444 L TA  -  HOOFDZAKELYKE PR A CTYK, VOOR EEN SCHEEPS-CONSTAPEL. Te AMSTERDAM, By HENRICK RAKET, op 't Water, in de Oude Wit Papier Moolen, 1782.   03 ) VAN DE GEZWINDE PYPJES* Deeze zyn tweederley , ah natte ■ gevuLkn en droog ■ gevulden. De natte-gevulden. Men neemt een Pennefchagt, Riet of opgerold Perkament, dog de befte zyn van Pennefchagten. " Na dat men de Pennefchagten op de lengtej zoo lang als dezelve vallen kunnen , onder en boven heeft: afgeknipt, en de zogenaamde ziel daar fchoon is uitgehaald : Vuldt men dezelve met deeze Compoüte, beft; gekaarent fyn Kruid, of nog beeter, 't zogenaamde Krepé. hetgeen men heel laat, doende op een Pond van 't zelve 4 lood befte geraffineerde Salpeter, die zoo fyn gewreeven en gezift als mogeiyk is, en 2 loot Ancimonie Cru.li," meede zeer fyn. Van deeze voorgemelde Compofitie, maakC men een zoort van deeg; door middel van alderbefte Brandewyn , dog beeter Voorloop, daar men op een pintje 2 loot Arabifche Gom laac disfolveeren of fmelten. Met deeze vuld men de meergemelde Pennefchaften, zoo hard en ftyf als men kan, door middel van een klein hout Stampertje; gevuld, zynde, fteekt men dezelve in de lengte door, met eene ftaale Priempje,'c welk de dikte heeft van een ordinaire groote naaynaald, om 't fugtgat in 'c pennetje te maaken, als dan blaart men daar door , om te zien of dezelve wel lugt heeft; dan legt men ze te droogen; droog zynde, moet men dezelve wederom probeeren, zonder verzuim, of dezelve wel lugt hebben. Want geen lugt hebbende, zoude dezelve netferwaards flaan> en alzoo blind gaan. A a Ah  (4) Als dan fnyd men met een pennemesje aan liet dikfte einde van de gevulde Schagt, twee kerfjes, zoo dat die op de drooge Compofitie door komen, om de gezwinde Lont aan te binden, door middel van een zyde draatje. VAN DE GEZWINDE LONT. Men laat door een Timmerman een Raam maaken: Lang 4 voet 10 duim, breed 4 voet. De Stylen breed 2 duim. De Stylen dik een klyne duim. Men neemt 5 kluwetjes fyn Catoen , dat zeer t^aal moet weezen, zonder knoopen, deeze vyfdraaden, draaid men in elkander, tot één draat, dog niet al te ftyf, deeze laat men in de volgende Compofitie een half uur weeken. Neemt een pond gemaalen en gezift Kruid, het geen als dan zoo fyn moet weezen als meel, en daar door de naam bekomt van Meelkruid. Meelkruid 1 Pond. > een p ls koeke Voorloop van V fl * Brandewyn 1 Pintje. > ö Daar in gefmoltcn 2 loot Arabifche Gom, 2 loot Campher, als dan neemt men een klomp deeg in  (5 ) in de hand , daar men de draat door laat pasfëd* ren, als men uit 't bovengemelde koeke beflag haa!d. Houdende een ander het meergemelde Raam vaft, om al draaijende de draaden naaft eikander op te rollen, en alzo te laaten droogen. De deeg word van Meelkruid en Voorloop gemaakt; droog zynde, knipt men dezelve ter lengte af, om aan 'cSchagjete correspondeeren; gecorrespondeert zynde en gebonden , blaart men andermaal door dezelve, of zy wel lugt hebben, lugt hebbende; doet men in een kookertje zoo veel Meelkruid als in een groote vingerhoed gaat, als dan 't pennetje daar boven op > en ze wel droog bewaaren. VAN DE DROOGE PYPJES. Deeze worden van Papier op een hout roldertje gerold , ter lengte van 2 duim, als dan met eëti hol koopere Stampertje gedreeven , op dezelve manier als men Vuurpylen dryfe in een klein houten kookertje, 't geen men daarin flaac, is anders niet, als alderbefte Brabaiuifche Crepékruid, als zynde ons Hollands K.uid daar toe veel te zwak. Men reguleerd de dikte der Pypjes naar de wydte der Zintgaaten. A 3 BLIK-  co BLIK-VUUREN. Deeze laat men van brandhout maaken, ter lengte van 8 duim , buiten de handgreep, het lugtgat wyd een half duim, dik i£ duim, worden met een houte Stamper gevuld, op dezelvewyze als Granaat Buizen, met deeze Compofitie: j6 Loot Meelpulver. 1 dito Zwavel, veel Vonken. 4 Loot Staalvylzel. of 12 dito Meelkruid. 2 dito Coolen. 2 dito Salpeeter. of fimpel Meelkruid op elk leepeltje, doet men 10 flaagen met een houte kloppertje, vol zynde, kapt men dezelve als Granaat Buizen, dan legt men ze weg voor 't gebruik. Meelkruid, Meelpulver Sas, is anders niet als gemaalen Kruid, en dan gezift door een heei fyn zeefje. VAN DE GRANAAT - BUIZENT, EN 'T VULLEN DERZELVEN. Van alle ernftige Vuurwerken , is 'er geene, daar een Conftapel zoo naauwkeurig agt moet geeven dan in 't prsepareeren der Granaaten. De Granaaten moet men van binnen wel ter deegen uitfchraapen, met een fcherp yfertje in deeze gedaante als men dan de roest wel heeft uitge- ff krapt, legt men dezelve in 't vuur om ij uit te gloeijen, koud zynde, vifiteert -4^y men dezelve of ze ook berften of gaatjes buiten 't behoorlyke JSintgat hebben. Als  ft') Als dan fnyd men de Huizen ter lengte van S-i* duim, AmiterdamtchS Maat met Hoofd en af; na 't lugtgat derzelve Buizen wel ter deëbë'ri met het dreevelije « van fplinters te hebben gezüivért , vuld /ƒ men dezelve met een Pennefchagt,Lee jj pels-wys genieeden f^^^p» met de volgende Compofitie: Meelkruid 3 deelen; Salpeeter 2 deelen. Zwavel 1 deel. alles zeer droög en fyn , en wel tèr deegen onder elkander gemengt, alzoo, dat 't eene egaale couleur bekomt. Als dan doet men met de voorgemelde Pen» tiefchagt van deeze Compofitie in 't lögtgaÉ van de Buis een gertrecke leepekje vol, flaande met een houren kloppertje op 't voorgemelde dreeveltje 15 tamelyke harde Hagen , dog niec te hard, anders zoude de Buis berften ; vervolgens neemt men de Buis, als men dezelve vol gedreeven heeft, en fnyd die van onderen in de ichumte een weinig af, om dezelve te probeeren, of ze goed gedreeven zyn, als dan moeten ze de gedaante hebben en couleur van Potloot. Dat zoo niet zynde, kan mert op de Buizen geen ftaat maken, en men zoude zig Zelve daar mcede om hals heipen j dan fnyd men de Buizerï beetje by beetje in de rondte af, zoo lang dezeive in de lugtgaaten van de Granaaten fluiten op een gemakkeiyke manier. De Granaaten worden op een derde gevuld, met ordinair grof gekaarent Kruid. Dan bewoèld men de Buis van onderen meC een weinig Vlas, het welk men in een weinig teer, daar wasch in gefmolten is, doopt. A 4 Daö  <-«) Dan zet men de Buis in 'tlugtgat, en boven op 't hoofd van de Buis houd men een klein plankje,'t geen men de Zetter noemt, met een holte daar 't hoofd van de Buis gemakkelyk in fluit, 't welk men met Spaanfe Zeep fmeerr.. Danflaatmen met de houte klopper een egaale flag op 't plankje, 't welk de Buis in de Granaat doet ingaan. Het hoofd van de Buis moet een goede duim boven uit de Granaat kyken. De Buis in de Granaat wel fluitende, dat nergens in de rondte van 't lugtgat van de Granaat geen vuur kan bykoomen, vuld men 't noodtje van de Buis met Meelkruid, als dan dekt men 't hoofd met een dubbelde Ruit Schryf of Patroonpapier, en toegebonden met een draat gaaren, dog 't papier moet over de Bu:'s en lugtgac van de Granaat rykelyk overhangen. Als dan knipt men dezelve in de rondte af, dog zoo, dat het meergemelde lugtgat bedekt blyft, dan weri het hoofd van de Buis tot over 't papier in 't volgende gedoopt: Befte geraffineerde Harpuis 4 deelen. Geel Wasch 1 deel. Ongel . $ deel. of Oly, alles gefmolten. De Papiere Granaaten vuld men maar half vol met Kcoren of ordinair Canon - Kruid , dan draait men de Buis in 't lugtgat, die men bevoorens in een weinig warme Lym doopt; men handeld vervolgens daar meede als met de Yzeren, met dat onderfcheid , van in geen gefmolten Tuig te doopen , en men plakt 't papier, 't welk ever de Buis hangt, met ltyffel rondom 't lugtgat van de Papiere Granaaten. ' VAÊ  ( 9 ) VAN DE BROEK ING S. " Voor alle Calibers van 't Canon tweemaal de lengte van 't Stuk , en dan aan weer enden nog 9 Streng voor de Oogenderzelven. Haar dikte voor 48 Ponders 9 a 10 duim. 36 Ponders 8 a 9 duim. 2 4 Ponders 7 a 8 duim. 18 Ponders 7 k 6 duim. 12 Ponders 5 a 6 duim. 8 Ponders 4 a 5 duim. 6 Ponders 4 . . duim. 3-Ponders 3 . . duim. OM EEN CANON TE LINIEEREN. Men field een quadrant op de hoogfte Cieraads-band van 't bodemftuk, om 't middelpunt van 't Canon te vinden, het geen men dan met een maat van papier of zeylgaaren in de rondte van 't bodemftuk meet, deeze rondte verdeeld men in vier gelyke deelen. Zettende een van deeze deelen aan de kant van 't middelpunt, dat u de quadrant heeft aangeweczen, needcrwaarts na de zyde van 't Canon , lings en regts van 't Canon, merkende met een merkje met kryt. By voorbeeld als deeze Merken: Zoo doet men 't zelve aan de Tromp , ftellende de quadrant meede op de Tromp om 't middelpunt te vinden , als dan neemt men een Timmermans Slaglyn , en houd dezelve van 't eene merk op 't andere, in de lengte van de merkert van 't A 5 be*  C'o ) bodemftuk, op de merken van de Tromp, dan knipt men de lyn, die bevoorens met kryt is beftreeken. Dan vervolgd men met een penceel en witte verf, de krytlyn , en 't is gedaan. De bovenlyn dient, om 't middelpunt van 't voorwerp te zoeken, daar men na fchieten wil. En door de zylynen laat men 't Canon eleveeren of zakken, om de hoogte of laagte van u voorwerp te bekoomen. Is 't voorwerp binnen 't waterpas van 't Canon, ;en de Battery waterpas, de Wielen egaal, het Stuk legt regt in zyn tappen", zal men zeekerlyk raaken dat punt, het welk men zien kan , van agteren, ten halve op de zydelyn van het boodemftuk, tot voorover de halve Tromp, ten waare door contrarie beweeging van het Schip, of al te fterke wind, of door al te kleine Kogels, die veel minder als het Caliber zyn, al te kleine Proppen, die de Kogel te vee! op eene zyde drukken, het geen een Artilierift met oordeel ea verftand moet zoeken te corrigecren.' ALS MEN EEN CANON VERGEL Y.K EN WIL. Neemt met een kromme pasfer de diametervan het Bodemftuk met hand en al op en neer, als meede de diameter van de Tromp. Dezelve perfect renoome hebbende, ftelt men dezelve op een houtje, als dan trekt men het minfte van het meefte, het geen overfchiet gehalv eert, dat voor op de agterfte Cieraads * band van de Tromp. t,e hebben gettcjd, als dan een lange Rey genoomen, en voor op het opzetfel te hebben geJegt?ep ageer-pp'0e agterfte Cifraads ■ band van d#  C ti ) de Broek , als dan een quadrant daar op hebbende gefteld, en de Broek van het 'Canon of Boodemftuk, zoo Jang op en neer te Jaaten gaan , tot de perpendiculair in het middelpunt komt te ftaan, als dan is het Canon vergeleeken, als men de Rye met de quadrant weg neemt. Dan leid het zelve met de loop Waterpas, en zoo als dan het Stuk geen fouten hcefc van binnen , zal de Kogel komen aan te treffen op die plaatzen, die men zien kan, van agter en over het Sintgat , tot voorover het opzetfel op de vlakten des velds, ten zy weederom door contrarie beweeging van de Bedding of Battery, en al wat binnen het bereik van een Canon is, kan zonder vergelyking niet wel getroffen worden , dan door byzondere ervaarendheid van den Con. ftapel. Deeze voorgemelde manier van pointeeren is de eenvoudigfte en ook de befte, van zig maar van het begin aan over het metaal te leeren wennen pointeeren., want om door de quadrant of Conftapels Grsadftok een vafte reegel te willen maaken, of zoo zommige zeggen, zoo veel monden het Canon lang is, zo veel 100 voeten draagt het ver, is bezyden de waarheid, en tot nu toe is geen inftrument bcdagt-geworden, om eenCanon de eene keer deKogel op de zelve plaats te doen brengen , als de andere, uit reede van al de boven verhaalde oorzaaken, daar men in het fchieten met een Canon aan onderworpen is. Een Conftapel, dient als het mogelyk is, Kruid te kunnen zaamen ftellen, of ten minfte deovereenftemmende kragt van het zelve te kennen, als zynde hem in het laaden der Canonnen van zeer veel nut. De Heer Profesfor de Wolff, zegt in zyn A 6 Grond-  ( «O Grondbeginzel der Artillery, zyn ovcreenftemjriende kra^t te zyn, als men de Zwavel fteldtot de Salpeetcr als f tot 7- Maar voor de Kooien tot de Salpeeter , als 5 tot ^8. Materiën die tot het Kruid maaken behooren , zyn deeze: alles zeer fyn onGoede geraffineerd.Saipeeter. 1 der eikanderen geBefte Geele Zwaavel. >,mengt, en met geHaafelen op Sipelen Kooien, j meen Water 24 J uuren geftampt. COMPOSITIE. In Holland. Duitschland. Vrankryk. 70^ pond Salpeeter . 78 pond . 76pond. 12 dito Zwaavel . 11 dito . 12 dito. 17^ dito Kooien . ïi dito , 12 dito. '100 pond!" ioo pond. 100 pond. De Heer Mulei Mithen, in zyne gf ondige onderrigting van de Artillery, zegt uitvinder van deeze Compofitie te weezen , in het tweede Deel, of Fol. 55. cn de befte van geheel Europa te zyn, naamentlyk; 1 pond befte geraffineerde Salpeeter. 4 a 4* lood . • Zwaavel. 6 a 6i lood . , Kooien. ?ynde goed en bekwaam voor alderhande zoorw ten van Schietgeweer, en confiderabel fnel in de ontfteeking, voortdryvende en niet verfcheurende. PRQE- '  ( 13 ) PROEVE OP HET GEZIGT. Moet Blaauw, Purper of wel een Leije Couleur hebben, in het wryven tusfchen de vingers, moet het zig heclongemakkelyklaaten vergruyfïen, dog teevens by het obferveeren ook niet al te hard zyn. En zoo het geheel zwart is, en zig tuüchen de vingeren gemakkelyk laat vergruifïen, is het, een gewis teeken, dat als het versch is , dat Kruid niet genoeg is uitgedroogt. Op de tong een weinig genoomen, en zulks de vogtigheid ten eerften na zig trekkende, en van fmaak zout'na de zuure kant, is een zeer goed teeken. . Als men een kleine kwantiteit op de hand legt, dog de hand moet zeer droog 'weezen, en daar een weinig vuur bygebragt, als dan fchielyk ontvlammende,en niet onder (laat,is goed, het- geen op een papier meede gedaan kan worden, dog moet vooral geen onreinigheid agter zig laaten nog doorbranden. En zo gy begeert te weeten of de Specie genoeg door elkander gemengt is, neemc als dan een mes, gruift 't zelve langwerpig op een wit papier, als het egaal van Couleur is, hebt gy, wat gy begeert. OBSERVATIE BY HET VISITEEREN VAN HET CANON. Als men onderzoeken wil of eon Canon zyne behoorlyke fterkce in Metaal heeft, doet men aldus: Men neemt met een kromme palier de dfkre op en neer van het Canon, agter aan het Ba1 A 7 dem-  C 14) demftuk voor de agterfte Cieraads- band,als dan moet hy de dikte hebben in Metaal van 3i a 3^ diameeter van de Kogel, dewelke zoodanig Canon fchiet, en by yfere Canonnen 2-5-, en zoo dezelve daar dikker zyn, kan zulks uitwerken, dat die Canonnen te voorwigtig zyn, en in het Losbranden als men met Scherp fchiet,een dienaar maaken, het geen zeer nadeelig is. Om te onderzoeken of een Canon regt in zyn Tappen legt, doet men aldus: Neemt een end bint touw, meet van de agterfte Cieraad- band, tot voor aan de mond van het Canon, verdeelt deeze lengten in 7 gelyke deelen, neemt drie derzelven, houd die op de agterfte hoogfte Cieraads - band , tot op het Centrum der Tappen; zoo die drie deelen van elkanderen ftaan, legt het Canon regt in zyne Tappen, fchoon 'er een quart Caliber over is, is niemendal. OM TE WEETEN OF EEN CANON VERZWAKT IS. Neemt een kromme pafler, paft agter by het Sintgat de dikte, teeken die op een plank, trek daar de wydte van de monding af, zoo daar als dan nog 2 mondingen oveifchieten of hoogte van de inwendige holte, het geen men monding noemt, is zo een Canon verfterkt, en men kan zoo een Canon zyn volkoomen laading geeven, dog minder als 2 mondingen, is zoo een Canon verzwakt- . Als dan dient een Conftapel agt te geeven, dat men zulke Canonnen niet overlaat. Als men de tyd niet mogt hebben, om al die omitandigheeden te obferveeren, en men weet maar de  C rs *") de zwaarte van het Canon , kan men nooit kwaad, als men op elk hondert pond aan Yferof Metaal diezoodaanig Canon weegt, 3 oneen Kruid laad. Verders is de laading, als een Canon zyn beboorlyke fterkte heeft, teegens de Proeffcbot, als 6 teegens 8 , en teegens het Stormfchot, als 5 teegens 8, men moet ook weeten , dat alle Canonnen geproefd worden van 1 pond Caliber tot 6 pond incluis, pond voor pond, dog boven de 6 pond vermeenigvuldigt het zeiven met 8 oneen, tot zoo hoog als men wil, zoo dat een Canon fchietende een Kogel van 7 pond, geproeft moet werden met 6 pond en 8 oneen Kruid, een 8 Ponder met 7 pond, en zoo vervolgens. Dog de heedendaagfche ondervindingen leeren en bewyzen, dat aan een welgeproportioneert Canon,de derde van de Kogel zwaarte voldoende is , om het oogmerk van het gebruik derzelven te bereiken. Zoo men gevulde Cardoefen ter hande kwaam , pm zonder wegen , den inhoud derzelven te wee. ten aan Kruid. Zoo meet men met de diameter den Kogel, dat zyn dikte ieder is in zyn zoort. j£ diamet. der Kogel,langis voor i Kogel zwaarte, s diameter, lang ... * 4fc dito dito , . £ ,<5 diameter is voor de geheele zwaarte der Kogel, Als men by vreemd Laadgereedfchap komt, om als dan zonder Conftapel Stok te onderzoeken j hoe veel Kruid 'er in de leepel gaat. Of het is voor 1 Kogels zwaarte aan Kruid. Of voor . $ zwaarte. Of vcoc . | zwaarte. Qf voor . i- —— zwaarte. s A«  ( rf) i Als men geen kromme paflerby de hand heeft, dcet men aldus: Neemt een end bindgaaren, meet daar meede in de Rondte de Kolf daar het kooper omgefpykert is, de lengte van deeze rondte verdeelt men jn drie gelyke deelen, meer. met een van deeze deelen van binnen van de Kolf, van de leepel tot het end van het koopere blad, en tot aan de punt derzelven. ]s het blad van de voornoemde leepel dan lang 7f lengte van het verdeelde Bindgaaren, is dit' de inhoud: voor i Kogels zwaarte aan Kruid. 3i lengte voor £ Kogels zwaarte. 2-1. voor i _ H —— voor | Dit alles gefchied om altyd perfect, den inhoud van zyn laading te weeten, als men met een Canon ageert, daar een Conftapel veel aan geleegen is, wil hy geen gevaar loopen van de brokken van zyn Canon om de oorcn te krygen. Zoo het kwaam te gebeuren dat u Sintgat vaö het Canon verftopt of onklaar was. Is zulks te verhelpen: met bevoorens het Canon af te haaien , als dan met een halve leepel Kruid te laaden , drukkende met de Zerkolf het Kruid vaft teegens het Bodemftuk, dog zonder prop, neem als dan de leepel, doet in dezelve zo veel Meelkruid, als voldoende is, om van het Bodemftuk na vooren in de Tromp een Loop vuur te maaken,dan fteekt men in het Canon een houteProp,die in de monding 4 duim lang gaat, en zeer vaft in dezelve fluit, met een kerf van £ duim diep, dewelke van onderen komt te ftaan, in dat kerfje fteekt men een end gezwinde Lont, als dan opzyde van het Canon ftaande, fteekt  C 17) fteekt; men het Canon van vooren aan, zoo zal het geen in het Sintgac zit, daar van agteren uitvliegen. Dit niet willende helpen, na verfcheide ryzen zulks herhaald te hebben, moet men de fpykerhagel of brok van- een boor, die in het laadgat is, met invreetende fpecie laten uitbyten, op de volgende wyze: Men maakt rondom het Sintgat een verhooging' van een goede duim hoog van Wasch, wel zorgdraagende dat deeze verhooging overal fluit, als dan maakt men deeze volgende fpecie klaar; om 'er inwendig in te gieten. N°. i. N°. 2. No. 3. Brandewyn. of Wyn Azyn. Kooperroot. Kooperroot. Salpeeter. Spaansgroen. Spaansgroen. Spaansgroen. Zout, vanelks evenveel. Boom Oly. Brandewyn. van elks evenveel, van elks evenveel. Deeze Materie 24 uuren onder malkanderen laaten ftaan , en wat dikwils met een houte fpaan omroerende, dog men moet bevoorens de fpaan heel dik met Spaanfche Zeep fmeeren. Dit voorgaande niet kunnende helpen,is daar anders niet op als het Cintgat uit te booren en een nieuw te-maaken, dog zoo, als in het voorgaande gezegc is De hoofdpunólen van een Artillerift, moeten mceft beftaan : alle fouten en onvoorziene toevallen met een behendig oordeel te corrigeeren-. Zoo verhaalt de Heer Cofimir Siminovier, in zyn Ars Augna slrpilleriu ,-over de onklaareCintgastèn, als men by geval een Canon had, hetwelk door een of ander toeval onklaar was, en' men evenwel genoodzaakt weezen zoude, omv met  C 18 ) met het zelve te ageeren, kan zulks op de volgende manier gefchieden. Men laade het Canon met zyn laading na bé. hooren, Kruid, Kogel en Prop , als dan pointeert men na het voorwerp, het geen men wil befchieten. Als dan doet men in een dun linnen zakje 3 pond Kruid, het geen als men gaaten in het. zelve geboord heeft, fchuyft men boven op de laading. Dan doet men ineen leepel zo veel Meelkruid als voldoende ïs, om een Loopvuur van vooren na de Tromp te rnaaken, hangende in de Tromp een end gezwinde Lont,dan fteekt men het Canon van vooren aan. Dog na myn gering oordeel zou zulks in klei* ne Canonnen wel aangaan van 3, 4, 5 tot 8 Ponders, maar in groote zoude ik de proef niet dikmaals willen herhaalen , of myn bedunkens zou men de brokken om de ooren krygen. Dog dit word maar alleen gemeld,om zoo als reeds gezegt is, een Artillerift zig in alle toevallen kan helpen. De Heer Pauban heeft beweezen , dat een once Kruid, kragtig genoeg is, om 100 pond gewigt te doen fpringen. Driedjrley naamen heeft men in het ftellen van een Kanon, Horifontaal, Vifier en Boog. fchot. De Horifontaal is, als men~ van de hoogte na de laagte fchiet, en de loop van het Kanon gedompt leid. De Vifierfchot is, als het Kanon voor en agter met de Loop en Ziel waaterpas leid, alzoo het Kanon vergeleeken zynde, de Perpendiculaar in o graaden hangt. De  C 19) De Böogfchot is, als het Kanon met de Loop of Ziel geëleveert of verhoogt leid, tot op zyn hoogfte Pllcvatie uit o graaden, het geen aile Boogfchooten zyn. De Heer Ridder St. Tulien, als meede de Luitenant Generaal du Mets, hebben de volgende aanmerking op de dragt van een Kanon gedaan, en daar de herhaalde proeve van genomen. -Pon- DuitCcbe Ka- draaien in o by de hoogfte den. nonnen. graade fta:in- Elevatie. de^ 33 BaÏÏerd" Car- 600 lchrede.jóooo ichredtouw, 48 Cartouwen. 600 ;6ooo —— Defchreeden 24 halve dito. |420 15070 Worden,gere- 12 quart duo. I370 '4400 1fa 6 Regiments '(tukken, ieis3ÓOO kent 3 Ryn- -3 halve dito. j weiniger landfcheVoe- ,ï3 Ce^0>oo 7t40 — «n, en „800 9 halve dito. 450 5370 voet, is een 4 quart dito. ;350 4180 Hollandsen. 3 Falconet. 280 3310 1 halve dito. 206 2450 ^ "ur gaans« Pon- Franfche Waterpas by de hoogfte Horifontaal. den. Kanonnen. Schoot o gr. Elevatie. 33 Cartouwen. 600 fchrede. 6000 Ichred* 24 halve dito. 700 —— 6000 ■ 16 Slangen. 800 ■ 8000 ■■ 12 ^Cartouwen. 450 1 5000 *;Sakk.Yferen. 400 4500 2j Serpenten. 150 ■ 1500 —— ■5 Serpentinelle 160 ——— 800 ——— AAN-  C 20) AANMERKING. Een Kanons Kogel 600 fchreeden ver koomende, is in ftaat van 9 tot 15 voet diep in de aarde'te dringen. Een Kanons Kogel vliegt in de tyd van een feconde ii?4 fchreeden , volgens de Heer Derham t in zyn Phifico, dewelke door behulp van een buitengemeen goed Gronometrum Pendul, om de tyd op het ald.rnaauwkeurigite te obferveeren, en door behulp van een Koninglyke Conftapel, buiten London ondervonden heeft, dat een Kogel in de tyd van 5 halve feconden, 510 Engeifche yards^weg aflegt, zynde 765 Holland- ! fche elle, 'i756!Rhynlandfche voeten, om en by, een Hollandsen uur gaans in een minut. Aangaande de Berigten van bet geluit van het KANO Nt is men zeer onderfcheidm. Benjamin Martin, verhaald in zyn algemeene Scbetze der heedendaagfche Natuurkunde, pa.,'. 58 rot 61 , men vind berigten van geluid op een atïtand van 180 tot 200 Engeifche Mylen, dat is 55 a 60 uur gaans. De Heer Mufchenhroek, van 90 Italiaanfche Mylen. In den Jaare 1685 tot Stokholm, met een dubbelde Cartouw fchietende 96 pond, op een afftand van 180 Mylen. In den Oorlog van den Jaaren 1672, wierd het fchieten op een aiftand van 200 Engeifche Mylen gehoord. Derham verhaald, dat de Groot Hertog van Toskaanen, tot Livorno, vcrfcheidc Canonnen liet affchieten op zeekere tyd, en tot Florence daar  (tl) daar tóe expreffe luiden ftelde, om dezelve te obferveeren, bet geen een afftand van 55 Mylen is, heeft het geluid daar door tog kunnen dringen, fchoon het een zeer bcrgagtig Land is. Dit is egter zeeker,dat de wind daar veel voordeel voor of teegen in kan brengen. En dit ondeifcheid is ook groot, na dat de wind fel of labber is, fchoon hy het gelu;d niet gaauwer of langzaamer kan doen voortkoomen. Nog dag nog nagt, nog hette nog koude, het weerglas mag ryzen of daalen, heeft de Heer Derham bevonden, het geluid eender te zyn,het zy grof of fyn van Kanon, klokken of andere klyn Schietgeweer. Eindelyk dat alle geluiden ingelyketyd even vergaan en dat 't geluyd om een Engeifche Myl af te leggen, noodig heeft 9i feconden of 1142. Geomerrifche voeten, in de tyd van i feconde. Eindelyk zo.het kwam te gebeuren, dat men by een Kanon, kwam, en geen Conftapels Stok voorhande zynde, gebruikt men maar. een ordinaire Timmermans Duimftok , daar men de duim in ,12 deelen verdeelt, een van deeze deelen houd men .voor een Linie. Houd als dan den voorfz. Stok voor de mond van het Kanon, dan geeven de duimen en linien het Caliber van het Kanon, als meede de zwaarte van de Kogel, de maat daar hier van gefprooken word, is Amfterdamfche Maat, van 11 duim op 1 voet. De fpeelruimte, dat is het onderfcheid tusfchen de holte van de loop van het Kanon, en de Kogel die dezelve fchiet. Neemt  C »» ) Neemt; men in Metaalen \\ a2Linién, én in de Yferen %\ k 3 Linies, dat de Kogel klynder is als de monding van het Kanon. Caliber of Hoogte van 't hoogte of Canon van 1 tot 48 diameter ponden. der Kogels. Caliber. Duimen Linien. Breuken'Kogel gf Duime Unies. Breuken. J 2 — i I 1 10 £ 22 6 — 22 5 — 3 2 IO —■ 3 2 9 i 4 3 2 i 4 3 1 i 53 6— 53 4 i 63 7 i 63 6 73 11 — 7 3 9 — 84 li 8 3 11 — 94 2 i 9 4 ii 10 4 5 — 10 4 4 — 11 4 7 i 12 4 Si 18 5 3 18 5 1 i , 24 5 9 _ 24 5 7 — 36 6 9—36 6 5 ■ — 48 7 7 — 48 7 1 4