■472 - 17     VERHANDELING over het AANLEGGEN en MAAKEN van zoogenaamde DROOG E- DOKKEN in de HOLLANDSCHE ZEE-HAVENS; bijzonder toegepast op de gelegenheid van 'S LANDS DOK en W E R* F t e HELLEVOETSLUIS. door J: BLANKEN Jansz. LID VAN HET BATAAFSCH GENOOTSCHAP DER PROEFONDERVINDELVKE WT SBEGEERTE TE ROTTERDAM. E N ARCHITECT HTDRAULIQUE BT HOLLAND. TE ROTTERDJM, Bij DIRK VIS, Boekverkooper» ifi>6.   OPDR.AGT eener Verhandeling over den Aanleg van Droóge - Dokken in de Hollandfche Zee - Havens. Aan het Bataafsch Genootfchap der Proefondervindelijke PVijsbe» begeerte te Rotterdam. WAARDIGE DIRECTEURS EN M E D E- L E D E NT Zoo wel de heufche ontvanging, als de juiste en kundige beoordeeling , welke alle zoodanige Stukken bij LJlieden ontmoeten mogen , die algemeene nuttige bedoelingen hebben , en tot zulken einde bijdragen kunnen, doen mij, als een geringe blijk mijner deswegens gevoelde erkentenis, andermaal de vrijheid neemen, aan Ulie'den optedraagen eene Verhandeling , waar van voorzeker het onderwerp, in het algemeen, geene belangrijkheid kan worden ontkend, doch waar omtrent het mij onbekend is, dat in ons Land iets bepaalds gefchreven , of beproefd zij. — Waarom te meer , bevorens éénig gebruik daar van te maaken, gemeend heb, hetzelve aan Ulieder beoord'eeling te moeten overgeeven , ten einde na derzelver meer rijpe en kundige overweegingen , daar van zoodanig publicq , of ander gebruik gemaakt worde , als Ulieden zoud mogen bevinden , dat daar uit, ten meesten algemeenen - nutte en voordeele, fpruiten konde. A 2 Want  O P D R A G T. Want wie toch zal met meerder juistheid en kennis van zaakcn beter zoodanig nieuw Voorftel in zijn geheel omvatten en beoordecleo , als Ulieden , welke in dit vak der importantie Water - Werken zoo wel de bijzondere Phyfique gefteldheid der gronden en andere toedragten (waar 0p het in dezen zoo zeer aankomt) van ons Land kundig zijt, als die van andere Landen en Gewesten in Europa, alwaar zulke onderneemingen, met bijna onnoemelijke zwaarigheden en kosten, edoch met nog oneindig grooter belooningen , ten voordeele van den Staat, tot ftand gebragt zijn. Beoordeelt en handelt dan desaangaande in uwe uitgebreide kundigheden, ten aanzien van het onderwerp,, naar deszelfs hooge waarde , maar den Schrijver , ten aanzien zijner Verhandeling , naar deszelfs opregte bedoeling met die toegeeflijkheid , die hij te meermaalen heeft mogen befpeuren van uwe liefde tot opwekking en voortzetting van dergelijke Kunften en Wetenfchappen , bij dewelken mogelijk geen Land in de waereld meer belang heeft, als ons dierbaar Vaderland, waar voor, zoo als voor Ulieder nuttige pogingen, heilwenfchende fluit en tekent J. BLANKEN Jansz. brielle icn July VER-  VERHANDELING OVER HET AANLEGGEN en MAAK EN van zoogenaamde DROOGE - DOKKEN in de HOLLANDSCHE Z E E - HAVENS, Onder alle de vereischten tot een compleete Militaire Zee-Ha ven. Dok- en Scheeps-Timmer-Werf, alwaar 's Lands Schepen van Oorlog binnen gebragt, opgelegd, en, zoo in tijden van Vreede als van Oorlog, onderhouden en geëquipeerd moeten worden, is 'er, na het beproefd voorbeeld van alle zee-vaarende Natiën in Europa, mogelijk geene, voor den Staat, meer nuttig en voordeelig , als een zoogenaamd Droog-Dok. Het welk eene plaats of Helling is, door Mtruren omvangen , en met fuffifante Waterkeeringen gefloten , zoodanige dispofitie hebbende, dat een Schip, door middel van het water daar op gedreven en gefteld zijnde, van het zelve water ontlast worden kan , waar door het onderfte gedeelte der kiel van zoodanig Schip, en alzoo her zelve geheel en al, met de noodige ruimte tusfchen gemelde muuren en waterkeeringen, zig droog bevindt, ten einde daar aan de noodige examinatiën, reparatiën of vernieuwingen , in goede orde, na. behooren , gedaan kunnen worden* A s Welke  6 VERHANDELING over het MAAKEN Welke examinatiën en noodige voorzieningen van den Bodem, voor ieder Schip , wanneer het tot. een zekere reis geëquipeerd en klaar gemaakt word , doorgaans plaats hebben; behalven dat menigvuldige onvoorziene toevallen , hoe zeer dikwijls van een zeer .geringen aart in zig zelve, zulks komen te vorderen, en zonder behulp van een Droog-Dok nimmer zo prompt en' compleet door het .over zij winden , of het zoogenaamde kielen der Schepen , kan uitgevoerd worden: terwijl ook deze, bij ons gewoone, manier, volgens liet algemeen oordeel van des kundige , zeer fatigant en ruïneus voor die kostbaare Ligchamen (om niet van den toeftel, het gevaar , en. vrij aanmerkelijke kosten , die daar mede gepaard gaan , te fpreken) gehouden word. Behalven dat het voorgaande dus eenigermaate, het nut en de noodzaakelijkheid der Drooge-Dokken, over het algemeen, bewijst, is daar even gemakkelijk uit afteleiden : dat dezelve, het locaal en de gronden in alles gelijk zijnde, eenvoudigst en minst omflagtig te verkrijgen zijn op plaatfen of in Havens , alwaar het verfchil tusfchen de ordinaire vloeden en ebben ió, 18 en 20 voeten, of wel zoo veel als de zwaarfte Schepen, ledig zijnde , diep gaan, gevonden word, om dat aldaar een Schip, in de kamer van het Drooge-Dok, met hoog water, op zijn helling geplaatst , en het water daar in niet opgehouden wordende, het zelve met laag water, tot onder de Kiel zig droog bevinden zal. Zoo dat op zulke plaatzen hoofdzaakelijk niet meer vereischt word, als om het volgende vloed-water door gepaste middelen te keeren buiten de voorfz. Kamer van het Drooge-Dok, of de eigenlijke beflotcn Helling, waar op het Schip, bij voorige vloed, zig gezet bevind , en die droog te houden , op dat de bedoelde voorzieningen onder aan de Kiel , en rondom aan het geheele Buiten-Schip , naar bevind van zaaken , gefchieden kunnen. Zulke foort van Drooge-Dokken worden in de voornaamfte. Engelfche Havens, langs het Canaal, en op de Franfche Kusten, bij-  van DROOGE-DOKKEN in de HOLL: ZEE-HAVENS. 7 bijzonder te Brest en te Rochefort (zelfs dubbelde, waar in twee Schepen te gelijk agter eikanderen kunnen flaan) gevonden. En dewijl de voordeden der Drooge-Dokken, al van vroegere tijden, genoegzaam bij alle Zee-vaarende Natiën , van de grootfte importantie zijn geoordeeld, worden dezelve ook gevonden op plaatzen, alwaar geene, of ten minden zeer weinige reguliere Vloed of Eb exteert, zoo als in de Europifche Havens der Middelandfche Zee, en andere Gewesten, dewelke, om het gewenschte effècT: daar van te genieten , meerendeels met Water - Machines, als KettingMolens en andere Werktuigen , ten kostbaarfte droog gemaalen en , ftaande den arbeid aan het Schip , daar in op de Helling, gefield, droog gehouden moeten worden, In de Hollandfche Zee-Havens geeven de ordinaire Vloeden en Ebben (als zijnde haer verfchii in hoogte doorgaans, en wel op het meeste tusfchen de 5 en 6 voeten bepaald) het eerst gemelde voordeel, zoo als in de eerst voorfz. Engelfche en Franfche ZeeHavens plaats heeft, in verre-na niet volledig: edoch hebben in die opzigt , meer voordeel, als de Havens der Middelandfche Zee, of andere Gewesten , alwaar geen Vloed of Eb , tot het gedagtc einde , behulpzaam kan zijn. En in hoe verre in ons Land , van de Vloeden en Ebben , ter verkrijginge van Drooge-Dokken , in het algemeen, zoilde partij te trekken wezen, zal, door het volgende in overweeging te brengen,kunnen beoordeeld worden. Namenlijk ; men flelle een ordinaire Sluis-Kamer, waar in een* Schip van Oorlog met hoog water gefloten, en waar in vervolgens; het water,, ter hoogte van 10 a 11 voeten, boven de ordinaire.' Vloed kan opgewerkt en opgehouden worden ; agter welke SluisKamer, in gemeenfehap met dezelve, dan gebouwd zijnde zoodanig Droog-Dok, als wij gezien hebben dat vereischt word, om één Schip tot het voorgeftelde einde intcneemen en te omvangen , welkers-  8 VERHANDELING over het MAAKEN kers vloer, bodem of helling 10 a u voeten hooger zig bevindende, als de eerstgemelde Sluis-Kamer, waar in het Schip , door middel van het water , dermaate gerezen is, dat het zelve op die verhoogde helling, in het agter gelegen Drooge-Dok voortgedreven, en behoorlijk gefteld worden kan , zal gewis zoodanig Schip in het Drooge-Dok zig ter nederzetten, en tot onder de Kiel droog worden, zoo dra het verhoogde water afgelaaten, en gelijks de ordinaire Eb zal gedaald wezen ; wanneer als dan mede niets anders word vereischt , als het volgende Vloed-Water buiten het Drooge-Dok te keeren en het zelve ftaande den arbeid aan den bodem, die 'etop de helling zit, droog te houden, om in alles aan het voorgemelde oogmerk te kunnen voldoen. Zullende het droog houden , gedurende dien arbeid , in dit ons geval van weinig importantie zijn , door dien wij niet meer, als Vloeden, dewelke zig tusfehen de 5 en 6 voeten hoogte bepaalen, te keeren hebben; weshalven wij, in dat vrij aanmerkelijk en zeer kostbaar poinct, voordeeliger met onze Drooge-Dokken gefitueerd zouden zijn , als op die plaatfen , alwaar men ieder Vloed 16, 18 a 20 voeten water te keeren heeft, of alwaar men de gantfche diepte van het Schip, beneden de oppervlakte van het ordinaire water, geheel moet doen uitmaalen, zoo als zulks het een of ander geval is in vorensgemelde Engelfche en Franfche Zee-Havens. Redenen , waarom het opmaalen van het water, ten einde het Schip in een tweede Kamer op een verhoogde helling, met zijn Kiel, gelijks het ordinaire laage Eb-Water, te zetten, meer voordelig en verkieslijk voorkomt, dan om in de eerfte Kamer zelve, zoodanig Schip droog te maaien en tc houden, al was het zelfs, dat op zommige plaatfen , alwaar het locaal of de gefteldheid der gronden zoodanige rijzing minder begunstigde, 'er maar ten deele aan kon voldaan worden. — Zullende de voordeden, die uit het minder werk tot het droog houden op den duur voortvloeijen, geduurende de meerdere of mindere tijd , die tot de reparatien en voorzieningen aan de Schepen, als dan in het Drooge-Dok zittende, vereischt  van DROOGE-DOKKEN in de HOLL: ZEE-HAVENS. 9 eischt word, met al het gene daar toe betrekking heeft, de meerdere kosten van een tweede verhoogde Kamer te maaken rijkelijk vergoeden kunnen; behalven dat het ook niet zeer moeilijk fchijnt, om voor ligte Vaartuigen de Voor-Kamer of Sluis , in veel gevallen, van een nuttig gebruik te doen zijn» Dus dat het voomaamfte werk ter bereiking van het bedoelde,, in voege als gezegd is, op de meeste plaatfen in ons Land hoofdzaakelijk beftaan zal daar in , dat men op een fpoedige en onkostbaare wijze het water in de beide Kameren , zoo der Voor-Sluis, als het eigenlijke Drooge-Dok, ter bekwaame hoogte, dat is 10 a 11 voeten boven de ordinaire Vloeden, (om de zwaarfte ZeeSchepen volleedig boven de gewoone Ebben te treilen) op kunne werken, ten einde het daar in veronderftelde Schip even als in een Schut-Sluis rijze, om alzoo uit de Voor-Sluis, in de daar op volgende Sluis-Kamer, die dan de eigenlijke helling en het DroogeDok is, voortgedreven , en daar na , bij aflaat van dat verhoogde water, zagt op de helling gezet-te kunnen worden. 'Er zijn onderfcheidene bekende middelen en werktuigen daar toe' voorhanden. In de Havens der Middelandfche Zee heeft men tot de droogmaaking en drooghouding, ftaande den arbeid aan eenig Schip op de helling van dusdanige Drooge-Dokken , meerendeels van de gewoone Ketting-Molen , door Osfen ,. Muil - Ezels , of Paarden gedreven, gebruik gemaakt. . Dan zoo 'er immer een uitneemend gebruik van Stoom-Machines in ons Land te maaken voorkomt, het fchijnt (naar het voorbeeld van Croonftad , en fommige Spaanfche Werven , alwaar men , bi} informatien van des kundigen, zig zeer voordeelig van de StoomMachines tot de Drooge-Dokken bedient) voorzeker in dezen opzigte te zijn, alwaar in geenen deelen de zwaarigheden, die bij veele andere gelegenheden in onze laage en afgelegen Polders daar bij zig voordoen, ontmoet zouden worden. B Edoch:  10 VERHANDELING over het MAAKEN Edoch 'er is nog een ander middel in overweeging te brengen, waar mede hoogstwaadchijnlijk in onze meeste Zee-Havens en Dokken het voorgestelde oogmerk zeer gevoeglijk en met minder kosten zoude kunnen worden bereikt , door op de volgende wijze van het verfchil in hoogte tusi'chcn de ordinaire Vloeden en Ebben nuttig gebruik te maaken: te weeten, door beurtelings het hoog en laag water, in genoegzaame hoeveelheid zoodanig optevangen, en met genoegzaame fnelheid , door waterleidingen in de Zij-Muurcn der Dok-Sluizen of anders, te laaten op- en afloopen, dat daar door één (of meer, na dat de omftandigheid zulks vordert) gewoon Water - Rad in beweeging konde worden gebragt , waar door de werking van Pompen, of andere gelchiktc Water-Machines verkregen werde , die het water in de gedagte Sluis-Kamer en 't Drooge - Dok onkostbaar en ipoedig oppompen , of opmaaien konden. En alwaar het locaal een zekere Kom of Basfïn , nevens het Drooge-Dok (zoo als nader Wijken zal, dat te Hellevoetfluis zeef eenvoudig en gemakkelijk kan verkregen worden) toelaat, waar in het water, bevoorens men een Schip te kielen heeft, in genoegzame hoeveelheid en hoogte door de opgegeevene middelen kan opgewerkt en bewaard worden , om op zijn tijd , tot het meergemelde einde, in de Sluizen van het Drooge-Dok gereedelijk te laaten overloopen , fchijnt zulks van zeer gewigtige voordeden te kunnen zijn , zoo als men nader aantoonen zal. Dat nu door zoodanig gebruik van het Vloed- en Eb-water, met gepaste werktuigelijke middelen , zeer onkostbaar het gewenschte ettect te verkrijgen zij , om een Schip , binnen de Kamer of Sluis-MuLiren van het Drooge-Dok-gefloten , ter hoogte van 10 * 11 voeten , door middel van het water , in weinig getijen optepompen, of optemaalen, op alle zulke plaatzen als 'er in ons Land gevonden worden , daar ten muitten twee derde van den tijd , met een genoegzaam verval van water en lnelheid, het noodige getal rade-  van DROOGE-DOKKEN in de HOLL: ZEE HAVENS, u raderen, pompen of andere gepaste Water - Machines in beweeging kunnen worden gebragt , meent men , dat niet moeilijk aantetoonen zoude zijn ; te meer , daar genoegzaame voorbeelden van zoortgelijke Waterwerken, 'in ons Land zelve, zoo als veele in Frankrijk en elders, hoe zeer tot geheele andere eindens gefchikt, geen twijffel omtrent de zekerheid der uitkomst fchijnen overtelaaten, zoo als in het volgende Voorftel, bij de toepasfing van dit denkbeeld op de gelegenheid van 's Lands Dok en Werf te Hellevoetfluis, nader zal kunnen worden beoordeeld. HELLEVOETSLUIS, in veelen opzigten een der fchoonfïe Zee-Havens, niet alleen van deze Republicq , maar van de meest bekende Havens van deze foort in Europa , heeft ook nog het groote voordeel , van allerbijzonderst in deszelfs aanleg en locaal gefchikt te wezen tot verbeteringen en volkomenheden , welke nog ontbreeken tot een meer volleedig Zee-Etablisfement, Haven, Dok en Werf. Onder deze zijn ook de Drooge-Dokken. — En wie zou, zonder het. locaal dezer Plaats beftudeerd te hebben , onder andere aanmerkelijke aangelegenheden , die niet algemeen onder het oog, fchijnen te vallen, kunnen denken, dat in ;of*aan dit zelve Dok en 's Lands Werf aldaar, zonder daar mede plaatzen inteneemen ofte' bezetten , die reeds nuttiger heilagen zouden zijn , des noods wel drie, in plaats van één, onderfcheidene Drooge-Dokken vallen konden , dewelken ieder van het voordeel der Vloeden en Ebben r zoo als zulks in het voorgaande Artikel is voorgefteld, nut zouden; kunnen trekken. Om zulks eenigermaate te beoordeelen , behoeve men flegts devolgende aanwijzingen op de hier bijgaande lineale Aftekening dezer Haven, Dok. en Werf nategaan. B 2 Daar,  12 VERHANDELING over het MAAKEN Daar op vindt men geteekend N°. i een Droog-Dok met zijne Sluizen en Waterkeeringen, waar van Litti A de eigenlijke Helling van het Drooge-Dok aanwijst; B de Voor-Sluis met alle Acqueducs of Waterleidingen daar benevens; G het Basfin ; en DD een Canaal, dat reeds beftaat en tüsfchen de oude en nieuwe Barakken heen loopt , om het water van Ebbe , wanneer door de groote Zee-Sluis de Vloed in het groote Dok opgehouden word, in de Haven te laaten afloopen. Hier toe ziet men dan , dat op het Noordeinde van het groote Dok, fluitende aan de Nieuwe Dok-Sluis B, en aan de Oostwal of kant der Werf aldaar, zoude moeten worden gelegd één Dam of .Waterkeering EE. Tüsfchen welke Dam of Waterkeering en de Capitaale Wal dan van zelve een Kom of Basfin C geformeerd word , welke van een genoegzaame grootte is, om het water, in het zelve opgewerkt zijnde, voor een groot gedeelte, zoo niet in de meeste gevallen compleet aan het Drooge-Dok en Sluis, op zijn tijd te kunnen fourneercn. Behalven dat het leggen van zulk een Dam in de tegenwoordige gefteldheid van zaakeji ook noodig blijft, om de uitwatering der Binnen-Polders, door derzelver Sluizen onder de kapitaale Wal aldaar gelegen, te behouden en te faciliteeren. Dan , waar omtrent men tüsfchen beiden wil aangemerkt hebben, dat deze noodwendige uitwatering voor de Binnen - Polders ook Zeer gefchikt op eenige andere wijze verkrijgbaar zij , waar bij als dan ook even zeer het verval van water, om de Rader-Werken tot opmaaling of pomping van het water in het Drooge-Dok in werking te brengen, verkregen konde worden , in. welk ^geval de drie volgende pointen , om dat verval anders door het Canaai tüsfchen de° Barakken te verkrijgen, vervallen zoude: offchoon, run  van DROOGE-DOKKEN in de HOLL: ZEE-HAVENS. 13 om wederkeerig het water, afgezonderd van het Drooge-Dok, in het Basfin C op te maaien of te pompen , de communicatie door het Canaal der Barakken haar voordeel, en wel mogelijk de voorkeur zoude behooren te hebben — dan waar omtrent, indien het tot de dadelijke uitvoering kwame, door nadere onderzoekingen en overweegingen in Loco , de keus zou moeten bepaald worden, dewijl men nu alleen maar voor heeft aantetoonen en te bewijzen , hoe gefchikt en gemakkelijk , te gelijk met nog andere verbeteringen, de toepasfing van het voorfiel hier te maaken zij. Stellende dan, dat door middel van te maakene Coupures, als: i°. Tüsfchen het Noordeinde van het Canaal der Barakken, ea het Dok of gemelde Basfin 5 bij Lüti F D. 2°. Tüsfchen het Zuideinde van dat Canaal , en den zoogenaamden Vijver voor 's Lands Arfenaal bij Litt- DG. 3°. Onder door de regter Face van het Rotterdamfche Bolwerk, tüsfchen gemelde Vijver, en de Buite-Gragt Litts H. 4°. Door de Kaai tüsfchen gemelde Gragt en Haven Litti I, in / welke twee laatfte ook de noodige Deuren tot waterkeeringe worden verondcrfteld. Stellende dan , zeg ik , dat door middel van deze Coupures het gedagte Basfin C, aan het Drooge - Dok gelegen , hier door nu een ruime communicatie met de Voor-Haven bekomen heeft, zoo zal ligt te bevatten zijn , hoedanig het Water , het welk Vloed en Eb langs deze communicatie in het Basfin , zoo wel als in het groote Dok, door de capitaale Zee-Sluis, onafhanklijk van elkander, naar gelang der zaaken daar in geeven , uitgekeerd, opgehouden en losgelaten kunnen worden , ter bereiking van het. oogmerk , om d/vVaterRïden en Pompen in de Acqueducs der Sluis B te doen werk- B 3 zaaoi  ï4 VERHANDELING over het MAAKEN zaam zijn , tot het oppompen of opmaalen van het water in het Drooge-Dok. En om ook in het gedagte Basfin C, alvoorens een Schip in het Drooge-Dok komt , of damde dat het zelve aldaar op de Helling zit, het water op dezelfde wijze genoegzaam te kunnen oppompen of opmaalen , om op zijn tijd aan het Drooge - Dok en Sluis , ter expeditie van zaaken , wanneer een Schip gekield worden moet, of uit het Drooge-Dok moet uitgelaaten worden, . promptelijk te fourneeren , zouden 'er nog een paar fuffifante KeerDeuren bij K noodig zijn, als mede eene afzonderlijke ruime Waterleiding , met de noodige Keer-Schuiven of Deuren voorzien , in of langs de muur van den Dam E E , die met het Canaal DD gemeenfchap had agter de zoo even gemelde Waterkeering K, bij F. Welke Acqueduc of Waterleiding als dan, het Basfin C gefloten zijnde, de communicatie met het Canaal der Barakken D D , en vervolgens met de Voor-Haven weder opende*, en liet verbal in de Waterloopen, waar in men de Raden onderficlr \e werken, daarftellen zal, als vooren , door welke dispofitie dan het Water in hét Basfin C, onafhanklijk van het Drooge-Dok, en even als in het zelve, ook zoude kunnen worden opgepompt; zoo als tot het bewuste doeleinde in der tijd vereischt word , en door het volgende nader blijken zal. Uit de voorgeftelde generaale dispofitie, zal men gemakkelijk de meer bijzondere werkingen , rechtftreeks ftrekkende ter bereiking van de Hoofdzaak , kunnen nagaan en afleiden ; waar toe ook nog de volgende opgaven, en bepaalingen dienftig kunnen zijn. i©. Dat men te Hellevoetfluis gewoonlijk zeer nabij 4 uuren Vloed, en 8 uuren Eb heeft. 20. Pat  tan DROOGE-DOKKEN in de HOLL: ZEE-HAVENS. t5 2°. Dat het verfl-hil in hoogte tüsfchen de gewoone Vloeden en Ebben , (fpring en doode getijen door elkander gerekend) het gantfche Jaar gemiddeld genomen aldaar na genoeg 51 voet is. 45 3°. Dat de wasfing en valling van het water met gewoone Vloeden en Ebben omtrent aldus plaats heeft, namenlijk: in het eerfte uur dat de Vloed begint doortegaan , wast het water circa h voet; in het tweede uur s§ voet; in het derde uur if voet; en in het vierde uur | a i voet. In het eerfle uur, dat de Eb begint doortegaan, bevindt men doorgaans de valling van het water i| voet; het tweede uur 2^ voet; het derde uur i| voet; en vervolgens al de overige tijd der Ebbe, de laatfle § a | voet, tot de zoogenaamde Agger en Vioed, weder invalt, 4°. Dat onze zwaarfte Oorlogfehepen van de grootfte charter, ledig zijnde, op het diepfte 16 voeten Rhijnlandfche maat* (deweiken men voor alle maaten in dezen aanneemt) diengaan. y r Dus als zoodanig Schip in de Voor-Sluis van het Drooge-Dok met hoog water word opgefloten, zal het door opmaaling of pomping van water, even als i„ een Schut-Sluis , nog io< voet opgeigt dienen te worden, om op de eigenlijke helling van het DroogeDok te kunnen worden gezet, en om dan na aflaat met zijn KM van agteren gelijk in hoogte met het ordinaire laage Eb - Water te zyn. H Vervolgens de Eb- of Spui-Deuren van de groote Zee-SMis met dat zelfde hoog water fluitende, om Se Vloed in het groote * Lok te houden, terwijl door het Canaal van communicatie DB, met de Voor-Haven, bij I, het water van agteren in het Basfin C, of  26 VERHANDELING over het MAAKEN of door de bijzondere Waterleiding bij F , weg valt, en kan afgelaaten worden, zoo dat de gedagte Water-Raden, Pomp-Werken, of Water-Machines, tot de opmaaling van het water, in het DroogeDok en Sluis , na het eerfte uur valling van Ebbe , reeds met een hoo-te of verval van circa li voet, en vervolgens met een vermeerderend vermogen en meiheid, geduurende het grootfte gedeelte van den tijd der Ebbe , kunnen werkende zijn en blijven , zoo als uit de voorfz: derde bepaaling , de valling van het opgevangen Vloed-Water mede in aanmerking neemende, kan worden nagegaan. En welke werking met de volgende Vloed wederom , naar maate de wasfing van het water , zal kunnen plaats hebben , en zoo beurtelings met Vloed en Eb gecontinueerd worden , tot dat het water in het Drooge-Dok en Sluis ter genoegzaame hoogte zal opgewerkt wezen , om het Schip op de verhoogde vloer ot helling in de Kamer van het Drooge-Dok te kunnen plaatfen , ten einde het zelve na de allaating van dat water met zijn Kiel tot gelijks of eenigzins boven de laage Eb droog bevonden word. Hier bn heeft men veronderfteld , dat het water direct in de Kamers van het Drooge-Dok en Sluis wierd gebragt; dan het zal op dezelvde wijze met de voorgeflelde dispofitren kunnen gefchieden, en opgepompt worden in het Basfin C , dewijl'daar pe hoofdzakelijk niet anders vereischt word, als de waterkeering bij K te fluiten, de communicatien van het Acqueduc in den Dam EE te openen en de fchuiven , door dewelke de communicatien tüsfchen de ontvangbak of het refervoir L , en de Kamer van het DroogeDok en Sluis open waren, te fluiten, en die, welke de commune catie tüsfchen het gemelde refervoir en het Basfin C floten , te openen; wanneer dan de Water-Raden en Pomp - Werken , als vooren , in beweeging gebragt kunnen worden , om het water optepompen in het Basfin C, even als zulks van het DroogeDok gezegd is. Het  van DROOGE-DOKKEN in de HOLL: ZEE-HAVENS. if Het verftaat zig van zelve, dat de Polder-Sluizen, hunne tegenswoordige dispofitie houdende, zig van zelve fluiten , en het op te maaien water in het Basfin na behooren keeren kunnen. Hoe zeer de verkrijging van de dispofitie der gemelde werkingen , om het water in het Basfin C gemeenfchappelijk en afzonderlijk, met en van het Drooge-Dok, ook ter genoegzaame hoogte optepompen , den aanleg en uitvoer dier werken, natuurlijk kostbaarder maaken moet, fchijnen egter de voordeden daar in vervat, en dewelke op den duur daar uit kunnen voortvloeijen , van zoodanig groot aanbelang en gewigt, dat dezelve alle confideratien en oplettenheid, ter verkrijging van zulke voordeden, bij den eerften aanleg overwaardig zijn. Want men overweege maar eens , dat in tijden van -nood , bevorens men een Schip te kielen heeft, het water in dat afzonderlijk Basfin bij voorraad ter genoegzaame hoogte kan worden opgewerkt, om het zelve , zoo dra zoodanig Schip in de Voor-Kamer van het Drooge-Dok gebragt is, en de deuren gefloten, zijn , uit het Basfin in het Drooge-Dok te laaten overloopen ; als mede, dat, terwijl'een Schip in het Drooge-Dok onderhanden is, zonder het minfle verlet van tijd, de Water-Machines of Pompwerken kunnen gaande zijn , om het water in het Basfin weder optewerken, ten einde, het Schip klaar zijnde, dat water immediaat weder te laaten overloopen in de Kamers van het Drooge-Dok, om het Schip van zijn helling te ligten , vervolgens in de Voor-Kamer of Sluis , en zoo voorts (het water daar uit tot de ordinaire hooge Vloed afgelaaten zijnde) in de ruimte te drijven, waar door dus aanmerkelijk in den tijd , die vooral bij fommige gelegenheden in dit geval zeer duur wezen kan, gewonnen zal worden. ïn^ het algemeen bied voorzeker het locaal tot de voorfz: dispofitien hier voordeden aan, welke men elders te vergeefs zoeken zoude; eensdeels, om dat ter verkrijging van dezelve (in comparatie van het groote werk, namenlijk het Drooge-Dok en Sluis, ^ met  s8 VERHANDELING over het MAAKEN met derzelver aanldeeven, dat tog overal op de voordeeligfte plaatfen in de waercld het zijne kost en vordert) de ovetige of bijwerken , en het noodige daar toe, hier niet zoo gwiglig voorkomen, als wel op veele andere plaatfen het geval zoude kunnen zijn; of in andere Landen , alwaar de kunst en ijver foortgelijke Werken voor den Staat der Marine, Navigatie en Koophandel heeft weeten uittevoeren en te volmaaken , I het geval geweest is. — Dan hoe dit ook zij, de ondervonden en bewezen belangrijkheid der dadeJijke voordeden, uit wel ingerigte Drooge-Dokken voortvloeiende, bij alle Zeevaarende Volken van Europa .en in dat vak ervaaren Mannen zoo zeer erkend en dikwerf opgegeeven, maaken niet alleen alle verdere omfehrijving en uitbreiding omtrent derzelver meerdere particuliere werkingen, nut èn voordeden, ook voor ons Land , overbodig, maar geeven volkomen regt om dit Artikel te fluiten met het gene men zoo meenigwerf bij alle publicque Rapporten ovér den ftaat der Zeehavens , Scheepstimmerwerven, enz: van de kündigfte in dat I vak van zaaken .heeft hooren vrangen: Welke kosten kunnen bijna ter verkrijging van dit voordeel (DroogeDokken) te hoog gefchat worden? Eindelijk tot flot en nader bewijs van de voordeelige fituatie van 's Lands Dok en Werf te Hellevoetfluis, in dezen opzigte, fchiet nog overig , kortelijk aantewijzen : hoedanig zig hier niet alleen gefchikte plaats voor één, maar , des noodig zijnde, wel voor drie afzonderlijke Drooge-Dokken, Conftructie - Hellingen , of dusdanige gewigtige emplacementen aanbiedt. Waar toe men op de Lineale afteekening van deze fituatie, hier bii gevoegd , maar gelieve in overweeging te neemen de plaats get: N°. II., al waar mede een Droog-Dok geteekend ftaat, malles gelijk het voorgaande. Het verval van water bij Vloeden en Ebben, om de Water-Raden in beweeging te brengen (indien bij nauwkeurig onderzoek al geene Stoom-Machines den voorkeur verdiende) kan ook hier op dezelfde  van DROOGE-DOKKEN in de HOLL: ZEE-HAVENS. 19 wijze plaats hebben, met eene waterleiding of communicatie te maaken bij M , tüsfchen het groote Dok en de Buite-Gragt, die door de Kaai bij O met de Voor-Haven, op dezelfde wijze als aan de andere zijde, in gemeenfchap kan worden gebragt. Doch hoe zeer de gelegenheid in veelen opzigten ter dezer plaatze niet onvoordeelig fchijnt, en om het meer direfte verval van Water, door de kortheid van afftimd tüsfchen de Gragt en het Groote - Dok , in dat opzigt voordeden bevat, zoude men hier niet zoo gevoeglijk een afzonderlijk Basfin aan het Drooge - Dok zelve kunnen aanvoegen. Om welke en andere redenen , de vorens befchrevene plaats Na. I. altoos de voorkeur boven deze , of de plaatzing van een Droog-Dok geteekend bij N°. III. dient gegeeven te worden. Zijnde deze twee laatfte plaatzen hoofdzaakelijk in het algemeen voorgefteld , zoo om de gefchiktheid en alleszins voordeelige dispofitie van het Groote Dok en de Werf te Hellevoetfluis, tot omvatting van groote vereischtens , ter volmaaking van de etablisfementen aldaar; als wel om de gemakkelijke toepasfing van het algemeene voordel, wegens het aanleggen van Drooge-Dokken in ons Land , het welk de Hoofdzaak in dezen was , op meer dan eene wijze aantetoonen , zoo als ik meene hier bij volleedig gedaan te hebben. Zullende het overigens mij ten hoogden aangenaam , ja de beste voldoening wezen , indien alleszins kundige en in dit vak bijzonder competente Beoordeelaars vinden mogen , dat de algemeene denkbeelden , bij dezen opengelegd , leiden kunnen naar het fpoor van zulk een den Lande algemeen nuttig en voordeelig einde , als waar toe de hoofdbedoeling dezer Verhandeling met de ijverigfte wenfchen van den Schrijver ftrekkende is. J: BLANKEN Jansz.