H ANDELINGE N/ BEK VERGADERINGE van GEDEPUTEERDEN van INGELANDEN van gehouden binnen leyden, den 25. april 1798. j T« L ET D E N bij HERDINGH ï^n ;)fc^r7ier, mdccxcviii.   ♦C 3 > Vergadering van Gedeputeerde Ingelanden van Rhijnland, gehouden den 25. April 1798., in het Gemeenlands-huij binnen Leyden, door Hoofd-Ingelanden van Rhijnland, ter voldoening aan het Decreet van het geweezen Provinciaal Beduur van het voormaalig Gewest van Holland, van den 29. September 1796. , tegens heden deezen 25. April 1798., des voormiddags ten tien uuren, in 't Gemeenlandshuis binnen Leyden, bij Misfive van den 31. Maart daarbevoorens , geaddresfeerd aan de respeftive Municipaliteiten in Rhijnland, befchreeven; met infenie van de pointen, ten einde daarover te delibereeren en daarop te befluicen. D e Gecommitteerden uit Hoofd - Ingelanden, benoemd tot organifatie deezer Vergadering, dezelve geopend hebbende, worden de nog overige Lastbrieven, welke hun ingevolge den tiefchrijvingsbrief niet waren geëxhibeerd, ingezameld, en daarmede, na examinane van dezelven, aangevuld derzclvcr gemaakte Lijst, die door hun, als organifeerende de Vergadèring, wordt voorgeleezen, met kennisgeeving, dac alle de Lastbrieven der aanweezige GedeA 2 pu-  < 4 > puteerden in order bevonden waren. — Welke Lijst door gemelde Gecommitteerde Hoofd - Ingela nden der Vergadering overgegeeven zijnde, Wijkt daaruit, welke der Districten onder Rhijnland Gedeputeerden hebben gezonden. Lijst der Burgers, welken uit de hier natemeldene Districten of andere Huishoudelijke Verdeelingen in Rhijnland, tot de Vergadering, door Hoofd - Ingelanden deszelvcn Lands, tegen Woensdag den »5« April 1798. zijn befchreeven, zijn gedeputeerd; en het getal der Stemmen, welke door ieder, naar de grootte der Contribuëerende Morgentaaien, moeten worden uitgebragt. Distri<3en of andere Huishou- Getal der Naamen der Gedepudelijke verdee- Stemmen. teerden. Hngen. Uit het Hoofd-DistriSt No. 5. Lisle. 3 Stemmen. Soelen' Hillegom. 2 PJeier) van iierok h Karei van Braganje. Bennebroek. 1 • Lkemftede. 2 - Nieuwefkerk, Zuidfchaikwijk I - ~W. J. IwminL Vijfhuizen, Haa?«  < 5 5* bistricten of andere Hnishou- Getni der Examen der Gedepüdeh]ke verdee- Stemmen» teerden, lingen. Hnarlemmerlie- Ru;Rrok. den in de 2 Stemmen. p{rtfkm Mem»enhoveth Waard. Tetterode,Aal- bertsberg en 2 m Vogelenzang. Hof-Ambagt. 1 B. Altrogge. Houtrijk en KorfJt ^riezekoop. Polanen. R aarsdorp. 1 ■ Sparendam. 1 —— Geen Gedeputeerden* Spaarnwoude. 2 J*coh Wageman. Schooten en Pieter van der Biest* Schooterviiet.a " Hendrik Blom. Slöoten, Sloo- terdijk, Os-, #f«M' dorp en de Marten Kooy. vrije Geer. Rietwijk en Rietwijker I Oord. Haarlemmer Hendrik Doyer, H.Zaorii Vrijheid. 1 ' Paulu's van Steenderen. Uit het Hoofd-Distri£t No. 4. Wasfemar. 3 Stemmen. "} Zuid wijk en r Adriaan van der Does < JDirks Ambagt. J Valkenburg. 1 Pieter van Dalen. Katwijk. 1 i A 3 Rhijns-  < 6 > Districlen of andere Huishou- Getal der Naamen der Gedepu. delijke verdee- Stemmen. teerdens. lingen. Rhijnsburg en „, „77. de Vrouwe 1 Stem. KJaa' Nooddorp. Yenne Gysbert Ravensbergen. Oegstgeest en *tnmmM Jan Groenendyk. Poelge«st. 4 Stemmen. 'fcüm van Jan Jansfen en Jacob van Pieken, en bij ab« Noordwijk. 3 —— fentie van een derzel- ven Jan Gerard Cramerus. Noordwijker- Jan van Leeuwen. hout. 3 ' Leend. Langeveld. Voorhout. a _ Dirk Meister. Leendert Prins. Warmond. 3 ^orne!is Hasf™?- . . yjuirinus van der Scheer. Vennip. 1 ■ Pieter van Lierop. Boekhorst. ' 1 — ■ Sasfenheim. 1 —— Hoogè Veenen _ en de Zilk. Uit de Districlen Jacobus van der Vyver Leyden. 1 Stem. eAn Pifter Moordziek, daar by geaslumeerd Boudewyn van Rees. Izaac Kornelis Sterk, Gerrit van der Ja , Haarlem. 1 %oh- ^ortieUus Wen- Jwg, en den Secretalis Laurens van dm Braak. Uit  •C 7 > Diftriéten of an- . _,. i dere Huishou- Getal der Naamen der Geldelijke verdee- Stemmen. puteeraens. lingen. iii ,~f Uit het Hoofd-DistriSt No. 3. Aris Rodenburg. Hazerswoude. 5 Stemmen. Jacob Brero. Andnes van der Vlies, IV. Seb. Boers. Hoögeveen. 1 jan Voorwinde. Benthorn. 1 ■ Ifaak Moutton. Benthuizen. ft Hendrik van Oordt. Zegwaard. I Korn' Maaskant. Zoetermeer. 1 .—— 'Jasper van den Bosch. Driemans-Pol- ft . Kom Bar. van der Wak der. Teunis van den Bosch. Nicolaas van den Bosch. Stompwnk en ^ . *oames Uuigens. Wilsveen. • Jdam Holieekm Veur. 1 1 Voorfchoten. 3 Geen Gedepureerden. Jan van der Zon, Zoeterwoude. 7 Leonardus van der Aan Qtto Barends. Uit het Hoofd-DistriSt No. 2. De Enge. 1 Stem. Rappijne en IJsfelveld. ' Zuidzijde van de lange Lin- 2 Stemmen. fehoten* A 4 Noord-;  • Diftriften of an« defe Huishou- Getal der Naamen der Gededelijke verdee- Stemmen. puteerdens. lingen. Noordzijde d°. i Stern. Kattenbroek, i . Foldertje Elfviertel. Boezem agrer het Westeinde vatl Waar* der. Papecop en „ Diemerbroek. Q Stemmen. Lange Weide. Ruige Weide. Boezem Zuidzijde van de Weipoort te Huihert Stoof. Bodegraven;2 ~—' Dirk Schyf. Polder derzelve.Zwammerdam onder Broek- Willem Brack. velde, Wijk 3 -—* Kornelis FoordoiM. en Voshol. Reeuwijk. a Willem Brack. Sluipwijk en Ravensberg. 1 Middelburg. i —— Ari van der Straatem Boskoop, Reierskoop in de Biezen, Zuidwijk of Splin- r —— Cerrit van Kleef. ters Ambagt, en Laag-Bo»koop. Snij-  < 9 > Districlen of an- dere Huishou- Getal der Naamen der Gede* delijke verdee. Stemmen. puteerdens. lingen. Snijdelwijk, Poelijen, Groenswaard a Stemmen. Geen Gedeputeerden. enNoordwad- dinxveen. ,Alphen, Rietveld en Rhij- 5 —■ ■ neveld. Uit het HoofdDistri ft No. r. Ludolph Mulder. .. , „ Jacob van Rha/n. Leiderdorp. 3 Stemmen. ■> Geasfifteer7d met Gerrit van Rhyn, Koudekerk. 2 Jan Meyer. Hoogmade. 1 Djrk Grge„ in ,( Woutm Ourshoorn en < Gnephoek. Esfelijkerwou- _ de. 3 Jan Frisfel. Alkemade. 5 Kom. Jac. van Egmond. Dirk Staalhof. Rhijnzater- _ Kornelis Ahenes. woude. 1 Joannes Kiehert. . . Klaas Pietersz. Bol. Aalsmeer. a Pieter Kater. Leimuiden en _ Jan van der Breggen. Vriezekoop. 2 ' Hend, van Beuzekom. ,p. . fan van Kempen. Der Aar. 3 ^ ym A 5 Aar*  < IO > Ditlriften of an- dere Huisbnu- Getal der Naamen der Gededelijke verdee- Stemmen, puteerdens*. lingen. A'irlanderveen en Aalbregts Sc Joh. Arnoldus Sikken, Vierendeel 5 memmen. Korndis Supper van den Bos. Na dat de naamen der Gedeputeerde Ingelanden, door gemelde Gecommitteerde Hoofd -Ingelanden volgens bovengemelde Lijst waren afgeroepen, en de Hemmen van iedere plaats, welke dezelve'zullen uitbrengen; wordt doot den Burger Imminck, Gecommitteerde van Zuïdfchaïkwijk, :geprotefteerd tegen het uitbrengen der Hemmen anders, dan iedere Plaats hier Gecommitteerden heeft gezonden, en begeerende eene hoofdlijke {temming. De Gedeputeerden van Haarlem daar na het woord gevraagd hebbende, draagen voor, om, alvoorens de vergadering tot het verkiezen van een Prefident cn Vice Prefident, mitsgaders van eenen eerften en tweeden Secretaris overgaat, en een aanvang maakt met haare deliberatien over den brief van befchrljving, te worden onderrigt, of de Vergadering kan treeden in hun laatst gedaan voorftel. Waarop door den Burger Arent Reefen geproponeerd zijnde dat die van Haarlem en Leyden , ongeprejudicieerd derzelver fuftenu, ieder als Diftrict ééne ftem tot het benoemen van een Voorzitter enz. dienden uittebrengen en men dan met de deliberatien over de questie zelve een aanvang konden maa« ken; wordt door die van Haarlem en Leyden verzocht zich eenigen tijd uit de vergadering te mogen abfenteeren, ten einde over die Pronofitiè onder elkanderen te kunnen delibereeren , welken dit toe^e* lt&nn en kort daar na weder ter vergadering verfcheenen zijnde, is door den Secretaris van Rees voorgelee?en zeker Declaratoir. De Burger Reefen zegt hier op zijn bevoorens gedaan  < II > daan voorflel te inhaereeren, en proponeert om overteeaan tot de ftemming over de voorgeleezen Declaratie van Haarlem en Leyden, welke verrat zunde, wordt die met een aanzienlijke meerderheid yerwor.pen, terwijl Zuïdfchaïkwijk bij-deeze ftemm 3. Misfive van den Agent bij het Departement van Algemeene Policie en Binnenlandfche Correspondentie der Bataaffche Republiek. 2. Antwoord van Hoofd Ingelanden op bovenltaanden Brief. 3. Copie van zekere Misfive van Hoogheemraadert aan Hoofd - Ingelanden van Rhijnland van dato •28. Oei. 1797. 4. Voordragt van Hoofd - Ingelande» aan Gedeputeerden van Rhijnland, betreklijk het zesde poincT:. 5. Memorie van Hoofd-Ingelanden, mede betreklijk het zesde poincT: van Befchrijving. Is beflooten alle deeze door Hoofd - Ingelanden overgelegde, en de Vergadering voorgeleezen Stukken, als Bijlaagen tot de Notulen te doen drukken, en aan de reipecüve Departementen rond te zenden' en zijn dezelve allen hier achter gevoegd onder de Biilaagen Litt. A, B, C, D, E. J De Voorzitter leest der Vergadering voor eene Misfive, aan haar geadresfeerd door de Municipaliteit van Sasfenheim, houdende, dat Ingelanden voor ditmaal, uit hoofde zij, tot het doen der verkiezing opgeroepen, maar vier in getal waren geweest, beflooten hadden geene Gedeputeerden te zenden. Welke Misfive is aangenomen voor notificatie. De Voorzitter fielt voor, om wegens de a&uëele omftandigheden van die van Haarlem en Leyden, de order der punten van befchrijving niet te volgen, en thans te beginnen met her tweede poincT: van'befchrijving. Wordt dienvolgens voorgeleezen het tweede poincT:, 2. Om te hooren rapport van de gecombineerde Commisfie, zo van Gedeputeerde Ingelanden, als van Hoofd-Ingelanden , betreklijk de conferentien met de respeftive Commisfien uit den Raad  •C 13 > Raad der Gemeente van Leyden en het Stadsbeftuur van Haarlem, ingevolge het befluit van Gedeputeerde Ingelanden, in dato 27. September 1797. op het des tijds eerfte poincT: van befchrijving gehouden. Waarop de Voorzitter voordek, om, ten einde alles in 't werk te Rellen wat tot bevoordering der cendragt met Haarlem en Leyden in dëeze Vergadering zoude kunnen ftrekken, en te beproeven, of er niet eene asfopiatie zoude te treffen zijn, dateer eene Commisfie wierde benoemd uit ieder der beide Steden , gelijk mede uit Hoofd-Ingelanden en deeze Vergadering, welke vier Commisfien alsdan ieder één Rechtsgeleerde moesten verkiezen, en die vier Commisfien gezamenlijk een vijfden Rechtsgeleerde, aan welke vijf men dan de uitfpraak der plaatshebbende differenten moest overlaaten. Leymuyden zegt, dat men de zaak aan drie Rechtsgeleerden , in plaats van vijf, moest overlaaten. Hierover wordt door den Prefident het appel nojninal geïnftituëerd, en is tot hen voorftel van den Prefident met 77. tegen 24. ftemmen geconcludeerd. De Commisfie, beftaande uit de Burgers Arend Reesfen, Jehannes Huygens, en Johannes van Trigt, welke op den 27. September 1. 1. hier toe benoemd waren, wierd gecontinuëerd, op nieuws verzoet en ge'authorifeerd, om deeze zaak verder met de Commisfien , zoo uit Hoofd - Ingelanden, als wegens de Steden Haarlem en Leyden, te termineeren en ten einde te brengen, dezelve hiertoe verleenende vol* komen magt, om in deeze zoodanig te handelen als zij zullen vermeenen te behooren. Haarlem en Leyden geeven hierover voorloopig hun genoegen te kenneD, en zullen namiddag hier over hun nader rapport uitbrengen. Hiermede wordt de Vergadering geadjournecrd tot heden namiddag ten half vier uuren. Deo  < H > Ben 2.5., 's namiddags ten half vier uuren. De Prefident de Vergadering geopend, en die van Haarlem en Leyden gevraagd hebbende, of zij thans bereid zijn om hun rapport op de cbnclufic van deeze Vergadering van heden morgen uittebrengén, wordt namens de Gedeputeerdea dier beide Steden geantwoord , dat zij verlangen met de Commisfiën uit Hoofd-Ingelanden en Gedeputeerde Ingelanden ten bovengemelden eirdo werkzaam te zijn. Zullende nog deezen avond die gecombineerde Commisiie over deeze zaak in conferentie treeden. Het eerfte poincl van befchrijving aan de vergadering voorgedragen zijnde, fielt de Prefident voor om hetzelve te houden in advijs tot in eene volgen» de vergadering. , s Gecommitteerden van Benthuizen verzoeken, dat men de poincten van befchrijving meer detailleert, opdat Ingelanden hunne Gedeputeerden beter kunnen galasten, en geeven het navolgende ftuk in geIchrifte over, om in deeze notulen te ihfereeren: .De Ingelanden van Benthuizen, door de Manicspaliteit behoorlijk in hunne Grondvergadering opgeroepen, om te delibereeren en te befiuiten op de befchreeven pointen van Hoofdingelanden van Rhijnland, van den 31. Maart deezes Jaars, hebben de Ondergeteekende Gecommitteerden verzocht, om uit hua lieder naam ter algemeene Vergadering van Rhijnlands Gedeputeerde Ingelanden j op aanfiaanden Woensdag den 25. binnen de Stad Leyden te houden, te verklaaren, dat, hoe gaarne ook met alle krachten werkzaam willende zijn, ten nutte van Rhijnland, zij echter thands in de volftrekte onmooglijkheid verkeeren, om op het 1. a. 3. 4 en 6. pointinden brief van Hoofd-Ingelanden vermeld, eenig befiuitte neemen; veelmin, pra hunne Gedeputeerden, met een definitive last  < i5 > last te bekleeden, aangezien Ingelanden van Benthuizen geheel onbekend zijnde met de redenen waarom? der zaak bij het i. Art. genarreerd, ook ignoreeren den zaaklijken inhoud der Rapporten fub Articulis 2. 3. 4 en 6. flaauw omfchreeven, en de advijzen der Rapporteurs. Dit toch had door Hoofd - Ingelanden op eene gemakkelijke wijs in hunnen Brief van befchrijving niet alleen kunnen gefchieden; maar zij hadden daar te boven naar het oordeel der Ingelanden, daar toe ook verplicht geweest, indien'zij aan het groote oogmerk, waartoe de pointen van befchrijving door Hoofd-Ingelanden worden afgezonden, hadden willen voldoen. Immers, Medeburgers! lijdt het geen tegenIpraak, dat zoo dra Ingelanden in de Grondvergaderingen wettig opgeroepen worden, om te raadpkegen over zaaken, Rhijnland raakende, — indien zij verplicht worden, om het refultaat hunner befluiten, aan Gedeputeerden in last te geeven: — indien eindelijk Ingelanden ten nutte van Rhijnland, en dus ook ten nutte hunner eigendommen, die in dat Rhijnland liggen, willen werkzaam zijn, dat dan ook den aart der zaaken, waar over zij raadplegen, — waar op zij befluiten moeten, vordert, dat dezelve in den brief van befchrijving duidelijk en geheel ftaan uitgedrukt, want, is het anders, dan worden de bijeenkomften van Ingelanden nutteloos, en het recht van raadpleging en befluitneming, dat het radicaal hunner Grondvergaderingen uitmaakt, gaat over in den boezem der Gedeputeerde Ingelanden. Dit nu was nimmer het loflijk oogmerk der Inftellers dier Grondvergaderingen en der Gedeputeerde Vergadering, welke voorzeker bij den eerften aanleg niet anders is befchouwd geworden, dan als het middenpunt, waar in alle befluiten, in de Grondvergaderingen der Ingelanden op befcmeeven pointen, gevallen , worden  ♦C 16 > den te zaam getrokken, om daar uit den wil der meerderheid van Rhijnlands Ingelanden te kunnen opmaaken. Past men nu al dit gezegde toe op de pointen van befchrijving van Hoofd-Ingelanden , bij hunnen brief van den 31. Maart deezesjaars vermeld , dan is het ontegenfpreekelijk waar, dat deze, zoo al» zij liggen, onvoldoende zijn, om daar op bij Ingelanden behoorlijk te raadpleegen, veel min, om aan Gedeputeerden een last te j geeven, overeenkomflig het belang van Rhijn. land. Weshalve de ondergeteekende Gedeputeerden verpligt zijn om uit 'naam hunner Committenten , als nog te inhereeren het advijs op hunnen naam door hunne Gedeputeerden ter Vergadering van den 2.7. September des voorleeden Jaars binnen Leyden gehouden, uitgebragt, en geinfereerd in de notukn van dien dag (vide fol. 15. der gedrukte notulen,) waar bij zij lieden toen hebben aangedrongen, en verzogr, dat alle zaaken vooraf gebragt werden ter beoordeeling en befluiting- der Rhijnlandfche In< gelanden. De Ondergeteekenden verzoeken, dat het bovengemelde, ter hunner decharge, worde geinfeleeid in de Notulen deezer Vergaderiag. ISAAC MOUTTON, HENDk. van OORDT. De Burger Immink zegt mede, dat hij zo breed niet is gcqualificeerd, als wel andere Gedeputeerden, en hij gevolglijk nu zo niet kan concludeeren, als wel de zoodanigen; en verzoekt het volgende in de Notulen te infereeren. „ Wijders is nog gerefolveerd om op de Ver„ gadering van Gedeputeerde Ingelanden te Ley„den, aan Commisfarisfen Hoofd - Ingelanden „ voorteftellen, dat niet anders dan ingevolge „ hes  < 17 > u het gefancTioneerde Reglement zal worden ge■ ftem'd. en dus perfonaliter, zullende ieder „ Arabaat zoo veel periöonen kunnen zenden *, als ftemmen heeft, en tegen contrarie gevoe„ len des noods te protesteeren." De Prefident omtrent dit point het appel nominal ïnftituëerende, wordt met eene groote meerderheid tot het voorftel van denzelven geconcludeerd» De Burger de Bas, welke zich thans hier in 't Gemeenlandshuis bevindt, de Notulen der vorige Vergaderingen van den «25. April 1796. en vtrvolgens, aan dè tegenwoordige Secretarisfen overgegeeven hebbende , wordt daarna verzogr, rapport van de Commiffie, waarin dezelve nevens andere Burgers gefield was. betreklijk het tegenwoordige derde poincT: van befchrijving, uittebrengen; waaraan dezelve, in de Vergadering verfcheenen zijnde, gereedelijk voldoet. Welk rapport gehoord zijnde, de Prefident de Commisfie bedankt voor haare gedaane werkzaamheden, en waaromtrend beflooten wordt, hetzelve te laaten drukken, en aan de respeftive Departementen rond te zenden; en is hetzelve rapport hier achter onder Litt. F. gebragts. Le Burger Httygens rapporteert op het tegenwoordige vierde point van befchrijving. Op welk 'rapport dezelfde conclufie valt als op dat van den Burger de Bas c. f.; 't welk mede hier achter gevonden wordt onder Litt. G. Het rapport omtrent het 6. point, in gefchrifte uitgebragt zijnde, wordt beflooten het zelve bij deeze Handelingen mede te doen drukken; en is het zelve onder de Bijlagen Litt. H. te vinden. De Prefident fielt de Vergadering voor, uit haar midden eene commisfie van drie Leden te benoemen, ten einde zich te begeeven naar den Haag, om aldaar den Burger Agent la Piene met zijne aanftelling als Agent geluk te wenfehen, denzelven van JB het  < i8 > het beftaan deezer Vergadering kennis te geeven» hem van derzelver achting te verzekeren, en de belangens, zo van deeze Vergadering als van Rhijnlands Ingelanden, in zijne bijzondere attentie aan te beveelen. Tot welk voordel unaniem wordt geconcludeerd, en tot die Commisfie benoemd de Burgers Reesfen, Huygens en Bikker. De Burger Huygens doet rapport, betreffende de kosten, welke door gedeputeerde Ingelanden worden gemaakt, en geeft over een concept-plan ; welk rapport mede gerefolveerd wordt te drukken bij de Handelingen deezer Vergadering, en is het zelve hier achter onder de Bijlagen Litt. I. gebragt. Laats tlijk is beflooten, dat die Burgers, welke door deeze Vergadering in eenige Commisfie zijn gefield geweest, derzelver verfchotten of onkosten zullen opgeeven aan de Secretarisicn deezer Vergadering, voor den eerften Junij aanftaande, om dezelven op dien dag ter deezer Vergadering te kunnen overleggen, ten einde die aan Hoofd-Ingelanden ter incasfeering te overhandigen. De Voorzitter fluit de Vergadering, en bedankt de Gedeputeerden voor hunne apparitie; en fcheidt de Vergadering op reces tot den i. Junij aanftaande, des voormiddags ten tien uuren in het Ge • meenlandshuis van Rhijnland binnen Leyden; zullende deeze Handelingen, gedrukt zijnde, tijdig aan de Gedeputeerden worden gezonden, om daarop gelast te kunnen wordenen ten aanzien van de afweezige Diftridten, of andere huishoudelijke verdeelingen, ook aan de Municipaliteiten, om daarop, volgens gewoonte, Ingelanden bij een te roepen. Geapprobeerd. ARENT REESSEN, Prefident. VRIJ.  < 19 > B IJ L A G E N. Z«7<*» A» GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. De Agent bij het Departement van Algemeene Politie en Binnenlandfche Correspondentie der Bataaffche Republiek, aan Hoofd * Ingelanden yan Rhijnland. In den Haag, den 14. April 1798. liet vierde jaar der Bataaffche Vrijheid. medeburgers! V an Hoog -Heerhraaden van Rhijnland ontvangen hebbende een Adres, met eenige daar toe fpeiteerende Bijlagen, onder welken zich mede bevindt eene uit Uwl. naam afgezondene Misfive aan de respective Municipaliteiten, in Rhijnland gelegen, gedateerd gis Maart 1.1., en behelzende verfcheiden poinélen, over welken op eene door UI. befchreevene Vergadering, den 25. dezer maand, in het Gemeenlandshuis binnen Leyden, zoude worden gedelibereerd en gerefolveerd, zoo heb Ik nodig geoordeeld UI. bij dezen aantefchrijven en te gelasten, B % om»  •C 30 )» ©zn, hangende het onderzoek dezer zaak, noch op gemelde befchreevene Vergadering, noch op eenige andere bijeenkomst, het zij van UI. alleen, of gecombineerd met Gedeputeerden der Ingelanden, te delibereeren of te laaten delibereeren, veel min te refolveeren over eenige poinéten, betreffende Waterwerken^ die tot het Hoog-Heemraadfchap behoo« ren, het zij dat dezelven reeds exteeren, of alleen geprojecteerd zijn, en zulks alles tot dat daaromtrend nader zal worden gedisponeerd. Heil en Broederfchap l Uw Medeburger, (JVas getekend*) A. J. la PIERRE, (Qnderftond) Ter Ordonnantie van der.« zei ven, (Was getekend") Q. ONDAATJE. GE-  < « > Zin. B. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. De Hoofd-Ingelanden van Rhijnland , aan Den Agent bij het Departement van Algemeene Politie en Bin* nenlandfche Correspondentie der Bataaffche Republiek. MEDEBUR8ERJ Wij hebben uwe aanfchrijving van den 14. dezer in onze Vergadering van den 18. daar aanvolgende overwogen, en hebben de eere te berichten: dat ■wij ons zullen gedraagen naar deszelfs inhoud, zoo afzonderlijk als op de befchreeven Vergadering van Gedeputeerden Ingelanden op den 25. dezer, alwaar wij de voorfz. aanfchrijving zullen communiceeren, in het zekere vertrouwende , dat de tot die vergadering benoemde Gedeputeerden, hun wettig recht, om vrij te mogen delibereeren, ook wel voor eenigen tijd over de Waterwerken zullen willen opi'chorten; gelijk wij ten gevolge van dien dan ook hebben goedgevonden, om, hangende het bewuste onderzoek, ons in geenen deele intelaaten over _de begrooting der kosten van eenige Werken in RhijnJancLvoor deezen Jaare 1798-, en het draagen van B 3 con*  ♦C 21 3* content tot dezelven, waar toe wij door Hoogheemraaden tegen den 18. dezer befchreeven waren" Waar mede, Heil en Breederfchap! Hoofd - Ingelanden voorn^ In naam derzelven, £ was getekend ) P. van VEEN. Leyden ao. April 1798. H»t vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid.  < n > tut, C. j.t00g.Heemrnaden van Rhijnland, aan Hoofd-Ingelanden van den zeiven Lande, ■medeburgers! In onze Vergadering geproduceerd en geleezsn *inde, uwL Misfive van den 7, October laatstlee. den, met het daar bij gevoegd Extract: uit de Refolutien, genomen in eene Vergadering van Gedeputeerden Van Ingelanden van Rhijnland op den 27. September laatstleeden, waar uit zoude confieeren, dat het de wil en goedvinden van Rhijnlands IngeJanden was, dat zonder eenige verdere ftateennge, furcheance , of belet daar aan toetebrengen , door ons promptelijk en met de daad zouden worden ter executie gelegd alle zodanige befluiten, als door de voorfz. Vergadering op den o* April dezes Jaars zijn genomen, zoo hebben wij met willen afzijn, van, ter voldoening aan het verzoek, door Ulieden bij voorfz. Misfive gedaan, om binnen den tijd van een maand na dato van dezelve, ons befluit dien aangaande fchriftelijk aan Ulieden mede te deelen, Ui/bij deezen te melden: Dat wij geïnformeerd zijn, dat het verfchil tusfchen de Regeeringen der fteden Haarlem en Leyden. ter eene, en de Gedeputeerden uit de vijf HoofdDiftriften van Rhijnland ter andere zijde ontftaan, over de wettigheid der hier vorengemelde Vergadering van Gedeputeerden uit de Ingelanden van Knijnland, op den 25- April laatstleden gehouden, en waaromtrent het Stadsbeftuur van de eerstgemexde, en de Raad der Gemeente van de laatstgemelde Stad, als mede de Ingelanden uit de vrijheid van Haarlem zich refpedivelijk aan het Provintiaal Be-  *C a4 ï* fhror van Holland hebben geaddresfeerd, in geenen deele zijn afgedaan, als hebbende wij nu onlangs In onze Vergadering omvangen eene Misfive van die van Haarlem, in dato den 30. September laatstleeden, mitsgaders eene gelijke Misfive van die van Leyden, in dato den 7. Odlober daaraanvolgende, waar bij dezelven ons refpeétivelijk kennis geeven, dat aan hun noch geene refolutie van het welgemelde Provintiaal Befiuur, waar bij het evengèmelde different was getermineerd, zijnde ter hand gekomen, Zij lieden hadden gerefolveerd, om op de Vergadering den 27, September te Leyden door Rhijnlands Ingelanden gehouden, geene Gecommitteerden van wegen de voorfz. Steden te deputeeren, maar in tegendeel aldaar van wegens dezelve beide Steden te doen inleveren een notarieel protest , zo tegens het houden van de voori's. praetenfe Vergadering, als tegens al het geene op dezelve zoude worden beflooten of bepaald, met verklaringe, dat Zij al het zelve waren houdende voor nul, nietig en van onwaarde, en wel expresfelijk aan zich'referveerden, zodanige demarches, als Zij tot behoud van hun goed recht in deezen zouden vermeenen te behooren, met verder verzoek, dat wij niet zouden willen obtempereeren aan zodanige quafi befluiten, als door die Vergadering zouden mogen genomen worden, terwijl Zij ons verantwoordelijk fielden voor de gevolgen, die eene tegenovergeftelde handelinge naar zkh zoude fleepen. Dat alzoo het meergemelde verfchil als nog zijnde een object van deliberatie bij de Hoogstgeconfiitueerde Magt van dit gewest, en waarfchijnelijk door dezelve eerlang zullende gedecideerd worden, wrj deswegens vermeenen geene vrijheid te hebben, om voor als nog over de befluiten der voorfz. Vergadering van 27. April 1. 1. te mogen oordeelen, of dezelven al, dan niet, door een wettige Vergadering van Rhijnlandfche Ingelanden genomen zijn, en of dezelve befluiten al, dan niet, op eene wettige of behoorlijke wijze door derzelver refpeótive Gemagügdens zijn ukgebragt, zonder met de daad te antiei-  ♦S 95 > cipeeren op het geen door de Hoogstgeconilitueerde Magt van dit Gewest, dien aangaande zal worden gerefolveerd, mitsgaders ons te immiseeeren in diffetenten, welken ons in geenen deele betreffen, en waaromtrent wij niet gezind gijn ons direclelijk of indireftelijk parthijen te {tellen. Wij moeten in de tweede plaats hier bij voegen, dat wij verre af zijn van te avoueeren, dat de Gedeputeerde Ingelanden van Rhijnland , (ofichoon ook de wettigheid van derzelver Vergadering op den 25. April Iaatstleeden, buiten alle bedenkinge zoude mogen zijn, en zulks alzo door de Hoogst.geconir.itueerde Magt van dit Gewest zoude mogen verftaan worden,) zelfs in dien gevalle bevoegd of geregtigd zijn geweest, om zodanige befluiten te neemen al* bij de Copie extract, uit de notulen der gemelde Vergadering, welken Gijl. ons hebt doen toekomen, worden vermeldt, en dat wij dienvolgende verpligc zouden zijn om dezelven promptelhk en met de daad ter executie te leggen; terwijl wij integendeel vermeenen, dat de gemelde Gedeputeerde Ingelanden zich daar toe geen vermogen, of bevoegdheid hebben konnen toeëigenen, zonder te irppieteeien op het Reglement, waar naar het Hoogheemraadfchap van Rhijnland thans verkozen en beftuurd wordt, in voege als het zelve op den 10. Februarif 1796. door de Provifioneele Rcpiefentanten van het Volk van Holland is gefanctioneerd, mitsgaders door hec Provintiaal Beftuur bij decreet van den 29. September deszelven Jaars is geïnterpreteerd en gegcamplieerd, en inzonderheid op de beffierende en uitvoerende magt, over alle zaaken, het Hoogheemraadfchap van Rhijnland betreffende , welke ons bij het zelve Reglement uitdrukkelijk zijn opgedraagen-, gelijk wij ook deswegens hebben gerefolveerd, om ons, zoo dra doenelijk, te addresfeeren aan het welgemelde Provintiaal Beftuur, ten einde bij het gezag, ons onwederfpreekelijk uit den evengemelden hoofde competeerende, te worden gehandhaafd. B 5 Daar  < -.6 > Daar derhalven de redenen, welken ons op den 35. Meij deezes Jaars hebben gepermoveerd, om de befluiten, die door de Gedeputeerde Ingelanden van Rhijnland, op den voorfz. 25. April daar te voren zijn genomen, te houden in ftatu, en waar van wij UI. des tijds bij extracT: van onze ten dien opzichte genomene Refolutie hebben geïnformeerd, als nog fubfilteeren, zoo vinden wi] ons dien volgende verpligt, om bij dezelve Refolutie te perfifteeren, en UI. daar van bij deezen kennis te geeven, ten einde zulks verder te communiceeren ter plaatfe daar Gijl. zult oordeelen dit alzoo te behooren. Hier mede verblijven wij, na toewenfching van heil ea aanbod van Broederfchap, Hoeg-Heemraden van Rhijnland, Leyden den 28. Ottober 1797, 4. L. B. T. VRIJ-  < 2? J» litt. D. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. Hoofd-Ingelanden van Rhijnland , aan Gedeputeerden van Ingelanden van Rhijnland. MEDEB URGERSl O mtrent het zesde PoincT:, vervat in den Brief van befchrijving, gedateerd 31. Maart 1798. moeten wij Ulieden rapporteeren, dat wij van Hoogheemraaderi van Rhimland, op ons ter zaake voorfz. gedaane in* formatie, hebben bekomen het volgende Antwoord, ft welk wij UI. copielijk bij dezen ook overgeeven. Hoofd - Ingelanden willen gaarne bekennen niet te kunnen inftemmen in de gronden, door Hoogheemraaden in hetzelve antwoord bijgebragt, want is onder het oude BefTuur de bewuste zesendertig gulden per Morgen een Costume geweest, die ingevoerd was om ten voordeele van Rhijnlands Kas te doen dienen, doch nimmer verantwoord; dan behoorde dien aangaande, zoo veel mogelijk, nog middelen in 'c werk gefield, om verantwoording te vragen. En is het maar een oude en fchandelijke gewoonte, die ingevoerd is geweest, en die het oude Beftuur maar enkel ter vermeerdering van deszelfs inkomsten heeft doen daar ftellen, kan men op een billijke wijs, die nu niet weder, fchoon onder eene andere benaaming, ten lasten van eenige Ingelanden brengen, 't welk wij vermeenen niet anders te kunnen worden befchouwd, dan de Confenten, die be- vo-  < 23 > vorens door Particulieren, roede volgens een Costu» me of ingevoerde gewoonte, moesten worden ge* vraagd; dog die bij eene Publicatie van Dijkgraaf en Hoogheemraaden van dato 4. November 1795. is vernietigd, om de ruste en profijte van d* ingelanden, Inwoonderen en Ingezetenen, te behartigen, 't welk: onzes bedunkens verder gaat, want door die Publicatie worden veele Inwoonderen en Ingezetenen, die geen Ingelanden zijn, en geen penning ten voordeele van Rhijnlands Kas opbrengen , ontheven van onnodige kwellingen en kosten, waar in dezelven volgens een ouder Costume of gewoonte vervallen waren. Vermeenende hier mede aan TJh begeerde te hebben voldaan, blijven wij met achting, en na toe wenfching van heil, Uwlfeder Medeburgers, De Hoofd-Ingelanden van ', Rhijnland,  *i 39 > Lith E. Pro Memorie» Hoofd - Ingelanden ïnformeeren zich naar de rede» nen, waarom Hoogheemraaden afgeweeken zijn van de Refolutie, bij het Provifioneel Rhijnlands Beftuur genomen in opzigte der confent gelden van elke te verveenen Morgen Lands, welke onder het oude Bewind geweest zijnde tot 36. Guldens per Morgen, bij het Provifioneel Befiuur verminderd waren geworden tot op 9 Gulden per Morgen. Hierop geeft de Voorzitter ten antwoord, dat de reden, waarom het tegenwoordig Beftuur van, Rhijnland is afgeweeken van de Refolutie, bij hes Provifioneel Rhijnlands Beftuur genomen, in opzigt der genoemde confent gelden, zodanig, dat thans weder 36, Gulden van elke te verveenen Morgen Lands, in plaatfe van 9 Gulden, moeten worden gegeeven, te vinden is in de verpligting di« op Hoogheemraaden ligt, ter ftipte nakoming van het Reglement voor het Rhijnlands Beftuur. Item wordt bij het 14. Articul deszelven Reglements bepaald, dat de oude coftumes en gewoontens bij het Hoogheemraadfchap in gebruik, (onder die reftriótien en bepaalingen, als bij hetzelve Articul breeder befchreeven worden, ) zullen moeten agtervolgd en nagekomen — endaar in geene verandering mogen gemaakt worden , dan met voorkennis van Rhijnlands Ingelanden ; nu zal niemand ontkennen, dat de beraaling deezer Confent gelden tot 36. Gulden per Morgen, eene aloude gewoonte in Rhijnland is, waar tegen, hoe fchandelijk ook daar mede onder het oude Beftuur, ter vermeerdering zijner inkomften gehandeld wierd, niemand egter, althans niet onder het tegenwoordig Beftuur, immer klagtig is gevallen; veel min, dat iemand zich daar tegen geoppofeerd heeft, en Hoogheemraaden hebben dus ook  < 30 > ook gemeend, in hun zeiven geen fflagf. genoeg té bezitten, om de meer gewaagde gewoonte, het zij door een vermindering der Confent gelden tot 9 Gulden, het zij door een geheele afichaffbg derzelven te vernietigen , en alzoo op het 14. Articul van het Rhijnlands Reglement te impieteeren, zoo lang het zelve in weezen is, en door geen wettig befluit van elders geannulleerd, en kragteloos is gemaakt geworden. Daar echter deeze 36. Gulden onder het oude Beftuur verdeeld wierden onder de gezamenlijke Hoogheemraaden tot 27. en onder den Secretaris tot 9. Gulden, en daar na onder het Provifioneel Beftuur de 9 Gulden, waar op toen de Confent gelden van eike te Verveenen Morgen Lands bepaald worden, door den Secretaris alleen genooten wierden, zoo hebben Hoogheemraaden, bij de vernietiging van de meergewaagde Refolutie van het Provifioneel Rhijnlands Beftuur, en de introductie der 36. Gulden Confent gelden, tevens beflooten, dat dezelve gelden zouden werden geftort in Rhijnlands Casfe,, en alzoo befchouwd als een eigendom van alle de Rhijnlandfche Ingelanden, zoo als dan ook dieswegens reeds een fom Van ruim negen duizend Guldens is ontfangen, en ten . voordeele van het Land van Rhijnland belegd geworden». RAP-  < 3i > Litt. F. RAPPORT van de Commisfie, op den 27. Septb, 1797. jongstleeden, ter Vergadering van Gedeputeerden van Rhijnlandsch Ingelanden benoemd, befiaande uit de Burgers: Ar ent Reesfen, Prefident. Johannes Huygens, Vice-Prefid. Mr. Frangois Pieter de Bas, en Johannes van Trigt, Secretarisfen.' aan de Vergaderinge van Gedeputeerden van Ingelanden van Rhijnland, ten voorfz. dage, tot nadere befchrijving, op recesgeadjourneerd. Bij de laatstgehouden Vergadering van Gedeputeerden van Ingelanden van Rhijnland, den 27. September 1797. 1. 1. tot nadere befchrijving op reces gadjourneerd, in deliberatie gebragt zijnde het 4. point, door Hoofd-Ingelanden, bij hunne befchrijving van den 9. September daar bevoorens opgegeeven, luidende: Dat zij vernomen hadden, dat de bewuste reparatie aan de groote Huis te Sparendam gedaan was, bevonden van volkomen effect, te zijn, en de proef hadde doorgeftaan; dat zij ook van die geenen, die ter examinatie en reparatie der gemelde iluis waren gecommitteerd geweest, hadden vernomen, dat dezelve geen zwarigheid maakten, om genoemde fluis aan meenigvuldige, doch op eene behoorlijke wijze  *i 3ft > zë gedaan wordende, doorfchurtingen, bloot te ftellen; des niet ondienftig hadden geacht , het bovengemelde aan Ingelanden te communiceeren, maar ook tevens wilden verneemen, of door Ingelanden eenige bèdénkirigen op het menigvuldig doorfchutten door meergen. fluis wierden gemaakt, en zo ja, dat het hun aangenaam zoude zijn, met de confideratien van Ingelanden dien aangaande te mogen worden vereerd. "Waar tegen geconfronteerd zijnde zékere periode , voorkomende in de circulaire Misfive, door hurt aan de refpeclive Municipaliteiten der Diftricten en andere huishoudelijke verdeelingen in Rhijnland, van den 16, September 1797., waar bij Hoog-Heemraaden fchreeven: Dat zij vermeenden aan dezelven te moeten verzoeken ter kennisfe van derzelver Ingelanden te brengen, dat het voorgem. 4. point van befchrijving door Hoofd-Ingelanden abufivelijk ware gefield, vermits de gelegenheid tot dien tijd toe, nimmer had tcegelaaten, dat eene behoorlijke proef aan de groote fluis te Sparendam, had kunnen genomen worden. Op welk een en ander bij de Vergadering gedelibereerd , en gehoord zijnde het gepraeadvifeerde van den Voorzitter, en de confideratien van on-* derfcheiden Leden, mitsgaders de elucidatie van den Burger Voorwinde, die door Dijkrichter en HoogHeemraaden in deeze zaake -was geëmploieerd geweest, is goedgevonden en verdaan, de ondergetekenden te committeeren , om van wegens de Vergadering het nodig onderzoek te doen, door welk der beide Coliegien van Rhijnland, ten deeze eene abufive opgave zoucle moogen zijn gedaan; en de Vergadering van derzelver bevindingen Rapport te doen, en te dienen van confideratien en advis. Terwijl de refpeftive Leden der Vergaderinge en verdere Ingelanden, wierden verzogt en uitgenodigd, om, wanneer zij in ftaat mogten zijn, in deeze zaake eenige elucidatie te fuppediteerea, dezelve ic  < 33 > te willen inzenden aan den Secretaris der Verga» rinse, Mr. F. F. de Ba;, medelid dier commisfie. Ten zelfden dage vvierd in handen van de ondergetekenden gefield, Extract, uit de Memorie van de Burgers Hoofd-Ingelanden van der Snoek, c. f. aan de Vergadering gericht, voor zoo verre dezelve töthet questieufe point betrekking had; mitsgaders het Rapport van jF. Timmers en Jan VoorWinde, met de daar toe relative bijlaagen, aan Dijkrichter en Hoog - Heemraaden van Rhijnland ten deeze uitgebragt, refpeftivelijk door Commisfarisfen Hoofd - Ingelanden , ter overweeging en tot naricht der Vergadering overgeleverd, om van de gemelde Stukken, door Gecommitteerden, in den loop van derzelver werkzaamheden het nodig emploi te maaken. Uwe Commisfie zich dus belast vindende, om het nodig onderzoek te doen door welk der twea Collegien van Rhijnland eene abufive opgave mogte zijn gedaan, heeft daar omtrent de eer te rapporteeren : Dat zij, om te voldoen aan het oogmerk van de Vergaderinge van Gedeputeerden van Ingelanden van Rhijnland,zich bij eene Misfive van den 23. November 1797. 1. 1. heeft geaddresfeerd aan Hoog-Heemraaden van Rhijnland, waar bij zij te kennén gaf haar verlangen, om van dezelven te mogen hebben nadere exnlicatie der bovengemelde periode, in derzelver circulaire Misfive van den 16. September 1797., voorkomende, en te gelijk zodanige inlichting daar omtrent, als Heemraaden zouden kunnen geeven, Zoo als zij zich ook hjj eene Misfive heeft geaddresfeerd ten zeiven dage aan Hoofd - Ingelanden Van Rhijnland voorfz., waar bij zij te kennen gaf, niette twijfelen, of Hoofd-Ingelanden zouden omtrent het gemelde 4e. point hunner befchrijving wel nader willen explicatie geeven, en zoodanige inlichting, waar door de Commisfie mogte in flaac gefield worden, aan het bedoelde oogmerk haarer Committenten te voldoen. C £>•  < 34 > Öe Secretaris de Bas, als medelid der Commisfie, aan wien elk Lid der Vergadering of Ingeland verzogt was, (eenige elucidatien knnnende fup«> pediteeren) die aan hem toetezenden, heef: ook den voorfz. 23; November 1797., zich bij Misfive vervoegd aan den Burger Jan Voorwinde, die zich bereid getoond hadt, op de laatsgehoudene Vergadering, de nodige inlichtingen te zullen geeven, ten einde hem op zijn belofte aanteneemen van dien. te praefteeren. Van Heemraaden werdt ontfangen een brief, ge» addresfeerd aan den Burger F. P. de Bas, gefchreeven den 30. November 1797., waar bij zij in de ït, plaats niet konden nalaaten aantemerken, volko* men onbewust te zijn, dat het meergenoemde 4e. point op de Vergadering van Geputeerden van In» gelanden van Rhijnland Ware in Commisfie gefield, en dat zij in de plaats zich buiten ftaat vonden , om eene nadere en duidelijke explicatie te geeven van de periode, in hunne circulaire Misfive van den 16. September 1797. voorkomende, vermits de geleegenheid, als toen, hun niet hadt toegelaaten, dat zij een behoorlijke en vuldoende proef aan de groo* te fluis te Sparendam hadden kunnen doen neemen* De Commi»fie kan niet afzijn, op dit fchrijVen van Hoog-Heemraaden te remarqueeren: dat in de eer» fte plaats Hoogheemraaden volkomen bewust hebben kunnen zijn van de exiftentie der Commisfie tot onderzoek, door welke der beide Collegien eeile abufive opgave mogie zijn gedaan. En in de tweede plaats % dat, bij zoo verre het waar kan zijn dat tot den 16. September 1797. zij niet in 't geval waren geweest" behoorlijke en voldoende proeven aan de groote Sluis te Spaarendam, betrekkelijk de reparatien, re doenneemen, evenwel .op den 17. November 1797. 1. 1. een fchrifteiijk rapport van een genomen proeve op den 1. November daar bevoorens, bij hun is ingekomen, waar van hun gem. Misfive van den 30. November, en dus een maand daar na gefchreeven, geen het minste tot inlichting van de Commisfie opgeeft; het kan weezen,  < 35 P zen, dat ook die proef hun niet behoorlijk en voldoende genoeg is voorgekomen, zoo min als de voorige proeven die in de Maanden Mei en Junij 1797en dus voor den 16. September, wanneer zij hunne circulaire Misfive afzonden , waren genomen. Zeker is het ondertusfchen, dat na het inkomen van het eerstgemelde Rapport van den 4. Julij 1797de Burger Jan Voorwinde door hun is gequalificeerd tot het neemen van zoo veele en zoodanige proeven, als nodig zouden wezen, om te ontdekken, of het gerepareerde volkomen bleef ftand houden, of in het goede effect, verminderde. Dat de Burger Jan Voorwinde voorn., ingevolge die qualificatie, de eerfte proeve op dén 1. November 1797. heeft genomen; én dat den 17. daaraanvoU 'eende van zijne bevinding aan Hoog-Heemraaden heeft rapport gedaan in gefch'ifte. Een Misfive door denzelven Burger den *. December 1797. 1. 1. aan den Secretaris de Bas in antwoord van de zijne van dato 23. November 1797bewijst dit alles voiledig. Die Burger zich ook niet onttrekkende aan de Commisfie inlichting ter deezer zaake te geeven, ichrijft het volgendel „ Het is zeer waarfchijnlijk , dat Hoofd-Inge„ landen ah zijdeling, door iemand,niet gequali„ficeerd, zullen vernomen hebben , dat de be~ £ wu-Ae reparatie aan de meergetn. Sluis van „ goed cffeSt is, en de proef te hebben doorgeftadn. Hoofd-Ingelanden van Rhijnland den 27. Nov. 1797.beantwoordende den Brief, namens uwe Commisfie aan hun den 23. Növ. 1797. door F. P. de Bas gefchreeven , zeggen in hun antwoord, dateenipen tijd voör dat door hun wierd bepaald den dag der Vergadering van Gedeputeerden Ingelanden, door iemand uit hun midden was bedenking gemaakt op het doorfchutten van de Groote Sluis te Sparendam, zonder dat aan hunne Vergadering was gebleeken, dat het gevaar van Schutten, 't welk voor de bewusre Ca re-  ïeparatie citeerde, ophield; dat zulks ook aanleiding, hadt gegeeven, dat zij zich deeden informeeren, of het doorfchutten door gezegde Sluis , zonder gevaar, konde continueeren, met dit gevolg, dat zij geïnformeerd wierden door den Burger J. Timmers, eenen der geëmployeerden tot de Reparatie, dat er geen het reinste gevaar inde doorfchutting was gelegen; dat aan hun, bij die gelegenheid, ook was gegeeven informatie van de genomen proeve en het daaromtrent uitgebragt Rapport, waar van hier vooren is gewag gemaakt, en in handen van de Ondergeteekenden is gefield. Dat bij nader inzien die proef bij hun wïerd beoor» deeld volkomen te beantwoorden aan het oogmerk; zodanig, dat het gevaar was uit den weg geruimd. . Dat daarenboven uit alle omflandigheden confteerde, dat. met allen grond kon verwagt worden, dat, zoo de voorgemelde Sluis al niet volkomen de proef had doorgeflaan, 'echter, wanneer de gebruikte Ipecie haare werking had volbragt, als dan het ondernomene volkomen aan de verwagtinge zoude beantwoorden. En dat zulks, volgens informatie, bij hun den 27. November 1797. ingekomen , bij eene nadere genomene proeve, tot hun genoegen, ware bevestigd geworden. . Van eenige Leden der Vergaderinge of Ingelan. den van Rhijnland, geinviteerd om hunne elucidatien, indien zij' eenigen konden geeven, aan den Secretaris de Bas intezenden, is tot hier toe noch bij hem, noch bij de Commisfie , ietwes tot inlichting ingekomen. De Ondergeteekenden nu de Vergadering zullende dienen van confideratien en advis, vermeenen dat het quaeftieule poincT; door Hoofd-Ingelanden, als het vierde hunner befchrijving opgegeeven, waartegen Hoog - Heemraaden hadden goedgevonden zich in zoo verre te verzetten, als of hetzelve abufivelijk ware gefield geweest, nu, door het neemen van laatere proeven, die te kennen gaven dat de bewuste reparatie aan de meergemelde groote Sluis te Spa-  ♦C 37 > Sparendarh van goed effect is, en de proeven daarom» trent genömen, heeft doorgeftaan , niet zoo abufivelijk is gefteld geweest, of kan der vergaderinge, zoo als hetzelve poinct ligt-, op nieuw in deliberatie voqrgefteld worden, zonder zich te bekreunen aan Hoog-Heemraaden, die bij hun antwoord aan den Burger F. P. de Bas, den 39. November 1797. gefchreeven, duidelijk doen zien, hoe weinig nuts de Vergadering van hunne tegen werkin ge, en hoe weinig inlichtings van hunne medewerkinge te wagten hebben. Hoofd - Ingelanden pofeeren immers bij hun antwoord van den 27. Nov. 179.7. dat volgens ingekomen informatien, en door genomen proeven, tot hun genoegen ware bevestigd, dat zij niet verkeerdelijk hadden beoordeeld de eerfte proeven, als te beantwoorden aan het oogmerk; en wel zodanig, dat het gevaar was uit den weg geruimd; en dat, wanneer de gebruikte fpecie haare werking had volbragt, als dan, het ondernomene werk, (de gedaane reparatie aan meergpmelde Sluis namenlijk) volkomen aan de verwagting zoude beantwoorden. Terwijl de Burger Jan Voorwinde, als gequalifi» ceerd geweest door Hoog-Heemraaden van Rhijnland zelve tot het neemen van proeven zo veel als hem goed dagt, na het neemen dier proeven, jn zijn Brief aan den Secretaris de Bas, den 1. December 1797. gefchreeven, niet onduidelijk te kennen geeft, dat die reparatie van goed effecï is, en dt proeven heeft doorgeftaan. Weshalven de Ondergeteekenden, onder verbetering, aan de Vergadering advifeeren, dat, zonder langer zich optehouden of het gemelde vierde poinct door Hoofd-Ingelanden abufivelijk of niet abuftvelijk is opgegeeven, dit poinct in nadere deliberatie zoude kunnen gebragt worden, op deeze wijze; Of, daar de zwaarigheid niet meer exfteert, waarom men fchroomagtig geweest zij, de groote Siuis te Sparendam, aan menigvuldige doorfchuttingen bloot te (tellen, mits dat die C $ door-  < 38 > . doorfchuttingen op eene behoorlijke wijze eefchieden, de Vergadering ook nog eenige bedenkingen hebbe, die daar tegen in aanmer- ',• king kunnen komen, zoo ja, die te communiceeren aan Hoofd-Ingelanden, en zoo neen, dat dan de doorfchuttingen naar behooren zullen -haaren gang gaan, mits dat de nodige praecautien tegen hec te veel of onbehoorlijk doorfchutten genomen worden. Waar mede de Ondergetekenden, vermeenende aan de intentie der Vergadering voldaan te hebben , Ulieden, Mede-burgers Ingelanden! toebidden en aanbieden Heil en Broederfchap! VRIJ-  < 39 > Litt. G. Rapport aan Ingelanden van Rhijnland. U we Commisfie, rapporteerende over de fiukken in hunne handen gefield om confideratien en ad vis, betrekkelijk de declaiatien van Hoofd Ingelanden, voor de maanden Mam, April en Mey, kunnen de» clareeren, dezelve allen te hebben nagezien en over» wogen, en betuigen in het Rapport van de Burgers Hoog? Heemraaden Mes, Hubert en Stegerhoek, ten dezen opzigte uitgebragt, met genoegen te hebben gezien, dat de zorg tot voorkoming van noodelooze uitgaaf, door Hun in hetzelve wordt in het oog gehouden, en Hemmen gereedelijk toe in de gevolgtrekking , hoe men , naamenlijk, onder geene genoegzaame voldoende redenen, en tot geen wezenlijk nut voor Rhijnlands Ingelanden, de vacatiën, als men dat doen wil, kan vermeerderen. — Uwe Commisfie heeft uit dat rapport gereflecteerd, dat hetzelve vervat aanmerkingen op de declaratien van Hoofdingelanden, en pofidven, die, wanneer dezelve waar zijn, ten reguarde van het Collegie van Hoofd-Ingelanden verre zijn van hetzelve tot eer te kunnen (trekken; maar waren de Ondergeteekenden bij het leezen van dat rapport der Burgers Hoog-Heemraaden Mes, Hubert en Steger hoek, over deszelfs inhoud verwonderd, niet minder waren zij het bij het naleezen der beide Memorien van Hoofd - Ingelanden, waarbij zij Hoofd-Ingelanden, het rapport van die Burgers Hoog - Heemraaden Mes, Hübert en Stegerhoek 'befchouwen als onwaar, en hetzelve verklaaren te zijn als uit een laakenswaardig charader voorkomende. De Ondergeteekenden kunnen niet ontveinzen, dat het een en ander, in de gemelde fiukken gepofeerd, hun met reden dóet zien en belluiten, dat het er C 4 yerrp  < 4° > Verre van af is, dat er bij het tegenwoordig bewind van Rhijnland dat noodig vertrouwen en eensgezind?, heid heerscht, dat er volftrekt moet plaats hebben, zal er iets door hetzelve bewind worden te weeg gebragt, hetwelk een wezenlijk voordeel voor Rhijnlands Ingelanden kan voortbrengen; integendeel, dat men elkander over en weder ingewikkeld van pligt\'erzuhn befchuldigt, ja wat nog meer is, om door overtollige bijëenkomften onkosten aan Rhijnlands Ingelanden te veroorzaken. Uwe Commisfie betuigt bij deeze, het een en ander met leedwezen te hebben moeten zien; en verwondert zich niet. dat er zedert de aanftelling van het tegenwoordig Bewind zo weinig, ja fchier niets wezenlijks, ten voordeele van Rhijnlands Ingelanden, dóór hetzelve is te weeg gebragt, het geen had kunnen gefchieden, wanneer zij de middelen van bezuiniging en redres, welke door het Tusfchen-bewind, hetwelk in het laatst van 1795., en i° het begin van 1796. de beftiering heeft gehad, in het door hetzelve Tusfchen - bewind gedaan rapport van den 18. November 1795. wart 11 opgegeeven , en met welk nuttig rapport de Ingelanden van Rhijnland zich bij voorraad alstoen (doch tot heden, helaas! vruchteloos) geftreeld hebben, hadden uitgeöcffend. < Zouden nu de Ondergeteekenden het rapport van de Burgers Hoog - Heemraaden Mes, Hubert en Stegerkock, alsmede de beide Memorien van Hoofd - lagelanden, articulatim beöordeelen, en deswegens hunne gedagten te kennen geeven, dan vreezen de On. -dèrgeteekenden , dat er niets uit zoude gebooren worden, dan al wat nadeelig is voor Rhijnlands Ingelanden, overmits daar door de verwijdering, die er thans, blijkens het rapport en de memorien, tusfchen de Leden van het tegenwoordig Bewind, plaats heeft, in plaats van te verminderen , integendeel zoude vermeerderen; bij welke oneenigheden Rhijnlands Ingelanden alleen zouden gevoelen de daar uit profluëerende nadeelige gevolgen. Hierom hebben de Ondergeteekenden vermeend, (huns inziens,) het beste in deezen te zijn, om, én het  <■ 41 > het rapport van de Burgers Hoog - Heemraaden, en de beide memorien van Hoofd - Ingelanden, te laaten in hun geheel, zonder zich over hunne waarde of onwaarde, zuivere of min zuivere, waare of valfche oogmerken, in dezelve vervat, uittelaaten; en advifeeren daarom, om voor deeze reize de declaratien van Hoofd - Ingelandeil, zo als die zijn overgegeeven en liggen , te voldoen ; en om voortekomen, dat in het vervolg diergelijke zaaken bij het Bewind van Rhijnland geen plaatfe meer zouden hebben, draagen de Ondergeteekenden voor, of het niet beter cn noodiger zoude zijn, dat in 't toekomende de Hoofd - Ingelanden eenmaal in het jaar hunne declaratien van 'verdiende vacatiën enz. ter hand (lelden aan Hoog-Heemraaden, en wel voor het doen der jaarlijkfche groote reekening; ten einde dezelve dan door Hoog - Heemraaden, met derzelver remar* ques, ter Secrètari]ë van Rhijnland kunnen worden overgegeeven, en alsdan aldaar kunnen worden nagezien'door Gecommitteerden van Rhijnlands. Ingelanden ; en wanneer op dezelve geen gegronde reflexien gemaakt zijn, dezelven alsdan in de groote reekening kunnen (worden gebragt en voldaan. — Al verder draagen'de Ondergeteekenden voor, of het niet noodig en nuttig zoude zijn, dat, daar het Collegie van Hooid-Ingelanden de wettige^ Vertegenwoordigers zijn van Ingelanden van Rhijnland, hetzelve Collegie, even gelijk bij andere Heemraadfchappen plaats heeft, in het Gemeenlandshuis van Rhijnland zal kunnen en moeten vergaderen, wanneer zij door derzelver tijdelijken Voorzitter worden geconvoceerd, om over de belangens van Rhijnland met eikanderen te fpreeken, zonder dat het Collegie van Hoog-Heemraaden daar iets mede te doen hebbe , dan in gevallen, dat het "belang van Rhijnlands Ingelanden het vordert, dat de beide Collegien in conferentie moeten komen, en de beide. Collegien elkander dit verzoeken en aanfchrijven, in welke misfive van aanfchrijving Hoog-Heemraaden of Hoofd - Ingelanden dan zullen moeten melden, over welke poincten de alsdan te houdene conferenC 5 tient  < 4* > tien zullen rouleeren. — En eindelijk, dat het aan het Collegie van Hoofd - Ingelanden, even gelijk ook bij de andere Hoog - Heemraadfchappen plaats heeft, zal vrijftaan, om zodanige infpeclien te doen, en kennis te neemen van de werken, die ten kosten van Rhijnlands Ingelanden worden gemaakt, als zij oordeelen te behooren; en wanneer zij alsdan onverhoopt mogten bevinden, dat bij dezelve iets ten nadeele van Rhijnlands Ingelanden mogt plaats hebben , zij alsdan de noodige voorzieningen kunnen in 't werk Rellen, door aan het Collegie van HoogHeemraaden zulks te eommuniceeren; en van het een en ander precife aanteekening te houden in de notulen van hunne vergaderingen, ten einde daaruit altoos zoude kunnen blijken, wat, en welke maatregelen en voorzorgen' zij ten beste van Rhijnlands Ingelanden, en ter vervulling van hunnen gedaanen eed en duurzaame verpligting, hebben aangewend en in het werk gefteld. Onderwerpende niettemin dit hun Advis en Raps port aan het goedvinden deezer Vergadering. JOANNES HUYGENS. ARENT REESSEN. Aftum Leyden, den 24. April 1798. Litt. H.  < 43 > Litt. H. Concept-Plan tot het vinden der Kosten van de refpeclive Der putatien ter Vergadering van Gedeputeerden van Ingelanden yan Rhijnland, Art. i. D e onderfcheiden Dïftriften en andere Huishoudelijke verdeelingen in Rhijnland, welken ter deezer Vergadering jegenwoordig Gedeputeerden zenden, zullen op de wijze hier navolgende, wegens de noodige deswegens te maaken kosten, 'zoo veel doenlijk worden fchadeloos gefield uit Rhijnlands Casfe. , 2. Aan ieder DiftricT: of andere Huishoudelijke verdeelingen, ter deezer Vergadering uitbrengende eeno ftera, zal voor niet meer dan eéne Gedeputeerde worden betaald. 3- Aan ieder DiftricT: of andere Huishoudelijke verdeëlingen, ter deezer Vergadering uitbrengende meer dan eène ftrm, zal voor niet meer dan twee Gedeputeerden worden betaald. . 4In gevalle uit eenig DiftricT; of andere Huihoudelijke verdeeling, ter deezer Vergadering meer dan eene ftem uitbrengende, maar eene Gedeputeerde was afgevaardigd, of maar eene Gedeputeerde ter Vergadering tegenwoordig was, offchoon twee of meer tot het bijwoonen der Vergadering 'waren Gecommitteerd, zal aan zoodaauig DiftricT; of Huishoudelijke verdeeling, ook niet meer dan voor eene Gedeputeerde betaald worden. Art. 5,  < 44 > Art. 5. Aan ieder DiftricT: of Huishoudelijke verdeeling, inyoegen en met in het ooghouding van het hier boven bij Art. 2. 3. en 4. bepaalde, zal uit Rhijnlands Casfe worden betaald: voor ieder dag dat elke Ge* deputeerde ter Vergadering prefenf is, voor vacatie ƒ3:0:0. en voor reiskosten of diftantie - geld, gereekend van de plaatfen hunner zending tot Leyden , en zulks voor de heen en wederreize, te faamen eene Gulden voor ieder uur, en de halve uuren «aar advenant. 6. Deeze vacatie- en diftantie gelden zullen Hoog» heemraaden van Rhijnland yerpligt zijn, jaarlijks, door den Rentmeester, aan de Diftricten en andere Huishoudelijke verdeelingen, welken in het afgeloopen jaar Gedeputeerden ter deezer Vergadering hebben gezonden, bij de betaalinge hunner Morgengelden te doen yalideeren. 7. Ten dien einde zullen de Sccretarfsfen van deeze Vergadering, binnen veertien dagen na het afloop van ieder eerfte fesfie van elke gewoone Najaars-Veri gaderirig, foraieeren, en, bij behoorlijk door hun geteekend dubbeld , aan Hoofd - Ingelanden inzenden, eene fpeCiticque, lijste, wegens de vacatie - en diftantie-gelden, bij de refpediive Gedeputeerden gemtriteerd, zedert, of na dato van het afToopen der eerfte fesfie van de gewoone .Najaars • Vergadering \Tan het voorgaand jaar, tot op en met de eerfte fesfie van de gewoone Najaars • Vergadering'van dat jaar, waarin zij deeze lijst formeeren, om door Hoofd-Ingelanden gevifiteerd, en bevouden worden? de conform de Articulen van dit Reglement, midsgaders overeenkomftig de lijste der refpective Credentiaalen op de onderfcheiden Vergaderingen ingeIeverd, geapprobeeid, en aan Hoogheemraaden verzonden te worden, tpn einde, door dezelven gefiat? teerd, en aan den Rentmeester van Rhijnland ter jif quidatie overhandigd te worden. A«.  < 45 > Art. B. ïloofd - Ingelanden van Rhijnland zullen, binnerl Veertien dagen na dat gemelde lijste bij hun zal zijn ingekomen, aan de Secretarisfen deezer Vergadering bericht geeven, of zij dezelve lijste hebben bevonden conform aan het gerequireerde bij het voorgaande articul, ten einde dezelven in ftaat gefield worden, de hier na te melden certificaaten uitteleeveren. — En, wanneer Hoofd-Ingelanden op eene of andere posten, op gemelde lijste gefteld, bedenkingen mogten hebben, zullen zij de Secretarisfen deezer Vergadering voor zig requireeren, de nodige ophelderingen vorderen, en de abuifen doen corrigeeren, ten einde hunne approbatie te kunnen verleenen. 9- Dè voorfz. lijste, het zij gaaf, het zij na nodige correctie, geapprobeerd zijnde, zal uitterlijk voor den i. December van ieder jaar, door de Secretarisfen deezer Vergadering, aan elk DiftricT: of andere Huishoudelijke verdeelinge worden toegezonden een gedrukt en door dezelven behoorlijk ingevuld en on« derteek end certificaat, inhoudende het getal en de datums der Vergaderingen, met het getal der Gedeputeerden ("waar voor betaalinge gefchiedt) en van het montant hunner vacatie- en diftantie-gelden; en zulks zedert en tot den tijd, hier voren articul 7. bij de aldaar vermelde lijste gefpecificeerd, en van den volgenden inhoud: De Vergadering der Gedeputeerden der Ingelanden van Rhijnland, certificeert bij deeze, dat, uit het DiftricT: of de Huishoudelijke verdeelinge van op den , "ter Vergadering gecompa- r«crd. . . . Gedeputeerden, en op den' . . • • wederom gecompareerd Gedeputeerden. En dat mitsdien ten behoeven van het DiftricT: of Huishoudelijke verdeelinge bovengemeld, bij de  < 4<5 > de betaalinge van deszèlfs Morgengelden, door den Rentmeester van Rhijnland, uit Rhijnlands Casfe behoort te worden voldaan weegens . . . dagen vacatie Van Gedeputeerden a ƒ 3 : o : o voor ieder daags ƒ En' wegens Reiskosten of Diftantie-geld, van .... uuren a ƒ i : o : o voor iéder. . . * Dus . . o ƒ Aftorn dén Ter Ordonnantie van de Vergadering voornoemd ah Secretaris/en. Art. 10. Het zal niettemin aan de Ingelanden van de refpecYive Diftriften en andere Huishoudelijke verdeelingen vrijftaan, om, ten aanzien der kosten op derzelver deputatien komende te vallen, met derzelver Gedeputeerden te convenieeren, zodanig als zij met hun'huishoudelijk financieel belang, zullen bevinden overeentekomen; terwijl het geene eenige Diftriften of andere Huishoudelijke verdeelingen, aan hunne Gedeputeerden meer of minder mogten uit betaalen, dan hier voren bepaald is, geheel en al zal komen ten voordeele of ten lasten van de Casfe van -zodanig DiftricT. of Verdeeling; gelijk dezelve Diftriften of Verdeelingen niet fchadeloos zullen gefteld worden voor die meerdere Gedeputeerden, welke zij boven het getal bij Art. a en 3 bepaald ter deezer Vergadering zouden mogen zenden.' Kn zullen in die gevallen, de onkosten daar door veroorzaakt wordende, geheel en al voor hunne particuliere reekening blijven. Art. 11.  < 47 > Art. 11. Hoog - Heemraaden van Rhijnland zullen het montarit van de Jaarlijkfche Gespecificeerde Lijste der vacatie- en diftantie - gelden, der Gedeputeerden ter deezer Vergadering, bij Art. 7. gemeld, in den Jaarlijkfchen omflag der Mergen • Gelden, over geheel Rhijnland brengen, en aldus door alle Contribueerende Mergentalen, Mergen Mergens gelijke doen betaalen. 12. Deeze inrichting zal gereekend worden aanvang genomen te hebben en ingegaan te zijn met de gewoone voorjaars bijeenkomst deezer Vergadering, gehouden op den 25. April 1797. en de Secretarisfen verpligt zijn te zorgen, dat binnen twee maanden na het finaal arrefteeren van dit Reglement, de Certificaten, bij Art. to. gemeld, wegéns de Vergaderingen op den 25. April en 27. September laatstleeden gehouden, behoorlijk verzonden zijn. 13- De Vergadering behoud aan zig, om na voorgaande deliberatie haarer Committenten, dit Reglement zodanig te altereeren of amplieeren, als zij, bij meerderheid van itemmen , zal bevinden te behooren.