AENHANGZEL OP HET M A G A Z Y N VAN STUKKEN TOT DE MILITAIRE JURISDICTIE BETREK KELYK. DOOR, FR. ADR, VAN DER KEMP.  SUUM CÜIQUE.  B E R I G T VAN DEN EERSTEN UITGEVER DER DRIE EERSTVOLGENDE STUKKEN. Du Stuk my ter hand gefield', heb ik niet ondienflig geoordeeld, door den druk , gemeen te maken, om gevoegd te wórden agter de Misfive Qa) aan een Heer uit Zeeland s over de Militaire Jurisdictie binnen die Provincie. Myne Landgenoten zullen daar uit zien, dat zelfs, onder de Graaf- fe- (a) De Edele Scliryver van deze belangryke Misfive heeft my vergunt, deze Stukken te mogen overnemen „ voor 't welk ik zyn Ed. openlyk mynea dank betuige. * 2  B E R I G T. felyke Regering, wanneer een Heerschzugtige Karel V. de teugels van den Staat in handen hadt, het Burger lyk Regtsgebied ongefchonden is bezvaard, en, voor de infraétien van eetten Militairen Regter, beveiligt geworden: . en een nieuw bewys ontleenen voor de Wettigheid der pogingen van zulken onzer Regenten, die der Ingezetenen Regten befchermen, en tegens alle Ufurpatien verdedigen, AEN-  AENHANGZEL O P H E T « EERSTE DEEL. i. (No. IV. Bladz. 12.) EXTRACT uit het Gulde Register (i) der Stad Middelburg in Zeeland. (in Indice) (i) Gulde Register dus genoemt uit hoofde van deszelfs Vergulde Band. In het zelve ftaan geregiftreertalle de Privilegiën, Octroyen, Graden, Sententiën &c. der Stad. * 3 H. Een Requeste mit een Appojlille, by die van den Secreten Rade gegeuen, den x'. Decembris xvc. xlvijt op 't verfouck van Buchmrs en Schepen, by dewelcke t Renvöy, verfocht by GARCIA DESCALANTE, van fekere geuangen Bisfcayer, by den Bailliuy, op den Hauendyck van Middelburch, geuangen , overmits zeker retroisfement, by den/elven geuangengedaen , op de Onder/aten van herwaerds ouer; Verclaert wert nyet gefondeert, niet jegenftaende de Commisfie van dezelve Defcalante , oick daer aen geattacheert,en tfamen gecotteert Numero xix 5 Foliïs clviij clx.  AENHANGZEL, (fol. clix.~) Ven le privilege (2) dont la Copie eft icy anncxc, 'gut donne, feulement, corrèüion auCapi talve des débats, qui aduienent ent re fes geus , iS? non dcsdeiicqt, qtfils commetten ten terre, contre le Snbiegts de par de cba, &#ué partout le Rerivoytdémande par lesCapiraiiie,neflfnn- . de. Fait a , Bi-uxe'lies, ' le xi. jour 1 de dccem- < ére xv. < xlij. SoubsScript. ' P. de la . Torre. < (2) Privilegie, in het Gulde Register met eene Latere kind, denkelyk voor Commisfwn, gefchreven. II. (No. VI. B!adz..i2.) AAN DEN KEYSER. Thdonen , in alderreventie, Burgemeesters en Schepenen , de Wethouwers Uwer Stede van Middelburg in Zeeland, hoe, onlangs leden, ter kennisfe van Uwen Bailliu aldaar gekomen is geweest: Dat zekere perfoonen zouden een arm fcamel man, op den Havendyk van Middelburg, afgezet hebben , en hem afgenomen ecnen Jochum daalder, en omtrent nog ir ftuivers in payemente ; waar op den voorzeiden Bailliu , zekere informatie genomen hebbende, heeft, aldaar te Middelburg, geapprehendeert, drie Spanjaarden van de Spaanfcbe Vloo:e,op de Stroom van Middelburggear•iveert, en deneenen, voor devoor:eide Supplianten , anfpraake gedaan , Slilx als Hy te rade vont, en de zake vas eysfehende , en ten dage dienenIe, dat de voorfchreve gecalangeerle gevangen perfoonen zouden antwoorden, zoo is, voor de voorzeide rhoonders , in heuren Raadkamer , [ecompareert de Capitein van de Vloot voorfchreve, exhiberende aldaar, ter prae-  AENHANGZEL vir praefentie van den Bailliu, zekere patente Commisfie van Uwe Majt,, by den Prince van Spanjen onderteekent, daar af de Copie, getranslateert, hier aan isgebegt, uit kragte van welke Commisfie de voorfchreve Capitein contendeerde: dat de voorfchreve dry gevangen Spanjaarden hem zouden gelevert werden, als ftaande tot zynder Correclie, uit kragte van de voorfchreve patente Commisfie, prasfenterende niet min , zoo wanneer de voorfchreve dry Gevangen hem zouden overgelevert zyn , dat Hy dezelfde wilde zetten ter Juftitie, en Correétie (indien dat zulx bevonden worde) van de voorfchreve Wethouders (3); waar op de voorfchreve Bailliu geantwoord heeft: dat de voorzeide Commisfie de hand van de Jurisdi&ie Ordinaris niet gefloten had, nog benomen, dat hy de Calangein deze zoude meugen voeren, of dat de voorzeide Supplianten deKennisfe, Judicature, en deDecifie daar van zoude meugen houden , met meer andere diergelyke redenen > by hem geallegueert, dewelke den voorfchreven Capitein, en zyn Asfiftenten waren debatterende, fuftinerende heurlieder gepraetendeerde Rcnvoy. Waar op de Supplianten rypelyk lettende , en bemerkende , dat een zaak zoude zyn van groote Confequentie , dewelke raakt zo wel deze Uwe (3) Dit was ook Regtens, ingevolge het Placaat van Keizer Karei F. in dato 12 OScober 1547., en dus kort na de volgende Commisfie, aan Garcia Defcalante verleent, 'gepromulgeert, te vinden in het Placaatboek van Vlaand. I. D. II. B. Rubr. xxix. pag. 738. Vergeleeken v. d. Kemp Aanm. IV. Br. bl. 133. 34. en de n. a. * 4  VI" AENHANGZEL. Uwe Nederlanden, als den Komngryken van Spamen, en hebben daar of geen Deeifie tusfthen parthyen, willen geven, zonder al' vorens, hier ofte hebben Advys van Uwe" Majefteit, naar welk Advys de Supn iantln haar rae reguleren; Verzoekende zeer" zSde cZl?- Supplianten zullen de voorzeiac Capitein aamvyzenzyn verzoek, van dar de voorfchreve Gevangen perfoonen hem zuï ot êtlle TM11'-0' dat ^ S»PP^en, len vnnri ' ^anmge VM ^ Bai1^", Zul len voorst procederen, en Regt, en Tuftitie doen, ajfoo de zake zal wefen , ende daar of te verleenen Acte, ende zult wel cloen °f III. (No. VIL Bladz. 12.) Cemmifwn, & Ordonnancc de Ca, pitame de Flotte, * ^KARLES &c- Scachies que le Prieur & Congics de Luniverfite de la chite de Bou/ ges ont arme vne flotte de vingt nauire Tour jen aller darmee, auecques kurs; Maixhand Lreux ne°t ^our d£\JMdreS ' ~ J-ieux, et pour ce que les dictes nauires er flote voyenta meiileure addresfe, e? que'les perfonnes, que en icelles sen yront Xvenü mieulx gouuernees, et defFenduesrentendïïs eftre amfi convenable a Notre feruice aSSs pour.ueu &c. Semblament eft notre Ti fir, et.voionte, que ledite GARQE rJESCA- LANt  AENHANGZEL. IX LANTE pui ft delibcrer , et determiner, felon les Loix de nos Regnes, Us, et Coftumes de la Mer tous proces, Debats, et Differences, tant Civils, que Criminels, que aura en la dite Armee, et Gens dicelle, et le mettre en deu effect, et execution , comme de Coutume, et de Droit; Et quit puift mettre en chacun nauire , en fonlieu, vng Alguafit, felon que jusques ores les Capitaines , quon a fait de armees, font accouftumees de mettre. ■—~ Donne au Moucon Darragon le vingthuytiesme jour du mois de Septembre, rail cincq eens & quarante fept. (Soubs efcript) JE LE FRINCE. &c. * 5 IV.  s A E N H A N G ZEL. IV. (No. VII. Bladz. 33. SUPERSCRITION, onzen Lie. ven Beminden Bruyninck van fryngaarden, Raad ons Heeren des Koninks , ende Rentmeester Generaal van Zeeland Bemsterfcheld of zynen Gecom. mitteerden (a). Don Ferdinando Alvarez de Toledo, Hertoge van Alva &c. Stadhouder Gouverneur ende Capitein Gejoe- raal. Lieve cn welbeminden, alzoo tot beter Regie, Orden ende Policie op het ftuk van Tuftitie, wy jegenwoordelyken hebben doen èxpedieeren opene Brieften van Ordonnantie, Ediften ende Geboden onsHeeren des Koninks op de Reformatie van de Crimineele Tuffitie , ende ook op het ftuk van de Procederen ende Generaale ftyl die men voortaan in Crimineele zaken ende materie zal moeten onderhouden, endeobferveeren, feynden wv U hier bygevoegd die twee Ordonnantiën voorfchre ven , met dubbel van zekere Ordonnantie hier voortyds gedecreteerd in het jaar vyfthien hondert agt en veertig tusfchen den Alcalde van den O*) Geèxtraheert uit het Placcaat Boek der Stad Zie- fi ?TC;Rceë,'nn1K erm,et dc\jare '57°- e« eindigende met Apnl 1585. 3 Deel Fol. 58. Rto.  AENHANGZ£L. xi den Hove ende den Amptman van Brusfele aangaande die Krygsluiden ende Oorlogsvolk ende cene Inftruclie voor de Cypicrs ende Bewaarders van Gevangenisfen , mitsgaders die vorme van de Eeden voor alle die Adminiftrateurs van Juftitic, ende andere principale Officiers, U verzoekende, en niet min in den naamen van wegen zynder Majefteit ordineerende, wel érnftelyken, dat gy terftond, ende zonder vertrek alle dezelve Ordonnantie doet kundigen, uitroepen en publiceeren volgens d'orden van dc gedrukte Exemplarysfen, daar van wy U hier mede overzeynden, 't-getal van veertig, beveelende dat in elke van de Principaalfte Rechtsftoelen of Viërfchaaren , een of twee gehouden worden , die gelaten zullen worden in de publieke plaatfen , om dezelve by ecnen iegelyke gezien te mogen worden, ende tot de leftuure van dien recours ende tocvlugt te hebben, ter tyd toe, dat een iegelyk , dié des behoeven zal, van gelyke gedrukte Exemplarysfen of Boeken verzien zy, beveelende dat die Publicatie daar van gedaan worde, alomme binnen de Limiten van uwer Jurisdictie, daar men gewoohlyk is Ukroepinge ende Publicatie te doene, ende "na de voorfchreve Publicatie overzeynd bchoorlvke Certificatie van de Dagen ende Plaatfen daar dezelve gedaan zal wezen , in handen van den Audiënties van zynder voorfchreve Majefteit om daar mede gedaan te worden, volgende den last, die hy deshalven van ons heeft , onderhoudende voorts terftond ende doende onderhouden die Ordonnantiën , Inftrucle, ende vorme van Eeden, bo-  m AENHANGZEL boven gementioneerd na hcure vorme ende inhouden , ende belangende den ftyl, veer thicn dagen na de Publicatie van dien , ende tot obfervatie van dien Procedeerd ende doet Procedecren tegens den geenen dien het be horen zal by executie van de pene daar toe Lade Z°n SUnfte' V£rdra§ 0fc dislim"" Lieve cn Welbeminde onze Heere God zy met U. Gefchreeven t'Antwerpen den Naastleste dag van Augusti 1570. 6 Onderftond getekend F. A. Ducdalva, Ende beneden Douerloepe. Gecollationeert jegens het Orrigineel en bevonden te accordeeren by my (Was getekend) 3- C. James. V.  AENHANGZEL, >iu V. (No. XXI. Black. 97.) EXTRACT uit de Rcfol. der Heeren Staeten van Holland en WestFriesland, Fo. 58. Den 21. February 1587. Op het verzoek van Francois de Boulloys , Gevangen op de Voorpocrte van den Hove , omme uyt zyn gevangerjsfe kosteloos ontflagen te mogen worden, in aanzieninge van zyne voorgaande diensten binnen Vlaanderen, ende dat hy rdleenlyck eenige omleggende Dorpen in Rhynland , buyten den rechten Pas ende zyne last, naWorkurn heeft gepasfeert, tot verfterkinge van fyne Compagnie, biddende niet te min, dat herfl ^ergeeven foude mogen werden, 't gun;: hy cl:esr:.ngaande teegens de Hoogheyclt van de Lande foude mogen hebben gecorr^ittecrc, is ge^ppoin&cert. De Gecommitteerde Raden van de Staten van Hollandt, 't Rapport van cie faecke aangaande de ApprEeheniie van den Capiteyn Francois de Boulloys , alhoewel teegens denzelven hadde mogen werden geproccdeert, ten exempel van anderen, achtervolgende de Articulen en de Ordonnantie van den Oorlogh, hebben nochtans in aanfieninge van 't ernftig verzoek van denfelven Boulloys, ten eynde hem uyt Gratie foude mogen vergeeven. werden ,'t gunt hy tegens de Hoogheydt ende den Lande heeft gecommitteert, uyt faecke, dat hy eenige Dorpen in Rhynlandt zoude hebben gepasfeert, buyten zyn last, en de rechte Pas na Worc- kum,  AENHANGZEL. luim , het welk hy verklaart gedaan te hebben, tot verfterkinge van zyne Compagnie, pnefe! reerende Gratie voor rigeur van Juftitie, den voornoemden Francois du Boulloys quyt ee icholden, gepardonneert ende geremitteeit par" donneeren , fchelden quyt ende remitteeren bv delen, uyt zonderlinge Gratie, ende in aanzienmge van zyne voorgaande dienst, 't gunt dezelve in dezen tegens de Hoogheid en de dienst van den Lande, mitsgaders de Articulen en de Ordonnantie van den Oorlogh , by hem beiworen, heeft mitsdaen ende gecommitteert; ontflaande over zulks den voornoemden Boulloys , uyt de hechtenisfe, daar inne hy is, midts aluorens betalende de kosten van de Gevangenisfe en de mifen van Juititie, als naar benooren. VI. (No. XXL Bladz. 99.) EXTRACT uyt de Refolutien der H. H. Staten van Holland en Westvriesland, Fol. 287. Den 2r. October 1587. Naar noene Prefenten &c. Gehoort zynde het Rapport van Mr. Pieter van der Meer, aangaande 't gunt aireede toe .Leyden op de Examinatic van de Gevangens aldaar was gepasfeert, en daar van vefflaan, dat  AENHANGZEL. xv dat Cosmo de Pefcarengys, onder pretext van fynen dienst, fuftineert de Magiftraat der Stad Leyden niet fubjeft te weezen, hebben de Staten, tot vorderinge van de examinatie , den uoornoemden Gecommitteerde verfocht, gecommitteert ende geauthorifeert, mitsgaders de Magiftraat der Stad Leyden „omme,niet tegen„ ftaand# eenige exceptie ofte voorftellen, het , zy van den dienst van hare Majefteit, fyne „ Excellentie, ofte ook eenige anderen, hoe dezelve zoude mogen wefen, te procedeeren op 't allerfpoedigst tot kennisfe ende examinatie „ ten regoureufe als anderfints , jegens devoor„ fchreeve en alle andere perzoonen van de „ voorfchreeve faake ende 't geene jegens den 5, ftaat van 't Landt, ofte den voorfchreeven u Stadt voorgenomen is, deelagtig weefende, en„ de ook tot exemplare ende regoureufe ftraffe „ van 't felve , 't welk haar Luyden werdtgeordoneert , ook niet tegenftaande eenige beyeelen ofte fchryvers van fyn Excellentie , , Raad van Staate, of'te yemand anders," ook eenige Appellatien ofte Proteftatie, beloovende voor vast ende van -waarde te houden het geene daar inne by haar Luyden gedaan zal werden. VIL (No. XXI. Bladz. 99.) Den 24. dito Fol. 292. Is gehoort nader Rapport van Nyevelt ende P. van der Meer, aangaande de Examinatie en Con-  xvi AENHANGZEL. Confeffie van den Gevangen Cosmo, Capiteytl Maulde en Jacques Valmar, ende van 't gunt der voornoemden Cosmo in het particulier de voornoemde Gecommitteerden heeft verklaart, de Staten van Hollandt hebben tot vorderinge van de Jufticic over de Gevangens binnen de btad Leyden, ende ten eynde dezelve niet ver. achtert en werde door eenige fvvarigheeden, die by de Magiftraat der-Stad LeydeS voorgehouden fouden mogen werden, op de Judicature van dezelve Gevangens, hebben verfocht ende gecommitteert den Heere van Poelgeest, den Heere van W'armont, den Heere van Noortwyck, den Advocaat, Adriaan van Berkenroden, Doctor Nicafias Sille, eene van Rotterdam , Vr'oefen, ende Oldenbarnevelt, tot de Judicatu re van de voorfchreeve Gevangens, neffens den Heere Nyevelt ende Mr. Pieter van der Meer, foo verre by de Magiftraat voornoemt, iwarigheit des aangaande gemaakt foude mogen werden, ende tot dezelve Judicature te procedeeren , ten eerste des doenlyk zynde, niettegenftaande eenige excepticn ofte contrarie bevelen. VIII. (No. XXL Bladz. 99.) . EXTRACT als voor en, Fol. 339. Den 7. December 1587. Alzoo de Staten verftaan hebben , dat Capiteyn Mathieu Vülers, teegens het Commande. ment  AENHANGZEL. XVII ment van fync Excellentie van Nasfauw, omme mede te trekken na Zeeland tot refifténtïe van den Vyandt, fyne Compagnie heeft doen trekken ten Platten Lande nae de Kusten van den Lande van Utrecht, zulks dat denzelven Villers van den Complote tot Leyden fekerlyck ende apparéntelyck fchynt te vveefen, hebben nodig bevonden ende geovdonneert te fchryven aan de Officieren, Burgemeesteren ende Regeerders van Leyden ende Ter Goude, dat fy Luyden den Perfoon van den voornoemde Villers by alle wegen en middelen willen doen bckoomen, ende in goede verfeekertheyt houden , tot dat anders daar inne zal welen voorlien, ende te fchryven aan die van Onderwater, dat fy Luyden, de Staten willen adverteeren, waar ende in wat getale de Compagnie van den voorfchreeven Villers foude moogen weczen. IX. (No. LXXVI. Bladz. 206.) EXTRACT uyt de Refolutien van Haar Edele Groot Mogende. Den 23. Jidy 1620"» Op het rapport van de Heer Pauiï &c. Dezelve brengt noch ter Vergaderinge een Brief, by den Raad van Staten gefchreevenaan de Hcercn Staten Generaal den een en twintigflen July, daar by fy feer klagen 3 dat men * * haar  xvnr AENHANGZEL. haar onttrekt het fluyten van de Rollen van de Hollandfche Compagnien, en daar meede zoo pooght te blinthocken, dat fe daar van geen kennisfe voortaan hebben en fullen, noch te kennen van 't getal van de Compagnien , befettinge van de Guarnifoenen, nochte de fterkte van de Legers, ende diergelycke. Waar op gedelibereert wefende , verftaan ende gerefolveert is , dat de redenen die deeze Provintie daar toe heeft gehad, ende vervat zyn in de Refolutien daar op genomen, ende het gunt aan den Raad daar op gefchreeven is, by een fullen worden gebracht, omme de Heeren Staten Generaal daar van te informeeren, mitsgaders mede van dat de intentie van defe Provintie nooyt en is geweest nochte noch en is, den Raadt te beneemen de Kennisfe ende Judicature over het Krygsvolk, Serviccn , of iets anders dat daar af dependeert, nochte ook van de fterkte van de Compagnien, Guarnifoenen ofte Legers, maar wel lyden mogen, ende geerne fullen verftaan, dat by den Raadt daar inne met een exacte kennisfe, ende foo dat behoort, volgende de Placaten van den Lande werde geprocedeert, ende dienvolgende is mede goed gevonden , op de Requeste van de Solliciteurs aan den Raad te fchryven, dat fe de Compagnien op de repartitie van deeze Provincie ftaande, gefloten of ongefloten, metdebewyzen van dien willen feynden aan de Heeren Gecommitteerde Raden, op dat, hangende de difpuiten op ditpoincl, het Krygsvolck niet onbetaelt en blyve , en daar door occafie van disordre verweckt, welken Brief, ter Vergaderinge geleefenj goedgevonden is. AEN-  AENHANGZEL OP HET TWEEDE DE Ë L. (No. XII. Bladz. 18.) EXTRACT uyt het Reces des Qjiartiers van Nymegen op eëne Landdag in den jaare 1643. Arnhem geholden. Mercury den zï. Martii 1643. De Gecommitteerden der Stadt Nymegen hebben voorgedragen , hoe dat den tegenwoordigen Gouverneur off Commandeur over 't Guarnifoen aldaar, onlangs onderdaan heeft arresten te verleenen op de nagelaatene goe» deren van de afgeftorvene Crygsluyden tegens die oude Obfervantien en Coftumen derfelve Stadt, daar by geene arresten plaats grypen, als die, welke by den Richter oorcondt twee Schepenen vergost worden, waar door ' dan niet alleen tusfchen die voorfz. Magiftraat ende Gouverneur onlusten verrefen, ende tus* fchen d'Arreftanten die by d'een off d'ander eenig arrest geinterponeert hadden, over die prseferentie difputcn gemoveertwaren, nemaar ook de voorfz. Stadt in haare Rechten, Privilegiën en Uianticn merckelyk vernadeelüj ** a Vêf»  xx AENHANGZEL. verfoekende die voorfz. Gecommitteerden , dat daarinne na behooren voorzien mogte worden , _ waarop gedelibereert zynde heeft het Quartier verdaan , dit ondemeemen van den voorfz. Commandeur EEN USURPATIE ENDE INGREEP in der Stadts Rechten van Nymegen te weezen,ende overzulxgoed gevonden 't zelve aan de Landfchap te brengen , ende toe bevorderen dat die Ordinaris Gecommitteerden dezer Provincie ter Vergadering van de Hoog Mog. Heeren Staten Generaal ende Raden van Staaten in mandatis mogte worden gegeven, het zelve Haare Hoog Mog. ende Ed. Mog. refpeftivelyk te remonftreren, ende met allen ernst ende y ver infifteren , dat die gefeyde Commandeur gelast moge worden van defe zyn Proceduire te defifteren, ende hem verder geen arresten op de goederen by Militaire Perfoonen dervende naargelaaten, aan imant toe te daan, offzig metfoodane goederen ecnigfints bemoeyen , laatende alle 't zelve verblieven aan de Gerigte der Stad Nymegen, alwaar het van ouds her gedaan heeft, dat ook die Landfchap het Hoff Provinciaal wilde authoriferen om 't geene voorfz. is by Brieven uyt den naam van de Lantfchap, ende foo 't behoort ten besten te fecundieren. Ende alfoo de Gecommitteerden van Tiel en Bommel gelyke klachten voorgebrocht zyn, zal ook tot confervatie van derzelver Rechten ende oude Obfervantien daar tegens gedaan ende voorgenoemen worden, 't geene hier boven gefeyt is. Ende alfoo het Quartier verfchevde klachten voorgekomen zyn over het uytloopen van de  AENHANGZEL, sxi de Soldaaten uytte Steden ende Forten desfclven Quartiers ende het afhouwen • ende het wechbrengen van Tuynen, Ryswerkcn ende allerley ander Hout, by dezelve Soldaaten gepleecht, tot grooten fchaade ende naedeel van de Geërfden ende Ingefeetenen ten Platten Lande, is ook goet ende nodig gevonden die voorfz. Gecommitteerden te verfoeken , van die goede hand daar aan te willen houden ten eynde 't zelve by een fpcciaal Placcaat uytten naam van de Generaliteyt verbooden mogte worden. xi. s (No. XII. Bladz. 18.) EXTRACT uyt het Reces des Landdages in den jaare 1643. tot Arnhem gehouden. Martis den 21- Marty 1643. Op Requeste van Magiftraat der Stadt Nymegen, klagende over den ingreep, zoo by den Gouverneur van 't Guarnifoen aldaar gedaan wort in haarer Stadts Rechten, Privilegiën ende olde Coftumen, met het verlcenen van Arresten op die nagelaatene goederen van AfFgeftorvene Crysgsluyden, ende verfoekende behoorlyke maintenue. Worden defer Landfchaps Gecommitteerden ter Generaliteyt ende in den Rade van Staten gelast, om by Haar Hoog ende Ed. Mog. ende daar zulcx wyders behoort aan tc holden, dat ** 3 SO-  2XIÏ AENHANGZEL. SODAANIGNIEUWIGHEYDENaffgefchaft, ende die voorfchreeve Stadt ende andere gelyke Geinteresfcerde Steden defer Lantfchapby haare Rechten, Privilegiën ende olde Coftumen moegen worden gernaintineert , daarop 't Hoff Provinciaal van tyt tot tyd meede zal hebben te letten, ende den Remonftranten in defen die behulplyke hant te bieden. By welke occafie mede geleth zynde op de klachten, zoo daar dagelycx voorkomen over den fchaade, die door het vuyt loopen van de Soldaaten ende Scheepsvolk gepleegt wort, piet het affhouwen ende breeken van Tuynen , Ryswerken , item het weggraven van 's Lants Wallen, Grafften ende Fortificatiën door het foeken en halen van Sandt , zoo zullen die voorfchreeve Gecommitteerden als boven helpen bevorderen , dat daar tegens by Placcaten van Hooge Overigheyt ende anderfints behoorlyk ende foo veel doenlyk moege werden verfien. XII.  AENHANGZEL. XXIII XII. (No. XXV. Bladz. 35.) EXTRACT uit de Refolutie van Hun Ed. Gr. Mog. (pag. 73.) Den 13. February 1651. Alzoo haare Edele Groot Mogende huyden morgen ter Generaliteit, in de groote Vergaderinge haar gevoelen hadden geopent over de faecken , vervat in de rëspe&ive ingediende Conlideratien van de Provinciën , dewelke haar Edele Groot Mogende verftaan te weefen Provinciaal , en privativelyk te moeten verblyven aan de Staaten van de respe&ive Provinciën , met verklaringhe , dat Haar Edele Groot Mogende van mcyninghe zyn , het zelve recht fodanigh in den haren te gebruyeken; Is naar deliberatie goedgevonden ende verftaan, dat het voorfchreeve Recht van dispofitie , in en over de voorfchreeve Provinciale faecken binnen deefe Provincie, in alle occafie en met de eerste gelegentheidt in praclycque gebracht en in 't werek gefteldt zal worden. XIII. (No. XXV. Bladz. 35.) Den 14. dito (pag. 74.) In propofitie gebracht zynde de faecken, die Haar Edele Groot Mogende in de groote Vergaderinge ter Generaliteyt hebben verklaardt te houden voor Provinciale faecken, daar van * * 4 de  xxiv AENHANGZEL. de dispofitie competeert de Staten van de respeétive Provinciën, ende dat Haar Edele Groot Mogende van meyninghe zyn, haar Recht in den haren, dien aangaande te gebruycken; Is naar deliberatie goedgevonden , dat eerstdaags zal worden geproccdeert, tot vereeevinee van net Commandement van St. Geertruydcnberee, ende zyn de Lecden verzocht haar daar toe te willen bequamen; dat wyders den Capitcvn van de Guar.de fyncr Hoogheid, onttcrffelykcr memonen als Stadhouder van deze Provincie, hebbende gedient, afgevordert fal worden de acte of commisfie die defelve in de voorfchreeve qualiteyt is hebbende, omme dezelve ghezien, gelet te worden of en hoedanig dezelve zal dienen verandert te worden, mitsgaders, dat den opgcmelten Capiteyn van de voorlchreeve Guarde afgenomen zal worden den behoorlyken Eede van getrouwigheyd ende gehoorzaamheid aan haar Edele Groot Mogende. Ende eindelyck, dat de Heeren Gecommitteerde Raaden in de refpe&ive Quartieren fullen worden verfocht, ende worden verfocht by doezen, te procedeercn tot vergeevinge van de vacante Lieutenants ende Vaandrigs-plaatfen van alle de Compagnien, op de repartitie ftaande van Haar Edele Groot Mogende fondcr onderfcheyt van wat Natie die zyn, houdende daar toe voor gerecommandeert de Officieren, die gelicentjieert ende uyt den dienst qntflagen zyn, XIV.  AENHANGZEL. xxv XIV. (No. XXV. Bladz. 35. Den II. Maart (pag. 128. 129.) Op het gemoveerde van de praifidcerende iü de groote Vcrgaderinge van dat Commisfarisfen ibuden werden genomineerd, om te conciliëren de discreperende advifcn van de Provinticn, roerende het beftellen van de Militie, ende het verleggen van de Guarnifoenen, is na deliberatie goedgevonden , dat alvorens inftantie fal werden gedaan, ten eyndc de andere Provintien zich mochten verklaaren ,op alle poincten van wegen Haar Edele Groot Mogende voortgebracht, in welke vermidts het overlyden van zyn Hooghcyt, onfterfFelyker memorie, veranderinge moet werden gedaan. XV. (No. XXV. Bladz. 35.) Maandag den 13. dito (pag. 130.) In omvrage zynde gebracht, wat ter groote Vcrgaderinge van weegen Haare Edele Groot Mogende zal werden gcadvifeert op het redres van de Provintien , op Saturdag voorleeden in propofirie gebracht. Is na deliberatie goedgevonden, dat de voorgeroerde deliberatie lal werden gediffereert, ter tydt toe de Provinciën hare respeclive advifcn zullen hebben ingebracht , op alle dezelve poincten na de je** 5 geii-  xxvl AENHANGZEL. genwoordigeconftitutie van tydt en faecken defelve van weegen Hare Edele Groot Mogende voorgefteldt, ende dat de Provinciën die zich op die twee poinften , te wecten het heitellen van de Militie ende het geeven van de Patenten noch niet en hebben verklaardt, baar Provinciale advifcn zonder langer uitftel mochten inbrengen , dat van gelycken de Heeren van Stad en Lande mochten werden befchreevcn, fich wederom met den allereerften by de Vergaderinghe te willen vervoegen. XVI. V (No. XXV. Bladz. 35.) Den 17. dito (pag. 141.}' By den Raadt Penfionnaris de Leeden in bedencken fynde gegheven , of niet door eenigh expediënt de langhwylige delibcratien in de groote Vergaderinge foude konnen werden verkort, ende tot esfentiele Refolutie gebracht. Is naar deliberatie goedgevonden ende verftaan, dat ter groote Vcrgaderinge, conform den voorflag by de Heeren van Gelderlandt gedaan , de faacken daar henen fouden mogen worden gedirigeerd, dat door een kieyn getai van Gedeputeerden een Conciliatoire conferentie tusfehen de Provintien mochte worden aangefteldt, om by occafie van dezelve te mogen zien, of de difcreperende advyfen van de Provinciën , over de faacken , daar op de Vergaderinge eygentlyck is geconvoceert, over een mochte worden gebracht, om een eenparige Re-  AENHANGZEL. xxvn Refolutie over het voorfchreve gewigtig werck eygentlyk te mogen erlangen , omme zulcks goedtgevondenzynde, alsdan door de Commisfarisfen, daar toe te deputeeren , nader te mogen werden gedelibereert. Is meede goedgevonden, dat dien onvermindert aangehouden zal worden , dat de Heeren van Stadt en Landen mogen worden verfocht, fich op het fpoedigfte wederom hier ter Vergaderinge te laten vinden, ende van gelycken, dat de Provinciën fich nog niet hebbende verMaart op de voorgeroerde gewichtige Poinclen haar dienthalven mochten openen. XVII. (No. XXV. Bladz. 35.) Den 24. Maart (pag. 157.) In omvrage zyndc gebragt, wat ter groote Vergaderinge fal werden ghedaan, nopende het getal der Gecommitteerden, verfocht by te woonende bewuste conciüatoire Conferentie, is goedgevonden , het getal van de opgemelde Gecommitteerde uyt ydere Provintie te nemen totdrie, en uit die'van Hollandtfcs , doch in cas van discrepantie ofte andere formaliteyten hier over te vallen, de Provintien dienthalven te gemoct te gaan. XVIII.  xxvur AENHANGZEL. XVIIL (No. XXVII. Bladz. 40.) Saturdag den 25. dito (pag. 153.) Propofitie van Gelderland ter groote Vergaderinge, en refol: van Holland daar op. XIX. (No. XXVIII. Bladz. 41.) Maandag den 27. dito (pag. 160.) In bedencken zynde, wat op heden in de groote Vergaderinge in propofitie fal dienen te werden gebracht. Is naar deliberatie goedgevonden , dat voor eerst zal werden gelet op de extenfie van de Refolutie, roerende de drie poincten, by de Heeren van Gelderlandt ingebracht, ten eynde dezelve volghens de intentie van hare Edele Groot Mogende mach werden ingefteldt. Is wyders goedtgevonden , dat meede ter groote Vergaderinge in Propofitie zal werden gebracht, of de Leeden gecommitteert tot de Concihatoire conferentie, fullen advifecren, Hooft voor Hooft, ofte Provintiatim, ende is wyders goedt gevonden, dat men de Provintien, in 't een en 't ander fal te gemoet gaan, fonder des figh te formalifeeren, ghelyck mede werdt verftaan , dat inftantie fal werden gedaan, ten eynde de opgemelte conciliatorie conferentie ter handt mach werden genomen, ook dee-  AENHANGZEL. xxix deefen namiddag of anders foo haast doenlyck wefen zal. Noch werdt goed gevonden, dat de Provintien van Vrieslandt en Overysfel zullen werden verzocht, fich eyntelyk te verklaaren op twee poinéten van wegen hare Edele Groot Mogende voortgebracht, te weeten het beitellen van de Militie, ende het verleggen van de Guarnifoencn met het geven van de Patenten. XX. (No. XXVin. Bladz. 41.) Den 10. Mey (pag. 238..) Is hy de Heeren van Dortrecht rapport gedaan van de conferentie, door Gecommitteerden van haar Edele Groot Mogende gehouden, op de poinéten jegenwoordelyck ter. groote Vergaderinge in deliberatie te brenghen , en is by dezelve gerefereert, dat welgcmelte Gecommitteerden oordeelen, dat ter groote Vergaderinge jegenwoordelyk dienen te worden inghebracht, de volgende poinéten , te weten, het advis conciliatoir; Item, de extenfie van de Commisfie over het voorfchreeve advis conciliatoir, ten reguarde van andere faacken daar in de Provinciën alsinoch zyn discreperende; ende daar benefFens mede de ghcamplieerde Initruétie voor den Raade van Staate, by Copie de Provinciën voor deefen gecommuniceert. Waar op zynde gedelibereert, is met het voorfchreeve advis geconformeerdt, doch naderhand  xxx AENHANGZEL. hand verftaan zynde, dat op het tweede poinfl: alrèede ter groote Vergaderings Refolutie was genomen, is goed ghevonden het zelve uyt de Propofitie jegenwoordelyck te laten. XXI. (No. XXVIII. Bladz. 41.) Den 19. Mey (pag. 252.) In deliberatie zynde geleydt, wat fal dienen te werden gedaan met het advis van de Heeren van Gelderlandt, op de Inftru&ie van den Rade van State, op gisteren ingebracht, is goed gevonden, dat de andere Provintien mede fullen werden aangemaandt, op het voorfchreve fubject haar te willen openen. XXII. (No. XXVIII. Bladz. 42.) Dito (pag. 256.} Aangaande het advis van den Rade van State, tenderende ten eynde de Patenten voortaan fouden worden geaddresfeert aan de Gouverneurs of Commandeurs , is goed ghevonden , daar meede te conformeeren, behoudens dat in plaatfen daar geen Gouverneurs ofte Commandeurs zyn, de Patenten zullen werden geaddresfeert aan de Burgemeesters, te weeten in de Steden fesfie en ftem hebbende in de Regeeringe. XXIII.  AENHANGZEL. XXXÏ XXIII. (No. XXVIII. Bladz. 42.) Dito (Bladz. 256.) Is by den Heere de Witt Penfionaris der Stad Dortrecht rapport gedaan, van de jongfte conferentie gehouden op het advis conciliatoir, ende de Ampliatie, van het negende Articul, nopende het geeven van de Patenten in tydt van noodt, by de Gecommitteerden goed gevonden , is nae eenige discoursfen daar op gevallen , met derzelver geconformeert. XXIV. (No. XXVIII. Bladz. 42.) Den 20. dito (pag. 256.} Daar op zo is by den Heere Penfionaris de Witt, aan Haar Edele Groot Mogende genotificeert, dat ter groote Vergaderinghe by Gecommitteerden van Haar Hoog Mogende nogh heeden rapport zal werden gedaan, van de Ampliatie op het advis conciliatoir, als voor deezen is gerefolveert &c. XXV^  XXXII AENHANGZEL. XXV. (No. XXX. Bladz. 45.) Den 19. Jutoy (pag. 297.) Op het gemoveerde van den Heer van ÏVimmenum, is na deliberatie goed gevonden, dat achter de Rcfolutie op het advis conciliatoir genomen, in 't uytgeeven van defelve meede zal werden gefteldt, de aantekeninghe van de Heeren van Vriesland, en Stadt en Lande. XXVI. (No. XXX. Bladz. 45.) Den 21. dito (pag. 304.) Rapport, dat de H. H. van Vricslandt en Stadt en Lande zyn gedisponeert in te trekken haarë refpeélivc aanteykeningen op 't advis conciliatoir gedaan , onder beneficie van de volgende Aéle vid. Aits. hcrftelde Leeuw pag. 396". waar op zynde gedelibereert, is daar mede geconformeert. XXVII. (No. XXX. Bladz. 45.) Den 2 July (pag. 328.) 13 dito (371.) Preparatie tot het fcheiden van de groote Vergadering. XXVIII.  AENHANGZEL. XXXIÏÏ XXVIIL (No. XXXL Bladz. 46.) EXTRACT uit ie Refolutie yan Haar Ed. Gr. Mos. (ï)en 28. April 1652.) Is geloefen Requefte van 'den Commandeur over 'c Guarnifoen in den Bricl, verfoeckende verklaringe op de poinéten raackende fyn Commandement voor deefen overgegeeven, ende na deliberatie,, verftaan, dat aan denzelven op den naame ende van vveghen Haar Edele Groot Mogende fal worden gefchrevcn mntatis mutandis in fulcker voegen ende fodanige termen , als op den naam ende van wegen Haar Hoog Mogende in krachte van derfelver Refolutie van" dato den vyfentwintigften Maart feftien hondcrt eenenvyftigh genomen in de groote Vergaderinghe, op de Zaal van 't Hof van Holland ghehouden,ten vcrfoeke van ^de Heeren Staten van Gelder» landt aan de Commandeurs van de Guarnizoenen in de fteeden van dezelve Provintie, ftem in ftaat hebbende, ten voorfchreve dage gefchreeven is ghcwccst; ende namentlyck, dat hy Commandeur voorfchreeve fich niet en zal hebben aan te matighen het bewaren van de fleutelen, openen en fluyten van de Poorten der voorfchreeve Steede, nochte het uytgeeven van het Wachtwoordt aldaar, oock de Militaire Jurisdictie niet Vorder zal hebben te extendeeren, als over mefufen ende delicten *** puyr-  xxxiv AENHANGZEL. puyrlyck ende privativelyk Militair zynde, alles na breder innehouden van de voorgeroerde Haar Hoog Mogende Refolutien en Misfiven aan de voorfchreeve Commandeurs binnen de Provincie van Gelderlandt, als boven gefchreveri , ende wat aangaat 't gemoveerde raackende den Eed aan de Magiftraat van den Briel, volgens het fevende Articul van de linie te doen, fal den voorfchreeven Commandeur meede worden aangefchreeven, dat hy fich dien aangaande volkomentlyck ende punctuelyck fal hebben te reguleeren naa het formulier , daarop by Haar Edele Groot Mogende voor defe ghearrefteert,ende de Heeren van van den Briel voorfchreeven, nevens de andere leeden van de vergaderinge toegezonden, ende in andere faecken, de Stadt van den Briele privative raeckende, dat hy hem na 't goedvinden van de Magiftraat aldaar fal hebben te gedragen ; fynde vorder de Heeren Gecommitteerde Raden verfocht de vergaderinghe te rapporteeren, 't gunt op het jongfte aanfchryvens aan den voorfchreeven Commandeur gedaan, ende hier ter Vergaderinge bekent gemaakt, wyders is gepasfeert. XXIX,  AENHANGZEL» XXIX. (No. LVI. Bladz. 112.) EXTRACT uyt het Raadt Signaatder Stadt Nymegen van den jaare 1666. Dominica den 29. April 1666. h Meridie. In faeken van den Overften Ruelle Aanleg» gcr eens, ende Blefius Freyman VervVr ande* ren deels verftaat een Eerbaar Raat, dat de Vendels van den Aanlr. by provifie hier fullen blyven , tot dat de pretenfe van den Verwï. voldaan off ander berigt deswegen ge* daan zal worden. XXX. (No. LVI. Bladz. 112.) L'unce den 30- April. In faeken van Andries Palmets, als VoIm  xxxvi AENHANGZEL. XXXI. (No. LVI. Bladz. 112.) EXTRACT uyt het Raaks Signaat der Stadt Nymegen. Sabbathi den 9. Juny 1666. In faeken van Simon Fredrica Fryman Aanlegger ter eenre tegens Nicolaas N. Corporaai van den Heere Ritmeester Coenen Vcrweerer ter anderen zyde verftaat een Eerbaar Raat, datten Verweerer fcbuldich en gehouden is , het affgehaalde Peert, Coller en andere goederen den Aanlegger cost en fchadeloos te reftitueren ende wederom ter plaatfe te brengen daar hy 't gehaalt heeft , ende dat eer hy van hier gaat, off daar voor Borge te ftellen, mits datten Aanlegger voor des Ritmeesters ende Verweerers Actie mede Borge ftelle, foo defelve eenige vermeinen te hebben, gelyk ook den Verweerer Borge fal hebben te ftellen voor des Aanleggers als der Heeren Borgermeesteren Actie , wegens 't vilipenderen in t wegfmyten ende niet aanneemen van de Acte van Citatie, denfelven Verweerer wederom fyne Acte gereferveert tegens zyne Officieren, diet hem gecommandeert hebben, daar ende zoo zynen goeden raat gedragen zal. XXXÏÏ.  AENHANGZEL. XXXVII XXXII. (No. LVI. Bladz. 112.) EXTRACT uyt het Raadts Sz'gkaat der Stadt Nymegen. Veneris den 7. September 1666. Op verfoeck van Loeffs de Bruyn wórt denfelve geaccordeert ende toegedaan, om onder cautie te mogen lichten ende nae fig nemen den mantel van Jacob Janszen Soldaat onder Capityn Lauwick, daar op gefeyden Bruyn by arrest geprocedeert heeft, ende heeft Peter Levers fig voor de Bruyn tot Borge geftelt. XXXILL (No. LX. Bladz. 120.) EXTRACT uit deRefol utie van Haar Edele Groot Mogende. Den 14. February 1669. De Heeren Gedeputeerden der Stad Dor-Afte van drecht, hebben uit fpeciaale last van de Hee-non pr*juren haareprincipalen, ter Vergadering gepra?-^^'] fenteert, hoe dat door ordre van de Heeren^0 h« Gecommitteerde Raaden, by Johan Boxel, Ser-overzengeant Major van 't Guarnifoen alhier in denden van Hage, aldaar achterhaalt, en met goedvindenvier geaP" van de gemelde Heeren haare principaalen ge-S» gyzelt zynde den Graaf van Warfufé, den Ritmeester Dorp, den Capiteyn van Gent, en La Tour, met last om dezelve herwaards te gely*•* * 3 den 3  txxvm AENHANGZEL. den, de voorfz. Heeren hare principalen het pvergeeven van de voorfz. peribonen niet zouden kunnen toeftaan, ten waare hen luiden dien aangaande by Haar Ed. Groot Mog. verleend wierde behoorlyke Acte van non prcejuditie: Waar op gedelibereerd zynde, is goed gevonden, en verftaan, dat tot gerustftellinge van de Heeren Burgermeesters, en Regeerders deiStad Dordrecht voornoemt, t'haren behoeve geëxpedieert, en uitgegeeyen zal werden de Acte van non prcejuditie, hier na volgende, Van woorde tot woorde geinfereert. De Staten, &c. doen te weeten , alzoo op dato ondergefchreeven by fpeciaale Misfive Van onfe Gecommitteerde Raaden aan de Heeren Burgermeester, en Regeerders van Dortrecht vSrzogt is, dat de Graaf van Warfujeden Ritmeester Dorp , den Capitein van Gent, en La Tour, op ordre van onfe Gecommitteerde Raaden voorfchreeve door Jchan Boxel, Sergeant Major over het Guarnizoen van 's Gravenhage, aldaar achterhaald , en met goedvinden van gemelte Heeren gegeyzelt zynde, door denzelye Major herwaards zoude mogen geleid worden, ende dat by de voorfchreeve Heeren difficulteit zoude mogen vallen, van de voorfz. Perfooonen te laten volgen zonder voorgaande Acte vari non prajuditie. Soo ist dat wy tot gerustheit van meergemelte Heeren Burgemeesters,ende Regeerders verklaart hebben , ende verklaren mits deezen, dat het overgeeven van dezelve perfoonen Haar, ofte de voorfz. Stad niet zal ftrekken tot eenig praojuditie: Verzoekende overzulks als nog dezelve Heeren ten einde de meergeT roes-  AENHANGZEL. xxxjac roerde vier perzoonen aan den voorgenoemde Major moogen werden gelaten volgen. Gedaan in den Hage, onder het kleine Zeegcl, van den Lande, den vyftienden February festien hondert negen en festig. XXXIV. (No. LXI. BI. 122.) EXTRACT uit de Refolutien van Haar Edele Groot Mog. Den ir. Julii 1671. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorni-Miiitie. chem hebben uit den naame, ende van wegen Gomicde lieercn haare principalen ter Vergaderinge'ie,n- Dat gepracfenteert, dat' eenigen tyd geleeden twee^""re Kuyters, van de Compagnie te Paart, van den dven Jldt. Heere van Breederode, Guarnizoen houdendcren dood binnen de voorfz. Stadt , in den Dorpe vangeftoken Daalen vechtende, de eene den"anderen doodh^ed'en™ gefteeken hebbende, den Drosfaart derzelver^ce"turee;Ju" Steede, ende 's Lands van Arkel, de gemelte Heeren hare principalen hadde bekent gemaakt , dat hy vermeynde, dat de voorfz. begaane manflag, zynde een gemeyn deliét, was Itaande tot kennisfe van den Ordinaris Rechter der voorfchreeve Stede ; dat den voornoemden Drosfaart daar omme met alle modestie, ende zonder de minste pasfie te toonen,omde Jurisdictie een ander aanbevoolen te willen invaderen , de Officieren, van de voorfz, Compagnie voor fich hadden ontbooden, met verzoek, * * * 4 va*-  3tr, AENHANGZEL. van te willen ontdekken, hoedanig dat het met 't perpetreeren van de voorfz. manflag was toe. gegaan , ook bekent te maacken de getuigen, die daar omtrent mogten hebben geverleert, dat de voornoemde Officieren hadden geantwoord , dat den Commandeur der voorfz. Steede al bereids de zaake by de hand hadde genomen, ende informatien dien aangaande doen leggen; waar omme de gemcltc Heeren haare Principalen te raden waren geworden , den voornoemden Commandeur voor haar te ontbieden , en hem voor te houden dat zy luiden meinden de intentie van Haar Edele Groot Mog, te zyn, dat zodanigen delict: ter caufatie van den Drosfaart voornoemt, en ter Judicature van Scheepenen was ftaande, edoch dat den meergemelten Drosfaart het contrarie hadde gefuftineert, als zynde de voorfz. manflag gefchied door een Soldaat, aan een ander Soldaat, ende binnen een plaatfe alwaar een Commandeur is, by Acte metmagtomeen Kryggraad te mogen convoceeren, verzoekende de gemelte Heeren van Gornichem Haar Ed. Gr. Mog. goede meeninge ende intentie te mogen verftaan , by wie de voorfz. manflag gecaufeert, ende by welken Rechter in die zake gefententieert zal moeten worden, Waar op gedeübereert zynde , is goedgevonden, en verftaan , dat de Heeren Gecommitteerde Raaden fullen worden verzogt, ende gelast, gelyk dezelve verzogt en gelast werden by deezen , om naar ingenomen informatie van do rechte gefchapentheid der voorfz. zaake, ook gehoort die geenen, die dezelve fullen meenen, dien aangaande, gehoort te moeten  AENHANGZEL. xl* ten werden, Haar Ed. Groot Mog. daar op te dienen van haare Confideratien, en Advis. xxxv. (No. LXI. BI. 122.) EXTRACT uit de Refolutie van Haar Edele Groot Mogende. Den 13. Augusti 1671. Is geleezen fcekere Requeste aan Haar Ed. Groot Mog. geprsefenteert by Ditlof Rumohr, Luytenant Collonel van een Regiment Paarden ten Dienfte van den Koning van Denemarken, houdende in fubftantie, hoe dat hy by zeekerc zyne voorgaande Requeste, meede op huiden aan Haar Ed. Groot Mog. geprafenteert, verzogt hebbende, dat den Fiscaal Crimineel van Holland, ofte eenig ander Officier gelast zoude mogen werden, criminelyk na de Wetten van deeze Landen te Procedeeren, teegens Capitein Dirk Haringcarfpel, ter! oorzaake dezelve, fooby Suppliant poleert, op! 't Schild , in 't Eiland van Texel, den vyf en ■twintigften Mey laastleeden om het leeven gcbragt heeft Otto Rumohr, in zyn leeven meede Capitein ten dienfte deezcr Lande , fyn Suppliants Broeder, hy Suppliant naderhand onderricht is geworden, Haar Edele Gr. Mog. al bereids by Refolutie, den fesden defer loopende maandt op de Requeste van den voornoemde Haringcarfpel genomen , de Judicature over de voorfz. fake hebben toegevoegt, aan * * * 5 den De zaak van Haringcarfpelcontra Rumohr ver klaart vooC een Ordinarii delict- en geat en ter [udicatnre tan denOriinariskompetenen llecher.  xlii AENHANGZEL. den Krygshsraadt, tot dien einde uit den name van Haar Edele Groot Mog. alhier in den Hage te convoceren, als of de voorfchreeve gepofeerde manflag, by den voornoemde Haringcarfpel, zoo gezeidt wordt, begaan, zoude weezen een Militair delict;; verzoekende vervolgens op 't fundament van verfcheide reedenen in de voorfchreeve Requeste gededuceert, dat Haar Edele Groot Mog. goede geliefte mooge zyn , in plaats van de voorfchreeve Krygsraad, tot Rechters over den voornoemHaringcarfpel te ftellenhet Hof Provinciaal van Holland, en dat de accufatie gedaan moge werden by den voorfz. Fiscaal Crimimineel van Haar Ed. Groot Mog. waar op gedelibereert, en de gelegentheid van de voorfchreeve zaake i der ingezien zynde, is verftaan en verklaart, dat het voorfz. feit niet en is, nog aangezien moet werden als een puyr Militair delict, maar dat het zelve gereputeert moet werden te weezen een delictum commune , ende zulks fubject de Judicature , niet van een Kryghsraad, maar van de Ordinaris Dagclykfchen Rechter , en dat mitsdien voor zoo veel den voornoemden Capitein Haringcarfpel by de voorfchreve fyne Requeste op den fesden dezes aan Haar Edele Groot Mog. ingedient, verklaart heeft, gerefolveert te zyn, zig over de voorfchreeve Actie te ftellen, ter purge, hy 't zelve zal hebben te doen , niet voor den voorfchreeven Kryghsraad, maar voor den Ordinaris Rechter na dc Wetten en Praétycqcn dezer Landen daar toe bcvoegt , ende competent zynde ; ende wert derhalven ook mits deezen ingetrokken de voorfzi Haar Ed. Groot Mog. voorgaande Re-  AENHANGZEL. XLIIt Refolutie tot het convoceeren van een Krygsraadt den voorfz. fesden deezes-genomen , daar van de Heere Gecommitteerden Raaden kennisfe zal werden gegeeven met last en ordre om op de bequaamfte wyze te bezorgen, dat door die geenen , die de voorfz. voorgaande Requeste ingelevert ende vervolgt hebben 't geene voorfz. is, aan de voornoemden Capitein Haringcarfpel behoorlyk geinünueert mogen werden. XXXVI. (No. LXI Bladz. 122.) EXTRACT uit de Refo!utien™h\e.]u~ van Haar Edele Groot Mog. dlcatu* ° over een Ruytervan Den 30. September 1671. de Compa¬ gnie van Is ter Vergadering geleezen 't Advis van de^J^^ Heeren Gecommitteerde Raden, hebbendé ilt^ onder gevolge ende tot voldoeninge van Haer Edelere jurisGroot Mog. Refolutie in dato den elfden Julii liftip van laastleeden, geëxamineert en overwogen 'tGoringunt ten zelve dage by de Heeren Gedeputeer-^'™ den der Stad Gornichem was gcproponeertn'er 0nder nopende de Judicature over feekere manflagdezeive by een Ruiter van de Compagnie van den HeerCompavan Brederode, aan een andere Ruiter van de-S"^ ^0 zelve Compagnie omtrent de Stad Gornichemf^j^e ) geperpetrcert, ook haar aandagtelyk , en cir-te laten aan cumftantielyk geinformeert omtrent het faitSchepenen van de voorfchreeve manflag, mitsgaders ge-v?n. Gor" hoort die geene die daar omtrent gehoort heb-'""™ ben noemt.  SLIV AENHANGZEL. ben moeten werden : Waar op gedelibereert en in achtinge genomen zynde, dat de voorfchreve manflag wel is begaan buiten de voorfchreve Stad Gornichem , edoch niet te min op den Bodem van Holland, en onder de Jurisdictie van dezelve Stad; dat mede het voorfchreve deliél, alhoewel tusfchen twee Militairen begaan is een gemeen, en geen Militair deli61, hebben Haar Edele Groot Mog. verftaan ende verklaart, gelyk verftaan ende verklaart wert by defen, dat de voorfchreevene zaake in haare nature ende agtervolgens het Declaratoir vervat in Haar Edele Groot Megende Refolutie van den dertigften September des jaars zestien hondert vier en vyftig, ende de nadere dispofitie den festiende May des jaars zestien hondert agt en festig daar op gevolgt, is ftaande, ende dienvolgende ook gelaten zal werden tot Kennisfe ende Judicature \'an Scheepenen van Gornichem voornoemt, daar van by aanfchryving zo aan den Officier der voorfchreeve Stadt, als aan de Commandeur over 't Guarnifoen aldaar , kennisfe zal werden gegeeven met last ende begeerte om zig daar na pr«ecift> te reguleeren. XXXVII,  AENHANGZEL; xlv XXXVII. (No. XC. Bladz. 185.) EXTRACTEN uit de Protho- collen van Berk van Sandtbergen, Rechter der Heerlykheid Keppel. Den iï. Augusti 1683. Dit navolgende is door my Derk van Sdndtbergen Richter der Heerlykheydt Keppel, met eigen hande geprothocolleert. Arnolt van Dam in qualiteit als Advocaat en Fiscaal der Heerlykheydt Keppel, verfogte omni meliori modo arrest en gyfelinge en verfekeringe op die Perfoon Johan Scherenbargh, en fulx om te hebben reghtelicke fatisfaótie van foodaene Actie als den Heer wegens fyne violentie en feytelickhcyt , op den 6. July defes jaars 1683. aan die Perfoon van Garrit Everts alhier binnen Keppel in fyneygen huys gepleegü op denfelven heeft te pratendeeren, met verfoek den gearrefteerden wel fterk mag bewaart worden ten tydt hy behoorlyk ten minften ter waerdie van duyfent guldens fal hebben geca^ veert, met wyders verzoek, dat in val van verburginge ofte niet, den Gegyfelden magh worden geciteert om tegens morgen ten negen uuren voor defen Gereghte der Heerlykheyd Keppel te erfchynen en te aanhoren foodaenen eisch en conclufie, als den Fiscaal dien aangaande omni meliori modo fal willen nemen na reghte alles onder bedingh van kosten. Er-  xlvi AENHANGZEL. Erfchenen meester Garrit Everis, en ververfoght omni meliori modo Arrest enGyfelinge op die Perfoon van Johan van Scherenbargh en zulx om te hebben fatisfaótie van foodaene atroce injurie en doodelicke verwondinge ais Complt. op den 6. July defes jaars 1683. in fyn eygen huys van dcnfelven is aangedaan , met verfoek denfclven wel ftriktelyk moge worden bewaart, tot dat dit arrest behoorlick nae Lantreghte , ten minften voor duyfent Daalders fal hebben verburght, en dat den Gegyfelden mag worden geciteert om tegens morgen te negen uuren aan defen Gerighte te crfchynen en te aanhooren foodaenen eisch en conclufie als Competent dier aangaande omni meliori modo fal neemen, cum expenfis. Den 11. Augustii 1683. In Judicia Extraordinario. Coram Judice Derck van Santbergen, Schepenen Evert Schepen en Hans Cruysvelt. Erfchenen Arnolt van Dam in qualitcit als Advocaat en Fiscaal der Heerlykheydt Keppel te kennen gevende, hoe dat hy op gisteren in defe Jurisdictie heeft doen arrefteeren de Perzoon van Scherenbargh en fulx voor foodaenige Actie, als Comparant in vorige qualiteit nomine -Fifci tegens denfelven wegens dien op den 6 July laastleden gepleegde feytelickheydt heeft te prfetendeeren , waar van alfoo den terminus op huydcn is dienende, waar toe volgens relatie des Gerichts Dienaars ook op huyden is geciteert, foo overgaf Comparant loco  AENHANGZEL. XLVII juftificationis, clachte op desgearesteerdens handelinge by onftentenisfe acculèrende contumaciam met verzoek van proclama en vermits den gearrclleerden tot nog toe defe Actie en Arrest niet heeft verburght, foo afwagt men als nog fufficante Burgtoght by ontftentenisfe ofte wyders verweygeringe, verfoekende dat den arrefteerden op het Huys te Keppel in nader bewaaringe moge worden geftelt en dat als dan in cas van geen verburginge defe zaeke by gastrechte en in ex ordinariis terminis mogen worden geprofequeert in val Everts van verburginge, verfoekt men dat den gearrefteerden magh worden afgevraagt, oftehy ten gastrechte ofte den Ordinaris Landrechte gefint is te procederen by geen verburginge over het eerfte puint decreet, met asfumtie van onpartydige , verfoekende met bedingh van kosten. Erfchenen den Luytenant Scraesbargh, fub expres/a proteftatione de non confentiendo nequeprorogando nifi quatenus et in qnantum et cetera. Alhier den Edel gerichte gemoet voerende hoe dat die felvige de fado een Militair Perfoon zynde ten diende van defe Lande niet en hebbe kunnen , nog mogen worden gearreftcert van eenen anderen Politieken Rigter , over eene opgeraepte onbewefene Aciie, dan dat daar vooi\ behoort geconvenieert geworden voor fynen Competenten Righter, die welke is den Krygsraad waar henen figh Comparant ook refereert , fonder figh hier in te laaten alles onder protest als voren, onvermindert van welk protest Comparant pro fueinteresfe alleen figh wil vcrfogt hebben van het gepasfeerde Copie om figh daar van voor fyn Ofïï- cie-  vim AENHANGZEL. eieren en Competente Righter als anders te kunen dienen en remonltrecrcn foodanigh men alhier worde getracleert, protefteerende mede van alle affronten foo Comparant hier door kome te lyden. Ex adverfo. Dewyl tegens defe dit geïntendeerde arrest verweygert te verburgen , foo verfoekt men dat die in nadere bewaringe op het Huys te Keppel worde geftelt, ende dat met Advys van Onpartydigen decreet moge werden gefchept, ofte niet defe faake in Extra Oordinariis als Contra Captien nae gastreghte ofte andere korte termynen fal worden afgepleyt, voor de rest alfoo tegens defe antwoord beftaat in een exceptie declinatoir fal men daar op fua loco et tempore dienen nae behooren. De adverfo perfifteert by fyn wel gefundeerde protest, ende den Edel Gerichte niet te min te gemoet voerende fonder daar van af te wykeh , dat, want fchoon men geen Militeer en was, als gefeyt is van jae, men figh aan geen gastrichte behoeven te binden, perfifteert dier halvcn als vooren. Ex adverfo dat hier is, caufa Fisci Criminalis a Captura extraordinaria aangevangen , waar in dan ook in cas van geen verburginge tegens den welken men pra:fenteert parti in ordinari Proces in te laaten extraordinarie moet werden voortgevaaren en perfifteert by zyn vorige. Ex adverfo protefteert by fyn vorige protest. Er-  AENHANGZEL. Erfchenen Doftor Amok van Dam , nae* mens Meester Garrit Everts, welke hier pra> fent wefendej om fyn fwakheidt heeft moe* ten vertrekken, te kennen gevende, hoe hy op gisteren tefte, protocollo alhier arrest hebbe verfogt op die Perfoon van Jolian van Scraes*borgh, waar van op huyden den termyn van juftificatie is aangeftelt, zynde den gearrefteer* den volgens relatie des Gerighs Dienaars hier toe geciteert. Soo overgaf Comparant, names fyn Principaal, clagte en eisch, concluderende en biddende als daar by vervolgens hy Garrit Everts met fyn Huysvrouw Getruyt van ter Borgh, pro ekpenjis iitis non conveniendo alibi, en nae wyders nae Lantreghte geholden tot Borge ftelden haar perfonen en goederen in fpecie haare behuyfinge in defe Jurisdictie gelegen, waar op dan Comparanten afwagten van den gearrefteerden behoorlyke handelinge by ontftentenisfe accuferendc coniumaciam nihil agentis, met verfoek van proclame met vvyder bedingh dat den gearrefteerden fyn arrest fal heb* ben bchoorlyk te verburgen, funftebymanquement en wyder verweygeringe van dien verfoekende denfelve op het Huys te Keppel in verfekcringe mogen blyven tot der tyt toe behoorlyk nae Lantreghte fal hebben gecaveert, verfoekende mede den gearrefteerden in judicio moge werden afgevraagt of hy nae 'Gastregte ofte nae Lantreghte is gefint te procedceren, onder beding van kosten. Erfcheenen Garrit Everts neftens zyne Huisvrouw Getruyt van ter Borgh en hebbend die Burghtogt by reces gemelt, geinfereert en daar op geftrpuleert ut juris. * * * ê Ex  t AENHANGZEL. Ex adverfo de Luytenant Scraesborgh repeteert om de Edel Gerighte niet op te holden tegen defe opgeraepte Actie, fyne voorgaande gehoudene proces ende protest tegens defe Fiscaals gepretendeerde Actie, uyt denfelven hoofde fpruytende , gedaan fonder figh foo wel over defe als voorgaande gealligeerde redenen alhier in defe Edel. Gerighte in te laeten copie op conditie als voren, pro noftro interesfe gefinnende van die aanfpraak, gelyk in caufa Fisci is gefchiet. Het Gerighte fal fig nader van die bewaringe van den gearrefteerden verfchryven , en in geval van wyder treynisfement ofte verweygeringe van Burghftellinge, ordre tot de verfekeringe op den Huyfe Keppel ftellen, en aangaande de termynen des Fiscaals procedure daar over fal met asfumptie van onpartydige erkent worden. Den 14. Augustus 1683. In Fiscaals faake tusfchen de Heer Amolt van Dam in qualiteit als Advocaat Fiscaal der Heerlykheidt Keppel, Arreftant en Klager ter cener , en Johan van Scherenburgh Gearrefteerde en Beklaagde ter ander zyde , voor defen Edel Gerichte der Heerlykheidt Keppel ongedecideert hangende. Gefien de dictamina te weder zyde gevallen, en gelettet waar op in defen te letten ftonde : Het Gerigte met asfumptie van onparthydige Regtsgeleerde doende Regt , injungeert Partien contendenten naar 't prsefcript Lantrechtens dezer Graeffchap over die faeke in quass- tie  AËNHANGZÊL tt tie te procederen van drie daagen , tot drië daagen de kosten over dit incident gevallen toÉ uytdragt der zaake referverende. Aldus gedaan en by ons onderfchreve Reghtsgeleerden getekent binnen Dotichem den 16» Augufti 1683. Onderftondt Andreas van Dam3 Johannes Rensfen* J. U. D. J. U. D. Dit bovenftaande decreet is door my Derk van Santbergen Righter der Heerlykheidt Kep= pel geprothocolleert, Den 16. Augustus 1683» In Judicio Extraordinarii). Coram Derk van Santbergen Righter der Heer= lykheid Keppel, Schepenen Hans Cruysvelt t Evert Schepen, Erfchenen Doctor van Dam, fegt hoe dat op den 10. defes Johan van Scherenburgh door Mr. Garrit Evers alhier in arrest en gyfelinge is genomen , ter fine om te hebben reparatie wegens die verwondige en feytlykheidt aan desfelfs perzoon gedaan, foo heeft Comparant nomins officii , wegens des Heeren actie mede arrest verfogt, en alfoo men door die Heeren Stadtholder des Lantdrosten-Ampts van Zutphen isberigt, aldaar in loco domicüii rei deze faeke bereits zy aangevangen, foo wil men ex hoe capite, den gearresteerden hebben gerela**** % Teert 3  LTI AENHANGZEL. feert, onder expres beding van kosten hier voor bona fide aangewent. Erfchenen Amolt van Dam, names Mr. Garrit Evers te kennen gevende, hoe dat op den io. defer alhier arrest hebbe verfogt, geintendiert op die perfoon van Jeh'an van Scherenburgh, ten fine als by die acte te zien, waar van ook op den ir. van juftificatie heeft gedient, als wanneer men wederfydts burge hebbende geftelt, van den gearrefteerden burge heeft gefonnen ende met eenen judicielyk afgevraegt, of hy gearrefteerde tegens genoegiaeme burghtogt het Gastreght of ordinaris Lantreght wilde ampleóleeren , en of wel den gearresteerde figh op het ordinaris Lantreght heeft willen beroepen, foo ist nogtans,dat den felven defe actie niet heeft willen verburgen, nogte den Arreftant van die costen van bewaringe als anders willen ontlasten, voornemens lyndc, foo het fchynt, alfoo men geene ordinaris Gyfelkamer heeft, den Arreftant door lange fitten en excesfive kosten, het werk moede te maeken, foo wil de Comparant nogmaals den gearresteerden judicielyk hebben afgevraegt, ofF hy defe faeke nae Lantreghte fufficient is gefint te verburgen, ende den Arreftant immers van alle kosten van bewaringe als anders te ontlasten, ende van or/twykinge te fecureren en alfoo ter ordinaris Reghte te Reghte ftaan , by verweygeringe, ofte wyder vertrek , verfoekt men, dat by den Hoog Edele Gerigte, by asfumptie van onpartydige Reghtsgeleerden fal worden erkent en verftaan, dat den gearresteerde alfoo hy verwygert defe actie te verburgen, ofte den Ar- e-  AENHANGZEL. LIII reftant te fecureren ende te ontlasten , onbevoegt is op het ordinaris Landreght te provoceren , en dat dienvolgens defe faeke naa Gastreghte fal worden geprofequeert, den gearresteerden condemnerende om in termino Gastreghtens op defer zydts juftificatie te dienen, als mede in die kosten hier over gevallen. Johan van Scherenbnrgh fegt Militair te fyn en kan fig hier niet in laaten. Het Gerighte neemt aan om met asfumqtie van onpartydige fig te beleeren over dit punt. Den 20. Augufti 1683. Gefien ende geëxamineert de mundelyke recesfen en dincghtaalen , tusfchen Mr. Garrit Evers Arreftant ter eener, ende Johannes van Scherenburgh gearrefteerde ter andere fyden, voor den Edele Gerighte van Keppel, op den 11. en 16 Auguftii. defes jaars 1683. gevallen en gelet, waar op in defen te letten ftonde. Het voorfchreve Gerighte, met advis van onpartydige Regtsgeleerden, rcjecleert het geproponeerde beding tot renvoy, en verftaet den gearrefteerde fchuldig en gehouden te zyn, voor defen Edele Gerighte te reghte te ftaan » met Condemnatie van den felven in die kosten over dit incident veroorfaekt. Aldus by ons onderfchreeve geadvifeert binnen Zutphen den 20 Augufti 1683. Onderftont Johan vanMunfter, Jac. Haefebroek. * * * * 3 By  trv AENHANGZEL, By manquement van vordere fubmisfie, heb» ben wy alleen in defen over de exceptie ofte bedingh van renvoy kunnen erkennen, en fyn deredenen, dat den fel ven is gerejecteert, dat offchoon al gebleken was, als niet, de gearrefteerde effeétive Militair te fyn , foo ist nogtans geen wet ofte obfervantie ons tot nog toe bekent geweest, uit kragt die welke het volk van oorlog , in civile actiën Coram judice municipali geconvenieert wordende , fori prcefcripJione fouden kunnen gebruyken, maar dat ter qontrarie in de Provintie van Hollandt, en fic in Belgio Foederato, fynde geen redenen waarom de andere Proviniien het felve ook niet zouden doen gelden ( alleen in deliÜis ) non tarnen omnibus &■ femper & Caufis ad Militiam pertinentibus, ende andere faeken niet, uti hic, de Militairen voor den Krygsraad geconvenieert worden , getuygt Simon van Leuwen in cenfura forenfi parte 2. lïb. I. cap. 12. Jae men vertrouwt niet by eenig Polityk of Reghsgeleerde ooit in twyfel te zyn getrokken, dat in civile faeken de Militairen niet genoot drongen te fyn , Coram Judice Ordinario te reght te ftaan. Maar, dat in delitiis daar over fpeculatien vallen, en noghtans onderfcheyt gemaakt wordt, tusfchen Militaire en andere delicten, is kennelyk en ftaat daar over aan te merken , het geene Chriftin. in fuis decis vol. 5, decif. uit. n. 16. komt te leeren , nempe quod tempore ducis Albani in Belgio conjlitutio fuit promulgata , disponens quod de Criminibus Militaribus 6f in castris commisfis Coronelli & alii militantes cognoscentt de deliiïis vero communibus et extra caftra som*  AENHANGZEL. lv commisjïs, & extra cafus nominatas judices ordinarii cognofcere & punire pojfint. En foo de civile actiën gerenvoyeert moeten worden aan den Krygsraad; foude daar door vele injuftitie en disordre moeten ontftaan , als fynde faeken: lbo meer in punctio Juris (quod milites non prcefumuntur fcire fed arma L.22. Cod. de jure delib.~) als criminele faeken beftaan. Den gearrefteerde is mede in die kosten , gevallen over dit incident, gecondemneert om de notoire ongefundeerheidt defer oppofitie. Den 21 Augufti 1683. In Judicia Extr aar dinar ia. Coram Derk van Santbergen , Righter, Schepenen Chriftoffel Mennink, Evert Schepen. Erfchenen Doctor Arnolt van Dam names Mr. Garrit Evers, te kennen gevende hoe dat tegens gisteren hadde doen citeren, Johan van Scherenburgh alhier gearrefteerde en gegyfelde, ten fine om te hooren pronuncieren, fodaane decreet als by den Hoog Ed. Gerighte met advis van onpartydige, om die forma van procederen in folde fyn gefieept, dan vermids het Gerighte op gifteren nog niet is gevat geweest, foo is 't die Citatie tot op huyden geprolongeert, dan die verklaeringe des Onderfcholts wordt in bedongen, foo verfogt Comparant als nu ter praefentie van den gearrefteerden met pronuntiatie moge worden voortgevaaren onder beding van kosten. Den Onderfcholt relateert die Citatie op gis* * * * 4 te-  tv* AENHANGZEL, teren gedaan te hebben, en is defclvige doe. maals geprolöngeert, waar van aan Johan van Scherenhurgh , die denunciatie heeft gedaan, om op huyden te compareren en te hooren de pro* nunciatie van het decreet. Fiat pitblicatio, eodem die publicatum, Mr. Garrit'Evers bedankt figh voor decreet en adminiftratie van Juftitie, by den Ed. Gerighte gedaan en verfoekt daar van Copie en redenen van dien , met wyder verfoek, dat den gearrefteerde moge worden aangefegt, om op huyden over drie daegen na Gastreghte op de, fer fyds juftificade te dienen, funftcn dat andersfins in Contumaciam fal worden gedongen, als na Landreghte. Conceditur. Den Onderfcholt refereert, die denunciatie aan Johan van Scherenhurgh op huyden over drie daagen op jultiücatje te dienen, gedaan te hebben. In Judicia Extraerdinario den 27 Augufti 1683. Coram Derk van Santbergen Righter Schepe-. nen, Evert Everts Compelaar, Evert Schepen. Erfchenen Mr. Garrit Everts, te kennen gevende hoe dat hy alhier heeft doen arrefteren Johan van Scherenhurgh, welke niet tegengaande deszelfs geproponeerde exceptie declinatoir was afgeflaagen, en op huyden tot inbrengen van antwoord was geciceert, als hy het  AENHANGZEL. LVH het Prothocol ervintclyk, defe voorleden naght uyt zyn Gyfelinge is uytgebrokcn ende ontvlugt, en dewyl den terrayn 'op huyden is dienende , waar by den gearrefteerde van contra handelinge moest dienen, foo afwagt men als nu van den perfoonelyk comparitie en dat hy fig weder in arrest fal fifteeren en vervolgens inbrengen van handelinge op defcr fydts juftificatie by ontftentenisfe accufeert contumaciam met verlbek van proclama. Proclamatus, 6? non Companiit. Erfchenen Mr. Garrit Evers en heeft in alle fyne faaken in fpecie foo hy heeft uytftaan tegens Johan van Scherenhurgh , geconftitueert en bevolmagtigdt. Doctor Arnoldt van Dam , ende Evert Everts Sampt en byfonder onder Claufuien als na reghten éj? Jiipulatus ut juris, In Judicio Extraordinario den 27 Augufti 1683. Coram Derk van Santbergen Righter Schepenen, Evert Evers Compelaar, Evert Schepen. Erfchenen Mr. Garrit Evers, inhercerende fyn arrest ende daar op erholden proclama tegens Johan van Scherenhurgh,' afwagt men als nu van den felven fifterungh in het arrest, behoorlyke purge, en vervolgens handelinge by ontftentenisfe accufeert denuo contumaciam met verfoek van proclama. Fiat proclama Proclamatus £f non Companiit. : . **** 5 Den  ivni AENHANGZEL. Den 30 dito 1683. In Judicio Extraordinario. Coram judice Derk van Santbergen, Schepenen Chriftoffel Mennink en Evert Evers Compelaar. Erfchenen Mr. Garrit Evers , inhereerde fyn erholdene proclamata tegens Johan van Scherenhurgh, afwagt als nu van den felven reële Comparitie behoorlyke purge en vervolgens handelinge , en ingekomen zynde, verfogte Copie by ontftentenisfe accufeert denuo Contumaciam met verfoek van''proclama. Fiat proclama Proclamatus & non Comparuit. Mr. Garrit Evers gefien hebbende, den gearrefteerden nieten compareert, woldefyn intendit tot verificatie van fyne juftificatie hebben inbedongen met verzoek, dat een dag tot collatie en ablegatie van aften moge worden aangeflelt, idque in contumaciam onder beding van kosten. Het Geright ftelt in contumaciam aan den dag tot collatie en ablegatie der aften tegens aanItaande Maandag. Den 3. September 1683. In Judicio Extraor dinar io. Coram Derk van Santbergen Righter Schepenen , Hans Cruysvelt en Evert Schepen. Erfchenen Doéïor Arnolt van Dam,volmzg. tige  AENHANGZEL. tix tigé van Mr. Garrit Evers, fegt hoe dat op huyden de dag van Collatie in Contumaciam, tegens Johan van Scherenhurgh, hier uyt de Gyfelinge is uytgebroken , is aan geftelt op huyden, dan vermids ten Edele Gerigte met affchrift der Contumaciele ftukken nog niet veerdig is, verlbekt men den aangeftelden termyn tot morgen toe moge worden geprolongeert. De termyn van Collatie wordt geprolongeert tot morgen. Den 3. dito. In Judicio Extraordinario. Coram Derk van Santbergen Righter Schepenen , Hans Cruysvelt en Chriftoffel Mènnink , is den dag van Collatie en Ablegatie der aclcn gehouden, en fyn die felvige gefloten en afgefonden, en tot Ordeldraager de Onderfcholt gekofen, dit navolgende is door my Derk van Santbergen Righter, Coram Schepens, Evert Schepen en Evert Evers geprothocolleert. Op dato onderfchreven, is tusfchen den Hr. Luytenant Johan van Schraasborgh ter ener,en Mr- Garrit Evers ter andere zyde, een vriendelyk accoordt en transactie opgerigt, wegens fodaane quasftie als door voornoemde Schraasburgh aan Mr. Garrit Evers was gedaan, waar ouer proces voor den Hoog Edele Gerighte der Heerlykheidt Keppel, is geintentieert, en fulx opvolgende geftelt. Eerstelyk neemt voorn. Johan van Schraasborgh aan en op fig, aan handen van Doétor van Dam als Advocaat en Fiseaal der Heerlykheid Keppel, names fynen Hce-  lx AENHANGZEL. Heere, welke fulx fonder prejudicie der keuren van Keppel ex gratia heeft toegclaaten, wegens het arreft te voldoen, een fomme van twintig Ryksdaalders, voorts neemt voornoemde Schraasborgh op fig, aan den Gerighte van Keppel te voldoen, foodaane jura van Gerighte, Gyfelinge, bewaringen, verteeringen der getuygen verfchoten, advis jura als anders, ioo den Hr. Righter by fpecificatie fal inbrengen , voorts fal voornoemde Schraasborgh lafte en afmaaken foodaane falaris en meefterloon, als den Doftor en Chyrurgyn foo over Mr. Garrit Evers gegaan hebben, komen te praetendeeren, nelfens Medicamenten verteringen, en 't gene in die Cure door die felvige is gecaufcert, waarby hy Schraasborgh aan Mr. Garrit Evers aanneemt, voor pyn en fmerte, verfuym, intresfe als anders te voldoen, een fomme van een hondert twaalf gulden 10 ftuyvers waar by dan nog boven voornoemde 112 gulden ioftuyvers, foodaane vyf en twintig guldens als Mr. Garrit Evers aan die Weduw Ketelaars , Schraasborgh vrouw moeder verfchult is, fullen quydt geven en gedood zyn, hier neffens fal voornoemde Schraasborgh aan Doctor Amolt van Dam, voor falaris verfchot en andere aangewende kosten, betaalen een fomma van vyf en negentig Caroli guldens en fulx alles in den tyd van veertien daagen te voldoen en af te maaken, waar voor figh vrouw Cornelia Brevelts weduw Ketelaars fig als burge heeft verbonden, gelyk zy mitsdefen haar verbind onder expresfe renuntiatie van die exceptie/c. Velleejani foo hy Suppliant totbecominge van acht hondert gulden, aangemelte Capityn verftrekt op den 15- April lestleden heeft met Arrest becommert, waar onder zyn twee Paarden, dewelke door haar groote Confumptie in Voeder en Stallingen kostelyk vallen en haar felven metter tyt zouden confumeren, hebben Haar Ed. Mog. en Achtb. Confent ter voorfz. diftractie verleent, mits dat de penningen daar van Procederende onder den Raat Secretaris worden geconfigneerc. XXXIX. (No. CXI. Bladz. 264.) EXTRACT uit het Raad Signaat der Stad Nymegen. Veneris den 14. Februarii 1707. De faake van den Majoor Froy morton tegens fyn  AENHANGZEL. LXUI fyn Huisvrouw, word tot aanftaande Woensdag gehouden in ftaat, en zullen de Schepenen van 't Buyten-gericht verfogt worden, om in die faacken niet te Sententieren, voor en al eer daar over by een Eerfaame Raa.t fal wefen ge= disponeert. ^ XL. (No. CXIV. Bladz. 302,) EXTRACT uyt het Raadts'Sig* mat der Stad Nymegen. Lunce den 7. May 1708. Op het voordragen van de Gecommitteerde tpt de Servitien en van de Servitie meesteren is na deliberatie goedgevonden en verftaan, dat de fchulden, foo ten behoeve van de Compagnien zyn gemaakt, uyt de Servitie Penningen aan 't Regiment van den Generaal Majoor Hamilton te goet zynde, preferabel, boven alle andere fchulden zullen worden betaalt, en dat vervolgens die particuliere fchulden fullen worden goet gedaan na proportie en uyt het geene yder Officier en Soldaat is aancomende, zullende voor de verdere fchulden door diefelve gemaakt, by arrest, off anders geprocedeert moeten worden , en heeft een Eerbaare Raat de Rekening van de Servitien, foo en in voegen die by gemelte Gecommitteerden en Servitien meesteren is ingeftelt, zig wel laten gevallen. AEN>  'AENHANGZEL O P H E T VIERDE DEEL. XLI. (No. XVII. Bladz. 80.) EXTRACT uit de Refolutien van de Edele Mog. Heeren Raden van Staaten der Vereenigdt Nederlanden. Maandag den 28. OBober 1726. De Heeren van Sonsbeek, Thefaurier Gene* raai, van Slingelandt, en Secretaris ten Hovz hebbende ingevolge van Haar Edele Mog. Refolutien van verfcheide datums geëxamineert de Misfivens van den Krygsraad van Sas van Gent en verdere ftukken, rakende het arrefteeren van J, Boone Onder-patroon van Sclfaten eri de Proceduren van gemelde Krygsraad daar op gehouden , hebben gerapporteerd, &c. Waar op gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan, onder anderen, dat aan den Krygsraad van Sas van Gent fal werden aangefchreeven, dat Haar Edele Mog. niet alleen inprobeeren alle de gchoudene Procedures van dezelve Krygsraad in de faake van den Onder-patroon van Selfate, als notoir incom- pe-  AENHANGZEL. LXV potenteen nul zynde; maar dat boven dien Haar Edele Mog. aan dezelve waarfchouwen en beveclen, in toekomende geen zaken, tot haare Judicature ftaande, af te doen, als by Vonnis decifoir, zonder eenige zaken van wat natuur dezeive ook zouden mogen zyn, compoiibel te verklaren. Dat by deeze gelegenheid , en dewyl aan Haar Edele Mogenden is voorgekomen, als óf diergelyke compofitien, vecltyds aanleiding geevendc tot vexatien , exaclien en knevelarycn , elders meer in de Guarnizoensplaatzen van den Staat in fwang zouden gaan , aan alle de refpective Gouverneurs en Commandeurs, mitsgaders Auditeurs Militair, zal worden aangefchreeven , dat zy, zoo veel in haar is , de hand daar aan houden, en zorgdragen zullen, dat by deKrygsraden over zaken, ter kennisfe van dezelve ftaande, gevonnisd werde, zoo als in goede Juftitie zal bevonden worden te behooren , zonder eenige zaken van wat natuure dezelve mogen zyn, compoübel te verklaren, cn geene compofitien het zy met, of zonder Vonnis van den Krygsraad, zelve of ook door anderen, direftelyk of indirecte'. Jyk, aan te gaan; beveelende niet alleen alle de refpeclive Auditeurs Militair deeze Haar Edele Mogende Refolutie te doen regiftreeren in de Registers van de Krygsraden* waar boven dien dezelve wel uitdrukkelyk gelastende , om naauw reguard te neemen , of ook eenige compofitien aangegaan werden , en daar van met ten eerften aan Haar Edele Mo?, kennis te geeven. \ *****  lxvi AENHANGZEL. (Was getekent) W. Taats, Vt. (Onderftond) Accordeerd met het Register. (Geteekendi) N. ten Hove. XLII. (No. XIX. Bladz. 83.) EXTRACT uyt het Raadt Signaat der Stadt Nymegen over den jaare 1733. Mercury 4. Meert 1733. Verlefe de Requeste van Benediclus Levi Gompers, waar mede fig pro fuo interesfe is volgende J. Boenders , daar by te kennen gevende , hoe dat de Supplianten by het Wel Ed. en Weerden Buyten Gerigt hadden geobtineert eene triumphante Sententie, by welke A. van Uy. terweerden Capitain Lieutenant in het Regiment en Compagnie van den Generaal Grave van Nasfouw La Leek was gecondemneert, aan Supplianten te betalen te lamen. eene fomme van twee duyfent vier hondert vyfF en tachtig guldens , dat gemelte Capitain Lieutenant A. van Uytterweerden voor die gementioneerde fchult in  AENHANGZEL. LïVlt in defer Stads Gyfeling met prealabel confent van de Heeren Borgermeestcren was geftelt > en in die Gyfeling op Supplianten kosten tor. nog toe onderhouden. Dp.c Supplianten bemerkten,en den Gearrefteerden ook niet onduydelyk te kennen was gevende , dat hy door het maken van excesfive kosten de Supplianten fogt te matteren, om was het mogelyk daar toe te nootfaaken hem van het Arrest en uyt de Gyfeling te ontflaan: verfoekende de Supplianten ovcrfulx, dat meergemelte Capityn Lieutenant Uytterweerden uyt desfclfs Licutenants Tractement mogte werden onderhouden, off immers na ftyl alhier gebruykelyk werden gefet op agt ftuyvers des daags. Waar op gedelibereert zynde, hebben Haar Ed. en Achtb. goet gevonden, dat Supplianten opgemelte Capitain Lieutenant A. van Uytterweerden in defer Stads Gyfeling zullen mogen doen verplegen tegen agt ftuyvers des daags, fonder gehouden te wefen daar voor meerder te betalen, foo nogthans dat Supplianten defe Haar Ed. en Agtb. Refolutie aan meergemelte Capitain Lieutenant zullen moeten infinueren , ten eynde denfelven binnen drie dagen zyn belang daar tegens, foo eenig na regten zoude vermeenen te hebben, aan Haar Edele cn Achtbare zoude konnen indienen. M * * • 3 XLIJL  wvni AENHANGZEL. XLIII. (No. XXXVIII. Bladz. 176.) EXTRACTEN uyt het Raadt Signaat dér Stadt Nymegen over den jaars 1743. Sabbathi den 20. July 1743. In faake van Cafimir Abraham Grave van Slippenbach Appellant van de eerfte petitie der conclufie van den Citaat J. C. Schonbach by Sententie van de Heeren Borgermeestcren den 16. July defes jaars aan denfelven geadjudicieert ter eenre op en tegens J. C. Schonbach Gcappelleerden ter andere zyde, verfoeckende den Appellant ecnen termyn van 14. dagen om na voorige gebruyk te mogen dienen van fyne gravamina en aan den geappelleerden gelyk termyn van 14. dagen om te dienen van debat, en by ontftcntenisfe , dat defe faak mogte worden mondeling Bepleyt by Aanfpraak, Antwoort, Re- en Duplicq: En den Geappelleerden daar tegens, dat defe faak huyden in judicio mogte worden by monde bepleyt en getermineert na gewoonte. Haar Ed. en Achtb. als Appellations Rigtsreri rejecleren het eerfte verfoek van den Appellant en verftaan, dat deefe faak fittens der Vergadering Mondeling by Aanfpraak, Antwoort, Re- en Duplicq zal worden bepleyt, en vervolgens afgedaan. In faake van Cafimir Abraham Grave van Slippenback Brigadier en Collonel van een Re■ . . gi-  AENHANGZEL. LXIX gimcnt Dragonders ten dienfte van defen Staat, in Guarnifocn binnen defe Stad Appellant van de eerfte petitie der conclufie door Johan Christoffel Schonbach Citant in de eerfte 'en Geappelleerden in defe tweede inftantie, in het extra ordinaris. Heeren Borgermeesteren Gerigt defer Stadt op den 16. defes Maants July van den Appellant geëyst en aan denfelven te weder gewefen, ter eenre , op en tegens den Coopman Johan Christoffel Schonbach Geappelleerden in het felve cas ter andere zyde. Haar Edele en Achtbaaren als AppellationsRigteren , gehoort hebbende de Aanfpraak van den Appellant, Antwoort van den Geappel. leerden, voorts Re- en Duplicq by monde gedaan, ook gefien en geëxamineert hebbende de wederzytfche Producten by Partyen in prima inftantia hinc inde, overgelegt en in defe tweede inftantie weder geëxhibeert, vervolgens gelet op alles waarop in defen te letten ftonde, doende Regt, verftaan dat by de Heeren Borgermeesteren als Rigteren ter eerftere inftantie in defen wel gewefen , en qualyk van dïrfelver intentie geappelleert is, dienvolgens d.e felve Sententie, voor foo verre daar van geappelleert is , confirmeerende , condemneermde den Appellant in de costen by defe twee» ce inftantie gevallen. ***** 3 XLIV.  Lxx AENHANGZEL, XLIV. (No. XXIX. Bladz. 190.) EXTRACT uyt het Raaks %naat der Stadt Nymegen , over den j aar e 1747. Mercury den 17. Maji 1747. Op verlefcn Request van de famentlyke Crediteuren van den Lieutenant J. U. de Wilde, in Gyfelinge fittende. Hebben Haar Edele en Achtbaare na gehoudene deliberatie goedgevonden dat voornoemde Lieutenant J. U. de Wilde van nu aff aan zal verpleegt worden voor eene fomme van twaalff ftuyvers daags, de jura van den Stockmeester daar onder begrepen. XLV. (No. XXIX. BI. 190). EXTRACT uyt het Raadts Signaat der Jiadt Nymegen. Veneris den 9. Juny 1747. ^ Verlefen de Requeste van P. L. Souhorn Capityn onder 't Regiment van den Heere Princj van Stolberg, daar by te kennen gevende, hoï dat hy Suppliant door de Heeren Regeerendï Borgermeesteren was geciteert geworden voor het Buyten Gerigt defes Maants Juny voor den Raad  AENHANGZEL. LXXI Raad defer Stadt te erfchynen en aan te hooren foodaane eysch, enconclufie, als wel gemelte Heeren Borgermeesteren tegens hem Suppliant zouden nemen, dat den Suppliant door Ziekte was buyten ftaat geftelt, om zulex na behooren te doen , en geen Praétifyns konde uytvinden, die hem Suppliant in voornoemde faaken wilden patrocineren. Verfoeckendc overfulx, dat Haar Edele en Agtbaare voorfz. faak nog eenige tyt geliefden te dilayeren, off anders een Advocaat off Procureur ter patrocinie toe te voegen. Waar op gedelibcreert zynde , hebben Haar Edele en Agtbaare goed gevonden, den Advocaat Johan Moorees en Procureur Peter van de Velouw te auctoriferen , om den Suppliant in fyne faaken tegens de Heeren Regeerende Borgermeesteren te patrocineren als oordeelen zullen te behooren, doende zulexby defen. XL VI. (No. XXX. Bladz. 196.) EXTRACT uyt de Refolutien van de Edele Mogende Heeren Raaden van Staate, der Vereenigde Nederlanden. ■Saturdag den 7. October 1747. Extra Ordinaris Vergadering. Ontfangen een Misfive van den Commandee- ifc A «(£ ^ I*CI3™  Lxxn AENHANGZEL. renden Officier van het Regiment van den Brigadier Veldman , gefchreven in het Camp by Crabbcndyk den 2. dezer, waar hy kennisfe geeft, als dat den Sous-Licucenant de Cock ingevolge de Sententie van den Krysraad , van den 25. der voorleede maand is gecasfeerd; voorts meld dat hy de Lystcn by Haar Edele Mog. Refolutie gerequireerd, als noch niet kon overzenden. Waar op gedelibereerd zvnde, is goedgevonden en verftaan, aan te fchryven aan de Gouverneurs en by haare abfentie aan de Commandeurs of Commandecrende Officieren van de Steden en Plaatfen met Trouppes van den Staat bezet, dat zy moeten zorge dragen , dat in het toekomende aan Zyne Hoogheid, in plaatze van aan dezen Raad kennisfe gegeven werde van de Vonisfen welke door de Krygsraden zullen werden gewezen. En zal hier van mede kennisfe werden gegeven,- aan de Auditeurs Militair in de bovengemelde plaatzen, om te ftrekken tot hare nangting. (Getekent) J. C. Godin, Vt, (Lagerftond) Accordeert met het Register, (Getekent) A. van der Hoop. XL VIL  AENHANGZEL. lxxiii XLVIL (No. XLVIL) MISSIVE van den Hoge Krygsraad aan den Krygsraad des Guarnizoens van Heus den. Den 3. October 1760.. Lieve, Vrqome, Bysondere, Wy zenden UEd. hier nevens te rug de fhikken van het Proces tegen den gevvezenen Capitein Thierry , en hebben niet willen afzyn UEd. kennisfe te geven , dat wy ondeianderen uit confideratie, dat wanneer klagten door den Superieur over een inferieur worden gedaan , het de post van een Auditeur Militair van een Guarnifoen is, om Ex Officie- de getuigenisfen in te winnen , 't zy by den Krygsraad, of by Requifitoriaal verzoek van den Krygsraad voor het Geregt der Stad, zonder dat het te pas komt , dat een Klager daar over bewyzen inwint, waar door niet dan onnodige kosten worden veroorzaakt, verklaard hebben, dat ten laste van denzei, ven Thierry niet kunnen worden gebragt de kosten , welke den Lieutenant Collonel van Bronkhorst op het inwinnen van bewyzen heeft gemaakt, maar alleen UEd. Declaratie welke wy getaxeerd hebben op 74 guldens 6 ftuyvers , en 3 gulden 12 ftuyvers, en noch'3 gulden 12 ftuyvers wegens Daggelden van ****.* 5 " ge-  Lxxiv AENHANGZEL. getuigen en eindelyk de kosten van de Provoost des noods onzer taxatie. Waar mede Edele , Vrome , byzondere , Wy UEd. beveelen in de Protectie Godes. Gcfchreeven in 's Hage den 3. O&obcr 1760. UEd. goede Vrienden, De Prafident en Raden van den Hogen Krygsraad der Vercenigde Nederlanden. (Getekent) K. van Kinfchot, Ter Ordonnantie van dezelve (Getekent) L. E. van Reemn. XLVIIL  AENHANGZEL. LXXV XLVIIL No. XLVIIL Bladz. 236.) MILITAIRE ZAAKEN, Ex- cepta uit de Refolutie en Memo* rie Boeken der Stad Zutphen. Het St. Anthony's kleine Gilde oudtyds de Schutterey. De Ouderlieden en Gildemeesters van het zelve geaccordcert , dat het ganfche Gilde, zynde de Schutterey, by een komen en teer én, 't Schepenhuis of Zaal daar toe gebruikt, en by Publicatie van. 't Wynhuis als van ouds daar toe uitgenodigt den 6. Auguftus 1645. Derk van Dordt, aangcftclt zynde tot Gouverneur, pretendeert het V/oord uittegevcn, en de Sleutels voor de helft te bewaaren. Door de Magiftraat gecontefteert, dog door de mediatie van de Staten Generaal geaccomodeert, onder afte de non prcejudicando, dat het Woord alleen by den Gouverneur zal uitgegeven worden, en de Sleutels op het Stadhuis blyven , in een Kist met twee floten, waar van de Magiftraat en de Gouverneur, beide fleutels zullen hebben. By abfentie van den Gouverneur alleen by de Magiftraat. Deze fchikking is met Communicatie van Kerkmeesters en Gemeensluyden aangenomen den 3. 19. en 22 Fcbruary 1607. Gouverneur Dorth, weigerde in de Magi- ' ftraats Vergaderinge te erfchynen, eifchende 2 Gecommitteerdens uit dezelve , hem zouden komen fpreken. Conftant by den Magiftraat gedeclineert den 25. Maart 1619, Gou-  txxvï AENHANGZEL. Gouverneur Grave van Flodorf geeft zyn Gouvernement over aan de Magiftraat, den 22. October 1702. De Gouverneur in de Stads gragten gevist hebbende , door den Secretaris verzogt daar van te defifteren, alzoo aan den Gouverneur een dubbelde portie word gezonden. De Gouverneur pretendeert de helft der Visfchereyen in gezegde Gragten te hebben, prefenteert het gefchil te fubmitteeren aan zyn Excellentie, den 24. April 1622. De Portiers geordonneert, het gevondene Visgereedfchap in de Stads gragten, prys te maken, den 15 Maart i66r. Groot Majoor Cazyn van der Heil op Commisfie van de Staten en den Prins, aangeftelt tot Wagtmcester den 21 Jannuary 1592. De Magiftraat verftaat, dat dit Officie by de Magiftraat moet worden vergeven, en ftelt daartoe aan den Raadsheer Harmen Schimmelpenninck, met magt tot aanftelling van een bekwaam Lieutenant den 13 Juny 1623.. De Raads-Vriend Jacob van Winshem, op inductie van den Prins en Raad van Staaten aangeftelt, is daar voor aangenoomen 1636. De Groot-Majors plaatfe is doorgaans door een Lid der Magiftraat waargenomen. Frans van der Does op acte van zyn Hoogheid daar toe aangeftelt, verftaat de Stad,dat hy zyn Commisfie zal kunnen komen exerceren den 28 September 1674. Door de Magiftraat en Gouverneur tot Lieutenant van den Heer Wagtmeester aangenomen , Berend Frocesjinck, zo wel voor de Wagt der Burgers als Krygslicden den 3 Dec. 1591. De  AENHANGZEL. t.xxvii De Patenten van zyn Excellentie den Prins Van Oranje voor 400 Koppen tot dienst van den Koning van Portugal, NAA VOORGAANDE DELIBERATIE MET KERKMEESTERS EN GEMEENSLIEDEN gerefpecleert den 3 Maart 1578. Aan de Officieren van het Guarnifoen gecommuniceert, een Ordre van zyn Excellentie , wegens het ontdekken van het Veld, viziteeren, enz. den 23 November 1600. Een Vaandrig, een ingezeten dodelyk gewond hebbende, word denzelvenaan den Krygsraad overgegeven, doch gerelacheert zynde by de Militairen is door de Magiftraat wederom te doen apprehenderen. Over deze- en andere Militaire desordres, Conteften met den Gouverneur Dorth, die ftaande wilde houden , dat de geheele Stad zo Militaire als Burgers onder zyn Ordres en Gouvernement zouden ftaan, den i. 4 September 1618. Een Commisfie van 2 Leden uit de Magiftraat, om by zyn Excellentie voorts Cantz. en Raden te klagen, over den indragt van haare civiele Judicature over de Militaire goederen, en vreemde Soldaaten, door den Gouverneur Dorth dagelyks haar aangedaan, den 19 Auguftus 1623. Eenige Leden naar Arnhem gecommitteert, om by het Hoff de gefchillen tusfehen de Stad en Gouverneur Dorth af te doen, den 25 Auguftus 1623. De Magiftraat apprehendeert en geevt vervolgens over aan den Scholtus een Soldaat uit een ander Guarnifoen alhier hebbende gede-  lxxvih AENHANGZEL. delinqueert, verklaart hier toe, volgens oude privilegiën bercgtigt te zyn, dat de Krygsraad, volgens haarcn Articulbrief, maar Jurisdictie heeft over haar Guarnizoen, en niet generaal over alle Militairen, óok niet privative ten opzigte van de ordinaire Magiftraten, maar cumulativé, zoo dat dan over dezelve by pra> ventie haare Jurisdictie mogen exerceren. Op fchryvens van zyn Excellentie tendeerende, om voorfz. perzoon voor den Krygsraad te doen te recht ftellen, heeft de Magiftraat aan den Plove, tusfchen wie en zyn Excellentie, dezelve vermeinde dit point te moeten worden afgedaan, gefchreven tot furcheance der executie van de Sententie by de Militairen geveld, doch met geen ander gevolg, dan dat de Mombers expresfe zyn overgekomen, en Ée vergeefs verzogt hebben, de Asfesforen voorfz. Sententie dienzeluen avond hebben doen cxecuteeren, waar tegen de Magiftraat als ftrydig tegen hare privilegiën heeft geprotefteert, den 15. 17. 19 Jannuary, den 2. 5. February 1634. In de remonftrantie van den Krygsraad tot de relaxatie van een Arrest, met kennisfe van 't gericht op de effecten van een Soldaat, geinterponeert uit hoofde denfelven voor een jaar als Burger alhier den Eed hadde gedaan, gedeficulteert den 6 December 1634. Heeft de Magiftraat omtrent de opening van de Marspoort vcrplaatfinge der Hoofdwagt met communicatie van den Commandeur eenige fchikking gemaakt, onder andere mede, dat de Sleutels van de Poort, na 't fluiten van dezelven, door den Majoor ter gewooncr plaat- fe  AENHANGZEL. fe zullen gebragt, en aan hem door den oudHen Burgemeester 't Woord gegeven worden, om voortaan den Commandant over te brengen, den ioFebruary 1646. Een Perzoon na gefloten Poort en bezette Wagt, met een Schuit over de Gragt zynde gevaaren, door een Commandant in de Provoost gezet, bevonden een Burger te zyn, aan de Magiftraat overgegeven, die hem daar over heeft gecorrigeert, den 18 Jannuary 1649. Noch een Ingezeten der Stad, over 't Ys gegaan, en de Stads Wallen beklommen hebbende, door de Militairen in apprehcnfic genomen, die eerst zwarigheid maakten om hem over te geven , waartoe zy evenwel naderhand komen, den 18. en 19 February 1649. Capitein van Keppel en Jr. E. Tengnagei1,' over een rencontre en gevegt, in Gyzeling gebragt, en daar over te a&ionneren, den 13 Maart 1650. Een Tambour en een Soldaat wegens petulantie op ftraat door den Commandant by den geweldigen gebragt, is door order der Magiftraat daar uit gehaalt en in Stads gevangenis gebragt. De Commandeur na gehoudene Krygsraad, verklaart daar op in Senatu, zig daar aan te gedragen. Alzo Soldaten na 9 uuren des avonds over infolentie geattrapeert wordende , voor gecasfeert wierden gehouden. Hier tegen fuo tempore te voorzien , den 8. 9 February 1665. Over eenige foules en extorfien begaan door eenige Soldaaten van dit Guarnifoen , informatie by den Krygsraad genomen 3 als póïitrcq ge- con-  Lxxx AENHANGZEL. confidercert, en aan de Magiftraat dus gerenvoieert zynde , zyn dezelve hoewel by de Magiftraat als Militair geconfidereert, by den Krygsraad geoordeeld Commun, en dus volgens de Refolutie van de Groote Zaal aan de Magiftraat te behooren , waar by heeft geperfifteert ende de Delinquanten verklaart te zullen ontilaan, in cas die niet worden overgenomen,'t geen daar op by de Magiftraat gefchicd is, den 25. 29. 30. 31 Jannuary 1666. Door een Commandant Schimmelpenninck geapprehendeert zynde zekere Soldaat, een ander in duel hebbende dood geftoken, en denfelven aan de Magiftraat geoffereert, dog aan den Krygsraad pro hoe vice overgelaten, mits goede Juftitie doende, den 3 April 1672. f*\Ovèr de verweigering van den Major Keppel dm te compareren voor 't Gerigt, wegens 't flaan van zeker Pcrzoon, onder pratext van te rcforteren onder de Militaire Jurisdictie, daar over gefchreven aan zyne Hoogheid,den 17 Juny 1679. Omtrent het conflift van Jurisdictie Commisfie aan den Gouverneur Grave van Flodqrff, en gerapporteert, dat de Soldaten wegens derzelver comparitie en depofitie voor 't Gerecht in zekere zaak, buiten order van den Commandeerende Officier waren geftraft, doch dat Zyn Hoog Wel Geborene verftont, dat een Militair aan een Burger verfchuld zynde, of hem beledigt hebbende, op Citatie voor de Magiftraat zal hebben te comparecren ende te rechte te ftaan, ten waare de zaak Militaire mogte zyn, den 21 Jannuary 1680. Gefententieert over een Militair geënga- geert  AENHANGZEL. X_XXXt geert tot Soldaat, onder den Capitein ÏVentholt en Fus, den 18 February 1689. Een Perzoon buiten kennis des Gerigts over een pretens engagement tot den Militairen dienst, in de Provoost gezet, door den Onderfchout en zyne dienaars van daar gehaalt, en in de Gyfelkamer gebragt, den 27 en 29 Jannuary 1692. Alzoo by de Werving jonge en minderjaarige Lieden worden aangenomen, zonder aanzien van Burger of Ingezeten ,'maar de faéto uit hare huyzcn gehaalt en by de Provoost gebragt, welke by de nieuwe Werving weder occafie zou geven, om den Politicquen Rechter in hare Jurisdictie te verkorten; daar over gcfchreven aan den Raad van Staten, den 8 February 1689. Wegens een gelyk voorval omtrent twee Ingezetenen , den geweldigen Provoost in Senatu ontboden, en over dc inkaitingc buiten kennis van het Gerigt, fterk gereprimendeert, en gerefolveert, deze Perzonen uit de Provoost als vooren te dóen haaien: de redenen door ecnen Secretaris aan den Gouverneur Grave van Flo* dorf bekendgemaakt, die de relaxatie verweigerde, dog dit om de omftandigheden van tyden te zullen aanzien, en zig daar over zou beklagen enz. En zyn daarop deze twee Perzoonen afgehaalt, waar toe de Provoost de deuren losgezet hadde , vervolgens is door een Roeydrager kennisfe gegeven aan Capitein Heil* ten einde zyn actie voor de Magiftraat zou kunnen ipfti* tueeren, by manquement van 't welk de twee voorfchreeve Perzoonen na 9 of 10 dagen zit^ # * % -)is $a tcn^  LXXXII AENHANGZEL. tens op de Gyfelkamer zyn ontflagen, den 29 December 1693. Conteft tusfchen de Magiftraat en Commandeur Zwaan, over de Judicature omtrent den boedel nagelaten by den Cornet Sclwemaker, waar op by de Magiftraat was geaccordeert, Arrest aan verfcheidene Borgersen by den Commandant aan de Militairen, de eerste zig funderende, dat de Judicature over dusdane zaak voornamentlyk mede, wanneer een Militairdood was, ja over alle civile zaken, in conformitc van 't Reglement door zyn Majefteit 167^. binnen Duffel by provifie gearrefteert, haar competerende, en ten laatsten, dat dit Reglement alleen zou fpreken van grote en verhypothequeerde fchulden; En den Krygsraad 1687. zelfs dusdane Judicature over den Boedel van een Corpóraal zou hebben geëxerceert, heeff de Magiftraat, vermits de Commandeur perfifteerde de goederen in fequeftratie te houden te verkopen, en onder de Crediteuren te verdeden , door een Roeydrager denzelven doen aandienen, dat de Cognitie over verhypothequeerde fchulden aan den Judex rei fit es toebehoorde, en derhalve 't Reglement op allerley fchulden applicabel was &c., dat 't geval van 1687. in dezen niet quadreerde. Dat ook van ouds her zodanige Jurisdictie over civiele zaken by de Magiftraat is geëxerceert, zedert den tyd van den Conink van Spanjen tot 1672. en na inhout van het Reglement van Duffel voorfz. Ook volgens de verklaaring van den Graaf van Flodorff als Gouverneur van deze Stad en Graaffchap enz. doch dit alles te vergeeffch zynde, is een Com misfiege- de-  AENHANGZEL. Lxxxnr dcccrneert aan den Heere Grave van Athlone, Commanderende de troupes van den Staat, welke heeft verftaan , dat by provifie de verkoping zou gefchieden, door de Magiftraat, ten overftaan van twee uit den Krygsraad by den Commandeur te nomineren, en de penningen onder de Magiftraat gefequeftreert blyven tot nadere ordre , quod fattum, en alle andere zaken, dezen boedel aangaande, zyn alleen by de Magiftraat verrigt, den 19. 20. 22. 24. 27. en 2 9 den 21 en 24 September 1700. De goederen van een Chirurgyn-Major nagelaten , aan het huys van den Auditeur Militair verbragt, door de Magiftraat gereclameert met fterke drangredenen van dezer Stads gerechtigheden en Jurisdi&ie, den ir. 14. 20. en 26 Juny 1700. De Commandeur eyfehte, dat een Burger zig als Soldaat hebbende doen aannemen, zig by de Compagnie zou vervoegen , verftaan, dat in cas van difpute, zulks allen ter Judicature van de Magiftraat ftond, waar omtrent deze!* ve gene infraftie zal lyden , den 29. April 1701. Sententie wegens de aanneming van een Sol» daat, den 28 Jannuary 1702. , Gerefolveert geene Troupes alhier zullende Guarnifoen houden, te laten binnen komen, men, alvorens den Eed van getrouwheid by den Commanderende Officier ', ingevolge 's Landfchaps Refolutie van Ottober laatstleeden, zal zyn afgelegt; dat de ftem hebbende Steden 't bewaren der Sleutels en het geven van 't Woord zedert de Unie van Utrecht tot 1072. ALTOOS ****** * aan  lxxxiv AENHANGZEL. aan haar hebben gereferveert, waar van aan de Commandanten der Troepes, die hier Guarnifoen komen houden, de nodige kennis is gegeven , om zig naar te gedragen, zoo als ook is geobferveert geworden, den 14 November den 27 December 1702. den 28 September den 10 November 1703. den 27 November 1705. den 1 Mey 1709. den 11 December 1710. den 3 July 1713. den 4 Mey 1714- Eenige Compagnien van het Regiment van Glinftra, zullende uittrekken, op inftantie van Crediteuren , den Commandant gelast alhier te doen verblyven, 't geen gedaan is &c. den 7. 8. en 9 Mey 1709. Erkent over verfcheiden Militairen engagementen , den 17 Jannuary 1711. den ig February, den 16 Mey 1712. den 3 Jannuary 1713- Een Sergeant zeker Soldaat weigerende zyn pas te vertoonen, en willende echapeeren,met den degen geftoken, dat daar van is geftorven, is op eene prasliminaire informatie van den Commandeur , by de Magiftraat of dit een Militair of civiel delict is, na bekomene blyken, dat den gefneuvelde Soldaat een deferteur was", aan den Krygsraad overgegeven, den 26 en 27 December 1711. Geen Condfchappen over zaken tegens Borgers mogen getrokken worden by den Krygsraad, alleen voor het Gerigt; daar van Extract aan den Commandeur gegeven, den 31 December 1712. De Magiftraat twee Soldaten over infolentien op de ftraaten gepleegt, gecondemneert by fententie door de fpitsroeden te loopen,en den  AENHANGZEL. LXXXV den Commandeur geordonneert ter executie te ltellen, is daar toe de manfchap door den Commandeur , de Officieren van Villegas en Lawich verweigert, die daar op in Senatu ontboden , en gefuftineert ongehouden te zyn tot de executie van fententie door een Politiccq Regter tegens Militairen afgegeven ; waar over gerefolveert te fchryven aan den Raad van Staten; doch de Commandeur geeft kennis , dat de voorfz. Sententic ter executie is geftelt, waar over de Magiftraat voldaan is, den 19 December 1714. den 10 Jannuary 171$. De Commandeur aangezegt, geen volk buiten de Stad zonder kennis en confent van de Magiftraat te laten volgen, den 28 December 1715- Op Communicatie van den Commandeur,wegens infolentie van een Soldaat; geordonneert, dat by Militairen zou geftraft worden, den 19 May 1718. Door den Onder-Major namens den Commandeur gecommuniceert zynde, 't gevegt van eenige Soldaaten, daaromtrent verftaan, i-° dat in zulk of diergelyken gevallen van belang de Commandeur in Perzoon zal compareeren, 19 dat in cas eenige gequettte fterven , daar over geen Krygsraad zal convoceeren, maar dezelve overleveren, 3 -° en voorts van haar toeftand van tyd tot tyd rapport doen, quod faiïum-, den 21 en 23 1720. Comparitie van den Commandeur over een gevegt van twee Soldaten,en zyn dezelve zonder confequentieovergegeven, den 31 Jannuary 1721. Den Commandeur aangedient zorge te dra****** g den?  txxxvi AENHANGZEL. gen, dat zig zoo veele Officieren niet uit het Guarnifoen abfenteeren , den 25 Oétober 1721. Op Requefte van de Commandanten van de refpeétive Regimenten hier Guarnifoen houden, de , verftaan, dat dezer Stads Boden, by een Commandant wordende gehaalt, zullen compareren, om op last van den zei ven , ten 0 verftaan van een Militaire Wagt te vifiteren , de Herbergen na tap toe voor fes weken , den 18 Maart 1732. Wanneer de oudfte Heer van de Magiftraat reprefenteerende de Gouverneur, de Hoofden andere Wagten pasfeert, zullen dezelve uitkomen , den 25 Maart 1739. Op interdictie tot ftuitinge der huwelyks Proclamatien van een Ruiter, door den Ritmeester Grave van Naffau gedaan, op bekomene klagten van de Bruid verftaan j dat gezegde Ritmeester by inductie en perfuasfie door de Commisfarisfen tot Huwelyks zaken niet kunnende gedisponeert worden om zyn confent te geven, de zaak zyn voortgang zal gewinnen, denzelven referverende zig niet te min aan 't Hof, wien het matrimoniéle is gedefereert , te kunnen addresferen , den 7 Juny 1741. Zeker Lieutenant zyn knegt geen Militair zynde, privata auctoritate op de Hoofdwagt hebbende doen brengen, verftaan denzelven door een Bode te doen ontflaan, en gezegde Lieutenant voor 't Gerigt ontboden en aanbeduid, dat hy zyne actie voor 't zelve kon inftitueeren, den 31 December 1742. Wegens de gedeclineerde Jurisdi&ie van Haar Edele Achtbare,door eenige Officieren aan zyn Hoog-  AENHANGZEL. LXXXVII Hoogheid gefchreven en gedoleert zynde, is tot antwoord ingekomen,DAÏ DE MILITAIREN ZONDER DISTINCTIE VAN ZAAKEN , VOOR DEN MILITAIREN REGTER CONVENIBEL WAAREN, den 19 Maart, den io April 1749. 00 Ook de apprehenfie van een Burger door de Militairen opgenomen, als een notoire infraflie in deze Stads voorrechten, waar over by den Commandeur eene eclatante fatisfactie gerequireert zynde, hebben Haar Edele Achtbare op vertoninge zulks door den Officier onwetende te zyn gedaan, en buiten ordre,haar laten vergenoegen met 't excus , by denzelven, ten overltaan van twee Officieren in Senatu verrigt 1749. O) Zie dit Stuk MAGAZYN V. D. No. 1. BI. u ****** 4 AEN-  AENHANGZEL OP HET VYFDE DEEL. XLIX. (No. LI. Bladz. 265.) MISSIVE van Louis Hertog van Brunswyk aan den Commandeur der Stad Bredevoort. Den 21. Ottober 176$. Wel Edele gestrenge Heer ! De overgefondene Misfive van den 14. dezer , beneffens de bygevoegde Informatien, aan den gearrefteerden Bileveltfchen Kramer, Albert Kruys, genoomen , wel ontfangen en geëxamineert hebbende , is my, voor foo verre de duifterheid derzelve toegelaaten heeft te ontdekken , daar uyt toegefcheenen , dat de voornoemde Kramer, op fufpicie dat hy de behulpzaame handt geleent zoude hebben in het weg bezorgen van het goed van een gedeferteerden Soldaat van het Guarnifoen, in arrest genoomen is. Hoe zeer ik vertrouwe , dat deze zaak fig klaarder zoude ontwonden hebben, indien de voorfz. informatien met meerder duidelykheid waaren genoomen, en indien particulier dezelve daar over gerouleert hadden, of de gearrefteerde perfoon niet reedts ten tyde wanneer  AENHANGZEL. Lxxxtl neer hy het goedt van gemelden Soldaat mede genoomen heeft (volgens zyn avceu op Art. 10. en ii.) gewceten heeft, dat dezelve uyt het Guarnifoen gcdeferteert was, vooral terwyl hy op Art. 6. geantwoort heeft van de gemelde defertie kennis te hebben gehad, hebbe ik echter best geoordeelt deze zaak niet verder met nadere Informatien te traineeren, maar genoegfaame grond in dit werk vindende, om voornoemde Kramer de Stadt Bredevoort te ontzeggen, goed gevonden Uw Wel Edele Geftrengcn aan te fchryven, om denzelven uyt zyn arrest te ontflaan, en aan te laate zeggen van zorge te draagen, dat hy zig niet weeder binnen Bredevoort voornoemt laate zien, terwyl Uw Wel Edele Geftrcngen te gelyk zal gelieven verdagt te zyn , om aan gemelden Kramer alle zyn Koopmanfchappen ongefchonden, en in die ftaat, zoo als dezelve by het arrefteeren van denzelven bevonden zyn te doen reftitueren en ter hande ftellen. ' Waar mede ik d'eere hebbe met agtinge te blyven. Wel Edele Gestrenge Heer ! Uwer Wel Ed. Geftrenge DienftwiLlige Dienaar, L. Hertog van Brunswyk. In 's Gravenhage den 21. Oetober 1763.  m) AENHANGZEL» L. (No. LI. Bladz. 165.) INFORMA TIE over A LBERT CRUYS, Bikveltfe Cramer alhier in arrest by de Provoost. Vrydag den 14. Ottober 1663. Door ordre van den Hoog Wel Edele Geftrengen Heer Daniël van Bouricius, Generaal Majoor ten Dienlle deefer Landen, en Commandeur der Stadt en Fortresfe van Bredevoort. Gecommandeert Comelis Gert/en en Come. lis van den Broek , beyde Sergeanten in 't eerfte Battaljon van 't Regiment van den Collonel Ruysch , onder de Compagnie van den Capitein Lech , over defe volgende Vraag Articulen ; vragen als volgt: Op Art. 1. fyn Naam is 1. Albert Cruys, 25 jaar Hoe is u Naam, hoe oudt , geboortig van oudt, en waar gebooFrecaen in de Graaf- ren. fchap Lingen. Op Art. 2. 2. Albert Kruys fegt ja. Of hy Albert Kruys fig niet veel heeft opge-  AENHANGZEL. gehouden tot Ligtenvoorden. Op Art. 3. Albert Kruys fegt, dien Andries Boekers wel tien jaaren gekent te hebben, enaltydtgoede vriendfehap te hebben gehouden. 4. Albert Kruys affirmeert. 5- Albert Cruys fegt dat, dat dies tydtis geweest, doe hy in Arrest te Ligtenvoorden heeft gefeeten. 3- Of hy niet gekent Andries Bockers en met den felven een geruime tydt vriendfehap heeft meede gehouden. 4- Of hem niet bewust is , dat de Perfoon van Andries Bockers Dienst heeft genoomen als Soldaat in 't Battaljonvan de Collonel Ruysch onder de Compagnie van den Capitein Lich , alhier in Bredevoort in Guarnifoen leggende. 5- Of hem bewust is, die tydt en of Andries Bockers voor of nae, of doe hy Albert Kruys in arrest heeft gefeeten öp 't HofF te Ligtenvoorden Dienst als Soldaat heeft genomen. 6.  XCII AENHANGZEL. Art. 6. Albert Cruis fegt wel weet dat die Andries Bockers gedeferteert is, maar. dat volgens feggen van een Schoenmakers Baas of Gefel Jan te Veluwe genaamt, dat hy Andries Bockers foude fig ophouden te Arafterdam. Art. 7. Albert Kruis fegt, dat hy een reysfak heeft die Jan te Stroete teLigtenvoorde toebehoorde aan den voorfchreeve Jan te Stroete heeft overgegeven, en door de Meydt gehaalt met 't goeclt , maar datter een vuyl hemdt in foude geweest zyn, en dat niet meer weet, of er meer in geweest is. Art. 8. Albert Kruis fegt hier niet te kunnen antwoorden, als dat denreys- 6. Of hem niet bekent is dat de gemelde Andries Bockers is gedeferteert, en of hy niet weet, waar fig die meer ophoudt. 7- Of hy door Andries Bockers is verfogt om fyn goedt, dat meede heeft genoomen uyt fyn Quartier , en door hem in fyne pak is gedaan, aan het huys van Gerrit Beumer Hospes in de Witte Swaan te Brededevoort, en door hem is gepakt in prasfentie van de Huysvrouw van de Hospes Beumer boven gemelde. 8. Wat reden hem gemoveert hebben , om Andries Bockers de behulp-  AENHANGZEL. xciu fak als in Art. 7. vermeldt aan hcthuys van voorfchreeve te Stroete door desfelfs Meidt is weg gehaalt. Art. 9. Albert Kruys fegt hier op als Art. 7. geantwoort heefc. Art. 10. Albert Kruys fegt van ja- hulpfaame hand te bieden. 9- Waar hy het goedt dat hy voor Andries Bockers in fyn fak heeft gedaan , en de Poort hier uyt gegaan is , en hy dat goedt aan Andries Bockers felfs heeft overgegeven , of aan wien en waar fulks is gefchiedt. 10. Of hy Albert Kruys niet gefegt heeft aan Cornelis Gert/en Sergeant, en de Corporaal van der Poel, beyde in 't Battaljon vandeCollonel Ruysch , alhier in Guarnifoen, dat hy het goed van Andries Bockers heeft meede genoomen.  •xciv AENHANGZEL. Art. ii. Albert Kruys fegt ja. Art. 12. Albert Kruys fegt hier niet meerder op te kunnen antwoorden , als jn Art. 7, 8, en 9. daar van gefegt heeft, maar dat van geen defertie kan feggen , waarom dat den Andries Bockers gedeferteert is. Op Art. 13. Albert Kruys fegt, dat hier niet meer kan feggen als in voorige Artikulen gefegt en geantwoord heeft. Aldus ter proefenti 11. Of fulks niet is voorgevallen in de Herberg genaamt de Witte Swaan by Jan te Stroete tot Ligtenvoorde , dat fulks gefegt heeft, aan den Sergeant en Corporaal als Art 10. is gem'elt. 12. Wat reede hy gehadt heeft om de defertie gemakkelyk te maaken van Andries Bockers, en fig heeft uytgelaaten in dingen die in een Landt van Juftitie niet kan of mag geleden worden. 13- Nog hem Albert Kruip defe Art. diftinctelyk voorgeleefen. e van ons onderfchreven  AENHANGZEL. se? ven afgehoort in Bredevoort den 14I October 1763. C. Gert/en, C. y. d. Broek Sergeanten. My prrefent, Benj. Satink) Auditeur Militair; Dat defe Copie is accorderende met zyn Origineele betuige by deze A&um ut fupra j Benj. Satink, Auditeur Militair AEN.  A E N II A N G Z E L OP HET SESDE DEEL. LI. (No. XX. Bladz. 71.) Aan den Wel-Edelen Geftrengcn Krygsraad van 't Regiment Guardes Dragonders , Guarnifoen houdende binnen Leyden. Geeft met eerbied te kennen Hermanus Christiaan Drefmg, Koopman wonende te Amfterdam, Lieutenant van een Burger Compagnie aldaar, dat hv Suppliant op den 14, Oólober dezes jaars 1768. gelogeert zynde in t Heeren Logement den Burg te Leiden, met den Casteleir1 Hendrik Bagh is gereeden naar de Stads Doelen aldaar, om de Exercitiën der Engelfche Pikeurs te zien , dat hy Suppliant eenige tvd op de plaats daar toe affgeperkt geftaan hebbende, ooggetuige is geweest van de verregaande en geweldadige mishandelingen door fustus van den Hoeven Lieutenant.in.eene Compagnie Guardes Dragonders te Leiden voornoemt Guarnifoen houdende , met hulp van eene menigte Dragonders tegen de voornoemde Hendrik Bagh gepleegd, dat hy Suppliant zig daar over en wegens het evident gevaar waar in hy dezelve Hendrik Bagh hadde ge- zien,  AENHANGZEL. XCVIÏ zien, ten uiterften ontflcld hebbende, en mitsdien uit den Doelen naar zyn Logement willende gaan, door de gemelde Lieutenant van der Hoeven , op de infolentfte wyze is gearretteert en vastgehouden , hem onder zware vloeken en dreigementen zyn Naam afvragende, het welk door den Suppliant op de bezadigfie wyze zynde beantwoord, met te vragen wt.t hy Lieutenant van der Hoeven zyn naam behoefde te weeten, off hy van hem iets te pi'Eetendeeren had, en zo ja, dat^ hy hem op den Burg alwaar hy gelogeerd was konde vinden , heeft gemelde Lieutenant hem Suppliant welke hy intusfehen by continuatie vasthield, gedreigd, dat, indien by zyn Naam niet zeide, hy hem aanftonds door zyn Dragonders in arrest zoude laten brengen , waar op hy Suppliant welke eenige oogenblikken te voren gezien had wat effeét. de ordresvan gemelde Lieutenant op de Dragonders gehad hadden , en vreezende aan diergelyke mishandelingen te zullen geëxponeerd werden, zyn Naam en Woonplaats aan voornoemde Lieutenant heeft gezegd, en daar mede uit desfelfs handen is ontkomen, blykende van de waarheid deefer omfbtndigheeden uit de Verklaaring van Wesfel Wiggelmanen Izaak van Vliet, terrequifitie van hem Suppliant onder prafentatie van Eede gegeeven, waar van copie authenticq ten dezen is geannexeerd , welke hy Suppliant bereid is voor dezen Wel Edelen Geftrengen Krygsraad behoorlyk te doen beëedigen. Dat hy Suppliant deeze verregaande infultes en injuiïeufe dreigementen , hem buiten eenige reeden gedaan, door een Officier die ter ******* jjjgy  xcvm AENHANGZEL. dier tyd en plaatze geen de minfte authoriteit hadde, dan ook ad animum heeftgerevoceert, en daar over aanftonds zyne klagten aan den Wel Edele Geftrengen Heer Commandant deiStad Leiden gedaan , welke hy als nu profequeerende , ootmoedig verzoekt appoinctcmentvan dezen Wel Edelen Geftrengen Kiygsraade , waar by gemelde Lieutenant van der Hoeven gelast en bevolen zy, aan hem Suppliant ter zake van de hem aangedaane verregaande infultes en injurieufe dreigementen, te doen honorable en profitable betering, honorabel met deswegens zyne leedweezen te betuigen, en den Suppliant daar over excuus te vraagen, profitabel met ten behoeven van de Gereformeerde Armen dezer Stad Leiden te betalen een Amende van vyfT en twintig goude Reyders, ofte zoo veel min als Uwe Wel Edelen Geftrengen zullen oordeelen te behoren, zynde de Suppliant bereid onder folemneele Eede te zweeren, dat hy om die en nog veel meerder fomme diergelyke infultes en injurieufe dreigementen niet andermaal zoude willen leyden met de kosten hier omme gedaan. (Onderftmdt) 't Welk doende, &c. (Was geteekend) H. C. Drefing, C. Boers J. Z. Jofiit L'Ange, Procureur 1768. LIL  AENHANGZEL. xcix LIL (No. XX. Biadz. 71.) DECLARATOIR van WESSEL WIG GELMAN en ISA AC FAN VLIET. Den 26. October 1768. Wy ondergefchreeve Wesfel Wiggelman oud ruim 70 jaaren, en Ifaac van Vliet, oud omtrent vier en dertig jaren wonende te Leiden, verklaren, ter requifitie van de Heer Christiaan Drefing, Koopman wonende te Arnfterdam, de opregte waarheid te zyn, dat wanneer de Heer Requirant op Vrydag den 14. October dezes jaars zig by het doen van de exercitiën der Engelfche Pikeurs in den Doelen alhier bevond, en, na het voorgevallene tusfchen Hendrik Bagh, en de Lieutenant van der Hoeven, zig daar van daan wilde begeven de LieutenantVan der Hoeven denzelven heeft tegengehouden, en hem vasthoudende zyn naam heeft gevraagt , 't welk door den Requirant ten uiterfte daar over ontftelt, in deezer voegen zynde beantwoord, wat behoeft gy myn Naam te weten , ik ben op den Burg gelogeerd, heeft gemelde Lieutenant van der Hoeven, hem alverder belet van daar te gaan, en hem by continuatie vasthoudende gedreigt, dat zoo hy zyn naam niet zeide, hy hem zoo aanftonds in arrest zoude laten brengen, wa-r op den Heer Requirant dan ook zyn Naam heeft gezegt, en vervolgens van daar is vertrokken. *'* ***** a Qe_  e AENHANGZEL. Gevende wy Depofanten voor redenen van vvetenfchap het zelve alzoo te hebben gezien, gehoord enbygewoond, bereid zynde ons Gedeponeerde , wanneer zulks zal gerequireerd worden met folemnelen Eede te affirmeeren. Aóïum den 26. October 1768. LUI. (No. XX. Bladz. 71.) MISSIVE van N. D. Wolfgancl And. Militair. Den 11. December 1768. Myne Heeren! Aan den Krygsraad van het Regiment Guardes Dragonders van Zyn Hoogheid , door Heere Commisfarisfen rapport gedaan zynde, op wat wyze de zake van de Heer Drefing, en de Heer Vaandrig van der Hoeven was geichikt, ende met compenfatie van costen getermineert, hebben de Heeren van de voorfchreeve Krygsraad met die fchikkinge en de betuiginge door gemelde Heer van der Hoeven gedaan, te weeten, geene de minfte intentie gehad te hebben, om den Heer Drefing te beledigen ofte te injurieeren , en voor zoo verre zonde konnen geoordeelt worden dat de Heer Drefing door hem beleedigt was, dat hem zulks leet is , en hy de Heer Drefing erkent voor een fatzoenlyk man, op wien hy niet te zeggen heeft: ge-  AENHANGZEL. « genoegen genomen heeft , en my gelast UEds. als Praétizyns daar van kennisfe te geven. ° Ik vertrouwe hier meede aan UEds. verzoek te hebben voldaan, en betuiee met alle agtmg te zyn. Myne Heeren! Uw Edele Gehoorzaame Dienaar, (Was getekend) N. D. Wolfgancl, 1768', Aud. Militair. 's Hage ir. December 1768. AEN-  AENHANGZEL OP HET ZEVENDE DEEL. LIV. (No. X. Bladz. 128.) EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Gedeputeerde van de Staten van Overysfel. Zwolle den 12. Augusty 1773. ' De Heeren wegens de Stad Campen in deze Vergadering gecommitteerd , op fpeciale requifitic van de Heeren van de Magiftraat van dezelve Stad ter Vergadering hebbende geproponeerd , dat de Pagters van den Impost op de Brandewyn en gebrande Wateren aan dezelve Stad, haar had^ kennis gegeven, dat zy in de gepasfeerde week des avonds na tien uren hadden willen examineeren een van boven afkomend Schip, het welk zy fufpefteerende gefraudeerde goederen in te hebben, tot hunne adfiftentie als haar gewoonte van de Militaire Wagt aan de Vispoort aldaar twee Mannen hadden verzogt , doch dat dezelve aan haar waaren geweigerd, en dat zy Heeren van de Magiftraat daar aan den tydelyke Commandant van het Guarnifoen aldaar hadden doen onderhouden , en dat dezelve daar op had geavanceerd, dat  AENHANGZEL. cm dat wel by verfcheidene Refolutien was geinftrucerd, en ter Requifitie van de Magiftraten der Hoofdfteden, en van de Heeren Drosten en Hooge Officieren deezer Provintie zoo veel Manfchap te doen volgen, als van hen zouden worden gevordert, doch dat hyby voorfchreven Refolutien nochte ook by geen andere was gea jrhorifecrt, om des avonds na geflotenö Poorten en bezette Wagt aan de Pagteren eenige Manfchap te doen volgen , en dezelve te adfifteeren buiten de Stads Poorten of Wallen. En daar omtrent zynde geconfidereerd dat de meeste Sluikeryen des Nagts worden gedaan , en de Pagteren als dan de adliftentie van de Militie op het meeste nodig hebben; zoo is naa deliberatie goedgevonden , den Officier Commandeerende het Guarnifoen binnen Campen mits dezen aan te fchryven, om de Pagteren niet alleen des Daagsch, maar ook des Nagts na geflotene Poorten eenige Manfchap tot hare adfiftentie te verleenen zelfs ook buiten de Stads Wallen, en overal in des Pagters Pagtdiltrict. (Ondertekent) C. W. Sloet, Vt. Accordeert met het voorfz. Register. By abfentie des Griffiers (Getekent) D. Quyfen. ******* ^ LV.  «v AENHANGZEL. LV. ib (No. XXIIL Bladz. 187.) EXTRACT uyt het Regifter der Refolutien van Burgemeester en Schepenen der Steeden en Ambagten van Axel, en Neuzen, te Axel. Zaturdag den 13 April 1776. Prcfent de Heren Burgemeester Paulus , Schepenen de Jonge, Wieden, Du Pont, Dieleman, Willemfen en Kraker. Jacobus Schoonakker, binnen ftaande heeft de Magiftraat te kennen gegeven, dat zyn Varke, dat hy zoo even had geflagt, op de plaats alwaar altoos, door fyn Vader en hen , die beesten gedood en gebrand zyn, door eenige Soldaten was omcingeld , en (foo hy dagt) genomen in arrest, waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden , alvorens ons over deze zaak te addreffeeren aan Hun Hoog Mogende, de Heeren J. de Jonge en Julius Hendrik Wieben, benevens den Heere Griffier Geene, te zenden als Commisfarisfen, aan den Heer Commandeur van deze Stad, G. van Eeuwig, op wiens orde gemelde Varke is gearrefleerd, en dcnfelven voor te houden , hoe van onheugelykc tyden , de grond, waar op, voorfz. Varken gearrefleerd legt, heeft gehoord aan onze Stad, en dat diensvolgens dezelve ook altoos, door onze Borgers, die met hunne wooningen,ftalJiügen en erven tegen defelve aankomen, is ge- bruykt,  AENHANGZEL. cv bruykt, en dus verfoeken, dat den Heer Commandeur het felve, gelyk hy voorheen gedaan heeft, alfoo gelieft te laten continueeren,dat fy Heeren al verderden Heer Commandeur fouden voorhouden, dat de Magiftraat verpligt is, om voor de geregtigheden der Stadt en Borgers te forgen, en daar voor te vigileeren, foo fy daar in wierden geturbeerd , en des noods verpligt zoude zyn, ons daar over te addresfeeren, daar het foude behooren, het geen niet anders dan onaangenaamheeden tusfehen haar en hem Heer Commandeur zal veroorfaken, dat fulks aparent ook geen genoegen fal baaren tusfehen Hun Hoog Mogende (die fy daar over abfolut moeten interpeleeren i en de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland; dat zy Gecommitteerde dienvolgens hem Heer Commandeur fouden verfoeken, de Magiftraat en hunne Burgers onverhindert , hunne voorfz. Gronden en Erven te laaten gebruyken , .ten zy dat hy Heer Commandeur hier ontrend eene Orde ter contrarie van Hun Hoog Mogende, of; van den Raad van Staate konde toonen, aan welke niemand liever dan de Magiftraat zal deferecren, en dat fy Heeren, ingevallen hy Heer Commandeur daar geen Refolutie van hadde-, en gemelde Varken niet gelievdc te ontflaan, moctten declareren, tegen het in arrest nemen van het meer gemelde Varken op Stads grond, te protefteeren; en dat zy vervolgens hunne gegronde klagten foude moeten brengen, daar ly 'fulks dagten te behooren. Voorfchreeve Heeren ter Vergaderinge wederom geretourneerd zynde, hebben gerappor, ******* 5 teerd,  Cvï AENHANGZEL. teerd , dat hy Heer Commandeur had kunnen goedvinden, aan haar (fonder de Heeren te willen hooren) te declareeren, dat vermids de Heeren met hun drien waren, geen woord van de Commisfie te fpreken, voor dat hy ook met zyn drie perzoonen was, en vervolgens is door den Onder-Major Droesbeek ter Vergaderinge verzogt , om gemelde klagten fchriftelyk te doen. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden , gemelde verzoek te accordeeren , en werden voornoemde Heeren al verder gedeputeerd defe Refolutie den gemelden Heer Commandeur voor te lezen, en des noods over te geven, onder die mits, dat hy Heer Commandeur daar op illico foude gelieven te antwoorden : om daar van nog aan hunne Committenten rapport te doen , die nog ten dien fine vergaderd zyn. Gemelde Heeren Gecommitteerden die Commisfie afgelcgt hebbende , • en door hun gerapporteerd zynde, dat meer gemelde Heer Commandeur hunne Commisfie fchriftelyk had overgenomen, en wyders aangenomen binnen twee a drie dagen daar op te zullen antwoorden, is na verdere deliberatie onfen Heer Burgemeester Paulus Gecommitteerd, om zig te begeven na Middelburg in Zeeland, en aldaar aan Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland, 't zy mondeling of fchriftelyk te verfoeken, ten eynde de Heer Commandeur G. van Eeuwig worde gelast, het gemelde Varken kost en fchadeloos te ontflaan; met zich nemende de Hukken daar toe relatief, en zal extract deefen dienen voor Commisfie. EX-  AENHANGZEL. cvn EXTRACT uit de Notulen, als voeren. Donderdag den 18. April 1776. Extraordinaire Vergadering. Prefent de Heeren 'Burgemeester Paulus, Scheepenen de Jonge, Wieden, Du Pont, Dieleman, Willemfen en Kraker. Onfen Heer Burgemeester Paulus , foo even van Middelburg geretourneerd zynde, legt over zyn fchriftelyk rapport, 't welk luyd als volgt: Agtbaare Heeren, ingevolge de Commisfie, den 13 jongstlecden op my geftrekt, heb ik over het geval in quaeftie, met onfen Heer Commandeur, breder by de Notulen van den foo even gemelden datum vermeld, met de meeste Heeren vyt de Gecommitteerde Raaden ge fproken , en hun Edele Mogende het Regt, dat wy op den Grond , waar in wy door gemelde Commandeur zyn geturbcerdt, van alles geinformeerdt en het gedrag van hem Commandeur gecommuniceerdt, en inftantelyk verfogt, dat Hun Edele Mogende meergemelden Commandeur geliefden te ordonneeren, om het door hem gearresteerde Varken van Jakolus Schoonhakker, kost, en fchadeloos te ontdaan , en hem voorts te gelasten , om de Magiftraat in hunne Pofesfie van voorfchreven Grond te laten , ten minsten foo lange, tot dat daar omtrend nader fal weczen gedisponeerd, al het welke U Edele Agtbare in het breede zal blyken, uyt eene memorie, door hem Gecommitteerde gefield , dewelke hy aan den Heer Raadpcnliona- ris  cvni AENHANGZEL. ris Chalners getekend (op fyn verzoek) heeft overgegeven, met dat gelukkig gevolg, dat hy Heer Raadpenfionaris (dewyl het Staats Vergaderinge was , daar over geen Gecommitteerde Raadsvergaderinge kon beleggen ) eenen Brief aan hem Commandeur had gefchreven, dewelke aan hem Gecommitteerde was ter hand gefield, om aan den voornoemden Commandeur over te geven, fynde gemelde Misfive aan hem Gecommitteerde doorhem Heer Raadpenfionaris gecommuniceerdt, welke fakelyke inhoud behelsde, dat hy Heer Raadpenfionaris was geinformeerdt geworden, dat 'er tusfehen hem Commandeur van Axel G. van Eeuwig en de Magiftraat, over fekere Grond, binnen Axel, onaangenaamheden waren ontftaan, die lig foo ver hadden geë'xtendeert, dat den Commandeur had konnen goedvinden om het Aagten en branden van een Varken, aan eenen flagter te verbieden ; dat hy tot de uytvoeringe van die Ordres had gebruykt, een Sergeant met eenige gewapende manfehappen. Dat hy Heer Commandeur moeste begrypen, dat het voor de Magiftraat zeer onaangenaam moet zyn, hunne Borgery aan fulke demarches van hem Commandeur geëxponeerd te zien, daar het, al was het s'Lands grond, de weg voor hem open ftond, om zig daar over aan hun Edele Mogende te addresfeeren, dat hy Heer Raadpenfionaris daarom van begrip was, dat hy Heer Commandeur die queeftie by minnelyke fchikking met de Magiftraat foude uyt de weg ruyraen, en dat hy ondertusfehen alles moest laten in die fituatie, zoo als zulks vbormaals ten tyde der gedaane interdictie, is geweest.  AENHANGZEL; cis weest, welke Brief hy Burgemeester zoo even (door onfen Stadsbode Jan Meertens) in handen van den meergemelden Commandeur had laten brengen, waarop gedelibereerd fynde, is den gemelde Burgemeester voor de gedane Commisfie bedankt; En voorts goedgevonden, om aan de voorfchreve Commandeur te laten vragen , of hy twee Heeren Commisfarisfen fouw kunnen afwagtcn, om hem te fpreeken, 't welk geacceptcert fynde , zyn de Heeren Du Pont en Dielcman Gecommitteerd, om hem Heer Commandeur op eene vriendelyke manier te verzoeken, het Hinkende Varken van onfen Grond te weeren, en de fchade, door de meergemelde interdiftie, aan den flagter, en eygenaar van het Varken veroorzaakt te willen goeddoen; En foo de Heeren in defen verfoeke , niet reusfeerden, als dan aan hem Heer Commandeur te declareren, dat wy het gemelde Varken foude weeren, en ons over de fchade van het Varken met de kosten daarom gedaan , addresfeeren , daar wy fouden meenen te behooren ; de gemelde Heeren geretourneerd zynde , hebben gerapporteerd, dat den meergemelden Commandeur, fig op de gedane verloeken niet had gelieven te expliceeren, maar alleen verzogt, dat de gemelde verfoeken aan hem in fcriptis mogten gedaan werden, waar op al verder gedelibereerd zynde, is goedgevonden , het Varken in de grond daar het op legt, te laten begraaven, door twee van onze Stads Arbeiders, gelvk gefchiedis;En op iederen hoek van de Put, daar het Varken in gefmeeten is; een paaltje te laten fiaan, op dat men weten fouw, waar liet Varken gelegen en be-  CS AENHANGZEL. begraven is. Sullende over het geven van de Commisfie in fcriptis aanftaande Saturdag nader werden gedelibereerd. LVIL (No. XXIII. Bladz. 97.) EXTRACT Uit de Refolutien van Burgemeesteren, Schepenen der Steden en Ambagten van Axel en Neuzen, te Axel. Zaturdag den 20. April 1776' By Refumtie gedelibereerd fynde, op de Notulen van den 18. laatstleden , waar by (ingevolge het gerapporteerde) den Heer Commandeur G. van Eeuwig heeft verzogt, dat het aan hem gedane mondeling verzoek, om het Varken, en de kosten deswegens gevallen te wilde goeddoen, in fcriptis te mogen hebben, is goedgevonden,met pasferinge van het mistrouwen , dat hy Heer Commandeur, in al de Heeren Commisfarisfen fchynt, te hebben, met op niets , dat mondeling gefchiedt te willen antwoorden, fyn verzoek al wederom te accordeeren, en zyn Edele te informeeren, dat de Commisfie, die fy Heeren Commisfarisfen aan hem hebben gedaan, is geweest om fyn Edele te verfoeken, eerst, dat zyn Edele hetbedorve Varken geliefde te weeren; En het ander, om de onkosten en fchade, die fyn Edele door de gedaane interdictie, om het Varken agter het ftal van den flagter Jacobus Schoonhakker, niet  AENHANGZEL. cxc niet te Aagten en Branden, veroorfaakt, goed te doen, welk laatste verfoek de Magiftraat by defen aan fyn Ed. voor de tweede maale doet, bereid zynde met zyn Edele daar over op een vriendelyke manier in onderhandeling te treeden. En fal Extract, defer Refolutie aan fyn Edele werden ter hand gefield, om ons op dezelve, hoe eerder hoe liever te kunnen antwoorden. NB. Deze kosten zyn door den Commandeur nooit goedgedaan, maar aan den voorfchreeven Jacobus Schoonakker, uit Stadts Kaffe betaald. LVIIÏ. (No. XXIV. Bladz. 114.) MISSIVE van de Magiftraat van Bergen op den Zoom aen den Raad van Staten. Den 25. November 1782. Edele Mogende Heeren ! Wy hebben op den 10. dezer Maand ontfan-»' gen het Request aan UEd. Mog. geprsefenteert door Arnolt van Huifteyn en Hans Jurien Blank , Onder-Majors des Guarnifoens dezer Stad Bergen op den Zoom, tendeerende, om te hebben UEd. Mog. protectie en ordres, waar by zy Supplianten in alle hunne emolumenten, waar op fy zoo door UEd. Mog. als door Zyn Doorlugtigfte Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau &c. &c. &c. zyn aangefteld geworden , werden gemaintineerd, en van dezelve zoo voor hun Supplianten, als derfelver Opvolger, in alle tranquilif teit  CXIÏ AENHANGZEL. teit mogen blyvenjouisfeeren, op zoo een voet als van ouds hier in ufantie is geweest, mitsgaders UEd. Mog. appoinctement, van den 2 daar bevorens, by het welk UEd. Mog. goedgunftelyk behaagd heeft, hetzelve Requeft te Treilen in onfe handen, ten fine van berigt, omme waar aan te voldoen, wy de ecre hebben U JLdele Mogende voor te dragen , dat voor, zoo veel betreft het dispofitief van het Requeft, wy ons zeer wel zouden kunnen conformceren snet het zelve, dewyle het nooyt de intentie van deeze Magiftraat, of van iemand anders, voor zoo veel wy weten, is geweest, om de Onder-Majorsin de Emolumenten, welke hun van Rechtswege toekoomen, en aan die bedieninge annex is, te beknibbelen, dan dewyle uit de middelen van het gemelde Requeft blykt, dat het but van de Supplianten, voornamentlyk is, om van U Edele Mogende een verkiaaring te bekoomen , dat onder die emolumenten ook gehoore de Takkcnbosfen en Blokkeel, die van het Brandhout, het welke, met Wagens of Karren binnen deeze Stad word gevoert, aan dePoort,langs welke die invoeringe gefchicd, van hunnent wege worden afgevordert, zoo kunnen wy niet afzyn U Edele Mogende daar omtrent te avancceren, dat het ons toefchynt, dat het voorfchreve fuftenue v an de Supplianten met betrekkinge tot dezelve Takkebosfen en Blokkeel (men voege hier ook by, het half of Vaamhout en Turf, waar van ook een zeekere tax word gevordert) van genoegfaamc grond is ontbloot: want, wat betreft, dat de Supplianten by hun Requcst allegueercn, dat zy by U Edele Mogende en by zyne Hoogheid tot  AENHANGZEL. cxiii tot Onder-Majors des Guarnifoens dezer Stad zyn aangefteld op zodaanige baaten, profyten en emolumenten, als van ouds aan gemelde Charge annex zyn geweest,kunnen wy het zelve zeer ligtelyk advoueeren, dewyl wy mee*nen , dat dan nog altyd overig blyft de vraage , waarin die baaten,profyten en emolumenten , welke aan der Supplianten Charge annex zyn, van ouds hebben beftaan; want men kan. immers niet ftellen', dat daar onder ook zouden gehooren, zulke pratenfe baaten , profyten en v emolumenten, welke niet van ouds aan de voorfeide Charge annex zyn geweest, maar naderhand door der Supplianten praïdecesfeuren, door overmagt,inkruyping of geweld of door andere wegen , daar aan getrokken zyn, en waar van de Souverain of die geene die de Commisfien uitleveren, onkundig zyn, en offchoon wy nu wel niet hebben kunnen ontdekken, uit wat oorzake de huisluiden of anderen, met Brand, hout of Turf binnen komende, daar van iets aan de Poorte, langs welke zy binnenkomen, hebben afgegeeven; zoo is egter dit zeeker, dat daar toe nooyt ordre of eene wet door den Souverain is gegeven , zonder welke het egter aan niemand wie hy ook zy , geoorloofd is, iets als een Taxt of Impost van de Ingezeetenen te vorderen, en zulx nog te minder in opfigt van deeze Stad, alwaar felfs 's Lands Gemeene Middelen niet anders zyn geintrodu • ceert, dan met confent van de drie Leeden van den Breeden Raad dezer Stad, gelyk uit de Verpagts Conditiën, waar op die middelen by Gecommitteerden uit U Edele Mogende werden Verpagt, te zien is , waar uit wy dan moeten  CXIV AENHANGZEL. befluyten, dat dit afvorderen en afgeven van Brandhout en Turf, het welke van de huisluiden of andere aan de Poorten werd gedaan, zyn oorfprong heeft gekregen door inkruypinge, ten einde dezelve Huisluiden daar mede te redimeren van Vexatien, waar aan fy anderfints geëxponeert konden zyn, of wel, om hy het in- en uitryden de Vryheid te mogen hebben, dat zy met eenige goederen, te koop binnen komende , wederom tusfehen twaalf en een uure , wanneer de Poorten gefloten zyn, zouden mogen uytryden, gelyk in vorige tyden altyd is gepermitteerd geweest,of eindelyk, dat dat afgeeven van eenig hout en Turf is geweest een Vrywillige gif te, welke de Huisluyden by het inkomen binnen de Poorten, aan de Manfchap, die aldaar de Wagt hadden , wel hebben willen doen, om zig te beter te kunnen verwarmen : Tot het eerst gemelde zoude men kunnen inclineeren, als men reflecteert, dat al van oude tyden af, het afperfen van Goederen van de Huisluiden, welke daarmede ter Markt kwamen, by de Militie heeft plaats gehad, zodanig, dat de Magiftraat tot voorkoming van het zelve by Refolutie van den 16 December 1572. genoodzaakt is geweest, daar tegens te voorzien, met het ftellen van Wakers aan ydere Poorte, ten einde dit onbehoorlyk afneemen va.11 de Soldaaten te beletten, ja zelfs dat Haar Hoog Mog. al in vroege tyden daar tegens by verIcheide Placaaten, en zonderling by dat van den 9 Maart 1652 en 5 Auguftus 1678. hebben moeten voorfien, met te verbieden aan alle Gouverneurs, Commandeurs &c.eenige foyen of  AENHANGZEL. of vereeringen, onder wat preetext het ooi;zy, van Scheeper), YVaagens of Karren , niet Koopmanfchap gelaadcn, af te vorderen: en wat de tweede reeden betreft, defelve cesfeert je* genswoordig geheel en al, dewyle de Poorten van twaalf tot een uure, zelfs op Marktdagen gefloten worden gehouden , zodanig dat er niemand uit- of in mag komen , het welk voor deefen nooyt gepractifeerd is geweest, en het welke tot groot ongerief van de alhier ter Markt komende Huisluiden ftrekt, dewyl die dan , wanneer zy met hunne zaken voor twaalf uuren niet klaar kunnen komen, genoodfaakt zyn tot een uur binnen te blyven, en ondertusfehen het nodige werk, dat fy fomtyds thuis te doen hebben, moeten ongedaan laten, en daar en boven nog verteringe in de Stad te doen, zelfs in het kortfte van de dagen, wanneer de Poorten eerst open gaan om agt uuren des 's morgens, en wederom voor vyf uuren des avonds gefloten zyn, werden de Poorten toegehouden pp Zondag onder den Godsdienst des voor- en nademiddag, als mede van twaalf tot een uur. zoo dat 'er op die dagen nauwelyks vier uuren in 't geheel zyn, dat men uitof in de Stad kan komen, en dan nog juist, moet waarneemen het tydllip, op welk de Poorten open zyn , het welk niet alleen ftrekt tot nadeel van de Diaconie-Armen, dewyj men in vorige tyden, de Poorten onder den Godsdienst alleen gefloten hield op het Clinquet, zoo dat ieder een daar uit- en in konde komen, mits geevende een Aelmoes in de Busfe, welke op die tyd door een Perfoon van weegens de Diaconie daar toe aan ieder Poorte gefield, ******** 2 aan  cxvi AENHANGZEL. aan de uit- en inkoomende Luiden geprafentecrd wierd, maar ook tot merkelyke fchade van de Neringdoende Ingezetenen dcefer Stad, dewyl daar door veroorzaakt werd, dat vcele Luiden van het platte Land, die alle meest Roomsch gezint en hier Kerkelyk zyn, op andere plaatfen ter Kerke gaan, en juist altyd geen gelegentheid hebbende, om op werkdagen binnen te komen, als dan het nodige voor hun of voor hun huishouden, in plaatfe van in deze Stad op die plaatfen koopen , alwaar zy ter Kerken gaan, ja zelfs 't geen in 't generaal nog lastiger is, zo werd de Waterpoort voor de Pasfagiers, welke met Scheepen aan den Ham aankomen, na dat de Poorten des avonds gefloten zyn, toegehouden, zoo dat door de Poort, of fchoon maar op het Clinquet ftaande, niemand wie hy ook zy dan alLen de Visfchers, welke een pas van den Gouverneur hebben , waar voor zy fes en twintig ftuyvers jaarlyks betalen, mag binnen komen, en Schipper en Pasfagiers een geheele nagt moeten buyten blyven, offchoon dan de Brieven, waar by fomtyds haast kan zyn, niet dan voor den anderen dag kunnen befteld worden , en de Pasfagiers dien na*gt aan de Scheepsongemakken geëxponeert blyven, gelyk mede de Poort, waardoor de Post moet binnen komen, geduurende laatstleden Wintertyd niet langer open gehouden is, dan des avonds tot half feeven uuren, daar het b5^ Winterdag door het fjegte weder en de kwaade weegen , veeltyds onmogelyk is, om voor die tyd.binnen te zyn, en over fulx de Postbrieven voor al van Saturdag, al meedeniet eerder kunnen befteld worden  AENHANGZEL. cxvn den dan den dagdaeraan, totmerkclyk ongerief en nadeel van de Commercie. Wat nu eyndelyk betreft de derde reden, waarom 'er eenig Hout of Turf by het inkomen van de Poorte aan de Wagt aldaar, zoude kunnen afgegeeven geweest zyn , zoo is het immers zeeker, dat een vrywillige gifte offchoon te meermalen herhaald, geen verpligtinge maakt voor het toekoomende, en dat die Wagten, van weegen U Edele Mogende nu en federt lange van Brand wordende voorficn, diergelyke giften en bedelaryen in allen gevalle nu niet meer te pas kunnen komen, maar van zelve hadden behooren te cesfecren; dog het zy dan Edele Mogende Heeren uit wat oorfake men wilde ftellen, dat het afgeeven van Brandhout en Turf aan de Poorten zyn oorfprong heeft, zo is het altoos zeker, dat dit afgegeven Brandhout en Turf in vroegere tyden nooit is geprofiteerd by de Onder-Majors dezer Stad, maar wel by de Manfchap van de Wagt, zynde voor zoo veel wy hebben kunnen nagaan, het voordeel daar van door de OnderMajors eerst na de evacuatie der Franfchen in 't jaar 1748. verpagt aan den Commis van den Braband'fchen Landtol van London, voor tweeen veertig Guldens jaarlyks voor alle de Poorten, vervolgens voor twee en twintig Guldens jaarlyks voor de Woudfe Poort alleen, en naderhand aan dcszelfs Weduwe voor vyf en twintig Guldens jaarlyks, en nu eindelyk aan den Commis van den Brabandfchen Landtol, van Door en, voor veertig Guldens jaarlyks, mede voor de Woudfche Poort alleen; door welk beftaan van de Onder-Majors, niet alleen word ******** o ge.  CXVIII AENHANGZEL. geïntroduceerd een foort van Impost op de in* koomende Waagens en Karren met Brandhout, maar ook met dezelve te Verpagten aan Commifen van den Land Tol, werd gecaufeerd , dat deeze Impost nog met meer vigeur ingevordertkan worden,dewyl de Huisluiden mees. tendeel onkundig zynde van de Wetten dezer Landen, veeltyds metbetrekkinge tot den Brabandfchen Land Tol, niet weten waar toe zy gehouden zyn, en dikwils genoodzaakt werden, om zig van vexatien vry te koopen, Tolbriefjes te halen, en Tol te betalen van Goederen , die zelfs by den Souverain zyn vry gefield , en om welke reden het afgeeven van het afgevorderd Brandhouten Turf, door de Huisluiden niet durft geweigerd worden , dewyl fy bevreest voor dat foort van Volk zynde, in het onzeker zyn, of hun zoo een weigeringe door andere vexatien wegens den Brabandfchen Land Tol niet zal betaald gezet worden. Dog buiten dit alles abufeeren de Supplianten zig merkelyk, wanneer zy zeggen ; dat dit afgeven van Hout door een ieder met de uyterfte bereidwilligheid zoude gefchieden, dewyl er verfcheide Ingezeetenen dezer Stad zyn, welke het zelve geweygerd hebben, — en welkers getal naar alle apparentie nog grooter zou zyn, indien men niet bevreest was, voor de violente middelen , welke er in 't werk gefield worden om de Lieden tot het afgeven van Hout te noodzaken: Middelen welke in eene zagtmoedige Regeering ende in een Land daar het Recht door middel van de Juftitic werd gehandhaafd (waar over wy onder Gods Zegen het geluk hebben ons te mogen be-  AENHANGZEL. CXIX beroemen) ongehoord zyn , want by aldien men al eens konde ftellen, dat de Onder-Majors geregtigt waren, om zoo een Impost van het inkoomende Brandhout en Turf te genieten , dan zoude immers de bavorderinge daar van niet anders kunnen of mogen gefchieden dan op den voet, waar op de gcmeene middelen van 's Lands wegen werden ingevordert, dat is by wege van Juftitie, op dat een ieder, welke fuftineerde tot het afgeeven van Hout en Turf ongehouden te zyn , daar tegens zyn defenfie zoude kunnen doen, daar nu in tegendeel die afvorderinge van hout en turf gefouteneerd word door middelen van geweld, gelyk gebeurt is, in 't geval van den Capitain F. May, wonende binnen defe Stad, welkers Wagen , Paarden men door de Wagt heeft aangehouden en genecesfiteert aldaar te blyven liaan , tot zoo lange de gemelde Heer F. May eyndelyk heeft moeten refolvceren tot voorkominge van verdere onaangenaamheeden , het afgevorderde hout, af te geeven , en zonderling nu onlangs in het geval van den Oud Wethouder dezer Stad, en geweefe Secretaris van Wouw, Simon van Henneveld, waar over der Suppliantens klagten voornamentlyk zyn ingerigt, en waar omtrent wy van den gemelde Oud Wethouder Simon van Henneveld, het volgend berigt hebben bekomen: Dat hy zedert eenige dagen met een Wagen met twee Paarden befpannen, door de Woudfche Poort binnen deze Stad hebbende laten voeren een party Brandhout, het welke hy op zyn Landgoederen had laten kappen, de voren genoemde Pieter van Dooren aan hem heeft doen te ******** 4 ken-  cxx AENHANGZEL. kennen geeven, dat men van ieder Wagen Mutsaard aan hem van Dooren moest geeven een Mutzaard, en van ander Brandhout naar advenant: Dat hy daar op aan gemelde van Dooren hebbende laten vragen uyt wat hoofde hy zulx vorderde , tot antwoord van denzelven van Dooren heeft bekomen , dat dit voor het Guarnifoen Was , en aan hem door den On• der-Major Hulfteyn is Verpagt, voor veertig Guldens jaarlyx: Dat vervolgens by hem is gekomen den voornoemde Onder-Major Hulfteyn, en uit naam van den Heer Gouverneur dezer Stad Deutz, heeft gevraagt, de reden waarom hy Henneveld weigerde aan zyn Pagter van Dooren het gevorderde hout te geeven , waar op de gemelde Henneveld in fubfïantie heeft geantwoord, dat hy oordeelde, daar toe met verplicht te zyn, dat hy nu federd veele jaaren meenigvuldig Brandhout had laaten binnen voeren, maar niet te weeten , dat daar van ooit iets was afgegeeven, dat hy egter verfogt te mogen weeten of men dat met recht konde vorderen, en als men zulx konde bewyzen hy dan bereid was te geeven , het geene hy verfchuldigt was, dat daar op des anderen daags zynde geweest den 22. der gepasfeerde Maand O&ober des morgens om a*t a negen uuren wederom een Wagen met Mutzaard gelaaden, binnen komende dezelve met de Paarden en den Voerman op ordre van Wel gemelde Heer Gouverneur , en op verfoek van voorfz. van Dooren, terftond door de Wagt aldaar is aangehouden, de Voerman in de Corps de Guarde gebragt, en als een Misdaadiger naauw-  AENHANGZEL. CXXI naauwkeurig bewaart , en de gelade Wagen en Paarden voor het huys van den gemelde van Dooren, door een Schildwagt belet, dat daar op de gemelde Henneveld zig naar den Heer Gouverneur begeevende , van denzelven het ontflag van den Voerman, Wagen, Paarden heeft verfogt, en zulx niet kunnende bekoomcn, ten zy hy het gevorderde hout afgaf, verder heeft geinftecrt, dat dan ten minften by provifie de Voerman mogt werden ontflagen , en de Paarden op een Stal wierden gebragt, om van het nodige verforgt te kunnen worden , dewyl er genoegfaam verhaal op de Wagen met hout geladen, was , indien men meende tot het gevorderde hout gèregtigt te zyn, dog waar toe de gemelde Heer Gouverneur niet heeft willen verftaan, zeggende , dat alles in zyn ftaat moest blyven, tot dat het gevorderde Hout wierd afgegeevcn , zulx dat de Voerman in de Wagt en de Paarden met de Wagen voor het huis van den meergemelden Verdooven, geëxponeert aan het gure Weeder van Reegen en Wint, het welke men toen hadde , in de open lugt zyn gehouden , van 's morgens om agt a negen uuren tot des anderen daags 's middags om een uure, als wanneer eyndelyk dezelve op inftantie dezer Magiftraat, aan wie de gemelde Henneveld over deze ongehoorde bchandelinge klagtig was gevallen , door Wel gemelde Heer "Gouverneur zyn ontflagen geworden, van hoedanige arbitraire handelwyze en misbruik van Overmagt, misfchien geen exempel zelfs in geen willekeurige heerfchappye, men zwyge in een vrve 5 Ke-  CXXIt AENHANGZEL. Republyk , daar de weg van Juftitie voor yder open ftaat, zal gevonden worden. Dat voorts met opligt tot het geene de Supplianten verder zeggen, dat zy als Onder-Majors geen Gagien genietende, van de Emolumenten moeten beftaan, en dat wanneer die als dan voorfz. is, betwist werden, zy geheel en al buiten Inkomften zullen gefield worden , en dus die Charge , zoo ten reguarde van hun, als van hunne Succesfeuren onbeftaanbaar zal zyn, meenen wy , dat, behalven dat zulx niets ter zake kan doen, om dat het der Ingczeetenen post niet is, om uit hun privé beurs een beftaan aan de Onder-Majors te bezorgen , het ook buiten dien een voorwendfel is , waar voor geene de minfte vrees kan zyn, dewyl offchoon men nu federt eenige jaaren twee Onder-Majors in deeze Stad heeft, daar er in vroegere tyden by vry fterker Guarnifoen als men nu heeft, maar eene was, echter die Charge met zoo veel y ver word geambitioneerd,datJzelfs de tweede Suppliant Hans Jurien Blank voor den afftant, die den geweezen Onder-Major van Baarle daar van in zyn faveur, heeft gedaan , aan denzelven van Baarle heeft gegeeven drie duyzend Guldens, welkerara Baarle, zoo als wy geinformeerd zyn, aan den geweefen Onder-Major Kaps daar voor had betaald vier duyzend Guldens , ten bewyze dat de Emolumenten offchoon die nu met hun beide gepartageert moeten worden , zoo gering niet zyn, of daar zullen er altyd genoeg gevonden worden , die naar die Charge zullen ftaan ; waar by nog komt, dat het ten uiterflen hard voor de Ingezeetenen zoude zyn, dat zy van  AENHANGZEL. CXXIII de winsten welke zy van het Brandhoud genieten kunnen nog een gedeelte ('t welk na aftrek van de onkosten die er op het kappen, bosfchen en vervoeren vallen; ruim twee per-* cent zal bedragen) tot een ruimer beftaan van de Onder-Majors zouden moeten misfen, en zulx quafie om dat zy het zelve binnen deeze Stad brengen , daar nogthans de Onder-Majors voor de geringe diensten welke men van dezelve kan genieten, zoo van weegens deeze Stad, als van weegens de omliggende Jurisdictiën genoeg beloond werden , gevende de Stad voor de Manden welke zy voor het afhalen van den Turf voor de Wagten leveren , jaarlyx aan Hun een honderten fes Guldens , welke hun op geen tiende part kunnen komen te ftaan , en bovendien nog een douceur vanvyftig Guldens, jaarlyks, het Dorp van Wouw twee duyzend Biokkeclhoutcn, Borgvliet drie Guldens, jaarlyks, het Dorp Halftercn drie Guldens, ende Noordgeest mede drie guldens, boven dien verwisfelcn xy den Turf, welke de Stad volgens het Contract, met .U Edele Mogende gemaakt, aan de Wagten moet leveren, teegens Kooien die zy in plaats van den Turf voor do Wagten beforgen , waar op zy naar mate van de prys van de Kooien al meede een goed voordeel hebben. Wy vertrouwen dan van de aequiteit van U Edele Mogende, dat Uwe Edele Mogende niet zullen kunnen verftaan de Ingezeetenen een last op te leggen, welke by den Souverain niet ge wettigt is, en dien volgende de Supplianten zullen vvyzen van de hand, of ten minften dezelve indien zy ccnig recht tot het doen  cxxiv AENHANGZEL. doen afvorderen van het Brandhout en Turf in quasstie vermecnen te hebben, te renvoyeeren aan de Ordinaire Juftitie. Waar mede na UEdele Mogende Uluftre Perfoonen en Regeeringe in de befcherminge Godes bevolen te hebben , wy de [eer hebben ons met fchuldig refpeér. te noemen. Edele Mogende Heeren! U Edele Mogende Onderdanige en Gehoorfaame Dienaars, de Magiftraat van Bergen op den Zoom. Ter Ordonantie van dezelve. *(Was getekent) J. F. de Boet, Stads Secretaris. Bergen op den Zoom den 25. November AEN-  AENHANGZEL OP HET AGTSTE DEEL. LVIL (No. LXIL Bladz. 325.) EXTRACT uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad. Zierik Zee. Den 18. Maart 1783. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan de Heeren Gedeputeerden ter jcegenswoordige Staats Vergaderinge occupeerende aan te fchryven en te gelasten , om van wegens deze Stad ter Hooggemelde Vergadering voor te draagen: dat wanneer de Heeren van ZierikZee op den 6. February laastleeden , aan Haar Ed. Mog. voorhielden, de Hooge noodzaakelykheid om gepaste middelen te beraamen en vast teftellen, waar door de Burgerlyke Rechtbanken kragtdadig zouden werden gefoutineert, in gevalle dezelve, in de uitoeffening van hun Wettig Rechtsbedwang door eenigen Militairen Rechter werden ontrust, Hun Ed. Agtb. geenfints hadden verwagt de gegrondheid van dit voorftel ten opzigte van de Rechtbank hunner Stad, het eerfte bevestigt te zullen zien, in een geval door de Heeren Burgemeesters en Schee-  cxxvï AENHANGZEL. Scheepenen ter hunner kennisfe gebracht, en waar van de byzonderhecden boofdzaakelyk hier in beftaan : Dat op den 12. February laastleden , den Heer BaiUiuw aan Haar Ed. Agtb. hadde gecommuniceert , dat in den als toen laatst gepasleerden voornacht, aan twee Burger Huizen de Glaazen ingeflaagen en eenige verdere Brutaliteiten langs ftraat waaren gepleegd ; dat een der Bewooners op het geraas direct na vooren loopende, nog voor zyn deur aantrof een Militaire Sergeant uit het Regiment van den Collonel Pa/re, die nog eenigzints bedeest door de fchielyke vraag aan hem gedaan , of niet wist wie dit gepleegd hadde, antwoorde, dat het Militairen waaren geweest, gclyk ook dien Burger aan het einde der ftraat nog eenige Perfoonen hoorde, welke den voornoemde Sergeant als fcheenen te willen inwagten. Dat de Nagtwaakcrs hier van door dien Burger aanftonds geadverteerd zynde, dezelve in hunne Patrouille , welke direct daar op hebben gedaan, ook niemand anders hadden ontmoet dan vier Militaire Perfoonen , loopende door de Stad en uit zeer veele byzondere omftandigheeden, zoo zy vast ftelden, fchuldig aan het voorfz. fait. Dat gemelde Nagtwaakers eenigfints bedugt, om dezelve Perfoonen van ftraat te krygen , raadzaamst geoordeelt hadden , hun op eene zagte wyze na de Militaire Hoofd-wagt te begeleiden , alwaar dezelve , zynde twee Sergeanten , een Corporaal en een Soldaat aanftonds werden aangehouden fchoon laatstgemelde het echter nog heeft weeten te ontkoomen. Dat uit dit alles,het geen door vol-  AENHANGZEL. cxxvn volleedige Verklaaringen by den Heer Bailliuvv ingewonnen en voor Heeren Commisfarisfen gerecolleert ten duidelykften is geconfirmeert , de Heeren Burgemeesters en Schepenen hebben opgemaakt, dat gemelde Militaire Perfoonen zig zelvs onder vehemente fufpicie hadden gebracht van aan voorfz. brutaliteiten fchuldig te zyn , ten minsten desweegens Rechtelyk behoorden te worden ondervraagd, terwyl het fait zelve niet anders dan als een commune delict, konde worden geconfidereert, waar van de kennisneeminge aan de Wet dezer Stad alleen competeert, en diensvolgens ook vermeend na dit voorval verder onderzoek te moeten doen; ten welken einde nog ftaande de Vergadering de Secretaris van hun Collegie na den Collonel Pain hadden afgezonden, om de voornoemde Perfoonen, die volgens informatie nog op de Hoofdwagt in arrest gehouden wierden, uit naam der Heeren van de Weth te reclameeren , om aan den Heer Bailliuw te worden geëxtradeert. Dat uit het desweegens gedaane rapport verftaan zynde, dat de Collonel Pain zig hadde geëxcufeert aan de gemelde Requiütie van Haar Ed. Agtb. in deezen te voldoen, ten zy daar toe alvoorens wierde gequalificecrt, voornemens zynde dit voorval ter kennisfe van Zyn Doorlugtige Hoogheid enden Generaal Major van Dopff, Commandeerende de Troupes binnen deeze Provincie te brengen , dog teffens aanneemende zorge te zullen draagen, dat gemelde Perfoonen in afwagtinge van nadere ordres uit hun arrest na de Provoost in goede bewaaringe werden gefield, Burgemeesters en Schepenen hadden vermeend die toe-  cxxvm AENHANGZEL. toegeeventheid te moeten gebruiken, om het finaal antwoord van gemelde Cbllonel Pain af te wagten; en welk antwoord op gisteren eindclyk ingekoomen , hier op uit kwam, dat uitdrukkelyke ordrcs hadde ontvangen , om voornoemde drie Perfoonen niet over te geeven , maar voor den Militairen Krygsraad te doen te recht Hellen , waar toe gemelde Colloncl dan ook declareerde voorneemcns te zyn dadelyk te doen procedeeren , niet tegenftaande denzelven van weegens de Heeren vandeWeth was aangemaand, dezelvde infchikkelykheid te gebruiken, welke men ten zynen opzigte hadde betoond en mitsdien de gantfche zaak te Jaaten in ftatu en in zyn geheel tot dat Burgemeesters en Scheepenen zig ook deswegens zouden hebben geaddresfeert ter plaatfe daar zulks behoort. Dat uit dezen voordracht van zaaken de Heeren van Zierik-Zee wel volkomen zyn overtuigd, dat de competentie van de Rechtbank hunner Stad in allen opzigte is gefundeert, dog te gelyk begrypen, dat Burgermeesters en Scheepenen juist nu verfeeren in die termen waarin, gelyk onlangs onder het oog van Haar Ed. Mog. is gebragt, de Burgerlyke Overheid doorgaans de magt ontbreekt om haare Rechten na behooren te doen gelden, wanneer dezelve door een Militairen Krygsraad worden geufurpeert; en diensvolgens geoordeelt, dit voorval ter kennisfe van Haar Ed. Mog. te moeten brengen ; terwyl geenfints twyffelen of het fait, waar over de aanklagte is gedaan, zal by hoogst dezelve ook uit dit zelvde oogpunt niet anders dan als een commune delict wor- /  AENHANGZEL. CXXT* wórden 'befchouwd, envermeenen dat aan het doorzigt der Leeden zouden te kort doen met alhier breedvoerig te vvilien aantooncn , dat de Rechtbank hunner Stad tot de cognitie van 't zelve zoo wel uit hoofde van 'tgeperpetrecrde fait als ten aanzien van de perfoonen , welke daar meede worden betigt, volgens oude voorgaande Refolutien eeniglyk is bevoegt, voör al daar dit onderwerp zeederteenigen tyd ter Staats Vergadering volieedig is getractéert j en de gegrondheid dezer affirmativc ten duidelykften gedemonftreert. Dat Haar Ed. Agtb. derhalven nu ook verwagten dat de Heeren van de Weth hunner Stadt, die in naam van den Souverain de Hooge Jurisdictie alleen uitocfienén , by dit uitftcekend voorrecht tegen allen indragt efÉeatieufe» lyk zullen worden gemaintineert, en dat hoogst dezelve dus ook geen zwarigheid zullen maaken om even gelyk by Refolutie van 31. Maart 1631. aan den toenmaligen Heer Capitein Generaal op eene gclyke reprafentatie van onze Voorzaaten is gefchied , Zyn Doorl. Hoogheid by Misfive te verfoeken , om die van den Krygsraad des Güarnifoens binnen de Stad Zierik Zee te gelasten, de bovengemelde Milicairc Perfoonen in handen van den Bailliuw over te leveren, en zig de Kennisfe, Judicatuure en Straffe van diergelyke delicten niet meer te onderwinden, of aan zig te neemen , maar daar meede te haten gewerden Burgemeesters en Schepenen der voorfz. Stad, immers en in allen gevallen zoo wanneer daar op onverhoopt by HaarEd. Mog. invoegen voorfz. niet direct konde worden gerefolveert , Haar Ed. Agtb.  cxxx AENHANGZEL. met allen nadruk moeteninftceren, dat als dan Zyn Hoogheid ten fpoediglïen mag worden verzogt, zorge te draagen , dat hangende haar Ed. Mog. deliberatien , by den voornoemde Krygsraad niets hoe genaamd werde ondernomen , veel min verrigt, waar door de zaak eenigzints buiten zyn geheel zoude worden gefield. En werden de Heeren Gedeputeerden gelast deezer Propofitie na gedane pradeftuurc , in de Notulen van den Staat te laaten infereeren. Accordeert met voorfz. Notulen. (Getekent) C. Eyertfen* LVIII. (No. LXIV. Bladz. 401.) EXTRACT uit de Notulen van den Raad Ordinaris der Stad Zierik Zee. Den 3. April 1783. Edele Mogende Heeren ! De Heeren Gedeputeerde van Zierik-Zee hebben uit fpeciaalen last van de Heeren hunne principalen , Haar Ed. Mogende voorgedragen. Dat Haar Ed. Agtb. door de Heeren van de Weth  AENHANGZEL. cxxxr Wcth hunner Stade wederom zyn geinformeert, dat de Heer Bailliuw ter hunner kennisfe hadde gebragt, vernomen te hebben, datop laastleeden Vrydag den 28 der afgeloopen Maand Maart, tusfehen de zoogenaamde Houte Poppen en ïïaamileede, een Soldaat van het alhier leggende Guarnifoen was dood gevonden, fchoon de omftandigheedeu , waar door zulks mogte veroorzaakt zyn, by gebrek van de nodige informatien aan zyn Ed. tot hier toe nog onbekend waaren. Dan dat teftens hadden verftaan , dat 't zelve doode lighaam des anderen daags op order van den Krygsraad reeds was gefchouwd, en vervolgens ter aarde befteld, en dat twee andere Soldaaten die gezegd worden daar by tegenswoordigtc zyn geweest, wegens hun daar omtrent gehouden gedrag, en het niet toebrengen van de behoorlyke hulp aan den Overledenen reeds deswegens eenige Militaire ftraf zoude hebben ondergaan; terwyl de Heeren Burgermeesters en Schepenen hadden vermeend geen verder onderzoek in deezen te kunnen nog te moeten doen, zoo om dat de zaak door de faitelyke wegvoering en begraaving van het doode lighaam bereids buiten zyn geheel was gebragt, als om dat uit ondervinding van het onlangs binnen deeze Stadt voorgevallene zig niet konden voorftellen, dat dor zei «er pogingen tot handhaving van derzelver Jurisdictie by den Krygsraad thans van een gewenschteruitflag zouden zyn, en daarom geoordeeld hadden zig aan geen verder refus tot declin van de Achtbaarheid van hun Collegie te moeten bloot ftellen , maar. deeze zaak wederom door middel van deezen ###**##** ^ Kaa-  cxxxn AENHANGZEL; Raade onder het oog van Haar Ed. Mog. te brengen. b Dat derhalven dit voorval andermaal een eclatant voorbeeld oplevert van de verregaande demarche van den Krygsraad, dewelke, door het pleegen van een daad, die buiten allen twyltel kan worden uitgevoert door zoodanige Kecnter aan wien de Crimineele Juftitie competeert, zig niet heeft ontzien ten fterkltente violeeren het Territoriaal Rechtsgebied deezer fctadc, en dus een direften inbreuk op derzelver Hooge Jurisdictie te doen. Dat Haar Ed. Agtb. mitsdien zig indispenfabel hebben geoordeelt verpligt te zyn hunne Mede Leeden nogmaals gansch ernftig te verzoeken, om overeenkomftig dcrzelver onlangs gedane propofitie de Rechtbank hunner Stadt met Haar Ed. Mog. Souverain gezag, tegens alle zoodanige willekeurige en gansch onwettige onderneemingen kragtdadig te maintineeren, en daar toe Zyn Doorlugtige Hoogheid als Capitein Generaal deezer Provincie by aanfchryvinge te verzoeken aan die van den Krygsraad des Guarnifoens binnen deeze Stadt de noodige ordres te geeven, dat dergelyke attentaaten voortaan werden geprtevenieert. Terwyl deeze aanhoudende ufurpatien ten duidelykften doen zien de hooge noodzakelykheid , dat de gepretendeerde Jurisdictie der Militairen binnen de behoorlyke paaien werde gefteld, en Haar Ed. Agtb. daarom met allen nadruk moeten infteeren , dat dit poinct in het gedecerneert befoigne ten fpoedigften onderzogt en aan de Heeren Staaten rapport over uitgebragt werde, nadien een verder retarde- ment  AENHANGZEL. cxxxnr ment in de afdoening van dit gewigtig ftuk by Haar Ed. Mog. van merkelyken invloed op de aanftaande deliberatien, over de Generaale Petitie en Staaten van Oorlog zouden kunnen zyn. Uit naam van Heeren Gedeputeerden. (Getekend) J. van den Houte. *********^ Lrx"  CXXXIV AENHANGZEL. LIX.. (No. LXHL Bladz. 348.) BESTALTBRIEF («) Naardemael by die van den Furftendomme Gelre metten Graefïchappe Zutphcn en Gracffchappe en de Landen van Holland, Zeelandt, Utrecht, de Vriefche Ommelanden, tusfehen die Eems en Lauvverts, die Stad van Gendt, en (a) Eindelyk is 't my gelukt dezen Beftattbrief, op welken de fleer VAN DEN SPIEGEL zulken grooten prys fchynt te Hellen in zyne Pto Memorie, magtig te worden, en ik heb 't genoegen, by deszclvs herhaalde leezing, my in myn opgevat denkbeeld omtrent dit ftuk, in 't welk ik door meer dan een kundig Regent, die dit ftuk naeuwkeurig gewikt hadden, was gefterkt, volkomen te zien bevestigd, dat namelyk dit ftuk, omtrent V panel van de Militaire 'Jurisdictie NIETS afdoet, zo lang men buiten ftaat is de bewyzen tegens dezelve in 't algemeen, en in V bizonder tegen den slrtikulbrirf geopperd, te verwrikken. Ik wil de echtheid van het ftuk , onder de Archiven van Middelburg onder andere aften, volgens rapporten , gevonden — in zo verre men hier - door verftaat, dat er in 't jaar 1579. zulk een opftel vervaerdigt en onder de Aften van Middelburg bewaerd is gebleeven, niet betwisten; maer ben van oordeel , dat 'r genoeg is dit ftuk te lezen ,om overtuigd te zyn; i) dat dit ftuk, op 't hoogst,voor een Concept Ordonnantie moet worden gehouden, 2) dat er in de Registers geene hh.ken fehynen voor handen re zyn, zo ver wy uit het flilzwygen van den Oudheidkundigen Heer VAN DE SPIEGEL mogen opmaeken, en ffiy van elders is verzekert, dat de Bondgenooten hunne Gecommitteerden tot 'tvastftellen van dezen BESTALTBRIEF, zoo ais die legt, uitdrukkelyk gevolmagtigd, of naderhand denzelven bekrachtigd hebben. 3) Dat deze BESTALTBRIEF in dezelfde fhaak als de Concept Unie, van welke ons de Heer VAN DE  AENHANGZEL. cmv en de Heeren Stadhouders van. Dyen , noodich bevonden is nodich te weezen, voor als noch een merkelyk getal van Voetknechten in den dienst aen te houden , tot verfekcrtheid en de befcherminge van voorfz. Lande, ende tot wederftand van den Spaignaerdèn ende andere Vreemde Nationen ende haer Aenhangeren, Vyanden des gemeynen Vaderlandts &c. Ende willende dat zodane Knechten in goede geregeltheyd ende Krychsdiscipline onderhouden werden, omme mitsdyen voor te koomen ende beletten alle geweld, beroovinge ende juvtervnge, zoo binnen den Stecden, als ten ' J b Plat- DE SPIEGEL er eenige heeft medegedeeld , voor een Concept des Artikulbriefs moet gehouden worden, en dat de Artikulbrief van 1590. in de daad de eerfte Wet van dezen aert is, welke de Bondgenoten gemaakt hebben. Daar my verzekerd is, dat een Man van Naam en Verdienften zich zal verledigen, om dezen BESTALTBRIEF naauwkeurig te ontleden , en 't my alleen te doen is om de waarheid, zal ik my vergenoegen myne gedagte bcknoptelyk medegedeeld, en den grond op wélke dezelve rusten, met eenige zvvaerigheden, te hebben aangeweezen, welke laatfte misfehien weggenomen, welke eerfte ontzenuwd zouden zyn geworden , had de kundige Heer VAN DE SPIEGEL kunnen goedvinden , dit ftuk in zyn geheel te geven, en dan de bedenkingen, welke Zyn Hoog Edele by deszelvs lezing en vergelyking met den Artikulbrief waarfchynelyk zullen zyn voorgekomen, uit den weg te neemen. Myn voornaame grond voor de gedagte, dat deze BESTALTBRIEF voor niets meer dan voor een Concept des Artikulbriefs kan worden gehouden ftcunt op de vergelyking van beide ftukken — 't welk ik gedceltelyk in den BESTALTBRIEF hebbe aangewezen. Maar hoe koomt 't, dat deze pratenje eerfte Wet zonder Ondertekening is? Hoe koomt 't, geftcld zynde dat die ftuk door de Bondgenoten gezamentiyk is vastgefteld , en bekragtigd, tot't welk echter de Heer VAN, DE SPIE********* ^ GEL  cxxxvi AENHANGZEL. Platten Landen van Hollandt, Zeeland, ütreciitj die Vriefche Ommelanden tusfehen die Eemfche ende Lauwerts , die Stad van Gendt, ende den Heeren Stadhouders daer op gemaeéfc ende geflooten deze jeghenswoordieé Ordonnantiën ende Bcftaltbrieff, dewelcke alle Bevelhebbers ende Crychsluvden , Edelen ende Onedelcn dobbelfolders ende andere gemeyne Knechten gehouden zullen zyn te beiweèren ende punctuelicken te achtervolgen, ende m alle manieren te doen achtervolghen. Sullen dan voor d'eerfte beloovenendelwee- re« GEL geen ENKEL bewys heeft bygebragr, hoe koomt t, dat dezelfde Bondgenooten in 3. Augustus 1590. uit hoofde der menigvuldige disordren onder den Folke Van Oorlog 1, ft rekkende tot groote fchade van den Lande , en prapiditie van de Regeering van dien, die nochtkam alomme bevonden weFden niet fulks geftraft te worden, als wel behooren Joude , TER OORZAAKEN OP ZULKS FIV DIERGELTKE 'POTNCTEN GEEN VASTE ORDONNANTIE OF ARTIKULBRIEF GE AR RESTEERT EN GEPUBPICF.ERTIFAS,den Artikulbrief, (in welkers hoofd geen zweem is van eenige Renovatie of Ampliatie'S byna van denzclyden inhoud, eerst vastgefteld hebben? En om welke reden heeft zich Prins Maurits in zyne- twist met de Zeeuwfche Steden NIMMER op dezen BESTALTBRIEF beroepen; Ik voor my, zie geen kans deze vraegen voldoende voormy zelve te beantwoorden , en zal gaerne zien, dat de Heer VAN DE SPIEGEL zyne wél befhedencpeu bezige, om myne twyfeiingen uit den weg te neemen, en het poinet der Militaire Jurisdictie venier to in den Art. 4d 4 ^dmartfchc wegen. Vergeleken met CO Vergeleken met het 18. Arr.  AENHANGZEL. CXLÏ ofte Capiteynen, zal zonder genade gehangen worden, (g) Desgelycx en zal nyemandt den Soetclaers die eenighe toevoerynghe zullen doen, yet zonder betalynghe ontweldighen, ofte meer als twee weeken leenynghe ofte betalynghe mogen af borgen, ende fal een yegelycken zynen Weert, 't zy in 't duer trecken, ofte ftille legghen behoorlyckbetaelen, ofte te vrede ftellen, ence fich dier moeten fchicken, datter geen waerachtige dachten over hun commen, op peyne van rigoureufelyck geftraft te worden tot discretie der overheyt. Soo fullen hen ook allen ende een ygelick vergenoegen laten metten logyfe, d'welk hem aangeweezen zal zyn , ofte met alfulcken betalynghe in gelde, als een yder in de plaatfe van dyen toegevoecht is, by zeekere andere Ordonnantiën ende foo wie cnighe van der Vlecken,ofte Dorpen, onder't gebied van de voorfz. Provintien en de Heeren Stadhouders fynde in 't ghemcen ofte enige huysluyden ten platten Lande, onder enige Couleur yet affchat,ofte afdruót voor eenighe behoefte op den naam van Service, ofte anders in wat manieren dat het zy, ofte denzelven met moetwillen overlastich is, hen aendoefide onbehoorlicke costen, ofte eenighe fchade in zyne huyfinghe, goederen, haeve ofte beesten daer meede hy den Lande en de Acker moet bouwen, beweyden ofte tot nutfchap brengen, zal gehangen ende geworcht ofte anders aan zyn Lyf geftraft worden naar ge- (g) Vergeleken met Art. 14 en 19. (/;_) Zie 'c begin van Art. 20.  cxlii AENHANGZEL. gelegentheid van der zaecke, als ook gefcln'eden zal van alle den gheene die zich buiten haeren Quartieren fchantfen ofte legeren begheven omme te moescoppen, ende te teeren op den boer zonder Ordonnantie van hunnen Overften ofte Capiteynen, alle die zich in der voorfz. Provintien en de Heeren Stadhouders protectie ende befchermenisfe begeeven, 'tzy Geestelick ofte Weerlick, zal een yegelick fchutten ende handhaven, ende nyemant en zal, dies aangaande Paspoorten ofte andere Brieven van verzcekertheeden van de voorfz. Provintien ende Heeren Stadhouders , ofte dcrzelvers Gecommitteerde gegeven in 't minste afwerpen, fchenden ofte overtreden op lyfltraffen, maar indyen daar in by yemant enighe frauden bevonden zal worden, zal 't zelve te kennen geven. Die Soldaten, nochte nyemant van hen en fullen vervoorderen omme cgheenderhande faecken , raetflagen,verfamelynghen temaken nochte houden, noch beghinnen te houden , op lyfftraffe, maar indyen daer enighe gemeen gcbreecke ofte yet feclt zal 't zelve zonder rinkflaghen, beroerten , muyteryen ofte rumoer te maecken, revercntelyk aen die voorfz. Provintien , ende den Heeren Stadhouders hen Gecommitteerde , by een, twee of drye daer toe vuitgefchikt verthoond ende aengedient worden , omme , in alles naer behooren ende billicheyt verfien te moghen worden, welverftaende, dat wefende die Landen in bcnautheyt ende noot van Ghelde, een ygclyck hem met redclycke lenynghe ofte victualiën tot redclicke pryfe zal laeten contenteeren , ende te vreeden zyn, des zal naer ende van allen vier maen- den  AENHANGZEL. cxltii den van de rcfteerende penningen afrecckeninghe gemaect, ook vcriekerynghe ofte verfchryvinge gegeeven worden, (i) Men fal nergens egeene alarme maken Tonder grooten noot, ten ware 't zelve by den Overften, Hopman of Bevelhebber jegenswoordig zynde ten diende van de voorfz. Provintien en den Heeren Stadhouders en den gcmeenen Landen belast worden, noch nyemand fal, wanneer alarmen gemaekt worden , fonder groote Lyfsnoot ofte Crankheid in zyn Logement blyven, of hemvcrfteken, by Lyfftraffe G>). Ende nademael alle verraders ende muytemakers gheen beter gelegentheyt hebben haar fchelmerye ende verraet in 't werk te Hellen, dan wanneer men op tocht ende wacht trekt, ofte den Vyand voorhanden is, zal nyemant op de tocht in den flachordere, ofte werwaarts hy geftelt wordt geen geld roepen, op verlies van zyn Lyf (/) ende Leven en de geltroepers zullen ghehangen ende geworght worden. Dat ook nyemant der voorfz. Provintien ende Heeren Stadhouders foldye ontfanghen,ofte hen onder eenigh Vendel begheven hebbende ■ van 't zelve zal moghen vertrecken ofte zich onder een ander begheven, zonder oorlofTende confent van den Overften ende Commisfaris van de monfteyrynghe op lyfftraff. (wz) Wanneer men in- ofte buyten velde, ofte van d'ene (/) Vergeleken met Art. 35—37. Vergel. met Art. 31 en 48. (/) Vergel. met Art. 36. O'O Vergel. met Art. 16 en 17.  tfXLIV AENHANGZEL. d'ene in d'andere plaetfe in befettynghe ende Guarnifoenen ter Ordonnantie van de voorfz* Provintien en de Heeren Stadhouders vertrecken moet, foo fal nyemand den Innewoonderen ofte Landluyden heuren VVaghens, Peerden , ofte Schuyten ontvveldighen, ofte afhandich maken ten waere om mcrckelicken oorzaaken die by den Overheyd bevolen worden te gebruycken, in welken gevalle de meester of eygenaar van dyen enen redelicken loon toeghevoegd ende betaelt zal worden ofte onder de handt van Overften ofte Capeteynen een fchriftelick fchyntfel ende bekentenisiè daar of te geven, omme betalynghe van dyen te erlanghen. Noch zoo en zal nyemant enighe Jongedochters gehouden ofte ongehouden Vrouwen, nochte oock eenighe Craemvrouwen gheenfints befwaernisfe ofte eenighe overlast doen, eenighe quade ontuchtige woorden gheven, oneerlykcn aentaften, noch ook enighe gewelt, fortfe , ilaen , ftoten, dreyghen ofte anderlints, tot heuren ondank, aendoen, in wat manieren dat het zy, op peyne van gccasfeerd te worden, zonde geld ofte pasfepoorten ook aen den Jyve geftraft te worden naer gelegenthcid van de faecken. (ji) Den Soldaet, die fonder confent van fyne Overften ofte Capitein van fyn Vendel vuyt fyn Guarnifoen of Quartier voorder dan eenen fchoot van een der Cartouwen vertreecken , ofte die overnacht, zonder confent van zyn Hopman van 't Vendel blyft, fal aen Lyf ofte an- der- (11) Vergeleken met Art. 4.  AÈNHANGZÈL CXLV derfints naer erkentenis des Overften geftraft Worden, (o) Den gheenen die zyn Vendel verlaat, als't zelve trekt deur 't Landt naer d'Öorloghe,ofte Vyand, ofte van daer wedörkeerendc ofte au» deriints zal aen zyn leven geftraft worden zonder genade, (p) Daer en zal oock nyemand op eenige tochten by den tros of Bagagie blyven, ofte achter aenvolgen, ten ware hy vart grooter fiecteniet voort en mochte, by verfiefyngbe zyner eere, ende fonder Paslepoort ofte betalynghe vati 't Vendel gewefen te worden, (q) Den ghencn die vuyt fyn Vendel ofte Slachórden fynde, voorden Vyand afwyekt, ende naderhand weder bekommen wordt zal gehanghen en geworcht worden , maer indien hy nyet gecreghen wort,zal hy openbaerlicken tot een fchelm gemaekt worden, (r) ■ Den Soldaet die fyn Wacht nyet gade en flaet, ofte hem felve vol op in der Wacht vindt, ofte van der Wachte daer hy by zyn Bevelhebbers verordent is, zonder behoorlicke oorlof, die oock nyet volbrengt 't gunt hem by zyne Overften , Capiteynen ofte bevelhebbers dyen aangaende bevolen is zal aen 't Leeven geftraft worden (s). Den gheenen die men vindt op de Schiltwachte flaepen, ofte dat hy zyne Looze ofte Wacht» xliii. XXXVII. EXTRACTEN uit de Pro- thocollen van Derk van Sandtbergen, Rechter der Heerlykheid Keppel, 11 Augusti Ï683. . . XLV. XXX VIII. EXTRACTEN uyt het Raat Signaat der Stadt Nymegen, i Augusti 1705. . Lxn. XXXIX. EXTRACT uyt het Raadt Signaat der ftadt Nymegen, 14 Februarii 1707. . lxii. XL.  INHOUD, v XL. EXTRACT uyt het Raadts Signaat dar Stadt Nymegen , 7 May 1708. » Bladz. Lxnié VIERDE DEEL. XLI. EXTRACT uit de Refolutien van de Edele Mog. Heeren Raden van Staaten der Ftreenigde Nederlanden, 28 October 1726. lxiv« XLIÏ. EX TRAC T uyt het Raadt Signaat der Stadt Nymegen over den jaare 1733. 4 Meert 1733. LXvt. XLjtïI. EX TRAC TEN uyt het Raadt Signaat der Stadt Nymegen over den jaare 1743. , 20 July 1743. . . Lxvim ,£LlV. EXTRACT uyt het Raadts Signaat der Stadt Nymegen, over den jaare 1747. 17 May 1747. » . lxx< XLV. EXTRACT uyt het Raadts Signaat der Stadt Nymegen, 9 Juny 1747. . . tXXi XLVI.' EXTRACT uyt de Refolutien van de Edele Mogende Heeren Raaden van Staate, der Vereenigde Nederlanden, 7 Otlober 1747. . . . lxxi. ********* * * XLVIL  vr I N H O U D. XL VII. MISSIVE van den Hoge Érygs. raad aan den Krygsraad %s Guarnizoens van Hemden, 3 Oclober ij60. ., Lxxrn> XLVIIL MILITAIRE ZAAKEN , Excerpt* uit de Refolutie en Memorie Boeken der Stad Zutpken. lxxv, VYFDE DEEL. XLIX. MISSIVE ven Louis Hertog van Brunswyk aen den Commandeur der Stad Bredevoort, 21 October 1763. . lxxxviil L, INFORMATIE over ALBERT CRUTS, Bileveltfe Cramer alhier in arrest by de Provoost , 14 Oclober xc. SESDE DEEL. LL REQUESTE aen den Wcl- hdeim Geftrengen Krygsraad vm t"Regiment Guahles Draganders , Guarnifoen houdende binnen Leyden , 1768. XCvs Lil. DECLARATOIRyan WESSEL WIG GELMANen ISA AC VAN VLIET, 26 October 17Ó8, , XCIX> Uil  INHOUD. vïï LUI. MISSIVE van N. D. Wolfganck Aud. Militair, u December 1768. c. ZEVENDE DEEL. LIV. EX TRACT uit het Register der Refolutien van de Gedeputeerde van de Staten van Overysfel, 11 Augusty 1773. . cn. LV. EX TRACT uyt het Regifter der Refolutien van Burgemeester en Schepenen der Steeden en Ambagten van Axel, en Neuzen, te Axel, 13 April 1776. . civ. L VIL EX TRAC Tuit de Refolutien van Burgemeesteren, Schepenen der Steden en Ambagten van Axel en Neuzen , te Axel, 20 April 1776. . . cx< LVIII. MISSIVE, van de Magiftraat van Bergen op den Zoom aen den Raad van Staten, 25November 1782. cxi. A G T S TÉ DEEL. LVIL EXTRACT uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zier ik Zee, 18. Maart 1783.' Cx-;v. *********** l ■ LyilL  vin INHOUD. LVIII. EXTRACT uit de Notulen van den Raad Ordinaris der Stad Zier ik Zee, 3 April 1783. BI. cxxx. LIX. Bejialtbrief. . . cxxxiv.