321 C 62   TER BEVORDERING^ VAN DEN WELEDELEN GESTRENGEN HEERE MR< HENDRIK HERMAN van den HEUVEt; TOT SECRETARIS VAN HUN ED. BIOOG. DE IIEEREN STA ATEN 's LANDS VAN UTRECHT. Aan Nederland. »t anneer uitmuntende en beproefde kundigheden, Een werkende y ver voor het heil van 't Vaderland, Een vindingryk vernuft, een ryp doorkneed ver/land, Door rocmenswaarde keus tot wigtige ampten treeden; Wanneer men dus klaarblyklyk ziet, Dat aan bekwaamheid en verdienften recht gefchied, 3k moet elk eeriyk hart, dat 's Lands geluk kan fmaaken, Van vergenoegde biydfchap blaaken. 'Geen  Geen vafter grondflag voor de welvaart van een Staatt Geen zeckrcr waarborg voor 't geluk van d' ingezeeten, Dan als ervaaren kunde en onbevlekt geweten Het Land ten dienfte ftaan, met overleg en raad. De Burger leeft dan zónder zorgen-, Vuige eigenbaat verftomt; de twift houdt zig verborgen; En 'svyands haat, 't zy hy geweld gebruike of lift, Ziet, tot zyn fpyt, zyn doei gemift- Dit voorrecht hebt gy, finds uw vroegften tyd, genooten, o Neerland! blyk hiervan bied uw' gefchiedenis; En dat dit voorrecht u , ook thans, gefchonken is, Wyft de ondervinding klaar, Hoe veele waare Grooten Van hart, van denkwys, van verftandj Ziet gy aan uw beftuur, o waardig Vaderland! Gy kent die Braaven zelf. — Behoeft men hen te noemen ? Hen, die zig door hunn' daaden roemen ? Erken  Erken, met waaren dank, de zorg en 't wys beleid Van Hem, wiens keus, als 'thoofd der zeven vrye Landen, De poften van gewigt betrouwt in zulker handen, Van wien en Staat en Volk den beften dienft verbeide Dit leert ons, fchoon 't de nyd mogt wraaken, Dat Hy verdienften acht, en nuttig weet te maaken-, Dit toont onloochenbaar, hoe, waarlyk wél gezint. Oranjes Vorft het Volk bemint. Mogt onlangs de Y-Stad, met het billykft vergenoegen, Aan d' achtbren Zee-Raad, in haar wydberoemde Veft, De bron der welvaart van ons ryk Gemeenebeft, Tot Advokaat-Fiskaal zoo wyslyk toe zien voegen Een VAN DER HOOP! een Man, van wien Het Surinaams Beftuur voorheen reeds nut mogt zien En van wiens edel hart, en vaft dooroeffend oordeel, Het Land zich heil belooft en voordeel. ThaHS.  Thans juicht ook 't gryze Sticht, nu 't zynen Voedfterzoon, Zyn VAN DEN HEUVEL, zoo beroemt door kundigheden, Als Secretaris in der Staaten Zaal ziet trecden, Alwaar hem liefde en hulde ontmoeten , voor zyn loon. 't Gerechts-Hof ziet, met weenende oogen, Na tweemaal dertien jaar, zig zyn Griffier onttoogen; 't Kent al zyn' waarde; fchreit; maar zegt: „ftrek in dien ftand „ Nog tot meer uut voor 't Vaderland! " Ja, dierbaar Vaderland ! dit moogt, dit kunt gy wagten. Elk uwer Burgers weet den dienfl van 't grootft gewigt, Door hem tot duurzaam nut van Land en Volk verrigt, Met onverdoofbre zucht en onvermoeide kragten. Schoon tot zyn lof niets anders fprak, Dan 't Vaderlandfch ontwerp van d' Oeconoom'sciien Tak, Dat wel gcflaagt ontwerp: dit zou zyn roem fteeds ftyven: Zyn naam, daar door, gezeegend blyven. Spreek,  Spreek, fchaamele Gemeente in Vlek, in Dorp, in Stad; Spreek, eertyds arm gezin van nyvre handwerkslieden: Ziet gy aan u, uw krooft, geen werk, geen brood thans bicden Wykt nu 't gebrek niet, dat voorheen uw vloer betrad ? Zien wy den voorfpoed, (fchier bezweeken Doorfluimerend verzuim,) nu 'thoofd niet opwaards fieeken? Fabrieken, neering, kunfl; 't vind al, door wys beleid, Thans meer en meer zig uitgebreid. Dit nut, dit voordeel, dat men daaglyks aan ziet groeijen, Sproot uit dat grootfch ontwerp, waarvan hy de oorfprong is. Zyn' kennis baande 't fpoor, zyn' diepe ervaarenis, Zyn yver, deeden luit in 't Neêrlandfch hart ontglocijcn. Thans flaat men, moedig, hand in een, Beraamt gefchikte plans, verydelt zwaarigheên, En veft een' Maatfchappy, waarvan de vrucht te plukken, Ons, en den naneef moet gelukken.' Wat  Wat heil, o Vaderland! dat gy in uwen fchoot Kroost koefterd, dat met vlyt voor uw belang blyft Waaken, Dat uwe welvaart fleeds beftendig poogt te maaken, En vreugd, vind in 't geluk van zynen Landgenoot!* Wat heil, dat zy, die u beminnen, Niet flcgts der Burgren liefde en zuivere achting winnen, Maar dat by uitftek ook de Zorger van den Staat Op hen zyn oog en keuze Haat: Hiervan kan deeze keus een fpreekend blyk vertoonen. Met deeze keuze u dus oprecht geluk te biên, Word door den nyd zelv' voor geen vleizucht aangezien, Hoe vaak ze ook onderftaat Verdienften fel te hoonen. Geluk dan, Vaderland ! geluk! Baart u het Krygsgedrocht thans kommerlyken druk: Aan Patriotten ziet ge uw' zorgen aanbeveeien! Dit Merkt uw' hoop; dit moet u flreelen. Behoud.  Behoud hen lang; zie rafch eene einde aan 't oörlogs woên! Zie langs hoe meer uw Volk, daar lift eh twift u dreigen, Tot éénsgezindheid, tot bedaard vertrouwen neigen, En aan den waaren pligt eens Burgers bly voldoen. Zie hen door waarheid overreeden, Om aan 't gemeen belang hunn' yyer te befteeden; bat eiken Landgenoot, die u te beurte viel, Eens VAN DEN HEUVEL'S geeft beziel'! !mdcci,xxxï. Uit oprechte Achting;