SAMENSPRAAK t u s s c h e n DRIE GRONINGER BURGER S? OVER DE NOODZAKELYKHEID, DAT ONSE REGERINGSVORM, NIET ARISTOCRATIS, NOG DEMOCRATIS, MAAR DEMOCRATIS BY REPRESENTATIE MOET ZYN. CE HOU D EN DEN 6 APRIL Te BEKOOMEN By de meeste Boekverkopers in GroningenJ Friesland, Holland en andere Steden. De Prys is een Zesthalv,  Ate er geen wyze raadflaagen en zyn, vcrvald her Volk. maar de behoudenis, is in de veelheid der Raadsliedei!. SALOMOR  VOORBERICHT AAN GRONINGS BURGERS. .WAARDE ME EDEBURGEREN/ .J*) gers, of lievet van hun Requesten en Memorie, benevens die daar op gevallene Refolutien van den Breeden Raadt ? is dat niet wel uitgevallen, en moet he£ èoo niet komen zal het wel gaan ? Beunardus Ja Vriend A , wat zal ik er van zeggen, 't zaï *er nu maar op aan komen wat de Stadhouder zegt. Cornelius Neen B ! daar vraagt A immers niet na3 maar wat wy van Gronings Burgers derzelver Revuesten en Memorie, en die daar op gevallen Refolutien van den Breeden Raad zeggen , en dan zegge ik, dat ik Gronings Bürgerye zeer pryfe, dat zy alle regtm'aatige befwaren die zy nopens de wetten en Regering hebben, zoeken te herftellen of te doen herftellen, mids dat zy zulks doen met befcheidenheid, wel beredeneerde eensgezindheid , en gematigden ernst, van de Requesten en Memorie, daar van zeg ik, dat zy gefchikt zyn om een begin te maken, tot herftelling, van ons VVezendlyk Reprefentative Volk,sregt, van de Refolutien des Bree» A den  C * ) ie* Raads op de Memorie, daar van wensch ik, dat ze'zoo Wys bevonden mag worden, dat Ons, eis 'sLands waar Geluk er door bevorderd worde. Bernardus Ja, maar men geeft de Stadhouder nu dog kennis? en zo als die oordeeld, moet het dog wezen, want als de Stadhouder daar in niet te zeggen zal hebben, en die niet approberen en disapproberen zal, zoo als Zyn Hoogheid , volgens desfelfs verlicht oordeel zal goedvinden, waar zal 't dan heen ?. A belius De Stadhouder raakt het niet, die moet zyn inftmctie volgen en is flegrs in dezen onzen dienaar, en abt er over de infiruftie verfchil koomt, dan moet het Volk zeg-gen wat waarheid is, en daar heeft de Prins nog de Regeering niets in te zeggen. B e rnardus Dan zult gy de Prins wel haast tot een kleine Jonge maken, neen myn Vriend! dat zal zoo gemakkelyk niet aangaan , het heeft voorheen veel moeite en fpels gekost, dat men 't zo gekregen heeft, en dat zouje maar zoo als een molshoop om ver (looien, neen! 't Stadhouderlyk gezach, dat moeten wy maimeneeren , an^ ders is 't geheel van de weg af, CoRNELIUS Vrienden', als wy over deze zaken zullen (breken, dan moeten wy bedaart en regelmatig redeneeren, en Biet heet of drivcig te werk gaan, op dien voet, wrl ik het met A wel eens onderneemen, als gy Vriend B  C 3 ) 3..... i.., 200 veel geduld kond hebben, om OM fefprek af te hoorën, alvorens gy oordeeld. Abelius Ja kom , dat is goed, maar onzen Vriend B........» is zoo raazend met de Stadhouder op de loop, dat hf maakt my terftond warm. Beu nardus Nu, ik zal dan zwygen en U discours aanhooren.' corneliüs Vriend A ! gyzegt dat B met de Prins 20 raaz?nd op de loop is, maar mogelyk loopt gy alzo hard van de Prins af: en dan zyt gy in een ogeublik een eindweegs van elkander, dan , dit daar gelasten. Maar wat zegt gy van myn fantimenten aangaande U eerfte vraagen? Abpmus Dat is vry wel, daar heb ik zoo veel niet tegen , alleenlyk gy fchynt door U begin maken, en wenfchen eenigzins aan te duiden, dat gy twyfelachrig zyt of 'twel langs den besten en' veiligften weg beftuurt zy. Cornelius Gy flaat den bal niet geheel mis, rry dunkt men krygt nu terftond ee'n point van verfchil, 't welk gedefendeert moet worden , en waar tegen de Stadhouder zyn belangens moet inbrengen, en dan fta ik aanftonds verJeegen, wy de zaak moet decideren: het is my om die Teden, al lang bedenkelyk voorgekomen, of het niet beter waar geweest, dat, door Gecommitteerdens uit A * de  C 4g > de Burgerie eu uh de Regeering, met advys van den Stadhouder,, wierd onderzogt, waar abufeii, afavvaaiingen of verminking der goede Wetten plaats hebben, en waar de tyd en omftandigherten eenige verandering in dezelve noodzakelyk heeft gemaakt, en op w.elk;n wyfe men een ieders regt, tot wezendlyk H.il der Maatfchappy (want dit moet tog het groot en waar middelpunt zyn) zou kunnen bepaa'en. langs dezen weg zou men niet behoeven te onderzoeken, aan wieo in den ftrikften zin het Recht van gebieden, of ge» hoorzamen competeerde. Aeeliüs D>? Stadhouder is geen Conira&erende Party, Hy is Pienaar. in het maken of uitleggen der Wetten heeft Hy niets te zegden, Hy heeft alleen een advyferend» ftem, met betrekking- tot de manier van uitoefening derzelve, en zo ist in den ftiïkften zin ook met de Re. geering, die moeten de wet houden, en.doen houden, zo lang als 't Volk, dat de wa.ire Souverainen zyn , willen dat dezelve zullen gehouden worden, maar als \ Volk oordeel:, dat de Wet of. Wetten moeten worden gecorrigeert , geamplieert of wat dies meer zy, dan heeft de Regeer;ng een raadgevende ftem, maar Volk heeft de Wetgevende maat. Bernardus Dan kunt gy.de Stadhouder wel geheel weg jagen, «n, den Hemel behoed ons! als die Souverainen hunne beveelen publiceren ,de eerfle zalzekerlyk zyn, Wy» h Souveraine Volk dézer Stad. falut. doen te weeteu , dat het ampt en bediening van Stadhouder Capitein Generaal en Admiraal, voor zo ver deze Stad aangaat, zaï ófferen, gelyk wy die Charges vernietigen door dezen.  c è y ClWNÈLIlJS , Gy hebt immers gezeid, te zullen zwygen. <=••_■■ i ut..\ lib ,nsif«$9&49la au-A t ...,t ■> >Lor mhw Bernardus A heeft ftraks van warm gefprooken, maar by zulk een taal, word ik zo warm dat ik 't niet houden kan, maar nu ik,zal dan zien, of ik zwygen kan. cornelius Vriend A ! orh U rè antwoorden zeg ik, dat ik van gevoelen ben dat gy natuurlyk gelyk hebt, dat alle die uit Adam' gebooren zyn, even groot recht rot gebieden als tot gehoorzaamen hebben, maar dajl kunnen wy alle wetten die onze Vaders gemaakt' hebben, verwerpen en nieuwe maken. Ja, maar dan kunnen wy ook, 200 wy zulks verkiefen, alle wetten verwerpen en wetteloos leeven, en dus ophouden een Burgerlyke Maat heid hebben beklommen, ook heb ;k wet gehoon dat zy diekloovemet iers anders tamelyk wel gevuld hebben, maar de tyd en Inerschzucht, heeft dat alles verteert, .en, 't geen alles afdoet, is dit, dat het een onvers-reen1» .baar Volksrecht is, dat alle macht die niet van 'tr"lk word ontleent, welk dog de wa-re Sotivtrainen zyn, Aristocratie is, en dus wederreen!elyk , en wy, 't Volk .namelyk, hebben onwederfpreeklyk het rechr, om al •zulke zoort van wetten, te verbreeken en te verbeteren. CORNELIUS Hoe zoud gy dan Gefwoorens willen maken, of Cj> -Welk een wyfc zoud gy dezelve wettig keuren? AiJELIÜS Dat zy door 't Volk, of de inwoonders dezer Stad, wierden gekoozen. , CORNELIUS En hoe zou 'tVolk die verkiezen? hebt gy daar niet weer de oude zwarigheid? Abelius By voorbeeld, dat zou dus kunnen geichïeden, dat de groot en klein Burger, of alle Inwoonders (want, c e quajitie, wie al of niet, zullen wy maar ongedeci» deert laten) alle Jaar, of om de twee Jaar, by Vaandels opgeroepen wierden , om in ieder Vaandel drie Gecommitteerdens te (tellen, alle önbeampte, onafhan. gheiykc en geen dagloon trekkende Perzoonen, welk «hier ter Stede een getal van 54 zouden uitmaken, deze Houden by Ballottafie of Boomrekking, hun getal tot op 18 of 44 kunnen verminderen, en die zouden .zich • . B by  C 10 ) t>y den Raad konnen aanmelden, ter trekking van (W, te of witte Boonen, en gevolgelyk de Keur der Gefwoorens uitoefenen,, en aan den Raad prefenteeren-, deze Gecommitteerdens zouden voor een of twee Jaar mogen zyn, en dan by een nieuwe oproeping, door art om dön Stadhouder e;n diens gezach denken , Vriend A....-.! laten wy dat nu ook eens beredeneren en dan moest B... nog eens, wat geduld hebben. Abelius Goed, als wy daar an roe zyn, lees dan dé Memorie der Buroerye, daar irnd "V 'tb xgd, ik fpreelc niet van zegden, maar van bëtnrfjrèn , inr wv vrvë I.ieÓen zyn, dat zo tarrig: en ze'fs eer, de Rep i Iv; wis, wy altoos' dé Vryê keur hebben' g had . eri by alle verdrangen het zelve aan ons flèbrten ^ hou den0, dat dit 5de' articul waar van B (breekt, irrièfs buiten het 'de beteekend , en op z ch zelfs niet kan, n et mag worden verklaard, maar wal heb 'k meer «e redeneeren . men 'ees de Memorie, eu d e dd.ïr op zo wyfelyk gen men Ref ifti ie van den Rreeden R adc, en elk moet ^orn zyn, 'ris alles war men over die materie wenfehen kan. Bernaiious ja 'tis alles! een meederduk van vernuft zeg ik immers! maar de 4 week is nosj niet ten eind , de Stadhouder zal ook wel 'tzyne weten in te brengen, want zo lang als men alleen praat, heefr men altoos gelyk. -wat de Refolutie van den Breeden Raadt aangaat, daar 'behoefd' gy zo niet op te doffen, dat is z ) by fi hair -af verkreegen, de meerderheid is door dé uefwoorens geobtineert, welk eigentlyk, • om de relatie die zy op.de "zaak hebben, er niet mee over behoorden te oordeelen, als gy de demmen yan den Raad telt, dan is't zo ruim niet, dan gaat gy er met twee demmen onder door, daar gy '1 nu met twee demmen gewonnen hebt, maar Vriend C ! wat zegt gy van de Memorie? B 2 Cor-  ( 14 ) cornelius Dat gy er op zulk een fpottenden toon, niet over behoord te fpreken ik ben over dat (tuk zo wel vol* daan als iemand, het doet de maker of makers Eer aan, een (luk is juist dan na myn gevoelen volkomen , sis het dat geen bewyst, het welk 'tbewyfen zal, en na myn inzien doet de Memorie zulks, de gemaakte ftellingen worden voldongen, en 'tblykt zonneklaar, dat den Stadhouder geen onbepaalt Regt van improbatie kan hebben, en gehouden is een keur, gedaan ingevolge de Keurwetten, zonder Ligeus of Cabalen moet approberen, dat het tegenovergeftelde gevoelen, alle Vryheid verwoest, dat 's Volks Reprefentanten of de Regering in naam des Volks, dit recht by alle gelegenheden, aan zich heeft behouden , en dat het volk nimmer de intentie heeft gehad, dit Recht aan den Stadhouder af te (laan, dat de daaden in den Jare 1748, hoe oproerig ook, niet jn zulk een licht bezien konnen nog mogen worden , maar dat zy zekerlyk tot geen ander einde 't Stadhouderiyk gezach hebben ingeroepen, als ter weering ?an Ligeus en Cabalen, en ik erken dat ^ gelyk heeft, wanneer hy van de Memorie getuigd, het is geen zeggen maar bewyfen. Wat de Refolutie van den Breeden Raadt aangaat, die houde ik voor juist, want als dit het hoofdzakelyk pointt van 't advys moest zyn, of de Stadhouder de willekeurige macht van inprqbatie heeft? moest het antwoord, zou het met eenig denkbeeld van onze Con'ltitutie beftaan. Neen zyn ; de groote of klein» mee?derheid doet niets ter zaake, maar 1 k Abelius Wat maar?is'tdan nu, na U meeuing nog niet goet? lic  C *5 ) lieve, wat hapert er dan nog aan? gy erkent zelve", dat de Hellingen in de Memorie goed, en 't bewys vot» komen is, de Refolutïe van den Breeden Raadt, wys, goed en Rechtmatig: dan is 't immers klaar en veel gewonnen, wat maar! fpeeld u nu nog in 'tHoofd, c-f denkt gy dat den Stadhouder, nog Hemel en Aarde (dat ik my dus uitdrukke) in beweeging zal brengen, ik denk Hy zal er zyn pootjes wel af houden; gewis l Hy zou zich ook deerlyk branden. CORNELIUS Neen! dat bedoel ik niet, de Stadhouder kan myns achtens daar niet veel tegen inbrengen, Hy mag daar wat tegen aarzelen, maar dat zal niets afdoen, de Vrienden daar Hy dan mee op 't Veld koomt, houden niet flegts van zeggen, maar betoogen. het Maar dat ik nebbe beftaat hier in, dat my van de tegen over gefielde zyde eenige vrees bekruipt, of niet, 't geen B « ftraks reeds heeft geoppert, de Stadhouder in dezen te Lam zal worden* Abeliüs Dat is dullemans praat! hoe zou hy Lam Worden? hy behoud immers de approbatie, en zo ras als hy weet, dat er omtrent de Keus der Regeering, zyn, eenige ingeflopene misbruiken, die tegens de geest der Keurwetten ftryden , als daar zyn, de zoogenaamde Recommandatien Ligeus of Cabalen, als meede verteering by follicitatien, dan kan, dan mach, en dan moet hy inproberen, Cornelius Neen Vriend! de zaak zo als zy nu loopt, wel ingezien zynde, dan word myns achtens de Stadhouder mes  C 16 ) met betrekking tot onze ftedelyke Regeering, in een Zodanigen wèrktuigelyke richting bepaalt dat hy flegts deze beweeging moet volgen, zonder iets anders, fchoon heilzaam, te konnen verrichten. Men zal hem 'sjbarlyks de nieuwingekooze Regeerings Leden prefenteren, ter approbatie, op welk hy, volgens deze hem overgelaten machinale macht, Ja, kan zeggen, zonder immer (wil hy zich niet in onuitredbaare omftandigheden zien ingewikkelt) neen te konnen zeggen, Abelius Ik heb immers zo eeven de gevallen genoemt, ia welken de Stadhouder neen kan en moet zeggen» Cornelius Ja, zo als gy dat geliefd te noemen. Abelius Ik hoor wel, ook al een Oranje man ! gy behoevt die draat zo tyn niet te fpinnen , 't is wonderbaarlyk! dat de mensch zich.zo fraai kan vernisfen! krm liev.er er vrye voor uit! en zeg, ik keur de Requesten Memorie en de daar op gevallene Refolutie van den Breeden 'Raadt, af. en overtuig ons, dan kunnen wy'nog een Boode na Zyn Hoogheid zenden met berigt dat wy door U verlicht verlrand , zodanig van fentiment zyn verandert, dat wy, den geheelen Roel weer zullen inpakken en •als voren, ons zullen laten leiden en befluiren, waar Zyn Hoogheid ons door zyne Creaturen zal gelieven re brengen. Dan bcfpaaren wy hem ten minften nog de fnoeite, van de Memorie en Refolutie ,te moeten kezen. COR-  C 17 ) CORNELIUS 'ï Is wonderlyk! gy hebt flus gefproken^ dat als dé Natie dronken was. maar my dunkt, gy moet ook" geen Swymelwyn meer hebben, óf gy loopt ook gevaar dronken te worden, want gy fchynt niet te verliaan 'tgeen men zegt, of gy weet niet wat gyfpreekt. my dunkt dat ik beter myn gedachten kan leiden dart gy, en doordien ik minder door drivten my laat regeeren , zo dunkt my, dat ik ruim zo veel kans heb, orö my voor vuur en water te wagten als gy, het geen gy my in drivt adnWryvt, daar ben ik geheel vreemt van, éns des niet tegenflaande blyvt dit by my, namelyk , dat; ik vrees voor de gevölgeh van de Memorie enz., ert met dat al beweer ik zo goeden , en mogelyk betef' Patriot te zyn, dan gy. A belius Nu! 'tkan dan wel zyn, dat ik in drivt te vroeg heb» geoordeelt, gy fchyrtd dan nog niet uitgefproken te heb-5 ben 5 maar Vriend ! is de waarheid zo ver te Zoeken ? CORNELIUS Indien ik U nader aan de waarheid zal brengen, eff dus overtuigen dat gy -met zo öngunflig van my moet denken; dan zal ik iwö, zo goed my mogelyk is, Ü moeten bewyfen; dat de Stadhouder met betrekking tot de ap- en disapprobatie onzer Stedelyke Regenten, in* gevolge de tour der Memorie en Refolutie, Lam wordi &4 dat er een gegronde vrees overblyft, in betekking der gevolgen die natuurlyk hier uit kónnen voortvloeit jen. en 3h0 dat, gelyk ik in dén beginne zeide; dat dit goed waar om te beginnen, maar dat het ver daar C varj ■?*«v rsi .:: 9b vfom ; '■ .::-X.li.io -Ji'isb t\iv )dax') «s&  ( 18 ) van af waar, dat, als deze zaak gereguleerd zy; das «vy dan zyn ? daar wy behooren te weezen. Bernardus Ik zal myn flanpmuts maar gaan haaien; en myn Vrouwtje zeggen dat zy maar te Bed gaat. want ik merk wel, 'czal toch nacht werk worden. cornelius Nu,als het de Vrienden verveeld, dan laten wy gaan. Abelius Neen! ik hou U by Uw woord, gy zult my nader by de waarheid brengen; en my in de eerde plaats overtuigen, dat de Stadhouder na 't delzei der Memorie en Refolutie, Lam word. cornelius Het koomt my zo voor; want de Stadhouder mag niet inproberen, of hy moet zeker weeten; Ja wat zeg ik weeten! neen! hy moet het redegevend kunnen bewyzén y dat de gedaane keus niet na de ke-urwetten, maar met Ligeus, (dat is doorverbondmaking, t'zamenfweeringof t'zamenfpanning.) Cabaal, (dat is, zommige die elkander heimelyk verdaan.) facYte, (dat is aanhangmaken, of partytrekken ,) is gefchied. ik veronderdel dat de Stadhouder van de waarheid volkomen overtuigd zy; dat er waarlyk op voorgemelde godlooze wyze tegens Eed en plicht, door Keurheeren is gehandeld; hoe zal hy zulks overtuigend bewyzen? en wie zal Richter weezen ? zal hy zich in Perfoon, of by gefchrifte; of door een by hem gequaliffceerde Praétifyn, zyn inprobatie verantwoorden, en dan dunkt my, dat de Stadhouder, meer de naam van A«s*  C '9 ) Advocaat Viscaal, dan inprobateur verdiend, maar wie zullen de beoordeelers, of Richters zyn ? de zittende Raad? deze hebben, of wagten in het toekomftige»hun aanftelling van de Pany, het Collegie van Gefwoornen nog minder, den B.reeden Raad? als men dit wel overdenkt, zal men bevinden dat er geen een Perzoon onder is, welk geen relatie tot de zaak heeft, dus alle partidige Richters, maar gefteld, dat 'er een Collegie van onpartidige Richters zy; denkt gy dat het zulk een kleine zaak voor den Stadhouder zou zyn, dezelve te bcwyzen. de Keurheeren zullen zich dat zo gemakkelyk niet laten aanwryven; want redegevcn leid ons van zelve tot bewyzen, my dunkt ik hoor hen, by zulk een geleegenheid al zeggen, „ Stadhouder! dat zult gy ons in Rechte „ bewyzen; dat wy eenige Ligeus of Cabaal hebben „ gemaakt; gy moet niet zo willekeurig met ons eer„ lyk Charafter omfpeelen; wy kunnen en mogen niet „ onverfch'tllig zyn, waar voor wy by U, en de Na„ tie gehouden worden; aan onze goede naam, leid „ ons en onze kinderen, alles aan geleegen, want in- dien Uw gevoelen na waarheid word bevonden; dan „ moeten wy by Wolk, onze principalen, worden ge„ houden voor Maineèdigen; die zulk een gewichtige „ post, als wy de eer hebben te bekleedeh, onwaar„ dig zyn; Ja, indien 'tmogelyk waar, dat wy zo ver „ van eed en plicht verbasterd zyn , dan hebben wy in» „ der tyd, geen hoop op rust en vreede, nog in de „ eeuwigheid op Zaligheid, 'tis dus geen kleinigheid, waarom wy bevvys in Rechten begieren -, en op alle „ gronden van billikheid eil'chen: " wat dunkt U nu? kan de Stadhouder zich op zulk een Rechtsgedingh inJaat-en? is 'took van hem, die zo veel gewichtige posten op zijn fchouders heeft, indien hy zich overeenkomftig 't belang dier Hooge Charges wil gedragen; met senige rede te pretendecren, dat, al weet hy de zaak Ci *t  ( » ) al volftrekt zeker, hy zich immer over dezelve in diervoegen kan en zal inlaaten; en genomen, de Stadhouder ondernam zulks, wanneer zou de eindelyke uitfpraak komen? want vyfentwintig Jarige Proceflen, Zyn onder ons geen nieuwigheden; en dus zou den Raad kunnen uitflerven, alvorens de wettigheid, of onwettigheid der keur van hein, die oudfle Burgemeester moeste zyn, u'ttvondigd was gemaakt, hier mee vermien ik een fwarigheid geoppert te hebben, welk myn Helling voldingd; dat, ingevolge de Memorie en Refolutie, de Stadhouder een richting bekoomr; dat hy wel ja, maar geen Neen kan zeggen; op de Keur der Magiflraars Perzoonen. Abelius Uw text wordt zo geleerd, dat B.. , en ik , nog wel Confraters in 't zwygen zullen worden, nu J het tweede poinft; te weten de reden van U vreesachtigheid, of hoe geliefd gy het te noemen? CORNELIUS Nu! de naam doet niet af, ik heb in de tweede plaats gezeid, dat er eenige gegronde vrees, met betrekking oer gevolgen, die er nóodzakelyk, uit het fucces det Memorie en Refolutie, moesten voortfpruiten; by my. plaats heeft. Abelius Te recht Vriend! daar waren wy nu,. Cornelius Eer ik Heilig tot deeze zaaken kopm, moet ik ö eerst, eenige Hifloriëele denkbeelden vernaaien; welk my met betrekking tot ons Lieve Vaderland, dikwyls yoor den geest zyn gekoomen. Als ik de vroegere ge- fchic-  C ai ) fchiedenis van ons Land in 't gemeen, en van dezeStad in 'tbezouder, overweeg; dan vind ik, dat by alle beweegingen welk er immer plaats hebben gehad ; den braaven Burger telkens recht en reden had ; óm zich, dan over geweld, dan over valschheid onder fchyn van recht, dan over 't vergeeten of klein achten van Eed en plicht; dan over ingefloopen abuizen of koele flapheid, en laage onverfchilligheid ; dan óver fatale kuiperye en factie zucht; zo onder Burgers, als wel in 't bezonder onder dien die hun Regeerden; zich mogten en moesten beklaagen; en, als waare Burgers en beminnaars van 't lieve Vaderland, Confcienne Wegen, redres mogten pretenderen: maar ik vind tot myn innigfte leedweezen; dat er telkens, in zulke gedegenheden, veelen in de maatfchappye zyn geweest, welk door eigen , en familien intres; andere door vermiend Recht, eigenbelang zoekende pr.rtyfchappen en faftien; en nog andere met goede oogmerken, die té veel vertrouwen (telden, in dezen of geenen, wier bezondere oogmerken zy niet kenden; zich dermaten lieten vervoeren; dat er voor den bezaadigden Burger, welk 't Heil en waar belang van Land en Volk bedoelde; niets dan een diep ftilfwygen overbleef; en hy van allen invloed verfteeken, niet anders vermogt te doen; dan Land, Stad en Volk; aan Gode en Zyne Voorzienigheid, ter beveiliging aan te beveelen. hoe dikwyls zyn zy, die zich uitgaaven het waare Heil te bedoelen, en, in den beginne met recht; de fterkfte redreszoekers waaren; door driftige beroerfelen , van de beste regelen afgeweeken, en, in een hollende tuimelziekte, het vuur, waar door zy gepynigd wierden; willende ontloopen; telkens door verbaasdheid in het water zyn gevallen, van waar men hun in'tkort hoorde roepen, Help! Help ! of wy vergaan, men heeft by «eest alle volksbeweegingen, de Regering kragteloos C 3 W9  ( 22 ) gemaakt; ik ontken niet dat zy dikwyls door te fterk te ageeren, zich zulks waardig gemaakt hadden; maar, men heeft de Regeerders ook genoodzaakt, de blinde drivt, van een onkundig gemeen, te moeten opvolgen; waar door den bras ven en patriottifchen Regent, buiten ftaat wierd gebragt, om tot nuttig en nodig redres mede te werken, waar toe hy door zyn meerweetend doorzicht, en kunde van recht, wetten, en oude herkomen ; bekwaam was, en geen gehoor kon vinden als hy de gepaste lemyten wilde aantoonen, en *t rechte redres doen kennen. Als ik dit nu toepaflelyk maak, op de tegenswoordige gefteldheid, van onfe Stad en Vaderland; dan kan ik niet onverfchiliig denken, aan de ftlgemeene verwarringen, welk in dezelve plaats hebbeti; want eigenbaat Heerschzugt en partyfchap, fchynt, en Stadhouder en Regeerders en het Volk van ons Land, zo ongelukkig verdeeld te hebben; dat het monfter van Wantrouw veld wind; mag men de berichten welk van alle oorden worden gedebiteert, gelooven; zo fchynd in alle Steden en Collegien , de onderlinge trouwe en eensgezindheid gebannen, en in onze dagen een wezend]yk bederf; in de Zaaien des Rechts te zyn doorgedrongen , in deze benouwende zielsnood ; ontdekt den eerlyken en braaven Burger, dat er wezendlyk, ruinêufe misbruiken zyn ingefloopen; dat de oude privilegiën , of fchandelyk worden vergeeten, of door uitgedachte vonden zodanig verminkt worden; dat de waare geest der wetten en Volksrechten, te weinig overeenkomst hebben, met de tegenwoordige executie van -dezelve, waar uit een te verre gaande verkoeling , en liefdeloosheid; tuflchen den Burger en Regent, geboo.-ren worden; welk zeer licht, vermoedens, van willekeurige overheerfching, en ontrouw aan 't Heilig Recht; nopens meenig braav cn weldenkend Regent kan veroorzaken. Ber»  Bernardüs Lieve Hemel! waar moeten wy nog heen. Abelids Nu na de opgaave van de gegronde of ongegronde vrees; van 't fucces der Memorie en Refolutie. Corneli us Juist Vriend! dat hebt gy wel onthouden; als deze nu haar beflag hebben gekregen; dan is de keus vry en onbelemmerd J de Stadhouder, hebben wy gezien , kan niet inproberen; dan kiezen de Keur Gefwoorens, de beste en bekwaamde perzoonen over de geheelé Stad; volgens de Keurwetten; maar dan vrees ik! ter» iften dat het geen wy ingevolge onze Conftitutie moeten vragen; en het geen wy in de Memorie ook werkelyk vragen; (want myn naam fïaat er ook onder) namelyk, dat Taalmannen en Gefwooren Meente, mogen worden gehandhaaft in de vryë Verkiezing, volgens de Keurwetten; mids dat dezelve géfchiede zonder Ligues en Cabalen; of laat ik liever zeggen; zonder dat hun die kunnen beweezen worden; maar ik vrees dat dit her waare middel niet is, om ons van die geduchte fchokkoortfen te geneezcn, welk ons Vaderland en ook dezè Stad, zo dikwyls hebben beroerd ! en dan vrees ik ' gdo dat men langs dezen weg , 't willekeurig gezach '| yyelk den Stadhouder oefend; en waar over men zïeh met recht beklaagd; (waarvan ik ook zofterk een afkeer heb dan iemand) uit de handen van den Stadhouder over brengt, in die der Gefwoorens ; of mogelyk ift handen van een Burgemeester of Regeerens Lid; welk door zyn invloed op de Meente ef Kiesheeren, zich een ge-  C 24 ) gezach weet aan te maatigen, 'twelk dat van den Stadhouder in het tegenswoordige géval eevenaard, of té hoven gaat 5 en waar van de gevallen voor den Jare 1748, hier ter fleede, d* allerduidelykfte bewyzen opgelevert hebben; komen wy dus niet natuurlyk in dezelve gevallen , waar in onze Vaders in die tyden waren? hebben wy niêr, eh zullen wy niet altyd houden? gelyk zy toen ook hadden 9 Kleinzoonen van Adam; welk Taalmannen en Gefwooren Meente uitmaken? hebben wy thans een eenige voldoende Rede; dat wy niet behoeven-te vreezen, dat; eer zy, die ons nu al ftamelendé Vader noemen, mannen zyn geworden; het weder in dien ftaat zal zyn, Welk op zo welgegronde waarheid; in de Burger Memorie pag. ^ & 4 word opgenoemd? en, dit 20 zynde, worden wy dan niet ruim zo dwaas als onze Vaderen? word dus niet bewaarheid (het geen ik ftraks in myne bedenkingen zeide) dat men, met het vuur te ontloopen,' ligtelyk door onbedagtzaamheid in het water konde vallen? en ten SAea, als ik my zelvs onderzoek en myn gedachten gade fla, dan bemerk ik te dikwyls, dat ik door om^ Handigheden, die ik in den beginne nauwlyks opmerkte, van myn plicht w-rde verwyderd, en indien ik my dan verbeelde Gefwooren te zyn; dan moet ik vreezeri dat myn Vryheid nopens de keur; zelfs tegen myn wil aan, door de veelvermogende inductie, van deezen of geenen Heer van de Regeering ; zou kunnen werden beftuurd; zo dat ik groot gevaar zou loopen, in eeneh waaren en goeden meening, een min bekwamen Candidaat voor den besten te houden, en zo ik , en mynen meedebroederen ons zo veel zouden kunnen verlaagen, datwe ons wederom in factiën en Cabalen vereenigden! dan zou ik zelfs moeten tóeftaan, dat de laatfte dwaaling erger dan de eerfte zy; want dan zou •ik-  ( 25 ) ik capabel zyn, om tegen beter licht, de flegtfte té kiezen, 4dcn ik vrees dat deze tour, aanleiding kan gevent dat trotfche, en amptzuchtige Keurheeren , dezen eri geeneu , laage zielen, tot Gefwoorens zouden kunnen; kiezen, waar van zy met grond konden vermoeden, datze hun te wille zouden zyn, wanneer zy op eeni volgend Jaar, by liun,' om een Raadhe'ers plaats komen vragen. 5den men yverd tegenswoordig reet reebt, tegens interpretatoire Refolutien j maar ik vrees dat men dus al ipoedig wederom in dè noodzakelykhéid zal komen van hieuwen tè maken; wil men tegens een te vet fchreedend onrecht waakèu. want fchoón de Keurheeren volgens de Keurwetten, de besten moeten kiezen $ óver alle de Burgeren dezer Stad; zo konnen drie van! hun, welk dan de meerderheid uitmaken; een ofmeer^ Ja wat zeg ik ? alle de Leden der óudt Raad pafleren , en niemand hunner weer inkiezeii, en bedenk dan, Weltó een gevolg, zulken willekeurig gezach zou hebben. Wat Zou by voorbeeld de Heer L. B. Lhoman er aan hébben y dat zyn Ëd. een best profitabel amp't zal opgeven? het officiegeld bétaalen, zich als een waardig Regent gedragen, en, over Driejaren, aan de grilligheid van Drie Gefwoorens, met welke hy mogelyk eenige particuliere vérfchilletjes kan gehad hebben, moet afhangen; of dezelve hem ook wederom in de Cla^fe van een arapreloos Burger zouden doen overgaan: bedenk in welk gevaar Zoa door zulk een handelwys, 'tpoletique niet alleen, maar' zelfs het Criminele en Civife Recht geraken; was dit arriet het geval? toen, de factie en Cabaalzu.ht in den' Jare 1720 a 1728 ('t nette Jaar wil me niet invallen) 2o ver ging, dat men wylen den oud' Burgemeester H. van Syfen, en al. die met hem de aangaande rang1' inoesten formeren, wilde pasfeeren; en, had'tlot,;eerï D - ... timb .hirtt  ( ) Boon in andere handen gegeven, ook werkelyk gepa#. feert zou hebben? is dit voortyds zo gebeurd? wis verzekerd ons dat het niet weer gebeuren zal? ik erken, dat volgens myn kundigheden van Perzooi:en; in de laatde Jaren niet altoos de bekwaamde en capabelftetotRegerings Leden zyu ingekoozen; maar ik vrees, dat, indien het zonder mzasge van een vermoógéh dat werken kan; aan de Gefwoorens zal afhangen ; het niet beter zal worden, en de ambten ook minder na bekwaamheden zullen vallen, Ben ik zo veel Jaren de zydlingfe Recommandatie des Stadhouders gevolgd ! wat zal de Sollicitatie van myn Confrater niet' doen! indien hy voor zyn Zoon, myn ffarn koomt vragen? te meer, wyl ik voornemens hen, hec volgendejaar, in gelyk geval, voor myn Zoon of Neef, het zelve verzoek te doen? en hoe zal in dit geval de tdlerbekwaamde, het maken? indien hy onder de Gefwoorens geen begundigers heeft ; wat braav Regent, tja zyn Zoon door de Studiën daar toe laten bekwarmcn? om op zyn beurt o&k Regent te worden ; indien hy laag genoeg moet wezen, om deze of gene fccVe, gu"jt te vragen? en wat Regent; die niet eindeloos zyn verdund moet pynigen , om zxh in de-gunst der Grfwoornen te maintineren. ik weet wel, men ?^gt, U Zoon kan dog altoos een goed Advocaat worden, maar tot die zo edelaardige Charge, moet in onze dagen, een Confcientie wezen, ten 7