325 F 462.   ANTWOORT aan de ONTMASKERS van het DEFENSÏË P L A N». voor die der STAD GRONINGEN, Nu nieuws in V Licht gekoomen, met een getrouvj* Waarfthouwing aan de Oprechte groninger sc hut ter yen. rd L OM TÈ B Ë K O M £ N, Voor 2, ümvoSi   C 3 ) H oe! begint gy Schryver van het Boekje ge= naamt GRONINGERS Plan van Defeniie Ontmaskert, te vallen Op het Kort Per toog an 'tVolk van Groningen, over het ontwerp van het uiige» koomen Derende Plan; 't welke gy belaglyk noemt. En waarom noemt gy het belaglyk ? Is het niet óm dat de Auteur naar inhoud des Plans van Derende iets ontleedt, dat de onkundige Lieden; die door oorblaadng, fchoonfchynende draaywoorden of beloften, of verè'eringen, het waare oogmerk als verlooren hebbende, wederom de regte weg te doen inleiden, en ónder mogelykheid, dê veelvuldige voor oordeelingen, op 'tPlan van Defensie te doen ontruimen; met derfefver gevolg trekkingen, dien uit zulks moet voort vloejen? Ja daarom noemt gy het 'belaglyk, Gy Ontmaskeraar, konde het Uwe nog maar de Naam draagen van belaglyk, dan had gy nog iets, of niets voor U moeite en werk. Maar! maar het mag met regt heeten Vervloekte TwiftZayer, en Stooker van Helle vooruitdgten, gelyk het Boekje de Helle ontroert, wiens Auteur het felve doeleinde heeft, als Gy, wien quad de weldenkende waarfchuiwt voor Religie te zorgen, om dus als het mogelyk is, ook een Religie twifï in te voeren; Gy redekavelt met fcheele woorden op den Heer van Oldeneel, die naar Üw denkwyfe de Auteur van 't Plan van Defenfie is. Toont uw bewys daar voor, Gy onkundige Schempenaar; dan trekt gy 'er uit, dat 'er Eigen belangde raadllagen, in de Commiffie van Defenfie in alle hebben gehuiftvefr,, Waar door dc Groningers ongelukkig konden zyn, * 2 ert  (, 4 > en dus Grunoos Burgeren moeten gebukt gaan5 oik der het jök van de inoodlle dwinglanden. Wel SnootaardOntmaskert U eygeh vuilniseens, dan tvvyifei ik geentins, of zulke gevolgen leggen in U doeleinde opgeflooten, om op goedegelegenthcidt de zelve te pntkluifteren tot-na WEE van U even Menlek Verders fpreekt gy van de Ses Burger Gecomm: dat die op een dispoticque wylè met des overige Twaalf Gecomm: hebben gehandelt, waar van volgens U nota de Nieuwsfchyn'glicid kan worden voldaan by fömmige Compagnien na U feggenin een Requeft; Wel vuile Twift Strejer by"wat Compagnie luit gy het nu nog vinden? by niet een; 'c is waar 2 Compagnien boven No. 11. hebben door fuike Aterlingen, als gy Selfs zyt, zodanig Requeft geformeert en ook plus minus 30 tekenaren, door drank en mooy praaien békoomenj egrer ontnugcert zynde, in volle gelop heengerent, eri hunne .namen weer uitgedaan. En dat behoorde na Uw feggen nog de brave Burgers te vveeten, ja nodig moeiten zy het weeitn, op dat dezelve de onkundige Poorters, die daaglyks om hun koft werken, "konden gewaarfchuwt worden, doch van niemant drank" an te nemen, nog van fommige hunne Officiers, (fchoon daar ook nog eenige weldenkende onder zyn) nog van fulke als Gy zyt, die Haar en deeiè heele INJaatfchappy, wederom in de oude Dood flaap foeken te wiegen, om U vervloekte oogmerken te bereiken, gelyk tot Hoorn airede in de pasleerde week plaats gehad heeft, als Uitwerkzels van U 'sgelyken. Verder Ipreekt gy fnoodaart; dat uwe mede Burgers de goedgunftigheit van Uwe Vertegens- woor-  ( 5 ) woordigers moeten erkennen, dat dezelve gaarti fcec Plan van Defenfie hadden willen verwerpen, of ten minften langer ukfiel gegeven; Wel hoe weet gy dat zoo Precys? Qy Schender Uwer Regenten! Of zit Gy dagefyks in het ièive Huis, alwaar onze Vertegenswoordigers te zaam vergaaderen; zyn die 'zelve Braave Heeren, die in Commiffie van Defenfie hebben geleten, uit den Bree? den Raad Uwe goetgunltige Vertegenswoordigers ook niet mede? Neen! Neen na Uwe infaameus Gefchnft niet; die hebben met overige Comparanten, in Eygen belangende Raadflagen, en als in drift, door onftuimighefd , en dus ais een HOERE' KIND mede geteelt, wel foei dat de Groninger Aarde, lbo een Snoooaart, als Burger draagt, en Hem voedt, kleedt en huisveft, kt maar Vuilaarr, de wrake des Hemels, fal U vervolgen, en de Vogelen U Auteur ontdekken, hebben niet in tegendeel onfe Braave Vertegenwoordigers Prolongatie gegeven, en fetfs begrepen tot nut, tot befohemiing van Hun en de Maatfchappie; dar konde het in orde en na genoegen van de Schuttery in 3 dage gebragt worde, men voorfeker geen 4 Weeken moeite wagten; Maar! Maar dat liep ftrookende in, tegens Uw, en Uw's gelyken hun doeleinde; Gy Peft onder het,Burgerfchap, eener Republyk, Gy wildet het liever vernietigt hebben, of ten minften foo lang een uitflel, dat Gy en de Uwe, hunne wii bereykr hadden; en dus dan de kragt der Burger Wapens, naar het oude weer ontfeenuwent, om zoo wederom in de oude fmerte te beruften. Gy vervolgt Uw fchant en fmaat Bladt, met nog genoegen voor U felfs te hebben, in het Oefenen van Wapenhandel, om dus Uw onkundig mede * 3 Bur-  C 6 ) jaeger, wat zant in de Ogen te ftroeijen als of Gy het zeer goet voor hebt, om hunne en Uwe Oogmerken na genoegen te helpen foeken, met liet feggen voor Uw een aangenaame Uitfpanning te zyn, ey lieve! een weldenkende die Uw kende, zou met gront mogen feggen, als gy Veinsaart de Burger Wapenen niet anders anmerkt, als om tot een uidpanning te gebruiken, dat gy dan een fteen des aanftoots zyt, die niet waardig- is Burger te zyn; maar gy toont meer als genoeg aan, dat Gy de Burger Wapens vyand zyt, en het zelve weer zoekt te verydelen, foo wel het Burger Regiment, als het Genootfchap; gelyk Gy fnoodaart (die niet willens blint is leezen kan,) daar Gy fegt, dat een vry Burger een groot Eere Tytel is, een Burger te zyn; Gy fpreekt in 'tbegin van onkunde des Auteurs van 'tVertoog, maar hier ftraalt Uw onkunde, of opfette boosheid door, daar geeft Gy duidelyk te kennen, Uw vervloekte oogmerken, om de wakende Natie, in een draaykolk van verbyftering te brengen, met te zeggen een grootfchen Eere tytel, wat meent Gy ontaarde Batoos Zoon, dat een al re verügte Burger langer te vrede zou zyn, een Machine te zyn, of naam te hebben, en niets in der daad te weefen, (zulke Eere tytels willen Wy wel an ander Natiën over laten om daar mede te pronken 0 Neen! Wy willen, wy moeten (zo het GOD belieft) in der daat een vry Burger zyu, zoo als God, en den Menfch ons gefchonken heeft. Dan vervolgt Gy verder, om U gezegde Eere tytels te behouden, dat het Defenfie weefen oforder, der Burger Wapens niet opeen Militaire ynet moet worden ingerigt, dat is te Mig, te drukkend, te vernederent voor een Burger! met ver-  C 7 ) verder fmeelent fpreeken, op de fchikkinge van 't geconfipieerde Plan, wegens de Loopplaats etc. het welke dog foo het voldoender te vinden is, de Maatlchappy kan opgeeven; Wel! ik moet Uw vragen? weet gy wel, wat ons eygentlyk Burger maakt, en moet doen behouden, het eerfte genoeglaam bekent, maar het laafte, zyn het ntet onfe Burger Wapens ? die onder een geordende Disfipline dezelve moeten verdeedigen, en behouden , en dus voor onfe altaar, Vuur en Haarftede moeten pal Haan, hebben onze Voorvaderen fulks niet gedaan na dien tyd en omftandigheden? Waar door Wy onfe Eeretytels in der daat bekoomen hebben, die Wy moeten verdedigen; Neen! Neen fegt Uw wil, dat is Militaire werk, de Burger moet rullig, by zyn Vrouw, Kinderen en beroep zyn, daar geeven Wy onfe geit voor; en dus zoekt Gy hier door, de Schutter die het doorligt mankeert, de goede zaak te verduifteren, en de oude duilterheid weer op de troon te heffen, en dus geeft gy met Iprekende daden te kennen, mede een monfter te zyn, tegens alle poogeningen van 't het» ftelling werk in onze Stad, en over hec geheel. Met het overige in de Helling van 't Genoodfchap &c. zoude 'cU wil zyn dezelve met alle Vaderlandfe byeenkomffen maar te vernietigen door quafi de Natie wys te maken, dat de 18 Compagnien daar door kwamen te lyden, en dus het ware (na Uwe Engelentaal) by het Volk verlooren wierde; zegt Ontmaskert hoe zullen de Burger Wapenen met Effect an het oogmerk voldoen, foo de Militaire gebruik der Wapens, order en vrywilüge disfipline niet wierde waar genoomen, ey het zoude na U wil weer zyn , op zyn oud Burgers, als met een Hooyvork op de fchouder te ageeren; en dus behielden Wy * 4 weer  C s ) weer onfe tytels van vry Burgeren en niets meer? wel fiioodaart die pluim, hebben Wy tot onze fmerte al veel te lang gedraagen op. onze hooft, die moogt Gy alleen wel hebben, en Reizen daar mede na Aken, daar al Uvvs gelyken met Eeretytels heene vlugten. Verder vervolgt Gy, dat de Heer van Oldeneel, door Acte van verbintenis, onder het Genoodfchap, in trouw en na order opgerigt, na fyn fin alles kan doen Ageeren, en dat het fèlve Corps de Mark, en de Schutter Compagnien als agter of moeten ftaan en wat dus meer is. Geagte mede Burgeren die de ogen thans open zyn, liet al weer zyne laagen, om Uw diets te maken, tegen 'tGenoodichap, en tegen alles wat maar Uw reikhallènde verlangen is, Uw te ontduistercni gaat die vuilaart zyn trant van fpreeken eens na/want by voorbeelt, het fy dat het Burger Regiment, Compagnies wyze zal ageren, of Battallions in tyd van Oproer, moet en fal Uw Corpfen ,dog met, altyd van de Markten afgefcheiden vergaderen, na dat Uw Loopplaatzen dan zyn, wat fchaad het U, of het Genoodichap dan op de Mark, dan of het fefvq by Ebbinge of Botteringe Poorten vergadert? is het Genoodfchap niet, Uw gedeeltelyk als het vereifcht word, of naar gelegentheid, in 'tgeheel, alsmede onder U Burger Maatlchappy behoorende; tor een agterbnede, tot een groote Ruggefteiin, om U voor Uwe Vuur en Haardfie te helpen verdedigen; zou juift de Loopplaats de Hooftcaracler anbrengen, an de Commadant van dien, die op de Mark vergaderen? wel aan dan jij Compagnien, kiefl, gy i'ian de Marken in tyd van Oproer, het Genoodfchap zal en wil wel een ander hebben, en dus , als  C 9 ) als dan de zorge ontruimt; maar daar wringt da iüntmaekeraar de fchoen niet, hy fegt quafie een llille in de Lande te zyn, dat hy geen TwiftZayer is, maar de waarheid an fyne Medeburgers mede deelt, en berispt de fchynheilige die 'tVolk verleiden. Wel groote Leugenaar! kan er wel fraajer fchyn van waarheid uitgedagt worden, als u ontmaskert gefchrift om de arme onkunde, an het gesten re brengen, en de grootfte Twistzaayer, die onder de Zonne kan koomen, hoort en liet men niet aireede overal, hoe dat door de groot vermoogende, die met Uw fchurk eens zyn, u ontmaskert gefchrift word geleend, gegeven en angepreefen onder de fmalle gemeente, om die dus doende tegen de weldenkende Regenten en Burgeren op te ietten. Dan verftout gy U, de Braave Heeren uit den Breden Raad met zwarte kooien af te maaien, die in de Commiffie van Defenfie hebben gezeeten. Wel Snoodaart ontmaskert u naam en Perfoon eens; dan zullen die Heeren U na rigeur der wetten wel verantwoording geven, daar gy ten vollen mee voldaan waart. Schender van U Eed en pligt, gy beroept U verder op de uitoefFening der Requeftranten uit het vertoog, na U fmaak en wil afgetafreelt, met influiting dat de Auteur van 't vertoog , dezelve uit benautheden van een aanftaande dood, en vernietiging van alle kwade Plans doen opperen, over de Requeftranten fal ik fwygen, het tweede uitwerkfel van een der Tekenaaren kan ieder als nog pp de Burger Sociëteit vinden en leefen. Waarom geniet dat felve geene Teekenaars meer ? als die een? is het niet een blyk dat de welden* 5 ken-  C io ) kendefchoorvoetende is, fnlke menfchen te volgen? Geef het alle weldenkende Vaderlanders eens in bedenking over, hoe een brave Regeering an de eene, en de ganfche Stad an de andere kant, in perikel is, van de grootfte onheilen te zien gebooren worden, als wanneer de oproeping des volks koomt te gefchieden, voor en aleer er een geregelde order in het bezetten der dagelykfche Wagten en Exercitiën is, dat de gewoone Oeffening onder een billyke en vrye difcipline plaats heeft, waar op als dan foo een groot werk des te vryer, zonder vrees in alle ordentlyke billykheid kan gehouden worden; Maar! maar, het tegendeel zal moeten gebeuren, zoo deeze volksverftoorder met zyn aanhang hunne oogmerken kunnen bereiken. Hy tpreekt quafi dat de Wagtorder zoo flegt niet is, indien fy wel geobferveert wierde, en dus toereikend om alle oproer en tumult te kunnen weeren. Hier toont gy Snoodaart wederom U diepe onkunde in dezelve volftrekt an, want gy fult mogelyk nooit de Wagtorder in zyn volledige zin ondervonden hebben, en meede weinige Schutteren die er thans zyn, maar gy in meer onkundige in de? felve Formen goed te weefen, de oude flordigheid na Conventien te onderhouden, en dus met dat fchoonfchyn van gemak, om de 18 dagen in het doen der Wagten, het geheele goede werk dus uit het oog te brengen; ten anderen, zoo gy, en de heele Schuttery eens een vierendeel Jaars na inhoud van de Wagtorder, eens togten en Wagten hadde moeten waarnemen, op de boete daar in bepaalt , en onder de fubordinatie der Officiers, die daer in geen boete onderworpen zyn; wel ik denk gy zou cl t niet zeggen , indien fy maar wel geob- feri  C ii ) ferveerl wierd, ten derden, wat overeenkomst vintf gy in die tyd, doe de Wagtorder geformeert is, met deefe ongelukkige tydftip, om juist op die oude voet onze Burger wapens, en na die zelve ordres Defenfie houden; of moet defenfie , gebruik der wapenen, de ordres , gewoonten, manieren altyd dezelve verblyven, zo als zy van ouds zyn geweeft? Ach Neen, gy opfette Boosaart, waarom verdiverteert gy U dan fomtyds, tot een uitfpanning met de oeffening der Burger Wapenen, waarom blyft gy niet by Slingerfteenen of fpieffen , by pyl of boog &c. dat hebben Uwe Voorzaaten ook gedaan; maar toont gy zelfs niet aan, dat door de wenteling van al het gefchapene, wederom na tyd, wyze en gelegentheid, nieuwe ordres, gebruiken, krygsoeffeningen moeten worden waar genomen ? maar het fit U daar ook wederom niet, gy hater van Burger wapenen, gy kunt U vuile oogmerken niet bereiken, indien de Burgery ordres en manieren heeft, na een nieuwe Conftitutie, onder de 18 Comp. zoo wel als met het Genoodfchap, daarom verheft gy oude zoo, en vertrapt het nieuwe. Nog beroept gy U zoo trotfelyk op die plegtige Eedftaving, door de Burgery gedaan an onze Overheden, ten tyde toen ons Jand met de magtige Monarch van Europa den Keifer in Oorlog waaren, dat dezelve zonder ongemak was toegegaan, daar men nog niet wist van een Defenfieplan , nog van 't Genoodfchap, daar hebt gy gelyk in, tusfchen die tyd en de tegenswoordige, is er magtig veel troubel water door den Ryn geloopen , doen ter tyd was de Eendragt in ons Burger ingewand nog beftendig, daar zy nu an alle kanten verdeeld en uit elkander gerukt is, hoe zoude er nu mogelykheid zyn te vinden, om met algemeene nut, een  { 12 ) -een algemeen werk te voltoojen, daar de zoekers van alle verdeeld zyn, over de order en uitoeffèmng van dat geene, het welke ons als de befchermEngel moet zyn, waar op wy dat groote werk moeten doen ftuuren, waardoormen als het GOD belieft, het gezogte bekomen hebbende, het felve in een lange duurzaamheid moeten befchermen en onderhouden, dus dit argument werpt zich zelvs om ver met Uwe doeleindens. Het geringfte mensch, als hy het flot van u ontmaskert ftuk overweegt, zal moeten bekennen, die Schurk die dat gefchreven heeft; deugt niets met al, hy fluit met Gods naam zyn vervloekte Defleinen, met te zeggen dat hy het Plan van Defenfie nog zoo zal ontmaskeren, dat er niets goed an blyft. Daar ftraald zyn Godslalïerend beftaan in door, daar geeft hy ter bevestiging van zyn voorige werken zyn Helfche vooroordeel in te kennen , omtrent zyn wil tegens de nieuwe en ge-* hoopte Conffitutie van de weldenkende N.itie. Ontdekt U voor ons Burgerfchaar, uit u duister fchuilhoek van gedrogten die de Natie verpesten, dan zal de Schryver van 't Kort Vertoog, meede publyk tegens U opkomen, en ik als Auteur van defen, U antwoordt mede deelen, dan zullen wy drieën in het twistgeding treden, en laten het vonnis vellen, daar het in 't openbaar behoort. Nog een kort woort myn lieve eeven mensch getrouwe Medeburgers, ik bidde uw weest op u hoede, zulke Vyanden gaan in Schaapsklederen by U om, zy brengen U an 't weiffelen , zoo dat fommige uwer haast niet meer weten wat zy niet, of al geloven moeten ; verwerp alle die geene, die U met drank, giften of beloften zoeken over te halen , om hunne gefchriften te tekenen, gaat bedaart  C 13 ) daart met u beste Vrienden die eens denken erf werken, te rade, en doet dat geene, dat U hand ten goeden vindt te doen, ftandvastelyk, eendragtelyk, wel beraaden te werk, hal te zitten heeft niemand vryheid toe, de tydftip is nu hier, dat wy lange gezogt hebben, maar past op, verliest het ware oogmerk van het herflellingswerk niet, mist gy dat uit het oog, dan loopt gy ligt in de draaikolk van verbyftering, houdt uw beginfel vast. De God van regt en geregtigheid zal u eenmaal het zy vroeg of laat doen zegenpraalen over alle dwingelanden. Teekene my, Een VTAND van TWIST en Faderlandfche Gedrochten. nu te Sneek den 24 Maart 1787. NB. Sommige Leezeren zullen mogelyk denken, dat ik 't Plan van Defenfie in zyn volle beflag hun Heemelhoog door deezen kwam te recommandeeren: Neen myn waarde Stad en Landgenooten, uwe aanmerkingen of bezwaaren daar op in te geven, is noodzaakelyk, en zelvs aangenaam by uwe braave Regenten, die liever zien, een gefchikte order en geregelde difcipline, zoo ver U Vryheid billykt, als een order of defenfie te-  ( H ) tegens U zin en wil in te voeren j als mede gèagte Leezeren flaat geen reflectie op de fterke' uitdrukking, die den Auteur worden toegevoegt, dit raakt hem alleen ; maar gaat onpartydig" U neerleggen, by't geen gebeurt is by en omtrent een Engelfche en Keizerfche oorlog, hoe driftig uw gemoed , wil en uitwerking was , om het heil van 't,Vaderland te bevorderen, gelyk de voorbeelden nog dagelyks opleveren in andere Steden van dat Gemeene best; waar door my* als een weldenkend Vaderlander (fchoon een eenvoudig burger) de Toorn moeste ontfteeken , tegen zulk een gefchrift, van zulke Aterlingen herkomftig.