Krkg ifl mem Lied: weil alle Welt Krieg wü9 fo fef es Krieg! Gleim. \ Schreeuwt alles, te wapen! 't Wil al in 't geweer! In mannen en knaapen, Hoe oud of hoe teêr, Hoe wel- of wanfchapen, Geen onderfcheid meer! 't Kan rusten noch llapen, Maar hongert naar de eer Van kousjens met flopjens, En knoopjcns als dopjens, En fchoentjens met fineer.  De boer Alexandert Bij mistpraam en kar; De Burger, gebanderd, Loopt om voor een' ntr; *t Zwiert vaandel en ftanderd, Hoe heet of hoe bar; 't Saifoen is veranderd, En 't jaar in de war; De kermis vol kuuren Schijnt eeuwig te duur en Aan 't poppengefnar. Wel aan dan , mijn vrinden, Wil 't alles te veld; Zijn de oorlogsgezinden ÏNfu meerder geteld, En ruimer te vinden Pan oordeel of geld; Wil elk zich verblinden Met d' eernaam van Held; Welaan dan, eens mede Naar Attifche zede,. Den Krijgstoon gefteld!