NALEZING VAN STUKKEN T O T D E MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK   NALEZING VAN STUKKEN MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK FR. ADR. FAN DER KEMP, I. DEEL I. S T \J~K~ Te UTRECHT, By B. WILD, Boekverkoper, MDCCLXXXV. T O T D E DOOR    In fugam vacui. Dikwerf denke ik, de Natie wil niet gered we. zen. Verdient zij dan wel, dat eerlijke belanggeloofe Lieden zich verder voor haer opofferen ? en echter zijn er Lieden, ig fpreeke in het meervoudig mijn Vriend', die reeds meer, ja veel meer dan hun plicht gedaen hebben. Volgens de Wetten en den aert van elke Maetfchappij kan een Participant volftaen, met even zo veel en geen grein meer tot die Maetfchappij te contribueer en, als elk der overige Participanten doen. Willen de overigen ze te gronde laeten gaen, dan kan eigenbelang of genereusheid hem aenzetten, ommeer te doen dan zij, doch geene verplichting. EXTRACT uit een brief van Jr. J. D. van der CAPELLEN tot den POL. 8 Febr. 1782.  DEK GEDAGTENIS v a n den VADER des VADERLANDS MYNEN VRIEND p. JOHAN DERK van der CAPELLEN. SIÊER van de POL, APPELTERN3 ALTFORST, HAGEN, LID der RIDDERSCHAP van OVERYSSEL, &c. &c. DIE  DIE DEN 2ERSTEN SLAG TOE- B R A G T aan 'T GEDROGT DER ONGELIMITEERDE MILITAIRE JURISDICTIE Z Y DEZE NALEZING van STUKKEN T O T D E MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK TOEGEWYD door Fr. Adr. van der KEMP, Burger van Wyk by Duurstede.  VOORBERICHT. LEZER! /ie daer 'f overfchot mijner aenzienlijke verzameling, bij welke ik al les gevoegd heb, wat mij van elders is toegezonden. Het medegedeelde zal overgenoegzaem zijn voor elk REGENT, wien der Burgeren belangens na aen 't harte liggen, en de laetften zullen ook uit deze Nalezinge zien kunnen, tot welke laegte de Inwooners deezer Provintien gezonken waren. Niet zonder weerzin Jloeg ik de laeifle hand aen deezen overmoeilijken arbeid, en elk,die een Vaderlandsch hart met zich omvoert, zal wel bevroeden, dat meer dan éêne oorzaek dien weerzin kunnen bewerkt hebben. 'T zoude mij tot genoegen Jïrekken, indien iemand zich der moeite wilde getroosten, om eenige hoofd-gebreeken van dit werk, zoo veel mogelijk , uit den weg te ruimen. Mij ontbreekt het hier toe aen lust; en dit Voorbericht zal zulk eenen in dezen eenige handleiding om de?i Leden der Hooge Staetsvergaderingen van deze Gewesten, in hunne deliberatien over dit gewichtig Point, van eenigen dienst te kunnen zijn, kunnen geven. — Er zijn veele drukfouten — zomwijlen zinftorende-door des kundigen met weinig moeite te verbeeteren, door de afgelegenheid van de pers en den fpoed, met welken dit Wtrk is moeten v, rvaerdigd en in 't licht gegeeven worden, voornamelijk viroorzaekt. Meer orde, meerder aeneenfchakeling van ftukken ware wenfchelijk geweest: doch zulks valt in een werk van zoo veel emjlags moeilijker, dan het * op-  n VOORBERICHT oppervlakkig fchijnt, en men ontvangt alle flikken niet op dezelve tyd, en. deeze leemte zoude nu door elk anderen, met eene naeickeurige Chronologische lijst , zo der \Agt Deelen van het MAGAZYiNf als van deeze NALEZING, met aemvijzing der deelen en bladzijden, en bijvoeginge van eenen volledig faekelijken Bladwijzer kunnen weggenomen worden. Hier en elders zullen nog Stukken van belang zijn blijven rusten, maar die zelvde redt ,welke in opzicht tot anderen mij verhinderde deeze Verzameling — buiten noodzaeke — door reeds uitgegevene ftukken, als 't GELDERSCH ADVIS'&c. te vergrooten, belette mij, wat mij bijzonder betreft, meer kosten en moeite te /pillen, om deze te bekomen. Eene gewigtige Ordonnantie op het in dienst houden van Troupes van den 29 Junij 1471 is vüiner oplettenheid ontflipt. Zij is te vinden in de Memoires pour fer.V a l'Hiltoirc de France & de Bourgogne in 8vo. en hoofdzaekelijk aengehaeld in ha andwoord op de Misfive van een Regent &c. tot adres der Memorie van Confideratien van Amfterdam BI. 14 en 15. eenftuk, dat de queeftie over de primitive Militaire Jurisdittie, ten tijde der Graeven, volkomen decideert? en van aenbelang zoude kunnen geoordeelt worden, indien de Souvaain verplicht was, van daer de gronden te ontkenen , om zijn gezag tegen een gedelegeerde Rechtbank, als die der Militairen , te In het Vde Deel des MAGAZYNS BI. 72 treft men een EXTRACT aan, uit de Notulen van Ridderfchap en Steden , de Staaten van OVERYSSEL. Zwol den 17 Julij 1752- ter nadere 1' ' op.  VOORBERICHT. in êphelderinge van H zelve, kan een gedetailleert Juridisch Advis dienen , 't welk te vinden is in de Confult. cn Advifen van SCHRASSERT V. ' D. Conf. 34. p. 298. enby SCHÜMAKER V. D. Conf. 18. p. 114. By gelegenheid dezer aenwyzinge kan ik niet voorbij, één woord te melden, omtrent liet plaetzen der volledige naemen, daer ik mij, volgens fommiger oordeel^ met de voorfte letteren derzelve zoude hebben kunnen vergenoegen. Dit vinde ik mij verplicht , om aen eenen mij geheel onbekenden Schrijver des Brief's, gedateert Ceulen aen Rhyn 2 Sept. 1784. éénig genoegen te geven , gelijk ik hier zijn Ed. mijnen ongeveinsden dank betuige, voor zijne oordeelkundige Re. marqués zo wel, als voor de medegedeelde lijst van Jlukken, welker het flegts ten deele mij heeft mogen gebeuren, om msgtig te worden. Ik bedoelde alle ftukken , zoo volledig mij mogelijk was, te geven, en het is niet in mij opgekomen, cm éénige naemen te verdonkeren. Aen het zinkend Vaderland van éénig nut te zijn was mijn doel en de zugt voor deszelvs heil mijn eenige drijfveer. Het gebruik van letteren in een ftuk , in het IV. Deel bladz. 86. geplaetst, zo ook in 't VI. Deel bladz. 171. is buiten mijn fchuld in diervoegen waren die ftukken mij medegedeeld en, op die voorwaerde, het gebruik derzelven vergunt. Veelen zullen wagten, en zommigen hebben er opgedrongen, dat ik, die op 't voetfpoor der Heeren Commisfariffen van het Zeeuwsch Rapport hadt in twijfel getrokken, dat de Beftaltbrief daedelyk door de gezamentlyke Bondgenoten zoude gearrefteerd zijn, en, als een LANDWET, ge* 2 yt«  iv VOORBERICHT. vigeerd hebben, nu zoude trachten cm dit gevoelen te ftaeven, vooral daer een kundige TULLING van OLDEN-BARNEVELD , in zijn onderZifek over dit Stuk, geoordeelt heeft, dit punt te kunnen betogen. Daar het egter mij alleen om de waarheid te doen is, niet om de zege , erkenne ik gaem , zo doex den Heer TULLING, als door andere kundige Vaderlanders in meer dan één opzichte , te zijn toegelicht, fchoon het Stuk zehey myns bedunkens, nog niet volkomen is voldongen; en, wanneer men alles beaemt, wat ten voordeeie des Beftalt-briefs, zoo door den Heere van de SPIEGEL, als door de Heer TULLING is aengevoerd, is men nog zeer weinig gevorderd in het bewijzen van die fujlenue, welke dien BESTALTBRIEF zo juist van pas door den Heer van de SPIEGEL der vergetelheid deed ontrukken. Het is goed trouwens, dat men eene zaek van alle kanten bezichtige, en ten dien einde moet ik nog het volgende omtrent dien Beftalt-bricf hier bijvoegen ; 't welk mij van een goede hand is medegedeeld gewt&den. Men vermoedt, namelyk, dat die Beftalt-brief daer de Gedeputeerden tot de nadere linie zoude geconcipieert zijn. Uit de Notulen der Gedeputeerden tot de Unie van 31 January 1579, zoude blijken, dat er ten dien dage een Beftalt-brief gearrefteerd is voor het Krijgs-volk der Geünieerde Provinciën en Steden. Indien nu de echtheid dezer Notulen buiten kyf is , zoude de zwaerigheid uit den datum-, van ultimo February. 1579, tnet geringe moeite 'zijn weg te nemen. Het is zeer mogelijk, dat, daer die uitgebreide^ Stukken dezelfde dagtekening hebben van uit. Februari] 1579, W het niet vermoedelyk is, dat ■•/"'■< ft  VOORBERICHT. v de Deliberatien over dezelve in ééne- zitting zullen afgeloopen zijn, deeze de vergaderde Heer en eenige dagen bezig gehouden hebben, en op denzelfden dag kunnen zyn uitgegeven. Verder is mij verzekerd, dat er nog een Inventaris van Stukken, door een der Zeeuwfche Gedeputeerden overgelegd, onder welke gewaegd wordt van den Beftak-brief voor de Militie, onder de Zeeuwfche Staatspapieren zoude voorhanden zijn, welke twijfeling door hun, die tot die zo zeldzaem geopende bewaerplaetfen der Staets befluiten toegang hebben, zoude kunnen uit den weg geruimd worden , zonder vreeze van hier door de wetenfehap der Burgerij te zullen uitbreiden. En eindelijk is mij noch van elders onder het oog gebragt. i) Het exteren eener Misfive van Willem I. van 1580 met eene Copie des Beftaks-briefs in hetzelve jaar bij die van Holland gearrefteerd, woordelijk met de bekende overeenkomende, alleen, met dit onderfchcid, dat die van Holland gaet op den nacrn van sijne Furstelijke Genade en de Scaecen van Holland. •1) Het exfteren eener Refolutie der- Staeten van Zeeland, van het laatst van 1578, waer bij Gedeputeerden tot de nadere Unit gelast worden, om eene generale Krijgswet over 't volk van Oorlog te bewerken welkt Refolutie te vinden zoude zyn in een Reg. ter Staeten Grif-, fie —het een gequoteerd A. het ander D. welke laatfte voor de ftukken, tot de Unie relatif zou, de zijn aengelegd. Indien deze Stukken waerlijk ter Staeten Griffie van Zeeland exteren , en den opgegeven inhoud bevatten, zoude het hoog waerfchijnelijk worden . dat in Holland, en- misfehien ook in Zeeland. * 3 Uit  VI VOORBERICHT. uit hoofde van 't toenmalige naeuw verbond, tusfchen de beide Provintien , fchoon zulks niet even duidelijk blijke, deze Beftalt brief is aengenomen, zonder dat men echter hier chor kan ontwaren, of die, door de Gedeputeerden geconcipieerde, en-voor zo veel in hen was — gearrefteerde BESTALTBRIEF, door alle de overige Bondgenooten, eenparig als een REGLEMENT is aengenomen, zo lang uit derzelver refpe£live Staets-Registers tulks niet met volkomens zekerheid uitgemaekt kan worden. Misfchien zal deze of geene oordeelkundige beoefenaar onzer Vaderlandfche gedenk - ftukken de nog bij mij, en anderen van meerder er varenis in dit vak , overgeblevene twijfelingen uit den weg kunnen ruimen, indien zij, die in flaet zi]n dezulken de behulpzaeme, hand te bieden, zich, des verzogt, niet onttrekken. JSfog één woord: — tot het, in de plaets van een vignet, op het titul-blad gedrukte Zegel van wylen • het Collegie, het welk zich de HOOGE KRYGSRAED DER VEREENIGDË NEDERLANDEN noemde, betrekkelijk. Door veelen zal dit Afdrukzel even onopgemerkt worden over het hoofd gezien , als het corfprongelijk Zegel te vooren door de ZULKEN, welken het niet onverfchillig konde wezen , of een Particulier zijne wapens voor de hunne of liever voor die van den STAET in de plaets ftelde. Het Zegel van dat Prastenfe Hooge-Gerechtshof was Het wapen van Z. D. H. WILLEM de V. met de Zinfpreuken HONY SOIT QU1 MALY PENSE om en onder hetzelve Je maintiendra i, met het Omfchrift, Sigillum fupremi concilii Bellici Foederati Beigii. DU Zegel is — jaar en lang — onder  VOORBERICHT. vil der het oog des Souverains — door die Militairs Rechtbank onopgemerkt — ten minjien — onberispi gebruikt geworden : ook dit wilde ik U Lezer! onder het oog brengen .of 'i U in ander opzichten met meer oplettenheids tegens het injluipen van misbruiken omtrent uwe Vrijheid en Voorrechten bezielde. Doch is het vreemder dat ten tyde van Z. D. II. WILLEM de V. deszelvs Wapen — onder het 00% des Souverains — als het Zegel des Prcetenfen HOOG EN KRYGSRAEDS DER VEREE-. NIGDE NEDERLANDEN gebruikt is geworden, als dat ten tyde van Hoogstdeszelfs Heer V%der in het jaer van 1.748 — in de Provintie van Utrecht — door NOVISATI — Rijksdalers zijn gejlagen,waer van de Smpel op orde der Ed. Mog. Heeren Staeten zoude zijn verbroken, met hei Randfchrift DOMINE SALVUM F AC PRINCIPE M .' Is het vreemder, dan Ae£ emaneren van een aental Wetten omtrent het Militaire wezen, als by voorbeeld, die zo bekende, en nog vigerende, Ordonnantie omtrent de fub-ordinatie van den 25 Julij 1749, by J. Scheitus gedrukt in 4*0. door my geplactst in 't 2de Deel dezer NALEZINGE ? Nu heb ik niets meer hier bij te voegen — ook niet ter mijner verontfchuldiging bij de zulken, welken het boeken van deze bijzonderheden — misfchien wel deze geheele Uitgave — op het gunftigsi als nutteloos befcbouwen. Ik wilde mijn voornemen, om U alles], wat U van het verderfelijke dier, nu beperkte, wel eer ongelimiteerde , Militaire Jurisdictie kon overtuigen, te geven, uitvoeren : de goedkeuring mijns harten is mij eene genoigzaeme vergelding ; terwyl myn vuurige wensch hlyft, hoe zeer ook de vooruitzichten op eenen gun-  kit VOORBERICHT. ftigen uitjlag van zo veele onvermoede pogingen dief hraeve Nederlanders welke zich zo geheel belangeloos voor de Vrijheid hunnes Vaderlands, voor hunner en hunner Mede-Burgeren rechten, in de bresJe fielden, 'meer en meer beneveld worden, dat dit VOLK —- van zijne waerdige VERTEGEN. WOORDIGERS voorgelicht en aengevoerd alle die kluisters, door welke deszelfs Vrijheid tot op dit ogenblik geprangd wordt — even moedig en onverfchrokken zal affchudden, als deszelfs Hoove VERTEGENWOORDIGERS in de Souveraine Geweften die der ongelimiteerde Militaire Jurisdictie hebben verbrysfeld. Vaer wel. Uw heilwenfchende Mede.Burger. FR. AD. van der KEMP. Leijden den 10 November  INHOUD v a n het EERSTE DEEL EERSTE STUK der NALEZING van STUKKEN tot de MILITAIRE JURISDICTIE B É T REKKE Li-Y K. I. MISSIVE van den Hove Provinciaal van 15 Mey 1783, in antwoord op die van Hun Ed. Mog. van 30 April te voren , over de by gem. Hove gefujiineerde onnoodige delegatie, om in 't geval van den gedetineerden Vaandrig de Witte Judieature te oeffenen. Relatyf tot de Staaten Notulen van den 24 July 1783. BI. 1. IL van zyn D. H. Willem V. aan de Ed. Mog. Hee- * 3 ren  vi INHOUD. ren Staaten van ZEELAND. Den 2 Juny 1783. Bladz. 6, III. PROPOSITIE der Heer en van MIDDELBURG nopens brutaliteiten van Militairen in N. Beveland. En binnen Middelburg. 9. IV. « der Heer en van ZIE- RIK ZEE , nopens brutaliteiten van Militairen binnen hunne Stad. Relatif tor. de State Not. 21 July 1783. 16, V. MISSIVE van Burgemeejleren, Scheepenen en Raad der Stad ZIERIK-ZEE aan de Heer en Gecommitteerde Raaden van ZEELAND. Den 12 Jan. 1782. 18, VI. ■ van IIeer en Gecom¬ mitteerde Raaden van Zeeland aan Burgemeejleren Schepenen en Raden der $tad Zierik Zee. Den 16 Juny 1783. - - - 26, VII. EXTRACT uit de Notulen van Extraordinaire Wet en Raad. Relatif tot de Staaten Not. van 31 July 1783. Propojitie van VEERÈ nopens verfcheide abuizen en outrages der Militie. - 28. VIII. MTSSIVE van Z. D. H. Willem V. aan de Ed, Mog. Heer en Staaten  INHOUD. vil ten van ZEELAND. Den % Auguftus 1782. - - 30. TX. EXTRACTEN uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland. Den 6 Auguftus 1783. - - 35 X. RAPPORT van Heeren Commis- fariffen over het poinSt der Militaire Jurisdictie , uitgebragt ter Vergadering der Heeren Staaten van ZEELAND. Den 11 Auguftus 1783. - - ■ - 39. XI. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van ZEELAND, over de zaak van de Witte en de Miffive aan HOLLAND en aan het Hof. Den 11 Auguftus 1783. - 89. XII. 1 uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van ZEELAND. Den 21 Aug. 1783. ... 92. XIII. RAPPORT van Heeren Commis* fariffen op de Propofttien der Steden MIDDELBURG en ZIERIK-ZEE refpetlive , raakende verfchillen over judicature van..Militaire Perfoonen, en op de Miffive van Zyne Hoogheid , voorflaande eenige provifioneele fchikkingen, * 4 * met  vin INHOUD. met een Concept - Antwoord aan Hoogstdezelve , uitgebragt ter Vergadering der Heeren Staaten van ZEELAND, den 28. Auguftus 1783- - 96, XIV. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland , raakende de Misftve van Zyne Hoogheid, van den 2 Auguftus met billyking der reeden?n van het excus van te disponeeren over het Request van den gevangen Vaandrig J. E. de Witte en vorzogte gratie, aangenomen voor notificatie. Den 28 Aug. 1783. . . .. - 107. XV. ■ 1 ■ uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland, over 't terug zenden der Proces-ftukken in de zaaken der Gevangenen de Witte en van Brakel aan liet Hof, om daar in in goede Juftitie te fententieeren. Den 28 Auguftus 1783. 110. XVI. MISSIVE van de Heeren Staaten van Zeeland, aan de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den is Sept. 1783. 112, XVII. 1 • van de Heeren Staaten van Zeeland, aan den Prefi$ent en Raaden van den Hove van m-  INHOUD. Holland , Zeeland en WestVriesland. Den 15 Sept. 1783. 116 XVIII. RAPPORT van de Commijfie der Heeren Staaten van Friesland. Den 18 Sept. 1783. 118, XIX. GEDACHTEN van een Parti¬ culier over het Rapport in dato den 18 September 1783. het welk de CommiJJie, door de He-ren Staaten van Friesland by hunne Refolutien van den 21. january en 19 July daar te voren , ter bepaaling van de Militaire jurisdictie in hunne Provincie benoemd , heeft uitgebracht. - - . i_j.r XX. PROTEST van de Heer Eer ft e Edele van Zeeland. Relatif Staaten Not. 22 September 1783. - - - l'oï. XXI. EX TRAC T uit het Register van de Refolutien der Heeren Staten van ZEELAND. Den 22 September 1783. - 187 P UBLICA TIE der Heeren Staten van ZEELAND. Den 22 September 1783. 191 XXII. —1 —— uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hel- * 5 land  x INHOUD. land en West-Vriesland, over het AD VIS van 'i Hof op de yérzogte abolitie door den Vaandrig J. E. de Witte van de zaak by zyn Request gemeld, en inmiddels furcheance. Commiff. Den 10 October 1783. - i'94- AD VIS van 't Hof. Den 8 Oei. 1783. - - - 195. BYLAGEN XXIII. CONSIDERATIEN en Advis van den Procureur Generaal over Holland, Zeeland en Vriesland, op de Requefte, aan Hun Edele Groot Mog. geprcefenteerUdoor Jacob Eduard de Witte , Vaandrig fipemumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal Grave ven Tzenburg. (nu Pain) in dienst van den Staat der Vereenigde Nederlanden, Gevangen op de Voorpoorie van den Hove. Den 22 September 1783. - - " XXIV. REOUEST van Jacob,Eduard d?"Witte, &c. - - 231- XXV. MISSIVE van de Staaten van Holland en West-Vriesland aan de Heeren Staaten van ZEELAND. DenióOü. 1783. 232. XXVI.  INHOUD. XI XXVI, EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Holland en ff est-Friesland, over hot arrefteeren eener refcriptie aan de Heeren Staaten van Zeeland , op hunne MiJJive van den 15 September. Den 16 Oei. 1783. - - 235. XXVII, PROPOSITIE van de Heeren van Middelburg , nopens het voorgevallene der ontvlugte Militaire Perfoonen, welke zo te Middelburg als te Vlijfmgen zyn geapprehendeert geweest. ' Relatif tot de Staaten Not. 3 Nov. 1783. - - 238. BYLAGE A. Relatif tot de Raade Notulen Den 8, October 1783.. MISSIVE van den Heer Gene-' raai van Dopff. 7 Otl. 1783. 24.6. BYLAGE B. Relatif tot de Raade Notulen. Den 10 Oclober 1783. 250. XXVIII, AD FIS van H Hof Provinti- aal &c. en den Proc. Generaal £?c. Relatif tot de Staaten Notulen. Den6 Nov. 1783. 251-. XXIX.  xii I N H O U D. XXIX. MISSIVE van Burgemeejleren en Raaden , Regeerders der Stad Goes , aan de Heeren Staaten van Zeeland. Den 6 November 1783. - - 252, XXX. — , van den Bailliu van Tholen aan de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland. Den 6 Nov. 1783. 253. XXXI. van de Staaten van Zeeland aan de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland. Den 10 November 1783. - 255. XXXII. AD VIS der Heeren van Zier ik- Zee, op de Misfive der Heeren van Goes, kennis gevende dat Jiet nieuwe Guarnifoen heeft gedifficultesrd 'den Eed, te prceJleeren anders dan onder zekere referve. Relatif tot de Stat. INot. Den 10 Nov. 1783. 258, XXXIII. EXTRACT uit het Regifter van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 10 November 1783. - 262. XXXIV. ■ uit de Refolutien van de Heeren Staten van Holland ende West- Vriesland, 0ver de Miflve van de Staaten van Zeeland, tot fchriftelyke Con-  INHOUD. xiii Conferentie tuffchen hunne Gecommitteerden en die van t : hun Ed. Gr, Mog. betrek- kelyk de Communicative behandeling der verzogte Abolitie door den Vaandrig de Witte; en over de receptie van hun Ed. Gr. Mog. Misfive en Refolutie concerneerende de Militie. Aan Gedeputeerden van Haarlem &c. tot informatie het eerjïe Point; en voorts Notificatie. Den 18 November 1783. - - 265. XXXV. MISSIVE der Heeren van Goesaan de Staaten van Zeeland. Relatif tot de Staaten Notulen van den 20 November 1783. - 266, XXXVI. der Heeren van Veere aan de Staaten van ' Zeeland. Relatif tot de Staaten Notulen. Den 20 November 1783 - 26%. XXXVII. ' ■* van denGemeen- te Burgemeefter van Zierik-Zee aan de Staaten van Zeeland, ontfangen den 20 November 1783. - 271. XXXVIII. EXTRACT uit het Register der  xiv INHOUD. der Refolutie van de Heeren Staaten van Zeeland. Den 24 November 1783. - 272* XXXIX. EXTRACT uit de Refolutie van de Ed. Mog. Heeren Staten van Zeeland. Den 27 November 1733. " " 274° XL. MISSIVE van Burgemeejleren Schepenen en Raade der Stad ZIERIK-ZEE aan de Heeren Staaten van ZEELAND. 1 December 1713. Relatif tot de Staaten Not* Den 4 December 1783. - 278. XLI. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 8 December 1783. - 281. XLII. AD VIS der Stad Vlisftngen op het Staats - Rapport van den 8 December 1783. Relatif tot de Staaten Notulen Den 5 February 1784: - 285. XLIII. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 8 December 1783. - - 290. PUBLICATIE van Ridderfchap en Stee den de Staaten van  INHOUD. XV van Overysfel. Den 10 December 1783. 300. XLIV. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland, over het Berigt en Advis van het Hof op de Propofitie der Gedeputeerden Stad Delft, omtrent het doen van voorfiening nopens eenen by denzogenaamden Hoogen Krygsraad gedetineerden J. B- Jacobi, dog wiens Sententie zonder approbatie was gebleeven^en nopens andere Proceffen en Sententien by voorfz Hoogen Krygsraad onafgedaan gelaten, commijf.; en Refolutie op de zaak van gemelden Jacobi. Den 1 r December 1783. - - 302. B Y l a G E N. xlv. MISSIVE van Preefident en Raden van den Hove. Den 5 December 1783. - - 304, PROPOSITIE der Heeren Ge- deputeerden der Stad Delft. 322. xlvi. EXTRACT uit het Reces van den Ordinair en Landag, in December 1783 by continuatie binnen de Stad Zutphen gehouden. Den 10 December j783. 326\ xlvii.  xvi INHOUD. XL VII. AD VIS van de Heeren Gedeputeerden van Middelburg op het Rapport van den 8 December, nopens het niet geeven van titulaire Acïenaan Militaire Officieren, &c. - - 328» XLVIII. AAN Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prins van Orange, Eerften Edelen van Zeeland. 329. PUBLICATIE van Burgemeejleren , Scheepenen en Raa♦ den der Stad Deventer. 332. XLIX. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Den 24 December 1783. - - - 333-  NALEZING VAN STUKKEN, T O T D E MILITAIRE JURISDICTIE BETREK KELYK. I, MISSIVE van den Hove Provinciaal van 15 Mey 178^ , in antwoord op die van Hun Ed. Mog. van 30 April te voren, over de by gem. Hove gefuftineerde onnoodige delegatie, om in 't geval van den gedetineerden Vaandrig de Witte Judicature te oef. fenen. Relatyf tot de Staaten Notulen van den 24 July 1783. Edele Mogende Heeren ! Onze veelvuldige en prelïante occupatien, en de incompleetheid van den Raad , zyn de oorzaaken geweest, waarom Wy niet t'erder hebben kunnen refcribeeren op Uw Ed. Mog. hoogst gerefpecteerde Miffive van den 30 April Mag. IX. Deel I. Stuk A dee-  2 NALEZING van STUKKEN deezes Jaafs, welke Wy op den 5 deezer Maand ontfangen hebben. Wy hebben uit dezelve vernomen, dat U Ed. Mog. in Onze Miffiye van den 31 December des gepafleerden Jaars 1782 , in antwoord op die van U Ed. Mog. van den 2 dier maand, betrekkelyk tot de Judicature van den gedetineerden Vaandrig de Witte, met verwondering gezien hadden de by Ons gebruikte uitdrukking ,, dat Wy Ons door de refpe&ive af„ zonderlyke aanfchryvingen van de Heeren „ Staaten der beide Provinciën overvloedig ge„ quaiinceertvonden, om uitnaam, en vanwe- ge beide dezelve, ook zonder delegatie, als ,, welke Wy , met eerbied , en behoudens de „ Voorrechten der Provincie van Zeeland, ver„ trouwden, ten onzen opzichte niet nodig te „ zyn, ter deezer zaake Judicature te oeffe„ nen, en dat U Ed. Mog. requireeren, dat Wy aan U Ed. Mog., zoo dra mogelyk , zouden opgeeven de redenen, welke Ons hebben gepermoveert, om , in deezen , zoodaanige fuftenuë, ten U Ed. Mogende opzichte te voeren. Ter beantwoordingeen voldoeninge aan deeze U Ed. Mog. hoogftgevenereerde requifitie , hebben Wy de eer te refcribeeren , dat de redenen, om welke Wy ,met verfchuldigde eerbied, Vermeenen, dat, ten onzen opzichte, in deezen, geene delegatie nodig zy, van onderfcheidene aart zyn, na mate men de zaak van den Vaandrig de Witte, waar over thans de qiiceftie is, befchouwt, of in het afgetrokkene, en wanneer de vraag eenvoudig zoude zyn, of het Hof eene delegatie van U Ed. Mog.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3 Mog. nodig zoude hebben, om te jugeeren over de misdaad van hoog verraad, door iemend, in U Ed. Mog. Provincie gecommitteert; of, wanneer men dezelve confidereert in de byzondere omftandigheden , waar mede dezelve is verzelt geweeft ? De voorfchr. zaak in het eerftgemelde oogpuncfc befchouwd werdende, zouden wy voor rede van Ons gefuftineerde met grond (zoo wy vertrouwen^ kunnen allégeerën, dat by het 8 Articul onzer Inflruftie uitdrukkelyk is geftatueert, dat het Hof zal kennis neemen van aile zaaken, 's Graaven Hoogheid roerende en aangaande, (waar toe buiten tegenfpraak behoord de misdaad van hoog verraad, waar over de voornoemde de Witte is geaccufeert) en dat by geenige Verdragen tüffchen U Ed. Mog. Provincie en de Provincie van Holland aangegaan, aan dat gedeelte der voorfchr. Inftruétie is gederogeert, zonder hoedaanige derogatie, ingevolge U Ed. Mog. eigen begryp en goedvinden , het Hof zich in de exercitie der Jurisdictie, aan het zelve gedefereert, moet reguleeren na gemelde Inftrucrie, zoo ais het zelve ten klaarften confteert uit het 1 Articul van het Verdrag tulïchen U Ed. Mog. en de Heeren Staaten van Holland en Wek-Vriesland in dato 21 September 1662., diéleerende ,, dat ,, by provilïe , en zonder prsejudicie van de ,, Gerechtigheden van de refpeélive Provin*. cien , beide de Hoven van Juftkie in de ex~ „ erekie van de Jurisdictiën, haar gedefereert, ,, zullen continueeren, volgens en op de ori,, gineele Inftructien, mitsgaders de Accörden , en Traclaten daar op gemaakt; zonder dat A 2 '„ in  4 NALEZING van STUKKEN „ in dezelve Inftruftien of Verdragen eenige „ verandering, vermindering, of vermeerde„ ring, en zulks daar by of af zal mogen wer„ den gedaan , dan met voorgaande communi,, catie , advys en bewilliging van beide de ,, Provinciën. , Kunnende Wy Ons voorts refereeren tot de fucceffive Verdragen tullchen beide Provinciën, en fpecialyk tot het jongfte van den n Juny 1674, als waar by wel is voorzien omtrent der Hoven Jurisdictie in crimineele zaaken , maar niet anders, dan in cas d'Appel, en geenzins in zaaken, in welke, uit hoofde der Inftructie, het Hof ter eerfter inftantie is competenL; zoo als dan ook bereids in den Jaare 1576 by het 9 Articul van de opdracht achter de Unie, tulfchen de Staten en Steden van Holland en Zeeland, is verdragen en geftatueert, dat in alle voorvallende gefchillen , en judicieele zaaken, 't Hof en de Raad Provinciaal, met heuren Lidmaten gerefpefteerd, gekend , 3n haarluider Mandamenten en bevelen geobedieert zullen worden, zoo binnen den Quartiere van Holland, als den Noorder-Quarticre en Zeeland, zulks als van ouden herkomen is gedaan ; zonder dat eenige Steden, of Plaatfen hen daar tegen zullen mogen ftellen, nog ook die provifien en bevelen van denzelven Hove mogen contravenieeren, nog hen van de jurisdictie des Hofs mogen onttrekken. Edog, wanneer Wy de zaak in quEeftie befchouwen in haare omftandigheeden, en zoo als Wy dezelve hebben geconfidereert by Onze Miifive van den 31 December des voorleden Jaars, en byzonder in de periode van dezelve, wel-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 5 welke by U Ed. Mog. hoog gerefpeóteerde Misfive, en hier voren is uitgedrukt, zoo beftaat de eigentlyke en naafte rede van Ons gefuftineerde , dat in deezen geene delegatie van noden ware, daar in, dat Haar Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland, ingevolge van Hoogftderzelver gerefolveerde van den 27 December 1782, Ons hebbende aangefchreeven, om uit naam van Hun Ed. Groot Mog., en van Hun Ed. Groot Mog. wege, dire&elyk en zonder tuflchenkomft van eenige delegatie, tegen den voornoemden de Witte te procedeeren , Wy vervolgens, als zynde het Hof van Holland en Zeeland, Ons volkomen bevoegd mogten en moeiten achten, om , zonder eene afzonderlyke en expreife delegatie, in deezen , gelyk in alle andere zaaken, uit naam en van wege de Hooge Overigheid van Holland, Zeeland en Vriesland recht te doen ; en zulks te meer, daar U Ed. Mog. zelve Ons, ten zelfden einde, mede aanfehryvinge gedaan hadden. Wy vertrouwen hier mede aan U Ed. Mog. requifitie te hebben voldaan, en zullen God Almagtig bidden, dat Hy U Ed. Mog. in een lange en voorfpoedige Regeering bewaare. Gelchreeven in den Hage den 15 Mey 1733. (Onder Jiond) U Edele Mogende gantfeh Dienftwillige , De Prsefident en Raaden over Holland, Zeeland en Vriesland. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van Dezelve. (Geteekend) ADRIAAN BODT. A 3 H.  6 NALEZING van STUKKEN I t. MISSIVE van zyn D. H. Willem. V. aan ie Ed. Mog. Heeren Staaten van ZEELAND. Den i Juny 1783. Edele Mogende Heeren byzondere goede Vrienden ! Jacob Eduart de Witte , Vaandrig Supernumerair in het Regiment van den Luitenant Generaal Grave van Yzemburg, nu den Collonel Pain, in dienft van den Staat der Vereenigde Nederlanden, en thans gevangen op de Voorpoort van den Hove Provinciaal alhier, heeft zich by Requefte aan Ons geaddrefTeerd , en, na eene breedvoerige voordracht van het gunt hy gemeend heeft tot verfchooning van zyne misdaad in cas van ontrouw en Verradcry, teegens den Lande, verzogt Onze brieven van Aboütie in optima forma. Dan, Wy hebben gemeend, uit hoofde der diverfe deiiberatien, dilpofitien en Refolutien , welke met betrekking tot den voornoemden Perfoon en zyne misdaad, zoo by Uwe Ed. Moe., als by de Heeren Staaten van Holland en West Vriesland, zyn gevallen, en genoamen, en ook fpeciaa! uit aanmerking van verfcheide byzonderheedcn en omftandigheeden , in deeze zoo finguliere en remarquable zaak occurreerende, Ons zeiven te moogen en tot Onze eigen volkoomen genoegdoening te moeten excufeeren van de beoordeeling der gronden van de voorfchreeve fupplicatie, en van cle  tot de MILIT. JURISDICTIE. 7 de dadelyke exercitie van een Recht, waarvan ' Wy in andere gevallen, na ingenomen advis van voorfchreeven Hoove , ingevolge de aan Ons gedefereerde Macht, niet zouden hebben gedificulteerd de Adminifiratie op Ons te nemen, en zoodanig te disponeeren , als Wy zouden oordeelen met het gevvigt en aanbelang der zaak en de Reegelen van voorzigtigheid, overeenkomftig te wezen. Wy hebben dan om de evengemelde reedenen geoordeelt Copie Authenticq van de voorfchreeve Requefte van den voorgemelde J. C. de Witte, by deeze aan Uwe Ed. Mog. te moeten doen toekomen, en tefrens Uwe Ed. Mog. te verzoeken , uit hoofde van de voorfchreeve omftandigheeden en van de buiten gcwoone byzonderheeden van de zaak zelve, daar omtrent in dit geval zoodanig te willen disponeeren en refolveeren, als Uwe Ed. Mog. naar derzelver hooge Wysheid en naar de importantie der zaak, ten dienften van den Lande zullen oordeelen te behooren. En nademaal welgemelde Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , met veel ernst den Suppliant in deezen hebben gereclameerd, als een Perfoon die door den meergemelden Hove, als Hoogstderzelver Gerechts-Hof, moest worden te recht geitel t, en zyne zaak gemaakt tot een object van derzelver zeer ferieufe deliberatien, met expreffe aanfchryving aan het voorfchreeve Hof, om, wanneer dezelve zou werden in ftaat gebracht om te procedeeren tot het voteeren en fententieeren, alvorens daar van aan Hun Ed. Gr. Mog. kennhTe te geeven, ten einde als dan zoodanig nader te kunnen A 4 dis-  8 NALEZING van STUKKEN disponeeren,als dezelve zouden vermeenen te behooren , hebben Wy Ons niet kunnen dispenfeeren des Suppliants Origineele Requeste(V) ,aan Welgemelde Heeren Staaten toe te zenden, aan Hun Ed. Gr. Mog. verzoekende, om in deeze zaak zoodanige dispofitie te neemen en te befluiten, als naar hunne hooge Wysheid zullen bevinden dienftig en oirbaarst te weezen. Wy vleijen Ons, dat Uwe Ed. Mog. zullen billyken de reedenen die Ons gepermoveerd hebben om Ons te excufeeren van te disponeeren over des Suppliants Requefte en verzogte gratie. Waar meede Edele Mogende Heeren Byzondere Goede Vrienden. Wy Uwe Ed. Mog. beveelen in Gods heilige protectie, In 'sGravenhage den 2 Juny 1783. Uwer Ed. Mog. Dienftwillige Dienaar (geparapheert) W. Pr. d'Orange. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. (geteekent) F. J. de Larrey. III. CV) Het nevensgevoegd Request van de Witte aan, Z. D. H. is van den zeiven inhoud als geinfereerd is in het Mag. van ftukken &c. VUL D.bl. 475. Zie ook ik 472-474.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 9 I I h PROPOSITIE der Heeren van Middelburg. Edele Mogende Heeren ! De Gedeputeerden van Middelburg zyn door de Heeren hunne Committenten fpeciaa! gelast om aan U Ed. Mog. te moeten voordraagen ; dat de Heeren van de Weth hunner Stad , over eenigen tyd kennis hebbende bekomen van de verregaande brutaliteiten en infolentien in de maand Mey deezes Jaars door een meenigtevan foldaaten , te Colynsplaate in den Eilande van Noord-Beveland gedetacheert leggende, aan eenige lngezeetenen aldaar gepleegd, geen zwarigheid hebben gemaakt, om ten verzoeke van de Heer Hoogbailliuw Bewestenfchelde te ver. leenen apprehenfie op twee van voornoemde Soldaaten, die tot het pleegen der gezegde moedwilligheeden, de meefte aanleiding fcheenen gegeeven te hebben ; en dezelve apprehenfie, door het bereids gedaan apprehendeeren van den Militairen Rechter, niet zynde kunnen ter executie gebracht worden , daar op, na voorafgegaane weigering tot overgifte van wegens den Officier aldaar guarnifoen houdende , hunne brieven van voorlchryving tot derzelver reclame van den Krygsraad tot Goss (waar onder zy forteerden) hadden verleent. Dan welke aanfehryving van geen ander gevolg is geweest, als dat gemelde Krygsraad by eene M:ffive van den 5 der voorleede Maand A 5 nie! Prop. MIDDELBURG nopens brutaliteitenvan .Militairen in N. Bevelaud. en binnen Midd.  io NALEZING van STUKKEN niet alleen derzelver overgaaf ten fterkflen refufeerde, maar zelfs, zig tot de Judicatuure van gezegde delinquanten alleen bevoegd rekende. Deeze fuftenue ,Ed. Mog. Heeren welk zoo fterk attenteerde aan onze bekende Privilegiën, cn het wettig recht tot de Judicatuure, waar toe de Heeren van de Weth als 'sGravenmannen van Zeeland, Beweftenfchelde zig indisputabel alleen bevoegd rekenden , ter kenniiïe van H. E. A. zynde gekomen, bracht dezelve in de onvermydelyke noodzakelykheid, om in deezen Voor het behoud van de aan hun toevertrouwde voorrechten met alle mogelyken crn?t te vigilecren. Ten welken einde H, E. A. by derzelver Mifïïve van den 7 Juny laaftl., aan de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden, alvorens3 van den toedracht der zake kennis hebbende gegeeven, inftantelyk verzochten, den Militairen Krygsraad tot Vlisfingen (werwaarts voornoemde Delinquanten waaren getransporteerd) te willen aanfchryven, en des noods gelasten , van met de Proceduures tegen dezelve niet voort te gaan, maar die te lurcheeren tot tyd en wyle deswegens nadere ordres zoude bekomen hebben; terwyl ten zeiven tyd meede werd gerefolveerd een gclyke Mifiive aan Z. D. H. te doen afgaan , met verzoek, gedagten Krygsraad tot de Extradkie van gemelde perfooiien te authorifecren. Daar , Ed. Mog. Heeren! Heeren Gecommitteerde Raaden, al ras geconvinceerd van de billykheid van gemelde verzoek, ook geen zwarigheid maakten, om het zelve te accordce- ren,  tot de MILIT. JURISDICTIE. ti ren, (waar van wy op den 14 daar aan , met Copie van de, aan den Krygsraad toegezondene, Miffive kennis kregen^ hadden H. E. A. ook wel gewcnscht, zig door een favorable refcriptie op laastgemelde Miffive , by hunne wettige voorrechten gemaintineerd te zien. Dan hier in vonden zy zig al ras te leur gefield : En daar het favorifceren van een fuflenue , welke men thans meer dan ooit, in weerwil van alle pogingen, die daar tegen worden aangewend,ichynt te willen doordringen, ook natuurlyker wyze meer aanleiding moet geven, tot de inconvenienten, die daar uit geboren worden, • wierden H. E. A. wederom al kort daar op, de nadeelige gevolgen daar van ontwaar. Het volgende geval, in veelen opzlgte gelykvormig aan 't voorgaande zal aan U Ed. Mog. zulx ten vollen doen confteeren, en een nieuwe blyk uitleeveren van 't gevaar, waar aan de rust en veiligheid der Ingezeetenen deezer Provincie en byzonder onzer Stad door de buitenfpoorigheeden en brutaliteiten der Militairen binnen dezelve guarnifoen houdende zyn bloot gefield geweest, en te gelyk van de verregaande onderneemingen van den Militairen Rechter, die zig by geen gelegenheid fchynt te ontzien op de onbetwistbaare voorrechten der Provinciën en Steeden te empieteeren, en zig in prejudicie derzelve over alles een onbepaald gezag aan te matigen. Hier toe kreegen dezelve op nieuws gelegen*, heid , door de ongehoorde handelingen, en het openbaar geweld op den 10. .der vorige maand binnen deeze Stad gepleegd, door een groot aan-  12 NALEZING van STUKKEN aantal Militairen alhier guarnifoen houdende, die zig niet hebben ontzien verfcheide zeevaarende perfoonen gewapender hand aan te vallen , en veelen van dezelve , met hunne uitgetrokke zydgeweeren op eene allerdeerlykfte wyze te mishandelen, waar door aan zommjge zulke gevaarlyke wonden werden toegebracht, dat men met rede aan derzelver opkomst icheen te wanhoopen: en welk openbaar geweld miflchien nog akeliger gevoigen zoude hebben na zig gefleept, had niet het gerucht van een aannaderend detachement uit de Hoofdwacht dien woedenden hoop doen bcfluiten, zig op de vlugt en elk na zyn quartier te begeeven. Deeze handelingen, Ed. Mog. Heeren gaven door derzelver gevolgen , wederom aanleiding tot het beklag 't geen de Heeren van de Weth andermaal vermeenden te hebben over de atteinte, die op nieuws aan hun bekend recht tot de Judicatuure van alle perfoonen, en fpeciaal van voornoemde Delinquanten werd toegcbragt; nadien zommige van dezelve bereids door den Militairen Rechter in appreehenfie genoomen, en van den Krygsraad alhier gereclameerd zynde, het zelve wederom niets anders ten gevolge had, als dat gemelde Krygsraad by derzelver Miffive van den 23 derzelve maand, de overgifte van voornoemde perfoonen ftandvaftelyk refufeerde, op voorgeeven van een pretenfe onbevoegdheid, om aan dezelve reclame te defereeren,zonder alvoorens behoorlyk gequalificeerd en gelast te zyn, door de zidke van wien aan hun de Jurisdictie over de Militaire perfoonen binnen hun gamifoen was gedemandeerd. De-  . tot de MILIT. JURISDICTIE. 13 Deze faftenue Ed. Mog. Heeren even als de vorige, zoo verregaande zyndc , dat, moest dezelve worden geadmitteerd , de rust en veiligheid der Ingezetenen, de Privilegiën en geregtigheeden dezer Provincie, en byzonder dezer Stad, aan het grootfte gevaar zouden zyn blootgefteld, ter kennis van H. E. A. zyn de gekomen, was 'er voor dezelve wederom geen anderen weg in te liaan, om voor het maintien van hunne voorrechten te waaken, dan even als in 't voorgaande geval, aan Gecommitteerde Raaden, by eene Miffive het doen furcheeren van de proceduures tegen gedagte Delinquanten te verfoekep; terwyl Z. D. H. ook wederom op nieuw tot authorifecren van gemelde Krygsraad, ter extraditie van dezelve , by Miffive van wegens H. E. A. inftantelyk werd verzogt. Dan hoe zeer Gecommitteerde Raaden wederom ten fpoedigften aan 't voorfz. verzoek defereerden, hebben H. E. A. tot nog toe het genoegen niet gehad van de voornoemde Miffives van Z. D. H. met een favorabele refcriptie gehonoreert te zien. En of fchoon H. E. A. wel vertrouwen , dat de gedagte Krygsraaden zoo te Vlisfingen, als binnen deeze Stad niet zullen nagelaaten hebben , aan de aanfchryving van Gecommitteerde Raaden, als by abfentie van UEd. Mog. hunnen wettigen Souvrain',, te obedieeren, zoo houden H. E. A. zig nietje min vaftelyk verzeekerd, dat zoo lang dezelve van»gemelde Z. H. geen expreffe authorilatie zullen hebben ontfangen,zy ook zoo lang, de extraditie van de  H NALEZING van STUKKEN de by hun in apprehenfie zynde perfoonen, zullen blyven difficukeeren. Deeze zwarigheid uit den weg te ruimen , en zig zelfs deswegens retbt te verfchaffen , is buiten het vermogen van H. E. A. De middelen die tot hier toe, ter confervatie van de, aan hun toevertrouwde voorrechten zyn geëmployeert, hebben H. E. A. Eed en plichtshalve vermeend niet temogen nalaaten, en houden zig thans daar mede voor gedefungeert. H. E. A. achten het ganscn onnoodig aan U Ed. Mog. in 't breede te detailleeren het recht het geen de Heeren van de Weth hunner Stad, tot de Judicatuure van de meergemelde perfoonen zig vermeenen te competeeren; zy zouden aan 't verlicht oordcel van U Ed. Mog. te kort doen, by aldien zy zulks, zoo, uit den aart der gepleegde misdaaden,' (die men immers met geen mogelykheid anders, dan als pure communia kan confidereeren) als, uit de binnen deeze Provincie exfïeerende grondwetten trachten te deduceeren. Zy verlaaten zig verder op de difpofitie van U Ed, Mog, en achten het genoeg hunne wettige bezwaaren thans aan U Ed. Mog. voor oogen gehouden te hebben, en de ongehoorde atteintes en verregaande infraflien op hunne wel verkreege en nimmer geïnterrumpeerde voorrechten, in de voornoemde gevallen door den Militairen Rechter te werk gefield, thans gebrach^te hebben ter kenniffe van die geene, die alleen in ftaat zyn hun daar tegen te maintineeren. Een  tot de MILIT. JURISDICTIE. 15 Een favorabel antwoord van Z. D. H., op H. E. A. voornoemde Miffives, zoude dezelve buiten de noodzakelykheid gebracht hebben U Ed. Mog. met dit adres lastig te vallen. Dan, daar H. E. A. zig met zulk eene refcriptie, om gegronde redenen niet durven flatteeren, en daar by in aanmerking nemende, dat, door de verandering van guarnifoenen , wel ligt het geheele different kunnende worden geamoveert, des niette min de Heeren van de Weth, in hun onbetwistbaar recht, tot de Judicatuure van voornoemde Delinquanten, (met hunne guarnifoenen mede trekkende) zouden verkort zyn, zoo verfeeren H. E. A. in de rechtmatige verwagting , dat U Ed. Mog. ten fpoediglten hunne wettige bezwaaren zullen te hulpe komen, en, het zy door eene nadere aanfchryving aan Z. H., of op eenige andere wyze, die middelen in 't werk Hellen, die U Ecl. Mog. tot maintien van hunne wel verkreege voorrechten meest efficacieus zullen oordeelen. Uit naam der Heeren Gedeputeerdens van Middelburg. (Qeteekeht) J. H. Schorer IV.  •x6 NALEZING van STUKKEN Prop. ?,ierik-Zee nopens bi utaliteiten van Militairen binnen hunne Stad. I V. PROPOSITIE der Heeren van Zierik Zee. Relatif State Not. '21 July 1783. De Heeren Gedeputeerde van Zierik-Zee hebben op de Propofitie der Heeren van Middelburg gezegd , dat dit voorval wederom een nieuw bewys opleevert van de hooge noodzakelykheid, dat het poinér. der Militaire Jurisdictie eens eindelyk op eenen vallen voet en overeenkomftig de waare belangens der Ingezeetenen werde getermineert. Dat de Leeden hier van nog des te meer zouden zyn geconvinceert wanneer, dezelve behoorlyke Ouverture bekomen hadden, van de zoo eclatante ontmoetinge binnen-de Stad Zierik-Zee, tuffchen de bediende der Civile Juftitie en de Militairen voorgevallen , welk poincl: van zoo veel aanbelang en veruitziende gevolgen de Heeren van Zierik-Zee met veel verwondering hebben gezien, dat by het j 5. poin£l der befchryvinge flegts als in het voorbygaan was gebragt, en zig daarom oordeelen verpligc te zyn, hier van aan hunne Medeleeden, breedvoeriger openinge te moeten geeven. Dat Hy Gedeputeerde mitsdien fpeciaal gelast was ter overweginge van de Leeden te brengen de Miffive door, de Heeren zyne pnncipaalen op den 13. Juny laastleeden over dit poinét aan de Heeren Gecommitteerde Raaden afgezonden, en -van de daar op ingekomene re-  tot de MILIT. JURISDICTIE. tf refcriptie van laastgemelde Heeren van den 16 daar aan volgende, van welke beide ftukken vervolgens leótuure heeft gedaan. Dan nademaal de Heeren Gecommitteerde Raaden deeze zaak aanftonds ter kennis van Z. D. H. den Heer Capitein Generaal deezer Provincie hadden gebragt, met ernftig verzoek, dat de reeds gearrefteerde en van dieverye füfpecle perfoonen en alle andere Militairen by het voornoemde geval geconcerneert, tot fatisfaflie van de gefchonde eer der Juftitie, aan den Bailliuw van Zierik-Zee worden overgégeeven , om ter aanklagte van de gemelde Bailliuw voor de Heeren Burgemeefteren en Scheepenen der gemelde Stad te regt geftelt te worden, en er nu reeds zulk een aanmerkelyken tyd zedert het afzenden der gemelde Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden aan Z. D. H. is verloopen, zonder dat H. E. A. vernomen hebben, dat tot het een en ander eenige de minste aanftalte word gemaakt, Hy Gedeputeerde in naam van de Heeren zyne Principaalen met alle nadruk moest infteeren, dat H. E. M. zig deeze zaak gelievden aan te trekken , en daar toe aan Z. D. H. zoodanige nadere aanfchry vinge te doen, waar door aan de zoo billyke requifitie byde Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden vervat tot confervatie van de voorrechten van de Rechtbank der Stad Zierik-Zee en tot handhaving van de achtbaarheid der Juftitie, ten fpoedigften werde voldaan, bereidzynde om omtrend het voorgevallene by de propofitie der Heeren van Middelburg vermeld eeven gelyke aanfchryvinge Nol. I. Deel I. Stuk. B van  18 NALEZING van STUKKEN van wegens deeze Vergadering aan Z. D. II. te helpen arrefteeren. Dat eindelyk hy Gedeputeerde H. E. M. konde verzekeren, dat de Heeren zyne Principaalen niets vuuriger verlangen dan dat alle verdere discuffien van dien aart door het bepaalen der bornes, binnen welke de Militaire Rechter zal verpligt zyn zig te houden, voortaan werde geprsevenieert, en ten dien einde volkomen genegen te zyn , om met de overige Leeden, in overleg te treeden , tot het bepaalen, van een vasten tyd binnen welke de Befognes hier over gedecerneert zullen moeten gehouden en daar van aan H. E. M. rapport uitgebragt worden. V. MISSIVE aan de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland. Edele Mogende Heeren! De Heeren Burgemeester en Schepenen dezer Stad hebben ons gecommuniceerd, dat de Heer Bailliuw ter kennifïe van dezelve hadde gebragt, dat in apprehenfie genomen hebbende zeker perfoon Abraham Marinulïe genaamd, wegens gepleegde bleyk dieverye op Schuddebeurs onder Noord-Gouwe en door denzelven geïnformeerd zynde, dat nog twee Soldaaten van 't Regiment van den Collonel Pain zig aan het voorfz. fait mede hadden fchuldig gemaakt, zyn  tot de MILIT. JURISDICTIE. t$ isyjj Ed. op gepaffeerde maandag middag van den 9. dezer tuffchen 1 en 2 uuren den voornoemde Abraham Marinuffe geadfifteert met den Onderfchout en 's Heeren Dienaars hadde gezon-den na het huys , alwaar één dier Soldaten inwoonde cn de ander ook wel gewoon was te komen, ten einde dezelve den Onderfchout te kunnen aanwyzen, aan wien de Heer Bailliuw hadde gelast aan de voornoemde twee Soldaa-> ten aldaar aantreffende te zeggen, dat eensby zyn Ed. moesten komen, bedoelende daar mede uit dezelve te verflaan in hoe verre aan het voorgeven van gedagten Abraham Marinuffe, al of niet geloof verdiende gegeven te worden, en zoo wanneer by onderlinge confrontatie de waarheid van zyn gezegde beveiligt wierd , zig teffens van hunne Perfoonen in zoo een geval te kunnen verzekeren, met verderen last aan voornoemde Onderfchout, om wanneer gemelde twee Soldaaten weygerig mogten zyn, daar aan te voldoen, dezelve als dan met de fterke hand by zyn Ed. te brengen. Dat voornoemde Onderfchout en 's Heeren Dienaars aldaar aangetroffen hebbende, een der gemelde twee Soldaaten die hun door voornoemde Abraham Marinuffe was aangewezen, aan denzelven hunne Commisfie hadden volbragt, dog dat hy hadde gerefufeert daar aan te voldoen, en met de verdere aldaar zynde Militairen in veel fchimp en fmaat tegen de-bediendens der Juftitie was uitgevaaren, voorwendende tot het nakomen van dergelyke beveelen van den Heer Bailliuw geheel ongehouden te zyn. Dat gemelde Onderfchout hier door genoodB 2 zaakc  ao NALEZING van STUKKEN zaakt zynde te volgen het ander gedeelte van zyn last, reeds dadelyk bezig was om 't zelve ten uitvoer te brengen, en ten dien einde den voornoemden Soldaat by den arm hadde gevat, dan dat niet alleen de andere aldaar tegenwoordig zynde Militairen zulks tragten te beletten, maar ook de verdere buitenflaande Militairen door een Corporaal in voorfz. huys geroepen zynde, alle dezelve met veel lcheltwoorden en dadelykheden hadden betoond voornemens te zyn, om zig tegens de wegvoering van gemelde Soldaat met kragt te verzetten, en dat onder hun menigvuldig geraas en getier een der 's Heeren Dienaars die den gedagten Soldaat in verzekerheid genomen had, inzonderheid de uitwerkfels hunner verregaande infolentien heeft moeten ondervinden , in zoo verre, dat niet alleen werd op den grond gefmeten,maerdat ook gemelde Corporaal zyn zydgeweer trekkende de overige aanhitfte met te zeggen allon! al wat Militair is trek dan uw zydgeweer (gelyk zy ook dceden) en fla den donder dood, dog dat gemelde 's Heeren Dienaar losgeraakt zynde zy op den anderen waren aangevallen, waar door denzelven onder het worftelen in het aangezigt was gekwetst geworden. Dat daarop, terwyl de Ondetfchout, geen kans ziende, om door de menigte Militairen heen te dringen, den gevangenen in een kamertje bezet hield, intuffchen aldaar mede in huys was gekomen de Adjudant Schmit, die van den Onderfchout hadde geeischt, dat hy dien Militair aan hem zoude overgeven, en waar van geenzinds konde worden gedetourneerd , niet tegenftaande de Onderfchout daar van alvorens aan den Heer Regee- ren-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 21 renden Burgemeester wilde kennis geven, maar by aanhoudenheid de overgave bleeff vorderen, zeggende, dat het zyn Soldaat was, dat denzelven onder den Krygsraad hoorde, dat hy hem hebben moest en dat het voor zyn rekening was, het geen er van kwam, ordonneerende te gelyk dat gemelde Soldaat, die door den Schout in den hoek van het kamertje gehouden werd, voor moeste komen, om hem weg te brengen, waar op gemelde Onderfchout geen kans ziende om zig met geweld te verzetten tegen dezen ongepasten eisch van gemelde Adjudant, die zeer zeker door alle de verdere Militairen ftond te worden onderfteund, eindelyk genoodfaakt was, den Soldaat, door hem reeds geapprsehendeert te laten paffeeren en den Adjudant er mede te laten geworden; gelyk 't zelve in alle zyne omftandigheden ons volkomen is gebleken, uit het fchriftelyk rapport en relaas by den Onderfchout en 's Heeren Dienaars daar van geformeerd en aan ons overgelegt. De Heeren Burgemeester en Schepenen deeze verregaande infultes en brutale bejegeningen door de gemeene Soldaaten de bedienden der Juftitie aangedaan met alle billyke verontwaardiging verftaande, konden nauwlybs gelooven, dat de Adjudant Schmit deze ongelegendheden waarin dezelve zig des tyds bevonden , hadden willen waarnemen, om zig meester te maken van een perfoon, die door de bediendens der Juftitie reeds in bewaring genomen was, en lieten daarom den Heer Collonel Pain door den Secretaris van hun Collegie verzoeken en afvorderen , om den voornoemden Soldaat die na de Hoofdwagt in arrest was geB 3 bragt,  %% NALEZING van STUKKEN bragt, wederom in handen van de Juftitie te ftellen ; dan werden tot hunne merkelyke verwondering geinformeerd,dat voornoemde Collonel Pain , of lchoon voorwendende de heilzaamfle oogmerken tot beveiliging van de bcdiendens der Juftitie en tegens alle verderen overlast der Militairen in.het afzenden van den Adjudant Schmit te hebben bedoelt, tot de gevorderde extraditie geenflnts genegen was, maar zig wederom daar van hadde geëxcufeert, ais zeggende daar toe zonder nader orders, welke hy voornemens was af te vragen, geheel buiten ftaat te zyn; daar by voegende,dat de anitnofiteit der Militairen tegens de bedienden der Juftitie tot die hoogte was geklommen ; dat dezelve niet dan met veel moeite en beleit van verdere buitenfporigheden konden wederhouden worden; en naderhand heeft men nog daar by verftaan, dat de ander Soldaat, die met voorfz. diefftal mede werd betigt, gelyk ook de Corporaal die de Militairen tegens de bedienden der Juftitie hadde opgezet en aangevoerd, insgelyks in arrest waren gezet, waar door de Heer Bailliuw buiten de mogelykheid wcrdgefteld, om na dezelve verder onderzoek tot apprabenfie te doen. De Heeren van de Weth dezer Stad hebben dus in dezen wederom niet alleen moeten ondervinden, dat op de uitoefening van derzelver wettig rechtsbedwang over alle perfoonen op hunne Jurisdictie zig bevindende, door de Militairen continueele inbreuken werden gedaan, maar zelfs thans moeten ontwaar worden dat die van 't Guarnifocn geheel den fpot dry vende met den eerbied, welke men aan de Juftitie ver-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 23 verfchuldigt is, zig nuniet meer ontzien, om aan derzelver bediendens in hunne functie bezig zynde alle faicclyke refiftentie te bieden, en de by hun reeds geapprehendeerdens met geweld uit hunne handen te ontrukken; terwyl deze verregaande ongeregeldheden der gemeenen door het daar by gehouden gedrag hunner Superieuren ook zelvs fchynd aangemoedigt en onderfteunt te worden. De pernitieufe gevolgen , welke dergelyke demarches noodwendig moeten na zig fleepen en de noodzakelykheid om dezelve in tyds te voorkomen , zyn zoo tastbaar, dat alhier niet verder in 't breede behoeven te worden gedetailleerd, nadien in een land, alwaar het gezag der Juftitie verzwakt en in haren vryen loop word geftremd , de losbandigheid alras de plaats der goede orde inneemd, de burgerlyke Vryheid en veiligheid allengskens meer en meer word onderdrukt, en eindelyk het allerakeligst uitwerkfel gezien word van alle die onheylen, welke uit een Regeeringloosheid voor allerley Maatfchappyen immer zyn ontdaan. Dan , daar wy, hoe zeer dit alles ten hoogften apprehendeerende, niet in ftaat zyn het wettig gezag en de achtbaarheid der Juftitie tegens dergelyke geweldadige ondernemingen te maintineeren, hebben wy dienstig geoordeelt, gemerkt de Heeren Staaten dezer Provincie thans niet by den anderen vergadert zyn. dit zoo eclatant voorval onder het oog van U Ed. Mog. te brengen, met verzoek om daar van zoo fpoedig mogelyk aan Z. D. H. als Capitein Generaal dezer Provintie te willen kennis seven en te infteeren dat Hoogst de zeiven zoB 4 da-  *4 NALEZING van STUKKEN danige orders aan die van het Guarnifoen binnen deze Stad geJieve te ëxpedieeren, dat de in defen gefchondene ëer der Juftitie door het bekomen van eene genoegzame fatisfactie na behooren werde gerepareert, ten dien effecte dat de bewufte Corporaal door wien de overige Militairen tegen de bedienden der Juftitie zyn opgehitst en aangevoerd, mitsgaders de twee reeds in arrest zittende Soldaten, die als mede pligtigen aan bovengemelde diefftal worden geaccufeerd, aan den Heer Bailliuw dezer Stad werden geëxtradeert, en wyders zodanige efficatieufe voorzieninge werde gedaan , dat de bediendens der Juftitie tegens alle moedwil zyn gedekt, en met alle gerustheid en veiligheid hunne funcliën tegens allen ftand van menfchen zig op het grondgebied dezer hooge Jurisdictie bevindende na behooren uitoefenen kunnen. Zonder aan eenige verdere dadelykheden en infultes geëxponeerd te zyn , welke uit hoofde van het hier voren gedeclareerde van den Collonel Pain anderzints onvermydelyk zouden te duyden zyn. Wy hadden wel gewenscht — Edele Mogende Heeren! dat de laatst gehoudene Vergadering der Heeren Staaten dezer Provincie niet van den anderen gefcheiden waare, zonder dat op het poinct der Militaire Jurisdictie een finaal befluit was genomen geworden. De noodzakelykheid dat zulks niet langer werde uitgcfteld, manifefteerd zig dagelyks meer en meer, en zoo lang den Militairen by eene. nadere Staats refolutie niet voorgefchreven. zyn de paaien, binnen dewelke zy zig zullen hebben te houden is t te dugten, dat de Juftitie allengskens meer ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. z$ gevilipendeert en de burgerlyke rechtbanken geduurig aan nieuwe indragten op hun rechtsgebied en aan alleiiey moedwil zullen worden bloot geftelt. En het is uit overweging van alle de nadceïige gevolgen welke uit een langer retardement in de afdoeninge dezer zaak voor het algemeen belang en de veylige inwooningc der Ingezeetenen noodwendig zullen moeten ontftaan , dat wy de gelegendheid, waar in wy ons in de onaangename noodzakelykheid wederom gebragt zien, om dezen te moeten afzenden over een poincl waar omtrend wy ons zoo menigmaal hebben beklaagd, niet hebben willen laten voorbygaan , zonder aan Uw Ed. Mog. deswegens onze gegronde bekommeringen te kennen te geven ; en om tot wegruiminge daar van zoo veel in ons vermogen is toetebrengen, teffens gantsch ernstig te verzoeken , dat by het arrefteeren der poinften, waar op de respe&ive Staatsleden tegen de eerstvolgende Vergaderinge ftaan befchreven te worden, dit lluk op nieuw mag worden levendig gemaakt en onder den aandag't gebragt, en dezelve Leden daar by tot eene finale afdoeninge in de eerstvolgende byccnkomst mogen werden geëxhorteert: terwyl wy geenzints twyfelen of de als dan te benoemen Heeren CommiiïarifTen ziende de algemeene geneigdheid en yver der Staatsleden zullen méde niet langer willen uitftellen om de befoignes daar over gedecerneerd ten fpoedigften voorttezetten en de Heeren Staaten te dienen van hunne confideratien en advys, wat omtrend deze gewigtige zaak overeenkomstig het algeB 5 meen  26 NALEZING van STUKKEN meen belang der Ingezeetenen behoorde te worden gerefolveert. Waar mede wy Uw Ed. Mog. in de befcherminge des Allerhoogften aanbevelen en blyven. Edele Mogende Heeren Uw Ed, Mog. goede Vrienden Burgemeesteren Schepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee. Zierik-Zee den 13 Juny 1783. Ter Ordonnantie van dezelve (Jfas geteekent) C. Evertfen. V I. MISSIVE van Gecommitteerde Raaden van Zeeland aan Burgemeesteren Schepenen en Raaden van Zierik-Zee. Edele, Erntfeste, Wyze, Discrete, zeer Voorzienige Heeren. Zoo dra wy uit Uw Ed. Miffive van den 13. dezer geïnformeerd waren geworden van het 'geval binnen Uw Ed. Stad gebeurd, tuffchen eenige Militairen en de bedienden van de civile Juftitie, in hunne functie zynde, hebben wy met  tot de MILIT. JURISDICTIE. 27 met Uw Ed. moeten inftemmen , dat diergelyke gewelddadige ondernemingen van de allergevaarlykfte gevolgen zyn, niet alleen voor de agtbaarheid der Juftitie, maar ook voor de veiligheid van de perfoonen en bezittingen der goede Ingezeetenen, die grootendeels van een prompte en onbelemmerde Juftitie afhangt, en daarom hebben wy die zaak aanftonds, volgens Uw Ed. verzoek, ter kennis van zyn Doorl. Hoogheid den Heer Capitein Generaal dezer Provincie gebragt, met ernstig verzoek, dat de reeds gearrefteerde en van dievery fufpeéte perfoonen, en alle andere Militairen by het voornoemde geval geconcerneerd, tot fatisfactie van de gefchonden eer der Juftitie aan den Bailliuw van Uw Ed. Stad worden overgegeven, om ter aanklagte van den gemelden Bailliuw voor de Heeren Burgemeester en Schepenen der Stau te regt geftelt te worden. Dit recente geval en veel andere, zoo te Zierik-Zee als in andere Steeden dezer Provincie gebeurd, beveiligen ons dagelyks in het fentiment, dat het ten hoogften wenfehelyk ware, indien Hun Edele Mogende de Heeren Staaten konden goedvinden finaal te refolveeren, ter affnyding van de quaiftien aangaande de Jurisdictie over Militaire perfoonen; eu wy zullen niet nalaten , by de eerstkomende befchryvinge van Hun Edele Mogende Vcrgaderinge, dit poinct, op Uw Ed. verzoek levendig maken. Waar mede Edele Erntfefte Wyze Disereete zeer voorzienige Heeren! zullen wy Uw £d. in de protectie Godes beveelen, in 't Hoi" van  a8 NALEZING van STUKKEN Prop. Veere nopens verfcheide abuizen en outrages der Militie. van Zeeland te Middelburg den 16 Juny 1783. Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raaden van Zeeland. (Geteckenf) L. P. van de Spiegel. V I I. EXTRACT uit de Notulen yam Extraordinaire Wet en Raad. Relatif tot de Staaten Not. van 31 July 1783. Woensdag 30 July 1783. Nog is gehoord het Rapport van den Secretaris in naam der Heeren Leeden van Burgermeesters Kamer geëxamineert hebbende eenige poinéten waar over H. E. A. by refolutie van 26 deezer beflooten hebben zig ter huidige Staats Vergadering te befwaaren. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan de Heeren ter dagvaart gecommitteerd te inftrueeren en gelasten, aldaar van wegens deze Stad te doen de volgende Propofitie. Edele Mogende Heeren ! „ De Gedeputeerden van Veere,hebben do „ eer uit naam en last van de Heeren derzel„ ver Committenten, U Ed. Mog. by gelegen„ heid dat Hoogstderzelver deliberatien daar hee-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 29 „ heenen ftrekken ,om het gewigtig poinct der „ Militaire Jurisdictie eens voor al te bepaa„ len, voor te dragen, hoe H. E. A. vermee„ nen, dat ter zeiver tyd wel in aandagt mag „ genomen worden, de verregaande au&ori„ teit die de refpe&ive Commandanten der Mili„ tie binnen een Hemmende Stad deezer Provin„ cie zich aanmatigen, waar van tot voorbeeld „ diend, dat, wanneer laatst het Regiment „ van Houfton dat van Byland kwam afiosfen, j, alvorens dat Corps gedebarqueert, veel min „ in Eed van Lande of der Stad Veere was ge„ nomen, reeds zonder kennis en toeftemming „ van Heeren Regeerende Burgemeesters een „ Detachement van dien, naar Oost-Cappelle „ en den Haak was vertrokken, om de pos„ teeringen door het Regiment van Byland daar „ gefteld te remplaceeren. „ H. E. A. is al verder voorgekomen, hoe „ niet lang geleeden, een gedetineerde Soldaat, „ van Goes afgevoerd, door deze Stad en Ju„ risdi&ie is lieen geleid, zonder dat Heeren „ Regeerende Burgermeesters daar kennis van „ hebben gehad , veel min toeftemming toe is „ gevraagd. „ Laatstelyk, dat het diverze maaien ge„ beurd is, geduurende de Stad Middelburg „ guarnifoen in zig heeft gehad, dat Soldaaten „ van daar herwaarts zyn getransporteerd, en„ kei om afgeftraft te worden, al mede zon„ der kennis of adveu der Heeren van Veere. „ Welke onderfcheidene grieven H. E. A. „ vermeenen de attentie Uwer E. Mog. wel „ degelyk te verdienen, en verzoeken dat als „ nu moge gezorgd worden,zulke ongeregelt- „ he-  3o NALEZING van STUKKEN Miffive z. D. H. pro- „ heden ftrekkcnde tot minachting der Hooge en Stedelyke Regeeringen en overtreeding ,, van derzelver gezag, voor het vervolg wer,, de gepraavenieerd, en de Militie belet, in „ alles niet willekeurig te handelen , en die „ ferieufelyk herinnerd worde , zy geenzints zyn aangenomen om de geregtigheeden van den ,, Lande, Steeden of Leeden van dien te verkor,, ten , ef met disrefpect te behandelen : ,, Wy zyn verder gelast Ed. Mog. Heeren „ hier van infertie in de Notulen van Itaat te ,, verzoeken. Zullende hiervan Extract aan voorzeide HeerenGedeputeerden werden gedepccheert totHun Ed. informatie, en om daar van het noodige employ te maken. Accordeert met voorfz. Notulen (Geteekend) J. ERMERINS. VIII. MISSIVE van zyn D. H. Willem V. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van ZEELAND. Den i Auguftus 1783. Edelf. Mogende Heeren! byzondere goede Vrienden. Wy hebben met leedweezen vernomen dat eenige ongeregeltheeden door Militaire perfoonen ,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 31 e nen, in fommige guarnifoenen van Zeeland gel pleegd , en welke naar Krygsgebruik en Krygsregt tot mainctien van de Militaire discipline , n zouden gecorrigeerd zyn geworden, aanleiding e gegeven hebben tot differenten over de Judi; catuure, terwyl de Civile Rechters van de plaatj zen, daar de voornoemde ongeregeltheeden zyn gecommitteerd, oordeelen dat de voornoemde Judicatuure aan hun competeerd, en ten dien 1 einde , de gedetineerden, voor zoo verre zy 2 door de refpective Krygsraaden zyn geapprsehendeerd, uit handen van dezelve komen te reclameeren. 1 Dat de Krygsraaden van hunne zyde, aan « die gedaane verzoeken van overgifte, niet hebben kunnen defereeren , naardien zonder by deeze gelegentheid aan te haaien de verdere gronden , die ten betooge der gefundeerdheid van I de Militaire Jurisdictie zoude kunnen worden geailegueerd , volgens Refolutien van U Ed. Mog. de delicten van Militairen (althans die in J het guarnifoen gepleegd zyn) aan de Judicature van de Krygsraaden zyn overgelaaten, en er ook nog zeer recente gevallen zyn, dat in Zeeland niet alleen publyke ftraf over gemeene delicten van Militairen op kennis van de Krygs- . : raaden is geoefend maar dat zelfs informatien by den Civielen Rechter genomen, aan den Krygsraad zyn ter hand gefield. Terwyl zedert dien tyd nog door eene Re- 1 folutie van U Ed. Mog. nog op eenige andere wyze, aan de Krygsraaden in Zeeland een contrarie intentie van U Ed. Mog. is gemanifes- j teerd, veel min dat aan dezelve, eenig rigtfnoer zoude zyn voorgefchreeven, naar't welk U Ed. pon. de pravende hangende H. E. M. deliberatien over de Milit. Jurisdictie.  5* NALEZING van STUKKEN U Ed. Mog. begrypen, dat de Krygsraaden m Hoogstderzelver Provincie zig zouden beboeren te reguleeren. Wy zyn zeer gcëloigneerd van aan de Jurisdictie der refpeftive Steeden en Piaatfen van Zeeland eenige prsejuditie te willen toebrengen, welke Wy in tegendeel, als Erfftadhouder van de Provincie, altoos by derzei ver Wettige rechten en privilegiën , zoo veel in Ons vermogen is, zullen trachten te mainctineeren, en het is om daar van een blyk te geeven, dat Wy, fchoon niet geconvinceerd zynde van de gefundeerdheid der reclame in de voornoemde gevallen > cgter gelegentheid hebben gegeven, dat een zaak van dien aart, daar men zig beriep op regten en privilegiën, met bedaardheid konde worden onderzogt en getermineerd, en dat daarom Wy hebben geacquiesfeert in de Surcheance der Procedures voor den Krygsraad in een der betwiste gevallen , en zelfs Surcheance in een ander geval hebben geordonneert, in die verwagting dat de voornoemde differenten, fpoedig zouden worden afgedaan. Dog zyn ondertuffchen deeze zaaken fleepende gebleven ponder vooruitzigt, dat dezelve binnen weinig tyd zullen ten einde gebragt worden, waar door de Juftitie (by welken Rechter zy ook behoord geëxerceerd te worden) haar refpect verliest, en verfcheide gedetineerden door een langduurige apprrehenfie, tegen het regt en de principes van humaniteit hunne detentie tot een wezentlyke Jiraf word gemaakt. Wy hebben boven dien geconfidereerd, dat in een tyd als deze, daar zoo veele gewigtige zaaken de deliberatien der hooge Regeering be- hoo-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 33 hooren beezig te houden, difFerenten of Jurisdictie qucestien in byzondere gevallen, met wederzydfche toegevenheid behooren gctracteerd te worden, tot dat de gelegentheid zal geboren zyn, om eene generale Cynofure vast te ftellen, die alle diergelyke quteftien voor het vervolg kan affnyden. En hebben dcrhalven gemeend aan U Ed. Mog. te moeten proponeeren, als een middel om hangende de tegenswoordige deliberatien over het poinct der Militaire Jurisdictie, de zaak niet buiten haar geheel te brengen, dat U Ed. Mog. by die Steeden, welke de reclame van gedetineerde Militaire Perfoonen gedaan hebben, gelieven te effectueeren , dat dezelve Steeden daar van willen afgaan , en de Krygsraaden met de Judicatuure laaten geworden, terwyl JVy ook bereid zyn, om in gevalle daar Militaire Perfoonen by den Civilen Regter zyn geapprehendeert, en door den Krygsraad of een Commandeerenden Officier gereclameerd, het daar heenen te dirigeeren, dat van deze reclame worde afgezien, en de gedetineerde Militair aan den Civielen Rechter overgelaten, en dat dus de zaaken worden getermineert voor dien Rechter, welke in deze gevallen, door apprehenjie heeft gepr tentie van den Militairen Reg ' ter.  16 NALEZING van STUKKEN cipes en gronden by gemelde Refolutie van den 30 April laatstleeden geëtabliifeert, en alleen]yk om voor te komen procedures over de competentie of incompetentie van den Regter, voor wien Militaire Perfoonen gedagvaart fouden kunnen fuftineeren , dat de faake gedisponeert foude weefen, om door den Militairen Regter te worden beregt, een Reglement te ontwerpen, waar by de gevallen werden bepaalt, waar in de Militaire Regter geoordeelt word privativelyk competent te zyn ; en daar op voorafin te neemen de confideratien en het hoogwys ad* vis van Zyn Hoogheid ; dog in welk laatfte lid door verfcheide andere Leden zynde gedifficulteert; is de finaale Refolutie daar op uitgeftelt tot nadere deliberatie. Protest en Declaratoir van de Riddei fchap en 8 Steden. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen , als'meede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rotterdam, 'Schiedam , Brielle, Enkhuifen , Edam, Monnikendam, Medemblik en Purmerende hebben tegens de conclufie van het Voorfz Rapport en de Refolutien daar op met het mindertal van de Leden genomen, geprotefteert, en gede. clareert, de voorfz Conclufie en Refolutien , foo als defelve genomen zyn , te houden voor nul en informeel, met referve van foodanig nader Protest, Declaratoir , of andere middelen van redres, als de Heeren hunne Principaalen zullen te raade worden; hebbende de Heeren van de Ridderfchap voorts nog affonderlyk gedeclareert dat defel-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 37 ve in de Refolutie van den 1 Mey laatstleeden niet geconcurreert, maar defelve gecontradiceert, en daar tegens wel expreflelyk geprotefteert hebbende, fig ook nu niet konnen inlaten in eenige deliberatien, dewelke tot confirmatie van die Refolutie fouden mogen werden ingerigt: dan dat de Heeren van de Ridderfchap ten vollen perfifteerende by hun voorig advis, en fonder daar van in het minlle af te gaan, ten fterkften moeten inlleeren, dat de Hooge Krygsraad in haare functie op het Territoir van deefe Provincie werde herItelt, of dat immers in allen gevallen, conform het flot der Miffive van Zyn Hoogheid , het felve Collegie werde gelaaten in de exercitie van deflelfs functie op het gemelde Territoir, hangende de deliberatie der gefaamentlyke Bondgenooten over het al of niet royeeren en traceeren van de poft tot de koften voor het felve; kunnende voor het overige de Heeren van de Ridderfchap niet afzyn alsnog ten kragtigften te vernieuwen hunne bevorens gedaane inftantien, ten einde met opfigt tot de Militaire Jurisdictie in nader overleg werde getreeden, en in een groot Befogne met Commiirariffen van den Hove werde geëxamineert en overwoogen hoedanige convenabelfte fchikkingen zullen kunnen worden beraamt, waar door aan de eene zyde de regten van 'sLands Ingezetenen in het ftuk C 3 van  38 NALEZING van STUKKEN ContraProtest en Declaratoir van Dordrecht en 8 Steden. X. van Judicatuure volkomen geconferLieert, en tevens aan de andere zyde 3p de gevoeglykfte wyfe geprasvenieert verden de meenigvuldige inconvenien:en en nadeelige gevolgen, welke uit ïene al te enge bepaling der Militaire Jurisdictie noodwendig moeten proflu2eren, en dat daar op alvorens mogen verden ingenomen de hoogwyfe conti deratien en het ad vis van Zyn Hoogheid. De Heeren Gedeputeerden der Stelen Dordrecht , Haarlem , Leyden , Amfterdam , Gouda , Gorinchem , Schoonhoven, Alkmaar en Hoorn hebben tegen het voorfz Protest en De:laratoir, foodanig Contra-Protest en Contra-Declaratoir gereferveert, als de Heeren hunne Principaalen zullen vinden te behooren. Accordeert met de voorfz Refolutien.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 39 X. RAPPORT van Heeren Conu mijfarift'en over het poinct der Militaire jurisdictie, uitgebragt ter Vergadering der Heeren Staaten van Zeeland, den n Auguftus ■?83. De Raadpenfionaris heeft gerapporteert, uit naam van Heeren Commiirariflen, hebbende ter voldoeninge aan Hun Ed. Mog. Refolutien van den 12 December 1782 en 21 July laatst Jeden, geëxamineert het poinct der bornes van de Militaire Jurisdictie , welker aanwyzing, zoo wel in het Civile als Crimineele, door verfcheiden Leden van Staat in onderfcheiden Advyfen, fuccelfivelyk ingekomen, was gerequireerd. Dat Heeren CommiffarifTen uit den inhoud der eerftgemelde Refolutie gemeend hadden te moeten] befluiten, dat van hen,door Hun Ed. Mog., niet alleen gerequireerd wierd eene opgave van het geene binnen deeze Provincie in deeze materie het geëtabliffeerd Regt zy, maar ook welke voorzieningen voor het vervolg tot maintien van het gezag der Ordinaire Juftitie ,en auctoriteit der Stedelyke Overheden zouden behooren gemaakt te worden. Dat Heeren CommiirarifTen in het onderzoek deezer materie gemeend hadden te kunnen pasfeeren eene discusfie van al het geen de Militairejurisdictie, in het afgetrokkene befchouwd, concerneert, mitsgaders het geen betrekking heeft tot het Krygsvolk onder de Gravelyke C 4 Re»  40 NALEZING van STUKKEN Regeering, fpeciaal onder de Regeering der twee laatfte Graven Karei en Philips, vermits het aan Heeren Commiflariffen was voorgekomen , dat het Krygsvolk onder de vrye Staats-Regeering niet kan worden geconfedereerd het zelfde morele lighaam te zyn, het geen het Krygsvolk onder de Gravefyke Regeering uitmaakt, en dat mitsdien uit de Regten van het een tot het ander met geen mogelykheid kan worden geconcludeerd. Dat ook voor al in het onderzoek deezer materie moet worden onder het oog gehouden, i. Dat de Militaire Jurisdictie eene gedelegeerde Jurisdictie zynde en afwykende van den gewonen loop van Regtsoefening, ook niet kan worden afgeleid uit onderftellingen of andere min directe bewyzen, als by voorbeeld, uit gepleegde Acten van Jurisdictie, en dergelyke; maar Meunen moet op uitdrukkelyke blyken van eene fpeciale overgifte van den Souverain, en dat, by defect daar van, alle regtsdwang, zonder onderfcheid, moet verdaan worden in den boezem der Souverainiteit gebleven te zyn, of onder het beltuur der zulken , aan wien de Souverain de adminiftratie daar van in de eerHe plaats had toevertrouwd. Terwyl, al ware deeze fpeciale overgifte van den Souverain al bewezen , dezelve, even als alle andere Privilegiën, van een allerftrikfte interpretatie zyn zou, zoo dat al het geen niet bewezen word uitdrukkelyk te zyn afgeftaan, moet gereekend worden tot de ordinaire Regtbanken te behooren. 2. Dat hoe ver de Militaire Jurisdictie zig ook zoude mogen uititrekken, de Souverain nog-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 41 nogthans nimmer dat uitftekend deel zyner Regalia heeft geabdiceerd, en mitsdien het regt behoud, om, zulks noodig oordeelcnde, zodanige nadere befchikking daar omtrend te maken , als hy ten dienfte van den Lande nuttig oordeeld: gelyk uitdrukkelyk bepaald is in het 32 Art. der lnftructie van den Raad van Staate van den 12 April 1588, en het 50 Art. der lnftruclie van den 18 July 1651. Dat, met betrekking tot de bronnen, waar uit het Staats-Regt van Zeeland aangaande de Militaire Jurisdictie te halen zy, Heeren Commiifarilien begreepen hadden, te moeten te rade gaan met zodanige Wetten, Inftru&ien, Accoorden, &c. die by de Staaten van Zeeland afzonderlylc, of in concurrentie met de andere Bondgenooten, zyn gearrefteerd , het zy dan dezelve met zulk een bepaald oogmerk zyn ingerigt om tot regels in dit ft.uk te dienen , hetzy der Staaten oogmerk en begrippen omtrent het poinct der Militaire Jurisdictie daar uit, meer van ter zyde , maar nogthans duidelyk , kunnen worden afgenomen. Dat, aangaande het Staatsregt der nabuurige Landfchappen , fpeciaal der Provincie van Holland, Heeren Commiffariiren geoordeeld hadden, dat het zelve niet geheel kon worden uit het oog verlooren; trouwens, dat, hoe zeer by de Unie van Utrecht iedere Provincie haar eigen conftitutie en Staatsregt behouden heeft, het Staatsregt nogthans van de eene Provincie meermalen uit dat der andere moet worden opgehelderd , geconfidereerd de naauwe relatien, welke, zelf voor het aangaan der Unie, tusfchen de refpecuve Provinciën, fpeciaal tus. C 5 fchen  42 NALEZING van STUKKEN fchen die van Holland en Zeeland intercedeerden, en de gewoonte, daar uit fpruitende, ora by defect of duifterheid van bet oorfprongelyk Landregt, te raadplegen met dat der nabuurige Landfchappen ; eene reflectie, welke Heeren CommiffarifTen oordeelden , dat wel fpeciaal in het ftuk der Militaire Jurisdictie van applicatie was, alzoo niet alleen de eerlte deliberatien, welke men in Zeeland op dit Sujet, ten Jare 1590 en 1591 gehouden heeft, maar ook die van latere tyden , onwederfprekelyk bewyzen, dat men het aldaar nuttig en noodzakelyk agtte met het Staatsregt der nabuurige Provincie van Holland in deeze materie te rade te gaan : waar door, naar het oordeel van Heeren CommiffarifTen, niet onnatuurlyk eenige overeenkomft tullchen het Staatsregt der beide Geweften aangaande de Militaire Jurisdictie kan en moet gezogt worden. Dat Heeren Commiffariiren als nu zullende overgaan tot examinatie van het poinct in quaestie, geoordeeld hebben het zelve in drie voorname hoofddeelen te moeten verdeelen. I. De Jurisdictie over Militaire Perfoonen, in cas van delicten door dezelve gepleegd. II. Dezelve Jurisdictie in cas van Civile quastien C2?c. III. De Hooge en Laage Militaire Regters* EER-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 43 EERSTE HOOFDPOINCT. Rakende de Militaire Jurisdictie in cas Crimineel. Heeren CommiffarifTen vcrmeenen den aandagt van Hun Ed. Mog. niet te moeten bezig houden met een detail van den oorfprong der gefchillen over de Militaire Jurisdictie; vermits men als dan zoude moeten opklimmen tot eentydperk, waar in het Krygsvolk onder der -Graven oppermagt en tot werktuigen van derzelver hecrfchzugtige oogmerken diende, waar van mitsdien (gelyk reeds te voren is aangemerkt) tot de tyden der Vrye Staats-Regcering geen gevolg kan worden afgeleid. Men kan dus met ftilzwygen voorbygaan , zoo wel de Ordonnancie van Keizer Karei van den 2oJanuary 1521, Art. 13, het Placcaat van denzelven in dato 12 O&ober 15+7, rakende het onderhoud der Benden van Ordonnancie , mitsgaders het 68 Art. der Crimineele Ordonnancie van Philips van den Ja re 1570, als de Ordonnancie van Hertog Karei den Stoute n van den 29 Juny 147r-> te vinden in de Memoires pour fervir a VHiftoire de France (f de Bourgogne,gedrukt in 4°. teParys Anno 1729, aangehaald in de Miffive tot addres der uitgave van de Memorie van confideratien der Stad AmJierdam op het fujet der Militaire Jurisdictie in 80. onlangs uitgegeeven, hl. 4, 15. Uit welke laatfte Ordonnancie anderzins ten duidelykften zoude kunnen blyken, dat het eerfle geregeld en gehuurd Krygsvolk deezer Landen , in 't ftuk van misdryven wel degclyk onderworpen was  44 NALEZING van STUKKEN was aan de Judicature der Burgerlyke Regtbanken, welker wettig gezag in dit ftuk eerft door Keizer Karei , en daar na door zynen heerfchzugtigen Zoon befnoeid is. Zynde in deeze Ordonnancie uitdrukkclyk geftatueerd: Si les gens d'ar mes font ou commettent aucuns cas criminels ou autres, ils feront punis ou corrigés par les Jujiices des Lieux, ou les dits cas auront été commis. Terwyl, in allen gevallen, niets ligter zoude zyn, dan te bewyzen, dat de oorfprong van alle Jurisdictie, welke het Krygsvolk boven de Discipline Militair, (dat is de cognitie en ftraf van pure Militaire misdaden) immer in deezen Lande geëxerceerd heeft, niet kan gezogt worden in een vrywillige overgave van den Souverain, gefproten uit de befchouwing van hét algemeene nut, (het eenig fondament nogthans van een wettig verkregen gezag) maar alleenlyk moet worden afgeleid uit het vermogen en de overmagt der gewapende benden , onderfteund door het gezag der Legerhoofden en de verwarring der tyden. Immers het lydt geen tegenfpraak, dat alle de Zeeuwfche Steden, benevens de Smalfteden en zeer veele Ambagten , by oude uitdmkkelvke Privilegiën, verlyd zyn met de VOLLE Crimineele en Civile Jurisdictie binnen dezelve, zonder uitzondering van eenige Militaire Perfoonen hoe genaamd; in dier voege, dat alle Crimineele en Civile zaken, binnen de voorfchr. Steden en Plaatfen voorvallende, zonder eenige limitatie of exceptie, ftaan ter Judicature van de Burgerlyke Vierfchaaren, zonder dat zig iemand, wie hy ook zy, het zy hy tot den  tot de MILIT. JURISDICTIE, 45 den Burgerftand behoore, of toe het Krygsvolk , zig daar van vermag te onttrekken. Indien men zig nu flegts voor een oogenblik gelieft te herinneren de vvezentlyke waardy van dit voorregt voor alle 'sLands Ingezetenen , en fpeciaal voor de Magiftraten der Steden en Plaatfen, daar mede begiftigd, mitsgaders hoe yverig en jaloerfch zig deeze daar omtrent altoos getoond hebben, zal men zig niet behoeven te verwonderen , dat zy, na het opvatten der Wapenen ter verdediging van Voorregten en Vryheden, in de eerfte grondwetten der vrye Staats-Regeering zoo zorgvuldig waakten, dat daar op, door niemand, wie hy zyn mogt, indragt gefchiede. Dus na dat ten Jaare 1575, en naderhand op den 25 April 157Ó, eene Unie en Verbond tusfehen de Staaten en Steden van Holland en Zeeland tot gemeene en kragtdadige befcherminge van Voorregten en Vryheden,geflooten was, wierd by het 14 Art. der opdragt van de HoogeOverigheid aan denPrince vanOrange, Willem den I. wel uitdrukkelyk bedongen en vaftgefteld : Gelyk zyne Excellentie ook handhouden en befchermen zal alle Regten, Privilegiën en Geregtigheden, Vrydommen en loffelyke CouJlumen der Landen en Steden van Holland en Zeeland, onder zyne gehoorzaamheid zynde in het gemeen , ende van elk een in 't byzonder, met voorJland, handhouding ende proteEtie van de pr&eminentie en autoriteit van alle weitelyke Officieren, Magiftraten ende Overigheid zonder dat de GOUVERNEURS, CAPITE1NEN OFTE ANDERE TOT VORDERINGE VAN KRYGSZAKEN IN EENIGE QUARTIEREN GESTELD,  46 NALEZING van STUKKEN STELD, hen zullen vervorderen nog onderwin* den EENIGE kenniffe te neemen van Politiqueof JUD1C1EELE zaken, binnen of buiten de Steden vallende, maar daar mede zullen laten bewerden den Officiers, Magiftraten ende Wethouder en aldaar , mitsgaders den Raade Provinciaal, zulks van oude tyde altyd gebruikt ende geobferveert is geweeft. En zulks niet tegenftaande by bcc 2 Art. aan den Frictie was opgedragen het ge* heele beleid der Krygszaken, met regt om zoodaanige GOEDE EN GENERAALE KRYGSORDENINGE EN DISCIPLINE TE STELLEN, als tot foulagement der Ingezetenen, en tenminfte quetfe van den Lande, in alle gelykheid en eenparigheid, zou mogen gefchieden. Ten duidelykften blyke , dat het oogmerk van 'sLands Vaderen nimmer geweeft zy, den Krygsvolke eene Jurisdictie te demandeeren, welke zoude te kort doen aan de Voorregten van den Lande en der Steden , en dat mitsdien alleen de discipline Militair, dat is de cognitie en ftrafoefeninge van pure Militaire delicten aan den Militairen Regter gerekend kan worden hier med? te zyn afgeftaan. Een gevoelen , het geen niet weinig kragt ontfangt uit vergelyking van de Crimineele Ordonnancie der Staaten van Holland, gearrefteerd den 18 September 1576, en dus weinige maanden na dat de Hooge Overigheid aan den Prince van Orange, door de Staaten van Holland, zoo wel als van Zeeland, in voegen voorfchr. was opgedragen: by welke Ordonnancie eerftgemelde Heeren Staaten uitdrukkelyk vas titel 1 en : Dat de Procureur Generaal het regt zou hebben om aan te taften en te regt te ftel. len  tot de MILIT. JURISDICTIE. 47 len alle Delinquanten, zoo SOLDATEN als anderen : en indien eenige Capiteinen eenige delinquanten Soldaten wezende, verzogten in hare handen gefield te worden, onder prcetext van Judicature Militair, henluiden competeerende, al zulke Soldaten, indien het deliStfua natura GEHEEL MILITAIR is, of by den eenen Soldaat op den anderen gefchied , aan dezelve Capiteinen zullen worden overgegeeven. Met verdere byvoeging: Dat muytery, melées van het eene Vendel jegens het andere, verraderyen en diergelyke delitten, als concerneer ende de generale rufte en verzekerdheid van den Lande, niet zullen verftaan worden, SIMPELE MILITAIRE DeliSten te zyn. Vervolgens is by het 6 Art. der Pacificatie van Gend van den 8 November 1576 uitdrukkelyk bedongen : Dat de Prins zou blyven Admiraal ..Generaal van de Zee, en Stadhouder van Zyne Majefteit, van Holland, Zeeland, Bommel en andere geaffocieerde Plaatfen; om in alles te gebieden , zoo DEZELVE JEGENSWOORDELYK DOED (dat is op den voet van den opdragt der Hooge Overigheid, den 25 April deszelven Jaars 1576, aan den Prince gedaan) met dezelve Officieren, Jufticieren, Magiftraten, zonder eenige verandering of innovatie. Tot dus ver dan niet gebleken zynde, dat door de Staaten van Zeeland, of afzonderlyk, of te famen met hunne Bondgenooten, aan den Militairen Regter iets meerder afgeftaan zy dan de cognitie en ftrafoelfeninge van pure Militaire DeliÜen , maar in tegendeel dat by alle publyke Aften ten ftipften gezorgd zy voor de auctoriteit en het gezag der Territoriale Overheden, zal men nu onderzoeken of by de Unie  48 NALEZING van STUKKEN Unie van Utrecht van den 23 January 1575» iets meerder zy afgeftaan. By het 7. Art. daar van is bepaald : Dat de voorfchreve Frontierfieden en ook andere, als de nood vereiffchen zal, gehouden zullen wezen, te pntfangen al zulke Guarnifoenen als de Geünieerde Provinciën goedvinden , en henlieden by advys van den Gouverneur van de Provinciën , daar '£ Guarnifoen geleid zal worden, ordonneer en zullen, zonder dat zy des zullen mogen weigeren : wel verJiaande, dat de voorfchr eve Guarnifoenen by de voornoemde Geünieerde Provinciën betaald zullen worden van haarlieder Soldye, en dat de Capiteinen en Soldaten boven den generalen Eed, partixulierlyk de Stad, Stede of Provincie, daar in zy gelegd zullen worden, Eed doen zullen, en dat het zelve ten dien einde in haarlieden Artikidbrief g.fteld zal worden, DAT MEN OOK ALZULKE ORDE STELLEN EN DE DISCIPLINE ONDER DEN SOLDATEN HOUDEN ZAL, DAT DE BORGERS EN INWOONDERS VAN DE STEDEN EN PLATTE LANDEN, ZOO WEL GEESTELYK ALS WEERELDLYK, DAAR BY BOVEN REDENEN NIET BEZWAARD EN WORDEN, NOG EENIGE OVERLAST LYDEN. Het is duidelyk, dat de bepaling by dit Articul aangaande het Krygsvolk gemaakt, tweederlei is, 1. ten refpeéte van haar Krygsampt, in welke betrekking het ftaat onder de Generaliteit, 2. ten relpeóte van het Territoir, daar het zig onthoud, ten welken opzigte het ftaat onder de magt der Hooge en Lage Locale Overheden en wetten van het Territoir. Het  tot de MILIT. JURISDICTIE. 49 Het laatftgemelde trouwens blykt ten duidelyklten niet alleen uit het oogmerk, waar mede dit verband van vereeniging by de Bondgenooten is aangegaan, namelyk tot kragtdadige befcherming van Vryheden en Voorregten, en fpeciaal ter beveiliging der Pacificatie van Gend, maar ook uit het geen daar by uitdrukkelyk bedongen is. Immers by het 1. Art. der Unie verklaren de Bondgenooten uitdrukkelyk : Dat zy zig zoodanig te [amen vereenigden, als of zy maar eene Provincie waren, onverminderd nogthans een iegelyke Provincie, de particuliere Steden, Leden en Ingezetenen van dien haare fpeciale en particuliere Privilegiën, Vryheden, Exemtien, &c. waar in zy eikanderen niet alleen geen hinder of letzel doen zullen, maar zullen den anderen met alle behoorlyke en mogelyke middelen, ja met lyf en goed (is't nood) helpen handhouden , ftyven en ft erken , tegen alle en een iegelyk, wie en hoedanig hy zoude mogen wezen, die hen daar in eenige dadelyke inbreuk zoude willen doen. Het is 'er dus zoo ver af, dat de Bondgenooten by de grondlegging van dit Gemeenebeft, en fpeciaal by de Unie van Utrecht, eenige hunner Souveraine Rechten of Territoriale Jurisdictie aan de Generaliteit zouden hebben afgeftaan of gemeen gemaakt, dat zy veel eer dezelve uitdrukkelyk zich gereferveert hebben. Bovendien 2 word by het 7 Art. met zoo veel woorden vaftgefteld : Dat de Capiteinen en Soldaten boven den generalen Eed, particulierlyk de Stad, Stede en Provincie, daar in zy geleid zidlen worden, Eed doen zullen. Nal. I. Deel. 1. Stuk. D Ten  50 NALEZING van STUKKEN Ten convincanfte preuve, dat hoe zeer de Bondgenooten de Militie, met relatie tot hun Krygsampt, hadden gefubjecleerd aan de Generaliteit, zy nogthans dezelve, befchouwd als Ingezetenen, met betrekking tot het Territoir, waar op zy zig onthielden, wilden hebben onderworpen aan de Locale wetten en het gezag der Territoriale Overheden. Daar nu by de Unie van Utrecht het Territoriaal gezag over de Militie aan de Generaliteit niet was opgedragen, kon men niet verwagten, dat in de Renverfalen, door de Bondgenooten aan fommige Steden gegeven, tot derzelver gerustftelling verklaard wierd , dat de Magiftraten de wanorde en overlaft van het Krygsvolk met de ordinaire Juftitie zouden mogen reprimeeren, terwyl het zeer natuurlyk was, daar by te beloven de goede discipline onder de Soldaten zoodanig te zullen doen onderhouden, dat 'er by fchulde van de geünieerde Provinciën geen wanorde zou voorvallen; eene belofte, aan welkers prceftatie de ordinaire Juftitie ook ten hoogfte gelegen lag; aangezien het onmogelyk is, de wanorde en overlaft van het Krygsvolk met de ordinaire Juftitie te reprimeeren , indien 'er teffens onder het zelve geen ftipte Krygstugt heerfcht. En dus moet de belofte by de Bondgenooten aan elkander by dit 7 Art. der Unie gedaan , dat men al zulke ordre feilen, en discipline onder den Soldaten houden zal, dat de Burgers geen overlaft leden, in dier voegen worden opgevat, als of men beloofd had de goede Krygstugt ftiptelyk te zullen doen onderhouden, het zy met de prompte executie der reeds fub-  tot de MILIT. JURISDICTIE. $i fiftccrcndc Krygswetteh, het zy met het ontwerpen en arrefteeren van nieuwe. En door deeze aanmerking word men vaii zelfs geleid tot een ander aanmerkelyk ftuk Beftaltbrief genaamd, waar van de oorfprong mogelyk in het voorfchr. beding der Bondgenooten zoude moeten gezogt worden. Dit ftuk onder andere papieren van dien tyd geïnfereerd in een Rcgifter ter Grime van Zeeland, zonder eenige blyken nogthans van egtheid, en gedrukt in het Magazyn van ftukken de Militaire Jurisdictie aangaande, uitgegeven door den Heer F. A. van der Kemp, Vlll £)> p. 134 et feq. in 'f aanhangfel, word gezegd gemaakt te zyn den laatften February 1579 by die van Gelre, Zutphen, Holland, Zeeland, Utrecht, de Vriefche Ommelanden, tuffchen de Eems en. Lauw er s, de Stad van Gend en de Heeren Stadhouders van dien. Dan hoe zeer by deeze Beftaltbricf, her, fyftema volgens het welke de delicten der Militairen in het Guarnifoen bedreven, aan de cognitie van den Militairen Regter zoude competeeren, eenigzins fchynt te worden bcgunftigd , kan egter het Landregt van Zeeland daar uit niet meerder worden afgeleid, als dat der andere Bondgenooten; behalven dat by deeze zelfde Beftaltbricf wel uitdrukkelyk gezorgd is voor de auctoritcit en het gezag der Territoriaale Overheden en Magiftraten, terwyl al de magt, die daar by aan den Militairen Regter zoude mogen zyn toegedaan , wel uitdrukkelyk is gesubordineerd aan zoodanige Ordonnancien , als by de voorfchr. Provinciën en haare Stadhouders daar op gemaakt zyn, of gemaakt zouden mogen D 2 WW»  52 NALEZING van STUKKEN worden ; en bovendien in het flot is bedongen: Dat de voorfchr. Provinciën deeze Articülen naar derzelver geliefte zullen moghen doen vermeerderen, ofte veranderen, naar gelegenheid der zaake , hetwelk die voorfchr. Overfte, Amptluiden, Bevelhebberen , en Soldaten, elk in zyn reguard, gehouden zullen zyn te achtervolgen en naar te komen. Men zoude op den voorfchr. Beftaltbrief verfcheide andere aanmerkingen kunnen maken, indien het niet genoegfaam bleek, dat men dit ftuk flegts houden kan voor een Concept, by de Gedeputeerden tot de Unie ontworpen , en ter approbatie der Heeren hunne Committenten overgenomen, welke, immers zoo veel deeze Provincie aangaat, aan Heeren CommiffarifTen niet is gebleken immer gevolgt te zyn, of door de openlyke afkondiging van het ftuk zelf onderfteld te kunnen worden. Trouwens by de inleiding of het begin van den bekenden Artikulbrief, den 13 Auguftus 1590, by den Raad van Staate, op den naam der Staaten Generaal gearrefteerd, word, met zoo veel woorden gezegt, dat op de disorders van het Krygsvolk geen vafte Ordonnancie of Artikulbrief gearrefteerd en gepubliceerd was, en dat men daarom had goedgevonden deeze Artikulbrief te arrefleeren. Een argument van te meerder klem, daar het uit vergelyking der beide Stukken contteert, dat de opfteller van den Artikulbrief kennis aan den Beftaltbrief gehad, en van dat ontwerp verfcheide Artikulen heeft overgenomen. En als nu van den Beftaltbrief overgaande tot de Jnjlruclie van Prins Mauritz en van den Raad  tot de MÏLIT. JURISDICTIE. 53 Raad van Staate van den 18 Auguftus 1584, zal men nagaan in hoe ver de Militaire Jurisdictie daar in gewettigd zy. 't Is waar volgens het 3 Art. der eerftgemelde Inftructie zou Zyne Genade en de Raad van Staate kennis en Judicature hebben over alle haarlieder Officiers, Ontfangers, Collecteurs en andere Dienaars, mitsgaders over Collonellen, Capiteinen en Krygsvolk te Water en te Lande; en volgens het 10 Art. over het Krygsvolk, mitsgaders over alle generale en particuliere O verft en , Bevelhebberen , Commiffarijfen en Officieren gehouden zyn te ftellen en f onderhouden alle goede orde en discipline: Ook mede daar over ftraffe, Recht en Juftitie te doen , en doen doen zulks zy bevinden zullen te behooren. Dan alzoo by het begin van het 3 Art. reeds was bedongen , dat Zyne Genade en de voorfchr. Raad niet zoude vermogen iets te doen of te attenteeren, 't geen prajudiciabel zoude mogen wezen de Privilegiën, Geregtigheden, Coftumen, Ufantien , Policien en JUST1TIEN, met het geen daar aan kleeft, der voorfchr. Landen in het generaal, ofte eenige STEDEN of Leden van dien in het particulier, zal men niet kunnen tegenfpreken, dat hier mede voor de Territoriale Regten genoegzaam gezorgd zy. Behalven, dat by het 2 Art. wel expreffelyk was bedongen, dat de Raad van Staate, de vorige Verbinteniffen en Unien der Provinciën zoude nakomen; en by het 16 Art., dat de Steden, nopens het innemen van Guarnifoen, zig zouden reguleeren na het 7 Art. van de nadere Unie. Behalven dat de voorfchr. Inftruótic, gemaakt zynde by de Staaten van Braband, Vlaanderen, D3 Hol-  54 NALEZING van STUKKEN Holland , Zeeland , Utrecht , Mechelen en Vriesland, voor geen grondwet van het jegenswoordig Bondgenootfchap dienen kan ; dat zy flcgts was eene provifionele 1'chikking; en heeft opgehouden van kragt te zyn, toen na het vertrek van den Graaf van Leicëfter , de Bondgenooten van buitcnlandfche protectie begonnen af te zien, en befloten zelf de Regeering in handen te houden, Hellende ten dien einde een anderen Raad van Staate aan, aan wien zy het Huur der zaken, en defcnhe van de Unie opdroegen , ingevolge een nieuwe Jnftruétie van den 12 April 1588. Wac nu deeze Inftructie van den voorfchr. Raad van Staate (welke mede flegts provifioneel was) aangaat, hoe zeer het waar zy, dat by het 6 en 11 Art. derzelve aan den Raadzy opgedragen de dispojitie over het volk van Oorloge en de Discipline Militair, was zulks nogthans by het 7 Art. gelimiteerd met deeze claufule: Zonder dat zy lieden iets zullen mogen doen of attenteeren, dat zoude mogen ftrekken tot prajuditie van de Privilegiën, Regten, Vryheden, Tro.ciaten, Co'atracten, Ordonnancien, Statuten, Decreten ende Ufantien derzelven Landen in 'J Generaal , ofte van eenige Provinciën, Steden of Leaen van dien in 't particulier. En by het 32 Art. word dezelve nog nader geclaufuleerd met te verklaren: Dat alle zaken, der Staat, Policie en Juftitie van de voorfchr. L anden , Steden en Leden van dien in 't generaal en particulier aangaande, ter dispojitie van den Raad NIET EXPRESSELYK GESTELD, zullen blyvcn ter dispojitie van de Staaten Generaal,  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 55 raai, der Staaten der particuliere Provinciën, der MAGISTRATEN VAN DE STEDEN en andere wettelyke Overheden. Behalven dat ten aanzien van het geen expreffelyk aan den Raad gedemandeerd was, nog bovendien in het zelve 32 Art., tot Confervatie van het Regt der Vereenigde Landen in het generaal en particulier, word verftaan: Dat de algemeene Staaten zig met deeze Inftruttie niet ABDICEEREN het Regt en deMagt omme hy de Staaten Generaal, de Staaten van de Provinciën in 't particidier, elke zoo veel hem aangaat, by tyde van nood, ofte ah de zaken van den Lande zulks zullen vereiffchen, zelf ordre, tot dienjte van den Lande, te feilen ende executeeren, by directie van de zaaken van der Oorloge te Water en te Lande, met al het geene daar aan kleeft, en namelyk mede het doen van de monfteringe, houden van de DISCIPLINE MILITAIR, ftraffs van alle exceffen en in alle andere zaken. Uit al het welke mits dien ontegenfpreeklyk confteert, dat de Discipline Militair aan den Raad van Staate, by deeze Inftruélie opgedragen , niet verftaan kan worden , tot eenige andere misdaden van het Krygsvolk betrekkelyk te zyn, als tot pure Militaire delicten, mitsgaders tot alle andere deliftcn, door het Krygsvolk in het leger of op marfch, buiten het Territoir der refpe&ive Provinciën, bedreven. Trouwens dit was volftrekt en ook alleen noodig om de goede orde onder het Krygsvolk te bewaren; en een ruimer magt aan den Raad van Staate op te dragen , zoude geftreden hebben tegen de Territoriale Regten der Bondgenooten, welker bewaring nogthans zy zoo 6 D4 ern*  56 NALEZING van STUKKEN crnftig bedoelden , dat zy zelf aan zig referveerden, om van het Regt, aan den Raad by deeze Inftruótie opgedragen, zelf, des goedvindende, gebruik te maken. Men zoude als nu moeten overgaan tot den Artikulbrief van den 13 Auguftus 1590; dan, alzoo dezelve by den Raad van Staate , op den naam der Staaten Generaal, gemaakt zy, kan dezelve niet verder werken, als het gezag van den Raad zelf zig uitftrekt, zoo dat de Artikulbrief alleenlyk kan. worden aangemerkt als een rigtfnoer voor den Militairen Regter in de gevallen, waar in de Militaire Jurisdictie gefundeerd is, maar geenzins als een opdragt van Jurisdictie, welke te vooren aan den Militairen Regter niet zoude gecompeteerd hebben. Ook diend by deeze gelegenheid gcremarqueerd te worden , dat nog in de Commiflie van Prins Mauritz als Gouverneur, Capitein Generaal en Admiraal van Holland en Zeeland, nog m ideszelfs Inftruétie, een enkel woord gerept word van de Judicature over het Krygsvolk. Zoo ver zelfs was het 'er af, dat men de Prins zoude hebben te confidereeren als het hoofd der Militaire Discipline, dat, daar in de eerfte Inftruétie van den Raad van Staate van 1584 het gezag en de Judicature over het Krygsvolk aan den Prins en den Raad te famen zyn opgedragen, des Princen naam in de Inftruétie van 1588 word verzwegen , en de bovengemelde magt aan den Raad alleen opgedragen. En dus is men genaderd tot het tydperk, waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 57 waar in het Artikul der Militaire Jurisdictie by de Staaten van Zeeland meer afzonderlyk en bepaald is behandeld geworden, zonder dat men tot hier toe heeft kunnen ontdekken, dat door dezelve, of afzonderlyk, of meten benevens de Staaten der overige Provinciën, iets meer dan de Discipline Militair aan den Militairen Regter zy afgtftaan. Den 25 Auguftus 1590 wierd door de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland, by Miffive als by een Poinct van Befchryving , ter kennis der Staats-Leden gebragt, dat 'er dagelyks zwarigheden ontftonden over de kennis der delicten van het Krygsvolk, zoo te Water als te Lande, allegeerendc het zelve Privilegie, uit kragte van dewelke zy den regtsdwang van hunne ordinaire Magiftraten, zoo wel van de Admiraliteit als andere Regtbanken declineerden , verzoekende mits dien dat de Leden daar omtrent ter naafte Staats-Vergadering geliefden te voorzien. De Staaten refolvcerden den 14 September deszelven Jaars,zig te doen onderrigtcn,dooide Gedeputeerden ter Generaliteit, hoedanig dien aangaande het gebruik in Holland was, en wanneer deswegen geen berigt was ingekomen , vonden Heeren Gecommitteerde Raden goed, andermaal dit Poinct in Uitfchryving te brengen, by Miffive van den 29 Maart 159r. Omtrent welke beideMiffives ftaat aan temerken,^dat de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland geenerley mende maken van een Landregt, het geen fteunen zou op de Ordonnantiën van Karei en Philips, op den Beftaltbrief enz. en waar van men de herinnering in D 5 dee-  58 NALEZING van STUKKEN 0 deezen zon hebben mogen verwagten, indien het zelve als zoodanig was, erkend geweeft. Hier op is den 18 April 1591 by de Staaten van Zeeland genomen deeze notable Refolutie: -Op de kennifje van de delicten by 't Krygsvolk , dienende te 'Water of te Lande, geperpetreerd in eenige befloten Steden ende Jurisdictie derzelve, is gercjblveerd, dat de kennifje daar van genomen zal worden by de voorfchr. Steden (blyvende die van der Tholen dien aangaande in heure liberteit ende vryheid om gelyke kennijfe te mogen neemen of te laten varen) ten ware dezelve met Guarnifoen bezet waren, en het delict geperpetreerd by een of eenige van 't zelvz.Guarnifoen, en niet van andere Soldaten van de voorfchr. Guarnifoenen niet wezende, maar van elders in de voorfchr. Steden gekomen , welke Refolutie Zyn Excellentie ten zeiven dage aangezegd zynde, heeft daar op voor antwoorde gegeeven te vreden te zyn, dat de Steden by haarlieder oud gebruik (daar in zy maintineeren te wezen) blyven en continueeren > en belangende 't fchryven by Zyn Excellentie aan den Bailliu van Vliffingcn des aangaande gedaan in contrarie, zegt zidks gefchied te zyn op het fchryven ende verzoek van die van de Admiraliteit in Zeeland. Het is geenzins te verwonderen, dat de voorftanders der Militaire Jurisdictie over de Delicten , in 't Guarnifoen bedreeven , veel ftcun in deeze Refolutie mecnen te vinden, dog men zal ook niet kunnen tegenfpreken, dat deeze Refolutie, benevens het daar op gegeeve antwoord van den Prins, de duideiykfte blyken draagt van eene onderhandeling, in welke zig de Staaten ( hoe zeer bevoegd om anderzins afzonderlyk te disponeeren) met den Prins  tot de MILIT. JURISDICTIE. 59 Prins op dit ftuk wel hebben willen inlaten, en waar by zekere fchikking of overeenkom!!, betrekkelyk de Judicature der Delicten van het Krygsvolk, zoö te Water als te Lande, ruffchen beide is aangegaan: en dat de aart van alle overeenkomlt mede brengt, dat dezelve, van de eene zyde niet wordende nagekomen, de andere ook niet gehouden zy zig daai na te gedragen. Eene Helling zoo veel te dringender, wanneer men confidereert de partyen tuffchen welke deeze onderhandeling hebbe plaats gehad. Behalven dat hoedanig ook deeze Reiolutie van 18 April 1591 zyn moge, en hoe plegtig de Militaire Jurisdictie over de Delicten van het Krygsvolk in het Guarnifoen gepleegd, daar by zoude mogen zyn erkend , dezelve nogthans door een volgende Staats Refolutie van den 23 Mey 1597 is vernietigd en buiten effect geiteld. Het duurde niet lang dat de voorfchr. Refolutie van 1591 en de daar by vaftgeftclde fchikkingen wierden nagekomen. De Judicature der Delicten, by het Bootsvolk in de Steden geperpetreerd, was de eerfte en voornaarnlte Itruikelblok. Den 10 December deszeivefi Jaars 1591 beklaagden zig de Heeren Van Vliffingen reeds, dat de Admiraal Juftinus van Naffau hen in de voorfchr. Judicature turbeerde : en de Staaten Notul en van den 30 January en 1 February 159^ 18 December 1596, 21 en 24 Maart en 20 Mey 1597, leverende ontegenfprekelykffe bewyzen op, van aanhoudende moeielykheden, die de Steden ter deezer oorzake lyden moes-  00 NALEZING van STUKKEN moeftcn. De Prins had die van Vliflingen en Veere zelf aangefchreven om geen kennis te nemen van de Delicten van het Krygsvolk , ter tyd toe de Staaten desweegens met Zyn Excellentie nader zoude zyn verdragen: ook deed hydenScaaten een Vertoog overleveren door den Raadsheer Bruininx, waar in hy eischtc gemaintineerd te worden by de kennis der Delicten van het Krygsvolk te Water en te Lande, binnen de Steden en haare Jurisdictiën geperpetreerd , zonder zig nogthans te beroepen op eenige dier ftukken of gronden, welke men naderhand in faveur eener meer uitgebreide Militaire Jurisdictie heeft aangevoerd. Te vergeefs zelf tragten de Staaten door een expreffe commiflie een redelyk vergelyk te treffen , fuftineerende de Raadsheer Bruininx, van wegens den Prins, dat de kennis der Delicten van het Krygsvolk aan Zyne Excellentie toekwam uit hoofde van Hoogftdeffelfs onderfcheidene betrekkingen, zoo van Gouverneur Generaal, als Marquis van Veere. De Heeren Gecommitteerde Raden dan ziende de onmogelykheid om de Militaire Jurisdictie te herftellen op den voet der Refolutie van 1591 , en egter hoe noodzakelyk het ware om een vaften voet daar omtrent te beramen, vonden goed in Mey 1597, by een expres poinct van Befchryving den Staatsleden te proponeeren,hunne Gedeputeerden te gelaften, teneinde dien aangaande finaal met Zyn Excellentie te veraccordeeren, het zy om by prcsventie of anderzins daar in te procedeeren. Uit al het welk mitsdien ten duidelykften confteert,dat, welke fchikking ook ten jaare 159.1 tuf-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 61 tuflehen de Staaten van Zeeland en den Prins omtrent het ftuk der Militaire Jurisdictie mag zyn aangegaan, hoe lang ook de Staaten zig daar aan mogten hebben willen houden , deeze overeenkomft cgter door den Prins niet alleen niet is nagekomen, maar zelf opzettelyk verI broken, zoo wel met betrekking tot het Krygsj volk te Lande , als te Water, waar van het . natuurlyk gevolg zyn moet, dat de Staaten van hunne zyde al mede eo ipfo ontflagen waren, ■i van de overeenkomst, waar toe Hun Ed. Mog. 4 wel hadden willen accederen, al was het zelf i dat Hoogftdezelve dit gevoelen niet by een expreffe Refolutie verklaard hadden. Waarom men zig ook niet verwonderen moet, dat men i na de deliberatien van 21 Maart 1597, geen : mentie van de voorfchreeve Refolutie van 18 /j April 1591 meer gemaakt vind. Dan, alvorens den inhoud op te geeven der ' Refolutie 23 Mey 1597, zal het noodig zyn I aan te merken, dat de Staaten eene Commiffie I naar Holland gedecerneerd hadden , beftaande 1 in de Heeren van Santen, Huybert, Reigers: bergen en Vosbergen , ten einde aldaar te bei foigneeren over eenige differenten de directie ! der Admiraliteit betreffende: „ Alzoo het poinct „ van de kenniffe over de delicten van het Krygs,, volk en Bootsvolk in Zeeland met Zyn Excellenf „ tie door de voornoemde Gedeputeerden mede zal | ,, dienen afgehandeld , is daar op mede geadvi. [ -5 feerd; ende zeggen die van Middelburg, dat „ onverminderd hun Privilegie, in Judicio Con„ tradiftorio geconfirmeerd, van dat zy vermogen „ zonder eenige exceptie te neemen kennifje van „ ALLE deliken, binnen hare Stede gecommitteerd ,  62 NALEZING van STUKKEN ,, teerd, den Lande van Zeeland in deeze gelegen* „ heid dienjielyk te zyn, dat de kenniffe van allen „ delicten zonde blyven by de Steden, 'TEN WA„ RE DAT DEZELVE WAREN GESCHILD „ TUSSCHEN TWEE SOLDATEN OFTE BOOTSGEZELLEN, in welken gevallen AL„ LEENLYKe/z ANDERS NIET, zy zouden agten , dat preventie behoorde plaats te hebben: ,, Die van Zierik-Zee, ook onvermindcrt hun Pri,, vilcgie, zoo zy eenige mogt en hebben, zeggende ,, nogthans hier van te wezen in goede deugdclyke poffeffie (die in plaats van Privilegie is) advi,, feeren, dat de noorfckreeve kenniffe, zonder ee„ nige (imitatie ofte exceptie, by den Stede be,-, boord te blyven,- in aanzien van de grocte zwa* ,, righeden , die ander zins dagelyks daar uit zou„ den mogen ryzen: Goes, Tholen, Vlis fingen en ,, Veere, zouden om de zake te mogen accommo„ deeren, mede goedvinden 't Advys van die van „ Middelburg aangaande de prceventie, behoudens ,, yiiet te min dezelve mede hunne geregtigheid, die zy in deezen zouden mogen hebben. Uit den inhoud van welke Refolutie mits dien blyken kan: i. Dat, gelyk de Prins ongenegen was zig te houden aan de befchikking, op liet ftuk der Militaire Jurisdictie van den jaare 1591, alle de Steden nu ook ten klaarHen toonden, zig daar aan niette willen houden; terwyl, wat byzonder de Stad ZierikZee aangaat, deeze in 't .geheel geen Militaire Jurisdictie wilde erkennen: hoe zeer dezelve naderhand, den 29 derzelve Maand, zonder blykbare tegenfpraak bewilligende , dat de Gedeputeerden , naar Holland gaande, gelaft wierden op den voet der bovenflaande Rejolutie met den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 63 den Prins te handelen, dit befluit op de toeftemming van alle de Steden moet geoordeeld worden te beruften. 2. Dat agtervolgens deeze Refolutie van 1597 , de Militaire Jurisdictie binnen deeze Provincie niet verder by den Staaten zy toegelaten , dan wanneer een delict zoude mogen zyn gefchied tuffchen twee Soldaten of Bootsgezellen , mits dan nog boven dien in zoodanig geval de Militaire Regter zig by preventie van den Delinquant had meeftcr gemaakt, blyvende de kennis en ftraf van pure Militaire Delic> ten (als in deezen geen object van deliberatie uitmakende) aan den Krygsregter daar en boven opgedragen , agtervolgens de Unie van Utrecht, en de Inftructie van den Raad van Staate. Men zou hier tegen kunnen inbrengen r. dat het poinct van deliberatie niet fchynt te worden gehouden voor afgedaan, maar voor een zaak, welke dc Gedeputeerden, naar Holland gaande, nog met zyn Excellentie hadden af te handelen. 2. Dat de Staaten niet gezegd worden te refolveeren, maar de,Steeden te advifeeren. 3. Dat 'er niet blykt van 't advys van den Eerst Edele. 2. Dat 'er geen conclufie genomen is: dog hier uit volgt geenzins, dat de voorfchreeve deliberatien geen formele Staats Refolutie zouden uitmaken. De fchikking van 1591 door den Prins verbroken zynde, Hond het gefchapen, dat dagelyks meerder zwarigheden en gefchillenzig zouden opdoen. De Heeren Gecommitteerde Raden hadden daarom by een poinct van Befchryving voorgeflagen om de preventie of eenige fchik-  64 NALEZING van STUKKEN fehikking in te voeren. Die van Vlisfingen hadden nieuwe klagten ingcbragt, waar in zy by fhiats Refolutie wilden voorzien hebben. In deeze ftand van zaken, ftonden eenige Zeeuwfche Heeren op hun vertrek naar 's Hage, ten einde aldaar te handelen over eenige zaken de Admiraliteit betreffende. Deeze gelegenheid oordeelden de Staaten te moeten waarneemcn , om met den Prins zelf (daar de onderhandelingen met den Raadsheer Bruininx vrugteloos afgeloopen waren) het verfchil af te handelen; niet om dat zy buiten zyn Excellentie onbevoegd zouden geweest zyn zulks te doen, maar om dat zy den invloed van Hoogfldcnzclven op de executie der genomen befluiten hadden leeren kennen, en door deeze toegevenheid alle ftribbeling wilden wegneemen. De zaak nogthans was van te veel gewigt om dezelve aan het goeddunken der afgevaardigden over te laten. Zy hadden eene inlf.ruc~t.ie noodig, volgens welke zy zig in die onderhandelingen met den Prins zouden hebben te gedragen. De Staaten delibereerden hier over, den 23 Mey 1597; en het is, voor al uit vergelyking der Staats Refolutie van 29 Mey daar aan volgende , duidelyk, dat hoe zeer de Steden flegts gezegt worden geadvifeerd te hebben , en 'er van geen conclufie melding gemaakt word, deeze gezamenclyke advyfen nogthans dienen moeften ter Inltruétie der Gedeputeerden. En dus moet het afhandelen van dit poinfl met zyn Excellen* tie begreepen worden den Gedeputeerden niet verder of anders te zyn toevertrouwd, als voor zoo ver zulks agtervolgens de beide Staats Re- fo-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 6$ folutien van den 23 en 29 Mey 1597 zou kunnen gefchieden. Dat van het advys des Reprefentants van den Eerst Edele in deeze Refolutie van 23 Mey niet blykt, is zeker; dog niet, wat hier van de reden zy. Het is zeer vermoedelyk, dat de Heer van Malderé , ter dier tyd die functie bekleedende, zoo hy ter Vadering tegenwoordig geweest is, (gelyk uitvergelyking van eene andere Refolutie, ten zeiven dage genomen, waarfchynelyk is) geen advys op dit fujet zal hebben uitgebragt, om dat hy zig niet onzydig oordeelde in de deliberatien over een zaak, in welke zyn Meester zulke oppofite begrippen aan die der Steden gevoerd had, en ftaande gehouden, uit hoofde zyner eminente qualiteit van Gouverneur Generaal als anderzins, tot de geheele Judicatuure over het Krygsvolk geregtigd te zyn. Dan gelyk in deeze deliberatien van 1597 niet blykt vat»"het advys van den Eerft Edele, even weinig was'er van gebleken in die van i59r* Der Staaten Refolutie wierd des tyds zyn Excellentie ten zeiven dage aangezegd, en toen verklaarde dezelve genoegen daar mede te neemen. Eene handeling welke abfurd zoude geweeft zyn , indien zyn Excellentie als Lid van Staat de bewufte Refolutie had helpen nemen. En, wanneer men der Staaten deliberatien van 31 Maart 1631, op de propofitie der Heeren van Zierik-Zee, en die van 14 April 1645, aangaande de Judicatuure van vier Zeeuwfche Scheeps Capiteinen voor den Hoogen Zee Krygsraad, inziet, zal men bevinden, dat de Heer Knuit, toenmaal de Reprsefentant van Nal. I. Deel I. Stuk E den  66 NALEZING van STUKKEN den Eerft Edele, te omzigtig was om de Staats* leden aan zyne onzydigheid te doen twyffelen: Een vermoeden, waar tegen de Steden zig niet behoefden te dekken, als quafi Regters zynde in haar eigen zaak, vermits deeze, zig verzettende tegen de uitbreiding der Militaire Jurisdictie, niet anders deden dan te handhaven de regten,de veiligheid, en de belarigens hunner Ingezetenen, waarvan deuitoeffening aan de refpeétive Regtbanken door den Souverain was toevertrouwd. Terwyl de Eerst Edele, de voorgewende regten van den Militairen Regter verdedigende, dit motif zeker uit zyne reprasfentative qualiteit niet kon afleiden. Twyfelt men nu nog of de deliberatien van den 23 Mey 1597 voor een wettige Staats Refolutie kunnen doorgaan , men leeze der Staaten Refolutie, den 29 Mey daar aan genomen. De voorfchreeve Gedeputeerden (dus luid dezelve) gaande na Holland, ZYN mede GELAST te handelen met zyn Excellentie op het nemen van de kennis van de delitten over het Bootsvolk ende Krygsvolk, in conformiteit van de RESOLUTIE hy den STAATEN VAN ZEELAND daar op genomen den 23 Mey 1597. In deeze Refolutie van den 29 Mey remarqueert men geen der zwarigheden, waarom die van den 23 te vooren geen formeele Refolutie zoude kunnen wezen:de Reprefentant van den Eerst Edele is zeker tegenwoordig geweest ter Vergadering , en dus zal men eerftgemelde Refolutie van den 29 Mey dien titul ten minften niet ontzeggen. Maar moet men deeze voor een formeele, voor een wettige Staats Refolutie houden, zoo volgt,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 67 volgt, dat men ook de deliberatien van den 23 Mey voor zoodanig moer erkennen ; terwyl de Staaten (die immers zes dagen later over hunne eigen meening wel zullen hebben kunnen oordeelen) dezelve uitdrukkelyk noemen eene Refolutie by de Staaten van Zeeland genomen. En hoe zeer by beide Refolutien de zaak fchynt geconfidereerd te worden, als nog met zyn Excellentie moetende worden afgehandeld, infereert zulks niet, dat de Refolutien van 23 en 29 Mey voor wettige Staats befluiten niet zouden kunnen doorgaan. Trouwens,al was der Staaten oogmerk niet geweest het ftuk deiMilitaire Jurisdictie by deeze Refolutien voor altoos af te doen en een nieuw Staatsregt daar by in te voeren , al was het, dat de Staaten niet goedvonden zig te bedienen van de msgt, dezelve onbetwistbaar toekomende, om* zonder communicatie met zyn Excellentie, de zaak af te doen; lyd het nogthans geen bedenking, dat gemelde Refolutien, immers te zamen genomen, behelzen een formele Inftructie voor der Staaten Afgevaardigden, uitdrukkende de gevoelens van den Souverain omtrent het ftuk der Militaire Jurisdictie , en de magt der Afgevaardigden in de onderhandelingen met den Prins bepalende. De Commiflïe dus aan zyn Excellentie, hoe zeer onnodig op zig zeiven , was niet onnodig naar der Staaten oogmerk, en het zoude eene abfurditeit geweest zyn, indien de Staaten Gemagtigden ter onderhandeling hadden afgezonden , zonder hunne gevoelens en oogmerken by Staats Refolutie te bepalen. De Afgevaardigden, 't is waar, fchynenmet E 2 den  68 NALEZING van STUKKEN den Prins, ingevolge hunnen Last en InnYrnetie, de zaak niet te hebben kunnen afhandelen : doch de Staaten op het hier van den 4 July 1597 bekomen Rapport, toen of daarna, geen nadere Refolut'e nemende, is de inftructie der voorfchreeve Commiffie, begrepen in de Refolutien van 23 en 29 Mey 1597, het eenig gedenkftuk gebleven van der Staaten gevoelen omtrent de Militaire Jurisdictie, het eenige rigtfnoer, waar na de intentie van den Souverain kan worden afgemeten: voor al na dat dezelve, ten Jaare 1631 zoo duidelyk getoond had in dezelve begrippen te perfevereeren: immers niet meerder aan den Militairen Regter te willen afftaan. Men verbeelde zig niet, in de Refolutie van 1597, fporen te ontdekken van der Staaten aankleving aan 't zoogenaamde Staatsregt van 1591, en zulks om reden Hun Ed. Mog. ten zeiven dage Gedeputeerden zonden na Vlisfingen aan den Gouverneur Sidney , ten einde hem te verzoeken, dat hy Gouverneur de Auéteurs van zekere foule en oploop onder het Krygsvolk binnen die Stad zoude doen nafpeuren en ftraffen; aangemerkt het Guarnifoen van Vhsfingen alleen beftond uit Engelsch Krygsvolk, het geen by een fpeciaal Accoord gefubjecteerd was aan de Judicature van den Gouverneur der Stad Vlisfingen, ingevolge het 5 Art- van het Traétaat tuffchen de Heeren Staaten Generaal en Elizabeth , Koningin van Engeland, aangegaan den 10 Auguftus is85;eene uitzondering, welice den anderzins aangenomen ftelregel ten duidelykften beveiligd, en geen ongegrond vermoeden opleverd, dat het Staa-  tot de MI LIT. JURISDICTIE. 69 ten Krygsvolk , deeze gewaande voorregten hunner Engelfche fpitsbroeders befchouwende, daar door zullen zyn aangemoedigd, om op gelyke Privilegiën aanfpraak te maken. En wat aangaat het 3 Art. der Inftruétie voor de refpective Admiraliteiten, by de Heeren Staaten Generaal, den 13 Auguftus 1597 gearrefteerd, volgens het welk de Raaden ter Amiraliteit zouden kennis en Judicature hebben van alle misdaden, door het Bootsvolk begaan,namelyk zoo verre de kennis en ftraf der Capiteinen niet competeert; wel verjlaande, dat de delicten BUITEN SCHEEPSBOORT gepleegd , EN NIET WEZENDE MILITAIR, geftraft zullen worden by de Magiftraten, Officieren en Jufticieren van de Steden ofPlaatfen, in welker Jurisdictie dezelve geperpetreerd, of de Delinquanten gevonden zullen worden ,• ontkend men geenzins, dat het zelve overeenkomt met*het geftatueerde by Refolutie van Zeeland van 18 April 1591 , zoo veel het Bootsvolk aangaat: maar wel, dat de rede deezer conformiteit zoude moeten gezogt worden in de overeenkomft, welke men zoude meenen te vinden tuffchen een Guarnifoen, en tuffchen een Leger, Vloot of Oorlogfchip : zoo dra de Ordinaire Regtbanken niet kunnen geadiëert worden, gelyk in het Leger, buiten het Territoir der Provinciën , in een Vloot en op een Oorlogfchip, is het zeer natuurlyk dat de delicten, daar binnen gecommitteerd, geftraft worden door den eenigen daar aanwezenden Militairen Regter: maar in de Guarnifoenen is de Burgerlyke Regter by de hand , en 'er is geen reden om denzeiven voor by te gaan. E 3 Men  70 NALEZING van STUKKEN Men zal nu overgaan tot de Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland van den 31 Maart 1631, genomen op verzoek der Heeren van Zierik-Zee, en de Miffive aan Prins Frederik Hendrik daar uit geproflueerd. De quaeftie was over een Soldaat, behoorende tot het Guarnifoen van Zierik Zee, befchuldigd van dievery, by die van 't Guarnifoen gevangen genomen , en by den Bailliuw der Stad te vergeefs gereclameerd. De Staaten fchryven hier over aan den Prins , met verzoek, dat zyn Excellentie den Krygsraad van Zierik-Zee zoude gelaften zig niet te onderwinden de kennis, judicature en ftraffe van zulke delicten, NIET MILITAIR zynde, die by de Soldaten van hunne refpect'we Compagnien binnen de voorfchreeve Stad en Jurisdictie van dien zouden worden geperpetreerd, maar daar mede te laten gew-orden Burgemeefttren en Schepenen voorfchreeve , die daar toe niet alleen ky OUDE VOORGAANDE RESOLUTIE geautlorifeerd, maar daar van ook over veel Jaar en, en in CONTINUELE POSSESSIE zyn geweest. En verzogten de Staaten boven dien den Heer de Knuit de voorfchreeve Miffiye met zyn particuliere Brieven te willen fecondeeren. Het ware fyftema der Heeren Staaten van Zeeland omtrent de Militaire Jurisdictie ftraalt in deeze Refolutie en Miffive te duidelyk door, om eenige uitleg of verdediging te behoeven ; en zet een nieuw gewigt by aan de redenen, ten bewyze aangevoerd, dat de deliberatien van den 23 Mey 1597 een formele Staats-Refolutie behelzen , aangezien de oude voorgaande Refolutie, waar van in deezen mentie gemaakt word, geen andere zyn kan, dan even die van 23 Mey  tot de MILIT. JURISDICTIE. 71 Mey 1597, terwyl men ter goeder trouw ignoreert een andere Refolutie , op dit geval toepalfelyk. Maar hier uit blykt boven dien, hoe onvoegfaam het zoude zyn, het geftatueerde by Refolutie van 18 April 1591 op te geven als een Landregt, het geen zelfs na de deliberatie van 1597 , zoude hebben Voortgeduurd. Niet minder verzetteden'zig de Staaten van Zeeland tegen de uitbreidinge van het Militair gezag, den 14 April 1645: vier Scheeps Capiteinen , behoorende onder het RelTort der Admiraliteit deezer Provincie , en befchuldigd zig tegen den Vyand niet wel gequeeten te hebben, wierden op Last der Staaten Generaal gedag- ; vaart voor een Hoogen Scheeps-Krygsraad ih ' 's Hage. Na rype deliberatie , refolveerden Hun,Ed. Mog.," dat, alzoo de Judicature der voorfchreeve Capiteinen toekwam aan de Admiraliteit deezer Provincie, men daar in geen indragt kon of mogt lyden , en dat, om de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal alle hoop en apparentie te beneemen , dat men zig zoude laten disponeeren, de voorfchreeve Judicature aan den Hoogen Scheeps-Krygsraad te laten, het zelve aan Hun Hoog Mogende by eene beredeneerde Milïïve in klare, precyfe en peremptoire termen zoude worden bekend gemaakt. Aan dee- i ze Refolutie wierd promptelyk voldaan, verklarende Hun Ed. Mog. in meergemelde Miffi- i ve, dat Hun Ed. Mog. zoodanigen Hoogen ScheepsKrygsraad , voor welke de voorfchreeve Capiteins ontboden waren , niet kenden, en ignoreerden, BY WIEN en op WIENS COMMISSIE ende INSTRUCTIE dezelve zoude zyn geerigeerd , waar E 4 toe  72 NALEZING van STUKKEN toe alvorens STAATSGEWYZE DELIBERA, TIEN en CONSENT VAN DE PROVINCIËN wierd gerequireerd. Men is dus genaderd tot de bekende Refolutie door de Bondgenoten, op de Groote Vergadering, den 25 Maart iósr genomen, en waar by bepaald is: Dat de Commandeurs met den Krygsraad in de voorgemelde Steden , (te weten van Gelderland) de Militaire Jurisdictie niet verder zullen vermogen gebruiken nog extendeeren als over die nalatigheid en overtreding van togten en wagten , evergaan aan den Vyand, defertie van Compagnien, ofte verloop van de eene Compagnie onder de andere zonder paspoort, mitsgaders over exceffen en delicten, die de Officieren en Soldaten onderling op de eene tegens den anderen zullen komen te begaan, en vorder niet. Invoegen dat over alle andere zaken, zy zyn Crimineele of Civile, die Militaire Perfoonen apprehenfibel, convenibel, jufticiabel en executabel zullen zyn by den Civilen of Politiquen Rechter ,. wiens fententie mede over fchulden en anders gerezen by gebrek van gerede of ongereede Goederen, op de gage van de gecondemneerde, na de ordre van 't Land, ter executie gefield zullen worden. Men kan zig, ten aanzien dezer Refolutie, refereeren tot het geen daar omtrend in de voortreffelyke Memorie der Heeren Gedeputeerden van Amfterdam op het fujet der Militaire Jurisdictie, den 28 January 1783, ter Vergadering van Holland overgegeven, is ter neder gefield, en waar by hewezen is (onder anderen). 1. Dat by deeze Refolutie geen particulier Regt aan de Provincie van Gelderland Word toegekend, het welk de andere Provin- cien,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 73 ciett niet zoude competeeren :maar alleen , ten verzoeke van die Provincie, een aanfchryving gedaan word, tot maintien van het Territoriaal regt, welke aanfchryving de andere Bondgenoten^en dus ook deeze Provincie, voor zig onnodig oordeelden, begrypende het zelve hen, independentelyk van eenige dispofitie van de Groote Vergadering, uit hoofde van derzelver Souverainiteit, refpeótivelyk te competeeren. 2. Dat door deeze Refolutie geen de minfte atteinte word toegebragt aan het Regt, ieder deiBondgenoten competerende, omtrent het beleid der zaken van de Militie, en fpeciaal de Militaire Jurisdictie, terwyl het zelve veel eer daar by is gereferveerd en beveiligd. Zoo dat deeze aanfchryving aan de Commandeurs en Krygsraden der Steden van Gelderland geene de allerminfte relatie heeft tot de zes andere Provinciën, nog in prejudicie van dezelve kan getrokken worden, en dat de Militaire Jurisdictie in de Groote Vergadering is gelaten op den voet der Initructie van den Raad van Staate van 1588 , gelyk uit het 50 Art. der Inftructie voor denzelven Raad, in deeze Groote Vergadering gearrefteerd, kennelyk is. Mogelyk zou het fchriftelyk Rapport dooide Zeeuwfche Heeren Gedeputeerden den 6 Juny 1651 nopens het voorgevallene ter Groote Vergadering aan de Staaten van Zeeland gedaan , eenig meerder ligt aan de bewufte Refolutie, met betrekking tot deeze Provincie, kunnen byzetten , dan alzoo Heeren Commisfariffen het zelve niet hebben kunnen magtig worden , zullen zy zig met de voorgeftelde reflectien vergenoegen. E 5 Men  74 NALEZING van STUKKEN Men kan egter niet ontkennen dat de Raad van Staate by Refolutie van 9 February 1703 de Commandeurs en Krygsraden der Steden, Stem in Staat hebbende, heeft aangefchreeven nraecifelyk te agtcrvolgen de Relotetie der Groote Vergadering: en dat dus deeze, ook op dien grond, geen vryheid hadden hunne Jurisdictie verder uit te breiden, dan de voorfchreve Refolutie mede bragt, die hun ten ngtfnoer door den fuperieuren Militairen Regter was voorgefchreven. Nog diend hier geremarqueerd, dat Frins Willem de III, by Miffive van den 3 Juny 1675, aan de Staaten van Zeeland een voorüag gedaan heeft, ten einde te arrefteeren een proyifionele fchikking nopens de Militaire Jurisdictie, in het Criminele en in 't Civile, vermeld in deeze Staaten Notulen van den 6 Juny daar aan volgende, en waarfchynelyk van denzelven inhoud als de Miffive van Hoogftdenzelven Vorft aan den Hove van Holland en Zeeland, te vinden onder de bylagen aster de Verhandeling over de Militaire Jurisdictie van den Heer Renêorp p. 18. 19. dog waar op geen deliberatien gevallen zyn, hebbende alleen de i'efpeftive Leden daar van Copie verzogt. . Uit al het hier vorengemelde blykt mitsdien ten duidelyklten, dat de Heeren Staaten van Zeeland, nog afzonderlyk, Wi?a.to-Wf met de Bondgenooten, aan de Militaire Rcgters binnen hunne Souveraine Provincie iet* meerder hebben afgeftaan, dan de kennis en ftrafoefening van pure Militaire ^^«'^f mitsdien door laatftgemelde geen broeder Jurisdictie kan worden gefuitmeerd, als over nalatig-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 75 tigheid en overtreeding in Togten en Wagten, overgaan aan den Vyand, deièrtie van Compagnien, overloopen van de eene Compagnie onder de andere zonder Paspoort, en dus in't generaal over alle zoodanige misdaden, die door een Militair tegen zyn funftie als Militair begaan zyn, zynde het mitsdien overbodig hier by te voegen, dat de delicten van Militaire vrouwen, kinderen en dienftbodcn; gelyk mede de delicten van Militairen , begaan voor zy in dienft waren, en eindelyk de Militaire deliften, gepaard gaande met eenig commun delift, aan de cognitie van den Civilen Regter competeeren. Terwyl, ten aanzien der Deliften van den eenen Soldaat tegen den anderen in het Guarnifoen gepleegd, hoe zeer de Judicature derzelve niet uitdrukkelyk aan den Militairen Regter is opgedragen, de Staaten van Zeeland nogthans by Refolutie van den Jaare 1597 getoont hebben niet ongenegen te zyn de preventie in dat geval, te willen toelaten. Daar nu Hoogftdezelve, na dien tyd, zulks niet hebben gerevoceerd of teger.gefproken , kan zig de ordinaire Juftitie onbezwaard houden, wanneer zy in zoodanig geval door den Militairen Regter is gepraevenieerd, immers ter tyd toe de Souverain zyne intentie anderzins zoude hebben verklaard. Doch ten aanzien der deliften , door den eenen Bootsgezel tegen den anderen gepleegd, buiten Scheepsboord, oordeelt men het Regt van prceventie der Militairen Scheeps-Regter binnen deeze Provincie niet te competeeren, hoe zeer anderzins de "Staaten van Zeeland by Re-  76 NALEZING van STUKKEN Refolutie van 23 en 29 Mey 1597 hunne toegevenheid ook daar omtrent betoonden; aangezien de voorfchr. delicten niet vallen in de termen van het hier voren aangehaalde 3 Art. der Inft.ruct.ie voor de Admiraliteiten van den 13 Auguftus des zeiven Jaars , welke den Scheeps-Regter zeker ten rigtfnoer van zyn gedrag in deezen verftrekken moet. Daar nu de Militaire Jurisdictie binnen de Provincie van Zeeland niet verder gaat dan omtrent pure Militaire deliften, was het overboodig te bepalen dat Militaire Perfoonen in cas van fraude van 'sLands Gemeene Middelen en van de Jagt, voor den Cjvilen Regter zouden moeten te regt ftaan , ingevolge de Miffive van Prins Willem den IV., van den 6 Maart 1750 en 26 Juny 1751; (te vinden by de Heer van der Kemp Magazyn Milit. V. D. bl. 38, 5r.) daar deeze misdaden even als andere verkortingen van 'sLands Domeinen, gelyk Strandroof, Viffery, en alle andere misdryven, niet Militair zynde, tot het departement der ordinaire Juftitie eo ipfo behooren. Men zoude als nu kunnen aantoonen hoe heilzaam het Staatsregt deezer Provincie, zoo als het zelve omtrent de Militaire Jurisdictie in cas Crimineel bewezen is geëtablisfeerd te zyn, voor 's Lands welvaart en de veiligheid der goede Ingezetenen zy, en aan hoe veel zwarigheden een verdere uitbreiding dier Judicature onderhevig zyn zou: dan aïzoo zulks mecrmaalen is aangetoond in verfcheiden gefchriften, zederd eenigen tyd op dit onderwerp met den druk gemeen gemaakt, zullen Heeren Commiftar'ffen de vryheid neemen zig» voor  tot de MILIT. JURISDICTIE. 77 voor als nog, daar omtrent niet verder te elargeeren, immers ter tyd toe zy de eer zullen hebben hunne gedagten nopens eenige te maken voorzieningen voor het vervolg, en de middelen die tot maintien van het gezag der ordinaire Regtbanken en Politique Overheden zullen dienen in 't werk gefteld te worden, aan Hun Ed. Mog. te fuppeditecren. TWEEDE HOOFDPOINCT. Rakende de Militaire Jurisdictie in cas CiviL Heeren CommiiTariiïen zullen de vryheid nemen hier omtrent té herinneren, het geen reeds in begin van dit Rapport is aangemerkt, namelyk, dat de Militaire Jurisdictie eene gedelegeerde Jurisdictie zynde, ten klaarften, mee vertooning van eene fpeciale overgifte van den Souverain, moet bewezen worden, door de geenen, die uit kragte daar van een Privilegium Fori praatendeeren. Nu is de vraag, of een Militair gedaagd zynde (want zoo hy EifTcher is, volgt hy het forum van zyn party) door een ander Militair' of een Burger, in civile zaken, naar Zeeuwfche Regten kan en moet aangefproken worden voor den Militairen Regter ? Wat onder de Gravelyke Regeering des aangaande regtens geweeft zy, en welkefuftenucn 'sGraven Krygsvolk immer beftond te voeren, daar latende," als niet applicabel op de Militie van den vryen Staat der Zeven Vereenigde Geweften, zal men alleen remarqueeren, dat men r«eds ten Jare 1590 het Krygsvolk heeft zien  78 NALEZING van STUKKEN zien pratende maken op een Civile Jurisdictie, en decfinatoire exceptien proponeeren van hunne ordinaire Magiftraten , gelyk Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland, by Miffive van den 25 Auguftus 1590 den Staatsleden vertoonden, fchoon Hun Ed. Mog. by derzelve volgende Miffive van den 29 Maart 1591 alleen mende maken van verfchillen over de Crimineele Juftitie. Dog nimmer is by de Staaten omtrent de Militaire Jurisdictie in cas Civil eene Refolutie genomen, nog afzonderlyk, nog met de gezamentlyke Bondgenooten, waar by het Landregt van Zeeland in dit ftuk zoude zyn verminderd geworden,. Uit de Inftruétie van den Raad van Staate valt niets ten voordeele van de Krygs-geregten af te leiden , gelyk de primitive Militaire Regter de Raad van Staate zelf erkende, met de Krygsraden.by Refolutie van oFcbruary 1703, aan te fchryven om precifelyk te volgen de Refolutie der groote Vergadering van 25 Maart 1651, volgens welke het Krygsvolk alle aanbraak qp°Civile Jurisdictie uitdrukkelyk ontzegt word : en welk bevel het zelve wel ltiptelyk had behooren te volgen, voor al na dat deeze aanfchryving van den Raad van Staate by Refolutie der Staaten Generaal van den 21 January 1704, was beveiligd. 'tIs waar, in de Refolutie der groote Vergadering ftaat niet, dat in civile zaken de Militaire privativelyk convenibel zyn zullen by den Polidquen'Regter, niet tegenftaande de Provincie van Utrecht daar toe geadvifeerd had. Hat is mogelyk, dat de Militaire Regter meermalen over civile zaken heeft gecognos- ccerd,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 79 ceerd, onder het oog en zonder tcgenfpreken van den Souverain. Het is mogelyk, dat zulks in fommigc gevallen nuttig geweeft zy, maar is het gevolg, hier uit af te leiden, genoegfaam om eene gedelegeerde Jurisdictie te bewyzen, al was hetlftelf, dat zy zoude moeten concurreeren met de Ordinaire Juftitie, en niet werken als volente actore ? Het denkbeeld van Jurisdictie ftryd volftrekt met zoodanig eene opvatting. Het gedrag van een aanlegger, die goedvind zyn party voor een Militaire Regtbank aan te ipreken, geeft denzelven Regter geen meerder grond tot eene concurrente Jurisdictie, dan of de Militaire zyn Spitsbroeders of een Burger voor een Militaire Regtbank had geconvenieerd, en deeza zig dien Regter hadden onderworpen. En het oefFenen van Jurisdictie, buiten uitdrukkelyke toeftemming van den Souverain van het Territoir, is niet alleen een loutere ufnrpatie, maar bovendien een manifefte en ftrafbaare fchending zyner Hooge Regten. Men oordeele dan, wat men te denken hebbe van zoodanige aóten van Jurisdictie, waar door de Militaire Regter zig heeft durven aanmatigen de magt om Burgers indirect te verpligten van voor een Militaire Regtbank te moeten ageeren, by voorbeeld, inde beheering van Infolvente Boedels, en 't houden van Judicium Preferenties et Concurrentie, de aanitelling van Voogden, en zoodanige andere daden , die uit het Regt van Magiffcrature profiueeren. Uit eerbied voor de nagedagtenis der overledene Stadhouders, Willem den III. en Willem  So NALEZING van STUKKEN lem den IV. zal men geen gewag maken van de gehafardeerde-ftellingen , dieHoogftdezelve ; meermalen , aangaande de Militaire Jurisdictie in cas Civil, hebben gevoerd , en by aanfchryving aan Collegien en Regtbanken gefoute- ; neerd. Liever fteld men) Men zie dit Rapport in de VERZAMELING VAN STUKKEN, betrekkelyk tot de gehoudene Befoigne over de MILITAIRE JURISDICTIE in de Provintie van VRIESLAND, aanvang nemende met den extraordinaire!! Landsdag van Jatitiary 1783 , en eindigende met den ordinaire» Landsdag van den jaare 1784, te Leeuwaarden ter 13oekdrukkeryü van JOH. SEYDEL.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 119 tie vervat; zo hebben Wy, zo ras de tyd zulks toeliet , deeze omflagtige zaak wcederom ter hand genomen; en, na aan dezelve Onze ferieufte attentie te hebben aanbeftced, vermeenen Wy Ons nu in ftaat te hebben gefield, Uw Ed. Mog. van Onze gehoudene Commiflie rapport te kunnen doen; met aan Hoogftdezelve voor te flaan een Reglement, volgens welk Wy meenen, dat, onder gunftige approbatie en vastftelling van Uw Ed. Mog., de Militaire Jurisdictie zal kunnen worden geëxerceerd op eene wyze , zo niet geheellyk overeenkomftig met de grondbeginzelen eener Vryheid aan deeze Provincie byzonder eigen ; en door Privilegiën , Cofiumen en lóftelyke herkomen beveiligd, ten minften op eene wyze, beftaanbaar met het welzyn eener Burgerlyke Maatfchappye, aan den eenen kant; en tellens aan den anderen ftrokende, zo veel mogelyk , met den geest van Krygstugt, den militairen Stand eigen en genoegzaam by alle befchaafde volkeren in Europa aangenoomen. De veiligheid der Ingezeetenen onzer Provincie, gepaard met de zo nodige Wetten eener gereegelde discipline, dan altoos geweest zynde de Grondbeginzelen , op welke de door Ons gehoudene Commiflie heeft berust, zouden Wy hier meede kunnen overgaan tot het van Ons vereischte Plan zelv, ware het niet, dat de onderlinge verfchillen der kamer advifen , welke tot eene ftofte onzer befoigne behoorden te dienen, voorgegaan door de Refolutie van den 21 January en gevolgt door die van den 19 july deezes Jaars, Ons noopten , voor Uw Ed. Mog. beknoptelyk open te leggen de reeH 4 de-  ïio NALEZING van STUKKEN denen en motiven, welke Ons bewogen hebben tot het voorflel van eenige der Articulen, in het door Ons geconcipieerde Reglement vervat. De eerste aanleiding tot de thans door Ons gehoudene befoigne te vinden zynde in de Refolutie door Uw Ed. Mog. genomen op den 21 January deezes Jaars, hebben Wy gemeend, dezelve tot den eersten grond Onzer overweegingen te moeten leggen; en alzoo in die Refolutie Heilig gezegd word, dat het door Ons te doene onderzoek daar toe meede zoude tendeeren, om de Militaire Jurisdictie op een zeekeren voet te brengen en de extentie en exercitie daar van, voor zo verre Onwettig mogte bevonden worden, te vernietigen en die in 't vervolg voor te komen, hebben Wy geoordeelt alle Onwettighceden welke 'er in dat onderzoek aan Ons, zo in het Crimineele als Civile, nopens de adminiflratie der Militaire Jurisdictie , zyn voorgekomen voor Uw Ed. Mog. te moeten openleggen; daar by voegende teffens die middelen, welke Ons het gefchikfte tot een heilzaam redres fcheenen te zyn. Het eerste en voornaamlte, 't welke Wy in het Crimineele als een merkelyk abuis moeten aanmerken, is de approbatie der Sententien, door byna alle de Capitainen Generaal deezer Provincie in der tyd, niet alleen; maar zelvs door het Collegie der Gedeputeerden ,by voorvallende minderjarigheeden der Heeren Stadhouderen en Capitainen Generaal, geoeffend; beftaande deeze approbatie, gelyk alöm bekend is, niet in een declaratoir alleen van weibevinding der fententie, opgemaakt naar krygs- wet>  TÖT DE MILIT. JURISDICTIE, til wetten, maar zeer dikwyls in eene probatie en veeltyds in een dadelyke alteratie en arbitraire verandering van het Regterlyk Vonnis zelve: Ja 't geen zomtyds nog verder gaat, word daar uit het regt afgeleid, om, by improbatie eener fententie, een nieuwen Krygsraad of meerder gelyk fucceffive te ordonneeren, ten einde, door volgende Vonniflen , de voorgaande met 'er daad te vernietigen, gelyk daar van (om van geen vroeger tyden te gewagen) het geval van den Dragonder in 's Hage nog onlangs tot een eclatanrbewys gedient heeft, zonder Ons nu in te laten tot het onderzoek, in hoe verre het, by tyden van expeditie en wanneer het Leegcr te velde is, noodig tot onderhouding eener goede discipline kan zyn, dat de Vonniffen door Wettige Krygsraden geveld, op een arbitraire wyze door den Capitain Generaal behoren verandert te worden, zullen Wy Ons alleen bepalen tot het betoog van het weederregtelyke eener diergelyke handelwyze, in tyden van Vreede, in het hart eener Provincie, beroemd door eene goede verzeekerde adminiftratie der Juftitie, gegrond op onwrikbare fundament, waar door elk en een yder, zo wel 'Ingezeeten als Vreemdeling, veilig en met gerustheid de vrugten zyner nyverheid in vreede en vryheid mag genieten: En of het niet genoeg waare aan Uw Ed. Mog. in het voorbygaan te hebben aangetoont de onbegaanbaarheid der approbatien , (gelyk die thans geoeffend worden ) met de Grondbeginzelen van vryheid , met het fpannen eener Regtbank : Ja zelvs met de begrippen van alle hoegenaamde Regtspleeging, vermeenen Wy,zonder twyfH 5 fel,  izz NALEZING van STUKKEN fel, dat dezelve, direct aanloopende teegens de laatst door Uw Ed. Mog. genomene Refolutie, by welke den Krygsraad word gemaakt Provinciaal, behoorde te worden opgedragen aan Z. D. H. den Heer Erfftadhouder, op dien voet en onder die wettige bepalingen , welke Wy de eer hebben in het door Ons ontworpen Reglement aan Uw Ed. Mog. voor te Haan. Door deeze weg durven Wy Ons vleijen, dat alle inkruipzelen dien aangaande zouden kunnen worden afgefneeden , de zëekcrheid der Militairen zeiven bekragtigd en de nodige discipline behouden: zonder ecvenwel in eeniger mate te kort te doen aan de regten en prrerogativen ,aan Z. D. H. en Hoogftdeszelvs Doorluchte Voorvaderen wettiglyk opgedragen. Uier meede bcfluitcndeOnzcRemarquesover het eerste merkwaardige poinct Onzer befoigne, gaan Wy nu over tot een tweede, het welk Ons van geen mindere importantie is voorgekomen; waarom wy ook vermeenen hier omtrent deeze reedenen en motiven, zo kort mogeiyk, voor Uw Ed. Mog. in deeze pramiflèn te moeten openleggen. Daar het by Uw Ed.Mog. Refolutie van den 19 July jongstleeden vastgefteld en bepaald is, dat voor het toekomende in deeze Provincie de Militaire Jurisdictie zal worden geoeffend door eenen Provincialen Krygsraad, van welks Vonniffen in het Civile, boven eene bepaalde fumma, appel volgens gewoonte aan het Collegie der Gedeputeerde Staaten zal moeten vallen, hebben Wy gedagt,dat 'er in eene materie van dat gewigt, als zyn in het Crimineele de beoor- dee*  tot de MILIT. JURISDICTIE. 123 deelingen der voorname en Gequalificeerde Delicten, ook teffens eenige modificatie behoorde plaats te hebben: Wy hebben daarom noodig geoordeelt aan Uw Ed. Mog. in deezen te moeten voorflaan de Sententien van den Krygsraad, inhoudende infameerende ftraffen of den dood, onderheevig te maken aan eeneRevifie, zamengelteld uit Politique en Militaire Regteren, hebbende aan hun hoofd den Capitain Generaal, wanneer en zo dikwils dezelve zoude goedvinden deeze Vergadering met zyne teegenwoordigheid te vereeren; zynde verders de inrigting van dit Revis breeder in het hier aanvolgende Plan gedetailleerd, tot welk Wy de vryheid neemen Uw Ed. Mog. cerbiediglyk te renvoijeeren. Eene der voornaamfte redenen welke Ons gepermoveert hebben tot het voorflaan en nodig oordcelen eener diergelyke Revifie, is, dat men hier door de diflïnftie tusfehen Militaire en Commune delicten (eene diftinctie, onderhevig aan de verfchillende uitleggingen en de bron van Jurisdiftie-qua^ftien, zoo ras de concurrentie van delicten plaats heeft) misfchien ten eenemaal zoude kunnen vermyden. Zoo ras 'er van Sententien, by den Krygsraad uitgefproken, in gevallen, concernerende Eer en Reputatie , Leven of Dood, Revifie voor eenen Opper, meer kundigen, dog teffens aan deeze Provincie gefubordonneerden Regtbank word verleend, dan is 'er zekerlyk minder gevaar, aan den Militairen Regter de uitfpraak over alle Soorts Delicten over te laten, dan komt de diftinctie, hier voren gemeld, niet meer te pas, de Militaire perfoon moet dan  124 NALEZING van STUKKEN dan Cuitgezondert eenige weinige exceflen aan de Nederregters in de plaatzen, waar geen Guarnifoen legt, overgelaten) altoos over allerhande Deliften door den Militairen Regtbank werden gevonnist. Deeze redenen zullen genoeg zyn , zoo wy vertrouwen, U Ed. Mog. te overtuigen, dat dit gedeelte van ons Plan op goede gronden is berustende, Ons blyft dan nog maar over de motiven op te geven, welke ons bewogen hebben, in cas van Revifie, Politicque Regteren by de Militaire te adjungeeren. De reden is deeze, om dat men by Militaire Perfoonen die gcoeffende kunde, in de beoordeeling der bewyzen, niet kan nog behoord te verwagten, welke eene gegronde kennis van Regten, gepaard met eene dagelykfche ondervinding, in voorkomende neetelige gevallen, aan Regtsgeleerden en Civile Regteren natuurlyk moet verfchaffen. Het begrip, dat die Regteren ook de gefchikfte zyn, om deeze Krygslieden in de voorkomende Proceduren, door hunne kundigheden, van nut te kunnen zyn, vind men reeds in eene der oudfte ftukken", waar op de Militaire Jurisdictie oorfpronkelyk gegrond is, wy bedoelen de Ordonnantie gemaakt door Carel den Stoutcn, by het opregten van het eerfte permanent ligchaam Krygslieden in deeze Landen; eene Ordonnantie, naderhand door Carel den vyfdcn in den Jaare 1547. vernieuwd. In dit ftuk, waar in de toenmaalige Opperheer deezer Landen zoo zorgvuldigfyk gemyd heeft, de goede Ingezetenen des Lands aan hunnen dagelykfehen en competenten Regter te onttrekken; waarom de Heer Rendorp ook  tot de MILIT. JURISDICTIE. 125- eetuigt: dat het is een loftyk voorbeeld, 't welk een Verft, gelyk Carel de V, niet vry anderzins, gelyk wy weeten, (voegt hy'er by) van lust tot vermeerdering van gezag, aan de Regeerders van Onz' Gemeenebest heeft gegeven. In deeze Ordonnantie is het dan, dat men vind , dat de Hopluiden ende Capiteinen, in de voorkomende neetelige zaken , advis zullen mogen nemen by de Provinciale Raden inde Provinciën, onder anderen, van Braband, Holland, Utrecht en Friesland ; wordende die Hoven ook gelaft door den Keizer (in wiens perfoon toen, als Landheer, alle Jurisdictie reudeerde) de Krygslieden te dienen van ad vis, wanneer door dezelve gevraagt wierden. Heeft men nu in die tyden reeds gedagt, dat de kunde en ervarenheid van verftandigeRegtsgeleerden, wanneer die in de Guarniloenen , en buiten tyden van expeditie, voor handen waren, den Militairen (niet genoegzaam op Regtszaken gevat) van het hoogfte nut konden zyn, dan is 'er ook niets vreemds in de door Ons geproponeerd wordende, adjunctie; daar en tegen is het zelfs ten' uiterften nodig , dat de door Ons voorgeftelde Revifie op een dierseiyke wvze werde gecomponeerd, op dat 'er niet alleen behoorlyk Recht en Gerechtigheid gcoeffend werde; maar ook ten einde, alles rypélyk overwogen wordende, de Reputatie, Eer en 't Leven der Militairen op even onwankelbaare grondbeginzelen mogen fteunen , als die der overige Leden van ons Gemeene- Dit bovenftaande nu inhoudende (wat net Crimineele aangaat) de voornaame Poincten, over  Ï2Ó" NALEZING van STUKKEN over wcJke wy gemeent hebben in een vry wydloopig detail te moeten treeden, blyft ons nog over, met een woord van de Civile Gerechts-oeffening te fpreeken; dog alzoo de verfchillende Kamer-Advifen hier in vry wel over een komen, om die Objecten, welke aan de Militairen dien aangaande zouden moeten wórden overgelaten, zo veel mogelyk, te bepalen , hebben wy gereekend, zonder te treeden in eene nodeloze optellinge van Actiën , wier benamingen alleen voor de Militairen onverftaanbaar zouden zyn, ons te kunnen bepalen tot de Penninglyke Schulden en nog maar eenige weinige andere zeer noodzakelyke Objecten, breeder in het door Ons geconcipieerde Plan vervat. Wy befluiten dan eindelyk, Edele Mogende Heeren! deeze onze Pramnsfen, met aan te dringen op de noodzakelykheid, om niet (gelyk één der refpcctive Kamer-Advifen daar toe aanleiding fchynt te geven) die Objecten op te tellen , welke geen voorwerp der Militaire Jurisdictie voor het toekomende zullen opleveren; maar om in deeze de gewoone form en ftyl eener Wetgevende Magt te volgen met ftcllig te bepalen die voorwerpen, over welke, zoo over perfoonen als goederen, in het Crimineele als Civile , de Rechtsmagt aan den Militairen Regter voor het toekomende fpccialyk word gedemandcerd: De Regtbank, volgens Uwer Ed. Mog. Refolutie van den iojulii 1783, volgens deeze Pramisfen en het daar op volgende Reglement, zynde geworden een Provinciaal Geregte, behoort het zelve ook regt te fpreeken, niet op een onbekende naam, maar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 127 maar uit naamc derHeerlykheid of van de Staaten des Lands, op wiens grondgebied zy haarc Jurisdictie zal oeffenen. Nog moeten wy refleéteeren, dat, indien het hier aan volgende Reglement de gunftige approbatie van U Ed. Mogende kan wegdrageu, het zelve behoord geconverteerd te worden in eene poütive Wet, en diensvolgens openbaar gepromulgeerd en, ter kennisfe van alle Rechteren en Ingezetenen, over de Rolle van den Hove en alle andere Geregten gepubliceerd te worden. En hier meede gaan wy over tot de Articulen van hec Reglement zelve. REGLEMENT, Volgens welke voortaan door den Krygsraad in de Provincie van Friesland over Militaire perfoonen Recht zal worden gefproken. Generaale Articulen. 1. DeTroupes, thans inde Provincie van Friesland Guarnifoen houdende of vervolgens komende te houden, zullen verpligt zyn, behalven het doen van den Generalen Eed van getrouwheid, naar inhoud van de Unie van Uitrecht, nog fpccialyk in handen der Gedeputeerde Staaten deezer Provincie te zweeren, dat zy, in 't fpreeken van regt, zig ten allen 1 tyde zullen reguleeren naar de Wetten, Re: glementen en Statuten, op het ftuk der Juftitie  ju$ nalezing van stukken. tie en adminiftratie van dien in Friesland ge^ I maakt of nog te maken; behoudens uogtans, in het ftraffen van begaane delicten, de kragt der op dato deezes exifteerende Militaire Wetten, mitsgaders der Militaire Ordres, dooreen Superieur gegeven wordende; voor zoo verre by de eerfte op misdryven eenige zwaardere llraffen of pcenaliteiten mogten zyn bepaald; en voor zoo verre de laatfte niet inloopen tegen de Wetten, Reglementen en Statuten deezer Provincie. 2. Dat ten dien einde de tegenwoordige Commandant en Auditeur Militair en vervolgens hunne Succesforen in Officio, zig daar toe mede onder Eede aan de Provincie zullen moeten verbinden: gelykerwys de Geweldige Provooli ook onder Eede van de Provincie zal moeten worden gebragt en fteeds ftaan. 3- Dat voortaan tot Auditeur Militair niemand zal mogen worden aangefteld, dan een gebocv ren Fries. 4- Dat de uitoeffening der Juftitie zal geleideden door een Guarnifoens Krygsraad, zoo en in dier voegen die thans geconftitueerd is en form verkreegen heeft. j.Daiii  tót de MILIT. JURISDICTIE. ts? 5- Dat gedagte Krygsraad, in het Vonnisfen, hunne Sententien zullen uitfpreeken in den naame en van wegens de Heerlykheid der Landfchappe van Friesland. Dat voor Militairen, die voor den Krygsraad te regt moeten ftaan , gehouden zullen worden Officieren en Gemeenen, die wezen]yk in dienft zyn, daar onder meede begreepen de Recruten. 7- Dat derhalven voor den Krygsraad niet zullen zyn aanfprakelyk Gepenlïoneerde, van dienft gedispenfeerde of by de Armee geplaatfteOfficieren,ook geene Appoinóteerden, even min dienftboden van Militairen. 8. Dat van 's gelyken niet aanfprakelyk zullen zyn Vrouwen en Kinderen van Militairen, (voor zoo verre die Kinders niet inKrygsdienst zyn) en zulks zoo wel in 't Crimineele als in 't Civile: zullende in Civile zaken de Mans en Vaders derzelve verpligt zyn, hen voor den Burgerlyken Regter te asfifteeren, wanneer daar voor betrokken worden. 9- Dat meede geene Militairen voor den KrygsNal. I. Deel. I. Stuk. I raad  r5o NALEZING van STUKKEN raad te regt zullen mogen ftaan over Delicten, begaan voor dat zy zig in Krygsdienst hebben begeven; maar overgegeven moeten worden ter cognitie en vonnisfing aan den competenten Burgerlyken Regter. 10. Dat Militaire perfoonen verpligt zullen zyn, om voor den Burgerlyken Regter in alle zaken , die tot desfelvs Regtbank behooren, gedagvaard zynde, te fifteeren, zonder eenig dilay voor te wenden. n. Dat, by aldien iemand, geen Militair zynde, zig uit onkunde voor den Militairen Regter hadde gefifteert, zonder exceptie te hebben gefteld, des niet tegenftaande de Sententie, door den Krygsraad, in dat geval geveld wordende, van onwaarde zyn en geen effect forteeren zal. 12. Wel verftaande egter, dat alle buiten Militairen dienft zynde perfoonen gehouden blyven, om, op requilitie, gctuigenilfe der waarheid voor den Krygsraad tegeevcn; even gelyk Militairen voor den Burgerlyken Regter moeten doen. 13- Dat alle engagementen tot den Militairen dienft, aangegaan by jonge Luiden beneden de twintig Jaaren , buiten confent van Ouders of  tot de MILLT. JURISDICTIE. 131 of Voogden, zullen zyn nul en van geene waarde. Crimineele Zaken, Fraudes en Injürien. 1. Dat door den Militairen Regter zal worden gevonnisd over alle delicten, begaan door Militaire perfoonen, namelyk door de zulken, die C gelyk boven omfchreeven) aftueel in dienft of Recruten zyn, zonder onderfcheid: of die dcliéten gepleegd worden van Militairen tegen Militairen, of van die tegen Burgers en anderen, buiten dienft zynde. 2. Dat, zoo wanneer door Militairen, buiten Ziet Guarnifoen of door Verlofgangers, gepleegd mogten worden eenige mindere excesJen, waar van, volgens 'sLands Ordonnantie, de te regtltelling ftaat aan de Nedergeregten, zonder tusfehenkomst van den Hove Provinciaal , zoodanige perfoonen zullen worden geftraft door den Regter der plaatze, indien aldaar geapprehendeert worden. 3- Dat de Sententien door den Militairen Regter, over deliften en mindere misdryven geveld , voor de pronunciatie zullen worden overgezonden aan Z. D. Hoogheid, ter vifie en approbatie; onverkort het Regt, aan Hoogft 1 % de-  %l% NALEZING van STUKKEN dezelve wettig cornpeteerende, om den Patiënt, zoo daar toe moveerende redenen vind, te pardonneeren. 4- Dat boven dien, tot faciliteering van den dienft, aan Zyn D. H. het regt gegeeven word, om de Sententien over gepleegde defertie, aan Hoogft dezelve overgezonden, te mitigeeren, zoo zulks nodig oordeelt. S> Dat de Sententien van den Krygsraad zullen moeten worden gepronuncieerd, uiterlyk viei. weeken naa de overzending. 6. Dat alle Sententien van den Krygsraad, in-' houdende eene infamante ftrafte of den dood, zullen zyn onderworpen revifie, zoo de delinquant zulks begeert. r* Ten welken einde de Auditeur Militair, by 't pronuncieeren. der Sententie, aan den Delinquant, zyn regt tot verzoek van Revifie zal moeten bekend maken, en vervolgens voor denzelven, zoo revis begeert, binnen tien dagen , na de pronuntiatie Requeft aan 't Collegie der Heeren Gedeputeerden prgefenteeren, met overlage der Sententie, inhoudende verzoek van Revifie over de tegen hem uitgefprookene Sententie. 8. Dat  xor de MILIT. JURISDICTIE, 133 8. Dat het daar toe bekoome appoinclement door twee Staate Boden zal worden geinfiEueerd aan den Prasfident van den Krygsraad, 9' Dat vervolgens , binnen tien dagen naa de infinuatie, het Proces, met alle de ftukken gemunieerd en geinftrueert, door den Krygsraad zal worden gezonden aan de Heeren Gedeputeerden. 10. Dat het den Beklaagde vry zal ftaan, om, voor dat de befoignes over de Revifie beginnen, eene memorie van Regte, ter zyner defenfie, in te leveren, om door het Collegie by 't Proces gevoegt te worden. ir. Gelyk meede aan den Auditeur Militair toegeftaan word, om de redenen en motiven, tot adftruftie der gevelde Sententie, by memorie Op te geeven. 12. Dat, zoo wanneer de Auditeur Militair van zyn zyde tot het vragen van revifie over foortgelyke procedures reden meent te hebben , zulks aan hem ook vry zal ftaan, binnen gelyken tyd en op dezelfde wyze, als boven aan den Delinquant vergund is, I 3 J3«  ^34 NALEZING van STUKKEN !* Dat , zoo dra het Proces met de ftukken aan het Collegie door den Krygsraad zal zyn overhandigd, het zelve daar van aanftonds den Erfftadhouder zal verwittigen, ten einde met Hoogftdezelve, zoo dra doenlyk, te procedeeren tot het benoemen van Regters, in cas van Revis. 14. Dat tot deeze Revifie gekozen zullen worden tien Regters, vyf Politicquen door de Gedeputeerden en vyf Militairen door den Erfftadhouder. 15- Dat de Politicquen, daar toe te kiezen, zullen zyn Raden uit den Hove Provinciaal, of andere goede en kundige Inlandfche Regtsgeleerden. 16. Dat de Militairen zullen moeten zyn Hoofdofficieren, hierin de Provincie in Guarnifoen leggende, zullende de Praefident van den Krygsraad der zake, ter eerfte inftantie, een der gekoorenen moeten zyn. 17. Dat,na gedaane benoeming deezer tien Regteren , Een derzelue aanftonds door de Gedeputeerden zal worden uitgelot, welk alles uiterlyk binnen zes weeken, na 't ontvangen van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 135 van 't Proces, by 't Collegie zal moeten verrigt worden. 18. Dat, het getal der Regteren alzoo op Negen gebragt zynde, de Revifie haaren voortgang zal moeten hebben, binnen vier weeken daar aan volgende. 19. Dat over zulks door de Gedeputeerden aanftonds, na de zes weeken of eerder, zal worden gefchreeven aan den Erfftadhouder de dag, waar op de befoignes zullen aanvangen, om van Hoogftdenzelven te verneemen, of genegen zy daar by te wezen; met verzoek om, in dien gevalle -, aldaar te verfchynen ; dog dc Stadhouder abfent zynde, of niet verfchynen. de , zal op den geprsefigeerden tyd met de Revifie voortgevaren worden. 20. Dat insgelyks in tyds aan de benoemde Regters de verwittiging hunner aanftelling ad ijïum actum door het Collegie zal gefchieden, met melding van den bepaalden dag tot de Sesfie. 21. Dat vervolgens de benoemde Regters 's morgens van de eerste Sesfie , ten overftaan van den Erfftadhouder en Commilfaris van de Gedeputeerden , op de groote Vertrekkamer van 'E Collegie den eed zullen moeten doen ad 0um 1 4 «c-  £36 NALEZING van STUKKEN aftum,. om in 't revideeren der Proceduren * naar hun beste kenniffe, volgens de Wetten en Statuten des Lands, als meede volgens alhier erkende Krygswetten, zonder aanzien van Perfoon, te befoigneeren en te advifeeren. 22. r J<"aj' • .•«-'* w'- •«*>* Dat daar op aanftonds de Sesfie ter gezeider plaatfe zal beginnen , en 't Proces met de ftukken door denzelven Commiffaris, ten fine van praeleéiie, worden overgeleevert aan den Secretaris van de Gedeputeerden, welke by deeze Revifie zal fungeeren , of, by deszelvs abfentie , de eerste Commis en zullen de verdere befoignes en eindelyke terminatie van 't Pro. ces, zonder verwylen, gefchieden. 23' Dat aan de Regters, zo zulks nodig oordeelen , regt gegeeven word, om den Dclinquant voor zig te doen komen; en nader over de zaken in queeftie te verftaan en het nodig onderzoek te doen. 24. Dat, na 't opneemen der ftemmen , volgens meerderheid, geconcludeerd en daar na op 't Collegie uitfpraak zal worden gedaan, uit de naam der Staaten van Friesland. 25. Dat aan yder der Revifenrs, gedurende de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 137 befoignes over hetrevis, Landsweege betaald zal worden 's daags agt Caroli guldens en aan den Secretaris insgelyks agt Caroli guldens. 26. Dat de Commiffaris uit de Gedeputeerden, zo lang de befoignes duuren, voor zyne Vacatiën zal genieten 's daags agt Caroli guldens 27. Dat aan den Commis van 't Collegie zal worden betaald, het zy de Revifie kort of lang duurt,eens vooral agt Caroli guldens. Aan de Kamerbewaarders van 't Collegie van 's gelyken agt Caroli guldens te zamen. En aan twee Staate Booden van 's gelyken fes Caroli guldens zamen. 28. Dat, buiten deeze voorenftaande daggelden en gefpecificeerde fummen, niets meer zal worden goedgedaan, onder wat naam het ook zoude moogen weezen. 29. Dat, wat belangt de fraudes, teegens de gemeene Landsmiddelen door Militairen begaan wordende, dezelve zullen ftaan ter Cognitie en Regtfprake van den Politicquen Regter, dog daar in Crimineels bevonden wordende, zal de Fraudateur overgeleeverd worden aan den i&'Ygsraad, om door denzclven geoordeelt en I S ëe"  ï38 nalezing van stukken gevonnist te worden, naar de Wetten des Lands. 3°- Dat van gelyken alle misdrwen teegen de Jagt en Viffchery in deeze Provïntie, door Militairen gepleegd, zullen ftaan ter Judicature van het jagt Gerichte, des onder gelyke bepalinge , als in 't naastvoorgaande Artikel gemeld is. 3i. Dat alle Injurien, zo wel zware als van mindere atrociteit, het zy met woorden of daden, van Militairen teegen Militairen begaan, als met de behoorlyke Krygstugt ftrydende, door den Miiitairen Regter zullen worden geftraft. 32. Dat by aldien een Militair iemand, buiten Militairen dienst zynde, met woorden of daden injurieert, de beleedigde het aan zyne keuze zal hebben, of hy den beleediger voor den Militairen dan voor den Burgerlyken Regter wil dagvaarden. En zal de Militaire Regter, zo 't laatst verkooren word, des niet te min verpligt zyn, om, zo wanneer blyken mogt, dat de daader teegen Krygswetten gehandelt had, denzelven daar over te regt ftellen en te ftraffen, naar behooren. CU  tot de MILIT. JURISDICTIE. 133 Civile zaaken. 1. Dat voor den Militairen Regter zullen moeten aangefteld worden alle Aftien teegen Militairen en Recruten, weegens zaken, hun als Militaire perfonen betreffende, ter oorzakc verfchot van Leeningen, Soldyen, Monteering, Wapenen en wat voorts tot de militie word gerequireerd. 2. Van 's gelyken alle Aaien ter bekoming van huishuuren en weegens verftrekt nodig voedfel. En zullen in dit byzonder geval nopens die Aftien de Vrouwen der Militairen, zo zy die ichulden meede- opgelegt hebben, te gelyk met hunne Mans , voor den Militairen Regter betrokken kunnen worden. Dat de arreften en kortingen weegens fchulden op Militaire perfoonen, hunne roerlyke goederen en Tra&amenten zullen gevraagd en verleend worden by den Militairen Regter. 4- Dat aan de keuze van den Eifcher gelaten word,of hy zyne Actie teegens Militaire,weegens geleende of verfchootene penningen, wil inftitueeren voor den Militairen; dan voor den Burgerlyken Regter; zullende, by verkiezing van  ïao NALEZING van STUKKEN van het laatst, de Eifcher , na bekomene co»." demnatie teegen den Gedaegden , zig by Requeste kunnen addrefleeren, met overlage van Au, thentique Copia der Sententie, aan den Militairen Regter, om te verfoeken arrest, of korting opden Gedaegdens, zyne roerlyke goederen of Traélamenten , welke provifie dan door den Militairen Regter zal moeten worden verleend. 5- Dat van de Sententien in de voorzeide Civile zaken, door den Krygsraad geveld ; en meer bedragende dan vyftig Caroli guldens, appél zal vallen aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden; wordende aan den Succumbent den tyd van tien dagen, na 't pronuncieeren der Sententie, vergund, om zyn appél te interjefteeren. Üj-^ow -awoui a-Jzr/aii'- Dat wyders alle andere Actiën, Aanfpraken en Regterlyke verrigtingen, van wat natuur ook, buiten het geen hier boven is uitgedrukt, zullen mdfeten geinftitueerd worden en gefchieden vtfor en door den Competenten Burgerlyken Regter (b). Al- (3) Dit gewigtig Stantftuk heb ik uit den Bundel overgenomen , om gelegenheid te hebben ter plaatfing van het volgend oordeelkundig Stuk, hetwelk uit dezelve meesterlyka penne van eenen beroemden Fries, die zyn Provintie meer dan eens ook over 't punt der -Militaire Jurisdictie heeft voorgelicht, voortgevloeit, zeer veel invloeds gehad heeft op de nadere deliberatien over deze delicate materie, gelyk uit de vergelyking der volgende Refolutien met dit Vertoog één elk: middagklaar zal blyken.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 14% Aldus gerapporteerd by de Heeren, ingevolge Staats-Refolutie van den 21 Jan. en 19 July 3783 gearrefteerd, omtrent de Jurisdictie van den Militairen Regter in deeze Provintie den ï8 Sept. 1783. (geteekent) A. J. V. SMINIA. XIX.  f42 NALEZING van STUKKEN XIX. GEDACHTEN van een Particulier over het Rapport in dato den 18 September 1783. het welk de Commiffie , door de Heeren Staaten van Friesland by hunne Refolutien van den 21. January tn 1.9 July daar te voren, ter bepaaling van de Militaire Jurisdictie in hunne Provincie benoemd, heeft uitgebracht. In den eerften verdienen de Heeren Gommis* fariÜen hooglyk bedankt te worden voor bunnen betoonden iever,en werkzaamheid in deezen en hunne pogingen voor aangenaam verklaard. Ter zaake diend, dat in het Rapport verfcheiden Hellingen en zaaken invloeijen, met welke men fchynd zig te moeten conformeeren: En wel byzonder met den gelegden grondflag, dat, namelyk,de Souverain by een te neemen Staatsbefluit niet moet optellen die voorwerpen, zo van perfonen als van zaaken, welke in 't vervolg niet zullen behooren tot de Militaire Rechtbanken, om daar uit te trekken, dat al het geen verfweegen word, al was 't dan ook by abuis of vergeetelheid , zoude behooren tot de Militaire Jurisdictie. Maar dat bepaald en opgeteld moeten worden de perfonen en zaaken, welke voortaan zullen behooren tot het forum Müitare. Dit heeft de Commiflie wyslyk begreepen; want alle Militaire Jurisdictie is, gelyk de geheele Republiek door, zo ook in Friesland, eene  tot de MILIT. JURISDICTIE. 143 «eene gedemandeerde Jurisdictie,en dus een uitzondering van de Burgerlyke Rechtbanken. 'Maar geenzins is de Burgerlyke'Juftitie een uit1 zondering der Militaire. Dit blykt onder anderen ook daar uit, om dat ze by de Inftructie van het geweezen Krygsi gerichte van den Jaare 1608 voor zo verre het Crimineele betreft, bepaald uitdrukkelyk tot Militaire Deliften. Nogtans word dit niet wel in 't oog gehouden in 't project Reglement van Crimineele zaaken Art. 1. want dat Artikel,prout jacet, duid aan dat er een algemeene Militaire Crimineele Jurisdictie is, waar van quafi iets afgeftaan word, Art. 2. Hoe wyd ofnaauwmen derhalven de paaien van de Militaire Jurisdictie mogt goedvinden t*e ftellen, zoo diend dat poinct van 't Rapport, namelyk,dat precife moet worden opgelteld, welke perfonen en zaaken tot de Militaire Jurisdictie voortaan zullen behooren, en dat het niet opgeftelde totdeordinaris Juftitie behoord, niet uit het oog verloren te worden , maar het rigtfnoer te zyn van het te neemen Staatsbefluit. Gemakkclyk kan men zig ook conformeeren met de optellinge der perfonen in de Generale Artikelen van het Concept-Reglement Art. 6. 7. 8. 9. 10. voorkomende, welke al, of niet onder de Militaire Jurisdictie zullen behooren. Want om van geen dienstboden te melden (nopens welke waarlyk geen fchyn is , om fe onder de Militaire Jurisdictie te betrekken) in Crimineele zaaken worden vrouwen en kinders niet geadlifteerd door haare mans en vaders. Beucker Decif. 39. In Civile moeten zy wel door  Uf NALEZING van STUKKEN door haare mans of vaders geadfifteerd worden, maar deeze adfiftentie is meest in naam5 beftaande daar in , dat de Proceffen gaan cp naam van . ... als Man en Voogd , of op naam van de Vrouw gejterkt met haar Man, en zoo ook nopens de kinders, waar by de Militaire dienst niet verachterd word, fchoon het wel eens gebeuren kan, dat de Man, wien de zaak ob conjugalem focietatem meede raakt, in zulk een proces wel eens geroepen word om zelfs Artikelen te beantwoorden, dog zeldzaam. En in allen gevalle, zo iemand al wilde beweeren, dat Militairen in geen geval voor den Burgerlyken Regter moeften compareeren, (het welk nogtans niet is, en met reeden niet is het begrip van CommifTariffen ) dan was Td nog beeter, dat men in zulk een geval aan den Mans de Artikels (byweege van requifitorien) liet beantwoorden voor den Militairen Regter, dan dat,om der Mans wille, eene inbreuk op de Regten der ordinarisfe Juftitie ten aanzien van de Vrouwen wierd gemaakt, temeer, om dat de Militaire Rechtbank, vooral, zoo die tegenwoordig gefield is, meteen Auditeur Militair, en voor de rest onkundige Officieren, nimmer die praïfumtie van goede Juftitie te of voor de Vrederechters als Procureur ten minften vyf volle jaaren geoeffend heeft. Wat /o;-?7z,blyktuit het geen by wege van generaleRemarqucs is geprremitteerd. Zie voorts wat de Zeeu wfcheComrniffie in haar Rapport van deeze fraaje form getuigd, te voorenoygebragt. Ten aanzien van civile zaaken en gemeer ne delicten is dit, zo't behoord. Maar ten aanzien van zuiver Militaire delicten , overmits in zoo verre de Jurisdictie aan den Raad van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 169 Generale Artikelen. van Staaten toekomt, diend 'er eigcntlyk gevonnisd te worden in den naam van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal. Dog 't is voor het Regt van de Provincie, voorzoo verre men aan deeze Regtbank de Jurisdictie over Civile zaken en gemeene delicten toeftaat, veiliger, dat alles gefchiede op naam der Provintie, dan dat door 't gebruiken van die diftinctie , het gevaar loopt, dat'er zaken, die Provinciaal zyn, in naam van H. H. Mog. gedecideerd worden. Hier diend ingevoegd het volgend nieuw generaal Artikel. ,, Dat de Auditeur „ Militair in zaken, ,, die niet zyn arrt be,, treilen, te recht zal ,, ftaan niet voor den ,, Raad van Staaten , „ maar zoo wel in 't ,, Civile, als in 't Cri,, mineele refpectivelyk, voor zynen or,, djnaris Burgerlyken ,, Regter. Dat hy al,, daar insgelyks zal ,, moeten te recht ftaan ,, wegens mal verfatien [ „ en exceüen door hem 't Is hoog nodig dat men het forum competens van den Auditeur zelve weete, en dathy in zaaken, die niet zyn ampt betreffen aan den Burgerlyken Regter onderworpen blyve, en dat dit zo bep:ia!d worde, om reden , dat men in 'tMagazyn van van der KEMP eene Refolutie van den Raad van Staate vind van den 12 April 1728 waar by verklaard word, dat L 5 de  i7o NALEZING van STUKKEN Generale Artikelen. de Auditeurs in particuliere zaken, E. Gr. in cas van Injurie onmiddeiyk aan de Jurisdictie van den Raad onder- ,, hem in zyn ampt de Auditeurs in particu„ begaan : Ten ware liere zaken, E. Gr. in „ die exceflen ge- cas van Injurie onmid„ pleegd waren no- deiyk aan de Jurisdictie ,, pens zuiver Militaire van den Raad onder,, delicten, ofperfoo- worpen zyn. Schoon nen van zulke mis- dat geval teNamur was, ,, daden betigd of be- zo fpreekt nogtans de „ rucht, in welk ge- Refolutie in 't alge,, val de correctie over meen van alle Audihem toekomt aan teurs. En dit zoude ,, den Raad van Staa- hard zyn voor iemand, „ ten. die van een Auditeur iets te pretendeeren had, dat hy zyn recht tegen hem in 'sHage zoude moeten zoeken, of dat hy in 't Crimineele, niet rakende zyn ampt, zoude zyn buiten de Jurisdictie van 't Hof. Wat zyn ampt en de waarneeming van dien betreft, ten aanzien van gemeene delicten, door Militairen begaan, is hy een Dienaar en Amptenaar van de Provincie, dus moet hy dien te neffens verantwoordelyk en aanfprakelyk zyn voor de Burgerlyke Regters van de Provintie, Civile, en Crimineele elk in zyn regard. Dog voor zoo ver hy vervolg doet, of moet doen op Militaire, zuiver Militaire delicten , en daar in exceffen, committendo, of omittendo begaat , Haat hy onder de Judicature van den Raad van Staaten. Cri*  tot de MILIT. JURISDICTIE. 171 Crimineele zaaken &c. Art. 1. Dat door den Militairen Regter zal worden gevonnisd over alle delicten, begaan door Militaire perfoonen, nainelyk door de zulke die (gelyk boven omfchreeven) actueel in dienst of Reeneten zyn , zonder onderfcheid &c. Art. 2. Dat zoo wanneer door Militairen buiten het Guarnifoen, of door Verlofgangers, gepleegd mogten worden eenige mindere excejfen Voeg dan agter dit tweede Artikel, dit nieuwe. „ Actueel in dienst „ zynde Militairen, of „ Recruten, niet behoo„ rende tot het Guarni- foen deezer Provintie, „ en in deeze Provintie „ misdryvende , zullen ,, respettivelyk voor 't „ Hof Provintiaal, of ,, Nederregter te recht „ ftaan, Voeg onmiddelyk agter de woorden, of Recruten zyn, tusfehen in, de volgende: mits nogtans dezelve Militairen behooren tot het Guarnifoen van deeze Provintie; omreden agter Artikel 2. te melden. Zeg: Dat zoo wanneer door Militairen, beboerende wel tot het Guarnifoen deezer Provintie, maar nogtans buiten de plaatze van hun Guarnifoen , gepleegd mogten worden &c. Dit Artikel nopens Militairen, die elders, dan in Friesland, Guai niiben hébben, fchynt ten hoogften nodig voor der Ingezetenen veiligheid, en fteevigheid van de Burger maatfchappy. Want anders kunnen Marodeurs en  i72 NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken &c. „ ftaan, mits in Fries- en Verlofgangers huis,, land, al is 't niet cp braak cn moord aan„ de verfche daad , ge- regten , en op hun ge,, apprehendeerd ivor- mak het hazepad kie„ dende. zen , naciemaal Ingeze¬ tenen van andere Grietenyen en andere Geregcen , als daar 't feit bedreeven is , geheel inactief in de apprebenfie zullen zyn, en wegens hunne inactiviteit aan 't Hof, dat geen Jurisdictie competeerd, niet verantwoordeJyk. En als zy ze al apprehendeeren, aan wien zullen zy ze overgeven ? Direct aan den Krygsraad van des Delinquants Guarnifoen? Dan zal 't Geregt, dat de apprehenfie gedaan heeft, hem tot hun perieul en kosten moeten bewaaren en voeden, tot dat zy op gegeeven kennis afgehaald worden. Dan zullen de Friefche Regtbanken in het neemen van informatien te dienst moeten ftaan , zelfs aan Guarnifoens Krygsradén door de geheele Republyk. En wie zal hun de kosten van informatien &c. betaalen? Of zal onze Provinciale kas de eer hebben van de kosten te betalen, die 'er op zulke Delinquanten lopen, zonder dat haare Provinciale Regters de Jurisdictie hebben ? Voeg hier by , i°. dat een Militair van een buitcnlandfch Guarnifoen, in Friesland misdry vende, notoir moet geftraft worden naar de Friefche wetten, voor zoo ver by de Artikelbrief geen fpeciale ftraffe op die misdaad gelteld zy. In de Friefche wetten nu zyn buitenlandfche Guarnifoenen  tot de MILIT. JURISDICTIE. 173 Crimineele zaaken &c. öen onkundig, en zullen byna altoos de maat te buiten gaande in juftitie, voor juftitie doen. En waar tog kan men een misdader best overtuigen? ter plaatze van de misdaad, of 20, of 40 mylen daar van daan, als het bewys op ieder omftandighud van verre moet komen? 20. Diend geremarqueerd , dat het 'Artikel van 't Project-Reglement, dat alle delicten bedreven voor 't engagement in Militairen dienst, blyven ter cognitie van de Burgerlyke Regter, bloot ftaat aan opentlyke elufie; want als de bewyzen, dat iemand actueel in Militaire dienft geënrolleerd is, van verre moeten komen, dan kan men veel minder nagaan, of zy echt, dan valfch, zyn. Ten minften daar loopt weder veel tyd cn moeite met heenen. De Rechten leeren ook, dat het veel beter is, iemand in loco delicti commisfi, dan elders, te ftraffen. Want een ftrafte elders opgelegd, dan ter plaatze van het bedreven delict, voldoet op verre na zoo goed niet aan haar oogmerk, om namelyk de mishandelde Ingezetenen en Landgenooten tot trooft te verftrekken, en die in 't vervolg van tyd voor zulken overlaft te dekken. Dog Willem IV. had een andere Regtsgeleerdheid, cn Staatkunde, want die fchreef aan 't Hof van Gelderland, dat zulke Militaire Delinquanten, die niet van 't Guarnifoen zyn, juist ter plaatze van het begaan delict moeten geapprehendeerd worden , en zoo niet, dat zy dan moeten worden geftraft, en dus overgezonden of afgehaald door den Militairen Regter van hun Guarnifoen. Zie de Miffive by van  174 NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken &c. van der KEMP in 'tMagazyn op dato den 25 Is Maart 1749. Maar boven dit alles, zo valt 'er op dat Eer- I1 fte, en Tweede Artikel van Crimineele zaken k< nog iets anders aan te merken. In 't eerfte H1 Artikel word gepofcerd eene Univerfeele Mi- li htaire Jurisdictie in 't Crimineele, tegens k 's Lands Grondwetten , zo als meermaalen gezegt is. In het Tweede Artikel nogtans relacheerd men iets hier van, ten voordeele van de Geregten van Grietenyen en Steden. Deezen laat men de Correctie van kleine mes-ufes, voor zo verre die ter hunner berechting ftaan, behouden, of liever men geeftze hun nu te rug, in navolging van 't geen by de Inftruftie van 't Krygsgerigt Art. 6. eertyds geftatueerd was. Het Hof Provinciaal moet het alleen ontgelden. Maar wat is de reden van die liberaliteit en toegeevenheid nopens de Grietenyen en Steden ? Om dat uit de Volmagten van Grietenyen en Steden de Staten-Vergadering bcftaat; Om dat de Grietslieden de Hoof- • den van de Geregten ten platten Lande, en de meefte van hun de aanzienlykfte Leeden der : Staten Vergadering zyn. Haar derhalven, benevens den Steden-Regenten wil men cajoleeren, en met dit lok-aas verfchaiken om mees- I ter van de groote Deliften te blyven. Zulke ; looze ftreeken pasfen beter aan eenen Granvelle, aan eenen Don Jan van Ooftenryk, dan of aan den Stadhouder, of aan Stadhoudersgeikideh qiêfh Waarlyk, de verdervende hand heeft i  tot de MILIT. JURISDICTIE. 17s Crimineele zaaken &c. ij heeft in weerwil van alle de oprechtheid en } goede trouwe der Heeren Commillarisfen, mer- I fcelyk gewroet in dit Reglement. Dat eerfte r.a en tweede Artikel in haare connexie be- j fchouwd, dienen nergens anders toe, dan om }1 tweedragt en jaloufie te zaajen en voort te Ijl planten tusfchen 't Hof Provinciaal en de Ge- m regten van Steden en Grietenyen, en om owder fchyn van wat af te geven, het JVlilitair des- ;.l potismus zo vast in 't vervolg, als ooit te vo- uj ren, te houden. Want in der daad zouden de J Geregten van Grietenyen en Steden daar niets <,} by winnen, 1) om dat volgens dat 2de Arti- J kei, het oordeel, of het excès van dien aart (1 is, dat het zelve door't Geregte gecorrigeerd el kan worden, dan of het tot de HoogereRegf i] bank , te weeten den Militairen Regter be- 0 hoord, niet zal ftaan aan 't Geregte zelve, i'l maar aan die Hoogen Militaire Regter , of op \.i zyn best aan myn Heer de Prins, die men tog jB alles in allen wil doen zyn. Zyn 'er de Ge.1 regten, zyn, met name, de Grietslieden 'er ;J dan beeter aan, dan ten aanzien van non Mi: 1 litairen met hunne fubordinatie aan 'tHof? In 1 < der daad veel erger. Ook zoude dus de Mili¬ taire Regtbank eensklaps eene fuperioriteit, en betrekking van fubordinatie krygen op de ,) Geregten van Grietenyen en Steden, die 'er tot nog toe niet geweest is, en die veel ondra. | gelyker zoude worden , als die aan 't Hof, zo : iemand mogt deeze voor ongemakkelyk keuren. 2) Dat de Geregten van Grietenyen en Steden by die cognitie en Judicature, die men haar Ar-  i76 NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken êfÉr- Artikel 2. quafi gund, niets zouden winnen, maar zelfs verliezen van 't geen zy tot nog toe hebben, blykt klaar uit het derde Artikel: want aldaar word gezegt, dat de fententien dooiden Militairen Regter over delicten en MINDERE MiSDRYVÉN geveld, ter approbatie zullen moeten overgezonden worden, 't Is waar, daar ftaat door den Militairen Regter : Maar men houd de Geregten van Grietenyen en Steden, voor zoo verre men hen Regtfpraak gund over Militairen , niet voor een Burgerlyke, maar voor een Militaire Regter, en dus onderworpen aan dezelve wetten of ordres, als andere Militaire Regtbanken. Dit is Vesprit (de booze geest) van dat Artikel, En dat de fuperieure Militaire Regter, de Guarnifoens Krygsraad, moet doen, te weeten, hunne fentcntien overzenden, zoude de inferieure, dat is, het Geregt van Stad of Grietenye, dat niet behoeven te doen ? Dat zoude vreemd luiden. En in allen gevalle zoude die overzending nodig zyn, ten ei.nde de Prins oordeele, of de misdaad zo klein zy, dat zy door 't Geregt gecorrigeerd kauworden, of zoo groot, dat'er de Krygsraad aan te pas kome. Begrypt dan de Prins het laatlte, dan heeft het Geregte alle moeite, vlyt, en kosten vergeefsch gedaan. En wee een Grietman, die niet volftrekt naar die pypen wilde dansfen, die 'er zelfs maar zuur over zien durfde. Met zulk een was het ten Hove voor altoos gedaan. Men oordeele dan nu, wat faveur het is, dat aan Geregten van  tót de MILIT. JURISDICTIE. 177 Crimineele zaaken &c. van Grictenyen en Steeden qv.afi gegund word by 't tweede Artikel* Art. 3. Dat de fen- In plaats van dit Arientien door den Militai- tikel moet 'er een zyn ren Regter over Delicten dat volftrekt vifie en e;2 mindere misdryven ge- approbatie verbied. Zie veld voor de pronnntiatie hier boven de eerste gezullen moeten overge- nerale remarque. De zonden worden aan Z. woorden onverkort het H. ter vifie en approba- Recht aan Z. H. wettig tie, onverkort het Recht competeerende &c. zyn aan Hoogstdezelve wettig ook veel te algemeen , competeerende om den pa- en kunnen misduid tient, zo daar moveeren- worden. De Staaten de reedenen toe vind, te hebben aan de Prins pardonneeren. Ao. 1748 gegeeven het Recht van pardon eeven verre en niet verder, dan dat Recht 's jaars te voren aan hem gegeeven was in Holland. Maar in Holland is het hem gegeeven, alleen in zeekere gevallen , namelyk in misdaden, die niet met opzetten wille, of geleider lage bedreeven zyn. Hier van daan is het, dat onlangs, doe de Prins het Requestvan den Vaandrig de Witte, aan Hem ter fine van abolitie of pardon gepraefenteerd, overbragt aan de Staaten,en het verleenen van gratie zeide aan den Souverain in dit geval over te laten, zonder gebruik te willen maken van zyn Recht; de Staaten nagezien hebbende 'sPrinfen Commiffie, en daar by vergelykende het geval van de Witte, verklaarden by RefoNal. I. Deel I. Stuk M lu-  i78 NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken &c. lutie, dat Z. H. zeer voorzigtig gedaan had, met aan Hun Ed. Gr. Mog. over te laten het verleenen van gratie, want dat in zulk een geval, als dit, dat Recht aan Z. H. nooit opgedraagen was. Een goede baake voor de Frie,fen. Men diende derhalven te zeggen: onverkort het Recht om den patiënt, de materie-daar toe gedisponeerd zynde , de ftraffe qnyt te fchelden, VOOR ZO 'VERRE aan Z. H. dat Recht is opgedragen. Art. 4. Dat boven dien ter faciliteering van den Dienst, aan Z. H. het Recht gegeeven word, om de Jententien over gepleegde defertie aan Hoogstdezelve overgezonden te mitigeeren, zo zulks nodig oordeeld. Art. 5. Dat de Sententiën van den Krygsraad zullen moeten worden gepronuntieerd uiterlyk 4 weeken naa de overzending. Hebben de Staaten van een particuliere Provintie hier Recht toe? Ikmeene dat Defertie een zuiver Militair delict is, waar over de Jurisdictie aan het Bondgenootfcbap is opgedragen,en dus de gratie , of het recht om de ftraffe te verzachten van dat zelve Bondgenoodfehap aan de Prins moet gegeven worden. De fententie behoefd en moet niet overgezonden worden, maar alleen kennis gegeeven, dat een fententie geveld is. En eigentlyk behoord dit alleen in  tct de MILIT. JURISDICTIE. 179 Crimineele zaaken &c. in condemnatoire fententien te gefchieden, ja de Refolutie van den Krygsraad Ao. 1673. bepaalde dit ook zo. En in abfolutoire fententien komt het geeven van pardon niet te pas. Als van alle fententien, zonder onderfcheid kennis gegeeven word, en dat met overzending der fententien, en der proces-Hukken zelve, dan loopt het weer op een approbatie, en improbatie uit. Art. 10. Dat het den Maar wie zal deeze beklaagden vry zal ftaan, Memorie voor den beom voor dat de befoignes klaagden opftellen?De in Revifie beginnen, een Auditeur Militair? Aan Memorie van Rechte ter wien in 't volgende Arzyner defenfie in te lee- tikel vrygelaten word veren, om door het Col- een Contra-Memorie te legie by 't Proces gevoegd ftellen ? Dat moet zeete worden. kerlyk een kunftig per¬ foon zyn, die twee Heeren beide eeven zeer ter goeder trouwe, die teegengeftelde belangen hebben, dienen kan. Of zo die Memorie in faveur van de reeds gedoemde door een ander zal opgefteld worden? Wie zal dat doen? Wie zal men daar toe kunnen conftringeeren ? Voorwaar niemand. En niemand zal of kan het ooit vrywillig op zig neemen, nademaal de gedoemde ter eerfter inftantie geheel geen defenfie gehad heeft, en dus geene Copyen van informatien &c. bezit. Die Memorie, ex nihilo per neminem gecomponeerd , zal wel een mirakel zyn , vooral zo zy M 2 ver-  i8o NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken &c. verandering in de fententie te weege brengd. Geen defenfie in prima inftantia, en wel in Revifione, daar zy byna geheel niet te pas komt te gunnen, is de paarden achter den ploeg gefpannen. Art. 23. Dat aan de Rechters,zo zulks nodig oordeelen-, recht gegeeven word om den Delinquant voor zig te doen komen , en nader over de zaaken in qnceftie te verftaan, en het nodig onderzoek te doen. Art. 24. Dat na het cpneemen der ftemmen, volgens meerderheid geconcludeerd, en daar na op 'f Collegie uitfpraak zal gedaan worden uit naam der Staaten van Friesland. Art. 25. Dat aan ieder der Revifeurs geduren- Eene wanftalti ge Revifie voorwaar ! Zie breeder in de Premisfen. Uit naam der Staten. Men meend OP de naam der Staten En zo fpreekt 's Lands Ordonnancie tit. van Revifien art.$%. UIT naam van de Heerlykheid der Landfchappe word recht gedaan, zelfs in grooteRevifien. Maar OP DE NAAM beteekend — gezien by den Gerechte — gezien by den Hove — gezien by de Staaten. Neegen Rechters, fampt Secretaris , en Com-  tot de MILIT. JURISDICTIE. i3r Crimineele zaaken &c. rende de befoignes over het Commiffaris, maken 88 Revies Lahdsweege be- guldens 's daags. Als taald zal worden acht de Politieke Rechters Caroli guldens en aan de niet te Leeuwaarden Secretaris insgelyks acht t'huis hooren , maarelCaroli guldens. ders in de Provintie, zo zal men haar geen Art. 26. Dat de Com- vacatie voor Sondagcn miffaris uit de Gedcpu- en andere , op welke teerden zo lang de befoi- men niet befoigneerd, gnes duur en voor zyn va- kunnen weigeren. De catie zal genieten 's daags Militairen, dit fprcekt acht Caroli guldens. van zelfs, moeten niet minder, dan de PoliticArt. 27. Comies eens ken, hebben. Als na voor al acht gulden, Ka- die Revifie maar eens merbewaarders te zamen 14 dagen aanhoud, dan acht guldens, Statsboden kost zy aan 't Land al fes Caroli gulden. by de 1300 Caroli gul¬ dens en met het nodig onderzoek te doen, kan zy gemakkelyk een maand, ja langer, aanhouden. Daar kunnen ook gemakkelyk twee Revifien in een jaar voorvallen, te meer,om dat men verzeekerd kan zyn, dat elk, die aan Leeven of Eer gecondemneerd word, dien weg zal inflaan, Hy behoefd er niet toe te betalen, 't gaat alles, zonder onderfcheid , of de Gevangen in bonis zy, of niet, uit 's Lands beurs. Waar blyft nu de menage die men door 't affchaffen van 't Krygsgctcch- te quafi heeft willen behartigen? Daarcn. * J M 3 bQ"  x82 NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken £yV, boven in Holland word van de Crimineele fententien van de Hoven wel nu en dan Revifie pro Deo verleend, dog voor eerst geheel niet aan zulke, die op hunne confesfie gecondemneerd worden, maar alleen aan die geene, die in ordinair proces zo als men daar fpreekt,zyn ontvangen , en dan nog gansch niet aan die alle , maar met zeekere reftrictien en limitatien. Zie het Reglement van den 9 Maart 1728 by Cau Gr. Placaatb. 6. Deel pag. 648. 2) Dart word zulk een Revifie ook vergeefsch bediend, en de Revifeius trekken geen penning van 't Gemeene Land, maar moeten vaceeren opeigen kosten. Zal het invoeren van zulk een fraaije Revifie meede een bewys zyn van de zuinigheid in de uitgave van 's Lands penningen , waar meede men by de Bondgenoten pronkt, als men op vermindering van quote dringt ? En hoe moet dit by de Hollanders opgenomen worden,die wel zorgdragen, dat Revifien pro Deo niet ten Jafte van 't Land komen ? Civile zaaken. Art. 3. Dat de arresten en kortingen weegens fchulden , op Militaire perfonen, hunne roerlyke goederen en traktementen, zullen gevraagd en verleend worden by den Militairen Regter. Dit derde Artikel fpreekt van arreften , welke by den ingang des rechts, of ten minften voor de condemnatie, periculo petentis gefchieden debiti fervandi caufa. Het volgende 4de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 183 Civile zaaken. Art. 4. Als de Ey- 4de Artikel fpreekt van Jfcher verkiest, de actie arreften, welke na de weegens geleend geld voor condemnatie gefchiede Burgerlyke Rechter den by wecge van Exaantefeilen, en aldaar ecutie. Maar als dat condemnatie verkrygd , eerfte zoort van arresdan zal hy by Request tere op roerlyke goeaan de Militaire Rechter deren , eevenvcel in moeten verzoeken, arrest welke zaaken en achen, ofkortinge op des gedaag- altoos zal moeten gedes roerlyke goederen, en vraagd worden by de traktementen &c. Militaire Rechter, dan worden daar door alle actiën weegens 1'chuU den , van welke natuur die ook zyn, en uit welke oorzaak fpruitende, met de daad toegekend aan de Militaire Rechter. Want in dat forum , daar men arrest doet, aldaar moet ook de actie aangelteld worden , en vice verja, liet forum competens tot het aanftellen der aéhe is teevens het forum competens van 't arrest, als een Accesfoir van de actie. En waarom zouden de Burger Rechtbanken geen arrest voor de condemnatie, en na de condemnatie geen executie kunnen en mogen doen op des Militairs roerlyke goederen, zyn wapenen en militaire plunje uitgezonderd, want deeze zyn nog arreftabel, nog executabel, zelfs niet by de Militaire Rechter. Het fchynt waarlyk, dat men de Burgerlyke Rechters,in opzigt van die fraaije Militaire, als jongens behandelen wil. De Burgerlyke Rechter zal de Jurisdiaie hebben , maar de klem van hunne Junsdiftie, beM 4 ftaan*  ï34 NALEZING van STUKKEN Civile zaaken. ftaande in arreften en executien, zal zyn by de Militaire Rechter, teegen den Reegel der Rechte : Ei, cui jurisdictio data ejï, ea quoque concejfa intelliguntur, fine quibns jurisdictio exerceri nequit. Men heeft waarlyk, om die fraaije Militaire Jurisdictie ftaande te houden , niet minder nodig, dan met de Grondwetten van 't Land, met de welherbragte gewoonten en inzettingen der voorouderen, het geheel Burgerlyk Recht,en wel in 't byzonder die grondreegelen van het Burgerlyk Recht 't onderst boven te keeren, welke niet alleen in Friesland, maar by alle befchaafde volkeren de fteunpi, laaren eener welgeftelde Burgermaatfchappy uitmaken , en dat dan, zo men voorgeeft, be-, houdens een Burgermaatfchappy: O tyden O zeeden j XX,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 185 XX. PROTEST van de Heer Eerfte Edele van Zeeland. Relatif Staaten Not. 22 September 1783. Op# de Rapporten van ir cn 28 Auguftus 1783 over de Militaire zaaken : heeft de Heer van Lynden gezegd, volgens het gedeclareerde van de Raad Penfionaris voor de Heer Eerfte Edele op den 21 Auguftus laatftleden, van oordeel te wezen, dat het poincT: der Militaire Jurisdictie niet behoorde te worden bc-" handelt, veel min daar omtrent nieuwe, immers van de tegenwoordige practyk afwykende, bepalingen gemaakt of gearrefteert, buiten praalabel overleg en advys van Z. H. als Capitcin Generaal van deeze Provincie, zoo op grond der nauwe en directe relatie, welke deeze materie is hebbende tot de discipline Militair, als uit hoofde van voorige exempelen, ten tyde van Z. H. Predecefl'eurs de Heeren Capiteinen Generaal hoogl. memorie. Daar zulks thans te meer had behooren te gefchieden, vermits Z. H. by Miffive in dato den 2 Auguftus aan H. Ed. Mog. heeft verklaart, niets"meer te verlangen, dan dat omtrent dit poinct., met Hoogftdeszelfs communicatie zoodanige fchikkingen konden werden gemaakt, waar door die zaak, eens voor altoos, tot voorkominge van Jurisdictie quaftien op eene onwrikbare wyze, wierd vastgefteld, zonder dat de discipline en fubordinatie, zoo hoognodig in den Militairen dienft, daar by kwamen te lyden. M 5 Dat  i86 NALEZING van STUKKEN Dat ook de Conftitutie deezer Provincie, en het recht aan ieder der refpeclive Staatsieeden competeerende, niet gedoogde, om nopens de Landwet op voorfchreeve fubjecr. exifteerende, veranderingen te maaken of een nieuw Staatsrecht te introduceeren by meerderheid van Hemmen; maar dat zulks abfolutelyk vereischte de eenpaarigheid van alle de Leeden. Dat derhalven voor onwettig moeft verklaarcn de determinatie van tyd tegens het fentiment van de Raad Penfionaris voor de Heer Eerfte Edele tot de afdoeninge deezer zaak door de meerderheid vaftgcfteld, by Refolutie van den 21 Auguftus laatftleden met inhaefievan het proteft daar tegens ten zei ven dage door de Raad Penfionaris voor de Heer Eerfte Edele gedaan. Verzoekende hy Heer van Lynden, dat daar meede voor als nog mooge werden gefupercedcert; terwyl zyn H. Ed. anderzints in de onvcrmydelyke noodzaakelykhcid zoude wezen, om de Refolutie op het bewuftc lubiccr. te houden voor gansch wederrechtelyk, als op eene illegaale wyze genomen, ten dien effecte, dat dezelve nimmer als een wettig Staatsrecht zullen konnen worden aangezien, nogte in eenige confequentie voor het vervolg getrokken worden. Na de Conclufie, heeft de Heer van Lynden al het geadvifeerde op dit poinct., zo door de Raad Penfionaris voor de Heer Eerst Edele op den 21 Auguftus laatftleden, als door zyn H. Ed. op heden geinhaereert, protefteerende wegens de Heer Eerst Edele op het kragtigfte tegens de Conclufie op deeze materie genomen, als meede tegens de onderfcheidene depêches daar uit  tot de MILIT. JURISDICTIE. 187 uit refulteerende,met fpeciaale refcrve van zodaanige nadere aanteekeningen en mefures, als dienftjg oordeelen zal, tot maintien van het recht aan ieder der Staatsieeden competeerende, en waar aan ten opzigte van de Heer Eerst Edele door deeze Conclufie is gederogecrt. - X X I.' EXTRACT uit hetRegifter van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 22 September 1783. By Refumtie en tot finaale afdoening op heden, volgens Hun Ed. Mog. Refolutie van den 2r Auguftus jongfileden, gedelibereerd zynde op het Rapport den 11 daar te vooren ter Vergadering uitgebragt, uit naam van Heeren Commiflarifien, hebbende, ingevolge en ter voldoening aan Hun Ed. Mog. Refolutien Commisforiaal van den 12 December 1782 en 21 July deezes Jaars , geëxamineerd het poinct der hornes van de Militaire Jurisdictie, welker aanwyzing, zoo wel in het Civile als Crimineele, door verfcheiden Leden van Staat in ondcrfcheiden Advyfen fucceilivclyk ingekomen, was gerequireerd; is goedgevonden en verftaan, dat de argumenten, op welke by het voorfchreeve Rapport in 't breede isgedemonftreerd, dat de Militaire Jurisdictie op het Staatsrecht van deeze Provincie niet verder is gefundeerd, als ten aanzien van pure Militaire Delicten, zullen worden geadvoueerd en geadopteerd, ge- lyk  183 NALEZING van STUKKEN ]yk HunEd. Mog. al het zelve advoueeren en adopteeren by deezen, en dienvolgende mits deezen verftaan en verkiaaren, dat Hun Ed. Mog. geen andere Militaire Jurisdictie binnen derzelver Provincie erkennen , nog voor het vervolg zullen admitteeren, dan in cas Crimineel, over pure Militaire Deliften, cn verder niet; dat Hun Ed. Mog. niet te min dezelve ook toelaaten, wanneer eenig delift door den eenen Militairen tegens den anderen indeplaats van hun Guarnifoen, mogt zyn gepleegd, en den Delinquant by praventie door den Militairen Rechter aldaar, geapprehendeerd; alles nogthans met dien verltande, voor eerjï: dat aan de Zwitzerfche Regimenten zal worden toegelaaten het Recht van eigen Juftitie, zoo verre het zelve fteunt op de Traftaeten tusfchen deeze Republyk en de Zwitzerfche Cantons gemaakt. Ten tweeden: dat zoo wanneer een Militair zig aan de misdaad van hoog verraad, binnen deeze Provincie kwame fchuldig te maken, door een hem aanbetrouwde post in handen van den Vyand te willen ftellcn, of dadelyk gefteld te hebben , of den Vyand op eenigerlcy wyze behulpzaam te zyn geweeft, de Militair Rechter zig de Judicature van eene zoodanige zaak niet zal mogen aan te trekken. En ten derden: dat, wanneer, onverhoopt, in der tyd, over deeze Hun Ed. Mog. intentie verfchü mogt ontftaan, of wel, dat de Militaire Krygsraaden ondernamen exces te plegen , de zaak niet buiten haar geheel zal mogen worden gebragt, maar de Burgei lyke Rechtbanken of Magiftraaten, zig terftond deswegens  tot de MILIT. JURISDICTIE. 189 gens zullen moeten addreiïeeren aan de Heeren Staaten van Zeeland, of by Hoogftderzelver abfe'ntie aan de Heeren Gecommitteerde Raaden,omme daar op ten fpoedigften,immers binnen den tyd van drie weken , na het gedaan addres te worden gedisponeerd , by pluraliteit van ftemmen: van welke Refolutie immediaat, zoo aan den Civilen Rechter, als aan die van het Guarnifoen, kennis zal worden gegeeven, ten einde zig daar naar precifelyk te reguleeren. Is voorts goedgevonden en verftaan, te verklaaren, gelyk Hun Ed. Mog. verklaaren by deezen, dat Hoogftdezelve in het Civile geenerley Militaire Jurisdictie , hoe genaamd, binnen dezelve Provincie erkennen , nog zullen admitteeren; zullende van de voorfchreeve Refolutie aan de Ingezeetenen van deeze Provincie, by Publicatie, die mits deezen word geapprobeerd en gearrefteerd, worden kennis gegeeven, van welk een convenabel getal gedrukte Exemplaaren aan de Officieren en Regeeringen der Steden en Plaatfen deezer Provincie zal worden gezonden , met verzoek en last refpective, aan laatftgemelde, om dezelve niet alleen te publiceeren en affigeeren ter gewoone plaats ; maar ook boven dien om die te distribuceren, yder aan de Gerechten onder zyne Jurisdictie behoorende: mitsgaders ook aan de refpeótive Hoven van Juftitie, en zulks aan alle dezelve ten fine als by die Publicatie ftaat omfchreeven, en zoo verre daar by zyn geconcerneerd. En zal Extraét van deeze Hun Ed. Mog. Refolutie worden gezonden aan de Civile Rechters, als mede aan den Advocaat Fiscaal van de  iqo NALEZING van STUKKEN de Militie, Mr. Daniël Pieter de Mauregnault* ten einde zig daar na in zyn Diftrift te gedraagen, en eindelyk aan de refpective Commandeurs en Majors van de Steden en PJaatfen binnen deeze Provincie ,mede om zig daar na pree'-» cifelyk te reguleeren. Terwyl by verdere deliberatie is goedgevonden, dat het Formulier van den Eed der Militairen binnen deze Provincie Guarnifoen houdende zal worden geamplieerd met deze woorden : dat ik ook ftiptelyk zal nakomen de orders en Reglementen by de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland omtrent de Militaire Jurisdictie gemaakt of nog te maken , en fpeciaal Hoogftderzelzer Refolutie en Publicatie in dato 22 September 1783. Dat de Heeren Gecommitteerde Raden mitsgaders de Regeeringen der Steden binnen deze Provincie mitsdien worden verzogt, omme zorg te dragen, dat telkens by het beëdigen der nieuwe Guarnifoenen, aan deze Hun Èd. Mog. intentie worde voldaan. Dat verder betreffende den zogenaamden Hogen Krygsraad , dezelve by H. E. M. worde gehouden voor afgewezen , en de Heeren Ordinaris Gedeputeerden ter Generaliteit aangefchreeven, zoo als dezelve aangefchreven worden by deezen, om aldaar te infteeren, dat de Raad van Staaten verzogt word dien poft voortaan uit den Staat van Oorlog te ligten, cn verder te vigileeren, dat door den voornoemden Hoogen Krygsraad geenerlei Aften van Jurisdictie op het Territoir der Generaliteit gepleegd worden : dat al verder door een Commiflie uit de Vergadering van H. H. M. mag worden nagegaan, op wat wyze de Militaire Ju-  tot de MILIT, JURISDICTIE. 191 Jurisdictie in de Generaliteits Landen actueel gcëxerceert word: hoedanig zulks volgens de Grondwetten moet geleideden, en welke voorzieningen voor het vervolg daar omtrend nodig zouden zyn: met verdere last aan de voornoemde Heeren Ordinaris Gedeputeerde om het daar van uit te brengen rapport ter deliberatie van Hun Ed. Mog. over te nemen. Dat voorts Hun Ed. Mog. bereid zyn, omme met de Bondgenooten in overleg te komen, op welke wys aan de Leden van den zogenaamde» Hoogen Krygsraad eenig redelyk dedommagement voor het gemis hunner Tractcmenten zoude behooren te worden gegeven, ten einde op het daar van uit te brengen rapport nader by H. Ed. Mog. te worden gedelibereerd. En is cindelyk goedgevonden met relatie tot de gevangenen, waar omtrend de procedures voor den meergemelden Krygsraad onbeflist gebleven zyn, dat het advys der Provincie van Holland zal worden afgewagt. Accordeert &c> PUBLICATIE De Staaten van Zeeland, allen den geenen die dezen zullen zien of hooren lezen , Salut! Alzo Wy zyn onderricht van de van tyd tot tyd ontdane klagten, dat door die van de Militie binnen deze Provincie Guarnifoen houdende, onder den naam van uitocffening eener Militaire Jurisdictie, zo in het Civiele als Criminele, verfcheidene inbreuken zyn gepleegd op het recht en gezag der Ordinaire Juftitie, aan welke Wy de Adminiftratie van allen Recbts- dwang  192 NALEZING van STUKKEN, dwang op Ons Souverain Territoir hebben toevertrouwd. ZOO IS 'T, dat Wy, daar tegens willende voorzien , goedgevonden hebben mits dezen t© verklaaren, dat in het Generaal, zo wel in CIVILE, als CRIMINEELE ZAKEN, alle Militaire Perfoonen, volgens de grondwetten dezer Provincie, moeten te recht ftaan voor de Ordinaire Burgerlyke Rechtbanken binnen dezelve; uitgezonderd vooreerst, in pure Militaire delicten , te weten, wanneer door een Militair Perfoon tegens de Krygsdiscipline alleen, en zonder eenig gelyktydig gepleegd commun delict, mocht wezen gepecceerd, en ten tweeden , wanneer eenige misdaad mocht zyn bedreven door den eenen Militairen Perfoon tegens den anderen in de Plaats van hun Guarnifoen, en de Delinquant by preventie door den Militairen Rechter aldaar , mocht zyn geapprehendeert; in welke beide gevallen alleen, Wy goedgevonden hebben aan die van de Militie de Judicature enStrafoeffening toe te ftaan, onverminderd zodanige nadere orders en bepalingen , als Wy daar omtrent by vervolg mogten nodig vinden te ftatueeren; alles nochthans met dien verftaande, dat in de eerfte plaats aan de Zwitzerfche Regimenten zal worden gelaten het recht van eigen Juftitie, zo verre het zelve fteunt op deTractaeten, tuffchen deeze Republiek en de Zwitzerfche Cantons gemaakt. Ten tweeden, dat zoo wanneer een Militair zig aan de misdaad van hoog verraad, binnen deze Provincie kwame fchuldig te maken, door een hem aanbetrouwden Post in handen van den Vyand te willen Hellen , of dadelyk gefield te heb-  tot de MI LIT. JURISDICTIE. 193 hebben, of den Vyand op eenigerlei wyze behulpzaam te zvn geweest, de Militaire Rechter zig de Judicature van een zoodanige zaak niet zal mogen aantrekken ; en eindelyk ten derden, wanneer het onverhoopt gebeuren mocht, dat in der tyd over deze Onze intentie, in byzondere gevallen verfchil mocht ontftaan - ofte wel, dat die van de Militaire Krygsraaden ondernamen exces te plegen, zal de zaak niet buiten haar geheel mogen worden gebragt, maar zullen de Burgerlyke Rechtbanken , daar by geconcerneerd, zig terftond deswegens moeten addreffeeren aan Ons of by Onze abfentie aan de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden, ten einde daar op, naar bevind te worden gedisponeerd. En op dat niemand, het zy in het vervolgen van zyn Recht, het zy in het adminiftreeren der Juftitie van deezen Onzen ernftigen wil, ignorantie zoude pretendeeren, zal deeze worden gepubliceerd en geaffigeerd alomme, daar zulks" gewoon is te gefchieden. Aldus gedaan en gearrefteerd ter Vergadering van de Edele Mogende Heeren Staaten van Zeeland, in 't Hof aldaar, te Middelburg, den 22 September 1783. (Onder Jlond) Ter Ordonnantie van de Hooggemelde Heeren Staaten. (IVat geteekend) L. P. van de SPIEGEL. Nal. I. Deel. I. Stuk. N XXII.  194 NALEZING van STUKKEN XXII. Advis van het Hof op deverzogte abolitie door den Vaandrig J. de Witte van de zaakbyzyn Requeft gemeld, en inmiddels furcheance.CommilT. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , in haar Ed. Groot Mog. Vergadering genomen op Vry dag den 10 October 1783. Ontfangen een Miffive van de Prrefident en Raden van den Hove, gefchreven in den Hage den 8 deezer, houdende, tot voldoening aan Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 4. der voorleede maand, derzelver confideratien en advis op de Requefte van Jacob Eduard de Witte, Vaandrig Supernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal van Yfenburg (nu Pain) in dienft van den Staat der Vereenigde Nederlanden, ten einde het aan Hun Ed. Gr. Mog. behagen mogte , al het geen door den Suppliant, in de zaak daar by gemeld, gedelinqueert, of verbeurt zoude mogen zyn, te aboleeren en teniet te doen, mitsgaders daar van aan den Suppliant te verleenen Brieven van abolitie in optima forma; en dat inmiddels, en hangende de deliberatien van Hun Ed. Gr. Mog., alles wierde gehouden in ftatu en furcheance; leggende dat Advis Declinatoir; en zynde daar by gevoegt de confideratien en het advis van den Procureur Generaal , aan het Hof, op de gewoone requifitie gefuppediteert. Fiat  tot de MILIT. JURISDICTIE. 195 Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat het voorfchreeve Advis met deBylaagen, en de bovengemelde Requeste zullen worden geëxamineert door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem , en verdere Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie,met Commisfarisfen van den Hove , en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz Refolutien. Edele Groot Mog. Heeren, Omme te voldoen aan de gerefpe£teerde ordre van U Ed. Groot Mog., vervat by hoogft derzelver Miffive en Refolutie, beide van dato 4 September 1787. met opzigt tot de Requefte van Jacob Eduard de Witte, Vaandrig Supernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal van Yfenburg (nu Pain) in dienft van den Staat der Vereenigde Nederlanden, tendeerende, ten einde het aan U Edele Gr. Mog. behaagen moge, al het geen door den Suppliant in de zaake daar by gemeld gedelinqueert, of verbeurt zoude mogen zyn, te aboleeren,en teniet te doen; mitsgaders daar van aan den Suppliant te verleenen brieven van abolitie in optima forma,en dat inmiddels, en hangende de deliberatien van U Edele Gr. Mog., alles wierde gehouden in ftatu en furcheance; hebben wy by deeze de eer, aan U N 2 Ede-  ï96 NALEZING van STUKKEN Edele Gr. Mog. te dienen van onze confideratien en advis op de voorfz Requefte. Ten dien einde nemen wy de vryheid, te premitteeren, dat het hoofdzakelyke van des Suppliants confeffie by deszelfs twee fucceffive verhooren, in datis 6, 7 en iojanuary deezes Jaars 1783, heeft beftaan in de navolgende pointen : 1 Dat hy op Donderdag den 5 September 1782 te Brouwershaven, aan zekeren van Brakel, op deszelfs verging, niet alleen zyn bereidwilligheid heeft betuigt; om op te geeven de fterkte van het Detachement op het Eiland Schouwen ; maar ook dadelyk die fterkte heeft opgegeven, als meede wie op dien tyd Commandant was te Burgt, en in de Zuidduinen, mitsgaders nog hoe veele Batteryen en ftukken Kanon rondom het Eiland waren , en zulks, na dat hy van van Brakel had verftaan, dat hy (van Brakel) zig te Brouwershaven in Commiflie bevond, wegens de Engelfche, om zekere voorgenomene Landing der Engelfche op Schouwen te bevorderen, (a) Voorts dat van Brakel hem Gevangen voor de voorfz gegeevene informatie heeft belooft honderd Ducaten, (b) 2 Dat hy Gevange vrywillig aan voornoemden van Brakel (weike hy Gevange nu wift, dat in Commisfie van de Engelfche was) geoffereert heeft te laten zien een Kaartje, het welk (a) Art. ip—23 van het eerfte Verhoor en Art. 1 en 2 van het tweede Verhoor. (b) Art. 3 vin het twjede Verhoor.  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 197 welk hy Gevange dagt, dat aan van Brakel in zyne zaak (de voorgenomene Landing) dienftig zoude kunnen zyn. (c) 3 Dat hy zig op gemelde Donderdag aan voornoemden van Brakel geëngageert heeft, om de voorgemelde Landing te faciliteeren. (d) 4 Dat hy Gevangen zig genegen heeft getoont, om van Brakel voor zyn vertrek nog eens te fpreeken. (e) 5 Dat op gemelde Donderdag, tusfchen hem Gevange en van Brakel, eene vafte affpraak was gemaakt,om eikanderen Vrydag teZirkzee te zullen zien, en dat van Brakel hem dan den Patroon van hem van Brakel zoude aan wyzen. (f) 6 Dat hy aangenomen heeft, aan van Brakel een accurate Kaart te zullen bezorgen ; en dat hy die Kaart ook vervaardigt heeft, met een*oogmerk om de Landing te favorifeeren. (g) 7 Dat hy aan van Brakel gefchreeven heeft een Misfive onderteekent Vaderlander, by welke Misfive hy heeft opgegeven het gunt daar by is vermeld, (h) cn dat hy die alzoo onderteekent heeft, ook om reden, dat, wanneer zoodanige brief mogt vermift. worden, (c) Art. 28 van het eerfte Verhoor junéto Art. 4 van het tweede Verhoor. (d) Art 33 van het eerfte Verhoor. (jt) Art. 35 van het eerfte Verhoor. (f) Vraag agter dito Art. 35. (g) Art. 56 en 60 b. van het eerfte Verhoor jun&o dito Art. 28. (h) Art. 64 van het eerfte Verhoor. N 3  198 NALEZING van STUKKEN den, de correspondentie tusfchen hem Gevange en van Brakel niet zoude ontdekt worden, (i) 8 Dat op voorgemelde Donderdag, de af. fpraak tusfchen hem Gevange en van Brakel is geweeft, dat, in gevalle de Landing op het Eiland Schouwen zoude gefchieden, en by aldien hy Gevange alsdan op de Batterye den Os zoude commandeeren, hy Gevange geene Allarmfchoten zoude laten doen, en dat van Brakel zulks aan hem geproponeert, en hy het zelve aangenomen heeft, (k) 9 Dat het de pligt van een Ingezeeten van den Lande is, om, zoo dra hy eenige kennis bekomt van een verraad tegens zyn Vaderland gefmeed, daar van ten fpoedigften, ter plaatze daar het behoord, kennis te geven, en dat het verzwygen daar van op zig zelf een zwaare misdaad is. Dat ondertusfchen hy Gevange zedert den september, wanneer van Brakel, zeggende voor de Engelfche in Commiflie te wezen, om een Landing te bewerken, aan hem Gevange in fecretesfe het voorneemen van eene vyandlyke Landing op het Territoir van den Staat had gecommuniceert, tot zyn eerfte aanhouding toe, nooit aan iemand van dit verraderlyk voorneemen kennis heeft gegeven; en dat hy overzulks zig zeiven, door dit verzwygen, aan zwaare misdaad fchuldig gemaakt heeft. (1) io (i) Art. 15 van het tweede Verhoor. (k) Art. 72 van het eerfte Verhoor. (O Art. 16, 17 en 18 van het tweede Verhoor.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 199 110 Dat, vermits het tot hier toe door hem geconfesfcerde, hy zigfchuldig gemaakt heeft aan verftandhouding, ten einde den toeleg, die de Vyand, volgens zyne gedagten, had gemaakt, om een Landing op het Territoir van een der Provinciën van den Staat der Vereenigde Nederlanden, in welker eed en dienft hy Gevange was, te doen, te faciliteeren, en daar in behulpfaam te zyn, om dien toeleg te doen gelukken ; en dat hy dus zig aan de misdaad van Landverraad fchuldig gemaakt heeft, (m) En voorts heeft de Gevange, op het einde van deszelfs tweede verhoor, eenige redenen voorgedragen, welke hy gemeent heeft tot zyne verfchooning of excufatie van zyn misdaad in deezen te kunnen ftrekken; als in de eerfte plaats dat hy daar toe door den voornoemden van Brakel, met veele fchoonfchynende redenen , was gefeduceert; ten tweede zyne zeer jonge jaaren (als zynde toen nog geen negentien jaaren oud) en den korten tyd, (namelyk van twee jaaren) dat hy nog maar in den dienft was geweeft; ten derde, zyn Gevangens armoede , en hoop, om gered te kunnen werden uit zyne fchulden, door de beloofde honderd Ducaten; en eindelyk in de vierde plaats, dat zyn voorneemen nimmer was geweeft , om de peprojeéteerde Landing dadelyk te favorifecren; met by voeging van zekere omftandigheid, waar uit het zelve zoude kunnen blyken. Alle welke, en nog meer andere redenen, de Suppliant vervolgens by zyne voorfz. Requefte (hi) Art. 19 van het tweede Verhoor. N 4  2oo NALEZING van STUKKEN quefte om abolitie nader in het breede heeft i gedetaillccrt. Het zal 'er, Edele Groot Mog. Heeren,ver- n volgens op aankomen, wat 'er zy, in de eer. vi fte plaats, van de waarheid; cn ten tweede, n van de relevance van de pofitiven, op het gf verzoek om abolitie, by des Suppliants Requefte v; vervat. ]: Betreffende het eerfte , zoo remarqueeren vi wy, dat wel, ja eenige van de voorfz pofiti- è ven der waarheid conform zyn, als daar is, t het gunt den Suppliant heeft geavanceert, no- z pens de abominable feductie 'door van Brakel z ten zynen opzigte gepleegt, cn de liftige per. I fualiven daar in gebruikt (als dat zoodanige ï Landing niet met al was, dat men daar door veel eerder de Vreede zou krygen , datdePrins van Walles dan zou trouwen met de jongePrinces van Orange, en dat de Suppliant dan haaft , uit zyn liegt Guarnifoen zoude raken, en diergelyke redenen meer) zonder dat ook de Sup- 1 pliant, voor of na, met iemand anders, over ' de zaak der Landing, om dezelve te faciliteeren, hadde gefprooken of gehandelt; als meede dat de Suppliant nimmer helder of penning van van Brakel heeft genoten; voorts, no- " pens des Suppliants zeer jonge jaaren, en behoeftige toeftand; als meede met opzigt tot l het brouillon of kaartje, het welk van Brakel » is magtig geworden; de wyze waar op zulks is !: toegegaan, en de gebrekkelykheid van het zei- " ve kaartje , zulks het van geen dienft voor den Vyand, in de te onderneemene landin' zou hebben kunnen zyn.* Wyders bet geavanceerde, met relatie tot de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 201 de belofte, van het laaten zvvygen van debatterye den Os, dat namentlyk ook de prseltatie van die belofte van weinig of geen nuttigheid voor den vyand zoude hebben kunnen zyn, als meede dat een landing by of omtrent den Os, genoegzaam onmogelyk zou geweeft zyn; als van welk een en ander uit de refpeclive verhooren van van Brakel, en de confrontatie van den zeiven met den Suppliant, gelyk mede uit het geattefteerde van den Lieutenant Collonel Ingenieur C. J. van de Graaf by deszelfs verhoor in dato 3 January 1783, en uit zekere Miffive van den Collonel Pain in dato Zierkzee 13 Oétober 1782 kan confteeren: (n) Terwyl, ook nopens het geallegeerde van den Sup- (n) „ Men zie fpecialyls'met relatie tot de feduiïie twaelfde* verhoor van van Brakel op de Voorpoorte van dato 23 „ January 1783 C: C. I en 2 loco, Art. 5, 7, 8, 17, 22, ,, veeitiende verhoor en confrontatie met de Witte, in dato „ 31 January 1783 E: E. 1 en 2 loco Art. 1, 7 met de „ daar agter ftaande vragen en refpohfiven, twaalfde vers, hoor in de Caftelenye, in dato 15 November 1782. M. „ 1 en 2 loco Art. 20, voeg 'er by de twee laatfte verhoo- ren van de Witte, voor den Militairen Ilegter, in dato„ 9 en 11 Oftober 1782. „ Voorts met ïelntie tot het Breuillón of Kaart 7 en 9 „ verhoor van van Brakel op de Voorpoorte in dato 28 No,, vember 1782 en 11 January 1783 X. 1 en 2 en Z. 1 en 2 „ loco, dertiende verhoor van van Brakel op de Voorpoor- te in dato 28 en 29 January 1783. D. ü. 1 en 2 loco, „ Art. 1 en 15. „ Wyders met relatie tot de belofte van den Suppliant om „ den Battcrye den Os te zullen doen zwygen, negende „ Verhoor op de Voorpoorte in dato 11 January 1783 Z. „ 1 en 2 f: Art. 13. veertiende Verhoor of continuatie van ,, het zelve, en confrontatie met de Witte, in dato 1 en 3 Febrtiary 1783 F. F. Art. 10. N 5  202 NALEZING van STUKKEN Suppliant, dat al het gunt door van Brakel was voorgewend, niets anders was geweeft, dan een figment, wy ten dien opzigte, U Edele Groot Mogende kunnen informeeren, dat het, zoo uit de ingewonne informatien , als uit de fucceffive verhooren van voornoemden van Brakel, welke vol zyn van contradiétien en onwaarfchynelykheden , aan het Hof meede zeer prafumtif is voorgekomen, dat die geheele hiltorie van zekeren Mr. Crefit met deszelfs Joodfchen Knegt, welke de Patroonen van van Brakel zouden zyn geweeft, door voornoemden van Brakel tegen de waarheid was verzonnen ; in zoo verre zelf, dat het Hof, by Refolutie van den 4 April 1783, conform de mondelinge conüderatien van den Procureur Generaal, heeft goedgevonden, dat voornoemden van Brakel particulierlyk op dat point (namelyk van de al of niet exiftentie van dien zoo genaamden Mr. Crefit) voor den vollen Raad zou werden gehoord, en, in gevalle hy alsnog by zyne ten dien opzigte gegeevene refponfiven mogt blyven perfifteeren, alsdan tot een fchcrper examen, te weeten eene geesfeling in de Pynkelder, zou werden gebragt, ten einde hem de waarheid te doen confesfeeren; zoo als het zelve dan ook op den 17 daar aan volgende ten effecte is gebragt; dog (waarfchynelyk door de hartnekkigheid van denzelven van Brakel) met geen ander gevolg dan dat hy, tot twee driemaalen toe, aan de Paal geconfesfeert hebbende, dat hy gelogen had, en dat 'er geen Mr. Crefit had geëxteert, telkens die zyne confeflïe weder heeft geretracteert, uitwyzens het verhoor van den zeiven voor den vol-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 203 vollen Raad in dato 17 en 18 April 1783, zynde voor het overige ook conform de waarheid, het gunt door den Suppliant, met opzigt tot de langduurigheid zyner Gevangenis, is gepofeert; en ook zeer geloofwaardig het gunt door hem is geavanceert, met opzigt tot de zwaare doods-angften, welke hy, geduurende eenigen tyd, in die zyne Gevangenis, zoude hebben gefupportcert. Edog , wat het verdere gepofeerde by de voorfz Requefte betreft, en fpecialyk het gunt de Suppliant heeft voorgegeven, zoo omtrent zyne intentie , dat namelyk dezelve nimmer zoude hebben geftrekt om de Landing te favorifeeren, maar alleen om honderd Ducaten van van Brakel magtig te werden, en de omftandigheid, waar mede hy het zelve heeft getragt te bewyzen, als met opzigt tot de noodzaake, die hy gehad hadde, om het geen van Brakel hem had voorgeltcld te verzwygen; gelyk meede, omtrent zyne befchouwing van den beginne af van dit Plan, als onuitvoerlyk,zoo ftryd het zelve immers grootendeels, en tegen alle waarfchynelykheid en tegen des Suppliants hier vooren gedetailleerde uitdrukkelyke confesfie, want, wat betreft des Suppliants voorgeeven, nopens zyne intentie, zoo is daarmede niet te compaileeren, dat de honderd Ducaten reeds verdient waren, door de opgave van de Batteryen, van het Kanon , en het caliber van het zelve; en dat hy geconfeffeert heeft, naderhand van Brakel by zig genodigt te hebben, om hem wat te laten zien het geen hem in zyn zaak, (waar door hy de landing verftond) konde dienen, en aan van Brakel een  204 NALEZING van STUKKEN een Kaartje belooft, en liet zelve vervaardigt te hebben, om de landing te favorifeeren; en, wat de omftandigheid aangaat, welke hy tot bewys van zyne intentie heeft bygebragt, behalven dat defelve niet is gevcrilieert, zoo fèhytJt dezelve ook weinig uic te doen , om deeze zyne intentie te probeeren, alzoo iemand, die Landverraad in de zin had, ligtelyk in dier voege zig gedragen kon, al ware het maar om meerdere fiducie in zyn Perfoon te verwekken; en,wat aanbelangt de noodzaake, om het geen door van Brakel hem was voor- geiteld te verzwygen, zoo was er zoodanige noodzaake in het geheel niet; en al het geen daar omtrend nog al eenige bedenking mogt kunnen geeven, wierd weggenomen, toen hy de brief van van Brakel, onderteekend pro patria, in handen had; cneindelyk, wat concerneert het gunt de Suppliant heeft geavanceert, om U Edele Gr. Mog. te doen geloven, dat hy dit Plan van den beginne af, als onuitvoerelyk , zoude befchouwd hebben; het zelve werd voor een groot gedeelte geënerveert, door de evcngemelde voordragt der omflandig- ren, heeft voorgedragen; dcwyl daar uit blykt, dat hy het, na zyn begrip, niet onmogelyk geagt heeft, dat 'er Vyandclyke Schepen tot digt by de Batterye den Os konden naderen. Ondertusfchen is het zoo verre van daar, dat de voorfz tegen de waarheid ftrydende, voordragt van zaken, den Suppliant in deeze zoude kunnen van eenig voordeel zyn, dat in tegendeèl dezelve alleen genoeg zoude mogen geagt worden, om Hem zyn verzoeK om gratie te  tot de MILIT. JURISDICTIE. 205 te doen afflaan; dewyl het eerfte en voornaa; me requifit, om gratie met effect te kunnen obtineeren, daar in geleegen is, quod preces veritate niti debcant, boven en behalven, dat, | zoo wanneer het met de zaak waarlyk zoo geleegen legt,als het verflert en opgelchiktverhaal , by de Requefte gedaan, medebrengt, de Suppliant dan, als genoegzaam van alle misdaad vry, geen gratie zoude van noden hebben. Edog, zonder dit verder te urgeeren, over' gaande tot een kort onderzoek van de relevance der na waarheid dan ter nedergcftclde gronden van des Suppliants verzoek, zoo neemen wy de vryheid, te prcemittecren, dat de Suppliant, gelyk hy door den Procureur Generaal is geaccufeert, zoo ook volgens deszelfs hier vooren gedetailleerde confesfie, zig zeiven ten volle geconvinceert gehouden heeft, dat hy zig aan de misdaad van Landverraad heeft fchuldig gemaakt. En, offchoon wel eenige fpeculatie zoude kunnen vallen (zoo als de Suppliant zelf dat by zyne Requefte heeft getoucheert) of ten deeze, behalven zyne voorfz confesfie , wel kwame te confteeren de corpore delifti; aangezien het geheele voorgeeven van van Brakel (dat hy namelyk van den Vyand eenige com' misfie zou gekregen hebben) na alle apparentie een louter figment zynde, warelyk en we. zentlyk geene verrading van het Land aan den Vyand zou hebben plaats gehad; zoo verlicft die geopperde bcdenkelykheid in dit geval, merkclyk van haar kragt, als geconfidereert werd, dat de Suppliant, volgens zyne confesfie,  ïoö NALEZING van STUKKEN fie, niet alleen heeft gehad de wil en het voor. neeraën, om den Vyanti in eene vermeende Landing behulpzaam te zyn, maar dat hy dien wil, en dat voorneemen ook, zoo door daden, als door nalatigheid , van dat gunt te doen, waar toe hy gehouden en verpligt was, na buiten heeft gemanifefteert; (wy bedoelen zyn engagement, met woorden en beloften, aan den voornoemden van Brakel gedaan, de mondelinge en fchriftelyke opgave van de Batteryen, het caliber van het Kanon, cn van de bezetting van het Eiland Schouwen ; en des Suppliants reticentie, of verzwyging, van het gunt hem van voornoemden van Brakel was voorgekomen; al het welk in de Perfoon van den Suppliant te meer als misdadig moet geagt worden, om dat dezelve is een Officier, die by Eede zig had verbonden den Lande getrouw te zyn, en het zelve te helpen bewaren en befchermen) en dat vervolgens het daar voor kan en moet gehouden werden dat het corpus deli&i, in gemelde engagementen, en reticentie zelve geleegen zy; nadien iemand ook gereekendwerd, zig aan Landverraad fchuldig gemaakt te hebben, wanneer hy zyn voorneemen daar toe door uiterlyke daden manifefteert, zonder dat het nodig is, dathetLand warelyk aan den Vyand verraden zy. Maar dan is, Edele Groot Mog. Heeren, in de tweede plaats de vraag, of van een delict van Landverraad (waar van de Suppliant door den Procureur Generaal werd befchuldigd) wel om eenige reden gratie vermag verleend te werden ; of liever, of aan den Souverain wel gevoegelyk, en met genoegzame grond door deszelfs  tot de MILIT. JURISDICTIE. 207 gelfs confiliarii, in zoodanige materie favorabel vermag te werden geadvifeert? Wanneer , Edele Gr. Mog. Heeren, het vyf en twintigfte Articul van de Crimineele Ordonnantie werd ingezien, zoo werd bevonden, dat dat geene van de by de Requefte geallegeerde redenen, van dien aart, en van dat gewigt zyn, dat om dezelve gratie van de voornoemde allerzwaarfte misdaad van Landverraad zou behooren verleend te werden; Dan wy voegen 'er in de tweede plaats by, dat ook geene van de by den Suppliant geavanceerde redenen bevonden werden van dien aart: en gefteldheid, of dezelve kunnen, by den Regter in een geregterlyk onderzoek van des Suppliants zaak, in aanmerking genomen werden; de eenvoudige rememoreeringe der hier vooren in hetbreede opgegeevene redenen van excufatie, als die genomen zyn uit des Suppliants jongkheid, armoede, de liftige wyze van feduftie, de omftandigheden , betrekkelyk tot het Plan, of gewaande Plan der Landingen, voorts wegens des Suppliants uitgeftaanc doods* angften in de Gevangenis, en de langduurigheid der Gevangenis zelve, kan voor een betoog van het voorfz verftrekken; alleen zoude met opzigt tot des Suppliants voorfz langduurige Gevangenis, eenige bedenking kunnen ontftaan, of niet, dcwyl dezelve, nog aan den Suppliant nog aan den gewooncn loop der Regtspleeginge is toe te fchryven, nemaar, door een zamenloop van extraordinaire omftandigheden, en zelfs door de deliberatien van U Edele Gr. Mog., is toegekomen, die confideratie van dien aart zoude zyn, dat op dezelve meer hy den Souverain zelve, dan by den Regter reguard zoude behooren genomen te werden. Wy vinden ons vervolgens genoodzaakt,op alle de voorgelegde gronden, te befluiten, en NaL l.Ded. I. Stuk. O dien  aio NALEZING van STUKKEN dien conform, aan U Ed. Gr. Mog. te advifeeren, dat UEd. Gr. Mog. het verzoek, door den Suppliant by deszelfs voorfz Requefte aan UEd. Groot Mogende gedaan, zouden behooren te wyzen van de hand. Ons niet te min eerbiedig refereerende aan het hoogwys oordeel en goedvinden van U Ed. Gr. Mog. Wy ncemen intusfchen ook de vryheid hier nevens te voegen de Confideratien en bet Advis van den Procureur Generaal, aan het Hof, op de gewoone requilitie gefuppediteert. Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren, bidden wy God Almagtig, U Edele Groot Mog. in eene langduurige en voorfpoedige Regeering te conferveeren. öefchreven in den Hage den 8 Oétober 1783. Onder ftond, U Edele Groot Mog. ganfeh Dienftwillige, De Pradident en Raden over Holland, Zeeland en Vriesland. Lager ftond, Ter Ordonnantie van dezelve, Was gcteekent, ¥. T. Royerï XX HL  tot de MILIT. JURISDICTIE, ï*X XXIII. )I i C O NS IDËRJTIE N en Afch van den Procureur Generaal over Holland-, Zeeland en Vriesland, op de Requefte, aan Hun Edele U Groot Mog. geprefenteert , door Jacob Eduard de Witte, Vaandrig fupernuw.erair in het Regiment van :• den Lieutenant Generaal Grave [, van Tzenburg, (nu Pain) in dienft van den Staat der Vereenig- e, de Nederlanden, Gevangen op de Voorpoorte van den Hove. :. Edele Mogende Heeren! )■ De Ondergefchrecve geëxamineert hebbende de Requefte, aan Hun Edele Gr. Mog. geprrefenteert, by Jacob Eduard de Witte, Vaandrig fupernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal Grave van Yzenburg (nu Pain) in dienft van den Staat der Vereenigde Nederlanden , gevange op de Voorpoorte van den Hove, verzoekende en fmeekende om redenen in het breede daar by geallegueert, dat het aan Hun Edele Gr. Mog. behagen moge, al het geen door den Suppliant in deeze gedelinqueert of verbeurt zoude mogen zyn, te aboleeren en te niet te doen; mitsgaders daar van aan den Suppliant te verleenen Brieven van abolitie in optima forma, en dat inmiddels en hangende de deliberatien van Hun Edele Gr. Mog. alles moge werde gehouden in ftatu en furcheance. Heeft de eer, ter eerbiedige voldoeninge O 2 aan  «rr* NALEZING van STUKKEN aan de Refolutie van den Hove in dato 8 September 1783 vooraf te remarqueeren, dat offchoon de aanleidende oorzaken en de horrible feductie, waardoor de Suppliant tot het pleegen van de misdaad van Landverraad is verleid geworden , by de voorfz Requefte , meerendcels conform de waarheid werden voorgedragen , egter de misdaad zelve, cn vooral niet in die aggravcerende omftandigheden, als dezelve by den Suppliant is geconfelfeert,en uit deszelfs verhooren in de crimineele conclufie (waar van bereids tegen den Suppliant is gedient) is ovcrgebragt, by de voorfz Requefte geenzints naar waarheid is gedetailleert geworden , het welk de Ondergefchreeve gemeent heeft alhier kortelyk te moeten noteeren ponder nodig te hebben, zulks uit vergelyking van de judicieele confeflie, met de pofitiven van dit Requeft, breedvoerig par le minu te betogen , te minder , daar de Stukken van dit Proces , en dus vooral ook de confesfie van den Suppliant bereids eenigen tyd onder het oog van Hun Edele Gr. Mog. geweeft zynde, men zeker mag ftellen, dat het verfchil tusfchen de voorfz confesfie, en het voorgeeven by de gemelde Requefte daar omtrent gedaan , ook reeds by Hun Edele Groot Mog. zal opgemerkt wezen. En dus flatteert zig de Ondergefchreeve, nopens de van hem gerequireerde confideratien en advis, aan de intentie van den Hove te zullen voldoen, wanneer hy zig ten deezen bepaald by een onderzoek en betoog van deeze twee zaken. Voor eerfl: of de tweeleedige misdaad, waar auz  tot de MILIT. JURISDICTIE: 213 aan de Suppliant zig heeft fchuldig gemaakt, en welke hy behoorlyk heeft geconfesfeert, van die natuur is, dat daar omtrent gratie van Hun Ed. Gr. Mogende zoude behooren plaats te vinden, en wel zoodanige gratie, waar door de Souverain zoude abolceren en te niet doen, al het geen de Suppliant in deeze zoude mogen hebben gedelinqueert of verbeurt. In de tweede plaats, zoo deeze misdaad van den Suppliant al niet op zig zelve gratiabel of tot een verzogte abolitie gefchikt mogt wezen, of dan egter in deezen concurreeren, en by de voorfz Requefte gefuppediteert worden zoodanige omftandigheden en zaken, welke mogelyk by den Hove in Judicando, tot mitigatie van de ordinaire ftraf in overweeging hadden kunnen komen, en nu aan Hun Ed. Groot Mog. by de voorfz Requefte voorgedragen, hoogftdezelve, zoo niet tot het accordeeren van de verzogte abolitie in eene ten eenemaale te niet doeninge van de voorfz misdaad, zoude behooren te permoveeren , om dit verzoek van den Suppliant niet ten eenemaal van de hand te wyzen, maar egter eenige gratie aan den Suppliant ten deezen te accordeeren. Met opzigt tot het eerfte point, namelyk de tweeleedige misdaad confesfeert de Suppliant, i. Dat hoe zeer hem bekent was, dat het niet alleen de pligt van eenlngezeeten van deezen Lande is, om zoo dra hy eenige kennis bekomt van een verraad tegen zyn Vaderland gefmeed, daar van ten fpoedigfte ter plaatze daar het behoord kcnnisfe te geven, maar dat het verzwygen daar van op zig zelve een zware misdaad is, hy Gevange egter het voorgeeO 3 ven  214 NALEZING van STUKKEN ven van Pieter van Brakel (zeggende voor de Engelfchen in commisfie te wezen om een Landing te bewerken) aan hem Suppliant in fecretesfe geopenbaart, heeft verzwegen, en tot zyne apprehenfie toe,aan niemand geopenbaart, en dat hy Suppliant zig dus daar meede aan een zwaare misdaad heeft fchuldig gemaakt. Wyders 2. Dat hy Gevange zig aan gemelde van Brakel heeft geëngageert, om van zyne kant, de voorfz Vyandelyke Landing te favorifeeren , en ten dien einde met den zeiven heeft gemaakt een affpraak , dat indien de voorfz Landing op de Goederée gemunt was, hy Suppliant 'er niet meede te doen zoude hebben, om dat de Engelfchen uit de Noordzee moetende komen agter de Plaat de Springer, die de Goerée dekt, heen moeiten vaaren, en men dus met de Batteryen van het Eiland Schouwen en Duyvcland niets konde uitregten , om dat de tusfchenwydte te groot was en met het Kanon niet konde beftreeken worden. Dog dat in geval de Landing op het Eiland Schouwen zoude gefchieden, het wel denkelyk was, dat de eerfte aanval zoude gefchieden op de Batterye den Os, dewyl de Engelfchen dan zouden moeten komen door het Jobsgat, het welk gelegen is tusfchen de Banjaard en de Springer, en vervolgens in het Brouwershavenfe gat, en dat dus de affpraak is geweeft, dat in dat geval, by aldien hy Suppliant alsdan daar zoude commandeeren, hy Suppliant geen Alarmfchoten zoude laten doen, zoo als zulks alles door gemelde van Brakel was geproponeerd  tot de MILIT. JURISDICTIE. 415 fleert, en by den Suppliant om de voorfz Landing te favorifeeren en te faciliteeren was aangenomen geworden. Dat eindelyk de Suppliant, om aan zyn voorfz engagement, om meergemelde voorgenomen Landing te favorifeeren, aan gemelden van Brakel, onder belofte van belooning, een accurate Kaart van het Eiland Schouwen en Duiveland heeft toegezegt, en ook dadelyk heeft afgemaakt, en wyders nopens de fterkte van het voorfz Eiland ,het getal der Batteryen en de Hukken Kanon eerft mondeling cn daar na fchriftelyk heeft gegeven zoodanige informatien, als by zyne confesfie, en de crimineele conclufie, tegens den zeiven genomen, breeder kan gezien worden. En dus dat de Suppliant volmondig heeft moeten bekennen, dat hy zig heeft fchuldig gemaakt niet alleen aan het verzwygen van een aan hem geopenbaart Landverraad, maar ook aan verftandhouding, ten einde den toeleg , dien de Vyand volgens' zyn gedagten had gemaakt, om een Landing op het Territoir van een der Provinciën van den Staat der Vereenigde Nederlanden, in welkers eed en dienft hy was, te doen, te favorifeeren, en daar in, om dezelve te doen gelukken, behulpfaam te zyn, en dat de Suppliant dus heeft moeten bekennen, zig fchuldig gemaakt te hebben aan de misdaad van Landverraad. Dat nu zoodanige misdaad opzettelyk gepleegt, geen object van gratie is, blykt uit de enormiteit van de misdaad zelve, graviffime enim dclinquit qui contra Majeftatem imperii quid molitur, qua propter hoe Crimen omnium O 4 de-  zx6 NALEZING van STUKKEN deli&orum, qua; in homines committi poffunt, i (volgens het algemeen gevoelen der D. D.) , ï gravisfimum eft. Dat het boven dien ook van s al te dangereufe gevolgen moet geoordeelt i worden , om te aboleeren, en te niet te doen : i een gepleegde misdaad van gekwetfte Majefteit, i waar van de kwade Menfchen niet alleen for- ( midine pcens, maar ook door het beneemen i van alle hoop op gratie behooren gedeterreert i en afgefchrikt te werden. En waarom dan ook de Ondergefchrecven :1 (onder eerbiedige correctie) dunkt, dat van ; i wegens den Hove op dit verzoek van den Supr :; pliant, zoo als hetzelve legt disfavorabel aan ( Hun Edele Groot Mog. zoude behooren ge- 1 advifeert te werden. Dan vermits de ganfche Natie over het fort \ van deezen Suppliant, ja, zoo de Onderge-, i fchreeve vertrouwt, zyne Regters zelfs (voor i zoo verre zulks met het Regt kan en mag be- ■ Haan) met meedelyden over dit geval van den ; Suppliant zyn aangedaan , en zulks alles beruft i op eenige van die gronden, welke, om hun Edele Groot Mog. tot het verleenen van de verzogte abolitie te permoveeren, bydesSup-* i pliants voorfz Requefte in het breede zyn geal- | legeert en gedecailleert geworden. En waarom de Ondergefchreeve dan ook zig i verplicht acht, om die gronden te toucheeren, daar op zyne confideratien te fuppeditceren 5 en vervolgens daar op te dienen van zyne confideratien en advis, en dus hier mede overgaande. Tot het tweede Poinct, namelyk, zoo dee- : ; ze misdaad van den Spppliant al niet gratiabel ;  tot de MILIT. JURISDICTIE. 217 of tot een verzogte abolitie gefchikt mogte wezen, of dan egter in deezen niet concurreeren, en by de voorfzj Requefte gefuppediteert werden eenige omftandigheeden en zaaken, welke het Hof zouden kunnen permoveeren, om, wel niet voor het accordeeren van de abolitie, maar egter voor het verleenen van eenige gratie, favorabel aan hun Edele Groot Mog. te advifeeren. Na dat de Suppliant zyn geval met gemelden van Brakel, van den beginnen af tot zyne incarceratie toe by de twaalf eerfte pagina's van zyn Requeft, n^erendeels naar waarheid,hadde genarreert, heeft dezelve tot een eerfte grond van verfchooninge geallegueert. Dat hy met al het geene, door hem in de voorfz zaakc is gedaan en verrigt, wel een voorneemen heeft gehad, om van den voornoemden van Brakel, de beloofde honderd Ducaatcn magtig te worden , dog geenfints eenige de minfte intentie zoude gehad hebben om zig aan eenige ontrouw of verraad van zyn Vaderland fchuldig te maaken, neen, maar in tccgendcel vaftelyk zoude befloten hebben , om na dat hy de voorfz honderd Ducaaten magtig zoude zyn geworden, zig niet verder met den voornoemden van Brakel op te houden, en zig van zyn eed en pligt ten opzigte van zyn Vaderland in allen gevallen, als een Man van eer betaamt, te quyten. Lcyferus in zynemeditation. ad Pandetl.fpecim. 568 de Perdiiellis §. 4. verhandelt daar genoegzaam dezelve quaeftie, namentlyk, an qui, fine animo Reipublicae nocendi Confilia quidem cum |iofte de ïlla prodenda iniit, at de Conliliis iftis O 5 ex-  2i8 NALEZING van STUKKEN exfequendis nunquam cogitavit, fed hoftem deciperc ac pecunia cmungere voluit, Perduellis dici poffit. Ulpianus in L. i. §. 3. D. de dolo malo. een diftinétie maakende tufichen een dolus bonus, en een dolus malus, noemt, fubdolas iftas contra hoftem machinationes dolum bonum & folertiam. Leyferus daarentegen d. L. meent dat de zoodanige wel te regt als een perduellis moet geftraft werden, en beroept zig daar toe op het Judicium Juris confultorum Vitembergenfium, ex quo apparet; talem reum inAentionem ac conatum plane negalfe ; & tarnen condemnatum fuifle. En offchoon dan op deeze grond des Suppliants eerfte reeden van verfchooning hem niet te zeer te ftade zoude kunnen komen, zoo mcriteert het egter eenige confideratie, dat het voorgceven van den Suppliant, dat het hem maar te doen is geweest om den voornoemden van Brakel te bedriegen, en de beloofde honderd Ducaaten magtig te worden , maar geenfints dat hy een intentie gehad, veel min getragt zoude hebben zyn Vaderland te verraaden, dit zyn voorgceven niet, gelyk in het Wittembergfche geval, alleen op woorden berust , maar door een zeekere daad na buiten werd gecorroborcert, zoo als de Suppliant dit geval en bewys van zyn pligt en iever betoond ter occafie van het naderen van eenige Schepen, die, uit onkunde, geen Sein gedaan hadden , en daarom voor Vyandelyke Schepen wawaren aangefien, niet alleen by zyn voorfz. Requeft, maar reeds by zyn Verhoor voor het Col-  5 tot de MILIT. JURISDICTIE. 219 Collegie van den Raade, tot zyne defenfie heeft opgegeeven. En of wel dit gedrag van den Suppliant omtrent van Brakel gehouden, en zyn oogmerk om den zeiven langs deezen weg van honderd Ducaaten te ontzetten op zig zelve weinig verfchooning kan vinden, en zelfs in het geheel van misdaad niet kan vrygefprooken werden, zoo tragt egter de Suppliant zulks eenigzints verfchoonbaar te maaken daar meede, datjiy als Vaandrig fupernumerair op Cadets Tracïement dienende en van zyn Familie byna geen onderftand kunnende bekomen,in fchulden was geraakt, en dus vermeint zig door de gemelde honderd Ducaaten eenigzints te zullen kunnen redden , dog dat hy nimmer eenige Penningen van gemelden van Brakel ontfangen hebbende, overzulks zyne intentie geen effect hadde geforteert. Nopens de misdaad gelegen in het verzwygen en niet openbaaren van het voorftel van een Vyandelyke Landing door van Brakel aan hem Suppliant gedaan, allegeert de Suppliant tot zyne verfchooning , in de eerfte plaats, dat hy in dat geval zyn oogmerk om de voorfz honderd Ducaaten meester te worden dan niet hadde kunnen bereiken, maar in de tweede plaats, dat dit voorftel aan hem door van Brakel, remotis arbitris, gedaan zynde, hy huiverig zoude moeten geweest zyn, om het zelve te openbaaren, als daarvan geen bewys kunnende fuppediteeren, en waar door hy dus zig zelve in merkelyke ongeleegenthcid zoude hebben kunnen brengen. Cundling in zyn Tractaat, geintilukert fingu- 1(1-  üzo NALEZING van STUKKEN laria ad legem Majejiatis itemque de filentio in hos erimine, leerd wel Cop. 4. §. 6. Legislatores non ita rigidos eife debere, ut ad quamvis vulgi auram, & vagos remusculos denuntiandi neceffitatem imponant fuis, maar vermits hy op het fterkfte had getoond en beweezen lolum filentium in crimine Majeftatis jure puniri, Zoo raad hy egter alle en een iegelyk ut fine fcrupulo, quod cognoverint,apcriant,'ne dum evitare charybdim ftudent in fcyllam funeftiori cafa praicipitentur, hoe zeer het altoos een waarheid blyft dat een accufalie van zoodanige misdaad, zonder van behoorlyk bewys voorfien te weezen, ten uiterfte gevaarlyk is, zoo als Ly. ierus m zyne Meditat. ad Pandect. fpecim. 168. §. 7. daar van een allernotabelst voorbeeld opgeeft. Maar hoe zal deeze verfchooning eenige grond voor de verfogte abolitie kunnen opleeveren > byzonder als men 1. diftingueert tusfchen het openbaaren van een voorgekomen verraad, waar omtrent men volftaan kan, met de voorgekomen omftandigheeden , aan den geenen, die daar toe competent is, te openbaaren , en de verdere recherge, ter ontdekking aan dcnzelv-en over te laaten,en tusfchen net iormeel accufeeren van iemand van verraad , waar door men zig tot het bewys obligcert en verbind, en men confidereert 2. daar by, dat de Militaire Wetten, waar van de Suppliant geen onkunde mag voorwenden, en welKc oP het verfwygen van een voorgekomen misdaad van Landverraad de dood Hellen, hem daartoe allezints verpligten, als te zien is Art. Lr J VfJ- Articuihr^f of Ordonnantie op de wnpline Militaire geatKfefitt 13 Augufty 1590, er4  tot de MILIT. JURISDICTIE. i2i cn in dier voegen met relatie tot beide de voorfz Articulen gebleevcn by den Articulbrief geamplieert 9 Mey 1705. De Suppliant draagt wyders, zoo tot verfchooning van zyn misdaad in het generaal, als om te doen zien dat zyn oogmerk alleen zoude geweest zyn, de bovengemelde honderd Ducaaten te bekoomen, voor , dat hy van den beginnen af aan , de voorgeftelde Landinge als onuitvoerlyk befchouwt, en alzoo zig voorgeftelt zoude hebben, dat dezelve nimmer ondernomen zou kunnen werden, welke voorfz onuitvoerlykheid hy dan wyders uit diverfe refpeóten by de voorfz Requa?fte tragt te betoogen. Dog de Ondergefchreeven meend dat het zeer twyffelagtig , en veel eer als onwaar moet voorkomen, dat de Suppliant dit Plan van een Vyandelyke Landing van den beginne af aan, als onuitvoerlyk zoude befchouwt hebben , ten minften tot de overtuiging der onuitvoerlykheid van diergelyk Plan van Landing behoord een volleedige kennis van de dieptens welke de Vyandelyke Schepen in het naderen, en de Plaaten welke zy moeiten myden, nodig hadden, maar de Suppliant betuigt by dat zelve Requeft, dat hy geen kenniffe altoos hadde van de Gronden, Plaaten , Dieptens en Ondieptens aldaar gevonden wordende, en heeft dus ten dien opzigte over de mogelykheid of onmogelykheid van zoodanige Vyandelyke Landing van den beginnen af niet kunnen oordeelen. Hier komt by, dat wanneer de Suppliant, na het vertrek van van Brakel en dus na zyn engagement met denzelven gemaakt, wierd uit-  Ï22 NALEZING van STUKKEN gezonden, om eenige Schepen, welke reets vet genadert waren, en welke men voor Vyandelyke Schepen had aangezien, te recognosceeren, de Suppliant ten minften op die tyd, en dus geenzints van den beginne af aan dit Plan van een Vyandelyke Landing zoo onuitvoerlyk heeft geconfidereert. Maar het was eens zoo, dat de Suppliant van den beginne af dit Plan van Landing als onuitvoerlyk hadde befchouwt, zoo bleef het egter een zeer ftrafbaare misdaad, dat de Suppliant aldaar als Officier zynde in een publicq carafter, zig aan een Perfoon, dien hy niet kende, die voorgaf van weegens den Vyand in zoodanige Commiflie te weezen, en zyne Patroonen te Zierik-Zee had, in dier voegen op belofte van belooninge, tot het favorifeeren van zoodanig Plan heeft geüngageert, en den zeiven zoodanige accurate Kaart van het Eiland toegezegd en werkelyk in gereedheid gebragt heeft, als meede dat hy aan denzelven van Brakel, eerst by monden, en naderhand by gefchrifte heeft gegeeven die volleedige informatien |, welke breeder by des Suppliants Miffive, aan van Brakel gefchreeven, ftaan vermeld, en welke niemand anders ten minften in die uitgebreidheid heeft kunnen geeven dan een Officier tot het voorfz Detachement behoorende. Nog pofeert de Suppliant by het voorfz Requeft om abolitie tot zyne verontschuldiging, gemeend te hebben, dat onwcederfpreekelyk zoude zyn , dat de misdaad van verraad of correspondentie met den Vyand, met geen mogelykheid konde werden geimagineert, zonder dat de  5ot de MILIT. JURISDICTIE. 223 de Vyand daar toe mogte hebben geconcurreerd en zonder dat van zoodanige concurrentie volleedig kwam te blyken, en dat de Suppliant vermeenende ontdekt te hebben, dat geen fchyn van bewys exteerde, nog van eenige Commisfie door den Vyand aan den voornoemden van Brakel gegeeven, nog van eenige correspor» dentie door hem met den bedoelden Vyand van den Staat, nopens eene prretenfe Landing, door denzelven Vyand te ondorneemen,en dat mitsdien ook niet heeft kunnen blyken, dat de Vyand tot het prcetenfe verraad of correspondentie zoude hebben geconcurreert, en de Suppliant dus ook gemeent heeft, dat by gebrek van het gemelde onvermydelyk bewys,al het gunt dooiden voornoemden van Brakel dien aangaande mogte zyn voorgewend naar Regten gehouden moest werden, niet geëxteert te hebben. Dan hier tegens komt in confideratie, dat op die tyd , wanneer de Suppliant door gemelde van Brakel in fecretelfe genoomen was en van den zeiven verftaan had, dat hy van Brakel van wegens de Engelfchen in Commisfie was,om een Landing met vyfticn honderd Man op het Territoir van den Staat te bewerken, en dat zyn Patroon zig daar toe te Zierik-Zee bevond, de Suppliant ten minften op die tyd door zyn engagement aan gemelde van Brakel (tot dien einde zoo hy Suppliant diestyds zee. ker Itelde door den Vyand afgezonden) heeft getoond aan de waarheid van dit voorgeeven geenzints getwyffelt te hebben, en dat de Suppliant dus door dit zelve engagement, (daar na door daaden beveftigt) ten klaarlten van zype jyde '^rr beweezen, zyn verraaderlyk voor-  224 NALEZING van STUKKEN voorneemen, om tot deeze Vyandelyke Landing te willen, en op belofte van belooningö te zullen meedewerken. Daar nu in criminibus atrocifiïmis, utiin perduellione & afïaffinio conatus reque ut crimen ipfum punitur, gelyk zulks genoegzaam de eenpaarige leer der Criminaliften is, ja, daar de iöla machinatio contra Rempublicam, & fi reus animum exequendi non habuerit perduellio eft uti Leyferus meditat. ad Pandcft. fpec. 568. §. 4. zoo meend dan ook de Ondergefchreeven, dat deeze vcrfchooning den Suppliant zelfs niet van de ordinaire ftraf in deeze (daar de ejus conatu , & machinatione contra Rempublicam conftcert) niet zoude kunnen bevryden. Hier komt by dat offchoon van Brakel de exiftentie van een zeeker Mr. Crefit, en de onderhandelingen met denzelven over een Vyandelyke Landing gehouden, den Regter genoeg niet heeft kunnen bevvyzen, dezelve egter pertinaciter daar by is gebleeven, dat 'er waarlyk zoodanige Mr. Crefit is geweeft, en dat hy met den zeiven, re vera, zoodanig verraad heeft gefmeed, en waarom de Regter zig verpligt zal vinden, om dit poinct. in medio te laat'en, en waar uit dan ook van zelfs volgt, dat hoe onwaarfchynelyk, ja onwaaragtig het voorgceven van gemelde van rirakel voorkomt, men egter niet zoo pofitief ftellen kan dat deeze geheele hiftorie een louter figment zoude weezen , op welke pohtive ftelhng egter deeze grond van vcrfchooning zou moeten beruften. Um nu uit het dus verre verhandelde een generaale conclufie op te maaken, zoo dunkt de Ondergefchreeven (onder eerbiedige correctie) dat  tot de MILIT. JURISDICTIE. 225 dat alle de bovengemelde redenen van verfchooninge niet alleen geen grond voor de verzogte abolitie , maar'zelfs niet tot het obtineeren van eenige gratie van den Souverain kunnen uitleeveren. Maar met een ander oog, en in een gunftiger dagligt kunnen befchouwt werden,de reedenen en motiven, welke de Suppliant op het einde van zyn Requeft, ten minften tot het yefkrygen van eenige gratie,aan den Souverain heeft voorgedraagen. De eerfte deezer reedenen beftaat daar in, Dat de Suppliant door abominable intrigucs van den meergenoemden van Brakel in deeze is gefeduceert geworden. Dat is een waarheid, waar van niet alleen het Hof, maar hun Edele Gr. Mog. zelfs door het examineeren der Stukken en particulier van de confeflie van gemelde van Brakel, (zoo de Ondergefchreeve vertrouwt) zullen geconvinceert weezen. Want daar by confteert: ï. Dat hy van Brakel is die geen, die gehouden moet werden, den Suppliant tot het pleegen der voorfz misdaat aangezogt te hebben. 2. Dat gemelde van Brakel al vooren te Brouwershaven (daar den Suppliant in Guarnifoen lag)te komen,zig reeds op den armoedigen toeftand van den Suppliant hadde geinformeert. 3 Dat gemelde van Brakel, om in zyn horribel oogmerk te flagen , den Suppliant dien avond van het Gelag heeft „vrygehouden, en met denzei ven eene copieufe quantiteit Nal. I. Deel. I. Stuk. P Wyn ,  226 NALEZING van STUKKEN Wyn, waar door de Suppliant is bezet geraakt, beeft gedronken. 4 Dat gemelde van Brakel door calumnieufelyk uitgedagte redenen en motiven den Suppliant heeft weeten in zyn belang te krygen, en tot een engagement om eene Vyandelyke Landing te favorifeeren, heeft weeten over te haaien. 5 Dat gemelde van Brakel door het vervalfchcn van een Brouillon Kaart van den Eilande Schouwen en Duiveland, die hy van de Tafel van den Suppliant te Brouwershaven genoomen had, en dus door een falfiteit, den Suppliant als een Landverraader aan den Heere Raadpenfionaris heeft aan gebragt. fa 6. Dat al wat gemelde van Brakel by den Suppliant heeft in het werk gefield zoo om van den zeiven te bekomen een accuraate Kaart van het Eiland Schouwen en Duyveland, als om den zeiven te hebben opgave van de Batteryen, het caliber der ftukken Kanon, de bezettinge derzelve, het veranderen der Ofncieren , en verdere zaaken by den eerfte Brief van van Brakel uit Rotterdam aan den bupphant gefchrecven, gemeld, geen ander dan alleen dit verfoeyelyk oogmerk heeft genad, dan om den Suppliant van verraad en correspondentie met den Vyand by den Heere Raadpenlionaris te kunnen befchuldigen, en den Suppliant alzoo in gevaar van zyn leven te brengen , mitsgaders wegens diergelyk gruwelftuk voor zig zelfs eene belooninge ; in geld te bekomen. 7. Waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 227 7. Waar by eindelyk nog komt, dat gemelde van Brakel, hoe zeer te meermaalen door de Juftitie daar toe gepouffeert zynde, buiten ftaat is geweest, om de exiftentie van zeekeren Mr. Crefit,(die hy te meermaalen op diverfe plaatzen te Rotterdam en ook te Zierik-Zee zoude gezien en gefprooken hebben) eenigzins den Regter waarfchynlyk te maaken , veel minder te bewyzen, en waar uit mitsdien een allerfterkst vermoeden is gerefulteert, dat 'er nooit zoodanig Mr. Crefit, die de Autheur van het voorfz verraad zoude geweest zyn, heeft geëxteert, en dat dus al het geen gemelde van Brakel van een prastenfe Commiflie van den Vyand, van deszelfs voorneemen om een Landing te doen, en van de correspondentie door hem van Brakel dien aangaande gehouden is voorgewend geworden, de grootfte waarfchynelykheid van een louter figment en verdigtfel heeft. Tot een tweede reeden van vcrfchooning allegeert de Suppliant zyn jonkheid , onkunde , onbedreevenheid en onagtzaamheid, aan jonge Luyden eigen, hier omtrent is het meede een waarheid , dat wanneer de Suppliant dit geval met den voornoemden van Brakel, heeft gehad, hy den ouderdom van twintig jaaren nog niet had bereikt, en offchoon deeze ouderdom genoeg is, om in cas van misdaad met de ordinaire ftraffe geftraft te kunnen werden, is het egter niet buiten voorbeeld, byzonder wanneer 'er meerdere omftandigheeden concurreeren, dat een Regter daar op in Judicando agt neemt, en daar door tot mitigatie van de ordinaire ftraf gepermoveert werd. P 2 een  223 NALEZING van STUKKEN Een derde reeden van verfchooning fielt d<3 Suppliant daar in, dat door het. geen in de voorfz zaake by den Suppliant zoude moogen zyn gecommitteert , nog aan den Lande nog aan eenig Ingezeeten van dien eenig leed of nadeel is toegebragt of overkomen. De waarheid van dit voorgeeven is by de informatien en de naauwkeurige behandeling deezer zaake aan den Regter gebleeken, want offchoon deeze zaak zoo binnen als buiten deeze Landen zoodanig eclat heeft gemaakt, als was de ganfche Republicq daar door in het grootfte gevaar en op de kant van deszelfs ondergang gebragt, en welk eclat voornamentlyk voet en veld gewonnen heeft, door een leugenagtig verhaal van bovengemelden van Brakel in het ontdekken quafi van de misdaad van Landverraad , door den zeiven op publique plaatfen gedaan, zoo is egter al aanftonds, zoo dra de Juftitie zig met deeze zaak en het onderzoeken van dezelve heeft bemoeit, gebleeken, dat buiten hem Suppliant en den voornoemden van Brakel, niemand in de ganfche Republicq daar by is geconcerneertgeweest;Dat daar door nog aan de Republicq zelfs nog aan eenig Ingezeeten van den Lande eenig leed of nadeel heeft kunnen toegebragt werden, en eindelyk dat de voornoemde van Brakel, door enorme en verfefeyelyke feduétie van den Suppliant, bedriegeryen, valsheeden en misleidingen van den Heer Raadpenfionaris, zoodanige infame rol heeft gefpeelt, waar door hy zig aan zwaare misdaad, en dus ook aan die ftraf, waar toe de Procureur Generaal tegens hem heeft geconcludeert, naar Regten heeft fchuldig gemaakt. Ein-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 229 Eindelyk voegt de Suppliant 'er nog by een argument van commiferatie beftaande hier in. Dat hem Suppliant door den Griffier van de geweezen Hoogen Krygsraad aangezegd zynde, dat zyne zaak zeer criticq ftond, met bygevoegde vraage, of hy Suppliant niet een Ziekentroofter by zig wilde hebben, de Suppliant daar uit had moeten vastftellen , dat hy eerstdaags de ftraffe des doods zoude moeten ondergaan; dat hy Suppliant vervolgens den tyd van ruim twee maanden in doods angften door gebragt hebbende, eindelyk op zeekere avond aan een Keeten gefloten , mitsgaders aan een der Helbardiers vast gebonden , door een Detachement uit het Provoosthuis na de Voorpoorte van den Hove is overgebragt, na dat hy Suppliant, al wat gemeint wierd eenigzints tot zyne Monteeringe te behooren, had moeten afleggen, en dus zig niet anders had kunnen voorftellen, als dat hy derwaards was getransporteert geworden om des anderendaags ter doodftraffe gebragt te werden, en dat hy Suppliant zig dus zedert zoo een geruimen tyd tot heeden toe in eene akelige Gevangenis bevind opgefloten. Dat nu. zoodanige omftandigheeden doorgaans van wegens een crimineele Gevangen tot mitigatie der condigne ftraffe geallegeert, en de Regters, byzonder wanneer daar by andere favorable omftandigheeden concurreeren , tot zoodanige mitigatie gepermoveert, en dus ook tot motiven kunnen bygebragt werden,om den Souverain tot het accordeeren van eenige gratie te permoveeren, vind de Ondergefchreeve geen grond om te contradiceeren. P 3 Ln  23o NALEZING van STUKKEN En het is derhalven om deeze reedenen, dat de Ondergefchreeve vermeent den Hove in confederatie te mogen geeven, of het Hof niet goed zoude vinden, om aan hun Edele Groot Mog. op het verzoek van den Suppliant in zoo verre favorabel te advifeeren, dat aan den Suppliant by hun Ed. Groot Mog. wierde geremitteert de doodftraffe of zoodanige andere publique en infamatoire ftraffe op een Schavot, als het Hof ter zaake van de voorfz misdaad aan den Procureur Generaal tegens den Suppliant by Sententie zal komen aan te wyzen, mitsgaders aan den Hove overlaatende,om (reguard neemende op de alzoo verleende Brieven van gratie ) verder zoodanig tegens den Suppliant ter zaake voornoemt te fententieeren,als het Hof in goede Juftitie zal oordeelen te behooren, in welk geval de Ondergefchreeve wyders in confideratie geeft of 't Hof niet goed zoude vinden den Suppliant by zoodanige Sententie alsdan te condemneeren om voor zeeker getal van jaaren te werden geconflneert op alzulke plaats als by den Hove gefchikt zal geoordeelt werden, en na expiratie van die tyd ten eeuwigen dage gebannen uit den Lande van Holland, Zeeland, Vriesland en Utrecht, zonder ooit daar weder in te komen, op pcene van zwaarder ftraffe, en eindelyk gecondemneert in de kosten en mifen van Juftitie ter taxatie en moderatie van den voorfz Hove. Aldus (falvo meliori) geadvifeert by den Ondergefchreeven in 'sGravenhage den 22 September 1783. (Geteehnt) Ysbrand V Hoen. XXIV.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 231 XXIV. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en WestVriesland. Geeft onderdaniglyk te kennen Jacob Eduard de Witte , Vaandrig Supernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal Grave van Yzenburg(nu Pain) in dienst van den Staat der Vereenigde Nederlanden, &c. (*) QOnderftond) 't welk doende &c. (Was geteekent) J. E. de WITTE. C. v. d. KOP. G. V. Zeider van Beveren. Dit Repuest is woordelyk het zelfde, met het geen te voren door dien ongelukkige.! geprefenteert was aan Z D. H. zie. MAG. v. STUK. VIII, D. 475 tot 500. met by voeging in het (lot, na de woorden; m OPTIMA I-ORMA, en dat inmiddels en hangende de deliberatien van u Ed. Gr. Mog. alles moge werde gehouden m ftatu en iurcheance. P 4  s32 NALEZING van STUKKEN XXV. MISSIVE aan de Edele Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrinden , Nagkbuuren en Bondgenooten! Wy hebben wel ontfangen Uw Ed, Mog. Misfive van den 15. der voorleeden maand September, Waar by Uw Ed. Mog. Ons niet alleen kennis geeven van 't verzoek om abolitie, door Jacob Eduard de Witte, Vaandrig Supernumerair in 't Regiment van den Lieutenant Generaal Grave van Yzemburg, (nu den Collonel Pamj in dienst van den Staat, thans gevangen op de Voorpoorte van den Hove, aan Uw Ed. Mog. gedaan en van de provinoneele Refolutie daar op by Uw Ed. Mog. genoomen, maar teffens ook, daar de gemelde Gevangen zich meede met een gelyk Request aan Ons gcaddresfeerd heeft, Ons in confideratie geeven, of het niet, uit aanmerking der bvzondere betrekkingen, tuffchen Onze wederzydfche Provintien fubfifteerende, en ter voorkooming, dat niet door eene of andere afzonderlyk, en buiten concurrentie, eene finaale Refolutie in deezen genoomen wierde, ter bevordering der wederzydfche deliberatien, nuttig en dienftig zoude zyn, alvoorens door Uw Ed. Mog. of door Ons, op het Request van denzei ven Vaandrig de Witte, finaal wierd gedisponeert, des. aangaande met gemeenen overleg te werk te gaan %  tot de MÏLIT. JURISDICTIE. 233 gaan, waar toe Uw Ed. Mog. dan betuigden, van hunne zyde bereid ce weczen. Wanneer Wy by de overweeging van deeze Uw Ed. Mog. Misfive in 't byzonder gelet hebben op defituatie, waar in de zaak van den Gevangen de Witte zich tegenwoordig bevindt, en op de betrekking die Onze Provintien,niet alleen tot dezelve, maar ook op clkanderen hebben, zoo hebben Wy Uw Ed. Mog. voorftel, en de gronden, waar op het zelve gebouwt is, alzints gepast en billyk moeten keuren, als volkomen gefchikt,om, zonder kwetzing der hoogheid en fouverainiteit Onzer refpeltive Provintien, en ongeprsejudicieerd elks recht cn gefuftineerde ten principaale,een eind aan de voorfchreeven zaak toe te brengen, en alle confufie te vermyden. Wy acceptecren dus gaarne den voorflag, door Uw Ed. Mog. aan Ons gedaan , en doen dit met te meer genoegen , uit hoofde van Onze conftante geneegendheid, om niet alleen in deeze, maar ook in andere zaaken Onze Provintien betreffende, overeenkomstig de naauwe relatie, tuflchen dezelve plaats hebbende , met Uw Ed. Mog. de concert te werk te gaan. IntulTchen vinden Wy Ons verplicht, om, met betrekking tot de voorhanden zynde zaak van den Gevangen de Witte, ook van Onzen kant Uw Ed. Mog. te informeeren, dat Wyop den 11.«van deeze loopende maand reeds ontvangen hebben het Advis van den Prcfident en Raaden van den Hove, op des Gevangens aan Ons geprrefenteert Request, om abolitie, als meede de confideratien , welke de Procureur Generaal dien aangaande voor af aan den Ho^ P 5 ve  234 NALEZING van STUKKEN ve had gefuppediteerd,• en dat Wy alle deeze Stukken toen hebben gefteld in handen van de Heeren Gedeputeerden van Haarlem , en de verdere Onze Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie,ten einde die in een befoigne met CommifTarilTen van den Hove te examineeren , en Ons daar op van Advis te dienen; dog Wy moeten 'er by voegen, dat, fchoon WTy in het decerneeren van 't gemelde befoigne , de gewoone form van Onze Vergadering geobferveerd hebben, nochtans de gezegde Heeren, Onze Gecommitteerden met het dadelyk houden van 't zelve zullen fuperfedeercn, tot dat de manier , op welke het gemeenfchappelyk overleg,tuffchen de twee Provintien te houden, gefchieden zal, met Uw Ed. Mog. zal weezen gereguleerd. Wy verzoeken derhalven alleenlyk, geinformeert teworden, van de wyze, die aan Uw Ed. Mog". het gemakkelykfte zoude vallen, om in deezen de vereischte Communicatie tusfchen Onze Gecommitteerden, en die, welken Uw Ed. Mog. van hunne zyde daar toe zouden gelieven te benoemen, te doen plaats hebben; 't zy Uw Ed. Mog. zouden mogen inclineeren, om eenige Heeren herwaards af te vaardigen , ten einde met Onze Gecommitteerden mondeling te befoigneeren, het zy de keuze van Uw Ed. Mog. mogt zyn, dat de wederzydfche Heeren Gecommitteerden, hunne Correspondentie tot het gemeenfchappelyk arrefteeren van een uit te brengen Rapport fchriftelyk hielden. Hier op Uw Ed. Mog. refcriptie te gemoet ziende, zullen Wy, Edele Mo«ende Heeren, by zonder e goede Vrienden , Nagebuuren en Bond-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 235 'Bondgenooten ! God Almagtig bidden , dat Hy Uw Ed. Mog. en derzelver loffelyk beftuur in allen opzichte wil zeegenen. Gefchreeven in den Hage den 16 061. 1783. Uw Ed. Mog. goede Vrunden,Nagebuuren en Bondgenooten. De Staaten van Holland en West. - Vriesland. Ter Ordonnantie van dezelve. (Geteekenf) C. CLOTTERBOOKE. XXVI. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genoo■ men op Donderdag den 16 October 1783. De Heer Penfionaris van Zeebergh heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie , in gevolge en ter voldoeninge van hun Edele Groot Mog. Refolutie Commilforiaal van den 1. deezer loopende maand. Gearreftcert een Refcriptie aan de Staten van Zeeland op hunne Misfive van 15 Septembe  nopens hun gerefolveerde omtrent de hun verzogte abolitie door den gevangen Vaandrig de Witte, en coneerneerende hun Ed. Gr. Mog. Refcriptie van 37 üec. 1782 ten aanzien der zaak van dien Vaandrig. I j ; i 236 NALEZING van STUKKEN maand , hadden geëxamineert eene Miffive van de Heeren Staaten van Zeeland, gefchreeven te Middelburg den 15 September laatstleeden, en den 1 Oélober daar aan volgende ter Vergadering alhier ingekomen , waar by de zeiven kennis gaven van hun provifioneel gerefolveerde op de van hun verzogte abolitie door den Gevangen Vaandrig Jacob Eduard de Witte, als meede van het rcfultat hunner hervatte deliberatie op hun Edele Groot Mog. refcriptie van den 27 December 1782 op de zaak van den voorfz Vaandrig, en wyders in het byzonder in confideratie geevende, om, tot bevordering der weederzydfchc deliberatien, dies aangaande met gemeen overleg te werk te gaan. En dat zy Heeren Gecommitteerden met ter zyde Helling van alle thans ten ecnemaal nodelooze discusfien over de Staats-Refoluticn, by de twee Provintien, te voeren met betrekking tot den voornoemden Gevangen afzonderlyk genomen, zig alleenlyk geborneert hebbende tot den gedaanen voorflag van de Heeren Staaten van Zeeland, ten einde alvoorens, hetzy by bun Edele Groot Mog. het zy by hen, op het verzoek van den Vaandrig de Witte om abolitie finaal wierde gedisponeert , des aangaande met gemeen overleg te werk te gaan, sevonden hadden, dat de reedenen voor dit voorftel bygebragt, vcrgeleeken met deacTiieele ;efteldheid der zaak, een voldoenden grond opeeverden om daar aan te defereeren, alzoo angs deezen weg, zonder kwetfing van de hoogheid en louverainiteit der twee Provintien, en ïngeprayudieieert elks regten gefuftineerde ten mncipaalen, gelecgenheid zoude worden ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 237 geeven, om eene eenftemmige dispofitie in dezen uit te brengen. Dat zy Heeren Gecommitteerden hierom gemeend hadden, dat de voorflag van de Provintie van Zeeland gevoegelyk konde en ook behoorde te worden geaccepteert, en dat hier van aan de Heeren Staaten der gezegde Provintie by Miffive communicatie gedaan wordende, aan dezelve Heeren tellens zoude kunnen worden overgelaaten om de manier op te geeven , op welke tot hunne meefte convenientie het in deezen nodig gemcenfchappelyk overleg zoude worden ingerigt, terwyl dan met het houden van het befoigne, by hun Edele Groot Mog. Refolutie kommiiforiaal van den 10 deezer maand op het Request om abolitie van den voornoemden de Witte , en de daar op gefuppediteerde confideratien en advis door Praefident en Raaden van den Hove gedecerneert, verder gefuperfedeert zoude kunnen worden, tot dat het vereischte- arrangement nopens de wyze van behandeling in deezen met de Heeren Staaten van Zeeland gemaakt zoude weezen. Waar op gedelibereert zynde, hebben hun Edele Groot Mog. op de voorfz gronden , conform het Advis van de voornoemde Heeren Gecommitteerden , de voorfz bygebragte confideratien goedkeurende en approbeerende, goedgevonden en verftaan, dat aan de Heeren Staaten van Zeeland zal worden afgezonden eene Miffive van den navolgenden inhoud. Fiat infertio. Accordeert met de voorfz Refolutien. XXVII.  238 NALEZING van STUKKEN X X V IL PROPOSITIE van de Heeren van Middelburg, nopens het voorgevallene der ontvlugte Militaire Perfoonen, welke zoo te Middelburg als te Viisfingen zyn geapprehendeerd geweest. Relatief tot de Staaten Notulen van 3 November 1783. De Gedeputeerden van Middelburg zyn door de Heeren hunne Committenten fpeciaal gelast, ter tafel van U Ed. Mog. voor te dragen. Dat II. E. A. geïnformeerd van de ordres, door Z. D. H. gegeven, tot vertrek der Guarnifoenen , welke ter gelegenheid van den Oorlog, zoo binnen deeze, als de andere Steeden deezer Provintie waren gelegd, zig verpligt geoordeeld hebben om de Heeren Gecommitteerde Raaden,in abfentie van U Ed. Mog., by Misfive , in dato den 4 Oótober laatstleeden, te verzoeken, de noodige ordres te willen Hellen, dat de Militaire perfoonen, welke zoo by die van het Guarnifoen alhier, als te Vlisfingen, wegens het plecgen van Commune Delicten waren geapprehendeerd, en als nog in detentie gehouden, by de door H. E. A. aan U Ed. Mog. gedaane Propofitien breeder vermeld, voor het vertrek der gemelde Guarnifoenen , aan de Juftitie mochten worden geëxtradeerd. Wel gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden hebben daarop, by derzelver Mifiive van den 7. dier zelfde maand, gerefcribeerd^; dat H.  tot dé MILIT. JURISDICTIE. 239 IH. E. M. zoo dra van H. E. A. verzoek, met betrekking tot de bewuste gearrefteerde Militaire perfoonen geinformeerd waren , den Heer Raadpenfionaris hadden verzogt , den LiéutenantCollonel,commandeerende hetGuarnifoen alhier, te ontbieden en aan te zeggen, dat de voornoemde gearrefteerdens ten eerften moesten worden overgegeven , en dat geen Provinciaal Patent nog Attaché zou worden verleend , voor dat aan die reclame zoude wezen voldaan ; dat de Heer Raadpenfionaris zig van die Commisfie gcacquitteerd hebbende, de Lieutenant Collonel voornoemd had geantwoord, buiten ftaat te zyn, om aan de ordres van den Raad te voldoen, vermits des daags te voren de vier gearrefteerde alhier, middel hadden gevonden om te echappeeren, fchoon hy Lieutenant Collonel op zyn woord van eer verklaarde, niets daar van geweten te hebben, en ook eenige manfehappen, die gefoupconneerd worden, meedewetend of niet vigilant genoeg geweest te zyn, in arrest had doen zetten, terwyl de ontvlugte perfoonen , als deferteurs had laaten aanteekenen; dat daar op H. E. M. ilico eene Miffive hadden laaten afgaan aan den Generaal Major van Dopff, commandeerende alle de Troupes, binnen deeze Provintie, ten einde de gearrefteerdens, zoo te Middelburg, als te Vliffingen te reclameeren , om aan de Civile Juftitie overgegeven te worden , fundeerende gemelde reclame op de Staats Refolutie van den 22 September laatstleden,en onder declaratoir, dat H. E. M. gerefolveerd hadden het Provinciaal Patent en Attaché zoo lang  240 NALEZING van STUKKEN lang in te houden , tot dat daar aan zoude zyri voldaan. Dat hier op by H. E. M. nog geen antwoord was ingekomen , dan dat, volgens, van ter zyden ingekomene informatien, de twee gearrefteerden te Vlisfingen meede zouden zyn geëchapeerd. Dat, hoe fmgulier dit geval aan H. E. M. was voorgekomen, egter daar door fcheen te vervullen de mogelykheid , om aan de gedaane reclamatie te doen defereeren, zoo dat H. E. M. als nu zouden inclineeren, het Provinciaal Patent en Attaché te laaten afgaan ; niet te min declarerende daar mede te zullen fupercedee'ren tot den 9. dier maand na de middag, ten einde H. E. A. tyd der deliberatie te laten, of H. E. A. redenen oordeelden te hebben, waarom het voornoemde Patent en Attaché langer zoude behooren te worden opgehouden, welke redenen H. E. M. verklaarden , als dan gaarne in nadere overweging te zullen nemen. De zoo evengemelde informatien nopens het ontvluchten der gearrefteerde Militairen te Vlisfingen , wierden vervolgens beveftigd by eene nadere Miffive van de Wel gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, dien zeiven dag by H. E. A. ontfangen en dienende ter geleide van eene, des avonde te voren by H. E. M. ingekomene refcriptie van den Generaal Major van Dopff, op de hier voren gemelde reclame, welke laatstgemelde refcriptie , behalven de conformatie der voorfz tyding wegens het échapeeren der gearrefteerdens te Vlisfingen, H. E. A. is voorgekomen te behelfen diverfe zeer  tót de MlLIT. JURISDICTIE. 24? Eéer bedcnkclyke en de attentie Uwer E. M. allezints meriteerende uitdrukkingen , waar van voornoemde Heer Generaal Major zig nopens deszelfs bevoegdheid, om (indien zulks al mogelyk geweest ware) aan de ordres van Heeren Gecommitteerde Raaden te voldoen , by dezelve bediende , tot lectuure van welke refcriptie zelve kortheidshalven word gerefereerd; De Heeren Onze Committenten by de allereerste gelegentheid,derzelver deliberatien hebbende laten gaan over de voorfz ondericheidene Misfivesjkönden niet zonder de grootfte iurpnle in verantwoordiging verneemen , dat de bewuste gevangenen op zulk eene fmguliere wyze , uit'hunne detentie waren ontvlucht, en daar juist alk dezelve gelyktydig zoo hier als te Vlisfingen waren gcéchappeerd, kort na dat door U Ed. Mog. eene cfficacieufe Refolutie in deezen was genomen,en precies op het tydftip, dat die van 't Guarnifoen,uit krachte der gemelde Refolutie , tot de overgave dier Gevangenen ftonden te worden genoodzaakt, moest dit geval H E. A. niet alleen meede ten hooglten imgulier voorkomen , maar zy vermeenden Uit alle deeze omftandigheeden met grond te moeten befiuiten, dat (hoe zeer het mogelyk ware, dat de Commandant van het Guarniioert binnen deeze Stad daar van niets geweten had) het een en ander echter geenzints aan eene enkele Cafualiteit kan worden toegeichreeven, maar veel eer aan een opzettelyk oogmerk , om de zoo heilzaame ordres van den Souverain, waar tegen men zig niet opentlyk had durven verzetten , op eene indireeïe wyze te elude- 1*611 Nal. l.Deel. I. Stuk. O H.E.A.  144 NALEZING van STUKKEN H. E. A. befloten dan by nadere Misfive de I Heeren Gecommitteerde Raaden, onder dank- I zegging voor de fpoedige orders, welke H. E. M. I tot hier toe wel hadden gelieven te ftellen, na- E der te folliciteercn om met H. E A., zoo veel mogelyk, meede te werken tot zoodanige mefures, als volgens de doenmaalige Haat der zaaken konden worden genomen , ten einde de Uitvinders of medehelpers van foortgelyke, in Vilipendie en tot minachting der nadrukkelyke ordres van de hooge Overigheid gefmeede onderneemingen, indien mogelyk, te ontdekken en naar verdienften te doen ftraffen. Ten welken einde H. E. A. verzochten,.dat H. E. M. de Commandanten van de Guarnifoenen , zoo binnen deeze Stad als te Vlisfingen , geliefden te gelasten , om ten fpoedigften op te geven, de namen, geboorte plaatfcn en naauwkcurige fignalementen der bewuste gecchappeerde Perfoonen, ten einde daar van , zoo tot het laaten doen der noodige recherche, als anderzints by H. E. A. gebruik te kunnen worden gemaakt; Als meede gelyke opgave te doen van de namen der Officieren, welke ten tyde der voorfz ontvluchting , de Wacht hadden gehad , om daar van meede het noodige employ te maken, en dat H. E. M. geen Provinciaal Patent, of Attaché tot vertrek der gedagte Guarnifoenen geliefden te verleenen, voordat aan al het voorenftaande zou wezen voldaan. Op den ii der meermaals gemelde maand Oétober, wierden H. £. A. door eene Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, in dato den 10. te voren, geinformeerd, dat door den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 243- den Heer Raadpenfionaris de Commandcerende Officier van 't Guarnifoen binnen deeze Stad was aangezegd, om ten fpoedigften aan H. E. M. in behoorlyke orde over te brengen de informatien, door H. E. A. gerequireerd, en dat ten zelfden einde door H. É. M. aan den Generaal Major van Dopff, commandeerende het Guarnifoen te Vlisfingen, aanfchryving was gedaan, met byvoeging, dat by H. E. M. geen Patent zoude worden verleend tot het uittrekken van het Guarnifoen binnen deeze Stad, voor dat aan de voornoemde requifitie in beide gevallen zou wezen voldaan. Dat daar op dan door den Lieutenant Collonel du Buy aan den Heer Raadpenfionaris was overgebracht het lignalement van de vier bevorens gearrefteerdens binnen deeze Stad, en dat dien zelfden dag by H. E, M. was ontfangen eene Miffive van den Heer van Dopff, ter refcriptie van Hunner Ed. Mog. bovengemelde aanfchryving. Van welke beide Stukken Copie daar nevens W&s gevoegd, tot welker inhoud hier meede Wöfd gerefereerd ; verklaarende Heeren Gecommitteerde Raaden te vertrouwen, dar hier meede aen H. E. A. intentie in zoo verre voldaan zynde, dezelve als nu meede begrypen zouden , dat vermits de preffance der zaak,nadien de herwaarts gezondene Schepen , nog verfcheide andere Militie zouden moeten transporteeren, het Provinciaal Patent en Attaché niet langer behoorde te worden opgehouden. H. E. A. repliceerden hierop , by derzelver Miffive van denzeifden 11 Oftober, dat hoe zeer by de zoo evengemelde Stukken in zoo q 2 ver-  244 NALEZING van STUKKEN verre aan het gcrequireerde was voldaan, dat door den Commandant van 't Guarnifoen alhier was overgebracht het fignalement der vier ■ geëvadcerde Perfoonen, en by den Heer van Dopff was aangenomen , het fignalement deiontvluchte manfchappen te Vlisfingen aan H. E. M. te zullen toezenden. H. E. A. echter moeiten remarqueeren , dat de verdere informatien, door gemelde Heer van Dopff en commandeerenden Officier gegeeven , en behelzende dat, om redenen daar by gemeld, ten tyde der voornoemde evafie,zoo binnen deeze Stad als te Vlisfingen geene Officieren aan de Wacht geweest waren, geenzints voldoende konden worden geoordeeld, aan het oogmerk, by H. E. A. bedoeld. ' Dan dat H. E. A. in aanmerking der redenen, door H. E. M. bygebracht,wel mogten lyden, dat het Provinciaal Patent en Attaché tot vertrek van voornoemde Militie niet langer wierd opgehouden, in dat vast vertrouwen echter, dat H. E. M. de Commandanten der Guarnifoenen, zoo hier als te Vlisfingen wel zouden gelieven te gelasten, om voor derzelver vertrek op te geven de naamen der geenen, aan welke in afwezenheid der Officieren, ten tyde van de voorfz ontvluchting, de refpecfive Wachten waren toe vertrouwd , ten einde daar van, als meede van het door den Heer van Dopff nader in te zenden fignalement der ontvluchte Perfoonen te Vlisfingen, gebruik te kunnen worden gemaakt. Eindelyk ontfangen H. E. M. op den 18 Ocl. eene Miffive van de Welgemelde Heerén Gecommitteerde Raaden, tot addres zoo van de laatst-  tot de MILIT. JURISDICTIE. *45 laatstgenoemde gerequireerde opgave der naamen van de Perfoonen , ten tyde voorfz de Wacht gehad hebbende, als van het bekomcne fignalement der manfchappen, te Vlisfingen ontvlucht, communiceerende H. E. M. verder dat als nu het te meermaalen gemelde Patent en Attaché werkelyk was verleend. De onderfcheide fignalementen hier vooren gemeld, zyn door H. E. A. inmediaatna derzelver ontfangst geitelt in handen der Heeren van de Weth deezer Stad, ten einde daar van tot het laten doen van recherche employ te worden gemaakt; En hebben de Heeren Onze Committenten vervolgens gemeend dit geval met alle zyne omftandigheeden te moeten brengen ter kennis van U Ed. Mog., met inftantie dat UEd. Mog. derzelver fpoedige en ernftige deliberatien gelieven te laaten gaan over het neemen van zoodanige maatregulen, als U Ed. Mog. zoo tot ontdekking der fchuldigen of mede plichtigen aan de met een zeer waarfchynJyk overleg gefmeede ondermyningen vanU Ed. Mog. zoo recente en heilzaamc orders omtrent de Militaire Jurisdictie gefield, als tot handhaving van dezelve orders voor het vervolg tegens alle foortgelykc finilire ondernemingen, zullen vinden te behooren. Uit naam der Heeren Gedeputeerden van Middelburg. (■Geteekencf) W. A. de BEVEREN. O * BY-  246 NALEZING van STUKKEN BYLAGE A. Relatif tot de Raade Notulen Van den 8. Ottober 1783. Edele Mog. Heeken, Gifteren na den middag ben ik gehonoreerd geworden met een Miffive van Uw Ed. Mog. waar by, op verzoek van de Heeren Burgemeefters , Schepenen en Raaden der Stad Middelburg , uitdrukkelyk gereclameerd worden, ten einde aan de Civile Juftitie over te geeven de gearrefteerde Militaire Perfoonen, zoo te Middelburg als te Vlisfingen, van het Regiment van den Heere Erf Prince van Nasfau Weilburg, en van my, als Commarideerende de Troupes binnen deeze Provintie, word gerequireerd om die ordres te ftellen , dat aan deeze reclame, gefundeerd op de Staats-Refolutie van 22 September laatstleden, worde vodaan. Tot myn groot leedweezen, ben ik genoodzaakt hier op Uw Ed. Mog. eerbiedig te informeeren, dat, hoe zeer reeds over langen tyd, zelfs voor myn laatst retour, van het verregaand misnoegen der voorfz gearrefteerde, wegens hunne langduurige detentie, zonder recht gedaan te worden , eenige informatien hebbe gehad, ik egter niet meende te moeten verwagten, dat dezelve occafie zouden hebben gezogt en ook weeten te vinden om zig door de vlugt aan eene langere detentie te onttrekken, en dat ik derhalven ten uitterften gefurpreneerd ben geweest, toen ik fuccesfivelyk de rapporten  tot de MILIT. JURISDICTIE. 247- ten wegens de évafie van alle die Perfoonen ontving, fchoon het motif, waar door die lieden tot zulk eene desperate Refolutie en onderneeming zullen zyn gekomen,ligtelyk te penetreeren is, en dus meer dan waarfchynlyk moet toegefchreven worden aan het op handen ftaande vertrek van hun Regiment en eene niet ongegronde vrees van hunne ongelukkige lituatie noglangcr geperpetueert en zelfsgedetenoreerd tc zien. Ik hebbe geoordeeld niets anders in dit fa^ cheufe geval te konnen doen dan gewoonlyk is de noodige ordres te ftellen tot het noemen van informatien, en het Officie Fiscaal ook ten eerften kennis laaten geeven. Van die van Middelburg hebbe ik nog geene volleedige informatie, maar hier te Vlisfingen confteert klaar,! dat de twee Arreftanten geprofiteerd hebben van de nonchalence en abfentie van de Vrouw; welke hier als Provoost fungeert, en zig door een klein deurtje, dat in de Stads Grage uitkomt, hebben gefauveerd. Dit alles zynde wat van myn departement m deezen kan gèreckend worden, agte ik, omtrent deeze zake,Voor zoo veel my aangaat, tot hier toe gedefungeerd te hebben. Uwe Ed. Mog. zullen, gelyk ik met allen eerbied vertrouwe,nu ligtelyk begrypen, dat ditfachcus voorval my thans buiten de geleegenneid itck, om zelfs in overwceginge te konnen neemen , in hoe verre ik, fchoon commandeerenuc binnen deeze Provintie, geauthorifeerd of bevoegd zoude zyn, om die ordres te ftellen dat aan de bovengemelde reclame werde voldaan, vooral daar de zaaken van die Perfoonen reeels n 4 over  24 S NALEZING van STUKKEN over lange zyn geweest en gebleeven aan de !;> ordinaire Guarnifoens-Krygsraaden, zoo te Mid- !; delburg als te Vlisfingen en aan welke, maar i niet aan my , ook bevoorens dezelve reclame, i zoo van wegens Uwe Ed. Mog., als van we- v gens de Regeering van Middelburg is gedaan , c gelyk Ik dan wel gewenscht had , dat ook te- l genswoordig was gefchied. c By dit alles komt nog, gelyk ik my verpligt n vindc en ook, niet min eerbiedig, de vryheid t gebruike Uw Ed. Mog. te doen remarqueeren, j dat reeds lange voor het neemen der, by Uw : Ed. Mog. Miffive geallegueerde , Staats Refo- S 2 Jutie zyn voorgevallen de zaaken waarom de 1 meergemelde Perfoonen zyn gearreftcert en de- I \ zelve met voorkennis en op ordre zyner Doorl. 1: Hoogh. in'arrest zyn gebleeven. Wanneer Uw Ed. Mog. deeze en andere om- I ftandighceden eens in haaren zamenhang gelie- i | ven te overwcegen, en dezelve te appliceeren op de fituatie waar in ik my zoude bevonden $ hebben, indien dit geval niet was gebeurd,!) houde ik my compleetelyk verzeekerd , dat Uw I Ed. Mog; zonder moeite zullen penetreeren, dat ik als dan nog in de grootfte verlegenheid (. zoude zyn gebragt geweest. Ik flatteere my dan ook, op grond van al het hier vooren gezegde, dat Uw Ed. Mog. overtuigd zullen zyn van de volftrekte onmogelykheid die 'er voor my is om eenige dispofiticn, hoedanig ook, omtrent de gearrefteerd geweest, dog nu geëvadeerd zynde Perfoonen te neemen, zoo lange dezelve niet weder in handen zyn. Ik houde my ook te gelyk verzeekerd, dat Uw Ed. Mog. te Edelmoedig zyn, om hetondoen- Jykg  tot de MILIT. JURISDICTIE. 249 lyke van my te vergen, en derhalven niet kwalyk zullen neemen, dat ik Uw Ed. Mog. met allcrefpect en onderdanigheid verzoeke om niet alleen goedgunstiglyk af te zien" van de gerefol' veerde inhouding van het Provinciaal Patent en Attaché, maar ook daar en boven UwerEd. Mog. goede Officien by de'Regeering van Middelburg , voor zoo veel, des noods te interponeereri, dat Hunne Ed. Achtb. de zaaken 'er tog toe leggende, geen oorzaak geeven, dat het zoo merkciyk geleeden hebbende Battaillon van Nasfau-Weilburg in zyn vertrek werde gearrefteerd en door dit retarde'ment geene onaangcnaamheeden , confuhen ,.cn zelfs hardighecden voor veele Regimenten , die door eene interruptie van het'plan "van changement zeer zouden fouffrecren, werden gcoccafionneerd. Voor het overige heb ik de eere met diep refpect fe zyn. Edele Mogende Heeren ! Uwer Edele Mogende Onderdanigen en gehoorzame Dienaar. (Geteekencf) W. van DOPFF. Vlisfingen den 7 October 1783, * CIS ' BY,  253 NALEZING van STUKKEN BYLAGE . B. Relatief tot de Raade Notulen van den 10 October 1783. Edele Mogende Heeren ! Ter voldocninge aan Uwer Ed. Mog. zeer geëerde Miffive, door my op heeden ontfangen, zal ik ten eerften fchryven aan den commandeerenden Officier in Noordbeveland van te zenden het fignalement der twee geëvadeerde manfehappen van zyn Detachement , de welke alhier te Vlisfingen by den Provoost zyn gedetineerd geweest, het zelve my toegekomen zynde, zal ik de eere hebben het aan Uw Ed. Mog. te doen geworden. Aan de Rammekens-Poort, waar de Provoost is, heeft geen Officier de wagt gehad, ten tyde van de evafie der gedetineerden, cn nooit is 'er, op die Post, een Officier,dan in het Piquet, om dat zig aldaar geen plaats tot een Officiers wagt bevind. Hebbe de Eer met diepen eerbied te zyn, Edele Mogende Heeren ! Uwer Edele Mogendcn zeer onderdanigen en gehoorzaamen Dienaar. (Getee\ent) W. van DOPFF. Vlisfingen den 10 October 1783. XXVIII.  tot de MILIT JURISDICTIE a?r XXVIIL ADVYS van 'ï Hof Provinciaal op de verzogte Abolitie door den Vaandrig J. E. de Witte, en inmiddels Jurcheance; als meed: 't Advys van den Procureur Generaal aan *t gemelde Hof,-en 't Request van denzelven de Witte. Relatief tot de Staaten Notulen van Zeeland, van den 6 November 1783. Edele Mogende Heeren! Omme te voldoen aan de gerefpe&eerde ordre van Uw Edele Mogende, vervat by Hoogstdcrzelver Miffive van dato 15 September 1783, met opzigt tot de Requefte van Jacob Eduard de Witte : Vaandrig fupernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal Grave van Yfenburg (nu Pain) in dienst van den Staat der Vereenigde Nederlanden , &c. (a) XXIX. (,■:) Deze Advifen zyn reeds woordeiyk geplaatst bladz. 195 S33- :  2S2 NALEZING van STUKKEN XXIX. * k MISSIVE der Heeren van Goes tt aan de Staten van Zeeland. I I Edele Mogende Heeren ! L Op lieden alhier gearriveert zymde een Compagnie van het eerfte Bataillon van het Regiment van den Collonel van Pabft, met een Patent van Z. D. H. ende nodige brieven van Attaché van de Heeren Gecomm. Raden dezer Provincie, om alhier tot nadere order Guarnifoen te houden, zoo zyn de Heer voorzittende Burgemeefter (by indispofitie van den Heer Bailliu) cn eenige Heeren Raden gegaan om gemelde Compagnie buiten deze Stad in den,eed der Provincie te nemen, met dat gevolg, dat den eed, zoo als die laatft aan den Heer Bailliu door Heeren Gecomm. Raden is toegezonden, door den Auditeur Militair voor- 11 gelezen zynde, de Heeren Officieren zwarighejd maakten om dien Eed te prafteeren, als i onder referve, dat zulks gefchiede, behoudens den Eed bevorens aan de Generaliteit gedaan, voegende een der Officieren daar by , dat zwa- ► righeid maakte in het laatfte van dien Eed 3 over de nieuwe Refolutie, door welke omftan- i digheid wy geen vryheid vonden, om gemelde j Officieren den gem. Eed onder gemelde referve te laten doen, maar ordonneerden hunoml< met gem. Compagnie zig-wederom in hun Schip pi te embarqueeren , alleen aan de Officieren en b' twee ongewapende Gemeenen permitteerende, fel om binnen deze Stad tot het koopen van nood- k wen-1  tot de MILIT. JURISDICTIE. 253 ■wendighcden te mogen komen, van al hetwel;ke wy Ons verpligt agten U Ed. Mog. te moeten kennis geven, met verzoek, om met U Ed. Mog. ordres te mogen worden vereerd, hoe en op wat wyze ons verder in dezen zullen moeten gedragen. Ondertusfchen blyven wy Edele Mogende Heeren! > U Ed. Mog. Onderd. Dienaren Burgemeefters en Raden Regeerders der Stad Goes. Ter Ordonnantie van dezelve abf. Secret. (Ge;.) B. Verfelewel van der BUL ■ Goes den 6 Novemb. 1783. XXX. MISSIVE van den Bailliu van Tholen aan de Heeren Gecomm. Raden van Zeeland. Edele Mogende Heeren! Ik heb de eer Uw Ed. Mog. by deeze ken! nis te geven , dat de Staf en twee Compagnien : van het eerfte Bataillon van het Regiment Infantery van den Cqlonel van Pabft op heden alhier zyn binnen gemarcheerd. J ö Schoon  i54 NALEZING van STUKKEN Schoon de Heer Commandeerende Officier zeer difficulteerde den Eed, zoo als die thans door de Heeren Staten is gearrefteerd, te doen* en infteerde dat de woorden, onvermindert den Eed aan de Generaliteit gedaan, in dezelve mogten worden ingelafcht en daarby voorgeleezen, is echter dezelve na eenige woordenwisfelingen, daar omtrent gevallen, conform het Formulier en volgens de regulative van het Ceremonieel, my door U Ed. Mog. ten dien einde toegezonden, geprafteerd. Wyders heb ik de eer, onder by voeging van de Lyft der fterkte van gemelde Compagnien , zoo als my die door den Commandeerenden Officier is ter hand gefield, my met de diepfte veneratie te noemen Edele Mogende Heeren! Uw Edele Mogendens zeer onderdanige en gehoorzame Dienaar , (Get. J. F. van der Burcht van Lichtenberg, Tholen den 6 November 1783. Aan de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland. XXXI.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 255 XXXI. MISSIVE aan de Edele Groot Mog.de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nagebuitren en Bondgenooten. Het is Ons byzonder aangenaam geweeft, [uit Uw Edele Gr. Mog. Miffive van den 16 October jongftleeden, ter beantwoording dienende van de Onze van den 15 September te vooren, te verneemen de bereidheid van Uw Ed. Gr. Mogende, en den voorflag, by Onze voorfz Miffive aan Uw Edele Gr. Mog. gedaan, betrekkelyk de Communicative behandeling van het verzoek van den Vaandrig de Witte, om Brieven van Abolitie, te accepteeren, en mitsdien , alvoorens op des Suppliants verzoek finaal te disponeeren, des aangaande met gemeen overleg te werk te gaan; terwyl, wat betreft het verzoek van Uw Edele Gr. Mog. ten einde geinformeerd te worden van de wyze, die aan Ons het gemakkelykft zoude vallen, om in deezen de vereifchte Communicatie tusfchen Uw Edele Gr. Mog. Gecommitteerden, en die, welken Wy van Onze zyde daar toe zouden benoemen , te doen plaats hebben, Wy goedgevonden hebben Uw Edele Gr. Mog. daar op te refcribeeren, dat Wy beft geoordeeld hebben de Heeren Onze Commisfarisfen tot de ordinaire Befognes (in wielbanden Wy, ten fine van examinatie, gefield heb-  256~ NALEZING van STUKKEN hebben het Requeft van den voornoemden dé Witce, om Abolitie, den n der laatftgcnoemde maand aan Ons geprcefenteerd, mitsgaders het Advis van den Hove van Holland en Zeeland, by Ons daar op gerequircerd, benevens de confideratien van den Procureur Generaal van den Hove en de verdere Stukken de voorfz zaak fpe£teerende) te verzoeken, om met de Heeren Uw Edele Gr. Mog. Gecommitteerden fcbnftclyk in Conferentie over deeze zaak tc treden, ten einde aldus gemeenfchappelyk te beramen cn arrefteeren een fchriftelyk Rapport, waar op by Uw Edele Groot Mogende, en by Ons, finaal zoude kunnen worden gerefolveerd. Wy zouden mitsdien op het vriendelykit verzoeken, dat Uw Ed. Gr. Mog. de Heeren derzelver Gecommitteerden van deeze Onze Refolutie zouden gelieven kennis te geven, en tot het houden der bewufte Conferentie, in maniere voorfz auétorifeeren. By deeze gelegentheid willen Wy niet afzyn te accufercn de receptie van Uw Edele Gr. Mog. Miffive van den 17 Odober laatftleden \ waar by UwEdele Groot Mog. Ons verzoeken, dat Wy coneurreeren met een gelylce Refolutie , als by Uw Edele Gr. Mog. den 3 te vooren is genomen, en by die Misfive gevoegd, ten opzigt van dit één Poinct, namelyk : dat voortaan de conceffie van Titulaire Actens voor de Officieren ter repartitie deezer Provincie ftaande, alleen tot de Regimenten van de eflective Generaals Perfoonen , zal moeten blyven geborneerd: waar omtrent Wy Uw Edele Gr. Mog. kunnen informeeren, dat Wy dezelve Miffive en by gevoegde Refolutie en Rapport ge-  tjt de MILIT. JURISDICTIE, as? gefield hebben in handen van welgemelde Heeren Onze Commisfarisfen, ten einde op derzelver Rapport» zoo betrekkelyk het evengemelde, als de verdere daar by vervatte poinéten zoodanig te refolveeren, als Wy ten meeften nutte van den Lande, en van 'sLands Militie zullen dienftig oordeelen , en waar van Wy als dan niet zullen naalaten aan Uw Edele Gr. Mog. vriendnabuurlyke Communicatie te geeven : insgelyks bereid zynde in meergemelde en andere zaken het gemeen belang van den Lande concerneerende , overeenkomftig de naauwe relatie, waar door Onze Provinciën aan eikanderen zoo plegtig verbonden zyn, met Uw Edele Gr. Mog. de concert te han- Waar mede* Edele Groot Mogende Heeren, Byzondere Goede Vrienden, Naagebnuren en Bondgenooten, zullen Wy God Almagtig bidden U Edele Groot Mog. loffelyke Regeeringe met alle prosperiteit en voorfpoed te willen zegenen. In het Hof van Zeeland te Middelburg den ioNovcmb. 1783. Onder ftond, U Edele Groot Mog. goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten, De Staaten van Zeeland , Lager ftond, Ter Ordonnantie van dezelve Was geteekent, L. P. van de Spiegel. Nal. I. Deel I. Stuk R XXXIL  258 NALEZING van STUKKEN XXXII. ADVIS der Heeren van ZierikZee , op de Misfive der Heeren van (Soes, kennis gevende dat 't nieuwe Guarnifoen heeft gedifficulteerd den Eed, teprefieeren anders dan onder zeker referve. Relatif tot de Staaten Notulen van den 10 November 1783. De Heeren Gedeputeerden van Zierik-Zee hebben gezegd, dat aan H. E. M. konden informeeren, dat met opzigt tot de Compagnie van het zelve Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft na de Stad Zierik-Zee om aldaar Guarnifoen te houden, afgezonden, dezelfde difficulteit in het afleggen van denProvinciaalen Eed, fpeciaal uit hoofde vandeAmphatie volgens H. E. M. Refolutie van den 22 Sept. dezes Jaars daar by gevoegd door de Officieren van gem. Compagnie was gemaakt, en dat zulks ook ten gevolge hadde gehad, dat dezelve Militie binnen die Stad niet was geaccepteert, maar hun geordonneert om met het Schip waar mede zy gekomen waren in de Haven , buiten den boom te moeten blyven leggen, met toelating alleen om zig door eenige weinige ongewapende Manfchappen , van de nodige leevensmiddelen uit de Stad te mogen voorzien. Dat de Heeren van Zierik-Zee ook niet zouden zyn m gebreeken gebleven om van deeze ontmoeting aan de Heeren Staaten dezer Provin-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 259 vincie aanftonds de vereifchte communicatie te geven , was het niet, dat de Officieren van gem. Compagnie direct, een expresfe om nadere ordres, hoedanig zig in dezen te gedragen, afgezonden hebnende, die binnen weinige dagen wederom te rug konde zyn, men hadde gedagt de finaalen uitflag daar vari alvorens te kunnen afwagten, te meer, daar door de bovengemelde by de Regeering gehouden directie, de zaak in allen opzigten bleef in ftatu, en volkomen gehouden werd in haar geheel. Dat zy Heeren Gedeputeerden hier van geinformeert,niet konden afzyn 't zelve ook als nu ter kennisfe van deze Vergadering te brengen, ten einde H. E. M. Hoogftderzelver deliberatien daar over insgelyks zouden kunnen laten gaan, indien zy Heeren Gedeputeerden uit de bovengem. Misfive der Heeren van Goes hadden beipeurt, dat dit voorval binnen de Stad Zierikzee op gelyken voet als te Goes was getenteert, en dienvolgens ook even gelyke dispofitie vereisfehen zou. Dat, wat de zaak zelve betreft, zy Heeren Gedeputeerden ten uiterften waren aangedaan, dat het disrespect van 's Lands Militie voor de beveelen van den Souverain, ter verdediging van wiens territoir zy werden afgezonden, tot die maate was geklommen, dat door het weigeren van den Eed invoegen als aan hun werd voorgehouden, zy dadelyk betoonen ongezind te zyn, om zig behoorlyk te gedragen naar de ordres welke H. E. M. tot handhaving van het wettig gezag der Burgerlyke Overheid en ter beteugeling van de menigvuldige inbreuken, welke daar op by de Militairen werden geR 2 pleegd  260 NALEZING van STUKKEN pleegd, ten algemeenen nutte dienftig geoordeeld hadden te moeten ftellen, en tot welkers obfervantie de Militie op het grondgebied dezer Provincie genomen werdende, buiten allen twyffel is verpligt. Dat zy Heeren Gedeputeerden ook geenzints twyffelen , of alle de Leden dezer Vergadering zullen eenpaarig van begrip zyn, dat de bewuste Hunner Ed. Mog. Refolutie van den 22 Sept. dezes Jaars, omtrent het ftuk der Militaire Jurisdictie genomen, en de Ampliatie welke uit kragte derzelve in den Eed, door de Militairen aan de Provincie en Steden afteleggen, is geintroduceert, allerwegen behoord gehandhaaft te worden, en voor al geenzints toegelaten, dat door eenige tergiverfatie van de Militairen het wettig gezag van de Heeren Staaten op Hoogftderzelver fouverain Territoir werde verzwakt en te leur gefteld. En dat zy Heeren Gedeputeerden dienvolgens voor zig in dezen van advys zouden zyn, dat met opzigt tot de Steden Zierik-Zee en Goes cn zoodanige andere Steden binnen deeze Provincie , waar Militie in Guarnifoen legd en H. E. M. van begrip mogten zyn, dat gelyke dispofitie nodig was,de Bailliuwen welke tot het beëedigender Militie zyn gequalificeert, behoorden te werden aangefchreven en gelaft om den Eed van het aldaar inkomende Guarnifoen niet anders af te nemen dan met de Ampliatie by Hunner Ed. Mog. Refolutie van 22 Sept. 1783. gearrefteert, en de respeétiveMagiftraaten dier Steden daar benevens mede aangefchreven en verzogt zodaanige directie te houden en ordres te ftellen, dat de aangekome Militie niet werde ge- fa  tot de MILIT. JURISDICTIE. 261 gedebarqueert, ten zy de Provinciale en Stedelyke Eeden overeenkomftig de Refolutie by de Heeren Staaten daar omtrent'genomen, en aan dezelve Bailliuwen en Magiftraaten ten fine van obfervantie toegezonden, behoorlyk werden afgelegd en geprafteert; met verdere qualificatie op dezelve, om by onvervvagte voortduurcnde weigering van het Guarnifoen om daar aan na behooren te voldoen , de commandcerende Officieren van 't zelve, uit naam van H. E. M. aan te zeggen, om met hunne onderhoorigc Manfchappen direct het Territoir van de Provincie te moeten verlaaten. Dat vervolgens, aangezien dit Regiment van den Collonel van Pabst ftaat ter repartitie van de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, en derhalven zoo lang 't zelve niet in den Eed is genomen, ook niet direct onder H. E. M. bedwang is gefield, om aan'tzelve immediate beveelen tot het moeten afleggen van de voorfz. Eeden af te zenden, Z. D. H. by Miffive behoorde kennis gegeven te worden , dat H. E. M. met verwondering de voorn, weigering der Officieren van de afgezondene Compagnicn van 't gem. Regiment hebbende ftaan, tot maintien van Hoogftderzelver Souverain gezag, nodig geoordeeld had. den omtrent dezelve te moeten neemen zoodanige dispofitie als hier boven gemeld, met verzoek, dat tot voorkominge van dergelyke disrefpeétueufe ontmoetingen, voor 't vervolg , Zyne Hoogheid, in het afzenden van Troupes naar deeze Provincie, welke niet ter Repartitie van dezelve zyn gefield, zoodanige directie gelieve te houden, dat dezelve ook teffens van R 3 de  262 NALEZING van STUKKEN] de nodige Ordres voorzien werden , om te m praïfteeren den Eed welke van hun uit hoofde P van H. E. M. Refolutie zal worden gerequi- [ reert, of wel anderzins die voorzieninge doen, fti: dat niet anders dan Trcupes ter Repartitie de- p zer Provincie ftaande, binnen dezelve worden pli gelegt, en aan welke mitsdien door H. E. M. ¥ zelve de nodige beveelen ten voorfz. einde im- p mediaat kunnen worden gedepecheert. X X X 11 L EXTRACT uit het Regifter van de Refolutien der Heeren Staten van Zeeland. Den 10 November I78q. Is goedgevonden en verftaan, dat tot maintien van Hun Ed. Mog. Refolutie van den 22 September jongstleedcn op het Stuk der Militaire Jurisdictie, de Regeeringen van de refpective ftemmende Steeden , by Miffive en Extract dezer Refolutie, zonder verdere refumtie zullen worden aangefchreeven en geauthorifeert, gelyk gefchied by deezen , om aan den Commandeerenden Officier van het reeds aan gekomen of nog vervvagt wordende nieuwe Guarnifoen , 't zy tegenwoordig of in het toekomende, ieder in den haren, ter hand te ftellen , het by bovengemelde Refolutie gearrefteerd formulier van den Eed, alvorens door dezelve Regeeringen permisfie zal mogen worden gegeven, om de Troupes te debarqueeren, en hem in naam van Hun Ed. Mog., af te vragen ■  tot de MILIT JURISDICTIE. 263 een of eenige difficulteit zoude maken, dat de wemelde Eed door het nieuwe Guarniloen wierd afgelegt, en indien dezelve onvoldoent antwoord daar op geeft, dat Heeren Burgemeesteren als dan geen permisfie zullen geven om te debarqueeren, tot dat, voor zoo ver de Walcherfe Steden aangaat, de Heeren Gedeputeerden uit de Gecommitteerde Raaden, aldaar zullen zyn aangekomen, en zoo ver de Steeden van Zierik-Zee, Goes en Thplen betreft, de Heeren Bailliuws aldaar, of oezelve reprefenteerende (welke tot het in Eed nemen van de nieuwe Guarnifoenen, door de Heeren Gecommitteerde Raaden worden geauthonleert; met den Commandeerenden Officier zïillen hebben gefprooken, welke Heeren Gedeputeerden uit den Raade en Bailliuws refpeftivelyk worden gerequireerd, zooveel in hun is teefrec tueei en , dat aan de intentie van H. E. M. ten ftipften worde voldaan, en in cas van retus, den Commandeerenden Officier van het nieuwe Guarnifoen, meede uit naam van Hun Ld. Mog. aan te zeggen, dat Hoogftdezelve door het verkenen van Provinciaale Patenten aan de Troupes, om in eenige Stad of Plaats van de Provintie in te trekken, altoos fupponeeren , dat de Troupes zullen obediëeren aan Hoogltderzelver orders als Souverain van het 1 erritoir, en vermits zulks by dezelve word gedifficulteerd, zy Heeren Gedeputeerden uit den Raade en Bailliuws refpeftive, door rl.fc.. M. qeauthorifeert zyn, om het gemelde Guarnifoen niet binnen de Stad, alwaar zoodanig geval mogte exteeren, te laten inmarcheeren, maar den Commandeerenden Officier te gelasR 4 ten»  26*4 NALEZING van STUKKEN ten, met zyn onderhebbende manfchappen, zig te begeven buiten het Territoir dezer Provintie. En is by verdere deliberatie nog goedgevonden, dat welgemelde Bailliuws en Regeeringen zullen worden geauthorifeert en gequalificeert, gelyk gefchied by dezen, om indien nu of by vervolg door een Commandeerenden Officier van het nieuwe Guarnifoen , mogt worden gedifficulteerd , den Stedelyke Eed , zoo als dezelve by H. E. Mog. is gearrefteerd , met de Ampliatie volgens de gemelde Refolutie van den 22 September te prefteeren, als dan dezelve middelen van contrainte te gebruiken, als met relatie, in cas van rcfuys nopens den Provintiaalen Eed gemeld zyn: zullende ook gelyke Extraft deezer, by Miffive worden gezonden aan de Heeren Bailliuws der Steden Zierik Zee, Goes enTholen, tot derzelver informatie en narigt refpeélive. Accordeert met voorfchr. Rcgifter, (Geteekend) L. P. van de SPIEGEL, XXXIV.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 265 XXXIV. EX TRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hollandt ende West-Frieslandt, in hun Ed. Groot Mog. Vergaderlnge genomen op Dingsdag den 18 November 1783. Ontfangen eene Miffive van de Heeren Staaten van Zeeland , gefchreven te Middelburg den 10 deezer, waarby, betrekkelyk de Communicative behandeling van het verzoek van den Vaandrig de Witte, om Brieven van Abolitie, kennis gevende Heeren hunne Commisfarisfen te hebben verzogt om met de Heeren hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden fchriftelyk in Conferentie over die zaak te treden tot een gemeenfchaplyk fchriftclyk Rapport, verzoekende daar van Communicatie aan hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden; en accufeereude daar by verder de receptie van hun Edele Groot Mog. Miffive van den 17 October en daar by gevoegde Refolutie van den 3. betrekkelyk 'de Militie van den Staat, breder hier na geinfereert. Fiat infeTtio. (a) Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz Miffive voor zoo ver het eerfte Point betreft, zal worden geftelt in handen van de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, en verdere hun Edele Groot (V) Zie boven dezen brief reeds geplaatft onder de Zeeuwfche ftukken N. XXXI. bi. 2^5. R 5 Misfive van deStaa. ten van Zeeland, totfehriftelyke Conferentietusfchen hunne Gecommitteerden en die vanlnui Edele Gr. Mog. betrekkelykdeCom municative bchande. ling der verzogte Abolitie door den Vaandrig de Witte; en over de receptie van hun Edele Gr. Mog. Mi> five en Refolutie  266 NALEZING van STUKKEN concernerende de Militie. Aan Ge deputeerden van Haarlem &c. tot informatie het eerde Point; en voorts no lificatie. Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaken van de Juftitie tot derzelver informatie; en is voorts dezelve Miffive aangenomen voor Notificatie. Accordeert met de voorfz Refolutien. XXXV. ' MISSIVE der Heeren van Goes aan de Staaten van Zeeland. Relatif tot de Staaten Notulen van den 20 November 1783. Edele Mogende Heeren! Wy vinden ons gelast uit naam der Heeren van Goes, ter tafel van U E. M. voor te dragen, dat, wanneer by H. E. A. is ontfangen U E. M. Misfive van den 10 dezer maand, tot addres van Hoogftderzelvcr Refolutie, ten zeiven dage genomen, tot mainctien van H. E. M. Refolutie van den 22 Sept. dezes Jaars, over het ftuk der Militaire Jurisdiétic ; H. E. A. den Commandeerenden Officier van de voor de Stad Goes gearriveerde Compagnie, om binnen dezelve Guarnifoen te houden, voor zig ontboden en verfcheencn zynde, ingevolge cvengem. Refolutie van den 10 dezer, is afgevraagd, of hy nog difficulteit maakte om den Eed, zoo als dezelve hem reeds was bekend  tot de MILIT. JURISDICTIE. 267 gemaakt, met zyne onderhebbende Manfchappen af te leggen, zonder eenige referve, en gelyk die lag, en door Hem daar op zynde gedeclareerd als nog in het zelfde geval, als op den 6 dezer, zig te bevinden, en buiten ftaat om aan het gerequireerde te voldoen, dat de Heer Prcefideerende Burgerneefter, by abfentie van den Heer Bailliu, denzelven Officier onder het oog heeft gebragt deszelfs verpligting om, zoo veel in Hem was, aan de intentie [van U E. M. te voldoen , en dienvolgens Hem nogmaals op het ernftigfte aangemaand, den gerequireerden Eed af te leggen. Dat, wanneer zulks ook van geen effect, is geweeft, den mcergem. Officier door den Heer Prrefideercnde Burgerneefter, uit naam van U E. M. eindelyk is" aangezegd, dat Hoogftdezelve , door het vcrleenen van Provinciaale Patenten aan de Troupes, om in eenige Stad of plaats binnen deeze Provincie in te trekken, altoos fupponeeren , dat zoodanige Troupes zullen obedieeren aan Hoogftderzelver Ordres als Souverain van het Territoir, en, vermits zulks by Hem wierdt gedifficuiteerd, gelaft met zyne onderhebbende Manfchappen zig te begeven buiten het Territoir deezer Provincie, en verder uit naam van H. E. A. uiterlyk 's anderen daags met het eerfte gety, weer en wind dienende, van voor de Stad Goes te ' vertrekken. Dat, vermits het onzeker is ^ of de Manfchappen aldaar actueel Guarnifoen houdende, nog eenigen tyd zullen verblyven,en H.E.M. Refolutie van den 22 Sept. jongstleden, volgens H. E. A. begrip , omtrent die Manfchappen  268 NALEZING van STUKKEN pen van dezelfde applicatie is , als voor de nieuwe inkomende Troupes, H. E. A. aan U E. M. in conüdcratie geven, of het niet nodig zoude zyn,dat de Officieren der Guarnifoenen, zoo wel in de Stad Goes, als andere Steden en Plaatzen dezer Provincie , die aldaar voor het neemen uwer E. M. Refolutie van 22 Sept. hebben gelegen, en, voor. zoo verre dezelve daar toe nog niet zyn verpligt geworden, den Eed conform die Refolutie worden afgevorderd. Uit naam der Heeren Gedeputeerden; van Goes. Cg3t.) ANTHONI OSSEWAARDE. XXXVI. MISSIVE der Heeren van Veere aan de Staaten van Zeeland. Relatif tot de Staaten Notulen 20 Novemb. 1783. Edele Mogende Heereh ! Zekere Soldaat van 't Regiment Infanterie van den fleer Generaal Major Crave van Byland, Compagnie Major duPasquier, genaamt Jofeph Hamers, heeft zedert eenige tyd zig binnen deeze Stad opgehouden, hebbende een behoorlyke Verlofpas, zig geneerende met arbeiden , zoo als nog gisteren aan het Zuyderhoofd, tot het heyen van paaien. Welke Soldaat van zyn werk door twee Militaire Officieren zynde geroepen, terftond in de Hooft- wacht  tot de MILI-T. JURISDICTIE. 269 wacht by arreft is gcfteld zonder zig te deezer Stecde aan eenig Militair deliét. te hebben fchuldig gemaakt, of des aangaande van het Regiment waar toe hy behoord, eenige klagten te zyn ingekomen. De informatien daar omtrent genomen, brengen mede, dat gem. arreft zoude zyn gefchied , vermits Jofcph Hamers voor den Nederduitfehen Kerkenraad alhier ondertrouwd is met een Vrouwsperfoon uit Zuidbeveland geboortig , by welke hy te vooren een kind had verwekt, en apparent andermaal zwanger is, zonder dat hem tot zulk huwelyk eenig confent van zynen Capitein bovengem. Major du Pasquier is gegeven. Wy begrypen niet hoe de Lt. Coll. Macalefter Commandeerende de Militie alhier , van zig heeft kunnen verkrygen, om hier een Soldaat tot dit Guarnifoen niet behoorende, van wien reeds twee Huwelyks Proclamatien zyn gegaan, aan geen misdaad fchuldig, als inwooner onder onze immediate befcherming ftaande, zonder aanklagte van iemand , heeft kunnen of durven arrefteeren, dit evenwel gefchied zynde, hebben wy vermeend den gearrefteerden Jofeph Hamers te moeten reclameeren , dan hy ons geweigert zynde, is voorgem. Lt. Coll. by een Extract uit onze Refolutien heden genomen, gerecommandeert, door geenerhande dispofitie deeze zaak buiten haar geheel te brengen, dewyl ons voorneemen was, daar over adres aan Ü. E. M. te maken. Wy neemen de vryheid, om ingevolge het derde Lid uwer Ed. Mog. hoogft gevenereerde Refolutie van den 22 Sept. laaftleden rakende  270 NALEZING van STUKKEN de de Militaire Jurisdictie, het geen voorfz is, tot Hoogft derzelver cognitie te brengen, met eerbiedig verzoek, dat het U E. M. behage, Ons desvvegens last te laten toekomen, ten einde Wy, zoo wel als de refpeót. Kerkenraden , eens voor al weeten zouden, hoe in cas dat Militairen zig ten Huwelyk prefenteeren, zonder hunne qualiteit te verzwygen, (gelyk voorgem. perfoon niet gedaan heeft,) men daar in kan en zal moeten handelen: ook hoe ver de Commandeerende Officieren magts hebben, om Soldaten en Onder-officieren van andere Guarnifoenen zonder aanklagte te arrefteeren, en dus het Stedelyk Rechtsgebied als 't ware, te fchenden: Wy verhopen dat U E. M. ons hier omtrent met hunne Hoogwyze dispofitie, zullen gelieven te vereeren. Biddende God, Hoogftdezelve eene voorfpoedige Regeering te gunnen , en blyven Edele Mogende Heeren! U Edele Mogende gehoorzame Dienaaren, Bailliu, Burgemeejleren en Sche~ penen der Stad Veere. Ter Ordonnantie van dezelve (GeQ J. ERMERINS. Veere 19 Novemb. 1783. XXXVII.  fot de MILIT. JURISDICTIE. 271 XXXVII. MISSIVE van den Gemeente Burgerneefter van Zierik-Zee aan de Staaten van Zeeland, ontfangen den 20 Novemb. 1783. Edele Mogende Heerfn ! Wanneer ik my vereert vond met Uw Edele Mog. altoos gevenereerde Order van 10 November dezes Jaars, heb ik ingevolge dezelve den Commandeerenden Officier van de Compagnie van den Collonel Pabft het Formulier van den Eed by U Ed. Mog. gearrefteerd, voorgelezen, hebbende hem gevraagd, of hy ook voornemens was het zelve zoo te bevestigen, dan waar op, Ed. Mog. Heeren! gem. Officier gedifficultcert hebbende , en by myne nadere inftantie perfifteerende,heb ik hem Officier uit naam van U Ed. Mog. geordonneert en gelaft het Territoir dezer Provincie met deszelfs onderhoorige Manfchap te verlaten, hem ernftig recommandeerende, dat de non executie van dien met al deszelfs gevolgen voor zyn rekening liet: waar op voorn. Heer Officier heeft aangenomen zoo dra hem mogelyk, weer en wind en eenige geringe verzorging voor zyn Volk, bereid was het Territoir deezer Provincie te verlaten. Ik heb my indispenfabel verpligt gevonden, van dit voorval U Ed. Mog. te moeten informeeren, in afwagting van Hoogftderzelver wyze en verdere voorziening, en in vertrouwen , dat deeze myne behandeling overeenkom-  2?2 NALEZING van STUKKEN komltig is aan de altoos gereflecteerde beveelen van U Ed. Mog. en aan derzelver intentie voldoende is. Waar mede Edele Mog. Heeren, U Edele Mog. in de protectie Godes beveelende, my met alle veneratic teekene Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. gehoorz, Dien. (Gei.) P. A. de JONGE. XXXVIII. EXTRACT uit het Register der Refolutie van de Heeren Staten van Zeeland. Den 24 November 1783 De Secretaris van 't Land heeft gerapporteerd, uitnaam van Heeren Commilfariflen, hebbende ter voldoening aan H. E. M. Refolutie Commillbriaal van den 20. dezer maand geëxamineerd, de Miffive der Heeren van de Weth der Stad Veere van 'sdaags te voren, kennis geevende, dat de Commandeerende Officier van de Militie aldaar heeft kunnen goedvinden, te arrclteeren een foldaat van het vorige Guarnifoen , over welken geene klagten zyn ingekomen, en dienvolgende door welgemelde Heeren fchoon te vergeefsch gereclameerd, breeder vermeld by de Notule van de vorige feffie: dat uit de informatien, door den Lieutenant Col-  tot de MILIT. JURISDICTIE. "73 Collonel Macalefter in het befoigne gegeven t aan Heeren Commiffariflen zynde voorgekomen, dat de voorname reede van het in arrest ftellen van voornoemde foldaat is geweest,dat dezelve heeft getragt te trouwen zonder permisfie van zyn Capitein; Heeren Commiffarisfen aan voornoemde Lieutenant Collonel hebben voorgehouden , dat deze zaak civiel zynde , en eigenlyk meer reguardeerende den Capitein van gemelde foldaat dan hem Commandeerende Officier van het Guarnifoen ,waar toe die perfoon niet behoorde, zy Heeren Commisfariffen van gedagte waren , dat hy Lieutenant Collonel wel zoude doen, die zaak buiten pourfuite te houden, en den foldaat te ontdaan, terwyl aan hem overbleef de gewone middelen te employeeren tot interruptie der huwelyks proclamatien, indien hy mogt goedvinden, het voorgenomen huwelyk te beletten, dat nogtans indien hy Collonel oordeelde, uit dien hoofde den foldaat in arrest te moeten houden, Heeren CommilfarifTen aan Hun Ed. Mog. zouden rapport doen, waar door de zaak buiten haar geheel zoude geraken , dat voornoemde Lieutenant Collonel daar op geantwoord heeft, geen de minfte intentie te hebben iets te doen, dat onaangenaam zyn kon aan Hun Ed. Mog. of aan de Stad, daar hy de eer had in Guarnifoen te zyn , en dat hy den foldaat zoude ontdaan. Dat betreffende het verzoek der Heeren van de Weth der voorfz Stad Veere , by de voorfz. Miffive gedaan , dat name'yk H. E. M. aan dezelve de noodige ordens gelieven te laten toekomen, ten einde zy zoo wel als de refpective Kerkenraden eens voor al zouden weeten, hoe Nal. I. Deel, l Stuk. S in  274 NALEZING van STUKKEN in geval dat Militairen zig ten huwelyk prefenteeren, zonder hunne qualiteit te verzwygen, daar in kan en zal moeten worden gehandeld, als mede hoe ver de Commandeerende Officieren de magt hebben om foldaten cn Onder-Officieren van andere Guarnifoenen zonder aanklagte te arrefteeren, Heeren Commiffariflen vermeend hadden, dat die beide objecten, alt van mindere preflance zynde, voor als nog zouden kunnen worden aangehouden om nader te éxamineeren. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Hun Ed. Mug. het verrigte van Heeren Commiffariilen in deeze geapprobeerd, en daar in berust, onder afwagting nogthans van een nader uit te brengen Rapport van dezelve Heeren ten opzigt van de verdere ingrediënten by de voorfz. Miffive vervat en hier voren gemeld. XXXIX. EXTRACT uit de Refclutu van de Ed. Mog. Heeren Staten van Zeeland. Den 27 November j783. De Secretaris van 't Land heeft gerapporteerd, uit naam van Heeren Commiffariflen, hebbende ter voldoening aan Hun Ed. Mog. Refolutie Commiuoriaal van den 20. deezer, geëxamineerd de Miffive, ten zeiven dage ingekomen, van den Heer P. A. de Jonge, Gemeente Burgemeester der Stad Zierik-Zee, en by Vacatuure van de Bailliuage der zelve Stad, heb-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 275 hebbende waargenomen de Commiflie tot het beëdigen van het nieuw Guarnifoen voor de voornoemde Stad gearriveerd , als meede de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden deiStad Goes , uit naam en last van de Heeren hunne Committenten , ter zeiver tyd gedaan, beide betrekkelyk tot de difficulteit door de nieuw aangekomen Guarnifoenen voor de Steeden Zierik-Zee en Goes gemoveerd , omtrent het formulier van den eed aan dezelve voorgehouden, uit kragt van Hun Ed. Mog. Refolutien van den 22 September en 10 November laatstleden, en eindelyk nog hebbende geëxamineerd het tweede Lid van de voornoemde Propofitie der Heeren Gedeputeerden van Goes, houdende de bedenking, of het niet noodig zouden zyn, dat de Officieren der achicele Guarnifoenen , zoo wel in de Stad Goes, als andere Steden deezer Provintie, die aldaar voor het neemen hunner Ed. Mog. Refolutie van 22 Sept. hebben geleegen,en wier vertrek, voor als nog onzeker is, meede verpligt worden den eed, conform de voornoemde Refolutie af te leggen. Dat Heeren Commiflariflen van Advys zyn, dat het formulier van den Eed, voor de Militairen, by Hun Ed. Mog. Refolutie van 22 September gearrefteerd, en waaromtrent Hun Ed. Mog. den 10 November, beide laatstlede, nader hebben gerefolveerd, ftiptclyk behoord te worden nagekomen, en dat geene veranderingen of referven,hoe genaamd, daar in kunnen worden geadmitteerd; dat nogtans, wanneer door de Officieren van nieuwe Guarnifoenen, of anderzints, nu of in der tyd, difficulteit word gemaakt, omtrent het afleggen van S % den  276 NALEZING van STUKKEN den Eed,ingevolge het voornoemde formulier, en dat die difficulteit alleenlyk voorkomt uit een fcrupule, als of dat gearrefteerd formulier iets contineerde ftrydig met den Eed van trouwe , door gemelde Officieren aan de Generaliteit gedaan, dat de Heeren Hun Ed. Mog. Gecommitteerde Raaden, en de refpeftive Regeeringen der (temmende Steden deezer Provintie, door Hun Ed. Mog. zouden kunnen worden geauctorifeerd , om, ten overvloede, aan zoodanige Officieren , op hunne gemoveerde bedenking, te declareeren, dat de intentie van Hun Ed. Mog. niet is, of kan geweest zyn, om van de Officieren of Troupes in dienst van de Republiek een Eed af te vergen, welke ftrydig zoude zyn met den Eed van trouwe, waar door dezelve Wettig aan de gezamentlyke Bondgenooten zyn verbonden , en dat derhalven hunne fcrupule ten dien opzigte is overtollig en geheel ongefundeerd : terwyl nogthans Hun Ed. Mog. vastelyk zyn gerefolveerd tot het handhaaven van derzelver hoog gezag over het Krygsvolk, dat zig op het Territoir van Zeeland zal bevinden, en fpeciaal aangaande de Jurisdictie over dezelve in zaaken niet pure Militair zynde, zonder dat Hun Ed. Mog. ooit zouden kunnen gedoogen, dat hunne Wetten en Ordonnantiën op dat fubjeót vastgefteld,onder prretext van andere ordres of verbinteniffen zouden illüfoir gemaakt worden. Dat wyders Copie der Refolutie by Hun Ed. Mog., den 22 September 1783 , op het ftuk der Militaire Jurisdictie in deeze Provintie genomen, met het toen gearrefteerd formulier van Eed, als meede Hun Ed. Mog. Refolutie. van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 277 van den 10. deezer maand, en eindelyk deeze tegenwoordige verklaaring van Hun Ed. Mog. intentie , by Miffive zoude kunnen worden gezonden aan Zyne Doorl. Hoogh. den Heere Prince van Orange en Nasfau, als Capitein Ge- ! neraal , met by voeging, dat Hun Ed. Mog. [ van Zyne Doorl. Hoogh. ailezins verwagten cn vertrouwen, dat hoogftdezelve de hand daar aan houden zal, dat de voornoemde Refolutien op het ftuk van de Militaire Jurisdictie in Zeeland genomen , door het Krygsvolk op het Territoir van de Provintie ftiptelyk worden geobferveerd , en dat het voornoemde Krygsvolk, by hunne aankomst op het Territoir, zig aan de Obfervantie van dezelve Refolutien, met ! het doen van den gerequireerden Eed zal onderwerpen. Dat eindelyk, zoo veel aangaat de Troupes, welke voor het neemen der meergemelde Refolutien reeds in Guarnifoen zyn geweest, en nog zyn, aan welke de Ead volgens het gearrefteerd formulier nog niet is voorgehouden , Heeren Cornmiffariffen van oordeel zyn , dat het buiten alle bedenking is, dat die Guarnifoenen in de Provintie blyvende,den Eed zou. den moeten doen,' even "zoo wel als de nieuw inkomende Guarnifoenen;doch vermits het onzeker is, of dezelve niet binnen korten door nieuwe Troupes zullen worden afgelost, dat Hun Ed. Mog. de refpeftive Regeeringen der Steeden Zierik Zee, Goes, Vlisfingen en Veere, daar het geval thans plaats heeft, zouden kunnen auctorifeeren , om nog uiterlyk vier weeken te fuperfedeeren , met de gemelde ac ' tueele Guarnifoenen, den Eed op het nieuw S 3 for.  278 NALEZING van STUKKEN formulier af te vorderen , onverminderd nog. thans, ten opzigte dier Guarnifoenen, dekragt van Hun Ed. Mog. Refolutien op het fubjeft der Militaire Jurisdictie genomen ; doch dat Hun Ed. Mog. te gelyk zouden behooren te verklaaren, hoogftderzelver ferieufe intentie te zyn , dat de gemelde Guarnifoenen , indien zy nog langer dan vier weeken , zonder afgelost te zyn , in de Provintie blyven, den Eed zonder contradictie zullen moeten afleggen. XL. MISSIVE van JBurgem. Schepenen en Raade der Stad ZIERIK-ZEE aan de Heeren Staaten van ZEELAND. Relatief tot de Staaten Notulen Den 4 December 1783. Edele Mog. Heeren, Heden door den Heer Regeerende Burgerrneefter uit naam van 't Collegie van Schepenen, den Raade gecommunicecrt zynde, dat den Heer Gemeente Burgermeefter waarnemende de Bailliuage, aan 't zelve Collegie Communicatie had gedaan, dat zyn Wel Èd. ter kennis was gekomen , dat de bewuste Corporaal, die zig in de maand July aan verregaande biutaale behandeling aan de bediendens der Juftitie, zoo om hun met geweld te beletten het apprehendeeren van een ander militair, als met het trekken van zyn zydgeweer, waar door nog eene van de gezegde bediendens was ge- quetst  ■ TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 279 quest geworden, alles breeder omfchreèveri in onze Miffive van den 13 Juny aan Heeren Gecommitteerde Raaden (alzoo U Ed. Mog. toen niet vergadert zynde) geaddreffeert, was gcëchapeert, en zulks prefumtief wel veroorzaakt door de flegte voorzorg, die de Heeren Officieren van het 2de Battaillon van het Regiment ; van den Generaal Lewe, thans hier nog Guarnifoen houdende,aan welke die Corporaal door en by 't vertrek van 't Regiment van den Collonel Pain , op hooge ordres hier gelaaten zynde , was overgegeven en aanbetrouwd, alzoo die Corporaal door gemelde directie nooit anders dan in de zoogenaamde Hoofdwagt, zonder ergens in opgeflootcn te zyn, is bewaard geworden, en wanneer dien gedetineerden het ïecreet benoodigt hebbende (het welk eenige pasfen van de Hoofdwagt af ftaat) daar na niet zeldfaam is gebragt, door een door ziekte nog zwakken foldaat, die belaaden zynde met geweer en wapenen niet in ftaat was, zoo die Corporaal gezint was met de vlugt zig weg te maken , denzelven na te zetten, veel min met zyne wapenen hem te noodzaakcn , zig weder te laaten apprehéndeeren , van welke voor den Corporaal meer dan eens geprefenteerde gelegentheid, denzelven eindelyk op den 24. der Ifacloope maand November heeft gebruik gemaakt, en zig alzoo uit de detentie van den Militairen heeft zoek gemaakt, en vervolgens mee de vlugt uit dit Eiland geéchappeert, en aangezien de meergemelde Corporaal na het pieeien van zyne faitelykheeden , om niet, ( t zy op hooge ordre of anderzints) door den Politiquen Rechter geapprehendeert te worden, t s 4 zy  *S» NALEZING van STUKKEN zy uit eigen beweeging of aanraading van anderen , zig by de Militairen in arrest heeft begeven , alwaar hy daar zoo lange is bewaard , en zoude bewaard blyven, tot dat 'er by U Ed. Mog. daar omtrent eene nadere Refolutie zoude zyn genoomen. Dan alzoo door gemelde vlugt het Collegie van de Wcth dezer Stad is gepriveert geworden, van in dit geval te kunnen worden gemaintineert, by hun wel verkregen regt en het bekomen eener behoorlyke fatisfaótiegeëvenreedigt aan de beleediging hun en hunne bediendens aangedaan, alleenig zoo vertrouwen veroorzaakt, door dien by U Ed. Mog. omtrent dit poinct. nog geene Refolutie is genoomen. Weshalven Wy Ons wederom genoodzaakt vinden aan U Ed. Mog. te moeten addresfeeren, en met allen gepasten ernst te infteeren, zoodanige efficatieufe middelen te employeeren als U Ed. Mog. overeenkomftig het gewigt dezer zaak, meest dienstig en gefchikt zullen oordeelen. Terwyl Wy by deeze gelegentheid Onze Inftantien zyn vernieuwende, en op het ernftigsc nogmaals zyn infteerende, dat by U Ed. Mog, zoo fpoedig mogelyk eene Refolutie mag werden genomen, omtrent de extraditie van de andere by den Militairen Rechter alhier gedetineerde Perfoonen, die zig aan ftraatfchendery jn de maand Maart Iaatstleeden meede hebben fchuldig gemaakt, en zedert dien tyd, altoos by gezegde Militairen in arrest hebben gezeeten, of fchoon meer dan eens by de intnsfchen voorkomende gelegentheeden van dien aart, tot  tot de MILIT. JURISDICTIE. 281 tot de overgaaf van dezelve aan den Politieken Rechter, by UEd. Mog. is geinfteert geworden, dan waar in H. E. tot op heden tot derzelver lecdweezen niet hebben kunnen reusfeeren. Waar meede zullen WyGod Almagtig bidder] U Ed. Mog. Regeering, roemrugtig en voorfpoedig te zyn , verblyvende Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. goede Vrienden, Burgemeefteren Schepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee. Ter Ordonnantie van dezelve (Geteekcnt) Gillis van Tsfelfteyn. abf. Secret. Zierik-Zee den 1 Decemb. 1783. XLI. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 8 December 1783. De Secretaris van 't Land heeft gerapporteerd , uit naam van Heeren Commiifariffen, hebbende, ingevolge H. E. M. Refolutie van S 5 den  %%i NALEZING van STUKKEN den 4. deezer , geëxamineerd dc Miffive , tên 5 zeiven dage ter Vergaderinge geleezen , van de i Heeren Burgemeesters, Scheepenen en Raaden ( der Stad Zierik Zee , van den 1. derzelver 1 maand , raakendè het échappeeren uit het Mi- t litair arrest van zekeren Corporaal, die zig in t de maand Juny laatstleden had fchuldig ge- i maakt aan violente Oppofitie tegen de bedien- t den der Civile Juftitie, als meede, ingevolge z H. E. M. Refolutie Commifforiaal van den 3. d November, hebbende geëxamineerd de Pro- i i politie door de Heeren Gedeputeerden der Stad i Middelburg, op dien dag, ter vergadering ge- t daan, wegens het ontvlugten van eenige Mi- Et litaire Perfoonen, die zig aan Commune De- I liften hadden fchuldig gemaakt, en onder be- ;i waaring van de Militairen van het Guarnifoen .1 te Middelburg en te Vlisfingen waaren geweest, en eindelyk, ter voldoening van het 2de Lid der bovengemelde Miffive der Heeren van Zierik-Zee, meede aan dit befoigne gerenvoijeerd, houdende inftantien , dat H. E. M. zouden ge- i lieven te refolveeren omtrent de overgifte van ; de andere Militairen , die zig aan ftraatfehen- .1 dery, in de maand Maart laatstl., hebben mis- ; gaan , en federt altoos by die van het Guarni- 1 foen zyn in arrest gehouden. Dat Heeren Commiffariffen, zoo verre hun 1 de omftandigheeden van het evadeeren deezer gearrefteerde, cn door den Civilen Rechter ge- : reclameerde Perfoonen, bekend zyn , in de 1 drie gevallen, zoo te Middelburg, als te Zie- | rik-Zee, cn te Vlisfingen, hebben geremar- queerd of een zeer flcgte directie van de Mili- ! tairenïn het bcwaaren van Perfoonen die zig ■ aan '  tot de MILIT. JURISDICTIE 283 aan misdryven hebben fchuldig gemaakt, en deswegens behooren te regt gefield te worden, of een voorbedagten toeleg, om de Refolutie van H. E. M. van den 22. September op de extraditie dier gevangenen aan den Civilen Regter , illufoir te maaken, en dat het, naar het Advys van Heeren Commiffariifen , H. E. M. ten hoogften importeert, op een legaale wyze geïnformeerd te worden, wat hier van zy, dat mitsdien van oordeel zyn, dat H. E. M. den Fiscaal Militair van de Guarnifoenen in deeze Provintie Mr. D. P. de Mauregnault, zouden kunnen gelasten , de allerexaótfte perquifitie te doen,naar de voornoemde drie gevallen, en fpeciaal naar de wyze waar op de arreftanten zyn bewaard, de omftandigheeden van derzelver evafie , en door wiens, aanleiding, hulp of toelaating zulks gebeurd zy, met verderen last, om zoo hy Fiscaal bevind, dat 'er , door eenig Militair Perfoon met de bewaaring van de voornoemde arreftanten gechargeerd,pligt verzuim is gecommitteerd, of dat een Militair Perfoon aan het favorifeeren van die ontvlugting fchuldig ftaat, als dan tegen denzelven te procedeeren naar exigentie van de zaak; en eindelyk, dat hy Fiscaal aan H. E. M. zal rapporteeren, wat by hem in deezen zal zyn bevonden en gedaan. Dat wyders, de Heeren van de Weth der Stad Zierik Zee behooren te worden geau&orifeerd, en ernftig gerecommandeerd, de Militaire Perfoonen, welke zig aan Commune Delicten onder hunne Jurisdictie, hebben fchuldig gemaakt, en nog by die van het Guarnifoen in detentie worden gehouden, uit handen van de Militairen  284 ,» NALEZING van STUKKEN ren op nieuw te reclameeren; en ter hunner Judicatuure over te neemen. Dat ook , even als gedaan is, na de ontvlugting der gevangenen te Middelburg en Vlisfingen, de Commandeerende Officier van het Guarnifoen der Stad Zierik-Zee, behoord te worden aangefchreeven en gelast, om aan den Heer, die de vacante Bailliuage derzelve Stad waarneemt , ter hand te ftellen , het naauwkcurige fignalement van den geëvadeerden Corporaal , en dat voorts aan denzelven kennis gegeeven van H. E. M. te verlecnen auctorifatie op de Heeren van de Weth der Stad Zierik-Zee,tot reclame van de nog in detentie zittende Perfoonen, met last aan den Commandeerenden Officier , om zorg te draagen, dat de gereclameerde Perfoonen «an den Heer waarneemende de B,ailliuage worden overgegecven , binnen den tyd van 8 dagen , na den ontfang van H. E. M. Refolutie, met byvoeging van een ferieufe waarfchouwing, dat by aldien deeze gevangenen vanonderde bewaaring der Militairen échapeeren , of by aldien hy Commandeerende Officier niet ftiptelyk aan deeze ordres voldoet, hy deswegens aan H. E. Mog. verantwoordelyk zal gehouden worden , terwyl H. iL. M. het zelve zullen aanzien als een vilipendie van derzelver Souveraine beveelen, tot wier maintien H. E. M., in zulk een geval, zeer ernftige mefures zullen neemen. Dat eindelyk de Heer Rentmeefter Generaal van Zeeland Bewestenfchelde , ten aanzien van de gevangenen te Vlisfingen geéchapeerd,wel- nen der Stad Middelburg als 'sGravenmannen,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 2S5 Waren gereclameerd,en de Bailliuw der Stad Mid delburg, zoo veel de gevangenen te Middelburg betreft, mitsgaders de Heer waarneemende de Bailliuage te Zierik-Zee, behoorende te worden aangefchreeven en gerecommandeerd, om, na het bekomen der refpeétive fignalementen der geëvadeerde Perfoonen , tegen dezelve by publieke indaaging, volgens de gewone form voor de refpeótive vierfchaaren gebruikelyk te procedeeren, en die procedures te vervolgen tot den uiteinde toe. Accordeert &c. XLII. ADVYS der Stad Vlisfingen op het Staats Rapport van den Zfien December 1783. Relatif Staate Notulen 5 Febr. 1784. Dat Hun Ed. Achtbaare tot bereik der voorgeflagen Militaire redresfen, de fubfifteerende wetten kragtig en duidelyk genoeg oordeelende, en in aanmerking nemende den ftaat der deliberatien over andere Militaire zaken zouden prafereeren zig direct op de voorfz poincten te expliceren, en daar op zoo ras mogelyk een finale refolutie te helpen nemen, liever dan, ingevolge den voorflag van het Rapport, aanleiding te geven tot het protrahecren deezer deliberatien; te meer, daar Hun Ed. Mogende de magt hebben , om in voorkomende gevallen, des verzogt zynde, en nodig oor- dee-  286 NALEZING van STUKKEN deelende, eenige mitigatie te accordeeren, erf na vereisen der omftandigheden te disponeeren. Dat, ten aanzien der zaak zelf, en wel fpeciaal het eerfte Poinót, rakende het geven van Titulaire Actens, Hun Ed. Achtb. zig zouden conformeeren met de Refolutie van de Provincie van Holland van 3 Oélober 1783. en de Refolutie deezer Provincie van 24 Novemb. 1740. en met relatie tot de vacant blyvende Compagnie van oordeel zyn het zelve geen voorziening te behoeven, vermits dezelve van het eene in het ander Regiment verwisfelende, flegts korten tyd vacant blyft, en door de andere1 Capiteins gemaklyk kan worden waargenomen, alles zonder af te wagten het befluit der andere Provinciën, op dit Sujet, even weinig als zulks by de Provinciën van Holland en Vriesland is nodig geoordeelt. Dat Hun Ed. Achtb. ook van begrip zyn, dat by aldien Hun Ed. Mog. het misbruik der Titulaire Alten efficacieus willen wegnemen, Hun Ed. Mog. ook te gelyk behoorde te vigileeren tegen de nuttelooze vermenigvuldiging der Titulaire Generaals perfoonen, als welke even weinig als de efteftive Generaals (die reëel het Tractement van Generaal, Luitenant Generaal en Major genieten) in qualiteit van Collonel dienst kunnende doen , de titulaire Asten zoude perpetreeren en vermenigvuldigen, tot voorkoming waar van H. E. A. van advys zyn, dat de Heeren Ordinaris Gedeputeerden dezer Provincie ter Generaliteit zoude behooren te worden aangefchreven , om wanneer in 't vervolg door Zyne Doorl. Hoogh. ter Vergadering  tot de MILIT. JURISDICTIE. 287 ring van Hun Hoog Mog. een Promotie van Generaals Perfoonen zal worden geproponeerd, van die propofitie aan Hun Ed. Mog. kennis te geven , ten einde op deze Confideratien te kunnen worden gelet, als na behooren. Dat ten aanzien van het 2de Poinét, het geven van Aclen by de Armee, of dispenfatien van dienft met behoud van Traétcment, Hun Ed, Achtb. zig conformeeren met de Refolutie der Provincie van Holland. Dat, rakende het 3de Poinét, het verhopen der Militaire Charges, Hun Ed. Achtb. zouden perfifteeren by de [Refolutie van 10 Novemfa. 165L en het 11 Art. van het Reglement op de begeving der Militaire Charges van den 28. January 1706.; een Reglement; hetgeen niet anders als met eenpaarige Hemmen van alle de Leden, ingevolge het 12 Artikel van het zelve, vermag gealtereerd of gedispenfeert te worden , verwagtende mitsdien Hun Ed. Achtb. dat de Heeren Gecommitt. Raden , agtervolgens het 6. Artikel hunner Inftruétie, voortaan daar aan de hand zullen houden, zonder daar van onder eenig voorwendzel af te wyken. Dat, betrekkelyk het 4de Poinét, het employeeren van Nationale Officieren, Hun Edele Achtb. zig zouden conformeeren met de Re¬folutie der Provincie van Vriesland van den I 15 Decemb. 1783. met die byvoeging alleen, dat Hun Ed. Achtb. de geenen, die in de Colonien van den Staat gebooren zyn, mede als . Inboorlingen zouden confidereeren. Dat Hun Ed. Achtb, al verder van begrip izyn, dat tot aanfporing vaneen eerlyke arabi-  188 NALEZING van STUKKEN bitie en emulatie in 'sLands dienst, diendé bepaalt te worden dat de Militaire Officieren Haat konden maken, dat zy zig gedragende als Lieden van Eer, altoos naar hunnen rang en verdienden, zullen worden geavanceerd, zonder het disagrement te moeten ondergaan van door Officieren, die met hooger titulairen of effectiven rang uit andere Regimenten by het hunne geplaatft worden, in hunne billyke verwagting te rug gefteld te worden: en dat aan Zyne Doorl. Hoogh. van deeze hunne Edele Mogende ferieufe intentie kennis behoord te worden gegeven. Dat voort Hun Ed. Achtb. inhereeren derzelver voorig geadvifeerde op den 8fte December laatftleden, ten aanzien van het by voorkeur employeeren van de Troupes ter repartitie van deeze Provincie ftaande, ingevolge het oogmerk der Bondgenoten by de verdeeling der betaling van het Krygsvolk, en de verklaring meermaalen daar omtrent, fpeciaal door de Provinciën van Holland en Zeeland, ter Groote Vergadering ten Jaare 1651. gedaan. Dat verder hun Ed. Achtb, het dikmaals changeeren der Guarnifoenen , confidereeren als ten uiterften nadeelig, zoo voor de Militie zelf, als voor den Lande , en {trekkende om het Krygsvolk meer en meer af te trekken van de betrekkingen tot de andere Burgers en Ingezetenen, en dus in te boezemen zulke beginzels, die juist zouden aanlopen tegen het oogmerk, waar mede het Krygsvolk is aangenomen : Redenen waaromme hun Ed. Achtb. van oordeel zouden zyn, dat de Voorzieninge van dit Poinét nader in een Commifforiaal Befoigne  tot' de MILIT JURISDICTIE 2S0 fóig'ne zou kunnen worden onderzogt,en wanneer by hun Ed. Mog. een zekere tyd voor bet verblyf der Guarnifoenen binnen deeze Provincie zoude bepaald zyn, Heeren Gecorumitt. Raden zouden behooren te worden gerecommandeerd, omme geene attachés op eenig Patent tot verlegging of verandering van eenige Guarnifoenen te verleenen, wanneer daar door op de te maken bepaalingen zoude vvor'den geimpieteerd. Dat, gelyk hun Ed. Achtb. het employeeren alleen van Nationale Officieren in de Regimenten ter repartitie dezerProvincie allezints 'billyken, hun Ed. Achtb. al verder van begrip ■zyn, dat geene andere dan Inboorlingen tot de functie van Commandanten en Commandeurs der Steden en Forten dezer Provincie en geadfigneerde Quartieren behooren geadmitteerd te worden , en daar toe by preferentie geëmployeerd Officieren uit de Zeeuwfche Regimenten of gepenfioneerde Officieren op deze Provincie gerepartitieerd. Terwyl Hun Ed. Achtb. by deze gelegenheid niet kunnen verbergen hun verlangen, omme geëlucideerd te worden aan wien het regt van aanftelling der voorfz Commandanten en Commandeurs competeerd, het zy aan de Heeren Staaten dezer Provincie, het zy aan Zyne Doorl. Hoogh. als Capitein Generaal zelve , vermits Hun Ed. Achtb. by het nagaan der retro-aéta bevonden hebben, dat Hun Ed. Mog. meermaalen dit regt hebben geëxerceerd, en ter gelegenheid van de Groote Vergadering ten Jaare iósr. als een onbetwistbaar regt gereclameerd, terwyl in het 2de Artikel van 't Nal. l.Deel. I.Stuk. T In-  2qo NALEZING van STUKKEN Inftrumentum Pacis vandenjaare 1708. onder" de Ampten, die op praTentatie der Steden ter begeving van deStaaten bedongen worden, uitdrukkelyk worden opgenoemd de Commandementen der Steden; daar het aan de andere zyde Hun Ed. Achtb. al mede gebleken is, dat dit regt door den tegenwoordigen Heer Capi. tein Generaal en Hoog deszelfs twee laatfte Preedecesfeurs Gl. Ged. is uitgeoeffend, in dier voegen, dat by de Heeren Gecommitt. Raden Commisfie verleend wierd aan de genen, die Acte van den Heer Capitein Generaal bekomen hadden , zonder dat Hun Ed. Achtb. immer eenige traces van overgave van dit regt der Provincie hebben kunnen ontdekken: dat mitsdien Hun Ed. Achtb. zouden verzoeken, dat dit Poinél in een Commisforiaal Befoigne zou mogen worden onderzogt, en. daar van rapport gedaan aan Hun Ed. Mog. ten einde het zelve gehoord zynde, by de Leden daar op zodaanig te kunnen worden gerefolveerd, als Hun Edele Mogende nuttig zullen oordeelen. XL III; EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 8. December 1783. De Secretaris van 't Land heeft gerapporteerd uit naam van Heeren Commisfarisfen, hebbende ter voldoening aan H. E. M. Refo- lu-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 291 Jütie Commisforiaal van den 6 Novcmb. jon gilleden , geëxamineerd de Miffive der Heeren Staaten van Holland en Weft-Vriesland van den 17 Oélob. te vooren, ten eerftgem. dage ter Vergadering ingekomen &c. Dat Heeren Commisfarisfen zig, inde eerfte plaats, bepaalcnde, tot het principaale Poinct, waar op H. Ed. Gr. Mog. de concurrentie van deeze Provincie verzoeken, namelyk het borneeren van de Titulaire Aften aan dienst doende Officieren, hebben nagegaan, wat by de Heeren Staaten deezer Provincie voor deezen op die materie is gerefolveerd, of welke practycq daar in heeft plaats gehad, en bevonden hebben, dat H. E. Mog. in 't generaal zoodanige Titulaire Acten altoos hebben afgekeurd, zoo dat zelfs by de meefte Leden van Staat op den 6 Aug. 1714. is verklaard, dat men geen titulaire Aften meer geven zal, om den endienft welke daar uit refidteerd. Dat op den 3 April 1703. in de poincten van befchryving aan de Leden zynde voorgedragen een Miffive van H. H. M. van den 10 Maart te vooren, tendeerende, om, vermits de Generaals niet kunnen dienen by de Regimenten, daar aan te remedieeren door de aanftelling van Titulaire Collonels, Lt. Collonels en Majors, buiten laft van het Land, de Refolutie op dat poinct wel is in bedenking gehouden , om rede, dat het geval in Zeeland toen niet exteerde, gelyk blykt uit H. E. M. Notul. van 21 Mey 1703, maar dat by Refolutie van 24 Nov. 1740. als een vaste orde en wet is geftatueert, dat wanneer een Collonel of Brigadier, ter repartitie van Zeeland ftaande, tot Generaal wierd aanT 2 ge-  ï02 NALEZING van STUKKEN gefield, in zoodanigen geval, de Lt. Coll. en Sergeant Major van dat Regiment zouden worden gepromoveerd tot Coll. Commandant en Lt. Collonel. Dat egter buiten dien, verfcheide exempe* len gevonden worden, waar in H. E. M. hebben gedisponeerd over Titulaire Aólen, het zy uit faveur of tot fuppletie van Officieren, die van den dienst gedispenfeerd of gedimitteerd zyn, met behoud van Traólement tot recompenfe van hunne merites, gelyk, om van andere en verdere gevallen te zvvygen, kan gezien worden uit de Notul. van 6 Aug. 173 r., 1 Mey 1736, 14 Maart 1737, 24 Nov. 1740., en byna in yder Promotie van Officieren. Dat uit deeze retroafta fchynt te moeten opgemaakt worden, dat de generaale regel by deeze Provincie ten dien opzigte gevolgd, overeenkomt met de Cynofure in Holland gcbruikelyk geweeft, en vervat in de Refolutie welker obfervantie H. Ed. Gr. Mog. nu wederom hebben gerenoveerd, by Hoogftderzelver Refolutie van den 3 Oftob.laatstleden,namelyk dat de Commiflie van Titulaire Aften regulariter geborneerd is geweest tot Regimenten van effeftive Generaals perfoonen. Dat nogtans Heeren Commisfarisfen uit de exempelen van het Jaar 1702 tot 1747, wanneer de begeving der Militaire Charges in de Regimenten ter repartitie van deeze Provincie door de Heeren Staaten zelve is geëxerceerd, gezien hebbende , hoe dikwyls deeze regel aan exceptien is fubjeft geweeft, van oordeel zyn, dat dezelve bepaaling eenige nadere explicatie nodig heeft, om alle duifterheid en gelegenheid  tot de MILIT. JURISDICTIE. 293 heid tot fbortgclyke exccpticn, zoo veel mogelyk is, weg te nemen , dat althans behoord bepaald te worden , of in Regimenten van effeftive Generaals Perfoonen die Titulaire Aften zig alleen zullen borneeren tot de groote Stafs Officieren , gelyk de intentie van de Heeren Staaten van Zeeland fchynt geweest te zyn in de even aangehaalde Refolutie van 14 Nov. 1740 ; dan of daar onder ook begrepen zyn de Capiteins en mindere Officieren : Dat men ook in confideratie diende te nemen , of niet gevoeglyk kunnen bepaald worden alle andere gevallen, waar in het geven van Titulaire Acten bevorens Jby H. E. M. als noodzaaklyk is aangezien: By voorbeeld, wanneer een Officier door blesfures in den dienst van 't Land bekomen, of door andere infirmiteiten buiten ftaat raakt, om in zyn qualiteit by het Regiment te dienen , en 'er geen ander middel is om hem te recompenfeeren, dan door het laten behouden van zyn Traftement, in welken gevalle zyn post en qualiteit door een ander Officier met den blooten Titul bekleed, moet waargenoomen worden : of gelyk in deeze Pro^ vintie moet plaats hebben in de Compagnie, die altoos vacant gehouden wordt, en mogelyk andere gevallen, die een meerder kundigheid in het Militairen wezen zoude aan de hand gee* ven: en eindelyk, dat zoodanig een Refolutie niet finaal by deeze Provintie zoude behooren gearrefteerd te worden, als ter gelyker tyd , dat diergelyke mefures ook by de andere Provintien zullen genomen worden, dewyl anders de Officieren ter Repartitie van deeze Provintie ftaande, zig zouden bevinden in het geval, 't T 3 WSllS  294 NALEZING van STUKKEN welk de Heeren Staaten van Holland te regt in hoogftderzelve Miffive, ten opzigte van hunne Officieren apprehendeeren , naamelyk van gepostponeerd te raaken in hunnen rang aan Officieren van andere Provintien, daar deeze Refolutie geen plaats zou hebben. Dat mitsdien Heeren Commifiariflen van advys zyn, dat H. E. M. zig over het generaal conformeerende met de zeer juiste redenen door de Heeren Staaten van Holland geavanceerd, nopens de verderfelyke gevolgen voor de Armee, en den ondienst van het Land, die uit een opeenftapelingvan titulaire aften moet onftaan, gepaste maatregelen zouden behooren te concerteeren , om zulk een misbruik tegen te gaan, maar dat, ten einde de finaale Refolutie door H. E. M. op dit poirift te neemen, met genoegzaam overleg , en met inlluiting van alle noodige exceptien, zoude kunnen worden vastgefteld en onverbreekelyk geëxecuteerd, Z. D. H. de Heer Prins van Orange, als Capitein Generaal van Zeeland, door H. E. M. zoude behooren te worden verzogt, om op de befte wyze van executie dezer mefures, de Tieren Staaten van Zeeland te fuppediteeren deszelfs conlideratien en hoog wys Advys. Dat vervolgens overgaande tot de verdere ingrediënten van de Miffive van H. Ed. Gr. Mog. van 17 Oftober vervat en meede aan dit befoigne ter examinatie gerenvoyeerd, voor eerst voorkomt het poinft van het geeven van zoogenaamde acten by de Armee, welke tot de titulaire aften by de Regimenten, voor een groot gedeelte oorzaak geeven , Heeren Commiifarisfen van oordeel zyn, dat hoe zeer dezelve niet ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 295 i geheel kunnen worden geprrevenieerd, en ook ; altoos by de Armee van den Staat hebben plaats gehad, dezelve egter niet dan fpaarzaam, en in finguliere gevallen behooren te worden verleend , en dat ten aanzien van de Gereformeerde Officieren , waar onder men begrypt de Krygsgevangenen geweest zynde, en by de refpeólive reduétien op Penfioen geftelde, wier Pennoenen tot een drukkende last voor de Provintien zyn en blyven, veel als een vaste regel behoorden in agt genoomen te worden, dat zoodanige Officieren, nog in ftaat zynde om te dienen, zonder onderfcheid in de vaceerende plaatfen invallen, en voor allen anderen, tot gelyke Militaire Ampten geprasfereerd moeten worden ; dat egter Heeren Commilfariffen voorzien, dat deeze regel niet naar den letter zal kunnen geobferveerd worden, zonder prrejuditie te leggen aan de thans dienende Officieren, die telkens in hunne verwagting op Promotie zouden te rug gezet worden , door het plaat, zen van Officieren in Regimenten, waar toe zy te vooren niet behoord hebben, 't welk zekerlyk het oogmerk dezer deliberatien niet kan zyn, die veel eerder zyn aangelegd, om een juiste retributie, naar een ieders rang en verdienden in de Armee van den Staat te doen plaats grypen. . Dat ten aanzien van het derde poinct, het verhopen van Militaire Charges , Heeren Commiffariifen aan H. E. M. moeten rappellceren, : niet alleen de Placaaten van H. H. M. van 7 :* February 1637, en 8 Mey 1749» tegen het I verkoopen en refigneeren van Militaire Charges, onder zekere uitkeering, als ftrekkende b ' T 4 W  2 9<5 NALEZING van STUKKEN tot merkelyken ondienst van het Land, en praïjuditie van braave Krygslieden,aan welke hierdoor de regtc weg word afgefneeden, ora door hunne merites geavanceerd te worden, maar ook de fpeciaale Refolutie der Heeren Staaten deezer Provintie op dat ftuk genomen, namenlyk. die van 10 November 165 r, waar by H. ■ E. M. goedgevonden hebben de verkoopingen te difficulteeren, en den Raadpenfionaris verz'0^' geene Requeftcn daar toe aan te neemen, nog mondelinge Propofitie te doen , welke Refolutie is ge'inhereerd den 7 February 1653, met by voeging, dat zoodanige verzoeken niet ! meer zullen worden geaccordeerd, als op een poinét van befchryving, waarom ook by onderichcide Refolutien van H. E. M. en byzonder in het Regiement op de begeeving der Militaire Charges ter repartitie deezer Provintie, de Eed van zuivering, zoo wel tot Militaire als Politique Employen is geëxtendeerd, gelyk hec prafteeren van dien Eed ook nog in Hipte obfervantic is, en geene Officieren, met een onereufen titul aan hunne Charges komende, by de Heeren Gecommitt. Raaden worden beëedigt, dan onder exceptie van het gene door hen gegeeven of beloofd is, tot het admitteeren van welke exceptie in die gevallen, Z. D. H., by een afzonderlyke acte, de Heeren van dcnRaa* de verzoekt. Dat Heeren Commiffariflen op dit poinct, even als op de vorige, van begrip zynde, dat diergelyke dispenfatien van den Eed van zuiveringen, niet dan zeer fpaarzaam , cn om zeer wigtige redenen moeten verleend worden , egter niet ontkennen, dat dezelve in fommige geval-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 297 vallen onvermydelyk zyn, om een convenabl© recompenfe te vinden , voor Officieren die in dienst van den Staat grys en caducq zyn geworden, waar toe geen ander middel voorhanden js, dan dezelve ten laste van de refpective Provintien te pcnfionceren, uit 't fonds van den halven hondertIr.cn penning, 't geene volgens 't plan van reforme van 1752 daar toe is gedestineerd , of aan dezelve Officieren; buiten last van de Provintien een fomme gelds of jaarlykfche uitkeering te accordeeren uit de Charges die zy met eere hebben waargenoomen, en door infirmiteit moeten quitteeren, in welken gevalle de Succeffeur in het employ, met de uitkeering belast, van den Eed van zuivering in zoo verre, moet gedispenfeerd worden ; welke modificatie en exceptie, gelyk ze in zig zelfs billyk is, ook altoos door deeze Provintie is geadmitteerd , en door de Provintie van Holland expreffelyk is geinfereerd in de Refolutie op den Eed van zuivering voor Militaire Charges te doen, van den 16 Maart 1675. Dat Heeren CommiffarifTen derhalven van Advys zyn , dat in deezen niet anders noodig is, dan de geftatuecrdc Wetten te laaten werken, terwyl de Heeren Gecommitt. Raaden, zonder nadere auftorifatie van H. E. M. niet bevoegd zyn, dispenfatien te verleenen, die tegen het oogmerk van de Wet zouden aanloopen. Dat het egter zeer wenfchelyk was, indien er eenig ander toereikend middel kon uitgedagt worden , om Officieren die niet langer kunnen dienen, eene erkentenis voor hunne merites en een eerlyke fubfiftentie te affigneeren buiten bezwaar van hunne Succcsfeurs, en dat dit naae T 5 het  ü98 NALEZING van STUKKEN het oordeel van Heeren Commiffariflen, dezekerfte, zoo niet de eenige weg zoude zyn, om aan alle de inconvenienten waar over thans met zoo veel rede geklaagd wordt, te remedieeren. Dat aangaande het 4de object, betreffende het employ van Nationaale Officieren in de Nationaale Regimenten, boven den rang van Sergeant of Wagtmeefter, Heeren Commiffariflen als een billyke regel vastftellcn, dat alle andere redenen egaal zynde, Inboorlingen boven Vreemdelingen behooren geprefereerd te worden, maar dat het zeer veel bedenking heeft, of deeze regel in het Militaire wel altoos als een onverbreek-dyke cynofure kan worden gevolgd, dat 'er althans verfcheide confideratien zouden moeten geëxamineerd worden, alvorens zy dit poinét als een te ftatueeren voet aan H. E. M. zouden durven aanraaden. Dat Heeren Commiffariffen op de drie laatst beredeneerde poinclen van Advys zyn even als by het eerfte poinct. is voorgedragen, dat H. E. M. , alvoorens buiten de reeds geëtablisfeerde Wetten en Refolutien , die in volle kragt en obfervantie moeten blyven, iets naders te befluiten, zouden kunnen inneemen de conlideratien en het hoogwys Advys van Z. D. H. den Heer Prins van Orange , als Capitein Generaal , aangaande de wyze , waar op de voorfz. geëtabliffecrde Wetten en Refolutien be.=t zouden kunnen worden geëxecuteerd, en alle inbreuk op dezelve efficacieufelyk zoude kunnen worden geprrsvenieerd. Dat wyders aan Heeren Commiffariffen in confideratie is voorgekomen} of het niet ten hoog-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 299 hoogften noodig zoude zyn en dienftig tot aanfporing van een eerlyke ambitie en emulatie in 'sLands dienst, indien de Militaire Officieren ftaat konden maaken, dat zy zig gedraagende als lieden van eer betaamt, altoos naar hunnen rang en verdienften zullen worden geavanceerd, zonder het disagrement te moeten ondergaan, van door Officieren,die met hooger titulairen rang uit andere Regimenten by het hunne geplaatst worden, in hunne billyke verwagting te rug gefteld worden. Op welke confideratie Heeren Commiffariffen Zouden vermeenen, dat H. E. M. mede de ge* dagten, en het hoogwys Advys van Z. H. zoude kunnen verzoeken. Dat voorts van H. E. M. te neemen Refolutie op de ingrediënten van dit Rapport, by Miffive zouden behooren kennis gegeeven te worden aan H. E. Gr. M. de Heeren Staaten Van Holland en West-Friesland. Accordeert &c. .pa  300 NALEZING van STUKKEN PUBLICATIE van Ridderfchap' en Steeden der Staaten van 0verysfel, PUBLICATIE. ' Ridderfchap en Steeden de Staaten van Overysfel doen te weeten ; Aizoo ons is voorgekomen, dat onder de goede Ingezeetenen deezer Provincie eenige twyffelingen fchynen te fubfifteeren omtrent de Jurisdictie aan de Civile Regtbanken over Militaire Perfoonen in deeze Provincie Guarnifoen houdende of invvoonende, competerende; en het ondertusfchen zeker is, dat binnen deeze Provincie nimmer eenige Militaire Regtbank nog in 't Civile, nog in 't Crimineele, is erkend of toegelaaten, tot prejudicie van de voorregten en privilegiën, de refpective Territoriale Richters binnen deeze Provincie competeerende; maar dat in tegendeel Ridderfchap en Steden zich tegen de oeffening van allen Militairen Regtsdwang, van't begin en erectie van de Republicq af, binnen dezelve ten allen tyde hebben verzet en voorzien ; Zoo is 't; Dat wy hebben goedgevonden tot naricht van een ieder te verklaren , zulks doende by deeze; dat, uitgezonderd in 't geval van pure Militaire Delicten, waar over de kennisneeming , als van ouds , aan den Militairen Rechter word overgelaaten , de Jurisdictie over alle Militaire, zo wel als andere perfoonen, zo in 't Civile, als in 't Crimineele, alleen competeerd aan de refpective Regtbanken in deeze Provincie fubfifterende; en dat vvy nooit zullen,  tot öe MILIT. JURISDICTIE. 30f len gedogen, dat eenige, het zy hooge of lage Krygsraad, of iemand anders, wie het ook zoude mogen weezen, zich in deeze Provincie eenige Jurisdictie, hier mede ftrydig, aanmatige, of dat iemand onderneeme ergens anders dan als voorfchreeven recht te zoeken. Aldus gedaan en gearrefteerd binnen Deventer den 10 December 1783. Ter Ordonnantie van Hooggemelde Heeren Staaten. DERK DUMBAR. XLIV,  jo* NALEZING van STUKKEN Berigt en Advis van het Hof op de Propofitie van Gedeputeerden der Stad Delft omtrent het doen van voorfiening nopens eenen by den zogenaamdenHoogen Krygsraad gedetineerden J. B. Jacobi,dog wiens Sententie zonder approbatie was gebleeven; en nopens anderëProceflefi en Sententien by voorfz liougen XLIV. ÉXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hollandt ende West- Vriesland, in hun E. Gr. Mog. Vergadering genomen op. Donderdag den n December 1783. Ontfan gen een Miffive van de Praffident en Raaden van den Hove, gefchreeven in den Hage den 5 deezer, houdende, tot voldoening aan hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 16 Oci-ober laatstleeden, derzelver berigt, confideratien en advis op de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Delft , ten laatftgemelde dagen ter Vergadering gedaan, waar by dezelve hebben voorgedraagen, dat zeekeren Jacob Jacobi, woonende te Delft, aan hunne Principaalen had te kennen gegeeven, dat desfelfs Zoon Johan Baptist Jacobi, zig als Deferteur aan den zoogenaamden Hoogen Krygsraad ter verantwoording hebbende overgegeeven, nu byna fes maanden in arrest had gezeeten , zonder eenig verhoor; en dat zeekere Burga Jacoba Paspoort, gefepareerde Huisvrouw van Hermanus Hubertus van Steenvoorden , meede woonende binnen dezelve Stad, zig insgelyks aan gemelde hunne Principaalen had geadrcffeert, en te kennen gegeeven , dat zy tegen gemelden haaren Man die Soldaat was geweest onder het Regiment van den Lt. Generaal Raders, en van een gedetacheerd Commando te Veurne was gedefcrteert, van het ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 303 gemelde Collegie had verfogt en geobtineert Mandament van R. A. met de claulüle vanEdicr.e ad valvas Curia?, met dat gevolg, dat die zaak by Sententie van het zelve op Intendith was afgedaan; dog dat dezelve Sententie, om dat door tusfchen gekomene omftandigheeden de approbatie van Zyne Hoogheid daar op niet was gevolgt,niet ter executie had kunnen worden gelegt; en waar by de gemelde Heeren Gedeputeerden teffens hun Ed. Gr. Mog. in con* fideratie hebben gegeeven, of niet, ten aanzien van den gemelden Jacobi, en andere als nog by voornoemden Hoogen Krygsraad gevangen zittende, gelyk ook ten aanzien van alle Proceffen, welke aldaar nog litispendent waren, als meede tot de bovengemelde Sententie, en andere, welke wel geflaagen, dog door opgekoomene omftandigheeden , niet ter executie hadden kunnen gelegt worden, de noodige voorzieningen behoorden gedaan te worden, ten einde (in aanmerking, dat gemelde zoogenaamde Hoogen Krygsraad, in gevolge hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 30 Mey laatstleedcn geenerley Actens van Jurisdictie of geenerley gezag meer vermogt te ©effenen op het Territoir van deeze Provincie) de bovengemelde gedetineerde op de eene of andere wyze t£ regt geftelt, en wyders zorge worden gedraa gen, dat de Juftitie niet veragtert, maar de geinterelfeerde Partyen in bovengemelde Proce dures in ftaat worden geftelt, om dezelve Pro. celfen en Sententiën te vervolgen op zoodani ge voet en wyze als geoordeelt zal worden te behooren ; volgende het zelve Berigt en Advii hier ha geinfereert. Fia Krygsraad onafgedaad gelaaten , commiff; ; en Refolutie op de zaak van gemelde» Jacobi. t  ga* NALEZING van STUKKEN Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevon-' den en verftaan, dat de voorfchreeve Propofitie en het daar op gegeeven Berigt en Advis zullen worden geëxamineert door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie, met Commiffariflen van den Hove, en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratie en advis; en is diert onvermindert goedgevonden en verftaan, den gedetineerden Jacobi, met relatie tot het geen ten zyne opzigte in de gemelde Propofitie is voorgedraagen te laaten onverlet om daar omtrent zoodanig adres te doen als geraaden zal vinHen. Accordeert met de voorfz Refolutien; XL V. MISSIVE van Prefident en Raade van den Hove. Den 5. December 1783; Edele Groot Mogende Heeren! Wy hebben de eer gehad te ontfangen U Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 16 Oétober deezes jaars, waar by U Ed. Gr. Mog. van ons gelieven te requireeren, dat wy U Ed. Gr. Mog. zouden dienen van berigt, confideratien en advis , op de Propofitie door de Heeren Gedepu- teer-  tot m MILIT4 JURISDICTIE. 30^ teerden der Stad Delft) uit naam van de Hee« ren hunne Principaalen j ter Vergadering van U Ed. Gr. Mog. gedaan, waar by dezelve voor* draagen , dat zeekere Jacob Jacobi, woonende te Delft, aan hunne Principaalen had te kennen gegeeven , dat desfelfs Zoon Johan Baptist Jacobi, zig als Deferteur aan den zoogenaamden Hoogen Krygsraad ter verantwoording hebbende overgegeeven, nu byna zes maanden in arrest had gezeeten , zonder eenig verhoor, en dat zeekeren Burga Jacoba Paspoort, gefepareerde Huys vrouw vanHermnnus Hubertus van Steenvoorden, meede woonende binnen dezelve Stad, zig insgelyks aan gemelde Heeren hunne Principaalen had geaddreffeert, en te kennen gegeeven, dat zy tegen gemelden haaren Man, die Soldaat was geweest onder het Regiment ' van den Lt. Generaal Raders, en van een gedetacheerd Commando te Veurne was gedefefteerd, van het gemelde Collegie had verzogt en geobtineert Mandament van K. A. met de Claufule van Edicfe ad valvas Curie, met dat gevolg , dat die zaak by Sententie van het zelve op Intendith was afgedaan; dog dat dezelve Sententie,om dat door tusfchen gekomene omftandigheeden de approbatie van Z. H. daar op niet was gevolgt, niet ter executie had kunnen worden gelegt; en waar by de gemelde Heeren Gedeputeerden teffens U Ed. Gr. Mog. in confideratie geeven, of niet ten aanzien van den gemelden Jacobi, en andere alsnog by voornoemden Hoogen Krygsraad gevangen zittende, gelyk ook ten aanzien van alle Procelfen , welke aldaar nog litispendent waren, als meede ' £ot de bovengemelde Sententie, en anderen Nal. I. Deel. I. Stuk. V wel-  30Ó* NALEZING van STUKKEN welke wel geflaagen , dog, door opgekomene? omftandigheeden ,niet ter executie hadden kunnen gelegt worden, de noodige voorfieningen behoorden gedaan te worden , ten einde (in aanmerking , dat gemelde zoogenaamde Hooge Krygsraad, in gevolge U Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 30 Mey laatstlecdcn geenerley Actens van Jurisdictie of geenerley gezag meer vermag te oeffenen op het Territoir van deeze Provincie) de bovengemelde Gedetineerde op de eene of andere wyze te regt geftelt, en wyders zorge werde gedfaagen , dat de Juftitie niet veragtert, maar de geintercifeerde Partyen m bovengemelde Proceduresin ftaat worden geftelt, om dezelve Procesfcn en Sententien te vervolgen op zoodanigen voet, en wyze, als geoordeelt zal worden te behooren. Om aan die gerefpeéteerde requifitie te voldoen , hebben wy de eer TJ Ed. Gr. Mog. te berigten , dat wy ons nopens de twee zaaken in de Propofitie van Heeren Gedeputeerden van Delft gefpecificeert geinformeert hebben by den Fiscaal van de Generaliteit, en by Mr. L. L. van Rheenen , Griffier van het gemelde Collegie; en van den gemelden Fiscaal hebben vernoomen , dat 'er in het Provoosthuis van de Generaliteit alhier zeekere Johan Baptist Jacobi, geweezen Soldaat in het Regiment van Grenier, gedetineert zit, en dat hetgeen in de voorfz Propofitie omtrent den zeiven word voorgedraagen, genoegzaam overeenkomt met deflelfs gezegdens , en dat de Griffier ons heeft onderrigt, dat Burga Jacoba Paspoort, wonende te Delft, als gerepareerde cn verlaate Huisvrouw van Hermanus Hubertus van Steenvoorden, gede-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 307 deferteert Soldaat van het Regiment van den Lt. Generaal Raders van den gemelden Krygsraad had verzogt en geobtineert Veniam agendi (voor zoo veel des noods) en een Mandament van Rauaèrie, met de Claufule van Ediftie , en na bchoorlyke defaulten by Intendith had geprocedeert, zoo als in die materie gebruikelyk is, en dat in die zaak Sententie was geweezen, en aan Z. H. ter approbatie gezonden, dog dat die approbatie voor den 30 Mey laatstleeden niet was ingekomen. Meer kunnen wy des aangaande niet berigten , en zullen als nu overgaan om U Ed. Gr. Mog. op het geproponeerde van Heeren Gedeputeerden van Delft te dienen van onze confideratien en advys. In de overweeging, Ed. G. Mog. Heeren, van het geen wy daar omtrent zouden behooren te advifeeren , was het zeer natuurlyk, dat wy tragtten naar te gaan , welke fchikkingen , er gemaakt waren in het begin van deeze eeuwe , toen door het affterven van Willem III., gl. ged., de Hooge Krygsraad gereekent wierd te ceffeeren ; dan wy hebben des aangaande, nog in de Refolutien van U Ed. Gr. Mog., nog in 's Hofs Regifter der Miffiven van en aan U Ed. Gr. Mog., nog in 's Hofs Refolutien iets gevonden; maar by den Raad van Staaten is op op den 18 January 1703 goedgevonden, „ dat „ tot expeditie der zaaken litispendent hangen„ de voor den Hoogen Krygsraad, ondertus„ fchen dat zoude gedelibereert worden over „ het werk van den Krygsraad, dezelve zou„ den afgedaan worden geduurende de Winter „ door een Krygsraad extraordinaris te convoV 2 „ cee-  3o3 NALEZING van STUKKEN ceeren door den Prasfident Unkel, zonder dat dezelve Krygsraad zoude mogeniaannee„ men de kcnnilfc van eenige nieuwe zaaken het zy faauwelyks of by appel, en dat de „ Raad van Staaten nader /.oude disponeeren „ over de afdoening der zaaken , welke niet zouden getermineerd zyn op het aangaan van „ de volgende Campagne j werdende Heeren ,, Gecommitteerden verzogt te fpreeken met ,, den Praefident Unkel, over de executie dier ,, Refolutie en rapport te doen." En op tien 20 January 1703 j is Op rapport van Commiffariflen, in gevolge Refolutie van den 1.8. daar te vooren met den Praefident l 'nkel gefprooken hebbende over de executie van de Refolutie ten zeiven dage genoomen, over de afdoening der zaaken litispendent hangende voor de Hooge Krygsraad verdaan, ,, dat de ,, Krygsraad, ten dien einde naar het gewoon ,, gebruik te convocceren , zoude gebruiken in ,, haare Vonniften, dit Formulier: doende regt ,, uit den naam en van wegen de Hoog Mog. llee- ren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlan,, den; dat dezelve zig by proviiie zouden ont„ houden van het gebruik van een Zegel op ,, haare Vonniflen , als onnodig, en daarom „ niet gcbruikelyk by veele voornaame Regttj ,, banken; en dat dezelve zouden regt doen, „ zoo als zy zoude vinden in goede Juftitie. te ,, behooren ; zonder approbatie te verzoeken „ op haare Vonniflen, als zynde fubjeèt aan ,, het appel aan den Raad ; en is voorts de ,, Heer Thefaurier Generaal verzogt te fprec- ken met de Heeren van de Reekeningen der ,, Domeinen van Holland, ten einde het ge- bruik  tot de MILIT. JURISDICTIE. 309 ,, bruik van de Kamer in dewélke de Hooge „ Krygsraad vergadert had by het leeven van „ zyne Majefteit van Groot-Brittannien, gl. r^ed., gelaaten wierde aan de gemelde Krygi ,, raad." Vervolgens is op den 9 February daar aan volgende by den gemelden Raad van Staaten gerefolveerd5 ,, dat by provifie, en zoo lang geen ordre ZOllde geftelt worden by de ge- ,, zamentlyke Bondgenooten op de Militaire -,, Juftitie , gevolgt zoude worden de voet, die -,, daar omtrent gehouden was tuflohen dejaa•,, ren 1650 en 1672, en dat dienvolgens da Krygsraad, welke zou geformeerd worden „ by het zaamen trekken van het Leegi r,geen kennis zou neemen als alleen van zaaken, dit: in het Leeger ZQÜden voorvallen , en dal de Griffier van de Krygsraad aanftonds na het fcheiden van het Leeger, /.ou moeien óver -,, brengen aan den Raad alle de crimineele Pro- ,, cellen , welke niet hadden kunnen in hel Veldgetermineerd worden, ten einde om te ,, Hellen de vereiscliLe order op het vervol.", en afdoening derzeive, en dal tol prompter ex? ,, peditie van alle onafgedaane zaaken, dezel- ve met het fcheiden van liet Leeger zouden ,, devolveeren aan deordinaris Krygsraad van ,, de Plaats, alwaar de Gedaagde Guarnifoen ging houden, of zoo daar geen behoorlyke ,, Krygsraad was, gelyk gebeuren kon in For- ten en Schanfen, aan de' Krygsraad van het ,, Gouvernement; of Commanclernent, waar -), onder dezelve reÜ'orteeren , of zoo ook daal ,, geen genoegzaam Guarnifoen was tot het 1'orraeeren van een Krygsraad,aau de KrygsV 3 „ raad  3io NALEZING van STUKKEN „ raad van de naastgelegen Plaats, aan welke & „ de bovengemelde Griffier zou hebben met het I „ fcheiden van het Leger geëvangelifeert over I „ te zenden de Notulen en Dingtaalen met de I j, Stukken,die onder hem zouden gefourneerd I „ weezen: en eindeling dat aangefchreeven zou f „ worden en gelast, aan de Commandeurs en I „ Krygsraaden in de Steden ftem in Staat heb-1 „ bende, praecMelyk te agtervolgen de boven- I gemelde Refolutie van de gezamentlyke Bond- I „ genooten (de Refolutie namentlyk van 25 I Maart 1651) waar van Copie aan haar zou I gezonden worden , en aan alle Gouverneurs, I „ Commandeurs en Krygsraaden indiitinételyk, I „ dat zy voortaan in alle zaaken, fpeóleerende I ter haarer kennis, zoo crimineele, als ande-1 „ ren, regt zouden doen, zoo als zy zouden I „oordeelen in goede Juftitie te behooren, I „ zonder haare Vonniflen te zenden om appro- I „ batie, als ftrydig met het oud gebruik, en I „ met de gcwoone wys van Regtspleeging, I „ voorbehoudens niet te min , het middel van I „ appel in alle zaaken die appcllabel waren na | ,, de gemeene Regten." De nadere dispofitie, welke de Raad van I Staaten by Refolutie van 18 January 1703 aan 1 zig gereferveerd had, omtrent de afdoening der I zaaken , welke op het aangaan van de volgen- I de Campagne nog niet getermineert zouden zyn; I fchynt onnoodig geweest te zyn; immers wy I zyn onderrigt dat des aangaande in de Notulen I van den Raad van Staaten van den Jaare ] 703 I niets voorkomt: maar na het fcheiden van het I Leeger is in gevolge het gerefolveerde van den f 9 February J703 op het rauport van Commis- f fa- I  tot de MILIT. JURISDICTIE. 31 r fariffen, gebcfoigneert hebbende met den Praefident Unkel over de Notulen van zaaken die onafgedaan waren blyven hangen by het fcheiden van het Leeger; op den 20 November 1703 goedgevonden fommige van dezelve zaaken aan Guarnifoens Krygsraaden te renvoyeeren, en anderen te doen voortprocedeeren voor den Raad van Staaten, volgens de laatfte Retroaéta, en over de afdoening van eenige andere zaaken , die volgens de voornoemde Memorie onafgedaan waren, nader te delibereeren, als daar over nader aanzoek door de Geïntereffeerden zoude worden gedaan. Uit dit ftilzwygen van de Refolutien van U Ed. Gr. Mog., en uit dit gepaffeerde by den Raad van Staaten meenen wy te mogen befluii ten, dat in dien tyd door U Ed. Gr. Mcg. des aangaande geene verordeningen zyn gemaakt, en dat U Ed. Gr. Mog. zullen hebben toege laaten, dat de Sententiën van den Hogen Krygsraad , die onder het Stadhouderfchap van Willem III., gl. ged., judicature had geëxerceert, welke by het cefleeren van denzelven Krygsraad nog niet ter executie gelegd zouden mogen geweest zyn, op die zelfde wyze ter executie gelegd wierden, als voor den Jaare 167a de Sententien ter executie gelegd wierden, die by den Raad van Staaten, agtervolgens derzelver Inftructie (zoo als U Ed. Gr. Mog. in Hoogftderzelver Refolutie van 30 November 1669 fpreeken) tegen eenige Militaire Officieren of Soldaaten in dienst van den Lande zynde , en op de Repartitie van Holland ftaande, wierden uitgefprooken; en dat de noodige arrangementen omtrent de zaken voor dienKrygsV 4 r«ac\  3i2 NALEZING van STUKKEN raad nog htispendent, zoo crimineele als civile door den gemelden Raad van Staaten wierden beraamd, terwyl voor het vervolg, overeenkomltig de intentie van U Ed. Gr. Mog., de zaaken georagt wierden op den voet, die tusichen den Jaaren 1650 en 1672 omtrent de Militaire Juftitie gehouden was. Het gedeclareerde begrip van U Ed. Gr. Mog, en het oog, waar meede U Ed. Gr. Mog. nog onlangs getoond hebben de Jurisdictie door den Hoogen Krygsraad geëxerceert, en in het generaal de judicature van den Militairen Regter omtrent commune delicten en civile zaaken te befchouwen heeft naauwlyks by ons in aanmerking kunnen doen komen , om aan U Ed. Gr. Mog. te advifeeren om dit zelfde voetfpoor ook tegenwoordig te volgen : 't Is daarom, Ed.Gr. Mog. Heeren, dat wy zyn bedagt geweest op welk eene wyze dit werk in deeze omftandigheeden overeenkomftig dat begrip van U Ed. Gr. Mog. met de minfte inconvenienten zoude kunnen worden gearrangeerd. Dan alvoorens onze confideraticn daar omtrent aan U Ed. Gr. Mog. voor te dragen, moe-. ten wy remarqueeren, dat uit het hier boven door ons gegeeven berigt blykt, dat de eerste zaak, die by de Propofitie van Delft word voorgedragen niet behoord tot de judicature van den Regter in Holland; alzoo de gedetineerde Jacobi, wien dezelve betreft, gezegt word gedeserteerd te zyn, terwyl hy te Namen inGuarniloen lag. Omtrent zoortgelyke tot de judicature van den Hollandfchen Regter niet behoorende zaaken, zouden wy U Ed. Gr. Mog. wel in H ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3r3 neraal in confideratie geeven, of niet door U Ed. Gr. Mog. aan de Bondgenooten zoude behooren te worden geproponeert, of ter Generaliteit gecoopereert, dat dezelve door de meest convenable middelen , zonder atteinte toe te brengen aan het door U Ed. Gr. Mog. op den 30 Mey laatstleeden gerefolveerde, zoo fpoedig mogelyk mogten worden getermineerd: terwyl wy omtrent het fpeciaal geval van den in de Propofitie van Heeren Gedeputeerden van Delft gemelden Jacobi begrypen, dat de omftandigheeden met relatie tot hem in de gemelde Propofitie voorgedraagen, gevoegt by deszelfs langduurige detentie, U Ed. Gr. Mog. zouden mogen permoveeren , om te eiïectueeren, dat dezelve alsnog begreepen wierd onder het generaal Pardon. Onze confideratien, Ed. Gr. Mog. Heeren, zullen zig dus alleen bepaalen tot zaaken die tot den Hollandfchen Regter kunnen gereekent worden te behooren , het zy dan om dat de delicten in Holland zyn geperpetreerd, of om dat de Gedetineerde of Verweerders Militairen zyn , welke in Holland gedomicilieerd zyn, of in Guarnifoen liggen; het zy om dat dezelve behelzen voorzieningen omtrent Perfoonen of Boedels van zoodanige Militairen, en die dus meer immediate de objecten zyn van U Ed. Gr. Mog. voorfieningen. Ten opzigt van'dezelve kunnen in aanmerking komen. Vooreerst, zaaken in cas crimineel. Ten tweeden, zulke welke relatie hebben tot civile proceduuren en differenten , en Ten derden , Aétens van Confincment, van V $ Voog-  3i4 NALEZING van STUKKEN Voogciy en van Curateele, zoo over Perfoonen , als over infolvente of onbeheerde Boedels. Wat de eerste betreft; dezelve fpectecren of Commune of Militaire deliften , omtrent zaaken , welke Commune delicten fpeóteeren , en tot den Hollandfchen Regter kunnen gerekent worden te behooren; geeven wy U Ed. Gr. Mog. in overweging, of 't Hof niet zoude kunnen worden geauthorifeert , om van den Fiscaal van de Generaliteit te requireeren de overgave van alle zoodanige Gevangenen, welke ter zaake van gemeene delicten in het Provoosthuis van de Generaliteit mogten worden gedetinccrt met de informatien en het geen tot derzelver zaaken behoord, gelyk meede eene opgave van de uit kragte van Sententien van den Hoogen Krygsraad ter zaake van Commune delicten Geconfineerdc, en van de plaats waar , en van den tyd voor welke dezelve zyn .geconfineert, en om van denzelven of (voor zoo verre de zaaken reeds mogten gefourncert zyn) van den gemelden Griffier van Rheencn te requireeren de ProcciTen, zoo extraordinaire ais ordinaire, welke ter eerster inftantie,s als meede die,welke by provocatie wegens Commune delicten voor het gemelde Collegie litispendent waren, en tot den Hollandfchen Regter kunnen gcreckent worden te behooren,ten einde door 't Mof te worden geëxamineert,en met approbatie van U Ed. Gr. Mog. gereguleert, welke zaaken en Gevangenen door 't Hof zouden behooren te worden beregt, en welke zaaken en Gevangenen aan andere Burgerlyke Regters zouden behooren te worden gerenvo- yeertj  tot de MILIT. JURISDICTIE. 315 yeert, en aan welke Regters dit renvoy zoude behooren te gefchieden ; gelyk meede de verandering welke omtrent de plaats van het Confinement der voornoemde Geconfineerden en het opper toefigt over dezelve zoude behooren gemaakt te worden. En wat aangaat de zaaken, welke Militaire deliften fpefteeren, omtrent dezelve zyn wy van oordeel,dat U Ed. Gr. Mog. het daar heenen zouden behooren te dirigeeren, dat de deswegens geaccufeerde Gevangenen, met de informatien, en het geen tol: derzelver zaaken behoord, gelyk meede de Procelfen, zoo extraordinaire als ordinaire, welke ter eerster inftantie, als meede die, welke by provocatie ter zaake van Militaire deliften voor het gemelde Collegie litispendent waren, worden overgenomen door den Raad van Staaten , om geëxamineert en geregulcert te worden, welke van die zaaken en Gevangenen door den Raad van Staten zelve beregt; en welke gerenvoyeert zullen worden aan andere Militaire Regters, en aan welke dat renvoy zoude behooren te gefchieden: en dat de gemelde Raad van Staaten insgelyks de noodige voorfiening decde omtrent de ter zaake van Militaire deliften.gcconfincerde Perfoonen. Wat de tweede foort van zaaken betreft, die relatie hebben tot civileProceduuren en djfferenten, ten dien opzigte,Ed. Gr. Mog. Heeren, komen in aanmerking, voor eerst, 1. Zaaken, die reeds getermineert mogten zyn , dog waar in de Sententien of Condemnatien nog geen effeft geforteert hebben, of ter executie geicgt zyn en deeze kunnen wederom, of  3*6" NALEZING van STUKKEN of na gedaane defenfie, of op overgifte van Partyen , of wel oplntendith zyn gctermineert. Omtrent die, welke, na gedaane defenfie of op overgifte van Partyen getermineert mogten zyn , kan men remarqueeren , dat Partyen zig aan de uitfpraak van het gemelde Collegie hebben onderworpen, en daarom zoude het ons niet ongefchikt voorkomen, dat de Sententien of Condemnatien in dezelve geobtineert ter executie gelegt wierden, zoo als Uitfpraaken van Arbiters, na daar op door 't Hof gedecerneerde condemnatie. Omtrent die welke op Intendith gcdecideert . mogten zyn , deficieert we!, Ed. Gr. Mog. Heeren , die onderwerping van de eene Party ; maar als men confidereert, dat de Eysfchers in die zaaken geprocedeert hebben voor een Collegie, het welk zoo lang ongeftoord Judicature heeft geëxerceert, en waar toe de Gedaagdens waarfchynlyk zouden gefuftineert hebben te moeten gerenvoyeert worden, indien deEisfchers hen voor eenen anderen Regter hadden geciteert, fchynt 'er eene hardigheid in te zullen zyn , indien alle die Proceduuren de novo zouden moeten begonnen worden, en dus zoo veel tyd en koften te vergeefs gefpild zouden zyn ; daarom zouden wy ten deezen opzigte in overweging geeven; of U Ed. Gr. Mog., om aan den eenen kant dit hefwaar voor te komen, en aan den anderen kant, den op Intendith Gecondemneerden nog gelegenheid te geeven, om voor den Burgerlyken Regter zyn belang te alleguecren , niet zouden goedvinden te bepaalen, dat dezelve op verzoek van den geenen, die de Sententie heeft geobtineert nog eens peremto- re  tot de MIL1T. JURISDICTIÊ. 317 re voor 't Hof zoude worden gecitecrt, om condemnatie te zien decerneeren op de by Intendith geweeze Sententie. Onder deeze tweede foort van zaaken komen ten tweeden in aanmerking, 1. Proceduren en differenten, welke nog niet gedecideert, maar in ftaat van wyzen zyn, en deeze kunnen wederom , of na dat de Gedaagdens of Gerequireerdens gecompareert en defenfie gedaan hebben , zoo verre zyn gebragt; of tegen Defaillanten op Intendith. Omtrent alle dezelve zouden wy van gedagten zyn , dat dezelve moeten komen voor den competenten Regter van den Gedaagde, om door denzelven op de gehoudene Proceduren, indien daar in geene elfentieele gebreeken gevonden worden, gedecideert te worden, alleen met dit onderfcheid, dat in zaaken , waar in by Intendith is geprocedeert,nog eene peremtoire citatie voor den competenten Regter zoik de moeten gedaan worden. Onder deeze tweede foort van zaaken kunnen ten derden ook zyn 3. Zulke, die nog niet gedecideert, en ook nog niet in ftaat van wyzen zyn. In deezen zyn wederom, of de Gedaagdens gecompareert, en dan zouden dezelve insgelyks behooren te komen voor den competenten Regter van den Gedaagde, om voor den zeiven volgens de laatfte Retroacla, indien dezelve aan geene zeer ellentieele gebreeken laboreeren, voort te procedeeren ; Of de Gedaagdens zyn niet gecompareert, en dan zouden de nog gerequireert wordende ci- ta-  318 NALEZING van STUKKEN tatien van den Gedaagden voor desfelfs competenten Regter behooren te gefchieden. Tot het geen relatie heeft tot civile Proceduuren, zouden,.Ed. Gr. Mog. Heeren, ten vierden ook behooren Penningen, welke uit kragte van provifioneele Sententien onder den Griffier van het meergemelde Collegie mogten zyn genamptifeert,of anderfints uit kragte van eenige Sententie, Appoinétement of andere Ordre geconfigncert; en deeze zouden wy begrypen, dat tegen behoorlyke decharge van denzelven Griffier zouden dienen te worden overgebragt onder den Griffier van den Hove. En om deeze drie laatfte onder dit Articul gemelde poinclen te effectueeren, geeven wy U Ed. Gr. Mog. in overweging , of niet 't Hof zoude kunnen worden geauthorifeert, om van den gemelden Griffier te requireeren, dat dezelve alle de voornoemde ProccfTen , voor zoo verre die ter Griffie van den gemelden Krygsraad zyn gefourneert, geëvangelifeert overfende ter Griffie van den Hove; en aan den Griffier van den Hove opgave en overgifte doe van de onder hem alzoo geconfigneerde Penningen; ten einde't Hof examineere en, onder approbatie van U Ed. Gr. Mog., reguleere , aan welke Burgerlyke Regters ieder der voornoemde Proceffen refpeétivelyk zal behooren te worden gerenvoyeert, en den Griffier van den Hove gelaste de voorfz Penningen onder zig in confignatie te houden. Ten opzigte van dit Articul zouden nog in aanmerking kunnen komen civile Gearrefteerde of in Gyfeling zittende Perfoonen, maar de- wyl  tot de MILIT. JURISDICTIE. 31? wyl wy geinformeert zyn , dat 'er tegenwoordig geene de zoodanige zyn , behoeven wy U Ed. Groot Mog. attentie hier op niet te bepaalen. Wat de derde foort van zaaken belangt, en waar onder wy rangeeren de Actens van Confinement, de Aflens van Voogdy of van Curateele over Perfoonen van Militairen of derzelver Kinderen, en de aanftellingen van Curateuren over infolvente of onbeheerde Boedels van Militairen hier in Holland gevallen met het geen daar toe behoord. Daar omtrent geeven wy U Ed. Gr. Mog. in overweging, of niet ten aanzien van Actens van Confinement zoude kunnen bepaalt worden , dat die dezelve geobtineert mogten hebben , of ook zy, wier Naastbeftaande door het gemelde Collegie ex officio mogten zyn geconfineert (en van welke ex officio Geconfineerde 't Hof zoude kunnen worden geauthorifecrt eene opgave van den meergemelden Griffier van Rheenen te requireeren) zig by Requefte om confirmatie aan de Magiftraat van de Plaats, waar onder de Geconfineerde 't zy uit hoofde van domicilium of anders uit hoofde van Guarnifoen hebben behoord, of wel aan 't Hof, ten einde daar omtrent gedisponeert te worden, zoo als dezelve Magiftraat of't Hof zal oordeelen te behooren moesten addreffeeren ; En wat de aangefteldc Voogden en Curatcuren betreft,dat dezelve zig op gelyke wyze en ten zelfden einde zouden behooren te addrcsfeeren; zoo als meede de Curateuren in infolvente of onbeheerde Boedels , dog deeze laatfte ter plaatfe daar de Boedels zyn gevallen; ter-  320 NALEZING van STUKKEN terwyl al het geen deswegens in confignattó mogte zyn, behoorde overgebragt te worden ter Secretarye van de Plaats daar de Boedels zyn gevallen, of, indien de Boedels onder het opper toezigt van den Hove zouden behooren te worden beheerd, ter Griffie van den Hove, en dat voorts ook het houden van het Judicium praeferentire & concurrentie van den Regter van die Plaats of voor 't Hof refpeélivelyk zoude moeten gefchieden: om welke overbrenging van het in confignatie gebragte te effeétueeren, wy U Ed. Gr. Mog. in overweging geeven, of niet 't Hof en de Geregten van .de voorfz Plaatfcn refpeélivelyk zouden kunnen worden geauthorifeert, om dezelve van meergedagten Griffier van Rheenen tegen behoorlyke decharge te requireeren. Voor het overige, Ed. Gr. Mog. Heeren, neemen wy de vryheid hier by te voegen, dat wy geinformeert zyn , dat er voor den 30 Mey laatstleeden in eene en andere zaaken nopens Penningen, het zy geproveniecrtuit Transporten , het zy nagelaaten door overleeden Officieren provifioneele ordres zouden zyn gefield, of wel fchikkingen aangegaan, waar in meede Ingezeetenen van Holland wegens praHenfien, of Praétifyns wegens falaris en verfchot zouden zyn geintereffeert , en waar aan (naar men zegt) al fpoedig een einde zoude hebben kunnen gemaakt worden, en dat wy met relatie tot die zaaken van begrip zyn, dat het Hof zoude kunnen worden gelast, zig op dezelve te informeeren , en zoo het Hof bevind, dat dezelve tot den Hollandfchen Regter behooren , de Penningen daar toe fpccleercndc (des no-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 32r foodig oordeelende) onder Regterlyke bewaaring te doen brengen, en te effectueeren dat die zaaken zoo fpoedig mogelyk ten einde gebragt worden: gelyk meede dat wy vastftellen, dat er zeekerlyk Praétifyns zullen zyn, die wegens, in zaaken voor het meergemelde Collegie verdient, falarisen gedaane vcrfchotten praetenfien hebben,en dat deeze, naar onze gedagten door UEd. Gr. Mog. (voor zoo veel des noods) zouden kunnen worden gequalificeert, om, voor zoo verre die geene, tegen welke zy uit dien hoofde praetenfien hebben in Holland mogten convenibel zyn , de voldoening van hunne praetenfien voor 't Hof te eisfchen even als voor 't Hof verdiende falariflen en gedaane verschotten. Dit is het, Ed. Gr. Mog. Heeren, het geen wy in de fituatie, waar in de zaaken zig bevinden, en in aanmerking noemende U Ed. Gr. Mog. omtrent de Militaire Jurisdictie en het gemelde Collegie gedeclareert begrip , hebben gemeend op de in onze handen gefielde Propofitie van Heeren Gedeputeerden der Stad Delft te kunnen advifeeren. Wy twyffelen niet, Ed. Gr. Mog. Heeren, of er zullen deeze en geene gevallen zyn, waar omtrent of in het zelve geene voorfiening is voorgedraagen, of ook waar in het voorgedraagene aan difficulteiten zal onderheevig zyn; en het zal ons geen gering genoegen zyn, indien door de meer verligte kunde van U Ed. Gr. Mog. op eene gevoeglyke en voor het gemeen belang nuttige wyze dat defeótueufe zal mogen worden gefuppleert en die diificulteiten Opgeheeven; terwyl wy ook al het voorgedraa- Nal. I. Deel L Stuk X ge»  322 NALEZING van STUKKEN gene fubmitteeren aan U Ed. Gr. Mog. wyzere bevattingen. Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren, bidden wy God Almagtig, U Ed. Gr. Mog. in eene langduurige en voorfpoedige Regeering te conferveeren. Gefchreevcn in den Hage den 5 Dec. 1783. (Onder ftond) U Edele Groot Mogende gansch Dienstwillige De Prrefidcnt en Raaden over Holland, Zeeland en Vriesland. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve (Was Geteektnt) J. T. ROYER. PROPOSITIE der Heeren Gedeputeerden der Stad Delft. De Heeren Gedeputeerden der Stad Delft, hebben uit naam en op exprelfe last van de Heeren hunne Principaalen aan hun Ed. Gr. Mog. voorgedraagen, dat zeekere Jacob Jacobi woonende binnen hunne Stad, zig had geaddrcffeert aan Heeren Regeerende Burgemeesteren, en in fubftantie te kennen gegeeven dat desfelfs Zoon Jo-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 323 Johannes Baptist Jacobi by gisfing in den Jaare 1777 als Soldaat had dienst genomen o;.der het tweede Battaillon van de Collonel Grenier , te dier tyd Guarnifoen houdende te Namur, dat denzelven bevordert zynde tot Corporaal met verlof uit die Stad was vertrokken na Delft, en vervolgens na drie Jaaren gedient te hebben was agter gebleeven; dat de voornoemde zyne Zoon daar op even voor of met het begin van den Oorlog was getreeden in 'sLands dienst ter Zee by de Admiraliteit te Amfterdam , en geplaatst op een Schip gecommandeert door de toenmaalige Schout by Nagt van Byland; dat dezelve by de Engelfchen gevangen zynde veertien maanden in de West-Indien had gezeeten, dat hy die gevankenis ontfnapt zynde, met een Schip in America was aangeland, en van daar na het Vaderlandgeretourneert, alwaar hy eindelyk op den 24 Maart laatstleeden na een en andermaal Schipbreuk geleeden te hebben was gearriveert; dat hy wyders op aanraading van desfelfs Capitein onder welke hy bevorens al[ hier te Lande had gedient, zig als Deferteur aap den Hoogen Krygsraad ter verantwoording had overgegeeven, en nu byna zes maanden in i arrest had gezeeten , en nog zat, zonder eenig ; verhoor, zig verders zeer beklagende dat hy door de bovengemelde omftandigheden niet had kunnen proflteeren van het generaal Pardon als zynde te laat daar van verwittigt, en als uitlandigzynde,buiten ftaat geweest daar van aan» fchryving te geeven ; dat zig insgelyks aan Heeren Regeerende Burgemeesteren hunner Stad had geaddrelleert Burga Jacoba Paspoort gefepareerde Huisvrouw van Hermanus HuberX 2 tu$  324 NALEZING van STUKKEN tus van Steenvoorden , meede woonende binnen der zeiver Stad, en te kennen had gegeeven dat dezelve haar Man zig zoo verre had verloopen dat hy als gemeen Soldaat had dienst genomen onder de Compagnie van den Lt. Collonel van Borfelen, onder het Regiment Infanterye van den Lt. Generaal Raders, en eindelyk van een gedetacheert Commando van het zelve Regiment te Veurne op den 26 December 178 r was gedeferteert; dat zy vervolgens na ingenome advis der Neutraale Regtsgeleerden en op het voorbeeld van diverfe by Zyne Hoogheid geapprobeerde Sententiën in gelyke gevallen van defertie tegens gedeferteerde Mans by den Hoogen Krygsraad geweezen, tegens denzelven haaren Man van gemelde Hoogen Krygsraad verzogt en geobtineert had Mandament vanRau Aétie met de Claufule van Edióte ad valvas Curiae, en voorts om het Exploiót daar van te doen by publicque Trommelflag, met dat gevolg dat die zaak by Sententie van gemelden Hoogen Krygsraad, op Intendith was afgedaan conform het gefuftineerde, dog dat door tuffchen gekomen omftandigheeden de approbatie van Zyne Hoogheid op gemelde Sententie niet wasgevolgt, zoodanig dat gemelde Sententie welke ook niet onder haar was berustende, niet had kunnen werden ter executie gelegt; dat de Heeren hunne Principaalen daar laatende of en in hoe verre alle de voornoemde omftandigheeden met het gepaffeerde prsecife overeenkomftig waren, zig niet te min verpligt hadden geoordeelt om zig deeze zaaken voor hunne Burgers en Ingezeetenen aan te trekken, en om dus van deeze beide gevallen  tot de MILIT. JURISDICTIE. 325 3cn aan hun Ed. Mog. kenniffe te geeven, en hun Ed. Gr. Mog. teffens in conüderatie te ge12 ven of niet ten aanzien van de gemelde Jacobi t )\ en andere Perfoonen als nog by voornoemden •[ Hoogen Krygsraad gevangen zittende, gelyk :• > ook ten aanzien van alle Proccffen , welke al:■> daar nog litispendent waren, als meede met : (j opzigt tot bovengemelde Sententie en anderen > ij welke wel gellagèn, dog door opgekomene om: : ftandigheeden niet hadden kunnen werden ter •j executie gelegt, de nodige voorzieningen be! I hoorden te worden gedaan, ten einde (in aane [ merking dat gemelde zoogenaamde Hoogen s [, Krygsraad in gevolge hun Ed. Gr. Mog. Ret folutie van den 30 Mey laatstleeden geenerley a [ Aflens van Jurisdiflie of geenerley gezag meer vermag te oeffenen op het Territoir van dee; . ze Provintie) de bovengemelde Gedetineerden t ■ zoo fpoedig doenlyk op de een of andere wyze te regt geftelt, en wyders zorge werde gedraagen , dat de Juftitie niet veragterd , maaide geinterelfeerde Parthyen in bovengemelde Procedures in ftaat werden geftelt, om dezelve Procelfen en Sententien te vervolgen op zoodanige voet en wyze als geoordeelt zal wor; i den te behooren. X 3 XLVI,  3a6 NALEZING van STUKKEN XLVL EXTRACT uit het Reces van den Ordinairen Landdag, in December 1783 by continuatie binnen de Stad Zutphen gehouden. Veneris den ia December 1783. Door de Gecommitteerdens dezer Provintie ter Generaliteit by derzelver rapport ter deliberatie van hunne Edele Mogende meede overgelegd zynde, eene op den 29 September jongstleden ter vergaderinge van Haar Hoog Mogende ingebragt, en by hun, nevens de Gedeputeerden der Provintien van Utrecht, Overysfel, en Stad en Lande overgenomen Refolutie van de Heeren Staten van Zeeland tenderende , om voortaan de post van de Hooge Krygsraad uit den ftaat van Oorlog te ligten, en, om wyders door eene Commisfie uit hunne Hoog Mogende te doen nagaan, op wat wyze de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen actueel word geëxcerceert, hoedanig zulks, volgens de grondwetten , moet gefchieden, en welke voorzieninge daaromtrent, voor 't vervolg , nodig zoude zyn, voorts, om met de overige Bondgenoten in overleg te komen , op welke wyze aan de Leeden van den zoogenaamden Hoogen Krygsraad eenig redelyk dedommagement voor het gemis hunner Tractementen zoude behooren te worden gegeeven. Hebben Haar Edele Mogende goedgevonden , en verftaan derzelver Gecommitteerdens ter  tot de MILIT. JURISDICTIE. 32? ter Generaliteit te auctorifeeren , om,namens Haar Edele Mogende, ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende voor te dragen, dat men billyk had mogen verwagten, dat de Heeren Staaten van Holland, en West-Vriesland tot het dadelyk affchalTen , en buiten efleft ftellen van den Hoogen Krygsraad, als zynde in zekeren opzigte ecn.Generaliteits Collegie, en dooide gezamentlykc Bondgenoten betaald geworden, hoe zeer ook de inclinatie van Haar Ed. Mogende tot die affchaffing meede is tenderende, niet zouden hebben geprocedeert, zonder eenige preallable voorflag daar toe gedaan , cn aan de andere Bondgenoten tyd gegeven te hebben , om hunne Refolutien deswegen in te brengen- Wordende dien onverminderd de voornoemde Gecommitteerdens ter Generaliteit gcauftorifeert, om, namens deeze Provintie , in de affchaffige van meergez. Hoogen Krygsraad meede te confenteeren. Voorts, om met de Gedeputeerden der andere Provintien, en communicatie van Zyne Hoogheid omtrent de nodige fchikkinge, en bepaalinge, de Militaire Jurisdictie betreffende, en wegens de arrangementen uit de gez. affchaffinge, refultercnde, als anderzins, zoodanige fchikkinge te beramen , als zal geoordeeld worden noodig te zyn, doende daar van rapport ten naasten. m Zullende extract dezes aan welgemelde Gecommitteerdens worden medegedeeld tot derzelver naricht. Accordeert met het voorfz. Reces. B. Gutbeiieth Plegher. X 4 XLVII,  3*8 NALEZING van STUKKEN JXLVII. ADVIS Heeren van Middelburg op het Rapport van den 8 December, nopens 't niet geeven van titulaire Aften aan Militaire Officieren, &C. Relatief tot de Staaten Notulen van den 15, December daar aan volgende. De Heeren Gedeputeerden van Middelburg hebben zig met het voorfz. Rapport geconformeerd, met byvoeginge,dat,naar het oordeel van de Heeren hunne Committenten, ter deezer geleegenheid , mede de confideratien van Z. D. H. als Capitein Generaal op de twee volgende poincten behooren te worden verzogt, te weeten : of niet tot het vervallen der Guarnifoenen binnen deeze Provintie, by voorkeur zouden kunnen worden geëmployeerd de Regimenten ter Repartitie deezer Provintie ftaande? en in de tweede plaats, om de geduurige changementen der voorfz. Guarnifoenen, ter voorkoming zoo wel van het nadeel daar uit voor de Regimenten zelve , als voor den Lande refulteerende, ten minsten aanmerkelyk te verminderen; en de orde welke daar in tegenwoordig wordt geobfervcerd, volgens welke de gemelde Regimenten dikwils naar de, van hunne voorige Guarnifoenen meest geëloigneerdc, plaatfen worden verzonden, op eenen anderen, meer gefchikten en voordeehgen voet te reeii, keren. XL VIII.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 329 Relatief tot de Staaten Notulen van den 18 December 1783. Doorlugtige Vorst en Heer! Wy twyfelen niet, of Uwe D. H. heeft, door den Heer van Lynden van Blitterswyk, die Uwe D. H. in onze Vergadering reprefenteerd als Lid van Staat, kennis bekomen van het rapport van het befoigne den 27. der voorlceden maand uitgebragt, raakende de verpligting van alle Militaire Corpfen, welke zig nu, of in der tyd op ons Territoir zullen bevinden, om den Eed aan de Provintie en ftemmende Steden, af te leggen volgens het Formulier by ons gearrefteerd den 22 September laatsleeden, en van de concept Miffive aan uwe D. H. nevens dat rapport gevoegd , als meede van het geadvifeerde der Heeren van Vlisfingen den 8 deezer maand, met betrekking tot het verleende Patent aan het actueel Guarnifoen der gemelde Stad, gelyk ook van de Advyfen der overige Leden van Staat, welke zig niet alleen met het voorfz. rapport, concept Miffive, en geproponeerde der Heeren van Vlisfingen hebben geconformeerd, maar ook, iterative reizen, de presfantfte inftantien hebben gedaan, ten einde welgem. Heer van Lynden , wegens uwe D. H. bekleedende den Staat van Eersten Edelen, X 5 zig XLVIIL AAN Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prins van Orange, Eerst Edele van Zeeland.  33o NALEZING van STUKKEN zig op de voorfz. poinclen zoude gelieven te expliceeren. Op dezelve wyze is het ook gelegen met de deliberatie over het rapport den 8 December ter Vergadering uitgebragt, raakende de gevallen, aan uwe D. H. bekend, van eenige Militaire Perfoonen te Middelburg , te ZierikZee en te Vlisfingen, die door de civile Juftitie gereclameerd zynde , egter in Militair arrest zyn gehouden,, en eindelyk uit het zelve geövadeerd; welk rapport, even als de voorige poinéten, zoude ter conclufie gebragt zyn, indien de Heer van Lynden, voor uwe D. H., daar op had gelieven te advifeercn. Het onderwerp van de voornoemde deliberatien confidereeren wy van het hoogfte belang te zyn voor de Souveraine Regten deezer Piovintie, welke uwe D. H., niet minder als de overige Leeden van Staat, verbonden is, met allé magt te maintincercn, en wy agten het overbodig, aan uwe D. H. te repraefentëéren , welke kwaade gevolgen het, voor de behandeling van 's Lands zaaken, zoude meede brengen , indien een Lid van de Souverainiteit , enkel door zig niet uit te laaten ,cen conclufie van de gewigtigftc poinclen zou kunnen tegen houden : Wy zyn ook te zeer geperfuadeerd van uwe D. H. inclinatie voor de goede orde, dan dat wy ons kunnen verbeelden, dat uwe D. H. zulk een verkeerde maxime, door Hoogltdeszelfs voorbeeld zou willen juftificeeren. Het weinig effect nogthans, dat wy, tot heden toe, van de refpective inftantien der overige Leeden van Staat hebben gezien, verpligt ons toevlugt te neemen tot een middel, 't welk do.  tot de MUIT. JURISDICTIE. 331 de orde onzer Vergadering,van ouds af, heeft gedicteerd, naamelyk om uw D. H. te befchryven , en met het meest kragtigfte empresfement te verzoeken , dat uwe D. H. deszelfs advys op de voornoemde poinéten gelieve te laaten inbrengen, zoo fpoedig als mogelyk is, immers tydig genoeg, dat op onze eerste aanftaande hyeenkomst, een finaale Refolutie op dezelve kan worden genomen. Wy hopen en vertrouwen, dat dit middel van perfuafie, op uwe D. H. het gewenscht effect, zal hebben , en dat wy daar door gedispenfeerd zullen blyven van de onaangenaame noodzaakelykheid, om de verdere middelen te moeten in 't werk ftellen, welke de Reglementen op de deliberatien onzer Vergadering aan de hand geeven,om tot een afkomst van zaaken te komen. Waar meede Den 18 December 1783. STAATEN. PU.  332- NALEZING van STUKKEN PUBLICATIE van Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Deventer. PUBLICATIE. Burgemeefteren, Schepen en Raaden der Stad Deventer doen te weten : Alzo zedert eenige Jaaren binnen deeze Stad, zoo wel als in andere plaatzcn van deeze en de overige vereenigde Provintien , veelerhande misbruiken zyn ingeflopen, omtrend het Stuk van Regtsoeffening over Militaire Perfoonen , hier Guarnifoen houdende, of in woonende, en ons is voorgekomen , daar door onder de goede Burgerye en Ingezeetenen dezer Stad, eenige twyffelingen te zyn ontftaan, omtrend de Jurisdictie aan de refpective Stads Regtbanken competeerende: Zoo is 't, dat wy een iegelyk die zulks aangaat, by deezen bekend maken, dat Ridderfchap en Steden, ten einde alle zoodanige twyffelingen weg te neemen, hebben goedgevonden, by Publicatie op den 18. dezer gearreftqert, te verklaaren ; dat uitgezondert in 't geval van pure Militaire Delicten , waar over de kennis neming, als van ouds, aan den Militairen Regter word overgelaten, de Jurisdictie over alle Militairen zo wel als andere Perfoonen, zoo in 't Civile, als in 't Crimineele alleen competeerd aan de refpective Regtbanken in deeze Provintie fubfifteerende, als meede dat Wy voor zoo verre deeze Stad in 't byzonder betreft, de voorfchreeve verklaringe mede voor de onze aanneemen en dien ten gevolge nooit zullen gedoogen, dat eenige , het zy hoo-  tot de MI LIT. JURISDICTIE. 333 hooge of laage Krygsraad , of iemand anders, wie het ook zouden moogen weezen, zig ia deeze Stad eenige Jurisdictie, hier meede ftrydig aanmatige, of dat iemand onderneme ergens anders, dan als voorfchreeve Regt te zoeken. Ita publicatum Colf. S. de Schepper, fel de Schepper DDren den 24 Dec. 1782. Ter Ordonnantie des Raades GERH. DUMBAR- Secretaris 17S3. XLIX. \ EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Mercurii den 24 Deeember 1783. By refumtie gedelibereerd zynde op de differente Refolutien der Heeren Staaten van de refpective Provintien rakende het werk van den Hogen Krygsraad,lüccesfivelyk alhier terVergadering ingekomen, en in agting genomen zynde , dat Hoogftdezelve alle daar in overeenkomen , om den Hoogen Krygsraad af te fchaffen, Is goedgevonden en verftaan, dat gemelde Hoogen Krygsraad zal worden afgefchaft, en buiten effect geftcld, zoo als afgefchaft en buiten effect gefteld word by dezen; zullende daar van  334 NALEZING van STUKKEN enz. van kennis gegeven worden aan den Raad varï Staaten om te ftrekken tot derzelver narigtinge, en om de post daar toe ftaande op den ftaat van Oorlog daar van af te laten. En voor zoo veel de gevolgen en arrangementen daar uit refulteerende aangaat, dat Copie van de voorfchreeve Refolutie gefteld zal worden, in handen van de Heeren van Lynden van Hemmen, en andere H. H. M. Gedeputeerden tot de Militaire zaken, om met en benevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten, by Haar Ed. zelfs te nomineeren, te vifiteeren, examineeren , en van al* les alhier ter Vergadering rapport te doen.  NALEZING VAN STUKKEN TOT DE MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK DOOR FR. ADR. VAN DER KEMP, I. DEEL II. STUK Te UTRECHT, By B. WILD, Boekverkoper. MDCCLXX XV.   INHOUD VAN HET EERSTE DEEL TWEEDE STUK DER NALEZING van STUKKEN TOT DE MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK. I. MISSIVE van Heeren Burgemees- teren , Scheepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee. van 15 January 1784. Relatif tot de Staaten Not. w« 22 November 1783. Bladz. 1. II. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland. Den 22 January 1784. - 4. jjj. _ , uit het Register van de Refolutien der Hoog Mog. Hes- * ren  u INHOUD. ren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Den 30 January 1784. - - BI. 6\ IV. MISSIVE van Z. H. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland, den 27 January 1784. Relatif tot de Staaten Notulen van 2 February - - - 14. V. — ■ aan Z. H. van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland. Den 5 February J784. - - 17» VI. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 5 February 1784. - 22, VII. 1 uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en I-Vest-Vriesland. Den 19 Februa. ry 1784. - - - 20", VI!L MISSIVE van Z. H. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland. Den 23 February 1784. Relatif tot de Staaten Notulen. Van den 20 February 1724. - 27, Vervolg der Deliberatien over het zelve. - • . 33, IX. MISSIVE van Burgemeester en en Scheepenen der Stad Zierik Zee aan  INHOUD. m aan de Gecommitteerde Raaden van Zeeland. Den 23 Feb. 1784. BI. 34. X. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. Den 27 Feb. 1784. - - • 35. CIRCULAIRE MISSIVE. 40. PLAN van behandeling der onafgedaane zaaken, by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad, voor zoo verre dezelve niet het Generaliteits Reffort betreffen. - 44. XI. MISSIVE van den Raad van Bra- band aan H. H. M. Den 19 February 1784. - - 48. XII. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 4 Maart 1784. 53. XIII. Den 11 Maart 1784. 57. XIV. CIRCULAIRE MISSIVE der Heeren Staaten van Zeeland. Den , n Maart 1784. - - - 69, XV. MISSIVE van de Staaten van Zee- . land aan Z.\ H. Den 11 Maart 17841 - - - 7o. XVI. EXTRACT w't de Refolutien van * 2 dt  ïv INHOUD. de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den 20 Maart 1784. - - - BI. 80, XVII. EXTRACT uit 't Register der Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 11 Maart 1784. 83= MISSIVE aan Z. H. . - 84. XVIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland. Den 20 Maart 1784. - - 88- XIX. 1 — Den 24 Maart 1784. - - 96". XX. MISSIVE van den Raad van Staaten aan H. H. M. Den 10 Maart 1784. - - 97. XXL • van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland , aan de Heeren Staaten van Zeeland. Den z6\Maatt 1784. - - ior, XXII. CONCEPT. PUBLICATIE van de Heeren Staaten van de Stad Groningen en Ommelanden Den 1 April 1784. - 102, XXIII. CONCEPT-MISSIVE vm de Ed..  INHOUD. v Ed. Mog. Heeren Staaten van Stad en Lande aan Z. D. H. Den i April 1784. - B!. 104. XXIV. EXTRACT uit de Aften en Re¬ folutien der Ed. Mog. Heeren Staaten van Stad en Lande. Den 1 April 1784. - - 105. XXV. MISSIVE van Burgemeejleren , Scheepenen en Raad der Stad ■ Zierik Zee aan H. Ed. Mog. de Staaten van Zeeland. Den $ April 1784. - - 109. XXVI. EXTRACTuit 'de Refolutien der Ed. Mog. Heeren Staaten 'sLands van Utrecht. Den 7 April 1784. - - in. uit de Refolutie van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeejleren en Froedfchap der Stad Utrecht. Den 29 Maart 1784. * - . 113. ■ uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Raai ju van Staat der Vereenigde ATederlanden. Den 17 Maart J784. 114, » uit de Refolutie van de Ed- Gr. Achtb. Heeren burgemeester en en Vroedfchap der Stad Utrecht. Den s Apr. 1784. 114. * 3 EX.  vi INHOUD. ÉXTRACT uit de Refolutie ut fupra. Den ;q April 1784. 115^ xxvii. uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Staaten 'sLands van Utrecht. Den 21 April 1784. - - 121. xxviii. MISSIVE van de Heeren Staa¬ ten 's Lands van Utrecht, aan Schout cifc. Den 7 April 17 84. 124. xxix. EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 8 April 1784. - - 126. xxx. Den 15 April 1784. - - - 127. xxxi. uit het Memorie en Refolutie ■ Boek der Stad Zuiphen. Den 16 April 1784. 128. xxxi. MISSIVE aan Praefident en Ra¬ den van den Hove van Holland, Zeeland en West- Vriesland. Den 19 April 1784. - - 130. xxxii. aan de Heeren Staaten van Holland en IVest- VHesland. Den 19 April 1784. 131. xxxiii. EX TR ACT uit deRefolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 19 April 1784. - 133xxxiv.  INHOUD. xi XXXIV. EXTRACT uit de Refolu¬ tien der Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland. Den 21 April 1784. - BI. 135. XXXV. Den 5 Febr. 1784. - - - MS- XXXVI. " uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Den 30 January 1784. - - 149- XXXVI. uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den 22 April 1784. - 157. XXXVII. MISSIVE van Gecommüt. Randen van Zeeland aan H. Ed. Gr. Mog. Den 15 April 1784. - - 160. XXXVIII. EXTRACT uit de Refolu¬ tien der Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland. Den 29 April 1784. - 163. XXXIX. j BYLAGE A, MISSIVE der Heeren Staaten van Zeeland £fc. - 168. BY-  XI? I N H O U D. XL. BYLAGE B. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 4 Maart 1784. XLL BYLAGE C. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- VHesland. Den 19 Febr. 1784. . . l0-0, XL1I. ■ Een 30 April J784- - - - 178. XLIII. B Y L A G E N A. MISSIVE van Gecommitteerde Raaden van Holland aan H. Ed. Gr. Mog. Den 30 April 1784. 179. XLIV. B. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland. Den 28 April 1780. - . . j8o. XLV. C. : Den 30 April 1784- - - - 182, Antwoorden door den Collonel Macalester op de neevenftaande Vraagen gegeeven. Vraagen aan den Col. lonel Macalefter gedaan op den 29 April 1784. - 185. XLVL  I N II OUD. xin XLVI. PUBLICATIE van de Hee- ren Burgemeejleren , Scheepenen en Randen der Stad Nymcgen. Den 19 Mey 1784. 191. XLVII. MISSIVE van Z. D. Hoogheid , als Cafttein Generaal van Zeeland , van den 2 Mey 1784. houdende deszelfs confideratien op de Miffive der Heeren Staaten van die Provintie, van den 11 Maart te vooren, rankende het verkenen van titulaire Aften aan Officieren en andere Poinclen. Relatif tot de Staaten Not. van den 6 der eerstgemelde maand. 193, . XLVIII. EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Holland en West Friesland. Den 22 Mey 1784. - - 207. XLIX. REQUEST van den Collonel Commandant R. Macalefter, aan de Ed Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en WestVriesland. - - 210» L. EXTRACT uit de Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den 16 Juny 1784. - 221, f. BY.  XIV INHOUD. B Y L A G E N. A. ... 225! B. - 220*1 C. ... 227J D' ... 228 LI. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West'- Vriesland. Den 17 Juny 1784. . - 229 B Y L A G E N A. MISSIVE van de Staaten van Friesland &c. - - 230. BYLAGE I. - - 334. ' Ö» - - 234. III. - - 234. LIL EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West - Vriesland. Den 17 Juny 1784. - " 236. LUI. ■ ^ uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West - Vriesland. Den 18 Juny 1784. - - 242. LiV,  m INHOUD. xv UV. CÖNCEPT.RES0LUT1E op de zaak van den Collonel Commandant Macalejler. - 245, PR2E- ADVIS voor Heeren Gecommitteerde Raaden in het befoigne by hun Ed. Gr. Mog. te houden over de Antwoorden door den Collonel Macalcfter gegeeven op de Vraagen , welke hem door Heeren Commiffariffen uit Gecommitteerde Raaden op den 29 April 1784 zyn voorgehouden en de Requefte door denzelven aan hun Ed. Gr. Mog. op den 25 deezer geprefenteert. Exhibitum in het befoigne. Den 28 Mey 1784. - . 247, LV. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Den 15 Juny 1784. - . 252, EXTRACTEN uit de Registers en Party-Boeken van den Raad van Staaten. - . 278 CONSIDERATIE en Advis van den Advocaat Fiscaal van de Genenaliteit. Den 10Mey 1784. 295, LVI. FORMULIER van Eed voor de Mi' 1  xvi I N H O U D. Militie in Zwol in Guarnifoen komende. Den 16 April 1785. 397 LVII. EXTRACT uit 't Prothocol der Arreften der Stad Nymegen over den jaare 1745. - - 399»  NALEZING VAN STUKKEN, T O T D E MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK. t MISSIVE van Heeren Burgemeejleren, Schepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee. Relatief tot de Staaten Notulen Van 22 November 1784. Edele Mogende Heeren! D aar wy nu reeds zoo meenigmaal in de onaangenaame omftandigheid zyn geweest, om tot handhaving van 't gezag van de Regtbank dezer Stad, onze gegronde klagten te moeten inbrengen ter Vergadering van de Heeren Staaten , of by Hoogliderzelver abfentie aan U Ed. NaU I. Deel. II. Stuk. A Mog.  2 NALEZING van STUKKEN Mog. weegens de indragten door die van het Guarnifoen alhier, daar op gepleegd, zoo door 't appraehendeeren van Militaire Perfoonen , weegens Deliften, welkers cognitie alleen aan Burgerneefter en Schepenen deezer Stad competeerd, als door de aanhoudende weigering, om dezelve aan den Civilen Rechter over te geeven , niet tegenftaande de uitdrukkelyke Re'folutie en Publicatie ten dien opzigte den 22 September des afgeloopen Jaars by de Heeren Staaten gearrefteerd, hadden Wy wel gewenscht, dat het neemen eener heilzaame nadere Staats Refolutie om tegen te gaan zulk een voor de beveelen van den Souverain gansch disrefpeftueus gedrag tot hier toe niet was verhindert geworden,door eene oorzaak,die aan ons als meede Lid van Staat niet onbekend is; —■ Hier door zoude zeekcr reeds over lang zyn gepraevenieert, dat de zaaken buiten haar geheel werden gebragt,'t zy door de ontvlugting van fommige Gedetineerdens,of door de meedevoering van de nog aftueel zittende by het uittrekken van 't tegenwoordig Guarnifoen; welke laatstgemelde te leur ftellinge buiten twyfTel reeds zoude hebben plaats gehad, indien Wy daar tegen niet voorheen,en nu wederom hadden gevigileert. De Commandeerende Officier van 't alhier nog leggende 2de Battaillon van den Generaal Lewe , aan den Heer regeerende Burgemeester deezer Stad , vertoonende Patent van Z. D. H. om te vertrekken naar Lillo en verdere Forten aan de Schelde geleegen, heeft zyn Ed. de overgifte der als nog zittende Militaire Gedetineerdens wederom gerequireert, dog met geen an-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3 1 ander gevolg, dan dat gemelde Officier, fchoon n in'teerst voorwendende de voornoemde GedctiJ ncerdens te zullen meede voeren , heeft gedeI 1 clareert alle de Gevangenen te zullen agterlaaIIten, mits Wy ons wilden engageeren, om deII;zelve in de Militaire Provoost te laaten blyven |i zitten tot de aankomst van een ander Guarni& foen binnen deeze Stad. —■ Tot zulk eene belofte oordeelen Wy ons ongehouden en ook j geheel onbevoegd, gemerkt Wy eene volkomene bewustheid hebben , dat de Competentie ■\ van de Rechtbank deezer Stad tot de judicatuuj re .Hvr deeze Gevangenen , zelfs by de uitdrukkelyke Staats Refolutie van den 22 September 1783, en uit kragte van dien aan Z. II. gedaane aanfchryving, in allen opzigte is gewet|! tigt, en dus dit recht door zulk een engagement niet moet worden verkort, of quaeltieus : gemaakt; in deeze onzeekerheid nu, hoezeer I Wy zelfs wel eenige zorg tegen de wegvoe: ring deezer Gedetineerdens zullen tragten te gebruiken , neemen Wy de vryheid U Ed. Mog. 1 te verzoeken, op deeze zaak reflexie te willen : Haan by 't verlcenen van 't Provintiaal Patent < of Attaché tot uittrekking van dit gemelde 2de Battaillon , waar van 't zelve, zoo wy geinformeert worden, nog onvoorzien zoude zyn; of, : zoo wanneer reeds de gemelde Attaché mogte : zyn afgegeeven, alsdan aan den Commandeerende Officier zoodanige nadere aanfebryvinI ge te doen, dat de extraditie van dezelve Ge1 detincerdens aan de Burgerlyke Rechtbank dezer Stad niet langer werde gediffieulteert, im■ mers en in allen gevalle de agterlaating der zelve niet werde verknogt, aan zulk eene finguA 2 lie-  4 NALEZING van STUKKEN liere voorwaarde, tot welkers prceftatie de Heeren van de Weth deezer Stad zig om bovengemelde reedenen nooit verbinden kunnen. Waar meede Wy U Ed. Mog. beveelen in de protectie Godes en blyven. Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. goede Vrienden, Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee. Ter Ordonnantie van dezelve (Geteekent) C. EVERTSEN, Zierik-Zee den 15 January 1784. II. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heer en Gecommitteerde Raaden van Zeeland. Den 22 January 1784. Is goedgevonden en verftaan, dat aan den Capitein het Patent van Z. H. hebbende overgebragt, het zelve zal worden te rug gegeeven , met een extract Refolutie in een belloten omflag, geaddreffeerd aan den Collonel of Commandeerende-Officier van het 2de Battaillon van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 5 van het Regiment van den Generaal Lewe, in Guarnifoen te Zierik-Zee, houdende, dat de voorfz Commandeerende Officier word aangefchreeven en gelast, de Militaire Perfoonen, weegens Commune deliften, te Zierik-Zee, onder bewaaring van het Guarnifoen in arrest zittende, ten eersten, aan de Civile Juftitie der Stad Zierik-Zee over te geeven, zonder eenige referves of conditiën ten dien opzigte te proponeeren , als welke niet zyn over een te brengen met de Refolutie en Publicatie der Heeren Staaten deezer Provintie van den 22 September 1783, op het Stuk der Jurisdictie over Militaire Perfoonen geëmaneerd,zullende de Provintiaale Attaché op het Patent van Z. H., om uit Zierik-Zee te vertrekken, zoo lang worden opgehouden, tot dat door hem Commandeerende Officier aan deeze aanfchryvinge praecifelyk zal wcezen voldaan, terwyl hy, zoo dra zulks geichied zal zyn , de Provintiaale Attaché kan ontfangen uit handen van den Heer, waarneemende de vacante Bailliuagie der Stad Zierik-Zee , en naar de plaats van zyne deftinatie vertrekken. Accordeert &c. A 3 III.  6 NALEZING van STUKKEN III. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Verëenigde Nederlanden. Veneris den 30 January 1784. Dc Heeren van Lynden van Hemmen, en andere H. H. M. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken , hebbende ingevolge en tot voldoeninge van H. H. M. Refolutie Commifforiaal van den 24, December 1783, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten overwogen en geëxamineert, wat de gevolgen en arrangementen zouden behooren te zyn , wegens de by H. H. M. ten zeiven dage afgefchafte en buiten effect geltelde Hogen- Krysraad, hebben ter Vergadering voorgedragen en gerapporteerd, dat, wat de poinclen aangaat, die uit het voorfchreeve Commifforiaal, als meede uit de fpeciale Refolutie derrejpcétive Provintien , op dat fubjeét fuccesfive. lyk ingebragt zouden mogen proflueeren, voor eerst en vooral als een poinét, dat de attentie van H. H. M. zoude verdienen, aan haar Heeren Gedeputeerdenen Gecommitteerden was te voren gekomen, te zyn de afbetalinge niet alleen van de ten agter zynde Traétementen, zoo van de prefente en verdere Leden van de gewezen Hogen Krygsraad,als van die van den Grifder en verdere mindere bediendens van dien, mitsgaders van het gunt nog dient betaalt te worden, ter zaake van de onkosten, wegens de  I TOT DE 1IL1T. JURISDICTIE. 7 de geconfineerde Defcrteurs, met het gunt daar toe betrekkinge heeft, en alle welke betalingen uit de post van ƒ3750 ter lopende maand ofte ƒ45000 — in het jaar , voor de onkosten van den gewezen Hogen Krygsraad, breder op de ordinaris Staten van Oorlog is gebragt, en ter Repartitie van de Provintie van Hollanden West-Vriesland gefield , dienden voldaan te zyn, dan die zedert primo July 1783 door dezelve Provintie zyn onbetaald gebleven, maar boven dien ook de voorzieninge by vervolg voor alle dezelve fubjeéten, en wel fpecialyk voor de Praefident, de Leden , de Griffier, en verdere mindere bediendens van meergemelde f gewezen Hogen Krygsraad, wat dezelve haar leven lang zouden behoren te behouden, ter- f wyl om van het laatstgemelde eerst te beginnen , zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden H. II. M. konden informeeren, dat het Traélement van den Lieut. Generaal Rengers, ais Prefident van den gewezen Hoogen Krygsraad heeft beftaan in ƒ4800 : - : - van de twee volgende leden de Generaal Majors l Vink en van Brakel ieder van ƒ2400 : - : - i 'sJaars , en van de fes overige leden, zynde de Collonels de Brouw, Gonzal , van Polnitz, > van Goens, T Hooft en de Tumal ieder tot ƒ1200 : - : - dat, wat de Fiscaal van de Generaliteit aangaat, als in die qualiteit by de gewezen Hoogen Krygsraad gefungeert hebbende, dezelve met zyn Traélement a ƒ 75 's maand?, is gefield op den ordinaris ftaat van Oorlog , waar in als zulks ten allen tyde plaats gehad hebbende, geen verwondering zal behoeven gemaakt te worden, terwyl nogthans de declaA 4 ra-  8 NALEZING van STUKKEN ratien zoo van denzelven als van zyne Procu- Ij reur , als altoos uit de voorfchreeve post tot de 11 noodwendigheeden van de gevveze Hoogen li Krygsraad zynde betaald geworden, ook tot de tyd der affchaffing van dien , meede uit de- tol zelve post zullen dienen voldaan te worden; r, en zynde ten reguarde van de Griffier van de-1 zelve gewezen Hoogen Krygsraad van Rheenen I« (c noteeren , dat aan dezelve by Refolutie van m 14 Auguftus 1750 voor Traétement is toege- i \> legd geworden eene fomme van ƒ2000 en tot een douceur voor het Crimineele nog ƒ200 : - : - welke fomma's hem zedert zyn goed gedaan, eerftelyk in het ftellen van ƒ25 'smaands of ƒ300 jaarlyks, daarvan op de ordinaris Maten van Oorlog voor zyn Traétement, terwyl de reMeerende ƒ1900 : - : - hem jaarlyks zyn voldaan, by acte van verzoek op de Provintie van Holland,alsmeede uit de groote post voor de noodwendigheeden, van de geweeze Hoogen Krygsraad, ende is verders aan de twee Clerquen van gemelde Griffier met namen van Rhyn en ter .Westen, voor Traétement aan ieder van dien toegevoegt geworden I de fomme van ƒ 600 : - : - jaarlyks, en aan eenen Wubben als Deurwaarder cn Kamerbewaarder van meergemelde Hoogen Krygsraad is eerst toegelegd een jaarlykfe fomme van l ƒ300 : - : - en naderhand nog ƒ300 : - : , voor zyne asfiMentie in zaken het Land concerneerende,en voor alle zoodanige diensten, als waar voor was gewoon geweest, ten laste van den Lande te declareeren , dus te zamen l insgelyks ƒ 600 : - : . jaarlyks; en is laastelyk aan den Scherpregter van dezelve geweeze Ho gen i  tot de MILIT. JURISDICTIE. 9 gen Krygsraad nog toegelegt geweest eene fomme van ƒ40 : - : - jaarlyks voor huishuur, alle welke toeleggingen insgelyks zyn betaald geworden , by Aftens van verzoek van den Raad van Staaten op de Provintie van Holland, uit de meergemelde grote post van ƒ45000 : -: jaarlyks, gelyk daar uit al meede is voldaan geworden , al het gunt zyn relatie en betrekking heeft gehad,tot de lasten,die gedragen moesten worden , wegens de geconfineerde Deferteurs, met de gevolgen van dien. En dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden dienvolgende omtrend alle de voorgemelde poin&en H. H» M. in confideratie moesten geeven, of Hoogftdczelve, terwyl de meergemelde post tot de behoeftens der geweeze Hoogen Krygsraad op de ordinaris ftaten van Oorlog over de jaren 1783 en 1784 ter Repar. titie van de Provintie van Holland is verbleeven> welgemelde Provintie niet zouden behooren te verzoeken, omme alle de posten, hier vorens vermeld , op de gewoone Actens van verzoek , by den Raad van Staaten verleend, of nog te verleenen, te willen afbetalen, tot op den dag der affchaffinge van gemelde gewezen Hoogen Krygsraad, zynde geweest den 24 December 1783, ende dat H. H. M. ook zouden gelieven te declareeren, op wat voet zoo de Prefident als de geweeze Leeden, Griffier en verdere bediendens van dezelven Hogen Krygsraad daar na zullen dienen behandelt te worden , het zy aan dezelve de voorfz geheele toegelegde Tractementen voor haar leven te doen behouden, ofte wel dezelve zoodanig te modcreeren, als zullen vermeeneu te behooren, A 5 te"-  10 NALEZING van STUKKEN terwyl nogthans alleonkosten haare betrekking hebbende omtrend de geconfineerde Deferteurs, de betaling van dien op den ouden voet zoude dienen te continueeren, en dat al het zelve in diervoegen, als by H. H. M. zal worden;goedgevonden , als meede door de Provintie van Holland tot ultimo December van dit Jaar uit de meergemelde post zoude dienen gekweeten en voldaan te worden, als wanneer daar door by den Raad van Staaten allereerst zal konnen worden opgemaakt, wat fomme by hooggemelde Provintie van Holland uit de meergemelde post voor den Hoogen Krygsraad, door de daar uit gedaane mindere betaling dan dezelve heeft bedragen, zoo in den jaare 1783 als in 1784, zal hebben geprofiteerd gehad, om het zelve op den ordinairen ftaat van Oorlog voor den jaare 1785 onder de refpective Provintien eguaal te verdeelen, en te repartitieeren en vervolgens die geheele post op den ordinaire ftaat van Oorlog over den jaare 1785 en vervolgens af te laten blyven , en daar tegens voor de onkosten , die wegens de gecon-fineerde Deferteurs, die nimmer eenige Connexie met de geweeze Hoogen Krygsraad, gehad hebben,dan dat die kosten uit dezelve post zyn goedgedaan, eene zoodanige fomme op denzelve ordinaris ftaat van Oorlog voor den jaare 1785 en vervolgens in de plaats te brengen, als den Raad van Staaten na een naauwkeurig onderzoek zal bevinden daar toe te behooren, terwyl ook daar na de voorige Traftementen, ofte anderzints de douceurs welke H. H. M. aan den Prefident, Leden, Griffier en verdere bedienden van den geweezen Hoogen Krygsraad,  tot de MILIT. JURISDICTIE. n raad, haar leven lang zullen gelieven toe te voegen, op den ordinaris ftaat van Oorlog voor den Jaare 1785, en verders als Pennoenen zullen kunnen gebragt worden,die zullen moeten uitfterven , en waar onder in allen gevalle ook zal behooren het Tra&ement van ƒ300 : - : op den ordinaris ftaat van Oorlog voor den Griffier van den Hoogen Krygsraad gebragt, nadien by Refolutie van H. H. M. van den 25 July 1724 is vastgefteld , geen Griffier van den Hoogen Krygsraad aan te ftellen, zoo lang geen Prefident aangefteld, of Hoogen Krygsraad geformeert zal worden, en dus ook dat Traétement meede zal moeten uitfterven , en daartoe op den extraordinairen ftaat van Oorlog moet gefteld worden. Dat wyders wat de .verdere poinéten Commifforiaal aanbelangt, en wel in fpecie op wat wys de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen actueel geëxerceert word , en hoedaanig zulks volgens de grondwetten moet gefchieden , en welke voorzieninge voor het vervolg daar omtrend noodig zoude zyn, de Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden moesten declareeren, met derzelver informatien en opfpeuringen daar omtrend in zoo verre nog niet te zyn geavanceert, dat dien aangaande H. H. M. na behooren zouden konnen dienen, van derzelver gedagten en advis, waar toe egter geen tyd zouden verzuimen zig in ftaat te ftellen , dan dat dien onvermindert niet konden nalaten, ter kenniffe van H. H. M. te brengen, het gunt de Heeren Gecommitteerden wegens den Raad van Staaten, in het befoigne over deze materie gehouden hadden gedeclareerd,  i% .NALEZING van STUKKEN recrd, dat, naardien de Raad van Staaten met alle I grond hadde vermeind te mogen vastftellen, dat I door het doen ceffeeren van den Hooien Krvoa. i raad eo ipfo op haar wederom waaren gedevol- [< veert, alle die Regten , die bevorens door den Raad van Staaten omtrend de Militairen, en derzelver zaaken waaren geëxerceerd geworden , en wel vooral ten opzigte van het reffort van de Generaliteit, welgemelde Raad van Staten onvermindert, de deliberatien van H. H. Mi over de finale fchikkingen wegens de Militaire Jurisdictie en de gevolgen van dien,by provifie, en alleen voor zoo verre het refibrt van de Generaliteit zoude aangaan , van den Fiscaal van de Generaliteit, als in die qualiteit alle zaaken voor den Hoogen Krygsraad waargenomen hebbende, hadden doen afvergen de extraditie en overleeveringe niet alleen van alle de Gevangenen , die daar onder zouden behooren en welkers zaaken nog ongedecideert waaren gebleven, maar ook alle de Proces ftukken van zoodanige zaaken, alsnog ongetermineert waaren gebleven,en voorts alle effecten cn penningen , die in de Griffie van den gewezen Hoogen Krygsraad zouden mogen bevonden worden, en waar in luiden onder het resfort van de Generaliteit gehoorende zouden zyn r geinterefieert, alle welke bezorging de Fiscaal van de Generaliteit hadde aangenoomen, ten fpocdigflen te zullen effectueeren, waar na de Raad van Staaten ten dien opzigte geen tyd zoude verzuimen , om alle dezelve zaaken voor haar te doen pourfuiveeren, op den vorigcn voet en na ftyle, zoo als daar inne bevoorens en voor het exteeren van een Hoogen Krygs. raad  tot de MILIT. JURISDICTIE. 13 raad was geprocedeert geworden, en ten meesten nutte van 'sLands dienst, en ter bevordering van eene goede Juftitie zouden bevinden te behooren. Terwyl al verders den voornoemde Fiscaal hadden gelast, tot informatie van den Raad van Staaten over te geeven, een exafte Lyst van alle verdereGedetineerdens, mitsgaders de Proceffen en alle verdere zaaken, die buiten het reffort van de Generaliteit, en dus tot de refpective Provintien fpefteerende, op het cesfeeren van meergemelde Hoogen Krygsraad, tot hier toe onder dezelve zyn verbleven en berusten , het gunt gemelde Fiscaal insgelyks hadde aangenoomen ten fpoedigften te zullen effe&ueeren. Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de refpeftive Provintien het voorfchreeve gerapporteerde Copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden. IV.  14 NALEZING van STUKKEN IV. MISSIVE van Z. H. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland. Relatief tot de Staaten Notulen Den z February 1784. Edele Mogende Heeren,byzondere goede Vrienden! *TV^-£ebben °P z?n wel ontfangen U. E. M. Miffive van den 18 December laatstleeden, by welke U. E. M. ons verzoeken ons advis te uitten op het Rapport van de befoigne den 27. der voorleede maand November uiteebraet raakende het afleggen van den Eed door Mihta.re Corpfen, thans in Zeeland Guarnifoen houdende, aan de Provintie en ftemmende Steeden , volgens het Formulier prrrtenfelyk gear refteerd, by de informeele Refolutie van den 22 September laatstleden, en op de Miffive aan Ons nevens dat Rapport gevoegd, als op bet gcadvifeerde der Heeren van Vlisfingen .omtrend het door Ons, volgens de aan Ons com. peteerende anthovitek, verleende Patent aan het acluce e Guarnifoen van Vlisfingen, als ook omtrend het Rapport van den 8 December, ter Vergadennge uitgebragt, raakende de evafie van zeekere Militaire Perfoonen, uit hun arrest, zoo te Middelburg, Zierik-Zee als VlisJjngeo- en hebben niet willen af zyn aan U E V00i' te d"agen, dat Wy niet denken, dat eenig.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 15 eenig exempel zal gevonden worden, dat ooit van de Militie van den Staat een Eed is gevergd in eene der Provinciën, veel min in Zeeland, gelyk aan die , welke de meerderheid der Staatsleden heeft willen invoeren tegens het emfiante gebruik, dat in de Provintie van Zeeland heeft plaats gehad; en dat die pratenie Refolutie * een geheel nieuw recht, omtrend de Jurisdictie over Militairen etabiiüeert, dat volkomen ftry- *dig is met de Ufantie, welke tot hier toe m l %. M. Provintie heeft plaats gehad , cn ten minften, voor zooverre als concerneert de Militairen in Guarnifoen binnen Zeeland zynde, op ■ eenparige Staatsbefluiten is gefundeert, derhalven kunnen Wy gcenzins voor een wettig Staatsbeflu.it aanzien, de informeele Refolutie van den 22 September jongstleeden, omtrend de Militaire Jurisdictie met alle de gevolgen van dien, of eenige kragt van Wet aan voorgemelde prretenfe Refolutie toekennen, welkeop een incoiiftitutioneele wyze is genomen by overftemmingen tegens het protest van den Eerften Edele; Wy zullen dus by provifie in advys houden de by U E. M. voorgemelde Miflive van den 18 December vermelde Rapporten, als meede het advis van de Heeren van Vlisfingen wegens de infractie, die daar in zoude gelegen zyn op het recht van den Capt. Gen. tot het verkenen van Patenten, en verwagten , dat met de Conclufie niet zal worden voortgegaan, en dat in het byzonder niet zal worden gerefolveerd, tot het doen afleggen van den voorgemelden Eed, by de actueele Guarnifoenen, het gene, al was de praetènfe Refolutie van den 22 September wettig genomen, in r,ee- nen  16 NALEZING van STUKKEN nen deele als een gevolg van dezelve kan worden aangezien ; verklarende voor nul en van geenen waarde al" het geene, daar omtrend door de andere Staatsleden buiten onze concurrentie zoude worden gerefolveerd en referveeren aan Ons daar tegens zoodanige Conftitutioneele mefures te neemen , als fVy zullen oordeelen te behooren tot maintien van Ons Regt -en Vryheid van advis; Terwyl Wy betuigen niets meer te verlangen , dan de harmonie en vriendfehap met de verdere Leden van U E. M. Vergadering te conferveeren , en gaarne te zullen zien, dat met wederzyds genoegen een arrangement kan worden getroffen omtrend de Militaire jurisdictie, en dat op eene Conftitutioneele wyze een afkomst van de deliberatien omtrend dit poinét kan worden gemaakt, waar toe Wy gaarne alle infehikkelykheid zullen gebruyken, en zoo veel met onzen pligt, en het maintineeren van de fubordinatie en difcipline beftaanbaar is, te gemoet te komen aan de fentimentcn cn verlangen van Onze meede Leeden. Waar meede: Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden. Wy U Ed. Mog bevelen in Gods heilige Proteftie U Ed. Mog. D. W. Dienaar. (geparap.) W. Pr. V. ORANGE. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. _ , £ (geQ F. J. de LARREY. In s Gravenhage den 27 January 1784. V.  tot de MTLIT. JURISDICTIE. tf V. AAN Zyne Doorl. Hoogheid den lieer Prins van Orange , Eersiö Edele van Zeeland. Doorlugtige Vorst en Heer1. By het reëntamceren der Staats deliberatien» •na het genomen reces, hadden Wy gemeend $ te zullen vinden Uwe D. H. Refcriptie op onze Miffive van den 18 December des voorigeii jaars, en wanneer wy eenige dagen te vergeefs daarop hadden gewagt, refolveerden Wy,U D. H. dit retardement, by Miffive in termen ter materie dienende, onder het oog te brengen , en teffens kennis te geeven, dat Wy een peremtoiren tyd hadden gefield, tot afdoening der poinclen in onze eerstgemelde Miffive vervat. Het antwoord van Uwe D. H. van den 2? January, by ons op den 2. deezer maand ontfangen zynde,heeft wel eenige verandering in de form van onze Refolutie, maar niet in de gronden derzelve te wege gebragt, en zelfs zoude dit antwoord aanleiding hebben kunnen geeven tot een veel uitgebreider en ernftiger deliberatie, indien Wy wilden releveeren verfcheiden bedenkelyke flellingen en uitdrukkingen, die Wy in uwe D. H. Miffive aantreffen. Wy zouden zekerlyk overvloedige ftof en reede hebben, om ons uit te laaten over het denkbeeld, 't welk uwe D. H. fchynt te vormen van de bevoegtheid der Heeren Staaten van Nol. I. Deel II. Stuk B de  I§ NALEZING van STUKKEN de refpe&ive Provintien , om de Militie , opa hun Souverain Territoir zynde, een Formulier I van Eed voor te fchryven: over de affumtie I by uweD. II. gepofeerd, aangaande het Staats- I regt, dat in deeze Provintie , omtrent de Militaire Jurisdictie altoos zoude plaats gehad hebben: over de prcetenfe informaliteit^ waar van li uwe D. H. onze Refolutie van den 22 Septem- ir ter 1783 taxeert, en vooral over de zooge- I naamde infractic, die uwe D. H. fuftineert, jj aan het regt van den Heer Capitein Generaal | tot het vcrleenen van de Patenten te zyn toe- I gebragt; doch Wy oordeelen deeze discufien | tegenwoordig te kunnen voorbygaan , en Wy f verwagten niet, dat uwe D. H. door het per-1 fifteeren by foortgelyke allegatien, een bepaal- jf de deliberatie op dezelve zal noodzaakelyk maa- I, ken. Vervolgens toetrecdende tot den principaa- I len inhoud van onze voornoemde Miffive, enl van uwe D. H. Refcriptie op dezelve, daar in 1 beftaande, dat Wy uwe D. H., als Eerften E- I delen deezer Provintie, hadden verzogt, zig f finaal te expliceeren op eenige openfiaande E poinften van deliberatie, en waar op uwe H. I als nu antwoordt, die poinéten by Pro vifie in I advis te houden,met declaratoir, van voor nul 1 en van geener waarde te zullen aanzien al het 1 geene daar omtrend, door de andere Leeden,! buiten uwe Hoogheids concurrentie , zoude » worden gcrcfolveerd; moeten Wy opregtelyk f verklaaren, wel gewenscht te hebben, uit lief-1 de voor de eendragt, die in deeze tyden zool noodig is, dat Wy in het antwoord van uwe % D. H. die voldoening hadden mogen vinden,"! dat i  tot de MILIT. JURISDICTIE. *p dat de openftaande zaaken, waar aan het advis van den Heer Eerst Edele alleen ontbreekt, met concurrentie van alle de Miffive woorden 5' " convenable termen te beantwoorden , en een peremtoiren tyd te ftellen d?He*EÏÏ; Hr°,°fdeZe,ve bet ^ "n Sten Tl, n EdClen tCr Vcrgaderinge kan Ssdan iÏÏSSÏÏ? tenVyl ?• E- ' nu en voor ft 1de 'terrnet - rcfolvceren>dat de ge- iceme termen , zonder een voldoenend ant woord van hooggemelde Heer Eemen Edelen SSdeMyyDde> dtPoitóe» ^ boven-' gemelde Miffive van iS December vervat, ziften eStU T ?°nc1^ gebragt, en da'delyk Sr £ ?degd: refereerende Heeren Comw ffe^v rf,g VC1',dT(,t0t de con^Pt Miffive, nort nL . T hcbbe" nevens dit hun Rap! port, over te leggen. ■ Accordeert &c. " creurfsTan'ïf" f deIibe/eerd' heeft de Sele ConL Sr 3nd V°°,r den Heer Eerste Ëdenorr En 7 rZ°gC V^ het ^orfchreeve Raper kennifen°?nPt Miffi"e daar toe ^latie^ ervvv.Th " dell^C1;atie van Hoogftdenzelven tivlTI leden , ? GedeP«eerden van de refpecUvebtcden zig bereid toonden om bet oen en ander op deeze Sesfie ter rnni.i, hl1 £.7_?2 brengen , verzoekende niet te m n ins2S ' hunne Cn d'JZdVe ftukkcn 0m -n de Hge e ' ï^nd^ voorts daar nog by, dat deswecgens metde?n° • dere  tot de MILIT. JURISDICTIE. an¬ dere Steden zouden concurreercn , onverminderd de uitgebr'agte advyzcn van de Heeren, hunne Committenten op die materie, en welke als nog inbaereerderi. Het welk gehoord is goedgevonden de Misfive aan Z. D. H. als Eersten Edelen nevens het voorfz Rapport gevoegd , te approbeeren en te arrefteeren , zoo als gefchied by deezen, om zonder verdere refumtie aan Hoogftdenzelven te worden toegezonden. En is by verdere deliberatie conform het flot van het zelve Rapport, nog goedgevonden nu voor als dan te refolveeren, gelyk gefchied mits dezen ,dat de geftelde termyn zonder een voldoend antwoord van den Heer Eerften Edelen verffxeeken zynde, de poinclen in de Mislive van befchryving aan Z. H. van 18 December 1783 vervat, zullen worden ter Conclufie gebragt. en dadelyk ten effecte gelegd. Waarna de Secretaris van 't Land occupeerende voor den Eerften Edelen heeft geinha^reerd tot antwoord van Z. D. H. van den 27 Jan. ten laatste Seflie ingekomen en wyders verzogt dat de bovengemelde Miffive aan Hoogftdenzelven niet mogt worden gedepecheerd. B $ VU-  %6 NALEZING van STUKKEN Afgcflagen het verZoek om abulicie,pardon of remiffie voor P. van Brakel, gevangen op de Voorpoorte van den Hove. VIL EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hollandt en Wèst-VriedandtP in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen Donderdag den 19 February 1784. De Heer Penfionaris van Zeebergh heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie , met Commiflarifien van den Hove, in gevolge en ter voldoeninge van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commifforiaal van den 29 Octobcr 1783 , hadden geëxamineert het Request van Jannetje van Tol, eerder Weduwe van Jan- van Brakel, thans gehuuwt met Ary Roofcboom , Watermolenaar te Nieuwkoop , verzoekende van hun Ed. Gr. Mog. abolitie, pardon of remiffie voor haaren Zoon Pieter van Brakel, thans Gevangen op de Voorpoorte van den Hove, ter zaake by het zelve Requefte vermeld; als meede het Advis door Praffident en Raaden van den Hove , aan hun Ed. Gr. Mog. op het voorfz Request gegeeven ; mitsgaders ook de daar by gevoegde Confideratien en het Advis, door den Procureur Generaal aan den Hove op de gewoone requifitie gefuppediteert. En dat zy Heeren Gecommitteerden nog in het voorfz. Request, nog in den aart of de omftandigheeden van de misdaad , of Perfoon van den Gevangen Pieter van Brakel, nog ook in de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 27 de detentie van den zeiven (over welk een en ander zy, uit hoofde der anterieure examinatie der Proces ftukken in deeze zaak te zeekerder konden oordeelen) eenigen grond of beweegreeden voor den Souverain tot het verleenen zelfs van de allerminfte gratie aangetroffen hebbende, mitsdien ter contrarie alles hier, naar hun begrip , het bewyzen van gunste aan den Gevangen , verbied. Waar op gedelibereert zynde, is, conform het Advis van de voorfz Heeren Gecommitteerden, goedgevonden en verftaan, het verzoek van abolitie, pardon of remiffie, by het voorfz Request, ten behoeve van den Gevangen gedaan , by deeze te wyzen van de hand. En zal Extract deezer Refolutie gezonden worden aan Prcefident en Raaden van den Hove, tot informatie. Accordeert met de voorfz Refolutien. VIII. MISSIVE van Z. II. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland. Relatief tot de Staaten Notulen Den 23 February 1784. Edele Mogende Heeren, byzqndere goede Vrienden! Wv hebben den 7. deezer ontfangen Uwer J Ed.  28 NALEZING van STUKKEN Ed. Mog. Miffive van den j. deezer, houdende nadere inftantien , ten einde Wy Ons wilden voegen by het fentiment der overige Staatsieeden op diverfe Objecten, rakende de Militaire Jurisdictie, vermeld by Uwer Ed. Mog. Miffive van den i 8 Dec. laatstleden. Het is alleen ten betoge van Onze ware geneigdheid en welmcenendcn yver tot behoud van de eensgezindheid en harmonie, dat Wy verkiezen Ons te onthouden van alle beklag, hét geen Wy anderzints over de geheele behandeling deezer zaake zoo regtmatig zouden kunnen voorftellen ; dog Wy kunnen niet afzyn van Ons leedweezen te betuigen, dat U Ed. Mog. in geene fchikkingen gelieven te komen, eenigzints ftrydig met het by de meerderheid op eene informeele wyze geconcludeerd befluit van den 22 September, en dat U Ed. Mog. daar aan by continuatie adhasreeren; Wy houden Ons verzeekert, dat dezelve, zoo zy naargekomen moet worden, van de aller nadeeligfte gevolgen zal zyn voor de discipline en fubordinatie, welke de ziel van het Militaire wezen uitmaakt, en zonder welke zy veel eer tofc last dan tot nut voor het lieve Vaderland zyn moet, en dat de droevige gevolgen daar van, wanneer het geval zoude exteren , dat men genoodzaakt was dezelve te gebruiken, zullen ondervonden worden, en proteftceren wel exprelfelyk, dat Wy ' Ons onfchuldig houden aan de onvermydelyke gevolgen van eene al te naauwe bepaaling Van de Militaire Jurisdictie, en dezelve overlaten voor reekening van de overige Staatsieeden, indien dezelve zullen goedvinden, om in gecnen deele van derzelver begrippen omtrend dit  tot de MILIT. JURISDICTIE. z§ dit zo zwaarvvigtig poinct aftegaan,en zonder in het oog te willen houden,het geene by de Beftaltbrief van den Jaare 1579 was vastgefteld, nog het geene als eene conftante practyk in Zeeland heeft plaats gehad, namentlyk dat, zooniet alle Militairen , ten minsten die, welke Guarnifoen hielden binnen de Provintie van Zeeland, in derzelver Guarnifoen altyd voor den Militairen Rechter wierden geconvenieerd, zullen willen volharden , om een daar meede ftrydende recht te établiffeeren ■> het welk Wy nogmaals moeten verklaaren, volgens onze begrippen niet te kunnen gefchieden, zonder volle eenparigheid ; doch onze intentie is geenzints,, om ons in geene minnelyke fchikkingen te begeven en ons Confent te weigeren aan bepalingen van de Militaire Jurisdictie, voor zoo verre als zulks met het behoud van de discipline en fubordinatie overeen te brengen is: Wy zouden wel daar toe een voorflag aan U Ed. Mog. doen, wierden Wy'niet daar van weerhouden, door dien reeds in Onze naam,als Eerst Edele van Zeeland is geadvifeert om Onze confideratien als Capitein Generaal over het poinct van de Militaire Jurisdictie te vragen , en dat dit Advis niet by U Ed. Mog. is geamplecteerd. Wy vreezen dus aan U Ed. Mog. eenig ongenoegen te geeven, indien Wy onze confideraüen,als Capitein Generaal by eene Millive kwamen te voegen, die Wy alleen in qualiteit van Eerfte Edele van Zeeland fchryven,en dus niet anders kan aangezien worden, dan als een Advis van een Lid van Staat. Indien U Ed. Mog. gelieven onze conüdera- tien  30 NALEZING van STUKKEN tien als Capitein Generaal over deeze materie te requireeren , zullen Wy niet afzyn met alle volvaardigheid daar aan te voldoen , en met den eerften aan U. Ed. Mog. te fuppediteeren een voorflag, op welke wyze Wy denken , dat van deeze zaak ten meeften dienfte van den Lande een afkomst zoude kunnen worden gemaakt. - Nog verzoeken Wy U Ed. Mog. in confideratie te nemen , dat, hoe zeer Wy zorgvuldiglyk onderfcheiden onze handelwyze als Lid van den Staat, en die, welke ons incumbeert als Capitein Generaal van de Unie, of van U Ed. Mog. Provintie , het niet van ons gevergt kan worden, om door onze concurrentie te helpen concludeeren zoodanige bepaalingen, die ons voorkomen nadeelig te zyn, met het behoud van 'sLands Militie, waar over de directie aan ons, zoo door de Generaliteit, als door ieder der Bondgenoten in het byzonder is aanbetrouwt; en dit is de reede die ons belet, om ons te kunnen voegen by de fentimenten van onzeMedeleeden omtrend de bepaalinge der Militaire Jurisdictie , en byzonder omtrend het vastftellen van de ampliatie van den Eed voor de Militaire Officieren , welke ampliatie Wy confidereeren te wezen van dien aard, dat Wy ons niet bevoegd achten, om ordres te geeven tot het prcefteeren van dezelve, dan onverminderd den Eed aan de Generaliteit gedaan. Het zy ons geoorloofd nog hier by te voegen, dat dien Eed geheel onnoodig is tot dat einde waar toe men dezelve wil invoeren , namentlyk als een vafter band voor de Militie, om haar te onderwerpen  tot de MILIT. JURISDICTIE. 31 pen aan de fchikkingen die U Èd. Mog. zullen gelieven te maken omtrend de Militaire Jurisdictie binnen uwer Ed. Mog. Provintie; want eene deezer Hellingen moet waar zyn, of U Ed. Mog. kunnen zonder concurrentie der Bondgenoten zoodanige bepaalingen omtrend de Militaire Jurisdictie maken, als zy zullen goedvinden , of zy hebben daar toe noodig de concurrentie der Bondgenoten; zoo het eerste waar is , is de Eed onnoodig, wyl de Militaire zwcerende gehouw en getrouw te zyn aan de Heeren Staaten van de Provintie waar in zy Guarnifoen houden , verpligt zyn te obëdiëeren de befluiten van Hoogftdezelve , zoo ten dien opzigte als in alle andere zaaken , zoo zy zonder concurrentie der Bondgenoten de Judicature omtrend de Militairen kunnen reguleeren naar welgevallen; dog zoo het tweede waar is, kan dien Eed hun niet ontbinden van den Eed aan de Generaliteit gedaan, cn zy zyn verpligt om zig te rigten naar de bcfluiten, die de gezamentlyke Bondgenoten omtrend de Militaire Jurisdictie zullen gelieven te neemen. Wy kunnen dus niet afzyn om U Ed. Mog. te verzoeken,om geene Concluhe voor als nog te neemen omtrend het doen van den Eed door de Militie aétuecl binnen Zeeland Guarnifoen houdende, en wenfehen, dat eene nadere bepaaling omtrend de Militaire Jurisdictie met onze concurrentie kan worden getroffen, waar door de harmonie onder de Staatsieeden moge worden bevorderd, als meede het welzyn van 's Lands goede Ingezcetenen , en waar door zy, zonder krenking van de fubordinatie en Militaire  34 NALEZING van STUKKEN re discipline, tegens alle overlast werden geprreferveerd, het welk altoos ons grootlte doelwit zal zyn. En om een blyk te geeven, hoe zeer Wy Verlangen, om zoo veel in ons is, te contribueeren aan de harmonie en eensgezindheid onder de Staatsieeden, zoo zullen Wy, onverminderd onze Contradictie tegens de Conclufie van den 22 September jongstleeden, aanzien de te nemene Conclufie, ingevalle U Ed. Mog. goedvinden , dat tegens de , uit hunne detentie gevlugte Militairen , Procedures werden aangevangen; hoe zeer het ons aangenamer zoude zyn , dat zulks wierde nagelaaten, en dat zy gepardonneert wierden , zonder dat deeze zaak eenige verdere voortgang hadde; en zyn ook onder die zelve referve, genegen om te confenteeren , dat aan ons als Capitein Generaal van Zeeland werde aangefchreeven, om aan den Commandeerenden Officier te Zierik-Zee, de noodige ordres te geeven , om de, in deszelfs bewaringe zynde Militaire gevangenen over gemeene Delicten, voor zoo verre als hun Delict met geen zwaarder Militair Delict is gepaard, op requifitie van het Gerecht van Zierik-Zee te extradeeren , dog zulks alleen in verwagting, dat daar uit geene prcejuditie zal worden getrokken , en dat de overige Staatsieeden onze faciliteit in deezen ziende, met ons zullen willen concurreeren tot het maken van eene nadere fchikking omtrend de Militaire Jurisdictie binnen de Provintie van Zeeland, en om dezelve te doen ftand houden, tot dat met eenparigheid yan alle de Bondgenoten eens eene permanente Wcc  Tof de MILIT. JURISDICTIE. 33 Wet kan worden gemaakt, waar naar zig de Militie in de refpective Provintien Guarnifoen houdende ten opzigte van de Jurisdictie zal moeten reguleeren. Waar meede: Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden. Wy U Ed. Mog. bevelen in Gods heilige Protectie. Uwer Ed. Mog. Dienstwillige Dienaar. (geparaph.~) W. Pr. V. ORANGE. (Onderftond*) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid (geteeksnt~) F. J. de LARREY. In 's Hage den 20 February 1784. Waar op zynde gedelibereerd — is goedgevonden, dat perfifteerende by H. E. M. Re folutie van den 5. deezer in een Commilforiaal befoigne een gave extenfie omtrend de Militaire poinéten, vervat in hun Ed. Miffive van den 18 December 1783 , aan de Heer Eersten Ede lcn gefchreeven, zal worden geformeerd, en zoo dra mogelyk, aan H. E. M. overgebragt. Nal. I. Deel II. Stuk C IX. Conclufie den 2 3 Feb. 1784 gekc men op de Miffive vmZ.D.H. van 20 te voren.  34 NALEZING van STUKKEN IX. MISSIVE van Burgem. en Schep, der Stad Zierik-Zee aan de Gecommitteerde Raaden vanZeeiand. Edele Mogende Heeren ! Gifteren morgen ons Collegie by den anderen zynde geconvoceerd, werden Wy door den Heer Pravfident Burgemeester gecommuniceerd, dat in dien zeiven nagt de Militaire delinquanten, omtrend welker extraditie aan den Civilen en Competenten Regter deezer Stad , Wy ons meer dan eens aan U Ed. Mog. hebben geaddresfeerd, dog die tot heeden door de Militairen is gedifficulteerd , uit hunne Gevangenis waren geéchappeert, dat echter, nadat hy Heer Praefident de vereischtte order tot het agterhalen derzelvc had geëxpedieerd, een der voorfz voortvlugtigen door den Onderfchout was geapprehendeerd en ten 's Gravenfteene in detentie gebragt, terwyl de overige derzelver door de Militairen zelve waren agterhaald , en in de Hoofdwagt in bewaaring genomen. — By onze deliberatien over dit voorval, oordeelden Wy genoegzaam te zyn U Ed. Mog. van het zelve kennis te geeven, in overweeging nemende dat Wy in de vorige gevallen hier toe betrekking hebbende, onze gehouden directie en gedaane demarches U Ed. Mog. al tyd hadden gecommuniceerd , cn nu des te meer daar Wy de fatisfaótie hadden , om een der voorfz delinquanin onze magt te hebben. Waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 35 Waar meede wy U Ed. Mog. in Godes heilige befcherming beveelen en blyven. Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. gehoorzaame Dienaren Burgemeesteren en Schepenen der Stad Zierik Zee. Ter Ordonnantie van dezelve. (Was geteekent) J. van der HOUTE. Zierik-Zee den 23 Febr. 1784. X. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen °P Vry dag den 27 February 1784. De Heer Penfionaris van Zeebergh heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie, met CommifTariffen van den Hove, in gevolge en ter voldoening van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commifforiaal van den 11 December 1783 hadden geëxamineerd eene C 2 Pro- Rapport op de Propofitie van Gedeputeerden der Stad Delft nopens de onafgedaan gelaten Proces-  36 NALEZING van STUKKEN fen en Sententien by den zoogenaamdenHoogen Krygsraad; en's Hofs Berigt en Advis daar op ^Ismede op een Generaliteit Rapport omtrent voorzieningenvan den Raad van Staaten ten aanzien van Gevangenen en zaaken by den zeiven Hoogen Krygsraad gevonden. Overgenoomen. Propofitie door de Heeren Gedeputeerden def Stad Delft op den 16 October bevoorens ter Vergadering alhier gedaan, zoo omtrend het arrelteeren eener voorziening noopens eenen by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad gedetineerden J. B. Jacobi, als noopens andere Procelfen en Sententien , by denzelven Krygsraad onafgedaan gelaaten ; mitsgaders eene Misfive van Prcefident en Raaden van den Hove, houdende, in gevolge hun Ed. Gr. Mog. requifide , derzelver berigt, confideratien en advis op de evcngemelde Propofitie; als meede nog,in gevolge en ter voldoening van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commiflbriaal van den 5 February laatstleedcn, een Rapport op den 30 January bevoorens ter Generaliteit uitgebragt, voor zoo verre betreft de daar in vermelde voorzieningen van den Raad van Staaten ten aanzien van zommige Gevangenen en zaaken, by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad gevonden wordende, gearrefteerd. En dat zy Heeren Gecommitteerden volkomen overtuigd van de noodzakelykheid, zoo by de voorfz Propofitie van den Heeren Gedeputeerden der Stad Delft, als by het daar op geformeerd berigt en advis van Praefident en Raaden van den Hove, aangedrongen,tot het maaken van gepafte voorzieningen omtrend de Gevangenen van den zoogenaamden Hoogen Krygsraad, als meede wegens de verdere zaaken, en Proceffen , aldaar nog onafgedaan gevonden wordende, zig meer byzonder hadden bepaald tot eene overwecging der middelen , die hier toe by het voorfchreeve Berigt cn Advis zyn voorgefteld, en welke daar by ver-  ■ tot de MILIT. JURISDICTIE. 37 verder in aanmerking zouden kunnen komen. Dat, offchoon dit onderibekzig in den elften opfiag wel alleen feheen te moeten bepaalen tot zoodanige Gevangenen , zaaken en proceilen, welken , als deeze Provintie concerneerende, meer direct en immediaat een voorziening van hun Ed. Gr. Mog. zouden vorderen, nogthans by hen Heeren Gecommitteerden begreepen was, dat, ter bevordering, zoo wel van de publique utiliteit,als van de rigliger uitvoering van de by hun Ed. Gr. Mog. te maaken verordeningen,het alzins preferabel was, om het voorftel der te arreftecren voorziening zoo te doen , dat de gezaamentlyke Bondgenoten , voor zoo veel de Gevangenen en zaaken, hun refpeftivelyk aangaande, betreft, daar toe niet alleen op eene gevoegelykc wyze zouden kunnen accedeeren, maar zelfs langs dien weg zig bevryden van een embarras, waar in zy anders, boven deeze Provintie zelfs, zig in het vervolg veel al zouden vinden ingewikkeld. Dat zy Heeren Gecommitteerden, in de hoop, dat zoodanig projeét niet geheel zoude worden verworpen, het zelve in het generaal tot een grondftag in deezen gelegd hebbende, by de examinatie der zaak hadden bevonden: dat , gelyk er, met betrekking tot de voorhanden zynde Gevangenen, en verdere voorziening vereifchende zaaken , aanftonds eene bepaaiing zal moeten worden gemaakt, welke zaaken als pure Militair, cn welken als ordinair en civiel te confidereeren zyn , even dit, zal het met de vereischte naauwkeurigheid gefchieden , behoorde te worden gedaan niet door particuliere Perfounen, vooral niet door Militairen, maar C 3 door  38 NALEZING van STUKKEN door een Collegie van Juftitie, het welk by de hand zynde gepaitelyk zig zoude kunnen verleedigen, om alvorens alles, wat 'er met betrekking tot Gevangenen van den voorfz Krygsraad , of van onafgedaane zaaken aldaar, die onder de beftelling der refpeétive Bondgenoten zouden behooren,gevonden mogt worden,by wege van zeekcr zoort van fequeftratie onder zyne bewaaring te neemen, en dan wyders te procedeeren tot fchifting en verdere bereddering van alles, zonder nogtans hier onder te begrypen de Gevangenen en zaaken het reffort van de Generaliteit aangaande, als zynde, in gevolge het voorfz Generaliteits Rapport van den 30 January laatstleeden , daar omtrend reeds eenige voorziening gedaan by den Raad van Staaten; welker wettigheid of onwettigheid egter, ten aanzien zoo van de form als uitgebreidheid , zy Heeren Gecommitteerden geineend hadden geen object van discuffie in dit befoigne te weezen, waar om zy zig daar over niet fpeciaal zouden uitlaaten, maar alleen blyven in het oog houden het geene hier omtrend in facto plaats had. Dat zy Heeren Gecommitteerden ondertusfchen geoordeeld hadden, in dejkeufe van een Collegie van Juftitie tot de uitvoering van het voorfz generaal projeét, zig niet becter te kunnen bepaalen, dan tot het Hof Provintiaal,als welks gefteldheid en refidentie binnen deeze plaats, gevoegd by zyne meer dan waarfchynelyke direéte betrekking tot verfcheide zaaken van den zoogenaamden Hoogen Krygsraad, het zelve ten deezen abfolutelyk het eerst in aanmerking moest doen komen: terwyl zy zig ook niet  tot de MIL1T. JURISDICTIE. 30 niet verbeelden konden, dat de Bondgenoten, de zaak wel inziende , en byzonder in het oog houdende, dat het belang van allen vorderde maar één bepaald Collegie van Juftitie in deezen te qualificeeren , bedenkelykheid zouden draagen, om in dit finguliere geval daar toe v over te gaan, vooral, daar zulks kon gefchieden onder de fterkfte proteftatie van non prejudicie en tegen alle confequentien, die daar uit immer zouden mogen worden afgeleid. Dat zy Heeren Gecommitteerden egter hadden gemeend, dat, om met te meerder vrugt in deezen te werk te gaan , het niet ondienftig zoude weezen, om vooraf zeekere poinclen te bepaalen, naar welken het Hof, uit kragte der te verieeneö qualificatie , zoude te werk gaan, waar toe zy dan hadden ontworpen het Plan, aan het einde deezes geinferecrd. Dat op alle deeze gronden zy Heeren Gecommitteerden derhalven van gedagten zouden I weezen, dat hun Ed. Gr. Mog. alvoorens met F betrekking tot de voorfz zaaken en Gevangenen, die deeze Provintie betreffen, eene afzonderlykc voorziening te doen, zouden be[ hooren te beproeven, of de refpective BondI genooten, door het verleenen eener gepafte qualificatie op het Hof, zig in de hier vooren opgegeeven gemeenfehappelyke fchikking zouden willen inlaaten, en dat tot zoodaanig einde aan defelve, met toezending van het hier agter volgend Plan van behandeling , zoude kunnen worden geaddrefieerd eene circulaire Miffive van den navolgenden inhoud. C 4 Edele  40 NALEZING van STUKKEN Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nagebuuren, en Bondgenooten. By ons eene deliberatie aangelegd zynde over de voorzieningen , die 'er , vermits de geheele remotie van den zoogenaamden Hoogen Krygs'raad, ten aanzien van de aldaar gevonden wordende Gevangenen, en onafgedaane zaaken, voor zoo verre dezelve Onze Provintie betreffen , door Ons zouden behooren te worden gemaakt, zoo is aan Ons,by die gelegenheid eene bedenking voorgekomen, of het, ter bevordering zoo wel van de publique utiliteit als van de rigtiger uitvoering van de te maaken verordeningen, niet dienftiger zoude zyn,om de te arrefteeren voorziening zoo te projcéteeren , dat de gezaamcntlyke Bondgenooten, voor zoo veel de Gevangenen en zaaken, hun refpeélivelyk aangaande, betreft, daar toe niet alleen zouden kunnen accedeeren, maar zelfs langs dien weg zig bevrydcn van een embarras, waar in zy anders, boven deeze Provintie zelfs, zig in 't vervolg veelal zouden kunnen vinden ingewikkeld. De iingulariteit van het voorhanden zynde geval, gevoegd by den omflag en inconvenienten, waar aan het onderzoek der competentie van de Regters, en het renvoyeeren der zaaken buiten deeze Provintie t'huis behoorende, wanneer zulks omtrend alle gevallen indiftinctelyk geadmitteerd wierd, onderheevig zoude zyn, en het verloop van tyd, aan dit alles verbonden, heeft Ons aanftonds in het denkbeeld gebragt, of het niet raadzaamst zoude zyn, om,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 41 om, devvyl dc in deezen vereischt wordende fchifting en beitelling van zaaken geenzins aan particuliere Perfoonen, vooral niet aan Militairen , kan worden overgelaaten, dit werk te demandeeren aan een byzonder Collegie van Juftitie, en wel bepaaldelyk aan het Hof van Juftitie Onzer Provintie , als 'twelk, om verfcheiden reedenen, daar toe zeeker het meest, gefchikt gekeurd moet worden. Alvooren derhalven voor Ons zeiven tot het arrefteeren van eenige Domeftique fchikkingen over te gaan, hebben Wy best geoordeeld , om aan U Ed. Mog. cn aan de verdere Bondgenoten in conlideratie te moeten geeven , of dezelven ook zouden kunnen goedvinden, het voorfz Hof te qualificeeren, om de zaaken , zoo Civiele als Crimineele, die by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad aanhangig zyn geweest (met uitzondering alleen van het geen de Generaliteit raakt, als waar omtrend dc Raad van Staaten, zoo als Wy geinformeerd zyn , goedgevonden heeft, reeds beftellingen te maaken) voor zoo verre dezelven niet begreepen kunnen worden tot de judicature van den Hollandfchen Regter te behooren, af te doen en te termineeren ;mits regard neemende op zoodaanige exceptien van incompetentie cn renvoy, als van weege de refpective Gedaagden nog gevoeglyk zouden kunnen en mogen worden geproponeerd, en door een vry willig acquicscement niet reeds zouden moeten worden verftaan vervallen te zyn: in alle de voorfz zaaken dan verder; ten aanzien van derzelver behandeling, in het oog houdende de poinclen , vermeld in een by ons ontworpen PJan, waar C 5 van  42 NALEZING van STUKKEN van Wy teffens de eer hebben een affchrift Ui. hier nevens aan U Ed. Mog. te laaten toe- ti komen. By aldien dit generaale denkbeeld mogt ge- v gouteerd worden, geeven Wy nog in confide- c ratie , of U Ed. Mog. en de andere Bondgenooten dan wyders niet zouden kunnen goed- ft vinden hunne refpective Gedeputeerden ter r, Generaliteit te qualificecren en te gelasten,om n de zaak daar heen te helpen dirigeeren , dat |1 het Hof van Holland, als zig bevindende in b loco, alwaar de Gevangenen , en de Stukken-en ti Papieren, mitsgaders genamtifeerde cn gecon- li ligneerde Penningen , in deezen gecóheerneerd, f zig allen bevinden, en uit dien hoofde, mits- c gaders alleen om deezen reede, en in confi- ti deratie van dien, daar toe het convenabelst moetende geoordeeld worden', van wegen de gezaamentlyke Bondgenooten mogen worden geauthorifeerd, alle het gunt voorfz is in fequeftratic over te neemen, ten einde die zaaken , welke zyn pure Militair en dus tot den Militairen Regter geoordeeld worden te behoo- v ren, van de anderen af te fonderen, en aan den f; Raad van Staaten ter afdoening, of examina- Z! tic en renvoy aan de competente Regters, wan- i neer zulks noodig mogt zyn, over te brengen: d, cn ten einde voorts alle de andere , zoo Crimi- js neele als Civiele, in gevolge en uit kragte der b bovengemelde particuliere qualificatie der refpective Bondgenoten, op den voorfz voet te termineeren en af te doen; zonder dat uit dit een en ander, als in dit fingulier geval geoordeeld wordende, het meest gefchikt tezyn, om de afdoening der gemelde aanhangige zaaken  tot de MILIT. JURISDICTIE. 43 ken te effedtueeren, en veelvuldige inconvenienten voor te komen, eenige de minfte confequentie, in proejuditie van wien het ook zy, voor het toekomende zal mogen worden gededuceert. Wy vleien Ons, dat U Ed. Mog. dit voorftel wel ten lpoedigften in overweeging zullen neemen, en Ons daar op derzelver gedagten meede deelen, terwyl Wy voor Ons den uitilag daar van liever willen afwagten , dan door het maaken van Provinciaale hertellingen, waar toe Wy egter, zoo Ons geproponeerde onverhoopt niet mogt worden geaggreëert, wel verpligt zouden zyn over te gaan, in de behandeling der zaak zelve eenige ongeleegenheid toe tc brengen. Waar meede &c. Fiat infertio van hst Plan. Waar op gedelibereert, en Copie van het voorfz gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen , om het zelve in de Ordre nader te examineeren , en door de verdere Leden om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de flnaalc Refolutie uitgeftek tot nadere deliberatie. Accordeert met dc voorfz Refolutien. PLAN  44 NALEZING vast STUKKEN PLAN van behandeling der onafgedaane zaaken by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad, voor zoo ver dezelve niet het Generaliteit* Rcffort betreffen. Art. I. Het Hof van Holland, de noodige qualificatie ontfangen hebbende, om in lequeftratie over te neemen het geene by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad zou mogen worden gevonden , zal eerst en vooral van den. Fiscaal van de Generaliteit requireeren de overgave van alle zoodanige Gevangenen (uitgezondert als in het hoofd deezes) die wegens eenige delicten in detentie van den voorfz Krygsraad zyn, of welker zaaken daar mogten gebragt weezen , met de Informatien en het geen tot derzelver zaake behoord; gelyk meede eene opgave van de uit kragte van Sententiën van den zeiven Krygsraad Geconfineerden ter zaaken van delicten, als ook van de Plaats, waar, en van den tyd voor welken zy geconfineert zyn: En vervolgens, onder lequeftratie overneemen alle de litispendente Procelfen, mitsgaders Stukken en Papieren , gelyk ook de genamtifeerde en geconügneerde Penningen (met uitzondering als vooren) welke by het gemelde prrrtenfe Collegie zouden mogen gevonden worden. I t Na eene fummiere kennisneeming van zaaken zullen wyders door het Hof aan den Raad van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 45 van Staaten overgegeeven worden de litispendente Proceffen wegens pure Militaire zaaken, als meede de Gevangenen, die daar in zouden mogen zyn gecor.cerneert, mitsgaders verder alles, wat bevonden zoude worden betrekking te hebben tot Perfoonen, die wegens Militaire misdaaden of mefufes, uit kragte van eeni: ge dispofitien van den zoogenaamden Hoogen [ Krygsraad, in bcwaaring zouden mogen zyn: ; alles ten einde dien aangaande door den Raad I van Staaten de noodige voorzieningen, en daar zulks te pas komt, ook dc vereischte renvoyen van zulke Militaire zaaken aan de Competente Rtfgte/s zouden kunnen gedaan worden. in. Het Hof, de qualificatie om ten aanzien van alle andere zaaken werkzaam te zyn en regterlyke daaden te pleegen, ontfangen hebbende, . zal telkens in zyne uit kragte daar van te arrefteeren dispofitien melding maaken van de fpeciale qualificatie der Heeren Staaten van die Provintie, onder welkers Reffort de zaak, voor handen, zoude mogen behooren. I V. In zaaken, die reeds getermineerd zyn, dog waar in de Sententien of Condemnatien nog geen effect, geforteert hebben, of ter executie gelegt zyn, voor zoo verre dezelven zyn getermineert op overgifte van Partyen, zullen zulke Sententiën worden ter executie gelegt, gelyk Uitfpraaken van Arbiters, na daar op door het  46 NALEZING van STUKKEN het Hof verleende Condemnatien; en voorzod verr zy mogten gedecideert zyn op Intendith, zal de alzoo Gecondemneerde nog eens peremtorie voor het Hof moeten worden gecitcert, om Condemnatie te zien decerneeren op de by Intendith geweezen Sententie. V. Ten aanzien van Proceduren en differenten, die nog niet gedecideert maar in ftaat van wyzen zyn, het zy de Gedaagden gecompareert zynde defenfie hebben gedaan, of wel dat 'er, na het gaan van defaulten ; gediend zy van In^ tendith, daar in zal op de gehouden Proceduren, zoo in dezelven geen effentieele gebreeken gevonden worden, by het Hof decifie vallen; behoudens dat wanneer by Intendith geprocedeert word, nog eene peremtoire Citatie voor het Hof zal worden gedaan. V I. In zaaken, die ongedecideert en nog niet in ftaat van wyzen zyn, zal, by aldien de Gedaagde reeds is gecompareert, volgens de laatfte Retro-A6ta, zoo die niet aan wezentlyke defecten laboreeren, voort geprocedeert worden , behoudens in allen gevallen des Gedaagdens exceptie en defenfie; dog den Gedaagden nog niet gecompareerd, en nog geen default tegen denzelven gegaan zynde, by aldien hy geen Vreemdeling is, en hier te Lande eene gefixeerde woonplaats heeft, den Aanlegger worden geinjungcert om zyne Party voor deszelfs da-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 47 dagciykfchen en Competenten Rechter aan te fpreeken. V I I. De zulken, die eenige Acten van Confinement mogten hebben geobtineert, of ook zy, wier Nabeftaandcn ex officio geconfineert mogten zyn, zullen zig by Request moeten addresfeercn aan den Magiftraat van de Plaats, waar onder de Geconfineerden uit hoofde van Domicilie , of van Guarnifoen, hebben behoort, ofte wel aan het Hof, ten einde op het verzoek refpeélivelyk van Confirmatie of van relaxatie zoodanig zoude kunnen worden gedisponeerd, als dezelve Magiftraat, of het Hof, zoude oordeelen te behooren. VIII. De Voogden en Curateuren, by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad aangefteld, zullen op gelyke wyze , en ten zelfden einde, als in het voorgaande Articul bepaald is, zig moeten addrefieercn; zoo als meede zal moeten gefchieden door Sequefters en Curateuren in infolvente of onbeheerde Boedels, dog deeze laatste ter Plaatfe, alwaar de Boedels gevallen zyn: terwyl al het geene deswegens in Confignatie gebragt, en aan den Hove uit kragte der bovengemelde generaale qualificatie overgegeeven zoude mogen zyn , voor zoo verre zulke Penningen tot Boedels mogten behooren, die niet onder het oppertoezigt van den Hove zouden moeten worden beheerd, door het Hof zullen moeten overgegeeven worden aan de Geregten  48 NALEZING van STUKKEN ten der Plaatfen, ten aanzien van zulke Boedels competent: zullende ook het Judicium Preferenties Concurrentie gehouden worden voor den Regter, die de voorfz Confirmatie verleend mogt hebben. I X. Onder de voorfz qualificatie op het Hof van Holland zal fpeciaal ook begreepen zyn de bevoegdheid om te cognosceeren over Prretenfien van Practizyns wegens Salaris cn gedaane Verfchotten in zaaken voor den zoogenaamden Krygsraad verdiend en geimpendeerc. XI. MISSIVE van den Raad van Braband aan H. H. M. Hoog Mogende Heeren ! Het kan aan Uw Hoog Mog. niet onbekend zyn, hoe dikwyls dezen Rade zig al van de eerfte tyden harer erectie af, in de noodzaaklykhcid bevonden heeft , om de ufurpatien en infraétien van het Militair Gebied, zoo op de wettig verkregen Jurisdictie van de Magiftraten en ordinaris Regters in Braband, als op de praëminentien van dezen Rade zelve,zomtyds door middelen van regtsdwang, dan eens door de fouveraine tusfehenkomst van Uw Hoog Mog. tegentegaan; En het zal derhalven aan Uw Hoog Mog. niet vreemd kunnen voorkomen, dat wy betuigen, nimmer dan met een regtmatige fmart den voortgang te hebben kunnen befchouwen, wel-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 49 welke des niettegenftaande het fyftema eene onbepaalde Militaire Jurisdictie , zoo als dezelve oinnen het Territoir van Braband wederom is geëxerceert geworden, gemaakt heeft. Wy verbeelden ons egter, dat Uw Hoog Mog. te zeer overtuigd zyn van de onbegaanbaarheid van dit fyftema, dan dat wy in een detail zouden behoeven te treden van zaken en gebetirteniflen, in de Registers, zoo van Uw" Hoog Mog., als van dezen Rade, overvloedig te vinden, om Hoogftdezelve te doen gevoe'. len, hoe zeer de demarches der Militaire Krygs| raden geftrekt hebben , om de Jurisdictie van dezen Rade en der plaatzelykc Regters op het grondgebied van Braband te krenken, het Juftitie wezen in veragting te brengen ,en de belangen der Ingezetenen te benadeelen. Immers Hoog Mog. Heeren, (om er dit alleen van te zeggen) het behoord zoo min in Braband, als ! in eenige andere Provintie, in twyffel getrokken worden , dat aldaar van ouds af tot de adminiftratie der ordinaris Juftitie , tam in civilU bus, quamin criminalibus, geene andere Jurisdictie is toegelaten, dan die uit den boezem ' van den Souverain op dezen Rade, of op de > plaatzelyke Regtbanken , wettig geproflueerd, en by folemneele toezeggingen , yder voor zo veel hen aangaat, privative is afgeftaan. Terwyl het even min eenige contestatie kan onderhevig zyn, dat de Ingezetenen van Braband met behoud dezer Regten , welke zy altoos als het plegtanker hunner veiligheid heb* t' ben aangemerkt , en welke daarom telkens door dc fuccésfi.ve Hertogen op de folemneelfte wyze zyn bezworen en bekragtigd, onder Nal. I. Deel. II. Stuk. D het  50 NALEZING vao STUKKEN het Oppergebied van Uw Hoog Mog. gekomen zyn; zoo dat men zonder de aequiteit van Uw Hoog Mog. te kortte doen; niet zoude kunnen of mogen fupponeeren, dat het immer de intentie van Uw Hoog Mog. zoude hebben kunnen zyn, om in prejudicie dezer alzo wettig verkregen voorregten der Brabandfche In- en Opgezetenen , aan de ordinaire Juftitie te onttrekken , en aan de Militaire Krygsraden, of aan wien het ook zyn mogt, op te dragen eenig regt van Jurisdictie over Perfoonen en zaken, tot de ordinaris Juftitie fud naturd behorende. Dezen dan de ware principes zynde met betrekking tot de exercitie van Jurisdiaie, zoo hebben wy gemeend, in de tegenwoordige omftandigheden van zaken, terwyl men in byna alle de byzondere Gewesten dezer Republiek maatregelen tot ftand ziet komen, om de Militaire Jurisdictie binnen hare natuurlyke grenzen terug te brengen, insgelyks te mogen vertrouwen, dat de gevoelens van billykheid en regt vaardigheid, die Uw Hoog Mog. voor het maintien van de Regten en Privilegiën van Braband beftendig betoond hebben, zoo veele waarborgen zyn , dat de Hoge Bondgenoten in dit poinct voor de bewaring en befcherming van de Privilegiën der Steden en Ingezetenen, onder de Souverainiteit van het gemeene Bondgenootfchap gehorende, geen mindere zorge zullen dragen , dan elk der refpective Bondgenooten, immers de meesten derzelven, voor die hunner byzondere Provinciën bereids betoond hebben; en fchoon dezelve, geene ftem in Staat hebben, nog als integreerende Leden in de Souverainiteit participeeren, daar aan egter geen minder ef-  tot de MI LIT. JURISDICTIE. 51 ifl effect van verbindende kragt, dan aan de Pri- w vilegien der Steden Item in Staat hebbende, a- zullen blyven toekennen, en mitsdien geene (ie onbepaalder Jurisdictie der Krygsraden aldaar Ui zullen toelaten of gedogen, ij I Trouwens; dat wy in dezen van Uw Hoog ea j Mog. niet anders verwagten kunnen, daarvan it- ' meenen wy ons reeds vooraf te mogen verze- i [, kerd houden , daar het bekend is, dat bereids ;» zommige Provinciën Uw Hoog Mog. hebben 0, ' opgewekt, om in de Generaliteits Landen me!e, de alle ingeflopen misbruiken der Militaire Jue> risdictie te beteren en af te weeren. Weshalven wy dan ook gemeend hebben op j. grond van al het geen wy tot hier toe de vryia heid genomen hebben , aan Uw Hoog Mog. ik voor te dragen, eed en amptshalven verpligt 1. te zyn, in dezen Uw Hoog Mog. te adiëeren, q« met eerbiedig verzoek, dat Uw Hoog Mog. 1. ;- zoodanige efficacieufe ordre zullen gelieven te ;n ftellen, dat door geene Militaire Regters, of et | door wien zulks ook zoude mogen wezen , op i . de territoriale Jurisdictie in Braband, meer ge- ëmpieteerd werde. it ' Terwyl wy al verder de vryheid nemen, om ie I van Uw Hoog Mog. inftantelyk te verzoeken, tt dat, daar Hoogftdenzelven in navolging der Ret- ■ folutien, door alle de Bondgenoten afzondera E Jyk, met opzigt tot de Provinciën genomen, bereids ook ter Algemeene Vergadering van het *! Bondgenoodfchap gercfol veert hebben, om den gewezen Hogen Krygsraad af te fchaffen, en }M[ er alzoo vTcrfchciden zaken waarfchynlyk zullen \.Ë zyn onafgedaan gebleven, welke uit het diftrict tl van Braband herkomftig , en objecten der ordï■il D 2 na-  52 NALEZING van STUKKEN naris Juftitie zynde, mitsdien tot de cognitie van dezen Rade of der ordinaire Regtbanken behoren, Uw Hoog Mog. dien volgende dienaangaande zoodanige gepaste voorzieninge gelieven te doen, dat alle dezelven , het zy crimineel of civiel, voor zoo verre niet pure Militair zyn , of tot dezen Rade, of tot de Geregten der Steden en Plaatzcn, alwaar dezelven volgens de grondwetten van Braband hadden behoren beregt te worden, mogen worden overgebragt; en dat mitsdien Uw Hoog Mog. het daarheen zullen gelieven te dirigeeren, dat zulks door den Rade van Staaten, welke, volgens bekomen informatien , zig actueel bezig houd met de herftelling van den loop der Juftitie in de zaken , welke by voorgemelde Hogen Krygsraad nog onafgedaan waren berustende , moge worden geëffectueert. En daar wy door het gevoel van onzen eed en pligt ons tot de reclame van onze wettige Jurisdictie hebben gedrongen gezien, vertrouwen wy, dat deze onze pogingen tot maintien der Hoge Regten van Braband in 't gemeen , en van alle de Steden cn Plaatzen in 't byzonder , de goedkeuring van Uw Hoog Mog. zullen wegdragen, en wy dezelven eerlang met eene gewenschte Refolutie zullen agtervolgt . zien. Waar meede enz. XII.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 53 XII. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 4 Maart 1784. De Raadpenfionaris heeft gerapporteerd uit naam van Heeren Commiffariifen hebbende ter voldoéning van H. E. M. Refolutie van 11 September laatst!, geëxamineert de Requeften door den Gevangen Vaandrig Jacob Eduard de Witte, om brieven uan Abolitie, ten zeiven dage aan H. H. M. geprefenteerd, mitsgaders het daar op ger°quireerd cn den 6 November ingekomen Advis van PrajGdent cn Raaden van den Hove van Holland en Zeeland, benevens i de confideratien van den Procureur Generaal aan den Hove, en de verdere ftukken de voorfz zaak concerneerende , cn verder ter voldoening aan H. E. M. Refolutie van den 6 Nov. laatstl. met de Heeren Gecommitteerde der Heeren Staaten van Holland eene fchriftelykc conferentie over deeze zaak gehouden hebbende en beraamd een gemeenfchappelyk Rapport, aan de Heeren Staaten der beide Provintien op dit fujet uit te brengen. Dat Heeren Commiifarifiën na het wiffelen van eenige confideratien met welgemelde Hollandfche Heeren Gecommitteerde met dezelve waren overeengekomen, ten aanzien van het Advis, dat in deezen zoude behooren te worden uitgebragt, zoo wel als van de generaale gronden, die daar toe konden dienen. D 3 Dat  54 NALEZING van STUKKEN Dat Heeren Commiffariflen ingevolge hier van dan ook de eer konden hebben, aan II- E. M. te rapporteeren. Dat zy , naauwkeurig overwoögen hebbende de redenen en gronden, waarom door Praefident en Raaden van den Hove op des Gevangens verzoek om Abolitie, een declinatoir Advis aan H. E. M. is ingediend, niet hadden konnen disconvenieeren eensdeels, dat de misdaad van Landverraad, door den Gevangen gepleegd en geconfelfeerd, is een crimen atrociffimum, het geen op zig zelfs befchouwd niet zeer fusceptibel is voor abfolute gratie;en anderdeels, dat de reedenen, door <#en Gevangen tot verfc'hóoning, was het mogelyk, van zyn misdryf aangevoerd van dien aart zyn , dat dezelve,als alleen tendeerende, om de graad van misdaad te verminderen , op het gnnftigfte befchouwd, maar zouden kunnen dienen tot eene mitigatie van de ftraf, en dus eigentlyk niet op een verzoek van gratie, aan den Souverain geaddresfeerd, maar by den Regter in judicando te pas gebragt kunnen worden. Dat zy Heeren egter, in aanmerking neemende de bedenking, door Praefident en Raaden van den Hove by hun Advis aanH. E. M. voorgemeld, namelyk : of niet, dewyl des fuppliants langduurige gevangenis nog aan 'hem zeiven , nog aan den gewoonen loop der regtspleeging is toe te fchryven, maar door een zamenloop van extraordinaire omftandigheeden, en zelfs door de deliberatien van H. E. M. is toegekomen, deze conftderatie van dien aart zoude zyn, dat op dezelve meer by den Souverain zelfs, dan by den Regter reguard zou behooren te worden genoomen, niet konden ont- vein-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 55 vcinfen deeze bedenking niet ongefundeerd bevonden te hebben, terwyl het bekendis, tot welke deliberatien,inzonderheid by de Heeren Staaten der beide Provintien, het geval van den Suppliant aanleiding gegeeven heeft; welke gewigtige gevolgen daar uit zyn geproflueerd; ]jl hoe even diezelfde deliberatie een afwisfeling ■. j van Rcgts onderzoek omtrend den Suppliant i hebben geëffectueerd, en eindelyk, hoe hier j j door de gevangenis van den Suppliant is ver " j lengt, cn zyne angften door eene geduurige ■ flingering en de beklemmendfte onzeekerheid wegens zyn aannaaderend Lot, zyn. verdub'. beid! Dat zy Heeren, begrypende dat alle deeze s | omftandigheeden, alleen by den Souverain naar i behooren kunnen worden geapprecieerd, ge1 meend hadden, dat, voor zoo verre uit dezel;è ve een grond tot eenige mitigatie van ltraf konde worden afgeleid, de bepaling daarvan niet '1 onvoegfaam by den Souverain zelfs zoude geij fchieden; terwyfzy, met applicatie van de voorfchreeve omftandigheeden op 't voorhanden ,. I zynde geval, en by eene fcrupuleufe overweoï §inS derzei ve, zoo in het afgetrokkene als met 1 betrekking tot verfcheiden zaaken, die hen , by de anterieure examinatie der Proces ftukken, 5 i zyn voorgekomen, geoordeeld hadden, dat de:I ze finguliere gebeurtenis, welke, ten aanzien van haar beloop, en vooral van haare merkwaardige gevolgen , in de Jaar-Boeken van Ne' I derland, altoos een zeer notabele plaats beflaan J zal, zonder de minfte vrees voor de gevolgen, j| kan fusceptibel gemaakt worden voor eenige, uit hoofde der circumftantien geenzints willeD 4 keu-  $6 NALEZING van STUKKEN keurig te noemen gunfte van den Souverain, dQÖr de welkej, zonder eene totale uitwüling g der gepleegde misdaad plaats te geven, echte!1 f in de m iate van de te inflingeeren ftraf eene aanmerkelyke verzagting zoude worden daar gefteld. Dat Heeren Commiffariffen mitsdien van Ad» vis zouden zyn, dat het verzoek om Abolitie, door meergemelde Gevangen Vaandrig de Witte aan tl. E. M. gedaan , zoude behooren te worden geweezen van dè hand; dog dat echter , uk aanmerking der reedenen en gronden, by ditR ipport gedetailleerd, aan den Suppliant zoude kunnen en behooren te worden geremitteerd de doodftraf, mitsgaders alle andere ftraf op een fehavot, welke het Hof ter zake van de voorfchreeve misdaad aan den Procureur Generaal tegen den Suppliant by fententie zoude komen aan te wyzen; en dat wyders aan Praelidént en Raaden van den Hove met toezending eener Copie van de in deezen te neemen Refolutie en van de redenen en motiven , daar toe by dat Rapport geallegeerd, zouden behooren te worden aangefchreeven en aan dezelve als Regters overgelaaten, om regard neemende op de alzoo verleende Brieven van gunftige remisfie, verder ter voldoening aan de eisfehen van het Regt, zoodanig tegen den Suppliant ter zaake voorfchreeve te fententieeren , als het Hof in goede Juftitie zoude oordeelen te behooren. Dat Heeren Commiffariffen aan welgemelde Heeren Gecommitteerden der Heeren Staaten van Holland wel hadden voorgehouden, of het niet beter zoude zyn , dat het Plof in de fcaakl van I  tot de MI LIT. JURISDICTIE. 57 van den Gevangen de Witte eene fententie tegen denzelven arrefteerdc, alvorens byde Heeren Staaten der twee andere Provintien eenige dispofitie op des Suppliants verzoek om gratie verleend wierd, dan dat! hier over eenige confideratien gewisfeld zynde, daar van de uitflag geweest was, dat het zelve voorftel weder met gemeen goedvinden was tor zyde gefteld. Dat Heeren Commiffariffen mitsdien van advis waren geweest, dat de form van behandeling der te verlecnen gratiën zouden behooren geëxamineert te worden , byzonder ten aanzien van het tydftip wanneer , de misdaaden waar in , en de wyze , op welke die thans gev/oonlyk geaccordeerd worden, en behooren te worden, op Rapport'van Hun Ed. Mog. Accordeert &c. XIII. EXTRACT uit het 'Register mn , de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den ii Maart 1784. By refumptié gedelibereerd zynde op het Rapport, den 27 November 1783 uitgebragt op de Miffive van den Heer P. A. de Jonge , Gemeente Rurgemeefter der Stad Zierik-Zee, en by vacature van de Bailliuage der zelve Stad , hebbende waargenomen de Commiflie tot het beëedigen van het nieuw Guarnifoen voor de voornoemde Stad gearriveerd; als meede de D 5 Refokisfètt tot handhaving vrind. Ed, Mo;r. ordres t.p hei I'uk lier Militaire Jurisdictie en ÖtA geaujpUeerd  58 . NALEZING Van STUKKEN Formulier van den Eed; tot het doen van perquifuienaardegevallen van het evadeerenvan eenige Militaire Arrétlan ten, en tot overgifte van die nog té ZierikZee in detentie zitten , aan de Weth al char: met Mi Mi vei aan de Heren Senaten van de zes andereProvintfen en het Landfchapürenthe, als mede aan Zyn Doorlugtige Hoogheid, als Capitein Generaal van Zeeland. Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Goes,uit naam en last van de Heeren hunne Committenten, ter zeiver tyd gedaan, beide betrekkelyk tot de diffieulteit door de nieuwe aangekomen Guarnifoenen voor de Steden Zierik-Zee en Goes gemoveerd, omtent het formulier van den Eed aan dezelve voorgehouden, uit kragt van Hun Ed. Mog. Refolutien van den 22 September en 10 November laatstleden , en eindelyk nog hebbende geëxamineerd het 2de Lid van de voornoemde Propofitie der Heeren Gedeputeerden van Goes, houdende de bedenking of het niet noodig zoude zyn, dat de Officieren der aótueele Guarnifoenen, zoo wel in de Stad Goes als andere Steden deezer Provintie, die aldaar voor het nemen hunner Ed. Mog. Refolutie van 22 September hebben gelegen, en wier vertrek, voor als nog onzeker is, meede verpligt worden den Eed conform de voornoemde Refolutie af te leggen; is goedgevonden en verftaan , dat het Formulier van den Eed voor de Militairen, by hun Ed. Mog. Refolutie van 22 September gearrefteerd, .en waar omtrend hun Ed.Mog. den 10 November beide laatstleden , nader hebben gerefolveerd, ftiptelyk zal worden nagekomen,en dat geene veranderingen ofreferven, hoe genaamd, daar in kunnen worden geadmitteerd; dat nogthans wanneer door de Officieren van nieuwe Guarnifoenen of anderzints, nu of in der tyd, diffieulteit wordt gemaakt, omtrent het afleggen van den Eed, ingevolge het voornoemde Formulier, en dat die diffieulteit alleenlyk voorkomt uit een fcrupule, als of dat gearrefteerd Formulier iets contineerde ftrydig met den Eed van  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 59 van trouwe , door gemelde Officieren aan de Generaliteit gedaan , dat de Heeren hun Ed. Mog. Gecommitteerde Raaden , en de refpective Regeeringen der Hemmende Steeden deezer Provintie door hun Ed. Mog. zuilen wotden gcauthorifeerd, gelyk gefchied mits deezen, om ten overvloede, aan zoodanige Officieren, op hunne gemoveerde bedenking , te declareeren: dat, gelyk aan de eene zyde de intentie van hun Ed. Mog. niet is, of kan geweest zyn, om van de Officieren of Troupes, in dienst van de liepublyk, een Eed af te vergen , welke fivydig zoude zyn met den Eed van trouwe, waar door dezelve wittig aan de gezamentlyke Bondgenooten zyn verbonden en dat derhalven hunne fcrupule ten dien opzigt te is overtollig en geheel ongefundeerd , hun Ed. Mog. ook aan de andere zyde vaftelyk zyn gerefch.erd tot het handhaaven van derzelver hoog gezag over het Krygsvolk dat zig op het Territoir van Zeeland zal 'bevinden, en fpeciaal aangaande de Jurisdictie over dezelve, zonder dat hun Ed. Mog. ooit zouden kunnen gedogen dat hunne Wetten en Ordonnantiën op dat fujet vastgefteld, onder pretext van andere orders of verbinteniffen zouden illufoir gemaakt worden: onverminderd dg Refolutie den 10 November des vooriges Jaars genomen , te weten dat de Troupes, welke weigerig zyn den gearrefteerden Provintiaalen of Stedelyk n Eed af te leggen , niet zullen mogen binnen trekken, maar gelast worden aanftonds het Territoir deezer Provintie te verlaaten; met dien verftande egter, ten aanzien van Officieren ter Repartitie deezer Provintie ftaande , dat dezelve zig aan voorfchreeve weigering  6o NALEZING van STUKKEN ring fchuldig makende, direótelyk en zonder eenige conniventie door de Heeren Gecommitteede Raaden zullen worden gecaffcerd, zonder eenige meerdere betahnge te genieten , en an- ; dere in hunne plaats aangefteld worden, waar toe Z. H. de Heer Capitein Generaal deezer : Provintie op de aan Hoogftdenzelven, in zoodanig geval, gegeeven kennis,nu voor als dan word geauthorifeerd , met qualificatie op de Heeren Gecommitteerde Raaden, om, wanneer hier in by Z. H. onverhoopt zwarigheid mogt worden gemaakt, deeze Refolutie in naam van hun Ed. Mog. zelve dadelyk ter uitvoer te brengen , van welke Refolutie door de Heeren Gecommitteerden ter beëediging der voorfchreeve Troupes, namens hun Ed. Mog., voorzoo verre zulks noociig mogte zyn, al meede verklaaring zal worden gedaan : wordende hunEd. Mog. Refolutie van 10 November 1783 mits deezen in zoo verre gealtereerd. Vervolgens in aanmerking genomen zynde de noodzaakelykheid , dat de ordres van hun Ed. Mog., om het Territoir deezer Provintie te veriaten , aan Troupes ter repartitie van andere Provintien ftaande, wanneer zy weigeren mogten den gerequireerden Eed te prrefteeren, . ftiptelyk worden geëxecuteerd , en derzelver plaats vervuld met andere Troupes ter betaling van deeze Provintie gercpartitieerd, is goedgevonden , dat van de op dit fujet genomen Refolutie zal worden kennis gegeeven aan de Heeren Staaten der refpective Provintien en f het Landfchap Drenthe , en Hoogftdezelve daar l benevens verzogt om door derzelver concur- ren- l  tot de MILIT. JURISDICTIE. 61 rentie de executie van deeze hun Ed. Mog. Refolutie te bevorderen, ingevolge de Miffive hier agter geïnfereerd. En zal als dan Z. D. H., als Capitein Generaal deezer Provintie, door de Heeren Gecommitteerde Raaden, in naam van hun Ed. Mog., worden aangefchreeven en verzogt, om tot remplacement der afgewezen Militie een gelyk getal ter repartitie deezer Provintie ftaande herwaarts af te zenden , met verdere qualificatie op welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, om, wanneer hier aan door Z. H. onverhooptelyk niet word voldaan , als dan zelfs, in naam van hun Ed. Mog., de bcnoodigde Troupes direótelyk op te ontbieden , en dc Heeren Staaten van het Gewest, waar in zy Guarnifoen houden, by Miffive te verzoeken de noodige ordres tot uittogt te verleenen. En ten einde alle Officieren ter repartitie deezer Provintie ftaande, te befchermen tegen alle inconvenienten , welke dezelve ter oorzaake hunner pligtfchuldige gehoorzaamheid aan de beveelen van hunnen Souverain, by mogelykheid zouden kunnen overkomen, is goedgevonden alle zoodanige Officieren , te neemen in hun Ed. Mog. protectie en te garandceren tegen de gevolgen. En zal hier van by Miffive en Extract deezer aan de Regeeringen der refpective ftemmende Steeden worden kennis gegeeven , mitsgaders gelyk Extract aan de Bailliuws der Steeden Zierik-Zee, Goes en Tholen tot derzelver narigt refpective worden toegezonden ; zullende al verder Copie der Refolutie by hun Ed. Mog. den  6 z NALEZING van STUKKEN den 22 September 1783 op het Stuk der Mili- ■ taire Jurisdictie in deeze Provintie genomen, tor met het toen gearrefteerd Formulier van Eed, pit als meede hun Ed. Mog. Refolutie van den 10 li: November 1783, en eindelyk deeze geheele |i Refolutie, by Miffive worden gezonden aan Z. In D. H.,als Capitein Generaal van Zeeland,met I: ferieufe recommandatie om zig daar na ftipte- m Jyk te gedragen, ingevolge de Miffive hier ag- |I ter geïnfereerd. Pr By refumptie gedelibereerd zynde op het ge- Bi proponeerde der Heeren van Vlisfingen den 8 I5 December 1783 aan hun Ed. Mog, gedaan, is li goedgevonden, dat het Patent by Z. D. H., |c als Capitein Generaal deezer Provintie, aan het Er 2de Battaillon van den Generaal Major Douglas, in Guarnifoen te Vlisfingen gegeeven, om tc vertrekken naar Bommel, zal worden buiten effect gefteld, gelyk gefchied mits deezen , en worden de Heeren Gecommitteerde Raaden verzogt om geen Attachés te verleenen op eenig ander Patent van Z. D. H.,waar by deeze of andere Troupes ter repartitie deezer Provintie ftaande , nu of in der tyd, zouden geiast worden zig naar buiten deeze Provintie te begezven,als met voorkennis en confent der Heeren Staaten van Zeeland. Ook is by verdere deliberatie goedgevonden en verftaan , tot kragtdadig mainclien van hun Ed. Mog. meergemelde Refolutie van 22 September 1783, ten aanzien van de actueele Guarnifoenen te Vlisfingen en Veere, aan welke den Eed, volgens het gearrefteerde Formulier, nog niet is voorgehouden, te declareeren, dat dezelve verpligt zullen zyn, binnen den tyd van vier  tot de MILIT. JURISDICTIE. 63 ï vier weeken, na dato deezes, den voorfchreeven Eed te prefteeren, op pcene van, in cas 'van weigering, voor zoo verre zy ter repar, titie deezer Provintie ftaan, te worden gecasfeerd, zonder eenige meerdere betaling te genieten ; en zal voor zoo verre zy ftaan ter repartitie van de Heeren Staaten van Holland, van deeze weigering direót by Miffive door de Heeren Gecommitteerde Raaden worden kennis gegeeven aan de Heeren Staaten hunne Betaalsheeren, met verzoek om dezelve Troupes te rug te roepen, in welk geval, na dat by welgemelde Heeren Staaten hier toe de noodige ordres zullen zyn gefield, tot remplacement van dezelve Troupes zal worden gehandeld, als hier vooren breeder is vermeld. Van welke Refolutie de Commandeerende Officieren der voornoemde Guarnifoenen van Vlisfingen en Veere, door de Heeren hun Ed. Mog. Commiffarilfen prealabel zullen worden geadverteerd. Dog met relatie tot het Guarnifoen van Zierik-Zee, beftaande uit het 2de Battaillon van het Regiment van den Generaal Lewe, in aanmerking genomen zynde dat het zelve heeft bekomen Patent om te vertrekken naar Lillo en Lief kenshoek, en dat daar op by de Heeren hun Ed. Mog. Gecommitteerde Raaden, by Refolutie van 22 January laatstleden, ten zei ven • dage by hun Ed. Mog. geapprobeerd, de Provintiaale Attachés verleend zyn , onder voorwaarde dat de Militaire Perfoonen wegens commune Delicten te Zierik-Zee onder bewaring van het Guarfoen in arrest zittende, ten eerften l aan de Civiele Juftitie der Stad Zierik Zee worden  64 ■ NALEZING van STUKKEN den overgegeeven , en dat de Commandeerende Officier daar toe op heden nader wegens hun Ed. Mog. zoude worden aangefchrceven, is goedgevonden , provifioneel te fuperfedeeren met het van voorfchreeve Troupes requireeren van den Eed, volgens het nieuw Formulier, waar toe dezelve egter in cas van langer verblyf al meede zullen verpligt zyn. En zal van het voorgevallene te Zierik-Zee en Goes , zoo veel betreft de weigering der Officieren van het Regiment van den Collonel van Pabst, kennis worden gegeeven aan de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland , in dezelve Miffive, welke aan Hoogftdezelve , ingevolge de voren gerefolveerde aanfchyving aan de refpective Bondgenooten , zal worden afgezonden , cn welke meede hier agter is geïnlereerd. By refumtie gedelibereerd zynde op het Staats Rapport van den 8 December 1783 , op de Misfive van Heeren Burgemeefteren, Schepenen cn Raaden der Stad Zierik-Zee, van den 1 derzelver maand, raakende het échappeeren uit het Militair arrest van zeekeren Corporaal, die zig in de maand Juny laatstlceden had fchuldig gemaakt aan violente oppofitie tegen de bedienden der Civiele Juftitie; als meede op de propofitie der Heeren Gedeputeerden der Stad Middelburg den 3 November 1783 , ter Vergadering gedaan , wegens het ontvlugten van eenige Militaire Perfoonen, die zig aan commune Delicten hadden fchuldig gemaakt en onder bewaaring van de Militairen- van het Guarnifoen te Middelburg cn te Vlisfingen waren geweest; wyders op het tweede Lid der bovengemelde Mis-  tóf! de MILXT. JURISDICTIE, fa Misfive der Heeren van Zierik-Zee, houdende inftantien dat hun Ed. Mog. zouden gelieven, te refolveeren omtrend de overgifte van de andere Militairen, die zig aan Straatfcbendery, in -de maand Maart laatstleeden, hebben misgaan, en zedert altoos by die van het Guarnifoen zyn in arrest gehouden, en eindelyk op de door Heeren Gecommitteerde Raaden der 3 deezer maand voorgebragte Miffive der Heeren van de Weth der .Stad Zierik-Zee van den 23 February te vooren, cornmuniceerende de nieuwe pogingen, door de Militaire delinquanten aldaar gedaan, om uit hun arrest te ontvlugten: en in aanmerking genomen zynde» zoo verre de omftandigheden van het evadeeren deezer gearrefteerde en door den Civiclen Regter gereclameerde Perfoonen, ter kennis van hun Ed. Mog.- gebragt zyn, in de gevallen , zoo te Middelburg, als te Zierik-Zee en te Vlisfingen , dat of een zeer flegte directie van de Militairen in het bewaaren van perfoonen, die zig aan misdryven hebben fchuldig gemaakt en deswegens behooren te regt geftelt te worden, heeft plaatsgehad, of een voorbedagten toeleg, om de Refolutie van hun Ed. Mog. van den 22 September , op de extraditie dier gevangenen aan den Civilen Regter illufoir te maken , en dat het hun Ed. Mog. ten hoogften importeert, op eene legale wyze geïnformeerd te worden, wat hier van zy; is goedgevonden en verftaan den Fiscaal Militair van de Guarnifoenen in deeze Provintie, Mr. D. P. de Mauregnault, mits deezen te gelasten een allerexaftfte perquifitie te doen , naar de voornoemde gevallen, en fpeciaal naar de wyze Nal. I. Deel II. Stuk E waar  66 NALEZING van STUKKEN waarop de arreftanten zyn bewaard, de omftandigheden van derzelver evafie , en dooi" wiens aanleiding, hulp of toelating zulks gebeurt zy, met verderen last, om zoo hy Fiscaal bevind, dat 'er door eenig Militair Perfoon, met de bewaring van de voornoemde arreftanten gechargeerd, pligt verzuim is gecommitteerd, of dat een Militair Perfoon,aan het favorifeeren van die ontvlugting fchuldig ftaat, als dan tegen denzelven te procedeeren naar exigentie van dc zaak ,en eindelyk dat hy Fiscaal aan hun Ed. Mog. zal rapporteeren, wat" by hem in deezen zal zyn bevonden en gedaan. Ten welken einde Extract, deezer aan welgemelde Mr. D. P. de Mauregnault zal worden gezonden. En zullen wyders de Heeren van de Weth der Stad Zierik-Zee by Miflive en Extract, deezer worden geauctorilëerd,en ernftig gerecommandeerd , de Militaire Perfoonen, welke zig aan commune Deliften onder hunne Jurisdictie hebben fchuldig gemaakt, en nog by die van het Guarnifoen in detentie worden gehouden , uit handen van de Militairen op nieuw te rectameeren , en ter hunne Judicature over te nemen. Ook is by verdere deliberatie goedgevonden, dat, even als gedaan is , na de ontvlugting der Militaire gevangenen te Middelburg en Vlisfingen , de Commandeerende Officier van het Guarnifoen der Stad Zierik-Zee zal worden aangefchreeven en gelast, om aan den Heer, die de vacante Bailliuage derzclveStad waarneemt,ter hand te ftellen het naauwkeurige fignalement van  tot dé MILIT. JURISDICTIE. 67 van den geëvadeerden Corporaal, en voorts aan denzelven Officier kennis gegeeven van hun Ed. Mog. verleende auéborifatie op de Heeren van de Weth der Stad Zierik-Zee, tot reclame van de nog in detentie zittende Militaire Perfoonen , met last om zorg te dragen , dat de gereclameerde Militaire Perfoonen aan den Heer waarneemende de Bailliuage worden overgegeeven , ingevolge de aanfchryving van Heeren Gecommitteerde Raaden van den 22 January laatstleeden, en zulks binnen den tyd van agt dagen na den ontfang van hun Ed. Mog. Refolutie, met ferieufe waarfchouwing, dat, by aldien deeze Militaire gevangenen van onder de bewaaring der Militairen échappeeren, of by aldien hy Commandeerende Officier niet ftiptelyk aan deeze ordres voldoet, hy deswegens aan hun Ed. Mog. verantwoordelyk zal gehouden worden , terwyl hun Ed. Mog. het zelve zullen aanzien als een vilipendie van derzelver Souveraine beveelen , tot wier maintien hun Ed. Mog. in zulk een geval, zeer ernftige mefures zullen neemen. Ten welken einde Extract deezer, aan den Commandeerenden Officier van het voorfchreeve Guarnifoen zal worden ter hand gefteld. Zullende eindelyk de Heer Rentmeefter Generaal van Zeeland Beweftenfchelde, ten aanzien van de Militaire gevangenen te Vlisfingen geéchapeerd, welke door de Heeren Burgemeefteren en Schepenen der Stad Middelburg, als 'sGravenmannen , waren gereclameerd, en de Bailliuw der Stad Middelburg zoo veel de Militairen gevangenen te Middelburg betreft, mitsgaders de Heer waarneemende de BailliuaE 2 ge  68 NALEZING van STUKKEN ge te Zierik-Zee worden aangefchreeven en gerecommandeerd , om na het bekomen der re, fpe&ive fignalementen der geëvadeerde Militaire Perfoonen, tegen dezelve, by publicque indaging, volgens de gewoone form voor de refpective Vierfchaaren gebruikelyk , te procedeeren , en die procedures te vervolgen tot den uiteinde toe. Van welke Refolutie al meede gelyk Extract aan den Heere Rentmeefter Generaal van Zeeland Beweftenfcheldc, en de Heeren de Bailliuage der Steeden Middelburg en Zierik-Zee refpedive waarneemende, zal worden gedepecheerd. En worden de Heeren Gecommitteerden Kaden mits deezen verzogt, om aan den inhoud van deeze Refolutie, en alle de poinclen daar by vervat, pun&ueelyk de hand te houden, en dezelve te executeeren. XIV  tot de MTLIT. JURISDICTIE. 6g XIV. Dezelve mutatis Miflive mutandis Aan de He- Aan del Ieren Staaten ren Staaten van Hol- van het' land en Landfchap West- Drenthe. Vriesland. Edele Edele Groot Mo- Mogende geude Hee- Heeren f ren, &c, Aan de Heeren Staaten der Provintien van Gelderland, Utrecht, Friesland, Over-Yflel en Stad en Lande. Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten! Wanneer Wy op den 22 September des afgeloopen jaars hadden gerefolveerdtot het bepaalender Militaire Jurisdictie binnen de borncs, die de Grondwetten deezer Provintie en het belang Onzer Ingezeetenen daar aan voorfchreeven , oordeelden Wy dienftig te zyn den Eed, die door de Troupes, by derzelver arrivement op Ons Territoir,pleeg gepraefteerd te worden, te amplieeren met deeze woorden: dat Wy ook Jliptelyk zullen naarkomen de ordres en reglementen, by do Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland, omtrend de Militaire Jurisdictie gemaakt, of nog te maken , en fpeciaal HoogjtdcrE 3 zei.  7o NALEZING van STUKKEN zeiver Refolutie en Publicatie in datoden 22 September 1783, blykens Copie van het Formulier hier nevens gevoegd. Dan op den 10 November daar aan, wierden Wy door de Heeren van Zierik Zee en van Goes geïnformeerd, dat de Officieren van de Compagnien Infanterie behoorende tot het ifte Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft, op Patent van Z. D. H. en Attachés van de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden tot Guarnifoen der gemelde Steeden refpeélivelyk gedeftineerden afgezonden, geweigerd hadden, den Provintiaalen Eed met de voorfchreeven ampliatie te prsefteeren, anders als onverminderd den Eed aan de Generaliteit gedaan. Duidelyk befpeurden Wy het waare oogmerk deezer verregaande vermetelheid,cn Wy befloten de voorfchreeve Officieren , by aldien zy andermaal by hunne weigering mogten perfifteeren, te doen gelasten, om zig met hunne onderhebbende Manfchappente begeeven buiten hetTerritoir dezer Provintie. Bil-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 71 Bülyk verwanten Wy, dat deeze Onze Refolutie aan de voorfchreeve Officieren bekend gemaakt, ten gevolge zoude gehad hebben, dat dezelve by nadere overweging van hunnen indispenfabelen pligt, den gerequireerdenEed, zonder verdere haffitatie zouden hebben geprafteerd, dog Wy wierden wel haast tot Onze uiterfte verwondering en indignatie onderrigt, dat de voorfchreeve Officieren by hunne voorige weigering waren blyven perfifteeren en mits dien gelast waren, het Territoir deezer Provintie met hunne onderhebbende Manfchappen te verlaaten, waar aan ook door dezelve niet lang daar na is voldaan, f En vermits de voorfchreve Compagnien behooren tot het ifte Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft, ter betaling van U Ed. Gr. Mog. NB. Dit aangehaalde J gerepartitieerd,zouden Wy aan Holland alleen. ^ reeds terftond deeze verregaande onderneeming ter kennis van U Ed. Gr. Mog. als Betaalsheeren der voorj fchreeve Troupes gebragt I hebben, by aldien Wydaar l E 4 in  NALEZING van STUKKEN NB. Dit onderflaand aan Holland. Het voorgevallene te Zierik-Zee-cn Goes omtrent de prasftatie van den gerequireerdenEed hier voren breeder fin door het dcfeél van act-] vys van Z. D. H., als Eerftén Edelen deezer Provintie , tot heden niet waren verhinderd geworden. Dan alzoo thans, volgens de orde Onzer Vergaderinge,op dit fujet finaale Conclufie kan worden genomen, hebben Wy niet willen afzyn U Ed. Gr. Mog. van het gunt voorfchreeve mits dezen vrundnabuurlyk kennis | te geeven, in die verwagi ting, dat U Ed. Gr. Mog, geene zwaarigheid zullen maken , om in deezen zoo-danige voorziening te doen, als Ü Ed. Gr. Mog. na het gewigtderzaaken tot voorkoming van de onvermydelyke gevolgen , die totdisrefpect der Hooge Regee- Iringe en verbreking van alle goede orde,uit ditvoorI beeld te wagten zyn , na I derzelver hooge wysheid Lzullen vinden te behooren. ; Deeze verregaande onder-, neming heeft Ons niet alleen meer en meer overtuigd van de noodzakelykheid. om de Troupes op Ons Territoir door eene beëedigde belofte te verbinden tot, de nakoming Qn,,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 73 gemeld, heeft Ons Ed. Gr. Mog. Heeren ! niet alleen meer en meer &c. Onzer Refolutie, op het ftuk ' der Militaire Jurisdictie binnen deeze Provintie genomen , en Ons ook daarom doen befluiten om zelf de jegensvvoordige Guarnifoenen der Steeden Vlisfingen en Veere (de eenige welke ten deezen voor als nog in aanmerking komen kunnen) den Eed op het nieuw Formulier af te vorderen; maar ook boven dien Ons doen bedagtzyn om de Militaire Officieren, die zwarigheid mogten maken .den gerequireerden Eed af te leggen, uit vrees dat dezelve mogte ftrydig zyn met den Eed van trouwe door hen bevoorens aan de Generaliteit gedaan, in die ongefundeerde fcrupule te gemoet te komen, door de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden en de Regeeringen der Remmende Steden deezer Provintie te auctorifceren , om ten overvloede aan zoodanige Officieren op hunne gemoveerde bedenking te declareeren: dat,gelyk aan de eene zyde Onze intentie niet is, of kan geweest zyn, om van de Officieren of Troupes in dienst van de Republyk een Eed af E 5 te  74 NALEZING van STUKKEN te vergen , welke ftrydig zoude zyn met den Eed van trouwe, waar door dezelve wettig aan de gezamentlykeBondgenooten zyn verbonden,en dat derhalven hunne fcrupule ten dien opzigte is overtollig en geheel ongefundeerd.- Wy ook aan de andere zyde vastelyk zyn gerefolveerd tot het handhaavcn van Ons hoog gezag over het Krygsvolk dat zig op het Territoir van Zeeland zal bevinden,en fpeciaal aangaande de Jurisdictie over dezelve, zonder dat wy ooit zouden kunnen gedogen dat Onze Wetten en Ordonnantiën op dat fujet vastgefteld, onder pretext van andere ordres of verbintenisfen zouden illufoir gemaakt worden. Dan vermits het geheel onzeker is , of de Officieren, zelf na de zoodanige overbodige verklaringe van Onze intentie , bereid zyn zullen den gerequireerden Eed af te leggen , en Wy zoo min als een der andere Bondgenooten, volgens de gronden der Unie, Troupes opOnsTerritoir kunnen dulden of admitteeren, die in bedenking nemen of zy fub-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 75 NB. De inCtircyf gefielde woorden alleen aan Hól land. fubjecr, zyn aan de orders der Hooge Regeering v-an 'tLand, tot wiens befcherming zyzyn gedeftineerd, hebben Wybefloten zoodanige Officieren, wanneer zy ftaan ter Onzer repartitie, diredtelyk te casfeeren, ingevolge de Refolutie Onzer beide Provintien van den 6 February 1587,en anderen in derzelver plaats te doen aanftellen, met toezegging egter , van Onze fpeciale protectie en van garand voor de gevolgen, in cas van obediëntie; en by aldien zy liaan ter repartitie van een der andere Gewesten, dezelve te doen gelasten , om met hunne onderhebbende Manfchappen het Territoir deezer Provintie te verlaaten,en derzelver plaats te vervullen met een gelyk getal Troupes, ter betaling Onzer Provintie ftaande , waar over Wy, het geval exteerende , Ons directclyk zouden addreffeeren aan de Heeren Staaten van dit Gewest, waar in het Krygsvolk ter Onzer repartitie zoude Guarnifoen houden, en ook niet nalaten aan de hooge Betaalsheeren kennis te geeven, van den geweigerden Eed en On-  76 NALEZING van STUKKEN NB. Deki Curcyfgefielde woorden alleen aan Holland. Aan Holland. V Ed. Gr. Mog. U Ed. Gr. Mog. U Ed. Gr. Mog. Onze opgevolgde ordres; terwyl Wy niet hopen dat de Officieren van 't jegenswoordige Guarnifoen van Veere,beftaande uit 't Regiment van de Generaal Major Houfion , ter betaling van U Ed. Gr. Mog. gerepartitieerd, de eerfie zullen zyn aan wien Onze voorgemelde ordres zullen moeten worden ter uitvoer gebragt. Wy twyffelen niet of U Ed. Mog. zullen volledig overtuigd zyn, zoo wel van de volftrekte noodzakelykheid voor dc Bondgenoten , om het Territoriaal gezag te handhaven over het Krygsvolk, fpeciaal in zaaken van Jurisdictie,als van de gefchiktheid der middelen, daar toe by Ons vastgefteld , en houden Ons dus verzekerd , dat U Ed. Mog., in onverhoopt voorkomende gevallen, zig niet onttrekken zullen om door U Ed. Mog. concurrentie en meedewerking de executie Onzer Refolutie te faciliteeren , en mits dien zoo, danige Troupes, die ter zaake van geweigerde Eeds pra> ftatie, zouden.mogen worden gelast het Territoir deezer Provintie te verlaten, en , die  tot de MIL1T. JURISDICTIE. ri : Ü Ed. Gr. Mog. U Ed. Gr. Mog. Drenthe, Landfchap. Aan Holland. U Ed. Gr. Mog. U Ed. Gr. Mog. Holland. Drenthe. Edele Gr. Edele Mo Mogende gende Hee Heeren, ren. die ter repartitie van U Ed. Mog. ftaan mogten , ook immediaat ordres te geven of te doen geven tot vertrek , mitsgaders aan zoodanige Militie, ter Onzer betaling ftaande, en zig in U Ed. Mog. Provintiebevindende, welke door Ons tot remplacement der vertrokkene zouden worden opontboden , de noodigepermiffie tot uittogt te verleenen; terwyl Wy van Onze zyde U Ed. Mog. verzekeren, dat Wy in gelyke gevallen, ter requiütie van U Ed. Mog. gereed zyn zullen de noodige voorzicninge t» doen. Hier meede: . Edele Mogende Heeren'. öV.' In 't Hof van Zeeland, te Middelburg», den u Maart 1784. STAATEN.  1% NALEZING van STUKKEN XV. AAN Zyne Doorl. Hoogheid, als Capitein Generaal van Zeeland. Doorlugtig, Hooggeboren Forst en Heer! Wy hebben met verwondering en het hooglte ongenoegen vernomen , dat de Commandeerende Officieren van 'het Guarnifoen voor de Steeden Zierik-Zee en Goes gedeftineerd , diffieulteit hebben gemaakt om den Eed aan deze Provintie te praefteèren , conform het Formulier, door Ons op den 22 September jongst'ieeden gearrefteerd , en vermits Wy volgens da gronden van de Unie, zoo min als een der andere Bondgenooten, Troupes op Ons Territoir kunnen admitteeren , die in bedenking neemen, of zy fubject zyn aan de ordres der Hooge Regeering van het Land, tot wiens befcherming zy worden gcëmployeerd, heeft de conduite van de voornoemde Commandeerende Officieren, natuurlyk tot gevolg moeten hebben,dat dezelve, uit Onzen naam, gelast zyn zig met hunne onderhebbende Manfchap, te begeeven buiten het Territoir deezer Provintie, en Wy verder goedgevonden hebben zoodanige fchikkingen vast te Hellen, als Wy tot handhaaving van Ons Territoriaal gezag over hetKrygsvolk, voor nu en het toekomende bevonden hebben te behooren. Schoon nu uwe D. H., in Hoogftdeszelfs qualiteit, als Lid van Onze Souveraine Vergadcringe , volledige kennis bekomen heeft van  tót de MILTT. JURISDICTIE. 79 van de Refolutien, onlangs in dezelve genomen op het fubjeét der Militaire Jurisdictie, binnen deeze Provintie, en van het geamplieerd Formulier van Eed, hebben Wy egter goedgevonden Copie van de voorfchreeve Refolutien, van den voornoemden Eed, als meede van de Refolutien op heden by Ons, tot handhaaving derzelve gearrefteerd , aan uwe D. H. te laaten toekomen, in Hoogftdeszelfs qualiteit als Capitein Generaal van deeze Provintie, van welke Wy niet anders kunnen verwagten en \ vertrouwen, of uwe D. H. zal met allen ernst de hand daar aan houden, dat de voornoemde Refolutien door het Krygsvolk op het Territoir van deeze Provintie ftiptelyk worden geobferveerd, en dat het zelve Krygsvolk op Ons Territoir thans zynde of namaals komende, zig aan de obfervantie van dezelve Refolutien, met het doen van den gerequireerden Eed, voortaan zal onderwerpen; waar omtrend Wy des te minder kunnen twyftelen, om dat Onze intentie niet is, nog ooit geweest is, om de Officieren of Troupes in dienst van de Republyk, door het afvorderen van deezen Eed te verpligten tot iets dat ftrydig is met den Eed van trouwe , door welke zy wettig aan de gczamentlyke Bondgenoten zyn verbonden ; fchoon Wy nogthans aan de andere zyde, vaftelykzyn gerefolveerd tot het handhaven van Ons hoog gezag over het Krygsvolk dat zig op Ons Territoir zal bevinden, en fpeciaal aangaande de Jurisdictie over dezelve, zonder dat Wy ooit zouden kunnen gedoogen, dat Onze Wetten en Ordonnantiën op dat fubjecl; vastgefteld, on-  to NALEZING van STUKKËN onder prsetext van andere ordres of verbinte* niffen zouden illufoir gemaakt worden. Hier op Ons verlatende &c. In 't Hof van Zeeland, te Middelburg, den ii Maart 1784. STAATEN. Mïfïïve van de Staaten van Zeeland met hunne provilioneeleRefolutie op haarEd. Gr. Mog. gecommuniceertRapport en Refolutie omtrend hettegen- X V L EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hoüanii en West-Vriesland, in hun Ed., Gr. Mog. Vergaderinge genomen: op Saturdag den 20 Maart 1784. Ontfangen cene Miffive van de Heeren Staaten van Zeeland, gefchreeven te Middelburg den 11 deezer, tot geleide van hun provifio-; neel gerefolvecrde op hun Ed. Gr. Mog. ge-< communiceert Rapport en Refolutie omtrendf het tegengaan van verfcheide misbruiken in de; Armee van den Staat, en raakende het bor-* neeren van de titulaire Aclen voo,r de Officieren, alleen tot Regimenten van effeclive Ge-; neraalsperfoon.cn ; en der Copie hunner Miffive aan Z. H. als Capitein Generaal van Zeeland, breeder hier na geinfereert. Fiat  tot de MILIT. JURISDICTIE. 81 ■ Fiat infertio. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz Miffive en Bylagen zullen worden geëxamineert door de Heren van de Ridderfchap en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de Militaire zaken , met de Heeren Gecommitteerde Raaden, en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz Refolutien. Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nagebuurens en Bondgenooten. Wanneer U Ed. Gr. Mog. by Miffive van den ij October des voorigen jaars, Ons geliefden te communiceeren het Rapport by U Ed. Gr. Mog. uitgebragt den i Augufty te voren, om- ; trend het tegengaan van verfchciden misbruiken in de Armee van den Staat ingefloopen , mitsgaders de Refolutie op dat Rapport genomen , en Onze concurrentie verzogten tot één poinét, namelyk het borneeren van de titulai- _ re Aften voor de Officieren, alleen tot Regimenten van effeétiveGeneraalsperfoonen, hebben Wy niet alleen geconfidereert het belang van het laatstgemelde poinct, maar van alle de ingrediënten van het voorgemelde Rapport, en van anderepoincten van diergelyken aart, welke Ons zeedert zyn voorgekomen; en Wy oordeelen niet beeter te kunnen beantwoorden aan de vriendelykheid en nabumiyke correfpondenNal. 1. Deel II. Stuk F tie gaan van misbruiken in deStaatsArmee, en het borneeren der titulaire Acten voor de Officieren; en Copie hunner Miffive aan Z. H. Commisforiaal.  Sa NALEZING van STUKKEN tie van U Ed. Gr. Mog., dan met aan Hoogftdezelve meede te deelen Ons provifioneel gerefolveerde op voorfz fubjecl:, beneffens Copie van Onze Miffive aan zyn D. H. den Heer Prins van Orange, als Capitein Generaal van Zeeland. Wy verhoopen, dat het antwoord van zyn Hoogheid fpoedig zal inkomen en aanleiding geeven tot het neemen van finale en vrugtbaare Refolutien, waar van Wy alsdan meede niet zullen nalaten U Ed. Gr. Mog. communicatie te doen. Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren! Byzondere goede Vnenden, Nagebuuren en Bondgenooten, zullen Wy God Almagtig bidden U Ed. Gr. Mog. loffelyke Regeeringe met alle prosperiteit en voorfpoed te willen zeegenen ! In het Hof van Zeeland tot Middelburg den n Maart 1784. (Onderftondf) U Edele Groot Mogende goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. De Staaten van Zeeland. (Laager ftond} Ter Ordonnantie van dezelve. (JVas geteekent) J. M. CHALMERS. XVII.  tot db MILIT. JURISDICTIE. 83 XVII. EXTR ACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 11 Maart 1784. By refumptie zynde gedelibereert op het Rapport van den 8 December 1783, over de Misfive der Heeren Staaten van Holland en WestVriesland van den 17 Oótober te voren, raakende het verleenen van titulaire Aften aan Officieren en andere poinéten, breeder vermeld in vorige Notulen, mitsgaders op de onderfcheiden Advifen der refpective Leeden op het voorfz Rapport ingebragt, is goedgevonden en verftaan, op de gronden by het zelve Rapport en Advifen der Leeden in het breede gedetailleert, dat, aangezien in het bellier van de Armee van den Staat verfcheiden notable abuifen zyn ingeilopen, welke, naar het oordeel van hun Ed. Mog., met allen fpoed en nadruk, behooren te worden geredrelfeert, en offchoon te-;cn de meefte van die abuifen, door de van ouds geëtablifleerde Wetten en Refolutien van deeze Provintie wel is voorzien, of door hun Ed. Mog. nader zoude kunnen voorzien worden , met die magt welke aan iedere der fouveraine Leeden van het Bondgenootfchap over de Militie op haare repartitie ftaande inconteftabel toekomt, hun Ed. Mog. egter dienftig oordeelen, alvorens eenig nader befluit te nemen , en ten einde alles, met genoegzaam overleg, en zoo veel doenlyk met influiting van de F 2 mo-  84 NALEZING van STUKKEN mogelyke gevallen , zouden kunnen worden vastgefteld , Z. D. H. den Heere Prins van Orange,als Capitein Generaal van deeze Provintie, te verzoeken; om deszelfs confideratien enhoagwys advis te fuppediteeren, aangaande de wyze waar op de voorfz geëtablilTeerde Wetten en Refolutien best zouden kunnen worden geëxecuteert, of welke Refolutien nader zouden behooren genomen te worden , om alle inbreuk en misbruiken efficacieuslyk te prsevenieeretK dat ten zeiven einde alle de poinclen, welke in het bovengemelde Rapport en in de Advifen van de Leeden op het zelve, als abuifen zyn geremarqueert, in een Miffive aan Z. D. H., in opgemelde qualiteit, fpecificq zullen worden voorgefteld , in de verwagting, dat hooggemelde Z. H. aan de requifitie van hun Ed. Mog. zoo fpoedig zal voldoen, dat op deze objeélen, by de aanftaande deliberatien op de Staaten van Oorlog, te gelyk zal kunnen worden gerefolveert; in dier voegen als zulks breeder is gedetailleert in de Miffive aan Z. H. alhier volgende geinfereert. Dooüugtige, Vorst en Heer ! . Terwyl verfcheiden van de geünieerde Provintien , Steden of Leeden van dezelve, ernftige deliberatien hebben aangelegt, tot redres van de abuifen, welke hunnes eragtens, inhet beftier van de Armee van den Staat zyn ingeflopen, hebben Wy meede niet willen afzyn, Onzen aandagt op dat gewigtig onderwerp te veiligen', en Wy hebben, na rype deliberatie gerefolveert, aan uwe D. H. als Capitein Gene-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 85 neraal van deeze Provintie, voor te houden zoodanigen poinften waar van het misbruik het meefte in het oog loopt, en het eerst behoord geredrelïeert te worden. In de eerfte plaats hebben Wy geremarqueert de verderfelyke gevolgen voor de Armee en de notable ondienst voor het Land, welke ontftaan uit de opéénftapeling van titulaire Aften aan Officieren by de Regimenten dienende, waar tegen in deeze Provintie, by fpeciale Refolutien is voorzien en dezelve titulaire Aften alleentyk bepaald tot de Stafs-Officieren van Regimenten van Generaals, ter Onzer repartitie ftaande. Ten tweeden , hebben Wy geconfidereert, dat het geeven van zoogenaamde Aften by de Armee, voor een groot gedeelte de oorzaak is, waarom zoo veel Officieren met een hoogeren titul by de Regimenten moeten dienen,dan zy, in gevolge van hunne befoldinge behooren te hebben , waar uit een totale disproportie tusfchen den dienst en de betaling moet gebooren worden , behalven veele andere inconvenienten die tot een merkelyk bezwaar van de Officieren zyn. Het derde poinft waar op Onze reflexie gevallen is, regardeert het verkoopen van Militaire Charges, of het refigneeren van dezelve onder zeekere uitkeering aan den Prcedeceffeur, waar door zoo veele brave Officieren worden gepreejudicieert in de promotie welke zy, naar hunnen rangen verdienften,hadden mogen verwagten ; om welke reede by onderfcheiden Placaaten van hun Hoog Mog. en Refolutien'van Onze Vergadering, zulks ten hoogften is afgeF 3 keurd,  86 NALEZING van STUKKEN keurd, en tot voorkoming van alle kwade inbreuken, by Ons, een ftrióte Eed van zuivering is gearrefteert. Wyders hebben Wy geoordeeld, behoudens de confideratie voor de verdienften van vreemde Officieren, uwe D. H. onder het oog te moeten brengen, of, in de Nationaale Regimenten, niet behoorden alleenlyk Nationaale Officieren gcëmployeert te worden , boven den rang van Sergeant of Wagtmeefter, en of dit ook niet behoorde relatif gemaakt te worden tot de bedieningen van Commandeurs en Majors van Steeden cn Forten, welke Posten , (althans in deeze Provintie en Quartieren tot haare beforging ftaande) Wy oordeelen, dat niet anders als aan Inboorlingen van de Republicq cn haare Colonien behooren begeeven te worden, en zelfs, by praeferentie, daar toe gcëmployeert Officieren met hunne Tractementen of Pcnfioenen op deeze Provintie gerepartitieert. Ten vyfden , komt het Ons voor ten hoogften nodig te zyn, en dienftig tot aanfporing van een eerlyke ambitie en «emulatie in 'sLands dienst, wanneer de Militaire Officieren ftaat konden maken, dar, zy zig gedragende,als Lieden van eer betaamt, altoos naar hunnen rang en verdienften zullen worden geavanceert, zonder het desagrementte moeten ondergaan , van, door Officieren die met een hooger titulairen' rang uit andere Regimenten by het hunne geplaatst worden, in hunne billyke verwagting terug gefteld te worden. Ten zesden, zoude het Ons zeer aangenaam zyn, dat by de vervulling der Guarnifoenen bin-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 87 binnen deeze Provintie, by voorkeur, altoos wierden geëmployeert Troupes ter Onzer betaling ftaande. En eindelyk vermeenen Wy, dat de gedurige changementen van de Guarnifoenen, en de voet welke tegenwoordig daar in gehouden word, met de Troupes dikwils naar de meest geëloigneerde Plaatzen van haare vorige Guarnifoenen te verfenden, zeerftrekt tot ondienst van het Land, en tot nadeel van de Troupes zelve, en dat derhalven dit poinét op een anderen en meer gefchikten voet behoord gereguleert te worden. Wy zouden, Doorlugtige Vorst, tot redres van verfcheiden deezer zoo tastbaare misbruiken, niet anders nodig hebben, dan de reeds geëtabliffeerde Wetten cn Refolutien met vigeur te laten werken , of gebruik te maken van de magt welke aan iedere der fouveraine Leeden van het Bondgenootfchap over de Militie op haare repartitie ftaande, inconteftabel competeert; maar Wy hebben dienltig geoordeeld, alvorens eenig nader befluit te neemen,en ten einde alles met genoegzaam overleg, en zoo veel doenlyk, met influiting van de mogelyke gevallen zouden kunnen worden vastgefteld , UWe D. H. in Hoogftdeszelfs qualiteit van Capitein Generaal deezer Provintie te verzoeken, Ons te fuppediteeren de confideratien en het hoogwys advis van uwe D. H., aangaande de wyze waar op de voorfz geëtablilfeerde Wetten en Refolutien best zouden konnen werden geëxecuteert, of welke Refolutien nader zouden behooren genoomen te worden, om alle inbreuk en misbruiken efficacieuslyk te prsevenieeren. f 4 wy  88 NALEZING van STUKKEN Wy verwagten dat uwe D. H. aan deeze Onze requifitie, zoo fpoedig als mogelyk is,zal gelieven te voldoen, vermits Onze intentie is , pm deeze obje&en, by de aanftaande deliberatien op de Staaten van Oorlog in het oog te houden. Waar meede, &c. Den n Maart 1784. STAATEN. Dat vervolgens Copie van dit gerefolveerde met infertie van de Miffive aan Z. H., by een Miffive, in termen ter materie dienende, zal worden gezonden aan de Heeren Staaten van Holland en West Vriesland. Accordeert met voorfz Register. XVIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hollandt ende West-Frieslandt, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen °P Saturdag den 20 Maart 1784. Miffivevan Ontfangen een Miffive van de Heeren Staade Staaten ten van Zeeland,gefchreeven teMiddelburgden hndfaktn- 11 deezer, waar by ter kennis van hun Ed. Gr. de den Red Mog. brengen, de geweigerde praeftatie door derMilitai- Militairen op deeze Provintie gerepartitieert renen am- van den Eed, en de ampliatie derzeive, en de mid-  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 89 middelen tot handhaving van hun Territoriaal gezag over het Krygsvolk by hun vastgeftelt, waaromtrend zig verzeekert hielden, dat hun Ed. Gr. Mog. tot executie derzelve zouden mede werken op den voet als breeder in de navolgende Miffive ftaat vermeit. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde,is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz Miffive en Bylagen zullen worden geëxamineert door de Heren van de Ridderfchap, en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de Militaire zaken, met de Heeren Gecommitteerde Raaden en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz Refolutien. Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten ! Wanneer Wy op den 22 September des afgcloopen jaars hadden gerefolveerd tot het bepalen der Militaire Jurisdictie binnen de bornes, die de Grondwetten deezer Provintie en het belang Onzer Ingezeetenen daar aan voorfchreeven, oordeelden Wy dienftig te zyn den Eed, die door de Troupes, by derzelver arrivement op Ons Territoir, pleeg geprsefteerd te worden , te amplieeren met deeze woorden: dat Wy ook ftiptelyk zullen naarkomen de Ordres en Reglementen by de Ed. Mog. Heeren Staaten van F 5 Zee- pliatie van dien, en de middelen tot handhaving der Militaire Jurisdictie by hun vastgeftelt, Commisforiaal.  $0 NALEZING van STUKKEN Zeeland, omtrend de Militaire Jurisdictie gemaakt of nog te miaken,en fpeciaal Hoogstderzelver Re. fólutie en Publicatie in dato den 2 2 September 17 83, blykens Copie van het Formulier hier nevens gevoegd. Dan op den 10 November daar aan, wierden Wy , door de Heeren van Zierik-Zee en van Goes geinformeerd, dat de Officieren van de Compagnien Infantery behoorende tot het ifte Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft, op Patent van Z. D. H. en Attachés van de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden tot Guarnifoen der gemelde Steeden refpeélivelyk gedeftineerü en afgezonden , geweigerd hadden den Provintiaalen Led met de voorfz ampliatie te prrrfteeren , anders als cnvermindert den Eed aan de Generaliteit gedaan. Duidelyk befpeuren Wy het ware oogmerk deezer verregaande vermetelheid, en Wy befloten de voorfz Officieren ,• by aldien zy andermaal by hunne weigering mogten perfifteeren, te doen gelasten, om zig mét hunne onderhebbende Manfchappen te begeeven buiten het Territoir deezer Provintie. Biilyk verwagtcn Wy , dat deeze Onze Refolutie aan de voorfz Officieren bekend gemaakt, ten gevolge zoude gehad hebben,dat dezelve by nadere overweeging van hunnen indispenfabien pligt, den gerequireerden Eed , zonder verdere haffitatie zouden hebben geproefteerd; dog Wy wierden wel haast tot Onze uitterfte verwondering en indignatie onderrigt, dat de voorfz Officieren by hunne vorige weigering waren blyven perfrftfeeren, en mitsdien gelast waren, het Territoir deezer Provintie met  tot de MILIT. JURISDICTIE. 91 met hunne onderhebbende Manfchappen te verhaten, waar aan ook door dezelve niet lang daar na is voldaan. En vermits de voorfz Compagnien behooren tot het ifteBattaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft ter betaaling van U Ed. Gr. Mog. gerepartit'eerd, zouden Wy reeds terftond deeze verregaande onderneeming ter kennis van U Ed. Gr. Mog., als Betaalsheeren der voorfz Troupes gebragt hebben , by aldien Wy daar in door het defect van advis van Z. D. H. als Eerften Edelen deezer Provintie, tot heeden niet waren verhindert geworden. Dan alzoo thans, volgens de ordre Onzer Vergaderinge op dit fujet finaaie Conclufie kan worden genomen, hebben Wy niet willen afzyn U Ed. Gr. Mog. van het gunt voorfz mits deeze Vrundnabuurlyk kennis te geeven, in die verwagting, dat U Ed. Gr. Mog. geen zwaarigheid zullen maaken, om in deezen zoodanige voorziening te doen , als U Ed. Gr. Mog., na het gewigt der zaak cn tot voorkoming van de onvermydelyke gevolgen , die tot disrelpeét der Hooge Regeeringè en verbrceking van alle goede orde uit dit voorbeeld te wagten zyn na derzelver hooge wysheid zullen vinden te behoren. Het voorgevallene te Zierik-Zee en Goes omtrend de praeftatie van den gerequireerden Eed, hier voren breeder gemeld , heeft Ons , Ed. Gr. Mog. Heeren! niet alleen meer en meer overtuigd van de noodzaaklykheid om de Troupes op Ons Territoir door eene beëedigde belofte te verbinden tot de nakoming Onzer Refolutie , op het ftuk der Militaire Jurisdictie binnen deeze Provintie genomen, en Ons ook daar-  92 NALEZING van STUKKEN. daarom doen befluiten om zelf de jegenswoordige Guarnifoenen der Sceeden Vlisfingen en Veere, (de eenige welke ten deezen voor als nog in aanmerking komen kunnen) den Eed op hec nieuw Formulier af te vorderen ; maar ook boven dien Ons doen bedagt zyn om de Militaire Officieren, die zwaarigheid mogten maaken den gerequireerden Eed af te leggen, uit vrees dat dezelve mogte ftrydig zyn met den Eed van trouwe , door hen bevorens aan de Generaliteit gedaan , in die ongefundeerde fcrupule te gemoet te komen,door de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden en de Regeeringen der Hemmende Steeden deezer Provintie, te authorifeeren, om ten overvloede aan zoodanige Officieren op hunne gemoveerde bedenking te declareeren : dat, ,, gelyk aan de eene ,, zyde Onze intentie niet is, of kan geweest zyn, om van de Officieren of Troupes in „ dienst van de Republiek, een Eed af te ver- gen , welke ftrydig zoude zyn met den Eed ,, van trouwe, waar door dezelve wettig aan ,, de gezaamentlyke Bondgenooten zyn verbon,, den, en dat derhalven hunne fcrupule ten ,, dien opzigteis overtollig en geheel ongefun„ deerd, Wy ook aan de andere zyde vafte„ lyk zyn gerefolveerd tot het handhaven van Ons hoog gezag over het Krygsvolk dat zig op het Territoir van Zeeland zal bevinden, ,, en fpeciaal aangaande de Jurisdictie over de,, zelve, zonder dat Wy ooit zouden kunnen „ gedogen, dat Onze Wetten en Ordonnan„ tien op dat fubject vastgefteld, onder pretext van andere ordres of verbinteniuen zouden „ iliufoir gemaakt worden." Dan  tot de MILIT. JURISDICTIE. 93 Dan vermits het geheel onzeeker is, of de Officieren , zelf na de zoodanige overbodige verklaaringen van Onze intentie, bereid zyn zullen den gerequireerden Eed af te leggen, en Wy, zoo min als een der andere Bondgenooten , volgens de gronden der Unie, Troupes op Ons Territoir kunnen dulden of admitteeren, die in bedenking neemen of zy fubjecl; zyn aan de orders der Hooge Regeering van het Land, tot wiens befcherming zyzyn gedeftineerd, hebben Wybefloten, zoodanige Officieren, wanneer zy ftaan ter Onzer repartitie, direételyk te caffeeren, in gevolge de Refolutie Onzer beide Provintien van den 6 February 1587, en anderen in derzelver plaats doen te aanftellen, met toezegging egter, van Onze fpeciaale protexie en van guarrand voor de gevolgen , in cas van obediëntie; en by aldien zy ftaan ter repartitie van een der andere Geweften , dezelve te doen gelasten, om met hunne onderhebbendc Manfchappen het Territoir deezer Provintie te verlaaten , en derzelver plaats te vervullen met een gelyk getal Troupes ter betaaling Onzer Provintie ftaande , waar over Wy, het geval exteerende , ons direételyk zouden addrelfeeren aan de Heeren Staaten van het Gewest, waar in het Krygsvolk ter Onzer repartitie, zouden Guarnifoen houden, en ook niet nalaaten aan de hooge Betaalsheeren kennis te geven van den geweigerden Eed en Onze opgevolgde ordres; terwyl Wy niet hopen, dat de Officieren van het jegenswoordige Guarnifoen van Veere, beftaande uit het Regiment van den Generaal Major Houfton , ter betaaling van U Ed. Gr. Mog. gerepartitieerd, de eerfte  94 NALEZING van STUKKEN fte zullen zyn aan wien Onze voorgemelde ordres zullen moeten worden ter uitvoer gebragt. Wy twyffelen niet of U Ed. Gr. Mog. zullen volledig overtuigd zyn, zoo wel van de volftrekte noodzaaklykheid voor de Bondgenoten , om het Territoriaal gezag te handhaaven óver het Krygsvolk fpeciaal in zaaken van Jurisdiétie, als van de gefchiktheid der middelen daar toe by Ons vastgefteld, en houden Ons dus verzeekert , dat Ü Ed. Gr. Mog. in overhoopt voorkomende gevallen , zig niet onttrekken zullen omme door U Ed. Gr. Mog. concurrentie en meedewerking, de executie Onzer Refolutie te faciliteeren , en mitsdien zoodanige Troupes, die ter zaake van geweigerder Eeds prreftatie, zouden mogen worden gelast het Territoir deezer Provintie te verlaaten,en die ter repartitie van U Ed. Gr. Mog. Haan mogten,ook immediaat ordres te geven, of te doen geven tot vertrek, mitsgaders aan zoodanige Militie ter Onzer betaaling ftaande, en zig in U Ed. Gr. Mog. Provintie bevindende, welke door Ons tot remplacement der vertrokkene zouden worden opontboden, de noodige permiffie tot uittogt te verleenen ; terwyl Wy van Onze zyde U Ed. Gr. Mog. verzeekeren , dat wy, in gelyke gevallen, ter requifitie van U Èd. Gr. Mog. gereed zyn zullen de noodige voorzieninge te doen. Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren , Byzondere goede Vtienden, Nagebuuren en Bondgenooten , zullen Wy God Almagtig bidden U Ed. Gr. Mog. lof-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 95 1 loffelyke Regeeringe met alle prosperiteit en 1 voorfpoet te willen zeegenen. In 't Hof van \Zeeland te Middelburg den n Maart 1784. (Onderftond) U Edele Groot Mogende goede Vrienden. De Staaten van Zeeland. (Lager ftond} Ter Ordonnantie van dezelve. (Geteekent) J. M. CHALMERS. Formulier van Eedt. Voor alle Overften, Collonellen, RitmeeIteren , Capiteinen , Lieutenanten , minder Officieren , &c., ter Repartitie deezer Provintie ftaande, of binnen dezelve Guarnifoen hou* dende, en niet zynde van derzelver Repartitie. Wy belooven en fweeren de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , die by de Unie en handhoudinge van de waare Christelyke Religie zullen blyven, ende namentlyk de Staaten van Zeeland, en Z. H. den Heere Prince van Orange en Naffau, Erf-Stadhouder deezer Provintie, &c. &c. &c., gehouw en getrouw te wezen, dezelve vromelyk en getrouwelyk te dienen, tot voorftand van de voorfz Vereenigde Nederlanden , en namentlyk den Lan-  96 NALEZING van STUKKEN Lande van Zeeland, den Quartieren, Steeden en Leeden van dien jegens aile haare Vyanden; de welgemelde Heeren Staaten van Zeeland, ofte haare Geauthorifeerden , en Hooggemelde Z. H. , voor den tyd dat wy in dezelve Provintie zyn,gehoorzaam te wezen in het geen Zy luyden Ons tot vorderinge van den dienst en defenfie van de voorfz Landen beveelen zuilen : dat Wy ook ftiptelyk zullen naarkomen de Ordres en Reglementen , by de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland, omtrend de Militaire Jurisdictie gemaakt of nog te maaken, en fpeciaal Hoogftderzeiver Refolutie en Publicatie in dato den 22 September 1783, en voortsin alles de Ordonnantiën en Articulen van Oorloge te agtervolgen. Soo waarlyk moet ons God Alm'agtig helpen. Nota. De woorden : voor den tyd dat wy in dezelve Provintie zyn ,• moeten alleen geleezen worden , wanneer Troupes niet ter deezer Repartitie ftaande, binnen deeze Provintie in Guarnifoen komen. XIX. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, in hun'Ed. Gr.Mog. Vergaderingegenomen op Woensdag den 24 Maart 1784. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering ge- com-  tót de MILIT; JURISDICTIE. 9? communiceert, een Miffive van den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden , gefchreeven in den Hage den 10 deezer, en den 12 ter Generaliteit ingekoomen, en by de Gedeputeerden van alle de Provintien overgenoomen, daar by kennis geevende dat zy de noc dige ordres hadden geftelt, ten einde alle, zoo Crimineele als Civile Proceffen, en alle zaaken zonder onderfcheid tot de cognitie van den geweczen Hoogen Krygsraad hebbende behoord gehad, ter Secretary van gemelde Raad van Staaten zouden worden overgebragt, bieeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat Copie van de voorfz Misiive zal wórden gegeeven aan de Leeden, om in de deliberatien over het Rapport den 27 der voorlede maand omtrent dat lubjcét ter Vergadering uitgebragt, daar op meede zoodanig regard te nemen, als geóordeelt zal worden te be^ hooren. Accordeert met de voorfz Refolutien. XX. MISSIVE van den Raad van Staten aan H. H. M. Den 10 Maart 1784. • Hoog Mogende Heeren! Wannner door het circumftantiecle Rapport Nal. I. Deel II. Stuk. G der Miffive vaft den Rajd van Staatetl over hunne gefielde ordres , dat aile Zoo erimi eeie ais civile PioceiTen, en alie zaaken zonder onderfeheid tot déCögöttiö van den geweezenHoogen Krygsraad hebbende behoord gehad ter Secretarye van gemelde Raad van Staten wierden overgebragr.Copie aan de Leeden tot het Ra port van 27 February op dat fubjeft.  oS NALEZING van STUKKEN der zaaken de afgefchafte Hooge Krygsraad concerneerende, en den 30 January laatstleeden ter Vergadering van U Hoog Mog. uitgebragt, aan Hoogftdezelve zyn meede gedeelt, hoedanige ordres wy geftelt hadden, om door den ' Fiscaal van de Generaliteit, als in die qualiteit : de zaaken voor de gemelde geweeze Hoogen Krygsraad hebbende waargenomen, provifioneel aan ons te doen overbrengen , niet alleen de Crimineele Gevangenen , maar ook alle Proceffen , en verdere zaeken, die by meergemelde Hoogen Krygsraad, op het.cefleeren van ' dien , waren onbcregt en ongedecideert verbiceven , alles voor zoo verre dezelve relatie zouden hebben tot Perfoonen en zaaken,die zouden behooren tot het reffort van de Generaliteit, ten einde daar meede een begin te maaken, ter beoeftening van de Jurisdictie en Juftitie , die door het doen cefleeren van de Hooge Krygsraad, als van zelfs weederom aan ons waaren gedevolveert, zoo is ook daar by gc. voegt geweest, dat bovengemelde Fiscaal van de Generaliteit hadde aangenomen, aan dat provifioneel geordonneerde te zullen voldoen; dan Hoog Mogende Heeren, het is zoo verre van daar verbleeven, dat in tegendeel dezelve Fiscaal, omtrend de overleeveringe der voorfz Gevangens, en verdere Crimineele zaaken , zy. ne fcrupules en zwarigheeden aan ons heeft te kennen gegeeven, en zig dieswegens heeft geexcufeert, op fundament, dat weegens dezel- . ve geen keufe, ofte uitzondering konde maaken; terwyl ook aangaande de Civile zaaken, en andere objecten, daar toe relatie hebbende, meede geen behoorlyke overbrenginge was geef-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 0$ effectueert geworden; en het is vervolgens uit die fource voortgekomen, dat daar het boven dien aan ons bekend en zeeker was, dat de afdoeninge van verfcheide zoo Crimineele als Civile zaaken, acceleratie waren vereiffchende., en aan de Juftitie, die nu zoo lang hadde ftilgeftaan, derzelver loop ook behoorde weeder gegeeven te worden; wy eindelyk op den 17 February laatstleeden, om alle captien en objectien van diergelyke natuur volkomen te doert ceffeeren, ten dienste, van de Juftitie hebben gerefolveert gehad, om de gemelde Fiscaal van de Generaliteit, en ook, voor zoo veel zyn departement zoude mogen aangaan , de geweeze Griffier van den Hoogen Krygsraad ferieufelyk te gelasten , om generaalyk, en zonder eenige referve, ten fpoedigfte te effeótueeren, dat alle , zoo Crimineele Gevangens, als ProcefTen van die natuur, als meede alle Civile Procesfen, en wyders alle zaaken, zonder onderfcheid, die op het ceffeeren van den Hoogen Krygsraad, tot derzelver cognitie hadden geftaan, dan derzelver volle effect niet zouden mogen bekomen hebben, zouden werden gcfteld en overgebragt ter Secretarye van onze Raad, ten einde ' voor ons daar omtrend te konnen wor- . den voort geprocedeert, en gedisponeert, zoo als wy ter materie dienende in goede Juftitie zouden vermeinen te behooren, aan welke onze voorfz Refolutie,bereids vooreen groot gedeelte is voldaan, en daar meede nog fucceffivelyk word gecontinueert, waar van wy als hebbende ons voorfz provifioneel gerefolveerde doen komen ter kennis van U Hoog Mog., ook hebben vermeind niet te mogen afzyn U Hoog G 2 Mog,  ïOO NALEZING van STUKKEN Mog. ,en door dezelve de refpective Bondgenoten , by deeze insgelyks de communicatie te laten toekomen , als waar uit wy vertrouwen, dat de inactiviteit, die omtrent de zaaken van de geweeze Hoogen Krygsraad , tot dus verre heeft plaats gehad, geenzints aan ons zal konnen werden geattribueert; maar in teegendeel voor bil— lyk zal worden aangezien, 't gunt wy ter uitvoeringe van de intentie der Bondgenooten, door de affchaffinge van den Hoogen Krygsraad, vermeind hebben ,abfolut nodig te zyn , in welk vertrouwen wy te gerufter zyn , dewyl door de voorfz overneeminge van alle zaaken die tot dezelve Hoogen Krygsraad hebben behoord, en onafgedaan waren verbleeven, niemand werd geprtejudicieert, maar een iegelyk , wie hy zy, de faculteit heeft bekomen , om indien eenige befwaren wegens deeze of geene zaaken, die voor de meergemelde geweezen Hoogen Krygsraad zyn aanhangende of ongedecideert verbleven , zoude willen inbrengen , desweegens zig aan ons te kunnen addreffeeren, die niet zullen nalaten , op alles, in billykheid reflexie te geven, en de Juftitie na behooren te adminiftreren. Hoog Mogende Heeren , Wy beveelen U Hoog Mog. in Godes heilige protectie. In den Hage den 10 Maart 1784. (Geparapheert) C. J van Lichtenbergh , vt. (Onder ftond} Ter Ordonnantie van den Raad van Staten der Vereenigde Nederlanden. (Was geteekent) J. J. van Heeu XXI.  tot de MILIT. JURISDICTIE. iox XXR MISSIVE van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Hollanden WestVriesland, aan de Heeren Staaten van Zeeland. Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden, Nagehmren en Bondgenoetan! Door de Heeren Onze Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie,in onze Vergadering een Rapport zynde uitgebragt, behelzende de confideratien,tusfchen hen en de Heeren UEd. Mog- CommiffarilTen tot de ordinaire befoignes, nopens het verzoek van gratie van den Gevangen Vaandrig de Witte, geconcerteerd: Zoo hebben Wy ter bevordering van de verdere gemeenfchappelyke afdoening deezer zaak, niet ondienftig geoordeelt , een affchrift van het zelve Rapport aan U Ed. Mog. hier nevens te laten toekomen; terwyl Wy, fchoon ons geene reedenen voorkwamen, waarom Wy zouden moeten hrefiteeren, om het daar by geadvifeerde in eene Refolutie te veranderen, egter hier meede hebben gefupercedeert, totdat Wyook van U Ed. Mog: gedagten, dien aangaande, geinformeert zouden zyn. Wy verzoeken derhalven hier meede te worden vereert,en geeven teffens aan U Ed. Moe. - in bedenking, of niet, ingeval er geene byzondere confideratien tegen het Rapport by U Ed. Mog. vallen, dan dadelyk dc correfpondentio omtrend deeze zaak zoude kunnen worden goG 3 hou-  xo» NALEZING van STUKKEN houden voor afgelopen, en de zaak zelve op den voorgeflagen voet, ten fpoedigften, zoo by U Ed. Mog., als by ons getermineert. Hier meede Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden , Nagebuuren en Bondgenooten ! beveelen Wy U Ed. Mog. in de befchermingc Godes. Gefchreeven in den Hage den 16 Maart 1784. U Edele Mogende goede Vrienden,Nagebuuren en Bondgenooten. De Staaten van Holland en West-Vriesland, Ter Ordonnantie van dezelve, £ (Geteekend') C. CLOTTERBOOKE. XXII. CONCEPT-PUBLICATIE- VAN de Heeren Staaten van de Stad Groningen en Ommelanden, DE STAATEN VAN DE STAD GRONINGEN EN OMMELANDEN DOEN TE WEETEN : Nademaal Ons iterative maaien klagten zyn voorgekomen over het cngageer en van minderjaarige Perfoonen tot den Militairen dienst, offchoon dezelve nog werkelyk onder de maeht hunner Ouders of Voogden geftelt zyn, en dus onbekwaam zyn om  tot de MILIT. JURISDICTIE. 103 ■ om eenige valide verbintenis aan te gaan; ook izoodaane onwettig geëngageerde jongelieden door de Militairen opgelicht, na het Guarnifoen verzonden, of gearrefteerd worden, ftrekkende tot vilipendentie Onzer vorige gemaakte Ordon- ■ nantien en notoire infraÜie der rechten -van den Competenten Richter, waar onder zoodanige minderjaarige gezeeten zyn, en niet dan met toeftemming van Ouders of Voogden kunnen worden weggetrokken; zoo is het,dat Wy daar tegens op'het efficacieufte willende voorzien, tot handhaaving van de gepromulgeerde Wetten , gerustltelling der goede Ingezeetenen, en mamtien van derzelver Rechten en Vryheeden, alle zoodaane engagementen van minderjaarigen ,die den ouderdom van 25 jaaren nog niet hebben bereikt en zig onder de macht hunner Ouderen of Voogden bevinden, zoo dezelve zonder toeftemminge van hunne Ouders of Voogden hebben aangegaan, mits deezen nul en nietig verklaarende,elk en een iegelyk die zulks aangaan mag interdiceeren om minderjaarigen buiten confent van derzelver Ouders of Voogden in den Militairen dienst aan te neemen , op te lichten, te vervoeren, of te arrefteeren,op pcene , dat die geene,welke bevonden zullen worden deezen ter contrarie gedaan te hebben , als verleiders van de jeugd , en ontvoerders van ander lieden kinderen tegen de wil hunner Ouderen of Voogden' naa exigentie van zaaken gecorriEeert en geftraft zullen worden. EN OP DAT NIEMAND HIER VAN eenige ignorantie moge voorwenden, zal deezen van de Predikftoelen te Lande worden afpeleezen en verders al omme gepubliceert en aanG 4 S3-  jp4. NALEZING van STUKEEN gefiaagen te plaatze daar men gewoon is zulk§ te doen. Aldus gedaan binnen Groningen in 't Provincie. Huis op Donderdag den i April 1784. Ter Ordonnantie van Hun Edele Mogende. E. LEWE, Secret. XXIII. CONCEP T-MISSIVE van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Stad en Lande aan Z. D. H. Doorlugtigfte Prins en Heere ï Gelyk Wy Ons verpligt hebben gevonden op de ingebragte klagten wegens het engageeren van twee mjnderjaarige Perfoonen tot den Militairen dienst, zonder toeftemminge van hun Ouders, Onze vorige deliberatien óver dit onderwerp te hervatten, en by die gelegendheid op nieuws met de vereischte naauwkeurigheid hebben overwogen en gepondereert, de gronden en motiven, welke daar omtrend voor en tegens zouden kunnen worden ingebragt, hebben wy gemeent althans zoodanig in deezen te moeten voorzien en rcfolveeren , als Wy tot confervatie en maintien van 'sLands Rechten en Statutaire Wetten ter gerustftellinge van onze goede Ingezeetenen hebben geoordeelt te behoren. ■ En  tot de MILIT. JURISDICTIE. io£ En ten einde dit Ons heilzaam oogmerk en prnftige begeerte op de meest gevoeglykfte w>> ze werde bereikt; hebben Wy nodig geoordeelt van de Refolutie , ten dien einde by Ons op heden genomen, eene Copie hier nevens aan Uwe D. H. toe te zenden, en teffens op het nadrukkelykfte te verzoeken, ten einde door Uwe D. H. als Capitein Generaal, de vereischte orders werden geftelt, dat dezelve door de refpective Officieren van den Staat ftiptelyk werde nagekomen, en langs dien weg zulke en diergelyke wederrcgtelyke engagementen in het Vervolg voorgekomen cn geweert. Waar meede &c. De Staaten van Stad Groningen en Ommelanden. Ter Ordonnantie van dezelve (Geteekend) E. LEWE Secret- Groningen den i April 1784. Aan den Heere Prins Erfftadhouder. XXIV. EXTRACT uit de Aften en Refolutien der Edele Mogende Heren Staaten van Stad en Lande. Donderdag den 1 April 1784. Gedelibereert zynde op het Rapport der He. ren Gecommitteerden tot de petitiën van den Raad van Staaten en deezer Provintie Finances in dato den 29 Maart jöngstleeden,nopens U 5 he;  iQ6 NALEZING van STUKKEN het engageeren van minderjaarige Perfoonen tot den Militairen dienst, luidende als volgt. Rapport De Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van de Raad van Staaten en deezer Provintie Finances. Edele Mogende Heeren! De Heeren U Ed. Mog. Gecommitteerden by Refolutie van den i8den deezer zynde verzogt en aangemaant om de Commiflie over het engageeren van minderjarige Perfoonen in den Militairen dienst den 2often October 1774 gedecreteert, ten fpoedigften te hervatten en daar van te rapporteeren, vermits dienaangaande wederom op nieuws klagten waren gedaan, hebben dezelve niet in gebreken willen blyven ter voldoening aan U Ed. Mog. weimening die befoignes by de eerfte gelegendheid te reëntameren, en thans dc eer U Ed. Mog. te rapporteren, dat, naardien ingevolge de Statutaire Wetten in deeze Provintie vigerende, alle Contracten en Handelingen van minderjarigen zonder confent hunner Ouderen of Voogden ingegaan, ipfo jure nul en nietig zyn, invoegen dat daar uit geene dc minfte verbintenis op een minderjarigen gelegt kan worden, des te meer de engagementen in den Militairen dienst van minderjarige Perfoonen zonder fpeciale bewilliging van die geene, onder wier magt ob lubricum astatis annum geftelt zyn, met deeze allerheizaamfte Lands Wetten ten eenenmaale onbe- ftaan=  tot de MTLIT. JURISDICTIE, my fhanbaar geoordeelt moeten worden ; alzoo dezelve meeftentyd aan verleiding, dronkenfchap, en andere folies, waar aan de jeugd zo licht is blood geftelt, haren oorfprong verfchuldigt zyn, en gewoonlyk door een droevig naberouw worden opgevoïgt,wanneer tot hun .zeiven gekomen bcdaardelyk overwegen, hoe deerlyk zig zeiven door zulk eene onbezon- ; ne pas bedrogen, en eensklaps hebben ontzet van het aangename vooruitzigt,waar meedehunne Ouders of Voogden zig hadden gevleid ten einde hun op een andere wyze, en waar toe I zy de Pupillen gefchikt oordeelden,een ordent- | lyk beftaan te bezorgen, en tot nuttige Leeden van die Maatfchappy, waar in geboren en opgevoed zyn, te bekwaamen, ook om die re- I den geen moeite of kosten hebben gefchroomd, en zomtyds meerder geimpendeert, als hunne vermogens toelieten: het zoude derhalven de ongerymtheid zelve zyn,alle andere handelingen van minderjarigen zelfs over de geringfte ; zaaken, voor invalide, en nogthans derzelver engagement in den Militairen dienst, hetwelk van zoo veel te meerder gewicht is, dat hun tydelyke welvaart daar van kan af hangen, voor valide te houden, waar uit teffens by wettige confequentie voortvloeit, dat de Militairen zodane onwettig geëngageerde jonge lieden oplichtende , na het Guarnifoen verzendende , of arreftecrende , notoire infraétie doen op d» Rechten van den Competenten Rechter, waar onder die minderjarigen gezeten zyn, en niet, dan met toeftemming van Ouders of Voogden 'kunnen worden weggetrokken, naardien hun ge.  los NALEZING van STUKKEN gezag flegts op eene nietige verbintenis gegrond is. En vermits de ondervinding te meermaalen beeft geleert, dat ongeacht deeze Landswetten, en reeds voor lange op dit ftuk geëmaneerde Placaten zodane kwaade practyken nog geftadigin het werk worden geftelt,gelyk thans daar over weder op nieuws klagcen zyn ingekomen, waar tegens efficacieus diende te worden voorzien , zouden de Heeren U Ed. Mog. Gecommitteerden van advis zyn, dat tot handhaving van de gepromulgeerde Wetten, gerustItelling der goedeIngezeetcnen en maintien van derzelver Rechten en Vryheden , U Ed. Mog. alle engagementen van minderjarigen , die den ouderdom van 25 Jaaren nog niet hebben bereikt , en zig onder de magt hunner Ouderen of Voogden bevinden, nul en nietig verklarende, elk en een iegelyk,die zulks mag aangaan behoorden te interdiceeren om minderjarigen buiten confent van derzelver Ouders of Voogden in den Militairen dienst aan te neemen, op te lichten en te vervoeren , of te arrefteeren, op pcene dat die geene, welk bevonden zullen worden deezen ter contrarie gedaan te hebben als verleiders van de jeugd en ontvoerders van ander lieden kinderen , na exigentie van zaken gecorrigeert en geftraft zullen worden. Dat voorts hier van tot een ieders naricht Placaat geëmaneert en by Miffive aan Z. D. H. kennis behoorde te worden gegeeven,met ernftig onderzoek en adhortatie om als Capitein Generaal alle de Officieren van den Staat nadrukkelyk te injungeeren zig ter vermeiding van  tot de MIL1T. JURISDICTIE. 109 van fchade en verdere onaangenaame gevolgen hier na ftiptelyk te reguleeren, ten welken einde zodane Concept Placaat en Miffive hier nevens voegen. Aldus gedaan &c. Hebben de Heeren Staten van Stad en Lande zig met het uitgebragte Rapport geconformeert en de bygevoegde Concept-Publicatie en Misfive geapprobeerd. (a) XXV. MISSIVE van Burg. Schep, en Raad der Stad Zierik- Zee aan H. Ed.Mog. de Staaten van Zeeland. Den 5 April 1784. Edele Mogende Heeren! Wanneer Wy ontfangen hadden UEd.Mog. Miffive van den 11 der maand Maart, met bygevoegde Refolutie en Authorifatie, ten zei. ven dage door U Ed. Mog. op Ons verftrekt, om de Militaire Perfoonen welke zig aan Commune Deliften hebben fchuldig gemaakt, en nog by die van het Guarnifoen in detentie wierden gehouden , uit handen van de Militairen op nieuw te reclameeren, en ter onzer Judicature («) Deeze Stukken ftrekken ter bevestiging van h^t ge* melde in myn MAGAZYN van Stukken tot de Milnaire Juösdiftie betrekkelyk VII. D. p. 143 en 144. No. XIII.  no NALEZING van STUKKEN re over te neemen, hebben Wy aanftonds uit kragte van de voorfchreeve U Ed. Mog. Refolutie , de bewuste Militaire Perfoonen anderi maal doen reclameeren, en hebben ook dadew lyk het Effect daar van ondervonden , alzoo de Militaire Perfoonen door Ons gerequireerd,: weinige dagen daar aan , ter Onzer Judicatuure zyn geëxtradeert geworden en in bewaring övergebragt, ten 'sGravenfteen deezer Stad. Wy hebben vermeend U Ed. Mog. hier van te moeten kennis geeven niet tw^ffelende of U Ed. Mog. zal daar aan ten hoogften gelegen leggen, dat Hooglldeszelfs orders en Refolutien door hunne geadfubjecteerdens zonder de minfte twyffeling, werden geobedicert en nagekomen; — Wy acquiteeren ons hier van by deezen, God Almagtig biddende U Ed, Mog. te geeven een heilige en voorfpoedige Regeeringe en blyven. Edele Mogende Heeren 1 U Ed. Mog. gehoorzaame Dienaren Burgemeesteren en Schepenen der Stad Zierik-Zee. Ter Ordonnantie van dezelve. (JVas geteekent) J. van der HOUTE. Zierik-Zee den 5 April 1784, XXVI,  tót de MILIT. JURISDICTIE, in XXVI. EXTRACT uit de Refolutie van de Ed. Mog. Heeren Staaten 'sLands van Utrecht. Mercurii den 7 April 1784. By Extract: uit de Refolutie der Heeren Ordinaris Gedeputeerden op heden genomen is ter Vergaderinge alhier opening gedaan , dat zy Heeren Gedeputeerden ontwaar zynde geworden, hoe by den Raad Staaten op den 25 Feb. en 17 Maart laatstleeden twee Refolutien genomen waaren, by welke was vastgefteld, dat overmids het ceffeeren van den Hoogen Krygsraad, voordaan alle Appellen van de byzondere Krygsraaden aan den Raad van Staaten als den eenigen fuperieuren Rechter zoude moeten gefchieden, als meede dat binnen de Steeden ftem in Staat hebbende de Militaire Jurisdictie niet verder geëxtendeerd zal worden, dan in conformiteit van de Refolutie van 25 Maart 1651, by de gezamentlyke Bondgenooten op de groote Vergadering genomen, dat is alleen over de nalatigheid en overtreedingen in Tochten en Wachten overgaan aan den Vyand, defertie van de Compagnien , of verloop van de eene Compagnie onder de andere zonder Paspoort, mitsgaders over exceffen en delicten , die de Officieren en Soldaten onderling of de een tegen den anderen zullen komen te begaan en verder niet, en dat van de gemelde Refo, lutien aanfehryvinge was gedaan aan de Commandanten der refpective Guarnifoenen, zy Hee.  iia NALEZING van STUKKEN Heeren Gedeputeerden dien aangaande de nodige informatien genoomen hadden,en al zulks ook bevonden, dat de voorgemelde aanfchryving in den jaare 1783 meede ten fine voorfz had plaats gehad. Dat zy Heeren Gedeputeerde verder in aanmerking neemende, hoe in den jaare 1675, op de Propofitie van wylen Z. H. Prins Willem de HL, by hun Ed. Mog. zekere provifioneele fchikkingen omtrend de Militaire Jurisdictie waren vastgefteld, welke nader in den jaare 1677, door de Heeren Staaten geconformeerd en by aanfchryvinge de obfervantie aan de Collegien van Juftitie binnen deeze Provintie geïnjungeerd waren , hadden vermeind deeze gedane aanfchryving van den Raad van Staaten aan den Commandant van het Guarnifoen binnen deeze Stad ter crkenteniffe van H. Ed. Mog. te moeten brengen. Waar op gedelibereerd, en gelet zynde, op het verdere voordraagen van de welgemelde Heeren Gedeputeerde deezen aangaande, is dien conform goedgevonden en verftaan, dat de Heren van den Hove Provinciaal en andere Collegien van Juftitie binnen deeze Provintie zullen worden aangefchreeven en gelast zig tot H. Ed. Mog. nadere dispofitie , met relatie tot de adminiftratie der Juftitie over Militaire perfoonen* naar het geene zederd den jaare 1651 tot 1672, en wederom van den jaare 1703 tot 1747 heeft plaats gehad te reguleren, en alzulks aan den Militairen Rechter , zoo lange hier omtrend niets nader by H. Ed. Mog. zy gefolveerd, geene andere Jurisdictie toe te kennen,dan in conformité van de boven gementioneerde Refolutie van den jaare 1651. È"X-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 113 EXTRACT uit de Refolutie van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Bur'gemeesteren en Vroedj'chap der Stad Utrecht. Maandag den 29 Maart 1784. Door den Heer Eyck zynde voortgebragt een Extraét uit de Refolutie van de Ed. Mog. Hee- , fërt Raaden van Staaten der Vereenigde Nederlanden van den 17 deezer maand, luidende het ; zelve, als volgt. Fiat infertio. Ën daar over gedelibereerd en in confidera, tie genomen zynde, dat het ten hoogften nodig en met de goede orde overeenkomende is , dat de Magiftraat en Raad dezer Stad van zoo, danige dispofitie en Refolutie legale kenniffe be| komen, beeft de Vroedfchap den Heer eersten Burgemeester, als Gouverneur dezer Stad, ver1 zogt den Commandant van het tegenwoordig Guarnifoen binnen deeze Stad, daar over te fpreeken en van zyn Ed. te verneemen, of Hy , of den Auditeur Militair alhier zoodanig I eene Refolutie van den Raad van Staaten ontvangen heeft, en daar van als dan te vorderen | eene geauthentifeerde Copie. Nal. t Deel II. Stuk H In-  ii4 NALEZING van STUKKEN Infertio. EXTRACT uit de Refolutie van % de Ed. Mog. Heeren Raaden van I Staaten der Vereenigde Neder- I landen. Woensdag den 17 Maart 1784. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan, Ir dat by provifie en zoo lang geen andere ordres s &c. (zoo als dit ftuk alomme bekend en reeds | in de Nieuwspapieren meedegedeeld is.) EXTRACT uit de Refolutie van I de Ed. Gr. Agtb. Heeren Bur- \ gemeesteren en Vroedfchap der I Stad Utrecht. Maandag den 5 April 1784. Door Heeren Burgemeesteren zynde voorge- jE bragt een geauthentifeerd Extraét uit de Refo- k lutie van de Ed. Mog. Heeren Raaden van Staa- f ten der Vereenigde Nederlanden : luidende als |l in de Vroedfchaps Notulen van voorleden maan- p dag vermeld ftaat, en daarop gedelibereerd zyn- h de, heeft de Vroedfchap de Heeren Gecom- h mitteerden tot den ftaat van Oorlog verzogt en [: gecommitteerd, om dezelve teexamineeren en l de Vroedfchap te dienen van derzelver conli- tl deratien. EX-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 115 EXTRACT uit de Ref. ut fupra. Maandag den 19 April 1784. Door de Heeren Gecommitteerden tot den ftaat van Oorlog zynde gedaan navolgende rapport en voorftel. Fiat infertiö r. Heeft de Vroedfchap na deliberatie gerefolVeerd, als volgt. Edele Groot Agtbaare Heeren l De Heeren Gecommitteerden tot den ftaat van Oorlog, ingevolge Vroedfchaps Refolutie Commifforiaal van den 5. deezer lopende maand, in overweginge genomen hebbende, zeekere Refolutie van den Raad van Staaten van den 17 Maart deezes jaars, vervattende eene aanfchryving aan den Commandeerenden Officier van het alhier zig bevindend Guarnifoen, houdende in fubftantie, onder meer anderen, dat, by proviile, zoo lange geene andere ordre by de gezamenlyke Bondgenooten op de Militaire Juftitie zal zyn gefteld, gevolgd zal worden de voet, die daar omtrend gehouden is zederd den Jaare 1651 tot 1672, als meede zederd 1703 tot 1746, en dat dienvolgends,met betrekking tot dc Steeden ftem in Staat hebbende, de Militaire Jurisdictie aüeenlyk zal gaan over nala¬ tigheid en overtredingen in iochten en Wach¬ ten, .overgaan aan den Vyand, defertie van de Compagnie of verloop van de eene Compagnie H 2 on-  irö NALEZING van STUKKEN onder de andere zonder paspoort, mitsgaders over exceflen en deliften , die de Officieren en Soldaten onder of tegen elkaar begaan, voor behoudens het middel van Appel aan den Raad van Staaten, kunnen niet ontveinzen , ge- confidereerd tot nog toe alleenlyk de zoogenaamde Hoogen Krygsraad by alle de Bondgenooten is afgefchaft, en daar door de Sententien der lagere Krygsraden, van welke tot nu toe aan deeze Rechtbank pleeg geappelleerd te worden, thans wederom , gelyk voor de introductie van gemelde Hoogen Krygsraad, by wyze van beroep, door den Raad van Staate, aan wien zulks door de gezamentlyke Bondgenooten nog laatstlyk by Refolutie van 9 Feb. 1703, is toegekend, moeten worden gerevideerd; Dat het hun Ed. wel is voorgekomen, dat de gemelde aanfchryving van den Raad van Staaten zig eeniglyk hadde behoren te bepalen tot de gezegde Appellen , vooral met betrekking tot zoodanige Provinciën, gelyk Utrecht, alwaar de Jurisdictie der Militairen door den Souverain tot hier toe nog niet is gereduceerd tot de enkele bcoordeehng der pure Militaire deliften, want het als nu zoude kunnen fchynen/als of de Raad van Staaten zoude vermeinen , met voorbygaan der Souveraine Staaten, beitellinge te mogen maaken omtrend de Militaire Juftitie, en ten aanzien van deeze Provintie eeneprovifioneele fchikking, zoo als dezelve in den jaare 1675, is aangenomen en nog koctelyks in den jaare 1777 is gerenoveerd, zonder concurrentie der Heeren Staaten, te kunnen vernietigen. Dan, wanneer de Heeren Gecommitteerden hier  tot de MILIT. JURISDICTIE. 117 hier tegen in aanmerking neemen , dat de Raad van Staaten, aan wien nimmer, ten minften van wegens deeze Provintie, eenige aanfchryving is gedaan van eenige byzondere Provinciale fchikkingen of Wetten, concerneerende de Militai- I re Jurisdictie, by deszelfs circulaire toegezon- I dene Refolutie geene melding heeft kunnen maken van dusdanige aan H. Ed. Mog. onbekende particuliere befcbikkingen,neen maar zal gedagt hebben, by deszelfs aanfchryvinge aan de Commandeerende Officieren der onderfcheide- : ne Guarnifoenen binnen deeze Republiek te moeten volgen denzelven voet , welken de Raad van Staaten voormaals in de jaren 1651 en 1703 , gehouden heeft, wanneer insgelyks de toenmaals zynde Hooge Krygsraden vernietigd zyn geworden, en door den Raad van Staten op beide die tyden, by eene gelyke aanfchryvinge aan de commandeerende Officieren j der refpective Guarnifoenen, benevens een ordinatoir omtrend de Appellen der Sententiën van Militaire Rechtbanken, eene admonitie, concerneerende de juiste bornes der Militaire Jurisdictie , is toegezonden geworden. Zoo vermeinen de Heeren Gecommitteerden, dat de Raad van Staaten niet zoo zeer buiten voorbeeld gehandeld heeft, dat gehegd zoude moe- i ten worden , deszelfs oogmerk geweest te zyn, omme te empieteren op het recht van beltellinge omtrend het Militaire wezen, aan ieder der Bondgenooten in 't byzonder competeren- j'de, voorzoo veel HoogftderzeJver Territoir, en dc Militie op een ieders Repartitie ftaande, betreft. Om deeze redenen hebben Heeren Gecom* H 3 mie  n8 NALEZING van STUKKEN mitteerden gedagt, niet zoo zeer te moeien in hereren op het geen in de vorm van aanfchryving door den Raad van Staaten aan den Commandeerenden Officier des Guarnifoens alhier ,. als"meede aan alle andere Commandeerende Officieren der overige Guarnifoenen binnen deeze Republiek gedaan, gebrekig zoude kunnen fchynen voortekomen; maar veel eer deeze omftandigheid ten nutte te moeten aanleggen, ten einde eene zoo bekwaame gelegenheid ter verkryging van eene zoo algemeen begeerde zaak , als is de bepaaling der Militaire Jurisdictie tot pure Militaire Delicten, worde gearripieerd, en'hierinne eens eindelyk een éénparigen voet by alle de Provintien beraamd en vastgefteid worde, gelyks zulks bereids in Zeeland en Friesland door Staats Refolutien is geëffectueerd. Te meer nog daar in deeze Provintie nimmer zoodanige algemeene Militaire Jurisdictie heeft plaats gehad, waardoor Militaire Perfoonen , zoo omtrend Civile als omtrend Crimineele zaaken, voor geenen anderen , dan voor den Militairen Rechtbank zout den kunnen worden geconvenieerd of te recht gefield , maar ter contrarie by eene provifioncele fchikking is vastgefteid, dat alle Aótien wegens Civüe zaaken voor den ordinaris Civilen Rechter zouden moeten worden geïnftitueerd , terwyl in het Crimineele alle pure Militaire Delicten by den militairen Rechter en alle gemeene Delicten by preventie, het zy by den Civilen, het zy by den Militairen Rechter, die eerst zoude geoccupeerd hebben,zoude beoordeeld en geftraft worden; waar uit dan fchynt te volgen dat de Militaire Jurisdictie in dee-i  tot de MILIT. JURISDICTIE. 119 deeze Provintie genoegzaam van zelve vervallen is binnen die juiste bepaalingen, binnen welke de meeste Bondgenooten dezelve jegens- woordig hebben te rug gebragt: immers, daar by opgemelde proviüoneelc fchikking aan den Militairen niet meer is toegeltaan, als de bloote preventie in gemeene Delicten , en deeze preventie in niet anders beftaat, dan in de faculteit van te kunnen prevenieeren, zoo volgt, dat, ten minsten met betrekking tot die Militairen, welke ftaan ter repartitie van zoodanige Provintien, welke bereids de Militaire Jurisdictie bepaald hebben tot de enkele pure Militaire Delicten , geen gebruik van opgenoemde preventie kan gemaakt worden, aangezien do faculteit om te kunnen of te mogen prrevenieeren , aan dezelve benomen is, door het verbad van in gemeene Delicten te jugeeren. Waar by komt,dat H. Ed.Mog., de Heeren Staaten deezer Provintie, in Hoogftderzelver laatfte Vergadering van den 7. deezer maand hebben goedgevonden aan het Hof Provinciaal, en aan andere Collegien van Juftitie binnen deeze Provintie aan te fchryven, dat met betrekking tot de adminiftratie der Juftitie, omtrend Militaire Perfoonen, zig ftiptelyk zullen gedraagen, naar het voorfchrift van het deezen aangaande gerefolveerde byde gezamenlyke Bondgenooten op de groote Vergadering, in 'sHage gehouden in den [jaare 1651, waar door dan niet alleen het recht van preventie, maar ook zelve de meergemelde provifioneele fchikking van den Jaare J675 is verwittigd geworden. Om dan ook vervolgends deeze zoo zeer geil 4 wensch-  ï2q NALEZING van STUKKEN wenschte zaak deszelfs vol beflag te doen verkrygen , zal nu nog noodig zyn , dat door eene nadere Proviuciaale Refolutie een zelve voet beraamd worde , omtrend de Militaire Jurisdictie , als bereids by de Provintie van Zeeland en Friesland gefchied is ; omme het welk te efftctueeten ,de Heeren Gecommitteerden van oordeel zyn, dat Burgemeeiteren en verdere Gecommitteerden ter befchryvinge behooren te worden verzogt en geaiuhorifeerd,. om van Stads wegen ter eerstkomende Vergadering van Staaten voor te draagen , hoe het de Vroedfchap wenfchelyk is voorgekomen, dat omtrend het Stuk van de Militaire Jurisdictie by alle de Bondgenooten een gelyke en eenparige voet mooge worden beraamd, en dat, geconfedereerd de tot hier toe zederd in den jaare 1675" geëxteerd hebbende provifioneele fchikking, nu van zelfs vervallen is, zoo door de onderfcheidene Refolutien van meest alle de Bondgenooten , als mede door de laatfte formeele aanfchryving van den Raad van Staaten aan de Commanderende Officieren der refpective Guarnifoenen binnen deeze Republiek en wel voornamenlyk door H. Ed. Mog. op de laatfte Vergadering van den 7. deezer maand genoomen Refolutie boven vermeld, het aan de Vroedfchap toefcheen als nog nodig te zyn , dat by eene Staats Refolutie verklaard wierde , dat, uit hoofde voorfchreeve, de opgemelde provifioneele fchikking zynde komen te cefleeren, voordaan binnen deeze Provintie geene Militaire Jurisdictie zal mogen worden geoefiend , dan aileenlyk omtrend zuiver Militaire Delicten Waardoor verftaan worden dezulke,welke alleen door  tot de MILIT. JURISDICTIE. 121 door een Militair, als Militair kunnen worden geperpetreerd, als mede over excelfen en delicten , niet capitaal zynde, die Officieren en Soldaten tegen elkaar binnen de refpeétive Guarnifoenen begaan, mitsgaders over verfchillen tuffchen Militairen, ontftaande over Leeningen, Soldyen , Monteringen, Wapenen of andere Krygsmans behoeften met recht van Appel aan den Raad van Staaten , terwyl de Militairen omtrend alle andere gemeene deliften, als meede, wegens alle Civile zaaken onderworpen zuilen zyn aan den ordinairen Civilen Rechter der plaats, waarin zy Guarnifoen houden, of zig mogen bevinden , met byvoeginge, dat de Vroedfchap van oordeel is, dat van zoodanige genomen Refolutie aan den Heer Erfftadhouder , én aan den Raad van Staaten by Miffive kenniife gegeeven en by openbaare Publicatie aan een ieder bekendmaking gedaan moet worden. XXVII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Mug. Heeren Staaten 'sLands van Utrecht. Mercurii den 21 April 1784. De Heeren Gecommitteerden der Stad Utrecht hebben ter Vergadering voorgebragt en laten leezen de Refolutie van de Heeren hunne Principaalen in dato 19. deezer , betrekkelyk de Militaire Jurisdictie en deswegens gedane aanfchryvinge van den 7. deezer, als breder by dezelve Refolutie volgende Hier na geïnfereerd. lt s Fiat  12 2 NALEZING van STUKKEN Fiat infertio 2. Gehoord het Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot den ftaat van Oorlog, heeft de Vroedfchap , de Heeren Burgemeefteren en verdere Gecommitteerden ter beichryvinge verzogt en geauthorifeerd, om van Stads wegen, ter eerstkomende Vergadering der Heeren Staten voor te dragen, dat het de Vroedfchap wenfchelyk is voorgekomen; dat, omtrend het ftuk van de Militaire Jurisdiaie , by alle de Bondgenooten, een gelyke en eenparige voet worde vastgefteid, en dat, geeonüdereerd de tot hier toe geëxteerd hebbende provifioneele fchikking van den jaare 1675, als nu van zelf vervallen is, zoo door de aanfchryvinge van den Raad van Staaten aan de Commandeerende Officieren der onderfcheidene Guarnifoenen binnen deeze Republiek, zoo als dezelve vervat is by Hoogftdeszelfs Refolutie van den 17 Maart deezes jaars, als wel voornamentlyk door de Refolutie by H. Ed. Mog. de Heeren Staaten deezer Provintie genoomen op de jongstleeden Vergadering van den 7. deezer maand, waar by H. Ed. Mog. hebben goedgevonden om aan den Hove Provinciaal en andere Collegien binnen deeze Provintie aan te fchryven, dat, met betrekking tot de adminiftratie der Juftitie omtrend Militaire Perfoonen , zig ftiptelyk zullen gedragen, naar het voorfchrift van het, dien aangaande gerefolveerde by de gezamentlyke Bondgenooten in de groote Vergadering, gehouden in 'sHage in den jaare 1651 , het aan de Vroedfchap toefcheen, als nog noodig te zyn, dat by eene nadere Staats Refolutie ver-  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 123 verklaard werde: dat, uit hoofde voorschreven de gemenlioneerdeprovifioneele fchikking zynde komen te ceffeeren, voordaan binnen deeze Provintie geene Militaire Jurisdictie zal mogen worden geoeffend, dan alleenlyk omtrend zuiver Militaire Deliften, waar door verftaan worden zulke , welke alleen door een Militants Militair kunnen worden geperpetreerd; als meede over exceffen en deliften, niet capitaal zynde , die Officieren en Soldaten tegen elkaar binnen de refpective Guarnifoenen. begaan ; midsgaders over verfchillen tuffchen Militairen ontitaande over Leeningen, Soldyen, Monteringen, Wapenen of andere Krygsmans behoeften en zulks met recht van Appel aan den Raad van Staaten van alzulke zaaken, die appellabel zyn naar dc gemeene Rechten: te*. wyl de Militairen omtrend alle andere gemeene Deliften als meede wegens alle Civile zaaken , onderworpen zullen zyn aan den ordinairen Civilen Rechter der'plaats, waarin zy Guarnifoen houden , of zig mogen bevinden. Eindelyk, dat de'Vroedfcbap van oordeel is, dat van zoodanige genomen Refolutien aan den Heer Erfftadhouder deezer Provintie cn aan den Raad van Staaten by Miffive kenniffe gegeven, en by openbaare Publicatie aan een ieder bekendmaking gedaan, moet worden. Waar op gedelibereerd zynde,hebben de He, ren van de twee voorfterrimende Leden dezelve gehouden in advies. XXVIII,  ï24 NALEZING van STUKKEN XXVIII. MISSIVE van de Heeren Staaten 'sLands van Utrecht Schout &c. der Stad Utrecht. Geregiftreed in het Memoriaal van den Ed. Agtb. Gerechte der Stad Utrecht den 22 April 1784. Edele, Erentfefte, Vrome, Hooggeleerde Wyze, zeer voorzienige Heeren ! Op het geene deezen aangaande ter Onzer Vergadcringe is voorgedragen , hebben Wy goedgevonden U Ed. by deezen aan te fchryven en te gelasten , om met relatie tot de adminiftratie der Juftitie over Militaire Perfoonen , U Ed. te reguleeren naar het geene zederd den Jaare 1651 tot 1672, en wederom van den Jaare 1703 tot 174Ó , heeft plaats ge, had, en alzuiks aan den Militairen Rechter, zo lange hier omtrend niets nader by ons zy gerefolveérd, geene andere Jurisdictie toe te kennén , dan in conformité van de Refolutie den 25 Maart des Jaars 1651, by de gezamenlyke Bondgenooten op de groote Vergadering genomen, te weeten, alleen over de nalatigheid en overtreedingen in Tochten en Wachten, overgaan aan den Vyand, defertie van de Coropagnien of verloop van de eene Compagnie onder de andere , zonder Paspoort, mitsgaders over exceflen en deliften, die de Officieren en Soldaaten onderling of de een tegens den an- de- , |  tot de MILIT. JURISDICTIE. 125 deren zullen komen te begaan , en verder niet. Hier meede Edele, Erentfefte, Vrome, Hooggeleerde Wyze, zeer voorzienige Heeren ! beveelen wy U Ed. in de befcherming van God Almachtig. Gefchreeven te Utrecht den 7 April 1784. (Was geteekend) A. F. GODIN. vt. U Ed. goede Vrienden De Staaten van den Lande van Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelve. (Geteekend) H. A. LAAN. (De Superfcriptie was) Edele, Erentfefte, Vrome, Hooggeleerde, Wyze, zeer voorzienige Heeren. Schout, Burgemecfteren en die van den Gerechte der Stad Utrecht. XXIX.  126 NALEZING van STUKKEN XXIX. EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Van den 8 April 1784. By refumptie gedelibereerd zynde op het Rap» port van den 11 Maart is dien conform goedgevonden en verftaan, de Heeren H. Ed. Mog. Gecommitteerde Raaden te autborifeeren , gelyk gefchied by deezen, om in geval dat eenig Militair Officier, van welke qualiteit hy ook zyn mogte , by vervolg weigerde om den Eed tot zyn functie ftaande, met de ampliatie van het Formulier, volgens H. Ed. Mog. Refolutie op het ftuk der Militaire Jurisdictie, den 22 September 1783, genomen af te leggen, en zulks wel, na dat aan hem daar van explicatie was gegeeven, als dan deszelfs Commisfie niet te laten regiftreeren, zyn Traótement in te houden en ten allen tyde het prafteeren van dezelve, offchoon hy zig op nieuws daar toe aanbood, te refufeeren; dat wyders zulks ook betrekkelyk zal moeten zyn tot de Commandeurs en Majors van de Steden en Forten deezer Provintie.- En worden eindelyk de welgemelde Heeren van den Raad geauthorifeerd , om direct van zoodanige weigering aan Z. D. H. als Capitein Generaal van 'sLands Militie kennis te geven; ten einde zoodanig vaceerende plaats met een ander Perfoon zoude kunnen worden gefuppleerd. XXX.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 12? XXX. EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 15 April 1784. De Heeren Gedeputeerden|vanMiddelburg,ter Vergadering hebbende voorgedragen, dat de Heeren hunne Committenten tot nog toe niet legaal zyn geinformeert, of in gevolge de Staats Refolutie van 11 Maart de aclueele Guarnifoenen te Vlisfingen en Veere hebben geprasfteerd den Eed, geamplieerd by Refolutie van 22 September 1783, nademaal de gepra?figeerde tyd van 4 weeken, binnen welke zy verpligt zyn geweest zulks te doen, bereids verfchenen is, of van het geen door de Heeren Gecommitteerde Raaden ter executie van de voorfz Refolutie van ir Maart is gedaan ,infteerende derhalven , dat deswegens de verëischte opening mogte worden gegeeven, heeft de Raadpenfionaris daar op gecommuniceerd, dat het Guarnifoen te Vlisfingen op voorleden Zaturdag, den 11 deezer, den bovengemelde geamplieerden Eed met alle bereidwilligheid had afgelegt: dan dat, betreffende het Guarnifoen ter Veere, hy Raadpenfionaris op den zeiven 11 deezer was opgewagt door den Capitein Lieutenant Bruce , welke aan hem had kennis gegeeven , dat de Commandanten andere Officieren wel bereid waren, om denzelven Eed af te leggen, maar dat zulks niet konden doen, als met voorkennis en confent van hunne Betaalsheeren: dat hy Raadpenfionaris daar van op huiden morgen  12$ NALEZING van STUKKEN gen aan de Heeren Gecommitteerde Raadert: rapport hebbende gedaan,dezelve daarop badden goedgevonden om van het voorfz gezegde van dien Captein, als meede brengende eene ingewikkelde weigering van obediëntie aan de orders van de Heeren Staaten , direct, by Mis* fïve aan de Heeren Staaten van Holland , als op wiens repartitie die Troupes ftaan, kennis te geven , met verzoek om dezelve Troupes op te ontbieden, zoo en in deeze voegen als de meergemelde Refolutie van n Maart dicteert. _ Waar op gedelibereerd en de Raadpenfionaris voor de gegeeven ouvertuure bedankt zyn. de, hebben H. Ed. Mog. het verrigte der Hee^ ren Gecommitteerde Raaden in deezen geapprobeerd; de Heeren Gedeputeerden van Vlis-. fingen en Veere hebben nogthans zulks gedaan in verwagting, dat conform dezelve Staatsrefolutie, die Miffive ten fpoedigfte zal worden gedepecheerd. XXXI. EXTRACT uit het Memorie en Refolutie.-Roek der Stad Zutphen. Veneris den 16 April 1784. In gevolge het gerefolveerde van gister, op heden by reiumptie gedelibereerd zynde, zoo op eene door den Heer Commandeur deezer Stad aan den Heer pr&fiderende gecommuniceerde Refolutie van den Raad van Staaten der ! Vereenigde Nederlanden, in dato den 17. der vo-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 129 vorige maand Maart met opzigt tot de exercitie tot de Militaire Jurisdictie binnen de Stem in Staat hebbende Steeden, als op eene tevens overgegeevene pro memoria, houdende, dat Haar Ed. Mog. de Raad van Staaten hadden goedgevonden , dat den Generaal Majoor en Commandeur van Heekeren de twee Trompetters en Soldaaten, met de informatien en befcheiden daar toe relatief, aan den Civilen Regter zoude aanbieden , en des gerequireerd zoude overgeven, ten einde over voorfchreeven twee gevallen, by denzelven gecognosceert ,en geoordeelt te worden, zynde hy Commandeur alleen, ingevalle de Civile Regter mogte weigeren , zig de zaak der Trompetters en Soldaten aan te trekken, geauthorifeert en gelast om tegen dezelve voor den Guarnifoen Krygsraad te doen procedeeren. Hebbende Hun Ed. en Achtb. naa voorgaande deliberatie wat het eerste gemelde ftuk betreft, het zelve voor notificatie aangenomen, ten welken einde, die gecommuniceerde Refolutie in het Memoden en Refolutien-Boek zal worden geregiftreerd, en met opzigt tot het laatfte, uit confideratie niet alleen, dat reeds volgens Magiftraats Refolutie van den 17, Maart dezes jaars, de informatien door den Ed. Stadsgerigte , omtrend dc voornoemde Trompetters ingewonnen, aan welgemelde Heer Commandeur waaren ingezonden, ten einde tegen dezelve te doen procedeeren , als in goede Juftitie zoude bevonden worden te behooren , naar dat ook daar benevens het poinct van bepaaling, omtrend de exercitie der Militaire Jurisdictie, waarfchvnelyk een object van Hun Ed. Mog. Nal. I. Deel. II. Stuk. I de-  i3o NALEZING van STUKKEN deliberatien, op den eerstkomende, en nu op handen zynde s'Landfchaps Vergadering ftond op te leveren, en dus door Hun Ed. en Achtb. niet behoorde geanticipeert te worden, mitsdien goedgevonden en verftaan, om zonder prejudicie, en onder inhrefie der voorgementionneerde Refolutie van den 17. Maart jongstleden, de cognitie van deeze zaak aan de Militairen Rigter te laaten ver blyven. (Onderftond) Pro vero Extractu. XXXI. MISSIVE aan Praefident en Raaden van den Hove van Holland, Zeeland en West-Friesland. De Staaten van Zeeland! Edele &c. Door de Heeren onze Commiffariffen tot de ordinaire befoignes op zyn tyd in onze Vergadering een Rapport zynde uitgebragt behelzende derzelver confideratien nopens het verzoek van gratie van den Gevangen Vaandrig de Witte den ir September 1783, aan ons gedaan, hebben Wy op heeden goedgevonden Copie van het zelve Rapport, als meede van de Refolutie, daar op by Ons genomen, aan U Ed. te laten toekomen , en daar benevens tc requireeren om reguard flaande op den inhoud derzei-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 131 zelve, vervolgens in de zaak van den voorfz Vaandrig de Witte te fententieeren, als U Ed. in goede Juftitie zullen oordeelen te behoren. Waar meede Edele &c. In het Hof van Zeeland te Middelburg den 19 April 1784. STAATEN. XXXII. MISSIVE aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. t ■ Edele Groot Mogende Heeren , Byzondere goede Vrienden , Nabuuren en Bondgenooten. By ons op heeden ontfangen zynde U Ed. Gr. Mog. Miffive van den 26. Maart jongstleden, waar by aan Ons wel hebben gelieven te zenden een affchrift van het Rapport door de Heeren U Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie ter Vergadering van Hoogftdezelve uitgebragt, behelzende de confideratien tulTchen hen en de Heeren onze Commiffariffen tot de ordinaire befoignes, nopens het verzoek van gratie van den Gevangenen Vaandrig de Witte geconcerteerd, bedanken Wy U Ed. Gr. Mog. deswegens, en hebben de eer daar op te refcribeeren, dat door de welgemelde Heeren onze CommilfarifTen, in onze I a Ver-  x32 NALEZING van STUKKEN Vergaderinge insgelvks over die materie Rapport°zynde uitgebragt, Wy goedgevonden hebben het zelve op heeden in eene Refolutie te veranderen en daar van met toezending van Copie van het zelve Rapport, aan U Ed. Gr. Mog. kennis te geeven, ten einde de voorfz. zaak ook by U Ed. Gr. Mog. zoo als by ons gefchied is, te konnen worden getermineerd op den voorgellaagen voet, houdende Wy mitsdien de wederzydfche Correspondentie hier omtrend voor afgeloopeil. Waar meede Edele Gr. Mog. Heeren, Byzondere goede Vrienden, Nabuurcnen Bondgenooten, zullen Wy God Almagtig bidden U Ed. Gr. Mog. loffelyke Regeering met alle prosperiteit en voorfpoed te willen zegenen. -JUSA.V1 { «fl&GW3'ia"-3fl30O'2SSGK03'. In 't Hof van Zeeland té Middelburg den 19 April 1784- „ . (Onderftcnd) zaaken die hun, by de anterieure examinatie der Procesftukken van deezen Gevangen en ook van P. van Brakel, waren voorgekomen, geoordeeld hadden dat de finguliere gebeurtenis, ten deeze occurreerende, welke ten aanzien van haar beloop, en vooral van haare merkwaardige gevolgen, in de Jaarboeken van Nederland , altoos een zeer notable plaats beflaan zoude, niet onvoegzaam kon , en zonder de . minfte vrees voor gevolgen, mogt fusceptibel gemaakt worden voor eenige, uit hoofde der circumftantien, geenzints willekeurig te noemen gunfte van den Souverain,door dewelke, fonder eene totaale uitwisfching der exteerende fchuld plaats te geeven, egter in de maate van de te infligeeren ftraf eene aanmerkclykü verzagting zoude worden daar gefteld. Is mitsdien , volgens het eenparig begrip van voorfz Heeren Gecommitteerden , goedgevonden en verftaan, het verzoek om abolitie ,door den Gevangen aan hun Ed. Gr. Mog. gedaan te wyzen van de hand; dog egter, uit aanmerking van de reedenen en gronden , by het voorfz Rapport gedetailleert, aan den Suppliant te remitteeren de doodftraf mitsgaders alle andere ftraffe op een Schavot, welke het Hof anderzints ter zaake van de voorfz misdaad aan den Procureur Generaal tegen den Suppliant by fententie zoude komen aan te wyzen ; zullende wyders aan Praefident en Raaden van den Hove, met toezending eener Copie deezer Refolutie , waar in de reedenen en motiven.daar toe by het Rapport geallegeerd ,zyn vervat, worden aangefchreeven en aan dezelve als Regters overgelaaten, om (reguard neeL 4 men-  ï68 NALEZING van STUKKEN monde op de alzo verleende gunftige remiffie) verder ter voldoening aan de eifchen van het liegt, zoodanig tegen den Suppliant ter zaake voornoemt te iententieeren als het Hof in goede Juftitie zal oordeelen te behooren. • Accordeert met de voorfz Refolutien, BYLAGE XXXIX. JE dele Groot Mogende Heeren, by-. zondere goede Vrienden, Nage-t buuren en Bondgenooten ! By Ons op heeden ontfangen zynde U Ed. Gr. Mog. Miffive van den 26 Maart jongftlee, den, &c. (V) XL. V>, EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 4 Maart 1784. De Raadpenfionaris heeft gerapporteert uit naam van Heeren CommilfariHèa &c. (b) XLL, (V) Zie boven bl. 101, fil) Zie bovjn bi. 53.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 163 XLI. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland}in Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering genoomen op Donderdag den 19 February 1784. Dc Heer Penfionaris van Zcebcrgh heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie met Commisfarisfen uit den Hove, in.gevolge en ter voldoening van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie commisforiaal van den 10 October 1783. hadden geëxamineerd een Request, door Jacob Eduard de Witte, Vaandrig Supernumerair in het Regiment van den Lt. Generaal van Yfemburg, in dienst van den Staat der vereenigde Nederlanden, aan hun Ed. Gr. Mog. geprcfenteerd , ten einde het aan hoogstdefelven behaagen mogte, al het geen door den Suppliant, in de zaak daar by gemeld, gedelinqueerd of verbeurd zoude moogen zyn, te aboleeren cn te niet te doen, en daar van aan den Suppliant te verleenen Brieven van abolitie in optima forma : als mede eene Misfive van Praefident en Raaden van den Hóve, gefchreeven den 8 October 1783. houdende, ter voldoening aan hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 4 September bevoorens, derzelver confideratien en advis op bet voorfz. Request; en eindelyk ook de confideratien en L 5 het Rapport op de verzogte abon litie door den Vaandrig J. E, de Wi tte ; met een Concept Misfive daar over aan cleStaaten van Zeeland; en om van het Hof opgave te requireeren van de form van behandeling in het verleenen van gratiën. Overgenomen.  ï7o NALEZING van STUKKEN bet advis door den Procureur Generaal in deeze zaak aan het Hof op dc gcwoone requifitie gefuppediteerd, en door den Hove by de bovengemelde Misfive , als eene Bylaag gevoegd. En dat zy Heeren Gecommitteerden ,in gevolge het verlangen van de Heeren Staaten van Zeeland, in hun Ed. Mog. Misfive van den 10 November 1783. den 18 daar aan volgende ter Vergadering alhier ingekomen , vervat, over deeze zaak in een fchriftelyke conferentie getrccden zynde met de Heeren Commisfarisfen van welgemelde Heeren Staaten van Zeeland, tot de ordinaire Befoignes, na het wisfelen van eenige confideratien met dezelven waren over een gekomen ten aanzien van het advis, dat in deeze zaak zoude behooren te worden uitgebragt, zoo wel als van de generaale gronden, die daar toe konden dienen. Dat zy Heeren Gecommitteerden in gevolge hier van dan ook de eer konden hebben, aan hun Ed. Gr. Mog. te rapporteeren , dat zy naauwkeurig overwoogen hebbende de recdenen en gronden, waarom door Praefident en Raaden van den Hove op des Gevangens verzoek van abolitie een declinatoir Advis was uitgebragt, niet hadden kunnen disconvenieeren eensdeels , dat de misdaad van Landverraad, waar in hier geverfeerd wierd , als een Crimen atrocijjlmum, waar omtrent veele byzonderheeden zamen liepen, die allen den ernst van den Wetgeever om daar tegen te voorfien, billyken, uithaar aart en op zig zelve befchouwd niet zeer fusceptibel was voor eene abfolute gratie, en anderdeels, dat de rcedenen, door  tot de MILIT. JURISDICTIE. 171 den Gevangen tot excufatie , ware het mogelyk , van zyn delict; geallegeerd , zodanig waren , dat dezelven , als alleen tendeerende om de graad van misdaad te vei minderen , op het gunstigfte befchouwd, maar zouden kunnen dienen tot eene mitigatie van de ftraf, en dus cigentlyk niet op een verzoek van gratie, aan den Souverain geaddresfeerd , maar by den Rechter in judicando te pas gebragt konden worden. Dat zy egter daar en tegen hadden in aanmerking genoomen, de bedenking door Pra> lident en Raaden van den Hove , by hun Advis aan hun Ed. Gr. Mog. voorgefteld, «fniett dewyl des Suppliants langduurige gevangenis nog aan den Suppliant, nog aan den gewoonen loop der Regtspleeging was toe te fchryven, neen maar door een zaamcnloop van extraordinaire omftandigheeden, en zelfs door de deliberatien van hun Ed. Gr. Mog. was toegekomen, deeze confideratie van dien aart zoude zyn , dat op dezelve meer by den Souverain zelf, dan by den Regter reguard zoude behooren genoomen te worden; welke bedenking hun was voorgekomen van zeer veel aanbelang ten deezen te zyn, naar dien het bekend was, tot welke deliberatien, inzonderheid by de Heeren Staten van twee Provinciën, het geval van de Suppliant aanleiding had gegeeven; welke gewigtige gevolgen daar uit waren geproflueerd; hoe eeven die zelfde deliberatien eene afwisfeling van Regts onderzoek omtrent den Suppliant hadden geëffectueerd ; en eindelyk hoe hier door de gevangenis van den Suppliant was verlengd, en deszelfs angften door eene geduurige flingering, en de beklemmendfte on-  172 NALEZING van STUKKEN onzekerheid wegens zyn aannaderend lot wa- | ren verdubbeld. Dat zy Heeren Gecommitteerden begrypende, dat alle deeze omftandigheeden alleen by I den Souverain naar behooren konden worden fe? geapprecieerd , derhalven gemeend hadden, U dat, voor zoo verre uit dezelve een grond tot p eenige mitigatie van ftraf konde worden afge- § leid, de bepaaling daar van niet onvoegzaam bi door den Souverein zelfs zoude gefchieden , ■ terwyl zy met applicatie van de voorfz. om- V ftandigheeden op het voor handen zynde ge- B val, en by eene fcrupuleufe overweging der- V zei ven, zoo in het afgetrokkene, als met betrekking tot verfcheide zaaken, die hun by de antcrieure examinatie der Proces ftukken van deezen Gevangen , en ook van P. van Brakel, waren voorgekomen, geoordeeld hadden, dat de fmguliere gebeurtenis, ten deezen occureerende ,. welke ten aanzien van haar beloop, en vooral van haare merkwaardige gevolgen, in de Jaarboeken van Nederland altoos eene zeer notabele plaats beflaan zoude , niet onvoeg^ zaam kon en zonder dc minfte vrees voor gevolgen mogtfusceptibcl gemaakt worden , voor eenige uit hoofde der circumftantien geenzins willekeurig te noemen gunfte van den Souverein, door dewelke, zonder eene totaale uitwisfehing der exteerende fchüld plaats te geeven , egter in de maate van de te infligeeren ftraf eene aanmerkelyke verzagting zoude worden daar gefteld. En dat mitsdien zy Heeren Gecommitteerden eenpaarig van gedagtcn zouden zyn, dat liet verzoek om abolirie, door den Gevangen aar; f  tot de MILIT. JURISDICTIE. i73 aan hun Ed. Gr. Mog. gedaan, zoude behooffiren te worden geweezen van de hand; dog t'dat egter uit aanmerking van de reedenen en Igronden , by dit Rapport gedetailleerd, aan (den Suppliant gunstig zoude kunnen enbehooIren te worden geremitteerd de Doodftraf, mits-' I gadcr., alle andere ftraffe op een Schavot, weli ke het Hof andedints ter zaake van de voorfz. j misdaad aan den Procureur Generaal tegen den Suppliant by Sententie zoude komen aan te r wyzen; en ""dat dan wyders aan Praiiident en [ Raaden van den Hove , met toezending eener [ Copie van de in deezen te neemen Refolutie , S en van de reedenen en motiven , daar toe by [ dit Rapport geallegeert, zoude behooren te [ worden aangefchrceven , en aa;: dezelven als i Regters overgelaatcn, om (reguard neemende [ op de alzoo verleende gunstige remisfie} verder ter voldoening aan de cifchen van het I regt, zoodanig tegen den Suppliant ter zaake I voornoemt te fententieeren , als het Hof in goede Juftitie zoude oordeelen te behooren. Dat ondertusfehen hun Ed. Gr. Mog. wanneer zy dit geadvifeerde mogten billyken, en geneegen wezen, om zig daar meede te conformeeren , in dat geval, alvoorens het zelve r in eene fmaale Refolutie te veranderen, daar van zouden behooren kennis te geeven aan de • Heeren Staaten van Zeeland, ten einde alzoo ; met betrekking tot de fïnaale afdoening der • zaak die zelfde communicative behandeling tusfchen de Heeren Staaten van de refpective twee Provinciën teobferveeren , welke ten aanzien yan het uitbrengen van een Rapport tus- |- fchen de wederzydfche Heeren Gecommitteerden  174 NALEZING van STUKKEN den had plaats gehad, en dat hier toe aar welgemelde Heeren Staaten , met toezending eener' Copie van het voorenftaande Rapport zoude behooren te worden geaddresfeert de navolgende Misfive. Edele Mogende Heeren, lyzonde* re goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. Door de Heeren Onze Gecommitteerden tot de faaken van Juftitie in Onze Vergaderinge een Rapport zynde uitgebragt, behelzende de confideratien tusfchen hen en de Heeren U Ed. Mog. Commisfarisfen tot de ordinaire befoignes , nopens het verzoek van gratie van den gevangen Vaandrig de Witte , geconcerteerd; 200 hebben Wy, ter bevorderinge van de verdere gemeenfchappclyke afdoening deezer zaak, niet ondienftig geoordeeld , een Affchrift van het zelve Rapport aan Uw Ed. Mog. hier neevens te laaten toekomen : terwyl wy, fchoon Ons geene reedenen voorkwamen , waarom Wy zouden moeten haefiteeren. om het daar by geadvifeerde in eene Refolutie te veranderen, egter hier meede hebben gefuperfedeert, tot dat Wy ook van Uw Ed. Mog. gedagten dien aangaande geinformeert zouden zyn. Wy verzoeken derhalven hier meede te worden vereert, en geeven teffens aan Uw Ed. Mog. in bedenking, of niet, in geval er geene byzondere confideratien tegen het Rapport by Uw Ed. Mog. vallen, dan daadelyk de correfpondentie omtrent deeze zaak foude kunnen worden gehouden voor afgeloopen, en de zaak zei-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 175 Selve op den voorgeflaagen voet ten fpoedigiten , zoo by Uw Ed. Mog., als by Ons, getermineert.Hier meede, &c. Dat zy Heeren Gecommitteerden wel zouden kunnen fuftineeren , hier meede in deezen te hebben gedefungeerd ; dog dat hun in de gehouden correfpondentie met Heeren Commisfarisfen tot de ordinaire befoignes van wegens de Heeren Staaten van Zeeland, met relatie tot de generaale materie van gratie te verleenen, eene bedenkelykheid was voorgekomen , welke zy begreepen hadden niet ftilzwygend te kunnen voorbygaan , als een zaak betrelfende, die, uit hoofde van haar gewigt, alle opmerkzaamheid verdient. Dat, namentlyk welgemelde Heeren Commisfarisfen van Zeeland hun hebbende voorgehouden, of het niet beter zoude zyn, dat het Hof in de zaak van den gevangen de Witte eene Sententie tegen den zeiven arrefteerde, alvoorens by de Heeren Staaten der twee Provinciën eenige dispofitie op des Suppliants verzoek van Gratie verleend wierd ; hier over wel eenige confideratien waren gewisfeld, dog waar van de uitflag geweest was, dat het zelve voorftel weder met gemeen goedvinden was ter zyde gefteld,uit aanmerking in het byzonder , dat het verleenen eener eigentlyk gezegde volftrekte gratie, en dus zonder interincment, nadat men de geheele zaak ook de reedenen van excufatie der misdaad, en fpeciaal die zelfde motiven , die voor het verzoek van r^atie in aanmerking gebragt worden, by den Com-  170 NALEZING van STUKKEN Competenten Regter, met een regterlyk oog befchouwd waren, cn geëxamineert, mitsga-j ders vervolgens by een Vonnis afgedaan jj altoos, ten minsten in de, uiterlyke apparentie;,; een zeeker zoort van willekeurigheid in zig { bevatte, waar van dc Souverein zelf , zool veel doenlyk, zig moest wagtcn eenig vooi%j beeld te geeven , offchoon ook aan den zei- ; ven het vermogen toekwam, 'om in fpeciale gevallen, die het zelve zouden mogen vereifehen , zyne , het zy voor of na de decifie eener zaak, verleende gratie van een intcrinement, het welk anders ten aanzien van gratiën , remisfienpardon en abolitien, altoos plaats moest hebben , te eximeeren. Dat zy Heeren Gecommitteerden ondertusfchen geinformeert zynde, dat deeze gewigri» ge materie niet naar een vasten reegel binnen deeze Provincie wierd behandeld, gemeend hadden, zig niet te kunnen dispenfeeren, om de attentie van hun Ed, Groöt Mog. daar by fpeciaal te bepaalen, en teffens in bedenking te geeven, of hoogstdezelveniet zouden kunnen goedvinden , om van Prsfident en Raadcnj van den Hove te requireeren eene opgave.1 van de gebruikelyke form van behandeling in het verleenen van gratiën, byzonder ten aanzien van het tydftip , wanneer dc misdaden, waar in, en de wyze , op welke, die! thans gewoonlyk geaccordeert worden , als meede derzelver confideratien omtrent de crjfl minecle gevallen , waar toe hun Ed. Gr, Mog. voor zig zei ven , ter vermyding van aiien fehyn van willekeurigheid, gevoeglykst het] verleenen van gratie zonder interinement zou-»j den I  tot de MILIT. JURISDICTIE. 177 de behooren te bepaalen : alles ten einde dan verder by hun Ed. Gr. Mog. zoodanige voorziening op dit ftuk zoude kunnen worden gemaakt, als zy naar hunne hooge wysheid zouden bevinden te behooren, Waar op gedelibereerc en Copie van het yoorlz. gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen , om het zelve in de Ordre nader te examineren , en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Delft, jLeyden, Amfterdam, Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven, Brielle en Hoorn, om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorz. Refolutien. Nal. I. Deel II. Stuk M XLII.  178 NALEZING van STUKKEN XLII. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland, in haar Ed. Gr. Mog. Ver gadenng genomen op Vry dag den 30 April 1784. Miffive van GecommitteerdeRaaden rakende hun verrigte,uit kragt hunner Ed.Gr. Mog. Refolutie van 22 April, in het onderzoek relatief tot de verantwoordingvan den Collonel Commandant Macalefter : CommilF. Ontfangen een Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden , gcfchreevcn in den Hage op heeden, waar by hun Ed. Gr. Mog. toezenden twee Refolutien door hun op de fuccesüve Rapporten der Heeren hunne Commiifarisfen tot de Militaire zaaken, den 28 deezer en heeden genoomen , en zynde by de laatfte gevoegt de vraagen aan den Colionel Macalefter gedaan, en de antwoorden door denzelven daar op gegeeven : alles uit kragte van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 22 daar omtrent genoomen; volgende de gemelde Miffive cn Bylaagcn hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde,is goedgevonen verftaan , dat de voorfz Miffive en Bylaagen zullen .worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap, en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot befoigne, met de Heeren Gecommitteerde Raaden , en de Vergaderinge daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met voorfz Register. XLIIL  tot de MILIT. JURISDICTIE. 179 XLIII. B Y L A G E N A. MISSIVE van Gecommit. Raaden van Holland aan H. Ed. Gr. Mog. 30 April 1784. Edele Groot Mogende Heeren ! Op het ontfangen van U Ed. Gr. Mog. Refolutie in dato den 22 deezer, waar by U Ed. I Gr. Mog. onder anderen ons hebben gelieven . te verzoeken en authorifeeren , om het onderzoek relatief tot de verantwoording van den Collonel Commandant Macalefter, in de voorfz Refolutie vermeld, met allen ernst, nauwkeurigheid en promtitude te doen , en van den uitftag daar van een punctueel Rapport ter Vergadering van U Ed. Gr. Mog. in te brengen en voorts ordre te ftellen tot het inhouden van het Tractement aan denzelven Collonel competeerende ; hebben wy de Heeren onze CommillariiTen tot de Militaire zaaken verzogt ons te willen dienen van hunne Confideratien en Advis, nopens de wysop welke aan U Ed. Gr. Mog. intentie in deeze best zoude kunnen worI den voldaan. En hebben thans de eere U Ed. Gr. Mog by deeze te laaten toekoomen twee Refolutien I door ons op derzelver fuccesfive Rapporten ■ den 28 deezer en heeden genoomen , by welke laatfte gevoegd zyn de Vraagen aan den gemelde Collonel Macalefter op gister ieterativelyk door welgemelde Heeren Commiifarilfen ; gedaan en de Antwoorden door denzelven daar M 2 op  i8o . NALEZING van STUKKEN op gegeeven, door al het welke wy hopen dat aan de intentie van U Ed. Gr. Mog. in deeze zal weezen voldaan. Waar meede, Edele Groot Mogende Heeren, zullen wy God Almagtig bidden UEd. Gr. Mog. te willen houden in zyn heilige protexie. Gefchrceven in den Hage den 30 April 1784. (Onder ftond) U Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Vriesland. (Langer ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Geteekend) A. J. ROYER. XLIV. B. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Ed. Mog. Heren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en WestVriesland, genomen op Den 28 April 1784. Ter executie van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den acdee. zer, de Ordonnantievan het Op het provifioneel Rapport van den Wel Edele Heer van der Does, Heere van de Noordwyken, en van de Heeren Snellen en Patyn,hun Ed. Mog. medebroederen in raade, ingevolge en ter voldoening aan hun Ed. Mog. appointement Commifforiaal van den 26 dee-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 181 Hoofd Traftemen van den Collonel Commandant Maca lefttr, verfcheenenna het neeEien der voorl'z Refolutie, by provilie niet te depccheere 1, en voo t. als in den Texc. M 3 XLV. deezer, geëxamineerd hebbende de Refolutie door hun Ed. Gr. Mog den 22 bevoorens ten opzigte van den Collonel Commandant Macalefter genomen: is ,na voorgaande deliberatie, ter executie van de voorfz Refolutie, conform het Advis van welgemelde Heeren Commiffarilfen, goedgevonden en verftaan, de Commifen van de Finantie by deezen te authorifeeren en gelallen , om de Ordonnantie van het Hoofd-Traótcment verfchenen na het neemen der voorfz Refolutie, by provilie en tot hun Ed. Mog'. nader ordre niet op te maakenpf te depecheeren, en voorts aan de Ordonnantie van fol ■ dy aan de Compagnie van denzelven Collonel den 5 Mey aanftaande zullende verfcheinen, deszelfs Tractement als Capitein te korten en in te houden, mitsgaders daar meede op de volgende Ordonnantiën zoo lang te continueeren tot dat hier omtrent nader door hun Ed. Mog zal weezen gedisponeert. En zal Extract, deezer gegeven worden aan de Commifen van de Finantie , zoo tot naricht, als om zich daar naar te reguleefen. Accordeert met het voorfz Register.  iS* NALEZING van STUKKEN C. Dc Vragen aan den Collonel Macalefter voorgehouden , met deszelfs ant woorden , beueevens de in deze gemelden Extracten, by Miffive aan hun Ed. Gr. Mog. te zenden. XLV. EXTRACT uit hst Register der Refolutien van de Ed. Mog. Heren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en IVestVriesland, genomen op Den 30 April 1784. Dc Wel Edelen Heer van der Does, Heer van de Noordwyken , en de Heren Snellen en Patyn, hun Ed. Mog. medebroederen in raade,en Commisfariffen tot de Militaire zaaken, hebben aan hun Ed. Mog. gerapporteerd, dac de Collonel Commandant van het Regiment van den Generaal Major IIouftoun, Robbert Macalefter, ingevolge de ordres in hun Ed. Mog. Refolutie van den 22 deezer vervat, alhier was overgekoomen en aan hun Heeren CommilTariffen van zyn arrivement op den 27 deezer had kennis gegeeven; en dat zy vervolgens, ten einde hun Ed. Mog. conform aan derzelver appointement Commifforiaal van den 26 bevoorens,in itaat te ftellen, om aan de requifitie in hun Ed. Gr. Mog. gemelde Refolutie vervat, zoo fpoedig doenlyk, door het inbrengen van een punctueel Rapport te kunnen voldoen, met elkander hadden overlegd en gearrefteert, de poincten, waar omtrent de gemelde Collo. nel  tot de MILIT. JURISDICTIE. 183 nel Commandant, ter bereiking van het voorgcltclde oogmerk , behoorde te worden ondervraagd. Dat zy deeze poinclen vervolgens aan zyne Hoogheid, in qualiteit van Capitein Generaal deezer Provintie , hadden gecommunicccrt, welke meede begreepen had, dat dezelve tot het gemelde oogmerk zouden kunnen ftrekken , en dat zy op gister den meergemelde Collonel Commandant dezelve poinéten, met allen ernst, een en andermaal voorgehouden hebbende , daar op door dcnzelvc waaren gegeeven de Antwoorden, welke neevens deeze poincten waaren genoteerd; Dat zy deeze Antwoorden wederom aan hooggemelde Z. H. hadden gecommuniceerd , en dat Hoogstdezclve met hun begreepen had, dat hier in vervat was, het geene ten deeze in confideratie fchcen te kunnen komen; Dat zy Hccrcn Commiffariflen de eere hadden deeze Vraag-poincten, met de daar op gegeeven Antwoorden, thans te brengen ter Tafel van hun Ed. Mog. en aan hun Ed. Mog. in confideratie te geeven, of hun Ed. Mog. niet zouden kunnen goedvinden, dit ftuk, beneevens Extraét deezer, en van hun Ed. Mog. Refolutie van den 28 deezer maand, ten opzigte van het inhouden der Tractementen van den Collonel Macalefter genomen, aan hun Ed. Gr. Mog. by Miffive toetezenden, M 4 ten  184 NALEZING van STUKKEN ten einde daar meede aan Hoogstderzelver gemelde requifitie en beveelen te voldoen. Waar op gedelibereert, en welgemelde Heeren Commilfariffen voor derzelver moeite in deeze genomen bedankt zynde, is, conform derzelver Advis, goedgevonden en verftaan, dat de Vraagen aan den Collonel Macalefter , door hun op gister voorgehouden , met de Antwoorden daar op door hem Collonel gegeeven; zo als dezelve aan het einde deezer zyn gevoegd, beneevens Extraóten deezer Refolutie, en van die, welke nopens deeze zaak bereids door hun Ed. Gr. Mog. op den 28 deezer maand is ge. nomen, by Miffive aan hun Ed. Gr. Mog. zullen worden gezonden, ten einde ter voldoening aan Hoogltderzelver requifitie te ftrekken. Fiat infertio van de Vraagen en Antwoorden in deeze gemeld. (Onder ftond) Accordeert met voorfz Register. (Was geteekend) A. J. ROYER. Ant-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 185 Antwoorden door den Collonel Macalefter op de neevenftaande Vraagen gegeeven. Zegt , dat den 13 Maart niet in het Guarnifoen heeft gecommandeert, maar dat hy op den 21 daar aan volgende van Bergen op den Zoom derwaards is vertrokken en aldaar in den volgende nagt, na zyn onthoud, ten een uuren is gearriveert, en dat het antwoord in het neevenftaande Articul vermeld, vervolgens door den in zyn abfentie gecommandeert hebbende LicutenantColloncl Macalefter , deszelfs Broeder, is gegeeven, welke hem na zyn voorfz arrivement het zelve heeft gecommuniceert. Zegt, by zyn arrivement, onpaffelyk te zyn geweest, dog wederom herfteld zynde, twee Vraagen aan den Collonel Macalefter ge'daan , op den 29 April j 7 84. r. Om welke reedenen hy Collonel, wanneer hem op den 13 Maart laatstleeden is aangezegt, dat hy benevens de verdere Officieren van het Guarnifoen der Stad Veere den Eed by Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland in dato23Septemberi783 vastgefteid , zouden hebben af te leggen, op deeze aanzegging heeft aangenoomen, hier op zoo fpoedig als mooglyk was te{ zullen antwoorden. 2. Hoedanig en wanneer hy van de voorfz aanzegging aan de Officieren van hetGuarnifoen M 5 der  , i85 NALEZING van STUKKEN twee a drie-dagen, na zyn retour in het Guarnifoen , het voorenftaande op de Parade aan de prefent zynde Officieren te hebben gecommuniceert , en dat dezelve Officieren hebben verklaart, dat zy zich zouden conformeeren aan het geene hier omtrent door hem Collonel Commandant zoude worden gedaan, gelyk zy 1-eeds hadden voorgenoomen te doen voor zyn arrivement. Zegt, dat het antwoord in queftie dooiden Capitein Bruce is overgebragt , zynde geen Capitein Lieutenant van dien naam in het Regiment bekent, endathyCollonelComraandant den 30 Maart laatstleeden tot het verri'gten van eenige Regiments zaaken uit Veere zynde gegaan en aldaar niet eerder als op den 8 April daar aan volgende geretourneert der gemelde Stad kennis heeft gegeeven, en wat daar omtrent onder dezelve Officieren is gepaffeert en beflooten? 3* Waarom hy niet eerder als op den 10 April het antwoord in questie heeft laaten geeven , en om welke reeden hy het zelve niet in Perzoon heeft gebragt , maar laaten overbrengen door den Capitein Lieutenant Bruce ? Waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 187 neeit weezende , den 9 niet op dc Parade was geweest, dog den gemeldenCapitein op den 10 der gemelde maand met het antwoord naar Middelburg had gezonden en zulks heeft gedaan , vermeenende hier door volgens ftyl van den dienst nietmisdaan te hebben. Zegt, dat door den Capitein Bruce, en niet door denCapiteinLientenant Bruce, woordelyk heeft laaten antwoorden aan den Heer Raadpenfionaris van Zeeland: Ik weigere den Eed niet te doen, edoch moet alvoorens afwagten en gelast worden door de Heeren Staaten van Holland , om dezelve te prejleeren, als zynde op de repartitie van de gemelde Provintie, dathy het zelve antwoord heeft gegeeven, van gedagte zynde en zelfs gehoord hebbende, dat de. Heeren Staaten van Zeeland overliet doen van 4- Waar op gegrond was het antwoord dat den gemelde Capitein Lieutenant aan den Heere Raadpenfionaris van Zeeland heeft gegeeven, dat de Commandeerende en verdere Officieren wel bereid waren om den Eed af te leggen, maar zidks niet konden doen , als met voorkennis en confent van hunne Beiaaldsheeren ? Of  188 NALEZING van STUKKEN van den Eed in queftie,. aan de Heeren Staaten van Holland hadden gefchreeven, endathy vermeende daar omtrent van hun Ed. Gr. Mog. alle oogenblikken ordres te zullen ontfangen. Zegt, dat conform aan zyn gezegde op het vierde poinct. afvvagtende de ordres van hun Ed. Gr. Mog., hy niet anders gedaan heeft om het confent, in dit poinci vermeld, te verkrygen als een mondeling Adres aan zyn Hoogheid. Zegt, geene middelen in het werk gefield te hebben, en dat dit poinct, door het antwoord op het voorige is komen te vervallen. Zegt, 5- Of hy Collonel Commandant vervolgens zyn werk heeft gemaakt, om het geene van hem en zyne meede Officieren was gevordert , te brengen ter kenniffe van welgemelde Betaaldshceren , en om Hoogftderzelver confent tot liet afleggen der voorfz Eed te obtineeren? 6. Welke middelen hy ten dien einde heeft in het werk gefield, en met wien hy daar over heeft geconfuleert , mitsgaders welk narigt of raad hy nopens deeze zaak heeft ontfangen en welke motiven hem bewoogen hebben daar aan te defereeren? Of  tot de MILIT. JURISDICTIE. 189 Zegt, gelyk in zyn antwoord op het vyfde poinct gemeld is, zig over deeze zaak aan zyn Hoogheid mondeling geaddresfeert te hebben op den 6 April laatstleeden, cn aan Hoogftdezelve te hebben gevraagt, hoe zig gedragen zonde in het dóen van de gerequireerden Eed aan de Provintie van Zeeland, en dat Hoogftgemelde zyn Hoogheid hier op geantwoord had , dat hy Collonel Commandant den gemelden Eed konde doen , of niet doen , en het aan hem overliet, dog hem het doen van den zei ven Eed niet verbood. Zegt, zich in verleegentheid te hebben gevonden , wat daar omtrent te doen, dewyl hy altoos afwagtende was de ordres van zyne Betaaldsheeren te zullen ontfangen, dog dat, de zaak van agteren Of hy nopens het afleggen der voorfz Eed zig ook geaddreffeert heeft aan zyne Doorlugtigfte Hoogheid,in qualiteit van Capitein Generaal van de Unie, welke ordres hy dien aangaande van Hoogftdezelve heeft bekomen ? 8. Waarom na het ontfangen van dit antwoord in 'sGravenhage zynde , hy niet gedagt heeft zich nader te moeten informeeren by hun Ed. Gr. Mog. of by den Heer Raadpenfionaris hoe zich in dee-  ioo NALEZING van STUKKEN ren befchouwende, begrypt, dat hy voorzigtiger gedaan zoude hebben nadere informatie te neemen,maar dat hy te dier tyd daar op niet heeft gedagt, zynde fpoedig wederom naar zyn Guarnifoen vertrokken , in het vertrouwen aldaar deverwagte ordres zyner Betaaidsheeren te zullen vindenZegt, van den beginne aan van begrip te zyn geweest, dat den Eed niet zonder confent van zyne Betaaidsheeren konde doen,en zulks voor dat de ordres van zyn Hoogheid had gevraagt. 9- Of hy reeds voor de ordres van zyn Hoogheid te hebben gevraagt,degedagte heeft gehad, dat hy de ordres van zyn Betaaidsheeren moest hebben, en zoude ontfangen ? De Collonel Commandant Macalefter de vorenftaande Vraagen voorgehouden zynde, heeft dezelve daar op geantwoord, gelyk nevens ieder dcrzelve is genotcert. Act.urn 's Gravenhage den 29 April 1784. (Was getcekent) W. van der Does, V. N. W. Snellen. G.A.Patyn. XLVL deeze tc moeten gedragen ?  tot de MILÏT. JURISDICTIE. 191 XL VI. PUBLICATIE. VAN de Heeren Burgemeester en, Schepenen en Raaden der Stad Nymsgen. BORGEMEESTEREN, SCHEPENEN EN RAADEN DER STAD NYMEGEN, doen den goeden Borgeren en Ingezeetenen notificeeren , en tot narigt van allen en een ieder, wien zulks verder mooge aangaan, by dezen bekend maakcn : Dat de Heeren Staaten dezer Provintie, by Hoogstderzeiver Refolutie van den iflen dezer loopende maand, goedgevonden hebbende , dat inmiddels, en hangende H. Ed. Mog. deliberatien over de wyze, waarop in het vervolg dc Militaire Jurisdictie binnen deeze Provintie zoude behooren te worden geëxerceerd, 'agtervoigd zoude worden 'sLandfchaps Refolutie van den ifte May 1728, Haar Ed. Gr. Achtb. , met betrekking tot deeze Stad en het Schependom, zich daar meede hebben geconformeerd , en daar na zich /uilen gedraagen. En dat het gedisponeerde by dezelve Refolutie van den ifte May 1728, is luidende,als volgd: ,, Hebben H. Ed. Mog., tot voorkoming van ,, alle disputen in het toekoomende, en onder ,, voorbehoud van het regt, deeze Provintie en Leeden van dien , neffens de andere haa- re Bondgenooten competeerende , goedge„ vonden, fey interpretatie van derzelver Re,, folutie van den iftc April 1715, te verklaa„ ren en te verftaan, dat de Judicature over „ alle  i92 NALEZING van STUKKEN „ alle excefien en deliften, puurlyk Militair ,, zynde , zal zyn en blyven aan de Krygs,, Raaden binnen de ftemraende Steeden dezer ,, Provintie. ,, Dat,voorts die zelve Krygs-Raaden zullen „ nebben de Judicature en erkenteniffe over „ alle excefien en deliften , die de Officieren en Soldaaten van dat zelve Guarnifoen on,, dcrling, of die een tegens den anderen zul,, len koomen te begaan, of fchoon die voor,, fchreeve exceffen en deliften in haar natuur niet puurlyk Militair moogen wezen. „ Blyvende egter aan den Politicquen Rich,, ter de erkenteniffe en Judicature over gely„ ke excefien en deliften, tuffchen Officieren en Soldaaten onderling of den eenen tegens ,, den anderen begaan wordende, in geval die Officieren en Soldaaten mogten weezen van ,, diverfe Guarnifoenen. ,, Voor welke Politicque Richter die Militaire Perfoonen dan ook, voorts in alle andcra ,, zaaken, zy zyn dan Crimineel, of Civile, „ Apprehenfibel, Convenibel, Juftitiabel en ,, Executabel zullen zyn, en wiens Sententien ,, meede overfchuldcn en anders geweezen, by ,, gebrek van gereede of ongerecde goederen, ,, op die Gagien van die gecondemncerdens, „ naar ordre van het Land , ter executie ge„ field zullen worden." En op dat een iegelyk hier van eene bchoorlyke informatie cn het vereischte narigt bekoome, zal deeze worden gepubliceerd en geaffigeerd naar gewoonte. Aldus gedaan in den Raadt te Nymegen, den 19de May 1784. My pradent. XL VII.  töt de MILIT. JURISDICTIE. ir] XLYII. MISSIVE van Zyne Doorlugti* ge Hoogheid, als Capitein Generaal van Zeeland, van den % Mey 1784. handende deszelfs confideratien op de Misfive def Heeren Staaten van die Provin~ tie, van den 11 Maart te voo* ren, raakende het verleenen van titulaire Acten aan Officieren, en andere Poinclen. Relalyf tot de Staaten Notulen van den 6 der eerst gemelde maand. Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden ! Ons ïs te zyner tyd geworden Uwer Edele. Mog. Misfive van 'den 11 Maart laatsledeh , waar by het Uwe Ed. Mog. behaagd heeft , Ons, in Onze qualiteit van Capitein Generaal van UwerEd. Mog. Provincie, te verzoeken, dat Wy aan Hoogstdezelven wilden fuppediteeren Onze confideratien en advys, aangaande de wyze, waar op de reeds geëtablisfeerde 'Wetten en Refolutien , omtrent de zeven poin&en, in de voorfchr. Misfive voorgefteld, en omtrent welken Uwe Ed. Mog. van begrip zyn , dat verfcheiden misbruiken zouden zyn ingefloopen, best zouden kunnen worden geëxecuteerd, of welke Refolutien nader zouden behooren te worden genoomen, om alle inbreuk en misbruiken efficacicuslyk te proeve* nieeren. Nal. ï, Deel II. Stuk N Ter  194 . NALEZING van STUKKEN Ter voldpeninge aan dat verzoek hebbefi Wy, alle de bovengemelde poinclen met de vereischte attentie geëxamineerd hebbende , niet konnen afzyn, aan Uwe Ed. Mog. by deeze te refcribeeren. Met relatie tot het eerfte poinét, dat Wy het verleenen van titulaire Aéten geenfintskonnen aanmerken als een ingefloopen abuis,maar in tegendeel gelooven, dat de dienst van het Land vorderd , dat dezelve van tyd tot tyd , tot encouragement van welverdiende Officieren , verleend worden , zonder dat daar omtrent de handen van den geenen, aan wien de begeeving der Militaire Charges is gedefercerd, door eene al te nauwe bepaaling , behooren gebonden te worden. Echter hebben Wy by Ons zeiven voorgenoomen|, om in het vervolg , buiten zeer pregnante redenen, niet meer dan vier Hoofd-Officiercn by een Regiment Infanterie aan te ftellen ; daar onder niet begreepen de Generaals, die, volgens den alouden voet van's Lands dienst, by de Regimenten nimmer gediend hebben, nog ook de Collonel Commandant of Collonel effectief. Wy zyn van oordeel, dat het voor den dienst nuttig is, dat de Battaillons altoos, zoo veel mogelyk, door een Hoofd Officier gecommandeerd worden, en daar de Collonels Commandanten of Collonels effectief, in vredes tyd, nimmer gehouden zyn geweest, meer dan vier maanden in het Jaar, by hun Regiment door te brengen, hebben Wy , om daar aan te fuppleeren , een Hoofd-Officier meer by ieder Regiment, en dus by ieder Battaillon twee Hoofd-Officieren aangefteld, om dat het niet doen*  tot de MILlT. JURISDICTIE. 8denlyk is, de beide Battaillons van een Regiment altoos by eikanderen in een en het zelfde Guarnizoen te piaaticn, en dat,'er derhalven, indien'er geene titulaire Hoofd-Officieren ■ wierden aangefteld, by het eerfte Battaillon , buiten den Collonel Commandant of Collonel effectief, maar een Hoofd-Officier zoude zyn^ van welken het niet gevergd kan worden ,■ altyd daar by te blyven, waar door veeltyds de eerfte Battaillons zig zonder Hoofd-Officicr zouden bevinden. Om deeze redenen vleien Wy Ons , dat Uwe Ed. Mog. wel zullen gelieven te approbeeren, dat Wy , by continuatie, by de Regimenten Infanterie , op derzelver repartitie ftaande , buiten den Collonel Commandant of Collonel effectief, aanftellen vier Hoofd Officieren, als meede zoo veele Capiteinen titulair, als Wy nodig zullen oordeelen, om den dienst waar te neemen , endaar door te fupplceren aan het gebrek van effeftive Capiteinen of Capiteinen Commandanten; gelyk ook, dat Wy, om den dienst van de fubalterne Officieren niet te bezwaaren , eenige Vaandrigs titulair aanftellen, om hun, in het waarneemen van den dienst * te gemoet te komen. Nopens de Aften by de Armee , en de permisfien tot verkoopinge van Militaire Charges of het refigneeren van dezelven, onder zeekere uitkeering aan den Predecesfeur , oordeelen Wy, dat dezelven niet dan zeer fpaarzaambehooren te worden verleend. Zelfs wenschten Wy, dat het doenlyk was, dezelven in het vervolg volkomen te prrevenieeren. En hier toe weeten Wy geen beeter middel uit te denN s ken,  i95 NALEZING vas STUKKEN ken, nog voor te flaan, dan het plaatfen vaf! een post op den Staat van Oorlog, tot Penfioenen voor oude, impotente of geblesfcerde Officieren » zoo als de post voor Appointcs is, voor oude, impotente of verminkte Onderofficieren en Soldaaten. 't Is uit gebrek aan zoodanig fonds , dat Wy Ons genoodzaakt hebben gevonden, om Aften by de Armee te verleenen, dog Onze vaste intentie is, om dezelven nimmer te accordeeren, dan wanneer het welzyn van 's Lands dienst, volgens Ons begrip , zulks abfolutelyk zal vorderen. Omtrent de transporten van Compagnien of hooge Militaire Charges, mogen Wy wel lyden, dat eenige bepaalingen gemaakt worden, en zouden aan Uw Ed. Mog. in bedenking geeven , om te refolveeren dat het aan Ons of aan den Erf-Stadhouder in der tyd zal worden overgelaaten , om aan die geenen , die voor dato van de door Uwe Ed. Mog. te neemene Refolutie , Compagnien op de repartitie van Zeeland , by transport, bekomen hebben, te permitteeren , om die wederom voor denzelfden prys , wel minder, maar niet meerder, te mogen transporteeren; doch dat voor het overige alle transporten van Compagnien worden geïnterdiceerd; aan Ons of aan den Erf-Stadhouder in der tyd overlaatende, om wanneer Wy zulks raadzaam mogten oordeelen, permisfie te verleenen tot het transporteeren van Standaart of Vaandels, en in zoo verre het gewoone verzoek te doen om te dispenfeeren van den Eed van Zuivering; zoo als ook om dien Eed te remitteeren in gevallen, omtrent welke Wy of de Erf-Stadhouder in der tyd, no-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 197 nodig mogten oordeelen aan Officieren permisfie te geeven, om zig, met behoud van een gedeelte van hun Traélement, by wege van Pennoen , te retireeren, en daardoor te prsevenieren, of dat 's Lands dienst daar by Jyde, of dat zulke" Officieren tot laste van den Lande geraaken; en derhalven mogten goedvinden, om of de fuccesfeuren van die Officieren , of wel dc jongfte Capiteinen of fubalterne Officieren in der tyd, met eene uitkeering ten hunne behoeve te chargeeren. En wat aanbelangt het vierde poinél waar by Uwe Ed. Mog. geoordeeld hebben , Ons onder het oog te moeten brengen, of in de Nationaale Regimenten niet behoorden alleenlyk Nationaale Officieren geëmploieerd te worden, boven den rang van Sergeant en Wachtmeester, en of dit ook niet behoorde relatief gemaaktte worden tot de bedieningen van Commandeurs en Majors van Steden en Forten ; welke posten Uwe Ed. Mog. oordeelen dat niet anders dan aan Inboorlingen van de Republyk en haare Colonien behooren begeeven te worden , en zelfs, by preferentie, voor zoo veel Uwer Ed. Mog. Provincie betreft, daar toe geëmploieerde Officieren, met hunne Traélementen of Penfioenen op hooggemelde Provincie gerepartitieerd. Wy 'hebben, uit hoofde van het gewigt der zaaken , die het objeél uitleeveren van dat vierde poinél, Ons verpligt gevonden dezelve zaaken in de ferieufte overweeging te neemen, en nauwkeuriglyk te onderzoeken , of het mogelyk zoude zyn het daar by gedaane voorftel over een te brengen met het geene N 3 by  i9« NALEZING van STUKKEN by meest alle Mogendheden plaats heeft, hier \i' te Lande, -op expres goedvinden van UweEd. ff' Mog. tot hier toe plaatsgehad heeft, en met >; de denkbeelden , welke Wy Ons van de be- D: ftaanbaarheid en goede conftitutie van de Ar- ft méevan den Staat hebben gevormd, volgens U degefleldheid van de Geünieerde Provinciën, [ : de ondervinding van vroegere tyden en krygs- kunde , welke tegenswoordig by genoegzaam li1 alle dc Mogendheden is- geïntroduceerd. Dan hoe zeer Ons niets aangenamer zoude r wezen, dan de Inboorlingen deezer Landen in fi' allen opzigte bevorderd'te zien ; moeten Wy r aan Uwe Ed. Mog. dcclareeren by de boven- \}] gemelde overweeging getne de minste reden te 1' hebben gevonden, om de principes, ten aan- p'1 zien van het welzyn van den dienst, by Ons , l|; Onze Voorouderen cn Voorzaaten geadop- \\ teerd en in het oog gehouden, in het aller- V1 minfte af te gaan, maar in tegendeel Ons ver- j' phgt gevonden, om ten aanzien van het I' voorfchr. poina, aan Uwe Ed. Mog. als nog |c voor te draagen: dat het admitteeren van alle p Natiën in den Militairen dienst, van zeer ou- W' de tyden, by genoegzaam aile Mogcndhccden ï' is gepermitteerd geweest, en fpeciaal binnen <( Uwer Ed. Mog. Provincie niet alleen tot bier |< toe heeft plaats gevonden; maar ook dat die |: Provincie en de geheele Republicq meer dan I1 eens in vroegere tyden uit zoodanige admis- I fien, zeer veel nuts • heeft getrokken ; zynde '< den Staat byna in geene Oorlogen gemêleerd | geweest, of Uwe Ed. Mog. hebben in het by- | zonder getoond, van dc noodzaaklykheid van V zoodanige admisfien voikoomen overtuigd te |< zyn;  tot de MILIT. JURISDICTIE. 199 ' zyn j geb7k mt een en ander uit veeie Refolutien, door Uwe Ed. Mog. genomen, zoo ten tyde dat Hoogstderzelver Provincie een Stadhouder en Capitein Generaal had , als in Stadhouderloze tyden, ten allerklaarften blykt, : terwyl de geneigdheid van Uwe Ed. Mog. tot zodanige admisfien , onder anderen , op het evidenfte confteert uit het geene door de Provincie van Zeeland in den Jaare 1742. is goedgevonden, wanneer tot eene Promotie van Generaals, ook met concurrentie van de Heeren Uwer Ed. Mos. Gedeputeerden ter Generali¬ teit, op den 19 September door. Hunne Hoog Mog. is gercfolvecrd, en om by die gelegenheid twee Generaals van de Cavallerie cn vier van de Infanterie, uit vreemde diensten, in dienst van deezen Lande te neemen. Dan daar laatende alle andere Landen en byzondere omftandigheeden van tyden , als meede de'inzichten, welken in dezelven hebben konnen plaats vinden, oordeelen Wy, dat het employeeren van vreemde Officieren allernoodzakelykst is voor de recrutecring der Armee van den Staat, dcwyl het overbekend is, dat er geene mogelykhcid gevonden word, om dezelve Armée alleen niet Nationaale recruten , voor den dienst bekwaam en gefchikt, 1 zonder employ van vreemde Manfchappen, te konnen voorzien, en dat, daar deeze Manfchappen voornameiyk in het Duitfche Ryk moeten worden gezogt, men altoos als een groot voordeel voor 's Lands dienst heeft aangemerkt , in denzelven dienst , door middel van Militaire Charges , teengageeren Duitfche of andere vreemde Prinfen, Graven en PerN 4 foo-  sc3 NALEZING van STUKKEN fonnen van minderen rang, door welken men verzekerd was of hoopte, een bekwaamen voetvan recruteering in Duitschland of elders , to zullen kunnen verkrygen , waar van menigvuldige exempels in de Registers van Uwe Ed. Mog. Refolutien voorkomen , en ook zeer goede gevolgen nog heden worden ondervonden, zoo als het ook by Uwe Ed. Mog. in meer dan eene gelegenheid, nuttig voer'sLands dienst is géreekend , om Officieren, die ondervinding hadden, uit vreemde diensten in 's Lands dienst te trekken. Wy vermeenen, dat door deeze confideratien genoegzaam zyn betoond de fchadelyke gevolgen, welken uit het geheel niet emp"loyeeren van vreemde Officieren, op de repartitie van Uwe Ed. Mog. Provincie , voor de Armee van den Staat zouden refulteeren, en moeten hier nog byvoegen, dat het niet admittceren van vreemde Officieren te bepaalen alleen tot Nationaale Regimenten, en de gemeene vreemde Soldaaten alleen in den rang van Sergeants en Wachtmeester , maar in geen hoogeren rang te cmployeeren , naar Onze gedagten geenfints zoude konnen dienen, om de voorfchr. zwaarigheden weg te nemen: naar dien de eerfte dier bepaalingen Ons voorgekomen is onmogelyk in de executie , en de tweede tot een allergrootst nadeel van den dienst verftrekken zoude. Van die onmogelykheid zal men aanftonds overtuigd zyn , wanneer men confidereert, dat door de differente incorporatien , en onderfteekingen van Compagnien , zoodanige veranderingen en vermengingen in de Troupes van  tot de MILIT. JURISDICTIE, zoi van den Staat zyn voorgevallen , dat het zeer moeilyk en byna onmogelyk geworden is, te bepaalen welke Regiinenteu eigenlyk als Nationaalen moeten worden geconfedereerd, naar dien veele vreemde Troupes zoodanig met Nationaalen zyn verecnigd, dat zig in een en het zelfde Regiment, ja zelfs in een en het zelfde Battaillon bevinden, Nationaale Compagnien en anderen , weiken voorheen by vreemde Natien zyn opgeregt en aangeworven. En wat de tweede bepaaling betreft, moeten Wy verklaaren, dat dezelve, naar Onze gedagten, alle ambitie in dat gedeelte van de Armee uitdooven en tot een allergrootft nadeel van den dienst zoude ftrekken, dewyl de hoop om tot hoogeren rang te geraaken, by regtgeaarde Krygsluiden, de begeerte van alle andere belooningen te boven gaat, en veele braave gemeene Manfchappen , in vroegere tyden, alleen-heeft konnen aanzetten , om hun leven op de cdelmoedigfte wyze in's Lands dienst te waagen; gelyk dezelve dan ook veeltyds, in die gelegenheden, voor derzelver betoonde bravoure, met den rang van Officieren zyn vereerd geworden: want het is meer dan waarfchynlyk , dat die verhevenheid van gedagten , welke tot het voortbrengen van alle Aélen van bravoure, volftrekt nodig is, niet zal worden gevonden , of blyven refideeren in luiden die, veronderfteld wordende vreemdelingen te zyn, nimmer gezegd konnen worden, voor het behoud van Altaarenen HaardHeden te vegtën , en die by het nemen van dienst, met zekerheid weten, dat zy, voor het wagen van hun leven, en het plegen van N £ de  202 NALEZING van STUKKEN de loflykfte daaden, niet anders dan de belooning van eenige ftuivers 's weeks, en ten hoogiten den rang van Sergeant of Wachtmeester te vcrwagten hebben. Wy vertrouwen, Edele Mogende Heeren l dat door alle de voorfchr. confideratien genoegzaam is beweezen het onherftelbaar nadeel, 't welk door het arrefteeren van dit vierde poinct, aan de Armee en den dienst van den Staat zoude worden toegebragt, zonder dat het nodig zy hier nog by te voegen alle de inconvenien- c ten, die uit de voorfchr. fchikkingen, ten aan- ] zien van het buishoudelyke van den dienst, p zouden gebooren worden : weshalven Wy van gedagten zouden wezen, dat Uwe Ed. Mog, , de zaaken, in het gemelde vierde poincl; ver- t vat, geheel en al zouden behooren te laaten r; op den ouden voet, zonder daar omtrenteeni- f ge de minste verandering te maaken. Zoo als s Wy Ons ook dan flatteeren , dat Uwe Ed. c Mog. geene zwarigheid zullen maaken , om tot j de Commandeurs en Majorsplaatfcn, zoo bin- c nen de Provincie van Zeeland, alsinhetCom- j j< mittimus, by continuatie, Ons te laaten be- j noemen zoodanige Officieren , die den Lande f; wel gediend hebben, en aan welke diergelykc posten worden gegeeven als eene belooning, r zonder deswegens geborneerd te zyn aan Offi- j eieren op de repartitie van Zeeland. De Troupes van dit Gemecnebest zyn meer- D maaien , en byzonder wanneer veranderingen L in den Staat van Oorlog plaatfe hebben , van de eene repartitie overgebragt op eene andere, , zoo als, nog niet zeer lang geleeden, van de j, repartitie van Holland op die van Zeeland is over-  Ïöt de MILIT. JURISDICTIE. 203 ovcrgcbragt het tweede Battaillon van hetRegiment van den Generaal Major van Dopff; en van Zeelands repartitie zyn afgenoomcn de beide Battaillons van Ons tweede Regiment Orange Nasfau ; het tweede Battaillon van het Regiment van den Lieutenant Generaal van Sommcrlatte , het Regiment van Saxen-Gotha , en de twee eerfte Escadrons van het Regiment van den Lieutenant Generaal Pous , zonder te fpreeken van de veranderingen , die omtrent Compagnien Zwitfers of Artilleristen , Ingenieurs cn gepenfioneerde Officieren hebben plaats gehad. Wat nu betreft het vyfde poincl;, volgens welk in de dispofitie over Militaire Charges altoos zoude moeten worden in het oog gehouden de anciënniteit, konnen Wy voor Uwer Ed. Mog. niet verbergen, dat Wy het zouden aanmerken als pernicieus voor den dienst, en dat door het neemen van eene Refolutie tot dat einde de begeevinge der Militaire Charges op de repartitie van Zeeland, welke aan Ons is gedefereerd, virtualiter zoude worden gereduceerd tot die van de jongfte Vaandrigsplaatfen in ieder Regiment. Wybegrypen, dat er veele gevallen zyn, waar in Wy tot bevorderinge van het generaale welzyn van 's Lands dienst, aan het welk Wy niet onverfchillig konnen nog mogen zyn , genoodzaakt worden, om Officieren van het ccne Regiment te doen overgaan in het andere : en vlycn Ons dierhalven, dat Uwe Ed. Mog. ook ten deezen opzigte geene bcpaaling zullen maken ten nadeeie van de aan Ons gedaane delatie. Nopens de zesde cn zevende poinften, relatie  204 NALEZING van STUKKEN tie hebbende tot het aan Ons , als Capitein Generaal van de Unie, opgedraagen regt van het geeven der Patenten, rlatteeren WyOns, dat Uwe Ed, Mog. geene intentie hebben , om eenige bepaalingen te maken , ftrydig met het bovengemelde Recht, hoe zeer Wyniet kunnen ontveinfen , dat deeze en geene Refolutien zederd eenige maanden by Uwe Ed. Mog. genoomen en het geene Uwe Ed. Mog. aan derzelver Heeren Gecommitteerde Raaden bevoolen hebben, zoo ten opzigte van het tweede Battaillon van het Regiment van den Generaal Major Douglas, als omtrent de verdere Troupes, op Uwer Ed. Mog. Provincie ftaande , en omtrent het Regiment van den Generaal Major Houftoun, Ons wel eenige redenen geeven tot vreeze. Dan Wy mcenen , Uwer Ed. Mog. te moeten onder het oog brengen, dat Wy het bovengemeld Recht der Patenten bekomen hebben van Hunne Hoog Mog., met die zelfde volle magt, met welke OnzeVoorzaaten het zelve geoeffent hebben ; gelyk meede, dat het zevende Articul van de Unie van Utrecht meedebrengt , dat die voorfchr. Frontierfieden; en ook andere, ah den noot vereisfehen zal t1 allen tyden gehouden zullen wezen te ontfangen'al zulke Garaifoenen, als die zelve geünieerde Provintien goet vynden, ende henlieden Ordonneren zullen, jonder dat ft des f uilen moegen wey geren. Zoo lang derhalven als Ons dat Recht door de Generaliteit der Bondgenooten niet is afgenoomen, zyn Wy, onder reverentie, van begrip, dat geene Provincie deswegens in den haaren eenige verandering maaken kan; terwyl aan Onze zorge bevoolen zynde hef,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 20? iet in bchoorlyken ftaat van defenfie brengen «van het Vaderland voor zoo verre naamelyk ;de middelen , Ons door de hooge Bondgenooten in handen gefield, daartoe ftrekken konnen , Wy , zonder tegenfpraak, moeten de magt hebben, om de Troupes van den Staat te doen marcheeren tcrplaatfe, waar Wy oordeelen dezelven nodig te zyn, zonder welke authoriteit Wy geenen deele aan dat gedeelte van Onzen pligt kunnen voldoen, byzonder indien Wy geëxponeerd moeten zyn, dat eene Provincie weigert te laaten uittrekken Trouipes, die Wy oordeelen op een ander gedeelte der Frontieren van het Land te moeten plaatJzen, om hetzelve te vcrfterken. Waarby Wy nog voegen konnen , met relatie tot de voorftellen, in deeze twee poinften vervat, dat de ondervinding geleerd heeft, dat de Provincie van Zeeland weinig of geene recruuten fourneert, immers niet genoeg, om daaruit te konnen rccruteeren, die in Zeeland gelegd worden , en moeilyk zoude het zyn , om van elders recruten te trekken, indien zy wisten, dat zy voor altoos of ten minsten * voor een zeer langen tyd, in Zeeland , alwaar I het voor de Soldaaten zeer duur is te leeven, I souden moeten blyven. Al verder heefc de ondervinding geleerd, dat de in Zeeland leggende Regimenten jaarlyks aan veele ziektens zyn geëxponeerd ; ter, wyl het teegendeel van de opinie van die geenen , die van gedagten zyn, dat de Regimenten , in die Provincie en in Vlaanderen permanent blyvende, aan de lucht gewennen zouden, daar uit is af te neemen, dat de meeste van  2of5 NALEZING van STUKKEN van die Regimenten, die in den laatften Ööw log geduurende meer dan een .'Jaar , zoo il Zeeland als op de Kusten van Holland, zyl geëmployeerd geweest, het tweede, ja zelfs!1 het derde Jaar niet minder geleeden hebben dan het eerfte; om welke reedenen dan ook, zee-' derd de Vrede van Aken, jaarlyks de Garnfl zoenen in Zeeland en Staats-Vlaanderen zyn afgelost; by welk gebruik Wy tot hier toe hebben gecontinueerd. Dit vertrouwen Wy, dat voldoen zal, om Uwe Ed. Mog. te overtuigen, dat deinconvenienten uit het geene tot hier toe plaats gehad heeft,refulteerende, en welken UwerEd. Mog„met den naam van tastbaare en in het oog loopende abuizen hebben gelieven te beftempelen, zoo zy al door de voorgeftelde bepaalingen enveranderingen wierden weggenoomen , daar en tegen zouden worden gevolgd cn geremplaceerd door andere niet min wezenlyke, maar in tegendeel van een algemeen nadeeliger invloed ; en vleyen Ons derhalven dat Uwe Ed. Mog. wel zullen gelieven zig met dit Ons advys te conformeeren. Waar mede: Edele Mogende Heeren , byzondere goede Vrienden ! Wy Uwe Edele Mogende bevelen in Gods heilige Prote&ie. (Onder Jlond) Uwer Edele Mogende Dienstwillige Dienaar, (Was'  tot de MILIT. JURISDICTIE. 207 (Was geteekend) W. Pr. v. Orange. In 's Gravenhage den 2 Mey 1784. (Lager ftond') Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid (En gecontraftgneerd) P. J. de Larrey'. XLVIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen op Zaturdag den 22. Mey 1784. De Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht hebben ter Vergadering gccommuniceert, dat niet tegenftaande hun Ed. Gr. Mog. in het afgeloope jaar op den 30 April hadden verklaart, en ook tot een ieders narigt door een Publicatie van denzelven datum bekend gemaakt „ dat in het generaal, zoo wel in ci„ vile als crimineele zaaken, Militaire Perfoonen volgens dc grondwetten van deeze Pro„ vincic, te recht moesten ftaan voor de ordi}} naris Rechters binnen dezelve, zodanige ge- „ val, Op het geproponeerde van Dordrecht, de Gouverneurs,Comandeurs en Krysgsraaden in de Hollandfche Steden, geen  ac8 NALEZING van STUKKEN Stem in Staat hebbende , ftipt te volgen hun Ed. Gr. Mog. Publicatie van 30 April 1783. in de exercitie der Militaire Jurisdictie; en, envenr.iiidert-sllidderfehapsen Amfterdams overneemingcommistbriaal met de drie Hollandfche Raaden in den Raad van Staaten, of, in hoe ver en waarom, jeconcurxeert hebben tot de Refolutie ven 17 Maart 17 84 dien aangaande genoomen. „ vallen alleenlyk uitgezonden, als by de op* „ gemelde Publicatie nader word geindigi„ teert;" de Raad van Staate nogtans op den 17 Maart laatsleden had kunnen goedvinden * onder anderen te belluyten „ om de Gouver„ neurs Commandeurs en Krygsraaden in de „ Steden der refpective Provinciën, geen Item „ in Staat hebbende, te gelasten, dat zy by ,, provifie, en tot dat anders by hun Ed. Gr. „ Mog. zou zyn gedisponeert, in alle zaaken, „ fpe&eerende tot harer kennisfe, zoo crimi„ neele als andere, recht moesten doen , zoo als zy zouden oordeelen, in goede Juftitie ,, te behooren ," door welk befluit de bovengemelde Refolutie van hun Ed. Gr. Mog. voor zoo veel de Guarnifoen Steden deezer Provincie , geen Item in Staat hebbende, betreft, buiten werking zou zyn gefteld, indien daar tegens niet immediatelyk op een efficacieufe wyze wier de voorzien. Waar op gedelibereerd zynde, is, conform het geproponeerde door de Heeren Gedeputeerden van Dordrecht, goedgevonden en verftaan , dat de Gouverneurs ,* Commandeurs en Krygsraaden in de Steden deezer Provincie, geen Item in Staat hebbende, van wegens hun Ed. Gr. Mog. zullen worden aangefchrecven en gelast, om zig in de exercitie der Militaire Jurisdictie ftiptelyk te gedraagen aan het declaratoir , vervat in de bovengemelde hun Ed. Gr. Mog. Publicatie van den 30 April 1783 , zonder te mogen defereeren aan eenige andere ordres, van wie dezelve hun mogten gegeeven worden. En is wyders mede, op het geproponeerde van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 20S Van welgemelde Heeren Gédeputeerdens , onvermindert de overneeming door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als meede door dé Heeren Gedeputeerden der Stad Amftcr'dam, goedgevonden en verftaan, dat in een groot Befogne met de drie Leden die van wegens deeze Provincie ten tyde van het neemen der bovengemelde Refolutie van den 17 Maart laatstleeden, in den Raad van Staate fesfie hebben gehad , zal worden geëxamincert, of en in hoe verre, benevens om welke reedenen gemelde drie Hollandfche Raaden tot die Refolutie hebben gcconcurrecrt. Dechra- De Heeren van de Ridderfchap cil .toir van de Edelen de voorfz. Refolutie van den rchabf' 3° APril l7^3' °P dc gronden van het declaratoir daar omtrent gedaan hebbende gecontradiceert , hebben mede de bovengemelde Refolutien te» gengefprooken. Accordeert met de voorfz. Refolutien, JSéU I. Deel. II. Stuk. O XLIX  aio NALEZING van STUKKEN XLIX. REQUES TE van den Collonel Co?/z« mandant R. Macalefter, aan de Edele Grcot Mogende Heeren Staaten van Holland en We%U VHesland. Request van den Collonel Commandant R. Macalester, om, met intrekking der Refolutie van 22 April 1784. weeder de betaaling zyner Appointemerten te genieten; bereid zynde tot den gerequireerden Eed. Commisforiaal groot Befoigne met GecommitteerdeRaaden.25 Mey 1784. Geeft met den diepften eerbied te kennen Robbert Macalefter , Collonel Commandant van het Regiment van den Generaal Major Houfton, ftaande ter Repartitie van deeze Provincie. Dat de Heeren Staaten van Zeeland op den 11 Maart laatsleeden goedgevonden hebbende, dat onder anderen het Garnizoen der Stad Veere, zynde het voorfz. Regiment van den Generaal Major Houfton , den eed aan hooggemelde Provincie zoude moeten doen, volgens het Formulier, den 23 September 1783. daar toe gearrefteert, op den 13 Maart daar aan volgende voor Heeren Commisfarisfen van Staat :s ontboden de Lieutenant Collonel Macalester, alstoen in plaatfe van den Suppliant, by deszelfs abfentie , het voorfz. Garnifoen te Veere commandeerende ; en aan den zeiven de voornoemde Refolutie tot het doen van den voorfz. eed is aangezegd, zoodanig, dat het zelve Garnifoen den gemelden eed zoude moeten prrefteeren binnen vier weeken ; met dien verftande nogtans , dat de tyd van vier weeken niet werd gegeeven aan de Officieren , om zig midlerwyl te beraaden , op het al of niet obtempereeren der ordres van den Souverain van het Territoir, maar dat die tyd door de  töt de MlLiT. JURISDICTIE, aif e!a Heeren Staaten was gelaaten aan de Heeren Gecommitteerde Raaden, om inmiddels, naar convenientie der zaaken van hun Collegie, den Eed van de Troepesin voegen voorfchreeve af tc neemen. , Dat de gemelde Lieutenant Collonel daar op heeft aangenomen , zoo fpoedig als mogelyk was, te zullen antwoorden, en dienvolgende dan ook van de voorfz. Refolutie heeft kennis gegeeven aan Zyne Doorlugtige Hoogheid, den Heere Prince Erfftadhouder ,met verzoek, om daar omtrent met de noodige ordres van Zyne Doorlugtige Hoogheid te mogen worden vereert. Dat de Suppliant op den 21 daar aan volgende van Bergen op den Zoom naaf Veere is vertrokken , en aldaar in den volgenden nagt is gearriveert; en dat het voorfz. antwoord, door des Suppliants Broeder, den voorgemelden Lieutenant Collonel Macalefter gegeeven , aan den Suppliant, na deszelfs arrivement aldaar, alzoo is gecömmuniceert. Dat de Suppliant, by zyn arrivement onpasfelyk geweest zynde, twee a drie dagen na zyn retour in het Garnifoen , de voorfz". Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland op de Parade aan de prasfent Zynde Officieren al meede heeft gecömmuniceert, en dat dezelve Officieren hebben verklaart , dat zy zig zouden conformeeren naar het geen hier omtrent door hem Suppliant, als Collonel Commandant, zoude worden gedaan , gelyk zy bereids hadden voorgenomen te doen voor des Suppliants Voorfz. arrivement. Dat de Suppliant vervolgens tot het venïg0 2 ten  rrs NALEZING van STUKKEN ten van eenige Regiments zaaken uit Vcefé zynde gegaan, zig op den 6 April laatsleeden mondeling heeft geaddresfeert aan Zyne Hoogheid, en aan hoogstdenzelvcn , als Capitein Generaal heeft gevraagt, hoe de Suppliant zig gedraagen zoude in het doen van den voorfz. gèrequireerden Eed; en dat hooggemelde Zyne Hoogheid hier op heeft geantwoord , dat de Suppliant den gemelden eed konde doen, of niet doen, cn zulks aan den Suppliant overliet, doch den Suppliant het doen van denzelven eed niet verbood. Dat de Suppliant ondertusfehen in de publicque Nieuwspapieren hebbende gelcczcn de Misfive van hooggedagte Heeren Staaten van Zeeland , in dato n Maart 1784. aan'U Edele Gr. Mog. gefchreevcn , daar uit, onder anderen , had gezien , dat de Compagnien Infanterie , behoorende tot het eerfte Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft , meede ftaande ter repartitie van U Ed. Gr. Mog., en refpeélivelyk gedeftineert voor de Guarnifoenen van Zierikzec en Goes, den voorfz. eed hadden geweigerd te prajfteeren, anders ah onvermindert den eed aan de Generaliteit gedaan; en dat dezelve Troupes, niettegenftaa'nde aan dezelven andermaal was gelast geworden , om den zei ven eed te preefteeren , of anders zig buiten het Territoir der Provincie van Zeeland te moeten begeeven; niet te min by hunne voorige weigering hadden blyven perfifteeren , en mitsdien gelast waren , het Territoir van dezelve Provintie te verlaaten , waar aan dan ook door dezelven niet lang daar na dadelyk was voldaan; en dat, niet  tót de MILIT. JURISDICTIE. 213 niettegenftaandc hooggemeldc Heeren Staaten van Zeeland van deeze' weigering hadden kennis gegeeven aan U Ed. Gr. Mog., in die vcrvvagting, dat U Ed. Gr. Mog. geene zwaarigheid zouden maaken, om in deezen zoodanige voorziening te doen, als U Ed. Gr. Mog. na het gewigt der zaake en tot voorkoming van de onvermydelyke gevolgen , die uit dit voorbeeld zouden te wagten zyn , na derzelver hooge wysheid zouden vinden te behooren; U Ed. Groot Mog. nogtans , voor zoo veel den Suppliant bewust is , niet hadden goedgevonden daar omtrent iets te refolveeren , veel min aan de voorfz. Troepes ordres te zenden, om den gerequireerden eed te doen, of hoogstderzelver goedvinden dien aangaanden aan dezelven te laaten toekomen, of ook derzelver gehouden gedrag in deezen op eenigerley wyze te disapprobeeren , de Suppliant dan ook hadde gemeend, de ordres van U Ed. Groot Mog., als zyne Betaalsheeren , niet te moeten vooruitloopen ; maar hoogstderzelver finale Refolutie te moeten afwagten; temeer nog, daar de Suppliant uit de voorfz. Misfive van hooggemelde Heeren Staaten van Zeeland al verder hadde gezien, dat hoogstdezelven al meede ter kennisfe van U Ed. Gr. Mog. gebragt hadden, dat het voorfz. Regiment van den Generaal Major Houfton , ter betaaüng van U Ed. Gr. Mog. gerepartitieert, thans te Veere in Garnifoen lag , en dat hoogstdezelven niet hoonten, dat de vooruemelde hunne Re- I folutie aan het zelve Garnifoen het eerst ter ; uitvoer zoude moeten wordep gebragt. Pat dc Suppliant, alzoo ter goeder trouw? O 3 zig  214 NALEZING van STUKKEN zig verbeeldende , dat het pnefteeren van dei^ voorfz. eed , ook door zoodanige Troupes , welken ftaan ter betaalinge van UEd. Gr.Mog. alsnu ter deliberatie van U Ed. Gr. Mog. gebragt was, en dat U Ed. Gr. Mog. daar op, dan ook wel eerlang een finale Refolutie zouden neemen, waar na de Suppliant en een'ieder dien het verder zoude mogen aangaan zig praecifelyk zoude kunnen en moeten reguleeren, zig dienvolgende in dat eerbiedig vertrouwen wederom heeft begeeven naar Ter Veere, alwaar deszelfs tegenwoordigheid daarenboven door de reeds begonnen Voorjaars-Exercitiën noodzaakelyk wierd vereischt, en aldaar op den 8 April daar aan volgende ook is geretourneert, fteeds in die hoope verfeerendc, dat de Suppliant aldaar nog in tyds, teweetcn voor de expiratie van de voorfz. vier weeken , met de ordres van U Ed. Gr. Mog., of wel van zyne Doorlugtige Hoogheid, als Capitein Generaal, zoude worden gehonoreert, óf dat U Ed. Qr, Mog- ten minsten ten opzigte van het voorfz. eerfte Battaillon van den Collonel Van Pabft zodanige Refolutie zouden hebben genomen, waar uit de Suppliant met genoegzaame zekerheid voor zig zeiven zoude hebben kunnen opmaaken, hoedanig zig in deezen , overeenkomftig met de intentie van U Ed. Gr. Mog., te gedraagen. Dat de Suppliant in die eerbiedige hoope en verwagting fteeds gemeent heeft het voorfz. antwoord, door den Lieutenant Collonel Macalefter aan welgemelde Commisfarisfen vap Staat toegezegd , zoo lang te moeten uitftellen, als er maar eenige gelegenheid overbleef, om  ■tot de MILIT. JURISDICTIE. 215 om nog voor de expiratie van de voorfz. vier weeken de ordres of de intentie van U Ed. Gr. Mog. omtrent het doen van den voorfz. eed te kunnen ontvangen of verftaan ; en dat dit de eenige en waaragtige reeden is geweest, waarom de Suppliant den Capitein Bruce (en niet den Capitein Lieutenant Bruce, zynde er geen Capitein Lieutenant van dien naam in het voorfz. Regiment bekent) flegts een half uur, voor dat men ftriét genomen konde reekenen , dat de vier weeken, by dc voorfz. Refolutie vermeld, waren geëxpireert, aan den Heere Raadpenfionaris van Zeeland met deszelfs antwoord heeft afgezonden, behelzende: dat den Suppliant den eed niet weigerde te doen, doch alvoorens moest afwagten en gelast werden door de Heeren Staaten van Holland, om den zeiven te prajieeren, als zynde op de Repartitie yan de gemelde Provincie. Dat de Suppliant in de omftandigheden , waar in hy zig bevond, aangezien het voorbeeld van de voorfz. Compagnien van het Regiment van den Collonel van Pabft, en het ftilzwygen vanU Ed. Gr. Mog. aangaande derzelver gehouden gedrag in deezen , had ge' meend , geen voorzigtiger weg te kunnen inflaan , dan door den Suppliant in voegen voorfz. is gefchied, daar de Suppliant aan de eene zyde zyne bereidwilligheid te kennen gaf, om cafu quo aan de voorfz. requifitie van de Heeren Staaten van Zeeland te voldoen; doch aan den anderen kant meende verpligt te zyn, dc ordres van U Ed. Gr. Mog. niet te mogen vooruitloopen , of eene daad te pleegen, die zoude kunnen gereekcnt worden aan te loopen O 4 te»  %i6 NALEZING van STUKKEN tegen den eerbied en de verpligting, die de Suppliant aan U Ed. Gr. Mog. vooral in de betrekking van zyne Betaalsheeren , boven alles verfchuldigt was. Dat dc Suppliant derhalven tot zyn grievend 3eedwcczen heeft moeten ondervinden, dat de Heeren Staaten van Zeeland, of wel Hoogftderzelver Heeren Gecommitteerde Raaden in hunnen naam, (voor welken refpeélivelyk de Suppliant gaarne erkent den hoogften eerbied te hebben, en aan welken de Suppliant al nog volkomen bereid n, al dat refpect, gehoorzaamheid en onderdanigheid te bewyzen, waar toe U Ed. Gr. Mog. den Suppliant gehouden zullen oordeelen ; en waar omtrent de Suppliant zig ook ecrbiediglyk verbeeld , nooit te zyn gebleeven in gebreeke) zig hebben geaddreffeert aan U Ed. Gr. Mog., en , het voorfz antwoord of declaratoir van den Suppliant , zoo het fchynt, hebbende geconfidereert als ten eenemaal arbitrair, en mitsdien ten hoogften irreverent voor de bevelen van den Souverain van het Territoir, en voorts nog, zoo ten aanzien van de wyze, op welke het beraad zoude weezen uitgerekt, als waar op het antwoord zoude weezen overgebragt, zeer indecent voor het Collegie van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden; wyders verzogt hebben, dat U Ed. Gr. Mog. die voorziening zouden gelieven te doen, dat het gemelde Regiment van den Generaal Major Houfton hoe eerder zoo becter zoude worden te rug geroepen van het Territoir der Provintie van Zeeland. Dat de Suppliant nogmaals ter goeder trouwe moest betuigen j dat de recden, waarom het  ■tot de MILIT. JURISDICTIE. 2r? het voorfz antwoord flegts omtrent een half uur voor dc expiratie van de voorfz vier weeken is gegeeven , geen andere is geweest, dan die de Suppliant zoo even de eer gehnd heeft, daar van aan U Ed. Gr. Mog. eerbiedigst voor te draagen ;en dat, wel verre dat de Suppliant, door het zenden van den Capitein Bruce in voegen voorfz aan den Heer Raadpenfionaris van Zeeland, eenige intentie of oogmerk zoude hebben gehad , om de Heeren Staaten van Zeeland , of Hoogftderzelver Heeren Gecommitteerde Raaden , of denzelven Heere Raadpenfionaris, eenig disrefpect te bewyzen, de Suppliant in tegendeel heeft gemeend, dat zulks met den ftyl van den dienst overeenkwam, en dat hy derhalven daar meede geen ongenoegen konde geeven , protefteerende by deezen wel êxpreflelyk van eenige intentie ter contrarie daar meede gehad te hebben, of dat zulks uit eenige kleinagting van Hoogftdezelven refpective zoude zyn voorgekomen. Dat U Ed. Gr. Mog. op de voorfz Miffive van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland hebben goedgevonden en verftaan , dat de Suppliant zoude worden a'angefchrceven en gelast, om tot eene volleedige verantwoording van zyn gedrag in deezen,zig aanftonds cn ten fpoedigften hcrwaards te bcgeeven, met verzoek cn authorifatie op de Heren Gecommitteerde Raaden alhier reiidecrende, om het onderzoek, tot de voorfz verant- woording relatief, met alten ernst, naauwkcurigheid en promptitude te doen, en den uitflag daar van aan U Ed. Gr. Mog. te rapporteeren, Een einde daar na door U Ed. Gr. Mog. zoodaO 5 nig  4ï8 nalezing van stukken nig zoude worden gedisponeert, alsU Ed. Gr, Mog. zouden oordeelen te behooren; met verdere last aan welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, om inmiddels aan den Suppliant geene betaaling van deszelfs Appoinclementen te laaten gefchieden, tot zoo lang de Suppliant zig tot genoegen van U Ed. Gr. Mog. ter zaake voorfz zoude hebben verantwoord. Dat de Suppliant, ter voldoening aan de hoogftgerefpeóteerde ordres van U Ed. Gr. Mog. zig dan ook aanftonds herwaards heeft begeeven, en zig voor Heeren Gecommitteerde Raaden van U Ed. Gr. Mog. alhier in den Hage heeft gefilteert, en op de vraagen, door Hoogftdezelven aan den Suppliant ter zaake voorfz voorgehouden , zonder eenige bewimpeling , eenvoudig en naar waarheid, zoodanig heeft geantwoord, als uit dezelve refponfiven aan U Ed. Gr. Mog. bereids zal zyn gebleeken, cn zoo als de Suppliant den toedragt derzelve zaake by het hier vooren geavanceerde de vryheid heeft genoomen, aan U Ed. Gr. Mog» voor te draagen. Dat de Suppliant zig daar uit met eerbiedige fiducie durft flatteeren, dat U Ed. Gr. Mog. het voorfz gedrag van den Suppliant, zoo ten aanzien van U Ed. Gr. Mog., als ten reguarde van de Heeren Staaten van Zeeland en Hoogftderzelver Heeren Gecommitteerde Raaden, in deeze zaake gehouden, na dit alles aan geene irreverentie of vilipendie van U Ed. Gr. Mog., of van de,Heeren Staaten van Zeeland, of van Hoogftderzelver Gecommitteerde Raaden, verder zullen attribueeren , maar alleen aan het bovengemelde begrip van zaaken, het welk de  tot de MILIT. JURISDICTIE, li* Suppliant zig daar van hadde geformeert: -— een begrip, het welk de Suppliant nu van agteren nogtans gaarne erkent, dat erroneus geweest is, en dat hy beeter en voorzigtiger gedaan hadde , om, in plaatfe van de ordres van U Ed. Gr. Mog. omtrent het doen van den voorfz Eed af te wagten, dezelve ordres van U Ed. Gr. Mog. daaromtrent direftelyk en zonder eenig delay te hebben gevraagt; doch een begrip teffens, het welk de Suppliant eerbiediglyk vertrouwt, dat U Ed. Gr. Mog. wel aan deszelfs waare fource zullen believen toe te fchryven , te weeten, aan het minder doorzigt van den Suppliant in de behandeling of direétie van politicque zaaken, welke de Suppliant, die zyn leeven lang geene andere dan Militaire zaaken heeft getrafteert, ligtelyk in de keuze deibefte middelen, die hem uit deeze ongelegenheid redden moeften, kan hebben doen dwalen. Dat de Suppliant zig daar van met te meer fiducie verzekert houd , daar de Suppliant deezen Staat bykans een reeks van vyftig jaaren, zoo hy meent, met eer en reputatie hebbende gedient, en aan denzelven dan ook door zoo veele banden van affeótie en dankbaarheid zynde verbonden, dat de Suppliant geen ogenblik heeft geheefiteert, om by zekere gebeurtenis , niet lang geleeden voorgevallen, en die voorzeker aan U Ed. Gr. Mog. nog niet uit het geheugen zyn zal, zyn fort voor altoos aan deezen Staat vast te maaken, en het zelve te Hellen boven dat van zyn oorfpronklyk Vaderland; niet wel kan gefupponeert worden, om zig moedwilliglyk te hebben willen bezoedelen met  Ï20 NALEZING van STUKKEN met de misdaad van vilipendie en irreverentia omtrent die geenen, aan welken de Suppliant' door de heiligfte banden van Eed en trouwe ten " naauwften is verbonden ! Dat de Suppliant derhalven op grond van dit alles de vryheid neemt, zig te keeren tot U Ed. Gr. Mog., ootmoediglyk verzoekende, dat het U Ed. Gr. Mog. goedgunftiglyk behaagen moge, hooggemelde Refolutie van UEd. Gr.Mog., in dato 22 April 1784, in te trekken en buiten effecT; te ftellen , voor zoo verre, hamelyk, als daar by aan Heeren Gecommitteerde Raaden word gelast, om inmiddels aan den Sup-' pliant geene betaaling van deszelfs Appointementen te laaten gefchieden. tot zoo lang do Suppliant zig tot genoegen van U Ed. Gr. Mog. ter zaake voorfz zoude hebben verantwoord, en dienvolgende aan den Suppliant wederom , en zonder eenige discontinuatie, te laaten genieten de betaaling van des Suppliants voorfz Appointementen; zynde de Suppliant al nog bereid en te vreeden, den voorfz gerequireerden Eed daadelyk te prrefteeren , in gevalle U Ed, Gr. Mog. zulks alzoo zullen vinden te behoren. (Onder ftond) 't Welk doende, &c, (Was geteekeni) R. MACALESTER.  tS m MILIT. JURISDICTIE. 2%t L. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende WesU Friesland, in hun Ed. ■ Gr. Mog. Vergaderinge genomen op Woensdag den 16 Juny 1784/ Üntfangen een Miffive van B. H. Bentinck, als Commandant der twee laatfte Esquadrons van het Regiment Cavallerie van den Lieutenant Generaal Staveniffe Pous, gefchreeven te Leeuwaarden den 12 deezer, waar by kennis geeft, by de Heeren Gedeputeerde Staaten, den 10, te vooren te zyn ontbooden, alwaar hem voorgeleezcn was een Refolutie der Heeren Staaten van Vriesland van den 9. en een Formulier van den Eed van de Militie, aldaar gerequireert lub A- en B., by de voorfz Misfive gevoegt, en van het geen hem voorts by die geleegenhcid was gecömmuniceert; als meede van zyn gegeeven antwoord; mitsgaders van het daar op nader gerefolveerde by de Heeren Staaten van die Provintie, en van zyn verfogt uitftel omtrent dien Eed , byzonder raakende de Patenten fub C en D. by de voorfz Misfive ge Voegt, breeder hier na geinfereert; hebbende gemelde Commandant Bentinck zig daar omtrent meede op gelyke'wyze, in fubftantie aan hun Hoog Mog. geaddreffeert, met byvoe ging, dat dezelve gere-quireerde Eed door Z. H -Compagnie Vriefehe Guardes,en het Regimen Orange Vriesland, was afgelegt. Fii Mifli-.-evata n.H. Bentinck, raakende den gerequireerdenEed van de Guarnifoenen in Vriesland , en byzonder concer» necrend.e de Patenten. CominiK 5 'X  222 NALEZING van STUKKEN Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde,is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz cn ByJagen zullen worden geëxamineert door de Heeren van' de Ridderfchap, en verdere hun Ed. Gr. Mog; Gecommitteerden tot het groot befoigne, met de Heeren Gecommitteerde Raaden, cn dé Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien cn advis. Accordeert met de voorfz Refolutieris, Edele Groot Mogende Heeren, Laatstleeden Donderdag morgen den iodêëzer, wierd my door een Boode der Heeren Gedeputeerde Staaten aangezegt, om aanftons op het Collegie te komen, werwaarts my dan ook oogenblikkelyk begaf, en ontmoetende aldaar de Commandanten van zyne Hoogheids Compagnie Friefche Gardes; en 't Regiment Orange Friesland, dewelke aldaar ihsgelyks ontbooden waaren, na een weinig vertoevens liet men my eerst, en alleen in de Vergadering komen , en las my aldaar een Refolutie der Heeren Staaten deezer Provintie voor, van welke' hier nevens Copie fub A. overzende, daar na wierd my het Formulier van den gerequireerd wordenden Eed voorgeleezen, waar van Copie fub B. en liet hier op den Heer Prrefident terftond volgen, dat zy Heeren Gedeputeerden hadden gerefolveert, des avonds om 5 uur het Guarnifoen in Eed te neemen, my gelastende tegens dien tyd met myn onderhebbend Corps  tot de MILIT. JURISDICTIE. 223 Corps op de gewoone Paradeplaats onder de Wapens te ftaan, om dien eed af te leggen. Thans meende ik het de tyd te zyn, myne gedagten hier omtrent aan haar Ed. Mog. te moeten communiceeren, dewelke de vryheid nam, om Hoogftdezelve voor te leezen, zoo als dezelve door den Heer Secretaris van het Collegie gecopieerd,en woordelyk van inhoud zyn zoo als fub C. Daar op liet men my een weinig buiten ftaan, en weder binnen gekoomen zynde, zeide my den Heer Prrefident, dat haar Ed. Mog. gelet hebbende op myn gegeeven antwoord,my voor dien dag dispenfeerden van het in het Geweer trekken van myn onderhebbend Corps,en het doen van den Eed. Dat van myn antwoord ten eerften Rapport zouden doen aan de Heeren Staaten, en my nader Hoogftderzelver Refolutie doen toekomen, gelyk dan ook op dit myn antwoord by de Heeren Staaten nader is gedelibereerd, en gerefolveert, dat de Heeren Gedeputeerden den Lieutenant Collonel Bentinck nader voor zig doen komen zouden, en afvragen , aan wien hy intentie had om zig over de Patenten te addresfeeren, gelyk zulks dan ook heeden morgen gefchied is, by welke comparitie en afvraging ik woordelyk geantwoord hebbe , zoo als fub D. te zien is, op welk door myn afgegeeven antwoord , nog geen nader Refolutie voor het vertrek der Post kan zyn gevallen. De fchielykheid waar meede dit alles is gefchied en de nahyheid van het vertrek der Post zyn de reedenen die my genoodzaakt hebben UEd. Gr. Mog. het zelve met Bylaagen te relateeren. Ik vertrouw dat uit dit myn gehouden gedrag  424 NALEZING van STUKKEN drag volkomen zal blyken dat ik geenzins gés weigert, maar volkoomen bereid ben geweest aan de intentie der Heeren Staaten van deeze Provintie, voor zoo ver ik oordeelde dat het in myn magt was,aanftonds te voldoen. Dan aan de andere kant meende ik om verfcheiden reedens niet bevoegt te zyn , den Eed omtrent het ftuk van de Patenten van myn gerequireerd te mogen prrefteeren, en wel voor al niet dewyl wy ons daar door, aan het willekeurig cn van de Heeren Staaten van Friesland volftrekt af* hangelyk Guarnifoen houden binnen deeze Provincie zouden verpligten ; terwyl wy indien ons daar toe verbonden, nooit, wanneer daar toe order bekwaamen en door U Ed. Gr. Mog. gerequireerd wierden aan de intentie van onze Hoge Principaalen,ter wiens repartitie wy ftaan, zouden kunnen voldoen, om welke reden ik hoope en vertrouwe, dat U Ed. Gr. Mog. myn gehouden gedrag in deezen wel zult gelieven goed te keuren , en mymet Hoogftderzelvcr orders hoe my in deezen verder te gedraagen te honoreeren. Waar meede de eer heb met de diepfte eer» bied, en alle bereidvaardigheid te zyn. Edels Groot Mogende Heeren (Onder ftond) ü Hoog Ed. Gr. Mog. onderdanigftè en gehoorzaamfte dienaar. (Was geteekent) B. H. BENTINCK. Leeuwaarden den 12 Juny 1784. BY-  tor de MIL1T. JURISDICTIE. B Y L A G E N A. Ter Vergadering in confideratie genoomen zynde,dat in gevolge Staats-Refolutie van den .14 Maart deezes jaars , nimmer Troupes in deeze Provintie zullen mogen komen, het zy om daar Guarnifoen te houden of om door té marcheeren voor en al eer op de Grenzen, door twee Commiffarilfen uit het Collegie namens haar Ed. Mog. van de commandeerende en an* dere Officieren, zal zyn afgenoomen den Eed van getrouwigheid, en dat de Militie uit deeze Provintie niet fchynt te zullen marcheeren, nog den Eed van getrouwigheid heeft geprefleert. Is na deliberatie goedgevonden eh verftaan, het Collegie der Heeren Gedeputeerden te au? thorifeeren, om door twee Commiifariffen uit derzelver midden, de Guarnifoenen van Leeu. waarden en Harlingen, op het Formulier by bovengemelde Refolutie vastgeftelt, den Eed af te vorderen , en zal Extract door 'S Lands Secretaris aan den Praffident van het Collegie worden ter hand gefteld , ten einde zoo ra3 mogelyk aan hun Ed. Mog. wel meening wer* de voldaan. Aldus gerefolveert den 9 Juny 1784. Nal. I. Deel II. Stuk. P b\  lil NALEZING van STUKKEN B. Formulier van Eed. Wy belooven ende zweeren, boven den Eed voormaals door ons aan de Generaliteit gedaan, de Staaten van Friesland, gehouw en getrouw te wcezen, denzelven vromelykcn ende getrouwelyken te dienen tot voorftand van de Unie ende hanthoudinge van de waare Chriftelyke Relige , ende namentlyk de Provintie van Friesland, de Quartieren Steeden ende Leeden van dien , tegens allé haare Vyanden ; de welgemelde Heeren Staaten van Friesland ofte hare geauthorifeerden voor den tyd dat wy in dezelve Provintie zyn , gehoorzaam te weezen, in het geene zy luyden ons tot vorderinge van don dienst, en defenfie van de voorfz Landen beveelcn zullen , ende namentlyk omme de platte Landen der voorfz Provintie van alle inlcgeringe ende foelen van het Volk van Oorloge te helpen befchermen , ook binnen deeze Provintie niet van * de eene Plaats na de andere nog weder uit de Provintie te zullen marcheersn, nis op P ■'int van meergemelde Heeren Staaten van Frieslana of derzelver geauthorifeerden: voorts in alles te agtervolgen de Ordonnantiën en de Articulen van den Oorlog, en wel fpeciaal de beide Pubiikatien van den 28 February ende 14 Maart 1784, op het ftuk van de Adminiftratie der Civile en Crimineele Juftitie in deeze Provintie geëmaneert. Zoo waarlyk helpe my God Almagtig! C  tot de MILIT. JURISDICTIE. 227» C. Edele Mogende Heeren , Wat my als Commandant der twee laatste Escadrons van het Regiment Cavalleric van den Lieutenant Generaal StavenifTe Pous betreft, vfnde geen zwarigheid zoo lang in deeze Provintie Guarnifoen houde-, dit Formulier, voor zoo ver het de gehoorzaamheid aan de Heeren Staaten of hunne Geauthorifeerdens, de getrouwheid aan, en judicature van deeze Provintie aangaat, ftiptelyk na te komen, en met fo* lemneéfen Eede te beveftigen. Dan wat het Artikel van Patent betreft, Ed. Mog. Heeren,zulks komt my voor, het zy met alle eerbied gezegt,als een zaak van het groot» ftegewigt, waar aari de overige Bondgenooten ten uitterften geleegen legt, te meer, daar ik meene zulks by geene1 derzelver zoo als in deze Provintie word gefuftineert, en wy ter repartitie van een ander ftaan, waarom ik dart ook zwaarigheid maake zonder daar van de behoorlyke kennis te hebben gegeeven, en antwoord bekomen , my hier toe met folemneelen Eede te verbinden, om welke reedenen ik de vryheid neeme U Ed. Mog. op het alderecrbiedigft te verzoeken , my tot dien tyd toe uitftel te willen verleenen , my intuflchen verbindende, tot dat my nader zal hebben verklaard, den inhoud van het zelve in allen deelen na te tomen.  •428 NALEZING van STUKKEN] D. Edele Mogende Heeren, De geene, waar aan vermeen nry te moeten addreffeeren, en kennis te geeven van den gerequireerden Eed, zyn Haar-Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal. Haar Edele Mog. de Heeren Raaden van Staaten. Haar Edele Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland, als ter wiens repartitie wy ftaan. Zyne Doorlugtigfte Hoogheid den Heer Prince van Orange , als Stadhouder en Capitein Generaal van de Unie, op wiens Patent wy in deeze Provintie in Guarnifoen gekomen zyn. Vervolgens fchroome ik geenzints om voor U Ed. Mog. rondelyk te declareeren , dat niets my aangenaamer zoude zyn, dan aan het verlangen van U Ed. Mog. zonder eenige fcrupule , te kunnen voldoen , maar teffens opentlyk te belyden , geen genoegzaame kundigheid te hebben van de byzondere Regten op dit Stuk, het welk by my natuurlyk moet doen ontftaan een vreeze van aan den eenen of anderen kant tegen myn pligt, en voorige gedaane Eeden te zullen handelen, en my daar door buiten myn fchuld, in onaangenaamheeden te zien gewikkeld: het welk ik ook vertrouwe ten eenenmaale tegen U Ed. Mog. intentie te zyn, en over zulks my wel ten besten zult duiden, dat ik het zelve tragte te vermyden: zynde dit de reden, waarom ik uitftel van het doen der gerequireerden Eed hebbe verzogt, onder verpligting by dat verzoek vermeld. LI. j  tot deIMILIT. JURISDICTIE, 229 LI. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland,in haar Ed. Gr. Mog. Vergadering genomen op Donderdag den 17 Juny 17S4. Ontfangen een Miffive van dc Heeren Staaten van Vriesland , gefchreeven te Leeuwaarden den 13 deezer, concerneerende Hoogftderzclver geftatueerde op het ftuk der Patenten , en het voorgevallene met den Collonel Bentinck, commandeerende twee Esquadrons Cavallerie van het Regiment van den Lieutenant Generaal Staveniife Pous, omtrent zyn verzogt uitftel tot den gerequirecrden Eed; verwagtende gemelde Heeren Staaten de medewerking van hun Ed. Gr. Mog. tot dit zoo ge wigtig ftuk ; zig bereid verklaarende, Hoogftderzelver Patenten tot uitmarsch van gemelde Esquadrons , op hun Ed. Gr. Mog. requifitie te verleenen; en voorts by de voorfz Miffive verzoekende de meedewerking van hun Ed. Gr. Mog. tot reflectie op de voorflag van gemelde Heeren Staaten tot het doen ophouden van de geauurige verwifléling der Guarnifoenen ; alles met de Bylaagen breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz Miffive en ByP * laa- MilTive van de Staaten van Vriesland , concerneerende hun geftatueerdeomtrent de Patenten, het voorgevallene met den Collonel Bentinck nopens den gerequireerdenEed; en het doen ophouden der geduurige Guarnifoensvervviffe- CommÜT.  230 NALEZING van STUKKEN kagen zullen worden geëxamineert door de Heren van de Ridderfchap en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het gro^t befoigne met de Heeren Gecommitteerde R.aaden , en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis. • Accordeert met de voorfz Refolutien. A. Edele Mogende Heeren, byzonde¬ re goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. Wanneer Wy in het begin van dit jaar hadden gerefolveert tot het weeder brengen van de Militaire discipline tot die bornes, welke de conftitutie Onzer Regeering,en het belang Onzer Ingezeetcnen vorderen; hebben Wy niet af kunnen zyn ter zelvcr tyd meede het ftuk deiPatenten in deliberatie te leggen , en nodig geoordeelt tot veiligheid der Ingezeetenen te ftatueeren , dat in het verleenen der Patenten dezelve voet zal moeten worden geobferveert, welke by Onze Refolutie van den 5 Maart 1748 en dus aanftonds na de aanftcllinge van Onzen Erfftadhouder tot Capitein Generaal van de Unie, was bepaalt, en zeedert nimmer verandert. In gevolge dan van deeze Onze voornoemde Refolutien, hebben Wy Onze Gedeputeerden gcauthorifeert, om de Militie, hier in Guarnifoen leggende, den Eed te doen praftecren, volgens het Formulier, waar van Wy de Copia hier nevens voegen. Dan op den 10. deezer wierd Ons door Onze  tot de MILIT. JURISDICTIE. 231 2e "Gedeputeerden gerapporteert dat de Collonel Bentinck, commandeerende twee Esquadrons Cavalierie van het Regiment van den Lt. Generaal Stavcnifie Pous, zwaarigheid maakte om dien Eed te prrcftecrcn , cn eenigen tyd uitftel verzogt om zig daar over nader te addrelïèeren, in gevolge declaratoir, waar van insgeiyks Copie hier nevens gaat. Uit dit antwoord van den Collonel Bentinck ons niet gebleeken zynde, aan wien hy voorneemens was zig .te vervoegen , hebben Wy gemeend Ons daar omtrent nader te moeten doen informecren, cn den voorfz. Commandant door de Heeren Onze Gedeputeerden te doen vraagen aan wie hy intentie had, zig over het ftuk der Patenten te addreffeeren. Wy ontfingen dan daar omtrent het Rapport van Onze Gedeputeerden, van welk Wy al mede Copie hier by zenden. Wy hebben hier op allen fchyn zelfs willende vermyden, dat Wy aan de Troupes ter repartie van U Ed. Mog. Provintie ftaande iets zouden willen opleggen , dat prrcjudiciabel was aan de Regten van U Ed. Mog. als derzelver Betaalsheeren geen oogenblik gehaefiteert, om aan hem uitftel te verleenen, tot zoo lange hy U Ed. Mog. ordres zoude hebben ontvangen, daar Wy nu ook vaftelyk gerefolveert hebben om het oppergefag Ons wettig competeerende over de Militie, die zig in het territoir deezer Provintie bevind , te handhouden, en Onze Wetten en Reglementen daar op gemaakt, te • doen refpectecren , hebben Wy niet kunnen nalaatcn, Ons hier over by U Ed. Mog. tc addrefleeren, en terwyl Wy niet twyfclen. of U P 4 Ed.  %l% NALEZING van STUKKEN Ed. Mog. zullen in dit zoo gewigtigftuk wel met Ons willen medewerken, zoo" verwagten Wy ook dat U Ed. Mog. even fpoedig als ernftig de noodige voorzieninge zullen doen , dat de voornoemde Collonel Bentinck met zyn onderhebbende Esquadrons zonder eenige verdere haéfitatie den Eed volgens het Formulier allegge, en om alle fcrupule die bier omtrent by Ü Ed. Mog. mogte kunnen ontftaan totaal weg te neemen , willen Wy weldeclareeren , dat Wy (daar de meefte Troupes deezer Republicq aan de Grenzen vereischt en gelegt, en dus de Provintien veel al van dezelve ontbloot zyn) geen zwaarigheid zullen maaken, om op de eerfte requifitie van U Ed. Mog. aan deeze twee bovengemelde Esquadrons Onze Patenten tot uitrnarsch te verleenen? Wy zouden hier meede deeze kunnen befluiten, ware het niet, dat Wy ons verpligt vonden , om thans wederom een duidclyk exempel voor Ons hebbende U Ed. Mog. te herinneren, dat Wy by Onze Miffiven aan hun Hoog Mog, van den 6 July 1782 en 19 December 1783, hebben geinfteert, dat ten fpoedigften een befoigne ter Generaliteit wierde aangelegt, om met overleg van Z. H. de geduurige verwiifeling der Guarnifoenen te doen ophouden, dog op welke Onze welmeenende voorflagen Wy nooit eenige refcriptie hebben ontfangen. Wy meenen derhalven aan U Ed. Mog. by deeze geleegentheid te moeten verzoeken, met Ons ferieuslyk te willen medewerken , ten einde op deeze Onze voorflag niet alleen eindelyk eens de vereischte rcfleciie geflagen, maar dezelve ook dadelyk geëffeétueer-t worde, of ten miri-  tot de MTLIT. JURISDICTIE. 233 minften, dat by de hooge Bondgenooten ge» zaamentlyk worde befloten,dat in de Hemmende Provintien buiten hun confentement geene andere Troupes zullen worden in Guarnifoen gezonden, dan die ftaan ter repartitie dier zelve Provintie , ten einde hier door alle mogelyke reedenen tot misverftand over de Regten der Betaalsheeren, en der Territoriaalen Souverain mogen werden afgefneeden. Waar meede, Edele Mogende Heeren, byzondere geede Vrienden , Naabuuren en Bondgenooten, Wy U Ed. Mog. beveelen in de befcherming van God AImagtig. Leeuwaarden den 13 Juny 1784. (Onder ftond') Uw Edele Groot Mogende goede Vrienden, De Staaten van Vriesland , (Was geteekent) A. B. v, SMINIA, vt. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was geteekent) A. J. v. SMINIA. V 5 BY,  a34 NALEZING van STUKKEN B Y L A G E I. Copia Declaratoir. Wat my als Commandant der twee laatfte " Esquadrons van het Regiment Cavallerie van ;, den Lieutenant Generaal Stavemfle Pous be- \ treft, &c. (a) '1 I I. Formulier van Eed. . Wy beloven en zweeren, boven den Eed voormaals door ons aan dc Generaliteit gedaan, de Staaten van Vriesland gehouw en getrouw . te weezen, &c. Q) Zoo waarlyk helpe ons God Almagtig! I I I. Edele Mogende Heeren! In gevolge U Ed. Mog. Refolutie op gifteren genoomen en door 'sLands Secretaris aan de Praefident van Onzen Collegie ter hand geftelt, zoo hebben Wy, in gevolge de last by dezelve aan Ons gegeeven, op deezen morgen voor Ons doen koomen den Collonel Bentinck en afgevraagt, aan wie hy intentie had, om zig o- .ver • (V) Zie boven p. 217. Byl. C. Zie boven bl. 226; Byl. B.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 235 ver de Patenten te addrefieeren : dewelke hier op geantwoord heeft: „ Die geene waar aan vermeene my te moe„ ten addrefieeren," &c. (a) En hier meede vermeenende aan U Ed. Mor>. last te hebben voldaan , zoo beveelen Wy Hoogftdezelve in Gods heilige protectie. Leeuwaarden den 12Juny 1784- (_Onder ftond) U Edele Mog. goede Vrienden, De Gedeputeerde Staaten van Vries* land. (Geteekent) J. L. HAERSMA, vt. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van hun Ed. Mog. (Geteekent) H. WECKEL. O) Zie boven bl. 228. Byl. D. LIL  %%6 NALEZING van STUKKEN LIL Jliffive van den Lt Collonel Bentinck tot nader voordragte der gronden van zyn uitftel tot het afleggen der gerequireerdenEed in Vriesland. CommilT. Edele EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende West- Vriesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderingc genomen ■op Donderdag den fj Juny 1784. Ontfangen eene Miffive van B. H. Bentinck, Lieutenant Colonel der twee laatfte Esquadrons van het Regiment Cavallerie van den Lt. Generaal Staveniffe Pons, gefchreeven te Leeuwaarden den 15 deezer, waar by nader voordraagt de gronden , waar op zyn verzogt uitftel tot het afleggen van den gerequireerden Eed, volgens het gerefolveerde van de Heeren Staaten van Vriesland berust; breeder met een Bylaag hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op "gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan,dat de voorfz Miffive en Bylaage zullen worden geëxamineerd door de Heren van de Ridderfchap, en verdere hun Ed, Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot be-foigne, met de Heeren Gecommitteerde Raaden , en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz Refolutien,  ■ tot de MILIT. JURISDICTIE, nf Edele Groot Mogende Heeren, Na het antwoord door rny aan haar Ed. Mog. op den 12 deezer gegeeven, waar by verklaarde aan wien vermeinde my te moeten adreffeei ren, en kennis geeven van den gerequireerden Eed, is op gemelde antwoord door de Heeren Staaten nader gedelibereert en gerefolveert, van. welke Refolutie hier nevens Copie overfende. Dewyl dan in gevolge deeze Refolutie door de Heeren Staaten van Vriesland aan U Ed. Gr. Mog. zal worden kennis gegeeven van het voorgevallene , en teffens verzogt dat my door Hoogftdezelve mogte worden gelast, den gerequireerden Eed onder de referve by die Misfive bepaald te preftceren. Soo vinde my verpligt met dc diepfte eerbied aan de confideratien van U Ed. Gr. Mog. voor te dragen de voor myn zoo vreemd als onverwagte wyze waar meede men my in gevolge Staats Refolutie van den 9 Juny heeft gehandelt; men vroeg my niet, of deezen Eed zonder zwaarigheid konde doen, (ten einde daar door te vcrmyden dat aan de Troupes ter repartitie van U Ed. Gr. Mog. iets wierde opgelegt dat prcjudiciabel was aan Hoogftdenzelven) neen dezelve wierd direót en zonder beraad te geeven afgevordert, gelyk zulks uit de order door Heeren Gedeputeerden aan myn den 10 deezer 'smorgens gegeeven, om namentlyk dien zclven avond met myn ondcrhebbcnd Corps onder de Wapens te komen , en den Eed in handen van twee Heeren Commisfarifien uit het Collegie af te leggen , ten klaarften confteert, ja zonder dat cr toen eenige mentie, veel min refer1 . ve  -13 8 NALEZING van STUKKEN ve met betrekking tot de vereischte toeftemming van U Ed. Gr. Mog. gemaakt wierd. Daar nu egter uit.de nevensgaande Refolutie fchynt te blyken, dat haar Ed. Mog. die toeftemming admitteeren en in hunne Miffive verklaaren dat geen oogenblik gebaffiteert hebben, my hier toe het uitftel te verleenen, als meede dat er wel eenig fcrupule omtrent het doen deezer Eed by U Ed. Gr. Mog. zoude ohtftaan kunnen, vcrmeine ik te mogen remarqueeren, dat ten klaarftèn blykt haar Ed. Mog. my by StaatsRefölutie gcordonneert hebben een Eed af te leggen , dewelke thans fchynen te avoueeren, ik zonder toeftemming van U. Ed. Gr. Mog. niet bevoegt was te doen. • Dan het geen my omtrent deezen Eed niet minder verwondert en teffens bekommernis baard, is, dat haar Ed. Mog. in deeze laatfte Refolutie alleenlyk het confent van U Ed. Gr. Mog. tot het doen van den gerequireerden Eed zonder referve admitteeren, en er voor myn niets anders zoude nodig zyn om dezelve zonder eenige reftriclie of exceptie te prefteeren. Haar Ed. Mog. ignoreeren voor zeeker niet dat de Officieren ter repartitie van U Ed. Gr. Mog. zoo wel als die ter repartitie van deeze Provintie ftaan, haar Actcs, waar by door haar Hoog Mog. worden aangefteld, met folemneelen Eede in handen van de Raad van Staaten hebben bezwooren , in welke Acte van Ritmeefter immers met zoo veel woorden ftaat uitgedrukt. ,, Geevende hem volkoomen last, „ magt en bevel over dezelve Compagnie te „ gebieden, die te geleiden en gebruiken te3, gen den Vyand deezer Vereenigde Nederlan- „ den, .  tot de MILIT. JURISDICTIE. 239 den, het zy te Velden of in Guarnifoen tot bewaaring van eenige Steeden of Sterkten daar en zoo het hem van ons of by de geene „ van ens last hebbende tot den voorfz Landen- dienst zal worden geordonneert en bevolen. Het welk ons nog nader bevoolen word in de Provinciaale Acte van haar Ed. Mog. dc Heeren Gecommitteerde Raaden van Holland en West-Vriesland, door ons met folemneelen Eede beveiligt, alwaar onder andere ftaat. „ Mits zig in alles te gedraagen na de orders „ van den Lande op pcene dat wy deeze houj, den voor niet geinterinecrt of geadmitteert, „ nog in de betaaling geconfentcert." De Heren Staaten deezer Provintie befchryven de order hier omtrent nog fpecifiquer in de Provinciaale Acte van Capitein eener Compagnie, dewelke haar Ed. Mog. als Betaalsheeren geeven en doen bezweeren , zeggende aldaar. „ Met dewelke hy hem zal laaten gebruiken, zoo by den heelen als halven Vaandels, of „ eenige van dien het zy te Water of te Lan„ de, te Velde of in Guarnifoen, op alle Plaat,, zen daar het hem van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal, Raad van Staaten, Zyne „ Hoogheid, Ons of van andere Collonels "en ,, Gouverneurs des van haar Hoog Mog. last ,, hebbende, zal worden geordonneert, &c. waar op en van hem wel en getrouwelyk te 5, quyten, hy Capitein gehouden word den be„ hoorlyken Eed in onze handen te preftee„ ren." Op welke gronden nu de Heeren Staaten van Vriesland van myn kunnen vorderen, dat door een andere particulieren Eed my zal verbinden  24«» NALEZING van STUKKEN deeze Provintie niet te verlaaten, dan op fpe* ciaal patent van Hoogftdezelve of deszelfs Geauthorifeerde, is my ten eenenmaale onbekent. Want immers zoude ik my hier door in dê omftandigheeden kunnen vinden , dat wanneer de Heeren Staaten Generaal of van Hoogu;dezelve last hebbende, mogten oordeelen my tot dienste van den Lande buiten deeze Provintie te doen marcheeren, aan derzelver order niet te kunnen voldoen; niettegenftaande my hier toe met folcmneelen Eede by myn aan* ftelling verbonden hadde. Het is dan, Ed. Gr. Mog. Heeren, op dö voorenftaande gronden dat myn gehouden gedrag rust; egter blyft het altoos voor myn een zeer ingewikkelde omftandigheid, en dewyl niets vuuriger vcrlange dan in allen deelen volgens de intentie van Ü Ed. Gr. Mog. en overeenkomftig myn Eed en pligt te mogen handelen , zoo bidde aldergehoorzaamst met Hoogftderzelver welmeening te worden vereerd. En het zy my geoorlooft my in de befchcrming van Ü Ed. Gr. Mog. op het aldqrnederigst aan te beveelen,en met de diepfteeerbied en alle bereidvaardigheid te zyn. Edele Groot Mogende Heeren, (Onder ftond) V Ed. Gr. Mog. onderdanigfte en gehoorzaamfte Dienaar. (Was geteekent) B. H. BENTINCK. Leeuwaarden den 15 Juny 1784. Ge.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 24 1 'Gedelibereert zynde op het Rapport van het Collegie der Heeren Gedeputeerden, nopens de last aan hun by Staats Refolutie van den ri deezer maand gegeeven, om den Lieutenant Collonel Bentinck, commandeerende de twee laatfte Esquadrons Cavalierie, van den Lieutenant Generaal StaveniHe Pous, hier te Leeuwaarden in Guarnifoen leggende , nader voor zig te doen komen, en af te vragen , aan wien hy intentie had, om zig over de Patenten te addrefieeren , zoo als by zyn antwoord op ded 11 voornoemt aan welgemelde Collegie, wanneer het doen van den Eed van getrouwigheid, in gevolge Formulier by Staats-Refolutie van den 14 Maart 1784 voorfchreeven van hem gevordert wierde, verzogt had voor af te mogen doen. Mitsgaders op het antwoord door gemelde Lieutenant Collonel daar op gegeeven , en in voorfz Rapport geinfereert. Is goedgevonden en verftaan, de navolgende Miffive aan de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland af te zenden. Fiat infertio. Wordende wyders de Heeren Gedeputeerden gelast aan voornoemde Lieutenant Collonel Bentinck, hier van in zoo verre het uitftel betreft j de vereischte kennis te geeven. Aldus gerefolveert op het Landfchaps Huis den 13 Juny 1784. Nal. I. Deel. II. Stuk. Q LUI.  -Rapport op de zaal van den Collonel Macal ester. Overgenomen. 242 NALEZING van STUKKEN LI II. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering genoomen op Vry dag den 18 Juny 1784. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap, en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot befoigne , in gevolge en ter voldoening van hun Ed. Gr. Mog. Refolutien Commifibriaal van den 30 April en 25 Mey deezes jaars, met de Heeren Gecommitteerde Raaden hadden geëxamineert een Miffive van de iaatstgemelde Heeren , den gemelden 30 April in den Hage gefchreeven, waar by dezelve aan hun Ed. Gr. Mog. hebben toegezonden twee Refolutien, door hun op de fuccefiive Rapporten der Heeren hunne CornmisfarifTen tot de Militaire zaaken, den 28 en 30 April genomen, en zynde by de laatfte gevoegt de Vraagen aan den Collonel Macalefter gedaan en de Antwoorden door denzelven daar op gegeeven , alles uit kragte van hun Ed. Gr. Mog. Re^jiutie van den 22 April op de Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland over het gebeurde met het Regiment van Houftoun op hunEd. Gr. Mog. repartitie, omtrent den Eed by de Refolutie van de f Iceren Staaten van Zeeland van den 11 Maart 1784 van de Guarnifoenen aldaar gerequireert vol-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 243 volgens- het Formu'ier van den 22 September 17S3; als meedë de Requefte door gemelden Collonel Robert Macalefter den 25 Mey deezes jaars aan hun Ed. Gr. Mog. geprefenteert, waar by, na een amplc voordragt der reedenen waarom hy oordeelde niet wel gelbupconneert te konnen worden, om zig moedwiüiglyk te hebben willen bezoetelen met de misdaad van viiipendie en irreverentie omtrent die geencn, aan welken de Suppliant, die bykans vyftig jaren, zoo hy meende, met eer en reputatie had gedient, door de heiligfte banden van Eed en trouw ten naauwften was verbonden , maar uit een dwalend begrip in de keus der befte middeien, die hem uit zyne ongeleegentheid moesten redden , op grond derzelve reedenen heeft verzogt, dat het hun Ed. Gr. Mog. behaagen mogt, Hoogftderzelver Refolutie van den 22 April 1784 in te trekken en buiten effeét te ftellen, voor zoo verre daar by aan de Heeren Gecommitteerde Raaden was gekist, om inmiddels aan den Suppliant geene betaaling van deszelfs Appointementen te laaten geichieden, tot zoo lang hy zig tot genoegen van hun Ed. Gr. Mog. ter zaake voorfz zoude hebben verantwoord, eudienvolgerfde aan den Suppliant wederom en zonder eenige discontinuatie, te laaten genietende betaaling van deszelfs voorfz Appointementen; als nog bereid zynde den gerequireerderi Eed, ter requifitie van de Heeren Staaten van Zeeland, dadelyk te praefteeren, ingeval hun Ed. Gr. Mog. zulks alzoo zouden vinden te behooren. En dat zy Heeren Gecommitteerden van advife waren , dat de voornoemde Collonel CornQ 2 man.?  244 NALEZING van STUKKEN mandant Robert Macalefter zoude behooren te worden geordonneert en gelast, om zig voor het Collegie der Heeren Gecommitteerden Raaden van Zeeland te fifteeren en aldaar zyn innig leedweezen te betuigen over het billyk en regtmatig ongenoegen, by welgemelde Heeren ■ tegens hem opgevat, ter zaake, dat hy gedif- ( ficulteert heeft den gcrequireerden Eed voor f zig en de verdere Officieren van het voorfchree- 1 ve Regiment af te leggen, met verdere oot- 1 moedige fupplicatie, om vcrfchooning wegens 1 zyn gedrag in deezen gehouden, en met verzoek om als nog tot den gcrequireerden Eed geadmit:eert te mogen worden ; en dat voorts gelet op de betuigingen door gemelde Collonel Commandant by de voorfchreeve Requefte gedaan , en gunftfg reguard genomen zynde op reedenen en motiven welken tot-indulgentie, in faveur van den Suppliant, die den Lande geduurende by na vyftig jaaren met eer en reputatie heeft gediend, kunnen moveeren, zoude behoren te worden gerefolveert, dat, zoo dra c door den Suppliant aan de voorfchreeve ordres ( zal weezen voldaan,' en daar van aan hun Ed. 1 Gr. Mog. behoorlyk zal zyn gebleeken, als dan de Heeren Gecommitteerde Raaden zouden be- ( hooren te worden geauthorifeert, om de no- r dige voorziening te doen, ten einde de inge- g houden Ordonnantiën van het Tractement en b de Soldy van den gemelden Collonel Comman- t dant te laaten opmaaken en depecheeren: en r dat van de te neemen Refolutie by Miffive aan f, de Heeren Staaten van Zeeland kennis zoude n behooren te worden gegeeven, in vertrouwen li dat met de voorfz geftelde ordres genoegen zal i wor-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 245 worden genomen ; en voorts Extract, aan den voornoemden Collonel Commandant Macalester, zoo ver hem betreft, ter hand werden geftelt, om zig daar na te reguleeren. Waar op gedelibereert, en Copie van het voorfchreeve gerapporteerde verzogt zynde dooide Heeren Gedeputeerden der Steeden Leyden en Schiedam, om daar op te verftaan de intentie van dc Heeren hunne Principaalen, is de finale Refolutie uitgeftclt tot nadere deliberatie. Accordeert mét de voorfz. Refolutien. LIV. CONCEPT.RESOLUTIE op de zaak van de Collonel Commandant Macalefter. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat de voornoemde Collonel Commandant zal werden geordonneert en gelast , zoo als geordonneert en gelast word by deeze, om zig voor het Collegie der Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland te fifteeren , en aldaar zyn .innig leedweezen te betuigen over het billyk ën regtmaatig ongenoegen, by welgemelde Heeren tegens hem opgevat, ter zaake, dat hy gedifficulteert heeft den gcrequireerden Eed voor zig en de verdere Officieren van het voorfz Regiment af te leggen, met verdere ootmoedige fupplicatie, om vcrfchooning wegens zyn gedrag in deezen gehouden, en met verzoek, om alsnog tot den ge0. 3 re-  215 NALEZING van STUKKEN requireerden Eed geadmitteert te mogen werden. En voorts gelet op de betuigingen door den Suppliant by de voorfz Requefte gedaan, en gunftig reguard genomen zynde op de reedenen en motiven welken tot indulgentie, in faveur van den Suppliant, die den Lande geduurende byna vyftig jaaren met eer cn reputatie heeft gedient, konnen moveeren; is wyders gerefolveert, dat zoo dra door den Suppliant aan de voorfchreeve ordres zal wezen voldaan, en daar van aan hun Ed. Gr. Mog. behooriyk zal zyn gebleeken , als dan zyne ingehoude Appointementen hem wederom zullen worden afgegeeven en betaald van den dag af, dathy den gerequireerden Eed in Zeeland zal hebben ge.' praefteert. En is laatftelyl: goedgevonden , by deeze vast te ftellen, dat de voorfz Eed by alle de Officieren , ftaande ter repartitie van deeze Provintie, by derzelver aankomst tot het houden van Guarnifoen, zoo in de Provintie van Zeeland , als in de andere Provintien , alwaar gelyke Eed voor de Militaire Officieren albereids "geintroduceert is, of in het vervolg geintroduceert mogte werden , op de eerfte requifitie zal moeten werden afgelegt. En zal van de voorfz Refolutie by Miffive aan de Heeren Staaten van Zeeland kennis worden gegeeven , in vertrouwen , dat met de voorfz geftelde ordres genoegen zal worden genoomen : En voorts Extract deezer aan den voornoemden Collonel Commandant Macalester , zoo ver hem betreft, ter hand werden geftelt, om zig daar na te reguleeren.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 247 PRJE-ADVIS voor Heeren Gecommitteerde Raaden in het befoigne by hun Ed. Gr. Mog. te houden over de Antwoorden door den Collonel Macalefter gegeeven op de Vraagen welke hem door Heeren Commiffariffen uit Gecommitteerde Raaden op den 29 Apri 1784 zyn voorgehouden en ie Requefte door denzelven aan hun Ed. Gr. Mog. op den 25 deezer geprefenteert. Dat het object van het befoigne aan de Gecommitteerde Raaden is voorgekomen te zyn tvveeleedig, en in conlideratic te komen : in de eerfte plaats, in hoe verre door hun Ed. Gr. Mog. genoegen zoude kunnen worden genoomen met het geene door den Collonel Commandant Macalefter tot zyne juftificatie cn vcrfchooning is geallegueert, zoo by deszelfs Antwoorden op de poincten welke hem op den 29 April laatstleeden door Heeren Commiffariffen uit het Collegie van Gecommitteerde Raaden zyn voorgehouden , nis in het byzonder by het amplc Request welke door denzelven Collonel Commandant op den 25 deezer aan hun Ed. Gr. Mog. is geprcfcntecrt geworden; en in de tweede plaats hoedanig den gemelden Collonel Commandant ten aanzien van het doen van den Eed door dc Heeren Staaten van Zeeland van hem cn de verdere Officieren van zyn Regiment gevordert, door hun Ed. Gr. Mog. zoude behooren gelast te worden. Dat de Gecommitteerde Raaden omtrent het Q_ 4 eerfte Exhibitum in hot befoigne 28 Mey 1784.  248 NALEZING van STUKKEN eerfte poincl: begreepen hebben,dat uit de antwoorden door den meergemelden Collonel Com- i mandant op de aan bem voorgehouden Vraa- < gen gegeeven, ten duidelykfte is gebleeken , dat ( denzelven geenzints is vry te fpreeken van de ; grootfte onvoorzigtigheid in het niet wérkftel- : lig maaken van zoodanige middelen , waar döor hy de nodige directe ordres van hun Ed. Gr. ! Mog. had kunnen bekomen, gelyk hy Collonel i Commandant zulks ook op de volleedigftc wyze by de voorfz Requefte heeft geavanceert, ( met bekentenis, dat hy heter en voorzigtiger had- \ de gedaan om in plaats van de ordres van hun Ed. ( Gr. Mog. omtrent het doen van den voorfz Eed af i te vagten, dezelve ordres van hun Ed. Gr. Mog. \ direttelyk en zonder eenig dilay te hebben gevraagt; \ dog dat het geene door den"Collonel Comman- I dant Macalefter by de voorfz Requefte aan hun ] Ed. Gr. Mog. is voorgedraagen, mitsgaders den aart der zaake, en de Antwoorden nopens de Vraagen aan bem voorgehouden gegeeven , geen de aüerminfte reedenen uitleveren , om te | kunnen denken, dat het niet préfteeren van ; den voorfz Eed zoude kunnen wezen voortge- ; fprooten uit eenige verkeerde inzigten of man- i quement aan het refpect en de gehoorzaamheid welke hy Collonel Commandant ann hun Ed. | Gr. Mog. fchuldig is, maar dat het zelve veel ; eer moet worden gezogt in het erroneus begrip waar in denzelven Collonel Commandant, , ter goeder trouwe en volgens het geene hy by ( zyne voorfz Requefte heeft gepofeert fchync geverfeert te hebben, dat.de Heeren Staaten f van Zeeland, gelyk by uit de Zeeuwfche Nieuws- j papieren zegt gezien te hebben, over het doen ; van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 249 van den meergemelden Eed een addrcs aan hun Ed. Gr. Mog hebbende gedaan, hy Collonel Commandant nopens deeze zaak met Hoogftderzelver bepaalde ordres zoude worden voorzien , en dat hoe zeer denzelve, gelyk even gezegt is deeze ordres had behooren niet af te wagtcn, maar te vraagen , het egter een waarheid is, dat door de Heeren Staaten van Zeeland op den 11 Maart deezes jaars over het doen van den Eed in quaofticeep Miffive aan hun Ed. Gr. Mog. is gefchrceven, waar op tot hier toe geene finaale Refolutie is gevallen ; hun Ed. Gr. Mog. dan ook met deeze en de verdere reedenen door den meergemelden Collonel Commandant tot zyne verfchooning by de voorfz Requefte geallegueert, eenigzints favorabel rellecteeren op het verzoek door hem by dezelve Requefte gedaan. Dat de Gecommitteerde Raaden ten aanzien van het tweede poinct begreepen hebben, dat daar hun Ed. Gr. Mog. hebben goedgevonden het oeffenen der Militaire Jurisdictie binnen deze Provintie by Refolutie en Publicatie in dato 30 April 1783 af te lchaffen , en de ampliatie van den Eed by de Heeren Staaten van Zeeland gearrefteert en gevordert geworden , niets anders inhoud, als dat de Officieren welken den zeiven afleggen , zig verbinden, om geduurende den tyd dat zy in de Provintie van Zeeland Guarnifoen zullen houden , ftiptelyk zullen nakomen de Ordres en Reglementen by welgemelde Heeren Staaten van Zedand omtrent de Militaire "Jurisdictie gemaakt of nog te maaken, en fpeciaal derzelver Refolutie van den 22 September 1783, welke RefoltUie in lubftantie niets anders als een geq 5 lyke  250 NALEZING van STUKKEN Jyke affchaffing contineert; hun Ed. Gr. Mog. vervolgens geen zvvaarigheid zouden behooren te maaken ,om den Collonel Commandant Macalefter en de verdere Officieren van het Regiment van den Generaal Houftoun,te gelasten, om den Eed van hun gerequireert by de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland zonder eenig uitftel af te leggen, en dat hun Ed. Gr. Mog. goedvindende deeze zaak op de voorfz wys te termineeren, hier van aan de Gecommitteerde Raaden van Zeeland by Miffive kenniffe zouden behooren te geeven , en voorts de Gecommitteerde Raaden deezer Provintie te authorifeeren, om den Collonel Commandant Macalefter de voorfz Refolutie en Ordrc van hun Ed. Gr. Mog. aan te zeggen, mitsgaders, om hem te gelyk van wegen hun Ed. Gr. Mog. op een ernftige wys te kennen te geeven de onvoorzigtigheid van zyn gedrag en verzuim , in het niet verzoeken van hun Ed. Gr. Mog. directe ordres , ten aanzien van het afleggen van den meergemelden Eed, met ferieufe recommandatie, om zig in het vervolg op een voorzigtiger wyc te gedraagen , alles met verdere, authorifatic op de Gecommitteerde Raaden, om de nodige voorziening te doen, ten einde de ingehouden Ordonnantiën van het Tractement en de Soldye van den meergemelden Collonel Commandant te laaten opmaaken en depechecren. En kunnen de Gecommitteerde Raaden niet afzyn by geleegenheid van het houden van dit befoigne aan hun Ed. Gr. Mog. in confideratie te geeven, of, uit hoofde van de naauwe relatie welke het onderwerp van het zelve be- foi-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 251 foigne is hebbende met de materie van de reeds gementioneerde Miffive door dc Heeren Staaten van Zeeland aan hnn Ed. Gr. Mog. op den 11 Maart laatstleeden gefchreeven , cn op den 20 daar aan volgende by hun Ed. Gr. Mog. CommilToriaal gemaakt in handen van de Heeren hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerdens tot de Militaire zaaken met de Gecommitteerde Raden , als meede tot voorkoming van alle verkeerde begrippen welke in het vervolg by eenige Officieren omtrent het afleggen van den meer» gemelden Eed zouden mogen plaats hebben ; by hun Ed. Gr. Mog. niet zoude kunnen worden vastgeftelt , dat denzelven geamplieerden Eed by alle de Officieren ftaande ter repartitie van deeze Provintie, by derzelver komst tot het houden van Guarniloen in Zeeland, op de eerfte requifitie , zal moeten worden afgclegt, en of hun Ed. Gr. Mog. zulks agreëerende niet zouden kunnen goedvinden hier "van aan de Heeren 'Staaten van Zeeland kenniflè te geeven, mitsgo'ders de Gecommitteerde Raaden te authorifeevcn en quaüficeeren, om van den inhoud der Refolutie door hun Ed. Gr. Mog. hier omtrent te.neemen aan alle de Officieren ftaande ter repartitie deezer Provintie de nodige informatie te doen hebben , ten einde zig daar na te reguiceren. LV,  252 NALEZING van STUKKEN LV. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Hoog Mig. Heren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Jovis den 15 July 1784. De Heeren van Lynden en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, met en neevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, geëxamineert hebbende in gevolge en ter voldoening aan haar Hoog Mog. Refolutien Commifforiaal van den 29 September, 12 November, 16, 17, 22 en 24 December 1783 als meede van 20 February 9 en 17 Maart 1784. 1. De Refolutie van de Heeren Staaten van Zeeland, voor zoo verre dezelve behelst een voorflag , „ om door eene Commiffie „ van haar Hoog Mog. na te gaan, op „ wat wyze de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen actueel geëxerceert „ word, hoedanig zulks, volgensde Grond- wetten moet gefchieden en welke voor„ ziening voor het vervolg daar omtrent „ noodig zoude zyn." 2. De Refolutie van de Heeren Staaten van de Provintie van Stad cn Lande voor zoo verre daar by in ferieufe bedenking gegeeven word, ,, op wat wyze de Papieren en „ opgebragte Penningen ter gelccgent3, heid van de fubfiftentie van den Hoogen „ Krygsraad in haare handen geftelt of on- „ der  tot de MILIT. JURISDICTIE. 253 „ der de Miniftersberuftende,ten meeften 3, dienfte van dien recht hebbende, of Crediteuren van Officieren van deezen Staat voortaan zal worden gehandelt." 3. De Refolutie van de Heeren Staaten van de Provintie van Overysfel, voor zo verre daar by word voorgedraagen; ., om ,, door eene Commisfie uit de Vergadering ,, van haar Hoog Mog. nategaan , op wat „ wyze de Militaire Jurisdictie in de Ge- neraliteits Landen werkelyk geëxerceerd „ word, hoedanig zulks volgens de Grond„ wetten moet gefchieden , en welke voor,, zieninge daar omtrent voor het vervolg ,, nodig zoude zyn." 4. De Refolutie van de Heeren Staaten van de Provintie van Vriesland, voor zoo verre daar by voordraagen ; „ om op aanlei,, ding van de by haar Hoog Mog. inge,, komene Refolutie van de Heeren Staa„ ten van Stad en Lande, de dato 6 No3, vember laatstleeden behoorlyke voor- zieninge te doen omtrent de Papieren ,, en Penningen in handen van den Hoo„ gen Krygsraad geftelt: of onder de Mi,, nifters beruftende als meede nopens de ,, afdoening der procedures, by affchaf,, fing van den Hoogen Krygsraad onaf„ gedaan, en dus ongedecideert hangen„ de." 3. Het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden van de Provintie van Utrecht, voor zoo verre dezelve zig conformeeren met de Refolutie van de Heeren Gedeputeerden van de Provintie van Stad en Lan- de,  254 NALEZING van STUKKEN de, ten opzigte van het geproponeerde omtrent de Papieren en Gelden onder dat Gerechtshof beruftende. 6. Op de Refolutie van de Heeren Staaten van de Provintie van Gelderland voor zoo verre daar by derzelver Gecommitteerden ter Vergadering van haar Hoog Mog. wor- , den geauthorifeert; om met de Gedeputeerden der andere Provinciën en com„ municatie van Zyne Hoogheid omtrent ,, de nodige fchikkinge en bepaalinge de ,, Militaire Jurisdictie betreffende, en we„ gens de arrangementen uit de gemelde „ affchaffing van den Hoogen Krygsraad „ refulteerende als anderzints zoodanige „ fchikkingen te beraamen als zal geoor„ deelt worden nodig te zyn." 7. Eene Refolutie van haar Hoog Mog. voor zoo verre daar by Commifforiaal gemaakt word, met den Raad van Staate het onderzoek over de gevolgen cn arrangementen , uit de affchaffing van den Hogen Krygsraad refulteerende. 8. Eene Miffive van den Raad van Braband , houdende derzelver befwaar over den voortgang, welke het fyftema eener onbepaalde Militaire Jurisdictie , zoo als dezelve binnen het Territoir van Braband, weedcrom is geëxerceert geworden gehad had, en raoprafentcei ende de onbegaanbaarheid van het voorfz fyftema, welke tot niets anders had geftekt, als om de Jurisdictie van gemelde Raade en der plaatfelyke Rechters op Grondgebied van Braband te krenken, het Juftitie wezen in ver- ag-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 25$ agting te brengen, en de belangens der lngezeetenen te benadeelen ; verzoekende gemelde Raad van Braband, om reedenen in de voorfcheeve Miffive geallegueerd, dat haar Hoog Mog. zoodanige efficacieufe ordre zonden gelieven te ftellen,dat door geene Militaire Rechters , of door vvien zulks ook zoude mogen weezen opdeTerritoriaale Jurisdictie in Braband meer geëmpictcert werde; en wyders inftantelyk verzoekende, dat, door haar Hoog Mog. in navolging der Refolutien door alle de Bondgenooten afzonderlyk, met opzigte tot de refpective Provintien genomen, dat bereids ook ter algemeene Vergadering van het Bondgenootfchap gerefolveert hadden, om den geweezen Hogen Krygsraad af te fchaffen ; en er alzoo verfcheide zaaken waarfchynelyk zouden zyn onafgedaan gebleeven welke uit het Diftrict van Braband herkomftig, objecten der ordinaris Juftitie zynde, mitsdien tot de cognitie van voornoemde Raade ofte der ordinaire Rechtbanken behoorden , haar Hoog Mog. dien aangaande zoodanige gepaste voorzieninge gelieven te doen, dat alle dezelve het zy Crimineel of Civiel voor zoo verre niet pure Militair zyn, of tot den gemelde Raade of tot de Geregten der Steden cn Plaatzen , alwaer dezelve volgens de Grondwetten van Braband hadden behooren beregt te worden, mogen worden overgebragt, en dat mitsdien haar Hoog Mog. het daar heen zouden gelieven te dirigeeren, dat zulks door den Raad van Staate, welke volgens  256 NALEZING van STUKKEN gens bekome informatie, zig bezig hield met de herftelling van den loop der Juftitie in de zaaken, welke by voorgemelde Hogen Krygsraad nog onafgedaan waren, beruftende, mogen werden geëftcétueert. 9. Het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden van de Provintie van Vriesland infteerende op den fpoedigen voortgang der befoigne op de evengemelde Misfive van den Raad van Braband gedecerneert. 10. Eene nadere Miffive van den voornoemde Raad van Braband, houdende , dat by hunne Miffive van den 19 February laatstleeden aan haar Hoog Mog. fummier gedetailleert hadden de reedenen en gronden waarom zy Eeds en Amptshalven meenden verpligt te zyn haar Hoog Mog. voorzieninge te verzoeken, ten einde die zaaken , die uit het Diftriét van Braband voor den geweezen Hogen Krygsraad by deszelfs te niet doening nog litispendent waren en in Civile zaaken beftonden, of uit Commune delicten haar oorfpronk neemen mogten worden gerenvoyeert, het zy dan aan den Rechter ter eerfter inftantie,daar toe competent, het zy aen voorfz Raade; dat zy zig gevleid hadden, dat hangende die deliberatien, den Raad van Staate zoude hebben gefuperfedeert, om inmiddels ten opzigte van dc zaaken eenige verdere Aéte van Jurisdictie te exerceeren; dog dat in teegendeel vernomen hadden, dat gemel: de Raad van Staate voortging met zig voorfz zaaken aan te trekken, en ook reeds den  tot de MI LIT. JURISDICTIE, 257 den Drost van de Generaliteit na Breda hadden gezonden om zeekere aldaar geapprehendeerd Militair herwaarts over te brengen , die door dezelve ook daadclyk herwaarts ovcrgebragt was geworden ; verzoekende gemc4.de Raad van Braband om reedenen, in de voorfz Miffive geallegueert, dat haar Hoog Mog. zoodanige voorzieninge gelieven te doen, waar door de voorfz zaaken inmiddels niet uit haar geheel gebragt, maar in ftaate gelaaten worden, tot dat door de refpective Bondgenooten zoodanige finaale Refolutie op deeze materie zal genomen zyn , als Hoogftdezelve zullen meenen te behooren : Hebben ter Vergadering gerapporteert, dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden in het examen van het hier bovengemelde .vermeend hebben, allereerst zig te moeten bepaalen tot de Grondwetten , volgens welke in het generaal aan den Raad van Staate competeert het recht en de bevoegtheid om de Militaire Jurisdictie te adminiftreeren cn doen adminiftreeren over de Militie en den Volke van Oorlog in Eedt en dienst van de Generaale Staten der Vereenigde Geweften zynde: dit in de examinatie hier van bevonden is, dat by de Inftructie aan den Raad van Staate en Graaf Maurits gegeeven, den 18 Auguftus 1584 en wel by het 3 Articul aan. den Raad gegeeven word het recht om kenniffe te neemen en judica,, turc te oelfenen over alle Collonellen, Ca,, piteinen cn ander Krygsvolk, mitsgaders over „ alle Generale en particuliere Overften, Bej, vel hebberen , Commiflariffen en Officieren Nal, I. Deel II. Stuk R „ van  £58 NALEZING van STUKKEN „ van den Oorloge te ftellen en te onderhou,, den, alle goede ordre en discipline,ook mee,, de daar over ftraffe, recht en juftitie te doen, „ en doen doen, zulks zy bevinden zullen te „ behooren." Dat na de refignatie van den Graaf de Leicester (wanneer de form van Regeering, welke den Staat zeedert altoos onder het Stadhouderlyk bewind gehouden heeft,'is begonnen) aan uen Raad van Staate , by volgende lnftructien van den 12 April 1588 en 18 July 1651 fpeciaal by het 5 Articul van dezelve aanbevolen is dezelfde authoriteit om te disponeeren in ,, zaaken van Oorlog en over het Volk van , ,, Oorlog &c. (woorden, welke alleen kunnen ,, relatief gemaakt worden tot het geen by de gemelde Inftructie van den jaare 1584 aan den Raad van Staate is gegeeven) zynde wyders in het generaal aan welgemelde Raade gedemandeert het ftellen van ordre op de discipline Militair , en over het Volk van Oorlog, en omtrent het einde derzelver, het houden van discipline Militair, en ftraffe van alle exceffen, alle welke generaale bewoordingen in haaren zaamenhang genomen en vergeleeken met het 32 Articul van de gemelde Inftructie van den jaare 1588 en 50 Articul van de Inftructie. van den jaare 1651 duidelyk doen zien, dat de Bondgenooten de discipline Militair , en het ftraffen van alle excesfen, hebben overgelaaten aan den Raad van Staate , als welke in Eed der Unie zynde cn op Inftruétie der gezaamentlyke Bondgenooten haar" magt en gezag oeffenende volgens de gemelde Inftruétien daar toe het meefte gefchikt en bevoegd is. Dat  tot de MTLIT. JURISDICTIE. 259 Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden al verder bevonden hadden, dat uit kragte van dc voorfz Militaire Jurisdictie aan den Raad van Staate gedemandeert, door dezelve gemaakt is, den Articulbrief of Ordonnantie op de discipline Militair van 13 Auguftus 1590 en van den jaare 1705, waar na nog ten huidigen daage recht gedaan word by alie Krygsraaden, zonder onderfcheidt, zynde onder anderen ten deezen remarquabeï, dat uit de Refolutien van den Raad in datis 25 Juny cn 12 November 1590 confteert, dat de Raad op fpeciaal goedvinden van de Heeren Gencraale Staaten, (die gelet hadden dat den Raade het beleid van de Krygszaa* ken eigentlyk was aanbevoolen) zig tóen begeeven heeft gehad naar Arnhem ; 0772 aldaar naar occurentien van zaaken, met advis van zyn Excellentie van Na fan, en andere Krygs-Overflens, te moogen advifeeren, en refolveeren, het geen tot 's Lands meesten dienst nodig zoude bevonden worden; zynde ter dier gelcegentheid dan ook den Articulbrief te Arnhem gemaakt,en naderhand op verzoek van haar Hoog Mog. blykens derzelver Refolutien van 29 Juny 1Ó41, 26 Auguftus 1648, en 14 April 166È , door de Raad de nodige Placaaten teegens exceffen van het Krygsvolk geëmaneerd: Dat mitsdien aan hun Hoog Mog. Gedeputeerden en Gecommitteerden is voorgekomen, dat de voorfz JnQruftien , en het geen uit kragte van dien door den Raad van Staate, onder het oog van het Bondgenootfehap niet alleen, maar zelfs op derzelver expres verzoek en inftantie verrigfis, genoegzaam doen zien, hoedaanig het gezag van den Raad van Staate over de Militie van den Staat R 2 is  26o NALEZING van STUKKEN is geweest van de eerfte tyden van de Repu> blicq, en dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt vermecnen, daar uit dit wettig gevolg te mogen afleiden, met opzigte tot de exercitie der Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen , waar over ten deezen alleen , zonder onderzoek der Territoriaale Rechten der Souveraine Provintien , qupeftie is; dat de Hooge Bondgenooten niet kunnen worden begreepen in den jaare 1584 en 1588 hunne eige Militie te hebben willen onderwerpen, aan dc judicature van Steden en Plaatfen, dewelke zy in het vervolg door haare zeegenryke Wapenen zouden overwinnen, cn den Rechtsdwang over dezelve een voornaam gedeelte van de magt over de Militie van den Staat aan onderworpen Gerechten en Rechters te hebben willen overlaaten. Dat deeze gevolgtrekking nog des te kragtiger word, als men confidereert, dat door de gezaamentlyke Bondgenooten by de Refolutie van de groote Vergadering in dato 25 Maart 1651, op voorftel van de Provintie van Gelderland de Militaire Jurisdictie in Steden Item in Staat hebbende bepaalt is „ tot de nalatigheid „ en overtreedinge in togten, en wagten ,over,, gaan aan den Vyand, dcfertie aan Compa,, gnien , of verloop van de eene Compagnie „ onder de anderen zonder Paspoort; mitsga;, ders over exceflen en deliften , die de Offi„ eieren en Soldaaten onderling , of de een „ tecgens den anderen , zullen komen te be„ gaan, en verder niet;" nadien het zeeker is, dat by de voorfz Refolutie eene volkome tegenoverltelling word gemaakt lunchen de Ste-  tot de MIE.IT. JURISDICTIE. 261 Steden fteni in Staat hebbende, en de Steden in de Generaliteits Landen; en dat 'het ftem in Staat hebben , of het participeeren in de Souvcrainiteit, de grond is van dat ondcrfcheidt. Dat uit alle deeze reflexicn notoir volgt, dat dan het Generaliteits Territoir onder de Souverainiteit cn legislative magt van de generaale Bondgenooten geftelt is, de gezamentlyke Bondgenooten dit Generaliteits Territoir, als in dezen' van eene andere natuur zynde,.in de voorfchreeve Generaliteits Refolutie van 25 Maart 1651 ook duidelyk tëegens de (temmende Steden , als in het geheel onafhankelyk van de Generaliteit zynde, hebben kunnen goedvinden te oppofeeren ;dat, mitsdien het oeffenen van de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen, gegrond is op de refpective Inftructien van den Raad van Staate, nader bekragtigt is, dooide gezaamentlyke Bondgenooten by de voorfz Refolutie van 25 Maart 1651; en dat, voor zoo verre hier omtrent nog eenige twyfteling zoude kunnen overig zyn, zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt vermeencn zig veilig te mogen beroepen op het eige begrip van haar Hoog Mog. geroanifefteert by derzelver Refolutie van den 26 Augustus 1754; waar by dezelve aan hunne toenmaalige Miniftcr aan het Hof van Brulfel hebben gelast dat hy in antwoord op eene Memorie van dat Hof, raakende de judicature van den Militairen Rechter, weegens eenequaiftie over de wettigheid van een Huwelyk onder anderen zoude reprefenteeren ,, dat de Militie van den „ Staat volgens befchreeve Rechten , ende daar „ op gerecipieerde grondreegels van de RepuR 3 3) blicq  2ó2 NALEZING van STUKKEN „ blicq allezints , en fpeciaal in de refpective ,, Guarnifoenen van de Generaliteit, een Corps „ gantsch en al geiepareert en afgezondert van ,, de Steden, waar in zy leggen , uitmaakt,het welk zoo wel in het Civiel als in bet Crimi„ neele buiten eenige Stedelyke relatie haare „ gepriviltgeerde Rechten heeft, en omtrent welke voor meer dan tagtig jaaren verftaan ,, is, dat de'judicature over matrimoniccle dif' „ ferenten, raakende Militaire Perfoonen of „ daar de Gedaagde alleen Militair is, in de ,, Generaliteits Guarnifoenen competeert aan de refpective Krygsraaden.". Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt, vermeenende, dat uit al het voorenftaande genoegzaam is op te maaken , hoedaanig de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen volgens de Grondwetten behoord te werden geoeffent,m de tweede plaats hebben nagegaan, hoedanig dezelve in de voorfz. Landen dadelyk is geëxerceert; en dat zy in het examen hier van zig bepaalt hebben tot twee byzondere Epoques; namentlyk van den jaare 1Ó51 tot 1672 en die van 1703 tot 1746, twee tydperken waar in de Militaire Jurisdictie geen al te breeden loop gelaatenis, en dewelke in zoo verre gelyk zyn aan de teegenswoordige, dat in die tyden geen Hoogen Krygsraad gefubüfteert hebbende , dc Raad van Staate meer byzonder geinformeert is geweest omtrent de oeffening van de voorfz Militaire Jurisdictie ; en dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt in het examen van de voorfz Epoques en wel in die van 1651 tot J672 bevonden hebben,dat in de Generaliteits Landen, de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 263 de Militaire Jurisdictie tedier tydgeocffcnt is, en in het Civiele als in het Crimineele onbepaalt, over Militaire Perfoonen; zoo nogtans dat de Militairen Gedaagdens en geen Eisfchers mogten zyn; (zynde by een expresfe Refolutie van den Raad van Staate in dato 30 July 1643 aan de Militairen jverboden teegens een Burger reconventie, te mogen doen ,) en dat boven dien de Militairen moeiten zyn in hunne Guarnifoenen , uitwyzens het Placaat door den Raad van Staate bereids op den 29 April 1589 geëmaneerd: dat met betrekking tot het oeffenen der Militaire Jurisdictie in Crimineele zaaken allezints notabel is eene Refolutie van haar Hoog Mog. van den 18 Augustus 1Ó55, genomen op het Berigt van den Raad van Braband op de Requefte van zeekeren Schcllaart van Oppendorf Heer van Schinnen, verzoekende dat den R iad van Braband geordonneert mogt werden de Crimineele Citatie teegens hem verleend , af te doen , vermits hy was in Militaire dienst van den Hertog van Lotharingen, waar by haar Hoog Mog. verftonden, dat in het verzoek niet kon werden getreeden, gelet zynde dat het delict by den Suppliant geperpetreert niet is een Militair, maar, een gemeen deliEt, ook niet geperpetreerd in het Leeger of Guarnifoen, mitsgaders niet hy den eenen Soldaat teegens den anderen maar ten platten Lande in de Heerlykheid van Schinnen: waar uit blykt, dat haar Hoog Mog. van begrip waren , dat de Militaire Jurisdictie gefundeerd is 1) indien het delict is Militair, waar het zelve ook gepleegd geweest, 2) indien het delict is gemeen, maar begaan in het Leeger 3) indien het zelve is gemeen, maar geperpeR 4 treerd  2 64 NALEZING van STUKKEN treerd in het Guarnifoen, 4) indien het is gemeen, maar gecommitteert door dén eenen Sol- J daat teegen den anderen, zonder onderfcheid 1 van plaats : dat al verder by Refolutie van den Raad van Staate in dato 24 Juny 1659 » het „ fchouwen van Militaire Perfoonen, fchoon , ,V verongelukt op Stedelyke grond in de Ge- neraliteits Plaatzen is toegekend aan de Krygs- raaden aldaar." Dat met opzigte tot de Militaire Jurisdictie in Civile zaaken notabel zyn de volgende Refolutien van den Raad van Strate als van 24 Juny 1659, » dat namentlyk de Judicatuure over Boedels van Militaire Perfoonen fchoon „ overlydende in burgerhuizen toekwam aan ,, de Krygsraaden in de Generaliteits Frontie,, ren; van 29 April 1661 dat zo iemand op „ Soldaaten in 's Lands dienst zynde ietwes te ,, pretendeeren had, dezelve betrokken en aan- gefprooken moéften worden voor den Krygs„ raad van hun Guarnifoen als hunne Compe„ tente Rechter", en eindelyk van 18 November 1670, waar by, op fundament, dat de Krygsraaden in de Guarnifoenen in de Generaliteit exerceeren, allerhande Jurisdictie over Militairen, is verklaart, ,, dat de Judicatuure over matri„ monieele differenten raakende Militaire Per„ foonen competeert aan de refpective Krygs- raaden:" Dat de Registers en Parthy-Boeken ter Secretary van den Raad van Staate beruftende, en gehouden van den jaare 1651 tot 1672 vol zyn van Exempelen , dat de Militaire Regters en den Raad van Staate in alle Crimineele zaa- ' ken, ais meede in Civile zaaken, daar de Militaire  tot de MILIT. JURISDICTIE. 265 taire Gedaagdens zyn geweest, en namentlyk over fchulden en pratenfien, tot lasten van Militairen over concurrentie cn preferentie van Crediteuren en infolvente Boedels van Militairen in haar Guarnifoen overleeden , en wat dier gelyke meer is, recht hebben gedaan zonder dat ergens gevonden word,dat desweegens eenige de minfte oppofitie of contradictie is gefchied. Dat met opzigte tot dc exercitie van de Militaire jurisdictie in de voorfz Generaliteits Landen federt den jaare 1703 tot 1746, zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden haar Hoog Mog. konden informeeren dat uit de retroafta van dien tyd geformeerd,en welke door Heeren Gecommitteerden van den Raad van Staate in het befoigne geëxhibeert zyn zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt ter Tafel van haar Hoog Mog. overbragten, confteert, dat niet alleen geduurende de voorfz tyd in de Generaliteits Landen eene onbepaalde Militaire Jurisdictie, zoo in het Civile als in het Crimineele is geoeffend, maar dat zelfs een en andermaal daar over, zoo tusfchen de Magiftraaten der Steeden in de Generaliteit en de Guarnifoens Krygsraaden, als byzonder tuffchen de laatstgemelde en den Raad van Braband quaeftie ontftaan zynde, haar Hoog Mog. by fucceffive Refolutien na volleedig onderzoek van zaaken , de Guarnifoens Krygsraaden en daar door den Raad van Staate in de exercitie van haare Militaire Jurisdictie hebben gemainclineert, gelyk zulks onder anderen met opzigte tot Crimineele zaaken gezien kan worden uit haar Hoog Mog. Refolutien van 2 FeR 5 bm-  266 NALEZING van STUKKEN bruary 1731 en van 31 Mey 1743 en met relatie tot Civile zaaken uit haar Hoog Mog. Refolutie van 23 Maart 1714 zynde, met opzigt tot de laatstgemelde zaaken byzonder remarquabel eene Refolutie van haar Hoog Mog. van den 19 September 1715, by dewelke haar Hoog Mog. hebben bepaald, „ dat Militaire ,, Perfoonen ftervende, haare goederen in cas van publicque verkooping door de Auditeurs „ Militair, alwaar zy fterven, en niet door de Vendumeefter verkogt moeten worden." Dat deeze zoo notable Refolutien van baaiHoog Mog. niet kunnen worden geinfringeert door de Refolutien van haar Hoog Mog. van 26 February 1649, 17 January 1674, en 21 January 1704, vermits dezelve zyn anterieur aan de hier boven gemelde, en juist eeven daar door kragtelooé worden , en dat men zig veylig, tot folutie van dezelve refereeren kan tot het geen daar omtrent gevonden word in eene ampele Miffive van den Raad van Staate, op den 30 OCtober 1719 aan haar Hoog Mog. gcfchreeven, ter geleegendhcid dat de Advocaat Fiscaal van Braband appuyeerende ecnefultenu van Scheepenen van Breda, dat, niet de Militaire Rechter, maar Scheepenen voornoemt moesten kennis neemen vaneen Manflag, door een Ruyter aan een Ingezeeten aldaar begaan. Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden vermeenen door het boovengemelde genoegzaam te hebben aangetoond, hoedaanig de Militaire Jurisdictie in de Generaliteit, geduurende de jaaren 1651 tot 1672, en 1703 tot 1746 (wanneer er geen permanente Hoogen Krygsraad geweest is) geoeffend is, en dat daar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 267 daar door ook te gelyk bevveezen is, dat, eve* gelyk de Raad van Staate by haare eerfte inftructie van den jaare 15845 de rnagt en authoriteit bekomen heeft om , over het Krygsvolk ftraffe, Recht en Juftitie te doen , en doen doen, zoo ook aan dezelve inftructie by laatere typen , en byzonder by de inftructie van den jaare 165 mogte by de Refolutie van de groote Vergader»)ge, eenige maanden voor de laatstgemelde inftruótie genomen, met opzigte tot de Generaliteits Landen geen atteinte is werden toegebragt. Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden, by aldien het nodig geoordeeld wierd na te gaan de reedenen , waarom de Bondgenooten nu cn dan bepalingen omtrent het ©effenen van dc Militaire Jurisdictie op haar Territoir gemaakt hebben, zonder egter daar door het oude gebruik in de Generaliteits Landen in eeniger maate te hebben willen tegengaan, van gedagten zyn, dat er verfcheidene en dat wel zeer gevvigtige reedenen van onderfcheid dienaangaande kunnen werden geallegueerd, aan de eene zyde ontleend uit bet nut en voordeel voor de Militie zelfs , aan de andere zyde gehaald uit de Souverainiteit, dewelke haar Hoog 'Mog. in de Generaliteits Landen incontcftabel toekomt. Dat dienaangaande te confidereeren is. ï. Dat er groot onderfcheid behoord te zyn tuffchen het Souverain Territoir van iedere Souveraine Provintie en het geconquefteert Territoir van de aan hetgezamentlyke Bondgcnootfchap onderworpene Generaliteits Landen , een onderfcheid, waar uit van zelve voortvloeit, dat  268 NALEZING van STUKKEN dat het recht van Jurisdictie op het Souverain Territoir is originair, en een recht van Souverainiteit, daar het op het onderworpen Territoir alleenlyk is geconcedeert, en dus op het onderworpen Territoir geheel en al afhangt van de wil van den Souverain, om het zelve, naar goedvinden te bepaalen ; dat deeze reeden van onderfcheid, door haar Hoog Mog. zelve geadopteertis, gelyk onder anderen klaar gebleeken is in den jaare 1666, wanneer ter gelegenheid, dat den Keurvorst van Brandenburg in 'het Tractaat met haar Hoog Mog. te fluyten, wilde gevoegt hebben, een Articul, volgens welke de Militie van de Hooge Bondgenooten, leggende in de Steden van het Land van Cleelf, zoude moeten te regt ftaan onder de Cleeffche politique Overheid in zaken, welke de Militie niet concerneerde , en zulks op fondament dat in haar Hoog. Mog. eige Staaten hetzelve alzoo zoude worden geobferveeid., dc Raad van Staate wiens advys daar op-ingenomen wierd, advifeerde, „ dat hetzelve om zeer im,, portante reedenen zoude behooren gelaten „ te worden by het toenmalig gebruik, dat wel waar was, dat in den Haat deezer Vereenigde „ Nederlanden de Steden IteminStaat hebbende, „ in eenige gevallen over de Militie, in den „ haare logeerende, hebben en oeffenen Juris„ dictie; maar dat te confidereeren ftond, dat ,, de magt haar daar omtrent competeerende, komt „ te deflueeren, uit het regt van Souveraini„ teit over de Militie, in welk regt de gemel„ de Steeden als integreerende Leeden , zyn „ participeerende, en dat om die reedenen het „ zelvde regt aan de Steeden in de refpective „ Pro-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 269 L Provintien, geen ftem in Staat hebbende, I, niet wierd toegeftaan , veel min aan de SteL, den , refforteerende onder de Generaliteit," [zynde dit Advys door haar Hoog Mog. ook tgeadopteert zoodanig , dat het bovengemelde ; Articul gebleven is buiten het Tractaat, het v/elk den 16 February 1666 geflooten is. ,, 2. Dat (gelyk de Raad van Staate zig onfder anderen by eene Miffive aan haar Hoog ['Mog. in dato 12 February 1714 uitlaat.) het [ L veel gevoeglyker en te gelyk onkostelyker K, is, wanneer een Officier, die niets gemeens f „ heeft met de Stad waar heen hy door haar f ,, Hoog Mog. gezonden word, aldaar komt te ,, overlyden , dat deszelfs Equipage en wat hy \ verder by zig heeft gade geflagen ende gebcncficecrt worde door den Krygsraad, en ,, Commilfariffen van dien, beftaandeuit PerfoI ,, nen,die alle een gemeen intrest hebben om het „ voordeel en menage van den Overledenen te I ,, betragten, als door de Geregten en dat me[ ,,■ nigmaal van ficgte Guarnifoensplaatzen,"en : dat, gelyk zulks met opzigte tot dit eene poincl waar is, hetzelve ook in het generaal ten aanzien van alle andere zoo Crimineele ais Civiie : zaaken plaats moet hebben. 3. Dat in zommige Generaliteitsplaatzen het 1 ook van de uitterfte gevaarlykheid zoude wezen die van het Guarnifoen van de Civiie Magiftraaten af hankelyk te maaken , alzooer plaatzen gevonden worden , daar dezelve Magiftraten of geheel uit Roomsch Catholique Perfonen beïtaan, of door tweederlei Souvcrainen aangeltelt worden, of geheel dependent zyn van een vreemde Mogendheid. Dat  z7o NALEZING van STUKKEN « Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommit-J teerden voornoemd, mitsdien van gedagtenl zyn, dat het fyftema eener Militaire Jurisdic-Ë tie in de Generaliteits Landen op folide gron-.l den beruftende is, en dat de hooge Bondgenoo- I ten aan de Judicature van de Magiftraaten en I de Stceden van de Generaliteit, om zeer wyze'1 reedenen , zonder egter derzelver Jurisdictie | over 'derzelver Burgers en Invvoonders te heb- I ben willen verkorten , niet hebben willen onderwerpen de Militie van den Staat, welke van «yd tot tyd derwaards gezonden word, niet om te-maken een gedeelte van het ligchaam der Ingezeetenen, waar van de Magiftraat het hoofd is , nog om te genieten de voordeden , en te helpen dragen de Burgerlyke lasten van de Ingezeetenen der Steeden, nog om eenige relatie te hebben tot dezelve, maar alleen om die Steeden te bewaren ten dienfte van het Bondgenootfehap, en om zig aldaar op te houden voor den dienst van haar Hoog Mog. van den eenen dag en uur tot het ander , en fubject te wezen zoo wel aan hetregts als aan het Krygsbedwang van de Officieren over haar geftelt. Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden vervolgens in de derde plaats onderzogt hebbende hoedanig de Militaire Jurisdiclie in het vervolg in de Generaliteits Lande?i zoude behooren te werden geoefend, vermeenen by een wettég gevolg uit al het bovenftaande te mogen en te moeten afleiden, dat even gelyk zulks in de ge- • melde Epoques van den jaare 1651 tot 1672, ] en van 1703 tot 1746 gefchied is, alzoo ook VOor het vervolg de Raad van Staate in naam van het gezaamentlyk Bondgenootfchap,en by haar i  tot de MILIT. JURISDICTIE. 271 haar zelve als opperfte Regter in appel en door . de Guarnifoens Krygsraaden ter eerfter inftantie zoude behooren te blyven oefFenen Judicature zoo in het Civile als in het Crimineele over de Militairen by aldien dezelve in haar Guarnifoen zyn en gedagvaard worden. Dat zy Heeren Gedeputeerden cn Gecommitteerden wyders vermeend hebben ter kennilfe van haar Hoog Mog. te moeten brengen het geen door Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate in het befoigne over deeze zaak gecommuniceerd was , dat namelyk de Raad van Staate in aanmerking der gronden, waar op dezelve altoos,byzonder in de bovengemelde tydperkcn in den haare ordre gefield hadde op de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen in confideratie, dat nog nimmer door de gezamentlyke Bondgenooten daar in eenige verandering of bepaling gemaakt was, op den 17 Maart laatstleden hadden gerefolveert , voor zoo vee! de Generaliteits Landen betreft, „ dat by provifie, cn zoolang geen andere ordre zal gefield wezen by de geza,, mentlyke Bondgenooten op de Militaire Ju„ ftitie, gevolge'zal worden den voet, die daar ,, omtrent gehouden is zedert den jaare ióyr „ tot 1672 als meede zedert den jaare 1703 tot „ 174Ó, en dat mitsdien door de refpective ,'} Krygsraaden in de Guarnifoenen zoo in het Civile als in het Crimineele onbepaald by „ continuatie regt zal worden gefproken. ,, Dat dienvolgende Extract van deeze hun „ Ed. Mog. Refolutie gezonden zal worden aan „ alle Gouverneurs, Commandeurs en Krygs„ raaden indiftinctelyk, met last aan de laatst- » ge-  272 NALEZING van STUKKEN gemelde, dat zy by provifie en tot dat atlders by hun Ed. Mog. zal zyn gedisponeert, ,, in 'alle zaken fpccteerende tot haare kenniife, zoo Crimineele als andere , regt moeten doen ,, zoo als zy zullen oordcelen in goede Juftitie te behooren, voor behoudens niet te minhet middel van appel, aan hun Ed. Mog. , ,, in alle zaken, die appellabcl zyn na gemee-, ne regten." Dat al verder door welgemelde Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate in het voorfz befoigne was gecommuniceerd en thans ter kenniffe van haar Hoog Mog. gebragt wierd, dat dp Raad van Staate reeds eenige fchikkingen en arrangementen uit de affchaffing van den Hoogen Krygsraad refulteerende , gemaakt heeft (aangaande zommige van dewelke aan haar Hoog Mog. by het rapport op den 30 January laatstleden ter Vergadering van haar Hoog Mog. uitgebragt en by een Miffive van den Raad van Staate in dato 10 Maart deezes jaars reeds de nodige ouverture gegeeven was.) Dat eindelyk dc Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden haar Hoog Mog. zullende dienen van derzelver gedagten op tien inhoud van de twee Miffivens door den Raad van Braband aan haar Hoog Mog. gefchreeven en op de daar in voorkomende doleance van denzelven Raade nopens de Judicature over zekeren Pieter Cicot,Soldaat in het Regiment Walons van den Generaal Major Grenier in dc Compagnie van den Collonel Piper , thans Gedetineerde in het Prevoosthuis van de Generaliteit, door den Raad van Staate aangenomen , niet kunnen nalaaten hunne verwondering aan haar Hoog Mog. te  tot de MILIT. JURISDICTIE. 273 te kennen te geven, dat hoe zeer de fuftenuè van welgemelde Raade van Braband zoo voor haer zelve als voor de piaatfelyke Regters in Braband , om over Militaire Perfoonen in het reifort van Braband te mogen cognoseeeren in Civile zaaken en over Commune deliften door dezelve begaan, gebouwd word, onder eene generaale benaming op de Regten en Privilegiën der Steeden en Ingezeetenen van Braband competeerende , egter dat regt uit de Privilegiën zelve niet word bewezen, nogte aangetoond , ,, dat ,, aan haar geen geconcedeerde Jurisdictie op ,, een afhankelyk geconquefteerd Territoir," maar een originaire en territoriaale Jurisdictie competeert, dat het al meede zeer te verwonderen is , dat uit de voorfz Misfivens niet confteert, dat over deeze materie de gedagten van den Advocaat Fiscaal van Braband (die volgens het 97 Articul der Ordonnantie en manier van Procedeeren van den Raad van Braband in dato 13 April 1604 verpligt is te beivaaren en fuftineeren de regten, Domeinen, Jurisdictie en hoogheid van den Raade van Braband) ingenomen zyn ; dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden , by aldien over de fuftenuè van den Raade van Braband eenige twyffeling ten hun voordeele overig bleef, het als dan zeer nodig zoude zyn de gedagten en confideratien van den voornoemden Advocaat Fiscaal van Braband alvorens in te neernen, ten einde omtrent de gronden , waaruit de vooi fis Regten en Privilegiën'deriveren geinformeert te worden : dan dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden vermeenen dat 'de voorfz fufienue van den Raad van Braband, door liet Nal. I. Deel II. Stuk S geen  274 NALEZING van STUKKEN geen boven in het brceile is gedctailleert, ai: I meede door verfcheide Refolutien van haar I Hoog Mog. byzonder in het beloop van den I jaaren 1705 tot 1746, na een volledig onder- I zoek van zaaken, genoegzaam wederlegt cn 1 door de voorbeelden van dien tyd weerfpro- 1 ken is, en dat boven dienzclve moet worden I aangemerkt als allernadeeligst voor den dienst I van den Lande., en voor de Militie van den Staat, als meede van verregaande gevolgen te zyn , na dien dc ftelling van den Raad van Brabnnd eens by haar Hoog Mog. gegoutecrt'zynde dc Heeren Commiffarilfen decifeurs der beide Hooge Heeren van Maaftricht, de Raad van Vlaanderen en het Hof geordonneert in het Overquartier van Gelderland, meede geregtigd zouden zyn tot bet voeren van dezelve fuftenuc , en de Militie van deezen Staat derhalven zoude moeten worden onderworpen aan de judicature van die Heeren Commillariifen Decifeurs , en van die Gerechtshoven als meede van de Steeden en Plaatzen daar onder refpeélivelyk behoorende, cn dus ook onder de judicature van Regters van eene andere Mogendheid of van de Roomfche Godsdienst, behalven dat in deezen nog te reflecteeren is , dat de fuflcnue van den Raad van Braband om de Militairen in Commune delicten aan den Burgerlyken Regter te onderwerpen, niet zoo zeer concerncert het maintiain haarer Jurisdictie over dezelve, als wel dat van de Steeden en Plaatzen in Braband zelve, nadien volgens de Regten, Wetten en Privilegiën van Braband geen appel of reformatie vallen kan van Crimineele Vonnisfen, in Braband gewezen dan alleen in de ge-. val-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 275 vaHén, dat die Vonniflen laboreefen aan nulliteit : gelyk hun Hoog Mog. op herhaald advys van den Hoogen Raade van Holland,Zeeland, en Vriesland een en andermaal verklaard hebben by derzelver Refolutjen van 15 April 1707 en 25 July 1753 , waarom de Raad van Braband dan ook zig onbezwaard had kunnen vinden , met deeze qnsftie gelyk zulks in voorige tyden gedaan is, over te laaten aan de Geregten der Brabandfche Stceden zelve,die meermaalen blyken gegeeven hebben van geenzints onverfchilüg te zyn ten aanzien van hunne Jurisdictie, waar van de bewyzen in dc Registers van haar Hoog Mog. Refolutien te vinden zyn,hoe zeer niet zelden de fuftenuen van gemelde Steeden na volkomen onderzoek van zaken , byfinaale Refolutien van haar Hoog Mog. zyn verworpen. Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden om alle deeze reedenen van advyze zouden zyn , dat haar Hoog Mog. den voornoemden Raad van Braband by Refolutie zouden behooren aan te fchryven om zig geenerlei Ju fisdictie over Militairen in Guarnifoen zynde in Steeden en Plaatzen geleegen onder het resfort van Braband, het zy in het Civile, het zy in het Crimineele aan te maatigen direct nog indirect. Dat zy Heeren Gedeputeerden voornoemdt zig vervolgens kunnen dispenfeeren van eenige reflexien te maken op de byzondere fuftenue van gemelde Raad van Braband in de voorfz laatstgemelde Misfive vervat, waar by dezelve verzoekt haar Hoog Mog. voorkoming , ten einde door de Raad van Staate nopens de litisS 2 pen-  276 NALEZING van STUKKEN pendcnte zaaken van den gewezen Hogen Krygsraad , dewelke onder het reffort van Braband zouden behooren en tot haar cognitie konden fpccteeren, niet worde gedisponeert, vooren al eer de gezamentlyke Bondgenooten over deeze materie zig finaal zouden hebben geëxpliceerd , vermits al het geene hier vooren dienaangaande gedetailleerd is ten allerklaarften het begrip der Bondgenooten ten nadeele van de fuftenue van den Raad van Braband in het helderfte dagligt geftelt heeft. Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt ten flotte van dit alles nog moeten remarqueeren de ongegrondheid der klagten van meergemelde Raad van Braband , hier inne beftaande, dat de Raad van Staate, niettegenftaande de deliberatien van haar Hoog Mog. over den inhoud van de eerstgemelde Misfive van den Raad van Braband bereids aanhangende waren, den hier bovengemelde Pieter Cicot uit Breda na herwaards over zoude hebben doen brengen, en dienvolgende met de judicature over deeze zaak zoude voortgaan, nadien uit het gunt door Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate in het befoigne was gecommuniceerd , dat namentlyk de misdaad , waar over voornoemden Soldaat Pieter Cicot befchuldigd was , beftond in een moord aan een Soldaat aangedaan, en dus in een Commun delict door den eenen Soldaat tegens den anderen begaan, maar bovendien , dat deeze zaak thans in appel was, en dat dezelve voor den Hoogen Krygsraad voor dato van derzelver affchaffing reeds gedeeltelyk geinftrueert was, zy Heeren Gedeputeerden en Geeommit- teer-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 277 teerden vermeericn dat het van zelve fpreekt hoedanig het begrip der Bondgenooten ook immer zoude mogen zyn nopens de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen voor het vervolg, dat door niemand anders in appel alwaar moet worden gejugeert of de Regter a quo wel of kwalyk gevonnisd heeft over een vonnis van een Guarnifoens Krygsraad kan worden geoordeeld, als door den Raad van Staate, als zynde den opperften Militairen Regter die zelfs den Articulbrief en andere Ordonnantiën en Placaaten , raakende de Militairen op naam van de gezamentlyke Bondgenooten uit derzelver magt en bevel, gemaakt heeft, en na dewelke een Militair voor zyn Guarnifoens Krygsraad , en vervolgens ook door den Regter in appel moet gevonnisd worden. Waarop gedelibereerd zynde hebben de Heren Gedeputeerden van de refpective Provintien het voorfz gerapporteerde Copielyk overgenomen , om in den haaren breeder gecom. -rauniceerd te worden, S $ Ge-  278 NALEZING van STUKKEN Generaliteits Landen. Anno Civiele zaaken. 1795 8 October. Refolutie Raad van Staate, de Judicature over Boedels van Militaire Perfoonen, fchoon overlydende in Burgerhuizen, en hctfchouwen van derzelver Lyken , fchoon verongelukt op Steedelyk Grond, komt toe aan de Krygsraad, in gevolge haar Ed. Mog. Refolutie van 24 Juny 1659, en van de oude en ongeinterumpeerde Practyk in de Generaliteits Frontieren. 1713 29 December. Refolutie Raad van Staa¬ te , publique Verkoping van Goederen toekomende aan Militaire Perfonen , in aftueele dienst van den Lande zynde, of daar in komende te fterven , -indien dezelve Verkoping gefchied, in de plaats van hun Guarnifoen , te doen door den Auditeur Militair van het zelve, en niet door Stokhouder of Vendumeefter. 19 September. Refolutie Staaten Generaal, dat Militaire Perfoonen f ervende, haare Goederen in cas van publicque Verkoping , door de Auditeurs Militair, alwaar zy f erven; en niet door de Vendumeefters verkogt moeten worden. 1714 13 January. Refolutie Raad van Staa¬ te, rakende het different tuffchen de Krygsraad en de Magiftaat te 's Bosch, over de Inventarifatie en Verkoping der Effecten van den overleedenen Major Poelgeest. 12  tot de MILIT. JURISDICTIE. 279 Anno 12 February. Refolutie Raad van Staate aan haar Hoog Mog. by Misfive aangetoont, dat de Krygsraad volgens de oude Ufantie,en opgevolgde Rractyk, daar toe alleen geregtigt is. Refolutie Staaten Generaal 23 Maart 1714, by haar Hoog Mog., na volkomen kennis van zaaken, afgedaan ten voordeele van de Krygsraaden. 1715 29 Ocf.ober. Refolutie Raad van Staate, de Krygsraad gelast, met de preferentie en concurrentie voort te gaan, niettegenftaande het poenaal van den Raad van Braband. 29 Ocïober. Refolutie Raad van Staate, gearrelteert eeneMisfive van den Raad, aan den Raad van Braband te fchryven , om het voorfchreeve Mandament in te trekken, en geen belet toe te brengen aan de Jurisdictie der Krygsraaden , in de Steden geen ftem in Staat hebbende. 1718 Op den 22 Augufty. (Waar by men voege kan de Refolutien van den Raad van Staate in datis 5 February 1721, 29 January en i% Mey 1723) by dc Raad van Staate gerefolveert, en op den'30 Maart 1729 by Refolutie van haar Hoog Mog. geconfirmcert; datde Ruiters en Soldaten mogten maken hun cige Kleederen , en die voor het Regiment waar in zy dienden , en dat ook de Ruiters en Soldaten van de refpective Guarnifoenen gepermitteerd was het beS 4 Paa"'i  s8o NALEZING van STUKKEN Anno ftaan van Paarden, en het maaken' van Monteeringen , zoo van Kleederen als van Schoenen, voor het Regiment waar in zy dienst doen : Zoo nogtans dat zy daar toe eenige hulp nodig hebbende, van Menfchen buiten het Regiment, zy alsdan, en anders niet,zig moeten bedienen van Menfchen gehoorende onder de Smits, Kleermaakeis en Schoenmakers Gilden; daar by gepei fifteert door de Raad van Staate, vide derzelver Refolutie in dato 2 December 1729, ter geleegenheid van een gefchil daar over met het Schoenmakers Gilde , binnen de Stad Grave ontftaan, J720 4 December. De Krygsraad te Bergen op Zoom gelast, niet te defereerèn aan het Mandement Pcenaal van den Raad van Braband, tegens het verzeégelen , inventarifceren en arrefteeren van de Nalaatenfchap van Capitein Lefchern. 93 December. Refolutie Raad van Staate, ampele Misfive van de Magiftraat over Arreften op Militaire Goederen in Burgerhuifen, CommilT. 3r January. Refolutie Raad van Staate , rapport, aangenomen haar offerte, van af te zien van de inftantie en van in de Huifen van Militairen in te vallen; als met kennis cn adfiftentie van den Gouverneur, en in confidentie van die Verklaring, ordre aan de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 281 Anno dc Militie, niet te infringeeren dePriyilegien, Grondwetten van de Magiftraat , en in geen Burgerhui fen in te vallen , als met kennis van de Magiftraat. 19 Maart. Bezwaar van de Magiftraat, over haar Edele Mog. Refolutie van 31 January laatstleeden :- CommifT. 17 April. Welgevallig,Commiifariffcn her waards te zenden , om over de voorfz en andere zaaken te fpreeken, in vcrwagring dat zy niet zal voortzetten de Procedures voor den Raad van Braband. 1728 7 November. Refolutie Raad van Staate, aan de Commandeerende Officier en Krygsraad van 'sBosch, aan te fchryven, dat de Goederen en Effecten , die de Lt. Nicolaas van den Berg, ftervende had nagelaten , behoorlyk verzeegeld en in bewaring wierden gefteld,ten behoeve van die geene , die voor de Krygsraad te Bergen op Zoom, alwaar de voornoemde Lieut. laatftin Guarnifoen hadt geleegen, en dienvolgende gehouden moest worden, zyn Domicilium gehad te hebben, en het fterf huis gevallen te zyn ; verklaart zoude worden geregtigt te wezen tot de Nalaatenfchap van voornoemde Lieut., en zulks ook tot dezelve Goederen en Effecten. ï?3° Ï3 en 3' Maart en 17 April. Refolutie Raad van Staate , de Collonel SigterS 5 man,  aS2 NALEZING van STUKKEN Anno man, Commandeur van dc Grave, aldaar overlceden zynde, is er different ontftaan tuffchen de Magiftraat en Krygsraad over de Judicature van deszelfs Boedel. 8 Mey. Refolutie Raad van Staate, by Staaten Generaal, over dc voorfz zaak zaak zynde gedisponeert, is een Conferentie verzogt. 10 Mey. By Refolutie Staaten Generaal , is derzelver vorige Refolutie ingetrokken , en de Raad van Staate , verzogt voor de fecuriteit der Goederen zorge te dragen. 11 Mey. Refolutie Raad van Staate, ordre aan de Krygsraad voort te gaan met de beforging van den Boedel. 15 Mey. Refolutie Raad van Staate; Misüve van den Krygsraad, item verzoek van de Crediteuren aldaar, dat de Judicature moge worden gelaaten aan de Magiftraat, Commiff. 22 Mey. Rapport en Refolutie Raad van Staate, zeer ampel, volgens welke door den Raad geadopteert worden , de gronden nopens eene univerfeele Militaire Jurisdictie, except in de plaatzen vervat in de Refolutie van 25 Maart 1651. 1731 2 July. Refolutie Raad van Staate, de Collonel Balfour, Commandeur van Yfendyke, overleeden zynde te Doornick, alwaar in Guarnifoen is, moet het Judicium preferentie öf concurrentie-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 283 Anno tics over deszelfs Boedel gehouden worden voor den Krygsraad te Yfendyke. 23 July. Refolutie Raad van Staate, de Krygsraad van het Guarnifoen te Grave aangefchreeven ,dat een Auditeur, fuftincerende, dat de Nalaatenfchap , by gebrek van Erfgenaamen, vervallen was aan liet Land, daar in waarnam het regt van de Hooge Overheid, cn dat zyne functie daar over niet minder ging, dan over Crimineele zaken; dat derhalven de Krygraad dezelve in zyne functie niet zoude turbeeren, maar in tegendeel alle beletzels afdoen , en hem als een Bediende van de Hooge Overheid den Krygsraad, in zaake de Hooge Overheid concerneerende , zonder onderfcheid van Crimineele of Civile zoude laaten adlifteeren, en dienen van zyn raad en advis. i?39 2 5 Maart. Refolutie Raad van Staate, gelyk disput te Bergen op Zoom, alwaar de Magiftraat fultineert, dat de verkoping der Goederen van een overleeden Capitein moest gefchieden door Stads Vendumeefter, is de Auditeur gelast met de verkoping voort te gaan. 25 Mey. Refolutie Raad van Staate, Misfive van de gemelde Magift raat wegens haar bezwaar, en Relblutié. 1741 Op nadere fufïenue van de Magiftraat van Bergen op Zoom , by Refolutie Raad  2 84 NALEZING van STUKKEN Anno Raad van Staate, in dato 20 April 1741 verftaan , dat de publicque verkoping van Goederen, toekomende aan Militairen, zynde van het Guarnifoen, competeerde aan den Auditeur Militair, maar niet van een ander Militair , die niet onder het Guarnifoen gehoorde; welke dispofitie de Raad van Staate nog nader heeft geinhaereert, by Refolutie van 26 Aug. 1763. Generaliteits Landen. Crimineele zaaken. J705 8 OEtober. Refolutie Raad van Staate, dat het fchouwen van Lyken, van Militaire Perfoonen,fchoon verongelukt op Stedelyke Grond , in de Generaliteits Landen toekwam aan den Krygsraad. 1705 29 April. Refolutie Raad van Staate, dat de Refolutie der Bondgenooten van 25 Maart 1651 alleen applicabel was, op de Steeden ftem in Staat hebbende en dus geenfints op de Steeden in de Generaliteits Landen. 1713 29 April. RefolutieRaad van Staate,ter geleegenheid van een conflict van Jurisdictie , tuffchen de Krygsraad te s' Bosch en de Raad van Braband, over de te regtftelling van de Knegt van een Officier, eenige feitelykheeden in de Heer-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 285, Anno Heerlykheid Dinther geplcegt hebbende ; de Krygsraad gelast zig in geene Procedures voor den Raad van Braband te moeten inlaaten, gelyk by Refolutie Raad van Staate in dato 17 Mey de Krygsraad nader is gelast, niet te defereeren aan het Poenaal van den Raad van Braband; als zynde de Krygsraaden ongehouden rekenfchap aan dezelve te geven, of fubjecl: aan haare beveelen. Evenwel vermits het Delict begaan was buiten het Guarnifoen, en den Delinquant, door de ordinairis Civilen Regter in loco delicti was geapprehendeert, gerefolveert Schout en Scheepenen van Dinther de voornoemde Suppliant over te laaten. 1718 29 November. Refolutie Raad van Staate, op voorftel van den Fiscaal van Braband , geobtineert hebbende Mandement Crimineel tegens Coenraad ■ Dragonder in het Regiment van de Heer van Tilburg, over een Manjlag begaan aan een Ingezeeten van Tilburg, en dewyl hy geretireert is naar Maaftricht, verzoekt gemelde Fiscaal ordres aan den Gouverneur of Stadhouder aldaar, om hem te apprehcndeeren en over te geeven: En in agting genomen zynde, dat het delicl;, niet Militair maar gemeen delict is, en begaan buiten het Guarnizoen. : Ordres aan den Gouverneur van Maastricht , om den voornoemden Dragon-  2 86' NALEZING van STUKKEN Anno gonder te doen apprehendeeren eii overleeveren , aan de ordres van den Raad van Braband, ten ware de Krygsraad aldaar geprevenieert had. 1?T9 25 Juh' Refolutie Raad van Staate^ agting genomen, dat de Militaire Jurisdictie buiten de Steeden, ftem in Staat hebbende , generaal voor alle delicten ook Commune is geëxcerecert; den Gouverneur van Breda aangefchreeven, geene nieuwigheeden toe te ftaan, nogte aan Officier en Scheepenen van Breda, iets te defereeren al was het op ordre van den Raad van Braband: by die geleegenheid generale ordres aan alle Gouverneurs, &c. nopens het niet refpeéteeren van ordres van den Raad van Braband, zelfs geen preventie te admitteeren, als alleen te pas komende in opzigte van Regters een gemeene Jurisdictie hebbende, maar geenzints als by Wet of Refolutie, alle misdaden zoneter onderfcheid, door zekere Perfonen begaan, voor een zeekeren en bepaalden Regter, moeten worden geoordeelt en geftraft. 30 October. Refolutie Raad van Staate, tegens den Raad van Braband by Misfive aan haar Hoog Mog. beweezen, dat niet Schepenen van Breda , maar alleen de Militaire Regter, competent is, kennis te neemen van een Manjlag door een Ruyter aan een Ingezeeten begaan. 1721  tot de MILIT. JURISDICTIE. 287 Anno 1721 4 December. Refolutie Raad van Staate , by geleegenthcid dat twee Soldaten van het Regiment van den Lieutenant Generaal vander Beeke eenige excelfen te Bunren begaan hadden , gedcclineert het verzoek door die twee Soldaten aan de Krygsraad van het Guarnifoen te Sluis gedaan, en zulks, in agting genomen zynde , dat het voorfz voorval gebeurt was niet in de plaats van het Guarnifoen, maar tot Btiuren, en zulks op de plaats, daar de voornoemde Soldaten niet anders konden worden geconfidcreert, dan als particuliere Perfoonen. 1723 23 February. Refolutie Raad van Staate , in agting genomen dat zeekere Otto Roeters, gepenfioneert Vaandrig op den weg tuffchen Ryswyk en den Haag, een Manllag begaan hadde aan den Vaandrig Stuwting, en dat het Hof van Holland ten eeriten kennis had genomen van het voorfz fait en actueel bezig waren in die zaak te procedeeren, en dat de voornoemde gcpenfioneerde Vaandrig Roeters,op requifitie van het gemelde Hof, was geapprehendeert geworden ; is gerefolveert den Commandeerenden Officier te 'sBosch aan te fchryven, den gcapprehendeerden te laten volgen , aan den Politicquen Regter zonder dezelve van wegens den Krygsraad te reclameeren. 1724  283 NALEZING van STUKKEN Anno 1724 20 November. Refolutie Raad van Staate, een Vaandrig voor Selieepenen van 's Bosch in Perfoon gedagvaart zynde over een begaane Manjlag te Ooftcrwyk,om dat zig heeft ingelaten voor" Scheepenen en niet tot het Guarnisoen gehoort; de Krygsraad gelast, zig dit geval niet aan te trekken. 1726 23 Augufty. Refolutie Raad van Staate, tuilchen de Magiftraat van Sluis en de Krygsraad, disput zynde over het fchauwen van een Soldaat van het Guarnifoen door een ander doodgeftoken : is de Krygsraad in het gelyk geftelt. 28 October. Refolutie Raad van Staate, ter gelegentheid van het apprehenderen van zeekeren Boone, te Sas van Gent, de Fortificatiën hebbende befchadigt ; generale ordres aan alle Guarnifoenen dat over geen delicten mag werden gecompofeert. 1729 29 Augufty. Refolutie Raad van Staate, twee Soldaten aandadig aan een Mandag te Berlicum begaan tegens een Ingezeeten aldaar, is op daar toe expres gedaan verzoek, van den Heer van Berlicum, de Krygsraad te s'Bosch gelast, tegens dezelve te procederen. Op verzoek van den Raad van Braband, fuftineerende, dat de cognitie deezer zaake behoorde aan de Plaatfelyke Regter , vermits de misdaad buiten het Guarnifoen gepleegd was, heeft de  tot de MILIT. JURISDICTIE. ii§ Anno de Raad van Staate in agting genomen dat de Krygsraad van s' Bosch, alleen gelast was over,die zaak te cognosceeren op verzoek van den Heer van Berlicum , en uit vreeze dat de misdaat anderzints ongeftraft blyven zoude, op den 26 September. Gerefolveert den Krygsraad te gelaften, om des verzogt werdende-, den Gevangenen Soldaat, aan den Heer van Berlicum over te geeven , mits gerefundeert werden de kosten. i?35 7 Maart. Refolutie Raad van Staate, een Cadet van het Guarnifoen te Zut~ phen, hebbende begaan eené Commune delictum te Venlo , is dezelve aan de Magiftraat aldaar overgelaten. 1736 10 September. Refolutie Raad van Staate , Commune deliCven, ook door gelicenticerde Soldaten te Bergen op Zoom begaan, te dóen firaffen by de Krygsraaden. 1738 4 Maart. Refolutie Raad van Staate, een Soldate Vrouw, welke by een vonnis des Krygsraads van het Guarnifoen te Sluis in Vlaanderen, gecohdemneert was tot geeffeling en banniflement, gedurende haare zwangerheid niet konncnde worden geëxecuteert, is de Proovoost van het Guarnifoen gelast, voor haar kostgeld ten lafte van het Land, fes Rui vers daags te mogen declareeren. Nal. I. Deel II. Stuk, T 1739  29o NALEZING van STUKKEN Anno 1739 16 Oclober. Refolutie Raad van Staate, genoegen genomen , dat de Magiftraat van Aardenburg, cognosceerde over een Manfiag door een Corporaal in Guarnifoen te Sluis, even buiten Aardenburg voornoemt begaan; vermits de misdaat was begaan buiten het Guarnifoen. 1740 21 December. Refolutie Raad van Staa¬ te , in het Marquifaat van Bergen op Zoom , een zwaar delict zynde begaan door vier Perfoonen, waar van een by den Drosfaard is geapprehendeert, en twee andere Soldaten zynde van het Guarnifoen van Breda , aldaar by den Provoost zyn geftelt: is verftaan dat op de reclame van den voornoemde Drosfaard, de voornoemde twee Soldaten beneevens de derde Soldaat, indien geapprehendeert word, zullen wordenovergegeeven,niettegenftaande dezelve twee Soldaten geconfesfeert hebben , een Dief f al ( en dus een minder delict, als zy in het Marquifaat begaan hadden) te Breda begaan te hebben. 1741 31 January. Advis van Staaten Gene¬ raal , weegens een disput, tuffchen de Magiftraat van 's Bosch en de Krygsraad aldaar, over de judicature van Margriet Valk, by de Krygsraad geapprehendeert en befchuldigt van het debaucheercn van Soldaten , uit den dienst van het Land. 1741  tot de MÏLÏT. JURISDICTIE. 291 Anno •^741 9 fo February. Een Soldaat van het Guarnifoen van Breda, een Diefftal hebbende begaan in het Oostquartier van het Marquifaat, en door den Drosfaart van Breda, buiten de Stad geapprehendeert zynde , is dezelve door de gemelde Drosfaart aan de Militaire Juftitie overgegeeven, die by den Raad, by Refolutie van 10 February voornoemt gelast is, denzei ve wederom over te geeven aan den Droffaart vau het Overquartier van het Marquifaat van Bergen op Zoom , alwaar hy de Diefftal gepleegt had. 3 November. Refolutie Raad van Staate, een Burger van Bergen op Zoom eenige Paliffaden aldaar leggende geftole hebbende, door de Militaire Wagt geapprehendeert zynde, is ordre gegeeven om dezelve aan aan de Magiftraat over te geven. 7 en 17 November. De Magiftraat fustineert, dat dezelve moet worden overgegeeven , ter plaatfe alwaar hy geapprehendeert is 14 December Refolutie 22 dito. 1742 27 July. Een Soldaat van het Guarnifoen van Breda, aldaar een Diefftal begaan hebbende en in Dirksland geapprehendeert zynde, door den Drosfaart van Breda , is disput ontftaan tuffchen den Droffaart enden Krygsra:zd,aan wien de judicature over denzelven competeert en is hangende het T 2 voorfz  292 NALEZING van STUKKEN Anno voorfz disput by Refolutie van don Raad van Staate in dato als voren , verftaan, dat denzelven ondertuffchen aan den Krygsraad zoude worden overgegeeven onder een Afte van non prejudicie. 5 -September. Refolutie Raad van Staate , in conformiteit- van haar Ed. Mog. . Refolutie van 25 July 1719 op Advis van den Fiscaal van de Generaliteit, gedeclareerd dat in de Generaliteit , aan den Raad competeert de cognitie over Militaire Commune deliften begaan hebbende, en heeft geen preventie plaats. 3 December. De Vrouw van een Soldaat' van het Guarnifoen te Breda,aldaar een Diefftal hebbende begaan , is de Droffaart by Refolutie van den Raad van Staate, in duo als voren gelast, dezelve aan dc Krygsraad over te geeven. 15 December 1742., Refolutie Staaten Generaal Miffive van Droffaart, Burgemeefteren en Scheepenen van Breda over de reclame van den Raad van Staate: Commiff. met den Raad van Staate. 1743 31 Mê'y. Rapport en Refolutie Staaten Generaal, de Soldate Vrouw aan den Krygsraad over te geeven vermits Breda met was in een der zeeven Provintien , maar in het reffort van de Generaliteit en dus aan dezelve in gemee-  tot de MILIT.'JURISDICTIE. 293 Anno mccne delicten een Jurisdictie competeert over Militairen aldaar Guarnifoen houdende, nog daar over eenige preventie konde fundeeren. 17 July. Refolutie Raad van Staate, dezelve overgegeeven, en de koften van detentie betaalt. Ï745 11 Augufty. Een Soldaat van het Regiment van Budenbroek in de Meyerye van 's Bosch, veele moedwilügbeeden hebbende gepleegt, en ten platten Lande door den Stadhouder geapprehendeert en op de Poort te 's Bosch gevangen gezet zynde, is dezelve door den Gouverneur van 's Bosch gereclameert, dog is verftaan, dat de Cognitie daar van competeert aan Scheepenen van 's Bosch, ij September. De Lieutenant Generaal van Echten,Commandeur teMeenen, zig niet wel gequeeten hebbende, in de belecgering van Meenen, is de Fiscaal van de Generaliteit geautborifeert, zig nopens de overgaaf der Stad te informeeren., 15 April. De Fiscaal geauthorifeert, om tegen van Echten te procedeeren. 21 April. Verfoek van de Fiscaal, om Blieven van befchryving , en geaccordeert, adde 23 , 29 Juny. 22 Juny. Overgefonden zynde de Vonniilèn van den Krygsraad te Velde , ten latte van den Collonel Commandant Appius, Major Sickinge, Lieutenant Sluiterman en Vendrigs Petreus en Colt- T 3 bof.  294 NALEZING van STUKKEN Anno hof, die zig in de Actie by Doornik hebben fchuldig gemaakt aan Wandevoir , zynde voorfz Vonniflen met de informatien gefteld in handen van den Fiskaal van de Generaliteit. 28 Juny. Advis van den Fiscaal, en dezelve geauthorifeert van de voorfz Vonniffen te appelleeren. 1 July. Aan denzelven verleent Mandament van Appel met de Claufule van Apprehentie en EdiÜe. 2 July. Letteren requifitoir aan de Magiftraat van Groningen, en het Hof van Vriesland, om Apprehenfie. 19 July. Antwoord van het Hof van Vriesland, dat heeft doen apprehendeeren. 19 July. Declinatoir Antwoord van de Magiftraat van Groningen, om-gemelde Appius en Sickinge te apprehendeeren , en overgeven, en Antwoord aan dezelve. 23 July. De Fiscaal geauthorifeert, om 'Petreus door den Drost van den Raad te doen af haaien , en op dc Voorpoorte alhier te doen logecren. 29 July. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland weigeren de voorfz Vendrig te laaten volgen. 16 Augufty. Groningen perfifteert by haare weigering , zynde de voorfz Refolutien van denjaare 1744 en 1745 alle van den Raad van Staate. Edele  tot de MILIT. JURISDICTIE. 295 Edele Mogende Heeren , By Refolutie van den 7 April laatstleden hebben U Ed. Mog. in handen van den ondergetekenden Advocaat Fiscaal van de Generaliteit gelieven te ftellen eene Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 20 February laatstleden, waar by met deezen Raade van Staate wordt commifforiaal gemaakt eene Miffive van den Raade van Braband, met opzigt tot de Militaire Jurisdictie in Braband, op den 19 February 1784 aan Hoogftgemelde hunne Hoog Mog. gefchreeven; als mede eene Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 9 Maart laatstleden, waar by met deezen Raade van Staate wordt Commiffbriaal gemaakt het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden van Vriesland , op expreffe last van dc Heeren Staaten hunne Principaalen infterende op den fpoedigen voortgang van het befoigne, by hunne Hoog Mog. op den 20 February laatstleden gedecerneert op de voorfz Miffive van den Raade van Braband; en nog eene Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 17 Maart laatstleden, waar by insgelyks met deezen Raade van Staate word Commiffbriaal gemaakt eene nadere Miflive van den Raade van Braband over het gemelde on. derwerp, op dcnzelfden 17 Maart gedateert; gelyk meede de Bylaagen dier Commiffbriaale Refolutien; welke Bylaagen zyn dc evengemelde twee Miffives van den Raade van Braband; alles ten einde de ondergetekende Advocaat Fiscaal U Ed. Mog. op den inhoud van de gemelde Bylaagen zoude dienen van zyne confideratien en advis. T 4 Om  ipl NALEZING van STUKKEN Om aan den gemelden last van Uwe Ed. Mog. met betrekking tot eene zaak van zoo' veel gewigt : naar 'des ondergetekendens geringe vermogens te kunnen voldoen, heeft dé öndergeteekende Advocaat Fiscaal vermeend, verpligt'te zyn, om niet alleen zyne confideratien op die beide Miffives van den Raade van Braband aan Uwe Ed. Mog. voor te dragen ; maar ook, om by deeze Memorie kortelyk na te gaan de gronden,op welke de Militaire Jurisdictie in Braband , zoo als dezelve thans plaats grypt, berust. Wat dan in de eerfte plaats betreft de beide Miffives van den Raade van Braband, zoo remarqueert de öndergeteekende Advocaat-Fiscaal , dat die Raad by zyne eerfte Miffive doet twee verzoeken. „ Voor' eerfi, dat hunne Hoog Mog. zooda„ nipe efficacicufe ordre gelieven te ftellen, dat door geene Militaire Regters, of door wicn zulks ook zoude mogen wezen, op de ,, Territöriaale Jurisdictie in Braband meer ge„ ëmpiete'crt worde; ,, En ten anderen, dat hunne Hoog Mog. „ zoodanige gepaste voorziening gelieven te „ doen , dat alle de zaaken, welke by de af„ fchaffing van den Hoogen Krygsraad aldaar 3, onafgedaan zyn' gebleven, cn wejke uit het „ diftriót van Braband herkomftig en objecten der ordinaris Juftitie zyn mogten, het zy Crimineele öf Civiele, voor zoo verre niet „ pure Militair zyn, mogen worden overge- bragt of tot den Raade van Braband, of tot „ de Geregten der 'Steeden en Plaatzcn , al„ waar dezelve volgens de Grondwetten van „ Bra-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 297 7, Braband hadden behooren beregt te worden^ j, en dat mitsdien hunne Hoog Mog. liet daar ,, heen gelieven te dirigeeren , dat zulks door deezen Raade van Staate mooge worden ge- effectueert." By die twee verzoeken heeft de Raad van Braband by zyne nadere Miffive nog gevoegt dit derde verzoek. Dat hunne Hoog Mog. zoodanige voor„ ziening gelieven te doen, waar door de voor3, gemelde zaaken niet uit haar geheel gebragt, maar in flaate gelaaten worden , tot dat ,, door de refpective Bondgenooten zoodanige finaale Refolutie op deeze materie zal geno- men zyn , als Hoogftdezelve zullen meenen te behooren." ■ Gelyk nu het laatstgemelde verzoek alleenïyk voorkoomt als een gevolg van de voorigc verzoeken, zoo zal de öndergeteekende Advocaat Fiscaal, alvoorens de gronden voor het principaale verzoek ter toetsjjte brengen, vooraf nopens dat laatfte verzoek reflecteeren, dat, zyns bedunkens, alle redelykheid voor het zelve pleiten zoude, indien de Raad van Braband het zelve bepaald had tot de finaale afdoening der gemelde zaaken, en niet tot het in ftaatc laaten van dezelve; want moeiten die, zaaken in flaate blyven , dan zoude daar in niet mogen worden voortgeprocedeert, en dus de loop der Juftitie zoo lang moeten blyven geftremt; waar door in het byzonder dc detentie der gevangenen (indien er zoodanige, als door den Raade van Braband bedoelt worden , mogten zyn) buiten noodzaakelykheid verlengt zoude worden. T 5 Het  29S NALEZING van STUKKEN Het verdiend ook zyne opmerking, dat de Raad van Braband het laatstgemelde verzoek gedaan heeft, ter gelegenheid der overbrenging van den Soldaat Pieter Cicot, die zyn meede Soldaat om het leven heeft gebragt; het welk dus eene misdaad uitlevert van den eenen Soldaat tegen den anderen : en mitsdien eene zaak, waar over de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten by de bekende Refolutie van den 25 Maart 1651 de judicature zoo expreffelyk aan den Militairen Regter hebben gedefereert. Niet minder aanmerkclyk is het, dat de Raad van Braband by die laatfte Miffive een flap verder gaat, dan by de eerfte, door zig regtftreeks te beklaagen over deezen Raade van Staate; dat, naamelyk, de Raad ten opzigt van de gemelde zaaken Actes van Jurisdictie exerceert; en dus fchynt de Raad van Braband deeze gewigtige zaak te willen doen voorkomen , als eene eenvoudige Jurisdictie queftie; daar de öndergeteekende Advocaat Fiscaal zig nogtans mcrkelyk moet bedriegen, indien ten deezen'niet waarlyk de queftie is over de Hoogheid en Souverainiteit van de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten ; waar van de öndergeteekende in het vervolg gepaster gelegenheid zal hebben nader te fpreeken. Hier meede de laatfte Miffive van den Raade van Braband hebbende afgehandclt, reflecteert de öndergeteekende Advocaat Fiscaal ten aanzien van de verzoeken, by de eerfte Miffive gedaan , dat het eerfte verzoek in zig vervat eene onderftelling, dat door de Militaire Regters, of door anderen , die gedefigneert v/orden met de woorden, door men zulks- ook zou.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 299 zoude mogen wezen, op de Territoriaale Jurisdictie in Braband zoude wezen geè'mpieteert; en uit bet tweede verzoek blykt, dat hetzelve empieteeren door den Raade van Braband word gefteld daar in te bcftaan , dat alle Crimineele zaaken, voor zoo ver dezelve niet zyn pure Militaire deliften , cn alle Civiele zaaken , de Militairen concernerende, niet gelaaten zyn aan de judicature van den Raade van Braband of van de Geregten der Steeden en Plaatzen in Braband. De Helling van den Raade van Braband is derhalven eigenlyk deeze , dat de Geregten van de Steeden en Plaatzen in Braband eene algemcene Jurisdictie hebben over de Militie van den Staat, welke zig in Braband bevind; en dat de Raad van Braband is de fuperieure Regter over die Militie van den Staat, met uitzondering alleen van de pure Militaire delicten. In het voorbygaan merkt de Advocaat Fiscaal met opzigt tot het tweede verzoek alleenlyk aan , dat hetzelve is een bloot gevolg van het eerfte verzoek, en dus gefundeert zoude zyn, indien de gemelde Helling van den Raade van Braband op folide gronden beruftedc. Het zal daarom alleen dc vraag zyn, of de Raad van Braband die ftelling bewyst. Maar eer de öndergeteekende Advocaat Fiscaal toetreed, om na te gaan, welke de gronden zyn, die door den Raad van Braband by zyne Miffive zyn geavanceert, moet de öndergeteekende voor af maaken deeze twee reflectien ; Voor eerft, dat de Raad van Braband ten deezen meer het zwaard opvat voor de Steeden cn Plaat.  2oq NALEZING van STUKKEN Plaatzen in Braband , dan voor zig zeiven ; vooral met opzigt tot het Crimineele; alzoq volgens de Regten , Wetten en Privilegiën van Braband geen appel of reformatie vallen kan van Crimineele Vonnilfen, in Braband gewezen , dan alleen in de gevallen, dat die Vonnilfen laboreeren aan nulliteit en informaliteit; gelyk hunne Hoog Mog., op herhaald advies van den Hoogen Raade van Holland, Zeeland pn Vriesland, een en andermaal verklaart hebben by Hoogfüderzelver Refolutien van 15 Apnl 1707 en 25 July 1753; waarom het den ondergeteekenden Advocaat Fiscaal toefchynt, dat men zoude kunnen twyfelen aan de beyoegtheid van den Raade van Braband tot het doen van zoodanige ongelimiteerde verzoeken; immers fchynt het, dat die Raad zig onbezwaarc zoude hebben kunnen vinden, met zulks over te laaten aan de Geregten der Brabandfche Steden, die meermaalen blyken gegeeven hebben, van geenzins onverfchiliig te zyn ten aanzien van hunne Jurisdictie; waar van de bewyzen zig by het vervolg deezer Memorie zullen manifeitcercn; Ten anderen, dat, indien de ftelling van den Raade van Braband gefundcert is , de Heeren CommiffarifTen Decifeurs der beide Hooge Heeren van Maaftricht, de Raad van Vlaanderen, en het Hof, geordonneert in het Overquartiën van Gelderland, meede geregtigt zvn tot het voeren van dezelfde fuftenue; en de Militie van deezen Staat derhalven zoude moeten worden onderworpen aan de judicature van die Heeren Decifeurs, en van die Gcregtshovcn ; als meede van de Steeden en Plaatzen, daar on~ 4CY  tot de MILÏT. JURISDICTIE. $Ói dar refpeélivelyk behoorende; en dus ook onder de judicature van Regters van eene andere Mogendheid, of van den Roomfchen Godsdienst; zoo als, by voorbeeld,van het geregt der Stad Venlo. Dat een en ander vooraf gerefleéteert hebbende, gaat de öndergeteekende Advocaat Fiscaal nu over ter discusfie van de gronden , by de Miffive van den Raade van Braband voor deszelfs Relling gelegt. De eerfte grond fchynt te moeten worden gezogt in het voorftel van den Raade van Braband, dat die Raad al van de eerfte tyden zyner erectie af heeft tegengegaan de ufurpatien cn infractien van het Militair gebied op de wettig verkregen Jurisdiaie van de Magiftraatcn en ordinaris Regters in Braband, en op dc prseeminentien van den Raade van Braband zelve; en dat des niettegenstaande het Syitema eener onbepaalde Militaire Jurisdiaie in Braband wexlerom is geëxerceert geworden; en dat welgemelde Raad niet behoeft te treeden in een detail van zaaken en gebeurteniifen , om hunne Hoog Mog. te doen gevoelen, hoe zeer de demarches van dc Militaire Krygsraaden geftrekt hebben , om dc Jurisdictie van denzelven Raade, cn der plaatfelyke Regters op het grondgebied van Braband, te krenken, het Juftitiewezen in veragting te brengen , en de belangen der Ingezeetenen te benadeelen. Edele Mogende Heeren , de öndergeteekende Advocaat Fiscaal vind in dat voorftel in algemeene bewoordingen voorgedraagen, wat de Raad van Braband met opzigt tot de Militaire Jurisdictie in Braband heeft gedaan, en . wat  302 NALEZING van STUKKEN wat de Militaire Regters aldaar zoo voorheen, als nu wederom dienaangaande zouden hebben verrigt; hy vind gewag gemaakt van zaaken en gebeurtenifTen, dewelke in de Registers, zoo van hunne Hoog Mog., als van den Raade van Braband overvloedig te vinden zouden zyn; hy vindt ook ter neder geftelt. dat de demarches van de Militaire Krygsraaden geftrekt hebben, om de Jurisdictie van den Raade van Braband en der plaatfelyke Regters op het Grondgebied van Braband te krenken; het Juftitie-wezen in veragting te brengen , en de belangen der Ingezeetenen te benadeelen; zwaare befchuldigingen voorzeker ten lafte' van de Militaire Krygsraaden , en fterke uitdrukkingen ! dog die niet minder gehazardeert zouden zyn, indien het blyken mogt, dat die Krygsraaden hunne Jurisdictie van den beginne der Republicq af tot heden toe niet anders geëxerceert hebben , dan ingevolge de Souveraine Wetten en bcveelen der Hooge Bondgenooten ; want dan zoude de Raad van Braband, hoe zeer ook tegen deszelfs intentie , de Hooge Souverainen van de refpective Provintien regtftreeks befchuldigen , dat Hoogftdezelve aan hunne Militaire Regters zoodanige Jurisdictie in Braband gedefereert hadden, waar door de Regtsdwang van den Raade van Braband en van de plaatfelyke Regters gekrenkt, het Juftitie-wezen in veragting gebragt, cn de belangen der Ingezeeteneh benadeelt waren geworden ; door hoedanige befchuldiging de Hoogheid en Souverainiteit der gezaamentlyke Hooge Bondgenooten niet weinig zouden worden aangerand. Edoch  tot de MILIT. JURISDICTIE. 303 Edoch of de Krygsraaden in Braband hunne Jurisdictie verder geëxtendeert hebben, dan de Wetten en Beveelen hunner gezamentlyke Souvereinen, toelieten, zal by het vervolg deezer Memorie nader moeten blyken ; ondertulfchen meend de öndergeteekende Advocaat Fiscaal te mogen zeggen, dat hy, zulke zwaare befchuldigingen leezende , verwagt had , de bewyzen daar van in de Miffive van den Raade van Braband te vinden; maar het is, zyns bedunkens, in die Miffive gebleven by enkele pofitieven , illatien , confequentien en bloote onderftelüngen van het geene door welgemeldcn Raade in quarftie geftelt wordt; het detail der zaaken en gebeurteniffën, waar van die Raad gewag maakt, was, naar de meening van den Óndergeteekenden, niet alleen noodig, maar volftrekt onontbeerlyk, om de bewyzeii van hetgepofeerde daar te ftellen ; doch de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal verbeeld zich, dat dan ras gebleken zoude zyn, dat hetSyltema eener Militaire Jurisdictie, welke door den Raad van Braband onbepaald genoemt wordt, geenzints eene nieuwigheid in Braband is, maar aldaar reeds gefubfifteert heeft van den eerften aanvang der Republicq af tot heden toe; zoo als ook, dat hetzelve Syltema berust op de Wetten cn Refolutien van de Hooge Bondgenooten , en van Hoogstderzelver Repradentanten in de Vergaderingen van hunne Hoog Mog. en van deezen'Raade van Staate; ja dat zoo dikwyls de Raad van Braband, of de Gerechten van Steeden in Braband getragt hebben, hunne Jurisdictie te extendeefen over de  |éy NALEZING van STUKKEN de Militie vari dén Staat, zulks is geweest Van een ongelukkig fucces; al het welk de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal zich vleidt, dat in het vervolg deezer Memorie zal worden aangetoont. . Indien dan in het gemelde voorftel van den Raade van Braband een grond voor deszelfs Helling moet worden gezogt, zoo durft de Öndergeteekende het nu waagen, om te zeggen , dat de Raad van Braband geen het minIte bewys Voor dien grond heeft bygebragt. Even eens fchynt het den Óndergeteekenden toe gelegen te zyn met een tweeden grond, die by gevolgtrekking zouden moeten worden geëlideert uit des Raads verderen voordragt by Zyne Miffive gedaan, dat het, naamelyk, zoo min in Braband als in eenige andere Provintie j in twyfel behoorde getrokken te worden, dat aldaar tot de adminiftratie der ordinaris Juftitie, tam in civilibus quam in criminalibus, geene andere Jurisdictie van ouds af is toegelaaten , dan die uit den boezem van den Souverain op welgemclden Raade of op de plaatfelyke Rechters, wettig geproflueert en by folemneele toezeggingen, ieder voor zoo veel hun aangaat, privative is afgeftaan; vermits de Ingezeetenen van Braband met behoud dier Reehten onder het gebied van hunne Hoog Mog. zyn gekoomen; zoo dat het nimmer de intentie van Hoogftdezelve kan zyn geweeft, om , in prsejuditie van die wettig verkregen voorrechten van de Brabandfche Ingezeetenen , aan de ordinaire Juftitie te onttrekken, en aan de Militaire Krygsraaden, of aan wien het ook zyn mogt i  tot de MILIT. JURISDICTIE. 305 mogt, op te draagcn eenig Recht van Jurisdictie over Perfboncn cn zaaken, tot de ordinaris Juftitie fua natura behoorende. Alle die raifonncmenten, Edele Mog. Heeren ! want men houde het den Óndergeteekenden Advocaat fiscaal ten goede , bewyzen voor de.ftelllng van den Raade van Braband zyn het niet; alle die raifonncmenten zoude de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal volkoomen kunnen toegeven, indien uit den zaamenhang der Miflive van den Raade van Braband niet bleek, dat die Raad daar aan eene meerder uitgcftrektheid geeft, dan de gewoonebetekenis der woorden lchynt meede te brengen; immers zal niemand ontkennen, dat van ouds af geene andere Jurisdiaie, welke betrekking heeft tot de ad* miniftratie der ordinaris Juftitie, in Braband is toegelaaten , dan die uit den boezem van den Souverein is geproflueert, en aan den Raade, of aan de plaatfelyke Rechters in Braband, is gedefereert ,• en dat hunne Hoqg Mog. nimmer aan de ordinaire Juftitie hebben willen onttrekken , en aan eenig ander Rechter hebben willen opdragen eenig Recht van Jurisdictie over Perfoonen en zaaken, die fua natura tot de ordinaire Juftitie in Braband behooren; maar onder die algemeene woorden verbergt zich die adfumtie,dat meede in Braband uit den aart der zaake onder den Rechtsdwang van de ordinaire Juftitie behooren zouden de Perfoonen en de zaaken van 'sLands Militie; en het is dan die adfumptie, waar omtrent de Raad van Braband zich de moeite niet gegeven heeft,eenig bewys by te brengen, welke de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal met fiducie ontkend; om Nal. I. Deel. II. Stuk. V dat  3o6 NALEZING van STUKKEN dat uit die onbewezen adfumptie noodzaakeiyk zoude moeten volgen, dat het Recht van Jurisdictie in Braband egaal zoude zyn met dat van de Souvereine Provintien, en dus de natuurlyke Grenzen der Militaire Jurisdictie even dezelfde zouden wezen op het onderworpen , als op de Souvereine Territoiren; op de Souvereine Territoire der refpective Hooge Bondgenooten , en op de Landen, die door de Wapenen dier overwinnende Bondgenooten geconquefteert zyn; ten dien efFecte, dat de Gerechten dier geconqueftcerde Landen zouden hebben eene originaire en univcrfeele Jurisdictie, welke uit de Privilegiën dier overwonnen Landen zouden voortvloeien, en welke dus geenzins door de gezaamentlyke Souvereinen dier overwonnen Landen aan die Gerechten zouden weezen geconcedeert, en by gevolg ook door die Souvereinen niet zouden kunnen worden bepaald; en de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal ontkend al verder die adfumptie , om dat die Brabandfche Jurisdictie zich dan ook zoude moeten uitftrekken over de Militie van de Hoge Bondgenooten, hoe zeer het overwonnen en afhangelyk Braband geenerley Recht van Souvereiniteit over die Militie pretendeeren kan ; om dat niet alleen 'sLands Militie dan onderworpen wezen zoude aan die Brabandfche Jurisdictie, maar zelfs alle de geene, die zich op het Brabandfche Territoir mogten bevinden^ en dat dus zelfs de Hooge Regenten der refpective Souvereine Provintien, in Braband koomende , uit kragte van zoodanige originaire en Territoriaale Jurisdictie,zouden moeten terecht ftaan voor de Gerechten hunner eigen gecon- ques-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 307 quefteerde Landen; en dus de Overwinnaars voor de overwonnenen; ja hadden de geconquefteerde Landen zoodanig eene originaire en Territoriaale Jurisdictie, welke alleen het gevolg is_ van de Souverainiteit, zouden die gcconquesteerde Landen dan ook niet met alle recht kunnen vorderen, om voor integrerende Leden van den Staat en van het Hooge Bondgenootfchap te worden erkend ? en die originaire er.' Territoriaale Jurisdictie der Souveraine Bondgenooten kan of mag derhalven geenzins geconfundeert worden met eene geconcedeerde Jurisdictie op een af hangelyk Territoir van geconqueftecrde Landen. Verre zouden dan ook te zoeken zyn de bewyzen voor zoodanige verregaande adfumptie; en het tegendeel van dien zal ten klaarften blyken , wanneer by het vervolg deezer Memorie zal worden aangetoond, dat de Militaire Jurisdictie, zoo als dezelve in Braband en de verdere Generaliteits Landen fubfifteert, direételyk uit den boezem van den Souverein, van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten, is voortgevloeit; de Raad van Braband heeft by zyne Miffive dan ook geen het minfte bewys voor zyne gemelde adfumtie bygebragt; wel wordt er in die Miffive gefprokcn van Rechten en Privilegiën der Ingezeetenen van Braband;'en van zaaken en gebeurtenisfen , welke zoo in de Registers van hunne Hoog Mog. als van den Raade van Braband overvloedig zouden te vinden zyn ; doch die zaaken en gebeurteniffen worden niet opgegeeven; die Rechten en Privilegiën worden niet gefpecifkeert; en veel minder wordt uit de eene en andere behoorlyk V % be-  3o3 NALEZING van STUKKEN betoogt, dat (het zy den Óndergeteekenden gepermitteert, de zaaken met haare naamen te noemen) dat die verregaande en geheel nieuwe pretenfien van den Raade van Braband eenigzins gefundeert zouden zyn. Alle bewys voor de ftelling van den Raade van Braband dus geheel ontbreekende , bewys het welk dien Raad, als eene territoriaale en univerfeele Jurisdictie over de Militie van den Staat in Braband (uitgezondert alleen ten aanzien van pure Militaire delicten) pretendeerende, zekerlyk zoude incumbeeren; zoo zoude de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal hier meede kunnen agten,aan Uwer Ed. Mog< Refolutie te hebben voldaan; en zig dus over de gronden der Militaire Jurisdictie in Braband en de verdere Generaliteits Landen niet behoeven te uitten; maar het gewigt der zaak, als, zyns bedunkens, de Hoogheid en Souverainiteit van het algemeene Hooge Bondgenootfchap regtftreeks toucheerende, vordert van den Óndergeteekenden Advocaat Fiscaal, dat hy zoo kort doenelyk aanwyze de ware gronden deiMilitaire Jurisdictie , zoo als dezelve van den beginne van de Republicq af tot heden toe in de overwonnen Generaliteits Landen heeft plaats gehad. Tot dat einde zal de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal in overweging neemen de drie navolgende zaaken, Voor eerst, de eigenlyk gezegde wetten , waar uit de Jurisdictie voortvloeit. Ten tweeden, de Refolutien, zoo door hunne Hoog Mog. als door deezen Raade van Staate daaromtrent van tyd tot tyd  tot de MILIT. JURISDICTIE. 309 tyd genomen , waar door de voorgemelde Wetten in eene conftante practyk zyn gebleven. En ten derden de reedenen ,-waar in die Wetten cn Refolutien gefundcert zyn. Wanneer de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal dan nu in de eerfte plaats zal nagaan de eigenlyk gezegde Wetten,uit welke dc Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen voortvloeit , zal de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal beginnen met het eerfte tydftip der exiitentie van het Hooge Bondgenootfchap, te weten, met de Unie van Utrecht van den jaare 1579, door welke eene Republicq der Vereenigde Nederlanden cn een Hoog BondgenootfchEp van de zeven Souverainen dier Landen geboren is geworden. Trouwens in eene byzondere discusfie van het Romeinfche Regt en van de dispofitie van het agt en feftiglte Articul van de Crimineele Ordonnantie van den jaare 1570 behoeft de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal niet te treden; vermits het geenzins ontbreekt aan duidelyke en klaare Wetten van de Souveraine Bondgenooten; dit alleen meend de Öndergeteekende ten aanzien dier Crimineele Ordonnantie te moeten refleéteeren, dat, offchoon by die Wetten van de Hooge Bondgenooten geen gewag word gemaakt van het agt en fesligfte Articul dier Crimineele Ordonnantie, die Wetten nogtans zoo wel als de daar uit voortgevloeide practyk in veele opzigten met het dispofitief van dat agt en festigfte Artikel overeenkomen; zoo als de Öndergeteekende AdV ■? vo«  3ïo NALEZING van STUKKEN vocaat Fiscaal met opzigt' tdt het Romeinfche Regt ook moet aanmerken , dat de Militaire Jurisdiaie in de Generaliteits Landen al meest naar dat Regt is ingerigt geworden , het welk gemakkelyk zoude kunnen worden aangetoond; en dat, offchoon het eene waarheid is , dat het jus publicum Romanum in alle zyne deelen nimmer als een Land-Regt door de Hooge Bondgenooten is aangenomen, of als zoodanig niet aangenomen heeft kunnen worden;het gebruik nogtans febynt gewild te hebben, dat hetzelve jus publicum Romanum als een gepaste regel voor de Militaire Jurisdictie is befchouwt en ingeroepen geworden; niet alleen door groote Staatkundigen en beroemde Regtsgeleerden deezer Landen, zoo als een Slingeland, een Bynkcrshoek, een Sande, een Voet ,ecn Mattheus en diergelyken; maar ook door hunne Hoog Mog. en door deezen Raade van Staate zelve; waar van de blyken zig by het vervolg deezer Memorie zullen opdoen. Het heilig Verbond der Utrechtfche Unie is dan, naar de gedagten van den Óndergeteekenden Advocaat Fiscaal, de eerfte Wet, welke ten deezen in aanmerking koomt, als den grondflag zynde van alle de Wetten en Refolutien , welke vervolgens door de Hooge Bondgenooten ten aanzien van de Militaire Jurisdiaie in de Generaliteits Landen gemaakt of genomen zyn. Niemand zal ontkennen , dat het voornaams oogmerk dier Unie van Utrecht geweest is de algemeene befcherming der gezamentlyke Hooge Bondgenooten; om dat oogmerk te bereiken moest het Hooge Bondgenootschap noodwendig  tot- de MILIT. JURISDICTIE. 311 dig hebben eene gemeene Militie, waar over die Hooge Bondgenooten eene gemeenichappelyke volftrekte magt, en mitsdien ook eene gemeenfehappelyke Jurisdiaie hadden; het hebbenen aanneemenvan zoodanige gemeenfehappelyke Militie wordt by de Unie van Utrecht, en in het byzonder by het zevende Artikel, dan ook zoo klaar onderfteld, dat zulks, naar de mening van den Óndergeteekenden, geen betoog behoeft. Maar moeiten de Hooge Bondgenooten , ter bereiking van het oogmerk hunner Unie, dan eene gemeene Militie aannemen , waar over zy te zaamen eene volftrekte magt moeiten hebben,zoö was het teffens niet minder nodig, dat by die Unie gemaakt wierden zoodanige fchikkingen , dat die gemeene Militie kon worden gebruikt op het Souverain Territoir van ieder Bondgenoot, zonder dat daar door de Privilegiën, Vryheden, Exemptien, Regten, Statuten , loffelyke ende wel hergebragte Cos» tuimen , Ufantien, en alle andere geregtigheden van eene iegelyke Provintie en die particuliere Steeden,Leeden ende Ingezeetenenvan dien, eenigzins wierden vermindert, of daar aan eenige prsejuditie , hinder of letzel wierdt toegebragt, als waar tegen by het eerfte Artikel van de Unie reeds zoo byzonderlyk was voorzien; en het is daarom , dat by het zevende Artikel van die Unie moest worden overeengekomen , dat de Frontier- en andere Steeden ten allen tyde, als de nood het vcreifchen zoude, gehouden zouden weezen te ontfangen al zulke Guarnifoenen, als dc gezaamentlyke Hooge Bondgenooten zouden goedvinden; en V 4 dat  3i2 NALEZING van STUKKEN dat de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten by het zelfde zevende Artikel moeiten beloven , dat zy die Guarnifoenen betaalen zouden van hunne Soldye; dat de Capiteinen en Soldaaten boven den generaalen Eed, aan het algemcenc Hooge Bondgenootfchap te doen , ook een par. ticulieren Eed doen zouden aan de Stad en Stede ende Provintie, waar in zy gelegt zouden worden, en dat zulks in den Artikelbrief dier Militie zoude worden gefield; dat de Hooge Bondgenooten ook zoodanige ordre zouden ftellen , en zoodanige discipline onder de Soldaaten zouden houden, dat de Burgers en Inwoonders van de Steeden en platte Landen door die Militie niet bezwaart wierden , en geen overlast van dezelve leden; dat ook die Guarnifoenen der Hooge Bondgenooten, zoo wel impost betaalen zouden, als de Burgers en Inwoonders van de plaats , daar die Militie in Guarnifoen wierdt gelegt; en eindelyk, dat de Hooge Bondgenooten het nodige Logies-Geld voor hunne Militie aan de Burgers en Inwoonders dier Guarnifoens-Plaatzen betaalen zouden. En die fchikkingen fcheenen de Hooge Bondgenooten toe, genoegzaam te zyn, om hunne gemeenfehappelyke Militie te kunnen plaatzen op het Souverain Territoir van ieder Bondgenoot, teneinde ieder Souverain Territoir behoorlyk te kunnen befchermen, zonder daar door de Territoriaale en verdere Regten van ieder byzonder Souverain in het minfte te benadeelen. Maar die fchikkingen konden geene de minfte betrekkingen hebben tot het Territoir van de daar na geconquefieerde Generaliteits Landen;  tot de MILIT. JURISDICTIE. 313 den; die Landen waren toen nog niet overwonnen; de Hooge Bondgenooten dagten toen nog maar alleenlyk aan hnnne gemeene befcherming, en konden toen ook nog niet denken aan geconquefteerde Landen, maar al hadden de Hooge Bondgenooten daar aan toen reeds kunnen denken, zouden immers Hoogftdezelve zoodanige en even dezelfde fchikkingen niet hebben willen maaken ter confervatie van de Souveraine cn Territoriaale Regten van Landen , die zy door hunne zegenryke Wapenen zouden overwinnen , als zy met zoo veele wyshëid maakten tot behoud van de Territoriaale Regten van ieder der contra£teerende Souvereinen; de Hooge Bondgenooten konden immers geen het minfte voornemen hebben, om voor meede Souvereinen te erkennen cn als integreerende Leeden van hun Hoog Bondgenootfehap aan te neemen de Provintien of Landen, welke daar na door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten zouden worden overwonnen. En daar uit vloeit van zei ven voort het groote onderfcheid, dat er moet worden gemaakt tulfchen de hooge Regten der Souveraine Provintien , en tusfchen de Regten der geconquesteerde Landen ; als meede tusfchen de grenspaalen der Militaire Jurisdictie over de Militie van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten , wanneer dezelve zig bevind op het Souverain Territoir van één derzelver, en tusfchen de Grenspaalen van die zelfde Militaire Jurisdictie, wanneer 'sLands Militie zig onthoud op het geconquefteert Territoir der Generaliteits Landen ; want in het eerfte geval moet de MiV. 5 li-  3i4 NALEZIMG van STUKKEN litaise Jurisdictie zoodanig worden bepaald , dat daar door geen het minfte nadeel kan worden toegebragt aan de hooge Regten van ieder byzonder Souverain Territoir, daar er in het laatfte geval geen byzonder Souverain Territoir is, en mitsdien zoodanige bcpaaling der Militaire Jurisdictie uit den aart der zaake geen plaats kan hebben ; gelyk daarom ook de voorgemelde fchikkingen, by het zevende Artikel van de Utrechtfche Unie gemaakt, inzonderheid nopens het doen van eenen particulieren Eed aan de Stad, Steeden of Provintie, waar in de Militie in Guarnifoen zouden worden gelegt, nimmer hebben plaats gehad ten aanzien van de geconquefteerde Generaliteits Landen, Naauwelyks was de Unie van Utrecht dan in dier voege gefloten , of de Hooge Bondgenoten namen Militie in hunnen gemeenfehappelyken dienst, en maakten de nodige Wetten voor dezelve, te weten, de Beftaltbrief, de Ordonnantie van der Oorloge, en de Inftrutti& voor den Commiffariffen van de Monftering, alle drie van den ïaatften February 1579; welke, en eene daar toe behoorende Verhandeling en Bylaagen, de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal onlangs met den Druk heeft gemeen gemaakt ; en in welke Verhandeling de Öndergeteekende vertrouwd te hebben bewezen deeze twee Hiftorifche waarheden , dat die ftukken kragt van Wet hebben gehad , en dat die Beftaltbrief en Ordonnantie van der Oorloge zyn geweest de Capitulatien, waar op de eerfte Militie zig in den dienst van het Hooge Bondgenootfehap begeeven heeft. Die nu dien Beftaltbrief en die Ordonnantie van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 315 van der Oorloge na leest, zal ras ontwaar worden , dat de Hooge Bondgenooten de judicature over hunne Militairen by'die Wetten privativelyk gedefereert hebben aan de Militaire Officieren of Krygsraaden, en zulks niet alléén, wanneer de Militairen begaan zouden zoogenaamde pure Militaire misdaaden, maar ook, ingevalle zy eenige Commune delicten perpetreerden; het hoofd , de tweede, derde , zesde, zevende, negende, dertiende, negentiende en 72e.gen en veertigfte Artikelen van den Beftaltbrief toonen zulks niet alleen duidelyk aan ; maar de vierde en vyf de Artikelen maaken die zaak , naar de meening van den Óndergeteekenden Advocaat Fiscaal, volkomen uit; waarom de Öndergeteekende de vryheid moet neemen , die beide Artikelen woordelyk alhier te infereeren. Artikel 4. „ Alle moetwillige Doodflagen , Die,, veryen, Brandftigtinge, Straatfchen,, derye , Overfpel , Vrouwenkragt , ., Forcfe, Geweld, Valschheid, ende ,, andere gelyke booze Daaden ende o„ penbaare kwaade Feiten en Misbruiken, zullen aan 't Leven geftraft worden met oordeel van den Cryschs O„ verften, Capiteinen ende Bevelheb,, beren naar Crys gebruik, of zulke Ordonnantie, als by de voorfz Provintien ende hun Stadhouders daar 5) op gemaect es, of gemaect zal wer3, den, ende zullen in gelyke fchult ende misdaad gehouden worden allen „ den  3i6 NALEZING van STUKKEN ,., den geenen, die al zulke misdadiger) ,, wetende, toeftaan , aanhouden, vers, fteken ende verbergen in eeniger wys. Artikel 5. „ Item zullen al zulke Misdadigen, j, ook alle Soldaaten, die zig aan ecni„ ge Burgers, of Ingezeetenen van den Steden, ende Landen der voorfz Pro,, vintien ende anderen eegene Soldaa„ ten, nogte onder 't Cryschs Regi- ment weezende, ontgaan, misdoen, of iet misbruyken , by den Officier „ van der Plaatzen mogen aangetast en- de in hegtenis gehouden worden, 5, zoo verre die Prevooft niet tegen,, woordig ofte van zulks te doen ver„ zuimelyk es, behoudelyken ,dat men „ dezelve Gevangenen binnen vier en 3, twintig uuren naar date van de ap,, prchentie in handen van den Over,, ften, of Hopman, over zal leveren, „ zonder dat iemant van de Soldaaten „ den voorfz Officier daar in eenig be,, let ofte daarom eenige injurie ofte „ leet doen zal op lyfftraf." De Öndergeteekende Advocaat Fiscaal behoeft op den klaaren inhoud dier beide Artikelen flechts te remarqueeren, dat by het vierde Artikel genoegzaam alle Commune delicten worden opgeteld, en vervolgens geftatuem word, dat die Commune delicten aan het leven geRraft zullen worden metoordeel van deKrygs- Qver*  tót de MILIT. JURISDICTIE. 317 Overften , Capiteinen en Bevelhebberen naar Krygsgebruik, of volgens zoodanige Ordonnantie , als by de Hooge Bondgenooten daar op was gemaakt, of gemaakt zoude mogen worden; en dat by het vyf de Artikel wordt vastgefteid, dat de Militairen, die zig aan zoodanige Commune deliften hebben fchuldig gemaakt , wei zouden mogen worden geapprehendeert door de Officieren van de Plaatzen, indien de Prevooft niet tegenwoordig was, of zyn pligt verzuimde; maar dat zoodanige geapprehendeerde Militairen als dan binnen vier en twintig uuren na de apprehenfie in handen van hunnen Overften of Hopman zouden moeten worden overgelevert. Ook toonen het hoofd en de veertigfte en een en veertigfte Artikelen van de Ordonnantiu van der Oorloge insgelyks ten klaarftcn aan, dat de Hooge Bondgenooten eene algemeene en privative Jurisdictie ten aanzien van alle Crimineele zaaken, de Militie van het Bondgenootfehap concerneerende, hebben opgedragen aan de Overften en Bevelhebberen dier Militie. En gelyk die Beftaltbrief en die Ordonnantie van der Oorloge gemaakt zyn door dezelfde Bondgenooten, die de Unie van Utrecht gefloten hadden, en flegts weinige dagen na, het fluiten dier Unie, zoo meend de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal, dat daar uit noodzaakelyk volgt, dat die Hooge Bondgenooten, die zekerlyk het best konden oordeelen over den zin en meening der pas gefloten Unie,, door het maaken dier Wetten getoond heb-' ben  3i8 NALEZING van STUKKEN ben te begrypen , dat zy uit kragte dier Unid het volftrekte gezag en de volkomen Jurisdictie over hunne gemeenfchappelyke Militie hadden , en dat gezag en die Jurisdictie konden opdragen aan wien zy goedvonden , en in zoodanige maate en uitgeftrektheid, als zy oordeelden meest gefchikt te zyn ter bereiking van het groote oogmerk dier Unie, te weeten, de algemeene befcherming. Of en in hoe verre nu zoodanige Militaire Jurisdictie , als de Hooge Bondgenooten by dien Beftaltbrief en by die Ordonnantie van der Oorloge, ten regarde hunner gemeenfchappelyke Militie, hebben geëtabliffeert, al of niet zoude kunnen worden overeengebragt met de de Territoriaale Regten der Souveraine Provintien; en of dus zoodanige Militaire Jurisdictie zoude kunnen plaats- grypen op de Souveraine Territoiren dier Provintien, is thans in geenen deele het object van onderzoek; maar alleen, of die Militaire Jurisdictie, uit . kragte dier Wetten van de Hooge Bondgenooten , niet gevoegelyk kan , en (onder reverentie) niet behoord plaats te grypen op het Territoir van de geconquefteerde Generaliteits Landen; en dus van die Landen , die dooide gezamentlyke Hooge Bondgenooten gemeenfchappelyk bezeten worden; en op het Territoir van welke Landen de gezamentlyke Hooge Bondgenooten dan ook het indisputabel Regt gehad hebben en nog hebben , om zoodanige Militaire Jurisdictie over hunne eigen gemeenfchappelyke Militie te. etabliffeeren en te handhaaven,, als de Hooge Bond-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 319 Bondgenooten, tot welzyn van hunnen algemeenen ftaat en ten meeften nutte hunner eigen Militie goedvinden 5 dan wel, of de Hooge Bondgenooten, zoo als de Raad van Braband fchynt te fuftineeren,uit hoofde der Regten en Privilegiën van de overwonnen Landen, gehouden en verpligt zouden zyn, hunne eigen Militie byna in allen deelen te onderwerpen aan de Judicature van de Geregten der geconquefteerde Stceden en Plaatzen,en in het hoogfte reffort aan den Raade van Braband ; en zy Hooge Bondgenooten even daar door genootzaakt zouden wezen, den Regtsdwang, en dus een voornaam gedeelte van de magt over huneigen Militie, over te laaten aan die onderworpen Geregten en Regters. Edog Ed. Mog. Heeren! nog toen, nog in het vervolg van tyd tot heden toe hebben de ' Hooge Bondgenooten immer getoond te begrypen, dat zy zig uit kragte der Regten en Privilegiën van de Generaliteits Landen zouden bevinden in de noodzaakelykheid, om den Regtsdwang over hunne eigen Militie af te ftaan en over te geven aan de van hun volftrekt afhangelyke Geregten en Regters dier Landen ; de fucceffive Inftructien van deezen Raade van Staate van de jaaren 1584, 1588 en 1651; de Artikelbrieven van de jaaren 1590 en 1705 ; de Inftructie voor den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit van den jaare 1602; en eindelyk de Refolutie der groote Vergadering van de Hooge Bondgenooten van den jaare 1651 evinceren alle klaarblykelyk het tegendeel; gelyk de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal nu verder zal tragten aan te tóonen» Had-  32o NALEZING van STUKKEN Hadden dan de Hooge Bondgenooten, zoö dra zy na het fluiten der Unie Militie in hiranen gemeenfchappelyken dienst aannamen,goed^ gevonden, de Judicature over die Militie op te dragen en by Capitulatie toe te Haan aan de Officieren, Bevelhebberen en Krygsraaden dier Militie; zoo begreepen de Hooge Bondgenooten reeds weinig tyds daar na, dat hunne Militie moest worden- voorzien van eenen fuperieuren Regter, en zy droegen derhalven die fuperieure Jurisdictie op aan eenen Raad van Staate by eene Inftructie, in dato 18 Auguftus 1584 , by het derde Artikel van welke Inftructie aan dien Raad gegeeven wierdt de kennis en Judicatuure over alle Collonellen, Capiteinen en ander Krygsvolk te Water en te Lande; en of die algemeene woorden nog niet genoeg waren , om de Opperjurisdictie over de Militie van den Staat aan dien Raad op te dragen, zoo wierdt er in het volgende vierde Artikel dier Inftructie nog bygevoegt, dat de Raad zoude gehouden zyn, over alle generaale ende particuliere Overften, Bevelhebberen , Commiffariffen ende Officieren van den Oorloge te ftellen ende te onderhouden alle goede ordre ende discipline, ook meede daar over ftraffe, Regt ende Juftitie te doen, ende doen doen, zulks zy bevinden zouden te behooren. De Öndergeteekende Advocaat Fiscaal bedriegt zig merkclyk, indien die woorden, vooral die van het vierde Artikel, niet in zig behelzen eene algemeene Judicatuure over alle Crimineele en Civile zaaken, de Militie van den Staat betreffende; en, zyns bedunkens, konden daar toe geene duidelyker en meerbeteekenende.woorden gebruikt worden; te meer, daar  fof de MILIT. JURISDICTIE. 3it traiï er geene de minfte uitzondering wordt bygevocgt. Met de gedagte, dat die opdragt der Juris* dictie over 'sLands Militie allcenlyk haare betrekking zoude hebben tot de Militaire discipline , zoo als daar door verftaan wordt de Judicature over de pure Militaire deliÏÏen, kan de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal geenzins inftemmen ; om dat by bet gemelde vierde Artikel niet alleen gezegt wordt, dat de Raad zal gehouden zyn te ftellen ende te onderhouden alk goede ordre ende discipline (waar by het natuurlyker wyze zoude hebben moeten blyven, indien de delatie alleen moest worden betrekkelyk gemaakt tot de Militaire discipline) maar dat er ook Wordt bygevoegt, ook meede daar over Straffe , Regt en Juftitie te doen, ende doen doen, zulks zy bevinden zullen te behooren;' welke woorden zoo generaal zyn , dat zy geene exceptie fchynen te admitteeren. Bovendien kan de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal ook niet adopteeren zoodanige explicatie van de woorden, Militaire discipline, dat, naamelyk door die woorden alleenlyk zoude moeten worden verftaan het in ordre houden der Militie met opzicht tot de verrichtingen van den Militairen dienst; en dat dus onder die Militaire discipline alleenlyk zoude begrepen zyn de correctie of ftraf over pure Militaire delicten; immers worden in de Artikelbrieven van de jaaren 1590 en 1705 , en wel voornaamelyk inde derde Artikelen dier Artikelbrieven, de meefte Commune delicten opgeteld, en de ftraffen tegen dezelven geftatueert, even zoo als zulks te vooren by den Beftaltbrief van den Nal. I. Deel II. Stuk X jaa-  322 NALEZING van STUKKEN jaare 1579 was gefchied; en nochtans luiden de infcriptien dier Artikelbrieven Artikelbrief of Ordonnantie op de discipline Militair ; waar uit fchynt te moeten worden opgemaakt, dat onder de discipline Militair meede begreepen is de correctie en ftraf van Commune delicten , die door Militairen worden begaan; dewyl anderzins het ftatueren van ftraffen tegen Commune deliften in eene Ordonnantie op de Militaire discipline in het geheel niet te pas zoude kunnen koomen. En die reflectie fchynt van meerder gewigt te zyn, wanneer in aanmerking genomen wordt, dat hunne Hoog Mog. en dcezc Raad van Staate in vroeger cn laater tyden voor eene maxime gehouden hebben , dat een Guarnifoen in een Generaliteits Plaats een Lighaam uitmaakt, geheel en al gefepareert van dat van de Burgery van zoodanige Plaats; gelyk deeze Raad van Staate ter gelegenheid eener Jurisdictie quseftie tulfchen den Krygsraad te 's Hertogenbosch en den Magiftraat van die Stad, wegens het ftellen van een Curator in den Boedel van den Sergeant Major van Poelgeest, die in zyn Guarnifoen aldaar was overleden , by Miffive aan hunne Hoog Mog. van den 12 February 1714, zich daar omtrent in deezer voegen uitlaat ; „ Uwe Hoog Mog. gelieven dan ge„ dient te wezen, dat dewyl (de Mili„ taire Officieren doorgaans geen de ,, minfte relatie hebben tot de Steden, „ waar in ze Guarnifoen houden,en het Guarnifoen een Lighaam maakt, gefe}, pareert van dat van de Burgerye, welke ieder  tot de MILIT. JURISDICTIE. 323 5, ieder hebben haar aparte Rechter, „ het Guarnifoen de Militaire, de Bur! „ gerye de Burgerlyke , van ouds af „ geufeert is, dat gelyk de Burgers te „ recht ftaan voor de BurgerlykJ'Rech„ ter, zoo ook de Krygsïuiden, voor ,, de Militaire." En hunne Hoog Mog. toonden ook met er aaad, zulks voor eene maxime te houden, dp. wyl Hoogftdezelve by Refolutie van den ■>» Maart van het zelfde jaar verftonden, dat de directie over dien geabandonneerden Boedel zoude worden gelaaten aan den Krygsraad van het Giurndoen van 's Hertogenbofch; ja zelfs hebben hunne Hoog Mog. zich op die maxime, als op een gerecipieerden grondregel van dc Republicq, uitdrukkelyk beroepen by eene buitenlandfehe Mogendheid ; de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal bedoelt de Refolutie van hunne Hoog Mog., in dato 26 Auguftus 1754.5 waar by Hoogftdezelve aan hunnen tocnmaahgen Mmifter aan het Hof van Bruifel hebben gelast, dat hy in antwoord op eene Memorie van dat Hof, raakende de judicature van den Militairen Rechter wegens eene qureftie over de wettigheid van een Huwelyk, onder anderen zoude reprefenteeren. „ Dat de Militie van den Staat volgens de befchrewn Rechten en de daar „ op gerecipieerde grondregels van de Re. „ public-, allczins ende fpeciaal in de re„ fpcclive Guarnifoenen van de Generali„ teit, een Corps, gantsch en al gefepa„ reert en afgezonden van de Steeden, „waar in zy leggen, uitmaakt , 't welk * 2 5, zoo  524 NALEZING van STUKKEN „ zoo wel in het Civiele als Crimineele „ buiten eenige Steedelyke relatie haa„ ren geprivilegieerden Rechter heb„ ben, ende omtrent welke voor meer „ als tachtig jaaren verftaan is, dat de ,, judicature over matrimonieele diffe„ renten , raakende Militaire Pcrfoo„ nen , of daar de Gedaagde alleen Mi,, litair is, in de Generaliteits Guarni„ /oenen competeert aan de refpective ,, Krygsraaden." Maar hebben dan hunne Hoog Mog. en deeze Raad van Staate in vroeger en kater tyden verklaard, dat het een grondrecgel van de Republicq is, dat 'sLands Militie, die zich in een Generaliteits Plaats in Guarnifoen bevind, een Lighaam uitmaakt, dat geheel is afgezonden van de Stad, waar in dezelve legt,en het welk zoo wel in het Civile als Crimineele buiten alle Steedelyke relatie is, zoo volgt daar uit, dat dc voorgemelde bedenking wegens de uit^eftrektheid der judicature, aan deezen Raade &van Staate by de Inftru&ie van den jaare 1584 opgedragen, van geen het minfte gewigt kan zyn met betrekking tot de Generaliteits Landen; en dat de tegenwoordige pretenfien van den Raade van Braband op die judicature over 'sLands Militie, als welke judicature door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten aan deezen Raade van Staate is opgedragen, van alle fundament zyn ontbloot. Te willen zeggen , die Inftructie van den jaare 1584 was maar provifioneel, en is geheel cn al vervallen, vermits de Raad van Staate naderhand in den jaare 1588 en laatftclyk in den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 325 den jaare 1651 andere Inftructien bekoomen heeft; zulks zoude op de zaak, waar over thans gehandeld wordt , in geencn deelen kunnen worden toegepast: 't is waar , die Inftructie van den jaare 1584 was Hechts provifioneel, en de Raad heeft vervolgens in den jaare 1588 en laatftelyk in den jaare 1651 eene andere Inftructie gekregen ; doch by die twee laatere Inftructien is aan den Raade van Staate juist dezelfde authoriteit over de Militie van den Staat opgedragen, welke by de eerfte Inftructie van den jaare 1584 aan den Raad was gedefereert; want by het vyf de Artikel der Inftructie van den jaare 1588 wordt met zoo veele woorden gezegt, dat de Raad zal hebben en gebruiken dezelfde authoriteit, om te disponeeren in de zaaken van den Oorlog ende over het Volk van Oorlog, in dienst van denzelven Lande wezende, doende haare bevelen volbrengen door de Gouverneurs van de Provintien in der tyd wezende, den Admiraal ofte andere Officieren , elk in hun regard ; het welk genoegzaam woordelyk herhaald wordt by het vyfde Artikel van dc laatfte Inftructie van den 18 July 1651, alleenlyk met die byvoeging, dat de Raad van Staate die authoriteit zoude hebben en gebruiken met en nevens de Vergadering van de ordinairis Gecommitteerden ter Generaliteit; en de gezamentlyke Hooge Bondgenooten hebben derhalven by de laatfte Inftructie van den jaare 1651 aan den Raade van State wederom gedefereert dezelfde authoriteit over de Militie van den Staat, welke by de derde en vierde Artikelen van de eerfte Inftructie van den jaare 1584 reeds aan den Raad was opgedragen; want zoo men het anders wilde X 3  3*6- NALEZING van STUKKEN bcgrypen, zoo zouden de woorden, dezelfde authoriteit over het Volk van Oorlog, welke by de vyf de Artikelen van de twee laatfte Inftructien voorkoom-en, geene betekenis hebben; vermits by die twee laatere Inftructien te vooren van die authoriteit niet was gefproken;en dus geene omfchryving dier authoriteit zoude kunnen worden gemaakt, ten zy men daar onder be, grype dezelfde authoriteit, welke by de eerfte Inftructie van 1584 reeds aan den Jtaad was opgedragen ; onder die authoriteit nu was begrepen niet alleen het ftellen van goede ordre ende discipline; maar ook het ftraffen van alle exceffen; en zulks wordt ontcgenfprekelyk door den inhoud van het 43 Artikel van de Inftructie van J588 en van het 50 Artikel van dc laatfte Inftructie van 1651, die woordelyk overeenkoomen; want, wanneer de Hooge Bondgenooten by die Artikelen te kennen geven , dat zy door die Inftructien of inftelling van Regeringen van een Raad van Staate geenzins verftaan te abdiceeren de magt erf het recht, om by tyden van nood, of als de zaaken van den Lande zulks zullen vereisfehen, elk zoo veel |hun aangaat , zelve ordre te ftellen in dc zaaken, door de Hooge Bondgenooten ter dispofitie van den Raade van Staate gefield ; zoo noemen de Hooge Bondgenooten onder die zaaken, welke ter dispofitie van den Raade van Staate gefield waren, meede uitdrukkelyk op het houden van de discipline Militair, en het ftraffen van alle exceffen ; hoe zeer van die beide zaaken in die Inftructien te vooren in het geheel niet gefprooken was;en dezelve dus bydie Inftructien waariyk niet aan den Raade van Staate zouden zyn op-  1 tot de MILIT. JURISDICTIE. 327 opgedragen geweest, indien door de woorden van de voorgaande vyf de Artikelen, dezelfde authoriteit, niet moest verftaan worden die zelfde authoriteit over het Krygsvolk, welke by de eerfte Inftructie van "den jaare 1584 reeds aan den Raade van Staate was gedefereert geworden. Het is dan ook uit kragte van die authoriteit, welke aan den Raade van Staate by de drie fuccestive Inftructien is opgedragen , dat de Raad heeft gemaakt verfcheiden Militaire Ordonnantiën, en inzonderheid de beide Artikelbrieven of Ordonnantiën op de discipline Militair van de jaaren 1590 en 1705; by welke beide Artikelbrieven of Ordonnantiën de Raad daadelyk getoond heeft, dat de algemeene judicature over de Militie van de Hooge Bondgenooten aan hem was opgedragen; alzoo by die Artikelbrieven, gelyk reeds is aangemerkt,niet alleen ftraffen geftatueert zyn tegen Militaire misdaaden , maar ook tegen de meefte Commune deliften; en het zyn nochtans die beide Artikelbrieven, die van den jaare 1500 af, toen de Unie van Utrecht nog maar elf jaaren gefloten was geweest, tot heden toe hebben verftrekt tot een richtfnoer voor de Militie van den Staat, en tot eene Wet, waar naar die Militie is geoordeelt geworden ; zonder dat ooit in eenigen twyfel is getrokken, of die Artikelbrieven kracht van Wet hadden. Geen wonder ook, dat daar aan nimmer getwyfelt is! de volkomen authoriteit' en dispofitie , en de algemeene fuperieure Jurisdictie over 'sLands Militie was door de Hooge Bondgenooten aan deezen Raade van Staate te meermaalen. opgedragen, en. mitsdien ook de be- X 4 voegt- *  5*5 NALEZING van STUKKEN voegtheid tot het maaken van zoodanige MUL taire Wetten; en of zulks niet genoeg ware, zoo blykt uit de Refolutien van den Raad, in dato 25 Juny en 11 November 1590, dat de Raad zig, op het fpeciaal goedvinden van de Heeren Gencraale Staaten, die gelet hadden, dat den Raade het belyd van de Krygszaaken eigenlyk wjis aanbevolen , toen begeven heeft gehad naar Arnhem; om aldaar naar occurentie van zaken met advys van zynder Excellentie van Naffau ende andere Heeren Crygs Overften te mogen advifeeren ende refolveeren 't geen tot 's Lands meesten dienst nodig zouden bevonden worden,- en dat de Raad ter dier gcleegenheid dan ook den Artikelbrief te Arnhem gemaakt heeft. Maar is dan de algemeene Jurisdictie over de Militie van den Staat door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten bydrie fuccesfive Inftructien aan deezen Raade van Staate opgedragen; en heeft deeze Raad van Staate uit dien hoofde gemaakt die Artikelbrieven of Militaire Ordonnantiën , welke tot heden toe zonder tegenzeggen van iemand zyn agtervolgt geworden j met wat fchyn van grond kan de Raad van Braband dan prctendeeren, dat in de Generaliteits Landen, in die Landen, die onmiddelyk behoren onder de dominatie van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten, het grootlte gedeelte der Jurisdictie over de eigen Militie dier Bondgenooten ooit behoord zoude hebben aan de Geregten in die Landen, cn in het hoogfte resfort aan den Raade van Braband? hoe kan de Raad van Braband dan tog fpreeken van ufurpatien en infraclien, welke door de Militaire Regters in het Generaliteits Braband gemaakt zou-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 329 zouden zyn op de Jurisdictie van de Geregten der Guarnifoensplaatzen aldaar? ja hoe kan de Raad van Braband zulks by wege van klagte voordragen aan hunne Hoog Mog., daar hunne Hoog Mog. zelve, flegts drie en twintig jaaren na het fluiten der Unie van Utrecht, eene Inftruötie gemaakt hebben, welke volmaakt ftrydig is met alle de pretenfien van den Raade van Braband; de Inftructie naamelyk voorden Advocaat Fiscaal van de Generaliteit, in dato 15 November 1602; by het elfde Artikel van welke Inftructie hunne Hoog Mog. den Artikelbrief van de discipline Militair, en dus die Wet, welke door den Raade van Staate was.gemaakt,uitdrukkelyk erkennen voor eene Landwet, als den Fiscaal gelaftende, om dien Artikelbrief en de Placaaten en Ordonnantiën van de Landen onder den volke van Oorloge te Lande wel te doen onderhouden; en by welk elfde Artikel hunne Hoog Mog. daar en boven eene algemeene Militaire Jurisdictie aan'zig zeiyen en aan den Raade van Staate toekennen, alzoo Hoogftdezelve daar by aan den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit bevelen, om de Juftitie-Militair in het Civiel en Crimineel zoo te doen belyden , dat de boozen geftraft en de goeden voor geftaafi mogen worden; woorden immers ,• die generaal zyn; die geene Civile en geenerly Crimineele zaaken uitzonderen; zoo als dienaangaande ook geenerly uitzondering gemaakt wordt by de volgende twaalfde, dertiende en veertiende Artikelen dier Inftructie. Eene diergciyke last, ja zelfs de woorden Juftitie-Militair , zullen daar en tegen te vergeefs gezqgt worden in de Inftructie voor den X 5 Ad.  S30 NALEZING van STUKKEN Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal van Braband; welke Inftruétie geinfereert is in de Ordonnantie , ftyl en manier van Procedeeren van den Raade van Braband, door de Aartshertogen Albert en Izabella op den 13 April van den jaare 1604 gemaakt; het vyfde Capittel van Artikel 97 tot Artikel 125 beide ingefloten; zynde het den Óndergeteekenden niet bewust,dat hunne Hoog Mog. ooit eenige andere Inftructie voor den Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal van Braband hebhen gearrefteert. Ondertuïïchen moet de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal nog aanmerken,dat, daarin den Beftaltbrief en de Ordonnantie van der Oorloge van den jaare 1579; in de drie Inftructien van deezen Raade van Staate; en in de beide Artikelbrieven van den jaare 1590 en 1705, niet fpeciaal gefproken wordt van de Civile Jurisdictie over de Militie van den Staat, daar van nogtans meede eene byzondere melding wordt gemaakt in dat elfde Artikel van de Inltruétie voor den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit ; ten blyke , dat hunne Hoog Mog. toen reeds begreepen, dat onder de algemeene s bewoordingen van den opdragt der Militaire Jurisdictie, dóór de Hooge Bondgenooten by. de Inftructien van de jaaren 1584 en 1588 aan deezen Raade van Staate gedaan, zoo wel de Civile als Crimineele Jurisdictie begreepen was. De volledige Crimineele en Civile Jurisdictie over de Militie van den Staat in de Generaliteits Landen, bleef dan ook aan deezen Rade van Staate, zonder dat daar in door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten ooit eenige de minfte verandering wierdt gemaakt, zelfs niet  tot de MILIT. JURISDICTIE. 331 riet in den jaare 1651; wanneer door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten in de groote Vergadering genomen wierdt de bekende Refolutie van den 25 Maart van hetzelve jaar; welke Refolutie, naar het begrip van den Óndergeteekenden Advocaat Fiscaal, alleen, en meer dan genoeg is, om de volftrekte ongefundeertheid der tegenwoordige pretenfien van den Raad van Braband met de hand te tasten. Het koomt met opzigt tot de quaiftie, welke ten deezen door den Raade van Braband is gemoveert, in gcencn deele te pas, om te onderzoeken, of de Militaire Jurisdictie in het algemeen by die Refolutie al of niet gecircumfcribeert is geworden- of by die Refolutie iets of niets ten faveure van de Provintie van Gelderland is geintroduceert; cn of het oogmerk by het neemen dier Refolutie al of niet geweest is, diftinctie te maaken tuffchen Remmende cn niet Remmende Steeden van ééne en dezelfde Provintie; genoeg is het ten deezen, dat by die Refolutie een groot onderfcheid gemaakt is tulfchen Stecden van Remmende of ftem in Staat hebbende Provintien, en Steeden, gelegen op het Territoir van de Generaliteit; zoodanig, dat by die Refolutie eene volmaakte tegenoverftelling tuffchen die beiden is gemaakt. En de Öndergeteekende AdvocaatFiscaal kan derhalven ten deezen volkomen adoptceren alles, wat nopens het ware verftand dier Refolutie beredeneert is in het tweede hoofddeel van de Memorie met betrekking tot de Militaire Jurisdictie, welke door de Heeren Gedeputeerden der Stad dm ft er dam op den 30 January van den voorlieden jaare 1783 aan hun Ed. Gr. Mog. is over- ge-  332 NALEZING van STUKKEN gegeeven; en het aldaar beredeneerde toont nog zoo veel te fterker aan,dat de pretenfien van den Raade van Braband van alle fundament zyn gedeftitueert. By die Refolutie hebben dc Hooge Bondgenooten goedgevonden, aan de Commandeurs van de Guarnifoenen van de Steden van Gelderland, ftem in Staat hebbende,aan te fchryven twee zeer notable zaaken, „ Foor eerjï, dat die Commandeurs „ of hunne Majors zig niet zouden heb„ ben aan te matigen het bewaren der „ Sleutelen, openen en fluiten van de „ Poorten, ofte het uitgeven van het 5, woord , maar zulks privativelyk en „ alleen zouden laaten verblyven aan 3, de Magiftraaten van de voorfz Stee„ den , ftem in Staat hebbende; ,, Ten anderen , dat die Commandeurs ,, met den Krygsraad in de voorgemel„ de Steeden de Militaire Jurisdiaie niet ,, verder zouden mogen gebruiken nog „ extendeeren als over die nalaatigheid „ ende overtreedinge in Togten ende ,, Wagten , overgaan aan den Vyand , defertic van Compagnien , ofte ver3, loop van de eene Compagnie in de an,, dere zonder Paspoort; mitsgaders o„ ver exceflen ende deliaen , die de ,, Officieren en Soldaaten onderling of „ den een tegen den anderen zullen ko„ men te begaan, ende vorder niet, in 3, voegen , dat over alle andere zaaken, „ zy zyn dan Crimineele ofte Civile, s, die Militaire Perfoonen apprehenfi- 55 De^ a  tot dë MILIT. JURISDICTIE. 333 ,, bel, convenibcl, jufticiabel ende ex,, cutabel zullen zyn by den Civilen of„ te Politicquen Regter." Klaar is het, indien ooit iets klaar geweest is, dat die beide dispofitien alleen betrekkelyk worden gemaakt tot de Remmende Steeden in de Provintien , of tot de Steeden in de Remmende Provintien; en dat derhalven by die Refolutie eene volkomen tegenoverftelling wordt gemaakt tuffchen die Steeden, en de Steeden in de Generaliteits Landen ; en dat het ftem in Staat hebben , of het partieipeeren in de Souverainiteit, de grond is van dat onderfcheid; en zoo derhalven ooit eene gevolgtrekking noodzaakelyk voortvloeit uit de pramisfen ,is het zekerlyk deeze,dat de Hooge Bondgenooten by die Refolutie in der daad hebben geftatueert eene algemeene Militaire Jurisdiérie binnen die Landen of Provintien, welke geen ftem in Staat hadden, maar onder de dominatie van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten behoorden ; het welk noch nader blykt uit de eerfte dispofitie met opzigt tot het bewaren van de Sleutelen , het openen en fluiten van de Poorten , en het uitgeven van het woord; waar aan de Steeden in de Generaliteits Landen zoo min als de Raad van Braband, offchoon thans het zwaard voor die Steeden opneemende,immer gedagt hebben ; maar wilde die Raad de geconquefteerde Landen gelyk geftcld hebben met de Souveraine Provintien, ten opzigte van het Regt der Militaire Jurisdictie, wel waarom dan tog ook niet ten aanzien van het bewaren der Sleutelen, het openen en fluiten van de Poorten, en het uitgeven van het Wagtwoord? im-  514 NALEZING van STUKKEN immers was (onder reverentie) zoo veel redert voor het één als voor het ander, Die Refolutie van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten in Hoogftderzelver plegtigfte Vergadering'genotöen, is derhalven de onwVikbaarfte zuil, waar op de Jurisdiaie der Krygsraaden en de Opper Jurisdiaie van deezen Raade van Staate over de Militie van den Staat, welke zig onthoud in de Generaliteits Landen, geveftigt is; en niet alleen de volkomen Crimineele maar ook de Civile Jurisdiaie, vermits by die Refolutie even zoo uitdrukkelyk van de Civile als van de Crimineele Jurisdiaie gefproken wordt. En voor zo ver de Raad van Braband zig daar jegens noch zoude willen beroepen op Regten en Privilegiën van Braband, en daar door ftilzwygende zoude willen te kennen geeven , als of de Hooge Bondgenooten, verpligt zynde tot handhaving dier Regten en Privilegiën niet bevoegt zouden zyn geweest tot het etablifeeren eener algemeene Militaire Jurisdiaie in de GeneraiiteitsUandcn; zoo zy het den Óndergeteekenden Advocaat Fiscaal-gepermitteert, om de woorden, by de gemelde Memorie , door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam ter Vergadering van hunne Ed. Gr. Mog. overgegeeven , dienaangaande in het tweede hoofddeel gebruikt, tot de zynen te maaken; „ Niemant trekt in twyfcl dat de Bond„ genooten natuurlyker wyze tot het „ maaken van zoodanige Wetten (den „ Artikelbrief van den jaare 1590) voor „ het Leger zoowel, als voor Genera„ liteits Piaatzen, onder derzelver ge- „ hoor-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 335 „ hoorzaamheid zynde, —— van zelfs „ bevoegt zyn." En nog eens, „ Daar in tegendeel het Generaliteits Territoir onder de Souverainiteit en „ legislative magt van de generaale Bond„ genooten gcfteld zynde; mitsdien dui„ delyk kan begreepen worden, dat de ., Bondgenooten dit Generaliteit Terri„ toir, als in deezen van eene andere ,, natuur zynde, in de voorfz Generaliteits Refolutie van 25 Maart zoo wel „ als in de andere voornoemde Provin„ ciaale Refolutien ook uitdrukkelyk'te„ gen de Remmende Steeden, dat is, „ de Steeden der Remmende Provintien, „ als in het geheel onafhangelyk van de ,, Generaliteit zynde, hebben konnen ,, goedvinden te opppofeeren." Die Reiolutfe nu van den 25 Maart 1651 is, voor zoo veel de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal weet, de laatfte eigenlyk gezegde Wet, welke door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten ten aanzien van de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen is gemaakt, en die Wet, zoo wel als de voorige Wetten, is dan ook tot heden toe in de Generaliteits Landen agtervolgt geworden, zoo wel in Stadhouderlooze als in Stadhouderlyke tyden. En hoe zeer het dan, daar de Wetten zoo klaar en duidelyk fpreeken, waarlyk niet nodig zoude zyn, om iets meer te zeggen , ten betooge van de ongefundeertheid der pretenfien van den Raade van Braband;zal de Öndergeteekende Advocaad Fiscaal nogtans, ter meer-  33Ö' NALEZING van STUKKEN meerdere convictie,, nu in de tweede plaats tragten aan te toonen de overeenkomst, welke er gevonden wordt tuffchen die Wetten en de Refolutien, zoo door hunne Hoog Mog. als door deezen Raade van Staate, omtrent de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen van tyd tot tyd genomen ; door welke Refolutien de voorgemelde Wetten tot heden toe in eene conftante practyk zyn gebleeven. Ordershalven zal de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal eerst fpreeken van de Refolutien, welke betrekking hebben tot de Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen; en vervolgens van de Refolutien, welke de Civile Militaire Jurisdictie in die Landen betreffen ; waar omtrent hy de ordre des tyds zal volgen zonder de Refolutien van hunne Hoog Mog. en van deezen Raade van Staate van elkanderen te fcheiden; en zonder ftilzwygcnde voorby te gaan zoodanige Refolutien, als, in den eerften opflag befchouwt wordende , de tegenwoordige fuftenue en pretenfien van den Raade van Braband zouden fchyncn te favorifeeren. Met eene Refolutie van dat laatfte foort zal de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal zelfs beginnen, te weten, eene Refolutie van den 26 February 1649, waar by hunne Hoog Mog. goedvonden, dat twee.Soldaaten van het Guarnifoen te Roermonde, die onder drie of vier Perfoonen geweiden huisbraak hadden gepleegt aan een Huis tot Dieften, en Diefftal in hetzelve Huis hadden begaan, en daar over door den Hoogfchout der Stad 'sBofch waren geapprehendeert, zouden worden te regt gefteld voor  tot de MILIT. JURISDICTIE. 33^ voor den Politieken Regter, zulks en daar het behoorde. Maar de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal kan niet beter doen , dan met opzigt tot die Refolutie alhier te herbaaien het geen deeze Raad van Staate by Milfive aan hunne Hoog Mog. van den 30 Oftober 1719, ten aanzien van die , en van nog twee andere Refolutien (van welke twee Refolutien vervolgens meede zal gefproken worden) heeft geremarqueert, ■zig daar omtrent uitlaatende in deezer voege ; ,, Vooraf erkennen wy gaarne Hoog ,, Mog. Heeren, dat indien de meening ,, van Uwe Hoog Mog. geweest was, 5, door de voorfz Refolutien te vernietigen zoo het Roomfche Regt, als het Regt, dat boven getoond is hier te Lande gerecipieert èn in praótyk te wezen, en feen ander Regt in de plaats ,, in te voeren , beide zoude moeten „ wyken aan de nadere dispofitie van „ Uwe Hoog Mog., als aan welke wy s, gcenzins willen disputeeren de legislative magt over het diftriél van de ,, Generaliteit. „ Maar of de méening van die Refo3, lutien is, verandering te maaken in ,, het Regt, laaten wy Uwe Hoog Moer. ,, oordeelen, welke wy verzoeken, ten 3, dien einde in agt te neemen, dat in j, die Refolutien nergens minder van gefproken wordt ais van iets nieuws ,, te ftatueeren , en wel iets dat ftryden zoude, niet alleen met het RoomNal. I. Deel II. Stuk Y h fche,  338 NALEZING van STUKKEN ■„' fche, en met het hedendaagfche Regt, maar ook met eene Refolutie van de ,, folemnecle Vergadering van het jaar ,, 1651 , welke Refolutie, gelyk gezegt „ is , uitdrukkelyk onderfcheid maakt omtrent het ftuk in verfchil, tuffchen ,, Steeden, ftem in Staat hebbende,en „ andere; cn welke een foort van Wet of Reglement is, ftilzwygende confirmeerende het gerecipieerde Regt ,, en Ufantie, in opzigt van de Steden „ in het diftriél van de Generaliteit, ,, ter zeiver tyd dat ze uitdrukkelyk „ daar van eximeert de Steeden, ftem ,. .j Staat hebbende, en geconfirmeert ,, door de opgevolgde practyk , zoo ,, vóór als na de verandering in de Regeering voorgevallen in het Jaar „ 1672. „ Zoo dat de voorfz Refolutien , ge„ nomen op particuliere gevallen , en „ zonder dat de Raad van Staate, wel» „ ke notoirlyk geconcerneert is in al, ,, wat de judicature over de Militairen raakt, daarin gekend is, en de laat„ fte van de drie op eene bloote fug„ geftie van den Raade van Braband, „ niets anders zouden bewyzen , voor ,, zoo ver ze zouden mogen ter materie ,, dienen, als dat Uwe Hoog Mog. niet ,, zouden zyn verdagt geweeft in het ,, neemen derzelven op het onderfcheid ,, tuffchen de Steeden , ftem in Staat ,, hebbende, cn de Steeden in het di„ ftrict van de Generaliteit. „ Het  tot de MILIT. JURISDICTIE. 339 ,, Het welk geenzins zonde wezen te „ verwonderen , om dat zaaken van die ,, natuur, geen gemeenfchap hebbende met Staatsdeliberatien , minder voorkomen aan Uwe Hoog Mog. als aan „ onsv ,, Maar wy kunnen er byvoegen Hoog 3, Mog. Heeren, dat geene van de drie bygcbragte Refolutien bewyst het gee„ ne, waartoe zy bygebragi zyn. „ De eerfte, zynde die van den 26 February 1649, fpreekt van deteregt„ Helling van drie of vier Perfoonen, ,, en daar onder twee Soldaaten van het Guarnifoen van Roermonde, geap3, prehendeert door den Hoogfchout van 3, 's Hertogenbofch over Geweld, Huis„ braak en Diefftal, begaan te Dieffen, ,, Meyeryè van 's Hertogenbofch. ,, Behalven, dat hier Burgerlyke en „ Militaire Perfoonen in één fait ge3, mengt zyn, en derhalven continentia „ cautie te pas koomt,- behalven dat de ,, Hoogfchout konde prreventie allegu3, eeren; behalven, dat hier quaeftie is ,, van een deliét, begaan buiten het Guarnifoen, en waar van de daaders zyn geapprehendeert in loco deliéti: ,, het Placaat van.den 29 April 1589 ,, verfteekt uitdrukkelyk de Militairen, ,, diergelyke faiten ten Platten Lande ,, perpetreerende, van Privilegie Mili* „ tak." Op den 18 Auguftus 1655 namen hunne Hoog Mug. eene Refolutie op een Berigt van den Y a Raa-  340 NALEZING van STUKKEN Raade van Braband, het welk die Raad gegee* ven had opeen Request, aan hunne Hoog Mog* geprefenteert van wegens Johan Fredrik Schellaart van Oppendorf, Heere van Schinnen, verzoekende, dat den Raade van Braband geordonneert mogt worden, de Crimineele citatie tegen hem verleend af te doen, vermits hy was in Militairen dienst van den Hertoge van Lotharingen; en by die Refolutie verftonden hunne Hoog Mog. , dat in het verzoek van denzelven Schellaart niet kon worden getreeden; van welke dispofitie hunne Hoog Mog. deeze recdenen geeven, ook gelet zynde, dat het delict, by den Suppliant geperpetreert, niet is een Militair maar een gemeen delict, ook niet geperpetreert in het Leger ofte Guarnifoen, mitsgaders niet by den eenen Soldaat tegen den anderen, maar ten platten Lande in de Heerlykheid van Schinnen, waar uit manifest is , dat hunne Hoog Mog. toen begrepen , dat de Jurisdictie van den Raade van Braband in geenen deele gefundcert was in de volgende vier gevallen, i, indien het delict was Militair, waar het zelve ook gepleegc mogt zyn; 2, indien het delict: was gemeen, maar begaan in het Leger; 3 , indien het delict was gemeen, doch geperpetreert in het Guarnifoen; en 41 indien het delict was gemeen, doch gecommitteert door den eenen Soldaat tegen den anderen, en in dat laatfte geval meede zonder onderfcheid van plaats ;cn derhalven was het fundament dier Refolutie voornamelyk, dat het was een gemeen delict, het welk ten platten Lande was begaan; en dus fchynen hunne Hoog Mog. in dat geval tot een grondflag dier Refolutie gelegt te hebben het 68 Ar- ti-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 34t tikel van de Crimineele Ordonnantie van 1570, en deeze Raad van Staate, zoo als vervolgens blyken zal, is meede niet alleen geweest, om in het laatstgemelde geval de judicature aan den Politiquen Rechter in Braband over te laaten; welke toegevendheid van deezen Raade van Staate een zonderling contraft maakt met de klagten van ufurpatien en infra&ien, welke de Raad van Braband thans in zulke fterke uitdrukkingen tegen de Militaire Krygsraaden in Braband gedaan heeft. Op die Refolutie van hunne Hoog Mog. moet de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal ook nog maaken deeze drie reflectien voor eerft, dat in dat geval de Raad van Braband de praventie vóór zig had ; hoedanige prseventie wanneer de misdaad buiten het Guarnifoen van den Delinquant begaan was, door deezen Raade van Staate uit infehiklykheid, en om laftige Jurisdictie quajftien uit den weg te ruimen , doorgaans meede is geadmitteert geworden ; gelyk in het vervolg blyken zal; ten anderen, dat hun ne Hoog Mog. die Refolutie genomen hebben zonder kennis en advis van deezen Raade van Staate; en ten derden, dat, blykens de gemelde Refolutie, de Suppliant was in Militairen dienst van den Hertoge van Lotharingen, en dus niet behoorde tot de Militie van de Hooge Bondgenooten; welke reeden zekerlyk alleen genoegzaam was tot het neemen der Refolutie , vermits de Hooge Bondgenooten de Jurisdictie over vreemde Militairen nimmer aan deezen Raade van Staate of aan de Krygsraaden van 'sLands Militie hadden opgedragen; voor Y 3 hoe«  342 NALEZING van STUKKEN hoedanige opdragt (onder reverentie) ook gene reden zoude zyn, Maar op den 23 July 1660 naamen hunne Hoog Mog. eene Refolutie, welke alleenlyk gebouwt fchynt te zyn op het Syftema "eener algemeene Crimineele Militaire Jurisdictie, want daar by refolveeren Hoogftdezelve op een Requeft van Dykgraaf, Gezworens en de princi, paalfte Ingelanden van den Polder van den Ruigenhil,dat den Krygsraade der Steede WillemRad zoude worden aangefchreeven, dat zy tegen de Militairen , die de onbehoorlykheeden by het Requeft vermeld, tegen ordre en voorig gebruik mogten plegen , rigoureufelyk zouden hebben te procedeeren en doen procedeeren volgens Dykrccht van Dykgraaf en de Gezworens voornoemt, ten blyke dat hunne Hoog Mog. niet begeerden, dat hunne Militie te recht zoude ftaan voor eenige andere dan de Militaire Rechters, zelfs over zaaken, waar over de judicature anderszins zonder eenige uitzondering van Perfoonen aan eene byzondere Rechtbank waren gedefereert. Volgens het zelfde Syftema eener algemeene Crimineele Militaire Jurisdictie verklaarde deeze Raad van Staate ook reeds by Refolutie van 24 Juny 1659, dat net fchouwen van Lyken van Militaire Perfoonen, fchoon verongelukt op Steedelyken grond in de Generaliteits Plaatfen , toekwam aan de Krygsraaden aldaar. Met de evengemelde Refolutie van hunne Hoog Mog. van den jaare 1660 fchynt nochtans in geenen deele over een te koomen eene Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 17 Ja-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 343 January 1674, genomen ter gelegenheid,, dat eenige Soldaaten binnen 's Hertogenbofch aan den Stadhouder van den Hoogfchout dier Stad in het ftooreü van eene Pausgezinde Vergadering hadden gedaan eene feitelyke refiftentie; en by welke Refolutie hunne Hoog Mog. in algemeene bewoordingen zeggen , dat de politique Regters waren de competente Regters van alle Militaire Perfoonen, in materie van delicten, die niet Militair zyn ; edoch deeze is mede éénc van de drie Refolutien, waar omtrent de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal de generaale Remarques, door deezen Raade van Staate in de Miffive aan hunne Hoog Mog., in dato 30 October 1719 dienaangaande gemaakt , reeds hier vooren woordelyk heeft geinfereert; en hy zal dan hu ook hier laaten volgen de fpeciaale Remarques ; door deezen Raade van Staate op de Refolutie van 17 January 1674 by de evengemelde Miffive aan hunne Hoog Mog. gefuppediteert, en woordelyk dus luidende; ,, De tweede Refolutie , zynde die „ van den 17 January 1674, fpreekt ,, van de te regt ftclling van verfchei„ de Burgers en Ingezcetenen, mitsga,, gaders van een goed aantal Soldaaten ,, van het Guarnifoen van 's Hertogen„ bofch, welke gerepoulfeert en zwaar ,, gewond hadden den Stadhouder van „ den Hoogfchout in het ftooren van een Vergadering van Pausgefinden. ,, Dat de Hoogfchout daar over voor ,, Scheepenen van 's Hertogenbofch begonnen had te procedeeren , word in de Re- y 4 „ fo-  344 NALEZING van STUKKEN 3, folutie zelve geallegeert onder de mo, tiven van het neemen der Refolutie, „ zoo dat de preventie zonderling in ,, confideratie gekomen is. Behalven, „ dat hier weder, gelyk in de eerfte, „ qureftie is van een delicT, waar ia ,, Burgers met Militairen gemengtzyn,. „ en waar in de continentia cavfce nog „ meer te. pafte komt als in de voo-' 53 rige. Men zoude de Refolutie leezende, dezelve byna aanzien voor een dele„ gatie over een horribel en ongehoord ,, attentaat, gelyk de Refolutie fpreekt, „ waar door U Hoog Mog. verftonden 3, kaar hoogheid en authoriteit en die van ,, den Staat ten hoogfte geledeert te we» « zen; in hoedanige extraordinaris ge5, gelegentheeden delegatien fomtyds „ plaats hebben,- indien de Refolutie S- » niet meede bragt, dat de Soldaaten 3, zouden te regt geftelt worden voor 3, Scheepenen van 'sHertogenbofch,a/j Politique Rechters van alle Militaire „ Perfoonen in materie van delicten , niet ,, Militair zynde ; woorden , welke met geen delegatie beftaan kunnen, maar » °P welke de bovenftaande generaale ,, Refolutie toepaflelyk is, en welke men ,, aanzien moet, als het effect, van de 3, eerfte indignatie , wanneer het geen ,, wonder is , dat niet zoo net op alles. SJ gelet word, de Refolutie op de heete ,, daad genomen zynde." Dat deeze Raad van Staate vervolgens even min,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 345 min als hunne Hoog Mog. by Hoogftderzelver gemelde Refolutie van den jaare 1660 eene andere Crimineele Jurisdictie over 'sLands Militie, zelfs wegens zaaken, anderzins aan byzondere Regters gedemandeert, admitteerde, dan alleen de Krygsraaden, blykt uit de Refolutie van deezen Raade van Staate, in dato 26 November 1689 ; waar by, tot voorkoming van alle fraudes in de Stad Grave en het Land van Cuyck omtrent de Impoften gepleegt , wierdt goedgevonden , den Gouverneur deiStad Grave te authorifeeren, en ftrictelyk te ordonneeren, om de Pachters, zulks verfoekende, tot het onderzoek van alle die fraudes de fterke hand te bieden, en de Wagten eens vooral te gelaften . de Pachters te adfifteeren, de Fraudatcurs te apprehenderen , en de Burgers en Ingezeetenen aan den'Magiftraat ende Militairen aan den Krygsraad over te keveren; mitsgaders, dat de Fraudatcurs, die geene mid> delen hadden, om de boete te kunnen betaalen, de Burgers en Ingezeetenen by publique geesfeling en de Militairen met het loopen door de fpitsroeden zouden worden geftraft. De algemeene Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen ftandvaftiglykblyvende handhaven , nam deeze Raad van Staate op den 9 February van den jaare 1703 eene Refolutie , om aan de Commandeurs en Krygsraaden in de Steeden, ftem in Staat hebbende, te gelasten, precifelyk te achtervolgen de Refolutie van de gezamentlyke Bondgenooten van den 25 Maart 1Ó51 met toezending van Copie dier Refolutie, en teffens aan alle de Gouverneurs, Commandeurs en Kryssaaden indiftinaelyk aan te Y 5 fchryl  346 NALEZING van STUKKEN fchryven, dat zyl van toen voortaan in alle zaken, fpcctecrende tot hunne kennis, zoo Criminele als andere, Recht zouden doen, zoo als zy zouden oordeelen in goede Juftitie te behooren. Den 8 October van den jaare 1705 verklaarde deeze Raad van Staate andermaal by Refolutie , dat het fchouvven van Lyken van Militaire Perfoonen, fchoon verongelukt op Steedelyken grond,in de Generaliteits Landen toekwam aan den Krysraaden. In den volgenden jaare 1706 by Refolutie van den 29 April verklaarde de Raad ook nader, dat de Refolutie der Bondgenooten van den 25 Maart 1651 alleen applicabel was op de Stecden , ftem in Staat hebbende , en dus geenzins op de Steeden in dc Generaliteits Landen. In den jaare 1713 ontftond er een conflict van Jurisdictie tuffchen den Krygsraad van het Guarnifoen van 's Ueitogcnboffcbc en den Here en Droffaard van de Heerlykheid Dinther; . waar in de Raad van Braband gcmcleert raakte, en het welke van eene byzondere applicatie is op de queeftic, thans door dien Raad gemoveert wordende, het geval beftond hier in ; Richard Fuisfer, knegt van den Cornet Thielen, pleegde eenige feytclykheeden binnen de Heerlykheid van Dinther; de Heer van Dinther klaagde dien knegt aan by den Commandeur der Stad (s Boffche, met verzoek, dat die Commandeur deswegens geliefde ordres te ftellen, en voorziening te doen; inmiddels koomt die knegt binnen de Heerlykheid van Dinther, wordt aldaar door den Droffaard geapprehendeert, en overgebragt op de Gevangepoort te 's Boffche, waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 347 waar van de Heer van Dinther kennis geeft aan den Commandeur,met verzoek , om dien knegt op de Gevangenpoort eens te mogen doen hooren, en met toezegging, om den zeiven daar na aan den Commandant over te leeveren; de Commandant ftaat het verzoek toe, en het Verhoor gefchied; maar vervolgens weigert de Heer van Dinther de overgave van dien knegt, en fuftineert, dat de judicature over denzelven blyven moest aan Scheepenen der Heerlykheid Dinther; de Droffaard van Dinther en de Heer dier Heerlykheid, met Hem gevoegt, verzoeten wyders een Mandament Poenaal van den Raad van Braband tegen den Krygsraad te 'sBosfche, waar by dien Krygsraad zoude worden geinterdiceert, Scheepenen van Dinther in het adminiftreeren van Juftitie over de deliften van voornoemden Fuisfer hinderlyk tc zyn, en in tegendeel geordonneert, dezelve Scheepenen, daar meede als competente Rechters te laaten geworden; ondertuffchen ontkoomt de voornoemde Fuiffer uit zyne gevangenis, en niettemin doen de Heer en Droffaard van Dinther vier of vyf dagen daar na het door hun geobtineerde Mandament van den Raade van Braband exploiéteeren aan den Commandeur van 'sBoffche, en denzelven voor den Raad van Braband dagvaarden ; waar op de Krygsraad van 's Boffche zich addreffeert aan deezen Raade van Staate, met verzoek om ordres, of de Krygsraad gehouden was , in dat en in alle andere voorvallen aan Mandamcnten van den Raad van Braband te obedieeren , dan of die Krygsraad tot maintien van de Militaire Jurisdictie tegen hetzelve Mandament Poenaal van den  3+S NALEZING van STUKKEN den Raade van Braband in oppofitie zoude komen; of wel, dat deeze Raad van Staate zoodanige Refolutie geliefde te neemen, en ordres te ftellen, als hunne Ed. Mog. tot confervatie van derzelver gezag en Jurisdictie over de Militairen best zouden oordeelen. Daar op neemt deeze Raad van Staate op den 29 April van den gemelden jaare 1713 eene allezins gematigde Refolutie, waar by de Raad aan de eene zyde zyn wettig gezag over de Krygsraaden en de Militaire jurisdictie in Braband wel behoorlyk maintineerde, doch teffens aan den anderen kant alle toegeelfelykheid in het toen voor handen zynde geval gebruikte; want deeze Raad van Staate vondt goed, aan die van den Krygsraad van 'sBofch te refcribeeren, dat dewyl de Krygsraaden niet gefubordineert zyn aan de ordinaris Juftitie, maar aan deezen Raade, zy zig in geene Procedures voor den Raade van Braband moesten inlaaten over het voorfchrceven Poenaal, als incompetenter verleend zynde , maar dewyl aan de andere zyde het delict, waarover tegen den voornoemden Richard Fuifler geprocedeert wierdt, een gemeen delict was, begaan buiten het Guarnifoen, en waar over de Delinquant geapprehendeert was door den ordinaris Rechter in loco delióti, in hoedanige circumftantie de preventie kan verftaan worden plaats te hebben , en het geen over die zaak gepalfeert was tuffchen den Commandeur van 'sBofch en den Heer van Dinther, zonder interventie van den Krygsraad en van'Schout en Scheepenen van Dinther, geene verandering kon geven in de zaak; dat zy (te weeten, die van den Krygsraadjden voornoemden Schout en  tot de MILIT. JURISDICTIE. 349 en Scheepenen daar meede zouden laaten geworden , zonder aan dezelven eenig belet te doen in de Procedures tegen den voornoemden Dclinquant; gelyk deeze Raad van Staate al verder teffens goedvond,zoo van het een ,als van het ander kennis te geeven aan den Raade van Braband, met verzoek, van zich voortaan te onthouden van het verleenen van zoodanige Mandamenten. Allezins aanmerkelyk is die Refolutie?; om dat uit dezelve blykt, aan de eene zyde', hoe weinig de Militaire Rechters in Braband verdient hebben, van ufurpatien en infraótien te worden befchuldigt, zoo als dc Raad van Braband thans by deszelfs eerfte Miffive aan hun Hoog Mog.gedaan heeft; daar de Krygsraad te 's Bofch in het gemelde geval geenszins op zyn eigen authoriteit geweigert heeft, aan een Mandament Poenaal van den Raade van Braband te obedieren, maar eenvoudiglyk de ordres van deezen Raade van Staate daar omtrent heeft gevraagt; en daar by die Refolutie. van deezen Raade van Staate in het algemeen en uitdrukkelyk is verklaart geworden, dat de Krygsraaden niet gefubordincert zyn aan de ordinaris Juftitie , en dien Krygsraad daar by verboden is, zich in Procedures voor den Raade van Braband over dat Poenaal, als incompetenter verleent zynde, in te laaten; en aan den anderen kant, dat hoe zeer by de Wetten van de Hooge Bondgenooten , 'eene algemeene Militaire Jurisdiaie in de Generaliteits Landen was geë tabliffeert geworden , zonder in eenig geval de minfte uitzondering te maaken, deeze Raad van Staate nochtans in de adrainiftratie dier Militaire  35o NALEZING van STUKKEN re Jurisdictie alle mogelyke toegeeventheid heeft gebruikt gehad, door toe te laaten , dat Militaire Perfoonen voor de Burgerlyke Rechters in Braband wierden te recht gefield, wanneer die Militairen begaan hadden gemeene dehélen buiten hun Guarnifoen; en vooral, wanneer in dien gevalle kon verftaan worden preventie te hebben plaats gehad, van hoedanige toegeeventheid van deezen Raade van Staate zich vervolgens noch meerdere voorbeelden zullen opdoen. Het fchynt evenwel, dat de Raad van Braband daar meede in het voorgemelde geval nog geen genoegen nam; dewyl deeze.Raad van Staate op den 17 Mey daar aanvolgende als noch genoodzaakt was, den Kryjrsraad te 'sBosfche te gelasten , niet te dcfei'eeren aan het Poenaal van den Raade van Braband, als zynde de Krygsraaden ongehouden, rekenfchap aan dien Raad te geeven, en niet fubjecl; aan deszelfs beveclcn. Op den 25 Maart van den jaare 1717 naamen hunne Hoog Mog. wel wederom eene Refolutie , waar uit in den eerften opllag ten faveure van de tegenwoordige pretenlïen van den Raade van Braband zoude fchynen te kunnen worden geredeneert; hunne Hoog Mog. Relden namelyk by die Refolutie onder anderen vast, dat alle Militaire Perfoonen, die zich in de Dorpen van het Ampt van Montfoort by hunne Vrienden of anderszins zouden komen op te houden, het zy dezelve in dienst van hunne Hoog Mog. ofte van andere Mogendheden zouden mogen wezen , wanneer die Perfoonen eenig exces, geduurende hun verblyf al-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 351 aldaar zouden mogen komen te bedryven , geftraft zouden worden volgens de Stads LandRechten en Placaaten in het Overquartier van Gelderland geëmaneert. Maar behalven dat op die Refolutie wederom kan worden geremarqueert, dat dezelve genomen is buiten kennis van deezen Raade van Staate, en dat dezelve alleen relatief is tot Militaire Perfoonen , die zich buiten hun Guarnifoen en buiten alle bedwang hunner Officieren bevinden,zoo blykt uit de woorden van de Refolutie zelve,dat hunne Hoog Mog. in dat geval hebben willen maaken eene fpeciaale exceptie van den generaalen regel der algemeene Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen; alzoo hunne Hoog Mog. er met zoo veele woorden by voegen, dat die Militaire Perfoonen in zoodanige geleegendheid gemszints zullen gaudecren van de Militaire Privilegiën, nochte "van hunne Militaire Overigheid gereclamccrt zullen mogen worden; door welke exceptie die generaale regel derhalven noch te meer wordt gegonfirmeert; zoo dat die Refolutie, verre van ecnigzins favorabel te wezen voor de tegenwoordige pretenfien van den Raade van Braband,dezelve in tegendeel ten eenenmaale renverfeert. In den jaare 171 8 gaf deeze Raad van Staate wederom dezelfde blyken van toegevendheid, als in het voorgemelde geval van den jaare 1713, want wanneer de Fiscaal van Braband van' den Raade van denzelven Lande geobtineert had een Mandament Crimineel tegen een Dragonder van het Regiment van den Heere van Tilburg, wegens een manflag, aan een ingezeeten van Tilburg gedaan, en die Dragonder zich naar  $$% nalézing van stukken naar Maaftricht begeeven had, verzogt de gei melde Fiscaal aan deezen Raade van Staate ordres aan den Gouverneur of den Stadhouder aldaar, om dien Dragonder te apprehendeeren en over te geeven , en deeze Raad van Staate nam op den 29 November 1718 eene Refolutie, waar by, in achting genomen zynde , dat het delict niet Militair maar gemeen en buiten het Guarnifoen begaan was, aan den Gouverneur van Maaftricht wierd gelast, den voornoemden Dragonder te doen apprehendeeren en overleveren aan de ordres van den Raade van Braband, ten ware de Krygsraad te Maastricht gepravenieert had. Ondertuffchen gaven die herhaalde blyken van deezes Raads infehikkelykheid, verre van Jurisdictie-quaeftien voor te komen , in tegendeel reeds in den volgenden jaare 1719 aan den toenmaaligen Fiscaal van Braband Mr. Willem van Erpecum aanleiding tot het maaken van dezelfde pretenfien op de Militaire Jurisdictie in Braband, alsnu wederom door den Raade vari Braband worden geformeert, hoe zeer de voornoemde Fiscaal in dien tyd door welgemelden Raade van Braband of niet, of zeer flaauwelyk wierdt gefouteneert; hetgeen toenmaals daaromtrent is voorgevallen beftaat kortelyk hier in ; de Stadhouder van den Droffaard te Breda geeft op den 3 Juny van dat jaar 1719 by Misfive aan den Fiscaal van Braband kennis; dat een Ruyter van het Regiment van Eek een Schoenlapper te Breda zoodanig gekwetst had, dat dezelve daar van was koomen te fterven , en dat hy Stadhouder kennis van dat voorval gegeeven had aan den Commandeur dier Stad, om  tot de MILIT. JURISDICTIE. $53 feffl tegen dien Ruyter te doen procedeeren; de Fiscaal vari Erpecüni antwoord daar op aan. dien Stadhouder by een Brief van den 15 july daar aanvolgende; dat hy Fiscaal door den Raade van Braband was gelast, aan hem Stadhouder te refcribeeren , dat de Raad te onvreede was over de evengcmelde kennisgeving; als een reden van welke ontevredenheid by die Miffive wierden opgegceven de woorden van de Refolutie der Hooge Bondgenooten van 25 Maart 1651 ; zoodanig nochtans, dat de Fiscaal die woorden relatief maakte tot de Commandeurs en Krygsraaden in alle Steeden, door naamelyk de woorden Stem in Staat hebbende geheel uittelaaten; en de Fiscaal voegde er verder by, dat hy van den Raade van Braband meede in mandatis had, om aan dien Stadhouder te recommandeeren en te ordonneëren, in het toekomende zorg te dragen,dat diergelykc abuifen niet meer kwamen voor te vallen ; inmiddels was het op den ir July gebeurt, dat de Scherprechter van het Guarnifoen te Breda door twee Cadets en een Grenadier van dat Guarnifoen zoodanig was gekwetst geworden, dat hy aanftonds daar van was komen te overlyden , waar op de Daaders de vlugt namen; de Stadhouder, daar op de gemelde Aanfchryving van den Fiscaal ontfangende, verzoekt dienvolgende aan Scheepenen van Breda een decreet van indaging tegen de drie Militairen, welk decreet op den 22 July door het Gerecht van Breda word verleend; de Commandeur geeft daar van by Miffive van den volgenden dag kennis aan deezen Raade van Staate, met verzoek om ordres; en daar op neemt deeze Raad de Nal. I. Deel II. Stuk. 7< no-  354 NALEZING van STUKKEN notabele Refolutie van 25 July 1719 , waar by in achting wierd genomen. „ Dat de Refolutie van de Groote Vergadering van den 25 Maart 1651, „ waar van de inhoud of het dispofitief van woord tot woord geinfereert was „ in de bovengemelde Byïaag (te we„ ten de Miffive van den Fiscaal van „ Braband) niet applicabel was op dc „ Stccdcn onder het reffort van de Generalitcit, maar uitdrukkelyk cn alleen fprak van de Steeden, ftem in „ Staat hebbende, het welk verzweegen „ wierdt in de voorfz Bylaag : dat ook ,, zoo vóór als na het nemen der voorfz. „ Refolutie van het begin van de Re„ publiek af tot toen de Militaire Krygs„ raaden alomme, de Steeden, ftem in „ Staat hebbende, alleen uitgezondert, ,, zonder interruptie kennis genomen ,, hadden, zoo wel van gemeene delic„ ten, door dc Militairen begaan wor„ dende, als van Militaire deliften: en „ dat het geenzins toeftond aan den „ Raade van Braband, daar in eigener ,, authoriteit verandering te maaken, of de Refolutien van den Staat te muti„ leeren, cn door dat middel de Stee„ den onder het reffort van de Genera,, liteit gelyk te ftellen met de Steeden, „ ftem in Staat hebbende, en zyne Juris„ diftie te extendeeren verder, dan de „ conftante en ongeinterrumpeerde ,, practyk medebragt. En by welke ReJy fohuie dienvolgende wierdt goedge- von-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 355 vonden en verftaan, te refcribeeren „ aan den Generaal Major de Vülegas, ,, dat hy de Militaire Juftitie zoude main„ tinceren zoodanig, als die altyd on,, verbreekclyk was gepraéii teert ge„ weest, en geene nieuwigheeden daar omtrent zoude toeftaan, maar met „ de Proceduren in die en in andere „ diergelyke gelegenheeden zoude laa., ten voortvaaren, zonder te deferee„ ren aan het geen door den Officier „ en Scheepenen van Breda, fchoon op „ ordre van den Raad van Braband, daar ,, tegen zoude mogen worden gcattenteert: en dat, dewyl gelyke nicuwig„ heeden door, of van wegen den meers, gemelden Raad zouden kunnen' wor3, den ondernomen in andere Steeden ,3 van zyn Reffort, Extract dier Refolutie gezonden zoude worden aan de 3, Gouverneurs of Commandeurs, mitsgaders aan dc Auditeurs Militair van ,, dezelve Steeden, om te dienen tot ,, hun narigt, en om het geval extee,, rende, zig daar na te reguleeren." Maar niettegenftaande die ernftige Refolutie van deezen Raade van Staate, en dc daar op gevolgde contumacieele Procedures tegen de Delinquanten voor den Krygsraad van het Guarnifoen te Breda,ging het Geregt dier Stad nochtans voort met deszelfs indagingen tegen dezelve Delinquanten, waar van de Commandeur by Miffive van den 10 Auguftus kennis gaf aan deezen Raade van Staate, met verzoek Pm ordres, ingeval die Delinquanten door het . Z % zcl  356 NALEZING van STUKKEN zelve Geregt mogten worden geapprehendeert; waar op deeze Raad van Staate by Refolutie van 12 Auguftus 1719 goedvond en verftond. „ Dat alvoorens nader te refolvee„ ren, zoude worden aangefchreeven ,, aan Scheepenen van Breda, dat, dewyl geene Crimineele indaging zon„ der decreet van Scheepenen konde ge„ fchieden, hunne Ed. Mog. ten eers„ ten zouden verwagten, dat zy hun„ ne Ed. Mog. zouden informeeren van „ de reedenen, welke hen bewogen „ hadden tot het verleenen van dag„ vaarding van Militaire Perfoonen , „ daar zy immers zeer wel willen, dat „ het zelve ftreed met de conftante en ' „ ongeinterrumpeerde praótyk, en met „ het eigen adveu van den Officier en „ Scheepenen van Breda in alle voori„ ge geleegenheedcn, waar in Officie„ ren en Soldaaten van het Guarnifoen „ hadden moeten te regt gefteld wor„ den zoo wel over gemeene deliften „ als over Militaire, en dat hunne Ed. „ Mog. niet zouden kunnen afwezen, „ van alle nieuwigheid, welke daar om„ trent zoude mogen ondernomen wor„ den, tegen te gaan en efficacieufelyk ,, te beletten. Zoo groot was toen evenwel de yver , dat, in plaats van aan die Refolutie van deezen Raade te defereeren, Scheepenen van Breda goedvonden , zig by Miffive van den 24 Auguftus daaraanvolgende direételyk te addrefieeren aan hunne Koog Mog., met verzoek, om Hoogft- der-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 357 derzelver Ordres en Refolutie, hoe [zy Scheepenen zig in dat en in andere diergelyke gevallen zouden hebben te gedragen; het welk ten gevolge had, dat hunne Hoog Mog. by Refolutie van den 28 Auguftus 1719 die Miffive van het Geregt van Breda Cornmiflbriaal maakten met deezen Raade van Staate, en dien onvermindert het Berigt van den Raade van Braband op die Miffive requircerden. De Raad van Braband nam daar op in het advis van den Fiscaal van Erpecum; die by een ampel advis van den 19 September 1719 zyne fuftenue; welke ook thans door den Raade van Braband wordt gevoerdt, tragtte te fundceren; dan welk advis de Raad van Braband toenmaals by Miffive van den 25 September daaraanvolgende wel aan hunne Hoog Mog. toezond, dog zig daar toe eenvoudig refereerde; zonder het zelve eenigzins te onderfteunen of te adopteeren, veel min te erkennen, eenige last aan den Fiscaal te hebben gegeeven, om aan den Stadhouder van den Droffaard te Breda te fchryven op die wyze, zoo als hy Fiscaal gedaan had, en welk fchryven oorzaak had gegeeven tot die onaangenaame discuffien. Hunne Hoog Mog. die Miffive van den Raade van Braband en het advis van deszelfs Fiscaal by Refolutie van den 25 September 1719 gezonden hebbende aan deezen Raade van Staate, om deszelfs advis daar op aan hunne Hoog Mog. te laaten toe komen, gaf zulks geleegenheid aan den grooten Slingeland , om by de Miffive van deezen Raade van Staate aan hunne Hoog Mog. in dato 30 October 1719, de gronden der Militaire Jurisdictie in Braband ten Z 3 klaar-  ■358 NALEZING van STUKKEN klaarfte cn kragtigfte aan te wyzen, en het advis van den Fiscaal van Erpecum op eenetriumphante wyze te wederleggen, en die Miffive, welke te meermaalen gedrukt is, verdiend dan ook dubbel gelezen te worden. By Refolutie van den i November 1719 maakten hunne Hoog Mog. die Miffive wel CommiiToriaal aan de Heeren hunner Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken; maar het is den Óndergeteekenden Advocaat Fiscaal onbewust, of die Heeren immer eenig rapport deswegens hebben uitgebragt, en of daar op eene finaale Relölutiedoor hunneHoog Mog. is genomen, dan of dat'een en anderlals onnodig geoordeeld zynde,geen plaats heeft gehad» Deeze Raad van Staate bleef echter in het vervolg handelen met dezelfde toegeevenheid als te vooren , waar van de Refolutie van 4 December 1721 een bewys opleevert, waar by, ter geleegenhcid, dat twee Soldaaten van het Regiment van den Lieutenant Generaal van der Beek eenige excêiTen te Buuren begaan hadden, is goedgevonden te declinceren het verzoek , door die twee Soldaaten aan den Krygsraad van het Guarnifoen van Sluis in Vlaanderen gedaan, en aan dien Krygsraad te refcribeeren , dat, zoo die Soldaaten vermeenden, by het Vonnis van den Gerechte van Buuren bezwaart te wezen, zy daar jegens moeften gebruiken het middel van appel, of zoodanige andere middelen , als zy naar Rechten zouden vermeenen te behooren ; en zulks, gelyk by die Refolutie gezegt word , in achting genomen zynde , dat het voorfcheeven voorval gebeurt was niet in de plaats van het Guarnifoen, maar tot Buuren, ende  tot de MILIT. JURISDICTIE. 359 ende zulks op een plaats, daar de voornoemde Soldaaten niet anders konden worden geconfidereerd, dan als particuliere Perfoonen, en misdoende door vegten of andere diergeiyke gemeene deliaen, fubjecl waren de judicature van den Rechter van die plaats. Het zelfde voetfpoor wierdt door deezen Raade van Staate gevolgt in den jaare 1723 , wanneer Otto Roeters , gepenfioneert Vaandrig van het Regiment van den Brigadier Berkhofter, den 28 January van dat jaar op den Weg tulleken Ryswyk en den Haage een Manflag begaan hebbende aan den Vaandrig Stauting, geapprehendeert wierdt door den Stadhouder van het Hoog Officie te 'sBofch op ordre van den Raade van Braband, daar toe door den Hove van Holland by Letteren requifitoriaal verzogt; en welke apprehenfiegedaan was te St. Oedenrode, Meyeryc van 'sBofch, alwaar dc voornoemde Roeters woonde; want by Refolutie van den 23 February 1723 in achting genomen zynde, dat de voorfchreeve Manflag was begaan op den Weg tuffchen den Haage en Ryswyk (en dus buiten een Guarnifoen) dauhet Hof van Holland ten eerften kennis had genomen van het voorfchreeve fait, en actueel bezig was, in die zaak te procedeeren; en dat de voornoemde gepenfioneerde Vaandrig Roeters op requifitie van het zelve Hof was geapprehendeert geworden; wierdt goedgevonden en verftaan, aan den Commandeerenden Officier te 's Boffche te refcribeeren, dat hy den geapprehendeerden zoude laaten volgen aan den politiquen Rechter; zonder denzelven van wegen den Krygsraad te reclameeren. Z 4 Twee  -$öo NALEZING van STUKKEN Twee blyken van dezelfde infchikkelykheid van deezen Raade van Staate doen zich wederom op in den volgenden jaare 1724; want by Refolutie van den 2 November van dat jaar vond deeze Raad van Staate goed, aan den Commandeur van 's Boffche te refcribeeren , dat hy de te recht Helling van den Dragonder Antony Dcgenaar, die by Vonnis van den Krygsraad tc 'sBofch, in dato 1 Maart 1723, by contumacie was ter dood gecondemneert, en die vervolgens door den Droffaart van Oirfchot cn Hilvarenbeek was geapprehendeert wegens huysbraken , gcweldenaryen, en andere enorme faiten, door hem Dcgenaar met zyne complices tot Oirfchot en elders in de Meyerye van 's Bofch geduurende zyno voortvlugtigheid en toen onlangs noch 'geperpetreert, zoude laaten aan den Droffaart cn Regenten van Hilvarenbeek; des nochtans , dat, zoo dezelve Antony Dcgenaar van dc voorfchrecven enorme faiten niet zoude mogen worden overtuigd of dat hy zo fchuldig niet zoude mogen worden bevonden, als de voornoemde Droffaart vermeende, in voege hy Dcgenaar wegens die faiten niet met den dood zoude moeten worden geftraft, in dat geval de voornoemde Droffaart gehouden zoude zyn , zoo als hem by die Refolutie wierdt gelast, den voornoemden Antony Degenaar over te geven aan den Krygsraad te 'sBofch ,Jom, in gevolge van het Vonnis van dien Krygsraad, met den dood geftraft te worden. Het tweede geval, in dat zelfde jaar 1724 geëxteert hebbende, beftaat hier in, dat de Commandeur van 'sBofch den 13 November van.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 361 van dat jaar aan deezen Raade van Staate by Mislive te kennen gaf, dat Elbert van Meurs, Vaandrig in het Regiment van den Collonel van Amerongen, van wegen het Hoog Officie dier Stad betigt wierdt, van een Manflag op den 21 September daar te vooren binnen de Vryheid Oofterwyk te hebben begaan 5 dat Schepenen van 'sBofch aan den Hoogfchout aldaar tegen dien Vaandrig verleend hadden een dagement in Perfoon op de Crimineele Rolle; dat de voornoemde Elbert van Meurs zich in die procedures had ingelaaten zonder te proponeeren de exceptie van incompetentie of van renvoy aan de Militaire Juftitie; dat Scheepenen der Stad 'sBoffche, dat geval capteerende, daar uit in tyde en wyle zouden trachten af te lyden, dat aan hun, gelyk als aan de Steeden item in Staat hebbende, zoude competeerende judicature en correctie van gemeene deliften, door Militairen begaan ; daar echter de contrarie Ufantie zich gettabileert vondt door hunner Ed. Mog. Refolutien van den 9 February 1703, 23 April 1706, en 25 July 1719- en dat hy Commandeur van zyn plicht geoordeelt had, hunne Ed. Mog. daar van kennis te geven, ten einde die voorziening te kunnen doen, dat door het geene voorfchreeven was aan de Militaire Jurisdictie van het gemelde Guarnifoen geene prejuditie mogt worden toegebragt. Maar deeze Raad van Staate nam op den 20 November 1724 de Refolutie, om aan dien Commandeur te refcribeeren , dat in het zelve geval voor geene confequentie te vreezen was, niet alleen, om dat de gemelde Vaandrig zich ingelaaten had, zonder gebruik te hebben gëZ 5 maakt  362 NALEZIMG van STUKKEN rnaakt van het Privilegie Militair, en om meer andere confideratien ; maar inzonderheid , om dat hy niet behoorde tot het Guarnifoen van 's Boffche; en dat de Auditeur Militair daar van aanteekening kon houden tot narigting. In den jaare 1726 ontftond er tuffchen den Magiftraat van Sluis in Vlaanderen en denKrygsraad aldaar een verfchil over het fchouwen van het Lyk van een Soldaat van het Guarnifoen , die dood geftoken was; doch deeze Raad van Staate ftelde den Krygsraad in het gelyk by Refolutie van den 23 Auguftus van het zelve jaar. Dat nochtans deeze Raad van Staate altyd foigneus geweest is, om de Militaire Jurisdictie in Braband niet verder te extendercn, dan de Wetten van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten meede bragten , blykt uit des Raads Refolutie van den 24. December van denzelfden jaare 1726; waar by de Raad aan den Commandeerenden Officier te 'sBofch gelaftte, aan den Magiftraat dier Stad, op deszelfs gedane reclame, over te geeven Cornelis Michielfc van Hout, die 's jaars te vooren over dicverye binnen de Stad Grave was gegeeffelt en gebrandmerkt, en zich vervolgens onder twee Regimenten als Soldaat had geëngageert; doch die befchuldigt wierdt geweest te zyn een van de fameufe Landloopers van de Meyerye, en begaan te hebben verfcheiden brandftichtingen en huisbraaken vóór den tyd, dat hy in dienst geraakt was; en welke Refolutie ter overgave van dien Gevangen deeze Raade van Staate nam, niettegenftaande dat de Raad, toen onkundig zynde , dat die van Hout voor den tyd zy-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 363 zyner dienftneeming zoodanige misdaaden be« gaan had , aan den Commandeerenden Officier te 's Bofch by Refolutie van den 20 December daar te vooren had gerefcribeert, dat de voornoemde van Hout niet kon verftaan worden onder het generaal pardon voor de Deferteurs begrepen te zyn ; en dat hy Commandeerende Officier denzelven te recht zoude doen Rellen voor den Krygsraad te 'sBofch. In het jaar 1729 deedt zich wederom een geval op, waar in deeze Raad van Staate nochmaals een byzonder blyk gaf van infchikkelykheid voor den Raade van Braband; by Refolutie van den 29 Auguftus van dat jaar had deze Raad van Staate goedgevonden,'den Krygsraad te 's Bofch te gelaften, om te procedeeren tegen twee Soldaaten, die handadig waren aan een Manflag te Berlicum begaan tegen een Ingezeetenen aldaar;den 19 September daar aanvolgende deedt de Raad van Braband door zyn Griffier eene conferentie ter gemelder zaake verzoeken met Heeren Gecommitteerden van deezen Raade van Staate; in die conferentie droegen Heeren Gecommitteerden "uit den Raade van Braband voor, dat de Raad van Braband , kennis bekomen hebbende van zekeren Manflag , in de Hooge Heerlykheid van Berlicum begaan tegen een Ingezeetenen van dezelve Hooge Heerlykheid , aan welken Manflag twee Soldaaten, de een van het Guarnifoen van 's Bofch, de ander van het Guarnifoen van Hulst, handdadig zouden zyn; en daar beneevens geinformeert zynde, dat dezelve Soldaa-> ten aan den Krygsraad van 's Boffche zouden overgegeeven zyn, cn dat op ordre van deezen  364 NALEZING van STUKKEN zen Raade van Staate tegen dezelve geprocedeert wierdt; gemeend had, deezen Raade van Staate te moeten verzoeken, dat de gemelde Soldaaten, als buiten hun Guarnifoen gedelinqueert, en een Commune delictum tegen de Ingezeetenen van eene Hooge Heerlykheid begaan hebbende, en boven dien in loco delicti geapprehendeert zynde, wederom mogten overgelevert worden aan den Rechter te Berlicum. Heeren Commiffariffen van den Raade van Staate antwoordden op dien voordragt, dat geene de minfte bedenkelykheid zoude vallen over de Jurisdiaie van den Heere van Berlicum over het voorfchreeven geval, doch dat van wegen den Heere van Berlicum zeiven de Commanderende Officier van 's Bofch verzogt cn gerequireert was , om de voorfchreeven twee Soldaaten van Berlicum te doen af haaien; dat de Commandeerende Officier, aan dat verzoek en requifitie voldaan hebbende, daar van kennis had gegeeven aan deezen Raade van Staate dat deeze Raad daar op , tot bevordering van de Juftitie en om den voorfchreeven Neerlaag niet ongeftraft te laaten, den Krygsraade van 'sBofch had geordonneert, door den Auditeur Militair informatien over dat geval te doen beleggen , en tegen de fchuldigen naar bevind van zaaken te procedeeren, zoo als in goede Juftitie bevonden zoude worden te behooren; overlaatende aan den Heere en Rechtbank van Berlicum, zich wegens hunne nalatigheid in dat geval te verantwoorden aan den Raade van Braband; dat zy Heeren Commiffariffen van dezen Raade van Staate niet geinformeert waren, hoe verre aan die ordres was voldaan,- doch dat zy  tot de MILIT. JURISDICTIE. 365 zy aannamen, die zaak ten favorabelfte aan deezen Raad van Staate te rapporteeren , om, zoo de zaak niet reeds te verre buiten haar geheel was gefteld, aanleiding te geven, dat da Heer en Rechtbank van Berlicum hun begaan abuis mogten redreffeeren. Op het rapport dier Heeren Commiflariflen vond deeze Raad van Staate dan ook, by Refolutie van denzelfden 19 September 1729, goed, den Krygsraad van 's Boffche aan te fchryven, dat dezelve ten fpoedigfte zoude berichten , hoe ver in de voorfchreeven zaak geprocedeert was, met furcheance van de procedures tot nadere ordre van hunner Ed. Mog ; en toen dat bericht van dien Krygsraad was ingekomen, refolveerde deeze Raad den 26 September daar aanvolgende, denzelven Krygsraad te gelaften,des verzogt wordende, den gevangen Soldaat, gehoorende onder het Regiment van den Collonel Kretshmar , (die tot hec Guarnifoen van Hulst behoorde) aan den Heere van Berlicum over te geeven, mits alvoorens door den voornoemden Heere van Berlicum voldaan wierden de koften , zoo van den Auditeur Militair, mifen van Juftitie, als anderszins , op de voorfchreeven Proceduren gevallen. De Öndergeteekende Advocaat Fiscaal mag niet nalaaten , daar omtrent te maaken deeze twee refleftien, Voor eerft, dat de Raad van Braband ter dier tyd geenszins, zoo als dezelve nochtans tegenwoordig doedt, pretendeerde, dat de algemeene Militaire Jurisdictie in Braband, met uitzondering alleen van pure Militaire deliften, aan den  $66 Nalezing van stukken den Raade van Braband en aan de plaatfelyke Rechters aldaar zoude toekomen; maar dat de Raad van Braband toen zyn verzoek fundeerde op dezelfde gronden, welke deeze Raad van Staate zelf gewoon was in acht te neemen, te weeten , dat die Soldaaten begaan hadden een gemeen del iel, buiten hun Gaarnifoen, en tegen een Ingezeeten van het platte Land; en dat zy in loco delicli geapprehendeert waren ; Ten anderen, dat deeze Raad van Staate in dat geval geene de minfte condescendance had behoeven te gebruiken, dewyl het Gerecht van de plaats zelf den Militairen Rechter verzogt had, de Delinquanten te doen af haaien en over te neemen; en dat deeze Raad, ter bevordering van de Juftitie, en om een» Neerlaag niet ongeftraft te laaten , den Krygsraad te 's Bofch reeds gelast had , tegen de Delinquanten te procedeeren; uit welke byzondere condescendance van deezen Raade van Staate jegens den Raade van Braband kan worden beoordeelt , met wat gratie die Raad zich thans aan hunne Hoog Mog. kan beklagen over het empieteeren van het Militair gezag of van de Militaire Rechters op de Territoriaale Jurisdictie in Braband. In het fataale jaar 1730 had deeze Raad van Staate wederom gelegenheid ter handhaving der Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits- en Barrière plaatfen ; en rcfolveerde op den 23 Mey van dat jaar aan den Commandeerenden Officier te Sas van Gend te refcribeeren, dat hy twee Soldaaten, wegens het crimen nefandum aldaar in hegtenis, zoude doen ftraffen cn executceren in alle ftilte ;dan waarom  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3Ó7 omtrent deeze Raad van Staate op den 21 Juny daar aan volgende, ter geleegenheid vaneen diergclyk geval in het Guarnifoen te Namen, goedvond, dat de ftraf van die vcrfoeielyke misdaad ten exempel en affchrik van anderen voortaan publiquclyk zoude gefchieden. Op den 7 Maait van den jaare 1735 nam deeze Raad van Staate wederom eene Refolutie, op de voorgemelde principes gefundeert, om een Cadet, die te Venlo een gemeen delict begaan had, aan den Magiftraat aldaar over te laaten, vermits hy dat deliet begaan had buiten zyn.Guarnifoen, als behoorende tot dat van Zutphen. Maar dat deeze Raad van Staate ook begreepen heeft, dat de Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen zich meede uitftrekte over de Vrouwen van Soldaaten , die tot het Guarnifoen behoorden, blykt uit eene Refolutie van deezen Raade van Staate, in dato 4 Maart 1738; alzoo de Raad daar by goed vond, dat eene Soldaaten Vrouw, welke by een Vonnis des Krygsraad van het Guarnifoen te Sluis in Vlaanderen gecondemneert was tot geelfeling en banniffement,dog welke die ftraf niet kon ondergaan , zoo lang zy zwanger was, in detentie mogt worden gehouden, tot dat zy zoude wezen verlost; en by die Refolutie teffens den Provoost van hetGuarnifoon te Sluis authorifeerdc, om voor haar kostgeld zes Huivers daags ten lafte van het Land te mogen declareeren , indien de onkoften aan de Gecondemneerden niet konden worden verhaalt. Deeze Raad van Staate, dezelfde principes ftandvaftelyk aankleevende, nam in den volgen-  368 NALEZING van STUKKEN genden jaare 1739 op den 16 October eene Refolutie, waar by goedgevonden wierdt, genoegen te neemen met een bericht van den Magiftraat van Aardenburg, en dat daar van ken* nis zoude worden gegeeven aan dien Magiftraat, en aan den Krygsraad van het Guarnifoen te Sluis , om te ftrekken tot narichting; en dus liet deeze Raad van Staate aan de judicature van dien Magiftraat een Corporaal van het evengemelde Guarnifoen, die buiten hetzelve, te weten, te Aardenburg, een Manflag begaan had aan een Burger aldaar, en door den Magiftraat buiten die Stad geapprehendeert was en aldaar in hegtenis zat. Noch meerder faciliteit gebruikte deeze Raad van Staate, wanneer dezelve by Refolutie van den 2 December 1740 aan den Magiftraat te Venlo overliet de judicature over den zelfsmoord van een Sergeant van het Guarnifoen aldaar; zekerlyk , om dat deeze Raad begreep, dat, dien Sergeant overleeden zynde, zulks in zich zeiven van weinige confequentie voor de judicature was. Op den 2i December van het zelfde jaar 1740 refolveerde deeze Raad al meede , dat twee Soldaaten, die tot het Guarnifoen van Breda behoorden, cn aldaar by den Provoost waren gefteld, beneevens een derde Soldaat, indien hy geapprehendeert wierdt, en welke drie Soldaaten met nog een vierde Perfoon een zwaar delict; in het Marquifaat van Bergen op den Zoom begaan hadden , en welke vierde Perfoon door den Droffaard was geapprehendeert,zouden worden overgegeeven op de reclame van den voornoemden Droffaart, niettegenftaande de-  xot pe MILIT. JURISDICTIE. 3 eg tfezelv'e twee Soldaaten geconfesfeert hadden, een Diefftal te Breda begaan te hebben ; uit welke Refolutie wederom blykt, dat deeze Raad van Staate dezelfde grondbeginfelen bleef aankleeven, vermits die twee Soldaaten een gemeen en zwaarer delict buiten hun Guarnifoen en ten Platten Lande begaan hadden, en de Drosfaart door het apprehendeeren van één der Delinquanten ook kon'worden verftaan, in dat geval te hebben gepreevenieert. En op het zelfde fundament, dat een gemeen delict: buiten het Guarnifoen ën ten Platten Lande was begaan ," heeft deeze Raad van Staate vervolgens ook by Refolutie van den 10 February 1741 aan den Krygsraad te Breda gelast, aan den Drosfaart van het Öoftquar* tier van het Marquifaat van Bergen op den Zoom over te geven een Soldaat van het Guarnifoen van Breda,die een Diefftal in dat Ooftquartier had begaan, en vervolgens door den Drosfaart van Breda buiten die Stad geapprehendeert zynde, aan' de Militaire Juftitie aldaar; was overgegeeven. In den volgenden jaare 1742 ontftond wederom een dispuut tusfchen den Drosfaart van Breda en den Krygsraad van het Guarnifoen aldaar over de judicature van een Soldaat van het Guarnifoen te Breda, die aldaar een Diefftal begaan had, en door denzelven Drosfaart was geapprehendeert in Dirksland; dog deeze Raad van Staate verftond by Refolutie van den den 27 July van dat jaar, dat, hangende het voorfz dispuut, die Soldaat aan den Krygsraad zoude worden overgegeeven onder eene Acte van non prejudicie; zonder twyfel op funda» Nal. I. Deel. II. Stuk. i\a ' ment >  370 NALEZING van STUKKEN ment, dat die Soldaat een gemeen delict in zyfi Guarnifoen begaan had, en dus niet alleen volgens 's Lands Wetten , maar zelfs ook volgens de geadopteerde principes van deezen Raade van Staate, voor den Krygsraad van zyn Guarnifoen moest te regt ftaan ; dog juist gaf dat geval geleegenheid, dat deeze Raad van Staate den 5 September van het zelfde jaar 1742, op het advies van den toenmaaligen Fiscaal van de Generaliteit Mr. Jan Wybo, wederom nam eene generaale Refolutie tot handhaving van de algemeene Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen; waar by deeze Raad goedvond , by inhajfie van des Raads Refolutie van den 25 July 1719, te deelarecren, dat in de Steeden van het Reffort van de Generaliteit, geen Rem in Staat hebbende, met Guarnifoen van den Staat bezet, de cognitie en judicature over Militairen , een Commune delictum begaan hebbende, competeert aan de refpective Krygsraaden in die Steden, en dat daaromtrent geene preventie plaats heeft; by welke Refolutie deeze Raad tellens goedvond, dat Extract van dezelve zoude worden gezonden aan de Gouverneurs of Commandeurs , mitsgaders, aan de Auditeurs Militair in de Steeden van het Reffort van de Generaliteit,om te ftrekken tot hunne narigting. In het zelfde jaar 1742 handhaafde deeze Raad van Staate insgclyks de [Crimineele Militaire Jurisdictie over de Vrouwen van Soldaaten, tot de Guarnifoenen in de Generaliteit behooren de ; vermits deeze Raad by Refolutie van den 3 December van dat jaar den Drosfaard van Breda gelafte, aan den Krygsraad aldaar over te  tof de MILIT. JURISDICTIE. 37Ï te geven de Vrouw van een Soldaat van hel; Guarnifoen te Breda, dewelke aldaar een Diefflal had begaan, en wanneer Drosfaart, Burgermcefterenen Scheepenen van Breda zig daar over by Miffiveaan hunne Hoog Mog. addresfeerden , welke Miffive door Hoogftgemelde hunne Hoog Mog. by Refolutie van den 15 December 1742 met deezen Raade van Staate wierdt Commiiroriaal gemaakt; zo vonden hunne Hoog Mog. vervolgens by Refolutie van den 31 Mey 1743 goed, dat aan den Magiftraat van Breda zoude worden gerefcribeert, dat de Stad van Breda niet zynde in ééne van de zeven Provintien , maar in het Reffort van de Generaliteit, aan dezelve in gemeene deliften geene Jurisdictie competeerde over de Militairen , aldaar Guarnifoen houdende , nog daar over eenige preventie konde fundeeren; en dat derhalven de Soldaaten-Vrouw, waar overques. tie was , door hun aan den Krygsraad, die de* zelve Vrouw had gereclameert, moest worden overgegeeven ; en dus toonden hunne Hoos Mog. als nog te inhaerecren de Wetten van de Hooge Bondgenooten ten aanzien van de algemeene Crimineele Militaire Jurisdictie in "de Steeden van de Generaliteit; en daaromtrent volkomen in te ftemmen met deezen Raade van Staate. Maar, gelyk deeze Raad van Staate de Cru mineeie Militaire Jurisdictie op die wyze by continuatie handhaafde, zoo bleef deeze Raad nochtans altyd gebruiken dezelfde toegevendheid , wanneereenig Militair'een gemeen delict begaan had buiten zyn Guarnifoen, en ten Platten Lande door den Burgerlyken Officier was A a % ««.  37* NALEZING van STUKKEN geapprehendeert; want, wanneer in den vow genden jaare 1744 een Soldaat van het Regt* ment van den Generaal Major van Buddenbroek zig by den Uitmarsch uit 's Boffche van dat Regiment had geëcarteert, en vervolgens menigvuldige en zeer verregaande infolentien ten Platten Lande had gepleegt, en in het byzonder te Oofterwyk zonder eenige reden gefchooten had onder eenige Ingezeetenen aldaar, en één van dezelve had gekwctR, en daar op aanftonds aldaar was geapprehendeert en op het Raadhuis gebragt , en vervolgens op de Poort binnen 's Bofch; en wanneer hy door den Gouverneur van 's Bofch wierdt gereclameert; verftond deeze Raad van Staate by Refolutie van den 11 Auguftus van denzelven jaare 1744 conform het Advies van den toenmaaligen Advocaat Fiscaal van de Generaliteit Mr. Jan Wybo , dat de cognitie over die zaak zoude worden gelaaten aan Scheepenen van 's Boffche. De laatfte Refolutie, welke, voor zoo veel den Óndergeteekenden Advocaat Fiscaal bewust is , door hunne Hoog Mog. is genomen met betrekking tot de Crimineele Militaire Jurisdiaie in de Generaliteits Landen , is die van den 2 Maart van den jaare 1757, waar by hunne Hoog Mog. goedvonden, dat aan Scheepenen der Stad 's Hertogenbofch zoude worden aangefchreeven, zig niet te bemoeyen met de judicature over het geval van den gepenfioneerden Vaandrig Jan Coehoorn, die befchuldigt wierdt den 15 February daar te vooren een Manflag te Vechel onder de Crimineele Jurisdiaie deiStad 's Bofch begaan te hebben; maar de Judicature daar over te laaten aan den Militairen Regter. Dc  tot de MILIT. JURISDICTIE. 373 De Öndergeteekende Advocaat Fiscaal vertrouwt hier meede nu meer dan genoegzaam te hebben aangetoond , dat de Refolutien , zoo door hunne Hoog Mog., als door deezen Raade van Staate, van de eerfte tyden van de Republiek af tot nu toe fuccesfivelyk genomen met betrekking tot de Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen, niet alleen overeenkomftig zyn met de voorgemelde Wetten van de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten; maar zelfs, dat deeze Raad van Staate, offchoon by die Wetten geene de minfte uitzondering was gemaakt, nochtans zoo veele toegevendheid daar omtrent heeft gebruikt, van de judicature over Militaire Perfoonen doorgaans aan de politieke Regters in Braband over te laaten, ingeval die Militairen Commune deliften begaan hadden buiten hun Guarnifoen; vooral, wanneer zy in loco deliSti waren geapprehendeert geworden ; en de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal zal derhalven nu overgaan tot een onderzoek der Refolutien van hunne Hoog Mog. en van deezen Raade van Staate, ten aanzien van de Civiele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen insgelyks van tyd tot tyd genomen. By eene hier voor reeds gemelde Refolutie van deezen Raade van Staate, in dato 24 Juny 1659 verklaarde de Raad toen reeds,-dat de judicature over de Boedels van Militaire Perfoonen, fchoon overlydende in Burgerbuyzen, toekwam aan de Krygsraaden in de Generaliteits Frontieren. In den jaare 1661 verftond deeze Raad van Staate by een Refolutie van den 29 April in A a 3 het  37+ NALEZING van STUKKEN het algemeen, dat zoo iemand op Soldaaten, in 'sLands dienst zynde,ietwes te pretendeeren meende te hebben , dezelve betrokken en aangefproken moeften worden voor den Krygsraad van hun Guarnifoen, als hunnen competenten Regter. En wanneer in den jaare-1664 tuffchen den Magiftraat der Stad Bergen op den Zoom cn den Krygsraad van het Guarnifoen aldaar verfchil ontftaan was nopens de Jurisdiaie over de Boedels der Militairen , in hun Guarnifoen overlydende, en van beide zyden eene Memorie of Deductie aan deezen Raade van Staate was overgegeeven , verftond deeze Raad by Refolutie van den 17 December van dat jaar weder om in het algemeen , dat dc judicature, de directie en het opzigt over de Weduwen, Weezen, en Boedels van Militairen, alleenlyk en privative competeerde aan den Militairen Regter, even cn in dier voege, als over de Perfoonen van de Militairen zelve; en dat dienvolgende dezelve over perfonecle fchulden nergens anders geconvenieert konden worden,dan voor den Militairen Regter. Ten aanzien der judicature over Huwelyksqureftien , concerneerende Militaire Perfoonen, ontftond in den jaare 1670 ook verfchil tusfchen den Magiftraat der Stad Grave, en den Commandeur met den Krygsraad aldaar, wanneer deeze Raad van Staate by Refolutie van den in November van het zelve jaar 1670, in agting necmende, dat de Krygsraad in de Guarnifoenen onder het diftricl van de Generaliteit, mitsgaders in de Steeden en Plaatfen , geen Rem in Staat hebbende 3 exerceert allerhande Juris- dip-  tot de MIJT. JURISDICTIE. 375 dictie tuffchen Militaire Perfoonen, ofte daar de Gedaagde alleen Militair is, zonder onderfcheid van zaaken, of dezelve Crimineel of Civiel zyn, goedvond te verklaar en, dat dc judicature over matrimonicele differenten, raakende Militaire Perfoonen, competeerde aan de refpective Krygsraaden; en dat mitsdien over het cas, toen fubjecl:, aan den Krygsraad tot Grave ftond te disponeeren, zulks Haar Ed. zouden bevinden en oordeelen te behooren. Het is wel waar, dat met de evengemelde Refolutien van deezen Raade van Staate rechtftreeks ftrydig is eene Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 21 January 1704, op eene Misfive van den Raade van Braband genomen ; want daar by hebben hunne Hoog Mog. goedgevonden, nademaal by experientie bevonden wierdt, dat veele Civiele zaaken, tot de ordinaris Juftitie fpecteercnde, door abuis ofte oogluiking van den ordinaris Rechter van dezelve wierden afgetrokken, ende gebragt aan den Krygsraad; mitsdien te verklaaren, dat alle Civiele zaaken, waar in de Ingezeetenen deezer Landen zyn gceoncerncert, moeiten gebragt worden voor den ordinaris en competenten Rechter, en niet voor den Krygsraad , die in zoodanige zaaken geene Jurisdictie had; en dat Extract van die Refolutie zoude worden gezonden aan den Raade van Braband tot deszelfs narichting. Doch die Refolutie van den jaare 1704 is ééne van de drie Refolutien, waar over in de Miffive van deeze Raade van Staate aan hunne Hoog Mog, van den 30 October 1719 gefproken wordt ;en waaromtrent de OndergcteekenA a 4 • de  ^6 NALEZING van STUKKEN de Advocaad Fiscaal de generaale remarques, door deezen Raade van Staate by de evengemelde Miffive daar op gemaakt, reeds hier vooren heeft geinfereert; waar toe hy zig derhalven alhier eerbiedig refereert. Evenwel moet de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal de vryheid neemen, om, met betrekking tot deeze hunner Hoog Mog. Refolutie van den jaare 1704 in het byzonder meede voor te draagen de remarques van deezen Raade van Staate by Miffive aan hunne Hoog Mog. van den 12 February 1-714 dienaangaande gemaakt ; deeze Raad laat zich daaromtrent uit in deezer voege: ,, Dat onder de Refolutien, door de 3, Magiftraat van 's Bofch by gebragt, „ in haar Miffive aan Uwe Hoog Mog., „ wel een of twee zyn, en namentlyk ,, die van den 2 January 1704, welke „ favorifeeren het gefnftlnecrde van de Magiftraat;maar dat de Refolutie van 3, de folemneele Vergadering van de ,, groene Zaal, welke een foort van een Wet of Reglement is, en welke, ge3, lyk ze confirmeert de oude Ufantie, ,, ten opzichte van de Steeden, geen 3, ftem in Staat hebbende, geconfirmeert ,, is door de opgevolgde praétycq-, zoo ,, voor , als na de verandering in de Ra,, geering, gevallen in het jaar 1652 , behoord te overwegen een of twee 3, Refolutien, genomen op particuliere 3, gevallen, en by welke het zoo ver s, van daar is, dat de Refolutie van de s, groote Zaal, en een Ufantie zoo oud „ als  TOT de MILIT. JURISDICTIE. 377 „ als de Republicq , voorbedagtelyk „ zoude wezen ingetrokken en veran,, dert, dat zelfs daar van niet gerept „ word in de Refolutie, door de Magiftraat van 's Bofch bygebragt;tot een klaar bewys, dat Uwe Hoog Mog., ,, waar aan zelden zaaken van die na,, tuur , geen gemeenfchap hebbende „ met Staats deliberatien , voorkomen, „ niet zyn verdagt geweest in het nee„ men derzelve op het onderfcheid tus„ fchcn Stecden, ftem in Staat hebben,, de , en niet hebbende." En die Miffive van deezen Raade van Staate van den 12 February 1714 was dan ook van dat cfteór., dat hunne Hoog Mog. op den 13 Maart daar aan volgende eene Refolutie dien conform namen; van welke in het vervolg nader zal moeten worden gefprooken. Deeze Raad van Staate nam vervolgens op den 8 October van den jaare 1705 ook wederom eene Refolutie, waar by andermaal verklaart wierdt, dat de judicature over de Boedels van Militaire Perfoonen, fchoon overlydende in Burgerhuizen , toekwam aan de Krygsraaden in de Generaliteits Frontieren; zoo als deeze Raad dien ten gevolgen by Refolutie van den 29 December van het zelfde jaar 1705 verftond , dat de publique Verkoping van Goederen , toekomende aan Militaire Perfonen in actueelen dienst van den Lande zynde, of daarin koomende te fterven , indien dezelve Verkoping gefchied in de plaats van hun Guarnifoen, moest worden gedaan door den Auditeur A a 5 Mi.  378 NALEZING van STUKKEN Militair van het zelve , en niet door den Stokhouder of Vendumeefter. En wanneer de Magiftraat van Sluis in Vlaanderen in den jaare 1712 over zoodanige Verkoping van de Goederen van den Ingenieur Basfonville , door den Auditeur Militair van het Guarnifoen aldaar gedaan, aan hunne Hoog Mog. klagtig viel,zoo verklaarden hunne Hoog Mog. insgelyks by Refolutie van den 19 September van den jaare 1713 niet alleen , dat die Verkoping wel gedaan was, maar ook in het algemeen , dat de Goederen van Militairen, in actueelen dienst zynde , of daar in komende tefterven , in cas van publique Verkoping door den Auditeur cn niet'door den Stokhouder verkogt moeten worden. Daar op volgde de reeds gemelde Refolutie van hunne Hoog Mog.,in dato 23 Maart 1714 op de meede reeds gemelde Miffive van deezen Raade van Staate van den 12 February daar te vooren, en dus na volkomen kennis van zaaken , genomen ; by welke Refolutie hunne Hoog Mog. goedvonden, dat de directie over den geabandonneerden Boedel van wylen Gerard van Poelgeest, in zyn leven Sergeant-Major ten dienfte deezer Landen, binnen 's Boffche, alwaar hy in Guarnifoen was, overleden ; (het ftellen van een Curator in welken Boedel aan den Krygsraad aldaar was betwist door den Magiftraat der Stad 's Boffche, zich daar over by Miffive aan hun Hoog Mog. geaddreffeert hebbende) zoude worden gelaaten aan den Krygsraad. Niettemin verleende dc Raad van Braband vervolgens een Mandament Poenaal ter verhin- d.3-  tor de MILIT. JURISDICTIE. 379 dcring van het houden der preferentie en concurrentie voor den Krygsraad; doch deeze Raad van Staate vond daar op by Refolutie van den 29 October van het volgende jaar 1715 goed, den Krygsraad te gelaften, met de preferentie en concurrentie voort te gaan; en fchreef ten zeiven dage eene Miffive aan den Raad van Braband, om het Mandament in te trekken, en geen belet toe te brengen aan de Jurisdictie der Krygsraaden in deStceden, geen ftem in Staat hebbende. Op den 22 Auguftus van den jaare 1718, (waar by de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal, om herhaalingen te vermyden,alhier maar voegen zal de verdere Refolutien op het zelfde fubjeft) 17 February 17.21, 29 January en 18 Mey 1723 , verftond deeze Raad van Staate al verder, en hunne Hoog Mog. confirmeerden zulks by Refolutie van den 30 Maart 1729,dat de Ruiters en Soldaaten mogten maaken hunne eigen Kleederen , cn die voor het Regiment, waar in zy dienden; en dat ook aan de Ruiters en Soldaaten van de refpective Guarnifoenen gepermitteert was het beflaan van de Paarden, en het maaken der Monteeringen, zoo van Klederen, als van Schoenen voor het Regiment, waar in zy dienst doen; zoo nochtans dat zy daartoe eenige hulp noodig hebbende van menfchen buiten het Regiment, zy alsdan, eilanders niet,zich moeftenbedienen van menfchen, gehoorende onder de Smits, Kleermaakers en Schoenraaakers Gilden ; en daar by perfiftcerde deeze Raad noch nader, by deszelfs Refolutie op den 2 December van den jaare 1720, ter gelegenheid van een gefchil, daar over met het - Schoen-  S8o NALEZING van STUKKEN Schoenmaakers Gilde binnen de Stad Grave ont • ftaan; uit welke Refolutien, zoo van hunne Hoog Mog., als van deezen Raade van Staate overvloedig blykt, dat door Hoogftdezelven altyd voor een grondregel gehouden is, dat een Guarnifoen van 's Lands Militie in de Generaliteits Landen een Lighaam uitmaakte, dat geheel was afgezondert van dat der Burgery, en buiten alle Steedelyke relatie was; en dat mitsdien de Civiele zoo wel als de Crimineele Jurisdiaie over die Militairen in alles toekwam aan de Krygsraaden aldaar. In den jaare 1720 verleende de Raad van Braband al wederom een Mandament Poenaal tegen het verzegelen , inventarifeeren en arrefteren der nalatenfchap van den Capitein Lesehern; doch deeze Raad van Staate nam op den 4 December van hjet zelfde jaar eene Refolutie, waar by den Krygsraad van het Guarnifoen te Bergen op den Zoom wierdt gelast , aan dat Mandament Poenaal niet te defereeren. En in het volgende jaar 172r , den 31 January refolveerde deeze Raad van Staate nader met opzicht tot het gefchil over dien Boedel, om aan te neemen de offerte van den Magiftraat van Bergen op den Zoom, van af te zien van de inftantie voor den Raade van Braband, en van in geene Huizen van Militairen in te vallen , dan met kennis en adfiftentie van den Gouverneur; en in confideratie van die verklaaring, gaf deeze Raad teffens ordre aan de Militie, om de Privilegiën en Grondwetten van den Ma 7 giftraat niet te infringeeren, en in geene Burger Huizen in te vallen, dan met kennis van den Magiftraat, Met  ToT de MILIT. JURISDICTIE. 381 Met opzicht tot de beheering der Boedels van overleeden Militairen, nam deeze Raad van Staate al wederom eene Refolutie op den 17 November van den jaare 17285 en vond daar hy goed, aan den Commandeerenden Officier en Krygsraad van 's Boffche aan te fchryven > dat dezelve zorg zouden dragen , dat de goederen en effecten, die de Lieutenant. Nicolaas van den Berg ftervende had nagelaaten, behoorlyk verzegelt en in bewaaring wierden gefield , ten behoeve van die geenen, die door den Krygsraade te Bergen op den Zoom , alwaar de voornoemde Lieutenant laatst in Guarnifoen had geleegen , en dienvolgende gehouden moest worden zyn domicilium gehad te hebben, en het fterfhuis gevallen' te zyn,verklaard zouden worden gerechtigt te weezen tot: de nalatenfchap van den voornoemden Lieutenant, en zulks ook tot dezelve goederen en effecten. Den Collonel Sichterman, Commandeur van dc Stad Grave, in den jaare 1730 aldaar overleeden zynde, ontRond er over de judicature van deflelfs Boedel wederom een different tusfchen den Krygsraad en den MagiRraat aldaar; waar op hunne Hoog Mog. by eene Refolutie van den 10 Mey van het zelve jaar, na eene gehouden conferentie met deezen Raade van Staate genomen, aan deezen Raade verzogten, voor de fecuriteit der goederen van dien Boedel zorg te dragen; en de Raad gaf dienvolgende by Refolutie van den volgenden dag ordre aan den Krygsraad te Grave, om met de bezorging van dien Boedel voort te gaan;doch verfcheiden Crediteuren van dien Boedei by Rq- ques-  382 NALEZING van STUKKEN quefte aan deezen Raade van Staate hebbendé verzogt, dat hnnne Ed. Mog. den Krygsraad der Stad Grave geliefden te ordonneren den zich met Boedel van den voornoemden Collonel Sichtcrman cn de goederen en effecten in het fterfhuis gevonden, of elders aldaar te vinden , niet te bemocyen , maar die en de diffcrenten, uit kracht van anterieure arreften voor den Civielen Rechter litispendent gemaakt,aan denzelven te laaten verblyvon , gaf zulks gelegenheid , dat Heeren Commiffariflen van deezen Raade van Staate op nieuws een naauwkeurig onderzoek deeden nopens de gronden van de Militaire Jurisdictie in de Steeden van dc Generaliteit; het refultaat van welk onderzoek vervat is in de allezins notabele Refolutie van deezen Raade van Staate van den 22 Mey 1730, waar by hunne Ed» Mog. zich conformeerden met het rapport van Heeren Commisfariifen in die Refolutie geinfereert ten aanzien van het gemeene Recht en de aloude generaale obfervantie nopens die Militaire Jurisdictie in het gemeen, cn byzonderlyk ook in opzicht van de Boedels der Militairen, in hunne Guarnifoenen overlydende'; en by welke Refolutie deeze Raad vervolgens goedvond, dat daar by voortaan gelyk van ouds zoude gebleven worden , en dienvolgende zoude worden afgefla* gen het verzoek, by het Requeft der gemelde Crediteuren gedaan, zoo als hetzelve was leggende; doch dat, om de byzondere omftandigheeden by het rapport gemeld, en zonder pra> juditie van iemand, die interest in de voorgemelde Goederen zoude mogen hebben , zoude worden aangefchreeven aan den Krygsraad en Au-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 383 Auditeur Militair in de Grave, dat dezelve, mits vooraf betaald wordende de onkoften voor den Krygsraad gevallen, zich met de voorfchreven differenten -cn Goederen niet verder zouden hebben te bemoeyen. In het volgende jaar 1731 overleed te Doornick, alwaar hy in Guarnifoen was, de Collonel Balfour , Commandeur van Yfendycke; als wanneer deeze Raad van Staate by Refolutie van den 2 July van dat jaar goedvond, dat het judicium praeferentige & concurrentie over deszelfs Boedel gehouden zoude worden voor den Krygsraad te Yfendycke. En op den 23 July van den zelfden jaare 1731 nam deeze Raad van Staate ooi eene Refolutie , om aan den Krygsraade van het Guarnifoen te Grave aan te fchryven, dat een Auditeur, fuftineerende, dat eene nalaatenfchap by gebrek van Erfgenamen vervallen was aan het Land, daar in waarnam bet Recht van de Hooge Overigheid., en dat zyne functie daar over niet minder ging, dan over Crimineele zaken; dat derhalven de Krygsraad denzelven in zyne functie niet zoude turberen, maar in tegendeel alle beletfel afdoen, en hem als een Bediende van de Hooge Overigheid den Krygsraad in zaaken, de Hooge Overigheid concerneerende, zonder onderfcheid van Crimineele of Civile, zoude laaten adfifteeren, en dienen van zyn raad en advies. In den jaare 1739 fuftineerde de Magiftraat van Bergen op den Zoom , dat de Verkooping der Goederen van een overleeden Capitein moest gefchieden door den Stads Vendumeefter, doch deeze Raade van Staate gelaftte den Auditeur by  384 NALEZING van STUKKEN by Refolutie van den 25 Maart van dat jaar * met de Verkooping voort te gaan. Gelyk dispuut moveerde dezelfde Magiftraat wederom in den jaare 1741, toenmaals fuftineerende, dat de publique Verkoopingen van Goederen van Militairen indiftinételyk, of zy van het Guarnifoen waren of niet, moeiten gefchieden door den Stads Vendumeefter, en niet door den Auditeur Militair; doch deeze Raad van Staate verftond by Refolutie van den 26 April 1741 , dat de publique Verkooping van Goederen , toekomende aan Militairen, zynde van het Guarnifoen, competeerde aan den Auditeur Militair, maar niet van andere Militairen, die niet onder het Guarnifoen gehoorden ; welke dispofitie deeze Raad van Staate ook nog nader geinhereert heeft by Refolutie van den 26 Auguftus 1763. Ook heeft de Öndergeteekende Advocaat F caal reeds te vooren gewag gemaakt van hunne Hoog Mog. Refolutie van den 26 Auguftus 1754, waar by Hoogftdezelve, na eene ampele deductie der redenen deswegens aan het Hof van Brulfel voor te dragen, hebben goedgevon* den de quasftie over de wettigheid van een Huwelyk te laaten aan de decifie van den Militairen Rechter. Hier meede heeft de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal dan nu ook in de tweede plaats nagegaan alle de aan hem bekende Refolutien , zoo door hunne Hoog Mog. als door deezen Raade van Staate van tyd tot tyd met opzicht tot de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen genomen. Uit die Refolutien blykt nu naar de gedacht ten  tot de MILIT. JURISDICTIE. 385 ten van den Óndergeteekenden Advocaat Fiscaal, dat dezelve overeenkomen met de hier voorgemelde Wetten der Hooge Bondgenooten; immers, dat, wel verre dat hunne Hoog Mog. of deeze Raad van Staate ooit verder gegaan zyn , dan die Wetten meedebrengen, Hoogftdezelve in tegendeel de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen naauwer bepaald hebben, dan by die Wetten gefchied was; want daar by die Wetten geene uitzondering was gemaakt, of de Militairen gemeene delicten begaan hadden in hun Guarnifoen of daar buiten; en ook niet, of zy al of niet geapprehendeert waren buiten hun Guarnifoen in loco deliéti; en ook by die Wetten geen het minfte gewag van eenige preventie was gemaakt; zoo heeft deeze Raad van Staate nogtans te meermaalen de toegevendheid gehad , om daar omtrent eene diftinctie te admitteeren, en om aan den polit-iquen Rechter in Braband over te laaten de judicatuure over zoodanige Militairen, die gemeene delicten buiten hun Guarnifoen hadden begaan; vooral, wanneer door eene apprehenfie in loco delicti de preventie aan de zyde van den politiquen Rechter was; waarom het dan ook een raadzel blyft voor den Óndergeteekenden Advocaat Fiscaal, welke eigenlyk de gronden zyn , waar op de Raad van Braband, by deszelfs Miffive aan hunne Hoog Mog. van den 19 February laatstleden, heeft gepofeert, dat die Raad zich al van de eerfte tyden zyner erettie af in de noodzaakelykheid bevonden had, om de ufurpatien en mfractien van het Militair gebkd op de wettig verkreegen Jurisdi&ie, zoo van de Magiftraaten en ordinaris Rechters in Braband, Nal. I. Deel II. Stuk B b als  386 NALEZING van STUKKEN als op de prseeminentie van dien Raad zelve, zomtyds door middelen van Rechtsdwang,dan eens door de Souvereine tuflchenkomst van hunne Hoog Mog. tegen te gaan; want wel is waar, dat, blykens die Refolutien, de Raad van Braband een en andermaal Mandamenten Poenaal verleend heeft tegen de uitoeffening der Militaire Juftitie in Braband in het een of ander byzorder geval;maar uit die Refolutien conReert teffens, dat die Mandamenten altyd krachteloos zyn geweest , en dat in tegendeel de Souvereine tuflchenkomst van hunne Hoog Mog. den Raad van Braband altyd belet heeft , om zyne Jurisdictie en die der Plaatfelyke Rechters van Braband te extendeeren over de Militie van de Hooge Bondgenooten ; terwyl de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal voor het overige aan welgemelden Raade van Braband moet overlaaten , om aan te toonen , dat er ufurpatien en infractien van het Militair gebied op de wettig verkregen Jurisdictie van de Brabandfche Magiftraaten en op de Prreëminentien van den Raade van Braband zelve zouden hebben plaats gehad ; want de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal kan of mag niet onderftellen, dat de Raad van Braband voor ufurpatie en infraótie zoude willen houden de uitoeffening eener algemeene Militaire Jurisdictie in Braband;als welke Militaire Jurisdictie nu,zoo als de Öndergeteekende vertrouwt, beweezen is te beruften op de klaare en duidelyke Wetten der gezaamentlyke Hooge Bondgenooten, cn op zoo veele fucceflïve Refolutien, zoo van hu me Hoog Mog., als van deezen Raade van Staate. En  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3S7 _ En die Refolutien moeten (onder reverentie) gehouden worden voor zoo veele Wetten, om dat de gezaamentlyke Souvereine Bondgenooten aan deezen Raade van Staate, eerst afzonderlyk, en daar na met en benevens hunne Hoog Mog., hebben opgedragen de authoriteit, om te disponeeren over den Volks van Oorlog; en dat dus deeze Raad van Staate zoo wel als hunne Hoog Mog. door het neemen dier Refolutien niet anders gedaan hebben,dan gebruik temaken van die authoritdt hun door den Souverein behooiiyk gedefereert. Voor zoo ver de Raad van Braband by deszelfs gemelde Miffive zich ook beklaagt, dat het Syftema eener onbepaalde Militaire Jurisdictie binnen het Territoir van Braband wederom was geëxerceert geworden; en vervolgens verzoekt,dat hunne Hoog Mog. zoodanige efficacieufe ordre zouden gelieven te ftellerf, dat door geene Militaire Rechters, of door wien zulks ook zoude mogen wezen , op de Territoriaale Jurisdictie in Braband meer geëmpieteert worde; zoo moet de Öndergeteekende'Advocaat Fiscaal de vryheid neemen , te reflect.eeren , dat, indien de Raad van Braband daar door mogt hebben wil!en|te kennen geven , dat zoodanige empieteeren plaats zoude hebben gehad geduurende de exiftentie van den nu afgefchaften Hoogen Krygsraad; dieklagten dan immers tegenwoordig moeten wezen geëvanesceert, en zoodanige eiÈcacieufe ordre van hunne Hoog Mog. bereids onnoodig is geworden ; niet alleen door het affchaffen van dien Hogen Krygsraad , maar in het byzonder ook door de Réfolutie van deezen Raade van Staate van den 17 Bb 2 Maart  388 NALEZING van STUKKEN Maart laatftleeden , als waar by de Militaire Jurisdiaie in de Generaliteits Landen wederom gebragt is op denzelfden voet, die daar omtrent zedert den jaare 1651 tot 1672 als meede zedert den jaare 1703 tot 1746 is gehouden. Maar, dewyl de Raad van Braband zich by deszelfs meergemelde Misfive niet alleen beklaagt , dat de demarches van de Militaire Krygsraaden geftrekt zouden hebben , om de Jurisdictie van dien R.aad en van de Plaatfelyke Rechters op het grondgebied van Braband te krenken ; (waar van, indien de Raad van Braband daar door verftaan mogt de uitoeffening eener algemeene Militaire Jurisdictie, de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal vertrouwt, het tegendeel nu te hebben aangetoond) maar dat welgemelde Raad teffens heeft gepofeert, dat door die demarches van de Militaire Krygsraaden het Juftitie-wezen in verachting gebragt en de belangen der Ingezeetenen benadeelt zouden zyn ; zoo vind de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal zich verplicht, om, hoe zeer die Raad geen het minfte bewys , ja zelfs geen één eenig fait tot ftaving dier pofitieven heeft bygebragt, evenwel nu in de derde plaats te toucheren de redenen, waar in de voorgemelde Wetten der Souveraine Bondgenooten en de Refolutien van Hoogstderzelver hooge Reprcefentanten gefundeert zyn; ten volledigen betooge, dat de demarches van de Militaire Krygsraaden ter uitoeffening en handhaaving van eene algemeene Militaire Jurisdictie in Braband (want van andere demarches, welke door den Raade van Braband zouden mogen wezen gebuteert, betuigt de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal niets te weeten)  tot" de MILIT. JURISDICTIE. 389 ten) nimmer hebben kunnen ftrekken, om het Juftitie-wezen in verachting te brengen,en om de belangen der Ingezeetenen te benadeelen; om dat die demarches niet alleen gedaan zyn volgens de meergemelde Wetten en Refolutien; maar ook om dat die Wetten en Refolutien gefundeert zyn in zeer folide redenen. Eene dier reedenen heeft de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal reeds te vooren aangeroert, te weeten, het groot onderfcheid, dat er is , en (onder reverentie) behoord te zyn, tuffchen het Souverein Territoir van iedere Souvereine Provintie, en het geconquefteert Territoir van de aan het gezaamentlyke Bondgenootfehap onderworpen Generaliteits Landen ; een onderfcheid , waar uit van zeiven voortvloeit, dat het Recht van Jurisdiaie op het Souvereine Territoir is originair en een Recht van Souverainiteit; daar het op het onderworpen Territoir alleenlyk is geconcedeert, en het dus op het onderworpen Territoir geheel en al afhangt van den wil van den Souverein, om hetzelve naar goedvinden te bepaalen ; en zoodanig hebben hunne Hoog Mog. en deeze Raad van Staate de zaak meede al voor lange begrepen ; want, wanneer de Keurvorst van Bran. denburg in het Traétaat van den jaare 1666 wilde gevoegt hebben een Artikel, volgens het welke de Militie van de Hooge Bondgenooten, leggende in de Steeden van het Land van Cleef, zoude moeten te recht ftaan onder de Cleeffche politicquc Overheid in zaaken welke de Militie niet concefrieeren, gelyk zulks in hunner Hoog Mog. eigen ftaat zoude worden geobferveert- zoo adyjfeerde deeze Raad van Bh 3 staa-  B9o NALEZING van STUKKEN Scaate daar op by Miffive aan hunne Moog Mog,, ,, Dat hetzelve om zeer importante recdenen zóude behooren gelaaten te ,, worden by het toenmaalig gebruik; 9, dat wel waar was, dat in den ftaat ,, deezer Vereenigde Nederlanden de „ Steeden, ftem in Staat hebbende, iu „ eenige gevallen over de Militie, in den haare logeerende , hadden en oeffenden Jurisdictie ; maar dat te ,, confidereeren ftond , dat de magt , ,, haar daaromtrent competeerende, koomt te defiueeren uit het Recht van Souve,, rainiteit over de Militie; in weik Regt „ de gemelde Steeden , als integreerende Leeden, zyn participeerende; en ,; dat om die reedenen hetzelfde Regt ,, aan de Steeden in de refpective Pro„ vintien, geen ftem in Staat hebben. „ de , niet wierdt toegeftaan , veel min ,, aan de Steeden, refforteerende on,, der de Generaliteit." En het gevolg toonde, dat hunne Hoog Mog. met deezen Raade van Staate in het zelfde begrip ftonden; want het Artikel bleef buiten het Tractaat,het welk op den i<5 February 16Ó6 gefloten wierdt. Daar uit kan dan ook teffens gemakkelyk worden beoordeelt, of de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal ongelyk gehad heeft, wanneer hy in den beginne deezer Memorie reeds heeft aangemerkt, dat de tegenwoordige pretenfien van den Raade van Braband, om zyne Jurisdictie, en die der plaatfelyke Rechters in Braband ,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 391 band, te extendeeren over de Militie van den Staat, van zelve in zich behelsde eene pretenfie op de Hoogheid en Souvereiniteit, en om het overwonnen Braband in het Hooge Bondgenootlchap te doen participeren. De tweede reeden, waar in de meergemelde Wetten en Refolutien zyn gefundeert, wordt aangevoerdt in de Miffive van deezen Raade van Staate aan hunne Hoog Mog. van den 28 December 1717, alwaar deeze Raad op het einde dier Miffive zich dus uitlaat, ,, Confidereerende, dat de Militie wel ,, haast gantsch zal vervallen , zoo Re,, folutien en bevelen van Uwe Hoog ,, Mog. en deezen Raad, ftrekkende om ,, de Ordres en Reglementen van de Ge,, neraliteit door de Militie te doen prac„ tifeeren , verliezen de klem, welke de Militaire Juftitie, dat is, de vrees ,, voor ftraf, aan dezelve geeft." En de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal meent, die woorden byzonderlyk te mogen toepaffen op de authoriteit, welke aan deezen Raade van Staate by deszelfs fucceffive Inftructien is gedefereert, om te disponeeren over het Volk van Oorlog, en om eene algemeene Militaire Jurisdictie over het zelve in de Gsneraliteits Landen te doen uitoeffenen; die Jurisdictie aan deezen Raade van Staate ontnomen wordende , zoude de Raad teffens verliezen de klem zyner authoriteit over die Militie; die Militie zoude dan ras vervallen, en het gezag van deezen Raade van Staate zoude daar door zeer verminderen , waar door wederom de band van het Hooge Bondgcnootfchap allengsBb 4 ken3  39* NALEZING van STUKKEN kens meer en meer zoude kunnen worden losgemaakt ; vermits deeze Raad van Staate het eenige Collegie in de Republicq is, waar van de Leeden, volgens het een en vyftigfte Artikel der Inftructie van den jaare 1651, moeten beloven en bezweeren , dat zy,, zonder aanzien te neemen op de Provintien, of Steeden, daar uit zy zyn geboren of verkoren, ofte het particulier profyt derzelver, ofte van iemand anders, alleenlyk voor oogen zullen houden de eere Gods, ende de welvaard en confervatie der voorfchreeven Landen ende de gemeene zaaken; waarom die Leden ook by Eede moeten renuntieeren van alle particuliere correspondentien, het zy met de Provintien, Steeden, of private en particuliere Perfoonen, voor zoo veel het zelve den Gemeenen befte hinderlyk mogte wezen. Van eene derde reden, waar in de meergemelde Wetten en Refolutien , naar de gedagten van den Óndergeteekenden Advocaat Fiscaal , gefundeert zyn, heeft de Öndergeteekende reeds meede in den beginne deezer Memorie gewag gemaakt, te weeten, dat in de Generaliteits Landen de Militie van den Staat niet kan gefubjeóteert worden aan de plaatfelyke Regters, om dat die Militie der gezamentlyke Hooge Bondgenooten dan ook te regt zoude moeten ftaan , zomtyds voor Regters van eene andere Mogendheid, zoo als den indivifen Raad en Heeren Commiffariffen Decifeurs te Maaftricht; zomtyds voor Roomschgezinde Regters, zoo als het Geregt te Venlo, en gedeeltelyk het Hof, geordonneert in het Overkwartier van Gelderland. Eene vierde reden beftaat in het interest der  tot de MILIT. JURISDICTIE. 393 Militie van de Hooge Bondgenooten; welk interest deeze Raad van Staate by deszelfs Miffive aan hunne Hoog Mog. van den 12 February 1714 uitdrukkelyk zegt het fundament te zyn van dc folcmneele Refolutie van 25 Maart 1651, welke kragt van wet heeft; en welk interest van 'sLands Militie dan daar in beftaat, dat (het zyn wederom de woorden van deezen Rade van Staate by de evcngemelde Misfive van 12 February 1714.) „ Dat veel gevoeglyker en te gelyk „ onkostlyker is,wanneer een Officier, „ die niets gemeens heeft met de Stad, „ waar heen hy door Uwe Hoog Mog. „ in Guarnizoen gezonden is, aldaar 3, komt te overlyden, dat deszelfs eq'uipage, en wat hy verder by zig heeft, 3, gaade gellagen en gebeneficeert wor„ den door den Krygsraad enCommiifa„ rillen van dien, beftaande uit Perfoonen,die alle een gemeen interestheb3, ben, om het voordeel en menage van „ den Overleden te betragten, als door „ de Geregten, en dat menigmaal van „ flegte Guarnizoensplaatzen." En dat interest van 'sLands Militie met opzigt tot dat céne poincl;, door deezen Raade van Staate geallegueert, heeft dan ook plaats ten aanzien van alle andere zoo Crimineele als Civile zaaken; terwyl het een groote hardigheid fchynt te zyn, dat de Militairen genoodzaakt zouden wezen te regt te ftaan voor de Geregten van Steeden , waar meede zy niets gemeens hebben, en meenigmaal van flegte Guarnizoensplaatzen ; daar die Generaliteits Steeden £b s en  394 NALEZING van STUKKEN en Plaatzen in het minfte uiet participeeren in de Souverainityd over 'sLands Militie; welke hardigheid des te grooter zoude zyn, vermits (izoo als te vooren getoond is) volgens de Privilegiën van Braband geen appel of reformatie in Crimineele zaaken plaats heeft; en 's Lands Militie in Braband zig derhalven van dat Regt van appel verftoken zoude zien. Eindelyk wordt nog eene gewigtige reden by gebragt in de gemeldeMisfive van deezen Raade van Staate,in dato 12 February 1714; dat, naamelyk, de Magiftraaten van de Steeden in de Generaliteits Landen door het gemis der Jurisdiaie over 's Lands Militie nergens in verkort wordt, „ Alzoo de Bondgenooten niet heb„ ben behoeven te onderwerpen aan „ -haar judicature de Militie, welke hun- ne Hoog Mog. van tyd tot tyd zou„ den zenden naar'sBofch, (of andere Steeden in de Generaliteit) niet om te ,, maaken een gedeelte van het lighaam „ der Ingezeetenen, waar van de Ma„ giftraat het hoofd is, nog om te ge„ niéten de voordeden , en te helpen „ dragen de Burgerlyke laften van de „ Ingezeetenen der Stad , nog om eeni„ ge relatie te hebben tot dezelve; maar „ alleen, om zig aldaar op te houden „ voor den dienst van hunne Hoog „ Mog., van deneenen dag en uur.tot „ het andere, en fubjecl: te wezen zoo • „ welaan het Regts-als aan bet Krygsbe„ dwang van de Officieren, door of van „ we>  tot de MILIT. JURISDICTIE. 395 ,, wegen hunne Hoog Mog. over haar „ geitekb" En hier meede vleidt zig de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal nu ook genoegzaame reedenen te hebben bygebragt, waar in de meergemelde Wetten en Refolutien zyn gefundeert; reedenen, welke, zyns bedunkens, allergewigtigst zyn, en het welzyn van het algemeene Hooge Bondgenootfchap van naby raaken ; en de Öndergeteekende verbeeld zig, daar door op eene nog meer overtuigende wyze te hebben aangetoond, dat de Raad van Braband zig (onder reverentie) zeer geabufeert heeft, wanneer dezelve de algemeene Militaire Jurisdictie in de Generaliteit heeft afgefchetst, als te ftrekken niet alleen tot krenking van de Jurisdictie van dien Raad en van de plaatfelyke Regters op het Giondgebied van Braband, maar ook tot het in veragting brengen van het Juftitie-wezen, en tot benadeeling van de belangen der Ingezeetenen; en dat integendeel dc pretenficn van welgemelden Raade niet overéén te brengen zyn met de Hoogheid en Souverainiteit van de gezamentlyke Bondgenooten; met dc Authoriteit over 'sLands Militie, door Hoogftdezclven aan deezen Raade van Staate opgedragen ; zoo als ook niet met het welzyn en het bchoorlyk beftaan dier Militie; als meede dat die pretenfien (trekken, om aan de plaatfelyke Regters in Braband, cn aan den Raade van denzelven Lande te doen toekennen eene Jurisdictie, waar toe zy uit den aart der zaake geen het minfte regt hebben. Heeft de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal alle die waar heeden nu niet volkomen betoogt, dan  396 NALEZING van STUKKEN dan neemt hy de vryheid, zig verder eerbiedig te refereeren tot de Misfives, door deezen Raade van Staate aan hunne Hoog Mog. gefchreeven op den 12 February 1714; 28 Del ccmber 1717 en 30 October 1719; tot Uwer Ed. Mog. zoo notabele en ampele Refolutie van den 22 Mey 1730; en tot het dertiende Capittel der thans gedrukte Verhandeling of Me. 7norie over de Militie van den Staat, welke gevloeit is uit de pen van één der grootfte Staatsmannen deezer Republiek, van den Heere Raadpenfionaris van Slingeland. Eene reflectie moet de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal evenwel nog maaken , te weten, dat de beide Misfives van den Raade van Braband aan hunne Hoog Mog., welke het onderwerp deezer Memorie hebben uitgelevert, alleenlyk haare betrekking hebben tot het jus conftitutum, en geenzins tot een jus conftituendum; en dat dienvolgende 'de klagten en verzoeken, by die Misfives gedaan (het zy met eerbied gezegt) altyd ongefundeert zouden zyn en blyven, al ware het, dat de gezamentlyke Hooge Bondgenooten mogten oordcelen eenige verandering in de van ouds geëtablifeerde Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen te moeten maaken. Op alle die gronden is de Öndergeteekende Advocaat Fiscaal dan ook (onder reverentie) van advies, dat de Heeren Uwer Ed. Mog. Commiffariflen in het befoigne; over de meerl gemelde twee Misfives van den Raade yan Bra. band te houden, voor advies van deezen Raa. de van Staate zouden behooren uittebrengen, dat hunne Hoog Mog. by Refolutie zouden bel hoo-  tot de MILIT. JURISDICTIE.' 397 hooren te verklaaren, dat de klagten en verzoeken , door den Raade van Braband by deszelfs Misfives van den 19 February en 17 Maait laatstleeden , met betrekking tot de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen, en tot eenige zaaken , welke by de affchaffing van den geweezen Hoogen Krygsraad onafgedaan mogten zyn gebleven, aan hunne Hoog Mog. gedaan, in geenen deele zyn gefundeert; en dat de dispofitie over dezelve Jurisdictie en zaaken aan den Raade van Staate der Vereenigde Nederlanden , ingevolge deszelfs Inftructie, zal worden gelaaten. Aldus geadvifeert in 's Gravenhaage den 10 Mey 1784. ( Was geteekend ) jf. G. van Oldenbarnevelt genaamd Tullingh. L VI. FORMULIER van Eed voor de Militie alhier in Guarnifoen zullende komen, gearrejleert by Refolutie van 16 April 1785. Wy belooven en zweeren, met onze onderhebbende Compagnien deeze Stad en Magiftraat van dien gehouw en getrouw te wezen, dezelvige getrouwelyk te dienen ende te gehoorzamen, in 't geen zy luiden tot behoudenisfe, dienst ende ruste harer Stede ende nament-  398 NALEZING van STUKKEN mentlyk jegens alle oproer ende fedrïie van den volke beveelen zullen , onverminderd nogtans de beveelen die door de Heeren Staaten deezer Provincie, ofte derzelver Heeren ordinaris Gedeputeerden , gelyk ook van wegens zyne Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder als Capitein en Admiraal Generaal &c. &c. &c. aan ons betreffende den uittogt zouden mogen gegeven worden. Zo waarlyk moet ons God Almagtig helpen, (a) LVIL (V) De oude Eed was als volgt. FORMULIER van Eed voor de Militie alhier in Guarnifoen zullende komen* Wy belooven en zweeren , met onze onderhebbende Compagnien , deeze Stad en Magiftraat van dien gehouw en getrouw te wezen, dezelvige getrouwelyk, te dienen ende te gehoorzamen, in 't geen zy luiden tot behoudtnifle, dienst ende rufte harer Stede, ende namentlyk jegens alle oproer ende feditie van den Volke beveelen zullen, onverminderd nogtans de beveelen die de Heeren Staten dezer Provincie ofte derzelver Gecommitteerde Raden aan ons zouden mogen geven, en onverminderd dan ook nog d'Ordres welke van wegens zyne Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder als Capitein en Admiraal Generaal &c. &c. &c. aan ons zoude mogen gegeven worden.. Zo waarlyk moet ons God almagtig helpen.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 399 LVII. EXTRACT uit het Prothocol der Arreften der Stad Nymegen over den jaare 1745. Met den Wel Ed. Geftrenge Heere Dirck Singendonck Borgemeester en Rigter der Stad Nymegen, Oircond Schepenen de Heeren Peter Verftegen en Adam Schuil, doen Jan Beers en Evert Brants, ten allen Regten Arrest', op alle 1'odane gerede Goederen, Actiën, Effecten, en Crediten, geene uitgefondert, als den Heere Grave van Slippenbach Brigardier en Collonel van een Regiment Dragonders ten dienRe dezer Lande , binnen deze Stad en Schependom eenigzints is hebbende, en in fpecie op zodane Kist en Goederen als van dezelve onder Hendrick Eggenhuyfen vvoonagtig in dezer Stads Molenftraet zyn berustende , als meede fpecialyk op deszelfs en zyne Compagnies Servitie Gelden, zoo reets zyn verfchult en verder zullen verfchulden, ten einde en om daar aan te verhalen eene fomma van vier hondert en feftig Gulden, hercomende wegens vier geleverde Dragonders Recrut Paarden voor de Compagnie van den Heere geimpetreerde, en welke penningen den Heere geimpetreerde vermogens eigenhandig betekent hantfehrift van dato den 28 Martii 1743, heeft aangenomen te betalen, onder aftreck nogtans van zodane hondert gulden als daar op voor den geimpetreerde, door den Adjudant Kruger betaalt zyn, alle 't in cas van onvermoedelyke Oppofitie ten dage dienende nader en breder te deduceren, cum  4óo NALEZING van STUKKEN cum expenfis ofte; met interdictie aan Hendrick Eggenhuyfen van zich geene goederen den Here Grave van Slippenbach toeftendig, direct of indirect buyten wil, weten en confent van de Impetranten, weerloos te maken, op pcene als na Regten, gelyck ook met fpeciale interdictie ■of verbod, aan den Heere Jacob Vos in qualiteit als Servitie Meester van eenige Servitie Gelden, aan den geimpetreerde, ofte die van zyne Compagnie, direct of indirect, buyten wil, weten of confent van de Impetranten, of erkentenisfe van't Gerigt, uit te keeren, of zig eenigfints weerloos te maken, voor en al eer dat de Impetranten |van haar deugdelyck agterwefen met den aancleven van dien, zullen zyn voldaan, by pcene als na Regten: (Onderjiond) Arrest geaccordeert den 9 Meert 1745 des Voormiddags de Clocke half elf uuren No. (En was geteekent) D. Singendonck Reg. den 10 Meert 1745. des Voormiddags ten tien uuren. (Lagerftond) Pro Vero Extractu (En was geteekend) W. PIECK Secrei.