324 A 55   S TA AD TKUNDÏG ^YVEM.PRAAT] O F z a am en-s pr a ak, TUSSCHEN TWEE buurvrouwen NEELenMARY; N°. ï. Donderdag den 18de September 1783. INLEIDING. Waarde Leeferen! gy zult reekcr Verwonderd 2yh , weer een Nieuw Vertoog in 't Lcnt te zien? daar 'er r^eds zo veel zyn, gy zult zeggen 't is 'er niet nodig, wy hebben V ertoogen genoeg, dat is waar, dat Item ik meê toe, maar een Vertoog zo als dit is ingerigt en verder zal worden, is heel Nöodzakelyk, wyl meeft alle VertoogeD die 'er zyn, en uitkomen, vol zyn opgepropt van fnoode Laftertaal, tegens onzen zo teergeliefdeen braave Stadhouder, Prins WILLEM de V. Een Man die om zyn Deugden van een Yder behoorde Geroemd cn Gepreezeu te worden, zoon Man zeg ik word tegenswoordig van de laaglte. PasquilfchryverS gelatterd ,als; in De Poft van den Neder'Rhyn, Dt PoltUque Kruijer, Loim en Krelis enz. Het zyn Gefchrif ten die niet waardig zyn dat men ze Leeft, indien men een waar Nederlander is. De Reden waar om dit Vertong in het Licht gegeeven word, is om alle de zoeven genoemde Lafter.Schriften tegen te gaan, hun hunne Kwaadaardigheid onder 't oog te brengen, en hun vanLafterziekteen Diergelyke te overtuigen enz Wy willen hopen dat dit tilaaoijemet Lief. de ontvangen zal worden; 't is opgefteld by wyzen van Zaamenfpraak tusfehen twee Buurvrouwen, 't geen ons 't gevoegelykfte gedagt heeft, bm onze gevoelens op 't Eenvouwdigft een y 'er te doen éien, ook hopen wy dat deze onze Vaderlandfche Pogingen door opregte Vaderlarders gehillykt en onderfteund zullen worden j indie vérwagtingblyven en iynwy waarde Leezers. UEd Onderdanige Dienaars. ...L.-} en .. G..." 4 ZAA-  Cf) ZAAMENSPRAA^, N E E L. ï^ag MARY, hoe Vaarje? M A R Y. Ik vaar heel wel, hoe heb jy 't Neeltje ? N E E L Dat is ook nog al Redelyk, maar ik ben braaf zwak. M A R Y. Ja Neeltje dat i-- met myn niet veel beeter; je moer denken we worden Oud, en dan verzwakken de Levensgecften. N E E L. Ja dat [is waar Mary, maar daar komt het myn zot zeer niet van daan , 't meeft dat ik zo verzwak kom£ van daan da: ik me dagelyks te veel erger aan de Uitkomende Pasquilkn, cegen onze Prins, en die Lafteraars zeggen zo veul, maar zy bewyzen 't niet, ?t is niet anders daa om de Prins gehaa: te maken, fcy ydereen dat ze tog niet kennen doen, want daar binnen nog te veel Sraven Meofchen in ons Land, die dit nog dagelyks door waard;ge en na waarheid Story vende Geichriften beletten, en onze braaven Prins zyn Eer verdedigen , Ja wel zeg ik brave Prins Want dat heeft by altoos getoond te zyn, Luiden die hem kennen weeten daar van te fpreeken. MARY. Nou Neel dat doet myn goed tot in myn Hart, dat ik hoor dat jy zoon brave Voorftander van onze' goede Prins bent, en niet heuld met de tegenwoordige fnoode, Laage Lafterende en Oproerige Pa.?quil- Schryveren , want o-roerig tonen ze dat ze zyn. Nog van deze Weck hebben ze dat getoond, Lees' maar in de Poft van den Neder-Rhyn, het Versje aan de Friefen. die ze wilien beiocren, want daar ftaatin, dat de Friefrn zie: te traag houden , om de aieuwe Exerc'tiè' in haar Land op te rigren, en hrar ïn de Wapenen te begeeven, wat dunkt jouw is dat aiet oproerig? NEEL. js^Mary dat heb ik ookGelezen, ea dat is wel  e s ) regt Oproerig, want als de Friefen nou willen beglonen de Ëxertitië daar te oefFenen, en de wyze Regerii g dat wil beletten, om twift voor te komen, en de wrevele Friefen daarom met de Regering in onenigheid raakt, is'er dan Veen Oproer te wagtenPerj dat is het ergfte daar de Pasquif S hryvers maar na verlangen, en dan hadden zy 't Vuurtje regt aan *E branden , en dan was alles na haar zin , maar ik hoop de goede GOD zal ons voor zulk Oproer behoeden» MARY. Ja NeH dat help ik je meê wen ("chen , maar die Oproerige Schryvers zullen Gods wraak tog niet ontgaan l N E E L. Neen dat denk ik ook niet, maar nou wou ik je pog wat zeggen. MARY. Wel zeg op, wat is dat dan ? N E E L. Dat zei ik je zeggen : heb je wel gehoord van dat geval, dac met de Rotterdamfche Pófesfor Hofstede en de Voorftanders van't UtregcsVry Corps is voorgevallen. M A R Y- Ja Neel daar heb ik wel zowat van gehoord, maar tog het egte niet, en weet gy der wat van, zo zei je myn Plyzier doen om het my te verhaalen. N E E L. Goedjdat zal ik doen: je weet dan wel dat de Profesfor Kgfsteede een braaf en kundig Manis, en dat hy al lang van veelMenfchen is gehaat geweeft,maar waaro» ver weet ik niet nou hy is afthan s voor de verleede Week: te Utrecht geweest, daar hy het Vry-Corps heefc zien Exerceeren, daareenige die hem kende zyn voordeel overdat Ex -rceren vroege, waarop hygeantwoord heeft dat zy daarin voor de tSbldaten niet behoefde te wyke 't geen door die Drinkebroers en Ve-waarlooosders van haar Huishoudens, zo kwalyk opgenomen wierd dat z . deeze goede Heer in een Maling begonden te nemen, ja een "ge warezo ftouten ïloegebem, zo dat het in *t Eirtzo verliep dat zy hem tegen de grond goiden.en meteen menigte Vu'stflagen, fchoppen, en Scheld^oqrJenbegroeten, Jazyfeheurde zyn A « Mee  (4) Klederen aan flukken, en verkogte da Lapjes daar vatj voor veel geldt, en 't zou nog verder gegaan zvn, iudien üe Magiftraat (die dat tot nog '-oeoogluikende* had aangezien,) zulks niet belee had, en onzo Heer Hofstede na 't Stadhuys had laten brengen, wat dunkt je Mary ruikt dat niet na oproerig Straat, fchenden; M A R Y. Jawel degelyk, nou zei't nog wel erger kommen, indie» fe'üri Menfch niet vry op des Heeren ftraatis, maar ben die kwaaddoenders daar niet over geftraft, Neel. N E E L. Og was dat waar dat zy der overgeftraftwaaren, datwa?te w.enfchen de Heeren zegge wevI dat ze de genen kennen die lier gedaan hebben, maar ze ftraffen ze nieten laaceze maai: luopen. MARY. Klaar bobben de Heeren haar daar niet verder ms bemoeid? NEEL. Ja hoe hebben ze der mee bemoeid. zy hebben der eeiï Placcaat teesen gemaakt, 20 as zeggen om alle Straat fchendery voor te koomen. MARY- Ja daf zeüe zé gedaan hebben om de zaak wat fchyri te' geven, als of ze moeite genoeg doen o;n de fchuldige te aoeken. NEE L Ja net zo, maar Mary, 't is tyd dat ik na Huis gaa, ifc wil je groete, en je kunt me overmorgen weer verwagten. MARY. Dat is goed Neel doe dat, en ik fwensje goede nagt, éfl wel tuys. NEEL. ft dankje MARY, Slaap wel. Dit Vertoog zal 's Maandags cn Donderdags uitgegeevea worden, te Amfterdam by J.vam SEGGEREN, in de Graaveftraaj, bezyden de Nieuwe Kerk, en, verder nlöia in de Buyteltteden voer een fiuiver  $T A A DT KUN D ÏG VYVEN^PRAATJE, ZAAMENSPRAAK, TUSSCHENTWKE buu r v rouwen. NEEL en MAR Y, N0. 2. Woensdag den 24fte September 1^83. WEEL 0. Goeden dag MARY? M A R Y. Dag NEEL* is 'tnog gezont met jouw, NEEL. Ja God dank! hoe fta jy er mee. M A R Y. Dat is van daag ook nog al redelyk, en zie je nou •wel dat ik myn woord om van daag weer te komenhouw, NEEL, Ja! daar doe je welaan, datje me watgezelfd*ap; komt houden, umr nou eens over andere/aken ge iproken; hoor, ik heb gisteren een Brief van éeit Neef van me uit Utregt gekregen, over de Neder-" landfe Courant, die zei ik jé rvs voor kezen. MARY. Dat is goed , daar zei je me plyzier mee doen, ere dan zei ik jc ook trvs vnor lezen een .Brief van een Vrind van me, van Haarlem, over het daar debneererï van de Post van den Neder - Rhyn,maar guintuslche».' voord, en lees die Brief van'Utregt. N E E L. Ko\r man, dar zei ik doen, luister maar wel toe. ' Utrrgi den 10 September 1783. WAARDE NIGT, Hier nevens bekomt UK. een Echt Berigt, hoe hier over de Nederlandfe Couiant (gewezene D;emermeerfche) gedagt word, ik hoop dat dk U£. in volmaakte A gs-  C a ) gezondheyd mag aantreffen, was 't zn niet, 't zou my tfan herten leed zyn, ik ben thans'door (Jodes zegen, ook nog gezond. Zie hier dan de algemeene gedagten over die Courant, zo als daar in voornsamen huy^ 7en gefjiroi en wordt. De gewezene Diemermeerfche nu Nederlandfe Courant, is een rustverftorend Papier, zelfs van zyn eerde begin?e}en er) opkomst af, dat blykt daar iri, dat hy zyn opkomst heeft zoeken te bevorderen door valfche Tydingen, Brieven en Advertisfementen, die jnhielde befchuldingen van verfcheyde Menfchen, omtrent een fleste denkwys over dit Landt, enz'. Kieuwstvdingen daar geen woord waar aan is , enz. en 200 de Magiflraat der Stad daar hy in uitgegeven word na de Brieven vroeg, dan waren er geen Brieven, of die er waaren Naamloos, daar een Courantier nooytmee volftaan kari,en die ook niet plaatzen mag, ten zy ze met naam en ftad getekent zyn, en om zyn brutaliteiten verboden , heeft men dog zo brutaal geweest om hem onder een andere Tytel uittegeven, en nog veel erger van inhout, 't geen men te Amfteidam maar laat pasaren, zonder ■ dat zig iemand daar aan. ftoort. Zie waarde Nigt hier dan, dat veele van myn Medeburgeren, zo voordelig orh'rent dit libeleuïen Papier, 'niet meer denken als wel eer, en indien in Amfteldam niet meer verkogt worden als hier, dan zal ' de Uitgever er liegt mee ftaan, enz. Hier mee breek ik af na UE. alvorens hevl en gezondheyd gewenst |e hebben, en ben UE. Vrind én gehoorzame Neef. N. N. * MARY. . Dat is een mooije Brief Neel, die wel waardig is dat jy ze ter deeg bewaart, want al wat er in gefchreven ftaat is zuyvere waarheyd. NEEL. Ja wel waarheyd, en omtrent dat hv vra?gt of de Courant hier fterk verkogt word, zei- ik 'hem antwnorden, dat er de helft zn veel niet van verkogt worden, als wel eer, maar Mary lees jy nou die Brief die ê van Haariem gekregen hebt. M A R Yï£ojn Neel, Juister; dan. fisar*  C 3 ) Haarlem 20 September ifSjcsi Gnede Vriendin. Hier nevens bekoomt UE Antwoord op U my ge?$ndene Brief, omtrent bet alhier dt biteeren van de ?ost van den Neder-rhyn, dat is hier thans zeerflapjes, alzo de menfehen zyn oproerig fchryven gewaar warden, Boekverkoopers die hier anders Honderd debiteeren. gebruiken 'er nu pas 50, zo dat hy braaf aan 't verval is, en dat hy wél verdiend, want hy fehryft maar zonder nadenken voort, net of 'er geen hoger magt is die zulks beletten kan, nu dat zult gy M Amfterdam zo wel weeten als ik het uw hier kan fchryven, myns dunkens zyt gy nu genoeg onderrigt van de flegte ftaat waar in de Post zig bevind, zo dat ik afhr'eeke en bïyveU vriendt. N. N. NEEL. Y is het zo met de Post van den Neder-rhyn gefchaapen, dan zei 't nog wel verder gaan, maar hebje de Politieke Kruyer No. 66 wel geleezenV MARY. Ja Neel, daar zelje zeker aanmerkingen op heb' berj, en vooral op de Hrief van' L. Opreet. NEEL. F k Ja, dat is net geraden, en die Aanmerkingen zei ik je zeggen; hy fehryft dan als volgt, over 't werkje iets voor Dordregt, door X. „ Dan geflelt vo?)f een ï, ogenblik, dat, dat flegte Advocaatje 'cr de Au„ theur van zy , zo is het hem in alle opzigten ira„ mers zo kwalyk niet te nemen-;de nood of armoede „ hem zodanig prangende, dat hy abfoluut wat by de hand moet nemen, om evenwel te leeven,enz, Nou Mary, wat dunktje, trapt- die zogenaamde L. Opregt.zig dair niet op zvn eigen zeer, wantje kent hem immers wel van oud*. MARY. Ja Nee]'of ik hem ken-, die oproerige Heer—, maar laat het by ons fekreet hlyven, want we weeten (hakjes genoeg van"hem, dat als we ze wouden zeggen,,, hy duivels in 'c naauw zou.v zittet», wyl hy veel oproerige dingen om ?elt gefchreeven heeft, daar Hy zo veel in zyn Briefte kennen geeft» als of hy dat niet deed, en de Man moet 'er juist zyn Liefjes van onderhouden, maar laaten wy dat maar ,4aar laaten, en zien wat dat Vaersje in heeft dat B 3 01) S>  co dps door onze Boekverkooper toegezonden is, röel verzoek om 't in onze Zarcunfpraak te plaatzen. NEEL. Dat is goed Mary, laten wy dat doen, lees gy liet myn maar voor. MAR Y. Wagt daar is een Brief by, hoor nou maar toe Neel. Geagte Vdendinnen, Neel efi Marry. In No. i. van uw Vertoog gezien hebbende dat Uwe de Post van den Neder-rhyn daar in doorgehaalt hebt, over zeker Vaersje aan de Friefen, zo heb ik daar op een Vaersje ook aan de Friefen vervaerdigt, in hoop dat het waerdig zal zyn in UÉ Weekblad geplaatst te zullen worden. Uw Leezer en Vriend Amfteldam. J: A: Aan de Friefert. Eedcle Friefen, 'k bid. Iaat u dog niet beroeren, Door Schryvers die van deugd vervreemd zyn ett verbastert, Die om het geld, hun hatelyke Pennen voeren, Die uit baatzuchtigheid, en Vorst en Volk lastert* J: A: NEEL. Dat Vaersje heeft klem, en kragt ié zig, en di& aog 'er wel bygevoegt zyn. Schryvers, Vry vers, Om het Geit, Dat haar «en Boekverkooper telt. MAR Y. Wel Neel, behje een Digteres geworden, daaf aaele wel verder in voortvaaren. ^ NEEL. Ja zoon Vaersje kan ik nog wel maken * maar ik 2ie de tyd is verftreken Mary, ik wensje goede» aagt tot een are week. S MARY. Dat wens ikje ook Neeltje , wel thuys* Dit Veitoog wordt Maandags en Donderdags uit» gegeeven by L van SEGGEREN, in de Grayeftraat, bezyden de Nieuwe Kerk, en verdef alwa ia de JSuitcnfteeden, voor 6 duiten.  STAABTKUNDIG WYVEN-PRAATJ £, O F ZAAMEN SPRAAK, TUSSCHEN TWEE buurvrouwen. NEEL en MARY. N°. 3. Vrydag den 26fte September 1783. NEEL. Goedendag Mary, is't nog wel met jou gezondheid? MARY. Ta Neel, hoe is 't met jouw? NEEL. Dat is ook niet dimmer, maar wat is 'erteoed nieuws5 MARY. Niets byzonders dat ik weet, maar ik heb van de week wel wat Brieven gekreegen, die aan ons geaddresleerd waren, en kan ik je plyzier doen dan wil ik ze wel reys leezen. NEEL. Ja dat is goed, doet dat, daar kanje myn veel plyzier mee doen. M A R Y. Kom luister dan waar Neel. Aan de Vaderlandfche Vrouwen, Neel en Mary; Waardige Vaderlandiche Vriendinnen. Met het grootfte genoegen Uw Edel pogen, in uwe Zamenfpraaken gezien hebbende, en uw Vaderlandsch derkbeeld omtrent de Lafiëutten pa;quillen vernoomen hebbende, zo heb ik niet kunnen nalaaten uw dezen volgende Brief van een Vriend vatt myn, toe te-doen komen, ik hoop dat gy ze waardig zult agten om in u Vertoog geplaatst te worden, ik ben intusfehen uw geftadige Lezer. G. S. Waarde Vriend. In hoop dat deze nevensgaande uw in volmaakte gezondheid mag aantreffen, dat indien 't zo niet was myn van harte zoude fpyten, zo vind ik my verpügt uw iets, omtrent de goddelooze Pasquillen, ,mede te A dee-  C » ) deden, die 'er thans zo overvloedig uitkoomen, als daar is ?en Post van den Neder-rhyn, Politieke Kruyer, enz. die zig heeden geheel en al op oproerigheid toeleggen, zelfs in de nu op handen zynde Vreede, daar ze Frankrykitot gemagtigde abfoluut toe hebben willen nanftelhn, dat ook door hun raat en fchryven, gelukt is, Frankryk heeft, zo men meent, zyn best gedaan om Vrede te bewerken, waarom zou men zeggen heeft hy dat gedaan V niet anders das om Hollandfehe goude Ryders en Ducaten, 't Vredewerk is dan tot dus ver gelukt, dog hoe, op fchadelvke en onvoordeelige Conditiën, nu willen die Heeren Pasquillianten, die eerst zofterk om.Vrede geroepen hebben, daar in uitftel hebben, nu zien zy dat zy en andere daar mee gekult zyn, maar dié lui willen niet anders, ze moesten maar naa goeden raad geluistert hebben, dat is afgewagt tot dat ons voordeeliger Conditiën aangeboden wierden , maar dat is nu te laat, die Heeren hebben nu haar zin, en daar|is 't wel mee, nu genoeg hiervan. Urn tot het tweede Artikel van die Heeren haar doel te komen, dat is, dat zy van 't begin dezer troebele tyd, onze Stadhouder by een elk hebben zoeken gehaat te maaken , op dat hun zogenoemde Loevenftynfe Factie hier de overhand mogte krygen, dog daar de goedel God ons, hoop ik, voor bewaaren zal. Hier zwyge myn gedagten ftil, ik hoop dat deze regelen uw voldoen zullen, zy zyn tot iever voor't Vaderland en deszelfs goede lngezeetenen byeen gebragt. Hier mede breek ik af, waarde Vriend, en wens uw en alle goede eensgezinde Burgeren van dit Landt, een voordeelige Vrede. Wartrde Vriend, ik verblyf intusfen Uw Ed. Dw. Dienaar en Vriend. A A. NEEL. Wel wel Marv, die geen die deze Brief gefchreven, ftaat in heel- goede gevoelens, ik hoop dat wy meer van zulke Pennen, brieven en vrugten zullen krygen, dan zullen on/e Stadhouders vyanden , en ftoorSers van de gpmeene rust, wroegingen in hun hart gevoelen, dan zullen zy overtuigd zyn k walyk gedaan gefchreven en gedacht te hebben. MARY. Ta wel is zulks waar, en ik hoop de goede God J za!  C 3) zal haar haast andere ge dagten geven, op dat zy bekwaam worden iets met ons ten nutte van het Land uit te werken, maar dat is tot daar aan toe Neel, hebje de Politieke Kruyer, No. 67 gelezen. NEEL. Neen Mary, heb jy hem geleezen, en is 'er wat nieuws in? MARY. Ja, ik heb hem geleezen, en daar is ook wel wat nieuws in, daar ik je myn oordeel over zeggen zal. NEEL. Wel wat is dat dan? MARY. Hoor Neel 't is een Brief van een zogenoemde P. Waarheid - Minnaar over 't geval van Profeffor H0fftede' NEEL.- Ev, en wat word daar over gezeid? y MARY. Wat daar over gezeid word, ze zeggen dat de Heer Hofttede klop gehad hebbende, niet by een braaf Burger, maar by een Engelsgezinde ingevlugt js —zie Neel, en dat is volUrekt onwaar, alzo de de Heer Profeffor by een Winkelier aldaar is ingevlugt, die hem weer uit zyn huis wilde ftoten, om dat anders, zo hy zeide, 't woedende Graauw zyn huis zoude plunderen, waarop de Profeffor hem aangeboden heeft al de fchaacïe die zyn huis of goed zoude lyden, hem dubbelt weer te vergoeden, dog 't mogt niet helpen, hy wierd ondanks zyn goede aanbod, de deur uitgezet. — Ten tweeden, dat de Heer Hofftede op 't Stadhuis zou gegaan zyn, waar vol lo-;gentaal is die geheele vBrief, dus ik met recht die Autheur noeme de Leugenminnaar. NEEL. Wel Mary!, men zou zeggen hoe durven zy het doen, de goddeloosheid gaat 'er tegenwoordig over heen, maar de tyd is alweer verloopen en ik muet na huis toe, maar wagt, daar zou ik nog wel wat vergeeten, ik heb een Vaersje gemaakt tegen de laster, dat moet ik je reis voorlezen. MARY. Dat is goed, ga ie gang. NEEL. Luister dan. De laster is thans groot, Dog zy werkt haar zelve doot, Want als zy fmaat en fpot, Wordt haar fhootaal gehoort van God, Van God, de Heer die vroeg en laat, Beloont het goed en ftraft het kwaat. M A R Y. Dat is al heel mooi Neel, hoor nouw ook rys wat ik gemaakt heb. In fpyt. Van haat en nyt, Schoon zonder myn profyt, Zeg en fchrvf ik waarheit. NEEL. Wel nou; dat behoeft voor 't myne niet onder te doen, masr zo doende, zou ik de heele dag hier wel van praten, ik groetje Mary, tot overmorgen. MARY. Ik je ook, wel thuys. Dit Vertoog wordt Maandags en Donderdags uïtgegeeven by J. van SEGGEREN, in de Graveftraat, bezyden de Nieuwe Kerk, en verder alom in de Buitenftecden, voor 6 duitea.