GEDENKBOEK VAN ST AB en i, AM>E»   GEDENKBOEK van STA Den LANDE» IN ZIO BEHELZENDE ene naamlijst van de predikanten dezer provincie, sedert I594 tot 1/92, met enige aantekeningen en kerkelijke bijzonderheden; NE CE NS een bericht aangaande het christendom alhier, eerst onder het heidendom, daarna onder het pausdom enz.; ALS MEDE ene historie van de hervormde kerk en schoolen in dit gewest; met enige bijzonderheden van 's lands hogeschool, de bezorgers, en C^^^\"7/:y\ hoogleeraars. (iti&égg^ o o o R \- f' j HEINO HERMANNUS BRUCHERUS, joh. christ. zoon, Predikant en Rector te Appingedam. te GRONINGEN, bij NICOLAAS VEENKAMP EN ZOON. MDCCXCII»   EXTRACT uit het Octroijboek ter Stads Secretarie in Groningen. Jovis den 16 Augusti 179a. /~vp den ingediende Requeste van NICOLAAS VEENKAMP en zoon, Boekverkopers in deze Stad, daar bij voordragende; hoe thans bezig waren te drukken een geheel nieuw Werk, tot titnl hebbende; Gedenkboek van Stad en Lande; in zich behelzende , Een naamlijst van de Predikanten dezer Provincie, zedert de Reductie Ao. 1594 tot I792« met aantekeningen en Kerkelijke bijzonderheden; nevens een bericht aangaande bet Christendom alhier , eerst onder het Heidendom, daarna onder het Pausdom enz. Alsmede eeue Historie van de Hervormde Kerk- en Hogefchnol-ftaat van Stad en Lande ; benevens een Naamlijst der Curatoren en Profes/oren zedert de oprichting dezer Hogefchool tot op dezen tijd, met bijzonderheden en aantekeningen; door IIEINO HERMANNUS BRUCHERUS, jon. cliR. zoon, Predikant en Rector te Appingcdam, doch dat beducht waren, dat baatzuchtige menfehen mogten onderftaan het voorfchr. werk na te drukken of' buiten deze Stad te doen drukken en binnen dezelve te brengen om te verkopen tot der Supplianten grote fchade; — alwaarom verzogten, dat 11. Ed. Mog. aan hun een Octroij, voor zo veele jaaren, als zouden goedvinden, gclievden te accorderen, om dit voorgemeld werk alleen te drukken en uit te geeven, of buiten lands gedrukt zijnde, dat het zelve niet mogte worden ingebragt noch verkogt op zodane poenen als H. Ed. Mog. gelievclen vast te Hellen. Hebben de H. Hrn. Burgemeesteren en Raad, na gehouden deliberatie aan Supplianten Octroi.j verleend om alleen en met uitfluitinge van alle and:re in deze Stad, en Jurisdictiën, liet gementioneerde bock, tot titnl hebbende — Gedenkboek van Stad en Lande, in zicb behelzende, een naamlijst van Predikanten dezer Provincie, zedert de Reductie 1594 l"92- met aar. tekeningen en Kerkelijke bijzonderheden ; nevens een bericht aangaande het Christendom alhier, eerst onder het Heidendom, daarna onder het pausdom enz. Als mede eene Historie van de Hervormde Kerk- en Hogefchool-Jfaat van Stad en Lande; benevens een naamlijst der Curatoren en Profesforen zedert de oprichting dezer Hogefchool tot op dezen tijd, met bijzonderheden en aantekeningen; door HEINO HERMANNUS BRUCHERUS, joh.chr. zoon, Predikant en Rector te Appingedam , te mogen drukken en verkopen voor den tijd van vijftien jaaren : Verbiedende overzulks elk en een iegelijk het zelve Werk, gedurende voorfeide tijd, na te drukken of te verkopen, maar ook elders nagedrukt binnen deze Stad en Jurisdictiën te laten brengen of verkoopen; bij verbeurte van alle nagedrukte, ingebragtc, verhandelde, ofverkogte exemplaren en de boete van zes Car. guldens voor ieder exemplaar, ten voordele der Gemcene Armen dezar Stad. Coll. Accord. C. H. GOCKJNGA, Secret. +   VOORRED] TOT DEN BESCHEIDEN L E Z E auvjlijfo had de Wei-Eerwaarde er f N f Geleerde Heer CORNELIUS AD. ' ~' 'tn leven Predikant en Rector te Appi gedam , wiens naam en fchriften in de Geteér Wereld genoeg bekend zijn , onder anderen ene Naamlijst der Predikanten in Groningen en Ommelanden federt 1594 tot 1721 entworpen en w V licht, gebragt; of na V Mans dood is dit Register tot aan 1730 aangevult en met enige vermeerdering op nieuws uitgegeven, gelijk ook vervolgens achter hetzelve een Bijvoegzel van Naamen tot aan 1745 is geplaatst. Men had verwacht, aai4 gelijk voor enige jaaren in een onzer openbare Nieuwspapieren was aangekondigd, deze Naamrol reeds lange herdrukt zoude geweest zijn: maar' dit niet ter uitvoering gebragt zijnde, heeft dé Ondergetekende , niet zonder aanmoediging van dezen en geenen, zig eindelijk laten bewegen, oni f 2 ddn  n VOORREDE. aan de bevorderinge van dit werk de hand te flaan. Van welke onderneminge het gevolg is Geweest , dat men binnen den kring van het vorige plan zig niet bepaald hebbe, maar daar uit dit Gedenkboek zij voortgekomen, de bijzondere Stukhen in zig vervattende, welke op bet Tijtelblad vermeld flaan. De Nieuwe Naamlijst der Predikanten, welke men hier aantreft, heeft met het zo even genoemde werk, ten manzien van de rangfchikkinge der flandplaatfen onder de bijzondere Clasfen , enige overeenkomst. Ook zijn er hier en daar, omtrent de eerste jaar en na de Reductie dezer Provincie, dezelve gebreeken te vinden, welke, bij gebrek van genoegzame naricht in onze oude Kerkelijke Handfchriften, in de vorige Naamlijst voorkomen. Hat evenwel deze Lijst in meer dan een opzichte van de ftraksgemelde onderfcheiden en als een nieuw •werk aaniemerken zij , kan uit vetgelïjkinge dezer beide Schriften en uit de volgende bijzonderheden woi den ■ afgenomen. De Naamen der Predikanten, welke bij ieders ft andplaat ft met bet jaar hunner aankomst, verplaatzing , verjïerf enz. , nu en dan met bijvoeginge van enige bijzonderheden, zo veel mogelijk nauw-  VOORREDE. nt nauwkeurig zijn aangetekend, vind men hier ver-' meld van 1594 tot 1792. Voorts, gelijk de Combinatiën van fommige Gemeenten er vermeld zijn, dus is tevens bij ieder plaatfe enig bericht gevoegd aangaande de Beroepings-wijze der Predikanten; welke hier, en bijzonder in de Ommelanden , alwaar verfcheide Heerlijkheden gevonden worden , meerendeels gefchied naar het zogenoemde Patroon- of Collatie -recht. Van ieder der 7 Clasfen, waar onder de naamen der Predikanten zijn aangetekend, word hier ook enig ver (lag gedaan, vooral nopens derzelver onderfcheidinge in Ringen of Districten ter geregelder befliering der Kerkelijke zaken. Daarbeneven zal men er onder anderen ook wel iets aangetekend vinden aangaande de gelegenheid, van zaken onder fo; Paus* dom, en nopens de beginfelen der Kerkhervorming in fommige plaatfen, zomtijds met vermeldinge der naamen van derzelver Bevorderaars en aanzienlij* ke Voorftanders. Het laatst gemelde is gefchied, vermits in het opfeilen van dit gefchrift het voorname doelwit is geweest, om , niet flechts een Naamregister der" Predikanten, maar tevens de Kerkgefchiedenis dezer Provincie beknoptelijk voortedragen. Daart 3 v*n->  iv VOORREDE. vandaan is eerstelijk het voornemen geweest, om ook het Voorbericht voor de Naamlijst van genoemden Schrijver, V geen tot dat einde niet ongej'chikt fcheen , bier met ene kleine veranderinge geheel overtenemen. Evenwel hij nadere overweging is goedgevonden, behoudens het gemaakte plan, daarin zo veel te veranderen en vernieuwen, dat daarvan niet veel meer dan het geraamte zij overgebleven. Dit intusfehen aan het oogmerk nog niet genoeg toereikend zijnde , zo heeft de Ondergetekende het befluit genomen , om ene Historie van de Hervormde Kerk dezer Provincie, de opkomst ^ voort gang ^ en gevolgen der Kerkhervorming in dit Gewest behelzende, uit een uitgebreider door hem opgefleld gefchrift beknoptelijk te ontwerpen , en achter deze Nieuwe Naamlijst te voegen, hoewel zonder aanwijzinge van de bronnen , waaruit dezelve gehaatt is. En, vermits tusfehen de Kerk en School, tusfehen de Kerkelijke en Letterkundige Gefchiedenis, een nauw verband is, daarom heeft hij het ook niet onvoeglijk geoordeeld, om hier tevens den Schoolitaat voor en na de Reductie dezer Provincie enigermaten aftefchetzen; te •meer ^ om dat door de bevordering der Letter- oe-  VOORREDE. v oefeningen in de Schooien ook veel is toegehragl tot de opkomst en opbouw der Hervormde Kerk in dit Gewest. Is de Kerkgefchiedenis een hulpmiddel tot het recht kennen en beoefenen van de Kerkelijke Rechtsgeleerdheid, dan zal ook de inhoud van dit gefcbrift misfchien konnen verf rekken, niet alleen ter voldoening aan den weetlust omtrent de Kerkgefchiedenis van Groningen en Ommelanden, maar ook tot het bekomen van enig denkbeeld nopens het Kerk-beftuur dezer Provincie in vroegere en latere dagen. En , die in de welvaart van onze Kerk-genootfchap belang feilen, zullen in dit Gedenkboek enigzins ftoffe konnen vinden — om met dankbaarheid te gedenken aan de goedertierene Voorzienigheid des Aller hoogsten, die in dit Gewest, door bekwaame middelen en werktuigen in den Burger- en Kerkjiaat , den Hervormden Godsdienst gegrondvest, cpgebouwt, en gehandbaavd heeft; zo dat de Kerk- en Schooldienst er van tijd tot tijd is onderhouden, gelijk in de andere Landfchappen der Verenigde Nederlanden. — Om tevens indachtig te zijn aan hunne verplichting, om, ter betoninge van dankbaarheid, zig van dit voorrecht behoorlijk ie bedienen, het- zel-  vï VOORREDE. zelve met enen wandel bet Euangelie waardig tg beantwoorden, aan derzelver bewaring en bevor~ dering naar licht en plicht mede te werken, en aan de belangens van Kerk en School te gedenken in bunnen toegang tot den Genade-troon. Aldus te Appingedam, den \6dea van de eerste maand des ja ars 1792, gefchreven door H. H. BRUCHERUS. VOOR-  VOORBERICHT of INLEIDING tot de NAAMLIJST. feSs^n Groningen en Ommelanden, zo wel als f| J |^ in de andere Landfchappen van het oude Vriesland, heerschte eertijds dë Afgoderij van het Heidendom ; hoewel de oude Düitfchers , naar het bericht van den Romeinfchen Gefchiedfchrijver Taeitus, later dan andere volken tot den Beeldendienst zijn vervallen. Dog met de invoeririge van het Christendom wierden de dwalingen ■, de bijgelovigheid, en dwingelandij der Roomfche Kerk in deze gewesten van tijd tot tijd zodanig vermengt^ dat men er vcele eeuwen lang onder het Pausdom. bleev zitten. Tot dat eindelijk, docr de Kerkhervorminge, hier het licht in en uit deze duistermsfe is opgegaan. Laten we daarom eens zien, I. Wanneer, en hoe in de Vriefche Landfchap* pen , het Christendom onder de Heidenen, zij ingevoert. §. 2. In de Landen , ter linker zijde van defi Rijn gelegen, hadden de Galliërs, gelijk ook de  a VOORBERICHT, Germaniërs, welke van Keulen, langs den linker oe« ver van den Rijn tot verre beneden zig uitftrckten, reeds in de ade eeuwc enigen fmaali van den Chris* relijkcn Godsdienst gekregen. Maar de Landen aan de rechter zijde van den Rijn zijn veel langer in het Heidendom gebleven, vermits zij niet voor de 4de, 5de, of latere eeuwen , enige ltraalen van het Euangclie-licht hebben genooten. En het fchijnt, dat de Friezen, van alle de volkeren dezer gewesten, het laatst tot den Christelijken Godsdienst gebragt zijn. §. 3. Misfchien zijn er, die de komst van het Christendom in deze Landen bepalen omtrent het midden van de 7de eeuwe. Want omtrent 't jaar 628 heeft de Franfche Koning Dagobert I. het Slot Wiltenburg, alwaar nu Utrecht is, door den oorlog verovert, en er eene Kerk of Kapel ter eeren van den Apostel Thomas gedicht. Dog, of de aan. leg dezer Kerke het eerste begin van den Christelijken Godsdienst in deze gewesten zij geweest, kan men niet met zekerheid melden. Te meer, om dat fia verloop van enigen tijd dit Kerkje door de Heidenen wederom afgebroken en vernield is geworden. Ziet §. 10. §. 4. Doorgaans word Willebrord, die omtrent het einde van de 7de eeuwe, hcrwaards overkwam, als de eerste verkondiger van 't Euangelie onder de Vriezen voorgedragen. Dog dat hij de eerste niet geweest zij, kan men afnemen uit het geen van Da. go*  VOORBERICHT. 3 goberts ftichtinge der Kapelle te Wïltenburg reeds gemeld is. Ook zal vervolgens nog nader blijken, dat voor hem nog andere Geloofspredikers hier te lande verkeerd hebben, gelijk ook waarfchijnlijk er voorheen wel enige kennis van het Euangciie onder deze volkeren zal geweest zijn. §. 5. Althans in de 7 de en B/Ie eeuwen heeft de kennis van het Euangeiie hier eerst opgang gemaakt, ter gelegenheid dat in Engeland, niet alleen eene volkplanting van Angel - Saxers en Vriezen zig gevestigd had, maar ook het Christendom was ingevoert. Want niet lang daarna , zijn van tijd tot tijd vandaar enige Christen-Leeraars herwaards gekomen, die onder veele gevaarert en tegenftand het Euangeiie aan de Vriefche volkeren hebben verkondigd. Ook hebben de Franfche Vorsten in dien tijd, deze volkeren door den oorlog dikwijls overwinnende , tevens de invoering van het Christendom in deze landen wakker voortgezet. %. 6. Omtrent 449 en volgende jaren was de overtogt der Angel-Saxers en Vriezen naar Engeland voorgevallen, die aldaar hardnekkiglijk verflaavt bleeVen aan den Heidenfchen Afgodendienst, hebbende eenen afkeer van den Christelijken Godsdienst, en eenen dodelijken haat tegen de belijders van dezelve. Weshalven de Christenen , die aldaar Waren , door 2 van hunne Leeraars wierden aangefpoort, om deze Vreemdelingen vandaar te verdrijven. De Britten ? daaraan gehoor gevende, konden nochtans zig * a ZGf  4 VOORBERICHT. zo gemakkelijk niet ontflaan van deze Vreemdelingen, die dikwijls door nieuwe hulp-ben Jen uit hen vaderland verflerkt wierden. Tot dat zij in 595 geheel de overhand gekregen, en de overgeblevenö aankomelingen, die uit den flag waren ontkomen, genoodzaakt hebben het Eiland te verlaten, of de belijdenis van den Christelijken Godsdienst aan te nemen. §. Niet lang dt.arna, omtrent 596;, is zeketf Mjnnik /iugustinus met ontrent 40 andere Monnik n door den Paus van Romen naar Brittanniè'n gc?nn'.!c;i, om den Konng van Engeland en deszelfs onderdanen, die nog merendeels in het Heidendom leevden, tot den Christelijken Godsdienst overtehalen. Sedert dien tijd is het Christendom aldaar in* gevoert, hoewel iri dat wijd uitgeftrektë Eiland ook nog enigen tijd overblijffelen van 't Heidendom zullen geweest zijn. Evenwel is deez Monnik niet ge* wcest de eerste Euangeiie prediker onder de Engelfchen, want er zijn blijken, dat lange voor de aankomst van dien man, niet alleen vecle Britten tot het Christendom zin bekeert geworden, maar ook Christen - Bi.ifchoppcn uit Engeland in grote Kerkvergaderingen tegenwoordig zijn geweest. §. 8. Dog, offchoon de genoemde Augustinus niet zijn gezelfchap veel beeft töcgebragt tot de invoeringe van het Christendom in Brittanniën, noch' tans is het ook waarfchiinlijk, dat hii, benevens de Hoofdftukken van den Christelijken Godsdienst, ook a 11 het  VOORBERICHT, 5 het ftroo. of kaf van dwalingen aan de Britten znj overgelevert hebben. A!s evenwel het EuaugeïieJicht vervolgens aldaar zig meer en meer verfp^eidde, wierden er hier en daar ook Schooien en Aeademien in. dat Eiland opgericht, waar door Engeland de Moederkerk van het Christendom in Duitsch' land , Nederland , en andere Noorderhreekcn ge-» worden is. Want uit deze Schooien zijn eene menigte van Leeraars voortgekomen , die met gröote vlijt aan de Heidenfche volkeren het Euangeiie hebben verkondigd. §. 9. Onder het getal van dezen is geweest Wil-ftidus, Bisfehop van Jork in Northumberland, eea man door geleerdheid cn deugdzaamheid beroemd. Deez Leeraar en Opziener door Ecfr'ïd , Koning van Northumberland , genoodzaakt uit. het rijk te vluchten, reisde in 679 naar Romen, om over het ongelijk hem aangedaan bij den Palis te klagen. Op zee door tegenwind cn ftorm op de Vricfehe kusten beoosten de Schelde gedreven zijnde, zertq hij op 't eiland Walcheren voet aan lanu". D ar door den Vriefchen Koning Adgillus Vriendelijk ontfangen zijnde, nam hij de gelegenheid waar, om er de kennis van den waren God cn het Èüahgehë vanChristus aan den Koning en het Heidenjche volk te verkondigen, zo dat enige du.zenden hier het Christendom omhelsden en gedböpt wié'rden. Buiten twijfel zal hij tevens de lloomfehe Kerkgebruik cn en den eerbied voor den P«.oomfehen P:.us, Waar fHède h.ij ongemeen was ingenomen,, den niv-uwbJiee! Jen * 3 bwb-  € VOORBERICHT. hebben ingefcherpt. In lt volgende voorjaar is hij naar Romen gereist, alwaar hij in eene Kerkvergaderinge , welke op dien tijd in die Stad gehouden is, de dwaling der zogenoemde Monorheliten door zijne Hem hielp veroordelen. Ook verantwoorde hij zig zo wel bij den Paus, dat hij door denzelven in 't bezit van zijn Bisdom heriteld wierde. §. 10. Koning Adgillus niet lang daarna geltorven zijnde werd in de regering opgevolgd door Rad-, bodus I, die zijnen zetel had te Medemelaka of Medenbliky de gewoone zitplaats der Westvriefche Koningen. Deez nieuwe Koning, die zeer tot het Heidendom genegen was, heeft het zaad der Euangeiie-leere, dat Wilfrid gezaaid had, zodanig uitgeroeit, dat daarvan er bijna niets overbleef. Het Slot Wiltenburg , alwaar nu Utrecht is , met zijn krijgsvolk overweldigd en de Franfche bezetting daar uit verdreven hebbende, verwoeste hij aldaar de Kerk of Kapel van St. Thomas, waarvan ziet %. 3. Welke plaats in dien tijd waarfchijnlijk de enigfte in deze gewesten geweest is, vanwaar de omliggende landftreeken tot den Christelijken Godsdienst voornaamlijk wierden aangelokt. §. 11. Het geruchte daarvan veroorzaakte veele droefheid onder de Christenen in Engeland, weshalvcn een voornaam Monnik, Egbertus genaamd, en uit een oud adelijk Engelsch gedacht gefproten het belluit nam overzee te fteeken, en den Christelijken Godsdienst, zo veel mogelijk , onder de Vrie-  VOORBERICHT. j» Vriezen te herflellen. Dog het fchip werd, eer hcc nog in zee was van eenen geweldigen ftorm beiopen en op het firand gefreeeten. Dc Gcioofsprediker hierdoor afgefchrikt , nam het voornemen v dien togc te ilaaken. §. 12. Dcsniettegenfïaandc heeft PVigbertus, eenvan Egbertus Reisgezellen, niet lang daarna de reize voortgezet, die daarop in Vriesland 2 jaren lang met grote ijver het Euangeiie aan den Koning Radbodus en zijn onderhorig volk heeft gepredikt. Dog de Koning volhardde in 't ongeloof, en deed allen tegendand, om de prediking van Gods Woord te ftremmen. Weshalven IVigbert wederom naar huis keerde, met voornemen, om gelegener tijden tot dat werk af te wachten, §. 13. Niet lang daarna deed zig ook betere gelegenheid op ; want Pipijn van Her ft al, toegenaamd de Dikke, onder den naam van Groot-Hofmeester het hoogitc gezach over geheel Frankrijk hebbende, heeft aan den genoemden Koning Rad*, bodus den oorlog aangedaan. Waartoe hij misfehien is aangezet, om Vriesland wederom to: een fchat» plichtig gewest der Franfehen te maken, of uit verbittering en weerwraak tegen den Koning der Vriezen, wegens het verwoesten van St, Thomas Kerk te Wiltenburg, of uit eene ernstige zugt, om deze volkeren van 't Heidendom tot hei: Christcndont te bekeeren. Atthano in 't begin, van (5o2, heeft hij omtrent Wijk te. Duur/lede de overwinning over * 4 Rad*  5 VOORBERICHT. Radbodus behaalt, zo dat deze genoodzaakt wierde, de voorwaarden van vrede zig te laten voorfchrijven. Wiltenburg werd wederom in de macht der Franfchen gedeld, en benevens enige andere plaatfen aan Pipijn afgeftaan. Radbodus bleef wei in 't bezit van zijne beerfchappije, maar flegts als een afhangelijk Vorst van Frankrijk , en , gelijk zommigen rneenen, flegts Koning over Vriesland tusfehen het Vlie en de Lauwers blijvende. Voorts moest hij belofte doen , om voortaan geene beletfelen nog hin». dernisfen te doen aan de verkondiging van den Christelijken Godsdienst. §. 14. Na deze overwinning werd de deure voorde verkondiging van het Euangeiie in Vriesland krachtdadig geopent. De overwinnaar liet doc«r zijne gezanten daarvan kennis geven aan den vorensgenoemden Egbertus in Engeland, met verzoek, dat enige bekwaame Leeraars vandaar hervvaards mogten worden gezonden , tot afbreuk van 't Heiden-, dom, en voortplanting van het Christendom. Want in Engeland had men in dien tijd veele, die tot die werk bekwaam, en met eenen bijzonderen ijver voor het Christendom aangedaan waren; en die te meerdaartoe gefchikt waren , wegens de overeenkomst tusfehen de Engelfche en de oude Vriefchc taak §. 15. Intusfchen heeft de genoemde Egbertus, waarfchijnlijk reeds voor dien tijd, de vervallene zakëfi in Vriesland, alwaar de prediking van 't Euangeiie eenen groten knak had gekregen volgens §. 12, ge-  VOORBERICHT. 9 getracht te herftellen, door enige bekwaame Leeraars in Engeland daartoe aantemoedigen. Onder de-, zen was een Monnik Willebrordus, die in 690 met enige andere Geloofspredikeis naar Vriest and zig begaf, en den Rijn opvoer tot aan Wiltenburg, dat toen nog was in de macht van Koning Radbodus* Hier vondenze het Christendom in eenen bqklaaglij-i ken toelland , zo dat ze daarom naar het Hof van Pipijn vertrokken, om er de vereischte onderfteuning tot het voltrekken van hun oogmerk, te ver-, werven. §. 16. Maar na de voorgemelde overwinning heeft Pipijn in 692 deze Geloofspredikers naar Friesland gezonden, om er het Euangeiie te verkondigen. Zij waren, 20 mqn verhaald, 12 mannen, naar het getal der 12 Apostelen van den Zaligmaker. Naamlük, Willebrordus, Wigbertus, Suidbertus, Occo, Wil-, lehadus , Levinus, Willebaldus , twee Ewalden, Werenfridus, Marcellinus, en Adelbertus. Zommigen van deze mannen waren van voorname Engelfche huizen. Alle worden geroemt wegens hunne geleerdheid en deugdzaamheid. 17. Deze Geloofspredikers dan in Vriesland gekomen zijnde, hebben de Landvoogden, die er het befcuur uit naam der Franfchen waarnamen, bevel ontiangen , om zorg te dragen , dat de genoemde mannen in hun werk door niemand gemoeit of beledigt wierden. Ook beloovde Pipijn aan hen, die het Christen-geloof zouden aannemen, zijne wekja* 5 diS*  io VOORBERICHT. digheid te zullen betonen. Waarop veele ingezetenen tot het Christen-gdoof zijn overgebragt. §. 18. In 695 is Willebrordus, met geloofsbrieven van Pipijn voorzien, naar Romen tot den Pausi vertrokken, die hem, onder den naam van Clemens r tot Aartsbisfchop over de Vriezen heeft gewijed. Ten zeiven tijde is Suidbertus naar Engeland gereist» en heeft aldaar de Bisfchoppelijke wijding uit handen van den Aartsbisfchop van Jork ontfangen. Weshalven deze Suidbertus ook altoos als een Medebisfchop van Willebrordus wicrde aangemerkt, zo. dat de zending van den Roomfchen Paus in dien tijd pog niets uitnemends, boven die van eenen anderen Bisfchop, fchijnt gehad te hebben. §. 10. Vervolgens hebben de Geloofspredikers. hun werk in Vriesland ijverig voortgezet, en hun gezelfchap onder elkander verdeeld, gaande 2 of 3 te zamen door- de meeste Nederlandfche gewesten* Willebrord nam zijnen zetel te Utrecht, welke Stad Biet het omleggende land hem door Pipijn was toe» geflaan , zo dat hij daarom Bisfcbop van Utrecht .p-enaamd wierdc. Suidbertus was mede-Bisfchop benevens hem, en deze beide Geloofspredikers de handen in een llaande hebben zig zeer beijvert, in de uitbreidinge van den Christelijken Godsdienst. §. 20. Sedert dien tijd heeft de verkondiging vat* *t Euangeiie in deze gewesten eenen voorfpoedigerfc loop gekregen, zo dat eene grote menigte uit de duis».  VOORBERICHT. tl duisternis van het Heidendom tot het Christendom overgebragt wierden. Het getal der Christen-belijders hier van tijd tot tijd toenemende , wierden er ook vcrfcheide Kerken en Kloosters gefhcht. Zelfs de dochter van Koning Radbodus nam den Christelijk ken Godsdienst aan , en trouwde niet lang daarna met Pipijns jongsten zoon. §. 21. Evenwel de meeste Vriezen bleven nog verflaaft aan hunne Heidenfche bijgelovigheden , wordende doorgaans door het voorbeeld van hunnen Koning gelïijft. Want Radbodus betoonde van tijd tot tijd, niet alleen de üiterftè kleinachting voor het gezach der Franfchen, van welken hij afhangelijk was, maar ook zijne bittere•yijandfchap tegen den Christelijken Godsdienst. Dikwijls hervatte hij zij. ne woede tegen de' Christen-belijders, ook liet hij zommigen van hunne Leeraars ter dood brengen, en anderen in ballingfchap wegzenden. Dit deed hij in het laatste van Pipijns leven , en inzonderheid na deszelfs dood, in 714 voorgevallen. §. 22. Dog in 717 is Koning Radbodus in eenen veldflag door Karei Martel Pipijns zoon, zodanig gcflagen, dat hij zijne behoudenis zogt in een vrede-vcrdrag, waarbij hij beloovde den ChristenGodsdienst voortaan onverhinderd in zijne heerfchappije te gedogen , en zelfs zig te zullen laten doopen. Waarop de overwinnaar den Bisfchop Wulfran uit Frankrijk herwaards zond, om aan den Bisfchop Willebrordin 't voortplanten Van de Euan-  VOORBERICHT. gelie-lecre, de hand te bieden. Het welk met zo, gewen-chcen ujtflag gefchiedde , dat veele Vriezen Waar onder cok 's Konings zoon zou geweest, zijn^ het Christen-geloof qaihelsden en zig lieten doo« pen. §. 23. Koning Radbodus nochtans bleef verhard den Heidenfchen Afgodendienst aankleven, hoewel de Bisfehop Wulfran aanhield , cm hem van dedwaasheid der Heidenfche bijgelovigheden, te overtuigen. Tot dat hij eindelijk zo verre overreed wierde, gelijk hij althans voorgaf, dat hij den Godsdienst der Christenen wilde omhelzen,. Waarop alles gereedgemaakt wierde , om hem te doopenr dog, als hij den eenen voet reeds in de Doopvonte. had gezet, vroeg hij fchiehjk aan den Bisfehop :. waar het groot getal der Vriefche Edelen, en zijne, doorluchtige Voorouderen waren aangeland, of in. het Paradijs, of in de Helle ? Daaarop was hem geantwoord, dat zehrlijk alle Ongedoopten in de. Helle waren. Dit horende trok hij den voet uit. de Doopvonte, zeggende: dat hij liever met de menigte zijner Voorouderen in het zalig gewest, van Wodan, cLm met den armen hoop der Christenen, in het Paradijs wilde zijn. De Bisfehop 's mans onbekcerlijkheid ziende verliet hem , en Radbodus. flierf in 719 zo fchiclijk , dat hij binnen 3 dagen daarna begraven wierde. §. 24. Zijn zoon en opvolger Adgillus H, en. deszelfs Veldheer Poppo, fchijnen den Christelijken Gods.-  VOORBERICHT. 13 Godsdienst toegedaan geweest te zijn. *t Welk ook aanleiding gaf, dat Wilkbrord cn andere Geloofspredikers zig ernstig hebben toc-gelegt, op het verkondigen van het Euangeiie onder de ongelovige Vriezen. Zo dar de Heidcnfche Afgoderij hier meer' en meer in verachtinge kwam, de Christen Gemeen-* ten vermeerdert, Kerken gebouwt, cn Leeraars in dezelve aangeilelt wierden. §. 25. In dien tijd, toen Karet Martel in de boven-gcwesten van het Franfche Rijk oorloogde, hamen de Vriezen de gelegenheid waai1, om den vrede, voorheen met de Frtmfcherf gemaakt, te breeken» Misfchien dat het meeste gros der Vriezen, uit inge* wortelde zugt tot den Heidenfchen Afgodendienst, het jok van den Christelijken Godsdienst, hen door de Fragfchen opgelegd, niet hebben willen verdragen. Te meer, om dat de Frartfche Krijgsbenden, na de overwinninge van 717, de Heidcnfche Tempelen , Altaren , en Afgodsbeelden , zo veel voor handen waren, alom in Vriesland hadden vernielt. §. 26. Maar Kar él Martel, zeer begerig om zfjhe macht te vergroten, en om tevens het Christendom voordeel aantebrengen, ontwikkelde zig uit de oorlogen in andere gewesten, om de Vriezen aan te tasten. In 734 llevende hij met eene vloot fcheepen naar dat gedeelte van Vriesland, 't welk ten oosten Van het Flie is, en nog zijnen ouden naam heeft behouden. Hier zijn leger ontfcheept hebbende viel hij zo fel op de Vriezen aan, dat dezelve geheel ge» Ha-  i4 VOORBERICHT. flagen wierden, onder anderen met verlies van hunnen Veldheer Poppo, terwijl de rest verflrooit wierde. Weshalven de ftroopende vijanden niet hebben gerust, voor dat zij 't Land afgelopen, de Afgodstempelen verwoest, de gewijde Bosfchen uitgeroeit» en de Inwoners gedwongen hadden, om zig aan het Franfche Rijk te onderwerpen. Waarop de Overwinnaar naar Frankrijk wederkeerde , terwijl de Vricfche Koning Adgillus II, niet lang daarna is geftorven. §. 27. Deze overwinning zal buiten twijfel veel hebben toegebragt tot het voortzetten van de Euangelie-leei e onder de ongelovige Vriezen, hoewel de ja Geloofspredikers, die volgens §. 16. hieruit Engeland gezonden waren, merendeels door de dood waren weggerukt. Suidbertus was op zijn eiland Weert, naderhand Keizers-weerd, reeds in 717 overleden. De beide Ewalden waren door de handen der ongelovige Saxers omgekomen. Jldelbertus , die het Klooster Egmond had gefticht, eindigde al* daar zijn leven in 744. Wittehadus overleed te 'Aichflad, daar hij de eerste Bisfehop was geweest. Marcellinus , 70 jaren lang in Drent, Twent, en Overijsfel gepredikt hebbende, overleed omtrent 737 te Oldenzeel. IVillebrordus, den Stoel van Utrecht omtrent 40 jaren bekleed hebbende , ftierf volgens -enigen in 738. §. 28. Omtrent 754 was de Vriefche Koning Radbodus II, Adgillus zoon en kleinzoon van Rad- bo-  VOORBERICHT, ï§ bodus I, nauwlijks aan de regering gekomen, of de Christenen hadden daarvan het fmerteiijk gevoel. Hij word befchreven als een jongeling wreed en woest van aart, de Afgoderijc zeer toegedaan, en een vijand van den Godsdienst der Christenen; wiens voornaamfte werk was, het Heidendom hier weder» om in bloei te brengen, zo als het ten tijde van zijnen Grootvader was geweest. Daarom heeft hij zijne onderdanen bevel gegeven, om , op verbeurte van leven of ballingfchap, de oüde Heidenfche plechtigheden wederom waartenpmen. De voornaamfte Christenen wierden uit alle eerampten gezet , en vluchteden bij menigte uit het Land; waarvan de méesten onder de befcherming der Franfchen zig begaven, om betere tijden af te wagten. $. 29, Intüsfcheri bloeide in deze dagen de beruchte Engelfche of Schodche Monnik Winfridus-, die door den Paus, niet alleen met den eernaam van Bonifaciut, en Apostel der Duitfchers en Friezen vereerd, maar ook tot Aartsbisfchop van Ments en Opziener van de Utrechtfche Kerk aangefteld was» Deez' man, reeds 70 jaren oud, den elendigen toe* ftand der Vriefche Christenen vernomen hebbende, is derwaards gerei st, om de Christenen aldaar met de Euangeiie - leere te verfterken, en tevens aan de Heidenen de kennis van den waren God zo veel mogelijk voortchouden. Van Utrecht dan naar het tegenwoordige Westvriesland, en vandaar naar Friesland beoosten het Flie, met 50 zijner Medgezellen vertrekkende , predikte hij overal met vrucht, zó dat  ïtf VOORBERICHT; flat veele van 't Heidendom tot het Christendom overgingen. Te Dokkum zijne tenten opflaande , en er enigen tijd met prediken en doopen bezig zijnde, werd hij in 754 door eene bende der Heidens fche inwoners, misfchien door Koning Radbodus II aangezet, onverwacht overvallen en op eene moorddadige wijze van 'c leven beroovd. Het lijk , eerst naar Utrecht en vervolgens naar Ments gebragt, is in de Abdije van Fulda begraven. Dog veele van de moordenaars zijn door de Christen-inwoners dood gelagen'; terwijl de overigen door een der Stadhouder den Franlchen Koning niet lang daarna van het leven beroovd zijn. J. 30. Na de dood van dezen man beklom Gregorius den Bisfchops-ftoel van Utrecht, die uit Trier van Vorstelijke afkomst was, en veel heeft gedaan tot bekeringe der Vriezen. In de doorluchtige School, welke te Utrecht was , heeft hij uit Frankrijk en Engeland, uit de nieuwbekeerde Saxers en Vriezen , en uit andere Landfchappen veele Leerlingen gelokt, die er bij elkander woondenj en van hem bemind en onderwezen wierden. Van welke Leerlingen vervolgens verfcheide tot de Bisfchoppelijke waardigheid zijn bevorderd , terwijl anderen tot het bekeren der Heidenen, of tot. verdere opbouwinge der Christenen, wierden uitgezonden. Onder dezen worden inzonderheid geroemd $ WMehadus , Lebuïnus , Ludgerus , en veele anderen.  VOORBERICHT. i7 %. 31. Naden moord aan Bonifacius gepleegt, is ffillehadus, een geleerd Engelsman op aanraden van den Bisfehop GregoHus naar Dokküm fn Vriesland vertrokken. Daar hij de wankelende gemoederen der Christenen heeft verfterkt, het Euangeiie enigen tijd verkondigd, en de kinderen der Adelijken in de waarheid onderwezen. Maar als hij in dat gedeelte van de Groninger Ommelanden, 't welke Humflerland genaamd word (*) , het zelve werk had ondernomen, is hij ter nauwerriood de handcri der Heidenfehe Afgodendienaars ontkomen, en heeft zig naar andere plaatien in Vriesland begevéri. §. 32. Karet de Groot Koning van Frankrijk géworden zijnde t cn in 77a de Saxers Overwonnen hebbende, zoeten de Geloofspredikers ook aaii die Afgodifche volkeren de Ëuangelie-léeré voor te dragen. Onder dezen was de vermaarde Leb'ülnüs, zendeling van den ütrechifehen ilisfchop Gregorius , die omtrent den IJsfeHtr'oom veele Vriezen tot den Christelijken Godsdienst bekeert hebbende, in 77a naar de Saxers zig begaf, welke omtrent de Wezef éene algemeene bijeenkomst hielden. Hier vermaande hij hert, om de Afgoderije te verlaten ëh hén * * Chris- C*) Humfierland bevatte eertijds de vette en vruchtbare Ianderiien aan den boezem van de Lauwers geiegen , dog is door de watér« vloeden tot 3 Dorpen verminderd , én word tegenwoordig mee Jvliddagfterdeel gerekent onder 't Westerkwartier. De Kronijkfchrijvers Emo en Menie hebben de Huinfterlanders Hugemerjhbtr en Uugcmerhe genoemd. Bij eenen anderen Schrijver dragen ze den naam van Hugmertbi, en bij Emmius Hummtrtii. M. Altifi( m*t. Gtrm. i»f. e. U. fil. 98.  ;3 VOORBERICHT. Christendom aan te nemen ; dog deze vrijmoedigheid zou hem bijna het leven gekost hebben, zo niet een der a .nzieniijkften in de vergadering het geweld had afgekeerd. §. 33. In 774, toen Karei de Groot elders met oorlogen bezig was, heeft W'4tékïnd, Hertog der Saxer.s, deze volkeren tot den opftand aangefpoort, om de Franfche bezettingen met de Christen-belijders te verdrijven. Zelfs is hij, misfchien aangezet door den Vriefehën Koning Radbodus II, met eene grote macht in Vrieslahd ingevallen, tegen de Christenen overal fchrikkelijk te werk gaande , cn de Heidcnfche Afgoderij wederom op den troon Hellende. Toen werd de Christelijke leerc hier vertreden en het Heidendom verhief zig wederom , terwijl de Leeraars hunne ftandplaatzen verlieten , en naar andere landen zig begaven. Onder welke was de beroemde Ludgcrus, een Vriesch Edelman van geboorte , die 7 jaren lang met veel vrucht het .Euangeiie te Dokkum had gepredikt, en nu met zijne twee broeders naar een Klooster in Italiën zig begaf. §. 34. Karei de Groot, van dit alles verwirigd, kwam in 775 met eene fterke knjgMiiagt in Vriesland, daar hij alles wederom te regte bragr. Vervolgens trok hij op tegen de Saxers , over welke hij de overwinning behaalde, hoewel zij telkens wederom afvielen, zo dra de Overwinnaar van hunne landpalen verwijderd was. Dog in 777 onverhoeds »\ u .v \«v .orwQ ... >hen  VOORBERICHT. t$ hen aanvallende wierden ze zodanig gcflagen, dat ze van alle kanten toevloeiden, roepende dat zij Christenen en onderdanen der Franfchen wilden zijn. §. 35. In 778 , toen Karei de Groot een togt naar Spanjen deed, heeft Hertog Witekind de woede der Saxers wederom ontdoken, welke overal veeie verwoestingen aanregteden, en zelfs Vriesland afliepen , alles met moord en brand verwoestende , daar zij kwamen. Of Radbodus II toen nog in leven geweest zij, en deze baldadigheden heimelijk aangeftookt hebbe , kan men niet zeggen. Zeker is het, dat de ftroopers tot aan den Rijnftroorn zijn doorgedrongen, de ftad Deventer overweldigd, en de Kerk, welke niet verre vandaar door Lebuinus gedicht was , in brand gedoken hebben. Weshalven de Bisfehop Albericus, die in 't vorige jaar den Utrechtfchen Stoel had beklommen, den vermaarden Ludgerüs derwaards zond, om de Christenen te vertroosten en de nodige hulpe te bieden , die er ook eene Kerk en Gemeente heeft ge» fticht. §. 36. Voorts word verhaald , dat in 779 of 780 de genoemde Ludgerus in het Vriesland tusfehen de Eems en de Lauwert , bijzonder in het Hunzingo- en Fivelingo- Kwartier, en in Reiderland, het Euangeiie heeft verkondigd ; dat hij de Christen-Gemeenten, die door den inval der Saxers verftrooit waren geworden , wederom vergaderd; ** 2 heefti  ao VOORBERICHT. heeft; dat hij in zijne geboorte-plaats wedergekecrt er een Klooster wilde Richten , vermits hij het klooster-leven beminde, dog dat hij daarvan is afgemaand. §. 37. Karei de Groot intusfchen t' huis gekomen zijnde , beteugelde in 779 de afgevallene Saxers, en vertrok daarop wederom naar Frankrijk. Dog in 782 heeft Hertog IVhekind wederom een deel der Saxers tot den afval bewogen , die daarop de Christen-Kerken verwoest, en de Geloofspredikers vervolgd cn gedood hebben. Wïllehadus, van w'ien voorheen gemeld is, was in 779 door Karei den Groten tot de bekering der Saxers gefchikt, en had federt dien tijd aldaar het Euangeiie gepredikt , voornaamlijk de Kerk van Bremen befticrende. De woede der vijanden ontfnappende vluchtte hij naar Vriesland , dog. deze ftorm voorbijzijnde , keerde hij wederom naar zijne Gemeente te Bremen, 1 §. 38. Karei de Groot eindelijk in 785 de Saxers overwonnen hebbende, begon het Christendom aldaar eerst regt wortelen te fchieten, zo dat een groot deel dezer volkeren met hunnen Hertog den Christen-Godsdienst omhelsden. In Vriesland, vanwaar al voorheen veele Leeraars in Duitschland waren overgeplant, wierden nu de Christenen in zo groten getal vermeerderd, dat men dit ganfche volk als tot het Christendom bekeerd aanmerkte. Ludgerus werd in 788 tot eersten Bisfehop van Munster  VOORBERICHT. *i ter aangefleld, en JFillehadus in 789 tot Bisfehop van Bremen, dog overleed kort na zijne aanilellinge. Hoe de Deenen en Noormannen, na dat Karei d& Groot in 800 tot Keizer was verheven, zwaare ftroperijen en geweldige invallen in deze Landen gedaan hebben , daarover kan men de Schrijvers der Vaderlandfche Gefchiedenisfen nazien. Liever zullen we nog iets melden, II. Hoe in Groningen en Ommelanden het Christendom onder bet Pausdom gefield zij geweest, §. 39. De vorensgenoemde Geloofspredikers, door welke op 't einde van de -jde en 8/le eeuwen het Christendom in deze gewesten geplant is, hebben wel het kort begrip van de Geloofs-leere verkondigd. Dog vermits uit de Kerk-Gefchiedcnisfen van dien tijd kennelijk is, dat het Christendom toen reeds meer of min hedorven was, zo zullen ze waarfchijnlijk ook dwalingen en bijgelovige plechtigheden daarmede vermengd hebben. Althans in de volgende eeuwen zijn de aanhangers van den Roomfchen floel , door onkunde en dwalingen in de Leere, door bijgelovigheid in den Godsdienst, en door bandeloosheid in leven en wandel, bij trappen zo jammerlijk afgedwaald, dat men er bezwaar» lijk meer als den naam van Christenen konde vinden. §. 40. Gelijk men in Groningen en Ommelan** a den  *ï VOORBERICHT. den ook enige eeuwen in de duisternis van het Paus» dom heeft gezeten, dus is ook, zelfs onder de zogenaamde Geestelijken, het bederf der zeden er in die dagen zeer groot geweest. Daarvandaan vind men in 's Lands Gelchiedenisfen onder anderen verhaald, dat omtrent 1454 cf 1469 door Jan Brugman en Hindrik Stuurman , beide Franciskaner Monniken te Groningen, dit bederf ernstig beftraft en op verbetering aangedrongen is. En in de lijst van de Getuigen der waarheid word aangaande Tileman Spangenberg, een oude Monnik in het Minderbroeders - Klooster dier Stad, vermeld dat hij , niet lang voor de opkomst der Kerkhervorming in Duitschland en Zwitfcrland, aan zijne vrienden en nabuuren eens had gezegt: dat de Godsdienst, welke in dien tijd ft and hield, binnen kort in de uiterfle verachtinge zoude komen. Dan zoude men zien , dat de Priesters en Monniken, om hunne boosheid, gierigheid, onenigheden en grouwelen , uit de Kerken en Kloosters zouden uitgeworpen worden , en overal moeten omzwerven, wanneer de ware Godsdienst er taterde ingevoert. Want God zou de zeden van deze menfehen , welke ten uit er ft en bedorven waren, niet verdragen ; te meer, cm dat ze het enig Euangeiie-Woord nauwlijks leerden, en daarbeneven zodanigen leven voerden, zo als eenen Heiaensch mensch niet betaamde. J. 41. Zelfs Philips II, Koning van Spanje, in 1555 Heer der Nederlanden geworden zijnde, en er nieuwe Bisdommen willende aanftellen, heeft dit ook  VOORBERICHT. as ook bij den Paus daarmede aangedrongen, om dat de zeden der Kloosterlingen door overdaad bedorven en de ondeugden der Kerkeüjken rijp waren geworden. Daarom ook de Hertog van Alba in zijn Manifest, 't welk hij in 1568 te Groningen liet uitgaan, onder anderen klaagde: dat de Geestlijkbeid alhier een tijd lang zo uiiermaten onordentelijk hadle geleevt , dat zij daar door aan veelen hadde aanleiding gegeven, om kwaad te doen. §. 42. Daarbeneven heef: hier onder het Pausdom , bchalven de dwaal - leere der Roomfche Kerk , ook veel bijgeloof in den Godsdienst buiten twijfel plaats geïnd. Wie moet zig niet verwonderen, dat toen ter tijd in deze kleine landttreek zo een groot getal van Kerken., Kloosters, en zogenaamde Geestlijken heeft konnen onderhouden worden? En dit niet alleen, maar ook hoe deze Herders van hunne onderhorige Kudde, zo grote Rijkdommen voor zig hebben konnen verkrijgen , zo dat het verftrekte tot onderdrukking en benairwirg van den gemeencn man, we'ke uit zijne armoede hun overvloed en weelde moest vervuilen. %. 43. Te Groningen , niettegenftaande in die dagen deze Stad zo groot niet was als tegenwoordig, waren nochtans 12 Kerken tot verrichting van den Roomfchen Godsdienst gefchikt. Van welke 3 zijn geweest Parochie- of Hoofdkerken , waarbij gevoegd wareli 5 Klooster- en 4 Gasthuis- Kerken. * * 4. In  a4 VOORBERICHT. In deze Kerken is door 21 Priesters de dienst waar-: genomen, en in elke Paroch;e of Hoofdkerke zijn 3 Pastoren geweest. De namen van enige Room-, fche Pastoren , die eertijds aldaar in de Parochie-. Kerken van St. Mar ten en van O. L. Vrouw ter Aa gediend hebben , vind men vermeld bij den Schrijver der Oudheden en Geit. van Gron. enz. bl. 86—94- §. 44. In den kleinen omtrek van de Ommelanden en het Oldampl zijn 'er eertijds meer dan 2,20, Priesters geteld. Daarbeneven waren er veele , groote, en rijke Kloosters, waarin veele Monniken , Nonnen en Bagijnen, zig ophielden en niet fpaarzaam onderhouden wierden. §. 45. In 't geheel waren er 33 Kloosters in dit gewest, welker namen men bij den beroemden IJbbo Emmius uit een oud boek vermeld vind. In de Stad Groningen zijn geweest 3 Mannen- en 3 Vrouwen - Kloosters, dog de overige waren in de Ommelanden, het Goor echt, en het Oldampt. Boven alle andere nochtans heeft uitgemunt het Man-, ven Klooster te Adewert in 't Westerkwartier der Ommelanden, het welk , niet alleen over 5 Dorpen gezag heeft gehad, maar ook door grote rijkdommen beroemd, met verfchcide gebouwen verfiert, en gelijk ene Had met poorten en vastigheden verfterkt is geweest. §. 46. Dog waarvandaan zo veele Kerkelijke goe-  VOORBERICHT. 25 goederen en Rijkdommen, zo tot oprichting van zo veele Kerkelijke gebouwen , als tot onderhouding van dezelve en van zo ene menigte Kerkelijke Pcrfonen? Geene Koningen of Vorsten hebben daartoe geholpen, of iets gegeven; maar alleen door de gunste van het volk, en van enige weinige Adelijken, is dit alles hier uitgevoert. Welke, door enen blinden ijver en bijgelovigheid gedreven, op aanraden van hunne trouwloze Voorgangers, deze mildadigheid van tijd tot tijd hebben bewezen. Eene mildadigheid zo groot, dat het de macht van een Land, 'twelk niet groter dan dit gewest was, te boven fchijnt te gaan. §. 47. Hoewel de Kerk -regeringe in dien rijd er aan den Koomfchen Paus onderworpen was, nochtans heeft de Politieke Macht hier wel eens getoond, dat zij aan het overgezag van dien Kerkvoogd met geheel verflaavd wilde zijn. Inttisfchen heei't dat Hoofd der Room fche kerk 'er eertijds ook z;jne Vazallen gehad , door welke hij 'er het oppergezag ten minsten in het Kerkelijke heeft gevoerd. Daartoe behoorden, niet alleen de Priesters en Pastoren in de Parochiën, maar ook de Abten en Abdisfen in de Kloosters. Ook is men hier ook meer of min aan Bisjcboppen onderworpen geweest, die ver tevens hunne Vicarisfen of Onderbisfchoppen gehad hebben. §. 48. In de ftad Groningen en haar rechtsgebied hebben de Bisfcboppen van Utrecht, tot aan * * 5 den  ar> VOORBERICHT. den tijd der oprichtinge van de nieuwe Bisdommen in de Nederlanden, Kerkelijk gezag geoeffend. Ook hebben ze dikwijls veel invloed in de Politieke Regering gehad, zo dat ze, niet flegts als Kerkelijke Opzieners, maar ook als Wereldfche Gezaghebbers zig gedroegen. §. 49. De Bisfchoppen vin Munster zogten op velerlei wijze in de Ommelanden hun gezach uit te breiden. In 1222 kwam hier een Munsterfche Bisfehop met een groot gevolg, onder dekmantel van Herderlijke bezoekinge, en deed de Kloosters grote kosten aan. Omtrent 1228 heeft een ander Bisfehop van Munster, doorzijn Herderlijk bezoek, den ingezetenen alhier veele moeite en kosten veroorzaakt. Dezelve Bisfehop heeft in j 246 het Patroon-recht over Hohvierda, Uitwierda, Jukvjert, Crewert, Marfurn, en Tjanisweer , gegeven aan Hap Ripper da, Hajoos zoon, van Oosterwijtwert en Dijkhuizen; om dat deszelfs Grootvader, Overgrootvader, Betovergrootvader, en derde Overgrootvader, aldaar Kerken en Kapellen op hunne eige landgoederen gedicht, en uit hunne goederen ook tot onderhoud der Priesteren gegeven hadden. §. 50. Tot handhavinge van het Pausdom en uitroejinge der zogenaamde Ketters m de Nederlanden , heeft de Spaanfche Koning Philips II, op aanraden van den Kardinaal van Granvelle, goedgevonden nieuwe Bisdommen er op te richten. Niettegcnftaande dit aan de Nederlanders zeer onaangenaam, ca  VOORBERICHT. 27 en aan de Roomfche Gcestlijfcheid hier zeer nadelig was; evenwel had de Paus, op 'sKonings verzoek, reeds in 1561 ene Bulle gegeven, waardoor onder anderen ook Groningen en Ommelanden, met het Landfchap Drenthe, tot een Bisdom gemaakt Zijn. Zo dat dan de Bisfehop van Groningen enz., nevens die van Deventer, Haarlem, Leeuwarden, en Middelburg, aan den Aartsbisfchop van Utrecht onderworpen zoude zijn. §.51. In 1564 is Jan Knijf hier tot Bisfehop beftemt, dog het invoeren van denzelven vond veei tegenftand , en werd een tijd lang opgehouden. Dog, nadat de Hertog van Alba in 1568 de overwinning bij Jemgum had behaald, is deez- nieuwe Bisfehop op ene plechtige wijze te Groningen naar St. Martens kerk geleid, en het huis der Broederfchap van het gemeene leven, alwaar nu het Hóf van den Prins Erfdadhouder is, werd in 'sBisfchops Hof veranderd. Voorts was hij van de orde der Minderbroeders, en gefprooten uit een oud Borgemeesterlijk gedacht te Utrecht , gelijk hij ook geroemd word als een geleerd, politijk, achtbaar, en zedig man, hebbende aangename predikgaven. §. 52. Friesland evenwel heeft, door ene langdurige tegenkantinge , de invoering van enen Bisfehop nog langer tegengehouden. Tot dat zij ein. delijk, na dat haar de voordaad der andere Nederlandfche Gewesten was voorgehouden , insgelijks aan  *8 VOORBERICHT. aan 's Konings wil zig heeft moeten onderwerpen. §. 53. Juttisfchen zijn de Vriefen niet gelukkig geweest met hunnen nieuwen Bisfehop Omerus Pe~ tri, die hen is opgedrongen, en met ene zwarte kool getekend Haat, vermits hij door zijn ilecht gedrag zig zeer veracht maakte. §. 54. De Groninger Bisfehop integendeel was bi' veelen zeer geacht, hoewel bij de Monniken om zijne geldgierigheid zeer gehaat. Als hij volgens 'sPaufen Bulle, boven zijne reeds bekomene voordeden, ook de inkomsten van het rijke Adewerder Klooster wilde in bezit nemen, zo hebben deze Monniken, om zo te fpreeken, hemel en aarde bewogen, om hem in zijn voornemen te weder, ftaan. Tot dat eindelijk dit verfchil op deze wijze is weggeruimd, dat de Bisfehop jaarlijks 6000 guldens uit dit Klooster zoude genieten. Dog, terwijl dit verdrag aan den Paus en Koning van Spanjen ter bekrachtiging was gezonden , is deez' Bisfehop in 1576 te Groningen geftorven en in St. Martens kerke begraven. Waar over een dezer Kloosterlingen zig dus heeft uitgelaten: het geluk1 of liever de Almogende God zelf, zijne genadige oogen op ons flaande, heeft ons van zo ene grote vreeze verlost, met den Bisfehop in het zelvde jaar door de pest uit de wereld te balen.  VOORBERICHT. 29 §• 55- Voor en na de invoering van den Bisfehop is te Groningen en in het ftads gebied, federt 1480, een van de 3 Stads Pastoren tot Opziener over Kerkelijke Zaaken aangefteld, dien men volgens het gebruik van den tijd Perfona noemde. Deze was als een Bisfehop van minder rang, of 's Bisfchops Stedehouder, die ene grote macht en veele voorrechten van den Paus had gekregen. Door de twee oudde Borgemeesteren, en door de andere Pastoren, wierd hij verkoren en in 'tbezit van zijn ampt gefield» Als zodanigen vind men onder de Groninger Pastoren oudtijds vermeld Willem Fre~ deriks, Jobannes Eist enz. §. 56. In de Ommelanden zijn de Deekens (Decanï) door den Bisfehop van Munster ingevoert te Farm/urn, Lopperfüm, Uskwert, en Leens. Elk Van hen had opzigt over enige Dorpen , de een over 8, de andere over 10, 15, of meer in getal. Zij hadden, ieder in zijn gebied, het opzigt over de Kerkcntucht, en vonnisten in geestelijke zaken. Ook was hun plicht , nopens de verfchillen der Priesteren, ten over/taan van andere Priesters, kennis te neemen; de overtredingen, tegen de Huwlijks wetten, te ftraffen; zorg te dragen voor de Kerken en Kerkfieraden; de rekeningen der Kerkvoogden in te neemen; de woekeraars te beteugelen , en in hunne beurfen te flraffen. Met een woord; zij oordeelden over alles, wat van Kerke- lij-.  3o VOORBERICHT. Jijke of tegen Kerkelijke perfonen, en omtrent Ker= keiijke zaken was bedreven. (*) §. 57. Aan deze Dekens, die hier waarfchijnlijk niet lang voor 1200 zijn opgekomen, waren zekere landerijen en inkomsten toegewezen; welke de geldgierigheid, en eerzugt, daarna tot nadeel van het volk hebben vermeerderd. Zelfs gebeurde het wel eens, dat de Dekken in het Dorp, daar hij woonde , ook de inkomsten van den Priester genoot, zo dat hij Deeken en Priester was, hoewel deze bedieningen gemeenlijk onderlcheidcn waren. §. 58. Vervolgens is deze naam hier veranderd in die van Proosten (Prapofïtï), zo dat, die elders den naam van Deekens voerden, hier Proosten en hunne onderhorige Dekenfchappen Proostdijen genoemd wierden. Ook was het reeds zo ver ge» komen, dat deze Bediening naar een Politiek of Burgerlijk ampt meer geleek , dan naar een foort van Priesterfehap. Daarvandaan , dat ook de Adelijke gedachten naar dit voordelig Eer-ampt Honden , en hetzelve op hunne kinderen cn kinds-kinderen overbragten. Ten blijke , dat zij aan het oppergezag van den Paus niet verflaavd wilden zijn , om aan het (*) Men zegt, dat de inftelling van dit Kerkelijke recht in de Vriefchc taal eertijds Sijndriucbt 9f ïcctitrecht genaamd is. Sommige willen, dat Pans Lso UI* met raad en overleg der ervarenen in de Vriefche zaken, dit recht nopens Kerkelijke zaken en perfonen, in enige hoofdftukken begrepen en op den aart des volks pasl'ende, in 811 opgefteld heeft; en dat het vervolgens enige euwen lans in het Kcrkbeiluur dezer Landen Qpjevolsd is. Emmii Frif. Uittor, fol. 72. 168.  VOORBERICHT. 31 het verbod van het huwelijk der Priesteren gehoor te geven. §. 59. Ook zijn deze Deekens of Proosten, na verloop van tijd , zodanig van de eerfte inftelling afgeweken, dat ze van de bezorginge der Kerkelijke tot de Wereldfche zaken overgingen. Weshalven hier in de Proostdijen tevens de nieuwe bedieningen van Officïalen en Commisfar isfen zijn gekomen, die de zaken voor den Bisfehop waarnamen. Deze nochtans hadden hier onder een vrij volk zo veel vermogen niet, als hunne Amptgenoten in andere gewesten voor zich hebben weeten te ver* *rijScn. §. 60. Intusfchen vind men ook blijken , dat hier, niet alleen in de Proostdijen , maar ook op andere piaatfen zodanige Officïalen en Commhfarisfen zijn geweest. Te slppingedam waren zodanige de beide Roomfche Pastoren Job. IVinfcbote en Joacb. Schuttorphius, die er in 1568 en 69 geltorven zijn. De eerstgenoemde, die ook der beide Rechten Doétor was, was in 1527 door den Her* log van Gelder ook gebruikt , om uit zijn naam de burgerlijke verfchillen te Groningen bij te leggen. §. 61. Voorts is te Bedum geweest eene Collegiale- of'Kapittel'-Kerk, daar Kanonniken of Geestlijken plagten te vergaderen en bijëcn te komen. •Over zo eene Kerk wierd niet ligtelijk iemand toe eers*  3a VOORBERICHT. eersten Priester gefield, dan die door geboorte of naam van geleerdheid boven anderen uitmuntte, wegens de eere en het gczach 't welk hij bij het volk had. §. 61. Daarenboven heeft de Bisfehop van Munster aan de Pastorijen van Middelpunt en Baflo het ampt van Bisfchops Vicarisfen gegeven , zo dat deze Dorpen ook een Kapittel van Kanonniken hebben gehad. §. 63. Eindelijk hebben de zogenaamde Geest* lijken, door den Paus cn Roorafche Vorsten onder, fteund, hier ook de hand gehad in de befticringe van de zwaarwichtigfte wcieidfche zaken. Dit is dikwijls gefchied , in het doen van uitfpraak over Of in de beflisfinge van de zwaarste gefchillcn, in het oprigten van verbonden, en het fluiten van vrede , in gezantfehappen aan Koningen, Vorsten , en andere Overheden enz. §. 64. Na dat men dan in Groningen en Om* tnelanden veele eeuwen in de duisternisfe van het Pausdom had gezeten, is er eindelijk, reeds voor de opkomst der Kerkhervorminge , eene dageraad verwekt door Wesfel Gansfort, geflerkt door R«dolf Jaricola, beide inboorlingen dezer Provincie, die wegens hunne geleerdheid door hunne tijdgenoten zeer geroemd zijn. §. 65. Wesfel Gansfort was te Groningen ge-- bo-  VOORBERICHT. 33 boren in 1419. Te Zwolle ter fchool befïeld vorderde hij fchielijk, zodanig, dat zelf tot onderwijs van anderen gebruikt wierde. Daarop heeft hij te Keulen de Scholastijke Godgeleerdheid cn anderé wctenfchappcn binnen kort ingezogen, zo dat hij er met lof tot Meester der vrije konstcn bevorderd wierde. Hier enen vrijen toegang tot de openbare Boekerije gekregen hebbende.* doorfnuffelde hij de werken van Plato, Aristoteles, en andere Heidenfche Wijsgeercn, benevens de fchriften der Profeeten en Apostelen, der Oudvaderen en andere Godsgeleerden. Te Heidelberg, alwaar de Keurvorst van de Paltz hein tot Hoogleeraar der Godgeleerdheid beriep, werd hij in de aanvaarding van dit ampt verhinderd door de Opzieners dezer Hogefchool. Naar Leuven vertrokken zijnde , heeft hij er ook enigen tijd doorgebragt. Voorts heeft hij te Parijs enige jaren zijn verblijf gehad, alwaar de naam zijner geleerdheid overal ruchtbaar is geworden. Ook heeft hij te Romen en in andere fteeden van Italien zig opgehouden, wanneer hem de Paus enen Bisfchops ftaf heeft aangeboden, dog hij verzogt alleen den Hebreeuwfchen en Griekfchen Bijbel uit de Vatikaanfche Boekerije, welke hem ook gegeven zijn. Met een woord 5 door zijne geleerdheid maakte hij zijnen naam alom vermaard, en, hoewel fommige hem noemden den Baas in het tegenfpreken, nochtans gaven anderen hem den naam van Vrieze Bazilius en Licht der wereld. Door toedoen van zijnen gunsteling, den Utrechtfchen Bisfehop David van Bourgondien, dien hij wel eens als Genees* * * mees"  34 VOORBERICHT. meester diende, heeft hij de laatftë jaren zijns levens te Groningen doorgebragt in 't klooster der zogenaamde geestelijke maagden. Alwaar hij, omtrent 70 jaren oud, in 1489 geftorven en begraven is» Zijne laatfle woorden, na dat zijn gemoed door velerlei gedachten en redekavelingen omtrent de waarheid van den Christelijken Godsdienst geflingert was, waren deze: Ik danke mijnen God, dat ik die twijfelingen te boven ben gekomen. Voorwaar ik weete niets dan Christus, en dien gekruist. §. 66. 's Mans overgeblevene fchriften, van zogenaamde ketterije bij de Roomschgczinden verdagt, zijn na zijn dood deels verworpen en verbrand, deel9 in de Kerkvergaderinge te Trenten gebrandmerkt, en op de lijst der verbodene boeken bovenaan gefield. Dog deze vijandfehap, welke dien Man, niet alleen in zijn leven omtrent zijn perfoon, maar ook na zijn dood omtrent zijne fchriften is aangedaan4 verlfrekt ten bewijs, dat hij geenfints eensgevoelend zij geweest met de Roomfche Kerk. Buiten twijffel heeft de beroemde Ubbo Emmius den fpijker op het hoofd getroffen, wanneer hij van dien Man onder an* deren het volgende zegt. „ Vooral heeft men hem „ gehaat en benijd, om dat hij tegen de Pausfelijke „ Aflaaten en het verdichte Vagevuur, dat is, te}, gen den voornaamsten oogst van alle gefchorene „ hoofden, inzonderheid van het Roomfche Hof, „ had geleerd cn gefchreven; en omdat hij in zijn „ boek, van de grootheid van Christus lijden, een n veel zuiverer gevoelen dan dat van zijne tijdgenoten  VOORBERICHT. 35 j; ten had voorgedragen, aangaande het gewichtige „ leerftuk der Rechtvaar diginge des zondaars voor „ God, door hem uit de Profetifche en Apostoliiche „ fchriften gehaald, en door de overeenftemming „ der rechtzinnige Gudvaders bekrachtigd." §. 67; Rudolf Agricola was der wetenfchapperi zeer kundig, en bijzonder in de Latijnfchè en Griekfche taaien zo bedreven, dat hij onder derzelver eerste herftellers in Duitschland werd gerekend. Te Baflo in de Ommelanden was hij in 1442 geboren 9 en, de eerste gronden der geleerdheid gelegt hebbende , werd hij vervolgens te Leuven onderwezen, met dit gevolg, dat hij er binnen kort den eersten plaats in de bevorderinge heeft bekomen. Vandaar naar Parijs, en daarop naar Ferrara in Italien vertrokken , heeft hij er de taaien en wetenfchappen uit de eerste hand ontfangen van enige geleerde Grieken , welke na de overweldiging van Conftantinopolen zig derwaards hadden begeven. Toen heeft hij, zo in de Grlekfche taal en Philofophie, als in het uitleggen van Grlekfche en Latijnfchè Schrijvers i de verwondering van Italien weggedragen; In zijn Vaderland wedergekeerd, werd hij aangefteld tot Sijndicus der ftad Groningen, alwaar hij, uit genegenheid tot de zang- en fpeelkonst, een voortrefiijk orgel in de St. Martens kerk bezorgde. Hier verkeerde hij zeer gemeenzaam met den ouden Wesfel Gansfort, en betoonde zig alleszins een groot liefhebber ^ voorftander, en bevorderaar van de kennisfe der taaien en wetenfchappen. Den overigen tijd van zijn' * * * 2 le-,  $6 VOORBERICHT. leven heeft hij het Hoogleeraars ampt te Heidelherg bekleed, tot dat hij er in 1485 is gcfïorvcn, oud omtrent 42 jaren. Een der gclcerdite ltalianers heeft, uit hoogachtingc , 's Mans graf met dit Latijnfchè opfchrift vereert. Invidu clauferunt hoe marmore fata Rttdolpbum Agricolam, Fnfici fpemque decusque folu Sc'üïcet hoe u/10 meruit Germania, quicquid Laudis hahet Latium, Grcscia quicquid babct> §. 68. Nauwlijks was in Duitschland cn Zwitferland de Kerkhervorming in de 16de eeuwe opgekomen, of het licht der waarheid openbaarde zig ook bij veelen in de Nederlanden. Waartegen de vijanden, onder de regering van Keizer Karei V cn Philips II, met eene onmenfchelijke wreedheid zig verzet hebben, zo dat hier een groot getal belijders der waarheid zelfs een wreede dood hebben ondergaan. Dog Groningen en Ommelanden hebben roen het zwaarste vuur der vervolginge niet gevoeld, vermits men er omtrent de belijders van het gezuiverde Euangeiie zelden of nooit verder is gekomen dan tot eene verbanninge of vcrbeurtverklaringc van de gocdeien. Daarvandaan heeft Doe de van Amzweer elders gefchreven : „ Daar andere Provinciën „ door dwinglandije gedrukt, te vuur en te zwaarde „ van de Waarheid tot dé leugen en Afgoderije ge„ drongen wierden , daar heeft God de Heere de „ hand over ons gehouden, zodat om de Geloofs„ belijdenisfc er geen bloed is vergooten. Want „ in de Schooien en Raadsvergaderingen waren „ zul.  VOORBERICHT. 37 „ zulke Mannen gefield, welke zelve de Waarheid gekend en gebandhaavd hebben.'''' $. 69. Onder Keizer Karei V is het goede zaad, door Gansforts leerlingen hier gcftrooit, en gepaard met het licht der Saxifche en Zwitferiche Kerkhervormers, er nog meer aangekweekt, niet alleen door den vermaarden Groninger Rector Regnier Prcediftiüs , maar ook door zijnen vriend en tijdgenoot Albertus Rizaus Hardenberg, Deze, eerst te Groningen en daarna in 't Aclewerder Klooster onderwezen, heeft vervolgens te Leuven de letter-oefeningen voortgezet. Daar kreeg hij allereerst kennis met den PooÜchen Baron Jan a Lasko, die er zig toen enigen tijd ophield, dog fedcrc i54oteEmbdcn , na dat hij het Pausdom had verlaten. Hardenberg dan federt 1539 in het Klooster te Adewert met het onderwijzen zig ophoudende , kwain a Lasko er wel eens bij hem , om de vriendfehap te hernieuwen en met anderen kennis te maken. Om zijnen boezemvriend tot het verlaten van het Pausdom over te haaien, had de Baron in 1540 zo veel uitgewerkt, dat Hardenberg , indien de dood van Graaf Enno het niet had verhinderd, tot Pre~ dikant te Embden en Superintendent van Oostvrieslands Kerke zoude aangelleld geweest zijn. Eindelijk in 1543 het Adewerdcr Klooster verlatende , heeft a Lasko hem, niet alleen met liefde en blijdfohap ontfangen, maar ook met raad en daad onderfteund. * * * 3 S- /o»  38 VOORBERICHT. §. 70. In het Manifest, door den Hertog van. 'Alba in 1568 te Groningen uitgegeven, vind men onder anderen deze klagte: dat de Roomfche Geestlijkheid alhier ook niet weinig met Ketterijen en kwaade Leeringen hefmet was. En uit het Verzoekfchrift door de Vluchtelingen dezer Provincie in 1570 aan den Keizer en het Duitfche Rijk overgeleverd, word het nog nader bevestigd, dat veele Roomfche Pastoren hier in die dagen der zuivere Euangeiie-leere niet ongenegen waren. Daar worden als zodanigen genoemd twee Roomfche Pastoren der Stad, Rading Koning en Johamies Eist, anders Eelst of Eeltz; hoewel zij naderhand zig naar den tijd gefchikt hebben, wanneer de eerstgemelde tot Deeken , en de andere tot Proost en Aartsdiaken Van dit nieuwe Bisdom is aangeftcld. Een ander Groninger Roomsch Pastoor, Stephanus Sijlvius genaamd , die te Leeuwaarden en Groningen tegen de misbruiken en dwalingen van het Pausdom predikte , heeft zig in 1559 door de Protestantfche Hoogleeraars der Hogefchool te Heidelberg tot Doctor der Godgeleerdheid laten bevorderen. Trouwens, 't is toen ter tijd in Vlaanderen, Brabant, Holland en elders wel meer gebeurt, dat de Roomfche Pastoren in de uiterlijke gemcenfehap van het Pausdom bleven, zo lang zij konden, niettegen'taande zij de zuivere Euangelie-leere toegedaan en van de bijgelovige dwalingen afkerig waren. Onder anderen is dit gebleken in Komelis Kooltuin en Nicolaus Scheltius, beide Roomfche Pastoren in Holland?  VOORBERICHT. 30, land, dog daarna Gereformeerde Predikanten te Embden (*). §.71. Na het vrede-verdrag van Gent, en bijzonder federt de Unie van Utrecht, zijn in Groningen en Ommelanden verfcheide Gereformeerde Gemeenten opgericht, en van Gereformeerde Leeraars voorzien geworden. Maar door den trouwlozen afval des Graven van Rennenberg in 1580 is dit wederom afgebroken, zo dat de belijders der waarheid van hier naar elders moesten vluchten. Doede van Amzvoeer getuigd elders in zijne fchriften, dat de uitgewekene Edelen en Hovelingen der Ommelanden in die dagen nodig hebben geoordeeld, door middel van de Proostdijen hier goede ordenïnge in Kerkelijke zaken te ftellen , tot dat zij uit hunne balling fchap in 't Vaderland wederkeerden. Het geen hen gelukt is in 1594, wanneer deze Provincie met den Staat der Verenigde Nederlanden herenigd is geworden. Wij zuilen derhalven overgaan, om nog te melden * * * 4 IIL (*) Van Ktrn. Kooltuin en Mc. Scbeltins kan men breder lezen bij, S. van Til Inleid, tot de Profet. Schrift., gelijk ouk bij G. Brandt Uht. der Ref. I. D. hl. iio-ilè- 378 , 379, 4*9- E- Meiners Otstvr. K. Gefh.I.D. hl. S55--3öo. 418--420. Bij den laatstgenoemden vind men ook vermeld, dat Kom. Kooltuin in 1558 van den Embder Kerkeraad begeerde cin getuigenis naar Groningen,. alwaar hij voornemens was te woonen, om de kinderen van Aan-. Menlijken te onderwijzen. Waarop men hem aanried, om, wegens het gevaar, vooraf een getuigfehrift van de Groninger Borge-. meesters te verzoeken, dat hij tot onderwijzer vau hunne Kinds* ^en was aangefteld,  4» VOORBERICHT. III. Eenige bijzonderheden omtrent de Hervormde Kerk dezer Provincie federt 1594. §. 72. Bij de heroveringe dezer Provincie in 1594 was onder anderen bedongen, dat geen andere Godsdienst er geoefend zoude worden dan de Hervormde, zo als zij destijds in de Verenigde Provinciën in openbaar geoefend wierde. Dog veel' overleg en moeite was er nodig, om in plaatfe van de Roomfche Gecstlijkheid, aan welke de Kcrkedienst van Hogerhand wierd opgezegd, Gereformeerde Predikanten te bekomen. Weshalven men ook onder anderen verfcheide Priesters, die uit het Pausdom overkwamen, deze het wel mecnendc en gecne om den broode, na voorgaande onderzoek onder het getal der Gereformeerde Predikanten er moest aannemen. Welker. namen in de Naamlijst op hunne ftandplaatfen zijn aangetekend. §. 73. Deze aangenomene Priesters wierden in de Clasfen, onder welke zij behoorden, op nieuws onderzogt, 'twelk omtrent anderen, welker onder-, zoek in de Clasfen begonnen was, vervolgens door den Voorzitter der Sijnode in 1595 is gefchied. Tot den Kerkedienst toegelaten zijnde, moesten ze een nieuw Getuigfchrift van hunne wettelijke beroepinge bezorgen, en tevens zig verbinden tot getrouwe aankleving aan de leere der waarheid, die naar de godzaligheid is, in de hope des eeuwigen levens. Daarenboven moesten ze, eerst in hunne Kerken, daarna in de Clasficale Vergaderinge, ook. in tegen- woor-  VOORBERICHT. 4* woordigheid van 2 of 3 Kerspellieden, een Formulier van herroepinge hunner vorige dwalingen openlijk aflezen. §. 74. De afgezette Priesters, zo veel hier bleven woonen , onrfingen bevel', om enen Eed van getrotiwigbeid te doen. Waardoor zij zig verbonden, niet alleen om een ftil leven te leiden, en niets te ondernemen , 't geen den openbaren Kerkedienst hinderlijk mogte zijn , maar ook om niet met ene kwaade voordaad , of afmanirigen, of enig gebruik van Paapfche Kerkzeden, iets tegen den vastgeilelden Godsdienst te beginnen. §. 75. Voorts is aan deze afgezette Priesters, gelijk ook aan Monniken en Nonnen, tot hun nodig onderhoud een jaar-gela voor hun leven toegelegd, 't Welk nochtans onder dit beding gefchiedde, dat zij zig zouden wagten voor ongeoorloovde correspondentie of briefwisfelinge met de vijanden van Land cn Kerk, als mede voor kwaadfpreeken van den vastgeftclden Godsdienst en deszelfs Dienaren. §. 76. De Beelden, Altaar en, en foortgelijke overblijffelcn van den Roomfchen Godsdienst, zijn van Hoger hand uit de Kerken weggedaan., 't Geen echter niet overal of aanftonds, maar met verloop van tijd en allengskens, heeft konnen gefchieden. §. 77. Aan de andere zijde is, tot grondvesting * * * 5 en  4a VOORBERICHT. en handhaving van den vastgeftclden Godsdienst, hier ene Kérken-Ordening opgeheld. Welke, eerst bij de Heeren van de Stad, daarna bij die der Ommelanden onderzogt en overwogen zijnde, eindelijk in eene Staats-Vergaderinge goedgekeurd en vastgefteld is. Deze Kerken-Orde aan de Predikanten in de Sijnode van 1595 voorgehouden zijnde, hebben zij verzogt en verkregen , dezelve eerst in hunne Clasficale Vergaderingen rijpelijk te mogen overwegen. Dog in de Sijnode van 1596 hebben alle Predikanten van de Ommelanden, gelijk die van de Stad; misfehien reeds gedaan hadden, zig aan de KerkenOrde verbonden door ondertekening hunner naamen. Ook hebben zij den Eed gedaan, welke daarin is uitgedrukt; waar door zij onder anderen zig hebben verbonden, dat ze in onder damgheid en gehoorzaamheid aan de inzettingen en rechten der Overheden zig zouden onderwerpen, voor zo ver hun Ampt, V welk ene Christelijke vrijheid van heren, prediken , en beftraffen der ongehoorzamen vorderde , zulks toeliet, 'en het geen tegen Gods Woord niet ftrijd'tg was. §. 78. De openftaande plaatfen wierden er terftond, zo veel mogelijk, met Gereformeerde Predikanten vporzien, waarvan enigen uit Duitschland of ook uit de Verenigde Nederlanden wierden beroepen, welke op de Hogefchoolen van Franeker, Brcmen* Herborn, en Stcinfurt onderwezen waren. Waarbij in vervolg van tijd nog zijn gekomen, die in de Hogefchool dezer Provincie tot den Euangeliedienst waren  VOORBERICHT. 43 ren aangekweekt; gelijk ook het getal der Predikanten, naar aanwas der Gemeenten, hier van tijd tot tijd is vermeerderd. In de Sijnode van 1595 werd voorgefleld: of aan enen Schoolmeester in Vr edewol d mogte toegelaten worden de openbare voorlezinge V Zondaags van zekere gedeelten van Gods Woord, welke Euangelien en Epistelen genaamd worden, tot dat de Gemeente met enen Leer aar voorzien wierde? Waarop men ecnpariglijk oordeelde, dat hij, om zeer grote gevaren, tot zodanigen werk niet moeste toegelaten worden, maar met zijnen Schooldienst vergenoegt zijn. %• 79- Voorts is, ter bevordering van den Hervormden Godsdienst, in de Sijnode van 1596 nauwkeurig onderzoek gedaan omtrent de Iecre en het leven van aile Predikanten dezer Provincie. By welke gelegenheid zij vermaand zijn, om de Examens in de Clasfen niet ter loops , nog (laplijk of loslijk , maar met ernst, vlijt, en getrouwigheid te doen; vermits het beter was, eenen man, ge* hreklijk in leere en leven , van den dienst af te houden, dan enige verhindering toe te brengen. aan de ftichting van eene gehecle Gemeente. - De geheel onbekwaamen tot het werk der bediemnge zijn door deze Kerkvergadcringe verworpen , hoewel aan enigen uit medelijden enig onderhoud of ander werk is toegelegd. —. De ongeregelden in leven wierden niet alleen ernstig te reede gefield , maar ook voor eenen bepaalden tijd, naar mate van hunne wanbedrijven, opgefchort van hunnen dienst, tot  44 VOORBERICHT. tot dat ze bij nader onderzoek beproeft wierden bevonden. — Ook is goedgevonden , enige Roomfche Priesters, die reeds onderzogt waren, van nieuws te onderzoeken , en hen , indien ze daarin voldeden, na vertoning van genoegzame getuigenis, aan den Stadhouder en Gedeputeerde Staaten , in hunne bedieningen te laten blijven. — De Predikanten van het Land, die bekwaam in de lecre en onberispelijk in leven zijn bevonden , hebben den Eed gedaan , gelijk §. 77. gemeld is. §. 80. 't Is ligt te denken , dat hier toen ter tijd veel te verbeteren en hervormen is geweest; te meer, daar niet alleen Roomschgezindcn en Vrijgeesten, maar ook Ongebondcncn van leven, ieder op hunne wijze, tegen den vastgeftelden Godsdienst zig zullen verzet hebben. Weshalven de Heeren Staaten van Stad en Lande den 23 December 1603de Heeren Abel Coenders cn Doede van Amzweer hebben gevolmachtigd , om de Kerken in de Ommelanden cn 't Oldampt te bezoeken. De laatstgemeldc had tcrflond na de Reductie dezer Provincie bevel ontfangen, om de Kerkhervorming hier te bevorderen , welke hij ook elders betuigd met ongelooflijke moeite cn arbeid uitgevoerd te hebben. En hoewel hij in 1602 ook tot Gereformeerden Proost over de Ommelandcr Proostdijen aangefteld, en hem ten dien einde eene Inftructie uit 18 artikelen beflaande gegeven was , nochtans heeft dit geenen voortgang gehad , gelijk hij zelve getuigd in zijn boek de Prapo/ïturis Reformatis. intuss fchen.  VOORBERICHT. 45 fchcn waren de Clasfen, volgens de Kerken-Orde, ook verpligc om de Kerkvizitatie te doen ; weshalven de Sijnode federc 160a ook daaromtrent behoorlijke zorg heeft gedragen. §. Sr. In de gemelde Sijnode van 1596 hebben de Stadhouder cn Gedeputeerde Staaten hunne genegendheid betuigd tot welzijn van Gods Kerk in deze gewesten. Zij verzekerden aan de Predikanten hunnen ijver-zugt, om de vervallcnc zaken van den Godsdienst met den eersten te herftellen, en om den Dienaren des Woords in alles , wat tot bevordering van den waren Godsdienst konde dienen, tê helpen enz. §.82. Op de klagten der Predikanten, dat ze: enige zaken in de Kerken-Orde voorkomende, tot hun leetwezen niet konden nakomen, hebben genoemde Heeren tot nadere verklaring en opheldering er bijgevoegd. „ Dat het nalaten van enige „ Predikbeurten in de Dorpen niet zoude gelegd „ worden ten laste van ijverige Leeraars, die geene „ Toehorers konden erlangen. Dat ook bij voor„ daad 2, 3, of meer Gemeenten zouden worden „ gecombineert, alwaar 't H. Avondmaal bij beur„ ten gehouden, en een Kerkeraad aangefleld zou„ de worden , tot dat door de vermeerdering der „ Gemeenten de gelegenheid zig opdeed, om daar„ in anders te voorzien. Dat, bijaldien óg Clasfen ,{ om gewigtige redenen ieder weeke niet konden „ vergaderen , ook daarin verandering mogte ge- „ maakt  46 VOORBERICHT. „ maakt worden. Dat de Voorzitters ten tijde van „ de Disputen , welke volgens de Kerken-Orde in ■,, de Clasfen moesten worden gehouden, boven ani,' deren zouden verkoren worden, naar mate van „ hunne geleerdheid eri bekwaamheid; maar dat de „ Voorzitters in andere kerklijke zaken, door mccrderheid van Hemmen zouden worden aangefteld." §. 83. Ten einde de openbare Godsdienst onverhinderd en onbelemmerd konde waargenomen worden, is door gemelde Heeren toen mede beloovd , dat door 's Lands Hooge Machten bevelen zouden worden uitgegeven, tot verbiedinge van drinker ijen, vensterneringen, openbaar arbeiden, als ploegen en diergelijke, welke onder den Predikdienst mogten gefchieden enZi §. 84. Nopens de klagten over enige geheel onbekwaame Schoolmeesters, en over Kosters, welke het Pausdom nog aankleevden , hebben genoemde Heeren betuigd, dat de Schooien, naar inhoud van. 't 57fte en softe lid der Kerken-Orde, hervormdzouden worden. Dog dat de Schoolmeesters bij pro-vizie den Eed, in 't joüq lid uitgedrukt , voor de Clasfis zouden doen. §. 85. Tot verbetering van de misbruiken omtrent Huwüjks zaken is aan alle Dienaren des Woords aangezegt, dat ze geene Perfoonen in den Huwlijken flaat zouden inzegenen, ten zij dezelve genoegzame blijken hadden ingebragt, dat zij driemaal zonder ver-  VOORBERICHT. 47- verhirideringe waren gckondigd. Ook is ene Armen* Ordening, door 's Lands Staaten goedgekeurd etl vastgefteld, in 1600 door den druk gemeen gemaakt. §. 86. Wat aangaat de Kerkvergaderingen dezer Provincie. In de eerste Sijnode, gehouden te Groningen in 1595 den 14 Julij en 3 volgende dagen, zijn 2 Heeren van de Gedeputeerde Staaten tegenwoordig geweest. Ook verfcheenen er de 5 Predikanten der Stad, 30 uit de Ommelanden, 1 uit 't Oldampt, en 2 nog niet bevestigde. Daarbeneven zijn tot die Kerkvergaderinge ontboden 11, die uic het Pausdom waren overgekomen. De Handelingen dezer Bjjecnkomste zijn in de Latijnfchè taal opge« fteld, 'twelk vervolgens veranderd is. §. 87. In 1596 is er ene nog aanzienlijker Sijnode gehouden. Waarin, benevens alle de H. Gedeputeerde Staaten, ook de Heer Stadhouder, Graaf Willem Lodéwijk van Nasfau, is tegenwoordig geweest, doende ene nadruklijke aanfpraak aan de Ver* gaderinge, 't welk door Doede van Amzweer, een der Gedeputeerde Staaten , achtervolgd en breeder uitgebreid is, en ook de Handelingen eigenhandig ondertekenende. Gelijk alle Predikanten van Stad en Lande er verfcheenen, dus waren ook verzogc Martinus Lijdius en Sibrandus Lubberti, Hoogleeraars der Godgeleerdheid te Franeker. De eerstgenoemde Hoogleeraar is, volgens goedvinden der Edel Mog. Heeren, tot Voorzitter dezer Vergadering aangeüeld, en 2 Predikanten der Stad, £gh Sik,  1$ VOORBERICHT. Sik. Mrarius en Am. Martini, hebben op verfcheide tijden en bij beurten de aantekeningen der verhandelde zaken opgemaakt. §. 88. In 1618 hebben Neerland* algemeene Staaten, onder anderen met goedkeuring en aanmaning van de Staaten dezer Provincie, de Nationale Sijnode te Dordrecht uitgefchreven. Toen zijn er in 'tzelve jaar, benevens de Gewoone, nog i Buitengewoone Sijnodtn te Groningen gehouden , ter oorzake van voorbereidingen, die tot de Nationale Kerkvergadering moesten gemaakt worden. En in de laatfte Buitengewoone Vergadering , verfcheenen als Afgevaardigden der Staaten van Stad en Lande; wegens de Stad, 2 Borgcmeestcren, 2 Raadsheeren, cn de Sijndicus; wegens de Ommelanden, 6 Edelen, met den Sijndicus, en den Secretaris der Staaten. §. 89. Hoewel in 1622, beneven '2 Heeren uk de Gedeputeerde Staaten , ook 2 Heeren van den Landdag, als Gecommitteerden in de Sijnode verfcheenen : nochtans is het anders de gewoonte geweest, welke nog dand grijpt, dat a Leden van het Illustre Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten dezer Provincie, 1 uit de Stad, en 1 uit de Ommelanden, deze Vergadering bijwonen, om dezelve te bellieren, ook daaraan luister en kracht te geven. '§. 90. Desgelijks word uit de Hogefchool dezer Provincie, wegens de Theologifche Faculteit, derwaar-  VOORBERICHT. 49 waards afgevaardigd een van de Hoogleeraars der Godgeleerdheid, die door een Geloofsbrief van Hun Edel Mogenden daartoe gemachtigd word. De eerste Hoogleeraar, welke in die hoedanigheid de Sijnode bijwoonde, was Franc. 'Omarus, gedurende de beide buitengewone Vergaderingen , welke hier in 1 fji8 zijn gehouden. §. 91. Naast denzelven worden geplaatst de 6 Correspondenten der andere Sijnoden. De Correspondentie met de Sijnoden van Zuid- en Noordhollandis de oudfte, en heeft in 1602 aanvang genomen, hoewel dezelve van 1609—1621 wegens de Arminiaanfche verfchillen is opgefchort. Daarop is in 1654 gevolgt de correspondentie met Vriesland, in 1703 met Gelderland, en in 1728 met Utrecht en Overijsfel. §. 92. Hierop volgen .de Deputaten dezer Sijnode, wegens de Stad 1 uit Groningen en 1 uit'7 Oldampt, en 2 uit de Ommelanden. Zij worden voor 2 jaren verkoren, zo dat jaarlijks 2 oude afgaan en 2 nieuwe aankomen. Zij zijn gevolmachtigd, om bij de H. Staaten dezer Provincie en derzelver Gedeputeerden de verzoeken dezer Kerkvergaderinge voor te dragen, om ook uit last der Hoge Overheid eenmaal 's jaars de bijzondere Clasfen te vizireren. Ook moeren ze alle peremptoir Examens der nieuws beroepene Predikanten bij- * * * * wo-  50 VOORBERICHT. wonen, om dezelve mede goedkeuren of ophou> den enz. §. 93. Voorts beftaat de geheele Sijnodale Vergadering uit 21 Leden, welke alle Predikanten, en geene Ouderlingen zijn; alleen uitgezonderd, dat de ftad Groningen enen Ouderling bij dezelve doet tegenwoordig zijn. Onder de 3 Gecommitteerden uit ieder Clasfis, welke 3 jaren in bediening moeten geweest zijn, moet altijd 1 zijn, die ook in de vorige Vergaderinge een Lid is geweest, die daarom in 'tCredentiaal Continuans word genoemd. De Beftierders dezer Vergaderinge zijn de Voorzitter, Bijzitter, en Schrijver; welke, inge-. volge ene vast bepaalde order, bij beurten word gefield, Te Groningen heeft altijd een der Stads Predikanten het Voorzitterfchap, welke post te Appingedam word bekleed door eenen uit de 5 Clasfen der Ommelanden, naar de tourbeurt der Clasfen aldaar. Het Bijzitterfchap word te Groningenwaargenomen door een Lid uit de Ommelanden, en te Appingedam door een der Groninger Predikanten. De bedieninge van Schrijver word altijd door een Predikant uit de Ommelanden waargenomen. Ook worden alle Sijnodale Commisfien, bij-, zonder van Correspondentie tot de andere Sijnoden, naar een vastgeftelde order en leedswijze uitgedeeld, eensdeels tusfehen de Predikanten van de Stad Gro-. runden en 't Oldampt, anderdeels tusfehen die van de Ommelanden. Voorts zijn bijna 2 eeuwen lang de  VOORBERICHT. 5* de Sijnodale Vergaderingen in Groningen en Appingedam beurtswijze gehouden, hoewel in 1599, 1600, en ióoi dezelve ook, dog niet volledig 4 te Lopperfum , Middelflum, en Eenrum gehouden zijn. §. 94. De Predikanten dezer Provincie zijn iri VII Clasfen verdeeld. De 4 eerste Clasfen hebben altoos hunne vergaderingen gehouden te Groningen, Appingedam, Lopperfum, en Middelflum. Gelijk ook in de Sijnode van 1595 aldus is befloten : „ aan ,, de Broederen word de vrijheid gelaten, om de ,, plaatfen tot hunne bijeenkomsten te verkiezen ; „ maar, vermits Appingedam, Lopperfum, Mid„ delftum , en Baflo, van de Voorouders gevoeg- lijkst zijn geoordeeld, en als nog meest behagen, 5, daarom zullen die plaatfen worden gehouden." De 5de is de Clasfis van de Marne , wiens vergadering is gehouden te Baflo, Eenrum, Warfhuizen, Winfum enz. De 6de is de Clasfis van 't Westerkwartier , welke doorgaans te Zuidhorn, dog ook wel eens te Adewert, is vergadert geweest. De 7de en talrijkfle is de Clasfis van 'ï Oldampt en Westerwoldingerland, welke gemeenlijk te Winfchooten, en ook eenmaal 's jaars in JVesterwolde, hare vergaderingen houd. §• 95' Voorts heeft de Hervormde Kerk hier, gelijk in de andere gewesten der Verenigde Nederlanden, ook hare Geloofs - Formulieren. Niet, als * * * * 2 0/  52 VOORBERICHT. of men deze Schriften met den Bijbel gelijk ffelde , of door dezelve een gcwcctcns-dwang invoerde , en alle verdraagzaamheid in den Godsdienst uitbande. Dit is er zo ver vandaan , dat men in tegendeel deze Geloofs-Formidieren houd voor menfchelijke fchriften, welkers gezag alleen fteund op Gods Woord, waaruit derzelver inhoud gehaald en bewezen is. Dog, ter bcwaringe van de enigheid in de Lecrc, moeten hier de Predikanten en Proponenten bij 't peremptoir en préparatoir examen betuigen en onderteekenen : ,, Dat zij van harten „ gevoelen en geloven, dat alle Artikelenen ftuk„ ken der Leere, in de Belijdenisfe cn Catechismm der Gereformeerde Nederlandfche Kerken begre* „ pen, mitsgaders de Ver kier mg over enige poinc„ ten der voorfchrevene Leere , in de Nationale Sijnode in 1619 te Dordrecht gefield, in alles „ met Gods Woord overeenkomen. Dat zij ders, halven beloven, de voorfchrevene Leere neersv tiglijk te zullen lecren en getrouwelijk voorftaan, ,, zonder iets tegen dezelve , 't zij openlijk of in „ 't bijzonder, 't zij direct of indirect , te leeren „ of fchrijven. Dat zij ook alle dwalingen daar „ tegen ftrijdendc , cn met name ook die in de „ voorfchrevene Sijnode veroordeeld zijn, verwer„ pen en' zullen tegenflaan, wederleggen en helpen „ wceren." enz. enz. §. 96. Daarbcneven hebben de H. Staaten van Stad en Lande , ter gelegenheid van verlchillen ever  VOORB C H T. 53 DVef de Leere tusfehen de Hoogleeraars of Predikanten dezer Pro-:e cu wel eerti Hemmende befluiten genomen. tbÉ ha fler gemelde iw*- mulieren van énigheid, op la le rust en vrede hier in de Kerk en School mogte bewaard worden, 't Welk onder anderen is gefchied in 170a den 21 April , wanneer zij een Reglement van vrede en enigheid hebben uitgegeven , 'c welk naar dat der H. Staaten van Holland is ingerigt, en hierop uitkomt: „ Dat aile Leeraars, 't zij Profesforen, of „ Lectoren in de Godgéfé'erdheid , of Predikanten „ der Gereformeerde Keiken dezer Provincie , in „ hunne fchriften, predikatiën , catechizatien, pu„ blijke of private iesfen en disputen, zullen blij„ ven bij de gewoonlijke Formulieren der Gere„ formeerde Kerken, die in den Catechismus , de „ Belijdenisfe, en de Regels der Nationale Dor„ drechtfebe Sijnode begrepen zijn; niets fchrijven„ de nog leerende, 't welk daartegen ftrijd, en met „ elkander in Broederlijke liefde, vrede, en enig„ heid verkeerende , zonder elkander bij de Re„ gecring, de Ledematen der Gemeente, of ande„ ren in 't openbaar of in ' bij onder, direct of „ indirect verdacht te maken. Dat zulke poinctcn, „ die in de voorfchrevene Fort n 1 w enig„ heid en in de Regels der Na 1 ' ">ordrecht~ „fche Sijnode onbeflist gelaten zijn, en waarin zij „ onder elkander mogten verfehillen, op hun eigen „ oordeel niet zouden voorgeven van zulk een ge? „ wicht te zijn, dat zonder dezelve de H. ft » niet  54 VOORBERICHT. v niet wel nog genoegzaam ter zaligheid zoude vermaan, nog geleerd of gepredikt konnen wor- „ den tot bevorderinge van Christus Koningrijk ; maar zig omtrent zodanige poincten zullen gedra» gen naar de bijzondere Kerkelijke Ordres." enz. enz. enz. NAAM-  NAAMLIJST VAN DE PREDIKANTEN I N STA» EN LAIBS.   t DE CLASSIS. VAN GRONINGEN EN HET G O O -RECHT. T J- en tijde van het Pausdom hebben de Èhfchop* pen van Utrecht, ten aanzien van het Kerkelijke, ia. dit gedeelte dezer Provincie veel invloed gehad. Maat federt 1480 heeft een der Stads Pastoren , onder een naam van Perfona naar de basterd-taal der ongeleerde Monniken, hier 'het opzicht gehad over Kerkelijke perfoonen en zaaken in de Stad en haar gebied, 't Welk heeft geduurd tot aan 156S, wanneer ev een Bisfehop over deze Provincie, met naanie jfatt Knijf, is ingevoerd; dog, deze in 1572 geftorven Zijnde, is het Kerkbefluur hier in den vorigen flaat gebleven. — Toen had men te Groningen, benevens 9 Monniken- en Gaschuis-Kerken , ook 3 Parochieof Hoofdkerken, welke ieder door 3 Pastoren en 2t Priesters bediend wierden. Deze Parochie- of Hoofdkerken waren , St. Martini Kerk met enen hoogen; Tooren, de oude St. Walburgs Kerk niet verre van. daar, en de St. Niklaas Kerk, welke daarna aan de Lieve Vrouwe ter Aa is toegewijed. De Klooster-Kerken waren, die der Franciskanen, der jtacobijnen of Dominicanen, der Klerken van,t gemeene leven of Broeders Kerk, der Klarisfen, en der Adelijke Maagden. t)e' Casthuis-Kerken waren, de Kerk van den H. Geési^ A d#  ft de CLASSIS van de St. Jacobs Kerk, de St. Anloni Kerk, en de Geef truids Kerk. — In het Goorecbt, waaronder het IVoldrjcbt o£ Drcntbenvolde, en het recht van Sihrccert oï Selwert behoord, had men in dien tijd, benevens de Dorpskerken, ook twee Abdijen of Kluosters, naamlijk het Klooster van Benedictijner Nonnen te Sijlo'ê, alwaar naderhand Augustijner Monniken zijn gekomen, en het Klooster van Esjèp, ook Jesfe genaamd, waar in Nonnen van de Cisterci-crde geplaatst waren, — Van deze zaaken kan men in de fchriften van Emmius, 'en Alting, gelijk ook bij den Schrijver der Oudheden van Groningen en Groningerland, enige bijzonderheden vermeld vinden. Tn die dagen is hier door Groningens grooten inboorling, den geleerden Wesfel Gansfort, die op het einde van de XVde eeuw in de Stad zijn levens loopgeeindigd heeft, het eerste licht der waarheid verwekt; vermits hij veele dwaalingen der Roomfche kerk ontdekt en voorname grondwaarheden van het Euangeiie geopend heeft. Na dat de Kerkhervorming in Duitschland en Zwitferland in .1517 met kracht was doorgebroken, zo is ook het goede zaad, door dezen groten man geflrooid, hier ook meer of min aangekweekt door zijne leerlingen en goede vrienden. Dog wegens de overheerfchende magt van het Pausdom, hijzonder onder den Gelderfchen Hertog- Karei van Egmond, konde het Euangelie-licht er zo openlijk niet doorbreeken , hoewel omtrent 1535 of 36 er eene Wet is gemaakt, dat de Roomfchen en Euangelifehen elkander niet zouden fchelden of fmaaden. Daarvandaan dat onder Keizer Karei V. hier niemand om den godsdienst van het leven is beroovd, en het licht der waarheid er ook meer is verfpreid geworden door Regnerus Prtedinius, insgelijks een groot man en Rector der Latijnfchè fehoolen. In het begin der régeringe van Philips II, Koning van öpanje, is er eene Ge-  GRONINGEN en 'T GOORECHT. 3 Gemeente van Euangelie-belijders geweest, die heimelijk , onder het opzigt van een ó*f meer Predikanten, te Groningen' en meest in liet naburig Helpen den godsdienst waarnamen, tot dat in 1566 aan dezelve eene der Stads Kerken wierde ingeruimd met toeflemming der Regeringe. Welke vrijheid in 'tvolge.nde jaar geftremd is, wanneer Spaaïiseh krijgsvolk in de Stad kwam j en 'er grooten moedwil bedreef, bijzonder aan de Euangelie-belijders , waarvan ene menigte daarom naar elders (ie vlucht heeft genomen. Graaf Lodeivijk vart Nasfaui in 1568 den Spanjaarden bij Ileiligerlee geflagen hebbende, kwam daarop de Stad belegeren; maar de Hertog van Atba verdreef en floeg hem, tevens tot handhavmge van den Roomfchen godsdienst hier den benoemden Bisfehop invoerende. Gerdes Hist. Reform* T. 1 et z Scrtn. Antiq. T. 8. P. 2. pag. 723. fq. De Stad tot het Vrede-verdrag van Gent en eindelijk tot de Unie van Utrecht overgehaald zijnde, heeft men hier aan de Euangelie-belijders in 1579 twee Kerken ingeruimd die er ook den godsdienst < penlijlc hebben waargenomen, hoewel flegts voor eenen kor* ten tyd. Want in Maart van het volgende Jaar 1580 heeft de Graaf van Rennenberg trouwlooslijk de Stad wederom aan den Spanjaarden overgegeven, zo dat enige Gereformeerden daarbij het leven vcrlooren, an« dere gewond of gevangen genomen wierden, en veele naar elders wederom gevlucht zijn. Tot dat Prins Mat/rits van Oranje en Graaf Willem Lodevoijk van Nasfau in 1594 de Stad heroverden en rot de Unie wederbragten, federt welken tijd de Hervormde Godsdienst hier gegrondvest, opgebouwd, en gehandhaavd is. Op den vierden en vijfden dag na deze overwinninge zijn er in de Stads Groote Kerk, welke reeds van beelden en altaaren was gezuiverd, nadrukkelijke Dankpredikatien gedaan, eerst door Menzo Ahing Predikant te Embden over Ps 118 ; 22, 23, 24, daarna & 2 doof  * de CLASSIS van door Sibrandus Lubberti en Martinus Lijdius, Ho^gleeraars der Godgeleerdheid te Franeker. Vervolgens hebben deze voortreffelijke Mannen , die herwaards waren entboden tot de hulpe des Heeren met de helden , ook ijverig geholpen aan de grondvesting der Hervormde Kerk in dit gewest. In de eersie Sijnode dezer Pro.'incie, w.lke op bevel en onder het opzigt der Hooge Overheden in 1595 te Groningen is gehouden, zijn tegenwoordig geweest , vijf' Predikanten der Stad en twee uit het Goerecbt, liaamlijk van Ha ar en en Noorddijk. Fn onder de zeven Clasfen dezer Sijnode is die van Groningen en bet Goorecbr de eerste in rang gefield, welke gewoonlijk in de Stad vergaderd, en nu talrijker is dan in de eerste jaaren na de Reductie. Want deze Clasfis beftaat thans uit XIX. Predikanten, waarvan negen behooren tot de Stad, en tien tot de naburige Gemeenten onder het Stadsgebied. Ten opzigt van het vervullen der Vakaturen is zij in geene Ringen afgedeeld, dog ten aanzien der Sijnodale Commisfien zijn de Predikanten , zo der Stad als vaii het Goorecht, ieder in twee Rangen onderfcheiden , W. A. Bacbiene Kerk, Geograph. 4 D. GR O.  GRONINGEN en 'T GOORECHT. > GRONINGEN. Gelijk de oorfprorfg van den naam, zo wel als de Stichter dezer Stad, in het donkere ligt, dus kan ook baare oudheid niet net bepaald worden, hoewel zij doorgaans voor eene der ondfte van ganfeh Vriesland word gehouden. In de elfde en twaalfde ecuwen wierde Groningen eene Stad van vermogen en aanzien, waar van de Graven van Holland en de Bisfchoppen van Utrecbt zig den eigendom aanmatigden. Na enige onderhandelingen met Hertog Alhert van Saxen, met Frederik pan Baden ttisfehop van Utrecht, met Graaf Edzard van Oostvriesland', en met den Hertog Karei van Gelder, heeft de Stad in 1536 aan de befcherminge van Keizer Karei V zig overgegeven. Daar door is Groningen, met de Ommelanden, aan de Nederlanden gehegt, en heeft onder de regeringe van Philips II, Koning van Spanje, ook deel gekregen aan de Nederlandfche bemertens , tot dat eindelijk in 1594 deze Stad en geheele Provincie tot de Unie zijn wedergebragt. Sedert dien tijd is Stad en Lande als ene bijzondere Provincie van Nederland gerekend, en is nooit wederom onder eene vreemde heerfchappije geraakt, hebbende de Bisfehop van Munster, Berend van Galen, in 167a hier zijn hoofd deerlijk geftooren. Het goede zaad, door de leerlingen van Wesfel "ansfort hier geftrooit, en gepnart met het licht der Saxilche en Zwitièrfche Kerkhervormers, is hier van tijd tot tijd zodanig aangekweekt, dat waarfchijnlijk Feriert 1550 ene verborgene Gemeente van Euangeiie belijders er geweest is, welke bediend werd d< or den enen of anderen Leeraar, die uit andere gewesten der Nederlanden moest vluchten en hier misfehien veiliger was. Ahhans in 1566 verkreeg zij vrijheid van openlijke godsdienst-oefeninge , eerst in het naburig Helpen , «mier den dienst van Feito. Rusrdi, Wiehr Mileftus % A3 en.  m jde CLASSIS van en Menzo Alting, daar op in de Broer-kerke der Stad met tbeftemrning der Regeringe. Oog derzelver voorItanders en belijders moesten in 't volgende jaar van hier naar elders de wijk neemen; wier naamen, 66 in getal, men geteekend vind in het Vonnis , door den Bloedraad te Brusfel in 1570 tegen dezelve uitgefproken , als meede onder het Vevz.-ekfchrift , door ben aan den Keizer en de Ryksvergadcringc te Spiers daartegen overgeleverd. Daar onder waren de Borge? meesreren "Reint Alberda en Jacob Hilkbrands , de Sijndicus Hesfelus Aijsma , de Heeren Horenkem , Starckenborg, Coenders, Barende anders Fockes, Battink , Schaffer, Crabbe, van Sitteren, Schatter , Lellen s, d''Mepfcbe de jongere, Rolteman enz., voorts Doftor Niklaas Sasfchers Rector der Schooien , Micbael Kamps Doctor in de Medicijnen, Geert Timans Boekverkoper , Asfuerus -Mansterus , en meer anderen. In het jaar 1579 , na dat de Stad tot de Unie Van Utrecht was overgehaald , wierde niet alleen de Broer-kerk aan de Gereformeerden ingeruimd , alwaar Jobannes Milius Predikant te Appingedam enigen tijd leeft gepredikt , maar ook de V/albnrgs kerk, ia welke de Schoolmeester As/uerns Munsterus, en daarna Wicber Milefius en Hermannus: Wijferding de zuivere geloofsleere verkondigden. Ook had men een voorneemen , om Kaspar Olevianus , die in dien tijd buiten vaste bedieninge was , gelijk ook deii Embder Predikant Menzo Alting, zo al niet in vasten dienst, ten minsten voor een tijd als ter leen te verkrijgen ; dog dit is, door den trouwlozen afval des Graven van Rennenberg , in 1580 verhinderd. Eindelijk in het jaar 1594, bij de Reductie van Stad en Lande, zijn de Groote Kerk en Aa- Kerk van de beelden , altaaren , en diergelijke dingen gezuiverd , en aan de Gereformeerden ingeruimd. Jjog de BroerKerk 9 alwaar zij voorheen den godsdienst hadden» waar-  GRONINGEN en 'TGOORECHT. / waargenomen, is voor de ftichting der Academie niet gebruikt ; gelijk bok niet de oude V/alburgs Kerk , welke in 1612 ingeftort en daarop geheel en al gefleten is. De vier eerlte Stads Predikanten zijn , benevens den aangeflelden Kerkeraad , in 1594 in den dienst bevestigd ; waar bij in 't begin van 1595 nog een vijfde , en in 1597 een zesde Predikant gevoegd is. Welke zes Leeraars den dienst hebben waargenomen , 's zondaags driemaal in twee Kerken, dog in den weektijd tweemaal in de Groore , en eens in de Aa-Kerk. Ook had men er zestien Ouderlingen en zo veele Diaconen', die met hunne Predikanten den Kef keraad uitmaakten. Door de Predikanten en Ouderlingen wierden doorgaans eenmaal 's weeks , of 20 dikwijls de zaaken het vorderden , Kerkvergaderingen gehouden. De Diaconen, dié voor den tijd van drie of vier jaaren wierden verkoren , hadden ook hunne bijzondere Samenkomsten; dog naar vereisch van zaaken , ten minsten alle drie maanden voor het H. Avondmaal , vergaderden zij ook gezaamlijk met de evengenoemden. Voorts had men er ook eenen Viptator ofKrankbezoekcr, waartoe doorgaans iemand werd verkoren , die reeds onderwijs had gedaan in de Leere der waarheid, 't zij in de Stad of te Lande. Emmius de urbe Gron. &c. fol. 70, 71. In vervolg van tijd , na de vergroting der Stad en aanwas der Gemeente , is het getal der Predikanten vhier tot zeven , acht, of negen vermeerderd , predikende 's zondaags ook in de beide Gasthuis Kerken van Peper en Pellïer ftraare , en federt .1664 's zondaags en eens in de week in de Niemve Kerk. Dcor de Predikanten en Ouderlingen word de Nominatie gemaakt , dog door de gehcele Kerkeraad de Verkiezing , welke aan de Heeren Borgemeesteren en Raad ter goedkeuringe word voorgedragen. De dienst word e? , niet alleen in de Nederduitfcbe maar ook in de. A 4 liooog-  { DE CLASSIS VAN JJoogduitfcbe en Franfche taaien verrigt , gelijk ook 's zondaags avonds er gepredikt word door enen Hoogleeraar der Godgeleerdheid. Voorts hebben de Lutberfcben hier ene fraaje Kerk met een orgel, de Mennoniten of Doopsgezinden houden er hunne godsdienstige vergaderingen , de Roomfchen hebben er hunne Kerkhuizen , en eindelijk de Jooden ook hunne Sijnagoge. ÏV. A. Bachiene Kerk. Geogr- 4> D. NEDERDUITSCHE PREDIKANTEN. 1594. Joacbimus Wermerus, Meester in de vrije Konsten, die uit de Lutherfche Kerk te Hamburg verHooten en van den dienst te Wittenberg geweerd was, werd eindelijk bekend aan de religie ballingen dezer, provincie, die te Dremen en Embden zig ophielden. Waar door hem de weg is gebaand, dat hij in 1594 hier tot Stads Predikant wierd aangefteld , alwaar hij met veel nut en vrucht aan Christus Kerk heeft gewerkt , gelijk hij ook een en andermaal tot enen bijzonderen dienst door deze Sijnode is gebruikt , zijnde geftorven in 1614, rud 69 jaaren. Fit. Rrofesf. Gromng. fol. 204. A. G. Dreas Kerk. Vrede , in de Opdracht. 1594. Antonius Tboma, een Groninger van afkomst, Was voorheen Roomsch Priester , dog uit het Pausdom tot den Hervormden godsdienst overgaande werd hij tot Stads Predikant aangenomen , na dat hij een formulier van berroepinge in 't openbaar had voorgelezen. Hij was reeds oud van jaaren , en is daarom Emeritus verklaard in 1600 1594. Arnoldus Martini , misfchien te Uithuizen in de Ommelanden geboren en daarom Uithuiftus toegenaamd , had negen jaaren te Sibekarspel in Noordholland het werk der bedieninge waargenomen , wanneer hij van daar in 1594 tot Predikant dezer Stad is beroepen,  GRONINGEN en 'T GOORECHT. 9 pen, alwaar bij in den ouderdom van 69 jaaren over* leed in 1619. 1594. Egbertus Sickens ALrarius , een Groninger van afkomst, werd in 1504 hier beroepen van Schal' fum in Friesland, dog vertrok van hier naar Zander weer in 1600 1595. Feito Ruardi, anders Feito Riords Sijrum, een Fries van afkomst, had ten tijde van Keizer Karel en Koning Philips aan de kruisgemeente te Groningen en Helpen zijnen getrouwen dienst dikwijls onder veele gevaaren beweezen. Üog in 1567 van hier wederom moeiende vertrekken , is hij vervolgens te Olderfum in Oostvriesland Predikant geweest , alwaar, men hem nu en dan ook gebruikte in bijzondere gevallen. Eindelijk is hij, reeds 75 jaaren oud, te Groningen Predikant geworden , wanneer men hem , wegens zijnen grijzen ouderdom en vorige diensten , doorgaans vader Feito uit eerbied noemde. Dodo van Amsweer noemd hem elders Pastor ter Aa , zo dat hij misleiden in de Aa-Kerk gewoonlijk den dienst heeft waargenomen. In de eerde Sijnode, welke in 1595 hier is gehouden , heeft hij de plaats van Kerkelijke Voorzitter bekleed. Eindelijk is hij , 82 jaaren oud, door de dood van zijnen post ontflagen in 1602. E. Meinjers Oostvr- K. Gefchied.. I en /ƒ. D. Naamregister der Clasfis van Sneek bl. 33. en van Franeker bl. 162. 1597. Bernardus Theodorici Agneeus, beroepen van Uslnvert , overleden in 1624. 1601. Jobannes Acronius , uit Friesland afkomstig, was de zoon van Bemard Acronius, en broeder van Raard Acronius , die ook beide Predikanten waren. Te Eilfum in Oostvriesland enige jaaren Predikant geweest zijnde, is hij in 1601 naar Groningen beroepen , alwaar hij den tijd van tien jaaren met allen ijver den dienst heeft waargenomerj, In 1602 heeft men A 5 zij-  ïo Be CLASSIS van zijnen dienst gebruikt tot de Kerkhervorming in het Landfchap Drenthe, en door de Sijnode van Stad en Lande is hij dikwijls aangeffeld tot Prseies, Adfesfor, Deputatus , Correspondens, en tot Vilitator der Cemeenten. In 1607 is hij van hier mede afgevaardigd geweest naar de Kerkelijke bijeenkomst te 'j Gravcr,hage, om er, volgens het bevel der Alsemeene Stapten, te beraadflagen over de voorbereidfelen er. .r onale Sijnode. Heeft hij zig de verbittering der lirevers op den hals gebaald , bij de reehtzii nochtans was hij zeer geacht. In deze dagen ~ beroeping van Amfterdam hem driemaal opgedrag ,1 , dog hij wees zulks van de hand, evenwel is hij in 1611 tot de Gemeente van Wezel overgegaan. Vavolgens is hij geweest te Deventer, Franeker, Kampen, en Haarlem, alwaar hij overleed in 1627. E. L. Vriemoet Athen. Frif. p. 180 — 192. D. van Hoogfiraten Woordenboek bij bet vooord Acronius. 1603. Hermannus Stechman , van Embden afkomstig , is hier beroepen van Wirdum in Oostvriesland, overleed in 1635. 1610. Cbristopbonts Ucbtman, Proponent, een Bremervan afkomst, overleed in 1638. 1612. Henricus RudoJphi, Proponent in het vorige Jaar hier geworden zijnde, was van Stade afkomstig , overleed in 1628. 1612. Kornelius Hillenius , een Hollander van afkomst, was voorheen in Holland , eerst te Hillegondsherg, en daarna te Alkmaar, een ijverig en geacht Predikant geweest, oprecht in leere en leven, en een ijverig voorflander der Hervormde Leere. De Arminianen nochtans hebben op ene onverdraagzame wijze zo veel uitgewerkt , dat deez' waardige Man , die reeds 14 jaaren die Gemeente getrouw had gediend , door den Magistraat der Stad in 1610 uit den dienst en uit de Stad is uitgezet. Dog in 1612 is hij te Gro-  GRONINGEN en T GOORECHT. n Groningen, met toeftemminge der Stads Regering, tot Predikant beroepen, en is hier door de Sijnode dikwijls gebruikt in de zaaken der Arminianen , gelijk hif ook meer dan eens is aangefteld tot Praafes , Adfesfor , Deputatus , en Correspondens dezer Kerkvergaderinge. Intusfchen was hij reeds in 1610 van hier, nevens een Predikant uit de Ommelanden en de Gevcimagtigden uit andere Provinciën , naar 's Graverhage afgevaardigd , om bij de Algsmeene Staaten op ene Nationale Sijnode aan te dringen. En in 1Ó18 en. 1619 is hij ook geweest onder het gei al der Afgevaardigden dezer Sijnode tot de Nationale Kerkvergaderinge van Dordrecht. Voorts heeft hij bijna 20 jaoren het werk der Bedicninge hier met lof waargenomen , tot dat hij 63 jaaren oud overleed in 163a. J. Trigland. K± Gefchied.-bl. 512 — 517. G. Brand Bist. der Ref. bl% 112. *J. Leijdekker tegen Brand bl. 17 , 18. - 1620. Wesfelus Ennnius , zoon van den beroemden Groninger Hoogleeraar Ubbo Emmius , was geboren te Lehr in Oostvriesland , en is hier als Proponent beroepen in 1620, alwaar hij overleed in 1654. - 1620. Rudolpbus Oving , een Groninger van geboorte, beroepen van JVarfum , dog in 't volgende jaar 1621 eerst overgekomen en bevestigd , overleed in 1661. 1629. Petrus Kciichenius , afkomstig van Wezel., is als Proponent hier beroepen, en is in den ouderdom Van bijna 41 jaaren geftorven in 1644. : 1632. Jobannes Gerhardi a Besten , een Groninger van geboorte, is beroepen van Dokkum in Friesland, en overleeden in 1650. 1635. Albeitus Tbomte , uit Friesland afkomstig , beroepen van Lutkegast in de Ommelanden, heeft hier 25 jaaren gediend en in dien tijd geene vrijheid ge^ vonden, om de roeping naar Amfterdam op te volgen/ Door zijne elf kinderen is het geflacht van Alberthoma voort-  »2 de CLASSIS van voortgeplant, waarvan enige razaren rek in deze Ge» meente gediend hebben, en andere elders binnen en buiten Nederland. In het 6ofle jaar zijns ouderdoms is hij hier geftorven in 1660. 1637 Johannes Martinui, afkomstig van Dantzig, is hier beroepen van Deinüm in Friesland. In 1654 is hij van hier, nevens een Hooglceraar dezer Acade* mje en een Predikant uit de Ommelanden , afgevaardigd naar de Kerkelijke Bijeenkomst te Leijden , om , Inet de afgezondene uit de andere verenigde Gevvisten de Drukfouten in de Nieuwe Overzettinge des Bijbels te onderzoeken en verbeteren. Ook heeft hij federt 1662, met zijn fchoonzoon A. Trommius, onder* nomen om ene Concordantie over de NedeJandfehe Bijbel-vertalinge te maken. Voorts heeft hij door zijne uitgegevene fchriften ook veel dienst gedaan , tot dat hij overleed In 1665 1641. Gualtberus Piccardt, uit het Graaffcbap Bertthem afkomstig, beroepen van Lopperfum, was de vzi der van Henrik Piccardt , Heer van Slochteren en Sijndicus der Ommelanden , is overleeden in 1678. 1645. Otto Zaunflifer, van Braunfels-Solms, Meester der vrije Konsten , is beroepen van Amersfoort, en in het 84de jaar zijns levens overleden in 1678* 1650. Johannes Cohmbier, geboren te Groningen , is hier beroepen van Uskwert , en overleden in 1671. 1651. Guilielmus Hatzveld, Bremer van afkomst, Meester der vrije Konsten , is van Hoorn uit Noord.holland beroepen , alwaar hij in 1647 van Breukelett was gekomen , ovcleed in 1669. 1655. Arnoldus Bentbem , geboren te Groningen , als Proponent in het 21de jaar zijns ouderdoms hier beroepen , en 26 jaaren oud overleden in 1661. 1661. Thomas Albertbo i.a , Ommelander van gehoor-, te , zoon tn opvolger van Albertus Tbomce, beroepen van Ezinge, heeft hier gelijk zijn vader bedankt v^ or het  GRONINGEN én 'T GOORECHT. 13 het beroep naar Am Her da m, en ook iets in het licht gegeven, overleed in 1680. 1Ó61. Gregorius Blees , Groninger van afkomst , beroepen van Cantes , is vertrokken naar Rotterdam in 1675. 1662. Antonius Matthceus, te Groningen geboren , was de zoon van Conradtis Mattbtsus, en kleinzoon van Antonius Matthceus, Hoogleeraars in de Geneeskunde en de Rechtsgeleerdheid in deze Academie, is beroepen van Garnivcrt , en overleden in 1688. CV Burmanni Traj. Erud. p. 215. 1664. Robertus Keuchenius, geboren te Groningen, zoon van Petrus Keuchenius. is hier uit de Franfche Gemeente van Wezel beroepen, en overledèn in 1680. 1665. Eijsfo Eijfonius , Groninger van geboorte , beroepen van Wehe en Zuurdijk, overleden in 1666. 1667. jFobannes Abbringhe, Groninger van geboorte, beroepen van Ten Buur, bekend door zijne uitgegevene fchriften, overleed 80 jaaren oud in 1715. 1670. Antonius Stechnerus, afkomstig uit Drenthe , beroepen van Fries in Drenthe , overleden in 1693. 1671. Abrabamus Trommius, Groninger van geboorte, fchoonzoon van Johannes Martinus, is beroepen van Haren. Wegens zijnen onvermoeiden arbeid in het vervaardigen en uitgeven van de Nederlandfcbe Concordantie, over het O en N. T. en van de Concordantie over de 70 Griekfcbe Overzetters van het O. T., is hij tot Doctor der Godgeleerdheid bevorderd in 1717, zijnde in den ouderdom van 86 jaaren overleden in 1719. D. van Hoogjlraten Woordenboek. VII. D bl. 131. Trommius levensbefebrijvinge. 1675. Wilhelmus Felingius , afkomstig van Harderwijk , kleijnz^on van den lïoogleeraar Abdias IVidmarius en neef van Anthonius Mattbtsus , is beroepen van Vollenbove in Overijslèl , en vertrokken naar Retterdam in 1685. 1676,  74 DE CLASSIS VAN 1676. Kornelius van Aken, te Purmerend in Noord* holland geboren, beroepen van Arnhem , is vertrokken naar Delft in 1678. 1678. Petrus Alberthoma , te Groningen geboren, jongste zoon van Albertbus Tbötnee, ichoonzoon van Roberttts Keuchenius, broeder van Thomas en Albertus Alberthoma, is hier beroepen van Termunten, en overleden iij 1711. 1678. Abdias Velingius, afkomstig van Harderwijk, broeder van Wilhelmus Velingius en kleijnzoon van den Hoogleeraar Abdias Widmarius , beroepen van Nifekerk in Gelderland, is vertrokken naar Leijden in 1693. 1681. Wilhelmus van der Schuur, afkomstig van 's Gravenhage, beroepen van de Scbecmda, en overleden in 1712, 1681. Johannes van Selbacb, afkomstig van Drenthe , beroepen van Zuidlaren in Drenthe, overleden in 1702. 1688. Petrus Mees, geboren te Groningen, neef van Gregon'us Mees, is hier beroepen van Winfchoo-. ten* en overleden in i?T7- 168R. Hitzerus Tbemmen, uit het Oldampt van ge-: boorte, beroepen van Noordbroek , overleden in 1720. 1693. Albertus Alberthoma, geboren te Groningen, zoon van Albertus 'I' homce, broeder van Thomas en Pe-. trus Alberthoma. beroepen van Embden, overleden in 1720. E. Meinet s Oostvr, K. Gefchied. II. D. bh 521. Z>. van Hoog (Ir at en Woordenboek I. D. bl. 226. 1695. Lambertus Bieruma, geboren te Noordlaren, zoon van Albertus Bieruma Predikant aldaar, en kleijn-^ zoon van Lambertus Alberti Predikant, te Bierum, is hier van Zuidborn beroepen , en overleden in 1734- ' 1704. Johannes Stechnerus , afkomstig van Drenthe, zoon van Antonius Stechnerus, beroepen van Haren, en overleden in 1720. 1712,  GRONINGEN en 'T GOORECHT. i£ 1712. Albertus Muntingbe, Groninger van geboorte, beroepen van Noordbroek , en overleden in 1741. Sicco Abbringbe , Groninger van geboorte,neet' van Jobannes Abbringbe, beroepen van Visvliet , en overleden in 1724. 1716. Martinus ■Ètttcb, te Warfum geboren, fchonnzoon van Abdias Velingius, is bier beroepen van Usk* inert, en overleden in 1717. 1716. Leonardus Blom, Amfterdamroer van geboorte , neroepen van V/aardingen in Zuidholland, en overleden in 172 r. 17*7- Meinardus Cock , geboren te Koevorden, beroepen van Winfchooten, en overleden in 174a. 1720. Jobannes Hof/lede, geboren te Beilcn in Drenthe, is hier beroepen van Zuidlaren, bedankte in 1735 voor de bcroepinge naar 's Gravenbage , en overleed, in 1736. 1720. Tbemmo Tbemmen, geboren te Weiwert, zoon van Cornelius Tbemmen Predikant aldaar, neef van vorensgemelden Hitzerus Tbemmen, is hier beroepen van Sappemcer , en Emeritus verklaard in 1759. 1721. Roberttts Albertboma, Groninger van geboorte , zoon van Petrus Alberthoma , kleijnzoon van Al* bertbus Thom Petrus Noordbeek, te Noordhooren in Benthem geboren, beroepen van Amersfoort, vertrokken naar Amfferdam in 1749. 1743. Jan Ifaac Rauwertz, te Zutphen in Gelder-; land geboren, beroepen van Zutphen, vertrokken naar 's Gravenhage in 1750. 1749. Jobannes Eredericus van Oostbroek, Ommelander van geboorte, beroepen van 'f Hoogezand, overleden in 175a. . ... 1751. Paul'us Chevallier, Amflerdammer van geboorte, beroepen van Hijsivijk in Holland, is in 1752 tot; Hoogleeraar der Godgeleerdheid en Academie-prediker hier bevorderd. 1752. Carolus Segaar, geboren te Leiden, beroepen van Ter Goes in Zeeland, bedankte voor de beroeping naar Rotterdam, vertrok naar Utrecht in 1759, alwaar tevens is bevorderd tot Hoogleeraar in de Griekfehe taal. . 1752. Jobannes Henricus Jansfonius , geboren te Siddebuuren , zoon van Jobannes Jansfonius , was voorheen Predikant geweest te Dirksland in Holland , daarna te Embden , Finferwold, en Feendam,. overleed in 1780. E. Meiners Oostvr. K. Gefchied. II. D. bl' 534' 6l . 1753. Martinus JVieringa, Groninger van geboorte, beroepen van Appingedam, Emeritus verklaard in 1770, overleden in 1771. 1753. Cornelius Hermannus Svoijgbuifen, Groninger van geboorte, beroepen van de Scheemda , overleden in 1765. . , ...... 1758. Theodorus Brunsveld de Blau, in. Friesland ge* boren , beroepen van Amersfoort , bedankte in 1760' yoor de bero.epinge naar Rotterdam, federt 1788 Rustend Predikant.  18 de CLASSIS van 1760. Bernhardus Winoldus Badde , uit Overijsfel afkomstig, broeder van den Amflct'darnmer Predikant Winoldus Budde, beroepen van Almelo in Overijsfel , overleden in 1779. 1760. Jobannes Rummerink, in bet Goorecht geboren , vader van den Dordfehen Predikant Martinus Rummerink, beroepen van de Scbeemda, overleden in 1766. Petrus Abresch, beroepen van Hoorn ib Noordholland, is hierin 1773 bevorderd tot Hoogleeraar in de Godgeleerdheid en Academie-prediker. 1768. Tbeodorus Lubbers , een inboorling dezer Provincie , zoon van Jobannes Lubbers, beroepen van de Scheemda , is hier in 1777 tot Hoogleeraar der Godgeleerdheid en Academie-prediker bevorderd. 17Ó9. Henricus van Hiltrop, beroepen van Schiedam, vertrokken naar Dordrecht in i?jU 1770. Henricus Peirolet , beroepen Van Nijmegen , vertrokken naar Utrecht in 1773. 1770. Albertus Alberthoma , Ommelander van geboorte , zoon van Sicco Gerbard Alberthoma te Lettelbert, kleinzoon van Albertus Alberthoma, Thomas eri Petrus broeder , beroepen van de Pekel-Aa. 1772. Willem Jabes Calkoen, zoon van den Amfterdammer Predikant Jobannes Calkoen, beroepen van Gorinchem, vertrokken naar Amjlerdam in 1776. 1773. HenriCus Frieswijk, uit Friesland afkomstig , broeder van den Haagfchen Predikant Benjamin Fries* •wijk , beroepen van Hoorn in Noordholland. 1774. Henricus Sijpkens, geboren in de Scheemda, beroepen van Leeuwaarden , voor het Hoogleeraars ampt te Harderwijk bedankt hebbende is hem hier da iertijtel van Doctor der Godgeleerdheid gegeven. 1777. Martinus Swijghuizen, inboorling dezer Provincie,- zoon van Cornelius Hermannus Swijgbuizen , beroepen' van Noorddijk. 1777-  GRONINGEN en 'T GOORECHT. 15 1777. Zeno Bacbiene, zoon van Johan Hindria en broeder van Pbilip Jan Bachiene Predikanten te Utrechl , neef van Bern. Win. Budde, beroepen van Tbiel in Gelderland. 1780. Ubbe Emmius van Bercbuis, geboren te 's Hertogenbosch, beroepen van Asfen in Drenthe. 1780. Nicolaus van der Tuuk, Ommelander van geboorte, zoon van Mi'chael, kleinzoon van Nicolaus, broeder van Pompejus en Marcus van der Tuuk, voorheen Predikant te Adorp enz., Uskwert, en Drachten in Friesland. 1783. Jobannes Frantfen, voorheen Predikant en Profesfor te 's Hertogenbosch, overleden in 1785. 1786. Lambertus van Bolhuis, inboorling dezer Provincie, voorheen Predikant te Marsfum in Friesland, daarna te Noorddijk, Oostwold in 't Oldampt , eri Leeuwaarden. 1788. Melcbior Corstius, beroepen van Gorincbem. FRANSCHE of WALSCHE PREDIKANTEN. Dat de Heeren Staaten van Stad en Lande, reeds in de vorige Eeuw, ook zorg hebben gedragen voor den Predikdienst in de Franfche taal te Groningen in de Academie Kerk, kan uit de volgende bijzonderheden worden afgenomen De Koning van Frankrijk , Lodewi'jk XIV., in 1685 het Edict van Nantes herroe« pen hebbende, zijn ook veele Protestanten herwaards gevlucht. Weshalven de Staaten dezer Provincie „ door een Christelijk medelijden bewogen, in 168(5 deze noodlijdenden niet alleen met enige voorrechten begunstigden , maar ook toelieten , dat er een aanzienlijk collect van enige duizenden voor dezelve gedaan wierde. Gelijk dan door deze vluchtelingen de Franfche gemeente hier zeer vermeerderde , dus hebben dè genoemde Heeren Staaten elf Predikanten uit dezel-  40 DE CLA SSIS VAN ve beroepen, hoewel deze niet ingelijft zijn in GMs« iicale en Sijnodale Vergaderingen. Voorts wierde men hier onderrigt, dat de Walfchc Sijnode, re Rotterdam gehouden , hadde vastgcfteld, dat de gevluchte Predikanten uit Frankrijk de Nederlandfche Formulieren van enigheid zouden ondertekenen , en dat genoemde Kerkvergadering in 1601 aan de Sijnode van Zuidhollalid, hadde bekent gemaakt, hoe OÜdit de Fraui'che vluchtelingen dikwijls 1'ehadelijke gevoelens ontdekt wierden. 'Wesbalvcn de Sijnode van Stad en Lande in 1693 ook aandrong op de ondertekeningc der gemelde Formulieren door de Frantche Predikanten dezer Provincie. Door het weigerend antwoord w'ierd men aangezet , om daar over bij 's Lahds Staaten vertoogen te doen, 't welk nochtans niet is uitgevoerd, wanneer men in. 1695 vei'ftond, dat zij deze ondertekening in een eigen Prothocol gedaan hadden. Voorts zijn hier vervolgens in de Franfchc gemeente een tijd lang twe§ Predikanten geweest, 't welk eindelijk op een is gekomen. Ook is federt enige jaaren door 's Lands Staaten vastgJleld, dat deze Gemeente aan de Nederlandfche Walfcbe Sijnode zoude onderworpen zijn , zo dat daarom ook deze Kerkvergadering in 1784 voor de eerstemaal te Groningen is 'gehouden. Bacbiene Kerk. Geogr. 4- B>. bl. 93. 207. In deze "Gemeente zijn Predikanten geweest. David de la Haije, overleden in 1652. ï6"52. Éamuél Sfareztuï , Hoogleeraar der Godgeleerdheid op deze Hoogefchool , die vooiheen dikwijls eéfé m#{j 's zondaags, ter onderflcuning van dien zwakkeri Fi\d:k..v.r, den'predikdienst 'er had waargenomen, ié overleden in 1673. —- Zijn oudste zoon Hendrik Marezius, die insgelijks nevens den vader' tof ondcrlleuning van dien Predikant benoemd cn do r de '! heologifche Faculteit ceiixamincerd was, wefd niet lang daarna beroepen tot * Frau-  GRONINGEN en 'TGOORECHT. si Franfchc Predikant te Casfel, en vervolgens re 's Hertogenbosch en Delft. Vit. Prof. Gron. fol. 153. 1655, Daniël Marezius, Samuels tweede zoon , door gemelde Faculteit in 165;, préparatoir en in 1655 peremptoir onderzogt zijnde , is aan zijnen vader tot enen amptgenoot toegevoegd, tot dat hij in 1656 tot de Franlche gemeente te Middelburg, en vervolgens te 's Gravenbage is overgegaan. Hoogftraten Woordenboek. JÓ58. Ludovicus IVolzogen, die ook alvorens hij de genoemde Faculteit préparatoir en perempti ir onderzogt was, dog is niet lang daarna te Middelburg beroepen, vervolgens Hooglecraar in de Kerkelijke His.torie en tevens Predikant te Utrecht, en eindelijk te Amfterdam Predikant en Iloogleeraar in de Godgeleerdheid geworden. Iloogffraten l- c. VIL D. bl. m. C. B urm au (Ü Traj. Erud. p. 457 fq. I663- jfacobirs Bur/ion , na dat insgelijks door gemelde Faculteit préparatoir en peremptoir onderzogt was, overleed in 1685. 1685. Francois, Jodouin , overleden in 174—. 1686. Enige beroepen, de naamen onbekend., 1729. Pierre de la Roque, overleden in 1731. 1732. Qharles Fontaine , Jaq. Pliil., fr. , overleden, in 177-. 1780. Henri Daniël Quffff% H O O G D U IT S C H E PREDIKANTE N. Tot dienst der vreemdelingen hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande wel eens te Groningen enen Predikant in de IJvogduitfche taal aangefteki , die in eene der Siads Kerken den openbaren dienss waarnam , en- een Lid der GroningcE Clasfis. was». Du* heeft men bier gehad in. 1672. Ilermannus van Giffen, Doctor i'n de Godgeleerdheid 5i die van hier naar TekelenMrg is v.qrtr.ekke.'.i. in 1685. 11 3 1,690..  44 BE CLASSIS van 1690. Af. Zaunslifer, Ottoos zoon, voorheen veele jaaren Predikant te Frankendal, en wegens de verwoesting van de Palrz herwaards gevlucht. 1706. Jobannes Henricus Dorri'è , beroepen van JVoorddijk, die in dien tijd, toen deze Academie ontbloot was van Hoogleeraars in de Godgeleerdheid , ook enigen tijd in de Academie Kerk den dienst in iet Nederduitsch heeft waargenomen , zijnde geftorven in 1729. 1739. Antbm Godfried Dreas, voorheen Luthersch Predikant alhier, daarna tot de Gereformeerden overgaande beroepen , om in de Pelster-Gasthuis Kerk 3s zondags namiddags, en in de Academie Kerk donderdags te prediken. Het welk, na dat hij door de Profesforen der Theologie, in het bijweezen van twee Dcputaten der Sijnode, in 1740 was geëxamineerd en bevestigd , ook heeft waargenomen. Op bevel der Heeren Gedeputeerde Staaten in 1747 den Legerdienst waargenomen hebbende , is hij niet lang daarna naar Me en Engivierum in Friesland vertrokken in 1748. Bacbiene Kerk. Geogr. 4 D. bl. 93, 94. ACADEMIE- PREDIKERS. Onder de Hoogleeraars der Godgeleerdheid, die federt de oprichting dezer Hoogefchool hier geweest zijn, en tevens als Academie- Predikers 's zondaags avonds in de Academie Kerk den dienst hebben waargenomen of noch waarnemen , vind men de volgende vermeld. 1647. Jacobus Alting, geboren te Heidelberg, zoon van Hendrik en kleinzoon van Menzo Ahing , was hier reeds bijna vier jaaren Hoogleeraar in de Oosterfche taaien geweest, toen men hem ook tot Academieprediker aanftelde , waarbij in 1667 nog is gekomen het Hoogleeraars ampt in de Godgeleerdheid, is ge- ftor-  GRONINGEN en 'TGOORECHT. B| ftorven in 1679. Vit. Prof. Gron. fol. 163 fq. J. Altingii vit. ejns Oper. prccm. 1. 1. Hoog/traten kVoor* denhoek I. D. hl 320. 1682. Jobannes a Marck , geboren te Sneek in Friesland, is nauwlijks 19 jaren oud tot Predikant te Midlum en tot Doctor in de Theologie en. Philofofie, en niet lang daarna tot Profesfor in de Godgeleerdheid te Franeker bevorderd , van waar hij hcrwaards is beroepen, en in 1689 vertrokken naar Leiden, overleed in 1731. E. L. Vriemoet Alben. Frif. p. 544- fq- 1690. Paulus Hulfius , verfcheide jaren te Middel* burg Predikant en Profesfor geweest zijnde, is heiwaards geroepen tot Hoogleeraar der Godgeleerdheid en Academie-prediker , overleden in 1712. 1717. Antonius Drtesfen , afkomstig van Sittard in 't Gulikfche , voorheen Predikant ook te Maastricht en Utrecht, overleden in 1748. 1727. Albertus. Vogel , geboren te Brcmen , voorheen Predikant te Heemftede in Holland, daarna te Mi doel* burg Predikant en Profesfor, .is van hier vertrokken naar Uttecbt in 1735 en aldaar overleden in 1771. 1735. Daniël Gerdes, te Bremen geboren, voorheen Predikant te Wageningen in Gelderland , daarna Pro* fesfor te Duisburg, overleden in 1765. Misc. Buisb. T. 1. p. 127 fq. Misc. Gron. T. 1. ƒ>. 178 fq. 1752, Ewaldus Hallebeek, in Holland geboren, vanPredikant te Middelburg hier tot Profesfor en Academie-prediker beroepen, is vertrokken, naar Leiden » 1762. 1752. Paulus. Chevallier, voorheen Predikant, dezer Stad, ziet de Lijst der Stads Predikanten. 1,763. Franciscus Ludavicus. Cremer , Bern. Sebast.. zoon, voorheen Predikant te Maastricht, daarna Pro,., fesfor te Harderwijk, en van daar herwaards beroepen.», overleden in 1777. B 4 '  a\ de-GLAS SIS van 1765. Gerardus Kuypers, in Holland geboren, i:s geweest Predikant te Jutpbaas, Nijekerk in Gelderland , Winfchooten , en de Scheemda, van daar beroepen tot Profesfor alhier. 1773» Petrus Ahresch , voorheen Predikant dezer Stad. Ziet de Lijst der Stads Predikanten. 1777. Theodorus Lubbers, voorheen Predikant dezer Stad. Ziet de Lijst der Stads Predikanten. E NGELBERT. De Gemeente dezer plaats is voorheen tot aan 1651 met MIDDELBERT gecombineerd geweest, dog federt dien tijd daarvan afgefchciden. De Beroepingè der Predikanten ftaat hier, gelijk in de meeste Dorpen van het Goorecbt, aan den Kerkeraad en Stemgerechtigde Ledematen der Gemeente. De volgende Predikanten hebben hier gediend. 1604. Henricus Crevelius. 1631. Fredericus ab Oostbroek , vertrokken naar de Eexta in 1635. 1635. Matthias Meijer, vertrokken naar Sappemeer €11 1640. 1640. Jobannes Hubertus Jungius , is overgegaan tiaar Middelbert in 1651. 1651. Albertus van Lambergen, overleden in 1672. 1673. Rudalphus Helperi, vertrokken naar Heveskes ïn 1680. 1680. Stephanus Benninck, overleden in 1690. 1690. Jobannes Hugting, vertrokken naar 't Hoogezand in 1716. I7I7- Jobannes Gelting, overleden in 1719. I7i9- Jobannes Daniël Metting, overleden in 1726". 1727. Timotheus Blankftein, vertrokken naar Winfuiy in 1729. 1729. Jobannes Klugkist Conr. Fil. , vertrokken naaj Qostwold in 't Oldampt in 1734. 1734'.  GRONINGEN en 'T GOORECHT. 55 1734. Jobannes Rummerink , vertrokken naar de Meeden in 't Oldarnpt in 1736. 1737. Petrus Jobannes Hui/inga Rud. fil., vertrokken naar de Nieuwe Schans in 1741. 1742. Hiddo Woeleftus, vertrokken naar Middelflum in 1755- 1755. Henricus Behing, beroepen van Zonnemaat- in Zeeland, vertrokken naar OosHvold en Leegemeeden in 1766. 1766. Gerardus Oomkens, Om. nep Om. fr., beroepen van IVijnjeterp en Duurswold in Friesland, vertrokken naar Zuidbom in 1772. 1773. Lambertus Nijenhuis , vertrokken naar Ten Buur in 1789. 1790. Omius J. Oomkens Cer. fil. H A A R E N. Volgens enigen is dit Dorp aldus genoemd naar een verheven cn dorren grond der plaatfe, om dat, volgens Menzo Alting, haar of harde oudtijds een boogachtige en dorre plaats te kennen gaf. In ene bulle van Parjs Pius V. \vord het onder de Dorpen van hqt Landfchap Drenthe gerekent, vermits het gelegen is in Drentherwolde of het Goorecbt. Oudh. en Gefi. van Gron. bl. 340, 522. Onder dit Dorp word ook de Ruurtfchap Glimmen gerekend, van ouds een Dorp, Glemmene en Clummt genaamd; alwaar door enen Groninger Steevoogd in 1227 een Kasteel gebouwd was, het welk niet lang daarna door de Drentenaars, die 't met de Gelkingen hielden, om verre gefmeten is. /. e, bl. 601 , 602. M. Alting Notit. Germ. Inf. P. II. fol. 70. In het vonnis , door den Bloedraad te Brusfel in 1570 tegen de Ommelanders geveld , word ook genoemd Edzard Valcke Jans zoon te Glimmen in het B 5 Goo-  a6 de CLASSIS van Gooreeht, als befchuldigd dat bij «evens anderen zig in dienst van Graaf Lodeivijk van Nasfau gefield, en de wapenen tegen deze Landen opgevat had.de. Deze raam vind men ook getekend onder het Verzoekfchrift, door de vluchtelingen dezer Provincie daartegen overgeleverd aan den Keizer en het Duitfche Rijk. In de eerste jaaren na de Reductie dezer Provincie Is hier de Predikants-plaats met NOORDL-AAREN verenigt geweest , tot dat in 1645 dit veranderd is. De Kerk dezer plaats is met een fraai Orgel vercievd. De Beroeping gefchied hier door den Kerkeraad en Stemgerechtigde Ledematen. W. A. Bacbiene Kerk. Geogr. 4 D. bl. 106. De volgende Predikanten zijn hier in dienst geweest. 1595. Henricus Petri. 1598. Simon Joban Pbilaus, die van zijnen dienst te Oostzaan in Noordbolland omflagen zijnde Predikant was geworden, eerst te Helium, daarna te Slocbteren, en eindelijk te Haaren, vanwaar hij naar Beijlen in Drenthe is vertrokken in 1608. 1609, Udalricus Bultenius. 1618. Hubertus Brucherus, uit de Palrz afkomstig, het Pausdom verlaten hebbende heeft hij te Leiden en. Groningen zig in de Godgeleerdheid geoefend. Zijn oudere Broeder Jobannes Brucherus had reeds te vooren zig van den Roomfchen Godsdienst afgefcheiden, en was Predikant geworden te Rees in 't Hertogdom Kleef, daarna te Gieten in 't Landfchap Drenthe, gelijk hij ook in 1614 te Arnhem uitgaf een boekje, onder den tijtel, Veritas Reiigionis Reformatie. Iutusfchen is Plubertus Brucherus hier Predikant geworden en overleden in 1657. Onder zijne agt kinderen is Jobannes Brucherus Doctor in de Geneeskunde en Conrector te Oldenzaal geweest, wiens nakomelingen onder anderen ook Predikanten in deze Provincie zijn geworden. 1658,  GRONINGEN en 'T GOORECHT. 1658, Abrahamus Trommius , vertrokken naar Groningen in 1672. 1672. Jobannes Ganfevoort, overleden in 1686. 1687. 'jobannes Stechnerus , beroepen van Garmerwolde, vertrokken naar Groningen in 1703. 1704 Meinhardus Cock, beroepen van S/een in Drenthe, vertrekken naar Winfchooten in 1709. 1710. Abrahamus Fledderus , is Emeritus verklaard in 1757 en niet lang daarna overleden. 1757. Jobannes Meijer Conr. fr., geboren te Woldhuizen in Oostvriesland. HELPEN. Men zegt, dat deeze Buurtfchap, nabij de Stad gelegen, eertijds Heltmen in plaats van Helpen, gelijk Pc deza naderhand Peijze, genoemd is. Wat daarvan ook zij, althans de Koning van Spanje in 1555 Heer der Nederlanden geworden zijnde, en de verborgene Gemeente der Gereformeerden daarom in de Stad niet langer een Predikant konnende hebben, zo heeft een van de Stads Roomfche Pastooren, Jobannes Eelst of Eeltz, met toeflemminge van de beide oudste Borgemeesters, toegelaten dat te Helpen het zuiver Euangeli, zonder enige plechtigheden van het Pausdom, verkondigd wierde. In 1566, toen de Landvoogdes aan de Gereformeerden de vrijheid van godsdienst fcheen toe te daan, begaven veele uit de Stad zig herwaards tot het gehoor van Gods Woord. Welke toeloop hier van tijd tot tijd zodanig vermeerderde, dat het volk op her kerkhof de predikatiën moesten aanhooren. Weshalven de Borgemeesteren en Raad, daar toe verzogt zijnde, den Gereformeerden de Broer-Kerk in de Stad hebben laten inruimen. Dog deze vrijheid wierd in 1567, op bevel van de Landvoogdesfe , hier ook gewapenderhand verhinderd, waar door veele genoodzaakt  fi8 DE CLASSIS VAN ^aakt- wierden te vlucliten. D. Gerdes. Scrin. Antiq*. T. 8.P.2. pag. 730. fq. liet Adclijke gcflachte van Coenders was hier eertijds in aanzien, waar onder geweest zijn, die op het voorouderlijke Kasteel te Helpen buiten enige bedieninge van hunne rijkdommen leevden. Onder deze is geweest Derk Coenders , die hier aan de Gereformeerden tot den openbaren godsdienst een plaats op zijn landgoed toegedaan, ook de zitbanken en andere gereetfehap geleend heeft. Weshalven hij in 1567 de vlucht nam naar Nljtnbuis in 't Graaffchap Benthem, terwijl zijn Schoonzoon, de Borgcnieestcr Reint Aibeida, zig met de zijne naar Stchifurt begaf. In 1576, niet lang na liet vrede-verdrag van Gent, te Helpen met de zijne wedergekeerd en in het bezit zijner goederen herdeld zijnde, heeft hij een Predikant ontboden, om in zijn huis met de zijne den heere plechtig te danken. Dog wegens den afval des Graven van Rennenberg in 1580 andermaal moetende vluchten, begaf hij zig met zijn huisgezin naar Lebr in Oostvriesland , alwaar hij in 1584 geflorveu en begraven is. Onder zijne zoonen zijn geweest Frederik en Abel Coenders, die na de Reductie dezer Provincie, federt 1594 de aanzienlijklte ampten in de Stads Regeringe bekleed hebben. J. Hw v'inga et G. Schonenborcb Orationes in obitum Fr. Coen-, ders. H. Altingii vit. A. Coenders. De Predikanten, die voor de Reductie hier den dienst hebben waargenomen, zijn geweest. Feito Ruardi , die naa de Reductie onder de. eerste Predikanten dezer Stad is geweest. 1565. Wicber Mille/lus, in Friesland geboren, is te. Norden in Oostvriesland tot aan 1565 in dienst geweest. In 1566 en 1579 heeft hij te hielpen en Groningen het dienstwerk waargenomen. De Embders hebben hem een cn andermaal te vergeefs tot Predikant, begeerd, zijnde als Predikant te Hints in Oostvries.-. land  Groningen en 'f göörecht. *) land gednrvcn. 'Merkers Oostvr K. Gefchied. I. D. bl. 460 .//. D. bl. 39. enz. 1566 Menzo Altirig, geboren te Eelde in Drenthe, vervolgens te Groningen, Munster, en in den Ham, de eerste gronden der wetenfchappen geleerd hebbende , werd naar Keulen gezonden, om in de Roomfche Godgeleerdheid onderwezen cn tot het Priester-ampt bekwaam gemaakt te worden. Dog hier tot kennis der waal-heid gekomen zijnde, begaf hij zig naar Heidelberg , alwaar hij in'1566 tot den prcdikftoel bekwaam verklaard wierde. Hierop predikte hij te Helpen , ook aanvaarde hij de Predikants plaats te Sleeü ih Drenthe, waarvandaan hij nochtans moeste vluchten wegens de komst des Hertogsvan Alba. Naar dë Paltz zig dan wederom begevende, is hij 'er Predikant geworden te Leizelsheim, vervolgens te Dirmflein, ert eindelijk te Heidelberg; tot dat hij in 1575 te Embden in den' Predikdienst is gefield,' U. Emmii vit. Menf. Altingii. Meiners Oostvr. K. Gefchied. I. en 11. D. Oudhofs IVaarfcbouvc. bl. 628—634. Sedert de Reductie dezer Provincie is de Gemeente van Helpen met die van Groningen verenigd geweest. Intusfchen heeft de Sijnode in 1669 bij 'sLands Hoogè Machten laaten aandringen, dat Helpen van de Stad Groningen afgefcheiden mogte worden, en enen eigenen Predikant hebben'. Welk verzoek wel op den Landsdag is voorgedragen, dog wegens den oorlog van 1672 is daarop-niets gedaan. Vervolgens is, wegens fchaarsheid en kommerlijke tijden , eindelijk nagelaten daarop aan te houden; hoewel deze zaak in de Handelingen of Registers dezer Kerkvergaderinge jaarlijks hernieuwd en als levendig gebleven is tot aan 1688. 't hóo  3o de CLASSIS vaw 't HOÖGEZAND. In deze nieuwe volkplantinge is ook van tijd tot tijd eene aanzienlijke Gemeente gefticht, die nochtans voorheen grooter was, dan tegenwoordig, aangezien de Buurtichappen Windeweer en Lula in 1755 daarvan zijn afgelcheiden. Beroepingen geleideden hier , naar 't recht van Collatie, door de Heeren Borgemeesteren en Raad van Groningen. Hier zijn de volgende Predikanten geweest. 1668. Henricus a Bijier, beroepen van Noorddijk , overleden in 1706. 1705. Jobannes Carolinus , beroepen van Wolvega in Friesland, overleden in 1715. 1716. Jobannes Hugting, beroepen van Engelbert , 0verleden in 1722. ,.- 1723. Franciscus Buning , Voorheen Predikant te Bierum, daarna te Moscou in Moscovien, overleden in 1729. -73°* Jobannes Fredericus van Oostbroek, beroepen1 van Noordlaaren, vertrokken naar Groningen in 1749. 1750. Jobannes Henricus Nieuwold, beroepen van Ten Buur, overleden in 1757. 1758. Jobannes Moerkramer, uit Oostvriesland, vertrokken naar Weender in 1760. 1761. Wilhelmus Costerus Alb» Wilh. cogn., beroepen van Winfum, vertrokken naar Sleen in Drenthe in 1776, te Rottum geftorven in 1782. 1777. Adam Lentz , beroepen van Tsbrechtum in Friesland. KROPSWOLDE. Volgens den Schrijver der Oudheden en Gedichten Van Groningen enz. bl. 522. is dit Dorp oudtijds Krepwolde genaamd, en ibnd onder het Dekenlchap van  GRONINGEN en 'T GOORECHT. 31 van Drenthe. Hiertoe behoord ook de Buurtfchap' Foksbol, aldus genaamd naar Nittert Foks, gemeenlijk Jonker Foks, Overste onder den Hertog Alberr van Saxen, wiens Krijgsbenden hier in 1499 door de Groningers verflagen zijn. Cbromjk van Gron. en Ommel, bl. 117. De Beroepingen worden hier verricht door den Kerkeraad en Stemgerechtigde Ledematen. De naamen der Predikanten dezer Gemeente zijn de volgende. 1602. IVilbelmus Jobannes. 1623. Gerhardus Boekbolt. 162.6. Henricus BottichiuS , beroepen van Eelde in Drenthe, overleden in 1664. 16Ó1. Antonius Botticbius, Henr. lil., zijnen vader toegevoegd, overleden in 1687. 1688. Rudolpbus Botticbius, Henr. nep. Anton. cogn., everleden in 1749. 1750. Hillebrandus Jansfonius, Hillebr. fil. Joh. fr. , bemepen van Noordborn, vertrokken naar Veendam in 1753- • -- 3754.. Aapko Luito Bouman, beroepen van Midlum in Oostvriesland vertrokken naar Middelflum in 1763. 1764. Franciscus Jobannes Detmers, beroepen van Visvliet. L U L A. Eene Buurtfchap, voorheen in het Kerkelijke behoorende onder de Gemeente van 'T HOÖGEZAND , waarvan het Zuidwaard nabij de Turfveenen gelegen is; dog federt 1755 daarvan afgefcheiden , en thans tmderhoorig aan de Parochie van WINDEWEER. MID-  32 DE CLASSI S VAN M I D D E L B E R T. De Gemeenre dezer plaats is tot aan 1651 verenigd geweest met ENGELBERT. De Beroepingen Itaau hier aan deu Kérkeraad en Stemgerechtigde Ledematen der Gemeente. De volgende Predikanten heeft men hier gehad. 1651. Jobannes Hubertus Jungius, voor dien tijd ook Predikant te Eugtlbert, overleden in 1ÓS0. 1680. Sixtus Jungius, overleden in 1698. 1700. Abrahamus Winter, overleden in 1741. 1742. Jobannes Bril) beroepen uit Oostvriesland , overleden in 1764. ] 765.. Jobannes Franciscus Buning, beroepen van Oostwold en Leegemeeden j vertrokken naar Uithuizen in 1780. 1781. Ajolt Rudolf Sijlman, beroepen van Noordlaren, vertrokken naar Winfchooten in 1783. Fredericus Adolpbus Begeman, Christ. G. Sigism. fr., beroepen van Sleen in Drenthe. N O O R D D IJ K< Men zegt, dat hier eertijds het Gedachte van Ulger's is geweest, waarvan men een en ander met name vernield vind in het vontfis van den Bloedraad te Brusfel , in 1570 tegen verfcheide Ommelanders geveld. Alwaar Ditmar en' Herman Ulgers Gebroeders befclïuldigd worden , dat ze zig in dienst van Graaf Lodewijk van Nasfau gefield , en de wapenen tegen deze Landen opgevat hebben. Hl$rrne naamen , nevens dien van hare Moeder en erten anderen Nabeftaanden vind men ook getekend onder het Verzoekfchrift, door de Vluchtelingen dezer Provincie daar tegen in het zelve jaar overgegeven aan den Keizer en de Rijksvergaderinge te Spiers. ,, Dé  GRONINGEN en 'T GOORECHT. 33 De Beroepingen (laan hier insgelijks aan deri Kerkèraad cn Stemgerechtigde Ledematen der Gemeente. Sedert de Reductie dezer Provincie zijn de volgende Predikanten beroepen. 1595. Jobannes Meijer. 1612. V/ilbelmus Walraven, vertrokken naar Westeremden in 1614. 1615. Jacobus Janiculi. 1631. Bolardus Stechnan, overleden in 1648. 1650. Hercules Harkens Terinkvelt , overleden in 1660. 1662. Henricus a Bijier , vertrokken naar '/ HoogeZand in 166S. 1668. Evèrwtrius Palthenius, vertrokken naar de: Hark/lede in 1676. 1 1676. Petrus Mees, vertrokken naar Lopperftm iri 1680. 1681- Rudolpbus Elieri, overleden in 1699. 1700. Jobannes Henricus Dorri'è, beroepen van Sijbaldabuuren , vertrokken als Hoogduitfche Predikant naar Groningen in 1706. 1706. Pompejtts Heidanus , beroepen van Grootegasty overleden in 1718. 1720. Heruiannus' Lenting, beroepen van RboderwoU dê in Drenthe , overleden in 1725. 1726. Beruardus Cock, Mein. fit. , vertrókken naar Landsmeer in Noordholland in 1732. 1733. Duco Camping, beroepen van Rijzum in Oostvriesland, vertrokken naar Hillegondsberg in Zuidholla'nd in 1735. *735- Jobannes Ludovicüs Gocbenius , beroepen valt Garsbuizen, vertrokken naar Delfzijl in 1743. 1743. Jobannes Arnoldus Eek, Jac. fil., beroepen vaiï Ltllens, vertrokken naar Sappemeer in 1750.- 1750. Albertus Fokkers, Franc. Fred. fil., Wilh.' Henr. fr.9 Emeritus verklaard in 1755» overleden in 17Ö6, c 17560  34 de C LA SSIS van 1756. Theodorus Lubbers, joh. fil., beroepen van de Breede, vertrokken naar de Scheemda in 1766. 1767, Lambertus van Bolhuis, beroepen van Mars* fum in Friesland, vertrokken naar Oostuoold in 't Oldampt in 1772. 1772. Martinus Sivijgbuizen , Corn. Flerm. fil., beroepen van Farmfum , vertrokken naar Groningen in 1777- 1777. Antonius Driesfen, Ant. nep., beroepen van Rottum. NOORDLAAREN. Drie plaatfen op de grensfcheiding van deze Provincie en het Landfchap Drenthe voeren den naam varf Laren of Laaren, daarom ook gemeenlijk de Drie Lag* reu genaamd. Twee van deze plaatfen zijn Kerkdorpen , waarvan het eene is Noordlaaren in dccze Provincie, en het andere Zuidlaaren in Drenthe. De middelste plaats, oudtijds Mitspete of Mitsplete gehceren , :genwoordig Midlaaren genoemd, om dat in 't midden tusfehen gemelde Kerkdorpen gelegen is. Het Kasteel alhier, bij het welke de Drenthen cn Utrechtenaars in 1227 , 1231 , en 1232 tegen elkander gevochten hebben, is in die dagen ook verbrand. Oudh. en Geft. van Gron. bl. 522, 603. Sedert de Reductie dezer Provincie zijn HAAREN en NOORDLAAREN t< t aan 1645 door een en denzelven Predikant bediend geweest. De Beroepingen daan hier bij den Kerkeraad en Stemgerechtigde Ledematen der Gemeente. Door welke 'er van tijd tot tijd tot Predikanten zijn beroepen 1645. Wilhelmus Alflorphius. 1648. Albertus Bieruma, Lamb. fil., overleden in1 16Ó8. 166S. Jobannes Munckerus, overleden in 1715. 3 i??4v  GRONINGEN en 'T GOORECHT. S$ 1704. Lubbertus Munckerus , den evengenoemden tot eenen Medehelper toegevoegd, overleden. 1716. Antonius Scbukking, beroepen van Rolde in Drenthe, vertrokken naar Zuidlaaren in 1720. 1721. Franciscus Fredericus Fokkers, vertrokken naar Groningen in 1728. 1728. Jobannes Fredericus van Oostbroek, vertrokken naar V Hoogezand in 1730. 1730, Matthias Ëngelberts, beroepen van Norcb in Drenthe, vertrokken naar de Mieden in 't Oïdampt in i734- ' - 1735. Fredericus Henricus Havingha, beroepen van Farmfum, overleden in 1742. 1743. Adamus Pierius, Gerh. fil., beroepen van Menfingevoeer enz., overleden in 1759. 1761. Hermannus Reekbuis, vertrokken naar Onst* ivedda in 1769. 1769. Wijbrand Verweij, beroepen van Idzegabui-. zen enz. Bi Friesland, vertrokken naar Tlst in Friesland in 1776. 1777. Tiddo van der Veen, beroepen van Feerwert, vertrokken naar Pietersbuuren , in 1779. 1780 Ajolt Rudoif Sijlman, beroepen vajj fsbrecbturn in Friesland , vertrokken naar Middelbert in 1781. 1781. Lambertus Vos, beroepen van Dieveren in Drenthe , vertrokken naar Zuidlaaren in 1785. 1785 Bernardus Georgius de Roos , beroepén vatt Sleen in Drenthe , vertrokken naar Noordbroek in 1787. 1787. Coenraad Groot- Holtman, Cornel. fil., beroe« pen van Heeg in Friesland, C a 't SAPÏ  35 de classis «a'h 't s a p p e m e e r. Het groote cn kleine Sappemeer in t6i8 droog gemaakt zijnde, is hier ene nieuwe Volkplanting aangelegd, welke ene der aangenaam fte plaatfen dezer Provincie is. Ook pronkt zij met ecu fraaijc agtkantige Kerk door Koper gedekt. Niet alleen Lutherjcben, maar ook veele Mennoniten wooneu 'er, zo van de oude fflm door Friesjands Algemeene Staaten bekrachtigd zijn : Hoe eertijds de Adelijke gedachten van Snel- gers-  44 os CLASSIS gersma, Ripperda, Houwerda, Mckkema, en vervoh gens die van Maneet, Burmannia, Steeuhuifen, Pokman , hier veel invloed op het Rechtsgebied ge^ had hebben: Hoe in de XVde en XVIde eeuwen deze plaats de gevolgen van den oorlog dikwijls heeft ondervonden, dan door de Groningers, dan door de Oostvriezen, dan door de Saxen, dan door de Gelderfchen, dan door de Keizerlijken ; Daaromtrent kan men bij anderen bericht bekoomen. De Roomfche Pastoren waren hier eertijds Ofiicialen en Commisfarisfen der Bisfchoppen van Munster, gelijk iu 't Voorbericht § 59 en 60 gemeld is. De openbare dienst wierde door hen verricht in de ParochieKerk , die ten zuiden der plaats fcaat, en aan St. Niklaas toegewijed was, Sedert de Rcduclie dezer Pro-t vincie is dezelve van tijd tot tijd vergroot , en de Hervormde godsdienst daarin waargenomen. In het noorderdeel had men 'er ook de Augustini of BroerKerk , welke behoorde aan het Klooster der Monniken dezer order; alwaar veele Abten en Kerk-Overllen van Fivelingo, Hunfingo, en Reiderland, plagtcn te vergaderen. Dog in 't vervolg zijn de inkomsten van hetzelve door den Paus aan den Groninger Bislfchóp toe., gelegd, en federt de Reductie dezer Provincie is dit Klooster nevens de Kerk geheel vernietigd. Niet lang na het Vrede-verdrag van Gent, heeft Dodo of. Doede van Amsweer, met de Secretaris Israël Degener, in 1577 zijn best gedaan, om Leeraars van den Hervormden godsdienst hier in vasten dienst te erlangen. Johannes Bogerman, uit Friesland afkomstig, die voorheen in zijn Vaderland en Overijsfel den Euangelie-dienst onder het kruis had waargenomen , en nu federt drie jaaren in Oostvriesland Predikant was geweest, kwam hier vooral in aanmerking. Dog dit, gelijk ook niet lang daarna zijne beroeping toE tweeden  v a ï: A T P I N CEüA M. 45 ckii Predikant dezer plaatfe , liep in liet riet; hoewel men zegt, dat hij er voor eenen tijd en als ter leen zij geweest. Jobannes Milius is hier de eerste openbare Euangeiie Dienaar geworden, die eerst in het .Schutten huis, en niet lang na het aannemen der Religie-Vrede in de Augustinus of Broer-Kerk den dienst heeft waargenomen. Te Groningen, na dat hij op vriendelijk verzoek als ter leen van hier derwaards was gezonden, heeft hij enigen tijd den dienst waargenomen in de Broer-Kerk. Doede van Amsweer getuigd in zijnë fchriften van hem : ,, dat hij wel niet ervaren was „ in de raaien en menfchelijke wetenfchappen , maar ,, nochtans met recht gehouden werd van Gód geleerd te zijn; dat hij door enen ijverigen geest werd ge„ dreven, om de eer van God cn de uitbreiding van ,, Christus Koningrijk met allen ernst en getrouwheid „ te bevorderen; dat hij niet verdrietig was in enigen „ arbeid of moeite , maar tijdig en ontijdig aanhield ,, in het leeren en vermanen ; dat hij in leere en le* 4, ven oprecht en getrouw, als mede eerbaar en vroom „ van wandel, föber en nuchteren, en met zijne be- zoldinge vergenoegd was , niet de wol , maar de ,, fchaapen zoekende." De Handelingen der Apostelen in het vervolg verklarende, en tot het verhaal der bekeringe van drie duizend menfehen gekomen zijnde, gaf hij met zuchtingen en traanen te kennen zijnen wensch en begeerte, dat zijn dienst niet onvruchtbaar mogte zijn , maar dat ten minsten enigen daardoor voor den Heerê mogten gewonnen worden, op dat hij niet te vergeefs gelopen of gearbeid mogte hebben. Jobannes Aïrarius is vervolgens bij hem gevoegd , Zo dat door deze twee Leeraars veel is toegebragt ter bevorderinge van deze nieuwe Gemeente , en tot n'ut van anderen in de omliggende Dorpen. Doede van Amsweer in zijne fchriften gewaagd met lof van' deze'  46 de CLASSIS deze beide Leeraars , zeggende onder anderen; dat hunnen dienst, benevens dien van Ubelus te Winfum, moeste hoger gefchat worden, dan de dienst der Pre. dikanten, weike na de Reductie hier zijn gekomen» De Groningers hebben door brieven zeer vriendelijk verzogt, dat een van deze beide voor enigen tijd aan hen ter leen mogte overgedaan worden. Aan welk verzoek ook enigermaten is voldaan. In 1580, wegens den trouwlozen afval van den Stadhouder, Graaf van Rennenberg, zijn van hier naar Larrelt bij Embden gevlucht , niet alleen het huisgezin van den Heer Iloinverda, benevens zijnen fchoonzoon Philips Meckema, maar ook Doede van Amsvieer en de Sekretaris Israël Degencr, met de beide Predikanten en Ouderlingen. Men verhaald, dat agt dagen voor St. Jan midzomer dezes jaars , na dat de vrouwen naar Embden vooraf waren gezonden, de beide Predikanten in het huis van Doede van Amsweer zig te ruste hadden begeven , terwijl hij zelf de wacht hield; datze omtrent middernacht, uit den opgaanden brand voor Groningen, den aftocht der Staatfche en overmacht der Spaanfche krijgsbenden bemerkt hebbende , te faamen in den nacht naar de Wageuborger-zijf gegaan, en van daar in den volgenden morgenltoiid naar Embden zijn overgevaren; datze aldaar , na een kort verblijf, in liefde en met tedere gemoeds aandoeningen van elkander zijn gefcheiden, vermits Miiius te Breda , en ALrarius te Deventer werd beroepen. Sommigen nochtans, 't zij om dat ze niet konden vluchten, of om dat ze door flerke koorden kleefden aan de plaatfe hunner woninge, waren te Appingedam gebleven. Weshalven de uitgewekene Ouderlingen aan deze bedroefde en verflrooide Gemeente den 13 januarij 1581 uit Embden een troost- en vermanings fchrift hebben gezonden. Zij oordeelden verplicht te zijn, om, onder de grote verwoestingen des Vader-  Van APPINGEDAM. 47 Jérlanrts j fchoon naar liet lighaam afwezig, nochtans dezelve ih het ware geloof, 't welk zij hadden aangenomen , te troosten en verfterkeh tegen de aanvechtingen van het kruis. Daar m (lelden ze hen voor 00gen , dat de goede krijgsknechten van Christus ook verdrukkingen moeten lijden, dat de zaligheid aan die ten einde toe volharden belooft zij, en dat de kroon des levens zij toegezegd aan die ter dood getrouw zijn. Ook vermaanden ze hen broederlijk, dat zij noch' door enig ding dezct wereld, noch door lief of leed, zig van de belijdenisfe der Euangelie-waarheid zouden laten aftrekken. En vernemende , dat de kinderen van iemand hunner geloofsgenoten te Appingedam gevaar liepen van overtegaan tot ene andere gezintheid, zo hebben ze in 15S2 en 1583 den vader door een brief vermaand , om naar zijn plicht alle mogelijke middelen aan ie wenden ^ dat zijne kinderen van de dwaalleere wierdén afgehouden. Voorts heeft De.de van Amsiveer te Embden in 1583 laten drukken, Spie. gel der aanvechtinge des Satans, met ene Vwrreae aan de bedroevde en ver [Ir ooi de Gemeente van Appingedam', en in 1590 gaf hij aldaar in het licht, ene Christelijke Tragedie, de Koopman of het Ordel genaamd. Dcez' Man was gefprooten uit een voornaam gedacht te Appingedam , het welk den flamnaam had ontleend van eene P.uurtfchap , niet ver van hier gelegen. Na de Reducne dezer Provincie is hij , wegens de Ommelanden , onder het getal der Gedeputeerde Staaten gefield, wanneer hij ook de Sijnodale Vergaderingen als Commisfaris Politiek dikwijls heeft bijgewoond, zijnde voorts Borgemeester en Ouderling te Appingedam geweest. Deze Provincie in 1594 met het Bon Igenootfehap der Verenigde Nederlanden herenigd geworden zijucie, zo zogtcn de Borgemeesrers met den Bouwmeester en Kerkvoogden, benevens den Kerkeraad, te Appi..gedam'  48 de CLASSIS dam al haast twee Predikanten in dienst te bekomen; Derzelver Beroeping is vervolgens altoos gefchied door de Gemeente , dog gemcenzaamlijk met de genoemde Eedgenoten, en met den Kerke raad. Waaromtrent den 16 Novemb. 1661 een verdrag is gemaakt, het welk den 7 Maart 1762 door de Heeren Lieutenant en Hoofdmannen der Hooge Justitie Kamer met een verzegelinge bekrachtigd is. Verg. W. A. Bacbiene Kerk. Geograpbie der Feren. Nederl, 4de Stuk bl. 120, 121. In 1596 had men hier reeds een Kerkeraad, beftaande nevens de beide Predikanten, uit vier Ouderlingen,' en vier Diaconen; als blijkt uit het Kerkeraads Prothocol, 't welk in gemclden jaare een begin heeft genomen. Dog naderhand is bij zekere gelegenheid , ingevolge de uitfpraak der Clasfis , 't getal der Ouderlingen tot agt vergroot, waarbij het tot heden is gebleven. Door twee Predikanten word hier de dienst verricht, 's Zondags tweemaal, ook 's Woendags avonds door 'tgeheele jaar beurtelings. Aan eene dezer beide Predikants-Bedieningen is het Rectoraat der Latijnfchè School verknocht federt 1685. Sedert de Reductie dezer Provincie zijn hier de volgende Predikanten geweest. Rudolpbus Artopoeus, geboren te Embden , heeft misfehien hier al gediend, na dat Oterdum en Delfzijl in 1583 en 1591 door de Boudgenooten der Verenigde Nederlanden heroverd waren. Althans in de eerste Sijnode, welke in 1595 te Groningen is gehouden, verfcheen hij als Predikant té Appingedam. Niet lang daarna, op 't einde van 1595 of in 't begin van 1596 is hij van hier vertrokken naar Delfzijl. Het verfchit tusfehen hem en deze Gemeente over dit vertrek en de achterftallige zoldie ontftaan , is den 11 November 1596 door tusfehenkomst van twee Predikanten wederom bijgelegd, volgens het Kerkeraads Prothocol.  vam APPINGEDAM. 4» 1596- Jobannes Bogerman, die geweest is de vader vin den vermaarden Voprzitter der Dordfche, Kerkvergaderinge, was omtrent 't jaar 1580. uit Oostvriesland wederom naar zijn Vaderland vertrokken, om te Bolsviert het werk der bedieninge waar te nemen. Dog vermits toen overal groot gebrek was aan bekwaame. Predikanten, daarom heeft hij ook te Speek, Fvanekir , Steenwijk, en .Campen, naar verciscb van zaaken zijnen dienst dikwijls laten gebruiken. In den iarre 1593 is hij Predikant te Steenwijk geworden, van waar hij' den 6 April 1596 is beroepen naar Appingedam, ter zclver tijd , wanneer de Gemeente van Adewert reeds met hem in onderhandchnge was gekomen. Hierop kwam hij den 17 dezer maand te Groningen , dog de Heeren Staaten dezer Provincie oordeelden , dat hij zig liever moeste voegen bij de Gemeente van Appingedam , waarin die van Adenert berust hebben. Dit beroep nochtans , volgens' den raad der Embder Predikanten M. Altiag en J. Zuid* larezus , heeft hij aangenomen onder voorwaarde, dat hem een amptgenoot mogte worden toegevoegd , 't welk ook terftond is ingewilligd. Hier vond Bogerman 63 Leeden der Gemeente, waar onder enigen als religie-ballingen buiten het vaderland geleevd hadden , wrik getal door hem met 47 is vermeerderd. De Kerkeraad . bettond toen uit vier Ouderlingen * naamlijk den Jonker Philips Meckema , den Borgemeester Galio van Amswrer, Joban Qltgers, en Jo* ban Bijleveld, als mede uit zo veele Diaconen, wel-, ke waren, Tjamme Luppen, Geert Harms, Jobari, van Cleve, en Geert Hindriks. In 't jaar 1598 werd hij van hier naar Hasfelt beroepen, weshalven deze Sijnode oordeelde, „ dat de Gemeente van Appinge„ dam haar best moeste doen , om dezen Man, die „ voor de Kerk, de Clasfis, en de geheele Provin„ cie zo nuttig was,, te behouden." Waarop die D van  5* t>ft CLASSIS van Appingedam, door de Sijnode' en Clasfis bénevens goede vrienden geholpen, bij hem aandrongen om hier te blijven ; maar vruchteloos, zo dat hij den 15 Junij zijne affcheids predikatie deed en van hier vertrok naar Hasfe/t, volgens het Kerkeraads Prothocol, 't welk door hem allereerst is aangelegd. Vid. E. L. Vriemoet Athen. Frif. p. 265. fq. 1596. Henricus Houbingius , de eeiste Rector der Latijnfchè Schooien te Appingedam federt de Reductie, is met Joh. Êogerman in 1596 hier ook tot Predikant beroepen , dog wegens de geringe bezolding is hij in 1597 van hier tot de Gemeente van bet Zandt overgegaan. Conf. Vit. Prof. Gron. fil. 204. Deze Gemeente dus van hare beide Leeraars ontbloot zijnde, zo is hier volgens befiellinge der Clasfis door drie naburige Predikanten enigen tijd de dienst waargenomen, volgens het Kerkeraads Prothocol. I599- Jobannes Sprenger, in 1595 Predikant te Huizinga, en in 1597 van daar naar Noordbroek vertrokken , is in 1599 te Appingedam beroepen en bevestigd. Hoewel federt het vertrek van Bogerman er geene Huisbezoeking of Avondmaals bediening was geweest, nochtans heeft hij de Gemeente taamlijk iri ftaat gevonden, Niet lang daarna heeft hij , gelijk hem beloovt was, enen amptgenoot verzogt, te meer om dat hij oud en zwak wordende, deze groote Gemeente alleen niet konde bedienen. Waar op Houbingius wederom is beroepen, hoewel vruchteloos. In 1602 kreeg hij Bernardus Danielis -tot zijnen amptge. noot, die echter in 1603 of 1604 wederom is ver'trokken. Dog op zijne klagte, dat de dienst hem alleen te zwaar viel, en het gehoor (hoewel buiten zijn fchult) verminderde, zo heeft men in 1607 wel pogingen aangewend tot het beroepen van enen Predikant , dog dit is telkens in het riet geloopen. Weshalven hij zijnen dienst tegen Paafchen 1608 aan den Ma-  van APPINGEDAM. jtf Magiftraat fchriftelijk heeft opgezegd, 't welk deez* heeft aangenomen tot ongenoegen van den Kerkeraad en Gemeente. Hierop is Daniël Angelocrator Predikant te Frankenborg in Hesfen-Land door de eerstgenoemden hier tot Predikant beroepen , gelijk vervolgens naar de uitfpraak der Sijnode gefchied is door den Kerkeraad. Dog de Beroepene, waarfchijnlijk wegens het daar over ontftaane ongenoegen , heeft zulks afgefchreven. Weshalven Dn. Sprenger niet lang daarna vertrokken is naar Opvoierda. 1602- Bernardus Danielis, beroepen van Wetzingt, maar in 1603 of 1604 vertrokken naar de Scheemda. In 1Ó08 heeft de Magistraat hem wel wederom beroepen , dog tegen het genoegen van den Kerkeraad en Gemeente , volgens het Kerkeraads Prothocol. Misfchien is hij geweest de zoon van Daniël Bemardus Eilshemius, Predikant te Embden, wiens' vader was Bernard Boinvo, Predikant te Eilfum in Oostvriesland. Meiners Oostvr. Kerk. Gefchied. II. Deel hl. 430 enz. 1609. Georgius Placius, van geboorte een Leipziger uit Saxen, was voorheen uit de Paltz, alwaar hij enigen tijd Predikant was geweest, naar Oostvriesland gevlucht en er in 't jaar 1603 te Westerhuizen in den dienst bevestigd. Maar in 1609 ging hij over tot de Gemeente van Appingedam, wanneer hij wegens zijne bekwaamheid in den dienst door de Sijnode dezer Provincie , misfchien meer dan iemand zijner tijdgenooten, is gebruikt als Prasfes, Adfesfor, Scriba, Deputatus, en Correspondens. Ook is hij, ■wegens de Sijnode dezer Provincie, nevens anderera afgevaardigd tot de Nationale Sijnode, welke in 1618 en 1Ó19 te Dordrecht is gehouden. Na dat hij. 16 jaren lang in deze Gemeente den dienst alleen had waargenomen, is hij in 't jaar 1625 van hier naar Embden beroepen , alwaar hij in den ouderdom vara* D £ ëi  5* oeCLASSIS 62 jaren overleed in 1647. Meiners Oostvr. Kerkt Gefchied. II. D. hl. 445 enz. 1625. Sihrandus Francisci Eidelshemius, van Siedum tot deze Gemeente beroepen zijnde, had zonder behoorlijk ontflag van zijne Gemeente en Glasfis zig hier in den dienst gefield» buiten kennis der Clasfis van Appingedam. Dog , wegens zijne jongheid 4 en om deze Gemeente in geene onrust te brengen, heeft de Sijnode hem daar over verfchoond. Den tijd van 45 jaaren hier het werk der bedieninge waargenomen hebbende is hij ontflapen in 1671. 1625. Tido Henrici van Kniphuizen, voorheen Predikant te Luitsborg in Oostvriesland, is hier met den evengenoemden beroepen, dog overleed in 't volgende jaar i6z6. 1627. Hermannus Spiespus, uit Duitscbland door' den oorlog verdreven, is geflorven in 1637. 1638. Laurentius Pimperling, Theol. Doctor, uit Duitscbland afkomstig, overleed in 1660; 1661. Engelbertus Alberthoma, oudste zoon van dert Groninger Predikant Albertus Tbomte, is van Menfitigeweer beroepen, en na verloop van 10 jaar geflorven in 1671, wanneer zijn amptgenoot Eidelshemius insge- • lijks is overleden, zo dat daar door de beide Predikants plaatfen hier te gelijk vakant zijn geworden. 1672. Albertus Alberthoma, zoon van Albertus Thot»ee en broeder van Engelbertus Alberthoma, is Proponent zijnde hier beroepen , dog van hier vertrokken naar Embden in 1683. 1672. Henricus Szvaan , met den evengenoemdeir hier insgelijks als Proponent beroepen , is overleden in 1679. 1681. Occo Piccardt, vader van Jan Piccardt Heer van Slochteren, is hier van Oterdum beroepen, en, federt 1683 den dienst enigen tijd alleen waargenomenhebbende, is naar fVtitfchooten vertrokken in 1693. 1685.  van APPINGEDA M. Jj 1685. Eppo Ippius, een zeer geleerd en taalkundig jnan, wiens zoon en kleinzoon het ampt van Advocaat Fiscaal dezer Provincie hebben waargenomen, was voorheen Predikant te Nijbert , wanneer hij in 1683 hier tot Rector der Katijniche Schooien werd aangefteld. Dog vermits wegens de verflappinge der Kerkelijke inkomsten, hier geen onderhoud voor enen tweeden Leeraar kénde gevonden worden, zo is hij in 1685, na veele hinderpaalen, op aanfpooringe der H. Gedeputeerde Staaten tevens tot tweeden Predikant beroepen, zijnde overleden in 1697. 1694. Henricus Cbristopborus Metekrkamp , beroepen van Baflo, dog naar Zuiaborn vertrokken in 1695. 1696. Cornelius Adami, die door zijne uitgegevene Xchril'ten bij de geleerde wereld' genoeg bekend is, is van Biertim, hier beroepen in plaats van den evengenoemden. Dog in 1697 is hij, in plaats van Ippius , tot Predikant en Rector aangefteld , welke dubbele bediening hij met veel lof heeft bekleed tot aan 1721, wanneer hij geflorven is. 1698. Gerhardus Alberthoma, zoon van EngeibertusAlberthoma, en broeder van Albertus Alberthoma Predikant te hingen, is hier als Propmcnt, in plaats van Adami, door het lot beroepen. Na enen dienst van meer dan 40 jaaren is hij overleden in 1739. 1722. Jacobu.s Ifebrandi Harkenroth , broeder van den Embder Predikant Eilardus Fokardus Harkenroth 9 was voorheen in Oostvricsland , eerst te Rijfum, en daarna te Larrelt Predikant geweest. Vanwaar hij ini 1722 hier tot Predikant en Rector is beroepen, zijnde overleden in 1736. 1736. Martinus Wieringa, geboren te Groningen, is te Westerbroek Predikant geweest tot aan 1736« wanneer hij hier tot Predikant en Reftor door het lot Verkoren is. In 1739, met toeftemminge der Gemeen» P. 3 «y'r  £4 de CLASSIS zijnde, heeft hij met veel vrucht er het werk der bedieninge waargenomen tot dat hij tot de Gemeente van Groningen is overgegaan in 1753. I740t Gerhardus Kleijn, een Groninger van gehoorte, eerst Predikant te Bierum, daarna in de Hollandfche Gemeenten van Zunderdorp en Huifen , is hier an 1740 door het lot Predikant en Rector geworden, zijnde in 't volgende jaar 1741 vertrokken naar Schiedam. -.£?43; Jobannes Conradus Appelius, uit het Graafschap Tecklenburg afkomstig, is van Jukwert hier tot Predikant en Rector beroepen, en vertrokken naar JJitbuifen in 1744. -744- Jobannes Christophorus Brucherus , geboren te Groningen , voorheen Predikant te Tjamsweer , daarna te Embden, en eindelijk te Appingedam met algemeene begeerte tot Predikant en Rector beroepen. Dog hier is hij nauwlijks den tijd van 6 jaaren in dienst geweest, zijnde in het 52de jaar zijns ouderdoms geflorven in 1750. Meiners Oostvr. Kerk. Gefchied. IE D. bl. 535 enz. I75i« Heino Hermannus Brucherus, te Tjamsweer in de Ommelanden geboren , Joh. Cbristopb. zoon, en aan moeders zijde kleinzoon van Gerh. Alberthoma, Da dat 3 jaren Predikant te Lettelbert was geweest , is daarop te Appingedam in zijns vaders plaats door bet lot tot Predikant en Reftor aangefteld. 1754. Conradus Blom, geboren te Flaar dingen, zoon van den Groninger Predikant Leonard Blom , heeft den Euangeliedienst waargenomen, eerst te Broek in Waterland, daarna te Sluis in Vlaanderen, vervolgens te Appingedam in de plaats van Wieringa, en is van bier naar Lehr in Oostvriesland vertrokken in 1760. 1.761. Hermannus van der Swaagh, een Groninger van geboorte, is hier van Oldtfchoot in Friesland beroepen, en naar Schcemder-Hamrik vertrokken in 1769. 1770.  van APPINGEDAM. 5$ 1770. Jacobus Zwart, geboren te Amfterdam, voorheen Predikant te Zoest , daarna te Stavoren, vervolgens te Appingedam, van waar hij naar de Willem* Had is vertrokken in 1776. ! 1776. Cornelius Jongsma, een Leeuwaarder van geboorte , is eerst in Friesland Predikant geweest, naamlijk te Rijperkerk en Hardegarijp , daarna te Balk, van waar hij is beroepen naar Appingedam, en is van hier naar Leeuwaarden vertrokken in 1787. 1788. fobannes Bieruma, geboren te Portugal m Holland, zoon van Albertus en kleinzoon van den Groninger Predikant Lambertus Bieruma , eerst te Twisk en daarna te Nieuwendam het werk der bedieninge waargenomen hebbende, is van daar tot de Ge» meente van Appingedam overgegaan. C O L H A M. Pe H. Gedeputeerde Staaten dezer Provincie fchijnen hier een tijd lang Unici Collatores geweest te zijn , tot dat dit recht is gekomen aan den Heer van Slochtercn Henric Piccardt en deszelfs Opvolgeren, volgens, de Beroepfchriftea. De Gemeente is hier niet van de germglte en heelt ene bekwaame Kerk. Sedert de Reduólie heeft men hier tot Predikanten gehad 1607. Levinus Roland. 1611 Was dié plaats met ene andere gecombineerd\ en de Karspellieden klaagden over flegte bedieninge. 1623. Antonius Scbultttus , geremoveerd 111 1644. 1645: Albertus Millies, overleden in 1649. 1650. Hermannus Dellis, overleden in 1686. 1687. Hermannus Beckering, overleden in 1697. !698. Gualtberus Piccardt, overleden nv *74*. I745. Occo Piccardt, geboren in de Harkftede, over. leden in 1761. ^ ^%  5& be CLASSIS 176a. Martinus Middendorp. CREEWERT. Dat ten tijde van het Pausdom dit Dorp, nevens de buurtfchap Arnewert, onder de Parochie van Holwierde behoord heeft, tot dat hier ook een Kerkje gebouwd is', vind men vermeld door den Schrijver der Oudb» in Gejiicbi. van Gron. bl. 428. Sedert de Reductie is deze Predikanrs plaats meer dan 20 jaaren tot aan 1648 met Jukwert gecombineerd geweest. Hier is ene bekwaame Kerk met een orgel vercierd. De Gemeente is niet groot, hoewel tot dezelve ook béhooren de buurtfchap Arwert, en eene gedeelte van Nieuwen Klooster, waarin eertijds geweest zijn Bagijnen naar de zo genaamde witte orde der PramonttratenfenJ' Het recht van Collatie, volgens de Beroepfchriften, is hier bij her Adelijke Huis Ripperda van Oosierwiju voert en andere Collatoren enigen tijd geweest, tot dat de eerst' genoemde het alleen heeft bekomen. Door érf-recht is het vervolgens gekomen aan het Adelijke Huis van Farmfum. "De volgende Predikanten zijn 'er federt de Reductie geweest. '' ' 1595- Cornelius Rtneman, van Roomsch Priester hier. Predikant geworden. "'1615. Carolus"Reneman, overleden in 1646. 1647. Laurentius Erickens , die nevens den evengenoemden de Gemeente van Jukwert in combinatie heeft gehad, overleed in 1647. 1648. Jobannes Hoornenborg, overleden in 1649. 1651. Petrus Alberii, overleden in 1665. 1666. Jacobus Henningius, overleden in 1682. + 683. Eibenius Hoexum, vertrokken naar Menjinge"*eèr in 1706. * a 1706.  vaw APPINGEDAM. 57 1706. Simon Wiardi, overleden in 1719. 1720. Henricus BuszyGerh. fil., overleden in 1729. 1730. Gerardus Telchuis, geboren te Steinfurt, overleden in 1771. 1773. Tiddo van der Veen, vertrokken naar Feerwert in 1774. ; 1776. Petrus Speekman , vertrokken naar Eelde in 1780. 1780. i&ro ten Camp Enfinck, vertrokken naar de Zeerijp in 1790. 1790. Ubbo Everhar dus van der Sivaagh, Herm. fil. D E L F Z IJ L. De naams oorfprong fchijnt ontleend van de Delf of Vaart, de Fivel genaamd , welke aldaar door Zij* len of Sluifen in den mond der rivier de Eems vloeid. Oudtijds was deze plaats voorzien met een Kasteel of Blokhuis , het welk , na dat het dan door deze dan door geene bezet was geworden, eindelijk dermatcn vernield is, dat er geen fchijn van Sterkte meer overig bleef. In 1568 heeft de Hertog van Alba, na behaalde overwinning over Graaf Lodewijk van Nasfau , te Delfzijl- cn Farmfum de vorm ener Stad laten afmeten , die hij er wilde bouwen en Marsburg noemen. Dog op verzoek der Groningers is dit achtergebleven, hoewel hij vervolgens Delfzijl tot ene Schans heeft laten verflerken , om de Embders te beteugelen. In 1577 heeft de Graaf van Rennenberg deze Schans voor de Nederlandfche Bondgenoten ingenomen, dog in 1580 afvallig ge^/orden veroverde hij dezelve voor' den Koning van Spanje. Dog in 1591 hebben Prins Maurits en Graaf Willem lodewijk van Nasfau deze Sterkte hernomen voor de Staaten der Verengde Nederlanden, die dezelve hebben laaien .verfierken cn vergrooten. ln 1595 is hier, door tusfehenkomst der D 5 Af"  58 de CLASSIS Afgevaardigden uit de Nederlandfche Algemeene Staaten , tusfehen den Oostvriesfchen Graaf Edzard ƒ/, en de ftad Embden een verdrag gemaakt tot wegneming hunner verfchillen. Deze Schans werd in 167a van enen vijandlijken aanflag des Bisfchops van Munster bevrijd , door de onverwachte aankomst van de Oost-Indifche Retourvloot op decze reede , waar door men hier met kanon en andere krijgsbehoeftens voorzien wierde. De Hervormde Gemeente , welke binnen deeze Vesting is bepaald, is eene der grooifte in deze Clasfis. De Kerk, die klein, echter met een orgel vercierd is, werd op 's Lands kosten gebouwd in 1613, en den 16 Jan. 1614 ingewijed door den toenmaligen Predikant, Tobias Seufingius, met ene Leerreden over Jef. 56 : 6, 7, welke door den druk gemeen gemaakt en nog voor handen is. De Kerkeraad, welke er is, beftaat benevens den Predikant uit drie Ouderlingen en drie Diaconen. Het recht van Collatie is hier een tijd lang door de Gedeputeerde Staaten van Friesland geoefend, tot dat federt 1666 de Gedeputeerde Staaten van Stad en Lande vervolgens als Unici Collatores er de Beroe, pingen gedaan hebben. Hoewel federt 1660 tot 1673, om bijzondere redenen , hier twee Predikanten zijn geweest, nochtans voor en na dien tijd heeft men ex. niet meer dan een gehad , gelijk blijkt uit de volgende naamlijst. 1595- N. Wulfgangus. 1596. Rudolpbus Artopoeus , geboren te Embden , is hier beroepen van Appingedam. Vervolgens ging hij over tot de Gemeente van Franeker , van waarhij in 1609 naar Amfterdam werd beroepen, doch vruchteloos. 1603. Tobias Seufingius. 1619,. Rudolpbus Artopoeus, tot deze zijne vorige. Ge-  van APPINGEDAM. 55 Gemeente wedergekeerd , heeft toen ook in deze Provincie de Sijnodale commisfien van Pranes, Adfesfor, Deputatus, en Correspondent , meer dan eens waargenomen. Dog eindelijk is hij van hier wederom vertrokken naar Dokkum in 1633. Vriemoet Athen. Frif. p. 106. 1634. Baltbazar Stuifzand , beroepen van Belkum uit Friesland, overleden in 1637. 1638. Gerhardus a Besten, uit Friesland van Schingen en Slappeterp beroepen, dog vervolgens is , om zijn ouderdom en zwakheid , door de Gedeputeerde Staaten dezer Provincie hem toegevoegd , eerst Warendorp en daarna Haverkamp, tot dat hij is overleden in 1673. 1660. Arnoldus Warendorp, vertrokken naar Stedum in 1666. 1666. Jobannes Haverkamp , overleden in 1702. 1703. Jobannes Adrianus Mcbacbius , overleden in 1742. 1743- Jobannes Ludovicus Gocbenius, uit het Graaffchap Mark afkomstig, beroepen van Noorddijk, is overleden in 1767. 1768. Hermannus Diepbuis , geboren te Oterdum , zoon van Corn. Diepbuis, is hier beroepen van Schiltuvolda, overleden in 1791. I792- Jobannes Augustus Biebericher, beroepen van Tinallinge. F A R M S U M. Deze plaats , zegt men , is van ouds Fermeshem. «enoemd. Ten tijde van den Roomfchen Godsdienst werd dezelve onder de 4 of 5 Ommelander Dorpen of Vlekken geteld, alwaar de Fdsfchoppen van Munster ook Deekens of Proosten hebben ingevoerd. Ziet liet Voorbericht §. 56-60. Het Adelijke Gedacht van Rip*  6o de CLAS SIS Ripperda, welke dit Dorp bij erf-recht bezat, fomjnt zeer in gunste geweest te zijn bij deze Bisfchoppen, "Want Ludolfus, Bisfehop van Munster, heeft in 1237 aan Bolardus Ripperda te Farmfum de Collatie gegeven over Farmfum, Weiwert, Heveskes. Oterdum, en Meet buizen. Ook heeft de Münsterlche Bisfehop , Otto IV, in 1415 toegedaan , dat uit dit Adelijk Gcilachte te Farmfum altijd een Heer tot Proost zoude verkoren worden. Oudh. en Geft. van Gron. bl. 429 enz. Harkenrotb Oostvr. Oorfpr. bl. 404. Hoewel federt 1504, in de eerste jaaren na de Reductie dezer Provincie , over het Collatie-recht dezer Gemeente wel eens verfchil fchijnt geweest te zijn , nochtans blijkt tevens uit de Beroepfchriftcn der Pre-, dikanten, dat hier en in andere Gemeenten dezer Heerlijkheid dit recht vervolgens alleen gehandhnaft is door de Heeren en Vrouwen uit dit Adelijke Huis. Zo vind men daar in vermeld, Anna Margareta Rengers van Helium , Weduwe wijlen Hero Maurits Ripperda van Farmfum. Joacbim Ripperda, II. M. zoon. Hero Maurits Ripperda. Elizabet Clant van Stedum, Weduwe wijlen H. M. Ripperda. Ephraim van Welveldt. Catharina van der Noot , Weduwe wijlen Ed* zard Rengers van ten Post. Egbert Rengers , Edz. zoon. Lambert Scotto Rengers, Egb. zoon. Margareta Bcuivina Tjarda van Star ken borg , Weduwe wijlen Egb. Rengers. Duco Gerrold Rengers , Egb. klein-, zoon, en neef van 'Lamb. Scotto. Deze Gemeente, waar onder ook behooren de Buurtfchappen , Gevesweer , Amszveer , en Tuukivert , is ene der grootlle van dit District. De Kerk is groot, en van een orgel voorzien. De Kerkeraad befiaat, nevens den Predikant, uit twee Ouderlingen en twee Di. aconen , die door de Gemeente verkoren worden , hoewel de Nominatie der Diaconen , door den Heer of Vrouw dezer plaatfe word gemaakt. Sedert de Rev duc-  van APPINGEDAM. 6t «frictie zijn 'er de volgende Predikanten geweest. '1595- Hermannus Muilerus, van Roomsch Priester Predikant geworden. 1603. Hiddo Lamherti , Van Groothuizen , heeft Meethuizen mede in combinatie gehad, en is overleden in 1621. 1621. Patroclus Romcling , voorheen Predikant te Ruinen in Drenthe, wanneer hij wegens de Kerke van dat Landfchap ook is afgevaardigd tot de Nationale Sijnode van Dordrecht in 1618 en 1619. In 163Ï heeft hij aan de Sijnode van Stad en Lande zig aangeboden , om de gewooue Rijm - Pfalmen in weiniger en bekwaam er melodijen , dan die van Dathenus en Marnix van Aldegonde , te dellen en over te brengen. Dog men oordeelde , dat, hoewel iemand voor zijn particulier zodanig wérk wel mogte laten drukken , nochtans de goedkeuring van het zelve , niet zo zeer in de macht van ene Bijzondere, als wel van ene Nationale Sijnode alleen ftohd. Hier is hij overleden in 1647. 1649. Jobannes Molanus , beroepen van Coevorden , overleden in 1650. 1651. Jobannes Eding, beroepen van Wittewierum , overleden in 1652. 1653. Samuel Severinus, bij verwisfeling vertrokken riaar Uitwierda in 1677.- 1677. Cbristopborus Knowles, beroepen van Uitwierda , overleden in 1690. 1691. Albertus Muntingbe , vertrokken naar Noordbroek in 1705. 1705. Ajelco Meinders, beroepen van Nieuw-Pekel, overleden iu 1709. 1709. Hieronijmus Ther Mooij\ beroepen van Peijze, overleden in 1729. 1730. Fredericus Henricus Havingha, beroepen van Helium, vertrokken naar Noordlaren in 1735. 1736.  6s de CLASSIS 1756 Rudolpb Pabus, overleden in 1769. ■ 1771. Rhartinus Swijgbuifen, Corn. Herm. fil., vertrokken naar Noorddijk in 1772. ■ 1773. Gerhard Joban van Hasfeli', uit de Provincie Utrecht van Leerfum beroepen , en vertrokken naar de Zeerijp in 1775. . 1775' Everbardus Du Cellieé , beroepen van Garreltsiveer. HARKSTEDE. Het Patroon-reebt hebben, volgens de Beroepfchriften der Predikanten, de Borgemeesteren en Raad van Groningen hier geoefend , tot dat het daarna is gefchied door de Heeren Piccardt van Slochteren. De Gemeente is er enen tijd lang zonder Predikant geweest, dog heeft vervolgens gehad. 1618. Bemhardus Indema. 1622. Tbeodoricus Rudoipbi , vertrokken naar Ten Bour in 1628. 1629. Adolphus Empenius , voorheen Predi! ant te Oidenzijl en 't Oostemijland, daarna te Rijzum, van waar hij herwaards beroepen , dog geremoveerd is in 1644. 1645. Jobannes Adami, overleden in 1662. 1663. Jobannes ab Oostbroen: , vertrokken naar de Eexta in 1675. 1676. Everzvinus Paltbenius, beroepen van Noorddijk, overleden in 1679. 1680. Arnoldus Ubben, overleden in 1712. 3713. Henricus Piccardt, overleden in 1730. 1730. Alexander Piccardt, Gualth. fil., vertrokken Baar Warffum in 1738. 1738. Sipko Boëtius Venbuifen , Petr. fil. , tot den Legerdienst afgevaardigd in 1748 , vertrokken naar Noordborn in' 1755. I756,'  van APPINGEDAM. 63 1756. Willem Jacob Nuijlz, overleden in 1770. 1771. Scato Gockinga, zoon van Reneke Busch Gockinga Sekretaris van de H. Staaten dezer Povincie , vertrokken naar Grijpskerk in 1777. 1778. Cornelius Knottnerus, beroepen van de nieuwe Oostvriesfche Polder, overleden in 1779. 1782, Willem Fokkens. H E L L ü M. Deze plaats vind men ook wel Helm genoemd, en ftond op het einde van de XIII eeuwe onder de Menaldaas. Ooit zegt men, dat zeker Elbo in 1295 van Rodmars erfgenamen de helft van een Kasteel en van al het erfgoed.gekocht, en alles tot het opbouwen van een Parochie - Kerk gegeven heeft. Alting. Notit. Germ. /»ƒ. P- II- fol. 86. Oudh. en Gefl. van Gron ■ bl. 415- In latere dagen heeft men er gehad een tak van Rengers Adelijke Gedachte. Dus vind men in de Vaderlandfche Gefchiedenisfen vermeld : dat Jan Rengers van Helium in 1582 , door de Heeren van de Ommelanden, die wegens den afval van Rennenberg in Friesland zig ophielden, mede naar Antwerpen is afgevaardigd, om aan den Hertog van Anjou en Alencon een voordel te doen ; dat ook in 1586 deze Heer, door Graaf Willem Lodewijk van Nasfau , mede gebruikt is tot zekere zaak bij den Graaf van Leicester. Na de Reductie dezer Provincie vind men zijn naam op de lijst der Algemeene Staaten , wegens de Ommelanden, in 1595, 96, 97 en 98, gelijk ook op de lijst der Raaden van Staat in 1599, 1600 en 1601. Vid. U. Emmius. Het Patroon- recht is federt de Reductie, hier door dit Adelijke Gedacht geoefend. In de geregistreerde Beroepfcluïften der Predikanten dezer Gemeente vind men  64 de CLASSIS men als Collatrife allereerst vermeld Anna Margareta Rengers, Erfdochter en Vrouw van Helium en Schiltwolda, Weduwe wijlen Hero Maurits Ripperds van Farmfum. Vervolgens in latere Beroepingen vind men dit Collatie-recht geoefend , ten detle door het Huis van Farmfum, ten deele door de Ripperdaas van Oosterwijtwert, dog eindelijk door het Adelijke Huis van Farmfum alleen. In deze Gemeente, welke taamlijk talrijk is, hebben den Euangeliedienst waargenomen. 1595. Simtn Joban Philceus, die iri 1588 te Oosizadn in Noordholland beroepen , dog in het volgende jaar van zijnen dienst ontflagen is, vertrok van hier naar Slochteren in 1596. 1613, Henricus Banius, Emeritus gemaakt in 1652,' overleed in 1656. 1653. Jsbannes Tbeodori, overleden in 1657. 1657. Arnoldus Halfwasfenius, overleden in 1677. 1678. Richardus Rij ken s, beroepen van Oterdum, overleden in 1681. 1682. Jobannes Roering, vertrokken naar Huizinge in 1687. 1688. Jacobus Cimenius, voorheen Predikant in DijJerfchans, overleden in 1690. 1699. Henricus Fleck, beroepen van Schonebeek, Emeritus overleden in 1728. 1727. Remko Haeijens, vertrokken naar Geervliet in 1728. 1728. Fredericus Henricus Havingba , vertrokken naar Farmfum in 1730.- 1730. Henricus Havingba, vertrokken naar Petten onder Alkmaar in 1734. 1734. Luardus Jacobi Backer, geboren te Appingedam , overleden in 1742. 1743. Hermannus van Teijlenga , overleden in 1752. 1752:  van APPINGEDAM. 65 1753. Nicolaus Havinga, Joh. fr., vertrokken naar Garshuizen in 1771. Ï771- Jobannes Augustus Biebcrkber , vertrokken naar Tinalünge in 1777. 1778 Tiddo Waldrik Siert/erna, Joh. fil., vertrokken naar Scheemder- Hamrik in 1783. 1784. Fokko Kniphuifen , voorheen Predikant te Jukwert, Siddebuuren , en Weiwert, daarna in Gelderland te lngeri, en Haafien, van waar hij herwaards beroepen is. H E V E S K Ë S. Hier was, {en tijde van het Pausdom, een Johannïter Nonnen-Klooster, Oosterwierum genaamd, waarin geweest zijn Bagijnen naar Johannes Orde. In 1580' heeft Doede van Atnzweer, als Balling wegens den afval van Rennenberg in Oostvriesiand zig ophoudende, aan den Kloostervoogd in Oosterwierum, Hieronijmus; Warmolts, een brief gezonden met verzoek, dat decz' aan het verarmde Vaderland in den zwaaren nood de hand wilde bieden, tot herftelling van de Oosteffche Dijken, welke in de beide vorige jaaren door het geweld van het Zee-water tweemaal waren doorgebroken. ■ , ■■ Het Coliatie-recbt is hier voorheen, niet alleen door de Heeren Ripperda van Farmfum, maar ook door anderen geoeffend. Dog in latere dagen vind men dé Heeren Rengers van Farmfum als Unici Collatores ïti de Beroepfchriften vermeld. Deze Gemeente, waar onder ook het Klooster 0«~ derwierum behoord, is taamlijk talrijk. De Kerk is federt enige jaaren fraai hernieuwd. De Predikanten dezer Gemeente zijn geweest. 1620. Bernardus Joacbimi, geremoveerd in 1626". 1627. Andreas Boltenius, gekomen uit de Ovaveluj£- wég  66 Dt CLASSIS we, zogt zig hier in te dringen, en was ook reeds beroepen, dog Is niet toegelaten. 1628. Jobannes Uikenius, overleden in 1656. 1657. jobannes Rudolphi , overleden in J678. ïó^o. Rudolpbus Helperi, beroepen van Engelbert , vertrokken naar Nieuw Scheemda in 1687. 1687. Jobannes Hafelbeek, beroepen van Oterdum , overleden in 1700. 1702. Ludolfus Keuchenius , Rob. fil., overleden iri 1720. 1720. Martinus Croons, beroepen van Wehvert , overlcden in 1724. 1726. Jobannes Deodatus Brucherus, Jac. fil. , Joh, Christ. cogn., beroepen van Weiwert , overleden in 1764. 1765. Antonius Waalhens , beroepen van Larrelt in Oostvriesland , overleden in 1785. 1787, Jobannes Rudolpbus van Boeheren , beroepen van Meethuizen, overleden in 1791. HOLWIERDA. Men zegt, dat dit Dorp oudtijds ook Holtwirth d. i. eene geheiligde hoogte genoemd is, en vervolgens den naam van Holwierde gekregen heeft. Niet verre vafi daar was een Klooster, waarin mannen en vrouwen naar S. Benedictus orde zijn geweest. Het zelve wierd Feldwirtb genaamd, Hatebrandus, de eerste Kloostervoogd, is 'er geflorven en begraven in 1198. Dbg in 1620 zijn deszelfs Beenderen naar Antwerpen onder de Reliquien gebragt, en de Roomfchen eeren zijne gedachtenis op den 30 Jttlij. Alting Notit. Germ. Inf. P. II. fil. 53. Oudh. en Ge/1, van Gron. bl 422 enz. Sedert de Reductie dezer Provincie, vind men hier in de Beroepfchriftcn der Predikanten wel verfcheide Collatoren vermeld, dog de'Heeren van Stedum, Everbard  van Appingedam. èf bard Frederik, Baron van Linielo , en daarna Jan Harman Gerlacius, ftaan 'er getekend als Frimarii Collatores. Deze Gemeente is ene der grootfte van dit District, waar aan de Buurtfchappen Katmh en Oldenklooster mede ondergefchikt zijn. De Kerk, die groot is, heeft een orgel, en er is een hooge Toren, welke voor de Schippers als een baak in zee is. De Euangeliedienaars zijn 'er geweest de volgende. I595- Jobannes Meerwijk de Grafia , voorheen Roomfch Priester. 1599- Jobannes a Laxten, voorheen Roomfch Priester, beroepen van Siddeburen. 1622. Jobannes a Laxten, zoon van evengemeldcn, beroepen van Uitwierda, heeft de combinatie met Marfum behouden, en is overleden in 1644., 1646. Emami'él Gemminga, beroepen van Tbefsnge^ overleden in 1681. 1683. Betio Uden, beroepen van Tolbert, overleden in 1718. 1720. Jobannes Rijpma, overleden in 1757. 1757. Jobannes Buitbuis, vertrokken naar Wirdum in Friesland in 1773. 1774. Hermannus Edelinck, geboren te Coevorden. jukwert. In deze plaats, van ouds ook Jukawert genaamd, zegt men dat de Kerk in 1536 door het volk des Hef-' togs van' Gelder, het welk Appingedam had ingenomen , door het vuur verteerd is , met een gedeelte van het Dorp. Sedert de Reductie dezer Provincie is het Patroonrecht er alleen geoefend door het Adelijke Geflachte van PJpperda te Oosterwijtwert , tot dat het doóï erfrecht is gekomen aan het Adelijke Huis van Farmfum. E a tst  fa tot CLASSIS De Gemeente, welke in 't begin der irde eeuw niet' Creewert is gecombineert geweest, is thans' klein,'hoewel een gedeelte der Buurtfchap Nijen- Klooster, meds daaraan onderhorig is. De Predikanten dezer Gemeen* te zijn geweest. I595- Joannes Christophori, voorheen Roomfch Priester, 1614. Hermannus Christophori, voorheen gerenioveerd van Adewcrt , en daarna van Westerlee , dog is hier enige jaaren Predikant geweest. Vervolgens is Jukwert meer dan 20 jaren gecombineerd geweest met Creewert. 1648. Urbanus Pierius , beroepen van Lagbe in 't Graaffchap Lippe , heelt federt 1653 Oosterwijtwert mede bediend, is overleden in 1687. 1694. Jobannes Benthem, overleden in 1712. 1713. Abrahamus Hartzma, AVibr. fhV9 overleden in 1733- 1734. Wilhelmus Muller, vertrokken naar Ulrum in Ï737- I73S' Jobannes Conradus Appelius , vertrokken naar Appingedam in 1741. • 1742. Abel Henricus Nieuwold, beroepen uit Oost* vriesland, overleden in 1744. 1745. Samuel Helperi , Help. cogn. overleden in 1752. 1756. Fokko Kniphuifen, geboren te Farmfum , vertrokken naar Siddebuuren in 1756. 1756. Luppo Udema, geboren te Groningen, ver* trokken naar Lopperfum in 1759. 1759. .Jobannes Hemmes , beroepen van Rooswinkel ^ vertrokken naar Hasfelt in 1770. 177°« Jacobus van Weerden , Henr. fil. MAR-  van APPINGEDAM. 69 M A R S U M; Deze kleine Gemeente is van 't jaar 1615 tot 1622 met Uitwlerda, daarna tot aan 1644 met Hokvierda gecombineerd geweest. Dog lédert dien tijd tot nu toe is hier de combinatie geweest met SüLWERT. De beruchte Mennoniet Uko Wallis, wiens aanbangeren Uko-Wallisten genoemd zijn, die in 1637 uit Groningen gebannen was, heeft, na enige tijd in Oostvriesland zig te hebben opgehouden, te Marfum eene wooning gekocht, om daar te leeren cn te doopen. Dog , vermits deze Uko - Wallisten groote opfchuddingen veroorzaakten, zo is niet lang daarna aan hem en zijnen aanhang ook het verblijf in de Ommelanden ontzegt: waarna hij te Woldendorp in 't'Oldumpt gefrorven en begraven is. Meiners Oostvr. Kerk. Gefchied. II D. bl. 468 enz. M E E T H U I Z E N. Het recht van Collatie, volgens de Berocpfehriften der Predikanten , heeft hier altijd alleen ge'laan bij het Adelijke Huis van Farmfum. De Gemeente is klein, en is, in de eerste jaren na de Reductie, met Farmfum gecombineerd geweest, tot dat er ook bijzondere Leeraars zijn aangejield. 1624. Harco Tjaden, overleden in 1641, 1642. Jacobits Scbuirman, vertrokken naar Eftnge in 1646. 1646. Sdmuel Severinus, vertrokken naar Lutkegast in 1649. 1649. Jobannes ten Veenhuis, overleden in ï6*8ï. 1681. Henricus Schenkel, overleden in 1713. 1714. Hermannus Warendorp , beroepen Yan Oterdum, overleden in 1729. E 3 i?30v  jo de CLASSIS 1730. Jacobus Ringels, overleden in 1742. 1743. Helperus Helperi , Help. fil. , overleden in 1781. 1782. Nicolaus Jobannes Kruis/inga, vertrokken naar Tjamsweer in 1785. 1785. Jobannes Rudolpbus van Boekeren , vertrokken naar Heveskes in 1787. 1787. Theodorus Stratingh, Everh. frat., vertrokken naar Oterdum in 1789. 1790. Pi et er van Ham. O P W I E R D A. Deze plaats is van ouds Upwirtbe genaamd , vol* gens den Werumer Chronijk- Schrijver bij 't jaar 1228. Oudb. en Geft. van Gron. bh 427. Alting. Not. Germ. Inf. P. II. fil. 192. Sedert de Reductie dezer Provincie is het Collatierecht hier altijd door verfcheide Collatoren geoefend. Tot deeze Gemeente , die niet groot is , behoord ook de Buurtfchap Eehvert. In de eerste jaren is dezelve met Tjamsweer verenigd geweest tot 1608, dog daarna zijn er de volgende Predikanten geweest. 1608. Jobannes Sprenger , beroepen van Appingedam. 1615. petrus Bernhardi, overleden in 1646. 1647. Jobannes Michaël Spies/lus , overleden in 5651. 1653. Wigboldus Christophori , overleden 111 1670. 1672. AÜardus Schepel, beroepen van 2den Predikant op de Breede, overleden in 1688. 1 1690. Martinus Ziertzema, vertrokken naar Sidde» buur en in 1695. 169.5. Gerhardus Wedda, overleden in 1709. "1711. Petrus■ Idema, voorheen Pra;ceptor der La« tijnfche School te Appingedam, overleden in 1748. 1750.  van APPINGEDAM. 71 1750. Jacobus Albertus Brucherus , Joh. Deod. fil» geboren re Wekvert, overleden in 1758. 1762. Georgius Palmer. O T E R D U M. Men zegt , dat reeds in 1414 hier ene Schans geweest is, en dat Graaf Edzard van Oostvriesland er in [499 een Kasteel heeft laren maken. Na den afval des Graven van Rennenberg in 1580 is dezelve met Spaanseh Krijgsvolk bezet ge eest. Dog in 1583 hebben de Siaatschgezindcn, onder aanvoeringe van den Heer van Nijenoort Wigbold van Euwfum en Azinga Entens, deze Schans heroverd , en niet lang daarna is de eerstgenoemde er geflorven en begraven, In 1584 kwam de vijand wederom voor deze vesting , en begroef zig aldaar ; dog de belegerden , door Staatlche oorlogfcheepen bijgedaan , verdedigden zig dapper , tot dat de belegeraars door ftorm cn onweder gedrongen zijn het beleg op te breeken. Chronijk van Gron. en Ommel. Deze plaats , welke eertijds ene Schans , dog nu een Dorp is, heeft ene kleine dog fraaijc Kerk, liaan» de op den Dijk , en federt enige jaaren nieuw opgebouwd. Het recht van Collatie Haat hier alleen aan het Adelijke Huis van Farmfum. Deze Gemeente heeft tot Predikanten gehad 1595. Lucas Widemarius, vertrokken naar de Zeerijp in 1611. 1612. Jairus Hermanni, overleden in 1619. 1621. Jobannus Spaan , van Ween er, overleden in -634. 1635. ^obannes Toxopceus, overleden in 1666. 1667. Hermannus Fereem, overleden in 1672. 1673. Ricbardus Rijkens, vertrokken naar Helium ia 1Ó78. E 4. t6ff.  72 de CLASSIS 1679. Occo Piccardt, vertrokken naar Appingedam in 1681. 1681. Jobannes Hafelbeek, beroepen van Oosterwijt-wert, vertrokken naar Heveskes in 1687. 1689. Jobannes Halfwasfenius, vertrokken naar Garr els weer in 1692. 1692. Gerbardus Anckum, vertrokken naar 3e» Bour in 1695. 1696. Henricus Hardenberg, overleden in 1699. 1700. Tbemmo Tbemmen, geboren te Weiwert, vertrokken naar Weiwert in 1706. 1706. Jobannes Beckering , heeft de Gemeente verlaten in 1713. 1714. Hermannus Warendorp, vertrokken naar Meetbuizen in 1714. 1715. Hiltjo Scbeltema , vertrokken naar Obergum in 1718. 1722. Cornelius Diepbuis, beroepen van Vierhuizen, overleden in 1760. 1762. Petrus Adriani, Menf. Joh. frat., vertrokken, naar den Andel in 1772. 1773. Didericus van Ketwicb, vertrokken naar Camperveien in Overijsfel in 1777. 1777. Everhar dus Stratingh, Theod. frat., vertrokken naar Adorp in 1780. 1781. Arius Adriani, Petr. cogn., vertrokken naar Schiltwolda in 1783. 1783. Hillebrandus Abbring , vertrokken naar Lopperfum in 1788. 1789. Theodorus Stratingh, Everh. frat., van Bleetbuizen beroepen. SCHAPvMER. Dit Dorp, zegt rnen , word ook wel Schermer of Schermerkarspel, en in de oude gedenkfchriften Ski* ramere  van APPINGEDAM. 73 ram ere genoemd. In 1296 is er ene nieuwe Kerk op 't zand gebouwd, veel fchooner en beter dan de oude fteene Kerk die er door de voorouders op een moeras geplaatst was. Ook is er eertijds bij de Parochie-Kerk een Kruisbroeders Klooster gedicht, het Huis des Lichts genaamd. En in 1401 is aan deze zogenaamde Kruisdragers of Kruisbroeders ten eigendom gegeven het Pr&monftreittr Klooster van Schilt* wolde. Oudh. en Ge/licht, van Gron. bl. 416. Na de Reductie hebben de H. Gedeputeerde Staa. ten dezer Provincie het Patroon -recht hier geoefend , gelijk naderhand is gefchied door de Heeren Piccardt van Slochteren. De Gemeente is taamlijk groot, welke door de volgende Predikanten is bediend geworden. 1605. N. N. 1613. Jobannes Schrankenmuller. 1617. Antonius Willichius. 1620. Antonius Strombergius. 1631. Abrahamus Artopceus, overleden in 1670, 1670. Henricus Gerfonius, overleden in 1699. 1700. Gerhardus Gerfonius , overleden in 1720. 1721. Tammo Oomkens, Omii fil., overleden in 1758. 1760. Arnoldus van der Laan. SC HILTWOLDA. De naams oorfprong van dit Dorp, 't welk van ouds ook Scbeltwalde werd genaamd, is waarfchijnlijk ontleend van het nabij gelegene meer of water het Schilt genoemd. Oudtijds is hier ook geweest een NonnenKlooster naar de orde der Pramonftratenfen , 't welk in zeker krakeel belegerd en ingenomen , dog eindelijk aan de Kruisbroeders van Scharmer gegeven is. Oudh. ea Geft. van Gron. bl. 408 enz. 417. Sedert de Reductie dezer Provincie is, volgens de E5 J3e-  74 de CLASSIS Beroepfchriften der Predikanten, het Patroon recht hie-j geweest bij de Huizen van Slocbteren, Helium, Oos-tervnijtviert , Farmfum, nevens de Heeren Wijchgel en andere Collaioren- Deze Gemeente is niet van de geringde in het Wold - District , en heeft ene bekwaame Kerk. De Gereformeerde Predikanten zijn 'er de volgende geweest. 1611. Theodorus Folkeri, overleden in 1637. 1637. Everbardus jtacobi, overleden in 1660. 1662. Copius Meijer, overleden in 1687. ï688. Franciscus Comarus , een afdamnieling van den Leidfchen en Groninger Hoogleeraar Franc. Ge. marus, overleden in 1703. 1704. Adolphus Molanus, vertrokken naar de Beerta. in 1719» 1719. Eppo Henricus Vinckers , overleden in 1748. 1755. Hermannus Diepbuis , Corn. fil,, geboren te Gterdum, vertrokken naar Delfzijl in 1768. 1769. Hero Geres Heres, Helm. cogru, overleden in 1781. 1783. Arius Adriani , Petr. cogn. , beroepen van Oterdum, SIDDEBUUREN. Het Collatie-recht is hier, federt de Reductie dezer Provincie , bij verfcbeide Collatoren geweest, dog meest bij de Adelijke Huizen van Farmfum en Qoster» ipijtwert. Hier is ene der grootfle Gemeenten van Duurswold waar onder ook het naburig Oostwold en Tjuchum mede begrepen zijn. In de eerstgenoemde Buurtfchap is ook een Schoolmeester , behalven dien, welke in de plaatfe zelve is en tevens, het orgel bediend. De Eu- ange-,  van APPINGEDAM. 75 angeliedienst is er waargenomen door de volgende Predikanten. I595' Jobannes a Laxien, voorheen Roomsen Priester, vertrokken naar Holwierda in 1599. 1600. Albertus Hammonius. 1613. Hermannus Sebastiani , vertrokken naar Gar» merwolde in 1615. 1615. Jobannes Ulkenius, geremoveerd in 1620. 162r. Hermannus Tamcken, vertrokken naar Goedens in Oostvriesland in 1634. • 1634. Jobannes Lamberti, voorheen Praeceptor der Latijnfchè Schooien te Appingedam , overleden in 1644. 1646. Heijo Jobannes Grunder , vertrokken naar. Zuidbroek in 1651. 1653. Joacbimtis Nijbof, overleden in i6(?ó. 1667. Wilhelmus Toxopceus, beroepen van fiorgsiveer, pverleden in 1668. 1671. Wigbolclus Upbitis , overleden in 1680. 1684. Henricus Ten Oever, beroepen van Woldendorp , vertrokken naar Lopperfum in 1694. 1694. Theodorus Stammer, overleden in 1694. 1695. Martinus Ziertfema, beroepen van Opwierda, overleden in 1695. 1696. Jobannes Jansfonius, vertrokken naar Veendam in 1707. 1707. Helperus Help er i, overleden in 1754 1756. Fokko Kniphuifen, beroepen van Jukwert, en Vertrokken naar Weiwert in 1761. 1761. Jobannes Leeuwe, beroepen van Adorp, overleden in 1768. 1769. Fokko Liefsting, Bern. frat., vertrokken naar de Zeerijp in 1771. 1771. Lucas Dijci, SLOCH.  7ö de CLASSIS SLOCHTEREN. Het Patroon - recht fchijnt, federt de Reductie, hier alleen geftaan te hebben bij de Heeren van Slocbteren* Want in de beroepfchrifr.cn der Predikanten vind men als Unici Collatores de volgende Heeren vermeld. Ofs" brand Joban Rengers van Slocbteren Neurie Piccardt, Sijndicus der Ommelanden en Heer dezer plaats. Jan Piccardt. Hindrik Occo Piccardt Jans zoon. H. de Sandra Voltman. Deze Gemeente is tamelijk groot. De Kerk, die van haren vorigen luister was vervallen, is hernieuwd. De Euangeliedienst is er waargenomen door de volgen-, de Predikanten. 1596. Simon Johannis Pbilaus, beroepen van Hel-* lum , vertrokken naar Haren in 1598. 1610. Titus Tbeodorici, overleden in 1646. 1647. Daniël Mees, overleden in 1678. 1679. Jobannes Cbristophorus Ramus, overleden in 1720. 1721. Martinus Ubbenius Ten Oever, Henr. fil., overleden in 1754. 1755. Hindrik Wolters Gerlac. fil., Emeritus geworden in 1790. S O L W E R T. De Kerk, die hier wel eer op het Kerhof ftond, is. in de beleserine van Abbine-edam, door het Krijgsvolk des Hertogs van Gelder, in 1536 in brand gefchooten. Even buiten de plaats in ene weide-land ftond ene Kapelle welke reeds 'enigen tijd te voren aldaar ge-. fticht was ter eere van zeker gewijde Hostie of Ouzvel, welke door dieven, met het zilver Ciborium, waar in ze lag, des nachts uit de Kerk geflolen en weggewor-, pen,,  van APPINGEDAM. 77 ben, aldaar wedcfgevondcn werd. Want door de me'» higte van die door bijgelovigheid, van tijd tot tijd zig dervvaard begaven, om deze plaats te vereeren, waren zo veele gaven geofferd, dat van dezelve deze Kapelle is gedicht, en zelfs enige goederen aangekocht zijn, van welker inkoroften kon onderhouden worden. WariV heer daarna hierover enig verfchil gerezen was, is 't zelve door bemiddeling bijgelegd; 't welk nog nader is bekrachtigd door ene Bulle van Paus Ckmens VII, op parkement gefchreven, en getekend den 2 September £525. Bacbiene Kerk. Geogrt 4 ft. bl. 112. Sedert de Reductie dezer Provincie is in deze Kapelle de Godsdienst verricht, tot dat dezelve door ouderdom vervallen en afgefleten is. De Heer van Stedum, T. A Gerlacius, als primier Collator heeft er ene fraje Kerkje op het Kerkhof laten dichten. Ziet de IhwijingS Rede van O. II. Szvam in 1783 gedaan en uitgegeven. Hoewel, volgens de Beroep fchriften der Predikant ten, het Collatie-recht hier bij vcrfcheide Collatorert geweest is, nochtans vind men er de Heeren van Stedum als Collatores Primarii doorgaans getekend. Bijzonder het Adelijke Gedacht von Clant te Stedum, de Baron van Lintelo Everbard Frederik van Stedum, J. II. en T. A. Gerlacius van Stedum. . Deze kleine Gemeente is tot aan 1644 afzonderlijk door Predikanten bediend, dog na dien tijd gecombineerd met MARSUM , blijkende uit de volgende naamlijst. 1614. Regnerus Wolftus, eerst zijnde geweest Rector of Conrector der Latijnfchè School te Appingedam, Vertrokken naar Wehvert in 1618. 1619. Jobannes Wilkens, tevens Krankbezoeker en Ouderling te Appingedam, overleden in 1636. 1637. Andreas Bernardi Olie/shemius, is in 1644 ook fceroepen te Marfum, alwaar door een Predikant van Uit-  78 de CLASSIS Uitwierda en daarna van Holwierda de dienst was waargenomen, overleed in 1683. 1684. Onno Meijer, overleden in 1729. 1730. Arius Sisfwgh, overleden in 1758. 1761. Edzard Sisftngb , Arii fil. , vertrokken naar Westeremden in 1771. 1783 Anten Gabriel Meder, Hel. frat., vertrokken naar Hornbuizen in 1789. 1791. Gerbardust Smit. T J A M S W E E R. Aan de Zuidwest - zijde van de Kerk boven de plaats, .alwaar voorheen de ingang is geweest, vind men op een zarkfieen een oud Latijnfch Opfchrift met groote en verkorte letteren van dezen inhoud. Anno 1138 tempor e vitce Uniconis Ripperdxe CLÓ. Waar uit men wil opmaken, dat genoemde Unico Ripperda uit kracht van enige donatie, niet alleen de eerste Collator dezer Kerk is geweest , maar ook deze begraafplaats der dooden aangelegd heeft. Waar uit dan de naam van dit Dorp zoude gefprooten zijn , wegens deze begraafplaats 'Tjammert werf, in 't Latijn doloris locus, oudtijds genaamd. Want Tjamswcer, zegt men, is eertijds ook Ijamerswerve genoemd, zo dat daaruit bij verkorting zoude gefproten zijn Tfatnswcrv, en eindelijk Tjamsweer wegens de hoogte der plaatfe, vermits zodanige hoogten oudtijds met den naam van weer, •wijrde, weerde enz benoemd wierden. Dog andere willen dit Opfchrift uitleggen in betrekking tot ene ledige en zarkfteenen Doodskist, welke voorheen buiten op den blooten grond bij den vorigen ingang nabij het Opfchrift geplaats was. Welke misfchien gediend heeft tot een cenotapbiuni of ledig praal graf ter eere van Unico Ripperda, wegens zijne weldadigheid omtrent deze Kerk. Se-  van APPINGEDAM. *l9 Sedert de Redtict'c dezer Provincie is hier het recht van Collatie ook altijd alleen geweest bij het Adelijke Huis Ripperda van Oosterwijtivert. Onder de Beroepfchriften der Predikanten vind men de volgende naamen alleen vermeld. Petronelia Elizabeth Schaade , Weduwe Ripperda van Oosterwijtwert. Gijsbert Herman Ripperda, van Oosterwijtwert. Jofia Maria Ripperda , Weduwe Ripperda van Oosterwijtwert. Margareta Elizabeth Ripperda , Weduwe Ripperda van Oosterwijtwert. Door erfrecht is deze Collatie eindelijk , door Marg. Rouw. 7\ van Starkenborg, gekomen aan het Adelijke Huis Rengers van Farmfum. - Hier is eene taamlijk groote gemeente, onder welke de Buurtfehappcn Garwcer , Oling , en Lasquert, mede behooren. De Predikanten dezer Gemeente zijn geweest. I595- Theodorus Klinkhamer, heeft Opwierda enige jaren in combinatie gehad , overleed in 163a. 1630. Franciscus Georgii Noordendorp, eerst adjunct van Klinkhamer, overleed in 1663. 1664. Henricus Rudolphi Stommer , Emeritus gemaakt , en overleden in 1720. 1720. Jobannes Christophorus Ërucherus , Joh. Deod. cogn. , vertrokken naar Embden in 1733. 1734. Egbertus Scbrader, vertrokken naar Landsmeer in Noordh. in 1740. 1741. Rudolpbus Winters , overleden in 1750. -751- Jobannes SiE CLASSIS die tegen de wetten van Höuwelijk hadden gizofi* ,, digd. — Dat hij , volgens ouder gewoonte , de ,, Tienden zoude neemeh , van lammeren , kalveren * ,, en diergelijke dingen. — Dat hij de Kerken en Ker„ k'élijke plaatfen, Vaten, Kleederen , in eigen per» „ foon of door een man van kennis jaarlijks zoude' bezigtigen, het gebrekkige laten verbeteren, en de ongehoorzaame Kerkvoogden llralfen." U. Emmiut Frif. Hist. ad anh. 1423, 24. Niet lang na den algemeenen Beeldenflorming in 1566, zegt men, dat bier ook te Ten Post, Garst* buizen , en JVesteremden , de Beelden en Altaaren enz. gefchonden zijn. Onder het getal der Ömmelanders , die in 1570 op bevel des iiertogs van Alba door den Brusfelfehen Bloetraad van hier zijn gebannen , vind men ook ecnigen uit dit gedeelte van Fivelingo met naame genoemd, als befchuldigd; dat zij de Beelden gefchonden , nieuwe Predikanten onderhouden , eh aan Graaf Lodewijk van Nasfau dienst gedaan hadden ; of dat zij van de Mennonictifche fecte waren , en dezelve hier zogtten voof'ttcplanten* Na het vrede-verdrag van Gent de Religie-vrede in de Ommelanden in 1578, en tevens de Unie van Utrecht in 1579 aangenomen zijnde , heeft men hier ook niet verzuimd , - om den Hervormden godsdienst in dit gedeelte van Fivelingo openlijk in te voeren. De Heeren Edelen van Ten Post en Stedum lieten op hunne huizen door Gereformeerde Predikanten prediken, om zig zeiven en het volk er met gezond voedfel der leere te verzorgen. Dog door den afval des Graaven van Rennenberg in 1580 wierden veele hier genoodzaakt, andermaal het Vaderland te verlaaten y en elders ene veilige fchuilplaats te zoeken. In de eerste Sijnode , welke na de Reductie in 1595 te Groningen is gehouden, waren ook tegenwoordig de Predikanten van Lopperfum , Godlinze y Los'  van LOPPERSUM. tï Losdorp , GarmerxvoJde , en Wolterfum. Behalven deze zijn er ook geweest de Predikanten van de Zeerijp , Leermens, en Spijk, die voorheen als Róomfche Pastoren en Priesters hadden gediend. Dog vervolgens is het getal der Predikanten hier zo aangegroeit, dat deze Clasfis thans XXII Predikanten in zig vervat, die overal ingevolge het Patroon-recht door een of meer Collaioren gefield worden. De Gemeenten dezer Dorpen zijn genoegzaam talrijk , om zonder combinatie door een bijzonder Predikant bediend te worden. De Roomsgezinde» , die er zeer weinige woonen , hebben nergens binnen den omtrek dezer Clasfis enig Kerkhuis. Dog de Mennoniten , meest der zogenoemde oude Vlamingen , zijn daar in menigte door de Dorpen veri'preid ; hoewel zij niet meer zo talrijk zijn , dan voorheen. Elke Gemeente dezer Clasfis heeft doorgaans een Kerkeraad, beflaande nevens den Predikant uit twee Ouderlingen en twee Diaconeu. Deze Clasfis vergaderd gewoonlijk drie of viermaal 's Jaars te Lopperfum, en is in drie Districten afgedeeld , naamlijk — Het Lloogeland, het welk i zig vervat, Lopperjum , Wirdum , Eenum , Oostcrivijtwert, Garrelswèer , Garsbuizen , en Westeremden. — De Vierbuuren,, waar ouder gerekend worden, Zeerijp, 't Zand, Godlinze , Losdorp , Spijk , Bierum, en Leermens. — liet Laagtland, waar toe bebooren, Wolterfum , Wittewierum , Garmerzwlde , Tbezinge , Ten, Bour, Leilens, en Stedum. BIERUM. Dit voorname Dorp, 't welk ook Beerum genaamd Word, en niet verre van den Eerns Dijk gelegen is , hadde oudtijds ene Parochie Kerk, die in 1247 nevens. &e van. Plolivirth ontheven wierd van een. verbod , E 3 waas  S6* t>e CLASSIS waar in zij beide waren vervallen , om dat aldaaf een bloedig treffen door 't opdoken van twee Geestlijken , voorgevallen was. Oudh» en Ge/}, van Gron. bh 422. Het Collatie-recht dezer Gemeente behoord aan de Heeren dezer plaatfe , onder welke men vermeld vind Berent van Bierum, Onno Joachim van Bierum, daarna de Heeren Du ChesnoijManeih De Euangeliedienst is er waargenomen door de volgende Predikanten. 1605. Albertus Hammonius. 1610. Jobannes Stoverius. 1618. Eilardus Roverius. 1620. Lambertus Alberti. 1629. Theodorus Widmarius, ouder broeder van den Groninger Hoogleeraar der Godgeleerdheid Abdias Widmarius , was eerst in Oostvriesland op 't eiland Nesferland , en daarna te Hamswerum Predikant geweest , is overleden in 1665. Vit. Prof. Gron. fol 167. 1666. Jobannes Botticbius , Henr. fil., overleden in 2692. 1692. Cornelius Adami, Stiefzoon van evengenoem» den, vertrokken naar Appingedam in 1696. 1696. Martinus Busch, vertrokken naar Usquert in 1700. 1700 Ludolfus Huif nga, voorheen Predikant op 't Fort Delmina in Africa , vertrokken naar Cantes in 1704. 1705. Nicolatts van der Tuuck , vertrokken naar Leermens in 1709. 1709. Franciscus Buning , vertrokken naar Moscou in T717 1718. Gerbardus Kleijn, vertrokken naar Zunderdorp in Noordh. in 1728. 1729. Henricus Adami, Corn. fil., geboren te Api/ingedam, overleden in 1747. 1748.  van LOPPERSUM, 87- 1748. Jobannes Galdfchmidt , door de H. Staaten dezer Provincie gedeporteerd in 1790 , overleden in 1791. E E N U M. Bij een oud Schrijver op 't jaar 1280 word gewag gemaakt van een Dorp Emum, tusfehen Wirthum en Emetb in Fivclgo gelegen. Het gemeen gevoelen is, dat er de letter Al door de onachtzaamheid der Uitfchrijveren is ingefloopen in de plaatfe van N , en dat er alzo E'uim moet gelezen worden. Dit is tegenwoordig wel een klein dorpje, dog wegens de vruchtbaarheid der landerijen behoeft het voor enig Dorp nauwlijks te wijken. Alting Notit. Germ. Inf. jP. II. p. 50. Oudh. en Gefl. van Gron. bl. 380. Het Patroon -reebt heeft het Adelijke Gedachte AU berda van Eenum hier alleen geoefend, het weik laatst is gefchied door de Weduwe van den Baron Willem van Knijphuizen Heer van Nijenoort, geborene Freule Alberda van Eenum. De Gemeente dezer plaatfe heeft in de eerste jaaren , na de Reductie dezer Provincie , geenen bijzonderen Lceraar gehad , maar wierde bediend door den Predikant van Leermens. Daarna door 1620. Wesfelus Sogelman, voorheen Schoolmeester te Wirdum , vertrokken naar Leermens in 1628. 1628. Conradus Georgii, overleden in 1644. 1646. Gerbardus Beckering, vertrokken naar Westertmden in 1653. 1653. Henricus Bevers, vertrokken naar Wirdum in 1655. 1655. Thomas Grashuis, overleden in 1662. 1663. Hermannus. Wiardi, overleden in 1585-. 1686. Abrahamus Marterftek >. beroepen van. Saase? urn , Emeritus verklaard in 174° 5 overleden in 1741. F 4 m&  $$ bb CLASSIS T742. Gerbardus Beckering , Joh. fil., overleden in 27Ó2. 1762. Petrus Landt, overleden in 1781. 1782. Henricus Fednck , gedeporteerd in 1788. 1789. Berk Fries Sibinga , voorheen Predikant te Wierum en Dorquert , daarna te Goeredijk in Friesland. GARMERWOLDE. Dit Dorp , ook Garmersvoolde of Germerwolde , en van ouds Germereivald genaamd , heeft in den watervloed van 1284 , wegens de laagte der landerijen , groote fchaade geleden. Flier zegt men heeft oudtijds een Klooster geliaan, 't welk in de XII eeuwe zoude gedicht zijn door Hatebrandus, van wien reeds in 't vorige bij Hohvierda is gewag gemaakt. Oudh. en Geft. van Gron. bl. 425. 'Door de Collatoren zijn hier, federt de Reductie, de volgende Predikanten van tijd tot tijd beroepen. 1595. Jobannes C/ettingius, geremoveerd in 1597. 3598. Eilardus Ludovici. 1615. Hermannus Sebastiani, Emeritus gemaakt in 3663, overleden in 1672. 1663. Henricus Rbodius, overleden in 1680. 1681. Jobannes Stechnerus, vertrokken naar Haaren in 1687. ' 1687. Bernardus ter Maath, overleden in 1707. 1707. Jobannes Beckeringb, overleden in 1737. 1738. Jobannes Fredericus Heidegers, beroepen van Lellens, overleden in 1756. 1758- Jobannes Conradus Heidegers, Joh. Fred. fil., Henr, Ad. fr. GAR-  van LOPPERSUM, 89 GARRELSWEE R. Dit Dorp , anders ook wel Gardelsweer genoemd , heeft ene kleine Gemeente. De Kerk en Tooren zijn, er onlangs hernieuwd. Het Collatie-recht bezit hier het Adelijke Gellachte van Rengers te Farmfum alleen. In de eerste jaaren na de Reductie heeft de Predikant dezer plaatfe de Gemeente van Oosterwijtwert mede bediend. 1618. Antonius Friderici Leorius, overleden in 1639. 1640. Jobannes Cleves, overleden in 1670. 1671. Jobannes Beckering, overleden in 1685. 1686. Gerbardus Warendorp, vertrokken naar Warfbuizen in T692. 1692. Jobannes Halfwasfenius, beroepen van Oterdjim, overleden in 1697. 1698. Jobannes Piccardt, vertrokken naar Warfum in 1705. 1705. Meinardus Tideman, vertrokken naar Veendam in 1708. 1708. Antonius de Vries, overleden in 1738. 1739. Lambertus van der Tuuck, Herm. fr., tot den. Legerdienst afgevaardigd in 1745 en 1746, vertrokken naar Bedum in J747. 1750. Regnerus Tjaarda de Cock, Tj. üU, Remb. fr., vertrokken naar de Nieuwe Pekel-A in 1771. 1771. Everhardus Du Celliee', beroepen van Groot Borfum in Oostvr., vertrokken naar Farmfum in 1775. 1777. Otto Hendrik Swam, vertrokken naar Tj'amsweer in 1780. 1780. Jullenius Brengers, vertrokken naar IVarfhuizen in 1782. 1782. Petrus Frima, Joh. fil. F 5 GARS-  p4 35 e CLASSIS GARSHUIZEN. In dit Dorp , anders Garstbuizen genaamd , is de Ne ierlandfche lVeldfrormi! g van 1566, gelijk verhaald w^rd, eertijds ook meer of min overgewaaid. In het Vonnis, 't welk de l'loedraad dts Hertogs van Alba in i5~o te Brusfel tegen fommige Ömmelanders heeft urgefproken, vind men enige perfoonen vermeld als befchuidigd , dat Zij hier aan het Beeldftormen hadden deel gen men, en dat ten en ander er ook de Mennoniet ifcbe fecle was toegedaan geweest. Bartold Starckenborg , geliik daar uitdrukkelijk gezegd word, was. de oorzaak van de Nieuiue PreJilaiien geweest, en had gebroken in de Kerken van Garshuizen en Oosten«ijeland. Seteit de Reductie dezer Provincie zijn in deze Ge» nrtente, welke taamlijk groot is, door de Collatoren de Volgende Leeraars van tijd tot tijd beroepen. 1601. Wolfgangus Agricola. 1618. Jobannes Fitus, beroepen van Hamhuizen. 1629. Jobannes Sasmesbuizen, overleden in 1662. 1663. Jobannes Ruiterus, vertrokken naar Oojl-Indién. in 1682. 1683. Albertw Veendal, gedeporteerd in 1691. 1691. Wiardus Wiardi, beroepen van Theftnge, overleden in 1730. 1731. Jobannes Ludovicus Gocbenius , beroepen van Viermdzen , vertrokken naar Noorddijk in 1735' 1736. Micbaël van der Tuuk, Nic. Bik , Lamb. et Kerm. cogn., vertrokken naar Zandeiveer in 1751. 1752. Arnoïdus Oudeman, vertrokken naar Stedum in 1769. 1771. Nicolaus Havinga , Joh. fr. , beroepen van Helium 0 GQ3$-  van LOPPERSUM. 91 GODLINSE. Dit Dorp, alwaar het Adelijk 'Huis van Clant heeft gellaan, heeft veel geleden gelijk meer andere Dorpen in de Watervloeden van 1686 en 1717. Oudhof Ferh*. der Watervloeden hl. 630. Het Patroon-recht word hier thans geoefend door den Jonkheer O R. Alberda van Eekenltein. De Gemeente, die taamlijk groot is, heelt tot Leeraars gehad. I595- Hadrianus, vader van Sibrandus te Losdorp. 1608. Casparus Goltius, door enige Collatoren beroepen van Olderfumergast in Oostvr., welk beroep nochtans om redenen geenen voortgang heeft gehad, zo dat' hij is geplaatst te losdorp. 1617. Theodorus a Jonger, overleden in 1Ó56. 1657. Cbristianus Vetter, o/erleden in 1680. 1682. Jacobus Schikhardt , beroepen van Lellens , overleden in 1716. 1716. Antonius Stechnerus, beroepen van Neordborn, overleden in 1749. 1750. Everbardus Idema, Petr. fil. , beroepen van Tbefinge, Emeritus verklaard in 1782 , overleden in 1783. 1786. Egbertus van GroenendaL LEERMENS. Deze plaats, ook wel Leermis genoemd, heeft tevens ene Gemeente van Mennoniten der oude Vlamingen , onder het opzigt van een Leeraar flaande. Het Patroon- recht Haat hier, benevens andere Collatoren, voornaamlijk bij de Heeren Borgemeesteren enRaad vfln Groningen. De Gemeente, welke geene van de minste is, heeft federt de leductie hare Leeraars gehad, welke enige jaaren lang Enum mede hebben waargenomen. i595«  -4 de CLASSIS 1595. Fredericus de Wolsten, voorheen Ropmfcfl Priester. 1615. Jobannes Egberti. 1617. Bernardus Conradi, overleden in 1627. 1628. Wesfelus Sogelman, beroepen van Eenum , overleden in 1652. 1653. Nicolaus Scbenckius , Emeritus gemaakt in 1696. 1694. Abelus Scbenckius, gedeporteerd in 1708. 1709. Nicolaus van der Tuuck, beroepen van Bierum, vertrokken naar 't Zandt in 1724. 1726. Jacobus Metelerkamp, overleden in 1776. 1778. Menfo Alting Mees, Petr. fil., beroepen van Wolterfum, L ELLENS. Deze Gemeente, welke taamlijk groot is, was lange bediend door den Predikant van Stedum ; wanneep door de Collatoren , waar onder ook geweest is het Adelijke Gedacht van Gruijs te Leilens, hier de voi>gende Predikanten zijn beroepen. 16Ó6. Jacobus Schikbardt, vertrokken naar Godlinfe in 1682. 1683. Carolus Reneman , overleden in 1697. 1698. Jobannes Munckerus, vertrokken naar Nieuzu Beerta in 1706. 1706. Dominicus Wiertfema , in 1735 Emeritus verklaard, overleden in 1746. 1735. Jobannes Fredericus Heidegers, beroepen van Arcbangel in Rusland , vertrokken naar Garmerivolde. in 1738- 1738. Rutgerus Perizonius, vertrokken naar Veendam in 1741. 1742. Jobannes Arnoldus Eek , zoon van den Gro- ïihb-  van LOPPÉRSÜM. 93 riinger Hoogleeraar der Rechtsgeleerdheid Jacobus Eek, vertrokken naar Noorddijk in 1743. 1743. Elardus IVagner, vertrokken naar Adewert in 1744 1744. 'Lamherftis Buitbuis , Joli. fr. , overleden in 177S. 1783. Petrus Chevallier , zoon van den Groninger" Hoogleeraar der Godsgeleerdheid Paulus Chevallier , vertrokken naar de Walfchë Gemeente te Naarden in 1784. 1785. Hermannus Elfrinkhof, geboren te Appinge* dam, beroepen van Leerbroek in Zuidholland , overleden in 17S6. j7-7' Jacobus Borg>emd, heeft onder het Pausdom een Klooster van Benedictijner Nonnen geltaaa , gelijk ook te St. Annen daar onder bchorencfe. Qudb. 'en Geft. vap Gron. bl- 339- liet Patroon-recht dezer plaatfe Haat tegenwoordig bij de Heeren van de Ommelanden, die dit van de Groninger Familie de Falke hebben verkregen. De Predikanten dezer Gemeente, die enen tijd lang The/Inge mede bediend hebben, zijn federt de Reductie de volgende geweest. 1606. Jobannes Feito. 161?,. Phnricus Staal, geremoveerd in 1628. • 1628. Theodorus Rudolphi, beroepen van de Harkflede, overleden in 1663. 1664. Jobannes Abbringbe, vertrokken naar Groningen in 1667. 1668. Jshamres Timans, overleden in 1681. 1683. Simcn Hoifing, beroepen van Nieimezijh, geremoveerd in 1695, maar tot den Predikdienst wederom .toegelaten in 1698. 1695. Gerbardus Anchm, beroepen van Oterdum , overleden in 1718. 1719- Tjaarda de Cock , beroepen van Nieuwolda ia 3730- 173°- Cornelius Hermannus Svoijghuifen, vertrokken $aar de Scheemda in 1737* 4 3738-!.  lo4 de CLASSIS 1738. Jobannes Henricus Nieuwold, beroepen van Gerkesklooster in Friesland , vertrokken naar V Hoogezphd in 1750. 1750. Egbertus van Eerde, geboren te Coevorden , overleden in 1777. 17/8. Gforg- 5^» Spandaw, beroepen van Fries va Drenthe, vertrokken naar Bellingzvolda in 1783. • 17P6. Rudolpbus Jobannes Pruimers, beroepen van Stitswert, heeft van zijnen dienst afgedaan in 1788. ' 1789. Lambertus Nijenbuis, beroepen van Engelbert. thesinge. Deze plaats , oudtijds Ticengbe en nu doorgaans Tbiesfmge genaamd, is volgens M. Alting dezelfde met Tice, waarvan elders gemeld word in oude fchriften. In de Roomfche tijden was hier een Klooster van Benedictijner Nonnen, Tbiazinga-Klooster genaamd. Oudh. en Geft. van Gron. bl. 339- Na de Reductie is deze Gemeente eerst bediend geworden door de Predikanten van Ten Bour , maar federt 1641 is dezelve , volgens belluit der Heeren Staaten dezer Provincie , met eigene Leeraars voorZien. Het Collatie-recht heeft hier de Familie van den Predikant A. Piccardt te Warfum. De volgende Predikanten zijn hier van tijd tot tijd beroepen. • 164a. Emanu'èl Gemminga, vertrokken naar HolwierAa in 1646. 1647. Sebastianus Kuen, beroepen van As/en in Drenthe, overleden in 1680'. 1688. Wiardus IViardi, beroepen van Losdorp, verdokken naar Garshuizen in 1691. • 1091. Hieronijmus Warendorp, gedeporteerd in 16981698- Gerbardus Magirus, beroepen van Rottum , overleden in 1702. 1703.  van LOPPERSUM. 105 1703. Tepo Tepens, gedeporteerd in 1726. 1728. Everbardus Idema, Petr. fil., vertrokken naar Godlinfe in 1750. 1751. Carolus Dion. Mettevier , vertrokken naar Grijpskerk in 1762. 1763. Henricus Alers. WESTER-EMDEN. Dat deze plaats oudtijds aan de Eems gelegen en dezelfde geweest zij met het oude Amifia, alwaar , naar het verhaal van Tacitus in zijne Jaarboeken , de Romeinfche veldheer Germanicus Druzus zoon met de vloot aankwam , en het volk pntfcheepfe, om tegen de Cheruscers te oorlogen ; Dat dit Dorp ook vervolgens Emetha genoemd zij, waar van de Wem? mer Abten in hunne Chronijken dikwijls gewag maaken, aan welke die van Fivelgo verfcheide Stads rechten hadden toegedaan, alwaar de Parochie Kerk aan St. Andreas toegewijd, dog naderhand verbrand was, waar over de Werumer Abten het gezach oefenden; Dat dit Dorp , hoewel merkelijk vervallen , en verder van den Eems-flroom verwijderd , nochtans den naara van Emeden of Emden behouden , en eindelijk den naam van Wester- Emden bekomen hebbe , in onder^ fchciding van Oostvrieslands hoofdftad Embden ; zulks vind men beweerd door den Groninger Borgcmccster M. Alting Notit. German. In/er. P. I. fol. 3 6. P. II. fol. 48, 49. De oudheid van dit Dorp Wester. Emden boven de Stad Embden, welke deez' Schrijver beweerd, is ter verdediging van Ubb'o Emmius wederfprooken door G. Outhof Perb. der Watervl. bl. 3-9, 360 enz. Harkenrotb Ooflvr Oorfpr. bl. 88, 89, 159, 347. Over dit verfehil vind men ook iets vermeld in de Qudb. en Geft. van Gron. bl. 381—385. 167—169. G- 5 Dat  iot>- de CLASSIS Pat men te Wester-Emden ook meer of min deel gehad hehbe aan den algemeenen Beelden- ftorm van 1566 , vind men in de Vaderiandfche Gefebiedenisfcn verhaald. Sedert de Reductie dezer Provincie is de Hervormde Godsdienst er gegrondvest , hoewel de Mennoniten der zogenoemde Vlamingen hier o.ok ene Vergadering hebben , die door een Leeraar bediend word. Het Collatie-recht is hier , nevens andere Collatoren, bij de Heeren van Stedum. De Gemeente, die taamlijk groot is , heeft de volgende Leeraars gehad. 1606. Jobannes Schroder.. 1614. Wilhelmus Walraven, beroepen van Noorddijk. 1620. Georgius Lijgista, geremoveerd in 1629, dog is daarna Predikart geweest in Ood vriesland. 1630. Henricus Theodorici , vertrokken naar Lopperfum in 1653. 1653. Gerbardus Beckering, beroepen van Eenum , overleden in 1667. 1668. Henricus Kettingius, overleden ffl 1717- 1717. Nicolaus Hesfelius Krimpink, beroepen van 07derfum in Oostvr., overleden in 1726. 1726. Gerrit Willem Goten, vertrokken naar Stitsivert in 1728. . 1729. Nicolaus Bolt, geboren 111 Appingedam, vertrokken naar Obergum in 1 35- .1736 Ber nardus Cramer, geboren te Ceevorden , overleden in 1769- „, c , 177i. Sisfmgb, Ar. fil-, beroepen van SoJ- ■zert ', overleden in 178S. WIR-  van LOPPËRSUM. 10? WIRDUM. fri 't vervolg der Chronijk van de Werumer Abten, op 'tjaar 1280, word dit Dorp ook Wirtbum genaamd, volgens Alting l. c. Oudh en Geft. van Gron. bl. 381. De Gemeente, waaronder ook de Buurtfchap Equart enz. behoord, is gcenc van de kleijnste. Het Patroonrecht heeft hier, nevens andere Collatoren, gèffaan bij de Adelijke Heeren op het huis Froma, welke zijn geweest de Heeren Gruij's, en daarna Aldringa. Y)t-Predik anten , welke er federt de Reductie zijn beroepen, zijn deeze. 15')7- Tbeodorus Eekel. Hermannus Donckerus, vertrokken in 1618. 1618. Amoldus Houbingius, den dienst onbehoorlijk verlaten, en tot ene burgerlijke bediening overgegaan zijnde, is door de Sijnode aller Politieke digniteiten onwaardig verklaard. 1621. Jobannes Winckenius, beroepen vzn Borgsweer, overleden in 1640. 1642. Richardus Martinius, vertrokken naar Stedum in 1648. 1648. Rudolfus Folkers, ook beroepen zijnde, om, nevens den Predikant van Garrelsweer, de Gemeente yan Oosterwijtwert te bedienen, is voor de bevestiging overleden in 1653. 1655. Henricus Bevers, beroepen van Eenum, overleden in 1668. 1669. Henricus Janfonius , vertrokken naar Noordbroek in 1688. 1689. Gerbardus Amoldus Metelerkamp , vertrokken naar 'tZandt in 1693. JÓ93. Conradus Klugkist, vertrokken naar Zuidbroek in 1701. , Ï701. Henricus Roering, overleden in 1729. 1730»  Xp8 BE CLASSIS 1730. Rudolfus Kuen, beroepen van Rboderwolde in Drenthe, overleden in 1761. 1762. Regnerus Beckering, Fred. fil., Gerh. fr», vertrokken naar IVoldendorp in 1777- 1779. Wilhelmus Beckering, Ant. fil., Joh. fr., vertrokken naar Tsbrechtum in Friesland in 1780. 1782. Lambertus Tigler, geboren te Scbuttarp ut 't Graaffchap Benthem. W I T T E W I E R U M, Dit 'Dorp , van ouds bekend onder den naam van Werum (f Wierum , werd onderfebeidshalve ook Wittewierum genaamd , naar de Kloosterlingen van de Priemonftrareit - orde , die aldaar gewoon waren witte kappen te dragen. Onder bet Pausdom heeft hier een fchoon Klooster en zeer rijke Abtdij gedaan , doof eenen Emo in 't begin van de XII 1de eeuwe gefhcht , en een dubbeld Klooster uitmakende , met een muur van elkander gefcheidén. Waar van de ene helft , voor de Monniken getbcut , den naam van Bloemhof droe^- en de andere helft, voor de Nonnen gelelukt, h Nieuwe Klooster en ook Roozekamp genoemd wierde. Bij dit Klooster was ene Kerk gebouwd, die in pracht en fchoonheid haar weergaa in dit gewest niet hadde, en daarna is afgebrand , terwijl de toren reeds voorheen door ene aardbeving was ingellort. Onder de Abten van dit Klooster , die groot gezach hadden, zelfs over veele naburige Kerken , is ene andere Em0 de eerste geweest. Hij heeft een Chronijk van 1203 .„o7 gefchreyen, welke door den derden Abt Menco tot 1273 vervolgd , en door den Ctrechtfchen Hoogleeraar Anton. Matthteus in het 3de Deel van zijne 'Analecia in 't licht gegeven is. Alting l. c. fol. 201, Oudh. en Geft. van Gron. bl. 386—407, Voorts  van LOPPERSUM. io0 Voorts zegt de laatstgenoemde Schrijver , dat dit Klooster, gelijk meer andere Kloosters , in de beeldvorming onder voet is geworpen , en dat de.szelvs inkomsten door de Bulle van den Paus, hoewel niet zander tegenkantingc der Kloosterlingen en door vieeze gedwongen , eindelijk bij verdrag aan den liislchop en het Kapittel van Groningen zijn overgegeven. Wat daar van ook zij; althans in't vonnis, uit naam des Hertogs van Albate Brusfel in 1570 tegen de Ommelamier vluchtelingen geveld , vind men ook eenigen van Ten Poft of Wittcwwum geteekend. Onder welke Tjaatd en Wikke Rengers Edzards zoonen vermeld worden als befchuldigd , wegens het Beelden breeken , en dat zij den Graaf Lodewijk van Nasfau tegen deze Landen gediend hadden. (Jok hebben deze niet lang daarna in hei zelve jaar het Verzoekfchrift , door de Vluchtelingen dezer Provincie aan den Keizer en 't Duitfehe Rijk overgegeven , mede ondertekend. De Ömmelanders, na het Vrede verdrag van Gent, de Unie van Utrecht in r.579 aangenomen hebbende, zo heeft 1 ok de Heer Edzard Rengers op zijn Adelijk Hu s te ten Post door eenen Gereformeeiden Predikant voor zig en anderen laten prediken , tot dat dit in 1580 is verhinderd geworden d< or den afval' des Graven van Rennenberg. Na de Reductie dezer Provincie is Jan Rengers van Ten Post in 1595 , als Lid van het Colh gie der Raaden van Staat, naar 's Graverriiag'e vertrokken, en vervolgens tor andere aanzienlijke ampten in en binten de Provincie bevorderd naar het bericht van Ubbo Fmmius Het Patroonrecht is hier ook vervolgens door het Adelijk Gellacht der P^engersfen van Ten Post , nu van Farmfum, alleen geoefend. Deze Gemeente, waar onder ook behooren Ten Po/?, Kioddehuuren, en Windeweer, heeft de volgende Predikanten gehad. 1607.  tlo de CLASSIS 1607. Lambertus Henriet. 1639. Henricus Hildebrandi,, overleden in 1640. 1642. Jobannes Eding, vertrokken naar Farmfum in I651. 1653. Petnr Berkbuis, overleden in 1667. 1668. Adamus Cornelii, beroepen van Losdorp, overleden in 1676. 1677, Daniël Richardus, overleden in 1680. 1683. Wigerus Rustinga, venrokken naar de Pekel-A in 1692. 1692 Abrahamus Remmers, overleden 111 1710. 1711. Wilhelmus lichtman, vertrokken naar de oude Pekel A in 1-22. 1722. Siewardus Boelens, beroepen van Wetzinge , vertrokken naar Lopperfum in 1734. 1735. Ludovicus van Meeuwen , vertrokken naar de Zeerijp in 173& 1738. Petrus Oorfnga, beroepen van Weizvert, vertrokken naar Buncla 'in Oostvricsland in 1744- 1744. Rudolpbus Oostervelt, is Emeritus verklaard 10 I791. W O L T E R S U M. Het Collatie-recht, 't welk hier voorheen was bij de Adelijke Heeren Polman, word thans geoefend door de Heeren Borgemeesteren en Raad van Groningen. Onder de Predikanten dezer Gemeente vind men de volgende vermeld. 1595. Jobannes N. 1600. Bemardus Lubberti, uit naam van den Drost Van Sallant beroepen door Doede van Amsweer. 1606. Henricus Jobannis of Jobannes Henrici, geremoveerd in 16x0. 1636.  van LOPPERSUM. m 1636. Gualtherus Piccardt, vertrokken naar Lopperfum in 1639. 1639. Egbertus Hoppenbrouwer, overleden in 1684* 1684. Wesfelus Peneman, overleden in 1703. 1704. Martinus Croons, vertrokken naar Weiwert in KIS- 1715. Conradus Heidegers, Joh. Fred. fr., vertrokken naar Middelflum in 1722. 1722. Natban Ericbfon, vertrokken naar Curacao in t?s8. 1729. Petrus Wiardi, geboren te Appingedam, Emeritus verklaard in 17-62, overleden in 1771. 1763. Wilhelmus Henricus Fokkers, Franc- Fred. fil., Alb. fr., vertrokken naar Oostwold in 't Oldampt in 1766. 1766". Menfo Alting Mees, Petr. fil., vertrokken naar Leermens in 1778. 1778. Gerbardus Cremer, Abrah. Alb. frat. 't zandt. Dat deze vruchtbaare landfireek tegen den boezem van de Eeras, federt 1257—1266, tot aan den FiveHlroom met enen Dijk omringd is geworden, vind men bij M. Alting vermeld. In April 1535 zijn in dit Dorp enige oproerige Wederdopers 'en zo genaamde Geefldrijvers 's nagts in menigte bij een gekomen, om den godsdienst te verrichten. Daar onder waren een Schoenmaker en een Hovenier , die Godslasterlijke woorden uitbraakten, met onbetamelijke uitdrukkingen tegen de Priesters en Monniken niet alleen, maar ook tegen de Overheden , onder voorgeven dat er een nieuw koningrijk der hemelen aanfiaande was. Omtrent 300 menfehen , uit vreeze voor hun verderf, lieten er zig dien nagt herdoooen ; te meer, om dac men  ii2 de CLASSIS men er een gerucht had verfpreid , dat de algemècne oordeelsdag nu aanftaande ware. Dog de eerstgenoemd dé is niet "lang daar na door de Gerichtsdienaars gevangen en gebonden naar Groningen gebragt, alwaar hij als een razend mensch is geflorven , en de andere i, het gevaar ter nauwer nood ontvlucht. Emmius Bist. Frtf. fil. 884 &c. Schotanus Frief. Eist. bl. 665. enz. Deze Gemeente, welke ene bekwaame Kerk met een Orgel heeft, is taamelijk groot. Daar onder behoord ook Zijldijk enz. alwaar de Mennoniten der oude Vlamingen ook ene Gemeente hebben onder het opzigC van enen Lèéraar. Het Patroon-recht is'hier bij vcrfchcide Collatoren» en onder anderen bij de Heeren Borgemeesteren en Raad van Groningen. De Euangeliedienst is hier federt de Reductie door de volgende Predikanten waargenomen. 1597. Henricus Houbingius , beroepen van Appingedam , overleden ïh 1639. 1640. Samuel Hillenius, overleden in 1672. I672. Micbaël B'orgeflits, beroepen van Onstwedce, overleden in 1692. 1693. Gerbardus Amoldus Metelerhamp , beroepen van Wirdum, vertrokken naar de Meeden in 1708. 1709. Gerbardus van Oostbroek, beroepen van Rottum, overleden in 1721. 1724. Nicolaus van der Tuuck, beroepen van Leermens, overleden in 1749. I75I- Jobannes Placius, beroepen van Gasfitter-Aijeveen in Drenthe, overleden in 1760. 1761. Antonius Havingha, Fred. Henr. fil., overleden in 1775- •, , 1776. Godefridus Abbringb, Georg. fik, beroepen van Óosterwijtivert, overleden in 1784. 1785.  van LOPPER.SU M; 115 .1785' Jan Hendrik Simeon Wijchgel, geboren te Appingedam. Z Ë E ft IJ' Pi Dit Dorp fchijnt dieri naam gekregen tc hebben, om dat het eertijds op den oever (in 't Latijn Rif/a) van den Boezem van de Ecms gelegen was. De Pastoor van deeze Parochie Kerk is in 1226 boosaardig vermoord, en in 1252 is er een geleerd Rechtsgeleerde fchielijk gedofven. M. Alting ï c. fol. 150. Het Collatie-recht word hier thans door verfcheide Collatoren geoefend, onder anderen door het Adelijke Gedachte van Rengers te Farmfum. De Gemeente, die taamlijk groot is, heeft ene bekwaamè Kerk. Hier' zijn de volgende Predikanten geweest. I595» Gerbardus Alherti, voorheen Roomsch Priester. 1600. Daniël Tbómé, geremoveerd in 1606. 1611. Lucas Widemarius, beroepen van Oterdum. 1639. Gerbardus Averacb, vertrokken naar Warfum in 1Ö54. I(^55- Jacobus Schuirman , beroepen van Ez'wge, overleden in 1676. 1676. Gerbardus Schuirman, overleden in 1694. 1696. Jobannes van Leeuwen, beroepen van Laghe, vertrokken als Hoogleeraar en Predikant naar Lingett in 1713. I7I4- Jobannes Verfchuir, Overleden in 1737. 1738 Ludovicus van Meeuwen, beroepen van Wit* tewierum, Emeritus verklaard in 1771, overleden in -773- 1771. Fokko Liefsting, Rern. fr., beroepen van Siddebuuren, vertrokken naar Rauwert in Friesland in 1774. 177^. Gerard Jan van Hasfeit, beroepen Van Farmfum, venrokken naar Midwolda in 'tOldampt in 1777. 1777- Hermannus Muntinghe, beroepen van BuiteriH p0stj  314 de CLASSIS van LOPPERSÜM. post in Friesland, vertrokken als Hoogleeraar en Academie-Predikant naar Harderwijk in 1780. 1781. Jobannes Beckering, Ant. fil., Wilh. fr., beroepen van Goinga in Friesland , vertrokken naar' Niemv-Scbeeinda in 1789. 1790. Hero ten Camp Enfinck, beroepen van Cree*viert. IV,  de CLASSIS van MIDDELSTUM. 115 IV. DE CLASSIS. VAN MIDDELSTUM. 11 -L-'eze Clasfis, tot welke XTX Predikanten behooren, bcflnat liet Oostelijk gedeelte, efi bijzonder het. OosterAmpt, van het Hunzuigö Kwartier der Ommelanden. Daar had men oudtijds, benevens de Roomlclie pastoren en Priesters, ook Deekens of Proosten, als mede enige Kloosters met Monniken cn Nonnen. Onder de Ommclander vluchtelingen, tegen welke de Hertog van Alba door zijnen Bloedraad in 1-70 vonnis geveld heeft, vind men ook enigen uit de Aan* zienüjken en Geringen dezer Dorpeq genoemd, als befchuldigd, 70 wegens deelneming aan het Ceeldcnbreeken , als over de bewezene diensten aan Graaf Lodewijk van Nasfau. Welkers naamen o^k getekend Haan onder het verzoekfehrift, doof genoemde vluchtelingen negens anderen in het zelve jaar aan den Keizer en het Duitfche Rijk overgegeven. Ook blijkt uit de Vaderlandfche Historie, dat enige Aanzienlijken dezer Dorpen vervolgens voor en naa hét Vrede verdrag vnn Gent, de Unie van Utrecht, en den afval des Graaven van Rennenberg, voor de Vrijheid van het Vaderland hebben geltreeden. In de eerste Sijnode, welke na de Reductie dezer Provincie in 1595 te Groningen is gehouden, .waren' ook tegenwoordig de Predikanten van Bèdum, Middelflum, Uithuizen, V/arfum, Usquert, Oldenzijl, IVes* H 2 ter*  U6 de CLASSIS terimjpwert, Huizing'a , cn Poppenhuizen, benevens die voorheen Roomfche Priesters waren geweest te Stiti' voert en Uitbuister-Meeden. Welk getal vervolgens in deze Clasfis vermeerderd is tot XIX Predikanten , en even zo veele Gemeenten, die eik niet meer dan een Predikant hebt en , cn alle naar het recht van Collatie aangefteld worden. De meeste dezer Gemeenten, welke ook een Kerkeraad hebben, zijn doorgaans tafrijk, zo dat daarom er niet meer dan twee Combinatiën zijn. De Room/ebgezinden worden te Bedum, Uithuizen, en Usquerf, in een merkelijk aantal gevonden, maar vQer het overige zijn zii hier zeer weinigen. De Mennoniten der oude Vlamingen heeft men ook te Middeljlum en Uithuizen. Deze Clasfis, welke gewoonlijk driemaal 's jaars te Middelflum vergaderd, word in opzigt van het waarnemen der Sijnodale Commisfien en der Vakante Plaatzen in drie Ringen of Districten onderfchelden. — Tot het dloogeland behooren , Middelflum, Westervi'ijtwert, Huizinge, Kaules , Rottum, Eppingehuizen, en Zancleweer — Het I^aageland behelst in zig, Onderivierum , Noordwolde, Zuidwolde, Bedum, en Stitsivert — Onder de Dijkflr:'ek worden geteld, Brecde, Warfum, Uskzvert, Uithuizen, de Meeden, Oldenzijl en het Oos* ternieuwland. BEDUM. Dit voorname Dorp, in de oude Kronijkcn Bedderivalde, ook Bedehem of Bedum, en bij verkorting nu doorgaans Beem genoemd, fchijnt dezen naam gekregen te hebben , om dat er ene J^plaats of Kapelle was , daar men kwam om te bidden. Door de gaavcn, welke bij deze gelegenheid wierden gegeven , is er eene Kerk gebouwd , grooter dan de Dorpskerken doorgaans- zijn,, om dat ze ene Kollcgiale of Kapittelkerk was ,  van MIDDELSTUM. 117 was, daar de Roomfche Geestlijken t faamen kwaarnen. Zij was door eenen Bisfehop ingewijd, op den naam van de Moedermaagd Maria , van den Apostel Paulus, en van bt Wafridus. Men verhaald; dat deze Walfridus, en zijn zoon Radfidus, er niet alleen gewoond hebben, maar ook door de Heidcnfche Noormannen doodgeltookeu zijn, zo als zij hun Gebed deeden; dat ook de Beenderen van deezen Waïfrjdus in deze Kerk zijn overgebragt, cn de gedachtenis van dien Martelaar door de Rocmfehe Kerk jaarlijks gevierd is. Men zegt dat Oiiverius, door den Paus gezonden, hier ook in .1214 ene plechtige Itaatzie heeft gehouden, en gepredikt heeft, om de menfchen tot de kruijsvaart op te wekken. Bij dit Dorp was wel eer ene vermaarde fehool, de roode fchool genaamd. In 1520 is Rudolf Mepfcbe, van Groningen, hier Roomsch Pastoor geweest. Oudh. en Ge/1, van Gron. bl. 342 — 347. Verg. U. Emmius en M. Alting natit. Germ. Infer. fol. 20. P. ff. In het Voorberigt § 61. is reeds aangeteekend , dat de voornaamste Priester van deze Kollegiale Kerk eertijds in groot aanzien is geweest, onder welkers getal men op 't jaar 1505 gewag vind van eenen Jobannes Fredeivoldius. Een man van groote geleertheid ei? rijkdom, die zijne Priesterlijke bediening te Bedum door eenen anderen liet waarnemen , terwijl hij te Groningen woonde in gunste en aanzien bij het volk, 'en in de zwaarwichtigfte zaken, de Regering betreffende, ook gebruikt wierde. Na de Reductie dezer Provincie is deze groote Gemeente door twee Leeraars bediend, doordien reeds in 1597 een Collega van den Predikant word gemeld. Als in 1612 de dienst hier alleen door een Predikant wierd waargenomen, en men onderrigt was aangaande de genoegzame inkomsten, om eenen Medehelper aan te nellen,, zo is zulks op verzoek ook verkregen. Zo II 3 dat  nS de CLASSIS dat 'er tot aan i63i twee Predikanten zijn geweest , met een aanzienlijk inkoomen voorzien Maar, door de verminderinge van de inkomsten der landerijen , heeft dit na dien tijd opgehouden. Hoewel de Roomsehgezinden hier federt enige jaaren ook een Kerkhuis henben gekregen , nochtans is de Hervormde Gemeente er taamlijk groot. Het Collatierecht behoord hier onder anderen voornaamlijk bij het Adelijke Gedacht van Lewe te Middeldam. Predikanten dezer Gemeente zijn de volgende geweest. 1595. Jobannes Clant, waarfehijnlijk dezelve, van wien in het vonnis van den Brusfelfchen Bloedraad in 1570 ook gewag is gemaakt met deze woorden; ; Dat Sipko, die Meijer en Ouderling was van Heer „ Jan Clant , Pastoor te Bedum , met den genoem„ den Pastoor gevlugt, en voor een groot Ketter be- kend was." Ouder de Predikanten van Larrelt bij ï mbdeii vind men ook vermeld van Jobannes Clant, die in Maart 1570 aldaar beroepen zijnde eerst zwarigheid maakte, om deze beroeping aantenemen, dog op aanraden van anderen en bijzonder op het oordeel van het Ëmbder, Coetus heeft hij dezelve opgevolgd. Harkenrotb Oostvr. Oorfpr. bl. 251 verzekerd , dat hij in 1593 aldaar nog Predikant geweest, maar in 't yol»énde jaar 1594 er gellorven is. Adami heeft in* tusichen , in deze, Naamlijst vermeld, dat hij in 1595 Predikant te Bedum was, en dat hij, die om de belö lettis der waarheid veele zwarigheden uitgeflaan en huiten het vaderland had omgezworven, niet lang in 159$ geflorven is in enen hoogen ouderdom. In 1595 heeft hij te Groningen de eerlte Sijnode bijgewoond, v Igens de Sijnodale Aften, alwaar zijn naam als Predikant te Bedum vermeld word. Zijn zoon Mekbior Clant \ pen Ommelander Edelman, is in j.580 Predikant geweest te Luitsborg 111 Oostvriesland , daarna in Friesland te Britfum, Woudsend, en te Goingerijpv  van MIDDELSTUM. ng. volgens de Naamlijst der Predikanten van de VII Wouden bl. 93. en van Sneek bl. 48. 1597» Amoldus Rombacbius. 1606. Adolphus Regneri. 1Ö08. Petrus* Lucanus , uit Holftein zonder getuigfchriften overgekomen , is hier door enige Collatoren, in weerwil van anderen die lange belijders van den Hervormden Godsdienst waren geweest , beroepen en ingevoerd , dog na bekomene narigt van dcszelfs gedrag is hij geremoveerd in 16io. 1611. fVolfgangus Agricola is, niet lang na de Reductie, Predikant geworden, eerst te Losdorp, daarna te Garstbuizen, en in 1603 had de Gemeente van Appingedam het oog op hem, maar de beroeping had geenen voortgang. In 1611 is hij naar Bedum verplaatst, alwaar hij tot aan 1^23 het werk der bediening heeft waargenomen, Hier Predikant zijnde is hij wegens de Sijnode dezer Provincie, mede afgevaardigd tot de Nationale Sijnode , welke in 1618 en 1619 te Dordrecht is gehouden. Ook is hij door de Sijnode dezer Provincie dikwijls gebruikt als Pnefes , Adfesfor, Scriba, Deputatus, en Correspondens. 1623. Godefridus Hoip.ng , overleden in 1654. 1651. Jobannes Hoi fing, overleden in 1681. 1655. Georgius Conradi , eerst tweede Predikant , maar na 't verderf van zijnen Amptgenoot alleen gebleven, overleden in 1607. 1698. Gerbardus Pi'èrius, vertrokken naar Middelft um in 17x0. J7t3- liggerus Tiddens , beroepen van Oldenzijl, overleden in 1732. i734-. Jobannes Fabritlus, beroepen van Weiwert, overleden in 1744. 1747- Lambertus van der Tuuck , Herm. fr., geboren te Appingedam , beroepen van Garrelsweer, vertrokken naar U.kiuert in 175U « 4 1753b.  jao de CLASSIS 1752. Bernardus Philippus Hafe , beroepen van Cantes , overleden in 1792, B R E E D E. Deze Gemeente is, in de eerste jaren na de Reductie, met War fum verenigd geweest, maar federt 1615 daarvan afgefcheidfefi. Met Patroon-recht is bier alleen bij het Adelijke Gedacht Alberda van Menketria te Gilhuizen. Hier zijn de volgende Predikanten geweest. 1615. Gabriël Asfueri, overleden in 1642. 1643. Aikenius Schepel, den welken toegevoegd is 1668. Allardus Schepel, vertrokken naar Opwierda in 1675. 1680. Cornelius Hillenius, overleden in 1727. 1751. Jobannes Pcsman, vertrokken naar Tinallinge 1755- 1755- Theodorus Lubbers, Joh. fil., vertrokken naar Noorddijk in 1756. 1757. Conradus Meijer, Joh. fr. , beroepen van Si~ monsivold 111 Oostvriesland, vertrokken naar 'll/iallinge in 1768. 1768. Henricus Stehman, overleden in 1781. 1782. Anthonius Stenhuis. CANTES. Het Collatie-recht dezer Gemeente, welke geene van geringste is , word hier door een alleen geoefend. Hier zijn, federt de Reductie dezer Provincie, de vol. g.iide Leeraars geweest. Jobannes Auloniu:, blijkende uit een brief door D, van Amzvoeer aan hem gefchreven , als mede uit h omfclirift van deszelfs gevondene Lijk-zerk , daar hi|  van MIDDELSTUM. 121 hij de eerste Leeraar dezer Gemeente genoemd , en Vermeld word dat hij is overleden in 1602. 1604. We fehts Rbodïus, beroepen van Oldenzijl en 'f Oosterniemvland, verrokken naar U/rum en Nijekerk in 1628. 1632. Martinus Johannis, vertrokken naar Middelflum in 1647. 1648. Lambertus Woelepus, beroepen van Onderwie* rum, overleden in 1656. 1657. Gregorius Mees , vertrokken naar Groningen in ï66i. 1661. Joachimus Riten , overleden in 1704. 1704. Ludolfus Huifnga , beroepen van Bierum , overleden in 1733. J735- Jobannes Westerlo , beroepen van Oosterbesfelen in Drenthe, vertrokken naar Denekamp in Overijsfel in 1739. 1740. Bernardus Philippus Haf, vertrokken naar Bedum in 1752 1752. Jobannes Mcnfinga , Joh. fil. , beroepen van Jemgum in Oostvriesland, vertrokken naar de Meeden in 't Oldampt in 1753. 1754.. IViibelmus Scbmaal, vertrokken naar Vlagt* wedde in 1755. 1756. Omius Oomkens, Ger fr , overleden in 1761^ 1762. Everbardus Mindeb, overleden in 1787. 17^9- Jobannes van der Linden, van Sprankhuizen, beroepen van Paesfens in Friesland. DOORNWERT. Deze plaats word anders or4 de CLASSIS den genaamd. Men zegt, dat in 1231 en vervolgens de Inwooners dezer plaatfe mede zijn ingewikkeld geweest in dien zwaaren en langdurigen inlandiehen oorlog, waarvan daarna bij den naam van Uithuizen zal verhaald worden- liet Collatie - recht word hier gemeenzaamlijk , beneven andere Col atoren, geoefend bij de Huizen Restje-, tna, iV.'jen/fein en Farmfum ÜC/.e Gemeente, welke ene fraaje Kerk en Orgel heelt, is zeer veri'preid en uitgelirekt. De volgende Predikanten zijn hier geweest, 1595. Luclolfus Koorenpoort , voorheen RQOin,sch, Priester. 1598. Albertus Gulielmi. 1616. Wilhelmus Gcrhardi. 1629. Jobannes Vereem, mede Uitgever van F. Gemari Opera in 1644, overleden in 1Ó55. 1656. Lucas Wilteps, overleden in 1669. 1670. Jacobus Treccius, beroepen van Westcrdijksborn, overleden in 169?. 1693. Henricus Schainck , beroepen van Zandeiveer, overleden in 1707. 1708. Gerbardus Amoldus Metelercamp , beroepen van VZandt, overleden in 1719. 1720. Wolterus Jobannes Lijftink, beroepen van Rottum, overleden in 1748. • '.1751- Cbristophorus Gronr.u, voorheen Predikant te Menfmgeweer, vervolgens te Slijk-Ewijk en Oosterholt in Gelderland, en van daar herwaards beroepen. MENKEWEER. De Gemeente dezer plaats is eerst tot aan 1651 met Stitswer( verenigd geweest, federt dien tijd tot aan 169? is dezelve daar van afgefcheiden en heeft hare eigene Leeraars gehad, tot dat zij in 1692 is verenigd niet WESTERYYIJTWEKT. De volgende Leeraars.- heb*  van MIDDELSTUM. 125 hebben van 1651 tor 1692 het werk der bedieninge waai genomen. 05i. Jobannes Boekenborg, oveleden in 1666. 166H. Godefridus Stirenhuizen, beroepen van Rottum, overleden in 1673. 1674. Petrus Brongersma, bij verwisfeling vertrokken naar IFarfhuizen in 1ÓS6. i6b6. Jobannes Sickcns, beroepen van hParf buizen, overleden in 1692, na wiens dood deze Gemeente is verenigd met IVesterwijtwert* MIDDELSTUM. Dit aanzienlijk Dorp, waar van men elders reeds op 'tjaar 1224 gewag vind, beeft onder het Pausdom een Kapittel van Kanonniken gehad, en is ook de woonplaats van Deekens of Proosten geweest, gelijk reeds aangetekend is in 't Poornerigt § 56. Verg. Alting h c. P. 11 fol. 12U. Oudh. van Gron. en Oml. bl. 369, Alwaar het Midlefïum word genoemd. liet Huis Euwfum, 't welk het Adelijke Gedacht van dien naam eene lange reeks van jaaren met het daar toe behorende gezaeh heeft bezeten, was eertijds ook als ene vastigheid verfrerkt tegen de aanvallen der vijanden. Moe Onno van Euwfum hier in :147e, in weerwil van de Groningers , enen dikken Tooren gebouwd heeft, waarvan nog een groot gedeelte tegenswoordig gebleven, vind men onder andeten vermeld in de Chronijk van Gron. en Ommel. bij 't j. 1472 bl. 102. Behalven het ilot Euivfum walren er eertijds nog twee andere Adelijke Huizen, Azinga en Menteda genaamd. Inliet vonnis, 't welk de Hertog van Alba door zijnen Bloedraad te llrusfel in 1570 tegen enige Ommelander vluchtelingen heeft geveld, word ook genoemd Chris toffer van Euivfum, als befchuldigd, dat hij  ts.6 dè CLASSIS hij van de Merinönitifcbe Secte geweest was, en zeer gunstig aan de Geuzen cn Sectarisfen; dog of hij tot Middelflum behoorde^ is nog onzeker. Ook vind men in 't gemelde vonnis vermeld twee fleeren van Meriteda, naamlijk Wiicke cn Barthold Entens Gebroeders, als befchuldigd , dat zij zig in dienst van Graaf Lodewijk van Nasfau gefield, en de wapenen tegen deze L,anden opgevat hadden, en dat Barthold Entens was geweest van het Verbond en fiamenzweeringe der Verbande Edelen. De naamen der drie genoemde Heeren worden ook gevonden onder het Verzoekfchrift , 'f welk in 't zelve jaar door de Groninger en Ommelander Vluchtelingen aan den Keizer en het Duitfche Rijk is overgegeven Bartold Entens van Mehteda, in 1571 door Prins Willem van Oranje tot Zee-Kapitein benoemd , heeft zig met de zo genaamde Watergeuzen ter Zee begeven, en een naam gemaakt in de Vaderlandfche Gefchiedenislen. In 1580, in dc belegering van Groningen ter gelegenheid van Rennenbergs afval, is hij gefneuveld, en vervolgens te Middelflum begraven Door van Meteren word hij zeer gelaakt, maar Bor verdedigd hem, dat hij een goed krijgsheld is geweest. De Graaf van Rennenberg, in het zelve jaar Delfzijl voor den Koning van Spanje heroverende , kreeg aldaar Azinga en Jacob Entens gevangen, die nochtans in 1582 uit dc gevangenisfé ontkomen zijn. De Gemeente dezer plaats, welke ene groote en fraje Kerk met een Orgel , benevens enen Tooren met Klokkenfpel heeft , is groot, zijnde die .van DOORNWER'F in dezelve ingelijvt. Het Patroon-recht behoord hier thans alleen aan het Adelijke Gedachte van Lewe te Middelflum. De Euangeliedienst is hier, federt de Reductie door de volgende Leeraars waargenomen. ï595- Jobannes Nicafius, een bedaagd man , die voorheen al had gediend, 't Is niet zeker, of dezé de-  van MIDDELSTUM. Hf dezelvde geweest zij met Nicdfik van der Seintere of Verfcbuere, die in 1566 en 67 iri of bij de Stad Gent heeft gepredikt , en daarom met verlating van huis engoederen van daar moest vluchten, en die in 1577 of 78 wedergekeerd ,tot Predikant in een Dorp bij Gent is aangefteld,, dog andermaal zig van daar moest begeven , van wien men kan zien IV. te Water Historié der Herv. K. van Geut bl. 179 188. Ook kan men het niet vast bepalen , of hij dezelvde Jobannes Nicaftus zij geweest, die in Oostvriesland is geweest Predikant te Borfum in 157S , en te Groothuuzen in 15S9 of 90 , van wien men leest bij Meiners Oostvr. K. Gefch. II. D. bl. 12, 68, 216. Althans deez' oude Man, die terftond na de Reductie hier Predikant is geworden, was bij zijne Medebroederen in achting, zo dat ze hem daarom dc Sijnodale commisfien van Profes, Adfesfor, Deputatus, en Oorrespondens, menigmaal hebben opgedragen. In 1607 is hij, nevens den Groninger Predikant Job. Acronius, door de Sijnode dezer Provincie gezonden naar 's Gravenhage tot de verga, dcring van verfcheide Godsgeleerden , door de Algemeenc Staaten bijeengeroepen, om te beraadflagen over de voorbereidfelen ener Nationale Sijnode. In 1610 is hij, wegens enige onlusten, door de Sijnode met ene loflijk getuigenis van zijnen dienst te Middelflum ontflagen. Waarna hij in 1613 tot Predikant te Éourtange is beroepen , en aldaar overleden in 1617 of iS. 1611. Hermannus Jrnoldi Treccius , toegenaamd Rbenanus , wiens zoon Amoldus Treccius, die naderhand Predikant te Uitiuierda is geweest in 1622 ruim een jaar Doornvjert, als een aanhangfel van de Bedieninge zijns Vaders, heeft waargenomen. De Vader is hier overleden in 1645. 1647. Martinus jobannes, beroepen van Cantes , Overleden in 1668. 1667,  isS de CLASSIS 1667. Jobannes Munten , beroepen van Losdorp ; eerst als tweeden Leeraar, daarna als opvolger van den eveilgemelden , overleden in 1689. 1690. Ofewoldus Eifonius, overleden in 1709. 1711, Gerbardus Pïèrius , beroepen van Bedum, overleden in 1721. 1722. Jobannes Conradus Heidegers, Job. Fred. fr. j beroepen van Wolter fum, overleden in 1753. 1755. Hiddo Woelefius , beroepen van Engelbert , overleden in 1762. 1763. Aapko Luito Bonman , beroepen van Kropsivoiile, overleden in 1782. 1783. Bemarlus Wilhelmus Hofman, beroepen van. Peife in Drenthe. N O O R D W Ö L D È. Het Patroon-recht is hier alleen bij bet Adelijke Gedachte van Leive van Middelftum, De volgende Leeraars hebben hier den Euangeliedienst waargenomen. 1613. Jobannes Albert'u 1625. Theodorus Jobannes Beverus , beroepen uit Friesland, overleden in 1636. 1636. Paulus Beverus, overleden in 1652. 1653. Jobannes Fabricius, overleden in 1674. 1675. David Wolphius van der Nijs , overleden in I690. 1692. Lucas Rbodius, overleden 111 1730- 1737. Jobannes Casfau, overleden in 1766. 1768. Georg Jan Spandaw, vertrokken naar Visvliet in 1774- „ 1776. Theodorus van Rhee , beroepen van Kamperveen in Overijsfel, vertrokken naar Wapsterveen m Drenthe in t.781. 1781. Jan Fabritius Dincb?reve, A. L. M. Plnloi, Doftor, beroepen van Wirdum. 0L~  van MIDDELSTUM. 129 O L D E N Z IJ L. Het Collatie-recht bezit hier voornaamlijk het HuiS Nijekjïeini alwaar voorheen ook geweest is een tak van het Adelijke Gedachte van Alberda. Deze Gemeente, welke niet groot is, was in het eerste tot aan 1651 met Oostemijeland verenigd, maar is federt dien tijd daarvan afgëfehèideri. Predikanten zijn hier jee.' weest. ö 1595. Wssfilas Rhodius, vertrokken naar Cantes in 1620. Adólpbm Empemus, vertrokken in 1621 naar' Rtjzum in Oostvr., vanwaar hij in 1628 is beroepeii naar dé Hark/lede. * 1630. Ludovictis Hellinkhuizen, overleden in 1650. 1651. Guallherus a Bijhr, overleden in 1690. 1691. Jobannes Peenkamp, overleden in 169S ' 1699. Eggerus Tiddens, vertrokken naar Bedum m 1713- 17H- Petrus Mees, beroepen van Zandeweer, overleden in 1722. 1723- Alexander Sluiter , vertrokken naar WetRned eri Saüwert in 1739'. ° I741- Hero Idema , overleden in 1753. 1754- Job. Jansfonius, Hillebr. fil.,J beroepen vari Oosterbesf'/en iri Drenthe, overleden in 1777. 1780. Jobannes Dekens, Matth. fil., vertrokken naai Zandeweer 111 1785. 1786. Henricus Blankftein, Henr. fil. ONDERENDAM. Eene voornaame Buurtfchap aan beide zijden der Trekvaart tusfehen Middelflum en Winfum, is in het Kerkelijke onder de naburige Gemeenten verdeeld , 1 doch'  jjo de CLASSIS doch zoude wegens hare grootte en hekwaame gdë-* genheid een bijzonder Kerkdorp konnen uitmaken. ONDERWIERUM. Het Collatie recht bezit hier voomaamlijk het Adelijke Geflacht van Leive te Middelflum Sedert 1620 is deze Gemeente verenigd geweest met Dijkshorn of Westerdijkshorn tot nan 1649, wanneer dezelve daarvan weder is afgefchciden. Dog iedèrt ï686 heeft deze vereniging wederom plaats gehad. De volgende Leeraars hebbea er den Euangeliedienst waargenomen. 1595. jobannes Bartholom&us. 1620. Lambertus Woetefius, vertrokken naar Cante: in 1648. Deze heeft Westerdijkshorn verfcheide jaaren meede bediend , maar federt zijn vertrek zijn deze Gemeenten wederom gefcheiden. 1649. Asfuerus Faber, beroepen van Oostviold in 'f Oldampt , overleden in 1656. 1657. Eppo Arents, overleden in 1664. 1667. Fransiscus Budron, vertrokken naar Stitswert in 1676. 1676. Antonius Oortman, overleden in 17T4. Dezen is in 1686 Westerdijkshorn toegevoegd, welke vereiii* ging federt dien tijd beltcndig is geweest. 1716 Antonius Antonides, Theod. fil., vertrokken naar den Andel in 1728. 1728 Meinardus Antonides, Theod. fil., Anton.fr., Emeritus verklaard in 1775, overleden in 1776. 1783 Henricus Goosfen. OOSTERNIEUWLAND. Tn het vonnis, 't welk de Hertog van Alba doof zijnen Bloedraad in 1570 te Brusfel heeft geveld tegen' enige U-mraeiauder Vluchtelingen, vind men ook Bart.  van MIDDELSTUM, i3t fold StarMibórcb genoemd als befchuldigd, dat hij de 'oorzaak van de Nieuwe Predikatiën was geweest, endat hij heeft gebroken in de Kerken van Garshuizen en Oosternijeland. In het zelve vonnis word ook eert Timmerman op 't Oosternijeland als befchuldigd voorgedragen. Derzelver naamen Haan ook getekend onder het Verzoekschrift, 't welk de genoemde Vluchtelingen in het zelve jaar aan deri Keizer en het Duitfche Rijk hebben overgegeven. Het Patroon-recht bezit hier thans het Huis van Nij* enflein voornaamlijk. Deze Gemeente, welke voorheen tot 1651 met Oldenzijlh verenigd geweest, heeft vervolgens tot Predikanten gehad. 1651. Nicolaus Ilenrici a Wielfuma , overleden ia 1664. 166$, Marcus de Muink, vertrokken naar de Mee* den in 't Oldampt in 1667. 1668. Henricus Scbainck, vertrokken naar Zandetveer in 1680. 1680. Jobannes Calmes, vertrokken naar Stedum in 1691, 1691. Watzo Kuen, overleden in 1704. 1706. Gajus Engelberts Engelma, overleden in 1747. ï'751. Jacobus Petrejus, beroepen van Hashcrhorne in Friesland, overleden in 1771. 1773 Eitje Eitjes , beroepen van Ëemerwolde in Oostvriesland, overleden in 1775. 1776. Engelbertui Toll, voorheen Predikant in Oostvriesland , te Ut turn, Embden, Luitsborg en Norden, overleden in 1779. 1780. Jan Albert Smit, vertrokken naar Termunten in 1782. 1784. Jacobus Jansfonius, Joh. fil., door de Heeren Staaten dezer Provincie gédeporteerd in 1788. 1790. Hindrik Rudolph Warmoits, EJib. fr. I s ROT-  Ï32 dè CLASSIS ROTTUM. Dit Dorp, waarvan bij de Kronijk-Schrijvers varï Wittewierum dikwijls gemeld word, is we!-eer berucht geweest wegens ene vermaarde Abdij van de Orde der Benedictijnen. (*) Ook fchijnt het zijne benaaming gekregen hebben van het mode dak als of men zeide Rood-Heem. De Abt van dit Mannen Klooster heeft in 1252, nevens de Abten van Adewert cn van het Marnfter Oldenklooster, in ene t'zamenkomste van de Staaten van Hunfingo-kwartier mede bezorgt, dat de Oude Lands - Wetten, in de oude Friefche taal beschreven, op nieuws overgezien, verklaard, en vermeerderd zijn. Volgens enen brief van 1529 heeft er van ouds bij dit Dorp ook een Nonnen Klooster ge-' ftaan, Bethlehem genaamd, als meede een St. Annaas Klooster van de Cisterci Orde. Alting Not. Germ. Inf. JP. II. fol. 152. Oudb. en Geft. van Gron.'bl. 369, 370. In het vorensgcmelde vonnis, tegen enige Ommelander Vluchtelingen op bevel des llertogs van Alb» in 1570 te Brusfel uitgefproken, word ook Alle Litfema gemeld als befchuldigd; dat hij niet alleen zig mede in dienst van Graaf Lodervijk van Nasfau gefteld, en de wapenen t gen deze Landen opgevat hadde, nmr ook dat bij met 25 Musquettiers, die bij bij zig bad, geholpen had de Beesten te neemen van den Abt van Rottum. Het Collatie-recht is hier alleen bij de Bezitters van het Huis Nijenfein, ouder welke ook geweest zijn enigen (*) Onder den Abt van Rottnm plagt ook te behooren' bet Eiland Rottum , oudtijds Rottnmmer-oog genaamd. Wam dc oude Duitfcüers noemden de Eilanden oogen of augen, om dat ze de gedaante van een e>g fchijnen te hsbben. Ook kwamen hem toe de Eilandjes Bc-scb en Heffezand, welke bijkans geheel verdwe»» «en Zijn, Qudb. van Gron. bl. 6lv>  van MIDDELSTUM. 133 gen uit bet Adelijke Geflachte van Alberda. De ■Het. vormde Leere is hier verkondigd door de volgende Predikanten. 1602. Antonius Strotnbergius. 1624. Antonius Willichuts, overleden in 1642. 1644. Eppius Pesman, overleden in 1654. 1655. Godefridus Surenbuifen, vertrokken naar Men» keweer in 1668. 1668. Bernardus Putbuis, overleden in 1676. • 1676. Gerhard Magirus , vertrokken naar Tbe(tn?e in 1698. J 5 1699. Gerbardus van Oostbroek, vertrokken naar V Zandt in 1709. 1709. Wottherus Jobannes Lijfiink, vertrokken naar Uit buister- Meeden in 1720. 1720. Jobannes Henricus Antonius Huisken, overleden in 1736. 1737- Crmelius de Baar, beroepen van Siibaldebuuren, overleden in 1774. 1775. Ant. Driesfen, Ant. Nep., vertrokken naar Noorddijk in 1777. 1777- VPilbelmus Costerus, Alb. Wüh copïi, voorheen Predikant te Winfum, V Heogez,nd, en heen in Drenthe, overleden in 1782. 1782. Albertus Jobannes Costerus, Wilh. fil. STITSWERT. Dit kleine Dorp, van ouds Stetiszvertb, was eertüds voorzien met een Klooster Daaruit, gelijk de Werumer Kronijkfchrijver op 'tjaar 1224 verhaald, heeft de Abt van Rottum eenen Monnik dotn haaien, en als enen Godslasteraar voor zijn leven lang in een onderaardlehe fpelonk laten opfiuiten. Waarvan de oorzaak was, om dat deez' Monnik het volk van de zogenaamde Kruispredikers , dat is van de Priesters en * 3 Moet-  jS4 deCLASSIS Monniken, die het volk tot de kruistochten en het opichieten van penningen aanmoedigden, had afgewend, hen waarfchouwende en voor oogen Hellende de onheilen, die hen Honden over te komen. Alting ï. c. fol- 165. Oudh. en Gefl. van Gron. bl. 370 enz. De Hervormde Gemeente dezer plaatfe is tot aan 1651 verenigd geweest met Menkeweer. Het Collatie-recht word er door een alleen geoefend. Hier zijn de volgende Leeraars geweest. 1595. Gerbardus Hiddingii , voorheen Roomsch Priester, in 1596 om gegevene ergernis in zijnen dienst opaefchort. 1635. Lambertus Woelefius, overleden in 1649. Na Wiens dood Stitswert van Menkeweer is gefcheiden en alleen bediend. 1651. Cbristophorus Hoorn , vertrokken naar Adorp enz- in 1653. 1653. Havicus Haickens , beroepen van St. Jurjensluold in Oostvr., overleden in 1665. 1665. Tobias Henrici Grashof, overleden in 1675. 1676. Franciscus Boudron, beroepen van Onderwierum , overleden in 1705. 3707. Gerbardus Busz, beroepen van Uitwierda, over-r leden in 1713. 1714. Lambertus van Loo, overleden in 1727. 1728. Gerrit Willem Goltz, beroepen van Westeremden , overleden in 1737. 1737. Daniël Edzarts, beroepen van Westerwijtweri enz , overleden in 1741. 1742. Petrus Somberg , beroepen van Wenvert , Overleden in 1781. 1781. Rudolpbus Jobannes Pruimers , vertrokken, Baar Ten Buur, in 1786. 3787. Gerard Jan Hulfewè. UIT-  van MIDDELSTUM. i35 UITHUIZEN. Dit Dorp, een van de grootsten van 't Hunzingokwartier, heeft eertijds onder Fivelingo■ kwartier behoord. Over het bezit van hetzelve hebben de FiveVingers en de Hunziugers XX jaaren lang zomtijds geoorloogd, met zulken uitflag dat de eerstgenoemden doorgaans te kort fchooten, naar het verhaal van de Weruraer Krohlikfchrijvers. Dit is ontdaan uit een verfchü over den eigendom van een Eilandie aan de Noorder-Dijken gelegen , h welk door de" Rich.eien van Opftalsboom ten voordeele van de Uithuisters uitgewezen wierde in 1231, dog de ingezetenen van 'Eén* drum weigerden dit vonnis zig u onderwerpen. Pit bragt die van Fivelingo en Hunzingo tegen elkander in het harnas, tot dat in 1250, dóör tusfeheukomst van den Deeken van Farmfum, de vrede is gemaakt.Chronijk van Gron. en Ommel. hl. 42 -49. Onder het Pausdom heeft dit Dorp ené rijke Parochi-kerk gehad, die aan St Jacob was tocgewijed In 1280 wierd de Pastorie bediend door enen IV,r, 'HS een Adelijk man, welke benevens de andere Pan-oovY deze Kerk met alle hare bezittingen en g&ec-Rtfrrieï den overgaf aan den Abt van Werum of Wittcw erum. Dit is door den Bisfehop van Munster, BnÖer wien dit Landfchap toen ftond ten aanzien var. WH Kerkelijke wel in 1283 bekrachtigd, dog niet gpnder veel tegenftrevens doorgegaan. Oudh. en Geil van Gron hl. 375. De Hervormde Gemeente is hier groot, hoewel oU de Mennomten en Roomsgezinden er zig bevinden. De laatstgenoemden hebben er eene Kerkhuis, en dU is hier omtrent hun eerste flantzi geweest federt de Re ductie dezer Provincie. Het Collatie-recht \* nier v, rnaamhjk btj het Adeliike Gedachte Alberda van 1 kena De Euangelidienst is hier door de volgende predikanten waargenomen. I 4 7-  I35 de CLASSIS 1595. Nicolaus Clant. . Bernardus Andrea , gedeporteerd in 1628. 1629. Nicolaus Johannis, beroepen van Finferwoldi overleden in 1642. 1642. Jahannes Marei, beroepen van Sauwert, overleden in 1651. 1653. Matthias Vechnerus , beroepen van Nijbert , overleden in 1662. 1664. Amoldus Elleri, overleden in 1665. 1667. Christopborus Brongersma, overleden in 1695. 1696. Jobannes Roering, beroepen van Huizin ga , overleden in 1710. 1711. Nicolaus Meielerkamp , beroepen van Njenbuis in 't Graaffchap Benthem, overleden in 1737, 1738. Bernardus Cock , Mein fil., beroepen van Landsmeer in Noordholland , overleden in 1742. 1744. Jobannes Conradus Appelius, pcroepen van Appingedam, vertrokken naar Zuidbroek in 1:751. 1752. Mattlmus Dekens, beroepen van Viskipert in Oostvriesland, Emeritus verklaard in 17S0, overleden in 1781. ' 1780. Jobannes Eranciscus Buning , beroepen van Middelberi , overleden in 1790. 1792. Wilhelmus Jansfonius, van Winfum naar Ween* der in Oostvriesland, en van daar herv/aards beroepen. U S K W E R T. Dit groote Dorp, niet verre van de Zeeftrand gelegen, wierd in 1231 nog onder het Fivelingo-kxvartier gerekend. Weshalven de Ingezetenen van het Hunvntro-Hvartier, en bijzonder die van Eendrum, tegen de Ingezetenen van bet Fivelingo-kivartier ten ftrijde Optrekkende, onder anderen ook de Kerk dezer plaats met de gewijede Hostie verbrand hebben. Waar over zij door" den Bisfehop van Munster in de Ban zijn cedaan, en daarvan niet ontflagen, als na betalingay - van  van MIDDELSTUM. 137 van een groote fbmme gelds. Of nu dit Dorp van dien tijd af aan, dan enigen tijd daarna , onder liet Hunzingo-kviartier is gerekend, is nog onzeker. Zeker Schrijver getuigd, dat ten tijde van den Munsterfchen Bisfehop Ludgerus , die in 889 geflorven is hier al een Kapel geflaan heeft, door hem Uijscwirde genaamd Alting Notit. Germ. lnj% P. II. fol. i94. In het Voorbericht % 56. is reeds aangemerkt, dat hier eertijds Deekens of Proosten zijn geweest. In 1437 hebben de Proosten van Farmfum en Uskvuert nevens twee Gevolmachtigden uit Oostvriesland, te Termunten de ordusten tusfehen de Steden Groningen en Hamburg bijgelegd. Onder deze plaats behoord ook fVijtwert, alwaar eertijds een Nonnen-Klooster naar de Orde van St. Jobannes heeft geflaan. Nopens den Priester aldaar leest mén elders dc volgende vertel3iuge;dat, hij in 1217 bij zeker kranke vrouw geroepen zijnde, haar dronkene man hem te gemoct ging, en met een beker vol bier op de busfe doeg, zo dat'alle 4e Hostiën er uitvielen en op dc vloer verftrooid lagen; dat de Deeken daarop, niet alleen dien man in de Ban gedaan , maar ook hem en den Priester gedwongen heeft , om met het Kruijs getekend naar Romen te reizen; dat Paus Honorius III aan beiden heeft opgelegd, om drie jaaren lang in den oorlog te dienen; dat zij ook beide over zee getrokken en voor Damiate geflorven zijn. Oudh. en Gefl. v. Gr bl 456 enz Sedert de Reductie dezer Provincie zijn de Roomsch'gezinden hier ook in een merkelijk aantal geweest, gelijk men ook enige van hunne Pastoren die in deze Landflreck gediend hebben , vermeld vind. Oudh. v. Gr. bl. 459. Het Patroon recht bezit hier voornaamlijk het Adelijke Gedacht van Alberda van Menkema. De Hervormde Leere is hier door de volgende Predikanten verkondigd. *595- Bernardus Theodorici Agnceus, afkomstig van Norden in Oostvriesland , vertrokken naar Groningen ln '597. I 5 1603,  j38 de CLASSIS 1603. Amoldus A'èrius. 1607. Hermannus Donker. 1610. Godefridus Alberti Lomejer. 1628. Gijsbertus Kunning, beroepen van de Beerta, overleden in 1645. 1648. Jobannes Columbier, beroepen van Nijehcve 8 vertrokken naar Groningen in 1651. i6r2. AZgidius Cools , Emeritus wegens lighaams zwakheid verklaard in ióói. 1662. Efajas Hillenius , beroepen van Bellingeweer, Overleden in 1698. 1700. Martinus Buscb, beroepen van Bierum , vertrokken naar Groningen in 1716. 1717. Jobannes Adriani Menftnga , beroepen van ^dewert, overleden in 1748. 1751. Lambertus van der Tuuck, Herin. fr., beroepen van Bedum , overleden in 1765. 1767. Nicolaus van der Tuuck , Mich. fil. , Nic. nep., Pomp. & Mare. fr. , beroepen van Adorp enz., vertrokken naar Drachten in Friesland in 1778. 1779. Rutger Adolf Benthem, Gerh. fil., Rutg. Ad. nep., Arn. fr., beroepen van Pietersbuuren. W A R F ü M. Dit Dorp, van ouds Werf hem genaamd , word door een oud Schrijver befchreven als ene Villa, welke benaming hij gewoon was te geven aan zulke Dorpen , die een Rechthuis en Parocbi-kerk hadden. Men zegt, dat hier een Nonnen - Klooster naar de Orde van St. Jobannes heeft gedaan, dog misfchien is dit het zelvde Klooster te Wijtzvert , waarvan bij Uskzvert reeds gewag is gemaakt. Althans de Ridders van de Jo* hanniter- Orde van Maltha, hebben hier ook hunnen Commandeur gekregen. Alting l. c. fol. 201. Oudh. en Gefl. van Gron. bl. 368. Het Patroon-recht üaat hier thans bij de Heeren van de.  van MIDDELSTUM. a39 de Ommelanden. De Gemeente was in 't eerste verenigd met Breede tot aan 16-15, Daarna is dezelve twee jaaren lang door twee Leeraars bediend geweest. 1595- Wibrandus Georgii. 1619. Rudolpbus Oving, vertrokken naar Groningen in 1621. 6 1621. Samuel Ritzius , vertrokken naar Emhden in, 1638, alwaar hij is overleden in 1665. Meiners Oostvr. K. Gefch. II. D. bl. 448. 1638. Martinus Ubbenius , beroepen van Lopperfum mede Uitgever van F. Gomari Opera in 1644, vertrok, ken naar Enkbuizen in 1646. 1646. Adolpbus Sibelius , mede Uitgever van F. Gomari Opera in 1644, beroepen van Warf'buizen, overleden in 1653. 1654. Gerbardus Averesch, beroepen van Zeerijp overleden in 1664. 1665. Marcus Buscb , beroepen van Vierhuizen overleden in 1704. 1667. Jchannes Sibelius , beroepen tot tweeden Predikant, overleden in 1668. Ï705* Jobannes Piccardt, beroepen van Garrelsu-eer overleden in 1737. 1733. Alexander Piccardt, Gualth. fil. , beroepen van de Hark/lede, overleden in 1763. 1764. Bernardus Liefstink, Foc. fr. WESTERDIJKSHORN. Deze Gemeente, waarvan het Collatie-recht thans door een alleen geoefend word , heeft niet Jan"- na de Reductie tot Leeraar gehad Macarius Lunfenian, voor wien men , vermits hij wegens ouderdom den dienst naar behooren, niet langer konde waarnemen, daarom bij 's Lands Hooge Machten onderhoud wilde verzoeken, volgens Acla Sijnod. 1620. Se-  i4o de CLASSIS Sedert 1620 tot 1650 is deze plaats met ONDER* WIERUM verenigd geweest, en federt 1650 tot aan 1686 heeft dezelve wel hare eigene Leeraars gehad» dog is van 168Ó af aan wederom verenigd met Ondtr•wier urn. De Predikanten, welke hier van 1650 tot 1686 gediend hebben, zijn de volgende. 1650. Jobannes Schmaltzius, vertrokken naar Tinallinge in 1652. 1653. Nicolaus Barlinkbof, vertrokken naar 't Oldebert, in 1660. 1660 Kasparus Sikman, beroepen bij verwisfelinge van 't Oldebert, overleden in 1662. 1664. Jacobus Treccius, vertrokken naar UitbuisterMeeden in 1670. 1671- Jobannes Blencke, vertrokken naar Zuidwolde in 1673. 1674. Gerbardus Huifing , vertrokken naar IPesterwijtzvert in 1686. WESTERWIJTWERT.. Sedert de Reductie dezer Provincie is deze Gemeente tot aan 1603 met die van Zuidzvolde door een Leeraar bediend geworden, dog daarna alleen gebleven , tot dat dezelve in 1692 met MENKEWEER is veas enigd. Het Collatie-recht is hier alleen bij het Adelijk Geflacht van Lewe te Middelflum. De Predikanten dezer Gemeente zijn geweest de volgende. 1595. Regnerus Adolpbi Empenius. 1617. Joacbimus Borgefius, uit Duitschland afkomstig, en te Hamburg geboren, is omtrent 1620 te Groningen Rector der Latijnfchè Schooien geworden. Zijn zoon Jobannes Borgefius Medic. Doctor is van 1646 tot 1652 te Groningen Hoogleeraar in de Mathefis geweest , gelijk daarna zijn anderen zoon Joacbimus Borgt-  Van MIDDELSTUM. m gepas, die voorheen Rector te Wezel was. Fit. Prof, Gron. fl. 204 fq. 162c. Wicbertus Edeniu. 1626. Gerbardus Ganfevoort, overleden in 1653. ï055« Jobannes Gros dus, overleden in 167-7. 1678. Gerbardus Nanninga, vertrokken naar Men. fingexveer in i696. 1Ó86. Gerbardus Huifing, beroepen van Westerdijkshorn*, overleden in 1687^ 1689. Theodorus Antonides, wiens uitgegeven fchrifi ten bekend zijn, overleden in 1715. 17161 Daniël Edzarts, vertrokken naar Stitsivert in I737- 1737. Petrus de Jager , beroepen van Satnvert, Emeritus verklaard in 1765. 1766. Gerbardus Busz Antonides, Mein. fil., Theod. nep-, Theod. Henr. fr. ZANDEWEER. Het Collatie-recht is hier voornaamlijk bij het Huis van Nijenftein, voorheen behorende aan het Adelijke Gedachte Alberda van Nijenflein. Deze Gemeente Welke taamlijk groot is, heeft tot Leeraars gehad. * 1600. Egbertus Sickens ALrarius, beroepen van Gretiingen. 160S. Abelus PrcetoriiJf. 1615. Albertus Huifingius , vertrokken naar Adorp m 1645. r 1646 Lambertus LIenrici Nitring, overleden in 1678/ 1680. Henricus Scbainck, beroepen van Oosternieuzv land, vertrokken naar de Meeden in 1693. 1693. Petrus Mees, beroepen van Lopperfum, vertrokken naar Oldenzijl in 1714. 1714 Hillebrandus Jansfonius, overleden in 1750. 175». Michaël van der „Tuuck, Nie. fil., Lamb. et Herin,  142 de CLASSIS van MIDDELSTUM'. Herm cogn., beroepeu van Garshuizen, overleden in I77<5. 1777. Jacobus van der Werf, beroepen van Grietzijl in Oostvriesland, overleden in 1783. 1785. Jobannes Dekens, Matth. fil., beroepen van Oldeuzijl, door de Heeren Staaten dezer Provincie gedeporteerd in 1788, dog is wederom Predikant geworden op het Eiland Ter S.belling in 1790. 1790. Samuel Hindrik ten Cate, geboren te Eibergen in Gelderland. ZÜIDWOLDE. De Collatie dezer Gemeente is onderling tusfehen de Adelijke Geflachtcn van Lewe te Middelflum en Adeivert. De Euangeliedienst is hier waargenomen door de volgende Predikanten. 1603. Theodorus Petri, beroepen van Kollum in Fries* land. 1628. Andreas Straatman. 1633. Abrahamus Straatman, Overleden in 1667. 1668. Hero Ubbenius , beroepen van Bellingetveer, overleden in 1672. 1673. Jobannes Blencke, beroepen van Westerdijkshorn, overleden in 1719. 1719- Jobannes Menfinga, vertrokken naar Zuidlaaten in Drenthe in 1729. 1729. Albertus Idema, J.U. Doet., overleden iri 1733. 1733. Frederik Adolf Brinkman, Vertrokken naar Kb. lendam onder Edam in 1735. 1735. Jonas Gronomv, beroepen van Nesferland in Oostvr. , overleden in 1760. 1761. Henricus Metelerkamp, Nic. Egb. fik, Henr. Christ we-  144 u E CLASSIS wegens het P>eel len-breeken, invoeren van nieuwe Predikatiën , het bewijzen van hulpc aan Graaf Lodewijk van Nasfau, de Hertog van Alba in 1570 het vonnis heeft laten vellen, zijn waarfchijnlijk ook enigen uit deze gewesten geweest. Want na de Religic-vrede en de Unie van Utrecht in 1579 was men ook op middelen bedagt, óm den zuivere Euangeiie - Leere hier voort te planten, tot dat zulks in 1580 wierde verhinderd door den afval des Graven van Rennenberg. In de eerste Sijnode na de Reduetie dezer Provincie, welke in 1595 te Groningen is gehouden, zijn ook tegenwoordig geweest de Predikanten van Baflo, Eendrum , Sauwert , Tinallinge , Zoltkamp, Ulrum , en VierhuizenVit Hervormde Gemeenten zijn thans in talrijkheid merkelijk van elkander vérfchillende, en veifcheide zijn er gecombineerd of verenigd. Roomschgezinden bevinden zig aldaar niet veele, maar wel Mennoniten, meest der oude Vlamingen, die te Ulrum, Rasquert, en Houwerzijl, hunne eigene Kerken bezitten, welke door een of meer Leeraars bediend worden. Deze Clasfis heeft XIX Predikanten , welkers verga, dering in de eerste jaaren na de Reductie te Baflo , Eenrum, Warfhuizen enz-, vervolgens te Winfum en ook te Eenrum is geweest, dog federt enigen tijd te Winfum is gehouden, gewoonlijk driemaal 'sjaars.Dezelve is verdeeld in drie Districten of Ringen, naamlijk de Marne of Marnfterdeel, het Halve-Ampt, en Ubhega; waarvan elk District zijne eigene Vacatuuren vervuld, en ook elk eenen Gecommitteerden naar de Sijnode geeft. A D O R P. Deze plaats is verenigd metHARSSENS, en het Patroon-recht behoord bier voornaamlijk aan het Huis van  van de MARNE. ï4§ van Wetzinge. De Evangeliedienst, is in deze verenigde Gemeenten door de volgende Predikanten waargenomen. ióii. Henricus Zuidlamus, misfchien een nabeftaande van Jobannes Zuidlamus Pred, te Embden , van Wien Meiners Qojvr. K. Gefch, % D. bi. 460. 16:3. Marcus Marsmannus, beroepen van Wierum, overleden in 1645. 1646. Albertus Huiflngius, overleden in 1652. i053. Cbristophorus Hoorn, beroepen van Stits-wert „ vertrokken naar Noordbroek in 1ó72. 1673. Lambertus Woelefius, overleden in 1690. 1692. Jobannes Cornelius van Wullen , overleden in 1706. ï707- Jobannes Post , overleden in 1758. Ï759-. Jobannes Leeuvoe , beroepen van Hoog. en Leegkerk, vertrokken naar Siddebuuren in 170*1. 1762. Nicolaus van der Tuuck, Mich. fil., Nic, nep., Pomp. et Mare. fr., vertrokken naar Uskiveri in 1767. 1768. Rütger Adolf Benibem , Óerh. fil., Rutg.' Ad. nep. , Arn. fr. , vertrokken naar Pietersbuuren in 1774. l775- Jobannes Hoifmgb , overleden in 1779. 1780. Everbardus Stratingh , Theod. fr., beroepen van Oterdum, A N D É LV Het Patroon-recht dezer plaatfe, anders ook Aandeeï genaamd , flaat bij bet Adelijke Geflachte van In- ert Kniphuizen van Ulrum. De Gemeente is eerst mee Baflo verenigd geweest, dog daarna door dé volgende Predikanten bediend. 1614. Bernardus Sagittarius , vertrokken naar Ètfif drum in 1616. & l6ï$l  146 de CLASSIS 1622. Rbaterus Henriet de Werve , welke Wester* nieuwland mede heeft bediend, vertrokken naar Pietersbuuren in 1634. 1634. Theodorus Henriet Wijfring, overleden in 1655. 1654. Eijfo Eijsfonius , bij verwisfelinge vertrokken naar Wehe enz. in 1655. 1655. Ar noldus Cral, beroepen van Wehe enz,, overleden in 1656. 1657. Jobannes Palthenius, vertrokken naar Noord* bom in 1659. 1660. Jobannes Schepel, overleden in 1678. 1680. Jobannes Conradi, overleden in 1714. 1715. Henricus Hulfebuscb, overleden in 1722. 1728. Antonius Antonides, Theod. fil., Mein. fr.', beroepen van Onderwierum, overleden in 1729. 1732. Emestus Ter Borgh, overleden in 1771. 1772. Petrus Adriani, Menf. Joh. frat. , beroepen van Oterdum. BAFLO. Dit Dorp, eertijds Beftlo, dog in latere dagen Baffeit en Baflo genoemd, word door de Werumcr Kronijkfehrijvers voorgedragen als eene Villa , d. i. het h -ofd van enige plaatfen , order denzelfden Richter ftaande. In het Voorbericht %. 62. is aangetekend, dat deze plaats met den eernaam van Pastorie eertijds is vereert geweest, zo dat die daarmede bekleed waren boven anderen in aanzien en gezach ook hebben uitgemunt. Daarvan daan dat de Pastoor van Buffelt , met twee Ommelander Abten en eenen Proost in 1429. mede gewerkt heeft tot Rilling der binnenlandfche onlusten. Maar vooral is dit Dorp vermaard geworden' door de geboorte van den door zijne geleertheid veis jnaarden Rudolf Agricola, die geflorven is te Heidelberg in 1485, oud omtrent 42 jaaien, gelijk reeds gemeld  van de MARNE. *47 meld is in het Voorbericht %. 67. In de Kerkekamer van dit Dorp, is zijne beeltenis, gelijk misfchien nog te zien is , met dit Latijnfchè opfchrift geplaatst. Rudclfus Agricola, Bafelo-Omlandus, in Acad. Heidelbergenft Profesfor. Si tibi maiuris tantum licui'fet ab annis , Quod medium ftatuis perficere , Agricola: Auctores alii poierant tacuisfe diferti, Quicquid enim ratio postulat, ipfe dab as. Niet verre van deze plaats is ook RASQUER.T ge= legen , welkers Gemeente in diè van 13AFLO is ingelijvt. Het Collatie - recht bezit hier het Adelijke Gedacht Van In- en Kniphuizen van Ulrum. Het werk der bedieniage is hier door de volgende Leeraars verricht. 1595- Hieronijmus Attena, die, gelijk ook zijn OpVolger, Andel en Ranum mede bediend heeft, is in de eerste Sijnode van 1595, te Groningen gehouden, Schrijver geweest. 1600. Tido Daniels van Dam, toegenaamd Cnipenflst als zijnde afkomstig uit het Friefche Dorp de Knijpe, was voorheen Predikant geweest te Midivoutm Noordholland, daarna federt 1592 te Witmarfum in Friesland , en federt 1598 te Sixbierum, misfchien overleden omtrent 1617. Zijn zoon Daniël van Dam, die eerst te Witmarfum en daarna te Nietnvland Predikant was, is vervolgens te Franeker Hoogleeraar in de Pvedeneerkunde , en eindelijk te Leiden Onder-Regent van het Staaten Collegie benevens Hoogleeraar in de Wijsbegeerte geweest. Wiens zoon Tido van Dam in Holland, eerst te Heukelum, daarna te Strijen, 'net Leeraars ampt heeft bekleed. Vriemoet Athen. Frif. P- 257. fq. 1617. Gerbardus Stenius, overleden in 1647. 1643. Henricus Eibergius, beroepen van Bellingeweer overleden in 1689, K n ï.69Ql  149 Dï CLASSIS 1690. Henricus Christophorus Metelerkamp , vertrok* ken naar Appingedam in 1694. 1695. Wilhelmus Speekman, overleden in 17t5. Ï716. jobdttnes Dalhof, beroepen van Vierhuizen * overleden in 1750. 1752. Jobannes Henricus Dirri'è, Ant.Joh. hl.. Joh. Henr. nep., overleden in 1768. 1770. Henricus Numan , Ant, fr. , Overleden in J7S7. 1790,, Theodorus Jobannes van der Leij, beroepen van Vierhuizen. BELLINGEWEER. Deze plaats, ook Bellingweer genaamd , heeft een flot of Heeren-Huis, 't welk wel eer aan 't Adelijke Gedacht van Tamminga behoorde. Het Collatie-recht is hier thans alleen bij den Heer van Sijtfema. • Deze Gemeente is eerst met Winfum verenigd ge» weest, dog daarna daarvan afgefclieidefi, en afzonder, lijk bediend. Oog vervolgens met RANUM verenigd zijnde, is dezelve bediend door de volgende Predikanten. 1646. Henricus Elbergius, vertrokken naar Baflo in 1648. 1649. Efajas Hillenius, vertrokken naar Uskwert in 1662. 1662. Hero Ubbeniusi vertrokken naar Zuidwolde in 1668. 1668. Petrus Wolpbius Ducherus , beroepen vaiï Nieuw-Beerta, vertrokken naar Huizen onder Amfterdam in 1675. 1675. Jobannes Bekker, broeder van den vermaar* den Balthazar Bekker, die onder anderen op deszelvs sarifporinge J. Altingii Opera heeft in het licht gegeten1, is overleden in 1682.  van de MARNE. 149 1683. Georgius de Jager, die mede geholpen heeft tot de uitgaaf der voornoemde Werken, overleden in IÓ97. 169S. Wtbrandus van Elfelo, overleden in 1728. 1729. Gerlacus Ubben, Arn. fil., overleden in 1778. 1781. Jobannes Havinga, Nic. fr,, beroepen van Zzveelo in Drenthe. E E N D R U M. Dit aanzienlijke Dorp , 't welk ook E*nrum, en oudtijds Enerum of Ernerum wierde genaamd , zegt. men, heeft enen hoogen Tooren , aan de Schippers tot een baak in zee verftrekkende. Hoe de inwooners dezer plaats oudtijds met die van Uithuizen, over den eigendom van een Eilandje aan de Noorder- Dijken gelegen , lang geoorloogd hebben , daarvan is reeds iets gemeld bij de naam van Uithuizen. M. Alt mg. I. c. P. II. fol. 51. 102. Het Patroon-recht behoort hier aan het Adelijk Gedachte van Alberda van Dijkfterhuis. De Gemeente, bij welke Men fin ge-weer tot aan 1654 was gevoegd heeft de volgende Predikanten gehad. l595- Andreas Alhardi, of Alhardt, die wegens enige ontftaane onlusten van zijnen dienst heeft afgedaan in 1606. 1Ó06. Jobannes Conradi. 1616. Bernardus Sagittarius , beroepen van den Andel. 1634. Jobannes van Nijeveen, beroepen van Warf*. huizen, overleden in 1653. 1654. Antonius Elama, beroepen alleen te Eendrum,, overleden in 16.85, 1686. Wibrandus Hartzma , beroepen van Menfin-, gtvieer,.overleden in '7-7* & 3 173»"  z$o st CLASSIS 1730. Remt Tobias Courcamp, beroepen van Lis/abon, vertrokken naar Navette in Drenthe in 1734. 1735. Jobannes Metelercamp , Nic. fil., overleden irt 1769. 1770. Gerbardus Jacobus Georgius Bacot , Dan. Sj. fil., Ger. nep., A. L. M. Phil. Doctor, heeft de Gemeente verlaten in 1788. 1789. Tiddo van der Veen , beroepen ,van Pietersbuuren. HARSSENS. Deze plaats , misfchien ook Hersfinge genaamd, had eertijds ene Kapel, die onder de naaste Parochie ftond. Oudh. en Geft. van Gron. bl. 341. Het Collatie-recht is hier alleen bij het Huis Wetzinge, en de Gemeente is federt de Reductie verenigd geweest met ADÜRP. HORNHUIZEN. Het Patroon- recht ftaat hier alleen bij de Heeren of Vrouwen dezer plaatfe , welke voorheen was de Generaal Major H W. van Aijlva, daarna de Generaal Major C. Jarges, en thans dcszelvs Erven. Deze Gemeente is in 1625 met KLOOSTERBUUREN verenigd geworden, en, hoewel in 1685 daarvan afgefeheiden, nochtans in 1687 heeft deze vereniging wederom fland gegrepen. Predikanten zijn er geweest de volgende. 1604. Everhar dus Amoldi , een Ongeftudeerde, die enige jaren er gediend heeft. jobannes Vitus , vertrokken naar Garshuizen- in 1618. 16=3. Jobannes Hofbuifius-, mede beroepen te Kloos* terbuuren in 1625, overleden in 1643. 1645.  van de MAR NE. 151 . 1645. jobannes Mattbias Scbelius. 1685. Erw.stus Philippus Meijer, eerst alleen te Hamhuizen, daarna in 1687 ook te Kloosterbuuren beroepen, overleden in 1715. 1716. Doecleus Aclama, vertrokken naar Nijkerk in Friesland in 1721. 1721 jacobus Zuiderhof, voorheen Leger-Predikant, overleden in 1731, I73<5- Jobannes van Diemen, vertrokken naar Neerlands Indien, volgens Aeta Sijn. 1746. art. 20. 174Ö. Ifebrandus Putting, Obb. fr. , tot den Legerdienst afgevaardigd in 1748, overleden in 1779. 1780. Jobannes Ledeboer, geboren te Scbuttorp in \ Graaffchap Benthem , is twee dagen na het volbragtte peremtoir Examen, op de reize naar zijn Vaderland , te Zuidlaren moorddadig om het leven gebragt, zo dat hier in den dienst niet konde bevestigd worden. 1781. Habbo Kuipers, vertrokken naar Goeredijk in Friesland in 1784. 1785- Helias Meder, Ant. Gabr. fr., geboren te Embden, vertrokken naar Embden in 1789. 1789. Antonn Gabriël Meder , biel. 'fr., geboren-te Embden, beroepen van Sohvert enz. KLOOSTEP, BUUREN. Deze Gemeente, M'aarvnn het recht van Collatie-thms alleen behoort aan de .Heeren of Vrouwen van Hombuizen, was in 't eerste met Webe, dog federt i6"t «et HORNHUIZEN verenigd. In 1Ó86 is Petrus Wilman hier wel Predikant geworden, maar in 16S7 naar Veendam vertrokken zijnde , is deze plaats met de tvengenoemde herenigd, Dit is ook gefchied , ?a dat Henricus Warendorp , Predikant te Wehe en& 4 Zuur-  J52 db CLASSIS Zuurdijk , van 1731 tot 1736 deze Gemeente had bediend. L EENS, of LIENS. Indien het zeker is, dat Liens of Leens oudtijds een hoog land te kennen gaf, gelijk Alring en anderen Zeggen ; dan zoude dit Dorp , wegens de hoogte van den gront aldus genaamd zijn. Hier is onder het Pausdom ene Proostdij geweest, welke haare Deekens of Proosten heeft gehad. Voorbericht , §. 56. Oudh. en Ge/i. van Gron. bl. 355. Het Patroon-recht is hier bij het Adelijke Geilachte van Starkenborch van Wehe. De Predikanten dezer Gemeente, welke enigen tijd Zuurdijk mede bediend hebben , zijn de volgende geweest. Voorts is in dit aanzienlijke Dorp ook ene fraaje Kerk met een Orgel. 1604. Hermannus Bunicerus. 1619. Jobannes Wolfius, overleden in 1641. 1641. Bernardus Crasfus, overleden in 1670. 1671. Henricus Dieterzon, overleden in 1679. 168,0. Jacobus Kuen , overleden in 1716. 1717. Henricus Eckens, beroepen van Wetzinge , overleden in 1747 1748. Henricus Warendorp, Ilenr. fil., Herm. nep., beroepen van 't Eiland Texel, alwaar hij van Rhoder. •wolde in Drenthe was beroepen, overleden in 1785. 1785. Fredericus Snethlage, Wilh. fil. , Joh, nep. , Wilh. pronep. , Joh. fr. , beroepen van Peife in Drenthe. MAAR HU IZEN. Deze Gemeente waarvan het Collatie-recht is bij een Geflachte alleen , is. eerst met Winfum en Qbergum, en  Van de MARNE. i53 en daarna met Obergum verenigd geweest. In 1718 is dezelve wel bij Winfum gevoegd, dog federt 1726 herenigd met OBËRGUM. MAAR SLAG. Hoewel deze Gemeente ecnige jaaren met Zuurdijk is verenigd geweest, nochtans is dezelve daarna bediend door de Predikanten van MENS1NGEWEER. ME NSINGEWEER. De Gemeente dezer plaatfe is in 't eerste met Saaxumhuizen, en ook met Eendrum, dog federt 1655 met MAAR SLAG verenigd geweest. Het Patroonrecht dezer Gemeenten ftaat bij het Adelijke Gefiacht yan In- en Kniphuizen van Ulrum. De Euangelidienst is hier door de volgende Leeraars waargenomen. 1655. Engelbertus Alberthoma , Alb. Th'otn. fil. , Thom. et Alb. et Petr. fr., vertrokken naar Appingedam in 1661. 1662. Gerbardus Zzvartte , zoon van den Embder Predikant Gerbardus Zzvartte, is vertrokken naar Lehr in Oostvriesland in 1666, vanwaar hij in 1670 is beroepen naar Embden , en aldaar overleden in 1682. Zijn zoon Gerbardus Zzvartte , geboren te Menjingevieer, is vervolgens ook in Oostvriesland Predikant geweest te Olderfum , Lehr , en Embden. Meiners Oostvr. K Gefcb. II. D. bl. 520, 453, 530. 1667. Rembertus Heerens, geremoveerd in 1674. 1674. Jobannes Zzvartte, S. Theol. et Philof. Doctor , is naar Larrelt in Oostvriesland vertrokken in 16S1 , alwaar hij fehreef zijn boek van den Sabbath. Vervolgens vertrok hij naar Greetzijl, en eindelijk naar Lehr , daar hij overleed in 1683. Harkenroth Oostvr. Oorjpr. bl. 254. K 5 16'Sit.  J54 DE CLASSIS 1682. Wibrandus Hartzma, vertrokken naar Eendrum , in 1686. 1686. Gerbardus Nanninga, beroepen van Westerviijtviert, overleden in 1705. 1706. Eibenius Hoexum , beroepen van Kreeviert , overleden in 1727- 1733. Alamus Piërius, Gerh. fil., vertrokken naar Noordlaarcn in 1743. 1744. Christopborus Gronau , vertrokken naar Slijk-. Ewijk en Oosterholt in Gelderland in 1750. 1751. Hermannus van der Tuuck , Lamb. fr. , geboren te Appingedam, is ook als Pred. te Maar (dag bevestigd in 1757. N IJ E K E R K. Daar zijn verfcbeide Dorpen van dezen naam, Nijekerk of Nieuvikerk , in Gelderland , Holland , Zeeland , Friesland, en de provincie van Stad en Lande. Maar dit Dorp, 't welk in Hunfingo-kwartier der Ommelanden gelegen en met VLIEDORP in het Kerkelijke verenigt is, was voorheen met de evengenoemde Gemeente tot aan 1651 verenigd met Ulrum. Maar federt dien tijd hebben deze beide Gemeenten, (waar. van het Patroon-recbt behoord aan het Adelijke Geflacht van In- en Kniphuizen van Ulrum) de volgende Leeraars gehad. 1651. Wesfelus Rbodius, die wegens zijnen ouderdom Ulrum heeft afgedaan, en naar Nijekerk eu VHedorp is vertrokken, overleden in 1653. 1653. Jobannes Wilman , overleden in 1689. 1690. Jacobus Berkhuis, beroepen van Vierhuizen, overleden in 1690. 1692. Godefridus Hugtingius , voorheen Predikant by den Neder!andfchen Ambasfadeur in Portugal , overleden in 1710. ïjii.  van de MARNE. 155 1711. Hermannus Berkhuis, overleden in 1748. '753- Jobannes Spiets, vertrokken naar Warfhuizen in 1780, overleden in 1781. 1781. Petrus Sutboff. O B E R G U M. Deze plaats is tot aan 1653 met Winfum verenigd geweest, daarna voor enigen tijd met Ranum, dog voornaamlijk met MAARHU1ZEN. Het Patroon-recht dezer Gemeenten ftaat alleen bij de Familie van Ni jeveen. Deze beide Gemeenten hebben de volgende Èuangeliedienaars gehad. 1653. Gerbardus Crasfus , overleden in 1667. 1668. Hermannus Oon , vertrokken naar Nijeziil in 1683. 1684. Lambertus Fledderus, overleden in 1698. 1699. Christianus Frox, overleden in 1717. 1718. Hiltjo Scheltema , beroepen van Oterdum , is pok tt Maarhuizen beroepen in 1726, overleden in 1733* I735> Nicolaus Bolt , beroepen van Wcsteremden * Emeritus verklaard in 1778, overleden, in 1780. 1780. Ludovicus Kniphuifen, A. L. M. Phil. Doctor, Fokk. cogn. PIETERSBUUREN. In 1597 overleed hier op Dijksterhuis Diderik van Sonoij, voorheen Gouverneur van Noordholland, die, naa Leicesters vertrek naar Engeland, daarop met zijne Vrouw Johanna Mepfche in de Ommelanden was gaan woonen. Bij zijne begraaving, welke hier in de Kerk gefchied is , was Graaf Willem Lodewijk 'van Nasfau , Stadhouder van deze Provincie, cok tegen. Woordig. Chronijk van Gron. en Ommcl. bl. 210. De Gemeente dezer plaatfe is in het eerste zonder com*  l$6 d e CLASSIS combinatie geweest, naamlijk van 1632 tot 1673 » dogvoor en na dien tijd verenigd met WIER.HUIZEN. Het Collatie-recbt dezer Gemeenten behoord thans alleen aan het Adelijke Gedachte Alberda van Dijksterhuis. De volgende Predikanten hebben 'er het werk der be„ dieninge verricht. 1609. Alardus a Besten, wien alleen te Wierhuizen de volgende is toegevoegd. 1632. Wilhelmus a Besten, vertrokken naar Wester* nieuwland in 1634. 1634. Rhaterus Henrici de Werve , beroepen van den Andel tot Predikant te Pietersbuuren alleen, overleden in 1664. 1665. Henricus de Werve, wien de bediening van Wierbuizen is toegevoegd in 1673 ■> federt welken tijd de combinatie dezer beider Gemeenten fteeds heeft plaats gehad. 1677. Jobannes Piccardt , beroepen van Nijekerk , Qldekerk en Faan, overleden in 1680. 1682. Gerbardus Hoendriks, overleden in 1714. 1715. Henricus Stheman , overleden in 1753. 1754. Rernbertus de Cock, Tj. fil., Regn. Tj. fr. , beroepen van Tinallinge, overleden in 1773. 1774. Rutger Adolf Benthem, Gerh. fil., Rntg. Ad. nep., Am. fr., beroepen van Adorp, vertrokken naar Ushvert in 1779. 1779. Tiddo van der Veen, beroepen van Noordlaa* ren, vertrokken naar Eendrum in 1789. 1790. Henricus Crul, beroepen van As/en in Drenthe. R A N U M. Deze Gemeente heeft alleen in 1606 tot Leeraar gehad Theodorus Schepperus, een oud man, maar is vervolgens verenigd, dan eens met Baflo , dan eens met Tinallinge , dan eens met Obergum, en eindelijk met iïEL-,  tan db MARNE. 157 BELLLN'GEWEER, zijnde het Collatie-recht hier ook alleen bij den Heer of Vrouw van Beilingevoeer. RASQUERTi De Gemeente dezer plaats is in die van BAFLO ingetij vt , gelijk Dooruvjert in die van Middelflum. De Mennoniten hebben hier ene vergadering. SAAXUMHUIZEN. Het Patroon-recht behoord hier alleen bij het Adelijke Gedachte Alberda van Dijksterhuis. De Gemeente is met WESTERNIJELAND verenigd geweest tot aan 1628 , cn , hoewel vervolgens enige jaaren daarvan afgefcheiden , nochtans federt 1687 wederom herenigd; Hier zijn de volgende Leeraars geweest. 1598. Andreas Strateman, die in 1608 bij deze gecombineerde plaatfen ook Menfïngeweer bekwam, dog op het goedvinden der Sijnode zoude hij daarvan affland doen. 1616". Petrus Cruf.tts. 1628. Jobannes Fredericus Hoornenborg, die benevens zijnen Opvolger Saaxumhuizen alleen heeft bediend, overleden in 1652. 1654. Cornelius Woldring, aan wien, gelijk ook aan zijne Opvolgers, Westernijeland is toegevoegd in 1687, zijnde overleden in 1698. 1697. Jobannes Coens , overleden in 1743. 1748. Cornelius Coens, Joh. fil., eerst alleen te Westernijeland , dog daarna ook te Saaxumhuizen, overleleden in 1756. 1768. Albertus Wier/erna. SAV*  ï5« dè CLASSIS S A U W E R T. In oude tijden was hier ene vastigheid of flot, Onste genaamd ; 't [velk in die dagen zeer vast en fterk was , hebbende enen muur van 12 voeten breette, en omringt met eene brede en diepe graft, om welke nog ene andere buiten-graft liep , die 5 fteenen toorens met muuren van 8 fteenen breette bevatte. Hoe aldaar in 1398. de voornaamlte Hoofden der zogenaamde Petkopers dezer Provincie zijn vergaderd geweest , en den Hertog Albert van Beijeren, toen Graaf yan Holland, tot Hoofd van hunne partije aangenomen hebben: Hoe daarentegen de zogenaamde Schietingers, welke hunne machtige- tegenpartijders waren, hen overwonnen, en in 1400 het genoemde Hot Onsta belegerd en ingenomen hebben : Hoe eindelijk tusfehen de beide Partijen de vreede getroifen is : Daarover kan men in de Vaderlandfche Gefchiedenisfen bericht vinden. ,. Sedert de Reductie dezer Provincie heeft men hier Leeraars gehad zonder combinatie met ene andere Gemeente , tot dat federt 1737 de vereniging is gefchied met "VVLTZ1NGÜ; Het Patroon-recht behoord hier alleen bij den Heer of Vrouw dezer Dorpen , welke in vorige^ dagen hier was bij het Adelijke Gedacht Tjarda van St-arkenborch. Deze Gemeente is door de volgende leeraars bediend geweest. 1595. Henricus Bokelman. 1601. Jobannes Conradi. 1616. Justinus Hanenberg, geremoveerd in 1624. 1626. Jobannes Marei, vertrokken naar Uithuizen in 1643. 1644. Lubbertus Beckering, overleden in 1676. 1677. Balthazar Lijpbardt , Emeritus gemaakt en geftorven in 1721. 1721. Petrus de Jager, vertrokken naar Westerviijt- v/ert  Van de MARNE. 159 viert enz. in 1737. Na 'wiens vertrek deze plaats is Verenigd niet Wetzlnge. TINALLINGE. Het Collatie-recht is hier alleen bij het Adelijke Gedacht Alberda van Menkema. In het vonnis, 't welk de Hertog van Alba in 1570 tegen.de Ommelnudef Vluchtelingen heeft laten uitgeven , word ook de zoon van den Vicarius te Tinallinge vermeld , als befchuldigd , dat hij zig in dienst van Graaf Lodewijk van Nasfau gefield, en de wapenen tegen deze Landen opgevat had. Na de Reductie zijn hier Predikanten geweest. I595- Jobannes ter Muien, buiten twijfel dezelve, die in 1597 word genaamd Jobannes Molanus. 1608. Jobannes Schinaltziu, , die Ranum mede heeft bediend, overleden in 1652. 1653. Jobannes Scbmaltzius, beroepen van Westtf dijkshorn, overleden in 1681. 1683 Llemmo Ilovius, Vertrokken naar Midivolda en de Leek in 1684. 1684. Jobannes Jacobus Vechtman , overleden irt 1716. 1717. Richardus Knowles van Ludolpbi, overleden ih 2719. 1750. Rembertus de Cock, Tj. ffl<, Regn. Tj. fr., vertrokken naar Pietershuuren in 1754. 1755- Jobannes Pesman, beroepen van de Breede , overleden in 1766. 1768. Conradus Meijer, Joh. fr., beroepen van de Breede, vertrokken naar Lehr in Oostvriesland in 1771. 1772. Enno Rijpma, Joh. cogn. , beroepen varï Wouds-Eind in Friesland, overleden in 1776. 1777. Jobannes Augustus Biebericber, beroepen van Helium , in 1792 beroepen naar Delfzijl. VIER-  i6o de CLASSIS VIERHUIZEN. In deze plaats, waar onder ook de ZOLTKAMP behoord; word bet Patroon-recht geoefend alleen door het Adelijke Gellachte van In- en Kniphuizen van Ulrum. Deze Gemeente heeft tot Leeraars gehad. J595- Dominicus Tjallingius. 161S. Jodocus B'u/ouzo. 1622. Jobannes Hoiflngh , beroepen van Belde in Drenthe 1643. Theodorus Snecanus, overleden in 1653 1655. Marcus Busch , vertrokken naar Warfum in 1666. 1667. Fungerus Snecanus , overleden in 1671. 1673. Jacobus Berkhuis , vertrokken naar Nijekerk in 1690. 1690. Jobannes Fredericus Spruit , vertrokken naar Ulrum in 1696. 1696. Hermannus Wittinck, vertrokken naar Ulrum in 1710. 1710. Jobannes Dalbof, vertrokken naar Baflo in 1716. 1716. Cornelius Diepbuis, vertrokken naar Oterdum in 1722. 1724. Jobannes Ludovkus Gochenius, vertrokken naar Garshuizen in 1731. 1732. Wiardus Wiardi, VViard. fil., Emeritus verklaard , overleden in 1781. Ï783. Theodorus jobannes van der Leij, beroepen van Aalfum en IVetzens in Friesland, vertrokken naar Baflo in 1790. 1790. Albertus ter Huizen, beroepen van Midzvolde èn de Leek. VLIE-  van de MARNE. iór VLIEDORP. Deze Gemeente, alwaar niet word gepredikt, behoord onder NIJEKERK. Niet ver van hier is Houwerzijl gelegen, alwaar de Mennoniten hun Kerk hebben. De Kerk van Houwerahuzum, gelijk verhaald word, is in ƒ247 afgebrand, niet bij ongeluk, maar door de vijanden, die daarom door den Bisfehop in eene boete van 100 mark fterlingen geflagen zijn. Men gelooft niet , dat ze ooit wederom opgebouwd is , waht ter plaatfe , alwaar Houwe en Hóuwerzijï nog in wezen zijn, word geen het minste teeken van ene Kerk gevonden. Alting Notit. Germ. Infer. Pi IL fol. 98. Oudh. en Geft. van Gron. bl. 356. ULRUM. Benevens de Hervormde Gemeente hebben de Mennoniten hier ook hunne godsdienstige bijeenkomst. Het Patroon-recht ftaat hier alleen bij het Adelijke Gedacht van In- en Kniphuizen van Ulrum. De Leeraars dezer Gemeente hebben tot 1651 Nijekerk eri Vliedorp mede waargenomen , en zijn geweest. 1595. Jobannes Christophori. 1607. Hesfelus Nicapus. 1621- Amoldus Mei nar di. 1628. Wesfelus Rhodius, beroepen van Kant es, vertrokken naar Nijekerk en Vliedorp in 1651. 1652. Rudolfus Kuen, beroepen van Bourtang, overleden in 1694. 1695. Jobannes Fredericus Spruit , beroepen vant Vierhuizen, overleden in 1709. 1710. Hermannus Wittinck, beroepen van Vierhuizen , overleden in 1734. 1737- Wilhelmus Muller, geboren te Appingedam i  j6z dr CLASSIS beroepen van Jwkoert, vertrokken naar JVehe ent. In 1745- 1748' Henricus Edzens Hageneuvo, Mart. fr., geborert te Delfzijl. W A R F H U I 1 E N. Dit Dorp word in de Kronijk der Wcrumer Abten vermeld bij 1280. Want daar word Behtlto van Werfhuizon onder de Edellieden opgeteld , die over het Burgermecsteriebap krakeelden en oorlog voerden. Alting. I. c. fol. 201. Oudh. en Geil. van Gron. bl. 358 Na de Reductie dezer Provincie vind men Job. Clant van Warf huizen van 1601 tot 1605 op de lijst der Gedeputeerde Staaten, en van 1607 tot 1610 op de lijst der Raaden van Staaten bij U. Emmius. Thans is het Patroon-recht hier alleen bij het Adelijke Gedachte van In- cn Kniphuizen te Ulrum. Op den Hoorn, onder deze plaats behorende, hebben de Roomschgezinden ook een Kerkhuis. Maar dc Hervormde Gemeente dezer plaats heeft de volgende Leeraars gehad. 1597. Hermannus a Bisten. 1611. Bartbolomtzus Billerbeek. i.6*23é Jobannes van Nijeveen, beroepen vari Blankenham in Overijsfel , vertrokken naar Eendrum in 1634. 1634. Adolphus Sibelius, mede Uitgever van F. Gaman Opera, vertrokken naar Warf urn in 1646. 1647. Henricus Bekker, vader van Baltbazar en Jabannes Bekker , beroepen van Metzehvicr in Friesland, die ook Maarjlag heeft bediend, overleden in IÖ75- IO"75' Jobannes Sirkens, vertrokken bij verwisfelinge Mïar Menkevieer in 16S6. 168 6.  van de M A R N è. i6j 1686. Petrus Brongersma, beroepen van Menkevieer, bvededén in 1690. 1692. Gerbardus Warendorp , beroepen van Garrels'weer, vertrokken naar Winfum in 1694. 1694. Jobannes van der Schilt, overleden in 1708. 1709. Rudolfu.. Kuen , vertrokken naar Rbodirwoldé in Drenthe in 1720. 1721. Jobannes Vechtman, overleden in 1740. 1742. Henricus Dijkhuizen, overleden in 1777; 1782. Jullenius Brongers , beroepen van Garrelsweer. W E H É. Hier is oudtijds geweest het Adelijke Gedacht vaii Starckenborch, waarvan ook enigen worden genoemd in het meergemelde vonnis , 't welk de Hertog van Alba door zijnen Bloedraad te Brusfel in 1570 tegen enige Ommelander Vluchtelingen heeft laten vellen. Daar vind men Claas, jan, Willem, en Thoofe Starckenborch , Gebroeders, benevens haar Moeder Bauwi Vrijlinck cn baar Zuster Teetke Starckenborch , voorgedragen als befchuldigd wegens aandeel aan het Beelden - breeken. Daar word ook een ander Barthold Starckenborch genoemd als befchuldigd, dat hij zig in dienst van Graaf Lodewijk van Nasfau gefield, en de Wapenen tegen deze Landen opgevat hadde ; als mede, dat hij de oorzaak van de Nieuwe Predikatiën was geweest, en in de Kerken van Garshuizen en Oos* ternijeland had gebrooken. Dog derzelver naamen (taart ook getekend in het Vcrzoekfchrift, daartegen aan den Keizer en het Duitfche Rijk overgegeven. Niet lang na de Reductie dezer Provincie, vind men op de lijst van de Gedeputeerde Staaten dezer Provincie, Jan Tjarda van Starckenborch in 1595 tot 1597, en Albertus Starckenborch in 1599 en 1600. Voorts is h 2 b««  t'64 de CLASSIS bekend de Landkaart dezer Provincie , door Ludolf Tjarda van Starckenborch gemaakt $ cn door Nic. Visfcher te Amfterdam gedrukt. Het Patroon-recht is hier nog bij het Adelijke Gedacht van Starckenborch. Tot aan 1623 is de Gemeente van Kloosterbuur én bij deze plaats gevoegd geweest , maar federt 1683 , gelijk ook te vooren ifl 1630 en vervolgens, is ZUURDIJK met dezelve t' za mengevoegd. De volgende Leeraars dezer Gemeente zijn uit de aantekeningen bekend. 1603. Adolphus van Besten. 1630. Jobannes Hcppingius. 1639. Amoldus Cral, vertrokken bij verWsfelinge naar den Andel in 1655. 1655. Eij'fo Eijsfonius, beroepen van den Andel, vertrokken naar Groningen in 1Ó65. 1666. Tjado Gerlaci Tjaden. j66y. Sibelius Réthakér, vertrokken naar Spanbroek en Opmeer in Noordholland in IC/81. 1681. Henricus Warendorp, beroepen van Warns en Schart in Friesland, overleden in 1723. 1724. Henricus Warendorp, Henr. fil., overleden in 1743- 1745. Wilhelmus Muller, beroepen van Ulrum, overleden in 1746. 1747. Meinardus Vinckers, Conr. Joh. cogn. WESTERN IJ ELAND. Deze plaats, zegt men , Haat ter begeving van den Heer of Vrouw van Bellingiveer. In 't begin na de Reductie is hier een bijzonder Leeraar geweest, daarna is deze Gemeente met den Andel verenigd geweest tot aan 1634; tot dat dezelve federt 1687 is zantengevoegd met SAAXUMHUIZEN. Intusfchen heeft deze plaats tot bijzondere Leeraars gehad. 1595-  van de MARNE. 165 1595. Jobannes Conradi. . Daarna is deze Gemeente met den Andel enigen tijd verenigd geweest tot aan 1634. 1634. IVilhelmus a Besten, beroepen van Wierhuizen, overleden in 1667. 1668. Edonius a Watweerden, geremoveerd in 1673. 1674. Nicolaus Hartzma, overleden in 1681. 1682. Christianus Dalhof, overleden in 1685. WETZINGE. Deze Gemeente is federt 1739 verenigt geweest met SAUVVERT, en het Patroon-recht behoord hier alleen bij den lieer of Vrouw dezer Dorpen. Voor en na dien tijd zijn hier de volgende Predikanten geweest. 1600. Bernardus panielis, vertrokken naar Appingedam in 1602. Nu wiens vertrek de Gemeente ejiige jaaren zonder Predikant is geweest. 1612. Samuef Schmaltzius, vertrokken naar Zuidhorn, in 1619. 1619., Adolphus Stuckerus, vertrokken bij verwisfelinge naar Hoogkerk in 1634. 1634. Nicolaus Petri, beroepen van Hoogkerk, overleden in 1Ó60. 1661. Erauciscus ah Huifen, overleden in 1679. 1680. Theodorus Wilman, vertrokken naar Birdaard en Janum in Friesland in 1683. 1684. Jobannes Ho inving, beroepen van Scbonebeek in Drenthe, Emeritus gemaakt in 1703. 1704. Henricus Eckens, vertrokken naar Leens in 1717. J719. Shvardus Boelens, vertrokken naar Witte.ivierum in 1722. 1722. Jobannes Bafuin, overleden in 1735. Daarna js deze plaats verenigd met Sauwert, vacant geworden \n 1737. L 3 1739*  e CLASSIS 1739. Alexander Sluiter, beroepen van Oldenzijl, Vertrokken naar de Wildervank, als adjunct Predikant bij zijnen Schoonvader Oomkens in 1744 1744. Jobannes Sijlman, vertrokken naar de Eexta in 1748. 1750. Jobannes Siert/erna, vertrokken naar Niemvolda in 1754- 1754. Rudolpbus Bruining, vertrokken naar Embden in 1766. 1766. Henricus Adolphus Heidegers, Joh. Fred. fil., Joh. Conr. fr., overleden in 1781. 1783. Wiete Egbertus Smitb. WIERHUIZEN. Deze Gemeente is verenigd met Pietersbuuren, maar beeft omtrent twee jaaren tot Predikant gehad in 1632. Wilhelmus a Besten, vertrokken naar WesterDijeland in 1634. W I N S U M. Dit voorname Dorp, eertijds ook Windezbem, en in de Kronijk der Werumer Abten Winchium genaamd bij 't jaar 1224 , is geweest de geboorte plaats van den Vermaarden Rector der Groninger Latijnfche SchooIen, die den Latijnfchen naam Pradinius had aangenomen , naai" zijns vaders pradium of landhoeve, zijnde overleden in 1559. In 1275 is hier begonnen gebouwd te worden een Klooster der zogenaamde Preekheeren, of Dominikaner Monniken , waar uit vervolgens gefprooten is het Dominikaner Klooster te Groningen. Dit Winfumer Kloos-  van de MARNE. 167 Klooster, zegt men , heeft door den oorlog groote fchaade geleden, en is door de Andersgezinden zeer geplaagt geweest. Weshalven in 1568 en 69 het belluit is genomen, tot deszelfs vernietiging en inlijving in 't Klooster der Preekheeren te Groningen. Evenwel , na de overwinning door den Hertog van Alba over Graaf Lodewijk van Nasfau behaald, hebben de Monniken hier in dit Klooster nog enige jaaren bij elkander gewoond. . Dog de Andersgezinden , na den afval des Graven van Rennenberg-, in f580 de ftad Groningen willende belegeren, hebben toen het Winfumer Klooster tot den gront toe afgebroken, en al wat er kostelijk was, verwoest en geplundert. Deze geflagen zijnde, heeft men in 1581 de puin, iteene:, , met de klok, en 't geen er nog overig was, met een fchip naar Groningen gevoerd, en tot verdere opbouwing van het Klooster aldaar gebruikt. Oudh. en Gefl. Van Gron. bl. 3,51, 60—62. In het meergemelde -vonnis , 't welk de Hertog van Alba door zijnen Bloedraad te Brusfel in 1 70 tegen enige Ommelander Vluchtelingen heeft doeïi vellen , vind men ook een en ander uit Winfum en Obergum met name genoemd , en bijzonder Jan Heepkens , als befchuldigd , dat bij de Metfelaars in de Kerk van Winfum geleid hadde , die de Al* taaren afhraaken. Na het vrede-verdrag van Gent, bijzonder na dat de Religie-vrede hier tot ftand gel komen en de Unie van Utrecht door de Ömmelanders aangenomen was, dus van 1578 tot 1580, is de Hervormde Leere hier verkondigd door enen Predikant, Ubelus genaamd , die geroemd werd als een ijverig en godzalig man, die ook onvermoeid en niet zonder zegen het werk der bedieninge er heeeft waargenomen j zo dat zeer veele , begerig naar de redelijke en onvervalschte Euangeiie - melk, zeff uit de omliggen de plaatfen onder zijn gehoor kwaamecu L 4, Na  de CLASSIS Na de Reductie dezer Provincie hebben de Heeren Borgemeestcren en Raad van Groningen, bij wien het Patroon-recht hier ftaat, ook zorg gedragen, dat de Euangeiie - dienst er van tijd tot tijd naar behooren wierde waargenomen. In 't eerste tot aan 1653 is deze Gemeente met het naburige Obergum verenigd geweesr, dog vervolgens afzonderlijk door Predikanten bediend, blijkende uit de volgende lijst. IS95- Jobannes Artopozus, die in de eerste Sijnode in zijnen dienst is opgefchort , tot dat hij in het Examen of onderzoek voldoening zoude hebben ge-i geven 1607. Amoldus Rheimbacbius, die , behalven Obergum , ook Bellingeiveer en Maarhuizen heeft bediend. Petrus Cruftus, overleden in 1652. Na wiens dood deze Gemeente is afgefcheiden van Obergum. 1653. Hermannus Warendorp, die tot het uitgeeven Van Jac. Altingii Opera mede heeft geholpen, overleden in 1693. 1694. Gerbardus Warendorp, beroepen van Warf huizen , wien ook Maarhuizen is toegevoegd in 1718, overleden in 1725. 1726. Baroldus Woldring, alleen'te Winfum, zijnde Maarhuizen bij Obergum wederom gevoegd, vertrokken naar de Nieuwe Pekel-A in 1729. 1729. Timotbeus Blankftein , beroepen van Engelbert, overleden in 1753. 1754. Wilhelmus Costerus, Alb. Wilh. cogn., vertrokken naar 't Hoogezand in 1761. 1761. Martinus Busch, vertrokken naar Finsterwold in 1763. 1764. Hermannus Jobannes Offerhaus , Leon. fil., Christ. Ger. nep., beroepen van Gapinge in Zeeland, Emeritus verklaard in 1786., overleden in ij'SS. 17S7,  van de MARNE. io> 1787. Wilhelmus Jansfonius, vertrokken naar Ween* der in Oostvriesland in 1788. 1789. Gerrit Willem Goltz van der Tuuck. ZOLTKAMP. Deze plaats is , ten tijde van de Spaanfche en binnenlandfche oorlogen, nier. alleen met krijgs - bezettinge, maar ook mer ene Kerk of Kapelle voorzien geweest. In de eerste Sijnode dezer Provincie, welke in 1595 te Groningen is gehouden, was ook tegenwoordig Gerbardus Wiihelmi, Pastor in de Zoltkamp. Dg vervolgens is deze Gemeente ingelijvt in die van VIERHUIZEN. Z U U R D IJ K. In de Kronijk der Werumer Abten bij 't jaar 1287 word dit Dorp genoemd Sutberdicke , dat is Zuiderdijk ; om dat het gelegen was aan den Dijk, die eertijds tegen 't binnenlte einde van de haven Marnamanes , en dus ten zuiden van de Marnsters was opgeworpen. Tegenwoordig is het verder van de haven afgelegen , en word doorgaans bij verkorting Zuurdijk genoemd. Alting Notit. Germ. Inf. fol. 167. Oudh. en Gefl. van Gron. bl. 356, Na cle Reductie is deze Gemeente in 1609 en 1622 met Leens , dog federt 1682 met WEHE verenigd geweest, en het Patroon - recht ftaat hier ook bij den Heer of Vrouw van Wehe. Intusfchen is dezelve ook afzonderlijk door de volgende Leeraars bediend geworden. L 5 —- r  I7P de CLASSIS van de MARNE — Jobannes Vincentius, vertrokken naar Losdorp in 1620. 1666. Abrahamus Gemminga , welke Maarflag in combinatie heeft gehad, overleden in 1679. 1681. Focco Fockens , overleden in 1682.  de CLASSIS van 't WESTERKWARTIER. i?l VI. DE CLASSIS, VAN HET WESTERKWARTIER. Jrlne in deze Westelijke landftreek, gelijk in andere gedeelten der Ommelanden, het onder het Pausdom gelleid is geweest; en hoe in dien tijd hier ook wel eens meer of min het licht in de duisternis is opgegaan ; daaromtrent zullen hier en daar ook enige bijzonderheden worden bijgebragt. In de eerste Sijnode, na de Reductie dezer Provincie in 1595 te Groningen gehouden , zijn uit het Westerkwartier alleen tegenwoordig geweest, de Predikanten van Garnwert , Visvliet, en Adewert. En vervolgens zijn hier in de eerste jaaren verfcheide Dorpen zonder Leeraars gebleven , 20 dat daarom Doede van Amzweer in 1598 aan den Embder Predikant Menzo Alting door een brief verzogt, om, in het bezorgen van Predikanten voor deze Provincie, ook ie gedenken aan de verftrooide Kerken, die aan de -west - zijde van bet Reijdiep waren gelegen. Zelfs In 1607 werd in de Sijnode als ene rechtmatige bezwaarnis ingebragt, dat aldaar Tien Gemeenten openftonden; waar onder men telde de twee volkrijke plaatfen Grijpskerk en Noordbom , welke tot op dien tijd zonder enige beitelde Dienaars waren geweest. Daarbeneven werd in 1609 aan de Sijnode geklaagd , dat in dit kwartier de negen Kerken van Vredewold alleen door den Predikant V*n  T72 BE CLASSIS VAN van V Ohkbert bediend wierden; zo dat de ingezetenen als fehaapen zonder herder, buiten orde of tucht, er geheel in het wilde liepen. Dog deze en diergelijke klagten zijn , wanneer ook denvaards arbeiders in 's Heeren oogst werden uitgezouden , eindelijk uit den weg geruimd. Gelijk de Dorpen in het Westerkwartier in hoegrootheid zeer van elkander verfchillen , dus zijn ook de Gemeenten er meer of min talrijk. Men vind aldaar niet veele Roomschgezinden, die, hoewelze voorheen in bijzondere huizen hunnen Godsdienst waarnamen , nochtans eindelijk te Adewert ook een Kerkhuis hebben gekregen. De Mennoniien daarentegen zijn hier des te menigvuldiger , waarvan de meeste woonen in de aangenaamste en vruchtbaarste landsdouwe van dit kwartier, en hebben er ook hunne openbare Kerkhuizen. Deze Clasjïs, welke voorheen wel eens te Adewert, dog federt 1750 te Zuidborn gewoonlijk driemaal 's jaars vergaderd, vervat in zich XXVI Predikanten , waarvan Tien gecomhineerde Gemeenten hebben. Deze zijn , ten aanzien van de Sijnodale Commisfien , in drie Rangen of Orders verdeeld, naamhjk den oudften, middelften, en jongften, waarvan elke Rang een Lid naar de Sijnode opgeeft. Dog, in opzigt van het waarnemen der Vakatuuren , is deze Clasfis in drie Districten onderfchciden. Onder Fredewold behooren , Oostwold , Lettelhert, Midvjolde , V Oldebert , Nuts, Marum , Opende, en Nijekerk. Onder Langewold worden geteld , Groote- Gast, Lutke-Gast, Sijbaldabuitren, Zuidborn, den IJam, Noordhorn , Nije- zijl, Grijpskerk, en Visvliet. Tot liet Hoogeland worden gerekend, Nijehove , Oldebove, Saaxum, Ezinge, Feerwert, Garnwert, Wierum, Adewert , en Leegkerk. Am-  'x VV E S T E R K W A R TIE R. 173 ADEWERT. De naam van dit aanzienlijke Dovp , welke ook Alinvert, Altnvnrt , en bij verkorting Amvert ge* lioemd word, zegt volgens fommigcn zo veel als Ades toert, d. i. een hooge plaats van een Heer dezer plaatfe Ado of Ade, die er eertijds Zoude gewoond hebben. Dog andere zeggen , dat het zo genaamd is Van Ade, d. i. oude volgens de Friefche Boeren-taal, en van Wert, d. i. eene hoogte, die tegen de opzwel* le:ule zee is opgeworpen. Hier is eertijds geweest een zeer berucht Klooster naar de orde van Bernardus of Cisterci - orde , welke boven de Kloosters dezer Provincie in rijkdom en luister heeft uitgemunt. Deze Abdij, wiens opbouwing in 1192 is begonnen , had ene prachtige Kerk , met vier Toorens praaiende , en gefchikt naar 't model der Kerke te Kraarvalle , voorheen aldaar door Bernardus opgetimmerd. Meer dan twee honderd Monniken hadden wel 23 volle jaaren daaraan gewerkt, zo dat 'er tusfehen de Eems cn de Lauwers nooit deftiger Kerk was gezien. Het Iüooster was zeer groot dl ruim , met enen Herken muur en wijde watergraft omringd, waar binnen een groot getal van allerhande Gebouwen en Tuinen waren. Daarbeneven had deez' Abdij ook het gebied over vijf Dorpen, en bezat zo groote rijkdommen , dat 's Lands Hooge Overheden gedrongen wierden , aan dezelve bij openbaar plakkaat te verbieden enige landerijen verder aan te winnen. Dog in 1520 is aan dezelve het Wereldsch Rechtsgebied , nevens het Recht van Patronaatfchap over Zuidhorn en Werum, bij uitfpraak van goede Mannen ontnomen. Waarvan de oorzaak was , vermits enigen dezer Kloosterlingen, ter gelegenheid van een jaarlijks gastmaal op St. Bcrnards dag, enen doodflag hadden begaan aan twee Gebroeders uit het Adelijke Geflacht yan  174 i>E CLASSIS, van van Gaikinga, wier voorouders veele goederen aart dit Klooster hadden gefchonken. Vervolgens, als iti 1568 de nieuws ingevoerde Bisfehop dezer Provincie, Jan Knijf, ook volgens 's Paufen Bulle ds inkomsten van dit rijke Klooster wilde in bezit nemen , zo betoonden zig deze Kloosterlingen daar over zodanig gebelgd, dat ze , om zo te fpreeken, hemel en aarde bewoogen , om hem in zijn voornemen te wederftaan. Tot dat eindelijk dit verfchil door een accoord op deze wijze is weggeruimd , dat de Bisfehop jaarlijks zes duizend guldens uit deeze Abdije zoude genieten dog niet lang daarna is deze geflorven in 1576. Sedert den eersten aanleg van dit Bernardiner Klooster tot deszelfs vernietiging door de verandering van den Godsdienst, zegt men, dat XXXIII Abten er het beftuur in handen gehad hebben. Ziet, benevens Emmius, Schotanus , enz. , ook de Oudh. en Ge/1, van Gron. bl. 186 enz. Chronijk van Gron. en Omtnel. hij de gemelde jaaren. Intusfchen is dit rijke en prachtige Klooster eertijds , bijzonder in de dagen van den Groninger Wesfel Gansfort en den Ommelander Rudolf Agricola, bijna ene Hogefchool gelijk geweest, alwaar veele Edelen en Geleerden uit geheel Friesland kwaamen ter bévorderinge der letter-oefeningen. Hoe vervolgens van 1539 tot 1543 onder de Monniken van dit Klooster ook geweest is Albertus Rizaus Hardenberg, en er onder anderen de gronden van den zuiveren godsdienst meer of min aan de kloosterlingen en bijzonder aan de jeugd zogt in te boezemen, tot dat hij na zijnen uitgang uit het Pausdom, tc Bremen, Sengwerden, en Embden Predikant is geworden ; daarvan is reeds gemeld in het Voorbericht. §■ 69. Jammer is het, dat de Bibliotheek en oude Gedenkfhikken van dit Klooster ook verbrand zijn, wanneer het krijgsvolk der Verenigde Bondgenoten in 1580 het zelve op Rea-  rT WESTERKWARTIER if§ Rennenbergs volk heroverd , en uit vreeze van overvallen te worden in brand geflooken hebben , met alles wat zij niet konden wegvoeren. Gerdes Hist. Reform. T. $.p. 12 et 157. Scri/i. Antiq. T. 5. P.i.p, 3,4,5. Sedert de Reductie dezer Provincie is de Hervormde Godsdienst hier ook gegrondvest en bevorderd, hoewel de Roomschgezinden federt enigen tijd er ook een Kerkhuis hebben bekoomen. Het Patroon-recht ftaat bier thans alleen 'bij het Adelijke Geflachte van Lezve van Adeivert. De volgende Predikanten hebben er den Ëuangalidienst waargenomen. 1595. Hermannus Christophori, hier geremoveerd in !597 » dog te Westerlee wederom aangenomen in 1598. 1598. Robertus IVippingius, vertrokken bij verwisfe» linge naar Zuidborn in 1605. 1605. Albertus Lomeier, beroepen van Zuidborn , een oud getrouw Leeraar, dog enige onlusten tusfchert hem en den Schoolmeester, daarna ook tusfehen enigen der Gemeente ontdaan zijnde, heeft zulks verfcheide onlusten, ten deele ook door onvoorzigtigheid van hem, verwekt. 1610. Jobannes Schonenborg. 1624. Jobannes Hillebrandt, vertrokken naar Dok* kum in 1643. 1643. Everbardus Aickema, overleden in 1659. 1659. Petrus Idema, overleden in 1693 1694. Gerbardus Coccius, beroepen van Peerweri t overleden in 1711. I7I.3- Jobannes Adriani Menpnga , beroepen van den Ham en Franfum , vertrokken naar Uskzvert in 1717. 1718. Jobannes Conradus Zweerdveeger , overleden P Ï732. 1733. Georgius Abelaar , beroepen van Hooge- en Leege* Meeden, overleden in 1742. 1744.  176 de CLASSIS v a f 1744. Elardm Wagener, beroepen van Lellens, ver-1 trokken naar Bremen in 1745. 1745. Daniël Sjajfters Bacot, Ger. Fil., voorheen Predikant bij der Staaten krijgsbezettinge te Doornik, vertrokken naar Hontenisfe en Osfenisfe in Zeeland in 1749. Ï750. Bernardus Sonius. D O E S U M. De Gemeente dezer plaatfe is verenigd met die van GROO LEGAST , en heeft een klein Kerkje , niet grooter als een Kapel. Oudh. en Geft. van Gron. bh 165. DORQUERT. Ook is met de Gemeente dezer plaatfe die van WIERUM verenigd* E Z I N G E. Eertijds was hier een Klooster van Benedictijner Nonmen, 't welk naar dit Dorp het klooster van Ezen, en doorgaans Mariaaskamp genaamd werd. Dog , om het ongebonden leven dezer Nonnen, is het zelve in 1444 aan Reguliere Kanunniken in eigendom gegeven , en eindelijk dóór den Paus in 1561 aan de Kathedrale Kerk van Groningen en aan de tafel des Kapittels toegeëigend. Oudh. en Geft. van Gron. bl. 173—175. Deze Gemeente , waarvan het Collatie - recht alleen ftaat bij het Huis Allersma, is in de eerfte jaaren na dé Reductie tot aan 1609 verenigd geweest met Saaxum, en heeft tot Leeraars gehad. 1602. Sixtus Abeli, overleden in 1605. téit.  't WES TER.K WARTIÊ L ift i6it. Bernardus Andrete , vertrokken naar Uithuizen in TÓ25. 1626. Georgius Goikerus , beroepen van Wilfen in Overijsfel, overleden in 164.5. 1646. Jacobus Schuirman, beroepen van Meetbuizen, vertrokken naar de Zeerijp in 1655. 1655. Thomas Alberthoma, Alb. Tbom. fil.; Engelb, ét Alb. et Petr. fr., vertrokken naar Groningen in 1661, 1661. Pompejus Fer.huifen, overleden in 1683. 1684. Gisbertus Heidanus, beroepen van Noordborn, overleden in 1706.. 1707. Jacobus Keuchenius, Rob. fik, Lüd. et Joh. fr,, beroepen van Sijbaldabuuren, overleden in 1720. 1721. Georgius Abbringb, overleden in 1731. 1732. Marcus Buscb, overleden in 1732. 1733. Nicolaus Egberiits Metelerkamp, Henr. Christ. fih, beroepen van Feerwcrt, overleden in 1780. 1785. Amoldus Numan, Henr. fr., A. L. M. Phih Doctor, beroepen van Friefcbeloo. F A A N. De Kerk alhier word tot den Godsdienst niet gebruikt, maar deze Gemeente is verenigd met die varl NIJEKERK en OLDEKERK. F E E R W E R T; Het Collatie-recht is hier voornaamlijk bij de Huizen van Allersma en Adewert. Tot aan 1609 is deze Gemeente door de Predikanten van Garnwert bediend. Dog daarna zijn 'er de volgende Predikanten geweest-; 1623. Conradus Georgii, vertrokken naar Eenum in 1628. 1629. Luardus Meinardi, beroepen van Everdingeti in 'tGraaffchap Kuilenburg, overleden in 1637»  178 db CLASSIS van 1639. Samuel Folkeri, voorheen Predikant in Brazt* lien in Westindien , overleden in 1664. 1666. Henricus Textor, overleden in 1690. 1691. Gerbardus Coccius, vertrokken naar Adevoert in 1694. 1695. Petrus Heidanus, overleden in 1710. 1712. Jobannes Keuchenius, Rob. fil., Jac. et Lud. fr., overleden in 1726. 1727. Nicolaus Metelerkamp, vertrokken naar Nije* hove in 1730. 1731. Nicolaus Egbertus Metelerkamp, Henr. Christ. fil., vertrokken naar Ezinge in 1733. 1733- Anthonius Stegnerus, Died. fil., beroepen van Hoog- en Leeg-kerk, overleden in 1754. 1757. Henricus Metelerkamp, Nic. Egb. fil., Henr. Christ. nep., vertrokken naar Zuidwolde in 1761. 1762. Menfo Jobannes Adriani, Petr. frat., vertrokken naar Garnwert enz. in 1774. 1774. Tiddo van der Veen, beroepen van Kreewert, vertrokken haar Noordlaaren in 1777. 1777. Henricus Hovius, vertrokken naar Nijebove in 1780. 1781. Didericus ten Cate, beroepen van Donkerbroek enz. in Friesland. F R A N S U M. Deze Gemeente is met die van den HAM verenigd, dog het Patroon-recht dezer plaatfe is alleen bij de H. Heeren Gedeputeerde Staaten dezer Provincie. GARNWERT. Het Patroon-recht ftaat hier alleen bij het Adelijke Gedacht van Lewe te Adewert. Deze Gemeente is eerst met Feerwert en Oostum, dog daarna met OOS- TUM  »f we s terkwArtiër. m tum alleen, gelijk ook nog, verenigd geweest. De Euangeüciienst is hier door de volgende Predikanten waargenomen. 1595. Thomas Stalman, of Stelman. 1601. Jesreèl Pinckelius, vertrokken naar GrootegssP in 1603. 1604. Hajo Ilberi. 1636. Jobannes Schonenborg, overleden in 16^2. I653. Antonius Matthceus, zoon van Conradus^ Mat* ihazus, Hoogleeraar in de Geneeskunde te Groningen , vertrokken naar Groningen in 1ÖÓ2. 1665. Marcus Marcius. Dezen door zwakheid des verttands tot den Predikdienst onbekwaam gewordeii zijnde, is Oostum vervolgens met deze Gemeente fa. mengevoegd. Petrus Groenou, overleden in 1702. 1704. Jobannes Idema, beroepen van Oldebove, over» leden in 1708. 1709. Haico Reneman, beroepen van Oldebove, overleden in 1739. , 1741. Bemhardus Duntzen , Emeritus geworden ia I7i774. Menfo Jobannes Adriani, Petr. frat., overleden in 1783. 1783. Bernardus Jobannes Broefe, Joh. Henr. ».| beroepen van Anlo in Drenthe. G R IJ P S K É R K. In dit aanzienlijke Dorp, in zekere Bulie van deti Paus ook Engevjert genaamd, hebbende ene fchoone Kerk en taamelijk fraaie huizen, zegt men dat 'er onder anderen twee flooten der Clanten gedaan hebben. Oudh. van Gron, bl. 165. ..,,..< aj r; Het Collatie-recht is hier voornaamlijk bij het Adelijke Huis van Nietmrt. De Gemeente, welke m 1607 M 2 nog-  i8o d k CLASSIS vam nog zonder Predikant was , beeft niet Inng daarna* Leeraars bekomen, die tot aan 1Ó51 de Gemeente vari' Nijezijl mede bediend hebben. i6cq. Jobannes Sigefrjj£ti$ Cuperüsi 1615. Jobannes Lubber,';, overleden in 1643. 1645. Everwinus Wasfinberg, overleden in 1082. 1683. Dominions van der Sloot, beroepen uit Friesland, overleden in 1693. 1694. Pompejus Fenbuizen, beroepen van Visvliet , overleden in 1719. 1719- Ludolpbus Venbuizen, overleden in 1726. 1728. Rintzius van der Sloot, beroepen van Njjesgfü, overleden in 1761. 1762. Carolus Dion. Mettevier, beroepen van Theftnge, overleden in 1776. 1777. Scato Gockinga, beroepen van de Harkftcde. GROOTEGAST. Misfchien aldus genaamd, niet alleen in oaderfcheidinge van I^.itkegast , maar oo1c wegens de Hooge Bouvv-akkers en Gastlanden, in enen dorren en fchpaalen grond zig hier bevindende. Want GW, Gest , Gcist of Geest noemden dc Hollanders en Vriezen eertijds een hoog en dorachtig land. Oudb. m Geft. van Gron. bl. 164. Harkenroth. Oostvr. Oorfpr. bl. 70r. Het Patroon-recht behoord hier voornaamlijk aan het Adeljjke Huis van Feringa, in gemeenfehap met het Adelijke Huis van Adewert. De Predikanten, die deze Gemeente met die van DOESUM bediend hebben, zijn de 'volgende. 1603. Iesreïl Vinckelias , beroepen van Garnwert, vertrokken naar Lopperfum in 1605. 1629. Hajo Jobannes Waikens, vertrokken naar Noordbom in 1Ó39. l639; Jobannes Gerbardi Bekkering, vertrokken naar J^oordborn in 1643. 1643,  »t WESTERKWARTIER. itl 1643. Bernardus Beekman, overleden in 1684. 1685. Ajoldus de Vrïefe, vertrokken naar den Ham enz. in 1697. 1Ó97. Pompejus IlAdanus, vertrökken naar Nosrddijk in 1706. 170Ó. Jobannes Smook, overleden in 1764. 1769. Wilhelmus de IVeertb, overleden in 1783. 17S6. Abraham Albertus Cremer, Gcrh. frat. H A M. Deze Gemeente word in gemeenfchap met FRANSÖM door één Predikant JlecUónd-. Het Collatie-recht dezer plaatfe behoord aan den Heer van Adewert, dogvan de gecombineerde plaats aan de Heeren Gedeputeerde Staaten. Hier zijn de volgende Leeraars geweest. 1618. Hermannus Mei 11 ar dl-. 1624. Hermannus Lijjvigius, overleden in 1659. ióóo. Wilhelmus van der Scbulr, vertrokken naar de Scheemda in 1667. 1667. Lambertus Lant, vertrokken naar Visvliet ht 1-633- 1684. Jobannes Meijer, overleden in 1696. 1697. Ajoldus de Frijfa , beroepen van Gr-ootegas-t 3. overleden in 1698. 1700. Gerardus Bleuckc , ovt rieden in 1711. 17-12. Jobannes Adriani Menfmga, vertrokkea naar Adewert in 1713. 1714. Henricus Brongersma, overleden in 1748.. 1748. David Meijer, overleden ia 1776, 1778. Jobannes Meijer, Dav. lil.  lH de CLASSIS van HOOGKERK en LEEGKERK. Deze beide Kerkdorpen, waarvan het Huis van Ade.' laert in gemeenfchap met andere Collatoren het Pdtroon-recht heeft, is (leeds bediend door de Predikanten, die te Leegkerk hunne wooning hebben. Welke geweest zijn. 1595- Martinus, Predikant te Hoogkerk en Nijekerk, is in de eerste Sijnode na de Reductie, in 1595 gehouden , geremoveert. 1599. Plermannus Theopbilus, overleden in 1610. 1613. Jobannes Schroder, overleden in 1616. 1627. Nicolaus Petri , bij verwisfeling vertrokken tiaar Wetzinge in 1634. 1634. Adolphus Stuckerus , beroepen van Wetzinge. 1635. Ahelus Lamherti van Bolhuis , overleden in I653- 1654. Alexandcr Tiliking, overleden in 1675. 1675. Henricus Scbo.onebeek , vertrokken naar OostIndien in 1682. 1683. Georgius Alflarphius, vertrokken naar Lutkegast in 1685. 1685. Jobannes Brouwerius , Emeritus gemaakt in 1695. 1695. Helperus Noor dijk, overleden in 1728. 1729. Antonius Stegnerus , vertrokken naar Feerwcrt in 1734. !734- Otto Alflorpbius , Georg. fil., overleden in Ï735- 1736. Jobannes Bake, overleden in 1753. 1754« Jobannes Leeuwe , vertrokken naar Adorp in 1759. 1760. Bernbardus Bruins, vertrokken naar Lutkegait in 1775. J776. Hermannus Tonkens, overleden in 1792. HOQ'  't WESTERKWARTIER. 183 HOOGE- en LEEGE-MEEDEN. In een handfchrift der Abdije van Adewert word een en andermaal gewag gemaakt van een Dorp Meiden of Meden genaamd, 't welk den naam heeft gekregen van de Weiden. Want Made, Mede , en Meide , zegt men , betekend bij. de Duitfchers ene Weide. Voorts word het in Hooge - mieden en Leege - mieden onderfcheiden, om dat het op de ene plaats hooger, op de ander leeger is.. Ook word verhaald dat de XVde Abt van Adewert de Kerk aldaar gedicht , en in dezelve heeft doen brengen den arm van St. Margareta, dien hij te Romen van Paus Clemens VI had gekregen. Oudb. en Geft. van Gron. bl. 3.36. De Gemeenten, dezer plaatfen worden bediend door de Predikanten van OOST WOL D , die beurteling om den anderen Zondag in de Kerk te Lege-mieden den dienst waarnemen. DE LEEK. Deze Gemeente word met die van MIDWOLDA door één Predikant bediend, en hoewel Midwolde als. de hoofdplaats fchijnt te zijn , nochtans woond de Predikant op de Leek, alwaar hij in den wintertijd ook alleen den dienst waarneemd. Maar in het voor. jaar en in den zomer predikt hij voormiddaags te Midwolde , en 's achtermiddaags op de Leek. Het Patroon-recbt van deze beide plaatfen daat alleen bij het Huis van Nienoort , gelegen tusfehen de o-enoemde Dorpen. Onder de Adelijke Heeren van Nienoort word in de Vaderlandfche Gefchiedenisfen geroemd Wigbold van Euivfum, als een deugdzaam en kloekmoedig Edelman , die , zelfs met vermindering© en bclastinge zijner goederen, groote diensten aan het Vaderland heeft gedaan. Nauwlijks was de Graaf van 4 Ren»  IU de GLAS SIS VAN Rennenberg in 1580, afvallig geworden, of de Heer. van Nienoort deed mede zijn best , hoewel te vergeefsch, om de Stad Groningen te heroveren. Ook Het hij, onder anderen door zijnen broeder Christofer van Euwfum , bij de verenigde Bondgenoten comraisfie verzoeken tot het werven van krijgsvolk, 't welk hem is toegedaan. Vervolgens in 1581 en 1582 zogt hij de Ommelanden met zijne krijgsbenden te befchermen tegen den vijand, tot dat hij, in 1583 de fchans Oterdum veroverd en verderkt hebbende , niet lang daarna aldaar geflorven en begraven is. Zijn zoon Kaspar van Euwfum , Gouverneur van Coevorden zijnde, verdedigde deze vesting tegen den Spaaafchen Bevelhebber , tot dat in 1594 Prins Maurits en Graaf Willem Lodewijk den vijand vandaar verdreven. Na de Reductie dezer Provincie hebben de nakomelingen ya,n dit Adelijke Gedacht ook de doelen der eere beklommen , tot dat eindelijk door Huwlijks verbintenis, fe het H uis Nienoort is gekomen aan de Graaven van In- en Kniphuizen , Geprg Wilhelm , Carel Fcrdinand, en j'ohan Carel Ferdinand, gelijk het vervolgens ook is toegevoegd aan het Adelijke Gedachte van Inr en Ku'phuizeu te Ulrum. (*) N pens de Predikanten dez,er Gemeente ziet MIDVv OLÜA. LET- (*) Niet verre van de Leek, onder Koon of RtnftrpoUe in Drenthe, ftaat een gebouw , 't welk aan het Huis van Nienoort behoord , en nog naar de oude benaming V Huis ter Helle word genoemd. De rede dezer, benaminge , gelijk de overlevering zegt , zoudi( geweest zjjn , om dat oudtijds de Monniken van 'c. Adcwerdcr Klooster , om eene begaar.e misdaad , derwaards als in ballingfchap verzonden, en er door de gaaven van dat Klooster onderhouden wierde:;, zo dat daarom het water derwaards leidende» den naa^i van . A. Dit Dorp , in onderfcheidinge van Midwolda in het Oldampt, is gelegen in Fredeuold, zijnde ene landitreek van verfcheiden Kerkdorpen, oudtijds ook Ere. dazvalda, en bij de Werumer Kronijkfchrijvers Eroda* ivalda en Frodafilva genaamd. Alwaar de grond doorgaans zandachtig, dog op fommige plaatfen moerasfig is , en tot het Turf- graaven gefchikt. Alting Notit. Cerm. Infi P. II. fol. 60. De Kerk dezer plaatfe pronkt met ene fr.aaje Graftombe, behorende aan het Huis van Nienoort. Daar ziet men de Gravin Anna van Euivfum heerlijk uitge, houwen , naast haren eersten Man leggende , ftaande haar tweede Man geheel in 't harnas aan hare voeten» Boven deze tombe ziet men de Adelijke quartieren en ter rechter zijde een verheven gelïoeite. De Schrijver der Oudh. en Geft. van Gron. bl. 161. verhaald van deze Gravinne, dat zij, getrouwd met den Graaf js.n In- en Kniphuizen , aan cle arme ingezetenendie-  fT W E S T E R K YV £\ R T 1 E R. 189 Jeene andere inkomsten hadden, alle zaturdagen een aalmoes gaf uit de oude inkomsten. De verenigde Gemeenten , M1DVVOLDA en de LEEK, zijn tot aan 163:', zoo niet langer, door de Predikanten van V O/debert bediend. Dog daarna hebben dezelve de volgende Predikanten gehad. 1640. Damiel Solingius, beroepen van Blankenham in Overijsfel, Emeritus gemaakt in 1648. 1649. Franciscus Brantzius, vertrokken naar Wagenborgen in 1663. 1663. Nicolaus Barlinkhof, beroepen van Westerdijkshorn , overleden in 16Ö7. 1668. Nathan Bolhart , vertrokken naar Peetster-' zwaag in Friesland in 1673. 1674. Amoldus Knijpbuifen, beroepen van Marum enz., vertrokken naar Gieten in Drenthe in 1678. 1678. Philippus Kuopaus, beroepen van Nijbert t overleden in 1683. 1684. Hemmo Hovius, beroepen van Tinallinge, overleden in 3693. 1Ó94. Abdias Hattinga , vertrokken naar Sluis in Vlaanderen in 1702. 1702. Petrus Penbuifcn, vertrokken naar Visvliet in W3» 1713. Albertus Alberthoma, Petr. fil., Rob. fr., vertrokken naar Embden in 1728. 1729. Obbo Copiuga, overleden in 1776. 1783. Albertus ter Huizen, vertrokken naar Vierhuizen in 1790. N I E B E R T. In het eerste zijn Niebert, Nuis, Marum, en Noordwijk , enigen tijd door één Predikant bediend. Naam' lijk door: 1616, Jobannes Wilhelmi, l6as,  ipo DE CLASSIS VAN 1621. Wilhelmus Jobannis. 7 629. Jobannes Lolingius of Lifingius, overleden in 1643. Dog, volgens een Staats-befluit van den 9 Maart 1644, zijn NIEBERT en NU1S daarvan afgefcheiden, met elkander verenigd, en bediend door: 1645. Jobannes Calmes, vertrokken naar Visvliet in 1650. Sedert dien tijd zijn deze beide Gemeenten ook eni" gen tijd gefcbeiden, Zo dat NIEBERT alleen is bediend door : 1651. Matthias Vechnerus, vertrokken naar Uithui' zen in 1653, 1653. Philippus Knopeeus, Vertrokken naar Midwolda enz. in 1678. 1678. Eppo Ippius, vertrokken naar Appingedam als Rector der Latijnfchè Schooien in 1683. 1684. Is deze Gemeente met NUIS wederom famen' gevoegd, en bediend door Lubbertus Rotgers, Pred. te Nuis, overleden in 1715. 1717. Is te NIEBERT alleen beroepen Joacbimus Selastianus Kuen , overleden in 1731. Vervolgens is deze Gemeente enigen tijd bediend door de beide naburige Predikanten van 'tOldebert en Nuis. Tot dat eindelijk, door het Huis van Nienoort en andere Collatoren, NIEBERT en N UIS wederom t'famen gevoegd zijn. N IJ E H O V E. Deze Gemeente, alwaar het Collatie-recht bij meer dan een is, was eerst tot aan 1643 met Oldebove ver enigd , dog is federt dien tijd daarvan afgefcheiden , en heeft tot Leeraars gehad. 1602. Theodoricus Petri. 1614. Everhardus Valckius, overleden in 1643. 1645.  >t WESTÈRKWARflER. 191 1645. Jobannes Columbier, vertrokken naar Uskwert in 1648. 1648. Haico Petri Hai kelen borg, vertrokken naar 01' debove in 1660. 1660. Bartboldus Keneman, overleden in 1704. 1700. Haico Reneman, Barth. fil., zijnen Vader toegevoegd, vertrokken naar Oldebove in 1704. 1704/ Wilhelmus Reneman, overleden in 1724. 1725. Jobannes Lubbers, vertrokken naar de Beerta in 173°- 1730. Nicolaus Metelerkamp , Nic. fil., Joh. fr., beroepen van Fecrtvert, overleden in 1777. 1779. Tbemmo Tbemmen, Corn. fil,, niet lang daarna overleden in 1779. 1780. Henricus Hovius, beroepen van Feerwert, overleden in 1781. 1783. Ningo Nienbuis Sinningbe, Rud. fil. * N IJ E Z IJ L. Deze Gemeente, alwaar het Huis van Nienoort met anderen het Patroon-recht heeft, is tot aan 1651 met Grijpskerk verenigd geweest, maar is na dien tijd door de volgende Predikanten bediend, 1651. Cbristopborus Kregelius, overleden in 1652. 1653. Warnerus Wiggeren, overleden in 1668. 1669. Albertus Scherphuis, vertrokken naar Zuidbroek in 1673. 1673. Simeon Hoiftng, beroepen van Betteiveer, een Dorp in Oostvriesland, in 1720 door de zee-golven Weggefpoeld, vertrokken naar Ten Buur in 1683. 1683. Hermannus Oon, beroepen van Obergum, van zijnen dienst ontllagen in 1701, en Emeritus gemaakt in 1704. 1701. Jacobus Brucherus, Hub. nep. , beroepen van 't Oldebert, overladen in 1712, 1714.  102 D fe CLASSIS VAIT ' 1714. Rintzius van der Sloot, vertrokken naar Grijpt'kerk in 1728. 1728. Nicolaus Metelerkamp, Geril, fil., overleden in 1737. 1739. Jacobus Muntingb, Henr. fil., beroepen van Saaxum, overleden in 1780. 1784. Paulus Mettevicr, Car, Dion. fil. N IJ E K E R K. Deze Gemeente is verenigd met FAANj waarbij ook eindelijk nog is gevoegd die van OLDEKERK , welke voorheen tot aan 1680 met ttie andere plaatfe is verenigd geweest. De openbare Godsdienst word alleen verricht te Nijekerk, dewijl te Oidekerk thans geen Kerk is , cn de Kerk te Paan tot den Godsdienst niet gebruikt word. Het Patroon-recht van deze drie verenigde plaatfen ftaat alleen aan het Huis Bijma, liggende bij Fsan , en thans behoorende aan het Adelijke Geflacht van Alberda. Hier zijn de volgende Leeraars geweest. 1624. Sigefridus Aeldriks, overleden in 1652. 1653. Jobannes Piccardt , vertrokken naar Pietersbuuren in 1677. 1677. Jacobus Aeldriks, overleden in 1Ö91. 1692. Jobannes van Meeuwen, overleden in 1722. 1722. Henricus Carolinus van Bijier, beroepen van Scberpenzeel enz. in Friesland, vertrokken naar Oosterhesfelen in Drenthe in 1735. '1737. Helperus Ritzema , geboren te Groningen , vertrokken naar Metslawier enz. in Friesland in 1744, van daar naar Gasfelte in Drenthe , en eindlijk naar Breda in Holland. 1744. Otto Llolst , beroepen van Oosterwijtwert, overleden in 17.83. 1785. Jobannes Henricus Broefe, Bern. Joh. fr», beroepen van Borger in Drenthe. NOORD-  *t WESTERKWARTIER. 193 NOORD HOR N. Hier is in 153S geboren Jodnnes Arcerius Theodore* \'ius« die van 1589 tot 1604 te Franeker Hoogleeraar i in de Griekfèhe taal is geweest. Friemoet Alben* prifi f- 73 fq* Hoe dit Dorp, 't welk een der aanzienlijkere is in 1 dit gewest, oudtijds de gevolgen der binnen- en btii1 tenlandfche oorlogen wel eens heeft ondervonden, daar-, 1 omtrent kan men bij anderen bericht vinden. Men ;zegt dat de Abten van Adewert, ten tijde van hetI Pausdom, hier het Patroon- reebt hebben gehad. Het \ welk tegenwoordig is bij de Heeren. van Bennema en ; andere Collatoren. De Gemeente dezer plaatfe, hoe1 wel in 1607 nog zonder eenen vasten Leeraar zijnde $ I heeft nochtans daarna de volgende Predikanten gehad» 1611. Gerbardus Jobatinis. 1639. Hajo Jobannes Walkens , beroepen van Groote* gast, vertrokken naar Franeker \\\ 1643. 1643. Jobannes Bekkering, beroepen van Grootegast; vertrokken naar Zuidborn in 1659. 1659. Jobannes Paltbenius, beroepen van den Andel, overleden in 1Ó65. 1667. Gisbertus Heidanus, vertrokken naar Ezingo hl 1684. 1684. Falerius Winfemius , beroepen van Weindorp in Friesland, overleden in 1Ó91. .1692. Jobannes Selvius, overleden in 1694. 1695. Lambertus de Beveren, vertrokken naar Mep* fel in Drenthe in 1708, eindelijk naar Hoorn in Noordholland. 1708. Hillebrandus Jansfonius, beroepen van provi-» fionele Predikant in de Nederduitfche Gemeente te Loti* don, vertrokken naar Zandeweer in 1714. 1714. Antonius Stechnerus, vertrokken naar Godltnzi in 1717.  194 b e CLASSIS van 1717. Wilhelmus Tbemmen, vertrokken naar dc Niew we Pekel-A in 1726. 1728. Gerhard Jan Hillers, vertrokken naar Anhi in Drenthe in 1732. 1734. Antonius Clant, beroepen van Rboderwolde in Drenthe, overleden in i?37- 1738. Theodorus Bijmholt , vertrokken naar Metslawier in Friesland in 1740, eindelijk naar Strijen in Zuidholland. 1743. Plillebrandus Jansfonius, Hillebr. fil., Joh. fr., vertrokken naar Kropswolde in 1750. 1750. Martinus Plagenau, Henr. Edz. frat., beroepen van Lutkegast, overleden in 1753. 1755. Sipko Boïtius Venhuifen , Pctr. fil., Jac. fr., beroepen van de tlarkftede, overleden in 1791. N O O R D W IJ K. Deze Gemeente is verenigd met MARUM. NUIS. Deze Gemeente, met Niebert, Marum, en Noordwijk, is enigen tijd dooréén Predikant bediend. Dog federt 1644 zijn NUIS en NIEBERT daarvan afgefcheiden, en met elkander verenigd, gelijk bij NIEBERT is aangewezen. Sedert 1651 is NUIS alleen waargenomen door de volgende Predikanten. 1651. Jobannes Gerbardi Staal, beroepen van tweeden Predikant te Bourtange, overleden in 1678. 1681. Lubbertus Rotgers, aan welken Niebert is toegevoegd in 1684, overleden in 1715. 1716. Martinus Posthumus, deze heeft Nuis alleea bediend, overleden in 1737, Ein-  *t W E S T E it K W A R T IE R. 195 Eindelijk zijn , door het Huis van Nienoort en andere Collatoren, NUIS en NIEBERT wederom t'famen gevoegd , en aldaar beroepen: 1738. Jobannes Brants, overleden in 17S5. OLDEHOVE. Dit Dorp, ook O/denbove genaamd, alwaar het flot Ripperda Hond , had op de Kerk een ouwerwetfche. Tooren, t. w. dik en Homp. Men leest in een brief van Viglius in 1533 aan Erasmus gefchreven, dat de fekte der IVederdopers omtrent Oldebove en Nijebove, en in geheel Groningerland geweldig was voortgelopen , en dat een llecht en ongeletterd perfoon , die men daar geloofde dat de gave der taaien van God had ontvangen, zich voor den Mesfias uitgaf.. En in een brief, uit Duimen in Westfalen in 1535 gefchreven , werden de Roomfche Pastoren en Deekens van de Ommelanden , bijzonder van Baflo, Oldebove, Leens, Uskwert, Lopperfum, en Farmfum aangezet, om de fekte der Wederdopers te vervolgen, en voor de Kerkentucht zorg te dragen. Oudh. en Geft. van Grom bl. 170 — 173. Deze Gemeente, alwaar het Huis van Adewert nevens andere Collatoren het Patroon recht heeft, was tot aan 1043, gelijk reeds in \ vorige gemeld is, met Nijebove verenigd, dog heeft daarna de volgende Predikanten gehad. 1645. Wicherus Zijtfema , overleden in 1659. 16Ó0. Ilaiko Petri Haikelenborg, beroepen van Nijebove, overleden in 1687. 1688. Jobannes Idema , vertrokken naar Garnwert inz. in 1704. 1704. Haico Reneman, beroepen van Nijebove, ver* trokken naar Garnwert enz. in 1709. 1709. Gerlacus Oltbof, overleden in 1723.  f9è öï CLASSIS van tfiïj. Antonius Clant, vertrokken naar Rhderwoldi in Drenthe in 1731. 1731. Petrus Oorftnga, vertrokken naar Weiwert in Ï734- 1737. Jobannes Huijlnga, J. U. Doctor, Emeritus Verklaard in 1757, 'overleden in 177*9. 1759. Jobannes Kuit er t, gedeporteerd in 1783. 3 1786. Ajolt Jan Muntïngbe, Herin. frat. O L D E K E R K. In deze Gemeente, alwaar thans geen Kerk is, en welke verenigd is met NIJEKERK en F AAN'; is het nier lang na de Reductie gebeurt, dat zig iemand hier in den dienst heeft ingedrongen. Maar de Sijnode heeft in 1597 goedgevonden, bij 'sLands Hooge Machten te verzoeken, dat hij daar uit gezet npgte' worden. Sedert dien tijd heeft Jobannes Eling, een oud man, 'er het werk der bedieninge waargenomen, tot dat hij in 1623 Emeritus is gemaakt. O O S T U M. Deze plaats, Waar van het Collatie-recht voornaamlijk behoord aan het Huis van Adewert, is voorheen Verenigd geweest met Garnwert en Feerwert, en heeft in 1663 Petrus Groenou tot enen bijzonderen Leeraar gehad, welken na de zwakheid van M. Marcius ook de Gemeente van Garnwert is toegevoegd. Zo dat federt dien tijd OOSTUM en GARNWERT zijn verenigd geweest. O O S T W O L D; Deze plaats is verenigd met de HOOGE- en LEEGEMEEDEN 9 waarbij te vooren ook EettelberP is ge-  *t WE S T E RKW AR, TI E R. 19? gevoegd geweest. Het Patroon-recht is hier voornaamKjk bij bet Huis van Nienoort. Hier zijn de volgende Predikanten geweest. 1638. Thomas Viucentius, overleden in 1657. 1659. Gerbardus Wasfenberg, overleden in 1690. 1691. Ludovicus d'Amalvi, overleden in 1709. 1710. Georgius Abelaar, vertrokken naar Adewert in 1733- 1733. Jobannes Voget, Alb. fr.., vertrokken naar 2>a°. ren in 1737. 173S. Martinus XJden, Ben. fil.,, beroepen van Oosterwijtwert, overleden in 1750. 1751. Henricus XJden, Mart. fil.» vertrokken naar,Vlachtwedda in 1758. 1759. Jobannes Franclscus Buning, vertrokken naar Middelbert in 1765. 1766. Hemicus Behing , beroepen van Engelbsrt., O P E N D, E» De naam van dit Dorp Op-Ende, zegt men, word' anders ook Calepende genaamd. Het Patroon-recht. ftaat hier bij verfeheiden Collatoren. Hier zijn de; volgende Predikanten. gs'.ï.Tee.st... 1616, Heinfius Frederici. 1621. Lambertus Johannis... 1627. Faleniinus Artopceus, overleden in 1649b, 1650. Jobannes Ilheri, overleden in 1681. 1.681. Jobannes Wasfenberg, overleden in 1712. 1714. Otto Zaunjlifer,, beroepen van Sijbaldabuuren overleden in 1729. 1729. Renicus Sa-lmafius, gedeporteerd in 1744. 1744. Walradus Dalm'ólle , geboren te Steinfurt ^ qverleden in 1777* 17" 3. Jacobus Henricus Tbemmen, Joh». Sinlnu fik, igkeb, nep,. » 33' SA£fe  ip9 Dl CLASSIS vam S A A X U M. In het vonnis van den Hertog van Alba of van zijnen Bloedraad te Brusfel in 1570 tegen enige Ommelander vluchtelingen geveld, vind men ook Popko Ufi keus van Appingedam vermeld als befchuldigd , dat hij, niet alleen in dienst van Graaf Lodewijk van Nasfau zig gefield, maar ook het Beelden-breeken in de Kerk van SAAXUfvl begaan had. Deze, die te Appingedam woonde, alwaar Ufkens Gasthuis nog in wezen is, word bij den Historiefchrijver Bor befchfeveq als een Ommelander Edelman, die toen en vervolgens niet andere Nedcrlandfche Bondgenoten voor de vrijheid van het Vaderland en tot afweeringe van het gewelt der Spaanschgezinden ook heeft geijvert. En na de Reductie vind men bij Emmius dien naam vermeld op de lijst der Gedeputeerde Staaten dezer Provincie in 1611, 16/2, en 1613, Het Patroon-recht dezer plaatfe ftaat thans voornaamelyk by het Huis van Adewert. Deze Gemeente was in 1609 met Ezinge nog verenigd , maar heeft niet lang daarna en vervolgens tot Leeraars gehad. 1610 Jacobus Janiculi. 1619. Jobannes Pitzenius. 1634. Taleeus HihJebrandi, overleden in 1673. 1673. Rudolpbus Heinens, geremoveerd in 4681. 1681. Abrahamus Marter/lek , vertrokken naar Eenum in 1686. 1686. Renatus Busch, overleden in 1718, 1720. Nicolaus Mciekrcamp, Gerh. fil., vertrokken naar Nijezijl in 1728. i73°- Jacobus Muntingbe, vertrokken naar Nijezijl in 1739' 1745, Petrus Engels, overleden in 1762. 1764. Petrus Bocrma, overleden in 1787, 1787. Gerardus Reinkink.  't WESTERKWARTIER. iq> SIJBALD ABUUREN. Het Collatie-recht is hier, nevens andere Collatoren, by het Huis van Nienoort. De Euangeliedienst in deze Gemeente, waar by in 't eeriTe en tot 1680 Oldekerk was gevoegd , is door de volgende Predikanten waargenomen. 16.10. Jobannes Hoornberg. 1623. Caspartis Bothenius, overleden in 1663. 1664. Gerbardus Niclenius, overleden in 1677. 1679. Henricus Swem, overleden in 1680. 1683. Georgius Placius, vertrokken naar Holwert in Friesland in 1690. 1691. Jobannes Henricus Derrie , vertrokken naar Neorddyk in 1700. 1700. Jacobus Keuchenius, Rob. fil. , Joh. et Lud. fr., vertrokken naar Ezinge in 1707. 1709. Otto Zaunflifer , vertrokken naar Opende in i?'4« 1714. Renicus Salmafius, vertrokken naar Opende in 1729. 1730. Rinska Ripama , vertrokken naar den Olijfberg in 1733. 1733. Cornelius de Baar, vertrokken naar Rottum in 1737. 173S. Tjark Everts Atlas, Emeritus verklaard, overleden in 1776. 1780. Hermannus Amoldus Braam. TOLBERTof'tOLDEBERT. Het Huis van Adewert, met het tluis van Nienoort, heeft hier voornaamlijk het recht van Patroonfchap. Deze Gemeente, waarbij tot 163S Midwolda en Leek zijn gevoegd geweest, heeft tot Leeraars gehad. 1602. Jobannes IVirichius. N 4 *T°9.  900 DS CLASSIS VAN 1609. Henricus Meinardi, geremoveerd in «fol. 1612. Melcbior Bahhafaris, geremoveerd in 1615. 1616. Jobannes Hazelbeek, vertrokken naar 't eiland Ter Schelling in «fel. 1622. Philippus Verfterus of Verjlege. 1633. Henricus Ditzmarus, overleden in 1637. _ 1638. Jobannes Hazelbeek, beroepen van 't eiland Ter Schelling, overleden in. 1655. 1657. Casparus Sikman, over wiens beroepinge verfchil- ontdaan zijnde tusfehen de Heeren Collatoren , is hij vertrokken naar Westerdijkshorn. ' 1663. Hermannus Elvering, geremoveerd in 1675. 1675. Beno CJden, beroepen van IVeenermoer in Oostvriesland, vertrokken naar Holwierda, in 1683. 1683. Jacobus Brucherus , Hub. nep. , vertrokken naar Nijezijl in 1701. 1701. Henricus Muntingh, geremoveerd in 1717. 1718. Georgius Marter/lek , Abrah. fil. , overleden 17641 , ... Q ' 1766. Jobannes Sijrfema, overleden in 1787VISVLIET. De Gemeente van dit aanzienlijke Dorp, alwaar ,het Patroon recht bij verfcheide Collatoren ftaat, heeft federt de Reductie de volgende Predikanten gehad. 1595. Patroclus Bokelman , gefuspendeerd in den dienst in i59^' I.597. Jobannes Berger. 1599. Henricus Aiphonftus. 1607. Nicolaus Petri, overleden in 1648. 1650. jobannes Calmes, beroepen van Nuts en Nie-, hert, overleden in 1662. ' 1663. jobannes Engelberti Engeima , overleden m ï6i68o. Hajo Aepkens , beroepen van Witrm enz. , overleden in 1683. l683«  't WESTERKWARTIER. 201 1683. Lambertus Lant, beroepen van den Ham en Franfum, Emeritus gemaakt in 1691. 1691. Pompejus Venhuij'en, vertrokken naar Grijpskerk in 1694. 1694. Sicco Abbringbe , Joh. cogn. vertrokken naaï Groningen in 171a. 1713 Petrus Venbuifen, beroepen van Midixiolda en Leek, vertrokken, naar Sappemeer in 1721. 1721. Hildebrandus Meutes, 'beroepen van Bergufn in Friesland, overleden in 1739. 1740. Franciscus Jobannes Dctmers , beroepen van Wierum enz, vertr kken naar Kropsvoolde in 1764. 1764. Carsjen Eskeiof Gravemeifcr , Esk. Cars. fil., beroepen van Feenbuizen in Oost vriesland, dcrwaards vertrokken naar Westerbuizen in, 1773. 1774. Georg Jan Spandaw, beroepen van Noordvüoï' de, vertrokken naar Fries, in Drenthe in 1775. 1777. Theodorus Belt, Nic fik, beroepen van Koldeveen in Drenthe. W I E, K U M. De Gemeente dezer plaatfe. is verenigd met die van DORQUERT, en het Collatie-recht is hier bij een alken. Predikanten zijn 'er de volgende geweest. 1613. Marcus Marsmannus, vertrokken naar Adorp enz. in 1623. 1623. Georgius Fecbnerus, alleen te Wierum, maa* in 1654 ook te Dorquert, overleden in 1655. 1656. Christianus Reneman, overleden in 1Ó76. 1677. Hajo Aepkens, vertrokken naar Visvliet in i6Sc. 1680. Jobannes Ruis, overleden in 1690. 1691. Petrus Ifcbrards, Emeritus gemaakt in >7-3? 17.24. Wilhelmus Hein, beroepen van Sirkwerum iïl Oostvriesland, overleden in 1737. 1738. Franciscus Jobannes Detbmers,, vertrokken naar Visvliet in 1740. N 5  #* de CLASSIS van ^rWESTERKWARTIER. 1740. Adam Henricus Langenhart, vertrokken in 174? naar het eiland Schiermonnikoog, en vandaar naar Embden. 1748. Rudolpbus Sinninghe, overleden in 1781. 1783. Derk Vries Sibinga, vertrokken naar Coeredijk in Friesland in 1787. 1787. Jacobus Tbemmen, Coru. fil., Ihem. tr. z U I D H O R N. Dit aanzienlijke Dorp heeft oudtijds , gelijk Noordhorn, ook de gevolgen van binnen, en buitenlandfche oorlogen wel eens ondervonden. Ook verhaald men, dat de Abten van Adewert, ten tijde van den Roomiehen god* dienst er het Patroon-recht hebben gehad. Het welk thans onder anderen voornaamlnk is bij het Adelijke Geflachte Clant van Hankema. De Mennoniten der zogenoemde Vlamingen hebben hier ook een Kerkhuis, en een of meer Leeraars. Dc Hervormde Gemeente is federt de Reductie hier door de volgende Predikanten bediend, 1600. Albertus Lomejer, vertrokken bij verwisfelinge naar Adewert in 1605. ,, , ,6c* Robertus IVippingius, beroepen van Adewert, ,6io Samuel Scbmaltius, beroepen van Wetzinge, i6a7. Conradus Scbmaltius, overleden 111 1658. 1659. Jobannes Bekkering, beroepen van iSoordborn, overleden in 1690. 1691 Lambertus Bieruma, beroepen van Menaldim ïn Friesland, vertrokken naar Groningen in 1695. 1695. Henricus Cbristophorus Metelercamp , beroepen van Appingedam, overleden in 1736, t,^ Albertus Wilhelmus Costerus, beroepen van Gisten in Drenthe, Emeritus verklaard in 1770, overleden Gerardus Oomkens, Om. nep., Om. fr., beroe. pen van Engeibert, vertrokken naar Biijbam m 17771778. JoImn.es Emestus Winter, beroepen van^j> Jjnge.  pe CLASSIS van 't OLDAMPT enz. 203 VJI. DE CLASSIS. VAN 'T OLDAMPT £ N WESTER.WOLDINGERLAND. D eze Clasds draagt dien dubbelen naam naar de tweërlei Landftreek, in welke derzelver Standplaatfen zich bevinden : naarn(ijk het OLDAMPT, 't welk uit het Groot- of IFold- Oldawpt , en het Klein-' of Klei- O'.dampt beltaat , en aan de Stad Groningen behoort. WESTER WOL DINGË RL AND , 't welk ook veeltijds naar dc beide deeleu, waar uit het beltaat, Wedde en Westerwold word genoemd , en door de Stad Groningen federt 16x9 als ten Leengoed bezeten word : hoewel, wegens de drie Schanlen aldaar liggende , de gemeene middelen en inkomscèn , ten voordeele der Generaliteit, jaarlijks verpacht worden door Gecommitteerden van den Raad van Staaten. Nauvvlijks was in 1594 de Reductie dezer Provincie gefchied, of men zogt ook in dit gedeelte van de. zelve, in plaatfe van het Pausdom den Hervirmden Godsdienst hier te grondvesten. In de eer»te Sijnode, wel-  &U z> % CLASSIS, v. a w welke in 1595 te. Groningen is gehouden, was vanhier alleen tegenwoordig Gerbardus M'eemhof, Predikant te JVinfcbooten. Dog vervolgens verzuimde men ook niet, om de Gemeenten alhier van tijd tot tijd met Leeraars te voorzien. Zelfs zijn 'er ook enige faamgevoegde Gemeenten van elkander gefcheiden. , en afzonderlijk bediend; naamlijk Midwolda en Midwolder-Hamrik , Scheemda en Scbeemder-.Hamrik , Beert* cn Beerfter. Hamrik. Waarbij ook nog zijn gekomen de nieuws aangelegde volkplantingen in de Pekel-A, te Feetf dam, en Wildervank , alwaar Gereformeerde Gemeenten opgericht en Predikanten aangelleld zijn. Gelijk de Dorpen dezer Clasfis. meerendeels groot en volkrijk zijn, dus ook bevinden zich de Hervormde Gemeenten in dezelve doorgaans talrijk. De Roomschgezlnden zijn er niet veele in getal. Men vind erec&ter veele Mennonieten. , en ook 1'cmmig; iutèet» De Beroepingsviijze der Predikanten dezer Clasfis, verfchild ten meestendeele van die der Ommelanden.. A8.' IVesfelus Dorgelo , beroepen van Oostwojd , overleden in 1653. !655. Uaacus Njchof, beroepen van adjunct Predikant te Bellingvoolda, overleden m 1670. 1671. Wijnko Tonckens, overleden in 1682. !683. Gerbardus Meijer , beroepen van Termunten, overleden in 1718- „ • .17.9. Adolphus Molanus, beroepen van Scbtlïwolda, overleden in 1729. Ï730. Jobannes Lubbers, beroepen van Nijebove, overleden in ?773« 1774. Willem Leonard Haenenberger. BEER-  'T O L D A M P T e n z. 207 BEERSTER - HAMRIK, of NIEUW BEERT A. Sedert 16Ó5 is deze Gemeente van de Beerta afgefcheiden , en door de volgende Leeraars bediend. 1665. Petrus PPolpbius, vertrokken naar Bellingweer in 1668. 16Ó8. Gerbardus Waldriks, overleden in 1673. 1675. Nicolaus Waaker, overleden in 1682. 1685. Gerbardus Gramsbergen, beroepen van Bergs■weer, overleden in 1705. 1706. Jobannes Munckerus, beroepen van Lellens, vertrokken naar Oostwold in 1713. 1713. Fredericus Beckering, voorheen Leger-Predikant, overleden in 1747. 1747. Gerardus Beckering, Fred. fil., Regn. fr., beroepen van Oosterzee en Echten in Friesland , Emeritus. 1788. Jacobus Goedhart Borgefius, Goedh. fil., beroepen van Friefcbelo, vertrokken naar Bellingwolde i'n 1792. BELLINGWOLDE.' In 1438 ten tijde der binnenlandfche beroerten is de Vaste Tooren dezer plaats, gelijk verhaald word, door enen fchielijken overval tot den gront toe neergewor» pen. Hoe dit aanzienlijke Dorp eertijds onder het Grooi-Oldampt behoorde, dog daarna bij kPesterwoldingerland is gevoegd, daarover kan men zien Beninga kronijk van Oostvriesland. B. Alting Pil. en Paarl, Van Gron. De Gemeente dezer plaatfe is, wegens hare grootheid, doorgaans van twee Predikanten voorzien gewor^ den, welke deze geweest zijn. 1621. Gerbardus Everhardi, beroepen van Termun* ten, wien in 1653 wegens ouderdom en zwakheid een Amptgenoot is toegevoegd, overleed in 1662.  So8 de CLASSIC van 1653- Ifaacus Nijebof, vertrokken naar de Beert* ft ï6ï6«. Ulpbardus Ekeltnan , 'overleden in 1664. _ ÏÓÓ3. Wilhelmus Georgius Ampfing , overleden in *6i666. Antonius Borgefius, joach. fil., die na 't ver-" trek van zijnen Amptgenoot ff, Scbainck , de; plaats 1 wn heeft bediend, en in 167a door de MunTterfche Vijanden gevanglijk naar Westphalen is gevoerd, over- leden in 1691- , ,, . T . - X667. IErmannus Schainck, vertrokken naar Lehr in Oostvriesland. . 1692. Jobannes Cijpriam, beroepen van Uttunerda, overleden in 1713- . , 1?I4. Jacobus Borgefius, Joach. nep., Ant. cogn., everleden ui i?57- „ ' I747. Jacobus Borgefius, Jac. fil., Goedh.fr., over* ^ Ifedbard Borgefius, Jac. fil., Jac. fr., overle, *K&6*fiffêët*ut Stuivinga , beroepen van Sellinge , «mokken naar Ditzum in Oostvriesland >n i?8a. Vs«* Georfi1 >« Spandaw, beroepen van TV» £«to-. 1792. Goedhard Borgefius, Goedh. fil., be- roepen'van Beerster- Hamrik. BELLINGWOLDER- of OUDE SCHANS. Hoe Graaf Willem Lodewijk van Nasfau in 1593 de.„ Schans heeft begonnen aan te leggen, tot benau* S««B van den vijand binnen Groningen ; Hoe de Munsterfche Bisfehop in 1672 deze Schans bemachriid hebbende, dezelve niet lang daarna door de oude bezitters heroverd is 5 ttoe deze Schans ièdert dien tijd met krijgswerken merkelijk verfterkt , en met ene middelmatige bezettinge bewaard is geworden; Daar* over  't OLDAMPT enz. ao9 óver kan men de Schrijvers der Vaderlandfche Gefchiei Üenisfen nazien. Ziet voorts OLDE 6CHANS. B L IJ H A M. Hoe dit Dorp, voorheen onder het Groot-Oldampt , maar vervolgens onder Westerwoldlngerland gerekend 3s, daarover kan men bericht vinden bij de Schrijvers j Welke bij Bellingwö/dè gemeld zijn. De/e Gemeente heeft de volgende Leeraars gehad. 161-,. Bernardus Goltzxveerdèn 1629. Nicolaus Mennónïs of Mennius, Overleden in. 1639. 1640, Henricus Bemardi, overleden in 1647. 1649. Fre'üicius TJlrici , ben-epen van Weende? iQ Oost vriesland. 1Ó53. Hillenius Eppens , overleden in 1684. 1685. Hermannus Molanus, beroepen van Sellingcn, overleden in 1689. Ifjbl. Hermannus Scbmaal, overleden in 1723, 17^4. Aejelko Uoedens, overleden in 1777. ^777. Gerardus Oomkens j Om. nep., Om, fr., béi foëpeu van Zuidborn. BORGSWEER. Deze Gemeente, welke, eerst enigen tijd tot aart 1654, en daarna federt 1Ö87 met TERMUNTEN is verenigd geweest, heeft daarvan gefcherden zijnde tot Predikanten gehad. 1614 Jobannes WlfnkeniuS. J654. 'Wilhelmus toxopmus , Henr. fil., vertrokken naar Siddeb'iuren in 1667 1667 Gerbardus Gramsbergen , vertrokkeri naar Nieuw Reerta in 1685. 1685. Nicolaus Gillot, mede te Termunten beroepen o zyn-  sio ds CLASSIS van zijnde in 1687, is derwaards met ter wouinge vertrok» ken, zo dat federt dien tijd deze beide Gemeenten door één Leeraar bediend zijn B O U R T A N G *E. Deze Schans, gelegen in een moeras, da* naar dezelve genoemd word, is in 1593 door de Spanjaarden en in 1672 door dc Munsterfchen aangetast, z nder te kunnen verwonnen worden. De Heeren Raaden van Staaten der Verenigde Nederlanden zijn de Collatoren dezer Gemeente, welke door de volgende Leeraars is bediend. 1607. Jobannes Ringelius, overleden in 1612. 1613. Jobannes Nka flus, beroepen van Middelflum, alwaar hij wegens enige ontfb.ane onlusten den dknst had verlaten. 161Ö. Stepbanus Köbnius, overleden in 1640. 1648. Jobannes Gerbardi Staal, vertrokken tmxtfuit in 1651. 1648. Rudolpbus Kuen, beroepen van Wapiterveen, vertrokken naar Ulrum in 1652. De beide evengenoemde zijn te gelijk beroepen, enom redenen in den dienst ingezegend, tot dat zij ene andere gelegenheid vonden. 1653. Regnerus Ippius Bouman , uit Oostvriesland afkomstig, geremoveerd in 1669, dog daarna tot den Predikdienst wederom toegelaten, en beroepen te Wee-, lier moer in Oostvnesland. 16Ó9. Micbael Tiddens, overleden in 1694. 1695. Wilhelmus Theodorus Cefar , overleden in 1718. . 1718. Rudolpbus Henricus van Swinderen, overleden, in 17^1. 1721. Gerlacus Wolters, vertrokken naar ScbeemderHamrik in 17281 1728.  "t OLDAMPT enz. air g 1728. Nicolaus Muntingh, Emeritus gemaakt, overleden in 1785. 17/9. Theodorus Henricus Antonides, Mein fil., Gerh. fr. , als adjunct Predikant beroepen van Esklum ia Oostvriesland. KLOOSTER ter APEL. Dit is eertijds onder het Pausdom geweest een Klooster naar de orde of regel der zogenaamde Kruisdragers, welke in 1216 opgekomen en door den Roomfchen Paus goedgekeurd is. Hunne kleding, zegt men, was een witte rok, op wiens linker zijde een half rood en half wit kruis ftond. Na de Reductie dezer Provincie is in 1604. goedgevonden , dat de oude Prior van dit klooster aldaar eneri' Gereformeerden Predikant zou aanftcllen , of zig zeiVen naar Kerken - Orde aan het Lxamen of onderzoek' onderwerpen, en daarin rechtzinnig bevonden zijnde, den Ktrkendienst er waarnemen zoude. De Predikanten dezer Gemeente, die thans door de Heeren Borgemeesteren en Raad der Stad Groningen aangefteld worden, zijn de volgende geweest. 1616. Hermannus Meijer, overleden in 1Ó37. 1638. Jobannes Meijer, overleden in 1677. 1679. Noacb Smaltius, overleden .in 1708. 170S. tValraad Christ. Matthiee, overleden in 1724,; . 1724. Jobannes Hoitfema, overleden in 1735. 1735. Henricus Sivijgbuifen, Corn . Herm. fr., Emeritus verklaard in 1777, overleden in 1787. 1778. Lucas van Huiten. DIJLER-SCHANS. Deze plaats, anders ook a" Eijler-Schans genaamd , . was voorheen ene fterkte aan de Eems in Oostvries» O a landj  ai* de C L A S S T S Van land, op dc Groninger en Mn'nstèrfehè grenzen r de Ncocrlamkrs zii" aangeiteld, "in den Ruangclieiiienst er jvaaftenr. men, zijn de volgende geweest. Pompejus HoWnga, overleden in 1666. „ - ' 166*7. B-r nardus Tetema. 1671. Jacobus Ci-nenitis , die geprezen word in éen brief'van Jac. Alting, alwaar tevens word vermeld ; dat hij door den Raad van Staaten hier was ber epen, dat de Clasfis van 'r Oldampr hem . die eëh Friésch Candldaat was, pefemtoif wilde examineren volgens het bèllu.it dezer Sljiiofle in 1654, niettegenftaande zii reeds tweemaal te Dïjler Schans anders ge* daan hadden. J. Altingii Opcr. T. P Epist 48. Na bet innecmen van dit Fort in 1672, Is hij zdildcf vasten dienst geweest, tot dat hij beroepen is te Helium in 168S. E E K S T A. Pit Dorp paalt onmiddelijk aan de Scheemda, zo dat dezelve dus fimengcvoeg 1 de gedaante van een Stedeke vertoonen. Volgens Êtnmius is bet dutkijds ge* noemd Ekeflee, t zij naar bet rivier-je de Ele, of Daar de raam van enen Eko, of om andere redenen. Alting Sotit Cerm Juf. 'hl. 47 In 1411 is, over het bedijken van den Dollaard, enig vcrfc'v'1 • mfhian tusfehen de InWo iers Van de Eeksta, Meiden-» Midwolda, Oostviotd> ea de Settent* da  't OLDAMPT enz, 113 ia aan dc eene zijde, en tusfehen die van Zuidbroek ^ f.'oo. dbroek , en Muntendam ter andere zijde. Dog |Nt is loor tusfehtnkomst, zn van de bei.ie Priesteren van Mi Ivvolda tn de acheemda , als van de Borgc meesteren van Groningen wederom bijgekgd. Deze Gemeente heeft de volgende Predikanten ge-had. 1607. 'sehastiamis Her manui, beroepen van Midwok da, hoewel volgens een brief, door Doede van Amzweer aai) denzelven. gefebreven, hij misfchien enige jaaren eerder hier is gekomen , zijnde overleden in 1625. 1626. Sebastianus Hermami, misfchien een Zoon of Nabeftaande van den evengemelden. 1635. Fredericus van Oostbroek, beroepen van Engeïbert en Middelbert, overleden in 1652. 1653. Hermannus Kunnink, overleden i:t 1674. 1670. Jobannes van Oosibroek , beroepen van de Harkf.eede, overleden in 1696. 169?. Hejo Sièinga, ovei leden in 1722. 1722. Fredericus Sparrin^a, beroepen van Oostwol» da, overladen in 3747. 1748. Jobannes Sijlman , beroepen van tVetzinge , overleden in 1787. 1709.' Tiddo- Waldrik Siertfema, Joh, fil., beroepen van Scbeemder-Hnnrikt FIN S E R W O L D. Dit eertijds aanzienlijke Dorp, *t welk in de vorige' eeuwen door zvvaare watervloeden dikwijls veel heelt geleden , fchijiit den naam bekomen te hebben , vr.ro een woud of hoscb bij let ftroomtje de Fins of Finfcr*. Dog bij Menfo Alting word dit Dorp geniem-d Finé* tervaida, d i. Dvistcrwohi, naar het dicht en i'chaétswrijk boseh aldaar. Niet ver van daar is oudtijds" O 3 ook  si4»B CLASSIS vam ook geweest het Dorp Oostfinflenvold, 't welk reeds lange door de wateren van den Dollart overdekt en verteerd is. Vermits de Dollart door zwaare frormen , van tijd tot tijd naar de west-zijde zig meer en meer begon uit te breiden, waar door 't geheel Oldampt gevaar liep , om door deszelfs wateren overftroomt en allengskens geheel weggefpoelt te zullen worden , zo hebben de Borgemeesteren en Raad van Groningen in 1444, door hunnen Drost Gofien Duik, bezorgd, dat een groote ltreek van enen nieuwen Dijk langs plaatfen, welke door de wateren overdekt waren, van Jan fum tot aan de F,in? fer aangelegd, en onder medewerkinge van al het omleggende land-volk voltooit is. In deze Gemeente zijnde volgendeEuangeliedienaars geweest. 1614. Udo van Doesburg. 1626. Nicolaus Johannis, vertrokken naar Uithuizen in 1629. 1630. Jobannes Uphuis, overleden in 1654. 1655. Michael Reinink, overleden in ió3o. 16*82, Hillebrandus Sickman, vertrokken naar Asfen in Drenthe in 1684. 1685. Fredericus Ulricus Burger, overleden in 1727. 1728. Cbristophorus Eisfonius, Rud. fil., Henr. fr., beroepen van Felge in Oostvriesland , overleden in 1744. 1745. Jobannes Henricus Jansfonius, Joh. fil., geboren te Siddsbuuren, beroepen van Embden, vertrokken naar Feendam in 1749. 1749. Meinbard Busfcher , beroepen van Norch in Drenthe, overleden in 1762. 1763. Martinus Buscb, beroepen van Winfum, overleden in 1779- 1780. Joban Hindrik de Sitter, zoon van den Groninger Raadsheer de Sitter, beroepen van Scbellingtvoude in Noordholland. HEI-  't OLDAMPT cn2. 215 HEILIGERLEE of Hl LL1GERLEE. Dit is thans ene Buurtfchap, welkers Ledematen behooren onder het daar tegen over liggende DorpWeCSTERLEE. De naam Heiligerke betekend ene heilige plaats, die op ene hoogte gelegen is, gelijk Heiligloo of Heilo in Kennemerlaud. Hier is eertijds geweest een Nonnen' Klooster naar de orde van St. Norbe'rtiis, dichter der zogenaamde Prxmonflratenzen, 't welk ook ene Kerk had , en op enen fchraleu en onvruchtbareu grond ge. bouwd was. Men zegt, dat de Nonnen van het Om» meiander Klooster te Wittewierum, op dat zij van den ommegang der Monniken zoude afgefcheiden zijn, van daar eerst naar Schiitviolda, en eindelijk naar .Heiliger ■ lee overgebragt zijn. Het verhevenste gedeelte van dit Klooster zegt men dat er nog overig is gebleven, ende woonplaats van enen voornamen landman is. A/ting Not. Germ. Inf. P. II. fol. 85. Qudb. en Geft, van Grhn. hl. 465. Den 23 Maij 1568, heeft Graaf Lodexvijk van Nas» fau over de Spanjaarden hier ene heerlijke overwinning behaald , in welk bloedig gevecht , niet alleen de Spaanfche Stadhouder Jan de Ligne,. Graaf van Arenberg, maar ook Lodewijks broeder, Graaf Adoif van Nasfau gefneuveld is. Dog den 21 juiij werd Graaf' Lodewijk door den Hertog van Alba , Ferdinnnd de Tcledo, bij Jemgtim in Reiderland aan de Eems gelegen , t' eencmaal verflagen , zo dat hij. ter nauwer nood het gevaar door de vlucht ontkwam.. Kronijk van* Grcn. en Ommel. bij 't jaar 1568. LEER O O R T: Dit Oostvriefche Fort, in de nabijheid van het vlelfc ]Lebr aan dc rivier de Eems geleaen., had voorbeeni O 4, «flg;  at* ï> e CLASSIS van ene Krijgsbezettinge van de Staaten der Verenigde. Ne«, derlanden, ingevolge verdrag met Enno III. (.raaf van Oostvriesland in 1606 daarover gemaakt, en in 1711 wederom bevestigd. Jamcon Republijk der Nederh IV. D- bl. 344 tnz- In dien tijd zijn ook door den Raad van Staaten bier Predikanten aangefteld., en uit het Geueiaiitcts Komptoir betaald. Dog dit heeft opgehouden, na dat de Koning van Pruislén , Frederik UI; na het overlijden van Oostvriesiands Vorst Carel Edzar.d , dit Vorstendom in bezit heeft genomen, en de Krijgsbezettinge daar uit getrokken is. De Predikanten , die bier gediend hebben en onder de Clasfis van 't Oldampt behoorden, zijn deeze geweest. 1665. Jndreas Efcheh, overleden in, 1676. 1676. Wigboldus Hoorn, vertrokken naar de Nieuwe. Schans in 1693. 1693, Theodorus Goltz, overleden in 1.7135. 1735. Hermannus Meijer, die, na 't uittrekken der Krijgsbezettinge, federt 1744 derde half ja-u* buiten, vaste bedie'inge geweest is , tot dat hij in 174 6 beroepen is te Kesfcl, onder de Clasfis van 's.Hertogenbosch, alwaar hij overleden is in 1757. yi I D W O L D A. Dit voorname Dorp , bij de Ouden Midwatda en Middewalda genaamd , is eertijds in enen zeer bloejend£n ftaat geweest, dog heeft vervolgens zeer veel geb-den door het naburige water van den Dollart. De Kerk welk er oudtijds geweest is, was een krtiisgebpnw van, ongemeene hoogre, pronkende op, vier hoeken met henge Toorens, die tot boven toe van (teen zeer ftfrk opgemetzejd waren, en verre gezien konden worden. Misfchien zijn deze Toorens een teeken ge-  T OLDAMPT enz. ai? ge-weeft, dat deze Kerk meerder voorrechten gezacll hadde boven mindere Kerken. Het grootlte en beste, gedeelte dezer land-treek in den Dollart veranderd zijn» de, is nochtans de Kerk op enen vetten grond blijven Haan , tot dat dezelve door de zee-wateren zee be» fchadigd, en eindelijk geheel afgeileeten is Volgens de Ooltvriefche Kronijk van Beninga heeft Rtln.ke Abdena, dochter van den Linbder Proosi Hiske Abdena-, na dat zij in 1413 getrouwd was met llao Addinga van Westerwold, naderhand deze Kerk uit hare eigene goederen laten bouwen. Verg. yilting. I. c. fob 128. Oudb. van Gron. bl 40 r enz- Voorts word verhaald , dat dit Kerkgebouw voor ruim twee eeuwen, ter beveiliging van den Koophnn-. del tusfehen de Groningers en Embdenaars, met ver» fchanfingen en krijgsbezettinge t'erflerkt is geweest. Ook zegt men , dat een der Sakjifcbe Forsten insgelijks eene Sterkte te Midwolda Ineft laten aanleggen, ter beteugelinge zijner vijanden, en dat hetzelve, in 1514 bij verrasfmg ingenomen zijnde, niet lang daarna heroverd en nog ïneer veifterkt is geworden. De Gemeente dezer plaatfe, welke thans ene bekwaame Kerk met een fraai Orgel heeft , is federt 1648 van MidvjoJden-Hamrik afgefcheiden , en federt dien tijd afzonderlijk bediend. De volgende Predikan. ten hebben 'er het werk der bedienir.ge verricht 1598. Sebastianus Hermanni, vertrokken naar de Eeksta in 1601. 1601. IVigboldus Homerus, beriepen van de Meeden, is in 1602 nevens rwee andere Predikanten dezer Provincie gebruikt tot de Kerkvizitatie in Drenthe onder het opzicht van twee Heeren Gedeputeerden van dat Landfchap. Ook is hij meer dan eens geweest De» putatus en Corrcspondens der Sijnode van Stad en Lande , van welke hij in 1618 en 1619 ook is afgevaardigd tot de Nationale Sijnode te Dordrecht , als O 5 op.  SI8 d e CLASSIS van opvolger van Joh. Lolingius Pred. te Noordbroek. Hi] is overleden in 1638. 1638. Petrus Hoorn , vertrokken naar Winfcbooten in 1648. 1649. Reinoldus Weemhof, beroepen van Lufkegast, overleden in 1676. 1676. Jobannes Takens , beroepen van MidivoldcrHamrik, overleden in 1691. 1693. Jacobus Sparringa, beroepen van Bunda in Oostvriesland, overleden in 1733. 1734. Wilhelmus Schortinghuis, beroepen van Weender in. Oostvriesiand, Schrijve* van het zeer bekende Boek, het Innig Christendom genaamd en in 1740 uitgegeven; hetwelk door verfcheide Schrijvers.cn Kerkvergaderingen , bijzonder in Overijsfel, is veroordeeld, dog door veele anderen verdedigd , terwijl de handelingen der Nederlandfche Sijnoden, over dit werk tot aam 1747 hebben geduurd,-en in 1750 is hij hier overleden. 1751. Willem Jan van Eerten, beroepen van Wam neperveen in Overijsfel , overleden in 1776. 1777. Gerard jan van Hasfelt, beroepen van de Zeerijp. MIDWOLDER-HAMRIK of NIEUWOLDA. Gelijk het water van den Dollart federt haar begin allengskens grooter in 't Oldampt iufcheurde,, dus is ook "federt de indijkinge, 'er wederom van tijd tot tijd zo veel aanwas van land gekomen, dat daar op Huizen , Hamriken, en Dorpen gebouwd zijn geworden. Waaronder ook dit Mldwolder-Hamrik' moét geteld worden, welkers Gemeente tot aan 1648 onder die van Mid-. wolda behoorde en door één Predikant bediend wierde. Dog federt dien tijd daar van afgefcheiden zijnde is 'er ook eene nieuwe Berk gebouwd, weike den 25 Sept. 1718 doof den Pred. H. Dronrijp plechtig is in-  't OLDAMPT enz. 219 ingezegend, gelijk voor enige jaaren ook een kostbare Tooren daaraan gebouwd is. Hier zijn de volgende Predikanten geweest. 1648. Jobannes Takens, vertrokken naar Midxvolda in 1676. 1676. Allardus Hij!, overleden in 1713. 1713. Hermannus Dronrijp , beroepen van Wagenborgen , overleden in 1730. 1730. Tjaarda de Cock , beroepen van Ten Buur, overleden in 1753. 1754. Jobannes Siertfema, beroepen van Wetzinge. M E E D E N. Sedert de Reductie dezer Provincie is het werk der bedieninge hier door de volgende Euangeliedienaars waargenomen. 1598. Wigboldus Homerus, vertrokken naar MidwoL da in ióoi. 1601. Rudolpbus Sutor, overleden in 1614. 1614. Rembertus Georgii, overleden in 1620. 1621. Ellerus Eppius , vertrokken naar Noordbroek in 1626. 1626. Homerus of Homme Wigboldi, denwelken deszelfs zoon is toegevoegd. 1663. Ritzaus Homerus, beide aan ene befmettelijke ziekte overleden in 16Ó6. 1667. Marcus de Muink , beroepen van Oosternijeland, overleden in 1679. j 680. Ifbraudus Blankjlein , beroepen van Lopperfum , wien deszelfs zoön is toegevoegd, overleden in 1720. 1714. Fredericus Blankfteln, Ifebr. fd., overleden in 1734. 1734. Mattbias Engelberts , beroepen van Noordla-  s20 de CLASSIS van laren , en vertrokken naar Lklft in 't Gasthuis ilj I736- 1736. Jobannes Rummerink , beroepen van Engelhart , vertrokken naar Bunda in Oostvriesland in -747- 174^. IVesfelus Knock, Ant. fr., beroepen uit Friesland y vertrokken naar Amersfoort in 1753 , vandaar naar Leeuwaarden , en eindelijk naar Rotterdam. 1753. Jobannes Menfinga , Joh, fil,, beroepen van Kanies. NIEUWE SCHANS 9 f LANGE-AKKE. R.SCHANS. Deze Schans , welke dus genoemd werd in onder-, fcheidinge van de Oude Schans, om dat zij enige jaaren later in 1628 voltrokken is, ligt aan de uitwatering van de Westervoolder-Ja. Voorheen lag zij aan den Boort van den Dollart , maar door de indijking van een groot (luk nieuw aangewasfen Land , inzonderheid federt 1741 , is zij. nu een eind wegs daarvan verwijderd gew rden. De Raaden van Staaten der Verenigde Nederlanden Ztni hier ook de Collatoren , die in 1752 aldaar eene Niéuwe K<*k gedicht hebben, welke den 9 Julij door Dn P. Huizinga plechtig is in;>;ewijed, prediken-, de voarmiddflgs over 2 Chipt}, 6 : 20, 21. , en namiddags over Jer. 7 : 2. Hier zijn de volgende Pre-, dikanten geweest 1630. jobannes Moda, overleden in 1644. 1645. Nicolaus Lorcbius, overleden in 1671. 1674. Regncrus Stellingwerf overleden in 1694. 163 W igboldus Hoorn, beroepen van Leer oer t, overleden, in Ü49v 1720.  "t OLDAMPT «ttz, 221 1720. Antonius jobannes Dorri'è, Joh, Henr. fil. t (bverleiii n in 174 ^ 1741. Petrus Jobannes ffuifinga, Rud. fil , beroepen Van Engélbert, Emeritus verklaard bij den Raad van Staaten in 1786, 1786. 'jacobus Sis/ingb , als adjunct Predikant. NOORD BROEK. Tn cfe Kronijk van de Werumer Abren word de naam van Brokt gegeven aan het voornaamtfe Oorp van dé PFo-ld - Olda-'pflers , die bij hen genoemd worden SiU yam , gelijk de geheele landilrcek B/oka Orientalis. Óudrijds was dit voorname Dorp in twee groote Kerspelen gedeelde en tegenwoordig is het verdeeld in Zuidbroek en AToordbreek. Alting Notit. Germ. Juf» F II. ful. 30, 159. De benaming van Broek , aan deze beide plaatfen gegeven , is Waarfcbijnlijk uit derzelver gelegenheid geboren, als liegende in broekige landen en meren, en geenzins , gelijk fommigen uit de overcenkomste der namen vastfrellen van de oude Bructeri, als of de* ze niet anders dan Hi.lekeis betekenden, of volkeren in broekachtige landen woonende. Over liet verfchil in 14:1 wegens het bedijken van den Dollart hier en ■elders ontdaan , ziet Esksta. De Mennoniten der oude Vlamingen hebben hier ook erie Gemeente, die door een of meer Leeraars word bediend. De Kuangeliedie^st in deze gfoote Gemeente is door dë vTgendfc Predikanten waargeriormn. 1597- jobannes Sprenger , beroepen van Huizinga, Vertrokken naar Appingedam in 1599 1600. Jobannes Lo.iugius, uie eei s Prajfes en ^criba, dos; meer dan eens Deputatus der ip ode dezer* Provincie is geweest. In 1618 heeft hij h«t begin der  222 DE CLASSIS VAN, der Nationale Sijnode te Dordrecht mede bijgewoond j dog wegens zijne aanhoudende ziekte is zijn Opvolger , Wigbold Homerus van Midwolda , er in zijne piaats gekomen. Acta Sijn. Nat. Bord. Sesf. al. 1626'. Eikrus Eppius , beroepen van de Meeden , overleden in 1672. 1672. Christ ophorus Hoorn , beroepen van Adorp , overleden in 1678. 1679. Hiizerus Tbemmen, vertrokken naar Groningen fn 1688. ' 1688. Henricus Jansfonius, beroepen van Wirdum, overleden in 1701. 1702. Godefridus Hoifing, beroepen van Lopperjum, overleden in 1704 1705. Aloertus Muntingbe, beroepen van Farmfum, vertrokken naar Groningen in 1712. 1712. Hermannus Stechnerus, overleden in 1750. 1758. Anonius Knock , Wesf. fr. , beroepen van 'tWijze! en Kooten in Friesland, overleden in 1786. . 1787. Bernardus Georgius de Roos , beroepen van Noordlaren, overleden in 1789. 1790 Wilhelmus Wubbena, beroepen van Nutter moer in Oostvriesland. ONSTWÈDDA. Hier hebben de volgende Leeraars het werk der bedleninge verricht. 1597- Jobannes Menftngius. 161a. Justinus Havenberg, vertrokken naar Sauwert in 1.615- 1615. Mattbias Fabricius. 1619. jobannes Fabricius, Matt. fil., vertrokken naar QosHvold in 1628. 1633. Jobannes Henriet Franco, overleden in 1669. 1670.  't OLDAMPT enz. 223 3Ö-0. Mkha'èl Borgefius, Joach. fil., Ant. fr., vertrokken naar V Zandt in 1672. 1672. Everzviuus Molanus, overleden in 1711. 1712. Enicstus Molanus, Ererw. fil., voorheen Legerpredikant, overleden in 1734. 1735. Ilarh'rius Molanus, Adolf fil., Emeritus geworden in 1768, overleden in 1775. 1769. Hermannus Beekhuis, beroepen van Noordlaren, vertrokken naar Embden in 1774. 1775. Nicolaus Petrus Rofs, beroepen van Weenermoer•■in Oostvriesland, overleden in 1777. 1778. jan Alberi Zeno Meiling, Sam. fil., Zen. cogn. ... O O S T W O L D. Deze plaats, bij de Ouden in 't Latijn Astawalda genoemd, is een Dorp van 'tOldampt, 'twelk door den Dollart zeer vermindert is. Daar zijn in deze Provincie nog twee plaatfen, die den naam van Oostviold voeren; eene onder Westerwold, en de andere onder Vredewold. Alting. I. c. fol. 14.' Hier is geboren Jobannes Epinus Huninga, die in 1614 te Groningen Hoogleeraar in de Rechten is geworden , en in 1619 ook Rector Magnificus is geweest, dog in 1620 bevorderd tot Raadsheer en ver* volgens tot Borgemeester der Stad. In de Latijnfchè levensbefchrijvinge van de Profesforen dezer Academie vind men 't volgende vers op hem gemaakt. Protulit hunc prisca, quae Nobilitate refuifit, Ex magni HUNON1S nomine paria, demus. Cui nemus Eoum fedes, validislima quondam Delitiisque fuis arx animo]a , fait. j Quartdo tumens Amafus Dullarti peperit undas Terra sque infufa forpfu avarus aqua. Sei longe ingenio genus boe fuperavit avitum, Eioct-  S24 d e CLASSIS vAs Doctorum ut fuarit doctus HClNtNGn flupor. O ui venter, vobis merito debetur Athence, ~ Rector, et il.'ustri Conful in urbe fuit Door de irtdijkihge van de nieuwe anngewasfene laiiden', welke hier voor enige jaaren is gefchied, zijn dB Gemeente cn Kerkelijke Ink »msten 'er zodanig vermeerderd, dat in plaats van de oude er ene groote* en fraie Kerk, gelijk ook ene defige Pastorie woning, nieuvvs geb rowd is. Wélke door Dn. L. van Bolhuis ptechtig'is ingezegend door ene Leerrede over jes. 66: l 2. Hier zijn de volgende Predikanten geweest. 1600 Jobannes Egherti. 1614 Daniël Hulfebuscb, vertrokken naar Wtnfchoóten in 1620. 1619. Wesfelus Dorgelo, voorheen Schoolmeester te Bcllingwolda, vertrokken naar de Beerta in 162S. iSSg. Jobannes Fabricius, Matt. lil., beroepen van Qnst 'vedda. J630. Asfuerus Fiber, vertrokken naar Onderwierum in 1649. . , ■ 1649. Jobannes Pimpert, ovfenede.i in 1675. 167Ó. Jobannes Christianus Hermanni, overleden in j.6-7 $ 1680 Wigboldus Hoorn, overleden m I?l2. 1713! Jobannes Munckerus , beroepen van AT/etn»Beerta. oveiie'en in 17'4- Fredericus Sfürringa, veftïökkeh. naar de/i'**- 1713! St'cco vertrokken naar Groningen ïa I??734- Conr. fik; beroepen van En'gelbeit, overleden Iri f766 Wilhelmus Henricus Fokkers; Franc Fred El., Alb Ir., beroepen van Wolter fum , vertrokken naar dc Scheemda in 1771 ; . , 1772. Lambertus van Bolhuis, beroepen van Noorddijk,  V OLDAMPT enz. aai j/y/t:, vertrokken naar Leeuwaarden in 1783. 1784. Regnerus Blaauw, Nic. Alb.fr., beroepen Uit Fries/and. OUDE-SCHANS. Ziet BELLTNGWOLDER-SCHANS. Het 'Collatie-recht is hier bij dc Ragden van Staaten der Verenigde Nederlanden. De volgende Predikanten hebben er gediend. 1627. Adrianus Alutariüs, beroepen uit Friesland. 1635. Hermannus Beekman, overleden in 1652. 1653. Hermannus Anckum, overleden in 1678. IÓ78. Conradus Wachlo, overleden in 1705. 1706. jobannes Beuckers, overleden in 1718. 1719. Petrus Wes'termolen, voorheen Legerpredikant» overleden in 1748. 1748. David Samuel Meijnet , Emeritus geworden jn 1787. 1788. Jobannes Henricus Men/inga, Joh. fil. , als adjunct Predikant bevestigd, vertrokken naar Emmen iri Drenthe in 1788. 1789. Hermannus Borgefius , Goedh. fil., Jac. Goedh» fr., overleden in 1790. 1790. JVilbelmus Tboden van Pelzen, Eg. Ulph. fik P E K E L - A A. De nieuwe Volkplanting , in de uitgegravene Vee^ nen hier aangelegd, is door het voordeel van de Veehen , en door de van 's Lands Hooge Machten toegefhane voorrechten , binnen weinige jaaren zodanig aangegroeit, dat dezelve in tweën verdeeld is"; haamlijk in de Oude of Beneden Pekel-Aa, en de Nieuwe öf Boven Pekel-Aa. De Heeren Borgemeesteren en' Raad van Groningen, die er het Patroon-recht bezit» P ten*  aa5 db CLASSIS van ten, hebben de beide Gemeenten van tijd tot tijd met Kerken, Predikanten enz., voorzien. De Lutherfchen, Mennoniten, en Roomscbgezinden hebben ook hunne Gemeenten alhier. In de OUDE PEKEL-AA zijn Predikanten geweest. 1040. Jobannes Wiricbius, in 1663 Emeritus gemaakt, overleden in 1Ó66. 16Ó3. Andreas ten Have, overleden in 1691. 1602. Wigerus Rustinga, beroepen van Wütewierum, overleden in 1721. 1722. Wilhelmus Uchtman, beroepen van Wittezvte* rum, overleden in 1733. 1733. Petrus Mees, Emeritus geworden, overleden in 1785- 1786. Eilardus Meurs, Wien. fil., Jac nep., beroepen van Dronrijp in Friesland. In de N I E U W E PEKEL-AA zijn Predikanten geweest. j7o4. Ajelco Meinders, vertrokken naar Farmfum m 1705. 1706. Jshannes Meurs, overleden in 1718. 1720. Sicco Tjaden, overleden in 1726. 1726. Wilhelmus Tbemmen, beroepen .van Noordbom, vertrokken naar Amersfoort in 1729- vervolgens naar Arnhem. 1729. Baroldus Woldring, overleden «' iJ4°- 1741. Petrus Galama , beroepen van Westerbroek , overleden in 1753. 1754. ^/ier/f« Alberthoma, Sic Ger. fil.., beroepen van Lettelbcrt, vertrokken naar Groningen 111 1770- 1771. Regnerus Tjaarda de Cock, Ij. hl., Kemb. fr., beroepen van Garrelsweer. SCHEEM-  *T OLDAMPT ENZ. 22? SCHEEMDA. Onder de Gemeente van deze aanzienlijke plaats , welke ïriet het naburige Eekjla de gedaante van een Stedeke vertoond, heeft tot aan 1659 ook ScbeemderHamrik of Nieuw -Scheemda, behoord. De Evangeliedienst is hier door de volgende Predikanten w;..a> genomen. 1604. Bernardus Danielis , beroepen van Appingedam- 1615. Henricus a Freden, overleden in 1658; 1659. Daniël Eilsbemius, overleden in 1666. 1667. Wilhelmus van der Schuir, beroepen van dert Ham en Franfum, vertrokken naar Groningen in 16S1. 168a. Hermannus Meijer', beroepen van NieuwScheemda, overleden in 1727. 1727. Phvehus Tbemmen , beroepen van NieuwScheemda, overleden in 1737. 1737" Cornelius Hermannus Swijghuifen, Henr. frat. , beroepen van Ten Buur , vertrokken naar Groningen in 1753- !754' Jobannes Rummerink, beroepen van Bunda in Oostvriesland, vertrokken naar Groningen in 1760. 1760. Gerardus Knijpers , Franc. fil., beroepen vari Winfchooten, vertrokken als Floogleeraar der Godsgeleerdheid naar Groningen in 1705. 1766 Theodorus Lubbers, Joh. fil., beroepen van Noorddijk, vertrokken naar Groningen in 1768. 1768. Jobannes Heringa, Jod. fil. , beroepen van Winfchooten, vertrokken naar Nijmeegen in 1770, en vandaar in 1772 naar 't Gravenhage. 1771. Wilhelmus Henricus Fokkers, Franc. Fred» fil., Alb. fr., beroepen van Oostwold. P a flCHEEM*  a28 de CLASSIS va it SCHEEMDER-KAMRIK " of NIEUW SCHEE M D A^. Deze Gemeente, waar onder nok de fttwrtfcbap bet Waar behoord, is federt 1.659 var, de Scheemda afgefcheiden , en door de volgende Leeraars bediend geworden. 1659. Jobannes Hardenbzrg, overleden in 1671. 1672. Hermannus Meijer, vertrokken naar de Scheemda in 1682. 1682. Gerbardus Bekkering , beroepen van Lutkegast, overleden in 1686. 1Ó87. Rudolpbus Heipcri, beroepen van Heveskes, overleden in 1691. 16930 Jobannes Schepel , beroepen van Seilmge , overleden in i;°3' . „ . 1705. Pbabus Tbemmen, vertrokken naar de Scheemda in 172?- 1728. Gerlacus Wolters , beroepen van Bourtange , overleden in 1747- , , 1749. Joban Suilman Tbemmen, Phceb. fil., overleden in 1768. 17Ó9. Hermannus van der Swaagb , beroepen van Appingedam, overleden in 1781. i7st Tiddo Waldrik Siertfema, Joh. fil., beroepen van Helium, vertrokken naar de Eekjla M--789- 1789. Jobannes Bekkering, Ant. fil., Wïlh.tr., beroepen van de Zeerijp. S E L L I N G E. Hier hebben de- volgende Leeraars het werk der bedieninge verricht. I 2V. jV. voor welken in 1607 bij 's Lands Hooge Machten onderhoud wierde verzogt.  't OLDAMPT enz. 229 Adolphus Molanus, die ' nog heeft geleeft in j Ï044« 1640. Jobannes Mo/anus , den genoemden toegevoegd , overleden in 1680. 1681. Hermannus Molanus, vertrokken naar Blijbam I in 1685. 1685. Jobannes Schepel , vertrokken naar Nieuw Scheemda in 1693. 1693. 'jobannes Tammens, vertrokken naar Vriefcbelo in 1719. 1720. Tammo Tammens, Joh. fil., overleden in 1733. i~33- Jobannes Wilhelmus Brandts, voorheen Praeceptor der Latijnfchè Schooien te Appingedam , overleden in 1764. 17Ö2. Nicolaus Stuivinga, vertrokken naar BellingeI violde in 1765. 170Ö. jacobus van der Werf, vertrokken naar Grietzijl in Oostvriesland in 1775. 1775- Jobannes Er nest us Winter, vertrokken naar I Zuidborn in 1778. 1779. Gerbardus 4lbrink , vertrokken ms.r Odareu'm Drenthe in 1783. 1784. Wilhelmus Wubbena, vertrokken naar Nutter* moer in Oostvriesland in 1785. 17S6. Luitje van der Werf, TERMUNTEN. Oudtijds is dit Dorp Mentema. of Menterne ge» I naamd, gelijk de Ingezetenen van het Klein-Oldanipt ; j ook naar dien naam als Menternenfes eertijds befchrej ven Haan, die in 1201 aan de .Ingezetexen van hei: 1 Qroot-Oldampt hebben flag geleverd. Dog in latere, «lagen is het, naar het Kasteel Munta, doorgaans ge-. Hoemd Munten of Termtinten. Hier heeft in i*SA de' 1 hekejjde Oliverius zig enigen tijd opgehouden ^ om * * Kruis.-*  a-eOB CLASSIS vam Kruisvaarders aan te nemen. In 1276 is er tusfehen de Groninger gedachten van Folkringe en Gaddingc over hec recht op dit Dorp gevochten. Alting Notit. Germ. Inf. P. II fol. 125 , 126. In 135S is hier in de plaatfe, oudtijds Menterwoldt Of Woldkamp genoemd, door een der Abten van Adewert een Klooster van de Cisterci-orde gefticht. De Monniken, die aldaar toen grijze kappen droegen , wierden daarom doorgaans Grijze Monniken genoemd, welke naam er nog is overgebleven. Ten tijde der Spaanfche beroerten is dit Klooster zodanig vervallen dat er maar een of twee Monniken behalven den Abt gebleven waren. Weshalven men goedvond , om de J^oosterlmgen met de goederen en inkomsten aan de Abdij van Adewert over te geven. Dog men zegt, dat die van de Nieuwe Gezintheid , dien men den naam van Geuzen gaf, zig van dit Klooster meester maakten. Niet ver vandaar is ook geweest een Klooster van Cisterci- Nonnen, de Grijze Vrouwen genaamt, Itaande te Trijmont. Oudb. en Geft. van Gron. bh 465—468. Voorts, hoe hier ook een Adelijk Huis of Kasteel, aan het Gedachte van Houwerda behoorende, oudtijds is geweest , 't welk ten tijde der binnenlandfche beroerten in 1401 ingenomen en gedegt is ; hoe er nog een ander Kasteel vu\ dit Gedachte is geweest, 't welk de Hamburgers in 1436 in bezit hielden , toen zij met de Groningers over hoop lagen \ hoe ten tijde der Spaanfche en Binnenlandfche oorlogen ook eene Schans te Reide geweest is, voorzien met krijgsbezettinge; daaromtrent kan men in de Vaderlandfche Ge. fchiedenisfen nader bericht vinden- Deze Gemeente , welke eerst enigen tijd tot aan 1654, en daarna federt 1687 met BOR.GSWEER is Verenigd geweest, heeft tot Predikanten gehad. 1603. Jobannes Herwagius»  't OLDAMPT enz. 23ï —— Gerbardus Everbardi, vertrokken naar Belting'joolda in 1621, 1623. Henricus Toxopceus, overleden in 1663. 1Ö64. Alexander Piccardt , vertrokken naar Lehr in Oostvriesland in 1673. 1674. Petrus Alberthoma, Alb. Thom. fil., Engelb. et ïhom. et Alb. fr., vertrokken naar Groningen in 1679. 1679. Martinus Martini, overleden in 16S0. ï68i. Gerbardus Meijer, vertrokken naar de Beerta in 1683. 1684. Hermannus van Gelderen, beroepen van EUfum in Oostvriesland, overleden in 1686 1687. Nicolaus Gillot, beroepen van Borgszveer , en dus die beide plaatlcn verenigd, Emeritus verklaard in I73I- , 1730. Paulus Gillot, Nic. fil., overleden in 1781. 1782. Jan Albert Smit , beroepen van Oostertiieuivland. V E E N D A JVL In deze nieuwe en groote volkplantinge , welke in het wilde en woeste veen is aangelegd, heeft de Predikant H. Hermanni den openbaren dienst zeven jaaren lang in ene boeren - fchuur waargenomen, tot dat er in 1662 ene Kerk is gebouwt, waar in hij den 5 October de eerste Predikatie deed, welke door den druk is gemeen gemaakt. Vervolgens is deze volkplanting van tijd tot tijd zodanig vermeerderd, dat een gedeelte de IVildervank genaamd, federt 1687 daar. van is afgefcheiden. De Heeren Gedeputeerde Staaten dezer Provincie hebben er het Collatie-recht , die ook voor enige jaaren de Kerk er hebben laten vergrooten. Deze zeer groote Gemeente heeft de volgende Predikanten gehad. P 4 1657.  t3a oi CLASSIS van 1657. Henricus Hermanni, voorheen Predikant te Pbernambuk in Brazilien , daartoe in 1645 door de Heeren Bewindhebberen der West-Indifche Maatfchappij ter Kamer van Stad en Lande aangefteld, overleed in 1678,. 1679. Nicolaus Palmer , overleden in 1686. 1687. Petrus Wilman, alleen te Veendam beroepen van Kloosterbuuren, overleden in 1706. 1707. jobannes Jansfonius, beroepen van Siddebuu* ren, overleden in 1707. 1708. Meinardus Tideman , overleden in 1740. 1741. Rutgerus Perizonius, beroepen van Leilens , vertrokken naar Amfterdam in i749« 1-49. jobannes Henricus jansfonius, Joh. fil., beroepen van Finferwold, vertrokken naar Groningen in 7i753. Hillebrandus Jansfonius , Hillebr. fil. , Joh. fr., beroepen van Kropswolde, overleden in 1789. 1790. Marcus van der Tuuck , Mich. fil. , Nic\> nep., Nic. et Pomp. fr., beroepen yan het Heerenveen in Friesland. VLACHTWEDDE. In deze Gemeente is de Euangeliedienst door de Volgende Predikanten waargenomen. 1637. jobannes Nicoïai Kallenbergius. 1653. jobannes Hommerikbuizen , in 1697 Emeritus gemaakt. 1692. Henricus Hommerikbuizen, Joh. fil., zijnen. Vader toegevoegd, overleden in 1725. 1725. Jobannes Hommerikbuizen , Henr. fil., overleden in 1743 1743. Siewardus Roelens, beroepen van Lopperfum , overleden in 1754. 1755'  •t OLDAMPT enz. a-3 1755- Wilhelmus Schmaal, beroepen van Cantes Vertrokken naar Winfchooten in 1758. 1758. Henricus Udtn , Mart. fil. , beroepen van Oostivold in 't VVesterkwartier, overleden in 1760. 1762. Everhardus Mennes, beroepen van Zvieelo in Drenthe. V R I E S C ,H E L O. De Kerk en Tooren , benevens de Pastorie, en School enz. , hier door den inval der Munsterfche Krijgsbenden in den oorlog van 1664 tot 1667 zeer veel geleden hebbende, 't welk in 1672 door brand en nieuwen inval dezer vijanden nog erger is geworden ; zo zijn telkens voor dezelve , niet alleen bij de Heeren Raaden van Staaten , maar ook in deze Provincie met toefiemminge der Heeren Staaten van Stad en Lande, Liefdegaven verzogt en verkregen. In deeze Gemeente zijn de volgende Leeraars geweest. 1627. Wilhelmus Buterus. 1640. Christianus Wacblo , voorheen Predikant te Pbernambuk in Brazilien , overleden in 1666. 1667. Henricus Ludolphi Hoevenberg, overleden in ï68i. 1683. Henricus Francq, Emeritus gemaakt in 1715; 1699. Antonius Francq, adjunct Predikant, overleden in 1716. 1717. Petrus Eggens, overleden in 1719. 1719. jobannes Tammens. , beroepen van Sellinge , overleden' in 1750, 1752. Elzo Tammens, Joh. fil. , Tamm. fr. , beroepen van Wijmeer in Öostvriesland , overleden in Ï779. -? 5 1781.  s;34 d e CLASSIS van 1781. Amoldus Numan, Henr. fr., A. L. M. PhiL Doétor, vertrokken naar Ezinge in 1785. 1786. Jacobus Goedhard Borgefius, Goedh. fil., Herm. frat. , vertrokken naar Beerfier - Hamrik in 3788. 1790. Jacobus Borgefius, Jac. fil., Jac. Goedh. cogn., beroepen van Lellens. WAGENBOR GEN. Deze Gemeente heeft tot Leeraars gehad. 1596. Joannes Johannis. 1614. Gerbardus Lolingius. 1640. Gerbardus Hoendriks, overleden in 1653. 1653. Daniël Wusfim, vertrokken naar Zuidbroek in 1660. Jobannes Tikking, geremoveerd 111 1664. 1664. Franciscus Brannius, beroepen van Midwolda ers Leek, Emeritus gemaakt in 1703. 1703. Hermannus Dronrijp, vertrokken naar Nieuw- wolda in y, rrr,, . 1714. Georgius Hifi, vertrokken naar Woldendorp ra I7i735- Petrus DronriJP » Herm' fiL ' overlede11 hl I7i76i. Bernardus ten Have, overleden in 1789. 1790'. Jacobus Tamling, beroepen van FelgeQÏVellage in Oostvriesland. W E D D A. Het Kasteel of Slot , 't welk het Adelijke Geflacht Addinga hier eertijds bezat, is in .478 S^P21^  't OLDAMPT enz. S35 hand ingenomen en geflecht. Dog op ene andere plaats aldaar, nabij de Aa-ftroorn is een nieuw Kasteel gebouwd, en de Pekelburg genoemd, waarop een Drost over Westerwolde gefield wierde, Kronijk van Gron. en Ommel. bij V jaar 1478. De Kerk dezer plaatfe is, door den inval der Mum* terfcbe Krijgsbenden , in 1665 verwoest, en herlteld zijnde daarna in 1685 door een zwaar onweder zeer befchadigd, De volgende Predikanten zijn alhier geweest. 1597. Petrus Scepelitius. 1621. Mattbias Kohnius, vertrokken naar Bourtange. 164.2. Henricus Mcnningius, overleden in 1666. 1667. Folkerus Besling, overleden in 1692. 1693. Wibrandus Cranenborg, overleden in 1713. 1714. Nicolaus Scbmaal, overleden in 1757. 1760. Theodorus Scbmaal, Nic. fil. , Herm. nep. , gedeporteerd in 1783, dog wederom tot den Predik-, ftoel toegelaten in 1786. 1785. Arius Kranenborg. WESTERLEE. Deze plaats fchijnt dus genaamd te zijn in onderfcheidinge van een ander Dorp ten oosten van hetzelve gelegen, en Oosterlee of Asterloo eertijds genaamd. Althans in het vervolg van de Werumer Kronijk word gezegt, dat 'er in de Wold(treek van Fivelingo of van 'tOldampt een Klooster Asterloo heeft geltaan, wiens Overlte van groot gezach was bij de Fivelingers. AU ting Not. Germ. Inf. P. II. ,fol. 14. Oudh. en Geft. van Gron. bl. 464. Onder de Gemeente van dit Dorp behooren thans ook de Ledematen der Buurtfchap HE1LIGERLEE , en  435 D E CLASSIS TAN en de Heeren Gedeputeerde Staaten dezer Provincie hebben 'er het Patroon-recht. De Evangeliedienst is door de volgende Predikanten hier waargenomen. 1598. Hermannus Christophori, geremoveerd van Adewert, en in 1612 ook van hier, dog daarna verdragen te jukwert. 1613. Georgius Ciingius. 1624. Eggo Tonckens, overleden in 1665. 1665. Antonius Peritonitis, overleden in 1666. 16Ó7. Luhbertus Birza, vertrokken naar Winfchooten in 1689. '1689. Henricus Tja den , overleden'm 1659. 1701. Fokko Tbemmen, in 1753 Emeritus verklaard, overleden in t756- _ 1753. Conradus Woldringh, zoon van den Groninger Borgenieester Woldringb,"\ertTo\±ca naar D.okkum In 1770, en vandaar naar Nijmegen in tfifi', ' 1776. Abraham Zuidema. W I L D E R V A N IC Was voorheen met Feendam verenigd, dog is federt 1687 daarvan afgefcheiden en 'er ene bijzondere Gemeente aangefteld. De Lutberfchtn en Mennonhen der oude Flamingen hebben 'er ieder ook ene Gemeente met eenen Leeraar. Hier is in 1697 geboren de beroemde Hermannus Fènema, Hoogleeraar in de Godsgeteertheid en Kerk-Gefcbiedenisfen te Franeker. De Predikanten dezer Gemeente zijn de volgende geweest. 1687. Omius Oomkens, io 175° Emeritus, verklaard, overleden in i'753- , ,. _, ... 1744. Alexander Sluiter , als adjunct Predikant bij zijnen Schoonvader beroepen van Wetzinge en Sauwert% overleden 1764. v 17ÓA  -t OLDAMPT enz. a$f 1767. Willem Hendrik van de Pol, beroepen van jfaesi wi het Sticht van Utrecht. XV I N S C H O O T E N. Hoe dit groote en aanzienlijke Vlek in de vorige eeuwen door de krijgsbenden der vijanden wel eens aangevallen, en federt 1593 'n den oorlog tegen da Spanjaarden, gelijk ook daarna in de oorlogen tegen de Munster/eken , vau 1664 tot 1667 en daarna ih 1672, met vestingwerken omringd'is, welke vervolgens wederom gehecht zijn, daarover kan men bij de Schrijvers der Vaderlandfche Gefchiedenisfen bericht vinden. De Gemeente alhier word' door twee Predikanten bediend, van welke de volgende lijst kan worden opgegeven. 1595. Gerbardus Weembof. 1619. Henricus Sifo, vertrokken naar Èuidbroek in .1627. ?"Ü2o. Daniël Hulfebusch, beroepen van Onstwedda, overleden in 1646. 1646. Henricus Hulfebusch, overleden in 1673. 1649. Petrus Floorn, beroepen van Midwolda, en in 't zelve jaar overleden. 1651. Fokko Tbeodori, overleden in 1669. 1671. Petrus Mees, beroepen van Sleen in Drenthe, vertrokken naar Groningen in 1688. 1674. Daniël Hulfebusch, overleden in 1690. 1689. Lubbertus Birza , beroepen van Westerlee , overleden in 1692. 1693. Occo Piccardt , beroepen van Appingedam , overleden in 170S. 1698. Mesfias Haizema , beroepen van Weender in Oost-  *38 Dfc CLASSIS van Oostvriesland, en in 't zelve jaar overleden. 1699. Jobannes Conradus Hubbellnck , overleden in I738. , 1709. Meinbardus Cock, geboren te Coevorden, beroepen van Haren, vertrokken naar Groningen in 1717, 1718 Jobannes Schepel, overleden m 1733. I733. Jobannes Werumeus, Am. Henr. fr., beroepen van Blokzijl, in 1782 Emeritus verklaard. 17slo. Jobannes Conradus Hubbelinck , Joh. Conr. fil., beroepen van in Friesland, overleden m I?i758. Wilhelmus Scbmaal, beroepen van klachtwedde en in'tzelve jaar overleden. 1759. Gerardus Knijpers, Franc, fil., beroepen van Nijekerk in Gelderland, vertrokken naar de Scheemda in'1761!''jobannes Heringa, Jod. fil., beroepen van Marsfum in Friesland, vertrokken naar de Scheemda "'1769.' Cbristopbörus Smit, beroepen van Eokkum. 1783. Ajolt Rudolf Sijlman, beroepen Van Middelbert. WOLDENDORP. Deze Gemeente hadde voor 't jaar 1606 enen eigenen Leeraar gehad , waarvan des tijds beroofd zijnde heeft de Sijnode goedgevonden te verzoeken, dat dezelve wederom met enen bekwaamen Predikant mogte voorden worden. Vervolgens hebben hter gediend. 16" 3. Jobannes Wermoldus. 1637. Hermannus Ockens], overleden m 1648. 1650. Haico Eggericuy ^  't OLDAMPT enz. 239 1667. Jobannes Bieruma, overleden in 1681. 1682. Henricus Ten Oever , vertrokken naar Sidde* buuren in 1684. 1685. Antonius Havinga, overleden in 1714. 1715. Wilhelmus Beckering, overleden in 1734. I735- Georgius Bijl, beroepen van Wagenborgen , overleden in 1770. 1777. Regnerus Beckering, Fred. fil., Gerh. fr., beroepen van Wirdum, overleden in 1791. ZUID BR OEK. Hoe het groote Dorp Broke of Broek, in 't WoldOldampt, ook Oosterbroek genaamd in onderfcheidinge van Westerbroek, oudtijds in twee groote Kerspe» len en tegenwoordig in Zuidbroek en Noordbroek verdeeld is enz., daarvan is reeds iets aangetekend bij Noordbroek. Met de Gemeente van Zuidbroek zijn de Ledematen van MUNTENDAM verenigd , hoewel niet als ene eigenlijke Combinatie, dewijl in de laatst-gemelde plaats nooit openbare dienst verricht word. De volgende Predikanten zijn hier geweest. 1596. Hermannus Borgelius. 1607. Samuel Neitz. 1613. Gerbardus Asfueri. 1627. Henricus Sifo , beroepen van Winfchooten , overleden in 1649. 1651. Heijo Jobannes Grunder, beroepen van Siddebuuren, overleden in 1659. 1660. Daniël Wusfttn, beroepen van Wagenborgen , overleden in 1672. 1673. Albertus Scherphuis, beroepen van Nijezijl, overleden in 1700. 1701,  24o de CLASSIS van 't OLDAMPT enz, 1701. Conradus Klugkist, beroepen van Wirdum 1 overleden in 1740. 1741. Dietericus Ter Camp, beroepen van Weender in Oostvriesland , overleden in 175°- 1751. Jobannes Conradus Jppelius , beroepen van Uithuizen. eis-  HISTORIE ié van de HERVORMDE KERK i n §TAö en LA¥BS beknoptelijk ontworpen,   HISTORIE VAN DE HERVORMDE KERK I N STAD en LANDE BE KNOPTE LIJK ONTWORPEN. X; Onder het Pausdom. §. Door Wesfel Gansfort , gefterkt door Ru-dolf Agn'cola, twee groote: inboorlingen dezer Provincie , gelijk in het Voorbericht, §. 64— 68. ook is te kennen gegeven, is waarfchijnlijk reeds op het einde van, de XVde Eeuw enigermate dc weg gebaand tot dê Gcloövshervorming in dit gewest. De eerstgenoemde Word daarom door de Protestanten doorgaans aange* merkt, als een Getuijge der waarheid in het Pausdom , en als een p'oorloper der Kerkbervorminge. Want zijne overgeblevene fchriften, vergeleken met de bijzonderheden in zijne levensbefchrijvinge voorkomende, konhen getuigen, dat hij veele dwalirgen van de Roomfche kerk ontdekt, en voorname grondwaarheden vari het Euangeiie geopend heeft. Dit is ook erkend, zo door Luther, Melanchton, cn anderen van de eerstfi Kerkhervormers, als door Gozewijn van Halen, Reg•nier Praedinius, Albertus Hardenberg, en andereu in deze gewesten. Dus is het ook begrepen door de Gereformeerden dezer Provincie , die ten tijde der Q 2 Spaan-  ft44 'K ERKGESC Fl ÏEÖE Ij I S Spaanfche vervolginge uit liet vaderland zijn gevlucht» blijkende uit hun verzoekfchrift aan den Keizer eu Rijksvergaderinge te Spiert Daarenboven hebben de Roomfchgezinden, niet alleen dien beroemden en geleerden man in zijn leven bitterheid aangedaan, maar ook na zijn dood ;enige zijner fchriften, als verdagt van zogenaamde ketterijs , verworpen cn verbrand. Ook heeft de Kerkvergadering van Tremen meest alle Zijne overgeblevene fchriften, bijzonder zijn boek ovef het'Vagevuur, gebrandmerkt en op den lijst der verbodene'boeken bovenaan gedekt. Voorts zijn 'eronder 's mans gemeenzame vrienden en leerlingen vervolgens geweest, niet alleen liefhebbers en vOorftart* ders van de wetenfchappen en goede zeeden, maar ook be'zadigden en verdraagzamen in de gevoelens van den godsdienst, ja zelfs meer of min aankleevers en belijders der zuivere Euangeiie leere. §. 2. B!j de opkomst der Kerkbervorminge, welke Jn 't begin van de XVIde Eeuw in Duitscbland en Zwitfeilaud doorbrak, is gebleeken, dat dc gevoekns der Kerkhervormers aldaar met die van onzen Gansfort overeendemden. Want de Saxifche Reformateurs, bijzonder Lutber en Melancbton, zonden enen brief herwaards, waarin zij verzogten enige blijken van 's Mans leerftellingen , zo uit overgeblevene handfehriften als uit het verhaal van oude menfeheu. Deze begeerte werd ook terftond voldaan door Gozexvijn van Halen, Opziener van het Fraterhuis te Groningen, die door Melanchton, Erasmus, en anderen zeer geprezen wierde. Doctor Luther kreeg in de gezondene fchriften van Gansfort zo veel genoegen , dat hij in 152a te Wittenberg enige vatt dezelve liet drukken ; het welk in 't volgende jaar ook te Bazel in Zwitferland is gefchied, met bijvoeging van eenen merkwaardigen brief van Lutber, behelzende een loflijk getuigenis nopens  van STAD en LANDE. 245 pens deze fchriften. Omtrent dien tijd is door enige Nederlanders ook een gefchrift over bet Avondmaal aan denzelven overgegeven, waarvan fomrojgen ook onzen Gansfort voor den opftellcr hielden. Waarin het gevoelen der Kapernaiten , nopens, het vleeschlijk eeten van Christus lighaam , verworpen, en het woordje is, in de woorden der inllellinge, door betekend uitgelegd werd. Dit gefchrift is door Doctor Lutber van de hand geweezen , maar door Ziving/ius in Zwitferland aangenomen en goedgekeurd» Waarfchijnlijk zal het licht der gezuiverde Euangelie-leere, 't welk in verlc.heidene gewesten omtrent dezen tijd doorbrak, nu ook in Groningen en Ommelanden van tijd tot tijd meerderen ingang gevonden hebben, ten minsten bij de overgeblevene vrienden en leerlingen van W. Gansfort , of andere hoogachters. van 's Mans geleerdheid. Doch het konde hier niet gelijk elders zo openlijk doorbreeken, zo dat men 'er in de uiterlijke gemeenfehap der Roomfche kerk moeste blijven. Want de overheerfebende macht van het Pausdom werd in deze dagen hier niet weinig gekerkt, zo door den aaugenomenen Eefchutsheer van dit gew.est , den Gelderfchcn Hertog KA REL van EGMOND, als door de Dominikaner- en Franciska'n erMonniken? Onder anderen hebben de Domiüikaners van het Jacobijnen klooster der ftad hierin 1523, overliet oppergezacb van den Paus, een openbaar Dispuut, of Gefprek aangericht ; het welk het eerste in deze gewesten, en het derde of vierde fchijnt geweest te. zijn, na het begin der Kerkhervorminge. De vereu-.. diging is, ouder aanvoeriiige en voorzittinge van den-. -Kloostervoogd Laurens, ondernomen door den Lect .r Ludolf en den Onderprior Pittinck. Waartegen , < p aanzettinge van Willem Frederiks en Evert jlarges , welke de voornaamste ftads Pastoren waren , enige Priesters van St. Martens kerk zijn opgekomen;.naai,1  sAS KERKGESCHIEDENIS lijk, Hermannus Abhringe, Jan Alberts Timmerman, Cerhard Pistors, en de Rector Niklaas van Losdorp. Vervolgens in 1526 heeft de genoemde Kloostervoogd met veelen zijner makkers zig naar Oostvrieslaud begeven , om aldaar de opkomst der Kerkhervorminge te verhinderen; maar hij kwam 'er befchaamd af, zo dat veele 'er in de Euangeiie - leere bevestigd, en den Gereformeerden toegevoegd wierden. Voorts is het wel te denken , dat federt 15=9 of 1530, wanneer de zoon van den regerenden Hertog, Karei van Gelder, Stadhouder dezer Provincie is geworden, de Euangelie-belijders hier ook van tijd tot tijd openlijker voor den dag zullen gekomen zijn. Want deze was, niet alleen wegens zijne goede hoedanigheden bij de beste lieden bemind, maar ook heimelijk een begunstiger van den Euangelifchen Godsdienst. Weshalven de Monniken hem befchuldigden, dat hij de gevoelens van den Zwitferfchen Kerkhervormer Zivi/iglius aankleevde, ja zelf befmet was met de dwalingen der Wederdopers. Want de lékte der oproerige ^Wederdopers en zo genaamde Geestdrijvers, welke elders aan de Kerkhervorminge niet weinig hindernis cn lastering heeft aangebragt, verwekte ook in dit gewest meer of min onrust en beweging in deze dagen. Het welk aanleiding gaf; dat men hier omtrent 1535 tegen de Sektarisfen of Wederdopers eene "Wet heeft gemaakt , met bijgevoegd bevel, dat de RoomJ'chen en Euangelifchen elkander niet zouden fchelicn, noch fmaaden. %. 3. Onder Keizer KAR.EL V , die in 1536 tot Beieluitsheer van dit gewest was aangenomen, is de gemelde Wet ook onderhouden ; zo dat 'er in die dagen 0111 de geloofs belijdenis geen bloed is vergooten, gelijk elders in de Nederlanden. Integendeel heeft men de Euangelifchen, welke hier niet als Sektarisfen wier-  van STAD en LANDE. 247 wierden aangemerkt, bij zich laren woonen, en zo veel mogelijk befchermd tegen drukkende en .dreigende gevaren. Zelf tegen de zogenaamde Sektarisfen fchijnt men er ook z ftreng niet gehandeld te hebben , als in andere Nederlandfcbe gewesten. Daarvandaan , dat Menno Simons, na dat hij omtrent 1536 het Pausdom verlaten en zich bij de Doopsgezinden gevoegd had , niet lang daarna zijne leere te Groningen en elders zogt te verbreiden , terwijl zijn broeder Dirk Philips daar mede bezig was te Appingedam. Evenwel, de Keizer tegen hem onder anderen een ftreng plakkaat in J543 uitgegeven hebbende , moeste hij daarom de Nederlandfcbe gewesten verlaten , en zich naar elders begeven. In de Stad Groningen hebben de Euangelifchen in deze dagen waarfchijnlijk eene verborgene Gemeente gehad, welke bediend werd door den eenen of anderen Leeraar, die uit andere gewesten der Nederlanden moeste vluchten , en hier misfchien veiliger was. Men denkt dat Feito Ruardi , die onder de eerste Stads Predikanten na de Reductie geteld, word, reeds hier in 1550 het werk der bedieninge heeft ondernomen. Trouwens , er waren toen buiten twijfel ook enigen, die, hoewel ze in de uiterlijke gemcenfchap van het Pausdom bleven , nochtans de gezuiverde Euangeiie-leere waren toegedaan. Waaronder ook geteld vyord de zoon van den vorensgenoemden Pastor Willem Fre'deriks , Doétor Hieronijmus Frederiks Pventemeester der ftad, die in 1543 tegen den berucluen geestdrijver David Joris en zijne aanhangers heeft gefehreven, en wiens huis ene algemene toevlucht was voor de Euangelie-belijders. Inzonderheid moet hiertoe gebragt worden de beroemde en geleerde Reótor van de Groninger Latijnfchè fchoolen , Regnier Pr] te herfléllen , en den Dienaren des VVoords in alles 4 wat tut bevordering van den waren Godsdienst kondé dienen, te helpen enz. Verg. be-t Voorbericht, J. 79, So —83, 87. §. 9. Ook vcrzuirhde men niet in deze dagen , om, gelijk in de Stad , dus ook te Lande, de Gemeenten, zo veel mogelijk van Gereformeerde Leeraars te voorzien. Dit gefehicdde inzonderheid in het Huw zingo- en Fivelingo- Kwartier der Ommelanden, als mede in het Oldampt en WeHerwoldingei land; terwijl in enige grotere Gemeenten, gelijk te Appingedam , Lopperfum , en Bedum, twee Predikanten werden aangefteld. Dog in het Wester- Kwartier zijn in de eers-  258 KERKGESCHIEDENIS te jaaren verfcheide Dorpen zonder Leeraars gebleven, waarover in 1607 tn 1609 aan de Sijnode geklaagd wierde. De verbintenis aan de Kerken - Orde , gelijk men uit de Kerkelijke Registers van dien tijd kan vernemen , is Waarfchijnlijk in die dagen niet overal nauwkeurig opgevolgd. Hoewel overal zo fchielijk geen Kerkeraad koude ingevoerd worden, nochtans \z daarop aangedrongen, dat ten minsten in ieder Dorp eene Armen-hediening wierde aangelleld. De nieuws opgerichte Gemeenten en Kerkeraden zijn terftond ondergefchikt onder derzelver bijzondere Clasfen. Derzelver Leeden waren de Predikanten van verfcheide Gemeenten, die onder een landfrreek be« hoorden; hoewel er in de eerste tijden waarfchijnlijk ook zomtijds Ouderlingen zijn toegelaten. De Beflierers waren in het eerste alleen de Prafes en Scriba , die in ieder vergaderinge met gemeene ftemmen verkoren werden. De Disputen, welke volgens de Kerken-Orde in deze vergaderingen moesten gehouden worden, heeft men niet raadzaam geoordeeld, maar liever Clasficale Predikatiën willen invoeren , hoewel de bepaling van dit ftuk is uitgefteld tot ene Nationale Sijnode. Waarfchijnlijk zijn de Clasficale Vergaderingen hier in het eerste menigvuldiger geweest, dan in vervolg van tijd. De plaatfen dezer bijeenkomsten zijn in de eerste Sijnode 1595, aan de vrijheid der Clasfen gelaten, evenwel is goedgevonden , dat Appingedam , Lopperfum, Middelflum , en Baflo , welke door de Voorouders de gefchikfte daartoe waren geoordeeld , en toen nog het meest behaagden , zouden worden behouden. Het getal dezer Clasfen is , volgens Kerken - Orde , tot deze zeven bepaald; naamljk , die van Groningen en het Goorecht, Appingedam, Lopperfum , Middelflum , Marne , PVester-ktvartier , Old° ampt en Westerwoldingerland. Voorts is hier in deeze dagen eene Kerkvizitatie in- «. ge-  vak STAD en LANDE. gevoerd. De Heeren Staaten dezer provincie hadden den 23 December 1603 de Heeren Abel Coenders en Doedo van Amzweer gevolmachtigd, om de Kerken in de Ommelanden en het Oldampt te bezoeken, volgens het Voorbericht 5. 79. Intusfchen, volgens de KerkenOrde, waren de Clasfen ook verbonden, om de Kerkvizitatie te doen. VVeshalven de Sijnode in 1602, 1603 en 1604, uit ieder der 7 Clasfen jaarlijks 2 Pre* dikanten en 1 Ouderling heeft afgevaardigd , om in alle Gemeenten van ieder Clasfis onderzoek te doen. Dit werk vervolgens enigen tijd zijnde afgebroken, zo ziju er in 1Ó08 vier Vifiiatoren door ue Sjjuode aangefteld , naanslijk 1 uit de Stad, z uit de ummelanden , en 1 uit het Oldampt. Dog in 1609 is dit aan de Deputaten dezer Kerkvergadering aanbevolen , het welk in vervolg van tijd lteeds in gebruik is ge* bleven. $. 10. Daarenboven is ook terftond na dé Reductie, op uitfehrijving en onder het opzicht der Hooge Overheeden , hier jaarlijks Sijnode gehouden. Tot welke, uitgenomen in de beide eerste iijnodeu, doorgaans uit ieder der gemelde Clasfen enige Predikanten , ook wel Ouderlingen , behoorlijk zijn afgevaar* digd. Dc tijd, wanneer deze Kerkvergadering wierde gehouden , is doorgaans geweest de maand April of Maij van ieder jaar , 't welk in 1602 vast bepaald is; De vergader - plaats dezer Sijnode in de drie eerste jaaren na de Reductie is de Stad Groningen geweest , maar in de vier volgende jaaren is dezelve gehouden te Apping'dam, Lopperfum , Middeljlum , en Eendrum. Dog vermits hier geene volledige vergadering uit alle Clasfen is geweest, zo werd in 1602 vastget fteld , dat de Sijnode alleen te Groningen en Appingedam beurtelings zoude vergaderen, gelijk vervolgens is gefchied. In deze Kerkvergadering zijn, uit het mid-  26o KERKGESCHIEDENIS den van de Heeren Staaten dezer Provincie of van de Ged onteer.le Staaten , doorgaans 2 Politijke Commisfdrisfèn tegenwoordig geweest. De Moderatoren dezer Sijnode werden eerst gewoonlijk door meerderheid van (temmen uit 'e Lceden verkoren, en waren doorgaans alleen de pratjes en Scriba, maar federt 1603 is er altoos ecu Jdfesfor bijgevoegd. De Deputaten dezer S:jnode, van welke eerst naar liet getal der Clasfen 7'';waren verkoren, zijn vervolgens doofgaans 4 in getal geweest; naamlijk, 1 uit de Stad , 2 uit de Ommelanden , en 1 uit bet Oldampt'. De openings en fluit- predikatiën , voor en na de Sijnode , zijn hier eerst in ge ruik gekomen federt 1616 en 1617. ia het naburige L'andfcliap Drenthe wierdcit in deze dagen, onder het Stadhoudeifchap van Graaf JVillerty Podevjifk van Nasfau , ter bevordering der Kerkhervorming verfcheide Gemeenten verwekt, en derzelver Leeraars in Clasfen verdeeld. Als in deze Gemeenten meer dan eens enige wanorders ontftonden , heelt gemelde Stadhouder, duorNeerlands Algemeene Staaten daartoe gevblïna'gtigd, zorge gedragen, dat in 1602 aldaar in de 3 reeds ingcltelde Clasfen, onder het opzicht van 2 Heeren Gedeputeerden , overal eene Kerkvizi' tatie gedaan wierde door 4 Predikanten dezer Sijnode. Welke geweest zijn Job. Acronius, Joh. Sprenger , Henr. Houbingius, en Wigb. Homerus, Predik, te Groningen, Appingedam, het Zandt, en Midyiolda in 't uldampt. Hierna in 1603 , wanneer de Sijnode te Groningen werd gehouden, kwamen er uit het Landfchap Drenthe 3 afgevaardigde Predikanten, wier Geloofsbrieven hoofdzakelijk behelsden: „ dat ze naar , het befluit bij het Laudlchap genomen , wegens de Kerk van Drenthe, bij prbvizle cn voor een tijd ' van twee jaaren, deze Kerkvergadering mogten bij— woonen , zonder pneiudicie van des geffii tóen Lands " Vrijheid." Gelijk dit verzoek hier gewillig is aan-  van STAD en LANDE. %«t genomen, dus zijn ook in 1604 uit de Clasfen van Meppol cn van iio/^, die van uitgezond.r.i s Predikanten uit ieder dezer beide Clasfen , in de Süöode vin ^tad cn Lande verfcheenen , wanneer zelfs een van hm tot Pmfes dezer kerkvergadering is aan. gelleld. Eu gedurende die vereniging in 1603 en 1604 is deze Kerkelijke Hij enkomst aangemerkt als de Sijnode van Groningen, Ommelanden, en Drvn/be. Aan deze Verenigde Sijnode is in 1604 door die van Zuid- en Noordholland overgeleverd een (icfehrift , door de Sijnode der Hervormde Kerken in Frankrijk gezonden. Het welk behelsde een bericht , dat het gevoelen van den Hoogleeraar Job. Piscatar , aangaande Christus daadelijke gehoorzaamheid , door haar was afgekeurd , en tevens een verzoek , om, niet alleen dien Hoogleeraar van zijn gevoelen af te trekken, maar ook de Franfcbe Belijdenis na voorgaand onderzoek te ondertekenen , gelijk zij wilden deen omtrent de Nederlandfcbe Belijdenisfe. Waarin deze Verenigde Kerkvergadering heeft bewdligd , door eene uitgebreide verklaringe , in onze Kerklijke Registers ie vinden. Voorts heeft de Sijnode van Stad en Lande in deze dagen ook correspondentie gehad met de Sijnoden van Zuid- en Noordbolland. Waartoe aanleiding gaf, dat de laarstgemelde Sijnoden het afgebroken werk ener nieuwe Üverzettinge des Bijbels aan 2 1 Iollandfche Predikanten hadden opgedragen. Waarvan zii in 1600 , door den Haagfehen Predikant Job. Utenhogaart, kennis gaven aan dc Sijnöda van stad c; 1 de , dezelve tevens aanzettende tot eene oud.' .ge correspondentie. Deze zig daartoe genegen verkfarende, indien de Heeren Staaten dezer Provincie zulks goedkeurden , zo zijn daarop in 1602 en venroljjens uit Holland 2 Correspondenten herwaar.'.-; gekomen^ gelijk ook vanhier federt 1603 eo vejyplgeas * -r R 3 wMfd*  KERKGESCHIEDENIS Waards gezonden zijn. Dog , door de Kerklijke phitsten in Holland , is eindelijk in 1609 dit afgebroken. §. n. Behalven de laage Schooien van meerderen en minderen rang is hier , volgens befluit der Staaten van Stad en Lande, in 1614 ook ene Hogefchool opgericht , niet alleen ter bevordering der geleerdheid , maar ook ter bevordering en bewaring van den Hervormden godsdienst. Te meer, om dat in Holland zig zeer donkere wolken vertoonden, welke een zwaar onweder dreigden voor Neerlands Kerk. Daarvandaan, dat onder de vastgeftelde Wetten dezer Hoogefchool het 39de artikel van dezen inhoud was: ,, De Profesforen moeten rechtzinnig in den Godsdienst „ zijn. Zij moeten niet verdedigen , 't geen ftrijdig „ is tegën de rechtzinnigheid, in den Heidelbergfchen „ Catechismus en Nederlandfche Belijdenis vervat. In„ dien iemand zulks ai te hardnekkiglijk gedaan , of „ anderen, die zulks verdedigen , gebandhaavd zal hebben, die zal uit den dienst ontllagen worden." Tot Hoogleeraar in de Godgeleerdheid is in 1614. Hermannus Ravensperger aangefteld, en in 1615 Franciscus Comarus , beide mannen van beproevde rechtzinnigheid, dog de laatstgenoemde is eerst in 1618 hier gekomen. Intusfchen hadden de Heeren, ter bevordering dezer Academie in 't vorige jaar gecommitteerd , ook een befluit ontworpen, om de Examens der Studenten tot den Predikdienst aan deze nieuwe Hoogefcbool insgelijks toe te ftaan, hoewel het nog niet is bewezen, dat dit ontworpen befluit de goedkeuring Van 's Lands Staaten in dien tijd hebbe weggedragen. Dit ontworpen befluit was van dezen inhoud. „ Mar- tis den 6 December 1614. Is bij de Heeren Gecom„ mittecrden van ftad Groningen en Ommelanden, ter „ bevordering van de Hoogefchool, op het voorgeven  van STAD en LANDE. aó3 ven van den Heer Profesfor Ravensperger, nopens „ het Examen van de Studenten der Theologie, die u zich tot den Kerkendienst willen laten gebruiken, 9, gerefolveerd ; dat zodanig Examen der Studenten „ voortaan zal gefchieden van een Profesfor Theologie, en twee andere , zo van den Examinator daartoe „ duchtig en bekwaam geacht zullen worden , ten „ overftaan van twee der Curatoren , mitsgaders een „ of twee van de Deputaten der Sijnode, die als dan bij deze Curatoren best zullen zijn te bekomen." Hoe daar uit in latere dagen wel eens twist ontdaan zij tusfehen de Profesforen der Theol. Faculteit en de Deputaten der Sijnode zal veclen bekend zijn. §. 12. Hoewel de Arminianen of Kemonflranten in Holland en elders eenen grooten aanhang maakten , nochtans in Stad en Lande vonden ze geene begunstigers, verdedigers, of medeftrevtrs. Dit was er zo ver vandaan , dat veel eer in tegendeel de zuivere Leere der Hervormde Kerk, niet alleen bij de Sijnode en Academie, maar ook door de Staaten dezer Provincie , wierde gehandhaavd en voorgedaan. Tot de Kerkvergadering, welke in 1607 op bevel der Algemeene Staaten in Cravenbage is gehouden, om over de voorbereidfelen eener Nationale Sijnode te beraadflagen, zijn van hier afgevaardigd Job. Acronius en Job. Nicafius, Predik, te Groningen en Middilftum. Doch deze Samenkomst is, door toedoen van Jac. Arminim en zijnen aanhang, vruchteloos afgelopen , gelijk ook gebeurd is in ene andere Kerkelijke Bijeenkomst in 1611 aldaar gehouden , waartoe Corn. Hillenius en Wolfg. Agricola , Predik, te Groningen en Bedum waren afgevaardigd. Ih 1613., na dat de Conferentie te Delft wederom in het riet was gelopen , heeft de Sijnode van Stkd en Lande het befluit geno&ea , da* alle Predikanten dezer Provincie » de NedetSa?:dfcbe »4 £'*-  AÓ4 KERKGESCHIEDENIS Belijdenis en Heideibergfchen Catechismus naar zekef Formulier of Voorfchrift zouden ondertekenen. In 1617 hebben de staaten van stad en Lande , benevens die van Gelderland", Zeeland, en Friesland, wel verre van door bet sireenen-gezang der Tolerantie of Verdraagzaamheid zig te laten betoveren, plechtige bezendingen gedaan aan de Staaten van Holland , om bij dezelve op een'e Nationale Sijnode aan te dringen ; gelijk ze ook niet lang daarna dit hebben voorgeltcld en aangedrongen in de Vergadering van Neerlands Algemeene Staaten. Waarop eindelijk door meerderheid van Memmen het befluit is genomen, dat er eene Nationale Sijnode in V begin van November 3618 te Dordrecht zoude gehouden voorden. Daarvan is dor>r de Algemeene Staaten aan den Koning van Engeland , en alle Gereformeerde Vorsten, Landen en Cemeenebesten , in tijds kennis gegeven , met verzoek , enigen hunner Godsgeleerden dervvaards te zenden. Ook hebben ze de Staaten der bijzondere Provinciën van Neerland opgewekt door hunne Uitfchrijvings Brieven , tot het bijeenroepen der Provinciale Sijnoden, ten einde uk ieder van dezelve 6 bekwaame Perfoonen , zo Predikanten als Ouderlingen, tot die Kerkvergadering mogten afgevaardigd wcttden enz. §. 13. Niet lang daarna is den 7 September 16 8, behalven de gewoone, noch eene buitengewoone Sijnode op bevel der Staaten van Stad en Lande te Groningen gehouden , ter voorbereidinge der Nationale Sijnode. Als Politijke Commisfarisfen verfcheenen er de Heeren jfan Drewes en Bocco Avoema, terwijl ook op het ernstig en aanhoudend verzoek dezer Kcrkvergadennge de Hoogle raar Franc. Gomarus er tegenwoordig was. De Moderatoren waren Corn. Hilleni-. t;s, Wolfg. Agricola , en Georg. Placius , Predik, tq Groningen, Bedum, en Appingedam; en eene Sijnodale  van STAD en LANDE. 2Ó5 le predikatie werd er gedaan door Joach. Borgefius Pred. te Weüerwijtvoert. In deze Kerkvergaderingezijn , niet alleen 4 Predikanten en 2 Ouderlingen als afgevaardigden tot de Nationale Sijnode benoemd , maar ook enige andere zaaken , zo omtrent de verfchillen der Remonltramen , als ten aanzien van de Kerken-Orde in overweging genomen. Want door de Clasfen , gelijk ook door Doede van Amzweer, werden er enige Gravamina ingehragt , om daarover raad te plegen in de Narionale Sijnode. Waaronder was begrepen een verzoek , dat er eene Algemeens Kerken-Orde mogte vervaardigd worden. Nopens de handelingen dezer Kerkvergadering aan de Staaten van Stad en Lande verflag gedaan zijnde, hebben dezelve goedgevonden , deze buitengewoons Sijnode andermaal den 23 September te doen vergaderen. De Leeden dan wederom bijeen gekomen zijnde , kwamen aldaar ; wegens de Stad , de Borgemeesteren J. Wiffringe cn J. Noordhoorn , de Raadsheeren Rud- IVicberinge en O. Bouwens , met den Sijndicus D. Winshemius ; en wegens de Ommelanden , de Heeren Reint Alberda van 't Zandt , Jut. Mekbama- en Jan de Mep fche , met den Sijndicus Scato Goclinga ; waarbij nog kwam W. Meinardi, Secretaris der Heeren Staaten. Gelijk toen in de beiluiten der vorige Vergadering enige verandering is gemaakt, dus is ook bepaald, dat fommige van de ingebragte Gravamina tot de Nationale Sijnode gebragt en andere aan de Staaten dezer Provincie m gten voorgedragen worden, maar dat het geen de Kerken-Orde raakte ganfchelijk zoude achtergelaten worden. Voorts zijn er ook enige Predikanten en Ouderlingen aangefteld, die den Afgevaardigden tot de Na« tionale Sijnode , bijaldien deze verhinderd wierden , Zouden opvolgen. R 5 S. -4.  t66 KERKGESCHIEDENIS §. 14. De Nationale Sijnode dan te Dordrecht in November 1618 begonnen zijnde, waren er onder da Afgevaardigden uit Stad en Lande de volgende. Als Politijke Conjmisfarisfen de Heeren , Hieronijmus Izebrands, der beide Rechten Doctor en Raadsheer te Groningen, als mede Edzard Jacob. Clan* van Stedum, Heer in Ezinga en Zandeweer. Uit de Academie dezer Provincie, Franc. Gomarus , Hoogleeraar der Godgeleerdheid, Wegens de Sijnode dezer Provincie, Corn. Hillenius, Georg. Placius, IVolfg. Agricela, en Job. Lolingius, in wiens plaatfe naderhand is gekomen IVigb. Homerus, Predikanten te Groningen , Appingedam , Bedum , Noordbroek , en Midwolda ; benevens de Heeren , Egbertus Halbes en Jobannes Rufelaart , Ouderlingen re Groningen en Stedum, beide Rechtsgeleerden. Onder de voornaamfle handelingen dezer Nationale Kerkvergaderinge was de zaak der Remonftranten. Ook zijn er befluiten genomen nopens eene nieuwe Nederlandfche Overzettinge des Bijbels , de vasti'tellingc en ondertekening der 3 Formulieren van enigheid , de middelen ter bevordering der Catechizatien enz. Na het vertrek der Buitenlanders is, met goedvinden van de Heeren Politijken , de Kerken-Orde der laatste Nationale Sijnode van 's Gravenhage 1586, gelezen en in liet weezen der zaak door alle de Leeden goedgekeurd. Maar enigen, en daar onder waarfchijnlijk die van Stad en Lande, verklaarden, dat in hare Provinciën bijzondere Kerken • Ordeningen waren , door derzelver Staaten bekrachtigd , en meerendeels met deeze overeenkomende. Evenwel is er toen eene nieuwe of liever verbeterde Kerken-Orde ontworpen % gelijk er ook gehandeld is over de ingebragte Gravamina. Zo is dan eindelijk deze Nationale Sijnode geëindigd den 20 Julijj 1619. De befluiten dezer Nationale Kerkvergaderinge heb- ben  van STAD en LANDE. s6? ben merendeels de goedkeuring van bet Gereformeerde Protestantendom weggedragen. Dit is, ten aanzien van de Leere, doorgaans gefchied door de Uitèeemfcbe Kerken, welkers Afgevaardigden deze Sijnode hebben bijgewoond, hn wat aangaat de Verenigde Nederlanden, 't ls wel zo , dat de Dordfcbe Kerken-Orde , welke de Staaten van drie of vier Provinciën hebben aangenomen, door die van andere gewesten niet erkend zij. Maar de befluiten dezer Kerkvergaderinge , ten aanzien van de Leere der Hervormde Kerk , in de 3 vasigeftelde Formulieren van eenigheid vervat, zijn in 1619 en 162.0 door Neérlands Algemeene staaten omHandig en nadruküjk goedgekeurd, hierdoor had , naar het begrip der Regeringsvorm van dien tijd , de goedkeuring en bevestiging dezer Leere in deze Gewesten haar vol bellag; hoewel de Staaten der bijzom dere Provinciën ook bij verfcheide gelegenheden genoeg getoond hebben, dat ze zich daarmede verenigden. Laten we daarom vervolgens zien , hoe de Hervormde Kerk in Stad en Lande opgebouwt en gehandhaaft zij, III. Sedert de Nationale Sijnode van Dordrecht. §. 15. Op bevel van de Heeren Staaten der Verenigde Nederlanden, en volgens het befluit der Nationale Sijnode van Dordrecht, is te Leiden in 1628 en 1629 de nieuwe Nederlandfche Overzetting des Bijbels begonnen, en in 1632 voltooid. Onder de aangeiielde Overzetters of Vertalers zijn gcene uit Stad en Lande geweest, dog onder de Revizeurs of Overzieners van 'tN. Testament en de Apocrijfe boeken zijn benoemd de Hooglet raars Franc. Gomarus en Ubho Fmmius, en de laatstgenoemde in 1625 overleden zijnde, is dit aan den Hoogleeraar Hendrik Alting opge- dra-  &68 KERKGESCHIEDENIS dragen. In 1637 zag men deze nieuwe Vertaling, op bevel en kosten der Algemeene Staaten , bij P. van Ravefteijn te Heijden allereerst uitkomen, met bijgevoegd Plakkaat, dat dezelve in deze Landen overal zoude ingevoert worden, 't Welk door de Gedeputeerde Staaten van Stad en Lande in 1638 in een brief aan de Sijnode nog nader is aangedrongen. Voorts wierden door de Nederlandiehe Clasfen en Sijnoden, in veele afdrukken van deze nieuwe Overzettinge, van tijd tot tijd verfcheide Drukfouten ontdekt. Weshalven 'sLands Hooge Machten enige Godgeleerden, uit alle de verenigde Gewesten, te Leijden lieten bijeenkomen , om dezelve te onderzoeken en verbeteren. Tot deze Kerklijke bijeenkomst, welke in October 1654 begon en 9 weeken dnurde, waren uit Stad en Lande, met goedkeuring der Staaten dezer provincie, afgevaardigd, de Hoogleeraaar der Godgeleerdheid Abdias Widmarius, als mede Job. Martini en Job. Vereent , Predik, te Groningen en Uithuis-* ter-Meeden. Het opgeftelde Register van drukfouten , door de Algemeene Staaten in 'sGravenhage, goedgekeurd zijnde, is dit werk in 1655 gedrukt bij den genoemden Boekdrukker, waar van 2 gedrukte exemplaren, aan de Staaten en Sijnode van ieder Provincie zijn. gezonden. Vervolgens is federt r72o ook door de Clasfen en Sijnode dezer provincie zorgvuldig gelet op de Drukfouten in Pijbeis enz. Daarenboven hebben Job. Martini en Abrah. Trommius , Predik, te Groningen en Haren , federt 1662 ondernomen, om eene Concordantie van woorden en zaken over de Nederlandiehe oijbe! vertalinge te maken. Welk werk, na de dood van den eerstgenoemden, door den laatstgemelden eindelijk in 1691 voltooid is, en ene algemeene goedkeuring heeft weggedragen^ 5. ie'.  van stad en lande, 2s9 5. 16. Ter bewaring van dc eenigheid in Leere, zo als dezelve in de Nederlandfcbe Geloofsbelijdenisfe, Heidelbergfcben Catechismus. en Leerregels der Dordfche Sijnode begrepen is, beeft de Nationale Sijnode nodig geoordeeld, het ondertekenen van dezelve door de openbare Leeraars in den Kerk- en Schooldienst, en tevens ei ige V001 fchriften van ondenekeninge ontworpen en Vastgefteld. Gelijk dan in Stad en Lande, reeds voor deze Nationale Kerkvergadering, omtrent het ondettekenen der twee eers-genoemde Formulieren van enigheid was zorg gedragen; dus is dit, volgens het gemelde befluit , hier vervolgens ook in het werk gefield omtrent alle drie gemelde Schriften. Niet, als of men daar door deze Schriften met den Bijbel gelijk Helde, een gewetensdwang' invoerde, en alle verdraagzaamheid in den Godsdienst uitbande. Neen, deze Formulieren van enigheid houd men vo r menfchelijke Schriften , welkers gezag alleen fleund op Gods Woord; en , die zig met deze Leere niet konnen verenigen, hebben ten vollen vrijheid, om zig te houden buiten de gerüeenfchap der Hervormde kerk \ en de verdraagzaamheid moet geoefend worden omtrent hen , die Üegts in enige dog geene fundamentecle ftukken van deze Leere vcrichillen. Maar de openbare Leeraars, die deze Formulieren van enigheid vrijwillig ondertekenen, worden daar door te meer onder enen band van verplichting gefield, om te houden deze Voorbeelden der gezonde Woorden. Intusfchen word de Leere, zo als die in de National Sijnode van Dordrecht in de 3 vastgefltlde Formulieren van enigheid vervat is, ook als eene StaatsWet aangemerkt, in zo verre de Regenten zig moeten verbinden, deze Leere te handhaven. Het welk nadruklijk bekrachtigd , en tot ene Gropd-Wet in de Verenigde Nederlanden is gemaakt in de aanzienlijke Vergaderinge der' Afgevaardigden uit ue staaten der bijzon-  s7o KERKGESCHIEDENIS zondere Provinciën, den 18 Januarij tot den 21 van Augustus 1651 te 'sGravenhage gehouden. In het bijzonder hebben de Staaten van Stad en Lande, ter gelegenheid van verfchiJlen over de Leere tusfehen de Hoogleeraars of Predikanten dezer provincie, wel eens klemmende befluiten genomen , tot handhaving der Lteie 111 de gemelde Formulieren van enigheid. Dit is gefchied den 10 en 11 Junij 1640, den 15 Maij 1669 , den 14 JuJij 1684 , en inzonderheid den 21 April 1702 door het uitgeven van een Reglement -jan vrede en enigheid, ten einde hier in de Academie en Kerken de gefchillen geweerd, en de waarheid in liefde betragt mogre worden. Vervolgens heeft de Sijnode van Stad en Lande in 1695 ook. het befluit genomen, om de Vragen, tegen de gevoelens van Doctor Bekker en Profesfor Ro'èll in Holland ontworpen cn vasrgelteld , hier insgelijks van de geëxamineerden te laten beantwoorden en ondertekenen. §. 17. Hoe federt de Nationale Sijnode het getal der Gerefomeerde Gemeenten en der Leeraars hier Van tijd tot tijd vermenigvuldigd zijn; hoe de Beroepingen der Predikanten 'er vcrfcheidenlijk, meest naar het Patroon- of Collatie- recht, verricht zijn; hoe deZelve door verderf, verplaaifing, of op ene andere wijze uit den dienst zijn gekomen; daar omtrent word in'deze Naamlijst verflag gedaan. Omtrent het Examen dergener , die tot hetPredikants werk Zig hier aanbieden, is i.ok de nodige zorg doorgaans gedragen. Onder anderen heeft de Sijnode dezer Provincie in 1719 en 1720 op nieuws vastgelleld; dat ongeil ucteer den niet tot het préparatoir Examen , en een Laicus, elders geëxamineerd, niet tot den Predikdienst zoude toegelaten worden. Ook is reeds federt 1625 hier in de Clasfen, op het voetfpoor van Friesland  van STAD en LANDE. n7i lafid en Holland, de gewoonte ingevoerd, dat de Examens tevens gefchieden over de Hebreeuwfcbe en Griek» fcbe taaien. Waartoe Sixtint/s Amama, Profesfor in de Hebreeuwfche taal te Franeker, eerst aanleiding had gegeven, wanneer hij in 1724 een vermaanfchnft aan tle Opzieners der Protestantfche Kerk des.aangaande in het licht gaf. Waarop de sijnode van Friesland in 1624, 25, en 26 aan dezen raad gehoor gaf, welk voorbeeld is gevolgd, niet alleen door die van Hop land en Utrecht, maar ook van Stad en Lande. Waar over de Groninger Hoogleeraar Franc. Comarus een brief van dankzegginge fchreef aan de Sijnode van Friesland, alwaar dit befluit eerst genomen was. Jn i6u5 en 66, en op nieuws onhngs in 1790 is hief met goedkeuring der Gedeputeerde Staaten een Reglement op de Examens der Clasfen door de Sijnode vastgefleld en ingevoerd. Ten aanzien van de Friefche Candidaten en Proponenten der andere cotrespon. derende Sijnoden is in 1679, 80, en 81 een verdrag gemaakt, het welk nog ftand grijpt. Ik zwijge van den voortgang der Examens in de Conventus Acade» mico-Ecclefiasticus of Academifche Kcikvergaderinge, waar van iets is gemeld §. 11. % iS. Voorts is hier ook zorg gedragen, dat d« Predikanten op Zondagen tweemaal prediken, voormiddar.gs over eene vrije llolfe, dog 's namiddaags doorgaans over den Heidelbergfchen Catechismus. Dat daarenboven in de Stad op verfcheide dagen in de iveektijd, cn te Lande, alwaar 2 Leeraars zijn, op zekere dag in dc week gepredikt werde; dat, niet alleen dit op de zogenaamde Feestdagen gefchiede, maar ook de Gefchiedenis van 's Heilands lijden en dood in de 7 weeken voor Pafchen, te Lande ook eens in "de weeke, aan de Gemeenten vcorgedraagen werdej dat op de Facante plaatfen de predikbeurten , naar Ker-  fi7 2 KERKGESCHIEDENIS Kerken-Orde, door de Clasfen werden waargenomen ; dat op plechtige Dank- en Biddagen, gelijk ook tea tij te der Avondmaalt bediening', voor- en achtermiddag gepredikt werde; om niet te melden van den Legerdienst , of andere binnen- en buitenlandfche Kerkdiensten, i .. Tot handhaving van den openbaren godsdienst op 's Heeren dag en, andere gezette tijden , als mede tot weringe van'ergerlijke zonden en misbruiken, hebben de staaten dezer Provincie hunne Plakkaten tegen de ontheiliging van 's Heeren Naam en Dag enz., federt meer dan een Eeuw , dikwijls hernieuwd , en nog laatst den 11 Februari) 1783. Ook zijn er op hun bevel wel eens weekhjktche of maandelijklche Bedejlonden gehouden , naamlijk in de oorlogen van 1664 enz., van 1672 enz., van 1702 enz. , en van 1785 enz. Had men federt de Nationale Sijnode , op de verandering of verbetering der gewoone Rijm-Pfalmen hier en elders begonnen te denken, deze zaak is ook eindelijk ter ui.voering gebragt. Ten welken einde , volgens befluit van Neerlands Algemeene Staaten , door de Staaten der bijzondere Provinciën en van het 1 andfehap Drenthe , eene commisfie van Predikanten Jut ieder gewest tot verbetering dezer Rijm - Pfahneu is aangefteld. Waaronder uit deze Provincie is geweest Theodorus Lubbers, toen Predikant en daarna Hoogleeraar der Godgeleerdheid te Ctoningen. Dit werk in 1773 -te 's Gravenbage volbragt zijnde , zo is vervolgens de nieuwe Pfalmberijming, door het gezach der Hooge Overheden , overal in de Verenigde Nederlanden ingevoert. s 19 Het Catecbizeeren der Predikanten met oude en jonge, bijzonder 's Zondaags na de Catechismu* predikatie , waarvan in de Nationale Sijnode te Dor* drecht  Van STAD en LANDE. 27$ drecht ook opzettelijk was gehandeld, poogde meti ' federt dien tijd hier overal in te voeren, dog in de eerste jaaren fchijnt het de gewenschte uitwerking niet gehad te hebben. Weshalven de Sijnode dezer Provincie in 1664 een Ontwerp aangaande de middelen, om de bijzondere Catechizatien hier overal in te voeren , door de Deputaten en andere Leden, benevens den Hoogleeraar Sam. Marezius, opgefteld, heeft goedgekeurd en aangenomen. Waarop de Groninger Predikanten Job. Martini en Abr. Trommius ook een en ander Catecbizatie - boek , hebben in het licht gegeven. Voorts hebben de Staaten van Stad en Lande den 14 December 167a goedgevonden. „ Dat de Predi- kanten van Groningen, Ommelanden, en beide Old„ ampten , 's Zondags namiddags catecbizeren, en ook ,5 tweemaal in de Week de Schooien vifite'eren zouden 4 ,, toeziende , of de Schoolmeesters wel en naar be,; hooren de jeugd onderwijzen. Dat de Schoolmees„ ters de ordre van hunne Predikanten , in het hou„ den van de Schooien en inlhtuèeren der jeugd, zou„ den moeten gehoorzamen, eh ook gehouden zijn , ,i, de Kinderen in de Catechismus te onderwijzen." Welk Staats-befluit vervolgens dikwijls hernieuwd is, eh gevoegd bij het Plakkaat tegen de ontheiliging vari Gods Naam en Dag. §. 20. Wat hier omtrent het bedienen der Sacrtt» menten van Doop en Avondmaal, federt de Nat onale Sijnode , bij deze of geene gelegenheid bepaald is , daar omtrent kan men de Kerkelijke Registers nazien. Het voorleezen en beantwoorden der gewoone Vraagftukken, welke achter het Formulier van den Kin-* derdoop gevonden worden , fchijnt eertijds in deze S Pro-!  sr* KERKGESCHIEDENIS Provincie geene plaats gehad te hebben. Want men zegt, dat hier toen , gelijk elders, dc Ouders of Getuigen alleen wierden vermaand tot het nakomen van het geene hen .door den Doops Bedienaar wierde voorgelragen. Daarvandaan dat, als aan deze Sijnode in 1Ö2S en 163: wierde vourgèfteld , of men hier, g«lük in andere Gewesten de> Verenigde Nederlanden , ook th'et de Vraagilukken , bij het gewoone Doops Formulier der Kinderen, ter beantwoording behoorde voortexhagen, daarop is geaniwöord, dat, ofj'choou zulks wel wen» feheüjk was , het nochtans in dien tijd met geene meerdere ftigtinge zoude kunnen gefchi den, dan er gedaan was door de gewoone Vetmaninge. Het gemelde voordel evenwel in 1649 en 1^50 hier wederonk gedaan en door de Hollandfche Correspondenten nog nader aangedrongen zijnde , zo werd het befluit ge* nomen, dat de Predikanten dezer Provincie, zo veel mogelijk , dit hier zouden trachten intevoeten. Voorts zijn er nog verfcheide jaaren verloopen, eer dit hier» overal de gewensch e uitwerking had; tot dat eindelijk dit gebruik met er tijd is aangenomen in de Ommelanden , bet Goorecht, het O/dampt, en IVesterwoldingerJan i. Alleenlijk heeft de dad Groningen zich daarvan oir trokken. Men vind wel in de sijnodale Registers aangetekend een befluit, door Borgemeesreren en Raad dezer ftad den 15 April 1654 genomen; dat in „ conformiteit van het befluit der Hij node dezer Provin,, cie , voor 4 jaaren ft, w. t6fjó~) genomen, de bedt** „ ning van het Sacrament des Doops, gelijk in andere „. Kelken van Nederland, ook te Groningen en in alle ,, Kerken, onder hunne Jurisdictie behorende, zoude in„ gevoert worden.''' Dog in 1656 weid aan de ijnode bericht, dat genoemde Heeren in deze zaak hadden gedifficulteerd , het welk verv Igeiis rot op dez- n tijd alzo is gebleven , waarovei men kan nazien het. 4de  van STAD en LANDE. 27$ 4de ftitk der Kerk. Geogr. van IV. A. Bacbiene bl. 100 , töï. _ Ter gelegenheid van de Voorbereiding! of Proef predikatiën , welke telkens voor het Avondmaal in aczé P;ovmcie gehouden worden , tóoeten er 4 Vraagjiukken, betreffende de geloöfsleere en derzelver betrachting , aan de Gemeente ter beantwoording wordea voorgedragen. Do n- wie, waar, en wanneer dezelve zijn ongeil-ld, en hoe lang het plechtig voorlezen en beantwoorden daarvan hier heboe Hand gegrépen , daaromtrent is men nog onzeker. Dog in J659 heeft deze sijnode het befluit genomen, dat,' gelijk zulks in veele Kerken reeds in gebruik was, dus ook dit overal in de Gemeenten dezer Provincie zoude ingevert woiden, 't welk federt tot heden toe ook ttiptëlijk is onderhouden. In 1687 heeft deze Kerkvergadering aan die van Zuid- en Noordbolland, als mede aan die van Friesland, te kennen gegeven hare Wensch, dat ook , in opzicht van dezs Vraagfi'ukken, uniformiteit mogte worden gehouden. Dog, volgens onze Sijnodale'Rei gis-ers van 1688 en 89, is daarvan in Zuid- en Noordbolland niets gekomen, en ten aanzien van Friesland werd er bericht, dat, hoewel deze Vraagilukken aldaa-- te Leeuwaarden, Sneek, en 'de jóuxvet'xw gebruik waren, nochtans de meeste Clasfen van dat Gew st dit gebruik wel niet afkeurden, maar liever wilden blijven bij de oude gewoonte. $.2t De Ledemaièri der Kerke, die van de eene Geme.nte tot eene andere willen overgaan, worden hier niet toerei een zonder Kerkelijke Attestatie, naar het voorfchrift in 1777 vastgelleld , aangaande hun leere en leven in de vorige Gemeente. Over de afgedwaalden in leere en ergerlijken in leven moet hier' ook , ingevolge de Kerken - Orde , de Kerkelijke Ced* S a futf  276 KERKGESCHIEDENIS fuar geoefend worden. Des nicttegendaande vind men veelvuldige klagten over gebrek en nalatigheid in dit ftuk, als mede over het daaruit ontftaane verval der zeeden. Weshalve» de Kerk - Opzieners van dit Gewest zich meermalen hebben verbonden, dezelve onkreukbaar te bewaren en handhaven. Ónder anderen word in dc Sijnodale handelingen van 1637 art. 46 , het volgende gevonden : vi'rd gezamenlijk geoordeeld, dat, om de Christelijke Discipline jlaande te houden , noodzakelijk is , dat een begin gemaakt vierde van de Hoofden , om daar door te komen tot de Ledematen. Vervolgens, wanneer dit Land van tijd tot tijd door verfcheide oordeelgtrichten benauwd wierde , is in 1686, ter bevordering van dc kracht der godzaligheid, door de Sijnode aangedrongen. Dat de Predikanten , in hare Clasjlcale Vergaderingen , zich plechtiglijk behoorden te verbinden aan den HEERE , om voor Hem en de Eere van Zijnen Naam ' te ftaan. Dat alle crgernisjen firengeiijk mogten gefirafr worden. Dat men nainvkeurig op elkander behoorde acht geven tot opfcherpinge der liefde en goede wenken. Dat elk zich moest beneerstigen , om ijverig aan te houden tot verbetering der zeeden. Zeker predikant in ene der Clasfen van de Ommelanden in 1621 den dienst zijner Gemeente onbehoorlijk verlaten hebbende, en daar over door de Si/node onder Cenfuur gebragt zijnde, heeft daarop verzoening gemaakt met den Kerkeraad te Groningen, alwaar hij is bevorderd tot ene Burgerlijke Bedieuinge , waar over nochtans verfehil is ontdaan. Dog deze zaak den 8 Maart 1623 door de Heeren van de Ommelanden in dc Landsdags-Vergadering ii,gebragt zijnde, als tlrijdig tegen de Kerken-Orde der Nationale Sijnoden van Middelburg 1581 en van Dordrecht 1Ó19, zo hebben dc Borgemeesteren en Raad der Stad toegedaan ,  van STAD en LANDE. 277 fraan, dat decz' gewezene Predikant zich van zijne Burgerlijke Bediening onthield , tot dat de Sijnode over deze zaak zich nader haddc Verklaard. Deze Kerkvergadering dan den 7 Maij 162? haar gevoelen, ter. nadeèle van gemclden pcrfoon, fohriftelijk en met redenen bekleed overgegeven hebbende, zo hebben de Staaten dezer Provincie den 9 dezer maand zich met dit advis geconformeerd , en het befluit genomen. ,, Dat generaliik alle dè"geëtst*, die, tot het Predik,, éttnpt voet lelijk beroepen zijnde, en het zelve daarna ,, verlaten hebbende, tot, geene Politijke Digniteiten en ,, Officien geadmitteerd zullen mogen worden. Dat „ overzulks gemelde van de Bediening© ,, des Giidrechts, waartoe hij genomineerd was, zich ,, zoude moeten onthouden."' §. 22. Nopens de Huwelijks bevestiging of inzegening vind men in de Kerken-Orde van dit Gewest ook iets vermeld, dog met bijvoeginge, dat de Predikanten het overige, het geene zij omtrent Huwelijks zaken hebben aan te merken en te onderhouden , konnen leeren uit de Kérken-Ordeningen der Nationale Sijnoden van Dordrecht 1578, Middelburg 1581, en 'sGravenhage 1586, als mede uit de fchriften van Beza en anderen. Ook kan men in onze Sijnodale Registers daar omtrent enige bijzonderheden vinden. De Staaten van Stad en Lande hebben, ten aanzien van de ongelijke Huwelijken , onder anderen in hun Plakkaat den 12 April 1731 ter beteugeling der Room-, fchen uitgegeven, ook vastge(le!d„ Dat, ingevolge„ vorige Ordres en Refohitien, alle Hinderen, waar» 'L van een der Ouderen van den Gerefirmeet den Gods-„ dienst is geweest, in dezelve zullen worden, opge„ bragt; en dat, ingevallc een van beide Ouders van de Gereformeerde Religie is, de Kindéxin ih dk s 3, M, Ga*  KERKGESCHIEDENIS „ Gereformeerde Kerke ten Doop zullen moeten gepre„ fenteerd worden." Ook worden de Huwelijken der Mennordten, zo wel ais der Room/eken, hier in onze kerken gekndigd, uit kracht van ene Siaatfche Reiolutie en het daarop gevolgde Plakkaat der Gedeputeerde Staaten den 17 November 1721. Voorts is liog bepaald, dat aan eenen Weduwnaar of Weduwe , begerende te hertrouwen, geene Kerkelijke kondiginge.t werden toegeltaan , voorenaleer bij het Gerichte Voorin ouders en Voogden over hunne minderjarige Kinderen zijn gefteld, en de afkoop van goederen voor dezelve behoorlijk gejchied is , volgens Plakkaat van den 28 Januarij 1751. §. 23. In alle Gemeenten dezer Provincie , alwaar bet kan geleideden , is doorgaans ene Kerkeraad, beilaande, benevens één of meer Predikanten, uit Ouderlingen en Diaconen; die, zo dikwijls het nodig is, naar vereisen der voorvallende zaken , hunne vergaderingen houden. De Clasficale Vergaderingen , welke bier gewoonlijk 3 of 4 maal jaarlijks worden gehouden, beftaan alleen uil Predikanten, en niet mede uit Ouderlingen. Derzelver Moderatuur, door Picefes, Adfispor , en Scriba, is naar tourbeurten gefchikt. Voorts v rden de VII Clasfen, overeenkomstig de Staatkundige verdeling dezer Provincie, wegens de bedcliing de> Sijnodale Gonunisfien, ook verdeeld in de Clasfen van de Stad, waar onder 2 behooren, en in de Clasfen van de Ommelanden , waar toe de 5 overige gebragt worden. Ook is ieder Clasfis, ten aanzien van het waarnemen der Vacante plaatfen , of der Sijnodale Commisiien enz. , doorgaans verdeeld zo al niet in Districten of Ringen, ten minsten in zekere Rangen of Ütders , gelijk uit deze Naamlijst kan vernomen Vvoïden. De Sijnode dezer Provincie is a b,oewe] in  van STAD en LANDE. 279 1647, 1652, en 1677, door de onenigheid tusfehen de beide i e'en van ^taat opg fchort, nochtans alle jaaren federt de Nationale Sijnode, onder het opzigt van 'sLauds taaien, beuitlitgs te Groningen en Appingedam gehouden. Waaromtrent men kan nazien het 4de Stuk der Kerkel. Gtogr. van IV. A. Bacbiene. Twee Heeren Commisfarisfen Politijk- 1 uit de Stad en 1 uit de Ommelanden - bij welke in 1623 ook 2. andere Heeren van den Landsdag gevolmachtigd waren , zijn 'er jaarlijks tot de -Sijnode afgevaardigd. Sedert 1621 wierdeu, zo dikwijls deze Kerkvergadering te Groningen werd gehouden , de Hoogleeraar: der Godgeleerdheid tot het bijwoonen van dezelve genodigd; 't welk ook feden 163Ó, met toeftemtningé der Staaten, heeft dan d gegrepen, wanneer dc Sijnode te Appingedam vergaderde, in 1648 is daar over wel enig verfchii ontdaan , wanneer de Prwfesforen SatnMarefius en Matt. Pazor hun ongenoegen toonden , dat hun Amptgenoot Abd. Widmarius, alleen was genodigd; dog federt 1651 heeft altoos een van dc Hoog. leeraars der Godgeleerdheid , na voorgaande uitnodiging, deze Vergadering bijgewoond. De Correspondentie van Zuid- en Noordholland met Stad en Lande, welke door de Anniniaanfche onhiS' ten was afgebroken, is federt 162 c hervat; gelijk ook, in vervolg van tijd, alle 3 jaar van hier 2 Predikanten zijn afgezonden naar de Coetus van 's Gravenhage. De Correspondentie van deze Sijnode met Friesland bet'on in 1654 en eindelijk met Gelderland in 1701 , met Utrecht en Overijsfel in 1728. De Sijnodale Commisfien der Leden, die van hier tot de Correspondentie jaar. lijks worden afgevaardigd, worden volgens oud gebruik en Staatfche Refolutie van 1705 leedswijze befteld; naamlijk, eensdeels aan de Prcdikauten deï k 4 Stads  aSo KERKGESCHIEDENIS Stads Clasfen , anderdeels aan die uit de Clasfen der Ommelanden. Ook hebben de Gedeputeerde Staaten den 16 April 1692, den 29 April 1700, cn den 29 April 1706 vastgeftejd; dat, die naar ouderdom, orde of tourbeurt , gerechtigd is tot de waarneming dezer GommisRen, daarvan 'niet dan om erhejfelijke redenen zullen worden uitgefloten, mits een Lid van de Sijnode zijnde. Dog het laatstgemelde is , ten aanzien van de Predikanten van Groningen , uitzondering onderworpen, volgens befluit der genoemde Heeren den 2 Maij 1707. §. 24. Ter bevordering der Kerkhervorminge in de zogenaamde Generaliteits Landen, na dat dezelve door dc wapenen van den Slaat veroverd waren , heeft deze Sijnode ook meer of min medegewerkt, of is daartoe wel eens aangezogt. Omtrent 's Hertogenbosch, alwaar federt 1636 onder anderen Sam. Marezius Predikant en Profesfor was geweest, is dit gefchied, na dat de iVlunsterfehe vrede in 1648 was gemaakt. Toen hebben de Algemeene Staaten enige Predikanten uit de voornaamlte Steden der Nederlandiehe Gewesten ontboden , om , nevens de Predikanten van gemelde Stad en Tvlajorie, de Kerkhervorming aldaar te bevorderen. Deze , onder welke geweest is de Groninger Predikant IVesfelus Emmius, zoon van den beroemden Ubbo Emmius, hebben ten dien einde hunne bijeenkomsten begonnen den 21 Julij en bellooten den 15 December 1648. Men zegt, dat er eerst 14, vervolgens 32, en eindelijk tot over 50 Predikanten zijn beroepen ; oie , in Clasfen verdeeld, zig hebben begeven onder de Sijnode van Gelderland. Voorts hebben de Algemeene btaaten , op de menigvuldige klagtcn der Gereformeerden in de Majorie, in 1051 heiizame befluiten genomen, ter beteugeling yan de onverdraaglijke Itou-  van STAD en LANDE. a&« ftoutighedeu van het Pausdom in die gewesten. Nopens de bevordering van den Hervormden Godsdienst in andere Generaliteit* plaatfen , kan men onder anderen bericht vinden in de Kerk. Geogr. van W. A. Bacbiene. Daarenboven is men in de Verenigde Nederlanden ook niet nalatig geweest, om in de kinden van Oosten West-Indien , alwaar veele Nederlanders hunne koopmanlchappeu en woonplaatfen hebben uitgcdrekt, het Euangeiie onder de Heidenen te verbreiden en voortteplanten. Dog over de behandelinge der Kerkelijke zaaken aldaar is verfchil ontdaan tusfehen de Hollandfche Sijnoden, nevens de Clasds van Walcheren , en tusfehen de andere Nederlanclfche Kerkvergaderingen. Tot dat eindelijk in 164a en 43 daaromtrent een contract is vastgcdeld, en federt is hier ook de gewoonte ingevoert, dat jaarlijks nopens de Indifche zaken een extract uit de berichten der Hollandfche Sijnoden achter onze Sijnodale A.cten gevoegd werde. Nadat Braziiien , welkers hoofdltad Pbernambuk en 't omliggende Land in 1630 veroverd is, ouder de heerfchappij der Verenigde Nederlanden is gekomen , hebben onder anderen ook de Bewindhebbers der WestIndil'che maatfehappij, ter Kamer van Stad en Lande, mede gewerkt tot voortplantinge van het Euangeiie aldaar. Want onder de Predikanten, door dezelve van hier derwaards gezonden, vind men vermeld Christ. Wacblo, Theod. Polbemius, en Henricus Hermanni, die in de genoemde liad het werk der bedieninge enigen tijd hebben waargenomen. Jntusfchen had men 'er enen nieuwen Braziliaanfchen Catechismus gemaakt, en te Enkhuijzen laten drukken , om tot onderwijzing van deze nieuwe Gemeenten gebruikt te worden. Dog de Nederlaudfche Sijnoden , cn dus ook die van Stad en Lande , oordeeiende dat dit nadelig konda, S 5 zijn*  *U KERKGESCHIEDENIS zijn zogren bij de Bewindhebbers uit te werken, dat dit wederom wierde inge'rokken , en de Kerk aldaar dez.lvde Formulieren van enigheid en Liturgien mogte behouden met hare Ne.lerlandfche Moeder-Kerk. Voorts wierde van daar bericht , dat er eenige duizend liefhebbers van den Gereformeerden godsdienst wierden gevonden , en er dus eene groote deur voor Gods Kerk er fcheen geopend te zijn. Dog dit Land , is in 1654 wederom ingeruimd aan de Portugeezen, zo dat de weinige Predikanten, die er nog overig waren , naar het Vaderland wederkeerden, met de andere Gereformeerde inwooners. § 25. Dat die van Stad en Lande van de onderftemmige der noodlijdende Buitenlandfcbe Gemeenten in de vorige en tegenwoordige eeuw zig ook geenzints onttrokken hebben , zoude onder anderen uit de Kerkelijke fchriften dezer Provincie kunnen getoond worden. Verfcheide onzer Geloofsgenoten in Duitscbland , Poolen, Pruis/en, Hungariïn, Geneve enz., en zelfs de Griekfcbe Kerk in Turkijen hebben dit ondervonden. Voor de verdrukte Waldenzen in Picmont is in (663 hier, met toeftemminge van 's Lands Staaten, door de Sijnode over 10 duizend guldens verzameld. Hne de Franfcbe vluchtelingen in de vorige eeuw hier en elders eene veilige toevlucht en milde onderlteuni tg hebben gevonden , is door ons vermeld in deze JNaavnlijst onder de Clasfis van Groningen. Aan het Protestantendom Hl Ierland, 't welk in 1641 eene allergruwelijkste vervolging en onmenfeheiijke wreedheden van het Pausdom had ondergaan , zijn vanhier en uit andere Provinciën in 1644 aanzienlijke Liefdegaven gezonden. Waaromtrent de Correspondent dezer Provincie, die in 1645 de Zuidhollandfche Sijnode had bijgewoond , aan zijne CoimutUhitu heelt bericht. M Da»  van STAD en LANDE. Dat dc fuhfidien naar Ierland , over de driemaal „ honderd duizend guldens , aldaar uit deze i anden wel en ter bekwaamer tijd waren aangekomen. ,, Dat de Rekening voor Cömmisflirisfen was gellooten, en de publijke brieven van dankzeggbige , van „ het Parlement en de Nationale Sijnode van Enge* land, aan de Staaten en Kerken dezer Landen wa„ ren overgezonden." Voorts heeft men in de vorige eeuw zich hier insgelijks niet onttrokken, om in 't Graaifcbap Lingen , den Prins van Oranje toebehorende , de geloofsbervorming te helpen bevorderen met andere Nederlan* ders. Die van Overijsfel hadden federt 1645 , met hulp der Sijnoden van Zuid- en Noordholland, dit reeds zo ver gebragt, dat er in 1651, hoewel de Roomfche Priesters overal nog bleeven woonen , ni chtans verfcheide Gereformeerde Predikanten befteld waren. !,e Sijnode van Stad en Lande, na de dood van Prins Willem II., verzogt zijnde om gevolmachtigden ter hulp te zenden, heeft daarop met toettemmirge der Staten dezer Provincie daartoe benoemd Joh. Martini en Ricbard Martinus Predik, te Groningen en StedumDe gevolmachtigden der gemelde Sijnoden hebben wel in 1654 deze zaak aan de Prinfesfe Weduwe en de Raadcn van den jongen Prins aangeprezen, nochtans waren zij van oordeel, dat het best was dit enigen tijd optefehorten. Dog de Prins van Oranje, Willem III , de regerii g over dit Graaffchap aangevaard hebbende , is het werk der Geloofshervorming er eindelijk voltrokken, zo dat men van daarin 1675 voor de bewczene hulp brieven van dankzegginge zond aan deze en andere Nederlandiehe Sijnoden. Evenwel niet lang daarna is men hier ook wederom aangezogt om tuigen onderibiui , tot het oprichten en (laande houden van een Certioriiicerd Stminartum of Kiaeekfchooiva de otad van  284 KERKGESCHIEDENIS van dit Graaffchap. De Prins van Oranje, die gèzegt word een aanzienlijke fom gèlds tot een LatijnfchèSchool aldaar gegeven te hebben, onderfteunde ook heï Seminarium jaarlijks met tien duizend guldens. Wat de Nederlandiehe Sijnoden daaromtrent gedaan hebben kan men in de Kerkelijke Registers dezer Gewesten aangetekend vinden. %. 16. Hoe wei de Hervormde Godsdienst, met uitfluitinge van andere, hier en in andere gewesten van Neerland openlijk gehandhaavd is; nochtans zijn er ook redenen geweeft , waarom , niet alleen vrijheid van geweeten aan ieder verleend, maar ook aan anderen, zo veel mogelijk, meer of min Verdraagzaambeid in de oefening van hunnen gezelligen godsdienst betoond is, volgens het geene de Heeren Staaten der Vereenigde Nederlanden in de groote Vergaderinge van 1651 daaromtrent hebben vastgefteld. Daarvandaan dat de Luiberfcben« Mennoniten, en Roomschgezinden , hier ook voorwerpen van de openlijke verdraagzaamheid geweest zijn en nog zijn , gelijk ook de Jooden er vrijheid van godsdienst oefeninge genieten. 9 De Broederen van de Augsburgfche belijdenisfe , gewoonlijk Lutheranen of Lutberfcben genaamd, hebben hier wel in de Stad cn haar Regtsgcbjed, maar nergens in de Ommelanden, eene bijzondere Gemeente. Te Groningen hadden zij voor enige jaaren tot bunnen Predikant Antoon Godfried Dreas, die tot de Gereformeerde Gemeente overkwam , en er tot Iloogduitfche Predikant is aangefteld. De vreedzame pogingen van den vermaarden Schotsman Jobannes Duraus , die omtrent 30 jaaren lang veel moeite heeftaangewend , om de Gereformeerden en Lutherfchen onder een band van enigheid te brengen, zijn in eöi  van STAD en LANDE. 285 en 1657 ook door de Sijnode dezer Provincie overwogen , dog vruchteloos afgelopen. Evenwel , als hij in 16Ó4 wederom enige gedrukte (lukken herwaards zond, heeft deze Kerkvergadering daarop geoordeeld: dat, vermits de Lutheranen zeer weinige genegenheid Jcheenen ie hebben tot zodanigen Sijncretismus , men daarom deze zaak moest, laten berusten, en den HE ERE aanbeveelen. Omtrent de Mennoniten of 'Doopsgezinden, die meer en meer openhaar maakten, dat ze geenzints gelijk voorheen gefchiedde , met de Munsterfche Wederdopersmoesten vermengd worden , is daarom hier en elders van tijd tot tijd ene behoorlijke verdraagzaamheid geoefend*In 1672, toen Groningen wierde belegerd, betoonden' ze, zo wel hunne getrouwigheid aan de bevelen hunner Overheden, als onvermoeiden ijver in het dempen van de Bomben der vijanden en in het blusfehen van tien Brand. Die zig in deze Provincie ophouden, worden doorgaans in 2 hoofdpartijen onderfcheiden. Waarvan de eene die der oude Vlamingen of Fijnen genaamd word, die talrijk zijn, en niet alleen in de Stad, maar. ook te Lande in de vrugtbaarste en aangenaamste Dorpen, hunne vergaderplaatfen en Leeraars hebben. De andere is bekend onder den naam van vereenigdcVlamingers en Waterlanders , of Groove Mennisten , welke in de Stad en elders hare Kerkhuizen en Leeraars lubben, maar in de Ommelanden minder zijn dan de evengenoemden. Onder hunne Leeraars zijn geweest Eppo Botterman en Jacobus Rijsdijk , die veel van zig hebben doen fpreeken. Daarbeneven zijn er in de Mad en elders ook enige Zwitferfche en Raltfifche Mennisten geweest. Ook plagten de zogenaamde Collegiauten er insgelijks hunne godsdienstige famenkomsten te hebben , dog de. verdenking van Soesnianerij is wel eens oorzaak geweest , dat hunne geiiomene vrijheid wat beteugeld is. Ou-  286 KERKGESCHIEDENIS Onder de oude Vlaminger Mennoniten heeft eet'tijds een zeker Uko Walles, wiens aanhangers Uks-vallisten genoemd werdén , in Stad en Lande veele beweging gemaakt. Men zegt, dat hij niet kan vnjgefprokën worden van Dweeperije , en dat hij op het voetfpoor van een Vlaamseh Mennist , Jan Luih genaamd , onder anderen met de oude Gnostijken of Kainitén dit gev -elen heftig beeft gedreven, dat Judas en de Jooden , in bun bedrijf omtrent Christus , zich niet hebben bezondigd. De bewegingen , door zijie wangevoelens Veroorzaakt, deeden de Borgemeesteren en Raad van Groningen in 1Ó37 het beiluit nemen, om hem uit de Stad en derzelver Rechtsgebied te bannen. Daarop zijn verblijf enigen tijd in Oostvriesland gehouden, en aldaar ook veele bewegingen gemaakt hebbende , kocht hij eene woning te Mar fum , alwaar hij leerde, doopte, en opich uddingen maakte. Ue Staaten dezer Provincie daartegen nadrukkelijk voorziende, begaf hij zich in 1644 wederom naar Oostvriesland. Vöorts zegt men, dat hij in 1S51 geflorven, en te Wollendorp begraven is. In die dagen wierden de oude Vlaminger Mennoniten bier doorgaans Ukowa/listen genaamd, in onderfcheidinge van anderen, die toen den naam van Popkes Ge* zsntheid hier droegen Evenwel is 't niet waarfchijnlijk dat alle toen de bijzondere wangevoelens van Uko Walles zijn toegedaan geweest, welke naar dien naam genoemd Wierden, hoewel fommigen door hunne rustverftirende domheid zich daarvan verdagt fchijnen gemaakt te hebban. _ De Socinianen, die van de verdraagzaamheid nier altoos zijn uitgefloten geweest, zogten in de Nederlanden te fchuilen onder de Remonüranten en Doopsgezinden, waardoor deze van Socinianerij verdagt wierden. In Stad en Lande, alwaar de Arminianen of Re*  van STAD en L A N D Ë. aSf Remonflranten nooit ene bijzondere Gemeente of Predikant gehad hebben, hield men een wakend oog op de Mennoniten, die door hunne al te groote Verdraag* zaamhei.l zich verdagt mankten1, dat deze dwalingen bij hen begonden in te kruipen. Daarvandaan , dat de Profesfor Sant. Marezius in 1664 ene /\kademiiche verhandeling in het licht gaf, wa rin hij beweerde , dat de Socinianen heimelijk hegonden te fchuilen onder de echte Mennoniten enz. De zogenaamde Groninger Collegianfen in 1735 ook daarvan verdagt gemaakt zijnde , gaf aanleiding dat dc Hoogleeraar Anton. Diiesfen een gefchrift uitgaf, onder den naam van afbeeldfel van enen Collegiant. Ik zwijge van her geene federt 1740, zo bij cie Theologifche Faculteit der Groninger Academie , als bij de Sijnode dezer Provincie, is voorgevallen omtrent Joh. Stinstra, Leeraar der Doopsgezinden te Dadingen. Wat eindelijk de Roomschgezinden in Stad en Lande betreft ; deze hebben, zelfs gedurende den oorlog tegen de Spanjaarden , hier ene o ghtikende verdraagzaamheid ondervonden. Nochians hield men een wakend oog op hunne geheime bijeenk"misten , op dat daar uit geen nadeel v or Land cn Kerke mogte voortfpruiten. Niettegenftaande de ftretige Plakkaten der Aleemeene Staaten tegen de Jezuiten, Monniken* en reguliere Priesters, waren er in deze Provincie , die , niet alleen hunne Kinderen, têi fchopl naar de landen van de Spaanfche regeringe en zelfs in Jezuiten olieden zanden, maar ook van elders veel Roomfche Geestlijkbeid bij zich lieten komen , of aan ue zijde van den vijand tegen hun vaderland gingen dienen. Weshalven de Staaten van Stad en Lande, door de Algemeene Staaten hiervan verwittigd , in 1642 den 6 Juüj het befluit namen, dat, tot handhaving van gemelde Plakkaten , op zodanige tegenkantingen en wan-  **8 KERKGESCHIEDENIS v. STAD en LANDE. wanorders hier ook naar behoren zoude gelet worden; Vervolgens', federt de Munsterfche vrede van 1648 hebben de Room/chen dezer Provincie , niettegenftaande zij bier rustig mogten blijven met onderwerping aan de bevelen der Overheden, nochtans hunne vrijheid wel eens misbruikt. Weshalven de Staaten van dit Gewest daartegen Plakkaten hebben uitgegeven in 1658 , 1682, en 1731. Voor het overige is bet getal der Roomfchen hier zo groot niet, als wel in andere Ncderlamlfche Gewesten, hoewel zij in de Stad, als mede hier en daar te Lande, hunne Kerkhuizen en Pastoren hebben. SCHETS  SCHETS van den SCHOOL-STAAT i n §TAï> en t   S C II E T S VAN DEN SCHOOL-STAAT I N STAD. LANDE. L Onder het Pausdom. Tl $• i. J-^-it in de duistere tijden van het Pausdom de lust tot geleerdheid in dit Gewest niet ganfchelijk uit•gebannen zij geweest, is daaruit af te neemen, ver» mits men, ter bevordering van de taaien en andere wetenfcbnppeu, er al vroeg Kiveekfchoolen beeft gehad, 'ie Westeremden in de Ommelanden, zegt men, dat in de 13de eeuw ene School ter bevordering der .wetenfchappen zij geweest, waarover de eerste Witte» wierumer Abt Emo, die een Chronijk van 1203 — 1237 heeft gefchreven, het opzicht had: waarbij de derde Kloostervoogd Menco, do'.  è04 SCHETS van den SCHOOL-STAAT „ den worden. Wat zal ik zeggen van den nooit ge„ noeg geroemden Pater of Abt Henricus Rizeus ? >? Hoe grote vrienden zijn mij geweest, daar ik „ anderzints niets ben , Amoldus Grijp , Bernardus 5, van Doesborg, die naderhand Abt is geweest, Hen- ricus van Edam, die veel geleerder was dan men „ geloovde , Rudolf Hillebrand Bolens, dien zijne me» „ nigvuldige bezigheden hebben verhinderd, dat hij „ niet de geleerdfte van allen was." Eehalven deze genoemden vind men nog veele ande. re gemeenzame vrienden van Wesfel Gansfort vermeld, welke toen zich hier in zijn licht hebben verblijd. Waaronder geweest is Gozewijn van Halen, die Klerk of Schrijver van hem was, van wien aanftonds nader; Hermannus Torrentius, een Zwollenaar van geboorte , die de fcholieren in de 5de Clasfis te Groningen onderwees; Jobannes Agricola Rudolfs broeder, daarna Raad bij de Gravin Teda en Graaf Edzard van OostVriesland; Jobannes van Groningen, die vervolgens onder de eerste Gereformeerde Predikanten van Oostvriesland geweest is; Andreas Munterus, en meer anderen. §. 4. Onder den Gelderfchen Hertog KAREL vai* EGMOND , bij de opkomst der Reformatie in Duitschland en Zwitfcrland, wierden de gemeenzame vrienden van Wesjel Gansfort en Rud. Agricola hier ook aangezet, om de Letter-oefeningen te helpen bevorderen, ter befehaming van veele Monniken , die zeer gebeten waren op de uitgegevene fchriften van Erasmus en andere Geleerden. Onder deze voorltanders der geleerdheid is geweest Willem Frederiks, Pastor van St. Martens Kerk te Groningen , alwaar hij in 1527 is geflorven Hoe ernstig deze man eens ftilzwijgen had opgelegd aan 2 Dominikaner Monniken, toen zij, aan zijne tafel eetende, tegen Erasmus hunne gal en bit- tsï;«  in STAD en LANDE. 595 terheid hadden uitgebraakt, kan men vernemen uiteen brief", door den laatstgenoemden aan den eerstgemelden ih 1521 uit l euven gefchrevcn. Onder anderen had deez' Groninger Pastor, niet alleen eene Bibliotheek in de ftads Kerke-kamer opgericht, maar ook de Boekerij van het Fraterbuis met een aanzienlijk gefehenk verrijkt. Daar vond men nu de werken van Origenes, Cbrijfosthomus, Cijprianus , Ambrozius, Augustinus, Hieronijmus , en anderen. Gelijk Erasmus hem daarover prees, dus werd hij ook in een naamloos gefchrift, de Klaagliedeten van Petrus genaamd, zeer geroemd en tevens bij Augustinus vergeleken. Daarin werd hij ook aangezet, om , ter bevordering van de goede wetenfchappen , 3 geleerde Mannen te Groningen als medehelpers te gebruiken : naamlijk , Gozewijn van Halen » Gelmarus Canter , en Hieronijmus Verrutius ; waarvan de eerste werd vergeleken bij Gregorius , de tweede bij Ambrozius, en de derde bij Hieronijmus» Gozewijn van Halen, die tot aan 1530 Opziener van het Fraterbuis was te Groningen, werd in het gemalde gefchrift geroemd als een oprecht man , in allerlei geleerdheid ervaren, en tevens vroom, zedig, openhartig, achtbaar en befcheiden. Weinige Kloosters, gelijk daar getuigd word, werden er gevonden, alwaar de kloosterlingen in allerlei konsten en wetenfchappen zo geleerd waren, als in het genoemde Fraterbuis. De vermaarde Melancbton en de grote Erasptus preezen hem als een deftig oud man, zo wegens zijne geleerdheid, as 0111 zijn vroom en achtbaar leven. Onder zijne leerlingen zijn geweest Regnier Pr&dinius en Albertus Haideuberg, die enigen tijd het zelvde vertrek en bedde in het Fratethuis met elkan. der gemeen gehad hebben, f'oe zeer de Letter-ocfejpingen dien man ter harte gingen , kan men afnemen $M ïjjnen bfiei aan den iaatstgeuwiuea , te Adewert T4 ia  s96 SCHETS van den SCHOOL-STAAT in de fcboole zig ophoudende , in 1528 gefchreven en te vinden in de levensbefchrijvinge van IV. Gansfort. . Gelmarus of Jelmer Canter, word in het meergemelde gefchrift zeer geroemd, en de vermaarde Emmius befclirijvt hem , dan eens als een Man van grote geleerdheid eh voorzichtigheid, dan eens als den geleerdfleri en weifprekendften van zijne land- en tijdgenoten, Ooi: noemd hij hem Secretaris en Raadsheer der ftad, dien de Groningers tot verfcheide gezantfehappen meermalen gebruikt hebben. ' Hieronijmus Verrutius , toen nog jong van jaaren , \yerd nochtans geroemd als ter bevorderinge der taaien en wetenfchappen opwasfende. Men zegt dat hij, te Leuven geftudeerd hebbende, en te Berrij in Vranklijk tot het Meesterfchap in de Rechten bevorderd zijnde , vervolgens de vermaardfte Hogelcho den van Duitscbland , Vrankrijk , en Italië bezogt hebbe. Ook word verhaald , dat hij zelfs te Parijs voorgelezen, en er een Rechtsgeleerd Woordenboek heeft uitge= geven. §. 5. Omtrent het midden van de 16de eeuw, onder Keizer KAREL V, zijn de Letter-oefeningen in Stad en Lande insgelijks bevorderd. Te Groningen was in die dagen de beroemde en geleerde Rector der Latijnfchè fchoolen , Regnier Pradinius, een Winfumer van geboorte, die in zijne eerste jeugd in het fraterbuis eenigen tijd met slib. Hardenberg heeft doorgebragt, onder hét opzicht en onderwijs van den voortreffelijk en Gozewijn van Halen. Vervolgens beeft bij met den gemelden medeïeerhi g zijne ftudien te Leuven voortgezet', en den loop daarvan geëindigd hebbende, keerde '-bij weder naar zijn Vaderland. 1 lier wèïden hem deze en gene. Staats- simpten aangeboden i maar hij vvues dit edelmoedig van de hand , zijnde meer  in STAD en LANDE. 297 meer genegen tot het onderwijs der jeugd in de Schooien. Gelijk allerlei wetenfchappen enen voortreffelijken leermeester aan hem hadden, dus werden ook veele daardoor uitgelokt om hem te hooren, uit Oost- en Westvriesland, Westfaalen , Overijsfel, Gelderland, Brabant, Vlaandeien, en ook, gelijk gezegd word, uit Duitschland en andere landfchappen. Inzonderheid zijn in deze Provincie en elders uit zijne leerfchoole veele voortreffelijke mannen voortgekomen , welke naderhand onder de Regenten en Edelen, onder de Leeraars in Kerken en schooien, een plaats en naam gehad , en ter bevor ering der waarheid en geleerdheid veel hebben toegcbragt. Zijne aanmerkingen over de taaien , wetenfchappen , en enige oude Schrijveren , zijn door hem op liet vuur geworpen ; dog zijne Godsgeleerde werken heeft hij alleen aan de nakomelingschap nagelaten. Eindelijk is hij gellorven in 1559. Onder de Monniken van het klooster te Adewert was in dien tijd Albertus Rizaus Hardenberg, een vriend en tijdgenoot van evengemeldeu Regnier Prcsdinius. Met wien hij, niet alleen te Groningen in het Fraterbuis opgevoed was , maar ook vervolgens op kosten van het Adevverder klooster , na dat hij 'er enigen tijd onderweezen was, de Letter-oefeningen te Leuven heeft voorgezet. Daar kreeg hij allereerst kennis aan jobannes a Lasko, die er zig enigen tijd ophield, om, volgens de gewoonte der Poolfche Edellieden , kennis en vriendfehap te maken met geleerde mannen. Sedert 1539 — 1543 heelt hij ng in het klooster te Ade-wert opgehouden. Zijne geleerdheid , vooitreffelijke hoedanigheden, en godvruchtig gedrag maakten hem geacht en bemind bij den braven Abt Jan Reekamp, die geprezen word als een geacht man en begunstiger van geleerdheid. Zelfs a Lasko. in 1540 aan hem een brief zendende, liet zig daarover dus naT 5 ren:  a?S SCHETS van den SCHOOL - STAAT ren: Ik wenscbte wel, dat in alle kloosters zulke Ah», ten waren, die zo veel zorg droegen voor het onderwijs der jeugd , gelijk uwe of liever onze Abt nu door ts doet enz. Voorts toonde de Keizer zig niet ongenegen, om bijzondere verdiensten der Inboorlingen dezer Provincie meer of min te bekroonen. Lambertus Canter, een Groninger van geboorte, te Odeurs in Vrankrijk tot Meester in de Rechten bevorderd, en daarop in zijn Vaderland wedergekeerd, werd om de verdiensten van zijnen vader door den Keizer tot Raadsheer te < trecht aangefteld, alwaar hij in 1553 is geftorven, wiens zoonen Wilhelmus en Theodorus er ook onder de Geleerden enen naam hebben gekregen. Ilugo Heltilius of Helt, insgelijks een Groninger van geboorte, te Leuven (kuierende in 1542, en in dc belegeringe der ftad de Burgers benevens de Studenten tegen den vijand met enen gelukkigen uitflag in 't harnas gejaagd hebbende, is daarom door den Keizer tot den Adelltand verheven. Voorts zegt men dat hij te Salamanca in Spanje oud geworden en geftorven is, en dat hij er enige fchriften heeft uitgegeven, waaruit zijne bedrevenheid, zo in de Latijnfchè en Grieklche talen, als in de wetenfchappen , zoude konnen afgenomen worden. §. 6. De Koning van Spanje , PHILIPS II , in 1555 Heer der Nederlanden geworden zijnde, zijn de Letter-oefeningen tot aan 1567 hier ook, gelijk voorheen, door de Schooien in dit Gewest bevorderd, üe Refters plaatfe der Latijnfchè Sfchoole te Groningen in 1559 door de dood van R. Prcedinius opengevallen zijnde, werd Gerard van Lopperfum tot deszelfs opvolger aangefteld Dog, wegens zijne Item en bewegingen of om andere redenen bij de iehooljeugd ver.. achS  in STAD en LANDE. 299 acht en befpot wordende, heeft hij na verloop van een jaar zijn ontflag verzogt en bekomen, zijnde vervolgens Schoolbeltierer te Maastricht geweeft. Op dezen is gevolgd Doctor Niklaas Sasfcbers, die geroemd word als een zeer geleerd en welfprekend man, gelijk hij ook waarfchijnlijk een belijder van het zuivere Euangeiie is geweest, vermits hij met zijne amptgenotenwegens de woede der Spanjaarden in 1567 van hier naar Oostvriesland is gevlucht. Daar hij te Norden enigen tijd het Rectors-ampt heeft waargenomen , enonder anderen Ubho Emmius onder zijne leerlingen heeft gehad, tot dat hij naar de Hogetchoolvan 'Marpurg is beroepen. Onder dc Leerlingen , die te Gro* vingen de beginfelen der Letter-oefeningcn hadden afgedaan, waren er ook in deze dagen, die naar de buitenlandfclie Hogefchoolen van het Protestantendom zig begaven. Daaronder vind men vermeld, niet alleen Menzo Alting en anderen, maar ook Everhard en Frederik Coenders, benevens hunnen Neef Berent Coenders, gelijk ook jan de Mepjche de jongere, HU. lebrand Rolteman, Mello Froma , Nik/aas Cater, Rembertus jtenfema , en anderen uit de Adelijke en aanzienlijke geflachten dezer Landftreeke. Na- dat de Koning van Spanje , eerst door den Stadhouder Graaf van Arenberg in 1567, en daarna door den Hertog van Alba in 1568 , dit Gewest ook zogt te overweldigen, is buiten twijfel de School-flaat hier in groot verval gekomen, 't Welk onder anderen is af te nemen uit de klagte der Nederlandfche vluchtelingen , in zeker verzoekfehrift van 1570 , alwaar zij zeggen. „ Ja, zelfs de Hertog van Alba ontziet „ zig niet in een onlangs uitgekomen Edict, om alle „ Studenten van Neêrland, welke naar buitenlandfclie „ Academiën, de Roomfche Hogefchoolen alleen uitS3 gezonderd, zijn vertrokken, benevens alle Jongelin- 5- gen,  Soo SCHETS van dk,n SCHOOL-STAAT g-ff», die, om enig handwerk of konstwerk te lee-. „ ren, zig naar elders hebben begeven, te rug te. „ trekken onder bedreiging van eene alroosdurende „ baiimgfehap en verbeurtverklaringe van hunne goe„ deren. Zo dat hij de ongelukkige Jongelingen „ s, die, om kennis der taaien en wijsheid te verkrij„ gen, buiten Lands zijn vertrokken, alle vrucht van „ hunnen arbeid in de Letter-oefeningen ontneemd, ,, en hen voorts onbruikbaar maakt tot het verkrijgen „ van ampten in het Gemenebest enz," §. 7. Door het vrede-verdrag van Gent en Unie. van Utrecht in 1576 en 1579 , wanneer de Vluchtelingen in het Vaderland wederkeerden, opende zich hier wel eene deur van hoope tot heröelliug van den vervallenen Schóól-Haat. Dog niet lang daarna in 1580, werd men daarin te leur gefield door den trouwlozen, afval des Graven van Rennenberg, zo dat veele , na, - eene korte vreugde , andermaal het Vaderland verlie-, ten om elders eene veilige fchuilplaats te zoeken». Waaromtrent Doede van Amziveer, die uit Appingedam, naar Oostvriesland was gevlucht, elders in zijne uitgegevene fchriften aldus klaagde. „ De Kerken zijn ver, , woest , de Schooien zijn verwoest, de, Politie is ganV fchelijk verdorven, de menfchen zijn verdorven >, onze oude uitgewekene Patriotten en Geloofsgenoten '', zijn meest alle weggerukt. Ik fchrijf dit niet zonder 'l traanen. Wat lust en vreugde zullen wij langst le„ venden toch konnen hebben, als wij in onze Va^ „ derland komen?" Laten we derhalven overgaan 9 tot het overwegen van den School'ftaat. II. St-  in STAD en LANDE. Iï. Sedert de R,eductie dezer Provincie, $. 8. Na dat de Provincie van Stad en Lande in 1594 met het Bondgenootschap der Verenigde Nederlanden was herenigd geworden , kreeg ook de School' 'ftaat er van tijd tot tijd eene andere gedaante. Want, gelijk men bij deze gelukkige verandering van zaken den Hervormden Godsdienst in plaatfe van net Pausdom hier overal zogt intevoercn , dus vergat men ook niet , de vefballenè Schooien met zodanige Leermeesters te voorzien , welke dien godsdienst waren toegedaan ; hoewel over dezelve, inzonderheid die te Lande waren aangefteld , dikwijls klagten wierden in* gebragt- Ziet het Voorbericht §. 83. In latere dagen , bijzonder federt de Nationale Sijnode van Dordrecht , heeft men ook zorg gedragen i dat de Schooien hier van tijd tot tijd vermeerderd, onder opzicht gefield, en doorgaans met bekwaame Schoolmeesters voorzien wierden , onder welke geweest zijn, die door hunne uitgegevene fchriften blijken daarvan hebben gegeven. Het befluit van de Heeren Staaten dezer Provincie, omtrent het viziteren der Schooien, den 14 December 1672 genomen, is in het vorige Hoofdfluk §. 19. reeds vérmeid. Te Groningen, alwaar omtrent den Schooldienst ook in de Weeshuizen fteeds behoorlijke zorg is gedragen, zijn lèdert enige jaaren tevens Diaconie • Schooien opgericht, en geilek! onder het opzicht van enige Kerkeraads Leden. In de Ommelanden, het Gorecbt, en beide Oldampten, alwaar de openbare Voorzangers doorgaans Scimolmeesers zijn, is het School - weezen ook geenfmts verwaarloosd. §. 9. Daarbeneven is men, niet lang na de Reductie dezer Provincie, ook op middelen bedagt geweest, om  goa SCHETS van den 5CH00L-STAAT om de Latijnfchè Schooien hier te herllellen en hervor» men, onder het opzicht van Scholarchen; in wier tegenwoordigheid de Examens , en ook doorgaans de Promotien nevens de uitdelingen der Prasmia, nu openlijk verricht worden tweemaal 's jaars. Te Groningen lieten Borgemeestcren en Raad, in plaats van de oude, waarvan het Provincie-huis is gemaakt , nu eene nieuwe Latijnfchè School in het Franciskaner Klooster vervaardigen. Waarover het opzicht en bezorging aan 2 Heeren van den Raad, 1 uit de Borgemeestcren, en 1 uit de Raadsheeren werd aan* bevolen. Dezelve beilond uit 7 Clasfen, terwijl ook een merkelijk getal Leerlingen in het zogenoemde Fraterhuis eertijds onderhouden, en tevens door enen bijzonderen Leermeester onderwezen wierden. Dog in 1767 is deze School tot 5 Clasfen bepaald , bij welke gelegenheid ook nieuwe School-wet ten door de Stads Regenten gemaakt en uitgegeven zijn. Onder de Ree* toren dezer School vind men vermeld, Uhho Emmius die in Oostvriesland Rector te Norden en daarna te Lehr was geweest, vervolgens Joach. Borgefius, Uptnejer , Mobacb , Jac. Borgefius , Greven , Buning, Strucbtmeijer enz. Onder de Conrectoren , Ger. Buning , Walraven, Gtrlacbius , Speekman , I/aijman , ■Heemflerbuis, Wakker, Merkelbacb enz. Onder de Prteceptoren, Arnoldi, lfinck, Munting, Peerlkamp vader en zoon, Becberer, Riedel, en anderen mij onbekend, i Ook zogt men te iippingedam de oude Latijnfchè School te herllellen, ten welke einde de Predikant Hent\ ■Houbingius er ft Reet >r werd beroepen; na wiens vertrek in 1597 deze beótfeuing voor eren korten tijd is waargenomen door Job. Belida , daarna door Job. Sas* pe uit Pomeren, vervolgens door Regnier Wolf, tot dat eindelijk er 3 Clasfen zijn aangelteld. Waarvan Rectoren zijn geweest; Jac. kknmngius, die in 1619 voor  in STAD en LANDE. 503 yoor het beroep als Rector te Deventer bedankte, dog in 1625 dat van Embden opvolgde; Satik Snetlage^ Antonius Peritonitis, vader van den beroemden Jac. Perizonius, is daarna Profesfor in den Ham en einde* lijk te Deventer geworden; Jacobus Borgefius. daarna Rector te Groningen; Henricus M.artinetz; voorts fe. dert 1685, wanneer het Rectoraat hier met de eene Predikants plaats is verenigd, Ippius, Adami, Harken* roth, Wieringa, Kleijn , Appelius, Bru-berus vader en zoon. Onder de Courecrorer. zijn er geweest, Reuter , Olingius , Nico/ai , Beckering , Idema , Check, Schiphorst, Spandavi, Peet/kemp; en cnder de Pra:ceptorén-, Tbcodoricus , Lamberti, Wigboldi, Mejers, Wsardi, Idema, Brands, Groot buis, Idema Petrus kleinzoon. §. 10. Omtrent de Academie of Hogefchool, ten tijde van de wapenfchorling met de Spanjaarden, door 's Lands Staaten hier opgericht, had ik hierop het een en ander beknoptelijk voorgedragen en ter drukpers overgegeven , met bijvoeging van ene meer of min uitgebreide Naamlijst der Hoogleeraars federt 1614 tot 1792. Maar ziet, twee voorname Mannen in onzen burger- en kerkftaat hebben, uit hoofde van ene bijzondere betrekking op deze Hogefchool , de moeite gelieven te nemen, om, tot betere uitvoering van het ondernomene werk, uit echte bronnen mij met enige aantekeningen te veieeren. Weshalven ik, daardoor te meer aangemoedigd , ook te rade ben geworden, om, met verandering van het vorige plan, vervolgens nopens 'sLauds Hogefchool erige bijzonderheden afzonderlijk voortedragen. Heeft voorheen de Prof Sant. Marezius elders in zijne fchriften aangeraden, dat in de Verenigde Nederlanden aileen ene Nationale Hogefchool opgericht, of ten minsten dat de Academiën van  304 SCHETS van dfn SCHOOL - STAAT enz5. van Franeker en Groningen tot één famengevoegd wierden. Nochtans is het 'er zo ver vandaan , dat aart dezen raad gehoor is gegeven, dat veel eer integendeel 's bands Hoge Machten onder anderen van tijd tot tijd hebben zorg gedragen, om deze Academie als haar voedrterling te koesteren , vermeerderen en vergroten. ÊNI-  ENIGE BIJZONDERHEDEN VAN 's L A N D S HOGESCHOOL. v   ENIGE Bijzonderheden VAN 's l a n d s HOGESCHOOL. I. OPKOMST en VOORTGANG. $. i. TSTauwlijks was in 1609 de wapen -UilMand met de Spanjaarden getroffen , of de Staaten van Stad en Lande waren ook niet lang daarna met allen ernst «p middelen bëdagt, om hier, gelijk voor enige jaaren in Holland en Friesland gefchied was , insgelijks eene Hogefchool op te richten. In 1614 den 21 Februari] namen zij het befluit, dat er ó' Profesfofen, en nog 2 buitengewoone zouden aangebreid worden. Waarop , niet alleen de woningen voor dezelve en een bekwaam gebouw tot de ope. bare lesfen vervaardigd, maar ook Hoogleeraars beroepen zijn. Waarvan de eersre deze 6 zijn geweest ; Hermannus Ravensperger in de Godgeleerdheid , Korneïïs Pijnakker in de Réchten, Niklaas Mulerius in de Geneeskunde en Wiskonst, Ub*> bo Emmius in de Griekfche taal en Gefchiedenisfen , Jobannes Epinus Huninga in de Zedekunde en buitenV 2 ge«  So8 B IJ ZONDERHEDEN gewoon in de Rechten , Wilhelmus Makdowe! in de Hedeneer- Natuur en Óvernatuurkunde. (*) De pieclnige Inwij'ing van deze nieuwe Hogefchool, na dat er vooraf uit 'naam der Staaten een Programma was uitgegeven, is den 23 Augustus 1614 op de volgende wijze gefchied. l^trst werd in de Groote Kerk, door den Rads Predikant Amoldus Martini, eene predikatie gedaan. Waarop de 8 Heeren Gecommitteerden, nevens de Gedeputeerde Staaten, de beroepene Hoogleraars in een der Academie vertrekken hebben ingeleid. Alwaar de Sijndicus Pancras eene redevoering heeft gedaan , over de Hogefchoolen in 't gemeen , en deze nieuwe Hogefchool in 't bijzonder, 't Welk door den Profesfor Ravensperger met eene redevoering is beantwoord, gelijk ook de 2 volgende dagen is gedaan door de Hoogleeraars Huninga en Makdovjel. Vervolgens is Uhho Emmius, die tot oprichting van deze Hogefchool veel had toegebragt, en ook eerst voor de andere beroepen was , tot eersten Rector Magnificus aangefteld. Niet lang daarna heeft Ravensperger, niet alleen openbare lesfen gehouden , maar ook openlijk laten disputeren, gelijk de andere Profesforen insgelijks voor en na hun aanbevolen werk hebben begonnen. §. 2. In Februarij 1615 hebben de Staaten dezer Provincie de gemelde handelingen omtrent de nieuwe Academie goedgekeurd, en tevens verfcheide befluiten tot derzelver welzijn genomen. Toen is er belielling ge- (*) Op de voorgevel van het Academie- Gebonw heeft men onder anderen uit Ps. 119 : 105. deze woorden doen Hellen : Verbum Domini lucerna pedibns noitrh ; en op den Academifchcn Schepter , Aoademia bujtis coeptte Anno 1614 August! die 13 Sceptrum toe factum , curante Vbbone Rmmio Mngnifico Rcctore Primo. Over het eerstgenoemde Opfchrift, gelijk ook over den Scliepter , heeft Prof. Jcc. Alting in 1646 en 1668 Oratieu gedaanVid. cjus Oper. T. 5- Hept. Orat. 289 -292. a?5. 266.  van 's LANDS HOGESCHOOL. joo- gemaakt omtrent de aanftelling van 4 Curatoren, de oprichting van eene Burfe voor enige Studenten, van eene Snij-kamer en Bibliotheek in de Franciskaner of Broerkerk , gelijk ook omtrent den Pedel, AcademieDrukker , Schepter , en het Zegel. Inzonderheid is toen het Outvjerp van Wetten dezer Hogefchool ook goedgekeurd, 't welk vervolgens den 6 Maart in eene bijeenkomst der Curatoren en Profesforen is voorgelezen, gelijk ook den 9 dier maand in de '! heologifche Gehoorplaats aan de Studenten is gefchied. Waarop de Profesforen 's anderen daags in hun Raadkamer Ravensperger en Pijnakker tot Adfesforen van den Rector Magnificus, en Huninga tot Secretaris, gedurende het Academifcbe jaar hebben aangelteld. Eu , volgen? belluit van den Academifchen Raad, hebben de Mudenten den 13 Maart en volgende dagen hunne naamen bij den Rector Magnificus in den R_aadkamer aangetekend. De naamen der 4 eerste Curatoren , in 1615 aangefteld, zullen in 't vervolg vermeld worden. Voorts hebben de Staaten in dit jaar bij de aangebreide Hoogleeraars ook nog beroepen Franc. Gomarus, die nochtans eerst 3 jaaren daarna hier is gekomen. Den 13 November dezes jaars, onder het Rectoraat van Profesfor Ravensperger, werd Ilugo van Nijeveen hier het eerst tot Meester in de Rechten bevorderd, §, 3. Het getal der Studenten dezer Academie , hoewel het dikwijls wisfelvallig is geweest, is nochtans in de vorige eeuw van tijd tot tijd merkelijk aangegroeid, bijzonder nadat veele leerlingen uit Duirschland herwaards de toevlucht namen. Daarvandaan , dat de zogenaamde Burfe , welke bij de oprichting dezer Hogefchool tot onderhoud van 40 Studenten was gefchikt, daarna in 1628 door de Staaten dezer Provincie tot het getal van 60 bepaald en vermeerderd is* V 3 Ver-  3io B IJ ZONDERHEDEN Vervolgens hebben verfcheide Studenten der Franfcbe Vluchtelingen , federt 1687 , in plaats van de Burfe jaarlijks ieder 120 guldens bekomen. Intusfchen is, om zo te fpreeken, deeze zetel van Jvlinerva wel eens in eene woning van Mars veranderd. Want, gelijk men in 1659, toen de Vorst van Anhalt met de Prinfesfe van Oranje hier met veele ftaatfie trouwde, de Studenten ter opluisteringe van dit vreugde-feest voor de eerstemaal in de wapenen zag, dus is deze kortswijl vervolgens ook ernst geworden. Dit is gefchied in 1665, wanneer zij, toen een groot gedeelte der ftads krijgsbezettinge uittrok , om zig tegen den inval der Munsterfche krijgsbenden te verzetten, zig insgelijks ter verdediging aangegord , en de Academie in eene wachtplaats veranderd hebben. Inzonderheid is dit gebeurt in 1672, wanneer de belegerde ftad Groningen, onder anderen ook is verdedigd door eene compagnie van 150 Studenten. Over welke gefield waren, Wicher Wichers als Kapitein, Rutger ten Berge als Lieutenant, en Scato Gockinga als Vaandrig. Waarna de Profesfor Job. Men fin ga eene fterlijke Oratie deed over de belegering en verlosling der Stad, terwijl de Curatoren dezer Hogefchool een Gedenkpenning lieten flaan en uitdeden aan de Studenten, ter gedachtenisfe van hunne betoonde dapperheid. §• 4. Voorts is er ook behoorlijke zorg gedragen voor de oprichting en vermeerdering van de openbare Bibliotheek in de Academie-Kerk, en vervolgens bepaald , dat dezelve tweemaal in de week ten openbaar gebruik zoude openftaan Derwaards is in 1622 de Stads Bibliotheek van St. Martens-Kerk, onder zekere v iorwaarden overgebragt, gelijk ze vervolgens, door de zorg der Opzieners , en door de gefcheuken der Heeren Staaten en anderen, merkelijk vermeerderd is, volgens cte Catalogen in 1669, 1722, en 1758 uitgekomen.  van 's LANDS HOGESCHOOL, sit men. Over welke Boekerije het opzigt is aanbevolen geweest aan de Hoogleeraars , Nic. Mulerius, Henr. Jlting, Tob. Andrece, Ad. M. Iftnck , Micb. Ros/at, Leou. Qjferbqus. en Nic. IVilb. Scbroeder. Daarenboven zijn er, behalven de Profesforen, zom* wijlen ook Lectors in deeze 'Hogefchool aangefteld. Onder welke geweest zijn , Herm. Deuzing , Ant. zoon, Micb. Ros/ai, Tvo Gaukes, Ar IFiardi , N* Stenbuis, Fred. Ad. Widder, en Pet. Driesfen. Waarvan de twee laatstgenoemden, gelijk ook M. Rosfal, eerst tot buitengewoone en daarna tot gewoone Hoogleeraars zijn bevorderd. II. CURATOREN of BEZORGERS. §. 5. Ter bevordering van het oprichten dezer Hogefchool zijn, door de Heeren Staaten , in 't eerst jaarlijks 8 Gecommitteerden uit het midden der Staatsvergadering aangelteld. Naamlijk: 1612. Wegens de Stad : de Borgemeester Joachim. Alting , Egb. zoon en neef van den Embder Pred. Menzo Alting; de Raadsheeren Eggerik Eggaus PhBorgemeesteren» Scato Gockinga. 1758. Antoon Adriaan van Iddekinge, Raadsheer en daarna Borgemr., in plaats van zijn vader jP. R. van Iddekinge. 1759. Hindrik van Sijfen, Borgemr., in plaats van J. de Hrezvs. Reneke Buscb de Marees, Borgemr., in plaats Van S. Gockinga. 1763. kV. Wolthers, Raadshr., in plaats van R. B. de Marees. V 5 1768.  r 314 BIJZONDERHEDEN 1768. Cornelis Tjasfens, Borgemr., in plaats van W. Woltbers. . 1784. Tjaart van Bercbuh, Borgemr., in plaats van C. Tjasfens. J789. Hindrik Ludolf' Wicbers, Raadshr., in plaats van A. A. van Iddekinge. Justus Datho Quintus , Borgemr., in plaats van Tj. van Bercbuis. Wegens de OMMELANDEN. 1749. Gerard Alberda, Heer van Dijksterhuis. Jan Piccardt, Heer van Slochteren. E. R. Alberda , Heer van Bloemersma. 1754. Lambert Scotto Rengers, Heer van Farmfum, in plaats van J. Piccardt van Slochteren. 1775. Willem Alberda , Heer van Renfema , iu plaats van zijn broeder E. R. Alberda van Bloemersma. 1779. Onno Reint Alberda, Heer van Ekenitein, in plaats van L. S. Rengers van Farmfum. 1784. R- J' Levie, van Middelitum , in plaats van G. A. Alberda van Dijksterhuis. 1786. S. L. Alberda, Heer van Bijma, in plaats van W. Alberda van Renfema. III. PROFESSOREN of HOOGLEERAARS. (*) § 9. Dat van het begin af aan 'er voor het onderwijs in de GODGELEERDHEID zorg zij gedragen, daar (*) Het gettü van deze Prof. is niet altoos even groot, maar nr.ar tijds gclegenhid wUftivatlig geweekt , hoewel federt 1749 omtrent verandering is gemaakt. In 1718 , volgens de Kromjll van Gron. cn Ommcl., zijn ze ailerccrtt bii zekere plechtigheid met hunne nieuws bckomene To£aüs of Tabbaards openlijk verv fchcenen. - J  van 's LANDS HOGESCHOOL. 51$. daarvan kan de volgende Lijst van Hoogleeraars ge-' tuigen, welke hier van tijd tot tijd beroepen zijn,; en thans een viermanfchap uitmaken. 1614. Hermannus Ravensperger, uit Nasfau-Siegen afkomstig, eerst te Herborn, en daarna in plaats van Conr. Vorstius te Steinfurt Hoogleeraar, ijverde aldaar zeer tegen de Socinianerij en andere dwalingen , daarom van G. Brand in zijne Historie der Reformatie met ene zwarte kool getekend. Te Groningen tegen H. deGroot fchrijvende , kreeg hij G. J. Fosfus tot enen tegenfehrijver, dog zijn antwoord daarop is door de» Academifchen Senaat verhinderd. Zijn zoon Jacobus. is na 's mans dood, welke in 1625 is voorgevallen, Hoogleeraar in de Philofofie te Utrecht geworden. Fit. Prof. Gron. foh 61, 62. G. J Vosf.i Oper. T. 3. Epist. p 20, J. Revii Daventr. illustr. p. 607. fq. 1615. Franciscus Gomarus , geboren te Brugge in Vlaanderen, is van Predikant in de Nederlandiehe gemeente te Franlfurt tot Hoogleeraar te Leiden bevorderd. Hier federt 1604 onze Kerk-leere tegen zijnen Amptgenoot Jac. Arminius en deszelfs aanhangers getrouw verdedigende , noemde men hem den hamer der Arminiauen, hoewel de partijen hem daarom zeer lelijk hebben afgemaald. In iön zijn ontllag verzogt en bekomen hebbende, is hij te Middelburg Profesfor en Predikant geworden, en in 1614 tot de Academie te Saumeur overgegaan. In 1615 te Groningen tot eersten Hoogleeraar in de Godgeleerdheid cn F'ebreewwfche taal beroepen zijnde, is hij hier niet gekomen voor 16.8; wanneer hij ook is afgevaardigd tot de Nationale Sijnode van Dordrecht, en vervolgens gefield onder het getal der Overzieners van de nieuwe Overzettinge der Boeken van het O. Testament, zijnde geftorven in 1641. Fit. Prof. Gron. fol. 75 — 79. Na het bijwnonen der Nat. Sijnode over het voorwerp der freedestinatie enige Hellingen hebbende laten drukken  3i6 B IJ ZONDERHEDEN ken voor de Studenten, om daarover te disputeren, hebben de Groninger Predik. W. Emmius en P. Kew cbenius dezelve tegen de Leerregels der Dordfche Sijnode ftrijdig geoordeeld, en daarom bij de Curatoren dezer Academie uitgewerkt, dat het disputeren over deze ftoffe wierde opgehouden, gelijk in de Registers dezer Sijnode is aangetekend. En ter gelegenheid van het daarover ontftaane verfchil hebben de H. Staaten dezer Provincie, den 10 en n Junij 1640, aan de Profesforen en Predikanten laten aanzeggen; dat zij, in het jiuk der Religie, zig zouden moeten gedragen naar de bejluiten der Nationale Sijnode van Dordrecht enz. enz. 1Ó26. Henricus Alting, Menzoos zoon, eerst Leermeester van clen jongen Paltzifchen Keurvorst Fre.derik V, daarna te Heidelberg tot Hoogleeraar der Godgeleerdheid bevorderd, is ook van daarin 1618 tot de Nat. Dordfche Sijnode afgevaardigd. Bij de veroveringe dezer Stad in 1622 door de Keizerlijke krijgs. benden, ontkwam hij door een wonderweg het grote levens gevaar, en nam de wijk naar zijne geboorteftad Embden. Daar tot den dienst, zo van die Gemeente als van Frieslands Hogefchool , te vergeefs aangezogt zijnde, is hij te Groningen in 1626 in plaats van Ravensperger Hoogleeraar geworden , en tevens tot Ouderling dezer Gemeente aangefteld. Zijns vaders neef, Joacbimus Alting, een geleerd cn beroemd man, tevens Borgemeester der ftad , was hier in Jt vorige jaar overleden. Voorts bedankte hij in 1633 voor het beroep naar Leiden, bekleedde ook in plaatfe van U. Emmius de post van MedcOverziencr over de nieuwe Overzettinge van het N. Testament en de Apocrijfe boeken. / Eindelijk ftievf deez' beroemde Man in 1644, wiens oudfte zoon Menzo Raadsheer der ftad, en Jacobus hier Hoogleeraar is geworden. Vit. Prof. Gron. fol. 310, 320. Hoqgftratcn Woordenboek. 1643,  van 's LANDS HOGESCHOOL. 317 1643. Samuel Marezius, anders des Maretz , in Vrankrijk uit een aanzienlijk geflachte geboren, was nog geene 20 jaren oud in Piccardijen Predikant ge« worden, alwaar bij niet zonder levens gevaar in gedurigen ftrijd was tegen de Capuzijnen , Dominikaners, en Jezuiten. Vervolgens te Sedan en Maastricht Predikant, en te 'jHertogenbosch ook Profesfor geweest zijnde, is hij te Groningen zijnen leermeester Gomarus in 1Ö43 opgevolgd, en geflorven in 1673. Verg. de Naamlijst der Predik, bl. 20, 21. Vit. Prof. Gron. fol. 134—160. Hoewel hij de Waarheid als een ijverig voorftander met mond en penne tegen de partijen dikwijls heeft verdedigd, nochtans is ook bijkans geen Godgeleerde van zijn. tijd door hem gefpaard. Met den Utrechtfchen Hoogleeraar Gijsb. Voetius heeft hij omtrent 30 jaren lang een hevige penne-flrijd gehad, tot dat de onenigheid tusfehen hem en zijnen amptgenoot Jac. Alting, welke door Hooger-hand is uit den weg geruimd, aanleiding gaf, dat hij met Voetius eindelijk vrede maakte, om gezaamlijk de wapenen op te vatten tegen den Leidfchen Hoogleeraar Job. Coccejus. Voor de uitbersting van dit dreigend onweder, wierd wel de laatstgenoemde door den dood weg gerukt, maar de verenigde vrienden bleven bij de voortzetting van den oorlog tegen allen, die 'sMans voetHappen volgden. Niet lang daarna wierde Neêrlands Kerk , door de Partijf'chappen en Factie-namen van Voetiancn en Coccejanen, als in vuur en vlam gefield; te meer, vermits de evengenoemden ook de handen in een iloegen, om tegen de voorltanders der Philofofie van R. Cartepus zig te verzetten. C. Burmanni Trap erud. p. 284 &c. Hoogdraten Woordenboek. 1645. Mattbias Pafor, Georgü fil., geboren te Herborn, alwaar zijn vader gelijk naderhand te Franeker Profesiór is geweest, te Heidelberg het Hoogleeraarsampt in de Wiskunde bekleed, en na de verovering de-  jt? DIJ ZONDERHEDEN flezer Stad in 1622 niet zonder levens gevaar zig naar' Engeland begeven hebbende, is te Oxtort tot Hoogleeraar der Oostcrfche taaien aangefteld. Eindelijk 1S hij te Groningen tot Profesfor aangefteld, in 1629 in de Zedekunde., in 1635 tevens in de Wiskunde, en in 3645 wegens de beroeping naar Harderwijk in de GodheJeerdbeïd, met aflland van het onderwijs in de Wis» kunde, dog dat van de Zedekunde behoudende, en is geftorven in 1658. Vit. Prof. Gron. fol. 105 fqi Hoogfiraten Woordenboek. 1646. Abdias Widmarius, uit het Graaffchap Lip afkomstig, en Ui 1622 uit de Paltz, alwaar hij in 2 Gemeenten Predikant was geweest, naar de Nederlanden gevlucht, is hier tót den Euangeliedienst bevorderd te Uitgeest. Daar zijnde, is hij door de Noordli ILtndfehe Sijnode , in pHatfe van den overledenen p PJancïus en J. Roldanus, afgevaardigd tot de Mede - Overzieners der ntetuve Overzettinge van de Boeken Vatl het C). Testament.' Daarna Predikant te Gouda geworden zijnde, is bij vandaar-, als Hoogleeraar «k/Godgeleerdbeid en Hebreeuwfehe taal, naar Harderwijk vertr. kken, en eindelijk te Groningen in plaatfe van H. Alting gekomen. Zijne aanllelling tot Ou» derling dezer Gemeente heeft hij aangenomen onder beding, dat hij daardoor niet geacht wierde, als verweezen tot de gemeene orde der Levijten. ' 's Mans dood is vöorgevalkn in 1668. Vit. Prof. Gron. fol. f64 — 198- 1667. Jacobus Alting, Henr. fil., geboren te Heidelberg, is hier in 1643 tot HooLberan.r in de Oosterfebe taaien, in 1647 t^t Academie-Prediker , en in 1667 in plaats van M. Pa lor, op verzoek van Marezius en Widmarius, tot het otv'envijs in de Godgeleerdheid aangefteld. In 1679 is deez' beroemde man geftorven, nalatende ene Weduwe en 3 zomen, onder welke geweest is Gerbardus Alting, die naderhand zijns  van 's LANDS HOGESCHOOL. 319 Sijns vaders uitgegevene werken met een opdragt aan de H. Staaten van Stad en Lande heeft verfiért. Wat aangaat de onenigheid tusfehen Jac Alting en Sam* Marezius, waardoor hier haielijke Partijfehappen en Factie-namen van. Marezianen en Altingianett verwekt wierden. Hoe 'Marezius uit de fchriften van Alting 31 (rellingen verzameld, en hem daarover bij de Cu-»" ratoren der Academie van onrechtzinnigheid befchuU digd heeft, zo dat de laatstgenoemde daartegen zijné verantwoording ook heeft ingebragt; Hoe de gemeldeCuratoren, buiten weten der partijen, de beide fchrifturen ter beoordeling hebben gezonden aan de Theo» lj-gifche Faculteit der Leidfche Academie, met dit gevolg, dat de Leidfche Godgeleerden, waaronder Joh' Coccejus was, onzen Jac Alting aan de toegedichte dwalingen onfchuldig verklaarden, hoewelze in hem de voorzigtigheid omtrent nieuwe uitvindingen , gelijk in Marezius de bezadigtheid en liefde vorderden; H e daarop van Hoger-hand aan beide Partijen het fliizvvij.. gen is opgelegd, en tevens zorg gedragen, dat 'er een einde van dezen gevaarlijken twist gemaakt wierde ; Zulks kan men bij anderen breeder vermeld vinden, in de Registers dezer Sijnode, in 1669 gehouden , vind men van woord tot woord geplaatst het Befluit der H. Staaten van Stad en Lande, den 3a April des genoèmden jaars genomen ; waardoor hét drukken en verbreiden van fchriften over gemelde verfchillen verboden, en tevens aan de Leden der Sijnode het voordellen en beoordelen van deze zaaken in de Kerkvergaderinge ontzegd wierde, onder bedreiginge, dat de Contraventeurs eerstetijk van hare functien gefuspendeert, en vervolgens door de H. Staaten van Stad eri Lande, de zaak zulks vereisfehende, gedechargeert zouden worden. Ook is daarop ingevolge dit Staarsbefluit door de Gecommitteerden der H. Staaten den volgenden 15 Maij iets vastgeileld, zo tot handhavin?. ge  3ae B IJ ZONDERHEDEN ge der Formulieren van enigheid in de leere, als ter bewaiïnge van vrede en enigheid onder de Hoogleeraars dezer Academie. Fit. Prof. Gron. fol. 163. fq. J. Altingii vit. ejus Oper. prern. T. 1. Hoogfiraten Woordenboek. 1680. Jobannes Braunius, uit de Paltz afkomstig, was Predikant der Walfche gemeente te Nijmegen , toen hij in plaats van Jac. Alting te Groningen wierd aangefteld tot Hoogleeraar in de Godgeleerdheid en Oosterfche taaien , zijnde hier geftorven in 1708. Men zegt, dat hij een Wevers zoon zijnde in zijne jonge jaaren ook zelve dit handwerk uit armoede heeft moeten leeren, en ook gedurende enigen tijd werkelijk geoefend heeft; dat hij dus in ftaat was, om in zijn voortreflijk boek de vestitu Sacerdotum Hebrceorum het geheim in 't licht te ftellen, hoe de Rok van den Zaligmaker zonder naat van boven af geheellijk geweven konde zijn. Ulrich over C. Lijden bl. 513 , 514. Hoogftraten Woordenboek. Dat zijn amptgenoot Joh. a Marck , die veel jonger in jaaren en bedieninge was , daarbeneven ook in de Theologie en Philofofie eene andere factie aankleevde, nochtans in rang boven hem werd gefield , verwekte enige verwijdering tusfehen deze beide Hoogleeraars, welke eindelijk uitborst in openbare verfehiilen. Weshalven de H. Staaten van' Stad en Lande den 14 Julij 1684 den Curatoren dezer Academie de zorg hebben aanbevolen, dat geene fteh litigen der Godgeleerdheid, firijdig tegen de vast gefielde Formulieren van enigheid, op deze Academie gedis. puteerd wierden. 1682. Jobannes a Marck, een Fries van geboorte , Was nauwlijks 19 jaren oud in Friesland tot Predikant, en tot Doctor in de Theologie en Philofofie, en niet. lang daarna tot Profesfor in de Godgeleerdheid bevorderd. Vanwaar hij te Groningen in plaats van Marezius tot Hoogleeraar in de Godgeleerdheid en tevens in. de  VAN 's LANDS HOGESCHOOL. §i| de Kerkgefcbiedenisfen , gelijk ook in plaats van Jac. Alting tot Academie- Prediker is aangefteld met bijvoeginge van de eerste plaats in de Theologifche Faculteit ; 't welk hier voorheen ook omtrent Fr. Gomarus gefchied was. Dog deez' beroemde Man is in 1689 i?aar Leiden vertrokken, en aldaar geftorven in 1731 , wiens zoon Jobannes Wilhelmus laatst te Gouda Pre. dikant is geweest. Vriemoet Atben. Frif. p. 544. 1691. Paulus Hul/lus, verfcheide jaren te Middelburg Profesfor en Predikant geweest zijnde, is te. Groningen in plaats van J. a Marck aangefteld tot Hoogleeraar der Godgeleerdheid en Academie-Prediker, overleden iri 1712, volgens de Mengeldichten van Rob. Alberthoma bl. 175, 176. 's Mans verichil in 1699 met den Hoogleeraar Joh. Bemoulli, over de opftandinge van dezelvde menfchelijke lighamen, die geftorven zijn, is naderhand geoordeeld alleen een woorden-ftrijd geweest te zijn. 1691. Jobannes Fredericus Mieg, uit de Paltz afkomstig, is te Heidelbcrg, gelijk naderhand zijn zoon, Profesfor in de Godgeleerdheid geweest ; welke waardigheid hij te Groningen ook heeft bekomen , volgens een brief van hem aan den Groninger Borgemcester' Menzo Alting, dog is niet lang daarna geftorven. Heeft zijne inaugurele Oratie te Groningen gehouden den 15 Junij 1691, en is den naastvolgenden Augustus" den 30 overleden. Gerdes Misc. Gron. T. 3. fase. 1. J>- 5S./7- . 1691. Jacobus Gousfet , uit Frankrijk afkomstige was aldaar voorbeen te Poitiers Predikant geweest; dog , vandaar om de vervofginge naar de Nederlanden gevlucht , heeft hij zig enigen tijd te Dordrecht opgehouden. Vanwaar bij te Groningen wierd beroepen tot Hoogleeraar in de Godgeleerdheid, de Griekfhé taal, en Philofofie, zijnde overleden in 1704. Hoogfiraten Woordenboek. In dien tijd is te Groningen oriW duf  362 B IJ ZONDER HEDEN der de Franfche Predikanten weckelijks eene gezette3 bijeenkomst van 4 of 5 perfoonen gehouden, waarin zij over Wijsgerige , Letterkundige, en Godgeleerde zaaken met elkander redeneerden. Het gevolg daarvan is geweest, dat daaruit eindelijk zijn voortgekomen de zogenaamde Vespera Groningance , te Amllerdam in 1698 gedrukt; van welk werk men zegt, dat de Prof. J. Gousfet dc verzamelaar zij geweest. 1717. Antonius Driesfen , geboren te Sittard in 't Gulikl'cbe , van Predikant te Utrecht in plaats van P. Bulpus te Groningen beroepen tot Hoogleeraar der Godgeleerdheid en Academie-Prediker , was de vader van Jobannes Petrus, Sijndicus der Ommelanden, en van Antonius Driesfen, Hoogleeraar in de Pvechten te Deventer, fchoonvader van de Predik. Huifinga, Alberthoma, Gronau, en den Lector Stenhuis. Het zeggen van Scipio den Afrikaner , naar het verhaal van Cicero: dat hij nooit minder ledig was , dan wanneer bij ledig was , vind men wel eens toegepast op het aaneengefchakelde werk en bezigheid van dezen fchranderen Godgeleerden. Heeft dc Man in zijne fchriften hier en daar melding gemaakt van eenen benauwden ziels -ftrijd, welke hem wel eens veel had te doen gemaakt, zulks heeft hij in 't laatste van zijn leven op eene hooggaande wijze ondervonden , dog is eindelijk daaruit wederom verlost weinige we ken voor zijn dood in 1748. Gerdes Misc. Duisb. T. 1. p. $66. Gron. T. 1. p- 700. T. 1. p. 360. T. 4. p. 130. T. 3«. p. 5[5. 631. Scrin. Aniiq. T. 1. p. 462. A. Driesfen Jefus nascens &c. in Prefat. 1717. Otto Perhrugge , geboren te 's Gravenllage , Proponent zijnde eerst te Pingen en daarna te Groningen , in plaats van J. Braunius , beroepen tot Profesfor der Godgeleerdheid en der Oosterfche taaien , overleden in 1745. 1727. Albertus Foget, geboren te Bremcn, van Pre- di-  Van 's LANDS HOGESCHOOL. 323 jdikant te Heemftecie tot Predikant en Profesfor te Middelburg aangefteld, is vandaar te Groningen beroepeii tot Hoogleeraar der Godgeleerdheid en Academie-Prediker , dog in 1735 vertrokken naar Utrecht en aldaar overleden in 1771. 1728. Cornelius van Velzen, Adriani fil. , te Oudorp in Holland geboren, is Predikant geweest te Ede in Gelderland en daarna te Groningen ; dog is hier in 1728 buitengevvoone, en in 1731 gewoone Hoogleeraar der Godgeleerdheid geworden. En in 1734 voor het Hoogleeraars-ampt te Leiden bedankt hebbende, kreeg hij hier vervolgens ieder maand een predikbeurt in eene der 3 hoofdkerken, zijnde overleden in 1751. \ 1735. Daniël Gerdes, te liremen geboren, fchoonvader van de Profesloren Hollebeek en Manger , was eerst Predikant te Wageningen, en daarna Profesfof te Duisburg. Vervolgens te Groningen in plaats van Voget als Hoogleeraar in de Godgeleerdheid en Academie- Prediker gekomen, ook Ouderling dezer Gemeente geworden, bedankte voor de beroepinge naar Breinen, en in 1752 de post van Academie- Prediker peêrgelegd hebbende ks tot het onderwijs in de Kerkgefchiedenisfen aangefteld , zijnde tevens geweest Lid van de Maatfcbappij der Wetenfchappen te Berlijn en van die der Latijnfchè taaie te Jena, overleden in 1765. Misc. Duisb. T. i.p. 127. fq. Gron. T. i.p. 178. fq. Holleheekit Erasfat-precfix. Gerdefü Specim. Italije Reform.p. 3. fq. 1752. Michael Bertling, geboren te Koevorden , iit 4 Gemeenten van Holland en federt 1736 te Groningen Predikant geweest zijnde, bedankte voor de beroepinge naar Rotterdam, en werd daarop in plaats van van Velzen tot Hoogleeraar der Godgeleerdheid bevorderd , .welke waardigheid hij heeft bekleed tot aan zijn dood in 1772, zijnde deszelfs zoon ook Raadsheer der ftad geweest. 1752' Evjaldus Hollebeek, in Holland geboren, was W 3 i>rf.  S24 B IJ ZONDERHEDEN Predikant te Middelburg, wanneer Kij in plaats van Driesfen te Groningen is aangefteld tot Profesfor in de Godgeleerdheid en Academie - Prediker, dog is tot de Leidfche Hogefchool overgegaan in 1762. 1752. Paulus Chevallier , geboren te Amfterdam , vader van dc Predik. Robertus Alb. en Petrus Chevallier, fchoonvadcr van den Doctor en Advocaat A. P. Driesfen , voorheen Predikant te Rijswijk en Groningen , dog federt 1752 Hoogleeraar der Godgeleerdheid en Academie- Prediker, waarbij na de dood van Gerdes ju 1765 ook is gevoegd het onderwijs in de Kerkelijks Gefchiedenisfen. 1763. Franciscus Ludovicus Cremer , Bern. Sebast. zoon, vader van den Predikant Goswin Cremer , nadat van Predikant te Maastricht Profesfor te Harderwijk was geworden, is in plaats van Hollebeek te Groningen gekomen als Profesfor der Godgeleerdheid en Academie-Prediker , zijnde hier geftorven in 1776'. 1765. Gerardus Kuijpers, Franc, zoon en vader van Christ. Franc, in bet Sticht van Utrecht, Gelderland, en het Oldampt, het Leeraars - ampt bekleed hebbende is te Groningen in plaats van Gerdes tot Hoog. leeraar der Godgeleerdheid en Academie - Prediker bevorderd. 1773. Petrus Abresch, Fred. Lud. zoon, voorheen Predikant te Ingen, Hien en Dodenweerd , Hoorn, en Groningen , is hier in plaats van Bertling aangefteld tot Profesfor in de Godgeleerdheid en Academie-Prediker , waarbij in 17S9, met verhoging van Jaarwedde, is gevoegd het onderwijs in de Exegefts Sacra. 1776. Theodorus Lubbers, lob. zoon, voorheen Predikant, onder anderen, te Groningen federt 1768, en toen vanhier afgevaardigd naar 'sGravenhage in 1772, om mede te werken tot de verbetering der Nederduitfche Rijmpfalmen, is vervolgens in plaats van Cremer hier Profesfor in de Godgeleerdheid en Academie -Prediker geworden. 5- IO'  van 's LANDS HOGESCHOOL. 3*5 $. 10. Dat men hier de zorg voor het onderwijs in de RECHTSGELEERDHEID ook niet verwaarloost hebbe, is af te nemen uit het nevensgaande Register van Hoogleeraars, welke voorheen 3, dog thans 2 in getal zijn. 1614. Kornelis Pijnakker, uit het Hollandfche dorp Pijnakker afkomstig, van Leiden hier beroepen; dog in 1622 en 162Ö, wegens zijne ervarenheid in de ltaliaanfche, Spanfche, en Oosterfche talen, als Gezant van Neerlands Algemeene Staaten naar Algiers en Tunis gezonden; vervolgens enigen tijd te Meppel zig opgehouden hebbende, is eindelijk beroepen tot Profesfor te Franeker en aldaar geftorven in 1644. Vit. Prof. Gron. fol. 63. Vriemoet At ken. Frif. p. 288. fq. 1614. Jobannes Epinus Huninga, te Oostwold in *t Oldampt uit een oud en aanzienlijk geflachte geboren , is hier in de Zedekunde tot gewoon en in de Recbten tot buitengewoon Hoogleeraar aangefteld , zijnde ook de eerste Secretaris dezer Academie en in 1619 Rector Magnificus geweest, dog vervolgens, in 1620 Raadsheer en daarna Borgemeester der Stad geworden zijnde , ook een en andermaal Curator der Academie., Vit. Prof. Gron. fol. 70. Naam!, der Predik, bl. 223. 1619. Nicolaus Langius , Predikants zoon uit Holftein, is te Groningen eerst buitengewoon en in 1633 gewoon Hoogleeraar in de Recbten geworden, overleden in 1643. Vit, Prof. Gron. fol. 82, Iloogfiraten Woordenboek. 1625. Antonius MatthiCits, uit Hesfenland afkomstig, eerst te Pterborn, daarna te Marpurg, en eindelijk te Groningen Hoogleeraar in de Recbten, hier overleden in 1637, wiens 4 zoonen in 4 Academiën insgelijks het Hoogleeraars - ampt bekleed hebben. Vit. Prof, Gron. fol. 85 — 87. Burmanni Traj. crud. p. 213. 1638. Jobannes Steinberg, te Gorlitz in de Lausnitz; geboren, is eerst te Gencve, en daarna te Graningen W 3 ia  0 B IJ ZONDER HEDEN in plaats van A. Matib&us Hoogleeraar geweest, overleden in 1653. Zijn zoon is daarna Theologias Profesfor te Franeker geworden. Vit. Prof. Gron. fol. yi6. fq. Vriemoet l. c. p. 501. 1645- Jobannes Conradus Monaus, te Kreutsnach in de Paltz geboren, is eerst te Rintelèn, en daarna te Groningen in plaats van N. Langius Hoogleeraar geweest , overleden in 1648. Vit. Prof. Gron. fol. Franciscus Junius, Franc, nep., geboren te Embden, te Groningen buitengewoon Hoogleeraar zijnde, koomt voor als Secretaris van den Senaat in 1651 , eu'wierd Stads Sijndicus in 165a, is in 1654 tot gewoon Hoogleeraar bevorderd , tot dat in 1666 Raadsheer der Stad is geworden. Vit. Prof. Gron. fol. 224. 1654. Gerbardus Coccejus , ouder broeder van den vermaarden Lcidfchcn Hoogleeraar Job. Coccejus, was geboren te Bremen , alwaar de aanzienlijke voorouders den naam van Cock hadden. In zijne geboorte-tlad was hij eerst Profesfor in de Recbten, daarna Raadsheer, en toen onder anderen als Gezant dezer Stad bij de Munsterfche en Osnabrugfche vrede-bijeenkomst. Vervolgens te Groningen Hoogleeraar in de genoemde Faculteit geworden zijnde, is hij eindelijk te Bremen geftorven in 1660. Zijn zoon, Hermannus Coccejus ? is Predikant te Bremen geweest. Buiten twijfel zijn van dczelvde familie geweest, de beroemde Rechtsgeleerde Hoogleeraar Hendrik, van Cocceji, en dcszelfs zoon Samuel van Cocceji, Koninglijk Pruisfifche geheime-Raad enz. Vriemoet l. c. p. 318. fq. 1666. Wesfelus Bertling, hier tot Hoogleeraar in de Rechten bevorderd, overleden in 1706. 16Ó7. Gerardus Feitman , eerst Hoogleeraar in de Rechten te Duisburg, volgens Misc. Duisb. T. 1. p«, 50,9 daarna in dezelvde Faculteit te Groningen, wiens wer-  van 's LANDS HOGESCHOOL. 32? werken voor eenige jaaren te Arnhem zijn uitgegeven. 1667. Jacobus Oifelius, heeft hier het Hoogleeraars* ampt in de Recbten bekleed tot aan zijn dood; in 168Ö voorgevallen , volgens J. Altingii Oper. T. 5. P- 346. 1694. Alexander Amoldus Pagenflecher , geboren te Benthem , heeft te Steinfuri^ Duisburg, en Groningen , het Hoogleeraars - ampt in de Recbten bekleed, oveileden in 1716. Hoogftraten Woordenboek. 1717. Petrus de Toullieu, uit Frankrijk afkomstig, is van Lingen Profesfor in de Recbten te Groningen geworden. 1717, Joannes Barbeijrac, uit een aanzienlijk, geleerd , en gereformeerd gedachte in Frankrijk gefproten, volgens Hoogjiratens Woordenboek; wiens vader , aldaar gereformeerd Predikant , en wegens dc vernietiging van het Edict van Nantes vandaar gevlucht was naar Laufanne in Zwitferland, alwaar deez' zoon tot Hoogleeraar in de Rechten en Gefcbiedenisfen bevorderd wierde. Vervolgens te Groningen beroepen, heeft hij hier het Hoogleeraars - ampt, bijzonder in het Natuurrecht , met lof bekleed cn zijn naam in de geleerde wereld beroemd gemaakt, zijnde overleden in 1744. 1727. Amoldus Rotgers, een inboorling dezer Provincie , heeft hier het Hoogleeraars-ampt in de Rechten bekleed tot aan zijn dood in 175a. 1736. Jacobus Rek, te Keulen geboren, heeft inden Ham en Duisburg, dog laatst te Groningen het Hoogleeraars-ampt in de Rechten bekleed, waarbij in 1752 is gevoegd het onderwijs in het Recht der Natuur en der Nederlanden , zijnde overleden in 1754- Van zijne beide zoonen is de oudste Profesfor in de Rechten teHerborn, en de jongste laatst Predikant te Amfterdain geweest, gelijk zijne dochter getrouwd was met den Profesfor G. van Doeveren. Misc. -Duisb. T. 1. 0 W 4 J752.  gag B IJ ZONDERHEDEN 1752, Joacbimus Jobannes Scbwdrtz , geboren teLeiden, alwaar zijn vader bet Hoogleeraars-ampt bekleedde, is te Groningen overleden in 1761. 1752. jobannes Gerbardus Cbristianus Rucker, Joh. Conr. cogn., met den evengenoemden hier in het zelvde jaar Profesfor geworden, is van hier beroepen en vertrokken naar Utrecht in 1760. 1758. Frederik Adolpb van der Marck , uit Kleefsland afkomstig, is hier tot Hoogleeraar, bijzonder in het Natuurrecht, aangefteld. Dog in vervolg van tijd zijn, door de Clasfis van Groningen, enige bedenkingen en bezwaren op en tegen zijne Lectiones Academica aan den Senatus Ampljsfimus overgegeven. Waarop hij door dien Senaat wegens zijne Hellingen is veroordeeld, met dit gevolg, dat door zijn eigen fchuld geéxauctoreerd, en zijne Profesfie vacant verklaard is, volgens het bericht in de Sijnode van 1773. Waarna hij te Lingett, Deventer, en Steinfurt Profesfor is geworden. 1761. Ludovicus Conradus Scbroeder , Joh. Joach. fil. , Nic. Wilh. fr. , wiens zoon thans Predikant te Nijmegen is, is van Herborn tot Hoogleeraar in de Recbten te Groningen beroepen, en bier in 1774 in plaats van van der Marck aangefteld tot het onderwijs in het Natuurrecht. 1762. Dionijfius Godefridus van der Keesfel, Dion» fil.. verrmkken naar Leiden in 1770. 1-70 Jobannes Cannegieter, Henr. fil., Herm. et Henr. Ger. fr 1774. Henricus Jobannes Arntzenius, Joh. fil., voorheen Rector te T^eeuivaarden, daarna Rector en Profesfor te Zutphen , vervolgens te Groningen Hoogleerpro-, en federt April 1788, met verhoging van Jaarwe 'de , Profesfor Juris Publici Belgici, nadat voor de }-;--: -ping naar Franeker bedankt hadde , vertrokken naar- Utrecht in het zelvde Jaar, ?. IU  van 's LANDS HOGESCHOOL. 323 §. 11. Dat het hier, federt de oprichting dezer Academie, insgelijks niet ontbroken beeft aan Hoogleeraars in de GENEESKUNDE , kan uit de volgende Lijst worden vernomen. 1614. Nicolaus Mulerius , geboren te Brugge in Vlaanderen, alwaar zijn vader enigen tijd onder het kruis Predikant was geweest, en de moeder te Iperen den marteldood heeft ondergaan, betoonde zig insgelijks eenen voorltander der Hervormde leere , toen hij de Geneeskunde hier en daar met lof oefende, en te Leeuwarden Rector was. Vervolgens te Groningen aangefteld tot Profesfor in de Genees- en Wiskunde , was hij tevens bezig met de Anatomie en de bezorging van de openbare Bibliotheek, en werd federt 1621 hier onder de eerste Bewindhebbers der Westindifche maatfchappije gefteld, overleden in 1630. Fit. Prof. Gron. fol. 65. fq. 1629. Petrus Mulerius, Nic. fil., geboren te Harlingen, te Groningen bevorderd tot Hoogleeraar in de Botanie en Phijfica, is overleden in 1647. /. c. fol. 112. fq. 1631. Conradus Matthceus , Anton. fil., wiens oudfte zoon onder de Groninger Predikanten is geweest, was geboren te Herborn, en is te Groningen Hoogleeraar in de Geneeskunde geworden, na dat in 1630 op zijn verzoek buitengewoon Profesfor zonder jaarwedde was geweest, overleden in 1639. /. c. fol. 116. fq. 163'. Jobannes Preijtag, te Wezel geboren, nauwlijks 22 jaren oud Profesfor te Hehnftad, vervolgens Lijf-Arts bij den Bisfehop van Osnabrugge, is te Groningen in plaats van Nic. Mulerius beroepen, en *er geftorven in 1641. /• c. fol. 117. fq. Tegen het gebruik van Cbijmifche of Scheijkundige Geneesmiddelen heeft hij fterk geijvert, volgens J. F. Buddei Ifag. Eist. Theol. T. 1. pag. 240. Compend. Bist. Pbilof. J>. 421, W 5 1640,  33a BIJZONDERHEDEN • 1640. Henricus Weiman, Groninger van geboorte,, in plaats van Conr. Matthceus tot Hoogleeraar hier aangefteld , is niet lang daarna geftorven oud 31 jaren» Vit. Prof. Gron. fol. 129. 1647. Antonius Deufing, eerst in zijne geboorteplaats Meurs, daarna te Harderwijk Hoogleeraar, is eindelijk te Groningen, niettegenftaande de tegen-roepinge der H. Staaten van Gelderland, tot eersten Profesfor in de Geneeskunde bevorderd, en tevens benoemd als Archiater van Stad en Lande en Lijf-artz van den Stadhouder, ook hier aangefteld, gelijk te Harderwijk gefchied was, tot Ouderling der Groninger Gemeente, overleden in 1666. /. c. fol. 213 — 220. Hoogftraten Woordenboek. Nopens de vreemde ftellingetï , welke deszelfs zoon, Hermannus Deufing J. U. D. en Lector dezer Academie, hier in 1690 heeft in het licht gegeven, kan men onder anderen zien F. Spanhcmii Elench. Controv. p. 665 — 667. Oper. Theol. F. 1. fol. 1006. fq. C. a Velzen Hist. Eed. T. 3- P- 65^. 1647. Cbristianus Perizonius , Anton.fr., in'rGraaffchap Lip geboren, ïs te Groningen eerst buitengewoone, en daarna gewoone Hoogleeraar in de Geneeskunde geweest, overleden in 1650. Vit. Prof. Gron. 'fol. 220. fq. 1654. Henricus Muntinck, volgens Hoogftraten, hoe. wel andere hebben Munting , fchijnt voor dien tijd niet onder het getal der Profesforen gerekend , maar als Provinciale Botanicus aangemerkt geweest, tot dat in het begin van gemelde jaar als gewoon Hoogleeraar in de Kruidkunde erkend is, overleden in 1658. 1654. Henricus Eijsfonius, een inboorling dezer Provincie, eerst buitengewoone, en federt 1660 gewoone Hoogleeraar in de Geneeskunde , waarbij in 1664 het onderwijs in de Phijfica is gevoegd, overleden in 1690. 1658. Abrahamus Muntinck, Henr. fil., te Groningen.  van 's LANDS HOGESCHOOL. 33r gen geboren, is wel in 1654 zijnen vader toegevoegd , dog eerst in 1658 in zijns vaders plaats tot buitenge" woon, en in 1660 tot gewoon Hoogleeraar in de Botanie bevorderd , en geftorven in 1683, Hoogftraten Woordenboek. 1667. Gerardus Lammers , in de Ethica en Phijficatot gewoone, en in de Geneeskunde tot buitengewoone Hoogleeraar aangefteld, dog in 1669 tot gewoond Hoogleeraar , in de laatstgemelde Faculteit bevorderd , overleden in 1719. J. Altingii Oper. T. 5. Epist. 34./.. 369. 1696. Theodorus Esfenius, Medic. Practic. Profesfor, overleden in 1697. 1696. Rudolpbus Eijsfonius, Henr. fil., vader van de Predik. Henricus en Christoph. Eijsfonius, fchoonvader van den Koopman Bruining cn den Pred. Joh. Christ. Brucherus, tot Hoogleeraar in de Anatomie en Chemie bevorderd, is in het begin van 1705 ook tot het onderwijs in de Geneeskunde aangefteld, en op het einde van dat jaar overleden. 1706. Theodorus Muijckens, Hoogleeraar in de Geneeskunde, overleden in 1 ~ 19. 1706. Bartholomceus de Moor , Profesfor in de Geneeskunde, beroepen en vertrokken naar Harderwijk in 1713, wiens kleinzoon te Leiden Theologia; Profesfor is geweest. 1724. Jacobus Henricus Croefer, Theod. fr., Hoogleeraar in de Genees- en Kruidkunde, tevens Archiater dezer Provincie, overleden in 1753, 1753. Gualtherus van Doeveren, uit Staats-Vlaanderen afkomstig, Hoogleeraar in de Genees-, Ontleed-, Heel-, Scheij-, en Vroedkunde, van hier beroepen en vertrokken naar Leiden in 1771. 1754. Tiberius Lambergen, Prcdikants zoon uit Friesland , van Franeker hier beroepen en aangefteld tot Hoogleeraar in de Genees-, Kruid-, en Scheijkunde, over-  33a BIJZONDERHEDEN overleden in 1763. De Artfenij- Tuin alhier, welke in de vorige eeuw door de Staaten dezer Provincie eekogt, dog van tijd tot tijd zeer vervallen was, begon nu merkelijk verbeterd en vermeerderd te worden Vriemoet Athen. Frif. p. 868. fq. 1763. Petrus Camper, Predikants zoon, geboren te Leiden , Hoogleeraar te Franeker , Amfterdam , en laatst te' Groningen, tot het onderwijs in de Genees-, Ontleed-, Scheij-, en Kruidkunde. Dog in-1773 zijnen dienst neergelegd hebbende , is op zijn landgoed bij Franeker gaan woonen, en heeft in Friesland Pohtijke, ampten verkregen en waargenomen tot op zijn dood. Voorts was hij Lid van verfcheide Geleerde Genootfchappen binnen en buiten het Vaderland. Conf. Vrtf moet Athen. Frif. p. 866. fq. 1771. Paulus'sGraemven, voorheen te Harderwijk, daarna 'te Groningen Profesfor in de Genees- en Schelp kunde, overleden in 1779. 1771 IViinoldus Munniks, hier bevorderd tot Hoogleeraar in de Ontleed- en Heelkunde, en daarna tevens benoemd tot Medicina et Theoretic. Profesfor m 1773 , tot het onderwijs in de Vroed- en Kruidkunde in 1774' I78o. Gualtherus Forsten Verfchuur, in plaats van \Graeuwen hier aangefteld tot Profesfor in de Geneesen Scheij kunde, en in 179* tot Therapia et Medtcm* forenfis Profesfor. 1787. Petrus Driesfen, Joh Petr. fil., Anton. nep., geboren te Groningen, voorheen Lector dezer Academie, dog in 1787 buitengewoone, en in 179^ weeë ns' de beroepinge naar Harderwijk, hier te Groningen geworden gewoone Profesfor Medicina, Cbemia, Materioz Medica, et Historia Naturalis. % 10. Dat 'er ook Hoogleeraars van tijd tot tijd ziin aangefteld, aan wien het onderwijs in de PH1LOSOF1E, HISTORIËN, en TA ALEN, was aanbevolen,  Van 's LANDS HOGESCHOOL. 333 len, daar van kan de nevensgaande Lijst insgelijks getuigen. 1614. Ubho Emmius, Preoikants zoon van Greetzijl in Oostvriesland , was federt 1579 aldaar Rector te AWo; dog wegens zijne aankleving aan den Hervormden Godsdienst, door Lutherus aanhangeren , gedrongen zijne bediening neer te leggen , is hij ia 1588 tot Rector te Lehr aangefteld. Daar door is de weg gebaand, dat hij te Groningen, alwaar zijn zoon vervolgens Predikant is geweest, eerst tot Rector in 1594, daarna in 1614 tot Hoogleeraar in de Griekfche taal en Historiën, cn tot eersten Rector Magnificus is bevorderd. Door de Nat. Sijnode van Dordrecht was hij ook benoemd tot mede-Overziener der nieuwe Overzettinge van het N. Testament en Apocrijfe boeken, dog hij'overleed in 1625. Een Man, door zijne grote geleerdheid en uitmuntende talenten , zeer hoog gefchat en geroemd. N. Mulerii vit. U. Emmii. Vit. Prof. Groning. fol. 39 -61. Hoogftraten Woordenhoek enz. Onder 'sMans beeltenis is het volgende Lofdicht geplaatst. Emmius, Histor'ne decus inmortale diferta , Doctrina magnus, nee Pietate minor. Ingens lux Frifice , dofio admirahilis orhi, In cujus laudes luxuriare folent Scaliger, Heinfiades, Gr uterus , Douza, Thuanus, Hocce gravi vultu confpiciendus erat. 1614. Wilhelmus Makdowel, uit een oud en zeer aanzienlijk geflachte in Schotland gefproten, was aldaar 3 jaren Hoogleeraar in de Philofofie geweest, wanneer hij te Groningen tot dezelvde waardigheid werd beroepen. Hier in 1627 Prasfident van het Krijgsgerichte geworden, en zijn dienst ook wel eens gebruikt zijnde tot Gesantfcbappen bij het Hof van Engeland en tot andere gewigtige zaken , is hij in 1650 door Koning Karei II, tot hogere waardigheid verheven. VitProf. Gron. fol. 71. fq. ^5.  S3+ BIJZONDERHEDEN 1615. Franciscus Gomarus , beroepen , dog in 1618 hier eerst gekomen , nis Hoogleeraar in de Hebreemvfche taal en Godgeleerdheid- gelijk in 't vorige is aangewezen. 1620. Franciscus Meijvariius , te Gent geboren en in den Roomfchen godsdienst opgevoed , dog in Engeland tot den Hervormden godsdienst overgegaan , is te Middelburg Rector en Profesfor in de Philofofie geworden. Xot dat hem te Groningen het Hoogleeraars-ampt in deze wetcnfchap is opgedragen, overleden in 1640. Pit. Prof. Gron. fol. 83. fq. 16*8. Janus Gebbardus, geboren in de Opper-Paltz, in rf»- te Upzal in Zweden, en in 1627 te Rostok Profesfor geworden, is aldaar, als een uitlander en van eenen anderen godsdienst , bij veelen weinig geacht. Vervolgens is hij te Groningen, in plaats van * Emmius, tot Hoogleeraar in de Historiën en Griekfche iaal aangefteld:■, en geftorven in 1632. l.c.fitt. 102-108, Hoogflraten Woordenboek. ; t62Q. Matthias Pafor, Hoogleeraar 111 de Zedekunde vervolgeus ook in de Wiskunde, en eindelijk in de''GodgeleerSeid, waarvan in *t vorige reeds melding g cg'flin.ftlvt» 1614 Tobias Andree , uit 't Graaffchap Solms afkomstig, kleinzoon van Job. Piscator en oom van den Prof Tobias Andrece te Franeker , is te Groningen 111 plaats van Gebbardus, tot Profesfor in de Historiën en Griekfche taal beroepen ; alwaar hij tevens de Cartefiaanfebe Philofofie , waarvan hij een groot voorftander was, in bijzondere lesfen onderwezen, en fchriltelijk verdedigd heeft, overleden in 1676. Vit. Prof. Gron. fol 124. Vriemoet Athen. Frif. p. 602. J. Bruckert Hist.'pbil. T. 4. P. 2. p. 262. Hoogftraten Woor- Martinus Schoockius, eerst in zijne geboorte-ftad Utrecht en daarna te Deventer Profesfor, is vandaar  van 's LANDS HOGESCHOOL. 333 daar in plaats van Meljvartius te Groningen beroepen N tot bet onderwijs in de Philofofie , bijzonder in de Logica en Phijfica. Men zegt dat hij, met het uitgeven van veele boeken , de Geleerde wereld heeft overladen. Aan de Aristotelifche Philofophie vastgehe°-d poogde hij alles in 't werk te (lellen tegen Cartefius en deszelfs aanhangers. Zelfs heeft hij in een openlijk gefchrift , denzelven befchuldigd over Atheïsten] en andere ongerijmtheden. Waarover deze hem actie van injurie heeft gemaakt bij den Magiftraat, of volgens anderen bij den Academifchen Raad van Groningen. Voorts zig van hier naar Berlijn begeven hebbende , zegt men dat hij aldaar is geftorven. Wat daarvan is, airhans in 1664 is hij te Groningen ook Profesfor Phil. Practica geworden, en in 1666 werd door de Curatoren bericht, dat hij niet wederom aan de Academie zoude komen. Fit. Prof. Gron. fol. 131. fq. Revii Daventr. illustr. p. 710. Burmanni Traj. etui. p. 324-342. J. Bruckeri Hist. Phil. T. 4. P. 2. p. 234 — 237. Hoogftraten Woordenboek 1643. Jacobus Alting, Henr. fil. , in plaats van Go. marus hier aangefteld tot het onderwijs in de HeIreeuwfche en andere Oosterfche talen , is vervol°ens ook Academie-Prediker en Hoogleeraar der Godgeleerdheid geworden, zo als in 't vorige gemeld is 1Ö46. Jobannes Borgefius, Joach. fil., Ommelander van geboorte, is hier in plaats van Pafor tot Hoogleeraar m de Wiskunde aangefteld , en overleden in 1652. Fit.. Prof. Gron. fol. 204. fq. 1654. Joacbimus Borgefius, Joach. fil., J0h. fr< Rector te Wezel, vandaar hier beroepen tot buitengewoon en in 1660 gewoon Profesfor in de Wiskmde en Weljprekenheid, overleden in 1666. 1660. Ludovicus Wolzogen, Fransch Predikant alhier en Profesfor Philof. Practic. , vertrekken als Fransch Pred. naar Middelburg in 1662. Verg. bl. 21. 1667.  336 B IJ ZONDERHEDEN J 1667. Gerardus lammers , hier aangefteld tot hst onderwijs in de Ethica en Phijfica, ook vervolgens in de Geneeskunde, gelijk in 't vorige bericht is. 16Ó7. Jobannes Bertling, voorheen de Godgeleerdheid te Herborn onderwezen hebbende, is vandaar hefwaards beroepen tot Profesfor in de Logica en Mathefis en in 1669 in de Philofopbia Practica, word geroemd als een voorftander der gezuiverde Aristotelifche en afkerig van de Cartefiaanfche Philofofie, over. léden in 1690. J. Altingii Oper. T. 5- Epist. p< 369 J. Marckii Opusc. Minor. T. 2. ƒ>• 255- 2ÓI« •223. 328. . 1669. Jobannes Menfinga , voorheen te Duisburg Profesfor Bist. Eloq. et Ling. Grascas volgens Misc. Duisb T I. p. 54i. ï vandaar te Groningen beroepen tot Hoogleeraar in dc Welfprekenbeid , vervolgens in de Historiën en Griekfche taal, overleden in 1698. 1674. Marcus Pels, Hoogleeraar in de Historiën, fchiint daarna Raadsheer dezer Stad geworden zijn. 1680. Jobannes Braunius, in plaats van J. Alting Hoogleeraar in de Hebreemvfche en andere Oosterfcbe talen°, nevens de Godgeleerdheid, ziet het vorens ge- "tóoi. Jacobus Gousfet, een voorftander der Cartefiaanfche Philofofie, Hoogleeraar in de Griekfche taal en Philofofie, nevens de Godgeleerdheid, waarvan in t vorige melding is gemaakt. J. Bruckeri Hist. Phil. T' i^ljobanlesRerwulli, Jac. fr., uit Zwitferland geboortig , vader van Daniël Bernoulli Prof. te Petersburg en^Bazel. te Groningen Hoogleeraar in de Philofofie en Mathefis, werd onder de Eclectifche Wijsgeeren °eteld, do?; wegens de twisten, waarin hij werd ingewikkeld, zijn ampt neergelegd hebbende naar Bazeï vertrokken in 1705- Velzen Hist. Ecclef T. 3- P878. Bruckeri Hist. Pbil. T. 4. P- &P- 380, 392, $45'  van 's LANDS HOGESCHOOL. 337 Ï699. Adam Menfo Ifinck, van moeders zijde uit ■Altings geflachte, is hier bevorderd in plaats Van Menfinga, tot Profesfor in de Historiën en Welfprekenbeid, overleden in 1727. 1706. Micba'èl Rosfal, uit Frankrijk met andere Gereformeerden gevlucht, is hief in 1705 Lector geworden, daarna aangelteld tot buitengewoon en iri 171? gewoon Hoogleeraar in de Griekfche taal en vrije Konsten, overleden in 1744. . 1717. Olto Verbrugge, in plaats van Braunius Profesfor in de Oosterfcbe talen en Godgeleerdheid, gelijk in 't vorige bericht is. 1717. Nicolaus Tilburg, uit Utrecht afkomstig, er» de gezuiverde Aristotelifche Philofofie toegedaan, van. Ringen hier beroepen tot Hoogleeraar in gemelde wetenfchap, overleden in 1741. 1724. Jobannes Petrus de Crofa, of de Croufaz, uifi Zwitferland afkomstig, en onder de Eclectilche Philofofen geteld, is van Laujanne hier beroepen tot Hoogleeraar in de Philofofie cn Mathefts, dog van hier wederom derwaards vertrokken in 1728. 1728. Leonardus Offerhaus, Christ. Gerh. fil., vadef van den Pred; Herm. Joh. Offerhaus, Was geboren hi den Ham in 't Graaffchap Marck, en is van Lingen hier in plaats van Ifinck beroepen tot Hoogleeraar in de Historiën en Welfprekenbeid, federt I752 ook iii dé Vaderlandfche Historie en Romeinfcbe Oudheden met vermeerderinge van jaarwedde ; was tevens Ouderling der Groninger Gemeente, en Lid van de Maatfchappije der Wetenfchappen te Haarlem. Voorts is in 1778 de gedachtenis van zijnen 50 jarigen dienst plégtiglijk gevierd, door Prof. Amtzenius, en tot Profes, for homrarius verklaard zijnde Overleed de Man bijna 80 jaren oud in 1779. 1728. Nicolaus Engelbard, te Bern in Zwitferland geboren, wiens zoon thans Sijndicus der Ommelanden" X is*  s3r B IJ ZONDERHEDEN is werd onder de Eclectifche , hoewel volgens anderen onder de Leibnitiaanfche en Wolfiaanfche, Philofofen gerekend , is van Duisburg hier in plaats van Crofa beroepen tot Hoogleeraar in de Philofofie en Ma* thefis, was ook Lid van het Groninger Genootfchap pro excolendo jure Patrio en van de Hollandfche Maatfchappije te Haarlem , overleden in 1765. 1742. David Frantzius, voorbeen Predikant te Raalte in Overijsfel, is hier reeds oud van jaren in plaats van Tilburg bevorderd tot Profesfor in de Philofofie, dog in het zelfde jaar overleden. 1748. Nicolaus Wilhelmus Schroeder, Theol. Doctor» Joh. Joach. fil., Ludov. Conr. fr. , thans Ouderling der Frahïche gemeente te Groningen , van Maipurg hier beroepen tot Hoogleeraar in de Oosterfcbe en Griekfche talen;. werd van de Profeslio Linguse Gra:Cffl ontflagen, en aangefteld tot Profesfor Antiq. Judaicarum in 1752. 1752. Dionijfius van de Wijnper sfe, in Zeeland geboren, voorheen Predikant in Zierikzee, en vandaar in plaats van Frantzius beroepen tot Hoogleeraar in de Philofofie, vertrokken naar Leiden in 1769. 1752. Jobannes Daniël van Lennep , uit Friesland afkomstig, is beroepen tot Profesfor in de Griekfche en Latijnfchè taal, vertrokken naar Franeker in 1767. 1767. Antonius Brugmans, Pib. fil., in Friesland geboren, wiens zoon Profesfor in de Botanie te Leiden is, van Franeker hier in plaats van Engelhard beroepen tot Hoogleeraar in de Philofofie en Mathefis, Lid van het Groninger Genootfchap pro excolendo jure Patrio en van de Hollandfche Maatfchappije te Haarlem, overleden in 1789. Conf. Vriemoet l. c., p. 875. 1767. Fredericus Adamus Widder, te Manheim in de Paltz geboren, eerst Lector dezer Academie, daarna bevorderd tot buitengewoon en federt 1773 tot gewoon Profesfor in de Philofofie en Mathefis , overleden in 17S4. 1767'  van 's LANDS HOGESCHOOL; 33e) 1767. Jacobus de Rboer, voorheen te Deventer Hoogleeraar, en van daar in plaats van Lennep hier beroepen tot Profesfor in de Griekfche en Latijnfchè taal, dog in 1780 in plaats van Offerhaus aangeft^d tot het onderwijs der Historiën in 't gemeen, cn der Vaderlandfcbe in t bijzonder, en der Romeinfche Oudheden, zynde tevens Lid van het Groninger Genootfchap pró excolendo jure Patrio en van de Hollandfche Maatfchappije te Haarlem, wiens zoon te Harderwijk het Hoogleeraars-ampt bekleed. 1769. Jan Jacob le Sage ten Broek, voorheen Predikant in Holland, in plaats van IPijnpersfe hier beroepen tot Profesfor in de Philofofie, vertrokken als Pred. en Prof. honorarius naar Rotterdam in 1778. 1780. Jobannes Ruardi , uit Friesland afkomstig , Van Deventer hier beroepen tot Profesfor in de Griekfche en Latijnfchè taal en Welfprekenbeid; voor 'tberoep naar Franeker bedankt hebbende, aangelleld, met verhoging van jaarwedde, tot Profesfor Antiq. Gr&c. in 1788. 1787. Samuèl jobannes van de Wijnpersfe, Dion. fil., Pred. te Tsfelmonde, vandaar hier beroepen tot Profesfor in de Philofofie, dog als Predikant naar Amfierdam vertrokken in 1789. 1790. Jacob Baart de la Faille, hier aangefteld in de Philofofie en Mathefis. 1790. Gerardus van der Voort, hier beroepen tot het Onderwijs in de Logica, Metaphijfica, en Ethica. #09 X t TOE-  34Q TOEGIFT VAN ENE LIJST der HOOGLEERAARS uit STAD en LANDE, welke deze Waardigheid bekleed hebben , of nog bekleeden , buiten bun Vaderland. Rudolf Agricola, geboren te Baflo in de Ommelanden, Profesfor te Heidelberg federt 1482—1485 , van wien melding is gemaakt in dit Gefchrift. Jobannes Arcerius , toegenaamd Tbeodoretus, geboren te Noordborn, leerling van Pradinius, om de leere der waarheid onder het kruis gelceft hebbende, is bevorderd tot Profesfor in de Griekfche taal te Franeker federt 1589—1604. Vriemoet Athen. Frif. p. 73- ft- Jacobus Ravensperger, Herm. fil., geboren te Groningen , Profesfor in de Philofofie te Utrecht van 1641 — 1650. Burmanni Traj. erud. p. 281. fq. Menzo Alting, Henr. fil., Jac. fr., Bewindhebber der West-lndifche Maatfchappij ter Kamer van Stad en Lande, daarna Profesfor in de Rechten te Deventer , en eindelijk Raadsheer te Groningen, overleden in 1678. Vit. Prof. Gron. fol. 96. Deszelfs neef en naamgenoot, de Borgemr. Menzo Alting, wiens werk jn de Naamlijst der Predik, dikwerf is aangehaald, overleed in 1713. Jacobus Perizonius, Anton. fil., geboren te Appingedam , Profesfor Histor. et Eloq. te Franeker van I68I —1693, daarna te Peelden tevens JLing. Gra?c. van 1693— 1715- Vriemoet* l- c. p. 625. fq. Wilhelmus Surenbuifen , geboren te Groningen, Profes-  TOEGIFT. 341 fesfor Ling. Oriënt, te Amfterdam, overleden in 1729. Tiberius Hemfterhuis, geboren te Groningen, Profesfor Philof. et Mathef. te Amfterdam van 1705-—17x7. Ling. Graec. et Hist. Patr. te Franeker van 1717 -1 1740., en te Leiden in 1740. enz. Vriemoet l. c p 782. fq. Albertus Schultens , geboren te Groningen , Profesfor Ling. Oriënt, te Franeker van 1713—1732. en te Leiden van 1732— 1750. Vriemoet 1;c p. 762. fq. * Henricus Theodorus Ragenffecher, Al. Arn. fil., geboren te Groningen , te hingen Histor. et Eloq. Profesfor ordin. et Juris extraord. van 1719 —1721., in den Ham Juris et Politices Prof. ordin. van 1721 — 1728, en te Duisburg van 1728—1752. Gerdes. Misc Duisb. T. i.p. 133. fq. Hermannus Venema, geboren in de IFildervank, Profesfor Thcologiae et Histor. Ecclefiast. nee non Ecclefiastes Academicus te Franeker, federt 1723 enz1. Vriemoet l. c. p. 787. fq. Matthias van Geuns , Profesfor Chem. et Bot. nee non Artis Ubltetr. Archiater Gelria; , federt 1775 te Harderzvij'k , thans te Utrecht. Rudolpbus Forsten , Profesfor Medio Anat. et Chirurg, te Harderzvij'k , federt 1775. Antonius Driesfen, Ant. fil., Profesfor Juris te Deventer, federt 1776. Hermannus Muntingbe , Profesfor Theologie et Histor. Ecclefiast. nee non Ecclefiastes Academ. te Harderzvij'k federt 1780. Stephanus Joannes van Geuns, Matth. fil., Profesfor Medicina;, Botanices et Phijfiologia; te Utrecht federt 1791. X 3 EN!-  34* ENIGE BIJVOEGZELS E N VERBETERINGEN, Bl. 18 reg. 8 van onderen. Bij het geene aldaar van H. Frieswijk, Pred. te Groningen vermeld Haat, werde gevoegd: Emeritus geworden in 1792. Bl. 18 reg. 14 en bl. 24 , in de Naamlijst der Pre-, dik. van Groningen. Staat : het jaar 1777 als 't begin van 't Profesforaat van Tb. Lubbers. Lees: 1776. Bl. 55 reg. 1 en 2 , onder de Predik, van Appingedam. Staat: 1770. J. Zwart enz. voorheen Pred. te Zoest, daarna te Stavoren enz. Lees: voorheen Pred. te Zoest, daarop te Mars fum in Friesland ^ daarna te Stavoren enz. Bl. 76. Bij de lijst der Predik, van Slocbteren werde gevoegd : 1792. Iiemmo Wilhelmus Hemmes, Joh. ril., geboren te Rooswinkel, beroepen van Anlo. in Drenthe. Bl. 86. In de lijst der Predik, van Bierum. Staat : 1620. Lambertus Alberti. Voeg daarbij: wiens toenaam eigenlijk was Ritzema , dog vervolgens naar deze zijne dandplaats zig Ichrijvende Bieruma , in 16:9 van hier vertrokken naar Oltwolde en Westergeest in Friesland, en vandaar in 1642 naar Maurits - ftad in Brazilien, alwaar hij overleed in 1643. Bk  enige BIJVOEGZELS. 343 2?/. 97. Bij Losdorp, ftaat onder anderen: Deze Gemeente enz. heeft eene bekwaame Kerk , welke voor enige jaren hernieuwd is. Voeg daarbij; Verg. de Kronijk van Gron. en Ommel. bij 'c jaar 1676. Bh 101. In de lijst der Predik, van Spijk. Staat: 1789. Antonius Folmer , Henr. Joh. fil. Voeg daarbij: vertrokken naar Weender in Oostvriesland in 1792. Bh 106. Bij de lijst der Predik, van Westeremden werde gevoegd: 1792. Cornelis Contenot, beroepen van Koedijk in Noordholland. Bh 110. Bij de lijst der Predik, van IFittewierum werde gevoegd: 179a. Evert Gerard Frima , Joh. fil., Petr. fr. , geboren te Lopperfum , beroepen van Wapfterveen in Drenthe. Bh 150. In de lijst der Predik, van Eendrum. Staat: 1770. G. J. G. Bacot enz. heeft de Gemeente verlaten in 1788. Voeg daarbij : en is eindelijk vertrokken naar Duinkerken in Fransch - Vlaai.deren. Alwaar hij in 1791 twee Leerredenen heeft uitgegeven, waarin hij zig noemd Leeraar van bet Algemeene Christelijke Protestant fche Kerl. genootfchap te Duinkerken, betraande uit lieden, die in het Vaderland tot verfchillende gezindheden behoorden. Merkwaardig is de recenfie en beoordeling daarvan in de Vaderlandfche Bibliotheek t^de Deel. No. 2. bl. 49 — 58. Bl. 159- Bij de lijst der Predjk. van Tinallinge werde gevoegd: 1792. Roorda, beroe¬ pen van Rottevalle in Friesland. Bh 175 en 176. In de lijst der Predik van Adewert. bl. 175ftaat: 1733. G. Abelaar,beroepen van Hoogeen Leege- Meeden enz. Lees: beroepen van Oastwold , Hooge- en Leege- Meeden. hl. 176 ftaat; 1750. Bernardus Sonius. Veeg daarbij X 4- ge-  344 enige BIJVOEGEZELS. geboren te Groningen , en aldaar aan een fmerte* lijk toeval overleden in 1792. Bl. 179- Bij Grijpskerk kan men het volgende voegen : Misfchien heeft dit Dorp den naam bekomen van eenen Niklaas Grijp , (lichter van de Kerk aldaar, welke in den Spaanfchen oorlog geheel verwoest en in 1612 wederom opgebouwd is, volgens de Kronijk van Gron. en Ommel. bij 't jaar 1612. Bl. 186. In de lijst der Predik, van Lettelbert. Staat • 1790. Everhard de Grave. Voeg er hij: beroepen naar Nuis en Niehert in 1792. Bl. 195- Bij de lijst der Predik, van Nuis en Nier bert werde gevoegd: 1792. Everhard de Grave, beroepen van Lettelbert. Ml. 271 reg. 5. Staat: 1724. Lees: 1624. ***** De niet zinftorende Drukfouten , hier en daar voorkomende , zal de befcheiden Lezer wel gelieven te verbeteren. BLAD-  345 BLADWIJZER VAN ENIGE NAMEN en Z AKEN, «>«£> A, ADEWERT, bl, 173-176. ADORP, 144. 145 ANDEL, 145. 146. APPINGEDAM , 43 -55. Academie, ziet Hogefchool. Academie-Predikers te Groningen, 22—24. Acronius (Joh.). Pred. te Groningen. 9. 10. 260. 263. Adewerder klooster, eertijds vermaard en bijna een Hogefchool gelijk, 173. 174. 291 — 293, 29.7. 298» Twist der kloosterlingen met den nieuwen Bisfehop dezer Provincie. 174. Foorher. %. 51. Adgillus, Heidensch Koning van het oude Vriesland, ontvangt den Britt. Bisfehop Wilfridus zeer beleefd. Foorher. %. 9. Een ander van dien naam fcheen den Christelijken Godsdienst toegedaan. I. c. §. 24. 26. Mrarius (Joh.'), Pred. in Appingedam, in 1580 gevlucht naar Embden. 45. 46. Agricola (Rudolf), vriend van W. Gansfort en be. vorderaar der wetenfchappen. 146. 147. 174. 243. 292. Befchrijving van hem in '/ Foorber. 67. —-— (Joh.), Rudolfs broeder. 294. - (Wolfgangus), Pred. te Bedum. 119. 262. 264. 266. Alba (Hertog van), 3. 4r. 57. 250, 251. 299. Foorber. §. 40. 41, Xj Al*  346 B L A D W IJ Z E R. Alberda (Reint) , Jkrrgetnr. te Groningen , geleerder dan andere Adelijken in die dagen, cn voorftander van dén Geref. Godsdienst, is daarom gevlucht naar Steinfurt. 28. 6. 251. In 't Vaderland wedergekeerd , andermaal in 1580 gevlucht naar Lehr, en aldaar geftorven. 28. 6. — andere van dit Adelijke Geflachte vervolgens in de Ommelanden. 91. 87. 101. 120. 129. 133. 135. 137. 141. 149- I5& I57- 159- ipi- 2<55- 3H- Alting {Menzo), het Pausdom verlaten hebbende predikte te Helpen, en daarna te Sleen. 250. werd Predikant in de Paltz, en eindelijk te Embden , vanwaar hij door de Groningers als ter leen is verzogt. 29. 6. deed ene Dankpredikatie wegens de Reductie dezer Provincie, en helpt hier tot de Kerkhervorminge. 3. 253. 254, — andere van deze Familie. 2.2. 267. 31 x. 316. 318. enz. Amzweer (Doede van), voorftander van den Hervormden Godsdienst te Appingedam, in 1580 daarom gevlucht naar Oostvriesland, dog bij de Reductie dezer Provincie bevorderd tot Gedeputeerde Staat enz. 44—47- 65- "°- 17* 2°4- 255- 256. 259. 265. 300. Voorher. %, 68. 71. 80. 87. APPINGEDAM (Clasfis van) , 39 enz. Appingedam, burger- en kerkftaat aldaar onder 't Pausdom, 43. 44. Wegens de herbergzaamheid en dienst omtrent Graaf Lodewijk van Nasfau moesten enigen vandaar vluchten. 40. 41. De Herv. Gemeente, vervolgens er opgericht, is in 1580 vcrftrooid geworden. 41. 44 — 47. Dog eindelijk er bevestigd. 42. 47. enz. Latijnfchè fchool aldaar. 29.2. 302. 3°3- Arenberg (Graaf van), Spaanfche Stadhouder, deed de Geref. predikatiën hier met geweld ophouden , dog fneuvelde in de flag bij Heiligerlee. 250. ai5. 4?-*  BLADWIJZER. 347 Artninianen, ziet Remonffranten. Attestatien (Kerkelijke), aan Leden der Gemeente al« hier. 275. Awema QBocco), Ommelander Heer. 256. 264. B. BAFLO, bl. 146 — 148. BEDUM, 116-120. BEERTA, 205. 206. BEERSTER-HAMRIK, 207. BELLINGEWEER, 148. 149. BELLING WOLDE, 207. 208. BELL1NGWOLDËR - SCHANS , 208. BIERUM, 85. S6. BLIJHAM, 209.. BORGSWEER 209. BOURTANGE, 210. 211. TEN BUUR, 10-* 104. BREEDE, 120. J' Beedejlonden, Bid- en Dank-dagen, hier gehouden, 272, B.eeldejiorming in deze Provincie verbitterd den Koning van Spanje, 249. 250. Enige vluchtelingen daarover befchuldigd en gevonnist door den BrusfeUchen Bloedraad, 41. 84. 90. 94. 99. I06. 109 115. 163, 198. Beroepings-vorm der Predikanten dezer Provincie. Te Groningen, door den Kerkeraad, met goedkeuring van den Magiltraat. 7. Te Appingedam, de Nominatie door enigen uit het Eedgenootfchap en den Kerkeraad, waaruit de Mans Ledematen, die er het Burgerrecht hebben, de Verkiezing doen, 48. In 'tGorecht ftaat het meest aan den Kerkeraad en ftemgerechtigde Ledematen 24. 26. 31. 32- 33- 34- 37- Dog op andere plaatfen, bijzonder in de Ommelanden, gefchied het merendeels naar het recht van Collatie door een of meer Collatoren; ziet de bijzondere ftandplaatfen indeze Naamlijst. Bibliotheek te Groningen, 295. 310. 311. Bijoels nieuwe Overzetting vastgefteld door de Nat. Sij- node. 266. 't Welk is uitgevoerd , Drukfouten daar-  34» BLADWIJZER. daarin verbeterd, en ene Concordantie daarover gemaakt. 267. 268. Bijgelovigheid eertijds onder 'tPausdom alhier, 66. 76. 77- 133- T37- 383. Voorber. %. 42 -47. Bisfchoppen van Utrecht en Munster hadden eertijds in het Kerkelijke hier veel invloed, voor de invoering van enen Bisfehop. Voorber. J. 48 — 50. Bisfehop van Munster, Berend van Galen, heeft een en andermaal dit Gewest gewapenderhand aangevallen, bijzonder in 't Oldampt en Westerwoldingerland, dog voor Groningen het hoofd geltoten. 233. 235. aio. 212. 310. Bisfehop, Jan Knijf, in deze Provincie ingevoerd, t. 3. 251. was bij veelen geacht, dog bij de Monniken gehaat. Voorber. §. 51 — 55. Bloedraad (Spaanfche) te Brusfel dagvaard en veroordeeld de vluchtelingen uit deze Provincie, 251. Bogerman (Joh.), vader van den Pra:fes der Dordfche Nat. Sijnode, niet lang na het vrede-verdrag van Gent tot fred. te Appingedam begeert, gelijk hij na de Reductie ook is geworden, 44. 49. Bonifacius (anders IVinfrid), Aartsbisfchop van Mentz en Opziener van de Utrechtfche Kerk, bij de Lauwers het Christen geloof predikende, door de Meidenen vermoord, Voorber. §. 29. Brazilien, verbreiding van het Euangeiie aldaar, 281. 232. 233. C CANTES, 120. 121. COLHAM, 55. 56. CREEWERT. 56. 57- Candidaten (Friefcbe), verdrag daarover gemaakt met decorresponderende Sijnoden, 271. Canter (Andreas), geleerd jongeling te Groningen, 292, CJohannes) vriend en leerling van W. Gansfort, 293-  BLADWIJZER, 349 29.1- (jelmerj geleerde Secretaris en daarna Raadsheer, 295. 296. (Lambertus), geleerde Groninger, Raadsheer te Utrecht, 29S. Catechizatien hier ingevoerd lèdert de Dordfche Sijnode, 272. 273. Cenfuur, ziet Kerkelijke Cenfuur. Christendom onder de Heidenen in de Vriefche Landen in de 7de en 811e eeuw begonnen, Voorber. §. 2 - 5. Door enige Geloofspredikers uit Engeland er geplant; onder welke waren Bonifacius , Willehad, en Ludgerus, die hier in de Ommelanden het Ghristen-geloof hebben gepredikt, /. c. §. 7 — 3S- Bevorderd en voortgezet door de Franfche Vorsten, Pipijn van Herftal, Karei Martel, en Karei den Groot; waartegen de Heidenfche Koningen der Vriezen, Radbodus I en II, hoewel Adgillus I en II befcheidener waren, zig met geweid hebben aangekant. /. c. Clant, Adelijk gedacht in de Ommelanden, 77. 84, 91. 101. 102. 118. 162. 179. 202. 251. 256 266. Clasfen dezer Sijnode , hoe zij gelleld waren in de eerste jaren na de Reductie , 258. hoe daarna in latere dagen , 278. Vereniging van Westerwoldingerland met V Oldampt tot één Clasfis, 204. 205. Voorber. %. 94. Coccejanen en Voetianen, Factienamen, waaruit gelproten , 317. Coenders , Adelijk gedacht te Helpen en Groningen. Derk Coenders, voordander van den Geref. Godsdienst, daarom naar Nijenhuis gevlucht, en in 't Vaderland wedergekeerd andermaal in 1580 gevlucht, zijnde te Lehr geftorven. 28. 251. — Frederik en Abel Coenders, Derks zonen, Bor. gemeesters te Groningen na de Reductie, 28. 123. 251. 311. 312. Voorber, §. 80.' Berent Coenders, 256. Coh  S5o BLADWIJZER, Collatie-recht, ten aanzien van de Predikants en Schoolmeesters plaatfen , word hier geoefend door de Heeren van de Stad Groningen, 30. 36. 38. 91. 110. 112 168. au. 225. Door de Heeren van de Ommelanden 103. 138. enz. Door de H. Gedeputeerde Staaten, 58. 178. 181. 231. 236. Door de Raaden van Staat der Veren. Nederl., 210. 212. 2i6. 220. 225. Door andere Collatoren, ziet de bijzondere Itandplaatlén in deze Naamlijst. Collegianten onder de Mennisten, 285. 287. Combinatiën der Gemeenten. In de Cl. van Gron. 29» 31. 38. In de Cl. van App. 69. 77. In de Cl. van Midd. 121. 122. 124. 126. 129 130. 1460 In de Cl. van de Marne, 144. 1.47. 148. 150. 151. 153. 154. 155 156. 157. i5«< l6°- 161. 164. 165. 166. 169. In de Cl. van 't VVesterkw., 176. 177. 178. 180. 181. 182. 183. 187. 188. 190. 192. 194^ 166. 201. In de Cl. van 't Oldampt , 209. 215* 230. 235. 239. Commhften {Sijnodale), hoe hier befteld worden, 279. 280. Compromis of verbond der Nederl. Edelen federt 1565, daartoe zijn die van Stad en Lande niet aangezogt, hoewel Bart Entens 't zelve heeft onder-* tekend, 249. 99- 12-6- Correspondentie dezer Sijnode met de andere Nederl. Sijnoden, 261. 279. Voorber. %. 91. CURATOREN van 's Lands Hogefchool, eerst ambulatoir, en federt 1749 permanent, 3" —3J4. D. DELFZIJL, 57-59- DOESUM, 176. DOORN^ WER 1' , 121, 122. DORQUERT, 176. DIJKSHORNE, 122. DIJLER-SCHANS, 211, 212. Deekem of Proosten eertijds te Farmfum, Middelflum, Us-  BLADWIJZER. 35t Üskivert, en Leem , door de Bisfchoppen van Munster aangefteld, 59. 125. 137. 352. Een voordelig ampt, dog door hoger hand bepaald, 39. 40. 83. 84. Als het aljengskens in eene Politieke of Burgerlijke bediening veranderde, hebben de Munsterfehe Bisfchoppen hier en daar hun. ne Officïalen of Commisfarisjèn, en Vicarisfen aangefteld, 44. 117. 146. Voorber. $. 57 — 63. Delenus (Petrus) , door de Groningers in 1559 tot Predikant begeert, dog vruchteloos, 249. Deputaten dezer Sijnode, 259. 260. 263. Voorber» 5. 92. Dijkhuizen , eertijds een oud Kasteel bij Appingedam, 98. Dispuut met de Dominikaners, ziet Gefprek. Dollart, een waterplas of zeeboezem tusfehen Groningerl. en Oostvriesl. 214. 216. 217. 218. 220» 223. Dominikaner Monniken eertijds te Groningen en Win-= fum, 166. 167. Doopsgezinden, ziet Mennoniten. Dreas (Ant. Godfr.) , voorheen Luthersch , daarna Geref. Predikant dezer Provincie, 22. 284. Drenthe (Kerk van) voor een tijd verenigd met de Sijnode van Stad en Lande, en door dezelve ge* holpen ter bevordering der Kerkhervorming aldaar , 95. 96. 260. 261. Durceus (Joh.) vreedzame pogingen tot de vereniging tusfehen de Gereformeerden en Lutherfchen; het gevoelen dezer Sijnode daaromtrent, 284. 285, E. EEKSTA, 212. 213. EENDRUM, 149. 150. EÊNPM, 87. 88. ENGELBERT, 24. 25. EPPINGEHUIZEN, 122. EZINGE, 176, 177. Eed  S52 B L A D W IJ Z E R. Eed, bij de Reductie dezer Provincie gedaan doof de afgezette Priesters en aangenomene Predikanten, 257. Voorbericht §. 74. 77. 79. Embden herbergde eertijds de Geref. Vluchtelingen, ook van deze Provincie, 46. 47. 248, 250. 2526 tiaar twist met Graaf Edzard II. bijgelegd te Delfzijl, 58. Verfchil over de oudheid dezer ftad, 105 Emmius (Ubbo), Rector te Norden, Lehr, en Gro* ningen , 299. 302. , daarna Profesfor Histor. et Ling. Grsec. te Groningen , 267. 299. 307. 308. (JVesfelus Ubb. fil.) Pred. te Groningen , 11. 280. 316. Emo en Menco, Abten van Werum of Wittewierum, Kronijkfchrijvers, 108. 291. Engelandvoor een gedeelte door Angel-Saxers en Vriezen bevolkt , door zeker Monnik bewogen tot het invoeren van het Christendom, is federt dien tijd, door het zenden van Leeraars, in de 7de en 8fte eeuw de Moederkerk van het Christendom in deze en andere Landen geworden. Voorber. %. 6. 7. 8. Entens , Adelijk geflachte te Middelftüm , 71. 126; 251. Erasmus bij de Dominicaner Monniken te Groningen gehaat, 294. 295. ERFSTADHOUDERS , van 's Lands Hogefchool Curator es Primarii et Rector es Magnifici, 312. 313. Examens van Studenten en Proponenten door de Clasfen dezer. Sijnode, 270. 271., ook door de Theol. Faculteit dezer Academie , 262. 263. 20. 21. 22. Euivfum (van), Adelijk gedacht te Middelflum, 125. 126. 293. en Nijenoort, 71. 183. 184. 185. 188. verg. 251. F"  B L A D W IJ Z E R. S53, F. r^jBBfci^-tr . 4 M FAAN, 177. FARMSUM, 59 FEERWERT j I77. 17S. F1NSERYVULD , 213. 214. FRANSIJM, 17S. Formulieren van eenigheid in de Leere, door de Staaten van Stad en Lande gehandhaavd , 270, 316. 320. Ziet Ondertekening der Geloofsformtilieren. Fran rijks Koningen , Dagobert I en Karei de Groot, zo wel als hare Holmeesters Pipijn van Plerftal en Karei Martel , hebben door hunne oorlogeii in de 7de en 8ftè eeuw het Christendom onder, de Heidenen in Vriesland bevorderd en gchand. haavd.. Forber. §. 3- l3- ^5- 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 25. 26. 32. 33. 34. 37. 38. Franfcbe Geref. Vluchtelingen, om den Hcrv. Godsdienst verdreven en herwaards gekomen, door de Staaten van Stad cn Lande medelijdig en mildadig behandeld, 19. 20. 310. Fraterhuis te Groningen, 292. 295. 296. 302. Fredetiks (Willem) geleerde Roomsch Pastoor en Kerkheer te Groningen, 245 294. 295. (Hieronijmus) , Fred. lil. , Rentemeestcr der Had, een voorftander en begunstiger der Euangelie-belijders, 247. Frieslands Heidcnfche Koningen in dè 7de en Sltè eeuw^ Ziet Adgillus, en Radbodus. G. GARMERWOLDE, 88. GARNWERT, 17S. i?o, GARRELSYVLER, 89. GARSHU1ZKN, oo. GODL1NSE, 91. GRONINGEN, 5 — 24. GROOTEGAST, 180. iSf. GRIJPSKERK, 179. 180. Gansfort (Wesfel) , een groot Licht der Geleerdheid en Voorloper der Kerkhervorminge, 2. 243. 244.Y B*»  354 BLADWIJZER. Bevorderde hier de Letter-oefeningen, 174. 292. 293. 294. Zijne Schriften , om dat ze overecnftemden met de gevoelens der Kerkhervormers , zijn door Luther, Zwinglitis en anderen aangenoi men, 244. 245. ■ Befchrijving van hem, ziet in 't Voorber. % 65. 66. Geestdrijvers (oproerige) eertijds hier opgedaan, ziet Wederdopers. Gelderfcbe Hertog (Karei van Egmond), Befchutsheer dezer Provincie, Helde zig in de bres voor het Pausdom , dog zijn zoon begunstigde hier den Euangelifchen Godsdienst, 245. 246. Geloofsbervorming van Stad en Lande, ziet Kerkhervorming. Gemeente (Hervormde) federt 1550 , althans federt 1566, te Groningen en ook elders in de Ommelanden opgericht, dog in 't volgende jaar verhrooit door den vijand, 2. 3. 5. 6. 94. 90. 249. 250. Vervolgens wederom opgericht te Appingedam , Winfum- en andere plaatfen der Ommelanden, ook te Groningen, dog in 1580 andermaal verltrooit , 3. 6. 41. 45 en verv. 251. 252. Sedert 1594 zijn zodanige Gemeenten hier overal opgericht, 257. waarvan enige gecombincert zijn, ziet combinatie; andere Nieuive zijn 'er ook vervolgens gevestigd, 30. 36. 38. 31. 204. 207. Gefprek of Dispuut , over het oppergezach van den Paus, te Groningen in 1523 met de Dominikaner Monniken openlijk gehouden ; 't welk in 1526 ook in Oostvriesland is gefchied, 245. 246. Gockinga (Scato), Secretaris en daarna Sijndicus der Ommelanden, 257. 265. 311. 312. Een ander van dien naam vervolgens Borgemeester te Groningen, 313. Comarus (Franc), Hoogleeraar der Godgeleerdheid, 264. 271. 315. 316. Gra-  BLADWIJZER. 355 Gregorius', Bisfehop van Utrecht, deed veel ter bevordering van 't Christendom onder de Heidenen in Vriesland, en tot het onderwijs van jongelingen uit verfcheide gewesten. Voorber. §. 30. GRONINGEN en 'ï GOORECHT (Clasfis van) , 1. enz. Groningen, burger- en kerkfiaat aldaar onder 't Pausdom ,5. 1. enz. Opkomst en voortgang der Herv. Gemeente, aldaar in die dagen, 2. 3. 5» 6. 243 — 246. 247. 249. 250. 252. Latijnfchè School aldaar in dien tijd, 292. 294. 295. 296, 297. 298. gelijk ook na de Reductie, 301. 302. Gruijs, Adelijk gedacht, 92, 1.07. 256. H. HAM, 181. HA AREN, 25 —27. HARKSTEDE, 62. 63. HARSSENS, 150. HEILIGERLEE, 215. HELLUM, 63 — 65. HELPEN, 27—30. HEVESKES , 65. 66. HOLWIERDA , 66. 67. '1 HOÖGEZAND , 30. HOOGEMEEDEN , 183. HOOGKERK , 182. HORNHU1ZEN , 150. 151. HUIZING A, 122. 123. Halen (Gozewijn van), Opziener in 't Fraterhuis te Groningen, geprezen 244. bevorderde hier eer^ tijds de Letter-oefeningen, 293. 294. 295. 296.. Ham 'den) , oudtijds een fterk Slot bij Lopperfum , 94. Hardenberg (Alb. Riz.), deed eertijds onderwijs in '% Adewerder Klooster, 297. Na het verlaten van dit Klooster is hij Geref. Predikant geworden, 174. 248. Voorber. §. 69. Helle 1 't, Huis ter), bij de Leek, ia een zogenaamd Paradijs veranderd , 184. 185* Heliilius (Hugo)Groninger Student , dooF Keizer* Karei V tot den Adeldand verheven, 29,8...  «*# BLADWIJZER. Hertogenbosch, bevordering der Kerkhervorming aldaar 280. Hillebrands (Jacob'), Groninger Borgemr. en voorftander van den Geref. Godsdienst, is daarom verdrukt, gevlucht, en in den oproer van 1580 gefneuveld. 6. 251. ffillenius (Korn.) Pred. te Groningen, 10. 11. 263. 264. 266. HOGESCHOOL dezer Provincie te Groningen opgericht, 2Ó2. 307 — 311. Hoogleeraars van 's Lands Hogefchool in de Godgeleerdheid, Rechtsgeleerdheid, Geneeskunde , Philofofie , Historiën, en Taaien, 314 enz. Een uit de Thcol. Faculteit verfchijnt ook in dc jaarlijkfche Sijnode, 279. Houwerzijl, 161. Humfterland, ziet Voorber. %. 32. Huninga , oud en aanzienlijk gedacht eertijds in 't Oldampt, 223. Huwelijks - bevestiging, welke orde daarop bier is gefield, 277. 278. Voorber. J. 85. L JUKWERT, 67. 68. Ierland, mildadigheid der Nederlanders in het geven van Lievdegavcn aan de verdrukte Protestanten aldaar, 282. 283. Indien (Oost- en West-) verbreiding van 't Euangeiie in die gewesten, en het verdrag der Corresponderende Sijnoden over de behandeling der Indifche zaken , 281. Jooden genieten vrijheid van godsdienst -oefeninge in Stad cn Lande, en hebben hunne Sijnagogen te Groningen, Appingedam, cn de Pekel-Aa, 28/j. 8. 42. enz.  BLADWIJZER. 35? K. KLOOSTERBUUREN , 151. KLOOSTER ter. APEL , ïlïé KROPSWOLDE, 30. 31. Karei Martel, Groot-Hofmeester van Frankrijk, flaat Radbodus in enen veldflag, overvvind de Vriezen. Voorber. §. 22. 25. 26. Karei de Groot, Koning van Frankrijk , overvvind de Saxers, beteugeld de Vriezen tot voordeel van 't Christendom, dwingt de Saxers tot het Christendom. /. c. §. 32. 34. 37. 38. Karei van Egmond, ziet Gelderfcbe Hertog. Karei V (Keizer), onder wiens regeringe de toeltand der Euangeiie- belijders en der Sectarisfen hier zo gevaarlijk niet was , als elders in de Nederlanden , 246. 247. begunstigde de diensten van enige Inboorlingen dezer Provincie, 298. Kerkeraden, na de Reductie, in de Gemeenten hier aangefteld , 7. 48. 49. 58. 60. 85. 116. 258. 278. Kerkgebouwen, bij de Reductie, hier gezuiverd van Beelden, Altaren enz. 253, Voorber. J. 76. vervolgens zijn er ook hier en daar Nieuwe gedicht, bijzonder in de Cl. van *t Gorecht en 't Oldampt, 30. 36. 38. 58. 207. 2l8. 22.0. 226. 228. = 3L 237- Kerkhervorming van Stad en Lande , door een oud Groninger Monnik voorfpeld, Voorber. 5. 40. De weg daartoe gebaand door W. Gansfort, gefterkt van R. Agricola , 243. enz. Vervolgens voortgezet, zo door 'sMans leerlingen, als door Pmdinius en Hardenberg, 245. 247. 248. Daarna meer openlijk doorgebroken , dog gelloord met' ftraf- oefeningen, vonnis tegen de vluchtelingen, en invoering van enen Bislchop , 248 — 251. Is evenwel hervat met oprichting van Hervormde Y 3 Ge-  \$§ . B L A D w IJ z e R. Gemeenten, dog in 1580 wederom verhinderds tot dat in 1594 tot ftand is gebragt. 251. 252. enz. Voorber. f- 64 — 72. Kerkelijke Cenfuur, of Kerkentucbt, hier federt de Reductie. 276. 277. Voorber. %. 79. Kerken-Orde dezer Provincie ontworpen, door'sLands Staaten goedgekeurd , aan de Predikanten in de Sijnode 1595 voorgefteld , en in 1596 door bea ondertekend, waarop er ook ene nadere verklaring en opheldering is bijgevoegd. 254 — 257. Voorber. 5- 77- 82. Eerken-Orde der Nat. Dordfche Sijnode van 1619 hier niet aangenomen. 265. 266. 267. Kerkvifitatie, ziet Vijitatie. Kloosters oudtijds veele in deze kleine Laiidlrreek, 1. 2. 44. 56. 65. 66. 68. 73. 88. 103. 104. 108. 109. 132. 133. 137. 143. 166. 167. 173. 176. 187. au. 215. 230. zijn bij de Reductie vervallen aan de Provincie, hoewel aan de Monniken en Bagijnen of Nonnen ook enige gunste is bewezen, 253. Voorher. §. 44. 45..75. Knijf Cjfan), eerste en laatste Bisfehop dezer Provincie, ziet Bisfehop jf. Knijf. Kniphuizen, Adelijk geflacht in de Ommelanden. 145. I47- 153- -154- 160 — 162. 184. 18-8. Kooltuin (Korn.), voorheen Roomseh Pastoor te Enkhuizen , bet Pausdom verlatende en naar Embden, gevlucht , zogt in 1558 hier onderwijs te doen, Voorber. |. 70, l. LEEOEMEEDEN , 183. LEEGKERK , 182. LEEK , 183. 184. LEENS , 152. LEERMENS , 54. 9,2. LEEROORT, 215. 216. LELLENS , 92. |t$, lettelbert , 185. ï86. LOPPERS OM , 93-,  BLADWIJZER. 359 93 — 97. LOSDORP, 97* 98. LULA, 31. LUTKEGAsT, 186. 187. Lasko (Jan a) , Poolsch Edelman van den eersten rang, te Embden gekomen hernieuwde de vriendfchap met Hardenberg in het Adewerder Klooster , en bewoog hem tot bet verlaten van het Pausdom, 297. 248. Voorber. J. 69. Latijnfchè Schooien te Groningen en Appingedam , 291. 292. 296. 298. 299. 301—303. Lebuinus bewoog veele Heidenen, bij den JJsfelftroom en bij de Wezer , tot den Christelijken Godsdienst, en (lichtte een Kerk niet verre van Deventer, Voorber. $. 30. 32. 35. Lectors der Academie dezer Provincie, 311. Lewe, Adelijk gellacht in de Ommelanden, 126. 128. 130. 140. 142. 175. 311. 312. 313. Lievdegaven, van hier gegeven aan de noodlijdende buïtenlandfche Kerken, 282. enz. Lingen (Graaffchap en Stad) , opkomst en voortgang der Hervormde Kerk en van het Gijmnafium aldaar , 283. 284. Lintelo (Baron van) , Heer yan Stedum, 67. 77. 80. 102. Lodewijk, Graaf van Nasfau, ziet Nasfau. LOPPERSUM (Clasfis van), 83 enz. Lopperfum (Gerard van), Rector der Latijnfchè Scholen, 93. 298. Luclgerus, Friesch Edelman , predikt het Euangeiie onder de Heidenen, in Friesland, de Groninger Ommelanden, en Reiderland ; is eerste Bisfehop van Munster geworden , Voorber. % 30. 33. 36- 38- Lijdius (Mart.) en Sibr. Lubberti, Profesforen te Franeker , bij de grondvesting der Herv. Kerk te Groningen tegenwoordig, 4. 253. 256. Voorber. %. 87. Y 4  3ocv B L A D W Ij Z E R. lid AZ . -M..; ; . >,: 'XI . O MAARHUIZEN, 152. MAARSLAO, 153, MARSUM, 69. MARÜM, 187. MEEDEN, in dc Ommel., 123. 124, MEEDEN in 't Old., 219. 220. MEETHÜIZEN , 69. 70. MENKEWEER , 124, 125. MENSINGEVVEER, 153. 154. MIDDELBERT, 32. MIDDELSTUM, 125-128. M1DWOLDA in de Ommel. , 188. 189. MIDWOLDA in 't Üid. , 216. 2t8. MIDVVOLDER-HAMRIK, 318. 219. MARNE (Clasfis van), 143. en verv. Maurits, Prins van Uranje, met zijn neef Graaf Wil. lem Lodewijk van Nasfau , heeft Stad en Lande in 1594 heroverd en tot de Unie wedergebragt, 3. Marezius (Samuel) , Prof. der Godgeleerdheid , 20. 21. 273. 287. 303. 317. Martini (Joh.) , Pred. te Groningen, 12.268, «73. 283. Menco, Abt van Wittewierum, ziet Emo. Menno Simons en zijn broeder Derk Philips, 40. 247» Mennoniten, 285. hebben in de Stad en te Lande hier hunne Kerkhuizen, 8. 42. 85. 91. 95. rc6. 112. 116. 135. 144, 157. 161. 172. 202. 204. 206. 221. 226, 236. onder hen zogten de Socinianen te fchuilen , e^ö. 287. MIDDELSTUM (Clasfis van), 115 en verv. Miiius (Joh.) Pred. te Appingedam , in 1580 van daar gevlucht, 6. 45. 46. MUlefius (iVicher) predikt onder Philips II. te Groningen en Helpen, 28. 6. 250. NIEBERT, 189. 190. NIJEHOVE, 190. 191. NIJEKERK in dc Marne , 154. 155- NIJEKERK in Wes,-  B L A D W IJ Z E R. 3«t Westerkw. , I92. NIEUWE SCHANS , 220, 221. NIJEZIJL, 191- 192. NOORDBROEK, 221. 222. , NOORDDIJK, 32-34. NOORDHORN, 193. i94. NOORDLAAREN , 34. 35. NOORDWIJK , 194, NOORD VVOLDE, 128. NUIS, 194. 195, Nasfau (Graaf Lodewijk van), broeder van Willem I, Prins van Oranje, komt te Appingedam , overwind den Graaf van Arenberg bij Heiligerlee, dog bij Jemgum door Alba gellagen, zo dat zijne aanhangers door den Brusfclfchen Bloedraad gevonnist zijn. 3. 40. 41. 26. 32. 84. 94. 99. 115. 125. 126. 132. 144. 159. 163. 198. 215. 250.. «— (Graaf Willem Lodewijk van) , zoon van Graaf Jan van Nasfau, Stadhouder van Friesland, Gro. ningen en Ommelanden , nevens het Landfchap Drenthe. 3. 155. 208. 254 256. 260. Kicafus (Job.), Pred. te Middelltum, 126. 127. 263. O. OBERGUM, 155. OLDEHOVE, J-c5- 19Ö. OLDEKERK, 196. OL DEN ZIJL , 129: ONDERENDAM , 129. ONDERYVIERUM, 130. ONSTi WE DDA , 222. 223. OOSTERNIEUWLAND a «o, 131. OOSTER\VI[T\VERT, 98-100. OOSTUM, 196. OOSTWOLD in de Ommel., 196. 197. OOSTWOLD in 't Old., 223 22a.. OPENDE, 197». OPW1ERDA , 70. 71. OTERDÜM,7i. 72. OUDE SCHANS, 225. OLDAMPT enz. (Clasfis van "t), 205. en verv. Olevianus (Kaspar), te Groningen in 1579 tot Predikant begeert, 6. Ondertekening der Geloofsformulieren hier, voor en na de Nat, Sijnode van Dordrecht, ingevoerd, 263. 264. 269. Ook omtrent de Franfche Predikanten alhier, 20. Voorber. %. 95.  jo& BLADWIJZER» p. PEKEL-AA (Oude en Nieuwe) , 225. 226. pje„ TER-SBUÖREN, 155. 156. Pastoren (Roomfche) te Groningen, hebben in 1523 enige Priesters van St. Martens kerk aangezet , om, over het oppergezach van den Paus, tegen de Dominikaner Monniken te disputeren , 245. En, onder Philips II, waren er onder hen, die de Euanselie - belijders nier ongenegen waren , 249. Voorber. §. 70. Patroon-recht, ziet Collatie-recht. Pausdom (het) eertijds in dit Gewest, was merendeels niet alleen zeer onkundig, dwalende en bijgelovig , maar ook zeer bedorven in zeeden, waar over zelfs de Koning van Spanje en de Hertogvan Alba klaagden, ziet Bijgelovigheid, Verbastering in leere, en Zeeden-bederf. De Kerkregeringwas hier , niet alleen onder 't oppergezach van den Paus, maar ook onder 't opzigt der Bisfehop-. pen van Utrecht en Munster , of bij zekere Per-: fonen, die -Is Onderbisfchoppen waren. Voorber. %■ 39 — 64. Perfona werd eertijds genoemd de voornaamste der Roomfche Pastoren te Groningen , die aldaar en in het Stads gebied als Bisfchops Vicaris was, 1. Voorber. §. 55. Philips II (Koning van Spanje) Heer der Nederlanden geworden zijnde, waren de Euangelie-belijders in Sad en Lande als onder 't kruis , 248. Om de Geref. predikatiën er te doen ophouden , zond hij, herwaards zijnen Stadhouder, den Graaf van Aren-, berg, die in de flag bij Heiligerlee fneuvelde, 250. De Hertog van Alba, na behaalde overwinningbij Jemgum, te Groningen komende, zogt de Gereformeerden hier wreedelijk te beteugelen, 3. 57. 250. 251. 299»  BLADWIJZE R. 36-3 Picdardt, Heeren van Slodhteren, 55. 62. 73. 76. 314, Pipijn van Her ft al, Groot-Hofmeester van Frankrijk, 0verwind Koning Radbodus I, en dwingt herri om de vrije Buangelie-predikïng toe te laten, ontbied Leeraars uit Engeland naar Friesland, en onderileund de Leeraars van 't Christendom. Voorber, §. 13. 14. 16. 17 18. Piscators (Job.) gevoelen, aangaande Christus gehoorzaamheid, door de gecombineerde Sijnode van Stad en Lande nevens Drenthe afgekeurd, in overeen, ftemming met die van Frankrijk, 261. Placius (Georg), Predikant te Appingedam, 51. 264. 266. Plakkaten der Staaten van Stad en Lande , over het Catechizeren en viziteren der Schooien , 273. Tegén de ontheiliging van 's Heeren Naam en Dag , 272. Tegen de Jezuiren, Monniken, Réguliere Priesters enz. 287. 288. Omtrent Huwelijks zaken, 277. 278. Pradinius (Regnier) , geleerd Rector te Groningen , 296. 297. en bevorderaar der zuivere Euangelieleere in dit gewest, i65. 247. 248. Predikanten (Geref.), in 1566 te Groningen enz., in 1579 te Appingedam, Groningen en op andere plaatfen, 2. 3. 5 6. 9. 27 28. 41. 44 — 47. 84. 90. 94. 101. 109. Die bij de Reductie dezer Provincie beroepen wierden, ondertekenden de Ker5ken-Orde, deeden enen Eed, en werden in leere en leven onderzogt, 256. 257 Voorber. g. 77 — 80. Worden thans préparatoir en peremptoir onderzogt over de Godgeleerdheid en oorfpronkelijkè Talen , 270. 271. Hun Dienstwerk, 271. en vervolg. Franfcbe of Walfcbe Predik. 19 — 21. Hoogduitfcbe Predik, dezer Provincie , 21. 20. Tot den Legerdienst van hier ook enigen gezori^ den, 22. 62. 89. 97. 151. 207. 225. Pries*  364 BLADWIJZEN Priesters (Roomfche) alhier eertijds menigvuldig, waafvan federt 1594. enigen, na voorgaand onderzoek enz., tot Predik, der Herv. Gemeente toegelaten, dog anderen afgezet of afgewezen zijn, Foorher. 5. 43. 44. 72 —75- 79. Profesforen , ziet Hoogleeraars, Proosten, ziet Deekens. Proponenten, verdrag daarover met Friesland , 271* Wie, als Proponenten, te Groningen zijn beroepen, 10. 11. 12. Pfalmherijmingen (Nieuwe) hier ook ingevoerd, 272- * Voorttel over de verandering der melodijen, 61. R. RANUM, 156. RASQUERT, 157. PvOTTUM, 132. 133. Radbodus (Koning van Vriesland) , een vijand van 't Christendom, weigerd aan Bisfehop Wulfram gedoopt te worden. Voorber. §• 10. 13. 21. 23. De 2de van dien naam vervolgd de Christenen, /. c, 5. 28. 29. 33. Remonftranten verwekten onlusten in Holland en elders, maar hadden in Stad en Lande geene aanhangers of voorltanders. 262. 263 287. Rengers, Adelijk geflacht in de Ommelanden , 251. te Ten Post, 60 84. 109. 311. 312 te Helium, 63. 64. te Slocbteren, 76. 312. te Farmfum, 60. 64. 65. 67. 69. 71. 89. 95. 97. 100. 113. 314Rennenberg (Graaf van), Stadhouder , van Neerl. verenigde Bondgenoten , trouwloos afgevallen tot de Spanjaarden, en de gevolgen daarvan, 3. 41. 46, 57. 182. 252. 300. Ripperda, Adelijk geflacht in de Ommelanden, 251.te Appingedam , 41. te Farmfum , 60, te Oos* ter*  B L A D W IJ Z E R. 365 terzvijtivert, 64. 67. 56. 78. 79. 97. 98 — 100. Voorber. 5. 49. Romeling (Patrocl.), Pred. te Farmfum, voorltel omtrent de mclodijen der Rijm-Pfalmen, 61. Roomschgezinden dezer Provincie , 287. 288. hebben hunne Kerkhuizen in de Stad, en ook te Lande, 8. 44. 116. 118. 135 162, 172. 175. 204. 226. Rottummer - oog en Klooster , 132. Ruardi (Feito), predikte federt 1550, en federt 1565, onder 't kruis te Groningen en Helpen, en is in 1595 Stads Predikant geworden, 5. 9. 28. 247. 2248. S. SAAXUM, 198. SAAXUMHUIZEN, 157. SAPPEMEER, 36 37. SAUVYERT, 158. SCHARMER, 72. 73. SCHEEMDA, 227. SCHEEMDER-HAMRIK, 228. SCHILTWOlDA . 73. 74. SELL1NGE, 228, 229. SIJBALDABUUREN \ 199. S1DDEBUUREN, 74. 75. SLOCHTEREN, 76. SOLWERT, 76 — 78. SPIJK, 100. 101. STEDUM' 101. 102. STITSWERT, 133. 134. Sacramenten (bediening) van Doop en Avondmaal, ziet Vraagilukken. Sasfcbers (Nic), geleerd Rector te Groningen, om" de religie in 1567 gevlucht, 299. SCHOOLEN van Stad en Lande, onder het Pausdom, 291 — 301. en federt de Reductie dezer Provincie, 301 — 304. Scbortingbuis (tVilh.) boek, het Innig Christendom ge* naamd, 218. Seentrecht of Sijndriucht, Kerkelijk-recht eertijds irt deze Vriefche Landen, Voorber. %. 56. STAATEN van STAD en LANDE hebben hier irt 1595 de Sijnode doen t' famen komen , ene Kerw i*. Z ken*  366 B L A D W IJ Z E R. ken-Orde en Kerkvizitatie vervolgens ingevoerd, 254 — -59' Voorts de Academie opgericht en onderhouden, 262. 307 en verv. Drongen aan op ene Nat. Sijnode, lieten in 1,618 twee buitengewone Sijnoden ter voorbereiding beleggen, cn zonden Afgevaardigden tot de Nat. Sijnode te Dordrecht, 264 — 266. De befluiten dezer Kerkvergaderinge , ten aanzien van de Leere, door Hun Edel Mog. goedgekeurd en gehaudhaavd , bijzonder door het Staatsch - Reglement van vrede en enigheid in Kerk en School, 267. 269. 270. Voorber. g. 96. Hun goedkeuring omtrent de nieuwe Overzetting des Bijbels, de nieuwePfalmbcrijmingen, het nieuwe Reglement óp de Examens der Proponenten en Predikanten, als mede de nieuwe Vraagilukken in de jaarlijkfche vizitatie der Clasl'en, 267. 268. 271. 272. Ziet ook Plakkaten der Staten van Stad en Lande. Starckenborg, Adelijk geflacht bijzonder in de Ommelanden , 6. 60, 99. 131. 152. 158. 163. 164. 251. =56. =57- Sijnode (Nationale) in Holland verhinderd, 263. eindelijk vastgefteld , 264. gehouden te Dordrecht, 266. Sijnode van Stad en Lande, de twee eerste in 1595 en 96, 255 — 257. Voorber. 5- 86. 87. heeft ene Kerkvizitatie aangefleld, was 2 jaren met die van Drenthe verenigd enz. 259—261. Hield een wakend oog op de Arminiaanfche onlusten in Holland en elders, zond dcrwaards Gecommitteerden om raad te plegen over het houden ener Nat. Sijnode , 263. 264. Zond hare Afgevaardigden tot dc Nat. Sijnode, 264 — 266. Hoe de Sijnode bier voor cn na dien tijd gehouden is, 259. 260," 279. Voorber. 89 — 94. Sijnode (JValfcbe), in 1784 voor de eerstemaal te Groningen gehouden, 20. T.  B L A D W IJ Z E R. 3^7 T. TERMUNTEN, 229-231. THESINGE, 104, 105. TJrtMSWEER, 78, 79- TINALLINGE, 159. TOLBERT;, 199, 2°°- Twisten, tusfcften de Hoogleeraars. en Predikattten al'hier, aanleiding tot het Staatsch Reglement van vrede en enigheid. Voorbtr. J. 96. Trommius (Abrab.), Pred. te Groningen, 13, 268, 273. U. UITHUIZEN, 135,.136. UITWIERDA, 80. ULRUM, 161, 162. USKAVERT, 136 — 138. Ubelus heeft in 1579 enz. te Winfum gepredikt, en er de Geloofshervorming bevorderd, 167. Ulgers aanzienlijk gellacht door den Brusielfeiien Bloed- raad veroordeeld, 32. Ufkens (Popko) te Appingedam in de Spaanfche tijden , 41, 198, 251. Uko IValles en Ukoivallisten eertijds hier onder de Mennisten , 69., 286. Unie van Utrecht, eerst door de Ömmelanders, daarna door den Graaf van Rennenberg en de Groningers aangenomen, 252* V. VEENDAM, 231, 232. VIERHUIZEN, 160 VISVLIET, 200, 201. VLACHTWEDDË, 232 , 233. VLIEDORP, 161. VRltSCHELü, 233, 234. Verbastering der leere van 't Christendom door het Pausdom., Voorber. 2- 39Verbond der Edelen, ziet Compromis. Verdraagzaamheid alhier, omtrent andere Gezknen a, 284—2.88.. Z 2 tTt»  38 B L A D W IJ Z E R. Verrutius (jHieronijmusf, geleerd Groninger, 295, 296. Vizitatie der Kerken dezer Provincie, niet lang na de Redactie, door Afgevaardigden uit 'sLands Staaten, en door de Clasfen gedaan, 258, 259. Voorher. §. So. der C/as/en, door de Deputaten dezer Sijnode , waartoe nieuwe Vraagftukken opgefleld, en door 'sLands Staaten goedgekeurd zijn, /. c. Vluchtelingen, op de komst van AÏba van hier nnar elders, 250. gedagvaard en veroordeeld door den Brusfelfchen Bloedraad enz., 6. 25. 26. 32. 41. 84. 90. 94. 99 109. II5. „3. i2S. 126. 131. 132. 144- 159. 167. 250. 251. In 't Vaderland wedergekeerd, in 1580 andermaal gevlucht. 252, ,00. ' uit Frankrijk herwaards, ziet Franfche vluchtelingen. Voetlanen, ziet Coccejanen. Vraagilukken bij den Kinderdoop, hier te Lande ingevoerd , dog niet te Groningen , 274. hij de Voorbereiding! Predikatiën, hier overal gebruikelijk, 275. Vragen aan de geëxamineerde Prop. en Predik., ter WËSTER WijtWERT, 140. 141. WETZINGE, 165, 166. WiERUUiZEN, 166. W1ERÜM, 201. 20:, WiLDËKVANK, 236. WINDEWEER, 38. WIN-  B L A D W IJ Z E R, 3öy WINSCHOOTEN, 237. 238. WINSUM , l66169. WIRDUM, 107. 108. WITTE WIERU14 iof? —110. WOLDËNDURP, 238. 239. WOL TER. SUM , 110. 111. Waldenzen, lievdegaven aan dezelve van hier gegeven 282. ö b * Wabbens (Sebast.) , om zijne herbergzaamheid aan Graaf Lodewijk v. Nasfau , te Brusfel veroor. deeld , 41. Wederdopers {oproerige) oudtijds in de Ommelanden 111. 112. 195, 246. ' WESTERK WARTlKK (Clasfis van 'Q i7I en verv 257- 258. Wifferding (Herm.). predikt in 1579. en 80. te Groningen, 6. Wilkbrord, niet de eerste Christen - prediker in 'toude V riesland. Voorber. §. 4. 9, I2. Qp 'r einde van de 7de eeuw hier gekomen, is hij tot Aartsbisfchop der Vriezen gewijd, woonde te Utrecht en is er geflorven. /. c. $. 15. l6. 18. 19. 24. 27. Wiliebadus, geleerd Euangelieprediker onder de Heidenen omtrent Dokkum cn in de Ommelanden, dog vlucht van daar, eu word Bisfehop te Bre' men. /. c. f. 30 31. 37. 38. Willem Lodewijk (Graaf van Nasfau) , Stadhouder ziet Nasfau. " * Wiltenburg (nu Utrecht) , Christen - Kerk aldaar *eRicht, dog door Radbodus verwoest. /. c 2 io Winfnd, ziet Bonifacius. Witekind (Hertog der Saxers) vervolgd de Christenen m Vriesland en elders, door Karei de Groot beteugeld /. c. §. 33. 35. 37. ïfulfran (Franfche Bislchop) zogt Koning Radbodus te cioopen, dog deez bleef hardnekkig. / c 5' 22. 2T,. ' z. 4  370 3 L A D W IJ Z E R. Z. 't ZANDT, iii-113. ZANDEWEER, 141. 142, ZEERIJP, 113. 114. ZOLTKAMP , 169. ZUIDBRüEK, 239. 240. ZLTDHORN, 202. ZUID» WOLDE, 142. ZUURDIJK, 169. 170. Zeeden-bederf oudtijds onder 't Pausdom alhier, door 2 Monnikken in de 15de eeuw ernstig beftraft , en door enen anderen Monnik de Kerkhervorming wegens dit bederf voorfpeld ; gelijk ook over 'c zeden-bederf der Geestelijkheid alhier is geklaagd door den Koning van Spanje en den Hertog van Alba. Voorber. $. 40. 41.  II. H. EHUCIILRUS GEDENKBOEK van STAD en LANDE.