KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK COLLECTIE-TH 1ERRY BRUIKLEEN van de Ned. Herv. Gemeente te 's Gravenhage    Tafereel van dé GESCHIEDENIS DER JONGSTE OMWENTELING IS DE VEREENIGDE NEDERLANDEN; DOOR GORNELrIUS ROGGE. met plaaten; ti AMSTERDAM, nj JOHANNES ALLARTj MDCCXCVI.   VOORREDE. Verdiende immer eenig Tijdperk der vergetelheid ontrukt, en deszelfs nagedachtenis aan A s hoef-  4 INLEIDING. hocften, vergroot zijne afhangclijkheid van anderen en de bronnen van kwellingen vermenigvuldigen tot in het oneindige. In ftede van zijn onfeilbaarst geneesmiddel te zoeken in de tcrugkeeving tot zijn voorigen, waarlijk gelukkigen, ftaattoen hij in de daad vrij, onafhangelijk, oppermagtig en onverwinlijk was voor wanfpoed en lijden, kiest hij zodanige middelen ter redding, die alleen zijne ketenen verzwaaren en fmarteüjkcr doen knellen. — Welk onbevooroordeeld opmerker ziet hi deze luchtige fchcts, zelfs zonder mijne toepasfmg te behoeven , niet een getrouw afbecldzel van een, weleer, door naarstigheid en huishoudelijkheid gelukkigen ftaat, allengskcns tot den top van bloei] en welvaaren opffijgende , maar door den overvloed van voedende fappen, tot een langzaam bederf neigende — een bederf, dikwijls niet herftelbaar, dan door eene gevaarlijke en zeer wisfelvalligc fchok. Een arm en tevens werkzaam volk is meestal , zo dra het aanwezen bekomt, vrij en onafhangelijk. Het biedt geene aanlokzelen voor den overweldiger : hec weet zich door eigen krachten in zijn ftaat te handhaven. Deszelfs onvermoeide pao-  INLEIDING 5 poogingen verheffen het tot den hoogiten peil van Staatkundige gelukzaligheid, achting bij Bondgenoten , ontzag bij Vijanden, rust en overvloed van binnen. Nu moet het zijne fchatten gebruiken. Weelde en wellust , verwijfdheid en pracht, ledigheid en onmatigheid, gezellinnen van den overvloed, verlammen wel ras alle veerkrachten. Het wordt een flaaf van zijne driften en van allen , die dezelven bevredigen. Allengskens en ongevoelig daalt het van de bereikte hoogte. Nog zou de eenvoudige leefregel van maatigheid en werkzaamheid het kranke ligchaam kunnen herlrellen. Dan helaas! men wil bij het voortduurend gebruik van gift gezond blijven. Men zoekt zijn heil in hulpmiddelen , die het kwaad verergeren. Wat fchiet nu anders over, dan eene Omwenteling, die den trotsch der heerszuchtigen vernedert , den verwijfden luiaart tot den arbeid dwingt , den rijken wellusteling de foberheid predikt, en den onderdrukten en verbasterden armen het gevoel zijner menfehenwaarde wedergeeft. • Het volkskarakter, gepaard met de oudheid en hardnekkigheid van het bederf, beftcmt alleen de uitgeftrektheid , de A 3 lang-  6 INLEIDING. iangduurigheid der gevolgen van deze eindelijk heilzaame gebeurtenis. Dezen verfchaffen de gronden, waar op de vooruitzigten van een fpoediger of langer verwijld herftel gebouwd kunnen worden. Zij beflisfcn, of het Staatkundig ligchaam de fchok zal kunnen wederftaan en door dezelve het verloren evenwigt fchielijk herkrijgen; dan of het hiertoe Jaaren, — eeuwen Eenige Behoeamiddejen ter voorkomingvan de zeiven. zal behoeven. Wijsbegeerte, veredeld door menschlievendheid, gezonde Staatkunde verecnigd met menschkunde bieden den Vorsten en volksleideren de eenige hulpmiddelen aan, om den reeds wankelenden Staat duurzaam te bevestigen en den zeiven voor zulke gevaarlijke fchokken te beveiligen. — Hoe veele nieuwe bijdragen levert deze eeuw tot de kunst, om menfehen te beftuuren! — Gij allen, die op den troon der heerfchappij of op het kusfen des befruurs geplaatst zijt, konde ik u doen verlieven op het geluk, om over harten van vrije menfehen te heerfchen, ten einde den naam van weldoeners van het menschdom te verdienen: en wel dermate, dat gij hieraan het affchuwlijk en tevens beuzelachtig genoegen opofferdet, van uwen troon door krui-  INLEIDING. 7 kruipende flaayen te zien omringen, die gij veilig in het ftof moogt vertreden en van welken één uwer wenken duizenden doet (heuvelen — het genoegen, van te heerfchen, niet om menfehen , uwe gelijken te begelukzaligen, maar om het gevoel uwer zwakheid en geringheid als ftofbewooners te kunnen verlochenen; - mogt de géfchiedenis der rampen van ons Vaderland u tot nadenken bewegen Welk een loon voor mijnen arbeid! — Ja, de Omwentelingen voor te komen, is mogelijk en voor eene menschlicvende Staatkunde gemaklijk. Hoe breed men ook het aanftckende der zucht naar nieuwigheden en veranderingen uitmete, rust is voor een Volk het' dierbaarst goed; het zal dezelve nimmer voor een ander, fchijnbaar verlokkendcr, maar even zigtbaar wiilèlvallig goed verwisfelen, zo lang men zich toelegge, om het de waarde dier rust te doen gevoelen. Maar dan moet men zich ook niet meer ophouden met het blind- en gochelwcrk der vroegere eeuwen. Men moet met den finaak, den geest zijner eeuw een gelijken tred houden, De menfehen fpreken nu eene andere taal, dan voor honderd Jaaren. Woorden uit dat tijdperk A 4 zijn  S INLEIDING. zijn hun nu of onverftaanbaar of ondragelijk. Die zelfde verwisfeling kenmerkt zich in zeden, gewoonten, denkwijze, fmaak, geneigdheden — in alles, wat den mensch van het, altijd eenvormig, dier onderfcheidr. Vorsten dan , die nu nog eene eeuw willen terug blijven en hunne vooruitlopende onderdaanen terug trekken , zullen den band zien in ftukkeu fpringen en in die fchok hun graf vinden. — De volken kennen hunne regten en gevoelen hunne waarde: de geringde daglooner gevoelt, dat hij een mensch , een lid der Maatfchappij , een burger van den Staat is-. Vorsten befchouwt en behandelt hen, als zodanigen. Stapt van den troon der hecrfchappij en plaatst u in den zetel van hec beftuur. Wacht niet, met de ketenen te verbreken, tot zij reeds door den huid heenen tot in het raauwe vleesch knellen 5 gij mogt de wonden niet kunnen genezen en de lidtekenen wegnemen. Voorkomt de wenfehen, om herfrel der misbruiken, om verzachting der bezwaaren, erkent de bevoegdheid uwer onderhoorigen , om in hunne eigen zaaken en belangen hun gevoelen te mogen doen gelden , bepaalt siets meer door uwen enkelen wil, maar doet  INLEIDING. doet dies door den volkswil bekrachtigen. Laat uw troon door verlichte menfchenvrienden en wijzen omringen ; duizende bczwaaren, waar van gij alleen, door uwe intgeftrekter kundigheden, het onregtmatige doorziet, kunt gij wegnemen , eer het min kundig volk nog over dezelvcn klaagt. Hoe zal die verrasfchende edelmoedigheid hen u , als hunne beste weldoeners doen vereeren ! Weet den opffand van het oproer, Vrijheidsliefde van bedekte heersch-■ zucht te onderfcheiden. De laatften moeten in u een onvcrzoenlijken vijand , een onverbidlijkcn regter, — de eerden een waaren Vader , die nimmer billijke verzoeken zijner kinderen weigert, aantreffen. Strenge regtvaardigheid , onbepaalde hoogfehatting van menfehenwaarde , menfchenliefde en onvermoeide werkzaamheid, om geluk te verfprciden, moeten bij u aan de orde van den dag zijn, en gij zult u vag een dankbaar volk , even zeer liefhebbers van orde, als vijanden van nuttclooze woelingen en Staatverwoestende omkeeringen, zien aanbidden. Waren deze en dergelijke behoedmiddelen zorgvuldig in acht genomen geworden, bij de eerfte vonk van tweefpalt, uit den A 5 En- Derzeiver toe- pasiing op de  INLEIDING. gebeurtenisfenvoor en na het jaar i J ( ] < ( Engelfcherf oorlog geboren , naar menschlijke vooruitzigten, zouden de rampfpoedige gebeurtenisfen, van dat tijdperk af tot heden , ons vaderland niet getroffen en het zelve tot die vernederende en ontzettende laagte gebragt hebben , waar in het thans verzonken ligt — eene laagte , zo diep, dat de opregte vaderlander van kille huivering verbleekt, wanneer hij in dezelve neerziet en bijna wanhoopt , aan de mogelijkheid der opbeuringe. —- Intus» fchen had de tegenfpoed ons maar wijzer gemaakt! Had men na de gebeurtenisfen in 1787, flegts een anderen weg betreden, nimmer waren wij in zoo veele rampfpoc3en neêrgedompeld geworden. Verge-* ring en vergeting van al het gebeurde , roorkoming van den wensch om herftcl Ier fchreeuwendfte misbruiken , edelmoelige opoffering van een gedeelte des eigenjelangs , om het overige geheel en des te rekerer te bewaaren , uitoeffening van de trengfte, onzijdigfte regtvaardigheid, — met :en woord, eene nauwkeurige opvolging ?an de ftem der billijkheid, menschlijkïeid, zachtmoedigheid en voorzigtigheid leze middelen zouden hoogstwaarfchijnlijk le wonden geheeld hebben, zonder fmart- lij.  INLEIDING, ir ïijke lidtekenen achtertelaaten , den zachtmoedigen en rustlicvenden Nederlander met de tegenwoordige orde van beduur weldra bevredigd en in weinig tijds aan ons vaderland, welkers verliezen toen nog niet aanmerkelijk waren in evenredigheid van zijne bronnen tot herftel, den voorigeu bloei en luister hergeven hebben. — Dan, helaas ! hier moet aan ieder welwillend vaderlandlievend hart eene zucht ontglippen , wanneer het op dat tijdperk terug ziet. Hoe ongaarne vestigt het een blik op hetzelve, daar het geene dan treurige herinneringen voor den geest brengt! —y Verre zij het dan ook van ons, die fmart te vernieuwen ; en werpen wij een fluier over gebeurtenisfen, die wij voor altijd wenfchen in den nacht der vergetelheid te begraven. — Slegts eene vrage worde ons betrekkelijk deze zaak vergund. Hoedanige gevolgen moest de verkeerde flaatkunde , die toen gevolgd werdt , voortbrengen ? Andwoordt mij , eerlijke fchrandere Stadhoudersgezinden ! Voorzaagt gij niet , vroeg of laat, dezelfde gebeurtenisfen , als thans uwe partij zulk eene gevoelige fchok hebben gegeven ? Duizende ballingen , en daar onder zo vee-  ,s INLEIDING. veele kundige kden der maatfchappij , en daar onder zo veelen , van hunne posten ontzet , van hunne goederen beroofd , door onvergeetlijke geweldaadigheden getergd, met open armen in Frankrijk, niet flegts ontfangen, maar wat meer is onderhouden en gevoed ; allen in een vreemd gewest, bezield met den vuurigften wensch en de zeer gegronde hoop , van weldra in hun vaderland terug te keeren , in hunne posten hcrfteld te worden , en tot hunne bezittingen te geraaken? — Wat was hier van voor den bedachtzaamen opmerker zekerer te verwachten, dan dat zij onophoudelijk zouden trachten tot het doel hunner wenfehen te komen , en , daar zij verzekerd waren van eene hulp tegens welke de magt alhier niet berekend was , zij ook in hunne poogingen zouden flagen? — ten minften dat Nederland nimmer weder tot die rust en kalmte zou gebragt worden , welken het volftrekt behoefde , om het ter neder gedrukt hoofd eenigzins optebeuren. Wel dra ontftondt de burgertwist in het nabuurig Frankrijk. Deszelfs vlam floeg over tot andere gewesten. Geheel Europa bijna koos partij. — Geene voortreffelijker ge-  INLEIDING. 13 gelegenheid voor Nederland, om haare kwijnende welvaart te herftellen , en zich van den volks geest voor altijd te verzekeren, dan deze. De flipte in acht neeming der ftrengfte onzijdigheid, welke zommige Mogendheden zo kunflig hebben weten te bewaaren , was thans haar hoogst belang. Niets moest te dierbaar geweest zijn , om hier aan opteoffcren. De geringde afwijking van dien middenweg kon niet anders dan doodlijk worden. De oppervlakkigfte ftaatkunde kon den uitflag voorzien. Hoe toch, kon men voortduurend op voorfpoed in dien oorlog hoopen, als men het gezigt op de overblijfzelen der gemcenebestgezinde partij vestigde , welke menigerleie bezwaaren , altijd vruchtbaar in het voortbrengen van misnoegden, onbedenkelijk hadden doen toenemen. Deze inwendige vijand was nog oneindig gevaarlijker en verderflijker, dan enkel de uitwendige. Deze knaagde rustloos aan den voet des troons , en zou denzelven vroeg of laat onvermijdlijk doen omverftorten. Deze zou de ondernemingen des vijands, waar zij kon of mogt, begunftigen ; zij hadt hier bij thans het dubbele belang van dén endergang van haare tegenftandfter, en de ver-  14 INLEIDING. verlosfing van een allerkostbaarfteh en géefi foordeel beloovenden oorlog. — En of dit alles nog niet genoeg ware ; aan de fpits van 's vijands heirmagten zag men dö weleer verdreven ballingen , gereed om hem den, hen zo wel bekenden , Weg te wijzen, nog fterker voor den inval ijverende , dan de vijand zelve; daan deze hun het pad tot hunne herftclling in hun vaderland moest baanen. — Zeide ik nu wel te veel , dat geen offer te dierbaar kon zijn aan het behoud van den vrede? Dan, helaas ! het werdt ons vaderland niet vergund, dien vrede te behouden. — Zo dra men door een zeldzaam geluk, waar in ieder welgezinde , van welk eene denkwijze ook, de wijsheid en goedheid ecner voor ons zorgende Voorzienigheid meende te' moeten aanbidden , — den gevaarlijken Dumouriez van onze grenzen zag wegtrekken' , geboodt de ftaatkunde alleen vcrdeedigender wijze te werk te i gaan , de grenzen te bewaaren en te verfterken. Immers de ,magt was te gering om beiden en dit laatfte uittewerken , cn den vijand op zijn éigen grond te beftooken. De voor'Zigtigheid pleitte onwcderfpreeklijk. voor het eerfte , daar het laatfte mislukkende , men  INLEIDING. 15 men reeds te veel zou uitgeput wezen, omzien zelven te verdecdigen. Behalven dat de onkosten van dezen verderflijken oorlog daar door onberekenbaar moesten verminderen. — Dan, men begreep het anders ? men waagde een heirtocht, zelfs in 'svijands land — een heirtocht, die de reeds uitgeputte geldkisten tot den bodem ledigde, — een heirtocht die van den ongelukkigften uitflag gevolgd werdt. Na het beklaagelijkst verlies van manfehappen , van geld en oorlogsbehoeften, zag men zich met een moedloos leger weder op eigen grondgebied teruggedreven, en nu in alle opzigten onvermogend, om de grenzen van hetzelve tegen een zegevierenden en indringenden vijand te verdeedigen. In deze oppervlakkige fchets hebt gij een kort tafreel der hoofdaanleidingen tot die gewigtige en in onze jaarboeken voorbecldclooze omwenteling, welkers géfchiedenis dit werk u zal voordellen. Zij geeft aan alle beftuurers deze gewigtige lesfen, — alle mogelijke poogingen aantewenden, om de eerfte vonken van binnenlandfche twisten in haare geboorte te verfmooren, zich alle opofferingen tot voorkoming van partijfchappen en behoud van den burger-  Verdee li "g 16 INLEIDING* ger-vrede te getroosten. Partijfchappea mogen minder gevaarlijk zijn , zo lang zij nog eikanderen opwegen : zij mogen zich eindelijk verzoenen , en in hartlijke vriendfchap verkeeren , gegrond op het gevoel van beider krachten ; — dan, is de eene overwegend over de andere ; noodzaakt de flerkere de zwakkere, door zich geheel van haar aftefchciden, haare krachten te vereenigen, dan wordt de haat onuitbluschbaar, men vereeuwigt de tweedragt, organifeert den burgerkrijg en handelt even dwaas en onbedacht, als de uitvinder van het buschkruid, die zijne proef om deszelfs magt te beperken , met zijn loeven boette : de gefmoorde vlam zal uitbarften en alles wat haar omringt verwoesten» Zodanige aanleidingen dan , waar van ik thans de grondtrekken gefchetst heb, deeden ieder opmerkzaamen reeds van den aanvang eene geheele omkeering varyzaaken en den val van het gebouw, welkers grondflagen zo wankelbaar gelegd waren, verwachten. Deze géfchiedenis zal ons leeren, of deze voorzegkundige verwachting vervuld zij. Mijn verhaal verdeelt zich natuurlijk in twee groote tijdperken, welken in alle ge-  INLEIDING. 17 gewigtige gebeurtenisfen opgemerkt moeten worden. Het eerfle tijdvak is dat der voorbereidzelen tot de Omwenteling. Het tweede vervat de Omwenteling zelve. Deze beide tijdvakken dan zal dit .tafreel voorftellen. EER*  EERSTE TIJDPERK. VOORIJEREIDZELS TOT DE ü M W E N T E L I N G. E El S T E B O E K. l'ITWENDICE GEBEURTENISSEN t T IJ D- PERK L BOEK Kort overzigt van den gcheelen veldtochtvan den jaare 1704. Een der bloedigfte veldtochten , waar van de gefchiedboeken immer gewaagden , moest het grootfle volk van dit waerelddccl den weg bannen, om in het hart van Nederland den ftandaart der overwinning te planten. Niet dan door beeken bloeds en over ifapels van dooden , hebben zij hun voet in ons vaderland kunnen zetten. Stap voor flap is hun de indraag betwist. En toen de kunst niets meer vermogt , heeft zelfs de natuur voor hen geftreden. - Om van den tocdragt der zaaken een aaneen* gefchakeld begrip te verkrijgen, zullen wij voor af den geheelen loop van den veldtocht kortlijk overzien. Reeds bij den aanvang des jaars 1704. was *' - - het  GESCH. der OMWENTEL. 19 her befluit bij de Nationaale Conventie der Franfche Republiek gevormd, om de geheele linkerzijde des Rhijns aan haare zegevierende legers te onderwerpen. Het plan, daar toe uitgedacht, was het fchranderfte , dat ervaren krijgskunde kon aanbieden. Onzeker is het, of de loop der tusfchenkomende gebeurtenisfen haar van het zelve voor een korten tijd heeft doen afwijken, en vervolgends weder op den voorgeftelden weg gebragt ; dan wel, of zij, om het des te beter te verbergen en alle ontijdige ontdekkingen voortekomen,die het zelve, alvorens het in werking gebragt was, konden verijdelen, eene zeer dubbelzinnige houding aangenomen en daar door haare vijanden in de gisiingen haarer bedoelingen misleid hebbe. •— Een Fransch officier, in het begin van Februari] tot de vereenigde Mogendheden overgelopen , ontdekte, dat het ontwerp voor dezen veldtocht was, en dit ftemde met de reeds plaats hebbende bewegingen dér legers juist overeen , met groote magt in het Graaffchap Namen en het daar aan grenzend gedeelte van Luik doortedringen ; terwijl eene andere en veel fterker magt den vijand uit het Doornikfche en geheel Vtaanderen zou trachten te verdrijven; B 2 waar i: TIJ DPERK BOEK»  20 GESCHIEDENIS der I. Tl! DPEIdiJ. SOEK. waar na eindelijk beide legers zich zonden vereenigen , om de reeds bemagtigde vestingen Valenciennes, Condé en Qiiesnoy te omfingclen en te herwinnen, jourdan zou over het eerfte , pichegru over het laatfte leger bevel voeren. De eerfte intusfehen was toen nog bevelhebber van het Noordlijke leger in Vlaanderen , de laatfte van het Moezel leger. Bij dit plan fchijnt nog een ander te moeten gevoegd worden , om het Moezel leger met dat der slrdennes te vereenigen , en dus met deze verecnigde magt de Verbondenen uit alle de Nederlanden , zo wel de Franfche en Oostenrijk/die, als de vereenlgde te verjaagen. Of men aan dit berigt geloof hebbe gegeven , en daar naar. het ontwerp van den veldtocht ingericht, blijkt niet; het tegendeel is zelfs waarfchijnlijker, daar men flegts gewerkt heeft om de grensvestingen van Frankrijk aan dien kant te bemagtigen , ten einde eene gunftige wending der zaaken in het hart van dat gemeenebest te 'onderfteuncn en bij der hand te blijven. Hoe het ook zij; de Franfchen bereikten hun oogmerk zo volledig als zij konden wenfehen, fchoon die zegen hen op zeer veel bloeds is te liaan gekomen. Na  OMWENTELING. at Na het onverwacht overgaan van Charleroy en den allerbloedigflen veldflag in de velden van Fleurus , op den 26. Junij, zagen de Franfchen zich in het volle bezit van hun gewenscht doel. Toen wischten zij de fchande uit , Waar van die zelfde velden voor ruim eene eeuw getuigen waren, wanneer zij gedeeltelijk door dezelfde vijanden , het leger der Staaten , de hclit minder in magt , volkomen geflagcn werden. Van dien dag af, tekent zich de geheele bemagtiging der Nederlanden. — pichegru meester van geheel Vlaanderen, verecnigde den i o Juhj te Aath bij Brusfel met tourdan den veroveraar van Charleroy. De vermeesterde vestingen in Fransch Henegouwen omfingcld, van het leger der bondgenooten afgefneden, en aan haar eigen lot overgegeven, moesten nu den verwinnaar van zei ven in de handen vallen. Alle de volgende vcldflagcn , hoe hardnekkig en moorddaadig ook , konden niets meer uitwerken , dan de voortgangen der Franfchen te betwisten , te vertragen; maar hen hun doel niet doen misfen. — Geheel Braband, Namen , Limburg —* geheel de Oostenrijkfche Nederlanden, B 3 Luxem- I. TIJDPERKI. BOEK. Vermeestering oef QuitcnrijkfcheNederlanden,  L TIJDPERKI. boek. 22 GESCHIEDENIS der Luxemburg alleen uitgezonderd, deelden wel dra in een gelijk lot met Vlaanderen. (*) Andermaal zagen de onvermoeide Franfchen zich in het bezit dier zelfde landen, waar uit een onvoorziene zamenloop van omftandigheden hen voor twee jaaren hadt verdreven. Andermaal zagen zij voor zich de Vereenigde Provintien , bereid om hen te ontfangen , en hen in eene aangenaame winterlegering van de geledene moeiten te doen uitrusten. Dan de ingang in dezelven wisten zij , kon hen ten uiterften moeilijk gemaakt worden. Intusfchen fpiegclden zij zich aan het ellendig voorbeeld van den meer driesten dan bedachtzaamen dumou- riez Zeer verdient het onze opmerking dat het zelfde Jaar, het welk den Keizer als Hertog vau Braband, in perfoon zag huldigen — eene plegtigheid, die voor zo verre ons bewust is van alle voorgaande Vorsten alleen den tweeden Philips was te beurt gevallen — waar bij de vijfde Willem even als wel eer zijn doorluchtige voorzaat, de eerfte willem tegenwoordig was —dat dat zelfde jaar getuigen was van de affchuddiug 'van het Keizerlijk juk door alle de Catholijke PioTiutien; juist even als voor twee eeuwen die plegtige huldiging fpoedig door een geheelen afval gevolgd werdt.  OMWENTELING. 21 Ui EZ , en poogden her ongunftigst jaargetij te voorkomen , wanneer de natuur met de kunst zich vcreenigt, om ons vaderland onverwinbaar te maaken, Zij vervolgden hunne voordeden met den meest mogelijken fpoed ; en met dit alles {treinden onoverkomelijke hinderpaalen hun loop dermaate , en legden hunne vijanden hen zo vccle hindemisfcn in den weg, dat zij nu alleen aan die zelfde natuur , welke anders dit land zo zeer beveiligt , den gelukkigen uitflag hunner bedoelingen moesten danken, — Alvorens wij tot dit gedeelte dezer géfchiedenis overgaan , moeten wij de Bondgenooten voor eenige oogenblikken van de geledene verliezen laten uitrusten, en naar Vlaanderen terug keeren. Meesters van geheel Qostevrijksch Vlaanderen, lag nu natuurlijk dat gedeelte van die Provintie aan de beurt, het welk door onzen Staat bezeten wordt. Reeds in het begin der maand Jnlij vertoonden zich eenige Franfchen voor het fterke Sluis, en op den q dier maand kwam een Fransch Officier met een Trompetter en twee Ruiters met eene Opeifching der Vesting, uit naam van den Chef eener Brigade , den B 4 Be. I tij n- perk I. boek. Beleg van SluU in Staatt Vlaander ch »  *4 GESCHIEDENIS der ï. tij 0perk i. soek, „ vme aer rranjcfie armee onder uwe „ muuren, moet u doen zien de meening „ van de Republiek omtrent de Stad, „ waar gij het bevel voert. „ Ik maak mij een pligt, om te hande„ len naar de grondbeginfelen van mensch„ lijkheid en opregtheid , welken de Re„ publikeinen bezielen, met u voor oogen „ te houden het voorbeeld van IJperen , „ Ckarleroij, Oflende met ons vereenigd, „ benevens het rookendc Nieuwpooort, de „ nederlaag der Keizerlijke troepen , de „ overwinningen van Fleurus, het nemen „ van Mom , Gend, Doornik , Brugge „ enz. Alles moet u , om het heil des „ lands, dat gij dient, doen befluiten, mij „ de plaats, die gij commandeert, over te „ geven en mij gijzelaars te zenden, om „ met hen over de voorwaarden te han- ), " dc" (*) Het Is waarfchij ïlijk dat liij vervangen is geworden door den Generaal der divifie m or\a v, alzoo deze de Capi.uiaiie getekend heeft. Bevelhebber van het beleg al ma in. (*) Het zal niet onaangenaam zijn die opeifching zelve te lezen , waar in de geest .der Natie zich zo onderfcheiden kenmerkt; „ Mijn Heer, dus luidde dezelve; de di-  OMWENTELING. 2 5 „ delen, ter voorkoming van de rampen, „ zo onvermijdelijk aan de drift en den „ moed van de Republikeinen, die ik de „ eer heb te gebieden. ,, Ik wacht een bcflisfend en kort and„ woord, en hoop, mijn Heer de Com„ mandant, dat gij niet aarzelen zult, om „ te befluitcn tot eene keuze, welke al„ leen de geweldige middelen, die in mij„ nc handen zijn, en die ik niet zal wachten „ te gebruiken, kan vermijden. „ Ik ben enz. Het andwoord van den Bevelhebber , den Majoor Generaal H. W. van drr duin, was afwijzend en zo beflisfend als kort; „ Mijn Heer, de eer van eene plaats, „ zo als Sluis is, te verdeedigen — het „ dappere Guarnilben, dat ik Comman„ deer — en het vertrouwen, dat het in „ mij heeft, zijn mijn andwoord." Onmiddelijk, na dit andwoord, begonnen de Franfchen uit twee batterijen met eenige Hukken Canon en Houwitzers hun vuur tegen de vesting te richten , waar door zij eenige huizen befchadigden. Dan het zelve door de west batterij aan de pasfe dapper beandwoord zijnde, zag men dezelB 5 ven, I. TIJD» PERK I. BOEK.  26 GESCHIEDENIS deh L - T IJ D PERK i. J3 0EK. ven, met het verlies van eenige dooden naar den kant van west kapelle (*) en Brugge terugtrekken. Ten zelfden tijde werdt het hoofdkwartier van den Generaal en Commandant in Staats Vlaanderen 'Prins frede rik, te Oostburg in Walcheren geplaatst , de troepen in 't land van Cadzand verfterkt en rondfom alle de fterkten van Staats Vlaanderen de kunst-overftromingen werkheilig gemaakt. Tot het laatfte dezer maand Julij fchijncn de Franfchen gcene groote vorderingen in het beleg dier Vesting gemaakt te heb-, ben; het zij dan uit gebrek aan genoegzaame magt, of door dien het fteeds wasfend water hen belette eene goede richting te nemen. Dan op den 27. na een fterken weêrftand in het geheele land van. Cadzand ingedrongen zijnde , werdt deze Vesting volkomen van alle hulp en toevoer afgefneden. Van dien tijd af, wierdt de Vesting hevig befchoten en tot twee maaien op dezelve, fchoon vruchtloos, ftorm geloopen, terwijl het Guarnifoen zich mede dapper kweet. In- (*) Dit moet niet verward worden met West\apcllc in Zeeland.  OMWENTELING, 27 Inmiddels dat de Franfchen de Vesting . van alle kanten benauwden, oordeelde de Bevelhebber het noodig van de gelegenheid der zaaken binnen de Vesting aan den Generaal, Prins frederik, kennis te geven. Machlijk was de onderneming, om onder het oog en het vuur des Vijands uit de Vesting te komen. Twee Luitenants booden zich hiertoe aan. Een Sluisch Burger met zijne beide zoonen voerde hen in een klein Vaartuig, onder het Vijandlijk vuur uit het kanon en musquet , niet zonder het grootst gevaar tot aan de Oorlogsbrik voor Sluis liggende. Het fchuitje kreeg geen ander letzel dan van een kogel onder de roer-pen. Zo dra de Officiers aan boord waren, wierdt met het opheisfen van een lantaarn fcin aan de Vesting gegeven , dat de onderneming gedaagd was en door dezelve met het oplaten van een vuurpijl beandwoord. Deze waarlijk kloekmoedige daad , waar in de geest des Nederlanders zich weder kenmerkt, werdt naar waarde beloond. Tot den 26. Augustus hieldt deze fterke Vesting het beleg en bombardement uit, en gaf zich niet over dan na dat dezelve, volgens het getuigenis der Franfchen , in een fleenhoop verkeerd was. Het Guar- ni- r. T!!DP F, ?v K I. B O E E.  23 GESCHIEDENIS der I. TIJDPERKI. SOEK, nifoen, 2000 mannen fterk, gaf zich krijgsgevangen , 10,000 geweeren en 150 Hukken gefchut werden in dezelve een buit des overwinnaars. — Het overgaan van Sluis hadt de geheele ontruiming van Staats Vlaanderen in de helft der maand Oftober ten gevolge , waar na het dooide Franfchen in bezit werdt genomen. —■ Bij de vermeestering der eerste plaatsin deze Republiek, is het de juiste gelegenheid , den Lezer bekend te maaken met een afkondiging die reeds den 22. Junij, na het overgaan van Tperen werd afgevaardigd , voor alle overwonnen plaatzen in België gefchikt was , en haare bijzondere betrekking hadt tot het overheerde Vlaanderen. — Zie hier dezelve. vrijheid, gelijkheid, broederschap of de dood. Be vertegenwoordigers des Volks richard en choudieu gezonden bij het leger van het Noorden. „ Overwegende, dat de Franfche Republiek in den tijd, dat zij aan alle de Inwooners der overwonnen landen hunne rust,  OMWENTELING. just^ zekerheiden eigendommen befchermt, niet te min maatregelen moet nemen, om alle ondernemingen te voorkomen, die in dezelve landen tegen haare belangen zouden worden gefmecd, bepaalcn." I. „ Alle Inwooners der overwonnen landen in België zijn onder de bijzondere bcfcherming der Franfche Republiek op voorwaarde nogthans, dat zij diredtelijk of indirecfelijk niet zullen bevoordeelen de wapenen der verbondene Mogendheden." II. „Allen die overtuigd zijn,gemeenfchap te houden met den Vijand, als mede van eenige daad, complot of gefprekken, ftrijdig met de zekerheid van het Franfche Volk, zullen voor de revolutionaire Regtbanken van Frankrijk gebragt worden en aldaar worden gevonnisd, volgends de wetten." III. ,, Alle perfoonen uit kracht der wetten van de Franfche Republiek uit Frankrijk gebannen en zich in de overwonnen landen bevindende, zullen binnen 24 uuren na de Publicatie dezes , dezelven moeten verlaten, op ftraffen van als Franfche emigranten te worden behandeld." IV. ,, Alle Militaire Commandanten worden belast de ftrengfte maatregelen te nemen r. Til DPERK I. BOEK.  i. T IJ t> h E 11K i G c li i;. 33 .'GESCHIEDENIS der men tot behoud van de Publieke rust in de overwonnen Steden, en om te beletten dat onder geen voorwendze!, van wat aart ook , eenige geweldenaarijen worden gepleegd tegen de zekerheid en den eigendom der Inwooners, terwijl zij daarenboven zullen zorgen, dat de Vrijheid van Godsdienst worde geëerbiedigd." V. „ De Magiftraatcn- der Steden en de overwonnen gemeenten zijn gehouden, onder, hunne verandwoordlijkheid en binnen den bepaalden tijd te gehoorzaamen aan dcrequiimen of opeifchingen, welken hun voor den dienst der Republiek, door de Öorlögscommisfai'isfen zullen worden gedaan ; zullende de ongehoorzaamen als Vyanden der Republiek worden behandeld." VI- „ De Magifrraacen, welken overtuigd worden van oproer verwekt of begunstigd te hebben, het zij in het openbaar? of geheim , of ook met gefprekken tegen de Franfche Omwenteling, zullen voor de Revolutionaire Regtbanken van Frankrijk gebragt en als Vijanden van het Franfche Volk gevonnisd worden." VII. „ De Politie der overwonnen landen «1 uitgeoeffend worden door de Militaire -ommafidancen , tot dat daar omtrent anders  OMWENTELING. ders geordonneerd zij , zullende dezelven nauwkeurig toezigt nemen, om alle kompiotten te verijdelen en de kwaade inzigten der Vijanden van de Republiek te voorkomen , zullende verder waaken, dat 'er, van den kant der Inwooneren, geene publieke noch bijzondere zamenrottingen. voorvallen en de Militaire magt gebruiken om dezelven uit een te drijven." VIII. „ De Inwooners der overwonnen landen zullen hunne wapenen overleveren, in handen der Militaire Commandanten , binnen 24 uuren na de Publicatie dezes en zij, die overtuigd worden dezelven verborgen te hebben, zullen ' voor de Militaire Commisfie gebragt en met den dood geitraft worden." IX. „ De asftgnaaten zullen in alle publieke kasfen worden aangenomen, gelijk ook in den Koophandel, terwijl de geenen, die dezelven weigeren te ontfangen, in discrediet brengen, vervalfchen of valfche in wandeling brengen; voor de Revolutionaire Regtbank van het departement van pas de ■ Calais gebragt ert naar de daarop gefielde wetten van de Republiek geftraft zullen worden." X. „ Om voor te komen, dat kwaadwil- > % tl TIJ D- PS li. Bf I. BOE \t'.  Ij TIJDPERKli SOEK. Rijs fel vascgefteld , in alle de overwonnen landen in west- Vlaanderen worden gevolgd." XI. „ Alle imposten en andere gcregtighedcn, in de overwonnen landen ingefteld, en onder welke benamingen die ook mogen beflaan, zullen blijven voortduuren en ontfangen worden ten profijte van de Republiek." XII. „ De Soldaaten der Republiek zullen de nauwkeurigfte krijgstucht onderhouden: zij zullen door hun gedrag de lasteringen der Vijanden van de Revolutie vernietigen: zullende de hoofden der corpfen en de Generaals gehouden zijn voor de Militaire Regtbanken te doen brengen alle de geenen, die ongeregeldheden zullen pleegen, welke alleen kunnen ftrekken om de zamenzweeringen te bevorderen." ^Gedaan te Rijsfel 4 Mesfidor (22. Junij) Het tweede Jaar der eene en onverdeelbare Republiek. Van 32 GESCHIEDENIS der ligen den prijs der koopmanfehappen en voortbrengzelen des lands, door het invoeren van asftgnaaten, niet zouden vermeerderen, zal het maximum voor de Stad  ÓM WENTELING. 33 Dit befiuit heeft tot een grondflag Verftrekt van alle volgende fchikkingen, in de overwonnen plaatfen, gelijk blijkt, Wartneer hier mede vergeleken wor¬ den de önderfcheidene Publicaties der Franfche Reprefentanten, in de Generaliteit* Landen gedaan , na de vermeestering Van 'i Bosch , alwaar toen het hoofdbeftuur gevestigd werdt, welker inhoud zaaklijk hier op neerkomt: „ de as„ fignaaten zullen moeten ontvangen worden „ de 44. fols tegen één Hollandfchcn „ gulden. De gevlugte inwooners, ten „ ware zij in geblokkeerde plaatfen zijn „ ingefiooten , en het niet mogelijk is daaruit te komen ; blijkens behoorlijke „ atteftatièri , moeten binnen 14 dagen j, terug keeren, op verbeurtverklaaring „ van hunne goederen en op ftraffe van ,, als Emigranten behandeld te worden: „ mogende niemand óp dezelfde ftraffe, „ eenige goederen van gevlugten onder „ zich houden. De Tienden, het zij k lands, geestelijke of van bijzondere per-„ foonen, moeten aan de Commisfarisferi ;, in 's Bosch geleverd worden. Alle -„ Godsdiensten zijn vrij, en 'er zal geen hcerfchende Godsdienst, ten koste van C „ den I. TIJ DP E R K. L BOLK.  3* GESCHIEDENIS der I. T IJ DURC.[. £ ü | K, •» iondien aangewezen worden, om de ou„ de lieden, armen en gebrekkigen te on„ derfteunen, en 'er zal geene bedelaarij „ meer plaats mogen hebben. Niemand „ mag om fchulden gearrrefteerd, ook „ door de regters geene doodvonnisfen of „ anderen geilagen worden, zonder voor„ kennis der Committés. of der Militaire „ magt. Alle achterftallige lasten, onder „ de voorgaande Regeering niet betaald, „ moeten terftond ■ worden bezorgd aan de ii Committés : gelijk ook alle de gelden „ van 's lands Comptoiren, van de kapit„ tels enz. Alle Regeerings en politieke „ zaaken moeten herfteld en eene volkomen „ volksregecring ingevoerd worden." (*) Om nog eens voor een oogenbiik tot Sluis terug te keeren. Onder het krijgsgevangen Guarnifoen bevonden zich vijf honderd Franfche Emigranten. Men heeft ' van dezelven, ook in andere Vestingen, die l" aan een beleg bloot Honden, gebruik gemaakt» } Deze Publicaties zijn van de maand Novembt. ' ,, den lande, meer zijn. Alle de hoogst' „ nodige goederen zullen op een vasten „ prijs worden gefteld, zo als ook het .., dagloon van den arbeider. Er zullen  OMWENTELING. 35 maakt. De menschlijkheid verbiedt ons te vermoeden, dat het oogmerk met zodanige fchikkingen zou geweest zijn deze lieden aan een gewisfen dood over te le¬ veren, om zich, langs dien weg, van hen te ontflaan. Alleen het vertrouwen op hunnen moed en hunne hardnekkigheid, én de begeerte, om door hen het beleg langduuriger te maaken, des Vijands voortgangen te vertragen en op die wijze tijd te winnen , hebben zekerlijk deze fehijnbaare wreedheid in de oogen der Staat- en Krijgskunde gebillijkt. Keercn wij, na dezen uitflap, terug naar de vcreenigde Franfche Legers van het Noorden , de Ardennes en de Moezel, wier hoofdkwartier thans te Brusfel gevestigd is. Derzelver dappere Bevelhebbers jourdan en pichegru, die afgefcheiden, zulke verbaazende vorderingen gemaakt hadden , doen ons de voorfpoedigffe uitkomst verwachten , nu zij vereenigd zijn ; en de ondervinding heeft dit vooruitzigt niet gelogenftraft. Hij , die reeds meer dan eens den vijand zeeghaftig over de Maas gejaagd hadt ffelde Zich voor, den loop dier rivier volgende, hem zo geheel over dezelve en zelfs over G 2 den r. tijüp e r k. h boek; Plan van dei verderen inval.  $6 GESCHIEDENIS der . L T IJ DPERK.I. BOEK. ftand kwam : terwijl de verwinnaar van Vlaanderen , zich de vermeestering van Staats Braband, en, ware het mogelijk, van geheel Nederland tot een taak nam. Wij zullen den loop des laatften voornaamlijk naoogen , alzo deze voor ons het ge- Terug irekken der ver bondene Mogendheden. den Rh jn te verdrijven , dat het ontwerp der Conventie, de bemagtiging van den geheelen linker Oever dier Rivier, nog voor het einde diens veldtochts gelukkig tot wigtigst is. Het vercenigdc Staatfche en Engelfche leger, de wijk naar Antwerpen genomen hebbende, hieldt het eerst ftand te Breda en vestigde aldaar het hoofdkwartier. Naar maate de Franfchen naderden , zag men het zelve terug deinzen , tot dat de Engeljchen zich in de heerlijkheid Boxtel, en op de Nestelroodfche Heide ter verdccdiging van den Bosch, en de Nederlanders onder den Erfprins, zich te Raamsdonk in de Langeflraat neêrfloegen, ter befcherming van dat gedeelte der Generaliteit en de grenzen van Holland. Men vermoedde in den aanvang , dat de Franfchen hun oog op Breda gevestigd hadden ; en verfterkte het , dat het bekwaam was , om een beleg te wederftaan. Wel dra  OMWENTELING. 37 dra echter werdt men overtuigd, dat hunne uitzigten zich hoofdzaaklijk tot den Bosch bepaalden , terwijl zij zich vergenoegden met op de eerstgemclde Stad een waakend oog te houden. Breda omtrekkende, zochten zij de Engelfchen te Boxtel te vernestelen , het geen een gevecht ten gevolge hadt , geheel ten nadcele der laatften. De vernaaien wegens het zelve, zijn van hunnen kant niet zeer uitgebreid of omffandig, het geen reeds van zeiven geen gunftigen uitflag doet vermoeden. — Volgens de berigten van den Hertog van york zeiven, van den 17. September, waren zijne voorposten van den regter vleugel te Boxtel, aangetast en met een aanmerklijk verlies terug gedreven. Beproevende , om dien post te heroveren , moest hij , uit hoofde van de talrijkheid des vijands, met verlies terug trekken en hem in het bezit van Boxtel laten. — De nadering des vijands ook aan zijn linker vleutcI , die wel de zwakfte was , vernemende , en niet genoeg beftand zijnde , om den ongelijk talrijker vijand te wederflaan, of zich met hem in een geregeld gevecht intelaaten , trok hij terug naar den anderen kant der Maaze, zijne Helling nemenC 3 de 1. TIJ D" P E * K. I. BOEK.  T. TIJDPER K. I. BOEK. Ecleg yan den Bosch. 38 GESCHIEDENIS der de bij Grave, Mag men de Franfche bee rigtcn gelooven , dan was de buit van dat gevegt, 1500 gevangenen, 8 canonnen , behalven eene menigte geweeren , caisfons en paarden. Het verlies aan dooden aan den kant der Engelfchen wordt niet opgegeven; maar kan ook niet aanmerkelijk geweest zijn , om dat zij vermijd hadden, in een geregeld gevecht te komen. Het terug trekken des Engelfchen legers, Helde de fferke Vesting 's Bosch aan een onvermijdelijk beleg bloot. Doch , in den Bosch zeiven verwachtte men niets minder dan een fpocdig beleg, cn hoopte men, dat het Franfche leger zich terftond geheel naar Gelderland zou wenden, zonder zich door het beleg dier Vesting te laten ophouden. Deze gewigtige plaats was aan de verdeediging van eene kleine bezetting toevertrouwd , op verre na niet genoegzaam, tot het behoorlijk bewaak'en van alle posten; daar bij, maar maatïg van den noodigen voorraad voorzien. Schoon men dan al reeds in het begin der maand Julij tot het formeeren der Inundatiën , als ook tot het verzorgen van een ruimen voorraad, de. noodige orders gefield hadt, en dus wel bedacht fchijnt geweest te zijn op het drei-  OMWENTELING. 39 dreigend gevaar, blijkt het echter bij de uitkomst, dat, toen het beleg werklijk yoor dezelve geflagcn werdt, men verre af was, van.in, een behoorlijken ftaat van tegenweer gefteld en bekwaam te wezen, om een lang beleg te vcrduuren, — Den 23. September werdt de Stad' opgeëischt , en vier dagen later waren de belegeraars reeds in het bezit van het iïerkc Fort Crevecosur. Hier door meesters van de Inundatie , konden zij dezelve terftond aftappen , en dus de Vesting veel 'nader bijkomen en van rondsom me benauwen. Zij zag zich ook wel dra geheel afgefloten van alle hulp en toevoer. Van den 23. September tot den 9. October , werdt de Stad met kogels en houwitzers hevig bcfchoten: echter, zo als vervolgcnds is gft bleken, alleen met de Vcld-Artillerij , aizo het zwaare belegerings gefchut eerst daags na de overgave aankwam, en met het geen men in de Sterkte Crevecoeur hadt gevonden, Het Guarnifoen kweet zich van zijn kant dapper, en bleef, naar maate vaii deszelfs zwakheid, den vijand niet fchuldig. De inwendige gefteltenis der Stad geduurende het beleg, levert in de daad een zonderling tooneel op. Het eene gedeelte der burC 4 ge- T. Tl] Oi> e li K. I. li 0 e n  I. tijd. pekk, i. soek, 4© GESCHIEDENIS der gerij met den belegeraar gemeenfchop houdende, het andere en wel het grootfte onop-? houdelijk zijne gebeden opzendende, in de bijna dagelijkfche Bedeftonden, die bij het klimmen der gevaaren , zelfs wel tot vier maaien daags herhaald werden. Niemand, althans zeer weinigen, medewerkende, om het zwak Guarnifoen in zijn arbeid te onderffeunen. — Op deze wijze, kon men berekenen , dat deze Vesting geen lang beleg kon verduuren. — Wonder is het, dat bij een zo hevig bombardement en zo veele Godsdienftige Vergaderingen in openbaare gebouwen , welken toch het meest ten doel van bomben en hauwitzers verftrekken , echter geene aanmerkelijke ongelukken gebeurd zijn. In tegendeel vielen dezelven over het geheel zo gelukkig, dat de bewaarende hand der Voorzienigheid daar in moet aangebeden worden. Onder anderen gebeurde het, om flegts een paar voorbeelden bijtebrengen , dat een groot gedeelte van het dak van het Hospitaal der Zwitzers , waar in negen en tachtig kranken zich bevonden , nevens een zolder en kamer, en kort daar op een ander gedeelte van her dak verbrijzeld werden , zonder dat één zieke gekwetst  OMWENTELING. 41 kwetst wicrdt: als ook , dat in een klein huisje flegts uit twee kamers bcfïaande , welken door glas raamen van' een gcfchcf. den waren , en waar in zestien vohvasfen perfoonen en vier kinderen zich bevonden , een houwitzcr door den fchoorfteen op een ketel met koffij viel en vcrvolgcnds onder de tafel , daar dezelve fprong , die tafel met het geen 'er op was, geheel verbrijzelende , en ftukken uit den muur flaande \ terwijl een ander fluk , door de middelglazen vloog op eene bedftede , in welke zich eene vrouw met twee kinderen bevondt ; en echter werdt geen ecnig mensch , zelfs niet ligt , daar door gekwetst. — Naar maato het beleg langer duurde , werdt de voorraad , die grootcndeels reeds verteerd was, aleer de Vesting benauwd werdt, door het nabij liggend Engelsch leger , hoe langer hoe fchraalder ; zo dat bijna op het einde van hei beleg , de boter tot twee en veertig Huivers het pond, de kaas tot acht, de kaarfen tot twaalf Huivers, een vierde van eer fchepel aardappelen tot vier en twintig Huivers geklommen waren, terwijl het tarwen brood nauwlijks te bekomen was. — Ondanks deze bekrompenheid van leevens C 5 rnid i. Til 0» I F. U K. I. C 3 E £«  42 GESCHIEDENIS de ft T IJ DPERK. I. BOEK II I : ■' middelen, — ondanks het zwak en uitgeput Guarnifocn , dat reeds door het onophoudelijk waaken dermaate afgemat was, dat de manfehap menige maaien bij de ftukken in flaap viel , en alleen door een vijandlijk fchot weder gewekt wierdt, — ondanks de berooving van alle uitzigten op ontzet, door dien alle' briefwisfeling was ■ afgefne-r den, en de berigien, met de tlollandfche Couranten, door den Franjchen Bevelhebber zeiven toegezonden , die uitzigten verder verdonkerden, —bleef de Commandant de Vesting manmoedig verdeedigen, tot zo lang de zekere verwachting van een ftorm lopen des vijands binnen drie dagen , en de bewustheid van denzelyen niet te kunnen afflaan, uit hoofde dat de buiten muur bij de fterkte de Papenbril, reeds zeer verzwakt en op zommige plaatzen tot aan het vallen gebragt was , en die post van binnen niet meer genoegzaam kon bezet worden, hem tot de overgave noodzaakten, tVIisfchien zou men het tot dit uiterfte niet liebben laten komen , en wel eerder tot ;ene onderhandeling zijn toegetreden ; inlicn men hadt kunnen bewerken , dat het ^orps van beon, uit Emigranten beftaanlc , in de Capitulatie was begrepen ge- wor-  OMWENTELING. 43 worden. Dan, op .dat Huk waren de Republikeinen onverbidlijk. Na de Capitulatie heeft men alle mogelijke poogingen aangewend , om die ongelukkigen te redden , zo door hen te verkleeden , als door hen over de weggezakte Inundatie te doen ontvluchten. Dan, weinigen zijn het ontkomen, vier honderd en acht geraakten in de magt der Republikeinen , fchoon de gearresteerden niet terftond om het leeven zijn gebragt. De Capitulatie , na herhaalde onderhandelingen , eindelijk tot ftand gebragt, en op den 9. October door de wederzijdfche hoofden , den Generaal i'iCHEGRU , den Bevelhebber van het beleg en den Commandant der Vesting % den Prins van he s s en - phi lip s t h al getekend , ftondt aan de bezetting den uittocht toe met krijgseer , flaandc trom , brandend lont, vliegende vendels', geweer, bagagie en acht veldftukken tot aan de Stad Gr ave. van waar zij zich kon begeeven , waar zij wilde , onder den eed , van voor de uitwisfeling , geene wapenen tegen de Franfche Republiek te zullen voeren. De Emigranten werden van dezelve Capitulatie uitgezonderd. Dc overige ar- 1. TIJ D< P E R il. I. BOEK.  I. TIJDPERK.i. BOEK, kgertng van s Hertogenbosch, bij M. de Bruin 1794. dat ik hier bij gebruikt heb; zijn mij door cenq echte hand de volgende bijzonderheden betreffende dit beleg medegedeeld. Na dat het Franfche leger, onder het bevel van den Generaal en Chef pichegru over St. Oedenrode was voortgerukt, avanceerde de Generaal daendeüs, wiens brigade geduureude den laatften veldtocht bijna altoos de voorhoede der armee mede uitmaakte tot bij Rosmaalen. Den 22. Sept. recognosceerde hij langs den dijk naar Orthen, alwaar hij in het gezigt der OrihenSchans naar de fterkte der bezetting vernam. Twee doorfnijdingen waren wel in dien dijk, door het voornoemde fort lopende gemaakt, maar nog verre af van vortooijd, terwiji de bezetting flegts in eenige weinige manfchappen beftondt. Met vier ordonances reedt hij de fchans in , en bemagtigde dezelve, terwijl een groot aantal arbeiders zich met de vlucht redde. Hadt hij meer Cavallerie bij zich gehad, zou het hem weinig moeite gekost hebben om de vluchtende manfchap tot binnen de Orthenpoort van 's Boich te vervolgen. Dien zelfden dag reeds wierpen de Franfchen met een mortier, die zich in die Schans bevondt een houwitzer binnen de Stad. Intusfchen werdt niet verzuimd om de doorfnijdingen onmiddelijk met hout en omgehouwen boomen te dekken. Door het bemagtigen van dat Fort was nu de communicatie tusfchen da 44 GESCHIEDENIS der artikelen zijn te weinig belangrijk, om melding van dezelven te maaken. (*) Ziet (*) Behalven het onzijdig verhaal wegens de be-  OMWENTELING. 45 Ziet daar dan nu de Franfchen in het bezit eener vesting, die hen niet alleen mees- de ftad en de fterlue Crevecmur geheel afgefneden. Tusfchen den 23. en 24. rukte eene Co« lonne onder den Generaal de winter voorwaarts tot Boekhoven en bezette verder Engelen, Vlijmen, groot en klein Leuteren, Cromvoort en Vngt tot Halder. De Generaal zelve hieldt zijn hoofdkwartier te Vugt , en 'er werdt een brug van Pontons over de Dieze geflagen orn de communicatie met daendels open ce houden, wiens divifie zich van Halder over St. Michielz Ce stel, Mlddelroode , Berlicum , waar hij zijn hoofdkwartier hadt, tot Rosmaalen uitflrekte, waar door de Stad geheel was ingefloten. — Het Generaale hoofdkwartier van pichegru was op het Kafteel van Heeswijk. Daendels, wien het beleg van de Merkte Crevecatur was opgedragen, deedt in den nacht tusfchen den 23. en 24. Sept. de batterijen opwerpen. Den 24. eischte hij het Fort op, en maakte op hetzelve zulk een hevig vuur, dac de Commandant tiboel reeds den 25 in onderhandeling wenschte te treden. Daar men het over de Voorwaarden niet eens kon worden, bleeveh de Franfchen tot den nacht tusfchen den 26. en 27. op de fterkte vuuren, en veroorzaakten in dezelve eene aanmerkelijke fchade, fchoon zij flegt twee batterijen, voorzien met ftukken van 12 ponden, en niet meer dan twee mortieren hadden. De belegerden intusfchen blee- vea I. tijdperk. I. boek.  46 GESCHIEDENIS DER i. TIJDPERK.I. BUbK. ven uen ook niet ïcnuiuig. in uen nacnc tusfchen deu 2-6. en 27. gefchiedde de overgave; De bezetting beftaande uit Hollandfche en Hesfifche troepen , trok met alle krijgseer uit, tot op den Heelfchen waard, alwaar zij hun geweer en wapens moesten nederleggen, en vrijheid kre^ gen om over de Maas naar Holland te trekken , ondef voorwaarde van tegen de Franfchen geene wapenen te voeren. De Franfchen verloren bij de bemagtiging van dit Fort ilegts één man, e;i hadden weinige gekwetften. De overgave van dit Fort, waar in zij voor 5 maanden voorraad van leevensmiddelen, en een ruimen krijgsvoorraad vondeu, kwam den Franfchen, die door hun fpoed in het voordrukken niet al te wel voorzien waren j zeer te ftade in het beleg van den Bosch: want hun zwaarfte belegering! gefchut kwam eerst aan op het punt of even na de overgang van die Vesting. Behalven ditj gaf deze fterkte hen een ander voordeel, en dit was, de aftapping der inundaties rondfom den Bosch. Hier van miakten zij dan ook terftond gebruik en wel mee dien uitflag, dat zij reeds den 28. Sept. de loopgraven konden op;nen, en vorderden zij hier mede in den tijd van 3 dagen zo ver , dat zij de buiten werken voor den boom konden naderen. — Vervolgends het water der inundatie voor de Orthen poort afgeleid hebbende , kreeg men gelegenheid, om van dien kimt de batterijen nader asn de Stad optewer- peni meesters maakte van 145 ftukken canon^ waar onder 107 me taaien, 130 duizend pon-  OMWENTELING. 47 ponden kruid, een menigte ijzer, 9000 geweeren, maar die hen eene vastigheid, een punt ycm — nu>iue overige oatienjen waren op Klein Deuteren , deze veroorzaakten wel de meeste fchade aan de Stad; te Vugt, gerigt tegen het Fort Ifabella; en te Hintham. — Uit de Orthenfchans werdt meest op de wallen der Citadelle gefchoten met oogmerk om, bij aldien de overgave niet fpoedig volgde, in deszelfs hooge en bouwvallige muuren eene bres te maake'n. *. De zwakheid van het guarnifoen moest natuurlijk de belegerden in het aanwenden van alles wat ter verdediging der Vesting en tot afbreuk voor den Vijand vereischt werd, zeer belemmeren. Van daar dat zij de Franfchen weinig hinder toebragten in het openen hunner loopgraven, het opwerpen der batterijen en het maaken van verderen toeftel. — Van 'daar, dat zij ter verwoesting dier werken ilegts een uitval durfden beproeven , die echter den Vijand weinig nadeels toebragu Het was in het laatst van September dat de Graaf van Rechteren, onder zich hebbende een Corps Emigranten en een v Detachement Hollanders de Franfchen meende te verrasfen. De Emigranten, onder voorgeven van Deferteurs te zijn naderden en overvielen een voorpost, waar zij eenige krijgsgevangen maakten, een Capitein doodden, die zich aan gene Emigranten wilde overgeven , en een Officier t der Genie doodlijk ' kwetften. Zij dreven da Franfchen te rug tot bijna den Hollandfcheti dijk; doch daekdels hier van kennis gekregen I. TIJDPERK. L BOEK.  t Tij D V K R Sn I BOE IC. ren. Zeer moeilijk zou men hun de bemagtiging van deze plaats hebben kunnen maaken, ja mogelijk wel het geheel beleg doen opbreken, indien het Engelfche leger voor zijn vertrek eene genoegzaame bezetting in dezelve geworpen hadt, gelijk de Oostenrijkers vervolgends ten aanzien van' de Vesting Madfl richt deeden. Dari, dezen werden hier van teruggehouden door een overdreven denkbeeld van des Vijands magt in manfehappen , en belegering-gefchut, 48 GESCHIEDENIS der punt gaf, van waar de Omwenteling zich door geheel Nederland kon uitbreiden eri Waaruit men hen nu zo gemaklij k niet zou verdrijven, als zij dezelve ingetreden wa- "Releg vim de •Stad Crave, en door eene ijdele vrecze voor dcnzelven. Buiten de vermeestering van het Fort St. Andries.. dat men, hoe gewigtig ook om den inval in dè Bommelerwaard te begunstigen ^ weder aan den Vijand overliet, als ook in laatertijd, eenige proeven met fchuitjes om over de Maas te komen, hielden de Fran fchen gen hebbende trok onmiddelijk aan het hoofd van twee Escadrons Husfaaren uit, deedt de deinzende troepen voorwaards rukken en den indringenden vijand zeer fpoedig terug trekken, zon* der dat hij den tijd hadt om eenige fchade tm de Franfche werken toetebrengeiij  OMWENTELING. 49 zich een geruimen tijd aldaar ftil. Terftond na de inneming van den Bosch wendden zij hunne magt naar den Gr ave t ten einde die Vesting te benauwen en in het land tusfchen Maas en Waal door te dringen. Hier hadden de Engelfchen zich neder geflageh , ten dcele om de laatfte Vesting, ten deele ook om Nijmegen zelve te dekken, in welke Stad zij zich ook gedeeltelijk geworpen hadden. Natuurlijk ontftondt hier uit weder een gevegt, na bij Drenten op den 19 of 20 Oéb tusfchen de beide legers, na genoeg aan eikanderen gelijk in magt, dat geheel ten nadeele der laatften uitviel. Volgends hunne eigene berigten fneuvelde in dat gevegt, op 50 man na, een geheel Regiment, terwijl een ander zwaar hadt geleden. Dit verlies was grootendeels veroorzaakt, door dien men een corps vijandlijke Husfaaren, voor het Corps van rohan, in Engelfchen dienst, hadt genomen en onverhinderd toegelaten te naderen. De Franfchen verhaalen bij die gelegenheid 4 ftukken canon, 1 Vendel, 600 krijgsgevangenen genomen en 69 neêrgefabeld te hebben. —■ De Engelfchen weeken vervolgens gedeeltlijk tot over den Rhijn naar D Am. 1. TIJ Dt E R K. L BOEK.  5o GESCHIEDENIS der t. TIJDPERK.i. BOEK Te vorderingen van hetóVrabcr- en Maas leger. Arnhem ; en voor de Vesting Grave werdt door de Franfchen het beleg geflagen. — Na de bemagtigi'ng van den Bosch bepaalden zich de werkzaamheden der Fran rchen in het overig gedeelte van Staats Draband flegts tot eenige fchermutzelingcn, cn bleeven zij zich verzamelen, om ireda cn Bergen op den Zoom min of meer te benauwen en te verontrusten, en de bewegingen des vijands gade te flaan: terwijl zij eene geduchte magt lieten bij een trekken en gereed hielden, vooral in de Baronij van Breda cn in de nabijheid van de Langeflraat om met de eerfte guiaftige gelegenheid hun voordeel doen. Met zij ons hier vergund een korten terugtred te nemen tot het vereenigd Samber- en Maas-leger onder het opperbevel van den dapperen jour dan. Na deszelfs vereenigmg met het Noordlijk leger bij Brusfd liet het niet af de Oostenrijkers voor zich heen te drijven, tot dat dezen den Rhijn geheel waren overgetrokken. Het nam terfïond bezit van Namen en Luik: trok bij Luik. Maaflricht cn Venlo over de Maas, verfloeg de Oosten-  OMWENTELING. 51 tenrijkers, waar het dezelven aantrof, en jaagde hen bij Keulen over den Rhijn: het liet hen geene andere eer over, dan die van een roemvollen aftocht. Eer de maand October ten einde was , zag men de Franfchen, daar ook het krijgsgeluk het Moezel-leger in de bemagtiging van Trier en Coblents begunfligde , meesters van den gcheelen linker oever des KhijttSi en, Mentz uitgezonderd, zo wel van den opper-als beneden - Rhijn. Intusfchen verdienen de Oostenrijkers de eer van den Vijand zijne voortgangen voet voor voet betwist te hebben. Bloedig waren de gevechten aan de boorden der Maas cn Ourte. Dan het fcheen, dat thans noch kunde noch moed, noch krachten befLand waren tegen den geestdrift der Vrijheid- en Vaderlandsliefde , die als een doorgebroken rivier alles overflelptc , verzwolg en zich door niets liet weder (tree ven. . Maaflricht, waarin zich omtrent 12000 Oostenrijkers geworpen hadden, behalven het Hollandfche Guarnifoen, verduurde nog een alles verwoestend bombardement, waar na het zich op eerlijke voorwaarden bij verdrag overgaf. Penlo, waarin eene D 2 be- I. TIJDPERK.I. BOEK.  i. TIJ DPER K. i. BOEK. aangelegd, ftrekt, dat door de bemagtiging van Trier en Coblents de Franfchen thans de Oostenrijkers in den rug konden vallen en hen dus tusfchen twee vuuren zetten: als ook dat zij nu de handen in die ftreeken ruimer hebbende, een goed gedeelte van het Moezel - leger konden afzenden , om de werkingen van het Samberen Maas - leger te onderfteunen ; terwijl de herovering der Henegoirwfche Steden Valenciennes, Conde, Landrecy en Quesfioy, van alle uitzigt op ontzet afgefneden, hen in overvloed verzorgde van alles, wat zij tot belegeringen behoefden, waar van zij, buiten dien, fchaarsch voorzien 5* GESCHIEDENIS DEr bezetting lag flegts van 1200 mannen , hieldt het korter uit en heeft ook minder geleden. — Ten bewijze, hoe fchrandcr het geheele plan van dezen Veldtocht was Beleg van Nijmegen- fchijnen geweest te zijn. Dan, om tot het Noordlijke leger terug te keeren. — Na den gelukkigen uitilag van het gevegt op den 20. Oétober, was het beleg van Nijmegen natuurlijk te verwachten. De Engelfchen, die wel order fchijnen gehad te hebben , om zich in geene belegerde plaatzen te laten opfluiten, trok-  OMWENTELING. 53 trokken grootendeels terug, naar maate het gevaar des belegs naderde en vestigden hun hoofdkwartier te Arnhem , echter lagen twee regimenten Hanoverfche Kavallerij en drie infanterij, a Regimenten Engelfche Infanterij en 1 Kavallerij met 33 ftukken canon in de werken gccampeerd , behalven nog veele anderen , die in de Stad zelve de bezetting met de Staatfchen uitmaakten. — Het Staatfche leger trok mede terug, om de linie van de Greb te verdedigen. Bij het naderen der Franfchen hoopte men door de Oostenrijkers nog tijdig genoeg ontzet te zullen worden : dan de Franfchen verijdelden die verwachting, door hen bij Wezel den overtocht over den Rhijn te betwisten. — Dit beleg van Nijmegen is te merkwaardig, om ons niet bijzonder bij hetzelve eenigzins optehouden. Na het meergemelde gevegt, welkers hoofddoel was, de gemeenfehap tusfchen Gr ave en Nijmegen aftefnijden, waren de Franfchen reeds zo ver gevorderd, dat hunne voorposten zich van Ewik tot Kranenburg uitftrekten. Inmiddels was men te Nijmegen, het beleg wactu-ende, nacht en dag bezig met de Stad en het bijgeleD 3 gen I. TIJDPERKI. BOEK.  54 GESCHIEDENIS der. t. T IJ PPERIC. i. boek. gen Fort Knodzenburg in een geduchten ftaat van ■ tegenweer te brengen. De Engelfchen, die bij de Stad gecampeerd lagen, waren bijna dagelijks tot den 29. Oétober handgemeen met de Franfchen^, zo in gevechten als fchermutzelingen , die echter aan beiden geen voordeel toebragten, maar veel volks vernielden. Geftadig vleidde men zich met ontzet door de Oostenrijkers ; dan bij de uitkomst bleek, dat hunne magt, flegts 8 of 10,000 fterk, daartoe te gering zou geweest zijn, en zij ook niet tijdig genoeg konden aankomen, om de Stad te ontzetten. Behalven nog, dat de Franfchen gedumig een waakend oog op hen hielden en. hen den overtocht over den Khi;n, zo dra zij denzelven flegts beproefden, allernadruklijkst betwistten: want daar thans de legers van pichegru cn jourdan in het Kleeffche aan eikanderen flooten , onderftcunden zij elkanders werkzaamheden. De opeifching der Stad gefchiedde den 3 November, en werdt dezelve, bij de weigering der overgave, met gloeijende kogels en hauwitfers hevig befchoten, waar door op verfcheiden plaatzcn brand ont- fton-  OMWENTELING- 55 {rondt. De Broer Kerk brandde geheel af en door het ncderftorten van de tooren geraakten nog zes huizen in brand. Dit zelfde lot trof wel 17 huizen in eene {teeg, die tot den grond toe verteerden.De overige gebouwen werden mede zeer befchadigd. — Terftond na de opcifching was reeds het ontwerp gevormd, om de Stad te ontruimen, als te zwak zijnde, om dezelve te verdcedigen, ook was zij tot een lang beleg niet genoegzaam voorzien. De Engelfchen hadden ingevolge hier van reeds de Stad verlaten \ doch weldra zag men dezelven, met eene verfterking van 3000. man Staatfche troepen, met den Erfihdhoudcr aan het hoofd, terug keeren \ en werdt toen bcfloten de Stad te verdeédigen. Dien zelfden dag deedt het Guarnhoen een uitval, die veel volks kostte , maar aan het oogmerk, de verwoesting der Franfche''-werken, vrij wel fchijnt beandwoord 'te hebben. Inmiddels zag men overtuigelijk, dat het niet mogelijk was de Stad langer te houden'en men befloót eindelijk dezelve in alle flike- te verlaten. Dit werdt in den nacht tusfchen den 7. en 8 November- werkftcllig gemaakt. Dan D 4 de- 8 TIJD* PEUK I. BOEK.  i. T IJ DPERK i. BOEK 56 GESCHIEDENIS der deze ontruiming gefchiedde, met zulk eene overhaasting en verwarring, dat een aanmerkelijk gedeelte des Guarnifoens daar door in de magt der Franfchen geraakte. Bij het uittrekken bevindende dat de fchipbrug door het vuur der Franfchen dermaate geteisterd was, dat men dezelve alleen te voet kon overgaan , trokken de Engelfchen en Hanoverfchen met achterlating van hunne paarden, over dezelve de rivier over. Door welk een toeval deze brug, terftond, na dat zij dezelve over waren, in brand geraakte, is niet te bepaalen , door dien de duisternis des nachts en het aanhoudend vuur der Franfchen het gezigt verbijsterde. Brandende dreef dezelve de Waal af. De Staatfche Regimenten , die den aftocht moesten dekken , zagen zich daar door genoodzaakt de gier-: brug te gebruiken. Een Bataillon van Bentink, zich daar op bevindende, geraakte men aan de overzijde der rivier, te Lens in het denkbeeld dat het Franfchen waren, en fchootmen het Touw van de brug in ftukken, waar door zij naar de Stad terug dreef, en het zich daar op bevindend Bataillon in de handen fox Franfchen, krijgs-  OMWENTELING. 57 krijgsgevangen overleverde. — Daar en boven, was deze ontruiming zo fchielijk in zijn werk gegaan , dat reeds een goed gcdeclce van het Guarniibcn de Stad verlaten hadt, eer het andere, dat zich nog in dezelve bevondc, hier van iets bemerkte. Toen zij hunne makkers op de gierbrug naar de Stad zagen drijven, cn de vlam van de fchipbrug in de duisternis fehitteren, waren reeds eenige Franfchen in de Stad gedrongen. Balneavis, een krijgsman, die zich in de gebeurtenisfen voor de Omwenteling in 1787. zeer berugt gemaakt heeft, doch wien niemand, hoe hij ook over hem denke, ftoutheid van hart en tegenwoordigheid van geest zal betwisten , volgends zijn rang, het opperbevel van de Stad overnemende, was terftond bedacht, om met de nog tegenwoordige Officieren krijgsraad te beleggen en te beproeven of het niet mogelijk ware, eenige Capitulatie te bedingen. Dit gelukte hem, nog in zo ver, dat hij met zijne onderhebbende manfehap, waar onder nu ook het zo evengemeld regiment van bentink, met volle krijgseer uittrok, doch vervolgens, na het nederleggen der waper D 5 nen, I T IJ D. PERK I. BOEK.  58 GESCHIEDENIS de i. TIJDPERKi. BOEK. nen , krijgsgevangen naar Raveftein gevoerd werdt. Hun getal beliep in alles omtrent elf honderd. Het is hier de gepaste gelegenheid, om gewag te maaken van eene bijzonderheid, die in de géfchiedenis der omwending eene gewigtige plaats bekleedt, ik meen , het gehouden gedrag der Engrlfche troepen. De krijgstucht fcheen bij hen , nog weinig aan landoorlogen gewoon , geringe vorderingen gemaakt te hebben. Verregaand waren de ongeregeldheden , waar door zij zich , overal, waar zij zich bevonden, gevreesd en gehaat maakten. In het begin van Oétober , vaardigde de Hertog van vork eene waarfchuwing uit tegen alle daaden van geweld , roof en plundering. (*) In dien akeligen nacht , bij de (*) In dezelve betuigt zijne Koningüjke Hoogheid dat hij niet dan met een hooggaand leedwezen , zich genoodzaakt vondt , andermaal te moeten waarfchouwen tegen de fchandlijke daaden van geweld en plundering, die het leger onder zijn bevel onteeren: — dat hij overtuigd van de noodzaaklijkheïd eener ftrenge rechtioeffening , reeds vijf mannen, op plundering betrapt ,  OMWENTELING. 59 de ontruiming van Nijmegen , onder het hevigst bombardement waren zij woest en ontmenscht genoeg, om , even als of zij eene vijandlijke Stad verlieten1, de ongelukkige cn beangfte Stedelingen , die nauwlijks eene fchuilplaats konden vinden , waar zij zich voor het vliegend moordtuig veilig oordeelden, te plunderen en te betrapt , rer dood veroordeeld hadt , maar door medelijken tot de fchoifing van dat vonnis was bewoogen geworden; echter nu rog eenmaal hét groot aantal van jonge lieden, waar uit zijn Ieger beftaat, wilde waarfchouwen, alvorens zij. de ftraf ondefgaan van een misdaad , van welkers aart zij mogelijk, geen denkbeeld hebben , uit hoofde van de ïlrafloosheid met welke zij dezelve hebben zien pleegen; — dat hij ingevolge hier van de üitdruklijke bevelen heeft gegeven aan de Prevoost en zijne adfiftenten, om ieder, wie het ook zij, krijgsknecht of tot het leger behoorende op daaden van plundering of geweld betrapt, door den fchejpregter te doen ophangen of geen bij der hand zijnde , te doen doodfchieten: — eindelijk keert hij zich' tot zijne Officieren en vermaant hen. in de iterklte bewoordingen , om zich te vereenigen, cm de plunderzucht en losbandigheid, van welke zij dagelijks ooggetuigen zïm te keeren, door alle gepaste maatregelen en voor alles door een algemeen voorbeeld van gehoorzaamheid der Officieren zefocn, enz. I. TIJD1'E R.K I. B OEIC.  6ö GESCHIEDENIS der r. TIJ D- PERK l BOEK. berooven. Waren zij hier in niet door de Hollandfche troepen , die zich voor die weerloozen manmoedig in de bres fielden, krachtdadig gekeerd, en wel zo, dat menig een zijne roofzucht met den dood moest boeten , het lot dier Stad zou boven verbeelding ijsfelijk geweest zijn. — Ik zwijge nu nog van de verdere verwoestingen in de Provintie Gelderland naderhand aangericht, waar door onder anderen des Prinfen Lusthuis V Loo , ten eenemaale geruiqeerd en uitgeplun* derd is. Ziet daar dan nu den onvermoeiden Frank , zo ver in ons Vaderland gedrongen , als moed en krijgskunde hem konden brengen. Ziet daar zijn zegevierenden loop gefluit, door een'vijand, tegen wien kunst of dapperheid niets vermogen. Dat zelfde Element, wiens woede ons Vaderland zo dikwerf doodlijk was , of het op den rand van den ondergang bragt , is thans deszelfs magtigfte verdeediger. Aan den eenen kant zien de Franfchen zich weerhouden door de Maas , die zich van de Waal affcheidende, Bomnel tot een Eiland vormt. Vap de andere zijde;  OMWENTELING. &i zijde zien zij voor zich de breede Waal, daar zij Nijmegen befpoelt. De oevers dier Rivieren zien zij bezaaid met batterijen, welgeplaatst om hen iedere proeve tot overgang duur genoeg te doen bekoopen. Gelukt het hen deze rivieren overtetrekken , dan nog zien zij hun vaart tegenhouden door den magtigen Rhijn, omboord met ontelbaare vuur monden en talrijke wachten ; — door den IJsfel ert andere mindere Rivieren. Van Arnhem tot Deventer was de IJsfel, tot dekking Van het overig gedeelte van Gelderland en de Provintie Overijsfel, door Oof« tenrijkers en Engelfchen flerk bezet. Het Staatfche leger, onder Prins frede rik , verdeedigde de linie van de Greb. (*) Hoe meer de Winter naderde , hoe meer het zwellen der Rivieren te voorzien was, het welk hen niet alleen alle proeve tot den overtocht zeer bezwaarlijk , maar ook (*) Dit is eene waterlinie , zich ftrekkende van den Rhijn bij Wageningen , tot de Rivier den Eem, en zo tot de Zuider Zee, en beftaat uit laage landen , die toen allen geïnundeerd waren , om de Provintie Utrecht te beveiligen. I. TIJDPERK II. B -,£.  L TIJDPERKI. BOEK. TWEE- 62 GSECH. der OMWENTEL. ook niet minder hun verblijf iri de tegenwoordige gefteltenis der dijken hachlijk maakte. De nood drong hen tot eene rust, die hen ondraaglijker was , daar zij het gevolg was van onoverkomelijke beletzelen , en geenzins de belooning van voleindigden arbeid.  TWEEDE BOEK. INWENDIGE GEBEURTENISSEN. Dit gedeelte onzer géfchiedenis zal ons een flap nader tot het gewigtig Tijdperk der Omwenteling brengen. De tegénftrijdigfte poogingen zullen wij zich zien vereenigen en zamenlopen in één punt, om die gebeurtenis even zeer te bevorderen en daar te ftellen. — Moeilijk, was het het gebouw der gevestigde ConfHtutie omvertehaalen. Het viel niet, dan na dat de gevaarlijkfte ondermijningen zich zamenpaarden met geweldige en onweêrflaanbaare flagen. Maar juist dit moet iederen Wijsgcerigen befchouwer reeds van vooren doen vermoeden, dat 'er veel moet voorafgegaan zijn, 't welk dit, fchijnbaar zo wel gevestigd, gevaarte eindelijk deed: tuimelen. Wij vertrouwen dat dit gedeelte van dit gefchiedverhaal deze waarheid in den helderden dag zal ftellen. De géfchiedenis van de inwendige gefteldheid van ons Vaderland bepaalt onze «fn- T. TIJDPERK.II. BOEK.  f4 GESCHIEDENIS der ï. TIJDPERK, ii. BOEK. aandacht tot de poogingen der handhavers van den gcvestigden Regeeringsvorm cn der Gemecnebestgezinden. Wij zullen ons bij deze benamingen houden, dewijl wij ten uiteffreh huiverig zijn, dm met eenige uitdrukkingen , die alleen eene vrucht van laagc partijzucht zijn, ons verhaal te ontluisteren. Het groote doel der voorflanderen van het bewind, — de fpil, waar op alle hunne werkzaamheden omliepen, was de gevestigde ConfHtutie ongefchonden te bewaarenjen zich in het befhmr te verzeker ren. Om dit te bereiken, voerde men den oorlog, die eigenlijk tegen de ConfHtutie gerigt was, voor zo ver het Stadhouder^ fchap een wezenlijk deel van dezelve uitmaakte , met allen nadruk, handhaafde de orde en rust van binnen met alle zorgvuldigheid, voorkwam op alle mogelijke wijze , alle verflandhouding met den indringenden vijand, cn poogde zich eindelijk, bij het gevoel van volftrekte onmagt , met hem te verdragen. Maar dit alles juist moest, natuurlijk , zamcnloopen om een aanmerkelijk deel der Natie tot het hoogst misnoegen over de plaats hebbende orde van zaaken te brengen. — Goed en * - bloed  OMWENTELING. 65 bloed opteofferen, mee geen ander vooruitzigt, dan, op zijn best, door een fchandcHjkcn Vrede, waar bij het behoud der ConfHtutie alleen door de dierbaarfle opofferingen gekocht zou kunnen worden, den oorlog te doen eindigen; doch welkers uitflag waarfchijnlijker was eene algeheele overmeestering door den Vijand; — goed en bloed opteofferen , met de vreeslijke verwachting van, of het toneel des oorlogs in het hart des lands verplaatst te zien, of ten prooij der overftroomingen en van de roof- en plunderzucht van den baldaadigen foldaat te verftrekken: — dit alles in aanmerking nemende , rijst natuurlijk de vrage, moest het niet bij het gros der Natie , zo gefield op zijne rust en gemak, zo ongereed tot opofferingen, den grootHen weerzin tegen den oorlog en den vuurigften wensch naar deszelfs einde, het zij dan ook tot welken prijs, verwekt worden ? Men ziet dus reeds vooruit, dat juist die zelfde maatregelen , welken de nood den voorfhmderen van den gevestigde regeeringsvorm afperste, ter vestiging en beveiliging van hun gezag, juist het ftrijdig uitwerkzel van deszelfs ondermijning moesten voortbrengen. — Dan ontwikkelen wij dit wat nader. E Geld r. TIJ 3* PERK. al BOEK.  66 GESCHIEDENIS Drr I. TIJ DPERK II. BOEK. Geldheffingcn Geld en manfchappen zijn de zenuwen van den Oorlog. En daar aan juist ontbrak het de hoofden van het beftuur. Onnoemlijke fchatten verilondt deze Oorlog cn niet minder was dezelve kostbaar in menfchenbloed. De uitkomst heeft dat geen vrij zeker doen vermoeden, het geen eene valfche Staatkunde eischte te bedekken , — dat de geledene verliezen onbedenkelijk groot moeten geweest zijn. Geen jaar geloof ik tekent zich in de Jaarboeken onzer Republiek zo vruchtbaar in ontwerpen om geld te bekomen, als het geen wij thans voor ons hebben. Snel en onafgebroken volgde de eene werking op de andere, zo dat zij niet zelden in clkanderen moesten lopen en verwarring voortbrengen. — Twee termijnen der betaaling van den tweemaal één honderdften penning waren in het Jaar 1793 reeds afgelopen: de twee laatften vielen in April en September van het volgende Jaar —Dan, nog eer de derde termijn was verfchenen, zag men reeds bij Holland, dat den grootften last des oorlogs droeg, eene Negotiatie van zes millioenen, die in Jaauarij des voorgaanden Jaars was uitgefchreven en toen, 't zij dan om welke rede-  OMWENTELING. 67 viert, gefloten was geworden, weder openftellen. Derzelvcr voorwaarden waren , volgends den ftijl der Hollandfche negotiaties, zeer voordeelig en aannemelijk. Want in dezelve werdt den geldfehieteren een intrest van vier ten honderd, zonder eenige korting van 100 of 2oofte penning, nu en voor altijd toegezegd; aan hun, die verkoozen twee derden in Obligatien op dit land, onverfchillig welken, te leveren, 3 ten honderd beloofd, mede zonder korting; jaarlijks zou men van de hoofdfom een ten honderd , bij looting , aflosfen , hebbende de geldfchieters nog dit voordeel dat zij hunne gelden vóór de helft der maand fourneerende, de intresfen met den eerften derzei ven zouden ingaan ; wordende deze negotiatie ook tot voogden enz. uitgeflrekt. Bij deze openfrelling werdt nu op den 20. Februarij nog deze voordeelige vermeerdering toegevoegd, dat bij iedere ƒ2000 in gereede penningen twee certificaaten gevoegd konden worden, om daar mede binnen den tijd van een Jaar oude obligatien tegen nieuwen te verwisfelen : dat bij de overgifte der obligatien, uit deze negotiatie fpruitende, coupons gevoegd E 2 zou- TIJDPERK II. BOEK.  L TJJ 0P E R K Jl. BOEK. j j 68 GESCHIEDENIS drr zouden worden voor den tijd van twaalf Jaaren, betaalbaar op den vervaltijd, zonder de gewoone confenten te behoeven 9 dat zij die voor ƒ 10,000 cn daar boven in gereede penningen deelnamen één ten honderd premie zonden genieten. Deze negotiatie ging in den derden Maart. . Den 19. van die zelfde maand werdt er nog een nader berigt uitgegeven, nopens eene negotiatie bij wijze van loterij, in September van den voorgaande Jaare vastgefteld, mede ftrekkende om de deelneming des te krachtiger aantemoedigen. Bij dit berigt werdt aangekondigd, dat voor de reeds getrokken of nog te trekken prijzen of praimiën zouden uitgegeven worden obligaties, ten rente van drie ten honderd, zonder eenige korting en vrij van alle belasting ; bij dezelven zouden mede coupons voor twaalf Jaaren gevoegd worden, te betaalen op den vervaltijd, zonder de gewoone confenten aftcwachten ; de deelneming in dezelve werdt ook vrijgefleld aan alle Voogden en adminiftrateurs : verders behelsde dit berigt nog andere ehikkingen, om de deelneming zo veel nogelijk aangenaam te maaken. Wij zullen thans voorbijgaan het befluit n het laatst van Julij uitgevaardigd, waarbij  OMWENTELING. (o bij het verkeerde begrip, - als of men boven ƒ 2500 gulden gegoed zijnde, deze fom eerst mogt aftrekken, en flegts van het overblijvende den tweemaal één honderdften penning opbrengen, 1 wordt weggenomen, en het afleggen van den eed tot na den vierden termijn uitgefteld Dan de maand Julij was nog niet geëindigd , of de Staaten van Holland vaardigden een nader befluit af, omtrent deze gedwongen gcldheffing,' die ten bewijze ftrekt, hoe na op den bodem de geldkisten reeds geledigd waren. In hetzelve verklaaren zij , dat de aankomst van de troepen van zijne Groot Brittannifchè Majefteit binnen de Frontieren van dezen Staat, de verzorging van verfcheiden behoeften fpoedig vereifchende; de aannadc-' ring van den Vijand de verdubbeling der middelen van defenfie zo te water als te lande noodig maakende, — en de beste voornemens en de grootfte moed onnut zijnde, zonder de toereikende geldmiddelen, om tot het benodigde, tot verdediging van den Staat en al , wat daar in dierbaar is, in het werk te ftellen, — zij dcrhalven in dezen dringenden nood van E 3 het I TIJ D'tERKII. ' 1) 0 E K.  I. TIJDPERK. ii. BOEK. ?o GESCHIEDENIS der het land hebben goed gevonden , de betaaling van den vierden termijn van den tweemaal één honderdflen penning te vervroegen, zodanig, dat dezelve in de maand Augustus, in plaats van in de maand September betaald zou moeten worden." Nauwlijks was op den 26. Juiij de be.wuste vierde termijn vervroegd , of reeds den 5. Augustus werdt, in gevolge van een naderen aandrang van den Stadhouder , eene nieuwe vrijwillige geldheffing geopend. Het fcheen of iedere voetftap deinaderende Franfchen, een drukkende trede was op de goudfpongie der Hollanderen, die dit dierbaar metaal van alle kanten uitperste. De Publicatie daar toe {trekkende is in de daad zeer aanmerkelijk , en verdient nader gekend te worden , om ons den geest dier tijden te vertooncn ;" naardien de onhandigheden van den oorlog, zeggen de Staaten in dezelve , weder zulk een keer genomen hebben , dat de grenzen van den Staat, op nieuw aan het geweld van een vijandlijken inval bloot gefield zijn, — en wij vastlijk gcrefolvcerd zijn goed en bloed op te zetten, ter verdeedfging van den Staat, en in het bijzonder *an, deze Provintie ; zo hebben wij noodig en  OMWENTELING. 71 en pligtmaatig geoordeeld aan de goede Ingezetenen te verklaaren , dat wij verre zijn van te wanhoopen aan het behoud van den Staat, met alle deszelfs GodsdienUïge en Burgerlijke voorregten , indien de middelen, welken de Godlijke goedheid ons gefchonken heeft, met cordaatheid en eensgezindheid cn waaré Vaderlandsliefde aangewend worden. Met dit oogmerk noodigen wij ieder Ingezeten uit, die niet geheel verbasterd is van de voorouderlijke deugd, om in een tijd , waar in het Vaderland in gevaar is , alle partijfchap afteleggen , zich te vereenigen tot behoud van hunne eigene belangen , cn te begrijpen , dat ieder verpligt is, in zijn kring daar toe mede te werken ; dewijl 'er niemand gevonden wordt , die bij den val van den Staat ook niet zijne eigen perfoonlijke vrijheid , onbelemmerde kostwinning cn middelen van beftaan zou verliezen." — Na eene optelling van de middelen ter verdeediging, die nog voor handen waren , als de Vestingen , Inundaties, é dappere Armee van den Staat, volgt, da. tot bezorging van die middelen verbaazen ■ de geldfommen vereischt woeden. Waar na zij dus voortgaan : „ Wij hebben in E 4 cijds 1. TIJDPERK. u. BOEK,  72 GESCHIEDENIS df.r I. TIJDÏEUK, II. boek. tijds getracht aan die benoodigdheden te voorzien, zo door het arresteeren van vcrfchillende geld Negotiaties , als door het uitfchrijven van eene belasting; echter alle die middelen faam genomen, zijn op verre na niet toereikende, om aan de benoodigdheden van dezen kostbaaren oorlog te voldoen, vooral in een tijdftip , waar in het ftaan of vallen van de Republiek afhangt van het fpoedig fourneeren der hoognoodige geldmiddelen." Zij verklaaren verder , dat vecle braave en gegoede Ingezetenen, zig gewillig getoond hebbende, om in deze omftandigheden het land met hun vermogen bijteftaan, indien daar toe eene gepaste Negotiatie geopend wierdt, zij die cordaatheid en welwillendheid in aanmerking nemende , goed gevonden hebben , onverminderd alle voorgaande operaties , eene vrijwillige geld Negotiatie te openen, tot eene nog onbepaalde fom ; waar in u:der kon deelen , zo wel met gewerkt üoud en zilver , volgens waardeering der Goud- en Zilverfmeden , als met gereede penningen : de obligaties hier voor aftegeven zouden renten 5 ten honderd, vrij «an korting of belasting, en aftelosfen het tweede par na den vrede. Inzonderheid  OMWENTELING. 73 beid werden daar bij alle Ambtcnaaren , hoe genaamd , in de vcrpligcing gebragt , om hier in voor zo veel te deelen , als de penningen bedragen, waar op die ambten waren aangeflagen, of behoorden te worden. — In het Hot dezer afkondiging wordt de deelneming in deze Negotiatie op deze wijze aangedrongen." Wij oordeelen geene andere beweegreden noodig te hebben , om alle Ingezetenen, van wat rang, ftaat, godsdienftige of burgerlijke begrippen zij ook zijn mogen , en bij welken nog een druppel oud Nederlandsen bloed door de aderen fpcelt, aan te moedigen , om in deze vrijwillige geldligting naar vermogen deel te nemen, dan alleen aan dezelve in overweging te geven , aan wcike vcrandwoording zij zich voor God , voor hunne medeburgcren , voor hun nageflacht zouden fchuldig maaken, indien door het verzuim van pligt en liefde voor het Vaderland , een zo rijk en gezegend land eer prooi van een Vijand zou moeten worden, die overal , waar hij zijne wapenen gevoerd heeft, met der daad heeft getoond dat het hem niet ontbreekt aan middelen om de ongelukkige flachtoffers zijner over hcerfching tot op den laatften ftuiver vai E 5 hun I. tij n- per k. II. boek. > 1  7+ GESCHIEDENIS der I. T IJ DP E It K. If. BOEK. i ! 1 hunne bezittingen te berooven , en zelfs zodanige bezittingen, welken zij door eene onnuttige voorzorg gemeend hadden in veiligheid gefield te hebben. Dat zulke voorbeelden, welke in zo groote menigte voor handen zijn , een ieder behooren te doen gevoelen , dat het beter is een gedeelte van zijn vermogen aan het land telleen te geven om het zelve te behouden, (al waren de omffandigheden nog veel gevaarlijker, dan wij dezelven achten te zijn ,) dan door het onmogelijk maaken der middelen ter defenfie het geheel vermogen , ja het leven zelf ter willekeur van den vijand te ftellen." In dezelfde maand Augustus, en wel op den 4. door zijne Hoogheid, het voordel gedaan zijnde tot eene fpoedige wapening van Ingezetenen ter verdeediging van het Vaderland, waar van wij ftraks nader zullen hebben, en welken zich voor den tijd van ao weeken moesten verbinden , wanneer ieder man gerekend werdt op ƒ 130. iverden 'er lijsten aangeboden , waar op eder voor één of meer manfchappen kon ntekenen ; als ook zodanigen , waar op ncn kon tekenen voor zulk eene fom als nen goed vondt, tevens werdt ook gelegen-  OMWENTELING 75 genheid gegeven om onbekend deel te nemen , door het pkatzen van kisten in dc Steden en op de Dorpen. In dezelfde maand Augustus, op den 25. werdt bij de Generaliteit eene zeer voordeelige Negotiatie befloten , tegen intrest van 5 ten honderd vrij geld en zonder korting voor hen die enkel geld leverden, welke obligaties binnen vijf jaaren na den Vrede zouden afgelost worden; en 4 ten honderd aan hen, die de helft in obligaties ten laste der Generaliteit gaven: dezen zouden bij uitloting in 42 jaaren afgelost worden. De houders der reccpisfen tegen 5 ten honderd,, zouden boven dien nog het voorregt hebben, om dezelven naden tijd van twee jaaren te verwisfelen in lijfrenten, vrij van alle belasting, ten rente van 10 ten honderd , op een , en acht ten honderd , op twee hoofden, zonder onderfcheid van jaaren. Deze Negotiatie werdt geopend op den 13. Octodcr. Schijnbaar namen daar door ook alle de Provintie s deel in de onkosten van den oorlog; maar hij, die weet, wat Hollands aandeel was in de algemeene lasten en de gegoedheid zijner Inwooneren kent , ziet ligt, dat voor meer dan twee derden hoofd- fom TIJDPERK. VU BOBS»  75 GESCHIEDENIS de i. TIJ DPER K. ii. SOEK, fom en renten uit de beurs dier Provintie zouden moeten komen. Ieder vermoedt zeker, dat alle die opeengehoopte werkzaamheden , den lande verbaazende fommen moeten aangebragt hebben. (*) Dan, dezelven werden zeer fpocdig in dien alverflindenden draaikolk , de oorlog verzwolgen. Dit blijkt ten klaarften, daar wij de Staaten van Holland den 19. November eene Publicatie zien uitvaardigen, bij welke aan hen, die eenige gelden van het land te vorderen hadden , betaaling werdt toegezegd en aangeboden in Recepisfen in de Negotiatie tegen 5 ten honderd van den 5. Augustus, en wel van kleinere fommen dan gewoonlijk ; echter mogten niet meer Recepisfen uitgegeven worden , dan tot 5 millioenen. Deze Recepisfen zouden in zekere uitgedrukte belastingen, in betaaling bij den lande worden aangenomen, als ook de te goed zijnde intresfen op dezelven; zij zouden ook in betaaling gelden bij alle volgende Negotiaties, van welk een aart ook; cn verdere voordcelen , die met derzelver ont- fangst > (*") De llollandfchc Negotiaties van 3 , 4 , in 5 ten honderd hebben ruim twintig millioeien"opgebrr,gt.  OMWENTELING. 77 fafigst verknocht waren. — Dit was dan het eerfte papiere geld, dat van den Staat zou uitgegeven worden. Gelukkig echter , durven wij wel zeggen ondanks de aanlokkende voordcelen , zo bedriegelijk voor de winzucht , dat de uitgave eerst bepaald werdt op den eerlien Januari] des volgenden jaars, toen de omftandigheden der zaken derzclver volledige uitgave ftremden , en dus het ongeluk van duizenden, zo zeer te vrezen door de gemaklijkheid der namaaking, of bij eene omkeering van beftuur of overmeestering door de Fran* fchen. voorkwam. Ondanks mij zeiven, heb ik den Lezer hier wat langer opgehouden bij eene ftof, die zeker niet aangenaam voor zijne herinnering is ; ik heb mij echter niet meer durven bekorten, om het nu reeds begrijpelijk te maaken , het geen anders voor hem in het volgend gedeelte een verfchrikkend raadzel zou wezen , — de ontzettende opeenftapeling van fchulden en de gcheele uitputting van Hollands kas, op welke de last des oorlogs voornaamlijk fchijnt gerust te hebben , dewijl de berigten van dat jaar, ons wegens de geld operaties der andere Provinties , niets melden , dat bij die van Holland kan vergeleken worden, I. TIJDPERK. II. BOEK.  78 GESCHIEDENIS der I. TIJDPERK. II. SOEK. Stremming van allen geldhandelmet Frankrijk. j den , eene uitputting en opeenhoping van fchulden , welken het ftherpst finantieel oog nauwlijks overzien kan, veel minder de mogelijkheid der aflosfing berekenen. Om aan alle deze negotiaties des te meer klem te geven en tevens den Vijand afbreuk te doen, nam men reeds in den beginne van dit Jaar de zorgvuldigfte maatregelen, ten einde alle overmakingen van gelden aan de ingezetenen der Franfche Republiek voortekomen. In de inleiding van het daartoe llrekkcnd bcfluit van den 18 Fcbruarij wordt tot grond opgegeven, dat zij, die zich het bewind in Frankrijk hadden aangematigd, goedgevonden hebbende alle Kooplieden, Bankiers, en in 't algemeen alle, welken eenige gelden, goederen of effecten in andere landen bezitten, te beveclen daar van opgave te doen aan de regeering ten einde dezelve daar iran zou disponecren tot voortzetting van den oorlog, en tevens te verbieden van eenige betaling te doen aan de onderzaten pan de Mogendheden, met het gemelde gouvernement in oorlog zijnde, — de Staaren derhalven, hangende nog hunne beraadflagingen over dezen flap der Franche Republiek, goedvonden vast te ftellen. ï. Dat  OMWENTELING. 1. „ Dat niemand, geduurende den tegenwoordigen oorlog, uit deze Provintie zal mogen overmaaken, op eenigerleie wijze, geld of gelds waarde aan zodanigcn , die fcdert den i. Januari} 1794. geweest zijn, nog zijn of mogten worden , leden of onderzaten van het Fransch Gouvernement , waar zich ook bevindende , op ftraffe van het dubbcld der waarde te verbeuren ; met uitzondering echter van die wisfelbrieven, welken voor den dag der afkondiging reeds geaccepteerd mogten zijn." 2. „ Dat niemand, geduurende dien tijd de betaaling zal mogen aannemen of belooven van wisfelbrieven en dergelijke papieren, getrokken op zodanige, als bovengemelde perfoonen, op ftraffe van verbeurte van de dubbele waarde van zodanig een papier ; zullende verder de betaaling van geen gevolg zijn , en de vorderingen vanden eifcher , niettegenftaande dezelven, in zijn geheel blijven." 3. „ Dat niemand ook zodanige goederen , gelden of papieren aan anderen zal mogen overdoen, of op eenigerleie wijze vervreemden, op verbeurte van het dubbele der waarde." 4. „ Dat alle overboekingen, ftrekkende om I. TIJ O* PERK. H. BOEK.  8o GESCHIEDENIS der r. TIJD PERK. ii. BOEK. 1 ] om de fchaden hier uit voortfpruitende , voortekomen, geen effect zullen forteeren; maar gehouden worden , als of dezelve gelden , goederen en effecten Honden ten naamc van Franfche Ingezetenen , en dus aan de boven gemelde bepaalingen onderworpen blijven. — Zullende de onvermogende ter betaaling der boeten , zelfs aan den lijve worden geftraft." Bij een nader beiluit in het laatst van Maart afgekondigd, werdt bevolen aan allen , die eenige zodanige goederen onder zich mogten hebben , of na den 18. Februarij gekregen hebben, daar van opgave te doen aan de regeering, of die daar toe zouden worden gecommitteerd , als ook welke overboekingen door hen gedaan waren ; fïaande het echter vrij den naam des eigenaars flegts door eenige letters aan te duiden , met bijvoeging van een gezegeld briefje, waar in naam en woonplaats; wordende wijders twee commisfien , eene te dmflerdam cn eene te Rotterdam beïoemd , om alle duisterheden in deze afkondiging op te helderen, en bij dit alles le ftriktfre geheimhouding voor des begeeende heiliglijk toegezegd. Om aan de uitvoering van deze befluiten des  OMWENTELING. 8i dës te meer nadruk bijtczetten, bcflooten II. H. M. op voorgang van Holland', om de perfoonen van Audibert Caille zich noemende gemagtigde wegens den handel en zeevaart der Franfche Republiek, van Juli en, federt de Jaaren 1792 en 93; gevaceerd hebbende, om de Franfche effecten, aan ingezetenen dezer landen behoorcndc, te registrecren, beiden te Amfierdarn woonachtig; van 1. a. bote* re au, Koopman te Amfierdarn en van Fonfccubert, federt eenige Jaaren als Coimmisfaris van Frankrijk te Rotterdam, aan te zeggen om het geheelc grondgebied van dezen Staat te ruimen; wordende verders de ftrengfle orders gegeven om dezelven noch in ons Vaderland, noch in eenige onzer volkplantingen eenige fchuilplaats te vergunnen. Hoe frerk deze opeenltapelhlg vart geldnegotiaties ons ook verbaasd hebbe; nogthans moet zij ons aan den anderen kant niet te zeer bevreemden, wanneer wij berekenen , hoe veel 'er vereischt werdt, dm maar eenigzins aan de behoeften van dezen alverflindenden oorlog te voldoen; — F Be= L Tijd- PER k. II. BOE Ei  8i GESCHIEDENIS der I. TIJDPERK.II. BOEK, Het fubfidie • Traftaat met Pruis* Behalven de onberekenbaare fommen, die nodig waven, om ons leger in een geduchten Staat te brengen, van mond- en oorlogsbehoeften te voorzien , welk alles onbegrijpelijk duur werdt door de hooglopende kosten der vervoering; behalven, de onkosten tot verfterking onzer grenzen, en wat des meer zij, zag dit Jaar onzen Staat , vereenigd met Engeland, een fubfidie TracVaat met Pruisfen fluiten, van welken onderftand een gedeelte door den cerften zou gedragen worden. — Bij het zelve, getekend den 19 April, verbondt de Koning van Pruisfen zich, te leveren 62,000 mannen, om gebezigd te worden ten voordeele der belangen van Groot Brittannien en Holland, daar onder begrepen de 32,000 mannen , welken die Monarch verpligt was, volgends de aanwezige tractaten te leveren (deze tractaten waren vroeger gefloten,) behalven zijn aandeel als lid van het Duitfche rijk (zijnde 20,000 mannen). De Staaten Generaal cn Groot -Brittannien verpligtten zich, aan hunne zijde, aan den Koning van Pruisfen te bctaalen 50,000 P. ft. 'smaands voor  OMWENTELING. 83 voor de 30,000 mannen , die boven de 32,000 geleverd werden, voorts 100,000 P. ft. 's maands voor provifien, vocragie en buitengewoone legerkosten van de gantfche 62,000 mannen ; voor een gedeelte van welke, naamlijk de 32,000 zij reeds bevorens verpligc waren te betaalen. In bijvoeging tot deze kosten zouden zij voor te fchieten hebben 300,000 P. ft. om het Pruisfisch leger in beweging te brengen en 100,000 P. ft. wanneer zij terug keerden. De geheele fom voor dit jaar zou ten naasten bij bedragen 1800,000 P. ft., van welke fom Nederland te betaalen hadt 400,000 P. ft. 's jaars, laatende voor Engeland een overfchot van 1350, a 1400,000 P. ft., te betaa^ len, in gevalle de oorlog tot het einde des jaars-zou voortduuren. Van deze 62,000. mannen hebben noch de Nederlanders, noch de Engelfchen eenige aanmerklijké hulp genoten: zo zij al geleverd zijn, waar omtrent wij niet durven beflisfchen, hebben zij zich beftendigaan den Boven Rhijn gehouden en de eenige vrucht, die mis• fchien de verbondene Mogendheden van Fa de- L TIJD- r k n k. II. BOEK.  L TIJDPEB K. II. BOEK, Oprichtingvan het Corps Landzaaten. 84 GESCHIEDENIS der dezelve getrokken hebben, zal dan beftaaM hebben in de Franfchen aldaar werk te geven en het afzenden van nog grooter magt naar den Neder Rhijn voortekomen. In tusfchen was toch die hulp duur genoeg betaald. Behalven dit verbond , heeft Engeland bij het indringen der Franfchen op ons grondgebied nog een ander met den Keizer gefloten waar bij deze mede een. zeker aantal manfehap ter beveiliging cn befcherming onzer grenzen zou leveren : twijffelachtig is het , of, en in hoe verre ons Vaderland in de kosten hier toe gedragen hebbe : dan het nut van dit verbond voor onzen Staat is mede van weinige betekenis geweest. Bij alle deze maatregelen , ter verdeediging, in dezen vernielenden oorlog , behoort eigenaartig de melding van de oprichting van een Corps, alleen geligt uit ingezetenen van ons Vaderland, bekend bij den oneigen naam van Landzaaten — eene operatie die mede meer geld gekost, dan wel voordcel aangebragt heeft. Het  OMWENTELING. 85 Het voorftel daar toe door zijne Hoogheid op den 4 Augustus ter Vergadering van H. H. Mog. gedaan, ftrekt ten duidclijken bewijze van het vast befiuit, om zich tot het uiterst te verdcedigen. „ Ik „ beken het, zegt de Prins, in gemelde „ voorftel, de oorlog is kostbaar, en de „ tegenwoordige is kostbaarer, dan 'er „ ooit een gevoerd is, maar dezelve is „ ook in zijn aart onderfcheiden van alle „ de voorige oorlogen , om dat wij te „ doen hebben met een vijand, die zich „ van middelen bedient , te voren on„ bekend cn die het verlies van Co„ loniën, Commercie, landbouw en al„ le nationaale welvaart voor niets re„ kent, wanneer hij flegts door het for„ ceeren van alle de krachten van zijn „ land andere volken tot denzelfden ftaat „ van berooving kan brengen. Zodanig „ een vijand is niet te beftrijden met be„ krompen fmantiën, de magt, die men „ hem'moet tegenftellen, vereischt buiten „ twijfel groote cfforts, maar niet te „ groot, wanneer wij confidereeren, wat „ wij zouden zijn , indien de vijand in „s zijne desfeinen reusfeerde." F 3 Op 1. TIJDPERK. n. BOEK,  86 GESCHIEDENIS der i. TIJ DPERK. II. boek. Op deze gronden bouwt de Stadhouder zijn drieledig voorftel en van aanfchaffing van penningen en van eene werving hut ten 's lands ter aanvulling der onvolledige corpfen, en van de oprichting van een corps Landzaaten. Op dit voorftel werdt door H. H. M. overeenkomftig hetzelve beflooten, en vervolgends ook door vier Provintien, welken zekerlijk het naast bij het tooneel des oorlogs gelegen waren , als Holland, Gelderland, Overijsfel en Utrecht, in het zelve, voor zo veel de wervingen der manfehappen betreft, geftemd, Zie hier het ontwerp van dezelve ligting van Landzaaten, zo als het overeenkomstig den geest van het voorftel door Hollana vastgefteld werdt. VOOR GODSDIENST, VRIJHEID, VADERLAND, „ Alle Burgers en Landzaaten dezer Provincie, dewelke genegen mogten zijn, tot beveiliging en befcherming van hun eigen leeven, eer en bezittingen, zo wel als die van hunne vrouwen, kinderen en huisgezin-.  OMWENTELING. 87 zinnen, in perfoon medetewerken en het Vaderland, onder Gods zegen te helpen verdeedigen tegen een vijand, voor wien geen godsdienst of kerken heilig, geen goederen of eigendommen verzekerd , en geene wreedheden te gruwelijk zijn: kunnen zich op de nagcmelde plaatfen aandienen, ten einde aangenomen te worden, onder het corps ingezetenen dezer Provintie , thans opgericht wordende , ingevolge de propofitie, door zijne Doorl. Hoogh. ge? daan op den 4 Aug. 1794. en de daarop gevolgde rcfolutie van H. H. M. de H. St. Gen. den 5. cn die der H. St. van Holland den 6 dcrzelver maand genomen, en zulks wel onder de navolgende voorwaarden. 1. Aan elk man zal voor handgeld toegelegd worden twintig guldens, voor gagie drie guldens tien Huivers 's weeks, in te gaan, als hij gekleed is. a. De monteering zal beftaan in een blaauwe lange broek en camifool, alles laken of carfaai, eenen zwarten das, ronden hoed en een pluim , alles Inlandsch goed, zo veel te bekomen is. F 4 3- Een 1. TIJDPERK II. BOEK.  i TIJ DPERK. u. 3 O EK. 88 GESCHIEDENIS der 3. Een Iedere randzel , waar in twee hembden , een paar wolle kousfen , een paar fchoenen , mede alles Inlandsch goed. 4. Ingeval van kwetfuur of ziekte , zal hij in de hospitaalen of anderszins , even als de Militairen behandeld en opgepast worden, ten kosten van den lande. 5. De weduwen en weezen der gefheuvelden of overledenen , zullen, met alle andere weduwen en weezen van gefheuvelde Militairen in % Lands dienst, gelijke aanfpraak hebben op het Fonds, voor dezelve opgericht in 's Hage. 6. Die dienst zal genomen hebben, zal tekenen , dat hij ontvangen heeft twintig guldens handgeld, en dat hij aanneemt op voorz. voorwaarden , midsgaders op de Militaire articulbrief, het land als infanterist , artillerist bij de batterijen , of fcherpfchutter " tot het einde van dit Jaar te dienen , ter- defenfie van de Frontieren dezer Provintie, zonder dat zij in het veld , noch buiten 's lands tegen hun wil gebruikt zullen worden ; terwijl zij , zo rerre de omfhndigheden van 's lands de- fen-  omwenteling. 89 fbrfe zullen toelaten , alleen in deze Provintie zullen worden geëmploijeerd." (*) Alle (*) In het begin der maand Oftober, bij het meerder klimmen van den nood heeft zijn Hoogheid , „ zo ter bemoediging der . vreesachtigen in' het algemeen, als Inzbtfdérhetd ter aanwakkeringvan den ijver, om den meer en meer indringenden vijand te keeren , in zijne hoedanigheid als Generaal en Chef, zijn zoon den Erfprins gcauthorifeord , om gebruik te maaken van de hulp der Ingezetenen , ter beftrijding van den alverwoestenden vijand;" welke dan ook ten dien einde in de beide meest bedreigde Provintien Gelderland en Holland, deze aanmoediging aan derzejver In- en Opgezetenen heeft laten verfpreiden. AAN DE Ti HA AVE IN- EN OPGEZETENEN VAN HOLLAND EN GELDERLAND LANGS DE BEDREIGDE FRONTIEREN. ,, Zijne Hoogheid, Mijn heer Vader, mij gea*U' thorifeerd hebbende , orn de hulp van alla d( goede In- en Opgezetenen ter defenfie van d( Frontieren aantenemen , en met dezelven tot be houd van Godsdienst en Vaderland , te moget ftrijden, roep ik bij dezen u lieden allen op orn elk ter befcherming van huis en hof, vai lijf en goed optetreden. — Ziet daar wapenen kruid en lood, neemt ze aan met alouden moed en gebruikt ze met ilerke handen.'' f 5 m u TIJD* PERK. Ui BOEK* l t I  po GESCHIEDENIS der t. TIJDPERK.II. boek. „ Niemand uwer 2al buiten zijn wil , verder gaan da» zijne Provintie ; maar elk zal in de* omtrek van zijne wooning, den vijand den overtocht beletten. Elke vijftig van u lieden, zul. len mogen eenen Luitenant en twee Onder Officieren , uit bun midden aanfïellen , en ik zal u daar en boven nog Officiers en Onder Officieren tot uw onderwijs bijzetten." „ Strijden wij dan allen te zamen , dappere, trouwe Landgenooten , voor ons gemeenfchaplijk Vaderland. Krijgslieden , Burgers , Landlieden , allen eensgezind, allen onder eene banier, allen tegen eenen vijand. Ik zal met u lieden tot behoud van het Vaderland ftrijden , en God geve ons de Victorie! " (Get.) w. f. erfprins van orahge, Commandant- Generaal. Alle deze in het werk gefielde maat-» regelen ter afweering des vijands, overtuigen ons, hoe ernflig men deze zaak ter harte nam , en waar van men ook het gevestigd bewind moge befchuldigen of verdenken, het vermoeden, dat hetzelve iets zou gefpaard hebben, om den naderenden Frank het doordringen te beletten , en hem allen mogelijken afbreuk toetebrengen , kan volftrekt hier geen plaats hebben. Ons Vaderland, voor een oogenblik als  OMWENTELING. 91 als eene ingefloten Vesting befchouwende, kan men zeggen , dat geene maatregelen verwaarloosd werden, die tot het wel verdeedigen van dezelve vereischt worden. Ieder wensch tot overgave en onderhandeling met den belegeraar, in zijne opkomst te dooven, ieder zaadje van oproerigheid in zijne geboorte te verfmooren , alle zamenkomften, de kweekiïers der opftanden, te verftrooijen, den ingezeten geduurig met hoop op ontzet te vlijen , en zijne ftandvastigheid in de verdeediging en de verdimring der rampen des bclegs te vermerken , door hem niets dan een brandenden, blaakenden, roovenden, moordenden vijand voor te fchilderen, en boven alles met duizend oogen tegen alle overlooping tot, of briefwisfeling met den vijand te waken, — Zodanig, Nederlanders , was uw toeftand , welkers verfche herinnering dit beeld terftond zal herkennen, — zodanig was het plan der binnenlandfche verdeediging tegen de naderende Legermagten der Franfchen. Biddags uitfchrijvingen waren van alle tijden , zo al niet een juiste Thermometer van den waaren toefland van ons Vaderland,, I. TIIDP E R K II. BOEK* Uit. fchrijving van biduaren.  li TUn- p e r k. II. Boek. ook de mtfchrijving van den Biddag van dit jaar zeer opmerklijk , en door zijne buitengewoone lengte en door zijn ongemeenen inhoud. En geen wonder, reeds in den aanvang van dezelve getuigt men , dat federt de oprichting van ons Gemeenebest de omftandigheden, die ons Vaderland tot het vieren van deze Godsdienftige plegtigheid moesten aanzetten, nooit zo menigvuldig opmerkelijk en belangrijk zijn geweest. — Hier op volgt dan eene breede optelling van de behaalde voordeden van dezen oorlog. - De zegeningen van ons Vaderland , en boven alles van deszelfs gevestigde regeeringsvorm, worden in het fchit. terendst; — de vijand en deszelfs bedoelingen in een allerongunstigst licht voorgefield. Ongelukkig voor deszelfs geheime vrienden , de opgehangen fchilderij moest men erkennen , dat in veele trekken maar al te veel geleek , alzo Frankrijk toen nog zuchtte onder het ijzeren juk van een robespierre. — Dit alles wordt zeer toepasfelijk gebezigd, om daar op 92 GESCHIEDENIS DER land , echter een zekeren grond van bewijs , hoe men dezelve befchouwd wilde hebben. Even gelijk dan dit tijdperk in 't geheel zeer bijzonder was , zo was  OMWENTELING. 93 op eene verdemoedigende optelling van Nationaalc zonden te gronden, en daar uit drangredenen ter zedenverbetering te ontkenen ; zigtbaar doorftralende, is in dezelve de zucht om dezen oorlog van dien kant voor te ftellen , van welken dezelve meest gericht was , om den afkeer van den vijand, zijne bedoelingen , en van allen , die dezelven heimlijk mogtert begunftigen, te verfterken. Meer dan eens wordt herhaald , dat de oorlog niet gezocht , maar aangedaan is, dat de vijand niets anders bedoelde, dan onze geheele omkeering en verwoesting , dat de oorlog van onzen kant zuiver verdeedigend gevoerd werdt'; en wat meer kon ftrekken , om de voorgeftelde eindens te bereiken. Om dezen publieken geest te onderhouden , en alle poogingen der anders denkenden zo veel mogelijk te verijdelen, van het welk niet flegts het behoud der binnenlandfche rust afhing, maar waar aan ook het behoud van het vast gefteld gezag was gelegen ; vermenigvuldigde men de openbaare ftaatlijke Godsdienst oeffeningen , naar maate het gevaar hooger klom. Overtuigd van den invloed der I TIJ DP ERK II. UOEK.  94 GESCHIEDENIS dér i. TIJDPERK. ii. BOEK. dei' geestlij kheid op de harten van het gros der Natie , wilde men deze boven alles gelegenheid geven en zelfs verplichten , om ter bereiking van zodanige bedoelingen mede te werken. In Holland zag men in het begin van de maand Augustus iets, waar van onze Vaderlandfche géfchiedenis zeldzaam êen voorbeeld oplevert , de uitfchrijving naamlijk van een Bededag alleen voor de Provintie Holland. De uitfchrijving van dien buitengewoonen Bededag, is te zeer gefehikt om de nakomelingfchap een denkbeeld van den Godsdienfligen denktrant diens tijds te geven, om dezelve hier met ftilzwijgen voorbij te gaan. „ Wanneer, dus luidt dezelve, inden aanvang des voorleden Jaars , deze Staat dooiden onregtvaardigen aanval des vijands in zeer gevaarlijke omflandigheden was- gebragt, oordeelden wij dat het de eeriïe pligt der Christen Overheden was, zig met alle de Ingezetenen des Lands , te wenden tot den Almagtigen Regeerer der waereld, en Hem, die de lotgevallen der volken in zijne handen heeft, ootmoedig om bijfland en redding uit den nood aanteroepen : wij hebben ten dien einde , bij onze aanfchiïj- ving  OMWENTELING. 95 ving van den 13. Februari] 1793 , de noodige orders gefield, op het houden van Bedeftonden om de 14 dagen." ,, De verandering ten goede, door een voor het menschlijk doorzigt onbevatlijk doch aanbiddelijk bcftuur , gaf ons reeds op den 5. April daar aan volgende , aanleiding tot eene plegtige dankzegging voor deze aanvankelijke redding, en de verdere genadige afwending van het gevaar deedt ons den 7. Augustus van het zelfde Jaar befluiten , tot een nader plegtig danken , en om teffens de veertiendaagfehe Bedeftonden te bepaalen op maandelijkfche." „ Dan, aangezien de nood van het Vaderland wederom zeer dringend is geworden en de vijand niet alleen onze grenzen is genaderd , maar dezelve reeds geweldig heeft aangetast, zijn de beweegredenen niet minder dan in het eerstgemclde tijdftip, om alle waare Vaderlanders, die het vrijmagtig beftuur der Godlijke Voorzienigheid eerbiedigen, op te roepen, om bij het klimmen der gevaaren hunne gebeden en fmeekingen met verdubbeling van ootmoed en ernst optezenden; en daar de gemeenfehaplijke Godsdienstoeffening (dat dierbaar voorregt, 't welk wij nog ongeftoord moi gen 1. t ijn- pe rk. II. boek.  $6 GESCHIEDENIS der i: T IJ DVE R K. ii. BOEK. gen genieten) bijzonder gefchikt is tot hei opwekken en verfterken van die gevoelens, welke in zodanige oraftandigheden betamelijk zijn. — Zo is het de ernstige overweging van de gefteldheid der zaakcn dezes lands, welke ons heeft doen befluiten om (onveranderd de gewoone bedeftonden, welken maandlfjks zullen blijven gehouden worden) eenen bijzonderen bedendag in deze Provintie uittefchrijven tegen Zondag, die wezen zal den 10 Augustus eerstkomende , om ten zelfden dage in alle de kerken plegtig bij een te, komen , ten einde wij met vereenigde harten ons voor de Godlijke Majefteit verootmoedigen , en — over de wapenen van den Staat, met die van deszelfs Bondgenooten, mitsgaders over alle de middelen, die tot verdeediging des Vaderlands worden aangewend , zijn Godlijken zegen biddend interoepen." — Na het voorfchrift der gewoone gebeden voor 's Lands Overheden * enz. volgt dit merkwaardig flot. — „ En nadien men niet mag nalaaten het aan te merken als een- der regtvaardige redenen ^ waarom God een Natie kan ftraffen , met dezelve te berooven van de voorregten ,• die zijne milde goedheid haar gefehonken heeft $  OMWENTELING. 97 .heeft, wanneer een volk in plaats van die voorregten dankbaar te erkennen en in liefde en eensgezindheid tot • elkanderens waar welzijn aantewenden, integendeel dezelve voorregten miskent, aan eikanderen benijdt en door onderlinge verdeeldheden, zich de zegeningen van rust en veiligheid onwaardig maakt , zo is het de pligt van allen, die den liefderijkften Godsdienst belijden , met der daad afteleggen allen haat, wrok en partijfchap, en als broeders, als leden van het groot huisgezin van het Ge7neenebest\ in welks behoud wij allen everi groot belang hebben , de harten en handen te verëenigen , en de fchouders té ftellen onder het waggelend gebouw van den Staat, door deze verdeeldheden zö jammerlijk ondermijnd, en met dit waarachtig voornemen voor Gods aangezicht verfchijnende , mogen wij daar toe de invloeden van zijn Geest afbidden. Wanneer wij den zegen des Almagtigen over ons Land en Volk , over de middelen tot befcherming aangewend , en om de bewaaring onzer Godsdicnftige en Burgerlijke voorrechten fmeeken , en wanneer wij grond zullen hebben, om op de G ver- I. TIJ D' PERK II. BOEK;  ï. tijdperk li. Soek, 93 GESCHIEDENIS der verhooring onzer Gebeden te hoopen, datt behooren wij ook, in afhangelijkheid van Gods zegen \ de middelen te gebruiken , die zijne langmoedigheid ons nog heeft overgelaten; middelen die zo groot cn zo meenigvuldig zijn, als van eenig Volk op den aardbodem: dat dan alle de Ingezetenen meer cn meer befeffcii mogen, wat zij Verpligt zijn aan het Vaderland en aan hun Nagedacht, en dat geene opofferingen hun te groot voorkomen , wanneer het aankomt op dc verdeediging van de vrijheid en veiligheid onzer Perfoonen , onzer eerlijke Bezittingen, onzer Godsdienftige en Burgerlijke voorrechten, en dat deze overweging hen moge aanfpooren, om 's Lands Casfen , door de voorige Oorlogen ert andere rampen reeds deerlijk verzwakt, en door dezen, boven voorbeeld kostbaaren , Oorlog als uitgeput, met hun vermogen te onderfïeuncn: dat zij vooral mogen bedenken, dat zonder geldmiddelen het Land niet tegen den Vijand kan verdedigd worden i en dat zo de Vijand gelegenheid heeft om bij gebrek van verdediging verder doortedringen en het Land te overmeesteren , het dan weinig baaten zal de han-  OMWENTELING. $ handen voor 's Lands benoodigdheden geflooten te hebben" enz. (*) Toen eindelijk de nood op het hoogst kwanl en de vooruitzigtcn met het eind van de maand September allerdonkerst werden, vernieuwden de Staaten van Holland de Refolutie van 19 Februari] des voorgaanden jaars, en bepaalden de BedeHonden wederom, om de twee wecken. Op deze wijze trachtte men in dezeri üllerhachlijkften toeffand des Vaderlands op" den geest des Volks te werken, en daar' door van den eenen kant het zelve optës Wekken tot het gewillig cn getrouw opbrengen van alles , Wat men tot wederftand aan den vijand behoefde, en aan dert andcrert; de inwendige rust te bewaaren j ert zich van het gezag öngèfchonderi té verzekeren , zonder juist dert geweldigen1 arm in te roepen, die men elders zo zeer hoodlg hadt. Allerfrerkst was tot bereiking vari dit groot Oogmerk ingericht de verklaaring van den Stadhouder, op den 14 Julij, ter vef- (*j Men herinnere zich hier dat de vierde Termijn der tweemaal een honderfte penning vait September tot Augustus vervroegd was.- t Tijri- l'ERK II. E O E ÉS Dé Ver'. kinaring van derl Stadhouder*  ioo GESCHIEDENIS dèr i. TIJ DPER K. II. BOEK. vergadering van de Staaten Generaal gé* daan — eene verklaaring, wier kennelijke bedoeling was, om den zinkenden moed zijner vrienden re verleevendigen , de tegengeftelde partij vrees inteboezemen en ter neder te Haan, inzonderheid, om zijne gezindheden en oogmerken open te leggen , en allen tot eendragtige mede? werking aan te fpooren. Na eene optelling der behaalde voordeden van den oorlog in het begin des voorigen jaars, van de gevolgde rampen in het tegenwoordige , en de daaruit voortvloeiende verpligting , om in dit hachlijk tijdflip de gemeente mét cordaatheid voor te gaan; vervolgt zijne Hoogheid aldus: „ Met dk oogmerk verfchijn ik in deze vergadering, om aan uw H. M. uit grond mijnes harten te betuigen, dat ik bereid ben en vastlijk bcfloten heb , om , onderfteund door de wijze en kloekmoedige befiuiten Van uw H. M. en die der H. Staaten der refpectiye Provintiën, goed en bloed optezetten voor de verdediging des Vaderlands : om te verklaaren, dat ik ver ben van te wanhoopen aan de redding van den Staat, wanneer wij met verdubbeling van moed en ftandvastigheid, in ver-  OMWENTELING. 101 vertrouwen op den Godlijken bijftand , de middelen gebruiken , die voor handen zijn: en om uw H. M. te verzekeren, dat ik het verzuimen van die middelen, en alle ontijdige vreeze aanzie, als de gevaarlijkfte flappen, die tot bewerking van den gewisfen ondergang des Vaderlands kunnen gedaan worden." — Na deze moedgevende betuiging , weidt zijne Hoogheid uit in eene korte vergelijking van den tegenwoordigen nood des Vaderlands en deszelfs redmiddelen , met die van vroegere tijden, en de flotfom kan niet dan troostrijk en hoopgevend voor de Republiek zijn: maar 't geen oneindig meer dan al dit voorgaande zegt, dus laat hij zich verder uit: „de God des hemels en der aarde is zo dikwijls tot onze redding opgekomen, wanneer de uitzigten ftikdonker waren, dat wij in dit tijdflip ook nog grond hebben, te hoopen, dat wij in hem kloeke daaden zullen doen." „Zijn 'er ondertusfehen, gaat hij verder voort, in de Republiek zulke verbasterde Nederlanders, die naar de komst van den vijand wenfehen, om dat ze daar in meenen te vinden het wefktuig, om hunne G 3 par* I. TIJ D» PER K. II. BOEK.  h TIJ Dïerk JI. gOEK- 102 GSS G IIIE D ENIS der particuliere wraakzucht te voldoen ; die even daarom hunne mede - ingezetenen kleinmoedig maaken, alleen om hen de war penen uit de handen te doen vallen : laat ons dezelven als binnenlandfche vijanden befchouwen , en met geene mindere attentie op hunne misdaadige bedoelingen het oog hebben, dan op die van de buit renlandfche vijanden. " „ Het vredelievend Sijstema, het welk jpnze Republiek als een commerciëerende Staat, altijd aangekleefd heeft, houd ik vqoi het beste, dat ons convenieert; maar de Hemel bewaare ons, dat wij den vrei de zouden begeeren, ten koste van onze yeiligheid en onafhangelijkheid. Moeten wij deze onfehatbaare voorregten verliezen door eene vijandlijke overhecring, dan zijn wij te beklagen, maar zo wij dezelve vrijwillig uit vreze opgeven , dan zouden wij de verachting der natiën worden. " „ Het is waereldkundig, "dat deze Staat geen oorzaak tot den oorlog aan Frankrijk gegeven heeft: dit Volk mogt den Kristplijken Godsdienst in den haaren vervolgen, den alöuden troon hunner Koningen pmyerwerpen, ove-r de vrijheid, het leer ven,  OMWENTELING. 103 ven, de eigendommen hunner medeburgeren willekeurig befchikken: onze Staat zag het met eene hartlijke aandoening van medelijden, maar hadt geene de minde gedachten, om den oorlog aan de opiniëq van dit misleide Volk aan te doen: —— nicttegendaande onze gemaatigdheid, zijn wij op het onverhoedst aangevallen, en deze aanval is voorafgegaan door een Decreet der Nationaale Conventie, uit het Welk condeert, dat de reden van dezen verfchriklijken oorlog is, om alle volken en landen gelijk te maaken aan het ongelukkig Frankrijk, dat is, den Godsdienst onzer Vaderen te yemietigen, en de grondwetten van den Staat, de zuilen onzer waare Vrijheid, om te keeren ; — en deze zijn, H, M. H. de onderwerpen, waar over men in capitulatie zou moeten komen, indien men, ingevolge het oogmerk van den vijand, den oorlogzou willen eindigen; maar het zijn ook even deze onderwerpen, die nimmer kunnen of mogen aan eenige onderhandeling fubject gemaakt worden , dan alleen om dezelve te maintineeren en te verderken." Ik voor mij ken geen middenweg tusG 4. fchetr . #, r. TIJDPERK II. BOEK.  104 GESCHIEDENIS der I. t ij dperk. II. boek. Naamloos gefchrifttegen l. van der spiegel. fchen kloekmoedig te ftrijden, of lafhartig te bukken , en ik twijffel geen oogenblik aan de keuze van uw H. M., van de Staaten der Provintiën en van alle welmeenenden in het land ; dat dan een ieder , van welk eene denkwijze in het godsdienftige of burgerlijke hij ook zij (indien hij maar geen vijand is van zijn Vaderland en van zijn eigenbelang) zich vereenige rondsom de zaak des Vaderlands! " En met dergelijke aanmoedigingen meer, wordt deze verklaaring beflooten. Met deze aanmerkelijke verklaaring, die men als de inleiding befchouwen kan toe het voorftel van den 4. Augustus ter werving van nieuwe manfehappen , vereenigden zich de Provintiën, volkomen, wat de hoofdzaak betreft: allen waren vol ijvers, zo om den uitwendigen vijand te keeren , als om op den inwendigen een waakend oog te houden. Van eenige aangewende maatregelen des laatften was echter tot hier toe nog geen het minfte openbaar bewijs geweest, het welk zodanige achterdochtige vreze wettigde. Misfchien was dezelve wel hoofdzaaklijk aangewakkerd door het ftrooijen van zeker plakfchrift tegen den Raadpen- fio-  OMWENTELING. 105 öonaris l. van der spiegel, gevonden tusfchen den 11 en ia Julij. Athans het is opmerkelijk, dat juist daags na de gedaane vcrklaaring , zijne Hoogheid deze zaak ter Vergadering der Staaten van Holland bragt, hebbende hij dus ongetwijfeld den 14. reeds kennis van dit gefchrift gehad. De bezwaaren tegen hetzelve beflonden, volgends de uitdrukking van den Stadhouder, in lasteringen tegen den Raadpenfionaris, met oogmerk om hem bij de ingezetenen gehaat te maaken en hem het vertrouwen des volks te ontnemen. (In welke opzigten hij daar in gelasterd wierdt, is nimmer gezegd.) Als ook dat men de onbefchaamdheid had, om daar in te zeggen, dat de zaak der Franfchen, die het Kristendom verzaakt hebben, Gods zaak is, cn dat zij komen om dit land te verlosfen. Bij het aanbieden van een exemplaar san dit libel (*) ftelde de Prins tevens voor, om (*) Wij kennen geen ander dan een Plak» fchrifc, waar in onder anderen deze uitdrukkingen voorkomen , waar op waarfchijnlijk de Stadhouder doelt; „ hij kwam — om zijne kinderen en behuwdkinderen qet lucrative ambten te „ begunftigen, Holland allerdiepst te vernederen — belasting op belasting te leggen, het_ Land G 5 « ir I. TIJ pPERK II. BOEK.  ioo* GESCHIEDENIS der L TIJDPERK u. BOEK. I om de vereischte orders te geven ter uitvinding van de Autheurs, drukkers, of uitftrooijers van zo een fameus libel, en om dezelven naar verdiende te ftraffen; als ook, dat bij hun Ed. Gr. Mog. zodanige mefures zouden genomen worden, als zij dienftig oordeelen , om de goede ingezetenen te doen zien, dat de befchuldigingen , tegen den Raadpenfionaris in dit gefchrift ingebragt, van alle grond ontbloot zijn en niet dan voor vuilen laster en loogentaal moeten gehouden worden, Befluitende met een voor den Raadpenfionaris zeer vlijend getuigenis, — Het andwoord door den Raadpenfionaris op dit voorftel gegeven, behelsde hoofdzaaklijk eene betuiging van zijne gevoelens nopens dit gefchrift, waar bij hij het zich tot eene eer rekende ten doel des lasters te verftrekken , en juist daar „ in kostbaare nutlooze Oorlogen te wikkelen ,, 's Lands foldaaten op de flachtbank te bren„ gen: — de fnoodiiart pakt in flilte zijne goc^ „ deren, om het eerloos 's Lands geftolen geld „ in veiligheid te brengen," — En verder „wij „ zijn overtuigd geworden , dat de zaak der „ Franfchen Gods zaak is. — 2ij komen om u ,, te verlosfen, om door daaden tot uw geluk ., en beteren ftaat medetewerken,"  OMWENTELING, 107 daar door bemoedigd werdt, om op zijn Weg voort te gaan. Na dankzeg¬ ging aan Zijne Hoogh. voor het regt, dat hij hem deedt wedervaaren, beriep hij zich op Hun Ed. Gr. Mog. als zijne eenige bevoegde rechters en verklaarde zich ten allen tijde bereid, tot rekenfchap aan hun, van alle zijne verrichtingen. De Raadpenfionaris daarop de Vergader ring verlatende,werdt, door dezelve, in zijn afzijn befloten , dat, ten blijke van haare denkwijze ten zijnen opzigte en ter betooning van haare verontwaardiging over den inhoud van voorz. lasterfchrift, den Prafident cn Raaden van den Hove van Holland zou worden aangefchreven , om, ter ontdekking van den autheur en verdere deelhebbers, de nauwkeurigfte navorfchingen te doen cn daar toe eene premie van veertien duizend guldens te belooven. En werdt vervolgens door den Hove eene hier mede overeenkomftige Publicatie uitgevaardigd , waar in het gemelde gefchrift uitdrukkelijk voor een logen — en lasterfchrift verklaard werdt , met bijgevoegde betuiging, dat Hun Ed. Gr. Mog. een volkomen vertrouwen fielden in het ministerie van den Raadpenfionaris en zich verzekerd hielden van I. TIJ DPERK. 11. BOEK.  T. TIJ O PERK, n. BOEK. io3 GESCHIEDENIS der van deszelfs continuatie in dien ijver, door hem tot hier toe zo loflijlc ten nutte van den lande gemanifesteerd. Ieder onzijdige en oplettende bemerkt duidelijk, dat deze ftap van den een en anderen kant weinig betekende. Niemand, dan zij, die vooraf befloten hadden alles te gelooven , wat hunne partij begunftigde, kon of in de befchuldiging eene wezenlijke belediging voor de eer des Raadpens fionaris, of in de vrijfpreking , hoe zeer ook hoog gezag voor dezelve pleitte , eene hei-ftelling van dezelve vinden. — Het is niet onwaarfchijnlijk , dat hij dit zelve wel gevoelde , en dat dit gevoel hem aandreef tot een Voorftel , 't welk hem naar zijn oordeel boven alle verdenking zou verheffen. Althans weinig tijds na dit gebeurde, leverde hij ter Raadsvergadering een Vertoog in, waarin hij eenige verandering verzoekende in zijne betrekkingen , waarin hij tot hier toe tot het ftuk der Finantiën geftaan hadt, zich dus uitdrukt. „ Gaarn hadt hij, zegt hij tot het doen van dit voorftel een geruster tijd waargenomen, maar hij mogt het voor de Staaten van Holland niet verbergen , dat de lasteringen en verdichtfelen , welken in een  OMWENTELING. ioo een droom van Schotfchriften, dagelijks onder de Gemeente wicrderi verfpreid, als had hij zich aan de fnoodfte wanbedrijven, ten. aanzien van 's Lands Fihanticn, met raad en daad fchuldig'gemaakt, eene beweegreden te ;meer voor hem hadden uitgeleverd, om dezelve voordellen te verhaasten. — Dat hij wel voor zich zeiven diergelijke lasteringen behandelde met de verachting , die zij verdienden ; dat hij zich ook verzekerd hieldt, dat ze bij niemand, hij wave vriend of vijand , die hem eenig-r zins kende , indruk zouden gemaakt hebben : maar als een publiek perfoon , op wiens eer geen vuile dnet behoorde te rusten, en als eerde Minister van het land , oordeelde hij zich verpligt zijne Meesters zulke middelen aan de hand te geven , waar door ze met eigen oogen tot de volkomende overtuiging konden zien , of hei Land trouw en eerlijk bediend werdt , en dat hij vervolgends vrijheid hadt, dit onderzoek gedaan zijnde , met allen eerbied daar op te blijven daan , dat zijn post, die in zorg en arbeid geene wedergade hadt, mogt ontlast worden van een tak Van werkzaamheid , wiens waarneming al leen een geheel mensch vereischtte. " Dj T. TIJD» PE RK.j II. BOEK. t  I. TIJ DPERK. II. BOEK. DER= iio GESCH. der OMWENTEL. Dit echter was flegts eene proeve vart het geen ftondt te gebeuren, en volgends de. krijgskunst eene ligte fchcrmutzeling j die wel dra door een geregelden aanval zou gevolgd worden, Dan, daar de maatregelen van het gevestigd beduur nu in zulk eene nauwe betrekking komen met de ondernemingen van hen , die hetzelve poogden omver te werpen, dat het eerfte voor den lezer een raadzel blijft, zonder genoegzaame kennis van het laatfte , noodzaakt mij dit hier bij een kort verflag te voegen van de geheime werkzaamheden der tegen-ftanders van den gevestigden regeerings-r Vorm.  DERDE BOEK. MAATREGELEN DER GEMEENEEESTGEZINDEN, TOT Ê E WERKING DER OMWENTELING. Eigenlijk kan men zeggen , dat. de voornaamfte voorflanders der patriotfche partij, of de Gemeenebestgezinden , geen oogenblik , federt de herftelling der Conftitutie In 1787. gerust hebben, om, zo door geheime onderlinge bijeenkomilen , als door de allerbedektfle briefwisfelingen met de Nederlandfche uitgewekenen, op wier eerlijkheid en trouw men gerustlijk {leunende , het gebouw eener tegenomwenteling manmoedig te ondernemen (*). — Dan het tijdflip tot zodanig een gewigtigen en beflisfenden flap was niet rijp vóór het jaar, welkers gebeurenisfen ons thans bezig houden. Reeds in de maand Januarij dezes jaars • ,'794- (*) Handel, van de Provifion. Municipal. van Amjlerd. bl. VI. Gefchiedkundig Verhaal door SLAu\v en van irmoven van dam. bl. 5. L TIJDPERKIII. BOEK. Eerde beginfels varl het plan der Omwenteling.  i TIJDPERK III. BOEK. i 12, GESCHIEDENIS der 1794. zonderden zich te Amfierdarn cenigé perfoonen af, van de overige, in het geheim werkende, leden, ten einde door den tijd een committé revolutionair of raad van opfland en 'omwenteling te vormen, "t welk het Werk der omwenteling zou bevorderen en zo dra dezelve / daar gefield was , uit hunne medewerkende leden , dé gefchiktftè perfoonen tot een nieuw beftuur opleveren. Toen reeds befpeurde men, zo bij de ingezetenen des lands in het algemeen , als bij de inwooncrs van Amfierdarn, een heerfchend ongenoegen over den plaatshebbenden toeffand der zaaken des Vaderlands, en voorzag daaruit de verontrustendfte gevolgen, wanneer dit. fmeulend vuur, door kwalijk beradenen., onvoorzigtigen of uit verkeerde begiufelen ijverende lieden, aangeftookt, ontijdig mogt uitbarften. Om dit zo veel mogelijk voor te komen cn echter de omwenteling daar te ftellen, verbonden zich de burgers jan VAN IRHOVEN VAN DAM, j. GOLDBERG, C. A. T, JvRAAIJENIIOFF j H. /E N E .31, j. A. CRAIJENS CHOT CU j. j„ m. go gel (*). Dezen, als den meesten I \ ■ info Gebli. Verh. bl. 21. Hand. van dé Pt 6vifion. Municip, van Amjl. bl. Vlll.  OMWENTELING. 113 invloed hebbende op de gemeenebestgezinde gezelfchappen of clubs, werden het gefchiktst geoordeeld, om de driftigfre gemoederen tot eene bedaarde cn geregelde werking te brengen. (*) De gewigtigfte zaak was hit', eene geregelde correspondentie met het Franfche leger zelve te openen. Reeds in de maand Maart zondt mert eèrten afgezant naar de Reprajfcntartten bij het Noordlij-1 ke leger, om van den Waaren toeftand der zaaken in ons Vaderland ert tevens van het onvermogen kennis te geven , waar in de Ge- (*) Hier is liet de juiste plaats, om van die gezelfchappen eenig berigt te geven. Zij zijn bekend ónder den naam van Leesgezelfchappen, die zich (foor letters van eikanderen onderfcheideri. Dé juiste tijd hunner oprigting is onzeker. In dezen, door geheel Nederland verfpreid, fchijnbaar ingericht, om den eenvoudigen burger nopens zijj rie regten en pligten te onderwijzen, handelde men eigenlijk over het beduur des Vaderlands eri de daar. toe betrekkelijke onderwerpen (V). Te Amfierdarn telde men zes en dertig zodanige gezelfchappen , die met eikanderen een aantal vatl ruim drie duizend leden uitmaakten. ~i- (a) Handel, van de Provipont. Municipal. bU VIII. Handel, van het Comm. Revolut. N°. lp* bh 304. ... H 1. TIJ D* PERK» III. DOEK. Geheime onderhandelingertmet de Franfchen^  h4 GESCHIEDENIS der ï: TIJD PERK. iuj BOEK. Voorbereidingder Om wenteling binnen s lands. Gemeeiiebestgezinden zich bevonden, oin, zonder uitwendige hulp, eene omwenteling te bewerken. Ten dien einde leverde dezelve Afgevaardigde eene uitgewerkte Memorie in, die zeer gunftig werdt aangenomen , gelijk- hij ook bij den Repraefentant goijot een veelbeloovend gehoor vbndt. (*) Hier door aangemoedigd, was men thans op alle middelen bedacht, om, ware het mogelijk? de Omwenteling binnen 's Lands voor te bereiden. Een der eerfte poogingen was dan het verlichten van den onkundigen Burger ; maar , daar de vrij-1 heid der Drukpers merkelijk bepaald was, richtte men geheime Drukkerijen op , om langs dien weg zodanige Gefchriften te verfpreiden en gemeen te maaken, als {trekken konden , om op alle mogelijke wijzen de geldligtingen van het beftuur te doen wantrouwen en tcgentegaan; door de ontrustendfte geruchten , den moed van deszelfs aanhangeren te doen zinken ; door het openleggen der maatregelen van het bewind en de handelingen van de Ministers, beiden alle vertrouwen bij de Natie te doen verliezen, en dus het heerfchend beftuur O GefcL Ferk bl. 21.  OMWENTELING. ii§ ftuür allcngskcns tc ondermijnen. Men ging hier bij op die bchoedzaame wijze te werk, dat het geheim nimmer door het Beduur ontdekt is geworden (*), Bij het toenemen der Volksgezelfchappen in de onderfcheidene Steden en oorden dezer Republiek, verëenigden derzelver Commisfarisfen zich weldra in twee Hoofdcommittées, het eene tot de Buitenlandfche Correspondentie met de Franfchen en de binnehlandfche , het andere werdt belast met de zorg* om het heerfchend bewind in deszelfs maatregelen te dwarsboomen $ de Gemeenefcestgezinden aan té moedigen, den Volksgeest te vormen, en tot de Omwenteling voor te bereiden (t). Na in dezen arbeid eenige tijd volhard fe hebben * belegden beide Committés in de maand Juiij eene Algemecne Vergadering vah alle dé Leden der Stedelijke en Provinciaale Committés; Op deze werd befloten, en om voorttegaan in het aangevangen werk — de hoop der Natie óp eene Omwending te verfterken* gemerkt men de vol drek te onmogelijkheid daadlijk inzag, om, zondef on- (*) Gefch. Verh. bl. 24. 26". (t; Gefch. Ferh. bl. 25. H a l TIJDPERK* hl BOEK.  115 GESCHIEDENIS der I. ■r-i} DPERK.III. BOEK, onderftcuning der Franfchen dezelve daar^ tefiellen 5 en op nieuw een Gezantfchap aan de Franfchen aftevaardigen , ten einde aan dezelven den waaren toefland der Gemeenebestgezinden te berigten, en zich ten nauwkeurigften te verzekeren van de gezindheid der Franfche Republiek omtrent ons Vaderland. Tevens werdt Amfierdarn als het middenpunt der Omwenteling vastgeftcld, van waar dezelve zich door de geheele Republiek zou verfpreiden. Eindelijk nog vondt men op deze Algemeene Vergadering goed een Nationaal Committê of Committé Revolutionair yoor de geheele Republiek te Amfierdarn opterichten , het welk met het beftuur van alle zaaken, tot de revolutie betreldijk, belast zou zijn, en aan het welk alle de overige Committés zich zouden onderwerpen. Dit Hoofdbefluur werdt aan de zo evengenoemde Burgers toevertrouwd, welker getal nog vergroot werdt door de toetreding der Burgers n. van staphorst, j. la pro, j. ondorp en e. van der sluis (*). — Ingevolge van deze befluitcn zonde (*) Cefch. T'crh. U, 2f5 en volgg. Hard. d • P. M. v. A. bl. 8. Hand. v. h, C. R. bl. Sj>J*  OMWENTELING. 117 zonde het gemelde Hoofdbeftuur, in het begin van de maand Augustus, een Gezantfchap naar het Franfche Leger, zich toen te Brusfel bevindende , met last , om aan de Repnefentanten van alle de gemaakte vorderingen en verdere ondernemingen kennis te geven; maar tevens ook, om hen te verwittigen van de volftrekte onmogelijkheid , waar in men zich bevondt, om, zo al de Omwenteling gelukkig te Amfterdam was uitgeborften , dezelve langer dan 24 uuren te kunnen llaande houden, als zijnde overal omringd door de Troepen der Geallieerden , en door de magtigfte Rivieren van den bijftand der Franfchen afgefneden (*). Zeer minzaam werdt dit Gczantfchap door de bijéénvergaderde Franfche Repnefentanten bij de Noordlijke-, Samberen Maaslegers ontvangen ; de ontwerpen voor de Militaire operaties en de politieke Organifatie, hun tevens aangeboden zijnde, werden niet alleen aangenomen, maar zelfs het eerfte aan het Committé van Algemeen Welzijn in Parijs voorgedragen en is ook vervolgens bij den inval gevolgd geworden. Het andwoord aan de Gezanten (*) Gefch. Verh. bl. 28, 29. H 3 TIJ D- PERK Hl. BOEK. Toezegging van hulp der Franfchen.  ïj8 geschiedenis der L T IJ DPEIl K. ÏIL ten Iiieldt hoofdzaaklijk in, dat het Fran-, fche Folk eene edelmoedige befcherming aan de Patriotfche partij beloofde (*). _ Eene belofte intusfchen, die men toen misfchien te gunffig verklaarde. — Na een tijdsverloop van vijf weeken , werden de Afgezondenen door een eigenhandigen brief van den Generaal en Chef pichegru aan den Generaal der Brigade daen. Pels, (getekend Elfacker, den ao Fructidor, of 6? September) onderricht van de voorgenomen bewegingen des Noordlijken Legers. Volgends denzelven, werdt de laatstgemelde gelast aan de Nederlandfche Afgevaardigden te verwittigen, dat het Plan van het Committé van Algemeen Welzijn was , om binnen vijf of zes da, gen, na de gemelde dagtekening, het Ver, eenigde Staatfche Leger , dat de grenzen van de Provintiën dekte, aantetasten; en, ZQ mogelijk, geheel te verflaan ; na den goeden uitflag van dien veldflag, waar van men terftond naar Amfierdarn berigt zou zenden, een leger van 25 of 30 duizend man, (*) La poliiique fera te refie. Le peuplé FraHfais promet loyauté &> protection au partf patrtote. Gefch. Verh. bl. 30.  OMWENTELING. mannen naar de Maas af te zenden , om zich van de beide oevers dier rivier meester te maaken , als ook van die van de Waal, en tevens voortekomen, dat de vijand den weg op Amfterdam name: dat vervolgends dit zelfde Leger bevel zou ontvangen, om zich naar Amfterdam te begeven, zo dra hem Generaal een echt berigt van de Omwenteling in die Stad was toegekomen. Na de Omwenteling volbragt te hebben, moesten de Gemeenebestgezinden zorg dragen voor een genoegzaamen voorraad van brood en leevensmiddelen te Utrecht cn te Amfterdam , ten einde het Leger in zijnen voortgang door het medevoeren van deze noodwendigheden niet vertraagd zou worden (*)• Op dit moedgevend berigt, ftelde men al het mogelijke in het werk ten einde het geheel ontwerp eenen voorfpoedigen uitflag te bezorgen. Het Plan , ter ontzetting van het Bewind van hunne f posten, van ontwapening der Krijgsmagt, van de nieuwe orde van beftuur, werdt weldra ontworpen. Men deedt zelfs het bijna onmogelijke, om in het geheim de Leden der (*) Gefch. Ferh. bl. 30. H 4 O w Til DPERK 111. BOEK.  ui TIJ Dff RH,; LM. m GESCHIEDENIS der derLeesgezelfchappen van wapenen te voor, zien, en legde ten dien einde op verfcheiden plaatfen kleine Magazijnen aan. Men kocht te Amfterdam een aanzienlijken hoop van Jooden om, en beproefde hetzelfde ten aanzien der Militairen, fchoon dit laatfte met een ongunftiger uitflag. Men fpaarde geene fchattcn, om de geheime, maatregelen van het 'Bewind zo wel buiten- als binnen 's Lands uittevorfchen, ten einde dezelve zo veel mogelijk te verijdelen. Men fpoorde de landlieden aan , om zich tegen het formeeren der kunstoverftroomingen te verzetten. En, onder dit alles, verzuimde men tevens niet, zorg te dragen , dat de Franfchen, bij hun aankomst zo te Utrecht als elders, een ruimen voorraad van alle noodwendigheden zouden aantreffen (*). Twintig dagen , en dus tot in het be*m van Oétober , bragten de Gemeenebestgezinden door, in het vuurigst ver, langen en de zekere verwachting van den toegezegden bijftand, en in de ontrustende vrees voor de ontdekking hunner geheime maatregelen, (t) Dan, vruchtloos was hunne (*) Gefch. Firk. b!. 32-34. (t; Niet weinig werden zij in die verwachting  OMWENTELING. ne hoop. Het loc der wapenen , dat wel eens de icherpfle en onbedrieglijkfte voor- uit- titig gefbrkt door het lezen van de volgende Proclamatie. De Rrprefentanten van het Franfche Fo'.k, hij het Noórdlijk leger, aan de Ingezeetencn van Nederland, en in het bijzonder aan de Burgers van Amfierdarn. bataaveh| Uit naam der roemruchtige Franfche Natte bieden wij U heil en broederfchap. — Onza zegevierende Legers zijn thans den Bataaffchen grond genaderd; dien grond, op welke , niiin twee eeuwen geleden, zo veel bloeds geftort is, om denzelven aan den geweldenaar pui lippus den tweeden te ontrooven, mnar die door het listig beleid van den ondankbaaren willem den eersten, Prince van Oranje, aan zijn eigen huis en gedacht onderworpen is geworden. Het knellend juk, door dit heerehzugtig huis op uwen vrijen hals ■ gedrukt, heeft u meer dan eens poogingen tot uwe redding, en ter bekooming van uwe Vrijheid, doen beproeven. Maar deze alle zijn tot hier toe vruchtloos gefchied, om dat gij fteeds al uw vertrouwen alleen gedeld hebt in vermoogende grooten, en rijke Medeburgers, die u bedrooi gen hebben, dewijl derzelver zoeken geenzints was uwe Grootheid, uwe waare Vrijheid; maai alleen de vermeerdering van Hunne Magt, er H 5 ¥ I. T 1JD- 'er.k. III. BOüK,  122 GESCHIEDENIS der j. tijdperk. UI boek. het vermogen van Hunne Bijzondere Familien. — Wij komen thans, om u van dit Stadhouderlijk Oranje-juk, zo wel als van de helfche ketens dezer fnoode Ariltocratie, op eens te ontheffen. — U tegen ons te verzetten, zou eene even zoo roekelooze daad zijn, als zij uwer onwaardig zou wezen. —— Onze roemruchtige Republiek heeft geenzints den Oorlog aan de Ncderlandfche Natie, maar aan willem den vijfden, haaren Stadhouder, en zijne Aanhangelingen, verklaard en afgekondigd. Het is, om aan die verklaaring en afkondiging geftand te doen, en dezelve te agtervolgen, dat wij thans gereed (laan, uwen bodem te betreden , en de rnuuren uwer Steden te naderen. Daar wij dus geenzints uwe vijanden zijn, maar alleen die van uwe Onderdrukkers, hebt Gij, braave Natie! ook niets van ons te vreezen; maar wagt u ook, om, door eenige ontijdige gehoorzaamheid aan uwe beevende Onderdrukkers te betoonen, oorzaak te geeven, dat wij u mede als onze vijanden zouden moeten befchouwen, of als een Volk, het welk de vrijheid en het geluk, dat wij hen willen aanbrengen, ten eenemaal onwaardig is. Toon integendeel, dat gij moeds genoeg hebt, om nog bij tijds zelve tegen uwe kleine Dwingelanden op te ftaan, en hunnen troon om ver te werpen. Verdelg de Onderdrukkers, die u de wapens tegen uwe vrienden in de handen zoeken te geeven, om in het eind u zelf, uwe vrou- uïtzigten misleidt, gedoogde dien fnellen voortgang niet. Het Franfche leger zag, na  OMWENTELING. 113 ira de vermeestering van den Bosch, zijne voortgangen fluiten door de rivieren de vrouwen en kinderen, en uwe vrienden te ver. moorden. Maak, dat gij nog bij tijds een Volk wordt, het welk wij met onze legerbenden niet behoeven te overwinnen, maar dat bij onze aankomst ons de hand van broedetfchapj en in dezelve de laurieren zijner overwinningen, over de dwinglandij behaald, blijmoedig aan kan bieden. Als dan , Burgers van Nederland 1 zullen Frankrijks Helden geenzints als overwinnaars, maar als vrienden, voor de pootten uwer ilcden verfchijnen, en zich gelukkig achten hunne wapens voor dezelve neder te leggen, om u te vraagen, of gij van dezelve gebruik wilt maaken, om uwe ontluikende Vrijheid te befchermen; dan of gij daadlijk toe wilt treeden, om met het magtigfte Gemeenebest van gantsch Europa eenen onverbreeklijken band van verë.miging te fluiten, tegen welke geene zamenzweering der nog overig zijnde Despoten in dit werelddeel immer eenigzints zal kunnen opweegen. Gij in het bijzonder, Burgers van Amfterdam! aan uwe braafheid ligt uw Vaderland veel gelegen. Kiest in deeze oogenblikken, of gij wilt , dat wij als overwinnaars, of als vrienden, voor uwa poorten zullen verfchijnen. — Laat u niet mis» leiden; zommige die thans het bellier binnen uwe Stad nog in handen hebben , zijn welligt dwaas genoeg, om zich te verbeelden, dat zij, wanneer alles voor onze zegevierende wapenen zal hebben moeten bukken, in ftaat zouden zijn, om I TIJDPERK. III. BOEK.  I. T1JDP E R K. ill. SOEK* uwe Stad nog eenen geruiraen tijd te behouden; — zij en hunne aanhangers waanen, genoegzaa. me maatregelen genomen te hebben, om me: hunne Famiiien en voornaamtte bezittingen tijdig aan uwe of onze wraak te konnen ontvluchten. . Dan , ook hier toe is hen de weg reeds zoo veel moogljjk afgefiieeden. Wij kennen alle hu*, ne heimlijke raadflagen , zo wel als wij hunne perfoonen kennen, gij lieden hebt vooral' zorg te draagen , dat dezulken , die het meeste geweld tegen u lieden hebben uitgeoefend, en die u thans nog voornaamlijk onderdrukken, aan uwe waak zaamheid niet onflippen. — Zij zijn aai, u , zo wel als aan ons, bekend. Laat niemand u in het dwaas denkbeeld brengen , dat de Stad Amfierdarn en haare Ingezetenen gunftlger door de Reprefentanten bij de overwin, nende Legers der Franfche Republiek behandeld zouden worden, dan eenige andere Stad, die niet vooraf getoond heeft, waardig te zijn, een Bondgenoot van hun doorluchtig Gemeenebest te wor, den. Maar tevens verzekeren wij u den fpoedigOea bijfland van onzen hcldhaftigen arm, zo dra wij vermeenen dat gij bezig zijt uwe Vrijheid te bewerken. Eerlang zullen onze benden zich aan de oevers van het Y en aan den Amftelllroom verwonen , en als dan verneemen, wie die geenen zijn, die* aan deze algemeene Waarfchouwing en vriendlijken raad gehoor gegeeven hebben. Ons verlan-, gen is, meafchenbloed te fpaaren, perfoonen en be- 1*4 GESCHIEDENIS DER de Maas en Waal, welker boorden met ontelbaars vuurmonden gewapend , hun den  OMWENTELING. 125 den overtocht al te moeilijk maakten. Schoon wanhoopig door dit draalen , lie- li07!tM.l- V E R K. III. Ba) EK. 128 GESCHIEDENIS der Guarnifocn te bezwaaren (*). De naam' alleen van Engelfchen, reeds bekend door hunne onverfchoonlijk flegte krijgstucht en de menigvuldige ongeregeldheden, op-den Geldcrfchen bodem gepleegd, was genoeg, om de gemoederen der Gemeenebestgezinden boven allen redelijken peil optewinden , en dit, gevoegd bij den benarden toefland, waar in zij zich bevonden, deedt hen tot gewaagde maatregelen befluiten , welker uitkomst het heerfchend Beftuur flegts flerker in den zetel bevestigde. — Den 10. dier maand werdt in de meeste Leesgezelfchappen te Amfterdam een Stuk ter tekening aangeboden; waar van de inhoud hier op neerkomt. Na eene voorafgaande betuiging van het tot hier toe gevestigd betrouwen op de wijsheid van het Stadsbefluur, als den grondflag van een (til berusten in alle de genomene maatregelen van hetzelve ter bevordering van arde , rust en veiligheid , verklaaren de Ondertekenaars, federt eenigen tijd verontrust te zijn geworden, door de komst van Zijne Hoogheid den Heer Erfprins en het ge- (*) J. koning Dagregister, bl. 5. Gc/ck* l'erh. bl. 43-46.  OMWENTELING. 109 gerucht van de uitwerkzelen dier komst; als hebbende hij de regeering overgehaald tot het bcfluit, om de Stad aan een Militair beleg te onderwerpen, ten dien einde de Inundaties rondom de Stad te formeefen, de zeefluizen in den omtrek derzelve opentezetten , de zeedijken doortefteken , als ook een aanzienlijk aantal Engelfche Troepen intenemen ter verdediging van de Stad; dat zij niet alleen over zodanige maatregelen verontrust zijn , maar ook niet kunnen nalaten te betuigen, hoe weinig dezelven naar hun genoegen zijn. Op deze grondflagen dan vragen zij rtellig af, tot welk einde Zijne Hoogheid in de Vergadering zij verfcheenen, en of de verfpreide geruchten grond van waarheid hebben. Dit zo zijnde, verklaaren Zij hunne gereedheid om zich tegen dezelve , en inzonderheid, tegen het innemen van Engelsen Guarnifoen , zo bekend door hunne roof- en plunderzucht , openlijk te zullen verzetten, en derzei ver aannadering als het teken tot een opftand aantemerken , voor welker gevolgen zij de regeering verandwoordlijk ftellen. — Redenen , waarom zij eerbiedig verzoeken, dat hun Ed. Gr. Achtb. nimmer tot zodanige I maat- r, Tijn- PER l£i ül BO Eli.  i3o GESCHIEDENIS der I. T i j 0P e r k. 11!. boek. maatregelen concurreren, of zich door eene roekelooze verdeediging vcrandwoordlijk ftellen voor den ondergang van de h> wqoners der Stad; maar, zich verlatende op de goede gezindheid der burgerij , zich alleszins voegen naar den loop en eisch der omftandighcden." (*) — In den tijd van drie dagen hadt men 3600 tekenaaren op dit rcquest of liever vertoog — een getal, het geen zekerlijk grootcr hadt kunnen zijn, indien die tekening niet door verfcheiden omftandighcden ware tegengewerkt geworden, (f) Ziet daar dan nu de Gemccncbestgezinden gereed tot den eerften openbaaren ftap, die van het politiek aanwezen van hunne partij kennis gaf; — een ftap, welkers gevolgen zo verfchrikkend waren, dat zij bijna allen moed en geregelde werkzaamheid verdoofden. — Het verfprciden en tekenen van dit ftuk kon zo geheim niet gefchieden, of de regeering kreeg hier van de lucht, en juist ten zelfden dage,, dat men gereed was het zelve inteleveren. Slegts weinige uuren te vooren, werdt deze (*") j. koning Dagreg. bl. 4- 7. (t) j. k. Dagr. bj, 8.  OMWENTELING. 131 ze af kondiging (op den 14 Oef.) van depuie van het Raadhuis afgelezen; „ Alzo mijne Heeren van den Gerechte der Stad Amfterdam in ervaring gekomen zijn, dat zommige kwalijkgezinde perfoonen hebben kunnen goedvinden, onderfcheidene valfche geruchten te verfpreiden, en de gemoederen van vreesachtige en onkundige ingezetenen te ontrusten , waaruit ligtlijk zou kunnen voortvloeijen, dat men dezelven perfuadeerde tot het tekenen van Requesten of addresfen aan de regeering dezer Stad, met oogmerk, om dezelven aan Heeren Burgemcesteren aantebieden en welke requesten tot geen ander einde zouden kunnen flrekken, dan om de wettige Regeering in derzelver vrije deliberatien in de tegenwoordige omftandigheden van zaaken hinderlijk te zijn, en dezelve te doen verliezen hun geheel vertrouwen bij de goede burgerij dezer Stad." „ Zo is hei, dat mijne voorfch. Heeren vooraf aan een ieder aanmaanen, van voorzigtig te zijn en zich door geene ontrustende discourfen te laten wegfleepen en overhaalen tot het doen van daaden, waar van zij de gevolgen niet kunnen genoegzaam voorzien, en wijders tot voorkoming I a van TIJ OTER tt III. BOEK,  «3* GESCHIEDENIS dkr I. Ï1JDP E R K iii. BOEK. van desorders aan alle en een iegelijk willen gewaarfchuwd hebben en gelast, om zich niet te meieeren in het doen van adresfen, bij dewelken men zich zou willen immisceeren in de adminiflratie van de publieke zaaken, als dewelke privativelijk de wettige regeering is competeerende , op poene, dat tegens de geenen, welke contrarie dezes zullen bevonden worden te handelen, naar exigentie van zaaken zal worden geprocedeerd." In weerwil van deze afkondiging hadt men echter den moed, om het gemelde addres, flegts weinige uuren na die afkondiging aan de regeering aantebiedenDe inleveraars beflonden uit de volgende perfoonen ; Mr. c. w. v i s s c n e r (oud Penfionaris van Amfierdarn') n. van staphorst, j. gold b erg, j. mol: uit de leesgezelfchappen waren hier bijgevoegd; j. la pro, j. van der heijden, p. van de wal perné , d. scholten, w. jansen, a. hardenberg, h. heusken, h. van cal- car. (*) Hoe zeer men in het eerst ■ weigerde het adres aantenemen, zich be- roe- (*; j. k. Dagr. bl. 8j>.  OMWENTELING. ISS roepende op de zo even gemelde afkondiging, gelukte dit echter na eenige woorden wisfeling. Tegen den 17 Oef ober, werdt dit gezantfehap befcheiden, om antwoord te hooren. Vier van het zelve, visscher, L a pro, v. staphorst en van der heyden, vervoegden zich ten dien einde bij Heeren Burgemeesteren, van welken zij echter nu minder vriendlijk ontvangen wierden. Het andwoord was hoo(dz.uklijk; dat zij Burgemeesteren den inhoud van het Request overwogen hebbende, uit hoofde van de ongemefureerd^ en onbehoorlijke termen, waar in hetzelve wis opgcfleld, het zelve van de hand wezen en aan de inleveraars terug gaven. Ander-: maal volhardden de inleveraars bij hunne weigering om hetzelve terugtencemen. (*) De aanklevers van het heerfchend beüuur nu regt op den weg zijnde, om de Omwentelings partij in haare gangen naar te fpooren, en den doodfteek toctebrengen, maakten van de gunflige gelegenheid een zeer voordeelig gebruik. Reeds den 17 Oef. werdt bij de Staaten van Holland eene merkwaardige Publicatie tegen alle be- {*) j. k. Dagr. bi. 9, iy. 21. I 3 I. tij o. perk. HL. boek. De banoten°;ezelfc happen verboden.  134 GESCHIEDENIS der i ï U D rinu Ut. BOE li. befloten gezelfchappen of bemoeijingen mee Regeeringszaaken uitgevaardigd. In de inleiding berigten zij dat zij kennis gekregen hebbende van het ter tekening leggen van adresfen in verffcheidene Steden, enz. ftrekkende om de maatregelen van het befluur vooruittelopen , rekenfchap van derzelver Verrichtingen aftevorderen, kwaadaartiglrjk opgevuld met onwaarheden en ingericht öm den geest van wederfpannigheid de plaats te doen bekleeden van dat vertronwen aan de wettige Overheid verfchuldigd \ —■ uit dien hoofde verklaaren dat Zij alle ftukken van dergelljken aart, hoe genaamd ook, befchouwen als belemmeringen en aanflagen op de vrije deliberatien der refpeclive Overheden, en daarom een iegelijk aanmaanen zich van alles te wachten, wat den fchijn zou hebben van zodanige zaaken te bedoelen, cn in het bij* zonder van het b'pftellen, drukken of verfpreiden van zodanige adresfen, op poene, dat alle de zodanigen als verftoorders der öpenbaare rust geftrenglijk geftraft zouden , worden; — verbiedende verder alle Overheden om op zodanige adresfen te disponeeren, maar hun gelastende dezelven in handen van de Officieren en Bailluwen te ftel-  OMWENTELING. 135 ftellen , ten einde daar tegen te kunnen procedeeren. En naardien zij zodanige adresfen aanmerken , als hunne geboorte verfchuldigd aan gezelfchappen, zich mengende met zaaken het beftuur betreffende, zo gelasten zij op dezelven een waakend oog te houden cn ze te disfolveeren. En (dit betrof regtfireeks de lecsgezelfchappen) vermids het oprechten van gezelfchappen , federt cenigen tijd , onder vcrfchillende benamingen , meer algemeen is geworden en daar'onder zodanigen, die, ' fchoon zij uiterlijk onverfchillig en zelfs tot onderling nut ingericht fchijnen, nogthans in de tegenwoordige omftandigheden fchadelijk zijn voor de bewaaring der rust, zo gelasten zij , dat voortaan niemand, onder geen voorwendfel hoe genaamd, aan zijn huis zal mogen vergaderen of ook bijwöonen zodanig een gezelfchap, dat in een bijzonder vertrek bij den anderen komt, en waarin niemand wordt toegelaten dan die lid van hetzelve is of door een lid ingeleid wordt ; ten zij na bekomen verlof van de Regeering. — Ten anderen; dat alle zodanige , die zulke gezelfchappen aan hunne huizen houden, gehouden zulI 4 len I. Trj d- PERK III. hoek,  -3 p e n. k. III. boes.  i. tij r> j>erk m. boek, Herhaal, de on- 140 GESCHIEDENIS der berg, heusken en van calcar, waagden het ten beflemden tijde te verfchijnen ; de vijf anderen hadden 2ich door eene tijdige vlucht gered. — Gelijk men wel voorzien hadt, gebeurde , zij werden gevangen gehouden. Den 19. November werden zij gevonnisd, om den tijd van zes jaaren op , eene verzekerde plaats , waar toe het Werkhuis bepaald werdt, gearresteerd te blijven , en voords uit de Stad en deszelfs gebied uitgebannen te worden: van der heyden werdt daar en boven nog in eene boete van 100 ducatons behagen. Den 19. werden zij in drie koetzen, twee aan twee aan eikanderen gebonden , naar de gemelde verzekering overgebragt. (*) — De overige zes uitgewekenen werden crimineel ingedaagd, (f) Zodanig was de uitflag van deze gewaag. (*) visscher was den voorigen avond alleen overgebragt; den zesden, alleen in een koets zittende , waren de armen op den rug gebonden. Voor het overige werden zij vóór hun Vonnis, geheel en al als crimineele Gevangenen benandeld. (t) j. K, Dagr. bl. 33. enz.  omwenteling. i4ï waagde proeve, die de Gemeenebestgezinden ovcrtuigelijk deedt zien, dat het hunne tegenftanderen noch aan magt, noch aan moed haperde, om door te tasten, en zich in den zetel te handhaven. Deze overtuiging , gepaard met de flaauwe uitzigten op de Franfche hulp , deedt de ecrften , in het midden van hun beklemden toeftand , in de dagen der inlevering van het adres , een derde gezantfchap naar het Franfche Leger afvaardigen , met last om van de Reprafentanten bij het zelve rondborflig te vernemen , welke de ftaat van zaken ware, en welke hoop of vrees zij in deze hachelijke tijdflippen, aangaande de komst of het achterblijven van hunne verlosfers moesten voeden. De langduurige afwezigheid van deze afgevaardigden noodzaakte het Committé Revolutionair, om , langs nog een anderen weg, den nijpenden nood en hooploozen toeftand van de zaak der Vrijheid , in een brief, ter kennisfe der Reprafentanten te brengen. In dezen brief, gedagtekend 20. October, dus drie dagen na het Staatlijk verbod van verzoekfchriften in te leveren, of op eenigerhande wijze te vergaderen, treft men een hartroe- ren< •1 Tij OP E R X. ui. BOEK. dei-handelingmet de Franfchen. I  143 GESCHIEDENIS der I. T IJ O • PERK NI. SOEK, rend cn meesterlijk gefchetst tafreel van de allerzorglijkfte omfrandigheden, waar in de Gcmeenebestgezinden zich bevonden. „ De terugtocht, zeggen zij, van den Her„ tog van york naar deze Provintie, heeft „ geen ander doel, dan haar te verwoesten „ en met een flag alle de vermogens der „ Republiek te vernietigen; ten einde Frank„ rijk van de fchoonfte vrucht haarer over„ winningen te berooven. Het fchaamteloos „ Hof van St. James heeft het ontzettend „ befluit genomen , om alle krachten, die ,, het zelve nog zijn overgebleven, aan te „ wenden; om met zijne woeste horden, dit „ land te overftroomen, - om aan uwe hel„ den niets ter overwinning overtelaten, dan „ asch en puinhoopen , dan lijken om te „ begraven, dan traanen, om te verzame„ len. — De dood omringt ons van alle kanten, en men wijst ons ieder oogenblik „ aan als flachtoffers, die niet kunnen ont„ fnappen. Dagelijks ondergaan wij nieuwe „ geweldenaarijen, dagelijks verzwakt men „ onze krachten, verlfoort men onze maat„ regelen, verwoest men de een of ander .„ onzer hulpmiddelen; en de onmogelijk„ heid, om nu ons ftaande te houden, verv biedt ons gebruik te maaken van zodani- n gen.  OMWENTELING. M3 „ gen, die men ons nog overgelaten heeft, ,, om dat men ze niet ontdekt heeft; maar „ het ftaat te vreezen, dat ons weldra niets „ meer zal overblijven dan wenfehen, indien „ men zelfs dezen in ons eigen bloed niet „ verfmoort. — Wij ftaan nog; maar een „ oogenblik, ... en wij liggen in het ftof „ vertreden. En dit oogenblik is nabij, in„ dien gij ons niet helpt, om hen ter neder „ te werpen , die ons vervolgen en bedrei„ gen." (*) Waarlijk deze brief is volkomen in den toon der wanhoop gefchreven; en echter zeide dezelve niets te veel , gelijk de géfchiedenis duidelijk leert. Het was niet mogelijk, dat deze onderhandelingen met de Franfchen, door gezantfehappen inzonderheid , zo geheim konden gefchieden , dat het beftuur hier •van niets ontwaarde. Het zag zich dus een nieuw doel aangewezen , het welk zijne grootfte oplettendheid vorderde. Weldra maakte het zodanige verordeningen omtrent de paspoorten , en ftelde zulke orders van waakzaamheid op de grenzen , die het heen en wedertrekken der Gemeenebestgezinden van en naar den Bosch, thans (*) Gefch. Verh. bl. 36-40. I. TIJ DPERK. III. BOEK. IVTn atregelentegen de onderhandelingenmet het FranfcheLeger.  i44 GESCHIEDENIS der !. Tij DPERK. ar. SOEK. thans de plaats der onderhandelingen, ten uiterflert moeilijk maakten» In eene afkondiging van de algemeene Staaten, van den i. November leest men, . „ dat zij — geïnformeerd geworden zijnde, dat het reizen van veele perfoonen uit en naar de plaatfen, door de Franfchen bezet, thans zeer ftcrk in zwang gaat , en dat zij langs de grertzen van Staats Braband, gemaklijk kunnen inkomen of uittrekken , zonder verlof van hunne Zijde , ja zelfs met Paspoorten van de zijde der Franfchen — ter voorkoming van alle fchadelijke correspondenties met den Vijand, goedgevonden hebben vast te Hellen, dat niemand langs het geheele Frontier, tusfchen de Schelde en den Rhijn, uit eenige plaats door" den Vijand bezet, in de Republiek zal mogen inkomen , of naar de Franfchen uittrekken, zonder Paspoort van hen, van den Raad van Staaten of zijne Hoogheid, aan welken zij zich ten dien einde moeten vervoegen met opgave van naam, woonplaats, qualiteit, bediening of kostwinning, van het oogmerk hunner komst of vertrek f van de plaats waar zij naar toe trekken , en voor hoe lang het paspoort moet dienen. Dat hij ieder zijn pas-  OMWENTELING. 145 paspoort ter eerfte plaats, waar hij aankomt, en niet door Franfchen bezet zijnde, zal moeten vertoonen. enz." „ Ten tweeden; ieder, zodanig paspoort verkregen hebbende, zal het zelve moeten vertoonen ter laatfte plaats van de Republiek en aldaar laten regiftrecren ; alles onder verbeurte van drie honderd guldens en, naar bevind van zaaken , zelfs ftraf aan den lijve." „ Ten derden, zal niemand van zijn paspoort langer gebruik mogen maken, dan het zelve verleend is, maar moet hetzelve tijdig laten vernieuwen , op eene boete van vijftig gulden, of ftraf als bóven." „ Ten vierden, ieder paspoort, door de Staaten geweigerd, en van zijne Hoogheid of den Raad van Staaten verleend zijnde, en omgekeerd, wordt verklaard van onwaarde en den verkrijger vervallen in de boeten als boven." „ Eindelijk verbieden zij op het flrengffc aan alle Ingezetenen dezer landen, om met communicatie , woorden , werken of gefchriftcn, eenige correspondentie te houden , geven , zenden of ontfangen aan of van den vijand, of de genen , die onder zijne heerfchappij zijn, over eenige zaaken K of r. TIJ IJPERK. m. BOEK. /  146 GESCHIEDENIS der T. TIJDPERK. III. BOEK. of omftandigheden, den ftaat van het land betreffende , op peene van aan den lijve rigoureuslijk en zelf met den dood, naar exigentie van zaaken geffraft te worden. — Gelijk zij al mede op het flrengfle verbieden , eenigen toevoer varï levensmiddelen of eenigerhande goederen , hoe genaamd zonder onderfcheid, te doen naar 's Vijands land of de plaatzen, door hem bezet, op ftraffe van den dood, en zulks boven de verbeurtverklaaring van dezelfde levensmiddelen en goederen." (*) — Deze afkondiging wijst ons duidelijk aan. hoe ver men reeds op den weg der ontdekkingen was gevorderd. Ziet daar dan de hoop en uitzigten der Gemeenebestgezinden , meer dan ooit verduisterd. Van de eene zijde vertoonde zich aan hun de wanhoopigfte verdeediging tegen een zegevierende heirmagt , gereed » om deze gewesten als verwonnen land in te tre- (*) Den 16. December werdt deze Publicatie nog met eenige bijvoegzelen vermeerderd , allea ftrekkende, om aan niemand Paspoorten afteleveren , zonder voldoende zekerheid van de Idcntteit des verzoekers, en van de allergewigtigfte rede. tien voor het verzoek om dezelven.  OMWENTELING, 147 treden , eh dezelven de wet van overwinnaar voortefchrijven j na de beur tel ingfchë verwoestingen door vrienden eri vijanden ; van den anderen kant zagen zij , zelfs bij de mogelijkheid, om de Franfchen buiteri het land te houden, die toch onmerkbaar klein was, niets dan de meerdere bevestiging van het heerfchend bewind ,' de diepere verflaaving aan het heerschzüchtig Engeland, en de geheele vernietiging van alle Gemeenebestgezindheid : — aan béide kanten, even zeer den geheelen ondergang van het dierbaar Vaderland. In dezen geheel hooploozen toeftand ^ keerden de laatfte Afgevaardigden der Gemeenebestgezinden aan de Reprsefentanten Van het Noordlijk Leger terug , en bragteh een ontwerp mede, dat door de laatften was goedgekeurd; (*) om niet, gelijk bet eerfte plan was , de omwending iri Am- (*) Eene Proclamatie van de Reprsefentanten bij liet Noordlijk Leger , k. ii^uuian , bellegarde en la combe(du tarn; werdt in deze dagen in de Provintiën verfpreid; Hier bij kwam vcrvclgends nog eene andere van tien dagen later dagtekening: beiden ftrekkende om het werk ten kraeluigfle aantebinden: dezelven waren van den volgenden inlioud. K £ vrij' i. tij !> pee kV HL. boek.  148 GESCHIEDENIS der Amfterdam, waar het nu onmooglijk was geworden , maar elders te beginnen , en wel VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. De Reprajfentanten des Franfchen volks, gezonden bij de Arineè'n van het Noorden, en de Sambre en Maas.. AAN DE BATAVEN! De alom zegenpraalende Armee der Republiek is tot uwe landpaalen doorgedrongen; uwe fterkile Grenslteden zijn bereids in onze magt , of ftaan gereed om in onze handen te vallen. Herinnert U Bataaven i uwe oude helderdeugd : befchouwt de vernederende onderdiuk' king, waar onder uwe overweldigers u doen zugtcii. Het tijdltip is gekomen, om het juk af te werpen , en nwu in- en uitwendige dwingelander, die u onderdrukken en in den afgrond willen fleepen, die onder hunne voeten gegraven is, te verdelgen. Gij ziet hun reeds verbleekt en zidderende van fchrik op hunne waggelende trooEen; flegts eene nadrukkelijke fioute daad , hergeeft u de uitoefFening van uwe rechten , van uwe oppermagt. ï De Franfchen, vijanden der Tijrannen en vrienden der Volken , reiken u den overwinnenden arm toe} zij komen niet als overweldigers, maar als broeders , met dewelke gij u geiustelijk kunt verëeuigen ; zij willen zig niet als door vrije Vol- i. TIJDPERK. III. SOEK.  OMWENTELING. 149 wel in andere Provintiën. Men moest op de grenzen der Republiek een omwente- lings Volken omringd zien , en u hergeven het geer» «Ie Despooten u ontroofd hebben. Uw tegenwoordig gedrag ftaat het lot van u, en van uwe Nakomelingen te beHisfen. Betoont u , uwer Voorvaderen waardig : laat uw heldenmoed niet langer bedwongen worden door Wezens , die Europa reeds aan de verach. ting opoffert. Verlaat u op de dapperheid onzer Republi. keinfc'-; Legers , betrouwt op de rechtvaardigheid en onwrikbaarheid van de Reprafentanten des Franfchen Volks. Uwe Eigendommen, uwe Gebruiken en Gewoonten, uwe Godsdienflige gevoelens , zullen alom geëerbiedigd worden : alle ongeregeldheid , alle moedwil, alle willekeurige handelwijzen zullen ten ftrengften geftraft worden; dan, de Franfchen zijn niet in flaat die te pleegen , daar hunne vijanden zelfs zig genooddrongen zien , hun goed gedrag en krijgstugt te verëaren. Het geen geleverd zal worden tot onderhoud der Armeen , zal naauwkeurig voldaan worden. De Reprtefentanten des Volks hebben een voordeeligen prijs bepaald voor de behoeften van de eerfte noodzaaklijkheid, en hebben de regelen afgetekend die moeten gevolgd wórden. Zij fprekeu u niet van de zekerheid, ^Solidité) en de onmetelijke Hijpotheek van onze Republikeinfche Munt; Holland i« des aangaande genoegzaam onK 3 dtf.« I. TtJDFKUK. III. BOB.K,  L T IJ DPERK. HL BOEK. derricht : de ManufacUiuren . de Voortbrengzelj en de Koophandel der Franfche Republiek, geven u eene groote menigte middelen aan de hand , om die te plaatfelen of te verwisfelen. Burgers I uw gedrag zal het onze Regelen ; wij zullen uwe gevoelens naar uwe daaden beöor. deelen; — uwe liefde voor de Vrijheid , naar de poogingen en nadruk die gij tegen uwe Tijrannen hetoonen zult: wij zullen uwe gehechtheid aan de Franfche Republiek afmeeten naar den ijver die gij betoonen zult , in het verzorgen der benoodigdheden voor onze brave Verdedigers. Gedaan in 's Hertogenbosch den 30 Vindimaire, (21. Oftober.) Het derde Jaar der Franfche Repw bliek. PROCLAMATIE. Der Volh-Reprtefentanten, bij de Legers van het Noorden , de Sambre en de Maas, aan de Bataven. BATAVEN, Het Franfche Volk wilde vrij wezen; het verhief zich, en zijne vijanden vluchtten. Een aantal Dwingelanden fpanden tegen de Republiek fa- 150 GESCHIEDENIS der lings Leger verzamelen, door Hollandfche Officieren geörganifeerd , die zich bij het Fran*  OMWENTELING. ï5i Franfche Leger bevonden , en bezoldigd door de Gemeenebestgezinden ; met. het zel- famen 5 het volk alleen , maar magtig door de rechtvaardigheid zijner zaak, floeg toe en zijne vijanden waren verbrijzeld. Bij de Alpen, bij de Pijreneeën, in het Noorden en het Zuiden , zijn de Rhijn, de Rh'öne , de Loire en de Bi. dasfova met derzelver bloed geverfd, en hebben een aantal hunner lijken met zich gevoerd. ——— Dan, kon de uitkomst wel onzeker zijn, daar de ondeugd tegen de deugd, vooroordeelen tegen de Rede worftelden? Bataven! de Legers der Republiek hebben reeds een aanmerklijk gedeelte van uw Grondgebied in bezit, reeds zijn uwe fterke plaatzen in de magt der Franfchen , of ilaan gereed om in hunne magt te vallen. —— Maar! daar wij u zouden kunnen aanfpreken als uwe Meesters en Overwinnaars, willen wij u uiet aanfpreken dan als Broc. ders en Vrienden. Bataven ! Indien het gevoel van Vrijheid in uwe ziel niet is uitgedoofd , het oogenblik is daar! Toont aan Europa, aan de geheele wereld, die het oog op u gevestigd heeft, dat het bloed van uwe edel bezielde Voorvaderen nog heden door uwe aderen ftroomt. Te lang reeds hebt gij het hoofd, door (lavernij vergruisd, onder de wetten van den fcaldadigen Stadhouder gekromd. Te lang reeds zijt gij afhanglijk geweest van het listig en trouwloos Gouvernement van Engeland, dat zich alleen en met uitfluiting van allen van den Koophandel meester maken, alle de rijkdommen der wereld aan zich trekken, K 4 taf f. T1|DPERK iii. BOEB.  152 GESCHIEDENIS der t. Tijn- P E R K. iii. BOEK. ter zee den meester fpelen, en de volken onder zijn bedwang wil houden, uwe fchatten moeten niet langer dienen om de heerschzucht der Despooten te voeden ; de vrucht van uwe arbeidzaamheid moet niet langer ftrekken ten voordeele der Dwinglandij. Veréénigt uwe poogingen met die der Franfchen , om den Scepter van dit overheerfchend Gouvernement te verbrijzelen. Slaven onder uwen Stadhouder, waart gij de werktuigen van het Despotisme , weest nu van dat juk verlost door de Franfchen, deelgenooten van hunnen roem, en met hun werkzaam, om de Zeeën vrij te maken. Het Franfche Volk is de vriend en natuurlijke Bondgenoot der vrije Volken I zoo luidt de Conltitutie der Republiek , die door 24 Millioenen vrije menfehen is aangenomen. Bataven I leest in dit artikel het voorfchrift der pligten van een Volk, het welk getoond heeft , dat het zijne Rechten weet te verdeedigen. Zoo verfcbriklijk het is voor zijne Vijanden, zoo goed, edelmoedig, en getrouw is het jegens zijne Bondgenoten. Uw^Grondgebied inrukkende, komen wij niet om u wetten opteleggen ; maar verzekerd , dat gij u zeiven waardig zult betoonen het Volk , het welk u aan uwe Onderdrukkers ontrukt heeft, en dat gij u zeiven een Regeerings beituur zult geven , gefchikt om uwe Vrijheid te bevestigen , zullen de Legers der Republiek zich eDkel met u verëenigen, om de handhaving van uwe Rechten en van uwe onafhanglijkheid te verdeedigen. Daar zelve de omwending in Gelderland, Overijs/el, Friesland en Groningen doen ont- ftaan,  OMWENTELING. J53 ftaan, om van daar de Hollanders, in hunne poogingen krachtdaadig te onder- fteu- Daar zal geen de minfte inbreuk plaats hebben op uwe gewoonten , gebruiken , of gevoelens ; want, te gelijker tijd, dat het Franfche Volk niet duldt, dat eenig volk zich met zijn Regeertngs. beduur bemoeit , bemoeit het, getrouw aan de Conftitutie, welke het zich zeiven gegeven heeft, zich ook niet met het Regeeringsbeftuur van eenige Natie. De loop en betrekkingen van den Koophandel zullen niet geftremd , de Eigendommen en Bezittingen zullen geëerbiedigd, het leven van uwe vrouwen en kinderen zal onder de vrijwaring der Franfche eer en de wetten van mensclilievendheid, veilig wezen. Wee hem , die, door zijn wantrouwen de Franfchen oprechtheid beledigende, zich zal vervoegen onder den Standaart der Dwinglandij: de Franfchen zullen in hem niets befchouwen dan eenen vijand der Vrijheid, en hem wagt het lot, dat beftemd is voor de medeplichtigen der Koningen. Alles wat tot beftaan en proviandeering der Legers geleverd zal worden , zal flipt betaald worden. En zal de Republikeinfche Munt, die het Franfche Volk in deszelfs Revolutie een zoo vermogend hulpmiddel geweest is, bij de Bataven, niet alle crediet genieten, dat men daar aan verfchuldigd is, daar zij aangeboden wordt door een overwinnend Volk , dat jaloersch is op het vervullen van zijne verbindtenisfen , en dat tot borgtogt voor dit papier, eene Hijpotheek aanK 5 biedt I. TIJDPERK. III. BOEK.  154 GESCHIEDENIS der n T I J D* FERK. Jfl. BOEK. biedt van meer dan 14 duizend Millioenen? De Verbindtenisfen , Contraéten en Onderhandelingen zullen geene de minde verandering ondergaan, het zij dezelve de zaken van particulieren betreffen, 0f betrekking hebben tot het algemsen Welzijn. De vijanden der Omwenteling hebben geene zekerer middelen gevonden , om het Franfche Volk voor het oog van andere volken te lasteren, dan het zelve hunne misdaaden en hunne fnoodbeden te last te leggen. De vergiftigingen , branditichtingen, moorden , de ijslijkheden van Burger- en Binnenlandfchen oorlog, de woede der dweepzucht, hongersnood, omkopingen, zie daar hun werk 1 Het volk is 'er het flachtoffer van geweest, hoe zou het 'er dan de Auteur van wezen? Maar, groot door zijn moed, nog groo. ter door zijne flandvastigheid in het verdragen van berovingen , en het doen van opofferingen , heeft het alle famenrottingen verijdeld en over Slle hinderpaalen gezepraald. Bataven! gij hebt de flavernij van uwe vaderen ontfangen , de Franfchen bieden u aan ora de Vrijheid op uwe kinderen over te brengen. Wat fchande , indien gij u de gelegenheid liet ontflippen die u thans zoo gunftig is, om hun deze dierbaaie ervenis te kunnen verzekeren! Maar neen , gij zult niet ongevoelig zijn voor uwe eer en het geluk van uwe nakomelingfchap; de Natuur zal niet te vergeefs haare rechten inroepen. En gij , gij zult ook een Vaderland bcb- fteunen. Her Fonds, ter bezoldiging van dit Corps vereischt , moest door de Ge-  OMWENTELING. 155 Gcmeenebestgezinden daargefteld worden; en eindelijk moesten in tijds eenige aanzienlijke voorftanders der Vrijheid benoemd worden , om , bij den gelukkigen uitflag van de ondernemingen van dit Corps, gereed te zijn , ten einde den grondflag tot eene Nationaale Vertegenwoordiging te leggen. (*) Men bevondt dat dit ontwerp, hoe zeer ook aan veele bedenkingen onderhevig, echter het eenigst zijnde dat overbleef, om het voorgeleide doel te bereiken, moest aanhebben ! Gij zult niet onzeker dobberen tusfchen de tiVemij en vrijheid , tusfchen fchande en glorie, tusfchen tijrannen, die de geesfel des inenschdoms zijn, en tusfchen de vriendfehap van een Volk, dat de vriend is der gerechtigheid. Gedaan te Brusfel den 10. Brumaire, (31 Oftober J794») Het derde Jaar der eene en ondeclbaare Republiek. {Was getekend) ,H BELLEGARDB, PORTIER, (de l'Oife,) EN BRIEZ. (*) Gefch. Ferh. bl. 5°- I. TIJ DPERK. III. BOEK.  i6s GESCHTFDENIS der I. Tijn- PERB, iii. BOEK, aangenomen worden, om ten minnen het Fr arisch Gouvernement, dat op geene andere voorwaarde hulp wilde verkenen of de onafhangelijkheid der Republiek vrij-' waaren , dan wanneer de natie zelve zich trachtte vrij te maaken , te overtuigen, dat zij geen middel hier toe onbeproefd wilde laten. Dat verder hier voor pleitte, dat de gemeenebestgezinden van wapenen en een vereenigings punt beroofd, door het gebeurde in Amfterdam, in het zelve plan beide voordeden wedervonden; dat het ook nog zich daar door aanprees, dat die voorgemelde aanzienlijke voorftanders der Vrijheid tot een middel konden dienen , om, behalven de bedoelde vertegenwoordiging, geregelder en wettiger , door middel van eene voortduurende bezending, met het Fransch beltuur zelve te handelen. En eindelijk, dat het zelve het beste middel aanboodt om de Franfchen te doen zien, dat de gemeenebestgezinden daadlijk de aanzienlijk-'c partij des volks uitmaakten, en dus waardig derzelver vertrouwen, ter vervulling van hunne beloften , en om met dezelven een verbond van vriendfchap en bondgenootfchap aan tegaan  OMWENTELING. 157 gaan. (*) Uit dien hoofde dan, flelde het Committé Revolutionair , dat wel door het gebeurde in de maand Ocfober bijna alle zijne leden verloren hadt, maar welkers werkzaamheden door de burgers g. kruis, ondorp, wiselius, van der sluis, 't hoen, van hasselt, van der aa hervat waren geworden , waarbij zich nu ook de burgers duirveld, van laar, en de terug gekeerde gogel gevoegd hadden , met vernieuwden ijver alles in het werk, om het voorgelïelde ontwerp zijn beflag te doen krijgen. Overal werden in ons geheel Vaderland op de bedekfte wijze penningen tot het gemelde fonds verzameld, als ook eenige aanzienlijke en kundige voorftanders van de Vrijheid benoemd en wederom afgevaardigd naar de Franfchen, zo om de beginzels van eene Nationaale vertegenwoordiging daarteftellen, als om geregeld met het Fransch bewind te onderhandelen, (t) — Van het laatst var November tot het laatst van December. ver- (*) Cefih. Verh. bl, 52. en v. (t) Gefch. Verh. bl. 55 Hand. v. h. C. R bl, 2 0(5. Hand. v. d. P. M. v. A. bl. X, T. TIJD» PP.RK, KI. HOEK.  158 GESCHIEDENIS der I. TIJDPERK. 111. boek. I I I 1 i i $ r e vertrok deze Comrnisfie, uit io pcrfoönen beftaande, bij gedeelten van twee cn drie te gelijk, naaf den Bosch. Zommigen moesten , om zich fchuil te houden, op den buik in het fchuitje liggen, dat hen overvoer over de verdronken landen; als zijnde zo nabij den vijand, dat zij het gekletter der geweeren konden hoorem Gelukkig werden zij door het mistig weder in hunne hachlijke ondernemingen begiftigd, die ontdekt geworden zijnde , nen aan een gewisfen dood zouden overgeleverd hebben. (*) Groot was de verbaazmg dier Comnisfie, toen zij bij hêé aankomst bevondt, lat het zo evengemelde plan reeds voltrekt en onherftelbaar in duigen geftort ;n althans het eerfte gedeelte, de oprcging van een omwendingleger, door de Franfchen ten krachtigften belet was. — leeds den 31 Oct. was door den Repreèntant lacombe du tarn dit bevel litgevaardigd ; „ dat hij, onderricht zijnde an den aanval op de wetten en de geechtigheid, door de willekeurige daad van den (*) b. Boscii Redevoering over het werk nz. voorberigt*  OMWENTELING. 159 den Generaal daendels, betreklijk de (zogenaamde vrijwillige) requifitien van manfchappen en geld in de meijerij van 's Bosch, (*_) zich haast, om de inwoo- ners (*) Ter nadere opheldering hier van ftrekt de volgende Brief van den moedigen dahnOels, die overal veifpreid werdt, ■ daendels Generaal Major (de Brigade') bij de Franfche Armeen aan zyne Gelderfche en Overysfelfche Landgenooten l Ontwaakt mijne waarde Landgenooten! de tijd is gekomen, dat wij ons zelfs moeten verlosten van de flavemij, waar onder het Land en de Boerenftand zo lange gezugt heeft. Schroomt niet de wapenen op te vatten, en u te ontdoen van uwe Drosten, Hoofdfchouten , Richters, Ampts - Jonkers, Schouten, Collecteurs , Pagters en andere beulen en Bloedzui» gers. Gij zult niet verraden worden als weleer door vreemde Commandanten ; ik en andere Gelderfche en Overysfelfche Jongens, die onder de Franfchen het kunstje van den Oorlog geleerd hebben, ftaan gereed zich aan het hoofd te ftellen, en gij zult de hovaardige en mooi gepoederde Officiertjes en Soldaaten zien loopen voor Boeren jongens in hunne linne kielen. Vreest niet, dat wij het niet vol kunnen houden ; zo arm en inhaaling , voor haar zelve, de Oranje-Partij is, zo rijk en edelmoedig zijn de Patriotten , die reeds veele Millioeneu Guldens I. tijdpekk. Hl. boek.  i6o GESCHIEDENIS der ners alle vrees te benemen, door hen te verbieden, van niet te gehoorzaamen dan aan deus uit Holland herwaards overgemaakt hebben, zo dat wij gemaklijk ieder man 35 ft. Holl. in de week kuilnen geven nevens één en één half pond Brood , en één en één half pond Vlees daags, zo als de Franfche Vrijwilligers hebben. Vreest niet, dat ons wapenen zullen ontbreeken, wij hebben 'er reeds veele duizenden, en het nodige kruit en loot, en zullen ons verder bedienen van die wij in de Magazijnen vinden. Begint maar met u te wapenen met Jagtge. weeren, die gij veel op de Havezaten , en in de Heeren huizen zult vinden , met Pieken , Hooi Gaffels en anderen lang en fcherp gereedfchap. Formeert Compagnien van 125 man, en kiest voor Capiteins, niet de rijkfte die het mooifte gekleed zijn , of het beste praaten kun» nen, maar die u het beste in en uit het vuur kunnen brengen. Overften zullen wij u bezorgen , die den oorlog kennen. Laat u niet bevreesd maken, dat als, gij de wapenen opvat, gij voor lange Jaaren Soldaat zijt , niemand behoeft langer de wapenen te dragen als zijn zaaken het toelaaten , of dac Oranje met zijn vergulde knegten het Land uit zijn. Ik zal jn 't particulier fchrijven aan zodanige onder U, die altoos volftandig de zaak van bet Volk hebben aangekleefd; die u vertrouwen hebben, en wier raad en VoorlkUeu gij volgen moet t TIJDPERK. III. SOEK.  OMWENTELING. i6"i aan de door de Reprefentanten des Franfchen Volks geeontïitueerde magten." „ Dat moet: want gij begrijpt ligt, dat rneri geéne ge. heimen drukken kan. ó Mijne Vrinden ! hoe gelukkig zullen wi] Zijn, als ons Land eens, gezuiverd is van al dat Adelijk en Ariftocratisch Ongedierte; ja als 'er geen Drostendienften meer zullen zijn; als een ijder vrij zal mogen Jagen en Visten; als de Lasten en Ongelden voor een groot gedeelte zullen verminderd zijn, en niet meer voornaainenlijk den armen drukken, zo als tlians plaats heeft; en als het Land door braave Burgers en Boeren, bij algemeene ftemmen daar toe gekoozeri, zal geregeerd worden. Zui.phenfche en Arnhemfche Burgerijen , dié het eerst het hoofd tegen de Ariitocraten opgeUooken hebt, en bij alle gelegenheden getoond uwe rechten tö beminnen , toont nu dezelfde gevoelens en dat 'er nog Geldersch bloed door uw aderen droomt. Weest jaloers om u zei veil vrij te maken, en wagt niet tot dat de Franfchen het komen doen; want ijder regtfchape.it Nederlander zal met mij wenfehen , dat wij zelfs met de wapenen in de vuist onze rechten terug bekomen, en toonen, dat wij onze Broeders de Franfchen waardig zijn , en niet zo vcrachtlijk als IVillem van Nasfau ons heeft afgefchilderd. - Doesburgers*, wreekt den dood van onzen braven Haarsman en volgt zi>ne vóetftappen. Ik verwagt niet minder van Deutekom en van de «nd.fe Steden eu Dorpen van de Graalïchap. L Har* L T IJ Dr PERK HL BOEK.  161 GESCHIEDENIS der „ Dat hij die onderfcheidcne Agenten van dien Generaal als niet fchuldig aan kwaade oogmerken wil befchouwen, die zonder twijfel zelve in dwaaling is, maar echter beveelt aan ieder, die eenige pen- nin- Harderwijk , Hattem en Elburg met haare onderhoorige Dorpen , zullen de laatfte niet zijn met zig bij mij te voegen, en aan Willem van Hattem te toonen , dat het verraad, en niet onze lafheid , hem onze Steden overgeleverd heeft. Van Zwolle verwagten wij alles , cn verder van geheel Oyerijsfel, dat niet minder de fchrik der Tyrannen zijn zal, als in 1787. Haast U mijne Vrienden, met aan deze mijne aanmaning te voldoen , want het geweuschte oogenblik is daar en moet niet verlooren worden. Ik zal in korte dagen mij bij U voegen Biet eenige duizend brave Bosfchenaars, die wij thans opwerven, en heb reeds van de Repre fentanten des Franfchen Volks een verlof van eenige maanden bekomen, om mij van de Franfche Armeé te abfenteeren. Croete en Broederfchap! lang teeve de Vrijheid en onze onvervreembaare Rechten 1 DAENDELS. 's Hertogenbosh 30 Vindemiaire, (21 October I7£4.) Het derde Jaar der Franfche Republiek. I. TIJ DPERKIII. boek.  OMWENTELING. 1G3 Hingen tot fondfen gegeven hebben, die terug te eifchen binnen tweemaal 24 uuren van hen, die dezelve ontvangen hebben." Dit bevel werdt terftond gevolgd van het in hechtenis nemen van dezen Geneneraal en deszelfs Etat Major, dat nogthans flegts weinige dagen geduurd heeft en geene verdere gevolgen, dan de gedeeltelijke vernietiging van dit plan gehad heeft. (*) Hoe verwonderd en verflagen, kon echter deze fmartlijke teloorftelling de Commisfie niet van het geheele werk doen afzien. Het andere gedeelte van het plan , waaraan zij haare afvaardiging en volmagt was verfchuldigd, ftelde haar nu in ftaat, om over alle deze hinderpaalen, hoe ontmoedigend ook, te zegevieren en de voorgenomen zaak met den gewenschten nadruk door te zetten* Zij vaardigde terftond twee uit haar midden naar Parijs, om met het Beftuur zelve te handelen , de belangen der Gemeenebestgezinden als onaffcheidelijk van die des Frr.vfchen Volks voorteftellen, op de vervulling der beloften aantedringen, die zoo menigmaalcn cn bij herhaling gefchied waren, en du E R E. I LI. CÜEK. Bezeil ding naar de NationaaleConven* tie te Parijs.  i PERK. IV. KOEK. VIERDE BOEK. DE INVAL DER FRANSCHEN. h,}k, die den draad van dit gcfchiedverhaal met eenige opmerkzaamheid gevolgd is, doorziet reeds, dat die trewifftio-e q-pbeurtenis, de Omwenteling, langs twee wegen is bewerkt geworden ; deels voor zo ver de inval der Franfchen in ons Vaderland de Gemeenebestgezinden daartoe in ftaat gefield heeft; deels voor zo ver dezelve door hen werklijk is gewrocht, met alle de hier aan verknochte gevolgen. Genoegzaam gelijktijdig en op het naauwst vereenigd zijn, en die inval en die verandering van beftuur: waar de Franfchen zich vertoonden, ging de Omwenteling hen voor, of volgde hen', als \ ware, fpoorflags, of drong gelijktijdig met hen de poorten in. Dit zou ons onder de verpligting fchijnen te brengen, om beiden in ons tafreel zo vereenigd voortedragen , als zij in de daad beftaan hebben , indien niet de verfchillende aart en  OMWENTELING. en de zeer onderfchciden gevolgen van beiden ten fterkften voor dcrzelver affcheiding pleitten. Ook laat ons doel , dat zich tot ééne hoofdgebeurtenis bepaalt, en met het werk van een dagfchrijver niets gemeen heeft dan de flof, ons volkomen vrijheid in dé rangfchikking der bijzondere deelen. — Uit dien hoofde brengen wij den inval der Franfchen, fchoon gelijktijdig met de Omwenteling, tot hei eerfte Tijdperk, dat der voorbereidzelen, en wij ftellen ons thans voor, den loop der zegevierende Franfche wapenen van de oevers der Maas en JVaal tot die van den Eems te volgen. Wij hebben het Fransch leger, deels in den Bosch, deels in Nijmegen, deels in den omtrek van Breda gelaten, alwaar het zich ftil hicldt, eenige weinige fchermutfelingen uitgezonderd. Meer dan eens beproefde het, van den kant van den Bosch, om met fchuitjes over At Waal te komen en dus in de Bommelerwaard te dringen, doch het bleek welhaast , dat dit flegts proeven , en geene daadlij ke ondernemingen waren. — Intusfchen waagde men dien overtocht op den 11, December met roeer- r. TIJOVERK IV. BOEK. Misluk, te onderneming der Franfchen.  i;a GESCHIEDENIS der I TI] DFER K IV. BOEK. meerder ernst , die, zo dezelve flegts krachtdaadiger onderfteund ware geworden, hoogst waarfchijnlijk een gelukkigen uitflag zou gehad hebben. — Des morgens om 5 uuren van dien dag werden alle posten der Geallieerden langs de oevers der Maas en Waal door de Franfchen aangevallen , en poogden dezen op onderfcheiden plaatzen die rivieren overtetrekken. — Ten zes uuren gelukte het hen, ten getale van omtrent duizend mannen een landing te doen in het dorp Lent, over Nijmegen gelegen, de batterij aldaar te overmeesteren, waar na zij de ftukken omkeerden , om den vijand met zijn eigen wapenen te befchietcn. Dit gaf hun zulk een beflisfend voordeel boven hunne vijanden, dat waren zij onmiddelijk door een grooter getal achtervolgd geworden, het niet gemaklijk zou geweest zijn, hen van daar te verdrijven. — Het Hanoversch piquet , door de overmagt des vijands terug gedreven, werdt weldra onderfteund door de in dien omtrek gecantonneerd liggende piquetten, aan het hoofd hebbende den Major baumeijer. Tot twee maaien herhaalde men den aanval ijs doch [vruchtloos ; bij den laatften fneu-  OMWENTELING. t>§ fneuveldc hij ongelukkig. Men zou het verdrijven van den vijand hebben moeten opgeven, ware niet de Hanovefiche Generaal von busch met vier bataillons, welken hij fpoedig verzameld hadt, in allerijl ter hulp toegefchotcn. Dan ook hem trof een Canonkogel doodlijk, wanneer het opperbevel door den Generaal Major van hamMersteïn, werdt opgenomen, onder wien het eindelijk gelukte, de Franfchen met geveld geweer uit de batterij te werpen en te verjaagen, wordende nog eenige fchuiten, bij hunne aftocht, in den grond geboord. Even ongelukkig flaagde ook de ondernomen landing in de Bijlandfche waard, bij Schenkefchans, die ten zelfden tijde met omtrent 40 fchuiten moest gefchieden, maar door de Keizerlijken geheel belet werdt. Eindelijk gelukte het hen ook niet beter , bij het dorp Rosfum, de Maas over te trekken, om in de Bommelerwaard te vallen; fchoon zij de proef meer dan eens herhaalden, werden zij ook hier genoodzaakt van hun aanflag aftezien. Na dezen fchijnen zij geene pooging van eenig belang aangewend te hebben , om hun I. TIJD- . PERK. ty. BOEK.  L tijd- ' perk. iv. BOEK. Poo- gingcn tot vredes onderhandclingen met dcFranf:hen. i?l GESCHIEDENIS de* hunne overmeesteringen verder uit te breiden of door te dringen; daar toe of de uitwerkfclcn van den naderenden vorst, of een gunftiger jaargetijde, wanneer de Rivieren minder gezwollen zouden zijn , afwachtende: terwijl de Staatfchen van hunne zijde zich ook vergenoegden, met op alle hunne beweegingen een waakend oog te houden , en zich voor verrasfehingen te beveiligen. Intusfchen verzuimde het Bewind niet* van deze rust tot zijn voordeel gebruik te maaken. Dan laat ons dit wat hooger ophaalen. Reeds in het begin van de maand OcTober , toen men het Engelfche Leger geftadig meer en meer zag wijken voor de overmagt der Franfchen, de Keizerlijk hen over den Rhijn terugtrekken, en de Oostenrijkfche Nederlanden in de handen van de verwinnaars laten : terwijl onze uitgeputte en verzwakte krijgsmagt niet beffend was , om het Franfche Leger zelfs een oogenblik op te houden ; toen men zelf het fterkc Bosch voor de Franfche wapenen zag bukken , begon men , van de zijde van het Beftuur , de noodzaaklijkheid des vredes in te zien. Eene bijzondere plegtige bezending  OMWENTELING. i/5 ding van de Staaten van Friesland , kwam hier op bij de algemeene Staaten aandringen. Men fcheen het gewïgt van het voorftel volkomen te befcffen; doch, door de naauwfle banden met Engeland, en de andere Oorlog voerende Mogendheden verknocht, kon men hier in niet vrijlijk te werk gaan. Alvoorens dan eenige vredes onderhandelingen met de Franfchen aan te vangen , werdt de Griffier fa gel in een bijzonder karakter naar Londen gezonden , om met het Hof van St. James daar in gemeenfchaplijk te handelen, en werden tevens aan de Ministers van de Hoven van IFeenen en Berlijn, tot het zelfde einde ftrekkende Misfives afgevaardigd. De eigenlijke last van den Griffier , of de uitflag zijner onderhandelingen, is nimmer tot hier toe bekend geworden ; gelijk men toen alles met den ondoordringbaaren fluier der diepfte geheimhouding voor 's Volks oog bedekte. Zo veel is zeker, dat hij het onvermogen om langer den Oorlog te kunnen voeren , of zelfs de Franfchen buiten het Land te houden , moest te kennen geven , en dus de noodzaaklijkheid voor Nederland betoogen om een afzonderlijken Vrede aan te gaan, I. TI| 0PERK IV BOEK»  if6 GESCHIEDENIS der i TIJDPERK. IV. BOEK. Friesland eene fecrete Refolutie, waar bij zij hunne Gecommitteerde in het Buitenlandsch Befoigne gelasten, de Bondgenooten op het nadruklijkst te exhorteeren, om met allen ernst en zonder verwijl vredes onderhandelingen te entamee» ren , en tevens te verklaaren , dat zij verzoeken en als ontwijffelbaar verwachten , dat deze Refb. lutie zal worden verzonden naar de Provintiën op de meest fpoedige wijze , —met verderen last om bij onverhoopte verwijliug of weigering in dezen, de Refolutie aanitonds publiek ter Vergadering van H. H. Mog. te openen. — Bij het overleggen van gemelde Refolutie op den zevenden ; infteerden de Friefcke Gedeputeerden ten fterkflen $ dat deze vredes Negotiatie door eene bezending naar Engeland mogt bevorderd worden. Op het rapport der Commisfiè, in wier handen, deze Refolutie gefield was , werdt door H. lf. Mog. op den 8. dit befluit genomen, dat het entameeren van vredes Negotiatiën voor als nog eene ondoenlijke zaak was, zo uit hoofde van de naauwe verbindtenis met de Oorlog voerende Mogendheden , als van de weinige geneigdheid des Vijands tot dezelven ; dat dezelven niet aangenomen wordende , de Republiek zich in een nog grooter gevaar zou bevinden: dat, al kwam een particuliere Vrede tot ftand, de Republiek zich dan. haare tegenwoordige vrienden tot viianden zou maaken. Dat de Republiek nog niet tot die laagte wai gaan. (*) Dé Staatkunde van dat Hof wel ziende , dat het weinig waagde met öni  OMWENTELING. vff ons deerlijk verzwakt en uitgeput Vaderland , aan de befcheidenheid des Overwinnaars ïs gebragt, dat zij zou moeten denken om zich door lafie onderwerping onder het juk des Vijands te brengen. -— Wat aangaat de voorgeflagen bezending naar Engeland, dat men hier van weinig vruchts verhoopt, dat 'er bij dat Hof alle dispofitie is, om den Oorlog met verdubbelde klachten voort te zetten. —— En werdt nog bij dezelfde Refolutie goedgevonden, aan de Ministers aan da Hoven van Londen , Weenen en Berlijn aan te fchrijven, om onder het oog te brengen, hoe de toeüand der Republiek , door het terug trekken der troepen, hoe langer hoe gevaarlijker werdt} dat men dos van die Hoven verwachtte, dat zij de uiterfte poogingen zouden aanwenden , om of de Republiek te redden , of met haar tot den algemeenen Vrede mede te werken. Dan, naardien verfcheiden Provintiën, in hunne Adviifen zich voor het voorftel van Friesland verklaarden, en op het zelve ten fterkflen iufteerden, beflooten H. H. Mog. in het Buitenlandsch Befoigne op den 23. dier Maand, dat een vertrouwd perfoon zou worden benoemd , om zich zonder Ministerieel karakter naar Londen te begeven ; ten einde aan het Ministerie aldaar , den gevaarlijken toeftand der Republiek en de daar uit voortvloeijende nocdzaakl;jkheid om tot eenen algemeenen Vrede te geraken , open te leggen, wordende daar toe den Griffier fa gel benoemd. Opmerkelijk is ook de volgende fecrete Refolutie van de Provintie Overijsfel, ten dezen aanM zie» i. TIJDPERK. IV. boek.  17S CESCHIEDENIS der y tijd- prrk. iv. BOEK, ( ( 1 J ( 1 l k 1 naars te laten , of het zelve een vredé te., laten fluiten , waar van het de on- moog- zieii op den 13. November genomen, „ de Gedeputeerden ter Generaliteit aan te fchrijven, om de fterkfle inltantien tot bevrediging-, althans tot Wapenftiifland te doen. — Dat aan zijne Groot-Brittannifche Maiefleit de onmogelijkheid voor ons,cm den Oorlog langer te voeren moest worden voorgefteld, en tevens aangedrongen worden, om met H. tb Mog. tot een algemeenen Vrede mede te werken, zelfs met opoffering vin eenige Conquesten . .— Jat aau gemelde Hof de flerkfte remonftrantien aver de verregaande oKgeregeldheden, ja plunderingen der Engelfche Armee zouden gedaan worden. — Dat die Kroon we! is waar , enorme "chatten 'verflondt om de Republiek te behouden ; maar dat tevens de Engelfche Armee, zo door de refistentia aan den vijand , als met het plegen van vexes , plundering en uitputting der Ingezetenen, tot bederf des Lands ftrekte, als )ok hen aan te fchrijven, tot eene fecrete Inftruftie, )in hier van met alle mogelijke behoedzaamheid ;ebruik te maaken ; dat, in geval het Engelsch Ministerie niet overgehaald kon worden , of aan le Republiek het maaken van een afzonderlijken ifrede wilde toeftaan; maar zelfs door bedreiging 'an Oorlog tegenhouden , als dan rondborftig te 'erklaaren , dat 'er in dit geval voor de Repuliek niets anders zou overfchieten , dan dat zij enoodzaakt zou worden, zich tegen zodanige geweldige demarches, door eene Of- en Defenfive Alantie met de Franfchen te beveiligen.  OMWENTELING. 179 moogliikheid •gemak-lijk kon / berekenen , liet den Algemeenen Staaten over ora hier in naar verëisch -van omftanda'gheden te -handelen. De nood derhal ven..drong het Bewind , ora de eerfte de bqste rgëlegenbéid tot vredes onderhandelingen waar te nemen. ' ■'■ • In de. maand December dan fchijnen de -Algëmeene Staaten de gezindheid der Franfchen ten dezen opzigte Ondertast te •hebben , met dat gevolg dat op 'den 17. .dier,maand, een Courier uit- Parijs in 's Hage aankwam, met depêches voor het Bewind. 1 Van derzelver inhoud lekte niets uit. Echter op de ontfangst derzelven , wordt tcrflond beflooten een gezantfehap af te vaardigen, eerst naar den Bosch, om met de Commisfarisfen en den Generaal van het Noordli^k Leger, inmiddels een fchorling van alle vijandlijkheden te bewerken, cn vervolgens naar Parijs , om met het Bewind zelve over den Vrede te handelen. (*) Dit gezantfehap , befiaande uit Mn (*) In de Notulen van H. E. Gr. Mog. van iten dag, vindt men liet volgende gemeld: ,, weHt 80'or den Raadpenfionaris gerapporteerd , dat Z. ü* M sia % TIJ DFERÜ. IV. BOfitfc  i8o CESCHIEDFNIS dbr ft 11jd p b h n. IV. bo-ek Mi', g. .r.Randsen , voormaals Extraordinaris Eiwoyé van . dezen Staat aan het JiranfcUe Hof,-en Mr. ö. repelaar, Lid van den Oudraad van Dordrecht, vertrok den 23.- dier mavnd naar den /iaseh* Opgehouden zijnde door eene ongelïéldr heid des eerlten, kon het niet dan.in het begin des volgenden jaars , zijne reis rriaar Pat ijs vervorderen. - Het andwoord der Franfche Gommisfarisfen op den voorgeflagen Wapen ïlfbrnd, moet zeker dubbelzinnig en onbeflisfend zijn geweest , : en dus aanleiding tot misverfand gegeven hebben. Want , terwijl de Franfchen van .'. qo v. [ hunin het fecrete Befoigre van H. H. Mog. hadt gedcclareerd, dat aan hem mondeling door een perfoon , waar van de naam niet is < psegeven was gecomninniceeid , dat de Nationaale Conventie of wel het Coniniitté de Salut lublicq , op de gedaane demarches van wegens deze Republiek hadt gedeclareerd te confidereeren , dat 'er Negotiaties van Vrede waren geëntameerd , en wel mogt lijden dat 'er een of meer Agenten , van wegens deze Republiek werden gezonden , om daar mede nader te kunnen handelen . bijzonder ook ten op21'gte der te geven orders aan de Armeeën , ter vermijding van offeufive Agresfien, en dat daar op waren voorgefleld , ten gemelden eit,de , de IJceren brakdsen en repelaar.  OMWENTELING;; 181 hunne zijde alleen bedacht waren, om met de eerfte gelegenheid , die ..de bevroozen Rivieren hen aanboden, voordeel te doen , liet men van onzen kant overal plegtig afkondigen , om niet dan verweerender wijze tegen de Franfchen te werk te gaan, en alle vijandlijkheden aan de Waal te doen ophouden. Deze Afgevaardigden ontvingen hun bekenden last in de onbepaaldfte bewoordingen. Dan, zo veel is zeker, dat zij in 't geheim volmagt hadden, om den vrede, al ware het ook tot eenen zeer kostbaaren prijs te kopen; maar volitrekt in gene onderhandelingen te komen , die eenige verandering in de Regeeringsvorm bedoelden. De leden des Beftuurs wisten, dat de Franfchen dit met den oorlog bedoelden , en misfchicn ook , dat met de Gemeenebestgezinden reeds des aangaande fchikkingen gemaakt waren. Daarom luidde het elfde Articul der Inflructie van de Afgevaardigden, „ het zei f„ de weigerend andwoord zullen zij geven, „ ingevalle Propofitiën of Infmuatiën wier„ den gedaan , om eenige de aljenninfte „ verandering in de ConfHtutie en Regee„ ringsvorm van dezen Staat of van eenige r, Provintiën te brengen , en wanneer daar M 3 » P h TIJDPERK. IV. BOEK.  lU GESCHIEDENIS d?r R Tijn- rEXK, iv. boek. „ op vm de Franfche zijde aangcdronge».' „ wordt, zullen zij met discretie te kennen „ geven, 'dat dit het middel zou zijn om de „ Negotiatie te doen afbreken'; dewijl men „ alhier liever het uiterst zal wagen , dan „ zich in dit punt de wet te doen Hellen , „ ter zelfder tijd, dat de Regeering van dir „ Land verklaart, zich niet te willen men» „ gen in de Franfche Conftitude." — Ziet daar dan nu het beftuur van Frankrijk' in een zeer zonderlingen en gantsch onaangenaamen tweeftrijd gebragt. Van den eenen kant aangezocht door de Gemeenebestgezinden, om in het Land te dringen: van den anderen, beftreden door zeer aannemelijke voorflagen , om den Vrede te fluiten. Voor de eerften pleitten de gedaane en herhaalde beloften , het voortduurend cn wezenlijk belang van Frankrijk , dat het best zijne rekening vondt, met de banden te verbreken , die deze Republiek tot hier toe aan het Engelfche Hof gekluisterd hadden , en dezelve door die van Vriend- en Zusterfchap voor altijd met zich te vereenigen. — Maar de laatften fielden voordeden voor, die de oogenbliklijke behoeften der fchatkist vervulden: in de diepfte vernedering gebragt, kon men  OMWENTELING. 183 men hen misfchien tot alles doen befluiten, alles doen opofferen. Intusfchen hadden de Gemeenebestgezinden wel zodanige maatregelen genomen , die de poogingen van het heerfchend Bewind tot vredes onderhandelingen geheel moesten verijdelen , en de fchaal tot hun voordeel doen over.flaan. (*) Zier (*) Tn zeker Stukie, getiteld Extracl uit het Register der Decreten van het Committé bi] de Noordlijke Armeeën aan de Maas en Waal , (Gedrukt te Nijmegen bij van goor) vindt men een Brief van het Committé Revolutionair te Nijmegen , aan bovengemelde Committé van den 21 December 1794- Waar in behalven een naauwkeurig verflag van den inwendigen toeftand van ons Vaderland , en van de gezindheden der Ingezetenen , ook het berigt van de afvaardiging der Nederlandfche Gezanten wordt gevonden: terwijl het tevens kennis geeft van hunne benoeming eener commisfie naar Parijs, om dit gezantfehap tegen te werken. Op den ontfangst van dezen Brief, werdt door het gemelde Committé befloten op den 25. December eene commisfie te benoemen, die zich ten fpoedigften naar Parijs moest begeven, om, onmiddelijk na derzelver aankomst zich in de Nationanle Conventie te vervoegen , en aldaar uit naam van het gemelde Committé Batave, als ten dezen reprefenteerende, provifioneel, het gantfche ligchaam Bataven, ten fterkflen aan te dringen , dat de verdere noodige M 4 or- I. tijd- p e r k. IV. boek,  I. tij n- P F. R K JV. BOEK, Inval in de BomV'eleryaard. orders naar de Legers werden afgevaardigd, om, zonder eenige tusfchenpoozing of verzuim , met alle kracht en macht in de Nederlanden met de gantfche Armee in te dringen. — Verder werdt goedgevonden , de meer gemelde commisfie te gelasten, om aan de Nationaale Conventie voor te dra. gen, van aan geene vredes voorftellen het oor te leenen, welken of door wieu dezelven ook zouden gedaan worden, als zijnde zij Commisfarisfen in het zekere geïnformeerd, dat 'er artikelen van Vrede zullen worden voorgedragen, die door list, geweld, verraad, bedrog en trouwloosheid, onder betuiging van vriendfchap gefmeed zijn; en, dat zij, Vertegenwoordigers des Volks, nimmer medewerken , noch eenige toeftemuiing geven aan eene vernieuwing of wederoprichting eener Alliantie, die met geen ander oogmerk wordt voorgefLld, als om onder derzelver tegunfliging , te gemaklüker de Bataven, ja, de gantfche Franfche Natie aan ketenen te kunnen fatten : welke maatregelen dan ook yan dat gevolg waren, dat eer nog de gemelde Gezanten te Parijs aankwamen, de Franfche Ljgftrs reeds bijna geheel Utrecht en Heiland overmeesterd Jiadden. 184 GESCHIEDENIS der Ziet daar ons thans tot het gewigtig en altijd gedenkwaardig tijdftip genaderd, waar van in de Jaarboeken van ons Vaderland geen voorbeeld wordt gevonden, — waar in eene vroeg komende, buitengewoon ftrcnge en lang aanhoudende vorst de Rivieren bevloerde, en dus voor de indringende  3" Cr.-£«a,yc\\cA:uy2\4   OMWENTELING. 185 de Franfchen een open en veiligcn weg baande om de glorie wegcedragcn , die zelfs den grooten l ode wijk is geweigerd geworden , van tot in het hart van Holland door te dringen. Hier baatten noch overflroomingen , noch infnijdingen van dijken, noch verhakkingen, noch fmalle wegen, noch kunftig aangelegde en elkander ontmoetende batterijen. Het waterrijk Nederland was nu overal een gelijk flagveld geworden : men kon den Vijand noch Maan , noch wederhouden , dan in het open veld en door hem een magt tegen te zenden, die hem in moed , beleid en talrijkheid evenaarde. De Bommelerwaard, waar het eerfte tooneel zich opende, was eerst bezet geweest door Engelfchen en Emigranten. Dan dezen, zich niet vertrouwende op een Eiland door twee magtige Rivieren omringd , werden weldra vervangen door Staatfche ttoepen, onder het bevel van den Prins van Hesfen - Darmftad . die zijn hoofdkwartier te Bommel vestigde; terwijl de eerften de Tielerwaard bezetten. —r De vroeg komende vorst deedt reeds voor den 21. December, de Maas vast zitten en vulde de Waal met drijfijs , waar uit M s bet I. T I! IV PERK. IV. BOEK.  i8ö GESCHIEDENIS des ï. TIJD PERU IV. BOEK ken , wanneer de rranlchen het waagden het ijs overtcfieken. De hoop op flilftand van wapenen , en de daar op gebouwde order van alle vijandlijkhedcn te frakken , en alleen vcrweerander wijze te Wérk te gaan , maakte het ook minder noodzaaklijk de posten zo fterk te bezetten. De Dorpen Hurweinen en Rosfum werden derhalven van troepen: ontledigd , die den 11. December naar Bommel verplaatst werden : ook verliet een groot gedeelte der krijgsmagt het geheele Eiland, die toen nog, fchoon met veel moeite en gevaar , uit hoofde van het menigvuldige drijf ijs , over de Waal trok. Het zwaar gefchut hadt men ook mede gevoerd. Alleen bleven de buitenposten nog overal ffaan, als ook de Schans St. Andries bezet. Op alle plaatzen , waar men vastzetting van het ijs vreesde, als Eilandjes, Rijswaarden of Zandplaaten, gebruikte men de voorzorg , om aldaar zwaar gefchut te ftellen. — Dan vijf dagen later, toen ook de IFaal g'mg vastzitten en bekwaam. was bet zelfde gevolg fpoedig te voorzien was. Dit gaf het ontrustend vooruitzigt, dat de posten in de Bommelerwaurd gevestigd , welligt krijgsgevangen zouden raa-  OMWENTELING. 187 was tot den overtocht, waagde men het om eenige troepen weder de voorige posten te laten bezetten. Het geen echter, bij de uitkomst, voor dezen zeer ongelukkig uitviel. . Ingevolge dan van de berigten , die de Franfche Conventie nopens den toeftand van ons Vaderland hadt verkregen, verzuimde zij niet om met de gunftige gelegenheid voordeel te doen ; het Committé van Algemeen ÏVehijn gaf daadlijk de dringendfte orders aan de Reprsefentanten bij het Noordlijk Leger, om onverwijld het zelve in Holland te doen rukken. De Generaal pichegru beraamde terftond het Plan, om ten gelijken tijde van alle kanten aan te vallen, en den vijand in alle zijne verdecdigings posten in de Bommelerwaard cn de Generaliteit aan te tasten. — Den 27. December 's morgens ze:r vroeg, gaf de dappere daendels de zo lang gewenschte bevolen aan zijne Brigade van 1500 mannen , fchoon onvoorzien van, gefchut, om den aanval in de Bommelerwaard te waagen. Bij het Dorp Driel trokken de moedige Franfchen , met geveld geweer de Maas over, en waren in weinige oogenblikken, bij de zwakheid van den tegenfland, meesters I. TIJ O' E R K. IV. BOEK.  M GESCHIEDENIS der i. t ij n PERK iv. boek. tcrs van de Waard. Het geen niet vluchtte , werdt krijgsgevangen gemaakt. i 's Morgens ten 9 uuren , kreeg de Bevelhebber te Bommel het eerst van den aanval berigr , die terfïond eenige -Grenadiers liet uittrekken , om de toegangen te dekken. Hij zelf rukte uit met zijne 3 onderhebbende Bataillons, en maakte nog eenige beweeging aan den kant van Hur. m men tot verdeediging. Doch , weldra ziende, dat alle tegenfïand vruchtloos was, en berigt krijgende van het overgaan der Stad, trok hij nog gelukkig de Waal over, en kwam te Ophemcrt behouden aan; met achterlating van de bagagie, die een buit der Franichet, wierdt. Bij den terugtocht droeir men echter zorg, om alvoorens het gefchut van de Sterkte St. Ahünies te vernagelen. Van daar weken de troepen tot in het Fort Loeveflein, zelfs naar t.orinchem. Vele gevangenen vielen den Franfchen daar bij in handen. — Inzonderheid leedt bij deze gelegenheid het Corps van Hohenlohe een aanmerklijk verlies. Dit van alle zijden afgefneden, moest zich over het ijs tusfchen twee vijandlijke vuuren doorflaan , en dus zijn behoud zoeken, 1 Ten  OMWENTELING. 189 ■ Ten half elf uuren , kwamen de Fran fche:' reeds te ttommei binnen; te voeten te paard ftormden zij van alle kanten in de nog gefloten Stad , over de gragten door de tuinen in de huizen, en zo in de iïraateff, —Daar men eerst ten 9 uuren , de tijding van hun aantocht hadt ontfangen , meenden'de Ingezetenen , bij de eer :.e inkomst','. d£t-het hunne eigen verdedigers waren , die de Stad weder introkken. Dan, verbééld ü de verwarring en de ontzetting, de fchrik- en zo vele verfchillende aandoeningen , toen men de waarheid der zaak befpeurde, en de Franfchen van alle kanten zag aanrukken, als ware de Stad ftormenderhand ingenomen. — De Bevelhebbers der bezetting , of in de mening om de Stad nog te verdedigen , of in de verwarring alleen op eigen behoud bedacht , hadt de Regeering te lang opgehouden , en dus van de gelegenheid verdoken , om de Stad bij verdrag over te geven. Toen men den Franfchen de fleutels wilde aanbieden , waren dezelven 't zoek , en één der Burgers, die het nog wilde waagen , om de Poort voor hen te openen , deden de reeds vliegende kogels fpoedig terug keeren. De Stad moest zich derhalver aan r. TIJ D4I' B R K. IV. ROEK. Vermeestering van Bommel. ;  ip3 GESCHIEDENIS 9ïr r. tij dpee k. m boek; Overweldiging van de LirJën van Breda. Ten zelfden dage 'van den inval in de Bommelerwaard, was de aanval op alle de punten van verdediging in de Generaliteit algemeen geweest, en met een voor de Franfchen zeer gelukkigen uitflag. —~ In de Langeftraat hadden zij alle posten genoodzaakt tot Geertruidenberg toe de wijk te nemen, het geen niet zonder groot verlies van de Staatfche zijde gefchied was. Doorgedrongen door de Linie tusfchen Breda en Geertruidenberg , hadden de Franfchen de Sterkte Steelhoven aangetast. — De posten van het Zwarten- aanmerken als ilormenderband ingenomen , en bloot gefield aan -Alc plunderingen enongeregeldheden , door bet Barbaarsch Oorlogsrcgt gewettigd.- De Huzaann cn anderen, begonnen hier van zelfs gebruik te ma:.kcn, door in de huizen in te dringen, en gewelddaadig te rooven. Dit werdt echter fpoedig gefluit en met eenige horoiogies en goudbeurzen kwam men: vrij. BCj den eerften aanvang , ging het du9 te Bommel zeer ruw toe. Men kocht bijna alles wat men zag , en de winkels ledig voor asfignaaten tot 9 fuiv-ers de liyre.  OMWENTELING. joi tenberger en Lamsgatfche Veer overmeesterd zijnde, namen de troepen van Zeven-, bergen op de iVillemfïad de wijk. In ter Heide binnen getrokken hadden zij alle Communicatie. tusfchen Breda en de Willemftad afgefneden. De Franfchen zich geen rust veroorlovende , voor dat zij den vijand tot over de fVaal gedreven hadden , cn tot Tuyl en tVaar denburg doorgedrongen zijnde, werden echter weldra uit de Thielerwaard verdreven, door een- ongelijk fterker magt van 6000 Engelfchen en tksfen. Zij, hoewel minder in getal, hielden ftand, onder aanvoering van den moedigen daendels voor Bommel, waar zij den vijand een kloeken weêrftand booden. Van 9 uuren des morgens tot 3 uuren na den middag leverde men flag op het ijs: de hauwitzers vlogen zelfs in Rommel, waar zij nog brand dichtten. In Bommel ondervondt men duizend angften, zo voor de nederlaag der Franfchen, als voor de uitwerkzelen der hauwitzers. Werklijk begonnen dezen ook reeds om den aftocht te denken en hadden hunne bagagie naar He del laten overbrengen , vooral daar hun ammunitie kwam te ontbreken. Vliegend kregen zij nog toe- r. TIJDPERK IV. BOEK.  1. 1 ij V t .< K. IV. BOEK. Inval in do 'L'hie icrwaard. 19a GESCHIEDENIS der toevoer van de fterkte Crevecveur. Het geen van dat gevolg was, dat het Engeljche leger fterker in getal, dan in moed, eindelijk aftrok. Den 4 Januarij des jaars 1795 Werdt de Brigade van daendels, die order gekregen hadt, om het beleg voor Hemdente flaan, vervangen door die van den Generaal salm. Deze het beleg voor Graye gecommandeerd hebbende, kon nu, daar deze vesting den 28 Dcc. des voorgaanden |aars was overgegaan, elders gebruikt worden. Geheel verkleumd door de koude en reeds in de verwachting van in Bommel kwartier te houden, werden de troepen genoodzaakt om hun marsch over de Waal te vervolgen, dewijl men berigt hadt bekomen, dat de vijand de Thielerwaard verlaten hadt, en rukten zij voort tot Geldermalfem. Na eenigen tegenftand echter trokken zij, tusfchen den 7 en 8 Januarij , Thiel binnen, dat nu door de Engelfchen verlaten was geworden , na aldaar bij hun vertrek verfcheiden baldadigheden gepleegd te hebben. Het huis te Haaften eene heerlijkheid bij Thiel, waar eenigen van hen gehuisvest hadden, de cafernen, eenige huizen en kerken in de ftad onder- von-  OMWENTELING. 193 Vonden inzonderheid de uitwerkzelen van hunne buitcnfpoorige woede. Den io werdt van den kant der Engelfchen eene proeve ondernomen om, de Franfchen uit Thiel te doen verhuizen, die echter uit gebrek aan genoegzaame magt, vruchtloos afliep. Den 1a werden de Linge en Lek door de Engelfchen ontruimd, waar door de Fran* fchen van het verlaten Buuren en Cuilenburg konden bezit nemen. Te Cuilenburg hadden de eerften, alvorens het zelve te verlaten, de fchepen, die in de haven in het ijs lagen, verbrand. Met een woord, hunne grootfle zorg fcheen, voor hun vertrek, alles voor den vijand te verwoesten, om htm niets dan asch en puinhoopen over te laten. Men heeft het alleen aaii de fnclle voortgangen der Franfchen te danken, die hen te dicht op de hielen zaten, om hen tijd te geven ter volvoering van hunne verwoestende ontwerpen , dat zij geene meerdere vernielingen aangericht hebben. Keeren wij thans voor een oogenblik van den Rhijn naar de oevers der Blaas. Aldaar was het einde van dit Jaar den Franfchen ook gunflig. Den 30 December 1794 moest Gr ave, na een beleg van tien weeN ken r. Tij DPERK. IV. BOEK. Over* gang van Grave.  i94 GESCHIEDENIS der t. TIJDPERK. iv. BOEK. ken voor hun bukken. Een bombardement van vierentwintig dagen, in weiken tijd over de drie duizend bomben in dezelve geworpen waren, hadt de Stad zodanig vernield, dat geen een huis in dezelve onbefchadigd was gebleven: het Gouvernement, de cafernen, de halve Maasftraat en veele andere huizen waren geheel afgebrand, de Stad uitgehongerd, het Magazijn der leevensmiddelen verteerd, het vleesch brood en fterke drank, tot op weinige dagen na, geheel ten einde; de halve ammunitie verfchoten, het werpgefchut door het fterk vuuren onbruikbaar gemaakt, het guarnifoen door 300 zieken, voor welken geene plaats meer overbleef , zodanig uitgeput, dat het tegen geen ftorm over de bevrozen Maas beftand was. Zodanig was de toeftand dezer ongelukkige Stad. De zestigjaarige bevelhebber, de Generaal Major de bons, heeft ongetwijffeld, uit een krijgskundig oog befchouwd, zich in zijne zaak verdiend gemaakt, hoe zeer zijne verdienden de ondergang van veele onfchuldigen en weerloozen geweest zijn. (*) De- (*) Oüi des te juister denkbeeld te krijgen van het gewigt van alle deze vorderingen voor de  OMWENTELING* föj Deze aanval der Franfchen op alle dé punten van verdeediging bragt ook eene gede Franfchen , alleri op het éindé des jaars 1794. behaald , plaatfen wij hier een uittrckzel uit een brief van een der Reprsefentancen bij het Novdlijke leger aan zijne Ambtgenooten in den Bosch. „ De hoofdttoffen fcheenen de veroveringen des legers van het Noorden te (lullen i onze dappere verdeedigers, hunne vijanden achter de IVaal ert Maas verfchanst ziende, zuchteden over hunne werkloosheid. Zij waren ontevreden, dat de natuur onoverkomslijke borst; Weeringen tegen hunnen moed flelde* Maar* eindelijk heeft de natuur, eemftemmig met hun» ne wenfehen, dé hindernisfeö weggeruimd, dié hun overwinnenden loop ophielden. liet ijs, Waar mede dezelve de rivier overdekt had , heeft ons Van de moeite ontflagen om bruggert te maaken , tot welken wij geene bomvftofferi genoeg konden bijeeti zamelen. In den nacht van den 26 en 27 Debember zijn onze colon* hen op marsen gegaan. Onze onvertfaagde fbfdaaten, de fifengheid Van Het jaargetijde tartende, door de liefde tot roem verhit, hebben de Bömmelerwaard aangetast en de liniëh van Breda te gelijk. De Generaal en Chef hadt de Voordeeligfte fchikkingen gemaakt : hij Werd; door de andere Generaals volmaakt onderfteund, flie hij met dé uitvoering belast hadt , gelijk 0M1 door de Generaals Moreaü en s au viac. Onze bataillons zijn met hunne gewoone ori vertfaagdheid, met de bajonnet vooruit, op d< N 2 b«* t. Tij ni PEltK. IV. BOKS*  fö$ GESCHIEDENIS der i. t!j dï£rk, IV. boek. batterijen aangevallen, waar mede de dijken en dorpen gefcbaard waren. Overwinnaars op alle punten zijnde, hebben zij den vijand volkomen uit het veld geilagen, die al zijn gefchut in zijne vlucht heeft achtergelaten. Te Bommel hebben de troepen onder den Generaal daenDelt, na hem uit de Waart verjaagd te heb. ben, hem vervolgd tot over de Waal, zich meester gemaakt van de batterijen, welke de tegen over zijde, den linker Oever der rivier, verdedigden , en, zonder eenig fluk kanon, om hun aanval te onderfteiuien, 60 vuurmonden, paarden , bagagie en 600. krijgsgevangen genomen. — In de Lange/lraat , hebben drie bataillons, onder bevel van den Generaal os ten, op het ijs der innundatien vechtende, de fïerkten van Doeveren , Capelle en Waspik ingenomen en 38 Hukken kanon, krijgsbehoeften, bagagie en eenige gevangen genomen — De Generaal bonkeau , de liniën van Breda overweldigende , heeft j8 vuurmonden veroverd , 300 krijsgevangen gemaakt, een vaandel en de krijgskas van een Regiment vermeesterd — De Generaal le maire, die de dwarslinicn meest aantasten. heeft 2 Hukken kanon, een vaandel en 600 gevangen . gemaakt. — Terwijl ons leger dat des vijands voor zich henen dreef, viel de Stad Grave in de magt der Repu. bliek. Ik zend u copïj van de Capitulatie , waar geheele verandering in den ftand der legers te weeg. De Engel/che armee', die  OMWENTELING. die tot hier toe gedeeltelijk den Rhijn van Wezel tot Arnhem bezet hadt, liet deze posten geheel over aan de Keizerlijken en plaatile zich tusfchen Waal en' Lek en meer achterwaards. Het Staatfche leger, dat tot hier toe Utrecht gedekt had, trok terug naar Gorcum, van waar het, bij het verder indringen , naar Schoonhoven en eindelijk van daar naar Woerden week. In dezen hachlijken toeftand, van alle kanten door den naderenden vijand bedreigd, lieten de Staaten van Holland nog den moed niet zakken, maar waren op nog krachtdaadiger middelen ter verdeediging bedacht. Men zag dians wel, hoe* weinig hulps men van de Engelfche benden hadt te wachten, daar dezen hoe langs hoe meer lafhartig terugtrokken. Welke vertoogen desaangaande aan den Engelfchen Ambasfadeur in '* Hage gedaan werden, zij bleeven zonder eenige uitwerking. Met een woord, de Provinties zagen zich thans aan haare eigen kachten over- waar uit gij zien zult, dat de bezeting omtrent 1200 of 1500. mannen fterk, als krijgsgevau gea naar Frankrijk gaat. N 3 r. TIJDPERK. BO'JEK. Uiterüe poogingen tot tegenftandder Franfchen.  198 GESCHIEDENIS der I. t ïj fr P ER K. overgelaten, Weinig bedenkende, hoe veel 4e tegenwoordige tijden van vroegere eeu>. wen verlchilden , wilde Holland thans , op het voetfpoor der voorouderen, de geheele Provintie in de wapenen brengen; terwijl de onbedrevenfte duidelijk kon opmerken , dat thans alle tegcnfend volftrekt nutloos, en zelfs hoogst fchadelijk en verderflijkwas! — Den 7 Januarij, 1795 toen reeds de Franfchen tot nabij Cuilemburg doorgedrongen waren, Gorinchem benauwden en Heusden befchoten, vaardigde men nog bij Holland een befluit uit, van de-, zen inhoud; „ dat de omftandigheden, zo met opzigt tot de geduurige poogingen van den vijand , als uit hoofde van het winterfaifoen, verre van eenige verpoos zing of verflapping in de defeofie toetelaten, veel meer eene verdubbeling van krachten tot dezelve vereischten; dat, hoe zeer de wenfchen der Staaten met die deringezetenen overeenflemden , om wel ras door een vasten en eerlijken vrede een. einde aan dezen droevigen oorlog te Hellen, zij nogthans, vooral oordeelden zorg te moeten dragen, dat de handelingen van deri vrede door geene overwinningen van den  OMWENTELING. «99 den vijand werden verijdeld; dat zij gevolglijk fteeds bedacht zijnde op de middelen , door welken de gemeene ftaat mogt behouden worden, op voorftel van zijne Hoogheid, om de wapening zo ver mogelijk door de geheele Provintie uitteftrekken , goedgevonden hadden, bij dezen, alle in- en opgezetenen dezer Provintie ten krachtigften opteroepen , om , voor Godsdienst, Vrijheid en Vaderland de wapenen optevatten en een alverwoeftenden vijand aftekeeren, onder het beleid van den Erfprins van Oranje, Commandant Generaal van het leger van den Staat, en geauthorifeerd ten dezen door zijne Hoogheid, deszelfs Heer vader: — dat zij inzonderheid alle zodanige wel gezinde aanzienlijke in- en opgezetenen opriepen, die door hun invloed op hunne mede - ingezetenen en door de kracht 'van het voorbeeld het meest konden toebrengen, om den moed van een vrij ;volk optewakkeren , vooral , wanneer Zij genegenheid toonden, om zich zeiven aan het hoofd van vrijwilligers te ftellen, — ten einde zich aan zijne Hoogheid te adresfeeren met aanzoek om eene N 4 be-- L TIJDPERK. IV. BOEK.  ï. t ij O f EK K. i-\ BOEK. üoo GESCHIEDENIS der behoorlijke commisfie tor aanneming van. manfchappen , het wapenen en oeffenen derzelven en het uittrekken eindelijk naar de frontieren; gelijk zijne Hoogheid reeds eenige leden der Regeering, de Heeren W. G. F. gr ave van bestinck, Jf> sias eckhardt, Burgemeester en raad van Haarlem, tacobus roesc, oud Burgemeester cn Raad in den Briel en Mr. w. van hoogendorp, Secretaris van Haarlem (*\) van dergelijke eene commisfie voorzien hadt. — Dat zij, uit overweging dat de verdeedigers van het Vaderland moeten verzorgd worden van het noodwendige en niet mogen belast worden met fchattingen tot fluur van den oorlog, bij dezen aan alle de uittrekkende manfchappen, geduurende den geheelen tocht-, toelegden 10 Huivers 's daags en dezelve, mede geduurende den geheelen tocht, zo wel als hunne huisgezinnen, vrijfpraken van alle zodanige maandlijkfche heffingen (f) als tot ffuur van den oorlog zouden (*) Dezen hadden zich hier toe, uit eigen beweeging aangeboden. (f) Reeds den 18, December des voorgaanden Jaars, was onder andere buitengevvoone Finautiee-  OMWENTELING. ooi den mogen vereischr worden, en van alle inkwartiering van doortrekkende militie en krijgsvolk. — Dat elke vijftig vrijwilligers een Officier en onder Officier uit hun midden zouden mogen aanflellen, om dezelve te commandeeren onder het oppercommando van de geenen, die eene commisfie van zijne Hoogheid hadden ontfangen, dewelken, op de frontieren gekomen, zouden ftaan onder het Opperbevel van den Erfprins, of van zodanig Officier, als hij daar toe zal hebben aangeffeld. — Dat, wanneer een gedeelte uittrok, en het ander t'huis bleef, om het zelve in der tijd aftelosfen, het laatlle zich overal bij brand of andere gelegenheden zou laten vin. den, — Dat alle Magiftraaten werkzaam zou- le operaties, door Gecommitteerde Raaden voorgeflagen eene belasting, beftaande in Haardftede en Morgengeld, Maandelijks te helFen: volgens dit voorftel zou in ieder Huis, doende in de gewoone Verponding ƒ 3, door den Huurder, van ieder Schoorfteen 3 duivers betaald worden, en bij opklimming naar gelang der Verponding, ƒ i-io, maar niet hooger, en van ieder Morgen 2 of 3 ftuivers. N 5 1. Tlf DPERS. IV. BOEK.  ao2 GESCHIEDENIS der t. t it r>. perk. IV. BOEK, zouden zijn ter bevordering van deze maatregelen, en inzonderheid, bij de bedeftonden, ook voor de vrijwilligers zou worden gebeden, en wijders bij alle bekwaame gelegenheden op den predikftoel; terwijl alle zodanigen, die ondernemen mogten deze wapening direél of indirecl tegen te gaan, als verraders van hun Vaderland befchouwd en geflraft zouden worden. Het formulier der aanneming luidde dus: „ wij belooven en zweeren, dat wij „ de wapenen zullen dragen , onder de „ aanvoering van ter defenfie van „ het Vaderland, cn tot behoud van „ Godsdienst en Vrijheid, tegen alle aan„ vallen van den vijand; dat wij ten dien „ einde zullen uittrekken naar de frontie,, ren en ons begeven onder de bevelen ,, van den Heer Erfprins van Oranje, of „ van zodanig Commandeerend Generaal „ als door zijne Hoogheid zal zijn aange- • „ field ; en dat wij in alle getrouwheid „ zullen dienen, ten minflen twee maan„ den telkens achter een ander, behou„ dens dat wij niet buiten onzen vrijen „ wil meer dan twee uuren over de fron- « tie-  OMWENTELING. £203 „ tieren van deze Provintie zullen bchoe„ ven te gaan" (*) Volgen wij thans de voortgangen der Franfche wapenen. Hun Leger reëels den 12. (*} Hier bij veegde vervolgens de Graaf BEMTiftCK deze aaufpooring , waarin de vol-', gende trekkken opmerking verdienen : „ zich gedrongen oordeelende, om de waarheid hoe hard zij klinkte te zoggen, herinnert hij, dat de groote bron der tegenwoordige rampi'poeden in de werkloosheid, in het midden der gevaren , gezocht moet worden; — intusfehen is het nog tijd om de gevaaren te beven te komen. Het is bekend j zegt hij, dat 's lands Vaderen, terftond na den val van robe spiek re en der Jacobijnfche fa<5tie, vrede negotiatien hebben geopend. Daar door zijn nu de Franfchen in de noodzaaküjkheid gebragt ot' daar aan gehoor te geven, dus te toonen, dat zij geene conquesten zoeken, of zich zelveu ongelijk te zijn. Het voormaaiig beftuur der Fravfchen heeft ons den oorlog aangedaan; dit is vernietigd en wordt algemeen verfoeid ; het tegenwoordig beftuur kan dus niet nalaten onze vredesvoorflagen aantenemen, cf het toont, dat bet Jacobijnfche fijstema nog bij het zelve regeert, en regtvaardigt het vermoeden van Engeland. Dan toonen zij naar het Opperbeftuur van Europa te dingen en zelfs de neutraale Mogendheden moeten dan tegen hen in de wapenen komen. Maar neeu ; dit te vermoeden, ftrijdt T. tij dferk IV. BOEK. Voort? gangen der FranfcheLegers,  ao4 GESCHIEDENIS der t. TIJDPERK. IV. » OEI^. 12. Januarij tot Cuilenburg doorgedrongen zijnde, en de Engelfchen overal bij hunmet hunne gemanifesteerde beginfelen van mensch. lievendheid en regtvaardifcheid. — Daar op tracht hij de bedenking, dat op dezen grond de verdediging tegen de Franfchen noodloos is, wegtenemen, door te bevveeren, dat die verdediging het tegenwoordig beftuur in de hand werkt, om de Jacobijnfche faclie geheel te vernietigen, dewijl deze met het flegtfte foort van Bataven het eens is, welke de Franfche natie ophitzen en trachten te doen gelooven dat niets gemaklijker is , dan Holland nog dezen winter te overmeesteren.-— Om de vrees voor de verbittering der Franfchen door dien tegenftand wegteruimen , toont hij, door de voorbeelden van de bt veihebbbers van Sluis en Crave, i at de Franfchen dapperheid ook in hunne vijanden waardeeren. En met foortgelijke aanmoedigingen wordt deze oproeping befloten. De Regeering van Rotterdam beloofde , behalven den gewoonen onceiftand van 's Lands wegen, aan alle gekwetften of verminkten, eene redelijke onderfteuning, naar de omftandigheid hunner huisgezinnen, en aan de weduwen der gefneuvelden een even redelijken or.derftand te vindeii uit zodanig een btirgerfonds, als nader zou aangewezen worden; — en andere groote voordeden aan hunne nablijvende kinderen. Voorts zouden zij bij hun finaal en loflijk ontfiag, met een eerpenning befchonken worden, als ook hunne weduwen. — En niet alleen trachtte zij, door de toezegging van zodanige voor.  O M WEN TEL ING. 205 hunne aannadering de vlucht nemende, (*) waren de Staaten van Utrecht bedacht, om , in tijds, voor hunne Provintie te capituleeren. Alvoorens zij tot dezen gewigtigen ftap overgingen , deden zij in de Vergadering van Hun Hoog Mog. op den 13. Januarij, het volgende voorftel; „ om, daar zij voornemens waren eene Commisfie naar het Franfche Legerhoofd af te vaardigen, om met denzelven eene Wapenftilftand te bewerken, of, zulks onmooglijk zijnde , wegens de overgave der Provintie op de best mooglijke wijze te handelen , een dergelijke deputatie, uit naam van Hun Hoog Mog. te zenden, en bondgenootfchaplijk, of, op eene ophouding van vijandlijkheden te dringen, of, hier in niet kunnende flagen , voor alle de Provintiën te capituleeren. Met alle de donkere voor- uit- vóordeelen de burgerij aanteraoedigen, maar zij voegde hier bij het voorbeeld , hebbende de Heeren j. c. de groot en h. h. van hees zich alreeds aangeboden, om zich bij de eerfte uittrekkende manfchap te voegen, (*) Zij trokken over Amersfoort naar Zat* fhen, ora zo verder het Grondgebied dezer Re. publiek te verlaten. I. TIJD' PERK IV. BOEK.  I. Tijr> PERK IV. BOEK* Overgangvan de Provintie Utrecht. zo6 GESCHIEDENIS DU Uitzigten, op eén goeden üitflag van het eerfte lid van dit voorftel , kon men echter nog niet overgaan, om tot het laatfte» te befluiten. Men koos dan, in dezen wanhooplgen toeftand het eerfte , en committeerde op eene mondelinge Inftruclie, in allerijl, de Heeren g. c. spaan, van Voorjlonde*, en den Secretaris der Hollandfche Staaten rover, om uit naam vart Hun Hoog Mog. met den Franfchen Generaal te handelen; ten einde hem tot eene ophouding van alle vijandlijkhcdcn te be- ! wegen , ten minften tot den tijd, dat 'er berigt uit Parijs kwam , nopens den üitflag der onderhandelingen van de Gezanten Brandsen en repelaar* Geheel vruchtloos liep ook deze commisfie af, en 'er fchoot voor de verlatene Provintieëil niets anders over , dan zo • goed mooglijk zich met de Franfchen te verdragen. Middelerwijl de Franfchen , overal eeii gebaanden weg over het ijs vindende, trokken den Rhijn over , beneden de laatfte verdeedigirtgs Linie van de Greb. Deze 51 bij open water , zo moeilijk te naderen , uit hoofde van de uitgeftrektheid der Inundatie , was thans van geen kracht, om eeni-*  OMWENTELING. 207 eenigen weêrftand te bieden, en moest wel dra bukken voor hunne overwinnende wapenen. Dit laatfte fteunpunt van veiligheid, voor de Provintie Utrecht, dus weg genomen , en zij tot het uiterst gebragt zijnde , van te moeten kiezen tusfchen overgave bij verdrag , of overrompeling , koozen de bramen het eerfte , en gaven onverwijld , na dat de bovengemelde Commislie terug gekeerd was , reeds den 14. Januarij de noodige orders, om de Provintie geheel van Inlandfche troepen te ontruimen , die gedeeltelijk naar Woerden, gedeeltelijk naar Schoonhoven alwaar toen nog het hoofdkwartier zich bevondt, verplaatst werden. De Engelfchen hadden toen reeds de geheele Provintie verlaten. Den 15. Januarij werdt eene Commisfie naar den Franfchen Generaal salm gezonden , om in naam van de Staaten van Utrecht, wegens de overgave in onderhandeling te treden. Het verdrag van overgave van den eenen kant door den bovcngemelden Generaal, en van wegens de Provintie door w. e. de perpoN- cher, 8. c. van lynden en j. j. van wei- T. TIJD» PERK. [IV. BOEK.  2g8 GESCHIEDENIS der I. TIJD- IV. SOEK. westreenen getekend,was, hoofdzaak? lijk, van den volgenden inhoud. Bij het i. Art. werdt toegeflaan , veiligheid van perfoon en goederen voor alle Burgers en Inwooners ; als ook, dat niemand verontrust zou worden , noch over zijne gevoelens , noch over zijn gehouden gedrag , geduurende den tegenwoordigen Oorlog , of de onlusten , die denzelvert voorafgegaan hadden. Bij het a. - volkomen vrijheid van Godsdien stoeffening. Bij het 3. verzocht zijnde, om , in alle gevallen begrepen te mogen worden' in alle onderhandelingen, vart fchikkingen, of van Vrede, met de andere Provintiën, reeds ondernomen, of nog aan te vangen,- zo dra dezelve bepaald en bcfloten waren; werdt geandwoord , dit niet van de competentie des Generaals te wezen. Het 4. voorltellende, geene verandering in de Regeeringsvorm der Provintie te maaken , geduurende den tijd dier onderhandelingen , waar op in het voorgaande irt. gedoeld werdt, — werdt toegezegd, geene veranderingen te zullen maaken tot de aankomst der Franfche Reprxfentanten.  OMWENTELING. 309 Bij het 5., werdt toegeftaan aan het tegenwoordig Bewind, om in alles gemeenfchaplijk met gemelde Repraefentanten of Generaals te handelen , en tevens beloofd eikanderen onderling eendragtig te onderfteunen, in alles, wat 'er vereischt werdt ter bewaaring van de goede orde, de rust en de openbaare veiligheid, als ook in alles , wat het algemeen belang der Franfche troepen en der Inwooneren zou vorderem Het 6. inhoudende , dat de gewoone Gerechtshoven zullen gehandhaafd worden, in alle gevallen, hun Regtsgebied en de Bediening van het regt betreffende, en dat delnwooners voortduurend alleen verandwoordlijk zullen zijn aan hun Competenten Regter; werdt aan de Repraefentanten verweezen. Zo ook het 7., waar bij voorgefleld faerdt, dat het tegenwoordig Bewind, hangende den tegenwoordigen ftaat van zaaken , de imposten en de publieke inkomften zou blijven heffen ten voordeele der Provincie , terwijl het zelve fchikkingen zou maaken met de Vertegenwoordigers en den Generaal, ten aanzien der behoodigdheden voor de Franfche troepen. Op het 8. verzoekende niet meer troepen- 1. TIJDPERS IV. BOEK;  t. TIJDPERK IV. BOEK. oio GESCHIEDENIS der op het Grondgebied der Provintie te doen komen , dan 'er noodig zijn voor de bewaarihg van het Grondgebied, van de rust en' goede orde , als ook tot handhaaving van het wettig gezag, werdt getindwoord, dat de beflisfing hier van alleen aan den Generaal en Chef Mondt. Het 9. bepaalde, dat alle Inlandfche troepen , die reeds krijgsgevangen gemaakt waren bij voorige gelegenheden , en thans nog in de Provintie gevonden werden , moesten uittrekken, na hunne wapenen afgelegd te hebben , met 'vrijheid voor hen en hunne Officieren, om te gaan waar hun goeddacht, en hunne goederen mede te nemen. Het verzoek, dat voortaan alle bctaalingen in klinkende Munt zouden gedaan worden, in Art. 10 vervat , werdt geheel afgeflagen. Het 11. betreklijk de vrijheid van inwooning en veiligheid voor alle Militairen, niet meer in dienst zijnde, werdt in deze bewoordingen toegeftaan: „ alle die de wapenen niet gedragen hebben tegen de Republiek, of hunne dimisfie genomen hebben , zijn geene krijgsgevangenen, •— alle anderen zijn " van deze Capitulatie niet uitgezonderd." Het  OMWENTELING. atï Het 12. hielde in , dat alle bagagie en goederen van Militaire Corpfen en Militaire Caisfes ^ aan de Franfche Republiek zouden behooren* dat de zieke Officieren en Soldaaten krijgevangen zouden zijn in Holland, en de wapenen niet kunnen dragert , geduurende den Oorlog, tot de Uitwisfcling. Het zelfde goldt ook de bezettingen iri de overige Steden der Provintie gevonden wordende, die volgens het 13. Art. als krygsgevangenen, na aflegging hunner wapenen 'i naar Holland moesten terug trekken tot de titwisfelingi - De geheele Artillerij en allé Magazijnen moesten in handen der Franfche Commisfarisfen gefield worden. — De Steden zouden, alvoorens zij door de Inlandfche troepen ontruimd Werden , welken de wapenen moesten neerleggen en naar' Holland trekken , door de Franfchen bezer. worden ; dit moest reeds den volgenden dag gefchieden. — Na de tekening' Van ' dit verdrag , die den 16. Januarij plaats hadt^ zag men reeds den volgenden dag de Franfchen van de geheele Provintie bezit nemen. Staande de onderhandeling met de Franfchen , kwam het volk te Utrecht, dat mi hunne aankomst eerstdaags te gemoet zag, O a fpoe- r. 1 ij ijperk; IV. Botir,  I. IJDPERK. iv. KOEK. 212 GESCHIEDENIS der fpoedig op de béen. Eenige Engelfchen, waar van zommigen met geroofden buit bekaden waren, zich bij het vluchtend Leger willende voegen , en door de Stad trekkende , werden deerlijk gehavend ; dien zelfden avond werdt het Tuchthuis gewelddaadiger hand open gebroken, en daar uk eenige Patriotfche gevangen , die echter juist niet alle om Politieke misdaaden daar zaten, verlost: de Lees gezelfchappen vergaderden op de Neude , om door hun invloed, zo veel mogelijk , ds orde en rust te bewaaren, en alle ongeregeldheden eener uitbundige vreugde voor te komen; en de drie koleurige Cocarde werdt algemeen op» gezets Op den dag , dat de Franfchen van de Stad en Provintie Utrecht kwamen bezit nemen , werdt hunne voorhoede door drie Leden van de Vroedfchap met den Secretaris, buiten de Toljïeegpoort, verwelkomd en binnen de Stad geleid. Ten zelfden tijde trokken verfcheiden Corpfen de Stad voorbij.,, om van da Nieuwer/luis en Woerden bezit te nemen. De Franfchen, die zich thans in grooten getale , in alle de Steden dier Provintie verfpreidden, werden overal bij de Burgers gehuisvestDe  OMWENTELING. 213 De Franfchen meesters zijnde van Utrecht, en van dien kant verder voortrukkende , hadt men hen ook in geheel Holland te verwachten; gelijk zij dan ook reeds den dag na de overgave tot Breukelen hunne patrouilles uitzonden- krayenhof, reeds in deze géfchiedenis bekend als Lid van het Committé van Omwenteling , zedert eenigen tijd uitgeweken, dewijl men ontdekt hadt, dat hij deel hadt aan de geheime ontwerpen der Gemeenebestgezinden, en zich thans als Vrijwilliger bij den Generaal daendels bevindende, vertoonde zich den 18. Januarij voor Amfterdam. Na eenige uuren buiten de Stad vertoefd te hebben, werdt hem toegelaten, zijne commisfie bij den Commandant der Stad golowkin af te leggen , als ook bij de Burgemeesters. Hoofdzaaklijk hieldt zijn last aan den eerften in, zich tegen de inkomst der Franfchen niet te verzetten, en aan de laatften, van zorg te dragen voor de bewaaring-der rust, waar voor zij aanfpraaklijk gefteld wierden. Waar op de Franfchen den 10, dier maand de Stad introkken. Daadlljk bij hunne inkomst in de Provintie Holland lieten de Reprasfentanten 9 3 des L TIJDPERK. IV. BOEK. Over- gang van de Provintie Holland.  ar* GESCHIEDENIS der i TIJ i> PERK. iv. BOEK. des Franfchen Volks, een Manifest afkondigen en uitvaardigen , het welk men als den grondflag van alle Capitulaties voor de Nederlandfche Provintiën moetbefchouwen. Het zelve was van den volgenden inhoud, F>e Vertegenwoordigers van het Franfche Folk gezonden bij de Legers van het Noorden. aan 't bataafsche volk! „ De dwinglandij, tegen de Vrijheid der Volken zaamgefpannen, kondigde ons „ den Oorlog aan , cn ondernam ons te „ onderdrukken. — Een wederfpannig Stad„ houder hadt zich meester gemaakt van uw „ Gouvernement. Hij tradt in de godloo4, ze vereeniging der Dwinglanden , en „ vormde met hen het onzinnige befluit „ van een groot Volk onder te brengen , „ uw bloed , uwe fchatten wierden ver„ kwist tot deze misdaadige onderneeming. „ — 't Lot der wapenen heeft aan de regt„ vaardigheid van onze zaak beandwoord, „ en onze overwinnende Legers zijn op „ uw Grondgebied getrokken." ,, Bataven! wij konden niet denken, dat „ gij aan dit gruwelijk beftaan medepligtig „ waart.  OMWENTELING. 015 5, waart, onze vijanden zijn ook de uwen. „ Het bloed der Stichters van de Republiek „ der Vereenigde Provintiën vloeit nog in „ uwe aderen, en in 't midden der gruwe„ len des Oorlogs, hielden wij niet op u „ lieden aan te merken, als onze Vrienden „ en Bondgenooten." „ 't Is op dien voet, dat wij thans in het „ midden van u zijn. Wij brengen geen 4, fchrik, maar't vertrouwen." „ 't Is maar weinige jaaren geleden, dat „ een trotsch Overwinnaar u wetten voor„ fchreef. Wij geven U de Vrijheid weder.''' „ Wij komen niet bij u, om u onder 't ,, juk te brengen: de Franfche Natie zal „ uwe onafhangelijkheid eerbiedigen." „ De Legers van de Franfche Republiek, „ zullen de ftrengfte Krijgstucht oeffenen." „ Alle baldaadigheden, alle buitenipoo„ righeden tegen de Inwoonders zullen ge„ llrenglijk geftraft worden." „ De veiligheid van perfoonen en goe„ deren, zal worden gehandhaafd." „ De vrije Godsdienst «effening zal on„ gclloord blijven." „ De wetten, gewoonten en gebruiken, ,, zullen voor als . nog gehandhaafd worden." . „ 't Bataaffche Volk ? gebruik maakende O 4 „ van I. TIJ D» (aan, IV. BOBK,  tl. TIJDPERK. iv. KOEK. Op denzelfden dag, dat de Franfchen Utrecht binnen rukten , en Amfterdam fterk naderden, werden de Staaten van Holland, daar zij wel zagen dat de Com-? misfie van Hun Hoog Mog. bij de Repraefentanten in den Bosch, ter bewerking van eene fchorsfing der vijandlijkheden, in haare poogingen niet flaagde, nu ook bedacht om het voorbeeld van Utrecht te volgen, en zich bij verdrag aan de aanrukkende Franfchen overtegeven. Heusden,dzt in den nacht tusfchen den 14. en 15. dezer maand overging, benevens andere Grensvestingen, inde magt der Franfchen zijnde, was alle tegenftand thans volftrekt nutloos geworden. In de Avondvergadering van den 17. Januarij , werdt, op de opening , door den Raadpenfionaris gedaan, wegens den hachlijken toeftand des Vaderlands, en inzon- der- %i6 GESCHIEDENIS der „ van zijn oppergezag, zal alleen kunnen „ veranderen of verbeteren de inrigting van „ zijne Regeering." (Was Getekend) gillet, bellegarde, j. b. la coste, joubert, portier de l'oise.  OMWENTELING. cif derheid van deze Provintie , befloten eene commisfie naar den Stadhouder af te vaardigen , om van hem te vernemen, of ook aan Z. H. eenige middelen van defenfie bekend waren, die tot behoud dezer Provintie nos met vrucht zouden kunnen worden aangewend; welke commisfie, na een geruimen tijd in het vertrek naast de Vergadering met Z. H. geconfereerd te hebben, dit treurig bericht gaf: „ dat Z. H. in fubflantie hadt „ gedeclareerd, — dat, in geval van dooij ,, weder, en als de Stedelijke Burgerij en „ de Ingezetenen optrokken als van ouds, „ 'er dan mogelijkheid was om de Pro„ vintie te defendeeren; maar dat de vorst „ aanhoudende en dit middel van defenfie „ manquecrende, de troepes dan niet flerk „ genoeg waren , zijnde maar omtrent 5 ,, a 6000 man , die verdeeld waren in „ Gorinchem en in de kleine Fortificatiën „ van Holland, behalven de troepes , die „ uit hoofde der Capitulatie niet dienen „ konden ; hebbende de Oostenrijkfchs „ troepes Naarden en Nieuwer/luis be„ zet; doch, dat 'er naar menschlijke in„ zigten niet veel apparentie was, dat de „ Provintie in deze omftandigheden be9, hoorlijk zou kunnen worden gedefenO 5 deerd.1 r. TIJDPERK. IV. B O K K.  «8 GESCHIEDENIS der. i. TIJ DPE.RK, iv. BOEK. „ deerd." ■ Ziende dus , dat 'er niets anders overbleef, dan in de eene of andere onderhandeling te treden, — werden dezelfde Heeren verzocht met eikanderen te overleggen , „ welke arrangementen en conditiën in dit criticq moment — zouden kunnen worden geprojecteerd en uit-' gevoerd." Den volgenden dag bragt de Raadpenfionaris , uit naam der Heeren , den voorigen avond gecommitteerd, dit berigt uit. Dat zij van advijs zouden zijn, „ dat eene commisfie van twee Heeren uit Hun Ed. Groot Mog, Vergadering, ten fpoedigften zou moeten worden gezonden aan den Commandant Generaal of Generaals van de Franfche troepes , of daar het verder zal noodig zijn , ten einde aan dezelven te kennen te geven; dat de Staaten van Holland met de uiterfte verwondering zijn aangedaan over den voortgang der hostile operatiën, na dat de Staaten Generaal der Vereenigde Provintiën, met de beste trouw en openhartigheid Propofities van Vrede hebben laten doen , welke te Parijs zijn geaccuëilleerd, door het admitteeren der Commisfarisfen van dezen Staat ; dac zij meenen redenen te hebben , om van de edel-  OMWENTELING. ai? edelmoedigheul der Franfche Natie te vertrouwen , da% dezelve deze Negotiatiè'n niet met der daad infructueus zullen maaken door het termineeren der differcnten , door de wapenen , en eene menigte van menfehen flachtoffer maaken van een Oorlog, dien men op het punt is van te eindigen : dat de voorz. commisfie mids dezen, op het ernftigst, zal inilecren, dat, in afwachting van den uitllag der Negotiariën, de zaaken niet uit haar geheel worden gebragt , en de Franfche Armee geenè verdere progresfen trachte te maaken op het Territoir van dezen Staat; dat indien de voorz. commisfie zal vermoeden , dat de noodzaaklijkheid van fubfiftcntie de Franfche Armee forceerde om voorwaards te trekken, dezelve zal offereeren, dat 'er mogelijkheid is, om daar over een arrangement met de Staaten van Holland te maaken; doch dat, indien de Franfchen naar geene redenen willen luisteren , en abfolutclijk perliltceren om deze Provintie vijandlijk te invadeeren, de voone. commisfie zal moeten trachten het geweld van zulk een invafie door een verdrag te verminderen, dienvolgens zal offereeren in de eerde plaats, — aan de Franfche Armee in te ruimen drie of I. TIJ Df li II K. IV. 3 DE IC  £*o GESCHIEDENIS der I. TllDperk IV. soek. of vier gefortificeerde plaatzen van Holland, tot zo lang het and\*oord der Conventie zal ingekomen zijn over de geproponeerde conditiën van Vrede. En wanneer ook deze aanbieding niet worde aangenomen , verder zal voortgaan en proponeeren, de navolgende pointen." i. „ De Franfche troepen zullen overal in Holland als vrienden worden geadmitteerd , en de Staaten van Holland zullen orders geven , dat gene defenfie tegen dezelven zal mogen worden gedaan ; doch zal de commisfie trachten te bedingen, dat de Haag als de Refidentie van het Gouvernement van inlegering van troepen bevrijd blijve." a. „ De troepen in dienst van de Staaten Generaal zijnde , zullen vrijheid hebben te vertrekken, uitgezonderd de genen , die door Capitulatie reeds verbonden zijn, om niet tegen de Franfchen te dienen , en de gewapende manfchappen, die in bijzonderen dienst van deze Provintie zijn, welken met de Franfche troepen vereenigd, de inwendige rust en publieke veiligheid zullen helpen bewaaren." 3. „ Het Gouvernement zal blijven in handen van de Staaten van Holland, onder de  OMWENTELING. aal de ConfHtutie , die het Land aangenomen heeft, zonder daar in eenige verandering te brengen." 4. „• Daar zal eene volkomen veiligheid zijn voor alle lighaamen van Regeering, Politie en Justitie , en anderen van publieke Administratie, perfoonen van Regenten en Ministers , gelijk ook voor alle Ingezetenen van welken rang of ftaat zij zijn , 't zij gewapend of ongewapend, en niemand zal mogen geïnquiëteerd of gemolesteerd worden , uit hoofde van deszelfs opiniën over zaaken van het Gouvernement, noch uit hoofde van zijne gedragingen des aangaande, zo voor als geduurende den tegenwoordigen Oorlog/' 5. „ De Godsdienst oeffening, zo van de Gereformeerde Kerk als van andere getolereerde Gezindheden , zal blijven op den tegenwoordigen voet." 6. ,, Alle publieke en particuliere Eigendommen zullen ten flrikflen worden gerefpefteerd, de Imposten uit naam van de Staaten van Holland opgefteld en naar gewoonte ingevorderd, en de Franfche Armee zal geene goederen, gelden of koopmanfehappen is Requifitie ftellen; maar I. TIJDPERK. ÏV. BOEK.  222 GESCHIEDENIS dfr t TIJDPEUK IV. BOEK. maar eenige zaaken in redelijkheid ndödig hebbende ', zich daaf over arrangeeren met: de Staaten van Holland, die dit rbenoodigde tegen redelijke betaaling zullen bezorgen." 7. „ Alle Ministers van andere Hoven bij dezen Staat refïdeerencle , en Gedeputeerden van andere Provintiën van de Unie, zullen de vrijheid hebben van hier te blijven , met hunne Effecten en Archiven zonder in het minfte gemolesteerd te worden; maar indien dezelven verkiezen te vertrekken , zal hen zulks mede vrijflaan - zonder eenige verhindering." „ En laatftelijk, dat Wanneer deze conditiën of eenige van dezelven niet mogten Worden geaccepteerd, de voorz. commisfie nu voor ais dan behoort geauthorifeerd te zijn om zodanige voorwaarden te bedingen, als ten meestcn beste van den Godsdienst en independentie van de Regeering , .cn veiligheid voor de perfoonen en goederen der Ingezetenen van de Provintiën, zullen kunnen worden gearrangeerd , en in allen gevalle zal moeten trachten te bedingen , en daar toe alle efforts in het werk ftellen, dat geene andere dan gereguleerde troepen binnen deze Provintie trekken." Over^r /  OMWENTELING. mi Overeenkomftig dit voorftel befloten zijnde , werden de Heeren van boetzelaar, van Kijfhoek en calcoen, beiden Gecommitteerden in den Raad van Staaten, tot het afleggen dezer commisfie benoemd, met verzoek om tot het uitvoeren van dezelve , ten fpoedigfte te willen vertrekken. Intusfehen dat deze vertrokken , maakte de Stadhouder zich gereed , om met zijn Gezin het Land te verlaaten. — Reeds vroeger was hij hier op bedacht geweest, en zou ter Scheep hebben vertrokken. Dan, de felle vorst belette eenig Schip uit de Havens te brengen. Den 18. Januarij dan zondt hij een brief aan de vergadering der Algemeene Staaten, en eenen, van gelijken inhoud, aan de Staaten van Holland , behelzende, „ dat de omftandigheden waar in de Republiek zich bevondt, zijne Hoogheid doende vooruit zien, welk lot hij te wachten hadt, zo de vijand verder doordrong, en niet willende een obftakel zijn aan den vrede, die voor de goede Ingezetenen noodig was , zijne Hoogheid gerefolveerd had, om voor een tijd zich met deszelfs gezin van hier te begeven, in hoop dat H. H. M. zulks niet zouden afkeuren, bid- I. TIJDP £ R K. IV. BOEK.- Vertrek van den Stadhouderen ziju gezin 11=ar En. geland.  i. TIJDPERK IV. BOEK. e24 GESCHIEDENIS ov* biddende den Allerhoogften om zijne dierbaarfte zegeningen over het lieve Vaderj land te willen uitftorten , in eene rijke maate dit voormaals gelukkig land te willen zegenen ^ en te maaken dat het wederom gelukkig worden moge; betuigende hij, alles gedaan te hebben, wat in zijn ' vermogen was , om zijn lieve Vaderland wel te dienen en dat hij daartoe altijd zijne poogingen aangewend had, doende het hem leed, van niet meer van nut te kunnen zijn ; en dat , zo de omftandigheden immer of ooit toelieten , dat hij weder van nut aan zijn Vaderland, het welk hij hartgrondig beminde, kon zijn, H- H. M. hem altijd gereed zouden vinden, om daar toe alle zijne poogingen aantewenden, zullende zijne beide zoons * aan wien zijné Hoogheid het ontflag verleend had van het bevel van het leger, met hem vertrekken , van welk een en ander hij zich verpligt geoordeeld hadt , H. H. M. kennis ■ te geven." Des Zondags morgens ten 8 uuren , vot^ trok de Prinfes met haare behuwd Dochter, en het Zoontje der laatfte met weinig gevolg in 3 koetzen. Haare gelaatstrekken tekenden niet weinige ontroering. Te  OMWENTELING* 225 Te Scheveningen gekomen, haastte zij zich om in de Pink te geraaken; de vloed reeds wasfchende, moest zij zelfs diep door het water gaarn Haar bijhebbend gezelfchap en de goederen, die haar volgden, vulden veertien Pinken. De Vaartuigen geladen zijnde, Haken daadlijk in zee , en ten één uren 's middags, waren zij reeds allen buiten gezigt* De Stadhouder j na affcheid genomen te hebben van de Staats collegiën met zijne beide Zoonen, vertrok des middags omtrent twee uuren , van eene groote menigte gevolgd wordende. Zijne aandoeningen waren den gantfchen weg over zeer fterk. Aan ltrand gekomen en de zee hoog zijnde, riep b e ntinck aan de vergaderde Scheveningers, of zij hun Prins zo door de zee zouden laten gaart? Terftond daarop nam een Visfer den Prins op zijne fchouderen, en droeg hem door het water naar de pink, Het zelfde verrichtte hij omtrent de drie overigen. In de pink Van den Stadhouder bevonden zich, behalven zijne twee zoons, de Prins van Hesfen Darm/lad, de Kamerheer heerdt, de Adjudant-s h. bentinck, ert van bijland, de Kamerdienaar oösthe 1 m, en de Chirurgijn sciienk. Twee andere pinken lagen gereed om zijn bijhebP bend- U TIJDPERK. IV. BOEK.  6 GESCHIEDENIS der i. TrjD- perk iv. boek. bend gezelfchap en goederen over te brengen. — Intusfchen fchijnt des Stadhouders voornemen niet bepaald te zijn geweest, om naar Engeland over te rieken , en daar te blijven. Hadt de vrees voor de naderende Franfchen en het menigvuldige ijs in alle de havens onzer Republiek, als mede een ongunftige wind hem niet weerhouden, zou hij voorzeker daadlijk naaide een of andere Provintie zijn vertrokken, waar hij de eindelijke uitkomst der zaaken kon afwachten. — 's Middags ten vier uuren kwam de zo lang gewenschte brief van de Afgezanten te Parijs, waarin een ingefloten, voor den Prins, die hem nog op ftroom liggende werdt nagezonden. De brief der Afgezanten aan H. H. M. behelsde hoofdzaaklijk, gelijk verfpreid werdt; „ dat de gantfche Stadhouderlijke familie vooraf het grondgebied der Republiek moest verlaten — dat de algemeene Staaten aanflonds een Tractaat van Koophandel en verbintenis met de Franfchen moesten fluiten; en dat als dan alles bij provifie in den zelfden ftaat zou blijven , tot dat 'er nadere fchikkingen zouden gemaakt zijn." — Op den ontfangst van dezen brief deedt men alle poogingen, om den Stadhouder te bewegen, om in het Vaderland    OMWENTELING. 127 land te blijven, althans tot dat men zeker berigt hadt wegens den uitllag der Commisfie naar de Franfche Reprafentanten ter Capitulaties Hij raadpleegde deswegens met deskundige Zeelieden: en het befluit was, dat hij langer vertoevende, het hem ondoenlijk zou worden, om de reize aanteneemen. (*) Des nachts dan tusfchen zondag (*) De Stadhouder fchreef den 18 een brief aan Vi d. spiegel, in de pink voor het ftrand. Wel Edel ge te Heer. Ik heb van den Heer van eng huizen vernrj. men het andwoord dat van Parijs ontfangen is. Ik heb, na dat zijn W. Ed. Geftr. hier is geweest met de zee Officieren gefprokeu en den Stuurman van de pink. Ik zend U W. E. Geftr. hier nevens derzei ver andWoorderi. U. W. E. G.zat daar uit zien, dat men in geen haven komen kan, dan in Engeland en, geen armijlice zijnde, kan men niet van mij vergen om in zee te dobberen, in afwachting van den uitflag van II. E, Gr. Mog. Commisfie aan den Franfchen Generaal, die mijns bedunkens niet beletten zal de aankomst der Franfchen in 's Hage. Ik ga dus naar een der Engelfche havenen efi zal zo doenlijk mij begeven op één van 's Land Schepen, die ik Vermeen, dat te Plijmouth moeten zijn —- Ik koop U W. E. G. van daar te Schrijven en te' P s nrel» 1. TIJDPERK. IV. boek.  228 GESCHIEDENIS der ï. Tijd- perk. IV. boek. dag cn maandag ren twaalf uuren vertrok de Prins en landde met zijn bijhebbend gemelden, waar of ik aangekomen zal zijn en naar welke Provincie ik niii zal begeven. — Ik vraag excus over het flegte fchrift, maar ik fchrïjf leggende in de kooi en wijders blijve met achting. P. S. Ik hoop, als de gelegenheid het toelaat in een der Provintiën of in 's I/age te reveneeren en iets nieuws van den uitflag der op heden afgezondene Commisfie te vernemen. Vraagpunten door zijn Doorl- Hoogh. den Hoog Geb. Vorst en lieer Prins van Oranje Willvm de V. Erfftadh. Capit. Adm. Gen. der Nederl. aan de ondergetekende voorgefteld, *s avonds 1 b' Jan. 1795. 1. Vr. is 'er op dit moment mogelijkheid , om naar ccn der havenen van de Republuk te gaan ? Antw. Neen volfirekt niet: de wind is Oost: de gaten zijn vol ijs: ook zijn de pinken te zwak om daar mede te wagen in de fchotzen te komen. 2. Vr. Of 'er mogelijkheid is, om ergens anders, dan in Engeland te komen ? — Antw. Neen: het is met alle de havens even eens onmogelijk, door het ijs: de Elve en de fVezer, ook de Oojler en tVeiter Eems zijn zodanig met ijs bezet, dat de havens aan dezelve gelegen niet te genaken zijn. 3. Vr. Of het raadzaam is hier het anker te houden en of daar in geene gevaaren te voor. zien zijn ? — Antw. De gelegenheid is thans zeer goed; doch zo de wind aan het Westen loopt, zo als dikwijls met het fpring het geval is ea men  OMWENTELING. sip gezelfchap behouden in Harwig aan; en, fchoon men verfpreidde , dat op zekere hoogte eenige Oorlogfchepen hem of vergezellen of overnemen zouden, is dit vervolgens valsch bevonden en gebleken, de geheele reis in de pink volbragt te wezen. — De twee volgende dagen, maandag en dingsdag, zijn nog twee andere pinken met perfoonen en goederen op reis gemen kreeg ruuw weêr, zou het wel met gevaar gepaard kunnen wezen, wanneer men wederom moest landen j ook ligt men bloot voor attaques, die de vijand zou kunnen ondernemen, zo hij ook met gewapende pinken van het ftrand kwam. Act, 18. Jan. (w. g.) j. o, vaillant? Capt. ter zee, g. van heiden Lt. ter zee, j. roos Stuurman van de pink. In prefenti» van mij h. w. bent in ck. Dit in de Verg. van H. H. M. mede gedeeld zijnde werdt daarop het volg. gerefolveerd, „ met het uiterst genoegen te vernemen het voornemen van Z. H. om zich naar de een of andere Provintie terug te begeven ; - dat zij zijn vertrek aangemerkt hebben als een maatregel van de uiterlle noodzaaklijkheid,en dien volgends dezelven hebben geapprobecrd en verlangen te mogen vernemen, dat in een of anjer der Engelfche havenen op een van 's Lands fchepen zal zijn aangekomen om züne terug reize naar het Vaderland santénemen." P 3 I. tijdperk. IV. SOEK.  ,t. T IJPP E R K. iv. boei;. 23o GESCHIEDENIS der gegaan. Ook waren den 13 en den 15 reeds twee pinken met perfoonen en goederen naar Engeland overgeftoken. — Na het vertrek des Stadhouders heeft men bevonden, dat hij alle zijne gereede penningen hadt medegenomen. Na het vertrek van den Prins namen Gecommitteerde Raaden het Commando, over het Guarnifoen weder over en gaven de noodige bevelen aan de Officieren, ter bewaaring der publieke rust; terwijl bij H. H. M. befloten werdt, „ aan alle Commandanten der troepen en fterkten van de verwijdering van den Prins kennis te geven en van het ontflag zijner beide Zoonen, en dat zij zich dus bij den Raad van Staaten moesten vervoegen, ten aanzien van zodanige bevelen, die anders door hen gegeven werden: en werdt de Secretaris l ar re ij gelast alle brieven aan zijne Hoogheid, en die bij vermoeden krijgsrapporten behelsden, aan gemelden Raadvan Staaten te zenden." -- De krijgsmagt, thans van haar hoofd beroofd zijnde, zorgden H. H. M. ook op den zelfden 19 Januarij, voor haare geheele verftrooijng, en gelastten den Majoor en Quartiermeester Genk-  OMWENTELING. 23» neraal bentinck, om toetezien dat de militairen zo veel mogelijk bij hunne Corpfen wierden gehouden en niet debandeerden." — De ontfangst van den brief der Afgezanten cn het vertrek van den Prins werdt ook nog terltond gevolgd van de intrekking van vorige refoluties, gelijk de veranderde tijds omflandigheden vorderden. Dus verzocht het hof van Holland het afleggen van Oranje tekenen, en gaf vrijheid tot het dragen der Franfche, Nationaals cocarde. — De Staaten van Holland gaven de noodjge orders tot verandering der openbaare gebeden en fielden buiten effect de publicaties van den 18 Febr. en 21 Maart 1794 betreffende hei transport van goederen enz. aan de onderzaten der Franfche Republiek behoorende. De bezending naar den Franfchen Generaal en de Reprefentanten vruchtloos afgelopen zijnde, keerde dezelve op der 20 Jan. ter vergadering terug, en gaf hei volgende verflag; „ dat zij ingevolge de lasi en commisfie hun bij voorfch. refolutie gegeven zich na bekomen van het credentiaal en de verdere noodige papieren met allen mogelijken fpoed hadden vervoegd naar WoerP 4 den-. T. TIJDPERK. iv. BOEK.  s32 GESCHIEDENIS der li TIJDPERK IV. BOEK. I den, alwaar zij vernamen, dat het onze-: ker was, op welke plaats op dat oogenblik (daar het reeds avond was geworden) het hoofdkwartier van den Commandeerenden Franfchen Officier zich bevondt. Dat hier op gem. gedeputeerden hadden afgezonden den Officier en Trompetter welken hen vergezelr den, ten einde gewaar te worden , waar zich de Commandant bevondt, met last om terftond in den nacht te retourneeren, zo dra dezelve zou weeten, waar ter plaats de Com-_ mandant was. Dat zij vervolgends aldaar tothunne groote verwondering tot den volgenden ochtend hadden moeten vertoeven, wanneer de bovengem. Officier terug kwam, zeggende tot Utrecht te hebben moeten rijr Jen, en aldaar bij den Officier welke men zeide de Commandeerende Officier te zijn, /ernomen te hebben, dat niet alleen de Geleraal p i c h eg ru maar ook vier Reprefentanen van de Franfche natie zich in die Stad gevonden. Dat gem. Officier den geheelen ïacht door vruchtlooze inifantien hebbende gedaan, om met eenig andwoord te mogen etourneeren, niet voor des ochtends was gelermitteerd terugtegaan met het andwoord, lat de gedeputeerden zouden worden opgevacht. Dat dezelven intusfchen bekomen heb-  OMWENTELING. 233 hebbende de nadere tijdingen van den Staat der onderhandelingen in Frankrijk, hier op terftond waren gereden naar Utrecht cn aldaar gefproken hadden met den Generaal pichegru, welke na verklaring, dat het oogmerk hunner Commisfie minder relatie tot hem Generaal dan tot de Reprs-r fentanten van 't volk was hebbende, hen Ge^ deputeerden bij dezelven liet geleiden. Dat zij Gedeputeerden aldaar hadden gevonden eenige Reprasfentanten, met welken zij, na vertooning hunnes origineelen credentiaals, in onderhandeling hadden getracht te komen,achtervolgends hunne inrtructie, met bijvoeging van alle de argumenten, welken zo wel uit de gefleldheid en gevolgen van eenen vijandlijken aanval, als uit de tegenwoordige be? trekking van de handelingen in Frankrijk en de jongstgenomene refolutien konden worden bijgebragt. Doch dat zij nogthans, na veele woordenwisfelingcn, tot hun innig en imartlijk leedwezen hadden moeten gewaar worden, dat 'er geene gelegenheid overig was, om met eenigen grond van hoop een beding voor de Provintie, volgends hunne indruélie of den uitgeflrekten zin hunner last, te maaken; want dat de Repnefentanten, de tijdingen hebbende bekomen van den P 5 fpoe- r, TIJDPERK. IV. cos:,  a34 GESCHIEDENIS der i. TIJDPERK. iv. BOEK. fpoedigen voortgang hunner wapenen niet alleen, maar van de inwendige beroertens in zommige lieden voornaamlijk Amfterdam , hen Gedeputeerden na een langduurig gefprek van bijna drie uuren, wanneer zij Gedeputeerden hadden getracht hen te permoveeren, om eenige artikelen, bij wijze van fchikking (ach ter volgends hunne inftruftie) te tekenen, eindelijk tot andwoord hadden gegeven, dat de meeste artikelen , waar over de gefprekken hadden gelopen, billijk en regtvaardig waren; dat zij ook genegen waren daar aan, zo veel zij konden, te voldoen, doch dat zij voornemen3 zijnde 's anderen daags eene ampele publicatie aan het volk van dit land te doen (*) generaallijk hun andwoord daar in begrepen, en dat zij niet voornemens waren in eenige verdere onderhandelingen met gedeputeerden van de Staaten dezer Provintie te treden. Dat zij Reprasfentanten daar na duidelijk hebbende gedeclareerd, in geene verdere communicatie te willen treden, aan de Gedeputeerden niets overig is gebleven, dan inftantien te doen, achtervolgends hunnen last; doch op alles in algemeene woorden zijnde geandwoord, eindelijk genoodzaakt zijn geworden heen te gaan, zonder zelfs (*} Men zie deze Publicatie op bl. 2 14.  OMWENTELING. 235 zelfs her gering genoegen re mogen.hebben , van het bovengemeld andwoord eenig affchrift te bekomen." In dezen geheel hooploozen toeftand bleef aan het Hollandsch beftuur niets anders over, dan de noodigc fchikkingen te maaken, ter bewaaring van de rust en goede order, bij het verder inrukken der Franfche troepen , terwijl dezen vast verder doordrongen en zich door de geheele Provintie verfpreiddcn. Inzonderheid droegen dezen zorg van zich ten fpoedigftcn te verzekeren van de fchepen en Magazijnen, ten einde voortekomen, dat dezen niet naar Engeland overgevoerd werden; en bezetten zij daadlijk dezeehavens der Provintie, de Helder, den Briel en Hellevoetfluis, in welke laatfte plaats, zij, door het beleid van den Zee Capitein s t o r ij , nog 600 Engelfchen krijgsgevangen maakten, die het verraderlijk voornemen hadden , om de Magazijnen in brand te ftceken. Voor het einde der maand Januarij waren zij reeds in het bezit van dezelven. — Veele Fran fche uitgewekenen vielen hen in NoordHolland in handen. Dezen waren van Amfierdarn derwaards gevlucht om verder in T. TIJD* PERK. iv. ' SOEK.  £36* GESCHIEDENIS der I tij n- p E i< k. iv. boe ic. Jn Vriesland te komen, waar in zij door het ijs belet werden. Daags na het vertrek van den Prins, werdt bij Hun Hoog Mog. befloten, uit aanmerking van de pacifique intentie der Franfche Repreefentanten omtrent Holland te kennen gegeven, en om dezelve van hunne zijde te beandwoorden , aan de Commandanten der Vestingen Breda, Bergen op den Zoom, Steenbergen en Willemft'ad', aantefchrijven om bij aanval, zich op de best mogelijke wijze met de Franfchen te verftaan, zonder dat van hen gevergd werdt defenfie te doen of attaque aftewachten." Echter zegt men bcflondt de bevelhebber van Geertruidenberg, die misfchienvan de overgaaf der Provintie Holland nog niets wist, eene nuttelooze verdeediging, die aan het dorp Raamsdonk, dat reeds veel geleden hadt, groote fchade veroorzaakte ; en gaf zich na een kort beleg over. — Omtrent den zelfden tijd , den 19. Jan. cn bijna op dezelfde wijze gefchiedde de overgave van Gornichem. Des zondags den 18. des namiddags, begonnen de Franfchen, die de Stad ingeflotcn hadden, met de Hollandjche troepen handgemeen te worden. Men liet, na eenige minuuten met klein geweer gefchotcn te hebben,  OMWENTELING. 23? ben, het gefchut van de wallen fpcelert, zonder echter fchade te veroorzaaken. De Franfchen hadden nog geen belegerings gefchut. Des avonds werden van den kant der vesting twee houtmolens , dicht onder de Stad, in brand gefehoten, die zo de wind uit een anderen hoek gewaaijd hadt , de verfchriklijkfte verwoestingen zouden aangericht hebben. Den volgenden dag, van 's morgens tot 's middags, bulderde het gefchut onophoudelijk van de wallen: en werden de huizen van Dalem met gloeijende kogels in den brand gefchoten. — Een Franschman was menschlievend genoeg , om eene vrouw uit een brandend huis te redden, maar werdt eenige oogenblikken daar na door een kanons kogel deerlijk verbrijzeld. — De Franfche Generaal os ten zondt den Commandant, op ftaanden voet, eene opeifching, onder bedreiging, dat zo hij langer voortging met de bezittingen der burgeren te vernielen , hij met zijn geheel guarnifoen buiten de Capitulatie zou gefloten worden en over den kling moeten fpringen. — De Franfchen, hun grof gefchut ontvangen hebbende , waren bereid die bedreiging geftand te doen. — Daadlijk f. tij d- l-F.SS IV. boei;,  % TIJDPERK. IV. BOEK. Overgang van de ProvintieGelderland. 03S GESCHIEDENIS der lijk werdt de Capitulatie getroffen : des vrijdags namen de Franfchen bezit van de Stad. — Zie daar dan demagtige Provintie Holland, zonder flag of floot, in weinige dagen,-in de magt des overwinnaars en irt Amfterdam het hoofdkwartier eencr buitcnlandfche armee gevestigd! — Gebeurtenis zo zeldzaam^ als gewigtige — Dan keeren wij thans terug tot vroeger tijdperk, ora de Provintie Gelderland zich in handen der Franfchen te zien overgeven. In het begin van de Maand' Januarij befpeurde men reeds buitengewoone beweegingen onder de Keizerlijke, Engelfche en Hanoverfche troepen aan de oevers van de Waal en Ijs fel, die duidelijk eenige verwachting, dat de Franfchen iets ondernemen mogten, te kennen gaven: dus trokken de Engelfchen naar het Stigt en de Hanoverfchen werden verdeeld in Zutphen, en Overijsfel. Hunne posten aan de Waal werden weder door Keizerlijken vervangen. — Den 10. waagden de Franfchen ook hier den overtocht over de Waal, gelijk zij in het laatst des voorgaanden Jaars de Maas bij Driel overgetrokken waren. Wel op vier verfchillende plaatzen als te Panderen, Gent^ Bem*  OMWENTELING. 239 Bemmel en Lent was de aanval. Niet zo gemaklijk en verrasfchend moet het hier toegegaan hebben als in de Bommelerwaard. Zeer veele gekwetfte Keizerlijken en Hanoverfchen werden dien dag binnen Arnhem gebragt. In weêrwil nogthans van dien tegenftand, drongen de Franfchen nog dien dag door tot Huisfen en Eist, flegts een uur van Arnhem gelegen: in Arnhem zelve Honden de Kannonniers met de brandende Ionten bij de ftukken op de wallen, in en buiten de Stad. — Eerst befloot men Arnhem van troepen te ontruimen, gelijk met Nijmegen gedaan was; dan men veranderde van voornemen, en waren de Keizerlijke Generaals al vin zij en sporke volftrekt bepaald, om de Stad tot het uiterst te verdeedigen. De Franfchen behielden intusfchen hunne Helling langs de Linge, en vergenoegden zich met de fchermutzelingen der voorposten tot den 14. waar na zij eene batterij aan de overzijde des Rhijns oprigtten. Na een beleg van weinige dagen en het werpen van eenige houwitzers, werdt de Stad, bij Capitulatie, den 17 Januarij, aan hen overgegeven. De bezetting was krijgsgevangen en werdt op I. T IJ 0PERK. !V. BOEK.  24o GESCHIEDENIS der t. TIJDPERK. IVSOEK. op haar woord van niet tegen de Franfche Republiek te zullen dienen ontflagen. — De doortocht van Franfche troepen was terftond zeer groot, om de vereenigde legers te volgen , die gedeeltelijk naar Overijsfel, gedeeltelijk in het Zutfenfche kwartier van Gelderland de wijk namen. — Nu levert de géfchiedenis ons niets anders op, dan het terugtrekken der zaam verbonden Magten, — der Keizerlijken over Doesburg en Zutphen naar Munfterland — en van de Engelfchen, Hanoverfchen en Emigranten door Overijsfel, Drenthe, en Groningen naar het Graaffchap Benthem, Oostvriesland en de gewesten aan de overzijde van den Eems. Overal lieten zij bloedige fpooren na van de verfchriklijkfte verwoestingen , ten einde den aannaderenden vijand niets over te laten, liet plunderen, vernielen, rooven en verbranden zou geen eind gebad hebben , indien niet op zommige plaatzen de burgers zeiven zulks geweldaadig gefluit hadden , en de Franfchen hen niet zo dicht op den gang gevolgd waren, dat hün weinig tijds gelaten werdt, om hun moedwil en rooflust te bevredigen. Na het overgaan van Arnhem vonden de  OMWENTELING. 241 ae Franfchen in geheel Gelderland geen tegenftand van de vereenigde Magten cn zij verfpreidden zich terftond door die geheele Provincie. Daar geene Capitulatie was Voorafgegaan , kan mem de Proclamatie der Franfche Reprxiéntantcn als hare capitulatie befchouwen. De Engelfchen, Hanoverfchen en Hesfifchen den terugtocht door Overijsfel en Drenthe naar het Graaffchap Bentheim nemende ,- volgden de Franfchen hen óp het fpoor en gingen beide gewesten , zonder Capitulatie aan hen over. Buiten eenige volk vernielende Ichermutièlingen vonden de laatften nergens tegenftand; Groningen, hoe zeer ook verwijderd van het tooneel des oorlogs, hadt eindelijk ook haar deel in deszelfs rampen , daar de terugtrekkende troepen de wijk over haar grondgebied naar Oostvriesland namen. Belchreijenswaardig zijn de berigten van de baldaadige plunderingen , brandftichtingen en rooverijen van een vluchtend, en aan geen krijgstucht meer te binden, léger. — Het plan der Engel' f:hen fcheen, zich in de Stad Groningen, de Ommelanden en Oostfriesland te ves- 1 i. T IJ DPtR E.' IV. BOEK. Overgangvar!de ProvintieOverijsfel en her land-( fchap' Ü, enthe. Overgang var! de ProvintieGroningen;  242 GESCHIEDENIS der r. TIJ DPERK. IV. BOEK. tigen , waar de Eems hun den noodigen toevoer kon verfchaffcr.; dan dit werdt hen door du eerstgemelde ftad in zo verre belet, dat zij een verdrag met hen aanging, om de Stad op twee en een half uur niet te naderen. Zij nestelden zich derhalven in de Nieuwe of Lange akker Schans. Door het ontlatend weder de wegen in deze moerasfige landftreek onbruikbaar wordende, konden zij wel berekenen, dat de Fran fchen hen niet zo fpoedig zouden kunnen volgen of hen zo gemaklijk naderen. Den 28 Febr. achterhaalden de Franfchen hen, en waagden het, hen in hunne verfchanfing aantetasten, waar zij, zich verfterkt hebbende door batterijen, die den eenigen en zeer fmallen weg, welke naar de lterkte liep , befireken , en door verfcheiden doorgravingen het omliggende land op fommige plaatzen wel tot de hoogte van drie voeten geïnundeerd hebbende , het zeker niet gemaklijk was hen te doen verhuizen. Twee Compagniën Franfche Grenadiers en een detachement Jagers deeden den aanval, gedeeltelijk door het water waadendc, gedeeltelijk op handen en voeten kruipende, en overmeesterden  OMWENTELING. 243 den de batterijen ilormenderhand. Driehonderd Engelfchen, waar onder 30 Emigranten, werden krijgsgevangen gemaakt, terwijl veelen, zich over het ijs willende bergen , verdronken. De Engelfchen trokken allen over de Eems naar Oostfriesland. — Zoortgelijk was de uitflag overal, waar zij het waagden, nog eenigen rijd post te houden. Nauwlijks verfcheenen de Franfchen, of zij ontruimden de plaatfen ; nergens echter vergaten zij alvorens zorg te dragen, dat dezen weinig vonden , waar van zij een nuttig gebruik zouden kunnen maaken. Alle krijgsvoorraad , alle voorraad van leevensmiddelen , als ook andere goederen werden vernield of medegenomen. Dit ondervonden wel het meest, de Merkten de Nieuwe Schans en Bourtange in Groningen, en Coeverden in Drenthe. — Eindelijk werdt ook Stad en Lande , en wel ingevolge de last van Hun Hoog Mog. van 20 Januarij, bij verdrag tusfchen den Bevelhebber der Franfche Armee en den Commandant der Staatfche troepen in die Provintie, den 20 Februarij gefloten, aan de Franfchen overgegeven. Q a Op- I. TIJDPERK» IV. BOEK.  244 GESCHIEDENIS der i. TIJDPERK. iv. BOEK. Overgangvan de Provin iïe t'rii S' iand. Opmerkelijk en zeer zonderling is dtf wijze, waar op de Provintie Friesland zich aan de Franfche krijgsmagt overgaf/ Den 31. Januarij vaardigden de Staaten dier Provintie een gezantfehap af naar de Franfche Reprsefentanten, om met dezelven te handelen over de bekwaamde middelen tot herftel van den vrede en goede harmonie tusfchen de beide natiën. Dit gezantfehap bevondt zich den 2 Februarij te Zwol, waar reeds de Franfchen waren binnen getrokken. Den volgenden dag bij den Generaal jardon ter gehoorgeving binnen geleid zijnde, opende het zijn last met weinige woorden, doch kreeg ten andwoord, dat 'er grene mogelijkheid was , om daar of elders het oogmerk hunner zending te bereiken. De Franfche Generaal namelijk was reeds van deze bezending vooraf verwittigd geweest. Door hem werden zij verwezen naar het Committé revolutionair voor Friesland, beffaande uit twintig Friezen , bij de Omwenteling van 1787 zo uitgebannen als uitgewekenen, en te Campen zich bevindende. Onder het geleide van den Generaal oaendels vertrokken zij naar laatstgemelde plaats, en vonden aldaar het voornoemde Committé. Met het- zel»  OMWENTELING. ?43 zelve in onderhandeling gekomen zijnde, beloofden de Afgevaardigden, op hun woord van eer, de intrekking der voorige ftrafplacaaten te zullen bewerken; zelfs wilde men twee van hun tot gijzelaars houden, 't geen echter door den Franfchen Generaal belet werdt. De Afgevaardigden zonden terïlond berigt van dezen toeftand van zaaken aan de Friefche Staaten en drongen , ingevolge daar van ten fterkften aan. 1. „ Op de vernietiging van alle fententiën betreklijk de onlusten van den Jaare 1787." 2. „ Op het intrekken van alle placaatenj tegen het prefenteeren van requesten van den 25. September deszelfden Jaars en foortgelijken," 3. ,, Op het uitvaardigen van eene publicatie , waar bij bepaald werdt , dat de ingezetenen in de Steden en ten platten lande, waar zulks verzocht werdt, op den voet, zo als zulks voor den Jaare 1787 had plaats gehad, zouden gewapend worden." ,, Op deze voorwaarden hadden zij Afgevaardigden de ftelligfte verzekeringen ontvangen, dat alle ingezetenen des lands, gonder onderfcheid, zouden genieten veiQ 3 % I TIJDPERK. IV. BOEK.  a4ö GESCHIEDENIS der B TIJ DP P R K. IV. BOEK. 1 ] ] 1 ligheid van perfoonen en goederen, vrije Godsdicnstoeffening en andere voorregten, vervat in het Manifest door de Vertep-en- o ivoordigers der Franfche natie aan het Bataaffche volk gegeven, en zo in Holland als elders bekend gemaakt." Middelerwijl deze Commisfie met de Franfchen in onderhandeling was getreelen, keverden eenige burgers van Leeuwaarden bij de Staaten der Provincie ;en adres in, waar bij zij de opening hunner voorige Sociëteit of fraterniteit verdochten. Dit verzoek werdt eerst afgefla*en; maar vervolgends ingewilligd: en werdt ten zelfden tijden door de Staaten eene afkondiging uitgegeven, waar bij ter gerustftelling werdt verzekerd, dat men van de onderhandelingen met de Franfchen alles goeds voor de Provincie te gemoet zag, tw de ingezetenen aangemaand werden om zich ftil en vreedzaam te gedragen. (*) —- Den (*) In dezelve, gearrefleerd 28 Jan. verk'aaen zij onder anderen, ,, dat zij niet onver"chillig zijnde omtrent de verfpreide geruchten, Is of de aannadering der Franfchen in de Pro? •incie van Holland eene geheele omkeering van ;aaken en van het beftuur van Regeering ten ;evolge hadt, bij dezen notificeeren , dat zij door  OMWENTELING. 247 Den 7 Februarij werden de bovengemelde fententies plegtig ingetrokken en vernietigd, en de geweeren aan de Burgerij weder gegeven. Niet voor den 4. Maart bezochten de Franfchen deze Provintie, waar zij in zegepraal ftaatlijk werden ingehaald. Reeds door echte berigten geïnformeerd zijn, dat de Vergadering van II. H. M. en de verdere hooge Collegien in 's Hage bij aanhoudenheid vergaderd zijn en hunne posten onafgebroken blijven waarnemen , niettegenltaande die plaats en een groot gedeelte der Provintie Holland door de Franfche troepes bezet is. Dat zij zich uit dien hoofde vleijen, dat de unie zal blijven bewaard en 'er zich geene redenen opdoen, waar door 's lands ingezetenen niet zouden blijven vertrouwen op het vooruitzicht van den gelukkigen en wenschlijkeu voordgang der aangevangene vredesnegotiatien, uit welken hoofde 'er zich gegronde hoope opdoet tot het zien eindigen van dezen bloedigen oorlog" enz. En den volgende dag gelastte men alle de Predikanten dat, „ uit aanmerking van de verandering der gedaante van zaaken, in de Republiek voorgevallen, voortaan hunne gebeden in de maandlijkfche bedeftonden derwijze moesten ingericht worden, dat het Gode moge behaagen den bloedigen oorlog door een fpoedigen vrede te doen eindigen , en daartoe door zijnen allervermogenden zegen, de ijverige poogingen van 'slandf Vaderen met een gelukkig einde te bekroouen." Q + 1. TIJDPERK, IV. BOEK.  243 GESHIEDENIS d?r I. T lJO; P it R K. ' IV. BOEK. Öyer gang van 'de ProyintieZeeland. Reeds vroeger dan Friesland, ging Zee> land bij verdrag aan de zegevierende Fran* fche wapenen over , en zou dus eerder plaats verdiend hebben , indien wij niet den loop der Franfchen te Lande gevolgd waren. — Op den 27. Januarij, zondt de Franfche Generaal michaud, zijn hoofdkwartier te Breskens in het Land van Cadfand houdende , twee Commisfarisfen naar Vlisfingen met eene fommatie , ter ppeifching der Provintie Zeeland. (*) De (*} Dezelve was van den volgenden inhoud: De Generaal der Divifte, michaud, Commandant der Franfche troepen in Ilollandsch Vlaanderen. Aan mijn Heer den Generaal, commandeerende de Sterkten van Holland , te Land en ter Zee , in het Eiland van Walcheren. mijn heer de generaal! ,, Buiten twijfel zijt gij reeds onderricht , dat de Armee der Franfche Republiek, op „ dit oogenblik , het gantfche Grondgebied van ,, Holland bezet , dat alle plaatzen de poorten ,, voor hen geopend hebben, en zij dezelven zijn „ binnen getrokken." v Ik twijfel geenzins, of gij zult reeds de- ,, zelf-  OMWENTELING. 249 De Franfchen , van den eenen kaftt , meesters zijnde van geheel Staats Vlaan- de- ,_, zelfde uitdruklijke last omfangen hebben, om, ,, naamlijk , op gelijke wijze u tegen over de ,, troepen , waar over ik beveel , te gedra,, gen ; wat mij belangt , ik heb order, om ,, mij met dezezelven in Wakheren te bege„ ven." ,, De zaak die ik verdeedig, is die der vrij,, hèïcf; dezelve is u niet vreemd, welhaast heb. 5, ben wij dezelfde belangen." „ Het is ïiiet als vijanden , niet als over- naars; neen , maar als befchermers , maar „ als vrienden , dat wij bij u verfchijnen. ■„ Indien de lasteringen van de zaamgezwoorene ,, tijrannén , waar mede zij de Franfche Natie „ hebben overladen , om daar door andere Na- tien van haar te vervreemden en voor haar te „ verfchrikken , eenigen Invloed op u gehad „ en eenig geloof verdiend hebben , (offchoon „ ik wars ben , om zulks te denken ,) zo „ zal de haatlijke boosheid dezer uitftxooizels „ door u erkend worden , wanneer gij flegts een blik op de Proclamatie van de Volks „ Reprafentanten der Franfche Natie aan het ,, Bataaffche Volk , waar van ik u een Exera„ plaar hier nevens voeg, zult geworpen heb„ ben." „ Gij zult zien , Generaal, uit deze zelve ?, Proclamatie, hoe zuiver de voornemens zijn s, van het Franfche Volk, en met redelijkheid l? zult gij niet kunnen twijfelen aan derzclver Q 5 M zt>. I. T IJ II PERK. IV. BOEK.  £5° GESCHIEDENIS der I TIJDV E li K, IV. BOEK. M I C IIA ö B. deren, en van den anderen, de fterke Vestingen Bergen op Zoom en Steenbergen , welken den 30. Januarij bij verdrag ingenomen werden, benauwende, zag deze Provintie zich van rondsomme ingefloten, en hadc gee- „ zo erkende deugd, zonder hen op het grootst „ te beleedigen; iets, het geen buiten twijfel „ zeer ver van uw hart verwijderd is." „ Ik fommeer u dan , Generaal , mij te ontfangen in het Eiland van Walcheren , aan „ het hoofd der troepen , die ik beveel. Ik „ herhaal u, het is als vrienden , dat wij ver„ fchijnen. Gij zult 'er over kunnen oordeelen „ uit de orders , die ik van mijn Generaal ea „ Chef ontfangen heb, en welke orders volko. ,, men gelijkvormig zijn aan de beginfelen der „ Volks Repraïfentanten." „ Ik fchroom niet te zeggen , dat alle ver» „ deediging vruchtloos zou zijn , en alleen kun„ 11 en dienen om bloed te doen flroomen, het 3, geen zo wel tegen de belangen van het Ba„ taaffche Volk , als tegen de menschlievende „ oogmerken der Franfche Natie, ftrijden zou„ de." Groete en Broederfchap, (Was Getekend)  OMWENTELING, s5i geene andere verdeediging, dan het water; doch welke haar nu even weinig als Holland te ftade kwam. — Op den ontfangst van deze fommatie, vergaderden derhalven de Zeeuwfche Staaten, en het befluit was, eene commisfie aan den Fra'afchen Generaal af te zenden , om met denzelven in onderhandeling te treden. Den laatften Januarij vertrokken de Afgevaardigden naar Vlisfingen , om verder hunne reize naar Breskens te vervolgen ; doch de zwaare ijsgang hen hier in verhinderende , kwamen zij eerst den 3. Februarij ter beftemder plaatze aan. Ten zelfden dage, werdt het verdrag tusfchen hen en den Franfchen Generaal getroffen en getekend. Bij het zelve werdt verzocht. 1. Vrijheid van Godsdienst : overeenkomftig de meer gemelde Proclamatie, toegeftaan. 2. De handhaaving van den tegenwoordigen Regeeringsvorm, werdt door dezelfde Proclamatie beiindwoord. 3. De veiligheid van perfoonen en ei' gendommen , beandwoord door de Proclamatie. 4. Vrije terug heer tot hunne woonin¬ gen I. TIJ O. PERK. IV. BOEK.  5252 GESCHIEDENIS der I. TIJ DP E R K. iv. BOEK. gen voor allen , die Staats Braband of' Staats Vlaanderen zullen hebben verlaten; en terug gave der eigendommen, welke uit hoofde van hunne vlucht verkocht of in beflag genomen mogten zijn; als ook vrije aftocht voor alle Uitgewekenen uit de Oostenrijkfche Nederlanden en uit Frankrijk. — De terug keer werdt vrij gelaten voor allen , die bewijzen konden in de volftrekte onmooglijkheid te zijn geweest, van vroeger te hebben kunnen wederkeer ren. De Franfche Uitgewekenen werden hier onder niet begrepen. 5. Geene inruiming van Franfche troepen , of zo al, dan zo weinig mogelijk, uit hoofde der moeilijkheid tot berging van dezelven , en de duurte der levens ■ middelen, die een groot aantal zou veroorzaaken; terwijl men aanboodt, om de troepen van den Staat den Eed te laten, afleggen , van de wapenen niet meer te voeren tegen de Franfche Republiek. — Andwoord; „ de laatst gemelden zullen na aflegging van dien Eed, hunne wapenen behouden ten dienst der Politie. — Voor het tegenwoordige, zal flegts anderhalf Bataillon op het Eiland Walcheren gehragt wor-  OMWENTELING. 2^3 worden, die niet, dan de nood zulks vereifchende , vermeerderd zullen worden. — De Equipagien en bezittingen der Schepen van Oorlog zullen boven gemelden Eed mede moeten afleggen; die op Aroom leggen , zullen een wagt van Franfche troepen aan boord krijgen, indien zulks op de andere Schepen der Republiek heeft plaats gehad. 6. Geene invoering van Asfignaaten of in Requifitie ftelling van perfoonen of goederen. Toegedaan , in zo verre zulks niet plaats hebbe in de andere Nedetiandfche Provintiën , door de Franfche troepen bezet. — Het overige behndwoord met verwijzing naar het derde Artikel. 7. Werdt toegedaan, dat alle Eilanden, Steden, of fterke Plaatzen dezer Provintie, zo wel die zich nog niet verdaan hadden met de Franfche Republiek, als die reeds op minder voordeelige voorwaarden zich overgegeven hadden, mede onder deze Capitulatie begrepen zouden worden ; en dat deze Capitulatie , bij aldien eene vroegere met eenige der gemelde plaatzen voordeeliger ware, met de begeerde Artikelen vermeerderd I. TIJDPERK. IV. 3 O EK.  254 GESCHIEDENIS der I. t1jdV kil k. IV. boek. derct zou worden , — als ook , dar, zo 'er in dit Verdrag Artikelen werden gevonden, die op eenige duistere en dubbelzinnige wijze zouden kunnen worden verklaard, of die voor een anderen uitleg vatbaar waren, deze altijd ten voordeele van deze Provintie uitgelegd en uitgevoerd zouden worden. Den 4. Februarij ontvingen de Staaten te Middelburg den Generaal moreau, door den Generaal en Chef pichegru uit '5 Hage afgezonden , om nader met dezelven te handelen , cn den 5. en 6. kwamen de Franfche troepen , met Blan ■ henbergfche Schuiten van Breskens te Vlisftngen en Middelburg , en legde het Staats Guarnifoen den Eed af, in handen van den Franfchen Generaal , van geene wapenen tegen de Franfche Republiek te zullen dragen. (*) Het (*3 Het gefloten verdrag met Zeeland, bij het overgaan van Overijsfel en Groningen , in de Conventie berigt wordende , oordeelden eenige Leden die Capitulatie niet overeenkomftig met de waardigheid en de belangen der Franfche Republiek, liet zijn de overwonnenen , zeiie men , die aan den Overwinnaar de Wet hebben voorge~ fchreven. De verfchiilende debatten deswegeus, de-  OMWENTELING. 255 Het is waarlijk eene bijzondere en tevens onverfchoonlijke onachtzaamheid, dat men deden die Capitulatie in handen van het Committé de Salut Pubiicq (lellen, om daar op te berigten. In de Zitting van 20. Februarij gaf het Committé, bij monde van carnot, verflag. — Men zal ons wel voröorlooven van dit allergewigtigst verflag een kort uittrekzel hier bijtevoegen , als dienende om een juist denkbeeld te geven , in welk een licht de Franfchen zeiven hun toeltand in de Nederlanden befchouwden. — Het hoofd doel is, de vermoedens tegen te gaan , als of men van de overmeestering der Republiek niet al dat voordeel hadt getrokken, 't geen de belangen des Vaderlands vorderden. Ten dien einde geeft hij eene fchets der voorafgaande gebeurtenisfen. „ Holland en Engeland, zijn geboren Mededingers van elkauderen. Het belang des eerften vorderde zich met Frankrijk te vereenigen, dan het werdt gedwongen zich in de armen des laatften te werpen , welkers groote ftaatkunde was het zelve , of door verwoesting en de inneming der Coloniën, voor Frankrijk nutloos te maaken, of onder fchijn van befcherming , zijn gebied in het zelve te vestigen. „ Hij haalt vervolgends het gebeurde op, met de Patriotten, in 1787. — bij den inval van d u m o uri e z , — en inzonderheid bij de inlevering van het bekende Adres te Amfierdarn. Hij vergeet ook niet de daar op volgende uitgeftrooide geruchten van een ftilftand van wapenen, om daar door den moed der Patriotten te vernappen ; maar die door het overmeesteren van Bom. mei, 1, TIJ DP E R IC. IV. BOEK.  a5<5 GESCHIEDENIS der I. TIJD' PERK. iv. SOEK. men nergens aantekening vindt van den bepaalden dag, waarop de Vereenigde iVe- der- mel, Hemden, Grave en dêLiniën van Breda wcderlegd werden. „ Nu zonden, zegt hij, de Stadhoudersgezinden onderhandelaars naar Parijs , om langs dien weg in het Bewind te blijven; maar wij zonden terftond een Courier naar onze Medebroeders bij de Legers van het Noorden, Sambre en Maas , om hen te dringen om onverwijld de Waal en Lek over te trekken, en het gevolg was de vermeestering van Utrecht. De Engelfchen vluchtten , en de opftand barstte overal uit. Amfierdarn opende de Poorten aan onze troepen ; onze Medebroeders fchreven ons van daar. „ De voordeelen van dit roemrijk Conquest , „ zijn onmeetbaar voor de Republiek , het geeft „ aan dezelve Schatten , Magazijnen , Werven , j, Schepen, en vooral in de Staatkundige en Co.n„ mercieele belangen van Europa een overwigt, welks uitwerkfelen en gevolgen niet te bereke* „ nen zijn ; maar het zelve zoude een doodlijk 5, gefchenk van de overwinning worden, indien de i, Franfche Republiek, verblind door zo veel roem ,> begreep, als meester over het lot van dit Volk „ te befchikken , of wel indien dezelve , gehoor ,, gevende aan de bedrieglijke voorflellen , welken j, ge/Iepen Onderhandelaars niet zullen nalaatcn ,, te doen, om eene Regeeringsyorm te behouden , ,j welke door het Despotismus , voor eenige 'Jaaren tngerigt werdt, met de Stadhoudersgezinder!^ haa.  OMWENTELING. 25/ derlanden gezegd konden worden in dö magt der Franfchen, en van haare voori- ge j, haare natuurlijke vijanden zo wel, ah van de „ Vrijheid der Bataven, een verdrag maakte." „ Deze grondbeginzelen hebt gij zeiven gewet^ tigd door uwe Oorlogs verklaaring tegen den Stadhouder in perfoon. Volgends dezelven zijn wel de particuliere eigendommen heiiig , al? van het Volk , onzen Bondgenoot ; maar de eigen, dommen van het Gouvernement, onzen natuurlijken Vijand , als Vestingen, Arfenaalen , Marine , pnbüeke Etablisfementen behooren regtens aan den Overwinnaar. Onze Medebroeders op deze beginfelen bouwende , vaardigden eene Proclamatie uit, waar in deze, misfchien bedenklijke, woorden voorkomen : het Bataaffche Volk t gebruik maaiende van zijne oppermagt, zal alleen zijne Regecringsvorm kunnen veranderen of verbeteren. Maar onder het Bataaffche Volk worden noch de Engehchgezinden, noch eenige Intriguantcn , die , onder den naam van Patriotten Hechts hunne bijzondere vijanden zoeken uit te werpen, om zeiven in hunne plaats te heerfchen, begreepen. Door onzen eerbied voor de Regten der Bataaffehe Natie , om vrij te zijn, conquesteerden wij in een oogenblik , het geen op zijn best door twee Jaaren Oorlogen , met opoffering van duizenden zou verkregen zijn geworden. Bergen op Zoom , dat ons in 1747. -o,ooo mannen kostte , Geertruidenberg, waar voor loïi e w y k de XIV. , de Willemflad , waar voor uumoüriez fluitte, Gorinchem, de fleutel der R „ Inun« r. tijdperk. IV. soek.'  a58 GESCHIEDENIS der ge Bondgenooten geheel verlaaten en Verlost te zijn. Zekerlijk moet men dien dag tusfchen den 4* en 8. Maart vinden. Dan, Inundatiën , het fterke Vlisfagen ert Middelburg «• de drie Provintiën Friesland , Overijsfcl en Gro* r.ingen , de twee Vlooten in Texel en Zeeland, hebben zich zonder wederiland overgegeven. Hadden wij den Schrik in ftede van de Broederfchap vooruit gezonden, zouden dan niet de Schepen , althans gedeeltelijk, naar Engeland gelievend zijn, en deze Vestingen van den etrften rang niet de Poorten voor ons gefloten hebben?" De aanmerkingen op de Capitulatie van Zeeland ruimt hij volledig weg , door aan te toonen , dat die Provintie door de natuur zo wel bevestigd is, dat zij een langduurigen tegenftand hadt kunnen bieden ; zo dat zij, in dit geval en onderfteund door Engeland, in dezen Veldtocht niet zou hebben kunnen overmeesterd worden , en ftroomen bloeds gekost Zou hebben. „ Daarenboven , Broeders , zegt „ hij, wagten wij deswegens nog nadere berig-< „ ten, en het is bij het algemeen Traftaat , of s, bij het beflisfend Befluit, omtrent de Vereenig„ de Provintiën te nemen, dat men ten opzigte „ van ieder derzelven zal bepaalen de waare bc» „ trekkingen , die zij met ons zullen houden , ,-, en de uitflag zal altijd zijn zo als die wezen „ moet." — Eindelijk befluit hij met de optel, ling der aanmerkelijke voordeden , door die overwinning verkregen ; „ de Revolutie worde »• zonder fchokken bewerkt, de Regceringeu her* » ftel- I. TIJDPERK. iv. BOEK.  OMWENTELING. 250 Dan , wat ten dezen aanzien ook twijfelachtig moge wezen , dit is onbetwistbaar, dat de inval der Franfchen in de Vereenigde Gewesten , de naaste voorbereiding was tot den overgang, van den voorigen tot den tegenwoordigen vorm van Beftuur, eri dat de algemeene opftand alleen aan de befcherming hunner wapenen, zijne geboorte , voortgang en goeden uitflag verfchuldigd is. En dus leidt ons dit éigenaartig tot het tafreel der Omwenteling zelve. „ ftellen zich , dè Agenten van den Stadhouder zijn gearresteerd of verdweenen , de geftreng. „ fte middelen zijn genomen voor het gebruik der Asftgnaaten , de fpil der Coalitie is ver« „ broken , Frankrijk is niet meer geblokkeerd , „ wij hebben de vrije Vaart van drie groote Ri. ,", vieren verkregen, een groot Wingewest aan het „ erfgoed der Engelfchen ontnomen, wij hebben „ eene aanzienlijke Zeemagt tot onze dispofitie, ,', Havens , weleer wijkplaatzen voor Engelfche „ Kapers; maar die nu zullen dienen , om hun ,', Koophandel in het Noorden te vernielen. Dan, „ hierom moeten wij leeren geen misbruik van rt onze magt te maaken. De Bataven en wij , moeten gelijkiijk bij de Revolutie winnen, ea ïï ónze voordeden moeten niet kortftohdig zijn." R % TWEE. ï. TIJDPERK.IV. boek;  TWEEDE TIJDPERK. DE OMWENTELING. n. TIJDPERK.I. SOEK. EERSTE BOEK. DE VERANDERING VAN HEf BESTUUR. IVleermaalen doet de werktuigkunde eengroot gevaarte door gering fchijnende kracht beweegen: de onkundige ftaat verbaasd, en" meent iets bovenmenfchelijks te aanfchouwen , terwijl eene opmerkende nafpooring van het verborgen raderwerk hem weldra van zijne verrukte ontzetting tot zich zeiven doet komen. Een zodanig gezigt zal ook dit tafreel der Omwenteling aanbieden ,. fchoon wij thans in den Lezer, als reeds bekend met zommige geheime veeren, die groote verbaazing niet kunnen veronderftellen, welke hem , bij minder kunde, zou bevangen. De  GESCHIED, der OMWENTEL. a6t De 18. Januarij des Jaars 1795. tekent zich in de Jaarboeken van onze Géfchiedenis , als den eerften dag der Omwenteling ih de Nederlanden. Men verbeelde zich den toeftand van ons Vaderland op dat merkwaardig tijdftip. — De Franfche Legermagten van alle kanten in de Provintie Holland indringende en de Staatfche troepen voor zich heen drijvende, — de geheele krijgsmagt van haar Opperhoofd verlaten , het ftaatkundig vereenigingspunt der nog gevestigde ConfHtutie vernietigd, — ieder Ingezecen door de ftrijdigfte aandoeningen van hoop eh vrees, verlangen en fchrik opgewonden, — alles in de twijfelmoediglte vooruitzigten, hoedanig de ontknooping van het werk , dié thans oogenbliklijk gewacht werdt, zou wezen ; terwijl de ontftelde verbeelding bij veele angstvalligen de akeligfte tafreelen van wanorde , oproer, burgerkrijg en bloedftorting fchilderde. — Onder zodanige vooruitzigten, verwachtingen èrl gemoedsbewegingen 2ag men de Omwenteling in Holland daarftellen en aflopen , in het kort tijdsverloop van weinige dagen, met eene orde , bedaardheid en ftilte , dat in zommige R 3 plaat- IT. T IJ DPERK.i. BOEK,  II T IJ DPERK . t BOEK. HOLLAND. Leyden. GESCHIEDENIS der plaatzen het eene gedeelte der. Stad nanwlijks wist, dat de Omwenteling in het andere reeds haar beflag hadt. In zulk een toeftand, als de gefchetfte, bevondt zich op dien merkwaardigen dag, inzonderheid de Stad Leyden, die den ceis ften rang verdient, daar zij het tooneel der Omwenteling geopend heeft. Hoe meer de Franfchen naderden , hoe meer de hoop der Gemeenebestgezinden aldaar vervangen werdt, door bekrompene angstvalligheid en befluitlooze twijfelmoedigheid j alles werkte ook mede, om zelfs de kloekften vervaard en de handen flap te maar ken. — Reeds des Zaturdags, den 17. zag men van de Utrechtfche zijde eene menigte Militairen met hunne bagagie en veldtrein de Stad doortrekken , zonder dat men ontwaarde, dat 'er van de Regeering eenige orde op dit doortrekken gefteld Werdt. Dit hieldt zelfs niet op in dep nacht; en den volgenden dag , van den vroegen ochtendftond tot 's avonds , was het doortrekken van Artillerij en Bagagiewagens van het vluchtend Leger onophoudelijk. Dit alles behoorde tot het hoofdkwartier , dat te Woerden geweest was; maar  OMWENTELING. 2^3 maar nu elders verplaatst moest worden. Hen gezigt van dien trein gaf onophoudelijk aanleiding tot angstvallige vragen en ontrustende gefprekken , inzonderheid met hun , die denzelven begeleidden. De invallende nacht noodzaakte een gedeelte , zo wel van het krijgsvolk als van dien fleep , binnen Léjden te blijven. Het gerucht wilde zelfs , dat het hoofdkwartier met 800 Ruiters onder het bevel van den Prins van Hes/en Darmjlad op den Doelen zou vernachten. Men zag zich dus van alle kanten omringd van troepen, zonder hoofd, zonder orde en op de vlucht gedreven; natuurlijk fchilderde men zich hier de yerfchrikkendlte tafreelen van plundering, verwoesting en bloedltorting, in den volgenden nacht, die inzonderheid op de Gemeenebestgezinden zou neerkomen, welken bij de tegengeflelde partij als de geheime oorzaaken befchouwd werden van de nederlaag der Stadhoudersgezinden. Deze vrees, dit vooruitzigt deedt de eerften den voorbereidenden ftap wagen , die van een beflisfender gevolgd moest worden \ fchoon men van den anderen kant moet erkennen, dat zij, omringd van gewapende en ongewapende aanhangers des R. 4 Stad- ti l IJ DV F. R K. t BOEK.  26*4 GESCHIEDENIS der ■rijn- PERK h BOEK. Stadhouders , en onkundig, of de Franfchen nabij genoeg waren, om hunne poogingen te onderfteunen, eenen hagchlijken kamp ondernamen. Des morgens ten elf uuren kwam een aantal Burgers bij elkanr deren in de Herberg 't Zwijnshoofd, om te beraamen , of zij in dezen toeftand ter beveiliging van hunne perfoonen en goederen iets zouden kunnen uitrichten. Befluitloos fcheidde deze bijeenkomst. Ook op het Raadhuis kwamen eenige Burgers bijeen , dan het Bewind zelve hadt door zijne maatregelen tegen het inleveren van verzoekfchriften zich zeiven den weg geflooten , om de billijkfte voorftellen van den Burger te hooren. Ten twee uuren ging de Vroedfchap en de vergaderde menig-: te uit één, zonder een van beide iets verricht te hebben. Des avonds ten zes. uuren, moest de Vroedfchap weder vergaderen ; doch fchoon de Leden des Raads ten beftemden tijd bijeen kwamen, duurde het tot zeven uuren , eer men bedacht was om den Raad te openen. De op het Raadhuis vergaderde menigte, eindelijk dit talmen moede , ging in Burgemeesters en Schepenen Kamers en verzocht, door den Burger j. romswinkel , dat de Vroedfchap  OMWENTELING. 265 fchcrp zou vergaderen , om eenige voorifellen van de Burgerij te hooren. De Vroedfchap vergaderd zijnde , vertoonden deze Burgers , dat zij in den tegenwoordigen toeftand van zaaken , omringd van krijgsvolk , zonder order, zonder hoofd , en van welk men het ergst kon vermoeden , niet konden inftaan voor de rust, de veiligheid van perfoonen en goederen voor de geheele Stad , indien de Schutterij op den tegenwoordigen voet gewapend bleef; dat zij derhal ven vorderden; 1. dat de Geweeren in aan de Burgerij ontnomen, daadlijk werden terug gegeven; 2. dat, ten einde 'er geen twee tegen elkander werkende ligchaamen zouden zijn in de Stad, de tegenwoordige Schutterij daadlijk zou worden ontwapend ; 3. dat aan den Commandant van 't Guarnifoen, den Colonel hertel daadlyk van deze maatregelen zou worden kennis gegeven, ten einde dezelven niet te verflooren, maar met zijne onderhebbende manfehappen tot bewaaring der rust mede te werken; 4. dat door de Regeering zou open gelegd worden, of 'er eenige en welke, orders gefield waren op het menigvuldig en in wanorde doortrekken der Militairen. Na eenige woordenR 5 wis- n. TJJ D" 1' t R S. 1. BOEK.  a'6 GESCHIEDENIS dk N. T IJ D1 E R K. 1. BOEK. wisfelingen met den voorzittendenBurgemeester j. ga el; terwijl ook de Burgers j. g. h. hahn, k. de pekker p. z. en anderen, de gedaane voordellen onderdeunden, werdt nog denzelfden avond de herdelling dervoor rige Schutterij befloten, den Commandant werdt van dit befluit kennis gegeven, en ten negen uuren werdt 'er eene Publicatie afgekondigd , waar bij de toen dienende Schutterij gelast werdt, haare Geweeren op hec Raadhuis te brengen. Binnen den tijd van twee uuren zag men zeer veele leden der Schutterij , federt 1787 ontwapend, in de wapenen en de posten bezetten; terwijl de nu ontwapende Schutterij haare Geweeren , gedeeltelijk dien avond, gedeeltelijk den volgenden dag terug bragt, Men vondt de Geweeren, die op het Raad? huis bewaard waren, zonder flooten, of het verder benoodigde. Voor elf uuren waren omtrent duizend mannen in de wape? ncn. Van dezen gebrekkig gewapenden hadden zestig a zeventig den moed , om des middernachts twee Compagniën Ruiteren , die met geweld wilden doortrekken , met geveld Geweer tegen te houden , en hen te noodzaaken, om den weg buiten de Stad te nemen. Alles liep voor he: ove- ri-  OMWENTELING. - PER K. i. BOEK. „* hebben , die kan zich bij het \ Committé „ Revolutionair aanmelden, 't welk zijne „ zitting houdt in de Kaherftraat, in de „ Herberg de Karfeboom" Nog dien zelfden nacht ontfing het Committé eene Expresfe, met berigt, dat de beloofde hulp der Franfchen ten fpoedigfte zou aankomen : en zelfs hadt het nog dien zelfden nacht het genoegen, van den, Generaal daendels in zijn midden te zien : voor het overige liep de nacht rustig en bedaard af. Des maandags 's morgens was de Dam reeds vroegtijdig vol volk, vol geroep en gejuich; de klokken luidden en fpeelden t de driekleurige vlag werdt uit de tooren van het Stadhuis gedoken. Een Detachement Franfche Huzaaren rukte intusfehen binnen, waarna de Utrechtfche en Weesper poorten gefloten en de bruggen opge-. haald werden. De Boom der Vrijheid , zijnde een Den, werdt neergezet, — (de hardheid van den bevroren grond gedoogde niet hem te planten , alzo dit veele uuren arbeids vereischt zou,hebben,) — en door zwaare gewigten over einde gehouden. Terftcnd zag men een algemee? ïen dans rondom denzelven. Ten  OMWENTELING. s8i Ten tien uuren begaf zich het Committé Revolutionair naar het Raadhuis, vergaderde in Burgemeesters Kamer, tradt vervolgends de Raadzaal in , alwaar de geheele Raad bijeen was, en deedt bij monde van haaren Secretaris, de volgcndomerkwaardige aanfpraak. burgers! „ Het Covimitté Revolutionair, op dit „ tijddip de gezamentlijke Burgerij dezer „ Stad vertegenwoordigende , vervoegt ,, zich , in die betrekking, in deze Raad„ zaal. ¥H liet verklaart, dat eindelijk de „ lang gewenschte dag aan den Bataaf„ fchen Horizon is opgedaagd, waar op „ Neêrlands Ingezetenen de uitoeflening „ hunner aangeboorene , en hun niet dan „ al te lang ontvreemde Rechten ftaan te ,, hernemen. Dit is dan ook het zelfde oogenblik, Burgers , waar op het te„ genwoordig Bewind een einde moet hei* men , en door het Committé Revolutio„ nair, in naam der Burgerij moet ver„ vangen-worden, tot dat vervolgends zo„ danige nieuwe form van Regeering , cn „ eene andere orde van zaken zal ingevoerd S $ „ wor v. T IJ D- FEa ff. I BOEK,  28a GESCHIEDENIS de II. TIJD PER K. i-J Bü EK. „ worden , als de gezamentlijke Ingezete* nen, op eene geregelde wijze zullen vast ,, dellen. Geduurende deze tusfehen- „ tijd, zal het voorgemelde Committé zich „ met de waarneming daar van belasten. „ Al het geen ttot nu toe door het zelve „ is verricht, de rust der Stad, de veilig? „ heid van perfoonen en bezittingen , de „ onbegrijpelijke zagte en bedaarde over„ gang dezer Stad , uk den ftaat der On„ derdrukking tot den ftaat der Vrijheid: — „ al dat moet u lieden overtuigen , dat „ het Committé werkzaam is , uit die be„ ginfelen , welke den eerlijken Vaderlan„ der, welke niets dan het welzijn van 5, zijne Medeburgeren bedoelt, kenfehet„ zen." „ Het Committé verklaart dan in haare „ gemelde betrekking van provifioneele „ Vertegenwoordigers der Burgerij dezer „ Stad, dat de posten, waar in gij Burn Sers ■> net publiek gezag hebt uitgeoe? „ fend , van dit oogenblik af zijn geëin„ digd , en dat gij allen en ieder in 't bij„ zonder, zijt wedergekeerd tot den kring i, van ambtelooze Burgers. — Het Com, mitté verklaart u lieden mitsdien onbe-» , voegd , ora tan nu af eenige daad of „ daa*  OMWENTELING, 283 s, daaden van Regeering uit te ocffenen, en „ fielt u lieden ten dien opzichte voor alle tegengeflelde handelingen aanfpraake„ lijk." „ Het Committé eischt eindelijk van u „ lieden, om deze Raadzaal onverwijld te w verlaten , en naar uwe wooningen , als 5, Burgers terug te keeren , in welke be„ trekking gij lieden die volkomene veilig„ heid voor uwe perfoonen en bezittingen genieten zult, waar op ieder Burger aan- fpraak heeft, en waar door aan geheel „ Europa , op eene de vijanden der Vrij „ heid befchaamende wijze , zal worden „ getoond, hoe veel eene Omwenteling , „ welke ten gevalle van Dwingelanden „ moest dienen, om de Bataaffche Vrij„ heid te vertrappen , verfebilt van die , „ door wcjke die zelfde Vrijheid aan een „ edelmoedig Volk weder gegeven, en alle „ onderdrukking voor altoos van den Ba~ y taaffchen grond verbannen wordt." De Raad gehoorzaamde, verliet het Stadhuis, cn het Committé lag daadlijk van de Puie af; uwe toenmaalige Regeering heeft aan den wil des Volks voldaan. Eenige oogenblikken daar na , deedt het de volgende voordellen aan de vergaderde menigte, TI. TIJ Cr PERK, I. BOEK.  II. TIJDPERK,1. BOEK. GIJ 184 GESCHIEDENIS der te, waar van elk artikel, als ook ieder der voorgeftelde perfoonen , door dezelve met toejuigching werdt goed gekeurd. BRAAVE STADGENOOTEN.' „ GREGORIUS CRUIS , SAMUEL „ IPERUSZi WISELIUS , IZAAC JAN „ALEX ANDER GO GEL, JACOB 'ï „ HOEN, DANIËL VAN LA ER , JURIAN „ ONDORP, EDUARD VAN DER SLUIS, ,, P. B. DU CR VELT, JOANNES WILLEM ., VAN HASSELT , PIERRE JEAN JJAP„ TISTE CHARLES VAN DER AA." „ Uitmaakende uw Committé Revoluth„ nair, wenfchen u met deze Omwente„ ling Heil en Broederfchap." ,, Thans zijt gij door de edelmoedige ,, Hulp des Franfchen Volks, en het ge,, past gebruik ! dat gij van uwe eigene „ kragten gemaakt hebt, Vrij. „ Gij verkrijgt daar door alle uwe Rech» „ ten , welke u 'gewelddaadig ontvreemd „ waren, en waar op gij allen , wie gij „ ook zijn moogt, een gelijke aan fpraak „, hebt."  OMWENTELING. 285 gij zijt VRIj! gij zijt gelijk.' ,, Uwe Overheerfchers zijn reeds door 5, ons van hunne posten ontilagen, zijn ge„ vlugt, of fchuwen thans het licht." „ Op dat nu de noodzaakelijke befliering „ uwer Bclangens in deze Stad , met de „ minfte verwarring bij voorraad zoude „ kunnen voortgaan , tot dat het Volk in „ ftaat gefteld wordt, eene eigene Regec„ ringsvorm te kunnen verkiezen." „ Bieden wij u op den voet der vrije „ Franfchen , tot uwe provifioneele Re„ prsefentanten , de volgende Medeburgers „ aan, in vertrouwen, dat gij onze ernfti„ ge poogingen zult goedkeuren , en ver„ wagten , dat gij , zo 'er iemand onder „ mogt zijn , welke algemeen mishaagt , „' uwe afkeuring zult te kennen geven." „ nicolaas van s taph o rs t, Koop- „ man , jan pietersse, Koopman , „ adrianus pompeus van leyden, „ Koopman, guilielmus titsingh, „ Koopman, izaac van eys, willem „ van der vuurst, jacob teysset „ junior, Koopman , jan willem „ irhoven van dam, Advokaat, salomon bos, Winkelier, george „ hek- ir. TIJDPERK. L BOEH.  s86 GESCHIEDENIS oer li. T IJ DP E R IC. J. BOEK. „ hendrik de wilde, Koopman ,' h e r„ manus ten kate, Koopman , ka„ rel d'amour, hendrik van c a s- „ tröp , Advocaat , rutger jan „ schimmelpenninck, nicolaas „ breukelaar, Horologieinaaker, ge„ rard van der zoö, Casfier, da„ vid van aken, Koopman, jacob „ lu den hendriks, Koopman , m a tj, thys van maurick, jan gold- berg, Asfuradeur, jan van lang,j, Koopman." „ Vind gij , onze Medeburgers goed ,■ i, dat wij, uit uw aller naam ^ de volmagt „ van dezen uwen en onzen Vertegenwoorü digers tekenen? — om in den naam van „ 't Volk van Amfterdam, al dat geene te ü verrichten , wat de tijdsomftandighedcn „ zullen vereisfchen ?" „ Wij , wien alleen het algemeen heil „ ter harte gaat, wenfchen u geluk 'met j, uwe provifioneele Vertegenwoordigers! H op uwe Burgertrouw en Vaderlandsliefde „ ftaat maakende, verwagten wij ,- dat gij a allen zult medewerken, om Eensgezind-1 „ heid, Rust en Orde te helpen handha,-, ven, — Weet ook dat de vrije Franfi ftlien > onze vrienden , alle ongeregeld- ü he'4  OMWENTELING. 287 „ heid en mishandeling afkeuren. — Dat „ Deugd en Braafheid, dan bij ons allen {leeds aan de order van den Dag zij." Dit voorftel, in allen deele door de thans voor het Stadhuis vergaderde menigte goedgekeurd zijnde, deedt het Committé de benoemde perfoonen onverwijld op de Raadzaal komen, en droeg hen, in naam der Burgerij de volgende zeer aanmerkelijke commisfie op. „ Het Committé Revolutionair der btad „ Amfterdam, als tot het tekenen en pas„ [eeren dezes, op heden door de Burge„ rij ge'duthorifeerd, committeert bij de~ „ zen tot Provifioneele Vertegenwoordigers „ van het Volk van Amfterdam , omme, „ in den naam van dat Volk, alles te „ verrichten wat de tijdsomftandighedcn „ tot rust, vrede en veiligheid der Bur„ gerij zullen vereisfchen." „ Verzoekende, en des noods gelasten„ de , een ieder die het zoude mogen aangaan , vermelde Burgers in deze „ hunne qualiteit te refpeóleeren." Amfterdam 19 Januarij 1795. Na afloop van dit alles , zijne werkzaamheden ten dien aanzien geëindigd be- fchou- ir. TIJOPERK. I. BOEK.  288 GESCHIEDENIS der li. Tij dperk. i, SOEK. fchouwende, ruimde het Committé Revolu* tionair de Raadzaal in aan de gemelde perfoonen , die, op den naam van Provifioneele Reprafent anten van het Volk van Amfterdam, terflond hunne posten aanvaardden. Zie daar dan nu in zulk eene groote , volkrijke Stad , als Amfterdam , de Omwenteling daargefteld, zonder eenige bloedftorting, en zonder eenige gewapende manfchappen , dan eene Compagnie Schutters, met eene ftilte en bedaardheid , dat in verfcheiden oorden der Stad , de Ingezetenen van het gebeurde niets te weten kregen, dan na dat alles was afgelopen. De eerfte verrichting der nieuw aangeftelde Rcprafentanten , was het benoemen van een Voorzitter. De keuze viel op den reeds bekenden verdienftelijken schimmelpenninck, die dan ook dezen gewigtigen post met de volgende aanfpraak aanvaardde : — burgers \ ,, Men moet, of minder gevoel, of „ oneindig meer welfpreekenheid hebben, , dan ik bezit, om op dit oogenblik, de „ aandoeningen die zich in mijn hart op „ een  OMWENTELING. 280 een ftapelen , op eene waardige wijze uit te drukken. Ik zie mij, op het on v verwagtst , met u lieden ter dezer Raadzaale geroepen , om de teugels „ van het Bewind op te vatten , in een „ tijd/lip , /« het welke , V ware, ,5 tf//* ^ banden der voorige Maatjchap,. pelijke Orde , plotfeling zijn van een gereeten. —— Uw lieder vertrouwen ,, draagt mij den post op , ö//j /« oogenblikken uwen Voorzitter te zijn. „ /« Ae? midden dezer aandoeningen , „ Burgers ! heb ik kalmte van geest genoeg, om al het moeilijke van dien s, fe overzien. Zo ik al gelukkig ,s genoeg mag zijn om aan uwe verwag„ ting te beandwoorden, 0 Burgers! zal „ ik , zullen wij allen , gelukkig genoeg „ zijn, de verwagting van onze Stadgenooten te voldoen? Jk durf mij, „ Burgers! eene zekere maat e van men„ feitenkennis , eene zekere maate van , kennis van den aart van ons Volk , „ aanmaatigen. Vleit u lieden niet van „ aan allen te zullen behaagen. Dezelft, de toejuigchingen, waarvan het Folk, „ bij het hooren onzer naamen, de lucht, Aue/) doen wedergalmen, kunnen door T „ de th tijdperk.I. boek.  2qo GESCHIEDENIS der ii. TIJDPERK.i. BOEK. ,, de taal van gemor verachting en on„ tevredenheid vervangen worden. Dui„ zenderlije tegenfirijdigs belangen, zul„ len dagelijks bij afwisfeling, be fluiten „ van u lieden trachten af te pers/én , „ welken uwer zouden onwaardig zijn. „ Maar Burgers! hoe ongunflig ook dat Tafreel moge zijn, alles wordt eenvou,, dig, alles wordt gemakkelijk voor den „ man . die eens vooral, voorgenomen „ heeft, om het koste wat het wille . zijn „ pligt , zijn geweeten te voldoen. Ziet „ daar , Burgers ! den eenigen weg , „ welke ons met eer aan het einde van „ deze loopbaan kan brengen. Als uwen ,, Voorzitter verklaar ik — en ik eisch , dezelfde verklaaring van u lieden al„ len , — dat billijkheid, rechtvaar dig„ heid en grootmoedigheid, mijne han„ delingen zullen regelen. Dat geene gevaaren , van wat natuur , en hoe „ groot ook, immer in flaat zullen zijn , „ om mij tot iets te doen werken , hei welk van deze regelen zoude afwijken. „ En het is na deze uiiflorting der ge„ voelens van mijn hart, dat ik , ter , uwer begeerte « den post van Voorzit„ ter op mij neeme in de uitvoering „ van  OMWENTELING. 291 £ van welken post, ik 11 Heder goedgun„ flige onder [leuning en toegevenheid ver* „ zoeke." Nog denzelfden dag, als ook den vólgenden , namen de Reprsefentanten de allergewigtigfte befluiten; - als één toe demisfie van den tegenwoordigen Krijgsraad, en tot herftel van de Schutterij en den Krijgsraad in den ftaat van 1787: — aan welke nu ook de zorg der huisvesting der Fran. fche troepen werdt aanbevoolen; - één, tO£ ontflag van den Eed, door de Burgerij op de voorige ConfHtutie gedaan , - en één, Verbiedende het dragen van Oranje, benevens alles wat de rust zou kunnen verftooren. —— Voords benoemde men daad-" lijk tot eenen Procureur der Gemeente t (gedeeltelijk in den post van den voorigen Hoofdfchout tredende,) m. c. van hall , — zeven perfoonen tot het Provifioneel Committé van Justitie; — tot Maire, (hoofd der Justitie en Politie) c. W. visscher, aan welken alle Suppoosten , Boden , Onderfchouten en Dienders onderworpen wierden , — acht tot het Committé van Algemeen Welzijn, zeven Ta eü ir. tij n* PtKK. I. BOEK4  I. TIJDPERK IV BOEK, 292 GESCHIEDENIS nu en twintig tot dat van Koophandel en Zeevaart, en zestien tot dat van Waakzaamheid, bijzonderlijk gericht om op alle bewegingen van Tegenomwenteling te letten , en zeven tot de Finantie. Eer hunne eerfte Zitting ten einde liep , vaardigde men nog de Burgers j. van eys en j. teysset junior, benevens c. meyer, naar Utrecht, aan de Reprafentanten des Franfchen Volks af, om van de gebeurde Omwenteling kennis te geven, waar toe zij met een gepast Adres voorzien werden , en werdt aan hen de mondelinge last mede gegeven, om eenige inkwartiering van Franfche troepen te verzoeken. Bij dit alles, werden ook de Inleveraars van het Rcquest niet vergeten. In den eerften tuimel der vreugde deedt men het Werkhuis geweld aan, waar door verfcheiden, die daar om verfchillende redenen zaten , losbraken. Zij welke wegens gemelde Request , aldaar zich nog bevonden , wilden van dit onwettig middel tot hun ontflag geen gebruik maaken ; maar verbeidden het tijdftip, dat zij afgehaald werden. Het welk dan ook in den nademid- dag  OMWENTELING. 293 dag gebeurde , wordende zij in zes koetzen, onder het geleide van eene juigchende menigte , als in zegenpraal naar het Stadhuis gebragt. Daar zijnde, vertoonden zij zich aan het vergaderde Volk, het welk met luidruchtige hoezees zijne verrukking te kennen gaf, vervolgends werden zij den nieuw aangeftelden Raad aangeboden, sciiimmelpenninck, dezelfde , die hen bij de eerfte dagvaarding reeds als Rechtsgeleerde van zijn raad gediend hadt, verwellekomde hen met eene gepaste aanfpraak , waarin hij hunnen moed , hunner ftandvastigheid en getrouwheid , ter zaake des Vaderlands en van Am ft els Burgerij in 't bijzonder betoond , regt deedt, en als getuigen van deze deugden , daar hij bij de laatfte bijeenkomst tegenwoordig geweest was, nog nader bevestigde. Wijders verzocht hij hen het gebeurde van dezen dag, waarin' de Burgerij zulk een treffend bewijs van haare hoogachting en haare denkwijze , omtrent hunne perfoonen, hadt aan den dag gelegd , als eene bevredigende voldoening voor de aangedaane beleediging te willen aanmerken , eu van alle verdere vervolT 3 gis- it. TIJDPERK.i. BOEK*  •294 GESCHIEDENIS der n tij df e 11 k. I. boek, gingen en -perfoonlijke wraaknemingen te Willen afzien. Welke aanfpraak door hen beandwoord wierdt, met eene betuiging van volkomen voldaan te zijn , en geen wraak te zullen nemen, Nog voor het einde dezer maand, deedt men eene algemeene inzameling van lief? degaven, ten behoeven van alle Gezindten 'tn zelfs van dejooden, uit hoofde van de Iftrenge koude, die de aanmerkelijke fom van omtrent f 36000 opbragt : en werdt te? vens zorg gedragen , dat niemand der leden van het voorig Beftuur , of derzelver Ministers en Bedienden zich zonder voorkennis en toeflemming van het Committé yan Waakzaamheid', kon uit de Stad begaven , terwijl den geenen die buiten de Stad mogten zijn , ten ernftigften aanbevolen werdt, om binnen eene maand terug te kee? ren , ten zij zij wettige verontfchuldigin? gen konden inbrengen. Hoewel de Omwenteling daadlijk was gevolgd geworden, van het planten van een Vrijheidsboom, oordeelde echter het Be? ftuur, denzelven, die door weder en andere omftandigheden reeds geheel van takken beroofd was, door een anderen duurzamer en  Afbeelding van de vrïjheibs-boom, op dciiBnra, te Amfter'dain.,,   OM WEN TE LING. 295 en prachtiger te moeten doen vervangen , en den dag van deszelfs planting , onder den naam van Feestdag der Revolutie, tot een dag van algemeene vreugde cn van dankbaare herinnering te maaken. De 4. Maart werdt hier toe bepaald. — Men zal ons wel vergunnen in de bcfchrijving van dit Feest eenigzins uitvoeriger te wezen, alzo men van Amfterdam niets anders zal verwachten, dan het geen zodanige bijzondere opmerking verdient. — Voor af zullen wij de befchrijving des Booms en van deszelfs verüerfelen laten gaan. Dit prachtig en kimftig gevaarte, midden voor het Stadhuis geplaatst, vertoont een Eiken Boom, van de hoogte van 90 voeten, rijzende uit een kolom. Den voet des Booms omringt een kunftige grasheuvel, waar op hij fchijnt te rusten. De Boom is driekleurig, flingersgewijze gefchildcrd, en met een tak van eikenbladen bovenwaard? omgeven : deze verliest zich in den kruin, welke van in een gevoegde eiken takken en bladen, die zich bewegen , is zamen gefield. Uit de eiken kruin verheft zich het fpits des Booms , waar op een, met een drie kleurige Cocarde en Lint verfierde Hoed der T 4 Vrij- II. TIJDPERK.I. BOEK.  596 GESCHIEDENIS der H. 1 IJ Of£IU,I. Vrijheid gezien werdt. De kleuren zijn rood , wit en blaauw. De kolom, welke den Boom ter hoogte van vier en twintig voeten omvat , is van de Dorifche Orde , en is omflingerd met een lauwriertak. Op het kapiteel van deze kolom, en rondom tegen den dam des Booms rust een Krijgstrophé , beltaande in drie gebronsde wapenrustingen , waar toe zodanigen gebezigd werden , als weleer op de Spanjaarden veroverd waren , verlierd met drie kleurige bandelieren en pluimen. Tusfchen dezen moesten de Schilden vervolgens opgehangen worden. — Deze waren drie in getal, langwerpig rond, zes voeten hoog, en vier en een half voet breed. De uiterfle rand van dezelven was verlierd met een gefchilderden krans van eiken loof, dat door drie kleurige linten werdt bijeen gehouden. Allen waren in het graauw gefchilderd. — Op het eerde zag men Am* jlels Stedemaagd, in eene dankbaare houding afgemaald, houdende in de eene hand een muts, het zinnebeeld der Vrijheid, in de andere een waterpas als dat der Gelijkheid. Naast haar ftondt een Frank , die haar van de duurzaame bezitting der Vrijheid %  OMWENTELING. 297 heid , op eene krachtige wijze verzekert. Beide beelden werden door het oog der Voorzienigheid beflraald. Onder het zelve las men met groote letteren: door fransche hulp, 19 Januarij 1795. — Op het tweede waren de Vrijheid en Gelijkheid , onder de gedaante van twee Maagden afgemaald. De eerfte hieldt in haar rechter arm een fpeer, waar op de hoed der Vrijheid gezien werdt ; met den anderen rustte zij op een hoekftcen , waar in gegraveerd waren de rechten, van den mensch. De andere hield in haare handen een waterpas en een pasfer. In den achtergrond vertoonde zich een palmboom. Onder het zelve ftonden de woorden vrijheid en gelijkheid. — Op het derde waren twee Batavieren afgebeeld, die eikanderen omhelsden en de hand drukten; tusfchen beiden ftondt een Altaar , waar op een brandend hart , voerende dit op- fchrift, één hart voor het vaderland. Ter zijde zag men een Olmboom, omflingerd van wijngaardranken. Van onderen op het fchild, las men broederschap. — Des morgens ten tien uuren, werdt het Feest geopend door het luiden T S der ir. TIJ »■ PERK I. BOEK.  a93 GESCHIEDENIS of.r II. tijdperk 1. boek. der klokken. Een gedeelte der gewapende Burgerij trok met vliegende Vaandels, naar de haar aangewezen ftandplaatzen. Zij fchaarde zig in twee rijen, een getal van zes en twintig honderd mannen uitmaakende, bezettende de Halver ftraat en Br eeft raat tot op de I'oter markt, van waar de optocht moest beginnen. Ten twaalf uuren kondigden een en twintig ftukken Gefchut , van de Stads wallen , den aanvang van den optocht aan. De trein werdt geopend door twee Adjudanten, gevolgd van een Pauker en vier Trompetters te paard. Daar op zag men een detachement burger Cavallerij e;i een van Grenadiers, ieder van dertig mannen , zonder Vaandel. Vervolgends het eerfte Schild , gedragen door twee mannen in de hoogte, voorgegaan door negen Muzikanten , boven het zelve zwierde de Franfche Vlag. De leden der Leagezelfchappen volgden het zelve, van elke Kamer twee Commisftuïsfen en zes Leden bij loting, vier aan vier. Achter dezen kwamen zij , die het bekende Adres in 1794 aan Burgemeesteren ingeleverd hadden , en bij de Omwenteling uit het Werkhuis verlost waren. Hier op na-  OMWENTELING. 299 'naderde het Committé Revolutionair , gewapend, twee aan twee, voorgegaan door eenige Vrijwilligers met de fabel in de hand. En nu vertoonde zich het tweede Schild , mede voorgegaan van eenige Muzikanten , cn verfierd met de Qencraliteits Vlag. Honderd vijftig Maagden in het wit gekleed , met een takje in de hand , omringden de afgezondenen der Proviiioneele Vertegenwoordigers van het Volk van Am■ftèrdam . welken vier Colonclien van de Schutterij volgden. Het gezigt van den Mal re v 1 s s c 1-1 e r , met den Procureur der ■Gemeente aan zijne zijde, trof nu aller oogen. Op hun volgden de Committés, uit ieder derzelven vier Afgevaardigden , als van Waakzaamheid en Algemeen Welzijn . vergezeld door een iongen en een meisje uit ieder Godshuis, toen die van Justitie, en achter dezen, dat van Koophandel en Zeevaart , waar bij twaalf jongens uit het Kweekfchool tot 's Lands Zeedienst, daar na dat van Finantie, van het Militaire, van de Paspoorten en Requifitie. Eindelijk kwam het derde Schild , waar boven een Vlag met het Wapen van Amfierdarn , voorgegaan door Muzikanten , en gevolgd door ff, T1JDp E ï li i. •boek.  II. TIJDPERK,[. BÓKK. god GESCHIEDENIS der door eenige , die om Politike gcfchillcn onder het voorige Bewind, in hechtenis gezeten , doch nu hunne Vrijheid herkregen hadden, als ook door een gelijk aantal uit de Leesgezelfchappen , als bij het eerde Schild. De trein werdt bcdooten door twee Detachementen , uit de burger Cavallerij en uit de burger Grenadiers. De trein op den Dam, nu het Plein der Revolutie , genaderd zijnde , 't welk door een en twintig fchoten van het Kanon bekend gemaakt werdt, fchaarde zich rondom den Vrijheidsboom. Thans deedt het Committé Revolutionair eene treffende aanfpraak aan de leden der Municipaliteit en Committés; die van eene even gepaste reden aan het Volk gevolgd werdt. Hier op hing men onder gefpeel , gezang en gejuich de Schilden aan den Boom , het eerde aan de zijde van het Stadhuis. het tweede aan den kant der Kalverflraat, en het laatde aan dien der Nieuwen dijk, waar na de Maagden onder het Muzijk en Gezang om den Boom lustig dansten. Niet Weinig luister werdt aan dit Feest bijgezet , door de tegenwoordigheid van duizende aanfehouwers , en inzonderheid van de  OMWENTELING. 301 de Reprcefentanten , Generaals en Confuls der Franfche Republiek , de Confuls van Amerika, Denemarken en Zweeden, met de beftuurderen der Maatfchappij Felix Meritis — Eindelijk kondigden wederom een en twintig kanon fchooten den afloop van het Feest aan , en werdt de vreugde verder door de geheele Stad verfpreid. Des avonds werden de Schilden afgenomen , en werdt de Kolom flingersgewijzé geïllumineerd , en vertoonde zij zich als een Fontein, ftraalen boogsgewijze uitwerpende , tot op den rand van het om den Boom geplaatfle hek, welks bovenkant een Bas/in verbeeldde , cn met eene dubbele rei van Lampions verlicht was, allen door boogen te zamen vereenigd. Op denzelfden dag, dat Leyden en Amfierdarn de Omwenteling volbragten , zag men ook den opftand in Haarlem werken. Uit een brief, ten andwoord op het berigt uit Leyden, gedagtekend den 18. Jan. ziet men , dat de Haarlemmers reeds gereed waren , om of dien nacht, of den volgenden morgen het werk te beginnen. Reeds in den nacht , tusfchen Zondag en Maandag, vergaderden ten huize van den Burger lestevenon , eenigen der aanzien- li T IJ D. P E R K. i. BOEK. Haarlem,  Soa GESCHIEDENIS der ii. TI] DPEEK,i. SOEK. zienlijkftcn dier Stad , welken ccnpaarig beiloten nog voor het einde van den nacht de Omwenteling door te zetten. Oogenbliklijk werden de Leesgezelschappen door de Commisfarisfen opgeroepen , om op de bepaalde plaatzen in de wapenen te komen. Zij verfchenen , en zodanigen die het Gefchut wisten te behandelen , bragten terftond twee ftukken Kanon , die zich op den Doelen bevonden , in ftaat van werking. Ten half zeven uuren des morgens , begaf zich eene Deputatie van twee Burgers, begeleid door twaalf gewapende Schutters , naar den voorzittenden Burgemeester, cn vorderden van hem de ondertekening van een fchriftelijk verbod aan den Militairen Commandant , om zich tegen den wil der burgerij te verzetten. Hier toe overgegaan zijnde , na eenige woordenwisfeiing , werdt hem vervolgends zijn ontflag aangekondigd. Eene gelijke commisfie begaf zich naar den anderen Burgemeester, (niet meer dan twee waren in de Stad), en aan de overige Vroedfchappen en Ministers werden biljetten gezonden , om hen hun ontflag van hunne posten aan te kondigden. Nog eene andere commisfie begaf zich naar den Militairen Com-  OMWENTELING. 303 Commandant, die na eenige tegenftribbeling zijn woord van eer gaf, zich tegen de flappen der burgerij niet te zullen verzetten. Hier door volkomen verzekerd , begaf de gewapende magt zich naar het Stadhuis , om van het zelve bezit te nemen. Ten negen uuren werdt den Volke, bij openbaars afkondiging door den Stads Secretaris, van het gebeurde kennis gegeven , en ten dien zelfden dage opgeroepen. Dit wierdt gevolgd van het planten van den Vrijheidsboom , en het opzetten -der N ui naale Cocarde. Ten twee uuren vergaderde het Volk in de Groote Kerk; aldaar verfcheenen ook de burgers die de Omwenteling beiluurd hadden, en las de Secretaris een provifioneel Reglement van beftuur voor, dat reeds vroeger was ontworpen. Dit hicldt in, dat door dertig Kiezers, uit de zes wijken der Stad, twee dagen na de goedkeuring van dit Reglement, door Stemgerechtigden te benoemen, eene Municipaliteit uit vieren twintig perfoonen beftaande, zou aangefleld worden voorden tijd van twee maanden. Dit provifioneel beftuur moest zich in de noodige commisfiën verdeelen, en algemeen vergaderd zijnde, zijne Zittingen openlijk houden. Het moest terftond een Hoofdschout H. tij n- per ic. [. BOES.  364 GESCHIEDENIS der ti. TIJDPE R K. i. BOEK. Schout aanftellen, mede voor twee maanden, en onverwijld werkzaam zijn, ter vorming van eene geregeld gewapende burgermagt, en ook daar toe een Commandant voor twee maanden benoemen. Alle burgerlijke Ambtenaaren werden verzocht hunne posten te blijven waarnemen ; ten zij het bewind , om gewigtige redenen oordeelde anders te moeten handelen , zullende echter de wedden van zodanigen blijven voortduuren. De Municipaliteit zou ook Afgevaardigden naar de Rcgecrings Collegiën in 's Hage zenden , uit of buiten haar te kiezen , welken van een lastbrief voorzien en aan haar verandwoordlijk zouden zijn. — Dit provifioneel Reglement voorgelezen zijnde , werdt onmiddelijk door het Volk eenpaarig goedgekeurd. En werden de burgers k« hovens, p. j. van eyber- gen, p. l. van de kasteele, C. h. van heimenberg reuven s , J. t. van berkhout, p. J. ho no ré Cll q. bouwhuizen, tot Provifioneele beftuurders benoemd , om ftaandê dat het Reglement in werking gebragt werdt, voor de belangen der Stad te zorgen, die dan ook reeds ten half vijf uuren, hunne werkzaamheden aanvingen. Dk  OMWENTELING. 3oS Dit provifioneel Reglement, hoe onvolledig ook, was het echter, dat deze Stad van alle de overigen zeer voordeelig onderfcheidde , en dat men ook als den grondflag mag aanmerken van die orde, rust en bedaardheid , welke in dezelve beflendig geheerscht heeft , en haar de wezenlijkfte vruchten van de nieuwe orde van beftuur, vroeger en vollediger , dan eenige andere Stad, heeft doen fmaaken. Door de daadlijke invoering van het zelve , gewendden de burgers inzonderheid , om op eene ordenlijkc en regelmaatige wijze hunne rekten uit te oefenen. Alle de overige Steden van Holland, volgden wat vroeger of laater het voorbeeld der gemelden , en daagden hier in fpoediger of traager, naar maate van de plaatstlijke omftandigheden. Den 19. Januarij , begon men ook te Rotterdam onrustig te worden. De Regeering, van het geen in Amfterdam, en de twee andere Steden ten zelfden tijde gebeurde , onbewust , hoopte nog een goeden uitdag van de aangevangen onderhandelingen met de Franfchen , waar door zij van alle de geledene verliezen, toch het bewind nog zou V over- ir. TIJDPERK. tl BOEK. Rotter» dam.  3a5 GESCHIEDENIS der n. TIJJ) PERK. i. SOEK. overhouden. Die blijkt duidelijk uit eene afkondiging van dien zelfden dag , wier bedoeling was de rust te bewaaren. In het merkwaardig begin van dezelve leest men : „ vermits het God Almachtig heeft behaagd , door eene aanhoudend fterke vorst den toegang tot deze Provintie niet alleen gemaklijk te maaken; maar aan ons de kracht van defenfie op eene onmiddelijke wijze, grootendeels te ontnemen en af te fnijden; — en nademaal Hun Ed. Gr. Mog. dienffig hebben geoordeeld , middelen van verdrag in het werk te ftellen; en ook , ingeval de Franfchen mogten naderen , de Stad van geene verdeediging is; — zo wordt bekend gemaakt, dat de vrijwillige wapening, den 12. dezer afgekondigd, is komen te vervallen , — dat de Regenten ook verwachten , dat de burgerij in haar rustiievend gedrag zal voortgaan , in hoope dat het de Voorzienigheid behaagen zal, de middelen tot verdrag aangewend te zegenen , waar toe eene Staats-Commisfïe werkzaam is , welke door twee Afgevaardigden heden nacht vertrokken , onderfteund wordt, en wordende ieder vermaand zich ftil, onderworpen en gelaten, aan het wijs  OMWENTELING. 507 wijs beftel der Voorzienigheid te gedragen, en alles te vermijden , wat aanleiding tot twist zou kunnen geven." Op de uitvaardiging dezer Publicatie , volgde echter weldra een verzoek der Gemeenebestgezinden , om de in 1787 gedimittecrde Schutterij , de wapenen weder ter hand te ftellen , aan Welk verzoek hij openbaare afkondiging , gepaard met het verbod om Oranje te dragen , des anderen daags voldaan werdt. Intusfchen kreeg men bericht , dat de Franfchen de Stad, van den kant van Dordrecht , fterk naderden. Dit deedt eenige aanzienlijke burgers des Woensdags in den Doelen bijeenkomen , die door eene commisfie uit hun midden, de befchrijving der Vroedfchap verzochten. De Vroedfchap bijeen vergaderd zijnde , werdt haar het voorftel gedaan , om vrijwillig haare posten in den fchoot der burgerij neder te leggen. Aan dit voorftel werdt gereedlijk voldaan; daadlijk werden 'er door de vergaderde burgers twaalf Kiezers benoemd , om in de plaats der afgetredenen nieuwen aan te ftellen. Des namiddags reeds gaven dezen van de gedaane keuze, bij openbaare afkondiging, berigt: waar uit bleek, dat V a voor ir. T IJ 0PERK. 1. BOEK.  So8 GESCHIEDENIS der ii. TIJ DPEI1E. L BOEK. Dordrecht. voor den tijd van zes weken vier en twintig Raaden aangefteld waren. Intusfchcn verkoos men den gewoonen form en gewoone benaamingen te behouden; dus waren vier van deze vier en twintig, beftemd om de Wethouderfchap uit te maaken, de overigen maakten den Raad uit; buiten dezelve, werden Bailluw, Schepenen en Secretarisfen gekozen. Terftond hier op ftak men de driekleurige Vlag uit de Toorcn , de leden van het bewind , werden door eene commisfie uit de burgerij plegtig naar het Stadhuis geleid. Tegen den avond trokken eenige Franfche troepen, voet- en paardcvolk binnen, begeleid door een detachement uit de gewapende Schutterij van Dordrecht. Den 26. werdt de Vrijheidsboom, met alle dc gewoone vreugdebedrijven geplant. De Franfchen. onder den Generaal o st e n t Gorcum belegerende , zonden den 19. eenige manfchappen , ten getale van drie honderd uit, om eene recognoscering op Dordrecht te doen. De Gemeenebestgezinden aldaar , hielpen hen de bezetting verjaagen , en nog een aantal anderen hen volgende, werden zij door de geheele Stad verfpreid cn gehuisvest. De Generaal zonds hier  OMWENTELING. hier van terftond berigt aan den Reprcefentant alquier te Utrecht , 'er bijvoegende , dat het van het uiterst belang was, om zonder verwijl aldaar een Provifioneel beftuur aan te ftellen en dat die aanftelling door de Patriotten dringend verlangd werdt , welken de Franfche troepen met eene zo broederlijke toegenegenheid hadden ingehaald. Terftond daar op kreeg hij van denzelven bevel, getekend 21 januarij, om onverwijld eene Provifionecle Municipaliteit aan te ftellen, om de tegenwoordige Regeering te vervangen, welke flipt zouwaaken voor de handhaaving der publieke orde en rust, en ter verzekering der uitvoering van alle vorderingen , (requifities) welken voor den dienst van het Franfche Leger zouden mogen gedaan worden. Verder werdt hij gelast, om onder de beste burgers twaalf perfoonen te kiezen , ter zamenftelling der Provifioneele Municipaliteit, — dezen in den kortst mogelijken tijd te doen inftalleeren, — denzelven allen bijftand te verleenen tot verzekering der uitvoering hunner befluiten, — eindelijk de naamen van de verkoorene perfoonen aan de Volks -Reprsefentanten te Amfterdam over te zenden. V 3 In- II. TljDP E R K» I. BOEK.  3io GESCHIEDENIS der !t T IJ l> PERK. I. BOEK. CouJa Ingevolge van dit befluit, benoemde de Generaal een getal van twaalf perfoonen , om de afgezette Raaden te vervangen, met last om zich van de afgetredenen rekening en verandwoording te laten doen. — Ten bewijze van het vertrouwen des Géneraals in de burgerij, liet hij denzelfden dag van zijne aankomst openlijk afkondigen , dat hij geene zwarigheid maakte, om haar tot bewaaring van de rust het geweer in han» den te Hellen , en dat alzo ieder burger de vrijheid had , om nog dien zelfden avond een Geweer te haaien , van welk verlof ook gebruik gemaakt werdt. — Het planten van den Vrijheidsboom onderfcheid? de zich daar in, dat men in den flaatlijken optocht, de Municipaliteitsleden met bree» de driekleurige Sjerpen verfierd zag. Even als te Rotterdam, was de Regeering te Gouda de burgerij voorgekomen en in onderhandeling met de Franfchen getreden, in de hoop, om langs dien weg in haare posten verzekerd te blijven. Den 19. vergaderden aldaar eenige aanzienlijke burgers , en vaardigden uit hun midden eene commisfie van zeven perfoonen met eenen Secretaris , om aan de vergaderde Vroedfchap te kennen te geven: „ dat zij, uit  OMWENTELING. Su wit aanmerking van de aannadering der Franfchen . en ter bewaaring van de rust en befcherming van perfoonen en goedenen, verzochten als voorheenerf met wapenen voorzien te worden. Tot nadere aandrang beriep zij zich op het voorbeeld van Leyden en het geen aldaar des Zondags 's avonds gebeurd was. — De Vroedfchap andwoordde: dat zij, gehouden zijnde aan een verdrag tusfchen den Generaal pichegru en haare afgezondene geflooten , en volgends welke de bezetting in de Stad liggende en de tegenwoordige Schutterij, tot de aankomst der Franfche troepen, gewapend moesten blijven , (welk verdrag ook aan de burgers werdt voorgelezen f) niet meer in haar geheel was en zich dus genoodzaakt vondt, het verzoek der burgeren af te flaan. — De commisfie vertrok onder een plegtig protest, de gevolgen voor rekening der Vroedfchap latende. De commisfie verflag gedaan hebbende van haare verrichting, werdt befloten het hier bij te laten berusten , cn ten dezen aanzien geene verdere poogingen aan te wenden ; maar terftond eene bezending naar den Franfchen Generaal af te vaardigen, .ter kennis geving van het' gebeurV 4 de, n. T IJ DV E R K. •1. BOEK.  ii. Tij D1' £ R K. BOEK. 3ï2 GESCHIEDENIS der de , en met verzoek om nadere opheldering betrekkelijk de wapening der burgerij. Deze terug gekeerd zijnde, bragt de aangenaame tijding van de komst der Franfchen op den 22. Des morgens ten negen uuren van dien dag , maakte men zich reeds gereed, tot alles wat vereischt werdt om de Omwenteling te bewerken. Dezelfde burger commisfie , was nu door zeven andere burgers verfterkt. Men hadt middel gevonden, om een detachement burger Ruiterij, als ook een aanzienlijk aantal anderen te wapenen. Met dezen werdt fterk gepatrouilleerd ; op de kennis geving hier van aan den Militairen Commandant, was het andwoord, dat hij zich tegen deze verrichtingen, als niet ftrijdig met de Capitulatie, niet zou verzetten. Berigt gekregen hebbende van de aannadcring der Franfche troepen, verzocht de burger commisfie de bijeenroeping der Vroedfchap. Daadlijk begaf de commisfie, voorafgegaan door eene magt van gewapende burgeren zich derwaards , en eischte van de Vroedfchap opgave van de beraamde fchikkingen, tot huisvesting der Franfche troepen, en de ontwapening der tegenwoordige Schutterij. Hier 0p vol, doend  OMWENTELING. 313 doend ardwoord bekomen hebbende , ontzette zij dezelve van haare posten, en vorderde , dat zij terftond de Raadzaal zou verlaten , en zich in het naaste Vertrek begeven. Ook aan dien eisch werdt daadlijk voldaan. En nu zich alleen bevindende, liet zij door den voormaaligen Secretaris, aan de afgetreden Regenten vragen, of zij een geleide van gewapende burgers , ter beveiliging van hunne perfoonen wenschten. Het andwoord was , dat zij zich zo volkomen verlieten op de deugd der burgerij en de fchikkingen der commisfie, dat zij geen geleide verlangden: welk vertrouwen de burgerij zich ook waardig maakte , door bij hun aftreden alle fchikkingen te nemen , om wanordens voor te komen. — Onder dit alles, wTerdt de Vrijheidsboom met de gewoone vreugdebedrijven voor het Raadhuis geplant. En een weinig daar na , werden de inkomende Franfchen met eene gepaste aanfpraak ingehaald en verwelkomd , wordende het paard van derzelver Generaal, door vier aanzienlijke burgeresfen geleid. Den 23. werdt bij hoofdlijke ftemming door de burgerij verkooren , een Maire , twintig Raaden , drie Secretarisfen , een burger V 5 Com- ir. TIJD* PERK. I. 'BOEK.  314 GESCHIEDENIS der ft. T IJ DPE R K. i. BOEK. Schiedam. Commandant: welke Raaden zich verdeelde n in drie Committés , als één voor het Gerecht lij ke, één voor het Burgerlijke, één voor het Krijgswezen. Onder de weinige Steden , die zich zonder hulp van den kant der Franfchen , een nieuwen form van beftuur verfchaft hebben , behoort ook Schiedam. Op den 20. Januarij , formeerden acht aanzienlijke burgers dier Stad een Committé van Opftand , die in naam der burgerij het plan der Omwenteling beraamden en daadlijk volvoerden. Eenige burgers van Geweer voorzien hebbende , fielden zij zich aan het hoofd van dezelven , trokken , vergezeld van de bloem der burgerij naar het Raadhuis, en eischten van de aldaar vergaderde Vroedfchap , ontbinding van de tegenwoordige Schutterij , ophaaling der Geweeren , aanzegging aan den Militairen Commandant, van zich tegen de burgerij niet te verzetten , en zijn volk in de Cafernen te houden. Na eenige oogenblikken buiten gedaan te hebben , werdt hun geiindivoord, dat hunne eifchen toegeftaan waren, [let Committé verflag doende van zijne ver■ichting, het zelve werdt door het geroep van  OMWENTELING. 315 van leeve de Vrijheid, leeve de Republiek , goedgekeurd. — Terftond hier op werdt het Raadhuis door de gewapende burgers bezet , cn het Gefchut voor het zelve geplant : het Committé tradt ter Raadzaal in , cn kondigde de vergaderde Vroedfchap aan, dat zij het vertrouwen der burgerij verloren hebbende , vervallen verklaard werdt van haare posten. Naa zich hier op een weinig afgezonderd te hebben , andwoordde de Vroedfchap aan het zelve , dat zij aan de burgerij haare Raadplaatzen cn de zorg van de Stad aanbeval en overliet. Het Committé verwijderde zich , om aan de Vroedfchap een onbclemmerden uitgang te verfchaffen , en deze ging volftrekt onbeledigd door de gewapende burgerij van het Raadhuis naar haare wooningen. Onverwijld nam het Committé bezit van de ontruimde Raadzaal , en deedt ter zelfder uur eene afkondiging , waar bij het der burgerij van het gebeurde berigt gaf, —■ alle Ambtenaaren vermaande hunne posten te blijven waarnemen, en de Gemeente tegen den volgenden dag in de Groote Kerk opriep , ten einde aldaar een provifioneel burgerlijk beftuur te regelen. — Ingevolge deze oproeping IL TIJ D. PERK, 1. BOEK.  ii. TIJDPERK i. BOEK. 3itt GESCHIEDENIS der ping de burgerij vergaderd zijnde , deedt de burger g. j. loncq, Voorzitter van het Committé , eene gepaste aanfpraak, {trekkende om haar van het oogmerk der bijeenkomst kennis te geven , naamüjk eene nieuwe Stads Regcering te verkiezen. En ten dien einde las hij eenige artikelen voor, welken als de fchets van een Reglement van beftuur kunnen befchouwd worden : dezelven bepaalden het getal der Regeerings perfoonen op twintig of twee en twintig, — den duur van hun bewind tot het tijdftip , dat de geheele Natie den Volks invloed geregeld, en de Stemgerechtigdheid zal bepaald hebben , om als dan te worden gecontinueerd of door andere vervangen; verder omfchrijven zij de werkzaamheid en de vakken van het beftuur : inzonderheid , en dit onderfcheidt dit van foortgelijke provifoire Reglementen , bepaalt het , dat alle Ambtenaaren zonder onderfcheid , die den Stadhouder hebben aangekleefd of verzoekfehriften getekend hebben , om hem in zijne waardigheden te herftellen, worden gehouden van hunne ambten en bedieningen verlaten; niet te min op verbeurte van hun goed en leven» voor alle Adminiftratie verandwoord-  OMWENTELING. 31? woordlijk blyvende, en welke verardwoording van hen binnen den kortflen termijn behoort te worden afgevraagd en gereguleerd , — als ook dat alles , 't welk niet ftrijdt met de Eeuwige Rechten van den Mensch, zal blijven op den ouden voet , met dien verftande , dat de burgerij zich verklaart wel uitdruklijk te onderwerpen , aan het Oppergezag uit den boezem des Volks voortvloeiende, en het welk als wettig zal erkend zijn door de Franfchs Republiek, — eindelijk, dat niemand der Ingezetenen zich zal mogen onttrekken aan den dienst van Stad en Land, als Burger cn als Schutter; veröntfchuldigingen, waar op iemand verfchoond zou willen blijven, zullen beoordeeld worden door de Regeering en den Krijgsraad; de onwilligen zullen als verdacht worden gehouden, en tot na den Vrede op hunne eigen kosten in goede verzekering worden gebragt. Deze geheele voordragt door de vergaderde menigte eenpaarig goedgekeurd zijnde, deedt de Voorzitter deze korte, maar u-effende aanfpraak : „ Burgers ! dat wij „ ons nu bereiden om ten aanhooren van „ den God van Hemel en Aarde , van „ hem, die niet de onderdrukking en den „ ramp- -t II. TIJDPERK.I. BOEK.  gi8 GESCHIEDENIS d*r ït. TIJDPERK.i. BOEK. x», rampfpoed ; maar de vrijheid en geluk„ zaligheid van redelijke wezens wil, - van „ Hem, die ons in onzen grooten arbeid „ geholpen en bijgedaan heeft, en aan „ wien wij dus alleen alles te danken heb„ ben, plegtflaatig dezen Eed te doen." Deze aanfpraak werkte ten fterkde op de gemoederen der burgeren, en veelen toonden, door het Horten van traanen van de warmde aandoeningen , de gevoelens, die hen bezielden. Zonder verwijl werdt door allen deze plegtige Eed gedaan : „ wij „ belooven en zweeren, dat wij het door „ ons eenpaarig genomen Decreet, nopens „ de provifoire Stads Regeering, conform „ den geheelen inhoud van dien zullen in „ werking brengen en handhaven, de door ,, ons te benoemen perfoonen tot de Re„ geering , te zullen refpeéteeren en met „ goed en bloed te befchermen, tegen elk „ die jegens dezelven iets mogt onderne,, men ; en eindelijk ons niet te zullen „ verzetten , maar te berusten in alle zo„ danige beduiten , als dezelven volgens „ den gemanifesteerden wil des Volks, „ volgends de geheiligde beginfelen van „ Vrijheid en Gelijkheid, gegrond op de „ Eeuwige en Onvervreemdbaare Rechten „ van  OMWENTELING. 310 „ van den Mensch zullen nemen of uic„ voeren." „ Zo Waarlijk helpe mij God Al„ machtig?' Na het afleggen van dezen Eed , werdt door het gemelde Committé een getal van een en twintig perfoonen tot het bewind voorgedragen , welken eenpaarig goedgekeurd wierden, en benoemde de burgerij zelve tot den twee en twintigften den voornoemden burger loncq. —■ Onder het fpeelen van het Orgel , verzamelden zich de nieuwe beftuurders , wierden door de vergaderde burgerij naar het Raadhuis begeleid, en legden zij aldaar in handen van het Committé den Eed af. — Het Committé eindigde zijne werkzaamheden , met aan de burgerij bij openbaare afkondiging kennis te geven , dat zijne verrichting nu afgelopen was, en wenschte de burgerij met de gedaane keuze geluk. Waar na , onder het fpeelen der klokken , de Nationaale Vlag op de Tooren geheist werdt. Men zal zich misfchien verwonderen, dat wij het aanzienlijke 'sHage, het verblijf van den verbeeldenden Souverain tot hier toe nog gee- II. T IJ DF ER K. [. BOEK. 's Hage,  li. Tl] D?ERS.I BOiiK. 32ö GESCHIEDENIS der. geene plaats in het verhaal gegeven hebben. Dan , werklijk is dit ook een der laatfte plaatzen geweest, waar de opftand is uitgebroken , fchoon het van den eerilen dag af van het vertrek des Stadhouders, niet verzuimd hebbe, daar toe aanftalte te maken , en het niet ontbroken hebbe aan eene talrijke bezetting van Franfchen. Maar het luisterrijke , heeft ook het lang verwijl van dien opftand vergoed. — Reeds den 19., daags'na het vertrek van den Stadhouder , werdt aldaar eene nieuwe Vaderlandfche Sociëteit opgericht. Aan dezelve werdt door Gecommitteerde Raaden , thans het bevel voerende over de gewapende magt, in de plaats van den Stadhouder, door de Magiftraat en den Bailluw w. g. f. bentinck , het voorftel gedaan , om van weerzijden Commisfarisfen te benoemen, ter regeling der ontwapening der tegenwoordige Schutterij. Hier op befloot de Sociëteit dertien Gemagtigden te benoemen , met last om den volgenden dag Gecommitteerde Raaden te doen befchrijven , en aan dezelve voor te ftellen , om de Wlagiftraat te bevelen , bij afkondiging de Schutterij te gelasten , om haare Geweeren op het Stadhuis te brengen.  O Al WEN TE LI va $11 gen. — Gecommitteerde Raaden waren intusfchen van hunnen kant zeer werkzaam geweest: zij hadden aan de Reprsefentanten en den Generaal der Franfchen eend commisfie gezonden , om over de inkwartiering der troepen te handelen , en tevens aan twee hunner Leden 4 benevens hun Secretaris en den Raadpenfionaris van der spiegel, de zorg opgedragen, orri gemelde perfoonen op het Stadhouderlijk Kwartier te logeeren, dezelven bij hun aankomst uit hun naam te gaan opwachten, en aan hun bij die gelegenheid onder het oog te brengen, de Regeeringloosheid., welke door de thans in alle Steden plaats hebbende Remotiën , flondt geboren té worden en de fchroomli-ke gevolgen , die daar uit moesten voortvloeien. —i— De burger Commisfarisfen zich van hun lasc kwijtende , kregen van Gecommitteerde Raaden ten andwoord ; dat zij alleen met de bewaaring der publieke rust en veiligheid belast waren; doch, dat zij aan Commisfarisfen in bedenking gaven , of het niet beter ware met deze ontwapening te vertoeven , tot dat de Reprtefentanten der Franfchen en de Generaal pichegru^ of een ander, met een genoegzaam aantal X troe¬ ft T IJ 0PE R K. I. BOER»  322 GESCHIEDENIS oer II. TIJDPERK,ft II O EK. troepen aangekomen waren , hebbende zij aan gemelde Reprafentanten en Generaal,' ieder eene commisfie ten voorfchreven einde gezonden , en om tevens over de inkwartiering der Franfchen te handelen: —« vertrouwende zij , dat de burger Sociëteit met deze voorloopige maatregelen genoegen wilde nemen; terwijl men vervolgends met gemelde Commisfarisfen de noodige fchikkingen tot die ontwapening zou beraamen , gelijk zij Gecommitteerde Raaden beloofden, geene flappen dan met medeweten der commisfie te zullen doen. —- Dit verflag der commisfie , werdt met algenieene goedkeuring gehoord en befloten , alle verdere maatregelen haar aan te bevelen. — Den volgenden dag, den 22. Jan. kwamen eenige Franfchen binnenrukken , waar onder de Generaal more au , die denzelfden avond zich in de Sociëteit begaf en aldaar eene aanfpraak deedt, flrekkende om alle onaangenaamheden tusfchen Prinsgezinden en Vaderlanders voor te komen ; zullende de geen , die zich aan de minffe daadlijkheid fchuldig maakte , zonder form van rechtsgeding met den dood geflraft worden. De volgende da¬ gen , kwamen van tijd tot tijd meerder -> troe-  OMWENTELING. 525 troepen binnen, en werdt de Staatfche bezetting in den Eed genomen, van niet meer de wapenen tegen de Franfche Republiek te voeren. Den 24. kwamen'de Franfche Reprafentanten , die bij hunne aankomst met een en twintig fchooten begroet , en op het Binnehof gehuisvest wierden. Dus liep het aan tot den 2. Februarij, dat het werk der Omwenteling niets vorderde. Dan , op dien dag werden alle burgers , niet aangeplakte briefjes in de h looster Kerk opgeroepen. Ter beftem» der uur, verfcheenen in dezelve de leden der Sociëteit, acht honderd fterk, als ook de overige burgers , en deedt- de Voorzitter der Burgercommisfie eene uitnoodiging , om , daar de Provifioncele Repra> fentanten van 't Volk van Holland hadden goedgevonden , de tegenwoordige Regeering van haare posten te ontzetten, een nieuw Beftuur, op Vrijheid en Gelijkheid gegrond , vast te ftellen. De vergaderde menigte verzocht hebbende , dat de commisfie de perfoonen zelve zou voordellen,, werden een en twintig perfoonen tot Raaden, twee tot Secretarisfen, één tot publicken Aanklaager, en zeven tot het Committé X 2 van ir. tij d- Perk. I. eo ek.  324 GESCHIEDENIS oer h. TIJDPERS.i. BOEK. van Justitie voorgedragen. Welke allerf algemeen goedgekeurd en voor het wettig bewind erkend zijnde , in een plechtigen optocht, door de commisfie vergezeld, zich naar het Raadhuis begaven, de aldaar vergaderde Magiflraat van haare posten ontzetten, en door de commisfie in den Eed genomen zijnde, terfiond hunne werkzaamheden aanvingen. Het befiuur werdt in zes vakken verdeeld, een van Veiligheid en Politie, een van Finantie, een van Inkwartiering en verzorging van Levensmiddelen, een van Opzigt over de Behoeftigen, een van het openbaar Onderwijs, een over de Stads Werken en wat daar toe behoort. Daadlijk werdt eene bezending afgevaardigd, om van het gebeurde aan de Hollandfche en Franfche Repraefentantcn berigt tc geven. Luisterrijk was het Feest, bij het planten van den Vrijheidsboom op den 6. Februarij , door de tegenwoordigheid van eene commisfie van twaalf perfoonen uit de vergadering van Holland, en van de Repnfentanten der Franfche Republiek. Des morgens om half negen uuren, vergaderden reeds de leden der burger Sociëteit, de optocht gefchiedde in de volgende or-  OMWENTELING. 325 orde: 1. Een detachement Franfche Husfaaren, voorafgegaan door een corps fpeelende Muzijkantcn ; a. een gedeelte burgers uit de Sociëteit.; 3. de Hoed der Vrijheid gedragen door een Sergeant ; 4. de Vrijheidsboom gedragen door twaalf burgers, met palmtakken op de hoeden, tusfchen ieder derzelven een meisje beneden de veertien jaaren , in het wit gekleed , met de Nationaale Sjerpen verfierd, en flingers van bloem- en palm - festonnen in de hand houdende ; 5. twee en veertig zangers ; 6. de Deputatie van de Volks Reprcefentanten ; 7. de Deputatie van de Haagfche Municipaliteit; 8. Het overige gedeelte van de leden der Sociëteit. Deze trein nam zijn aanvang over het T'ournooijveld, en trok langs verfcheiden wegen tot op het Buitenhof, alwaar de Boom onder het zingen van eenige toepasfeiijke coupletten geplant werdt. De Boom geplant zijnde, hoorde men door den Reprjefentant hahn, aan het hoofd der Deputatie, de burgerij tot dankbaarheid aan de aan. biddelijke Voorzienigheid , in het beftuuren dezer Omwenteling , en tot blijdfehap en gejuich over de nu herkregen Vrijheid jtanfpooren! „ Juichen wij Broeders," dus X 3 be- IT. TIJ DPERK.I. BOEK.  3^6* GESCHIEDENIS der if. TIJD PERK. t BOEK. 5 „ befloot hij zijne aanfpraak, rondsom en „ bij dezen heiligen Boom, - het zinnelijk „ teken van ons Maatfchappelijk heil ! „ Verbroederen wij ons onderling en met „ onze Verlosfers, en zweeren wij hier „ openlijk allen in het gemeen , en elk „ van ons in het bijzonder, hulde en „ trouw aan Gelijkheid en Vrijheid." Daadlijk werdt door de vergaderde menigte nagezegd: ik Zweere het. Vervolgends zich tot de Reprafentanten des Franfchen Volks kcerende , drukte hij zich dus uit : „ en gij waardige Vertegenwoordigers van „ den eerften Souverain der waereld, het „ Franfche Volk! ziet en deelt in deze „ onze vreugde , zegt aan het Franfche. „ Volk, dat het niet te vergeefsch zal zijn, „ dat het zelve zijn bloed en zijne fchat„ ten zal opgeofferd hebben , om onze „ ketenen te verbrijzelen, en het Bataaf„ fche Volk te winnen, niet voor de Sla„ vernij en Onderwerping , maar voor de „ Onafhanglijkheid en Vrijheid." „ Het is op het plegtige oogenblik on, zer openbaare hulde aan die Vrijheid , ,, het is aan den voet van derzelver ge, liefden Boom, dat het vrije Volk van , Holland, met verrukking aanneemt de „ ver-  OMWENTELING. ^? „ verklaaring zijner onafhanglijkheid, wel„ ke uw jongde Manifest inhoudt, welke „ edelmoedige gedragingen dagelijks beves„ tigen, en welke ongetwijfeld de zekerde „ weg is om te komen tot de draf on„ zer Tijrannen , om onze gemeene vijan„ den niet fchaamte te overladen , cn om „ uw en ons geluk op te bouwen; o dat „ de Gedenkboeken der Vrijheid dezen „ heerlijken dag eeuwig mogten roemen, „ o dat het Volk van Holland aan zijne „ eeuwige Rechten door de Franfchen „ terug gegeven , dezelve Eeuw in Eeuw „ uit mogt behouden ; en door een vast „ verbond met hun, deunende op de eeu„ wige Gerechtigheid en waare Broeder„ fchap, uwe weldaden krachtdadig mogt „ erkennen, en ter bevestiging uwer roem„ rijke Revolutie op de zekerde wijze me* „ dewerken." Opmerklijk , veel beloovend ..was het andwoord van de Franfche Reprafentanten , dat, wij daarom hier bijvoegen : „ Wat fchoone dag is die van heden, wel„ ke het ontzettend fchouwfpel oplevert „ van een Volk , dat, na eene Slavernij „ van zo veele jaaren, het zinnebeeld der „ Vrijheid opricht." X 4 „ Ba" li. TIJDPERK.1. BOEK.  TT. T'J O1' b K K. I. I Sf8 GESCHIEDENIS der „ Bataaffche Burgers! niet zelden hebt „ gij getracht het juk van Despotismus af' „ te fchudden , maar uwe poogingen zijn Heeds verijdeld , en hebben uwe onaf„ hanglijkheid nimmer op eenen zekeren „ grondllag gevestigd." „ Thans fterker van een eigen kracht „ en eene langer ondervinding , wacht u „ het genot eener Vrijheid , welke ileunt „ op onwrikbaare gronden*" „ Gij hebt het woeste der Elementen „ weten te bedwingen , en beheerscht de „ zee. Derzelver grondgebied hebt gij „ beperkt, en haare grenzen als meesters „ bepaald; maar thans doet gij nog meer, „ gij verklaart vrij te willen zijn, — wel „ nu, — gij zult vrij zijn." „ O dat deze dag van vreugde dienen „ moge, om het vuur der Vrijheid in uwe „ harten te onderhouden." „ Aanfchouwt dikwerf het zinnebeeld „ uwer Vrijheid, dat het zelve uwe waar? „ de u te binnen brenge , en in u het „ woedendfte afgrijzen ontüeke tegen de „ Tijrannij." „ Welk eene zoete belooning voor de „ Vertegenwoordigers des Franfchen „ Volks , dat het hun gebeuren moge ,  OMWENTELING. 329 „, getuigen te zijn der Patriottifche gevoe„ lens, die u bezielen!" „ O dat de beide Volken , eeuwige „ Bondgenooten en vrienden worden en „ blijven." „ Der tijrannij haat, en den vrije Vol„ ken zegen." De plegtigheid werdt befloten met een prachtig foupé en bal, 't geen tot laat in den nacht duurde. Eindelijk was het eerst den 26. Februarij , dat de Reprafentanten aan de HaagJche Magiftraat de magt gaven , om de voormaalige Schutterij , die echter reeds den 29. Januarij , op order van dezelve Reprcefentanten ontwapend was geworden, voor zo verre haare regten en praiëminentiën aangaat te vernietigen , cn zodanige gewapende burgermagt weder op te richten, als zij zal meenen te behooren , met aanmaaning om hier in den meest mogelijken fpoed te maken. Dus ging de Omwenteling voort van Stad tot Stad , om nu niet van het platte Land te reppen , en wel zo fpoedig, dat reeds op den 26. Januarij , twaalf van de agttien Hemmende Steden , Afgevaardigden ter algemeene Vergadering konden zenden. X 5 Niet II. TIJD. PERK, I. BOEK,  330 GESCHIEDENIS der II. TIJ D' PERK I. 2 0 E K. . ! 1 I t f C Niet weinig werdt de Omwenteling, zo in Holland als de overige Provintiën, bevorderd , door de werkzaamheden van het Committé Revolutionair te Amfterdam. Onder den naam van Committé d"Infurreblion of van Opftand, zette het zijne werkzaamheden onvermoeid voort, en, om in het voorgeftelde vak ordenlijker te arbeiden, en de Omwenteling overal op een gelijken voet te voltooijen, werdt het zelve in het begin van Februarij vergroot, door de toetreding van Gecommitteerden van andere plaatzen. Den io. Februarij, hieldt het zijne eerfte Zitting als Vereenigd Committé van Opftand in Nederland , en werdt in dezelve befloten , den Opftand in alle de Vereenigde Nederlanden verder voort te planten; daar toe de [n- en Opgezetenen van alle Steden, Dorsen , Vlekken en Buurten , welken nog liet in den ftaat van Opftand waren , aan e maanen , hun ten dien einde , her. zij Heen in Gefchriften, het zij door het :enden van Afgevaardigden , de noodige landleiding te geven ; in het daarftellen er Omwenteling daadlijk behulpzaam te ijn, ter handhaaving van die rust en ore, welke de achtbaarheid van een waaren volks  OMWENTELING. <3i volks Opftand vordert. Ter bereiking van dit oogmerk, werdt befloten een rondgaanden brief en algemeene volmagt voor de Afgevaardigden , en een Formulier tot het ontzetten en aanftellen van Regenten te doen drukken. (*) Met zodanige volmagten voorzien , reisden de Afgevaardigden van Stad tot Stad en van Provintie tot Provintie, en be- werk- (*) Dezelven waren van den volgenden inhoud: VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. HET VEREENIGD COMMITTÉ VAN OMWENTELING, RESIDEEREN DE TE AMSTERDAM. AAN HUNNE MEDEBURGERS! „ Daar het ten hoogden nodig is , dat alle „ overblijffelen van overheerfching in ons Land „ zo fpoedig mogelijk, met wortel en tak wor„ den uitgeroeid; wordt door onze Provifioneele „ Vertegenwoordigers onophoudelijk aan veibete„ ringen gewerkt; onder deze behoort ook eene regelmaatige oproeping van *t geheele Volk, om zich door hunne Afgevaardigden eene vrije „ Regeeringsvorm te doen verkiezen, dewelke „ als dan tot eene Grondwet voor het geheele „ Gemeenebest, op deu voet der Gelijkheid ftrek„ ken zal.'* „ Daai ir. T1JDP E R Ko 1. BOEK.  332 GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK.I. B O EK. werkten daar door de Omwenteling in meest alle de Provintiën, op een eenpaarigen voet. Het „ Daar het inmiddels nodig is, dat zodanige peifoonen , dewelke als dan deze oproeping „ zullen moeten bellieren , het vertrouwen des „ Volks bezitten, en 'er ook veelligt onder uwe „ Regenten, zo niet allen , ten minfte eenige „ gevonden worden, die of door overheerfching, „ of willekeurig gezag onwettig over u zijn ge* „ field, — of u vertrouwen onwaardig zijn." „ Vermeenen wij u te moeten vermaanen , de „ zodanige onverwijld van hunne posten te ont„ (laan en hunne plaatzen met andere braave, „ kundige Burgers te vervullen , waar toe ons „ de volgende wijze als de gefchiktfte voor„ komt." „ Alvorens de Burgerij bij den anderen te „ roepen, zal het vooral dienftig zijn, dat een „ bekwaam getal Burgers zich in Committés bij „ elkander vervoegen, ten einde provifioneel een „ genoegzaam getal Burgers welke het vertrou„ wen des Volks bezitten , door hun benoemd „ worde." „ Dit gefchied zijnde , zal dit Committé een „ bekwaame plaats, dag en uur bepalen , om „ alle Ingezetenen van uwe plaats zonder onder- fcheid, bjjeen te doen komen." „ Aldus vergaderd zijnde , zal het Committé „ uwe tegenwoordige Regenten, uit uwen naam „ aanzeggen, hunne posten neder te leggen, en „ in den kring van amptelooze Burgers terug te keeren ; doch dat zij zo lang zullen blijven „ fun-  OMWENTELING. 333 Het was een natuurlijk gevolg, dat de Omwenteling, zich door alle Hollandfclie Ste- „ fungeeren, tot dat de nieuwe Municipaliteit zal zijn aangelteld en hun zal vervangen." ,, Dit gefehied zijnde, zal het Committé oogen„ bliklijk die perfoonen , welke zij vermeenen „ uwe goedkeuring waardig te zijn , aan 't ver. gaderde Volk voordellen." „ Deze voordelling gefchiedt hoofd voor hoofd, en de meerderheid des Voiks tegen de voorge„ ftelde Burgers niets hebbende aan te merken, „ zullen dezelve gerekend worden te zijn goed„ gekeurd , en door het Committé als uwe Pro„ vifioneele Municipaliteit worden aangefteld, ora ., te fungeeren , tot tijd en wijle dat 'er eene j, algemeene Regeeringsvorm voor het geheele „ Land zal zijn daargedcld." „ Een der voorgeHelde Burgers afgekeurd wordende, zal het Committé daadlijk eenen ande» ren in deszelfs plaats aan de vergaderde me. „ nigte voordellen , om derzelver goedkeuring „ daar over te vernemen; zullende de geene , „ die afwezig mogten zijn , worden gehouden genoegen te nemen in het geen gefehied is." „ Daar braafheid , kunde en Vaderlandsliefde „ het ee:;ig rigtfnoer onzer daaden moeten zijn, „ zo moet bij deze oproeping , goedkeuring en „ aanflelling geen onderfcheid in perfoonen of „ Godsdiendige begrippen plaats hebben." En zo 'er onder uwe refpeftive Regeeringsleden Burgers gevonden worden , die het ver„ trouwen des Volks waardig zijn, zullen dezel- » ve ir. TIJDPERK!.I. BOES. De Staaten van Holland en WestFriesland.  334 GESCHIEDENIS dèr. II. TIJDPERK.i. Soek. Secretaris. Steden verfpreidende , zich ook rot her Staatsbeftuur uitftrekte. Het Committé Re* vo- „ ve daadlijk weder onder de ^op niefuw voorge5, fielde geplaatst en aangefteld kunnen worden." ,, De Revolutie tot zo verre in uwe plaats ge„ fchied zijnde, zal het Committé oogenbliklijk de nieuw aangeflelde, in den naam van 't Volk in den Eed nemen: van getrouw te zullen zijn „ in hunne posten, en de belangens van hst Volk ,, onaffcheidelijk met de plaats hebbende Wetten, „ te zullen handhaven en doen eerbiedigen" „ Ten einde dit heilzaam Werk tot algemeen „ nut te doen uitloopen, zal vooral dienlïig zijn, „ ter aankweeking van Heil en Broederfchap, s, dat gij zorg draagt voor de goede Orde , en „ vooral voor de vrijheid en zekerheid van per„ foonen en goederen , van welke Politieke be„ grippen dezelve ook mogten zijn , en dit zal » het kenmerk wezen van de zodanige , welke „ het waare heil des Volks ter harten gaat." „ Deze alzins plegtige verrichting, waarbij het t, Volk zijne aangeboorene Rechten weder verkrijgt, „ geëindigd zijnde, verzoeken wij door u lieden „ van den uitflag verwittigd te worden." „ Vrienden van elk beminnaar der lang ge„ wenschte Vrijheid , en vijanden van alle over„ heerfching en geweld , bieden wij onzen raad „ en des noods onze hulp aan, wanneer gij de,, zelve mogt vereisfchen." Heil en Broederfchap, Ter Ordonnantie van voorn. Committé.  OMWENTELING. 335 voluüonair was hier op terftond bedacht, zo dra de opftand in eenige Steden was uit* Qualificatie voor de Afgevaardigden. „ Het vereenigd Committé van Omwenteling, refideerende alhier, requireert den Burger, .. . „ ten einde de vrije Burgers van ... in onzen naam behulpzaam te zijn in het daarftellen der Omwenteling , overeenkomftig voorenflaande „ Plan ; vooral zorgende, dat de Volksftem de „ keuze doet." Ter Ordonnantie vau voorn. Committé. Secretaris. Amfierdarn den Hef Eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid. Formulier om de onwettige Regenten van hun. ne posten te ontzetten. het burger committé van ... aan hunne onwettige regenten. burgers! „ Thans is het gezegende oogenblik daar, dat }i wij uit den ftaat van flavernij tot dien van vrij„ heid zijn terug gekeerd, en alzo herkregen heb„ ben een Recht, het welk aan vrije menfehen, niet dan door Dwingelandeu kan ontnomen wur- s, denj II, Tl] Dperk.I. BOEK.  336 GESCHIEDENIS der U. TijdperkI. boek. „ Uit uwen naam Burgers! en overeenkomftig uwe verlangens, hebben wij heden de tot hier „ toe gefungeerd hebbende Regenten , van hunne „ posten ontflagen. — En om alle verwarring „ voor te komen, welke uit eene regeeringloos- i} heid uitgebroken. Reeds den 21. Januarij <. zondt het aan alle zodanige Steden , die te- den ; namelijk, het recht ter verkiezing onzer „ Vertegenwoordigers: het is hier om, Burgers! „ dat wij u lieden, die tot hier toe het beuier „ in handen gehad hebt , en ons door dwang „ zijt opgedrongen, aanzeggen , dat gij 11 ltedei „ van dit oogenblik af aan , zult hebben te ont„ houden van alle Regeering en Beftier, tot hier „ toe door u lieden gehouden} wij eisfchen van u lieden, dat gij onverwijld dit Raadhuis zult verlaten , en naar uwe wooningen als Burgers „ terug te keeren , in welke betrekking gij lie„ den die volkomen veiligheid voor uwe per„ foonen en bezittingen genieten zult , waar op ieder Burger aanfpraak heeft." Formulier van aanftelling der, door de Burgerij wettig verkoorene Bejiuurders hunner belangens. FRIJHÈID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. het burger committé te ... AAN de vergaderde burgerij.  OMWENTELING. 337 tevens Hem hebbende waren, eene uitnoodiging, om Afgevaardigden naar Amfterdam heid noodwendig moet voortvloeien, ftellen wij „ u de navolgende Burgers voor , welke provi„ fioueel u zullen Vertegenwoordigen en uwe be„ langens voorftaan j tot dat de gezamentlijke Io4 en Opgezetenen behoorlijk zullen zijn opgeroe„ pen ; het Welk zo ipoedig mogelijk zal ge„ fchieden , om alzo op eene geregelde wijzë „ uwe Regeeriug vas te ftellen." „ Wij zulien u de naamen der döor ons be* ü noemde Burgers voorleezen j en indien 'er eeni„ ge onder mogten zijn, welke uwe goedkeuring „ niet wegdragen , verzoeken wij u , dat gij u „ dan laat hooren ; terwijl wij uw Itilzwijgeh ^ ü zullen h'ouden voor uwe toeftemming." Thans wenfchen wij u geluk, met uwe Prdvifioneele Vertegenwoordigers ! —- laat deze „ dag altoos een dag van gepaste vreugde onder ons zijn; — maar Burgers! laten wij ook nti „ door ons bedaard gedrag , aan geheel Europa „ toonen , hoe veel eene Omwenteling , door Vrije menfehen , belangloo'ze Burgers bewerkt,verfchilt van die welke doör vuige Haven }« „ ten believen van volks onderdrukkers is daar ü gefteld geweest." Heil en Broederfchap, Uit naam Van voorn. Committé. V m ü: Tijri-* PERK; ft, B O E 5fi  338 GESCHIEDENIS dhr ii: TIJ DPERK.& BOEK. „ Notificeert aan alle Burgers en Ingezetenen, „ dat niemand welke zich fchuidig heeft gemaakt „ aan plundering, roof of vervolging zijner Me„ deburgeren , als ook die zedert de Omwente„ ling van den Jaare 1787, in eenigen post van „ Regeering of Ambt gefield , de geweldauighe„ den niet heeft tegen gegaan , of die vrijwillig „ tegens onze Broeders de Franfchen, de wape„ nen heeft gedragen, of tot de wapening tegen dezelve heeft medegewerkt, verkiesbaar zal „ zijn , tot eenigen post van Regeering of Be„ (lier , dat geen zodanige zal recht hebben , w ora in de verkiezing eenige Item te geven ; u maar dam te zenden tegen den 24. • ten ejn(je te beraadllagen over -.de. beste wijze , om de En ten einde bij de oproeping des Volks , het ftemrecht en de verkiesbaarheid bepaald zoude zijn ; dewijl op veele plaatfen, inzonderheid ten platte Lande , door onverfchoonlijke onkunde en kwaadwilligheid , het getal der weldenkende Vaderlanders gering zij , werdt het volgende ten regel , waar naar zich in de oproeping des Volks , en in het verkiezen van een nieuw Bewind , te gedragen , bij de voorgemelde ftukken gevoegd. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. HET COMMITTÉ REVOLUTIONAIR.  OMWENTELING. 339 de Staaten van Holland, die toen nog hunne gewoone vergaderingen hielden , zo fpoedig mogelijk te vervangen , en eene provilioneele vertegenwoordiging van het Volk van Holland daar te ftellen. Ten beftemden dage verfcheenen in deze vergadering , die in de Doelen op de Garnaalenmarkt werdt gehouden, de burgers de lange en kops , als Afgevaardigden van Haarlem; van Delfts berestein en sanders; van Leyden, van leyden ; van Gouda, kumsius en de lange van wyngaarden ; van Schiedam, nolet en kool; van Alkmaar, de kempenaar en du tour; van Enkhuizen, van de velde; van Hoorn, van foreest ; van Edam, wallandus ; van Purmerend, menger „ maar dat zij zich als ftille Burgers zullen moe„ ten gedragen , zullende die geene , welke op „ eenigerleie wijze met die oproeping of ver* „ kiezing zich zullen inlaaten , als verftoorers „ der publieke rust en tegenwerkers der heilzaa„ me Revolutie worden aangemerkt, en als zo,, danig voor de gevolgen, op hun hoofd verand„ woordlijk zijn." Uit naam van voora. Committé. Y a n. TIJDPERK. E BOEK.  X \ \ lï. TIJDPERK.I. BOEK. 340 GESCHIEDENIS der oer en su de ma, en van Amfterdam i cruys, ondorp, wisel-ius en VAtf laar. Eenige uuren laater,- verfeheenen nog p. paulus en reepmaker, als Afgevaardigden van Rotterdam , als ook de Afgezondenen van Schoonhoven en Monnikkenaam. In deze vergadering werdt befloten , tegens Maandag den 26. in U Hage bijeen te komen, om vervolgends de Vergaderzaal van Holland te bezetten. .Men verzuimde niet zich ten beftemden dage in 's Hage te laten vinden. De dag van den 26. Januarij, zal altijd een merkwaardig tijdftip in de Gefchiedboeken van ons Vaderland bekleeden, ate de dag, waar op de form van beftuur, eerwaardig door den ouderdom van meer dan twee Eeuwen, in zijne grondflagen werdt aangevallen , en dus de geheele omftorting van het oude Gebouw naar zich moest fleepen. — Van Dordrecht waren tegenwoordig roos , lamme ,. dekker en de haan; van Haarlem, hovens , kops, lestevenon en de lange ; van Delft, van" berestein en van vredenburg; van Leyden , hahn, la pierre, van leyden ; van Am- fierdam, van laer, wiselius en b o s c h-,  OMWENTELING. 341 Bosch ; van Gouda, de lange van wyngaarden en kumsius; van Rotterdam, paulus en reepmaker; van Schiedam j. loncq, nolet, kool en j. s. loncq ; van Alkmaar de kempenaar en du tour; van kinkhuizen, pan en van der velden; van Monnikkendam , teengs en boterkoper, en van Purmerend, menger ensuDEMA. Dezen vooraf in het Heeren Logement in V tiage vergaderd zijnde, verkooren tot Voorzitter p 1 eter paulus. Daadlijk werdt befloten tegen half vijf uuren in het Logement der Stad Haarlem bijeen te komen , en door een Bode van die Stad , uit naam van de meerderheid der Hollandfche Staatsleden, den Secretaris der Staaten van Holland royer , te laten ontbieden en denzelven te verzoeken, den nog fungeerenden Raadpenfionaris l. p. van de spiegel aan te zeggen, te zorgen dat de Vergaderkamer der Staaten, tegen zeven uuren gereed, en de noodige Suppoosten en Bedienden bij der hand waren. Zullende echter gemelde Raadpenfionaris even weinig als de Ridderfchap , y 3 by TIJD" PER K» I. BOE SU  3<2 GESCHIEDENIS der II. TIJD. PERK. I. BOEK. JProvifioneeleRepra> fentan- bij de Vergadering worden toegelaten. Alles gefchiedde overeenkomftig het genomen befluit, zonder eenige de minde tegenkanting. —• Intusfchen hadt men , om des te meer verzekerd te zijn , terdond na de aankomst der gemelde Afgevaardigden aan de Franfche Reprafentanten , van het oogmerk der Gedeputeerden kennis gegeven , met verzoek van hulp en befcherming , des vereischt wordende. Dezen verklaarden gereedlijk , bereid te zijn, om, zo dra zich tegenkantingen opdeeden, die zodanige befcherming vereischten , dezelve te verleenen: terwijl zij tevens verlangden eene opgave van de naamen der Steden , en van de wijze , waar op zij zich condituëeren zouden, te erlangen. Waar aan ook vervolgends voldaan werdt. Des avonds ten half acht uuren vertrokken de Gedeputeerden», vergezeld dooide Bodens hunner Stad, gezamenlijk te i^oet naar de Vergaderzaal van Holland, dwaar zij zonder den minden tegendand binnen traden. Ziet daar dan nu , de vergadering der Provi/ioneele Vertegenwoordigers des Holland-  OMWENTELING. 343 landfchen Volks, ter bepaalder uur geformeerd, en de plaats der voormaalige Edele Groot Mogende Heeren, de Staaten van Holland en Westfriesland vervangende. „ Ziet daar den grondflag der Vrijheid ge„ legd, — dus opende de Voorzitter deze „ merkwaardige vergadering , en het Ari„ ftocratisch gebouw der voorige Regeering „ omver geworpen. Het zelve moet wel „ duurzaam wezen, daar het onder zo „ veele kenmerken van den uitdruklijken „ wil en het opperbeftier der Goddelijke „ Voorzienigheid gelegd is, wier Almach„ tige Hand in alles wat ons daar toe „ heeft moeten brengen, zo duidelijk heeft „ kunnen worden opgemerkt." ,, De Franfche Legers waren in een „ der glorierijkfle veldtogten , waar van in „ de Gefchiedboeken der geheele waereld „ melding gemaakt wordt, tot de grenzen „ onzes Lands genaderd , en hadden zelfs ,, hunnen voet reeds op een gedeelte van „ deszelfs grond gezet, toen de natuurlij„ ke fterktens onzes Lands , Rivieren , „ Wateren en Wegen , hunnen verderen „ voortgang eenigzints fcheenen te itui„ ten , althans moeilijker en daar door Y 4 „ lang- II. TIJDPERK.I. BOEK. ten van Holland en Westfriesland.  Bl TIJ 0PERK. i. BOCK. 344 GESCHIEDENIS der „ langzaamer te maken : want, zeker de „ ondervinding heeft geleert, dat niets „ aan den moed, werkzaamheid en onver„ moeidheid des Franfchen volks op den „ duur kan weêrftaan, en dat Frontierfte„ den , Sterktens en hindernisfen , voor » hunnen ijver en aanhoudendheid doch eindelijk zouden hebben moeten bukken. Doch op een tijdlh'p, dat men zulks het v minst verwagtte , dat men den veldtocht „ van dit Jaar geëindigd , en zich voor een wijle tijds van hun verwijderd rekende , „ herfchiep een geweldige vorst onze Ri„ vieren , Wateren en Inundatiën , in ge„ maklij ke wegen en bruggen, om over te „ komen; en het geen te vooren de fterk„ te dezer Landen , en het vertrouwen „ van het toen plaats hebbend Regeerings- beftuur uitmaakte, ftrekte nu om alle „ genomene voorzorgen en maatregelen , „ tegen hunne doorkomst te verijdelen -% „ ja tegen zich zeiven om te keeren , ert 5, den overtogt der Legers eener Natie te „ verhaasten , welke plegtig en openlijk verklaard heeft, ons niet als haare vijan- den \ maar als haare broeders en, bond^ genooten te befchouwen. Eene ojnftan-  OMWENTELING. 345 j., digheid, waar uit ik met regt meene te 9, mogen befluiten , dat zij ons met eene 9, eerbiedige verwondering moet doen op„ merken op Gods aanbiddelijke Wegen ; „ die , terwijl ook anders zelfs de moog„ lijkheid om vrij te zijn , nog zo veel ,., langer van deze ftreken verwijderd zou „ zijn gebleven , nu alzo het Horten van „ nog veel bloed voorgekomen , en veele „ Steden en Landen voor verder bederf „ bewaart heeft," „ Laat ons dit, Medeburgers ! fteeds „ met dankbaare harten erkennen, en daar „ het fundament onzer Vrijheid , zo blijk„ baar door Gods Wil en Voorzienigheid „ daargefteld is ; laat ons nu van onzen „ kant, ons in alle onze aanilaande gedra„ gingen en verrichtingen , ons zijn vol„ maakt voorbeeld voor oogen ftellen en „ het zelve zoeken op te volgen. Laat „ rechtvaardigheid , billijkheid en mensch„ lievendheid, het begin en het einde van „ onze handelingen en befluiten wezen , „ met aflegging van alle haat, partijfchap „ of wraakzucht over te vooren ontfangene beledigingen : wetende dat ons daar y 5 » m TIJDPERS.I. BOEK.  ir. TIJDPERK i. BOEK. 346" GESCHIEDENIS der „ en boven geleerd is, te zegenen die ons. „ mogten vervloeken." „ Hier door — en hier door alleen , „ kunnen wij met grond zegen op onzen „ arbeid verwachten. Hier door — en „ hier door alleen , kan eenmaal de ge„ wenschte Eendragt onder de gefolterde „ en zo zeer uitgemergelde Natie gebo„ ren worden, zonder welke de ondervin„ ding nu zelfs aan onze vijanden, en aan „ onze bedrogene en dwalende Medebur„ gers geleerd heeft , dat dit Land niet „ beftaan kan : terwijl anders die zelfde „ ondervinding heeft doen zien , dat des„ zelfs natuurlijke ligging en gefleldheid, „ het voor een der onverwinbaarfle zou „ maken op den gantfehen aardbodem." „ Zo doende — door het verwekken ; „ namelijk van Eendragt en den zagten „ invloed eener ware verlichting omtrent „ 's Lands wezenlijke belangens , zullen „ wij het geluk des volks, wiens Provi„ fioneele Reprasfentanten wij zijn , op „ duurzaame gronden vestigen. Daar door „ zal kalmte en gerustheid in de gemoe?, deren gebooren en den weg bereid wor* „ den,  OMWENTELING. 347 „ den, waar op de volkomen Vrijheid en „ voorfpocd dezes volks , naderhand kan „ worden voortgebouwd." „ Dan zal de tijd , wanneer het onver„ hoopt mogt te pas komen , doen zien, „ dat ons Land met Eendragt verdeedigd, „ ongenaakbaar is; en wanneer men daar „ bij voegen zal de openlijke erkenning „ van de §ouverainiteit des volks, en van „ de onvervrcemdbaare Rechten van d#n „ Mensch , zonder onderfcheid van zijne „ Staatkundige of Godsdienftige bcgrip„ pen ; is het te verwagten dat rust, „ vrecde , vrijheid en veiligheid , die zo „ lang uit deze ftreeken verbannen ge„ weest zijn, haren gelukkigmakenden ze„ tel in dezelve zullen vestigen." „ Hier toe wensch en bid ik dat de „ goede God, alle onze harten vereenigen „ en zijnen zegen fchenken mag ! Hier „ toe verleene Hij ons allen, en bijzonder „ aan mij, dien deze vergadering tot den „ gewigtigen post van Provifioneclc Voor„ zitter verkoren heeft , zijnen bijftand ; „ en Hij doe onze aan te vangene poogin„ gen uitloopen tot geluk van een lang, „ vertrapt en onderdrukt volk." De¬ ll. TIJDP E R IC. I. BOEK.  II. TIJDPERK.& PPEK. 348 GESCHIEDENIS der Deze vergadering kenmerkte zich daad* lijk, door de allergewigtigfte befluiten, — ais kennisgeving aan de Steden die nog geene Afgevaardigden gezonden hadden , van het beflaan dezer vergadering met eene uitnoodiging, om mede haare Gevolmagtigden, voor ieder Stad vier, te zenden, welken overal of onmiddelijk door de Burgerij of door de Municipaliteit, daar toe door de Burgerij gevolmagtigd zijnde , gekozen moesten worden. De flemming niet bij Steden , maar bij hoofden. - De erkentenis van de oppermagt des volks, en de Rechten van den Mensch en Burger. — De vernietiging van de vergadering der Staaten van Holland en Westfriesland, beftaande uit de Ridderfchap en Steden , als ook van alle erflijke Waardigheden van Stadhouder, Capitein , Generaal en Admiraal van deze Provintie; en ingevolge daar van het ontflag van den Eed, op de oude ConfHtutie in 1787 en 1788 gedaan. De affchaffing van de Collegiën van Gecommitteerde Raaden en Provintiaale Rekenkamer, en in plaats van dezelven een Committé van Algemeen Welzijn , beftaande Bit zes perfoonen, één tot de Militaire Zaa*  OMWENTELING. 349 Zaaken, van even veel leden, één tot de Finantiën , van vier, met magt om twee ter hulp te nemen. — De herroeping van alle Afgevaardigden wegens Holland , in alle de verfchillende Collegiën, en verbod van op naam dezer Provintie verder te handelen. — De continuatie van alle lasten en imposten op den ouden voet. — Het zenden van drie Afgevaardigden , ter vergadering van Hun Hoog Mog. , en aldaar te bewerken , dat van het voorgevallene aan de Coloniën ten fpoediglten kennis worde gegeven , als ook aan de Confuls in de Middellandfche en Oost Zeen, ten einde onze Schepen aldaar en elders te kunnen waarfchuwen. — Dat 's Lands Schepen zich zo fpoedig mogelijk naar de Havens dezer Landen of de naaste Franfche Havens begeven , en die zich in de Coloniën bevinden , daar ter verdeediging moeten post houden ; — dat aan alle Commandanten van Oorlogfchepen order wordt gegeven, om geene bevelen van den gewezen Admiraal te gehoorzaamen ; — dat een Courier naar Parijs wordt gezonden om de Afgezanten van Hun Hoog Mog. te rappejleeren , en een Cartelfchip met een Commisfaris naar Engeland , om aan If. T IJ OPER.K, t. BOEK»  35o GESCHIEDENIS der II. TIJDF E II K. L SOEK. aan de Oorlog- Koopvaardij- en Oostindifche Schepen aldaar liggende , te gelasten van terug te keeren , of in geval van Embargo , dezelven te reclamcercn. - Eindelijk de volkomen vrijheid om op eigen grond te mogen jaagen en in eigen wateren te visfchen. — Van alle deze befluiten , zou zo fpoedig mogelijk aan de Franfche Reprcfen tanten kennis worden gegeven. De volgende Raadsvergaderingen waren niet minder gewigtig , daar het beflotene der voorgaande werkflellig gemaakt werdt. Dus werden de plaatzen der terug geroepenen in de Collegiën der Algemeene Staaten , des Raads van Staaten , der Generaliteits Rekenkamer door anderen vervangen. — Het oude Formulier van den Eed voor ieder , die in de vergadering plaats nam, werdt door het volgende verwisield: „ ik Zweer , dat ik gehouw en getrouw „ zal zijn aan de onvervreemdbaare Rech„ ten van den Mensch en Burger ; aan „ het Volk en de Wet, en dat ik mij in „ de betrachting van de pligten daar uit » voortvloeiende, zal gedragen als een ge„ trouw en eerlijk man." Ik Zweer e het of Beloove het. In  OMWENTELING, 351 In plaats van: zo Waarlijk helpe mij God Almachtig. Overeenkomftig den geest van het- ge* heele werk, werdt ook de Staats Refolutie van 23 Julij 1669 vernietigd , en de Afgevaardigden ter Algemeene Staaten volt magt gegeven, om in dringende zaaken bij meerderheid te ftemmen , en in alle zaaken die uitftel kunnen lijden , alvoorens rapport te doen. Het ambt van Raadpenfionaris afgefchaft zijnde , werdt de Tijdlijke Voorzitter met het Groot Zegel Bewaarderfchap belast, als ook met de onderhandelingen met de Buitenlandfche Ministers. — Bij de vernietiging der Ridderfchap , alle vertegenwoordiging van het platte Land ophoudende, was men wel dra bedacht om dit gebrek aan te vullen. Reeds den 30. Januarij , verfcheenen acht burgers uit de Banne van Oost- en Westzaanen, om de belangen hunner Committenten te helpen bevorderen. Die wel dra door anderen, door verfchillende Diftricren afgezonden , gevolgd werden. Eindelijk werdt op den 31. Januarij in 's Hage, en vervolgends ook in alle Plaatzen ir. "T IJ DPERK.I. BOEK.  352 GESCHIEDENIS der tii TIJDPERK.i. BOEK. I i zen en Steden in Holland, de volgende Publicatie afgekondigd met alle plegtigheden , die daar aan gegeven konden worden , als het luiden en fpeelen der klokken , het losbranden van het gefchut hetf gefchal der trompetten.- vrijheid, gelijkheid? broederschap. PUBLICATIE, . a De Provifiöneele Reprasfentanten vari het Volk- van Holland, aan hunne Medeburgeren meenende verfchuldigd te zijn eene plegtige verklaaring van de" gronden * op welke hunne daden en handelingen berusten allen den geenen die deze zullen zien of hooren lezen , falut ; doen te weten:" „ Dat wij volkomen overtuigd zijn, dat de magt welke ons toevertrouwd is , alleenlijk berust ; en dat wij' die ook alleen iiebben ontfangen, van de vrije keuze on'.er Medeburgeren. Dat geen oppergezag )ij ons, maar dat de eigenlijke Souverailiteit bij het volk is berustende , en wel  OMWENTELING. 053 .Zódanig , dat het volk de uitoefening van het zelve aan zijne Vertegen voördigers kan toevertrouwen, doch zonder het zelve ooit te kunnen vervreemden." „ Dat wij ons verzekerd houden , dat de rampen welken dit Land en de overige Gewesten thans zo zwaar drukken , voornaamlijk hunnen oorfprong verfchuldigd zijn aan de verkeerde denkbeelden, welke men door list en geweld den volke heeft voorgehouden , en dat het dus éeri vereischte is van Volksvertegenwoordigers j die hunnen pligt getrouw willen zijn , zekere en duidelijke grondbeginfelen, tot regelen van hun gedrag te beraamen en vastte ftellen." Dat hoe zeer wij meenen , dat dé nadere bepaling van die Rechten, het eerfte werk zal moeten zijn van eene Nationaale bijeenroepir.g van Repraifentanten van het geheele volk , benoemd tot het vastftellen van eenen Regeeringsvorm, wij nogthans aan het vertrouwen door onze Medeburgeren in ons gefteld, verfchuldigd zijn om openlijk eene plegtige erkentenis van de Rechten van den Mensch en van den Burger te doen , door te verklaren » z g« iï. TIJ 0P F. R Ui l. BOES;  S54 GESCHIEDENIS der ff. TIJDPERK. I. BOEK. gelijk wij erkennen en verklaren bij de* zen.'* „ Dat alle menfehen met gelijke rech„ ten geboren worden , en dat deze na„ tuurlijke rechten hun niet kunnen ont„ nomen worden." „ Dat deze Rechten beflaan in Gelijk- heid , Vrijheid , Veiligheid , Eigendom „ en Tegenfland aan Onderdrukking." „ Dat de Vrijheid de magt is welke „ ijder mensch toekomt, om te mogen „ doen al het geen anderen in hunne „ rechten niet ftoort, dat dus haare na„ tuurlijke bepaaling beflaat in deze flel,. ling: Doe niet aan eenen anderen, het ,, geen gij niet wilt dat u ge/chiede." „ Dat het ijder dus geoorloofd is, zijne „ gedagten en gevoelens aan anderen te ,, openbaren, het zij door de Drukpers of ,, op eenige andere wijze." „ Dat ijder mensch het recht heeft , „ om God zodanig te dienen als hij wil „ of niet wil, zonder daar in op eeniger„ lei wijze gedwongen te kunnen wor„ den." „ Dat de veiligheid beflaat in de zeker„ heid, van door anderen niet geftoord te „ zullen worden in het uitoefenen van » zij-  OMWENTELING. 355 „ zijne rechten , noch in het vreedzaam „ bezit van wettig verkregene eigendom„ men." „ Dat ijder item hebben moet in de wet„ gevende vergadering der geheele Maat„ fchappij , het zij perfoonlijk , het zij „ door eene bij hem mede gekozene ver„ tegcnwoordiging." „ Dat het oogmerk van alle burgerlijke „ Maatfchappijen zijn moet, om de men„ fchen te verzekeren het vreedzaam ge„ not van hunne natuurlijke rechten." ,, Dat dus de natuurlijke Vrijheid, van alles te mogen doen wat anderen irt ,, hunne rechten niet Hoort, nimmer ver,, hinderd kan worden; dan, wanneer het „ oogmerk der burgerlijke Maatfchappijen zulks volftrekdijk vordert." ,, Dat dergelijke bepalingen der natuur„ lijkc Vrijheid niet mogen gemaakt wor„ den, dan door het volk of deszelfs Ver„ tegenwoordigers." „ Dat derhalven niemand kan verpligt worden, iets van zijne bijzondere eigen* ,, dommen aan het algemeen te moeten „ afltaan of opofferen ; zonder dat zulks door den wil des volks , of van zijne 5, Reprsfentanten uitdruklijk bepaald zij , Z s „ en rf. TIJDPERK.I. E O E M>  356 GESCHIEDENIS der U. TIJ DPE R K. I. BOLK „ en na eene vooraf gcgaane fchavergoe„ ding." „ Dat de Wet de vrije en plegtige uit„ drukking is van den algemeenen wil , „ dat zij voor allen gelijk is, het zij om „ te draffen, het zij om te beloonen." „ Dat niemand gerechtlijk befchuldigd, „ gearresteerd en gevangen gezet mag „ worden , dan in zodanige gevallen en ,, volgends zodanige formaliteiten , als „ welken door de Wet zelve te vooren „ bepaald zijn." „ Dat in gevalle het noodzaaklijk geöor„ deeld wordt, iemand gevangen te ne„ men, een ijder niet drenger mag behan„ deld worden , dan volftrekt noodig is „ om zich van zijn perfoon te verzekeren." „ Dat daar alle menfehen gelijk zijn , „ allen verkiesbaar zijn tot alle Ambten „ en Bedieningen , zonder eenige andere „ redenen van voorkeur, dan die van deug„ den en bekwaamheden," ,, Dat een ijder het recht heeft, om „ van ijder Ambtenaar van het publiek „ Beduur , rekening en verandwoording „ van zijn bewind te helpen afvorderen." ,, Dat nooit de geringde bepaaling kan „ gemaakt worden aan het recht van ijder „. .Bur-  OMWENTELING. 357 „ Burger, om zijne belangen in te bren„ gen bij hun , welken de publieke magt „ toevertrouwd is." „ Dat de Souverainiteit bij het geheele „ volk berust, en dus geen gedeelte van „ het volk zich dezelve kan aanmatigen." „ Dat het volk ten allen tijden het recht „ heeft, zijnen Regeeringsvorm te verah„ deren , te verbeteren of eenen geheel „ anderen te verkiezen." „ Dat dit de gronden zijn op welken wij gemeend hebben , onze daden en handelingen te moeten grondvesten , en dat wij dezelven hebbende willen tocpasfen op de voorheen plaats gehad hebbende order van zaken, wel dra hebben bevonden, dat de Regeeringsform , welke door de inrukking van de Pruisfifche Armee ; en derhalven door louter geweld , in den Jaare 1787 is bevestigd , in allen opzigcen met dezelven itrijdig was." „ Dat de perfoonen, welken te vooren de vergadering van de zo genaamde Staaten van Holland en Wesifiiesland hebben uitgemaakt , nooit door hunne Medeburgeren tot derzelver Vertegenwoordigers waren verkoren ; en dat dus dat Staatsbeiïuur , als geheellijk ftrijdende met de Z 3 Rech- ir. TIJDPERK.I. BOEK.  S38 GESCHIEDENIS der U. ïijd?e r k. £ boek. Rechten van den Mensch cn van den Burger, niet kon bcftaan." „ Dat wij ook terftond ontwaar geworden zijn, dat de erflijke Waardigheden als van Erfftadhouder, Capitein , Generaal en Admiraal dezer Provintie en van Ridderfchap ; mitsgaders alle erflijke Adeldom , met de Rechten van den Mensch waren ftrijdende , en dat dus alle dezelven voor vervallen moesten worden gehouden en verklaard , zo als dezelven vervallen verklaard worden bij dezen." Dat wij ons verzekert houden , dat door deze verklaring alle de afgeperste en onwettige Eeden, op de zo genaamde oude Conftitutie in 1787 en 1788 bepaald , daadlijk kragtloos worden , voor zo verre dusdanig een Eed van eenige kragt mogt Zijn geweest; dan , dat wij ren overvloede en tot gerustftelling van alle en een iegelijk daarenboven verklaren , uit naam van het Volk van Holland, gelijk wel expresfelijk verklaard wordt mits dezen , dat alle Ingezetenen welken den voorfchreven Eed mogten hebben gedaan, bij dezen van denzelven geheellijk worden ontflagen." „ Dat met deze gronden ook ten eenetnaaj onbeftaanbaar was, het te vooren zo  OMWENTELING. 359 genaamd Collcgie van Gecommitteerde Kaden , zo van het Zuider- als Noorderkwartier , zo wel als de fplitfing van de Provinciaale Huishouding , zo in Finantien als anderfints; gelijk ook de toenmaalige Exiftentie van de zo gezegde Kekenkamer van Holland en Westfriesland, als allen geproflueerd zijnde uit de voorige gebrekkige Rcgeeringsform, als waar in gecnerlei wezenlijke reprefentatie gcöbferveerd werdt ; en dat wij derhalven gemeend hebben , alle de voorfz, Collegiën van Gecommitteerde Kaden , zo in het Zuider- als Noorderkwartier , mitsgaders van de Rekenkamer van Holland en IVa$* friesland, te moeten vernietigen en af te fchaffen , gelijk dezelven vernietigd en af. gefchaft worden bij dezen, en dat wij om het werk van derzelver Collegiën al aanflonds behoorlijk te doen vervangen, hebben gemeend te moeten aanbellen en committeeren , gelijk wij aanftellen en committeeren bij dezen , een Committé van Algemeen Welzijn , welks werkzaamheid die van de voorfz. voormaalige Gecommitteerde Raden geheel en al zal vervangen, voor zo veel de bijzondere Huishoudelijke obelangens dezer geheele Provintie aangaat s Z 4 wel' it. T1JBPERK, L BOEK.  S«o GESCHIEDENIS der i. T IJ D- PE R K ' tv . $QEK. I 1 ( { welken te vooren aan de voorfz. beid© Collegiën gedemandeerd geweest waren ; .voorts een Committé Militair , voor zo veel den Militairen ftaat en alle bijzondere Militaire zaken dezer geheele Provintie ber treft; — een Committé van Finantiën, om waar te nemen alle zaken van Finantie over deze geheele Provintie , en eindelijk een "Committé van Rekening , o.m. alle de werkzaamheden van die van de Hollandfche Rekenkamer over te nemen cn te vervangen; alles provifioneel en tot zo lang als daar omtrent, door eene daar toe zo dra mooglijk te beroepene verga-r dering van Reprafentanten , uit het ge-: heele Volk verkozen , nadere fchikkingen zullen wezen gemaakt. Dat wij voorts gemeend hebben , geen anderen tijtel aan leze onze vergadering te moeten hegten, lan die van Provijïoneele Reprtefentanten >an het Vphk van Holland, zonder het voord IV stfriesland daar bij te voegen , ds hebbende wij best geoordeeld de geicelc Provintie Holland daar ondtr te. noeten begrijpen." „ Willende en beveelende wij wel uitIruklijk aan de Hoven van Justitie, binnen leze Provintie refideerende, mitsgaders aan., at.  OMWENTELING. 361 alle Regeeringen van Steden en Plaatzcn binnen dezelve ; dat deze onze Publicatie met alle mooglijke plegrigheid, het zij door het gefchal van trompetten , door het luiden en fpeelen der klokken, of op zodanige andere plegtige wijze , als in ijdere Stad of Plaats best geoordeeld zal worden , aan alle Ingezetenen dezer Provintie bekend zal worden gemaakt; gelijk dezelve voorts alom zal worden geaffigeerd, daar zulks te doen gebruiklijk is , en dat een iegelijk zich daar naar ftiptclijk zal hebben te reguleeren," Gedaan in den Hage, onder het Klein Zegel van den Lande, den 31 Januarij 1795. Het Eer/Ie Jaar der Bataaffche Vrijheid. V. PAULUS, Vt. Ter Ordonnantie van de Provifioneele Repraefentantcn van het Volk van Holland. C. J. DE LANGE VAN WYNGAARDEN. Z 5 Men ff. T JJ PERK. I. BOEK.  TI. T IJ l>PLh K. I. BOEK. 362 GESCHIEDENIS der Men ziet in deze afkondiging de groote grondflagcn, waar op het gebouw der nieuwe Regeeringsform is opgetrokken geworden, ° en bij mangel van Conftitutie was dit de grondwet, waar op alles zich beriep. . Eindelijk de vergadering van Reprafentanten voor de geheele Provintie voltallig zijnde , werdt op 14 Februarij eene plegtige commisfie van twaalf perfoonen naar de Franfche Reprafentanten afgevaardigd, Om hen de befluiten der vergadering , federt den aanvang haarer Zittingen genomen, aan te bieden en van haaren wensch tot eene nauwere vereeniging te verzekeren. Minzaam, en onder de verpligtendfte betuigingen werdt dezelve door de Repraifentanten ontfangen , en aan hun de verzekering gegeven , dat hunne gevoelens ter kennis van de Conventie gebragt zouden worden. (*) Wij C) Reeds den 28. Janua-ij , en dus op een tijd , wanneer de Franfche lleprafentanten , die zich alhier bevonden, nog geene nauwkeurige kennis hadden van de geiteltenis der Vergadering van de Hollandfche Reprajfentanten , gaven de eerstgemelden een berigt aan de Conventie , nopens den toeftand der zaaken in ons Vaderland , dat voor de Géfchiedenis te gewigtig is, om niet  OMWENTELING. 363 Wij hebben ons bij de Provintie Holland des te langer opgehouden , om ons .ten piet eenige trekken uit het zelve mede te deelen t „ de Politieke en Revolutionaire verrichtingen , „ hebben in Hol/and eene behendigheid gekre„ gen , die van dag tot dag onwrikbaarer wordt, „ Zij fcheencn zich eerst tot een Stedelijke her„ ftellirig te zullen bepaalen , doch hebben zich federt achtervolgends uitgebreid tot de bijzondere Staaten der Provintiën , en die van {Jola, land zijn heden herfteld. De perfoonen , die „ 'er door het Pruisfifcke Despotismus , tegen „ den uil van de Natie en door geweld van wapenen ingefteld waren, zijn gerappelleerd en vervangen door fchrandere cn voorzichtige Pa„ triottcn. Geen geweld noch oproer heeft 'er „ bij deze verandering plaats gehad, en de ver„ fchillendheid van gevoelens blijkt alleenlijk uit „ het vertrouwen, het geen men toeflaat of 011„ trekt aan de bijzondere publieke Ambtenaa„ ren." „ De verandering in het ligchaam der Staaten „ van Holland is van het allergrootfte gewigt. „ Deze Provintie is de aanmerklijkfte van die , „ welken de Unie uitmaaken , om dat dezelve ,, alleen gelijk ftaat aan twee derde der Vereenig„ de Provintiën, en een evenredigen invloed in ,, de Politieke zaaken van de P>.epubliek heeft. „ Bijna alle de Havens behooren aan dezelve , en haar befluit tot de tegenwoordige Pevolu„ tie zal noodzaaklijk dat van de andere onaf„ hanglijke Provintiën ten gevolg hebben." „ He- II. TIJ DP E K K. I. BOEK. Utrecht*  364 GESCHIEDENIS der H. tij dP e R K. I. boek. t I ten aanzien der overige Provintiën, des te meer te kunnen bekorten in alle bijzon- der- „ Heden zullen de nieuwe Gedeputeerden van „ deze Provintie , zitting nemen in de Staaten Generaal, 'zo dat dit Corps binnen weinig da« gen , geheel of ten minften voor het groctfte n gedeelte, zal vernieuwd zijn, en de Franfche Republiek zal dan den eerften Steen kunnen », leggen aan eene bcftendige en onwrikbare Unit met de Hollandfche Natie." „ De perfoonen, die de nieuwe Regesringen uitmaaken, waren voor het meerder gedeelte, „ reeds in het bewind voor den inval der Pruis„ fifchen , en zijn nu weder in die commisfiën n gekomen, met welken zij, volgends eene wetn tige orde van hunne ConfHtutie, waren bekleed „ geweest , zij hebben dus dat karakter van „ wettigheid, het welk de creaturen van Pruis„ fchen en den Stadhouder ontbrak. De Prefi„ dent van deze Vergadering is de Burger pie» „ter paulus, voorheen Minister van de „ Marine, een ijverig Patriot, die bij den inval der Pruisfchen afgezet werdt, en in wien eene i, geoefende kundigheid van al het geen tot het „ Zeewezen van zijn Land behoort zich veree„ .nigt met de heblijkheid om over de Staatkun„ dige betrekkingen met de Mogendheden van „ Europa te cordeelen. Zijne medehelpers even , gelijk hij , zeer geoefend in de behandeling , van groote zaken , fchijnen ons toe zeer be, kwaam te wezen , om met vrugt aan de be, langen der beide Volken te arbeiden, en fcragt-  OMWENTELING. 35 derheden, waar in de Omwenteling in dezelven een gelijkvormigen tred heeft gehouden. — Utrecht dan, fchoon vroeger dan Holland met Franfchen bezet, was nogthans later in de hervorming van haar beftuur. Den 25. Januarij , verzocht het Committé Revolutionair van die Stad, de vergadering der Vroedfchap ; en ontfloeg dezelve in naam des volks van haare posten. Deze afgetreden zijnde , flelde het een getal van veertig aan de op het Raadhuis „ dauig de poogingen te onderdennen , welken .» wij gemeenfchaplijk tegen Engeland moeten „, ondernemen. Hun oogmerk is om alle gefchil. „ len , die verandering in de tegenwoordige „ Conftitutie konden maken, (buiten het Stad- houderfchap dat zij vernietigen,) aan een zijde ,, te zetten, tot dat rustiger tijden het Bataaf„ fehe Volk gelegenheid zullen geven , om des- zelfs aandagt op dat onderwerp te vestigen „ en 'er zulke hervormingen in te maken , als „ het zelve dan zal getaden vinden." „ De volmagt aan de Gedeputeerden gegeven, „ welken naar Parijs gezonden zijn, brand. „ sen , utt'elaar en six, om o ver eene „ fchikking in onderhandeling te treden , vervalt „ gelijkelijk met de Regeering van 1787, en „ eerstdaags zullen zij zonder karakter bij u „ wezen." If. t jj dperk,1. boek,  &$ GESCHIEDENIS de ii. TIJD PERK. I. BOEK. ( huis vergaderde menigte voor , zo tot Maire als Vertegenwoordigers, welken allen goedgekeurd zijnde , terftond werden afgehaald van hunne wooningen , en door eene dubbele rei van burgers naar het Stadhuis geleid; Het Committé dezelven geïnftalleerd, en van den Eed op de oude Conftitutie ontflagen hebbende, voor zo verre eenigen van dezelven dezen in een vroeger kwaliteit mogten gedaan hebben , verliet het Raadhuis: en de nieuw verkooren Provifioneele Municipaliteit begon haare werkzaamheden. De Franfche Generaal van da mme, kwam vervolgends de Municipaliteit verzekeren , dat de gebeurde Omwenteling met genoegen bij de Reprafentanten was vernomen , en dat zij wenschten dat de burgerijen op dezelfde bedaarde wijze mogten voormaren , in de overige Regeerings Collegiën van gefchikte perfoonen te voorzien , en in het daarftellen van alle verdere hoognoodige veranderingen ; verklaarende dat de franfche- Militaire magt , wel verre van daar in hinderlijk te wezen , hen behulpzaam zou zijn in allen , die dit werk zouden willen tegenftaan , tot hun pligt terug te brengen. — Deze verklaaring  OMWENTELING. $6f ring onthefte deze Provintie van alle belemmeringen der Omwenteling, die uit het verdrag tusfchen den Franfchen Generaal en de voormaalige Heeren Staaten , waar op de Provintie was overgegaan, zouden kunnen geboren worden. Hier door aangemoedigd , befloot men , om de hervorming ook tot het Staatswezen uit te ftrekken. Op den 28. Januarij begaf zich het gemelde Committé Revolutionair , vooraf gegaan door eene Compagnie Franfche Militie , haar door den Commandant ter onderfteuning vergund , en vergezeld van de nieuwe leden, namens Utrecht ter Staatsvergadering afgevaardigd , waar bij eene commisfie uit de Municipaliteit , om de nieuwe Staatsleden te begeleiden, - naar de Staatenkamer, en liet de Staaten ontbieden. De in de Stad tegenwoordig zijnde Leden aan dat opontbod voldoende , werdt hun aangekondigd , dat zij door het Committé , geauthorifeerd door de Municipaliteit der Stad , verklaard werden vervallen van hunne posten , onbekwaam om eenige daad van regeering uit te oefenen : als ook dat het eerfte en tweede Lid van Staat, rr. TIJD- V E R K. I. ISO EK.  368 GESCHIEDENIS der II. TIJD. PERK. I. BOEK. Staat, (*) bij dezen vernietigd werden. -» De tegenwoordige Staatsleden verklaarderi na een kort beraad deze Remotie aan te nemen , en verlieten daar op onmiddelijk de Raadzaal. Terftond kwamen de nieuwe Staatsleden, waar bij zich vervolgends de Afgevaardigden van de Steden Amersfoort , Wijk en Montfoort voegden , van de verlaten Raadplaatzen bezit nemen. Rheenen alleen zondt nog geene Afgevaardigden. Wel dra vernam men, dat de geheele Regeering en een groot gedeelte der burgerij , aan de partij des Stadhouders was toegedaan , en geene hervorming wenschte. Dat gedeelte der burgerij, welke naar de Omwenteling vuurig verlangde, was dan ook bedacht om dezelve daar te ftel- (*) Het eerfte Lid is de Geestelijkheid , of, zo als het toen heette, de Gei'ligeerdcn. Dit Lid beflaat uit acht Proosten of Kanunniken van een der vijf Capittelen : als van St. Marren of den Dom , van Oud Munfter, van St. Maria , St, fieter en St. Jan. Zii werden voormaals. door dtn Sr.uhouder uit één dezer Caputelen verkooren. — Het tweede Lid zijn de Edelen of Hee* ren van de Rid.lerfchap. — Het derde is datder S'eden Utrecht, Amersfoort, Rheenen, Wijk én Montfoort.  OMWENTELING. 369 ftellen. Zij vaardigden uit haar midden twee naar de Landfchapsvergadering , met verzoek om den noodigen bijftand , ter bewerking der Omwenteling. Terftond benoemde de vergadering eene commisfie uit haar midden, die den 14. Februarij , begeleid door een detachement Franfche Huzaarcn vertrok, en te Rheeren met open armen werdt ontfangen; De commisfie deedt den Raad vergaderen ^ verfcheen in denzelven , geëscorteerd door' de Huzaaren met ontblooten fabel, en las de aan haar gegeven volmagt der Reprasfentantcn voor , uit kracht van welke zij de tegenwoordige Regeering van alle haare' posten ontfloeg. Alle de leden onderwierpen zich aan dit befluit , en verlieten het Raadhuis. Ter voorkoming van regeering* loosheid , vervulde de commisfie in dac oogenblik de open gevallen plaatzen, ging, weder begeleid door de Huzaaren , naar het huis waar zich reeds de nieuw verkoren Municipaliteit bevondt, geleidde dezelve naar het Raadhuis , waar zij dezelve inftalleerde. Na deze verrigtingen, las zij aan de vergaderde burgerij een ordenlijk Verhaal v*n het gebeurde voor, en werdt haare verrichting met luid gejuich goedgeAa keurd,- t ij ri- P li R KJ I. EO EK.  373 • GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK.I. BOEK. Geldi rland. keurd , waar na zij nog denzelfdcn dag vertrok. Op het voetfpoor van Holland, was een der eerfte verrichtingen van de Provifioneele Reprsfcntanten van Utrecht, zo dra zij in genoegzaamen aantal bijeen waren , het Erflfadhouderfchap met den aankleve van dien af te fchaffén , den Adel en de Ridderfchap te vernietigen, de vrijheid van de jacht en visfcherij op eigen grond te herftellen , alle Ingezetenen van den Eed op de oude Conftitutie te ontflaan ; en eindelijk alle ftrafvonnisfen , ter zaake van de Omwenteling in 1787., op te heffen, en de uitgewekenen te noodigcn, om in hun Vaderland terug te keeren. Eindelijk was het op den 30. Maart, dat ook de Afgevaardigden namens het platte Land, en wel van Eemland, Nederkwartier en Overkwartier, (ft Kwartier van Montfoort alleen was nog afwezig ,) in de vergadering der Reprasfentanten kwamen Zitting nemen , en dus de vertegenwoordiging dier Provintie volledig maakten. In alle de overige Provintiën is de Omwenteling veel later bewerkt, door dien zij of langer met de troepen der Vereenigde Mo-  OMWENTELING. sft Mogendheden belast bleven , of de Franfchen dezelven laater bezetten. — Gelderland, hoewel het eerst door de Franfchen ingenomen, en de eerfte in de verandering van beftuur, in die plaatzen, waar de Franfche troepen zich bevonden, hadt echter nog geen volkomen vrije Regeerings beftelling, alzo de Regeering in den Eed der Franfche Republiek werdt genomen, overeenkomftig het Oorlogsregt in overwonnen Plaatzen. Dan op den 6. Februarij , was reeds het Omwentelings werk in die Provintie zo ver gevorderd , dat de vergadering der Provifioneele Reprafentanten van het Volk van Gelderland, te Nijmegen Landfchaplijk bijeen kwamen. (*) In deze vergade* (*) Deze Provintie is in drie Kwartieren verdeeld , dat van Kijmegeh , Zutphen en Arnhem. Ieder van dezen heeft zijne bijzondere Staaten , befiaande uit Ridderfcbap en Steden , vergaderen, de in de Hoofdftad van hun Kwartier, en zijndö de regeerende Burgerneester dier Stad , waar de Kwartier vergadering wordt gehouden, ook aldaaf Voorzitter. Deze Kwartieren zenden Afgevaardigden ter algemeene Vergadering der Provintiaaie Staaten, die twee maaien 's Jaars beurtelings, in een der drié Steden, wordt gehouden. Deze is de Landdag, en de Burggraaf van 't Rijk Nijwg. gen is daar Voorzitter. A& 2 ii. TijrJ- P h R K» I. BOEEi  372 GESCHIEDENIS der |I. TIJDPEBK,l SOEK. dcring werden de volgende merkwaardige befluiten genomen: — de Rechten van den Mensch en de Souverainiteit des Volks, alomme te doen Proclameeren ; — het Erfftadhouderfcbap, de Riddcrfchap en alle bevoorregte Standen af te fchaffen , als ook den tijtel van Staaten van het Vorftendom Gelderland en het Graaffchap Zutphen, in dien van Provifioneele Reprasfentanten des volks van Gelderland te verwisfelen ; alle Crimineele Vonnisfen en Politieke Refoluties over burger gefchillen, federt 1781 te vernietigen. Het Jachtgericht en de perfooneele Heeredienften af te fchaffen. Een Committé van Algemeen Welzijn, eri een tot vast flelling der vertegenwoordiging van het platte Land'aan te ftellen, en de Finantie commisiies der kwartieren in werking te brengen : — Het Provintiaale Hof tot enkele Judiciè'ele en Justitiëcle zaaken te bcpaalen, cn de Administratie van het Politieke, voorheenen, bij afwezigheid der Staaten, aan het zelve toevertrouwd, als ook van het Finantiëele, te demandeeren aan eene Provintiaale commisfie van negen perfoonen. Dus ging de Omwenteling in de Steden en Dorpen met rasfe fchreden voort, en »p zommige plaatzen werdt dezelve genoeg-  OMWENTELING. 373 noegzaam in het gezicht der Engelfchen of Oostenrijkers moedig daargeïïeld ; zo dat Gelderland de derde Provintie was , die den 7. Februarij haare Afgevaardigden ter vergadering der algemeene Staaten zondt. Intusfchen behieldt zij >;o veel van den voorigen Regecringsvorm , als welkers verandering de tegenwoordige omftandighcden nog niet gedoogden ; als bij voorbeeld de Landfchaps Vergaderingen in de Steden van Nijmegen , Arnhem en Zutphen, — de Kwartier Vergaderingen , en wat dies meer zij. Van Gelderland ging de Omwenteling, met de voortrekkende Franfchen , voort naar OverijsfeL In het laatst van Januarij werdt het beftuur in de Steden Campen, Deventer en Zwol op de reeds bekende wijze veranderd , cn den 5. Februarij werden de Staaten dezer Provintie, toen te Zwol vergaderende , mede van hunne posten ontzet en door anderen, vervangen , die terftond den 6. of 7. dier maand , drie Afgevaardigden naar V Rage zonden. Onder hunne eerfte verrichtingen was mede , de kleine Steden en het platte Land uil te noodigen, om hunne Afgevaardigden tei vergadering te zenden , — de SouverainiAa 3 tei II. TIJ DPERK.I. BOEK» Overiji' fel.  S74 GESCHIEDENIS der T IJ DI BOEK. Fries. land. ! < teit cn Rechten des volks te erkennen, —. cn het Stadhouderfchap en alle erflijke Waardigheden af te fchaffen. Men zal zich uit het verhaalde nog wel herinneren, op welk eene wijze Friesland zich aan de Franfchen hadt overgegeven. Van het gemaakte verdrag met dezelven, was eene voorfpoedige Omwenteling ook in het Stedelijk en Staats beduur van die Provintie te verwachten. Na dat dan de opening der Fraterniteit te Leeuwaarden was toegeftaan , trokken den 6. Februarij de Gemeenebestgezinden , wel vijf honderd fterk, paars gewijze naar gemelde Sociëteit, en werden door den Burger joha, met eene treffende aanfpraak verwelkomd. Daadlijk was men bedacht op het vormen van een Committé van Opftand voor de geheele Provintie-, en het wapenen der GemeenebestgezinT den. Den 9. werden 'er vier honderd Geweeren uit het Ammunitiehuis aan de Burgers rondgedeeld, die terftond hunne Officieren verkozen , en werdt de volgende dag bepaald, om de Omwenteling te bewerken. Den 10. trokken de gewapende Compaguën op en bezetten het Stadhuis, waar ie Magiftraat en Vroedfchap, als ook het Committé van Leeuwaarden was vergaderd.  OMWENTELING. 375 derd. Eenige leden van het zelve , van het Stadhuis komende , vroegen aan de vergaderde burgerij , of het haar wil was, dat de tegenwoordige Regeering van haare posten wierdt ontzet. Dit met een algemeen hoezie beandwoord zijnde , vervoegde zich een der Leden bij de vergaderde Magiftraat, om haar aan te zeggen, dat zij het vertrouwen des volks verloren hebbende, van haare posten werdt ontflagen ; het welk door den Voorzitter, met eene betuiging van aller bereidwilligheid daar toe, werdt beandwoord. Dezen vertrokken zijnde , werdt door den Secretaris van het Committé , de door het zelve gekozen Stads Regeering ter goedkeuring voorgedragen , die allen aangenomen , daadlijk opontboden en door het Committé geïnitallcerd werden. — Des nademiddags werden de uitgewekenen , van wier aankomst men verwittigd was , onder het losfen van het Gefchut, door de gewapende Burgermagt plegtig ingehaald. — Weinige dagen daar na, zag men ook de Omwenteling in Sneek en Qokkum. Dan in Harlingen , Bols waard en Workum was de Regeering zo gereed niet om haare posten te verlaten , waarom een comAa 4 mao- n. TIJDPERK.I. BOEK,  3.76; GESCHIEDENIS der TIJ DV E k K. li BOEK. mando Cavallerij aan die Steden, ter hulp #erdt toegezonden. Den 19. dier maand, verfchcenen te Leeuwaarden de twaalf Compagniën burgers in de wapenen, vervoegden zich voor de Fraterniteit, en omringen aldaar van den Prefident der nieuwe Municipaliteit , de-in 1787 ontnomen Vaandels en verdere ■Krijgs ornamenten. De door het Committé Revolutionair verkorene 'Provifioneele Reprefentanten der Provintie, bevonden zich reeds in gemelde Sociëteit. — Het Committé, ftaadijk begeleid door de gewapende magt, trok onder het losbranden van het Gefchut naar het Landfchapshufs 1 ontzette de aldaar vergaderde Staaten van hunne Regeeringsposten met eene nadruklijke aanfpraak, ftelde vervolgends een zestigtal perfoonen, tot Provifioneele Reprsefentanten aan de vergaderde menigte voor, die allen goedgekeurd zijnde , door het Committé daadlijk uit de Fraterniteit afgehaald , en op eene door het Volk bekrachtigde In'ftructie, beëedigd en geïnftalleerd wierden. — Déze Initruftie ^behelsde onder anderen , dat de Staatsleden zich in de noodige Committés zouden verdeelen , om alle zaaken van beihmr, de  OMWENTELING. 377 Finanties , Justitie , Koophandel, Zeevaart , Landbomv en Fabrieken betreffende, op de best mogelijke wijze ten algemeenen nutte waar te nemen; zo dat nogtbans het Opperbeftuur en de finaalc vastlfelling van de gewigtigfte zaaken zou blijven bij het geheele ligchaam der Reprafentanten, — dat een dezer Committés onmiddelijk belast zou worden , met het onverwijld opmaak en van een ontwerp ter geregelde oproeping des Volks; ten einde zo dra mogelijk , en wel uiterlijk binnen den tijd van vier maanden, eene volkomene en vrije Volks reprefentatic te kunnen daarftellen , — dat het Hof van Justint zou aanblijven , onder erkenning van hei gezag en de magt van de Provifioneele Repraefentanten des Volks: — eindelijk, da zij , zo van tijd tot tijd , als na aflooj. hunner werkzaamheden , en de vervanginj van dezelven door anderen, door den druk de noodige rekenfehap en een openbaa verflag van hunne verrichtingen aan d< Natie moesten geven. Op deze Inftrufti moesten zij zelfs den Eed afleggen. Een der eerfte verrichtingen van d nieuw aangeftelde Repraefentanten was, d affchaffing van het Erfftadhouderfchap e Aa 5 . < n. TIJDPERK. L BOEK. r r I > e e n e  378 GESCHIEDENIS der II. T)J DPERB.I BOEK. Eer wij van deze Provintie affcheiden , kunnen wij niet afzijn nog eene treffende bijzonderheid te vermelden. Het is bekend, dat in de rampfpoedige twisten van de Jaaren 1786 en 1787, de Staaten van Friesland zo wel verdeeld waren , als die van Utrecht; even zo als de minderheid der laatften te Amersfoort haare vergadering hielde, even zo zag men de minderheid der eerften ook te trant, ker bijeen komen. Het gevolg van dien weêrftand was , dat bij de Omwenteling van 1787, deze Stad als de zetel dier vergadering in Januarij des volgenden Jaars getuchtigd werdt, door de deuren der Stads poorten weg te nemen , en dezelven aan ketenen geklonken , in het Choor der Groote Kerk te boeijen. Men verwacht natuurlijk , bij deze Omwenteling , een herftel van dezen hoon. Deze hadt ook plaats op den 5. Maart. — Reeds vroeg kondigde het gelui der klokken aas, de intrekking van alle Jaargelden aan den Prins van Oranje en deszelfs gedacht , als ook de verklaaring van de Rechten van den Mensch en Burger, bij Publicatiën vau den 20. Februarij.  OMWENTELING. S79 san, dat deze een vreugde dag zou wezen. Des middags hadt de Schutterij, op de breede plaats een open vierkant geformeerd, aan welker vier zijden de Franfche Militairen , — een commisfie uit den Senaat , vergezeld van de Academie burgers , — omtrent honderd zestig burgers meest boven de vijftig jaaren oud , — tachtig gehuwde vrouwen en honderd vijftien jonge burgeresfen gefchaard Honden. Wel dra zag men de trein aannaderen; vooraf ging een detachement der Schutterij, den optocht geleidende, waar op de Municipaliteit volgde; — daar op werdt het oog getroffen, door het gezigt van den bejaarden burger waardenburg, dragende een zwaar touw aan een ftok, met een voorhangend Schild , met het opfchrift : met zulke tomven was ik aan mijn Zoon gebonden, — van drie andere gevangen geweest zijnde burgers , in de gedaante der Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap, — van eenige kleine kinderen van gevangenen , dragende de verbroken boeien van hunne vaders, —• van grootere kinderen van dezelven en gevluchten , dragende de ketens van de poorten met het groote flot, — van, de vrouwen en moeders der ver- volg- TI. TIJDPERK.I BOEK.  38o GESCHIEDENIS der II. Tijr- >ERK. I. BOEK. volgden met eene banier, waar op men las: . wij deelden in de droefheden , nu deelen wij. in de vreugde , —- van twee fmeden , — en de deuren van alle de poorter. Na dat deze laatften waren neder gelegd , en allen in eene voegzaame orde gefchaard ftonden , gaf de Prefident der Municipaliteit, die zich in het midden van den kring bevondt, het teken om de ketens op den grond te werpen, het welk met de meest mogelijke tekenen van verachting gefchiedde. Eene algemeene ftilte, door deze aandoening veroorzaakt, werdt afgewisfeld door het leevendigst vreugde gejuich , toen deze ketenen , onder het luiden der klokken en het losbranden van het gefchut, verbrijzeld wierden. Hier na riep een der burgers, na een gepasten gelukwensch , de reien van jonge burgers en burgeresfen bijeen , tot een eenftemmig gezang. Toen bragt men in een plegtigen optocht de deuren naar de poorten , en , na dat dezelven weder in gehangen waren , trok de trein langs de voornaamfte ftraaten weder naar de markt, waar elk zijne voorige plaats bezette. Na verfcheiden welfprekende aanfpraaken en dichtftukken, be-  OMWENTELING. 381 begon een algemeene vreugde dans der volwasfenen om den Vrijheidsboom , en deikinderen om de verbrijzelde ketenen; welke laatften aan den Toorcn gehecht werden, met het bijfchrift: gefmecd in 1787, verbroken in 1795 ; waar na deze merkwaardige dag in afwisfelende vreugdebedrijven werdt doorgebragt. Drenthe, fchoon nog niet geheel gezuiverd van Engelfche troepen, waagde de Omwenteling op den 1 o. Februarij te Asfen, de hoofdplaats van dat Landfchap. De burgerij was gewapend, zelfs met fcherpe patroonen voorzien. Na de oude Regeering bedankt te hebben , werden twaalf Provifioneele Reprcefentahten voor den tijd van twee maanden, door het Committé Revolutionair aangefteld; welken terftond de Vrijheid en Gelijkheid, de vrijheid van de Jagt en de vernietiging van het Erfftadhouderfchap afkondigden. De Stad en Provintie Groningen , be- < nevens de Ommelanden , volgden Fries- ^ land en Over ijs fel in de Omwenteling ; doch moesten dezelve tot het laatst van Februarij uitftellen , om reden dat dezelve geduurig met EngeUche troepen gekweld werden , en het ontlatend weder, de wegen rr. tij r> PE R K. I. BOEK. Drenthe. V Ironinen.  38ï GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK.t. BOEK. gen onbruikbaar maakende, de Franfchen belette hen fpoedig genoeg op de hielen te volgen. Den 23. januarij was men in de Stad Groningen reeds bedacht om het wapen Genootfchap , bij de voorige Ora^ wenteling ontwapend, weder in de wapenen te brengen , en door het zelve de wacht te laten betrekken : de Regeering begrijpende , dit het beste middel te zijn ter bewaaring van de rust en orde, gaf hier toe gereedlijk haare toeftemming. Daadlijk werdt een commisfie van defenfie, uit acht burgers begaande benoemd , om voor de rust en veiligheid te zorgen. Hier mede bleef het berusten tot den 12. Februarij, wanneer de burgers bij Vaandels opgeroepen Zijnde, die zelfde commisfie tot een Committé Revolutionair aanftelden. Den volgenden dag vergaderden de burgers wijksgewijze in de zes Kerken , ter benoeming van Kiezers tot eene nieuwe Municipaliteit. Terwijl deze Kiezers met Hemmen bezig waren , hadt het Committé Revolutionair de Regeering van haare posten ontzet, waar na de nieuw verkoorenen door het zelve geïnftalleerd en beëedigd Werden. De Omwenteling werdt met het planten van een Vrijheidsboom befloten. - Op  OMWENTELING. 383 Op denzelfden dag, een aanzienlijk aantal Ingezetenen, uit de Ommelanden; in Groningen vergaderd zijnde, fielden dezen mede een Committé Revolutionair van twaalf perfoonen aan. Dit riep de Inwooners der Ommelanden, tegen den 16. in de Broer Kerk te Groningen bijeen , en Helde zes en dertig burgers voor, om daar uit Provifioneele Repraefentanten te verkiezen , waar uit achttien werden verkooren. Vervolgens naar het O.nmelanders huis gegaan zijnde , ontzette het de oude Regeering van haare posten , ontboodt de nieuw verkoorenen, om dezelven als Provifioneele Reprafentanten der Ommelanden re inftalleeren. De Reprrefentanten dier Provintie waren al mede daadlijk bedacht , om bij openbaare Publicatie van 26 Februarij, de Souverainiteit des Volks, en de Rechten van den Mensch en Burger te erkennen , — het Stadhouderfchap en alle erflijke Waardigheden cn Rangen af te fchaffen, de burgeren van den Eed op de Conffitutie van 1787. te ontdaan , — de burger wapening , de vrijheid van de drukpers en die van de petitiën aan het Beftuur te herftcllen, — en voorts alle fententiën tegen per- It. TIJD* PERK l. BOEK-  3g4 GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK.I. BOEK. Zeeland. perfoonen , uit hoofde hunner Staatkunde ge denkwijze in 1787 geveld , in te trekken en te vernietigen; — noodigende zij alle de zodanigen, benevens allen, die genoodzaakt waren geweest om de Provintie te verlaaten , tot hunne haardfteden terug te keeren ; zullende de reeds betaalde breuken aan hen terug gegeven, en de verdere fchavergoeding aan de Reprsefentanten , na de vestiging der Conftitutie , overgelaten worden. — Op den 25. Februarij werden van Groningen en Ommelanden , de Afgevaardigden naar Hun Hoog Mog. benoemd. De overgang der Provintie Zeeland aan de Franfche wapenen, was voor de burgeren Van Middelburg het teken tot den opftand. Zij begonnen, daags na de aanj komst des Generaals more au, den 5.' Februarij, met de herftelling der in 1787 vernietigde Schutterij de Busfe , als ook de teruggave der wapenen te verzoeken ,■ waar bij nog kwam het verzoek, om een der Kerken ten gebruike te mogen hebben. De verzoeken door de Magiftraat gunftig toegeftaan zijnde , vergaderde de burgerij den 9., leverde een adres in aan de Staaten van Zeeland, om ontflag van den \  OM WEMTELING. 385 den Eed op de oude Conftitutie. In de vergadering van den 10. kreeg de burgerij berigt, dat het Request commisibriaal gemaakt was, en werdt in dezelve eene Proclamatie in naam van het Volk van Middelburg aan hunne Medeburgeren , vervaardigd. Dit ftuk ftrekte om de Omwenteling in de geheele Provintie , op grond der Proclamatie der Franfche Rcprafentanten, te bevorderen, en de waare gevoelens der Gemeenebestgezinden open te leggen. - Hier op werden twee Committés benoemd, één tot de burger wapening en één tot voorlichting der Volks vergadering. Het laatfte, genaamd Burger Committé , bragt den 13. haar verflag uit, ingevolge waar van het volk zich zelve verklaarde, ontflagen van den Eed op de oude Conftitutie, en werdt beflooten de Stedelijke Regeering van haare posten te ontzetten. Daadlijk werden 'er zestien Kiezers benoemd, die vijf en twintig perfoonen , twee tot Burgemeesteren , elf tot Schepenen , twaalf tot Raaden , benevens derzelver Secretarisfen zouden aan» ftellen. Deze keuze door de vergadering goedgekeurd zijnde , begaven de Kiezers zich naar het Raadhuis , ontboden de nieuw verkoorenen, welken zij terftond 'in B b den TL TIJDPEUK.I. BOEK.  S86" GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK. I. BOEK den Eed namen. Intusfchen werdt een der Burgemeesteren verzocht, de overige leden der Magiflxaat van hun ontflag kennis te geven , en die dag werdt met het planten van den Vrijheidsboom befloten. - Den 16. volgden Vlisfingen en Zierikzee. den 18. Veere , den 19. Goes , als ook vervolgends andere plaatzen het voorbeeld van Middelburg Eindelijk den 23. Februarij , verklaarden de Staaten van Zeeland, die nu grootendeels reeds uit andere perfoonen beftonden , dewijl de voorige Afgevaardigden terug geroepen , en door nieuwen vervangen waren, ten opzichte van het verzochte ontflag van den Eed op de oude Conflitutie, „ dat zij denzelven reeds als vernietigd befchouwden , door het artikel der gefloten Capitulatie , het welk het voorftel, tot behoud aer tegenwoordige Regeeringsvorm , verwijst naar de Proclamatie der Franfche Reprsefentanten , Waar in aan het Bataaffche volk het regt wordt toegekend , om zelve zijne Regeering te veranderen ; dat zij dc-rhalven, door het bewilligen in die Capitulatie , daadlijk gewild hebben , dat het vólk daar in zijn regt zou uitoefenen." - De her- vor-  OMWENTELING. 387 vorming ftrekte zich wel dra verder uit, zo dat reeds den 26. de ftaat en kwaliteit van eerften Edelen, vertegenwoordigende de Opgezetenen van het platte Land , afgefchaft werdt. Den volgenden dag werden alle vonnisfen , inzonderheid dat tegen den burger l. s t e v e n 1 n k , uit hoofde der burger gefchillen in 1787 geveld , opgeheven ; en den 3. Maart de rechten des volks erkend , het Stadhouderfchap vernietigd, en den titel van Staaten , voor die van Provifioneele Reprafentanten des Volks verwisfeld; als ook Vrijheid , Gelijkheid en Broederfchap, boven alle afkondigingen , en het eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid, onder dezelven gefteld. Den 27. Februarij belloten zijnde , Gedeputeerden naar 'f Hage te zenden , werden dezelven den 3. Maart benoemd , alwaar zij den 13. aankwamen. Den 23. Maart, werdt de vertegenwoordiging van het platte Land en de fmal Steden toegelaten , waar toe acht Afgevaardigden gefteld werden, die met hun allen eene ftem zouden uitbrengen. De 13. Maart kan derhalven, in zo ver als de voltooijing der Omwenteling befchouwd worden , als de vergadering van Bb 2 Hun ir. TIJ DPER K. J. BOEK.  II. TI]d Pt r k I. Boek De vergadering der silgetneeneStaaten. | ] i \ 1 I 1 c ^ \ £ r ■v T j 1 388 GESCHIEDENIS der Hun Hoog Mog. thans geheel beftondt uit Afgevaardigden, gezonden door hen , die het volk zelve gekozen en aangefteld hadt. Intusfchen was voor dien tijd, het gewigïigfte in de vergadering der Algemeene S taaien reeds afgedaan. Nauwlijks was de meerlerheid in dezelve, volgends de nieuwe orde gekozen, aanwezig: of men hoorde op den [6. Februarij door de Afgevaardigden van Holland, deze belangrijke punten voorttelen ; 1. de verklaaring van de Rechten ran den Mensch en Burger , zo als reeds 1 vier Provintiën gefehied was , met de ernietiging van het Stadhouderfchap , cn an den Eed op de voorige Conftitutie; 2. ;ennis geving hier van aan de Franfche lepraefentanten , en den Generaal en Chef ier in s Hage, door eene plegtige bezening; - en verders aan de andere Ministers an vreemde Hoven, als ook aan alle reemde Hoven, waar onze Ministers refieeren; en eindelijk eene bezending van en of twee bekwaame perfoonen aan de Jationaale Conventie, ter kennis geving an het verlangen dezer Republiek , om iet de Franfche Republiek als twee gejke en even onafhanglijke Gemeenebesten, eene  OMWENTELING. 389 eene vaste Alliantie aan te gaan. NadrukHjk was de aanfpraak van den Burger kahn, waar mede hij zijn last opende: „ Wij zijn voorzien ," dus liet hij zich hooren , „ met de roemrijke last , om „ deze Vergadering terug te roepen tot „ zodanige beginfelen , voor welken die „ van het voorig Bewind , als de omkee„ ring van hun gezag medebrengende ^ „ beefden , en dezelven daarom in hunne „ uitfehrijvingen van Bededagen, Petitiën, „ enz. geftadig affchilderden als hersfen„ fchimmig, als voortfpruitende uit de „ verrukte verbeelding van dolle Demago„ gen. — Niet alleen wij, wier last van de „ vrije Volken van Gelderland Utrecht „ en Overijsfel daar toe (trekken ; maar „ ook gij , die van wegens Zeeland , „ Friesland, Stad en Lande, u hier „ nog opdoet als Afgevaardigden van hun, „ die zich waanen dier Gewesten Souve„ rainen te zijn : ö van citters, ö „ beide de van borselens , en van „ brakel uit Zeeland, ö schuilen„ burg , aylva en rengers uit „ Friesland, ö van iddekinge uit „ Groningen, wischt op heden uwe voo„ rige fchande uit, verbrijzelt uwe keteBb 3 „ nen, II. T IJ Di. B O ü ii.  390 GESCHIEDENIS de T IJ DPF.R8I. BOEK ,-, ncn, verheft u zeiven tot menfehen, en „ ftemt gereedlijk in deze voorftellen." In zo verre deze laatften, als zijnde hier op niet gelast, in deze voorftellen konden treden, Hemden zij in dezelven voor hunne perfoonen, en dus werden dezelven befloten. Den volgenden dag werdt eene Staatlijke bezending van acht Leden, als twee uit Holland, en vervolgends uit ieder der overige Provintiën één, vooraf gegaan door de gewoone Bodens van Staat,Trompetters en de Kamerbewaarders, naar de Franfche Reprafentanten afgevaardigd, om hen van het genomen befluit en den wensch des Volks, naar een verbond van de naauwfte vriendfehap en vereeniging, kennis te geven. Bij het overgaan naar de verblijfplaats derzelven, werden aan hen, zo wel door Franfche als Hollandfche wachten , de Militaire honneurs bewezen. De Secretaris der Reprafentanten omring hen aan den trap , en bragt hen naar het eerfte Vertrek , van daar geleidde de Reprafentant alquier zelve hen ter plaatze i die ter gehoor geving beflemd was , waar hunne aanfpraak, in de verpligtendfie* bewoordingen, door gemelde Repraefentanten beandwoord werdt. Het  OMWENTELING. 39* Het duurde in tusfchen tot den 4. Maart, dat door Hun Hoog Mogende , — na dat alvoorens de Aéte van guarantie der voorige Conftitutie , door de zeven Provintiën na de Omwenteling in 1787. aangegaan , op pergament befchreven , door de Commis van Hun Hoog Mog. en op derzelver bevel , plegtftaatig verbrand was , — de erkentenis van de Rechten van den Mensch en Burger, de vernietiging van het Stadhoudcrfchap , en het ontflag van den Eed op de voorige Conftitutie werdt afgekondigd. Gemerkt alle tegenwoordige fchikkingen flegts voorloopig waren , waagde men het ook niet om de vergadering der algemeene Staaten zei ven te hervormen ; uitgezonderd de wijze van ftemming , die in zeei dringende gevallen thans hoofdelijk gefchicdde. De algemeene Staaten, de oppermagt des geheelen Volks bij Buitenlandfche Hoven verbeeldende , oordeelden het voor als nog van de uitgeftrektfte noodzaaklijkheid voor onze belangen , en tot behoud van ons ftaatkundig aanzien , den ouden form te behouden. De Collegies echter , die uit dezelven voortvlaeiBb 4 den, II. TIJDPERK.I. BOEK.  39» GESCHIEDENIS dei ft. 1 IJ D ÏERK. I BOEK. den, konden met minder gevaar hervormd worden, en hier bij was ook meerder fpoed. Dus werdc dan in die zelfde maand, den 4. Maart, de Raad van Staaten (*) afgefchaft , en in deszelfs plaats aangefteld een Committé, beftaande uit een en twintig perfoonen, onder den naam van Committé tot de Algemeene Zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, te benoemen uit de geheele Republiek, waar van zeven het beftuur moesten hebben over de Militie te Lande , en alles wat daar toe behoort , - zeven werden belast met het werk der Finantiën , het geheele Bondgenootfchap betreffende ; terwijl de zeven overigen zich bezig zouden houden met het formeeren van een plan , ingevolge waar van de geheele Natie zou kunnen op- (*) Holland hadt reeds den 26. Februarij , hier toe een voordel gedaan: geduurig werdt het befluit hier op verfchoven. Dan, een dringende brief van den Franfchen Repra?fentant alquieu aan Hun Hoog Mog., tot onverwijlde Organifatie der Zee- en Landmagt bragt daadlijk zo veel te wege , dat cp den 4. Maart een befluit , overeenkomftig het voorftel der Gedeputeerden dier Provintie werdt genomen.  OM WENTELING. ?Q} opgeroepen worden tot eene algemeene vergadering ; terwijl de beheering der zo genaamde Generaliteits Landen mede aan het zelve werdt toevertrouwd. — De vijf Admiraliteits Collegiën in Holland, Zeeland en Friesland, hadden reeds den 27. Febr. moeten plaats ruimen voor een Committé tot de Zaaken van de Marine, mede uit even veel perfoonen, op dezelfde wijze benoemd; derzclver werkzaamheden werden mede in drieën verdeeld , waar van een gedeelte tot de directie van de zaaken van de Zee, of Oorlog te Water, — een tot de Finantiën , — een tot de behandeling van alle zaaken en questiën , uit de Convooijen en Licenten voortfprnitende. Ziet daar dan binnen den tijd van twee maanden een gebouw omver gehaald , dat meer dan twee Ecuwen verduurd hadt, — omver gehaald , — niet met de onbefuisde cn woeste drift van dweep- of plunderzieke Beeldvormers ; — maar met die ftille bedaardheid en orde , welke den redelijken mensch , en vooral den Nederlander kenfehetst. — De laate nakomelingfchap deze Omwenteling met alle anderen , die dezelven zijn voorafgegaan, vergelijkende, zal niet weten zich meer over Bb 5 den IT. T IJ UP E II K. I. 30 EK.  II. TIJ DPERK.I. Bp E K. TWEE- 394- GESCHIEDENIS der den fpoed of de gemaatigdheid , in dezelve uitftekend zigtbaar, te verwonderen; — daar de Gefchiedboeken van alle Eeuwen en Volken ons nog geene Staatkundige omkeering hebben aangeboden , wier luisr ter door de fchandelijkfte buitenfpoorigheden en de Moedigde wraaktooneelen niet bezwalkt is geworden. En vergelijkt men tegen deze uitkomst eens de akelige en niet geheel ongegronde vooruitzigten , die veelen, bij het enkel denkbeeld aan de mogelijkheid eener Omwenteling, jaaren te vooren reeds deeden fidderen ; dan zal niemand, uit welk een oogpunt hij deze gebeurtenis ook moge befchouwen , nalaaten te erkennen , dat de beginzels van gemaatigdheid en orde haaren loop beftuurd hebben.  TWEEDE BOEK. VOORTGANGEN EN GEVOLGEN DER OMWENTELING. Nog nimmer werden de teugels van het Beftuur aanvaard in hachlijker omftandighcden , dan waar in het Vaderland zich ten dage der Omwenteling bevondt. Van de ecrlle verrukking der blijdfehap tot zich zeiven gekeerd en de oogen rond weidende , zag de Nederlander overal het betreurenswaardigst verval , dat hem een geheelen ondergang bedreigde. Merkwaardig zeker is de Omwenteling zelve in alle haare omflandigheden geweest ; maar nog merkwaardiger, het vermogen om tegen een vloed van rampen te worftelen , die onoverkomelijk fcheenen. — Beklagelijk was de toeftand der Landen, waar de fakkel des Oorlogs onmiddclijk gewoed hadt , gelijk Gelderland , Over ijs fel , Groningen , Utrecht , de Grenzen van Holland en de Generaliteit. Eerst uitgeput door de huisvesting de* vreemde troepen, II. TIJ DP E R IC. II. BOEK. Geflcltenis van Nederland,  ii. tjj — overladen met de fchreeuwendfte fchülden * — de Magazijnen ontbloot van al het noodige , — de Zeemagt bijna niet meer esueerende , en zich eenig en alleen bepaalende tot onbewegelijke Kielen." - Het bleek uit de rapporten der Gecommitteerden van de refpeétive Admiraliteiten , gelijk reeds vroeger doör de Hollandfehe Gedeputeerden ter Generaliteit was voorgedragen, dat alle de Schepen van den Staat niet verder verzorgd dan tot het einde van Maart, eri dat bij de bijzondere Admiraliteiten volftrekt geene penningen meer voor handen waren. — „ En laat ons dit, zeggen zij, ter adftructie van de goddelooze Directie omtrent de Zeezaken 'er bijvoegen , dat j toen men voor drie weeken ; — het indringen van onze Verlosfers niet meer kon beletten , men evenwel nog geene orders gefteld heeft op het afdanken van Matroozen Kanoniers en andere ligte troepen , én dat, terwijl men zéér wel wist, dat de kasfen ledig warert , en het duidelijk in het oog viel , welke verligting zodanige afdanking zou te wege brengen. — Ert Ce ms, rib TIJD. PERK. II. BÓEK. s  402 GESCHIEDENIS der II. TIJDPERKII. *0EK. nu , om een bijzonder voorbeeld aan te voeren i — de kas van het Collegie ter Admiraliteit op de Maas beflaat in dit oogenblik (9. Februarij) in ƒ 6 a 7000, de verfcheenen traktementen der Bedienden , enz. bedragen Omtrent ƒ 55000 , de foldijen van 1793, zijn flegts gedeeltelijk, en van die van 1794 is nog geen penning betaald : de kostpenningen beloopen ook eene geheele fom , de prasmiën voor de aanwerving van het laatfte half jaar moeten ook nog voldaan worden : de renten lopen: 'er is voor omtrent ƒ 150,000 aan ordonnantiën geflagen, en de manfchappen voor de Canonecrboten en Gaffelfchepen , voor de Binneulandfche defenfie , ten getale van omtrent acht honderd mannen , die hunne posten hebben verlaten, dringen om betaaling cn worden nog niet afgedankt," enz. Overal waren de kasfen der Steden enPrc*vintiën min of meer uitgeput. Gelderland, Overijsfel, Utrecht en bijzonder Holland, leverden hier van de fchrikbaarendfle tafreelen. Men leze het fummier verflag wegens den Finantiëelen toeftand der laatst genoemde Provintie en ieder Vaderlansch hart zal van angst krimpen. Volgends het zelve, was de voorraad van penningen , bij de aanvaarding  OMWENTELING. 403 ding der kas , nog geen vier millioenen , en daar onder nog begrepen alle de GeldRecepisfen, uit de Negotiatie van vijf percent , die tot betaaling der daar toe bepaalde lasten in 's Lands Comptoiren moesten aangenomen worden. Hier van moesten terftond volgends ordonnanties ruim twee millioenen , wegens verlopen foldij als andersfins, betaald worden. Dan, no°was de Provintie in haar Quota in de algemeene lasten negen millioenen ten achteren. Hier bij kwam een fchuld van ruim drie millioenen, wegens verfchillende achtcrftallige intresfen en andere zaaken. Onmogelijk was het daarenboven te berekenen , hoe veel 'er nog vereischt zou worden, ter herftelling van Dijken , fchavergoeding der Inundaties en beroovingeiij aanfchaffing van nieuwen Krijgs voorraad , bezorging der noodwendigheden voor de Franfche troepen , en de herftelling van de Land- en Zeemagt. Onder dit alles zuchteden de Provintiën onder een last van fchulden, waar van de renten alleen twaalf millioenen bedroegen , zonder te berekenen de guarandën voor de Oostindifche Compagnie, ten beloope van ruim zeventig millioenen. Cc a Na- ir. TIJDPERK. II. BOEK.  4o4 GESCHIEDENIS d'r H. rijD- PERK. ii. 10 EK. Natuurlijk kan men zich verbeelden * dat de ftaat van Nederland , ten aanzien van het herftellingswerk, nog ten uiterften verward was. Hoe (hel de Omwenteling ook voortging , was het nog ver af, dat zij op alle plaatzcn was daargefteld. En hoe veel bleef 'er buiten dien nog te hervormen over l — Iedere Stad , ieder Dorp was in wijze en order van beftuur van den ander verfchillende. — Verkeerde begrippen , verkeerde toepasfingen , verkeerde gebruiken van allerleien aart, met verfchillende oogmerken, vermeerderden overal de verwarring. Van het Enthufiasmus der edelmoedigheid en vergeeflijkheid terug gekeerd , daalden veelen tot den peil der redelooze drift neder, en zag men de bittere herinnering aan de verongelijkingen van vroegere dagen, bij de eene, — en den hardnekkigen geest van tergende tegenftreving bij de andere partij, de gezindheden van vredelievendheid en broederfchap vervangen, i De toeftand van ons Vaderland, ten opzichte haarer Buitenlandfche betrekkingen, ftondt ook zeer hachlijk. Daadlijk, bij den inval der Franfchen in Holland, namen de Ministers van zodanige Mogendheden , als met Frankrijk in Oorlog waren, gelijk  OMWENTELING. 4°5 Üjk Engeland, Pruisfen, de Keizer en RUslOnd ■ hun affcheid. Meest alle Buitenlandfche Mogendheden befchouwden dit Land als bezet en overheerd door de Franfchen ; dus was ons Staatkundig aanwezen een niets. Het nieuw Beduur werdt natuurlijk niet erkend. Engeland inzonderheid , in welkers Havens veelen onzer Schepen , in het laatst des voorgaanden Jaars, waren binnen gcloopen, waar onder Oorlogfchepen cn rijk beladen Oostindifche , legde reeds den 20. Januarij beflag op alle dezelve , onder voorwendzel van dezelven te bewaren, op dat dezelven niet in handen der Franfchen vielen: het zelfde voorbeeld volgde ook Spanje en Portugaal. Pruisfchen bleef weigeren onze Republiek te erkennen, en wilde geen Minister van het nieuwe beduur toelaten. Op dien zelfden grond hielden ook die Mogendheden , welken hier gelden genegotiëerd hadden , en met de Franfchen in Oorlog waren , als: de Keizer , Spanje , Pruisjen , en inzonderheid Engeland, derzelver intresfen achter ; het welk in dé hande. ling der gereedc penningen eene vermindering van eenige millioenen veroorzaakte, pa de Renteniers, wier getal door het Cc 3 toe TIJ D. PERK. IL BoEsu  II. TIJ Dfi«K ii. BOEK Handelingenmet 'ïuïtenl?ndfcheHoven. 406 GESCHIEDENIS oer toenemend verval van Handel, Zeevaart en Fabrieken in de laatst verloopen jaaren , een zeer aanzienlijk gedeelte der Ingezetenen uitmaakte , in de grootfte ongelegenheid bragt. Alles vereenigde zich dan, om ons Vaderland in den ellendigften , en tevens zorglijkften toeftand te dompelen. Bij deze oppervlakkige befchouwing van den verwarden en hoogst bekommerenden ftaat der Provintiën, kan men niet nalaten derzei ver Provifioneele Beftuurers, voor de meesten van welken het bewind eene nieuwe zaak was , het regt te doen van te erkennen, dat zij door onvermoeiden vlijt en ftandvastigheid , het zinkend Vaderland voor den geheelen ondergang behoed hebben. < Daar ons beftek niet toelaat, een volledig gefehied verhaal van alle de handelingen des Provifioneelen Beftuurs te leveren , zullen wij ons flegts tot zodanige trekken bepaalen , als wij oordeelen , alleen tot het werk der Omwenteling betrekkelijk te wezen. — Daadlijk was het Beftuur bedacht, om dezen Staat bij dat Staatkundig aanwezen te handhaven , dat dezelve üheen verloren te hebben, en niets  OMWENTELING. 407 niets ging het zelve meer ter harte , dan die gevolgen af te fnijden , welken zommigen, en uit den Franfchen inval , en uit de Omwenteling zelve , ten nadeele van ons Politiek bedaan mogten afleiden. Aan alle onze Ministers bij vreemde Mogendheden werden brieven afgevaardigd , drekkende, om van de verandering van zaaken , als ook van de affchaffing van het Stadhouderfchap kennis te geven , en te verklaarcn , dat bij deze verandering , het niet te min aan het zelve ten hoogden aangenaam zou wezen , de vriendfchap en goede verdandhouding te onderhouden ; met verdere last, om daar het behoorde, voor te dellen , dat wij, wel verre van door de Franfchen te zijn overheerd , de Franfche Republiek daar tegen de onafhanglijkheid van dezen Staat hadt erkend : (en ten bewijze hier van, werdt bij iedere Misfive een Exemplaar van het meer ge^ meld Franfche Manifest gevoegd.) Inzonderheid vorderden Engeland en pruisfen , met welken het voorig Beduur zich tegen de Franfchen op het naauwst vereenigd hadt, eene dubbele oplettendheid. De Ministers aldaa.r kregen dan de bijzondere last, om behalven het boven Cc 4 ge- iï. TIJDPERK. Ü. BOEK. t  4o8 GESCHIEDENIS df.r T-j o- ii. »OEK. gemelde, te infinnëeren , dat aangemerkt» de verlating van den Stadhouder , en devernietiging zijner waardigheden, dezen nietmeer in deze Republiek erkend wordende, de voorfchreve Hoven zouden gelieven te begrijpen , dat hunne guarantie op de zo genaamde Conftitutie in de Traclaaten van 1788 , bijzonder met betrekking tot die waardigheden geheel en al was vervallen , en Hun Hoog Mog. zich dien aangaande geheel voor ontflagen hielden ; voor het overige zeer bereid zijnde , om ten aanzien van andere artikelen van gemelde Traftaaten in zodanige fchikkingen te komen , als met het belang der bijzondere Natiën het meest zal overeenftemmen. De Ministers hartsinck, bij den Neder ■ Saxifchen Kreits, — fa gel, bij het Hof van Denemarken , spaan van voor stonde, bij dat van Lisfabon, en van der b o r c h , bij dat van ■Zweeden , werden als niet gefchikt, om aan die Hoven een regt denkbeeld van den ftaat der zaaken alhier te geven , in Februarij terug geroepen ; met ernftige aanmaaning echter om een vriendelijk affcheid te nemen, onder betuiging dat deze herroeping alleen tot hen perfoonlijk betrek-  OMWENTELING. 4&9 trekking hadt, en gecnfims tot iets dat de harraonij zou kunnen verdooren. •- Eindelijk werdt ook onzen Minister van rheede, bij het Hof van Berlijn, in het laatst van Oétober terug geroepen, met uitdrukkelijke last , om aan zijne Pruisfifche Majefteit te kennen te geven , de onveranderlijke begeerte van Hun Hoog Mogende, om met Hoogstdezelve in goede verftandhouding te blijven leven ; als zijnde het Rappel alleen tot hem van r he ede betrcklijk, dewelke het vertrouwen van Hun Hoog Mogende hadt verloorcn. Terftond bij het aanvaarden van het Bewind , hadden de Hollandfche Repraefen^ tanten gedacht, om de menigte Schepen , zich in de Engelfche Havens bevindende, van den tegenwoordigen ftaat der zaakcr te waarfchuwen , en aan te maanen , ou in allerijl de Reis naar het Vaderland aar te nemen ; zij hadden ten fterkften afange drongen bij Hun Hoog Mogende , om ééi of twee vertrouwde perfoonen , in cei Pinkje naar Engeland te zenden , om d Oorlogs- Compagnie- en Koopvaardijfck pen te gelasten, om de Havenen aldaar t Yerlaaten, en liever des noods een dc Cc 5 Frax ii. nj r>- PERK. II. BOEK. t l 1 i e r t-  4io GESCHIEDENIS der n. t ij r- p£ li K, IJ, boek. 1 ( 1 1 t ê V d ii P k Franfche Havenen in te loopen, en tevens fchikkingen te beraamen tot het veilig over- en weder vaaren der Paketbooten, De Burgers vitriarius en pasteur hier toe afgevaardigd zijnde, was de Envoijé nagel, over dit blijk van het weinig vertrouwen, dat in hem, naar zijn oordeel gefteld werdt, zo gevoelig , dat hij, fchoon hier toe door Hun Hoog Mogende uitdruklijk gelast, zich met niets wilde inlaaten , wat het oogmerk der zending van deze Afgevaardigden betrof, en daadlijk zijn Rappel verzocht. - Hier door werdt het Dogmerk hunner zending verijdeld, fchoon iet ook reeds te vooren door het gelegde ïmbargo van het Engelfche Hof vrucheloos gemaakt was. — De Staaten Geneaal , over dit gedrag hoogst ver ontwaarligd, weigerden hem het verzochte Rap>el ; maar gelastten hem daadlijk zijn gelouden gedrag in 's Hage te komen verndwoorden; echter alvoorens aan het £«elsch Ministerie uitdruklijk te kennen geende, dat Hun Hoog Mog. noodig geöorseld hebbende , om van hem mondelinge iformatiën te nemen, nopens zaaken hem srfoonlijk betreffende om die reden alen hem opontboden hadden. Tevens Helden  OMWENTELING. 411 den zij zijne goederen , in de Nederlanden , onder fequestratie. Van dit oogenblik werden ook zijne Appointementen ingehouden , gelijk ook die van den Griffier fa gel, zich nog in Londen, volgends de last van het voorig Beftuur , in geheime zending bevindende, pasteur en vitriarius , zich nog te Londen ophoudende, ontfingen wel dra een uitgellrekter volmagt, om als nog, bij het Engehck Ministerie alle vriendelijke inftantiën te doen , ten einde alle de Oorlogfchepen , Compagniefchepen , als ook alle de ■ anderen, zich in Engelfche Havenen bevindende , van het daar op gelegde verband werden ontheven , en uit te werken , dat dezelve naar de plaatzen hunner beftemming konden vertrekken : met verdere last, om daar in, na alle aangewende poogingen , niet kunnende flagen , een vriendelijk affcheid te nemen. En dit laatfte zag men ook wel dra gebeuren , daar hunne aanzoeken volftrekt verijdeld werden; en Engeland eindelijk geheel en al het masker afligtte, door zich, zelfs zonder eenige verklaaring vooraf te zenden, geheel en al als vijand van dezen Staat te gedragen. Reeds den 9. Febr. gaf dat Hof order om alle Hol- \ u. T IJ DPKRK, II. COÏK.  4r2 GESCHIEDENIS der ïfc tijdperk II. boek Hollandfche Schepen op te brengen, die naar Holland beftemd waren of van daar kwamen , ten einde met de laading provifioneel bewaard te worden ; — als mede die van alle andere Natiën , welken met Scheepsof Krijgs' voorraad naar Holland gefchikt waren ; waar na het op den 15. September, plegtig den Oorlog aan dezen Staat verklaarde , wordende daadlijk alle de zich aldaar bevindende Schepen en Ladingen , verbeurt verklaard en vervolgends verkocht. brandsen en repelaar, Afgevaardigden van het voorig Bewind tot de vredesonderhandelingen met de Franfche Republiek , waar bij zich naderhand s 1 x gevoegd hadt, werden mede reeds in den aanvang van Februarij terug geroepen, en gelast terug te keeren. De eerst gemelde bleef, uit hoofde van eene ongefteldheid, nog eenigen tijd te Parijs , de laatften bevonden zich reeds den 10. Maart in 's Hage. (*) Schoon, (*) Zeer gewigtig in den inhoud , en in de gevolgen voor hem , die dien brief ontfing , was hun fchrijven aan van der spiech., toen zij van de gebeurde Omwenteling nog niets wis- tan ^  OMWENTELING. 413 Schoon de Omwenteling in de Steden van Holland bewerkt was , bleven nog verte,, f — een brief, die te veel lichts verfpreidt over dit gedeelte der Géfchiedenis, om hem niet In zijn geheel mede' te deelen. Parijs 30 Januarij 1795. WEL E D. 'CESTEi IIE E R ! Onze zaaken gaan niet voorwaards, 't Committé van Algemeene Welzijn is oneindig Hijver* en minder handelbaar geworden : veel zal afhangen van het rapport van de twee Reprasfentanten die verwagt worden, en van de questie, of ons Gouvernement zich heeft weten te foutineeren , en het Bewind of Direftie van zaaken in voorige handen is. Zonder Tra ftaat van Alliantie is, naar ons inzien niet te eindigen, en wij befpeuren duidelijk, dat als een hoofd conditie voorgeit eld, of, om klaarder te fpreken , voorgefchreven zal worden , de fuppresfie van het Stadhouderfchap. Het vertrek van den Prins naar Engeland fchijnt eene decifive grond daar toe gelegd te hebben bij 't Committé. Een Durieux vertrekt of is van hier vertrokken , gechargeerd , zo men zegt met een commisfie , om herwaards te doen overbrengen de benoodigde goederen, welke in de Republiek in ra¬ il. TIJDPERK. II. BOEK.' Maatregelenomtrent  II. TIJ OP B R K. II. BOEK. de Omwe» teling ten pintten Lande. i 1 414 GESCHIEDENIS der vcrfcheiden Dorpen in den voorigen itaat van beftuur. Het was te vrezen , cn de ondervinding bevestigde reeds eenigermaate die vreeze, dat men door ruwe en ongeregelde flappen de Omwenteling ten platten Lande tot een geesfel voor het zelve , en tot een middel van de fchreeuwendftc veröngelijkingen zou maken. Het Hollandsen Beduur was dan reeds in het begin van Maart bedacht, om hierin provifioneele voorziening te doen. Bij dezelve werden de Eigenaars der Heerlijkheden, bij hun wettig regt van eigendom gehandhaafd; en tevens aan de Ingezetenen het regt tot de aanftelling hunner Regeering toegekend; maar de bekrachtiging der aandelling tot posten , de regtfpreking betreffende , als uit naam van het geheele volk gefchiedenie, aan het Opperbeduur verbleven , en te- cquifitio zonden wor.len gefield. Wij recommanderen aan IJ Wei Ed. Geftr. attentie , het andivoord van den Prefidcnt van de Conventie aan 3e Bataaffche Deputatie, te vinden in het laatfte n'er bij gaande Journal des Debats. Wij hebben de eer, enz.  OMWENTELfNO. 415 tevens gezorgd, dat de bekleeders van gekochte of op recognitie aanvaarde Ambten, in hun regt van eigendom niet benadeeld wierden ; blijvende alle Keuren en Wetten, daar mede niet ftrijdende of daar door afgefchaft wordende, in volle kracht. In Gelderland werdt bij de vernietiging van alle leenpligt en dienstbaarheid van alle foorten van leenen en hofhoorige goederen , tevens gezorgd voor fchavergoeding voor de bezitters der Leenkamers , te betaalen door de Eigenaars bij wijze van afkoop. — Om aan het werk der Omwenteling des te meer fpoed en geregelde orde , als ook behoorlijk gezag bij te zetten, werdt door het Hollandsch Beftuur zelve eene commisfie van Voorlichting aangefteld , welkers werkzaamheden dezelfde waren , als voorheen die van het Committé van Opftand, en welk ook nu het laatstgemelde geheel verving. En 'er werdt den 8. April vastgefteld, dat even weinig als bekende aanklevers van het voorig Beftuur , zo ook geene perfoonen, die voor de Omwenteling eenigen post van Bewind of Justitie bekleed , of van Minister bij zodanige Collegiën waargen nmen hadden, weder tot zodanige posten zouden aan- II. TIJ DPERK. II. BOEK.  41Ó* GESCHIEDENIS der TIJ D- HRK. n. BOEK Ontze ting d< Ambteliaaren. aangefteld worden , ten ware zij blijken* hunner Vaderlands- en Vrijheidsliefde konden toonen. r. In den aanvang der Omwenteling, was r de ontzetting op de meeste plaatzen alleen tot posten van beftuur of beheering bepaald gebleven: eigenlijk gezegde bezoldigde Ambtenaars werden, zo veel de veiligheid en de orde gedoogde , gefpaard. Zij , die de magt ter ontzetting hadden , waren Over het algemeen zeer huiverig , om zodanige Ambtenaaren in het algemeen van hunne posten te verlaten voor zo verre zij zich aan geene wandaaden fchuldig gemaakt hadden , die onder iederen Rcgeerlngsvorm ftrafwaardig zijn. Men kon alles niet op eens hervormen , veel moest nog blijven op den ouden voet en volgends den gewoonen loop. Het verligtte de werkzaamheden van het Beftuur j het bewaarde de orde en geregeldheid in de onderfcheidért vakken van het uitvoerend Bewind, wanneer zodanigen bij hunne pos-% ten bewaard bleven , die, door hebbelijk' heid en ervaarenis van eenige jaaren j alle noodige vereischteii tot het wel Waaraejnen van dezelven verkregen hadden. Hen afzettende en anderen aanftellende, konden n  OMWENTELING. 417 zij die kunde , vaardigheid en bekwaamheid in de nieuw aangekomene niet verwachten. Hoe zeer dan voelen dier Ambtenaaren den voorigen Regeeringsvorm nog toegedaan waren, wenschte men dezelven, voor zo ver zij zich getrouw , eerlijk en onderworpen gedroegen , te behouden. — Zommigen in tusfchen , die door de geestdrift der hervorming opgewonden, alle overblijfzelen van het voorig beftuur in één (lag wilden verbrijzelen; — anderen, die door het algemeen verval in alle takken van beftaan, van gelegenheid tot verdienften beroofd , tilleen in de verkrijging van een Ambt, het herftel hunner huishoudelijke zaaken verhoopten , — anderen weder , die de uitwerkzelen der partijzucht van zommige Ambtenaaren bij de voorgaande Omwenteling ondervonden 1 hadden , en nu nog wel eens door den trotsch geërgerd wierden van zodanigen , die zich wat te veel verheften op het denkbeeld van • zich noodzaaklijk gemaakt te hebben , — dezen allen waren van een géheel ftrijdig begrip , wilden ' niets minder, dan de ontzetting van alle Ambtenaaren , die men als het voorig Beftuur toegedaan kon befchouwen. Deze ftrijdige D d wer- II. TIJDPERK. II. BOEK.  ii. TIJD SVERK. ii". BOEK. 4i8 GESCHIEDENIS der werking Was een der hoofdbronnen va'ri de grootftc ongeregeldheden in alle de Provinriën, en van de hevigfte parcijfchap onder de Gemeenebestgezinden zeiven. De gematigden cn belangloozen verklaarden zich overal voor het Beftuur, dat ook hier in den weg van regt en orde wilde bewandelen , en verwarring voorkomen ; — de voorftartders der uitgebreidfte hervorming , en zij , die eenigen post bejaagden , waren overal begeerig naar de onbepaaldfte ontzetting. Op zommige plaatzen gelukte het den laatften de overhand te verkrijgen , en dan was de naam van Stadhoudersgezind reeds genoeg, om zijn post te verliezen. Op anderen, zag men de ftandvastigheid en onverzettelijkheid van het Bewind in tweeftrijd met dolle woede en ongeftuime drift , en . niet dan na den moeilijkften kamp het veld behouden. Onder andereu zal het genoeg zijn, het gebeurde te Amfterdam in de maand September aan te ilippen, wanneer zelfs de vrijheid der Deliberatiën van den Raad belet werdt , en dezelve in ftaat van arrest gefteld door zo^ danigen , die op de ontzetting der Oranje Ambtenaaren drongen. Op anderen weder , was men genoodzaakt zijn gezag te hand-  OMWENTELING. 419 handhaven , door de hulp der Franfche Militie. Dus werdt van den eenen kant de Omwenteling ontluisterd door de önredelijkftc vorderingen, en van den anderen de vreugde over dezelve , bij veelen verbitterd. — Zij voor alles, die bij dé voorige Omwenteling als balling verdreven , en nu terug gekeerd zijnde , van beftaaa ontbloot waren ; zij verwachtten in de ontzetting der Ambtenaaren het herftcl vau hun lot, en werden ook in die hoop gevlerkt door de aanprijzingen des Beftuurs, om hen bij voorkeuze met de open vallende plaatzen te begunfligen. Het liep echter aan tot het begin van Oétoher, dat het Beftuur van Holland, ziende de volftrekte noodzaaklijkheid, om daar in eenige voorziening te doen , ten einde erger gevolgen voor te komen, op den 12. van die maand vast ftelde , en aan alle Municipaliteiten aanfchïeef, om eene commisfie van twee , drie , vier of meer perfoonen uit haar midden te benoemen , bij welken de Stemgerechtigde Burgers een gelijk getal perfoonen moesten voegen; „ tert einde die gecombineerde commisfie „ eene lijst formeere van Stads of Lands ,, Ambtenaaren binnen hunne MunicipaliD d 2 Ij teit ik TIJD» PERK. n. BOEtt.  Ui TIJDPERK. ii. SOEK. 4ao GESCHIEDENIS der » teit resforteerende , welken bewezen „ zouden kunnen worden , zich fchuldig „ gemaakt te hebben aan de plundering „ of onderdrukking hunner Medeburge„ ren, en alzo met daden geijverd te heb,, ben , tot voortzetting of bevordering „ van het Oranje - Ariflocratisch Sijstema, „ of zich als zodanig verzet tegen de in„ komst der Franfche. Broederen in deze „ Republiek. — En van zodanige Amb„ tenaaren , welke Requesten , Memoriën „ of Smeekfchriften aan willem den V. „ hadden geprefenteerd, tot verzoek van ,, remotic of vervolging van hunne mcde„ menfehen , of zulken , die over zulke ,, remotiën , vervolgingen , mishandelingen „ en andere geweldenaarijen van het voo„ rig Beftuur, dank adresfen of felicita„ tiën hadden overgelegd of waereldkundig „ gemaakt :" ten einde vervolgends die perfoonen , voor zo ver zij Stads bediendens zijn , (zullende de klachten over Lands bediendens aan | het Committé van Algemeen IVelzijn verzonden worden f) door de Municipaliteiten van hunne posten ontzet, en dezelve met waardige Vaderlanders , mits de vereischte bekwaamhedeu hebbende, vervuld zouden kunnen worden. Daad-  OMWENTELING. 421 Daadlijk bij de aanvaarding des beftuurs, waren de hoofden van het Beftuur bedacht, om de voormaalige Regenten het vluchten en vervoeren hunner goederen te beletten. Heeft men zich verbaasd over de gemaatigdheid, waar mede de Omwenteling was daargefteld; eene gemaatigdheid, die, wars van de ongeregeldheden der plunderzucht en wraakgierigheid, de vrijheid en veiligheid van perfoonen en goederen van ieder, welk eene denkwijze hij ook koesterde , verzekerde, waarlijk men zou billijke reden tot verwondering gehad hebben , indien dezelfde beginfclen , zelfs bij de grootfle verandering van omftandigheden, gevolgd waren geworden. De Gemeenebestgezinden, de eifchen der Broederfchap en vergeeflijkheid alleen bepaalende tot de terughouding van daadlijke wraakneming over perfoonlijke beleedigingen , floten de aanfpraak op vergoeding der geledene fchade voor de Ingezetenen in het bijzonder, en den Lande in het algemeen , langs den geregelden weg van regten, daar door niet buiten. Thans zich aanmerkende als gefield tot handhaving der Nationaale rechtvaardigheid, oordeelden zij niet te mogen ver* geven , waar deze geflrengheid vorderde : Dd 3 thans li. TIJDPLUK. II. BOEK. Maatregelenomtrent de leden van het voorig Bewind.  422 GESCHIEDENIS der ii. TIJDPERK. 11. »OEK. thans geroepen om de zegevierende zaak der Vrijheid re befchermen, konden zij haar, door te uitgelfrekte toegevendheid, niet in gevaar brengen. De allerftrengite maatregelen werden genomen , om de voormaalige Regenten te noodzaaken ter plaatze hunner vvooning te blijven ; om de zodanigen , die reeds uitgeweken waren, te doen terug keeren, en r,e beletten , dat zij hunne goederen veryoerden en overmaakten , bezwaarden of vervreemdden ; zonder verlof der plaatslijke Regeering, Het oogmerk van alle deze maatregelen was, hun ten bekwaamen tijde tot rekenfehap en verandvvoording te roepen nopens hun beftuur , gehouden bij de Omwenteling in 1787. en de volgende jaaren, tot aan dit tijdperk toe; (*) en inzonderheid nopens de fchaden daar door aan veele bijzondere Ingezetenen , cn den Lande in het gemeen, toegebragt, en (*} Zie de Publicatie der Reprcefentanten van Holland van 4. en 12. Februarij, van Utrecht van 4. Februarij , van Zeeland van 9, Maart en 25. September, die echter dit verbod provifioneel ;ot op het einde van het Jaar bepaalde , en met uitzondering van zodanigen, die weder aangefteld W8-  OMWENTELING. 423 en bij bevinding van fchuld op hunne goederen en perfoonen die fchade te verhaaien. — De aanleiding tot zodanige maatregelen in Holland, was oogfchijnUjk dit, — Een gerucht in Leyden verfpreid , dat eenige leden van het voorig Beftuur, fchoon reeds onder Stads arrest, zich gereed maakten, om met hunne goederen heimelijk te vluchten , was van die uitwerking bij een groot gedeelte der Burgerij , dat zij op den 3. Februarij van de Municipaliteit de ftrengfte bewaaring van die Leden eischte. Daadlijk hier aan voldaan zijnde, werden de voorige afgetreden Regenten , nog den volgenden morgen en eenige volgende dagen onder huis arrest gefteld, en moesten zij in hunne wooningen gewapende Burgers tot bewaaking toelaaten, Ook waren; — van Groningen van 5 Maart; — van Gelderland van 10 Febt narij, waar in tot reden wordt gegeven , dat het voorig Beftuur de kasfen op eene willekeurige wijze geledigd , en benevens de charters en papieren , de reipt&ive Secretariën concerneerende , vervoerd hadden ; waarom zij Reprafentanten verklaaren, derzelver goederen onder verband der Natie , tot dat zij van hun beftuur veiandwoording zirilen gedaan hebben , ten einde uit dezelven de ftrhavergo.^ ding te vinden, Dd 4 11. TIJDPERS. II. BOEK»  4*4 -GESCHIEDENIS der II. tjj Ju perk. u. boek. Ook te Amfterdam toonde men dezelfde geestdrift. Onophoudelijke poogingen werden in het werk gefteld , om de aanhangers van het voorig Bewind op het naauwst te doen bewaaken, op de ftrengfte wijze te vervolgen, en in hunne goederen de gewenschte fchavergoeding te zoeken. Dit bewoog de Municipaliteit dier Stad , om haare gevoelens des aangaande open te leggen in eene afkondiging van 14 Februarij, wier bedoeling was de beginfelen van gematigdheid, broederfchap, en de eilchen van het waar belang des geheelen volks te vereenigen , met die der Nationaale rechtvaardigheid ; dan deze ftem was toen nog te zwak tegen het gefchreeuw der driften; en waren de gemoederen niet bedaard genoeg om haar te hooren en te volgen. Werdt de nieuwsgierigheid in het eerfte tijdperk, toen nog zo veel met duisternisfen omzwagteld was, opgewekt, daar zij de hevigfte befchuldigingen tegen den eerften Minister , den Raadpenfionaris l. p. van der spiegel hoorde uitbrengen, die , hoe zeer naamloos en in het duister verfpreid, van dat gewigt geoordeeld wierden , om op den eerften Schrijver eene premie van veertien duizend guldens te ftel-  OMWENTELING. 425 ftellen , — thans verwacht zij eene volledige bevrediging, daar alle die bekleedzelen zijn opgeheven, en niets belette, het regt tegen hem te vervorderen. Dit beweegt ons, om wat langer bij hem ftil te ftaan. Bij een der vroegfte vergaderingen der Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland, reeds den 28. Januarij van zijnen post als Raadpenfionaris, en dien van Groot Zegelbewaarder verlaten zijnde, werden daadlijk zijne papieren, in de even gemelde betrekkingen, in bcflag genomen. — Ten blijke van hoe veel gewigts hij geoordeeld werdt, ftrekt, dat de Franfche Reprafentanten verzochten, bij de ontzegeling zijner papieren tegenwoordig te wezen. — Bij het overgeven van dezelve verklaarde hij , dat dezen, voor zo ver hem ter goeder trouw bewust was, de eenige waren, welken hij in zijne gewezene hoedanigheid onder zich hadt gehad, met aanneming,om alle dergelijken, welken hij nog mogt vinden , getrouwlijk te zullen overgeven. — Hij behieldt zijne vrijheid volkomen tot den 4. Februarij , wanneer het Committé van Algemeen lVel~ zijn gequalificeerd werdt, om hem, benevens bentinck van rhoon, Kwartiermeester Generaal , uit hoofde van de Dd 5 me- n, tijdperk.II. boek  4a6 GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK» II. BOEK. i i i ! menigvuldige tegen hen ingebragt worden? de bezwaaren, in verzekerde bewaaring te nemen, en wel in hunne huizen, met verzegeling van hunne papieren. Bij deze verzekering van hunne perfoonen , hadt van der spiegel nader betuigd geen papieren onder zich te hebben , waar op door het Land aanfpraak kon gemaakt wor-» len, het welk door den Secretaris royer aevestigd wierdt; als ook, dat hij onder aorgtocht wel kon ontflagen worden : ïentinck hadt mede verklaard, dat men lem op zijn woord van eer moest ontr laan, alzo 'er veele dagen noodig waren, 3m zijne papieren bijeen te brengen. Dan n ftede hier van , werden beide den voerenden dag naar de Casfelenij van Hol'and, in Civil Arrest, op hunne eigene tosten overgebragt. — Niet weinig intusèhen maakte de eerst gemelde zijne goeie trouw verdacht, door het achterhouden /an een brief van brandsen, repe.aar en six, welken wij reeds mede gedeeld hebben. (*) Deze brief, in cijffer irefchreven zijnde, hadt hij ter ontcijffering overgegeven aan den Commis van Hun (*) Zie bladz. 412. in de Noot.  OMWENTELING. 427 Hun Hoog Mogende , lelyveld. Der ze ontboodt van croizet, den Secretaris der cijffers, het cijffer door Hun Hoog Mog. vervaardigd voor de bijzondere briefwisfeling met brandsen en repelaar. De brief ontcijfferd hebbende , hadt hij beide aan van der spiegel terug gezonden. Dit was daags voor zijne verzekering gebeurd. Welhaast lekte dit uit , en het gevolg was , dat lelyveld mede in bewaaring werdt genomen. De bewuste brief werdt bij van der spiegel in een Lesfenaartje gevonden , waar van de {leutel bij zijne huisvrouw berustte. — Dergelijk een voorval hadt nog eens plaats in het laatst van Maart , omtrent zekere brieven door van rheede , onzen Minister aan het Hof van Berlijn , aan hem en aan den Stadhouder gcfchreven ; welkers inhoud hij eerst trachtte te bedekken, om van rheede in geene onaangenaamheid te brengen. Doch eindelijk ontdekte hij, dat deze brieven met onzigtbaare Inkt gefchreven waren, die boven kwam, wanneer de letters boven rookend vuur werden gehouden , het geen nogthans mislukte , indien de brief door het water mogt gehaald zijn. rï. TIJ DPERK. ii. BOEK,  428 GESCHIEDENIS der li. TIJ 0PEiU. JI. BOEK. I 3 t \ < 1 < ■\ 2 C 1 1 v è zijn. De cijffers waren flegts om het oog te verblinden. Na den tijd van eenige weeken ter gemelde plaatze in bewaaring gezeten te hebben , vertoonde bentinck bij een adres aan het Beftuur, dat hem nog geene gelegenheid was gegeven , om zich te verandwoorden ; niet tegenftaande zijne herhaalde verzoeken aan het Committé van Algemeen Welzijn , om afdoening zijner zaak; dat hij den nadeeligen invloed dezer jpfluiting aan zijne gezondheid ondervond, :n ten ernftigften verzocht, dat hij volgends de wetten van den Lande behanleld, en hem gelegenheid ter defenfie tekens zijne befchuldigingen , zo die mogen zijn , waar van hij echter nog niets vist , mogt gegeven , en hij tevens. >p zijn woord van eer uit zijn arrest omlagen worden ; op een nader berigt van en Doctor zeiven, dat de bekrompenheid an het vertrek waar in hij zich bevondt, ijne gezondheid in gevaar ftelde , werdt en 7. April befloten , om hem naar het msthuis in het Bosch over te voeren. )an, op voordragt van de ongefchiktheid an dit verblijf voor zodanige gevangenen, oor het Committé van Algemeen Welzijn,  •Do Gewexenliaadp.eiiiioiiaris MVI.Jf.vajx de Spiegel gebragt op de Gevangen-poort in 's Hage, in den nacht van den n^den van Wijnmaand 17^5.   OMWENTELING. 429 zijn, werdt bepaald het Kasteel van Muiden hier toe in gereedheid te brengen. Dit befluit werdt nogthans wel dra gefurcheerd, op een Request van de huisvrouw van van der spiegel, den 23. April ingeleverd, inhoudende een verzoek ora ontflag van het Arrest, onder cautieftelling, of anders eene gevoeglijker bewaarplaats in of even buiten den Haag: toen bij nader overweging bevindende, dat het gereed maken van het Kasteel te Muiden , tot zodanig eene bewaarplaats, buitengewoone onkosten zou vereifchen , werdt op den 25. het huis in 't Bosch andermaal daar-toe verordend. Ingevolge van dit befluit dan, werden beiden in het begin van Mei , naar het Lusthuis van den gewezen Stadhouder in het Haagfche Bosch, overgebragt, waar zij tot de maand Oef ober in bewaaring bleven; middelerwijl de commisfie daar toe benoemd, de papieren van van der spiegel onderzocht. Op het verflag der commisfie, ge-' daan,den 14. Ocfober, werdt daadlijk befloten, om van der spiegel van daar naar de Gevangenpoort over te brengen, en tevens tot onderzoek zijner zaak, den Hoogleeraar te Leydsn valckenaar, als Fiscaal aan te ftellen. Des nachts, tusfchen den 14. II. TIIOP E R TC. II. BOEK,  II. TIJO- FEJÏK» H. BOE K. 430 GESCHIEDENIS der 14. en 15. werdt hij in een koets , geleid door één Officier, één Wagtmeester, één Corporaal en twaalf Ruiters overgevoerd. (*) Den 28. December, verzocht van der spiegel uit zijne gevangenis öntflagen té worden1, en onder zodanige bepaalingen als de Reprafentanten noodig oordeelden, naar zijn huis te mogen keeren. Den 5. Januarij des volgenden Jaars 1796., het ingeleverde Advijs van den benoemden Fiscaal valckenaar, over deszelfs zaak aan de orde van den dag zijnde, werdt, na overweging van het zelve belloten, dat de gewezen Raadpenfionaris provifioneel in eene politieke custodie zou blijven; terwijl de Committés van Algemeen Welzijn en Algemeene Waakzaamheid gelast werden , om eene gefchikte plaats daar toe aan de vergadering ten fpoedigfien voor te dragen , Hellende tevens het boven gemeld verzoek in hunne handen, om daar op zo veel acht te Maan , als de pligten van den mensch en (*) Voor drie uuren des morgens was hij reeds ïer beftemder plaats ; toen men hem de orde tot zijne vervoering kwam bekend maaken, antwoordde hij, zegt men , zeer bedaard , ik ben in Gods hand, ea flapte in de koets.  OMWENTELING. 431 en het welzijn van her. Vaderland zouden vorderen. — Intusfchen hadt zijne huisvrouw van dit befluit geene kennis gekregen , of zij leverde een verzoek in , {trekkende ^ dat haar man niet ver van den Haag mogt verwijderd, en haar en haaren kinderen toegang tot hem gegeven worden. Het Committé van Algemeen Welzijn, pleitte in haar rapport, op den 27. Januarij üitgebragt, fterk voor het huis in 't Bosch, als gereed, onkostbaar, en de onaangenaamheden van het gemis der Vrijheid eenigzins verzachtende. Dan , het Committé van Algemeens Waakzaamheid bragt een verfchillend rapport uit$ waarin het de gewigtigfte zwarigheden tegen deze plaats opperde, en eene andere plaats als zekerer voorftelde. De vergadering, het laatfte verflag volgende , liet aan de beide Committés andermaal over, om eene gefchikte plaats aan te wijzen, waar toe dan eindelijk het Kasteel van Woerden bepaald werdt. Eer wij van deze , in de géfchiedenis zo gewigtige , perfoonaadje geheel afftap* pen , kunnen wij niet voorbij , om den hoofd inhoud van het Advijs van den Hoogleeraar valckenaar op te geven. Hij Ter- ir. TIJD. PERK n. BOEK  432 GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK. II. SOEK. verdeelt de bezwaaren tegen hem , welken in het uitgebragte rapport van 14. October vervat waren , in twee hoofdfoorten , en zodanigen die hem in zijn individu, en die hem in zijne kwaliteit betreffen. Onder het eerfte telt hij voörnaamlijk , het aandeel , het welk hij zou gehad hebben in de plunderingen in Zeeland , bij de Omwenteling in 1787 , en zijne Reis naar Nijmegen, in Augustus van dat zelfde jaar ; om, zo als door veelen geloofd werdt, met willem den V. en zijne medeflanderen, het plan tot den Pruisfifchen inval te bcraamen. — Dan , op het eerfte merkt hij aan , dat die zaak in Zeeland alleen thuis hoorende , en door eene volgende Amnestie als het waare uitgewischt zijnde , niet wel door een Holland/eken Fiscus behandeld kon worden. En omtrent het laatfte-, golden dezelfde zwarigheden ; vooral nog , daar van deze zaak geene genoegzaame zekerheid was, en zijne mede fchuldigen ook gehoord moesten worden, die zich niet op Hollandsen Territoir bevonden; en boven alles , daar het bleek uit verfcheiden Extracten uit de Notulen van Zeeland, door den gevangenen gefuppediteerd, dat onze Minister aan het Pruis»  OMWENTELING. 433 Pruisfifche Hof, reeds federd het begin Van Julij , en dus zes weken voor zijne komst te Nijmegen , de aanmarsch der Praisfifche troepes naar Holland, herhaalde maaien hadt aangekondigd. De bezwaaren tegen hem, in zijne hoedanigheid als Raadpenfionaris van Holland, brengt hij tot de volgende punten: — na alvoorens verklaard te hebben , dat hem niets is voorgekomen, waar uit bij mogelijkheid kan afgeleid worden , dat hij zich met 's Lands penningen zou hebben verrijkt, of den Letter zijner Inftructie overtreden: - 1. Zijn aandeel in het gevangen houden, op verzoek van den Engelfchen Ambasfadcur, van audibert caIlle cü fonscubert, Franfche Cónfiils. a. Iri het gevangen houden te Maefiricht van vier leden der Franfche Conventie , door dumouriez aan coburq Overgeleverd. 3. In het vogelvrij verklaaren van alle de leden der Conventie , die voor deri dóód van lodewyk den XVI. geflemdi hebben , gedateerd eenige maanden voor het uitbarften van den Oorlog , — waar bij komt het toelaten van Franfche ÈmiÈ e gran Tij f>. perk; II. Boek;  43* GESCHIEDENIS der li. TIJ DPERK.ii. BOEK granten , het ftrafloos ontflaan der Fabrikeurs van valfche Asfignaaten , het welk de woede des Oorlogs tegen onzen Staat gekeerd heeft. 4. In het -fluiten der Tractaaten met Engeland en Pruisfen in 1787, waar bij het Erfiladliouderfchap is geguarandeerd geworden. 5. In het begunfiigen der onlusten in de Belgifche Nederlanden in 1789 en 1790. • ' « '-■ 6. In het drukkend Subfidie- Tractaat met Pruisfen , waar toe Holland wel ex Poft fablo, maar geenzins alle Bondgenootten hadden geconfentecrd. 7. In het doen van ruïneuze geld operatiën , als ook in het kwalijk befluuren der Finantiën. Dan , op alle deze punten merkt hij aan , dat hij in dit alles heeft gehandeld op last van zijne Meesters , — dat dus dezen het eerst in rechten moeten betrokken worden ; — vooral nog , daar zonder dit onderzoek niet kan blijken , welk aandeel ieder in het bijzonder aan de fchuld hebbe. Op deze gronden rust dan het volgend Advijs. ï. Dat  OMWENTELING. 435 té Dat de zaak van van der spiegel nog niet is gedisponeerd, om daar in eenige provifie van Justitie te verzoeken. 2. Dat dezelve niet dan gelijker hand met de leden van het voorig Bewind geëntameerd kan worden, over die daadzaaken, die in hem als Minister van Holland reprochabel voorkomen. 3. Dat dezelve in allen gevallen veel beter geëntameerd kan worden , door den gewooncn en algemeenen Fiscaal, dan door een bijzondereu. 4. Dat de punten, zijn gedrag in Zeeland betreffende , niet kunnen behandeld worden dan met medewerking van het Zeeuwsen Beftuur, biedende ten dien einde een Concept Misfive aan de Zeeuwfche Repraafentanten aan. 5. Dat hangende dit alles, zijn verblijf op de voorpoort niet langer behoorde te worden geprolongeerd, te minder, daar de redenen van voorzigtigheid, die de Reprtefentanten daar toe op den 14. October hadden bewogen , thans minder dringend fcheenen geworden te zijn, onverminderd zodanige Politieke Custodie , als zij , zo volgends de regelen van goede Politie, als Ee 2 t©t ii. TIJ üi PERK. II. BOE K>  430" GESCHIEDENIS der ii. TIJDPÈRK.ii. tot confervatie van zijn perfoon , en ingevolge hunne bekende,, billijkheid , in aanmerking van zijne ligchaams ongemakken , zouden oordeelen te behooren. Aangaande bentinck : men vergenoegde zich , met hem in bewaaring te houden, en in een gelijk lot met van der spiegel te doen deelen. Eenige onrustige bewegingen op den 14. der maand Junij , te Rotterdam, wrochten mede, om den ftaat der voorige Regeeringsleden eene ernftiger gedaante te geven. Een groot gedeelte der burgerij aldaar , des morgens op de Beurs vergaderd zijnde , begaf zich eene commisfie uit dezelve , vergezeld van eene groote menigte, van daar naar het Raadhuis, en vorderde met allen mogelijken nadruk, het in bewaaring nemen van den gewezen Hoofdfchout, en het huis arrest der voofmaalige Regeeringsleden, als ook het ontzetten van hunne posten van allen, die de Oranje partij waren toegedaan. De drift van de zijde des volks was zo hevig , dat een gevaarlijke opfiand te duchten was geweest , zo niet de Municipaliteit daadlijk hadt toegegeven. De gewezen Hoofdfchout  OMWENTELING. 437 fchout r. van staveren, werdt kort daar op in eene koets , onder een fterk geleide van gewapende Burgers, Franfche Dragonders en Hollandfche Ruiters , uit zijne woonïng naar de Stads Doelen gebragt ; terwijl den andere Raaden door de Stads Boden huis arrest werdt aangezegd. Den volgenden dag liet de Wethouderfchap openlijk afkondigen , dat zij de uitvoering van het gemelde befluit, als ftrijdig met hun eed en pligt befchouwende, hunne posten in den fchoot der Burgerij wilden neerleggen. De ernftigfte gevolgen zou deze wederzijdfche ftap van den Raad en het Volk gehad hebben , zo niet het Provintiaal Beftuur goedgevonden hadt , eene commisfie derwaards te zenden , ter vereffening der gefchillen. Op het verflag door dezelve , den 22. Junij ter vergadering gedaan , werden alle de handelingen der Burgers ten dezen opzigte , door het beftuur voor onwettig verklaard , — het befluit der Regeering , op hun aandrang genomen , vernietigd , - de Arresten opgeheven en alles tot den ftaat voor den i4. Junij gebragt. Met uitzondering nogchans van den gewezen Hoofdfchout van Ee.3 sta* ir. TIJDPERK. II. BOEK.  ii. TIJDPERK.II. BOEK. 438 GESCHIEDENIS oer staveren , wiens onverwijld arrest, en het inzamelen der bezwaaren tegen hem , aan, de zorg der Regeering werdt aanbevoolen -7 moetende die bezwaaren binnen veertien dagen aan de Reprasfentanten worden ovengeleverd, en dezelven onderzocht zijnde, hij aan zodanige Rechtbank worden overgeleverd , als hevonden zal worden te behooren. (*) — Eene uit de burgerij be- noem- (*) Ook te Dordrecht, zag men op het berigt van het 'voorgevallene te Rotterdam , dezelfde bewegingen. Nog denzelfden avond van den 14. Junij , vorderde de Volks Sociëteit aldaar, het overbrengen in de gevangenis van eenige leden der voorige Regeering, en het huis arrest der overigen; welken bijzonder genoemd wierden. De Raad weigerende aan dien eisch te voldoen , om dat hij de Sociëteit niet voor het geheele volk erkende , riep deze daadlijk de gewapende Burgermagt op tegen den volgenden dag ten acht uuren. Deze zich bijna eenpaarig met haar vereenigende, gingen zij gezamenlijk naar het Raadhuis , en herhaalden hun eisch , welken zij nu nader aandrongen. De Raad , na openlijk en plegtig voor God en menfehen betuigd te hebben , dat hij, volgends pligt en geweten niet in het verzoek der Burgeren kon toeilemmen , voor zo ver het Arrest op onmiddelijk bevel van den Raad betrof, dat hij echter met de Burgerij willende mede werken , en , zo ver hij kon in al-  OMWENTELING. 439 noemde commisfie leverde welhaast bezwaaren tegen hem in , die door de Reprafentanten van dat gewigt werden geoordeeld , om dezelven in handen van den Procureur Generaal te ftellen ; ten einde het regt van het Volk van Holland tegens hem waar te nemen. Eindelijk werdt hij in Januarij des volgenden Jaars 1796, onder eene cautie Helling van ten minften ƒ 10,000 voor den tijd van een Jaar , uic zijn Arrest ontflagen. Inmiddels gaven deze bewegingen, hoedanigen ook te Amfterdam plaats gehad hadden, aanleiding om ernfliger bedacht te zijn, alles genoegen geven, en daarom (temde , dat uit de Volksvergadering en uit den Raad, eene commisfie zich naar 'j Hagz zou begeven , om eene wenschlijke uitkomst ten fpoedigfte te bewerken. Dit voordel door de Gedeputeerden aan het Volk gedaan zijnde , werdt verworpen, en op den gadaanen eisch andermaal aangedrongen. Dan , nu was de Raad reeds gefcheiden. De Gedeputeerden begaven zich naar den Prefident, welke aan hun de fchiïftelijke order van den Raad aan den Commandant, om , naamlijk fchildwachten voor de huizen der bedoelde, perfoonen te plaatzen , ter hand ftelde. Ingevolge waar van deze order daadlijk volvoerd werdt. Ee 4 II. TIJDPERK, JÏ. BOEK.  440 GESCHIEDENIS der \ïr TiJDperk. ii. 9p ek. zijn , om het proces van het voorig beftuur op te maaken. Ten dien einde bet paalden de Provifioneele Repraafentanten yan Holland, op denzelfden dag van het bovengemeld befluit (den 11. Junij), dat eene commisfie van vier en twintig perfoonen benoemd zou worden, tot onderzoek van het Politiek- en Finantiëel gedrag van de leden van het voorig Beftuur. De burgerijen der. achttien ftemmende Steden, zouden ieder een lid benoemen , de overigen, als het platte Land vertegenwoordigende , zouden door de Reprafentanten van de kleine Steden en het platte Land, ter ver^ gadering zelve aangefteld worden; ten einde langs dien weg, aan het reeds op den 14, April verklaarde, begiufel, tot eene verfchuldigde fchavergoeding, geregeld te beandWoorden. En werdt deze commisfie gelast voorden 1. September verflag te doen. —In de Provintie en Stad Utrecht, werdt in de maand Junij mede eene commisfie benoemd , ora de Politieke en. Finantiè'ele. misdaaden van het voorig Beftuur te onderzoeken , als ook , welke Ambtenaaren zich het vertrouwen der Burgerij onwaardig gemaakt hadden. In Groningen  OMWENTELING- 441 yorderde de Volks Sociëteit aldaar, in het laatst van Junij, van de Municipaliteit; 1. het in hechtenis nemen van de oude Oranje Regenten ; 2. het geven van fchavergoeding uit hunne Boedels ; 3. het daarftellen van een Revolutionaire Rechtbank, om hen te vonnisfen ; 4- het afzetten van Officianten Oranje toegedaan, welker plaatzen door Vaderlanders vervuld moesten worden. Voor het overige oordeelde het Hollandsen Beftuur het noodig, ten einde een oplettend oog te vestigen op de handelingen en woelingen van zodanigen , die poogingen wilden in het werk ftellen, om de pas ontlooken Vrijheid in haare geboorte te fmooren , en alle verderflijka oogmerken voor te komen, een Committé van Waakzaamheid, uit acht leden beftaande , te benoemen , en werden tevens den 1. Meij alle Municipaliteiten gelast » pm ten zelfden einde een zodanig Committé te benoemen, welk met het Provintiaal Committé geregeld moest correspondeeren; terwijl aan alle civiele , criminee,1e, militaire en gewapende Burgermagten , uitdrukkelijk gekst werdt, om aan het geEe 5 mei TIJDPERK. "r BOEK*  442 GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK II. BOEK. Poogir gen tot herfiel der 1 anden Zeemagt, melde generaale Committé , alle mogelijke hulp te verleenen. Een der eerfte zorgen van het Beftuur, . vestigde zich op onze deerlijk gehavende Land- en Zeemagt, Zekerlijk bij den inval der Franfchen , waren beide geheel in hunne handen. Dan , naar maate dó Omwenteling eene vaster gedaante begon te verkrijgen , betoonden zij duidelijk ook in dit opzigt, van het regt van overwinnaar geen gebruik te willen maaken. Zij Zeiven waren het, die het beftuur allernadruklijkst aanfpoorden , om dat hcrilel zo •veel mogelijk te befpoedigen. Op den 4, Maart leverde de Franfche Reprsfentant alquier, ter vergadering van Hun Hoog Mog. eene Memorie in , in welke op de nadruklijkfte wijze, op de meest fpoedige Organifatie der Land- en Zeemagt werdt aangedrongen. In dezen brief verklaart hij, — na de noodzaaklijkheid van een onverwijld herftcl der Landmagt beweerd te hebben , op gronden , dat dit het werkzaamst middel was, om alle hoop op eene Tegenomwenteling, die vooral onder veelen der Militairen gekoesterd werdt, geheel en al te vernietigen ; —• dat, indien ■m-  OMWENTELING. 443 zijne voordrage nog nadere ontwikkeling behoefde , hij zou zeggen : dat de herftelling der' Land- en Zeemagt eene wer,kzaan\heid is , die alle Politieke fehikkingen, die men aan Frankrijk mogt voorftellen , moet voorafgaan; dewijl men gemaklijk bevroeden kon, dat het Fransch Gouvernement op de krachten der vereenigde Gewesten, volftrekt geen rekening zou kunnen maaken , wanneer Bevelhebbers aanbleven , aangefteld door de partij, die zij juist beftreden ; en ten anderen , om dat men met deze hervorming , niet behoorde te wachten tot den dag, wanneer de Armee weder te Veld moest trekken; maar, zegt hij: „ ik zal met een regtmaatig ongeduld den dag afwachten, waar op ik het Fransch Gouvernement zal kunnen berigten, dat indien het verbond dat gij voorgefteld hebt, gelijk ik hoop, tusfchen ons gefloten wordt, het zelve zal kunnen rekenen op de hulp eener Nederlandfche Armee en Vloot , hervormd volgends de beginfelen van hei tegenwoordig Gouvernement." De Hollandfche Gedeputeerden namer daar uit gelegenheid, om , nog ftaande dc ver It. t ij n- perk, II. BOEK.  444 GESCHIEDENIS der n. TIJ 0PEIIK. II. BOEK. vergadering , de benoeming der leden tot het Committé van Bondgenootfchap te Lande, waar toe reeds op dén 26. Februarij het voorftel door hen gedaan was , door te zetten. Zo dra was dan het Committé tot de zaaken van het Bondgenootfchap te Lande op den 4. Maart, en van de Marine op den 27. Februarij niet geconftituëerd , of men befpeurde eene grootere werkzaamheid, inzonderheid in het Zeewezen. Boven alles lieten de Gecommitteerden wegens Gelderland, den 15. Maart bij de Algemeene Staaten zich op dit onderwerp hooren , met een nadruk en aandrang , die alleen door den hoogen nood kon ingeboezemd worden. „ Het is van „ den rand des verderfs , Hoog Mogende „ Heeren ," dus luidde hunne mannelijke „ taal; dat wij u moeten toeroepen , redt ,, ons zinkend Vaderland. -— Het is met diep „ befef van den treurigen en allcrakelig, ften toeftand van ons zo fchandelijk , verraden Vaderland , — welke ons de , ftem in deze vergadering doet verhef, fen, en bij den klemmendften nood van „ Volk en Vrijheid , de ronde taal van , Vertegenwoordigers van een vrij Volk 'm  OMWENTELING. 445 „ in den mond legt." Welke aandrang dan ook van dat gevolg was, dat den 18. Maart bij Hun Hoog Mog. eene circulaire Misfive aan de Bondgenooten gearresteerd werdt , waar in dezelven bij het behoud van het Vaderland bezwooren werden , om zonder verwijl, 't zij door de gewoone , 't zij door buitengewoone Afgevaardigden , te treden tot een bijzondere conferentie , te houden in '* Hags den 1. April, om, niet op den ouden voet van bepaalde confenten , maar ia effecte , daar te ftellen een ruim voorziene Kas, waar uit de dringendrte behoeften van Land- en Zeemagt zouden kunnen gefourneerd worden ; — verklaarende zich onverandwoordelijk voor dejo geheelen ondergang der Republiek, indier niet onverwijld in deze maatregelen werd getreden : wijders werden ten zelfden da ge de Committés tot de Land- en Zee magt, binnen tWee dagen verzogt, eei ftaat van het benoodigde tot beide te ge ven, 't welk door beiden werdt aangeno men. — In deze allergewigtigfte onder handelingen, werden door de beide Com mittés de onkosten 7 tot herftel van Land e II. TIJDPERK. IL BOEK. I t I  tl. TIJDPER K. K. SÓ EK. 0 446 GESCHÏEDËNIS der én Zeemagt voor dit jaar, begroot op drie en dertig millioenen , waar van vijftien voor de Zee- en achttien voor de Landmagt bellemd moesten- worden : cn Verbonden de Bondgenooten zichj om b\nnen de drie eerde maanden tien millioenen , waarvan zes voor het Zeewezen ^ uit hoofde van deszelfs dringender behoeften , en vier voor het Militaire, op te brengen. Holland zou alleen hier in zeven dragen. — Van welke fom echter ten einde dier drie maanden , nog geen ton was opgebragt voor de Landmagt, en flegts een vijfde van het bepaalde voor de Zeemagt. Met dit alles was de werkzaamheid , onaangezien dit geld gebrek, zo groot, dat het Committé binnen drie maanden in ftaat was , om veertig Schepen, waar onder twaalf van Linie en achttien Fregatten, in dienst te ftellen, van welken op den 13. Augustus, een Vloot van ééil en twintig Zeilen in Zee liep ; welk aantal bij den aanvang des volgenden Jaars ,• met nog dertig vermeerderd was. De Krijgsdienst ter Zee en te Land , nog veele kenmerken dragende van die tijden , die zijne verordeningen hadden doen  OMWENTELING. 447 doen geboren worden , onderging de gewigtigfte veranderingen , overeenkomftisr de verklaarde Rechten van den Mensch cn Burger. Op dezen grondflag rustte de Proclamatie der Algemeene Staaten , zo dra de meerderheid der omgewentelde Provintiën haare Afgevaardigden hadt gezonden, aan het Nederlandfeite Krijgsvolk , uitgevaardigd den 27. Februarij. —— Bij dezelve werden de Krijgslieden met alle Burgers, vrij en gelijk verklaard. Zij werden ontflagen van den Eed aan den gewezen Kapitein Generaal. — Hun werdt vrij gelaten, zich in het huwelijk te begeven , zonder' daar toe eenig verlof van hunne Bevelhebbers noodig te hebben , — de ftok, alleen ter voortdrijving van het redelooze Vee gefchikt , maar voor geene vrije menfehen , zouden zij niet meer gevoelen. — Deugd , bekwaamheid en verdienden zouden voordaan den Officieren hun rang aanwijzen , en zij allen , door hunne verdienden, tot de hoogde trappen in den Krijgsdienst geraaken , niemand zou verplicht zijn langer in den dienst te blijven , dan hij zich verbonden hadt, en , zo dra de Ar- II. T HOPE EK. II. BOEK.  448 GESCHIEDENIS der H. TIJD PERK. il BOEK Armee geheel hervormd en op een vasten voet gebragt was , zouden zij beter gekleed en gevoed worden. Gebrek aan geld wederhieldt de Organifatie der Landmagt een geruimen tijd j waar dóór de defertie in de Armee benevens andere ongeregeldheden hand over hand toenamen ; en de helft van het jaar' was reeds verftreken , eer dat dezelve was daargefteld. Den 3. Julij werdt de oprichting van eene geheel nieuwe Armee , wat de form betreft, befloten. Veele Officieren , gehecht aan het voorig Beduur , namen hun ontflag, anderen' werden bevorderd : inzonderheid werden de terug gekeerde uitgewekenen, die in Franfchen dienst waren , zo veel mogelijk bevoorregt met dezelfde posten, welken zij aldaar bekleed hadden , die niet geplaatst konden worden , werden op penfioen gefield. • De Generaal h. w. daendels, die het eerst den voet in ons Vaderland gezet heeft, om de Franfchen den weg te baanen, werdt benevens j. b. dumonceau, mede weleer Generaal in Franfchen dienst tot Luitenant Generaal aangefteld. - Streelend moet voor den eerden de aanfpraak  OMWENTELING. 449 geweest zijn van den Pri'fident van Hun Hoog Mogende, bij het'afleggen van den Eed. BURGER GENERAAL.' ,, Heeft een voormaalig willekeurig Beftüur , om uwe Vrijheidminnende denkwijze u vervólgd, ja van uwen vaderlij„ ken grond verbannen." „ De Vertegenwoordigers van een vrij ,, en onafhanglijk Volk roepen u niet alleen in; maar dragen u den aanzienlijken en gewigtigen post van Luitenant Gene„ raai op i ten blijke van hün genoegen j, en erkentenis voor de dienften die gij ^ bewezen hebt j ter verkrijging van onj, zer aller Vrijheid. — Hun Hoog Mog. „ vertrouwen , dat gij al uw vermogen zult te werk ftellen om de liefde en ^ achting van de troepes, welke aan uwe „ zorg worden aanbevoolen , te winnen, „ en u als hun vader te befchouwen* van „ wien zij bij alle gepaste gelegenheden „ willen hooren , wat zij aan hun Vaderi,, land verfchuldigd zijn, welken eerbied zij „ voor de Wetten moeten hebben, en ^ welke gehoorzaamheid zij aan de door Ff „ het n. t ijd- perk; II. boek;  II. TIJD"P E R K. II. BOEK. 450 GESCHIEDENIS der „ het volk gekozene Vertegenwoordigers , „ behooren te betoonen." „ Gij zult hier in voor zeker {lagen , wanneer gij , benevens de verdere Offi„ eieren , welke aan uwe Militaire bevee„ len onderworpen zijn y de nauwkeurige „ betrachting voor oogen houdt van die „ plichten, zonder welke geen Maatfchap„ pij duurzaam kan zijn." „ In dat vertrouwen dan , wensch ik u „ geluk met uwen verkregenen post. — De Beftuurder van het Heelal zegene uwe poogingen, die gij verder ten nut„ te van uw Vaderland , en de geheiligde „ zaak der Vrijheid zult aanwenden!" Alles werdt op den Franfchen voet ingericht , de benamingen van de Regimenten vielen geheel weg: men vormde halve Brigades , ruim twee duizend man fterk , beftaande uit drie Bataillons; terwijl ieder derzelven één compagnie Grenadiers en acht Fuieliers inhieldt. De geheele Landmagt werdt gebragt tot zeven halve Brigades ; behalven vier bataillons Jagers , ieder van zes compagniën, honderd mannen fterk , - vier batailons Artilleristen, mede van zes compagniën , van honderd man ieder, - twee compagniën rijdende Artillerij, twee  OMWENTELING. 45! twee compagniën Mineurs, — zes Pontonheurs, twee en zeventig Ingenieurs, — vier Regimenten Cavallerij van acht compagniën , ieder van zeven en zeventig man ; ën het geheel, daar onder niet begrepen de in dienst gehoudene vreemde troepen * bedroeg omtrent drie en twintig duizend man. Zekerlijk een groote vermindering van Landmagt , daar nog in den Jaare 1792; de Armee tot ruim twee en veertig duizend man gebragt was, dan , welkè weder rijklijk vergoed werdt , door het iri ibldij overnemen van vijf en twintig duizend man Franfche troepen , gelijk wij vervolgends zien zullen; Het verflag nopens den toeftand der Fihantiën in Holland, gedaan den 4. Maart, deedt wel dra geduchte operaties, tot herftel van dezelven , vooruitzien. En deze operaties, waar van geene Provintie is uitgezonderd geweest, kunnen de lijst der ellenden vergrooten, welken ons Vaderland drukten. Naar maate van de meerderheid in gegoedheid , gelegenheid tot winften ert vooral in fchulden der Provintie Holland, moesten derzei ver Ingezetenen boven alles in den algemeenen last dragen. En indien men het vermogen dier Provintie eenigermaate Ff si juist Ét. TIJD;PERK, II. BOESEi 'Geldïeffin^jen.  ii. TIJDPERK XL BOEK. 45ï GESCHIEDENIS dér. juist wil berekenen , dan late raen zich niet verblinden door een uitwendig vertoon van grootheid en rijkdom; maar men befchouwe dezelve , na drie uitputtende Jaaren van 93, 94 en 95, nog der pracht en weelde, met eene verkwistende hand, offerende. -— De eerfte heffing van het nieuwe Beftuur was die van het ongemunt Goud- en Zilverwerk, op den 26. Maart., welk ook in Overijsfel en Zeeland gevolgd werdt. Tot drangredenen voor dezelve , werden opgegeven, behalven de nood, waar in het Vaderland zich bevondt, „ dé dreigende aanval van een Volk , dat voorheen vriend der Nederlanders in fchijn , toen reeds zo veele onheilen aan het zelve hadt toegebragt, en nu als een openbaaren vijand de noodige fchikkingen beraamde, om hen met geweld aan te tasten , en ware het mogelijk geheel te vernielen." Waar uit van zelve voortvloeide de noodzaaklijkheid , „ om de Land- cn Zeemagt op een geduchten voet te brengen ; en vooral eene Vloot uit te rusten , die gefchikt zou zijn, óm de Havens en Zeegaten te verdeedigen , den vijand in zijne ondernemingen te beteugelen, den handel m de Oost- en Noordzee, en naar andere plaat-  OMWENTELING. 453 pkatzen de benoodigde befcherming te verleenen." „ Ten einde nu daar toe , als ook tot verëffening van de lopende fchulden, waar toe de gewoone inkomlten , als die onder het voorig Beftuur minder geweest waren dan de uitgaven, de noodige penningen te vinden, verklaarden deReprajfentanten reeds over lang bedacht geweest te zijn op zodanig een plan, waar in de gegoede, naar de maate van zijne gegoedheid deel nam, - en dus, om dat hij meerder misfen kon dan een minder vermogende , zonder echter daar door meerder te worden benadeeld , in evenredigheid ook meerder opbragt." Dan de nood eischte eene fpoedige voorziening , hangende de deliberaties over dit gewigtig plan, en het middel daar toe beftondt in eene opoffering van al het ongemunt Goud- en Zilverwerk , alleen tot gebruik of vertoon van weelde verftrekkende: — „ een dood capitaal, dat geene rente opbrengende, ook geen vermindering in de inkomflen , door den aftand toebragt, daar het , in geld veranderd zijnde , de hoeveelheid van contante penningen zou vermeerderen," „ Echter, daar langs dien weg zommiFf 3 gen 11. TIJDPERK. BOEK.  454 GESCHIEDENIS der lï. TIJDPERK. m SOEK. gen meerder zouden geven , dan zij verpligc waren in de boven gemelde buitengewoqne geldheffing op te brengen , en deze opoffering .flegts bij vóorbetaaling ge-; fchiedde; zo .beloofden zij op he: plegtigst, dat de quirantie, voor dien opbrengst uit te geven , in die geldheffing , even als geld , zou kunnen worden ingebragt, en indien die quitantie meerder mogt bedragen , dan zo iemand verpligt was in dezelve pp te brengen, dit hem in baaren gelde , zonder eenige korting zou worden terug gegeven. Zijnde alleen het oogmerk, terftond een gedeelte der benoodigde penningen in 's Lands Schatkist te bezorgen, zonder de Ingezetenen op een oogenblik te noodzaaken, om groote geldfommen uit te fchieten." De bijzóndere voorwaarden van deze Opbrengst waren de volgende: „ van het Goud en Zilver werden uitgezonderd, het geen een tak van Koophandel uitmaakte , het geen tot den Kerkdienst verordend was, leepels, vorken , mesfenhechten , als mede alles wat tot beflag van meubilen diende , verfieringen tot den perfoonlijken dragt behoorende , mids voor ieder perr foon de innerlijke waarde van ƒ 300 niet  OMWENTELING. 455 te boven gaande, alle Medailles, Legpenningen en ftukken vreemde Munten. Al het overige moest, of in natura, of in gelds waarde opgebragt worden. — Het opgebragte werdt op kosten van den Lande gewogen, en de juiste waarde, van het zelve bepaald. En moesten aan den ontfanger getekende lijsten overgegeven worden , met opgave van het opgebragte en de naamen der opbrengers. Waar tegen hij quitantie zou afgeven , overeenkomftig de boven gemelde bedoeling. — Die ten dezen aanzien eenige fraude pleegde , zou het vier dubbele der waarde van het geen hij moest opbrengen , zonder eenige vergoeding verbeuren , en als bedrieger in de openlijke Nieuwspapieren getekend worden. Alles werdt dus voorbereid tot die groote geldheffing , welke ons Vaderland in eens uit alle nooden zou redden. Met beevend verlangen werdt dezelve te gemoet gezien. Eindelijk , toen men haar verwachtte, zag men echter door het Hollandsen Beftuur alvoorens eene nieuwe proeve wagen, ftrekkende om dat geducht rijdftip zo niet geheel, ten minden nog eenigen tijd te verfchuiven. Alvoorens tot Ff 4 ftreti- II. TIJDPERK. II. BOEK.  ii. T Jjnn» k. 11. BOEK. 456 GESCHIEDENIS der ftrengc maatregelen over te gaan , wilde, ■ men zien , wat de Vaderlandsliefde der Ingezetenen, door geen dwang genoodzaakt, vermogt. Het nam daar toe het tijdftip waar van den 11. Junij, een tijdftip, wanneer de Natie nog naauwlijks tot zich zelve was, gekomen , van de algemeene blijdfchap over het 'gefloten verbond met Frankrijk* Het beftuur bepaalde eene vrijwillige , en zeer voordeelige geldheffing \ maar , daar zij mede eene voorbereiding was tot de groote , ftrekte zij ook tot afkorting van ieders verfchuldigd aandeel in dezelve. — Dan , laten wij het befluit, dat in zijne, gronden een der gewigtigfte van het gevestigd Beftuur geweest is, en ons den heerfchenden geest dier tijden duidelijk doet. kennen, wat nader openleggen. „ Al aanftonds verklaaren de Reprjefentanten , en wel bij herhaaling van het. reeds gezegde in de afkondiging van 4. Maart, dat het uit de Rechten van den. Mensch en Burger voortvloeit, dat her Volk regt heeft, om opening van den. ftaat der Finanties te eifchen, als ook rekenfchap van het gebruik van 's Lands. penningen. — Dat, ingevolge daar van , vani  OMWENTELING. 457 van de immenfe fommen door het voorig Gouvernement afgeperst, en van het gebruik van dezelven gemaakt , een breedvoerig verflag aan de Natie gedaan zal worden; — dat dit reeds zou gefehied zijn , in gevalle veelerhande tusfchen kamende zaaken zulks niet verhinderd hadden, — dat zij echter bij deze de gedaans belofte herhaalen , zullende zij het Committé van Finantie daar toe op nieuw gelasten." „ De geld behoeften van den Staat, worden voorgefleld als voortfpruitende niet flegts uit de te betaalen fchulden ; maar inzonderheid uit het aangegaan verbond met Frankrijk, en de daar bij bedongen fchavergoeding. — Onder de middelen ter verzorging van de benoodigde penningen, waren bij hen wel in aanmerking gekomen, het invoeren van papieren geld, ook eene uitfchrijving van eene buitengewoone geldheffing, of bij opklimmende quotifatie, of door het opbrengen van een Jaar inkomen van ieder Burger , (*_) of bij eene zes- (*) De beide Concept-Plans daar toe, waren reeds'door den druk gemeen gemaakt. Ff 5 ii. TIJ DPt U K. ii. BOEK.  458 GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK. II. BOEK. zestiende penning, — Dan , tot geen van dezelven hadden zij tot hier toe kunnen overgaan, om deze gewigtige redenen. i. Waren zij huiverig, om op het voetfpoorvan het voorig beftuur, dat door den vijf en twintigften en vijftigften , of tweemaal één honderdften penning , een fchat van ruim tachtig millioenen guldens , in 5s Lands Schatkist geftort hadt , een zestienden penning uit te fchrijven ; vooral niet, alvoorens zij den ftaat van 's Lands Finantie en het geen tot derzelver herftel noodig is, konden openleggen, of zo lang zij nog niet beproefd hadden, in hoe verre de Natie vrijwillig hen zou te gemoet willen komen." „ Eene andere en niet minder gewigtige reden, die hen van gedwongen operaties wederhieldt, was , dat daar de buitengewoone te doene uitgaven , het geheele Bondgenootfchap betroffen, zij liever dezelve wilden verfchuiven, tot dat de gezamenlijke Provinties mede tot dezelve beflooten , of dat dezelve door eene nadere vereeniging der Provinties, in eene Nationaale Conventie over de gantfche uitgeftrektheid der geheele Republiek worden in*  OMWENTELING. 459 ingevoerd , om door ieder Burger , in evenredigheid zijner bezittingen , gelijklijk gedragen te worden; zonder welke geëvenredigde algemeenheid een ingevoerde bui? tengewoone belasting in de Provintie Holland, voor dat Volk zo prajudiciabet zou zijn , dat zij niet konden befluiten , Zulk eene ongelijkheid voor hunne rekening te nemen." „ De derde wederhoudende reden was ontleend van het Principe, achtervolgends het algemeen verklaard verlangen der Natie , bij deze vergadering aangenomen ; dat de leden van het voorig Gouvernement fchavergoeding aan den Volke en den Lünde fchuldig zijn ; en dat die fchavergoeding , zo dra mogelijk , op hunne goederen zal worden verhaald, beroepende zij zich ten blijke van hunne intentie deswegens op de Publicatie van 4 en 12. Februarij; dan, tot hier toe nog tot geen volledig befluit daar op hebbende kunnen komen , en die leden van hei voorig Beftuur, zich ook in de andere Provintiën bevindende , waar zij tot dezelfde vergoeding verbonden waren, — zagen zij zich ook genoodzaakt, tot zc lang hier op een algemeen befluit kon ge- PP/ II. TIJ DPERK.II. BOEK,  46a GESCHIEDENIS der iï. TIJDPERK, 11. BOEK. nomen worden , de gemelde geldheffing uit te ftellen: want zeggen zij, de natuurlijke billijkheid eischt, dat de fchuldige verdervers van het Vaderland , en de verkwisters van 's Lands penningen , eerst hunne fchuld aan de verongelijkte Natie betaalen, zo veel naar reden en billijkheid in hun vermógen zal zijn , en dat dan eerst de onfchuldige en zo veel geleden hebbende Natie opgeroepen worde, om de aan haar toegebragte fchade, door het afftaan van een gedeelte van eens iede-s eigendom te hérftellen : weshalvcn de bil-. lijke fchavergoeding aan de toekomende belasting dient voor te gaan , of ten minften dezelve te vergezellen." „ Ondertusfchen bevondt het Vaderland zich in den hoogfen nood, en vorderde eene onverwijlde hulp. De voorwaarden des verbonds met Frankrijk moesten voldaan , — Zee- en Landmagt moesten in een geduchten ftaat gebragt worden ter verdeediging van het Vaderland, den Koophandel , den toevoer der roodigfte Eetwaaren , (*) waar van zeker het gebrek reeds (*j Het verbpnd met Frankrijk eischte nog in dit Jaar de betaaling van dertig millioenen , ia  OMWENTELING. 461 reeds dreigde , — de opbrengst van het Goud- en Zilverwerk , en het veranderen van het zelve in gereede penningen , was een arbeid van een langwijligen omtlag , en ook op verre na niet toereikende in den dringenden nood. Geen ander middel fchoot derhalven over , dan eene proeve te nemen van de Vaderlandsliefde der Ingezetenen, door het decreteeren van eene vrijwillige Negotiatie. Door dezelve werdt ook aan de leden van het voorig beftuur en derzelver aankleveren gelegenheid in de helft des volgenden Jaars tien millioenen , en tien millioenen Honden nog te betaalen , we'4 gens de gedaane Requifities. Het herftel der Zeemagt vorderde vijftien , en dat der Landmagt twintig , waar van dertien voor de in Soldij overgenomen Franfche troepen , — te karnen vijf en tachtig. Hier in moest Holland dragen vijf en vijftig millioenen , en dan nog kwamen voor haare bijzondere rekening vijf en twintig millioenen , wegens onderfcheidea fchuldcn: te zamen tachtig millioenen, waar van de grootfte helft ten eerden , eri het overige binnen weinige maanden bij der hand moest wezen. „ In de daad eene verbaazende fom , maar deze door eene buitengewoone Vaderlandfche pooging bij eikanderen gebragt , zou oök toereikende zijn voor de opgegeven voorwerpen," K. TIJ IV PEUK. II. BOEK»  tl. TIJDPERK. II. BOEK. 462 GESCHIEDENIS der heid gegeven , om zulke blijken van mi* he bereidwilligheid voor het Vaderland te geven , dat daar op in eene door hen in 't vervolg te geven fchavergoeding, een billijk reguard zou geflagen worden ; tert welken einde de Municipaliteiten geaurhorifeerd worden , om hunne goederen van alle belemmeringen , door de Publicatie van 4 en ia Februarij gelegd , zo veel hoodig zou zijn, te ontheffen." „ Daar zij met deze infchrijving alleen bedoelen \ door een edelmoedig voorfchot in ftaat gefteld te worden , tot de betaaling der opgenoemde artikelen , verklaarert zij hunne opregte intentie te zijn , de voorfchieters fchadeloos te ftellen bij de groote geldheffing, zo door hunne quitantiën tegen de volle waarde aan te nemen $ als het meerdere dan hun geregtigd aan* deel in dezelve terug te geven." Deze infchrijving nu werdt bepaald voor' één Jaar, of zo veel korter, als de groote geldheffing zou uitgegeven worden. — In dezelve kon men met een derde in Specie, en twee derde in Bank-billiettert ten laste van de Beleeningsbank (*) , of twee £*) Deze was den 14, Meij opgerigt; irï de(. zet>  OMWENTELING. 463 twee [derde in Penningen en een derde in Recepisfen, uitgegeven tot inwisfcling van Franfche Asfignaaten , voldoen ; onder de Specie werden mede gerekend de quitanties van het opgebragte Goud- en Zilverwerk. — De infchrijvers zouden genieten een rente van vijf ten honderd in 't Jaar. Ieder moest op een daar toe gefchikt billiet tekenen de fom , die hij fourneerde, wanneer te betaalen , in eens of in de vast gefielde termijnen , zijn Doop- en Familienaam. Moetende zij , die niets infchreeven , echter hun billiet ondertekenen. Van deze moesten de Municipaliteiten lijsten formeeren , en affchriften overzenden aan den ontfanger van hun bijzonder District., en aan het Committé van Finantie , die dezelven tot eene algemeene lijst gebragt, door den druk gemeen zou maaken. Alle Voogden , Wees¬ kamers , Diaconiën , Administrateurs en Corporaties , die geacht konden worden , in de te doene belasting voor hunne Pupillen , enz. te zullen moeten dee- len, zelve konden effeflen , onroerende goederen en koopmanfchappeu, aan geen bederf onderworpen, beleend worden. II. TI] D » PERK. II. BOEK.  464 GESCHIEDENIS der ii. Tl] DPER K. II. BOEK. i len , konden ook voor zo veel infchrh/ ven , als waar toe zij door de Municipale teiten , of het Hof van Holland zouden geauthorifeerd worden. — De quitanties uit deze Negotiatie fpruitende, zouden vrij zijn van de belasting op het Collatoraal. Eindelijk behelsde deze afkondiging de toezegging van de betaaling der intresfen van alle Effeéten, ten lasten dezer Provintie , tegen den eerften Julij, — eene toezegging , die zo veel te meer het hart van bange zorgen verligtte i als het buitengewoon lang achterblijven van dezelve , de fchaarschheid van penningen vergrootte , en het gemoed door de akeligfte vooruitdgten ontrustte. De reden van dit buitengewoon langichterblijven was deze. — Schoon bij den tanvang der Omwenteling, de lasten op' len gewoonen voet bleven voortgaan, was tnen echter niet in de mogelijkheid , om Je verfchuldigde intresfen te voldoen , leels om de bekrompenheid der kas, deels am dat men geene penningen wilde afgeven , alvoorens een precifen ftaat van de verklijke kas te weten, deels om dat men1 lög twijfelachtig was, omtrent het lot de='  OMWENTELING. 465 dezer Republiek. Dan deze beide zwaarigheden , en vooral de laatfte , door het verbond met Frankrijk , dat onze Staatkundige onaf hanglijkheid bevestigde, opgeheven zijnde, befloot men ook tot de gezegde voldoening. Op den 16. Junij, verklaarde het Hollandsen Beftuur, alle de gemaakte fchulden van het voorig Beftuur te erkennen voor fchulden van de Provintie ; maar tevens, (en dit betrof de Obligaties van drie , vier en vijf ten honderd des voorgaanden Jaars f) zonder het nieuwe aan dé verplichting tot hooger betaaling van intresfen te onderwerpen , dan van de gewoone Obligaties. Inzonderheid verordende men , ten opzigte van de geld Recepisfen vart 1 December 1794, fpruitendë uit de Publicatie van 19. November van dat Jaar, dat de intresfen Van dezelven van Vijf percent, met het einde der maand Junij zouden eindigen; terwijl dezelven iri de betaaling der uitgedrukte lasten, zouden blijven aangenomen worden. (*) Wel- (*) Dus werdt de vreze gedeeltelijk gebillijkt, waar van wij bladz. 77 gewaagden, en nog meer* naar welhaast eene menigte valfche Recepisfen in Gg om- ] ij d- pe ritti II. boek;  4f56 GESCHIEDENIS der II. TIJ DP K 11 K. II. BOEK. Welke ftreelende verwachtingen het Beftuur ook moge gekoesterd hebben, op den gelukkigen uitflag eener zo voordeelige Negotiatie ; de uitkomst leerde het zelve wel fpoedig , dat het langs dien weg nimmer tot het bedoelde , de redding des Vaderlands, zou geraaken. Zommigen zekerlijk muntten uit in ijver ten dezen opzigte , dan de meesten , fchoon rijklijk infchrijvende, verfchooven de betaaling tot den laatften termijn, of bepaalden zich ejikel tot de quitanties van het Goud en Zilver, of de Recepisfen van Asfignaaten ; daar door kwam wel veel papier, maar weinige gereede penningen in de Kas. Het leedt dus ook niet langer dan tot den 17. Julij , wanneer reeds de zo lang gedreigde groote geldheffing werdt uitgefchreven. — Deze beftondt in eene ligting van den zestienden penning , of wel van zes ten honderd van alle bezittingen en inkomften. Deze hadt zekerlijk eenige overeenkomst met den vijf en twintigften cn vijftigften penning onder het voorig beftuur, omloop gebragt werden , blijkens eene vroegere Publicatie van 20. Mei}.  OMWENTELING; 4Ó> Hum*, van welke manier van geldheffing het tegenwoordige zich ten uiterfte afkeerig verklaard hadt. Dan , de penningen , zeggen zij , die thans vereischt werden , waren hoogst noodzaaklijk en moesten gebruikt te worden ter voldoening vart eene, ten genoegen van het Volk, gecontracteerde fchuld , en tot gocdmaaking van onkosten , zonder welken het Vaderland niet behouden kon worden. Daar het nu gebleeken was , dat het provenu der weleer uitgefchreven vijf en rwintigfte en vijftigfte penningen , juist zo veel als thans vereischt werdt, bedragen hadt, en dus het zestiende gedeelte der bezittingen der Ingezetenen op even zo veel gefchat kon worden , vonden zij hier in een nieuwen grond tot heffing van zes ten honderd. Dan tevens oordeelden zij , op grond van het vooruitzigt van eene nabij zijnde Nationaale Conventie , flegts provifioneel, deze geldheffing te kunnen uitfchrijven ; ten einde dezelve door zodanig eene als de Conventie zou goedvinden daar te ftellen , te doen vervangen en met dezelve te doen geconfolideerd worden. Gg ft De¬ ll. TIJÖP E R Ka ii. BOEK»  468 GESCHIEDENIS dér li: TIJ D PERK. II. BOEK. Deze Negotiatie dan , als een vooffcliot der Hollandfche Natie aanmerkende , wilden zij de deelnemers den gewoonen intrest van twee en een half ten honderd laten genieten: terwijl de quitanties uit de vrijwillige Negotiatie fpruitende , in dezelve zouden mogen en moeten gebezigd worden. Van deze Negotiatie werd niemand hoe genaamd, 't zij perfoon, 't zij corporatie , uitgezonderd , dan alleen die Fondfen , ingericht tot Godsdienftige bedoelingen , welken konden bewijzen tot deze deelneming onvermogend te zijn; en moest van alles wat eigendom genaamd kon worden , en van alle mkomften zes ten honderd van de zuivere waarde berekend , volgends de daar bij gemaakte verordeningen betaald worden: meubelen en werktuigen de waarde van vier honderd guldens niet te boven gaande, mogten alleen afgetrokken worden. — De qukanties van dezen opbrengst zouden vervolgends aan eene commisfie uit de Municipaliteit , daar toe aangefteld vertoond, zonder echter het beloop van dezelven open te leggen , en den dag van die vertooning op dezelve getekend moeten- worden. — Na den af-  OMWENTELING. 469 afloop hier van moest eene andere talrijker commisfie, het vertrouwen der Burgerij waardig , door de Municipaliteiten aangefteld worden. Ieder voor dezelve gerequireerd, om zijne deelneming in deze heffing c bewijzen , zou vermogen twee leden uit dezelve te verkiezen , om hen den inhoud zijner quitantie , vergeleken met den gemaakten overflag van zijne bezittingen, opera te leggen. Deze leden zouden van zodanigen nadere openingen vorderen , als zij zouden noodig vinden om de richtigheid van den opbrengst te beöordeelcn. Iemand bevonden wordende, zijn verfchuldigd aandeel niet voldaan te hebben, zou het zelve moeten fuppleeren, en een vijfde deel van dat fupplement nog daar bij voegen. De genoemde commisfie zou , zo dra aan den inhoud van dezen voldaan was, hier van aan den eigenaar bewijs geven , waar in echter geene fom mogt uitgedrukt ftaan. — Iemand echter niet verkiezende , zodanig onderzoek te ondergaan , kon volftaan met het afleggen van den Eed , dat hij aan den inhoud dezes voldaan hadt. — Eindelijk zou 'er nog eene commisfie van onderzoek benoemd worden door de Municipaliteiten , aan welken de gemelde verGg 3 klaa- II. T 1JDP E R K. IL SOEK.  TI. TIJ IV PERK. II. B.OEK. 470 GESCHIEDENIS der klaaringen zouden moeten vertoond worden. Deze zou hier van naauwkeurige aantekening houden , wie al of niet gefourneerd hadden, de lijsten hier van aan de Municipaliteit overgeven , die dezelven aan het Committé van Finantie zouden overzenden. — Deze opbrengst kon gefchieden in geld, bank-billietten, quitantiën van Goud cn Zilver , of van de vrijwillige Negotiatie , of Recepisfen wegens Asfignaaten; en werdt bepaald tot drie termijnen , allen nog in dat jaar vallende. En , om zeker te zijn , dat ieder in dezelve zou deelen , die hier toe onder de verpligting lag, moesten terftond na den afloop van iederen termijn, billietten bij ieder rond gezonden worden; inhoudende de verklaaring dat zij den afgelopen termijn hebben gefourneerd of doen fourneeren. — Hoe aanmerklijk en hoe drukkend ook deze geldheffing ware , liet zij nog het troostrijk vooruitzigt niet over , dat zij de laatfte zou wezen. En die vrees is volkomen bevestigd , daar zij al mede op verre na aan de hoop der Beftuurderen , en de behoeften des Vaderlands niet voldaan heeft. (*) In Da.ar het W tot de aangenomen gronden te-   Te pl'aatzen tegen over bladz. 471. j GENERALE ONTVANG . 566,720 9 3 — [ | IPredicanten . . . « "!!.''* 1 '. . ' 43!8ro 6 "2 I t, .. 0,087,349 8: :10i Univerfitek te Leyden 1 .' * ! ! \ '. | . . 2^68212- ! Posterijen x ...... . ... .1. . 24o,6i5iI4^ jDefroijementen en Gedeputeerden buiten 's Lands . . 2*1664 i - \ Klein Zegel en Verhooginge ... . I , «65,992115 - :Committé van Buitenkandfche Zaaken . .". I . 261 000 - i Amptgelden . . . . . t . . k .... . ... ... 20,650--^— IVivres in 1794. aan 't Compt. te Rotterdam betaald,' en nu verrekend' \\\ ... 156,47518 - wen"r p rg aö„ ' *... • * • 36,30018 J MmneGeneraliteitsento^ * [ Diverle Relpetten .......... ... . . .. 150,272 3 'O 5£ Committé tot de Zaaken van het Bondgenootfchap te Lande . 4,859,22417. 7 ■ de Generahteus Kas geleend . 1,000,000—-— Zevende halve Brigade ....... itfooo1- de heffing van Goud, Zilver en-Munten (*) . . . . . ƒ 7,166,275 310 7\ iMilitie in de West-Indiën .... aaïoob'— ' - r—— Vrijwillige Geldheffinge van 11. Junij, zo inPapier, als Contanten (f\ 16,144,96413129 Appointés . . . ...... ....... iaó'ilK $ ' . ■- *—— 6 per Ct. heffinge, alleen de Contanten, en buiten de Seperate- I | i [ L_°i_|^. r * q Kas te Amfterdam (**) ........... 8,901,01911-. 6 j 'Admiraliteiten oude Petitiën 155,94i'i3'. i 1 '°22'520 6 2 . , : — !——'-'ƒ22,212,259 o Committé tot de Marine ......... * aooc'ooo1- *i - Comptoir te Gouda in Jan. 1795. meerder overgebragt, dan in de ° 9 V ; | 3,995,000 ' L_ I l Maandftaat van Jan. op't Comptoir Generaal gefteld was . *..... 10,000. j Magazijnen, Fortificatiën, Dijken en Zeeweeringen .... ... ... ^óuViVI ' - Franfche Reprsfentanten en Troepen in den Haag . . . . ! .' ! ." . aiiVónd" ^ . Franfche Requifitie door het Committé tot de Vivres ' . . . ' * I7n'i£ 8i" , 00 ïïet ongemuntte Goud en Zilver, z0 ain penningen, tot redermie opgebragt,. \ Franfche Republiek; Afkoop van Neutraale Schepen * Ai 1 " ' als aan \ geen uit de Munte terug keerdei voor't derwaards gezonden materiaal, • — op de 30 Millioenen (buiten de Seneratê Kasï' " .' ' ' ' '. c coo'^i " i " - heeft ruim ƒ 400,000 meerder opgebragt, dan in de verandwoording gefteld is, Premiën op de ingevoerde Graanen ... 88 " ' " * Ifpruitende dit different voort uit het bijeen gezameld Goud in Staafjes verkogt, 't Subfidiën aan Uitgewekenen .... 330,48511 - . Igeen in dit lopende Jaar 1796 zal verandwoord wordeu , gelijk: ook uit 't geen _ aan Steden en Dorpen ».♦»••, j • • 54,88613 - ^ Jnog in de Munte is. — aan de Domeinen 1 !**."'' * \ *.' • / ' * ' — 169,47810- . {. (t) Van de vrijwillige Geld-Negotiatie , van ir. Junij , worden maar ruim ____ aan de GrOOte Visfcherij ... » ' ' \ 50,000 - j - ^ jzestien millioenen verrekend, daar'er ruim achttien zijn ingefchreven; doch 'ton- **'*'***'• ••» .. 73,200^- ^derfcheid dier twee mimoenen moet gevonden wordeo in de verkiezing der Ime- Ingetrokken, of verrekend Papier. \ .uenaars, die geprsfereerd hebben 'r nog verfchuldigde vsn de vrijwil/lge Nego- - J i*ptvw» j jtiatie, na de arrestatie der geforceerde Negotiatie , van zes per cent, in laatst ge- Geld - Recepisfen 5 pCt. 1794. en Januarii 170? f „nJI1( A . «clde Lening direft te fourneeren. / Recepisfen aan 't Comptoir te Hoorn . . ' * ' * 7 K Si 4j ^ j t J De zeden 15. Augustus laatstleden ingekomen penningen, van de ge- Provintiaale Recepisfen . ..... '"u'y " ."! t jforceerde Negotiatie van 6 percent, ten Comptoire Jmfterdam , zijn aldaar in Bankbilliëtten ....'*]' " 2r3°4,700 - - eene afzonderlijke Kas geftort, ter betaaling van de Wisfelbrieven, door de Quitantiën van Gouden Zilver«... 3o5'°7o V " "1 Kooplieden in de maand Augustus, en vervolgends geaccepteerd, en moeten dus Uit de Negotiatie van II. Junij ' '* * ^a/^o ^ ' pasop de Rekening van dit Jaar verandwoord worden. .•.«-..... 1,966,68914 - % • | ; - ro,552,559 17 ' ^ 31 I>ecember inKas ten Comptoir Generaal in den Haag . . ƒ 34,59311 . io]f 50,59637 *~ 1 ' ■ — te Hoorn . . 222,211 7 J - Bij de bijaondere Ontvangers . . . 2,919,78510 % 3i — —. —I— 3^87,690 9 9 i' . U f™ïïs2L£ix3 ! m^*2$  OMWENTELING. 471 In Friesland, waar de Kas nog wel het beste fchijnt gefteld geweest te zijn, vergenoegde men zich den 8. April, met de opbrengst van den tweeden termijn van de honderdfte penning, welkers eerfte termijn onder het voorig Beftuur reeds geheven was, en die alleen zodanigen betrof, welken twee duizend en daar boven gegoed waren , — de Obligaties hier voor afgegeven , renteden drie ten honderd. Vervolgends werdt op den 24. Junij een befluit uitgevaardigd , waar bij ieder Ingezeten gelast werdt om ter Secretarij van het Diftricf van zijn verblijf, binnen vijftien dagen eene fpecifike lijst te overhandigen, van al het Goud en Zilver, niet tot zijn klederdragt behoorende , waar van hij op 19. Junij eigenaar was. Het oogmerk hier van was, geenzins behoorde, het Volk inzage te geven in den ftaat van 's Lands Finantiën , een geheim , dat van de oprichting onzer Republiek , altijd met een ondoordringbaaren fluië'r omzwagtcld geweest te, kunnen wij niet afzijn het foramier verflag van de ontfangst en uitgave van dat Jaar hier in te kisfchén, als eenigzins gefchikt, om eenig algemeen denkbeeld van den Finantiëelen ftaat der Provintie iMlatid te veikrijgen. Gg 4 II. TIJDPERK. II. BOEK.  472 GESCHIEDENIS der li. TIJDPERK. ii. BO.EK. zins de Ingezetenen tot eenige opbrenging van Goud en Zilver , renteloos en zonder fchadeloos ftelling te verpligten; maar alleen op dat aan het beftuur altijd zou kunnen blijken , welke middelen die Provintie hadt, om , in geval van nood haar ongemunt geld , ter verbetering der Commercie te vermeerderen, zonder zelfs de opoffering van iets tot lijfdragt behoorende. — Dan , in bet laatst van October, befloot die Provintie mede tot eene geforceerde, heffing van den vijf en twintigften penning , en tevens eene vrijwillige Negotiatie. — In Groningen werdt eene Lijfrente Negotiatie van twee tonnen , en vervolgends ia. Junij een van Losrenten, tegen den intrest van vier ten honderd uitgefchreven , waar in voor twee derde Provintiaale Recepisfen gefourneerd konden worden : dienende dit als een voorfchot van eene buitengewoone heffing, bij, aldicn de nood deze mogt vorderen. Deze buitengewoone heffing bleef ook niet lang weg. Den 4. September werdt eene heffing van den vijf en twintigften penning in twee termijnen te voldoen gedecreteerd , waar van alleen uitgezonderd werden, die be-.  OMWENTELING. 473 beneden de vijf honderd gegoed waren, en waar in de quitanties der voorige Negotialiën aangenomen werden. Hier voor zouden Obligaties , tegen den intrest van vier ten honderd afgegeven worden. —- Bij eene nadere afkondiging werdt mede bepaald , dat door de Rcprafcnranten eene commisfie tot onderzoek, wie hier in nalaatig geweest zijn, benoemd zou worden. — In Zeeland werdt mede in de maand Junij eene vrijwillige Negotiatie , rentende vijf ten honderd uitgefchreven , die den 17. November door eene geforceerde vervangen werdt ; ten einde met het provenu daar van, haar aandeel in het vcrfchuldigde aan de Franfche Republiek te voldoen. Deze heffing beftondt in een fournisfement van zes ten honderd , van het zuiver beloop der waarde van ieders bezittingen, met uitzondering alleen van huisraad, meubelen , klceding en dek zei , werktuigen , gereedfehappen cn paarden tot den Bouw en andere neeringen gebruikt wordende; als ook van goederen ad pias & pab'icos ufus , en tot voortzetting van kunften en wetenfehappen dienende. Referveerende het Beduur aan zich, om ten aanzien van het al pf niet geven van intresfen , of het converGg 5 tee- ir. T IJ Q» PERIf. II. BOEK.  474 GESCHIEDENIS der ti. T IJ DPF.RK. ii. BOKK tecren van de hier voor af te gevene quïtantiën in obligatiën, zodanig nader se disponeeren , als het zou bevinden te behooren. De drie termijnen voor dit fournisfement bepaald , waren voor het einde van de maanden Februarij , Meij en Augustus des volgenden Jaars 1796. De fournisfementen konden gefchieden in geld, gewerkt Goud en Zilver , [quitanties van het dubbeld Familiegeld, van het opgebragt Goud en Zilver , van de vrijwillige Negotiatie, Recepisfen van verfchenen intresfen , (hier mede werden toen nog uit gebrek aan geld de verfchenen renten der Obligatiën betaald,) en van opgebragte Tarw (een gedeelte van haar Quota in het verfchuldigde aan Frankrijk, was door die Provintie in Graan reeds voldaan,)inaffchrijvingen per banco Middelburg en de papiere Specie, gemaakt ter inwisfeling der Franfche Asfignaaten. Terwijl op alle plaatzen Commisfarisfen tot onderzoek , of ieder naar zijn pligt hier in gedeeld hadt, moesten aangefteld worden. — In Gelderland werdt bij de Kwartieren van Zutphen en Nijmegen , in de maand Augustus bij de opbrengst van Goud- en Zilverwerk, eene geforceerde geldligting van twee ten honderd  OMWENTELING. 475 derd beflotcm — Overijtfel, na vruchteloos in Februarij eene vrijwillige Negotiatie geopend te hebben , beiloot eindelijk in de maand Junij tot het heffen van een vijftigften penning. Alvoorens echter dit tot Hand kwam , wilde Zwol, benevens eenige weinige Reprafentanten van het platte Land in dien maatregel niet treeden, dan onder voorwaarde, dat binnen den tijd van zes weken middelen werden beraamd , om door de leden der voorige Regeering een aanzienlijke fom in 's Lands Schatkist te doen Horten. — Dit gaf aanleiding tot het daadlijk benoemen van eene commisfie van onderzoek van het Politiek en Financieel gedrag der voorige Regenten, welke nog voor den tweeden termijn van dien penning verflag moest uitbrengen, na welk befluit, ook de Stad Zwol in deze heffing toeftemde. — In Utrecht werdt in de helft van Meij, eene vrijwillige inzameling van penningen en - ongemunt Goud- en Zilver, en in de maand Oétober een vijftigften penning uitgefchrevcn. Wenden wij ons gezigt van deze onbevallige en zorgwekkende tafreelen , naar godanigen, die den Wijsgeer en Menfehen- vriend u. TIJ D? E R K. II. 30EK. Hjrvor mingen  ii. tijd- fe r IC. \{. boek. Hagen der gelijkheid werden , reeds bij den aanvang der Omwenteling , (*) alle vrijdommen van belastingen en tollen , waar mede zommigen op de beuzelachtigfie gronden bevoorregt geweest waren , weder ingetrokken; nochthans werden vervolgends , ten behoeve van Geftichten tot liefdaadige eindens, en die door die opheffing geheel zouden moeten vervallen , als ook , ter handhaving en aanmoediging van verfchillende Fabrieken en Tafrieken, ■die dat voorregt tot hier toe genoten hadden , eene verzachtende uitzondering gemaakt. — Als een wanftaltig overblijfzel der aloude Graaflijke Regeering, en ten uiterflen verderflijk voor den Binnenlandfchen Handel, werden alle Graaflijkheids Tollen 'mHolland, die zich nog te Dordrecht, Haarlem, Sparendam, Legden, Gouda, Rotterdam. IVoudrichem, ArkeL Schoonhoven , IVeesp , Heusden , en elders be- von- O) Publicatie van 5. Februarij bij Hol fond,, bij Zeeland 19. Julij » Groningen 20. Maart, Gelderland 16. Februarij. 476 GESCHIEDENIS der vriend oneindig meer bchaagen , daar zij hem de handhaving der menfehenwaarde en de verbanning van alle grillige onderfcheidingen voorhouden. — Od de  OMWENTELING. 47? Vonden , en met naame het Stapelrecht te Dordrecht, geheel vernietigd. (*) Galgen , Raaden en Geesfelpaalen , langs de openbaare wegen opgerigt, zo vernederend voor de waarde van clen mensch, de barbaarschhcld der oude tijden telkens herinnerende , troffen reeds van over lang de gevoelige harten der voorbïjgangeren met verfchillende aandoeningen; en, terwijl zij den boosdoender van hef kwaad niet affchrikten, ftrekten zij flegts , om het, onwaardig en helaas! in Nederland algemeen heerfchend, vooroordeel te verfterken, cn de nabeftaanden van den geflraften aan de verguizing van onverftandigerr en gevoelloozen, bloot te ftellen. Te regt ftrekte de zorg van het nieuw beftuur zich uit om deze walglijke , en met dert tegenwoordig heerfchenden geest zo ftrijdige vertooningen te vernietigen. De Hol* landfche Repraefen tanten gelasten dan alle zodanige galgen , enz. weg te nemen , te flech- (*) Alle Tollen in de Provintie Holland, de laatfte tien Jaaten door elkandcren geilagi.n, bragten den Lande flegts een Jaarlijks inkomen van ruim zeven en twintig duizend guldens aan: zie Publicatie van 5. Maart. ir. T IJ DP E R II. 11. HOEK.  478 GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK. II. BOEK. flechten, - de plaatzen tot andere einden te bezigen, de lijken zich daar aan bevindende, ter gefchikter plaatze te begraven, en voor het toekomende alle ter dood geftrafte misdaadigers , behoorlijk ter Aarde re beftellen, (zie Publicatie van 6. Maart.) Ook in Gelderland werdt in de maand Augustus dergelijk een befluit genomen , waar bij de Pijnbank vernietigd , en tevens verboden werdt, de lijken van Gevonnisden aan Galgen of Raaden te laten blijven , moetende dezelven aan de nablijvende vrienden overgelaten worden. De geest van vervolgzucht hadt in vroegere tijden , den Krijgsman en den Ambtenaar , het Huwen met vrouwen van de Catholijke Kerk verboden. De geest van Gelijkheid en Vrijheid , die zich van alle Kerklijke bcfchikkingen zo veel mogelijk affcheidde , herftelde deze verkeerd-r heid en vernietigde alle Strafwetten op zodanige Huwelijken gefteld. (Publicatie dep Staaten Generaal 30. April.) En werdt deze vrijftelling door de Algemeene Staaten , en dus voor geheel Nederland in den ruimften zin geopend. — Die zelfde geest openbaarde zich nog nadruklijker, in eene volgende bepaaling bij het Hol- landsck}  OMWENTELING. 479 landsch Beftuur, die alle Huwlijken goldt. Tot hier toe was het jeen voorregt geweest , alleen voor de geestlijkheid der heerfehende Kerk, deze plegtigheid te mogen voltrekken , en werden geene andere Echtverbindtenisfen voor wettig erkend , dan die door hen of door de plaatslijke Regeering gefloten waren : dan het tegenwoordig beftuur, op de gronden van Vrijheid en Gelijkheid voortbouwende , vondt het ftrijdig, den Godsdienst eenigen invloed toe te kennen, op betrekkingen, die den Burgerftaat rechtsftreeksch betreffen. Dus bepaalde het , dat voortaan alle Ondertrouw , zonder eenig onderfcheid van Kerkgenootfchap in aanmerking te nemen , voor de plaatslijke Regeering, als ook het Huwlijk zelve door deze moest voltrokken worden ; terwijl zij het tevens aan alle Geestlijken , zonder eenig onderfcheid van Godsdienftige gevoelens, die aan het Huwlijk eene meer dan Burgerlijke kracht of verpligting toekennen, volkomen vrij ftelde om niet alleen de drie Huwlijks geboden, voor des begeerenden , in hunne Kerk te doen afkondigen; maar ook het zelve in te zegenen, op zodanige wijze, als zij zouden meenen te behooren, mids niemand hunner een IIuw- IT. TIJ D' PERK. II. SOEK.  48o GESCHIEDENIS der IT. TIJDPERK. 11. BOEK. Huwlijk inzegende, dan waar vart hem op eene wettige wijze , de voltrekking voor de Burgerlijke Regeering was gebleeken. — In alle Staats Hukken , waar dit te pas kwam, verklaarde het Beduur het tot een beginfel te ftellen, dat de Kerk moest afgefcheiden zijn van den Staat, cn dat de hij de Omwenteling verklaarde rechten van Vrijheid en Gclijhcid, vooriedercn Mensch en Burger , geene bevoorregting van eenig Genootfchap toeliet ; werklijk pastte het dit beginfel op verfcheidcn gevallen toe , maar de volledigfte toepasfing werdt befpaard tot den tijd der daarftelling eener Conftitutie , en uit dien hoofde gedoogde men nog zommige bevoorregtingen, fchoon met dit beginfel ftrijdende. Door denzelfden geest gedreven,- en ter handhaving van de eifchen der Gelijkheid en Broederfchap, werdt ook het begraven in do Kerken en op Kerkhoven binnen de Steden of Dorpen, cn het plaatzen van Wapens eri Rouwkasfen, in de Kerken verboden. Men befchouwde het geheel ftrijdig met de aangenomen beginlelen , deze overblijfzelen van het bijgeloof der voorige tijden en van de dwaaze trotschheid der zo genaamde edele genachten, welken tot fchamte der'  OMWENTELING. 481 Hér tegenwoordig rrieer verlichte tijden , nog heden in de Kerken werden gevonden , aldaar te doen voortduuren. Even zo ook hadt de ondervinding de ongezondheid, dezer ongerijmde gewoonte , van het begraven in de Kerken overvloedig genoeg geftaafd. Uit dien hóófde oordeelde men het noodig, aan alle Municipaliteiten te gelasten, buiten de Steden en Dorpen , eene zo veel mogelijk van huizen en gemeene wegen verwijderde begraafplaats , niet kleiner dan alle de begraafplaatzen in die Stad of dat Dorp, aan te leggert , en waar in men met het begin des volgenden Jaars zou aanvangen de lijken ter Aarde te beitellen , zullende de graven in de Kerken en op Kerkhoven in geen vijf en twintig jaaren geroerd mogen worden. Alle Wapenborden en Wapenkasfen, alle Wapens op Grafzerken moesten weg genomen of weg gehakt worden, hier van werden alleert de Tombes of Gedenkftukken van kunst uitgezonderd i terwijl op de Zerken dër nieuw aan te leggen Graven , alleen de namen en nerftijden der overledenen gefteld zouden mogen worden. Te Utrecht warende wapenborden reeds den 3. Februarij weg geruimd,.en aan Hh de. Iï. tijdperk.II. boek;  43i GESCHIEDENIS der II. t rj r> TERK. ii. soek. de behoeftigen tot brandhout uitgedeeld. In Friesland werden dezelven in het laatst van April weg genomen , Gelderland was hier op den 10. Februarij mede bedacht geweest. En in Augustus werdt ook aldaar het dragen van Liverijen , en het voeren van Wapens op Koetzen en Rijdtuigen afgefchaft. —- In weerwil echter dezer afkondiging, bleef het begraven op de gewoone wijze althans in Holland voortduuren , daar de plaatslijke ligging en de vereischt wordende kosten, tot het aanleggen van nieuwe begraafplaatzen, het voor veele Steden onmogelijk maakte , hier aan zo fpoedig te voldoen. Daar de trotschheid van den Adel, zo wanvoeglijk in ieder Gemeenebest, zich ook uitftrekte om Rijdtuigen, Gebouwen, Vaartuigen en de klederen hunner Bediendens met hunne Wapenen te doen pronken ; en de zucht naar onderfcheidingen zich tot in de Tempels aan nederigheid en ootmoed geweid, op het beleedigendst vertoonde, werdt het voeren van alle Wapenen, en het doen dragen van Liverijen, bij Holland volllrekt verboden, cn bevoojkm alle banken en geftoelten in de Ker. ken , in zo verre gelijk te maaken , dat nie*  OMWENTELING. 483 niemand, uit hoofde van zijne waardigheid of kwaliteit * een onderfcheiden plaats zou mogen bekleden; Om niet al te wijdloopig te worden , gaan wij thans veele andere fchikkingen van dergelijkcn aart voorbij, hoe zeer zij anders eene plaats alhier zouden verdienen; allen den geest ademende dier Gelijkheid en Vrijheid, welke thans ten grondflagë Vart alle handelingen gelegd was; terwijl nog veele andere gewigtige hervormingen * die minder fpoeds vereischten , en tevens bij eene te voorbaarige handelwijze, bronnen van de heillooste verwarringen zouden zijn geworden, het tijdftip der algemeené Conftitutie voor geheel Nederland moesten verbeiden; Hh * DER- 11. Tijö- l' E R E, II, BOES;  DERDE BOEK. n. TIJDPERKIII. SOEK. DE VEREENIGING MET DE FRAN' SC-HE REPUBLIEK. (gelijk de Omwenteling door de hulp én onder de befcherming van de Franfche Republiek begonnen en voltooid was , moest zij ook door de zamenftrengeling van de hechtfte banden van vriendfchap en verecniging met dezelve, duurzaam bevestigd worden. Dan , deze vrucht der Omwenteling was bij haare geboorte nog zeer zwak en teder , gaf weinig hoop op eene vaste gezondheid , en bereikte niet dan na veel fukkelens den bloeijenden leef. tijd. — De géfchiedenis van het voorig Tijdperk heeft reeds geleerd , hoe onbeflischbaar de vraag was , op welk een voet de Franfchen deze Gewesten intraden. Veel waren zij zeker verfchuldigd aan de medewerking der Gemeenebestgezinden , wier hulp zij niet dankbaarer konden vergelden, daa door aan dezen Staat de  GESCHIED-, df.r OMWENTEL. 485 de vrijheid en onaf hanglijkheid weder t< geven : maar ook niet weinig hadden zi te danken aan hun moed en hunne werk zaamheid , aan den bij (land der natuur welken allen tegenfland , om hen het in dringen te beletten, vruchtloos maakten en deze gaven aan hun alle de regten vai overwinnaars van deze Gewesten. Bij hui werklijk verblijf in ons Vaderland, werd deze vraag niet duidlijker beflischt, en he verhaal van hun gedrag zal ons klaai doen zien, dat zij zeer voorzigtig vermijd den, van zich voor de eene of andere zijde Heilig te verklaaren, tot dat merkwaardig tijddip , wanneer het verbond var vriendfchap en vereeniging het geheele raadzel ontknoopte. Zo dra het Franfche Leger zich in dit Gemeenebest gevestigd hadt , waren de Repraifentanten bij het zelve daadlijk bedacht om alle ongeregeldheden, die hunne naauwkeurige Krijgstucht zouden fchandvlekken, voor te komen. Den 22.. Januarij , vaardigden zij eene allerflrengfle Publicatie uit, waar bij zij de doodHraf-Helden op eenige misdaad van roof of plundering , door een Fransch Militair gepleegd , — eene Publicatie, die zij in den Hh 3 _ vol* ! II. TIJ DI PERK. lil. BOEK, Krijgstuchtder Frani fchen.  4S6 GESCHIEDENIS der ïï. TIJDPERK. iii. SOEK. Maatregelen«Ier t'ranfchcnomtrent de Eigendommen. ■ volften nadruk handhaafden, daar meer dan een voorbeeld wer.lt gevonden , dat hetontvreemden van eene beuzeling met den dood geboet is. Nederland zal altijd aan de braafheid der Franfche Natie ten dezen aanzien regt doen ; daar de voorbeelden van geweld of verongelijking , hoe zeer ook een aantal van duizenden alle Gewesten overuroomde , allerzeldzaamst gc-. weest zijn, en dan nog meest al hun beftaan aan gefchillen , over het weigeren, van hunne papiere Munt verfchuldigd zijn. Deze afkondiging, werdt nog in dezelfde maand van eene andere gevolgd , waar bij alle goederen , zo roerende als onroerende, toebehoorende aan Gouvernementen in Oorlog zijnde met de Franfche Republiek , of van uitgewekenen , 't zij uit Frankrijk, 't zij uit de overwonnen Gewesten, tusfchen den Rhijn en de Zee, in beflag genomen en geconfisqueerd werden, ten voordeele der Republiek , en tevens verboden werdt eenige billietten of wisfelbrieven te accepteeren , of geldleeningen te doen voor rekening van zodanige Gouvernementen. Dan, van den anderen kant werdt aan alle Civiele en Militaire Agenten van de Republiek; verboden om eenige Kas-  OMWENTELING. 487 Kasfe , toebehoorende aan Steden , Gemeenten , of aan het Gouvernement der Vereenigde Nederlanden in beflag te nemen. (*) Intusfchen handelden zij ten aanzien van de Nationaale Eigendommen, volgends de rechten des Oorlogs , zij maakten zich meesters van alle fterke Plaatzen , Havens en Magazijnen ; namen zo wel de manfchappen op de Oorlogfchepen als de Militie in den Eed , van niet tegen de Republiek te zullen dienen; fielden zich in het bezit der geheele Land- en Zeemagt; wat meer is (*) Men vergelijke dit met de vroegere orders , ten aanzien van de overwonnen Landen gegeven, en men zal bevinden, dat de Franfchen ten minften in dit opzigt van het regt van overwinnaar geen gebruik maakten. — Ter gelegenheid van dit Deereet, werdt door de Hollandfche Gedeputeerden ter Generaliteit aangedrongen, dat, gelijk de Franfche R epra?(entanten bij hun laatje Mani. fest , de onafhanglijkheid des Bataaffchen Volks volledig hadden erkend , zo ook aan dezelvenbehoorde in eer weging te worden gegeven, om wanneer zij iets begeerden, het zelve niet maar eenvoudig te requireeren, of door eene Publicatie te bepaalen; maar zich des wegens te vervoegen bij Hun Hoog Mogende, als uitmaakende den Vertegenwoordigenden Souverain dezer Landen. Hh 4 IL TIJDPERK. lil. BOEK*  488 GESCHIEDENIS der. TIJD PERK ' 111. BOEK. is, gaven zelfs aan de Militie marsch patenten. De grensplaatzen die volgends Capitu- . latie overgegaan waren, werden behandeld als overwonnen , zelfs zodanige Provintiën en Steden , als zij als overwinnaars ingetrokken waren , ondervonden de uitoeffening van dit regt. Dus befchikten zij over de Kas van de Provintie Utrecht, en zelfs van de Stad Dordrecht, welke laatfte zonder Capitulatie was overgegaan, en waar zij zeiven de Regeering veranderd hadden. In het zelfde licht befchouwden zij dei goederen van den Stadhouder. Reeds in, het laatst van Januarij, vroegen de Repraïfentanten den ftaat der roerende en onroerende goederen , ten einde beflag op dezelven te leggen. Doch werdt van onze zijde op het nadruklijkst vertoond , dat menigvuldige Ingezetenen dezer Landen , aanmerkelijke fommen van hem te vorderen hadden ; — dat ook deze Provintiën den Stadhouder een aanmerklijk voorfchot ter aankoop van Domeinen gedaan hadden; eindelijk, dat het Franfche Volk wel den Oorlog tegen den Stadhouder , in deze zijne hoedanigheid gevoerd hadt; maar dat daar uit niet volgde, dat zijne goederen, die.  OMWENTELING. 48j) die hij als Burger bezat, onder de Geconfisqueerde behoorden gerekend te worden. Op welk vertoog door de Franfche Reprafentanten , vervolgcnds behoorlijk acht geflagen is. — Niet te min merkten zij de roerende goederen als hun eigendor en het is alleen hunne edel r.oedf'beid, dat zij niet - alle dezelven als eigendommen Yervoerd hebben. — DU vraagttuk kan intusfehen het best opgelosc worden uic het volgende voorval, d.u ook op zich zclven te merkwaardig is, om in deze gefchieder nis geene plaats te verdienen. — Onder de zeldzaamheden in het Cabinet van den Stadhouder. , hadden zij gevonden twee Zwaarden van den onfterflijken Zeeheld de ruiter, de Commandoftaf van de roem onzes Vaderlands , den Admiraal tromp , de houte Beker , waar uit onze Voorvaders bij het eerfte Bondgenootfchap eikanderen den eerften teug der Vrijheid hebben toegedronken ; de houte Kloot, waar op zij elk een fpijker hebben geflagen , ten bewijze van hunne Confoederatie ; een zeer fraai ingelegd , met Brillanten omzet en goud ftukje Kanon , door een Javaansch Prins aan den Admiraal d e Hh 5 rui- if. TIJDPERK. 111. BOEK,  u. TIJDPERK. III. SOEK. 490 GESCHIEDENIS der . ruiter gefchonken. — De Beker en Kloot waren op een zolder van het Huis Oranje te Brusfd, vervolgends het verblijf der Gouverneurs Generaal, gevonden en van daar in het Cabinet van Prins karel gekomen, en door onzen „ werde als Vertegenwoordigers van een vrij en „ onafhangelij!. Volk , uimaiej zullen toellemmen „ in het concludeiru!: van zuike onrechtvaardige „ Preliminaire Vredes-Artikelen , als door het ■ „ Committé de Saint Public , als een Ultimatum „ worden voorgefteld , en waar op het uiterlijk „ andwoord begeerd wordt binnen tien dagen, te „ rekenen van den 6. April , gelijk zulks aan „ u blijken zal uit de opening der Inflruftiën , ,, die wij aan onze Gedeputeerden gegeven hebben." „ Wij zullen daarom kortheidshalve, niet tre. „ den in een discusfie der onderfcheiden poinc„ teni maar, wij vragen wat 'er van onze ramp„ zalige Republiek zal overblijven , wanneer *er „ doos II. TIJ D" PERK. III. BOEK.  524 GESCHIEDENIS der m TIJD-PERK. Ut SOEK. na betoogd te hebben , zo wel het groot belang der gevorderde Eilanden voor 1'rank - door den ftaat der Vredes onderhandelingen „ tusfchen Frankrijk en Pruisfen , niets anders „ overgelaten wierdt, dan zich die harde en ont. „ eerende voorwaarden te laten welgevallen , „ en nog onzeker te zijn aangaande het a»quiva- lent , dat voor de kosten des Oorlogs , het „ Bataaffche Volk zou worden afgeperst ; wat „ het einde zijn zal van deze weleer bloeiende „ Provintie, wanneer daar van de twee aangcle„ gendfte deelen worden afgelcheurd; ja wij vra- gen, wat 'er van ons Land komen zal , wat efforts wij zuilen kunnen doen tegen eenen „ vijandigen en magtigen Nagebuur , al was het „ zelf, dat men door het uitlooven van onnoe,, melijke geldfommen , eenige verzagting in de conditiën van Vrede konde bewerken." „ Onze verbeelding bezwijkt bij de befchou„ wing van zo veel jammer en rampen, en wij „ verkiezen het gevoelig en Vaderlandsch hart „ van u lieden onze Medeburgeren, met een „ breder detail daar van niet noodeloos te ont,, roeren." „ Maar wij kunnen niet nalaten , uwen aan» ti dagt te bepalen op het geheele achtfte artikel „ der meer gemelde Preliminaire artikelen. Onze „ voornaam fte Fron tieren , Bergen cp den Zoom „ en Staats Vlaanderen zullen onherroepelijk af- geftaan worden aan Frankrijk , immeis tot bij „ den Vrede derzelver lot, of dat der Bclgifche „ Landftieken zal beflischt worden. -— Dan ligt » on-  OMWENTELING. 525 Frankrijk , als het groot verlies dat ons Vaderland, door het afftaan van dezelven zou onze Provintie, al bleef zij binnen haare oude „ palen , al wierden geene haarer Eiianden van „ haar afgefcheurd , bloot gefteld aan de eerfte „ iehok en invafie van die Mogendheid , aan „ welke bij den Vrede die Landftreek zou wor* „ den algeftaan." „ En wat IFalcheren en Zuid Beveland aan,, gaat. —— Woorden ontbreken ons , om het „ buitenfpoorige van dien eiseh aan te toonen. „ Wij zullen althans liever alles kloekmoedig af„ wagten , dan zulk eene onverdragelijke voor„ waarde te onderfchrijven." „ Hoe zouden wij inftemmen , om de twee „ aanzieneliikfte en vruchtbaarfte Landftreken on„ zer Provintie, de beste Zeehaven en Dok van „ Nederland, dien grond, die vaak befproeid is met het bloed onzer dappere Voorouderen , de „ wieg en bakermat der wakkerfte Zeehelden ; „ dien grond daar Nederlandsch Vrijheid zich „ het eerst vestigde, af te ftaan en over te ge„ ven aan het noodlot . voor de ongelukkige i, Ocstem ijkfche Nederlanden befchooren." „ Neen , Medeburgers ! dat eer de Zee onze „ kostbare Dijken verwoeste, en door haar gol„ ven ons noodzaake een ander verblijf op te „ zoeken, dat eer het geweld en overheerfching „ een einde maake aan ons beftaan, dan dat wij tot zulke gruwelen de hand Ieenen." ,. Gij zult ook, dit vertrouwen wij, met ons „ in deze gevoelens inftemmen , en door het ge- „ ven U. TIJD- P K R tf. IU- BOEK.  526 GESCHIEDENIS der II. TIJD" PERK. III. BOEK. zou lijden , verklaarden nogthans niet alle hoop op te geven , op eenige verzachting in ,j ven der noodige Inftruftièïi aan de Ministers te „ Parijs zorgen , dat de Vrijheid en Onafhange„ lijkheid der zeven Vereenigde Gewesten onge* „ fchonden blijven; dat Walcheren en Zuid Bei, veland niet worden gedimembreerd van de ovett rige Leden dezer Provintie en van het Bond„ genootfchap." „ Wij bezweeren u bij de heilige banden der „ Unie van Utrecht, bij het bloed onzer braave „ Voorouderen, bij den Godsdienst die wij be„ lijden : wij bezweeren die van Holland onzen „ oudfte Bondgenoot, wier Vrijheid en Onafhan„ gelijkheid zonder den heldenmoed der oude „ Zeeuwen , nimmer ontlooken en gevestigd wa„ re; wij bezweeren dezelve bij de Unie , die i, onze beide Provintiën meer dan twee eeuwen „ gelukkig verbind, om toch niets onbeproefd te „ laten, al ware het door een addres of expres* „ fe commisfie aan de geheele Nationaale Coni, ventie in Frankrijk, ten einde de conclufie h van dit voorftel, met alle magt af te wijzen en te verhinderen." *, God , Nederlandsch eenige Redder, boeze* », me u lieden daar toe in de noodige wijsheid, „ moed en beleid, en verijdele, zo als Mij meer,, maaien deedt, de maatregelen der geenen, die „ onzen oudergang be^eeren." „ Wij althans verklaaren plegtig voor he: oog „ van het alziend Opperwezen en der geheele „ waereld, dat bij aldien onverhoopt, in weef- „ wil  OMWENTELING. 5*7 In deze voorflagen, dan dat deze niet dan ten koste van groote opofferingen zou kun- » wil dezer en meer andere gronden, die wij „ zouden kunnen aanvoeren, een conclufie geno- men wierdt , Ingevolge het voorftel, en dus „ de Eilanden van Walcheren en Zuid Beveland, „ zouden worden gefteld onder Fransch Bewind 9 „ om eindelijk te volgen het lot der Belgifche Provintiën; wij ors voor het tegenwoordig en „ toekomend gedacht, onfchuldig houden van al- le de verwarringen , jammeren en nadeelen , „ die onfchuldige Medeburgeren over het hoofd „ hangen, en dat wij ons in zodanig geval ont„ flagen reker.en van alle verbindtenisfen en en. „ gagenifentén tot fournisfement onzer Quotes in „ de gemeene Lasten , en fpeciaal in de petitie ,, van tien milloenen ; waar in door onze Gede„ puteerden , op onze approbatie was aangeno» „ men eene fomma van twee tonnen gouds, bin« „ nen drie maanden te fourneeren." „ Maar wij hebben rede, om van u lieden be» „ ter gevoelens te wagten. Uwe Misfive geeft „ 'er ons alle hoop op. En dit zal ons onze „ poogingen doen verdubbelen, om alles op te zetten tot gemeenfchappelijk behoud des Va- derlands." „ Eindeli'k Medeburgers! laat toch de Capitu„ latie tusfchen den Franfchen Generaal en de „ Gedeputeerden dezer Provintie , ten voordeele „ der Ingezetenen plegtig gefloten, en waar van „ zelf in cas van duisterheid , de uitleg ten „ voordeele van dezelve Ingezetenen moet ge- „ fchie» II. TIJDPERIC. I1L BOEK.  5*8 GESCHIEDENIS üer II. TIJDPERK III. BOEK. kunnen verkregen worden. Dat het Hollandsen Beftuur bereid was, om daar in naar haar uiterst vermogen te dragen , en daar door de affcheiding van zulk een aanmerkelijk gedeelte van Nederland voor' te ko'mert ; maar dat zij dan ook op eene niet minder edelmoedige medewerking van Zee land, die nog veel onmiddelijker belang thans hier bij hadt, ftaat maakte. Intusfchen deeden de Afgevaardigden deze ronde en kloekmoedige taal hooren : „ wel te verftaan , indien het Gouvernement der Franfche Republiek befluiten kan , zich met eene pecuniëele erkentenis voor de aan ons bezorgde Vrijheid, en met eenige verdere redelijke voorwaarden te vergenoegen , om het Bataafsch Gemeenebest der zeven Vereenigde Provintiën, als een vrij en gantsch independent Volk aan te zien, als zodanig te behandelen en zich met het zelve als eene Natie , die, hoe wel zwakker , echter alle rechten heeft te allicnce- ren* , fchieden, haar kragt behouden voor de gehee,, le Provintie en alle haare deelen. Dit vordert , de eer en het fijstema der Franfche Natie, het , belang onzer Ingezetenen , de glorie van Ne, derland."  OMWENTELING. 5a ren. Want bij onverhoopte ontftentenis daar van , willen wij niet ontveinzen, dat de braave Reprxfentanten van Holland geenfins van intentie zijn , zich te preteeren , om de Natie vruchtloos uit te putten; maar veel liever het Beftuur van zaaken willen overlaatcn aan de geenen , tegen welker meerdere fterkte zij , noch zich , noch hunne Medeburgeren kunnen befchermen; dan de naam , veel min de daad, voor hunne rekening te hebben, dat zij de hand geleend hadden aan de uitmergeling en verdeeling van een Volk , het welk deszelfs belangen hun hadt aanbevoolen, ten einde zij, als Reprafentanten over het zelve zouden kunnen blijven heerfehen. Wie zich ooit aan zulk een fchennis van het regt des Volks fchuldig gemaakt , of daar toe poogingen aangewend hebbe , nooit zal zodanig iets, 'er gebeure wat 'er wil j van Rollandsch tegenwoordige Reprjefentanten gezegd worden." In het begin van Meij , verzocht het Committé de Salut Publicq , dat de Conventie een bewijs van haar vertrouwen op het zelve wilde geven , door het tè magtigen , om één of twee Volks ReprxLl fen- II. TIJ ÖPKR K. UI. 10 EK.  53^ GESCHIEDENIS der ii. TIJDPERI', III. BOEK. fentanten met een geheime zending te belasten, zonder verpligt te zijn om opening van redenen te geven. Eenpaarig werdt dit toegeftaan. Den 8. van die maand , kwamen de bedoelde Franfche Reprsefentanten, de Abt sieyes en rewbell, Leden van het Committé de Salut Publicq , in 'j Hage aan. Den volgenden dag werden dezelven plcgtïg begroet , door acht Leden uit Hun Hoog Mog. met hunnenGriffier , vergezeld van de Bodens, Kamerbewaarders en Trompetters. Daadlijk werden door Hun Hoog Mog. de Gedeputeerden p. paulus en w. a. lesteven on wegens Holla'nd, pous wegens Zeeland, cn iiüber wegens Friesland benoemd , om met de Reprsefentanten in Vredes onderhandelingen te treden. Den 12. vaardigde ook het Hollandsch Beftuur , eene plegtige bezending van twaalf Leden af naar gemelde Repraffentanten , om hen uit naam der vergadering te verwelkomen. — Merkwaardig was het gezegde van een der Franfche Reprsefentanten, bij een dezer begroetingen : „ met Keizers „ cn Koningen , hebben wij Onderhandc„ laars noodig ; maar met u willen wij „ handelen , als van Gouvernement tot „ Gou-  OMWENTEL TNG. 531 „ Gouvernement, en het betaamt aan vrije „ menfehen, om zonder eenige tusfehen„ komst, tot hunne vrije medemenfehen „ zeiven te fpreken." Zaturdag, den 16. Meij, begon, na dat reeds drie onderhandelingen vruchteloos afgelopen waren , eene nieuwe onderhandeling , des morgens ten elf uuren , die tot den volgenden ochtend ten drie uuren duurde, met dat gevolg , dat het Tractaat van Vrede en Alliantie tusfchen de Franfche en Bataaffche Republieken , door de Reprfflfentanten der beide Natiën gefloten wierdt , zijnde van den volgenden inhoud. „ Art. I. De Franfche Republiek erkent de Republiek der Vereenigde Ne„ derlanden als eene vrije en onafhange„ lijke Mogendheid , en verzekert aan dc„ zelve haare Vrijheid , haare Onafhange„ lijkheid, en de vernietiging van het Stad„ houderfchap , door de Scaaten Generaal s, en de Staaten van iedere Provintie in 't „ bijzonder gedecreteerd." „ Art. II. Er zal tusfchen de Franfche „ en Nedtrlandfche Republieken , eene „ eeuwige Vrede , Vriendfchap en goede „ Verliandhouding plaats hebben." LI % „ Are, ir. TIJDPERK. III. B O EBT. Verbondvan ver* eeniging.  li. TIJDPERK. hl ROEK. 53a GESCHIEDENIS der „ Art. III. Er zal tusfchen de beide Re„ publieken, tot aan het einde van den „ Oorlog,eene offenfive en defenfive Allian„ tie plaats hebben, tegen alle haare vij„ andcn,. zonder eenig onderfcheid." „ Art. IV. Deze offenfive en defenfive „ Alliantie zal altijd tegen Engeland plaats „ hebben, in alle gevallen , waar in eene der beide Republieken met dat Rijk in „ Oorlog zal zijn." Art. V. Geene der beide Republieken zal, zonder medewerking en toeftemming „ van de andere , noch Vrede noch Ver„ bond met Engeland mogen maaken of „ aangaan." „ Art. VI. De Franfche Republiek, zal • met geene der Gecoalifeerde Mogendhe„ den Vrede mogen maaken , ten zij de „ Republiek der zeven Vereenigde Neder„ landen daar in begrepen zij." ., Art. VIL De Republiek der zeven „ Vereenigde Nederlanden zal voor haar „ Contingent, geduurende deze Veldtocht, „ leveren, twaalf Schepen van Oorlog cn „ achttien Fregatten*, om voornamelijk „ gebruikt te worden in de Duitfche , „. Noord- en Oostzee." » De~  OMWENTELING. 533 „ Deze Macht zal voor eene volgende „ Veldtocht, indien dezelve plaats heeft, „ vermeerderd worden." „ Art. VIII. Verder zal de gemelde Re„ publiek daar en boven , des gevorderd „ zijnde , nog leveren , ten minden de >, helft der Landmacht die zij op de been „ zal hebben." „ Art. IX. De Land- en Zeemagt der „ Republiek der Vereenigde Nederlanden, „ die uitdruklijk gefchikt zal mogen wor„ den om met die der Franfche Repu„ bliek te ageeren, zal onder de bevjeien „ van Franfche Bevelhebbers gefteld wor- den." „ Art. X. De vereenigde Militaire ope„ ratiën, zullen door de beide Gouverne„ menten vastgefteid worden ; hier om zal „ een Gedeputeerden der Staaten Generaal „ zitting en eene delibereerende item heb„ ben in het Franfche Committé, met de „ beftiering dezer zaak belast." „ Art. XI. De Republiek der zeven Vereenigde Nederlanden. keert van dit oo„ genblik af terug in de bezitting van haa„ re Zeemagt, haare Arfenaalen , zo van # haare Land- en Zeemagt, gelijk ook van LI 3 »> d« ir. TIJDPERK. IH. BOEK.  534 GESCHIEDENIS der II. TIJD- 1 ÏEUB» III. BOEK. „ dat gedeelte haarer Artillerie, waar over „ bij de Franfche Republiek geene dis„ politie is gefehied." „ Art. XII. De Franfche Republiek „ geeft insgelijks, en van nu af aan, aan „ de Republiek der zeven Vereenigde Ne„ derlanden terug, al het Territoir, Lan„ den en Steden, een gedeelte der gemel,, de Republiek uitmaakende , of van de„ zelve afhanglijk zijnde: behoudens nog„ thans de referven en uitzonderingen in „ de volgende artikelen bepaald." „ Art. XIII. Als eene billijke fchade„ loosltelling der Steden en Landen, bij het „ voorgaande artikel terug gegeven , wor„ den door de Franfche Republiek uit„ gezonderd." „ i. Hollandsch of Staats Vlaanderen, „ daar onder begrepen het geheele Terri„ toir, gelegen aan de linker oever van de ,, Rivier den Hond." ,, 2. Mae ft richt, Venlo en het geene ,, daar aan behoort, gelijk ook alle andere „ daar bij ingefloten bezittingen der Ver5, eenigde Nederlanden, gelegen ten Zuiv den van Venlo, aan de beide oevers der „ Maas.V. „ Art»  OMWENTELING. 535 „ Art. XIV. De Stad en Haven van „ Vlis fingen zal bij uitfluiting met „ Fransch Guarnifoen , zo wel in Vrede „ als Oorlog bezet zijn , tot zo lang 'er ,, op dit ftuk tusfchen de beide Volken „ nadere bepaalingen zullen gemaakt wor„ den." „ Art. XV. De Stad en Haven van „ Vlis■ fingen zal met alle vrijheid voor de „ beide Volken gemeen zijn , en het ge„ bruik van dezelve bepaald worden door „ een Reglement, door de beide Contrac„ teerende partijen vast te ftellen, en welk „ Reglement als een Supplement aan dit „ Trarftaat gehecht zal. worden." (*) „ XVI, (*) Dit artikel werdt nader bepaald door het volgende REGLEMENT. Ten einde het gebruik der Haven van Viisfingen , ingevolge het vijftiende Artikel van het Tracïaat van Vrede en Alliantie van den 27. Flor cal, het derde Jaar der Franfche Republicq, den 16. Me ij 1795, tusfchen het Fransch Cemeenebest en dat der Vereenigde Provintiën gefloten , te be* paaien. Art. I. De beide, zo wel de Franfche als LI 4 ss tl TIJDPERK. ni, BOEK.  5^6 GESCHIEDENIS d er n. TIJDPERK. HU 30EK. ,, Art. XVI. In geval van vijandelijke „ aanval van eenige Mogendheid, die de » Re. „ Bataaffche Natie, zullen zich op gelijke wijze „ van de Haven en het Dok van Fliitingen , tot „ het bouwen , kalfaten en uitrusten van derzel„ ver Schepen bedienen." „ Art. II. Elk der beide Natiën zal daar af„ zonderlijke , afgefcheidene en eigene Arfenaa„ len , Magazijnen , Werven en Werklieden heb„ ben." j, Art. III. Ten einde van nu aan, de Fran„ fche Natie, geraeenfchappelijk in de voordeele» „ van de Haven van Vlisfingen te doên deelen, „ zal het Gemeenebest der Vereenigde Provintiën „ aan dezelve het gebouw op het Dok, het welk „ tot een Magazijn voor de Oostindifche Compag* „ «ie dient, afftaan; als ook zal het aan dezel„ ve boven dien, den noodigen grond inruimen, „ ten einde daar op Scheeps-Timmerwerven en „ Arfenaalen aan te leggen ; en tot zo lang de„ zelve in ftaat zijn, om daar van het gebruik „ te kunnen maaken , zal het aan dezelve de „ Scheeps-Timmerwerven, welke thans werkelijk „ aldaar betlaan , tot derzelver behoeven over„ laaten." ,, Ait. IV. Wat het bezigen van verdere Erven en het oprichten van Gebouwen betreft, „ welke ieder der beide Natiën in de Havens ^ „ en het Dok van Vlhfingen noodig oordeelt 5 ,, ten einde derzelver eigene Magazijnen , Arfe„ naaien en Werven te vergrooten of nieuwe aan, te leggen, zullen de koste» der vernieuwing ■i of  OMWENTELING. 537 „ Republiek der Vereenigde Nederlanden „ of de Franfche Republiek, van de zijde „ van „ of verbeteringen van de gezegde Arfênaalen , s> Magazijnen en Werven, als mede de uitgaven „ welke het bouwen , kalfaten en uitrusten der „ refpeétive Schepen met alles wat daar toe be- hoort, vereifchéri, ten laste van ieder der bij- zondere Natiën komen." „ Art. V. De onkosten der noodige reparatiën „ aan de Haven , he: Dok en de Kaijen , daar deze ten gemeenen voordeele van beide Na„ tiën ftrekken, zullen ook ten lasten der beida „ Gouvernementen komen. Deze reparatiën zul„ len bepaald , geordonneerd en beftierd worden „ door de direftie der Vereenigde Provintiëu ; „ terwijl men die van het Franfche Gemeenebest ,, alleen zal verwittigen van de verbeteringen , „ welke 'er vereischt worden , en de laatst ge. „ meld.» zich zal bepaalen, wanneer dezelve we*» „ keljk voltooid zijn tot het Conftateeren daar „ van, en het overzenden van een Proces Ver„ baat dien aangaande aan het Franfche Gouver„ nement, met bijvoeging van eenen ftaat der on„ kosten; ten einde 'er dus terftond in de terugf, gave van de helft der voorzegde uitgaven voor„ zien worde." „ Art. VI. Men is overeen gekomen, dat geen „ der beide Natiën in deze Haven , noch Admi„ raai-Schip, noch Wagt- Schip leggen zal." Art. VII. in alle gevallen, wanneer'er eeni„ ge gefchillen, betreffende de uitvoering van dit „ Reglement ontdaan mogten , die niet jn der n minne konden bügelegd worden , zullen deze LI 5 „ daoï II. TIJ DPERK. in. BOEK.  Ui TIJDPERK. iii. boek. gS8 GESCHIEDENIS der „ yan den Rhijn of van Zeeland zoude ,, mogen aanvallen ; zal het Franfche „ Gouvernement Fransch Guarnifoen leg„ gen mogen in de Steden V Hertogen- bosch, „ door vijf te benoemen fcheidsmannen beflischt „ worden ; te weten : twee van de Franfche en „ twee van de F.ataaffche directie verkozen , waar bij ieder der beide direftlën nog één on„ zijdigen perfoon zal voegen , wanneer het lot ,, tusfchen deze beide verkozene onzijdige be» flisfen moet, wie van beide de vijfde zijn zal" „ Dit Reglement zal, volgends deszelfs vorm „ en inhoud ten uitvoer gebragt worden, als uit- maakende een gedeelte van het vijftiende arti„ kei, van het Traftaat van Vrede en Alliantie , ,, heden tusfchen het Franfche Gemeenebest en „ dat der Vereenigde- Nederlanden , tot ftand „ gebragt." Aldus gedaan in 's Hage den 27. F-IoreaJ, het derde Jaar der Franfche Republiek , den 16. Meij 1755. (Was Getekend) rewbell. jp. paulus. sieves. w. At lestevenon. CL. S.) b. matth'ias pous, en ii u li e r. (L. S.) Ex¥b. 17. Meij i/pj.  OMWENTELING. 539 „ bosch , Grave en Bergen op den „ Zoom" ,, Art. XVII. Bij de algemeene Vrede, zal „ de Franfche Republiek aan die der Ver,, eenigde Nederlanden, inde overwonnen „ Landen, die Fransch eigendom zullen „ gebleven zijn, zulke gedeelten van Land„ {treeken afftaan, als in oppervlakte zullen „ overeenkomen met die, welke in het der„ tiende artikel voor behouden zijn ; deze „ af te ftaane Landftreken zullen gekozen „ worden in de meest convenable ligging, „ ten einde de fcheiding der beiderzijdfche „ Limieten , op de beste wijze te bepa- len." " „ Art. XVIII. De Franfche Republiek „ zal voortgaan, om met een bepaald en „ beiderzijds overeen te komen getal troe,, pen, die plaatzen en pofitiën met Krijgs„ volk te bezetten , welke men voor de „ verdeediging des Lands nuttig oordeelen „ zal; alles evenwel niet langer, dan gc„ duurende dezen Oorlog." (*) „ Art. (*) „ Ingevolge van dit artikel, gingen vijf en twintig duizend mannen Franfche troepen in den dienst der Nederlandfche Republiek over, op eenige artikelen van overeenkomst, gefloten den 2?. n. TIJDPERK. III. BOEK.  540 GESCHIEDENIS der 11, 1IJ DÏERK. IJl. BOEK. Art. XIX. De Scheepvaart op cjen „ Rhijn , de Maas , de Schelde , de „ Hond, en alle haare takken tot aan de „ Zee , zal aan de beide Volken , de „ Franfchen en Bataaven vrij zijn; de >, Schepen der Franfchen en der Baiaa- „ ven 27- Jun'j » door Gevolmagtigden der beide Gemeenebesten; dan welken onder hun eigen Bevelhebber Honden. Deze moest aan het Bataafsch Beftuur van alle bewegingen, die hij ter afweering van vijandlijke aanvallen noodig oordeelde, kennis geven. Poor eenig beftuur gevorderd wordende , om tot beveiliging der publieke rust en befcherming van perfoonen en eigendommen mede te werken, moesten deze troepen zich hier toe gereed betoonen ; zelfs in gevallen , dat de leden van eenig Beftuur , door de gevolgen van oproer of geweld zich in de onmogelijkheid bevonden , ora te vergaderen of de noodige requifitiën te doen , waren de Franfche Bevelhebbers gehouden , gefchikte maatregelen tot herftel van de orde en rust te nemen ; zullende echter hier van daadlijk aan dtn opperften Bevelhebber, en door dezen aan het Bataafsch Gouvernement kennis gegeven worden. Intusfchen was het den Franfchen Militair, deze gevallen uitgezonderd,' uitdruklijk verboden zich te mengen in de handelingen der Inwooneren van dit Land , over publieke zaaken. — Hunne foldij beliep omtrent liertien millioenen 's Jaars."  OMWENTELING. 54» 'n -ven zullen op dezelfde voorwaarden „ daar op vaaren." „ Are. XX. De Franfche Republiek j, geeft aan de Republiek der Vereenigde „ Nederlanden over alle de immobilaire goederen van het Huis van Oranje, zelfs de meubelen en meubilaire goederen, „ waar over de Franfche Republiek oor„ deelen zal, niet te moeten disponeeren." „ Art. XXI. De Republiek der Vereenigde Nederlanden zal aan de Fran„ Jche Republiek, ter vergoeding en fcha„ deloositelling voor de kosten van den „ Oorlog, betaalen één honderd millioenen guldens Hollandsch courant, het zij in geld of in goede wisfels op Bui' ,, tenlanders , alles in overeenkomst met „ de wijze , die door de Republieken be,, paald is." (*) m Art. (*) „ Op de betaaling van deze honderd mil. Moenen , werden de volgende fchikkingen gemaakt. Van den 18. Junij tot den 18. Augustus, moesten dertig millioenen, iedere maand tien, betaald worden. Terwijl nog twintig, (waar onder echter de tien millioenen wegens de requifiriën gerekend wierden ,) den 1 b'. Augustus des vol- II. TIJOPER II. III. BOEK.  542 GESCHIEDENIS der ff. TIJD» PERK. III BOEK. „ Art. XXII. De Franfche Republiek „ zal haare goede officiën aanwenden bij die „ Mogendheden, met welken zij in onder„ handeling treden zal ; ten einde aan de „ Inwoonders der llataaffche Republiek „ te doen betaalen die geldfommen , die „ men aan dezelve, uit hoofde van direcfe „ geld Negotiatiën met Gouvernementen , „ vóór den tegenwoordigen Oorlog ge„ maakt, fchuldig zoude mogen wezen." „ Art. XXIII. De Republiek der Veree„ nigde Nederlanden, verbindt zich geen „ fchuilplaats te zullen geven aan eenige „ Franfche Geëmigreerden ; waar tegen „ de Franfche Republiek aan de Emigran„ ten van de Oranje partij, insgelijks geen „ verblijf zal vergunnen." „ Art. XXIV. Het tegenwoordig verbond „ zal geen kracht hebben, dan na dat het „ zelve door de beide Contracfeerende Par„ tijen geratificeerd zal zijn; de gemelde „ Ratificatiën zullen te Parijs uitgewis- „ feld volgenden Jaars moesten betaald zijn ; van de vijftig overigen moesten in het vervolg jaarlijks drie, in tijd van Oorlog, en zes in tijd van Vrede voldaan worden."  OMWENTELING. 543 5, feld worden binnen den tijd van twee „ Decaden , of zo veel eerder als moge- lijk is, te rekenen van den dag af waar „ op het zelve getekend is." „ Ter naarkoming van al het geene „ voorfchreven is, hebben wij ondergete„ kende Reprtefentanten van het Franjche Volk, en wij ondergetekende Leden van „ de vergadering der Hoog Mogende Hee,-, ren Staaten Generaal, uit krachte van „ onze refpective Volmachten, dit verbond „ van Vrede, Vriendfchap en Alliantie ge„ tekend , en onze Zegels daar aan ge„ hecht." Gedaan in den Hage. den 27. Floreal , het derde Jaar der Franfche Republiek , (den 16. Meij I795-) (Getekend) REWBELL. P. PAULUS. SIEYES. W. A. LESTEVENON. B, MATTHIAS POUS, efl (L. S.) HUBER. (L. S.) Zeer II. TIJDPERK. Hl. BOEK.  54* GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK. ui. SOEK. Zeer fpoedig kwamen de bijzondere ratificaties van dit Tractaat door de Provintiën in , waar omtrent wij niet voorbij kunnen, deze bijzonderheid uit Zeeland aan te dippen, — Te Zierikzee was bij de Municipaliteit, door haaren Afgevaardigden ter' vergadering der Reprsfentanten # een berigt van het fluiten van dit verbond ingekomen; verzoekende tevens geïnftrueerd te worden , of hij namens deze Stad kon concurreeren tot de ratificatie van dit Tracfaae. De Municipaliteit begrijpende in deze gewigtige zaak niet te kunnen treden , zonder alvoorens den wil des Volks verftaan te hebben, riep het zelve op den $3. Meij, en Helde de Secretaris aan het zelve voor in eene breedvoerige aanfpraak ; — na eene korte fchets van de voordeelen en de opofferingen bij dit Tractaat gegeven, en de omftandighcden welken het Vaderland tot de laatften meer' dan ooit noodzaakten aangewezen te hebben ; met bijvoeging , dat hij thans geene aanprijzingen of aanradingen wilde doen ; dewijl een vrij Volk vooral eene vrije keuze moest hebben in de befchikking over Zijn tegenwoordig en toekomftig lot, — om deze volgende vrage beflisfchend te  OMWENTELING. 54< beandwoorden; „ zal Zierikzee ter ver „ gadering van de Reprafentanten van ,, het Volk van Zeeland, de bekende Pre„ limlnaire artikelen met de Franfche „ Republiek ratificeeren of niet." En werdt deze groote vrage oogenbliklijk . door de Burgerij luidkeels , met ja beandwoord. Gemerkt bij het Tracitaat deszelfs ratificatie , binnen den tijd van twintig dagen bedongen was, werdt het zelve reeds den 26. Meij van de zijde van Hun Hoog Mog. geratificeerd, en den 27. van den kant der Franfche Conventie. Daadlijk werden door Hun Hoog Mog. twee Leden haarer vergadering , de Burgers grasveld en de sitters benoemd ; om in hoedanigheid van buitengewoone Ambasfadeurs van deze Republiek, aan de Conventie de ratificatie aan te bieden, welken den 29. vertrokken. — Zelfs twee dagen nog voor de ratificatie , werden alle onze krijgsgevangenen in Frankrijk ontflagen, met vrijheid om tot hun Vaderland terug te keeren ; en tevens aan alle Bataaffche Officieren in Franfchen dienst zijnde, verlof gegeven , om des verkiezende in Nè~ der landjehen dienst over te gaan, wordenMm de 1 • II. TIJD' fF.IUT. III. BOEK. Bekrachtiging van het verbond.  546 GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK, III. ZOEK. de zulks ook toegeftaan aan de Generaals daendels, dumonceatj en de winter. De Reprsefentanten sieyes en rew. bell naar Parijs terug gekeerd zijnde , gaf de eerstgemelde in de Zitting van den 4. Junij , het berigt wegens de aankomst dezer buitengewoone zendin.". , las de Geloofsbrieven voor, en werdt daadlijk op zijn voorftel befloten, om de Afgevaardigden den volgenden dag in hunne hoedanigheid te erkennen, en bij de Conventie toe te laten. Dien zelfden avond nog, werden de wedcrzijdfche ratificaties in de vergadering van het Committé de Salut Publicq uitgewisfeld ; zijnde die van de Staaten Generaal' op pergament gefchreven, en voorzien met het Groot Zegel in een zilveren Doos. Öm hier in aan ons niets fchuldig te blijven,. verzocht het Committé met de afzending der ratificatie te wachten, tot dat ook de zijne insgelijks op pergament gefchreven, en met zodanigen Doos voorzien was. Ten beftemden dage werden onze Ambasfadeurs , door de Leden van het- Committé en Corps ter vergaderzaal der Conventie plegtig ingeleid ? en geplaatst in Arm-  OMWENTELING. 547 Armfloelen in het midden der Zaal, regt tegen over den Prefident, onder de luidruchtigfte toejuichingen der tegenwoordig zijnde aanfchouwers. De ratificatie der Staaten Generaal door sieyes voorgelezen zijnde, deedt de Burger van grasveld, eene zeer gepaste aanfpraak aan de Conventie , die niet minder treffend door den Voorzitter werdt beandwoord, en het drukken van dezelve in alle Taaien , benevens de verzending naar de Legers en Buitenlandfche Hoven befloten. Onmiddelijk ontfingen zij van den Voorzitter den Broederkusch , onder het gejuich van leeve dé beide Republieken. — Ingevolge van hun last verzuimden zij ook niet, om de Burgers blauw en meyer, in de hoedanigheid van Gevolmagtigde Ministers vari het Gemeenebest der Vereenigde Provintiën , voor te Hellen en te doen erkennen. — Gelijk zij dan ook, bij het vertrek van deze buitengewoone bezending, op den 23. Junij zijn erkend geworden. Plegtig in de daad en luisterrijk was deze erkentenis. De Ministers waren vergezeld van een vijftigtal Hoilandfche Patriotten, voor hen werdt de Vlag van onzen Staat 'gedragen. De Leden rewbell en sieyes Mm 2 ge¬ il. t l] D> E UK, III. BOEK! Plegtigr;' erkentenis van de Ministersder Neüirland-  543 GESCHIEDENIS der ii. TljnPEBK, iii. BOEK fch Re ptlbliek geleidden dezen trein , onder algemeene toejuichingen. De boven genoemde buitenge woone Ambasfadeurs van onzen Staat, benevens die van Noord America. Zweeden, Toscaanen , en de Geneeffche bevonden zich allen in hunne Loges. De Ministers j. blauw en c. meyer namen plaats in armfloelen, en de overige Bataaven wederzijdsch in een halven kring : meyer voerde het woord , deedt eene zeer welfprekende aanfpraak, die verfcheiden maaien door luide toejuichingen werdt afgebroken : waar na hij de Vlag van onzen Staat, met deze woorden aanboodt : „ Ziet hier, Burgers volks Vcrtegenwoor„ digers, de Vlag des Bataaffchen Volks. „ Aanvaardt dezelve ais een onderpand „ der Broederfchap , die ons te zamen „ verbindt, en van de goede trouw , waar „ mede wij de geheiligde verbindtenisfen „ zullen vervullen, welken wij met u gc„ floten hebben." Het andwoord van den Voorzitter louvet was treffend en nadrnklijk. „ Bataaven " dus liet hij zich onder anderen uit : „ deze Vlag, die gij „ ons ten teken van een verweerend en be„ fchadigend verbond aanbiedt ! .... Gij „ hebt gezien, hoe wij dezelve ontfangen heb-  OMWENTELING. 549 „ hebben , de driekleurige Vlag zal met „ dezelve vereenigd worden , onze Vlag„ gen zullen te zamen de Zeeën befcha„ duwen. — Bataaffche Republikeinen ! „ De vergadering der Franfche volks Ver„ tegenwoordigers belooft u veiligheid en „ fchavergoeding , volkomen vrijheid en „ volkomen onafhangelijkheid. De hoo„ ge Volksvergadering belooft u zulks, en „ geheel Europa weet, of de Franfche „ Legers de beloften der Volksvergadering „ geftand doen." - Daadlijk werdt daar op door de Nationaale Conventie gedecreteerd. „ 1. De Burgers blauw en meyer, Afgevaardigden van de Staasen Generaal der Vereenigde Provintiën, zijn als Gevolmagtigde Ministers van het Gemeenebest der Vereenigde Gewesten, door de Franfche Republiek erkend en geproclameerd. II. De Geloofsbrieven der Burgers blauw en meyer, Gevolmagtigde Ministers van het Gemeenebest der Vereenigde Gewesten , benevens de aanfpraak door dezelve in de Conventie gedaan , en liet andvvoord van den Prefident zullen in alle Taaien overgebragt, gedrukt , naar de Departementen en de Legers van de Republiek Mm q ver-i n. TIJ D? K 11 K. III BOEK.  55° GESCHIEDENIS der ij xjjin- V E ft Hli BOEK.. verzonden , en in hec Bulletin ingelasche worden. III. De Vaan der Vereenigde Provinciën , door de bovengemelde Gevolmagtigde Ministers , in naam der Staaten Generaal aangeboden , is aangenomen , en zal in de Vergaderzaal der Conventie, met die van het Franfche Gemeenebest vereer nigd , ten teken der Alliantie, welke de beide Republieken verbindt , worden opgehangen. — Eindelijk werden beiden tot den Broederkusch van den Prefident toegelaten. Overeenkomftig het gewigt dezer lang-: gewenschte gebeurtenis, werdt dezelve op de plegtigfte wijze ter kennisfe des Volks, gebragt , en allerluisterrijkst in zommige Steden gevierd. Den 5. Junij, wanneer de offieiëele tijding der Ratificatie van het Verbond was ingekomen , werdt nog denzelfden avond in 's Hage het gefchut met een en twintig fchoten gelost, bij het ge-: lui en gefpeel der klokken , en des morgens, des middags en des avonds van den, volgenden dag , dezelfde plegtigheid herr haald; terwijl op alle hoeken der ftraaten, onder het gefchal der Trompetten , werdt afgekondigd , dat het Tracfaat van Vrede ,t Vriendï  OMWENTELING: 551 Vriendfchap en Alliantie met de Franfche Republiek, den 27. Meij door de Nationaale Conventie geratificeerd was. — Van wegens Hun Hoog Mog. werdt mede op den 4. Junij , de tijding van de uitwisfcling der ratificatiën , in alle de Gewesten en Generaliteits Landen afgezonden. Nauwlijks was de maare dezer gewigtige gebeurtenis door de geheele Republiek verfpreid , of dezelve wierdt bijna overal op den 17. Junij op eene Godsdienftige wijze gevierd, maar die tevens den heerfchenden geest der Omwenteling kenmerkte. Van de meesten dier Godsdienftige Burgerfeesten kan gezegd worden, dat Vrijheid, die de rechten des gewetens eerbiedigt , Gelijkheid die alle Godsdienftige bevoorregting uitfluit, Broederfchap die aller harten zamenftrengelt, in dezelven den toon gaven. — Men bepaalde zich hier bij niet. Door de geheele Republiek werden, op dien dag of op volgende, Volks Feesten gevierd, die zo wel het genoegen van veelen decden uitfchitteren,als zij bij fommigenhet vernuft der aanleggers en beftuurders dier plegtigheden eer aandeeden. Van dezen eenig verflag te geven, wordt ons door de bepaaldheid van Mm 4 ons II. TIJDPERK. Ilï. BOEK.  ir. TIJDPERK.iii. BOEK. VIER.* 552 GESCHIEDEN, dek OMWENT. ons bellek verboden. Zo veel zij nog in het algemeen van dezelven gezegd, dat, verfcheide publieke Feesten duidelijke bewijzen opleverden , hoe zeer een aanmerkelijk gedeelte onzer Natie, zich zeer veel goeds beloofde van het gefloten verbond van vriendfchap en vereeniging met des Franfche Republiek.  VIERDE BOEK. DE NATIONAALE VERGADERING. T ot hier toe was de Omwenteling een gewrocht zonder doelwit, een raadzel zonder ontknooping. Zij deedt nog niets dan afbreken. Of iets, en wat, in de plaats van het omvergehaalde gefteld zou worden, bleef nog een ondoordringbaar geheim. Zo veel alleen liet zij vermoeden, in zo verre men met eenige zekerheid kon vooruitzien, dat hetgeen afgebroken was, zeker niet weder opgebouwd zou worden, en , dat alle inmiddelfche fchikkingen eenmaal plaats zouden ruimen voor een gevestigd Beftuur. Dit Boek, het welk de voorbereidende flappen daar toe zal aanwijzen , zal dus geen der minst gewigtige van dit Tijdperk uitmaaken, fchoon wij den Lezer weinig vrolijke en onderhoudende tooneelen durven belooven. Een algemeene Volks bijeenkomst bij vertegenwoordiging , of Nationaale Conventie was, van het eerfte oogenblik der Omwenteling, het doel der Gemeenebestgezinden. Mm ^ Zon- II. TIJDPERK. IV. BOEK. Drang, redenen tot de bijeenroepingeener  554 GESCHIEDENIS der 11 TIJDPE li K. iv. BOFS. Nationaalevergadering» Zonder deze , zagen zij noch Conftitutie , noch Eenheid en Ondeelbaarheid der Republiek te gemoet. Bij zommigen werkte de zucht ter navolging der Franfchen , welken aan de Nationaale Conventie hunne Republikeinfche Staatsge!?eltenis, en de Eenheid en Ondeelbaarheid van hun Staatswezen verfchuldigd waren: - bij anderen, het gevoel van de menigvuldige rampen, die de ltrijdigheid van Provintiaale belangen , de langwijligheid van het Staatsbeituur, en de verdeeldheden der Gewesten, van welken één dikwijls genoeg was , om de heilzaamfte befluiten en maatregelen te verijdelen , ons Vaderland berokkend hadden: - want, gelijk in het voorgaande reeds opgemerkt is, de form van de vergadering van de Staaten Generaal,en dus de wijze der behandeling van de algemeene belangen was onveranderd gebleven. — Zekerlijk, zij die thans de teugels des Beftuurs in handen hadden , waren niet dan in een zeer bepaalden zin Vertegenwoordigers des Volks, en uitbrengers van deszelfs wil. Die de wijze hunner verkiezing in het algemeen gade geflagen heeft, - eene wijze, die door den nooddwang der omftandigheden gewettigd werdt; — gal toch moeten erkennen , dat flegts een  OMWENTELING. 555 gedeelte des Volks de regten van het geheel uitgeöcffend hadt. Noodzaaklijk was dan eene bijeenkomst van zodanigen, die op eene geregelde en gewettigde wijze door het geheele Volk gekoren waren , om deszelfs wil uit te brengen en uit te voeren , de algemeene belangen van geheel Nederland te behartigen , éénheid in de befluiten te brengen, klem en fpoed aan de volvoering te geven , en boven alles eene Conftitutie te vormen, gefchikt om de plaats van het omver gerukte gebouw te bekleden. Oppervlakkig fcheen de beraaming van een plan tot die bijeenkomst het werk flegtg van eenige dagen te wezen; en echter verliep een geheel jaar , eer het tot ftand kwam. En , zo iets de gebrekigheid van onze voorige S taatsgeit el tenis moest bewijzen, zou dit alleen alles afdoen. Daadlijk na de Omwenteling , gevoelde men in alle de Steden en Provintiën van ons Vaderland , het gebrekige en onvoldoende van de wijze , waar op de toenmaah'ge Bcftuurers gekozen waren. Dan , in plaatze van bedacht te zijn op een algemeen ontwerp van verkiezing voor geheel Nederland , was iedere Stad , iedere Provintie op haar zelve bezorgd, om Ste-. de II. T 110; E R K. II o L K. Provin-i tianle en Stedelijke Reglementen op lietlieftuur.  IK T1JDPER K, IV. BOEK. (*) Zie btadz. 377. Reeds in het laatst der maand April, was het ontwerp tot eene geregelde oproeping des Volks , tot het daarftellen eener vrije en volkomen Volks reprefentatie gereed , en werdt na eenige dagen ingevoerd. En , bij het fcheiden van het Provifioneel Beftuur, werdt, door het zelve de volgende vrage ter beandwoording voorgefleld , waar toe het alle des kondigen uitnoodigde: „ of de plaatslijke ligging der zeven „ Provintiën , derzelver verfchillende vruchtbaar„ heid, de belangen der Ingezetenen, de heffing van lasten , en de algemeene bloeij eri wel„ vaart van geheel Nederland, al of niet toela„ ten eene wegneming van alle Frovintiaal Be. „ fluor % 556 GESCHIEDENIS der delijke en Provintiaale reglementen op her beftuur te vervaardigen. Het oude denkbeeld van gedeelde Souverainiteit wrocht hier toe mede. De Ingezetenen van het geringfte Dorp,, zo wel als van de aanzienlijkfte Stad, befchouwden zich als een Oppermagtig Volk van die Plaats. - Friesland inzonderheid , duchtte van den aanvang af niets meer , dan haare Provintiaale Souverainiteit t-e zien wegvallen. Zij hieldt zich dan van den aanvang der Omwenteling bezig , om eene bijzondere Conftitutie voor die Provintie te vormen; zij belastte haare Provintiaale Vertegenwoordigers met deze zorg bij eene uitdruldijke Inftruótie, (*) en  OMWENTELING» 557 en het gevolg dezer géfchiedenis zal doen zien, hoe veel het gekost hebbe, haar van dit denkbeeld flegts gedeeltelijk af te brengen. — Dit Boek zou te ver uitloopen , indien wij van alle die bijzondere Regeerings reglementen eenig denkbeeld zouden geven , fchoon zij zeker wel eene plaats verdienden. Genoeg is het, om derzelver geest te leeren kennen , aan te merken , dat zij het Stemrecht uitftrekkende tot allen , die in een regterlijken zin perfoon hebben , en federt eenigen tijd Inwooners der plaats zijn ; echter waakten tegen het uitöeffenen van het zelve , bij hen , die de voorige Regeeringsvorm nog toegedaan mogten wezen ; dat zij de wijze van kiezing, of door Kiezers of hoofdlijke ftemming , bepaalden , terwijl zij de hoedanigheden der verkoorene zodanig omfchreven , dat geene aan- „ duur, en eene veroeniging van alle bijzondere „ dcelen en Landfchappen , onder eene enkele „ evenredige reprefentatie." Bij de aanfreliing der Conftitutioneele Reprafentanten , moesten zij bezweeren , het Volk van Friesland voor den eenigen en wettigen Souverain van dat Gewest te erkennen, ir. TIJDPERK. IV. 3 OEK.  Ui TI1DPERK. iv. BOEK* Burger vergadefingen. 558 GESCHIEDENIS der aanklevers der voorige Conftitutie konden benoemd worden , en het getal van dezelven begrootte men naar de bevolking. Dan juist deze aanvanglijke fchikkingeri bevorderden toch ook niet weinig deri Wensch naar eene algemeene Volksvergadering. Derzelver ftrijdigheid met clkanderen en inwendige ongenoegzaamheid deeden aller hoop vestigen op een vollediger en eenpaariger wijze van Beftuur. — Boven alles waren het de Burger ver gaderingen, die deze gewigtige zaak allerfterkst doordrongen. < Alvoorens wij echter voordragen , welken invloed dezen hier iri gehad hebben , moeten wij derzelver aart kortlijk ontvouwen. De Leesgezelfchappen onder het voorig' Beftuur waren nu veranderd in Sociëteiten, Clubs, IVijk vergaderingen en Burger vergaderingen, of zo men ze moge noemern Zij, die zulk een groot aandeel in de bewerking der Ómwenteling gehad hebben , lieten ook nu het werk niet fteeken ; maar vergaderden geregeld , om door hun invloed , het aangevangene meer en meer te voltooijen. Het eerfte en groote doel dier' zamenkomften, het lezen en eikanderen ver- lieh-t  OMWENTELING. 559 lichten , hadt nu geheel plaats gemaakt voor overwegen en beiluiten. Geen Stad, geen Dorp in ons geheel Vaderland, waar niet zodanig eene vergadering zich bevondt. Men kan hun ligt de misvatting vergeven , dat zij zich het geheele Volk verbeeldden , en hunne Stem als die desVolks wilden doen gelden. Zij hadden toch in het eerfte Tijdperk der Omwenteling het geheele Volk verbeeld, en op deszelfs naam gehandeld. Intusfchen geen onderfcheid van tijden in aanmerking nemende , en niet opmerkende , dat het geen de nood der omftandighcden wel eens wettigt, bij het ophouden dief omftandighcden ongepast en wanvoeglijk kan worden, wilden zij dezelfde orde doen voortduuren, en veroorzaakten daar door niet zelden de fchroomlijkfte wanorden. — Van den anderen kant, zij, die in het Beftuur gevestigd waren , wilden niet zelden te vroegtijdig , de verhevenfte en zuiverfte begrippen van Volksregeering bij vertegenwoordiging op de tegenwoordige orde van zaaken , die nog maar nauwlijks den Chaos ontworfteld was , toepasfen ; — oeffenden dikwijls een onftaatkundigen tegenftand, waar eene laffe toegevendheid reeds den- ze.l- II. T IJ Dt ERE, IV. BOEK.  56o GESCHIEDENIS dér a. TIJDPERK. iv. BOEK. zeiven geheel ongeraden gemaakt hadt, of waren zwak en flap, waar vastheid en onverzetlijkheid noodzaaklijk was , — door welk alles, zij de verwarringen hielpen vergrooten. — Genoegzaam in iedere Plaats heerschten deze verfchillen, onder de voorftanders der tegenwoordige orde van zaaken. — Van den kant des Beftuurs , oordeelde men den invloed dier vergaderingen, alleen tot dat geene te moeten bepaalen , 't welk niet was overgedragen , alleen tot verzoeken en niet tot eifchen , om dat geen gedeelte op den naam van het geheel kon werken ; van de zijde der Sociëteiten werdt beweerd, de Vertegenwoordigers zijn flegts uitvoerders van onzen wil, wij hebben geen eenig gedeelte onzer oppermagt overgedragen, wij zijn in alles oppermagtig , wij zijn het Volk , om dat wij het werkzaam , het best en weldenkendst gedeelte van het zelve zijn ^ en het overige door zijn ftilzwijgen in onzen arbeid berust. Natuurlijk vloeide daar uit voort, dat niet zelden de begeerte dier vergaderingen, als de wil des Volks werdt voorgedragen , dat zij eischten en op de voldoening dier eifchen nadruklijk aandrongen i terwijl de Befluurders zich tegen  OMWENTELING. 561 die eifchen, op gronden van derzelver on bevoegdheid, mede op naam des geheelei Volks dat zij vertegenwoordigden , onver zëtlijk aankantten. Zij intusfchen zijn het, die zelfde Burgervergaderingen , welken in de meeste Plaatzen en Provintiën haare ftemmen, ter voordeele van eene algemeene Volks vergadering verheft, en dezelve ten krachtigften bevorderd hebben. Dan, misfehien is 'er niets dat hier toe fterker mede gewerkt, of de noodzaaklijkheid van zodanig éene bijeenkomst levendiger heeft doen gevoelen, dan de gefteltenis der Generaliteits Landen. Van den Munfier(chen Vrede af,' die aan ons Vaderland een Politiek aanwezen gaf, waren zij als overwonnen Landftreken Onder ecu algemeen Beheer gebragt, en hadden alle de onaangenaamheden van een drukkend Beftuur rijklijk ondervonden. De Publicatie van Hun Hoog Mog. van den 4; Maart, de Rechten van den Mensch en Burger verzekerende , was ook aldaar afgekondigd , in zo verre zij ten dien tijde niet door Franfchen overheerd waren.Bij hét gefloten verbond, door de Franfche Republiek aan onzen Staat afgeftaaa N n zijn- ir. TIJDPERK. IV. BOEICi Poogirigen der Generaliteitshanden:  5ö2 GESCHIEDENIS der ii. TIJDPERK. IV. BOEK. zijnde, keerden zij onder het oude Beftuur terug. Ten minften, dus begrepen het de Staaten Generaal, die, daadlijk bij de toezending van het Traétaat van Alliantie met Frankrijk, eene Publicatie (gedagtekend 8. Junij) voegden , waar bij zij verklaarden , die Landen op den ouden voet te zullen blijven beheeren, tot den tijd eener Nationaale Vergadering , en verder voornemens te zijn, om, zo dra mooglijk eene commisfie af te vaardigen , met de noodige magt om op alles provifioneel orde te ftellen ; gevende aan de Ingezetenen volkomen vrijheid, om hunne bezwaaren aan dezelve in gefchrifte over te leveren. Dan , de Ingezetenen dier Landen , de regtmatighcid hunner aanfpraaken op dezelfde regten , met alle Ingezetenen van Nederland, gevoelende , waren terftond, na het gefloten verbond bedacht, om die aanfpraaken te doen gelden. Reeds in het begin der maand Junij, vaardigden de Municipaliteiten Afgezondenen af, die te Tilburg bijeen kwamen , en zich conftituëerden tot Provifioneele Vertegenwoordigers van Bataafsch Braband, reprafenterende Stad en zo genaamd Marquifaat van Bergen op den Zoom , Stad en Baronnie van  , OMWENTELING. 55-3 van Breda, Stad en Meijerij van 's Bosch, Stad Grave en Lande van Cuik. Daadlijk benoemden dezen Gecommitteerden naar 's Hage met deze volgende last, „ dat de vergadering der Provifioneele Reprafentanten van Bataafsch Eraband, op den 11. Junij wettig geconftituëerd zijnde, in naam des Volks dat zij vertegenwoordigt, toetreedt tot het Bondgenootfchap van het Bataaffche Volk , en uit dien hoofde vordert , dat zij en haare Gecommitteerden als zodanig zullen erkend worden, en dezen gelijke regten met de Gedeputeerden der overige Provintiën zullen genieten. Wordende zij verder gelast in geval van weigering, ten krachtigften te protesteeren van non prejudicie . met verklaaring, van zich te zullen beroepen op 'c gantfche Volk van Nederland, en van het zelve te reclameeren de erkentenis van de rechten, die men hun weigert toe te kennen. In 's Hage aangekomen zijnde , en hun last aan de vergadering der Algemeene Staaten geopend hebbende, werden den 16. Junij twee Leden van dezelve , benevens den Griffier benoemd, geadfiffeerd door twee Leden uit het Committé van Bondgenootfchap , om met hun in hoedaNn 2 nig- ir. TIJDPERK IV. BOEK  564 GESCHIEDENIS der II. Tij i> ÏER K. IV. S0£ (£. rrigheid als Burgers van Staats Braband hi gefprek te treden; zijnde Hun Hoog Mog. nog niet bevoegd, om, hangende de deliberaties der Provintiën over deze zaak , hen in hunne hoedanigheid te erkennen. Van wederzijden liet men den tijd van de deliberaties der Provintiën, niet ongebezigd voorbij flippen. Terwijl de Afgevaardigden zich in 's Hage bevonden , gaven de Provifioneele Reprtefentanten van Bataafich Braband, den 95. Junij eene Publicatie uit, die ten blijke ftrekt, dat zij hunne rechten hernamen. Zij hadden toen hun zetel van Tilburg naar 's Bosch verlegd. Dezelve bevat de verklaaring van de Rechten van den Mensch en Burger , welken zij bijzonder op de Ingezetenen van die Gewesten toepasten; en op gronden van welken zij het Generaliteits Beftuur „ als daar mede ftrijdig, gelijk ook de waardigheden van den Stadhouder vernietigden. En het is ook op die zelfde gronden, dat zij met uitfluiting van alle andere Collegiën , zich zeiven alle Wetgevende Magt toeëigenden. — Intusfchen was reeds, medein het laats: van Junij,, eene commisfie van wegens Hun Hoog Mog. in den Bosch aangekomen, die niets minder bedoelde y da»  OMWENTELING. 5*5 dan dit oppergezag den bodem in te flaan, en bij eene Publicatie van vier dagen later, — waar bij plegtig verzekerd wordt, dat, zo geene Nationaale Conventie tot ftand gebragt werdt, of onverrichter zaake mogt fcheiden, Hun Hoog Mog. geenfins voornemens waren, Staats Braband als een Wingewest te befchouwen en te behandelen, uitdruklijk verklaarde : ,, dat Hun Hoog „ Mog. niet konden erkennen zodanige „ perfoonen , als zich zonder voorgaande „ geregelde en alleen wettige oproeping „ van het geheele Volk van Staats Bra„ band, tot deszelfs zo genaamde Provifi„ oneele Reprïefentanten hadden opgewor» „ pen : interdicerende de Ingezetenen en „ alle andere Municipaliteiten in Staats „ Braband, om voortaan eenige ftukken, onder welke benaaming dezelven ook „ zouden mogen voorkomen , ten naame „ van gemelde geheel ongequalificeerde „ perfoonen , te publiceeren en te affigee„ ren ; en ernftig gelastende , die Pu„ blicatiën , welken reeds op verfcheiden „ Plaatzen, ten naame van dezelven gedaan en geaffigeerd waren , aanltonds na re„ ceptie dezes af te fcheuren , en zich te „ onthouden van gelijken meer te doen : Nn 3 „ re- U. TIJDPERK. IV. BOE*.  565 GESCHIEDENIS der IJL TIJDPERK. iv. £oek, „ referveerende Hun Hoog Mog. het regt „ en de digniteit van het algemeene Volk van „ Nederland , ten dezen te maintineeren „ naar behooren." Dreigend was het Hot van deze Publicatie , waar bij de commisfie bij een tegen gefteld gedrag, de fchroomlijkfte gevolgen onder het oog houdt, en waar van zij geheel onfchuldig wil gehouden worden. Dan, de Ingezetenen bij hunne eifchen volftandig volhardende, zag men zich eindelijk gedrongen tot een van beiden te komen, of tot eene Nationaale bijeenkomst te beiluiten, of bij het uitblijven van dien, Bataafsch Braband alle de rechten van eene achtfle Provintie toe te kennen. Ingevolge dan daar van , werdt op den 11. Julij tusfchen de Gecommitteerden van Hun Hoog Mog., en die van de Municipaliteitcn van Bataafsch Braband, het volgende vergelijk getroffen; dat, indien het al of niet daarftellen eener Nationaale Conventie, voor u Januarij 1796, niet zal zijn gedecideerd, of dezelve onverrichter zaak kwame te fchciden , als dan Bataafsch Braband even als de zeven verbonden Gewesten, in het generaal Bondgenootfchap zal toegelaten worden, op eene billijke en evenredige wijze. —— Staande dien  OMWENTELING. 567 dien tusfchentijd, zou de Administratie dier Gewesten gevoerd worden door zeven en twintig Reprafentanten, te kiezen, door Hun Hoog Mog. uit een dubbeltal door de Municipaliteiten gefourneerd, waar van de helft Plaatsvullers zouden zijn , welke alles zullen verrichten, wat anders aan het Committé van het Bondgenootfchap was overgegeven. In zaaken van Politie ; zullen de oude Wetten en verordeningen blijven voortduuren , behoudens de noodige veranderingen. Even zo ook onder dezelfde bepaaling , de zaaken van Justitie. In plaats van den Raad van Braband in 's Hage, zal 'er een Hof van Justitie in 's Bosch opgericht worden. Ten aanzien van de Finantiën, zullen dezelfde belastingen geheven worden. En het daar van komende, gebezigd worden tot ftijving van des Generaliteits Kas, na aftrek van alle onkosten op het Belluur vallende. Drenthe, fchoon tot hier toe in de lasten van het Bondgenootfchap dragende , was echter mede altijd van Stem in het Collegie van Hun Hoog Mog. verdoken geweest. Het gevoelde daadlijk, zo dra ons Vaderland door het verbond met Frankrijk deszelfs. Staatkundige onafhangelijkheid zag beves-^ Nn 4 tigd, TIJDPERK. IV, BOEK. Drenthe.  568 GESCHIEDENIS der II. TIJDPERK IV. BOEK, Voor- fTèl tot eeneNstion.;aIevergadering. tïgd , de billijkheid van zijne aanfpraken pp het genot van gelijke rechten met de overige Provintiën ; zo dra was niet het verhaalde Vergelijk met Bataafsch Braband getroffen , pf het vorderde mede (den 13. Julij) als een bijzonder Gewest erkend te worden , en als zodanig zijne Afgevaardigden ter vergadering te zenden. Men gevoelde de regtmaatigheid dier vorderingen, en voor het einde van September werdt nog befloten, dit Landfchap met 1. Januar rij 1796; bij aldien als dan nog geene Nar tionaale Conventie mogt vastgefleld wezen, gelijke rechten met de overige Bondgenooten toe te kennen , en zou het dus met Braband eene negende Provintie uitmaa-: ken. Na dit weinige op den voorgrond , als het ware , geplaatst te hebben , kunnen wij de géfchiedenis der Nationaale bijeenkomst onbelemmerder vervolgen. Het voorftel tot dezelve, was eerst door Holland gedaan in de vergadering van Hun Hoog Mog., op den 16. Februarij, en begrepen in haar voordragt ter vernietiging van den Raad van Staaten. In plaats van dit Collegie, een Committé tot de air gemeene zaaken van het Bondgenootfchap, ui?.  OMWENTELING. '5*9 uit een en twintig perfoonen beflaande , vóórhellende, bepaalde zij tevens, dat zeven van dezen, behalven de beheering der zo genaamde Generaliteits Landen , zich bijzonderlijk zouden moeten bezig houden met het formeeren van een plan , ingevolge waar van de Ingezetenen van de gantfche Republiek , tot eene algemeene vergadering zouden kunnen worden opgeroepen, om het zelve zo fpoedig mooglijk aan Hun Hoog Mog. te communiceeren ; ten einde vervolgends alomme verzonden, en alzo aan de refpedtive Ingezetenen te, worden bekend gemaakt. Dit voorftel commisforiaal gemaakt zijnde , wierdt op den 4. Maart befloten: alleen de 'Afgevaardigden van Zeeland, die nog hun last van het voorig Beftuur hadden , verklaarden op dit punt ongelast te zijn. Deze commisfie tot het ontwerpen van een plan van algemeene vergadering noodigde alle kundige Vaderlanders uit , om haar in haare werkzaamheden te onderfteunen en voor te lichten ,, en het was op den 29. Meij , dat zij een plan daar toe ter vergadering van Hun Hoog Mog.' inleverde. Het zelve bevatte in acht Nn 5 hoofd- H. TIJDP R K. IV. BOEK. Ontwerpvan liet plan tot eene Natio. naale vergalering,  570 GESCHIEDENIS der m TIJDPERK iv. BOEK. hoofddeelen honderd achttien artikelen, walken liepen over de verdeeling des Volks, - de Stemgerechdgheid, — de Kiezers, de Vertegenwoordigers, — hunne werkzaamheden , — hunne wijze van raadpleging , — hunne verandwoordlijkheid, en eindelijk over het uitééngaan dezer vergadering. In het eerfte hoofdftuk, werdt voor ieder tien duizend Zielen één Vertegenwoordiger bepaald, welken door Kiezers, voor iedere vijf honderd Zielen één , moesten benoemd worden. Deze verdeeling werdt voor de Provintiën aan de Repraïfcntanten, — voor de zo genaamde Generaliteits Landen, aan het Committé van het Bondgenootfchap overgelaten. Het tweede bepaalde het Stemrecht tot Burgers van twintig jaaren , en in de Republiek woonende ; geene werden uitgefloten dan die in rechten geen perfoon , of geen eigendom hadden ; zo veele Stemgerechtigden, als voor eene verdeeling van vijf honderd Zielen tegenwoordig waren , koozen één Kiezer en Plaatsvervanger, bij fchriftlijke ftemming. - Tiet derde hoofdftuk bepaalt voor een Kiezer, den ouderdom van vijf eft twintig jaaren en twee jaaren inwooning :  OMWENTELING. 571 nïng : hij moet in de vergadering tegenwoordig , of zo nabij zijn , dat hij zich binnen vier én twintig uuren kan vertoonen. De twintig Kiezers bijeen zijnde , zullen na aflegging eener verklaaring , van zich eerlijk van hun pligt te zullen kwijten , uit of buiten hen één Vertegenwoordiger en twee Plaatsvullcrs benoemen. De ftemming moest mede fchrifcelijk gefchier den , en alleen de volftrekte meerderheid zou beflisfehen. — Het vierde gaf aan den Vertegenwoordiger dezelfde vereischten als aan den Kiezer , met uitzondering , dat hij over de geheele Republiek kon verkoren worden. Hunne bijeenkomst werdt bepaald in Hage , hun daggeld op tien gulden. Iemand op meer dan eene plaats benoemd zijnde, moest het lot beflisfehen, voor welke hij ter vergadering zal verfchijnen. Honderd Leden aanwezig zijnde, zullen de Staaten Generaal hen op de gcfebiktfle wijze befchrijven, door eene commisfie hunne vergadering openen, en ieder van hen hoofdlijk afvragen. „ 1. „ tie , aan de opwekking van het Patrio„ tismus en de voltooijing der Eensge„ zindheid. Hier in vordert gij te regt „ onze medewerking.. En ziet daar Bur„ gers , onze regterhand en trouw. Het „ Opperwezen is getuigen , dat deze „ vergadering geen andere bedoelingen ,, heeft." Hier door gefterkt, befloot deze vergadering op den 4. September , dat zij niet eerder uit eikanderen zou gaan , voor en alëer bij Hun Hoog Mog. openlijk zal zijn gedecreteerd, 'er zal eene Nationaale Conventie zijn , en het plan daar toe betrek-  OMWENTELING. 585 freklijk gearresteerd; mits in het zelve gevonden wordt de bepaaling van een korten tijd , in welke dezelve zal plaats hebben. — Na welk befluit de Voorzitter dus vervolgde : „ daar dit befluit nu bepaald is, zo laaten wij ons, ten nauwften vereenigd, eenpaarig verbinden om alle gepaste middelen volijverig te bezigen , ten einde de bereiking van dit groot oogmerk te befpoedigen ; — ik voor mij , neem als een man van eer aan , het genomen decreet dezer vergadering te zullen handhaaven. Zijt gij lieden allen alzo gezind? Wel aan, ziet daar mijne regter-, ziet hier mijne linkerhand, flxengelen wij alzo den onverbreekbaaren broederband , die alle list cn verraderij zal tegen'ïaan , en niet dan door geweld zal worden verfcheurd." — Waar op alle Afgevaardigden ftaande , elkandcren de beide handen toereikten - en dezelve dus vereenigd hemelwaard verhieven : vervolgende de Voorzitter : „ ziet daar broeders , den knoop gelegd of liever naamver toegehaaldgedenken wij fleeds aan onze duure verpligting." Hier op riep de vergadering, als uit eenen mond, Amen. Schoon zij daadlijk , na dat zij zich als" O 0 5 ver- II. TIJ DPERK. IV. BOEK.  II. TIJDPERK. iv. BOEK, 586 GESCHIEDENIS der vergadering geconftituëerd hadt, den 28. Augustus, toegang verzocht tot de vergadering van Hun Hoog Mog., en ten dien einde zich bij den Voorzitter vervoegde, werdt zij aldaar afgewezen; dewijl volgends de orde dier vergadering, geen gehoor verleend wierdt aan particuliere perfoonen, noch ook op fchriftlijke voorftellen gedelibereerd werdt, dan Individueel of door Gemagtigden met behoorlijke procuratie ondertekend. Echter hadden Holland en Utrecht, geadvijfeerd eene commisfie te benoemen , om die Burgers te hooren, - Tevens vernam zij bij gerucht, dat de Afgevaardigden van het Fricfche Volk ter Centraale vergadering, bij hunne terug komst, om dat zij ter dier vergadering voor eene Nationaale Conventie geftemd hadden , zouden gearresteerd worden. Zij benoemde dan den 3. September eene commisfie van drie perfoonen , om bij de Friefche Gedeputeerden joha en hubeR , in hun karakter als Burgers » naar de waarheid van dat gerucht te vernemen. Deze weigerden met hen in hunne hoedanigheid, als commisfie van de Centraale vergadering, in eenig gefprek te treden , fchoon zij wel met hen als particu- Iiei  OMWENTELING. 587 liere Burgers wilden handelen, De commisfie hier toe geen last hebbende , vertrok onverrichter zaak. Daadlijk bragten deze Friefche Gedeputeerden hunne klachten ter tafel van Hun Hoog Mog,, dezelve ftap voordragende als een inbreuk op de veiligheid , waar op zij op het Hollands ck Territoir in hunne hoedanigheid aanfpraak hadden. — Hun Hoog Mog, beiloten daar op , den ~. Sept. Holland te verzoeken om zodanige maatregelen te nemen, waar door de Afgezondene der Provintiën, niet alleen tegen alle overlast beveiligd , maar ook particuliere perfoonen belet werden zich eenig rcpraefentatif ka? rafter,, op naam van het Bataaffche Volk, aan te maatigen, De Provintiën zclven , waren intusfchen in hun oordeel over deze zaak verdeeld. Friesland keurde niet alleen het gedrag haarer Afgevaardigden goed , maar gelastte hen zeiven, ingevolge van een befluit van 10. September, het daar heencn te dirigeeren , dat de Reprafentanten van Holland , namens Hun Hoog Mog. verzocht worden , om de Centraale vergadering uit een te doen gaan, — Zij ging verder - over^ genkomfiig de last den Vertegenwoordigers . op H. TIJDPERK. IV. BOEK.  ii. TIJDPERK. !v> BOEK. ] | t 1 $88 GESCHIEDENIS der' opgelegd , om eene bijzondere Regeeringsvorm voor die Provintie, door eene commisfie te vervaardigen , — overeenkomftig het beginfel van den aanvang der Omwenteling aangenomen, waar bij men zich niets minder voorftelde, dan hec wegnemen van alle Provintiaal onderfcheid, — verbood zij op den 10. September, ieder haarer Ingezetenen, om in, of met eenige vergadering^ als uit naam van het Frlefche Volk of het best gedeelte van het zelve, over eenige zaaken te befluiten , hulp aan zodanige vergadering, tot het doorzetten van haare plannen toe te zeggen , of dezelve van haar in te roepen : gelastende alle gezelfchappen , die Afgevaardigden tot zodanige vergadering gezonden hadden , dezelven terug te roepen; zullende hen, die laar mede ftrijdig handelen , befch ouwen ils tegenwerkers van de Souverainiteit des Friefchen Volks , en dus als ten hoogften trafbaar. — Men kan den geest van het Beftuur aldaar volledig opmaaken, als men ;iet, dat het reeds den i. September openijk afkondigde , dat het geen reguard zal laan, maar zal moeten feponeeren en buien deliberatie houden alle ftukken , welen in naam van veelen geprefenteerd wor>  OMWENTELING. 589 worden , en flegts door één of weinigen ondertekend zijn , moetende alle addresfen of verzoekfehriften individueel ondertekend worden. Een maand daar na, den 18. Oef ober, nam deze Provintie een nog ernftiger befluit, waar in dezelide bedoelingen kenbaar zijn. Bij het zelve verklaart zij het Committé Centraal, Provintiaal en verdere Asfociatiën van ïolksgezelfchappen, welke zich eene Politieke magt hebben aangemaatigd , zeer gevaarlijk voor de Vrijheid en Souverainiteit des gantfehen Volks ; en oordeelt zij, daar dezelven voortgaan eene commisfie in 's Hage te houden, met niets minder gelast, dan om eene Nationaale Conventie , op grond van eene, zonder voorkennis der Natie beraamde, éénheid en ondeelbaarheid der gantfche Republiek te helpen daarftellen, dezelven te moeten ontbinden , zonder zich onder eenige andere benaaming of gedaante weder te mogen vertoonen , wordende hun die als Leden daar in gezeten, of den post van Voorzitter of Secretaris mogten waargenomen hebben, wel uitdruklijk verboden , deze funétiën , onder welk vc orwendzel ook, verder voort te zetten , of in opgemelde hoedanigheid hunne correspondentiën met andere Socie- r&i- II. tij D« perk. IV. Boek.  5oo GESCHIEDENIS der tv TIJDPE RK. IV. BOEK. Advijs ran Ba» 'aafch Braband. Advijs teken * of het Committé Centraal iri V lidge , 't zij door Gecommitteerden of anderszins te onderhouden , alles op poene van als verfloorders der openbaare rust te worden geftraft. - Gelderland gelastte haare Gedeputeerden, in het laatst van September , de Centraale vergadering met eguards te behandelen , en op haare billijke verzoeken , die zij ter vergadering van Hun Hoog Mog. zou mogen doen , billijk reguard te nemen. — Zeeland vereenigde Zich volkomen met Friesland, in de goedkeuring van het gedrag haarer Gedeputeerden, zo op den a8. Augustus, in het weigeren van de erkentenis der Centraale vergadering, als ten opzigte van het, op den 7* September , genomen befluit. De Provifioneele Repra;fentanten Van Bataafsch Braband, traden gereedlijk toe tot de Nationaale Conventie, en namen op den 7. September het befluit, om met de volkstelling daadlijk een aanvang te maaken ; intusfehen gaven zij het plan ter beöordeeling aan het Volk over , en fielden een commisfie, om de aanmerkingen te ontvangen. Zeeland, het plan in deszelfs voor- ert  OMWENTELING. 591 nadeelen rijplijk onderzocht hebbende, ftelde de uitkomst haarer overwegingen den Volke voor, en liet het oproepen, om deszelfs Hem nog voor 12. September te vernemen. Het Volk Hemde overeenkomftig het Advijs der Repraïfentanten , waar bij het plan verworpen, en in ftede daar van eene kleine commisfie voorgeflagen werdt, beftaande uit twee Leden uit ieder Provintie, die vrij van alle andere bezigheden zich alleen zou ophouden met te onderzoeken, welke de gebreken zijn onzer tegenwoordige Regeeringsvorm , of 'er kans zij dezelve te verbeteren , en zo neen , welk een form van Beftuur dan met de belangen van ons Vaderland het meest zou overeenftemmen. Blijvende alles, geduurende hunne deliberatiën, in denzelfden ftand voortduuren. Hangende de deliberaties der Provintiën, en alvoorens derzelver Advijzen ingekomen waren, werdt op den 10. Sepr. bij Hun Hoog Mog. befloten, om de befoignes betreklijk de daarftelling eener Nationaale Conventie te beginnen. Uit ieder Provintie werdt hier toe één lid benoemd, maar uit Holland, twee, en twee uit het Committé van Bondgenootfchap. Nog ir. TIJDPERK.IV. BOEK. van Zee* ,ancl. Groot beibig-' ne over eene Nationaalevergadering.  59a GESCHIEDENIS der it. TIJD' PERK. IV. BOEK. Advijs Van Friesland,G> oninpen en Drenthe. Voorlopigverflag van het groot befoig11e. Nog in die zelfde rhaand echter , kwa-men de Advijzen der overige Provintiën in. —■ Friesland verklaarde zich volgends Refolutie vart 28. Augustus, tegen het plan ; maar wilde flegts eene commisfie tot eene Conftitutie , al ware het van vijftig Leden , waar in Holland een dubbel getal van Leden zou hebben , en zo ook een hervorming van het Collcgie van Hun Hoog Mogende , waar door de fchreeuwendfte gebreken van die vergadering zouden weggenomen worden. — Groningen ftelde voor twee vergaderingen , eene onder den naam van dirigeerende Nationaale Conventie , de andere onder die van eene Conftituëerende , om de Conftitutie te beraamen. — Drenths verklaarde zich voor het plan der Conventie. Den laatften September, bragt het groot Befoigne van Hun Hoog Mog. een voorloopig Rapport uit, berichtende reeds zo ver te zijn overeen gekomen, dat men tot eene Nationaale Conventie , en de noodige aanfchrijvingen ter volkstelling zou kunnen befluiten. Holland, Gelderland, Utrecht en Overijsfel vereenigden zich met het zei-  OMWENTELING. 593 zelve. Zeeland* bij haar weigerend befluit, ingevolge den wil van het Volk dier Provintie genomen , volhardende ; vereenigde zich niet met het Rapport, alzo zij daar door het groote punt in gefchil zou vastitellen ; maar nam het over , onder toezegging van zich daar op ten fpoedigften te zullen verkïaaren. Friesland conformeerde zich met hetzelve , met voorbehouding van de vrije deliberaties haarer Principaalen; zo ook Stad en Lande, met dezelfde referve , onder beding echter, dat de commisfie tot de Conftitutie van de Nationaale Vergadering geheel afgezonderd zou blijven \ vier Provintiën vóór-, twee geclaufuleerd- , en flegts één tegen - Itemmende , verwachtte men een befluit volgends de meerderheid, toen de Voorzitter in omvrage bragt , om aan de verfchillende Provintiën nog eenig uitftel te verkenen. Bij deze omvrage verklaarde Gelderland , dat zij reeds eene plegtige bezending naar 'i Hage in den haare befloten , en rondgaande brieven aan de Provintiën afgevaardigd hadt, om mede buitengewoone Afgevaardigden herwaarts te zenden voor den eerflen Oétober , en aldaar een conciliatoir plan te bewerken. —; Pp In- II. TIJDPERK. IV. BOEK;  II. TIJD. PERK, iv. BOEK. 594 GESCHIEDENIS der Ingevolge daar van werdt dan het uititci bepaald, en aan de drie Provintiën, Zeeland, Friesland. Stad en Lande verzocht, om voor den 15. Oftober zich op het Rapport te verklaaren , wanneer het zelve geheel beflischt zou worden. Holland de gevolgen dezer conclufie voor' rekening van den Prefident latende , referveerde voor haare Principaalen zodanige maatregelen, als zij zullen meenen te behooren. Gelderland , Zeeland , Friesland, Overijsfel, Stad en Lande, referveeren zich contra aantekening;- Utrecht, zodanige aantekening, als hunne Committenten zullen goedvinden hen te gelasten, ter tafel van Hun Hoog Mog. nader te doen. — Echter vondt men tevens goed de volkstelling daadlijk te arresteeren. Zeeland keurde vervolgends het gedrag haarer Afgevaardigden volkomen goed, en wilde dus ook in de volkstelling niet treden. Andermaal riep zij het Volk op, om zich in het befluit, van tot geene Nationaale Conventie te komen , te bevestigen en haare Provintiaale Souverainiteit te handhaaven. — Holland gelastte reeds haar Committé van Algemeen Welzijn, om naar eene gefchikte vergaderzaal om te zien, en met de telling een aanvag te maaken.- Ein-  OMWENTELING. 595 Eindelijk bragc het groot Befoigne den 14. Oef. een beflisfend Rapport uit,behelzende alle de veranderingen in het ontworpenReglement, die de Leden eenpaarig goedgekeurd hadden. - Zeeland alleen hadt in niets willen treden. Daadlijk werdt befloten dit plan rond te zenden, om binnert zes weken, dus den 25. November de gevoelens der Provintiën daar öp te vernemen, zullende zij, die voor dien tijd zich niet verklaard hebben, gehouden worden in het zelve toe te Hemmen, — als Ook geene Afgevaardigden van Bataafsch Braband ter Nationaale Vergadering toe te laten, voor dat de Quota van dat Gewest bepaald zij. Den volgenden dag werdt bij Hun Hoog Mog. , met meerderheid van vijf Provintiën , tegen het protest van Zeeland; terwijl de helft der Friefche Gedeputeerden vóór- en de helft tegen- Hemden, dit merkwaardig befluit genomen, „ 'er zal eene Nationaale Vergadering worden daargefteld, voorbehoudens de vrije Deliberatiën der Provintiën, op het den 14. Oef. ingebragt Reglement." Holland guarandeerde den Prefident voor de gevolgen, die uit het concludeeren bij meerderheid , in dit geval remden kunnen voortvloeijen. Den zelfden Pp 2 fcrönd ii. TIJDPERK.IV. BOEK. Finaal Rappors van het groot . befoigne. De Ni. tionaalê Vergaderingbeflotenf  5o6 GESCHIEDENIS oer H. TIJDPERK. iv BOEK. Volks oproeping in Fries land en Zeeland. avond nog , werdt ook bij Holland aan-1 vanglijk befloten, dat zij nimmer zal afgaan van haare beginfelcn, noch tot eene Nationaale Conventie befluiten, dan welke gegrond is op de Bevolking , en door welke alle Provintiaale Souverainïteiten wegvalt, en alleen een huishoudelijk Beftuur blijft, - als ook, na den 25. November,met die Provintiën, tot het daarffellen eener Conventie over te gaan, welke zich op de voornoemde beginfelcn met Holland willen vereenigen. — Eenige dagen daar na kwam de goedkeuring der Fr/V/c/zcReprsefentanten in (genomen ao.October) nopens het gedrag hunnerGedeputecr* den, die tegen de Conventie geftemd hadden. In friesland, hadt men inmiddels het Volk opgeroepen, en bij het Rapport, op 20. November, bleek het, zich tegen eene Conventie verklaard te hebben, eene meerderheid van meer dan twee duizend Hemmen, dan welke tevens deze zaak aan de Reprafen tan ten overlieten. Op grond van deze ftemming, namen de Reprsefentanten aldaar het volgend befluit op 21. November, ,, dat 'er geene Nationaale Vergadering volgends het Haagfche plan ingericht, zal worden gehouden. — Dat de Reprtefentanten worden gemagtigd , pm des niette- gea-  OMWENTELING. 597 gendaande met de andere Bondgenooten •te handelen , en aan dezelven zulke voortellingen te doen , als aan de eene zijde gefchikt zijn , ter voorkoming van een al te zeer uiteenlopend verfchil , aan de andere zijde dienen, ter afwending van zulk eene Nationaale Vergadering, die met eene te wijd uitgedrekte magt bekleed is, zonder een gepast cn genoegzaam tegenwigt." En ten dien einde zouden zij voordellen , „ dat geene Nationaale Conventie word tot dand gebragt, zonder eene reprafentatie in ieder Provintie op de volkrijkheid gegrond \ — dat door de Reprafentanten van ieder Gewest een Committé van Conditutie, geheel afgefchciden van de Nationaale Conventie, worde benoemd, — dat de Provintiaale Souveramkeit zou blijven, — dat Utrecht de plaats der bijeenkomst zij, — dat de vergadering van Hun Hoog Mog. aanwezig blijve, en dat hier in geene overftemming moest gelden." De tusfehentijd van 15. O&ober tot 25, November, bragt Zeeland mede niet werkloos door, zij riep het Volk op, en de dem van drie vierde gedeelte was tegen eene Nationaale Conventie, zonder eene voor af bepaalde grondwet. Zij vaardigde brieven aan Pp 3 Gel- TI. TIJDP E K K. IV. tÜÊK.  II. TUD PERK. iv. BOEK De tijd der Bijeenkomstgepaald. 598 GESCHIEDENIS der Gelderland, Overijsfel, Stad en Lande, Friesland , Holland ; ten einde de gevreesde cverftemming voor te komen , en gaf haare Afgevaardigden de last, om, bij eene conclufie conform het Rapport, te protesteeren, de conclufie, bij meerderheid genomen , te laten voor rekening van den Voorzitter , en dezelve voor zich zeiven, voor nul en krachtloos te verklaaren. Eindelijk kwamen op den 25. November de gevoelens der Provintiën in, Br enthe alleen uitgezonderd , en kwamen hier. op neer. „ Gelderland conformeerde zich met het concept Reglement, maar drong vooral daar op , dat de fchulden Provintiaal zouden blijven, en dat de commisfie tot de Conftitutie in de Nationaale Vergadering Zitting moest blijven houden. Holland inhsereerde haar befluit, op den 15. Oétober genomen. — Zeeland verwierp het ontwerp , als ftrijdig met de Provintiaale Souverainiteit; maar ftemde in eene commisfie ter Conftitutie , volgends een door haar ontworpen Reglement, en beweerde dat geen befluit, dan met eenpaarigheid van Hemmen mogt genomen worden. — Utrecht vereenigde zich met het ontwerp , flegts eenige veranderingen v oor-  OMWENTELING. 599 voorflaande, en ftemde mede voor het blijven der commisfie tot de Conftitutie in de vergadering. — triesland kon het zelve niet toeftemmen, maar wilde flegts de noodige verbeteringen in het Bondgenootfchaplijk Beftuur daarftellen. — Overijsfei ftemde voor het zelve , behoudens eenige veranderingen. — Groningen ftemde mede voor het zelve, tevens eenige veranderingen voorftellendc;dus oordeelde zij, dat de Leden der Conftitutie van de vergadering moesten gefcheiden zijn; verklaarende bij dezen niet gehouden te willen zijn , haare geheele Provintiaale Oppermagt, maar flegts eenige punten afgedaan te hebben. — Bataafsch Braband ftemde gaaf to' het ontwerp. — Drenthe, werdt gerekend , zicb hier bijgevoegd tc hebben. Hier was dan eene meerderheid van zeven ftemmen vooi het ontworpen Reglement, cn met dezelve werdt befloten ; dat, „ de verfchillende „ Refolutiën commisforiaal gemaakt zou-den worden , ten einde een plan tei „ vereffening van dezelven te vinden , hei " welk voor den 9. December, moest in'„ geleverd worden, om dan alles finaal ai te doen." - Daar op ftelde IMlana voor, den tijd der bijeenkomst te bepaaPp 4 kn IL T1JB* PERK. IV. BOEK.  6'co GESCHIEDENIS der II. TIJDPE R K. iv. BOEK. Staats comrnis- len. d e s i t t e r , wegens Groningen voorzittende, verklaarde de conclufie daarop , uit hoofde van den uitgedrukten wil zijner Committenten, niet te kunnen opmaaken ; ingevolge daar van ; beklom j o rdens, de voorige weck geprafideerd hebr bende, den Stoel, cn maakte de volgende conclufie op : „ dat de Nationaale vergar „ dering, welke op den 15. Oclober is „ geconcludeerd, op grond van de bevolr „ king, bijeen zal komen op 1. Februari) „ aanftaande , en , dat met den mcescen „ fpoed, van wegens Hun Hoog Mog., aan„ fchrijving aan de Rcfpe&ive Provintiën , „ het Landfcbap Drenthe en Bataafsch „ Braband zal gefchieden, ten einde elk in „ de haare zich bekwaame en gereed maar „ ke , dat de gekozene Leden tegen dien „ tijd herwaards kunnen komen." Zeeland en Friesland, als ook Groningen, welke wel in het ontwerp geftemd hadt, maar in de veronderftelling, dat ook Zeeland het ze\ve zou goedgekeurd hebben, — verklaarden tegen die conclufie te protesteeren ; waar tegen de overige Provintiën declareerden , den Voorzitter in deze wettige conclufie te zullen handhaven. Om nu de verfchillende Provintiën te be;  OMWENTELING* 601 bewegen , om toe eene Nationaale Conventie toe te treden, werdt ten zelfden tijde eene commisfie naar Zeeland en eene naar Fries land en Groningen benoemd; terwijl bij de verdere fchikkingen op het ontworpen Reglement, een Afgevaardigden uit Bataafsch JJra hand en een uit Drenthe werdt toegelaten. Dan , vruchtloos was de bovengemelde pooging. Na herhaalde conferentiën, kreeg de commisfie, toen zij van Groningen terug gekeerd, ten tweeden maale het Friesch Beftuur onderhieldt, van de Reprafcntanten , het volgende ten andwoord: „ dat zij, en door hunne Refolutie van 28. Augustus, cn door den wil des Volks, tot de geno • men conclufie onmooriijk konden bijtreden; maar tevens boden zij aan, om binnen weinige dagen zodanige voontellen aan de Bondgenooten te doen , die getuigen zouden van hun opregt verlangen, om den band des Bondgenootfchaps ongefchonden te bewaaren." Hier mede niet vergenoegd , vaardigden zij den 15. December eene circulaire af aan de Provintiën Gelderland, Holla-id Utrecht en Over ijsfel , grootlijks ftrekkende, om het nemen eener overhaaste conclufie voor te komen. Groningen verklaarde aan de commisfie, wel PP 5 Se" ir. ti) u- ? e tt. VU LV\i r. o e ic. fle naar Zeeland,Friesland enl Groningen.  6oa GESCHIEDENIS der IL tij n- perk. IV. BOEK, Foogin» gen ter vereffening der verlchiliendegevoelens van de Gewesten. genegen te zijn, om onder eenige bepaalingen tot eene Nationaale vergadering toe te treden; maar wilde haar protest niet terug nemen, voor en aleer haar de uitflag der poogingen bij de andere Provintiën bekend zou zijn. — Zeeland wilde met de commisfie wel in nadere onderhandeling komen ; maar drong tevens allerfierkst op het behoud derProvintiaale Souverainiteit, en op eene billijke vermindering van haar Quota, ter verr goeding van haar verlies inStaats Vlaanderen. Den 13. December, bragt het Befoigne in eene buitengewoone vergadering van Hun Hoog Mog. haar Rapport uit, ter verëlfening der verfchillende gevoelens. Dit door alle de Provintiën overgenomen zijnde, werdt den 28. dier maand bepaald, om de Refoluties der Provintiën op het zelve in te brengen, en den 30., om alles finaal af te doen , onder inhsefie echter van de Refolutie van 25. November. Gelijk dan ook reeds bepaald werdt, alle Provintiën aan té fchrijven , om de volkstelling cn verdeeling in Districfen van vijftien duizend, en Grondvergaderingen van vijf honderd Zielen te bewerkftelligen , ten einde de Kiezers op den 11. Januarij des volgenden Jaars, reeds zouden kunnen bijeen komen. En  OMWENTELING. 603 En nu zou men het eindelijk befluit verwachten. Dan,,hoe ver was het hier van nog af den 28. December, den dag, waar op de Provintiën haare beflisfende ftemmen moesten uitbrengen. — Drenthe berigtte, dat zij den I J. Januarij 1796, met de benoeming van Reprafentanten gereed zou zijn. Zeeland verklaarde zo veel mooglijk te vyillen toegeven , mids zij de Provintiaale Souverainiteit behoude , en in haar Quota verminderd worde , met voorbehouding tevens, om het te arresteeren plan, ter goedkeuring aan het Volk voor te dragen. Friesland wilde, dat de vertegenwoordiging niet gegrond zij op de bevolking, als ook, dat de Provintiaale Souverainiteit bewaard blijve , en 'er een evenwigt tegen de Nationaale Vergadering zij. Over ijs fel Helde voor , de benoeming van één pf meer Gecommitteerden, uit ieder der negen Landfchappen , om te overleggen op welk eene wijze best de yerfchillende gevoelens te vereenigen. — Stad en Lande ftemde mede voor her, beproeven van alle middelen tot vereeniging. . Gelderland, Holland en Utrecht yolhardden bij de Refolutie, genomen op 13. December, en wilden de ingebragtc Re¬ it. TIJDPERK. IV BOE K.  6o'4 GESCHIEDENIS der ïï. TIJ DFER K. IV. BOEK. Refolutiën commisforiaal maaken, om op 30. December Rapport te doen. — Ten laatften concludeert de Voorzitter met vier Provintiën , dat de Gewesten zullen aangefchreven worden, om ieder één Gecommitteerden naar Amfterdam te zenden , en daar de middelen ter vereeniging te beraamen, moetende binnen weinige dagen Rapport uitbrengen, dan tot welke commisfie geenen benoemd mogen worden, die in deze zaak reeds werkzaam geweest zijn. — Holland reclameert de Refolutie van 13. December ter finaale afdoening, verklaart de conclufie informeel , en referveert voor haare Principaalen zodanige maatregelen , als zij zullen vermeenen te behooren. De Afgevaardigden van Holland, van dezen uitflag in de vergadering der Repra;fentanten verflag gevende , werdt derzelver gedrag volkomen goedgekeurd , en nog denzelfden dag eene commisfie van twaalf Leden benoemd , om dit verflag nader te onderzoeken , en in een daar toe te beleggen vergadering op den volgenden dag, te berigten, welke middelen in hec werk te ftellen - om de befluiten van 25. November en 13. December in werking te brengen. Op  OMWENTELING. 6o$ Op het uitgebragt Advijs van deze commisfie, leverde Holland den 29. een allerfterkst Protest in tegen de genomen Refolutie , verklaarende dezelve informeel , nul en van onwaarde, en verder ten krachtigften aandringende , dat overeenkomftig het beflootene, op den 30. zal bepaald worden den voet , op welken de Nationaale Vergadering , gegrond op de bevolking , zal bijeenkomen, en voor zich zeiven verklaarende , dat zij overeenkomftig daar mede zal handelen en blijven handelen. Terwijl zij de gevolgen van het genomen befluit overlaat voor rekening van de Gewesten , die daar in geftemd hebben , en van den Voorzitter, die het zelve heeft opgemaakt. — Nog gelastte zij haare Afgevaardigden , om volftrekt in geene Bcfoignes te treden, op gronden van het onwettig genomen befluit. . Eindelijk brak de dag van 30. December aan , waar op het lot van de vergadering van Hun Hoog Mog. en de groote vrage , of zij voor eene andere bijeenkomst zou moeten plaats maaken , beflischt zou worden. - In de morgen vergadering, werdt reeds door Over ijs fel een nader voorftel gedaan , om , zo wel het be- II. TIJD-P ' « K. LV. SOEK* Het Re-: glemenc gearresteerd.  6o6 GESCHIEDENIS dér li. TIJDPERKiv. BOEK. befluit van 13. December, als van a8. dier maand op te fchorten; ten einde Befoignes ter vereeniging aan te leggen, óm binnen acht^ dagen rapport te doen. Óver dit cn andere voorgeflagen veranderingen in het Reglement, de vergadering het niet eens kunnende worden, werdt zij andermaal des avonds ten zeven uuren bijeen geroepen. In deze bijeenkomst drongen Gelderland, Holland en Utrecht aan, om op de hoofdzaak , het arresteeren van het Reglement, omvrage te doen. Friesland voorzittende , verklaarde , dat hem door zijne Provintie verboden was , over deze zaak omvrage te doen, en j zo de vergadering begreep dat dezelve moest gefchieden , hij dan den Stoel moest verlaten. Op de verklaaring van Gelderland , Holland, Utrecht, Overijs/el en Stad en Lande, dat de omvrage niet kon geweigerd worden, beklom Utrecht, de voorleden week het voorzitterfchap bekleed hebbende , den Stoel , bragt het Reglement in omvrage , en befloot , met de meerderheid van Gelderland, Holland, Utrecht en Overijsfel; terwijl de drie overige Provintiën verklaarden , niet te kunnen komen in het arresteeren van het zelve befluit, „ dat het concept  OMWENTELING. 607 cept Reglement, uitgebragt op 13. December, met de daar in op heden gemaakte veranderingen zou worden gearresteerd," terwijl, ten gevalle der Provintiën, die nog niet gereed waren met de volkstelling, de dag der bijeenkomst der vergadering van den ï. tot den 18. Februarij werdt verfchoven. — Zeeland en Friesland protesteerden tegen de genomene Refolutie , dezelve nul en van onwaarde verklaarende. — Stad en Lande inhaleerde de Refolutie van zijne Principaalen , van nietf toe te treden, dan met gemeene bewilliging der Bondgenooten. Ziet daar dan nu , met het uitëinde des Jaars, dit allcrgewigtigst pleit, de Nationaale vergadering voldongen; maar tevens, met het akelig vooruitzigt, van eene geheele verfcheuring van dien band van vereeniging , welke de zeven Provintiën, geduurende twee Eeuwen, hadt bijeen gehouden. Streelend is het intusfchen te zien, dat dit dreigend gevaar zijne vervulling niet heeft bekomen, en, met den aanvang van het Jaar 1796, ook de verfchillende Gewesten, fchoon fchoorvoetende tot den wensch der meerderheid zijn toegetreden. Dus verklaarde Stad en Lande in het begin- ft TIJDPERK. ÏV. BOEK.  6ö8 GESCHIEDENIS dRr h. tjjd- ïeh'k. iv. >0£ k gin van Januarij , haare bereidwilligheid" ora op den 27. dier maand de Kiezers te laten benoemen; maar drong nogmaals aan om alle toegevendheid te gebruiken , ten einde de vcrfehillcnde Provintiën tot de toetreding te bewegen , en werden de Afgevaardigden van Zeeland cn Friesland allernadruklijkst verzocht, daar toe hunne Committenten over te haaien. — Övtrijsfel het gedrag haarer Afgevaardigden op 30. December goedkeurende, berigtte, dat zij de Ingezetenen hadt opgeroepen , om de zwarigheden, die zij nog mogten hebben, voor 11. Januarij in te brengen. — Zeeland intusfehen bleef volftandig bij haare weigering. Zij verklaarde de genomen Refolutie op 30. December irregulier en ongerijmd, begreep dat bij het Reglement aan de Provintiën geen fchaduw van Souverainiteit werdt gelaten * verklaarde het voor een Staatkundig wangedrocht , en dat zij in het zelve niet kon treden. Wat ook gebeurde, zij zou alles gerust afwachten en als een rots pal ftaan , zich verder zodanige maatregelen voorbehoudende , als zij tot behoud van de Souverainiteit en onafhanglijkheid des Zeeuw-  OMWENTELING. 005 ■Èeeuwfchen Vólks zouden noödig oordee' len. — Friesland zondt den 18. haare nadere Refolutie op dit ftuk, welke, wederom eenige veranderingen in het gearresteerde Reglement behelsde. Daar dit wederom aanleiding tot vertraging en uitftel moest geven , verklaarde Holland iri de vergadering vatt Hun Hoog Mog. var den 23., dat zij al dit draalen en toegeven eindelijk moede, gezind was alles op te zetten, om het befluit van 30. December des voorigen jaars in werking te brengen; 'er bijvoegende, dat zij in geene nadere deliberaties wilde treden, zo lang de verfchillendeProvintiën niet verklaarden, zulks hun Ultimatum te zijn, en dat zij daar op rondlijk tot de Nationaale vergadering wilden toetreden; en verder dringende ^ dat de gearresteerde Publicatie den volgenden dag aan de refpeétive Gewesten werdt verzonden. Dan , dit cordaat befluit werdc door de drie verfchillende Provintiën overgenomen, om in de haaren breder gecommuniceerd te worden. Intusfchen deedt de inwendige gefteldheid van Friesland deze Provintie welhaast tot de Nationaale Vergadering toetreden; — Reeds den 23. December des Q q voor- ■ Ifc TlJÖP E R K. IV. boek; Ömvveri* teling ir< Friesland ea toetreding toto  6io GESCHIEDENIS der m •rijn- PER K. W: BOEK. de NationaaleVergadering. voorgaanden Jaars , hadden de Reprafefttanten eene Publicatie uitgevaardigd, (trekkende, om eene vergadering van Gecommitteerden, uit de gewapende Burgermagt dier Provintie binnen Leeuwaarden., - befchreven op last der Burgermagt dier Stad, om over het ingekomen plan ter Organifacie van de Burgermagt der geheele Republiek te raadplegen , en eene commisfie af te vaardigen , Om de algemeene vergadering van Gecommitteerden uit de Burgermagt in 'ï Hage bij te woonen, — te verbieden of iets te' ondernemen van dat geene , waar op die vergadering was befchreven , op ftraffe van uitbanning voor vijf jaaren. Deze afkondiging, aan welke men zich onderwierp , verbitterde niet te min de gemoederen van veelen der Ingezetenen dier Provintie. — En deze verbittering werdt niet weinig vergroot, door eene Publicatie van i. Januarij 1796, de invoering gelastende van een door de Reprtefèntanten ontworpen Reglement, ter vernieuwing van Stedelijke en District Municipaliteiten , en regeling van de wijze van beftuur, — een Reglement, dat reeds in de maand Oétober 1795 door de Burgerij van Leeuwaarden was afgekeurd, en waar ÉS-  AjfbeeMiiicj' der Nationaale Vertfaderkip;itt deji Hatfe. o o cl   OMWENTELING. $u regen de Municipaliteit toen reeds geprotesteerd hadt. Andermaal en wel 2. Januarij , leverde de Municipaliteit dier Stad haare verklaaring tegen het zelve in , als hebbende zij nimmer het regt der befchikking over haare huislijke zaaken aan de Reprsfentanten afgeftaan, maar zich voorbehouden ; en kunnende dus deze Publicatie niet afkondigen , zonder de goedkeuring der Gemeente ingenomen te hebben. — Den 11. dan dier maand, riep zij de Burgerij der Stad op, volgends de plaats hebbende manier, om Gelastigden te benoemen ; ten einde zodanige befluiten te nemen , als zij ter bewaaring haarer rech. ten zou noodig oordeelem Dan, den volgenden dag kwam een verbod van de Reprïefcntanten , om aan die oproeping te gehoorzaamen: en gaf tevens het Provintiaal Gerechtshof order aan den Procureur Generaal, om de Leden der Municipaliteit in hechtenis te nemen , gelijk dan ook daadlijk drie van dezelve op het Blokhuis geplaatst werden, zijnde de overigen het ontvlucht. Den 14. ftelden de ReprEefentanten zeiven acht perfoonen aan in der tijd ■, in plaats van de afgezette , onder verklaaring echter* van zich met hec TIJDPERK* IV. BOEK*  6is GESCHIEDENIS dër li. TIJDPERK.iv. BOEK, inwendig beftuur der Stad in geene opzig-' ten te willen bemoeijen. ' De rust bleef uitwendig wel bewaard,, tót den 24. Januarij, wanneer de Franfche bezetting order gekregen hadt, om zich naar dè Grenzen te begeven, en Hechts honderd vijftig mannen Guardes in de Stad overbleven. Op den avond van dien dag, vervoegden zich vier en twintig Burgers, daar toe gecommitteerd, bij den Voorzitter van het ProvintiaalBeftuur,en vorderden voldoening op de volgende eifchen, voor acht uuren van den volgenden dag ; als, de ontllaking der gevangene Municipalitcits Leden en de herftelling van dezelven, benevens van de uitgewekenen , als ook de loslating van twee andere gevangenen , en de intrekking van alle geweldige Publicatiën. Aan deze eifchen werdt gedeeltelijk ten beftemden tijde voldaan ; althans Maandag avond ten elf uuren werden de gevangenen ontflagen. Dan , den volgenden dag , verklaarden de Reprsefentanten openlijk, aan dit befluit niet gehouden te willen wezen, als zijnde het zelve hun afgedwongen. Dit was vair dat gevolg, dat de Gecommitteerden uit de Burgerij , na dat de Stad gefloten en' alle maatregelen ter beveiliging genomen wa*-  OMWENTELING. €1% waren, des avonds ten acht uuren op het Landfchaps huis verfcheenen , de namen der Rcprsefentanten, die het vertrouwen des Volks verlooren hadden, opgaven: zes van dezelven op het .Blokhuis lieten plaatzen , en de overigen huis arrest lieten aanzeggen. In denzelfden nacht werden de uitgeweken Municipaliteits Leden , in de Stad ingehaald en in zegenpraal naar hunne wooningen geleid. Dit was van die uitwerking, dat nog op den 28. derzelfde maand Januarij , de Refolutie van Friesland inkwam, waar bij zij gaaf Hemde in eene Nationaale Vergadering volgends het Reglement, tevens eenige verandering in het zelve voorflaande, welke coramisforiaal gemaakt en overgenomen werden. Nu ontbrak nog de toetreding van Zeeland. Dan, ook deze hadt eindelijk plaats op den 11. Februarij, echter met verzoek om den dag der opening van de vergadering tot in Maart te verfchuivcn; wordende hier van in eene buitengewoone vergadering van Hun Hoog Mog., op den 14. kennis gegeven. (*) — Tevens kreeg men berigt van (*) Ook aldaar hadt zich de Hem der Volks Qq 3 So< ir» TIJDPERK. IV. BOEK» Toetreding van Zeeland tot de NationaaleVergadering,  6i4 GESCHIEDENIS der ir. TIJDPERK. IV. SOEK, van Friesland van den 12. Februarij, al» waar de gedaante der zaaken, op den it, Februarij weder geheel veranderd was; zijnde de Reprafentanten die naar Groningen geweken waren , op het onverwachtst en onder het geleide van eenige Franfche Jagers terug gekeerd, de gevangenen ontflagen en het Beftuur weder op den voo- ri- Societeiten , in het laatst des voorgaanden Jaars, .beginnen te verheffen. Van verfcbeiden Steden en het platte Land waren fterke Adresfen ingekomen, waar bij men zijn wensch orn eene Nationaale Vergadering uitdruklijk uitte. In den aanvang van het volgende Jaar, zag men te Middelburg mede eene Centraale vergadering van Afgevaardigden van alle gewapeude Magten en Sociëteiten dier Provintie ; deze wenfchende ter vergadering der Reprajfentanten toegelaten te worden , om hunne voorftellen te doen , werdt den toegang geweigerd, waar op zij hun eisch fchrifr telijk inleverden , ftrekkende om het Beftuur tot de toetreding te bewegen, dan van den Voorzitter een weigerend andwoord bekwamen. Echter werdt ook aldaar het Volk tegen den p. Februarij wederom opgeroepen, om finaal zijne item in dezen te geven, wanneer het zeive zich voor deze zaak verklaarde. Te Middelburg alleen, hadden van de zeven honderd acht en zeventig Hemmende, zes honderd drie en negentig zicü ?eox eene Nationaale Vergadering verklaard,  OMWENTELING. 615 rigen voet gebragt. (*) Dan, hoe zeer de herftelde Reprafentanten alle genomen befluiten, na 26. Januarij als onwettig vernietigden, traden zij niet te min toe tot de Nationaale Vergadering; verzoekende echter dat de dag der bijeenkomst, tot den 9. Maart werdt uitgefteld. Aan dit verzoek werdt niet voldaan. — Op den 18. Februarij werdt zonder refumtie eene Proclamatie gearresteerd, waar bij bekend gemaakt werdt, dat de Nationaale Vergadering op den 1. Maart zou (*) Juist op het zelfde oogenblik,, dat zfj het Landfchaps huis weder beuaden, waren hon> derd en zes Kiezers bijeen , om zes nieuwe Re» prajfentanten te benoemen. Alles was zo fnel , ftil en onverwacht afgelopen , dat zij reeds op hunne Stoelen waren , eer het gerucht zich hier van in de Stad verfpreidde. Ook hielp de plegtigheid der Kiesvergadering hier toe grootlijks mede, waar door maar weinigen op hunne posten waren. Alles hadt binnen den tijd van twee uuren zijn volkomen beflag. De volgende dagen werdt het Hof Provintiaal gelast , zijne Procedures tegen de Municipalkeits Leden voort te zetten. Echter hielden zij flegts de teugels tot den 22. Februarij , toen zij andermaal de wijk naar Groningen namen, en door het voorgaand Belhuir spgevolgd werden; zijnde dit dus de derde Om? wenteling. Q