325 F 474   B R I E V VAN EEN GRONINGER BURGER, Waar in wordt betoogd, dat het 4 art van dert Breed'en Raads Refolutie van den 18 Maart 1Ó63, nader gerevideerd en gearresteerd den: 26 April 1727, opzigtelyk de bepalinge , Dat niemant hier naemaèls tot Ölderman en Heuveling van eenige Gilde in deze Stad zal mogen worden verkoren, als die Profesfie doen van de Waare Gereformeerde Religie, in deeze dagen diende te worden vernietigd'. Te BEKOMEN By de meeste Boekverkopers in Groningen,' Friesland, Hot land eh andere Steden, 1786. 3De Prys is 3 S>  AAN DEN LEZER. E/e/z myner goede Vrienden gav my onlangs den volgenden briev te lezen, ik nam de vryheid van ze aftefchryven : toen ik hem het origineel wcdergav, 'vroeg ik hem, waarom hy dien briev niet. bezorgde in de Burger Sociëteit , waar toe ze ingerigt fcheen te zyn: hy aniwoorde my, dat het zyn voornemen "was geweest, maar dat hy zulks niet verkoos , dewyl hy onderrigt was geworden, dat volgens Societeits refolutie, ' welke hy allezins goedkeurde, geenc gefchriften in de Sociëteit ter lezinge mogen worden gelegd, als die- verteikend zyn. Ik neem de vryueid, om buiten weeten, en mogelyk tcgens genoegen van myn 'Vrind, dezen briev tu drukpers te bezorgen: ik zuaag' er eene berisfingt aan; hzal my voldoende zyn, zuanneer het p'ublyk maken van dezen briev het doelwit moge bereiken, welk myn Vrind, die buiten alle betrekkinge, en volmaakt belangeloos is, zig daar mede' heeft vonrge/leld. Ik ben UW MED E BURG ER,  ( I ) MïNE MEDEBURGERS, ÖPRÊGTE VADERLANDERS. Grroningéns Burgery heeft nooit met meerder regt de algemeene toejuiginge van Neerlands Volk verdiend, als toen zy in de Maand Maart deezes jaars, door ee11 e wel uitgewerkte Memorie by den Breeden Raad deezer Stad ingediend , heeft getragt , het regt van vrye keüfe opzigtclyk hunne Regenten te handhaven;1 en welk regt van vrye keufe aan haar b$ het Reglement reforniatoir van den 27 Nov. 1749 alleen wasovergebleven, zyn de de begevinge van alle andere ampten den Heer Erfftadhouder in der tyd opgedragen,' edog welk regt zo zeer ftrokende met de denkenswyfe van een Vry Volk, zoo zeer gegrondvest in de aloude conftitutie dezer Stad, men heeft getragt zedert veele Jaaren door.voorafgaande recommandatien te ondermyhen, en dit voorjaar by de veranderinge der Regeringe, door het fubflirueren van andere perfoonen, in de plaats der wettig verkoren1 Regenten zonder eenige re« derigevinge, opentlyk anntetasten. In Uwe Memorie', WAARDE MEDEBURGERS, hebt gy zoo klaar, als d£ Zon aan den dag ichynt, aangetoond, dat de fleer Erfftadhouder geen onbepaald regt van improbatie heeft, maar dat het zelve aan de gevallen , in het 3 wordt veragt of vervolgd, maar, dat het oordeel daar van gelaten wordt aan GOD, die alleen door de dwalende omtrent zyne leere wordt beledigd , en daarom aan Hem ook alleen de (traite toekomt. Te verwonderen is het, dat men in een Burgerhaat z^g altyd zo beyverd heeft, om de zaak van GOD te verdedigen, daar het in een Burger maatfchappy er maar alleen op aan komt, om zulke leden te hebben, dewelke de gefchikfte zyn tot deszelvs hoofd-oogmerk, namelyk, om elkander uit eene nauwere zugt en betrekkinge te helpen, en een ieder by zyne wettig verkregene eigendommen tegens alle geweld, zoo van binnen als van buiten te handhaven, en te befchermen. Het is te hegrypen , dat men in de tyden van domheid en bygeloov heeft vastgelteld, dat GOD den Souverain, aarj wien hy de magt op aarde gegeven heeft, ook tevens belast heeft, en hem het fwaart ten dien einde in handen gegeven, om alle zulke, die van de aangenomene, en, zoo ieder vermeint, eenige en onvervalschte leere, zoude?] afwyken, te verdelgen, of hun door harde behandelingen of uitfluitinge der Burgerlyke Voorregten zoo benouwd te maken, dat zy als gedwongen wierden de heerfchende gevoelens te omhelzen; maar het gaat, h gezond Verdand te boven, dat men die zelve ge» voelens in deze verligte tyden , hoe wel niet met de zelve hardigheid, volgt. Dog WAARDE MEDEBURPERS, ik ben verder gegaan , als ik gedagt hadde, vergeeft my dezen uitflap. Vermits de Burgery alleen het grootfte belang heeft by het bovengenoemd 4 art. van die refolutie, zoo heeft miffehien de Breede Raad , en ook niet ten cnregte geoordeeld, dat het niet oirbaarwas, om daar om*  ( 5 ) omtrent eenige veranderinge te maken , bevorens zf door een aanzienlyk getal van Burgers en Ingezetenen daar toe wierde aangezogt: en het is daarom, MYNE MEDEBURGERS, dat ik my by UL. vervoege. Geen van UL. zal in twyffel trekken, of ook die geene onder ons, dewelke geene belydenifle doen van de Gereformeerde Religie, zyn vreedzaame en nuttige ledematen van de Maatfchappy ; zy hebben getoond, dat aan hun het Vaderland zoo lief is, als aan een eenig van de Heerfehende Religie; doordien zy, zoo dra de oproepinge door den Souverain tot den Wapenhandel gefchiede , zig daar toe met alle bereidwilligheid hebben aangegeeven en bekwaam gemaakt, om, zoo de nood het vereischte, het lieve Vaderland ten koste van hun bloed te verdedigen. Zy dragen. ' benevens de ledematen van de Gereformeerde Religie de zelve Stads en Gilde lasten, is het dan ook niet overbillyk , dat men hun die zelve aangenaamheden doe genieten, welke die Maatfchappye, waar van zy leden-zyn, oplevert? ik fpreek niet van.ampten, die betrekkelyk tot de regeering zyn: ik bepale my alleenlyk tot het meergemeld 4 art. Wat invloed kan het met eenige mogelykheid tot het Staats of Stads befruur hebben, of d'officiers der Gildens van de Gereformeerde , Roomfche of Lutherfche R.eligie, of Mennoniten gezindheid zyn? zekerlyk geen hoe genaamd; en welke zyn dan de redenen; waarom die geene, de welke belydenifle van de Gereformeerde Religie doen , alleen tot Officiers der Gilden verkiesbaar zyn? ik kan er geene vinden, als om die, dewelke van de Heerfehende Kerk in gevoelens verfchillen, door het onuiemen niet alleen van al het voordeelige der Maatfchappy, maar ook door het uitfluiten van het aangenaame deizelve, tot het verzaken hunner gevoelens als te dwingen ; en. welke gevoelens ? niet die , de welke der Maatfchappy eenig onheil kunnen aanbrengen, maar A 4' 'die  I .6 ) die gevoelens , dewelke een ieder voor zig zeiven -oordeelt te moeten, en geene andere te kunnen volgen, om voor hem afzonderlyk zyn eeuwig heii te bereiken:' en dus een dwang,'als ik het zoo mag ; noemen , om zyn eeuwig welzyn vaarwel te zeggen, - ten einde een tydelyk voordeel te bejagen. Wy zyn immers alle Menfchen, hoe gegronde denkbeelden wy ook van onzen Godsdienst meenen te hebben; hoe veele zyn er niet gevonden, die verleid door ydele roem en grootheid, ver,lokr dqor het fchitterende der rykdommen, aangefpoort door al het geen de Menfchelyke fwakheid kan betoveren , hebben verklaard, alleen om van de genoegens dezer Wereld deelagtig te worden, de gevoelens van eene Kerkleer als de eenige en waare* ja als de hunne aantenemen, ter zeiver tyd , dat zy nog van de waarheid der principes hunner vorige» Godsdienst in hunne gemoede overtuigd waaren ; aan hoe veele heeft het geene gelegenheid gegeven, dat Ze jtegens beter weeten, en ligt hunner gewifle een Godsdienst hebben aangenomen, offchoon die ook de eenige en waare moge zyn geweest , dog waar v.an zy niet waaren overreed. Ik yfe, wanneer ik zulks dieper doordenke s en de allerrampzaligere gevolgen daar yan beiragte. Zyn nu znike wetten, die daar toe aanJeidinge geven, wel regtvaardig? zyn ze wel regtvaar» dig in een land, daar de grondwet Van het geheel gehouw van Staat is, dat een ieder Particulier 'in zyne Religie vry zal mogen blyven. Zoo immers fpreekt het 13 art. van de UNIE VAN UTRECHT. En zoo veel ,tpoin£l van de Religie aangaat, fullen ben die van Holland ende'Zeelandt dragen na haerlieder goeddunken , en de andere Provincies van defer Unie, fullen ben. mogen reguleren na inhoudt' van de Religions Freedè by de Eerts-Hertoge Matthias, Gouverneur ende Capiteyn Generatl van deeze Landen, met die van fynen Rade, by ddvis van de Generale Staten airede geconcipieert, ofte daar inne generalyk of flarticulierlyk alfulcke qrdre t$  ( 7 \ ftellen, als fy tot rust ende welvaert van de Provinciën, Steden en particuliere Leden van dien, ende confervatie van een yegelyck Geestelyck ende wereltlyk fyn goet en gerecbtigbeydt dienlyck vinden zullen , fonder dat bent • bier inne by eenige andere Provinciën eenigh hinder afbekt gedaen fal mógen worden. Midts dat een yeder Particulier in fyn Religie vry fal mogen blyven, en dat men niemant ter caufe van de Religie fal mogen achterhalen ofte onderfoecken , volgende die voorfz. Pacificatie tot Gendt gemaakt. En wat is 'er by die Pacificatie bepaald? zulks vindt men in het 4de art., Dat van nu voorts aan de inwoonderen ende onderfaten van de een ende andetc zyde, van' wat Lande van herwaerts-overey of van wat State, conditie ofqualit?it hy zy, overal fullen mogen hanteren, gaan en keren, woonen en traficqueren koopmans-gewy fe en anderfints, in alle vrydtm en verfekertbeyt; wel verflaende, dat niet geoorhft, of toegelaten zal zyn, die van Hollandt, Zeelandt ofte andere , van 'wat Lande, conditie ofte qualiteyt dat bet zy, yet te attenteren berwaerts-overe buyten de voorfz. Landen van Hollandt, Zeelandt en geaffocieerde Plaatfen, tcgens de gemeene ruste en vrede, fonderlinge tegens de 'Catholycke Rqomfcbe Religie, en de exercitie van dien, mcoh yetnant ter caufe van dien te injurieren, irriteren met woorden of met wercken, noch met gelycke atïien te fcbandaliferen , op pcene van geftraft te werden als Perturbateurs van de gemeene ruste, anderen ten exemple. Indien het'UL. mogte lusten, WAARDE MEDEBURGERS, hier over iets breedvoeriger te lezen, kunt gy nazien, hét geen de opfteller van de grondwettige Herftelling van Nederlands Staatswezen in het 14 Hoofdft. daar van zegt. Niemant van UL. zal vertronw ik, de vrage doen, die wel meer door zommige der Regenten gedaan is Sian hun , die geene belydenifle deeden der Gereformeerde Religie. Wat legt-er U tog aan gelegen, of gy verkiesb&ar zyt tot officier van 't gild, wyl gy 011A 5 ver-  c 8 ) verhinderd moogt verrigten al dat geen 3 waar toe de gilde, waar van gy lid zyt, eenig regt geevt? ik zou als dan op myn beurt kunnen vragen, wat legt er U aan gelegen, die belydenifle doet van de Gereformeerde Religie, dat uwe gildebroeder, die van C in Re» ligie gevoelens verfchilt, ook nevens U tot officier van Uw gilde kan verkofen worden ? Wy zyn niet alle Philofophen, MYNE MEDEBURGERS, die het ondermaanfche met een onverfcbillig oog befchouwen. is het een Voorregt, een aangenaamheid, om op zyn beurt hoofd van een genoodfchap te zyn, waar van men nevens een ander de lasten moet dragen; dan is het een hardigheid, daar van uitgefloten te worden; alle hardigheden, alle ongelykheden moeten tuffclien leden van het zelve genoodfchap volflrekt geweerd worden, ten zy de publyke rust en veiligheid zulks noodzakelyk mogte maken ; en dan hiet het, dat het welvaren van een Volk de hoogfte wet moet wezen. Ik wil hier niet intreden , of de onderfcheidendheid, welke er tullchen de Religiën in deze Stad en Gemeenebest gemaakt is, noodzakelyk zy geweest, dan niet; of zy den Lande meerder voor, dan nadeel hebbe toegebragt; maar dit is onlogenbaar, dat al het geen men daaromtrent moge bybrengen, in deeze tyden geheel ophoudt, dewyl de verdraagzaamheid in meest alle beichaafde Landen van dag tet dag meer veld wint. Heeft JOSEPH de tweede Roomsch Keifer niet den titul van regtvaardige verdiend, om dat hy in zyne Landen alle verfchil tuflchen de Religiën in het Burgerlyke heeft weggenomen? heeft men in deeze Republyk, om die wetshalven niet hoog tegens hem opgezien? en zou hy dien eernaam niet hebben behouden, wanneer hy ons lieve Vaderland door d' onregtvaardigfte eifchen niet hadde bekommerd en ontrust? dog welke , Gode zy dank , tot zyne fchande meer, ak tot onze fchade uit de weg zyn" geruimd: en door Wiens  C 9 ) .Wien, MYNE MEDEBURGERS! door de tusfchenkomst'van zyne Aller-Christelykde Mijedeit den Koning van Vrankryk: een Vorst, die, offchbon hy geene belydenifle doet van de Gereformeerde Religie, egter getoond heeft , een vry opregter Bondgenoot van ons dierbaar Vaderland te zyn, als den Koning van Engeland, die de Gereformeerde Religie is toegedaan. 1 De groote FREDER1K, Koning van Pruisfen, (*) die om zyn Verdand, en voortreftélyke hoedanigheden waarlyk groot mag genoemd worden, heeft reeds over lang geoordeeld, dat het met een gezonde Staatkunde ovei'eenkomftiger is, om de bekwaamde zonder onderscheid van Religie tot Burgerlyke bedieningen te bevorderen , als ze daar van uit te fluiten, alleenlyk om reden, dat ze van de heerfchende Kerkgevoelens verfchilleri. Begrypen zulks Vorden, • welkers wille de eenigde en hoogde wet is, wat moet men dan vastflellen in een gemeenebest, waar van de grondwet is, dat een ieder particulier in zyne Religie vry zal mogen blyven. Het biet niet Vry zyn, wanneer men maar getolereerd wordt. Dog, ik ga verder als myn oogmerk is: ik heb geene kunde genoeg, om te beoordelen , of het Staatkundiger is, de bedieningen , dewelke eenig invloed op de Regeeringe hebben, te bepalen aan ledematen van eene Kerkleer, die de heerfchende in den Lande is , dan daar toe te roepen die geene ; de welke de bekwaamde zyn, zonder opzigt van Religie : maar dit weet ik zeker, en daartegens heeft my niemand eene gegronde tegenwerpinge kunnen doen, dat in alle Sociëteiten, dewelke geene de minde inzage in het beduur der publyke zaaken hebben, zoo als tegenswoordig de Gilden zyn, behoorde geob- (?) Hier uit blykt, dat dezt briev opgefteld is by het leven vw den luastoverledea Koning van Pruijfeti.  ( io ) geobferveerd te worden, dat der zeiver leden tot alle de voordelen even na moesten zyn geregtigd, als ze verpligt zyn de lasten daar van gelykelyk te dragen. Heeft dan, WAARDE MEDEBURGERS, dit harde onderfcheid meer dan ioo Jaaren in de Gilden van deeze Stad plaats gehad, eischt dan nn de Regtvaardigheid niet , dat het 4 articul van de Refolutie van den 18 Maart 1663, in'zoo verre werde gealtereerd, dat het onderfcheid van Religiën daar in werde weggenomen? De billykheid immers vordert, dat de Wetten, ten minden die niet fundamenteel zyn, naar d'omflan? digheden van tyden gefchoeid en veranderd worden. Eene Wet kan in deze tyden hard en onbillyk zyn, die voor 100 Jaaren, met de uiterde regtvaardigheid is vastgedeld geworden.. Het is dan, MYNE MEDEBURGERS, en byzonder Gy , die belydenifle doet van de Gereformeerde Religie, dat men thans van UL. kan, en moet vervvagten, dat gy UL. by de Edele Mogende H. Heeren Borgemeesteren & de Raad oud en nieuw, fampt Taalman en Gefworen Meente , uitmakende den Breeden Raad dezer Stad. met den gepasten eerbied adrefleert, en met Vaderlandze gevoelens voordraagt, hoe hard het zy, dat het onderfcheid van Religiën opzigtelyk het Officierfchap der Gilden in deze tyden zou continueren, daarby te kennen gevende UL. verlansen , dat het meergemeld 4 art. van de Breede Raads Refolutie van den 18 Maart 1663, en alle de Refolutien daar toe relatyf mogtn werden gealtereerd of ver" nietigd. De kundige Perfoon, die voor UL. de voortreffelyke Memorie in 'tbegin dezer aangehaald, heeft opgedeld, zal hier met even bondige argumenten kunnen tonen, dat het met de conftitutie dezer Landen, met het waare idéé van een VRY VOLK allezins ftrookt, dat alle onderfcheid van Religiën tufichen de leden van een en het zelve Gemeenebest, voor zoo verre eene gezonde Staatkunde het eenigzins kan ge- doo-  ( II J hengen, moet worden weggenomen; ja hy zal kunne» tonen, wat eigentlyk zeggen willen de woorden in her 13. art. van de UNIE VAN UTRECHT voorkomende, Mifs dat een ieder Particulier in zyne Religie FRT zalmogen blyven. en welk 13 art. als nog eenfundamenteeie Wet dezer Republyk is; ofl'choou in den Jaare 1583 vier Provintien het Voorftel hebben gedaan, om dat 13. art. van de Unie te vernietigen, dog welk niet eens tot een Refolutie is gemaakt; en dus dat voor alles moet ophouden het onderfcheid van Religiën tuflehen' leden van een én het zelve Gild, alzoo het eene ten eenemaal verkeerde Staatkunde is, een diergelyk onderfcheid te voeden. Met dit myn gevoelen ftemmen ook in , de drie Groninger Burgers in hun twede Zainenfpraak pag. 53 , wanneer CORNEL1US zegt: Ik ben .van gedagte dat alle Christenen , die gerechtigde Leeden der Maatfchappy zyn, gelyk van welke Godsdienst belydenis, ook Leeden van de Souvereinitcit zyn: en in alle gevallen, daar V Folk vergaderd uord, en' onmiddelyk werkt, meede Leeden zyn: ook ben ik zelvs van oordeel, dat zy. meede geregtigd zyn tot de Repi£feniatie van V Folk : zoo dat htm de Qualificatie, niet behoort betwist te worden, of zy zyn, meede Eligibel,; tot 'hoofden der refpective Gildens: en ook in geval er Gecommitteerdens nodig waaren, om onmiddelyk ,sFolks belangens voor te feilen: ik weet geen reden, waarom een lid van een der dijfentterende Gefindheden, niet eeven zulk een goed Patriot zou kunnen zyn, als Gy of ik ; en ik ben zecdelyk overtuigd, dat veele van ons diffentif rende MeedeBurgtren, TFaarei Patriotten of Lief hebbers' van Stad en Faderland zyn. Dan, MYTNE MEDEBURGERS, en byzonder Gy, die van de Heerfchende Kerk zyt, gebeurt het niet, dat er namens UL. een diergelyk adres wordt gedaan,, zal mea dan met regt niet moeten zeggen, dat Gy alleen uw eigenbelang beoogt, dat Gy die van andere Godsdienstoefeningen gebruikt , om uw oogmerk te be-  ( 12 ) beryken? even eens als er thans in verfcheidene Provintien en Steden geklaagd wordt over, zommige Regenten, die voorheen waare Patriotten fchenen te zyn, en niets dan met overleg der Burgery wilden ondernemen, als refiderende by haar, en niet by de Regenten de Souverainiteit van dit Land, dat zy de Burgery laten dryven, en zig als Ariftocraten vertonen, terWyl zy nu, of hun doelwit hebben bereikt, of beginnen te vrefen, dat de Burgery haare wezendlyke magt hebbende leren kennen , miffchien de zelve ook moge willen uitoeffenen, en niet' alles blindelings aan het bellier hunner Regenten overlaten. Neen WAARDE MEDEBURGERS , Gy handelt uit een geheel ander gröndbegihfel, en Gy wilt ook, dat die geene, dewelke van de Heerfchende Kerk-leer verfchillen, roet eene VVaare Vaderlandsliefde bezield zyn ; maar zegt my tog, welke Vaderlandsliefde kan er by hun plaats hebben , die in hun Vaderland voor Vreemdelingen worden gehouden : ik weet we!, dat men hun bevorens verdagt heeft zoeken te maken, dat zy ligtelyk tot verradery des Lands zouden kunnen overgaan , en men ze daarom onder hét Juk moeste' houden: Maar, is er ooit verraad te vrefen van hen, die de publyke Kerk niet zyn toegedaan; het is zeker alsdan, wanneer ze hebben moéten ondervinden, dat hun in hun Vaderland niets wordt toevertrouwd, en dat zy (leeds moeten zugten onder het dragen van lastert , zonder van eenige lusten, hoe gering ook, deelagtig te kunnen worden : zou men hun ten regte wel kwalyk kunnen nemen ? wanneer zy ter gelegener tyd , van eene Regeringe zig zogten te ontdoen, waar van zy niet dan veragtinge hadden moeten ondergaan. En in tegendeel; kan men niet alle vertrouwen in hun Hellen, wanneer zy hebben ondervonden, dar ze, niet alleen de befcherminge hunner Perfonen en bezittin» gen, nevens die der Publyke Kerk, hebben genoten, maar dat zy ook met hun opzigtelyk het aangenaama' int  c 13 ) in den Burgerflaat, voor zoo verre eene geregelde Staatkunde zulks toelaat, gelyk worden gefield en behandeld; dan is het Vaderland ook waarlyk hun Vaderland , daar het anderzins niet meerder kan gerekend worden, als een Vreemd Land, waar in aan hun maar ten hoogden een vry inwoning wordt gegund. Misfchien zou er UL. een argument kunnen voorkomen, 't welk UL. onoplosbaar zou fchynen, namelyk dit, dat de Breede Raads Refolutie van den 18 Maart 1663, na voorgaande communicatie, rdvis en Welmeininge van .Haar Hoog Mogende is gearresteerd geworden, en dus dat daaromtrent ook geene alteratie kan of mag plaats hebben, dan na voorgaande communicatie en bekomen advis en Welmeininge van Haar Hoog Mogende , volgens de ftel-regul, dat iets op de zelve wyie moet worden ontbonden, waar op het gebonden is. Hier op zal ik UL. antwoorden, dat in die zelve Refolutie een articul, en wel het 8«e wordt gevonden, van deezen. inhoud: Dat ook voortaan niemant tot Hopman , Lieutenant , Vaandrig, Sergeant , Corporaal, of Adelborst in de Borger Compa