471 B 12     STAATSSTUKKEN kV/A/r-, -p /, BEHELZENDE i°' Eene Uitgebreide deductie met twee aanmerkelyke by- voegzels, over den waaren toeftand der Finantien van Vriesland, met aanvoering van onvveerfpraakelyke bewyzen, dat deeze Provintie te hoog is aangeflagen in de Quota, of de. Lasten van de Generaliteit, en opgave van krachtdaadige middelen tot haare wezenlyke verligtinge en lang gewenfcht herftel; midsgaders eene voorafgaande MISSIVE der Edele Mogende Heeren Staten van Vriesland aan Hunne Hoog Mogenden , dienende tot geleide van het opgemeld Betoog, gefchreeven den 12 , en in 's Gravenhage ontvangen op den «29 April 1782. 2°' Eene missive, mede den iz April aan Zyne Doorlugtige Hoogheid, den Heere Prinze Ervftadhouder afgevaardigd, waar by Hoogst Deszelvs tusfchenfpraak en medewerking verzocht wordt, by de Refpective Bondgenooten, ter eindelyke bereikinge van eenen billyken en voordeeligen uitflag, op zo veele bereids voormaals betoogde, en nu in voornoemde Deductie andermaal herhaalde klagten, ter evenredige verminderiuge van de Provintiale Quota. 30' Eene missive aan Hunne Hoog Mogenden van den 11 Oclo- ber , dienende ten naderen en laatsten aandrang, dat de opgemelde Deductie in eene ernstige overweeging gelegd, en daar op noch voor het opmaaken van den Staat van Oorlog over het jaar 1783 finaal beflooten werde. Te LEEUWARDEN By de Weduwe WILLEM COULON , Landfchaps cn Academie Drukkerfche der Ed. Mog. Hecrcn Staaten vaa Vriesland 178 2,   3 Hoog Mogende Heer en t HEt is niet dan met de gevoeligste aandoening, dat Wy Ons tot dat uiterste gebragt zien, om U Hoog Mog. onder het oog te moeten bréngen, dat Wy door het zwaar overwigt der drukkende Lasten , waar onder Onze Provintie, als het ware, gebukt en geboogen gaat, Ons niet langer in ftaat bevinden,öm te voldoen aan die verfchuldigde pligten, dewelke door het plegtig Verbond van de Unie , op Ons als Médebondgenoot gelegd zyn, ten opzigte van het dragen van de zodanige, dewelke alleen dienen te (trekken, om de Uhié zelve te onderfchragen , te fterken en tot eerien bevestigden ftand by aanhoudenheid te helpen bewaaren; terwyl de hooggaande en geftadig herhaalde Petitiën waar in Wy genoodzaakt zyn te confenteeren, tot uitvoeringe van eenen Oorlog tegen eenen onregtvaardigen Aanvaller , ongeagt de geftadige en inmenfe beleeningen van penningen, die 'er finds jaaren gefchied zyn, Ons Land dermaten uitputten , dat Onze Comptoiren op verre na niet toereikende zyn, om 'de veréisehte'ën hoogst nodigste betaalingen op zynen tyd te verfchaffen , ja zoo uitgemergeld werden, dat Wy Ons niet weinig bekommeren, zoo wel over het gaande houden van het Huishoudelyk beftaan, als over de hoeding der menigvuldige Intresten, proflueerende uit de Negotiatien van oude en nieuwe Capitaalen* die eene verbaazend groote fomma uitmaaken. Om nu U Hoog Mög. een klaar denkbeeld te geeven van den waaren en wezenlyken toeftand van Vriesland zelve en van den veragterden Staat der Provintiale Finantien, hebben Wy, ter fpoediger beréikinge van Ons heilzaam oogmerk het beste en efficacieuste geoordeeld te zyn, om U Hoog Mog. eene gedetailleerde Deduélie over die materie te laaten toekomen, zoo als dezelve dan hier nevens gaat, op het ernstigste verzoekende, dat U Hoog Mog. dezelve in eene ferieufe deliberatie gelieven te leggen , een gunstig oor aan Ons regtvaardig beklag willen geeven, en eene Provintie eindelyk eens te redden, die altyd in yver heeft uitgeblonken ter bevorderinge van het algemeen belang en zulks door fpreekende daaden, zelfs boven haare kragten , by herhaalinge en aanhoudenheid volvaardig heeft betoond. Wy vleien Ons, Hoog Mog. Heeren! dat de billykheid deezer zaake, die volftrekt onweerfpraakelyk is, Ons recht en Juftitie by de refpective Bondgenooten bevorderen zal, en doet Ons derhalven op eenen goeden en gewenschten uitflag met grond hoopen. Of fchoon nu Onze Provintie ten aanzien van Haar Finantiewezen zich in den akeligsten toeftand bevindt, hebben Wy echter, tot voorkominge van verwarringen, ftaande de tegenwoordige troebles van den Oorlog, nog een en wel het laatste efFort willen doeri , door Ons Confent te geeven in de Ordinarii en Extraordinaris Staaten van Oorlog voor dit loopende A a jaar» Misfivt van de Staten van Friesland 9 dienende tot geleide van de volgend* Deduftie.  4 jaar, zoo kunnen Wy evenwel niet verbergen, dat by aldien U Hoog Mog. mogten dilaieèren, Ons wettig beklag in delis.. • ? beratie te brengen en daar op een voldoend befluit volgens de reden en billykheid, nog gedurende den cours van dit jaar te neeraen, Wy Ons als dan in de onvermydelyke noodzaakelykheid zullen bevinden, om, ten aanzien van den volgenden Staat van Oorlog voor het jaar 1783, zoodanige maatregulen te beraamen , als Wy tot herllellinge van Onze uitgemergelde Provintie verdaan zullen te behooren. Waar mede , Hoog Mogende Heeren! Wy U Hoog Mog. beveelen in Godes heilige befcherminge. Leeuwarden den ia April 1782. (onder ftond) Uw Hoog Mog. goede Vrienden De Staaten van Vriesland, (was gcparapheerd) H. B. v. S M I N I A, Vt. (laager ftond) ^Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. (was geteekend) A. J. v. S M I N I A.  5, Hoog Mogende Heer en! HEt is eene zekere en ontegenzeggelyke waarheid, gegrond op de gezonde rede, en geftaafd door eene aanhoudende ervarenis , dat alle Sociëteiten opgerecht en ftaande gehouden worden op en door eene geproportioneerde egaliteit, en dat wanneer de ftigting van zoodanig een gefteldheid, zigtbaare veranderingen in haare evenredigheid ondergaat, als dan bok nieuwe fchikkingen tot haare beftaanbaarheid over het geheel noodwendig moeten worden gemaakt. Wanneer men nu, by het formeeren van eene Sociëteit, zig tot een hoofd doelwit voorftelle, het beftaan en de meerdere veiligheid van een zeker getal verbonden Leden, zoo volgt dan ook dat ieder Lid niet alleen door eigen pligt, maar ook door de Voorwaarden van het Verbond, genoodzaakt is zyn aandeel in het gemeen te contribueeren , voor zoo verre zyn vermogen ftrekc. Maar wordt dat vermogen gekrenkt, en zodanig Lid daar door buiten ftaat gefteld, om zyn aangenoomene en toegedeelde aanpart te berde te brengen, dan loopt buiten alle infpraak dat geheele zamenftel grootelyks gevaar van verbrooken en welligt eerlang vernietigd te worden, ten ware de overige Leden het zelve te hulpe komen, dat gebrek verhelpen en op zig neemen. Zoo nu deeze Helling ergens plaats hebbe , en regtllreeks toepasfelyk zy, dan is het voorzeker op het plegtig Verbond van de Unie der Vereenigde Nederlanden. Zeven Provintien hebben zig op het naauwste aan malkander verknogt, en zig door eene onderlinge eendragt en vaste trouwe dadelyk bevestigd , waar door onder den zigtbaaren Byftand van den Allerhoogsten zyn beveiligd , de dierbaare Panden van Godsdienst en Vryheid, de twee fterkste Zuilen, waar op het Gebouw van Staat veilig rust, dewelke nooit eerder verbroken of neergeftort kunnen worden, dan door de ongelykheid in het draagen der lasten en bezwaaren aan het Verbond gehegt, waar uit noodzaakelyk een heftig vuur van Tweedragt moet ontbranden, en daar door het gantfche Staatsgeftel verkankerd, en eindelyk te gronde gebragt worden. Zoo lange nu de Leden van dit Verbond, in ftaat zyn om aan de vereischten van die Vereeniginge te voldoen, kan men, hen van de betragtinge derzelver geenzins vrykennen, nogte ontflaan, te minder, wanneer men gadeflaat, dat het verval van de kragten en vermogens van een Lid, door geen aftekeurene onagtzaamheid, verkeerde beftiering, ofte kwaaden wil, maar alleen door onvermydelyke toevallen van het wisfelvallig noodlot is bygekoomen. Het onderzoek, zal zig dan voornamenlyk moeten uitftrekken, of de waare gefteldheid van het verzwakte deel, zoodanig zy» als dat voorgewend werdt? Om nu zulks ten aanzien van Vriesland ten klaarsten te betoogen, zal het ten hoogsten noodig zyn. - B EerstelyK DEDUCTIE over den zwaaren Aanflag of Quota van Vriesland in de Lasten van dê Generaliteit.  5 DEDUCTIE. Eerstelyk, Te vertoonen de gelegenheid en toeftand van deeze Provintie, ten einde de overige Bondgenooten daar naar hunne eigene gefteldheid mogen vergelyken, om daaruit ie moeten befluiten, hoe zeer de menigvuldige en zwaare disastres, Vriesland, benevens, ja boven zyne Medegenooten in deszelfs Finantien ten uiterste verzwakt hebben. Ten tweeden, Dat om te voldoen aan het binnenlandfche vereischte ter herftellinge van de, geleedene fchaade, en zoo veel mogelyk voor te koomen nieuwe rampen, en om teffens met infpanninge van alle benodigde kragten als getrouwe Bondgenooten , zig te kwyten van die Piigten, welke de Staaten deezer Provintie aan de Unie VKtibhuldigd zyn, niets hebben nagelaaten om die te vinden uit zoodanige overzwaare Lasten , datze altvd ophoopende , en nooit verminderende , aan de Ingezetenen ten laatsten ondraaglyk zyn geworden. Ten derden, Dat deeze Provintie bereids by herhalingen de ernstigste aanzoeken gedaan heeft tot Redres of Soulaas. Ten vierden-, Dat uit aanmerkinge van deezen bekommerlyken toeftand en bovenmaatige bezwaaring de overige Medeleden van <£e Republiek (Zeeland alleen wegens onmagc uitgezonderd) verfchuldigd zyn, volgens de gronden eener gezonde rede, natuurlyke billykheid , en volftrekste noodzaakelykheid , om, even gelyk het genoemde Zeeland is wedervaren, ook deeze Provintie als een verzwakt Bondgenoot te hulpe te koomen en te verligten, en dat daartoe reeds zoo veelvuldige Reprefentarien ter Generaliteit zyn gedaan, dog dat dezelve niet hebbende gehad het gewenscht Effecl, tot eenige de geringste vertroostinge of reëel Soulaas, Hun Ed. Mog. zig hebben genooddrongen gevonden om Hunne regtmaatige klagten, als nog te vernieuwen, in die billyke hoope van eindelyk eens verhoord te worden. Tm vyfden, Dat dezelve Hun Hoog Mog. op het nadrukkelykste onder het oog moeten brengen, de deplorable gevolgen, welke uit eene aanhoudende weigering noodzaakelyk zullen voortvloeien , zelfs by de geringste , ligtgebeurelyke en extraordinaire toevallen. Wat het eerste poin het Vee en het Zuivel) en maar weinig deel heeft aan de Groote Navigatie , gelyk Holland en Zeeland, alleen gebruik maakende van een kleindere foort van Schepen , welke voornamenlyk dienen tot Tranfport van Waaren, gelaaden voor rekening  D E D ü C T I fr f kening van Ingezetenen van andere Provintien; voords dat dezelve geheel geen genot heeft van de avantage en wezenlykë voordeden der Negotie, die men te regt befchouwen kan als de gezegendfte Bronader van alle Rykdommen en hunne weeldrige gevolgen; alleen is 'er eenige Commercie van Houtwaaren, benodigd tot befcherminge der Zeeweeringen, en om te verbezigen ten onderhoude en tot verbeteringe van binnenlandfche Timmeragien. Het ontbreekt deeze Provintie niet alleen aan Negotie, maar ook aan Volkrykheid , de manier van het heffen van een important aandeel der Lasten, by den invoer der Waaren op de Havenen, drukt, en belet fchier alle.de Fabricquen om te bloeien en aan haaren wasdom glans by te zetten ; voortreffelyke onderneemingen nogtans, zoo dienstig en noodig tot het employ en de vermeerderinge van yverige en werkzaame Ingezetenen , die daar by hun bellaan en vorderinge vinden, en dewyl die Inkomsten niet kunnen gemist worden, en tot nog toe geen ander middel is uitgevonden , om dezelve by andere wegen te bekoomen, zoo volgt van zeiven, dat de Fabricquen kwynen , de lust, om haar op te regcen, ten eenemaal vergaat, en verdwynt, en de weinige, die 'er nog zyn, tot derzelver vemietiginge wegfpoeden. Men merke hier by mede aan, dat de weinige Manufa&uuren, die hier nog gefabriceerd worden, elders, het zy by invoer of tranfitoir, dermaate worden gedrukt, datze daar door onmogelyk in opgang kunnen gebragt worden, terwyl de fituatie deezer Provintie, werwaards de overtogt meest ter Zee moet gefchieden, in deezen den nadeeligsten hinderpaal zet, en veel affchrik geeft. De zwaare Belastingen op allerleie Waaren, de afgetrokkene levenswys, en de weinige winst die 'er te haaien is, zyn alle geene aantrekkelyke beweegredenen, om Vreemdelingen uit te lokken, om deeze. Provintie te verkiezen, tot de vaste plaatze hunner wooninge, immers de ondervinding leert ten overvloede , dat 'er zeldzaam van buiten iemand inkomt, om 'er zyn Etablisfement zoodanig te zoeken, als in de meeste andere Gewesten van de Republicq dagelyks gebeurt, de eene uit lust, en de andere om voordeel. Daarenboven is Vriesland benevens Noordholland en Zeeland zwaar belast, met het onderhoud der Zeedyken. Het grootste gedeelte deezer Provintie ligt bloot gefield aan de woedende golven der Zee , met eene uitgeftrektheid van ongeveer veertig uuren gaans. De zwaare onkosten, tot afweeringe van het gedugt geweld dier zoute Wateren , en tot onderhoudinge der Zeefterkten, verflinden onnoemelyke Schatten ; de toeneemende verwyding en verdieping der Zeegaten en het tydelyks affcheuren van gedeelten der Eilanden , welke Vriesland voor het overige tot eene befchermende Borstweeringe verftrekken (gelyk die van Vlieland en Schiermonnik-Oog daar van een levendig blyk uit- B 2, leveren,  g D E D U C T I E. leveren, en de overige mede geftadig afflyten) vermeerderen het gevaar, en bygevolg ook de noodzaakelykheid der kostbaare Middelen om zig daar tegen te verzetten , in dier voegen, dat finds*het begin deezer Eeuwe daar aan ongelyk meer Geld is befteed, dan voorheen, terwyl het Lighaam der Zeedyken op de meeste plaatzen meer dan de helfte heeft moeten verzwaard worden. De zeer gedugte, voor deezen ongehoorde, en nu nog befpeurd wordende Plaage der Zeewormen, had deeze Provintie, onvoorzien van natuurlyke Zeeduinen , of van genoegzaame Voorftranden , fchier op den oever van haaren ondergang gebragt , had de waakzaame Voorzienigheid de ten uitersten benaauwde en wel haast raadelooze Ingelanden niet bezield met vrugtbaare uitwerkingen, om het treffend verlies van millioenen van Dykpaalen en andere Houtwerken te vergoeden, door het gebruik van zwaare Keifteenen, hoe onmogelyk, hoe onvoldoend , en hoe onbetaalbaar dit nieuw middel in den aanbeginne ook voorkwame ! terwyl het Houtryk Noorweegen de benodigde Zeebalken en Paaien uit zyne dikke Bofchen laatende aanvoeren, het sequivalent, zoo niet een zekerder middel voor Vrieslands behoud uit zyne onnoemelyke Klippen koomt op te leveren. Van de ontelbaare Geldfommen, dewelke men daar toe heeft moeten befteeden, zyn bevryd gebleeven, die Provintien, welke geheel niet, of zeer weinig aan de Zee grenzen. Dan men moet daarentegen ook bekennen, dat de overige Landprovintien mede aanmerkelyk hebben te worstelen met haare gebrekkelykheden, kwaaien en ongemakken, in tegenoverftelling van Vrieslands Zeegevaaren, en de daar door vereischte zwaare bekostigingen , ook met rede bekommerd zyn , over het onderhoud hunner Rivier-Dyken , waar van het gevaar even zeer toeneemt, door het fteeds opdroogen en -verhoogen van derzelver Beddingen. Het zou bezwaarlyk vallen , wegens gebrek aan genoegzaame Informatien, om beiderzydfche Uitgaaven tegen eikanderen te vergelyken, en daar uit een onweerfpraakelyk befluit op te maaken, dog het blyft intusfchen een zekere en ontegenzeggelyke waarheid , dat deeze Provintie en haare Ingezetenen de overmaat der onkosten die aan haare Zeewerken , finds ondenkelyke tyden en nog jaarlyks benodigd waren, en vereischt worden, by aanhoudenheid op het treffendfte gevoelt , te meer nog daar dit zoo kostbaar bezwaar niet onder de gewoone Provintiale Lasten gerekend, maar boven dezelve met gereede Penningen jaarlyks moet gehoed en betaald worden. Met het begin deezer Eeuwe, en ook in het jaar 1717 is Vriesland bezogt geweest met twee zwaare Overftroomingen, door het wegfpoelen der Zeedyken, ter lengte van meer dan twee uuren gaans, en door het infcheuren van diepe Kolken, genoegzaam de geheele Provintie, eenige weinige Diftri&en uitgezonderd , zynde beloopen geweest met dit verdervelyk Zoutwater? Deeze  D E D U C T I E. $ Deeze verbaazende onheilen hebben de rampzaligste gevolgen te weege gebragt, de Boeren Wboningen zyn daar door vernield, of aanmerkelyk befchadigd, het weelig Vee op de vette Landeryen verdronken, en geheele Velden hebben jaaren lang door deeze ysfelyke verwoesting onaangeroerd gelegen, en zyn ten eenemaal onvrugtbaar gebleeven, 's Lands Finantien wierden gekrenkt , niet alleen door het verlies van Inkomsten, een na-, tuurlyk gevolg van zulke drukkende tegenfpoeden, maar daar te boven ook door de herhaalde verfchotten, welke uit de Provintiaale Casfa moesten verftrekt worden , tot onderfteuninge van zoodanige Dyks - Contribuanten , die tot zoo overzwaare^ Kosten van de vereischte herftellinge niet genoeg vermogende waren. . De Omflagen over de Floreenrenthe liepen toen tot laste; van de Eigenaaren der Landeryen , met Dyks onderhoud bezwaard, der maaten hoog, dat dezelve uit de Huuren niet eens konden gevonden worden: terwyl zy door het gemis van den opbreng hunner profytelykheden , bereids te gronde gebragt, en door het bedeif der fchadelyke Overftroomingen buiten ftaat geraakt zynde, om uit hunne eigene vermogens de ontbreekende Penningen te betaalen, zig genooddrongen vonden om hunne ervelyke, of door geld aangekogte Bezittingen, aan den Landfchappe op te draagen , welke Goederen naderhand wederom jn het openbaar opgeveild zynde , met afneeminge van Floreens Belastingen , zeer weinig hebben opgebragt, waar door niet alleen, maar ook door de Rampen, die de herhaalde Sterfte onder de Runderen , en de bovengemelde Wormplaag veroorzaakten, de Comptoiren van het Land een verlies van meer dan vyf duizend Floreenen heeft moeten ondergaan , en by aanhoudenheid blyven lyden, bedragende een Summa van meer dan dertig duizend gulden in het jaar. Eene dikwyls herhaalde Veepest, wegrukkende onnoemelyke getallen van kostelyke P^underbeesten, genoegzaam de eenigste Bron van Vrieslands beftaan en welvaart, en daarom aan het zelve meest nadeelig, in vergelyking van die, welk voornamenlyk door de Negotie bloeien, heeft aan de gewoone Geldmiddelen mede geen geringe krenking toegebragt, en aan de Eigenaaren van Vastigheden aanmerkelyke en wel gegronde bekommering veroorzaakt, dat de Bruikers hunner Landeryen buiten ftaat zouden gefteld worden , om , door het derven van hun Vee, de Huuren ten behoorlyken tyde op te brengen, of wel, tot dat uiterste gebragt te zyn, om geheel niet te kunnen betaalen, zoo als de treurige ondervinding, by verderen afloop der tyden genoegzaam en overtuigend heeft doen zien en geleerd. , De gevolgen van deeze herhaalde befmettelyke Ziekte onder het Rundvee, hebben de Ingezetenen dan ook niet weinig verarmd , en tevens 's Lands Inkomsten aanmerkelyk benadeeld, door de tydelyke vermindering van de reëele Goedfchattingen en derHoorngelden, en nog daar te boven voorheen van de Floreens Lasten, waar omtrend de Staaten.allezins redelyk en nood- C zaakelylC  to D E D V C T I E. zaakelyk oordeelden , de Bruikers der Landgoederen , wegens hun geleden verlies by remis voor ieder geftorven Runderbeesc met twee Ducatons in het gemoet te komen; zoo dat, behaiven de fchade, die de Inwooners voor zig zeiven hebben geleeden , men het daar door veroorzaakte gemis van 's Lands Inkomsten in de twee eerste Veeftervten , verre over de twee millioenen guldens mag begrooten. Indien men nu met oplettenheid gade flaat alle de byzonderheden der inwendige ongevallen , aan deeze Provintie overgekoomen, wie moet dan niet in verwonderinge opgetoogen Haan, over de mogelykheid, hoe men die alle heeft kunnen overwinnen, of eeniger maate de zaaken gaande houden, in zulke bekommerde tyds omftandigheden van buiten, wanneer de onlusten in Europa deezen Staat hadden ingewikkeld, in zoo zwaare en kostbaare Oorlogen , die haare vermogens oneindig overtroffen. _ Wy gaan over ter betooginge van het tweede Poincl, betrekkelyk tot de Lasten, hoe dezelve worden geheven en vermeerderd, tot voldoeninge, zoo van het Binnenlands Huishoudelyk vereischte, als om zig te kwyten in de pligten, waar aan deeze Provintie zig » als een Medelid van de Unie , verfchuldigd vindt. Na dat de Republicq der Vereenigde Nederlanden opgerigt ware, vermeende men in den aanbeginne het beste te zyn, om de noodige onderftanden te vinden, by weege van heffinge van eenpaarige Generaale Middelen over alle de geünieerde Provintien, dog deeze denkbeelden vervielen wel haast, aangezien elk byzonder Landfchap naderhand meerendeels heeft getragt, tot vervullinge van het gunt noodwendig benoodigd was, zoodanige Lasten in te voeren en te leggen op zyne Ingezetenen, als het vereischte van het gewoon beloop en de vermeerderinge dies, naar maate van den aanwas van aanzien der jongst geformeerde en opgeregte Republicq ven van de verdubbelde infpanningen der meer en meer toeneemende Vyandelyke Magt, kwame te vorderen. In deeze Provintie is men ook op dien voet te werk gegaan; de bezwaaringen der Ingezetenen waren, gelyk elders, voormaals gering , in vergelyking van de tegenwoordige Lasten, en in de handhaving van eenen tachtig jaarigen Oorlog, waar van het einde door den zigtbaaren Goddelyken byftand is bekroond geworden, met eene onafhankelyke Vryheid, zoo omtrend de oefening van den Godsdienst, als ten opzigte van den Burgerftaat, heeft men meerendeels, zooveel de omftandigheden zulks hebben toegelaaten, de te doene Onkosten geëvenredigd naar de mogelykheid der te heffene Middelen. Maar zeederd dat de Republicq tot een hoog punt van bloei, aanwas en luister gereezen was , en daar door onder magtige Nabuuren een Geest van naaryver tegen haar begonnen te heerfchen , wierd dezelve by herhaalinge Vyandelyk aangetast en overvallen, en dus genoodzaakt tot eigene veiligheid én kragtdaadige befchetminge zig boven haar vermogen te wapenen. De  DEDUCTIE, is De onlusten in Europa van tyd tot tyd zederd voorgevallen over de gepraetendeerde overrnagten , hebben deezen Staat ook veelal deel doen neemen, om de Balance daar van in even- wigt te houden. 1 De gewoone en ongewoone Inkomsten hoe zeer ook vermeerderd en verhoogd, hebben niet kunnen toereiken tot.hoedinge van alle die bovenmaatige Bekostingen, derhalven is men, tot vindinge van gereede Penningen, genooddrongen geworden de toevlugt te neemen tot het fchadelyk Middel van Negotiatie, en dat tot eenen aanmerkelyken Intrest, terwyl men van dien tyd af heeft beginnen den Oorlog te voeren tot laste van deNakomelingfchap, voorzeker het eerste en beste om prompt gered te worden, maar tevens ook een Middel vantïe bitterste geDeSSchulden daar uitgefprooten en opgehoopt in den toenmaaligen kostbaaren Zee-Oorlog met Engeland (zonder thans van den tegenwoordigen te fpreeken) zyn meer en meer aangegroeid, ia dermaate, dat dezelve tot inmenfe fummen zyn opgelapt , zoo als aan elk Bondgenoot ten overvloede be- kend is • Immers die van Vriesland zyn finds het jaar 1664 aan het zelve tot een overzwaaren Last, en uit dit overwigt is het, dat de kragten zoo zeer verzwakt, en de goede Ingezetenen met overlaadene Schattingen tot nu toe zyn gedrukt geworden. En gelyk de Staaten deezer Provintie by hunne herhaalde Vertoogen over de defeétueusheid der Vriefche Finantien nooit hebben gefchroomd, om openhartig hunnen geheelen Staat van Middelen en Lasten open te leggen , en te detailleeren , het eeen dezelve niet weeten, dat in dier voegen ooit by eemgen der londgenooten gedaan is, zelfs niet by Zeeland, voor zoo veel zulks aan Hun Ed. Mog gebleeken is, zoo zullen dezelve tegenwoordig daar omtrend even weinig zwaangheid maaken, en diensvolgens hier by te berde brengen , eenen Staat van de thans in train zynde Middelen en Lasten van Vriesland, ten einde de overige Provintien in den haare eene vereischte vergelyking, waar op ten fterkjïen aangedrongen wordt, kunnen maaien, en zig dan ook te beter overtuigen, van de regtmaatigheid der allezins gegronde klagten , zoo dikwyls, dog tot nu toe te vergeefs, in den fchoot van Hun Hoog Mog. wegens Vriesland met allen ernst uitgeftort, roerende d^ «gtbwre onevenredigheid der heffinge van de benoodigde Middelen , in vergelvkinge van verfcheidene anderen. WV zullen ons niet tot eene bloote en eenvouwige opgaave dier Stukken alleen bepaalen , maar liever de vereischte Aanmerkingen , die meest zullen dienen ter bereikinge van uns heilzaam oogmerk, daar by aanhegten, ten einde de Bondgenooten, van den waaren toeftand deezer gedrukte en fchier bezwykende Provintie , eene behoorlyke kennis mogen draagen, en die zaaken , dewelke in andere gewesten geheel onoeKend 01 eenigzins vreemd en duister voorkoomen, m het helderste licht 6 Ca geftelaj»  t* D E D ü C T I e; gefteld, en in het regt verftand by eenen iegelyk gebragt mogen worden. ■ De Lasten van deeze Provintie hebben haar fource. i 1 Uit het geene van de Vastigheden proflueert. 2 Uit de Waaren, die geconfumeerd en verbruikt worden, 3 Uit Gemengde of allerlei zoortige oorzaaken. 4 En eindelyk uit de Domeinen. Het Provenu der Landen koomt uit de Middelen, i —■ Van de Floreenrenthe. a de reële Goedfchattinge. 3 de Schoorfteen - Gelden. 4 -— de bezaaide Landen. 5 —au het Koeie- en Paardegeld. 6 — de Verkoopinge van onroerende Goederen t'elker: aliënatie. De Floreenrenthe is het oudfte Middel, reeds in het begin der zestiende Eeuw, ongeveer A°- 1511, of iets vroeger, 'ten tyde van de Dominarie der Hertogen van Saxen geïntroduceerd.; En is geformeerd uit een zeer naauwkeurige Aantekeninge der toenmaalige Huizen, betaald wordende in een Munte, bekend onder den naam van Florynen, nu Goudguldens genaamd, van welke te dien tyde een, twee a drie Huivers wierden geheven, ten behoeve van de loopende gemeene kosten, en welke nu gefteigerd zyn tot honderd zes en twintig ftuivers, dat is twee Ducatons, en daar by onveranderlyk zyn gebleeven zederd meer dan zeventig jaaren herwaards, zonder eenig onderfcheid van Ordinarife en Extraordinarife , gelyk wel voortyds gebruikelyk was , wanneer men den Omflag van eenen Ducaton vast ftelde als gewoon, en het meerder het welk het vereisch der Oorlogzaaken vorderde, als ongewoon. De groote ongelykheid in de ongeproportioneerde meerdere Belastinge op toenmaals fleurige, en de mindere Lasten op toenmaals fterile en ongecultiveerde Vastigheden door het verloop van een zoo langen tyd, doet te dien opzigte afzien van eenige verhooginge van dat Middel, reeds zoo zeer opgeklommen. . Het zelve is van alle tyden af fpeciaal geaffecteerd tot de uit- bende ^ °P ^ ^ Van Oorlog betrekkin8e heb- :. En gelyk aan dezelve foorte van Belastinge , die men elders Verpondinge noemt, en even zoo originelyk voordkoornende uit de Huuren, die toen betaald wierden, by Ponden van veertig Grooten, dewelke men nu Guldens noemt. i In Holland onderfcheidt men dezelve nog in Ordinaris of Extraordinaris, de eerstgemelde in Vrede of Oorlog altyd gelyk geheven wordende, en de Extraordinaris wierd naar geheugenis van zaaken min of meer verligt, gelyk het laatste ook voor eenige jaaren nog is gefchied. pe reëele Goedfchatting is een nieuw geintroduceerd Middel, Wel meermaalen geproponeerd, dog, om de enormiteit van ZUIK een ondraagelyken Last, nooit ter conclufie gebragt; dan » • - . toen,  DEDUCTIE. 13 toen, wanneer de trouwhartigheid deezer Provintie, om de gemeene zaak in den Oorlog over de Spaanfche Succesfie niet alleen naar, maar ook boven vermogen te handhaven, alle die obftakels te boven kwam, en dezelve voor de eerstemaal in den jaare 1711, niet zonder merkelyke oppofitie, in train deed brengen, dog als te zeer bezwaarende, en daarom tegen den inborst van veele Regenten en Ingezetenen ftrydig, wederom nagelaaten wierd in den jaare 1712. Maar het gebrek van andere en betere Middelen om zig te redden , en de vleiende hoope, dat het van korten duur zou zyn, deed dien Last andermaal hervatten in het jaar 1713. En heeft om evendringende redenen moeten gecontinueerd worden van A°- 1713 tot 1741, met tusfchenpoozinge van eenige mindere of meerdere verligtinge in de proportie van dien Last, dog, zederd dien tyd tot nu toe, is dezelve, zonder eenige intermisfie of verandering, altyd op de zwaarste taux gebleeven. Deeze Last vordert een vierdepart der zuivere Huiren, die 'er, boven de Floreenrenthe, Kosten der reparatien op de Vastigheden, en verdere Ongelden, overfchieten; en is daarom bepaald, ten opzigte der vaste Goederen, die geen onderhoud van Timmeragien onderhevig zyn, op een gulden van vier, die het in Huur rendeert, en van een gelyke gulden van festchalve y nopens Goederen die zoodanige reparatien vereifchen, en welke geraamd worden met die proportie evenredig te zyn, hoewel het gewoone onderhoud, vernieuwinge en toevallige ongelukken, als mede de last der Watermolens, die 'er in de laage Landen noodzaakelyk en veele zyn, op den duur de bovengemelde proportie zekerlyk te boven gaan, en lastiger zyn, dan de een vierde der vrye Goederen. De ongemeene drukking deezes Last valt van zelve in het oog, en kan als een tweede Floreenrenthe aangemerkt worden, verminderende niet alleen de Revenuës, maar ook den prys des Eigendoms met een vierde gedeelte. Ook is het zelve in geene der overige Provintien bekend. De Belastingen op de Schoorfteenen- of Haardfteede Gelden, bedraagen op ieder drie guldens in het jaar , dit Middel is in Holland, Zeeland, en ook te Utrecht (f), zoo hun Ed. Mog. yermeenen, onbekend, en wordt in de overige Provintien iets zwaarder of ligter geheven. Het Middel uit de bezaaide Landen, fampt van Paarden en Koeien provenieerende, maakt een Last uit, die zig uit de benoeminge van zelfs ontdekt. Van ieder Hoornbeest wordt geheven twee guldens, dog iets ligter in de minder vrugtbaare Contreien. Van een Paard veertien duivers. Van een Pondemaate bezaaid Land ongeveer elf Huivers, doe aan den Woudkant minder. Elk (t) By 'iader onderzoek is gebleeken, dat in de Provintie van Utrecht Haardfteede Geld betaald wordt. D  H D E D ü C T I E. Elk Kooper van Vastigheden betaalt zederd den jaare 1723, te eiker overdragt des Eigendoms den veertigsten Penning des Koopfchats, in plaats van den zes en vyftigsten, die 'er voor dien tyd van gegeeven wierd. Alle deeze Middelen, uit de Vastigheden hunnen oorfpronk hebbende , koomen uit te leveren meer dan vyf tienden , of wel de helft der Provintiale Inkomsten. De tweede heffing der Middelen gefchiedt-over Waaren, die geconfumeerd, of verbruikt, en ingevoerd worden op de Havenen en Pasfages te Lande, by het inkomen in de Provintie, en daaromme Haven Impofitien genoemd, gelyk daar zyn De Lakenen en Krameryen. Havenfpecien of groove Waaren. Zoete Waaren. Wynen en vreemde Bieren, zoo, die by den Burger in- geflagen, als, die ter Tappe gefleeten worden. Kofiy, Thee, &c. Tabak. Uitheemfche Brandewynen en fterke Wateren. Zout. Van een groot gedeelte derzelver wordt betaald de vyfde Penning van de waardy, met een tiende Verhooginge daar te boven. De Wynen geeven dertig guldens per Oxhoofd. De Brandewynen een gulden de Kan. De Koffy vier, en de Thée, acht Huivers per Pond. De Tabak drie Huivers. Het Zout ieder Zak van veertig Vriefche Maaten twee guldens tien Huivers, a twee guldens vier Huivers. De overige zoodanige Middelen, die Binnenlandfche genaamd worden, zyn De belastinge op het Gemaal, en daar onder begreepen die van de binnenlandfche Brandewynen of heete Wateren en ingebrouwen Bieren. De Impost op ieder Zak of Loopen, uitmaakende een zes en dertigste part van een Last, beloopt noopens Rogge - - - - - 1-2-0 Tarwe of Weit - . .. _ 2-0-0 Mout a - 10 - o Gemengde foorten naar evenredigheid. De Gortmaakers zyn gefleld voor een Looper-Steen op acht honderd guldens voor ieder Paard, en dubbeld met twee Paarden. De Pelmolenaars naar proportie van de Vlugt der Molenroeden, en enkele of dubbelde Steenen, zyn mede gebragt op een taux, loopende van vier honderd tot acht honderd vyf en twintig guldens ieder. De Stookers van gedistilleerde Wateren betaalen van iederen Stookketel, een Aam groot zynde, drie honderd acht en der'ïg guldens, en wegens mindere en meerdere groote naar proportie, b0ven en behalven het Zakgeld voornoemd, tot twee guldens vier Stuivers van ieder Loopen Zak. Nog  DEDUCTIE. ïs Nog behoort tot de Binnenlandfche Confumtive Producten de Impost op Turf en Brandhout tot een zesdehalf van de waardy van een Daalder. En de Impost op het Beestiaal bedraagt vier Huivers zes penningen van iederen Goudgulden. Alle deeze Middelen van Confumptie en Verbruikinge brengen op iets meerder, dan vier tienden van de Provintiale Revenuës. En wat aangaat, ten derden, de Gemengde of allerleifoortige Impofitien, onder de beide eerste niet begreepen, dezelve beftaan In het Regt van de Collaterale Succesfle. Pasfagegeld. . Waagregt. , Klein Zegel. —. Jaarlyks- en Vast-Ambtgeld. Hoofdgeld. Ongeliquideerde Perfoneele Goedfchattinge. , Het Regt op de Collaterale Succesfie voor de eerstemaal geïntroduceerd A°' 1716 , bedraagt den veertigsten Penning van het juiste beloop der geacquireerde Ervenis of Legaat. Het Pasfagegeld, waar onder ook is een Last op Onze eigen Perfoonen, Producten, en alle leevende Have naar buiten uitgevoerd bedraagt, Van ieder uitreizenden Perfoon drie Huivers. uitgevoerd Paard tien Huivers. Van een Koe acht Huivers Ordinaris Pasfagegeld , en daar te boven nog een Caroli gulden extraordinaris, dus te faamen voor een Koebeest - - 1-8-0 En het verdere Vee naar proportie. Het Waagregt en klein Zegel naar hunne Clasfen. Ook de jaarlykfche en vaste Ambtgelden naar de qualiteit ofte revenuës, dog dezelve worden in het geheel nog ten deele door de Succesfeurs gerembourfeerd , gelyk het zelve voor de verzwaarende Introductie, onder den naam van «equivalent, en in den jaare 1716 geïntroduceerd, in gebruik en toegelaaten was. Het Hoofdgeld wordt betaald tot drie guldens van iederen Perfoon die zes honderd guldens Capitaal, en half zoo veel van dien, welke minder waardy bezit. Alle de Lasten van deeze derde foorte worden in eenige Provintien draagelyker, in andere zwaarder, en in eenige geheel niet geheven. En bedraagen iets minder dan een tiende van 's Lands Inkomsten. . „ De vierde foorte van Middelen beflaat uit Goederen en Revenuen, eertyds gefchikt voor de Heeren des Lands, en daarom Dominialia genoemd, en beflonden in Landen door de Zee aangefpoeld , en ingedykt, zynde voornaamenlyk die , welke althans onder de Grietenye van het Bild behooren, en eenige andere , voords uit geringe Impofitien op Wynen , Bieren en Lakenen gelegd, die men Excyfen noemde 5 en het overige D 2 Curialia9  j6 D E D U C T I E. Curialia, uit deeze Inkomsten, en een by gevoegde modicque fomma, door het Landfchap te fourneeren, hadden die Heeren zig verpligt de befcherminge der Landen op zig te neemen f ook de Juftitie te doen adminiftreeren. Ten eersten tyde van Keifer Karei den V. was dat byvoegfei gereguleerd op zestien duizend Goudguldens, onder expreslë Conditie van die met geen meerdere Prsecarien en Impofitien te bezwaaren , maar naderhand wierd , op inftantelyke Beden of Petitiën door Prop^yne vermeerderd, als 1550 met 50000 L., 1554 met 40000 L.» dog kort daar na met 60000 L. geaugmenteerd, en in het jaar 1560, door Koning Philippus den lï- weder °P 128000 L. gebragt. De Landeryen verkogt, en de Excyfen onder andere impofitien , die daar mede vermeerderd zyn, geincorporeerd wezende , fehiet daar van als nu naauwlyks iets meerder dan de bloote naam over. Men mag by den geremarqueerden verdeelden opbreng der drie eerstaangehaalde Fondfen nog in agt neemen een andere fchikkinge, hier in beftaande , dat als het generale Inkoomen deezer Provintie by een getrokken wordt, en men daar af deduceert, al het geene ter zaake van de Militie, als mede tot hoédinge der Los- enLyfrenten, e.n van eenige gefielde Aflosfingen, gellipuleerd in de A&en van Negotiatie, tot confervatie van het Provintiaal Credit, als dan tot ftuur der Regeeringe, en van de geheele Provintiale oeconomie geen veertiende part zal overfchieten. Hun Edele Mogende houden zig ten volsten verzekerd, dat ieder Lid van de Unie, alzoo wel als deeze Provintie, zig in foortgelyke omftandigheden welligt hebbe bevonden , en even zeer getragt, zig te kvvyten in zyne voldoeninge aan het Bondgenootschap, en daarom ook van tyd tot tyd hunne Lasten merkelyk hebben moeten verzwaaren, om daar door te weege te brengen het geene, dat buiten zulks onmogelyk was. Maar het voornaamste daar het op aan komt, en het welk in deeze een byzonder voorwerp van discusfie , onder de refpe&ive Leden van de Unie is geworden, beftaat in de juiste evenredigheid van een ieders aandeel , naar de maat van deszelfs vermogen. Het is van eene aller difficielste di~qm'fide, om dit net, buiten alle tegenwerping, en dus volledig te betoogen, ja niet minder bezwaarlyk, om daar in gereedig en eenpaarig over een te koomen, onder Leden, die weederzyds niet geheel onzydig zyn, en eenigzins aangemerkt kunnen worden , hun eigenbelang in deezen ten grondflage te leggen der uicfpraaken, die daar over ter hunner Staatsvergaderinge mogten vallen. Daar en boven is het mede van eenen weidfchen omflag , om de Lasten van ieder Provintie in het byzonder, en ten naauwkeurigsten op te maaken, en nevens eikanderen te vergelyken, daar dezelve in dat zig dagelyks daar rJSiS6- alle kunne? Diet anders dan eene ver^zende groote ^ZJvTlZa"ken\en ó" komsten van die Provintie zeer aanmerkelyk en zigtbaar doen aangroeien, behalven nog meer  DEDUCTIE. 19 meer andere voordeelen die de Ingezetenen daar van genieten , van al het gunt de meeste andere Provintien, en voornamenJyk het bezwaard en afgeleegen Vriesland, in het geheel verftooken zyn. Dat de Provintie Holland veele Lasten draagt, en het voornaamste fteun van de Republicq is, wordt allezins buiten conteftatie gefield, maar het komt daar alleen op aan, wie proportioneel meer Lasten draagt. In Holland zyn Lasten die Vriesland ten deele niet, ten deele geringer heeft, by voorbeeld, de Rondemaat, Booter, 4oe Penningen op de Scheepen, Inkomende Graanen, Gedrukte Papieren, Groove Waaren, Steur en Salm, ongefundeerde Procesfen, Karosfegeld , Veergeld , Trouwen en Begraaven , en Dienstboodegeld , voor zoo verre het hooger beloopt dan het Vriefche Hoofdgeld. Vriesland daar en tegen heeft Lasten by Holland onbekend, als de uitmergelende reëele Goedfchatting, Schoorfteengelden, Hoofdgelden, Impofitien op de Lakenen, Krameryen, en meer andere confumtive Waaren, dewelke alle wel eene aanmerkelyke fumme aan de Provintie uitleveren, dog zonder dat de Hollandfche Middelen, in Vriesland onbekend , daar tegen oneindig hooger fleigeren en meer moeten opbrengen. Wanneer men wyders overgaat tot de Proportie van de overige contribueerende Provintien van de Unie , zal men geene vinden , alwaar zulk een zwaardrukkende Last is ingevoerd , als de reëele Goetfchatting in Vriesland, en de meesten weeten van geene belastingen op Lakenen, Zoete Waaren, Tabak, en andere Confumtien, ook zyn haare Binnenlandfche Middelen op verre na zoo niet bezwaard als die, welke in Vriesland geheven worden, waar van de refpective Provintien Gelderland, en Overysfel fpreekende bewyzen zouden kunnen opleveren. Ter overtuigende proeve van het aangevoerde ftrekt, dat in eenige derzelver geheele Huisgezinnen, die boven de gemeene conditie uitmunten, in het jaar kunnen volftaan met de betaalinge van 50 guldens en daar beneeden voor alle de Imposten der Gemeene Middelen, en de overige Huisgezinnen van minderen Hand naar evenredigheid , terwyl dezelve in Vriesland oneindig meer beloopen, iets waar van men bevoorens zoo eene juiste begrooting niet heeft kunnen opmaaken, als wel naderhand is gebleeken, wanneer de heffing daar van voor den tyd van een jaar was opgefchort, en daar en tegen by eene vry juiste tauxatie, welke nogtans op den duur, door de geftaadige veranderingen geen ftand konde houden, de Familien en Personen wierden gequotifeerd. Dit bedroeg voor een enkeld Perfoon, Vrygezellende en zonder Huishouding levende, in het geheel 7 - i7 . o, en de geringste Huishouding van twee armoedige Menfchen op 11 - 13 . 0, voords zoo gradatim opklimmende tot de aanzienlykste op 3qo - o - o, en hooger gefteld waren. Eindelyk , wat kan 'er zeekerder. bewys -van de voor deeze E 2 Provintie  zo DE D U C T I El Provintie zoo fchaadelyke disproportie van haaren AanOag in dé Generaliteits Lasten te berde worden gebragt, dan de Aflosfinge der Capitaale fchulden door anderen ( blykbaar uit de Refolutie van Hun Hoog Mog. in dato den 21 Maart jongstleeden aan deeze Provintie gezonden) beroerende den tegenwoordigen toeftand van de Generaliteyts Casfe en verligting der Lasten in alle overige Provintien, uitgenoomen Zeeland, die federd eenige jaaren reeds, en dus voor de laatste Oorlogsverklaring werkftellig zyn gemaakt , daar het bezwaard Vriesland aanhoudend blyft zukkelen, zonder het zoo verre eens te kunnen brengen » dat de Balance van Ontfang en Uytgaaf, in evenwigt geraake, niet tegenftaande de Finantien finds den jaare 1776 , wanneer dezelve voor de eerstemaal aan Hun Hoog Mog. wierden opgelegt, met eenen opbreng van vier Tonnen gouds jaarlyks zyn vermeerderd geworden. Egter verheugen zig de Staaten van Vriesland ten uitersten over een meer voordeeligen toeftand, waar in de meeste andere Provintien zig bevinden, en wenfchen vuuriglyk, de geftadigë blyken van den aanwasfenden voorfpoed hunner Bondgenooten by aanhoudenheid te mogen zien, waar van altoos iets min of meer op hunne Provintie moet redundeeren, dog verlangen tevens even zeer door de vermogendfte Bondgenooten eene regtmaatige verligting te mogen ontvangen , en hier door in ftaat gefteld te worden, om ook eens in die wezenlyke voordeden eener gelyke Aflosfinge te deelen, en dus mede deeze Provintie in een meerderen bloei gebragt te zien, om daar door zig zeiven eerst te kunnen redden, en vervolgens een nuttiger Lid van de Unie te moogen werden, dat buiten eene aanmerkelyke verligting in de Quota of eenig ander notabel foulaas of hulp nooit zal kunnen gefchieden. Daar en boven valt het Ons, die niet nagelaten hebben de uiterste pogingen tot handhaving en welvaart van het Gemeenebest fteeds aantewenden, ten hoogsten hard, dat Wy by aanhoudenheid , na het gelukkig genot van eenen zoo langduurigen Vrede en gunstigen voorfpoed der Republicq, die als het ware, voor den teegenwoordigen onregtvaardig verklaarden Oorlog ten toppunte fcheen gereezen te zyn, Onze Ingezetenen nog moeten bezwaaren met en als gebogen doen gaan onder dezelve Lasten, waar toeze al opklimmende thans op 't hoogste zyn gebragt. Ja het kan niet anders dan eene door en door hartgrievende fmarte aanbrengen voor getrouwe Regenten, en voor gehoorzaame en geduldige Ingezetenen, zig in zulk een rampfpoedi* gen toeftand als het ware verwezen te zien, en dat zonder het geringst vooruitzigt, of flaauwste hoope van eene gunstiger keerneeminge, ten ware de refpective Bondgenooten gehoor gaven aan Onzen bi.llyken en allezins regtmaatigen eisch ; en konde men zig te binnen brengen dat door roekelooze onachtzaamheid, 0f door zelfs veroorzaakte fchuld, deeze Provintie in dit verval gedompeld ware, men zou het als dan zig zei ven te ver- wyten  D E D U C T i E» Ü wvten hebben, den last daar van in lydzaamheid moeten draai sen» en de voriRe gebreken op alle de best mogelyke wyzen tragten te verhelpen, en te verbeteren; dog Wy kunnen en moeten aan het gantfche Bondgenootschap, ja voor de geheele Wereld , rondborstig en opregt verklaaren, dat Wy Ons daar van volftrekt vry kennen , ja Onze zugt en yver, om aan de pligten van het plegtig aangegaane Verbond van de Unie, zoo verre Wv konden, dadelyk te voldoen , heeft Ons tot dat uiterste gebragt , dat Wy., boven de reeds aangeroerde overmaat van Belastingen, Onze Ingezetenen nog eene andere hardigheid en bezwaar hebben doen ondergaan, verre overtreffende dat geene, het welk men in andere Provintien heeft geheven, hierinbeftaande , dat de Losfe- en Lyfrenten tot lasten van Vriesland loopende, zoo zeer hebben moeten,bezwaard worden, dat men dezelve, als het ware heeft gereduceerd tot o. percento vanLosleen tot 7 van de Lyfrenten; dat men ook in het jaar 1744 net zoo bovengewoon en lastig Middel der reëele Goedfchatting eens dubbeld heeft doen heffen , zonder dezelve wederom in corarjutatie te mogen brengen in de betaaling van den 5oe Penning aan den Land?, gelyk by eenige Provintien by extraordinaire noodopfchotten is toegelaten en vergund geworden; zoo geeft dit alles zonneklaar te kennen, dat dit notabel defed ten opzigte van Vriesland enkel en alleen hervoord vloeit uit eenen te hoogen Aanflag in de benodigdheden van de Generaliteit. En of fchoon de vereischte en meeste attentie fteeds levendig en gaande gehouden wierd tot weeringe van Sluikeryen en van verflappingen van Aangeevingen , en in het geheel over het beltuur der Finantien en haare rigtige betaalingen, in zoo verre zelfs, dat de Ontvangers van 's Lands Penningen uit hun eigen Beurfe geboet worden, met een tiende van het gunt zy verzuimd hebben, op den behoorlyken tyd, volgens 'sLands Wet aan de Provintiale Comptoiren te doen fourneeren , zoo is het , niet tegenftaande deeze onafgebrooken oplettendheid, en doorgaande waakzaamheid, niet onmogelyk, maar zelfs ligt gebeurlyk , dat de konstenaaryen van eenige Baatzugtigen de baan klaaren voor anderen, en dus meer en meer toeneemen in listige uitvindingen, dewelke ten fraude, nadeele, en verderve van 'sLands Middelen vertrekken, en door geringe beginzelen eenen aanmerkelyken voordgang daar in maaken, tot dat eindelyk dezelve te zigtbaar worden, om ze verder te laaten inkruipen; de Staaten van Vriesland hier van ten vollen overtuigd zynde , hebben even daarom , en op aanmoediging van Zyn Hoogheid den Heere Prinze Ervftadhouder, eene extraordinaire Commisfie in het jaar 1768 benoemd, ten einde in een naauwkeurigst onderzoek te treeden , zoo nopens den egten en inwendigen ftaat van de Provintiale Finantien» als omtrend de ware redenen en wezenlyke oorzaaken van derzeiver verval of veragterden toeftand , mitsgaders van de remediën , welke door het verbeteren der Inkomsten , en door de invoering van de noodige Pointen van menage in de Provintiale  ia -ft Ê £) 4J € T I E. Huishouding tot vermiridérlnge-: der uitgaaven met gewenschte Vrügt'zouden kunnen, en behöörén geadhibeerd te worden. De Uitflag deezer Cómmisfiè, die met de uiterste attentie en naaüwkeurigh&id is volbragt, heeft dan ook ten gevolge gehad, dat ëehige weinig^ -ingèfloopene abuifen'-*zyn geredresfeerd , en de Middelen óp eene meer egale wyze en eenpaarigen voet ge. heven worden', dan voorheen, terwyl wyders ten klaarsten ge, bleekèn is de vóïftrekste onmogelykheid, om de in train zynde meerder te verhoogen, en nieuwe voor het toekoomende in te voeren. . Wy twyffelen geenzins of dè Staaten van de óverige Provintien draagen eene gelyke zorg voor den vasten welftand van hun Finantiewezen, maar Wy kunnen niet afzyn in het voorbygaan alhier aan te roeren, dat Wy tot nog toe niec hebben kunnen bemerken, dat men ter- Generaliteit daar over zoo ern* ftig heeft gebefoigneerd, als het gewigt der zaake meede brengt, ter voldaade aan de herhaalde inttantien , by de meeste Bondgenooten ten dien einde gedaan, het geen, zulks doende, in deeze tydsomftandigheden een allergewenscht effect zoude kunnen hebben, en te wege brengen. Vervolgens ftaat Ons aan te tooiien , naar den inhoude van het voorgeftèlde derde 'Pointe hoe veelmaalige remonitrantien en verzoeken tot redres der Quote van Vriesland ter Generaliteit gedaan, en welke de gevolgen daar van geweest zyn. Gelyk het geen nieuwe zaak is, maar in tegendeel in eene goede Regeering, ën in een wel opgeregt en bevestigd Bondgenootfchap het eenigste middel , dat een Beleedigde zig beklaage aan zyne Medeleden, zoo hebben de Staaten van Vriesland ook al vroeg , ftraks na de vorming van de Republicq, over de onevenredigheid van hunne Quota, nevens de andere Provintien, zig tot Hun Hoog Mog. gewend. Uit de Refolutie van den jaare 1603 ziet men bereids, dat deeze Provintie heeft gemeend , dat daar in redres diende te worden gemaakt, en dat die van Gelderland en Overysfel toen al in gelukkiger omftandigheden gebragt zynde, meerder behoorden te contribueeren. In het jaar 1608 had men eene verdeeling der Quoten geraamd , die men meende dat veranderd behoorde te worden, blykbaar uit de Refolutie van den 25 Mei 1709. By Refolutie van den 21 January 1712, wierd wederom vastgefteld een redres in de Aanflagen te maaken. Den 19 dito wierden by de Ordinaire Gecommitteerden ter Generaliteit nog vier Extraordinaire gevoegd , om die zaaken op eenen goeden voet te brengen, en de Befoignes daar over by Hun Hoog Mogende ter hand te Hellen. Nog zyn verfcheide Refolutien van den 22 Februari, 22 Mei, ën 18 Juni daar omtrend genoomen, te vinden. Op den 28 Augusti, daar aan volgende, is alwederom eene Inftru&ie ontworpen, voor bovengemelde Heeren Gecommitteerden. Op dé nieuwe Repartitie nopens den aanbreng ■ van honderd duizend  D E D U C T I E 2? duizend guldens over de Generaliteit» na dat Zeeland daar iri met twee duizend guldens was verligt geworden , en dus daar by de Provintie van Gelderland gefteld op - - 561a - 4 . iol Holland . - - - - - 58309 - o - 9 Zeeland - - - - - 9183 - 1-3 - 5^ Utrecht - - - - - 5830 - 18 - 1 Vriesland 11661 - 16 - 2 Overysfel - - - - 3571 - 8 - 7 Stad en Lande - - - 5830 - 18 - 1 f IOOOOO - O - w Zoo is by Vriesland gemelde verligting van Zeeland geaccordeerd , by toeftemming van de andere Provintien , mits deeze geheel Neeringloos, en door de Overftroomingen des voorgaariden jaars totaal verarmd zynde, eene gelyke verligting vergund, en die verligting niet gelegd werde over de gezamenlyke Provintien, maar over dezulke, dewelke tot nog toe haare behoorlyke Quota niet hadden aangenoomen , blykende uit de Refolutie van den 20 Januari 1617 en den 15 Maart daar aan volgende , als die zaaken nog onbeflist waren, hebben de Bondgenooten, ongeagt de oppofitie van Vriesland en van Stad en Lande , gedecideerd, de refpeclive Quoten van Gelderland en Overysfel te doen verminderen met een in het honderd voor twalf maanden , dog dezelve hebben dat voordeel egter jaaren daar na en agter een genooten. Uit een Misfive of Rapport van den Raad van Staaten, aan Hun Hoog Mogenden over de Quota van dé refpeclive Provintien van den 14 December 1716 blykt, dat de Provintien Gelderland en Overysfel, na het uitgaan van de twaalf jaarige Treves, vermindering in haare Quoten verkreegen hebben, zie Refolutie van hooggedagten Raade van Staaten van den $p Juni 1622, en Refolutien van Hun Hoog Mog. van den 31 Januari en 29 Juni ejusdem anni. < Uit de Refolutie van den 2 April 1631 confteert, dat deeze Provintie zig op nieuws beklaagd heeft over de zwaarheid van haare Quota, en welke beweegingen over deeze Aanflagen in de Generaliteit, in de refpective meeste Provintien, wel in het byzonder in Vriesland ten jaare 1635 geweest zyn, is te over bekend en bereids elders uitvoerig befchreeven, dan dat men daar van breeder behoeve te melden. , Uit de Refolutie van den 19 December 1674, en uit de bygevoegde Misfive aan den Raade van Staate, is nategaan, met hoe veel ernst men heeft aangedrongen op de onvermydelyke noodzaakelykheid van eene verminderinge voor deeze Provintie, herhaald by Refolutie van den 12 Februari 1675. Wanneer in de jaaren 1709,. 1710 en 1711 de Provintie Vriesland niet langer konde opbrengen de Lasten van den Oorlog, gevoerd wordende over de Spaanfche opvolging tot den Troon-, drong dezelve ten fterksten aan tot het fluiten van eenen HU Fa Iykea  24 D E D V C T I E. lyken Vrede, en declareerde op het ernstigfte by herhaalde fe_ creete Refolutien aan de Gecommicteerden ter Generaliteit toegezonden en aldaar in eene Befoigne geopend , dat volftrekt buiten ftaat ware , om ve*der iets tot voprdzettinge van dien kpstbaaren Oorlog te kunnen contribueeren , zoo hebben die geenen, dewelke toen ten tyd meest-het hoog bewind der zaaken in handen hadden, aan derzei ver Staaten ernstig betoogd, welke aller bedenkelykste- gevolgen daar uit voor de Republicq, als ook ten refpeóte haarer Geallieerden onvermydelyk zouden voordvloeien, en met dengrootften yver voorgehouden, en verzogt, dat Hun Edele Mogende deeze hunne verklaaringe geliefden te verbergen , terwyl men niet Zonder grond zig konde •vleien met den gelukkigftén uitflag der opgevatte Wapenen, en van de groote Voordeelen die daar uit zouden fpruiten, ter verligtinge van deeze Provintie uit de geconquesteerde Landen en Steden, en uit eene te vormene Barrière,, voor zoo verre de Republicq zig by haare Geallieerden ftandvastig verbonden hield, en dat Vriesland na een verkreegenen Vrede veilig konde hoopen en vertrouwen, dat de Bondgenooten het zelve ten aanzien van zyne uitgeputte Finantien volvaardig zouden te gernoete koomen, en daar op hebben de Staaten deezer Provintie het fleepende en draagende gehouden tot aan de ongelukkige uitkomste der zaaken na den Veldflag van Denain, en de groote verandering in het Syftema van Engeland voorgevallen, waar door de Republicq genooddfongen wierd tot eenen Vrede te befluiten, gantsch niet overeenkoomende met dien, welken men. zig ingebeeld had, na zulke uitmuntende en allezins gelukkige Krygsverrigtingen. Al verder zag men daar na den Bodem inflaan aan het Traétaat van Barrière door het Huis van Oostenryk, het welk deezen ,Staat niet alleen beroovde van de aanmerkelyke Subfidien, daar by toegelegd, maar ook, dat daarom op den Staat van Oorlog, ten Laste van de gantfche Unie, moesten gebragt worden de Renthen van Penningen , genegotieerd op het Fonds van voornoemde Barrière, en daar te boven nog de betaaling der Zwitfers, in dienste deezer Landen ftaande , dewelke op de voorfchreeve Subfidien mede geaffefteerd waren. Vriesland was, en bleef derhalven, tot den grond toe uitgeput, en uitgemergeld , en zelfs binnen 's Lands buiten alle Credit , alwaarom, door ftrengen nood geperst, eindelyk gedrongen wierd, om in het jaar 1714 op het geloof der Generaliteit, te negotieeren eene Somma van 450000 guldens op Lyfrenten van twee Lyven, tegen eenen allerfchadelyksten Intrest van acht per cento, waar van een deel nog heden ten dage onuitgeftorven overgebleeven is, terwyl dit Capitaal toen ten tyde alleen gefchikt was, tot een voorbehoedfel tegen eene ergere Conditie, waar mede deeze Provintie gedreigd wierd, aangezien de Deenen op de betaaling der agterftallen geweldig aanhielden en die opeischten, en men zeer bevreesd was, dat hunne Kxygsknegten door inlegering dezelve by Executie, in val van weigering, onbefchroomd zouden s koomen  P E D U C T I E. ±s koomen in te vorderen; deeze akelige toeftand, bragt de opgemeldeProvintie, wel haast in dieverlegene omftandigheden, van zig zeiven te moeten redden , zoo als zy best konde, en deeze Provifioneele redding wiste men nergens anders op te vinden , dan op de Militie; eenige Compagnien bleeven ftaan op Onze repartitie , die of gelieentieerd of aangeworven waren , zoo wel in dien tyd, als naderhand in de onlusten, die iri Europa ontftonden over den dood van Keifer Karei den VI, en in de verfchillen, die 'er ontreezen, over de contentieus gemaakte Pragmatique Sanctie van de Ervgoederen van het Huis van Oostenryk. De voornaamste Leden van de Hooge Regeeringe, overtuigd zynde van Onze onmagt, en in aanfchouw neemende, dat men deeze Provintie voorheen, zoo als opwaards betoogd is, gevleid had met de aangenaame hoop, en voorloopige verzekering van te zullen gefoulageerd worden, lieten zulks conniveerende toe, Voorzeker in die donkere dagen tot geene geringe verlietinge voor de zoo gedelabereerde Provintiale Finantienf en waar door eene befparing te wege gebragt wierd van ongeveer iooooo guldens in het jaar. Daar en boven vond men raadzaam om nog eenige noodwendige fchikkingen te maaken , omtrend de zoo zeer te rug geloopene betaaling der Quoteele agterftallige Renthen en Intresten van genegotieerde Penningen tot Laste van de Unie, dewelke, na lange deliberatien, eindelyk in het jaar 170 s ter uitvoeringe gefteld zyn geworden, dan alle deeze Hulpmiddelen, hoe lcnoon van aanzien en hoe voordeelig die ook toefcheenen, waren egter op verre na niet in ftaat, om de opene en diepgaande Bres der geruineerde Finantien genoegzaam aan te vullen en daadelyk te heelen; de Posten van de onbetaalde Militie waren zeer menigvuldig en liepen verre boven de magt, om die met gereede Penningen te voldoen, weshalven 'er niets anders overig was , dan zig op nieuws en alweeraan te adresfeeren aan het gantfche Bondgenootfchap, enden onagtergehoudenen Staat der Middelen en Lasten aan het zelve openhartig te vertoonen, om aldaar ten naauwkeurigsten geëxamineerd, en naar de maat van het beweezen onvermogen met eene evenredige verligting in de Quota der Lasten van 'de Generaliteit opgebeurd te worden. De bondige en wel uitgewerkte Refolutie van den 12 Sep. v tember 1716, hier omtrend genoomen , in het fecreete Staats Refolutie Boek geplaatst, en door de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit in eene afzonderlykeBefoigne, op fpecialen Last, aan Hun Hoog Mog. medegedeeld, is in deezen niet alleen ten hoogsten dienstig maar ook ten vollen overtuigende, en derhalven der moeite en aandagt allezins waardig , om geleezen en herhaald te worden, gaande ten dien einde een authenticq Affchnft van dezelve hier agter aan met B. Niet zonder grond hadden Hun Ed. Mog. op den goeden uitflag deezer zaake mogen hoopen, ja zig fchier daar van verzekerd houden , maar, ongeagt alle de te berde gebragte overredende Bewyzen, heeft G te©  %6 D E D U C T I El ten behoeve deezer Provintie niets kunnen basten ; hebbende geen andere uitwerking mogen ontmoeten , dan dat men die Stukken eenvoudig overgenoomen, en tevens op'den 10 Maart 1718 5 dezelve by Hun Hoog Mog. met den Raad van-Staaten commisforiaal heeft gemaakt, zonder dat ooit eenige de geringste wederlegging ofte goedkeuring omtrend deezen zoo -gewig, tigen Voorflag hebbe plaats gehad. Op den 18 Maart .1719 hebben Hun Ed. Mog. al wederom geinfteerd ten zeiven einde, en dat met een verdubbelden aandrang , ter gelegenheid van de geleedene rampen en onheilen in het voorgaande jaar op Kersnagc veroorzaakt, door eene zwaare Inundatie, en wegens de aanhoudenheid der Veepest, die de Provintie de treffendfte nadeelen aanbragten, en tot haaren ondergang deeden overhellen. By Refolutie van den 7 November 1724 wierd het voorig verzoek geinhasreerd, ter gelegenheid , dat eene Generaliteits Bezending aandrang maakte tot het opbrengen van eene meer toereikende fomraa in de jaarlykfche Renthen en Intresten, die» des tyds ten beweegmiddel, om de Staaten deezer Provintie over te haaien , aanvoerde hunne toegeevenheid in de laatste jaaren van den voorigen Oorlog betoond, om zig zeiven te furpasfeeren in het helpen draagen van Lasten die hunne vermogens verre te boven gingen, en waaraan ook met de uiterste moeite en onbefchryfbaaren arbeid is voldaan, tot dat men eindelyk genoodzaakt is geworden eenen Vrede , meer uit dwang i dan vrywillig te fluiten, en die geenzins ftrookte met die ft reelende verwagting , dewelke men zig van voorafgaande behaalde voordeelen en roemrugtige Krygsverrigtingen voorgefteld had. Vervolgens wanneer eene andere Deputatie uit het midden van Hun Hoog Mogende naar de Provintie Stad en Lande gezonden wierd, welligt met dat oogmerk om op den doortogt derwaards, tevens te onderzoeken en te zien hoedanig de Bakens in Vriesland ftonden, zoo hebben de Staaten eene Misfive van dezelve, met aanvoeringe en inhsefie van voorige inftantien, uitbundig beantwoord, en te gelyk eenen Voorflag gedaan, ten einde de lastige en diep drukkende Negotiatie van 450000 guldens op Lyfrenthen tegens acht per cento, onder guarantie van de Generaliteit opgenoomen, mogte worden af betaald, uit eene Beleening van Penningen op Losferenthen tegens drie per cento, en dat de halve voordeelen daar uit voordvloeiende zouden ftrekken voor de helfte, deels ten behoeve van de Generaliteit, en deels ten dienste van de Provintiale Schuld-Aflosfinge. Dog hoe redelyk en infchikkelyk dit voorftel ook ware, is het zelve egter vrugteloos afgeloopen, zoo goed als van de hand geweezen en ten eenemaal blyven liggen. Het zou geenzins bezwaarlyk vallen om meerdere remonftrantien, ernstige aandrangen, en gewigtige voorflagen, ten deezen opzigte aan Hun Hoog Mogende gedaan , alhier te berde te brengen, indien men niet met grond konde en mogte oordeelen dat het aangevoerde, uit de geloofwaardige Registers van het  D E D U C T I E. £7 het Land getrokken, allezins voldoende ware, en ten onwraakbaaren bewyze konde verftrekken , dat aan de Provintie Vriesland die Juftitie niet is beweezen, die haar volgens de reden en billykheid wettig toekwam , en die zy op dien grond van haare refpeétive Bondgenooten regtmaatig verwagten en eifchen mogte. Het is dan overzulks, dat Wy zullen overgaan ter befchouwinge van de peremptoire deliberatien over dit gewigtig ftuk, mitsgaders over de daar op gevolgde conclufien. Wanneer de voordeelen, dewelke deeze Provintie oogluikende had genooten, van Compagnien die niet in rerum natura exifleerden , eindelyk van de Staaten van Oorloge afgelaaten , en dat ten laatsten ook dq geheele Staat van Oorlog zelve , van genoegzaam alle onnoodige Posten gezuiverd ware, waar by de eene Provintie minder en de andere meerder bevoorregt geweest, en omtrend het Militairewezen een geheel andere fchifcking en reductie gemaakt was, zoo dwong de hoogste nood Hun Ed. Mog. aan, wegens den zwaaren druk der overtreffende Lasten , om, by Refolutie van den 22 Nov. 175*13 de Heeren, wegens hunne Provintie Gecommitteerden ter Generaliteit te doen declareeren, dat overmits op de herhaalde klagten over de ondraagelyke Jasten en zigtbaare onevenredigheid van hunne Quote ter Generaliteit, hoe genaamd, geen reguard was genoomen, en dezelve buiten het gewenschte effect waren blyven liggen, Hun Ed. Mog. uit die oorzaak zig volftrekt genooddrongen hadden gevonden , om op nieuws aan het gezaamenlyk Bondgenootfchap ernstig te verklaaren , en met duidelyke woorden aan te kondigen, dat het der Provintie ondoenlyk ware, om op den ouden en voorigen voet te confenteeren , doende daar af eene tydige Advertentie ter Vergadering van Hun Hoog Mog, ten einde daar op by het formeeren der nieuwe Petitiën , en het opmaaken der Staaten van Oorlog, reflexie en ftaat konde gemaakt worden. Dan op dit ernstig Declaratoir is al wederom geen voordeeJig Befluit tot verligting der Provintiale Quote gevallen, en dewyl in het volgende jaar nog nader bleek, uit de opgemaakte Balance, dat de Lasten de Middelen oneindig te boven gingen, zoo wierd by Refolutie van den 8 Maart 175a vastgefteld, om de Hooggedagte Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit met nadruk te gelasten , om , met overleg van Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe Gouvernante, in deezen te werke te gaan , Hoogstdeszelfs veel vermogenden byftand te verzoeken, en op het effeét van voorfz. Secreete Refolutie op het allerfterkste aan te dringen ter Vergaadering van Hun Hoog Mog. , dat egter Hoogstgedagte Haare Koninglyke Hoogheid vermeende, dat, voor en aleer zulks dusdanig wierde ter uit. voer gebragt, zy Heeren Gecommitteerden best zouden doen, om daar over in Conferentie te treeden met de Ministers van den Raade van Staaten, het welk gefchied zynde, zy geenzins in dat Mondgefprek met dezelve , die gehoopte infchikkelykheid waren ontwaar geworden, dewelke zig in veele opzigten Ga voor:  0 D E D ü C T I E» voorgefteld hadden, terwyl opgemelde Heeren Ministers, hen alleen maar bezig hielden met het opperen van een menigte zwaarigheden, die zy egter telkens opgelost en wederlegd hadden, zoo dat ook deeze Conferentie vrugteloos afliep, dat vervolgens het Plan van de Reduétie der Militie ten effecte gebragt , en een. verbeterde Staat van Oorlog opgemaakt zynde, Hun Hoog Mog. by Refolutie van den 28 Maart , dienende tot geleide van de generale Petitie, en van dien zeiven vernieuwden Staat van Oorlog, by de Staaten van Vriesland op hunne aggreatie en volledig Confent daar omtrend ten ftefkften hebben geinfteerd. n Maar Hun Ed. Mog. het gewigte daar van in een ernstig overleg neemende, hebben niet kunnen goedvinden, om dezelve in het geheel voor goed te keuren , nog ook pofitief eenige .Posten af te wyzen , voor dat nogmaals een tentamen hadden gedaan, om, door een nieuw aanzoek, het effect tebekoomen, van verligtinge in hunne Quota,'gelyk zulks met klem en kragt yan veel redenen bekleed is, in de Staats Refolutie van den 5 Mei deszelven jaars, waar op Hun Hoog Mog, nader by Misfive van den 19 Mei geurgeerd hebben , dat Hun Ed. Mog. tog geliefden te confenteeren, tot voorkoominge van wanordre, die uit het tegengeftelde onvermydelyk zoude voordvloeien, dat dit zoo zeer verlangde Confent geenzins opgehouden konde worden, tot dien- tyd toe, dat aan het verzoek van Hun Ed. Mog., het welk aan eenen reeks van zwaarigheden onderhevig was, zoude zyn voldaan, en eindelyk dat men ter Generaliteit geenzins ongeneegen was , om in overleg te treeden, of en welk foulaas aan deeze Provintie konde werden toegebracht. , Zoo zyn dan eindelyk Hun Ed. Mog., doende een geweldig, ja het uiterst effort, daar toe gekoomen, om, uitwyzens derzelver Refolutie van den 6 Juni 1752, in de beide Staaten van Oorlog, zoo Ordinaris als Extraordinaris, te confenteeren, gelastende dien te nevens Hunne Gecommitteerden ter Generaliteit, toteenen aanhoudenden aandrang, ter verkryginge van die lang begeerde en niet te ontbeerene verligting , daar omtrend niet los te laaten , en ten . dien einde op het fpoedigste aanzoek te doen , dat daar over zonder uitftel een Befoigne aangelegd werd. . Na dat nu eenige tyd verloopen was, en die zaaken , volgens ingekoomene Informatien van de voorwaards genoemde Gecommitteerden ter Generaliteit, by hunne Misfive van den 19 Augusti vermeld , mitsgaders mede blykbaar uit de Refolutie van Hun Hoog Mog. van den 17 derfelver maand, geenzins tot genoegen vorderden, zoo hebben Hun Ed. Mog. by eene nadere Refolutie van den ri September daar aan volgende, Derzelver Heeren Gecommitteerden nogmaals aangefchreeven, om de Hun aanbevolene Commisfie op de bequaamste wyze voord te zetten, en, zoo mogelyk, tot het gewenschte einde te brengen; voords dat Zy, aangezien de nood waar in de Finantien zig bevonden , eene prompte remedie eischte, zouden tragten door krag-  DEDUCTIE. z9 kragtige devoiren by de geaccrediteerdfte Leden van de Hooge Regeeringe des Lands en de Ministers van Staat, de zaaken daar heenen te dirigeeren, dat, geduurende het houden der deliberatien ten principaale, deeze Provintie op den eerstvolgende» Staat van Oorlog, in haare Repartitie, op de gevoeglykste wyze eenigermaate in haar bezwaar en onvermogen gefoulageerd , of op de eene of andere wyze gebeneficeerd werde, op dat Hun Ed. Mog. by gebreeke van eene evenreedige verligting , door den totaalen ondergang van Hun Finantiewezen geperst, niet mogten gedrongen worden tot afwyzinge van Posten , die het gebrek deszeifs zouden kunnen vervullen. Al het welke dan eindelyk dien gantsch onverwagten , ten hoogsten onaangenaamen en zeer fataalen uitflag heeft gehad; dat Hun Hoog Mogende, by Derzelver Refolutie van den 15 December 1752, hebben kunnen goedvinden, het Advis van den Raad van Staate te volgen, zoo als het hoofdzaakelyk hier op nederkwam. Dat de Provintie Vriesland niet fchynt te wezen in die ongelukkige fituatie, dat zy op goede gronden kan infteeren op eene vermindering van haare Quote , dog dat het evenwel niet tegen te fpreeken ware, dat dezelve in zwaare Agterftallen is , en daarom in bedenkinge zoude kunnen gegeeven worden, of niet dezelve Provintie in het draagen der Lasten van den Staat van Oolog voor den tyd van tien of twalf jaaren, zoude kunnen werden gefoulageerd, wanneer men op haare Repartitie bragt eene fumma van honderd duizend guldens , op een refpeét , waar van de voldoening gedilaieerd konde worden, als, by voorbeeld, op den Post van drie honderd duizend guldens tot het onderhoud der Fortificatiën buiten de Hemmende Provintien , zoodanig, dat daar van op de Quota van Vriesland zou koomen honderd duizend guldens, boven den Aanflag in de overige twee honderd duizend guldens, immers dat de Raad geen ander middel zag of aan de hand konde geeven, om deeze Provintie adem te doen fcheppen. Dat Hun Hoog Mog. overzulks met den Raad van Staaten van het zelfde begrip waren , dat Hooggemelde Heeren Staaten van Vriesland geene genoegzaame redenen voor zig hadden , om op eene vermindering van Hunnen Aanflag in de Lasten van de Generaliteit aan te dringen. Dat Hun Hoog Mogende zig dienvolgens vleiden , dat Hun Ed. Mog., na datze den inhoud van voorfz. Advis rypelyk overwoogen hadden, van die inftantien wel zouden willen afzien, en daar en tegen de middelen, in dat zelve voorgeflagen, tot verminderinge en goedmaakinge van het te Kort van hunne Finantien, ten fpoedigsten ter hand neemen, en in het werk ftellen, benevens zoodanige wydere , als na een naauwkeurig onderzoek van hunne Inkomsten en Lasten, daar toe meest bekwaam en practicabel zullen agten, met byvoeging, dat zoo veel het Credit van H de  3* £> E D XJ C T I E. de Generaliteit op deeze en geene Refpecten by het voorfz. Advis van den Raad vermeld, aan Hooggemelde Provintie van eenige hulpe zou kunnen wezen, of eenige ademfchepping geeven, met voor eenigen tyd te verfchuiven de betaaling der beloofde losfingen op Capitaalen, op het Credit van de Generaliteit, ten Haaren behoeve reeds genegotieerd, Hun Hoog Mog. niet ongeneegen zullen bevonden werden, op eene pröpofitie van dien aart, door de Heeren Staaten van Vriesland , met offerte van eene behoorlyke fecuriteit te doen, billyke reflexie te flaan. Voords dat Copia van het voorfz. Advis aan de Staaten van Gelderland , Holland en Westvriesland , Zeeland , Utrecht, Overysfel en Stad en Lande zal werden gezonden, met verzoek, om zig op den laatsten Voorflag daar by gedaan , met zoo veel faciliteit te verklaaren, als de toeftand van hun eigene Finantien eenigzins zoude kunnen toelaaten. Een zoo onverwagt Befluit heeft de Staaten deezer Provintie, en alle de Ingezetenen, die maar eeniger maate op het Stuk der Provintiaale Finantien gevat waren, ten hoogsten verwonderd, op het gevoeligste gefmert en ten diepsten verflagen, daar hunne regtvaardige hoop van eene regtmaatige voldoening op hunne ingebragte bezwaarenis, zoo aanhoudend en overvloedig betoogd, eensklaps verydeld, en als het ware in rook verdweenen was , terwyl hun Ed. Mog. in het byzonder hebben verfteld geftaan, over de fpetieufe oplosfingen door den Raad van Staate gedaan over de bedenkingen, die uit de opgegeevene Balance der Middelen en Lasten hervoordvloeiden, en daarom goedgevonden, die alle Post tot Post breedvoerig en opzettelyk na te gaan, en in overweeging te neemen, en ten gevolge van dit naauwkeurig onderzoek, byDerzelver Refolutie van den 13 Maart 1753, alle die tegenwerpingen bondig te refelleeren, en daar by onwraakbaar aan te toonen, dat Hooggedagte Raad van Staate de meeste Derzelver, op eene abufive ondérftelling en onbeftaanbaare bevatting hadde gevestigd , dat vervolgens de conclufien waren genoomen op gantsch verkeerde premisfen, en derhalven van zelve geen ftreek kunnende houden, moesten vervallen, en dat Hun Ed. Mog. even daarom met het hoogste regt infteerden, dat de afgebrookene Befoignes nogmaals mogten worden hervat. Dan Hun Ed. Mog. hebben tegen den ftroom aan fteeds moeten opwerken! Het ongeluk der tyden heeft gewild , dat de Bondgenooten niet konden goedvinden, het oor te leenen aan de zoo billyke begeerten van hunnen Bondgenoot , maar verkooren daar en tegen liever , om Hem aan zyn rampzalig ]0t geheel over te laaten, terwyl het gantsch niet onwaarfchynlyk voorkomt, dat , zoo wel de Raad van Staaten als Hun Hoog Mog. Zelve, in het begrip hebben geftaan, dat 'er geen beter nog efficacieuster middel voor handen ware, om eindelyk eens van zoo lastige aanzoeken en herhaalde Remonftrantien tot daadelyke verligtinge, af te geraaken, en bevryd te blyven, dan zoo-  D E D U C T I E. 3% Zoodanige eene klaagende Provintie eensklaps maar af te wyzen, en het vaste befluit te neemen, om geene Befoignes daar omtrend, hoe ernstig en vriendelyk die ook verzogt wierden, om te beleggen, wederom te entameeren. Zouden nu de Staaten van Vriesland hier over niet ten hoogSten gevoelig zyn ? Ja moet het Hun niet geweldig hard en aanftootelyk vallen te zien , dat de Provintie Zeeland gelukkiger vorderingen met haar beklag, wegens het onvermogen ter Generaliteit gemaakt heeft, dan deeze, daar zy zig byna in een evengelyken toeftand en bekommerlyke gefteldheid, ten aanzien van het Finantiewezen bevindt. Immers in vroegere Tyden heeft dat Gewest bereids eene aanmerkelyke verligting in de Quota verkreegen, en de mededoogenheid der refpective Bondgenooten, in eene ruime maate mogen ervaaren, ja de onwrikbaare ftandvastigheid en onafgebrokene aandrang van Deszeifs Staaten, heeft het zoo verre gebragt, dat nog in deeze dagen aan het Zelve een gantsch geen onverfchillig foulaas is vergund geworden. Het blyft derhalven buiten alle infpraak zeker, dat Zeeland inden goeden uitflag haarer follicitatien, om verligting in den aanbreng der Generaliteits Lasten , boven Vriesland den rang verkreegen, en zigtbaar, en by herhaalinge hebbe geprevaleerd. Dan Wy willen egter niet ontkennen, dat haare inftantien in veele opzigten allezins gegrond zyn, en moeten over zulks de voordeelige befluiten ten Haaren behoeve genoomen, volkoomen billyken, dog Wy vooronderftellen tevens , dat wanneer de refpeclive Staaten dier Provintie geliefden goed te vinden, om de heffing der Middelen by wege van Collecte in te vorderen, als by de meeste Anderen met zoo veel fucces gefchiedt, midsgaders eene regelmaatige belasting op de Coffy en Thee te leggen, gelyk reeds in den beginne deezer Eeuwe by Hun tot een ingrediënt, ter verbeteringe der Middelen wierd voorgefteld, dezelve Provintie als dan met Ons ten minsten evengeiyk, zoo niet in een beteren ftaat, zou zyn. . Het voorwaards aangevoerde leidt Ons van zeiven ter betooginge van het vierde Point, waar in beweezen zal worden, dat de "gezonde rede , de natuurlyke billykheid, en de volftrekte noodzaakelykheid allezins vorderen, dat even gelyk Zeeland is wedervaaren, ook deeze onvermogende Provintie, de hulpe der refpedive Bondgenooten behoort te erlangen, en diensvolgens daadelyk in haare Quota diende verligt te worden. Het valt onder de bevatting van een ieder, dat die zelfs verleegen, onmagtig en buiten ftaat is, niet verpligt kan worden eenen anderen te hulpe te koomen, die in even of naby gelyke omftandigheden zig bevindt, maar, dat dien adfiftentie moet gegund worden, van dien, dewelke daar toe in ftaat zy, en in die betrekking is de Provintie Vriesland met die van Zeeland gefteld, en het is in den aanloop deezer verhandeling bereids gezegd, dat alle Sociëteiten opgeregt en ftaande gehouden worden , op en door geproportioneerde evenredigheid ,, dit vloeit H % voord  3* D E D U C T I E. voord uit den aart en eigenfchap der zaaken zelve, en heeft geene nadere demonftratie overzulks benoodigd. Het is reeds in het betoog van deeze zoo verre afgehandelde materie gebleeken, dat de Provintie Vriesland genoegzaam altyd met het defect haar er Finantien heeft moeten worftelen, en nooit mogen zien dat op de Balance de Middelen of Inkomsten de Lasten te boven gingen. Het is even zeer beweezen, dat Dezelve, daarom Haare Lasten altyd heeft moeten vermeerderen en nooit eens tot ademhaalinge kunnen verminderen , en dezelve derhalven zoodanig opgehoopt en gefteigerd zyn tot een toppunt van overwigt, dat het gantfche Geftel aan het wankelen is geraakt en fchier bezwyken moet, ja dat deeze Provintie voor de jongste Oorlogs Verklaaring van Engeland tegen de Republicq , altyd dezelve Lasten, en (zonder fchroom gezegd) meer drukkende bezwaarenis heeft moeten draagen , dan in voorige Oorlogen , terwyl het uitzigt in deeze tegenwoordige bekommerlyke dagen, niet dan de akeligfte vertooningen voor het dierbaare Vaderland in het algemeen, en voor Onze uitgemergelde Provintie in het byzonder ten overvloede opleveren. Niemand toch zal ontkennen, dat die Lasten, zoo ze al eens niet mogten te boven gaan , die der overige Medeleden , althans met de meest bezwaarde egaal zyn, en dat daar en tegen haare inwendige igefteldheid op verre na zoodanig eene proportie niet kan uitmaaken , naar de maat van die, dewelke door de Negotie bloeien; een voordeel waar van Zy ten eenemaal ontbloot is, hebbende geen andere Bron van beftaan, dan de Voordbrengzelen of Produéfen der Landeryen. Het is ook Zonneklaar, en ten vollen overtuigend betoogd, dat eene aanhoudende oplettenheid omtrend de beftiering der Finantien, zoo ten aanzien van de invorderingen, als van de menage, in deeze Provintie volflandig hebbe plaats gehad, en dat de Provintiale Huishouding zoodanig is, dat dezelve (zonder roem gefprooken) zoo met betrekking tot den Ontvang, als ook tot de Uitgaaven , vryelyk nevens anderen ter toetfe gefield, en aan het naauwkeurigst onderzoek, en cordaate beoordeelinge der Refpective Bondgenooten, onbefchroomd kan overgelaaten worden. Daar en boven is het volkomen zeker , dat alle de overige Provintien , Zeeland en de Onze alleen uitgezonderd , haare Lasten aanmerkelyk hebben verligt, en jaarlyks groote en Capitaale Schulden afgelost, waar uit Zonneklaar volgt, dat de disproportie tusfchen die Provintien en die van Vriesland evident is, terwyl dezelve zig hebben kunnen verkwikken en mogen verademen, daar deeze moet worstelen, zugten en zwoegen onder, en met het ondraaglyk pak der Lasten en Schulden, zonder hoope en vooruitzigt van herltellinge. En of fchoon dezelve tot nu toe geen wezenlyk foulaas van de vermogendfte en te min aangeflagene Provintien, in de Lasten van de Generaliteit, heeft kunnen verkrygen, zoo blyft het egter allezins ftrooken met de rede  D E P U C T I E. }3 rede en de billykheid , dat zulks eerlang, en ten fpoedigsten gefchiede, en Wy kunnen uit de Registers der Refolutien ten overvloede aantoonen , dat Hun Hoog Mog. ten aanzien van andere Provintien, van die billykheid zyn overtuigd geweest, en geoordeeld hebben dat eene evenredigheid in het draagen der algemeene Lasten behoore plaats te hebben. In de onderlinge qusestien over de hoegrootheid der Quoten, en voornamelyk betreffende de verzogte en finds verkreegene verminderinge van Zeelands Aanflag , hebben Hun Hoog Mog. Zig op den 6 December ten jaare 1716 , van deeze byzondere uitdrukkingen gelieven te bedienen. Gemerkt ook, dat het buiten alle redenen ware, wanneer men eenige notoire ongelykheid onder de eene of andere Provintie bevonde , dat zulks niet in billykheid geredresfeerd zoude worden. Op den 20 April 1674 hebben Hun Hoog Mog. by de wederaanneeming van Gelderland, Utrecht en Overysfel vast gefteld. Dat alle zeven Provintien een netten Staat ter Generaliteit zouden ingeeven, om daar uit gereguleerd te worden de juiste begrootinge van ieders Quota. En in de Generale Petitie van den Raad van Staate van den jaare 1750, vindt men deeze aanmerkenswaardige en op Ons allezins toepasfelyke Periode. Men kan en behoordt zig niet te onttrekken aan eene examinatie van klagten der Provintien , die zig oordeelen te hoog aangeflagen te zyn, want een zwaarder Last te willen opleggen , dan gedraagen kan worden , is dog ydel, en zou het wel te verwonderen zyn, dat de proportie die in den jaare 1634, federd welken tyd de tegenwoordige Quotes zonder veranderinge gebleeven zyn, geoordeeld wierd, dat de kragten van de Provintien die ze tot elkander draagen, na verloop van zoo Veel tyds, door verminderinge of vermeerderinge van welvaart, niet meer dezelve was? zoo neen? is 'er Redres van nooden. Terwyl wy volledig omhelzen, het gunt door voornoemden Raad van Staate in dat zelve uitmuntend Stuk tot een flokreegel is gefteld, te weeten. Dat het te meermaalen gezegd is, en niet te fterk kan aangedrongen worden, dat de egditeit in het draagen der Lasten is de band van eenigheid tusfchen de Provintien, en het waare middel tot ieders behoud. Op deeze gronden dan nu bouwende, zoo is het, dat Hun Ed. Mog. met den volsten nadruk moeten verklaaren , dat de liefde, de pügt, de eendragt, het eigen en het gemeen belang, en eindelyk de hooge noodzaakelykheid, ten fterksten vereifchen, voornamenlyk in de tegenwoordige tydsomftandigheden , daar fchier ontelbaare fummen benoodigd zyn , tot het voeren van eenen geweldigen Oorlog tegen eenen Onregtvaardigen Vyand, die deeze Provintie voor haar aandeel nimmer kan opbrengen, dat de gefamenlyke Bondgenooten de handen over het harte. I leggen*  n D E D U C T I 1 leggen, eer het te laat werde, zig in Onze plaatze ftèlfen, en van de billykheid der herftéllinge van de afgeweekene evenredigheid, in het draagen der Lasten, zig gelieven te laaten overtuigen. Dan , men moét het als een onfchatbaar geluk aanmerken, dat, wanneer de kwaaien zig op het fterkste openbaaren , en zig op het fmartelykste doen gevoelen, de remedien, die eene volfbekte geneezing kunnen aanbrengen , ter hand gevonden Werden^ Dit heeft zynen weerflag op , en kan toepasfelyk gemaakt worden, tot de bezwaarde Provintien , als mede tot die , dewelke haar ter verligtinge in het gemoet kunnen koomen. Ten dien gewensehten einde, zouden provifioneel drie efficatieufe middelen kunnen dienen, dewelke door Ons by deezen aan het Bondgenootfchap worden voorgedraagen, met dat heilzaam oogmerk, dat, daar van een uitgekoozen en daadelyk ter uitvoeringe gebragt werde, tot wezenlyk foulaas en opbeuringe van den uitgeputten en fchier ten eenemaale bezweeken ftaat van de agterlyke Finantien deezer Provintie, In de Eerste plaacs, zou in eene ferieufe aanmerkinge kunnen koomen, het Redres der Quoten: voords de verligting te verdeekn , naar maate eter min of meerdere vermogens der overige Bondgenooten. Ten timeden, de Quota van de Onvermogende alleen te verminderen, en de overige in hunne Quoten te laaten continueeren, en dan het beloop der fumma van de verminderinge, als een reftant of non valeur aan te merken. Ten derden, om, indien de Casfe van de Generaliteit op den duur genoegzaam voorzien en toereikende ware, het vereischte foulaas daar uit te neemen, en aan het benoodigd Lid van het Bondgenootfchap toe te deelen, te meer, daar alle de inmenfe Schulden, op de Meyerye van s'Bosch voormaals geaffecteerd, ten eenemaal zyn afgelost, en de ontruiming der Barrière thans voor die Casfa zeer voordeelig is, als zynde nu van alle de Onkosten van het onderhoud der V'escingwerken, der Oorlogs Magazynen, Wooning, Wagten, Vuur en Licht voor de Bezettingen &c. geheel ontheven. En dewyl het Ulufter Hoofd der Hooge Regeering, midsgaders Hoogstdeszelfs Doorlugtige Voorvaderen, de naauwste betrekkingen tot deeze Provintie van oudsher, ja meer dan tot eenige andere, fteeds gehad hebben, en men Vriesland in deezen te regt aanmerken kan als de Wieg en Bakermat van dat Hoog aanzienlyk Huis, zoo hebben Wy goedgevonden, om de belangen van Onze Pcovintie, ten dien opzigte aan Zyne Hoogheid mede op te draagen, en Hoogstdenzelven op het ernstigfte te verzoeken , om Deszeifs veel vermogende onderfteuning, ter bereikinge van Onze voorgeftelde, en voor dit Gewest allezins heilzaame einden, volvaardig te willen aanwenden en kragtdaadig mede te werken, dat de naderende ondergang deezer Prövintie toch tydig voorgekomen en afgeweerd, en einde-  deductie: 5* lyk eens aan Onzen billyken en geheel regtmaatigen eisch een gunstig gehoor verleend werde; terwyl Wy rondborstig verklaaren, altyd bereidwillig te zyn, om het ftrengste onderzoek te zullen ondergaan, den waaren toeftand Onzer Finantien openhartig voor U Hoog Mog. ten toone te fpreiden en gaarne open te leggen, en ten dien einde alle zoodanige Staaten en Stukken te willen extradeeren , als U Hoog Mog. in de naarfpooringe van zaaken zouden kunnen benoodigd zyn, en ter ophelderinge der duisterheden te requireeren. Indien Wy nu volkoomen verzekerd waren van in deezen volledig te zullen flagen, dan zouden Wy Ons der moeite kunnen befpaaren, om het vyfde of laatste Poinót te verhandelen, het welk Wy aan het Hoofd van dit Vertoog voorgefteld hebben, namenlyk , om U Hoog Mog. op het nadrukkelykste onder het oog te brengen , de deplorabelste gevolgen , dewelke uit eene aanhoudende weigering van Onzen billyken eisch noodzaakelyk zouden voordvloeien, zelfs by de geringste, ligtgebeurlyke, en extraordinaire toevallen, en waar by Wy de tegenwoordige en ten hoogsten bekommerlyke tydsomftandigheden voornamenlyk kunnen en mogen aanhegten. Wanneer men de gewoone en hoogst geroemde beftiering der Goddelyke Voorzienigheid, in de flandvastige omwentelinge der Ondermaanfche zaaken, in de natuur van alles genoegzaam ingeprent , door eene geftadige wisfeling van voor en tegenfpoed, naauwkeurig gade flaat, en met bedaardheid overdenkt, zoo zou men in de diepste verlegenheid moeten vallen, door de overweeginge van het groot gevaar, waar in de voormaals waggelende en nu ten uitersten veragterde toeftand van Vriesland, ten aanzien van het Stuk der Finantien, zig fteeds heeft bevonden , en door het troostelooze vooruitzigt, dat deeze beklaagelyke gefteldheid, hangende de tegenwoordige fataale toedragt der algemeene zaaken, naar allen fchyn meer verergeren dan verbeteren zal. Hoe ligt zou het kunnen gebeuren, dat deeze Provintie andermaal bezogt wierde , door de woedende plaage van Sterfte onder de Runderen (waar van ze nog niet geheel bevryd is) op zoo eene gewelddaadige wyze, als voormaals heeft plaats gehad, waar door de grazige Weiden van haaren Luister genoegzaam over al waren verftooken, de Stallen der goede Ingezetenen ontbloot van het benoodigde en kostelyke Vee , en de Hartader van 'sLands eenigste of voornaamste welvaart, jammerlyk getroffen en gevoelig gekwetst wierde. Eene fchielyke en wel te voorziene aanmerkelyke daaling der pryzen op de vette Waaren, die Wy mede befchouwen als een vrugtbaare Bron van Vrieslands beftaan, en dewelke thans geheel niet overbodig is , konde alleen een genoegzaam middel zyn, om Onze totaale verarminge, te verhaasten en wezenlyk daar te ftellen, en wel zoo, dat de bekrompenheid der Imkomsten, daar door veroorzaakt, Ons volftrekt zou kunnen beletten, om de vereischte fournisfementen aan de Generaliteit op te bren- I 2 gen,  36 D E D U C T I E. gen , als ook die, dewelke tot het noodig bellier der Provintiale Huishouding vereischt worden. Het is wel waar, dat men federd de zwaare Watervloeden van de jaaren 1701 , 170a en 1703 , die als aaneengefchakeld waren, en iinds dien van 1717, welke de aanmerkelyke en kostbaare verbeetering der Zeeweeringen zeer gelukkig heeft te wege gebragt, in Vriesland door geene verwoestende Overftroomingen is overvallen, of fchoon de zoute Wateren tot aan de Kruin der Dyken zig menigmaal hebben vertoond , en het gedugt gevaar eener aanftaande Doorbraake dikwerf aangekondigd wierd , zoo blyft het egter zeker, dat eene gegronde bekommering daar omtrend fteeds moet aanhouden en vermeerderen, daar de ervaarenis veel al doet zien , dat de Zeevloeden aanmerkelyk toeneemen , en derhalven ook de zorgen doen vermenigvuldigen. De verdieping en verwyding der Zeegaten, waar door meer Water op Onze Zeefterkten moet aanvallen, en geweldiger daartegen aanbruist, dan voorheen, voornamenlyk wanneer 'er Stormwinden uit het Noorden en Noordwesten waaien, verdubbelen de vrees voor onoverkoomelyke fchaden. Het allezins verdervelyk geknaag der Wormen, wordt hier en daar in de Zeepaalen by aanhoudenheid nog befpeurd , en hoe ras zou die gedugte Plaag zig wyder, ja algemeen kunnen uitftrekken, waar door een voornaam Middel van befcherminge tegen het geweld der Zee fchielyk verzwakt, en eindelyk geheel onnut konde gemaakt worden; de rampzalige gevolgen hier van , zouden Vriesland wel dra ten onherftelbaaren ondergang doen heenen fpoeden, terwyl de Provintiaale Inkomsten op verre na tot deszeifs redding niet beftand zouden zyn. Befchouwen Wy den toeftand van de Zeevaart; hoe veele, ja onnoemelyke fchaaden hebben de Ingezetenen deezer Provintie , en by gevolgtrekking de Provintie zelve al niet moeten lyden: Zy die zig meest toelegden om Schepen voor rekeninge van anderen te bevragten, om daar mede van de eene Haven tot de andere te .fteevenen, onder beding van aanzienelyke Belooningen , en daar door veele gelden in deeze Provintie aanbragten, vinden zig finds langen tyd van die Voorregten ongelukkig beroofd: en alzoo uit een ruim beftaan van vermogende Ingezetenen , de verteeringen in een Land vermenigvuldigen, en grooter worden , zoo volgt, dat zulks ook regtftreeks invloed moet hebben op de Provintiaale Inkomsten , aangezien dezelve door eenen meerderen opbreng van Impofitien door de zoodanige, notoir aangroeien en vermenigvuldigen, en nu van dezelve die voordeelen niet kunnen erlangen. Daar nu de Scheepvaart wordt geftremd, moeten de verzendingen van eigene Producten ook een einde neemen; Dit, ja dit alleen, geeft eene zigtbaare verflapping in derzelver verrieringe; De pryzeu der Waaren daalen aanmerkelyk op de groote en kleine Markten; Op de faamengevloeide menigte van Kooplieden, befpeurd men als het ware een doodsgelaat, en de heete yver,  DEDUCTIE.; $ yver, die eenen ryken Koophandel doorgaans vergezelt, wordt allengskens geheel uitgeblust. Dat nu zulks op deeze Provintie volledig toepasfelyk zy, kart eene aanhoudende laagheid der pryzen haarer Graanen genoegzaam bevestigen , en tot een onweerfpraakelyk bewys kunnen dienen: Intusfchen ftaat het ten hoogsten te dugten , dat de glansryke "Zon van een opgaand, toeneemend en fteeds verblydend geluk, Ons dierbaar Vaderland voor eerst niet weder zal beltraalen , terwyl de fterke Arm des Allerhoogsten tegen het zelve fchynt te zyn geftrekt, en het fnydend Zwaard van eenen ftrengen Oorlog tegen de Republicq gefcherpt, en daar over is opgeheven geworden. De gryze ervaarenis van alle Eeuwen heeft ten overvloede geleerd, dat zelfs de voordeeligste Krygsverrigtingen, wel eens de fchadelykste gevolgen voor den blyvenden welvaart van een Staat naar zig hebben gefleept: In de uitvoering van den Oorlog vindt men zeldzaam Heil ; Gedugte rampen en treffende wederwaardigheden , gaan doorgaans gepaard met het vergieten van Menfchen Bloed, al zyn de blinkende Wapenen gekroond met den roemrugtigsten Zegen; en wanneer de kans ten eenemaal verkeert, en de noodlottige uitflag van den Stryd, ten nadeeie uitvalle , dan ziet men de Inkomsten des Lands wel dra als Was verfmeken, de opgebragce Penningen der goede Ingezetenen , ter uitvoeringe en voordzetting van den Kryg gelchikt, te kort koomen, en de dringende noodzaakelykheid daar gefteid, om zelfs, ten kosten van het onfcfmbaar Credit, tot de fchaadelykste' beleeningen van Gelden over te gaan. Óf nu deeze befpiegelingen al, dan niet, op den tegenwoordigen toeftand van Nederlandsen Gemeenebest kunnen en mogen betrèkkelvk gemaakt en toegepast worden, laaten Wy aan het wys doorzigt van U Hoog Mog. ten eenemaal over. Inmiddels is en blyft het eene zekere waarheid, dat deeze, nog onlangs zoo bloeiende Staat, zig thans in de onvennydelyke noodzaakelykheid bevindt, om, (fchoon onverdiend, en van Haare zyde nooit gez-gt, ja hoe ongeneegen, en door de treurige ondervinding ten overvloede afgefchrikt,) zig ter Zee in de Wapenen te ftellen , en om zig tegen de onbegrensde heb- en roofzugt van eenen naaryverigen Vyand kragtdaadig te verzetten. Als Lid van het vereenigd Bondgenootfchap, ziet Vriesland zig thans verpligt, om mede té deelen in die fchaadelvke onlusten, en , om zoo verre het bekrompen vermogen ftrekt, dat geene volvaardig toe te brengen, het welk tot af breuke van den onregtvaardigen Aanvaller, tot mannelyke verdeediginge van de duurgekogte Vryheden en onwaardee;baare Voorregren van het' dierbaare \raderland, en tot fpoedige verkrygmge van eenen duurfaamen en roemriigtigen Vrede dienen kan, Dan, hoe genoegen Hun Ed. Mogende ook mogen zyn, om in deri nitgebreidften zin en met; de meeste bereidwilligheid zig daar van te kwyten, en zulks door fpreekende daaden ,. aan .de K refpective  (g m i p p «ff er t ^ «e&eetive Bondgenooten te .toonen , vinden - zig egter in de ceipeaive ou B uiterste, punt gebragt, om. SSrek buiten ftaat te zyn , orn zonder den totaalen en om |S5& vin hunne Provintie, daaraan, zoonet behH°eeft STHoog'Sg. Heeren j onder het langduurig MnS van eenen gewenschten Vrede, niet eens mogen gebeu. fen om in naarvolginge van andere Bondgenooten , eenige Aflokten van verfchuldigde Capkaalen te doen aan de Casfa ST&Sfy. ^fe^ d^T« d°eS fomd vinden in ^g"^^*™^ geenzins aan eene &Ztó1Tv- Snzf &» of L onwille maar StbinyS^r^e^f one^jUg van ^°d^Ö ingeleverd ter Vergadering^ K Ö^S:SÈ ten eeuwigen dage ftrekLn kan tot eenen vasten en ontegenzeggelyken Waarborg van Vrieslands allezins gegronde fuflenue. Zouden U Hoog Mog. zig dan nu eemgermaate kunnen ver. wonderen, dat, daar Vriesland, zelfs boven zyne kragten fteeds Zft mede gewerkt, om de Republicq te helpen onderfchraagen, en te befchermen en de Hooge Regeenng hier om niet gefthroomd heeft, de goede Ingezetenen, ja zig zeiven fchier op te ófferen aan den drukkenden last, waar onder deeze ongelukkige Provintie fteeds en aanhoudende gebukt en geboogen gaat, Km Fd Mog. geene regtmaatige hulp by de Bondgenooten vinSnde eindelyk eens tot eenen moedeloozen ftap overgingen, en het Tang uitgefteld Befiuit ondanks namen , om zig zeiven «« te doen, in naarvolging weleer van de Provintien Gelderland en Holland, om door dien weg de zigtbaare onevenredigfcpid van Hunne Quota zelve te verhelpen. Helft de Raad van Staaten voormaals in een Misfive van den il en 20 December 1716 aan U Hoog Mog. gezonden, "ondbotstig verklaard , dat de Unie de. gez verbindt, om malkanderen met alle magt by tejaan , Wy kunnen in waare opregtheid voor God, U Hoog Mog., en de gantfche Wereld onbefchroomd betuigen , dat Wy , zelfs boven 0nZe vlrmogens, aan die plegtige\erpligtingen volledig hebber. volen dewyl het Bondgenootfchap geenzins het regt gefchaa. SST is? om ons Lasten c?p te dringen", die Wy met draagen kunneV zoo verklaaren Wy dan ook, Ons vry te kennen, om d™!n\e confenteeren, wanneer dezelve Ons vermogen te bogaanTerWy verwagten wyders, dat de gronden van dee.  DEDUCTIE. 33 yen Onzen Voordragt, door U Hoog Mogende op het fpoedigs1 beademd , de billykheid Onzer begeerte naar haare waarde befchouwd, en door eene volle overtuiging van de zuivere waarheid, van het geene door Ons is ter needer gefteld, eindelyk eens zoodanig een onopfpraakelyk befluit genoomen werde, waar door Ons Tuftitie geworde, Vriesland niet voor altyd en onherftelbaar verlooren gaa, en, Wy Ons ïn die uiterste omftandigheden tegens Onze ernstige welmeeninge aan, door U Hoog M0e niet mogen gebragt zien , om , in cas van weigeringe , zoodanige efficacieufe middelen ter hand te neemen , als Wy tot behoud vun Onze goede Ingezetenen en van Ons zeiven verdaan zullen te behooren. Hier mede , Hoog Mogende Heeren! beveelen Wy U Hoog. Mog. in de dierbaare befcherminge des Allerhoogsten. Leeuwarden den 12 April 1782. (onder ftond) Uw Hoog Mog. goede Vrienden De Staaten van Vriesland, (was gcparapheerd) H. B. v. S M I N I A, vt. (laager ftond) Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. (getekend) A. J. v. S M I N I A. Ka BYLAAG&  , BYLAAGE.(t) ^v&^deBe' ^M te bewyzen dat Vriesland te hoog in zyn Quote aangeflazwaarnis gen is> werden maar twee dingen vereischt. van Vries Ten eersten, dat het Inkoometi van Vriesland laager is, als lands Quote dat van de andere Provintien, na proportie van haare refpective anno 1718 Quotes. • ' Ten tweeden , dat de Lasten die de Ingezeten van Vriesland draagen,. zoo zwaar zyn, als die van de Ingezetenen, der meest belaste, en vervolgens van alle de Provintien. Tot adftruóHe van het eerste Tornt , moet voor fundament dienen het Inkoomen van Vriesland, bedraagende, volgens fpecifique Staat den . . . 1716, ter Extraordinaris Vergadering van Hun Hoog Mog. overgelevert, de fömme, van ƒ 2396197 -0-0 'sjaars, dog om het rond Geld hier genomen op vier en twintig honderd duizend. De Inkoomens der andere Provintien daarentegen bedraagen, na de beste kennlsfe die men daar van heeft kunnen bekoomen, als volgt: c Dat van Gelderland - - - - - ƒ 1500000 - o - o Holland - - - - — Zeeland - - - - 2200000 - o • o Utrecht » - - 1650000 • o - o j Overysfel - - - - ; 10.00000 -0-0 Stad en Lande - - - - 1400000 - o - o Waar tegens het inkoomen van Vriesland vergeleeken zynde, zou het zelve moeten bedraagen , na proportie der refpective» Quotes, ten opzigte van Gelderland - - - ƒ 3120000 - o - o — Holland — Zeeland -. \ - - - 2794000 -0-0 .— Utrecht - - - - 3300000 - o , Overysfel - & .- - 3260000 -0-0 J\ . Stad en Lande - - - 2800000 - o - o En zou overzulks het Inkoomen van Vriesland, om aan zyne Quota te voldoen, hooger moeten weezen als tegenwoordig, na proportie, „ van Gelderland - ƒ 72oooo -0-0 Holland - " Zeeland - 394°°° - o - o —- Utrecht - 900000 - o - o , Overysfel - - - - 860000 - o - o , Stad en Lande - 400000 - o - o Een authentique demonftratie, die geen tegenfpraak lyd. Alleen (f) Dit Stuk is aangevoerd op bladzyde 17 van voorenftaande De4uaie.  B Y L A A G E, 4* Alleen dient 'er bygevoegt, tot eclaircisfement ten Refpeéte ton Gelderland, dat het Inkoomen van die Provintie veel hooger zou weezen, als alle de Quartieren aïguale Lasten droegen. Ten Refpecte van Holland, dat men het Inkoomen van die Provintie niet begroot heeft, eensdeels, om dat Haare Finantien, en particulier die van het Noorder Quartier, minder bekend zyn, als die van andere Provintien, en anderdeels, om dat Holland meer domefticque Lasten heeft, als in eenige Provintie. Maar dat dit evenwel een conftante waarheit is, dat het Inkoomen van Zuidholland zoo hoog is, als dat van geheel Holland zou weezen , na proportie van het Inkoomen van Vriesland. ' En dat overzulks geheel Noordholland op de Balance over. fchiet. Ten Refpeóte van Zeeland, dat men de opkomsten daar van tenomen heeft, na het laatste jaar 1716, hoewel voorheen wel ooger geloopén hebben. Ten Refpeéte van Utrecht, dat van het Tnkoomen van die provintie afgetrokken zyn , de Lasten der Geestelykheid, die daar hooger als elders loopen. Ten Refpeéte van Overysfel, dat men van desfelfs Staat, niet alleen afgetrokken heeft de Tollen , Domeinen en Geestelvke Goederen, maar ook de vyf honder(te Penning, terwyl desfelfs Cohier nog niet t'eenemaal gearrefteert is. En eindelyk ten Refpeéte van Stad en Lande , dat de disfen* tie der twee Leden niet toegelaaten heeft, een nette begroöting van de tegenwoordige Inkomsten te maaken, maar dat men dezelve genoomen heeft, na dat ze ten laagsten in de voorgaande Oorlog gerendeert hebben , en zonder byvoeginge der .nieuwe Middelen by het een of ander Lid voorgeflagen. Wy gaan over tot het tweede Point, dat de Lasten der Ingezetenen van Vriesland zoo zwaar zyn als die van de Ingezetenen der meest belaste, en vervolgens van alle de Provintien. De Provintie die de meeste Lasten draagt, werd in het generaal geoordeelt Holland te weezen, en daarom zullen Wy Ons vergenoegen met deszeifs Lasten tegen die van Vriesland te examineeren. Laatende aan een ieder der andere Provintien in den Haaren» daar omtrent een vergelyking te maaken. .... De Lasten in Vriesland zyn reëel of perfoneel; de reeele beftaan in de Verpondinge, by Ons Floreen genaamt, de reëele Goedfchattinge en Schoor-fteen- of Haardfteede Gelden. Hoewel de naam van Ordinaris of Extraordinaris Verpondingen, by Ons niet bekend is. Zoo mag men egter Ordinaris noemen die geene, die geduurende de Vrede voor den jaare 1688 in train was, en Extraordinaris de Verhooginge, die zederd gefchied is. De Floreen, voor den jaare 1688, was reeds zwaarder, ten opzigte van de Landen als een enkele Verpondinge in Holland, terwvl een Verpondinge genomen is na de vyfdepart van de L Huuren,  ü r t l a, ai er m Huuren » en -dat ze diestyds in Vriesland veel meer als een vierde van alle de Inkomsten bedroeg. De Verhoogjnge der Floreen of Extraordinaris Verpondinge zederd dien tyd gefchied, is de helft van de voorgaande. Zoo dat de Floreenfchattinge in Vriesland alleen zoo zwaar is 9 ten opzigte van de Landen, als een en een halve Verpondinge aldaar, zoo zwaar was, als de Floreen voor het jaar 1688 by Ons. Qog de reëele Goedfchattinge mag daarenboven wel voor een yerpondinge gereekent worden , terwyl ze de een vierde bedraagt van de Huuren der Landen, die 'er na de Dedu&ie der Floreen overfchieten. Alleen is 'er dit onderfcheid, dat de Floreen na een Cohier, in den jaare 1511 geformeert, en vervolgens zeer ina?guaal geheeven werd , de Cohieren daarentegen dër reëele honderdite Penning werden alle jaaren van nieuws geformeert. En is overzulks het provenue daar van een zeer asguale en geproportioneerde Schatting. Deeze twee Lasten te zaamen getrokken zynde, be'taalen de Landen ten minsten twee en een half Verpondinge op de Hollandfche manier, dat is doorgaens veel meer als de helft van haar Inkoomen aan de Provintie. Alles boven en behalven de zwaare Dykslasten , die zederd eenige jaaren trierkelyk verhoogt zyn , en nog hooger moeten worden, willen Wy behouden blyven. . ïDe Huizen in Vriesland zyn van ouds in geen Verpondinge begreepen, dog tegenwoordig een vyfde der Huizen moetende betaalen, (zonder deductie van reparatie) is haare Verpondinge weinig ligter als de twee Verpondingen , die ze tegenwoordig in Holland draagen, waar van de heift of een enkele Verpondinge gereekent is, na een agtfte part der Huuren, en de twee overzulks een half beloopen zouden. Indien aldaar, gelyk by Ons, jaarlyks de Cohieren geredresfeert, en de eene Stad niet merkelyk boven de andere bezwaard bleef. Een klagte, die, fchoon wettig, geen andere Provintie, maar alleen de Leden van Holland in den Haaren raakt. Boven dien word nog van de Huizen in Vriesland, zoo ten platten Lande als in de Steden, drie gulden per Haardftee betaalt. Een Last, tegenwoordig in Holland onbekent. Welke , gevoegt by de voorgaande belastingen, is het zeeker, dat de helft aller vaste Goederen in Vriesland aan de Provintie gaat, boven en behalven de Dykslasten hier vooren gemeld. Dat dit geen Chimericque Reekening is, kan gezien werden uit de Cohieren der reëele Goedfchattinge jaarlyks geformeert werdende , en particulier dat van den jaare 1713 opgenomen, eer nog de fterfte van het Rundvee tot Ons overgekomen was. Of nu van alle de vaste Goederen in Holland geleegen, den aanwas der meest floreerende Steden en Plaatzen daar onder geree  B T L A A G E. ^ gereekent, de helft aan den Lande betaalt word, laaten Wy aan het oordeel der geener, die de Financien van Haare Provintie beeter in detail verdaan. Om de Perfoneele Lasten in Holland en Vriesland tegens elkanderen te balanceeren, zal men alle die in Holland geheven werden, kortelyk doorloopen. De Imposten Op Hoornbeesten. Op bezaayde Landen. Op de Waagen. Op het Brandhout. Op de Paarden. Op de Fruyten. Op de Kooien. Op de ingebrouwe Bieren, zoo verre dezelve van Herbergiers geconfumeert werden. Uitheemfche Bieren, Op de Wynen. Op de Azyn. Alle de voorfz. Imposten zyn genoegzaam aïguaal in beide de Provintien, hoewel de meeste in Vriesland wat zwaarder. Het Zout, Zeep, Heere-en Redemtiegeld in Vriesland, onder die naam onbekend, maar Zout en Zeep hebben een apparte Impost, en in plaats van Heere- en Redemtiegeld, werd in Vriesland het Hoofdgeld betaalt teegens drie guldens Van ieder Perfoon , booven de zeeven jaaren , publicque Armen alleen uitgezondert, zoo dat de meeste Familien in Vriesland, ten opzigte van deeze vier Speciën meer of immers zoo veel betaalen als in Holland. De Impost op de Turf is in Holland zwaarder, als mede die op ingebrouwen Bieren, by Burgers geconfumeert, en in Vriesland onder het Gemaal begreepen. Maar daar en tegen zyn in Vriesland meer belast deeze voornaame Imposten, van Gemaal. Beestiaal. Tabak. Koffy en Thee. Mitsgaders Brandewynen. De Impost op de Warmoes - Landen is eene reeele Last, en in Vriesland, daar onder begreepen. De Impofitien op de Rondemaat. Booter. Veertigste Penning van de Schepen. Inkoomende Graanen. Gedrukte Papieren. Grove Waaren. Steur en Salm. Ongefundeerde Procesfen, Karósfen, &c. Veergelden. L a Trou-  40 JB Y • I& A A G E. c Trouwen en Begraaven zyn in Vriesland niet bekend, om dat verfcheide daar van, als die op de Rondemaat, Booter en Inkoomende Graanen inaeguaal zouden zyn , in een Provintie, daar meer als de helft der Inwoonders zig met haar eigen Producten geneeren, dat ze eerder tot vexatie der Gemeente, als voordeel van het Land zouden ftrekken. Maar teegens deeze Lasten, heeft men in Vriesland van meerder importantie. Namentlyk den Impost van alle Lakenen, Goude, Zilvere en Zyden Stoffen, Linnen, Saayen, Karfayen, Krameryen, in een woord, op alles bykans, dat tot 'sMenfchen kleeding vereischt wordt, waar van de een zesde Penning met een tiende verhooginge moet betaald worden. Den Impost op Schoenen en Muylen. . Den Impost op alle Zoete Waaren zonder exceptie, waarvan een groote quantiteit in Vriesland geconfumeert werd, onder een belastinge van een zesde Penning met een tiende verhooginge. Impost op Ongel, Talk, Wiedasch, Koper, en verfcheide andere noodwendigheden, onder den naam van Haven - Spetien bekend. Dat nu deeze weinige Impofitien, de Ingezetenen veel zwaarder vallen, en aan de Provintie viermaal meer rendeeren, als de voorgemelde Hollandfche Impofitien, welke in Vriesland onbekend zyn, zouden doen, kan klaar confteeren uit de ongelyke belasting van de een of andere, 'terwyl deeze Hollandfche in zig zeiven zeer gering zyn, (exempt het Carosfegeld) en alleen door de groote toevloed der confumeerende, en contribueerende Perzoonen een redelyk Provenue geeven. Het kleyn Zegel is in Vriesland in train, immers zoo zwaar als in Holland. Dog niet de Ampliatie van het zelve, eensdeels, om dat min. der practicabel in een Provintie, daar de meeste Spetien by '£ inkomen in de Havenen, en niet in de Huizen betaalen, en anderdeels , om dat diergelyke Ampliatie en Belasting van Billetten, maar een ftilzwygende Verhooging der andere Impofitien is, in Vriesland onder de Pagten zelfs, met de naam van tiende Verhooging begreepen. De Veertigste Penning der verkogte Vastigheden werd in beyde Provintien aeguaal betaalt, dog omtrent de Verpande Goederen en heeft dezelve geen plaats, terwyl diergelyke fpeciale Verpandingen by Óns ook in geen gebruyk zyn. Het Collateraal is by Ons ook in train, maar terwyl het zelve de fubflantie der Boedels voor een gedeelte wegneemt, heeft men gemeent, dat het zelve in Obligatien betaalt, en tot een lïilzwygende aflosfing der 'fchulden geëmployeert behoorde te worden. Ten zeiven einde is geintroduceert de Belasting op de permanente Ampten, waar by alle de Officianten, by 't aanvaarden van haar Ampt, moeten voldoen een Taux haar opgelegt, doorgaans 2 a 3 jaaren Revenuen bedragende, en de Obligatien daar t •"!.' « J - . van  B Y L A A Q E. 45: van gefcheurt overleveren, zonder ooit eenige Intrest meer te trekken. . Alles boven de jaarlykfche taux op ieder Ampt gezet, in gelde te betaalen, en onder de generaale Staat der Opkomsten begreepen. , ., , . • Uyt alle het voorenftaande laat men aan yders oordeel, hoe zwaar de Gemeene Middelen in Vriesland zyn. Dog omtrent den opheff derzelver , konnen twee Objecten gemaakt worden, namentlyk, Fraudes van particuliere oogluykinge der Regenten, en Monopoliën der Pagters. Het eerste Point is maar altewaar, vermits het Gemaal alleen, zederd het begin van den laatsten Oorlog , hondert duizend guldens verlooren heeft. , Maar terwyl zulks meerendeels de armoede der Ingezetenen, veroorzaakt door eene zwaare Inundatie in het begin van zoo lastigen Oorlog, en na het einde van dezelve aan de fterfte van het Rundvee, boven zoo veel drukkende Lasten, toe te fchryven is, kan men met reeden weynig verbeetering hier omtrent hoopen, en is in deezen meer als ooit waar, het oude fpreekwoord, Armoede zoekt list, daar de Rykdom niet van wist. Welke list zig niet alleen tot fraudes uitftrekt, maar zelfs door gepermitteerde middelen , van zig nauwer te behelpen , van Aardappelen voor Brood te eeten , en minder Vleesch en zoete Waaren te confumeeren, de Pagten veel verlies toebrengt. Dat 'er nu en dan geen Monopoliën van Pagters zouden weezen , durft men niet ontkennen. Als mede niet dat aan het innen der Middelen, niet overal, met even grooten yver de hand gehouden werd, maar hetzelve is zoo gering, ten opzigte van het gios der Pagten, dat het niet verdient aangemerkt te werden, by Provintien daar de menfchelykheid immers zoo veel regeert. En wie weet teegens alle deeze abuifen remedien, beeter en nadrukkelyker als die 'er in Vriesland tegen geftatueert zyn, en nog alle jaaren geftatueerd werden. Boven de Gemeene Middelen , is 'er nog de Belasting van den Perfoneelen honderdften Penning in beide Provintien; maar terwyl dezelve genoegzaam door het reëele geabforbeerd werd, konnen wy ze hier pasfeeren onder eene Remarque, dat de Cohieren in Vriesland met het begin van deezen Oorlog geformeert, tien jaar daar na verbeterd, en over zulks veel aegualer en generaaler zyn, als in Holland. Waar mede alle de reëele en perfoneele Lasten doorloopen hebbende, laaten Wy aan een ieders oordeel, of dezelve in Vriesland immers zoo zwaar niet zyn als in Holland. Maar terwyl Zeeland en Utrecht beneevens Holland de zwaarfte'Lasten draagen, zullen Wy ten overvloed eene reflexie maaken omtrent de conftitutie van de drie Provintien aan de eene, en Vriesland aan de andere kant. De Koophandel van Holland, onderfteund van haare Manufacturen en Visfcheryen, is te wereldkondig, om daar van te iprceken. M De  4* B V 1/ A A G E* De Comraertie van Zeeland is zeer gering, in vergelyking van die van Holland, maar egter werd die Provintie zoo veel voordeel toegebragt door de Oost - Indifche Compagnie , en niet alleen deszeifs jaarlykfcheRetouren, mitsgaders neeringryke Equipages, maar zelfs door het Ecablisfement van veele ryke Familien, die van tyd 'tot tyd uit de Indien te rug koomen, dat dezelve alleen wel voor een confiderable Negotie mag pasfeeren. Utrecht heeft zelfs wel geen Commertie, maar Zy heeft het voordeel door haare aangenaame fituatie en enclsevementen met Holland, dat ze van de Rykdommen, door de Commertie verkreegen, een groot gedeelte naar zig trekt, en zig van tyd tot tyd in getal van Menfchen en verbeetering haarer Landen ziet aangroeyen. Dat egter niet belet of die Provintie, omtrent de zwaarte van haare Lasten, en alle in het Exemplaar redres haarer Finantien zederd den Oorlog gepractifeert. De Provintie van Vriesland daar en teegen heeft, nog Commertie , nog Manufactuuren, nog Visferye, en moet alles uit zynen eigen boezem goedmaakeh. . Wel is waar , dat ze een meénigte van Schippers en Zeevaarend Volk uitleeverd , maar terwyl dezelve al te zaamen voor Hollandfche Kooplieden, ja meestendeel zelfs voor Hollandfche Rhéeders , vaaren, en 'er niet als het bloot Kosje af hebben, brengenze de P?ovintie geen Rykdommen by. Ja zelfs is het zeer problematicq, of zulken Scheepvaart zonder Commertie geen nadeel veroorzaakt aan de Landen , en by gebrek van Menfchen niet genoegzaam gecultiveert werden, en jaarlyks meer vervallen. Dit weinige meenen Wy genoeg te zyn, tot adftruftie van het tweede Poinct, en vervolgens van Ons gehèele oogmerk. Wy eindigen met eenige generale Reflexien, tot deeze materie Relatief, en noodig hier by gevoegt te worden. - Ten eersten, hét getal van de Menfchen in Vriesland , voor drie jaar exact opgenoomen, is zeer gering, ten opzigte van de zwaare Lasten, en fchynt na proportie der refpeciive Quotes, geringer als dat van eenige Provintie , Zeeland uitgezondert, terwyl egter het getal der Menfchen in de andereTrovintien niet bekend is, kan men dit niet verder als voor een zeer waarfchynelyke conjectuure debiteéren. Ten timeden, dit getal Werd nog vermindert door de Militie die of in geëioigneerde Frontieren, of in nabuurige Provintien geëmployeert werden, waar van zelden meer als een Battaillon in Vriesland Guarnizoen houd , en tot de Middelen van Confumprie contribueert Ten derden , de Opkomsten van Vriesland kunnen niét vermeerder c worden, door het verzwaaren der oude, of invoeren van nieuwe Lasten. Terwyl het geen daar door "gewonnen werd , weer aan andere Middelen verlöóVen' gaat. Tot preuvevdaar! van dient, dat de Mfddeien in het berin- van  B Y L Ah: Al ö E. 47 Van den laatsten Oorlog, fchoon minder lastig, meer opgebragt hebben als tegenwoordig, na dat dezelve in den uitersten to» van bezwaarnis gebragt zyn. Ten vierden, eenige Provintien haare Ingezetenen verligt hebben, zederd den Oorlog heeft Vriesland de Haare meer en meer moeten bezwaaren. • Ten vyf den , Vriesland is door deeze Haare groote bezwaarnis van Qoute, meer als eenige Provintie, f Holland misfchien uitgezondert) in Schulden vervallen. Ten zesden, en is daar door genoodzaakt geweest, Haare Interesfen boven alle Provintien te bezwaaren, terwyl eenige nog vier, en eenige vyf ten hondert aan haare Ingezetenen betaalen» ■• . . ' Ten zeevenden , in eenige Provintien betaalt de Ridderfchap, onder de naam van quotifatie , een geringe portie in de Middelen van Confumptie, in Vriesland daar en teegens werden de per.foneele gelyk als de reëele Middelen indiftinét geheven, is niemand daar van exempt als den Heere Erfftadhouder alleen. 2e» agtsten, de verligting van Quote omtrent Vriesland, op voorige Exempelen van andere Provintien, op zoo grooten billykheid, en op een onvermydelyke noodzaakelykheid gegrond, moet de Bondgenooten niet vreemd voorkoomen, daar de Provintie van Gelderland alleen , op pretext van verfchillen over de fubdivifie, immers een zaak, die dé andere Provintien niet en raakt, zig zeiven nu vyftien a zestien jaaren lang met omtrent eenzeevende van haare Quote, het welk gecalculeert, naa proportie van de Quota van Vriesland, niet minder als een en een half per cento zoude bedraagen. Waarlyk een. groote, hoewel te laate befpaaring voor het gepasfeerde, dog merkelyke verligting voor het toekoomende, indien de Bondgenooten eyndelyk eens gelieven te reflecleeren op klagten, met alleen zoo billyk in haar zeiven, maar te gelyk op zoo billyke en ordentelyke manier voortgebragt. Ten neegenden, dit Exempel kan ook dienen , om die geene te gemoet te koomen , die vragen wat Provintie bezwaart zal worden, met dat geene daar Vriesland meede verligt werd daar yder genoeg heeft aan zyn eigen Lasten, even als of het'afgeweefene by Gelderland , en een Compagnie te Paard en neegen te Voet nooyt by Stad en Lande geworven, en geduurende den gantfchen Oorlog geprofiteert, gefuppleert geworden ware, by deeze of geene Provintie in het particulier, indien 'er geen ander middel gevonden kan worden, moet de Unie in het generaal die Last draagen, of eerder dat defect lyden. 2e» tienden en laatsten, willen Wy de Bondgenooten gevraagt hebben, indien dezelve geen meer reflexie op Onze repajfentatien gelieven te maaken, alze nu meer als een jaar lang gedaan hebben , ofze ook eenige andere remedie tot Onzen onmagt weeten. Zoo jaa, willen Wy dezelve gaarne hooren, zoo neen gelievenze te bedenken, of by verdere weigering, hier uit geen meerder confufie. zal moeten volgen, en de Provintie van Vries- Ma land»  48 B Y L A A G E. land in dien ftaat gebragt werden , dat ze voor de Unie of weinig nut of geheel onnut werde. Het is ook alleen tot voorkoominge van de totale ruïne vart de Provintie , en niet tot Belastinge van eenige van de Bondgenooten, dat Wy dit Vertoog moeten doen , indien 'er dierhalven hier of daar Hellingen mogten voorkoomen, die op eenige van de Bondgenooten-.reflexie hebben , het is niet om dezelve te befchuldigen , maar om Vrieslands wettige klagten te doen zien. Wy weeten dat alle de Provintien zeer zwaare en drukkende Lasten draagen, Wy weeten dat ze alle in groote Schulden vervallen zyn , Wy wensen ten dat ze alle in beeteren ftaat waaren , maar Wy weeten en toonen zonneklaar aan, dat van allen, Vriesland de flegste geftelt is, en dien volgens die geene, die de eerste en meeste hulp van nooden heeft, welke Wy van de Regtveerdigheid der Bondgenooten verwagteh, van welke eenige voorheen reeds diergelyke hulp genooten hebben, (onder ftond) Accordeert met de Principaale. In kennisfe van my, (getekend) A. J. v. S M I N I A. Geëxtraheert  B ^Y L A A G E. 4^ Geëxtraheert uit het Secreete Refolutie-Boek der Ed. Mogende Heeren Staaten van Vriesland, beginnende met den jaare 1700. B. GEdelibereert zynde op Haar Hoog Mog. Misfive , in dato de 7 Augusty laastleeden, is, in gevolge en in voldoeninge van het verzoek daar inne gedaan , goedgevonden en verftaan, de Heeren Haar Ed. Mog. ordinaris Gecommitteerden ter Vergaderinge van Haar Hoog Mog. te authorifeeren, te qualificeeren en te gelasten, om gezaamentlyk met de Heeren Gedeputeerden van de andere Provintien, in gemeen overleg te treeden, over het getal der Militie, het welke, na gelegentheid des tyds, tot zekerheid en defenfie van den Staat, onderhouden zal kunnen en behooren te worden; en om daar beneevens, met gemeen goedvinden, te beraamen de middelen, waardoor in deeze en andere zaaken, de gemeene defenfie en zekerheid betreffende, weggenomen zullen kunnen worden de difcrepante fentimenten , welke tusfchen de Provintien daar over zouden mogen weezen, of namaals koomen te ontdaan, als mede waar door de Provintien aan den anderen gerustheid zullen kunnen geeven , dat het geene door de Bondgenooten , in de zaaken van het Gemeen, eenmaal vastgefteld is, of zal worden, opjegtelyk zal worden onderhouden , en dat geen Provintie zig daar aan zal moogen onttrekken, ten welken einde aan welgemelde Heeren Haar Edele Mog. Gedeputeerden een Infiructie zal worden roegezonden, waar na zy zig in deezen zullen heb-? ben te gedraagen. InJlruSie voor de Heeren Haar Edele Mogende ordinari/e Gecommitteerden ter Vergaderinge van Haar Hoog Mogende, met de Heeren Gedeputeerden van de andere Provintien, ter Generaliteit zullende confereer en en befoigneeren, over de zaaken, en op de gronden vervat in Haar Hoog Mog. Circulaire Misfive van den 7 Augusty laatstleeden. WElgemelde Heeren Gedeputeerden zullen ter Vergaderinge van Haar Hoog Mog. , of in de te houdene Conferentie , openinge dnen van Commisfie j Authorifatie en Qualificatie, vervat in Onze Refolutie commisforiaal, hier neevens gaande. 5 N Zullen  B Y L A A G \ E. Zullen vervolgens, wanneer tot de Befoigne word getreeden, in Onzen naame betuigen. " Dat Wy niet anders als zeer kunnen roemen, den Joffelyken yver en ernst, die Haar Hoog Mog. betoonen, om uit de weg te neemen de abuifen in voorfz. Haare Misfive vermeit, en daar door te remedieeren aan de inconvenienten en wanorders, die daar uit reede zyn voortgekoomen, en die by vervolg van tyd nog grooter zouden moeten worden, in gevalle dezelve niet worden voorgekoomen, waar aan derhalven met allen vlyt, applicatie en cordaatheid, zonder opzigt van eenig particulier belang, gearbeid behoort te worden. Dat Wy ook geneegen en bereid zyn, om voor goed te keuren, te amplecfeeren en aan te neemen, de middelen, die ten dien einde, als noodig en dienstig geëxcogiteert, voorgeflagen en met eenpaarigheid gearrefteert zullen worden, in die hoope en zekere verwagtinge, dat Ons niet zal worden gevergt, nog meerdere Belastinge opgelegt, als Wy in ftaat zyn, om effe&ive te kunnen draagen. Dat Haar Hoog Mog. in meergedagte Haare Misfive Ons ook noemen, onder de geene, die door het onbetaalt laaten van eenige Compagnien, op Onfe Repartitie gebragt, occafie hebben gegeeven tot de confufie waar over word geklaagt, en waar van het redres zal weezen het voornaamste onderwerp van de im* portante Befoigne, die voorgeflagen is. Dat Wy de zaake zelve in zoo verre niet kunnen ontkennen, maar dat Wy Ons verpiigt vinden, om tot Onze juftificatie in deezen te zeggen , dat Wy daar toe gekoomen zyn , niet uic eenig voorneemen., om Onze Bondgenooten te verongelyken, of om Ons den gemeenen Last te onttrekken , maar eeniglyk uit de onmagt waar in Onze Provintie is vervallen. „.Dat Wy vernieenen en verhoopen niet veel demonftratie van nooden te hebben , om Onze Bondgenooten hier van te overtuigen. . Dat Wy dezelve alleen maar verzoeken, te willen reflefteeren op Onze voorgaande conduite, op den yver, dien Wy altyd betoont hebben, om de gemeene zaake niet alleen na vermogen , maar ook verre boven Ons vermogen te helpen handhaven, en te concurreeren tot gemeene defenfie van den Staat, op Onze veerdigheid , bereidwilligheid en faciliteit , die Wy hebben betoont in het confenteeren van zoo meenigvuldige en zwaare Petien, en in het foumeeren van Onze Quotes daar inne. Dat het, Onzes oordeels, klaar en evident is, dat, om deeze gewigtige Befoigne met eenig'-effect voort te zetten , en tot een gewenscht einde te brengen, om te arrefteeren en vast te ftellen , het getal van de Militie, die op de been gehouden, en dé andere Lasten , die tot gemeene defenfie en zekerheid gecontribueert zullen moeten worden, en om malkanderen gerustheid te geeven , dat het geene eenmaal in dier voegen gereguleert en gearrefteert zal weezen, opre^teïyk zal worden onderhouden, het van een indifpenfable noodzaakelykheïd zal zyn, dac  B Y L A A G £. dat de Lasten, tot het geene voorfz. is, zullende worden vereischt, werden geproportioneert na de faculteit en het vermogen , waar inne de refpective Provintien zig bevinden, om effective te kunnen hoeden en fourneeren, het geene aan ieder derzelver te laste zal koomen, gelyk Haar Hoog Mog. zelve ook fchynen te prsefupponeeren, wanneer Zy verzoeken, dat Hooggedagte Provintien, de Heeren Haare Gedeputeerden grondige Inftruétie willen geeven, van den toeftand Haarder Finantien. Dat Wy daaromme vastftellende, dat deeze Befoigne zal worden aangevangen en voortgezet, onder genoegzaame precautie en weederzydfche verzeekeringe , dat alle het geene daar inne zal worden voortgebragt en verhandelt, met een naauwkeurige fecretesfe zal worden gemenageert, Haar Heeren Gedeputeerden hebben geauthorifeert, om openinge te doen van den tegenwoordigen toeftand van Onze Provintie, met relatie tot deszeifs Finantien. Dat Zy Heeren Gedeputeerden ten dien einde zullen kunnen vertoonen de Generale Balance van Onze Middelen en Lasten hier by gaande; en daar neevens moogen aanbieden, zoo het zelve vereischt word, op een nadere fpecifiquer en meer gedetailleerde Staat, daar van te communiceeren. Dat Zy, by het openen van voorfz. Balance zullen kunnen betuigen, dat dezelve na waarheid, na de regte gefchaapenheid der zaaken, en zonder eenige agterhoudinge is opgefteld, voorts daar by voegen. Dat niet alleen alle Onze Middelen van Contributie en van Confumtie, geen eene uitgezondert, zoo als dezelve in het midden van den laatsten Oorlog , de heetste en kostbaarste van allen, zyn geheeven, geintroduceert, gebeneficeerten verhoogt geworden. - Op den zelfden voet, zonder eenige verligtinge, in de tegenswoordige tyd van Vrede, worden gecontinueert, geheeven en ingevordert. Maar dat ook, na het eindigen van den voorfz. Oorlog, en particulierlyk in het begin van dit loopende jaar, nog verfcheide notable en drukkende Lasten zyn ingevordert. Dat, daar geduurende den gantfchen loop van de drie voorgaande confecutive Oorlogen , alleen een Perfoneele honderdfte en duizendfte Penning van de Goederen Onzer Ingezetenen is betaald ; zeederd drie jaaren herwaards neevens voorfz. Perfotieele, mede een Reëele honderdfte Penning is gevordert geworden. Dat die Reëele Belastinge, in de drie voorgaande jaaren, zynde gereguleert geweest op den vyfden of zesden Penning Refpective van deRevenues der Vastigheden, tegenwoordig verhoogt is op den vierden of vyfden Penning der voorfz. Inkomsten. Dat, daar voor deezen van verkogte Vastigheden niet meer wierde betaalt, als de .zes en vyftigste Penning van de Koopfomme, tegenwoordig de veertigste Penning word betaalt. Dat Wy daar te boven nieuwlyks hebben geintroduceert het Middel van Collateraale Succesfie teegens den veertigstenPenning. Na  Si B Y L Af. A Q E. En dat Wy eindelyk mede hebben opgefteld een bezwaaringë op alle Permanente Ampten, wanneer dezelve komende te vaceeren, op nieuws worden begeeven, volgens een Taux en Reglement daar op gemaakt. Dat alle de voorfz. Lasten by malkanderen gecumuleert zynde, zoo zwaar, zoo drukkende, zoo uitmergelende voor Onze goede Ingezetenen zyn, dat het zeer difficiel zal weezen, om haar die by continuatie te doen draagen , immers abfoluit onmogelyk, om haar meerdere op te leggen , zonder dezelve ten eenemaale te ruïneeren en onvermogende te maaken. Dat, behalven de langduurigheid van voorafgegaane Oorlogen , en het betaalen van byna ondraagelyke Lasten , tot uitvoeringe van dien , vereischt, deeze Provintie zederd eenige jaaren nog iterativelyk is bezogt geweest met inbreuk van Zeedyken, en Overftroominge van het zoute Water, genoegzaam van het eene einde tot het ander, dewelke niet alleen veroorzaakt hebben zwaare onkosten tot het repareeren , ja geheel weeder opmaaken van vooriz. Dyken, maar ook daar te boven veele Landen voor lange jaaren bedurven, onvrugtbaar gemaakt, en de Eygenaars van haare Inkomsten ontzet; die des niet tegengaande verpligt zynde geweest, om de Schattinge daar van te betaalen, daar door in agterheid geraakt, of geen verdere Goederen nog Credit hebbende, genoodzaakt zyn geworden haare Vastigheden te abandonneeren, en aan de Provintie over te geeven , het welke aan niemand werd toegelaaten, zoo lange hy nog eenige andere Middelen overig heeft , waar uit de Schattingen , op haare infolvente Landen leggende, gevonden kunnen worden, al waaren zelfs voorfz. haare Landen niet meer in weezen, door de Zee of binnenlandfche Meeren verflonden en weggefpoeld, gelyk 'er zulke niet weinige zyn. Dat daar te boven aan de Goederen en Inkomsten van Onze goede Ingezetenen, nog een groote en byna doodelyke wonde is toegebragt, door de zwaare fterfte onder haar Rundvee, die al zeederd vier jaaren begonnen zynde, nog in verfcheide Diftricten niet ophoud te woeden, en waar door, volgens goede calculatie, weinig minder als honderd duizend Stuks zyn weggenoomen. Dat behalven zulke extraordinarife en verderfly' e disaftres, in weinige jaaren, zoo frequent, en als de eene op deh anderen voorgevallen , boven de meenigvuldige Provintiaale Lasten en Schattingen, Onze goede Ingezetenen nog gehouden zyn te hoeden veele en verfcheidene andere particuliere Lasten , byzonderlyk tot onderhoud van de Zeedyken , waar van de Onkosten ongelooflyk veel hooger loopen als wel voor deezen, dewyle de val en aanpars van het Zeewater, door het verwyden van de Zeegaaten, het affpoelen en verdiepen van de Stranden zeer veel zwaarder, en op eenige plaatzen byna onweederftaanbaar is geworden, en nog daagelyks meer en meer word. In diervoegen, dat in verfcheide Contreien, de zoogenaamde Floreen, op de Landen leggende, weegens Dykskosten genoegzaam  B Y L A A Q E. 53 zaam even zoo hoog bezwaart zyn, als zy aanzet gemeene T and moeten geeven, behalven, dat by ongelukkige toevallen van befchaadiginge aan voorfz. Dyken, de reparatien daar van, zelfs in de vrugtbaarste en meest rendeerende Contreien, ook de Revenues, altemet voor langen tyd abforbeeren Dat de voorgemelde iterative ongelukkige toevallen, de ingezetenen van Onze Provintie daaromme zoo veel te meer, en te gevoeliger drukken, om dat de Revenues van haare Vastigheden, genoegzaam de eenige, ten minsten verre de voornaam» te Bronader zyn, waar uit zy haare fubfiftentie, haare Contributien aan den Lande en andere Onkosten, tot confervatie van haare Goederen, noodwendig vereischt, moeten vinden, we ke nog fterker gedrukt werdende, gevaar zouden loopen, om ten eenemaale te verdroogen, op te houden, en het ganfche Lighaam der Provintie magteloos te maaken , en onnut om iets ten dienste of tot befcherminge van de gemeene zaake toe te brDaSteondertusfchen de verdere Middelen en Effenen van Onze goede Ingezetenen, mede geen geringe verminderinge en verlies hebben moeten ondergaan. Dat de maatige Commertie en Negotie , die hier voor deezen nog plagte te zyn , niet alleen zeer is afgenomen , maar genoegzaam geheel verdweenen en weggeweeken. Dat mede de Eygenaars van Obligatien , zoo tot laste van de Provintie , als van Particulieren, door de confiderable kortingen van Intresfen aan haar werdende gedaan, en door de demetieéringe van haare Effecten zelve , zeer zyn verzwakt, ja eenige geruïneert, en van de middelen, tot haare fubfiftentie noodip, berooft geworden. Dat Wy mede niet in ftaat zyn, om Onze Middelen te beneficeeren , door eene meerdere menage en reforme in Onze Provinciaale Huishoudinge, zoo om dat de voorfz particuliere Oeconomie van allen tyden af aan , op een ordentelyken en gematigden voet is gereguleert geweest, als, om dat Wy van tvd tot tyd, en Iterative Maaien, daar van zoo veel hebben geretrancheert, als eenigfints, behoudens den dienst van het Land, heeft kuniv"n gefchieden; in diervoegen, dat Wy veel vrymoedigheidhebben, van te zeggen, dat misfchien^geen een-geprovintie, na proportie, daar omtrent meerdere fpaarzaamheid ge- brDft,uk%eeBaTance van Onze-Middelen en Lasten geblykende dat alle de voorfz. Middelen, Schattingen , en Impofitien, die Wv nu meerder en zwaarder, als ooit van Onze goede Ingezeten heffen, niet beftant genoeg zyn, om te evenaren en goed te maaken, de Lasten daar tegen overftaande. _ Dat mede evident zvnde aangetoont , dat Wy voorfz. Onze Ingezetenen niet zwaarder kunnen belasten , zonder haare to- '^Da^ook geen" meerdere menage omtrent Onze Provintiaale Uitgave kan werden gepleegt. ^ ^  14 É TT L Ar A G E. Daar uit, door een natuurlyk gevolg, vloeit, dat Wy niet afc leen geen meerdere Generaliteits Lasten kunnen hoeden, maar ook zonder een merkelyke verligtinge daar inne , aan Onze Bondgenooten geen verzeekeringe, nog gerustheid zullen kunnen geeven , omtrent het zuiveren en fourneeren van Onze aanpart daar inne, na proportie, en zoo als dezelve tegenwoordig is gereguleert. Dat het niet genoeg zoude weezen , indien Ons tegenwoordig eenige ontlasting voor een tyd wierde geaccordeert, om dat hec Ons onmogelyk is Reekeninge te maaken, wanneer of binnen wat tyd Onze Finantien genoegzaam geredresfeert zullen kunnen weezen, om hooge Lasten te hoeden, of Onze goede Ingezetenen in ftaat gefteld, om meerder tot het Gemeen té contnbueeren, als zy tegenwoordig doen. Dat , daaromme van een indi?penfable noodzaakelykheid zal weezen, dat Onze Provintie in haare tegenwoordige Quota werde ontlast, en die ontlastinge gerepartieert over meer vermogende Provintien. • Dat, behalven, dat de reeden en billykheid recommandeerera en vereisfchen, dat Leden van een en het zelfde Lighaam mal* kanderen onderfteunen, dat de Sterkfte de Swackere verligten, én in hét gemoet koomen, op dat door het bezwyken van een Lid, het gantfche Lighaam niet geluxeert werde. Het zelve ook gëenfins is buiten exempel in de Republicq , dewyle, om een en dezelve reeden, en die nog misfchien in alles zoo presfant niet, als Wy tegenwoordig die verligtinge verzoeken, in den jaare löi6, aan de Provincie van Zeeland is geaccordeert geworden, ëen notable verminderinge van Haare Quota. Dat daaromme Zy Heeren Gedeputeerden zullen verzoeken, ernstig infteeren en aanhouden, ten einde aan Ons Zoodanig een verligtinge in Onze Quota werde geaccordeert , waar door Wy bekwaam moogen werden gemaakt, om de Generaliteits Lasten na vereisch te kunnen voldoen uit Onze Middelen , zoo als dezelve tegenwoordig in train zynde , rendeerén en opbrengen, het welke niet difficiel zal weezen uit te vinden, wanneer uit Onze Balance zal worden gecalculeert, hoe veel Wy na deducf ie van Onze , zoo fterk gereduceerde Intéresfen, en andere onvermydelvke Provintiaale Lasten, tot betaalinge van dé Militie, eri verdere Posten, de Generaliteit fpe&eer-ende, overhouden. Waar uit dan, onder anderen, klaar zal geblyken, dat het voor Ons van een abfolute imposfibiliteit is, om een meerder getal yan Militie te onderhouden, als Wy tegenwoordig aétueelyk betaalen. - En zullen daaromme de Heeren Onze Gedeputeerden niet kunnen inwilligen of nageevén, dat Wy; op den toekomenden Staat van Oorlog, met hoogeré Soldyen werden belast, als gelyk hier vooren is gemeld, Wy efïeetive, na afwyzinge van de vier Compagnien van Lauwik, en een Compagnie Grifons t betaalen* ■ > 3 1 I . Ö • ~En  B Y L A A GE £| . En in gevalle, gelyk Wy in het gemoet zien, te zullen gebeuren, de Heeren Staaten van de andere Provintien, het voor Haar te lastig mogten oordeelen, om zig te chargeeren met al het geene, waar mede Wy, als boven Vermogen aangeflaagen, verligt moeten worden , zoo fchynt 'er niet anders overig te weezen, als dat by de gezaamentlyke Bondgenooten een zoodanige nadere reduólie of reforme van Militie werde vastgefteld , als de zeékerheid en defenfie van den Staat eemgzints zal kunnen lyden, worden Zy Heeren Gedeputeerden geauthorifeert, om diergelyke nadere reductie of reforme by infchikkinge , en met eenparige concurrentie van alle de Provintien, te reguleeren en te arrefteeren , allezints nogtans in het oog hebbende, en zorgvuldig prsecaveerende, dat Wy in de Militie niet meerder werden belast, als in voorgaande Articul is ^Dat'wy wyders op het ftuk van de voorfz. Militie, van dat oordeel zyn, dat, als een Point van reforme, behoorde vastgefteld te worden, het vergrooten der Compagnien, en de Manfchap van die, dewelke als dan ondergeftooken zullen moeten worden, geëmployeert tot verfterkinge van de Compagnien, die op de been zullen blyven. Dat eens gereguleert en vastgefteld zynde het getal der Militie , die op de been gehouden , en van de Manfchap uit de voorfz. Compagnien , zoo te voet als te Paarde , in Reyen en Geleederen zullen moeten weezen gecompofeert, om vervolgens den Staat van Oorlog daar na te formeeren, de Provintien weederzvds dienen over te geeven, aan te neemen, en te belooven, dat ieder in den zynen het zelve exaételyk zal agtervolsen en nakoomen , zonder daar van uit confideratie van particulier belang, of eenig ander pretext, hoe en welk het zelve ook zoude moogen weezen, te devieeren en af te gaan, waar nmtrent men malkanderen, alle verzeekeringe en fecuriteit behoorde te geeven en te prefteeren ; ook aan te neemen en te acauiefceeren in de middelen en expediënten , die , daar toe dienende, voorgeflagen, en eenpaanglyk goedgekeurt, noodig zullen werden geoordeelt. Dat Onzes oordeels, om diergelyke onverhoopte contraventien en afwykinge van zoodanig een beraamden voet, zoo veel te beeter te pravenieeren , met eenen zoude kunnen en ook behooren te werden gereguleert, hoe veel voor het avanceeren van de Soldyen , aan de Solliciteurs of Schryvers zal worden gevalideert en goedgedaan, en het zelve gevonden het zy met Soldven op den Staat van Oorlog , uit dien hoofde, zoo veel te hooger uit te trekken , of op zoodanigen anderen manier , als men daar toe de bequaamste zal uitvinden. Wanneer nu het Point van de Militie, met het geene daar ^an van dependeert, en het geene hier vooren verders is gemeld als het voornaamste en praïsfante, met onderlinge bewit-Jiginee en genoegen der Bondgenooten zal weezen ingefchikt en gereguleert, zoo vermeenen Wj #dat aanftonds' »^t^en - O 2 % . ... en  ^ B Y L & A G E. zelfden ernst, yver en cordaatheid by der hand gevat, voortgezet , en ten einde behoorde te worden gebragt, de voorgeflagene Befoigne van reforme, menage en beneficeeringe der Oeconomie in de Generaliteit en refpeótive Col egien ter Admiraliteit, dewelke wel een geruimen. tyd geleeden , geoppert en voorgeflagen is, dog waar op tot nog toe, Onzes weetens, niets vrugtbaars is gevolgt. Wy hebben met veel genoegen en approbatie gezien , het geene de Heeren Staaten van Utrecht op dat fubjeél hebben lerepraïfenteert en voorgeflagen, inzonderheid by haare Misfive van den 6 Mey laatstleeden, met den inhoud van dewelke Wy Ons gaarne conformeeren. En gelasten vervolgens de Heeren Onze Gedeputeerden, om op het voortzetten van voorfz. Befoigne te infteeren, en op de Pointen van menage, en van reforme der Huishoudinge in de Generaliteit en Admiraliteiten, mitsgaders het beneficeeren van derzelver Middelen, in gemelde Misfive aangehaald en voorgeflagen , en die verders nog falutairlyk zouden kunnen werden uitbedagt , aan te dringen en tot een goed befluit te helpen brAaSnnêemende en beloovende , dat Wy alle. het geene meer welgemelde Heeren, Onze Gedeputeerden, in gevolge Onze Commisfie, en deeze Onze Inflruélie, zullen hebben gebefoigneert, gereguleert en geconcludeert, zullen ratificeereu en voor goed keuren, des dat Zy gehouden zullen weezen, om van tyd tot tyd, aan Ons, of in abfentie, aan de Heeren Onze Gede. pureerden, omftandig kennisfe te geeven, van alle het geene, in deeze aanftaande gewigtige Befoignes zal voorvallen en verhandelt worden. Eindelyk, dewyle Haar Hoog Mog. by Haare circulaire Misfive van den n Augusty laatsleeden , de refpeftive Provintien hebben aangemaant, om ten Comptoire van de Generaliteit te fourneeren, het geene dezelve , in gevolge van den Voorflag, ■by Hooggedagte Haar Hoog Mog. Refolutie van den 15 November 1715 refpeétivelyk moeten betaalen aan de Generaliteits Intresfen, ook zullen Zy Heeren Gedeputeerden, wanneer na, der over Onze ongereedheid en agterlykheid daar inne mogte worden geklaagt, remonftreeren. Dat het Ons ten uitersten fmertelyk is, dat Wy aan voorfz. Fournisfement, zederd eenigen tyd herwaards, en particulierlyk, geduurende dit loopende jaar, niet hebben kunnen voldoen. Dat het zelve is veroorzaakt, eendeels, om dat Onze Comptoiren uitgeput zyn, door betaalinge van verfcheide notable en prEefante Agterflallen , fpruitende uit Confenten van den laatst afgeloopenen Oorlog. En anderdeels, en wel voornamenlvk, om dat Wy genoodzaakt zyn geweest eenig remis van Floreen en Speciën te accordeeren aan Onze Ingezetenen ten platten Lande , om haar eenigzints te fubleveerèn, en in het gemoet te koomen in haar zwaar verlies, het welke zy door de fterfte van haar Rundvee hadden geleeden. Dat  13 Y L A A G E. ft Dat door voorfz. remis , de Finantien van deeze Provintie, meer als viermaal honderd duizend Pond hebben verlooren en ten agteren zyn geraakt. . Dat zoodanig een remis, boven de notable remisfen van Huuren, door de particuliere Eigenaars geaccordeert, van een on- g vermydelyke noodzaakelykheid is geweest, tot confervatie van voorfz. Ingezetenen , welker ruïne den ondergang van alle gequalificeerde Eygenaars deezer Provintie zoude hebben moeten veroorzaaken , en na zig ileepen , gelyk niet tegengefprooken zal worden van die geene, aan wien de natuur van Onze Eigendommen bekent is. Dat Wy evenwel alle mogelyke zorge zullen dragen, om van tyd tot tyd, zoo veel van Onze aanpart in voorfz Generaliteits Interesfen te fourneeren en te berde té brengen, a|s Ons eenigermaate doenlyk zal zyn. Aldus gerefolveert op het Landfchaps-huis den 12 September 1716. (onder ftond) Accordeert met de Principaale. (laager ftond) In kennisfe van my, ( getekend ) A, J. v. S M I N I A, P MISSIVR  j$ H t $ S I'J V E# missive der Ed. Mog. Hee, ren Staten van Vriesland , die? nende tot geleide van vooren$o. 2. ftaande deductie aan Zyne Doorlugtigste Hoogheid den lieer re Prinze Erf-ftadhouder. Doorlugtigste Forst en Heer! D'Ongunstige omftandigheden waar inde Provintie van Vriesland zig finds fchier ondenkelyke cyden heeft bevonden , en de dagelykfche toeneemende en hoog fteigerende Schulden, veroorzaakt mede door de zwaare Petitiën, waar in Wy genoodzaakt worden Confent te draagen , ter uitvoeringe van eenen Oorlog , die Ons op dé onregfvaardigste wyze is verklaard en aangekondigd, hebben Ons bewogen en aangezet, om op dén jongst afgeloopenen ordinaris Landsdag, eene Commisfie te verleenen op Onze Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal , met asfumprie van Heeren Commisfarien uit het Collegie en ^Lands Rekenkamer, niét last aan dezelve, om eene Finantieele Befoigne te beleggen, en zig ten naauwkeurigsten te laaten onderrigten , nopens den toedragt van de Provintiale Comptoiren, en tevens op middelen bedacht te zyn, waar uit men zoude kunnen vinden de benoodigde Penningen, dewelke behoorden te itrekken tot betaalinge van al het gunt, waar in bereids was , en toekomstig nog diende geconfenteerd te worden , midsgaders tot ftuur van de Provintiale Huishouding , zoo is Ons uit derzelver Rapport ten klaarsten gebleeken, dat Onze Finantien oneindig jj korte kwaamen, en Wy zonder ruineufe Negotiatien de zaaken volftrekt niet aan den ' gang zouden kunnen houden ; Tot dit zoo fchadelyk middel dan den toevlucht hebbende moeten neemen, zyn Wy tevens van goedbedunken geweest, en hebben te gelyk het befluit genoomen, om die zelfde Commisfie, voorwaards genoemd, mede te authorifeeren en te gelasten , om den waaren toeftand van Vriesland, onbewimpeld op het Papier te brengen, en op folide gronden te betoogen, dat deeze Provintie altyd, ten aanzien van Haare Quota, te hoog is Aangeflagen geweest in de Lasten van de Generaliteit, en zig daar door nu volftrekt onmachtig bevindt, om langer en voordaan te voldoen aan de verfchuldigde plichten, by het plechtig Verbond van de Unie, op Haar gelegd; al het welk, midsgaders het gunt tot die materie verder behoort, naauwkeurig begreepen en vervat is in eene ampele Deduétie met deszeivs Bylaagen, door de opgemelde Commisfie aan Ons geëxhibeerd. Wy  M i S S I Y & & Wy hebben niet kunnen afzyn Doorlugtigste Vorst t om aan Uwe Hoogheid dit important Stuk te laaten toekoomen , en het welk mede Hun Hoog Mog, bereids geworden is, om aldaar te dienen, tot een Object, van de ferieuste deliberatien der Refpedive Bondgenooten. Wy ftaan in het vast vertrouwen, dat Uwe Doorl. Hoogheid, die tot geene.Provintie eene naau-were betrekking heeft, dan tót de Onze, die men te regt be. fchouwen mag, als de Wieg en Bakermat van het Hoog Aanyienlyk Huis van Oranje en Nasfau, Haare belangen in deezen óp het fterkste wel zal willen ter harten neemen, en doorHoogstdeszelvs veel vermogende onder fteuning, op het kragtdaadigste gelieven mede te werken, dat tot voorkominge van Vrieslands totaalen en onherftelbaaren ondergang,. Ons eindelyk eens juftitie gefchiede, en aan Onze billyke, gegronde en dikwyls herhaaldeklagten, ook eindelyk eens door de Refpeftive Bondgenooten gehoor verleend, en de vereischte , hoogstnoodige en niet te ontbeerene hulp en byftand, door dezelve op het Ipoedigste toeeefchikt moge werden. Wy verzoeken derhal ven op het gedienstigste, dat het Uwe Doorlugtigste Hoogheid behaage, deeze Onze belangens ter harte te willen neemen, terwyl Ons niets aangenaamer zyn zal, dan de goede en gewenschte uitflag 5ezer zaake, aan de trouwhartige medewerkinge van Uwe Hoogheid verfchuldigd te zyn, het welk Ons ten allen tyde zal vervullen met de zuiverste gevoelens eener waare en ongeveinsde dankbaarheid. Waar mede , Doorlugtigste Vorst en Heer ! Wy Uwe Doori, Hoogheid beveelen in Godes heilige befcherminge, Leeuwarden den ia April 1782. Uwe Doorl. Hoogheids goede Vrienden De Staaten van Vriesland, ( gcparapheerd ) H. B. v. S M IN I A, vc Ter Ordonnantie van Hun Ed Mog, (geteekend) A. J. vs S MINI AP P 2 MISSIVE  # h ï s s i f e missive aan Hunne Hoog Mogenden van den n Oclober, dienende ten naderen en laatsten aandrang, ^ dat de voorenftaande deductie in 3- eene ernstige overweeging ter Gene^ raliteit gelegd, en daar bp noch voor het opmaaken van den Staat van Oorlog , over het jaar 1783, finaal beflooten werde, Hoog Mogende Heeren ! WAnneer Wy op den 12 April dezes jaars, aan Uw Hoog Mog. hebben laaten toekoomen eene uitvoerige Deduétie : roerende de verachrerden Staat van de zoo zeer tekort .fchietende Finantien Onzer Provintie , waar in de redenen en .oorzaaken van Haar verval, op eene Zonneklaare wyze zyn .opengelegd en onweerfpraaklyk betoogd , dat het zelve alleen zynen oorfprong heeft uit den onevenredigen^en fchier ondragelyken Aanllag in de Lasten van de GenerJfteit; zoo hebben -Wy tevens in eene Misfive , dienende tb/geleide van voor fchreeven Deduétie, verklaard, Ons te vleien, dat de billykheid der zaake, Ons recht en juftitie by de Refpective Bondgenooten zou bevorderen, en derhalven vermeenden op eenen goede en gewenschte uitflag te kunnen en te mogen, hoopen. Dat wyders, of fchoon Vriesland , ten aanzien' van hetTFi nantieweezen, zich in de akeligsten toeftand bevond, Wy ech" ter, pngefpoord door Edelmoedige'Grohdbeginzetó^van zui" vere en rechtgeaarde lievde voor het dierbaar Vaderland, alleen tot voorkoominge van verwarringen, taande de tegenwoordige troebles van eenen rechtvaardigen Oorlóg, dien de Republik genoodzaakt is te voeren tegen de Kroon van Groot. Brittannien noch een en wel het laatste effoft hepben willen doen, door Ons Confent te geeven in de Ordinaris en Extraordinaris Staaten van Oodog voor :dit loopend jaar, zoo en in triervotfe nochthans, dat byaldien U Hoog Mog. mogten \Ülayerèn , Óns wettig beklag 111 deliberatie te brengen, en cfcar.op naar den eisch der réde en billykheid, noch geduurehde deii loop van dezen jaare een voldoend befluit te neemen, Wy Ons als dan in de onver! mydelyke noodzaakelykheid zouden bevinden, om ten aanzien van den volgenden Staat van Oorlog, voor het jaar 1783, zoodanige maatregulen te betaam en , als Wy tot herftellinge van -Onze fchier uitgeputte en noclivdagelyks uitgemergeld wordende Provintie verftaan zouden te behooren. Dewyl nu de tyd nadert, dat de Staat'van Oorlog voor het toekomend jaar 1783 door den Raad van Staaten, volgens jaarlyKs gebruik, zal moeten verdeeld, opgemaakt en aan het Bontgenoot-  MISS I V E. 6t genootfchap opgedraagen worden, en Wy in ervaaringe bekoomen hebben, dat U Hoog Mog. het opgemeld Betoog, midsgagaders den Voorflag daar by gedaan, tot nu toe niet hebben gelieven ter hand te neemen, de onwrikbaare gronden, waar op Onze wettige klagten allezins berusten , te onderzoeken , de krachtdadige middelen tot Ons lang gewenscht herftel, in eene ernstige overweging te leggen, en eindelyk zoodanig een heilzaam befluit te neemen, waar van de gelukkige gevolgen het algemeen en beftendig welzyn van het ganfche Bondgenootfchap zoude kunnen te weege brengen, zoo ftaat het allezins te duchten, ja Wy kunnen niet ontveinzen, ten hoogsten bekommerd en bevreesd te zyn, dat dit zoo duidelyk, en ter overtuiginge Onzer Bondgenooten, naar waarheid betoogd Stuk, het rampzalig en voor Onze Provintie, zeer odieus noodlot, van voorgaande , aan U Hoog Mog. opgezondene herhaalde klaagfchriften, alwederom zal ondergaan , om in het duistere opgeflooten te blyven , en alzoo eener verachtelyke vergeetenheid opgeofferd te worden. Dan, voor en aleer nu de tyd verder verloope , en tevens in aanfchouw neemende de onvriendelyke behandeling, waar mede Onze Provintie, zoo onverdiend word bejegend, of fchoon Dezelve, na die van Holland, het meeste van de ganfche Unie opbrengt in de Casfa van de Generaliteit, en dus geenzins als een onverfchillig Lid van het Bondgenootfchap behoord aangemerkt te worden, daar U Hoog Mog. Ons tot noch toe, zoo als het fchynt, niet hebben willen verwaardigen, om te beantwoorden aan Voorflagen, door Ons ter Tafele van U Hoog Mogende gebragt, en vergezeld gaande met de rechtvaardigheid en de gezonde rede, en derhalven een gedrag ! dat geenzins ftrookt met die pligten, dewelke de eene Bondgenoot omtrent den anderen wettiglyk, gehouden is, onfchendbaar in agt te neemen en te bewaaren; Zoo hebben Wy niet kunnen afzyn, als daar over op het gevoeligste getroffen, en uit overdenking van het geen Wy, als getrouwe Regenten, aan Onze goede, met overdrukkende Lasten beladene en echter geduldige Ingezete. nen verfchuldigd zyn, aan U Hoog Mogenden rondborstig te verklaaren, dat Wy, by onftentenis van een fpoedig en voldoend antwoord, vastelyk befloten hebben, om in de aanftaande Skaten van Oorlog, midsgaders in alle de Petitiën, die 'er in 't vervolg noch mogten gedaan worden , niet hooger dan tot 8 - 13 - ai ten honderd te zullen confenteeren, en dus de Provintiaale Quota met 3 per cent te verminderen; en dat derhalven de Raad van Staaten, de Verdeeling en de Omflagen over de Refpeétive Provintien zal dienen te veranderen , terwyl de waare redenen, dewelke Ons tót deeze verminderinge noodzaaken en dwingen , ten klaarsten en onweerfpraakelyk voor het doorzichtig Oog van U Hoog Mog.,; ja ve«r de ganfche Wereld ter goede trouwe f en naar de 'ésuivere waarheid, in de opgemelde Deductie zyn opengelegd en ten toone gefpreid. Immers, zoïi 'et ocrft een tyd gehïprenj Js, om Onze rechtmaatige Q klagten  6i M I S S I V . E. klagten uit te Horten in den fchoot van het Bondgenootfchap, en niet alleen zoodanig een onbewimpeld declaratoir te. doen, maar ook op het zelve eene daadelyke uitvoering te laaten volgen , zoo is het voorzeker deeze , die men te rechte als een der allerhachelykste befchouwen mag, en noemen kan; Een tyd! Hoog Mogende Heeren! waar in Onze groote Schulden hand over hand dermaaten noch toeneemen, dat dezelve tot zoodanig eene verbaazende hoogte geklommen zyn, dat Wy Ons buiten ftaat bevinden, om de vereischte Intresten te kunnen betaalen, daar het beklaagelykst vooruitgezigt, van eenen voortduurenden Oorlog , de vermeerdering derzei ver onweerfpraakelyk voorfpelt, zoo dat de onevenredigheid van Ons aandeel, in het draagen der Lasten van de Unie in het algemeen, en in de geconfenteërde Petitiën in het byzonder, eene fchier onherftelbaare Wonde aan het Lichaam van den Staat toebrengt, het zelve geheel verkankert, en eindelyk ten eenemaal werkeloos maakt en geheel zal vernietigen. Het licht geenzins op Onzen weg , Hoog Mogende Heeren ! ja het zou geheel niet ftrooken met die Edelmoedige fentimenten , die den roem van Vriesland ten allen tyden hebben uitgeleverd, en waar mede Wy noch bezield zyn, indien Wy onder de minagting van U Hoog Mog. en van het Bondgenootfchap flaphartig bezweeken. Neen! Wy ^worden geroepen, om den treffenden flag, die Ons dreigt, manmoedigxaf te weeren, om Ons totaal bederv yverig voor te koomen , en voor de waare belangen van Ons Gewest, getrouwelyk in de Bres te ftaan, en daar voor zorgvuldig te waaken. Heeft het der Provintie van Zeeland voormaals gelukt, eene aanmerkelyke vermindering in Haare Quota te mogen erlangen, en door Haare onwrikbaare ftandvastigheid, in het vervolg en noch heden ten dage, andermaal foulaas te genieten; zoo hebben Wy een even gelyk recht, om als Lid van de Unie te eisfchen, om insgelyks te worden gehoord, dat Onze rechtmaatige klagten, op dezelvde gronden van billykheid berustende, in deliberatie werden gelegd, en om Onze Provintie eindelyk eens verlost en ontheven te zien, van den ondraagelyken Last, waar onder de andere Bondgenooten Haar tot nu toe hebben doen zugten. Waar mede, Hoog Mog. Heeren f Wy Uwe Hoog Mog. beyeelen in de befcherminge des Allerhoogsten. Leeuwarden den n October 1782. (onder ftond) Uwe Hoog Mog. goede Vrienden De Staaten van Vriesland, Cgeparapheerd) H. B. v. S M I N I A, Vc. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. (geteekend) a H. v. W Y C K fi L