444   MAKELAAR OP DE ]AGT3 In een van's Heeren Velde By de Nagt. DogDoor de Koddebeiers betrapt, Door zyne Huisvrouw verlost, Voor Een randfoen van Seven Centenaars, ten behoeven van den Duinmeijer, Eene wraragtigs Gefchiedenis , onlangs voorgevallen en befchreeven door JAN ECHO. Te bekoomen Bv TAN Hoogestoep, op de Fluweele Bnrg* wal, by de Princen-Hoffteeg en voorcs alomroe. Met Privilegie van de Foorflanden der KuischheiJ. k Elf Stuivers.  ö Tyden! ö Zeden!  AAN ALLE HE EREN KOOPLIEDEN, MAKELAARS, BEUNHAASEN En Anderen. Byzonder Die zig met den Linnenhandel geneeren. MITSGADERS aan Alle Deugdzaame VROUWEN, Wier MANNEN te veel jaagen, Werd Deeze GESCHIEDENIS Van De MAKELAAR op de JAGT, A % In  In een van *s Heeren Velde By de Nagt, enz. MET ALLE GEPASTHEID Opgedragen, DOOR JAN ECHO.  D E MAKELAAR OP DE J A G T3 enz. Zedert langen tyd had de Heer van de Lustplaats Amsteldyk opgemerkt, dat, hoe oplettend zyne Duinmeijer en Koddebeiers ook waren, 'er des nicttegenftaande 's nagts veel op 't wild wierd geloopen; dat dit niet alleen door Jonge Knaapen, die het alleen op de Vinkenbaan gemunt hadden , om zig, by gebrek van grooter wild te kunnen fchieten, of liever, uit hoofde, dat' het hun mangelde aan geld of andere vereischtens , om zelve een Vinkebaan te kunnen aanleggen en onderhouden, hier mede te vermaaken en hunne lust tot de Jagt eenigermaate te voldoen, wierd gedaan; iets het geen de Heer, hoe zeer hy 't niet kondegoedkeuren , aan de wulpsheid der jeugd, zo lang zy het niet te erg maakte, fcheen te willen toegeeven, immers oogluikende laaten pasfeeren, maar hy wierd vervolgens ook ontwaar, dat A 3 diC  co dit door lieden van meerder jaaren gefchiedde, zelfs van oude liefhebbers van dé Jagt, die reeds uit hoofde dat ze dagten hunne kragten het jaagen niet meer toetelaaten , van die Üefhebbery afgeftapt, of op de een of andere wyze hier van ontzet waaren, ja wat meer is, dat 'er onder die Stroopers zelfs gevonden wierden, die in 't volkomen en genoegelykfte bezit van alles, wat hunne üefhebbery op eigen grond eenigzins konde ftreelen, gefteld waaren. Dit laatfte konde de Heer niet verdraagcn. En wie zoude ook zulke ftroopers en fchüimers iets kunnen toegeeven. Zy verdienen de algemeene veragting ; Zyn hunne eigen middelen onwaardig en zo het nog in de tyd van Aefopus was, wiens verdigtzelen bekend zyn, zoude het wild tot zodanigen overfpeeligen befchieter kunnen zeggen : „ IFaar„ om trekt u de lust tot andere dieren, wyl gy in uwen eigen baan genoeg u kunt vermaaken ? j, Qndankbaare en brooddronken Jagtmeester ! „ gaat gy voort wy zullen U ontvlieden en U », verjlooten, ons onder beeter befcherminge be9, geeveny terwyl wy hoopen , dat uwe plaats !, tot een misthoop mag worden of U ten minnftW) föe fchandelyk uw Bosch- en Wildbaan  • C 7 ) „ in agt neemt, van 's Houtvesters wege de Jagt „ ontzegt en gy voor eenige tyd op Wat er en Brood „ gezet, om uwe overtollige en fchandelyke be„ geerlykheên te overwinnen , ten minften tot „ eene-gevoelige en behoorlyke Jïraffe by hen ge„ plaatst worden, die om de overtolligheên af te „ leeren op zodaanige plaatfen, als de Wet ter „ verbetering voor zulke losbollen en ploerten „ gefchikt heeft, bezorgt worden:" — Ja het zyn deeze Nagtraaven , die vooral behooren geweerd te worden. Dit begreep dus de Heer ook. De Heer wilde wel iets toegeeven, dog minde ook de orde. Geeft daarom bevel aan alle de Oppasfers, op deezen toch nauwkeurig agt tegeeven, en zonder genade hen aantepakken en in hunne Corps du Gaarde te bezorgen, om na verhoor, overtuiging en bevinding van zaaken behandeld te kunnen worden volgens de ordre op dit ftroopen en ter fluips jagen gefteld. ö Jongen en Ouden, laat tog dit volgende geval Ü leeren 's avonds toch zo fterk niet ter Jagt te gaan, en laat in de nagt de ftreeken om te kruisfen om wild op te fpooren. Dit geval zal U doen zien, dat, als de Koddebeiers en ders op dan den Duinmeier door Centenaars te a Miar hoe hier toe te koomen , bevredigen. Maar no^ i enziet,hetfehynt nooit by éen ongeluk aleenteblyven, hier flaat men den zotftenwg i Men openbaart zelve een zaak, die men hadde kunnen verbergen, en voor een braave Vrouw, die zo veel van de Jagt hield, en zo kiesch was, dat zy op geen grond van een an£ wilde ejaagd hebben, uit fchaamte en tot Coming van degrootfte verwyungenhadd^. A 5  moeten geheim houden, openbaart men zelve, ó zotheid ! aan zodanige Vrouw dit exces' Men fchryff haar een briefje; verwittigd haar van dit ongeluk zonder te denken, dat ze dit als loon naar werk zoude rekenen, en hem verfoeijen, dat hy aan die laagheid zich overgaf en aan zulk een misdryfzich fchuldïg maakte' Men verzoekt haar derhalven zig te erbarmen en op de best mogelyke wyze deeze zaak fchielyk af te doen, -eer de dag aankwam, en de djenstbooden en gebuuren hem misten. Dit briefje wierd bezorgt en by de braave en deugdzaame Vrouw ontvangen. Niet weinig ontzettede zy zich, en agtte haareeerlyke denkbeelden gehoond, dan te verftandig was zy, om met te begrypen, dat de fpoedigfc hulpmiddelen de besten waaren , en dat het om haar en der haaren wille het voegzaamst waare, deezen haaren egemaal, hoe zeer hy 't niet verdiende, te losfen. Zy gaat daarop in perfoon na de Corps du Gaarde; Begroet haaren Man op eene wyze, die iemand van een vcrftoorde en verftandige' Vrouw nog al met nadruk zig kan voortellen« verhoord hem, en na hartelyke berispingen komt haar medelyden boven, zo dat zy met den  (II) den Duinmeier fpreekt, en de zaak voor Seven Centenaars afmaakt. Zy liet zig alvorens evenwel van de misdaad overtuigen, en liet het wildftuk in tegenwoordigheid van haaren egemaal brengen. Myn goede God, riep ze uit; is dit een ftuk wild. In wat voor duinen hebt^ gy dit aangetroffen ? hoe konde gy een voorneemen opvatten om 'daarop te fchietcn. Het fchynt op de jlegtfte heiden geaasd te hebben. Het is een monfter; en 't ftuk wegwerpende , vervolgde zy, nu het is tot daar aan toe, wy zullen die zaak op onze plaats breeder verhandelen, want de goede man gaf niets in antwoord. Zy gingen dan na huis te zamen. — Vergenoegtheid zal 'er juist niet fterk onder hen geheerscht hebben. Wat voor een belydenis en amende honorabele 'er in huis zal zyn gefchied, weet men niet , maar die den braaven en verftandigen Vrouw kennen, zullen ligt gisfen kunnen, dat dit na evenredigheid van 't misdryf wel zal geweest zyn. Ondertusfchen, hoe geheim en fchielyk dit voorval ook herfteld en afgedaan waare, was 'er het gerugt in de buurfchap toch aireede van uitgegaan, en deeze maare ontwaarde onze ongelukkige held alomme. Hy was egter eenig-  C 12 ) eenigzins herkoomen van zyne fchaamte en vond goed, dit alles te ontkennen, en het zelvs ontkennender wyze overal te verhaalen , aan den eerften den besten, die hem maar tegen kwam, ja om het meer fchyn van waarheid te geeven, zoude hy zelfs zig tot den Houtphester vervoegt hebben met twee Makelaars, by zig, om 'er getuigenis van te draagen, ten einde den Houtphester te vraagen of hij van zulk een ftroopparty iets wist, en geeft voor, dat decze zoude gezegd hebben 'er niets van te weeten, en hem ten allen tyde een Declaratoir hier van te willen geeven. Dog de arme hals vond niet goed dit te neemen. De Buuren die hy dit verhaalde, meenden, dat hy het niet krygen kon. Dat dit voorval tog ieder ten les verftrek. ke. Wild gy jaagen , jaagt toch nimmer zo onvoorzigtig ; en raakt gy in de knip, hebt meerder beleid en verftand om geen Vrouw daar deelgenoote van te maaken, dog liefst é getrouwde Snoepers! weerhoud U, want het ftaat leïyk, en vooral als men op een braave Vrouw en Kinderen mag roem draagen, wyl zulks t'avond of morgen altoos een fteen des aanftoots is, en men zomtyds genoeg met de Vrou-  C 13 ) Vrouwen te fielten heeft, zonder dat ze zulk een fnoepparty ons verwyten kunnen. 'Er loopen immers genoeg hoorndragers, die het waarlyk niet verdienen, maar alléén de geilheid hunner Wyven niet kunnen beteugelen; wagt U dog 6 Mannen! dat gy U door zulke Hukken, wen gy eens niet zulk een deitgdzaame en weldenkende Vrouw had als deezen flrooper, ,waar van ik de Gefchiedenis befchreeven hebbe , dat gy tog niet door uw eigen toedoen in dat gehoornde Gild verdien' ftelyk geraakt, of voor 't minst dat gy moet dulden, dat men van U *gge: Zyn Vrouw heeft de broek aan, om dat haar Man te veel huiten af jaagt. EINDE.