DERDE SAMENSPRAAK tusschen DRIE GRONINGER BURG ER S* OVER DE NOODZAKELYKHËID, DAT ONSE REGERINGSVORM, NIET AR.ISTOCRATIS, NOG DEMOCRATIS $ MAAR DEMOCRATIS BY REPRESENTATIE MOET ZYN. GEHOUDEN DEN a NO FE MB ER Te BEKOOMEN By de meeste Boekverkoopers in Groninger^ Friesland, Holland en andere Steden, De Prys is 6 St.  Salus Popüli, suprema lex esto. dat is: Het Heil des Volks, is de Hoogste Wet.  i 1 VOORBERICHT. Jjtf zal U overtollig moeten fchynen , by de uitgaav van deze Derde Samenfpraak, by wyze van Voorbericht, nog iets zeggen. Uw Oordeel in dezen is niet ongegrond, zo wy anders, (gelyk wy oprecht belyden) nog bezield zyn, met die zelvde gevoelens en oogmerken, als toen wy de Twee voorige ter Perfe gaven. Drie zaken wilden Wy by deze gelegenheid* V flegts erinneren. i«"> Dat Wy tot geen Polttique Party behoor en, maar (zo wy ons zeiven kennen) waarlyk zyn, en tot den laat ft en Ademtogt, meenen te blyven, ware en Neutrale Lievhebbers van Stad en Vaderland; welk niet anders beöogen, als bevorderlyk te zyn, tot derzelver Waare Best. ado Verbeeld U niet, dat Wy zelve in bet een, nog ander Gasthuis ziek leggen, waar Wy voorgeven zieken te bezoeken, en aan dezelve Geneesmiddelen toe te dienen; of dat de tour der Publyke zaken, ons in het een of ander desfein of oogmerk, hinderlyk zouden zyn, en Wy dus uit een verkeerden grond, welmsenend zouden fchynen, zond'" in der daad zulks te zyn, Neen Waarde Medeburgers! dat ons in deezen gebreeken aankleeven is xvaar-  VOORBERICHT. waarfchynlyk, dog onzen oprechten en onpartydigen ernst is zeker1. 3M0 Niemand Uwer, late zich immer voorflaan, dat Wy eenig oogmerk zouden hebben, om dezen of genen Pcrfoneel, befonderlyk te willen gispen, of in een min gun/lig ligt te plaatfen. Vind zich, iemand Uwer, onder de Doolenden, onfe wensch is mee te werken, om Hem op den regten Weg te brengen. Vind zich iemand onder de Kzvaadzvilligen, Wy wenfchen een middel in Gods Hand te zyn, om hem te verbeteren. Denkt iemand, dat Wy dooien, Wy prefenteren ons, en verzoeken vriendelyk, door een meer verligt Verftand en Oordeel, op een befcheiden wyfe te regt gebragt te zvorden, en Wy belooven, Edelmoedig genoeg te zullen zyn, openlyk onze Dooling te belyden,- en een beteren weg tragten te bewandelen. Voorts Wenfchen en Bidden Wy GOD! dat Hy de Burgers dezer Stad, onfaciiëus en Eensgezind',. Hun waare Heil en Regten leere kennen, en onder een Verftandige en Wy ze Regering, der zeiver Vrugten doe fmaken ; waarin Wy meede Wenfchen te deelen, als Uwe Heiltvenfchende en Stad en Vaderland minnende ME EDEBURGEREN.  ( I ) DERDE SAMENSPRAAK TUSSCHEN DRIE GRONINGER BURGERS, Bernardus Wel Buurman Abelius, ik had gehoord dat gy niet Wel waard, dies heb ik de Vryheid genoomen, onzeö wederzydfchen goede Vriend Cornelius te verzoekea5 om U gezamentlyk eens te gaan bezoeken. Abelius Gy zyt welkom rfiyn goede Vrienden! wat my aaögaat, ik ben zedert eenige tyd niet wel geweest, de! grond van myn kwaal is my onbekend, dan ik gevoel fteeds een zwaare drukking in 't Hoofd ; een flegts fpysverteering, verzeid met flapeloosbeid, maakt my droevgeest'g; dies ben ik zeer verblyd, dat gy nog eens na my omziet , het gefe'fchap diverteert te mes nog al, en lenigt voor een tyd de fmarten. CöRnelius Ik zie waarlyk, dat wy aan U verboren hebben X tiiaar Vrièrid Abelius praclfeerr gy ook te veel? geevE gy U herzens r>^k re veel werk? zou dit ook oorzaak van uwe ongefteldheid zyn?  C * ) Abelius Neen dat geloov.ik niet; zo ik er eenige aanleidende oorzaak voor zou moeten zoeken, dan is het geen vermoejtng van Denken, maar veel eer een geemeligheid, of mismoedigheid , over byna alles wat ik zie, en hoor; en dit veroorzaakt by my een onvergenoegdheid op byna alles, zo dat ik te oüvreden ben op my zeiven, op myn Huisgenooien, op myn beste Vrienden, op myne Meedeburgers, op de Regeenng, in 't kort, op alle Menfcben ; lchoon ik moet bekennen datze my niet Perfooneel beleedigen, maar ik wilde datze anders waaien als zy zyn, en ik befluir , datze algemeen zo niet zyn, als zy wel behoorden te weezen, cornelius Als zy U Perzooneel niet beleedigen, dan geloov ik ook, dat gy Uw ziekte niet regt kend, en dan geloov ik het beter te raaden; als ik zeg, dat gy te veel Praftifeert, en dit veroorzaakt dat gy min vrolyk zyt, om dat er te dikwyls wat voor uwen Geest "koomt, 'twelk gy liever anders zoud willen hebben, maar gy vergist ü myn Vriend! in uwe Perfooneele toepasfing; Lieve! zult gy daarom op U zeiven, op uwe Huisgenooten, op uwe goede Vrienden, onvergenoegd zyn? ik befluit dat gy waarlyk Mipochondereus zyt! en 'dat U eenige brokken in de Maag leggen , dien gy niet verduwen kond; mogelyk denkt gy te veel omtrent de publyke zaken, en omdat gy het na uw gevoelen, niet fpoedig genoeg ziet redrefieren , zo peinst gy in flaapeloofe nagten; en dit veroorzaakt een loome vadzigheid, 't welk u tot een zittend Leven doet overhellen , en dus de fpysverteering vertraagd , en, zie daar Vriend! de oorzaak van al uwe ongefteldheden. Der-  C 3 ) Bernardus Wel hoe! die groote Man 1 die fierke Patriot! geheel ter neer geflaagen , en reeds een conventuaal in 'iGasthuis der Hipochonderisten? Abelius Ms het waar is het geen gy gist , dan moeten het waariyk de publyke zaaken zyn, welk my in 'clloovd zitten ; ik eiken, dat ik daar over byna Dag en Nagt, leg te maaien, en dat zy geheel niet na myn zin gaan , ik wilde zo grang de Mentchen en hare Daaden anders hebben; ik vrees !• ik vrees! dat het waarlyk op het einde nog verkeerd zal uitloopen ! en als' ik dit bedenk , dan wensch ik van alle aardsch geluk verbannen te zyn! indien ik daar door, myn volk, myn Stad, myn Landgenooten , tot de waare,tot de grondwettige Herftelling kon brengen! Cornelius Ja Vriend! gy zyt dus waarlyk van *t regte pad geweeken! het zou immers dwaasheid zyn, te gelooven, en nog dwaazer te beproeven, dat, als gy U van alle Aardfche Genoegens verband, dat daar door de Maatfchappy gered zou zyn, Neeu! door in den Hoek te zitten, het Hoofd met beide Handen vast te houden, daar door worden nog Ariftocraten, nog voifirekte Democraten overtuigd nog verbeterd; want by alle verichil, koomt in de eerfte plaats in aanmerking, dat gy uw party door gepaste middelen overtuigd , dat gy het regt en de billikheid der zaake, aan uwe zyde hebt: maar lieve .l zeg my eens, waar over kweld gy A 2 u  ( 4 ) V zo fterk, dat gy uw ziels en Lichaams gezondheid, in het middelyke benadeeld. Abelius Voornamentlyk om dat ik zie , dat het Heil des Volks, of de goede zaak, zo weinig vorderd; zo dat ik voor my zeiven geloov, dat veele voorgangers in het Pacriöttismus , (even gelyk de Pharifeën en Schynheilige, OBder dekmantel van den besten Godsdienst) alleen hun zeiven zoeken, en onder fchyn van het geheiligde Volksrecht te bevorderen, hun eigen geheime oogmerken en bedoelingen zoeken te verbergen, én dus, onder fchyn van Redres te zoeken, en Redres te vragen , niet anders bewerken , dan zich zelvs den weg te baanen , om, ook eens op zyn beurt den ArijTtocraat_te fpeelen; zo dat het my voorkoomt, dat ten. dezen opzichte, in dit ons Sodom fom my van deze vergelyking te bedienen) geen io Reg'vaardigen meer gevonden wordeu, welk in dezen zich zeiven kennén , en dus eigenbelangeloos en getrouw an hun geweeten8 in allen opzichte werken en handelen. B ERNARDUS Een Lott, is er dan tog nog onder ons! dien wy in U Perfoon kunnen eerbiedigeu? want ik onderfte!, dat gy van u zeiven zult vertrouwen , dat gy, voor Stad en Vaderland , belangeloos en getrouw aan u\Y. geweeten zult handelen. CORNELIUS O verbyfterde Man ! welk een fiyartgallig Humeur, 'pezield ü/ dat gy zo hevdeloos over uw evenmensen. denkt  C 5 J denkt en oordeeld? gy befchuldigd byna alle, van verkeerdheden en ontrouw, en, Gy matigd u zeiven een Recht aan, om te oordeelen over het Hart en de inwendige beweegredenen van uwen Medebroeder; waarlyk myn Vriend! uw gezichteinder is veel te kort, uw Verftand te bekrompen, dan dat gy de geheime oogmerken en overleggingen des Harten van uw Evennaas. ten zond konnen beoordeelendit is alleen het Werk van het Eeuwig en Alwetend Opperwee/en, welk Harten en Nieren beproevt, en daar over op zyn tyd zal oordeelen; maar wy, wy die by het lichtdwaalend fchemerlicht, van een beneeveld verftand, de gebeurtenisfen moeten afmeeten; wy zyn verpligt, na den aart der Lievde, over de daaden onzer Natuurgeuooten te oordeelen, en dus te vertrouwen, dat zy Hun daaden richten na de infpraak van hun geweeten; zo datze waarlyk by haar zeiven gelooven, datze dus doende, het waare Best bedoelen en werkelyk betrachten; ten waare men uit Hunne Daaden, zou konnen aantonen, dat zy waarlyk hun Geweeten verkragt, en de ftem der Natuur verdoovd hadden. Niet dat ik zou willen beweeren, dat niemand in de Maatfchappy doold , of verkeerdelyk handeld; ik geloov zelve , dat er zyn, welk in hun verftand dooien; maar het geen ik in U te keer ga, is,dat wy vooral niet lichtvaardig ons Medeburgers moeten befchuldigen, van een kwaadaattigen wil; want dit doende, dan ftellen wy ook hun in het recht, om even zo lievdeloos over ons te oordeelen, en dit zou ons onderling verdee» len, en voor elkander onnut doen worden. Abelius Wel zo, verbyfterde Man! (want dit mag ik op myn beurt ook wel zeggen) moeten wy zo denken? dan is er immers niemand te befchuldigen? Ja op dien grond A 3 zoud  c 6 ) ;.; zoud gy konnen betogen, dat den fterkftem Ariftocraat, oprecht en ter goeder trouwe zyn Geweeten volgd * en dan zullen de Gelderfche Geweldenaaren, nog wel onder de oprechte in den Lande , moeten geteld worden. CORNELIÜS Neen Vriend! uw gevolg trekking gaat niet door, en dit leid na myn gevoelen, in myn gemaakte (telling niet opgeflooten; dan om u dit bevattelyk te maken , zal ik u eenige dooiende Characlers zoeken te ichet' fen. ' imo Het is. na myrt gevoelen zeer wel mogelyk, dat iemand , welk in deze Provintie het Reglement Reformatoir heeft bezwooren, in goeden ernst, zich last voorftaan, dat hy J heilig verpligt is, alles wat by die Vorm van Regeering, als wettig is vastgefteld, te moe ten maintineeren ; ja zelvs verpligt is, al zyn invloed te gebruiken, om het zelve te doen maintineeren, zo dat hy zich heilig moet wagten. van immer toe te Irten, dat de opwellingen van zyn Natuurlyk Vaderlandslievend verftand, of de denkbeelden van andere; zoveel invloed op hem zouden hebben , dat hy ooit zoude beproeven, of dien knoop ook kon worden ontbonden; of dat hy vryheid zou hebben , toé te laten, dat andere beproevden dezelve te ontbinden; gedenkende hy in elk ernftig oogenblik, de Klaufule van zynen gedaanen Eed. „ Gy zweeren ook, dat gy het Reglement van Re„ geering door den Heer Ervftadhouder geëmaneert, „ zult nakomen, en zo veel in U is, doen na komen. „ Zo waar help ö God Almagtig! " Hier an denkt hy, in oprechtigheid des Harten, te zyn  ( 7 ) zyn verbonden, en geloovd, dat Hy, direét of indirecT: daar van mag afgaan. „ Hy zeid by zich zeiven, deze orde heb ik niet ge„ maakt, maar gevonden; ik heb my die niet wille„ keurig voorgefchreven, maar van de Maatfchappy „ ontvangen; ik geloov dat een Mensch, op zyn Ja„ ren van onderfcheid, en wel beraaden; een belovte „ geftaavd hebbende met eenen Heiligen Eed, en daar „ by zyn Eeuwig geluk verpand; dat zulk een Mensch, ,,. zyn gegeeven onderpand verliesd , in gevalle van overtreeding." Hy befluit dus, dat geene voordellen, hoe voordeelig zy ook mogen fchynen, het zy voor 'tAlgemeen, het zy perfooneel; hem een grein van zyne belovte zullen doen afgaan, zo lang deze Band daar is. Deze Mensch doold wel, na myn gevoelen, maar hy doold ter goeder trouwe; en gy zult flegt handelen , indien gy zulk eenen, voor eenen Valfaris, Pharifeen, Orange kraijer of iets dierge'yk houdt, en daar voor by de Maatfchappy tragt ten toon te (lellen. Hy doold myns achtens, om dat zyn Ernst, en de verbindende kragt van den Eed , niet alleen al zyn Zielsvermoogen inneemd, maar tevens zyn verftand verdoovd, en an flaavachtige ketenen kluiftere; zo dat Hy niet durvd beproeven, of by ook iets by Eede heeft beloovd te maintineeren of te doen maintineeren, welk tegens het Natuurlyk recht, de goede orde, het waare Heil der Maatfchappy , (want dit nrnet dog allen Eed , op Regeerings Regiementen geftaafd indutten) inloopt; want dede Hy dit, zo zou Hy mogelyk bevinden, dat het beloovde by den Eed, hier tegens ftryd , en dit bevindende, zou Hy voor zich gemoedigd vryheid vinden , om het gebrekkige en verkeerde, ter regter tyd en plaats aan te wyzen ; en uit overtuiging, dat een Eed gedaan, ftrydig met goede orde, na*  ( 8 ) natuurlyke Vryheïd, en des Maatfchapny's waare Best, niet alleen kan, mag, maar ook aan den Lande of Stad, verpligt is, zulks te moeten retracteren. en dus beproeven, of Hy ten dienfte der Maatfchappy, wiens Reprefentant Hy is, uit wier naam, en om wien Hy regeerd, ook nuttig zou konnen medewerken, om het gebrekkige te verhelpen, en de Regeeringsvorm en wetten, tot de waare Regtheid, en hoogstmogelyke volkomenheid te brengen , en zo deze denkbeelden door den Eed gekluisterd, hem ontbreekbaar mogt fchynen, dan nog zou dezen oprechten Man, wil hy anders aan zich zeiven getrouw zyn, zyn Ambt verhaten, en zich van deze verbintenis ontflaan. Dan dit alles ontvlugt zyn verftand, en is oorzaak van zyn dooling, te meer, daar Hy zich voorfteld , dat niemand van eenen geftaavden Eed afgaat, als die laag genoeg is, om zich door veug eigenbelang te laten omzetten. ado Een ander doold in Eenvoudigheid zvns Harten, door gebrek aan Verftand,- Hy is wel trouwhartig, eri meent het wel, met zyn Stad en Vaderland-, maat begaavd met een gering Denkensverrhoogen ei) verftandig oordeel; waar Van hy ook, aan zich zeiven bewust is, zo geevt dit aanleiding, ddt Hy in oprechtheid des harten, zich van zyn waaren pligt verwyderd , zynê fentimenten doorgaans onderrchikkende aan Deezen of Geenen, welk Hy in zynen kring voor verftandiger houd; en vermids Hem zulks in eenige geval'en, na Zyn oordeel is gebleeken, zo gewend hy zichomdeeze , maar blindelings te volgen, en, om dat Hy geloovt dat zyne Leider of Leiders,- bezield met een eeven oprecht Hart, en waare Vaderlandslievde, als Hy zelve; door Hun meervermoogenden Geest en kennis van zaaken , de waarheid aan Hun zyde hebben , zo yvert Hy, haar gevoelens en fentimenten te bevorderen, en  ( 9 ) en fchryvt het zich als een Heilige pligt voor; het oordeel van deeze zyne Patroon of Patroonen, te moe. ren flyven en Herken. Schoon, nu zulk een möest kunnen zien, dat Hy geen Party behoorde te kiezen, alvorens Hy zyn eigen verftand en oordeel durvd vertrouwen; en dat Hy de moeite behoorde te nemen zyn eigen bekwaamheden meer te beproeven, en fteeds door infpanninge van al zyn zielsvermoogens, zoeken op te fcherpen; om alzo zelve kennis van zaaken te bekomen, en na eigen bevinding te oordeelen; ten minften beproeven hoe ver Hy het in deezen kon brengen. Dan dit is buiten zyn gezigtpünt, en aan dit'zoort, van dooiende Ridders .' geloov ik, myn Vriend! dat hst in geen publyke partyen ontbreekt ; Ja datze er' maar al te veel gevonden worden, welke op voorgemelde wyze, in eenvoudigheid huns Harten dooien. 3tio Andere dooien door pasfien en drift! Hun Ouders of Familien Waaren deze of gene Party toegedaan, dat gevoelen hebben zy van jongs op, hooren pryzerl en voorftaan, en men heeft geleerd, laag te vallen, op de gevoelens van een tegeris over gefielde Party; men heeft flegts een oppervlakkige kennis aan het Hiftoriêle deel van Stad en Vaderland; men heeft van der jeugd af aan, veel gehoord, van de willekeurige AriÜocratifche daaden, voor den Jaare 1748; als mee dat er op dien tyd veel Veranderingen, en eenige nuttige verbeteringen, tot wering van dat kwaad, zyn tot (land gebragt. Hier door ingenoomen, fchryven zy al dat Nutte, dVvaaslyk aan de Stadhouderlyke directie tpe , en zonder de zaaken in zyn waaren aart te beproeven, laten zy zich voorftaan, dat alles wat den Stadhouder heeft gedaan, öf nog doet, wys, nuttig en goed moet zyn. Deeze dooien na myn inzien allerjammerlykst! door£ dien  ( io ) dien zy niet den Perzoneelen, en Eigenaartigen Stadhouder ondeifcheiden ; en in een zagte kalmte des geestes, bedaard, en met goeden ernst, (met ter zyde (telling van alle pafiè'n en paryfchappen) onderzoeken, of er onder Hun eigen Party , ook deze en geene laage zielen gevonden worden, die het oir van den Stadhouder hebben, en door welker inductie de Stadhouder daaden begaat, welk tegen de regel van Regt en Rede inloopen: hier door zouden zy verftandig overtuigd konnen worden , dat 'er by den Perfooneelen Stadhouder, laage inkruipingen plaats hebben, welk tegen het waare Best der Maatfchappy inloopen , en noodzakelyk behoorden te worden geremedieerd. Andere van de tegenovergeftelde zyde, dooien eeven zeer! by opvoeding een tegenovergefteld gevoelen in'gezoogen hebbende, en dagelyks een reeks van inkruipingen, en willekeurig gezach, aan de zyde des Stadhouders hoorende; 't welk door een, de pbj< ften vermeerderend vergrootglas' word befchouwd , befluiten zy, dat de geheele directie en invloed des Stadhouders onnut zy, en waarom zy alle voorflagen van bemiddeling verwerpen; nemende niet eens de moeite, Verftandig te beproeven, of het te ver getrokken willekeurig gezach, ook tot zyn ware beftemming kan worden gebragt , en de ingeiloopen abuifen en misbruiken , door regelmatige bepaalingen konnen worden geween; Hun drivten (onder benevelde denkbeelden, van het gelievkoosde Patriottismus te bevorderen) den ruimen teugel gevende, lopen zy gevaar, allen Stadhouderlyken invloed te vernietigen; niet bedenkende, dat daar door lichtelyk een Deur word geopend langs welke het willekeurige Ariftocratendom, op nieuw het Hoovd zou opfteken. deeze dooien ook, met een goede meening, over Stad en Vaderland. 410 Ook geloov ik, dat er onder de waare Patriotten, Liev-  C ii ) Lievhebbers van Stad en Vaderland zyn, welk langs een anderen weg dooien, door tö veel gehoorgeeving aan dezen of geenen aanzienlyken Heer, het zy zelvs van de Regeering; om dat zy weeten, of uit wier gedrag zy opmaken , dat dezelve volkoomen met Haar indemd, en welk zy vertrouwen gehoor te geven aan het Maatfchappelyk Recht; (en in deze Dooling vervallen ligtelyk de Voorgangers en Leidslieden des Volks) want dit is by my een Republiceinfche Waarheid, dat men het Maatfchappelyk Recht , kan nog mag bepaalen, als met advys, en door de Gebiedende Magt van 's Volks Reprefentative Souvereinen, en dat zulks altyd collegialiter moet verzogt en geobtinecrt worden; en dat niet 's Volks voordragt, vooraf, aan dezen of geenen Heer, moet worden gefubmitteert, of daar na meer of min gefchoeidt; want dan loopt men gevaar, om ialoufie en factiën onder de Hooge Regeerings Leden te verwekken, en by aankleve van dien, ook in de Maatfchappy. ook is niemand in alles, en t'aller tyd , Hoogwys, waarom \s Maatfchappy's belang nimmer aan een enkel Mensch moet worden gedefereert. 5to Ook vind men in de Maatfchappy een Clasfes ▼an Menfchen, welk zich gewennen tot een geheele koele onverschilligheid, of een te ver getrokken Dweepery ; ik meen de zulke die, of er zich nimmer op inlaaten om kennis van zaaken te neemen , en zich den Publyken Staat te bekreunen, of de zulken , welk alles van eene onmiddelyke bediering van 't Heilig Opperweezen verwagten, en hun Zielsvermoogens gerust nederleggen, op dit zagte oorkuffen, dat de Hecre ! de grooie AileenHeerfcber ! wel alles op zyn tyd, wonderdaadig zal redden, Deeze eerden zyn te koud van Geest, en de laafde bedenken niet genoeg datiè Redelyke Weezens zyn, dan deze zo wel als alle de voorgemelde, ontbreekt B 2 het  C 12 ) het niet aan een goede wilj, en daarom dooien zy rer goeder trouwe; en verdienen meer uwe pnderrigting,, vermaaning en bediering , als verontwaardiging en, verachting. Abelius Nu ! dan is er niemand te befchuldigen, dan doo? £en zy alle ter goeder trouwe? C o R n E l i u 3 Ja Vriend! daar zyn er zo ik rpy laat voorftaan, in de Maatfchappy , welk zeer te befchuldigen zyn , dat, zy Hun 'tware Best, niet meerder ter Harten nemen, en onder deze tel ik i'cn De zulke, welk enkel uit Haat, tegen? dez^n. nf geenen Heer der Regeering, of Voorganger in de Maatfchappy, een tegenovergefteld gevoelen of Party anneemt: enkel met oogmerk , om zyn party de voet te ligten, en dus over een particuliere zaak, fatisfacTe te nemen, ten koste van het algemeene Best. 2 ters, aanleiding geven. Abelius Zy verdienen dan ook uw medelyden, onderrigting, beftiering en vermaning? maar niet uwe verontwaardiging en veragting? Cornelius Op myn medelyden hebben zy geen aanfpraak, maar verdienen te regt myn verontwaardiging; nadien zy niet dooien uit gebrek, aan veritandig doorzigt; maar veel meer, uit Partyzngt, Ligtzinnigheid, onverfchil- lig'  ( 15 ) ligheïd, en gewinzoekende laagheid; ja zommïge, welk een opzettelyke Boosheid begaan, even als of er geen volmaakt Regtvaardig Schepper en Regeerder dezer VVaereld en was; welk een eeuwig onveranderlyk onderfcheid heeft gefield, tuflehen het zeedelyk goed , en kwaad ? Als myn Natuurgenooten hebben zy aanfpraak, op myn onderrigting, vermaaning en beftiering; en het blyvt onzen pligt , zo veel in ons is, Haar daden tegen te gaan; en by alle gelegenheden ons devoir aan te wenden om haar vatbaar te maken voor het Maatfchappelyk regt, en haar eigen waar belang, of zy, langs dezen weg, nog tot nuttige Leeden der Maatfchappy, tot waare Burgers! oprechte Christenen! mogen gewonnen worden! bernardus My dunkt , volgens uwe omfchryving, zo beftaat de geheele Maatfchappy , uit dooiende Ridders , of kwaadaartige fchurken? Abelius Neen Bernardus , gy trekt het betoog van Cornelius te ver; daar zyn 'er, welk zich 't Heil van Stad en Vaderland ter Harten neemen, en door Hun daaden toonen, datze het waare Best, by alle gelegenheden zoeken te bevorderen. Bernardus Gy hebt denk ik, die flerke geesten onder het oog, welk op een hoogen Toon, van het Patriottismus by alle gelegenheden wel weten te fprekenj en zich mee- fterlyk  C ié- ) fterlyk verftaan, om de Regeerings Leden en Particulieren, op een aasje te weegen; en zulks hier en ginds aan nieuwsgierige en praatzieke Lieden in het oor te luisteren, met te zeggen, dien Heer dat is een Orange' kraier! deze die werkt ook al met de verdervende Hand! weet gy al, dat die is omgevallen ? wat is het jammer dat dien Heer niet zuiver is, het is anders een zeer verftandig Man, en wy zouden indien Hy van ons ge* voelen was , er veel dienst van konnen hebben! wat zegje dat die Man is omgevallen, het was eerst zo een fterke voorftander! maar ziet Hy is befmet door zyn Familie: en wat de zulke al meer opentlyk of bedektelyk uitftroien. Abelius Neen! dezulke meen ik niet; maar ik bedoel echte Patriotten, welk het Heil des Volks, tot Haar hoogfte Wetftellen, en alle pogingen aanwenden, oui een grondwettige Herftelling, by Stad en Vaderland in te voeren, maar geenzins zulke rustverftoorende Eerroovers, nog Land en Zeede bedervende feilten.' welk ik vergelyk by ligtende Nagtwormen; die den Reizenden Man verfchrikken, en van de gebaanden weg afleiden. Bernardus Onzen Vriend Abelius beterd dunkt my, byna elk ogenblik : by onze famenkomst waren in ons Sodom geen tien Regtvaardigen, maar nu fchynt het aantal, zedert ons gefprek, aanmerkelyk te zyn vermenigvuldigd, dan ik heb meer gehoord, dat die ziekte wonderlyk is," en zich door wonderlyke Geneesmiddelen laat herftellen, maar ik verblyde my, onze Vriend koomt weer op zyn oude ftel! Abe-  ( 17 ) Abelius Gy fchynd met my te willen boerten; dan, dat er waarlyk onder ons brave Patriotten zyn, houd ik (taande ; van waar anders dat goede en Nutte, 't welk onder ons is, en nog word uitgevoerd? hebben wy dat niet alleen an de ware Lievhebbers te danken? Cornelius Ja Vriend! dit beken ik ; maar ik wenschte egtet wel, dat door onze Leidslieden of Voorgangers, een anderen weg wierd gehouden , ik vrees nog (teeds » dat wy langs dezen weg, het gewenschte oogmerk niet bereiken. A beliu9 Zyt gy nog met vrees bevangen? wel, zeg my3 waar in zy na uw Meening niet wel handelen? Cornelius lk wil Hun Daden niet zo feer afkeuren, als wel den weg dien men in dezen bewandeld; en om U die te betoogen, zal ik U, (legts het volgende opgeven 9 wanneer gy zelve moogt oordeelen, Is het ware Heil der Maatfchappy, niet het groot Pundt, waar in al/es moet t'zamen loopen? Deeld niet'elk Ingezeeten van de Maatfchappy , fa dat Heil? zo ia! heeft hy 'er dan geen belang in? Daar iemand belang in heeft , behoorde hy dat niet te weeten? moet dan de onkundige zyn belang niet onder het oog gebragt worden ? en is alle agterC JiotH  ( i8 ) houdenheid in gemeenfchappelyke dingen , niet zeer fufpectieus ? Beftaat het Poletike Lichaam van Stad of Staat niet uit veele Deelen? en moeren alle deeze Deelen niet na dit eene PuncV, (het Heil der Maatfchappy) gerigtet zyn? zo ia! moeten dan de richtlynen niet alle nevens elkander en op het Algemeene Puuét, gerichtet worden? en vereischt dit niet een Algemeen Plan? Abelios Wat denkt gy! dat die Heeren welk tans voornamelyk werkende zyn , niet een Algemeen Plan hebben waar na zy werken ? of dat Hun onderfcheidene bedoelingen niet een geheel uitmaken ? Cornelius Daar vrees ik voor! het fchynt alles maar by brokken , en in 'tafgetrokkene behandeld te worden; zoneen Regelmatig geheel, onder het oog te houden; elk fchynt zyn eigen prinfipes en desfeinen te volgen; en men heeft mogelyk nog nimmer bepaald, het eigenlyke, of ware Maatfchappy's Beste. Men ftemt by voorbeeld wel Hartelyk te zamen, dat meniom^'de Zuid na de Indien zal ftevenen ; om een zagter Climaat, een vryër en zuiverder Lucht in te ademen; men loopt het Canaal nit, in den grooten Oceaan, maar ziet! den een (tuurt zyn Schip na de Kust vau Guinea, den ander na Surinamen, een derde na Java; alle Landen zy wel in de zogenaamde Indiën ; maar egter in drie byzondere Waereldsdeelen , en zy zyn ten einde van Haren weg, een onmeetbaar eind, van elkander verwyderd. ik hou dat zy, die voor Stierlieden t' Scheep gaan, eerst bepaalen waar heen  C 19 ) heen zy moeten, dan hoe zy kunnen, en welke middelen er vereischt worden; alvorens men de Reis onderneemt. Nu koomt het my voor dat men eerst in de Middelen vroed, alvorens men een bepaalde bedoeling heeft. Laat ik tot (laving van dit gevoelen, een enkel voorbeeld aanvoeren. Men heeft in de Maand Februari reeds, zich te regt verzet, tegens het willekeurig gezach, welk den Stadhouder oefende, met de ap- of inprobatie, des Raads en Gefworene Meente; men heeft met reden, overeenkomüig de gezonde uitlegkunde betoogd; dat het gezach des Stadhouders in dezen, niet volftrekt kon zyn. Hier op, is in de Maatfchappy aangemerkt, (en zulks hoor ik nog Dagelyks) dat indien de Keus der Regeering Dispotyk aan de Meente word gelaaten, de Stadhouder een rigting bekoomt, dat hy Ja, maar geen Neen kan zeggen, dat het dus, hier mee niet goed is; dat de Keus moet gefchieden, na de beste regelen der Natuurwet, dat nog de Kiezers nog de Stadhouder, willekeurig of Lam moeten zyn; dat alle Charges van Reprefentative Souvereiniteit, uit het Volk moet opklimmen, en dat dus, Gefwoorens onder ons, geen Gefwoorens moeten maken. Maar zeg my eens! wat is er tot nog toe in gedaan? is die zaak, zo als het nu (laat, daar mee gereguleerd? weet men nu al- hoe het in de aanftaande Janr. en Febr. moet wezen? of is in dit deel alleen de groote bedoeling, om het gezach des Stadhouders te knakken? op dat, Gefwoorens of andere op hun beurt maar den Dispoot of Ariftocraat kunnen fpeelen ? dan veranderen wy maar van Dry vers, en wy Burgers blyven de gedrevene Schaapen ! Heden dragen wy het Juk van deezen, en mogelyk Morgen van een ander, en C & wie  wie weet? welke het drukkende zal zyn? worden wy op dien voet, niet enkel Machinaal gebruikt, om da geheime Oogmerken van eenige te bevorderen ? en wel ten koste van onze zo natuurlyke Rtpubliceinfche Vrybeid! Indien men na een Regelmatig Siflhema werkte, en alleveug eigebelang, en particuliere Gunstbewyzing zogt te verbannen; moest men dan niet overlang hebben getragt, om te onderzoeken imo of Gefwoorens, Gefwoorens moeten maken. ado of de Stadhouder al of niet moet approbeeren , en zo ja, in welke en hoedanige gevallen hy zulks niet mag doen. Men verbeelde zich tog niet, dat Gronings Burgers, niet zouden kunnen zien, dat die zaak; en door de Stadhouder, en tot nog toe, door de Maatfchapnv, buiten haar ware beftemming is gebragt, en onafgedaan blyvt leggen. Men heeft loffelyk, en met kragt van Reden betoogd; dat het Reglement Reformatoir, onmogelyk het willekeurig gezach van den Stadhouder kon berekenen, en men/ heeft van het tegendeel eenige (tellingen gemaakt, maar men betoogd ze niet; men onderzoekt niet, of het zelve geheel of ten deele, moet worden gealtereerd en ver., beterd; hoe dit en veel andere zaaken weezen moeten, als het tot zyn ware beiremming gebragt zal worden, men heeft dat Reglement in de Burger Maatfchappy allen credit benomen, en men werkt niet verder. Zyn dit bewyzen voor een Regelmatig Plan ? is *t niet, of men er op toelegt, om maar alles over den vloer te haaien, zonder iets regelmatigs af te werken? Abelius Lieve ï fpreek tog niet meer van den Stadhouder en diens  ( ai ) diens gezach; ik heb my ook, Cvo°ïal zedert onze laafte Samenfpraak) verbeeld, dat het gezach van den Stadhouder minnelyk en vriendelyk moest worden gereguleerd en bygelegd. maar zedert de Stadhouder in Gelderland, die geweldige Pas heeft ondernoomen, nu moet ik bekennen, de draad van myn Syfthema kwyt te zyn, want ik zie niet dat eenig Gezach, in zyne handen veilig is; want, als het gezach , of difpotike wil van den Stadhouder zo ver kan gaan, (het zy quafie op bevel van pretenfe Staaten of niet) om Burgers geweldadig aan te tasten, en dood te flaan. Lieve Hemel! waar zal het dan tog met ons heen? gyfpreekt wel van geregelde Plans en Sifthemaas, maar lieve' moet zulk een daad, niet het geheele Sifthema vetan. deren ? Cornelius Ik zal my, over de geweldadigheden in Gelderland gepleegd, niet, breedvoerig uitlaaten,. aangezien zulks niet lynregt tot onze Stad en Provintie behoort, nog ook, tot het onderwerp onzer tcgenswoordige redeneering; alleenlyk wil ik er dit wel van zeggen, dat ik de Daad, of Daaden des Stadhouders tegens Elburg Hattem gepleegd , .in de hoogfte graad af keure, en niet kan nalaaten myn verontwaardiging , daar over aan U te bekennen, ook zal ik niet ondernemen, om Heilig te betoogen, of het gedrag daar in gehouden, eene dooling in 's Mans Verftand, een ilaavachtige gehoorgeving aan de inductie van andere , dan wel een kwaataardigheid in den Wil zy. maar eens het laatfte en dus het ergfte veronderfteld zynde (daar ik voor my nog geen vryheid toe vinde) wat dan ? moeten wy dan maar allen Stadhouderlyk gezach cafleeren, en alle bemoejinge omtrent den Stadhouderlyken invload C 3 maar  ( 22 j maar fparen ? en dus den Doolenden of Kwaatwillenden Stadhouder maar laten begaan, zonder poginge te doen om dezelve te recht, en tot zyn pligt te brengen? of als daar geen hoop meer toe. overig is, nog andere fchikkingen maken? Heeft de ondervinding niet geleerd, en zyn wy van deze waarheid niet volkomen zeker, dat het een Nuttig , dog noodzakelyk kwaad voor ons Land is, dat wy een Stadhouder moeten hebben ; wil men zich voor het Ariftocratendom behoeden ? zyn er dan voor ons niet alle reden, om ernftig en met ter zyde (telling van den Perzooneelen Stadhouder te beproeven, wat den waren Stadhouder is, of behoorde te weezen; en welker gezach dezelve al, of niet behoorde te hebben, op dat het Schip van Staat en Burgerlyke Vryheid, op deze twee, zo gevaarlyke Klippen, geen Schipbreuk en lyden. Dat men dan eerst het gezach van den Stadhouder regelmaatig bepaale; als dan zullen wy konnen zien, hoe ver den Perzooneelen Stadhouder daar aan beantwoord, of van afwykt , en dus middelen beraamen langs welken Hy best aan zyn pligt kan worden gehouden, en van zyne afwykingen te rug gebragt. want 20 lang wy geen regelmatige bepalinge van het Ambt des Stadhouders hebben, hoe zullen wy in veel gevallen over den Perzooneelen Stadhouder konnen oordeelen ? Denk egter niet, dat ik hier mee den Stadhouder, met betrekking tot Gelderland wil verfchoonen ; neen Vriend! die daad keur ik af, en het is by my zeker (men zegge wat men wil) dat die daad een Vlak zal blyven, in het Leven van Willem den Vyfden, want die niet willens en weetens blind wil zyn, moet dit zonneklaar in de oogenfchynen, dat, inggvalle de Prins in een of ander Charge maar konde werken, namelyk in  ( *3 ) in dat van Stadhouder en Capitein Generaal; Hy, in dit geval als Stadhouder had behooren te werken, om de Partyen in 't vriendelyke te bemiddelen en langs den weg van Mediatie te bevreedigen , te meer, om dat de zaaken tuflchen de twistende Partyen niet van dien aart waren, datze zulk eenen preflante afdoeninge door geweldige middelen vereischten, want ei Lieve ! wat kon het in de zaak prefleeren, of eenen Dinkgrevet geweezene Garde du Corps, 3, 4 of 6 weeken , eer of later Raad van Hattem wierd; of een questiëufe Publicatie 3, 4 of 6 weeken, eer of later in Elburg wierd gepubliceert. men zegge niet, dat niet obidieren is Rebellie , en allen Rebellie te ftremmen is prefiant, want dit kan op geenerhande wys onder Rebellie getrokken worden , zouden Interregeerende Leeden van Staat, welk van de Meerderheid in gevoelen verfchillen , (het zy te regt of te onregt) hier door fchuldig worden aan Rebellie! te meer, daar over de zaak in verfchil, de eene Partie in een denkwyfe verfeert; dat de zaaken niet van dien aart zyn , dat de Minderheid de Meerderheid moet volgen, of dat het na Hun meening ftryd tegens Haar Stads Huishoudelyke Souvereiniteit, of tegens de Natuurlyke aart der zaake, het zy volgens regelen van Natuurlyk of Maatfchappelyk regt. want indien dezen ftelregel zou doorgaan, dat in ieder Provintie, in alle gevallen , de Minderheid de Meerderheid moet obidieren zonder exceptie , dan zou een Dooiende of Kwaatwillende Meerderheid alle grondvesten van Steedelyke en Butgerlyke Rechten en Privilegiën kunnen om halen, Ja zelvs den vastgeftelden Godsdienst veranderen, zy zouden zich eigener authoriteit van de Unie kunnen affcheiden, of den eenen Stad een verdubbelde belasting kunneu leggen» en den anderen libereeren &c. Neen!  ( 24 ) Neen! al zweeg de Unie hier! (dat zy niet doet) dan zou nog het Natuurlyk regt dicleeren, dat in zulke of diergelyke gevallen de Hooge Bontgenooten, het zy zonder, of door bewerking van den Stadhouder , moesten worden ingeroepen, om door Hun Intercesfie de twistende Partyen te bevredigen; en zo dit ook vrugteloos mogt zyn, dan zou na myn Meening, het Belanghebbend Volk , als de waare Souvereinen / Regulier moeten worden opgeroepen, en Haare welmeeriing over het verfchil worden gevraagd; waar aan de twistende Partyen zich dan behoorden te onderwerpen, want geen der Partyen krygt immer dat regt, om in zyn eigen zaak Rigter te zyn; en veel minder om zich meester te maken van de middelen ter Defenfie, welk hun te zamen toebehooren ; nog dezelve te ge' bruiken, tegens hun Medebroeders welk in fentimenten van haar verfchillen, om dezelve daar mee gewcldaadig te overheerfchen, of te verdelgen. In zulke en diergelyke gevallen , meen ik, dat het Charnéter of Ambt van Stadhouder moet dienen, om een Difpotike of Hiarchale Meerderheid voor te komen, en alle geweld te wederftaan. Abelius Gy denkt, over de zaaken in Gelderland, nogal vry gezond, maar ik heb U flus, een befchuldiging hooren maken tegen Hun, die thans de Leidslieden des Volks zyn , als of zy een oogmerk hadden, om maar alles over al te haaien, zonder af te werken, maar Lieve! wat zullen die Menfchen doen ? heeft niet de zo eeven beredeneerde geweldige daad in Gelderland! de omflandigheden in de Repüblyk dermaaten verandert, dat een Vryheid en Vaderlandlievenden Regent of Burger nauwlyks veilig meer is, voor Stadhouderlyke en Ariftocra- tifche  ( *5 ) tifche dwingelandie? en moest daarom niet voor alles, het Defenfie Plan voor Stad en Provintie worden gereguleerd, waar toe nu reeds een Commisfie uit den Breeden Raad , de Krygsraad, Schuttery en Exercitie Genootfchap is' gedecerneert; als men tog ook verdandig wil oordeelen , dan moet het nootzakelykde eerst, en zo vervolgeus langzaam aan, alles worden gereguleerd; te meer, als zulks van eenige weinige uit de Maatfchappy, zal worden uitgevoerd. Corneliü 9 Wat myn befchuldiging aanbelangd, die is niet regtftreeks of Heilig, en daarom ben ik tot bewys ongehouden ; ook kan het wel zyn , dat ik in de Publyke zaken te fpoedige vorderingen my verbeeld, gemaakt te konnen worden. Maar het koomt my voor, dat men zich van tyd tot tyd verdiept, in een reeks Van Commisfien en gecommitteerden; verbeeldende deze den Krygsraad, an« dere de Schuttery, andere het Exercitie Genootfchap, en wederom andere de Burger Sociëteit, welk onder» fcheidene Charges al een aanzienlyk aantal van PerZoonen uitmaakt, welk zich allen gequalifkeert rekenen, om namens de Hunne , ieder voor de zyne, (of we! in een algemesne congreatie, gezamentlyk) onmiddelyfc tot de Regeering te kunnen en te mogen fpreken, en die ieder in zyn vak, zich geregrigd acht, zyn propofitien, te kunnen, te mogen, en te moeten inbrengen , als hy oordeeld dat de belangens van zyn committenten zulks vereifchen. Loopt men dus geen gevaar, dat deze Gequalificeerden, in haar Denkbeelden te ver uit elkander loonen?' dat door fommige Broederfchappen voordellen zuilen worden gemaakt, welk tegens andere inloopen, of geerj D Na-  ( & ) Natuurlyke of Staatkundige proev kunnen doorftaan« en doordien het gros van 't Volk, te dikwyls blindelings volgd, voor de Algemeene ritst gevaariyk kunnen-worden? geven znlke onderfcheiden Gommisfien geen aanleiding tot partidigheden, waar door die van de eene Commisfie zich verbeeld, dat de andere hem te meesterachtig behandeld? dat te weinig acht op hun advyfen word geflaagen, en zy niet genoeg gerefpedleert ? hebben wy zaken van diergelyken aart, niet reeds onder de Burger Schuttery gezien? welk nóg gelukkig door bemiddeling is geredreflcert, fchoon het zich in't opkomen liet aanzien, van fchadelyke gevolgen te kunnen worden. Wat het laatfle van U gezegdens angaaE , dat men langzaam aan, moet werken, daar in ben ik het met U eens; ik houd alle overhaasting kwaad, maar het geen ik beweer is , dat men 't niet ten halven moet Jaaten feeken, en dan daar af lopen, om wat anders te beginnen; en dat op een zeker hoogte gebragt hebbende, een derde zaak aan te vatten; waarom ik Heets in het confept verfeer, dat men niet na een geregeld Syflhema van Redres werkt. Ook houd ik het voor den Staat, Stad en Particulieren Burger fchadelyk , dat her zo nodig Redres, een 'Jangen reeks van tyd , in zyn geboorte moet zyn; aan.gezten het den Nyveren , dog Vaderlandslievender! Burger, het zy Nègptiant of Ambagtsman, na Geest en Lichaam, van zyn affaires aftrekt. Abelius Ja ï kon men het zo ver brengen, dat den Burger te Huis bleev, en zich niet ver Ier mer de publyke zaken bemoeide ; dat was een geheele flap voor de party gewonnen, Hy kan nu door converfatie met kun- di-  C 27 ) dïge Lieden , kennis van zaaken bekoomen, en als een belanghebbende beproeven, en dus de zaaken voor zich zeiven beoordeelen.. Cornelius Neen! ik wil geheel niet, dat men den Burger, of Ambagtsman onkundig omtrent zyn waare belangens zal houden ; ik prys zeer, om langs gepaste weegen , de Natie te vërligten, haar Verftand vatbaar te maken voor haare weezendlyke Regten , en verpligting aan Hunne Regenten, welk hun na dien regel Regeeren, Bernardus Hoor Vrienden! breek Uw Hoovd niet verder, met de Poletike zaaken! als gy U Exercitie en Defenüe Plans maar in order brengt, en daar omtrent maar de voordellen van uw onderfcheiden Gecommitteerden ftyvd en fterkt , door haar te Volmagten , om namens U te fpreken en te handelen, en dit is voor U immers weinig moeite; want de procuratie is wettig , als er eenigen uit de Hoop, de Handen opfteeken; Uw Gecommitteerden znllen nu de Boel wel verder redden. En wat de Regeeringsvorm en Wetten aangaat; dat zullen Taalmannen en Gezwooren Meente wel namens U, weten te beredden, die zyn Ja in de eerfte plaats reeds bezig, om zich zeiven in den zadel te zetten, en als dat is gereguleerd, en zy na wensch in de volk posfesfie zyn geconformeerd , dan hebt gy alle grond te vermoeden, dtit Hnn Ed. Agibaare alles tot de natuurlyke regtheid zullen te rug werken; want zy werken namens ü, en op Uw naam, zonder dat gy over Last of procuratie eens gemoeid of gevraagd word; zy zyn onmiddelyke Reprefentanten van U , zy hebben te D 2 cc-  ( 28 ) «eniger tyd van U de magt bekoomen, om namens U dezelve uit te oefenen; maar de extenfie van die Magt, de Modes en Wyze van uitoefening zyn zaken daar gy U niet mee behoevd te bemoeien, Zy zyn uwe Prinfl-. paaien! neen gy zyt Hunne Prinlipaalen wilde ik zeg, gen , en dien Eernaam is voor U genoeg , gy behoevd U wil en Lastbriev niet vernieuwen, en daarom rade ik U, breek uw Herfenen niet met de Regeeringsvorm en Wetten, laat dat over aan dezulke , d^e het zich een Eere reekenen , gequalificeert te zyn, om voor uwe be. Jangens te waaken.' Abelius Wel Bernardus uw fcherffen met alles wat u maar voorkoomt, is waarlyk niet te dulden; gy maakt my 'rHoovd zo warm, dat ik het niet meer kan hooren; gy fchynt te vallen, op de Pretenfie, die Taalmannen cn Gezwooren Meente maken ; en boven dien , zelvs ■op alle zaken die het welzyn vau Stad en Provintie raken. Dat, dat Collegie begeerd geroepen te worden, over al zulke zaken, welk het welzyn van Stad en Provintie concerneeren, en om geroepen te worden over de propofitien van den Landsdag , en dezelve te beoordeelen, zulks koomt Haar toe, want boven en behalven dat dit Haar oorfpronkelyke beflemming is; zo is dit Regt, nog in den Jare 1749 by 't Reglement Reformatoir vernieuwd en bevestigd , by het 2de Artikel, alwaar wy dus Leezen. „ Dat de Stads Regeer ing zal beft aan in Burgemeefte„ ren en Raad, met asfumptie van den Oud Raad, en* „ de als dan in Eed zynde ofEfe&ive Taalmannen en Ge„ fwooren Gemeente, die tot alle faken, bet welzyn van. ?, de Stad en Provincie concernerende, door Burgemeeste- ren  C 29 ) , ren en Raad geroepen worden, imperio & jurisdicVione !' exceptis; foo dat de Taalmannen en Gefwoornen Ge" meente zig direfi nogindircB zullen bemoeien met zaaken raakende de Criminele of Civile Juftitie, maar zal de *, gebeele oefening van de Jurhdiftie verblyven by Bur, meesteren en Raad; &c. en daarom hebben zy volkomen Regt, en alle reeden om Hun verwaarloosde Regten te reclameren, Ja wat zeg ik! zy zyn het gemoedelyk als Reprefentanten van ons; verpligt te doen, en bovendien verbind den Eed, gedaan op het Reglement, Hun daar toe, is dit niet zo Vriend Cornelius ? Cornelius Vrienden! ik fta gereedelyk toe , dat Taalmannen en Gezwooren Meente, of dat Collegie, zekerlyk regt hebben, om hun vorige invloed te reclameren, maar Vriend Abelius! fchoon ik geen genoegzame kunde in het aloude Hiftorië'le en Poletike deel, dezer Stad hebbe, zo merk ik egter voor af op U gezegden aan imo Dat de Leden van dat Collegie zelve (na ik geloov) Hun aloude oorfpronkelyke beftemming niet regt weeten te bepaalen; want 2do Voor den Jare 1663 fchynt by Hun te hebben gerefideerd, de Reprefentatie der meer of min, een Vierde Part, Van de Souvereiniteit dezer Stad: want wy hebben Wetten met dit Caput: „ Burgemeesteren en Raad, Oud en Nieuw, fampt „ Taalmannen en Gezwooren Meente Oud en Nieuw, j, benevens de Wysheid der Stad, en de Hoovden der ?, Gildens, doen te weten, andere „ Burgemeesteren en Raad, Oud en Nieuw, fampt Taalmannen en Gezwooren Meente, de Bouwmees„ teren en Gecommitteerde Beste Burgers , doen te „ weeten. D s H<*  ( 3o j Hoe men in die tyden, in den Raat voteerde ; of na Mannen Hoovdeti, of na Sociëteiten; of alle een concluderende, dan of zommige flegts een advifeerende item hadden, dit en weet ik niet. Men heeft ook in fommige gevallen, deze vier fmaldeelen mist in acht genoomen , wanneer men tot gewignge Poletike Commisfien, 4 Perzoonen uit den Raad, 4 uit de Meente, 4 uit de Gildens, 4 uit de beste Burgers tot dezelve concerneerde. Gelyk al meede , uit ieder der genoemde Departementen , een, gecommitteert is geweest, om met den Graavvan Gelder, namens deze Stad, de Graavlykheid te reguleeren. yio Dat 2 Smaldeelen dezer Reprefentative Souvereinen , voor, in, of na den Jare 1663, waarfchynelyk om wyze redenen, geheel zyn vernietigd, en heC 2de Departement of het ade m orde , namelyk dat van Taalmannen en Gezwooren Meente, buiten hunne beftemming zyn gebragt. want daar zy te vooren Deelgenooten waren vau de Souvereine Magt, fchynt het my toe, dat zy na den Jare 1663, flegts in zommige gevallen geroepen zyn; Pro forma, als advifeerende Leden , of om zo voetftoots direct op de voortellingen te antwoorden; ja men is zo ver gegaan, om hun allen Collegialen byeenkomst , zonder uitdrukkelyke permisfie, te verbieden. Men fchynt dus, dat Collegie , in die dagen , gemaakt te hebben, tot een Souvegarde voor de Regeering om dezelve voor allen nieuwen indrang te beveiligen, en Hun in Hunne fentimenten en willekeuren te ftyven en te fterken. Hebbende de Meente, om geen gevaar te loopen , ook zelvs van de Baan te koomen , zich prefumtyv te laaten paaien met de hoop van fuccesfie, dat uit Hun den Raad zou worden ingekoozen, en zy Heden of  ( 3i ) of-Morgen ook in 't geval zouden worden geptaadst* om te kunnen Regeeren, zonder hun fuccefforen in afficio, welk dan de Meente zouden uitmaken, te kennen, behoudende dat Collegie , alleen het regt, om in e-as van faeature, hun Medecollega's en Raden te mogen kiezen. ik wil door deze gezegdens niet beweeren, dat men de twee vernietigde Departementen zou RedreiTeren en Herftellen; ik heb in onze vorige Samenfpraak , redenen gegeerai, en ben nog , van het tegenovergeftelde gevoelen; Maar ik wenscnte wel te weeten, wanneer, door wie, of welken Middel, de Meente is gequalificeert geworden , om namens de uitgevallen Departementen te occuperen, en ook die te reprefenteren. Want dit is my vreemd , (gemerkt ik in de Oude Conftitutiëele veranderingen, niet genoeg ervaaren ben) of zulks langs een geregelde en gewettigde orde, is gefchlet ? of het gezach der Twee. afgefchafte Departementen, geheel, of ten deele, aan de Meente is toegedaan? of destyds door dezelve is-gereclameert ? Ik ben wel van Oordeel dat de twee genoemde Departementen overeenkomllig het Maatfchappy's Best 4 niet wederom moeten worden ingevoerd. Ik ben ook van oordeel, dat het Collegie van Taalmannen en Gezwooren Meente, het Geheele Volk, wel onmiddelyk kan en mag Reprefenteeren , en over alle zaken het welzyn dezer Stad en Provintie concernerende, kunnen geroepen worden, en dus over de Propofitien van den Landsdag mee te kunnen oordeelen. dan , ik heb in een vorige Samenfpraak reeds aangemerkt, dat men by verbetering van de Stads of Staats Machiue, geen een der Raderen mag verplaatzen, of men moet vooraf, of te gelyk onderzoeken, in welke betrekking dezelve tot dt ande-e Raderen word geplaats, wil men de Machine niet ftootende, of werkeloos maken, en dit is dunkt my  C 3* ) my ook in deezen het geval, dat men geen verandering, al is het verbetering, make, alvorens men het geheele Sidhema heeft berekend en bepaald; want buiten dien doet zich hier voor my een zwarigheid op die wel in 's Menfchen bedorven Natuur gearond is \ maar waar voor egter de Wetten behoorden te waaken. Abeliüs En welken Zwaarigheid is dat? Cornelius Indien de Meente word geadmkteert, Cwant zy fti Mannen Hoovden, in de Vergadering demmen) dan zal dat Collegie veelal de overdemming hebben, want zy 24 Hemmen konnen uitbrengen, daar den Raad , Oud en Nieuw maar 20 a 22 uitmaken ; en op zomrnige tyden, als ieder die een Generaliteits Commisfie heeft, op zyn Post is, fwelk men tog moet onderdeken) op zyn hoogst niet meer als 23 kan uitmaaken. Hier uit kan ontdaan, indien de Meente zich wil vereenigen, dat zy, in de Raads Vergadering komende, en Hun wil openbarende, aan Burgemeesterenen Raad,konnen gelasten , Hunne gevoelen ter Staats Vergadering te dragen, te meer daar in de Breede Raads Vergadering, het Bloedverwantfchap niet uitfluk, en dus aanleiding tot Cabalen kan geven. Ik wil hier mee geen een Lid, veel minder dat Agtbaar Collegie verdenken, dat zy ten koste van de Maatfchappy, alleen om den Raad te contrariëren, zich immer van Hun waren pligt zullen verwyderen; neen, ik wilde maar alleen de mogelykheid aantoonen, en ik nleeri  ( 33 ) rneen dat over alle mogelyke misbruiken, de WetterJ behoorden te waaken. Het fchynt my toe, dat, oudtyds , of in zyn oorfbro'nkelyken fiaat, het Roepen, 20 wel van de Meente als de overige gementioneerdeDepartementen, geen ander bedoeling hebben gehad, als om door Hunnen invloed , de Reste, Wyfte, en meest na regelen varï Rei en Billykhaid voteerende Leden der Regeenng, W ftyven en te Herken, en dus een mngt is verleend,, aenoegzaam om de Wetten, en alle Befluiten der Regeering, aan de beste regelen tot Heil van Stad en Vaderland, door Wy'ze middelen te bepaalen; maar dan zou deze Magt, nimmer zo ver konnen worden getrokken, dat aan Hun, de overdemming kan competeeren. Ik heb dadelyk gezeid, dat ik van oordeel ben, dat Taalmannen en Gezwooren Meente, een Zeker deel in de directie der Poletike zaken competeert, en met regt kan worden gereclameert; maar het is myns achtens vreemd, daar de oorfpronkelyke Conditutie buiten zyn geheel is, en niet weer kan, nog moet herfleld worden, dat men die Reclame onderneemt, zander dat men eerK de extenfie van Magt, modes, en wyze bepaald', ja zonder dat men eens de waare Prinfipaalen het Volk, of Gecoromiiteerdens van dien, over die zaaken advifeerd. of uit Hun verneemt, van welk teneur, zy hun ouderftelde qualificatie willen verdaan hebben; want dir is dunkt my, een zigtbare paal boven water, dat,-in alle gevallen, daar ik'iemand Reprefenteer, en er differente gevoelens over de afte van myn qualificatie komen, niemand tot diens verklaaring geregtigd is, als myne Committenten zelve. En wat het Reglement Reformatoir belangd , meiï is met den Stadhouder, over den uitleg van eenige artikels in verfchilj indien men ook met den Raad,fchoorï over een ander artikel, in verfchillende idees leid, daiï E wensen*  C 34 ) wenschte ik wel dat men het niet tot een fondament van betoog leide, alvorens men het zelve refumeerde , en onderzogt, of het waarlyk met 's Volks wil, geheel of ten deele, over een ftemde, en dus tot een fundamentele wet, zou zyn en "blyven. Abelius Nu! die zaaken maar daar gelaten, alleenlyk, vervolg nog de draad van onze voorige redeneering, en doet ons weeten, hoe gy U verbeeld dat er gewerkt moest worden; want ik begin reeds fterke Hoovdpyn te krygen. Bernard us Wel! begind gy weer om Uw ziekte te denken? Abelius Gy zoud CVriend Corpelius) wel doen, dat gy ons eens een Syfthema of Plan van werkzaamheid opgaavd , langs welk de Regeeringsvorm eo Wetten zouden konnen worden verbeterd, hier door zouden wy ten min» ften Uwe cntique ontgaan. Cornelius Hoe men, myner meening werken moest, daar over wil ik my wel aan U expliceren, ik onderfcheid ten onzen opzichte, den (laat van Stad en Vaderland in drie Departementen. imo het Steedelyke, fldo het Provintiale, 3tl° «et Republiceinfche of Generaliteitfche. Over  C 35 ) Over ieder Departement zou ik met publyk gezach, en onder Meedebevordering van Gecommitteerdens uit de Regeering, een prysvraag uitfchryven , met een honorabelen Premy, voor hem, welk in drie Maanden, by een 'best gekeurde verhandeling , zou aantoonen ; waar in onze Regeeringsvorm van de waare regtheid of beftemmïng is afgeweeken? hoe en op welken wyze het nodig en nuttig redres zou konnen worden bewerkftelligd? welk faculteit en Charafters an dit en an geere Collegie of amptenaaren moest worden gegeven? en op welk een wyze, een ieder an zyn pligt kon worden gehouden? en alle Regeeringloosheid, Ariftocratie, en Willekeurig gezach , kon worden geweerd ? en dus 't Volk by wettigen Reprefentatje worden geregeert, en Hun Heil, als de hoogde Wet geëerbiedigd? Hier by, wilde ik het by provifie laten berusten; in hoop, dat binnen dien tyd, door kundige, bedaarde, en waare Stad en Vaderlandslievende Perzoonen , Cgelyk, van welken aanzien of Character in de Maatfchappy) zulke doorwrogten Plan of Plans zouden worden ingeleverd, uit welke door bekwaame en geauthorifeerde Refenfeurs , een geheel moest worden voortgebragt, en Publyk gemaakt ; om na een genoegzame tyd van beraad, tot een Reglement, te konnen worden gearresteert en ingevoerd. Langs dezen weg meen ik dat niet alleen de publyke rust zou blyven bewaard, maar tevens dat men meer in zes Maanden zou kunnen afdoen , als nu in zes Jaren. Zo dit voordel niet kan behaagen; dat men het dan daai heen zoek te dirigeeren, dat er door de Burgers en Inwoonders deezer Stad; aan de Hooge Regeering wierd geprefenteert, een aantal verflandige, onpartydige, bedaarde , by de Regeering en het Volk, ten Credite ftaande Perzoonen, waare Patriotten, het woord £ 2 in  C 36 ) in zyn waaren zin en beteekenis genoomen, ten einde dat er Gecommitreerdens uit de Burgery, mogten wor'den gekoozen, welk namens het Volk, met gecommitteerdens uit de Regeering, de zo even gemelde zaken onderzogten, 's Volks bezwaaren en confideratien ichriftelyk (door een pub'yke aankondiging) opvraagden , dan met allen Ernst en onpartydigheid, wikten en woogen, om dus de waare lemyten van redres te doen kennen en langs een beredeneerd rapport betoogden, ten einde dat geen, wat de Stad alleen aangaat, en dus elk Ingezeeteti van dien lynregt concerneert te redrelTeeren, en men dus een Steedelyke Regeeringsvorm ni trein bragt, gegrond op het waare Natuur en Volksrecht , waar na men dan, Namens de Stad by de Piovintie zulke inflantien kon doen, om ook daar nuttige verbeeteringen te maken, en dan gezameuriyk het gebrekkige ter Generaliteit moest zoeken te verhelpen. Bernardus Myn goede Vrienden! wat wild gy nog op nieuw Gecommitteerdens hebben? het Collegie van Gefvvoornen Meente zegt immers zelve dat zy U Reprefentanten zyn? zy zeggen ook, ("ten minften het beste deel) dat het niet regt is dat zy haar Meede Collega's kiezen , dat dit op zyn tyd ook wel aan U zal gedemandeert worden , maar daar zyn nodiger zaaken , welk voor moeten gaan, zy moeten eerst in haar oude regten , die by het Reglement Reforroatoir zo klaar zyn bevestigd, worden op 't kusfen gezet, en dan zal allea wel te regt komen, Abelius Hoor Bernardus! gy fchynt gl fcherfends alles met zwarte  ( 37 ) zwarte kooien te willen afmaaien! 'tis waar, dat ik uit de mond van eenige dier Heeren (fchoon anders eerlyke brave en Vadedandschlievende Perfoonen) heb gehoord', dat zy, wegens den Eed op het Reglement, buiten ftaat waren gefield , om den Volke nuttig te zyn, in zaaken die tegen het zelve inloopen; om welke reden ik te meer ven oordeel ben, dat men Gecommitteerden uit het Volk moet hebben, welk aan dien Eed niet gebonden zyn; want de Souvereiniteit behoord tog ontegenfprekelyk by het Volk; dies moeten zy doot Gecommitteerdens fpreken, welk aan niemand dan aan Hun (behoudens Vryheid, veiligheid en goede orde) gebonden zyn. Bernardus Dan verbeeld gy U nog, dat de Souvereiniteit by het Volk rendeert ? Abelius Ja zekerlyk! want ik kan by mogelykheid niet gelooyen, dat myn Vader, een goed, welk van myn Grootvader op hem was gefuccedeerd , en deze reeds by fuccesfie had ontfangen, en dus fide Commis bezat, my in myn minderjarigheid vermogt te ontvreemden, aangezien dit een onontvreembaar goed is, Maar Vriend Cornelius! om wederom tot de Gecommitteerden des Volks te komen , ik vind in die zaak pgter eene zwarigheid ten opzigt der veiligheid , zo voor de Hooge Regeering , als de publyke rust. Cornelius Wat zwarigheid vind gy daar in? E 3 Abï-  C 38 ) Abelius Deze imo, hee krygt gy, zulke verflandige, bedaarde, onparndige en ware Vaderlandslievende Gecommitteerden; welk te gelyk, het vertrouwen des Volks endie der Hoge Regeering hebben; en zich ook, voor hun Eigen Particulier, Perzooneel niet rifikeeren; en gefield dat er zulke Gecommitteerdens zyn , welk alle vereischten van ernst en onpartydigheid bezaaten; hoe zoud gy bezorgen, dat hun opregte pogingen , niet door deze of gene voor Factiëus en Partydig wierden aangezien? en in een hateiyk ligt wierden geplaadst? en zy dus, voor Stad en Volk, in 'topfpeuren van nodig redres, ondienftig wierden gemaakt? ado is het niet gevaarlyk voor de Hooge Regeering en de publyke rust, Gecommitteerden uit het Volk by plegtige Commisfie te ontfangen, en 's Volks bezwaaren op te roepen; leverd de Hiftorien van ons Land geen voorbeelden op, datzuïkeGecommitteerden (waar toe men veelal driftige Humeuren neemt) eerst advi. feerende en verzoekender wyze voorkomen; daar na fterke eifchen doen ; en eindelyk gebiedender wyze fpreeken, ja eindelyk 't Volk gebruiken , om de Regeering te noodzaaken , en dus haar fentimenten hoe wys of dwaas ook, geweldig door te dryven ? iets 'twelk altyd gepaard gaat met geweldige Tumulten en Volksbeweegingen, en eindigd in een gefleldheid, waar •door de Regeeringsvorm en Wetten, in een vorm geraaken, erger als die te voren waren, getuige hier van den )are 1672 , 1748, en is Utrecht (fchoon in allen opzigte regelmatig en wettig; daar van geenbewys, en 3tio Zeg my eens, waar mee zal die Commisfie beginnen , en waar is haar eindpaal ? hoe zal men het met de verfchillende idees der Gecommitteerdens het maken? zal de Meerderheid in deezen decideren? zullen  ( 39 ) len de Gecummitteerden zich onderling niet in factiën verdeelen? zullen zy wederzyds niet ieder zyn eigen faftien ilegts zoeken te doen boven dry ven? 410 En hoe zal de Regeering, nog ook Taalmannen en Gefwooren Meente, zich immer op zulk een Commisfie inlaten? aangezien zy alle gebonden zyn door den Eed , op het Reglement gedaan ? zyn zy hier door , niet zodanig gebonden , dat zy niet eens kunnen beproeven, of de Regeeringsvorm en Wetten, ook verbeterd kunnen worden? Cornelius 'kZal uwe Zwarigheden, ftuk voor ftuk, zoeken op te losfen, ten minften onderzoeken, in hoe verre ik die kan wederleggen. Belangende Uw eerde zwarigheid, daai op zeg ik, dat ik derzelver gewigt, in al zyn kragt gevoel; maar wat de manier van verkiezing aangaat, die wilde ik dus dirigeeren: dat er wederzyds, zo wel by de Regeering als aan de zyde des Volks, vry wierd genomineerd, dog de keus der genomineerde aan de Party gelaaten, en dan zou men door de bewoonders of het Volk van ieder Vaandel, _ een (uit alle de Burgers dezer Stad , gelyk onder wat ' Vaandel hy mogt woonachtig zyn) laten kiezen, welk een getal van 18 Gecommitteerden des Volks zouden uitmaken, welke nominatie aan de Regeering moest worden geprefenteert, ten einde Hun Ed. Mog. daar uit 6 Perzoonen mogten kiezen, in welken ook zy, vertrouwen konden dellen: dat reciprocre, den Breeden Raad 12 of 18 Perzoonen uit de Regeering mogtea Nomineeren , waar -.uit het Volk, of liever diens 18 Gecommitteerden, 6 konden kiezen, en er dus een Commisfie van 12 Perzoonen wierde gedecerneert. Ik houde deeze maniere van kiezen, voor degefchik- fte  C 40 ) iïe weg, om het wederzyds vertrouwen te cultiveren 5 en wat de Perzooneele. rifico der Gecommitteerde Burgers aangaat, daaromtrent merk ik aan, dat indien het de Burgers en Ingezeetenen, alle vry ftaat , hun bezwaaren, en ideës van Redres , fchriftelyk aan Hun Gecommitteerden over te geven, ten fine van productie en onderzoek, dan kan het geproduceerde, nimmer op hun perzooneele rekening worden gefield , want zy konnen in het opponeeren , niet anders worden befchouwd, als de Mond des Volks t welke in dit geval Machinaal werken , en dus geen perzooneele verantwoording hebben. Wat het gevaar aanbelangd, om (fchoon met de oprechtfte poogingen) tot deze of geene party of factie , geteld te worden; daar in fiaan zy met de_ Gecommitteerden uit de Regeering gelykj want een ieder die in zulk een Commisfie geroepen woid, moet zyn advyfen zo Wys en wel doorgedagt, overeenkomfiig den aart der zaaken en het waare Best, tragren uit te brengen, als hem mogelyk is, en, doet hy dat, en heeft Hy daar in Gode en zyn Geweeten tot getuige ; dan moet Hy zich boven de laagheid dier geene verheffen, welk zonder genoegzaame Reede , Hem in een hatelyk Ligt tragten te ftellen, en, ongeacht dit alles, aan Stad en Vaderland tragten nuttig te zyn. Wat belangd Uw tweede Zwarigheid , of het voor de Regeering en de publyke rust, niet gevaarlyk zy, Gecommitteerden uit het Volk, by piegtige Commisfie te ontvangen , en *s Volks bezwaaren op te roepen ? daar op antwoord ik, Neen! zo als de omftandigheden nu nog zyn, is dit nog voor het een, nog voor het ander gevaarlyk. maar zulks word dan eerst gevaarlyk, als men zo1 lange wagt, tot dat het Volk in drift is gebraakt; en met dien Geest bezield, Gecommitteerde» Itfest, want dan gaan de bekwaamfte perzoonen (aan- ge»  C 4i ) gezien zy van allen invloed worden geweerd) in ftilte na Huis, en beveelen Stad en Volk (met een biddend Hart) alleen aan Gode en zyne wyze Voorzienigheid: want het bedaardfte, wyfte en beste deel der Natie, geraaken by zulke gelegenheden, meest altyd, in dit fituatie, dat zy tot hun grievend leedweezen moeten zien, dat de Publyke zaaken verkeerd loopen, en dat het Volk Gecommitteerden kiest, die, of dom, of driftig, of wel partydig, of wel dat alles, te gelyk zyn; waar door de Maatfchappy , (bevoorens reeds warm zynde) nog in heeter drivt word ontfteken, dan gebeurd dat geen , het welk gy te regt, van den Jare 1748 hebt aangemerkt. Maar indien Wy, Wy zeg ik; de Regeering en het Volk, in koelen en bedaarden gemoede; in overtuiging dat er waarlyk in onze Regeerfngsvorm of Wetten verbeteringen zyn te maken, of dat er misbruiken zyn ingefloopen , welk behoorden te worden geredrefl'eert; waarom zouden wy geen Commisfie konnen decerneren? om onpartydig en bedaard te beproeven, wat er van de zaaken zy ? waar op te regt, en waar op te onregt, aanmerkingen worden gemaakt? wat wy voor Vuur, en wat wy voor Water te houden hebben ? en waar de eigendlyke middelweg geleegen zy? en langs welk een manier, wy dezelve moeten beoordeelen. En daar toe houd ik nu de tegenswoordige tyd, juist gefchikt! nu zeg ik , nu de Maatfchappy , God zy geloovd ! nog bedaard, en (fchoon het oog op haar wezendlyke Rechten , is gevestigd) nog in een zagte kalmte des geestes is; en hier door vermeen ik , dat men die gevreesde uiterften zou voorkomen, waar in onze Vaderen, by zulke gelegenheden, zich altyd vergrepen hebben. Ook is hier inmynsachtens, voor de Hoge Regeering, F geen  C 4* ) geen de minde zwarigheid; want indien de Hoge Regeering maar toond (waar aan ik niet twyvelé) dat zy zyn, eerlyke en in oprechrigheid, des Volks Heilbevorderende Regeerders, welk wars zyn, van allen Familie Eer en gewinzoekende Aridomtie, zy mogen anders in oprechrigheid denken, zo als Hun geweeten Hun dicteert; dan zeg ik, hebben zy van een bedaard Volk, niets te vreesen; ia zy zullen in verltamlige en onpartydige Gecommitteerden, (offchoon in confepten van Hun rnogten vprfchillen) Hun verdeedigers vinden» welk Hun voor allen overlast zullen beveiligen." En voor een onderzoek, door Gecommitteerden uit de Hoge Regeering en het Volk, welk h?t wederzyds vertrouwen hebben; loopt de publyke rust , geen het minde gevaar; deze zyn te wel overtuigd, dat er niets yerdervelyker voor den Lande zy, als iets door invloed op de Regering, of het Volk, te doen geweldig uitvoeren , waar by de publyke rust in gevaar zou raken,. Dat gy de tegenswoordige gedeidheid van Utrecht, ten voorbedde aangeharld, dit kan na myn gevoelen niet iii aanmerking koomen; want Gronings Loffelyke Regeering, zal nimmer in die laagheid vallen, van he.t Volk , en diens bezwaaren op te roepen, daar mee te befoigneren, en een nieuw Plan van Regeering en Wetten formeeren en arresteeren, èn dan zulks niet weijJtelyk eff-ctueeren en doen uitvoeren. Neen! zy zullen 's Volks regtmatige begeerten, voldoen, en , te wei ovettuigd van Hun waren pligt, 's Volks dwaalingen Redegeevend contradiceren; maar iets, eens na Regelen van gezonde uilegkunde, en het natuurlyk regt, hebbende gearredeert; zullen zy het zelve werkelyk Uitvoeren, en daar op geen nieuw temtame gedoogen. Wat uw derde zwarigheid aangaat , namelyk wa,t wen eerst, en wat men laast gal ondernemen? en hoe mea,  ( 43 ) men by een te maken Rapport, het met de verfchil- lende ideëh zal maken ; daar op merk ik aan ;mo Indien men de zaken by onderfcheidene Departementen behandeid; dan is't klaar, dat men eerst moet bezoigueeren over het Stedelyke, daar na over het Provintiale, en eindelyk dat geen , waar in wy relatie hebben tot de Generaliteit. a4o Indien hec Rapport opgemaakt zynde , met de verfchillende ideëes der Gecommitteerden, en men daar van een Refumtie ondernam, door een fub commisfie, befiaande uit de helvt der Gecommitteerden, met asfumtie van fes nieuwen, Drie uit den Raad, en Drie uit de 18 Burger Genomineerden; dan zoaden de verfchillende confepten, by refumptie konnen worden beoordeeld , en men zou groot kans hebben, om het waare best te vinden, Wat öw vierde zwarigheid aangaat , nopens den Eed op het Regerings Reglement gedaan ik zeg , wat baat het ons? dat zommige yverige en welmeenende Leden der Regeering , en bezonder die der Taalmannen en Gezwoorne Meente, by continuatie zeggen: „ de Burgery heeft volmaakt gelyk, maar ons zyn de ,, Handen gebonden door den Eed op het Reglement „ gedaan; maar laat het Volk opkomen , en ons van ,, dien Eed ontflaan , dan zullen wy toonen hun Reprefentanten te zyn. " Dat men dan hier mee eerst beginne, het Volk regulier oproepe, niet om dat bezwooren Reglement maar dadelyk te vernietigen ; maar om de Regeering in zo ver, van dien Eed te ontflaan, om met Gecommitteerdens namens het Volk , te beproeven, of en in hoe ver dat Reglement kan , en behoorde te worden veranderd en verbeterd; en zo ja, daar ik geloov , dat geen Vaderlandslievend en Verftandig Man onder ons, F 2 aan  C 44 ) aan twyveld? dat zulks dan mee,tot een onderwerp van Redres worde gemaakt. Bernardus Wel Vriend Abelius ! my dunkt zulk een gezelfchap en Redeneering kitteld U de Lever! en zal U gezondheid meer bevorderen, als een balv dozyn Apotheekers Dranken. Abelius Ja, ik ben tegens myn verwagting, aan het regelmatig denken en fpreken geraakt, dan, ik merk dat ik ook zeer vermoeid ben. Cornelius Wy zullen U dan ook de nodige rust, niet langer onttrekken; ik wensch U een verkwikkende rust, en fpoedige herftelling. Bernardus Leev Wys, Vrolyk en Gezond myn Vriend! Abelius Ik bedank U t'zamen, voor het bezoek en divertisfement, en recoramandeere my verder.