325 F ► - 471   > • AU/ 32 r BRIE VAN EEN OPRECHT PATRIOT] AAN DE BURGERS en INGEZETENEN DER PROVINTIE STAD en LANDE, OVER DE TEGENWOORDIGE T Y D E N. Fax et Juftitia osculatae funf. Vid. Infcriptie voor het Oude Raadhuis, nu de Burger wagt. Dat isï De Vrede en Gerechtigheid zullen elkander k»sfen\ ALOMME TE BEKOMEN. De Prys is 3 ftuivers.   ♦ WAARDE STAD EN LANDGENOTEN Gelyk men onder veelvuldige heilzaamelesfen, mydikwyls in myn jeugd de Guldene Spreuk: klapt vueU tjig, maar aanboort vry veel &c. ter navolging aangeprezen en ingeprent heeft, zo hebbe ook van dien tyd af, dan eenig doorzigt in het beloop der wereldfche Zaaken begon te krygen, dezelve geëerbiedigd, en my tot eene wet gemaakt. Er is nogtans een tyd, op welke men moet fpreken, en het zwygen eene misdaad word. Die tyd is inzonderheid daar, wanneer men het Lieve Vaderland mee al wat daar in dierbaar is in ge vaar ziet: Wanneer Vryheid en Godsdienst ondermynt en aangerant worden door Aterlingen, die alleen hun eigen voordeel bejagen, en hun fortuin in de ruïne hunner evenmenfrhen zoeken. Dan mag een eerlyk man niet zwygen. Hy moet het gedrogc uir. deszelfs fchuilhoeken trekken, het gevaar ontdekken, of hy maakt zig even fchuldig. Hy moet, het geen hy z-iet, weet, onbemerkt, wareldkundïg maken. Hy moet waarfchouwingen en vermaaoingen doen, op dat de ligtgelovigen zig voor arglistige inboezeroicgen kunnen wagten, en hun bederf vermydeD. Zodanige tyden, MYNE WAARDSTE STAD EN LANDGENOTEN! beleven wy tans, en ons voor dezen zo gezegend Land gaar gewisfelyk te gronde, indien uwe oogen niet in tyds geopend worden. Gyalle weet zo goed als ik, hoe veele inconftitutionele flappen dezer dagen reeds gefchied zyn, en God weet, welke 'er nog volgen zullen. Men wil Uwen Stadhouder beroven van al de macht en het gezach, cp U ernftig verzoek en begeerte, aan Hem en zyn Vorftelyk Kroost erflyk opgedragen, en zonder welke Hy den Lande weinig heil toebrengen, weinig luider byzetten kan. Men zoekt PRINS WILLEM den Vyfde, van dien nanm, uit het Doorluchtig Huis van Orange en Nasfauw gefproten, byU om de veelvuldige weldaaden aan het Vaderland bewezen, altoos zo teder bemind en hoog gefchat, al den invloed in Regering? Zaaken te ontweldigen, om des te vryer U te overheerfchen, onderdrukken en uit te mergelen. Hier toe zulc gy zelve behulpelyk zyn, om dat zyn recht op het Reglement van Anno 1749. gegrond, en het zelve door Uwe A Re- (*) Heezc Aanfpraak aan U beginnende, herinner ik my de woorden ■van JEREMIA Kapittel V; verj 15. 17 en 26, welke ik Uliedeu ter Jeezing ernftig aanpryze. lil. DEEL.  [ * J Regenten bezworen is. Gy zult opgeroepen worden ora dien knoop te ontbinden, de Conftitutie het onderfte boven te keren, de Reglementen te vernietigen, andere naar eigene zinnelykheid en beste convenientie, van uwe Aanftokers daar te Hellen, en om U„ naa dat gy uwe Ketenen , waar mede gy gekhrifterc ftaat te .worden , zelve gefmeed zult hebben, des te wreeder, willekeuriger, en geweldiger te overheerfchen. Gy moest bewerken, 'dat uwe Stads Regenten, wier eed met St. Pieter exfpireerde, in hunne Posten continueeren, zonder door eenigen eed tot handhaving der vastgeftelde Wetten, Recht en Gerechtig, heid gebonden te zyn. Men loopt en draaft Stad en Lande af, om zo vele men maar in zyne bedriegelyke ilrikken vangen kan, tot mede bewerking van ongerechtigheid en geweid over te halen, en het fchynt, dat dit geen eind» zal hebben, voor dat het gantfche Land in rep en roer gebragt, en een prooi van binnen en buiten lands geweld geworden is. Nu is het derhalven de rechten tyd om te ipreken. Een iegelyk, die toereikende kunde endoorzigt van Zaaken heeft, is daar toe verplicht: het zwygen ftrekr. hem tot fchande, tot verwyt, dat Hy door zyn ftilzwygen het Vaderland mede verraden heeft. Met deze Grondbeginfelen doortrokken, die op eer en deugd ge vestigt zyn, gevoele ik de waare Vaderlands liefde in my ontvonken, en waage het in deze weinige bladeren te onderzoeken, of men op die vsyze den Burger en Boerenhand gelukkiger zal manken? Het welk ik rondborftig durve ontkennen. Laat 01 s in beiden de toeleg, de middelen en de nitwerkfelen gaade flaan, en 'er zal geen kwestie van overig blyven. Opzigtelyk de toeleg is in beide dit, aan te merken: Dat de afgunst van eenige perfonen en familien, tegen een voorgaand meerder bewind van anderen, aangefpoort en opgeftaan is, om hun doel te bereiken, teneinde zy die band van beftuur overbragten in hunne handen, om die te doen veranderen in eene roede van overheerfching. Het is waar, men gebruikt daar toe de woorden van Frybeid, men blaast de.n yver van particulieren aan in den Burger en Boeren ftand, en verbergt zig, tot men zyn oogmerk bereikt heeft y agter het Schild van loze bei lofien, dat ook zy deelgenoten, of meer deelgenoten zullen zyn in V Lands beftuur. Maar laat ons onpartydig zyn:  C 3 3 zyn: Laat ons geloven, dat het beste beftuur dat geene is, het welk het meeste heil aanbrengt, en dan bid ik, is 'er reden van verandering, of is die verandering niet allergevaarlykst ? Hebben wy geduurende dertig jaren geen Vrede gelmaakt? Is geduurende dien tyd niet hetgrootfte geluk voor beide ftanden daar geftelt geweest, waar toe zy byna konden geraaken? Heeft de Koophandel in de Provincie niet gebloeid, ja meer gebloeid als immer tevo» ren ? Zyn niet de welvaart en bloei der fabryken gehand» haaft? Is niet de Scheepvaart toegenomen, ja zo aanmerkelyk toegenomen, dat men'er bevorens geen denkbeeld van hadde? Zyn niet U Landbouw en Veeteeld zodanig gezegent geweest, dat de Boeren ftand nimmer bevorens tot die ftaat van overvloed, zelfs van weelde opgeklommen was? Is niet die zelve Boeren ftand in dien tyd van haar juk ontheven, in vryheid geftelt; altans in vergelyking van vorige tyden? Zyn niet 's Lands Lasten regelmatig en redelyk opgebragt? Is daar van niet het beste en zuinigfte gebruik gemaakt? Heeft niet ieder Ingezeten al het zyne in deugd kunnen gewinnen, in zekerheid behouden, en ongeftoort genieten? Zyn niet alle Lasten, alle Wetten, alle bevelen in dien tyd zigthaare Vaderlyke Voorzorgen en vermaningen geweest? Wat wilt gy dan meer, Verdwaalde Sterveling? Een Paradys van geluk veranderen in een hel van tweedragt! En waarom? Om te believen aan uwe Bedriegers, die onder de naam van Vryheid U bederf zaaijen, die uwe Welvaart zullen doen verfmelten als wasch, uwe Schatten verkwynen, uwe vrede in en uitwendig, in een toneel van bioed en oorlog veranderen, en U eindelyk gebruiken als de Slagtoffers" hunner inzigten: Want die afgunftige Overheerfchers zullen zelve geen verandering maaken. Nten, maar zy laaten U Lieden uwe naamen tekenen, Verzoekfchiifcen inleveren, brengen U in den waan, dat gy het zelve tot uwe verbeteringc doed, en na dat gy Lieden bedrogen en overheerd zyt, zullen zy U toebyten: Gy hebt bet gevraagt: G$ bebt bet zelfs aldus gewilt. Dit niet alleen. Men trekt U van uwe bezigheden af; men geef U, door dien waan opgeblaazen, een krygstuig in de hand; en zal U eindelyk niets overlaten als bittere armoede, of de dood. Beflaat het ten beste, zo zal het eerfte uw dee! zyn: maar by de minfte ontvlamming van inofuhlandfche A 2 twist a  t 4 ] twist, is het laatfte uw lot. Gaa maar verder met my deze tyd na, in tegenoverftelling der voorige gelukkige da?en. Hebben wy niet eensgezindheid, liefdeen vrede onder Burger en Bloedverwant gekend ? Is 'er niet geweest onrzach voorden Godsdienst, eerbied voorde Wet en de Overigheid? Dat alles is veranderd in de heilloosfte wrok en afgunst tusfchen perfbonen en geflachten, die geen Eeuw kan uitwisfchen: in de baarblykykfte losbandigheid, en de oneerbiedigüe verfmaading van alles wat de Wet eischtendegoeda order beveelt. En dit alle voert gylieden in Onkunde tot uw bederf uit, om dat men U als met Syrene gezangen misleid, door her woord van Fryheid, het welk gy niet kendterwyl gyhetgeniet. Ziet toch, biide ik, eerhetonherftelbaarte laat is, op welke rand van bederfmenUgebragt heeft; keer te rugge, verlaat uwe Verleiders, eerbiedigt de Wet, vestigt de Conftitutie, geniet en fmaak uw geluk, en gy zult den vrede bewaaren. Ofis'ernogeenigentwyfeloverdit.alles? Ziet de Hoofden van die verleidende Schaare. Ik zal hun nog niet noemen, hoe zeer zy verdienen by hetnageflacht, als de Werkers van dit onheil (grooter als een pest ofaardbeeving, kostbaarder als de verderfelykfte oorlog) bekend te zyn. Ziet hun alle na over de Stad en over het Lsnd, en gy zult 'er geene andere dan deze onder vinden: afgun/lige jiriftocraten, om meer gezach te hebben; booze en flegte afhangelingen van hunne wille en oogmerken; dwaaze en yverzugtige Lieden, om ampten of voordeelen te bejagen; onrechtzinnige Land-Predikanten, die de Dordfche Canons als knellende boeien befchouwen, de aangenomene Leere met voeten treeden, hunne Gemeenten ontftichten, en alle braave Leeraais tot ergernis zyn; losbandige Burger s, die hunne goederen hebben verteerd, hunne gellachten fchande aangedaan, hunne huisgezinnen verwoest, endienuraadeloos omtrent alles, onverfchillig aan het belang des Lands, aües waagen om iets te erlangen; de overige zyt gylieden, die bedrogen word, die U te laat zult beklaagen, en aan wie ik dit fchryve. Hier mede meene ik den toeleg öprechtelyk aangetoond te hebben, die is om U doof te raaaken voor de ftemme der rede door hec gebrom van Vryheid, en U te doen dienen tot werktuigen der ongeregti^heid, terwyl zy U van uw geluk, uwefchatten, uw welvaart berooven, en op diepuinhoopen van uw bederf, hunne grootheid bouwen. Zo zondig, ftrafi baar  C 5 3 baar en verwoestend deze toeleg is, zó verfoeiend en ön> de-o-ond zyn de middelen. Men wist, dat de uitvoerende Macht tot heil der Burgetftaat, handhaving van de Wet, geluk, vrede en eendracht gefterkt was, en moeste zyn mee den Militairen arm. Men wist, dat'er altoos een aanzienlyk deel onder de Bargerftand zoude oveiig zyn, die bedaard, lullig en vrymoedig de Wet en heil des Lands zoude voorflaari. B ide deze zwarigheden moesten uit den weg geruimd, de Militaire arm moefte verlamd, de ftemme der Büfgéréri moefte gefmoord worden. Fluks grypt men da gelegenheid ener nakende oorlog aan (op dat ik niet iets erkers zegge): men brengt den Burger opgeruid en verhit in de* wapenen; en na dal alle gevaar van buitenlands geweld verdweencn is, gebruikt men of misbruikt men dieprysfelyke roeleg der willige gewapende Burgers tot zyn inzicht. Maar hoe? om zyn kwaade oogmerken, die men inderdaad bedoeld, en van het begin der onlusten bedoeld heeft, te bereiken, moet de gewapende Burger, alvorens hy lond begint te ruiken en van het lmeulend onraad de lucht kryge, door zulke fterke kooiden en banden gebonden worden, dat hy dezelve niet weder verfcheuren, of de verftoordersder zoete rust eenige hinder toebrengen kan. Om di>- grote werk te volbrengen, moest gylieden in den waan worden gebragt, dat 'er nier alleen gegronde vreeze vooreen Burgerkryg, maar zelfs van een vyandelyke aanval van buiten op handen was. Straks vind men daardoor de zich beloofde gelegenheid om met overhaafting de Artikelbrief des Burgerlyken Regiments niet flegts hier en daar te redresfeeren, maar geheel en al te vernietigen. Men tracht in diens plaats een plan tot ftand te brengen, waar door de Schut' tery aan orders gebonden, en onder een drukkend juk van Militaire tucht word gebragt, voor vrye Bjrgers en Ingezetenen ondraaglyk. Men heeft reeds zo verre ü oogen verblind, dat men ulieden wist overtehalen, om zelve met veel aandrang tot het fmeden dier boeiens adresfen te doen, en dit alles onder fchoonfcfiynende beloften, dat het ftrekken zal rot handhaving van uwe Rechten en Privilegiën, om U folide regelen en manieren tot ftuitingvan oproer, en ter defenfie van de Stad te doen geworden. Gy zyt dus in het zelve geval met uwe Verleiders, als de onbezonnene Jongeling met de Hoere, waar van in den Spreuken Salomons Cap, Vil: 21, 22 word gezegt: Zy, A 3  C 6 ] leweegde bem door de veelheid van baar onderricht: Zy dreef hem aan door de vleijinge baar er lippen. Hy ging baar ftraks agter na, gelyk een Os ter (lagtinge gaat, ende gelyk een Dwaas tot de tugtinge der boei jen. Want gaat gy met bedaardheid tot deniiihoud vanhecConcept-Plan van defenfie, zult gy er te vergeefsch in zoeken, die regelen, welke gy meent, dat door U Adres bedoek wierden, maar wel vaste gronden om U afhangelyk te maken en te overheerichen. Meer zal ik 'er thans niet van zeggen, om dat vele uwer reeds daaromtrent wakker zyn geworden; om aat niemand voor de Maker of Dry ver van dat fraaije ftuk bekend wil ftaan, federt men bemerkt heeft, dat deze ftrop voor uwe vrye halzen te lomp gevlogten, en te vroeg ten toon is gehangen, om dezelve aan ulieden als een dierbaar kleinood, als een gefchenk des He» mels, te kunnen debiteeren. Dit is het niet alleen, maar hoe vele Schotfchrifien, eerloze verdichtfelen, en nog eerlozer weekbladen worden 'er niet door huurlingen opgeftelt, fchendende alles wat eer, plicht, en Godsdienst onfehendbaar laat, endeze'o?» gelatene Bende, door den Duivel aangevoert, word als een logen geest onder ulieden verfpreid en ftraffeloos aangeprezen. Gy luiftert als geen bedrog vermoedende, en terwyl deze U aanraden de Wapenen te behouden, tegen uwe Medeburgers, tegen de Wet, en tegen uwe Bloedvrienden, drinkt gy dat bederf in met volle teugen. Maar de Leugengeest moest betaalt wo den, de anders onwillige Gemene Man moet zyn beloning hebben Geen nood! Het denkbeeld, de verlt ide waan lot Vryheid hadden uwe harten verbyfteit. zy moefte ook uwe beur feu openen, en zie hier een Zogenaamd Vaderland» Fonds aangenomen, aangeprezen en tot ftand gebragt. Men verzekerde U van de beste inzigr?n dezer toeleg, gylegtU geld uit met het beste oogmerk, en terwyl gy dit doet, gebruiken Uw verleiders die Schatten, (ja Schatten zo zy ten oirbaare van het Land bedeed wierden) tot uw bederf, tot betaling uwer Aanftokers, tot ondermyning van uw geluk, uw Godsdienst en Burgerftaat: tot betaling van eenige baldadige Arme Burgers, wie men niet wist te beteugelen als door weekgeld en beloning. Nu ontbreekt 'er weinig meer aan de volvoering, de Burger is gewapend tot zyn bederf, hy geeft zelve geld, om  C 7 1 om dat te voltooijen: maar by de volbrenging der oogmerken ontbreekt 'er nog iets. De Getrouwe Regent, die iuit, vrede en welvaart zoude blyven liefhebben, zoude terfrns met den Militairen Arm beletten de volvoering van een Plan, zo verderfelyk voor het Land. De Militaire Arm moefte dus verlamt, zo niet geheel afgekapt worden: Zy moefte zig met geen Burger gefchillen bemoeien, Eene welluidende fpreekwyze voorwaar! maar wat zegt die eigentlyk? Niets anders, als dat de opgeruide Ingezetenen, dié bertid zyn de wet te verkragten, hunne eerlyke Regenten te befpotten, de rust en vrede te ftoren, niet verhindert zullen worden: maar zo die zelve menigte, die nu de Stemme des Volks is, zigverftoute, om hun geluk te behartigen, de wet te bewaren, die op te eifchen , daar tegen mag die zelve magt wel gebruikt worden, om hun te verftrooijen, te vangen, teftraffen, en op te fluiten. Gy moet echter niet alleen ten uwen eigene verderve gewapend, maar ook altoos omringt zyn van de zulk», die U uwe ledige uuren onledig houden, met oproerige gefprekken, met verfoeielyke lasteringen, en zie hier den bedrogen Burger enLandmam, afgefcheurd van zyn beroep en kostwinning, op de Sociëteiten, langs eene reeks van kunften en bedrog, overgebragt, en daar gekluiftert, zo dat hy moet horen en fpreken de taal zyner verleiders. Daar moet gylieden zyn, en geroepen wordende, opkomen , zonder te durven agterblyven: om U bederf te voltooijen, uwe kluifters te 1'meden, oat is verzoeken te doen, Requesten te tekenen, die gy niet verltaat, veelmin durft tegenfpreken, en welke gylieden daarom alleen tekend, om dat zy, die 'er hunne oogmerken mede hebben, namaals geen woord willen hebben, datzy dezelve bewerkt hebben. Bleef hét by dit alles nog, maar openduwe oogen, en ziet, zo als gy het bederf der Burgerftaat nu inziet, ook den aanval op den Openbaren Godsdienst. Ik weet wel, die zaak is nog niet ryp genoeg, en daarom komt men met dezelve nog niet openbaar voor den dag: dit zoude da party te veel verzwakken, om dat vele dezelve zouden veriaten des onderricht wordende. Maar zyt niet geheel blind, bidde ik ö! Straks maakte ik gewag van Onrechtzinnige Predikanten, ik bedoele daar mede eenige uit Hunfingo Quartier, di» zo wel in de Stad, als te Lande, Sociëteiten frequenteren, . en  c 8 ] en zo daar, als op den Predikftoel zig bey veren om n™ Bedriegers .n de hand te werken, de losbaSèidSS fleren, en U aan de onderwerping der we- «J hoorzaamheid uwer Wettige oiïdSt^tSke? fk" noem niemand, om dat mvn »nnm»m.r • • l& eer in het ^^tekw^r^VS^f0^ woord zegt, die de SchoenenM'n 'k.ïïJS.S^ Gy weet zekerlyk zo wel als ik ir'in 1 ifr, ^' een.trits LeeraaL voor onzJiverl ^S^Te Jjeere worden gehouden. Gv h^o™™ ï v , wyzingen, vermaningen, opwekkingen en verfroosttVgt tot een toneel, waar op vuile laster, onwaare verdS gen, valfchebefchuldigingen, vernederend"Sdrakk^en «egens Perfonen van den eerften rang, meeftSfrollS fpelen; maar zy misbruiken die zelve LeeSl ook öm hunne ongezonde begrippen tegens onze gezdv rde G0S dienst, voortbrengt van hun eigen bedoTvehlrte, vruch- ioorT tu1' enr*r?Ze herfenen' aa» ^ Gemeente Voor te ftellen en fmaakelyk te maakenj voorts in bvzondere verkeringen m daar toe expres opgerichte Genoodfchappen op allerhande wyze aan te dringen, en in tToezemen. Bedenk eens wat 'er van ons Land word en za?, indien zulke onzuivere gevoelens niet op het kragtfcfteé gengegaan, en uit de Hervormde Kerke gebanneïordén. Belet zo veel gy kunt, dat het,ontworpene Plan tot ver aieoneg van de Dordfche Leere, zo draa de zo fchoon klinkende Grondwettige herftelling zal zyn afkopen, nie? ter uitvoer worde gebragt, of beef! ja beef-voor de Godfpraak van den Profeet jeremia, hier vooren aangeweezen. Dan er doed z,g hope op, dat die gene, aan wie het onderzoek over dwaalende leerftelzels is aanbevolen, aan hunne dieie verplichting gehouw en getrouw, nietonledig,, maar als getrouwe wachters op Sions Muuren waakende bevonden zullen worden. Twyffelt gy echrer eenig. ants aan de waarheid myner gezegdens nopens de onrechtzinnigheid van zommige Geeftelyken, die zig als Leden en Vcorftanders der Sociëteiten vertonen, vraag dan onze Oudfte Leetaar in de Stad, en ik ben verzekerd, dat zvn recht eerlyken braafCaraéïer niet kan dulden, datgv, onderricht bègerende, langer in het onzekere word gehouden. En  C s> 3 En wie zyn nu al verder de yverigflé aanblazen? Zya het niet de anders naar hunne Godsdienst zedige en ingetogene Mennoniten, en welke verder onder die naam fchuU len? Hebben zy niet de eerfte gronden hunner Leere verlaren, en wandelen zy niet onder ons in de kleding van Bloedvergieters en Soldaaten? Zouden die geene, welke nooit werken als uit eigen belang, dit alles doen tot ulieder voordeel, of zouden zy niet veel eer de deur der Hervormde Kerke zo verre tragten te ontüuiten, dat zy met alle hunne deugden en zelfs verlochening daar in kon», den treden, en van daar in de Raadzaalen? Die hier een ogenblik twyffelt, is willens blind. Inzonderheid, zo me» hier tegenover ftelt het pryswaardig gedrag der vereenigde Vlaamfche en Waterlandfche Gemeente; die geen hoogheid of aanzien begeeren; die zich gedragen alsftille, bedaard» en v.eedzameinden Lande; zy eerbiedigen hunne wettige Overigheid; zy erkennen de waarde hunner voorrechten; zy bepalen zich binnen den kring hunner dagelykfche bezig* heden en bekende nyverheid; zy haken niet naar verandering, maar blyven integendeel de Regeerings-Conltitutie hartelyk genegen en toegedaan, waaronder zy zo wel al3 hunne Voorouders voorlpoedig en gelukkig hebben geleefd ; waaronder zy zulke uitmuntende voorrechten en uitzonderingen hebbers verkregen, die volftrekr op hunne Geloofsbe» lydenis flrcken, en daarmede overeenkomftig zyn. Zy zya even daarom als weerloze Chriftenen, wars en afkerig van den Wapenhandel, zo ftrydig tegensdeaangenomeneLeer hunner Kerke, en geene hunner Geloofsgenoten pasfende. Dank zy over zulks de Voorganger» en Opzieiiders, die hunne Gemeente met zulke leeringen, met zulkengoed voorbeeld, in zagtmoedigheid, in bedaardheid voorgaan. Lof zy die L.-den dezer Gezindheid, die de gewenschte uitwerkzelen dezer voortreff=lyke Jeeringen in hun wandel en gedrag doen zien, en met 'er daad betonen. De gevolgen dezer volftandtge gemoedsgefteltenisfe kunnen geen, mindere zyn, dan vrede in het geweten, toejuiching, achting en befcherming van de beste des Volks. Dan hoe zeer verfchillendemeefteRoomschgezindenvan. deze denkingswyze. Man loopt, draaften is onvermoeid, ja tot vernederens toe, om zich zelve en anderen te wape=t, nen, om Sociëteiten te helpen ftichtenen bytewonen, ons Requesten re tekenen, de confufie te vermeerderen, de gemoederen tegens fommige Regenten t,e verbitteren, allerhanB 4&  | lo ] de nieuwigheden en verwarringen in denkbeelden te koefteren aan te kweken% en begrippen te vormen, alsofhet Land met goed geregeerd, en de Vryheid in gevaar wierd 8£?i. M331 T ,0Ch' bidde ik U> ve^aasdeMe„fchen! haald gy dit op uwe halzen? Hoe komt gy tot zulk eene verregaande ondankbaarheid, en hoe bezondigt &£Z0 g?wWeld,?? Hebt gy niet' 20 verre's Lands Wetten zulks toelaten, een ongeftoord genot der BurgerJyke voorrechten met alle andere Christelyke Gezindhe. den? Word gy boven den tax beswaard? Wordeenie ieed U aangedaan, ongewroken gelaten; ftaan de deuren der Rechtzalen met voor U, gelyk voor alle anderen, open, om U recht te verfchafFen, en uwe bezittingen te verzekeren? Verkenen niet 's Lands Machten op uw verzoek grootmoedig vrydom van fchattingen aan uwe behoeftige Geloofsgenooten? Ja wat meert en wac U Het dierbaarst is, vergunt niet Souverein aan U, om, zonder eenige geweetensdwang, vervolging of befpottine te gedogen, uwen God te dienen naar de Leer uwer Kerke, en de Stelfels van uw Gelove? Hebtgydanallq oie onbetaalbare voorreehten reeds zolange, en tot op dezen dag onder den zo hoognodigen invloed eener Stadhouderlyke Regeering; onder eene flipte nakoming en agtervolging eener vastgeftelde en bezworene Conftitutie bezeten; zytgy bydezelvevolftandiggehandhaafd en bewaard gebleven; waarom hunkert gy dan naar verandering ? Wat leed heeft toch ooit uwe Regeering of de Stadhouder ulieden gedaan? of meent gy by verandering uwe verbetering te vinden? waant gy het ooit zo verre te brengen van in de Kegeenng re geraken en op de Geftoeltens der Eere geplaatst te worden? zoekt gy de Hervormde Godsdienst te belagen? verbeeld gy U het by eene omwenteling zö verre te brengen, dat de Leerftoel en in onze Kerken, plaats zullen moeten maken voor uwe Altaren, en derzelver muurenbehangen met de beeldtenisfen uwer Heiligen? Laat, biddeikU, nooit zulke gedachten by Ü opkomeri: want dat kan, dat zal nooit gebeuren. Ja gy zoud zelve by de allertninfte lenyn van zulke doemwaardige bedoelingen de vcorwerpen worden van de rechtvaardige haat eener Natie, die .Hloers van haare voorrechten, met het behoud, of verlies van haare Vryheid en Godsdienst ftaan, of vallen wil. Wanneer gy, Roomschgezinde Gemeente! zulks alles be-' saardelyVen zonder Vooroordelen befchouwt, en overweegt,  t « 1 weegt, zult gy ras bemerken, hoe vruchteloos velen onder U in alle deze woelingen en verwarringen zich afiloven; hoe onerkentelyk zy zich gedragen; hoe zy uwe grote voorrechten in de waagfchaal ftellen; en hoe blindelings zy zich, zonder eenig voordeel aan uwe Burgerlyke of Godsdienftige belangens toe te brengen, laten gebruiken, als loutere werktuigen, om onvergenoegde, ondankbare en heerschzugtiga menfchen mede in de hand te werken, ter bereiking hunner gevloekte oogmerken. Of zyn zylieden geboren om zulke onwaardige groot te ma. ken, ten koste van de vrede in hun gemoed, van de genegenheid en het vertrouwen hunner beste Regenten, ja ten koste van het Burgerlyke behoud van U en uwe Nakomelingen. Eindelyk en ten laatften vrage ik, myne waarde Staden Landgenoten! wat zal van dit alles de uitkomst zyn? Ach mogte de ondervinding van deze akelige vertoning in uwe harten dringen, daar plaats vinden, en U van de dwaling te rugge brengen! Raadpleegt eerst de ondervinding van nabuurige Plaatfen; fchuif de gordynen op, en ziet de fchrikbaarende Rollen aldaar op de toneelen van oproer en verwarring gefpeeld. Men zal de heilig gezworene Eeden verbreeken, en daar door de geftaafde Grondwetten zo los maken, als de bepalingen van de prys op liet brood, welke veranderd worden by de minfte grilligheid der Makelaars, by de minfte verandering van omftandigheden; maar ook dit zelfde zal men doen "om uwe beste en eerlykfte Regenten, om uwe getrouwfte Vaders, die' men by U gehaar en verdagt zoekt te maken, alleen om dat zy pal voor U in de bresfe ftaan, van de baan te brengen, en die eerwaardige en deugdlievende doen vervangen door domme en opgeblazene Weetnieten of heerschzuchtige Dwingelanden; en als het te laat is, zult gy indé handen van deze zien overgebragt al uw geluk, ja alles wat Ü lief en dierbaar is. Troostelykfchynt her echter voor U, dat gy die zelve zult kiezen; gy zult aan dat grore werk deel hebben! Dit ontbrak nog aan uw geluk. Maar zo het gefchied, zultgy uwe kluifters des te vaster maken. Ziet toch in, bidde ik, en denk eens wat deze zaak is, waar mede men U verblind, en uwe eigenliefde ftreelt: kuntgy dat beroep in oprechtheid waarnemen? weet gy wat tot een Regent word vereischt? kent gy de beste? voorzeker neen. Gy zult dan kiezen naar de inblazing der menigte, der ReB a geer-  C 12 3 geerzugtigfte, de geene, dien gy meest vreesd, en dus de grootfte Dwingeland. Die zal gehoord worden door alle. pf door eenige. Zo het eerfte, dan is alle Vryheid verlooren; zo het laatfte, is 'er een eeuwigduurende bron van twisten tweedragt, en de Cabaal, die zich anders bepaald, hoe flegt ook, in den kring der Regenten, zaloverflaan toe alle Burgers, en die tweedragt, welke ons nu verteerd, zal ons eeuwig uitmergelen. Dit zal voorzeker plaats hebben-, wanneer alles tot uw meefte genoegen beflaagt. Maar eer deze dwaasheid beftendig is, zo zy ooit beftendig kan worden, is er nog een bloedig tyd valt voor handen, van uit-of inwendig geweld. De Burger zal zyn Medebu-ger, de Vriend zynen.'Vriend verteren, en gy zult de Slagtoffere van uwe verleiders zyn, opgevoed en opgeblazen tegen de dood, en de armoede. Keer dan van U bederf te rugge; zyn 'er misbruiken, gelyk 'er zeker zyn, en altcos zyn zullen, zo lange 'er menfehen regeren, verzoekt die edelmoedig, bedaard, en vreedzaam te herftelien, elk zal ü dsar in pryfen; "uwe Regenten, op welke gy nu federt eenigen tyd door helfche konstgrepen van uwe verleiders, wulken kwaad oog gevestigd hebt, dat een verwaande Schaarflyper of zogenaamde y veren Godgeleerde, aan hun nie't eens de gewone burgerlyke beleefdheid op ftraat bevvyst, zullen dan tonen, dat zy waarlyk uw belang behartigen , dat zy de waare Voortlanders van de gezuiverde Godsdienst, en de zoete Vryheid zyn. Zy zullen als rechtgeaar te Vaderen U daar van de aangenaame vruchten doen plukken, en de voorwerpen uwer liefde en genegemheid worden. Gelooft vry,' dat 'er vele onder zyn, wien het in de ziele fraert, dat zy U in zulken óogenfchynelyk gevaar van uw ganfehê ondergang bevinden: dat zy uwe liefde moeten misfen alleen, om dat zy aan uwe verleiders, die uwe Welvaart, uwe Vryheid, uwe Godsdienften belagen het hoofd durven bieden: dat gy door bedriegers geblinddoekt, de waarde hunner ftand vastigheid tot handhaving van de vastgeftelde Conftitutie niet kent, of óp den be« hcorlyken prys weet te ftellen. Gelóóft vry, dat de meefte uwer eerlykite,'uwer beste Regenten liever hunne posten willen misfen, als by U gehaat, of onder de minfte vcr« denkinge te zyn, dat zy geen Burger Vrienden, geen Vryheids Minnaars zyn. Gelooft vry, dat meer dan een-zo uit de Stad, als uit het Land reeds voor zig befloten heefe gehad, om zyn pos:, die hy onder U bekleed, nedertèleggen, ten einde de lasreï en fmaadtaal van uwe verleiders,  i 13 3 die U daagelyks omringen, te ontgaan, en welke zy aflderzints, zo lange hunne daaden door de wet, eed en plicht geregeld worden, niet kunnen ontwyken. Gelooft vry dat dit ieeds gebeurd zoude zyn, zo het bezef vari uwe' onvermydelyke ondergang, indien de belagers def Vryheid geen tegenftand vonden, hun daar van niet te rustge hadde gehouden. Erken derhalven met dankbaarheid, de overgroote verplichting, die gy aan uwe getrouwde Regenten, aan de waare Vaderen des Vaderlands, de Handhavers der bezworene Conftitutie, Wetten en Reglementen verfchuldigd zyt. Helpt door eene vriendelyke toejuiching hunner daden, en eerlyke inzlgten, het leed, de hoon en de fmaad, hun door huurlingen, die gyonwe-j tende betaald, zo onverdiend aangedaan, draaglyk temaafeen, op dat zy niet onder den overlast bezwyken, en gy de Slagtoffers der geweldenaren word. Keer dan van den weg desbederfs, ende der verwoeftinge te rugge, verlaat uwe verleiders, bemin de vastgeftelde wetten alleen tot uw waar geluk gevestigd, gelyk de dertigjaarige ondervinding leerde, en gy zult vrede in uw gemoed hebben. Dus kan ik myn taak voor afgedaan houden. Ik hebbe gezwegen, zo lange het kwaad niet op het hoogfte gekomen, zo lange het zwygen geen misdaad was: Ik hebbe gefproken toen ik myn Vaderland op de rand van deszelfi ondergang zag: toen myne Ingewanden rommelden, en myn hart bloede over het gevaar myner evenmensch, die zig onwetende in een grondeloze jammerpoel van elcnde, en verdrukkinge ftorten zoude: toen myn geweten klopte, en my verwytingen deed, dat ik mede fchuldig aan de verwoefting zoude zyn, indien ik langer zweeg; indien het myne niet toebragt, om de verblinde menigte te verlichten; indien aarfelde om dezelve uit een doolhof van verwarringte geleiden: Ik hebbe het monfterdier, dat onder de liefelyke gedaante van Vryheid tot U genadert is, om U ter bekwamer gelegentheid te verflinden en op te Hokken, het masker afgelicht, en kenbaar gemaakt. Ik heb echter my van algemene bewoordingen bediend, geen byzondere perionen aangerand, gelastert, of iemands eere geftolen, zo als anderzints de gewoonte in deze boze tyden mede brengt. Nu word het U tyd om te fpreken, Wel Eerwaarde, Zeer geleerde Heeren, Bedienaren des Heiligen Euangeliums in deze Provincie, zo vele onder ulieden de Leere der Dordfche Vaderen nog aankleven J Gy hebt uit het  Z H 4 ter nedergeftelde kunnen bemerken, dat myn doelwit voor. namentlyk is, om myne Stad en Landgenoten ondereen algemeen voorftel van de tegens woordige denkineswyze, en toedragt van Zaken, oprecht te raaden zich iri die verleidende ftroom met verder te begeven: Hunderzelver waarachtig belang in de bewaring van goede order, en de vastgeftelde Conftitutie onder het oog te brengen: Hun allen te overtuigen, dat zy by de Regeringsform, federtzovele jaaren in onze Provincie plaats hebbende gehad, alle welvaart en voorfpoed hadden genoten; en eindelyk, dat 'er in geen Land groter zegen te wagten is, als waar in de Godsdienst en Wetten heilig bewaard, en ongefchonden op het Nageflagt worden overgebragt. Kunnen dan U Wel herwaarden zig met den inhoud van deze weinige bladeren vereenigen, gelyk ik zulks van ulieden alle, dieonbevooroordeelt, en regtzinnig zyt, vastelyk vertrouwe; en kan ulieden met meerder ter harten gaan, dan dat Godvrust, waarheid en deugd in onzer midden wone} dat alles wat daar tegens ftryd, of hinderlyk is werde uitgeroeid, en weggenomen: zo word het U tyd, Wel Eerwaarde Heeren, indien gy niet ontrouw aan uwen groten Zender wilt zyn, dat gy al uw vermogen en invloed, welke gy uit hoofde uwer gewigtige Amptsbediening op de gemoederen uwer Gemeentens hebt, te koste legt, om by alle gepaste gelegentheden den Volke de aankleving aan onze zuivere Leere, gegrond in Gods heilig en onfaa baar woord, in te boezemen; alle belagingen en ondermyningen van dezelve kragtdadig tegen te gaan; de grote weldaden Gods, federt zo veele jaaren aan ons Land bewezen, te doen opmerken en erkennen; de verplichting onzer fchuldige eerbiedigheid, en hoogachting voor de Overheden, die ons volgens vastgeftelde, en door hun duur bezworene wetten zo zagtraoedig regeeren, van tyd tot tyd te verlevendigen: alle pogingen tot onnodige en onberedeneerde veranderingen af te raden; en fteeds op het harte te drukken, dat die geen goed Burger is, ook geen goed Christen kan zyn. Zo doende zult gy vrede by God en U zeiven hebben, de beste en kundigfte in uw Gemeente ftichten, de zwakgelovige te hulpe komen en overtuigen, het vertrouwen uwer Overheden winnen , en U waardig maken. Zo doende zak het den Lande wel gaan, Vrede en Gerechtigheid zullen eikanderen kusfen. En dit is de wensch van een in het midden uwer wonende, Oprecht Patriot.