten eenemaal verjaagde; en vervolgde de marsch op de Hondsrug tot Falfangh , laatende Sar-Louis drie uuren op de regter hand leggen. De Commandant van Sar-Louis zond een groot Detachement van de vier Regimenten die in die plaats laagen , langs den Hondsrug om te recognoscecren, maar het zelve heeft zig van ons Detachement niet laten zien. Den 19. Juny. Marfcheerde het Detachement van Falfangh door den  C 83 ) den hoogen Wald} en kwam Campeeren tot Moer. lach. Den 20. Juny Rustdag. Den 21. dito naar Lutzbier (*) twee uuren van Traarbach, alwaar alle d'Ostagiers gebragt wierden, en overgegeeven aan de Brigadier d'Abbady, die aldaar Commandeerde. Den 22 en 23 dito Rustdag. Den 24 dito naar Capelle. Den 25 dito Rustdag. Den 26 dito naar Bechenbach. Den 27 dito naar Waldefche s'nagts kwaamen eenige Partyen,in de bosfchenrondsom onze Wagten rodeeren, maar dorsten niets onderneemen. Den 28 dito pasfeerde het Detachement door een groot Bosch, van twee uuren lang, en vervolgens de Moefel by Coblentz, en campeerde tot Naversdorff, een half uur van de Stad. Den 29 en 30 dito Rustdag: de Generaal ging, in deze tyd, met eenige Hoofd-Officieren naar Dietz, om aldaar de Vorfiinne van Nasfau te falueeren. Den 1 July. s'Morgens met den dag wierden 200 Dragonders te voet gecommandeert, om voor uit de pasfagien en Defileen naar Weisfentoren, op deweg naar Audernach , langs den Rhyn te bezetten. Daar wierden (*) Lutzbier deze naam vinde ik niet in het distrift van Traarbach, maar wel Litzenbeuren en Luntzenhauzen. a F 4  ( H ) den ook 250 man uit het Guarnizoen van Coblentz gecommandeert, om de pasfagien by Zinzig te bezetten. Dien zeiven dag marfcheerde het Detachement naar Andernach. Den 2 dito naar Zinzig, Den 3 dito Rustdag. Den 4 dito naar Millem. Den 5 dito Bonn. Den 6 dito Rustdag. Den 7 dito naar Bruyll. Den 8 dito Brouweyler. Den 9 dito Rustdag. Den 10 dito naar Bedburg. Den 11 dito tot Lennich. Den 12 dito naar Borchet by Aaken. Den 13 dito Rustdag. Den 14 dito naar Wilre op Geule. Den 15 dito ■ Maastricht. Den 16, 17 en 18 dito Rustdag. Den 19 dito naar Tongeren. Den 20, 21 en 22 dito Rustdag.. Den 23 dito naar St. Truyen. Den 24 dito Tirlemont. Den 25 dito Leuven , alwaar een Courier van Prins Eugenius aan den Generaal gezonden, kwam, met de tyding van de Affaire by Denain voorgevallen , en met ordre om naar Brusfel te marcheeren , en aldaar te bly ven tot nader ordere. Den zeiven dag marcheerde het Detachement naar Brusfel. Den  ( 85 ) Den a6 dito ontfing de Generaal een tweede Courier met ordre, om naar Mom te marfcheeren, het geene s'avonds noch gefchiedde, en kwaamen tot Soignies alwaar halte gemaakt wierd, en s'morgens van Den 27 dito te Mom. Dien dag kwam wederom een Courier aan de Generaal; met ordre om fpoedig uit Mom naar Doornik te marfcheeren en arriveerde het Detachement Den 28 dito tot Doornik alwaar de Generaal d'ordre vond, om te laaten recognosceeren langs de Rivieren de d'Euil, Pontauby, Bellc-fourier en Pont Arache of die bezet mogten zyn met vyanden; zo niet, dat hy met het geheele Detachement in JDouay zoude marfcheeren, zo het mogelyk was. Maar, hebbende Rapport gekreegen, dat alle genoemde Posten bezet waaren, kreeg de Generaal ordre, om het geheele Detachement wederom in d'Armee te doen inrukken. En dus dien dezelyde dag noch te Doornik kwam Campeeren. F 5 i Lys-  C 86 ) Lytt va^de manschappen en paarden die gedüurenoe deze course verlooren zyn. Manfchappen Paarden d'Audignies . 14 35 Prins Willem van Hesfen 39 64 Dopff . . 8 28 Smettau . . 5 13 Collin Lambert . 7 35 Hesfen . . 6 17 Orange . . 10 19 Groveftins . 6 26 Glinftra ... 7 23 Colonitz . . 27 —-— 37 Splenie . . 23 39 Albemarle . . 13 . 03 Saamen 165 manen 359 paarden Instructie van den overleden konins Fredrik den Grooten voor de silesische infanterie. Na de Exercitie tyd moeten altyd, op die dagen wanneer, de Leening word uitgegeven, de Regimenten uit het Guarnizoen rukken, om buiten het zelve te manceuvreeren. In die plaatzen, waar flegts één Battaillon ligt, zal het zelve door de Artillerie worden afgelost, ten einde alles na buiten ga. De Battaillons moeten altyd op on- derfcheidene wyzen worden geplaatst,dan eens de Gre-  C 87 ) Grenadiers op de rechte, dan eens op de linke Vleugel, en dan eens wederom in het midden. Ook moet hec eerde met het tweede Battaillon van plaats changeeren. De Commandanten van de Musquettier Battaillons moeten, zo wel by het avanceeren als retireeren , zich altyd te voet bevinden; en de Generaals moeten daar op acht geven, dat de Battaillons hunne diftantie behouden, en dat zy recht uit, na die plaats gaan, waar zy heen moeten. De Vleugel-Officieren moeten zig altyd alligneeren, zullende de Majors en Adjudanten, welke niet oplettende zyn, in arrest gezet worden. De Officieren weeten tegenwoordig , zich geheel niet te richten, in hun allignement, als ook niet, in hunne Battaillons, waar toe zy moeten gehouden worden. Op elke Leeningdag, moet een andere marsch gemaakt worden: de eene reiz' moet rechts, de andere links afgemarcheert worden,dan houd men wederom der adjudanten marsch , en alle foorten van Deploimenc,zo wel uit het midden, als ook rechts en links. By het avanceeren moeten de Vaanen 6 fchreden voor, en een Officier achter de Vaanen marfcheeren, met het horologie in de hand, om te zien, of in een minut 75 of 76 pasfen wel naauwkeurig worden gemaakt. Nu en dan kunnen de Pelottons op de plaats , en in 't rechts om keert, Chargeeren; doch daar by moet voornaamlyk, zeer ver geavanceert of geretireert worden. Ook zal iu het avanceeren, dik- wyls  ( 88 ) wy!s,met geheele Battaillons,worden gechargeert,-— Het blyft altyd een generaale regel, dat tegen Infanterie, met Battaillons, doch tegens Cavallerie met Pelottons word gechargeert. De marsch moet egaal zyn, en mag daar by nooit worden geloopen , ook moeten in het Battaillon geen openingen koomen. Wanneer Front word ge-commandeert, moeten de Officieren hunne Pelottons richten. Insgelyks moeten de Majors zig meer aan de richting laaten gelegen zyn, en fomwylen , moet ook van Front veranderd, en de Linie gedraait worden. Nu en dan moet de Retraite en echiquier worden gemaakt, waar by de Officieren hunne Battaillons behoorlyk moeten voeren, en daarop letten, dat van het Terrain met voordeel word gebruik gemaakt; wanneer er ook een hoogte van 50 pasfen meer voor of achterwaarts ware, zo moet men dezelve evenwel bezetten. In den Winter, moet de Parade in de Exerceer huizen gefchieden , wanneer nauwkeurig op het laaden moet gelet worden; als kunnende , het avanceeren en retireeren daar in niet gefchieden. En daar het een voornaame zaak is, zig tegens Cavallerie te verdedigen: zo moet zulks de Officieren behoorlyk worden aangetoont, en wel met vyf Pelottons , by vonrb. de Generaal of Stafofficier benoemt een Officier, die Iaat verdig maken, dit Pelotton word van het overgefprongene aanftonds gefoutencert, 't geen rechts flaat, moet daar by links, en dat links flaat, moet rechts aanflaan, de beide tusfchen ftaande Pelottons maken ins-  C 89 ) insgelyks verdig; doch moeten niet eerder fchieten , voor dat de andere het geweer op fchouder genomen hebben. Zo dra het voorjaar aankomt, moeten de Battaillons aanftonds na buiten, om wegens het marfcheeren , dat geene in te haaien, 't geen men in den Winter heeft moeten verzuimen. Wanneer de Regimenten Recruten krygen, ofkie verlofgangers weder binnen koomen, moeten dezelve eerst, zonder geweer , exerceeren, wanneer de kaarel geheel recht flaat, word hem eerst het geweer gegeven, dan moet hy laaden; doch niet eerder in het Battaillon worden geplaatst, voor dat hy zo goed, als een dienstdoende zulks verrigt. Die nog niet recht vast zyn, moeten langer alleen, en wel zo lang geëxerceert worden, tot dat zy bekwaam zyn. De kleine Paradens moeten met gelederen marcbeeren, en wanneer alles door gewerkt is, dan word eerst met de geheele Parade geëxerceert. Wanneer het Regiment om te Exerceeren by een is moeten alvoorens de Gevryder (*) Corporaals en Sergeanten (**_) marcbeeren , tot dat hun pas egaal is. Ook moeten de Generaals daar op letten, dat wanneer de Staf-Officieren hunne Battaillons Exerceeren, dezelve Commandeeren, zo als het behoordt,en ook zorg dragen, dat de geweeren, by het aanflaan, egaal liggen, alvoorens zy vuuren. nen (*) By ons Cadets, of ook de Vaanjonkers. (**) Veldwebel, zo veel als Onder-Adjudant of oudlten Sergeant.  (90) De Officieren, die in het retireeren voor de Vaanen marfcheeren, moeten voor zich een Points de vue neemen , waar op zy het Battaillon regt aanvoeren. Ook moeten de Battaillons dikwyls met zesfen rechts en links afmarfcheeren, waar by zy altyd diftantie moeten houden, en te gelijk inzwenken, wanneer halt gecommandeerd word. Nu en dan moeten de Regimenten op hpogtens aanmarfcheeren. En in de Exercitie tyd moet zulks dikwyls en wel met orde gedaan worden , ten einde eene Evolutie niets nieuws voor hun zy. De Hoofdzaak is, de geringfte fout te corrigeeren, anders zoude het Exerceeren van geen het minfle nut zyn. Zyne Koninglyke Majefteit beveelt ook noch , dat de Regimenten nu en dan, met regen-dekfels exerceeren, opdat de Soldaaten weeten, hoedanig zydaar mede moeten omgaan. FREDRIK. Over  ( 91 ) Over het avanceeren en retireeren van meer dan een battaillon, in eene lienie (of van den marsch in front) en over het vuur dat IjY den aanval van de cavallerie word gemaakt , door den overleden pruisischen generaal von gaudi opgesteld , om BY het doen der inspectie te gebruiken (*_). Over het avanceeren en retireeren. i) De Hoofdzaak by het Avanceerenen Retireeren is, dat de voorgerukte Vaanen onderling nauwkeurig gericht,door de Commandant, met het Battaillon, Parallel worden gefield,en dat zy van het oogenblik, wanneer dat men aantreed,- tot het einde van den marsch, altyd recht voorwaards uitgaan. Daar by moet de Commandant, het Battaillon niet uit het oog verliezen en nauwkeurig daar op acht geven: of zyne Vaanen recht uit marfcheeren, en of de beide middelfle Pelottons arm aan arm, ongedrongen en zonder opening blyven. Alsdan kan men daar op zyn rekening maken, dat de marsch van een enkel of van het richtings Battaillon recht uit gaat. Een bewys, dat zulks niet gefchied, is het verlies der tusfchen ruimte, der beide Bat- tail- (*) Het, ontwerp ten aanzien van het vuur der Cavallerie, kan men, als eene verdere uitvoering der inftruaie, die de overleden Koning daar van gegeven heeft, en hier voor te vinden is, nazien.  taillons, die aan de rechter en linker zyde van het rigtings Battaillon marfcheeren. 2) Geen Sergeant of Gevryder-Corporaal moet een te vér afgelege Point de vue neemen, en daar door de perpendiculair zoeken , langs welke hy wil marfcheeren. Want de kundigfte Ingenieur zoude zich daar in veelligt abuferen,en, (leges maar by toeval,recht uit marfcheeren. Nadat den Commandant daar op heeft gelet, dat de uitgerukte Vaanen Parallel (taan met zyn Battaillon, en zy hunne fchouderen voor het aantreden, niet verdraaijen; zo moet de vleugel Sergeant van het richtings Battaillons, en by het andere, de naast by den Sergeant van het richtings Battaillon , en by het andere, de naast den Sergeant marfcheerende Corporaal daar op denken, om de richting van zyne fchouder zo te behouden, en alleen geheel recht uit te marcheeren; alzo hy niet meer, dan 15 tot 20 pasfen ver, voor uit zien moet. 3) De voormarfcheerende Vaanen van alle de Battaillons moeten met die van het richtings Battaillon onveranderlyk in eene gelyke hoogte marcheeren en lynrecht met dezelve in de richting blyven. Wanneer alzo het richtings Battaillon in de midden is, dan moeten van het Battaillon aan de rechter zyde, de Sergeant aan de linker hand, enby dat van de linker zyde,dieaan de rechter hand, de oogen uit dit allignement niet verdraaijen, en voornaamlyk die van de beide Battaillons, die tot de richting beftemd, het naaste zyn, altyd even wyd, tot 2 voet en 4 duim hunne pasfen maken. Als dan is het voor de van het richtings Battaillon  (93 ) Jon verwyderde voorfte Vaanen altyd zeer gemakkelyk zich in het allignement te houden. Terwyl nu de zich richtende Sergeant,by eene zo fterke draaijing des hoofds,de fchouder, door de langheid van tyd, ook moetverdraaijen, het welk hem gelegenheid kan geven, om niet recht uit te marcheeren, doch het Battaillon zoude zich daar op kunnen verlaten: zo moet de naast hem marcheerende Gevryder-Corporaal, door eene nauwkeurig behoud van het rechte Front, zulks verbeteren ; doch de zich richtende Sergeant moet zich aan hun houden en met hen geflooten blyven. Even deeze zelfde regel vind by het retireeren plaats. 4) Alle de middelfte Vaanen hebben te obferveeren, dat zy geduurende de geheele marsch juist 6 pasfen van de voorfte Vaanen af blyven , en deze diftantie onveranderlyk behouden. 5) De Commandeurs moeten, zo dra zy te voet zyn en 6 pasfen voor,de Vaanen marcheeren, in de Linie niets corrigeeren, nog door wenken,nog toeroepen, terwyl zy 12 pasfen van het Battaillon af zyn, en de richting van het zelve niet overzien nog bemerken kunnen , waar eigenlyk de fouc is: want zo kan hy fomwylen, door een verkeer" de, correctie, dezelve noch grooter maaken; hier en tegen dirigeert den Commandant in het retireeren, de marsch van zyne voormarcheerende Vaanen. 6) Het zyn de Majors en Adjudanten, die het Battaillon moeten recht houden, en hier toe behoord voor alle dingen, dat de middelfte Compagnie nauwkeurig gealligneert blyve, want deeze is G de  C 94 ) de richtfhoer, en naar haare prolongatie moeten zich de Vleugel Compagnien richten. De Majors en Adjudanten reiden alzo dikwyls in de opening en onderhouden, hier door, de richting naar de middelfte Vaanen der naaste Battaillons, doch geenfins naar de naaste Vleugel van dezelve; want wanneer die voorgedrongen of te rug gebleëven waren, dan zouden zy verkeert richten, wanneer zy de Vleugel van hun Battaillon daar naar alligneerden. Doch zy moeten de fouten aldaar corrigeeren, waar dezelve ontftaan. Daar is noch een voordeel , dat zy de te rug geblevene of voorgedronge Pelotons zeggen, hoe veel pasfen zy ongeveer vvyder of korter moeten maken, het welke zy van achteren gemakkelyk kunnen beoordeelen ; doch de Hooftzaak is , om de middelfte Compagnie altyd geatligneert te houden. 7) De Officieren die in het avanceeren in het eerfte en de Onder Officieren,die in het retireeren in het derde gelid, marcheeren, hebben in het oog te houden : ») Dat zy altyd in het gelid zien en zich na de nidden richten, weshalven 't hun moet vry ftaan Set hoofd daar heen te wenden. b) Dat zy altyd de ordinaire pas van a voet en 4 duym lang, marcheeren, en zich daar door niet laten verbyfteren , offchoon hunne naast ftaande Rotten, na de zyde der Vaanen, niet met hun gealligneert waren, want deze fout moet de Major of Adjudant aanftonds redresferen. c) Dat, wanneer naast de Officiers, na de zyde der Vaanen, een opening ontftaat, zo dat de neven man  C 95 ) man na de zyde, waar heen zy zien , van hun afraakt, of van de andere zyde, op hen aangedrongen word, zy vooral niet links of rechts marcheeren, om zodoende, de gemaakte openinge toe te maaken, of het gedrang te ontwyken, maar dat zy, zonder zig daar aan' te ftooren, recht uit blyven. Deze openingen worden van zelve toegevuld, wanneer zy den arm weder voorneemen; geeven de Officieren nochtans toe, en willen de openingen na de midden van het Battaillon toe.maken; dan fchuift zig de geheele Vleugel derwaards, en in elkander. Deze misflag word noch meer voorgekoomen, wanneer de in het eerfte gelid marcheerende Officiers, zo als in het retireeren, de in het derde gelid marcheerende Onder-Officieren,geene openingen toemaaken en geen gedrang ontwyken, maar een ieder recht uit marcheert. Het is beter, de eene of de andere fchouder voor te nee-, men , als door het bezwaarlyk trekken, de verloore tusfchenruimte, wederom te bekomen, vooral de Battaillons gealügneert te houden. Doch de Majors en Adjudanten moeten zig, ten aanzien van de 'tusfchenruimtens ook niet overhaasten, en dezelve by den eerften opflag van het oog, voor verlooren houden, maar alvoorens onderzoeken,of zy niet fomwylen, doorheen ontftaan gedrang, te groot of door gemaakte openingen te kleen zyn geworden ; het welk zy, wanneer het een of andere plaats vind, zy aanftonds remediëren en eerst zien moeten, of de fout daar door kan verbeterd worden, alzo tot de volmaaktheid van den marsch in eene Linie veel word toegebragc , dat men ieder BatG 2 uil-  (96) taillon zo lang, als mogelyk,in deszelfs marschdirectie en in delordinaire pas, recht uit laat marcheeren. Wanneer halt gemaakt is, word niee eerder gecommandeerd richt u! voor dat de Officieren van de Vleugel, in het allignement van de Vaanen zyn geplaatst, het welk nochtans, op de fpoedigfte wyze, moet gefchieden. Op het Commando, richt ü word met het eerfte en 6de Pelotton te gelyk, een begin gemaakt, van het eerfte naar de Vaanen toe, en van het 6de naar den Officier van de linker Vleugel, die zyn Sponton hoog houd. ■ De Major richt na de Officieren, en verbetert het geene , waar aan noch iets manqueert. Doch dit alles moet zeer fpoedig verricht worden. ,, By het voorfchrift van de Generaal von Gau„ di, word het recht vooruit marcheeren, alleen „ door de gelykheid van den pas te weeg gebragt. „ By de Franfche Infanterie, naar het nieuwe 3, voorfchrift van 1788, komt het alleen op de be„ houding der directie van het Points de vue aan. „ Beide deeze zyn van het grootfte belang,en ik ,, voege, om die reeden alhier ook het laatfte me,, de by, temeer, wyl het nieuwe!Reglement der „ Franfchen niet overgezet, en derhalven ook niet algemeen bekent is. ,, Wanneer het richtings Battaillon nauwkeurig ,, gerigt ftaat, worden 2 man, gelyk hier a en b, „ tot een rigt punt, de eerfte 30, en de tweede ,, 60 pasfen, ageer het Battaillon, in de verlan,, ging van het Rot, het welk in de directie Li- nie ftaat, geplaatst. Te gelyk ftelt zich een „ Ca-  C 97 ) Capitein c, 20 pasfen voor het Front in de ,, verlanging van het directie Roten van de beide ,, manfchappen a en b. „ De Onder-Officier d. die de pasfen aantoont „ en zig by de Vaandrigs en in het rigtings Rot „ bevind, neemt van tyd tot tyd in den marsch, „ verfcheide tekens, op den grond, 12 pasfen voor „ den Capitein c, terwyl hy tusfchen de beenen van dezelve doorziet. 3, De Chef van het Battaillon e, plaatst zig agter de tekens a en b, en ziet de inrichting na. ,, Op het Commando,vooRWAARDs marsch, rukken ,, de beide Onder-Officieren, die aan de rechter en j, linker zyde van de Vaandrigs flaan, met dezelve 6 pasfen voor in h,en het tweede gelid fteld 3, zig in hunne plaats. . c I g. h .f 1 I I .d . i I . a I .b • . I • e ,j Met de 3 voorgerukte manfchappen h. beneG 3 „ vens  C 98 ) „ vens de Vaanen, rukken nog 5 mannen van de „ Vleugel van het Battaillon 6 pasfen voor, de „ een uit het 3de gelid van-de rechter Vleugel, in ,, f. en de andere van de linker Vleugel, in g en „ aliigneeren zich met het gelid van de Vaanen h. „ doch zo, dat f. zich richt naar g. „ Deze beide manfchappen worden de wegwyzers van het Battaillon genoemd. „ De Onder-Officier, die nu mede in h. is voort„ gerukt, neemt in den marsch, tusfchen debee3, nen van den Capitein c, voorwaards op de „ grond tekens in acht, ten einde hy in de directie 3, Linie kan blyven. ,, Op het Commando, marsch, ftelt zich de Adjudant op de plaats van de Capitein c, en ,, geeft daar op acht, dat de Onder-Officier d, ,, die nu in h is, met a en b. in ééne Linie bly3, ve ; waartegen de Capitein in c, daar op let, ,, dat de wegwyzers in h gealligneert blyven, dat „ die 3 man van hen, achter die 3 voorgeruk5, ten Parallel en 6 pasfen verwyderd blyven &c. „ Zo aanftonds als het Battaillon voortrukt.plaatst zich een man,tot voortzetting van de richtings tekens a en b. in i, tusfchen het BattaillonKen „ a, daarop gaat b., wanneer het Battaillon verder is voorgerukt, weder agter het zelve in de ver3, langing van a. i. en zo vervolgens. „ Voornaamlyk word van de beide Officieren „ en de 3 man, die agter de drie voormarchees, rende zyn, gevorderd, dat zy de gelykheid der ,, pasfen in het oog houden: Van hun hangt de ,, richting van het Vaandel-Pelotton af. De ove » rig  (99) „ rige Chefs der Pelottons moeten op de Linie j, der wegwyzers zien. „ Wanneer een Brigade van vier Battaillons avan„ ceert; dan word het tweede Battaillon hetrich„ tings Battaillon, en heeft boven aan de Vaanen „ een lange, doch fmalle roode vlag. Dit Bat„ taillon marcheert, gelyk hier boven gemeld, „ zonder dat het verder iets heeft te obfervee,, ren. Het 3de Battaillon heeft zyne voormar„ cheerende 3 man met de Vaanen en zyne wegwy„ zers, en zyne richtings manfchappen agter zich , j, gelyk het eerfte; het ifte en 4de heeft zyne ,, voormarfcheerende Vaanen , doch zonder vlag. „ gen, zyne wegwyzers en richtings manfchappen. „ De Vaanen en wegwyzers van het ifteen 2de „ alligneeren zich met de Vlaggen van het 2de en 3de. Eigenlyk bepaalt de linker wegwyzer, „ voor het richtings Battaillon en deszelfs Vaanen, ,, het allignement: want naar deeze beiden richt „ zich die van de rechter zyde, en naar de wegwy,, zers en de Vaanen van het richtings Battaillon, „ alligneert zich het 3de &c. Van het vuur tegen de cavallerie. (Hier fpreekt de Generaal Gaudi wederom met betrekking tot zyne infpectie.) Wanneer de Cavallerie een geheel Battaillon attaqueert : dan maaken alle oneven Pelottons verdig, het 5de zal recht uit, het ifte en 3de links, het 7. en 9de rechts aanflaan; terwyl de Officier van het 5de Pelotton, zo lang met het aanflaan, G 4 moet  ( ioo ) moet' wagten, tot by de twee eerfte links en by de twee laatfte rechts is gecommandeerd, ten einde alle vyf te gelyk aanflaan en vuuren kunnen. Na het vuur van deezen, maaken de vyfgeven Pelot-' tons verdig, en met den aanflag word insgelyks zo gehandeld, als by de oneven , doch gefchied zulks niet eerder , als wanneer deze het geweer hoog hebben. Wanneer nu de Cavallerie flegts maar één Pelotton attaqueert: dan maken de twee overfpringende Pelottons rechts en lings verdig , en word het vuur na de midden gericht. Te gelyk na den fchoot maken de twee ftaan gebleevene Pelottons verdig, dat van de rechter zyde,moet links en dat van de linker zyde, rechts aanflaan doch niet eerder, dan wanneer de drie, die het eerst hebben gevuurd, het geweer hoog hebben. Deze fchuinfche aanflag heeft zyn uitzonderingen, wanneer de Aanval van de Cavallerie, geduurende eene zwenking gefchied ,by voorb.een Battaillon zwenkte rechts, met het eerfte'gelid, en de Cavallerie attaqueerde het 6de Pelotron , en alzo halt gemaakt wierd , en het 6de, 4de en 8fte Pelotton maakte verdig, zo vuurt het 6de regt uit, en het 4-ie flaat links aan. Alleen het 8fte kan niet rechts aanflaan , gelyk op de plaats gefchiede zoude, maar moet ook regt uit vuuren, terwyl anders deszelfs rechter Vleugel, in de linker Vleugel van het 7de zoude vuuren en het zelve fchade toebrengen. Even zo moeten ook de van de linker zyde onderfteunende Pelottons, naamlyk het 5de en 7de, het eerfte alleen links ,doch het laatfte regt uit, aanflaan, alzo hetzelve, wanneer het rechts  C ioi ) rechts aanfloeg, aan het 6de Pelotton fchaade zoude veroorzaaken. De Regel is alzo deeze: dat by dit Cavallerie vuur, geen Pelotton zyn vuur,door een fchuinfchen aanflag,na die zyde mag wenden, alwaar zich een ander Pelotton, voor hetzelve bevindt. „ Buiten dit Pelotton-vuur, vind men in dePrui,, iiicbe Armee noch, dit over 't algemeen reeds ,, vastgeftelde, dat van de rechter Vleugel aan, ,, eerst de oneven en dan de even Pelottons door „ vuuren. „ By de Franfche Infanterie fpreidzich het vuur uit de midden, na de Vleugels. ,, Van de twee middelfte Divifien vuuren de bei„ de eerfte Pelottons te gelyk, daar na vuuren „ de twee eerfte Pelottons van die Divifien, wel,, ke rechts en lings het naaste aan de middelfte „ Divifien ftaan, en zo vervolgens. Beftaat het Battaillon uit 6 Divifien , gelyk zulks het ge,, val by de Franfchen is; zo lang de Jagers en ,, Grenadier Compagnien by hun zyn: dan vuu,, ren eerst de beide eerfte Pelottons van de 3de ,, en 4de Divifie; daar na die van de 2de en 5de „ Divifie en eindelyk die van de ifte en 6de; j, dan beginnen de 2de Pelottons van ieder Divi,, fie, in even diezelfde orde te vuuren. Telkens „ word by een volgend Pelotton gecommandeerd. Pelotton! wanneer by het voorfte verdig'word ,, gemaakt; zo dat geen meer tyd, als het woord „ van Commando verdig! tusfchen beide plaats „ heeft. G 5 Van  ( 102 ) Van de vervaardiging en het gebruik der faschinen j schanskorven en horden (*). §. I. In zodanige gevallen, alwaar tot een fpoedige dekking van het Gefchut en de.Manfchappen, flegts op geworpen aarde werken, voor een korten tyd dienende, kunnen bekwaam gemaakt worden, voornaamlyk daar het aan arbeiders , aan hout voor de Fachinen, of aan tyd ontbreekt, dan worden de Borstweringen flegts zo gelaaten, als zy van aarde opgeworpen en met de fchup aan de natuurlyke fchuinte vast geflagen , en alzo gepousfeert, zodra echter het oogmerk daar heen ftrekt, orn de Batteryen en het andere werk, tot dekking, of eene geheele Campagne door, of noch wel langer (*) Dit opftel is uitgebreider, en meer pra&icaal, dan my noch ergens een, van die natuur gedrukt, bekend is. Het is voor de Kenr-Saxifche Artillerie opgefteld door een Commisfie, uit Officieren beftaande, dewelke hier omtrent veel ondervinding en doorzigt hadden. En het zal niet ligt iemand lezen , die geen handgreepen en voordeelen, van welk men zich by dien Arbeid kan bedienen, en die hem reeds voorheen bekend waren, daar in zal vinden. Voor het overige is dit onderricht zo duidelyk , dat ieder een , zonder eenige ondervinding, naar het zelve, dien arbeid ontwyfelbaar , zal kunnen ter uitvoor brengen.  C 103 ) ger tyd, in goeden flaat te houden,of om ook maar voor een korten tyd, van dezelve, een flerk Canon-vuur te maken , of wanneer een zodanig vuur op het zelve gericht is, dan moet men ook op derzei ver beftaanbaare fterke bekleeding, bedacht zyn,dac de Batteryen ,deels het weêr kunnen wederftaan, of door het fterke fchieten, enden Aanval, niet zo zeer uit den haak worden gebragt, maar geduurende dien tyd tot het gebruik in ftaat blyven, of noch ten minften, gemakkelyk weder kunnen gerepareert worden. i 2. Deeze bekleeding gefchied op onderfcheidene wyzen , 1) met Zoden, 2) met Vlegtwerk, 3) met Fafchienen, en 4) met Schanskorven. Terwyl het bekleeden met Zoden of het zogenaamde Dosfeeren en het Vlegtwerk,op de wyze: als Tuinen en Horden, by Batteryen voor zwaar Gefchut, te lang ophoud, wanneer het zelve, gelyk in een Campagne ordinair gefchied, zeer fpoedig moet aangevoerd worden; zo zyn de Fafchienen , van de bovengemelde vierderly foorten van bekleeding, boven alle de overige te ftellen; de Schanskorven worden alleen in byzondere gevallen, gebruikt. §• 3- Naar de gefteldheid van het voorgenoomen oogmerk, moet tot een Battery, reeds een daar toe genoegzaam getal van Fafchienen en Worsten, bene-  \ ( 104 ) nevens de plokken of paaien, als ook ordinaire bind- en anker-vveeden, en al het geene verder daar toe behoort,vervaardigd en uit het ArtillerieMagazyn,na die plaats,alwaar de Battery zal worden gemaakt,ter regte tyd, getransporteert worden. Alle Horizontaale en verhoogde Batteryen, worden gemeenlyk, zo wel aan de buiten, als binnen zyde, gefafchineert, en de fchietgaten met dunne en lange Fafchienen , die Worsten worden genoemd, zo als ook alle uit- en ingaande hoeken, bekleed, terwyl de ordinaire Battery-Fafchienen, wegens derzelver dikte, onbuigbaar zyn. De onder den Horizont aangelegde, ingefneedene of gezonkene Batteryen, als ook de Bresch-Batteryen worden alleen van binnen gefachineert,en de fchietgaten flegts een weinig bekleed ; doch van buiten blyven dezelve, zo als zy met de fchup zyn opgeworpen , en fomst by de gezonken Batteryen, allezins gepousfeert worden. s- 4. Tot de Schanskorven, word,wel is waar,minder hout en takken, als tot de Fafchienen gebruikt, doch tot derzelver vervaardiging, word meer tyds vereischt , daar dezelve alleen in byzondere gevallen, als by het Bonnetteeren en Sappeeren,of wanneer op een Battery dekking, fpoedig, ondermynender wyze, post gevat word, ten gebruik dienen. Naamlyk,' waar Schanskorven in de rey, boven eikanderen geplaatst, en tot de nodige fterkte voorde Kasten,van de Merlons,en tot dekking der flanken, de nodige aarde tot het aanvullen van de-  C 105 ) dezelve , in Mineurskorven, moet bygedraagen worden. §■ 5- Onder de Materiaalen worden begreepen. A. De Worsten en Fafchienen. J3. De Paaien tot verfterking derzelven, die Piquets worden genoemd, en de groote Paaien tot verankering of hoofdverbinding van den Fafchien arbeid. C. Dc Schanskorven. D. De Horden en Wanden van Vlegtwerk uit Rysweerden hout. Het gebruik van deze Materiaalen by de Fafchineering, zal onder de afdeeling E. worden aangetoond. §. 6. A. De manier om Fafchienes te vervaardigen. Naar maate de Fafchienes , op onderfcheide wyzen, zullen gebruikt worden, moeten dezelve ook ten aanzien van de maat, lengte en dikte, als ook andere omftandigheden en daar by voorkomende zaken, overeenkomstig, veranderd worden; zy onderfcheiden zich uit dien hoofde i) in Worsten, 2) Traceer en Tranfchee-Falchienen, 3) Battery Fafchienen, 4) Dek-Fafchienen, 5) Water Fafchienen, en 6) Fagots de Sappe, of Sappeer-Fafchie* nen. §• 7- De Worsten worden, gelyk gezegt, *ot bekleeding  C 106 ) ding der Merlons en Schietgaten, als ook tot het afronden der hoeken en punten gebruikt, om daar door, meerder duurzaamheid te veroorzaaken,en de Battery-Fafchienen beter kunnen gebonden worden. Ten dien einde, moeten dezelve uit dun Rysweerden hout, en niet al te dik, doch langer als de ordinaire Fafchienen, worden gemaakt. Gemeenlyk zyn dezelve 12 tot 18 voet lang en 8 a r*o duym dik, hoe wel zich de maat, in den Fafchien arbeid, hoofdzaakelyk naar derzelver gebruik, moet richten. §. 8. De gewoonlyke Battery-Fafchienen worden, tot bekleeding der Kast, Ketels, Traverfen en het Banquet, aangewend, als ook by Veldfchanfen en Retranchementen gebruikt , en flegts van dik vermengt Rysweerden hout gemaakt,alzo geene groote buigzaamheid als dan daar by word gevorderd. Derzelver Jangte loopt gemeenlyk van % tot 12 voet, en zyn 10 tot 12 duym dik. Wanneer men fpaarzaam met het ryshout moet omgaan, kan men in allen geval, zo ver, als de Battery-Fafchienen, flegts tot de onderfte reiën der binnenfle bekleeding,gebruikt worden, dezelven van het zwaarfte Rysweerden hout, of ook alleen van Knuppels maaken. §• 9- De Traceer of Tranfchee-Fafchienen worden, by de opening der Tranfchee, by eene Belegering, tot het Traceeren gebruikt, en vooral tot hetBan- quet  C 107 ) quet der Paralellen, als ook, in geval van nood, tot reparering der binnenfte bekleeding, aangewend. Men maakt dezelve niet wel dikker dan 8 of 10 duym,en 4 of 5 voeten lang,naar gefteldheid der diftantie, dat de manfchap, by het aanleggen der Tracé en de Tranchee of Myn , digter of wyder van een, zal gefield worden, van vermengt Rysweerden hout, zo dat ieder Fachien door één Soldaat, bekwaamlyk kan worden gedragen. §• 10. De zogenoemde Dek Fafchienen worden tot de bovenfte dekking der fchietgaten, tot dekking van zekere Logementen in de Tranfchees , tot derzelver Mynen,alsook tot dekking van de Gallerie voor de Mineurs en de Battery-Magazynen gebruikt, alwaar zy de plaats van Planken en Balken moeten bekleeden. Zy worden doorgaans van vermengd Rysweerden hout met 1 of 2 ingevoegde ftaaken, of maar van knuppels gebonden, op dat dezelve zich niet buigen. Na opgegeeven maat van derzelver gebruik, worden zy 8 tot 10 voet lang, en een voet dik, gemaakt. §• ir. De Water-Fafchienen, worden tot vulling van de water Graaven by het maken van de Gallerie voor de Mineurs, en wanneer men een pasfagie over een kleine Beek wil maken, als ook in een moerasfig terrain, gelyk mede tot Batteryen, gebruikt,  ( io8 ) bruikt, en om deze reeden, van vermengd ryshout gemaakt, ook worden fteenen daar by ingebonden , ten einde zy te beter op de grond koomcn te liggen. §• 12. Het gebruik van de zesde foort yan Fafchienen, naamlyk de Fagots de Sappe , zal uit den Aanval en verdediging van de Ingenieurs nader blyken. Dezelve worden flegts 3 voet lang en 1 voet dik gemaakt, ook een fpitfe paal mede daar in gebonden, dewelke , naar gefteldheid van het terrain,4 tot 8 duim nederwaards, vooruit fteekt. Men bind Fafchienen van 12 voet alleen uit knuppels, of van dik vermengd ryshout, en zaagt dezelve daar na in 4 deelen, wanneer dan door elke Fagot een fpitfe paal'word gedreven. Daar de affnyding doorgezaagt word, moet men zich met het binden, daar naar richten, dat de einden der banden regts en lings te rug geftoken worden, wanneer men, in der haast , alleen interims blindingen met kleine Schanskorven wil maken, gelyk by voorb. in de Sappe entiere, zo kan men dusdanige Schanskorven met diergelyke i'- voet dikke Fagots vullen. §• 13- By hef vervaardigen van deeze genoemde foorten van [Fafchienen, zyn de navolgende Handgreepen te obferveeren. Er moeten op die plaats, alwaar men, by eene Belegering, voor de Canonneering of een Aanval ge-  C 109 ) gedekt, en die voornaamlyk naby het houtgewasch geleegen is, naar de nodige iangte der Fafchienen, Fafchienebanken worden opgeflagen , men neemt daar toe naamlyk Paaien van 6 voet lang,die met de fpits.op eene zodanige wyze, in de aarde worden geflasgen, dat altyd twee en twee, 3 voet wyd van.onderen, uit eikanderen flaan, even als een Zaagbok, en ieder paar of kruis ook altyd 2 voet van eikanderen komt te ftaan. Wanneer dan tot de 18 voets Worsten 9 Bokken, en tot de 12 voets Battery-Fafchienen , 6 Bokken moeten worden opgeflagen. Deze kruizen komen in de langte in een regte linie te liaan, het welk door het opleggen van een regte (laak word in het werk'gefield, ten einde de Worst- of Fafchiene niet krom, maar zo veel immer mogelyk, gelyk word. Als dan moet men ieder Bok,in de midden, met eene fterke en lange weede te zamen binden, en wel zodanig, dat den hoek niet hoger dan 2 voet boven de aarde komt te ftaan. Aan ieder einde van de Fafchienbank word een maat paal, 1 voet van den laatften Bok afftaande, lood recht in de aarde geflagen , die de egale langte van de Fafchienen bepaalt. De bekwaamde, diftantie van de eene Fafchienbank tot de andere,bedraagt 6 pasfen,wanneer zulks de ötuatie toelaat. §• 14. Voor ieder Fafchienbank, moet ook een teenerjftok worden geplaatst. Er word naamlyk op de plaats,waar het vuur voor de Weeden, om dezelH ve  C "O ) ve te baaden, kan gemaakt worden , 3 dikke paaien van 6 voet lang , digt aan eikanderen in een driehoek, 2 voet diep, in de aarde geflagen, en op 6 duim, van boven aangerekend, met eene lange en dikke weede vast te famen gebonden. In die tusfchenruimte boven den band, word de warm gemaakte weede of tak, met het dunde einde, ingeklemd, en aan het dikfte einde, met de hand,of wanneer ze te dik is, door middel van een knevel gedraaid , en wanneer de zelve tot 12 duim is opgewonden, word ze tot aan het omgedraayde deel, om den ftok , geflingerd en van nieuws, met het draaien weder, begonnen. Is als dan de geheele roede gedraait: dan wind men dezelve weeftok, daar om heen gaande, af; en maakt met de linke hand aan het fpitfe einde een ftrik, en fteekt het dikke einde daar door. Tot de fterkfte anker banden, kan men een dikke paal inflaan, door welkers bovenfte gedeelte een gat geboort word, waar in men het einde van de band fteekt, en met een paal vast maakt, en als dan ,als naar gewoonte, met het draaien, voort gaat. De langfte en fterkfte roeden worden tot anker weede, en de middelfoort, tot bind weeden, uitgezogt. De buigzaame Broek- en de geheele weeden, kunnen, alzo zy zig gemakkelyk winden en draaien laaten, alleen met de voet, zonder over het vuur gebaad te zyn, worden gedraait ; doch wegens de zwakte dezer banden, kan dit alleen, in geval van nood, of wanneer men, om byzondere oorzaaken , zonde vuur, moet werken, gefchieden. De weeftokke moeten ver genoeg, van eikanderen  (I" ) ren afflaan, en ieder weedraajer bekomt een knevel, die uit een rond ftuk houts van 8 duim lang, met een aangebonden eindje touws, beftaat. De man, welke tot het vuur maken, is afgezonderd, baaidookde weeden voor de draaiers, naar proportie van het vereischt wordende getal, opdat zy warm genoeg kunnen gedraait worden, en heeft voornaamlyk, daar op acht te geven, dat de weeden niet verbranden , en ook niet te min gebaaid worden. Men kan zulks, aan het openfpringen van den bast en aan het zweeten der roeden gewaar worden, wanneer de Harst, door de warmte,doorgebroken, en verdund , en alzo tot het winden vloeibaar genoeg geworden is. De in voorraad gereed gemaakte anker weeden moeten,om hunne taaiheid te be« houden, met aarde bedekt of in het water gelegt worden, opdat dezelve niet, door de lugt en de hitte der zon, uitdroogen, en by het gebruik, fpringen. §• 15- Wanneer'de Fafchienbanken opgeflagen, en het Ryshout 'er by gebragt is, dan worden ,'behalven die manfchap , welke de Piquets en anker •paaien vervaardigen, by voorbeeld: tot 6 banken 45 man, op de volgende wyze gefchikt, benevens 1 Officier en 2 Onder-Officieren ter directie. H 2 als:  C "2 ) als: 2 Man om de bind teenen uit te zoeken. i — by het vuur en om te baaden. 6 — de weeden te draaien. 3 8 — te binden of te ratelen. 12 — op te pakken. 6 — het rys aan te brengen. 45 Man. §. 16. By het bearbeiden van de Fafchienen zelve, moet men hoofdzaaklyk daar op acht geven , dat men zo veel mogelyk, het taaifte hout, tot de takke bosfehen, verkiest,waaronder, hoofdzakelyk, het Wilgen, Berken en Elzen hout is te rekenen, Kuipers hout is wel wegens derzelver kernig- en harstachtigheid , en het Eiken!, wegens deszelfs krombogtigen aart, eenigfins onbekwaam, ook leverd het laatfte geen zo buigzaame bindweeden en Fafchienen uit; doch laat zich, tot het maken van Schanskorven meer gebruiken. Voor het overige, is by ieder foort van hout, het volgende in 't oog te houden. Dat 2 man by ieder bank, de dunne van de dikke takken, met hunne fafchien mesfen of kleine bylen, wel afzonderen, en zo afhouwen, als fterk genoeg, tot het gebruik , nodig zynde, en dan de takken en garden zodanig op de bank liggen, dat de helft van het eene gedeelte ongeveer met de helft van bet andere in elkander, en de dunne en dikke einden altyd tegen eikanderen komen te liggen,als ook, dat inwendig het dikfte ,en buiten om heen, het dunfte hout worden genomen. De  C 113 } De zwaarfte takken moeten tot de Fafchienen niet veel boven 1 duim, en tot de Worsten, zelfs nog niet die dikte hebben. Wanneer nu de takken in behoorlyke orde, zyn opeengelegt gew orden : dan worden de zelve , tusfchen ieder kruis van de Fafchienbank, tweemaal, door die 2 mannen, die het daar op hebben gelegt, met een bindftreng omwonden,en met de,zich aan de paal bevindende dikke houte knevels, (die men Ratels noemt,) vast te faamen gerateld, en dan door den, daar naast volgenden derden man , met een weede,terftond behoorlyk vast gebonden, hetwelk in het vervolg van voet tot voet gefchiet, op de volgende wyze. Wanneer door de 2 man, die de takken hebben opgelegt, de ratels tegens eikanderen aan gedrukt zyn, en vervolgens met het knie vooruit houden, legt de 3de man de bindweede zodanig daar om heen, dat de ftrik van de weede, van onderen op, tegen zyn lyf aankomt; fteekt als dan de greep of het dikke einde van de weede door den ftrik, trekt dezelve vast toe, en draait van het overgebleeve ftuk een knoop of worst, en bind het dikke einde mede in de volgende band, het welk by elke nieuwen band telkens gefchied, waar door de Fafchienen niet alleen glad worden, maar ook de band-knoopen,waar mede het gebonden is, niet kunnen los draaien. Aan de beide einden der, Fafchienen, moeten de vooruitftekende dunne en fpitfe takken, naar binnen worden geboogen ,en mede in de laatfte band, worden gebragt, of men kan dezelve ook afhouwen. Aan eene zyde, laat men gemeenlyk eene zogenoemde kop of omgeflaagen einde, voor die Fafchienen, H 3 die  C 114 ) die op de Vleugel,geheel na buiten koomt te hg. gen. Doch meest tyds, en ook by de dek Fafchienen, worden de koppen, wegens de dikke knuppels, afgezaagt. Is de Fafchi en zo ver gereed, dan worden de hier en daar aan dezelve uitftekende garden,met het fafchien mes afgehouwen, en de Fafchienen, daar door, gelyk gemaakt of gefnoeid. Om deze Fafchienen de behoorlyke en gelyke fterkte te geven, zo moet by ieder bank, zig een leer of model bevinden, beflaande uit drie van hout te faam gefielde Hangen, in de gedaante van een houvast, of de.fafchien binders moeten zig door het omvatten der armen of met een ftreng weten te helpen, en zig naauwkeurig rigten naar de proef-fafchien. Het nodige handgereedfchap, by ieder fafchien-bank, .beftaat uit 1 Wilgenflok, 1 fafchien maat, 2 kleine bylen, 1 fafchien- mes, 1 ratel met zyn ftreng, en boven dien noch in 't algemeen, uit zaagen en axen, om de paaien te vervaardigen , als ook zwaare houtene hamers, om de wilgen Hokken, en fafchien banken op te flaan, een paar ratels, beflaande uit 2 knevels van hard hout , die 3} voet lang en 2 duim dik zyn, en uit 1 trekftreng of ketting. §• 17. B. Van de piquets en anker paalen. De Fafchienen gebonden wordende, fteltmen ook tevens manfchappen aan, die de fafchienpaalen houwen en fpitfen. Het ordinaire foort van Paaien, die  die in de Fafchienen zelve koomen, worden Piquets en de grootere toe Anker weeden, Ankerpaaien genoemd. In een zodanig geval, wanneer de Borstwering reeds is opgeworpen,en naderhand, eerst met Fafchienen zal worden bekleed, of wanneer men in een gezonken Battery, de wand-fafchienen moet maken, wanneer de infnyding,in een zandigefituatie gefchied, en alzo de fafchienen niet kunnen verankerd worden, zo moet de bevestiging der Fafchienen, alleen op hunne verpaaling berusten. Men bedient zich, hier by, van drieërly foorten van Piquets;men gebruikt: naamlyk beneden, de kortfte, a i\ voet,doch boven, komen Piquets van 5 voet lang. Deze paaien worden hier by, niet midden door de Fafchienen , maar flegts f buitenwaards gereekent, in diervoegen ingeflagen, dat de kop ongeveer van 2 duim, boven blyft vooruit ftaan, achter en boven welke als dan de 2de rey Fafchienen behoorlyk worde gelegt,en op dezelve wyze, vast gemaakt,zo dat de fafchineering in dit geval, grooter fchuinte, als gewoonlyk, bekoomr. §. IS. Doch wanneer de fafchineering, te gelyk met het uitwerpen of de aanvulling der kast, word begonnen, bediend men zig vanjde ordinaire Piquets, die 2§ voet lang en ii, duim dik zyn, weshalven men dan op ieder worst van 18 voet lang, 6 Piquets, en op ieder Battery, Fafchienen van 12 voet , 4 Piquets gebruikt, en alzo altyd op de 3 voet 1 II 4 Pi-  (116) Piquet rekent. Naar deeze proportie, kan men rekenen, hoe veel Piquets, buiten een zeker overfchot, tot een bepaald getal Fafchienen, gehouwen, en te regt gemaakt moeten worden. Die paaien, welke vangefpouwen of gekloofd hout worden gemaakt, zyn de besten, om de zuinigheid, en in geval van nood, maakt men dezelve ook van zogenaamde, Veld-Woud en afdaks ftaaken. Van 't genoemde gekloofd hout, kunnen dezelve glad en vlak worden gefneden, alzo zy dan te gemaklyker indringen,en de Fafchienen niet zozeer uit hunne gelykvormigheid wyken. Wanneer een ruim aantal Piquets gereed zyn , zo worden zy getals wyze gebonden, op dat zy zo veel te gemakkelyker na geteld en op de belTemde plaats kunnen gedragen worden (*_). $. 19. C. Van het vervaardigen der schanskorven. De Schanskorven worden meer by de Attaoque of deMynen, als by ordinaire Verfchanfingen en Batteryen gebruikt; dezelve zyn gewoonlyk3 voet hoog en 2 voet wyd. Zodanig een Schanskorf moet van (*) De arbeid van de Piquets en Ankerpaaien zo wel,als die van de Fafchienen, Schanskorven en Horden, gelyk ook de Traceering van de Batteryen, word volgens de Toife f geraeeten , die in 6 voet, en iedet voet in 12 duim verdeeld i$. Eene Toife is, naar Dresdenfche Elle-maat, 3 Elle en 8 duim  C "7 ) van één man bekwaamlyk kunnen worden gedragen: derhalven moeten de paaien niet te dik zyn, en dun rys daar toe worden genomen; het zelve moet ook niet te digt in eikanderen worden gedreeven: en alzo deze Schanskorven gemeenlyk op de uitfpringende hoeken van deRedouten en andere werken, als Bonnettements koomen te ftaan, zo moeten dezelve, ten einde om hoog gebeurd te kunnen worden, zo ligt, als mogelyk, worden gemaakt. Zy behoeven flegts, zo digt gevlogten te zyn, dat de daar in gefchudde aarde er niet te ipoedig door heen ryst, doch by grootere Schanskorven, moet wegens de zwaarer drukking van de ingevulde aarde, het ryshout zeer digt gevlogten en de roeden en teenen met hamers op eikanderen worden gedreeven , en gevolglyk ook zwaarer ryshout daar toe, genomen worden. §• 20. De Schanskorven van het grootfte foort, zyn ge. meenlyk 3 voet wyd en 6 voet hoog, en dus veel moeilyker te vlechten, als de kleinen, ook ongefchikter om te transporteeren, alzo tot ieder, 2 man word vereischt, wanneer dezelve gedragen, opgezet, duim lang. Doch al het andere hout en Timmerwerk, als iib-houten ,posten, planken en het bouw-hout tot de Battery-Magazynen, word naar de El-maat des Lands, gerekend. En volgens deeze,maken 3 Toifen 10 Ellen uit,en volgens gewoonte,'worden by de aftreeding van de diflantie, de 2 Toifen op 5 pasfen gerekend en aangenoomen.  C u3 ) zet, en gevuld zal worden. Men maakte in oude tyden,nog een grooter foort,4 voet wyd en 9 voet hoog,en bediende zig van dezelve, in plaats van de Epaukments ,voor de Cavallerie. Doch wegens derzelver menigvuldige difficulteiten, zyn zy niet meer in gebruik. De langte en dikte, als ook het getal der paaien rigt zig, naar het oogmerk van het gebruik en is naar maate hunner dikte in de hoogte, by de ondervinding , af te nemen; hoe wel ook by ieder foort,op de gefteldheid van het ryshout, moet worden gezien ; want by buigzaam ryshout kunnen de paaien eenigzints zwakker zyn, doch by minder buigzaam, moeten de paaien iets fterker gemaakt,en verder uit eikanderen worden gezet.— Nu zullen wy hier eerst over de vervaardiging en handgreepen van het kleinfte foort fpreeken. §• 21. Wanneer men, op een bepaalde plaats, Schanskorven wil vlegten, moet men te vooren het hout tot de paaien , 't zy gekloofd hout , bosch, of hoppeftaaken, benevens eene goede quantiteit uitgezogte buigzaame en taaije takken , die uit Wilgen, Pynboomen of Berken takken beflaan kunnen, laaten aanbrengen. Deze paaien moeten 3 voet en 8 duim lang zyn, zo dat by het vervaardigen of vlegten de Schanskorven diep genoeg in de aarde, komen, en i2 tot 2 duim dik, ook zo veel, als mogelyk is , vlak moeten worden gemaakt. Ieder paal moet, voor het overige, regt en zonder noesten zyn, en ook van  C 119 ) van onderen , niet al te dun worden aangefcherpt. §• 22. Men plaatst by ieder Schanskorf 4 man, om te arbeiden, 2 tot het uittakken en aanbrengen van het takhout , en 2 om te vlegten en 't befnoeijen van den korf. Deze vier man bekoomen 2 Fafchien bylen, 1 Fafchien mes, en by 3 zodanige rotten word een fpa-fchup,doch by 6 rotten, een dikke yzere fpitfe paal of zogenaamde putter gegeven. De eerfte arbeid is nu verder, dat op een gelyke plaats voor ieder rot, meteen fnoer,eene peripherie in een Diameter van 2 voet word getrokken, die men in 7 deelen verdeeld, en in ieder van deze 7 punten, word met de putter een gat geftooken, ten einde de paaien beter kunnen ingeflaagen worden. Wanneer men by meer rotten een hoepel of tekening, of zodanig model heeft, dan kan dezen arbeid veel fpoediger voortgaan, alzo men hetzelve flegts op de aarde behoeft te leggen, en met de putter, in de aangemerkte uitfnydinge, de nodige gaten fteekt. Men flaat de paaien altyd perpendiculair in den grond, zodat dezelve drie voet boven den grond uitfteeken.— By het ylegten heeft men de volgende handgreepen te obferveeren, eerst vlegt men boven aan den kop der paaien,met fyne takjes, een krans, waar by men zig van "de nodige ronde figuur, van wegen het model, zeer wel kan bedienen, of men zoekt de paaien van boven fchuins over,als een hoepel, in een gelyke wydte, uit elkanderen, te fchooren. Wanneer nu deeze krans niet  C 120 ) nietwierd gemaakt, en men van onderen op, eerst wilde vlegten: dan zouden de paaien onvermerkt of zeer irregulair, uit eikanderen gedreven, of te zamen gerukt worden , en alzo de Schanskorf een wanftaltige figuur moeten bekoomen. Wanneer deze krans is gevlogten, word dezelve met fyne dunne gedraaide teenen, of ook anders zagte roeden omflingerd. Op die zelfde manier, vlegt men onder aan den Schanskorf, ongeveer een voet van den Horizont, noch een zodanige krans, die alsdan, tot op den bodem, word na beneden gedreeven. In deze laatfte krans worden nu de dikfte einden van de dunne takken en roeden,tusfchen ieder twee paaien, fchuins, diep ingeftooken, en zo wel buiten, als binnenwaards,om de paaien gebonden, en telkens mèt nieuwe ftokken en 't vlegten der teenen, in diervoegen voortgevaaren, dat altyd de zwakfte en fterkfte einden van de roeden, naar binnen worden geftooken, en wanneer de dikke einden in de gaten of hoeken aan de paaien, en waar een fpits is, of het dunne einde ophoud,altyd de nieuwe roede om een paal moet worden te rug geftooken. Men kan noch over deeze, tot betere duurzaamheid, wanneer eene rey regts gevlogten,een ander,lings daarom heen, laaten aanleggen. Als nu van onderen op f van de Schanskorf gevlogten zyn, dan word de bovenfte krans naar onderen gedreeven, en het vlegten, gelyk te vooren, tot boven toe voordgezet, wanneer als dan de bovenfte rand, evengelyk een krans, door het omflaan en doorfteeken van de teenen , vast gemaakt, en fecuur verbonden word. Het al te zeer uitfteeken- de  BERICHT VAN DEN UITGEVER. Offchoon het getal der Intekenaaren niet aan de verwagting heeft beantwoord, en noch op verre na, aan de bepaaling, by het Bericht, niec voldoet, zo is dezelve evenwel te rade geworden, om met de Uitgave van dit Maandwerk voord te vaaren. Verfcheiden redenen komen hem voor, waar door de Intekening is vertraagd geworden. — Als: de korten tyd, die by het Bericht was bepaalt. — De daar tusfchen öpgekoomen verandering van Guarnizoenen. — De drukte met de Voorjaars Exercitie, en mogelyk ook, dat men eerst heeft willen zien,hoedanig het tweede Stukje zoude worden uitgevoerd. Hy twyfelt niet, of de Inhoud van dit 2de Stuk, zal niet alleen, niet minder zyn, dan die van het eerfte, maar wel hetzelve overtreffen; ook heeft hy, zo veel mogelyk, zorg gedragen, dat de in het eerfte, Stukje, aangetoonde onvolkomenbeeden, in dit geen plaats vinden, zo dat hy zich ten vollen , kan verzekerd houden,dat hetzelve,[dien aangaande, zeer veel in waarde heeft gewonnen. In het begin van dit Stukje, vind men reets een origineel Stuk, door den, in dienst van dezen Staat geweest zynde, Lieutenant Generaal van Grovestins, by eene Expeditie, in den jaare 1712 ter uitvoer gebragt; 't geen zeker, benevens de overige Stukken, de volkoomen goedkeuring van de Intekenaaren zal kunnen wegdragen; alzo men uit dat eerst genoemde Stuk , zien kan, welke onderneemende Mannen zig te dier tyd, by onze Armee bevonden : trouwens 'er is niet aan te twyfelen, of heden zouden 'er ook noch zodanige gevonden worden, wanneer zig de gelegenheid om daar van proeven te geven, aanbood. Om dan zodanige Stukken te bezitten, kan geen in dienst zynde Officier, onverfchillig zyn;— dit heeft de Uitgever doenbefluiten, om de tyd van Intekening, noch eenjg-  BERICHT. cfPSfin!,t^erIen1é>enten einde aan deHeeren Offi. ï^h -li W,e ,USt voor den dien" heeft, gele- ma" en " Tu l ''g dk W^ te bunnen'eigen ma.en. - Zullende aan zyn kunt, alle mogelvke moeite aangewend worden, om he zelve, ofeene zodanige wyze, te doen uitvoeren, dat men daar mede volkomen zal te vreeden zyn ook^eeft hy benaanXlT^'^ Zig eeniSe 'ièfhebbers hebbren^nS ndaarï°e or,8,neele Stukken by te oreng.n Dan, kan echter niet voorbv om eenige Stukken tot dit Magazvn gefchikt mogten deT om ,ï HdV7erK Plaa,tfi"g" «Si»» den, om zo doende hetzelve meer en meer in vol- i°Theid tC brenge"' hetzaI den Uitgever aanZfVu vvan,neer,hy ^ ^1 mogen ondervin- tta? gfj hTehe aJtyd van hem ™ec dankzeg- ging, zal worden ontfangen. ■ Hv zal ook zo veel doen yk, de in dezebanden gemLlt vvorden. de «traoriihaira Manoeuvres, zoeken magtig Ie wor den, om dezelve als dan mede hier in ?e plaatzenja met eén woord, hy zal er zig op toe eggen om dit Magazyn van het uiterfte^eLg vo?f 3è Heeren Officieren te doen (trekken het 7v in welke Clasfe, het ook zoude mogen^vezen^hou" dendezig derhalven verzekert, fat er nu nog een genoegzaam aantal Intekenaaren zig zal opdoen, «o dae hy in ft3ac gefteld kan worJe Pdoen. mede voort te vaaren, ten einde het bedoelde oogmerk moge worden bereikt. Voor ditmaal meent hy genoeg gezegt te hebben, ten aanzien der verdere uitvoering van dit Werk. Ook is by den UITGEVER gedrukt. Register op het Exercitie Reglement van den 24 Maart 1791 en alom a 2 Huivers te bekoomcn.  M A G A Z Y N van MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Derde Stuk. I N H & U D. Over den Aanval der Cavallerie. - • Pag. 130 Over de noodzakelykheid van ligte Troepen, in het Veld. ..... 143 Over de uitrusting van een Train Veld Artillerie. - - - - 146 Voorfchrift, waar naar men zich,by het Bouwen van Mortier-Batteryen , en by de oelFening, in het werpen van Bomben op dezelve , te richten heeft. ..... ufo In hoe verre zich de Veld-Bevestiging, met de Ta&ik vereenigen laat of niet? - - 171 Wat men by het doen van een Escorte, in het oog te houden heeft. .... J75 NB. De Stukjes moeten ingenaaid,en niet doorflooken worden. Te ARNHEM, By J. H. MOELEMAN. mdccxcii.  BEOORDEELINGEN. Gefchichte des 7 Jahrigen Krieges, zwifchen den Koning von Preuszen und der Keiferin Koningin, mie ihren Alliircen, 3 Theilen mit Kupfern. Het ifte Deel is door den Engelfchen Generaal Lloyd, in het Engelsch gefebreeven, en van denKoninglyken Pruififchen Major, tegenwoordig Overfte Lieutenant von Tempelhof, in het Hoogduitsch, overgezet, en met aanmerkingen en ophelderingen vermeerderd. Het 2de en 3de Deel is de arbeid van den Overfte Lieutenant von Tempelhof zelve. Het rfte behelst in zig , de Veldtogten van 1757, het 2de van ï758 en het 3de die van 1759. Ieder Deel kost naar Hollandsch Geld ƒ ?-io-: en is ongeveer 320 bladz. groot, en waarby eenige Plaaten gevoegd zyn. In het tweede Deel , word met de Veldtogten van de Geallieerde Armee, een begin gemaakt. De Slag van Hastenbeck, en wat onder den Hertog van Cumberland is voorgevallen, is niet befchreeven. De Plans die de Veldflagen der Geallieerde Armee daar (tellen, zyn geftooken naar die van Bauwer, welke in s'Hage zyn uitgekomen, en alzo zeeker zo in orde, als ergens anders een van die natuur, te vinden is, alzo Bauwer Gencraal-Quartiermeester, by de Geallieerde Armee, was. Het is overvloedig , over de waarde van een Boek iets te zeggen, dat wegens de voornaamfte Deelen van den Oorlog,in 't algemeen, voor het gewigtigfte word gehouden, het welke wy hebben. Plet laatfte Deel is ook een buiten gewoone achting, evenals het eerfte , waardig. De Schryver onderzoekt noch altyd ieder gewigtigen pas van zynen Veldheer, en fteld den Lezer niet zelden de mogelyke gevallen voor oogen, die voor denzelven open ftonden. Te gelyk toont hy de fouten, en het betragtings waerdige aan, en is zowel een leeraar in de kunst  C 121 ) de ruuwe hout, word met het fafchien mes, gelyk by de Fafchienen, afgefneden, en de Schanskorf op deze wyze, van buiten rondom befnoeid: alsdan graaft men de aarde om dezelve rondom los, opdat de fpitfe der paaien ligtelyk kunnen uitgetrokken worden, zonder den Korf te befchadigen. Ieder rot kan in j uur eene zodanige Schanskorf gereed maken, wanneer de paaien en teenen klaar liggen. §• 23. By de groote Schanskorven die 6 voet hoog en 3 voet wyt zyn, worden de paaien 7^ voet lang en 3 duim dik gemaakt, in de peripherie worden 11 ftuk verdeeld, en ieder paal word i| voet diep in de aarde geflagen. Een evengelyk getal van manfchap tot het Krans vlegten en de overige handdienften, word gelyk by de kleine Schanskorven, noodzaaklyk vereischt. Dat dezelve tot meer duurzaamheid, wegens de drukking der ingefchudde aarde of zand, digter en vaster moeten gevlogten worden, is zeer natuurlyk, ten dien einde worden de gevlogte reiën, voet voor voet, met een houten hamer naar onderen, te famen gedreven. By de kleine Schanskorven, die tot bedekking van een Redout of eene andere plaats, op de uitfpringende hoeken worden gezet (evengelyk zy by de groote Schanskorven, in zo verre zy Sappe volante als Gcihions farcis worden gebruikt) zaagt men de anders voorftaande punten af, en om de eerfte te kunnen plaatfen of planten, flaat men 3 paaien op de Borstwering,driehoek gewyze in, en bind als dan deSchansI kor«  C 122 ) korven van boven en onderen met fterke teenen, voor dat men dezelve met aarde vu!d. Toe de geheele kleine, en. onder fpits toelopende Schanskorven, die men met aarde vult, en in plaats van de anders gewoone Zand-zakken, op deBorstweering van de Hoofdwal, plagt te zetten, om met Geweeren, daar tusfchen door, te kunnen fchieten, gebruikt men zeer ligte paaltjens, die flegts i duim dik zyn , doch worden gelyk de grooten, evenwel maar met dunne banden gevlogten. §• 24. D. Van het vervaardigen der horden. De Horden zyn tafels van Ryshout gevlogten , die gemeenlyk 4 voet breed en 6 voet lang zyn, waar toe men 9 Paaien gebruikt, die ieder 5 voet lang en 2 duim dik zyn. Déze Paaien worden perpendiculair,in een regte Linie,en ingelyke wyte 1 voet diep in de aarde geflagen. Ten aanzien der fterkte, welke de Horden moeten hebben, is: het maken en naar beneden dryven der Krans, het getal en inrichting der Arbeiders, als ook het zelfde gereedfehap, behalven het model, by het bearbeiden van de Schanskorven nodig, flegts dat hier de dikke einde van het Ryshout, met derzelver fpitfe , altyd zo worden gelegt en ingeftooken, dat de ruuwe zyde op den grond gelegt word. Van deze Horden bedient men zich, wanneer Trancheen en Batteryen op zeer natte gronden, aangelegt worden,zo dat de Tran ■  ( I23 ) Tranchee-Wage en de overige manfchappen droogs voets, daar over heen en weer gaan kunnen. Zy zyn ook dienftig, om de Amunitie in de BatteryMagazynen droog te bewaaren, wanneer,door eene aanhoudende regen, water daar indringt, gelyk ook by het tempeeren en inzetten der Bommen en Granaad-Branders, in de Mortier-Batteryen of Keetels. Verder by de Sappe Couvert of de bedekte Mynen, wanneer men de deur-Hokken daar mede bedekt, waar op de dek-Fafchienen naderhand gelegt, cn de nodige aarde als dan word opgeworpen.' Wanneer men buiten de, by Batteryen, gewoone blindingen der Schietgaten , die van dikke posten worden gemaakt, en met geflaagen Yzerblek zyn benageld, noch eene gevlogte blinding, om de Schietgaaten te masqueeren, wil maken, dan worden in een zwaare plank, naar de bovenftewyte van de Schietgaten, gaten van 2 en 3 duim, uit eikanderen geboord, en daar in fterke en egaale roeden, die de hoogte van de binncnfte opening der Schietgaten hebben geftoken, en de Vlegting, gelyk by de Horden behandeld: en naar de Genoulliere toe,gelyk het figuur van de opening der Schietgaten voorfchryft , de Tafel fmaller gemaakt. §• 25. E. Van het gebruik der materiaalen. Terwyl veelmaals enkele gedetacheerde Werken, en Redouten, met meerer en grooter GeI 2 fchut,  ( I24 ) fchut, worden bezet,en waar toe, het oogmerk van den vyand dikwyls gelegenheid geeft, moet men a.zo het Profil van de Borstweering verfterken dat dezelve evenwel de Canonnade , zo veel als mogelyk, tegenftaau , en uit dien hoofde z0 als de Batteryen in eene formeele Attacque bouwenen daarom als dan, zo wel de binnenfte als buiten' fte fchumte, met Fafchienen en Worsten beklee den, waar mede men, gelyk in §. i7. word gezegt ,moet te werk gaan. Doch wanneer men het fafcbmeeren, te gelyk met het opwerpen en aanvullen der Kasten begint,dan verankerde,men de Faichienen'itot meerer zekerheid en vastigheid van den bouw,noch, buiten hunne Piquets, door Ankeru eeden en dikke of zogenaamde Ankerpaalen, die men , op eenige voeten afftand, van de Fafchienen, lynrecht in de ingedampte aarde der Kasten inflaat-, waar aan men de fterke drikken, die om de Fafchienen zyn gewonden, en de uitgeflrekte Anketweeden, vast maakt. Alen legt om ieder Fafchien, van 4 tot 4 voet, een diergelvk Anker aan; doch zo, dat men flegts van de derde reij Fafchienen, van onderen op gerekend, eerst met het verankeren een begin maakt, waar door dan de Wanden, met het ligchaam of met de geheele masfa een vaster en duurzaamer verband bekomt. De beste foorten beflaan, uit de langde en derkfle weeden , die gelyk de ordinaire bindweeden gebaaid, doch ook aan de dikke einde, ten vollen moeten opgedraaidt worden, en aldaar zelfs een groote ftrik , alvorens voor den Ankerpaal behouden: hier by moeten ook even zoveel Ankerpaa- len  C 125 ) len a 2f tot 3 voet lang,'en van die dikte, als de Piquets worden gemaakt. De Ankers worden, gelyk gezegt, met de dunne einde, om de Fafchienen gelegd, en na dat zy fterk zyn,met het dikke einde, aangetrokken, of het oor in den grond vastgenageld. Zo de Ankerweeden te kort mogten zyn, en tot de Hooftbevestiging van den uit. fpringende hoek, voornamentlyk, 1 of 1 roeden niet toereikende zyn,dan moet men er noch een weede aanknoopen. Wanneer men geen Ankerweeden in voorraad heeft, of zeer fpoedig, zonder verpaaling wil Ankeren, dan omflingert men de zwakke einden, van de garden of takken inde Fafchienen, en legt de dikke einde van de takken in den grond, of men bediend zig hier by, van omgekeerde roeden en garden,die veele top einden, als ook noch loof en bladeren, en aan bet dikke einde, een haak hebben; haakt daar mede in de Fafchienen,en legt de garden agterwaards, in de verder daar op gefchud wordende aarde. §• 26. De verkleeding en het aanflaan van de Fafchienen, fteld, in derzelver gebruikt het volgende vast, wanneer de nodige duurzaamheid van het verband, met de opgeworpen aarde zal ftand houden. Men legt de onderfte of eerfte laag van de Fafchienen, wanneer het terrain fponsachtig is, half opgeruimd, als dan langs de Tracé een riool , die naar het figuur van de halve Fafchienen, word opgeworpen, en ieder Battery-Fafcbien , van tyd tot tyd, geI 3 lyk  ( 126 ) lyk gezegt, met 4 Piquets in dit viool word vas gemaakt, zo, dat 2 bosfchen blyven, en telkens alleen de derde gevat word, nochtans zo, dat dat Piquet altyd in de midden , tusfchen 2 bosfchen word ingedreven , en alzo de weede band niet kan fpringen. De Piquets worden niet perpendiculair ingeflagen, maar men richt zich, zo veel mogelyk, naar de nodige onderfchraaging der fchuinte, die ook by de volgende reyen , moet worden in 't oog gehouden, zo dat ieder nieuw Piquet de onderliggende 2 Fafchien.laagen mede vast maakt. Wanneer de eerfte rey, behoorlyk in den grond, is vast gemaakt, dan legt men de tweede rey van de Fafchienen in diervoegen daar op, dat de kop, ieder 2 bosfchen verder, rechts of links worde getrokken , en de bosfchen van dezelve wederom over de onderfte bosfchen koomen te liggen, ten einde de Piquets van de tweede rey, tusfchen de bosfchen van de onderfte rey doorgaan, en geen bosch kunnen raaken, maar vast in de aarde indringen. De 3de rey word even zo, en naar de nodige fchuinte aangelCgt: en komt hier voordaan van 4 tot 4 voet, een Ankerwcede, zo aan de Fafchienen geftrikt,en met een Ankerpaal in de aarde verbonden word. Met waarneeming van al het voorige word gecontinueert, als ook de ingeworpene aarde naar den aanleg van de Borst\veering,behoorlyk verdeeld, en naar bevinding, voornaamlyk by de uitfpringende hoeken, vast geftampt. Ook gaat men met het verankeren van de volgende reyen der Fafchienen voord, tot dat de Battery de behoorlyke hoogte en fterkte bekaomen heeft. De bovenfte rey der  ( 127 ) der Fafchienen word echter met bindweeden, die wat fterker moeten zyn , met de daar onder liggende Fafchienen vereenigt, het welk zeer veel toe brengt tot de duurzaamheid van de Borstweering; ook moet men op het Ankeren van deze rey, even als op de uitfpringende hoeken, en de Vleugels der Flancquen- dekking, vooral acht geven, dat men de Ankers der binnenfte en buitenfte fchuiute, dan noch apart te zamen verbind, het welk met de langfte Ankerweeden en Ankerpaalen moet gefchieden. §■ 27- De inwendige fchuinte der Borstweering zo wel, als de Flancquendekking, bedraagt gemeenlyk i voet, en de fchuinte der uitwendige bekleeding, word twee voet afgefchuint. Tot aanflag van de Fafchienen zo wel, als tot het repareeren der befchadigde Fafchienen , word uitwendig een Berm van 4 voet breet gelaaten, alwaar men dan de doorfchooten ftukken van de Fafchienen, met een groote Steek-zaag, of zogenaamde Vosfeftaart, en de Piquets uitzaagt, en uittrekt, de nieuwe ftukken inzet, wanneer men alvorens een foort van Ankers in grond heeft ingehaakt, en voords, door lange Piquets, het Fafchienftuk vast maakt. Is de reparatie, ver na boven, nodig: als dan neemt men de aarde van debovenfte reyen weg. De Banquets worden gemeenlyk perpendiculair opgericht , en de eerfte rey insgelyks, naar deszelfs halve dikte, in de aarde, plaats gemaakt. 3 Reyen zyn genoeg tot de geheele hoogte der Banquets. I 4 §• 28.  ( 123 ) §. 28. Men neemt tot het oprigten of bekieeden der Fafchienen, ter langte van 2 Battery-Fafchienen, 3 man , en dus word op 8 voet 1 man gebruikt; deeze manfchappen bekomen een zwaaren houtenhamer tot het inflaan van de Piquets en Ankerpaalen, en op 3 zodanige posten, of diftantie van fi Fafchienen, word een Hand-zaag tot het afkorten van de Fafchienen, Worsten en andere voorvallen gegeven, doch alzo de Fafchienen met hunne koppen niet over eikanderen, wegens de openingen, welke daar door ontitaan, kunnen komen te liggen, maar dezelve, om de 2 bosfchen, gelyk gezegt, moeten verlegt worden: zo moet ook buiten dien, aan de uitgaande Linien tot dekking der flancquen, wegens de nodige dragt, de Zaag in gereedheid zyn. De fafchieneurs bemoeijen zig, wegens de nodige en groote fpoed, alleen met de Fafchienen arbeid van de buitenfte en binnenfte bekleeding der Borstweering, het dekken der flancquen , de fchietgaten van deTraverfen en Banquets; dan tot het vullen en intreeden der aarde, om de Graaven op te ruimen, en voor de plaats der Mortieren de Keetel uit te fteeken, worden andere arbeiders gecommandeerd. Doch by andere Veldarbeid, alwaar de fpoed niet zo zeer, als by de Batteryen, word vereischt, en men niet op het opte vaaren Gefchut, met angst is wagtende, of waar het aan manfchappen ontbreekt, kan men in allen geval het fafchineeren, de aarde in te ftorten en in ïe ilampen, met dezelfde manfchappen verrichten zq  ( 129 ) 7.0 dat, wanneer dezelve eene rey Fafchienen hebben gelegt , deze wederom in de Graaven treeden, en zo veel aarde uitwerpen, opfchudden en vast treeden , als de hoogte van de Fafchienen bedraagt, en op deeze wyze, kan men met den onderfcheiden arbeid, telkens afwisfelen, tot dat de nodige hoogte en flerkte van de Borstweering gereed is. §• 29. Redouten en Retranchementen, vooral wanneer het hout raar is. hebben', volgens Clairac, van binnen flegts Vlegtwerk, doch de buitenfle zyde blyft ruw, zo als dezelve met de fchoffel of fchup geflangen en gepousfeert kan worden. Doch de Banquets worden , ten aanzien van hunne nodige duurzaamheid, als naar gewoonte, gefafchineert, en de Schietgaten ook met Worsten bekleed ; maar om dit laatfte te vermyden, verhoogt men de Beddingen des Gefchuts en bounetteert de zelve met Schanskorven. Hoedanig by enkel Battery- werk, of het oprichten eener Battery, de arbeidende Artilleristen,zo wel, tot het opruimen der Graaven, tot het bekleeden der Fafchienen, tot vulling en vastftamping van de aarde , als tot het verankeren,naar de beste orde, te gebruiken zyn, zal in het vervolg by het onderricht, conflrudlie en den bouw van de Horizontaal Batteryen, worden voorgeflelt. I 5 Over  C 130 ) Over den aanval der cavallerie. Men zoude buiten twyfel, eenige kennis van de Mathefishebbende,het hier, flegts, ter loops voorgeflelde, bepaalder kunnen voordraagen, dan hier gefchied is; doch my dezelve ontbrekende, ftelle ik derhal ven hier, alleen dat geene voor, wat my en eenige ondervindingen en ook myne eigene opmerkingen leeren. i. Hoedanig de cavallerie de infanterie en echellon aanvalt. Wanneer de Cavallerie, de Infanterie in deezet voegen aanvalt: Zo formeert zy te vooren eene onverdeelde Linie. En dan eerst , wanneer het eerfte Esquadron 150 pasfen regt uit is voorgerukt, field zig het tweede in beweging, en op deezen afftand, volgt het 3de op het zde, en zo ieder van alle deoverige,dat geene,welke voor hun is. Wanneer de Infanterie door, 10 Esquadrons «ord aangeval. len,dan zal,zo niet het eerfte , evenwel doch een van de volgende doordringen, want de eerfte Esquadrons zullen het vyandelyke vuur tot zig trekken, en de volgende alzo minder lyden. Is echter eerst een Esquadron hier of daar, doorgedrongen: dan volgen die geene, welke noch verder te rug zyn, alzo zy zig na de openingen wenden. Dit is waarfchynlyk de inrichting, waar door de Cavallerie, by Srrigau enKesfelsdorf,zulke groote dingen gedaan heeft. Het  (w) Het was, wel is waar, hier het oogmerk niet zo zeer, om en Echelion aan te vallen. Deze fchikking volgde,zo als het fcbynt, in zeker opzigt, van zelve, en dit bewyst het natuurlyke en uitvoerbaarlyke daar van. In de Battaille by Scrigau of by Hohenfriedberg ftond het Baureutfche Dragonder-Regiment agter de Infanterie, en trok Esquadrons gewyze, door hetzelve, toen zy de vyandelyke Infanterie aanviel. Deze was tamclykver verwyderd (gelykmen, Uit eene befchryving van dezen Slag ziet, door een Officier, die in de nabyheid van dezen Aanval, zig by de Infanterie bevond,) en terwyl de eerfte Esquadrons waarfchynlyk in een fterken draf bleven; zo moeste de laatfte, wanneer zy , gelyk re denken, met de eerfte, zich in eene Linie wilde ftellen, cenigfints op zyde komen, en den vyand en Echellons gewyze naderen. Hadden de Franfchen by Minden den Aanval en Echelion gedaan, dan hadden zy waarfchynlyk dc HanoveiTcbe en Engelfche Infanterie geflaagen, hoe braaf dezelve ook aldaar vogten- Hunne rechter fiancq was niet gedekt, en hunne Intervallen waren open, alzo de Artillerie, dcor het fpoedige avanceeren, zig tusfchen de eerfte en tweede Linie bevond. De Cavallerie drong werkelyk door deze openingen, doch de doorgedrongene hadden geene onderfteuning. Het 3de gelid van de Infanterie maakte rechtsomkeerd en verdreef dezelve. En echellon wierden de Esquadrons, die doorgedrongen waren, door de volgende onderftcund. ;il- zo  C 132 ) *> zy zig, zo als gemeld, ter zyde trokken. De Aanval is met aan een zeker Front gebonden , want ae Esquadrons kunnen ter zyde trekken , wanneer zy eene opening, of ongedekte flancq vernemen: daarby kunnen zy , alzo zy zig enkel beweegen, m een betere orde blyven, als wanneer zy in een Front waren , alwaar een ieder door de disorde van den naast hem ftaande, komt te lyden. Dat de 2de, 3de, 4de en volgende Esquadrons alhier m.nder als en ligne lyden, fchynt onlochenbaar te zyn. Dan wanneer de Cavallerie en Echelion aanvalt,zo moet dat Battaillon, waarop het eerfte Echelion valt, op hetzelve vuuren, en geftelt ook, dat dit maar flegts op JO pasfen, gefchied : Zo kan toch, dit vuur tegen het tweede Esquadron, hetwelk nu 200, en het derde dat 3,0 pasfen daar van af is, weinig uitwerking teweeg brengen. Doch bezvvaarlyk zullen zy een 2de vuur hebben te verwagten, alzo de Infanterie, daartoe geen tyd genoeg zal hebben. Zekerlyk zouden alhier de Pelottons, die aangegreepen worden, maar vuur gevendan waar heeft men in zulke gevallen gezien, dat alleen flegts eenige Pelottons vuurden. 2. In pe meeste gevallen kan de cavallerie slfgts de infanterie,hier door slaan wanneer zy zich derzelver misslagen, ten nutte maakt. Het is, een wezenlyk voorrecht by den Aanval en  C i33 ) en Echelion, dat men by dezelve met die misdagen des vyands, zyn voordeel kan doen. Dan, wanneer de Infanterie hunne Artillerie by zig heeft: zal het alle Cavallerie zwaar vallen, en wanneer de Infanterie zig niet hier of daar opent (gelyk zulks dikwyls gefchied), onmogelyk zyn, om daar door heen te dringen. By Hohenfriedberg,Zorndorf, Kesfelsdorf en Rosbach had de Cavallerie met geen Infanterie te doen, die noch in volle orde was, en niets geleden had; hier maakten zy gebruik van een gelukkig oogenblik. De bevelhebbers van de Cavallerie, die hunne dispofitie zo niet inrichten, dat zy van de misdagen der Infanterie gebruik maaken, zullen moogelyk zelden,tegens dezelve, iets groots uitrichten, wanneer zig anders de Infanterie op eene braave wyze gedraagt. Ja het was zelfs den Dragonders van Plettenburg en de Huzaaren van Möhring (zo als men in de voortreffelyke gefcbiedenis van Tempelhof over den Zeven Jaarigen Oorlog in 't 2de Deel vind) niet mogelyk op 200 Zweeden, op de vlakte, in te dringen , offchoon zy ook lieden in de Gelederen met den Sabel doodden en een Officier met de hairen daar van daan fleepten. Deze 200 man Infanterie dooden en blesfeerden 128 man. Dit voorval, is het zekerde bewys, dat Infanterie, Cavallerie kan wederdaan, wanneer zy dand houdt. De Cavallerie deed hier alles,wat zy maar doen konde. Doch de Paarden zyn niet verder, als tot aan de Gelederen te brengen, en wanneer de Infanterie  C 134 ) rie voor dezelven geen plaats maakt: zo wenden zy zig ter zyde en worden dus overhoop gefcboten Dit was ook het geval van de Franfche Cava lerie by Minden, die de Hanoverfche en Engelfche Infanterie aanviel: en die der Zweeden, onder Karei den Xllde, welke de Saxifche Infanterie, onder den Graaf van Schulenburg, by Punitz, in de pan wilden houwen. 3- *t Gedrag der cavallerie by den aakval van een QUARRé, wanneer een gedeelte van dezelve KAN afzitten. Waar de Cavallerie de Infanterie , in flerkte , overtreft, en alwaar deze geen onderftcuning hebben te venvagten, doet dezelve waarfchynlyk het beste, dat een gedeelte van dezelve afzit, en, wanneer de Infanterie in Quarré flaat, een der Aanquen aangrypt. Deze afgezeete Cavaüeristen ftel. Jen zig, op 250 pasfen van een der flanque, Paral lel, met een tusfchen ruimte van ongeveer 10 pas' ien, tusfchen de 20 rotten van het groote Pelotton, en beginnen hier met een afwisfelend vuur te avanceeren, geduurende dat de andere te paard, op 300 pasfen, het Qiiarrê obferveeren. Terwyl de afgezetenen in het aangenoome geval, eene flancq kunnen overtreffende zyn, met hunne fcheuten op het Quarré indringen, en zig, wegens deszelvs tusfchen ruimte, niet zeer aan het vuur bloot ftellen: dan zal waarfchynlyk de Infanterie van deze flancq, in  C 135 ) in disorde geraken, of door de beweeging, een opening geven, waar van de Cavallerie, alzo zy tusfchen de tusfchen ruimte van de afgezeetene door, aanvalt, hun voordeel zal weeten temaken. 4- Aanval eenes quarre's door cavallerië. Het is in zodanige gevallen het beste, dat na den eerften Aanval, een 2de, op ongeveer 150 pasfen, volgt: dringt de eerfte in 't Quarré, dan kan de ander hem nu onderfteunen; doch dringt de eerfte niet-door, dan kan de 2de den Aanval wehervatten , en wel op dat oogenblik, wyl de Infanterie veeliigt nog niet weder geladen heeft. Tegen dezen Aanval vinden die tegenwerpen geen plaats, die men tegen dezelve en Colonne maakt. Beftaat het Quarré uit 3 of 4 Battaillons; dan beftaat ieder Aanval uit 2 Esquadrons , en buiten dien, word ieder aanftotenden boek, door één Esquadron aangevallen. De beide Esquadrons van den 2de Aanval hebben 30 pasfen opening, waar door de eerfte, wanneer hunnen Aanval niet gelukt, de 2de Aanval niet in verwarring brengen. Deze fchikking tot den Aanval heeft altyd veel meer nadruk als die der en echiquier, want is de flancq van het Quarré zo groot, als 2 Esquadrons, dan heeft men hier 4 Esquadrons tegen dezelve in plaats, dat men, by den Aanval en echiquier ''er flegts 2 heeft. Ginds is alzo een dubbeld geweld en eene dubbelde onderfteuning. 5-  ( 13°" ) 5- Aanval der cavallerie , wanneer zy canonnen 13y zig heeft. Tot hier toe, heb ik gevallen voorgefteld, waar in de Cavallerie geen Canonnen by zig had. Maar heefc zy dezelve by zig : dan worden zy tegens eene flancq, met groote tusfchen-ruimte aangevoert, en te gelyk; omcingelt de Cavallerie op 600 pasfen, het Quarré. Trekt de Artillerie tegens éénen hoek van het Qjiarre's op , dan zoude zy zig op 3 hoeken aan de Canonnen van het Qjiarre's blootftellen; daar zy nu flegts maar met 2 te doen heeft. Door de groote tusfchen ruimte der Canonnen, word de uitwerking van het vyandelyke Gefchut, tegens hen zeer verminderd. Het zoude een fout zyn , wanneer hier de Cavallerie agter het Gefchut ftont, terwyl daar door het vuur van de tegenzyde dubbelde werking doen zoude, alzo de Kogels zo wel het Canon als de troupen zoude treffen. ^ Op 1000 pasfen van het Quarré, deinst de Artillerie af, terwyl zy nader zynde dan de tegenparty , te veel, by het afdeinzen lyden zoude. Dan terwyl hunne werking hier de zaak fpoedig beflisfen kan , zonder dat zy de tegenoverzynde Artillerie doet zwygen: Zo avanceert zy van bier, met de Paarden tot op 600 pasfen , als dan begint zy met Kardoezen te vuuren, en wanneer zy veel lyd, dan avanceert zy, daar op in een afwisfelend vuur, tot  C 13? ) ot dat zy de Infanterie, tot op 400 of 350 pasfen, is genaderd. . 6. In welke gevallen, staat cavallerie in 2, en in welke gevallen, in 3 gelederen, (cavallerie tegen cavallerie?) Zegt men, 2 Gelederen zyn even zo werkzaam als 3 Gelederen, zo vraag ik, of dan een gelid 3 kan wederftaan? Dat zulks niet mogelyk is, kan ieder aanftonds denken,4 Gelederen flaan zonder twyfel 3, wanneer anders een ieder zyn plicht doet. By gelyke kragten der ongelykheden, beflischt de grootheid het getal, en by gelyke Front, beflist de diepte; door de rotten van 10 tot 20 man diepte, is de Turkfche Cavallerie voor de de onze gevaarlyk; men leeZe hier over Warnerey Aanmerkingen over de Turken. Doch heeft een Esquadron , by 3 Gelederen» nu eens ongedekte tusfchen ruimtens,en op een andermaal, by 2, zyne tusfchen ruimtens door het 3de gelid gedekt; dan is het, in 't laatfte geVal, fterker als te vooren; veronderfteld, dat het 3de gelid niet over de 10 pasfen, agter de Intervallen is, of dat het, eer men den vyand nadef komt, regts en links, agter de Intervallen trekt, en allezins, door dezelve , den vyand aanvalt. Waar het, tot daf den inbreuk gefchiede, verder terug, of regt agter het Esquadron ; dan zoude het aanftonds, in het eerfte ogenblik, niet mede tot de daad koomen,en hangt alles,meest van de heftigheid van den ëerften Aanval, af. K Wan*  ( 138 ) Wanneer men by 3 Gelederen , een kleiner Front heeft, als den vyand , dan brengt men ze tot 2. Doch kan men het grootere Front van twee Gelederen , niet met vrugt gebruiken, zo ftelt men de Esquadrons in drie. 7- Cavallerie moet men niet te gelyk en echiquier en en echellon aantasten. De Aanval, en ligne, met gedekte tusfchen ruimtens, is waarfchynlyk boven alle andere bekende flagordens,te dellen. By den Aanval en echiquier, die door veelen, zo zeer word aangepreezen ,word de eerfte Linie, terwyl zy flegts het halve getal van So!daaten,in de gewoonlyke Linie, met gedekte Intervallen heeft, op de 2de, en als dan, het geheele Corps geflagen. Geene dagorde is, flegts tegens Infanterie, boven deeze te dellen. Dat de Oostenrykfche Cavallerie de Pruififcbe, in deze orde, by Praag floeg,was een gevolg van het grootere Front en de voordeelige plaatfing der eerst genoemde. Den Aanval en Echellon mag , wanneer men met de voorde Echellon doordringt, , eii dan fterk ge. noeg is, het overige deel en flancq, te vallen, in eenigen opzigten voordeelen , voor den Aanval en ligne hebben, dan terwyl men evenwel ook hier, van de 2de Linie, wederom op meer, als eene wyze, en flancq word genoomen: zo kan ik niet zien, op welke gronden, Warnerey dezen Aanval aanraad Word  ( 139 ) Word het eerfte Echellon geflagen, dan worden de overige,op het ogenblik, wanneer zy tot dadelykheid komen, en flancq genoomen. 8. Van het overvleugelen: Wanneer meerer aanvallende Esquadrons E.- Fi fcjg regts trekken, gelyk A; B. aantoont, om de tegen zydige C —=D G A s ! B E . F Esquadrons C. D; op hunne linker flancq, te overvleugelen: dan worden zy, by A zelve overvleugelt , wanneer de Esquadrons C D regt uitgaan» Doch gaat van de Esquadrons E F, van E een links na G: dan kan deze de Esquadrons C D. op de regter Vleugel zelve overvleugelen, en A Bi alzo, in een zekeren opzichte, tegen het overvleugelen dekken. Gaat intusfchen van de Esquadrons C D, uit C, een na G van het even genoemde Esquadron tegen, die C D by C wil overvleugelen, dan overvleugelen beide deelen eikanderen, op eene gelyke wyze,echter komen de Esquadrons C D eerder tot het overvleugelen, als die van A B terwyl zy regt uitgaan, en deze zig ter zyde trekken. Terwyl intusfchen A B alle beweegingen het eerst maakt: Zo zal A B dezelve ook fpoediger K 2 ter  C 140 ) ter uitvoer brengen, dan C D; zo dat het voordeel , het welk C D door den rechten weg had, hier door wederom verlooren gaat. Heeft het buitenfte Esquadron by D een Esquadron agter zig: het welk links trekt, intusfchen C D regt uitgaat : dan kan die C D tegen het overvleugelen dekken, en allenthalven A B by B zelve overvleugelen. Op even die zelve wyze,kan ook E F een Esquadron agter het uiteifte Esqua. dron by E hebben, hetwelk de linker Vleugel van A B tegens de overvleugeling dekken,en allenthalven C D zelve overvleugelen kan. Hier uit blykt, dat men, in ieder geval, wel doet, wanneer men ,zo, gelyk hier, een Esquadron (of wanneer Esquadron tegens Esquadron vegt) een Pelotton te rug laat, het zy, om zig tegens het overvleugelen zeker te (tellen, of het zelve, zonder gevaar, met voordeel te kunnen uitvoeren. Het zwakfte gedeelte kan ook zelve, op deze wyze, het fterkfte-overvleugelen, het zy dat het zig van 3 in 2 Gelederen (telt, of groote tusfchen ruimtens neemt, en dezelve flegts, door een troep, in één gelid dekt, of ook, dat het kleiner Esquadrons formeert en de Intervallen behoud. In alle deze ge. vallen , zyn de voordeden van het overvleugelen veel grooter, als die,door te grootere uitbreiding, veroorzaakte zwakheid. A  ( I4i ) A B C D /G fi F Zyn A B 6 Esquadrons, die 5 andere in E F aangrypen : dan kunnen deezen,wanneer zy,met Pelottons, regts zwenken en in F G halt maken, en inzwenken , de Esquadrons A B altyd overvleugelen. Want het buitenfte Esquadron B kan G niet zo fpoedig bereiken; als de buitenfte F; terwyl geene, eerst, wanneer men de beweging befpeurt, ftilhouden , en met Pelottons moeten zwenken, alzo G zo ver ter zyde ligt, dat het, door den Oblique marsch,niet kan worden bereikt. De Esquadrons, die, tot op een zekere tyd, den Aanval afwasten, kunnen dan alzo wel in deze, als in die gevallen, welke by de eerfte figuur voorkoomen, overvleugelen. Worden in C D natuurlyke hinderpaalen gevonden , dan worden noch zo veel te meer de Esquadrons A B overvleugeld, want deze hinderpaalen zullen de rechter Vleugel van dezelve ophouden, om tegen de linker Vleugel F werkzaam te zyn, alvoorens F G die voordeden van de overvleugeling geniet, wanneer de Esquadrons A B met Pelottons i wending links hebben gemaakt,of in begrip zyn, E F regts te overvleugelen: dan worden zy veelligt hier, daar door, dat het eerfte Pelotton zig altyd meer en meer, van de directie B F, in die van A B wenden, om het fchaadelyke eeniger maten voor te k -j kob.  C142 -) koornen. Doch anders was het nochtans, gelyk wy boven hebben gezien, wanneer zy regt uit in marsch waren, of zig door den fchuinfchen marsch, of kop aan den fteevel , links trokken. Met de fchuinfche marsch, door den kop aan den fteevel, kan men niet merkelyk van den regter afgaan, en buiten dien word by hun het Frond grooter; flegts van naby, kan men door den fteevel aan den kop, zyn oogmerk bereiken, alzo hier de vyand, nimmer met de flancque, door £ zwenking , onze flancque kan winnen. Bevinden zig voor de Esquadrons E F, op eenige diftantie, hinderpaalen in het terrain, dan bekoomen deze, daar door, altyd de voordeden, dat zy ten minften een deel van de vyandelyke Esquadrons, wanneer hy ze wil aanvallen , overvleugelen, veronderfteld, dat de eerfte bunnen Aanval zo inrichten, dat zy den vyand bereiken, ondertusfchen hy even deze hinderpaalen pasfeert. Zyn deze hinderpaalen in den omtrek van C, dan word de vyandelyke linker Vleugel overvleugeld; bevinden zig de hinderpaalen in de midden, dan word een gedeelte van de midde in de flancq genoomen &c. Men ziet uit deze weinige opmerkingen, dat voornaamlyk den Officier van de Cavallerie niet alles gedaan heeft, fchoon hy als een braaf man heeft gehandeld, en dat zig dien geenen, welke pver de voordeeh'ge dispofitien, in deze onderfcheiden gevallen, nagedagten gemaakt heeft,een menigte voordeden aanbieden, die voor een ander verborgen blyven. pVE  ( 143 ) OVER DE NOODZAKEYKHEID VAN LIGTE TROEPEN IN HET VELD. (*) Ieder Officier, die reeds eenige jaaren, in het Veld gedient heeft, zal met mij, moeten toeftemmen,dat tot zekerheid van een Armee , zo wel in 't Leger, als in de Winterquartieren, niets noodzakelyker zy, dan dat dezelve, met een behoorlyk getal ligte Troepen, die de aan hun opgelegden dienst, volgens hunnen plicht verrichten, voorzien zyn en door dezelve de Voorpostenen alle toegangen (*) De Graaf van Saxen zegt in zyne brieven, over de Oprichting van ligte troepen, aan den Koning van Poolen gefchreeven, dat een zwakke Armee, die met veel ligte Troepen is voorzien, altyd tegens eene fterkere, doch die daar aan gebrek heeft, iets meer kan onderneemen, naar maaten de laatfte niets onderneemt, zoo niet de ligte Cavallerie der eerfte,reeds voorlang, daar van kennisfe bekoomen heeft. Waar en tegen de fterkere , van de Manoeuvres der anderen, niets eerder kan gewaar worden, alzo hy dezelve niet eerder ziet. Onder, anderen vergelykt hy een Armee, die met weinige , of geheel geene ligte Troepen is voorzien, met eenen van boven tot beneeden , geharnasten man, die men met een hoop fchoolknaapen, in handgemeenfchap brengt, en welke met geene andere wapenen, dan aarde kluiten, zyn voor. Zien. Dezen Hercules, zegt hy, zoude fpoedig, genoodzaakt zyn, ademloos, met verwarring en befpotsing overladen , terug te trekken. Hy haalt, wegens de groote nutligheid der ligte Troepen, daar na , noch verfcheiden voorvallen aan. Met êdn woord, wanneer ik lust hadde, dit K 4 myn  C 144 ) gen bezet, en ook de nodige Patrouilles verricht worden: Daar het nu, zo wel by het uitzenden van Commando's, als ook het detacheeren van enkele Posten, en in 't algemeen, by allen ligten Dienst, hoofdzakelyk, op ieder Officier aankomt, dar hy zelve weete, wat hy te doen heeft,alzo hy anders onmogelyk de te detacheerene Onder-Offieieren, als ook de af te zendene Patrouilles, behoorlyk kan onderrichten, terwyl de dienst, tusfchen ligte en zvvaare Troepen, zeer veel, van eikanderen verfchildt, alzo geene, by de meelte , voorvallen, van zig zeiven afhangen, en hunne" eigene Dispofitie, offchoon in 't kleine, tot de attacque of defenfie en retraite, zelve moeten maken en ter uitvoer brengen; zo hangt ook van derzelver waakzaamheid, hunnen dienst, (doch waar onder ik alleen den waaren Veld-dienst verfta) verftand en refolutie, dikwyls de rust en zekerheid van de geheele Armee, meede af, en moet alzo een zodanig gecommandeerden Officier, de geringde voorvallen, de van den vyand te verkrygene berichten, derzelver aannadering, deszelfs fterkte, ongeveer, en op diergelyke dingen meer, on- myn opftel, wyd uit te breiden, konde ik, zo wel uit de nieuwe, als ook zelve uit de oudfte tyden, voorbeelden genoeg aanhaalen, dat de ligte Troepen, van ouds, niet Slleen, noodzakelyk vereischt, maar ook met het grootfte nut, zyn gebruikt geworden; en dat de Armeen, die van zodanige het grootfte getal gehad hebben, zo niet altoos, jloch evenwel de meeften tyd, daar door bevoordeeld zyn geweest.  C 145 ) ongemeen attent zyn, (*) en daar van aanftonds aan zynen Commandant verflag doen. Edog moet hy daar op wel bedagtzyn, dat hy aan geene valfche rapporten te ligt geloof geeft, maar alvoorens, zich zelve eerst, zo naauwkeurig mogelyk, daar (*) Zelfs op het ftof in de vyandelyke Armee, en op 'c flikkeren of blinken der Geweeren , moet een ervaareu Officier acht geven, kunnende daar uit gewigtige gisflngen worden gemaakt. De Graaf van Saxen zegt in zyne Memorie Pag. 302., uit het ftof, kan men oordeelen ,of eene groote beweging of marsch in de vyandelyke Armee zal worden voorgenoomen , en het welk nooit zonder reden gefchied. Het is met het ftof der Fouragiers zo niet, als met dat van de Colonnen gelegen; doch men moet hier over weeten te oordeelen. Men vermoed, uif het flikkeren der Geweeren, wanneer de Zon daar op fchynt, naar welke kant de marsch gaat. Wanneer de ftraalen lood regt zyn, dan marcheerd de vyand tegen ons, wanneer dezelve onderfcheiden, en dikwyls niet te zien zyn, dan trekt hy terug, wanneer de ftraalen van de regte Vleugel naar de linke gerigt zyn, dan marcheerd hy links, en wanneer dezelve in tegendeel, van de linke naar de rechte worden waargenoomen , dan marcheerd hy naar de rechter Vleugel. Wanneer veel ftof in het vyandelyke Leger is te zien, wanneer er niet gefourageert word, en het ftof doorgaat?'s is, dan zend hy zyneMarquetenters en Pakkagie terug, en gy kunt verzekerd zyn, dat hy fpoedig zal marcheeren. Dit geeft u tyd, cm uw mesfures te neemen, om hem op zynen marsch aanl te vallen, doch gy moet weten, of hy tegens u kan aanmarcheeren, of zulks zyne meening is, of waar heen hy marcheeren wil. Gy moet zulks uit zyne richting , depots , voorraad, plaats, en eindelyk uit zyn K S ge-  ( 146 ) daar naar informeeren , en als dan daar van een fchriftelyk bericht geven, ten einde de Armee, in het Leger, of Winterquartieren, door het maken van onnodig allarm, niet moge gefatigueert worden. oveü de uitrusting van een train veldartillerie. Betreffende het geschut, eenevens deszelfs ammunitie en toerusting, Zo dra het,by eenigen flaat, word nodig geacht, zig tot den Oorlog in gereedheid te ftellen, word naar geheele gedrag beoordeelen. Ik voege hier te gelyk by de mening van de Heer van Loen, daar hy in zyne uit' muntende Verhandeling over den Krygs-lrand, Pag. 69. aldus fehryft. „ Een Bevelhebber moet op zyn Post beltendig een waakzaam oog hebben , en van alles, wat voorvalt, zonder verzuim,aan zynen Generaal bericht geven , en de beveelen , hoe zig te gedragen, daar over inneemen. Daar by moet hy voor zig zeiven een behoorlyk dag register houden, waarin hy naauwkeurig, al dat geene, van dag tot dag, moet noteren , wat geduurende zyn dienst, of anders merkwaardigs, voorvalt. Door dit middel, zal hy in ftaat zyn , van zyn gedrag rekenfchap te kunnen geven ; en zich tellens zyne ondervinding zodanig ten nutten maken, dat zyhein, in plaats van de beste onderrichting, zal te ftaade komen,  C 147 ) r?aar de gefteldheid van het getal der troepen, die tot den dienst, in het Veld, zullen worden uitgerust, en de fituatie van het Land, waar in de Operatie ftaat te gefchieden, het getal, van het daar toe mede werkend Gefchut, dien volgens bepaalt, en met al het daar toe vereischt wordende,in marschvaardigen (laat gebragt. Zedert, dat het groote Gefchut ongelyk veel behaudelbaarer, als te vooren,is gemaakt geworden, rekend men in Duitschland',op ieder duizend man regulaire troepen, de reidende Artillerie daar onder begrepen, gewoonlyk, buiten de Hauwitzers. en Regiments ftukken, twee ftuk brigade Gefchut, en ook nog wel, bovendien,eenige weinige ftukken van beider Caliber, tot voorraad in het Park, om veeltijds het te zeer befchadigt gewordene, dat niet, zo aanftonds, weder te repareeren is,daar mede fpoedig kan worden vervangen. Ten opzigt van de proportie der Houwitzers, kan men gevoeglyk, op duizend man Infanterie, één ftuk rekenen, en wanneer men 1000 man, voor twee Battaillons neemt, dan wyst zig het getal der Regir ments ftukken van zelve, alzo ieder Battaillon er 1 by zig heeft. Naar deze algemeene gefteldheid, zoude derhalr ven, tot een Armee van 30000 man, regulaire Cavallerie en Infanterie, namentlyk 6000 man van de eerfte en 24000 van de laatfte, het volgende Gefchut worden vereischt, • 60,  ( 148 ) 6o Brigade Stukken van, 12 , 8 of 6 ook wel 4 fjg, waar onder de reidende Artillerie mede is begrepen. 96 Regiments Stukken , gerekend tot 48 Battaillons. 24 Houwitzers. Zam. 180 Stukken Gefchut, behalven eenige Stukken, in voorraad, in het Park. Maar worden by deze Armee noch ligte troepen gevoegd, buiten het voorgenoemde getal, dan be komt ieder Battaillon , noch zyn byzonder ligt Gefchut, naamlyk 2 ftuk voor ieder Battaillon. De Afdeeling van de Brigade ftukken is, naar onderfcheidenen dienst, zeer verfchillende. By de Pruisfchen maken 10, in Frankryk 8, in Saxen 6 en in Sardinien 5 ftuk, ééne Brigade uit, die meerendeels, door een Capitein worden gecommandeerd , welke twee Subalterne Officieren onder zig heeft. Drie tot vier zodanige Brigaden worden, voor ééne Divifie, gerekent, en ftaan onder één Staf-Officier. Even zo , worden de Houwitzers, by de uitrusting, in Brigaden verdeeld,doch deze Brigaden worden ook wel by gelegenheid, gefcheurd, en de Houwitzers, naar vereiscb der omftandigheden, dan, enkel verdeeld, dan tezamen vereenigd, gebruikt. Aan fommige plaatfen , is de benaaming onderscheiden, want in Saxen word eene Divifie, Brigade genoemd, en wat op andere plaatfen Brigade genoemd word, hiet aldaar, eene Battery. In  ( 149 ) In'deneerftenopflagfchynt dit om'teven te zyn, of de Brigade uit veele, of uit weinige ftukken beftaat, want een Brigade van 10 ftukken, kan, naar •vefteldheid der omftandigheden, in twee halven worden verdeeld, en twee Brigaden van 6 en 5 ftukken, of ook meerder, kunnen, wanneer het nodig is, by een geftelt worden; alleen, wanneer men deeze omftandigheden nader betracht , dan hebben de kleiner Afdeelingen altyd meer voorrang, boven de grootere, terwyl 200 man,benevens 200 paarden,door ééne Commandant en twee Subalterne,niet zo wel, kunnen worden nagezien, en in orde gehouden, als 100 man, benevens 100 paarden, alzo by grooter Afdeelingen , minder Officieren betaald en onderhouden behoeven te wor. den : alleen zal men hier tegen, in Praxi bevinden, dat by kleine verdeelingen, alles in beteren ftaat te houden, de disorde der knegts meer nagezien, en ook de paarden beter kunnen verzorgt worden, waardoor het fchynbaare voordeel aan de eene, door het verlies aan de andere zyde , myns , bedunkens , noch verre overtroffen word. Niet min voordeeliger fchynt het my, wanneer de Regiments ftukken , door een kundig Artillerie-Officier, die nochtans aan de bevelen van den Regiments Commandant onderworpen is , beftiert worden , als wanneer een Onder-Officier fiechts daar over het opzicht heeft; wyl deezeby zyne makkers en ondergehoorige, nog het aanzien van een Officier , nog doorgaands het doorzicht en de ondervinding bezit, dat hy in Critique gevallen, de oogmerken van den Commandant regt bc-  C 150) begrypen, nog metgenoegzaame kennis}, onderfteunen kan; ook laat zo|een zig iigter, tot nadeel van den dienst, uit eigen belang, verleiden. En eindelyk , verdienen 40 toe 50 man en 20 tot 30 paarden wel, dat men daar over een Officier fielt, terwyl derzelver confervatie en de nadrukkelyke aanfporing, tot hunne fchuldigheid, niet minder hunne duchtige meedewerking tot het vereischt wordende oogmerk, dat geene rykelyk vergoeden, wat de Officier van onderhoud, komt te kosten. Is nu, tot het in beweging brengen van de Armee, het getal van 't Gefchut, benevens de Afdeeling en het Caliber zodanig bepaalt, dat ieder Brigade van gelyk Caliber en gelyke zwaarte is, zo dat zy , deels naar maate haarer kragt, voordeelig is geftelt, deels ook geen verwarring met de Ammunitie kan worden veroorzaakt, zo laat zig als dan bediening,ammunitie, toebereiding en befpanning hier uit, naar de beste regels, zo als zy,namentlyk in den dienst der daar zynde Artillerre, zyn aangenoomen, ligt bepaalen. Het was te wenfehen, dat behalven de tot een? goede en fpoedige bediening van het Gefchut.vereischt wordende manfchappen, nog eene aanzienlyke referve, by ieder Brigade, gerekend wierd, die by een of ander voorval, waar by, de niet wel te ontberen, nodig zynde Wagens, te rug bleven, doch waar van de vermindering fpoedig wierd herfleld , dewyl anders, wanneer geduurende de actie, veele manfchappen, inaviSt wierden, het vuur op het laatst, en wel ter dier tyd, wanneer het de grootfte haast vereischt, nacuurlyker wy-  C 151 ) wyze naar maate van het verlies der manfchapperu langzamer word, en van geringer werking zyn moet. Voor ieder Canon, rekend men gevoeglyk 200 fcheuten benevens de daar toe behoorende lonten &c., als mede de Cardoezen, die ongeveer het vierde deel bedragen. Daar van worden ongeveer 100 fcheuten by het Gefchut zelve, en de andere op byzondere Wagens in het Park gebragt, ten einde de vergoeding terftond na de Aótie, kan volgen, en het gebrek aan Ammunie, nooit nadeel in den dienst kan veroorzaken. Voor één Houwitzer, voert men in 't gemeen, flegts ongeveer, 150 fcheuten. De by een Brigade medegevoerd wordende fcheuten , zyn by ligte Canonnen, of in de voorwagen, en de overige in een zeer ligte Ammunitie Wagen te pakken. Doch by het zwaare Gefchut, alwaar een Voorwagen niet nuttig is , maar zelfs hoogst bezwaarlyk zyn zoude, moet de Ammunitie, die de Brigade by zig voert, tot ieder Canon, op éénen derken Wagen, gepakt zyn. Tot de gezamentlyke preparatie, rekene ik alles, wat de Artillerie , buiten de Ammunitie, het nodigde vordert, en daar onder behooren dan: 1) De gevvoonlyke vereischtens, als Tenten, Campeer lijnen, Paaien en Hamers, Sleeptouwen, Wagens en Canon Winden, Teer en Smeer .voeder Zakken, Slagveeren,Teermesfen, Kribdoeken, of Broodzakken , Hoefyzers en hoefnagelen (in groote menigte) Raderen en Canonnen,Radnagels, bind' en trek Strengen, Hexelbanken, benevens der-  C x52 ) derzelver toebehooren , gevvoonlyke Zysfen benevens derzelver toebehooren, drink Emmers,Lantaarns, als ook Kaarfe, Tentbylen , Veldkecels , eenig Schansgereedfchap, voorraads Axen, voorraads Raderen, voorraads Afuiten, en 't in voorraad zynde Gereedfchap, om te laden , benevens de tot Voergereedfchap behoorende Roskammen, Paardeborstels en Kammen, als mede, de tot het voederen, behoorende maaten. Deeze noodzaaklykhedenzyn gevoeglyk, in twee Afdeelingen, te neemen, namentlyk : a) Dat geene, wat onaffcheidelyk by de Brigade of Regiments'ftukken zelve behoort en b) Dat geene, wat verder in Voorraad, in het Park word vereischt. Tot a is derhalve voor twee ftukken Gefchut, een vier fpannige Nood-wagen, en tot de geheele Brigade een voorraads Afuit te rekenen. Op de voorraats Afuiten kunnen gevoeglyk de voorraads Raderen en voorraads Axen, als mede het in voorraad zynde Laad- en Schansgereedfchap, gelyk ook de Teervaten worden opgepakt, doch op den Nood-wagen, al het overige gelyk verdeeld, benevens het Brood, en de Ranfels der manfchappen worden geladen, na dien ik begryp, dat den Artillerist niet, door het dragen vermoeid, voor den vyand komen zal, alzó het zeker onmogelyk is, dat, wanneer hy van kragten ontbloot, eenen verfcheiden uuren lang, hevigen en aanhoudende arbeid kan uitftaan, en derhalven ook de wezen•lyken dienst 5 onder de bezuiniging van dezen Wagen, legt. Tot4  ( ï53 ) Tot b zyn zo veele vierfpannige Nood-wagens te rekenen, als de noodwendigheden, zo voorde geheele train d'Artillerie voord te brengen, als naar maate van 't gewigt, vereifchen. 2) De Voeragie: zo wel het Brood als de Voeragie, worden in fommige gelegenheden, wel voor 6 dagen, mede genomen , en zulks juist dan, wanneer lange en bezwaarlyke marfchen moeten gefchieden. Dienvolgens rekene ik twee vierfpannige Voeragie wagens, by ieder Brigade, die de Voeragie, als mede het Brood en Gereedfchap voor de VVagenknechts voeren, en die te gelyk, by het Voerageeren, mede tot het aanhaalen der Voeragie en het hout, de nuttigde dienst doen, en die de Paarden wel voornaamlyk verfchoonen, die anders gedrukt, en te ligt tot den dienst onbruikbaar zouden worden. Ook konde men gevoeglyk by de tien Wagens, in het Park, tevens een diergelyke Voeragie wagen bepalen. 3) Voor de Veldfmeden derzelver Kooien en toebehooren, komt by ieder Divifie, of by 3 a 4 Artillerie-Brigaden één Wagen , en boven dien, worden er nog, naar gefteldheid der groote van het Park, een of twee daar by gevoeg !. 4) De Cavallerie en Infanterie Patroonen , benevens derzelver Geweer en Piftool-(teenen. Wanneer men vooronderfielt, dat ieder Infanterist 60 fcherpe Patroonen, benevens 3 Gtweerfteenrn , en ieder Cavallerist i2Karabyn en 12 Piftiolfcheuten benevens 2 Karbyn en 4 Piftoolfteenen by zich, of gedeeltelyk by het Regiment rheede voert, en een gelyke quantiteit ten voorraad, by het Ar- L til-  C 154 ) tillerie Park, op byzondere Wagens, moet worden gevaaren, die naar omftandigheid, by de Brigaden , of ook wel by het Regiment zelve, worden gedetacheert, zo word naar het gewigt van de geheele masfa, met byvoeging van het Gereedfchap der knegten en de nodige behoeftens, het getal, der nodige vierfpannige Wagens , daar naar bepaalt. 5) Het Schansgereedfchap voor de Infanterie. Op 24000 Man, kan ongeveer gerekend worden: 2000 Yzere Schoffels. 1000 Houweelen. 500 Spitfe Houwers. 300 Yzere Spa-Schuppen. 150 Hout Axen. 200 Bylen. 100 Fafchien Mesfen. 100 Zagen, benevens eenige groote Zagen. Dit alles behoort alleen tot het Park, en het gewigt daar van bepaalt het getal der Wagens. 6) Spaanfche Ruiters worden,in allen geval,flegts by een Oorlog, in een uitgeftrekt vlak Land, en alwaar men, voor een zeer onverwachten Aanval, eener ligte Cavallerie, veel te vreezen heeft, als by voorbeeld:in Poolen en in Hongaryen, tegen de Turken, medegevoerd, buiten dien vervallen zy an zelve, en zyn maar tot eene onnodige ballast bezwaar. 7) Het Handwerksgereedschap, en de noodzakelyke behoeftens van de, tot het Park onontbeerbaare en noodzaaklyk vereischt wordende arbeiders *  ( '55 ) ders, als Wagenmakers, Slootemakers, Geweermakers en Timmerlieden. 8) Het Laboratorium, benevens de daar toe in voorraad nodig zynde en vereischt wordende Ammunitie en Gereedfchappen : Dit kan naar omftandigheid, groot of klein zyn, naar dat men zich meer of min van 't Depot verwydert. 9) Een paar Hefboomen, naamlyk een groote en een kleine. Eindelyk 10) Is voor het transport der Parkbediendens, voor de Kas, voor de Apotheek van den OpperChirurgyn , Paarde - Doóters , benevens derzelver bediendens, niet minder is voor de Paarden van de Wagenmeesters en Tuigmeesters te zorgen. (Alles, van No. 5 aan genoemd, gaat,behalven de Paarden van den Wagen en Veldtuigmeesters, of die tot iets anders beftemd zyn, alleen het Park aan) Een Voerman laad op een fterk en groot Paard, het welk een goede oppasflng gehad heeft, en nimmer overdreven word , ook des nachts, in eene warme Stal, zyn volkomen rust geniet , in goede, en gelyke wegen 1000 pond, waar onder het gewigt van de Wagen niet mede is begrepen. Doch in bergachtige wegen, laad hy flechts 6 tot 700 pond. Maar wanneer nu een even zo fterk Artillerie Paard,zeer dikwyls de flechtfte wegen, in onderfcheiden landftreeken,heeft te pasfeeren, fomwylen ook wel moet overdreven worden, en des nachts, onder den blooten Hemel, zonder dek L 2 of  050 of ffroo, flaat, ook zyne oppasflng in het Veld, voornaamlyk wanneer de Voeragering gefchied,altyd in vergelyking, tegen een Voermanspaard,zeer gering is;zo kan een fterk en goed Artilleriepaard, met betrekking tot de lading, niet hoger, als een half Voermanspaard, in het gebergte worden gerekend, dat is te zeggen, de lading op een goed Artilleriepaard, moet, behalven het gewigt van de Wagen, niet ver boven de 300 pond zyn. Doch waarom rekend de Voerman, het gewigt van de Wagen niet mede tot den last, terwyl toch de Wagen en de last, die daar op ligt, met betrekking tot het transport, te zamen genoomen, maar één geheel uitmaakt ? Dit fchynt in 't algemeen, by den eerften opflag, tegenflrydig te zyn, doch wanneer men de zaak nader, volgens haar natuur, befchouwt, dan vind men deze rekening zeer gegrond, want: 1. Kunnen vier Paarden, met dezelfde kracht, zo veel niet trekken als twee, en acht,naar proportie, dus minder, als vier, zo trekken acht, zeker niet noch eens zo veel vragt, als vier Paarden. 2. Hoe zwaarer delast is, en hoe meer Paarden er derhalven zyn voorgefpannen, hoe dieper de Wagen infnyd, gevolglyk is een dubbelde last,van acht Paarden getrokken, wanneer zy ook alle te gelyk over een trekken, evenwel mocilyker te transporteren, als een enkele last, die door vier Paarden word gevoert. Wanneer men derhalven de Wagen mede by den last rekende, dan moest men, naar gefteldheid van ieder  ( 157 ) ieder ander getal der befpanning, ook een andere overeenkomst flellen, naamlyk, wanneer de Wagen 1200 pond woeg , zo moest men by de Artillerie vastftellen: dat By 4 Paarden ieder Paard trekt 6oo pond By 6 1 500 By 8 450 By 12 400 &c. Alzo men hier tegen 300 pond vragt , voor ieder Paard, als een algemeene regel, kan bepaalen. Wanneer men de last der Wagen, die zig onder veele Paarden , meer als onder weinige , verdeeld, niet mede tot de last van de vragt rekent, dan komt alles op een uit, wanneer men daar by flegts in het oog houd, dat men by zwaare Afuiten en Wagens, alles mede tot de vragt der lading rekend, wat boven de 1200 pond bedraagt. Uit deze hier voor geftelde Regelen , bepaalt zig daar naar, het getal der Paarden, vooral het Gefchut, en derzelver Ammunitie Wagens, als mede voor alle Vaartuigen, die zo aan als voor zig, en zonder nadeel van hun duurzaam gebruik, zich niet zeer merklyk laten verligten, als Veldfmeeden &c. Doch voor alle overige byvoegfelen, waar omtrent het willekeurig is, meer of minder op een Wagen te pakken, zal men zeer wel doen, wanneer men altyd tot een lading van 1200 pond een vierfpannigen Wagen rekent, clan zal het gewigt van het gel)eel, als dan het getal der Wagens en Paarden bekaaien. Want zodanige Wagens, fnyden nie* se- diep in , als zwaar beladene, en verderL 3 ven  C 158 ) ven derhalven de wegen niet zo zeer;minder Paarden trekken ook beter over een als veelen, en het transport is om die reden, veel ligter,als wanneer men de Wagens alle met zwaarrer last wilde beladen, en de flegte wegen leeren dit, door de ondervinding, het best. 't Is waar, hier tegen zal meenig een inbrengen, dat, wanneer men de Wagens zwaarer belaad als met 1200 pond, en daarvoor meer Paarden fpand, men tot even die zelvde behoeftens, minder Wagens nodig heeft, en dit niet alleen de onkosten verminderen, maar ook de train verkorten: eene omftandigheid, die, voomaamlyk een alleen in de Taciik ervaaren, gemakkelyk kan bevroeden; doch men overdenke flegts , dat zwaar beladene Wagens, ook eerder en dikwyls op een zeer ongelegen tyd, onbruikbaar worden , als ligt beladene, en derhalven de fterke en dikwyls herhaalde reparatie,zonder aan het oponthoud, dat daar door word veroorzaakt, te denken, de eerfte uitzuiniging wederom wegneemt, en dan gaat eens na, hoe zeer de marsch word bezwaardt, de Colonne verbrooken en opgehouden, en daar door den train word verlengt, wanneer hier en daar een zwaar belaaden Wagen, in flegte wegen, blyft fteeken ; dan zal men gemakkelyk ondervinden, dat de anders fchynende bezuiniging, fchadelyk, en in zyn geheel befchouwt, zelfs niet te vinden is , ja dat de verkorting van het terrain door weinige en te zwaar belade Wagens alleen op het papier, en wanneer de Colonne ftil en geflooten ftaat, waar is, doch in de werkelyke beweging, niet flegts de train, maar ook  C 159 ) ook de dadelyke marsch zelve,daar door,ongelyk meer verlangt word. Tot ieder twee paarden rekent men een knegt» by 40 tot 50 Paarden een Tuigmeester, en by ongeveer 2 tot 300 Paarden een Wagenmeester, waar uit dan het getal der knegten, Tuig-en Wagenmeesters , voor de geheele uit te rustene Train d'Artillerie kan worden opgemaakt. Voegt men nu noch by bovengenoemde Paarden , van alle 'de Vaartuigen , de reipaarden , die tot 't transport der Park bediendens, Wagen- en Tuigmeester worden vereischt, dan vind men de geheele fomma, van de nodige vereischt wordende Paarden. Hier by merk ik noch flegts aan, dat men natuurlyker wyze, zo op een behoorlyk getal, naar proportie van Paarden als Knegts,ter referve moet bedagt zyn, om daar mede altyd, het voorkoomende gebrek van de een of de ander, weder te kunnen herflellen, hier meede, geloof ik, dat ik dit ftuk genoegzaam hebbe verklaard, om den Subalternen Officieren van de Artillerie omtrent de Grondftellingen, volgens welke eene uitrusting gefchied , een algemeen begrip te geven, het welk eigenlyk hier alleen myn oogmerk is, alzo de hogere Officieren, van wien deze bezorging dependeert,naar gefteldheid der differente omflandigheden, en niet overeenkomftig met de aan hun verknochte Krygskunde,buiten welke zy hunne maatregelen, het wëzenlyke van den dienst betreffende, zullen weten te neemen. Is alzo het geheele ontwerp, op gezegde wyze L 4 in  ( i6o ) in orde gebragt, dan word van alle, op.de onder* fcheide Vaartuigen, te ladene behoeftens, een afsonderlyke lyst en Detail vervaardigt, het welk de vragtlyst word genoemd, volgens welke alle deze Vaartuigen, zonder verwarring, uit het hoofd Depot beladen, en de overleverings bewyzen, hier van vervaardigt worden. Voorschrift, waar naar men zich, by het BOUWEN VAN M0RT1ER-EATTERYKN , en BY oe OEFFtNING , IN het WERPEN VAN BOMBEN OP DEZELVE , te richTEN HEEFT. Het is zeer noodzaaklyk, dat de Bombardiers en Konftapels , de Hoofdzaaklykfte maaten van een Mortier-Battery kennen. Wanneer men de fchietgaten, uitzondert,die, by de Batteryen voor Mortieren, onnodig zyn , zo worden zy even zo ge. maakt, als de Stuk-Batteryen. Men neemt naamlyk tot de Borstweering, op 18 voet dikte, 7 tot 8 voet hoogte. Veeltyds kan men,met voordeel, een tak van de Loopgraaven gebruiken, om de Battery daar in aan te leggen. Ieder Mortier flaat 2 Toifen van den anderen, wanneer men met aarde, en 3 Toifen, wanneer men zonder aarde, op werpt, wegens het gevaar, dat anders, door het vuur, zoude kunnen veroorzaakt worden. De zyde van de Battery, die naaide vyandelyke plaats (laat, gericht is, bekomt ook een Borswering. Men gebruikt tot het bouwen, va,n  < 161 ) van een zodanige Battery , lange Fafchienen, waar van men er 16 nodig heeft, wanneer zy 6; voet lang zyn, en de Mortieren 12 voet van eikanderen verwyderd ftaan. Doch ftaan de Mortieren verder van eikanderen, dan heeft men er meer nodig. Vyf Toifen agter de Borstwering, fielt men, van twee tot twee Mortieren, een klein kruid Magazyn op , ongeveer van een ton van 200 pond. Drie Toifen agter dit kleine Magazyn, maakt men eene graav van 12 voet breed, die door een heen en weder lopende Loopgraav , welke midden, tusfchen twee kruid Magazynen,heen loopt, correspondentie met de Battery heeft. Deze graav dient, om de Bomben daar in te brengen. Eindelyk legt men, 10 Toifen agter deze graav, of ter rechter of ter linker zyde, na dat zulks, ten aanzien van het vyandelyke vuur, nodig is, het groote Magazyn aan derzeive groote, moet toereikende zyn om het vereischt wordende kruid, voor alle de Mortieren van de Battery, te kunnen bergen. Men rekend voor ieder Mortier, in 24 uuren, 50 Bomben. Wanneer men nu op een Bom van 12 duim 15 pond kruid, en 5 pond voor de lading van de Mortier en den afval rekend, zo brengt dit voor ieder fchoot 20 pond kruid uit, en dus voor een Mortier van 12 duim, in de 24 uuren, 1000 pond. Is nu een Vat van 200 pond kruid, 2 voet, 4 duim lang en ongeveer 2 in de doorfnyding, zo kat zich hier uit gemakkelyk de plaats voor het Magazyn berekenen. Doch hier by moet men in acht neemen, dat men wegens het vyandelyke vuur, L 5 -de  ( 152 ) de kruid tonnen, maar twee hoog, moet plaatfen. Alle Magazynen moeten, wegens het gevaar van 't vuur, geblind, dat is, met dikke en met aarde bedekte Fafchienen, worden bekleed. Van de beddingen en het opwerpen derzelver. De Beddingen moeten 6 voet van de bekleeding der Battery afftaan. Voor 12 duimfche Mortieren neemt men drie Battery ribben, 6 voet lang en 8 duim breed en dik. Dezelve worden 2 voet van eikanderen gelegt, en 6 of 7 Balken, van dezelfde groote, dwars daar over. De geheele Bedding bekomt, van achteren na vooren, eene verhoging van 3 tot 4 duim, men plagt de Beddingen noch, op verfcheide andere, manieren, te maaken, doch vooral moet men daar op letten,dat de aarde zeer vast word geftampt. Voor de 8 duimfche Mortieren, legt men tot de Beddingen, maar 2 of 3 Balken naast eikanderen, dat de Afuiten daar langzaamerhand op kruipen kunnen, en men geeft aan het agterfte deel der Bedding 3 tot 4 duim verhoging. De Mortieren moeten een regte hoek met de Afuiten maken , beide ooren van de Asfen moeten in eene Horizontaale Linie, na de eene zyde, niet verder als na de andere, heen ftaan , het welk zich,naar de Quadraat,laat fchikken. Men plaatst de Afuiten op de Bedding en de Mortier aan het Hoofd, met de Dolfyn tegen de Borstwering gekeerd, tusfchen de Afuiten en de Borstwering; daar na maakt men het fchild-pan dekfel op, floot de  ( 163 ) de Mortier om , en brengt de ooren van de Asfen, in hun ligging. Men fteekt een Hefboom in de Kamer en een andere onder de buik van de Mortier, waar door men dan gemakkelyk in ftaat is, om dezelve te richten en ten gebruik, gereed te maaken , wanneer men de inbindings fcheenen, Pandekzeis en fplinte behoorlyk vast maakt. Men moet voorzigtig zyn, deze dingen vooral niet,uit de hand te leggen, voornaamlyk wanneer men de Mortieren, by nacht, wil gebruiken. Om de Mortieren te laden, fteld men dezelve perpendiculair op zyne Afuit, om de lading behoorlyk te kunnen doen, en wel van pas te leggen. Doch men moet die voorzigtigheid gebruiken, dezelve te meeten, - want een zeer weinig kruid, meer of min, maakt een aanmerkelyk onderfcheïd, in de wydte der fcheut. Op het krukl zet men een kleine prop van ftroo,omhet overige van de Kamer aan te'vullen: of men vuld deze ruimte, met drooge aarde. Word deze aarde te veel of te weinig met de ftamper te famen geftooten, dan geeft het altyd een onderfcheid in het werpen. Hoe minder aarde men nodig heeft, hoe beter het is. Men moet altyd gemeenlyk een en dezelvde aarde neemen , en daar in moeten geen fteentjes zyn. Wanneer men de Mortier zo plaatst, dat den draad van de Quadranten, de rating, op 45 Graaden aantoont , dan geeft deze rigting de verfte fcheut wydte. Richt men dexelve eene Graad over de 45, dan valt de Bombe nadèr , en gaat even zo ver, als wanneer zy ééne Graad onder de 45 was geworpen; en even zo, wanneer men meer 011-  ( 164 ) onderof boven de 4j neemt. Zo geven by voorb. 55 Graaden even die zelfde wydte als 35, en 60 even ais 30. Het onderfcheid is , dat de Bombe hoger klimt, wanneer men boven de 45 Graaden rigt, en dat ze minder hoogte gewind, wanneer men onder de 45 Graaden werpt. Alzo valt een, onder 55 Graaden, geworpen Bombe, niet verder, als wanneer de Mortier op 35 Graaden is gerigt. Doch de eerfte klimt hoger, en is daar door meer bekwaam, om gebouwen te verbryzelen: de andere daar en tegen, onder de 35 Graaden, geworpen, gaat niet zo hoog, en flaat naderhand noch eenige maaien op , waar door derzelver werking voor troepen gevaarlyker is. Van het werkelyke gebruik der mortieren. Wanneer men de vereischt wordende manfchappen by hunne Mortieren geftelt heeft, dan laat men de werktuigen en gereedfchappen, die zy, tot den dienst der Mortieren gebruiken, te famen haaien. Zy moeten het van dien geenen, welke het hun aflevert, zelve afeifchen, ten einde men zien kan, of zy iets vergeten. Den Bombardier, die de Mortier zal laden , moet men wel inprenten, om het kruid te onderzoeken, en te beoordeelen of het meer of minder vogtig is , en of hy alzo meer of minder daar van moet neemen. Hy moet ook de drooge aarde onderzoeken, wanneer hy dezelve nodig heeft , en zyne voorflagen zo laten volgen, als hy die goed vindt. Hy moet zig met klei-  ( I65 ) kleine Kielen voorzien,om de Bomben juist in het midden van de Mortier, wel te doen fluiten. Wanneer nu de Battery met alles voorzien is, dan vraagt de Officier of Sergeant, i) Naar dè naamen van de hooftzakelykfte deelen der Mortier. 2) Naar de naamen van de tot de Afuiten behoorende ftukken. 3) Naar de naamen van het overige toebehooren van de Mortier, en waar toe het zelve diendt, hoedanig het moet gefteld zyn, hoe groot het zyn moet, enz. om zo wel, by dag,als by nagt daar mede te kunnen werpen, als by voorb. Wasch, Lantaarnen, kreit enz. Doch de Sergeanten en Conftapels vraagt men naar het onderfcheide Kaliber der Mortieren en Houwitzers, naar het Kaliber der Bomben en Houwitzer-Granaden, naar de lengte en de maat der Vuurbuizen, waar door, zy van binnen of van buiten, nadeelig kunnen weezen, als wanneer zy wormachtig zyn, inwendig ruuwe draaden hebben, en het vuur kunnen terug houden, wanneer zy knoesten hebben enz. Men informeere zich, of zy de Bomben voor het laden hebben gevifiteert, of zy van binnen geheel zuiver zyn geweest, of ook blazen of gaten aan de Bomben zyn, of ook aan de opening van de Bombe iets manqueert,die de Vuurbuizen befchadigen, of dezelve kunnen doen fplyten, wanneer zy in de Bombe word ingeflagen. " Men moet aan hun de verfchillende gefteldheid van de Kamers bekend maken, 't zy dat zy langwerpig , rondachtig of peer vormig zyn , enz. zo als ook de onderfcheiden ladingen , die zy naar proportie van hunne ruimte, moeten hebben , als mede de dif- fe-  C 166 ) ferente dragt of wydte der fcheut, die meu daar door bekomt. Men vraagt dezelve, hoedanig zij het te maken hebben, om de Bomben verder of nader te werpen, namelyk i) wanneer zy aan de Mortier, volgens de Quadraaten, een grootere of kleiner verhogende hoek geven. Men moet hun de Quadraat zeer naauwkeurig leeren, dat zy dezelve weten te gebruiken , hy mag getekend zyn hoe hy wil: men moet hun aantoonen, waar door zy zig kunnen helpen, wanneer zy, daar mede, niet voorzien waren. 2) Wanneer men de lading van het kruid voor de Mortieren, vermeerderd of verminderd. 3) Wanneer men den voorprop op de lading van het kruid, meer of minder aanzet. Men moet hun aantoonen, dat doorgaans een gelyke flag daar toe behoort. Zal de lading op eene egaale wyze gefchieden, en dat het kruid, door de te fterke ftooten, niet te zeer vergruist word. Men moet hen alle voorzigtigheid recommandeercn, om hunne Mortieren wel te rigten. 1) Dat zy onderzoeken, of hunne bedding niet verzet is, of te veel na eene zyde hangt; zy mag dan overigens Horizontaal, zadelvormig, of afhangende zyn. Men kan hun aantoonen, dac men dezelve niet zo zeer af hangende, navooren, ftel3e, wegens het te rug fpringen, wanneer men met zwaarc ladingen fchiet. 2) Dat zy verzekerd kunnen zyn, dat de merkpaalen, die op de Borstweering zyn gefield, en waar na zy zig richten moeten, zich accuraat in de Linie, tusfchen den Mortier en het voorwerp, bevinden. Men moet de-  C i«7 ) dezelve nu en dan uittrekken, om daar na wederom te verzetten, ten einde de Bombardiers zich gewennen, die verzetting zelve te doen, om een vast oogpunt te bekomen. 3) Dat zy het midden van de Mortier zeer nauwkeurig met de merkpaal op deBorstweering, in ééne Linie ftellen. Zulks gefchied door eenLoodlyn, waar meede men zig agter de Mortier plaatst, en toeziet, of de Lyn zich met het midden van de Mortier en de merkpaal in eene Verticaale gelykheid bevint. Doch alvorens onderzoekt men, of de ooren van de Asfen niet zyn verzet, en onder den eenen fchildpandekfel verder , als onder den anderen vooruit ftaan. 4) Men laat hen hier op den mortier laaden, en nauwkeurig obferveeren , dat zy het kruid in de kamer egaal verdeelen, zo dat het by het aanftampen niet te zeer op eenen hoop gedreven word, wanneer men met aarde werpt, of geheel geen verdamming maakt; wanneer men met één vuur , dat is , met Stupinen fchiet, terwyl het vuur uit de kamer, de Stupinen mede aanfteeken zoude. In dit geval, moet de Bombe met veel voorzigtigheid, in de mortier worden gebragt. 5) Men brengt de Bombe in de midden van de Mortier , in dier voege, dat de vuurbuis nauwkeurig met den as van den vleugel overeenkomt, en de beide ooren van de Bombe, wannéér dezelve 'er twee heeft; eene doorfnyding in het midden van den mortier verbeelden; of dat het oor in de richting van de asfen des mortiers, noch boven de asfen ftaan; wanneer zy maar één oor heeft. Alvorens zy den Bombe in de mortier ftellen, of veel meer,  ( 168 ) meer, wanneer zy de Vuurbuis in'de Bombedry ven, het welk met kleine flagen , of eene overdekking over de Vuurbuis, moet gefchieden, moeten zy onderzoeken, of zy ook tusfchen de Vuurbuis en het mondgat van de Bombe , eenige openingen bevinden, en in dit geval, moeten zy deeze openingen zorgvuldig met Wasch toemaken, zo dat het vuur van den Mortier, of de Vuurbuis, de Bom niet door het mondgat, aanfteeke, en zy daar door te vroeg zoude fpringen. Dit is eene zaak, die men den Bombardier, tot zyner fecuriteit, zeer moet infcherpen. Men moet niet vergeeten, het daarop te houden, dat den Bombardier het einde van de Vuurbuis , fchuins, gelyk het mondlf.uk van een fluit, weg fnyde, op dat het kruid van de Bombe, zo veel teligter, vuur kan vatten. Ook moeten de Bombardiers de quautiteit der lading en de richting weeten, die ordinair voor Bomben van verfchillende Kaliber, Houwitzers en andere Granaden vereischt word, als mede, hoe men, in geval van nood, met Mortieren en Canonnen, zonder Afuiten, kan fchieten, en zonder de Quadrartten te gebruiken; men onderzoeke , of zy de lading en richting weten, om een Bombe,op eene 'zekeren affland,te fmyten. Het was zeer goed, wanneer het konde gefchieden, nu en dan de paal, waar naar men werpt, te verzetten. Even gelyk dienen zy te weeten, hoe zwaare lading en welke richting de Houwitzers moeten hebben , wanneer men een ver afflaande voorwerp recocheteert, of hoe veel de kruidlading moet vermeerderd of verminderd worden, wanneer men meer of min, nader  ( IÖ9 ) der wil ncochetteeren. Zy moeten leeren, optemerken, dat men de Bomben alleen dan, veel hooger werpt, wanneer men hoog gewelfde Gebouwen, Kruid-Magazynen of Huizen, zoekt ter neder te werpen ; doch dat men de Bombe, lang zo hoog niet fmyt, wanneer men den vyand, op de Wal, daar mede wil attacqueren; want in dit geval, zou zy in 't geheel niet doorgaan, maar op een mans hoogte, van een flaan. Ten einde nu een Bombardier dit kan obferveeren , moet hy weeten: hoe lang, een Vuurbuis kan branden,en de diftantie berekenen, waar heen hy de Bombe zal werpen, ten einde de Vuurbuis niet eer vuur geeft, als op dat oogenblik,wanneer het nodig is, om de Bombe, op een mans hoogte, te doen fpringen. Men laat eenige Vuurbuizen aanfteeken, zo, dat zy , naar den afftand van het voorwerp, hunnen fmeet behoorlyk inrichten. Zy moeten bepaalen,of het vuur uit die Buis, dan fpoediger, dan langzamer of op eene egaale wyze, voordbrand; in het eerfte geval, is de Vuurbuis niet goed geflagen, of de materialen zyn niet goed vermengd geweest. Men toond hun, dat de eerfte fcheut, gewoonlyk verder gaat, als de volgende, en dat de Bomben , by gelyke lading , des morgens en s'avonds doorgaands,verder gaan, als op den middag ; dat de kruidlading in de kamer, te eer ontftoken word, naar maate, meer of minder kruid op het laatgat word gedaan,hetwelk daar door,de Bombe te verder voort dryft. Om dit voor te koomen, moet men altyd op eene gelyke wyze, aanvullen of met flupinen affchieten. Die geene M wel-  C 170 ) welke aanfteekt, moet het vuur aan den rand van den Iaatbak,en niet boven het laatgat, houden; want in het laatfte geval zoude het kruid den aanfteker te fterk ftooten ,en konde daar door,ligtelijk ongelukken veroorzaakt werden. Wanneer men met twee vuuren werpt, dan moet men de Vuurbuis los krabben en dezelve met kruidftof aanvullen. OVSR DE TOEVALLEN, DIE EY HET GEBRUIK DER MORTIEREN, ONTSTAAN KUNNEN. Het eerfte en meest gewoonlyke toeval is, dat de Bombe te vroeg fpringt, wanneer men met twee vuuren werpt, dat is, wanneer men eerst de Vuurbuis , en daar na , de Mortier aanfteekt. Men moet zoeken voor te komen, dat de Bombe niet in de Mortier, of te gelyk by het daar uitkomen fpringt, maar dan eerst, wanneer in het nedervallen, op een mans hoogte, is, en vooral in die gevallen, wanneer zy op troepen, en niet op gebouwen word geworpen. Om dit toeval te vermydeu, is het noodzaaklyk, het laatgat, zodanig te zuiveren, dat men zeker kan zyn, dat het kruid op het laatgat,zonder fout, de lading van den Mortier aanfteeke. Wanneer, door deze voorzorge ongeacht, de lading dan nog geen vuur mogt vatten , zo moet de geenen, die de aanfteking gedaan heeft, de lieden, op de Battery, waarfchuwen , zich in acht te neemen , zo dat niemand door de ftukken, fchade moge bekomen. Men kan het den manfchappen, die de lading of de gevulde  C 171 ) de Bomben haaien , niet genoeg inprenten, zich zo veel als mogelyk, van de lonten en kruidloopen der Battery af te houden. Men hoede zich, wanneer men de Vuurbuizen opruimd, yzer daar by, te gebruiken. De Magazynen voor het kruid en de Bomben, moeten voor het vyandelyke vuur, gedekt zyn, of door de Borstwering van de Battery of door eene andere bedekking. In de Mortier moet geen vuur blyven, wanneer men gefchooten heeft; men moet hem aanftonds met de Wisfer uitveegen. Ook moet men zich in acht neemen, dat in de Battery geen aangeftooken lontftokken, of iets anders brandsbaars blyve liggen. In hoe verre zig de veld-bevestiging met de tact1k vereenigen laat of niet? Deeze Vraag moet tweeledig onderzogt en beantwoord worden : 1) Wanneer eenige Troepen, of ook een ge.heele Armee, de andere aanvalt, of zich. 2) Alleen wil verdedigen. In het eerfte geval, komt het hoofdzaaklyk daar op aan, om den vyand terug te dryven, of terrain te winnen, en met ieder verkeerde beweging, dien hy maakt, en van de geringde disorde, die by hem voorvalt, zyn voordeel te doen. Dit echter kan alleen, door 't manceuvreeren en fpoedige bewegingen (Evolutions) plaats hebben of gefchieden. Het zoude alzo hier, aan eene zeer verkeerde plaats zyn, wanneer men zyne Troepen gelyk AI 2 * Scliaa-  ( m) Schaapen in horden, met lynen, Spaanfche Ruiters, Wolfsgroeven enz. wilde omgeven. Tegens geoeffende en in de Krygskunde ervaaren Troepen , zoude men altyd verlooren zyn. Want waren zodanige omtuiningen onverzettelyk, by voorb. Wolfsgroeven, dan was het noch gevaarlyker, terwyl de Troepen zig dan geheel niet kunnen bewegen, in tegendeel zoude de parthy, de vryheid hebben, naar zyn welgevallen, den Aanval te veranderen en te vernieuwen. En waren, zy verzetbaar, gelyk de lynen van de Heer Guiberts, of de Spaanfche Ruiters, op Raderen van de Heer Bonneville , zo zouden zy toch gemakkelyk door het Gefchut, kunnen geopend, of de eerfte ook door de Cavallerie, aan ftukken worden gehouwen , en daar door de troepen, in de nodige beweging, zeer hinderlyk zyn, om dat ze nimmer zo fpoedig voord of uit den weg kunnen gebragt worden, als het de beweging van de troepen vereischt, en by de geringfte ontftaane disorde, de herftelling en formering van de Troepen, zo niet geheel onmogelyk, ten minften, altyd zeer zwaar maken. By de Spaanfche Ruiters, zoude noch dat kwaad daar by komen, dat de omheen vliegende ftukken en fplinters, meer manfchappen, als de Kogels zelve zouden befchadigen. Geheel iets anders is het, wanneer men tegens Alïatifche en Africaanfche Volkeren moet vegten. By deeze (zo als ook noch in den laatst voorgaanden Oorlog, tusfchen Rusland en de Turken, is gebleken) is de Artillerie, zo weinig als mogelyk, bediend, en niets vreefelyker, als de woedende Aan-  C 173 ) Aanval van hunne zeer talryke en wel bereede Cavallerie, tegens welke onze Bajonetten, terwyl hunnen Aanval altyd op allen zyden, geichiet, niet geheel beftaanbaar zyn. Hunne Infanterie in tegendeel, Ja zelve de Janitzar,en hebben tegens onze Troepen niets te beduiden : zy waaren wel , voor eenigen tyd, te vreezen, veellicht, terwyl zy toen,zo niet de eenige regulaire, doch zeker de beste Infanterie zelfs, in Europa waren (*). r Men (*) Te weeten, wanneer zy hunne volkomenheid hadden bereikt , doch de Christelyke Mogendheden hadden nu onlangs begonnen, ftaande Armeen op te richten. De Franfche maakten hier mede, het eerft een begin, onder Koning Karei de VII, in het jaar 1445. Doch by de Turken, waren byna reeds 100 jaaren te vooren , regulaire ftaande Troepen ingevoerd geworden. Zulks gefchiede onder Amurath de derde Sultan. Deze beval zyne Officieren , jaarlyks het vyfde deel van alle jonge lieden , die in den Oorlog wierden gevangen , als een Keizerlyk eigendom, vry te geven. Deeze wierden eerst, in de Mahomedaanfche leere opgetrokken, door de ftrenge discipline, tot gehoorzaamheid gewend , in alle Krygskundige oefeningen onderricht, en daar na in een byzonder Corps, te famen gevoegt, het welk met den naam van Janitzaren, of de nieuwe Soldaten wierd vereerd. Ieder gemeene achting en genade, die de Vorst kan mede deelen, wierd gebruikt, om deze troepen met een krygshaftig vuur, en met een bewust zyu, van hunne eigene grootheid, te bezielen. Ziet Ilobertzon Gefchiedenis van Karei de V. Deeze, naar des tyds, plaats hebbende omftandigheden, en vereischtens, in allen opzichte voor treffelyke Infanterie. M 3 wierd  ( 174 ) Men moet eene zaak, wanneer zy op zich zeiven goed en te gebruiken is , niet te ver dryven, en te algemeen zoeken te maken. De gedagte om de Veld-Bevestigings kunst, met de Tactik te verbinden, hoe doenlyk dezelve ook is, heeft verfcheiden Schry'veren, ja ook Veldheeren niet alleen tot genoemde omheining , maar zelve daar toe verleid, om de Troepen naar Geometrifche figuuren, voomaamlyk Fortificatie-Desfeinen te ftellen, waar van de fituatie der Rus-Keizerlyke Armee by Zorndorf, tot een bewys kan dienen. Alle zodanige figuuren, offcboon hunne Linien met eikanderen ook noch zo wel corresponderen, hinderen het zo nodige manceuvreeren, maakt de Troepen onbeweegiyk, en binden dezelven genoegzaam aan het terrain, dat zy zich als geheel onwerkzaam, van hunne vyanden,als veroordeelden, doodfehieten, of ter needer moeten laten houwen. Hoe nochtans de vereeniging der Taclik met de Bevestigings-kunst natuurlyk ennoodzakelyk word, dat is by Posten en Plaatfen , alwaar men een Aanval afwagt,en met voordeel, tegen eene fterkeren vyand wil vegten. Wat wierd wel haast de fchrik der Christenen, en bleef voor hun zo lang duchten, tot dat zy hunne oude Krygstugt, en orde verlooren ; doch de Christenen in beiden, tpt meer volkomenheid geraakten. Men kan ook dit ten hunnen opzichten vinden , in Pr. Cantemirs Gefchiedenis van hst Ottomannifch Ryk.  C 175 ) Wat men, by het doen van een escorte, in het oog te houden heeft. Zo een Officier, met Infanterie en eenige Cavalierie, tot een Escorte worde gecnmmandeert, dan moet hy dat geene, wat hy zal Escorteeren, altyd tusfchen zyne Infanterie houden, wel te verftaan, dat de eene helft der Infanterie voor, en de andere helft daar achter marcheere, een gedeelte van de Cavallerie reid naast de Wagens, om dezelve aan te fpooren, dat zy altyd kort achter elkander blyven, en geen openingen maken. Gebeurd het, dat een Wagen breekt, en kan dezelve gemakkelyk wederom gerepareert worden, zo word dezelve ter zyde gebragt, en een of meer manfchappen van de Cavallerie, daar by gecommandeert, die zulks bezorgen, en, op het fpoedigfte wederom moeten nabrengen : doch is de Wagen geheel niet te repareren, dan word het, zig daar op bevindende, op de anderen verdeeld, ook de daar voor zynde Paarden, tot verfterking van de overige, tot voorfpan gebruikt. De overige Cavallerie, dient tot Avantgarde, en moet alle Bosfchen, Dorpen, Defilees, Hoven en Houtgewasfen, alvorens naaukeurig door patrouilleren , voor dat de Officier zelve met zyn Escorte nadert. Is de Officier-met zyn Escorte op het vlakke Veld, dan moethy eene! zekere voorzigtigheid gebruiken, en die men als een onveranderlyke GrondItelling, in het oog moet houden, naamlyk om M 4 zyn  ' ( 116 ) zyn Convooy , 'er zy gevaar of niet, in twee Colonne te verdeelcn, ten welken einde de eerfte langzaam vaaren, om het zelve te formeeren. De Infanterie marcheert tusfchen beide Colonnen: in geval van eene Attacque, (het welk de Bevelhebber door een Onder-Officier en eenige Ruiters, aanftonds op een volle Galop, aan de eerfte Voorpost van de Armee, of de naastby zynde Bezetting, moet laten bekend maken,om vandaar hulp te bekoomen) worden de beide ingangen, door de voorfte, en agterfte Wagen toegevaaren, en geflooten, en alzo een fóort van Wagenburg gemaakt , waarin men , of hulp verwagten, of de belegeraars door eene dappere tegenweer, tot den aftogt kan noodzaken. Hy moet ook nauwkeurig acht geven, of hy ook iets van den vyand kan ontdekken, offchoon in het algemeen, ieder Commanderende Officier, zyne oogen moet gebruiken, of hy ook iets van den vyand gewaar word, ook alles,waar op hy eenige fuspitie heeft, aanftonds op het fcherpfte onderzoeken. In geval van een Aanval, die hy aanftonds, gelyk boven, reets gezegt, Iaat bekend maken, moet hy zoeken, zo veel mogelyk , zig van agteren vry te houden , en in geval,hy zyne Wagens niet in Colonne zoude hebben, dezelve aan de bekwaamfte plaats zo lang laten opvaaren , tot dat den vyand verdreeven is. Doch krygt hy te vooren zekere berichten, dat hemden vyand wil aanvallen, en dezelve veel fterker, dan hy is; dan is het beter, na dat de Wagens zyn opgevaaren, denzelven zelfs tegen  ( 177 ) tegen te gaan, en te attacqueeren, als zich te laten attacqueeren ; doch men moet zoeken, van deszelfs terrain, op alle mogelyke wyze, te profiteren. Is de vyand te fterk, of heeft hy teveel Cavallerie by zig, van al hetwelk hy zich door zyne Avantgarde, en uitgezonde Patrouilles, diendt te informeren, en hy marcheert op de bovengenoemde wyze in Colonnen, dan laat hy de aldaar opgeflage Wagenburg, om zich heen maken, en defendeert dezelve als dan, op het hardnekkigfte, tot dat hy zynen marsch verder kan voortzetten (*). Bevinden zich onder de Wagens,ook met kruid geladene,dan moet, wegens het daar by verzeld gaande gevaar, zeer groote voorzigtigheid worden in acht genoomen: Naamlyk dat daar by geen (*) Eene zeer voortrefFelyke Actie van een braaf Officier, die zyn naam daar door heeft vereeuwigt, meld ons de Graaf van Saxen in zyne Memorie pag. 191. „ Ik liet, 1716 zegt hy," by een marsch van JarislolF, in Litthauwen, naar Warfchouw, een Officier, met naam Heekman met 3o Paarden te JarislofF, om noch eenige agterftallige Contributien in te vorderen. De Geconfedereerde Poolen, berenden deze plaats, dat'een kleine Scad, met een flegt omringde Wal is, en beftormde dezelve driemaal te vergeefs. Na verloop van 14 dagen, moest de Officier, die plaats, uit gebrek aan levensmiddelen, overgeven, na dat men hem den aftogt,tnet alle Oorlogs eere tekens en eenen bedekten Wagen ", waarop hy 40000 Ryksd. Coutributie geld (eene zeer aandoenlyke zaak voor de Poolen) voerde, moest bewilligen. Men liet hem in den begimn zeer gerust aftrekken; doch na verloop van twee dagen, zond  C 178 ) geen tabak worde gerookt, als ook over Steenwegen, niet te fterk worde gejaagt, op dat dezelve niet aangeftooken worden (*_). Des Nagts moeten de Wagens altyd zo worden opgevaaren,dat voor geen vuur, iets is te vreezen, en den Commandeerende Officier moet het dcfiïsc, Dorp of Stad zodanig laten bezetten, dat hy van den Aanval des vyands niets te duchten heeft,en denzelve nooit agter, maar voor zig heeft, ook moet hy zo wel door het uitzetten van Veld als andere Wagten , en niet minder door vlytig Patrouilleren, zig voor een ouvermoedelyken Aanval van den vyand, zeker dv!!en,cn dit alles zodanig bezorgen, dat hy van de geringde aannadering, by tyds berigt kan hebben. Heeft men zyn Convooy gelukkig na de bedemde plaats gebragt, dan keert men, door eene anderen weg, wederom terug, ten einde men niet in hinderlagen moge vervallen, die de vyand, op den terug marsch,fomwylen daar mogt gelegt hebben. Is zond men hem 800 Paarden nr., die hem fpoedig inhaalden en aanvielen. Hy flueg met dezelve 6 dagen lang, zonder zig, in zynen marsch te laten ophouden, en kwam met zyn Wagen gelukkig by de Armee, by Warfchauw, joo Mylen van Jarisloff aan, na dat hy niet meer dan 16 man hadde verlooren, doch waar tegen hy 2 paar Pauwken op den weg, van de Poolen had verovert. (*) Juist, onder 't afdrukken vr.n dit Stuk, wierden wy tan de zekerheid hier omtrent, tot een nader bewys, ten klaar-  C i79 ) Is 't, dat den Officier die het Escorte Commandeert, veel Infanterie by zig heeft, en het terrain niet toelaat, om in Colonne te marcheeren; dan kan hy eenige Pelottons, tusfchen de Wagens laten gaan. Doch zyn het gevangenen, die men moet Escorteeren , en wanneer men zelden een vyandelyken Aanval te vreezen heeft, vermits zodanige Commando's , gewoonlyk agter de Armee, volgen ; dan formeert men van zyn geheel Commando, een kring,om de gevangenen , wordende door de Cavallerie, de buitenfte gemaakt, en zo word in plaine gemarcheert. By enge wegen, Defllees, Houtklaarden overtuigt. Daar men ons,in onze Nieuwspapieren , uit Lublin , onder 't art. van Polen , de dato 2 July, een verfchrikkelyk bericht meede deeld. Naamlyk : dat een transport Ammunitie, van Warfchauw na de Ukraine beItemt, den 20. Juny jongstleden, des namiddags, door genoemde Stad pasferende, wegens het te hard reiden, over de ftraat, vuur gevat hadde, 't geen van dat gevolg was, dat niet alleen de voornoemde Ammunitie , daar door eensklaps in de lugt fprong; maar ook, dat den flag, die men zegt, en gelyk ook te begrypen is, dien van een zwaaren donder evenaarde, en dus onbefchryflyk is, zo, dat daar door, meest alle de Huizen binnen die Stad, deerlyk getyftert zyn geworden , twee Joodfche Synagoogen in akelige puinhoopen veranderd, zeer veele Inwooners van hunne bezittingen beroofd, een groot aantal van menfchen tot ellendige lyders gemaakt,en niet weinige, helaas! in de kaaken des doods, verfmoorc zyn geworden.  C iSo ) Houtgewasfen of Steden en Dorpen, laat rfien de Escorte voor,agter en op beide zyden, marcheeren , en de Cavallerie patrouilleert alleen rondom dezelve, opdat geen gevangenen daar van mogen weg lopen. Des Nagts laat men dezelve, in één of meer Schuuren , inquartieren, en dezelve behoorlyk, met Wagttn bezetten.  BEOORDEELINGEN. kunst des Oorlogs als der gefchiedenisfen in den aangenaamften fmaak. In het eerfte Deel, pag. 192 enz. worden de zwaarigheden aangewezen, waar mede een Armee beeft te worftelen, als zy in een tyd van het jaar, wanneer er geen levensmiddelen, in het Land te vinden zyn, in een vyandelyke Provintie wil indringen. Pag. 168 enz. ziet men hoedanig zig een Armee in de meeste gevallen, tegens de overvleugeling kan zeker ftellen. Jn het tweede Deel, Pag. $2 enz. word het ef>. fcct, van het Gefchut hy een Belegering onderzogt, en de zwaarigheden aangetoont, die' 'by dezelve voorkoomen. Pag. 147 enz. handeld den Schryver over de Escorteering van een train van eenige 1000 Wagens. Op andere plaatfen worden breedvoerig de voordeelen van de Theorie geleerd. Zo wel, alle de aangehaalde plaatfen , als een zeer groot aantal anderen, houden in zig onfchatbaare, èn nergens openlyk gezegde waarheden, en kunnen als bydragen tot de kunst van den Oorlog worden aangezien. De Schryver fteld op meer onderfcheide plaatfen, ondervindingen voor, die bewyzen, dat het Effecl van het Gefchut niet zo groot is , als waar voor men het zelve doorgaands houd; en dat daar en tegen het vuur van de Infanterie meer werking doet, als men aan het zelve toefchryft. ,Voor die, welke in overweging nemen, dat dit flegts,op eenige voorwaarde, kan waar zyn, zyn deze opmerkinge onbetaalbaar , andere nochtans vatten hier door, een vooroordeel tegen deze Wapenen, waar van doch zeer dikwyls alleen de overwinning afhangt. Deze gelooventdat de werking van dezelve , over 't geheel zeer gering zy, of toch flegts toevalliger wvze,opmerkens waardig. Wy  BEOORDEELINGEN. Wy hebben niets van de gefchiedenis, die eigenlyk des Schryvers tegen party is, gezegt. Wy merken hier flegts aan, datvvy niet gelooven, dat een gefchiedenis meer geloof verdient, als deze. De Schryver is midden tusfchen de mannen, die hem bericht geven , en ieder fout zien kunnen, buiten dien heeft dezelve, gelyk wy weten, meermaalen,reizen,om ftof daar toe te verfamelen, ondernoomen, en is zelve dikwyls ooggetuigen van dat geene geweest, wat hy befchreeven heeft. Met de befchryving van de Veldtogten der Geallieerde Armee, flaat de Schryver niet in die voordeelige pofitie , die' wy boven hebben genoemd ; doch het fchynt dat denzelve zich ongemeene goede, en onbekende Bronnen, heeft ten nutte gemaakt, en zo veel wy, uit eigene ondervinding kunnen oordeelen, wykt zyne befchryving in het wezenlyke, niet af van de'waarheid, flegts van ter zyde, hebben wy toevallige gebeurtenisfen, als een Dispofitie aangemerkt, gevonden. Wenfchelyk ware het, dat dit Werk, ook in onze Nedc-rduitfche fpraak, wierd overgebragt,— Hier toe dan, is de Uitgever van dit Maandwerk niet ongenegen, om zulks in het vervolg van tyd tot genoegen derbeminnaaren van foorrgelyke Wetenfchappen te doen, wanneer hy maar verzekerd was, dat zig een genoegzaam aantal Liefhebbers, daartoe, zouden opdoen. Wyl daar toe zeer zwaare kosten vereischt worden.  MAGAZYN van MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Vierde Stuk. INHOUD." Gronden, waar op de richting van het Gefchut berust. ..... pag, x22 Beveelen , inhoudende de orde van Exerceeren en de Evolutie, door den Pruififchen Generaal von Gaudi,voor de Infpectie^zyner Regimenten opgefteld. ... jpQ Over den Oorlog in het algemeen. - - 232 NB. De Stukjes moeien ingenaaid,en nietdoorftookeri worden. Te ARNHEM, By J. H. M Ö E L E M A N. m d c c x c i i.  BEOORDEEL! N GEN. Gründliche Anweifung zum Satteln und Packen, dasz kein Pferd gedruckt werde, von Frae-Rex. Berlin by A. MILIUS 1791. 77 pag. in 8vo. Deeze kleine Verhandeling, is, voor Officieren van de Cavallerie, zeer leerryk. De Zadel drukt, wanneer men niet van vooren en achteren, de hand daar kan onderdeeken. Hy moet niet zo ver na vooren liggen, dat hy de fchouderbladeren raakt. Het dek daar onder, moet geen vouwen hebben, zyn de kusfens van het Zadel te zeer ingedrukt; dan moet men dezelve, by gebrek van andere middelen, met ftroo opvullen, ten einde het Zadel niet voor op 't gevvrigt iigge. Het is goed, wanneer onder den deeken, in den Zomer een linnen doek ligt, terwyl anders de Paarden, door de hitte, hairlooze vlekken bekoomen. By het Pakken, bediend men zig van geen kusfens , dezelve zyn nadelig, voornaamlyk wanneer zy met hooy gevuld zyn. Men legt de voederzak onder, doch bind hem zo kort, dat het voeder op de ruggraad , twee vingeren hoog ligt; daar op legt men den dwarszak, als dan de mantelzak, en hier op het hooy. De 3 riemen, waar mede de Pakken gezadeld worden, worden zo gelegd, dat die van de rechte en linke zyde, zig op de midden kruizen. Eu hier door bekomt het een en ander te meer vastigheid. Met het volgende Recept, kan men een gedrukt Paard geneezen: 1 ffj Aluin | fjg Koperwater voor •;- ftuiver Spaansgroen en voor 2 duivers Salmoniak en 1 lepel vol Wyn-Azyn. Dit word qp het vuur gefmqlten, en geroerd. Daar na laat men bet koud  C I5i ) GRONDEN, Waar op de richting van het geschut berust. ledef ftuk Gefchut heeft de gedaante van een afgekorten Kegel, alzo het aan 't einde of den bodem zo veel te fterker is, om de kragt van het kruid te kunnen doorftaan. De inwendige holligheid van deze Kegel, is een Cylinder, welkers Asfen en verlenging de Schootlyn zouden uitmaken, wanneer de Kogel, ten rhinften Caliber maatig ware, en na deszelvs uitvaart, eene regte Linie tekende. Men richt gewöonlyk met een gezichteinder, die langs de oppervlakte des Gefchuts, in het oogpunt, uitloopt, en deeze word de Vifierlinie of Lyn genoemd. Wanneer alzo de afgefchoote Kogel, eene rechte Linie zoude maaken, zo wierd'er noodzakelyk een middelpunt tusfchen de Schooten de Vifierlyn vereischt, en dan kan men het afftandpunt, te rekenen Van de mond des Kanons, gemakkelyk bepaalen , wanneer de langte van de afgekorte Kegel, en 't middelpunt, aan de beide einden opgegeven is, waar uit dan de volgende proportie is op te maken. Zo veel verfchil 'er istusfchen beide de doorfnydingen, toe de kleinfte doorfnyding toe,even zo groot is het verfchil tusfchen de langte van de afgekorte Kegel, tot de gezogte afftand;en N dien-  C 182 ) dienvolgende, kan men ook den hoek vinden, die de Vifierlinie met de Schootlinie maakt, dezen hoek is zo veel te grooter , hoe grooter het onderfcheid der beide einde van den afgekorten Kegel, en hoe korter derzelver Asien zyn. Is dezen hoek by 't één ftuk grooter, als gewoonlyk, by een ander, van het zelve foort, plagt te zyn,dan zegt men: het ftuk draagt opwaarts (eleve le Coup); want de fcheutlinie verheft zig, in dit geval, meer als gewoonlyk, boven de Vifierlinie. Alleen,het afgefchoote ligchaam kan geen regte Linie aftekenen, het zy dan, of, dat hy recht opwaardsof recht neder'waards, word afgefchooten, of ook, wanneer het geen groote zwaarte heeft; alleenlyk, gevallen, die by ons Gefchut geen plaats vinden. Alzo hier het geworpen ligchaam zwaarder is, en zyne richtings Linie, of in de Horizontaal Linie, valt, of toch ten hoogften, flegts een fpitfen hoek met dezelve maakt, zo zal de zwaarte, die na de Verticaallinie werkt, altyd een hoek met de richtings Linie, maken, door de kragt, waar mede het ligchaam word gedreven: Het geworpen ligchaam moet derhalven eene kromme Linie tekenen , het welk men lange tyd voor een Paralel gehouden heeft; doch het welk flegts, in een, geen tegenftand biedend middel, kan plaats hebben, waar voor men, onmogelyk onze lugt zal aanzien. Alzo is de verandering, dia de zwaarte, in de beweging van ons geworpen ligchaam, maakt, noch niet de eenigfte. De fmeet kan niet anders, dan met lugt gefchieden, en hier ondergaat het gewor- pe  C 183 ) pe ligchaam een tegendand, die, wanneer ze op 't zwakde is, doch altyd den Quadraat, met de fnelheid van het ligchaam, proportioneert. Want wanneer de te famenhang der lugtdeelen, en derzelver veerkracht niet in aanflag gebragt wierden , dan kwam de tegenftand werkelyk met de Quadraat der flielheid proportioneel. Wat nu den te famenhang betreft, dan is het eigenlyk nog niet beweezen, dat hy den tegenftand merkelyk vermeerderd; evenwel maakt hem de veerkracht driemaal grooter, wanneer de fnelheid zo groot is, dat agter het bewoogen ligchaam, eene te lediger ruimte ontftaat, en dit gefchied by eene fnelheid van meer dan 1220 voet, wanneer de Baromeeter om te Laveren, op 't Iaagfte ftaat; van meer dan 1260 voet wanneer dezelve op 't hoogfte ftaat, en van meer als 1240 voet,wanneer het de midden hoogte heeft. Nu ftuat het, volgens onze proefondervinding vast: dat by de gevvoone lading, de Kogel in eene feconde, ongeveer 1080 voet voord loopt, en alzo met een fterkere lading, eene noch grooter ruimte te rug legt. Doch in 't eerst is den fpoed groo-* ter, en wanneer zy deze konde behouden, dan moest zy eene veel grooter diftantie afleggen;want het is uit andere ondervindingen bekend , dat de eerst beginnende fnelheid, ten minden van 1600 voet, in één feconde is. Waar uit men kan befluiten: dat een deel van de baan of vlakte, in de eerde feconde, een meer ledige ruimte achter de Kogel laat. De fnelle vaart van een afgefchooten Kogel neemt telkens af, en dit afneemen is, in het beginman zynen loop, veel meer zigtbaar,dan in't einde. Na De  ( 184 J De eigenlyke Scheutlinie is uit dien hoofde een kromme Linie, die van de Paralel zeer verfchilt, Doch wat dezelve ook voor een Linie zy, zo is toch de verlengde Asfe van het Stuk, een tangente derzelve by hun beginpunt. Is nu het geworpe ligchaam juist Caliber maatig,dan kan deeze kromme Linie Mathematisch befchouwd, of onder de Vifierlinie blyven , dezelve bewegen, of doorfnyden. De beide eerfte gevallen kunnen by ons Gefchut, wanneer het behoorlyk geladen is, geen plaats vinden: uit dien hoofde, zullen wy het geval naargaan , hoedanig de kromme Linie der fmeet door de Vifierlinie gedeeld word. Terwyl de verlengde Asfe eene tangente der kromme Linie is , zo blyft deze laatfte geheel onder de eerfte, en daar uit volgt het Paradoxon , dat men het oogwit nooit treft. Wanneer men, de Kernlinie van het Stuk 'er tegen richt, of ,'t geen het zelvde is, wanneer men, om het eene punt te treffen, op het anderen moet richten. Wanneer alzo de Kogel uit het Stuk gaat, bevind zy zig onder de Vifierlinie, doorfnyd deze noch verder, als de punt is, waar zy van de verlengde As word doorfnecden , tekent het eene deel van de kromme Linie boven dezelve, en word door haare zwaarte, die niet ophoud te werken, aangedrongen, fnyd zy dezelve, voor de tweede maal door, zo gaat zy daarop, onder dezelve en blyft ook daar onder. Om alzo i) een oogpunt te treffen, het welk tusfchen de mond van het Gefchut, en het eerfte doorfnydings punt ligt,zo moet men daar langs heen blyven Vifeeren. 2) Ligt  ( i85 ) Ligt het oogpunt op een der beide doorihydings punten, dan moet men, om het zelve te treffen, regt daar op richten. Alzo geeft het twee punten, voor welke beiden, men die fcheut, Kernfcheut Qde but en blanc) kan noemen, wanneer men die geene den Kernfcheut noemt, waar men op het punt, dat men treffen wil,moet vifeeren, of waar het oogpunt ook het punt is, waar heen men richten moet. 3) Bevind zig het oogpunt tusfchen de beide doorfnydings punten, dan moet men,onder langs, vifeeren. Men kan hier uit, in het algemeen het befJuit opmaken, dat het tegens het behoorlyke gebruik van het Gefchut ftrydig is, wanneer men de Soldaten, by alle diftantien, op een en dezelvde manier, by voorb. op halve mans hoogte, leerd aanflaan. Men moet het veel meer daar op houden, dat zy ongeveer de Kernfcheut van hun geweer kennen, en zig gewennen, naar den afftand, of naar het Commando , hoger en lager aanteflaan. En alzo, of op het midden van den vyand, of na het hoofd van denzelve, of ook om na de fpitfen der Vaanen te vifeeren. Doch om te bepaalen, in welke gevallen, en hoe veel men een Stuk hooger of laager (feilen zal, moet men weten , welk een hoek de verlengde Kernlinie met de Vifierlinie maakt, en hoe veel het bewoogen ligchaam , op den weg , naar het oogpunt, na beneeden word gedreven. Het eerfte vind men door de rekening, wanneer men het Gefchut kend, en de herhaalende fnelheid van den Kogel, 't geen men door de proeve leerdt, N 3 het  C 186 ) het andere genoeg voldoende aanwyze. By voorb. in onze 24 ponders is de hoek tusfchen de Vifierlinie en de verlengde As, ongeveer 55 minuten. Veronderfteld men nu, dat de Kogel in de eerde feconde 180 Toifen teruglegt, dan kan men, door berekening vinden, dat zy ten laatften, wanneer zy de verlengde As, was gevolgt, 16 voet 9 duim boven de Vifierlinie, moefie zyn, doch terwyl de zwaarte dezelven in deze, tyd, byna 15 voet nederwaarts heeft gedreven, zo zal zy zig in de daad flegts 1 voet 9 duim,boven de Vifierlinie, bevinden. Wanneer alzo het oogpunt van onze proefbatteryen 180 Toifen affiaat, dan moet men het genoemde Stuk by de voorveronderftelde fnelheid van de Kogel, ongeveer 1 voet 9 duim, onder het oogpunt, richten, om zo doende het zelve te treffen. De Theorie in het fchieten, hangt alzo voornaamlyk daar van af, dat men de fnelheid des Kogels weet, en zulks bekomt men flegts alleen, door zorgvuldig waargenomen proeven. Men kan ook het richten des Gefchuts, van de wydte der Kernfcheut doen afhangen. Want men weet, gelyk wy boven reets hebben gezegt, dat men, wanneer het oogpunt onder'tberyk der Kernfcheut ligt, daar onder, en wanneer het buiten hetzelve ligt,daar boven, moet richten. Doch het rTchten onder het oogpunt, heeft eene tamelyke enge bepaaling, die ik uit gebrek van ondervindings proeve niet bepaalen kan : daar en tegen, kan het richten boven dezelve, na dat het voorwerp verder af is, altyd hoger gefchieden, zelfs tot den hoek van 45 Graaden, v.aar boven de fcheut,daar na,  C 187 ) na, het oogpunt niet meer kan beryken. Ik moet ondertusfchen aanmerken, dat men naar de gefteldheid van onze Afuiten, het Stuk, nooit op eeneVi hoek van 15 Graaden, kan verhoogen. Noch rrjeer, een en het zelvde Stuk heeft, met een en dezelve lading afgefchooten, geen wezenlyke Kernfcheut ; hy verandert zig naar het onderfcheid van het kruid; naar de verandering van de lugt in het Stuk; en nadat het Laatgat meer of minder is uitgebrand, als ook, nadat het gewigt, en de gefteldheid van het Caliber der Kogel verfchillende zyn; als mede, volgens de manier, van het laden en hoedanig de zelve word aangezet, en mede naar de verfchillende tegenftand van de Lugt. Alle deze veelvuldige zaken kunnen veroorzaken, dat dc Kogel by dezelvde lading een verfchillende fpoed bekomt. Voor dat men ondertusfchen de nodige proeven bekomt, waar door de richting, tot zyne volkomenheid, kan gebragt worden, zal den Officier, by voorvallen in den Oorlog, niet beter doen kunnen, als te zien , wat zyne fcheuten voor werking doen, en zyn Stuk te verhogen of te laten zakken, na da: zulks de fcheut-wydte vereischt. Wanneer men niet met Kardoezen laad , dan kan men ook, door vermeerdering of vermindering van de lading,tot zyn oogmerk komen. Dan hoedanig men ook bandek!; zo moet men niet vergeten, dat de wydte van de eerfte fcheut, altyd veel verder is, als die der volgende, en dat deeze ook van tyd tot tyd, afneemen,wanneer zulks door geene andere oorzaaken , word verhinderd; doch zo, dat het onderfcheid tusfchen de eerfte en tweede fcheut N 4 mer-  ( 188 ) merkelyk veel grooter is, als tusi'chen de volgende. Men fcbryft de oorzaak hier van toe, aan de verhitting van het Metaal; doch zy ontftaat uit de verandering, der in de Ziel zig bevindende Lugt, gelyk ik by de Verhandeling over de leer van het fchiet kruid, zal aantoonen. By alles, wat ik tot hier toe, hebbe gezegt,word veronderfteld, dat men geen vergelyking (guidon) nodig heeft; heeft dit echter plaats, dan blykt uit het gezegde duidelyk , dat men altyd, onder het oogpunt, moet richten. Buiten deeze algemeen aangenoomen manier, om te richten , waar van wy tot hier toe gefprooken hebben, is er noch een andere,.die wel zo algemeen niet is aangenoomen, doch evenwel noch haare beroemde aanhangers heeft. Zy beftaat daar in: dat men langs de zyde van bet Stuk vifeert, zo dat deze Vifjerlinien , tot tangenten aan de Asfen dienen. Men vifeert alzo op beiden zyde, en de beide Vilïerlinien zyn, met de As, in ééne vlakte, en doorfnyden dezelve, verlengt in het, dezelve punten» waar van zy van de bovenfte Vifierlinie word doorfneeden , wanneer het ftuk regelmatig is. Aan de andere zyde van het doorfnydings punt gaan de verlengde Vifierlinien, regts en links, van de verlengde As, even zo af, als de bovenfte Vifierlinie na onderen afwykt. Deze dubbelde Vifierlinie maakt alzo, wat de verhoging aangaat, de richting van het Stuk, zeer goed. Alleen i) heeft men gezien, dat, wanneer het Stuk op het wit was gericht, de fcheut onder het zelve gaan zoude. 2) Kan men de afwyking, na de  ( 189 ) de rechter of linker zyde, niet voorby. 3) Is daar by meer te doen, en de Canonniers zyn daar in niet geoeffend. 4) Hqt beflag van de Afuiten hindert dikwyls, om het voorwerp te zien: en eindelyk 5) de kleinfte fout, in de gedaante en plaatfing der Asfen, kan groote misflagen, in de richting, veroorzaken. Doch de richting met het bloote oog, is niet altyd genoegzaam. Daar komen veele gelegenheden voor, waar in men de verhoging van het Stuk, naar den haak afmeet, en de Asfen van dezelve met den Horizont uitmaakt. Dit vind doorgaands plaats, by Mortieren en fteen Mortieren, ook gewoonlyk by de Houwitzers en menigmaal by de Canonnen. Men bediend zig tot dat einde, van Quadraaten, of een ander foortgelyk Inftrument, welkers gebruik in de handen der Soldaten, zeer onzeker is. Zou men niet, ten minften by Canonnen en Houwitzers, de ortderfte halve rome van de grondvlakte der Asfen, of eenen eenigzins grootere daar by aangebragte Cirkel vlakte, in Graaden kunnen afdeelen, en in het midden punt van hetzelve, een gat booren, dat men een naald met een potloot daar in kan fteeken ? Naald en potloot laaten zig in een klein kasjen ligt be. waaren, dat ten dien einde, in de Afuiten is gemaakt , en door een (tukje voor gefchooven yzer blek of iets anders geflooten word. Deze proeven zyn ligtelyk te maaken , en daar by word niets verlooren. Wanneer ook, op 't ergfte genomen, in het Veld, alles verlooren ging, zo was het niets meer , als dat men tot de geN j woon-  ( 190 ) woonlyke behandeling, zyne toeviugt moest neemen. Nadien wy nu gronden van het fchieten in het algemeen, hebben voorgedragen, zo willen wy nu dezelven tot de onderfcheiden foorten van het Gefchut bepaalen, die by onze Artillerie gebruikelyk zyn,naamlyk: Canonnen, Mortierenen Houwitzers. Men onderfcheid drkëriy foort van fcheuten met Canonnen: de fcheut na de hoogde verhoging, in een rcgte vlugt (en plein jou.il) en de Ricochet fcheut. Doch men komt over de betekenis der beide eerfte uitdrukkingen, niet wel over een. Eenigen verdaan, onder den fcheut, na de hoogde, hoogte, die geene, die men met de hoogde richting, welke men een Canon, op zyn Afuit, kan geven, doet: anderen, de fcheut onder den hoek van de grootfte fcheut wydte, het welk by na een hoek van 45 Graaden is. Eenige (lellen vast,dat men op een voorwerp, in een regte vlugt, fchi.et,7o dikwyls men het zelve, met eene goede lading, kan beryken , zonder dat de Kogel eerst op een auder voorwerp opflaat, en in dezen zin, is de fcheut, naar de hoogde didantie, mcede daar in begreepen , wanneer de Kogel, zonder op te daan, het wit kan treffan. Andere willen, dat men een voorwerp , in een regte vlugt trede , wanneer men dezelve, met een bchoorlyke lading,kan bereiken, zonder de Vifierlinie,daar over, merkelyk te verhoogen; en eindelyk, noch anderen dellen, dat het als dan gefchied, wanneer de Kogel het zonder onflaan, met alle kracht treft. De overtref.  C 191 ) trtffing kan tusfchen deze verfchillende verklarin. gen, niets beflisfen, alzo die woorden, op zig zeiven , niets beduiden , alleen bet gebruik en de ondervinding leerd, in welken zin men dezelve zal nemen: ongelukkiger wyze, ftryd het gebruik hier met zig zeiven. Intusfchen was het te wenfchen, dat deze woorden, zo als veele andere, eene bepaalde betekenis in zich bevatten mogten; want dit is de eenige weg, om anderen te verdaan, en zig zeiven zeer verdaanbaar of klaar te kunnen uitdrukken. Wy gaan over tot de Recochetfcheut, welker betekenis te veel bepaald en al te bekend is, dan dat men zoude nodig hebben,dezelve voor de Officieren van de Artillerie te expliceren. Het Recochet, is niets anders als een herhaalde terug kaatfing: om alzo deszelvs gronden zo veel te vaster te zet. ten, moet men zich de wetten der terug kaatfing herrinneren. Wanneer een volkomen veerkrachtig ligchaam op een harde vlakte vak, dan word het onder denzelvden hoek en met dezelvde gezwindhied, als het invalt, terug geworpen, wanneer men derzelzelver zwaarte en den tegenftand der lugt niet m overweging neemt. Wanneer het werkende lighaam niet ten volle veerkragtig is, zo is de terug kaatfing kleiner, als de neder vallende hoek. Om deze gronden, op de Recochetfcheut, toe te pasfen, merken wy het volgende aan. 1) Wanneer een bol-rond lighaam, indien er geene kromme Linie doorloopt, op een vlakte komt,dan kan men, voor zyne richting tegen de vlakte,de richting van de tangente dezer kromme Linie, aan de  C 192 ) invalspundt aanneemen. 2) Ieder zwaar ligchaam Jcan nooit, in een regte Linie, worden rerug geworpen, wanneer het niet in de verticaal Linie in valt. 3) Wanneer de vastigheid der getrofte vlak. te, zig laat verdeelen, dan zal het treffende ligchaam daar in, eene kromme Linie aftekenen, die of in de boven vlakte van het vlakke veld na boven klimt, of niet, en wel, na dat de volgende omftandigheden, het meede brengen. Hoe puntiger de invallende hoek is, zo veel te ligter kaatst het invallende ligchaam terug, doch onder eene kleiner hoek , als de invallende hoek was, terwyl de tegenftand onvolkomen is. Hoe grooter de invallende hoek is, zo veel te hoger niet alleen, maar ook zo veel te korter fprong, maakt het ligchaam,vooronderfteld , dat den tegenftand zo groot is, dat hy niet indringt. De omdraaijende beweging van de Kogel om deszelfs As , brengt veel daar toe by, om dezelve wederom te doen klimmen, wanneer zy iets is ingedrongen. De groote der grootfte Cirkel vlakte, die zy aan de doordringbaare vlakte tegen over fteld, vermeerderd den tegenftand en draagt gevolglyk tot de7terug'kaatfing, veel by ; even dit zelve is ook van de gezwindheid des Kogels aan te merken. Men kan alzo hier uit, het befluit maken, dat de volgende oorzaken het Recochetteeren van de Kogels en Bomben kan fterker maken of matigen. 1) De Maat, van den inhoud, het figuur, de fpoed en de veerkragt van het geworpen lighaam. 2) De richting en de hoogte van den val. 3)  C 193 ) 3) De tegenftand en de veerkragt der getroffen vlakte. 4) De omdraijende beweging, die de Kogel in'zig bevat, inmiddels zy op de vlakte flaags zyn. , De Recochetfcheut is alzo niet aan eene zekeren hoek en bepaalde lading verbonden. Lading en hoek, moeten zig, fchikken naar den afftand en onderfcheide hoogte der voorwerpen, die men wil befchieten , en voornaamlyk na die plaats, alwaar de Kogel het eerst zal opflaan. Men veronderftelle by voorb., men heeft, op eenen zekeren afftand, onder denhoek van 10 Graaden, met eene zeer kleine lading, een Ravelyn en Recochet befchooten, zal men nu, in het vervolg, een verder afzynde Werk, op even die zelvde wyze, befchieten, dan moet men de lading vergrooten; doch het kan zyn, dat men den hoek kleiner moet neemen. Was het verwyderde Werk te gelyker tyd, merkelyk veel hooger, dan moet men de lading en den hoek veel groter neemen; doch was het lager , dan moet men zonder bedenking, den hoek kleiner en de lading grooter neemen. Men kan daar door alzo, wanneer men de lading en hoek veranderd, op verdere afftanden, en grooter hoogtens, als men plagt,Recochetfcheuten doen;wanneer men even den invallende hoek, en tegelyk de afdalende hoogte, waar onder gewoonlyk de Kogels worden gerecochetteert, kan behouden; waar. om"zouden zy nu niet Recochetteeren,daar voor het overige, alles gelyk is ? doch het is gemakkelyk te bewyzen, dat men, tot op een zekeren afftand, en op eene zekere hoogte, naar proportie van  ( 194 ) van den fpoed, die men door ons Gefchut, kan verkrygen, den behoorlyken invallenden hoek en de val-hoogte te weeg kan brengen; dan tot ons geluk, kunnen beiden, binnen zekere paaien,zonder fchaaden aan de uitwerking, onderfcheiden zyn. Doch ik heb te vooren reeds gezegt, dat de richtings Linie van een ligchaam, dat een kromme Linie maakt, de richting van den tangent op het uitvaarende punt is. Terwyl nu de tangente aan den Scheedel van de kromme Linie, met den Horizond Parallel is , en de Tangenten aan alle volgende punten, met den Horizond, alle mogelyke fpitze hoeken maaken, dan volgt daar uit: dat in den afklimmende Arm van de kromme Linie,noodzakelyk verfchillende richtingen zyn moeten , die gefchikt zyn, om de Recochetfcheut her voor te brengen. De verfchillende hoogte van den val, zullen flegts veroorzaken, dat de fprongen meer of minder hoogte uitvallen. Eene vlakte konde zelfs zodanig liggen, dat de opklimmende Arm, de Recochet uitmaakte, doch men zoude als dan flegts één of twee fprongen hebben. Wanneer de Kogel op een vlakte viel, die in een Horizontaale Linie, met de kruin van de kromme Linie was liggende, dan zouden zy alleen fpoedig daar over heen rollen, zonder weder op te flaan. Eene werkelyke fprong bekomt men, meer of minder, naby den kruin van de kromme Linie, naar dat de neiging tegenftand en veerkragt van het aardryk zyn gefield, en de volgende fprongen zullen hoger, maarniet zo ver gaan, alzo zy verder van de kruin af aan, beginnen. Veelligt begeert, men regels van my, om daar naar  C 195 ) naar een gegeeven hoogte, uit een gegeeven afftand, te Recocheteeren; doch ik ben niet in ftaat, zodanige te geven, zonder veelen, buiten bewys,aan te neemen , en diergelyke oplosfingen zyn in de uitotffening nimmer zeker. Het is genoeg, dat ik de Phylifche en Matematifche grondftellinge nopens deze gewigtige manier van fchieten heb verklaard. Al het overige moet door proeven worden opgelost,ook is die ftof voor den dienst,gewigtig genoeg, om dienaangaande proeven te neemen. Naar myne gedachten, moesten deze manieren om te fchieten, in de VeldfJagen meer in gebruik wezen, als zy tot heden toe, zyn. De Kogels, die men op een zodanige wyze, ziet aankomen, zouden fchrik en verwarring met zig voeren, alvoorens zy noch den dood aanbragten. Buiten twyfel, zyn de gemaakte ladingen in Kardoezen de oorzaak, dat men niet zo veelvuldig Recocheteert ; doch men kan met de gewoonlyke Kardoezen geen Recochetfcheut te weeg brengen. De gewoonlyke Mortieren, en de fteen Mortieren worden zo gericht , dat hunne Asfen met te rugzigt op de wydte van de fmeet, een grooter of kleiner hoek met den Horizond maakt, en deze fmeet-wydte is zo veel te grooter, hoe minder de verhogende hoek, onder» of boven den hoek van de verfte fmeet,gaat. Men heeft tot hier toe, door eene valfche Theorie verleid, aangenoomen, dat dezen hoek .van 45 Graaden was; alleen het is zeker dat hy kleiner is; doch men kan zyne maat niet nauwkeurig bepaalen. Het zoude zelfs te vergeefs  ( 106 ) geefs zyn,den zeiven te willen vinden,en de Theorie leerdons, dat hy veranderlyk is. Doch terwyl men nochtans zyne bovenfte bepalingen kend, zo zal men zig alleen daar op toeleggen, om de onderfte te vinden. Wanneer men zig , buiten dien, bekommert, om eenige kennis van de wetten en oorzaken van deze verandering te bekoome n, dan kan dit dienende zyn, naamlyk de Praktyk te volgen. Deregelmatigfte manier, om Bomben te werpen, is, dat men onder den hoek van de grootfte wydte rigt, en de grootere of kleineren afftand, door fterkere Of zwakkere lading, zoekt te behouden. Dit zoude in de fmeet wydte, minder afwykingen veroorzaaken, als wanneer men onder den hoek werpt, die zig merkelyk van de 45 Graaden vervvyderd. Bovendien gebruikt men minder kruid als onder, eenigen anderen verhogings hoek. Derhalven zoude men geen anderen hoek neemen, als wanneer het de omftandigheden vereifchen. Het was hier de plaats,een vergelyking te maaken,over de manier , om de Bomben te verkylen en dezelve met aarde te verdammen. Het verkylen heeft dat voordeel,dat men met één vuur werpt,een voordeel dat zeker zeer aanmerkelykis; doch de overige voordeden , die men aan deze manier van handelen toefchryft, heeft my altyd de ondervinding toegefchenen, te moeten tegen fpreeken. Veelligt is de manier, op welk eene wyze.men dekylen maakt, en indrijft, tot geene genoegzaarne volkomenheid gebragt. Was het niet mogelyk, dezelve zo volkomen te maken, dat de afwyking in  C *97 ) in de fmeet wydte, die zy veroorzaken, vermyd wierde ? Was het niet mogelyk met een vuur te werpen, zonder in dezen misflag te vervallen. Men heeft ook proeven gedaan, om met Bomben te Recochetteren. Men gebruikte daar toe Mortieren van acht duim, die men op Afuiten van Canonnen leide. De ondervinding heeft getoond, dat niets zo gefchikt is, om de bedekking, in bedekte wegen, te verftooren, als dit. Deze proeven zyn te Straatsburg genoomen , en men vind dezelve in de Franfche Bombardier van Belidor. Na alles, wat ik over de Recochet-fcheuten gezegt hebbe, behoeve ik niets over de fcheuten der Houwitzers hier by te voegen. Ik wil hier mede eindigen: dat het my verwonderd, dat men minder gebruik daar van maakt, als men diende te doen, alzo zy zo gemakkelyk zyn voord te brengen, en te bedienen, en evenwel van zeer groote uitwerking zyn. In hoe veele gelegenheden, waren zy niet de vierponders voortetrekken ?  ( 198 ) Beveelen, inhoudende de orde van exerceerkn en de evolutien, door den overleden fkui5ischen generaal von gauoi, voor de i inspectie zyn er regimenten , opgesteld (*). I. Hoedanig de zwenking cp de plaats, en in 't avanceeren met 't battaillon, word gemaakt. Wanneer een Battaillon in 'tavanceeren za! zwenken, dan word, aan de voormarcheerende Vaanen, ge- (*) De Opfteüen van den Generaal von Gaudi, die in dit Magazyn voorkomen, kunnen als eene voorzetting en verbeetering worden aangezien , van het Werk van den PruiüTchen Generaal van Saldener TaElifche Grondftellingen en aanwyfingen tot de Militaire Evolutien. In het Nederduitsch vertaald en met Aanmerkingen vermeerderd, door den Lieutenant J. Herbig. Zy houden in zig, omllandigheden, die in dat Werk niet voorkomen , en de veranderingen, die naderhand in den Pruififchen dienst zyn gemaakt. Zy kunnen, aan een de zaak niet kennende, beoordeclaar, veellicht onverslaanbaar fchynen; Ik herrinner derhalven hier by, dat zy , voor een ieder, die de Exercitie van de Infanterie kent, niet alleen verftaanbaar zyn ; maar ook hun in het algemeen met de Exercitie van de Pruififche Infanterie bekend maken.  ( 199 ) gezegt; de rechter of linker fchouder voor! op dit Commando, gaan de Vaanen van het Battaillon, tot op de 6de pas, noch altyd regt uit, als dan Commandeert de Commandant de rechte of linke fchouder voor, tot dat het Battaillon, de ftelling heeft gewonnen , die de voormarcheerende Vaanen hebben, en als dan; regt uit. Wanneer, by meer Battaillons, voorwaards zal worden gezwonken, moet men in 't oog houden, dat de onderftaande Battaillons , het boven hun ftaande zoude overvleugelen, vveshalven den Commandant als dan Commandeeren moet: trekt ü links ! by deze gelegenheid reid de Major , aan de zyde van den Officier van de rechte Vleugel, gaat met denzelven voord, tot dat hy de laatfte Rotte van het bovenftaande Battaillon dekt, als dan laat hy noch zo lang voorwaards marcheren, tot dat de Intervalle is herfteld, en daar na word gecomrrtandeert : regt uit. Zo dra het bovenftaande Battaillon ftaat, reid de Major van de rechte en de Adjudant van de linke Vleugel, regt voor, om het Battaillon het allignement in de Linie te geven. Is nu het voormarcheerende Battaillon in een korter afftand, van het ftaan gebleevene, dan treed den Commandant op de rechte Vleugel, van zyne voormarcheerende Vaanen , commandeert geeft achting, wanneer hy met het voorftaandc Battaillon in het allignement komt, laat hy als dan noch 6 pasfen voord marcheeren, en commandeert dan halt. By het links zwenken,is dit zelvde in 't oog te houden ,flegts met dat onderfcheid, dat daaf by rechts word getrokken, de Major op de Iinke> O 2 ' en  ( 200 ) cn de Adjudant op de rechte Vleugel, reidende. II. Vervolg op 't voorige. Rechts zwenkt n ! Hier op zwenken de eerfte en midden Vaanen ééne pas rechts, de eerfte (tellen zig, door het rechts (luiten, voor de laatfte, en worden door den Commandant Parallel gefield; daar op richten zig de Vaan-Rotten , met de midden Vaanen, de Officier van de rechter Vleugel loopt rugwaarts, en word door de Majorsin het nieuwe Allignement geplaatst , de Officier van de Imker Vleugel loopt voorwaards, en richt zig zelve in, dit Allignement: het Battaillon (latdeoogen na de midden: de Officiers van den rechter Vleugel, tree-den voor het 2de Rot van de linker Vleugel,van hunne Pelottons, en de Officiers der linker Vleugel , voor het 2de Rot van den rechter Vleugel hunner Pelottons, het welk alles op het fnoedigfte moet gefchieden. Dan word g^commandeert marsch, de rechte Vleugel marcheert langfaam, met by behouding van het Front terug, en de linke voor; beiden worden, het eene Pelotton na het andere, op de, in het Allignement ftaande Vleugel Officiers, gericht, die ten dien einde, hunne Espontons boog houden , den linken Vleugel richten de Officiers z.elve, doch den rechte, de Commandant, terwyl dezelve moeilyker is, om te richten, bet zekerfte ij, dat hy zig voor de Vaanen. ter linke hand, ftelle, en in de Prolongatie richt, alzo de terug getreeden Officier van de rechte .Vleugel, bezwaarlyk te zien is. Wan-  C 2or ) Wanneer mar?ch word gecommandeerd, avanceeren alle de Battaillons te gelyk, en gelyk en Echellon,en dan is daar op te letten, dat het Vleugel Battaillon, daar by vooral niet afvvyke, anders zoude zulks invloed op het geheele Allignement hebben, wiar naar alle de Battaillons, het een na het ander volgen zoude, en konde alzo eene tneerer of minder fchuinte veroorzaaken. Om dit voor te komen , diend het volgende ;by voorb. Het Vleugel Battaillon , zoude eens 60 pasfen avanceeren, en als dan halt maken; ten einde het nu geduurende dezen marsch , niet uitwyke, zo moet de Officier van deszelvs linke Vleugel, deze 60 paffen naauwkeurig recht uit, en naar vereischte langte neemen , zonder zig aan het Battaillon of aan zyn Pelotton te ftooren, winneer nu, op die 60 paffen,den Commandant halt! commandeert, blyft deeze Offi ier vast ftaan, en alzo maakt hy en de Vaanen , die op 60 ordinaire pasfen, geavanceert zyn , de 2 puntten uit, waar naar zig altyd de Vleugel-Officier richt, en waar naar het Battaillon te fpoediger kan gericht worden, en daar door alleen, heeft men geprofiteert, dat het met zyne, na de zwenking, gehad hebbende ftelling, Parallel ftaat, en niet afgeweken is. By alle overige Battaillons, is door de zwenking, veroorzaakt, dat een ieder zyn voorzyude Battaillon, met eenige Rotten,overvleugeld, gevolglyk allen, by het inrukken, in de nieuwe Linie, zo verre moeten links trekken, dat zy hunne tusfehenruimte wederom vullen. Dit gefchied het best dus, op 't woord marsch ! word eerst 10 fchreeden O 3 regt  ( 202 ) regt uit gemarcheert, dat alles in het gelid kome, en als dan links getrokken, den Officier van de rechte Vleugel trekt voorts naar de linke Vleugel van het voorzynde Battaillon, en wanneer hy, voor zyn perfoon, nauwkeurig de voorman van het Rot op de linker Vleugel, volgt, blyft hy naar den zeiven gedekt, in den marsch , zo lang het Battaillon zig, van hem links aftetrekken, voort vaart. De Commandant, geeve acht, wanneer de rechte Vleugel van zyn Battaillon, zo ver van den Officier , af is , dat 'er plaats voor de tusfehenruimtegekomen is,als dan commandeert hy : regt uit, en de Officier treed weder op de rechter Vleugel van zyn Pelotton. Wanneer het Battaillon noch 30 pasfen van het nieuwe Allignement af is, gaiopeeren de Major en Adjudant langs het zelve en richten zig, voor het reets ftaande Battaillon, ziende, de Major tegenover den rechte, en de Adjudant tegenover den linken Vleugel, van hun aankomend Battaillon, den Commandant trekt voorts om , of duidelyker gezegt, hy gaat rugwaarts , en let daar op, dat hy, rnet beide Vleugels te gelyk, in het nieuwe Allignement, aankome, ten welken einde hy de eene of de andere Vleugelordonneert, korter of langer pasfen te maken. Wanneer zyne voorfte Vaanen noch ongeveer 10 pasfen van het nieuwe Allignement af zyn, voegt hy zich naast den zogenaamden Veld-Webel, ter linke hand, marcheert met hem gealligneert, ziet regts langs het reets ftaande Battaillon, en wanneer hy met zyne voorfte Vaanen accuraat in het Allignement van het zelve komt teld  ( 203 ) teld hy nog 6 pasfen, en commandeert op de 6de halt! als dan is hy zeker, dat zyne midden Vaanen, op de plaats der voorfte Vaanen, inrukken, en juist in de te formeerende Linie komen te ftaan; In de plaats, alwaar de Major halt maakt, treed de Officier van de rechter, en in de plaats van den Adjudant , treed de Officier van de linker Vleugel in, waar op de Major de rechte Vleugel naar de Vaanen , en de linke naar het Sponton van den Officier der linker Vleugels , ten fpoedigfte richt. Dit voordeel word van alle Battaillons gebruikt, en dient tot een behoorlyk en gefchikc inrukken in het nieuwe Allignement, en tot eene fpoedige richting van het zelve; het laatfte moet daar om oogenbliklyk tot ftand komen, terwyl na de zwenking, het Battaillon, volgens eene gemaakte uitrekening; , flegts 6o pasfen van eikanderen vcrwyderd is, en men, met de richting, van het inrukkende Battaillon, moet gereed zyn,alvoorens het volgende komt, of mogt overvallen, terwyl anders het laatfte zich bezwaarlyk wel zoude kunnen richten (*;. . i 1 - Wan. (*) By een cfraaiiing na de rechter hand, moeten d« linke Vleugel Battaillons meer, als de anderen links trekken, om by het inrukken, hunne tusfchen-ruimtens weder te bekomen. Doch een te lang aanhoudend trekken, geefc gelegenheid tot'disorders. De Commandanten, der, van het nieuwe Allignement,het meeste verwyderd zynds Battaillons,laten alzo afwfcfelender wyze, voorttrekken, eij 15 tot 20^pasten,recht uit marcheeren,door welk,laatfte., ie lieden weder in orde komen. O 4  C 204 ) Wanneer de zwenking van de linke hand gefchied , worden de aangetoonde voordeden even zo, als ter rechter zyde, in het Werk gefield; alleen moet, wanneer de Major en Adjudant in het nieuwe Allignement voorby galopeeren ; de laatfte zich op de rechter Vleugel, (tellen, alzo het Battaillon naar dezen Vleugel, word gericht. III. Aangaande het zwenken van een Battaillon. Veronderfteld men, dat een Battaillon, zal rechts zwenken, zo word gecommandeert: Battaillon! 4 passen rechts , zwenkt d j waar op de Soldaaten de oogen links flaan, en de Officiers voor het3deRot van hun Pelotton zich plaatfe, doch de Onder-Officieren in het eerfte" gelid treeden : Op het Commando marsch! zwenkt het eerfle Pelotton, met rasfe fchreden, rechts, en den Officier commandeerd: halt ! richt u, wanneer zyne linker Vleugel , in het hem gegeeven Allignement komt, cn richt als dan dezelve, van de rechte zyde af. By alle de overige Pelottons, ftaan de Onder-Officieren op het Commando, marsch! ftil, het Pelotton zwenkt 4 pasfen, en op de 4de commandeeren alle Officieren oogeN rechts, ri.Cht uit! waar op aanftonds alle Pelottons den ordinaire pas aanueemen, en tot op het oogenblik, dat het Pelotton in het nieuwe Allignement komt, behouden, en niet fpoediger mag genoomen worden. De Onder-Officier van de Vleugel marcheert zo, dat hy by het Rot van de linke Vleugel, van het voor hem zyn-  C 205 ) zynde Pelotton recht kan voorby zien, en altyd 4 pasfen, en niet meer, van dit voorpelotton, afblyven; doch is de Onder-Officier van het 2de Pelotton van de te houden diftantie der pas uitgezonderd, terwijl de eerfte, de zwenking, met de gezwinde pas heeft gemaakt; wanneer de eene Officier na den andere, noch 10 pasfen, met de rechter Vleugel, van zyn Pelotton van het Allignement af is , commandeert hy, linke schouder voor! alles blyft in den marsch,[alleen neemt de OnderOfficier, die de oogen altyd regt uit houden, en niet langs zyn Pelotton links moet zien, benevens de rechter Vleugel van hetzelve; halve pasfen, doch de linke eenigfints wyder, om de draaijing te maken. De Officier werpt zig aanftonds om, gaat rugwaards voor zyn Pelotton heen, om het op zig te zien aankoomen, en te weeten, wanneer hy genoeg gedraaid is, teneinde hy met beide Vleugels te gelyk in het nieuwe Allignement komt, wanneer hy als dan recht uit marcheert, en als het Pelotton in de Linie is,halt ! commandeert; voor de midden van het reets ftaande neven Pelotton fpringt, en het zyne, naar het gegeeven point de vue, of in de prolongatie, richt; de Major verbeterd daar op wat aan de richting noch mankeert. Deeze voordeelcn hebben plaats, by alle zwenkingen, die gelyk en Echellon gefchieden, het zy met het eerfte of rhet het 3de gelid, op de plaats, in het avanceeren, of in het retireeren, word gèzwonken, by alle zodanige gevallen , moet de Officier, wanneer hy de fchouder laat voorneemen, O 5 rug-  C 206 ) rugwaarts gaan , op dat hy zyn Pelotton ordentelyk in hec Allignement kan brengen. Wanneer een Battaillon links zwenken zal,treeden de Officieren, op het Commando battaillon'. 4 passen links zwekkt u ! voor het 3de Rot van de linker Vleugel; en op 't woord marsch! zwenkt het 10de Pelotton met eene gezwinde pas, tot in het gegeeve Allignement, alle andere zwenken 4 pasfen links, de Officier kommandeert, op de 4de pas, oogen links! recht uit! Doen by het inrukken in het Allignement, richten de Officieren niet hun eigen Pelotton, maar plaatfen zig voor haar perfoon , zo aanftonds als halt word gecommandeert op derzelver rechter Vleugel, in het Allignement, van het reets ftaande Pelotton, wanneer te gelyk, zo als by het rechts inzwenken, met Pelottons gefchied, de Officier van het 10de Pelotton het 9de richt, die van het 9de het 8fte enz. Wanneer de zwenking met het 3de gelid gefchied, dan word, wanneer het Pelotton in het Allignement komt, niet halt,en front gecommandeert, maar alleen front, en als dan links hersteld gemaakt. Wanneer het Battaillon met het 3de gelid rechts zwenkt, treeden de Officieren, zo aanftonds, als front word gecommandeert, fpocdig door, op de rechte Vleugel van hun Pelotton,richten zig links met de reets ftaande Pelottons ,;en het zyne word door den na onderen ftaanden Officier gericht, wanneer het Battaillon met het 3de gelid links zwenkt, dan treed ieder Officier op het Commando fk.ont .' fpoedig by zyne rechter Vleugel door, en  \ (207 ) en voor het midden van zyn ftaande Pelotton, waar van daan hy het zyne richt. IV. Van het deploijeeren Wanneer rechts word gedeploijeert, dient ten voordeden, dat den Officier van die Divifie, waar aan de tour is, halt en front te maken, van achteren uitkomt, en ftaande op de zyde van het 3de gelid, zyn Divifie voor zig laat voorby marcheeren, op dat, wanneer den Commandant aan het zelve commandeert. N. N, Divisie,halt,front! oogen links, den Officier aanftonds voor zyn linker Vleugel is, en zyne Divifie, wanneer zy gedemasqueert is, kan laten inrukken, anders moet hy tusfchen zyne en de voorfte Divifie heen driegen, om na de linker Vleugel te komen, en alzo den weg 2 maal maken. De woorden halt, front, worden niet gelyk gecommandeert, maar 1) divisiehalt! 2) front! en by het rechts deploijer. ren 3) oogen links. Alzo by den gezwinden de ploijeer pas, wanneer zulks in een flegt terra'n gefchied, de Rotten , voornaamlyk by de agterfte Divifien, ligt de diftantie verliezen, zo moet Ly het rechts deploijeeren, wanneer de Tete agter is, de Major of Adjudant altyd by de linke Vleugel vr.n de Divifie zyn, die even front gemaakt heeft, en de Rotten die eenigfins geopend zyn, links laten aanfluiten , op dat wanneer de Divifie gedemasqueert is, en in het Allignement inrukken zal, zulks geflooten en zonder openingen gefchied' n kan. Wanneer zodanige openingen, by het links de-  C 208 ) deploijeeren , zoude ontftaan : dan houd den Commaudaut, by het Commando, divisie halt! zo lang ftil, tot dat alles by eikanderen is, en als dan commandeert hy, geen front. Wanneer by het uittrekken of deplojeeren en eve.ntail, den Officier met zyn Pelotton fpoedig aan het Allignement is, werpt hy zig ook tegen zyne manfchappen om, en laat deztive op zig aan marcheeren, op dat beide Vleugels te gelyk, in de Linie koo. men. V. Van de retraite en echequier , waar by de eene vleugel word gerefuseert. Deze manoeuvre is daarom moeilyk, terwyl na de draaijing, die ieder Battaillon in het retireeren moet maken , ligtelyk de diftantie van het eene tot het andere by het maken van front,te klein of te groot word. Volgende voordeden ditnen hier toe, men neeme de ordre de Battaille van de 7 Battaillons by Lipftad, aan, om het duiddyk te maken. By deze Retraite en Echequier zou by voorb. de linke Vleugel worden gerefufeert, en de Battaillons Schack, 2de Stwolinsky, 2de Budberg en 2 le Woldeck, het eerfte zig retireeren, zy maken alzo rechts om keert, marcheeren allen 30 pasfen regt uit, om in den marsch te komen, en als dan nemen zy de regter fchouder voor, om geöunrende den marsch eene wvnding te maken, en d-nr ;!oor de linker Vleugel, van het retireerende Corps, van den vyand te verwyderen. De Generaal  ( 209 ) raai is by het Battaillon van Schack, om het zelve te onderrichten: wanneer het zig genoeg gedraaid had, en dat het de overige, nog gemaakt moeten wordende, pasfen, regt uit neemen zal, wanneer het na volbrenging van dezelve, front maakt, en door den Generaal in het van hem bepaalde Allignement, word gericht. De andere 3 Battaillons, die wegens de te makene zwenking, eenen verderen weg hebben te marcheeren, als dat van Schack, blyven in 't retireeren; zo dra,na de eerfte 30 pasfen, de wending in de marsch, word gemaakt, reiden alle Adjudanten, een ieder na dat Battaillon, dat naast het zyne, ter linker zyde, marcheert, en blyft by het zelve, om in 't vervolg , aan zyn Battaillon de marsch-direclie te geven; de Adjudant van het twaede Battaillon van Stwolinsky is alzo by Schack, die van het 2de van Budberg by het 2de van Stwolinsky, die van het 2de van Woldeck by het 2de van Budberg. Wanneer Schack front gemaakt heeft, en gericht i9, reid de Adjudant van het 2de Battaillon Stwolinsky, in het nieuwe Allignement onder, en wel van de linker Vleugel van Schack, afgerekend, de langte van i; Musquettier Battaillon, benevens 2 tusfchen-ruimtens, maakt aldaar halt, richt zig met Schack, en wenkt de Vaanen van zyn Battaillon, recht op hem aan, te marcbeeren. Wanneer zy aan zyn Paard koomen, maakt hy voor hun plaats, de Commandant laat het Battaillon 8 pasfen marcheeren , en commandeert front ! alsdan ftaan zyne Vaanen accuraat in het nieuwe Allignement, des Capiteins van de Vleugel, worden ogenbliklyk, in  ( 210 ) in het zelve gefield, en terflond is de richting gefchiedj gelyk ook de plaats voor het Battaillon, dat daar tusfchen gehoord, in orde is: zo dra het 2de Battaillon Stwolinsky gericht is, reid de Adjudant van het 2de Battaillon van Budberg, van de linker Vleugel des ftaande Battaillon, in deszelfs Allignement, dc langte van i| Battaillon Musque. tiers, benevens 2 tusfchen-ruimtens, langs, maakt halt, en richt zig, met het 2de Battaillon Stwolinsky, handeld alzo, als den iflen Adjudant gedaan heeft. Op deze wyze handeld ook de Adjudant van het 2de Battaillon Woldeck. De 2de afdeeling, naamlyk het ifte Battaillon Stwolinsky, ïfle Budberg en ifle Woldeck, die terflond by de retraite, van het eerfte, zig flanquen hebben gemaakt, maaken niet eerder rechtsomkeert, voor dat de geheele eerfte afdeeling, front gemaakt heeft, als dan trekken zy zig ook terug, de flanquen marcheeren met rechts en links om , en dringen zig niet digter aan het Battaillon, maar blyven 6 pasfen daar van af, deze drie Battaillons marcheeren, ten eerfte 30 pasfen regt uit , neemen als dan de rechter fchouder voor, en richten hunnen marsch alzo,dat hunne Vaanen regt op de midden van de groote tusfehen-ruimte, waardoor zy gaan zullen, aanmarcheeren. Wanneer nu de linke Vleugel noch meer terug gehouden zal worden, dan neemt het ïfle Battaillon Stwolinsky,zo aanftonds als het tusfchen Schack en het 2de Battaillon van hun door is, nochmaals de rechter fchouder voor, om zich te wenden, en zyne linker Vleugel meer voor te brengen, tot dat hun word  ( 2" ) word gezegt: recht uit te marcheeren, en wanneer het voorgefchreevene getal pasfen, afgerekend van de Battaillons der eerfte afdeeling, zyn genoomen, maakt het front, en word gericht, al» dan gebruikt ieder Adjudant der tegenswoordige in de Retraite begreepen Battaillons, het boven gedetailleerde voordeel, om zyn Battaillon eene gezwinde richting te verfchafren. VI. Vermengde aanmerking. 1) By ieder richting, word, tot een régel, aangenoomen, dat den Soldaat niet meer als zyn neven man moet zien, ziet hy de tweede van hem, of noch meer, dan ftaat hy niet gericht. 2) Wanneer de Geweeren gevifiteert zyn, blyven de Bajonnetten op de loop; om te wenken houden de 3 Vleugel mannen in de Gelederen, het Geweer hoog en wenken alle 3 te gelyk, wanneer de laadftok weder tip zyn plaats gebragt en front gemaakt is, gaat de rechter hand te gelyk na onderen. 3) Het daar op volgende Commando compagnie of battaillon ! is de waarfchouwing , dat het Geweer zal worden opgenoomen, derhalve moet op dit Commando, alles ftil ftaan, en de duimen onder de loop brengen. 4) Op, geweer op! word aanftonds daar op gelet, dat zig de manfchappen in het geringfte niet verroeren; maar ftil, als een muur, ftaan, en word als dan het postuur en het draagen van het Geweer naar gezien en gecorrigeert. 5)  C 212 ) 5) De Kolf van het Geweer moet langs de lenden liggen, doch die geene, welke diklyvig is , moet het Geweer eenigfins op de zyde, na de Sabel toe, brengen, anders zoude het, tegen de andere genoomen, agter overhangen. 6) By het prefenteercn moet het flot by het tempo, tot voorde mond worden gebragt, en de rechte hand alleen het Geweer houden, doch de linke aanftonds worden los gelaaten, en eene fcherpe cn korte flag van onderen op, met de bal van de hand doen. By alle greepen, moet den Officier, die commandeert , tegen de linker Vleugel van zyn gelid ftaan, alzo hy voor het Front de richting der Geweeren niet kan overzien, en telkens, als de manfchappen, na de greepen of lading, wederom gefchoudert ftaan, moet niet eerder, iets verder worden gemaakt, voor dat het flegt draagen der Geweeren, of de fcheeve postuuren , zyn gecorrigeert, als dan, word weder voortgevaaren. 8) Die op de handen en flooten ziet, om het Geweer dragen te beoordeelen, ziet niets, maar den Officier moet van den eenen of anderen Vleugel na de Bajonetten zien, of zy alle egaal flaan, en zig alle dekken, is nu een van dezelve, buiten de richting, dan moet hy eerst zien, waar in de fout beftaat, en als dan dezelve corrigeeren. 9) Ten aanzien van het postuur is het niet genoeg, dat de manfchappen het hoofd, regt op houden, maar men moet, voor allen dingen, daarop letten, dat zy de fchouders van achteren te faamen, en nek terug trekken, op dat de borst voor uit  C 213 ) uitfïeekt, evenwel moet het postuur natuurlyk en ongedwongen zyn. 10) Alleen, wanneer gericht word, of wanneer hand greepen worden gemaakt, mogen de manfchappen de kop zo ver draaijen, dat zy zigalligneeren, of den Vleugelman zien kunnen, buiten dien,moet het hoofd altyd regt blyven,en'alleen flegts de oogen na de richtings zyde gekeerd zyn^ voornaamlyk moet dit, in den marsch, worden in het oog gehouden, evenwel moeten zy, wanneer zy iemand zullen voorby marcheeren, hem onbefchroomt in het gezigt, en nooit nederwaards zien, ook fomwylen zyn neven man naar de oogen loeren, om de richting te behouden. 11) Deeze handgreepen worden alleen met de Recruten gemÉakt;en niet met, des kundige lieden, doch er worde alleenlyk daarop gezien, dat zy met de beste orde en gezwindheid chargeeren, behoorlyk marcheeren,zig fpoedig richten, een goed postuur behouden en her Geweer behoorlyk dragen. 12) Gewoonlyk zullen in een minut 76 pasfen, ieder van 2 voet 4 duim, worden genoomen, men, moet alzo, zo wel op de Cadance, als op de langte van de pasfen zien, op dat zy nimmer veranderd worden,.en daar toe, komt men niet beter, als wanneer men de Onder-Officieren, Veld-Webels enz. vlytig laat marcheeren, waar by de Adjudant dikwyls na de feconde wyzer moet zien. 13) De deploijeer-pas is flegts 2 voet lang;en worden er 100 in een minut gemaakt, hy word ook by de Contra-marsch , doortrekken en Brug-manceuvres gebruikt, als ook, wanneer in hetavancee- p ren  C 214 ) ren en retireeren de afgebrooke Pelottons met Rotten oprnarcheeren. — De zwenk-pas met Pelottons, is even zo ras, doch de omzwenkende Vleugelman treed, de langte van een ordinairen pas, uit,namenlyk 2 voet 4 duim, en niets verder. 14) Wanneer een gelid links zwenkt, zet de ftaan blyvende Vleugelman, derechte hak voor den bal van de linke voet, en draaid zig, zonder van de plaats te koomen, en zonder zyne voet op te beuren , geduurende de zwenking , om ; doch wanneer rechts word gezwonken , zet de ftaan gebleeven Vleugelman de rechte voet agter den linke, en draait zig insgelyks, geduurende de zwenking , om. 15) Wanneer in den marsch met opene gelederen , na gemaakte zwenking, wederom word aangetreeden: dan blyven de gelederen, de eerfte drie pasf n, op de Zabel fpitfen geflooten, en eerst op de vierde pas, openen zy zig dus: het 2de gelid zet , op de 4de pas , den opgebeurden rechte voet, weder by den linke en treed, met de volgende pas, aan, het 3de gelid zet op de 4de pas, den opgeheven rechte voet, wederom by den linke, en^reed met de volgende tred aan, het 3de gelit zet op de 4de pas, de voet 2 maal by, en treed als dan aan, waar door de Gelederen accuraat ééne pas uit eikanderen koomen. 16) Tusfchen de Commando's, halt en zwenkt ol word ftil geftaan, ten einde de achterfte gelederen tyd hebben, om zich te kunnen aan een fluiten, ten einde, wanneer men, met Pelottons, achter eikanderen marcheert,de Officier, wanneer hy noch 2 pasfen, van den hoek af is, alwaar hy zal  C ai5 ) zal zwenken, halt! en wanneer hy recht op den hoek komt, zwenkt ü! commandeert. 17) Om met enkele Gelederen of een zeker gedeelte niet nodig te hebben, altyd voor af te zeggen; of rechts of links zal worden gezwonken, zo word zulks door het Commando zelve, alzo onderfcheiden. Zwenkt, betekend rechts zwenken, en men werpt de kop, op het Commando, links, zwenkt u! in tegendeel betekend links zwenken. 18) Wanneer met Gelederen, of geopende Pelottons, word gemarcheert, moeten de Officieren naast de rechte Vleugel zyn, en geduurende den marsch, het pofluur corrigeeren, verder moeten zy de accuraate richting behouden , waar toe het een byzonder voordeel is, dat zy hunne manfchap zeer dikwyls, voor hun laten voorby marcheeren, wanneer zy als dan aanftonds de fout kunnen gewaar worden,waar en tegen die geenen,die, voor of naast het gelid, heen gaan, geen kromte gewaar word. ' 19) De wendingen, zonder tempo, moeten geexerceert worden,en word rechts om, links om, rechts oM.en links hersteld ! daar by gecommandeert, het eerfte woord is het teken , van dat geene, wat zal gemaakt worden, op het tweede word de beweging gemaakt, by rechts om keert en links hersteld, worden op het eerfte woord de patroontasfen aangevat, en wanneer de wending gefchied, dezelve weder los gelaaten. 20) Een voordeel by de Sections-marseh, is dit, wanneer het Pelotton, by voorb. Van 20 Rotten, in 3 gedeeltens,is verdeelt, die rechts zullen P 2 af.  C 216 ) afmarcheeren; dan worden vier Onder-Officieren, van achteren, zo verdeeld, dat één agter het 5de één achter het 10de één achter het 15de Rot,en zo vervolgends komt te ftaan, en wel zo verre, van den man uit het eerfte gelid af, dat tusfchen den zei ven, en den Onder-Officier 5 man en fiont plaats hebben. Nu is bekend, dat op het Commando, met siEGEN! rechts zwenkt ! marsch (*) de linke Vleugelman van dezelve, op de plaats, rechtsom maakt, met de linker voet voorwaards treed, doch \ de gedeeltens zig terug werpen, zo; als of zy rugwaards zwenkten; de achter, verdeelde Onder-Officieren doen even het zelvde, op het Commando marsch! wat van de rechte, voor hun ftaande, Vleugel lieden, van het linker gedeelte, gefchied, naamlyk: zy treeden , op de plaats, rechts om makende, met de linke voet, voorwaards aan,en marcheeren eikanderen op de Nek, op deze wijze past ieder gedeelte, tusfchen hunnen linker Vleugelman en de agterftaande Onder-Officier, en alzo heeft men van het eerfte ogenblik af aan, voorman en diftantie, wanneer halt word gecommandeert, en de gedeekens inzwenken, maakt ieder linke Vleugelman, en ieder Onder-Officier op de plaats front, en wanneer daar wederom marcheert! word gezegt, doen zy even zo , als de eerfte maal. Wanneer met deeze vier gedeeltens met Pelottons, links zal (*) Men moet hier aanmerken: dat wanneer by de Pruififche Armee met Sec~lions\ gecommandeert word, ook met zes Rotten, word afgemarcheert , 't geen wy, met PtloU tom, noemen, of volgens't duitsch, met siesen.  ( 817 ) zal worden gezwonken,dan wordende Onder-Officieren agter het ifte, 6de, i ide en 16de Rot geplaatst, en treeden, als de rechte Vleugellieden van die gedeeltens der liegen , op de plaats, links om maken , met de rechte voet aan: beide zo wel de Vleugellieden , als Onder-Officieren, maken/< op het Commando halt ! op de plaats front* Voords is nog te noteeren, dat wanneer met siegen, zal worden gemarcheert, het eerst, tot naricht der Soldaten , word gecommandeert, met siegen rechts of links zwenkt u, doch wanneer, daar na alles wederom, en ligne inzwenkt, endaar op andermaal, de marsch zal worden voortgezet, dan word niet gecommandeert, met siegen, enz. maar alleen, marsch. VII. Vermekgde aanmerkingen. 1) By het vlak neemen, word het Geweer flerk jri de linke hand geflagen, de linke elleboog, digt aan het lyf gebragt, en het Geweer, word niet meer,kort boven.de port d'epée,maar hoger, en tot boven de Navel van den Buik gehouden. De Officier, die tegen de linke Vleugel, van zyn gelid ftaat, létte voords daar op, dat de manfchappen, hun Geweer, naar den neven man richten, en de rechte hiel, voor de linke riem, van de Slopkous koome te ftaan. 2) Voorts, worde daar op acht gegeven, dat de manfchappen, by het vatten van de patroon, zig niet krom maken, of zig na de linke zyde buigen, als ofzy, met de patroon-tas, de rechte hand wilden tegen komen, maar de rug moet daar by hol, en het lyf onbeweeglyk blyven. P 3 3)  C 218 ) 3) De Laadflok word zo wel , wanneer naar Commando, als wanneer agter eikanderen weg geladen word , fnel uitgetrokken, regt in de midden gevat, en zonder te vervatten,of dezelve te laten zinken, met een fterke floot in de loop , en op even die zelvde wyze , wederom op zyn plaats gebragt:zo dra alles weder gefchouderd flaat, word oogenblikkelyk, het postuur, en het dragen van het Geweer, naar gezien, en de fouten gecorrigeert. 4) Wanneer de Gelederen inrukken, neemt het eerfte gelid der Compagnie, op den rechten Vleugel 3 pasfen rechts, ter zyde, en die van de linke Vleugel, 3 pasfen links, op even üie zelvde wyze, word by het openen gehandeld; naamlyk: dat op het Commando richt ü ! de openingen der Vaan-rotten, van de beide Vleugels, na de midden, worden toegemaakt. 5) By het uitfchudden der patroonen, wanneer de Gelederen geflooten zyn, maakt het eerfte, op het woord, vat de patroon, het eerfle tempo rechts om, vat het Geweer met de linke hand, boven hetflot, vat de patroonen met de rechte handden neemt daar op, het Geweer in den arm, maakt weder front, en fteekt de patroon,in de patroontas, waar door alzo dit gelid, gericht blyft, de agterfle Gelederen treeden rugwaarts, neemen hunne patroonen, ook in de rechte hand,treeden hier op, aanftonds weder aan het eerfle, en fteeken de patroonen weg. 6) Het verdig maken, van het nedervallende gelid, gefchied, niet met ééne, maar met beide han-  C 219 ) handen , de kolf moet aan de linke hiel , en het linke knie regt op ftaan, en niet voor over hangen, de duim van de rechte hand, dekt de pan, en alle de vingers blyven onder den haan, de agterfte Gelederen rukken, by het verdig maken, juist in de openingen, en de haan word, op het fpoedigfte, afgetrokken. 7) Wanneer zydwaards zal worden aangeflagen, word alleen, rechts ! of links gecommandeerd ; en niet gelyk anders rechts of links aanslagen. Dit gefchied, wanneer binnenwaards word gechargeert. 8) By het aanflaan , neemen de beide agterfte Gelederen, de linke hand vlak, het Geweer daar meede zo flerk gevat, dat het eene genoegzaame flag geeft, als by het tweede tempo, van hetprefenteeren, dit veroorzaakt het fraaije van 't aanflaan, want het Geweer valt gemakkelyker in de hand. Het eerfte gelid , vuurt geheel regt uit, zonder de tromp te laaten zakken, de beide andere integendeel , doen zulks flegts, zo laag , dat wanneer met fcherp word gefchooten', de Kogel niet te digt, voor het Pelotton in de aarde flaat. 9) By het aanflaan, moeten alle drie de Gelederen, de kolf, vast aan de fchouder zetten, de wang digt aan de kolf houden, langs de loop,onverfchrokken in het vuur zien , en behoorlyk puncteeren, en op het Commando tour! fterk aftrekken, anders gefchied de fcheut niet egaal. 10) Wanneer zal worden afgezet,word het woord P 4 ZET,  ( 220 ) zet, lang getrokken, en af, kort afgebrooken , waar door den Soldaat, word gewaarfchouwt, dat hy niet moet los trekken. n) Op 't Commando haan in de rust .'schoudert! rukken de agterfte Gelederen eerst aan, en zetten den haan in de rust: zo dra alles op fchouder heeft, word gecorrigeert, en nagezien, of de haan behoorlyk is in de rust gebragt. ia) Na de fcheut, met éón tempo, den haan in de rust te zetten, en de pan te gelyk te fluiten, moeten de Soldaaten zo ras, en egaal leeren doen, dat'geen man, daar mede, agter na komt. 13) Wanneer, met gefloote Gelederen, word geladen, moeten de agterfte Gelederen, eerst op fchouder nemen, en als dan, een ieder eerst agter zyn voorman rukken. 14) By het avanceeren en retireeren, treed voor en agter de voormarcheerende Vaanen, altyd 6 pasfen, een Onder-Officier, in het gelid, die de diftantie van 6 pasfen, beftendig houd,en de voor marcheerende, op de nek blyft volgen. De ingetreeden Vaanen, en Veld-Webels, worden zo ingericht, dat zy het zelvde front, als de Compagnie, hebben. 15) Op het Commando marsch! word aangetreeden , en de Soldaaten richten de eerfte 6 pasfen, met draaijing van het hoofd, naar de voormarcheerende Vaanen, doch op den zevenden pas, ziet alles weder regts, en ver voor uit, de kop mag nu niet meer na de Vaanen worden gedraaid^ opliet Commando houd pas! moeten de oogen en dc kop  C 221 ) kop terflond, na de Vaanen worden gekeerd, en wanneer zulks gefchied, op 't woord houd pas , de kop wederom regt voor uit houden. 16) Zodra word aangetreeden, is de Officier 20. of 30 pasfen , voor het front, laat op zig aan marcheeren, en geeft naauwkeurig agt, of de manfchappen, regt uit gaan, dan of zy zig flingeren; waar van de fchuld is, dat de Vaanen niet recht uit marcheeren, derhalven , moet het aan den voormarcheerenden, worden toegeroepen, en daar by is in acht te neemen: dat de fchouders niet worden verdraaid, maar dezelve in eene egaale richting blyven. 17) De Chargeer-pas, in het avanceerenen re. tireeren, is ook 76 in één minut; doch van nu aan, niet meer zo wyd, maar de bal van de eene voet, word tegen de punt van de andere gezet, ten einde de Pelottons, na de lading, niet zo ver behoeven, in te rukken, doch de richting moet even eo accuraat zyn, als, in den ordinaire pas. Het inrukken, gefchied even zo fchielyk, als het uitrukken, in het avanceeren, de manfchappen, draaijen daar by de kop, in het gelid , om daar naar, te gelyk met de Vaanen den tred, te kunnen neemen; by de Pelottons van den rechte Vleugel, wenkt de linke Vleugelman, wanneer hy noch eene pas, van het Allignement af is, met de rechte hand. iS) Wanneer na het Chargeren, in het avanceeren, wederom word aangetreeden, werpen de manfchappen de eerfle 6 pasfen, de koppen naar de Vaanen, om de pas, regt te vatten, en zien, P 5 wan;  C 222 ) wanneer zy denzei ven hebben , regt uit, zo als by den eerden aantrad gefchied is. iy) Op het woord, halt! maken de voorfte Vaanen, op de plaats, rechts om keert, en rukken, met 6 ordinaire pasfen, in het Battaillon, zo, dat zy in de 6de pas, front maken, op dit oogenblik, (tellen, wanneer het een Battaillon is, de Major den Officier van den rechte Vleugel, in het Allignement, der Vaanen,en deze Vleugel Officier, rigt hier op den Officier van de linke Vleugel , van het naast ftaande Battaillon, het welk heelfpoedig, moet gefchieden, daar op word aanftonds , gecommandeerd, richt u! het welk, op de gewoonlyke manier gefchied ; op dit Commando , maaken de Vaanen , die in het retireeren zullen voormarcheeren, van zeiven, regts om keert, en rukken 6 pasfen voor. 20) In het retireeren, is ten aanzien van de koppen, en den tred even dat zelve te obferveeren, als in het avanceeren — op het Commando, Pelotton! worden de patroontasfen aangevat, en na de wending, los gelaaten; by het inrukken word gewenkt, wanneer de Pelottons ftaan zullen , na het vuur, word weder aangetreeden, en op de daar op volgende Tromfiag, worden de patroontasfen aangevat, en 6 tot 8 pasfen daar na, even wanueer de manfchappen den rechter voet willenj neder zetten , word front! gecommandeerd, of een roffel geflagen , waar op weder, als , gewoonlyk , word geavanceert, en het reets boven genoemde, in het oog gehouden. 2O By het hekke vuur, rukken de 2 Rotten, 3  ( 223 ) 3pasfen voor uit,zo als een Pelotton,in het avanceeren, op 't woord vuur, neemen zy eerst het geweer vlak, zetten den haan inde rust, fluiten de pan, en als dan neemen zy eerst het Geweer hoog, en formeeren 3 Gelederen. Het inrukken gefchied met 6 pasfen, zydwaards, zo, als wanneer regts word geflooten: zo dra de beide Rotten, weder in 't gelid zyn , laaten ze het Geweer zakken, en word geladen, doch by het fchouderen , .niet na den man, in het 3de gelid gezien, maar die gereed is, neemt hoog. 22) Wanneer , na het openen , de patroonen worden uitgefchut , moeten de manfchappen,zig daar by niet te lang ophouden. VIII. Vermengde aanmerkingen. 1) De Patroontasfen moeten altyd, aan den draagband , vast geknoopt zyn. 2) By het vifiteeren, van het Geweer, word eerst de laadftok, in de loop gebragt, en daar na het Bajonnet opgeftooken. 3) Alle wendingen , moeten fpoedig gemaakt worden. 4) By het dragen van 'het Geweer, moeten de vingeren niet uit eikanderen gefperd , maar gefloten zyn, edoch de midden vinger, op den hoek van het blek der kolf zyn, en ook de kolf, met alle vingeren, regt worden omvat. 5) Wanneer, marsch.'word gecommandeerd, moet alles, 't Corps mag groot of klein zyn, aanftonds den ordinairen pas, van 2 voet 4 duim, nee-  C 224 ) neemen, 'er word onbevreest aangetreeden, en daar mede voortgevaaren. 6) De rechte arm, moet zo wel in het ftaan, als in het marcheeren,uitgeftrekt, vast aan het lyf, en de hand van de zelve, niet op de linke zyde, maar vlak op de rok-zak hange, zo dat de duim te zien is, daar door bekoomt men, dat den Soldaat vry, en op zich zeiven marcheert. In den marsch, moet daar op gelet worden, dat de manfchappen , den rechter arm geheel vry hebben , en den zelve niet, onder den linke arm, van zyn neven man verberge, en alzo, niet te gedrongen marcheeren ; men moet,by alle gelegenheden, daar naar zien, dat arm aan arm, en niet dichter word gemarcheert. 8) Wanneer afgemarcheert word, laat men aanftonds het Geweer in den arm neemen , en het zelve word niet eerder, weder aangevat, als wanneer halt! word gecommandeerd, om met Pelottons in het Allignement in te zwenken, of wan. neer by het deploijeeren, de Tete uit elkander •worde getrokken. 9) Wanneer Pelottons agter eikanderen marcheeren, moet alles ééne pas hebben. By het doorgaan , door een Defileé, wanneer afgebrooken word, blyft de afdeeling , die de Tete heeft, altyd in de ordinaire pas, en moet dezelve , wanneer word afgebrooken , niet verlengen, of fpoediger marcheeren. 10) Wanneer in de marsch,halt! word gecommandeerd, treeden de manfchappen niet meer aan, maar zetten flegts dc voet kort by. 11)  ( 235 ) n) Men mag met Pelottons, liegen, of met ïegts of links om, marcheeren, zo dient tot een regel, dat zodra ingezwonken of front gemaaktt en gericht zal worden, zulks altyd van de Vleu. gel, moet gefchieden, die in den marsch de Tete gemaakt heeft, uitgenoomen, wanneer van agteren word gedeploijeert. 12) Wanneer met muziek word afgemarcheert, flaan de tambours , op het Commando pelottons! regts of links zwenkt ti, iuarsch ! een eeven zo langen roffel, als daar na gefchied, wanneer alles, in Pelottons is, en wanneer, ten einde alle Pelottons, na het Commando,halt ! richt u! te gelyk aantreeden , wanneer wederom marsch word gecommandeert, dan flaan de tambours, dat, wat op den roffel volgt. 13) Wanneer de Officier, aan het inzwenkings punt, dat door eene Adjudant word aangeweezen, regts zwenken zal, zo commandeert hy , halt ! zwenkt! en terflond na dit Commando, treed hy fchielyk naast den Adjudant, richt zich op zyne voorlieden, ziet hier op regts, om zynen zwen. kenden linker Vleugelman te kunnen zien, en zo dra, deze by hem is, commandeerd hy halt! richt u ! Ziet aanftonds naar het voorfte Pelotton, om de diftantie te neemen, en te gelyk de pas daar meede te vatten,en commandeert, marsch— oogen links, zo dat op ieder, der eerfle 3 pasfen , één van deze drie Commando's, word uitgefprooken. 14) Wanneer de Officieren, by den marsch, in het Allignement, op de linke Vleugel van het Pe. lot-  ( 226" ) lotton zyn, blyven zy, wanneer halt word gecommandeert, niet op het zelve ftaan, maartreden aanftonds, wanneer met gefloote Gelederen is afgemarcheert,op de rechte Vleugel van het Pelotton, of wanneer, de marsch met geopende Gelederen is gefchied, voor het midden van dezelve, even gelyk werpen de manfchappen, op het Commando, halt! de oogen regts. 15) Wanneer, met gefloote Gelederen links is afgemarcheert, en met Pelottons regts word ingezwonken, richten de Officieren op, halt richt Dl niet hunne eigene Pelottons, maar dat, wanneer is ingezwonken, aan hunne rechte zyde is, naamlyk, de Officier van het 10de Pelotton richt het 9de, den Officier van het 9de, het 8fte , en zo verv., even dit zelve vind ook plaats, wanneer een Battaillon , voorwaards links zwenkt, als mede wanneer het met het 3de gelid regts zwenkt. 16) In het avanceeren, blyven de fluitende Onder-Officieren, 3 pasfen van het Battaillon af, en richten zig wel naar de midden, op dat de Major en Adjudant tusfchen hun en het 3de gelid door reide, en het Allignement kunnen obferveeren; de Tambours, van de rechte en linke Vleugel, zyn agter het ifte «n 10de Pelotton, alle in een gelid, in de Linie van de Onder-Officiers, en de Hoboisten in even het zelvde, agter het 6de Pelotton. Hier en tegen zyn de Tambours, Hoboisten en Onder-Officieren, in het retireeren flegts 2 pasfen voor het 3de gelid, op dat de voormarcheerende Vaanen, eikanderen zien kunnen.  C 227 ) 17) Als het opmarcheeren met Rotten,gefchied met de Deploijeer pas, werpt het eene Rot na het andere, zo dra het in de linie komt, de oogen'daar heen, van waar de richting is, doch niet het geheele Pelotton te gelyk. 18) Wanneer Pelottons in het retireeren afbreeken , dan moet het ifte en 2de naar 't 3de zien, en zig op deze wyze, op Rotten richten, alzo het 3de gelid, by het opmarcheeren, het eerst in de linie komt. 19) Wanneer van de plaats met Pelottons , regts om, word door getrokken, neemt alles te gelyk den Deploijeer pas,doch zo dra de doortrekkende linie, door een nieuwe is gedekt, word aanftonds gecommandeert, ordinaire pas, en langzaam gemarcheert, ten einde daar door, de by het doortrekken , ligt ontftaane disorders worden herfteld. 20) Wanneer in het retireeren, met links om, word doorgetrokken, en daar na, wanneer men door de volgende linie is, weder met Rotten zal worden opgeloopen ; dan wordt eerst gecommandeert , ordinaire pas ! hier op: oogf.n in het 3de gelid,en dan: met rotten opgemarcheert! 21) Wanneer met het Battaillon zal vlak worden genoomen, dan lopen de tambours, die voor het zelve ftaan , niet langs het eerfte gelid, maar kort voorby de Officiers linie, naar beide Vleugels, op dat den Commandant , met bet Commando, gfeft achtung! enz. niet behoeft te wagten, tot dat de tambours op hunne Vleugels ftaan. 22) By de Chargering, met Pelottons , ftaat de Officier op die zelvde plaats daar, waar hy in het Bat-  C 2*8 ) Battaillon ftaat, wanneer hy een Pelotton commandeert, om het richten der geweeren, in het aanflaan te kunnen naarzien, alzo zulks, naar de flancq, het beste in 't oog loopt. 23) De Commando woorden,ton'. (*) verdig! moeten niet zo kort op eikanderen worden uitgefprooken, alzo de manfchappen daar door worden overhaast, niet goed neder vallen, en de achterfte gelederen niet behoorlyk kunnen verdig maken. Éven het zelvde is,by zet af! in even die zelvde maat in het oog te houden. Zet word iets langer getrokken, en af kort afgebrooken; In het retireeren volgen de Commando's, ton.' keert! kort op eikanderen, doch met verdig ! moet, alzo het Pelotton de wending heeft gemaakt, zo lang worden ftil gehouden, tot dat de manfchappen ftaan, anders word niet goed nedergevallen en verdig gemaakt. 24) By het verdig maken, houden de agterfte gelederen, de linke hand op de panveer, om by het aanflaan, beter flag te kunnen maken. 25) Wanneer de Laadftok, op het Commando, Laadstok uit, word getrokken, word hy met de volle hand in de midden gevat, in de loop gebragt, en dan eerst', met den duim en de eerfte vinger vast gehouden, en daar na niet zagt , maar met force op de patroon geworpen. Wanneer hy uit de loop komt, word hy wederom met de volle hand, in de midden gevat, in de eerfte band gezet, en dan eerst met den duim en de eerfte vinger g?~ (*) Ton ! by verkorting, voor Pelotton I  C 229 ) gevat, en aan zyn plaats gebragt, de manfchappen moeten in het algemeen, de laadttok niet anders als in de midden vatten, en vast houden, en niet hoger na grypen , anders verliezen zy ieder reize één tempo. 26) In het Chargeeren, word het Geweer alleen met de linke hand,op fchouder genomen,even zo, word alleen de linke hand gebruikt, wanneer hec Geweer, in den arm genoomen word. 27) De Chargeer pas,is bal op bal,er word echter niet Uil geftaan, maar de Cadance van den ordinairen tred gehouden, alleen, met dat onderfcheid, dai by de zelve k>rter word getreeden. De Onderofficier, die agter de voormarcheerende Vaanen , marcheert, en de midden Vaanen, in het Battaillon, verbeeld; moet beftendig,6 pasfen daar van af blyven, zo als hy, te gelyk by 't aantreeden der Vaanen, dezelve 6 pasfen voor zig gehad heeft. 28) Het uitrukken, in het avanceeren , gefchied met drie gezwinde fchreden, doch het eerfte gelid moet, vooral niet verder,uit treeden, als de ordinaire avanceer-pasfen zyn, anders kunnen de agterfte , wyl zy kleiner van pas zyn, niet in orde volgen. IX. Vermengde aanmerkingen. 1) Het Geweer word geheel niet meer met tempo's, op de fchouder, of by den voet genoomen, maar alleen gecommandeert: geweer op!of geweer, af ! Even zo word by alle gelegenheden, wanneer met open gelederen, zal worden gemarcheert, voor af niet geprefentcert en op fchouder gebragt, maar aanftonds gecommandeert. De twee agterste gelederen! voorwaards sluit u! &c. Intusfchen moetende Recruten dit, even zo, als alle andere greepen, leeren. 2) By het vlak neemen,word het Geweer, midden voor den buik gehouden, en nauwkeurig gerigt. 3) Het nedervallende gelid, moet beide handen daar toe gebruiken , en om zulks alleen met de linke hand te doen,zal in het algemeen,worden afgefchaft. . 4) Bv het aanflaan, flaat hec zittende gelid,geheel  ( 23° ) regt uit, zonder de tromp ook flegts in het minfte te doen zakken , de beide agterfte Gelederen laten de tromp iets zinken; doch evenwel niet zo laag , dat wanneer met fcherp word geladen, de Kogels inde aarde flaan; de agterfte Gelederen moeten by het aanflaan, zig voorwaards in het vuur, en met de wang aan de kolf leggen, ook de rechte elleboog, hoog en niet aan het lyf aangekneepen houden, op dat de kolf regt vast tegen de fchouder,kan gezet worden. 5) Als een principale hoofdzaak,is,hier op,voor al te letten, dat de Officiers , by alle gelegenheden, zo wel in het Battaillon, als by de Chargering in Compagnien, of Paraden, of ook met genoteerde en Recruten, in den aanflag, drie tellen, en voornaamlyk, in de Cadance,als de 3 pasfen,in het avanceeren, worden uitgerukt, word ,in plaats van vier, vuur gecommandeert, en daar door leeren de Officieren in her Battaillon, een egale langte, by het nederliggen, in het aanflaan, te houden. 6) Wanneer regts of links zal worden aangeflagen, word niet gecommandeert; rechts aangeslagen, links aangeslagen; maar alleen rechts, links , welke Commando's, eenigfints lang, moeten getrokken worden; ook word niet na het rechts of links aanflaan , gecommandeert regt uit! het welk geheel vervalt. 7) Wanneer naar Commando;zal worden geladen, dan moet men de manfchappen, zulks altyd te vooren zeggen , hoe zy het maken zullen, als dan word eerst gecommandeert, en alle fouten gecorrigeert, in 't algemeen moet men daar by zo te werk gaan , als of men een troep Recruten voor'zig heeft, en geen fouten over het hooft zien, Doch , wanneer agter eikanderen word weg geladen,moet niets tusfchen het Commando worden gezegt, of gecorrigeert , maar het moet gaan , als in het Battaillon. 8) De haan moet altyd opgetrokken, en nimmer zonder patroonen , geladen worden. 9) Wanneer regts of links zal getrokken worden, word  ( 2^1 ) word verder niets gecommandeert, als rechts ! of links! 10) Wanneer in het Battaillon word geehatgeertj moeten de Commandanten, aanftonds op her ögnaal! de Commando's kort agter den anderen, doen, efl dezelve niet lang trekken. n) De Officier van het 2de Pelotton commandeert ton! verdig! op het zelvde Öogenblik, dat het eerfte Pelotton, het welk met laden bezig is, de laadftok in de loop werpt, en wa);t zyn tour, om te, vuuren, af, even dit zelvde hebben alle 2de Pelottons der Compagnien in het oog te houdenj zö Ook de eerfte Pelottons, wanneer zy voor de tweede maal, zullen Chargeeren. Deze régel heeft plaats by alle manieren van Chargeeren, met Pelottons, de hoofdzaak alleen is deeze, dat de Pelottons van eene Compagnie, alzo zy eikanderen vervangen, niet eerder vuuren, voordat de naast ftaande, alle op fchouder genomen hebben. 12) Wanneer het eerfte eii 10de Pelotton in de flanquen word gezet, gelyk by de Retraite en Echequier gefchied, dan moeten de 3 Rotten van de linke Vleugel der eerfte, en de 3 Rotten van de rechte Vleugel van het 10de Pelotton, zydwaarts het Battaillon, en digt aan het zelve ftaan; doch heeft men daar by Canonnen , dan zyn zy, zo ver van het Battaillon af, dat deze Canonnen daar tusfchen plaats hebben, en ageeren kunnen , de Pelottons der flanquen zyn in het midden, gebrooken en marcheeren by de Retraite, met regts en links om. 13) Wanneer zodanig een met 3 flanquen, retireert, en de Cavallerie wil inbreeken ,dan commandeert de Commandant: chargeert! alles neemt terflond de Chargeer pas, en alle Officieren, van de oneven Pelottons, commandeeren te gelyk, ton! keert! verdig! de 3de commandeert links, dé 5de blyft regt uit, de 7de en 9de rechts, flaan alle 4 te gelyk aan en vuuren: na de fcheut commandeeren de Officieren van de evene Pelottons« Ton ! keert ! verdig ! en flaan, gelyk de eerfte hebben gedaan, naar de midden aan; doch alleen het q, a öde  C 232 ) 6de regt uit, er word echter niet eer aangeflaagen, voor dat de eerfte hun voor by, en ingerukt zyn. Op even die zelve wyze, laat men ook fomwylen de evene Pelottons beginnen te Chargeeren ,en de onevene hun fouteneren, doch de flanquen Chargeeren niet, of zy moeten afzonderlyk worden geattaqueert, en de Cavallerie tusfchen 2 en Echequier retireerende Battaillons willen doorgaan, wanneer als dan de beide kleine flanquen-Pelottons, by beurten vuuren, en fchuins aanflaan; doch zo dikwyls het 2de en 9de Pelotton , regts om keert maakt, om te Chargeeren, maken de flanquen front, en rukken met hun, te gelyk, weder in. Na het Cavallerie vuur,word wederom,marsch! gecommandeert, en aangetreeden,doch zo dikwyls de Cavallerie, weder aanvalt, het vuuren op de voorgefchreeven wyze, herhaalde Het Cavallerie vuur met 5 Pelottons vervalt. 14) By alle gelegenheden, wanneer een Battaillon, na dat het regts om keert heeft gemaakt, met gebrooken Gelederen zal zwenken, zyn de Officieren, niet voor het 3de gelid, maar marcheeren 3 pasfen, agter hun rechte Vleugel-Rot, teneinde, wanneer de Cavallerie, de zwenking wilde beletten, en het Battaillon front maakt, zy te gelyk in ftaat zyn, om te kunnen laten Chargeeren. Voor het 3de gelid , marcheert daar en tegen, een der opfluitende Officieren, om het Pelotton in orde te houden , en wanneer geen Officieren genoeg daar toe voor handen zyn, word een Onder-Officier genoomen, die zulks bezorgt. Over den oorlog in het algemeen Belangende het of en devensiv ageeren. 'Er zyn twee wyzen , volgens welken de Kryg gevoerd word, naamlyk: het Offienfiv en DevenÖv ageeren. Het Offensiv ageeren is dit, wanneer ik den vyand,  ( 233 ) vyand, in zyne Operatien, voorkoome, hem aanvalle, of ten minften, zo veel als mogelyk is,tot een Veldflag zoeke te noodzaaken; wanneer ik hem uit het eene Leger, in het andere dryve, Steeden, Vestingen, Provinciën en Landen weg neeme, en voords bedagtben,om myn gemaakte Plan ter uitvoer te brengen, van myne voordeden gebruik te maaken, en den vyand, in verlegenheid te zetten, zo, dat hy, geduurende de uitvoering, van myn Plan, eerst contraire fchikkingen, moet uitdenken. Die alzo,OFFENsiv wil handelen, moet voor allen dingen : 1) Zyn voorneemenzo geheim houden , als maar eenigzins mogelyk is, ten einde de vyand daar van geen lucht kryge, en het gemaakte Plan verydele. 2) Hy moet eenige voordelige en vaste plaatzen zoeken te neemen, van waar hy, in alle, in het vervolg, voorhebbende Operatien, genoegzaam kunne gefouteneert worden. 3) Den Vyand, dooronderfcheidene detachementen, beletten, dat dezelve zig niet aanftonds conjugeere. Hy moet zig van agteren goed dekken, en op den vryen toevoer van levensmiddelen bedacht zyn. 4) Heeft de vyand zyn Armee te faamen getrokken, dan moet men denzelven aanvallen, en met geweld, zoeken te ontrusten. 5) Wanneer het Land dat men aanvalt, door Bosfchen en vaste Plaatfen gedekt, met ftroomende wateren doorvlogten, of met Bergen omringd is, dan moet men zich op Belegeringen toeleggen , om het zelve van tred tot tred te veroveren, zig van eenige toegangen meester maken, ook, eer men verder gaat, zig daar in verfchanfen, en den toevoer vooral dekken. 6) De Magazynen moeten op zodanige plaatfen , die tot zyn oogmerk best gefchikt zyn, worden aangelegt, en die noch daar en boven den vyand, wegens andere hem toebehoorende plaatfen , in verlegenbrengen, en hem noodzaken, zyne magt te verdee- Q 3 le«»  C 234 ) Jen, waar op men dan dat gedeelte aanvalt, bet welk dooi zyne ligging, eene vryen ingang in s'vyands Land verfchafc, en waar door men op de ligfte wyze, de hoofdftad kan naderen; die men bovendien, aanftonds by het begin van een Kryg, voor zyn prinpipaaiften tegenftand moet houden; ten eindezo wel de verflagenheid, (\.elke men zig moet ten nutten maken,)te weeg te brengen,als ook om den vyand te noodzaken,deszelvs Grenzen en andere Plaatfen te ontblooten , om zig van het binnenfte zyns Lands, te verzeekeren. 7) De Landlieden moet men met zagtheid bejegenen, dezelve van belastingen bevryden, en hen, in hunnen handel en bedryf gerust en zeker Hellen. 8j Wanneer het Land met Rivieren is doorfneden , zy mogen ook in zyn eigen Land, of uit het zelve vlieten ; zo moet men zig van dezelve,als ook van de, daar naast aangelegene plaatfen, aan de Grenzen, doorgaands meester maken. g) Wanneer de Rivieren en Stroomen, de welke groot en bevaarbaar zyn, d»vars door dat Land vlieten,'tgeen men zoekt te veroveren; dan moet men zig tot daaraan toe uitbreiden, zonder iets agter zig te laten leggen, en zig van de Oevers dier Rivier meester maken, en die Steden welke daar aan gele« gen en niet vast zyn, laaten bevestigen. 10) Waar zich Bosfchen, Bergen en Daalen bevinden, moet men alle weegen en toegangen floppen, verhakkingen in de Bosfchen maken, en van den eenen afftand tot den anderen, zeekere Posten bevestigen, om, ingeval van een retraite, zig te kunnen dekken. 11) Kan de vyand fecours bekomen, dan moet men bedagt zyn, hem overtreffende te blyven. 12) Wanneer de vyand zig zo voordelig posteert, dar. het niet wel mogelyk is, hem , zondernadeel aan te vallen; dan moet men zig tusfchen zyne Armee, en d;e plaatfen, waar uit hy toevoer bekomt,(lellen, hem meer en meer zoeken te beperken, zyne Magazynen aanfteeken, de Moolens ter neder werpen, de  ( 235 ) de Velden en Steeden verwoesten, en hem alle levensmiddelen affayden , ten einde by genoodzaakt worde, terug te trekken, het welke.men zig als dan heeft ten nutten te maken. Het defens.iv' ageeren hier en tegen is : Wanneer ik van den vyand aangevallen , of vervojgcj word en gedwongen ben,inyne manoeuvres naar de zynen ia te richten. In dit geval, moet men zéér voorzigtig te werk gaan, en alle Veldflaagen . zp veel mogelyk, vermyden, ten zy dan, dat men vua eene volkoomene overwinning, verzekerd was. Kleine voordeelen, wanneer zy ook van den vyand worden aangeboodea, moet men dikwyls laaten vaaren. Want zy kosten toch altyd meer of min volk, en den geenen,die zo verdedigender wyze,ageert, moet niet een eenig man, buiten noodzakelykheid opofferen. Het kan ook boven dien zyn, dat de vyand voorbedagtelyk eenige voordeelen wil aanbieden, om ondertusfchen, wanneer men zig daar mede bezig houd., een grooter voornoemen tc kunnen ter uitvoer brengen. By eene verdedigings kryg moet men alzo : 1) De oogmerken van den vyand, zo niet geheel te verydelen, ten muitten hem toch zo lang, zoeken op te houden, als mogelyk is,en hem "alle mögelyke en bedenkelyke hindernisfen in den weg leggen ; alle hoofd Battaille's zorgvuldig v.ermydeii , en door gefchikte bewegingen, den vyand afmatten. 2) Men moet den vyand in zynen marsch obferveren, zyne Agterhoeden by hetpasferen eener Rivier, door een Gebergte, of eenige andere plaats, aanvallen; hem, vermits hoogere of andere voordelige plaatfen ter zyde blyven liggen, hinderlagen leggen; en hem over/allen, zig van Kafteelen en toegangen meester maken, hem de levensmiddelen affnyden, de Transporten opligten, Maszazynen verbranden, en zig zo na aan hem vérfchanfen , dat men hem, in zyne onderneeminge, ophoude: Want her. is voor een Overwinnaar niet wel mogelyk, dat hy in een vyandelykLand, onderhoud zal vinden, wan- Q 4 neer  ( 13* ) neer hy daar in geen vasten voet heeft, zig bevestige, en door verfchanfingen uitbreid! 3) Men moet het geduld van den vyand tergen, hem, als 't \vaare,tot een onbedagtzame daad vervoeren, en zich dan datoogenblik te nutte maaken, om hem in een zodanigen ftrik te brengen, die de natuur des Oorlogs, aan beide zyden, verandert. 4) Men moet ook, om vaste posten, denken, waar door men, met geringe bewegingen, die des vyands kan verydelen. Want in een gecoupeert terrain, doen dikwyls twintig, zo veel als honderd man ; gevolglyk ben ik, wanneer ook de vyand fterker is, by het vatten en bezetten van zodanige posten , hem gelyk. 5) Men moet zich op zodanige plaatfen, nooit lang ophouden, waar men omringd en afgefneeden kan worden. Men moet ook bedagt zyn, eene fecure retraite en levensmiddelen te hebben. 6) De vaste Plaatfen, die onvermydelyk worden aangevallen,moeten met gefchikte Commandanten, en goede troepen worden bezet. 7) De Cavallerie moet met kleine Detachementen worden gebruikt. Dezelve moet den rug vry hebben ; nimmer gevaar lopen, om afgefneeden te worden, en zy moeten de uitbreidingen der vyandelyke partyen verhinderen, ten einde zy niet zo fpoedig in het binnenfte des Lands, eene groote ontfteltenis kunnen te weeg brengen. 8) Men moet in open Landen, naar dat tyd en omftandigheden zulks vereifchen, geheele Provinciën den vyand ten buit laten, die liever zelve ruimen of verwoesten, als dezelve verdedigen. Want dat Land gaat toch verlooren, en de Armee word mede opgeoffert. Daar en tegen noodzaak ik den vyand, wanneer ik my, op zeekere fterke posten bevestige, my, op een difficil terrain , aan te vallen , waar uit altyd zekere voordeelen zullen ontftaan. Dan, daar het oogmerk van den vyand is, een Aanval te doen, zo moet hy alles proberen, om het zelve te behouden; en de aanvallende heeft meerendeels dat nadeel, dat hy het terrain niet zo wel kan  ( 237 ) kan kennen, als die, welke zig,op hec zelve, verdedigd. De eerfte mauier van ageeren, is alzo op verre na, niet zo zwaar, om te executeren, dan de tweede. ... , „ ■ Een Generaal, die vaardig is in zyne belluiten , en "ezwind in dezelve uit te voeren, én daar by van eene vuurige gemoedsgefteldheid is, zal in een aanvallenden Kryg,wonderen doen,voornaamlyk wanneer hy, eene niet zeer bekwaamen tegenftander, tegen zig heeft. Hier en tegen zoude dezelve, wanneer hy eene verdedigenden Kryg te voeren hadde, onfeilbaar verlooren zyn. Want daar toe behoord niet alleen,een fpoedig befluiten levendige uitvoering, maar hoofdzakelyk,eene buitengewoone ftandvastigheid, en de gaave, om zig, in zyn eenmaal genomen befluit, niet te laaten misleiden. Want een Generaal, die Defenfiv ageert, moet zelvs, by veele gelegenheden vreesachtig fchynen, (evenwel zonder zyne Armee zulks te doen zien) en de befchimpingen van den vyand, ongeagt verdragen ; hy moet dikwyls, in een zeker opzigte, onder de verachting, en den roem ongevoelig zyn, en zig door niets , uit zyne pofitie laten brengen. Hy moet voorzigtig en toeziende zyn , zig alles voorftellen, wadden vyand , flegts mogelyker wyzen onderneemen, ook zelve de misflagen berekenen, dien by zoude kunnen begaan. Hy moet levendigheid, en vaardigheid genoeg bezitten, om alles met een oog (Coup d'oeil) te overzien, om aanftonds de gelegenheid waartenemen,om,den vyand te attaqueren, wanneer dezelve eén misflag begaat; doet hy dat, dan zal de uitgang voor het grootfte gedeelte, gelukkig zyn, en'zyne tegenparty, die in het begin Offénfiv ageert, op het laatfte daar heen brengen, dat hy nu zelve gedwongen word, Defenfiv te ageeren. Derhalven is het hoogst nodjg, dat een Generaal beide manieren, om den Oorlog te voeren vefftaa. 2.  ( 238 3 2. Van de onderscheidenheid der landen } waar in oorlog gevoerd word. 1) By het voeren van een Oorlog , in zyn eigen Land, zyn veele voordeelen ; want ieder een dient voor Spion , en de bewegingen van den vyand blyven nooit verborgen. Men kan onbevreest, groote en kleine partyen uitzenden, en word de vyand geflagen , dan is ieder Boer een Soldaat, en zoekt den vyand fchaade toe te brengen. 2) I n een Neutraal Land komt het daar op aan, wie V3n beiden, de vriendfchap en het vertrouwen der Iuwooneren kan winnen, gevolglyk moet men zo lang op zyn hoede zyn, tot dat men van de neiging der Inwooners verzekerd is. 3) In een volflrekt vyandelyk Land,moet men fecuur zyn,!zyne partyen niet, op eene onverfchillige wyze, uit te zenden, en den Oorlog zo geflooten als mogelyk voeren. Een ftrenge Krygstugt, behoorlyke betaaling der levensmiddelen, die aan de Armee worden toegevoerd; geene bovenmatige uitfchryvingen aan Contributien en Fourage, zyn de zekerfte middelen, zig in een vyandelyk Land, de liefde en het vertrouwen des volks te verwerven. Het Land-volk moet, by een gerust bezit van het zyne gelaaten, niet geplunderd, niet onbarmhartig gehandeld worden; en wanneer men noch hier by, het volk door zeekere vryheeden trekken en hun bewyzen kan, dat zy, onder hunne eigene regering, gedrukt worden, dan kan men zig eeniger maten van de toegenegenheid des volks verzekerd houden. 3- Van de toerusting en preparatien tot den oorlog. Terwyl uit eene goede fchikking, gelukkige gevolgen geboren worden, zo moet men de gevolgen der  C 239 ) der onderneeemingen, wel overwegen, en geene voorziening en middelen uit het oog verliezen om dezelve gelukkig ter uitvoer re brengen. 1) Ten aanzien van de uitwendige belangens, is het derhalven nodig, dat men de fterkte, verbonden , gebruiken en zeeden, van die geene kend , die men beflooten heeft aan te vallen, men moet weeten, wat in hunne vaste Plaatfen pasfeert,hunne Staatkunde, en de vorm van hunne Regering, de oneenigheden, die onder hun plaats hebben ,of die men onder de magtigfte van hun kan te weeg brengen. Men moet middelen uitvinden, het mistrouwen en de nyd onder hun te brengen, en hun daar by te onderhouden. Ook moet men van de ligging des Lands wel onderricht zyn. Ten aanzien der inwendige belangens,heeft men te zien; op de zekerheid van de ver afgeleegene Grenzen, op de werving der Troepen, op de aanfchaffing van het Gefchut, op den ftaat der Magazynen, en op het opligten der nodige Paarden, in of buiten s'Lands. 4- Belangende het openen van den veldtogt. 1) Zo lang het niet nodig is, moet met het openen der Campagne niet eerder worden begonnen , voor dat het Gras is uitgeloopen. De Infanterie moet aanftonds by het begin, niet over i\ — de Curasfiers niet boven 3 en de Dragonders en Huzaren niet boven de 4 mylen daags marcheeren , en altyd den derden dag rustdag houden. 2) De Winter Campagne's moeten , zo veel als mogelyk is, worden vermyd. Want dezelve zyn een bederf voor de Troepen ; en in de Landen , die veel bevestigde Plaatfen hebben, moeten nooit winter Campagne's worden gehouden, alzo men dier-  C 240 ) diergelyke onderneeiningen,met geen goed gevolg, kan uitvoeren. Doch wanneer er niet veele vaste Plaatfen zyn, en men gelooft, door een winter Campagne over den vyand voordeel te kunnen behaalen; dan moeten de Troepen, wanneer word gemarcheert, in naauw bepaalde Cantons worden verdeeld. 3) Nadert men den vyand, dan moeten de Troepen een verfamelplaats worden bepaalt, en word als dan in Colonnen gemarcheert. Komt men tot een beflisfend movement, dat men, of een Battaille leveren, of den vyand in de Quartieren wil aanvallen; dan moet men in Slagorde Campeeren, en by zodanige onderneemingen, vind fpoed en moed te gelyk plaats.  BEOORDEELINGEN. koud worden. Wil men het gebruiken,dan fmelt men een ftukje ter groote van een Haazel-noot in water, en wast daar mede het gewonde deel,Salmoniak, doet wel by na het zelve. De Hoofdoorzaak is, dat men de wonde, by tyds, daar mede wascht, en wanneer men het Paard moet gebruiken, in het Zadel kusfen, eene holligheid maakt, ter plaatfe, daar de wond is, ten einde het Zadel die plaats niet roere. Verfuch über die Verfchanzungskunst, auf winter Postirungen, von dem Preuszifchen Lieutenant Muller. Dit Werk geeft den Lezer in veele dingen, onderricht,waar in hem de overige fchriften, ten op'zigte van de Veld-Bevestigingskunst , onwetend laten. Doch wanneer de Schryver zyne Wapenplaats,, tot op 3, tot 4000 man, wil doen uitftrekken, dan bediend hy zig niet van alle die voordeelen, die eene zodanige bezetting kunnen te beurt vallen. De beoordeelaar, twyfeld, dat de Canonnen, in de bedekte Werken, kunnen gebruikt worden, De Schietgaten kunnen flegts ongeveer 25 Graadenrichting, zydwaards toelaten,deSchry ver fchynt dezelve tot 45 te hebben bepaald, en daar door, valt alzo veel van zyne verdediging weg. De voordeelen van de Blokhuizen der Pruifchen, bcftaan daar in: 1) Dat men dezelve met weiniger rnanfchappen kan verdedigen, als een ordinaire Redoute; 2) Dat de bezetting daar in, tegen de on-  BEOORDEELINGEN. gemakken van den Winter, tegen het befchieten van vooren,en tegen het inwerpen van boven,bevyligt is. De Beoordelaar gelooft, dat de aanvallende, wegens de weinige manfchappen, zig ma Wolzakken, op (tellen, met Ploegraderen', voor zig heen gerold, dekken, en de Schoot-klooven met dezelve konden toeleggen. Het is eene andere zaak, wanneer de Blokhuizen, door andere Schanfen worden verdedigd. Practicaal en leerzaam zyn de Hoofddeelen nopens de overzwemming, verfchanfing van Dorpen, Huizen &c. en voortreffelyk is de Befchryving nopens de Winter-Posteringen.  MAGAZYN van MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Vyfde Stuk. INHOUD. Manoeuvre van het Corps Bronswykfche Troepen te LVJaaftricht 1790. - - " Pa&- 24! Affaire by Meer, in 1758. . - - 265 Over den Aanval van een Cavallerie-Quartier, by dag. - * " "274 Plaat I. te plaatzen. 274 NB. De Stukjes moeten ingenaaid.en niecdoorftooken worden. Ts ARNHEM, By J. H MÖELEMAN. M D C C IC I I.  BEOORDEELINGEN. Befchreibung des Lagers bey Bergen , welches von des Herrn Landgrafen zu Hesfen, Wilhelmus IX. Hoch Furstl. Durchlaucht, mie einem Corps Höchst Dero Truppen, zur ficherkeit der Wahlftadt Frankfurc am Mayn, und des alda verfamleten, Churfurscl. Collegiums, und dps zu Wahlenden Oberhaupts von 23ften Sepc. bis zum I7ften Odt. 1790 gehalten worden. In form eincs Tagebuchs, von B. W. Wiederhold, Hauptmann im leichten Infanterie Battaillon Lcnz, und Quartier-meister Lieutnant. Mit einem Phm , Cdsfel 1791 (wahrfcheinlich bey den Herrn Verfasfer) 46 pag. in 4to. mit verfchiede Bylagen. Het Plan behelst de Situatie van Bergen , en door den Artillerie Capitein Volmar opgenoomen, en getekend. Het houd in zig, het Leger van dat Corps, en twee Manoeuvres , die ieder tot meer duidelykheid,met een daar op gemaakte Plaat voorzien is. Hy verklaart den Text volkomen , is zeer goed, en met het oogmerk overeenkomende, getekend en gegraveert. By de Voetmaat is de groote der pasfen niet opgegeven , wanneer men dit Plan van de Battaille by Bergen , in 's Hage, door Schley gegraveert, daar mede vergelykt, dan ziet men , dat hier de pasfen tot a voet 3 duim, Paryfer maat zyn gerekend, voor het ove rige komt de Franfche, met die van Volmar, in bet wezenlyke overeen ; alleen met betrekking tot de Bergen, fchynt het laatfte iets vooruit te hebben, hoe wel de te zamenhang der Bergen , zig toch niet volkomen, uit dezelve, laat opmaken. In den Text word het te zamtn trekken der Troepen, de Pofitie van het Leger, de Manoeuvres, en wat voor het overige, in het Leger, en op de Marsch, tot in die Quartieren gefchied is, zeer nauwkeurig befchreven. Als een Byvoegzel, volgt een Verhaal van de Slag by Bergen. By gedetailleerde Befchryvingen,loopen meesttyds, za.iken van weinig belang, *er mede ondci ', en dit is ool^  ( 241 ) MANOEUVRE Van het corps bronswyksche troepen, te maastricht in 1790. "Voorlopige ordre , van dat geene, wat by de aankomst, en geduurende de aanwezigheid, van Zyne Doorluchtige Hoogheid , te Maaftricht, door de Bronswykfche Troepen,moet worden ge* obferveert, en offchoon het zelve, noch aan veranderingen is onderworpen, zo geeft den Generaal riedesel, deeze ordre, als een voorlopig onderrigt uit,opdat een ieder het zelve beter kannaardenken; terwyl de eer van 't Bronswykfche Corps onvermydelyk vereischt; alle de foute , tegens deze ordres gemaakt , zeer nadrukkelyk te berispen. i) Op Zaturdng,'s morgens, den 20 Juny, moet op de Markt alles worden aangekogt, wat de manfchappen, voor de geheele week, in hunne Menage zullen nodig hebben, alzo in deze week, weinig tyd tot kooken , en in zyn geheel geen tyd, tot omheen lopen zal over fchieten; en op dien zelvden morgen, word van alle Regimenten, vermengde Parade gegeeven , des nademiddags rukken de Regimenten gepoedert, en in de nieuwe Montering uit, om op de ftraat, by de aankomst van Z. H. te paradeeren. De Compagnien moeten 'teropinrichten,zo mogelyk,met 10 Rotten , ieder Pelotton fterk, uitte rukken, alle de Orders, beR trek-  ( 242 ) trekkelyk tot dit uitrukken en paradeeren , worden in 't algemeen gegeeven , en moeten op het naauwkeurigfte worden uitgevoerd. Zondags morgens den 21. Juny om half negen, is groote kerke-Parade van het geheele Corps, in de nieuwe Montering en gepoedert, de Dragonders hebben de' rechte Vleugel, en alle overige Corpfen volgen , zo als op de laatfte groote Kerk-Parade,is geobferveert geworden. Het Grenadier- en de Musquetiers-Pelottons, ieder van io Hotten fterk. De Lieutenant fleischer geeft aan de Adjudanten de Ailignements Linie, doch die naauwkeuriger gegeeven,en geobferveert moet worden, als de laatfte reize,'waar voor deeze Heeren, enkel en alleen zullen verantwoordelyk zyn; de Gelederen worden wederom agterwaarts gedooten, waar door met regts te fluiten , de linker Vleugel .daar , alwaar de rechter geftaan heeft, te ftaan kome; het eerfte Pelotton Dragonders blyft op de plaats ftaan , op het woord marsch! doet het eerfte Pelotton Dragonders 4 pasfen , zwenkt links , en het geheele Corps marcheert in Parade, voor by Z. H.: er moet geen oponthoud in de Colonnen, en geen hindernis aan de Kerk voorvallen. De Battaillons en Corpfen moeten Onder-Officiers in gereedheid hebben, om het al te fterk opdringende gemeene Volk,zo 't noodig mogte weezen, van de Fronten , voor by de marsch Linie, af te houden. De manfchappen uit de Kerk komende, moet hun de nieuwe Montering worden afgenoomen, ten einde niemand van hun, daar mede om heen lope. Dea  C 243 3 Des Maandags den 22. dezer, ftaan des morgens om 6 uuren , de Battaillons en Corps, tot het afmarcheeren, in Colonne in de volgende orde, in de Straat in Wyk by de Poort, de Allemagne tot het Chargeeren geflooten, doch niet geladen. 1) 2 Compagnie Artillerie, de Artillerie zend des Zaturdags s'morgens vroeg, haare 10 Canonnen na buiten , onder de boomen, op de GuntslerBrug, onder aan het plein, en laat een Wagt daar by; het Grenadier Battaillon en hec ilie en 2de Battaillon van den Generaal uiedesel, hebben op de linke Vleugel de Compagnie Jagers : alzo op dezen dag Z. H. de Monflering over hec geheele Corps houden zal; zo moet alles, mede na buiten, uitgenoomen de Caferne Wagc, en dat geene, wat in het Hospitaal is gecommandcerc, blyft in de Scad. Die manfchappen die noch niet geëxerceert zyn, en met geen vertrouwen in het gelid kunnen gefield worden, moeten agter het Front ftaan ; de Artillerie-knegts, behoeven ook niet mede na buiten genoomen te worden: Er word in een gegeeve Allignement, de rug na het Bron-Huis hebbende, links ingezwonken. Daarna de Gelederen gericht, geopend, en behoorlyk in orde gefield, hier op zal Z. H. het Front pasfeeren , waar by ^eprefcnteert, gefalueert , en de Marsch geflagen word. Wanneer Hoogst dezelve een Battaillon voor by is, dan laat den Commandant daar van, hst Geweer op fchouder neemen. De Grenadiers, en het eerfle en 2de Battaillon van Prins Frepeiuk, prefenteeren: op dat oogenblik; •' jnneer HoogH dezelve is gepasfeert, neemen zy R 2 voor  ( 244 ) voor een oogenblik het Geweer by de voet, de Kniefchyf af, het Geweer, aanftonds weder op fchouder, om te prefenteeren , en de oogen te kunnen links neemen, wanneer Z. H. van de linke Vleugel langs het gelid, na de rechte wederom na boven gaat, fchouderen de Jagers niet, maar commandeeren alleen: oogen links! zonder te blazen, het 2de Battaillon van den Generaal riedesel prefenteert nu weder, en de oogen gaan links, zonder de trom te roeren. Wanneer Z. H. wederom na boven gaat, en zo ook alle overige. 2) Het ifte Battaillon van den Generaal riedesel prefenteert, van het oogenblik aan, wanneer Z. H. hun voor de tweede maal gepasfeert is, het Geweer word afgenoomen en de Kniefchyven om gedaan , zo als Z. H. wederom aan de rechte Vleugel is aangekoomen , maakt de Artillerie, aan de rechte Vleugel, regts om keert, en marcheeren achter het Front heen, na hunne Canonnen: de Jagers maken linksom, en plaatfen zig achter de Artillerie, achter de boomen; de vyf Battaillons Infanterie maken hier op de handgreepen , op het Commando van den Generaal riedesel: de Commandanten, en de Tambours moeten, alvoorens dit gefchied, zig agter de Vleugel plaatfen,en de Officieren treden noch 4 pasfen verder voor uit, om de Vleugellieden geheel vry te laten, hier op word in de Linie geladen, en tot het Chargeeren geflooten, met Pelottons op de plaats 2 maal, met Battaillonsomfpringende,2 maal rechtsomkeert! als het zelvde , links om herfteld. Hier op word met Pelottons links om gezwonken; 'er zyn drie Al  ( 245 ) Allignements-Linien gegeven,als één voor de Gre. nadiers, een voor het Regiment Prins Fredrik, en een voor het Regiment van den Generaal riedesel , wanneer het 8fle Grenadier Pelotton,het iode Pelotton van het 2de Battaillon Prins Fredrik ; en het 10de Pelotton van het 2de Battaillon van den Generaal riedesel , met hunne rechte Vleugels, met de Allignements Linie egaal komen, dan zwenken dezelve regts, alle overige Pelottons, volgen, en wanneer het Grenadier-Battaillon ongeveer in het midden van de plaats is, commandeert den Lieutenant Collonel gernreich halt ! en laat in zwenken; wanneer het ïfle Pelotton, van het ïfle Battaillon Prins Fredrik, rechts heeft gezwonken, commandeert den Generaal warnstedt halt! en laat inzwenken , en wanneer het ïfle Pelotton van het ifte Battaillon van den Generaal riedesel, gezwonken is, commandeert den Generaal riedesel, en in geval den zelve niet mede tegenswoordig is, alsdan de Overfle von Hille halt , en laat regts inzwenken; ieder Commandant van een Linie, richt zyne Linie: de Allignementen moeten, op de volgende wyze, worden genoomen: het Regiment van den Generaal riedesel , ten hoogde 15 pasfen van de boomen, 90 pasfen hier van, de Linie voor het Regiment Prins Fredrik, en 40 pasfen hier van daan, de Linie voor de Grenadiers. Deeze opmarsen Linie moet nauwkeurig worden geteekend, ten einde dezelve, by de laatfte retraite, weder te kunnen neemen. Hier op treeden de Grenadiers aan, en vuuren met Pelottons, en Battaillons , ieder 1 R 3 maal  C 246 ) maal in bet avanceeren, wanneer alsdan noch terrain over is, laten zy de Pelottons afbreeken, en weder inrukken , maken rechts om keert , in het retireeren, en vuuren 2 maal, maken alsdan met de ordinaire Chargeer-pas links om, om te kunnen door trekken , trekken door Prins Fredrik en riedesel heen , en zwenken kort agter ride?el links in,zo als de Grenadiers ,door riedesel heen , en deze hunne openingen hebbende toegemaakt ; treed , Prins Frederik en riedesel te gelyker, tyd aan , de richting naar het rechter Vleugel Battaillon, na 100 pasfen geavanceert te hebhen, laat de Generaal warnstedt, in hec avanceeren met Pelottons vuuren, en continueert met dit vuur zo lang, tot dat de Generaal riedesel, met de Colonne, daar door heen is, en halt ! gecommandeert heeft. Wanneer de Tete der Colonne doorbreekt, dan houden de 4 linker Vleugel Pelottons, van hec eerfte Battaillon Prins Fredrik, en de 4 rechte Vleugel Pelottons van het 2de Battaillon van Prins Fredrik op, met vuuren, cn wanneer den Generaal riedesel, de Colonne halt! commandeert, dan houd alles op met vuuren, 7.0 als de Colonne doorbreekt, commandeert de Generaal warnstedt, halt! Wanneer het Regiment van Prins Fredrik begint te vuuren, dan marcheert het ifte Battaillon van het Regiment riedesel links, cn het 2de Battaillon rechts af, formeert op eene, hen dikwyls getoonde wyze, de Colonne, breekt door dc eerfte Linie heen, en ieploijeert het eerfte Battaillon regts, en het 2de links; doch om die deploijeeren behoorlyk eer uitvoer  C 247 ) voer te brengen, zo zullen, eerst, de Divifien worden geformeert, en om dan te deploijeeren. NB. Geduurende die tyd, dat de beide Linien avanceeren, neemen de Grenadiers hun oude Emplasfemenc, van de eerfte op marsch Linie. Zo ras het Regiment riedesel gedeploijeert heeft,begint hec te avanceeren, de richting gaat na het rechter Vleugel Battaillon, vuuren in het avanceeren, 2 maal met Pelottons, 2 maal met Battaillons vellen het geweer, de Chargcer-pas houdende, 2 maal met Battaillons op de plaats , regts om gekeerd , 2 maal in het retireeren, en wanneer zy aan Prins Fredrik komen , maken zy links om, tot het doortrekken, marcheeren door Prins Fredrik heen, en zwenken op hunne eerde Allignemencs Linie , links in : zo als riedesel door Prins Fredrik heen is, ver vuuren dezelve op de plaats, 2 Patroonen, met halve Battaillons, maakt regts om keert, en vuurt 2 maal met Pelottons, in het retireeren, maakt linksom, om door te trekken, en gaan door de Grenadiers heen, marcheert op zyn eerfie Alügnements Linie,en zwenkt links in. Hier op word het Quarré, op de volgende wyze geformeert. Na dat ieder Battaillon zyne Vaanen terug getrokken, en zig het ïfle Battaillon van Prins Fredrik en het ïfle van riedesel,aan de aan hunne linke zyde, ftaande Battaillon, hebben aaugeflooten, maakt het 2de Battaillon van riedesel , een Battaillons-zwenking, voorwaards links, en het 10de Pelotton i zwenking, doch de overige Pelottons maken de helft daar van. Het ïfle Battaillon van R 4 Prins  C 248 ) Prins Fredrik, eene regts zwenking rugwaards, en het ïfle Battaillon van riedesel maakt links om, en fluit de agterfte Linie toe. De Adjudanten moeten een regthoekig Allignement geven, op dat de fiancqucn niet hier of daar, te groot of te klein worden, en de queue egaal toefluit. Geduurende de formeering van dit Quarré, Chatgeeren de Grenadiers 2 maal met Pelottons, op de plaats, en 2 halve Battaillons vuuren , en wanneer het Quarré geflooten is, maken zy regts om, tot het doortrekken, gaan gedeeltelyk door het 2de Battaillon van Prins Frederik, en gedeeltelyk door de rechte hoeken van het Quarré heen, en ieder Compagnie plaatst zig agter het Battaillon, waar toe zy gehooren, evenwel toch zo, dat de midden van het Battaillon vry blyvc; nu maakt het Quarré een begin met het marcheeren en vuuren, zo als den Generaal riedesel commandeeren, en door de tromflag aanduiden zal; de Grenadiersin het Quarré, marcheeren met Rotten, wanneer de overige met twee marcheeren, ten dien einde zal den Generaal riedesel, hec Quarré commandeeren, met, Peloccons regtszwenk ! zo als hec Quarré mee Pelottons is uitgezwonken , rukt de Artillerie door het Quarré heen, door de opening der Pelottons , in de rechter Linie, plaatst zig voor de Infanterie, richt zig, en begint aanftonds de Exercitie met de Canonnen. Wanneer dit ten einde is, brengt de Artillerie de Canonnen onder de boomen, het Grenadier Battaillon, de 4 Infanterie Battaillons, en de Jagers, marcheeren geflooten in Parade, voor Z. H. voorby, neemen hun-  C 249 ) hunne directie naar den Weg, die hun na de Chausfee brengt, door de Martens-Poort heen, na de Stad. Het Regiment Dragonders, dat om agt uuren, zo compleet als mogelyk, uit de Poort (TAllemagne uitrukt, wagt de orde van den Generaal riedesel, op den Weg, die het naast , na de Guntsler-Brug heen brengt, marcheert, onder aan het einde, voor de Canonnen op, en nadat Z. H. het Front gepasfeert is, voleind het zyne Cavallerie Exercitie,marcheert, in Parade,voorby na de Stad, en de Artillerie fluit agter de Dragonders op. Dispositie op Dingsdag den 23 Juny. Het uur om uit te rukken, zal noch geordonneert worden , en alzo men niet weet welk ("Battaillon de Wagt kan geven, zo zyn de Battaillons ook niet anders te benoemen, als het 1, 2, 3 en 4de, van de rechter Vleugel aan gereekent; de twee Battaillons van de rechte Vleugel, worden gefteld tot het links afmarcheeren, aan de Brusfelfche-Poort die den Generaal warnstedt commandeert , de twee Battaillons van de linke Vleugel, tot het regts afmarcheeren, aan de Tongerfche-Poort, die de Generaal riedesel commandeert, dezelve flaan met Secfions, en de Pelottons in geheele diftantie: op een roffel, die aan de Tongerfche-Poort op de Glacie geflaagen word, treeden beide Colonne in de Stad, aan, beide Colonnen dirigeere hunne marsch, na de aan hun gegeven Allignemcnts-punten. De Colonne van de rechte hand geeft achting op de Colonne aan de linke hand, en wanneer deze uit R 5 Sec-  C 250 ) Seétions, Pelottons formeert, zo doet zulks de andere helfte ook. De Adjudanten hebben reeds op de volgende wyze, het Allignement afgetreeden, de Adjudant van het 3de Battaillon (laat,de diftantie van één Pelotton, rechts, van de linke Vleu» gel des Battaillons: de Adjudant van het 4de Battaillon, ftaat, even gelyk de diflantie van één Pelotton, rechts van de linke Vleugel van het Battaillon , en daar agter (laan de points de vues, die op dezelve gericht zyn. Den Adjudant van het 2de Battaillon , ftaat op de rechter Vleugel van hec Battaillon, in het Allignement. De Adjudant van het i(te Battaillon, even gelyk, cn agter dezelve ftaan de puncle, die met dezen Adjudant perpendiculair gericht zyn, alle de agterfte pundlen moe. ten behoorlyk met eikanderen gericht zyn, wan. neer het ifte Pelotton van het 3de Battaillon, de diflantie van een Pelotton, van zyn agter ftaande punct, komt, dan zwenkt het zelve links, en wanneer alle Pelottons, behoorlyke diflantie hebben gehad, dan kan het nietmisfen, dat het iftcpelotton van het 4de Battaillon, te gelyk links zwenken moet, wanneer de rechte Vleugel vanhetifte Pelotton des 2de Battaillons aan die punél komt, dan zwenkt die rechts , en opdat het ïfle Pelotton van het ifte of Grenadier Battaillon aan zyn agterfte punt,te gelyk ook rechts zwenkt, zo moet het Tête Battaillon der Colonne aan de rechter hand, met halve diflantie marcheeren, en wanneer het iode Pelotton, aan het agterfte punt heeft gezwenkt, dan moeten de volgende zo lange aan het zwenkings punt ftil houden, tot dat zy hunne diftan-  ( 251 ) ftantie hebben, het ifte Pelotton van het 3de en 4de Battaillon ftaan ftil, tot dat het 10de Pelotton van het 2de Battaillon, en het 6de van het Grenadier Pelotton, de breete van één Pelotton, zyn aangetreeden,derhalven, wanneer dezelve met hun in het Allignement zyn, dan treeden zy aan; en marcheeren voords ieder Tête op hunnen Adjudant aan , en zwenken, de diflantie van een Pelotton, aan dezelve, de Colonnen aan de rechter hand links, en de Colonnen aan de linke hand rechts, en marcheeren in het Allignement voort, tot dat de Tête de breete van een Pelotton van het point d'Appuie zyn : als dan zwenkt ieder Battaillon voor zig zeiven, de rechter hand links, en de linker hand rechts. Terwyl het gebeuren kan, dat de laatfte Pelottons niet kunnen inzwenken, zo moeten deze met de Contra-marsch in de Linie trekken , en zo baast de Linie gericht is , word met Pelottons en-Battaillons, het laatfte omfpringender wyze, 2 maal op de plaats'gecharcheert,en aanftonds komen de Vaanen uit, 'er word aangetreeden , en met Pelottons en Battaillons in het avanceeren 2 maal, 't laatfte overfpringender wyze, gechageert, weer met de geheele pas aangetreeden, het Geweer geveld , de Deploijeer-pas gehouden, de Vaanen blyven buiten ; met het Battaillon 2 maal op de plaats, en omfpringender wyze gechargeert, rechts om keert, in het retireeren , 2 maal met Pelottons gechargeert, aangetreeden, troep! roffel! front! gericht! Hierlop begint de Atlacque en Echellon, de Grenadiers vangen aan, 3 pasfen daarop, het 2de Battaillon, en zo vervolgens alle ove-  C 252 ) overige Battaillons, de Grenadiers maken halt! en vuuren 4 maal met Pelottons op de plaats,het 2de Battaillon, wanneer het inrukt, even zoveel, het 3de Battaillon 2 maal met Pelottons , en 2 maal met het Battaillon , en het 4de Battaillon 4 maal, met het Battaillon , het narukken gefchied geduurende hec vuuren van de linke Vleugel, en hier op word de retraite en Echequier gemaakt. De eerfte aftogt is hec 2de en 4de Battaillon, deze gaan tot op de helft van het Echequier, maken Front, en formeeren met hunne Vleugel Pelottonsflanquen. In dezen tusfchen tyd , maken de Grenadiers en het 3de Battaillon flanquen, en wanneer de agterfte Front maken, maken de Grenadiers en het 3de Battaillon keert ! en trekken terug; maaken in het aftrekken eenmaal Front,en het Cavallerie vuur: plaatfen zig op de ifte AllignementsLinie, maken Front, trekken hunne flancquen ,in, en richten'zig naauwkeurig. Wanneer de tweede aftogt door is, dan vervuurt de ïfle 2 patroonen met Pelottons, 2 maal op de plaats, en wanneer de 2de van agteren Front maakt, dan commandeert de eerfte keert! marcheert rugwaarts! maakt het Cavallerie vuur! en rukt in de Linie in, hier op word de Linie zwenking recht voorwaards gemaakt, het ïfte Pelotton maakt 6 pasfen, en alle overige 3. Alle de orders en hulpmiddelen moeten In het oog worden gehouden, die door den Generaal, wegens deze beweging, gegeeven zyn. Wanneer de Linie gericht is, word dezelve zwenking links voorwaards gemaakt, waar by dikwyls aan de Linie zal worden front! gecommandeert, en die  C 253 ) die Battaillons, welke de Generaal benoemen zal, zullen 't Cavallerie vuur maken ; wanneer front word gemaakt , moeten zig de Pelottons zo goet als doenlyk is, aanhangen, voor- enagterwaards, en zo dra wederom keert maken, en aantreeden, zig weer in hunne oude (telling zetten. Wanneer de Linie is gericht , worden de Geleedercn geopend, en parade, rechts afgemarcheert, endoor de Tongerfche-Poort na de Stad. De Idee van dit vereenigde Manoeuvre is in volgende Twee Corps d'Armee verdeeld,waar van het ééne onder de Canonnen van Maaftricht gedaan, en het andere op de hoogte op deeze kant van Fauemont, met oogmerk, om de pofitie by Molan te winnen, en zig op de Guntsler-Brug te ontmoeten. Het Corps-d'Armee, dat van Maaftricht komt, valt het tegen over zynde, op deze Vleugel, aan, en offchoon zulks door een dubbelde Attacque tot de retraite gencigt,zo bereikt doch het andere Corps, door eene hinderlaag, die het tegen de linke Vleugel van het Maaflrichter Corps,hadde gelegt , zyn oogmerk, om zyne marsch na Moen te kunnen voortzetten, en het, aan deze zyde zynde Corps, behoud geen andere voordeelen als het Slag-Veld voor zig over. De Generaal riedesel commandeert het Corps, dat veronderdeld word, van Maadricht te komen. De Generaal warnstedt, dat, het welk van de hoogte van Valkenburg heen komende, is aangenoomen. Het Corps van den Generaal riedesel beftaat uit  C 254 J uit het Lyf Esquadron Dragonders, de halve Compagnie Jagers; het Grenadier Battaillon, naamlyk hec ifte en 2de gelid in 8 Pelottons, het ifte en 2de Battaillon riedesel, en het gecombineert Battaillon van riedesel , het welk door den Major von Baertling word gecommandeert, beftaande uit het 3degelid der beide Battaillons: dit Regiment, benevens 5 Canonnen onder Commando van den Capitein Knochs. Dit Corps ftaat op de volgende wyze, op het noch te bepaalcnde uur, tot het links afmarcheeren in Sections. Het Lyf Esquadron Dragonders (het welk 1 Officier en 8 man detacheert, om dc Avantgarde, voor de Colonne, aan de rechter hand te maken), en het ïfle Battaillon van riedesel plaatst zig in Pelottons, om links af te marcheeren, toe het Chargeeren geflooten,en geladen , met 2 Canonnen, door de 5de Divifie van het ïfle Battaillon van riedesel gedekt, aan de Martens-Poort. De Cavallerie formeert haar gewoonlyke Avantgarde , en deze Colonne ftaat onder het Commando van den Licut. Coll. van riedesel. Aan de Poort d'Allemagne ftaat 1 Officier en 8 Dragonders toe een Avantgarde, de halve Compa gnie Jagers, die ook een Avantgarde en zyde patrouille op hunne rechte zyde afdeeld, het 2de Battaillon van riedesel, 1 Canon agter de 5de Divifien, het gecombineerde Battaillon van Baertling en het Grenadier Battaillon en 2 Canonnen fluiten. Evenwel blyft ééne Divifie agter het zelve, en deze Colonne is even gelyk links afgemarcheert. Op een fignaal fchoot, van de Marlens-Poort, treeden  C 255 ) den die beide Colonnen aan: de Colonne aan de linker hand, blyft op de ChauJJé, neemt den weg rechts, die van de Chaujfé na die van het huis van Slypen heen gaat. Het Esquadron deploijeert op de Guntskr-Brug, rechts, en plaatst zig ongeveer, op de helfte van het plein, met groote tusfchenruimtens, tusfchen de Pelottons , om de geheele Linie van dit plein te bezetten. Achter deze dekking treeden de Adjudanten bet Allignement af, niet meer dan de breete vaneen Pelotton, van het Veld af zynde, en op bevel van den Generaal van riedesel, rukt het ifte Battaillon van riedesel, na dat het zelve Pelottons geformeert heeft, op het plein, maakt zich gereed om te deploijeeren: deploijeert rechts, fteld de 2 Canonnen tusfchen de 4de en 5de Divifie; — zo als de Cavallerie op de vlakte komt, vergadert de Overfte von Hille, de Jagers in het hout voor de rechter Vleugel , en zo als de Overfte von Hille bemerkt, dat het ifte Battaillon van riedesel in de flanque komt, rukt hy in de Alligncments Linie, en wanneer de Tête zo digt aan de rechte Vleugel van het ifte Battaillon van riedesel komt, zo dat zy een Battaillons tusfehen-ruimte , en Pelottons diflantie van het zelve noch af is, commandeert dezelve halt • en zwenkt met het derde Battaillon regts om. Het ééne Canon rukt in de Jntervalle, tusfchen het 2de en ifte Battaillon van riedesel,en de beide Canonnen, die agter aan geflooten waaren, rukken even gelyk in de Linie, en worden op de rechter Vleu» gel, door de ifte Divifie Grenadiers gedekt. De Generaal van riedesel zal zelve de T.inie richten, van  C 256 ) van de linker Vleugel af aan, wanneer de Linie is gericht, trekt zig hec Esquadron te zamen na de linke Vleugel toe, plaatst zig links over het ifte Battaillon van riedesel, zo mogelyk, eenigfins rugwaarts, en dan begint het Canonneeren, de Jagers op de rechter Vleugel gaan voorwaards, en fchermutfelen tegen de vyandelyke linke Vleugel, die insgelyks door de Jagers gedekt zyn zal, hier op rukt het ïfle Battaillon van riedesel aan, en als dan word de gewoonlyke Attacque,en Echellon, van de linke Vleugel af aan, gemaakt. Het Esquadron Dragonders trekt agter het ifte Battaillon van riedesel. Wanneer men digt genoeg by den vyand is , zo maakt het ïfle Battaillon van riedesel halt ! en begint met Pelottons op de plaats te Chargeeren, en zo continuecren alle andere Battaillons, tot op de rechte Vleugel. Wanneer ieder Battaillon in de Linie is ingerukt, laaten zich de Battaillons in de Attaque, en Echellon, 30 pasfen voor. Wanneer het 1 fte Batcaülon van riedesel 4 Patroonen met Pelottons verfchooten heeft, zal het vcrfterkte vyandelyke Corps, met het Canonneeren beginnen, met de Infanterie voor rukken, edoch zonder dat hetzelve vuurt, en met eene Attacque van Cavallerie , de linke Vleugel van het Corps van den Generaal van riedesel, in de flanque vallen , waar op het Esquadron Dragonders aanftonds links moet zwenken,zig in 4 Pelottons met groote tusfchen-ruimtens uit clkandere rukken,om de linke flancq te dekken, de Attacque van de vyandelyke Cavallerie afwagcen, en zo mogelyk terug dryven ,  C 257 ) ven, en nochmaals zig met Blanken, fchermutfelen of defenderen. Het ifte Battaillon van riedesel maakt keert len een Battaillons zwenking links agtervvaards, van 9 pasfen, om de flanque te dekken, en de Cavallerie te onderfteunen. Wanneer dit flaat , dan maakt het 2de Battaillon van riedesel even gelyk keert, een Battaillon zwenking op de zelvde wyze , en van die zelvde groote. Wanneer dit flaat, maakt het ïfle Battaillon van riedesel, keert! treed aan, trekt regts en alligneert zig met het 2de Battaillon van riedesel, wanneer het met 't zelve gealiigneert is, maakt het Front, en richt zig, de Cavallerie maakt een retraite en Echequier, tot kort voor de Infanterie, door, en plaatst zig agter de nu te combineerende 2de Battaillons Linie. Den vyand zal zyne retraite van de linke Vleugel af aan, met afvallende Pelottons, Pelottons gewyze maken, de Jagers moeten onophoudelyk deze linke flanque tergen. Wanneer het ïfle en 2de Battaillon van riedesel gericht flaat, zwenkt het Grenadier Battaillon en het Battaillon van Bartling rechts, behalven het ïfle Pelotton van de Grenadiers, dat (laan blyft,en trekken met regts om, in het Allignement; 't welk door de Adjudant aangegeeven is , om de Vleugel terug te trekken , maken halt ! front ! en zwenken links in de Linie, en den Lieutenant Collonel von gernreich, zend aanftonds de 2 Canonnen van de rechte Vleugel in de voorfte Linie, op de rechte Vleugel. De Jagers vervolgen beftendig den retireerenden vyand, tot op den weg, die na het huis van Slype heen gaat, nu begint de S Ca-  ( 258 ) Canormeering op nieuw tegen den vyand, die zig paralelle in het hout geformeert hadde ; beide Linien zullen nu op hec bevel van den Generaal van riedesel aantreden, en de eerfte Linie zal , wanneer het onder de fcheut van den vyand komt, met Pelottons op de plaats beginnen te Chargeeren. NB. Zo als de eerfte Linie halt maakt, zo maakt de 2de Linie ook halt! op ordre zal de 2de Linie aantreeden, als zy digt by de ifte Linie is, maakt de ifte Linie regts om, om door te trekken, en trekt dcor de 2de heen > zwenkt 100 pasfen agter het zelve, links in, de 2de Linie blyft in het avanceeren, tot dat het wederom onder de fcheut van den vyand is, en begint als dan op nieuw te Chargeeren, het zy met Pelottons, of Battaillons vuur, zo als het den Generaal van riedesel beveelen zal. De Jagers blyven geduurende op de rechte flanque, gaan over den Dyk, en zoeken den vyand, voor de Brug, te verdry ven, ten laatften word de Cavallerie, die agter de 2de Linie marcheerc, door de Linien voor getrokken, om den vyand op het laatst,in hunne Arriergarde te harceleeren. Het Geweer word afgenoomen, en nadat het Corps van den Generaal van warnstedt , zig wederom met het andere vereenigt heeft , de gecombineerde Battaillons weder in hunne refpective Battaillons zyn ingerukt, en Parade voor by , na de Stad gemarcheert. 1. NB. Alzo men met geen zekerheid kan zeggen, hoeveel Patroonen ieder Battaillon nodig heeft, zo moet de Infanterie zig met 20 Patroonen voorzien,  C 259 ) zien, de overgebleeven moecen aanflonds op de plaats, worden afgenoomen. 2. Den Officier die de Jagers commandeert, moet zyne berekening maken , hoe veel Patroonen hy denkt tot deze dispofitie nodig te hebben, edoch zo fpaarzaam vuuren,om niet onnodiger wyze met zyn Ammunitie te vervaaren, en geen man vuurt zonder zyne expresfe orde, op dat het, tot het laatst toe,met Ammunitie voorzien is. Waarvoor dezelve by rifico, met het arrest moet rcpondeeren. 3. De Artillerie zal gelyke voorzigtigheid gebruiken, en den Capitein knoch moet, te vooren, volgens deze dispofitie, zodanig zyne inrichting maken, dat het hem tot aan het einde, aan geen Ammunitie ontbreekt. 4. Ieder Battaillon , dat op zyne Vleugel, Artillerie heeft, moet daar voor zorgen, dat het zulks in alle bewegingen dekt, en nimmer reskeert, dat het hun van den vyand,'t zy van Infanterie,Cavallerie of Jagers, kan worden afgenoomen. Dispositie voor het corps van den generaal van warnstedt. Den Generaal van warnstedt,commandeert het Corps, dat veronderfleld word van Valkenburg te koomen, en heeft onder zyne order het Esquadron van den Major van Pollnitz, de halve Compagnie Jagers, dat van het 3de gelid gecombineerde Gre. nadier Battaillon, het welk 4 Pelottons formeertS 2 Hec  ( 2(50 ) Het gecombineerde Infanterie Battaillon van het 3de gelid , van het geheele Regiment van Prins Frederik ) en 5 Canonnen onder de orders van den Capitein willhelmy. De Generaal warnstedt, ftaat aan de Poort d'Allemagne, tot het links afmarcheeren , zo dat de Cavallerie en de Jagers de Tête hebben , een half uur vroeger als den Generaal riedesel, ftaan zal , en marcheert aanftonds af, vervolgt de weg, die over Valkenburg na Aken gaat, en blyft met zyne Tête ftil ftaan, alwaar de weg naar het Dorp Amy gaat. Zodra den Generaal warnstedt, de Canonfchoot van de MartensPoort zal hooren, treed hy voor, vervolgt de weg naar het Dorp Amy, doch alvoorens hy aan de eerfte huizen komt, neemt hy de weg, die links gaat, marcheert over de Weyde, en komt zo in de weg, die na hec huis van Slype heen leid,waar dezelve links gaat, even als ofhy na de GuntslerBrug wilde marcheeren. Alvoorens de Generaal von warnstedt op den uitweg of Debouchée komt, vervolgt het Esquadron Dragonders hunne weg, regts over den Dyk, pasfeert over een aldaar gemaakte Brug, en plaatst zig agter de boomen, digt onder aan de weg van het Weiland, aan de rechter hand, zo verfchoolen, dat men dezelve niet zien kan. De Jagers, wanneer zy uit het Debouché komen, marcheeren links in de Allee, voor het huis van Bruyn, tot geheel onder op de plaats. De beide Infanterie Battaillons van de linke Vleugel, die tusfchen hun, 1 Canon, en achter het Quarré 1 Canonnen hebben, marcheeren in een tusfchen de Linien gegeeven Allignement, en zwenken regts in, zo  ( 261 ) zo dat het Front niet voor de boomen komt. Ieder Divifie kan een tusfchen-ruimte hebben, ten einde deze plaats van de Jagers af, tot aan de weg na het huis van Slype, door de beide Battaillons be. zet is. Een Officier en 8 Dragonders hebben zy voor hunne rechte Vleugel, als een Veld-Wagt ftaan,doch die zodra, als de vyandelyke Infante, rie avanceert, terug trekken, en over den Dyk, na hun Esquadron moeten marcheeren. Het ge. combineerde Battaillon, en ten laatfte het Grenadier Battaillon,benevens 2 Canonnen agter de Grenadiers, vervolgen den Weg over den Dyk, in Rotten, die de Dragonders genoomen hebben, pasfeeren de Brug, en marcheeren van de linke Vleugel na de rechte, in een gegeeven Allignement, Rots-gewyze, op , en plaatfen de Canonnen op hunne rechte Vleugel. De Jagers op de linke Vleugel, dekken de flanque van bet Corps van den Generaal warnstedt, tegen de vyandelyke Jagers, die zy artaqueeren zullen, wanneer de vyand deploijeert, en opgemarcheert is, en wanneer zyne Cavallerie die hen den opmarsen heeft gedekt,zig begint te bewegen, dan laat den Generaal warnstedt zyne 2 Canonnen, op de rechte Vleugel, van het huis van Bunsch, en de eene, die tusfchen het Battaillon ftaat, begint te vuuren, en wanneer den vyand eene Attacque en Echellon onderneemt, en het tegen de rechte Vleugel begint aan te houden, dan begint den Generaal warnstedt, met Pelottons-Vuur, van zyne rechte Vleugel, tot na de linke , naar proportie , dat de vyandelyke Linie inrukt, en zo wanneer de linke Vleugel van S 3 den  ( 2<5l ) den vyand , ongeveer 4 maal, met Pelottons op de plaats gevuurt heefe, dan beginnen de 2 Canonnen van het in het hout gedetacheerde Corps, die om deze reede, wantmeer de vyand begonnen heefe te Chargeeren, en eenigfins is aangerukt, den vyand in zyne linke flanque en ruge te neemen, en de Battaillons in het hout marcheeren, met het flaan van den marsch, tot in de voorfte hoornen. Het Esquadron van den Major von Pollnitz, dat aan de rechte hand van de Infanterie geftaan heeft, fpringt voor; en doet een Attacque op het Esquadron van den Lieutenant Collonel van rieDEi'el, of den vyand, na de korte terug trekking, van de Attacque Chargeert hy op deeze Esquadrons, en den retireerende vyand, en blyft in 4 Troupes, met groote tusfehen-ruimtens, tegen deze Cavallerie ftaan, tot dat hy orde van den Generaal warnstedt bekomt, om zig agter de Infanterie , terug te trekken, zo als den Generaal van warnstedt de Cannonade van het gedetacheerde Corps verneemt, zo valt hy van de linke Vleugel met Pelottons af, het 10de Pelotton van het 2de Battaillon van Prins Fredrik maakt regts om, gaat in de deploijeer pas in de flanque, van het 9de Pelotton met het Front na binnen, maaktaldaar halt ! front! marcheert agter het Front heen, tot dat hy aan de weg van Slype komt, zwenkt regts, en wanneer hy tegen den Dyk komt, maakt hy links om, gaat over den Dyk,en over de Brug, loopt met Rotten, van de linke na de regte Vleugel op, in het zelve Allignement, dat het gedetacheerde Corps, by het begin, gehad heeft, alle ove-  C 263 ) overige Pelottons doen het zelve, agter het ïfle van het 2de Battaillon van Prins Fredrik volgt het eene Canon , en wanneer zy aan de rechte Vleugel is gekomen, gaan de 2 Canonnen van de rechte Vleugel met het eene voort, dat alzo den Generaal van warnstedt, de 3 Canonnen tusfchen de beide Battaillons bekome, agter het ïfle Pelotton van het 2de Battaillon van Prins Fredrik, volgt in het afvallen , het 10de Pelotton van het ïfle Battaillon van Prins Fredrik, en de Jagers neemen beflendig, in de linke flanque, de Avant. garde, en dekken daar door de retraite van de afvallende Pelottons. Zodra de Canonnen over de Brug zyn , zend den Generaal van warnstedt , tusfchen de beide gedetacheerde Battaillons , die nu zyn voorgerukt,en wanneer zyn geheele Corps in deze nieuwe Pofitie geformeert is, en de Jagers, om de Brug te dekken; op de linke Vleugel van de 2de Linie,geposteert zyn, ordonneert hy zyne Cavallerie, om door de tweede Linie van zyne Infanterie, heen te trekken, en zig op de Weide , die na het huis van Duchejfe Lw heen gaat, te plaatfen, en begint nu op hieuw, met zyne Canonnade, tegen den vyand , met 2 Canonnen op de rechte Vleugel van de ïfle Linie, en 3 in zyn Centrum. Wanneer de vyand aanrukt, om zyne eerfle Linie te Attacqueeren, en onder de fcheut komt, zo vervuurt den Generaal van warnstedt, 4 Patroonen op de plaats, met Pelottons, met de ïfle Linie, 4 Patroonen, met halve Battaillons , maakt regts om keert, vuurt 2 maal, met Pelottons, in het retireeren, maakt links om , om S 4 door  ( 264 ) door te trekken, gaat door zyne 2de Linie heen, maakt halt ! front ! en laat deze niet weder inzwenken, maar ten eerden wederom afmarcheeren , door de intervallen van de Cavallerie heen, over de Brug, na de Chausfé, en vervolgt den Weg na de Stad, doch blyft daar daan, alwaar de Weg wederom links van de Chausfé na deGuntsIer-Brug heen gaat, neemt het Geweer by de voet, en de patroonen worden afgenoomen. De Canonnen gaan met deze Linie. Wanneer het vyandelyke Corps, zyne Attacque vervolgt, tot op de 2de Linie, dan vuurt de Generaal van warnstedt, 2 maal met Pelottons, op de plaats, breekt van de linke Vleugel met Pelottons af, doch ieder Pelotton vuurt, alvoorens het afbreekt, het rechter Vleugel Battaillon, continueert zo lang met het Pelotton vuur,tot dat het afbreekt. De Jagers bedekken altyd de linke flanque, deze Linie trekt even gelyk met de Jagers door de Cavallerie heen, die ten laatfte de Arriergarde uitmaakt, na het huis van Duchesfé Loo heen. " Wanneer de vyandelyke Cavallerie, de Infanterie van de Arriergarde, en in het afmarcheeren het laatfte Pelotton mogte attacqueeren , dan moet zy zig cordaat houden, en vuuren, wanneer de Cavallerie digt by is, doch zo, dat altyd een Pelotton geladen heeft, en wanneer zulks het laatfte Pelotton aangaat, dan moet het zelve gedekt zyn, met de helft van het Pelotton te laaten vuuren, de andere helft blyft geladen, zo, als alles voorby is, formeert de Generaai van warnstedt , wederom drie Gelederen , van de gecombineerde Battaillons, rukt met zyne Tête  ( 265 ) Tête op de Guntsler-Brug. Het Esquadron van den Major von Pollnitz, gaat na zyn Regiment, gelyk ook het gecombineerde Grenadier Battaillon, de 10 Canonnen worden weder op haare behoorlyke plaats gebragt, en hier op en orde de Battaille naar de gegeve ordre, rechts afgemarcheert. Waar by de Dragonders de Tête, Artillerie, Grenadiers, 4 Mesquetiers Battaillons, en de Jagers de queue hebben, en word en Parade voor by Z. H. na de Stad gemarcheert. De 4 Nota bene die in deze dispofitie van den Generaal van riedesel zyn aangemerkt, gelden in gelyke kragt, voor het Corps van den Generaal van warnstedt, en moeten nauwkeurig geobferveert worden. Affaire by meer, in het jaar 1758 (*), door een officier, die zelve daar by tegenwoordig is geweest, genoteert. Toen in het Jaar 1758, de Geallieerde Armee, over den Rhyn trok, en de Franfchen by Creveld floeg, wierd de Generaal van Imhof, en van Zastrouw, met een Corps, van ongeveer 3500 man, tot bedekking van de Schip-Brug, by Rees, terug ge- (*) In het Plan van de Heer Bower, is deze Affaire niet in orde, en gedetailleert voorgefteld. En hier door is de lieer van Tempelhof, misleid. S 5  C 266 ) gelaaten. Dit was zo veel te meer noodzaaklyk, alzo de Vesting Wezel, noch in handen van de Franfchen was, en dezelve, aan deze zyde van den Rhyn, niet geheel en al, konden verdreven worden. De Generaal Imhof, hadde zyn Leger by meer, in aa PI. I genoomen, en 2 Battaillons, benevens 200 gecommandeerde, aan de over zyde van den Rhyn, ter dekking van de Brug geplaatst, tegens de ftroperyen, die, van die zyde, mogten gefchieden. De Franfche Generaal Chevert; ging met een fterk Corps, niet ver van Dusfeldorp, over den Rhyn , en maakte een beweging, als of hy Dusfeldorp, het welk in handen van de Geallieerde was, wilde belegeren. Doch hy ging van daar direct op Wezel aan; nam hier eenige Battaillons van het Guarnizoen by zig, en trok langzaamerhand naar den Generaal van Imhof. Deze gaf hier van, het volgende bericht, aan den Hertog Ferdinant. Den 4de s'Avonds om 6 uuren ontfong ik naricht, (door een naamloozen Brief) ,, dat een fterk, vyandelyk Corps, met 20 Stukken Canon, de „ Lippe pasfeeren, en noch dien zelvden nacht, „ de Brug by Rees wilde attacqueren en weg nee„ men." Hier op, liet ik om 9 uuren, myn Leger opbreeken , en marcheerde met myn Corps, dat uit myne beide Battaillons ,|het Regiment Hesfen van Toll, en het kleine Battaillon van SaxenGotha , benevens 4 Esquadrons van Busch , belfond , na Rees, gedeeltelyk, om dit voomeemen te beletten, als ook om de beide Battaillons, van Stol-  ( 267 ) Scolzenberg, en van den Erf-Prins van Hesfen, benevens 200 gecommandeerden van myn Corps, die aan geene zyde van den Rhyn hadden geit aan, en nu meer naar Cleef toe, t'mywaards trekken, en zich met my vereenigen zouden. Ik bleef dien nacht,zelve aldaar liggen,en alzo ik van den vyand niets hadde vernoomen, en boven genoemde Regimenten, onder Commando, van den Bronswykfchen Generaal Major, van Zastrouw, zich by my gevoegt hadde, marcheerde ik, om 5 uuren,naar myn oude Leger, te Meer, te rug. Naauwlyks hadde ik myne Voorposten weder laaten uitzetten, als zy, met den vyand, die van Wezel, in volle aantocht was , aanftonds handgemeen geraakten. Myn geheel Front, was met Bosch en Barakken, waarin zig veele Graaven bevonden, bedekt, en op de rechte Vleugel, was eene Hoogte, van waar ik het geheele terrain konde obferveeren, en waar op myne Grenadiers geposteert ftonden. flier op liet ik myne Infanterie tot op 200 fchreeden na, naar het Bosch avanceren, en oblérveerde van die hoogte,om,wanneer de vyand zich in dit Difiicile terrain , zoude verwardt hebben, hem, als dan , , aan te vallen. Zodra ik nu dit gewaar wierd, en dat de vyand zyne linke Vleugel, geheel ongedekt, in het Bosch ftaan hadde , nam ik van de rechte Vleugel het Battaillon van Scolzenberg, ftelde het zelve rondom, om het Bosch,om de flancque van den vyand te verwinnen, en gaf aan de overige Battaillons, die in ééne Linie voor het Bosch ftonde, den .ordre, om niet eerder te attacqueeren, voor dat zy het vuur, van het Stolztnberfche Regiment  ( 268 ) ment zouden hooren, en als dan , op eenmaal het Bosch , met gevelde Bajonetten, te attacqueeren. Dit was van een zo gelukkig gevolg, dat hetStolzenbergfche Regiment, de Zwitzers , die in het Bosch, en achter de Graaven lagen, na een kleinen tegenftand, hadden verdreven, en de overige Regimenten, met 't muficq, en gevelde Bajonetten, het Bosch indrongen. De vyand, die na eene gedaane Decharche, aanftonds in confufie, en na een half uur, geheel in disorde's kwam, verliet zyne Artillerie,die by het Bosch ftond, benevens derzelver Ammunitie Wagens, en de geheele bagagieder Regimenten: Zogt zyn wykplaats geheel in het Bosch, alwaar dan, door het nafchieten van de onzen, zeer veelen zyn gebleven. Ik heb u Canonnen veroverd, en de vyand zoude veel meer verlooren hebben , wanneer het de Cavallerie mogelyk was geweest, hem in dit gecoupeerde terrain te vervolgen. Het verlies, aan myne zyde, beftaat, uit 200 man dooden, zwaar en ligt gekwetften, onder de eerfte is de Overfte van Scott, Capitein van Bultler en van Hanftein van de Hesfen, en ongeveer 15 geblesfeerde Officieren. Het verlies van den vyand aan dooden is omtrent 4 of 500 man, aan gevangen bevinden zig 24 Officieren en 384 gemeenen. Het Corps van den Lieutenant Generaal Chevert, beftond uit 18 Battaillons, 5 Esquadrons en 200 Huzaren. In Plan No. t. ziet men het gebeurde van deze Affaire, voorgeftelt, door een Ingenieur-Officier, die daar by zelve tegenwoordig was. aaaa  C 269 ) aaaa Leger van het Corps. b. c. d. e f. g. h. i. k. 1: Slag-orde van het Corps, intusfchen den vyand het zelve, wanneer uit het aangetoonde doorgefneeden terrain kwam, en zig eenigfins in tn m m m bevond, aanviel. b. Een Battaillon Hanoverfche, Stolzenberg., 't welk de vyand in de linke flancque nam, toen hy uit het Hout, in de zig alhier bevindende , en met heggen omheinde kampen,aankwam. (Alle de, met Heggen getekende omheiningen, om de Bosfchen , en om het Veld, betekenen Graaven met Heggen bezet.) c. 2 Battaillons Bronswykfche van Imhof. d. 1 Battaillon Hesfen, Tolle. e. 1 Battaillon Hesfen, Erfprins. f. 1 Battaillon Saxen-Gotha. g. 1 Pelotton, Imhof. h. 1 Compagnie Grenadiers. i. 3 Esquadrons Hanoverfche, van Buscn. k. 1 1. Het Piquet van de Cavallerie. m. Het Franfche Corps. Men ziet uit dit Plan, dat het Corps van Imhof konde overvleugeld worden, wanneer de Franfchen die 2 of 3 maal fterker waaren, de daar toe vereischt wordende middelen, voorzigtig,hadden aangewend. Het Corps Geallieerde, wierd ondertusfchen overvallen, doch maakte den misflag daar door weder goed, dat het aanftonds voortrukte, en aan den vyand geen tyd liet , om zig te for- mee-  ( 270 ) meeren. Doch voornaamlyk had niet alleen het Stolzenbergfche Battaillon; maar ook, hetSaxenGothafche, op de linke Vleugel by f. de Slag beflischt. Dit Battaillon wierd door den vyand, wegens de overeenkomende montering, voor een De. tachementDragonders gehouden, dat door het Hout gezonden was, om het Corps van Imhof in de rechter flancq te neemen, en van Rees af te fnyden. Zy wierden hunnen misdag eerst gewaar, toen dat Battaillon,begon te vuuren. Dit onverwagte vuurveroorzaakte een zo grooten Indruk, dat deze Vleugel, aanftonds terug trok, en dat den Aanval der fiancquen, terug bleeve. Alzo is niet alleen,door die Dispofitie, maar ook by toeval, deze Slag, ten voordeele van de Geallieerden , uitgevallen. De Dispofitie van dit kleine Corps, verdiend in allen gevallen, ter navolging, te worden voorge. fteld. Brak de vyand op een of andere plaats, in de midden, door, zo konden de 3 Esquadrons Dragonders hem overvallen , cn hem veelligt in disorde naar de overige Troepen terug dryven. Voor al dekten zy de linker Vleugel, die altyd de mees. te opmerkzaamheid verdient, terwyl men, wanneer hy geflagen wierd, ook ingeflooten wierd. De rechte en linke Vleugel was door het Esquadron k. zo goed als het de omftandigheid toeliet, gedekt. Door het Pelotton g. en het Piquet 1. moest het Corps aan den vyand fterker toefchynen, als het in de daad was, voor al, in het doorfneeden terrain. Deze fchikking was hier zo veel te meer noodzaaklyk, alzo den vyand, wanneer hy zig,in de  (271 ) de voortmarsch,meer uitbreidde, terflond het Corps de rechte Vleugel, hadde overvleugeld. Hadde het Corps den Aanval in het Leger afgewagt, dan had de Heer van Chevert, zyne geheele magt kunnen gebruiken, daar hy nu, maar van een gedeelte gebruik maakte ; en dan hadde men hem niet kunnen overvleugelen, alzo zyn Front, zich voorby deeze zydige uitftrekte. In dit geval was het Corps van Imhof, nog het toevallige, nog den misflag, van den vyand te pas gekoomen, en dan waare het zeker geflagen geworden. De werking van het onvermoedene en de te nut makiging, der misflagen van den vyand, verliest intusfchen telkens die geene, welke zig op de plaats laat aanvallen ; en dieswegens zal hy ook het meest worden geflagen. Een Leger, waar in men den vyand wil afwagten, moet altyd eenigfins agter de plaats zyn, alwaar men flag wil leveren. Dan , grypt men den vyand, wanneer men hem in Slag-orde, tegen gaat, in een zeker opzigte, in den marsch aan ; dan heeft men buiten de reets genoemde voordeelen, van eene zodanigen Aanval,ook dat, dat de Troepen met meer moed vegten, en de vyanden den moed verliezen, deels, wyl nu eene zeekere disorde onvermydelyk is , deels ook, terwyl zy nu gelooven, dat hun oogmerk verydeld is. De Heer van Tempelhof, merkt by deze Affaire aan. i) Dat de Franfche Generaal niet wel heeft gedaan, dat hy zig by eene zo gewigtige Expeditie, als deze was, in eene Slag hadde ingelaten, welkers uitgang altyd van veele toevallen af hangt^ By zyne overmagt, hadde hy de Brug kunne ruï- nee-  ( 272 ) neeren, in welke tusfchen tyd hy zig met 6 of 7000 man, tegens het Corps van Imhof hadde kunnen (lellen, endoor het in fchyn aantevallen , het zelve kunnen in vreeze houde. 2) In dit opzigt , hadde hy niet op de eer, om een Slag te winnen, maar op het oogmerk van zyne Expeditie moeten zien. Dit was wel te verkrygen geweest, wanneer ook het Corps van Imhof was geflaagen geworden, nadien dit ook als dan ; noch naar Rees zig hadde retireeren, en de Brug dekken, of de Vaartuigen in zekerheid kunnen brengen. 3) Zoude de Heer van Chevert , wanneer hy aanftonds na Rees was getrokken, het Corps van Imhof hebben gedwongen , na deze plaats te rug te trekken , cn de Brug te verdedigen. Dan zoude het zig mogelyk in een nadelige ligging hebben moeten neer (laan , zonder dat de Heer van Chevert meer, als by den Aanval by Meer gewaagd hadde. De Franfche Generaal geloofde niets te kunnen uitrichten, zo lang het Corps van Imhof niet was geflagen. Hy was veel fterker,en 'er was de grootfte waarfchynlykheid, dat hy zyn oogmerk zoude bereiken, en dan was het doch onmogelyk, om de Brug te redden. Ageerde hy volgens No. 1 en 2. dan reskeerde hy altyd, deels-wyze geflagen te worden. Ging hy op de Brug: dan wierd hy zelve op den weg en mogelyk van achteren aangevallen, liet kwam bovendien nog op eene gezwinde beflisfiiig aan, alzo de Geallieerde Armee, in de nabyheid was , en eene verflerking aan den Generaal van Imhof toezond. De grootfte fout van de Fran-  C 273 ) Franfche beftond daar in: dat zy niet overwogen^ dat hun het Corps van Imhof, konde tegen rukken; dat zy alleen hunne Dispofitien, op den Aanval in het Leger, gemaakt hadden, dat zy met alle onbehoedzaamheid te werk gingen, en geen ftand hielden. De grootfte fout, die de Generaal van Imhof beging, beftond daar in, dat hy den omtrek naar Wezel, niet beter liet obferveeren. Hy wierd , wel is waar, niet overvallen ; doch evenwel onverwagt aangevallen. Hy wist zo weinig van den vyand, dat hy weder in het Leger trok, in die gedachten , dat hy niets te vreezen hadde. Wanneer een Corps, zo als dat van Imhof, ftaat, dan moeten de Patrouille's, ten minfte tot op éénen marsch, en de voorposten , tot op ééne myl na, tot aan den vyand zich uitzetten. Manqueert het aan ligte Troepen, dan legt men Commando's in den om* trek, van waar den vyand kan koomen, die ieder nacht, van plaats veranderen, en hun verblyf zelvs voor den Landman, geheim houden. Patrouille's van eenige manfchappen, die by dag, in verdeelde plaatfen, omheen kruifen, en des nachts, de Dorpen doorzwerven , zullen, wanneer ook den vyand in aantocht is, nooit met eenige opmerkzaamheid, verrast worden. Gebruikt men deze voorzigtigheid, dan kan de vyand geen aanflag maken, die door hem zelve, te vooren, niet op een of andere wyze, verraden word; dan weet men zyn aantocht, zo niet eene geheele, ten minften eene halven dag, te vooren; en by zodanige omftandigheden, is het dan ook T niet  ( 274 ) niet bez\vaarlyk,hem, op den marsch, op eene zodanige plaats, waar het terrain ons dienftig is, aan te grypen. j Het is een grover misdag, wanneer men van den tiitflag eener Actie,op de fchikkingen, zonder eenig nadenken, zyn rekening maakt; de beste fchikkingen , beloven fomst veel, maar de toevallen veranderen dikwyls, kunst en verflagenheid, zo als hier, de Affaire by Meer. De troepen deeden, zonder bevel, wat de listigfte en bekwaamde VeldOverfte, in een zodanig geval, zoude geordonneert hebben, dat zy doen moesten. Over den aanval van een cavallerie quartier, rty dag. By geen Krygs-onderneemingen, kan een Officier van de Cavallerie zig meer diltingueren, dan by een wel ingerichte, en gelukkig ter uitvoer gebragten Aanval, van een Cavallerie-Quartier. Wanneer men alzo, een zodanige Aanval wil onderneemen, zo moet men te vooren door Spionnen, overloopers, en algcmcene Kaarte,niet alleen de ligging van het Quartier, en den omtrek, waar door zulks is ingeflooten, naauwkeurig onderzoeken ; maar zig ook daarop toeleggen , om onfeilb3are berichten van de, aldaar liggende Troepen,te bekoomen. Men moet zoeken, nauwkeurige naricht te krygen, niet alleen, hoe fterk de vyand is, maar ook hoedanig de fchikkingen tot zyne zekerheid zyn. Men    C 275 ) Men moet zig bevlytigen , om gewaar te worden, of de vyandelyke Bevelhebber, een oude en ervaaren man, dan of het een jong perfoon,zonder ondervinding , en dus onkundig zy. Want de laatfte zal, in plaats van eene goede raad, van zyne onderhebbende aan te neemen, gelooven, genoeg te hebben gedaan, wanneer hy een Veldwagt uitzend, de openlyke ingangen van het Dorp met eene kleine Wagt, te voet, voorziet, en zyne Patrouilles op éóne tyd, en altyd in denzelvden omtrek, uitzend. Verder moet men onderzoeken, of de'vyandelyke Bevelhebber zig, op de fterkte van zyne Troepen verlaate. Want hy zal in dit geval, het voor onnodig houden, door zorgvuldige inrichtingen ter zyner zekerheid, een vreeze voor den vyand te vertoonen, en dus liever zyn post verwaarlozen. Verder moet men weeten, of de vyand,uit uitgezogte manfchappen beftaat, dan of het een van veele Regimenten, te zamen getrokken Detachement is, als mede aan welke zyde van het Dorp, het zelve is geïnquartier ? Waar de vyandelyke Allarmplaats is? Alwaar en hoeveel Veld- en Voet-Wagten zyn uitgezet, en hoe fterk dezelve zyn ? Wanneer de vyandelyke Patrouillens worden afgezonden, hoe fterk die zyn, welke weg zy neemen, als zy uitgaan, en ook als zy terug koomen ? — Van waar den vyand by een Aanval, het fpoedigfte onderfteuning kan bekoomen om zo doende te kunnen uitrekenen, hoe veel tyd er vereischt word, eer dezelve het geattaqueerde Quartier, kunnen te hulp komen ? Wanneer alzo de deezer zydfche Bevelhebber, T 2 van  ( 276 ) van dit alles nauwkeurig is onderrecht, dan maakt hy een ontwerp en de fchikkingen tot den Aanval, en bepaald te gelyk, of dezelve by dag, dan by nacht, zal worden ondernoomen. De aanvallen by nacht, zyn om deze redenen, voordeliger, alzo de duifternis, de fchrik en verwarring van den vyand vermeerderd, en daar door verhindert, om onze fterkte te kunnen narekenen, en alzo de overwinning, zo veel te zekerder maakt. Word men intusfchen gewaar,dat den vyand des nachts, zeer op zyne hoede is, daar en tegen het Detachement des daags uit eikanderen gaat, de Faarden gevoederd en ontzadeld worden, de manfchappen zig uitkieeden,en te flaapen leggen, dan moet, gelyk natuurlyk , de Aanval by dag worden ondernoomen. Is nu noch, daar en boven, het vyandelyke Quartier, met Bosfchen en Bergen, en in gevolge de laatfte, ook alzo met laagtens en dieptens ingeflooten, dan word den Aanval by dag, daar door buitengemeen begunftigd ; waar cn tegen een geheele opene vlakte hem ongemeen moeilyk, zo niet geheel onuitvoerbaar za! maken. Wanneer men alzo tot een Aanval,by dag,befluit, moet men, haar dat de vyandelyke post,ver afgelegen is , zodanig uitmarcheeren, dat men volkomen, één uur voorjhet aanbrecken van den dag, in een, by het vyandelyke Quartier naby gelegen Bosch, en by gebrek van dien, in een laagte, of eene andere, tot verberging gefchikte plaats, aankomt. Wanneer het mogelyk is , om den vyand heen te trekken, en hem, op de minde verzeekerde flancq,  C 277 ) flancq, of zelve geheel van agteren aan te vallen , dan zal de overwinning , zo veel te volkomer en onfeilbaarer zyn, alzo hy , naruurlyker wyze,den Aanval het minfte van deze zyde, kan verwagten, en derhalven ook de minfle tegenfchikkingen niet zal gemaakt hebben. Dan in deze zaak laat zig niets bepaald vastftellen , alzo de ligging der post, zyne te zamenhang met meer vyandelyke Quartieren , en die door de vyandelyke Bevelhebber aangeftelde, doch door den aan onze zyde zig be vindende Spion opgenoomene fchikkingen, tot het ontwerp der Aanvals dispofitie, de richting geven De heenmarsch der aanvallende Troepen,moet met ftilte en voorzigtbheid, alleen op kleine afgelegene wegen gefchieden, ten einde men ieder ontdekking door de Patrouilles en vyande!ykePartyen,moet. zo het mogelyk is vermyden. Is het aan te vallene Quartier zo ver afgeleegen, dat het in eene nacht niet kan bereikt worden, dan moet de deezer zydfche commandeerende Officier, zyn marsch zo inrichten, dat de laatfte zeer klein is ; waar door de manfchappen en paarden, niet alleen toerykende kragten, tot den Aanval , maar ook allezins tot een geforceerde te rug togt, behouden. Wanneer men alzo in da reeds genoemde wykplaats is aangekoomen , moet men wel is waar, eenige verdekte Advertisfements-Posten uitzetten, doch boven dien geheel ftil , en zonder veel om te zien, niet alleen tot het volkomen aanbreeken van den dag, maar ook zo lang blyven liggen,dat men met zekerheid gelooft, dat de vyandelyke T 3 mcr-  C 278 ) morgen Patrouilles, reets zyn terug gekoomen. Is men nu zo gelukkig geweest, door geen van dezelve ontdekt te zyn, dan zal de vyandelyke Bevelhebber — misleid door het rapport zeker zyne manfchappen uit eikanderen hebben laten gaan, die dan vermoedelyk de Paarden aftoomen, de Zadels afneemen, hunne Wapens afleggen, zig uitkleeden en te flapen leggen. By het aankomen van dezen tyd, marcheert alzo het deezer zydsch Detachement op den vyand los. DeAanvoerer van het zelve, zal tot zyne Voorhoede de bekwaamde en braaffle manfchappen uitkiezen, dezelve kort voor de Hooft-troep plaatfen ,en met naby of geheel ingetrokken zyde Patrouillens, zo veel als het maar de omdandigheid van het terrain toelaat, tusfchen de Bergen of flegts door de laagtens cn dieptens voorttrekken , opdat hy zo na als mogelyk, de vyandelyke Veld-Wagten, zonder ontdekt te worden, mooge naderen. Wanneer de Voorhoede de vyandelyke Vedette overrompelen, en zonder dat een fcheut gefchiet, gevangen neemen, of ter needer kan houwen , zo zal hier by gantsch geen gering voordeel plaats hebben. Doch kan dit niet gefchieden, dan gaat terflond, by de eerfle fcheut, de Voorhoede in volle galop , op het Corps de Guarde der vyandelyke Veld-Wagt, los van welkers Post wy alvoorens naricht moeten weten, men Iaat deze of in 't geheel niet tot het opzitten komen, of men dringt toch met hun vermengt, in het vyandelyke Quartier. Hier uit ziet men, van welk eene bepaalde nuttigheid het zyn zoude, het vyandelyke Quartier» met  C 275 ) met omfluiting van zyne Veld-Wagt, aan te vallen. Voor eerst, kwam men dan, de in de Boere hoven> verftrooide en tot defenfie buiten ftaat geftelde vyand, onverhoeds op den hals, en ten anderen, verhoedde men het flaan [van de tot tegenweer gereed ftaande Veld-Wagt. Want wanneer deze ziet, dat hunne Hoofdmagt, van eene 7.0 talryke vyand overvallen en geflagen is, zal zy zeker niets doen, als hun heil in de vlugt te zoeken. Om hun hier toe handtastelyk te noodzaaken, kan ook een Troep van hec dezer zydsch Detachement, bepaald worden, dat of regt door het Dorp , of by het zelve voorby jaagt, om het Corps de Guarde ,\an de vyandelyke Veld-Wagt, van achteren aan te vallen, en dat geene te verflrooijen , wat hy niet ter neder houwen of gevangen neemen kan. Edoch, men mag in het Dorp komen,hoe men wil, zo mnec een gedeelte van de Voorhoede het door de Spion ontdekte Quartier, van den vyandelyken Officier, of voomaamlyk dat van den Opper-Bevelhebber, het zelve geheel nauwkeurig befchreiven, en aan hun het bepaalde bevel worden mede gedeeld , zig met geheel niets op te houden, maar aanftonds regt op dit Quartier aan te jaagen, om de Officieren of tot gevangenen te bekoomen, of wanneer dit niet kan gefchieden, zig als dan daar op toeleggen, om hen ter needer te houwen. Hec overige gedeelce van de Voorhoede,zal zig in het Dorp verftrooijen, en al dat geene ter neder fabelen, wac uic die Quartier enkel te Paard uitkomt. T 4 Het  ( 280 ) Het Gros van het Detachement, moet in drie gelyke Troepen worden verdeeld. Doch ik veronderftelle hier by, dat de Veld-Wagten reets door de Voorhoede, geflagen zyn. — Eene Troep zal zich alzo met de Voorhoede in het Dorp verftrooijen, en dat geene doen, wat ik reets gezegt hebbe. Men moet deze manfchappen, de bezette zyde van het Dorp hebben afgetekend, op dat zy niet onnuttiger wyze, in de onbezette Boeren hoven heen en weer reiden. De tweede Troep zal geflooten blyven, en de verftrooide onderfteunen, en zal daar heen ylen, alwaar zy de kragtigfte tegenftand gewaar word , en opgenblikkelyk, met de Sabel in de vuist,over dat geene heen vallen, wat te Paard uit het Quartier komt, en zig wil'verzamelen. En zal hier by voornaamlyk op de vyandelyke Alarmplaats etn waakzaam oog houden. De derde Troep, zal of regt door het Dorp , of by het zelve voorby jaagen , en de Ingangen bezetten, waar door den vyand zig na de andere vyandelyke Quartieren,kan retireeren. Hy zal bier niet alleen de vlugtelingen opvangen, maar ook aan beide zyde van het Dorp, kleine Patrouilles zenden, welke de zodanige tegenhouden, die zig door de Hoven zoeken te retireeren. By deze Troep worden ook aanftonds eenige Vedetten op die hoogfte Bergen uitgezet, waarvan zy de vermoedelyke vyandelyke onderfleuning het vroegfle kunnen ontdekken. Buiten dien zal men noch een ftille Patrouille na de vyandelyke zyde heen zenëe, om in alle gevallen, zeeker te zyn,dat niet een,  ( 281 ) een, het aangevallen Quartier, ter onderfteuning van den aannaderenden vyand, het dezer zydschaangekoomen Detachement, onverhoeds op den hals komen. Nadert er een vyandelyke Troep, van aanmerkelyke fterkte, dan jaagt een man aanftonds by de Referve-troep, op dat Apel kan worden geblaazen. De Agterhoede formeert de vierde Troep,en te gelyk de Referve. Deeze kan uit de minst bereedene manfchappen beftaan. En blyft aan deze zyde van het Dorp ftil houden. Aan hun worden de gevangene gebragt. De by het Detachement zig bevindende Trompetters , moeten insgelyk by dezen 'I'roep blyven. Is er maar ééne Trompetter by het Detachement, dan blyft dezelve by den Ópper-Bevelhebber; zyn er meer, dan blyven de overige by dezen Troep. Zodra Apel word geblazen, komt het geheele Detachement naar deze Troep. De Aanvoerder van het zelve, moet een Horologie by zig hebben, en na dat de van den OpperBevelhebber tot het bykomen, van de vyandelyke onderfteuning, uitgerekende tyd is verftreeken, moet hy Apel laten blazen , het zy dan , dat buiten gewoone omftandigheden, zulks vroeger vereischten, of dat de Opper-Bevelhebber zig zulks voorbehoud. Om in de verdeeling der Troepen, een zekere maat of bepaling op te geven; ik ftelle, dat den uit ico Paarden, beftaanden vyand,door een Detachement van honderd en vyftig man fterk, zal aangevallen worden. Alsdan zal de Bevelhebber der laatfte, het zelve op de volgende manier verdeelen. Der-  ( 282 ) Dertig man — uitgezogte manfchappen en paarden , ik wil vooronderftellen, dat de vyandelyke Veld-Wagt voor den Aanval, moet overrompelt worden — formeeren de Voorhoede. Dertig man formeeren de eerfte Troep , die zig met de Voorhoede in het Dorp verfpreid. Vyftig man maken de tweede Troep uit, die geflooten blyft; en tot onderfteuning der verfpreide beftemd is. Hy word in twee gelyke deelen verdeeld, waar van de eene, op de vyandelyke Alarmplaats, blyft ftil houden, doch de andere het Dorp op en af marcheert. Twintig man formeeren de derde Troep, en even zo veel de Agterhoede of vierde. Wanneer het Dorp omgaan, en van de vyandelyke zyde word aangevallen, bekomt deze Dispofitie en Afdeling daarin eene verandering, dat de Agterhoede , aanftonds op de plaats blyft ftaan, alwaar te vooren de derde Troep zoude heen koomen, en ook alle dat geene obferveert, wat deze te verrichten hadden. De derde Troep zal als dan uit dertig Paarden beftaan. Hy zal gelyk reeds gezegt is, de VeldWagt in de rug, aanvallen en verftrooijen , doch daar na op de goede zyde van het Dorp, als een Referve ftaan blyven, en dat geene doen, wat in de voorige Dispofitie, aan de vierde Troep was opgedragen. De Agterhoede,de eerfte en tweede Troep, behouden hunne verrichting, uitgenoomen dat de laatfte flegts uit veertig man beflaat. De in het Dorp zig bevindende, zo wel ver- fprei-  C 283 ) fpreide als geflootene Troepen, zal het voor den Aanval worden aanbevoolen, dat zig niemand onderdaan zal, eerder een gevangen te maaken, maar alles zo lang ter neder te houwen, tot dat den Commandeerende Officier zulks mondeling of door een daar toe bepaald fignaal, het zelve gebied. Doch als dan worden de gemaakte gevangenen aan de Referve Troep gebragt ; en opdat niemand door de verwagt wordende buit van dezelve onttrokken word, kan hy in der haast zyne eigene en des gevangens naam laten opfchryven, om hem na het eindigen van de Acfie,wederom te kunnen', bekoomen. Na dat zulks is gefchied , moet hy toch oogenbliklyk na het Quartier terug reiden , om meerder te haaien. Doch de Aanvoerder van de Referve Troep, zal daar voor zorgen, dat de gevangenen in deze tyd, niet van anderen worden uitgeplunderd. Behoeft men deze voorzigtigheid niet, zo zullen de in het Dorp zig bevindende Troepen, hunne gevangenen zeker niet uit de handen laaten; zy zullen hun met zig omheen, en zelve wel op de zyde fleepen, doch het Detachement zal daar door onnodiger wyze worden verzwakt. Verder moet aan de manfchappen onder bedreiging van de hardde draf, worden aanbevoolen ,dat geen zig zal onderdaan, om een Huis te plunderen, alzo dit het einde van het gevegt doet vertragen, en buiten dien, veele onaangenaame gevolgen heeft. De gezamentlyke Officieren en OnderOfficieren moeten alzo , voor de naarkoming van deze zo noodzakelyke beveelen, zorg dragen. Wanneer den vyand geheel overweldigd, en zo vee-  ( 584 ) veele gevangenen als mogelyk gemaakt zyn, moet den Op per-Bevelhebber oogenblikkelyk Apel laten blazen , zyn Detachement op het fpoedigfte by een brengen, en den terug marsch neemen. De meeste van onze onderneemingen mislukken, door een te lang talmen. Men berekene alzo de tyd tot het herby ylen van eene vyandelyke onderfteuning, nauwkeurig uit,en vergenoege zig liever met eene onvolkoomene overwinning , als dat men de aankomst van dezelve afwagc. Alle vyandelyke kleine Partyen en Patrouilles,die geduurende de Actie aan het Dorp aankomen , moeten door de derde of vierde Troep aangevallen en verjaagd worden, By den terug marsch, worden de gevangenen door de Referve Troep en door de te vooren geweest zynde Voorhoede , geleid. Deze maken de Tête. Die op de vyandelyke zyde geftaane Troep, de agterhoede van het Detachement,die zig volltrekt niet ophouden, de korfte weg marcheeren, en voornaamlyk de gevangenen en flegte Paarden fpoe. dig zullen voor uit zenden.  BEOORDEELINGEN. ook hier het geval. Zo komt by voorbeeeld een Lyst van Perfoonen voor, die in het Hoofdquartier gegeeten hebben. Welk liefhebber der Letteren, zal 'er zich by geinteresfeert vinden, dat den 27(Ien September 1790.de Vrouw van den RyksGraaf von Schlotheim, de Vrouw van den Overfte von Schlotheim,de Dochter van dcnztlven, en de Heer von Malzahn in het Hoofdquartier hebben gegeeten ? De Befchryving gefchied, in eene met de zaak overéénkomenden toon; aüeen wy vinden het in een Verhaal niet nodig, dat men by Hooge Perfoonen , zig van zodanige refpedterende uitdrukkingen bediene , als in Brieven of Memorien word vereischt. Dit maakt het leezen m3ar onaangenaam. Ook gaat het ligt te ver, dat die Hooge Perfoonen den nden October, wegens hunne tegenwoordigheid, tot een dag gemaakt hebben, die voor de Hesfen onvergetelyk zal blyven. De Hesfen hebben zig in alle Oorlogen , als uitdekende dappere en wel gedeciplineerde Troepen gecoont, en zy zyn, als de zodanige, ook algemeen bekend. — Wat kunnen zodanige Troepen voor eene grooten roem, daar door toch verdienen , dat zy in een Leger van plaifier, van Hooge Perfoonen gezien, en dat zy tot genoegen van dezelve , een Manoeuvre maaken ? Dat ook den Land-Graaf zig met byzondere opmerkzaamheid op het Militaire legt, dat hy de Artillerie verbetert, de Cavallerie in 't reiden meer geoeffciid , en de Wapenhandel in het CKOor exerceert, dit alles konde men , wanneer het anders niet bekend was, uit geen twee vooraf beftudeerde Manceuvres, beoordeelen. De tterkte van het Corps Troepen, beftond uit 1679 man Cavallerie en 5552 man Infanterie, en dus in alles uit 7231 man. De befchryving, die de Schryver van den Slag by Bergen treeft, verfchilt , met opzigt tot de be-  BEOORDEELINGEN. befchryving van den eigenlyken Aanval, zeer veel met die van Tempelhof, en is niet alleen gedetailleerder, maar ook in beter orde, als deze. Wy begrypen in zyn geheel niet, wat de Schryver daar mede zeggen wil, dat de befchryving van dezen Slag, door de befchryving van Tempelhof verbeterd was. In tegendeel Tempelhof kon buiten dat, alleen maar uit bekende Bronnen fcheppen; gelyk hy dan in hetbyzonder, de Bünaufche Gefchiedenis van dezen Oorlog , tot een Grond legt. Doch over 't algemeen, is hier by aan te merken, dat de Hertog dit bericht hadde, dat flegts eenige Troepen, van de vyandelyke Armee,eerst verzameld waaren. Hy bekwam, wel is waar, van een, thans noch leevende Hanoverfche Officier , een bericht. waar in hem wierde verzekert, dat de meeste Troepen reeds werkelyk by eikanderen waren; doch hy hielt zulks, alzo hem een zeker reets geflorven Generaal, het tegendeel verzekerde, noch zo veel te meer voor valsch , vermits men maar alleen eenige weinigen zag, door dien Broglio het grootfte gedeelte van de Franfche Armee, verdekt hadde geplaatst.  MAGAZYN van MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Zesde Stuk. INHOUD. Over den Aanval van een Cavallerie-Quartier hy nacht. .... Pag. 285 Manier ingevolge welke de Zwitfers in dienst van 11. H. Mog. gekoomen zyn. - sp4 Byvoegfel tot de gewoonlyke Grondregels der Ite- vestigings - Kunst. .... 209 Over de kundigheid van een Generaal. - 317 Op welk eene wyze, men in het Algemeen, den dienst by ligte troepen, te verzien heeft. . 321 Wat op den marsch by een Detachement Artillerie te obferveeren is. - - - - 326 Aanfpraakvan dentegenswoordige Koning van Pruis- l'chen. .... - 335 Bericht van de Bataille by Lisfa 1757. - 336 NB. De Stukjes moeten ingenaaid,en niet doorftooken worden. Te A R N II E M, By J. H. MOELEMAN. m d c c i 01 i,  BEOORDEELINGEN. Anfangs-Grunde der Mathematiek zum gebrauch in Schulen und für felbst Lehrlinge. Abgefasc von M. A. v. WINTERFELD,Köningl. Preutz. Major. Ei lier 'lheil, welcher dem anfang der Geometrie emhalt: Braunschw. in der Schulbuchhandlung 1791. 262 Pag. in 8vo. und 31 Kupfern. Wy draagen dit Werk hier voor , alzo in den Militairen Hand, meenig een de Mathefis in zyne Jeugd , niet geleerd heeft, en by ryper jaaren, [wanneer hy zyne onkunde in deze Wetenfchap, by eene grondige toelegging op Krygskunde, ten duidelykften ondervind) ais dan nóch refolveert, dpor eigen exercitie, dezelve te leeren. Daar toe dient zekerlyk, dit Werk,het beste,in zyn foort. De Schryver ontworp het zelve , by het onderricht van zyn zoonen : Hy bedagt zig dikwyls, langer als 24 uuren, hoedanig hy eene ftelling bevatbaar zoude voordellen, bragt dezelve vervolgends op het papier, cn vond daarna, niet zelden nodig alles weder af te keuren. Deeze zorgvuldigen arbeid , vind men in het geheele boek, en voornaamlyk op die plaatfen , die den noch , in geen byzonderheden hervaren Leerling, duister bleven. Wy zyn overtuigd, dat ieder jong mensen van een gezond oordeel, uit dit Boek de Mathefis, even zo duidelyk , als door een mondeling onderricht, kan lee^ ren. Wel is waar ; dit is niet zonder aanhoudende infpanning der gedagten mogelyk, dan deeze word ook by het mondeling onderricht gevorderd. Die van zig zeiven, niet zo veel yerkrygt, dat by geduurende éénige maanden, alle dagen 2 of 4 uuren, op dit voorwerp practifeert, die kan in geenen deelen, groote vorderingen maken. Die geene. welke reets een grondige kennis van de Mathefis bezitten , zullen de voorftelling van den Schryver, fomtyds in de gefprekken, te wyd uitgebreid vinden, doch zulks zal het geval niet by den Leerlingen zyn. Deze worden daar door  C 2S5 ) OVER DEN AANVAL VAN EEN CAVALLERIE QUARTIER BY NACHT. D e Aanval van een Quartier by Nacht, is, in dien opzigte veel voordeliger, als die by Dag, alzo men Onder begunftiging der dtriflernis, met veel minder moeite, het aan te vallene Quartier, omcingelen , en veel gemakkelyker door de onachtzame Veldwagten , kan heen fluipen. Doch •.vanneer hunne ontdekking, onvermydelyk is,niet alleen eenige Vedetten, maar ook in allen geval j het Corps de Guarde, overrompelen, en buiten het maken van Alarm, kan gevangen neemen. By welke gelegenheid, men zich van die Regelen en Voorfchriften moet bedienen, zo als by een volgende gelegenheid, over het aanvallen en oplichten vaneen Veldwagt, zal worden opgegeven. Alle aanvallen by nacht, hebben noch boven dien,dit byzondere voordeel, dat men den Vyand veel gemaklyker kan flaan, alzo de donkerheid, fchrik, verwarring en disorders vermeerdert. Daar myne regenparty de die in een Werk is ingedrongen, buiten ftaat is, zeker te zyn, nog zig daar in uit te breiden, nog daar uit, een ander aan te vallen. 7) In tegendeel: de Belegerde kunnen v0lftrekt naby den vyand ftaan blyven, alle ogenblikken zyne Arbeiders op den hals zyn, met die, welke hen dekken , handgemeen raken , in alle zekerheid, en op een enkel omzien, terug keeren. §• 9. Om eindelyk deze Byvoegfelen kort temaken, zal ik het overige der regelen, die men uit het ontwerp, waar van ik fpreek, kan afleiden, agter eikanderen ter neder ftelien. 1) Wanneer de vyand zig van een Polygon heeft meester gemaakt, dan heeft hy noch niets uitgericht, waar over hy zig byzonder te verheugen heeft. Hy kan nog in de Stad indringen, nog van het eene Werk tot het andere voordkomen, want men kan hem alle ruimte betwisten, tot op de laatfte Polygon. 2) Men kan deze manier, om debinnenfte ruimte te verdedigen, ook aan oude Vestingen aanwenden, en men kan de zelve op nieuw, daarop inrichten , zonder het verwyt van overmatige uitgaven, tot zig te trekken. (3  C 3'5 ) 3) In bet algemeen, eene op deeze wyze,waar van men fpreekt, aangelegde Vesting , zal niet meer kosten,als eene, naar de Franfche wyze,gebouwde. 4) Men vind er plaatfen en einden, waar men beletten kan , dat den vyand alle verdedigingen niet kan gewaar worden, die men tegen hem bereid heeft, en waar voor men zwaar Gefchut vind, dat op hem begint te vuuren , wanneer hy het minfte daar op denkt, die hy alzo ongeftoord gelaten, heeft, terwyl hy het daar niet heeft gezogt,waar het eigenlyk was. 5) Men kan voor de zekerheid van het Gefchut, de \oorraad en de manfchappen zorgen, welke laatfte op verre na, niet zo afgemat en bloot gefteld worden, als in de Vestingen, naar de tegenswoordige manier. Derhalven is eene gewoonlyke of minder fterke bezetting toereikend, eene belegering veel langer uit te houden, als gemeenlyk plagt te gefchieden. 6) Wanneer men eene groote menigte Kruid nodig heeft , en in het algemeen meer Krygs- en Mondbehoeftens gebruikt, zo heeft men noch plaatzen, alwaar men het zelve, zonder verlies en gevaar, wel kan bewaren. §• 10. Dpeze zyn genoegzaam de Hoofdzaakelyke voordeelen, die men door de verandering der, tot hier toe gewoonlyke , aanleggingen der Vesting Werken kan bekomen. Wanneer kenners de ontwerpen , waar  C 316 ) waar van hier gefprooken is, naar deze regelen op de.proef zoude, Hellen, dan is er geen twyfel aan, dat zy dezelve niet boven veele andere manieren, zelvs van de grootfte meesters, de voorkeur geven zouden. Het is dikwyls niets, als het aanzien van deze groote mannen, die dén voortgang van nieuwe uitvindingen in den weg ftaat. Ik wil niet zeggen, dat dit het verftand van groote Heeren, of ook zelvs van Krygs-Bouwmeesters verblind. Want zy zien beide fcherp genoeg. Het geheele kwaad komt veel meer daar van daan, dat dit aanzien dikwyls de oogen en de opmerkzaamheid afwend, die tot eene beproeving waaren nodig geweest. Men verlaat zig te veel, op de naam van groote Uitvinders, en waagt het niet, om hunne manier te onderzoeken, of dezelve geringer, als de Uitvindingen van tegenswoordige mannen, te bevinden. Dit voordeel kan alleen, door een kragtig tegenmiddel worden opgeheven, en gelukkiger wyze, is er een, die my ter regter tyd invalt. Ik wil my met het aanzien van den Marfchal de Vauban dekken, alzo ik zyn bekentenis, tegens zyne Werken overftel. Als hy eens met eene groote Prins van zyne Bevestiging fprak, zeide hy : ,, De zaken hebben zig zeer veranderd, ze,, derd dien tyd, dat ik myne Vestingen ge,, bouwd hebbe. Ik heb dezelve daar op in„ gericht , dat zy 30 tot 40 ftukken grof ,, Gefchut zoude tegenftaan , die men toen }3 ter tyd, daar voor plagt te brengen. Maar te-  C 317) 33 tegenswoofdig grypt men dezelve met 80 ,, tot 100 Stukken aan." Zo fpreekt de rechten meester, 'er is niets zekerer, dan de Grondftelling , die zegt „ de ma,j nier van bevestigen moet veranderd en verfterkc ,, worden, naar maate, dat den Aanval fterker word." §• n. Ik wil dit ontwerp met eene Vraag beflüitem En den Lezer gelieve dezelve te beflisfen. Of een naar de voorgenoemde Regelen, ingerigte Vesting ,beter zij, als eene andere,naar de heedendaagfche gewoone wyze ? dat is: welke van beide, als een wezenlyke eigenfchap , tot eene Vesting behoort, fterke verdediging,of het befpaaren van Gefchut, Kruid en andere noodwendigheden ? Betreffende de kundicheid van een generaal. I. Ten aanzien van het land , waar in dë oorlog gevoerd word. Het kennen van een Land, is de Hoofdzaak van alle Krygs-onderneemingen. Deeze kennis kan wel een Generaal door fecuure Kaarte erlangen, maar hij moet tevens tot eene geheel byzondere Y ken-  ( 313 ) kennis koomen, die hy, deels door Patrouilles en Spionnen;doch wel de beste, door het Landvolk, machtig worden kan. Tot dateinde, moet een Veldheer zich niet tegroocsch houden,zich met een Boer, Molenaar, Boschwachter, en andere diergelyke in gefprek in te laaten, maar integendeel, zeer dikwyls mee dezelven fpreeken. De trouwhartigheid van deze lieden, zal hem tot veele ontdekkingen zeer behulpzaam zyn. Want terwyl deze zelden gefchikt zyn , overleggingen te maken, en alzo niet beprypen , dat het geene zy zeggen, voor haaren Landsheer fchadelykzyn kan; zo zullen zy zo veel te eer , oprecht te werk gaan , daar zy het zig doorgaands tot een' groote eer rekenen , wanneer een voornaam Perfoon , met hun in een gefprek treed. Intusfchen moet men zig niet, op het gezegde van één enkele , verlaten, maar verfcheiden gefprekken tegen eikanderen vergelyken ; ook dat geene, wat zy,van Rivieren en Plaatfen gezegd hebben, zelve bezigtigen,of door bekwaame Officieren in oogenfehyn neemen, en Plans daar van, laten vervaardigen. Tot eene geheel byzondere kennis word vereischt, dat men weete! Hoedanig de Wegen gaan , hoe 't met de ligging der Steden geftelt is; of dezelve kunnen verdedigd worden; hoe veel bezetting daar in nodig is, om dezelve te defendeeren, en hoedanig dezelve aan te vallen zyn. Men moet verder, den loop der Rivieren, en de verfchillende diepte van dezelve kennen; welke  ( 3'S> ) ke wateren in het Voorjaar , bevaarbaar, doch in den Zomer, uitgedroogt zyn. Ook moet zig een diergelyke kennis tot de Moerasfchen, die eeniger maten in aanmerking komen, uitftrekken. Op de ftreeken, die vrugt- of onvrugtbaar zyn. Wat voor marfchen de vyand , of ook wy zeiven kunnen neemen , om van de eene groote Stad óf Rivier, tot de andere te komen. Die plaatfen moeten gerecognosfcert worden, waar men , in vereischt wordende gevallen , een Defenfief-Leger kan neemenj ook moet men zig, de voornaamlte Posten, en toegangen tot enge Wegen, en de voornaamfte Ligging van alle plaatfen, nauwkeurig bekend zoe* ken te maken. 2. * Aangaande de kundigheid eenes generaals , ten aanzien der onder zig hebbende 3 en die der vyandelyke armee. Een Generaal moet onophoudelyk denken, wel overleggen, alle mogelyke gevallen zonder vooroordeel beoordeelen, alle omüandigheden wel met eikanderen vergelyken, en daar naar zyne projecten ontwerpen. Hy moet zorgvuldig onderzoeken , of niet de marsch , dien hy wil onderneemen , hem in eene grooter verlegenheid zoude kunnen brengen, als die geene is,welke hy eenigzins dagt te vermyden. Hy moet zig alles , wat de vyand tegen hun zoude kunnen onderneemen, in allen mogelyke gevallen, voordellen en onderzoeY 2 ken,  ( 32o ) leen, zelfs zodanige gevallen niet uitfluiten, die in den eerften opflag, den vyand, niet in ftaat is uit te voeren. Ten dien einde, moet hy met alle opmerkzaamheid , onderzoeken. i) De gezintheid van de onder hem ftaande Armee, van den hoogften tot den laagften , en in hoe ver, hy zig , op de gefchiktheid en trouw der eerfte, en op de liefdeen dapperheid der laatfte kan verlaaten. i) De Post dien hy in bezit heeft, of dezelve verzekert is , en waar door! 3) De denkenswyze en bekwaamheid van den tegen hem ftaande, Generaal, als mede de geneigdheid der gemeenen, by den vyand , en hunne manier van Krygs-oeffeningen. 4) Of de eene of de andere, van beide Armeën, hunne Vestingen dekt. 5) Of de Communicatien wel worden in het oog gehouden. 6) Of de een of de andere ook gelegenheid heeft, zig van eene gewigtige Post meester te maken. 7) Of de een den andere ook iets nadeligs kan toebrengen , en wat de een of d'andere daar toe voor een Weg moet inflaan. 8) De hindemisfen, die ons op den marsch kunnen bejegenen, de tyd, die de vyandelyke Armee nodig heeft, om de onze, of wy dezelve, te naderen. 9) Waar van daan, ieder Armee zyne levensmiddelen bekomt. . 10)  C 321 ) 10) Of men den toevoer van den vyand kan opligten, dan of hy de onze kan affnyden. 11) Waar heen het hem zoude kunnen brengen, wanneer hy deeze of geene beweging maakt. 12) Wat hem zoude te doen ftaan, wanneer de vyand dezelvde beweging maakte, en hem, met even een zodanig project voor kwam. OP WELK EENE WYZE, MEN IN HET ALGEMEEN , DEN DIENST I!Y LIGTE TROEPEN, TE VERZIEN HEEFT. Alzo men by ligte Troepen , zekerlyk dagelyks op een Aanval of Schermutzeling, moet bedagt zyn, zo moeten de Officieren, ten fcherpfte daar op houden, ook zelve fomwylen daar na zien, dat alle weeken eenige malen, of zo dikwyls een man in dienst komt, de Geweeren worden gevifiteert, of zy geladen, kruid op de pan, de fteenen goed opgefchroeft zyn, en in 't algemeen alles wat tot het Geweer behoord, in goeden ftaat zy. Ook of de in de Patroontas , in voorraad zynde Patroonen , bruikbaar, en wel bewaard zyn. Dit vifiteeren der Geweeren, Ammunitie, als ook van den Zadel en het Paard , moet niet alleen gefchieden , wanneer de Kaerel in dienst komt, maar ook wanneer dezelve wederom in het Corps inrukt, op dat het, als dan ontbreekende, aanftonds kan gerepareert worden,en alles, alzo in eene goede 'en bruikbaaren ftaat zyn mag. Alzo de Geweeren ook beftendig geladen zyn moeten, doch in Y 3 .de  C 32= ) de Winter, en ook iomwylen in den Zom er,het wel gebeurd , dar. de fchoot lang in het Geweer blyve; zo moeten de Officieren, hunne onderhebbende Onder-Officieren ernftelyk daar toe houden, dat zy daar naar zien; zo dat geen fchoot langer als ten hoogde 14 dagen , in het geweer blyve, en na dien tyd moet het Geweer afgetrokken, fchoon gemaakt , en op nieuw weder worden geladen. In 't Voorjaar en in het algemeen, in de Cantonnerings-Quartieren , moeten de ligte Troupen, vlytig Exerceeren; doch het welk flegts alleen, en hoofdzakelyk in het laden, vuuren, en manoeuvreren beftaan moet, om zo doende , de manfchappen aan de orde te gewennen. Men kan ook, wanneer het niet aan kruid ontbreekt, met dezelve na een geplaatfte fchyf, zo wel in 't ftaan, als in het avanceeren en retireeren, met Pelottons of met Rotten, laten vuuren; edoch de Commandant moet zulks, als dan aan alle de naby hem liggende Detachementen , laten bekend maken, ten einde hy geen onrust veroorzaake, en de andere niet gelooven, dat er een fchermutfeling met den vyand plaats heeft,alzo my verfcheiden voorbeelden bekend zyn, waar zulk verzuimd wierd, en die inde nabyheid zynde, daar op moesten aanrukken. Of wel de Officier, by zyne onderhorige, zig door ftrenge, en het behouden van goed Krygstugt, in een behoorlyke vrees moet ftellen; zo is het ook toch nodig , wanneer hy door proeven zyner voorzorge, voor dezelven, zig te gelyk hunne liefde verwerven,:en hier door zo wel,als door zy-  C 323 ) zyne eigene cordaatheid, wind hy het vertrouwen van zyne onderhorigen, en men kan van een Officier, die alleen 50 man by zig heeft, doch die op hunnen Aanvoerer een vertrouwen jftellen , ook van zyne dapperheid en voorzorg overtuigd zyn, altyd meer verwagten , als anders nauwlyks van ico man , by wien dit beide ontbreekt. In de Quartieren moet de Officier wel zorgen, dat den manfchappen het nodige en fchuldige gegeven word edoch hy moet ook mede daar op letten, dat het met orde gefchiede, en de lieden, by wien zy geinquartiert zyn, niet onderdrukt en te veel afgeperst worden, alzo hy anders van de Inwooners niet dan alle Spionnen te zullen bekoomen, gevaar loopt , het geen op Voorposten, voornaamlyk, van zeer flegte gevolgen zyn kan. De Officier moet zo wel in beflraffing van het quade, als in beloning van het goede, zig altyd onpartydig gedragen, en een ieder, zonder aanzien van perfoon, alleen naar verdienflen, beftraffen of beloonen. De dienst , in de Cantonneerings-Quartieren > moet even zo rigoreus gehouden en geëxecuteert worden, als in het Veld, ten einde de Soldaat nimmer uit zyne orde kome, en altyd in de hoogst nodige en fchuldige gehoorzaamheid, en tot het opvolgen der gegeven beveelen, worde gehouden. Ten dien einde moeten de behoorlyke Wagten en uitrukkende Piquets gegeven, en door de Cavallerie de Patrouilles worden verricht, alzo de ligte Troepen ook zelve in de Winter-Quartieren, niet gerust zyn mogen , vermits dezelve doorgaands Y 4 de  C 324 ) denaafte by den vyand zyn.cn uit dien hoofde, wegens eene te vrezen overvalling, altyd op hunne hoede zyn moeten. Edoch de Patrouilles kunop zodanige tyden , alzo zy buiten dien, niet zo dikwyls, als in het Veld, gaan, wel wat fterker genoomen, en ook verder af, uitgezonden worden. Zoude op eene marsch , alwaar ook niets van den vyand te vreezen is, en één of meer afgematte moet-en terug blyven. Zo moet den Officier daar by, een Onder-Officier commandeeren, die zo wel de manfchap na brengt, als ook voor alle de te maKene disordes, moet inftaan. Zoude men met een Detachement van Cavallerie en Infanterie , des nachts marcheeren, en in een bedekt Land, een Dyk, een gemeene Weg, or Voetpad moeten pasfeeren; dan laat men alleen, naar de hoeveelheid der by zig hebbende Cavallerie, eenige, op ongeveer 5o pasfen, de Avantguarde maken, doch de overige Cavallerie alle agter de Infanterie marcheeren. By een zodanige marsch, moet men zig op eenige goede wegwyzers verlaten, een by de Voorhoede plaatfen, en de andere by zig behouden ; doch dezelven moet men wel in acht neemen, dat zy niet kunnen weglopen. Zoude men op een zodanige marsch eene ver overtreffende Troup ontmoeten, dan moet de wydst afzynde Avant-guarde, wanneer het by dag is, zig aanftonds zoeken te verbergen, en zulks aan hunnen Commandant laten berichten, die zulks als dan zelve, of door een ander Officier of Onder-Officier, laat onderzoeken: bevind hy den vy. and dan veel te fterk, dat hy eénen Aanval wagen  C 325 ) gen konde, dan neemt hy zyne terug togt; is echter de Voortroup van den vyand , reets zo na en in het gezigt, dan trekt hy, langs een geheel anderen weg, terug,om den vyand, ook daar heen te lokken, en alzo daar door de Hoofdtroup, in zekerheid te ftellen. Doch is het onderfcheid niet zo zeer groot, dan is het beter, dezelve zo cordaat, als mogelyk aan te vallen,dan zig aanvallen te laten; alzo de aangevallen party, offchoon ook al fterker is, gemeenlyk overhoop geworpen word; edoch moet men een Natroup, tot zyne eigene zekerheid, agter zig te rug laten. Gefchied echter een zodanige ontmoeting in de nacht , by eene groote duisternis, zo, dat men de fterkte van den vyand, niet kan gewaar worden, dan trekt men liever aanftonds terug, of ter zyde, om den zelve niet zo naby te komen; doch kan men zulks niet meer doen , dan attacqueert men, met een gedeelte zyn Detachement; zo mogelyk, ter zyde,en van vooren, om daar door een algemeene confufie by den vyand, te veroorzaken, en alzo daar van zyn gebruik te maken. Ik kon noch wel zeer veel van Party gaan,oplichten, van vyandelyke Detachementen, wegneemen van Bagagie, Convoijen en dierglyk, zo wel uit eigen ondervinding, als uit berichten, van oude ervarene Officieren, hier bv voegen; dan terwyl dit gemeenlyk reets aan den Chefs zeiven, of wel den voomaaroften Staf-Officieren, die reets meer ondervinding hebben , pleegt opgegeven , of van hun ondernomen te worden; en hec oogmerk van deze myne Verhandeling over den ligten dienst, in het Y 5 Veld ,  ( 326 ) Veld, alleen daar toe is ingericht, om jonge en in zodanigen dienst, veellicht noch onervaren Offi. eieren , de eerfte Gronden, tot de eerfte en gewoonlyke verrichtingen, naar vermogen, mede te deelen , ofïchoon ik my ook iomwylen, heb genoodzaakt gezien , van zodanige te verrichtene dienften gewag te maken ,die den nieuw aangeftel den Officier, nog niet aanftonds te doen worden opgedragen, en het welk my ouden en ervaarenj Officieren , niec kwalyk neemen zullen, alzo by de Krygskunde niemand zal kunnen zeggen, dat hy dezelve, ten vollen heeft uitgeleerd , en een weetgierige vind zeer dikwyls gelegenheid, zelve van die gecnen , die ver beneden hem zyn, door verhaaien of ander nieuws, en fomwylen het voor hem noodzaaklyke, noch te kunnen gewaar worden; zo wil ik doch den grooteren, en den boogen Officieren opliggende dienst, als die zig daar naar, by verder avancement, en by meerder voorvallende gelegenheeden, die men zorgvuldig obferveeren, om zig daar door ftceds volkomener te maken, moet laaten aangelegen zyn, doen leeren,alhier met ftilzwygen voorby gaan. V\AT, OP JvEN MARSCH BY EEN DETACHEMENT ARTILLERIE TE OBSERVEEREN IS. By ieder marsch, reid de Commandeerende Officier, voor het eerfte Canon, en voert het zelve zo, dat ook, wanneer tusfchen deRotzen,de Wegen te zeer zyn uitgevaaren, als dan het beste  ( 327 ) ce fpoor word genomen, weshalven hy by nacht, twee Lantaarnen aan de rechte en linke zyde voor zig laat draagen. Want wanneer de Commandant deze opmerkzaamheid nooit uit het oog verliest, en het eerfte Canon altyd zo geleid, dat het nog omgeworpen nog de Raderen van 't zelve breeken kunnen, doch dat als dan, ook alle overige Canonnen en Wagens, daar toe gehouden worden , even het zelvde fpoor, in een gefloote Colonne, te houden, zo zal daar door niet alleen geen fchade en onnodig oponthoud worden veroorzaakt, maar het gelid, daar door ook altyd, zo veel als mogelyk, korter zyn. Derhalven zyn de Subalterne-Officieren en Onder-Officieren te inftrueeren, hier op nauwkeurig acht te geven, en de op de paarden flaapende, of andere onachtzaame knegcs, moeten nu en dan door gevoelige opwakkeringe, daar toe worden aangefpoord. Doch een zodanige knegt, die, in plaats dat hy zeker kan befluiten, dat in dat fpoor, alwaar de eerfte Vaartuigen goed zyn gepasfeerd, hy met het zyne ook goed zal kunnen voordkomen,zich evenwel noch, naar eigen goedvinden, en tegen het bevel, verftout, iets ter zyde te draaijen, en een ander fpoor te neemen, en als een rad breekt, of omwerpt, verdient met recht, wanneer men in het Leger aankomt , eene openbaare beftraffing, in tegenwoordigheid van alle de knegts, te ontfangen, ten einde zy daar aan een exempel neemen. Heeft men dit wel ingerigt,en laat men zig de moeiten niet verdrieten , maar obferveere dezelve altyd, wanneer er ook de fchoonfte wegen zyn,ten ein-  C '328 ) einde het den knegt als een werktuig worde, dan zal men , wanneer men by ongebaande wegen, heden met Schansgereedfchap voor neemt, en ze zeer fpoedig verbeteren laat, met het omwerpen of het breeken van raderen, weinig of in zyn geheel, geen ongemak hebben,een voordeel, dat voor den dienst van groot nut is. Doch zoude, ongeacht alle voorgenoomen omzigtigheid, een zodanig ongeval gebeuren , dan moet het aanftonds op de plaats,wederom worden in orde gebragt, en daar toe reets alle inrichtingen gemaakt zyn. Den Tuig-Meester en knegten moet met ernst worden aanbevoolen, dat zy voor den afmarsch, hun voeder wel opbinden, opdat onderweg niets verlooren gaat, of wederom moet opgebonden worden , alzo dit een fchadelyk oponthoud veroorzaakt. De marsch zal altyd ftil en zonder gedruisch, gefchieden , en het Tabak rooken geheel verboden worden. ^ Dooh op dat de paarden, die hunne yzers verbezen, aanftonds wederom, zo goed als het zyn kan, kunnen beflaagen worden, heeft men een Smitsknegt, reidende een voorraads paard, en, voorziet denzelve met yzers en nagelen, laat een zodanig paard aanftonds uitfpannen en beflaan;doch de marsch gaat intusfchen voord, en het paard , waarby een knegt terug blyft, komt benevens den Smit, zo fpoedig mogelyk, weder tot zynen in marsch zynde Wagen, wanneer het paard dadelyk wederom word ingefpannen. Dit zal de paarden voornaamlyk in fteen- en klipachtige plaatfen on- g<5-  C 329 ) gemeen conferveren, en in hec Leger, kan die kdud beüaagene weder afgenomen, en behoorlyk verbeterd worden. Alle Gefchut- en Ammunitie-Wagens, die daar by gehooren, moeten op den marsch, altyd, geheel vry en met niets beladen zyn, wat het oogenblikkelyk gebruik van dezelve kan verhinderen, opdat zy altyd en Batterie opvaaren, en zig kunnen verdeelen. Berg af en Berg op , kan nimmer de gefloote Colonne worden behouden, want Berg af, moet men touwen aan het Gefchut binden , en worden van agter door de bediening van dezelve, daar meede tetug gehouden, doch de Wagen word vast geremt. By fteile Bergen moet veel diflantie worden genoomen, op dat, wanneer een ongeluk gebeurd , het zelve niet te groot zyn kan. Doch Berg op, moeten by het zwaare Gefchut, de Artilleriften door middel van vast gemaakte touwen, de paarden helpen trekken, en wanneer de hoogte zeer ftyl en lang is; die men zal bezetten, dan moet men er eens zo veel paarden voorfpannen, en eerst alleen de helft daar op brengen, en dan met alle de paarden de andere helft na haaien. Alzo nu met Berg af en op, altyd veel tyd verlooren gaat, zo moet de Tete der Colonne, wanneer zy over de laagte uit eene ftreek en weder om op de vlakte is, ftil houden, en opmarcheeren , en niet eerder weder in marsch begeeven, voor dat de Queue in eene zodanige gefteldheid is; dat den geheelen train "weeder een geflooten Colonne kan houden. Hier  C 330 ) Hier zal de Infanterie fomwylen onwillig worden, ja 'er zullen Staf-Officieren zyn , die aan den Capitein van deB rigaden beveelen willen voorfchryven, dat zy marcheeren zal. Doch dewyl denzelven alleen van den GeHeraal Major der Brigade, of Brigadier, de beveelen aan te neemen heeft, zo zal hy zig daar door niet laten confus maken rnaar van deze beveelen, zo veel als mogelyk, met befcheidenheid zig excuferen en wanneer, dit met kan baten, zig als dan geheel koel gedragen, en alleen zyne fchuldigheid doen, nadien hy daar aan niet kan gehoorzaamen; want van hem en den Commandant der Divifie, wanneer die daar by tegenwoordig is , word het gevordert, dat de Brigade niet ftukswyze verdeeld, maar geheel en ter verdediging bereid , marcheeren, en ook zo op de befl-emde plaats aankoomen kan. Doch in geval een Generaal, by eene zodanige gelegenheid , zulks zeive ordonneert, dan moet men, na alvorens $ zyn fchuldige tegenwerping behoorlykmet weinigwoorden gemaakt te hebben , aan den Generaal obedieren, want de fchuld komt daarna op den Generaal , en de Subordonnatie vordert]eene blinde gehoorzaamheid. Terwyl de paarden voor den afmarsch , wyl die gewoonlyk des morgens vroeg gefchied, niet aan het water ter drinking kunnen gebragt worden, en ook, wanneer zulks al gefchiede, dezelve niet gewoon zyn,zo vroeg te drinken,dan moet de Commandeerende Officier daarop bedagt zyn, dat zy onder wegen te drinken krygen. Want een paard op zyn tyd geen water bekomende, zal natuurly- ker  C 331 ) kcr wyze, de kragten verliezen, deszelvs ingewanden verhitten, vreet daar na niets, maar is ziek, en in veele dagen geheel onbruikbaar, word hec nu nog geheel fterk geforceert, dan is het ligt geheel bedorven. Derhalven zal een ieder zeer gaarn bekennen, dat dit by den dienst een zo gewigtig punóf. is, dat de Artillerie-Officier zich door niets , zelfs niet door de fterkfte beweeggronden van den Generaal , die in zyn geheel geene , ja zelfs niet de noodzakelykfte vertraaging wil toe ftaan, moet laten affchrikken, dan, zyn zyne paarden onbruikbaar, en hy da3r mede niet meerden dienst kan voorzien, dan word het hem altyd te last gelegt, terwyl hem de verfchooning der paarden is toevertrouwd, en van hem gevorderd word. De Officier moet derhalven, in zodanige gevallen, ftantvastig zyn, en uit twee kwaaden, het minfte verkiezen, naamlyk hy moet zich liever onaangenaame zaaken laaten zeggen, en verachten, ja zig zelve arresteeren laten, en zyne plicht, dien hy aan den dienst van zynen Vorst fchuldig is, eer getrouw vervullen, als dezelve verwaarloozen, en zig tot den dienst onbruikbaar maken,'want zyn inwendig bewust zyn, zyn goed geweeten, en de vvezenlyken dienst, die hy met goede paarden, ten allen tyden, doen kan, zullen hem van alle beledigingen, die hem in allen geval, van een, hier in niet genoegzaam ervaaren of bang Opperhoofd blootftellen, geheel en al vry pleiten. Het drinken der paarden gefchied , of in een Beek, die men by diergelyke gelegenheid, te pasfeeren komt, en alwaar men by het doorvaaren de  ( 332 ) de paarden op die wyze, daarin plaatst, dat ?f alle te gelyk, van ieder Vaartuig,drinken kunnen, of wanneer dit geen plaats vind, dan in een Dorp, waar door de weg gaat. Maar, opdat de knegren geen disorders maken, en er ook zo veel te minder onophoud is,zo zal de Commandeerende Officier, aan de Inwooners van het Dorp, waar in men de paarden wil laten drinken, een Tuigmeester vooruit zenden, en hun laten zeggen, dat zy genoegzaame Vaten met water, aan den weg, binnen het Dorp, in gereedheid houden, en de paarden aldaar aanftonds drinken kunnen, anders zullen zy het aan zich zeiven hebben toe te fchryven, wanneer men gedwongen is, de manfchappen in hunne huizen te zenden, en Water-Vaten te haaien, of zig toch ten minden lang in een Dorp ophouden; ftaat nu de Tuigmeester reets met alles, tot het drinken nodig zynde, in gereedheid , dan is het oponthoud gering, en de knegts bekomen tot het plunderen of andere ongeregeldheden geen gelegenheid, want dit moet men hun ten allen tyden zoeken te beletten. Wanneer men in de nabyheid van den vyand marcheert, of langs hun heen gaat, en de Artillerie Brigade, met de Brigade van de Infanterie, zodanig is verdeeld, als zy gelyk en orde de Bataille, zullen aanmarcheeren, dan moet de Artillerie alle plaatfen waar het mogelyk is, niet meer diflantie ik het marcheeren neemen, als zy in het opmar* cheeren bekomt, naamlyk ten hoogde 10 pasfen, per Stuk gerekend. Hier moeten ligte 12 fgders, als mede 8 en 6 fgdige Canonnen, die benevens hun-  C 333 ) hunne befpanning, niet meer als 24 Ellen o. v) pasfen beflaan, verdubbelen; doch hunne Ammunitie^ Wagen, op de tegenovergeftelde zyde van den vyand, in de nabyheid, ter zyde vaaren, zo dat zy aanftonds by de hand zyn, en kort na den opmarsch, by de Brigade kunnen koomen. By zodanige Canonnen, alwaar 50 en.meer fcheuten op de Voorwagen kunnen gevoerd worden , kunnen de Ammunitie-Wagens ook gevoeglyk aan het einde van de Colonne vaaren, en een Officier kan by de zelve blyven, die dezelve zo aanftonds, als de Armee opmarcheert,op hunne Posten, tot de Batteryen brengt,die met 12 en 8 Paarden befpannen,zwaare 12 ponders, dié 30 en meer Ellen diflantie, in het marcheeren, aan en voor zig, buiten de Ammunitie-Wagen , inneemen, zyn, of als Vleugel Batteryen a la Tete en a la Queue, te houden, (alwaar zy zonder nadeel , meer diflantie in hec marcheeren neemen kunnen) en even gelyk, waar het mogelyk is, te dubleeren, of hen zydwaards, een weg, gelyk te vooren genoemd, aan te wyzen. Even'dit zelve vind ook plaats, wanneer men tot den Aanval op den vyand zelve, marcheert, alleen moeten de Batterye dan, a la Tete der Colonnen , marcheeren, zodra de Colonne zal deploije* ren, en zig fluit, wanneer zy ook maar uit 6 of 5 Stukken beftaat, in ééne, en wanneer zy uit 8, of 10 Stukken beftaat , in 2 Linien direct agter het Pelotton, dat dezelve dekt, te famen rukken, ten einde zy te gelyk met dit Pelotton, dat de Flancq dekt, echter voor het Front, opmarcheeren, en zig tot den Aanval, in gereedheid ftellen kunnen. Die Batteryen , welke tusfchen de Colonnen, verdeeld zyn, rukken, even gelyk gezegt, byde geflootene Colonnen te famen , deploijeeren; als dan regts of links, naar de gefteldheid , even als de heele of halve Divifien van de Infanterie, die onmiddelyk voor hun, marcheert, tot den opmarsen Z de-  ( 334 ) deploijeert, en trekken als dan voor de hun bepaalde intervallen, op een behoorlyke diflantie, op. Een Battery a la Queue der Colonne, zal mynens erachtens,het best doen, wanneer zy zie,zo veel als mogelyk, verkort doch als dan, na dat 't uit de Colonnen, deploijeert, niet voor het Front van de Infanterie,maar agter hetzelve en orde de Bataille, opmarcheert, de Voorwagen affpannen, en met avanceeren en Front, de behoorlyke diflantie, voorrukt, alzo daar door, de Infanterie het minfle zal worden opgehouden. Veelen zouden hier een geheel Hoofddeel, omtrent het gedrag der Artillerie, by de onderfcheiden Deploijementen, uit de Colonnen, en andere kunftige manoeuvres der Infanterie, verwagten ; maar, daar ik buiten dat, alvorens moet veronderilellen, dat geen Generaal zal voornemen een manoeuvre met de Infanterie te maken, wanneer hy niet te gelyk zyn oogmerk op de medewerking, van de Artillerie gericht heeft, en ook dieswegens, zich hier op zal bedagt hebben, derhalven al het geene, dat hier te zeggen was , tot den grooten dienst behoort, en alleen van de Dispofitie der hooger in rang afhangt; doch wyl zulks met myn oogmerk nog kragten over een flemt, houde ik my hier by, niet langer op. Evengelyk, wanneer een Post of verfchanst Leger, onder begunfliging van het vuur, van verfcheide Batteryen, of ook den wand, door middel der onderfteuning van het zwaare Gefchut, met de fchuinfche Linie zal worden aangevallen, volgt de Capitein alleen het bevel van zynen Chef, die dan het terrain recognosfeert, en daar naar zyne dispofitie zal gemaakt hebben, gelyk het dan ook den Commandant van de Divifle-Artillerie, of naar gelegenheid, den Chef zelve, vry flaat, de Brigade eene bekwaamen weg aan te wyzen, wanneer zy, na dat den vyand , van eene hoogte is verdreeven geworden , op die hoogte Post zullen vatten, om van daar den Aanval der Troupen noch verder te onderfteunen. AAN-  C 335 ) AANSPRAAK Van den tegenwoordigen koning van prüis- schen, aan zyne staf-officieren, na de revue te 13reslau, ill 1787 of I788. In het algemeen, recommandeer ik u aan, de redelvkheid jegens de Subalterne Officieren. Men voert daar door meer uit, dan door onvnendelykheid, want door het laatfte, word de Subalterne Officier , daar toe gebragt , om zyn Opperhoofd te haaten en te verachten. Begaat een Othcier een fout, in deezen ftand, die de fchatbaarfte m myne oogen is, men moet hem niet verontwaardigen , maar veel eer zoeken , zodanige fouten in t ftille af te doen; wy hebben voorbeelden, dat zodanige lieden , die in haare jeugd lustig en van een vrolyken aart waaren, de beste en eerfte Generaals by de Armee geworden zyn. Daarom myne Heeren ! moet men daar voor zorgen, dat een zodanig jong mensen, niet dadelyk ongelukkig gemaakt worde. Begaat een Officier echter laage ftreeken, dan moet men hem zyne Dimisöe geven; doch het zal my evenwel aangenaam zyn, wanneer de Dimisfie van een zodanigen Officier, op zulle eene wyze gefchiede, dat hem den weg, tot een toekomend geluk, daar doorniet worde benomen. Hier bedoelde de Monarch de beide Artillerieofficieren ,die onlangs, ineen Koffy-Huis, 111 den Diergaarde, van de Borgers kwatyk waren behandeld geworden, alzo zy zekere onbefprooken or braave Meisjes, die juist de Bruid zelvs waren, in tegenwoordigheid van haare Bruidegoms, als ligte Kooijen hadden bejegend. Zy zyn 111 ftilte, van hunnen dienstotnflagen geworden; de Koning zeide ten hunnen opzichten : Deezen hebben ichuld, waarom gedragen zy zig niet, zo als het betaamt!' Wanneer een Officier op een zodanige plaats gaat, Z 2 moet  C 336 ) moet hy zyn gedrag zodanig inrichten, dat hy geen gevaar loope, mishandeld te worden. Men zegt:gemelde Officiers zullen in Rusfifchen dienst gaan. Bericht van de battaille by lissA , den 5de December 1757 (*). Na de Battaille by Rosbach, marcheerden wy, met 18 Battaillons en 29 Esquadrons na Silefien, om de Ooftenrykm tot de opbreking der Belegering van Schweidnitz, te noodzaken. Doch wy ontdekten te Grotenhein,dat deze plaats reeds overgegeven , en de Bezetting tot Krygsgevangenen was gemaakt. Intusfchen marcheerden wy tot Naumburg aan de Queis; hier vernam men, dat den Generaal Nadasti zig met de Armee van Prins Carel byLisfa vereenigde, waar door den 22fte November, de Hertog van Bevem, wierd genoodzaakt, na de overzyde van den Oder terug te trekken. De Hertog zelve, wierd den 2411e gevangen, en Breslau den 25de overgegeven. De Koning gaf het Commando der Armee, vanden Hertog van Beveren, over aan den Generaal Ziethen, met bevel, by Glogau over den Oder te gaan, en by Barchwitz , alwaar hy, na drie marchen aankwam, weder by hem te koomen. Men moest zich zeer fpoeden,want het was te vreezen: dat den vyand van Breslau af, mogte voorrukken, om zig tegen het Conjugeeren, te verzetten. By Barchwitz troffen wy den Overfte Gersdorf aan, (*) Dit bericht is door den Koning van Pruifchen, Fredrik den Ilde aan Koning Georse den Ilde van Engeland, mede gedeeld, en houd in zig eenige byzondeiheden, die men te vergeefs in de nagelatene Werken van Fredrik den Ilde, zal zoeken.  ( 337 ) aan, met 300 man Cavallerie, even zo veel Huzaren en 200 Pandouren; deze trokken zeer laat, en zo flegt terug, dat onze ligte Troepen, een Officieren 185 man gevangen naamen (*). ive Battaillons kwamen den volgenden dag, den aoite met een Proviant en Ammunitie train van Glogau, by ons. Den ifte en 2de December, vereenigden wy ons met den Generaal van Ziethen. Wv ontdekten : dat den vyand in het vcricnanfle Leger by Breslau, waar door de Hertog van Beveren, deze Stad zo lang had gedekt, zig geplaatst hadde. Het was een zeer vast Leger; waarvan de rechte Vleugel, zich tot aan den Oder uitftrekte, het geheele Front was door een kleine Rivier, de Lohe genoemd, gedekt, en de linke Vleugel, was door een fterk Retranchement bevestigt. De Koning nam het befluit, de Lohe opwaards , na de linke Vleugel van den vyand te marcheeren, en dezelve aan te grypen;eii hier toe wierden alle fchikkingen gemaakt (**).. Men laade \A agens met draagbaare Bruggen en Steigergereedfchappen, men formeerde 2 Battaillons Vrywilligers, deeze zouden zich aan het hoofd van de 10 Battaillons plaatfen, en door 2 Linien worden onderfteund. Den 3de ging geheel , met het toeftel ten einde, den 4de brak de geheele Armeein 4 Colonnen op. De Avant-Guarde beftond uit vry Compagnie, Hufaren, Volontairen, famen 9 Battaillons en r> Regimenten Dragonders. Neumark,een Stad 4 Mylen van Breslau,tegen over onze marschroute gelegen, was met 1000 Croaten en Soa Hufaren bezet, Deze verlieten (*) In de nagelaten Werken van den Koning, word het verlies op 300 man begroot. (**) Ook van deze omftandigheid gewaagt de Koning in zyne nagelaaten Werken niets. De Koning had alzo het beiiuit genoomen 70,000 man met 33.000 111 een vast Leger aan te grypen. —r- Nergens word dit kloekmocbefluit gemeld. Z 3  C 338 ) de plaats, en onze Hufaren greepen dezelve aan, hieuwen over de 200 daar van ter neder, maakte 8 Officieren, benevens 561 man gevangenen veroverde éón Canon (*). Het overige gedeelte retireerde naar Borne, alwaar den Generaal Nadasti, met eenige Regimenten Dragonders en de vyandelyke ligte Troepen Cantonneerden. Deze formeerden zig op de hoogte van Langersdorf, en rukte eenigzins voor, om het overige van het Detachement van Neumark by zig te trekken. Doch hy keerde in zyn Quartier niet terug; maar bleef de nacht over, onder het Geweer. De Koning ontdekte, dat Prins Carel,met zyne geheele Armee voortgerukt, en over de Lohe. een water by Schweidnitz, gegaan was, en zich tusfchen Lisfa en Leuthen in de vlakte geposteert had. In het vervolg ontdekte hy, dat de Prins, bevreest zynde, van zyn Magazyn te zullen worden afgefneeden , hem daar toe aanleiding gegeven hadde (**). Ook word door lieden verzekerd, die de rechte grond dezer zaak weten konden, dat het gelukkig gevolg der Slag van den 22ften, hem tot dezen voortmarsch bewoogen had, en dat men het in de vyandelyke Armee, om ons geheel te flaan, flegts voor een kleinigheid hadde gehouden. De Avant-Guarde onder den Prins van Wurtenberg, ging door Neumark, en Cantonneerde te Kammendorf en Bischdorf, doch de Dragonders e;i Hufaren voor deze beide Dorpen. De geheele Cavallerie ging nevens de Stad voorby, en formeerde op de hoogte, een Leger; de Artillerie trok ook voorby, en bleef op de andere zyde. 12 Battaillons van de linke Vleugel, wierden in Neumark gelegt , de overige Infanterie Campeerde agter de- (*) In de nagelaatene Werken des Konings, is de fterk te niet opgegeven, en het verlies op iloo Croaten gefield doch van het Canon word niets gemeld. (**) Deze beweeggronden zyn in de nagelate Werken van Fredrik de ilde niet aangevoerd.  ( 339 ) deze Stad, alwaar ook zelve de geheele Bagagie blDen Vde, des morgens om 4 uuren,brak de; Armee in 4 Colonnen op, en rukte m de vlakte by Borne. Het Corps van den Generaal Nadast, (**] ftond op de hoogte tusfchen Lampersdor eni Borne Hy hield zig hier zo lang op, en onze Humren vielen op zyne Arrier-Guarde aan, maakte, joo gevangenen, en veroverde 1 Standaren (f). Naar het gezegde der Inwooners, was de vyand flegts noch één myl verwyderd, en toen wy de hoogte van Borneberykte,zagen wyde geheele Oostenrytcfche Armee in Slagorde. Zy waaren daags e vqpren uit het Leger by Breslau , met te rug lating dtr Tenten en Bagagie opgebrooken, om ons tegen te rukken. Wy zagen nog, hoe zy, op onzen aanmarsch, hie?endaar in hunne pofitie verandering m De^Cavallerie van hunne regte Vleugel, ftond intusfchen tot aan het Dorp Nypern. Het Dorp Frobelwitz, lag op de rechte Vleugel van hunne Infanterie, Leuthen lag voor het.Centrum,,en was met 8 Compagnien Grenadiers bezet. Sagfchutz en het Goed Koline, lag voor de linke Vleugel , die zig hoekswyze tot tegenGohlauuitftrekteCttJDeflancquenvandezelve waarendoor % Regimente Infanterie gedekt, die in een Bosch naast het Wd* (*) Deze orde heeft de Koning in zyn Werk niet ge- m6(**) In de nagelaten Werken van Fredrik, is het Nostitz gCmmGeheel anders is dit voorval in de nagelaten Werken medegedeeld, ook word aldaar het verlies, oP i'.co man 0?nr) Wanneer men deze ftelling op het Plan van Tempelhof, en de accurate Plans, die. van de Bataille's des ZevenTangen Oorlogs in Dresden, (van den overledenen Overhe of Generaal Fiisch) zyn uitgegeven, naziet , dan zal men ras bemerken, dat dat van Tempelhof, veel beter in ordeis. Z 4  C 340 ) water van Schweitnitz geposteerd ftonden. Voor Sagfchutz , lagen 2 kleine Sparre-Bosfcben, zeer naby eikanderen, deze hadden den vyand met de Wurtenberfcbe Troepen en eenige Canonnen bezet, ook een foort van verhakking, daarin aangelegc. Deze Troupes wierden door de Beyerfche onderfteunt. De tweede vyandelyke Linie was zo geplaatst, als het terrain zulks toeliet, naamlyk met de eerde Parallel. De Referve konde de rechte Vleugel onderfteunen, en het Corps ligte Troupes van den Generaal Nadasti, bevond zig op de linke Vleugel (*). Naar oogenfchyn , zonde deze Armee 65 tot 70,000 man fterk zyn. De Teten van onze Colonnen waaren door Borne gekomen, en den Koning liet de Armee,ziginSIagordeformeeren,wy waaren tusfchen de 36 en 38,000 man fterk (**). Van de Avant-Guarde wierden 6 Battaillons gedetacheert, om de rechte flancq van de Cavallerie te dekken, deze bleef in een kleine afftand van een Bosch, dat de Battaillons moesten pasfeeren. Puschwitz (Striegwitz) bleef agter de Cavallerie. De Generaal Wedil was beftemd, met het overige gedeelte van de AvantGuarde, dat nog uit 3 Battaillons beftont, het Sparren Bosch aan te vallen; 10 (tukken zwaar Canon, wierden aan hem ter onderfleuning gegeven. De Armee flelde zig in 2 Linien, de'flancquen der Cavallerie waaren door Hufaren gedekt. Voor het Centrum lagen de Dorpen Radaxdorf en Lobetinz. De linke Vleugel was aan een gedeelte van Bor- (*) Deze befchreeve ftelling, vind men niet in de nagelaten Werken des Konings. (**) Deze opgave komt niet met die, in de nagelaten Werken overeen. Alzo daar in 33000 man word gefield. In de Pruififche Berichten , in het 2de Deel van Tempelhof, en in Muller's korte Befchryving van den Silefifche Oorlog, word de Pruififche Armee op 30000, en de Oostenrykfche op 80000 bepaalt.  ( 34i ) Borne geplaatst, alwaar de Vry Compagnien en de Referve van Dragonders en Hufaren Honden. De Artillerie was inde ide Linie verdeeld. Er wierd bevolen,de linke Vleugel geheel terefufeeren en alleen de rechte in den Slag te brengen. Wy hadden buiten de Veldftukken, 71 zwaare Canonnen (*) die ten minden 12 ponders fchooten. Deze fchoone Artillerie bragt veel tot onze overwinning by. De Generaal Wedel attacqueerde het SparrenBosch met zyne 3 Battaillons. De Wurtenbergfche deden in het zelve geen der ken tegendand. Intusfchen plaatden zy zig weder, op eene kleine hoogte , agter het Bosch, en verdedigden zig hier, een tyd lang, onderfteund door 12 Canonnen. De Generaal Wedel veroverde deze Battery, en de vyand trok agter eene diepe graav terug, alwaar hy, verderkt door Troupen uit de 2de Linie, dapper vogt; alleen Prins Moritz , die deze bedenkelyke omftandigheid zag, kwam met de 6 Battaillons, die de rechte Vleugel van onze Cavallerie dekte, daarby, waarop alles aan deze zyde, tot wyken wierd gebragt. De Cavallerie had tot den Aanval geen goed terrain, alzo zy eerst door twee moerasfige graaven en het Sparre-Bosch moesten, eer zy de Flancq wonnen. Zy leed door het vyandelyke Canon-vuur zeer veel, by den driemaligen aanval, diezy maakten. Eenige Regimenten wierden terug gedreven. Doch eindelyk brachten zy den vyand tot het wyken; het Regiment Modena wierd door onze Gens-d'armes en Guarde du Corps geheel geflagen. De Hufaren van Zwieten verzuimden aan hunne zyde ook niets,zy rukten achter onze Cavallerie, voor, vielen op de vyandelyke linke Vleugel aan, en maakte 2000 gevangenen. — Rn hier (*) Dit geral en ook de ftelling van de Pruififche Armee, is niet in de nagelaten Werken van Fredrik de Ilde opgegeven.  ( 342 ) hier door was alzo de aanval, op deze Vleugel beflisc. ö De Armee was intusfchen, van tyd tot tyd, rechts getrokken , om niet overvleugeld te worden (*). De linke Vleugel liet in het voorrukken, Lobetmz links liggen, dat by het begin van de Battaille, voor hec Centrum hadde gelegen (**) De yyaud het derhalven het Dorp Leuthen, met meer infanterie, en veele Canonnen bezetten, waar door de linke Vleugel, dieniet in de Slag zoude gebragt worden, meer in het vuur kwam, als de rechte. Hy ftelde eenige vyandelyke Cavallerie voor Leuthen, om den terug togt, van zyne geflaage linke Vleugel te dekken, en aan de overige tyd te verfchaffen, om Leuthen te bezetten. Zy ftond daar by, een fterk Canonvuur door. en trok niet eerder terug, voor dat ons grof Gefchut, bet welk op nieuw tegen hun wierd opgevoerd, hen daar toe noodzaakte. Het Dorp wierd met de uiterfte cordaatheid aangevallen. De Regimenten Guarden, als mede RetzoVjMunchov en Pannewitz, deeden wonderen van dapperheid. Het 3de Battaillon Guarde forceerde het Kerkhof, dat met Grenadiers en Canonnen was bezet; doch eindelyk wierd het verovert. De vyand gaf (*) Deze manoeuvre wierd (i) door een zwaare Nevel waar door de Pruififche Armee, voor de Oofienrykers verborgen was, en (2) door de al te eroote uitbreiding der Ooltenrykfciie Armee begunfiigd. De linke Vleugel wierd geflagen, eer hy onderfteund , en alvoorens de rechte zelfs de Pruififche linke Vleugel konde bereiken. Daar en boven verloor de Ooftenrykfche rechte Vleugel haar flut, zo dra de Armee eene andere (telling moeste neemen, en dit was, alzo men niet zelve wilde aanvallen , van nadeelige gevolgen. (**) Hoe wel deze Helling meer met die van den vyand over een kwam, en ook liet vervolg beter opbelderd, zo komt even wel met dezelve geen eene tekening volkomen over een.  ( 343 ) gaf niets op, plaatfte zig op nieuw,op eene hoogte, die Leuthen commandeerde. Veele Grenadiers hielden zig aldaar, en maakte een aanhoudend vuur. Onze eerfte Linie had veel geleden en de openingen , die door de pasfagie van Leuthen ontftonden, wierden door Battaillons uit de 2de Linie, en van de linke Vleugel, het eerst toegemaakt. De 2 Battaillons op de linke flancq, fielden zig in Linien, om dezelve te verlengen ; het vuur duurde over een half uur, zonder dat een eenig gedeelte eenig terrain gewon, tot dat ons zwaare Gefchut aankwam; doch toen wierd alles in een oogenblik beflist, en de vyand, vlugte over Sahra en klein Heyde na Lisfa. De Cavallerie van onze linke Vleugel, kwam alleen, een korte tyd, voor dit oogenblik in gevegt. Tot hier toe was de Generaal Driefen, die dezelve commandeerde, alleen daar opbedagt geweest, om de linke Vleugel van de Infanterie te dekken, die van tyd tot tyd, regts trok. Maar toen de Generaal Luchefi, die de rechte Vleugel, van de vyandelyke Cavallerie commandeerde, van Nypern voorrukte, of om iets, tegen de linke Vleugel van onze Infanterie te onderneemen, of om den terug marsch, van de vyandelyke Armee te dekkeh, rukte de Generaal Driefen hem tegen. Doch hy vond voor goed, met Esquadrons links te zwenken , om dezelve met hangenden teugel, agter de Infanterie te plaatfen, zo dat wy alleen op zyne Agterhoede konden vallen (*). Doch terwyl door deze manoeuvre, de vyandelyke Infanterie geheel wierd ontbloot, zo wierp de Cavallerie van onze linke Vleugel, zig op dezelve, en maakte daar by, 6000 man gevangenen. De Overfte Angenelle , greep met de Vry Compagnien het Dorp klein Heyde aan, waar agter zig eeni- (*) In het Berigt by de nagelatene Werken - geeft de Koning aan den Generaal Driefen het bevel, om de vyandelyke Cavallerie aan te vallen , en deze werpt dezelve overhoop, naar een hardnekkig gevegt.  ( 344 ) éenigê too man Infanterie geworpen hadden, doch die het Geweer ter neder leiden. De nacht begunltigde den terug togt, van den vyand, hy ging in groote disorder, en met verfcheiden Bruggen over het water, by Schweitnitz, het welke hy met Infanterie en eenige Canonnen bezette, hy marcheerde den geheelen nacht door , tegen Breslau, en plaatfte zig agter de Lohe. De Koning nam noch dien zelvden avond van Lisfa bezit, en liet de Croaten door 3 Battaillons van daar verdryven. De Battaille duurde, des nademiddags van i tot 5 uuren. De overwinning was volkomen. -Wy hebben aan dooden iooo man bekomen, en ongeveer 3500 geblesfeerde (*). De Generaal Krokow, wierd by den Aanval der Cavallerie gevangen. De vyand heeft 4000 dooden en 7000 geblesfeerden gehad (**) en wy hebben van hem de Generaal Odonel,benevens 340 Officieren en 21,000 Soldaten gevangen , mede daar onder gerekend, die geene, welke door den Generaal Zwiethen by het vervolgen, zyn gemaakt geworden. Bovendien heeft den vyand 51 Standaaren en Vaanen, 117 Canonnen van verfchillende Calibers, en hec grootfte gedeelte van de "Bagagie verlooren. FREDERIK. (*) Volgens de nagelaten Werken aan dooden en geblesfeerde 3660. (**) Is niet in de nagelaaten Werken opgegeven.  BEOORDEELINGEN. genoodzaakt, hunne opmerkzaamheid langer op het voorftel te vestigen,om zig daardoor,het zeiven eigen maken, want ieder zaak, fchoon wy dezelve ook noch zo wel begrypen, word ons wel haast vreemd, wanneer wy niet by de zelve blyven Uil ftaan, en meermaalen overwegen. Een ander, noch veel gewigtiger, voordeel der Verhandelingen, beftaat, daar in, dat zy den Leerling meenige twyfelingen, en, zo hy tegenwoordig reeds heeft,of, die in het vervolg eefstjby hem ontdaan, daar door ontneemen, dat zy hem in het gezigtpunt leiden, waar uit hy de waarheid, door overtuiging, kan opmaken, dat zy hem voor eene noch krachtiger waarheid, alvorens vatbaar maken, en zyne geheele oplettenheid tot het volgende bewys bepalen , en eindelyk byzonder, ook daar in, dat zy door gepaste overweging, zyne opmerkzaamheid behouden, en hem zo bellieren, dat hy zelve gelooft, de geheimfte waarheden gevonden te hebben. De Schryver heeft in dit Werk, niet alleên op eene Meesterachtige wyze, in Wysgeerige gefprekken, het beoeffeuen der Mathefis opgehelderd ; maar hy heeft ook niet zelden, nieuwe wegen in de bewyzen gevonden; en dit Werk zal ook, in dit opzigt, den kundigen in de Mathefis, van nut zyn. Eéne wensch is ons, by het zelve, alleen overgebleven, waar toe ons de Schryver in zyne Voorrede zelve aanleiding gegeven heeft. Men ziet by de bewyzen, niet aanftonds, wat beweezen zal worden , wat bekend en wat onbekend word veronder fteld. In de oude Boeken ,ibeeft men de veronderfteliing met Zwabifche Letteren gedrukt, en dit heeft, hoe wanftaltig het ook mooge fchynen,zyne byzondere nuttigheid. De Schoolisten weeten aanftonds, waar het op aankomt, en wat het beste is, zy kunnen, wanneer zy eens een Capittel hebben door geftudeert, het zelve gemakkelyker, naar deeze inrichting, herbaaien, Wy  BEOORDEELINGEN. Wy gelooven, dat den Schryver, ongeacht de aanvoering zyner ftelling, in zyn voordel , niets nodig gehad hadde te veranderen; de ftelling was in zeker opzigte , hec overfchryven der § zelve geweest. Hec ftryd cegen ons Plan, ons in een Detail van Mithematifche Boeken in te laaten, wy merken dit alleen voor onze Kunstgenooten noch aan, die de Mathefis uit de Boeken willen leeren , dat zy daar toe geen beter, als het hier genoemde, kunnen neemen, en dat dit eerfte Deel de eenvouwiGeometrie, in zo verre het van de gelykheid der Linien en figuuren, handelt, influit, en in het 2'Je Deel over de Arithmetica zal gehandeld worden, net welk veelligc reeds gedrukt is;  MAGAZYN van MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Zevende Stuk. INHOUD. Berichc van de Bataille by Leuthen P«g- 345 Aanmerkingen over de voorgaande Berichte*r - o5 Dispofitien van zvm doorluchtige «oogheid den Heere Prinfe van okange en nassau èic. Cs.c. occ. E fftadhouder &c &c. &c voor de vres-te'sHagevanden ,o,u,i«en i3 Oftober 179a. 350 Befchryving van de Bataille by Lateld. - - 0/ Plaat II. te plaail'cu vour de Verklaring agter pag. 3^8 NB. oe Mukies .no^en ■■ j.en ^>flt" worJen; Te ARNHEM, By J. II. MüELEMA N, M D C C x C i i.  BEOORDEELINGEN. Campagne du Duc de Rolian, dans la Valtiline. Ptecede d'une discours fur la Guerre des Mou< tagnes 1788. 216 pag. Svo. Deeze Veldtogt volgens de Gedenk-fchriften en Brit ven , van den Hertog van Rohan opgefteld, bevat een gedeelte van een Manufcript, nopens de gefchiedenis van den Oorlog der Franfchen , onder Lodewyk de XIII. XIV. en XV. waar aan een beroemde Generaal, meer dan 20 Jaaren heeft gearbeid. Men is overtuigt, en denRecenfent ftemc daar mede over een, dat dezen Veldtogt, die in 't algemeen niet zeer bekend is, in veel opzigten, de verwondering van Militairen verdiend, en met even zo veel genoegen, als begeerte, zal worden ontfangen. Men vind hier in , eene ryke Bron van voortreffelyke onderrichtingen voor den BergOorlog. Het gefprek bewyst, dat Rohan, de Grondftellinge van deze manier van Oorlogen, die, hy uit oude Schryveren heeft ontleend, naauwkeurig heeft gevolgt. Het Gefprek fluit evenwel niets nieuws in zig,geeft kleine toereikende ontwikkelingen, en is alleen, in vergelyking van den Veldtogt zelve, interesfant. Om dezen Veldtogt te kunnen naarzien3 syn hier by eenige Caarten gevoegt.  ( 345 ) Bericht van de battaille by leuthen , door een pruisischen ingenieur officier opgesteld. N a dat de Prins van Beveren by Breslau geflagen , en deze Plaats veroverd was, zag het er voor de Pruifchcn in Silefien, zeer bedenkelyk uit. De Oostenrykers hadden tweemaal de overwinning behaalt, en waaren meester van Breslau, Schweidnitz en Liegnitz, zy hadden zig van aanzienlyke Magazynen, een meenigte Gefchut, en een groote voorraad van Krygsbehoeften, alhier meester gemaakt. Zy hoopten nu door den derden Silefifbhen Oorlog , dat geene weder te veroveren , wat zy door de beide eerften hadden verlooren. Dan hoe ras veranderde alle deze aangenaame uitzigten. Een Man, een verfchrikkelyk Man, Fredrik den tweede, naderde hen, met eene kleine, doch moedige en ontegenftaanbaare Armee. Deze omftandigheid had op hun een zodanige uitwerking, dat zy, daar over in confufie geraakte, en geen recht gebruik van hunne voordelen wisten te maken. De Koning wilde, of overwinnen, offlerven; in dit denkbeeld ylde hy, nadat hy met eene zeer kleine Armee, het ontelbaare Heir der Franfche en Duitfchen by Rosbach , den jden November 1757, hadde geflagen, om het ongelukkige Silefien te conferveren. Alle hindernisfen wierden, met eene onbefchryfelyke yver overwonnen. Den 12de November s brak de Armee voor Leipzig op, A a den  C 346 ) den 22(te kwam zy reets by Pargwitz aan,alwaar zy de Hartzbeek pasfeerde, en zig na zodanige fterke marfchen uitrustte. Den iften December kwamen de Huz3aren, en den 2den het Corps van Beveren by de Armee , die by Glogau over den Oder was gegaan. Den 4de ging de marsch tot na Neumark , alwaar eenige duizend Pandoeren en Iluzaaren ftonden, waar van 600 man, 7 Officieren, de Veld Bukkery, een klein Magazyn en twee Canonnen, de Pruifchen in handen vielen. . Als de Koning nu aldus, de Oostenrykfche Armee naderde, befloot Prins Carel van Lotharingen en de Graaf van Daun, hem te gemoet te trekken. De Oostenrykfche Armee, brak den 4den December , uit het Leger by Breslau op, ging over de Lohe, en over het water by Schweidnitz, en plaatfte zig tusfchen Nypern en Golau, met het Front teg^n Borne : Dit voordrukken was naar den wensch des Konings, want onder een zo gunfiige omftandigheid , had hy niet durven hoopen den vyand te kunnen aanvallen. Hy verzuimde ook daar by, geen oogenblik. Den jden December, s'morgens om 5 uuren brak de Armee van Neumark op, en naderde den vyand, in 4 Colonnen. In de fchemeriug bereikte zy het Dorp Borne; men hield de Voorposten van het zelve, in den beginne voor de geheele vyandelyke Armee. Doch naderhand bevond men, dat het alleen 2 Regimenten Huzaaren, cn de Saxifche ligte Cavallerie was. Zy wierden aangevallen, terug gedreven, 6 Offi. eieren en 500 man, vielen de Pruifchen in handen,  C 347 ) den. De Armee bleef noch onophoudelyk in aattmarsch, tot dat de Ttttn der Colonne voor Bom aankwamen, hier maakten, zy voor een korten tydi halt. De Koning recognosfeerde, de onafzichtbaare vyandelyke Armee. Nadat hy ten opzichte van den Aanval , een bepaaling had gemaakt, hield hy zig quafi vero, als of hy de rechte Vleugel wilde aangrypen, die de vyand ftraks daar op door de referve, en eenige Batteryen verfterkte. Doch eer de vyand het vermoede, zwenkte de Colonne regts , marcheerde na de vyandelyke linke Vleugel, alwaar zy in diervoegen opmarcheerde, dat Sagefchutz voor de rechte, en Radaxdorfen Lobetinz voor de linke Vleugel lagen. De Infanterie ftond in 't midden. Van deAvant-Guarde, formeerde zig 3 Battaillons tegen over het kleine houtgewasch , dat voot Sagefchütz ligt. De andere 6 Battaillons, {temden aan de flancq der Cavallerie van de Armee; 2y hadden de rechte Vleugel by een kleine Beekj en maakte tegen het Bosch, dat regts ligt, daar men vanSagfchütz naar 't Kollinfche voorwerkgaa-, front. Benevens de 3 Battaillons voor Sagfchützs wierd aan de linke zyde een Battery opgevoert, die om 1 uur begon het kleine Bosch voor Sagfchütz, en dezig daar bevindende Schanfen en Troupen te befchieten. Kort daarop, greepen deze 3 Battaillons het Bosch voor SagfchÜtz aan,en wierpen hier alles overhoop. De overige 6 Battaillons van de Avant-Guarde , zuiverden het Bosch aan d<£ rechte zyde, naast Sagfchfftz, tot aan de kleine Beek. De Armee begon te avanceeren, intusfchen At?, af  ( 348 ) zy regts trok. Eenige Regimenten van de Cavallerie, wierden van de vyandelyke Cavallerie,onder den Generaal Nadasti,over hoop geworpen. Doch de voornoemde 6 Battaillons, namen de overwinnende vyandelyke Cavallerie en flancq, en noodzaakten dezelve tot den terug togt. Te gelyk rukte de Huzaaren tusfchen het groote Water en het Bosch, het welk door de 6 Battaillons gezuivert was, en bragten den vyand nu geheel in disordre, zo dat de geheele Vleugel tot over groot Golau, en eindelyk noch verder , wierd terug gedreven. De Pruififche Cavallerie, wierp by dit gevegt, de Oostenrykfche geheel over hoop, doch wierd door de Cardoes fcheuten genoodzaakt, terug te trekken, en zig aan de Infanterie te fluiten, die door de onderfteuning van de Avant-Guarde de vereischt wordende uitbreiding behield. De Cavallerie van de Pruififche linke Vleugel, greep de Oostenrykfche van de regte Vleugel , toen dezelve tusfchen Heide en Leuthen kwam , in de regte flancq aan , wierp dezelve over hoop , en viel daar op de Infanterie aan , waar vanzy veel gevangen naamen. De Oostenrykfche Armeeflond nu van Rathentot boven Leuthen, en fcheen deze Pofitie te willen behouden. Zy had den geheelen dag braaf gevogten; maar nu wilde zy in Leuthen liever omkomen, als terug wyken. Het gevegt in dit Dorp, duurde een geheel uur, en kosten aan beide zy. den veel menfehen, voornaamlyk bleef aan de andere zyde, by de Windmoolen, veel volk. De Prui-  C 349 ) Pruififchen moesten de eene Aanval na de andere her haaien, en door hunne groote dapperheid alleen, wierd het Dorp veroverd. Eindelyk plaatfte zig de Oostenrykfche Infanterie, wederom tusfchen Rathen en Frobelwitz, maar ook hier wierden zy verdreven, alzo zy van hunne Cavallerie geheel verlaten was. De Pruififche Cavallerie maakte zig dit ten nutte, hieuw daar tusfchen in en maakte gevangenen. Ten laatfte geraakte de geheele vyandelyke Armee op de vlugt. De Retraite ging over het water by Schweidnitz. Tusfchen Neukirch en Probsch, nam de vyand eene nieuwe pofitie; doch ging des morgens over de Lohe. Dien nacht bleef de Pruififche Armee, met de rechte Vleugel aan Lisfa, en met de linke voor Gukkerwitz ftaan. In Lisfa kwaamen 3 Battaillons Grenadiers. Tot den 12de December wierden 116 Canonnen, 51 Vaanen en Standaaren, en 4000 Wagens met Equipagie en Ammunitie, van den vyand genoomen. Het getal der gevangenen beliep op 21500 man, waar onder 307 Officieren. De Bataille begon om 1 uur , en duurde tot 5 uuren. Den 6de December pasfeerde de Pruififche Armee, het water by Schweidnitz, en nam het Cantonneerings Quartier zodanig, dat de Lohe voor het Front bleef. De vyand trok na Schweidnitz. Den 7de ging de Avant-Guarde over de Lohe. Den 11 de begon de Belegering van Breslau, en den 19de gaven zig 700 Officierenen 17636 Onder-Officieren en gemeenen(meestendeel geblesfeerde)over. Daar by bekwam men het by Breslau verlooren Prufifche A a 3 Gc-  ( 350 ) Gefchut, cn noch bovendien 44 Cano nen, Ma gazynen enz. van nu aan, wierden de Oostenrykfche wel ras uit geheel Silefien verdreevcn. Op deze wyze , verlooren zy in eenige weken alle hunne veroveringen, en daarby 160 Canonnen 0140,000 man. Zy hadden zig dit ongeluk zelve op den hals gehaald , waaren zy agter de Lohe in hun veroeerde verfchanfte Leger, ftaan gebleven;dan had de Koning hun waarfchynlyk niet kunnen aanvallen. Want hy was te zwak, dan dat hy met eene overwinnende en voortreffelyk verfchanfte Armee,het konde wagen , die daar en boven noch voor zig een Rivier, en agter zig eene Vesting hadde. Het goede Idéé, het welk de Oostenrykfche Generaals van zig zei ven hadden , en.hunne gering achting tegens de Pruififche Armee, verleidde hun, om eene beweging voorwaards te maken, dewelke zy zo duur moesten betaalen. Het fchynt dat de Oostenrykfche Generaals hebben gelooft, dat zy na eene verlooren Slag,altyd noch in ftaat waaren, in het vaste Leger agter de Lohe, eene nieuwe pofitie te neemen, en de Pruififche Armee tegenftand te bieden, alzo de Koning ook in dit geval, by zyne zwakke Armee, zodanig zoude verzwakt zyn, dat hy niets konde onderneemen. Dac zy zo totaal geflaagen konde worden, kwam haar onmogelyk voor. Zy hadden boven dien fpreekende voorbeelden, hoe gevaarlyk het is, zig in een veyfehanst Leger te laaten aanvallen. Prins Eugenius,fjoeg in 1706 met 30,000 man, de Franfche Armee van So.cco man fterk, Uit hun verfchanst Leger voer Turin. Carel de XII-  C 351 ) XII. flneg in 1700 by Navarra, ook <5o,oeo Rusfin, die 145 Canonnen hadden, uit hun verfchansc Leger, en had flegts 9000 Man en 10 Canonnen. Dan de omftandigheden waaren hier geheel anders. De Ooscenrykfche Armee had even te vooren overwonnen; en zoude zekerlyk door het Defenfief ageeren , hunnen moed hebben laaten zinken, het welk by de voornoemde voorbeelden, het geval was. De Oostenrykfche Armee , was behoorlyk gedecip'ineert, en alleen in het open Veld, verdiende de Pruifchen den voorrang voor hun. Daar by heeft men evenwel, toch noch voorbeelden, dat Armeen achter verfchanfingen hebben overwonnen , gelyk by voorb. de Rusfchen by Pultawa. A A N M E R K I N G E Over de voorgaande berichten. Men ziet uit dit Relaas , dat het verhaal, het welk de Heer van Kat geeft: Dat de Gefchiedenis van den Zeven Jaarigen Oorlog, in de nagelaate Werken, bloot uit het geheugen, langen tyd na den Oorlog, zyn opgefleld, alzo het Manufchript zeer waarfchynlyk verbrand is. Men kan aanftonds uit de bygevoegde Helling der Berichten oordeelen, wat wy door deeze ongelukkige Brand, hebben verlooren. Wanneer men de hier gegecve Berichten, met A a 4 die  (352 ) die in de nagelatene Werken des Konings,en die van de Heer Tempelhof vergelykt: dan vind men ook meenige tegenftydigheid. Men zegge niet deze tegenftrydigheid in enkelen gevallenn, komt niet in aanmerking. Even gelyk de waare ver. telling van een enkel,de grootlte onderrichting voor de Officieren geeft. Daar door leerd hy hoe ge: v.igtig eene, in andere omftandigheden, gering gefchatte beweeging, in de Slag kan worden, hoe dikwyls van het oogenblikkelyk te nut manken, des tcrrains, de gebrekkelyke ftelling of beweging des vyands &c. de uitkomst van den Slag afhangt. In het Bericht van den Ingenieur Officier, word den vyand daar door, dat de Armee van Borne, regt uit en tegen de rechte Vleugel van den vyand begon te marcheeren, bewogen, den Aanval hier af te wagten, en dezen Vleugel met de Referve te verfterken. Van deze gewigtige omftandigheden , word in de andere Berichten mets gefproken. In het Bericht van den Koning, en den Ingenieur-Officier : greepen 3 Battaillons het kleine Bosch, en de veilchanfing, die voor Sagefchutr ligt, aan, en dreeven de Wurtenbergers uit dezeiven. In het Bericht van Tempelhof, komt niets nopens, dit kleine Bosch en de verfebanfing voor. In het hier gegeeven Bericht van den Koning, greep de Generaal van Wedel roet zyne 3 Battaillons de Wurtenbergfche in het Bosch, voor Sagefchiitz aan, veroverde daarop eene Battery, doch Wierd alleen van. de 2de Linie aangevallen, tri raak-  ( 353 ) 'raakte in eene bedenkelyke omftandigheid, toen hem Prins Moritz met de 6 Battaillons, die in den beginne, in de flancq van de Cavallerie ftonden, te hulpe kwam. Volgens Tempelhof, greepen deze Battaillons de Wurtenbergfche in het hout en de verhakking aan. • Naar het Bericht van den Koning, en vooral naar dat van den Ingenieur-Officier, gaan de Hufaaren kort by de Beek, op de rechte Vleugel, door het hout, en ageeren in een zeker opzigte gemeenfchappelyk met de 6 Battaillons tegen de linke Vleugel van den vyand. In het Bericht van Tempelhof, komt daar van niets voor, alzo daar gezegt word , dat agter Golau , de Huzaaren zig eerst hadde hervoorgedaan. Men ziet uit allen zo veel, dat de Batteryen, by de Avant-Guarde en de io Battaillons van dezelve , den vyand het eerst tot wyken bragten. Dan op welk eene wyze, zulks gefchiede? daar in vind men eenige tegenftrydigheid. Naar het Relaas van den Koning, was Driefen op de linke Vleugel, en greep de rechte Vleugel aan. Naar dat van Tempelhof, bevond zig deze Generaal op de rechte Vleugel, en greep de vyandelyke linke Vleugel aan. In het Relaas van den Koning,heeft, na het wegneemen van Leuthen, de Artillerie, en naar dat van Tempelhof, de Cavallerie den vyand andermaal tot wyken gebragt. In het Relaas by de nagelatene Werken, fchynt de Aanval en Echellon van gewigt te zyn geweest. A a j In  C 354 ) In de overige Berichten, komt deze verordening geheel niet in aanmerking. Wy zwygen van andere tegenftrydigheeden en aanmerkingen , en zeggen alleenlyk dit. Dat de Pruififche Armee, alhier haare grootfte voortreffelykheid toonde, zy marcheerde recht toe, op de linke Vleugel van den vyand, keerde zig met de grootfte gezwindheid rechts, en formeerde zonder het minfte oponthoud, genoegzaam van zelv in de marsch, de Siagorde : zy doet noch meer, houd de linke Vleugel terug, trekt beftendig regts, cn alles gefchied zonder verlies van tyd, en zonder disorde. Gewis, deze bewegingen konden ter dier tyd, by andere Troupen , geen enkele Regimenten met orde ter uitvoer brengen. En hadde andere Armeen voor de vyandelyke Armee, deze beweging zullen maken: dan waaren zy zeker totaliter geflagen. Deze overwinning, dië Fredrik den Ilde en de Pruififche Armee onftervelyk maakt, is alleen eene vrugt der kunst, die met de grootfte dapperheid daarna wierd onderfteund. Het eenvouwdige van deze inrichting, en het bekende der beweging, doet onze verfchuldigde verwondering, als in fluimer vallen. Doch wie over de moeilyke manier der beweging van de Armee, de tyd naardenkt,wie weet,hoe het by eenvouwdige opmarfchen is toegegaan , hoe lang het duurde voor dat de disorders, die aan alle plaatfen ontllaan zyn, geredresfeert wierden, die zal zeker niet zeirgen, de Koning van Pruisfchen , heeft door een toevallig geluk, zynen vyand in den 7 Jaarigen Oor-  C 355 ) Oorlog overwonnen, wanneer hy de Berichten van de Bataille by Leuthen gelezen heeft. Wanneer men het doorfneeden terrain van de rechte Vleugel der Pruififche Armee in aanmerking neemt, dan fchynt het zekerlyk, als of hier meer Infanterie zoude van nut geweest zyn. Doch hier waaren alle Wapenen by eikanderen; de Infanterie en Artillerie, wierp eerst den vyand overhoop, en de Cavallerie voleinde de overwinning. De Oostenrykfche hadden geen goede inrichting by deezen Vleugel gemaakt. Hadden zy in de eerfte Linie meer Infanterie gehad, en de Artillerie agter het doorgefneden terrain wel geplaats: dan zoude het den Pruifchen zeer zwaar gevallen zyn, hier door te dringen, want de hindernisfen waaren groot, en geduurende dat noch Infanterie uit de Armee aangerukt was, was ook de Referve van de Oostenrykfch Armee aangekoomeu.  ( 356 ) Disposihen van zyne doorluchtige hoogheid den Heere Prince van orange en nassau &c. &c. &c. erfstadhouder &c. &c. &c. VOOr de manoeuvres , die op den iode ude 12de en 13de October 1792, met vier Battaillons, te weeten een Grenadier- en drie Musquetier-Battaillons van de beide Regimenten Guardes Infanterie , onder hoogst deszelfs Commando, verricht zyn in de Plaine by de Maliebaan te 's Gravenhage. Dispositie voor het manoevre van Woensdag den 10de Oftober 1792. Het Grenadier Battaillon gerangeert zynde in Battaille in het klein Voorhout, met den regter Vleugel naar het Bosch, de beide Battaillons Hollandfche Guardes te voet aan de Oostzyde van het Voorhout, Front maakende naar de Huizen, en het ïfle Battaillon Zwitferfche Guardes op het Tournooiveld , met de rugge naar de Huizen,zullen, als zy ordre bekomen, om af te marcheeren, met Pelottons regts afmarcheeren. Alvorens zullen van ieder der Battaillons , welke exerceeren den Adjudant en een Onder-Officier, en van ieder der Battaillons Musquetiers , vier man met QuartierVlaggen , vooruit gezonden moeten worden, om door een der Adjudanten van zyne hoogheid te worden geemploijeert, om het Allignement aan te wyzen, en moet de ïfle Linie van het Allignement genoomen worden, omtrent 40 pasfen van de Boomen, aan de kant van den weg langs de Maliebaan, en de andere Parallel aan deeze Linie, zo  C 357 ) zo digt mogelyk by de Gragt. De Battaillons in de Plaine gekoomen zynde, zullen Divifien formeeren, op een Roffel zig in Colonne formeeren , en marcheeren, ieder naar derzelver Adjq. dant: zullende de Adjudanten onder elkander het terrain verdeeleu , en wel zorge dragen, dat zy hunne diflantien wel neemen, als dan zullen de Battaillons links deploijeeren, en vervolgens tweemaal met Battaillons chargeeren , retireeren, tweemaal in het retireeren, met Battaillons chargeeren, nog retireeren, halt en front maaken , avanceeren, in het avanceeren tweemaal met Battaillons chargeeren, nog avanceeren, halt houden, tweemaal met Pelottons chargeeren, retireeren,halt en fkont maken, tweemaal met Pelottons chargeeren,avanceeren , de groote marsch doen; tweemaal met Pelottons chargeeren, de Linie naar de midden rigten; het 2de Battaillon Hollandfche Guardes te Voet is het rigtings Battaillon, dan zal een Quarree geformeert worden, op de volgende wyze. Het ïfle Battaillon Hollandfche Guardes te Voet maakt links om, het ifte Zwitferfche Guardes regts om, en fluiten aan hec 2de Battaillon Hollandfche Guardes 'te Voet, als gecommandeert word: formeert het qdarree, maakt het ïfle Battaillon Hollandfche Guardes te Voet, het ïfle cn net 8fte Pelotton van het 2de Battaillon Hollandfche Guardes te Voet, en het ïfle Battaillon Zwitferfche Guardes regts OxM keert: op het woord marsch verandert het ïfle Battaillon Hollandfche Guardes te Voet en het ïfle Pelotton van het 2de Battaillon regts van front, en het 8fte Pelotton van  ( 35* ) Van het laatst gemelde Battaillon, en het ïfle Battaillon Zwitferfche Guardes links. Alsdan zullen het ïfle, ade en 3de Pelotton van hec ifte Battaillon Hollandfche Guardes, noch eens regts zwenken , en het 6de 7de en 8fle van het ifte Battaillon Zwitferfche Guardes, noch eens links. Op een flag maakt alles front naar buiten. Het Grenadier Battaillon za!,a!sgecommandecrtword: geeft act cm het quarree 'ie formeeren , avancecrcu 12 pasfen; dan links om maaken; en marcheeren tot voor het 2de Battaillon Hollandfche Guardes te Voet: cn zullen als dan,als het Quarree Geformeert word, zig plaatfen, de ifb; Divifie voor de 2de Flancq, de 2de voor de ïfle Flancq, cn de 3de voor de 4de Flancq. Als dan zal het Quarree retireeren, cn de Grenadiers vuuren, geduurende deeze retraite, zo als in het langwerpige Quarree. Ais het Quarree halt en front zal gemaakt hebben, zullen,op een Appel, de Grenadiers en het Quarree marcheeren, en zig postecren agter de fl.mcóuen, waar voor zy gedaan hebben, als dan zal het Quarree met Pelottons Chargeeren , de regtër Vleugel van ieder flancq vangt aan, cn vervolgens zal het Quarree met Geleederen Chargeeren,en daarna herfield worden. De Grenadiers marcheeren uit het Ouarree; ieder Divifie uit het flancq waar agter zy flaat, cn verzamelen zig voor de voorflancq, maken als dan rf.cts cm, cn marcheeren naar derzelver plaatfen, aan den regter Vleugel van de Linie; ondertusfchen zullen eerst de ïfle, 'iae en 3de Pelottons van het ïfle Battaillon Hollandfche Guardes te Voet links, cn hec 6de, 7de en Cfle van het  ( 349 ) het ifie Battaillon Zwitferfche Guardes regts zweri ken, en dan zal het ifte Battaillon Hollandfche Guardes te Voet,en het ïfle Pelotton van het 2de Battaillon Hollandfche Guardes te Voet links, cn het 8fte Pelotton van het laatst gemelde Battaillon en het ïfle Battaillon Zwitferfche Guardes regts van front veranderen , en dan zal het ifte Battaillon Hollandfche Guardes rf.gts om,en het ïfle Battaillon Zwitferfche Guardes linksom maaken, en derzelver diflantie neemen, dan zal de geheele Linie retireeren , tot op de 2de Linie van Allignement, en zig naar de midden rigten, en dan het Geweer by de voet neemen, en weeder op fchouder, als dan zal met de Diagonaal marsch regts geavanceert worden, ieder Pelotton zwenkt regts, de helft van een quart Cirkel, en de Officieren van alle de Pelottons, uitgenomen die van het ïfle Pelotton Grenadiers, Hellen zig aan den linker Vleugel van derzelver Pelottons, en moeten deeze Officieren wel op eikanderen gericht zyn en blyven, en derzelver diflantien wel obferveeren , als dan zal gemarcheert worden tot op de ïfle Linie van Allignement, en dan zal wederom links een halv quart Cirkel worden gezwonken , en zal vervolgens de Linie met het Hegge-vuur Chargeeren: daarna zal de Linie zig regts rigten; vervolgens zal het Grenadier Battaillon, en het ïfle Battaillon Hollandfche Guardes te Voet, en het 2de Battaillon Hollandfche Guardes te Voet, en het ïfle Battaillon Zwitferfche Guardes regts agterwaarts van front veranderen, en op die wyze twee Linien formeeren, de 2de Linie zal avanceeren, tot da:  C 360 ) dat zy op 36 pasfen van de ifte Linie zy,nadat zy van fkont is verandert, de ifte Linie zal, als zy van front is verandert, vuuren met Pelottons, aanvangende van het 8fte Pelotton en op een Roffel zal dat vuur ophouden , als dan zullen beide Linien avanceeren; de ifte zal attaqueeren, vervolgens met Rotten Chargeeren , tot op een Roffel, GeneraaleDecharge doen met Battaillons, en door de 2de Linie retireeren. De 2de Linie voor zynde, zal het Bilbode vuur doen, tot op een Roffel, als dan retireeren beide Linien, en in het retireeren , zal de 2de Linie tweemaal met effen en oneffen Pelottons Chargeeren, dan halt en front maaken,eene Generaale Decharge met Battaillons doen, en door de ifte pasfeeren: de ifte Linie voor zynde, zal tweemaal met effen en oneffen Pelottons Chargeeren , vervolgens retireeren beide Linien, in het retireeren zullen zy halt maaken, met Pelottons links zwenken, fluiten om te deploijeeren, halt en front maaken, als dan zal de iue Linie regts, en de 2de links deploijeeren, en zal als dan eene Generaale Decharge met Battaillons worden gedaan,van den regter naar den linker Vleugel; daarna zal de Linie met Pelottons links in Bataille afmarcheeren, en marcheeren naar derzelver vergaderplaatfen,alwaar deBattaillons regts zullen opmarcheeren, en zig links rigten , en vervolgens in Parade herfteld, en de Compagnien geformeert worden. NB. Ieder Grenadier en Musquetier zal voorzien moeten zyn, van 28 Patronen. s'Gravenlaage den 9 October 1792. {Was getekent) W. Pr. van ORANGE. Dis-  C 3<*i ) Dispositie voor de exercitie Van Donderdag den n October 1792. Het Battaillon Grenadiers zal gerangeert ftaan in Battaille, in het kleine Voorhout,het ifte Battaillon Hollandfche Guardes te Voet, op het Tour. nooiveld, met de rugge naar de huizen, en de beide Battaillons Zwitferfche Guardes, aan de Oostzyde van het Voorhout front maakende na de huizen, van ieder Battaillon zal de Adjudant met een Onder-Officieren 4 Musquetiers van ieder Battaillon , dat mede exerceert , met quartier Vlaggen vooruit gezonden worden, naar de Plaine by de Maliebaan, om door een Adjudant van zyne hoog» heid geemploijeert te worden, de Battaillons zul» len, als zy daar toe ordre bekoomen met Pelottons regts afmarcheeren, in de Plaine in het Allignement marcheeren,Links opmarcheeren, en zig regts rigten, als dan zal de Linie tweemaal mee Pelottons Chargeeren, avanceeren, en de geforceerde marsch doen, halt houden, tweemal met Pelottons Chargeeren, retireeren, halt en front maken, tweemaal met Pelottons Chargeeren, nog retireeren, halt en front maken, tweemaal met overfpringende Battaillons ftilftaande Chargeeren, avanceeren , in het avanceeren tweemaal met Battaillons Chargeeren, nog avanceeren, halt houden, retireeren, tweemaal met Battaillons in het retireeren Chargeeren , nog retireeren, halt en front maken, de Linie naar de midden rigten , het ifte Battaillon Zwitferfche Guardes zal zyn B b het  ( 3Ö2 ) het rigtings Battaillon; de Geweeren by de Voet, en weder op fchouder neemen. Attacqueeren, regts en Echellon, retireeren en Echequier, eene Collonne formeeren op het Centrum van de Linie, op deze wyze, de ïfle Divifie van het Battaillon Grenadiers avanceert 8 pasfen , de 2de marcheert agterwaarts 8 pasfen, en de 3de 12 pasfen, en maaken als dan links om , en marcheeren tot op de midden van het 1 fleBattaillon Zwitferfche Guardes, het regter halve Battaillon van het ïfteBatt. Hollandfche Guardes te Voet, marcheert voor derzelver linker halveBatt., het linker halve Batt. van het 2de Batt. Zwitferfche Guardes, marcheert voor derzelver regter halve Battaillon, het ifteBataillon Zwitferfche Guardes, formeert zig als gewoonlyk, om de Colonne op het Centrum van het Battaillon te formeeren, als dat gedaan is, avanceeren het ifte Battaillon Hollandfche Guardes te Voet, en het 2de Battaillon Zwitferfche Guardes en fluiten zig aan het ïfle Battaillon Zwitferfche Guardes, op het woord marsch word deeze Colonne als gewoonlyk geformeert, met deeze Colonne zal worden geattacqueert, geretireert en gevuurt,tot op een roffel, by het vuuren zullen de twee Divifien Grenadiers, die agter de Colonne flaan, deploijeeren, en zig naar het vuuren, weederom agter eikanderen plaatfen , en na het vuuren word de Linie in front herfteld, beide Vleugels der Colonne zwenken , de Grenadiers die voor zyn, pasfeeren als dan agter het front, en zal het Grenadier Battaillon, agter de Linie om, naar deszelfs plaatfe marcheeren, de beide Vleugels gezwonken heb-  C 3^3 ) hebbende,zal hec ïfle Battaillon Hollandfche Guardes te Voet,regts om,en het 2de Battaillon Zwitferfche Guardes, links om maaken, en derzelver diflantien neemen,en dan deploijeeren,en het ïfle Battaillon Zwitferfche Guardes herftelc zig in front als gewoonlyk naar dit Manoeuvre, dit verricht zynde, en de Linie gericht zynde, zal dezelve marcheeren tot in de Malibaan,als dan met Pelottons regts in Battaille marcheeren, het holle weg vuur doen, met het Battaillon Grenadiers, en het ifte Battaillon Hollandfche Guardes te Voet, in het avauceeren, en met de beide Battaillons Zwitferfche Guardes in het retireeren, dit vuur verricht zynde, en de Linie geretireert hebbende, zal de Linie links op marcheeren, en zig regts rigten, dan zal de Linie retireeren, in het retireeren met Pelottons en Divifien afbreeken, het geene ieder Commandant van het Battaillon naar welgevallen zal commandeeren, tot op een roffel, wanneer zy alle de afgebrooken Pelottons of Divifien moeten laaten opmarcheeren, vervolgens zal de Linie halt en front maaken, zig naar de midden rigten, vervolgens eene Generaale Decharge doen, van den regter naar den linker Vleugel, en dan met Pelottons links in Bataille marcheeren, naar derzelver vergader plaatfen, aldaar regts op marcheeren, zig links rigten , de Battaillons in Parade herflellen, en de Compagnien formeeren. NB. ieder Grenadier en Musquetier zal van 28 Patronen voorzien moeten zyn. 'sGravenhage den 9 Oclober 1792. (Was getekend) W. Pr. v. ORANGE. Bb 2 Dis-  ( 364 ) Dispositie voor het manoeuvre Van Vrydag den 12 Oclober 1792. , Het Grenadier Battaillon zal gerangeert zyn in het kleine Voorhout, met den regter Vleugel naar het Bosch, de beide Battaillons Hollandfche Guardes te Voet, aan de Oostzyde van het Voorhout, front makende naar de Huizen, en het 2de Battaillon Zwitferfche Guardes , op het Toumoo;veld, met de rugge naar de Huizen; de Adjudant en 1 Onder-Officier van ieder Battaillon, en 4 Musquetiers per Battaillon met Quartier-Vlaggen, zullen vooruit gezonden worden, om door een deiAdjudanten van zyne hoogheid geëmplooijeert te worden om het Allignement aan te wyzen, daar zullen 2 Linien van Allignement genomen worden, zo als by de Dispoficie van Woensdag den 10 October voorgefchreeven is, de Battaillons zullen als zy order daar toe bekoomen, met Pelottons regts afmarcheeren, in de Plaine komende Divifien formeeren, en op een roffel zig in Colonne formeeren, en marcheeren op derzelver Adjudant, zo als in de bovengemelde Dispofitie is voorgefchreeven; de Colonnes links gedeploijeert hebbende, en regts gerigt zynde, zal de Linie tweemaal met oyerfpringeqde halve Battaillons Chargeeren, retireeren , in het retireeren tweemaal met -effen en oneffen Pelottons Chargeeren , nog retireeren , halt houden , avanceeren , en de geforceerde marsch doen, tweemaal met Pelottons Chargeeren, retireeren, halt en front maaken, de Linie rigten  C38 ) O E C O D A 3 765432 1. B By deze Manier van richten, kan geen Linie zonder zwenking, en daar uit ontflaane disorders, zig bewegen, uit deze twee volgende oorzaaken. 1) Hangt by hun de richting van het ïfle Esquadron, van de manfchappen van den rechten Vleugelaf, en derichting van het 2de Esquadron van het 1 fte, de richting van het 3de van het 2de enz. Derhalven word'de richting van de Linie door de manfchappen van de rechte Vleugel bepaald, en terwyl deeze tegen elkauderen, op beter voet de richting van tyd tot tyd veranderd; zo moet de geheele Linie zig ook, van tyd tot tyd, noch meer veranderen, en derhalven moet in dezelve, eene geduurige wending ontftaan. 2) Word in de Esquadrons de richting niet nauwkeurig opgevolgd; begaat hier of daar een man, in het ïfle Esquadron, door het terug blyven,of voorkoomen ,een misflag : zo heeft zulks op de geheele Linie invloed , en dezelve blyvt van dat oogenblik af aan,  ( 399 ) aan, naar de linke Vleugel toe , terug of koomt voor. ' By deze manier van richten, zal alzo de geheele Linie, wanneer van alle de manfchappen flegts één man een fout maakt, of zig niet terdond weder richten kan, eene valfche richting bekoomen. Een enkel Esquadron, kan niet altyd, naar deze manier van richting, zig zonder alle disorders, beweegen ; maar men is genoodzaakt, den manfchappen te zeggen, dat zy niet te driftig, wanneer zy hunne richting verliezen, dezelve wederneemen, of anders gezegt, dat zy de valfche richtingen altyd niet te haastig of op eenmaal volgen, welke aan de rechte Vleugel, (wanneer regts word gericht) onvermydelyk zyn. Volgen zy deze regel niet: dan ontftaat eene afmattende zwenking, zo dat op het laatst alle orde uit het oog raakt. Doch volgen zy dezen regel; dan marcheert het Esquadron, wel niet zo zeer nauwkeurig gericht, maar de fouten, zyn ook niet zo groot , als te vooren. Evenwel kan men als dan niet zeggen, dat men zig in eenigen opzigte, naar de manfchappen van de rechte Vleugel richt, doch men vermyd veel meer het draaijen, wanneer men zig niet naar hun richt. Dit bewyst genoegzaam, dat de manfchappen op den Vleugel, waar naar men zig richt, geenzints tot een behoorlyk Allignement kan dienen. Want daar by één Esquadron de misdagen reets zo groot zyn , zo dat zy de orde te leur dellen, wat zal dan niet by meer Esquadrons gefchieden? §. 9,  ( 4oo ) §. 2. Verbetering der voorige of oude manier van r.ichtei1. Om de richting niet van eenigen manfchappen te doen afhangen , vordert men van de OnderOfficieren in het eerfle gelid, (die tusfchen het vierde gedeelten der Esquadrons , en hier door b. c. en d. getekend zyn) 2de Esquadron ïfle Esquadron e d c b a en de Officieren op de Vleugels , dat zy zig op eikanderen Alligneeren, en de fouten jvan de manfchappen, tusfchen hun voorkomende, niet toelaten , maar dezelve veel meer zullen corrigeeren. By voorb. Dat zy zig met de Vleugel Officier a alligneert , c met b. en a en d met c , b en a enz. Op deze manier worden de fouten, die de manfchappen in de richting maken , by tyds op de plaats gecorrigeert, en daar door zal de marsch in de enkele Esquadrons eenigfints nauwkeuriger worden ter uitvoer gebragt, en niet aan zo menigvuldige toevallen onderhevig zyn. Doch wil men deze manier van richten , tot eene geheele Linie gebruiken: dan zoude een altoos duurend en ten laatfte in een geheele disorder, een gantsch onvoeglyk zwaaijen daar door onvermydelyk ontflaan, zo als uit het volgende blyken zal. Hoe kan den Onder-Officier zig by de eerfle fout van i Esquadron , alwaar b, me: den Officier a al-  ( 4©r ) alligneert? naar de fchouder of perpendiculair vari het Paart P Dit zoude wel kunnen gefchieden, wanneer beide vry waaren. Doch hier ftaan tusfchen hen, wanneer de Esquadrons voltallig zyn 15 man (of wanneer het ook flegts 6 man zyn). Deze dringen hem, en komen van tyd tot tyd te ver voor, waar door hy, wanneer hy den Officier a zien wil, zelve te ver voor, en alzo in eene valfche richting komt. Den Onder-Officier c die zig met b en a alligneert, komt alzo ook te ver voor uit, benevens en met hem het geheele Esquadron. Intusfchen dat de fout die den OnderOfficier b maakt, niet zeer groot word, wanneer hy oplettende is; dan word de fout in het Esquadron niet zeer groot, en zal alleen 4 maal groo. ter worden, dan hy dezelve gemaakt heeft. Doch geheel anders is het met 8 Esquadrons , daar word by ieder Esquadron de fout juist 6 maal grooter, en heeft den Onder-Officier b een fout van 2 pasfen gemaakt; dan zal het 8fte Esquadron reets over de 100 pasfen terug blyven of voorkomen , dit is intusfchen nog de eenige fout niet, die door deze manier van richten ontftaat. 2. De Onder-Officieren kunnen zig in het algemeen, niet nauwkeurig op eikanderen richten;de manfchappen maken zulks voor hun onmogelyk, alzo zy te ver voorkoomen, en daar door van tyd tot tyd eene draijing in de Esquadrons ontftaat, en zy voorzeeker niets in de Gelederen, geduurende de beweeging kuftnen maken ; dit zal hun bekend zyn , die, gelyk den Schryver van deze Ver-  C 402 ) Verhandeling, zelve in Gelederen,bewegingen by de Cavallerie hebben gemaakt. §. 3. Waar op by eene goede manier van richten, waar naar de geheele linien zullen avanceeren , moet worden gelet. Wanneer meer als een Esquadron, zig met eenige orde zullen bewegen: dan moet 1. De richting der Linie niet van de richting va'i één Esquadron afhangen, terwyl alzo ieder Esquadron in de beweging heen en weer draaid, ten minftén zo fterk heen en weer zwaait, dat eene groote Linie, die in de richting hen volgt, daar door in disorde zoude komen. 2. De richting eener geheele Linie moet van punten afhangen, die niet naby eikanderen zyn; komt hier van ook zomwylen al eens deeze of geene een weinig te ver voor, of ook fomst iets te ver terug, dan wor Erdoor het Allignement niet zo veel veranderd, als wanneer zy nader by eikanderen zyn. Richt men zig eens na de beide punte a en b die 100 pasfen van eikanderen zyn, andermaal na de beide punte b en c , die alleen 5 pasfen uit eikanderen zyn; dan zal men in het eerfte geval ,• 20 maal minder , als in het tweede draaijen. Want komt de linke Vleugel c of a in beide gevallen 1 pas voor ; dan ontftaat, by de korte fchuinfche Linie d b. en by de lange de 20 maal mindere fchuinte f b. 3-  C 403 ) 3. De richting der Linie in 't groot, moet van de Officieren afhangen. Op de gemeene kan men zig, ten minden niet voor den vyand verlaten, vooral, terwyl dikwyls niet genoeg geoeffende manfchappen daar tusfchen zyn geplaatst. 4. De richting der Esquadrons in 't groot-moet zo zyn, dat eene geheele disorde in het algemeen kan worden voorgekomen; dat de orde by'ftof of een ongelyk terrain , en by andere voorvallende gelegenheden , niet geheel kan verlooren gaan. Heeft men een manier van richten, die deze omftandigheden veroorzaaken, en' voor het overige ook geen groote nauwkeurigheid vorderen: Zo is zy doch beter, als eene andere, die een zeer regulier aanzien by het Exerceeren heeft, en zig niet tot byzondere omftandigheden fchikt 5. Eene manier van richten, die veel oeffening van de manfchappen vordert, die alleen door vaardigheid kan worden uitgevoerd, is in geenerly wyze, aan het oogmerk voldoende, alzo in den Oorlog de  C 404 ) de aardigheid wegvalt; deels uit gebrek der exercitie, doch deels ook deswegens, dat op eenmaal te veel Recruten in de Esquadrons koomen. Een zodanige methode kan in tyd van Vreede wel hun geluk bevorderen, doch den dienst des Konings profiteerd daar by niets ; maar verliest ■veel meer daar by, alzo men dat gene niet berykt wat tot het oogmerk dient ■• 6. Wil men geheel, uit eene'proev met Esquadrons, die alleen het derde gedeelte zo fterk zyn, als zy in den Oorlog zyn zullen, de deugd van een methode bewyzen ; dan zal men zig geheel vergisfen, intusfchen de zwarigheden van de beweging , gelyk de groote van het Front toeneeHebben de Esquadrons den eene reis 20 en op een andermaal 60 Rotten, dan zal de marsch by 60 Rotten zekerlyk 3 maal zo zwaar, als by 20 Rotten, zyn uit te voeren. 7. Wilde men uit één proev, met weinig Esquadrons , zyn befluit maken ; dan zoude men zig wederom vergisfen ; want by 4 Esquadrons kan eene Linie zeer goed, naar eene gebrekkige methode , ava 1 ceeren, waar en tegen by 8 Esquadrons naar die zelve manier, disorders ontflaan, alzo de zwarigheden onder zekere omftandigheden by 8 Esquadrens noch eens zo groot, als by 4 Esquadrons zyn . 8. Eene manier van richten,die in 't groot,zoude kunnen gebruikt worden, moet in een Mathematifche orde zyn; het moet naamlyk uit Mathematifche gronden konden zyn, dat volgens de/e me-  C 405 ) methode, een Linie kenbaar zy en in 't groot ftand grypt. In 't klein vergoed de vaardigheid, en de Machanismus die fouten, die eenigzins in de fchi;king worden gemaakt. Doch hier, alwaar alles ii 'c groot gaat, vind die geen plaats, en hier is zonder naauwkeurigheid, niets gefchied. Men moet derhalven, by die inrichtingen , en die op groote bewegingen betrekking hebben, even zo zeer de Mathefis, als de bloote Practicq raadpleegen; anders zal men nooit tot eene volkomenheid geraken. §. 4. ferste VOORSTEL om OP EENE anpere wyze, DE FüO.vT MAKSCH TE maken, HET welk in 'T groot , met ORDE kan ge' CHIEDEN. 1. Wanneer regts word gericht, dan ftelt het 2de Esquadron en byzonder alleen de Officier a. op den rechten Vleugel van dezelve , de Linie iri alle gezwindheid. Hy moet zig dienvolgens, op eene gelyke wyze bewegen, en alzo in draf of in gallop, altyd even fpoedig avanceeren. Hy neemt zyne richting zodanig, dat, wanneer hy tot aan den voormarfcherende Officier b. f voor het eerfte Esquradron) voortrukt, van denzelve noch even zo ver verwyderd ware, als van den Officier van het eerfte Esquadron van den rechte Vleugel. b a | • c « 765432! E e De*  c 4ö5 ) Deze puntten, naast den voormarcheerende Officier, laaten zig op de aarde ongeveer zo naauwkeurig als hier word vereischt, bepaalen. Door deze aanmerking, zal zonder verdere hulp, zelfs de interval tusfchen het ifte en 2de Esquadron behouden worden. Ten einde het nóchtans zo veel te naauwkeuriger gefchiede, zo wend hy hier by te gelyk, zyne opmerkzaamheid aan. 2. De Officier c op de regte Vleugel van het ifte Esquadron, volgt een voor zig voortrekkende Officier. Deze voortrekkende , heeft volgens de geheele Linie, eene perpendiculaire Linie ge. noomen, en daarin eenige puntte genoteert, waar op hy aanreid. Geduurende dat de Officier op de rechte Vleugel van het ifte Esquadron, den voormarcheerende Officier b volgt; richt hy zyne verhaasting zo in , dat eene Linie van de Standaaren (of wanneer hy deze niet kan zien, van den regte Vleugel) het 2de Esquadron na hem , de direttions Linie van den marsch , en eene rechten hoek formeert. Daar hy zelve zulks niet naauwkeurig genoeg zien kan, nadien zich zyne oplettenheid op den voormarcheerenden Officier moet richten ; zo moet hem ten opzigte der gezwindheid, een Major of een ander Officier, die naast hem reid, hem dirigeren. Deze let als dan daar op , dat het ïfle Esquadron, wanneer het van het 2de terug blyft, of 'c zelve voorkomt , de fouten van tyd tot tyd verbetert, ten einde de Esquadrons, van den linke Vleugel, als 3, 4 &e. niet op eenmaal, te fchielyk of te langzaam, zig behoeven te bewegen. Dan men zal  ( 40? ) zal in 'c vervolg zien , dat het voorkomen en 't te rug blyve der Linie van het ifte Esquadron afhangt. 3. De Esquadrons richten zig allen regts, op de volgende wyze; Ten eerfte, de Onder-Officier a des ifte i Esquadrons van het ifte Esquadron. FRONT e d c a b. Alligneert zig met den Officier b. op den rechten Vleugel, en let daar op, dat eene Linie van hem op dezen Officier, volgens de directions Linie van den marsch, eenigermate lynrecht aankomt. De manfchappen tusfchen hem en den Officier, moeten zig derhalven in acht neemen, dat zy niet te ver voorkomen. Met dezen Onder-Officier a en den Officier b. Alligneert zig de Onder-Officier c aan het 2de | Esquadron, en met c en a Alligneert den Onder-Officier daan het 3de ± Esquadron en met deze en c den Vleugel Officier e. Op deze wyze, zal het Esquadron eeniger mate, perpendiculair, in de directions Linie van den marsch blyven. Dit is eene Hoofdzaak, alzo de Esquadrons, wanneer zy fcheef zyn gericht, rechts of links van de direction komen. Het is doorgaands noodzaaklyk, de manfchappen in te prenten, dat zy niet récht kunnen voorkomen, wanneer zyniet * Ee 2 per-  ( 408 ) perpendiculair hun paard naar de marsch Linie houden. Dat, zodra dit niet,word in 't oog gehouden, ftraks gedrang , of openinge en andere disorders ontdaan. 4. Hoedanig zig den Vleugel-Officier van het 2de Esquadron ]zal richten, is reeds gezegt. De 2de man van de Vleugel, richt zig met dezen Officier, en den Standaar in het ifte Esquadron , de 3de met deeze beiden en den ftandaar enz. Daar echter deeze richting aan de gemeene geheel overgelaten word, zo vordert men van den Onder-Officier van het ifte ' Esquadron, dat hy zich met den Vleugel-Officier en den Standaar van het ïfle Esquadron Alligneert,of wanneer hy deze niet kan zien, met de regte Vleugel van het ifte Esquadron. De overige Onder-Officieren richten zig, als by het ifte Esquadron. 5. De Officier op de rechte Vleugel van het 3de Esquadron, alligneert zig met de Standaaren van het ifte en 2de Esquadron, of met de rechte Vleugel van deze Esquadrons, wanneer daar by geen Standaars waren, of dat zy niet te zien waren. De Onder-Officieren van dit Esquadron alligneeren zig met hunnen Vleugel-Officier en op de even genoemde Standaaren. Den geleider der Standaaren van het 3de Esquadron legt zig daar op toe, om zig met de Standaaren van het ifte en 2de Esquadron, te alligneeren. Het zoude een opening veroorzaaken, wanneer de regte Vleugel zig ook niet naar de Standaaren alligneerde , en derhalven moeten de Standaaren zig alleen, en zo verre alligneeren,als een fout  ( 409 ) fout in de richting,in het midden van het Esquadron, daar door wierd gecorrigeert. Was, by voorb. het2de ;-Esquadron te ver terug gebleven,gelyk ook de Standaaren, dan alligneert zig den drager van de Standaar met de beide Standaaren,en de manfchappen aan de rechte zyde, nemen deze fout in opmerking. De Schryver van deze Verhandeling weet, uit eigen ondervinding, dat dit zeer wel kan gefchieden, en dat den drager der Standaaren, den meeften tyd de beide Standaaren van de regts naast zig hebbende Esquadrons, beurteling, de beweging kan waarneemen. Was het ook daar door, dat hy fomtyds agter zyne naast hem ftaande manfchappen heen zag. Voor het Overige fpreekt het van zelve, dat de manfchappen naast den Standaar-drager van hem moeten worden geadverteert, wanneer hy wil voorrukken. Wanneer de Standaaren, langer als gewoonlyk, (of wanneer aan hun een vooruitftaande Vaantje, bepaalt), waren: zo zoude dit de richting ongemeen verligten. Men gaat niet naar, waarom men zig van deze hulpmiddelen niet zoude bedienen. Die geene welke in het klein, zonder deze hulpmiddelen kunnen vaardig worden, en het alzo onnodig achten, maken een verkeerd befluit, waar van de oorzaaken reeds te vooren zyn genoemd. Heeft men geen Standaaren: dan moet men deze hulpmiddelen, het welk voor groote Linien altyd van gewigt blyft, misfen, men konde wel in plaats van dezelve [ Vlaggen neemen. Ik twyfel in tusfchen , dat dit niemand doen zal; want men ziet noch altyd niet genoeg in, dat de beweginE e 3 gen  ( 4-io ) gen in 't groote de hooftzaaken by de Cavallerie zyn, dat alle kleine bewegingen alleen als voorbereidinge tot dezelve aangezien moeten worden, en dat geene , ten minden noch met meer kunst worden ter uitvoer gebragt, dan dat men dezelvtn vooraf aan den vyand in alle gevallen, konde gebruiken. Men is gereed, zig in 't klein, van nu af zich van dat hulpmiddel te bedienen, zo aanftonds dezelve worden voorgefteld ;doch in 't groot, beproeft men dezelve niet eens , en evenwel is in 't kleine , tot hier toe meer, als nodig was, en in 't groote zeer weinig gedaan. 6. Het 4de Esquadron gedraagt zig in alles, naar het 2de en 3de,als het 3de zig tegen het ifte en 2de gedraagt en even zo gedraagt zig het 5de volgens het 3de en 4de, en op die zelve wyze allen naar die beide, die hun ter rechte zyde ftaan,de naade zyn. 7. Ziet de 3de Onder-Officier , in het Esquadron . dat den 2de een fout begaat; dan doort hy zig daar aan niet ; maar alligneert zig met de rechte Vleugel,en de Standaaren, na den rechten Vleugel toe. Blyft het 3de Esquadron tegen het ifte en 2de te ver te rug: dan verlaat de 4de de richting van het 3de en 2de Esquadron, en alligneert zig met het ifte en 2de &c. 8. By deze wyze en Front te marcheeren, is de Major alzo aan de rechte Vleugel, en veranderd de Linie,naar zyn welgevallen. Zo als het No. 2 te zien is. De Commandanten der Esquadrons zyn voor dezelve, en neemen eikanderen het Commando af; laten, wanneer het terrain zulks vereischt, de  ( 4ii j de Esquadrons afbreeken , en zig ter zyde trekken, wanneer zy de Vleugel-Officieren naar de richtings zyde dringen &c. §. 5. 2de Voorstelling. Wanneer regts word gericht, dan bevinden zig 6 pasfen,voor de rechte Vleugel van ieder Esquadron, deOfficieren a, b, c, d, wel. By den Officier a, die voor de rechte Vleugel van d c b a x het ifte Esquadrons is, bevind den Major zig in x. De Officier a neemt een point de vue perpendiculair op de Linie der Esquadrons, en hier op marcheert hy, en let daar by, dat hy zig altyd in eene egale beweging houd. De Officier b, ziet insgelyks daar heen, dat hy by de eenmaal gecommandeerde beweging, zig op gelyke wyze, gedraagt; word,by voorb. draf gecommandeerd, dan maakt hy den draf altyd even fterk, zonder dat hy zig naar iemand richt. Doch hy lett' alleen daar op , dat hy altyd in eene behoorlyke diftantie van a blyft. Hy kan , wanneer hy naar a ziet, dit reeds aan de linke Vleugel, van het ifte Esquadron,gebaar worden. De Officier c, die voor het 3de Esquadron is, alligneert zig met a en b. en blyft van b. in de by de begin genoomen diftantie. De Officier d Ee 4 al-  ( 412 ) alligneert zig met b en c en zodanig doen allen , met die geene , welke aan hunne rechte zyde zyn. By den Officier a is, gelyk reeds gemeld, den Major; ziet deze , dat den'Officier a tegen den Officier b te verre voorkomt , zo, dat daar door de linke Vleugel van de geheele Linie langzaamer te gaan , genoodzaakt word ; dan geeft hy hem dit te kennen , en den Officier a gaat langzamer, tot dat hy met den Officier b wederom in eene perpendiculaire Linie, op de marsch Linie komt. De Esquadrons zullen hier eene Linie-Officieren voor zig hebben. Waar Jusfchen zy niet komen , en waar van zy zig niet mogen verwyderen. Dit zal hun altyd eene zekere leiding geven. In een ongelyk terrain, by het pasfeeren van Bosfchen, by het ontftaan van eene fterke (lof, het welk zo dikwyls in de Linie disorde veroorzaakt; by alle voorvallen, alwaar de richting geheel kan verlooren gaan, zullen de'Officieren zig fpoedig wederom alligneeren, waar door de Esquadrons terflond de Linie word afgetekend, waar agter zy, om behoorlyk gericht te zyn, alleen op 6 pasfen moeten volgen. Deze Officieren zullen altyd kunnen zien, of zy kort agter de Linie of tusfchen dezelve komen. Men zegt: het is zeer moeilyk voor de Officieren, om in 't Allignement te blyven. Intusfchen weet ik uit eigen ondervinding, dat daar toe alleen eenige oeffening word vereischt, en ik ben overtuigt, dat men in ieder Esquadron, gemakkelyk een paar Onder- Officiers, wanneer men manfchappen en paarden uitzoekt, zal vinden, die  C 413 ) die daar toe bekwaam zyn. En waarom zoude men zig niet daar op toeleggen , wanneer het noodzaaklyk was. Ja dit konde gemakkelyk en buiten tegenwoordigheid der Esquadrons gefchieden. Deze richtings Onder-Officieren zouden in allen gevallen, tot behouding der orde nuttig zyn. Wanneer eene Colonne deploijeere , zo tekene zy de Linie, alvoorens de E.quadrons aankwamen , zo dat deze geen fouten konden maken; wierd en Echequier geretireert, zo gingen zy voorlopig te rug, en alligneerde zig zo, dat aan de Esqu.idrons terflond plaats wierde aangewezen; alwaar zy halt mneflen maken. Wanneer reguliere Cavallerie, in 't groot zig niet zonder d.sorde, kan bew gen ; zo doen zy van de vier reizen nauwlyks eenmaal dat geene, wat men van hun met regt vordert. §. 6. Van de richting na de midden. I. Richting van de midden in de esquadrons. Voorheen richtte de Esquadrons zig na de midden, de Commandanten der Esquadrons waren, gelyk tegenwoordig, voor het midden van dezelven, en hadden orde, zig met elkander te alligneeren en voor hun een point de vue te neemen. Deze inrichting heeft de navolgende nadeelen. 1) Waren 'er geen 2 Commandanten der Esquadrons , maar alleen één tot de richting .bepaalt. Eén man kan nochtans gelyk wy weten, geene Ee j rich-  ( 4*4 ) richting, voor eene groote Linie geven. Had men hier die principien in het oog gehouden, die by ofize voorllagen zyn geobferveert; dan was deze zwarigheid uit den weg geruimt geweest, veronderfteld, dat men 2 Vleugel-Esquadrons tot richtings Esquadrons benoemd hadde. 2) Doch het moeilykfte by deze manier van richten was, dat de intervallen niet gemakkelyk konden behouden worden. Want de Commandanten der Esquadrons konden niet zo nauwkeurig hun pint de vue neemen , dat niet de Esquadrons in eikanderen kwamen. Het manqueerde de meeften aan Pointen , of wanneer zy eenige van dezelve vonden, zo gingen zy in de beweging, toch verloren. 3) Verder konde men van de Commandanten der Esquadrons niet eifchen, dat hy zig alligneerde, voorwaards op een pint de vue marcheerde, en daar by dan noch de Esquadrons commandeerde, voor al , terwyl onmogelyk ieder Commandant van ' een Esquadron, eene jongè cn ervaare Ruiter zyn kan. 4) Maar veronderfteld ook , men plaatfte hier ter richting een Officier voor de midden, om te alligneeren : dan zoude toch by deze manier van avanceeren, wanneer zig dezelve ook behoorlyk alligneerde , en de Standaaren zig op eikanderen richtten , de verlooren intervallen evenwel niet anders weder te redresfeeren zyn , als dat het geheele Esquadron, het Commando tot het regts of links trekken, bekwame, en dan wederom, om'recht uit te marcheeren. Doch, dat in zulk geval by den  C 4*5 ) den Aanval oponthoud, en desordres kunnen ontftaan, zal niemand tegen fpreeken. Word naar de Vleugel gericht : dan richt den Vleugel-Officier den Vleugel , waar naar de richting word genoomen , zyn marsch zodanig in, dat de tusfchen-ruimte blyve. De manfchappen fluiten zich aan denzelven, en hebben de orde, zich niet op hem aan te dringen. De Onder-Officieren beletten by tyds,een zodanig gedrang en op die wyze, vervalt alzo al het rechts en links marcheeren, op het Commando, van zelve, en ook het d3sr uit ontftaande terug blyven en regts en links rukken der Esquadrons, het welk in groote Linien noodzaaklyk, eene verwarring moet veroorzaaken. srr*7 II. Richting na een of meer esquadrons in de midden. ; Wilde men zig, naar één Esquadron, in de midden richten: dan zoude daar uit noodzaaklyker wyze, het wenden in de Linie ontflaan, het welk in de Esquadrons onvermydelyk is. Hier over zie men na de ïfle § van dit voorfte!. Wilde men, naar twee Officieren, in de midden, het Allignement neemen. Dan zoude eerftelyk niet de Major, gelyk hy onze propofitien, de Linie, zo als zulks het geheel vordert, kunnen dirigeeren, want als dan konde hy alleen eene Vleugel bellieren , en niet te gelyk , op de andere acht geeven. Kwam ten 2de eene Vleugel te verre voor, en bleef niet naauwkeurig op de Direclions Linie, zo  C 416 ) zo als dit in den Oorlog, toch plaats kan hebben. Wanneer ftof of iets diergelyks ontftaat; zo zoude een opening of gedrang ontftaan, in plaats dat by de richting ,naar de Vleugel, de geheele Linie, van tyd tot tyd, de directie veranderde. 3de In den Oorlog, is in 't gemeen eenaanfiuitings punct voorhanden,of het is ten minften nodig, dat een Vleugel op een zeker punct doelt, het welk niet zo zeer te maken is, wanneer naar de midden is gericht; 4de Manoeuvreren alleen 6 of 8 Esquadrons in ééne Linie ; zo kunnen zy noch ter zyde trekken, zonder in disorder te koomen, en daar door; het overvleugelen ten uitvoer brengen, of hen voorkomen. Doch dan moet men zig naardien Vleugel richten, volgens welke men dit wil uitvoeren. Terwyl men in dit geval, zeker by ieder Aanval,op zyn hoede zyn moet: zo blyft in allen geval niets anders over, als zig naar den Vleugel te richten. §. 7. Van het trekken. Wanneer een Linie regts of links trekt, dan word het behouden der orde bezwaarlyker, dan dat men recht voorwaards ging; alzo de richting nu zwaarder word, en de manfchappen by het ter zyde trekken, geene gelyke wending of pofitie houden kunnen. Hoe minder de fchuinte , of hoe kleiner den hoek is, waar mede men ter zyde gaat, zo veel te minder zal ook de disorde zyn , die door het afwyken ontftaat. Op alle wegen zal, by eene groo-  ( 417 ) groote Linie , het afwyken onmogelyk zyn , offchoon de marsch recht voorwaards gaande, hier groote zwarigheden ontmoet. Doch word het terrain ter rechter of linker zyde, by den voortmarsch, wyder , of trekt de vyandelyke Cavallerie op de linke flancq: dan moeten referve's achter de Vleugel koomen , en op het terrain , het welk men door het trekken moet inneemen , zig uitbreiden. Doch zal de geheele Linie ter zyde trekken : dan moet zulks en Echellon gefchieden; doch niet en Echellon met één Esquadron, maar wel met 4 tot 8 Esquadrons. Als dan ftellen zig eerst, wanneer regts getrokken zal worden, het ifte tot 't 4de Esquadron in beweging, in eene Linie blyvende ; zyn deze 50 pasfen geavanceert, dan ftellen de 5de tot het 8fte zich evengelyk in eene Linie in beweging, en zo de geheele Linie. Elke 4 Esquadrons avanceeren, gelyk als in de Front-marsch,zo echter,dat de linke Vleugel-Esquadrons niet te ver voorkomen, zo alligneert zig een Officier, op de linke Vleugel van de volgende, Echellon], met den voorzynde. eerfte Echellon a b tweede Echellon c d Is by voorb. a b. het eerfte en c d. het 2de Echel-  ( 418 ) Echellon : zo alligneert zig de Officier e eenigzins, voor.de linke Vleugel van het 2de Echellon, met den voormarcheerende des ïfle Echellons. Nu kan den Major die op de rechte Vleugel van het 2de Echellon by d is , het ifte en 2de Esquadron zodanig ontwyken , dat de linke Vleugel niet voor e koirlt, en ook niet te ver van e vervvyderd blyve. De intervallen verliezen by dit trekken eenigzins, en de Officieren op de rechte Vleugel moeten alzo, geduurende dezelve, iets minder neemen. VERGELYKING Van de oude met de hedendaagsche verdedigen der vestingen. §. I. Het nootlot, 't geen de Krygsbouw-kunde en de belegerde Vestingen, zederd byna 150 Jaaren, hebben moeten ondergaan, komt my zo zonderling voor, dat ik het 'zelve, door niets anders weet te verklaaren , als dat gewis veele zwakheden en dwaalingen van tyd tot tyd, onze zinnen moeten overmeesterd hebben. De geheele waereld zegt ons, en het is in zeker opzigt ook waar, dat de vaste plaatfen, die zederd byna honderd jaaren zyn bevestigd geworden, fterker, dan de oude Vestingen zouden zyn ; evenwel is hier omtrent billyk de groote vraag: waarom verdedigde zig dan de oude en zwakke Vestingen, in 't algemeen veel beter dan die, welke in later tvden gebouwd zynP §• 2.  C 419 ) §. 2. Men zal my hier op het gewoone antwoord , het welk men doorgaands hoord, geeven. In de oude tyden zyn de vyandelyke Attacque nog niet zo hoog , als tegenswoordig, geklommen geweest. Het kan zyn,wy willen, dit Antwoord voor een moment, voor goed doen doorgaan ; doch ongeacht het zelve, zo blyft altyd noch zeer veel tegen onze nieuwmodifche verdediging, ter tegenwerping over. Want wanneer de Aanval fterker is , dan zoude immers de naar 't eenpaarig gevoelen , de tegenwoordige Vestingen ook fterker zyn, en zo men den Aanval tot eene hogere graad van volkomenheid had gebragt, zo had ook noodzaaklyker wyze, de verdediging te gelyk mede moeten verbeterd worden , of het moest zyn, dat men vooronderftelde, dat het volftrekt onmogelyk waar, om de laatfte meer volkomen te maken; doch ik kan niet ontkennen, dat ik in dit geval zeer nieuwsgierig ben, een duidelyk bewys hier omtrent te hooren. §. 3. Voor dezen hadden de Vestingen weinig of geheel geene Buitenwerken , de oude Bolwerken waaren doorgaands klein, by gevolg, konden zy weinig gefchut plaats geven, de Wallen en voornaamlyk de Muuren, dienden uit hoofde van hunne Bouworde, doorgaands tot een zeer geringe tegenftand, alzo zy te weinig grond hadden, en dikwyls alleen, op de losfe aarde gegrondvest waren , waar over men Guicciardini (*) en Speckle (**) 't geen (*) lstoria della Guerra d'Italia p. m. 150. (**) Archic. von Vestungen Fol. 74. Conf. Fol. 10.  C 420 ) 't geen dezelve van het Kafteel te Napels , van Famagusta, Maltha en Weenen verhalen, kannaleezen. Greep men dezelve alzo met minder Artillerie, als wel heden ten dage gefchied , aan, zo konde men, van wegens hun flegte Bouwiug, evenwel altyd zo ligt Bres fchieten, als het tegensvvoordig , by onze fterke Vestingen , met eene groote meenigte Kanon gedaan word, en het zoude des tydes,werkelyk te overvloedig geweest zyn, om een grooter getal Canonnen voor een Vesting te fleepen,gevolglyk bleef altyd tusfchen de fterkte der Vestingen en de vyandelyken Aanval,eene zekere overeenkomst , en beide ftonden in een gelyke Balans. §. 4. Wanneer wy een oogenblik by den Bouw dier oude Vestingen blyven ftil ftaan, zo behoeft het ons, van regts wegen , niet zo wonder voor te komen, wanneer zy, in vergelyking met onze manier van Bouwen, veel minder tyd den vyand tegenftand hadden geboden; alleenlyk dat zy zig beter verdedigde, als tegenswoordig gefchied, zo moeten de ouden toch hulpmiddelen hebben gehad. die wy, of niet weten, of ook niet willen gebruiken. Hunne hooge Wallen , waar mede zy op eene wonderlyke wyze, hunne huizen wilden dekken, waren, gelyk wy reeds elders hebben aangetoond, zeer flegt uitgevonden, doch niet te min verweerden zy zig zo dapper , dat men in eene billyke verwondering valt, wanneer men hunne verdedigingen na leest. §. 5. Onze Vestingen zyn met veele Buitenwerken omrjngt. Veronderfteld, dat zy ook zom- wy-  (m ) wylen vry flegt zyn ingericht, zo dekken hen^ doch eeniger maten de hoofdwallen , en noodza» ken den Vyand, dat hy meer Graaven pasfeeren, en hunnen t'halven eenige byzondere fchikkingen moet maken. Verder bouwen wy ook zekerlyk beter als de ouden , en onze voormuuren zyn ten minden aan die gebreeken, welke Speckle berispt niet onderhevig ,gevolglyk zyn onze Vestingen in dat opzigt , alzins fterker, dan de oude waren; evenwel, wanneer wy de tyd daar van afrekenen» die den vyand met het veroveren der Buitenwerken toebrengt, dan bevind hy zig als dan eerst aan dien oord, voor de belegerde plaats , alwaar onze voorvaderen inSgelyks weinig dagen, na bet begin der belegering, waren,en hier begint evenwel de verdediging der ouden, zonder Buitenwerken geboude Vestingen, eerst te regt, daar wy in tegendeel ter deezer tyd reets onder de hand een begin maken,om den vyand met eere, de Vesting over te geven. §. 6. Wy zyn al bevreest, zodra de vyand eene Bres van eenige roeden in onze hoofdwal gemaakt heeft, de Vestingen mogten ftormenderhand worden ingenomen, en om dit ongeluk af te wenden, haasten wy ons, zo veel als mogelyk, om op de beste wyze , uit dit gevaar te koomen. Doch wat zeggen wy daar van, wanneer ons by voorb. Guiccardini (*) bericht, dat de belegerde zig in Ravenna noch niet eens agter eene gemaakte Bres van 30 Elle hun leven zochte te bevryden. Hadden (*) Loc. cic p. m. 286. Ff  C 422 ) den zy in dezen flegten toeftand , de Stad overgegeven , dan was het hun waarlyk noch te vergeven gewet.'t,alzo men, toen de drift en wreedheid van den Storme den vyand, veel meer hadde te vreezen, als heden ten dage, in onze zo opgeklaarde en verlichte Eeuw, welkers byzonderen voorrang, men in veele honderde Gedichten, reets heeft uitgebazuimt, en 't welk een meenigte naauw bepaalde nieuws-Schryvers , zo veel gelegenheid geeft, de groote menschlievendheid hunner helden, zo zeer te vereeuwigen. §. 7. In voorige tyden verdedigde zig fomwylen de Hoofdwal geheel alleen , vier ook vyf maan. den lang, maar heden ten dagen gaat het geheel anders, wanneer zig de Buitenwerken , agt, tot tien weken op zyn langst hebben verdedigd , en den vyand de hoofd Graaven naderd , dan houd men het niet voor raadzaam, langer met de Capitulatie te wachten. Waarom doet men dit ? Zyn dan onze Hoofdwallen zwakker dan te vooren ? Die kan geen plaats hebben , alzo het tegens onze Grondftellingen, regt draads zoude ftryden: Of berust op de Buitenwerken alleen, het geheele weïzyn van een Vesting? Of bezit ook de vyand mogelyk tcgenswoordig byzondere kunstgreepen, om het Hoofdwerk aan te vallen, die hun te vooren onbekend waaren? By zodanige omftandigheden was den inval noch te verontfchuldigen, wanneer men aanraade, liever het geld, het welk men tot de opbouwing der Hoofdwerken befteed, te fpaaren, en agrer om de Buitenwerken ,de Vesting alleen, met een bloote Muur'omringde , terwyl  C 423 ) \vyl dit den vyand ten minften noch zo lang konde ophouden , tot dat men met de Articulen tot de Capitulatie gereed was. §. 8. Men neeme flegts eens de moeite, en leeze de nieuwe Schryvers , die over de Krygsbouwkunde hebben gefchreeven, dan zal men vinden, hoe zeer het grootfte gedeelte van dezelve over de voordeligheid zyner flancque, in vergelyking met de Italiaanfche overtuigt is. Er zyn eenige, die ons willen overreden, dat naar hunne uitvinding , alle Linien-flancquen zyn, evengelyk Wanneer het tot een Belegering komt, dan verdedigen zig deze zo zeer geroemde flancquen altyd veel flegter, als de oude en verachte Italiaairfche deeden. Intusfchen kan men evenwel niet werkelyk ontkennen, dat onze flancquen in allen opzigte, meer Canonnen bevatten, dan de ouden. Had den vyand alzo met zyne weinige Artillerie , alleen kleine flancquen te beflryken , zo vind hy tegenswoordig by zyne fterke Artillerie, ook grootere flancquen voor zich, gevolglyk,moet hy ook altyd , wanneer hy de Hoofdgraaven, wil pasfeeren, tegenswoordig zo wel eerst de flancquen ruineeren, zo als hy te vooren te doen , genoodzaakt was, en alzo blyft hier in, wederom een natuurlyk verband tusfchen den Aanval en de verdediging, onze defenfie wykt alleen daar in, van onze voorige af, dat wy de flancquen van onze Hoofdwallen, nooit zo beftendig laten werken. §. 9. De Galleryen , die wy over de Graften maken, zyn, gelyk bekend, geene uitvindingen van de tegenswoordige eeuw, maar men bouwde Ff 3 de-  ( 424 ) dezelve reets in de alleroudfte tyden, offcboon ik my niet ondcrfta , om dezelve , benevens de Transchees en Parallellen, zo als den Ridder Folard doed, onder de Grieken en Romeinen uit te zoeken , en naar gefteldheid der oude Vestingen waren ook de Galleryen, toen des tyds veel kunftiger als de tegenswoordige , men wist, dat de belegerde wegens de hoogte hunner Werken, met na afdalende fcheuten (Coups pionges) veel fchaden konden veroorzaaken: derhalven plagt men zig gemeenlyk van boven zo goed, als van ter zyde te dekken. Deze voorzorg houd men heden ten dage, voor overvloedig, men dekt zig nauwlyks met Fafchienen van ter zyde ,:terwyl onze vrugtbaare flancque zelden dat geenen doen, wat zy wel konden. Doch dit kan onmogelyk een kenteken der verbeterde Attacque en Defenfiezyn. Want moest de vyand zig by kleine flancque met zo veel moeite dekken, hoe veel te meer zoude hy het van regts wegen , heden ten dage doen, alzo wy veel meer Vestingwerken en grootere flancquen hebben (*). §. 10. De Tranfcheen wierden, ook.in- 't algemeen, met veel grooter kunst en zorgvuldigheid aangelegt. Men bediende zig van geheele Sappe, alzo men een grooten Berg aarde voor zig heen rolde, om tegen het vuur der Vesting, zeker te zyn, en de gebrooke Linie der Loopgraven, (Boyaux) waren altyd met zeer duchtige Borstwe- rin- (*) Comment. fur Miftoire de Pclybs Tom. II. pag 168. feqq  C 425 ) ringen gedekt. Het vuur der Belegerde, vond alzo veel tegenftand, en het was zeer moeilyk, de vyandelyke Werken of de Batteryen te vernietigen, welke laatfte byna ordentelyke Redouten voorltelden ; gevolglyk zie ik hier in ook geen voordeelen, welke eene belegerde Plaats- boven de zwakheid van den Aanval, had kunnen hebben, maar de verdediging hing alleen van de ftandvastigheid en bekwaamheid van het Guarnizoen af, om zorgvuldig de blohartigheid van den vyand,die hy geduurende den Aanval vertoond , te zoeken. §. 11. Wanneer wy onze tegenswoordige aanvallen daar meede vergelyken, dan zullen wy bevinden , dat dezelve in dezen opzichte veel zwakker zyn. Wy bedienen.ons van halve Sappe's, offchoon het bekend is , boe flegt de arbeiders hier by gedekt zyn: wy gebruiken by onze Loopgraven weinig oplettenheid op de Borstweringen, en men neeme het ons niet kwalyk, wanneer fomwylen te gelyk eenige gebrookene Linien (Boyaux) in de langte, kunnen beftreeken worden; doch dit alles, doen wy meest al onberispelyk, terwyl wy weten , dat de Guarnizoenen zig van hunne voordeelen die [zy in handen hebben, zelden bedienen. Hoeveel kon eene belegerde Vesting hier by, aan hunne vyanden geene fchade toebrengen , wanneer het Guarnizoen van deze zwakheid der belegeraaren een regt. gebruik wist te maken ? Zoude men niet in ftaat zyn, alleen door een recht gebruik, alleen van de bedekte wegen,den vyand te noodzaaken,de geheele SupFf 3 pe  C 426 ) pe weder op nieuw te zoeken. Doch het groote gefchreeuw van de fterkte des vyandelyken Aanvals, houd ons te zeer in dwang. §. 12. Men bezwaard zig in de tegenswoordigen tyd , dat de vyandelyke Artillerie by eene belegering al te talryk is, en men gelooft, hier in eene groote overmagt der oude Vestingen over hunne vyanden te ontdekken. Ook dit voorge. ven is doorgaands ongegrond. Ik item toe, dat men kort na de eerfte uitvinding der fchietgeweeren, weinig Canonnen voor eene Vesting bragt. Doch dit is geen voldoenend bewys , want toen men in de Vestingen ook weinig Artillerie had, toen waaren de omftandigheden van dezelvde natuur. Doch zodra men de Artillerie begon te verbeteren, zo voerde de belegeraaren zeker zo veele Canonnen met zig , als naar gefteldheid hunner omftandigheden kon gefchieden, en zy tot bedwinging der Vestingen geloofden nodig te hebben. Ik wil hieromtrent, tot een bewys, alleen één eenig voorbeeld aanhaalen. Speckle (*) zegt,-dat in de zo beroemde Belegering van Maltha de Turken voor St. Michaël en Burgo flegts alleen met 52 Hoofdflukken als Bafilisken en groote dubbelde Kartouwen, zoals by ze noemt, verfcheenen; een getal, het welk men noch wel zelvs in onze tyden,niet onder het geringfte moet tellen, evenwel lezen wy nergens, dat de belegerde uit vreeze, wegens de fterkte van den Aanval, hunne Tambours terflond de Chamade hebben laten flaan. §• 13- (*) Archit. von Festuugeu fol. 83. b.  ( 427 ) §. 13- Dan om niet in verdenking te geraaken, als of ik uit eene opzettelyke voorbedachtzaam heid, den voorrang van onze Eeuw geheel en al zoek te verdonkeren, zo wil ik hier by erkennen, dat ik onze Artillerie veel beter ingericht en nuttiger vinde, dan zy voor honderd jaaren geweest is. Men kan niet ontkennen, dat onze Batteryen veel beter worden gebouwd , ons vuur is levendiger en werkzaamer, en de geheele Mechanismus der Canonnen, is met de natuur der zaken overeenkomende, ingericht. Het is alzo zeer wel te begrypen, dat men, zeker in dezen opzicht, de tegenswoordige Attacque's, noodzaakiyk eenigen voorrang boven de ouden, moet geven,doch wanneer wy ons in een Vesting influiten, voeren wy niet even dezelvde verbeterde Artillerie, met ons , in dezelve ? Wat belet ons dan , dat wy ons daar van niet op dezelvde wyze, gelyk den vyand voor de Vestingen doet, bedienen? De vyand moet eerst Batteryen bouwen , doch de Batteryen op onze Wallen, zyn reets gebouwd : kunnen wy alzo niet van dezelve, den vyand met even het zelvde geweld befchieten, zo als hy op ons los brand? §. 14. J3, zegt men , de vyand gebruikt tegenswoordig eene geheel byzondere methode , om de Vestingen in het naauw te brengen, welke den ouden, ten eenemaal onbekend was, en waar tegen het zeer zwaar valt , middelen ter verdediging te vinden. Zyn de zo fchrikbaare Recofchet Batteryen, niet eene uitvinding van later tyden ? Het is waar, deeze tegenwerping iseenigzins fchynbaar, en men moet ten eenemaal in de tegensF f 4 woor-  C 428 ) woordige Krygskunde onkundig zyn, wanneer men wilde ontkennen, dat de Recochet fcheuten voornaamlyk van eene Vesting, in allen opzichten, zeer fchadelyk zyn; doch wat zoude het zyn, wanneer men konde bewyzen ,dat de oude Vestingen ook reets aan eene onzer Recochet fcheuten , een eenigzins overeenkomftig ongeval, uitte ftaan gehad hebben. In plaats van een wydlopig bewys, wil ik my voor het tegenswoordige, vergenoegen, voor des kundigen, flégts een eenige plaats, uit een ouden Schryver over de Artillerie, aan te haaien, en hun, dezelve voor het overige overlaten, om zelve daar over te oordeelen , welk een naam zy aan dat Gefchut willen geven, het welk deze man van zyne Batteryen doen wil. §. 15. Alesfa.nd.ro Capo Bianco (*) geeft ons een tekening, waar een Scheut , die van een hooge Battery komt; over den geheelen Walgang langs de Curtine heen gaat: Hy noemt deze Battery, wel in den text, een Cavalier; doch men ziet wel, dat dit in een oneigenlyken zin gefchied alzo de Batteryen voor een Vesting toen ter tyd doorgaands, zo als bekend is, zeer hoog wierden gebouwd. Wanneer men nu toeflemt, dat de vyand alzo by eene belegering ,oudstyds foortgelyke en- C) Corona deW Artigliaria, Fenet. 1598. Fol. p. 57. Wanneer de vyanden eene Cavallier zullen oprichten , en met hunne Artillerie daar van fchieten, zo zullen de fcheu? ten den binnenfte Walgang der Linie, naar de langte, doorftryken.  C 429 ) enfilerende fcheuten, wyd uitgeftrekte Linien van zyne hoge Batteryen wisc aan te brengen, dan wilde ik wel eens weeten, waar in zig de toeftand van onze Vestingen heeft verergerd. wanneer tegenswoordig van laage Batteryen, fcheuten tegen de Wal gefchieden, die toch ten aanzien van hunI ne werking,met de voorige, een en dezelvde zyn, en die wy flegts met eenen nieuwe naam Recot fchet fcheuten beltempelen. §. 16. Aan de Mynen, hadden de ouden in belegeringen zekerlyk geduchte vyanden. Het was verwonderlyk , hoe ver en diep de belegeraaren anders met hunne Mynen, onder de Vestingwerken liepen, evenwel lieten de belegerde zig daar door, in genen deelen vervaard maken,maar, wanneer ook de vyand 100 voet diep, volgens Speeklens (*), onder een Bolwerk, een Myn had aangelegt , dan gingen de belegerden evenwel noch dieper , en ondergroeven zelve den vyand, ja men vogt dikwyls onder de aarde, op het allerhevigfte met eikanderen. Jegenswoordig jaagt de vyand ons ook vreeze aan met Mynen te maken; doch wy gebruiken zelden de rechte middelen daar tegen. Wy leggen wel is waar, de Wallen met een kostbaare holbouwing aan, doch wy zetten zelden de verdediging zo lang voort, dat wy in de gelegenheid kunnen komen, uit dezelve, contra Mynen, tegens den vyand te maken, doch gemeenlyk laten wy, aan zodanige plaatfen Mynen fpringen, alwaar het beter was, dat wy ons kruid be- waar- (*) Archit. von Festunge Fol. 51. Ff 5  ( 43° ) waarden. De ouden hielden alzo in de verdediging hunner Vestingen, ook ten opzigte van die punt, met den vyandelyken Aanval, een behoorlyk evenwigt,daar wy in tegendeel, nooit de middelen, die wy vry in handen hebben, tegen den vyand, op eene behoorhke wyze willen gebruiken. §. 17. Doch het gaat dikwyls zo, dat wy ons wagten , de waare oorzaak van zekere omftandigheden , naauwkeurig te onderzoeken , veel meer trachten wy zeiven door fenyngroeden , wel ras onze zwakheden te liefkozen. Wy kuni en de fiegte verdediging van onze Vestingen niet ontkennen, doch wy fchuiven dezelve alleen op de groote macht der vyandelyke Attacque's, onze onwetenheid en zorgeloosheid, om de behoorlyke middelen van verdediging uit te vorfchen, daar door te bemantelen. Wy maken alzo onze vyanden tot onoverwinnelyke Reuzen , en ons zeiven tot zwakke Dwergen. Wy fchryven den ouden, die wy toch anders, by andere gelegenheden, zeer gaern berispen , in de verdediging, als het waare, een geheim vólle fterkte, doch de tegenswoordige Attacque's een onbedwingelykekragt toe, en dat alleen, om niet te willen toeftaan, dat wy vergeten hebben , hoe men een Vesting behoorlyk zal verdedigen. §. 18. Hier moet ik een klaarblykelyke tegenwerping inlasfen, die men my zoude kunnen maken. Ik heb by andere gelegenheden de manier van Bouwen onzer Vestingen , en voomaamlyk van onze hooge Wallen afgekeurt, en gezegt dat zy  (43r ) zy tot eene regelmatige verdediging, niet in ftaat waren ; evenwel beweer ik tegenswoordig, dat onze verdediging, ongeacht deze gebrekkige Vestinwerken, doch noch veel fterker, dan die der ouden konden zyn. Dit fchynt eene tegenftrydigheid te zyn. Dan hoe kan ik van Vestingen, die ik voor zwak houde, verwachten, dat zy den verfterkten Aanval eene langduurigen tegenftand zoud n bieden. Doch de oude verdedigden zig met even dergelyke gebrekkige Vestingen en hooge Wallen, zeer lang; onze Vestingen , zyn in aanmerking der veele Buitenwerken, en andere voordeelen, op eene zekere wyze, altyd veel fterker als de ouden, gevoeglyk zouden zy zig ook, naar deze gesteldheid , tegen de tegenswoordige aanvallen, noch langer verdedigen, als wy zien, dat het in der daad gefchied. §. 10. Edoch, ten einde wy de Kunstgreepen , waar van zig de ouden, by hunne verdediging bedienden, behoorlyk leeren kennen, en overtuigd worden , dat zy hunne zwakke Vestingen , door geene toverkracht verdedigd, maar dat alles zeer natuurlvk gefchiede; zo wil ik tegenswoordig eene belegering ten voorbeeld ftellen, en dezelve ontleden , en aantoonen, dat wy by eenen gelyken Aanval, ook noch heden ten dagen, dezelvde tegenftand doen kunnen; wanneer wy willen. Ik wil tot dat einde de belegering van de Stad Ma;istrcbt in 1579 onder den Prins van Parma, verkiezen, terwyl ik de Befchryving , die van Meteren daar van geeft, juist in handen heb. §. 20.  ( 432 ) §. 20. Dit bericht van van Meteren (*) komt hoofdzakelyk, op de volgende omftandigheden uit, waar by ik my genoegzaam alleen van des Schryvers woorden zal bedienen. In Maart 1579 begon de Prins van Parma, de Stad Maastricht te belegeren. Gemelde Stad had aan beide zyde fterkejMuuren, vaste Bolwerken en Ravelyns. Er lage in dezelve 1000 Soldaten, en ongeveer 1200 weerbaare Burgers , bovendien hadden zy nog daar binnen , 2000 Boeren, die hun ten dienfte ftonden, om Graften en Schanfen op te werpen (**). De Overfte was eenen van Herle,genaamtSchwartzenberg, met eenige goede en ervaren Krygslieden. Die daar binnen zynde, deeden den vyand zo veel fchade , met uitvallen en fchieten , en verhinderden; hen overal, zo wel in het opflaan van (*) Befchryving der Nederlandfche Oorlogen Pag- 440. enz. (**) Eer de Belegering nog een begin nam , liet den Prins van Orange, door Seb. Tapin die hy in de Vesting zond, om een verbetering te beginnen. Stvada Hist. de la Guerre de Pays Bas. Tom. III. pag. 90. bericht ons hier van het volgende. Hy leide Cafematten in de (treeken der Bolwerken aan , als mede Ovens en Mynen in de Con- trefcharpe Wat het binnenfte van de Stad betrefc: zo liet hy, zo wel aan deze, als aan geene zyde van de Maas,nieuwe Schanfen, verbouwingen, en halve Maanen opwerpen, en maakte voor het overige, alle zodanige toebereidfels, als ook een man van een fcherp vooruitzicht in het toekomende , de Kunst en 't geweld der Belege* iaaren, kon tegengaan.  ( 433 ) van het Leger, Graaven, en 't plaatfen van Gefchut» als eenige Krygslieden hadden kunnen doen. De Prins van Parma, floeg wel haast twee Bruggen over de Maas, de eene aan de boven en de andere aan de beneeden zyde van de Stad. Mondra. gon, legerde zig op de Wyker zyde. Hy fchoot de Borstweringe rondom de Stad, wel haast met 54 Stukken Gefchut af, en beproefde alzo,waar by de fterkfte magt van dezelve, het allermeest van nooden hadde. Hy plante zyn Gefchut op twee byzondere plaatfen, als voor de Brusfelfche Poort, waar door men na Luttig gaat, en op de andere zyde, by de Hoogpoort, aan het water, d3ar Mondragon van de overzyde der Maas, ook van ter zyde, 'er in konde fchieten. De Muuren waaren niet zodra ter neder gefchooten , of zy zagen weder een nieuwe aarde Wal met Borstweringe en Graften, wel voorzien , aan de binnen zyde daar tegen gemaakt,waar op vervolgens eenig alarm en aanloop ontftond (*) Op deze beide inbreuken wierd, voort en op den dag , toen zy wilde Stormen, zeer fterk gefchooten, niet alleen op de oude Stadsmuuren, maar ook op de nieuw aangelegde Wallen, op den 9 April. De eerfte inbreuk was by de Brusfelfche Poort. Doch terwyl zy aan het beftormen waaren, wierden (*) Strada a. a. B. p. 97. Helderd dit in zyne gefchiedenis nog meer op: Eindelyk als men aan meer plaatfen Stonngaten hadde gemaakt, zo wierd men aan de binnen zyde een wel bevestigde affnyding gewaar, waar by men in 't geheel, met het Gefchut niet konde koomen.  C 434 ) den den Spaanfchen, uit een Tooren,by den inbreuk, die heimelyk met eenige basfen, of kleine Yzeren , en met Nagels en Ketenen gevulde ftukj eus Gefchut ,was bezet, groote fchade toege- bragt. Doch de Spaanfchen hielden zig ook dapper, befprongen eene ondergraving, en klommen als het waare, hierop tot den Storm. (*) Doch zy wierden beftendig weder terug gedreven, van die tyd aan liet den Prins van Parma eene evene Kat of Schans, by de Brusfelfche Poort oprichten, waar op hy Gefchut plaatfte, waarmede hy langs de groote Straat, regt midden in de Stad fchoot. Voor deze Poort, had de Stad een tamelyk fterk Ravelyn of Bolwerk , waar op die van buiten, wel vyf weken lang allerlei geweld met fchieten, Stormen en diergelyke gebruikte. Eindelyk na vyf weeken, wierd hun door het veel ondergraven van den vyand, den heimelyke toegang derwaards benoomen, en het Ravelyn zelve wierd veroverd, waardoor hun de meeste Borstvveringe wierden ontnoomen, en de vyand op de Muu- (*) Hoedanig het by de Hoofdnorm toeging , willen wy ook uit Strada pag. 10S. overneemen: Men vogt aan deze plaats, niet alleen op dezelvde wyze, men vogt veel meer met de Geweeren, met de Pieken, met vuur en met Steenen- De Boeren bediende zig ook in deze Belegering van eene geheele landelyke en boerfehe manier, van Wapenen. Want terwyl zy de Dorsvleegel behoorlyk wisten te gebruiken, zo dreeven zy daar mede den vyand te rug, of zy (loegen hem veel meer ter neder, alzo zy hem dorschten, als of zy Stroo voor zig hadden.  ( 435 ) Muuren kwam (*). Daar echter den vyand zig reeds verichanst en zich op de Muuren en Vestingen der Stad hadde gelegt, waar tegen zy maar ééne Borstwering hadde, en gedwongen wierden eene fterke Wagt te houden, daar en boven' zy dan ook zo weinig Volk meer hadden, dat zy van de vVagt en Vesting niet konden afgaan; maar aldaar eétèri en (lapen moesten. Uit dien hoofde gebeürdé het op den 29de Juny, dat eenige buiten zynde Soldaten, over de Vestingwerken heen ziende, gewaar wierden, dat de Wagt tamelyk door den flaap was overvallen. Toen dit de Prins van Parma gewaar wierd, gaf hy aan zyn Volk bevel , om in alle ftilte de Stad van alle zyden te beklimmen , waar door de Wagt en dus ook de Stad (*) Strada pag. 166. geeft ons eene noch duidelyker befchryving van deeze Ravelyneu : Onder de overige Werken waar mede de Maftrichtenaaren hunne Stad bevestigt hadden , hadden zy ook een groot Ravelyn voor de Brusfelfche Poort gelegt , en het zelve het Schild der Poorc genoemd. Het had de gedaante van een Bolwerk, met eenen uitfpringende hoek, had een Borstwering, waar agter de belegerde bedekt ftaan , en fchiéten konden, en dezelve was met een Gracht omringt, die een halve Piek diep was. Aan de binnen zyde van dit Ravelyn, lag een ander, het welk men niet zien konde,en waar in de belegerde over eene houte Brug, terug trokken, wanneer zy wyken moesten, en waar uit ook aan de ftrydenden byftand konde verleend en op nieuw wederom begonnen worden. Deze binnenfte bevesting had een Borstwering ,^en een even zo diepe Gracht, als de andere.  (436 ) Stad op het onvoorzienfte, wierd overvallen, crl alles dood geflagen , wat maar voorkwam. §. ai. Maastricht was alzo, volgens deze befchryving een plaats , die alleen met Buitenwer* ken was omringt , doch die zedert dien tyd, onnoemlyk meer is verbeterd en verfterkt geworden. Het Hoofdwerk beftond alleen in enkele Muuren met Rondeelen of Toorens. Wel is waar,van Meeteren noemd dezelve wel fterk, doch dit moet in dien zin worden begrepen, dat zy zo fterk gebouwd waren, als een Muur, in vergelyking van veele andere en zwakkere, zyn kon, want fterk verdedigend kan zy niet geweest zyn, anders had de Prins van Orange, niet nodig geoordeeld, den Ingenieur Tapin daar heen te zenden, om de Werken te verbeteren. De Graaven van deze buitenwerken wierden alzo van deezen Muur flegt beftreeken. Dit gebrek moest Tapin wel hebben ingezien , terwyl Strada zegt, hy hadde Cafematten en flancquen in de voorliggende Bolwerken of Ravelyns aangelcgt, ten einde dezelve ten minften elkandereji beurtwyze konde beftryken. De Mynen in de Contrefcharpen, had hy kunnen ontbeeren, terwyl hunne Werking aldaar aan den vyand meer voordeel,dan aan de Vesting toebragt; doch veelligt, had Tapin zynen vyand eenigfints nauwkeuriger gekend, en gcweeten, dat hy zig by andere gelegenheden, door Mynen, liet verjaagen, of doch ten minften dezelve niet ten zynen nutte heeft weeten te gebruiken. §. 22. De aarde Wallen , die Tapin achter de Muur had aangelegt; ftellen hier eigenlyk geene af-  C 43? ) annyding, maar vee! meer eene ordentlyke Hoofdwal voor- Hy had als een kundig man , waar van Strada zegt: qui penetroit dam V avenier, gezien, dat den vyand, zodra hy de afgezonderde Rave. lyns en Bolwerken bemagtigt had , van de oude Muur een zeer geringe tegenftand hadde te waf. ten; dierhalven had hy deze Muur wel onveranderd laten ftaan, waar en tegen een ander dezelve veeltyds , als fchadelyk en ondienftig zoude omver getrokken hebben; doch terwyl dezelve in zo verre, noch vaneenig nut was, zo gebruikte hy dezelve tot eene bedekking van zyne aarde Wallen, die hy zo wel daar agter verborg, dat den vyand dezelve, tot zyne groote onverwondenng, niet eerder ontdekte, voor dat zy de Muur ter neder gefchooten hadden. Waarlyk , dit gedrag van Tapin verdiend allen lof, die hem Strada geeft, en hy moet waarlyk, in zyn beroep een kundig man geweest zyn. §. 23. De Bezetting was voor een Vesting, die zo uitgeftrekt was, als Maastricht, in zyn begrip veel te zwak; echter waren de gedachten, om 2000 Boeren mede in te fluiten» zeer verftandig: want wanneer dezelve ook geduurende de geheele tyd der belegering , tot niets anders hadden gediend, als om de fchup te gebruiken, zo zoude dit 'toch altyd genoeg geweest zyn, terwyl op een zodanige wyze, de Soldaten en Burgers, die naar gefteldheid van dien tyd, byna zo goed, m de Wapenen waren geoeffend , als de'Soldaten, om van den Schanfen-arbeid verfchoond, te kunnen blyven. Edoch ik kan den Comman. °g dant  ( 43§ ) dant onmogelyk vergeeven , dat hy aanftonds, by het begin der belegering, met zyn hand vol volk, zo veele en verre Uitvallen gedaan heeft. Ik wil wel toeftemmen , dat hy een dapper man moet geweest zyn, terwyl van Meeteren zegt, dat den vyand door zyne Uitvallen, zo in het planten des Legers als oprichting der Batterye, is verhinderd geworden; doch alle deze voordeelen waren alleen in fchyn: Had hy gezogt zyne manfchappen te verfchoonen , dan zouden zyn verdediging geen zo treurig einde hebben genoomen , en dit was eindelyk de vrugt van zyne geduurige Uitvallen. §. 24. De Artillerie , die de Prins van Parma, by deze belegering tot de twee Attacques gebruite, was zeker talryk genoeg. Zyne eerfte zorge was, om de zwakfte zyde der Vesting te ontdekken. Hoe weinig neemt men tegenswoordig dit in aanmerking, men geeft zig dikwyls naauwlyks de moeite, hier omtrent eenig onderzoek te doen, en het gering voordeel van eenigen grond, bepaalt, niet zelden den geheelen weg tot den Aanval. Men kan uit het verhaal van van Meeteren, duidelyk opmerken, dat de belegeraaren, hunne Batteryen zeer wel hebben aangelegt, want Mondragon moest zig aan geene zyde van de Maas ftellen; ten einde hy den.Aanval van zyne Batteryen byde Hoogpoort met kruis fcheuten konde onderftcunen. §. 25. Doch hier by. waren de belegerden aan hunne zyde niet minder opmerkzaam op de gemaakte Bresch, die voomaamlyk uit de volgende omlbmdigheid ontftond, dat zy op den Aanval aan de Brusfelfche Poort, die de belegeraaren veelligt niet  ( 43° ) niet zo gewigtig mogen hebben aangezien, om dezelve hec eerde ter neder te fchieten , zorgvuldig en wel in dilte met Canonne bezettede. Deze Tooren bedreek de Bresch van ter zyde, en bragt, by de daar op volgende Hoofddorm, niet weinig toe, dat de belegeraaren wierden teruggedreven. De Mynen, welke onder de Bresch waren aangelegt, geven een andjér zéèr-gewigtig kenteken van de kloekzinninnig (*) Nouvelle maniere de fortifier les Places 171a. 4to» a la Haye. Hier uit heeft? de Heer Herlin zyne verzamt. ling der Rimplerïfche fchriften von der Fortification in 410Dresden 1714. als een Aanhangzel der Overzetting van hec Refonnement, over de aanvallen der Nederlaridfche Vestingen bygevoegd , waar van ik my, alzo tegenswoordig , het Franfche Origineel niet by de hand hebbende,' zal bedienen. Offchoon ik moet bekennen, dat deze duitfehe Overzetting taamlyk onduidelyk is uitgevallen, zo \s dezelve evenwel echt. Hh  ( 450 ) ge, en terwyl hy een groot doorzigt had, en zynen yver, ten opzigte van den dienst, niet konde verdragen, dat men de aanvallen, met zo weinige zorg en menschlievendheid voerde, zo zette hy zig daar bylter neen en ontdekte aan de Staaten alle de fouten, die men by de belegeringen,welke hy bygewoond had, hadde begaan* Nu weet ik jzeer wel, dat men my hier veelligt eene tegenwerping zal maken; men zal naamlyk zeggen : landsberg is,om deze flap te doen, voornaamlyk uit eenen eigene haat, tegens de generaale Directeurs aangedreeven geworden , die hem in den dienst tort gedaan hadden, derhalven is te vermoeden,dat hy veele voorvallen, waar van men den Generaal Directeurs flegts, eenige fchuld konden geven, erger zal hebben voorgefteld, als dezelve veelligt in de daad geweest is, gevolglyk is het geloov van zyne Hiflorie niet vry, van alle tegenwerpingen. §. 42. Deze tegenwerping heeft altyd eenigen fchyn in zig. Landsberg' geeft zyn ongenoegen, over de Directeurs-Generaal zelve te kennen, (*) terwyldezelvenhemeenen jongeren Ingenieur, hadden voorgetrokken, en bekend, dat hy om die reede fchryft, om de erreurs van den Directeur-Generaal, die zy by het uitvoeren der aanvallen begaan hadden], a2n den dag te brengen; alleen,dat hy van de waarheid niet moet zyn afgeweken, fchynt my daar uit overvloedig te blyken, alzo' niemand gewaagd heeft, zyne fchriften te wederleggen, bet welk de Heeren Directeurs-Generaal, toch (*) I. e. Raifonnement van Attacquen pag. 177-  C 4Sr ) toch zekerlyk zouden gedaan hebben, in zo verre zy zich van de hun toegekende misdagen hadden kunnen zuiveren. Dit ftilzwygen regtvaardigt de waarheid van zyn verhaal,en wel zo veel te mee^ terwyl zyn tractaat in 1712 te voorfchyn kwam* in een tyd,[dat deeze Heeren , waar tegen het was ingericht, zeker noch alle in leven waren. §. 43. Doch ik had wel gewenscht, van de zyde der Franfchen, even een zo getrouw en omHandig Bericht, over de gedaane verdediging vari deze Plaatfe, welke de Geallieerde belegerd hadden te feezen, ten einde men tusfchen den Aanval eri de verdediging, een naauwkeurig Parallel hadde kunnen trekken, de aanmerkingen van landsberg daar tegen confronteren, en zeer dnidelyk hadden kunnen inzien, welk gedeelte het meest, in deze belegeringe, te last gelegt zoude hebben konnen worden; doch ik heb niets kunnen vinden, dat de moeite waardig was, maar alle die opgetekende dag-registers behooren tot de Klasfe's dier geenen , waar van ik boven in (§ 39) heb gefprooken , en verdienen naauwlyks geleezen te worden. Ik heb alzo alleen daar by moeten blyven, wat men van de zyde der belegeraaren bericht, en hier uit onderfta ik , eenige befluiten op de gehouden verdediging te maken, zo veel naamlyk, als de berichten van den Aanval,daar toe, natuurlyke gevolgen aan de hand geeven. §. 44. Degrond tot deze overweging, zal myde belegering van de Vesting Lillo in 1708 door de Geallieerden, opgegeven dienen. Ik verkies dezelve, om die reede,wyl ik, buiten de beoordeeling van Hh 2 Lands-  ( 452 ) Landsberg, noch eene omftandige befchryving vat! deze belegering , in hec Theatro Europxo (*;heb gevonden, welke zeer veele byzondere narichten in. zig bevat, en de manier van den toenmaals in gebruik zynde Aanval en gevoerd wordende belegeringen, tamelyk naauwkeurig ophelderd. Hec laatfte bericht komt van een Officier, die een zeer gegronde kennis der Vestingwerken moet bezeecen hebben, en die de verfchillende voorvallen, welke zig by deze belegering, hebbe toegedragen, eene met die van den Generaal Landsberg, geheel over een ftemmende denkwyze , aantoond. §. 45. Het is onnodig, dat ik de Vestingwerken van Lilio befchryve, zy zyn aan de Liefhebbers der gefchiedenis en Krygs-Bouwkunde, genoeg bekend, en van de gedaane aanvallen, by de belegering in 1708 vind men, hier en daar, voornaamlyk in het aangehaalde Tractaat van Landsberg, als ook in het Theatr. Europ. zeer naauw keurige tekeningen, van welke laatfte ik my ook bediend hebbe. Men opende den 22 Augustus des Nagts de Loopgraven, men verkoos daar toe den omtrek vanSt, Magdalenen tot tegen de Poort St. Andreas, en alzo aan de rechte en linke zyde van de Dcule, welke Rivier, beide aanvallen van eikanderen fcheidde. De Schryver van het aangehaalde bericht in het Theatr. Europ. (**) zo wel als Landsberg zyn beide van mening, dat men de (*) Tom. XVIII. p. i79. feqq. (**) Tom. XVIII. p. 181. (***) Raifonnemenc von Attaque &c. p. 145.  C 453 ) de plaats tot den Aanval niet wel hadde verkoozen : doch zy geven ons niet op , welke plaats voordeliger zoude geweest zyn. Wanneer ik, naar het generaal Plan, in het Theatr. Europ. zoude oordeelen : dan denk ik, dat de plaats van deMagdalenen Poort, tot boven voorby de Poort St. Moritz, zig tot den Aanval veel beter hadde gefchikt. Want myns bedunkens, is hier de zwakfte zyde der Vesting , en men ontgaat geheel, de Deule. Ik kan de nalatigheid van het Guarnizoen en van den Marfchal Bouffleurs, niet genoeg bewonderen, dat zy niet door ouophoudelyke Uitvallen, de aanvallen terftond by het begin, hebben gezogt, moeilyk te maken. Twintig Battaillons in eene Vesting, kunnen veel doen, en daar de Aanvallen der belegeraaren , door de Deule waren van een gefcheiden, en gevolglyk elkandere niet zo vry konden onderfteunen , zo had de bezetting, met uit te vallen,hier zeer veel kunnen uitvoeren. De Magdaleener Capel, die naauwlyks 150 Toifen van den voet der Glacis gelegen ware, was wel met 200 man bezet , doch deze verweerde zig flegt, en wierd van den bedekten weg, met niets onderfteund ; doch. deze Post, die voor de belegerde zeer gewigtig was, moest den 24de na flegts een gevegt van \ uur, zig overgeven. Was de bezetting zwak geweest, zo dat zy buiten ftaat waren geweest, ver afgeleegen Posten te verdedigen, zo had het verftand gevorderd, deze Capel terftond by het begin, te verlaaten, of dezelve liever geheel te flegten; doch terwyl 20 Battaillons ligt in flaat waren, ook ver afgelegen Posten te verdediHh 3 gen,  C 454 ) gen, zo begryp ik niet, waarom men deze Capeï zo flegt bevestigde, (want zy was, naar het bericht , alleen, met Palifaden omringt) zo zwak bezet, en men dezelve, by den Aanval niet beter hebbe onderfteund, en op deze wyze, wierden de 200 gecommandeerden, zonder hec geringde nut, opgeoffert. Nu deed wel de bezetting, den 26de eenen Uitval, op deze Capel , en veroverde dezelve wederom, doch zy wierden fpoedig genoodzaakt, alles op nieuw, te verlaaten. §. 46. Den 27de!! Augustus., begonnen jo Canonnen, 20 Mortieren en 6 Houbitzers Bresch ce fchieten. Landsberg vermeend; men had cerdond by het begin der belegering, flegt gefchooten, en zonder eenig gevaar , wel een douzyn Bresfchen zoeken te maken (*_), en de Schryver der berichte dond hem toe, dat de Artillerie, niet naar behooren, was aangewend geworden (**), wanneer men het Plan naauwkeurig onderzoekt , dan vind men deze befchuldiging eenigzins gegrond; want by voorb. waar toe is het nodig geweest, tegen het Ravelyn, aan de rechte hand van de Deule, naast het Hoornwerk, eene Battery van 12 Canonnen te gebruiken. Ik ftem toe, dat men dit Ravelyn moest befchieten , om deszelvs vuur tot ftüzwygen te brengen, terwyl het den linke Aanval van ter zyde bedreek, doch hier toe was een Battery van 6 Canonnen genoeg geweest, en men had het kruid kunnen bewaaren, om een behoorlyke (*) Raifonnetnent von Attaque pag. 145 en 148. (**) Theatr. Europ. p. 181.  ( 455 ) lyke Bresch te maken , het welk hier zekerlyk geheel onnodig was, alzo dit Ravelyn niet voor het eigenlyke Front van den Aanval lag, en ge. volglyk alleen tot den valfchen Aanval behoorde. §. 47. Tot den 7de September, op welken dag de berugte Storm op de bedekte Weg gefchiede, voeren de belegeraaren met hunnen arbeid, zeer vaardig voord , want den 3den waren zy reeds, tot op 40 pasfen, van den bedekten Weg, met hunne Bojaux geavanceert. De belegerde liéten hun taamlyk gerust arbeiden, en buiten een kleinen , Uitval vind men nergens, dat zy de vyandelyke Loopgraaven, door veelvuldige Uitvallen, groote fchade hebben toegebragt. De Storm van den 7den op de bedekte Weg, wierd 'savonds tusfchen 8 en 0 uuren,met ongeveer 4000gecommandeerde ondernoomen, dezelve liep, zo als bekend, zeer ongelukkig af, niet zo zeer, om dat de belegerde dezelve, op eene buiten gewoone wyze, verdedigde, maar terwyl alle toebereidfelen daar toe verkeerd waren aange'egt- De Schryver van het relaas, in het Theatr. Europ. het welk Landsberg, als een ooggetuige noemt (*), bericht alle omftandigheden zeer naauwkeurig , weshalven deeze Stotm noodzakelyker wyze, moeste mislukken, Naamlyk. 1) Waren de Borstweringen der Vesting-werken, nog niet behoorlyk geruineert geweest; weshalven de Infanterie der bezetting, zeker daar achter (*) Tom. XVIII. pag. 180. Conf. Raiforinernent von Attaquen p. 146. Hh 4  C 456 ) ter (taan konde: een klaar bewys van dat geene, wat te vooren is gezegt geworden , naamlyk dat de Artillerie der belegeraaren , flegt gefchooten heeft. 2) Waaren de gereedfehappen, om te delogeeren, voornaamlyk, de Schanskorven, van'tminfte nut, welke laatften zo enorm groot waren, dat naauwlyks vier menfehen, een derzelven konde voortfleepen : hier door was een groot aantal menfehen dood gefchooten geworden ; het veld was als met deze ongelukkige Schanskorven bezaaid geweest. De Ingenieurs hadden , uit gebrek aan manfchappen, en Schanskorven, die niet fpoedig genoeg, in een behoorlyk aantal aangebracht en geplaatst konden worden, geen Post vatten,nog de voorfpringende hoeken van den bedekten Weg kunnen occupeeren, en men zoude alles met het grootfte verlies, hebben moeten verlaten,wanneer Landsberg niet de man was geweest, die het geluk, by deze onderneeming , hadde uitgevonden, om op den uitlopenden hoek van den bedekten Weg, voor de Lunette een paar Myn-holen te ontdekken, hier inwierp hy zig in aller yl, met zyne, maar weinig overgebleevene arbeiders , zette zig met allen fpoed vast,zo veel hem mogelyk ware, zond om fecours, en bragt een Logement te weeg, het welk verhinderde, dat deze onderneeming, ongeacht zy wel veel meer menfehen heeft gekost,als bet nodig was, niet geheel vrugteloos afliep. Want de Schryver van dat Relaas zegt , deze Storm zoude, wanneer alles in behoorlyke orde, was gefchied, geen 200 man gekost hebben, waar en tegen  ( 457 ) gen over de iooo man, gedeeltelyk gedood* gedeeltelyk geblesfeert zyn geworden. §. 48. Ik geloof niet, dat iemand die byzondere gedachten zal hebben, om de omftandigheden van deze belegering,zo als ik dezelve tot hier toe, verhaald heb , als een bewys van onze meerdere kundigheid , in vergelyking met die onzer voorouderen, aan te merken. Naauwlyks zal men in de Gefchiedenisfen der voorige Eeuwen, voorbeelden vinden , waar men de Artillerie met meer verwarring gebruikt, en buiten noodzakelykheid werkzaam was, en noch daar en boven geheel en al aan verkeerde plaatfen, befchooten heeft, die of onr aangetast hadden kunnen blyven liggen; of die men van eene andere zyde, veel voordeliger hadden kunnen aantasten. Want is het niet de onz'mnigfte gedachte zelve, die by mogelykheid kan invallen, een Hoornwerk , als dit, op den langften Vleugel aan te tasten, wanneer men van andere Werken , van achteren kan worden gezien ? en evenwel gefchiede zulks by den Aanval, ter rechter hand van de Deule, daar men noch, dit Werk, met alle voordeelen , in 't Front konde befchieten: en offchoon men dit ook deed, zo was evenwel; den arbeid,dien men aanwendde, om op den Vleugel Bresch te maken, overvloedig, en het hier by geleeden verlies onverantwoordelyk. §. 49. Even zo weinig Eer bad de flegt aangelegde Storm, op den bedekten Weg van onze Attacque. Het is wel waar, de oude plagten ook veel te ftormen, en deze ftormen liepen ook dikwyls zeer ongelukkig af, alzo men zich niet zei. H h 5 den  C 453 ) den hier by zeer overhaastte, en vergat om met bedaardheid zyne zaak te 'overleggen; doch wy, als wyzere nakomelingen , bewyzen door dit voorbeeld, dat wy onze toebereidzelen niet beter weten te maken. Wat hielp het, dat men met een zo groot verlies, de bezetting uit den bedekten Weg verdreef, terwyl men zig aldaar niet beter konde Logeeren, en zien moest, dat de bezetting aanftonds van achteren, van den bedekten Weg wederom bezit nam. Offchoon deze laatfte omftandigheid fchynt aan te duiden, als of de bezetting van de misflagen hunner vyanden, het behoorlyke voordeel hadden weten te trekken, zo moet ik evenwel zeggen, dat my hunne verdedigingen evenwel niet gevallen. Hadden zy ,üit den zo flegt ingerichten Storm , der belegeraaren niet noch grooter nut kunnen trekken, en dezelve, tot op hunne Parallellen, kunnen terug dryven ? Het is waar, zy namen den bedekten Weg, na dat zy de zelve reeds hadden verlooren, wederom in bezit, doch dit kwam niet, uit de dappere verdediging, van dezelven voord; maar wel,wyl de belegeraaren, de bekoome voordeelen, wegens hunne flegte fchikkingen, niet konden verdedigen- doch het Logement, het welk Landsberg alleen, by een gelukkig toeval,maakte, liet de bezetting geheel onaangetast liggen. Offchoon het zeer waarfchynlyk is, dat zy deze weinige manfchappen, aanftonds in den beginne, by de eerfte verwarring, insgelyks hadden kunnen verdryven. §. 50. Den tot op den 20 September voordgesetten arbeid, gaa ik met ftilzwygen voorby, alzo hier  C 459 ) hier by, nog van de zyde der belegeraaren, nog van die der belegerden, iets aanmerkenswaardigs is voorgevallen,en kome veel meer op die naar de Lunette gelegde Gallerie. Deze waren op eene zeer zeldzaame wyze,. tegens alle Grond-regels aangelegt, en voornaamlyk, die voor de Lunette aan de linke hand, regt op den uitlopende hoek van dit Werk gebragt. Landsberg heeft wel, zo als hy bericht, deze Gallerie voor de Face willen maken , doch de Directeur had hem tegen gefprooken, en het fchynt, als of men zelvs, met voordacht, het vyandelyke vuur, zig van allen zyde, wilde op den hals haaien. Den 2ifte beftormde men deze Lunette , en veroverde dezelve eindelyk; doch hoe wel geregeld", alles heeft toegegaan, bericht ons Landsberg tamelyk, omftandig. (*). §. 51. Het Ravelyn, dat den 3den Odfober aan de belegeraaren, door Storm overging,wierd zeer flegt verdedigd , de bezetting liet zig in het zelve overvallen, en Landsberg, zo wel als den Schryver f*) Raifonnement von Attacque p. 149. De belegerde hadden de pasfagie der Graaven, voor de Contregarden, (zo noemt hy de Lunette) aan de linke hand, noch wel betwist; doch zulks kwam, terwyl wy onze maatregelen flpgt genoomen, en de Gallerie in een uitfpringende hoek gemaakt hadden, tegen alle Regelen en het gezond verftand. Zy hadden de Contregarden wel betwist, om reeden, terwyl men, dan in de Nacht, dan by Dag, Stormde, in plaats, dat men in de fchemering hadde zullen ftormen, Zig daar op gelogeert , als dan fappeeren of den vyand zo uit zyne Traverfe, met de Mynen verdry ven.  ( 4öo ) ver van het meermaalen aangehaalde bericht, (temmen beide daar in over een, dat, by aldien, dit Ravelyn behoorlyk was verdedigd geworden, de verovering van de Vesting, nog een tyd lang zoude geduurd hebben. Dat dit zeer ligt mogelyk was geweest, blykt daar uit, wyl de belegeraaren hunnen] Storm, op den helderen dag, begonnen. Wat kon de belegerde hinderen, om alzo de toebereidfelen van hunnen vyand, ten vollen te ontdekken, en behoorlyke tegenfchikkingen te maken ? Doch zo lieten zy intusfchen de in het Ravelyn gecommandeerde manfchappen, voor hunne oogen gevangen neemen, en vergenoegden zig alleen, van de Hoofd-wal, een levendig vuur te maken, doch het welk, offchoon het de* belegeraaren, die ongedekt op de Bresch ftonden, groote fchaade veroorzaakte, evenwel niet krachtig genoeg was, hen tot het verlaaten van het Ravelyn te noodzaaken. §. 52. Tot den 2often Ottober, zette de belegeraaren hunnen arbeid voord, om op de Glacis, agter het Ravelyn, zich te logreren, en de BreschBattery te vervaardigen; die ook noch op dien zelvden dag, met het vuuren een begin maakte. — Dit alles lieten de Belegerde, zonder eenige merkelyken tegenftand toe, of ten minften, dezelve was zeer flegt aangewend. Den Schryver van't aangehaalde Relaas (*) maakt, met recht, deze wel.gegronde Aanmerking: dat, wanneer de bezetting, hunne Mortieren met Bomben en Steenen, gewee- ten (*) Theatr. Europ. Tom. XVIII. pag. 181.  C 461 ) ten had,behoorlyk te ftellen, en wel te gebruikeri, veele Batteryen en Bresfehen der belegeraaren, niet zo gemakkelyk zouden gemaakt zyn geworden, doch men had zig echter al te veel, op de Defenfie met het Geweer , tegen alle vernuft, verlaaten. En in de daad, aan deze Defenfie met het Geweer, is ook waarfchynlyk het verlies van het Ravelyn, toe te fchryven, want hadden zy den bedekten Weg, achter het Ravelyn, behoorlyk met Canonnen bezet, dan zouden de belegeraaren hunnen, op den hellen dag ondernoomen Storm, zeer duur hebben moeten betaalen; doch het was des tydes zo, gelyk noch heden ten dage,de heerfchende Mode, het grootfte voordeel ter verdediging, in de Geweeren, voornaamlyk op den bedekten Weg, te zoeken. §• 53- Offchoon men had kunnen denken, dat de belegeraaren, door de ondervinding, kort te vooren hadden geleerd, dat geen Gallerie, gevoeglyk en met voordeel, op den uitfpringenden hoek van een Vestingwerk; konde gebragt worden, zo hielp doch dit alles niets,maar men ftelde de Gallerie boven de Hoofdgraaven, tegen den uitlopenden hoek, van de geattaqueerde Bolwerken, maar ge* rust neêr. Het is waarlyk moeilyk om te begry^ pen, wat de Directeurs-Generaal, by deze zon* derlinge inrichting , voor oogmerken moeten heb* ben gehad, doch noch meer moet men zig over de bezetting verwonderen, dat zy zig tegen het uitvullen der Graaven , en de verdediging dezer Galleryen, niet met meer ernst verzet hebben. Wel is waar, de vervaardiging van deze Gallerie kos«  C 462 ) koste ain de belegeraaren veel manfchappen, dari terwyl dezelve van twee flancquen konden worden gezien, en alzo recht in de midden van een kruifend vuur lag, zo hadden de belegerden, in zo verre zy zig van hun voordeel behoorlyk bediend hadden , hen dezen arbeid noch tienmaal moeilyker kunnen maken. Intusfchen gefchiede zulks niet, maar de Gouverneur hield voor raadzaamer den 27fle te Capituleeren, en aan zyn Hof, was men met zyn tegenweer, volkomen te vreede (*_). §. 54. Vorders raakte het nu de Citadel, een gebouw van den Marfchal van Vauban. Den 4de November,logeerde men zig op den Anglefailland, van den eerfte bedekten Weg,zonder groote moeite , terwyl de belegerde dezelve , by de eerfte aannadering der Geallieerden , terftond verlieten. Men begon, op den afftand van een Musquet fchoot van den bedekten Weg, te fippeeren , en de belegerde zagen dit gerust aan. Den ijde trokken de laatften,op de eerfte bedekten Weg,geheel terug; doch toen behielden zy noch twee Places-d'Armes in bezit, welke zy in den nacht van den 15de tot den 16de, ten vollen verlooren. De belegeraaren maakte 5 Galleryen over de Avant-Fosfe , pasfeerde dezelve in de nacht van den iijde tot den 19de en vatte, dp de 2de Contrefcharpe, post. Den Schryver van de meermaal aangehaalde Berichten, maakt hierby, deeze gepaste Aanmerking (**), dat , wanneer de belegerde alleen eenige kleine Ca- (•) Theatr. Europ. I. c. p. 172. (**) Theatr- Europ. 1. c. p. 182.  ( 4«3 ) Canonnen inde 2de bedekte Weg, gehad,en des nachcs daar mede hadden gevuurt, dan zoude de pasfagie over deze Graav, den belegeraaren veel duurder te liaan gekomen zyn, doch het Musquec werk zoude hier alleen alles verrichten. Den 19de deeden de belegerden eindelyk een Uitval,en verjoegen de vyandelyke arbeiders, Wierpen eenige Schanskorven om, doch trokken wel haast weder te rug , ert de belegeraaren naamen wel haast hunne oude posten wederom in, en offchoon de belegerden , den volgenden dag, andermaal een Uitval deeden, zo bleef doch alles in de voorige fituatie,en intusfchen brachten de belegeraaren ook twee Galleryen over de tweede Graav , tot ftand (*). §. 55. Geduurende alle deze voorvallen, deed de Artillerie der Geallieerde niet veel, ten minfte het Journaal Bericht niet, dat in de Wallen der Citadel, eenige Bresfchen, gefchooten zyn, doch men zogt alleen beftendig, door de Sappe|, meer en meer Grond te gewinnen, het welk de bezetting ook gerust toe liet. Van den 20de tot den 27fte bragt men de 4de Parallelle aan, de kant van de 2de Glacis tot ftand, en van den 27fte tot den 28fte December, vervaardigde de belegeraaren hunne Logements-Batceryen en Ketels, aan de kant van de Borstwering van het tweede Contrefcharp^ waar op de bezetting Capituleerde. Landsberg zegt met recht, men heeft deze Citadelle niet genoomen; maar zy is aan de Geallieerde gefchonken geworden,want, wanneer men alle omftandig- he- (*) Theatr. Europ. 1. c. p. 173 174.  ( 465 ) ook niet zeer overvloedig; want by het overgeven der Citadel, vond men,dat men reeds begonnen had , zig van Paardenvleesch te bedienen; doch ongeacht dit alles, houde ik evenwel met zekerheid ftaande , dat Bouffler zig beter hadde kunnen verdedigen. §. 57. Het gebrek aan kruid en levensmiddelen konde te weeg brengen, dat men zig eerder moest overgeven, dan het onder andere omftandigheden, nodig geweest ware; doch zo lang'er kruid in voorraad was, had men zig evenwel behoorlyk en r&* gelmatig kunnen verdedigen. Men had de belegeraaren, by hunne flegte fchikkingen, verder van het Corps de la place kunnen afhouden, en wanneer men als dan, was gedwongen geweest, om de Vesting by gebrek van kruid, te moeten overgeven, dan was het voor de bezetting altyd veel roemryker geweest,wanneer zy,by de noch niet geopende bedekte wegen, hadden gecapituleert, dan dat zy zig tut in de Citadel lieten dryven, en als -dan , na eene flegt gevoerde verdediging, ónder voorwendzel van gebrek aan kruid, zich hadden óvergegeeven. Op zodanige wyze , zoude alle fchuld, op de verbeterde ■direclie van het Hof, zyn gevallen; doch de waereld zoude aan de bezetting bet getuigenis hebbe moeten geven, dat men van hun wonderen van dapperheid, te wagten hadden gehad, wanneer zy met den nodigen Oorlogs-voorraad waren voorzien geweest. §. 58. Wanneer wy de belegeringen, die in de volgende jaaren van dezen Oorlog, voorgevallen zyn, naar het Bericht van Landsberg, en andere li ge-  ( 466 ) geloofwaardige Berichten, insgelyks omftandig wilden doorgaan, zo zouden wy , eene byna ontelbaare menigte van misflagen, ontdekken, die zo wel op de zyde der belegeraaren, als die der belegerden waren begaan,en die bezwaarlyk iemand als bewys-gronden, eener verbeterde Attacque en Defenfie zoude kunnen opnoemen; doch terwyl het onderzoek hier van, ons alte ver zoude afleiden , zo wil ik alleen eenige byzondere omftandigheden van eenige der gewigtigfte belegeringen , voor het tegenswoordige, kortelyk in aanmerking neemen. §. 59. De Vesting Mom in Henegouwen, die in 1709, van de Geallieerden wierd belegerd, is, wegens deszei vs Water- en Moerasfen, waar mede dezelve is omringt, zekerlyk zeer vast, doch hoe flegt heeft zy zig verdedigd ? den 2jfte September, opende de Geallieerde de Loopgraaven, en den 2jften October, trok het Guarnizoen, 1909 man fterk, reets met zak en pak uit (*_). De Geallieerden hadden niet meer, als een Hoornwerk voor de Poort van Bertomont den i7den October verovert, en voor de Poort d'Havrée, waren zy van voorneemen , den volgenden dag, een ander Hoornwerk' te beftormen , doch dit voorval was waarlyk niet zo verfchrikkelyk, dat de bezetting om die reden , de moed behoefde te laaten zinken: want hunne vyanden moesten noch drie Graaven pasfeeren, eer zy aan het Hoofdwerk konde koomen, en als dan ware het altyd noch tyds genoeg (*) Theatr. Europ. 1. c. p. 237.  C 46? ) noeg geweest, om de witte Vaan op te fteeken. Men geefc voor reeden van deze fpoedige overgaav', dejzwakheid der bezetting op, het welk men gaam wil toeftemmen ; doch om even die zelvde reede, houde ik ftaande, dat dezelve het zo veel te langer hadde moeten uithouden: want zy had> den wegens de fchoone Water-grachten geene generaale Storm te vreezen; en het grootfte ongeluk , het welk dan noch eindelyk daar uit konde ontftaan, was, dat men zig tot Krygsgevangenen hadde moeten overgeven. Doch was het niet beter geweest, wanneer 1909 man, een Armee van 20000 man, noch 4 a 6 weken lang, door eene dappere verdediging van verdere Krygsonderneeminge hadde terug gehouden, als dat men, na eene verdediging van 4 wreken, eene gewigtige Vesting overgaf, alleen om 1909 man van het gevangen neemen, te bevryden ? Ik ben volkomen overtuigt, dat deze Manfchappen, na hunne weder vereeniging met de Franfche Armee, hunnen Koning zeker geen zo gewigtigen dienst hebben kunnen doen, als wanneer zy de verdediging van de Vesting Mons, noch een tyd lang hadden voordgezet. Landsberg (*);toont zeer fraai, hoe veele zwarigheden er toen, voor de belegeraaren, noch te boven te komen , zouden geweest zyn. §. 60. In het daar op volgende jaar 1710 ondernamen de Geallieerden de belegeringlvan Douay; de Loopgraaven wierden geopend, den 4de May en den 2jfte Juny, gaf zig de bezetting met ac- coori (*) llaifonnemenc von Attacque p. 153. li 2  ( 468 ) , Coord over. Zy was by hec begin der belegering, 8000 man fterk geweest, hadde geduurende dezelve ongeveer 3000 man verlooren , en den Lieu"tenant Generaal Albergotti, bekwam van hec Publik het getuigenis;dat hy zig zeer dapper geweerd en door zyne goede verdediging , den Geallieerden ten minften een verliés van 8000 , zoo dooden als gekwetften , hadde coegebragt. Nu zullen wy ook hooren, wac Landsberg , die deeze belegering ook zelve by woonde, ons daar van bericht (*). Hy ftemt coe, dac deze belegering aan de Geallieerden veel menfehen gekosc beeft, niet zo zeer, om dat de belegeraaren , buiten gewoone verftandige verdedigings toebereidzelen hadden aangewend, maar a) In het algemeen, te gelyk,'met zeer veel y ver, de fterkfte plaats der Vesting aangreepen. b) By de linke Attacque van de Vestingwerken, van vooren, van eer zyde , en van achceren gezien geworden, zo dac men zig,met buiten gemeene moeiten, en veel verlies, naauwlvks dekken konde. c) En Galleryen over de Watergrachcen gebouwd, zonder dat men het flancquen vuur, aan de rechte en linke hand, te vooren behoorlyk tot ftilzwygen gebragt hadde. Andere fouten van minder aanbelang, gaa ik met ftilzwygen voorby, die hy zeer lang draalig verhaald. Doch de bezetting maakte van den misflag deezer Aanval, geen gebruik, gelyk zy wel had kunnen doen. Zy zoude ge- (*) Raifonnement von Attacquen pag. 155. &c.  ( 4^9 ) gemakkelyk de Galleryen over de voorgracbten niet een konst-vuur hebben kunnen verbranden, en door een wel ingerichte ftelling , van hunne Batteryen, de Attacque, welke, 7.0 als wy reeds hebben herinnert, grootendeels van achteren wierden gezien, zeer grootlyks hebben opgehouden , en bezwaarlyk kunnen maaken; intusfchen gefchiede dit niet, en Landsberg weet tot hunne ontfchuldiging , niets verder in te brengen, als dat men hadde gezegt, dat zy, aan Canonien Kogels,gebrek hadden geleden. §. 61. De overige belegeringen, die Landsberg beoordeelt, gaa ik voor het tegenwoordige, met ftilzwygen voorby, om de kortheids wille; mui kan het zelve in de meermaal aangehaalde plaatfen, zelve naflaan. Doch by geenen,zal men denkelyk, de zo geroemde groote fterkte van onze gebruiklyke manier , om de Vestingen aan te grypen , vinden, maar veel meer toegeven moeten, dat de bezetting van deze Vestingen , in zo verre zy zig, alleen van gewoone hulpmiddelen willen bedienen, zig veel langer en] beter kunnen verdedigen , doch waarby ik alle fouten, die oprekening van de bezetting, kunnen gefchreeven worden, nochmaals, uitfluite. §. 62. Wilden wy deze overweging tot noch later tyden overbrengen, dan zouden wy haast vinden , dat zig onze omftandigheden zeer weinig hebben verbetert, en dat wy, by gemaakte rekeninge, naauwlyks ééne zeer goede verdediging, tegens tien flegten, zullen kunnen aantoonen ; doch deels, manqueerenons hier toe deomftandige en opIi 3 rech-  ( 47° ) rechte berichten , deels is het in onze dagen, te gevaarlyk, de zuivere waarheid te fpreeken. Onze nakomelingen, zal het veellicht, eerst vergunt zyn, onze Oorlogs voorvallen vry te beoordeelen. §. 63. Even zo gevaarlyk zoude het zyn, wanneer wy het wilde wagen, tot de waren oorfprong terug te gaan, uit welke dit kwaad ontlpruit. Ik laat het derhalven aan den Lezer van verftand en doorzigt over, om 't zelve naar te gaan. Genoeg, dat ik heb ter neer gefield, dat onze tegenwoordige Aanval,op verre na, niet zo gevaarlyk is, als dezelve word uitgekreten, en dat wy zeker wel middelen kunnen vinden, hun ftaudvastig te bejegenen , wanneer wy onze voorvaderen hier in tot een voorbeeld, neemen willen, die hunne dikwyls zeer flegte Vestingen, tegens eenen Aanval, die in zyn foort,niet veel zwakker, als de onze was, met de grootfte gefchiktheid en dapperheid verdedigt hebben. Dit kan in onze dagen,zo veel te eerder gefchieden , wanneer men zo voord vaart, als het zedert eenige jaaren, de mode is geworden, de formeele belegeringen , in Bombardementen te veranderen, en in plaats van met de Wallen en het Guarnizoen te vegten, de Kerken en Burgerhuizen te verbranden. §. 64. By deze manier van aanvallen, heeft het Guarnifoen, voornaamlyk voor de zekerheid van Mond en Krygsvoorraad te zorgen; er zullen weinig Vestingen zyn, welkers Hoofdwallen niet met eene hol-bouwing waren aangelegt; derhalven moeten zy alles, zo goed als mogelyk, zoeken te be- wa-  C 47i ) waren, en is zy als dan overtuigt, dat zy in dit pundt, van het vyandelyke donderweer, niets hebben te vreezen, zo moeten zy dezelve flegts laten uitraazen, zonder te fidderen, de Bomben en Vuurkogels maken wel eene menigte armen en ongelukkige menfehen; doch ik heb door dezelven noch geen Bresch zien leggen, of Wallen weg branden, en in zo verre, eene bezetting dit niet heeft te vreezen, en voor het overige, met kruid en lood en eene goede moed, tot vegten voorzien is, zo kan zy hunne vyanden, ongeacht het hagelen van Bomben, evenwel noch het hoofd bieden. I i 4 Ma-  ( 474 ) I2de Signaal Battaillon, front! met Pelottons Chargeert! 13de Signaal, links om keert ti! en wanneer by het richtings Battaillon, troep Word geflagen, vatten de Commandanten het Commando marsch! kort af; wanneer ver genoeg is geretireert, word eenige reizen troep geflagen, op de roffel by het richtings Battaillon , die alle Tambouren mede flaan, maakt de Linie front, en wanneer marsch! geflagen word, weder aangetreden, en door de geheele Linie, met Se&ions rechts en links afgetrokken, het Signaal, om regt uit te marcheeren, word door een roffel, by het richtings Battaillon te kennen gegeven , en word eerst met Sedtions regts getrokken, hier op regt uit, dan links en wecer regt uit. 14de Signaal, halt! richt u! het richten gefchied, even, zo als by het 9de Signaal, is gezegt geworden, na dat gericht is, word het Geweer in den arm genoomen. Vervolgends zal eene zwenking op den Axe* worden gemaakt, op het 15de Signaal, maakt het Regiment van Woldeck, Grenadiers van Romberg, en het, ïfle, 2de en 3de Divifie van 't eerfle Musquetier Battaillon van Romberg. links om keert, en de geheele Linie zwenkt regts, de 4de en 5de Divifie van het eerfte Battaillon van Romberg,maken de Axe, en geven het nieuwe Allignement voor de Linie, het welk de Adjudanten van alle Battaillons prolongeeren, het ifte Pelotton Grenadiers van Woldeck, en het 8fte van het 2de Battaillon van Budberg, bly-  C 475 ) blyven beftendig by de zwenking, in de flancquen, en.ftellen zig ten laatften weder in de Linie, wanneer gericht is, word op het iöde Signaal geopend , het Geweer genoomen en gevifiteert, de Hoeden te recht gezet; de Pandekfels opengemaakt;doch waar meede men zich niet lang moet ophouden. 17de Signaal, Geweer ! op de twee agterfte gelederen, voorwaards fluit u! marsch! en in Parade regts afgemarcheert, het Geweer in den arm genoomen : daar, waar voorby zal worden gemarcheert, vat het eene Battaillon na het andere, 't Geweer weder aan, en zo in het Leger ingerukt. De Commandanten der Regimenten zorgen daar voor, dat de ftelling der Posten, op de Veld-flancquen en Brand-wagten, alle naar het Reglement, gefchieden. *. Dispositie tot de 2de manoeuvre Op den 6de Juny 1791. s'Morgens om 6 uurei), ftellen zig de 9 Battaillons op de Place d'Armes naar de volgende Orde de BattdUle Gr. van Romberg Avant Guarde Overft. van Schack Gr. van Budberg Eerste linie Gr. van Woldeck v.Schlichling 2. B. v. Wold. 1. B. v. Wold. v. Droste Tweede linie 2.B. v.Budb. 1. v.Budb. 2.B.v.Romb. 1. B.v.Romb. Hec  ( 476- ) Het Idee der Manoeuvre is, dat men den Aan- . val van een, in orde van Battaille aanrukkenden vyand, voorkome, en daar door, dat men dezelve terug dryve, om de reeds afgefneeden Communicatie , met het Hoofd-Corps, weder te bekoomen. Er word geladen , ieder man heeft 6 patroonen, dan links met geheele diftantie, afgemarcheert. De Linien zo wel , als de Avant-Guarde, blyve 80 pasfen, uit eikanderen, en moeten naauwkeurig daar op agt geven , dat zy niet nader te zamen komen , of verder van eikanderen trekken. Het Grenadier Battaillon van Romberg richt zig zo, dat zyn 8fte Divifie beftendig tegen de midden van het 2de Battaillon van Woldeck blyve, en de Teten der beide Colonnen marcheeren altyd op gelyke hoogte, zodra alles over de Postdam is, word door alle Battaillons, halve diftantie genoomen; de Teten der Battaillons zo wel, als die van de Avant-Guarde, treeden zo kort, dat zy niet van de plaats komen; tot dat wederom ordinaire pas! word gecommandeert, en de Commandanten der Battaillons moeten daar op letten, dat altyd van de Tete, van hun voorzynde Battaillon, de diftantie voor het hunne, en eene interval af blyve. Wanneer er plaats is , tot het afmarcheeren, word van alle Battaillons op het ifte Signaal halt! en op de plaats i zwenking gemaakt. De Teten der beide Linien, moeten na de zwenking, accuraat naar hunne links ftaande Battaillons , gericht ftaan, en alle Divifien zig links daar tusfchen inwerpen, en naauwkeurig den voor. man  C 477 ) man neemen , wanneer als dan, alle Divifien tor het deploijeeren opfluiten en alle Teten, accuraat in het A^lignemenc van de rechte Vleugel, worden gericht. 2de Signaal, met Divifien opgemarcheert! alle oneven Pelottons maaken regts om,doch het Grenadier Battaillon van Romberg,formeert geen Divifie, maar deploijeert insgelyks, Pelottons wyze, regts, wanneer de Linie halt maakt, en blyft, by de Avant-Guarde ftaan. 3de Signaal deploijeert! beide Linien deploijeeren regts , en alle 4 Divifien blyven ftaan , wanneer van de linke Vleugel, is gericht, word het Geweer in den arm genoomen , op het 4de Signaal, weder aangevat,en voords geavanceert. De richting is in de ifte Linie naar het ifte Battaillon van Woldeck, in de 2de naar het 2de Battaillon van Romberg, de Linien blyven beftendig, in behoorlyke diftantie, uit eikanderen, wel op elkander gealligneert, cn de Vaanen van de 2de Linie, moeten altyd naauwkeurig , hunne voormannen, op die der eerften, houden. Wanneer het Grenadier Battaillon van Romberg, tot op 200 pasfen, aan den vyand genaderd is, maakt het zelve halt, en vervuurt 6 patroonen, met het geheele Battaillon, op de plaats, de beide Linien blyven intusfchen in marsch , wanneer het Battaillon van Schack de 6de fcheut gedaan en gefchouderd heeft, trekt het zelve met Pelottons regts om, door de beide Linien, met een deploijeer pas heen; zo als het zelve gepasfeerd is, neemt het de ordinaire pas, en zwenkt 60 pasfen ag-  ( 478 ) agter de midden van de ade Linie, weder links in, wanneer het als dan gericht is, word door dit Battaillon het gewoonlyke Battaillon Quarree geformeert en het Geweer in den arm genoomen. De ifte Linie moet zig zo richten, dat het regt na de 6de Salvo, digt by de Avant-Guarde (laat. Zo dra dit is doorgetrokken, maakt het zelve halt! en vervuurt 6 patroonen, met geheele Battaillons op de plaats. Het ifte Battaillon van Woldeck doet de ifte fcheut, daar op volgen de Grenadiers van Budberg, dan de Grenadiers van Woldeck , en ten laatften het 2de Battaillon van Woldeck, waar zy ais dan zich niet verder vervangen. Na de laatfte Salvo, trekt zig de.i.fte Linie met regts om, door de 2de die insgelyks nu digt aan het ifte gekoomen moet zyn, en daar naar zynenmarsch heeft in te richten. Zodra de Grenadiers van Woldeck door lut ifte van Romberg en de Grenadiers van Budberg door het 2de van Budberg heen zyn, maken zy halt; doch het Battaillon van SchlichJing maakt tc gelyk Contre-marsch, hier op. fluiten aanftonds de beide Battaillons, tot het deploijeeren op, het Battaillon van Droste deploijeert Pelottons wyze, regts inde rechte flancquen, het 8fte Pelotton van het ifte Battaillon van Romberg blyft ftaan, geduurende dat dit gefchied , neemen de beide Musquettier Battaillons van Woldeck, zodra zy, door de achter hun ftaande Battaillons, door getogen zyn, den ordinaire pas aan, marcheeren met Pelottons, blyven tot op de diftantie van 4 Pelottons , van dezelve , en zwenken links in,doch het ifte en 2de Battaillon van Woldeck  ( 479 ) deck moet zo , als zy door de 2de Linie heen zyn, zig 1 Pelottons lengte, regts trekken, op dat zy regt agter het 2de Battaillon van Romberg en het ifte Battaillon van Budberg, te ftaan komen, en dezelve niet overvleugelen; zo als de ifte Linie door de 2de heen getrokken is, maakt dezelve halt, en vervuurt insgelyks 6 patroonen, op de plaats, met geheele Battaillons. Het 2de Battaillon van Romberg doet de ifte fcheut, hier op word by alle Battaillons, voor een moment, het Geweer in den arm genoomen. Voords heeft het alzo men veronderfteld, dat den vyand voordelig geposteert ftaat en niet te forcéeren is, te retireeren, derhalven word op het 5de Signaal, het Geweer aangevat: van het 2de Battaillon van Romberg maakt het ifte, 2de, 7de en 8fte Pelotton links om keert, hec ifte en 2de zwenkt in de rechte, het 7de en Sfte in de linke flancq van dit Battaillon; van het ifte Battaillon van Budberg maakt insgelyks het ifte, 2de, 7de en 8fte Pelotton links om keert ! en hier op zwenkt weder om, het ifte en 2de in de rechte;, en hec 7de en Sfte Pelotton in de linke flancque van die Battaillon. Wanneer dit door hec 2de Bactaillon van Romberg, en het ifte Battaillon van Budberg, gefchied, zwenken te gelyker tyd, van de regt agter hun ftaande Battaillons, van het ifte van Woldeck, de ïfle en 2de Divifie links en de 7de en Sfte regt voorwaards, -+L zwenking, en by het 2de van Woldeck, de ifte en tweede Divifie links, en de 7de en Sfte regts voorwaards zwen-  C 480 ) zwenking en alzo worden deze beide Quarrees ieder met 2 Battaillnns geflooten. Zodra deeze beide Quarrees ftaan, retireeren de 4 Battaillons, naamlyk het ifte van Romberg en de Grenadiers van Woldeck, het 2de van Budberg, en. de Grenadiers van Budberg, die op de hoeken in een haak ftaan , waar by de GrenadierBattaillons in Sedtions marcheeren, zo ver, tot ■dat zy tegen de Queue van 't Battaillön-Quarree van Schack, komen, daar op maken zy halt en front, waar zy dan, in deezer voegen ftaan. ïfle Budb. 2de v. Romb. 2de v. Wold. iftev. Wold. 2.B.V. ~~ i.B.v Budb. Rom- Berg. v.Schack £?• JQ 4» -O ^ '3 o > > n " e 6 6 Voords word eene Retraite en Echiquier, zonder daar by te vuuren, gemaakt, de Afdelingen zyn van 150 pasfen: eerst retireeren de beide Quarrees , kort voorby het Battailion Quarree van Schack j en van de rechte Vleugel het GrenadierBat-  C 48i ) Battaillon van Woldeck,aan gerekend, 150 pasfen, als dan maken zy front ; zodra de beide Quarrees front gemaakt hebben, retireeren de beide hoeken en het Battaillon van Schack. De fcherp Schutters dekken door hun vuur, volgends inftructie, de Retraite der Quarrees, als ook die der Battaillons, welke met haaken marcheeren, en hebben ieder man 14 patfoonen. Ver volgends word de Retraite, op deze wyze, voortgezet, en ten laatften op het 6de Signaal, halt ! gemaakt. Ieder Battaillon der Quarrees zwenkt , op zig zei ven in, gelyk ook de beide Grenadier-Battaillons, die met haaken marcheeren. Er word geopend |_ en-regts af, na het Leger gemarcheert. Dé'Musquettier Battaillons van Budberg en, van Romberg, wagcen zo lang, tot dac hunne Grenadiers de Tete hebben. NB. By de groote Quarrees, \'è de't zaak, dat van ♦t ifie en 2de"B ittaillons, vari Wöldec'k; het $dft Gelid, de Linie verlenge, waar op het echter by de fpoedige formeering van een Quarree, niet aan- kóme. ■ ' • •• ''T <,■> ■ ...j n novocgv/•>•• • • .. gmnaxsjj . -.«on Dispositie tot de 3de Manoeuvre op den 7den Juny 1791. De 3!Regimente ftellen's'Morgens óm 4 uurerl, op de Place d-'Armes ,'de volgende Kk Ot  ( 482 ) Ordre de Battaille 987654 321 t»fliof>o0(t(trt E> ^ 5 ö h ts ti b3 ' ca Cu Cu o. « b ea, « ?5' o' ïï' n £ " *z « c«'«"™ c. • s. B. < < ^.2 o" 2 5"o*o" c? g_ gr011 td w ri3 W < -3 .CR ? re £T o-, cr g. cl era £< 3: '3 8 8 Cc vcronderftelling is, dat den 'vyand zig 'm eene fterke verfchanfte Post (zie de Plaat hier by gevoegd) bevint, .en dat hy voornaamlyk op zyne rechte Vleugel , de meeste zorgvuldigheid gebruikt; dit is het voornaamfte point d'Attacque. De verfchanfing, die door Veld-vlag'gen getekentis, heeft de tekening van de opgegeeven figuur, en moet alzo uitgezet worden, dat zy de 9 Battaillons, by het da,ar na volgende Couronnement, inneemen en bezetten kunnen, zy is intusfchen niet verbonden, maar de enkele Redance zyn alleen 'door eene Palifadeering vereenigt. Op de Place d'Armes, word geladen , ieder man heeft 12 patroonen, en met volle diftantie, links over de Postdam, gemarcheert, wanneer de laatfte Di-  ( 4«3 ) i Divifie aan het point cVApui, van de regte Vleügel is, word op het ïfle Signaal halt! met Divifien, rehts zwenkt gecommandeer, van de linke Vleugel,word naauwkeurig , doch gezwind gericht: wanneer alles ftaat, treeden op het ade Signaal, de 3 Grenadier Battaillons Èerst aan , de richting is naar dat van Romberg: dafc van Budberg fielt zyne linke Vleugel-Compagnie in de flancquen,die met Pelottons (Seclions) marcheert, en beftendig in dezelve blyft. Wanneer de Grenadier Battaillons 100 pasfen geavanceert zyn, treeden de beide Battaillons van Budberg aan, op 100 pasfen van dezen, volgen die van Romberg, en weder 100 pasfen na dezen, treeden de 2 Battaillons van Woldeck aan, op de rechVleugel van dezelve, word weder een Compagnie in de flancquen geftelt, die , zo als de linke met Seclions marcheert,de richting is by deEchsllons, naar hun 2de Battaillon. De intervallen moeten altyd naauwkeurig worden gehouden, wanneer alle Echellons in marsch zyn, word op het 3de Signaal met Pelottons links gecommandeert, en daar mede zo lang gecontinueert, tot dat by het Grenadier-Battaillon van Schack, regt voorwaards word gecommandeert, het welk zich mee zyne Vaanen naar de midden der Hoofdverfchanfing moet heen wenden , wanneer als dan van alle Echellons te gelyk , op dat Commando, regt vdostwaards , word gecommandeert. Wanneer de Grenadiers tot op 200 pasfen van de verfchanfing, zyn, maken zy halt, en vuuren,Zonder zig alvorens Kk i töel  ( 434 ) met richten, op te houden, 8 maal met geheele Bactaülons, waar by telkens 10 pasfen uit, doch niet weder ingerukt word ; V3n Schack vuurt het eerst, de Battaillons moeten met het vuuren zig niet overhaasten, en de Echellons tyd laten, om tot het foutineeren der Attacque , te kunnen aanrukken, de flancq vuurt niet mede; na het vuuren, treeden de Grenadiers weder aan, om de Hoofdposten , waar in de vyand zig reeds in verlegenheid bevind, te bemagtigen. Op 50 pasfen van dezelve, maken zy halt, en terwyl de Posten niét en Front kan genomen worden, maar op een van zyne flancquen, moet worden aangevallen, maakt hec Grenadier Battaillon van Budberg, op de plaats, met allen mogelyke fpoe^d, eene wending van 40 pasfen regts. Zulks doen ook, te gelyker tyd, de Grenadiers van Woldeck , links , intusfchen zy het ïfle en 2de Pelotton in de rechte flancque ftellen, om zich van achteren,tegen het, na den vyand bezette gedeelte,van het naast by zynde Redans, gedekt te hebben. In deze Pofitie, worden weder 4 Battaillons Salvo's gedaan: de in de rechte flancq ftaande Pelottons, vuuren mede. Als dan ,word op de, van den vyand thans geheel verhaten Post, aangetrokken,waar by de Grenadiers, van Woldeck, beftendig regts, en die van Budberg links trekken, en dezelve, gelyk de figuur nader aantoont, couronneren. Wanneer de beide Battaillons van Budberg, in hec Allignement komen , waar de Grenadiers beginnen te vuuren, Chargeeren zy zo als deeze, 8 maal met geheele Battaillons. Na het vuur, treeden zy aan,en blyven ,  C 485 ) ven,tot op 5c pasfen,van de vyandelyke verfchanfing in het avanceeren,waar zy als dan op de plaats, noch 4 Battaillons Salvo's, zonder elkander af te wagten, geven, uitgenoomen dat het ifte Battaillon de eerfte fcheut doet; hier op rukken zy zeer digt aan de verfchanfte Bost, en neemen dezelve in bezit, alzo zy het gedeelte van het Retranchement, waar op zy 't gemunt hebben, met een zwenking, op de plaats, van 40 pasfen links en regts omringen, zo als dit in de Plaat duidelyker te zien is, op die zelvde; wyze, maken! het insgelyks de Battaillons van Romberg en van Woldeck; de flancquen van de rechte Vleugel, welke niet meede vuuren, alzo zy niets voor zig hebben, zwenken eerst dan in, wanneer het ifte Battaillon van Woldeck de wending links maakt, om de Posten te bezwaaren. Wanneer het 2de Battaillon van Budberg de wending geheel regts gemaakt heeft, kunnen ook die van de Grenadiers van Woldeck, in de regte flancquen gefteldePelottons, inzwenken, en zig met de Battaillons, alligneeren, op het 4de Signaal , ftellen de 9 Battaillons zig weder in eene Linie. Het Battaillon van Schack, het welk ftaan blyft, dient tot richting. De andere Battaillons maken alle links om keert, en richten zig, naar dit Battaillon- Wanneer gericht is, word geopend, de Gcwceren en Patroon-tasfen gevifitcert,en regts af na het Leger gemarcheert. De Grenadiers marcheeren eerst af, en ieder Battaillon Musquettiers volge op de Grenadiers. Kk  ( 486 ) Hec bygevoegde Plan, is dat van des vyands verlaatene Post. NB. Wanneer op het ifteSignaal, de Linie regts in zwenkt, dan treeden op dit Signaal, de fcherp Schutters van alle|Battaillons, 100 pasfen, voor hunne Battaillons , gelyk de Inftruftie en Echequier luid, ieder man heefe 20 pacroonen, en wanneer de Grenadier Battaillons 500 pasfen geavanceert zyn, dan beginnen de fcherp Schutters te Chargeeren , en continueeren daar mede, tot dat halt ! word gecommandeert. Waar op zy na beide de Vleugels achter hunne Battaillons terug trekken. Alle Schutters van de overige Echellom beginnen op de zelvde plaats, waar de Grenadiers met vuuren hebben begonnen , en continueeren even gelyk daar mede, tot dat van het eene Echellon ,na het andere, halt! word gecommandeert,waar zy als dan , gelyk de Grenadiers hebben gedaan, aanftonds, achter hunne Battaillons terug trekken. Vyandelyke dispositie. *s Morgens om 3 uuren , verzaamelen zig op dc ïinke Vleugel van het Leger, van ieder Regiment, 1 Officier, 3 Ondcr-Ofticiers en 72 man, (een Tambour word noch buiten dien, van hetjgcheele Corps gegeeven) waar van daan de Lieutenant van Schakkowsky mee hun zal afmarcheeren, om het veronderftclde vyandelyke Recranchemenc te bezetten , het welk op de volgende wyze gefchied. flet geheele front van het Retranchement, moet d«  ( 487 ) de langte van 9 Battaillons neemen, weshalven de manfchappen met ruime intervallen, enkel uit elkanderen gefteld, en hoofdzakelyk, alleen de Hoofdhoeken en haaken bezetten en getekent moeten worden. De Hoofdverfchanfing No. 1. op de rechte Vleugel, word door de Grenadiers, 3 Onder-Officieren en 72 man bezet, waar by de Lieutenant van Schakkowsky zelve blyft. De Redout No. 2. door 1 Officier, 2 OnderOfficieren en 40 man van Romberg. De Redans No. 3. door 1 Officier, 2 OnderOfficieren en 40 man van Romberg. Het werk No. 4. door 1 Officier, 2 Onder-Officieren en 48 man van Woldeck, waar by noch 8 man van Budberg en even zo veel van Romberg komen. Wanneer de Grenadier Battaillons tot op 200 pasfen, tegen de Hoofdverfchanfing No. 1. zyn geavanceert, dan beginnen de daar in geposteerde manfchappen alleen te vuuren", en houden daar mede op, wanneer de 8 Salvo's voor by zyn. Doch zodra de Grenadiers, tot op 50 pasfen, daar in zyn, en de wending maken, dan beginnen, de in de Schans zig bevindende, weder te vuuren en continueeren daar mede, tot dat de zwenking ophoud, en de Battaillons Salvo's , weder beginnen, als dan maken zy links om keert, en retireeren 100 pasfen, uit hunne verfchanfing,alwaar zy zig herftellen , en, met liinks om, te zamen trekken,en achter het Retranchement heen, tot op de linke Vleugel van dezelve, marcheeren. Zo,als alles in deHoofdverfchanfingNo. i.teruitvoer K k 4 is  ( 488 ) is gebragt, even zo gedragen zig de overige Posten No. 2. 3 en 4. en zodra ieder Attacque de laatfte fcheut gedaan heeft, en de wending beginnen wil, trekken zy 100 pasfen terug , en marcheeren na de linke Vleugel. Wanneer alles aldaar by een is, volgt men het Regiment, en word na het Leger gemarcheert. VERHANDELING. Over dat geene , wat een officier , die een botten-post commandeert, in het oog te houden heeft. Ik veronderftel, dat een zodanige Officier,benevens 40-jo man Jagers te voec, of ten minften andere ligte Infanterie, en ongeveer 12 toe 15 man Cavallerie, by zig heeft. Deze nu word op een Voorpost gecommandeert, alwaar hem alleen den omtrek, doch geen bepaalde plaats word aangeweezen. O Is zulks een ruime vlakte, daar men in 't geheel geen hout, of iets dfergelyks vind, dan posteert hy zich zo, dat hy van het Leger, of het Hoofd-Commando niet kan worden afgefneeden; hy Iaat .wanneer 't mogelyk is, Boschwerk te zaa' men haaien, om zig daar agter te masqueeren, of hy Iaat eene kleine Redout opwerpen, als dan Detacheert hy eenige 100 pasfen voorwaards, een Onder-Officier met 6 man Cavallerie, tot een Veldwacht,( by het uitzetten van ieder Veld-wacht en der-    ( 489 ) derzelver Posten, moet men zoeken, dezelve altyd te masqueeren, zo dat dezelve van den vyand niet aanltonds worden ontdekt, en wel zo, dat zy al het pasfeerende kunnen vernemen) deze ftelle wederom , eenige 100 pasfen voorwaards , eene dubbelde vedette, of, wanneer het dej plaats vereischt , twee enkele Cavallerie Posten, dezelve worden ieder uur afgelost. Terwyl nu genoemde 6 man in 3 uuren, allen eens ter fchiltwagt ftain, de andere 4 in dien tusfchen tyd, echter volftrekt niet aftoomen, nog de Paarden van de hand mogen laaten, laat den Officier, na verloop van gemelde 3 uuren , den Onder-Officier , door andere 6 Paarden aflosfen , doch alvorens de aflosfing, moeten van de nieuwe Veld-wagten 2 man regts , 2 man links , en 2 man voorwaards, ongeveer,een goed half uur ver, Patrouilleren, en wanneer by het terug keeren , geen verandering word gevonden, dan gefchied de gemelde aflosfing. Op zodanig eene wyze, word verder gecontinueert, de overige , by het Commando zig bevindende Paarden, kunnen in die tusfchen tyd, afgetoomc en gevoedert worden ; doch dezelve moeten fecuur worden vast gebonden, dat zy zig niet lostrekken ; de Vedetten worden des nachts, eenigzins terug getrokken, het welk by mistig weder, ook in het oog moet gehouden worden : om bovengemelde omftandigheden, trekt men ook wel de geheele Veldwacht eenigzins terug. Op zodanig eene wyze , de Cavallerie dienst voorzien zynde, zo laat de Onder-Officier van de Infanterie, ook noch ongeveer, 6 of naar 't de omftandigheid vordert, 8  C 4P0 ) 8 enkele, of dubbele Posten uitftellen, om met de1Zeiven , tusfchen hen en de Vedette, eene Chaine te trekken, dat niets voorby dezelve of tusfchen hun, en een naby zynde Commando, waar mede hy alle mogelyke Communicatie moet zoeken te houden , kan doorkomen. De overige by zig behoudende Infanterie, laat hy des nagts gelederwyze, dog tegen den morgen, allen onder het geweer koomen,zo als de Cavallerie ook, tegen den morgen moet opzitten. Alle uitgezette Posten, zo wel Cavallerie als Infanterie, moet hy behoorlyk onderrichten, zo dat zy weeten, hoe zy zig te gedragen hebben, en zonder dat het gegeeven Veldwoord , het welk telkens , wanneer 'er.een mogte deferteeren, kan veranderd worden, word niets door gelaaten. Van alle de veranderingen, die den Officier van den vyand gewaar word, laat hy op ftaande voet, of fchriftelyk, of in geval van nood, door een vertrouwde van de Cavallerie, een mondeling rapport brengen. 2) Doch is dit Commando by een Defilee geposteert, dan blyft hy daar mede, agter dezelve, cn zend, gelyk hy No. 1. gemeld, 1 Onder-Officier met 6 Paarden, tot een Veldwacht, daar door heen, handeld met het aftosfen der Patrouilles even zo, alleen dat hy dan noch, 1 Onder-Officier met 9-10 man Infanterie, by de gemelde Veldwacht, mede detacheert , ten einde de een den anderen 'kan onderfteunen , en van de overige, by zig hebbende Infanterie, zet hy noch naar'goeddunken, de nodige Posten mede uit. Is het DefTlèe zo geftelt, dat men op geenerhande wyze, een overval  C 491 ) val tc vreeten heeft, zo kan hy, de by zig hebbende, manfchappen, wel eenigzins verfchoonen, en brengt dezelven, alleen tegen den morgen, on> der het Geweer. . 3) Veelligt word een zodanig Commando ook in of voor een Bosch geplaatst. Ligt deze plaats nu zo gefnueert, dat hy van rondom zeer ver zien kan, of dat hy ongeveer, op eenige 100 pasfen, een hoogte voor zig heeft, van waar men den geheelen .omtrek kan overzien; dan behoud hy genoegzaam alles by zig , en field de Cavallerie Posten , op zodanig een hoogte, doch laat, gelyk by No. 1. gezegt,alle 2, of naar bevind van, zaaken, alle 3 uuren , behoorlyk Patrouilleeren. Zouden er ook een of meerdere by wegen, in het hour jnloopeh, bezet by dezelve insgelyks, met kleine Infanterie-Detachementen, van 6-8 man,om met dezelve door zyne Posten, eene Chaine te trekken, zo dat-hy niet kan getourneert worden: 't gedrag by nacht, is even zo als by No. 1. 4) Zo de Officier met zyn Commando,omtrent een Dorp moge ftaan, dan blyft hy agter het zei» ve, en (leid, even als by No. 2. de Veldwacht door het Dorp, na den vyand , loopen 'er meer wegen in het Dorp, zo bezet hy dezelve, insgelyks , door kleine Infanterie Wachten. Doch by moet geen manfchappen in het Dorp laaten gaan; maarjzig liever al het nodige, daaruit doen brengen, om zo veel mogelyk ,j zyne manfchappen-, by eikanderen te houden. De aflosfing, het Patrouilleeren en de Nacht-wacht is, gelyk by No 1. 5) Heeft dit Commando eindelyk een Brug te be-  C 492 ) bezetten, zo Iaat hy. gelyk by No. i. de Veldwacht over dezelve gaan. Is het water te Paard te pasfeeren, dan laat hy de Brug af breeken; doch anders de planken , des daags, 'er op los liggen, cn des nachts afneemen, maakt ook agter dezelve een Schans, om dezelve, behoorlyk te kunnen defendeeren ; gaan 'er veelligt, eenige Vheren over dat water, zo worden dezelve met Infanterie posten of Detachementen bezet, de Patrouilles moogen in geenen deelen, verzuimd worden. In het gemeen moet de Officier waakzaam zyn, en zo wel zyne Detachementen, als andere uitgezette|Posten, behoorlyk vifiteeren, om dezelve insgelyks, in de vereischte oplettenheid te houden. Hy moet, wanneer 'hy op een Post ftaat,' aan welkers behoudenis, de Armee veel gelede nligt, doch tegens de veelligt aannaderende vyandelyke magt, veel te ZAvakw.as, daarom niet-terftond te rug trekken, maar door andere: Manceuvres ,■ deri vyand zoeken terug te houden ,"en den zeiven daardoor, in het begrip brengen, dat hy'met zyn Commando-veel fterker is, om zo doende, tyd te winnen, om aan zynen Generaal daar van bericht mede te deelen, eh fecours te bekoornen (*)<' - - Hy (*) In het 'Amujemerit Militaire pag. 143. word een zeer fchoone Monoeuvre van een Frar.sch Officier gevonden, die door zyn braaf'gedrag, met 400-man, eene zeer •importante Post,tegens eene Armee van' 40 of 56000 man fouteneerde, dien de vyand anders, zonder eenige zwaarighaid zoude hebbe kunnen inneemen. Deze Officier ftond in 1708. in den Italiaanfche Oorlog , op de hoogte van een  BEOORDEELINGEN. antwoord: je 11e Jais que deux cJwfes a la Guerre, commander ou obéir, s'il s'agit de confeiller, je n'y entends rien, zekerlyk zoude St. Germain Vaderlandslievender gehandeld hebben, wanneer hy deze aanbieding, aangenoomen had. Doch laat zig de Edele verheffing, de zelfftandigheid, het gevoel van inwendige waarde, onder deze omftandigheden, met de" post eenes Raadgevers vereenigen! Die zig zo iets laat welgevallen, ontbreekc het aan gevoel zyner eigen waardigheid, aan geest en verftand, en aan een vast Caracter. St. Germain, had reeds toen beflootcn, zyn dimisfie te neemen, en dit gefchiede in 't Jaar 1761. hy had reeds lang, en niet geheel zonder reede, gelooft,dac men hem chicaneerde! Veelligt mogt hy hier in te ver gaan, edog dacht hy om zyn Bevelhebber, en zelfs Broglio hadde wel gedaan, wanneer hy de raad van St. Germain, hadde opgevolgt. St. Germain trad in Deenfchen dienst, als VeldMarfchal, en eerfte Krygs-Minifter. Het geheele Militaire wezen hing van hem af, en men begeerde van hem , dat hv het op eene beteren voet, bragte. Hy zag de fouten volkomen in ; doch hy kende de zwarigheden niet, die met zodanige veranderingen verbonden zyn. Hy ging te driftig te werk, en bereikte zyn oogmerk niet. Eindelyk verwyderde.hy zig, na veele wederwaardigheden met 100.000 Ryksdaalders , na Hamburg, en leefde aldaar als een Philofooph , op hec land, gerust en vergenoegd, tot dat hy onverwagt tydirig ontfing, dat de Banquier , tot wien hy geweezen was, niet konde betaalen. Nu was St. Germain in de grootfte armoede, doch even zo wel te vreeden , als te vooren. De Fransen-Duitfche Regimenten namen intusfchen ftraks 'deel aan hem , het Hof gaf hem een Penfioen.'en benoemde hem kort daar op, tot Oorlogs Minifter, Hier verbeterde hy op eenmnal weder te veel, en beging daar door andere fouten; zy  BEOORDEELINGEN. zy mogen wel niet zèer groot geweest zyn doch in zodanige gevallen, vind men over al,onvergenoegde , die onophoudelyk fchreeuwen, en van een Muis een Oliphant maken. Een Militair te veranderen, 't geen in 't inwendige eene flegte Conftitutie heeft, is boven dien eene zaak, waar toe eens menfehen leeftyd geduld, macht en beleid word vereischt, waar aan het onzen Held zeker ontbrak. i De Correspondentie begint met 1749 > en eindigt met 1764. In het 2de Deel, komen eenige Berichten van den terug togt der Franfchen, van Bremen en Behrden in het Osnabrugfche, van de Battaille van Lutternberg en by Rosbach, voor. De beide laatften raaken St. Germain niet, doch zyn door hem met Aanmerkingen verrykt, voor het overige, vind men in beide de Deelen, noch iets, wat over den 7 Jaarigen Oorlog, hier en daar, eenig licht kan byzetten; ook zyn hier by, eenige Bneven gevocgt, zynde voorbeelden ter verbetering van de Franfche" Militairen ftaat. Bericht van den Uitgever. Door dien dit Jaar ten einde loopt, met de Uitgave van het twaalfde Stukje, zo worden de Heeren Intekenaaren verzogt, voor den 15 April eerftkomende, zich te declareeren, of zy geheven te continneeren, ten einde men als dan zien kan, of het getal* al,of niet voldoende is.  MAGAZYN van MILITAIRE WETENSCHAPPEN. Tiende Stuk. INHOUD. Verhandeling over den Aanval en verdediging van een Corps Artillerie, in het open Veld. Pag. 498 Wyze, hoedanig zig een Officier moet gedragen, die met een Commando, daar de Armee campeert, in een Dorp geposteerd is. - - 5** Dispofitien, omtrent de verdedigingen, den Aanval van Infanterie, Posten, Veldwagten en Voorposten van een Leger. - - -518 Hoedanig aan te vallen, en wat by de Infanterie, Artillerie, Cavallerie, in een Aftie te obferveeren is. De beide Plasten te plaatfen. Paï- 521 NB. De Stukjes moeten ingenaaid.en niecdoorfiooken word' Te ARNHEM, By J. H. M Ö E L E M A N. mdccxciii.  BEOORDEELINGEN. Der Artilleriste in verlegenheid, oc'er Abhand lung von den Mechanifchen Handgriffen und vortheilen,by der Artillerie. Von einen Königl. Pruiszifchen Officier, mit 7 Kupfer Tafeln } in 2vo« 158 pag. De Schryver noemt zig, aan het einde der Voorreden C. L. Chevalier de Sire Jean d'O'oreuil (wy houden dezen naam verdigt.) Hy zegt, dat hy dit Werk tot zyn eigen onderricht, ontworpen heeft, of fchoon het zeker eene vvoordelyke overzetting van Traite des Manoeuvres de P Artillerie, par M. Demeure de Villeparc, (het geen reeds in 1775 te Grenoble is gedrukt) met eenige niet veel beduidende vermeerderingen, is. Dit Werk verdiend van ieder Artillerie-Officier geleezen te worden, en wy beklagen, dat den Schryver, de Hoogduitfche Spraak, niet zo magtig is geweest, dat wy dat geene , wat hy voor een orgineel Werk, uitgeeft, voor eene zuivere overzetting kunnen aanneemen. Het eerfte Hoofdfluk, bevat eene befchryving der Touwen, waar van men zig, by de Franfche Artillerie, bediendt. De Schryver heeft hier twee regels meer, als Villeparc, ingelascht, doch het overige alleen overgezet. Villeparc fchryft voor de Franfche Artillerie , en heeft reden, wegens hunne Touwen, bericht te geven. Doch waarom de Schryver voor de Duitfche Armee, Touwen befchryft, die by dezelve, niet in gebruik zyn, en van die geeneq wel- ketj  C 493 ) Hy moet, wanneer hy op zyn Post komt, en hem den omtrek, ook de nabyheid van den vyand geheel onbekend is, aanftonds een Hoofdpatrouille van i Onder-Officier en 4 man uitzenden , om eenig Bericht daar van te bekoomen, en als dan, daar naar, zyne geheele inrichting maken. Hy moet telkens by hetaflosfen , zyne manfchappen weder ftellen , en de nodige Pelottons laten afdeelen, zo dat altyd volle Rotten, en een ieder zynu voor- en neven-man weete. Hy moet by het aflosfen der Posten,het Geweer vifiteeren, of ten minften de Onder-Officieren daar toe een Berg, dewelke het Dal vanjOulx van dat van Pragelos affcheid. Het kwam daarop aan, om deze hoogte te fouteneeren, en de Franfche Armee, die veel verder, dan de Keizerlyke,daar van daan was, tyd te geven, om daar by te koomen. Hy liet ten dien einde, tegen den nagt 5 of 6 vuuren. op die Hoogte, ongeveer 100 pasfen van elkandere aanleggen , zo, dat men in het vyandelyke Leger zulk* zien konde. Hier by liet hy den geheele nacht door,zyii3 400 man voor deeze vuuren , na de vyandelyke zyde heen, zo voorby marcheeren , dat zy altyd agter de vuuren, in de fchaduw, te rug kwamen, en liet zodanige tour 10 of 12 maal herhaalen , zo dat de vyand niet twyfelde , of een groot Corps van de Armee , had deze Hoogte ingenoomen. Hier door (telde de vyand zyne verdere beweging uit, en den Marfchal van Villars bekwam daar door tyd , aldaar aan te koomen, waar door de vyand alzo , niet alleen wierd belet, om in het Dal van Pragelos voord te rukken; maar ook eene geheele andere po, fitie moest neemen. LI  ( 494 ) toe houden, of kruid op de pan, de ft een en vast aangefchroevt, en alles in behoorlyke orde is. Word een zodanig Commando van den vyand geattacqueert, dan word aanftonds aan den Commandant, daar van .bericht gegeeven,alle gedetacheerde Posten, Wagten en Vedetten, voegen zig by het Commando. Is den vyand fterker,dan trekt hy wel zo goed, als mogelyk , terug , doch onder eene geftadige Schermutfeling, zo dat zy den vyand , ieder pas, ftrydig maken. By het vuuren, moet de Officier omzigtig zyn, en niet onnodiger wyze,zyn kruid gebruiken, op dat het hem op 't laatst, niet aan Ammunitie ontbreeke,ook moet hy op eenmaal, het geheele Commando niet laaten vuuren, waar door hy zig maar van vuur,ontbloot, en buiten defenfie fteld, (*) maar ook het vuuren met Pelottons- of lie- (*) De Marfchal van Saxen haald, in zyne memoden•, verfcheiden merkwaardige voorbeelden aan, dat door diergelyke ongelukkige manoeuvres, geheele Regimenten zyn vei lianen, hy zegt onder anderen: by de Slag van Belgrado den iGde Augustus 1718. zag ik twee Battaillons van Lottharingen en van Neuperg, in een oogenblik, in ftukken houwen. Zy (tonden op eene Hoogte , ik liep ylings daar heen, en op 'c moment, dat ik aldaar, agter de Vaanen van Neuperg aankwam, zag ik, dat de beide Battaillons het Geweer prefenteerden,aanfloegen, en op 30 pasfen, eene Generaale-Salvo, op een grooten hoop Turken deeden. Het vuur en de handgemeenfchap was 't zelvde, en beide Battaillons hadden geen tyd, om te vlugten,maar wierden alle op eene plaats van 30 tot 40 pasfen, ter neder gehouwen. De Generaal van Neuperg, die tot zyn geluk, » te  ( 495 ) liever Rots-gewyze, gefchieden, welk laatfte voornaamlyk mee het grootfte nut, tegen Cavallerie kan gefchieden, in het algemeen,mag den Soldaat niet eerder met vuuren beginnen, voordat de Officier tiaar toe order geeft (*_). De Cavallerie laat hy flanc- te Paard zat, kwam geheel alleen daar van. Op het zelvde oogenblik kwam de Prins Eugenius geheel alleen, en de Turken trokken terug, waar van ik de oorzaak niet weer. De Generaal van Neuperg verzogt een Commando, om de kleederen te bewaaken , men flelde fchildvvagten uit, op de vier hoeken van de plaats, welke de gelneuvelde Battaillons befloegen , en liet de kleederen , fchoenen en hoeden op eenen hoop brengen. In dien tyd, dat zulks gefchiede, hield ik my aldaar op, om de dooden te tellen, en hebb' flegts 32 Turken, die doordeGeneraale-Snlvoder beide Battaillons, dood gefchooten waaren, op de plaats gevonden. (*) Nadien de voorgenoemde Marfchal van Saxen, het gewoone Musquec-vuur, in't algemeen, weinig Effect toefchryft, zo fchynt hy noch minder, van het gecommandeerde vuur, te houden. In zyne Memorie pag. 68. zegt hy, onder anderen , daar omtient: Of ik, gelyk gezegt, dat men niet fchieten zou, zo zyn er evenwel toch gevallen , waar men het doen moet, en derhalven is het nodig, om zulks te weeten, naamlyk in Heggen, en landen vol holle Wegen , als ook tegen de Cavallerie. Doch deze manier moet ongedwongen en natuurlyk zyn. De manier die wy hebben, is van geen nut, têrwyl het onmogelyk is, dat een Soldaat zyne fcheuten regt aanbrengen kan, wanneer hy van de oplettenheid, die hy, op het Commando woord, geiioodzaakc is te hebben, afgehouden word. Hoe kan men vorderen, dat alle Soldaten ,die men aan te liaan, L 1 2 com-  C 496 ) fiancqueeren, geeft ook wel, wanneer het nodig is, en het Terrain zulks vereischt , omtrent eenige manfchappen Infanterie,mede daar by ; doch dezelve moeten behoorlyk gedekt zyn, om in alle gevallen, dezelve agter zig,wederom te kunnen by een brengen, retireert hy altyd met geflootenreyen en gelederen, hy maakt ook fomwylen Front, om de indringende flancquen terug te houden; doch om zyne eigene, benevens de gedetacheerde Infanterie weder tot zig te trekken, of liever, nader te krygen. Doch, zo de vyand niet fterk is, en zoude hy op het gegeeve vuur, retireeren, dan kan de Officier denzelven wel vervolgen, doch moet zig in acht neemen, dat hy niet in een hinderlaag koome, of afgefneeden worde; het zoude derhalven beter zyn, wanneer hy de Cavallerie, en m allen geval, 20 man Infanterie na zond; doch hy, voor zyn perfoon, op zynen Post terug bleef, of een be- commandeert,zo lang, zig in het aanflaan te houden, tot dat men vuuu commandeert, ten minde maakt 'tjhen confus, en alles is te vergeevs, zodra men het tydftip verlooren heeft. Men twyfele niet, dat het geene, wat ik te vooren hebbe gezegt, een groot onderfcheid, in den afftand, te weeg brenge, wanneer het ook maar alleen, eenige roeden bedroeg: want niets is gemaklyker en fpoediger te verzetten, als de werking van eene fcheut. Buiten dien,ftooten zig de Soldaten, en men houd dezelven, in eene gedwonge ftelling. Alle deze zaaken beneemen de geheele kracht, van het vuur, die het moest uitwerken. In het 5de Ca> pittel pag. 141. toont hy zulks noch omftandig aan.  ( 502 ) gezwind Cardoes vuur,in gereedheid houden, om in allen gevallen , daar op vervat te zyn. Alles komt hier, op wel geëxerceerde manfchappen en knegts aan, het welk een ieder, die doorzigt heeft; zekerlyk zal toeftemmen, doch buiten dit, is ook alles zeer onvolmaakt, en op het onzekere, rustende, cn het geluk zal meer beflisfen als de kunst. Doch dringt de vyand op een middelpunt, met verfterkte kragt aan, dan is niet op den Aanval; maar alleen op de verdediging te denken; en de Brigaden moeten derhalven hun geheele vuur fchuins tegen dat gevaar richten, het welk hun het naaste by is , en van het welk de Linie het meeste te vreezen heeft. Doch is dit gevaar gelukkig overwonnen, dan kunnen de Briegadens ook uit het Defenfive in het Offenfive vallen, doch zy moeten ook wél acht op den vyand neemen, en deze wanneer hy iets zoekt te onderneemen, zal zynen Aanval verfcheiden maaien , en veelligt in onderfcheiden punten , zoeken te herhaalen. De Regiments-Stukken volgen, in de Actie, de beveelen van hunne Overftens. Doch zyn zy, door deze beveelen, niet te zeer bepaalt, zo volgen zy insgelyks de boven gemelde regelen,in zo verre dezelve hun betreffen. Doch in het algemeen, befchutten zy het Front van hunne eigen Battaillons, door een Kruis-vuur of onderfteunen hunne neven Battaillons , wanneer hunne eigene Battaillons weinig., doch het andere ongelyk meer, tc vrcezen heeft. Wan-  ( 503 ) Wanneer eene Brigade,op hooge order, in zodanig een geval, zyn plaats verlaat, en eene andere plaats, ook, geduurende hec vuur, zoude in neemen, dan moet dezelve in 'c oog houden, dac zy zig, een weinig agter het Front, en niet onder het vyandelyke vuur, formeere, en dan en Front avanceere en iorukke, naar maate zig dezelve by den opmarsen, anders te zeer zoude uitzetten, ja veellicht, geheel in eene groote disorde kunnen worden gebragt, eer zy tot den vollen aanmarsch kwame. In alle overige gevallen, richte zig de Cipitain naar de beveelen van zyne boven hem gefielde, die by in een zodanig geval, geduurende de Actie, bekomt. Doch hy zelve, voor! zyn perfoon, houde zich , ten einde hy alles naauwkeurig kan opferveeren , of te Paard, of te Voet, (zo als in ieder dienst, het Artillerie Reglement, zulks aanduid) op de Vleugel van zyne Brigaden, van waaide wind komt, ten einde de damp van zyne Battery, hem niet hindere, om zyne eigene Battery te overzien, en ook de bewegingen van den vyand gade te flaan, want inde Battery zelve, moet het Detail door de Subalccrnen, en by de Wagens, door de Tuigmeester worden gemaakt, en de Battery Commandant geeft aan alles, alleen de behoorlyke beweging en richting , en in geval van nood , cild hy in perfoon in de Battery , op dat punt, waar zyne tegenwoordigheid, wegens oncflaane disorde, in een zodanig geval, noodzaaklyk is. Wat het gebruik, van het venchiilend ernflig vuur  ( 504 ) vuur, betreft, daar in moet ieder Artillerie Officier, zyne grondig geleerde vvetenfehap volgen, en niet, eenigzins door Franfche Boeken misleid, en de Cardoezen by het Brigade Gefchut, boven de 6co pasfen , gebruiken , en ook zulks nooit, wanneer het Terrain niet tamelykgelyk en droog is. Doch van de Vleugel-Batteryen , kan tegen de Cavallerie, die op de plaine geposteert ftaat, met druiven hagel van I fjgof l fg Kogels, tot op iooo of ook wel tot op 1200 pasfen geageert worden. Buiten dien, moet men deezeGrondregel aanneemen, dat een enkele Kanons-Kogel, zo vel wegens deszelvs goede richting, als kragt, zo lang de beste dienst verrigt, to: dat men met de Cardoezen, naar gefteldheid van den Grond eerder of laster, een daadlyk werkzaam vuur, en geen ledige plaats te maken,in flaat is.— Dorpen en Huizen , moet men niet zonder nood, met Granaten aanfleeken, maar dezelve alleen in zodanige gevallen , wanneer zy in de Linie van den vyand liggen, of de vyand dezelven fterk bezette, en met de overeenkomst des Velds bevestige, of wel geheel, tot een point de vueyan eene Vleugel hebben genoomen, insgelyks, wanneer wy onzen terugtogt daar door dekken , en in het algemeen in allen gevallen, wanneer den vyand daar door nadeel,doch wy voordeel kunnen) verwagtcn,uit den weg ruimen. Heeft de Capitein van de Artillerie manfchappen ten referve, dan zal hy dezelve, wanneer zyne eigen manfchappen verminderen , van tyd tot tyd by zig neemen , en altoos een beflendig vuur aan de gang houden kunnen. Doch heeft hy geen rc-  C 505 ) referve, en is 'er ook geen Canon onbruikbaar, hec welk hy moet laaten ftaan, en waar van hy manfchappen cn paarden tot het andere Gefchuc kan gebruiken, dan moet hy zyne inrichting mee de Subalterne Officieren zo fchikken, dat alle Canonnen zo lang als mogelyk; in activiteit kunnen worden gehouden, het welk nog, hoe wel flegts altyd gebrekkig kan gefchieden, zo lang ieder ftuk Gefchut,niet boven de 6 man , tot beftiering heeft: Doch zouden zig de manfchappen noch meer verminderen, dan moet men liever een paar ftukken Gefchut laten ftaan, en in alle geval uit de Linie laten fleepen; doch de manfchappen en paarden tot de overige gebruiken , want het is altyd beter , minder, doch bruikbaar Gefchut te hebben, als veel, het welk men nog behoorlyk gebruiken, nog met vereischte fpoed, kan behandelen. By de Regiments Stukken ; moet de Artillerie Officier met de Regiments en Battaillons - Commandanten, daar in over een (temmen, dat, by gebrek van bedienden by de Canonnen, hy een paar Rotten van de Infanterie dadelyk, zonder te vraagen , tot zyne handlangers kan wegneemen, en wil hy noch zekerer gaan, zo kan hy dezelve reeds te vooren, op de gemakkelykfte nummers hebben geexerceert. Wanneer een der dezer zydfche Vleugels geheel geflagen is, of de geheele Armee, terwyl de voorgenoomen Coup niet gelukt is, op hoog bevel, een retraite maakt, en in 't gemeen, wanneer de terug*marsch word geordonneert, retireeren de Brigadens zo veel als mogelyk, met bedaardheid en or-  ( 506 ) orde, en ftellen zig niet eerder, in vollen terug marsch, voor dat zig het Corps de referve, tot hunne dekking, voor hun heeft geplaatst, en eene fpoeciige terug-togt begunftigt. Buiten dien, moet een Artillerie Officier, nooit op de terug-togt en redding van zyn Gefchut denken , want ik geloov niet, dat het een fchande is, zyn Canon te verliezen, het welk een magtig Monarch altyd gemaklyk weder kan vergoeden, doch het is zeker een fchande , en geheel tegen het nut van zyn Heer, wanneer hy te onrechter tyd, en juist wel dan, wanneer hy, door een fterk Cardoes-vuur, het meest op den naderende vyand kan werken , op de zekerheid van zyn Gefchut wil denken , het welk zonder dat, zeer liegt zyn zoude, of het meeste te vroeg tydig , en geheel zonder noodzaaklykheid gefchiede. Derhalven zal een Commandant van een Battery , nimmer zonder bevel , op een terug togt denken, ook zelvs ^ïooit , wanneer in allen geval, een onverwagte fchrik, in de hun ter zyde ftaande Infanterie, ontftaat, en hun tot wyken zoude brengen ,naar maate de vyand dit niet alles ontdekt, en daar van gebruik maakt, en de fouten verbetert, of de openingen kunnen gevuld worden; maar hy moet zich zo lang verdedigen, a's hy flegts immer doen kan, ja hy moet nog vuuren , wanneer den vyand ook nog maar flegts 5 pasfen van hem af is, doch als dan, wanneer den vyand ook zoude indringen, moet hy zyne manfchappen onderricht houden, zich op eenmaal lang uit, op de aarde, neaer te leggen: hy zelve,wanneer het vuur in de nabyheid, zeer fterk word, moet  ( 5°7 ) moet benevens de Tuigmeester en zyne knegts van het paard flygen, en even als zyne manfchappen ter neder vallen, wanneer hy zig niet meet4 verweeren kan. De indringende vyand zal zig hier by niet kunnen ophouden, alzo hy noch gewigti ge dingen , tegens de tweede Linie heeft te verrichten, en de vyand zal ook buiten dien, wanneer het Gefchut op deze wyze, alle kracht gedaan heeft , zich zodanig in disort'e bevinden, dat hy door de tweede Linie , of door een Referve van Cavallerie, zeer gemakkelyk, weder word terug gedreven , en wanneer dit gefchied, moet de Capitein van de Artillerie, met zyne manfchappen weder opftaan,en met zyne Battery een nieuw vuur beginnen. Doch zoude de vyand, ongeacht, het fchuinfche vuur der Artillerie,niet wyd, van een, tusfchen zynde Battery,op een Battaillon indringen, en de Infanterie verftrooijen , ook niet door de Troepen der tweede Linie aanftonds vervangen en en Echec worden gehouden, maar dezelve aanftonds zyne overwinning zich zo ten nutte maakte, dac de Capitein van de Artillerie, geen tyd hadde, zich met zyne Battery rugwaards te replieren, om eene dekking met de flancquen te bewerken dan moet by zyne manfchappen het teken geven, zig met het laad-gereedfchap, fpoedig naar de tegen overgeflelde zyde te retireeren, ten einde de vyand zig niet van het gereedfchap tot het laaden der Canonnen zelve bedienen, en de dezerzydfche Troupen, vervolgends zelve in de flancque daar mede kan befchieten. Die is juist ook het eenige ge-