D È BEROERTEN IN DE VEREENIGDE NEDERLANDEN, VAN DEN JAARE I30O TOT OP DEN TECENWOORDIGEN TYD.   D E BEROERTEN INDE VEREENIGDE NEDERLANDEN, van den ja are 130O tot op den tegen woordigen tydj GESCHETST 'TER WAARSCHUWING VAN DERZELVER TEGENWOORDIGE BURGER S e n LEDEN vanREGEERING. NEGENDE DE ÉL. Te A'M STERDAM, Ey PETRUS CONRADI. Te H A RL ING E N, By V. van der PLAATS. ■ 'mdcclxxxviii.   HET BEROERD NEDERLAND. Omtrent de vastftelling van het nieuwe Regeerings-Reglement, de Stad Utrecht betreffende, zo als, aan het einde des naastvoorgaanden Deels, verhaald is, hadt nu de Burgery haar oogmerk bereikt en haaren wensch verkreegen. Twee punten, egter, tot dezelve betrekkelyk, bleeven 'er nog overig, aangaande welke de Burge, ry nadere opheldering en verzekering begeerde: te weeten , de wyze, op welke het verhandelde van den twintigften der Maand in de Stads Notulen was aangetekend; en de Lasdging der Afgevaardigden der Stad ter Provinciaale Staatsvergaderinge. Om, deswegen, de noodige onderrigting te erlangen , leverden de Gekonfticueerden en Gekommiteerden, op den zevenentwintigen van Wintermaand, in de gewoone vergadering der Vroedfchap, een Adres over, van den volgenden inhoud: IX. deel, A Aan  2 Het BEROERD Aan de Edele Groot Agtb. Heer-en Burgomeest-eren -en Vroed" fcltüp der Stad Utrecht. „ Geeven met verfchuldigden eerbied te kennen, de Gekonfticueerden van 1368 Burgers en Invvooners , en de Gekommiteerden uit de acht Burger Kompagniën deezer Stad, (onverminderd het Declaratoir en Protest den 11 en 11 Oétober deezes Jaars gedaan) dat UEd. Gr. Achib. aan de Ondergetekenden op den ao December jongstleden, voor de Burgeryen hunne Principalen, wel hebben gelieven ter hand te ftellen een Extraft uic de Refolutien van UEd. Gr. Achtb., waar by het verzoek, by Requeste op den 10 deezer gedaan, is geaccordeert ; dat de Ondergetekenden en de Burgery zig voor dien tyd met het zelve uitgegeven ExiracT: wel hebben vergenoegd, dat zy te galyk van oordeel waren, daarinne alleen niet te konnen blyven berusten, als het hun voorkomr, dat het gebefoigneerde van den 19 en 20 December, ten aanzien van de Burgery van al te " groote aangelegenheid is , om daar van niet by Copia authentiek, en dus van aile het genotuleerde volkomen bericlit te zyn, zoo als het zelve van den aanbeginne af, en van de openinge der Deliberatien over deeze dtr Burgeren ;aak, tot den einde toe, daarvan is geformeerd ec.car,-  NEDERLAND. ,3 getekend geworden, zonder dat daar van iets hoe ook voor de Burgery worde agter gehouden; en wel belangt het de Burgery ten hoogden, om by deeze zoo zeer groote en gewigtige gebeurtenis, aan een gefchaakeld te zien, en te weeten, de zin en het geheele beloop der daar van geformeerde Notulen en Aften; als de Burgery van oordeel is , dat de Stads Registers en NotulBoeken niet zyn het byzonder eigendom van den Raad, of van eenige Raaden, maar even als alle Archiven en Registers, met het geene daar aan dependeert, zyn en blyven het algemeen eigendom , en byzonder goed van de gezamenlyke Burgery, het welk zy vertrouwen, dat geen byzondere adftruétie noodig heeft, en mitsdien daar de Burgery een zodanig byzonder recht van aanfpraak op Stads Notulen heefc; dat dezelve dan ook volkomen gerechtigd en bevoegd is, om te mogen weeten, wac 'er van den aanbeginne de* zer gewigtige gebeurtenis, tot den afloop derzelve geboekt, en allerbyzonderst, hoedanig hetzelve geboekt en genotuleert ftaat, om tot een eeuwig blyvend aandenken geregistreerd te worden; en waarom niet alleen het tegenwoordig , maar ook het volgend geflagt daar by het hoogfte belang heeft , als zy niet min behooren zeker te weeten, wat van deeze verandering haar tot de A 2 me-  4 Hki BEROERD mede nakoming van het zelve verbinden moet, en dat- mitsdien het notuleren van deeze zoo zeer inportante gebeurtenis, als uitmaakende een zaak tusfchen het Volk en den Raad , aan een ordinair notuleeren van zaken, en gewone refumptie niet kan worden over gelaaten, maar dat het zelve daar van te registreeren in de Notulboeken, voor de tegenwoordige en volgende geflagten, die kenmerken behooren te draagen , dat het zelve te notuleeren en te registreeren heeft gehad het volkomen acquiescement en inflemming van de Burgery, om daar door ook voor altoos weg te neemen alle bedenklykheden , welke by vervolg van tyd daar op eenigzints zouden konnen gemaakt worden; en zoo als alle plegtige Aden en Overdragten van het Volk met den Raad altoos gehad hebben , niet alleen maar ook boven dien zyn verzeld geweest van het Pergament, uidee* veren van dubbeld of byzondere getekende en bezegelde Affchriften , of van Copyen authentiek parte vocata gecollationeert: Het is dan uit hoofde van dit recht, dat de Burgery op deezer Stads Notulboeken en Registers competeert, dat de ondergetekenden in naam en van wegens de op den 19 en 20 deezer maand December, zig Openlyk gefisteert hebbende Burgery , met verfchuldigde agting reverentelyk verzoeken, dat UEd. Gr. Achtb. het geformeerde ontwerp van het voorfz.  NEDERLAND. 5 genotuleerde van den 19 en 20 December, geheel en al, en alzulks ook zonder eenige fecrete agterhoudinge van byzondere Aanteekeningen of Referves van wie, en hoe ook, alvorens het zelve ter registreeringe te refumeeren, zullen gelieven uittegeeven, en in handen van de Ondergetekenden te (lellen , ten einde dat het zelve na communicatie aan de Burgery , als de zaak tusfchen de Burgery en den Raad als haare Reprefentanten, naar beider refumtie met die behoorlyk fan&ie van het Volk tot een aandenken en blyvende daad voor de eeuwigheid, Ia de Regis- « ters te doen infchryven en registreeren, ook met uitleevering van een dubbel daar van gefchreven op Pergament, en na vereischte geauthentifeerd, om verder tot den alheelen afloop van zaaken aingevuld, en by de erectie van het Collegie van Gekommiteerden uit de Burgery aan het zelve ter handen gefield , en alzo voor dit en het volgende geflagt, ter nauwkeurige bewaringe overgelevert te worden; en mitsdien dat van alle het zelve genotuleerde , bevoorens geene Aanteekeningen by forme van een gearrefteerde refumptie (buiten het geene na de tweede Publicatie aan de Ondergefchreeven bereids is uitgeleverd, en waar mede het volk genoegen genomen heeft) zuilen werden genotuleerd of geboekt, als mede dat by vervolg, deeze zaak betreffende, in de Registers A 3 of  6 Het BEROERD of Notulboeken deezer Stad, geene Aanteekeningerj of Referves ter registreeringe zullen worden toegelaaten; dan, dat de Notulen, waar in dezelve zouden geregistreerd worden, bevoorens in handen van de Ondergetekenden gefield zynde, om op bovengemelde gronden, ter kennisfe van de Burgery gebragt te worden. Verzoekende de Ondergetekenden voor de voorfz. hun gefisteerd hebbende Pringipaalen, na den afloop van deeze UEd. Groot Achtb. Vergadering, van UEd. Groot Achtb. di.-pofuie in deezen geinformeert te mogen worden. „ Terwyl de Ondergetekenden verder verpligt zyn, UEd, Gr. Achtb. al mede met verfchuldigde agting voor te draagen, dat het UEd. Groot Achtb. gelieven zal, om op heden die vereischte voorborgen te neemen, dat Heeren Burgemeesteren en verdere Gecommiteerden tot de befchryving, ter Staats»Vergadering van morgen, zodanig en bepaaldelyk mogen worden gelast, dat Hun Eds. op geene wyze kormen glisfeeren van t?en enkel poincT: van het vastgetielde , deezer Stads Regeeringsbellclling betreffende, zoo als daar van op den 20 December by openbaare afkondiging van het voorfz. genomen befluit kennisfe is gegeeven; en dus wel verre dat het aan iemand van die Heeren Gekommiteerden zal vry gelaaten zyn v ter Vergadering van Staat, aan Stads  NEDERLAND. ? Stads tafel zyn byzonder fentiment voor te draagen, maar in dezen, als Stads Gekommkeerden„ bepaald gelast te worden, ter Staats-Vergadering over alle het voorfchreeven gearresteerde , geene omvraage tot eenige conclufie te doen , en niet re gedooen , dat Stads onvervreemdbaar Rechten, en het als voorfchreeven met het Volk gearresteerde, tot een objet der Deliberatien van Staat, nu of ook by vervolg, werde toegelaaten, maar dat Stads Souverain en onafhangelyk recht m deezen, op het allerferieuste en na deszelfs hoogfte waarde, worde gemaintineerd , en ter handhavinge van dien, de nadrukkelykfte en ernftigftc protesratien tegen de voorftemmende Leden of Steden, en tegen alle, die zig daarinne zouden willen immisfeeren, of zig daar op eemg recht nanmaati^en • te doen. • , Ua ö ' „ 't Welk doende enz. (Was ondertekend) Door alle de Gekonfthueerden en Gektmmiteerden. Het tweede Lid van dit Verzoek wierdt terftond toegedaan, en aan de Afgevaardigden last ^egeeven^ daar mede overeenkomftig. Doch omtrent het eerfte, raakende de Stads Notulen, kon. de men niet zo fpoedig eens worden : waarom A 4 hec" '  8 Het BEROERD hetzelve gefield wierdt in handen van Regeerende en Oud-Burgemeesteren, om daar op nader te beraadflaagen, en der Vroedfchap te dienen van berigt. Zeer euvel wierdt, intusfchen, by de Ridderfchap, opgevat, het voorgevallene te Utrecht op den negentienden en twintigften van Wintermaand. In eene Refolutie, kort daar naa genomen, om ten volgenden dage, ter Staatsvergaderinge, te worden ingebragt, noemde dezelve, het gebeurde op die dagen, een geweld, waar door de wettige authoriteit der Regeeringe verkragt, en de vryfieid van derzelver deliberatien gefchonden wierdt, ingerigt niet ter verbeteringe , maar tot een geheel renverfement van de. Regeerings - Conjlitutte der Provincie. Zy beweerde daar in „ dat ,, het Pveglement van Regeeringe, aan de Ma~ „ giftraat van Utrecht opgedrongen , voor zo „ verre het afwykt van , en contradictoir is aan r, de vastgeftelde en als nog fubfisteerende Re. „ geeringsorde binnen de Provincie, waarin niet „ anders dan Staarsgewyze verandering kan gemaakt worden, in zich zelf onbeftaanbaar is, en daarom door de Magidraat niet beeft kun„ nen of mogen gearresteerd worden ; en dat „ daarenboven de Concurrentie van den Heere „ Erllbdhouder daar toe zou vereischt worden". De Heeren Edelen voegen 'er nevens „ dat hoe- }» wel  NEDERLAND. 9 „ wel zy vertrouwen dat de Vroedfchap der „ Stad, immers de Meerderheid van dezelve, op „ dit {luk, met hun in de zelfde gedagten ver„ feere, en niet dan uit noodzaake voor het ge„ weid heeft moeten bukken, vermids evenwel de „ afkondiging van de afgedwongent Refolutie „ heeft moet gefchieden, zy Heeren Edelen, nog„ thans, hoopen dat de Vroedfchap de Publikatie „ ten fpoedigfte wederom zal intrekken , en met „ de Ridderfchap overgaan tot het wegneemen „ van der Ingezeetenen wettige Bezwaaren, in „ zo verre zulks naar regt en billykheid zal ,, kunnen gefchieden'. De Edelen befluiten hunne Refolutie, met eene betuiging van onverantwoordelyk te willen gehouden worden voor de nadeelige gevolgen, voor de Stad en Provincie, die uit de geweldige maatregelen van zommige onrustige menfchen natuurlyk zullen moeten voortvloeien ; en om aan welke zich niet bloot te geeven, zy in bedenking gaven, dat binnen de Stad Utrecht geene Staatsvergaderingen behoorden gehouden, maar dezelve na eene andere veiliger plaats moesten overgebragt worden , zo lang het geweld niet gefluit, en de agtbaarhéid der wettige Regeeringe niet zou kunnen gehandhaafd worden; met byvoeging dat, by Rondgaande Brieven , aan alle de Leden van het Bondgenootfchap, moest worden open geleid, de toeA 5 ftand»  Het BEROERD ftand , in welken de Provincie Utrecht zich thans hevondr. Op- den achtentwintigften van Wintermaand wierdt de Staatsvergadering gehouden , en het bo'.'edïaande Befluit in dezelve ter tafel frebragr. De Afgevaardigden der Stad Utrecht deeden aldaar het verzoek, dat, by eene Staats-Refolutie, de Leden der Vroedfchap hunner Stad mogten ontflagen worden van den Provinciaalcn Eed, in zo verre de Stads Regeeringsbeftelling daar in begreepen is, of dat anderzins, door het daadelyk daar ftellen van eene Reforme van 't RegeeringsReglement van 1674, binnen de eerstkoomende drie maanden , een algemeen ontflag van den Eed, op het Provinciaal Reglement, mogt bewerkt worden. Het eerfte Voorftel wierdt by de Staaten van de hand geweezen, doch omtrent het tweede geen bepaald befluit genomen. De Hidderfchap, ondertusfchen, bragt het bovengemelde Befluit, niet alleen ter Vergaderinge van Hunne Edel Mogenden, maar het verfcheen ook in de Nieuwspapieren, en kwam aldus ter kennisfe van de Ucrechtfche Ëurgerye. Eenige afgevaardigden van dezelve vervoegden zich, diensvolgens, 's naamiddags van den negenentwintig, ftcn van Wintermaand, by den Heer Burgemeester loten, om te vemeemen, of het waarheid was, 'r geen verhaald wierdt, met opzigt tot de in-  NEDERLAND. ïi intrekking der gedaane Afkondiginge, het vérleggen der Staatsvergaderingen en het fchryven van een Rondgaanden Brief aan de Bondgenooten. De Cbmmisfie , op dit alles, een bevestigend antwoord bekoomen hebbende, wierden Heeren Gekonftitueerden en Gekommireerden verzogt, nog dien zelfden avond te vergaderen, om aan te hooren een voorftel der Burgerye van groote aangelegenheid. Wat hier verhandeld wierdt, kan men afleiden uit een Adres,'t welk, op den tweeden van Louwmaand des jaars 1786, door Gekonftitueerden en Gekommiteerden, aan de Vroedfchap wierdt ingeleverd. Zy verklaaren in hetzelve, door hunne Principaalen, de Burgery van Utrecht, wel uitdrukkelyk gelast te zyn, aan Hunne Ed. Gr. Agtbaare eerbiediglyk voor te draagen , dat dezelve gelieven te volharden by het Befluit, omtrent het einde des voorgaanden jaars genomen, tevens met afvvyzing van het voorftel der Ridder fchap, daar tegen gedaan, alzo de Burgery van oordeel was, uit kragt van haaren gedaanen Eed, ten allerfterkfte verpligt te zyn tot het handhaaven van 't gemelde Befluit , en niets vuuriger wenschte,dan om, door het gemelde voorftel, niet in 't geval te zullen gebragt worden, om de Stedelyke Voorregten, ten koste van goed en bloed, te moeten voorftaan, tegen allen, die op dezelve in-  ia Het BEROERD inbreuk zogten te maaketï; 't welk, egter, in het gefielde geval, noodwendig het gevolg zyn zouden. Wyders verzogten dezelve, dat Hunne Ed. Gr. Actb. aan hun geliefden uit te geeven, ten behoeve der Burgerye , een Copie Authentiek van de Refolutie der Ridderfchap , by de Stad overgenomen, en de voorflagen , daar omtrent gedaan: op dat de Burgery mogt in ftaat gefield worden, het noodige, zo tot haare eigen Justificatie, als ter kragtdaadige handhaavinge van Stads Regten en Vryheden, aan Hunne Ed. Ga Agtb. voor te draagen; met zodanige verdere middelen, als in flaat konden zyn, om deeze Stad en Burgery, tegen alle indragt op haare Voorregten en Vryheden, tegen allen en eenen iegelyk, te verzekeren. Op dit Adres wierdt, by de Vroedfchap, beflooten, het verzoek, raakende de handhaaving der Refolutie van den twintigfren van Wintermaand des voorgaanden jaars, te houden in Advys , en wegens het verzenden van eenen Rondgaanden Brief aan de Bondgenooten , het berigt van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren af te wagten. Inmiddels was ter Vroedfchapsvergaderinge ra. port ingebragt, door de Commisfie , tot het onderzoek van de begeerte der Burgerye, begreepen in het Adres van den zevenentwintigflen van Wintermaand, om te hebben Copie Authentiek van het  NEDERLAND. 13 het geheele genotuleerde wegens het gerefolveerde op den 19 en 20 December jongstleeden. Dit Raport, in allen opzigte gunftig voor de Requestanten, hieldt in „ dat de Heeren van de Commisfie van gedagten waren, dat Hun Ed. „ Achtb. het verzoek, by Requeste gedaan, aan „ de Requestranten zouden kunnen accordee„ ren". Naa dat dit Raport, volgens Vroedfchapsbe. fluit, veertien dagen hadt voorgelegen , nam de Raad het volgende befluit: „ De Notulen van den „19 en 20 Decernber 1785 te houden voor „ gerefumeerd en gearresteerd, en van dezelve, „ zo wel als van die van den 27 December, en „ van alle die en vevdere infertien, zo verre die „ de Requeste vau den 19 December aangaan, „ Copyen Authentiek te extradeeren, zonder in „ te treeden de motiven, daar toe by Requeste „ voorgedraagen". Nog eene andere zaak hieldt, in de zelfde Maand, de aandagt der Vroedfchap bezig. Te weeten, op den negenden van dezelve leverden Gekonftitueerden en Gekommiteerden aan de Vroedfchap over, een verzoek,inhoudende dat de vereischte fchikkingen mogten gemaakt worden, tot het opmaaken van de Qualifikatien der Kiezers en dier Burgers, welke verkiesbaar zyn tot het in te voeren Collegie van Gekommiteerden uit  r4 Het BEROERD uit de Burgery, naa verloop der drie maanden, op den twintigden van Wintermaand jongstleeden bepaald, tot het beëedigen en in gebruik brengen van het toen vastgefteld Reglement omtrent de Regeering der Stad. Dit Verzoek gefield zynde in handen van Heeren Gekommiteerden tot de Bezwaaren der Burgerye , bragten dezelve , metr de Meerderheid, op hetzelve een raport uit, inhoudende om hetzelve te wyzen van de hand. Geene geringe bekommering baarde dit onder de Burgery, alzo dezelve daar in meende te befpeuren een voorneemen\ om het beflootene, op den meergemelden twintigften van Wintermaand jongstleeden, geheel buiten werking te Rellen. Nog meer wierden de gemoederen onthutst, door een gerugt, dat, op den drieëntwintigflen van Louwmaand, door Heeren Gedeputeerden, een voordel zou gedaan worden, tot het verzegelen en vervoeren van Stads Papieren, tot de Vergadering yan Hun Ed. 31og. fpe&eerende, om dezelve, onder eene Eskorte van gewapende Ruitcry, na elders over te brengen: een voordel, waar tegen Burgemeesceren gelast wierden behoorlyk te waaken. Het befluit der Ridderfchap , meermaalen gemeld, betreffende het voorgevallene in de voorgaande Wintermaand , was van die natuure, dat het ligt te voorzien ware, dat Gekondkueerden en  NEDERLAND. 15 en Gekommiteerden daar op niet zouden zwygen; zy waren van meeninge, daar door in hunre Eere te zyn aangetast, en vonden , uit dien hoofde, zich verpligt, ter hunner verdeediginge, gepaste maatregels te beraamen. Geen voegzamer weg dagten ze, ten dien einde, te kunnen inflaan, dan zich te vervoegen by de Vroedfchap; dit gefchiedde door middel van een Adres , van den volgenden inhoud , 't welk op den zesden van Sprokkelmaand wierdt ingeleverd. Aan de Edele Groot Agtbare Heeren Burgermeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. EDELE GROOT ACHTB. HEEREN! „ 't Heeft UEd. Groot Achtb. belieft, op het Adres, den aden January dezes Jaars door de ondergetekenden aan UEd. Groot Achtb. geprefenteerd, dezelve te doen ter hand komen een Ampele Copia van de Refolutie der Heeren Edelen, op den 27 December 1785 genomen, en daags daar aan ter Vergadering van de Heeren Staten dezer Provintie uitgebragt: By welke refolutie de Heeren Edelen het gedrag van de Burgery dezer Stad, gehouden den 19 en 20 December des afgelopen Jaars, gelieven te doen voorkomen als een gepleegd geweld, en een verkrag- ti-  l6 Het BEROERD tiging van de wettige authoriteic van de Regering, en de Vryheid van derzelver deliberatien; {trekkende ter bevordering van zekere Plans, dewelke niet tot verbetering, maar tot een geheel renverfement van de Regerings Conflitutie dezer Provintie zouden fchynen ingericht te zyn, en welke dan ook vervolgens duidelyk genoeg worden toegekend aan zommige onrustige menfchen, die, als 't ware, de zig op den 19 en 20 December 1785 gcfifreert hebbende Burgers, als een hoop verblinde Menfchen , tot werktuigen zouden hebben doen dienen, ter uitvoeringe van de gezegde geweldige maatregelen, ter bereiking van die haare, voor Provintie en Stad fchadelyke en verdervelyke, Plans. En dit alles gelieven de Heeren Edelen by derzelver uitgebrachte Refolu* tie, tegen de waarheid van het gebeurde, tot belediging van de Burgery , met meerdere verzwarende middelen, by gemelte hun Edele Refolutie ten fine als by dezelve voor dragen, zonder daar by, even min als by een vorige Refolutie, in de maand Maart van dat Jaar genomen, in aanmerking te nemen, dat de Burgery dezer Stad, als de gevolgen in het gedragen Confcnt , van de Refolutie van de Heeren Staten dezer Provintie, van de Heeren Staten dezer Provintie, van den 25 February 1784, tot het opgeven hunner Bezwaren wettig is opgeroepen, en welke Bezwaa- ren  NEDERLAND. 17 ren zy volgens een geregeld ingefteld Plan aan UEd. Gr. Achcb. hebben qvergeleverd; waar van door UEd. Gr. Achtb. aan de Heeren Gekommiteerden van de Staats Commisfie behoorlyke Copyen zyn overhandigd geworden ; ten gevolge dat daar over niet alleen by de Staats Commisfie deliberatien en bepalingen zyn gevallen , blykens het Rapport van de Heeren Burgemeester van dykveld en Oud-Burgemeester van den bogaard, welke wegens deze Stad in die Staten Commisfie hebben gebefoigneert, en hetzelve ter Vergadering van UEd. Groot Achtb. den 13 September 1784, hebben uitgebracht; maar zyn de opgegeven pointen tot redres der Bezwaren der Burgery, voor zo veel de beftelling van de Regering dezer Stad concerneert, en het aandeel, dat de Burgery in de Nominatie ter Verkiezinge van hare Regenten behoorde te hebben, aan de Heeren Haar Ed. Mog. Gekommiteerden, by Rapport van den 1 September 1784 , dermaten gegrond voorgekomen, dat zy begrepen hebben, het een en ander ook aan de Regering dezer Stad, en met hare Burgery te reguleren en ap> planeren , te moeten overlaten , zonder in het Reglement daar van te mentioneren ; zo als dat Rapport ten effeéte van het zelve met voorkennisfe van de Heeren Staaten dezer Provincie, door Heeren Commisfarisfen, uit UEd. Gr. Achtb. IX. deel. B Col-  f8 Het BEROERD Collegie gecommiteerd, met het uitgeven van de jn Folio, op last der Heeren Staten, gedrukte exemplaren, aan de ondertekenaren der refp Bezwaren ter kennisfe is gebragt, en ter zeiver tyd gerequireerd, om hunne Confideratien daarop, voor het aflopen van de Maand September, Anno 1784, intebrengen; zo als daar aan op zyn tyd voldaan is, niet alleen, maar is, ingevolge van het zelve Rapport, eene feparatie van het Stedelyke, om met de Burgerye te appjaneren en reguleren, gevallen , dermaten, dat daar over tusfchen de Heeren Gekommiteerden van UEd. Gr. Achtb. en de Gekommiteerden van de meergem. ondertekenaaren der pointen tot redres der Bezwaren, verfcheiden befoignes en conferentien , als mede tot het applaneren en reguleren aan dezer Stads Regerings beflelling, zyn gevallen; dat einde!yk op den 18 April 1785, daar van door de Tien Heeren UEd. Gr. Achtb. Gekommiteerden in 't brede op alles Rapport is uitgebracht geworden, ten verdere gevolge, dat UEd. Gr. Achtb. den 25 April des voorleden Jaars, hebben befloten een Extra Ordinaris Befchryving van alle de Leden van den Raad, tegen Donderdag den 26 Mey 1785, dienende, omme te delibereren en te refolveren nopens de poin&en, vervat en voorgedragen by het Rapport van de Heeren Gekommiteerden , in de Vergadering van de Vroedfchap in-  NEDERLAND. ingediend, omtrent het Concept Reglement Reformatoir, door de Heeren hunner Ed. Mog. Gecomm. den i September des Jaars 1784, ter Staats Vergadering ingebracht ; mitsgaders omtrent de bejlellinge dezer Stads Regering , het Nomineren en Verkiezen van Raden in de Vroedfchap , en het Nomineren van Burgemeesteren en Schepenen; alsmede nopens de introduclie van een Collegie van Gekommiteerden uit de Burgery; zo als die Extraordinaris Befchryving ten dien fine op den 26 May 1785 ook is aangevan. gen, en in Acht en Twintig , van tyd tot tyd gecontinueerde, gehoudene Vergaderingen,op den 4 November 1785 is afgelopen. Terwyl het gedurende deze Befoignes gebeurt is, dat UEd. Gr. Achtb. , het gearrefleerde Concept-Reglamnt, concernerende de beftellinge dezer Stads Regeringe, het Nomineren en Eligeren van Raden in de Vroedfchap, Burgemeesteren en Schepenen; mitsgaders de ereïïie en introduSlie vaneen Gequalificeerd Collegie van Gekommiteerden uit de Burgery, gearrefteerd den 21 July 1785, den volgenden dag , van den Stadhuize alhier more Solito hebben gepubliceerd , en vervolgens doen affigeren, met vermaan aan alle en een iegelyk Burger en Ingezeten, om indien eenige gegronde bedenkingen op voorzeide Reglement mochten hebben, dezelve zyne bedenkingen, met redenen B 2  sa Het BEROERD bekleed, in Gefchrifte gefield en ondertekend, met by vee gin ge van des zelfs qualiteit , ouderdom en woonplaats, binnen den tyd van veertien dagen, na de Publicatie, ter Secretary van dezer Stads Pólicie- verzegeld over te brengen. En welke Publicatie ten gevolge heeft gehad het dresferen van het voorgem. Concept*Reglement, mitsgaders het alzo gedresfeert nader voorleggen van het zelve gearresteerde by Publicatie van den 15 September 1785, met gelyk vermaan aan alle. en een iegelyk Burger en Ingezeten voornoemd, omme , indien eenige gegronde bedenkingen op yoorzeide Reglement mogte hebben, dezelve zynt bedenkingen, V zy afzonderlyk of gevoegd met anderen in gefchrifte gefield en ondertekend, binnen den tyd van veertien' dagen na Publicatie ter Secretary van de Stads Policie over te brengen , waar aan mede voldaan is. Dat als voorfz. de Befoignes daar over met den 4 November 1785 zyn afgelopen , zo dat de Burgery in dat vaste vertrouwen verzeerde, dat het zelve geapplaneerde en gereguleerde Concept-Reglement, concerneerende dezer Stads Regerings beitelling, dan ook dadelyk zoude worden gearrelleerd en geïntroduceerd. Dan dat zy integendeel , al ras,hebben moeten ondervinden , dat men het zelve aan de Burgery heeft getragt vrugteloos te maken, en wel door zekere Propofitie tot het gaaf con-  NEDERLAND. ar confenteeren van de Ridderfchaps Refolutie, den 24 Augustus 1785 , ter Vergadering van Staac uitgebragt ; om het welke voor te komen , de Burgery geoordeelt heeft, op den 19 December 1785, door een, met hunne voorkennis en overleg, geformeerd Adres, zig aan UEd. Gr. Achtb. te vervoegen, en by dat Adres door de Ondergetekende geene andere dispofitie te verzoeken, dan, om, zonder verwyl, het Concept-Reglement, concernerende de bejlelling dezer Stads Regering , zodanig het zelve geapplaneerd en gereguleerd is, vast te flellen, te arrefteren , en te publiceren; met verdere bepaling van een tyd van drie Maanden, om, het zy de Bezwaren van V Provinciale Regerings Reglement binnen dien tyd mogten afgedaan zyn, dan niet, het zelve onzer Stads vastgeftelde Regerings Reglement met de Burgery, als dan na verloop van dezelve drie Maanden, dadelyk in te voeren en wederzyds te beëedigen. Uit alle het welke dan confteert, hoe ongelukkig abufief en, hoogstbeledigend de Heeren Edelen het gedrag van de Burgery, op den 19 en 20 December 1785 gehouden , in weerwil van de waarheid, gelieven te doen voorko» men, even of zig de Burgery als een onbezonnen en onkundigen hoop zoude hebben laten vervoeren, om door het aanzetten van onrustige Menfchen hen te doen gebruiken ter bevordering B 3 van  a4 Het BEROERD van zekere , als 't ware eigendunkelyke plans, dewelke tot renverfement der Regerings ConlHtutie dezer Pro/inde zouden ingerichc zyn, en dat zelve ook aan UEd. Gr. Achtb. zoude zyn opgedrongen ; ten effeéte , dat de Heeren Edelen zig bevoegd geoordeeit hebben, om daar tegen, des gerequireerd wordende, NB. alle mogelyke hitlpe en adfiftentie (zekerlyk, om op het voorbeeld van Amersfoort, den Herken en gewapenden Militairen Arm in te roepen) te verlenen. Daar integendeel de Burgery niets anders heeft , geë feétueerd , dan het arresteren en vastftellen van een Reglement van Regeringe dezer Stad, welkers poindten ten fine van redres , na by de Twee jaren opgegeven, in de gehoudene Conferentien door Heeren Gekommiteerden, en voorts in een opgevolgde Extraordinaris Befchryving, door UEd. Gr. Achtb. zelve gereguleerd en geapphneerd zyn geworden, dat niet meer dan het arrefteren en introduceren van het zelve overig was gebleven: Tot zo verre, dat daar over tusfchen UEd. Gr. Achtb. en de Burgery geen gefchil hoe ook heeft plaats gehad, en dit ook alzo in confesfo word gefield, by de uitgeleverde Notulen , bevattende het gebefoigneerde van den 19 en 20 December 1785, als daar by ontegenzeggelyk blykt, Jat tusfchen UEd. Gr. Slchtb. en de Burgery tot het arrefteren en introduceeren van  NEDERLAND. 23 van het voorgem. geapplaneerde Reglement geene andere discusfte heeft geëxteert, dan alleen de Udenkehkheid over het ontjlag uit den eed om na verloop van drie maanden het gearrefteerde met de Burgery, zonder Staats gewyze ontheff„* vandenzelven Eed, te konnen introduceren; ;0°als de waarheid daar van al verder word gededuceert, en bewezen, met het geprop»«rde' en dien conform gerefolveerde , van UEd. Gr. Achtb. van den 27 December 1785, tendeerende, omflagïnge uit den eed ter Staats Vergadem wn den a» dito, voor zo verre dezer Stads Re.eringsbeftelling betrof, te obtineren. Dat uUDhet gededuceerde ten klaarden blykt dat er aan de Burgery, alsmede aan de ondergefch. Gekonftitueerden en Gekommiteerden ten hoogften geleegen legt, van den door de R.dderfchap 0p hen tegen waarheid gelegden blaam gezuivert te zyn, als by dk alles komt, dat die Heeren uit hoofde van de door de Vroedfchap als voorfz. gedane Publicatien , opgevolgde affixien, en het voorleggen, zo wel als het in openbaren druk uitgeven, van het geconcipieerde Reglement dezer Stads Regerings beftellinge, geene ignorantie altoos daar van konnen voorwenden; en zulks te minder, daar alle die Heeren, een enkelde daar van ukgezondert, behoren onder het aantal der alhier huiszittende Burgers en Inwoonders dezer U 4 Stad,  *4 Het BEROERD Stad, en welke, voor zo veel hunne particuliere perfonen, als Burgeren en Inwoneren , betreft, mede begrepen zyn geweest in de voorfz. by Publicatien gedane oproepingen, om, indien zy eenige gegronde bedenkingen daar op mochten gehad hebben, dezelve als toen hunne bedenkingen, binnen den bovengemelden tyd, ter Secretary van de Policie dezer Stad , verzegeld, te hebben konnen overbrengen ; het welk geene van die Heeren hebben gelieven goed te vinden, en waar toe zy, ingevalle van bedenkingen, als Burgers en Inwoners, gehouden waren , geconiidereert by het Staats Rapport, voor zo veel Stads Regerings beftelling betrof, het zelve aan de Regering, om met hunne Burgery (en geene andere) te applaneren en reguleren, is overgelaten , en waarin gemelte Heeren als Burgeren en Inwoneren volkomen hebben berust; mitsdien her, wel verre van edelmoedig te zyn, of van het gedrag van de Edelen te hebben konnen verwagt worden daar die Heeren, als gezegd , zelve in hunne paniculiere perfonen als Burgers en Inwoners, ten voorf. einde mede zyn opgeroepen geweest, en alzo van alle het gunt voorfz. mede volkomen kennisfe hebben gedragen; zy, desniettegenfiaande, van hen hebben gelieven te verkrygen, om der Burgeren gedragingen op den i9 en 20 December J?S5> ^gen alle waarheid, aftemalen en voortedra-  NEDERLAND. 25 dragen als geflrekt hebbende ter bevordering van zodanige, by de Heeren Edelen gezegde zekere Plans, ingericht tot geheel renverfement van de Regerings Conftitutie dezer Provintie, en te gelyk de ondergeteekenden, ter bereiking van die alzo verderflyke Plans , te doen voorkomen , als die onrustige Menfchen, welke by aanhoudenheid de Burgery die hebben konnen diets maken; waar tegen de Burgeryen de onderget. geoordeeld hebben zig te moeten zuiveren; zo wel als tegen die van dezelve Heere gedane onware aantyging, dat UEd. Gr. Achtb. ten tyde voorfz. geene vryheid van delibereren zouden gehad hebben; als UE. Gr. Achtb. uitgeleverde Refolutien voor de Burgery, en de daar by voorkomende aantekeningen van verfchcide Leden van den Raad , ten duidelykflen bevestigen, dat een ieder van de Leden van UEd. Gr. Achtb. na goedvinden heeft gebruik gemaakt, en ook volkomen vryheid. heeft gehad, om op den 19 en 20 December 1785 te advifcren als een ieder van hen heeft geoordeelt te willen doen , en daarvan vervolgens gelyke aanteekeningen te doen infereeren: onder welke advifen, ten bewyze van die volkomen gebruikte vryheid, inzonderheid verftrekken konnen die van de Heeren van der does, verschoor, falck, aebema, de leeuw en zaal, zonder dat zy of iemand van de verdere Raden, B 5 door  s6 Het BEROERD door iemand uit de Burgery, wie ook, veel min door een eenigen Burger, in of buiten den Raad, daarinne belet of verhindert zyn geweest, en waarvan dezelve alzo byzondere aangetekende Advifen, (hoedanig ingewikkeld, den inhoude van eenige derzelve , zo wel als in ongunftige aanduidende termen ook mogen ingefteid zyn} niet min ten fprekenden bewyze van die vrye deliberatien en onverhinderde gedane aantekeningen, zullen moeten verilrekken; even als die vryheid van deliberatien , welke UEd. Groot Achtb. den 23 December 1783 hebben gehad op het voorftel , gediend hebbende om de gepubliceerde Refolutie van den 10 December te doen drukken en affigeren: mitsdien de Burgery en de Ondergetekenden onder de voorfz. door de Ridderfchap by hunne Refolutie zo zeer beledigende als aggraverende infimulatien, even min konnen blyven, als zy in een gelyk geval van onwaare befchul» digingen , ingevloeid in de Misfive van zyne Hoogheid, den 24 Augustus des voorleden Jaars aan de Heeren Staten dezer Provintie geaddresfeerd, door UEd. Gr. Achtb. by een antwoord, gevolgd op een by de ondergefz. ingeleverd Adres, van den 5 September 1785, zyn gejustificeerd geworden , onder anderen met vertoon, dat (zo als thans nog het geval is} de onlusten niet tot zodanigen hoogte geklommen zyn, dat daar  NEDERLAND. 27 daar tegen zoude dienen te -worden voorzien, op eene andere wyze, dan door het afdoen, en remediëren van der Burgeren en Ingezetenen, nu reeds zo lange, opgeroepene en ingeleverde Bezwaren, waar door alleen derzelver ongenoegen kan weg genomen worden. Daar dit dan de eigen taal van UEd. Gr. Achtb. is geweest, ter rescontre van de voorfz. Misfive aan Z. H., en der Burgeren gedragingen, op den 19 en ao December 1785, niet anders dan tot de evengem. voorgemelde eindens hebben geflrekt, en ter wegneminge van alle ongenoegen ; is het voor de Burgery infuportabel zig door de Heeren Edelen in ene allezints wettige en bevoegde zaak, waar toe de Burgery allerfolemneelst, ook uit kragte van een Staatsbefluit, is opgeroepen geweest, zo zeer hatelyk aan de geheele Waereld ten toon gefield te zien, ten gevolge, dat die zelve Heeren tegen deze der Burgeren allezints geoorloofde gedraagingen als voorfz. alle mogelyke hulpe en adfflentie wel zouden tragten tnteroepen, en daar door de Burgery, als 't ware, te bedreigen met eene fubordinatie, onder een zig te procureren Militair Gezag, en zulks rdettegenflaande UEd. Gr. Achtb. als voorfz. van het rechtmatig ongenoegen der Burgery, veroorzaakt door het zo lange verwyl ter afdoening en het remediëren van de opgeroepene en ingeleverde Be-  a8 Het BEROERD Bezwaren , zelve zodanig plenair zyn overtuigd1 geweest, dat de Burgery, na het applaneren yau dezelve, ook met alle recht , op het dadelyk vastftellen en arresteren van dezelve heeft mo"-en infteren, en daar inne niets anders heeft gedaan, dan het geene UEd. Gr. Achtb. zelve aan Z. H. hebben voorgedragen, dat tot wegneming van hun ongenoegen verjirekken konde. Daar dan de Burgery zig niet heeft fchuldig gemaakt aan dat geene, waar onder een beledigende blaam , vervat by meergem. Ridderfchaps Refolutie, haar doet voorkomen, en de thans fubfifterende omftandigheden voor al vorderen, daar van op eene fatisfaclore en voldoende wyze te worden ontheven en gejuftificeerd , zo is het, dat de Ondergetekenden ten dien einde, in naam van de op den 19 en 20 December 1785, zig gefisteert hebbende Burgery (onvermindert vorig vermelde Declaratoir en Protest) op UEd. Gr. Achtb. met verfchuldigde achting verzoeken en infteren , dat UEd. Gr. Achtb. nog deze Week alle Burgers en Inwooners dezer Stad, ieder in hunne refpeftive Wyken , en onder hunne Officieren en OnderOfficieren doen oproepen, en vervolgens, dat UEd. Groot Achtb. door een ^e decerneren Commisfie aan de alzo vergaderde Burgery van iedere Compagnie, Hoofd voor Hoofd, doen afvragen: 1.  NEDERLAND. 29 1. „ Of zy van het verzoek, in haar naam en van harencwegen op den 19 December 1785, by Adres aan den Raad dezer Stad ingeleverd, door de Gekonftitueerden en Gekommiteerden geene behoorlyke voorkennisfe bekomen en gehad hebben? 2. „ Of het verhandelde, geduurende de'voorfz. twee dagen , door Gekonftitueerden en Gekommiteerden, met den Raad, niet op dien tyd ter hunner kennisfe'is gebragt, en by hun is goedgekeurd"? En 3. „ Of het geene als toen by het voorfz. Adres op de Vroedfchap is verzogt, als nog is en blyft hun gevoelen? „ Dat de voorfz. Commisfie de Antwoorden, welke zy hoofd voor hoofd bekomen , zal gelieven aan te teekenen, en daar van aan UEd. Groot Achtb. behoorlyk Raport uitbrengen, als wanneer de Ondergeteekenden vertrouwen , dat eenmaal ontegenfprekelyk blyken zal, dat het gepasfeerde, op den 19 en 20 December 1785, is geweest de ware begeerte van het Volk , en dat de zig daar toe gefifteerd hebbende Perfoonen niet alleen hebben uitgemaakt het grootfte en aanzienlykfte gedeelte van de Burgery , maar ook boven dien , beftaan hebbe in genoegzaam alle de Schutters van de geheele Burger-Schuttery. In welke voorfz. verzoek de Ondergetee- ken-  3o Het BEROERD kenden vertrouwen, dat UEd. Groot Achtb. niet zullen gelieven te difficulteeren, alzo hetzelve het eenigfte en zekerfte middel bevat, om de Burgery en de Ondergetekende van den bovengemelden Blaam, en alle daar by aggraveerende infimulatien van de Ridderfchap eenmaal te ontheffen, en UEd. Groot Achtb. (immers verfcheide Leden van UEd. Groot Achtb.) te overtuigen , en aan geheel Nederland het ontegenzeggelyk bewys uit te leveren, dat alhier op den 19 en 20 December 1785, een ware Volkftem heeft geëxteerd, dermaten, dat daar mede niet is gefpeeld geworden, maar dat het gebeurde op den 19 en 20 December 1785 , de waaragdge ftemme . des Volks, en hun zeer wel beredeneerd gevoelen is geweest, en als nog is en blyft. „ Daar, indien UEd. Groot Achtb. onverhoopt op dit verzoek, immers ter naaste vergadering van UEd. Groot Achtb. niet geliefden te disponeeren, maar het zelve of van de hand te vvyzen, of buiten dispofitie te houden , de Burgery en de Ondergetekenden het alsdan zullen houden voor een aveu, waar by UEd. Groot Achtb. de waarheid der Volkftem en Volksvertegenwoordiging hebben in covfesfo gefield, even of aan het voorfz. verzoek, en daar by gedaane voorftellen ter boven opgegeven afvragingen, punétuelyk was voldaan geworden, en dus dat UEd. Gr. Achtb. als  NEDERLAND. 31 als dan ook niet zullen nalaten , om de Eer en Achtbaarheid van Utrechts Burgery, regens de zo zeer beledigde uitdrukkingen van 's Ridderfchaps Refolutie, op te houden: en op de aller efficacieufte wyze te verdeedigen; als mede, door een op nieuw te herhalen Declaratoir, de Burgery te verzekeren, van dezelve te zullen maintineeren by des Vroedfchaps Refolutie van den 16 Augustus 1785, tegens alle en een ieder, en inzonderheid regens alle voordragten en inroepinge ter hulpe Jasfiftentie van de Sterke Hand of gew apen den Arm, waar toe meergem. Ridderfchaps Refolutie zo allerongefundeertst tendeert. „ 'c Welk doende" enz. De Heeren Edelen lieten dit Adres niet onopgemerkt voorbygaan, maar fchreeven, by wyze van antwoord op hetzelve, eenen Brief aan de Vroedfchap, welken ik hier moet plaatzen, Btt hoofde van 't geen van den kant der Gekonftitueerden en Gekommiteerden, eerlang, daar op volgde. EDELE ACHTBARE HEEREN! „ Daar wy uit de Publieke Nieuwspapieren zyn ontwaar geworden , dat het UEd. Achtb. behaagt heeft, onze Refolutie van den 17 December des afgeloopen Jaars, dargs daar aan ter Ver-  32 Het BEROERD Vergadering van Staaten ingebragc, en concerneerende het gebeurde binnen deeze Stad op den 19 en 20 December daar te vooren , Copielyk te communiceren aan Gekonftitueerden en Gekommiteerden uit de Burgery alhier, en deze zich veroorlooft hebben , by een Adres laastleeden Maandag, ter Vergadering van UVVel Ed. Achtb. ingeleverd, en gelyktydig in een Extraordinaire Courant publicq gemaakt, dezelve onze Refolutie in een zeer hatelyk daglicht voorteftellen, en als Hoogstbeledigend voor Utrechts Burgery te doen voorkoomen, met geen ander oogmerk voorwaar, dan, om dezelve Burgery (ware het mo« gelyk) immers dezulke onder Hen , die by gebrek van genoegzaame kennis en doorzigt, of van gelegentheid om door hun eigen oogen te zien, zich door deeze Leidslieden gewoon zyn te haten leiden, regens de Ridderfchap dezer Provintie te animeren, en derzelver inzigten en bedoelingen in geheel erroneufe en onwaardige verdenkin. gen te brengen; vinden wy ons in de onaangenamen verpligting gebragt, terwyl de gewoone weg, tot het inbrengen van onze bezwaaren ter Staats Vergadering, door de opfchorting der Vergadering binnen deeze Stad, immers voor alsnog afgefneeden is, deswegens ons beklag by Misfijre aan UEd. Achtb. te doen. „ Wy zullen ons over den Inhoud van het zelve  NEDERLAND. 33 ve Adres, als meerendeels contineerende een mi* ré van Zaaken, die buicen ons zyn , niet verder ïnlaaten, dan voor zo veel ons direftelyk concerneett, en daarom alleenlyk UEd. Achtb. verzoeken , in ernftige overweging te neemen, van welke gevolgen het zal moeten zyn, indien de Advizen der refpedtive Leeden van Staat by continuatie zullen moeten worden gefubmitteerd aan het1 oordeel van particuliere Perfoonen, die geen de minde relatie tot de Regeering hebbende 4 tot derzelver onderzoek en beoordeeling op zodanige wyzen ten eenemaal onbevoegt zyn, terwyl wy teffens moeten verzoeken , dat UEd. Achtb. aan de Autheurs van het zelve Adres, derzelver verontwaardiging zullen gelieven te kennen te geeven, over deeze belediging, een Medelid van Staat aangedaan ; en in het byzonder over de finistre oogmerken j waar toe het zelve Adres ftrekken. de is. „ Dit vefmeenen wy met te meerder grond van UEd. Achtb. te mogen verwagcen, daar wy ons ten aanzien van de waarheid en zekerheid der gronden en motiven onzer meergemelde Refolutie (wat ook fommige. Leeden van UEd. Achtb. Vergadering deswegens kunnen goed vinden aftegeeven) op de Wetenfchap van UEd. Achtb. Collegie, en op de ondervinding van verfcheide particuliere Leden der Vroedfchap gerustelyk IX. deel. C dur-  34 Het BEROERD durven beroepen, en wy ons ook ten vollen verzekerd houden, dat by UEd. Achtb. niet-anders, dan voor een malitieufe interpretatie onzer Refolutie zal worden aangezien (gelyk dezelve waarlyk is) de gehazardeerde Befchuldiging , als of wy het gepleegd geweld op den 19 en 20 December aan Utrechts Burgery zouden hebben willen imputeeren. Neen, Ed. Achtb. Heeren, nimmer is het in onze gedagten gekoomen, die geweld zo weinig , als het geen voorheen gepleegd wierd, op rekening van het lichaam van Utrechts goede Burgery te (lellen, en onze Refolutie geeft daar toe niet de minlle aanleiding. „ Wy zyn te zeer overtuigt, dat een groot gedeelte dier Burgery, niet gewoon om zich door beloften van allerley aart, nog door uitgedagte befchuldigingen van Regenten en Leeden van Regeering te laaten verleiden; maar gewoon om de wettige Regeering te eerbiedigen, en niet meerder te verlangen, dan dat de nodige verbeteringen en Redresfen, op eene wettige en Conftitutioneele wyze worden daar geflelt, verre af is van het gepleegd geweld op de vorengemelde dagen te approuveeren: maar integendeel, het zelve in hunne harten afkeuren en verfoeijen, en, zo maar vryheid van fpreeken hadden, zulks opentlyk betoonen zouden, om ons door zodanige befchuldigingen niet ten hoogften beledigt te ag* ten;  NEDERLAND* 35 ten; en wy hadden niet verwagt, dat Gekonftitueerden en Gekommiteerden, door derzelver opentlyke goedkeuring van al het gepasfeerde op die dagen ('t welk de Heeren Edelen gemeent hadden, alleen aan eenige onrustige menfchen, waar onder zich veellicht ook Vreemdelingen, ert de zulken, die zelfs geen Burgers deezer Stad zyn, ofte lange geweest zyn , kunnen bevonden hebben, te moeten toefchryven) het zelve voor hunne Rekening en voor Rekening der Burgery zouden genoomen en daar door zelfs de blaam op de Burgery gebragt hebben; waar mede zy de Heeren van de Ridderfchap zo zeer ten onregte hebben kunnen goedvinden te befchuldigen : dan dit ter hunner verantwoording overlatende, willen Wy , alvorens deeze te eindigen , terwyl doch door alle hier vooregemelde omftandigheden het gevaar van de bewaring der ruste en goede ordre binnen deeze Stad niet fchynt te verminderen, onder inhsefie van onze Refolutie van den 27 December des voorleden jaars, UEd. Achtb. alle nodige wysheid, voorzigtighcid , en ftandsvastigheid toewenfchen, gelyk wy van onze zyde ook betuigen vastelyk gezint te zyn, de ware belangens van het Vaderland en van deeze Provintie, ingevolgen onze verpligting, naar al ons vermogen te blyven behartigen, zondet door eenig eigenbelang, gunst of haat, ofte door bedreiginC 2 gen,  36 Het BEROERD gen, van wie het ook zyn mag, ons daar van te laaten aftrekken". Op den dertienden van Sprokkelmaand vergaderde de Vroedfchap, onder andere, om te raadpleegen over den voorflag van Gekonftitueerden en Gekommiteerden, in hun jongfte Adres,nakende het oproepen der Burgerye, en het drieledig verzoek, daar by gedaan. Op 't een en ander een weigerend en afwyzend Befluit gevallen zynde, wierden de meergemelde Afgevaardigden des Volks te raade, op den twintigften van Sprokkelmaand, by een nader Adres, zich te vervoegen by de Vroedfchap, waar by zyzich op het nadruklykst uitlieten, over den bovengemelden Brief der Ridderfchap aan de Vroedfchap, en tevens protesteerden tegen het jongstgenomen weigerend Befluit van den Agtbaaren Raad. Nevens de overigen verdient dit Gefchrift hier geleezen te worden. Aan de Edele Groot Agtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. „ Geven met fchuldigen eerbied te kennen, de ondergefchreven Gekonftitueerden van 1368 Burgers en Inwoners, en Gekommiteerden uit de agt Burger Kompagniën, onvermindert hun Declaratoir en Protest den n en 12 Oétober des afge. lo-  NEDERLAND. 37 lopen Jaars gedaan. Dat de Ondergetekende op de middelen, vervat by hun Adres den 2 January dezes Jaars ingeleverd, onder anderen ook aan UEd. Gr. Achtb. hebben verzogt, om aan de Ondergetekende voor de Burgery uit te geven een Copia Authentiek van de ter Staatsvergadering , van den 28 December 1785 , by UEd. Groot Achtb. overgenomen Ridderfchaps Refolutie , en daar by refpcétive gedane PrQpofuieri, op dat de Burgery dezer Stad daar door in ftaat gefield konde worden, het nodige' ter hunner Juftificatie, zo wel, als tot efficacieus maintien van Stads Rechten en Voorrechten , aan UEd. Groot Achtb. voor te dragen, met zodanige verdere middelen, als in ftaat konden zyn, om deze Stad en Burgery tegen alle indragt op hare Rechten en Voorrechten, tegen alle en een ieder, hy zy wie hy zy, te verzekeren. Dat UEd. Gr. Achtb., na dat het zelve Adres veertien dagen hadde voorgelegen, op het voorfchreve Poincr. gebben gerefolveert, het verzoek aan de Ondergefz. te accorderen, en vervolgens aan dezelve een fimpele Copia der voorfchreve Ridderfchaps Refolutie doen ter hand komen; waar door de Ondergetekenden zig dan in ftaat bevonden , om aan UEd. Groot Achtb, voor te dragen zodanige middelen, als tot Juftificatie van de Burgery tegen dezelve konden verftrekken. Zo als de OnC 3 der-  ^8 Het BEROERD dergetekenden alle het zelve by Adres den 6 February jongstleden aan UEd. Groot Achtb. gepre fen teert, hebben voorgedragen; invoegen, dat daar by, op ontegenzeggelyke gronden, aan UEd, Groot Achtb. is bewezen, dat de Burgery zig niet heeft fchuldig gemaakt aan dat geene, waar onder een beledigende blaam , vervat by meergemelde Ridderfchaps Refolutie, haar doet voorkomen; alzo het dezelve Ridderfchaps Refolutie is, waar by het gedrag van de Burgery dezer Stad, gehouden den 19 en 20 December des afgelopen Jaars, voorkomt als een gepleegd geweld, en verkragting van de wettige authöriteit van de Regering, en de vryheid van derzelver deliberatien, (irekkende ter bevordering van zekere Plans, dewelke niet tot verbetering, maar tot een geheel rtnverfement van de Kegeringsconjliiutie dezer Provintie zoude fchynen ingericht te zyn. „ Dat, hoe zeer de Heeren Edelen by derzei? ver Misfive, gefchreven den 10 February Jongstleden, en ter Vergadering van UEd. Groot Achtb. ingekomen den 13 daar aan volgende, het tragten te doen voorkomen , als of zy het by hun voorgegeven gepleegd geweld, op den 19 en so December, niet aan Utrechts Burgery zouden hebben willen inputeren , daar niet meer dan de ledure van de Refolutie van de Heeren Edelen np-  NEDERLAND. 39 nodig is, om niet ten klaarften overtuigd te zyn, dat de Ondergeteekenden ten dezen geene gehazardeerde, dat is onzekere of onware, middelen van bezwaar hebben geavanceert , alzo 'er by die Refolutie. geene anderen ten duidelykften gedefigneerd zyn, dan de op den 19 en ao December zig gefisteerd hebbende Burgery, en wel die, welke, zo als de ondergefz. by hun Adres den 6 dezer na waarheid hebben geavanceerd, beftaan heeft, uit het grootfte en aanzienlykfte gedeelte van de Burgery, en bovendien in genoegzaam alle de Schutters van de geheele Burger Schuttery; en deze zig alzo gefisteerd hebbende Burgery in het welke door de Heeren Edelen by haare Refolutie is voorgefteld, als zodanig een hoop van verblinde menfchen, die zig als werktuigen zouden hebben doen gebruiken, om de by dezelve Refolutie genoemde onrustige menfchen, ter uitvoeringe van de gezegde geweldige maatregelen, en ter bereiking van die hare Provintie en Stad fchadelyke en verderfelyke Plans, dienstbaar te zyn, en by welke befchuldiging de Heeren Edelen niet alleen blyven perfiiteren, maar komen dezelve Heeren, als nu, een kwafie onderfcheid te maken, in het Lighaam van Utrechts Goede Burgery , in tegenoverftelling van de zig ten voorfchreven tyde gefisteerd hebbende Burgery: als zy van het ëerfte zeggen, dat dezelve met . C4 »s'  40 Hkt BEROERD gewoon zyn , om zig door beloften van allerly aart, nog door uitgedagte befcbuldigingen van Regenten en Leden van Regering te laten verleiden, maar gewoon zyn , om de wettige Regering te eerbiedigen, en niets meer te verlangen , dan dat de nodige verbeteringen en redresfen op eene wettige en conftitutioneele wyze worden daar gefield , en dus by dezelve tegenftellingen daarin notoir legt opgefloten een volftrekte accufatie en verwyt, dat de op den 19 en co December zig gefisteerd hebbende Burgery niet beftaan heeft, uit het Lighaam van die Goede Burgery, maar ter contrarie beflaan heeft uit de zodanige , die gewoon zyn om door beloften van allerlye aart, en NB. door uitgedagte befchujdigingen van Regenten en Leden van Regering, zig te laten verleiden, en ook niet behoren tot hen, die de wettige Regeering eerbiedigen, maar tot de zodanige, die de nodige vei beteringen. en yedresfen op eene onwettige en incovftuutionele wyze hebben willen daar fielten ; en ■ dat wel, door het gepleegd geweld op de voorgemelte dagen, het welk door die gezegde goede Burgery in hunne harten zoude worden afgekeurd en verfoeid, en zo zy maar vryheid van fpreken hadden, zulks openlyker betonen zouden, en dat dus by dezelve tegenftelling de zig op den 19 en 20 December gefisteerd hebbende Burgery, al verder met  NEDERLAND. 41 met zo veele woorden worden voorgefteld, als zy, die gehouden moeten worden aan hun Burger- en Schutters - Eed ten eenemaale ontrouw geweest te zyn, met op de Regering te hebben gevordert het geene onwettig en inconftitutioneel zoude zyn. Daar in tegendeel , by vorig Adres, op onwederfpreekbaare gronden is aangetoond , dat de Burgery op UEd. Gr. Achtb. niets heeft, gevordert, dan het vastfiellen en invoeren van zodanig een Reglement , concernerende dezer Stads Regeringsbeftelling, als het welke nu zedert twee Jaren, met de Burgery, na voorgaande wettige oproepinge, gereguleert en geapplaneert is geworden. Zaken , welke de Ridderfchap by haare Misfive ook niet heeft konnen tegenfpreken , maar om het embarasfante , waarin zy zig dies aangaande bevond, hetzelve doen voorkomen, als continerende een Narré van zaken, die buiten hun Ed zyn, en daarom in plaats van zig daar op uittelaten , of hetzelve in te treden , liefst verkozen hebben onaangeroerd te pasferen. „ Het was dan op inftantie van het grootfte en aanzienlykfle gedeelte van de Burgery, en genoegd zaam de geheele Schuttery dezer Stad, welke door de Regering geprefenteerd word , dat op UEd. Gr. Achtb. als voorfz. is verzog: geworden (en geenzints door UEd. Gr. Achtb. uit eigen motive, Copielyk is gecommuniceerc) de voorfz. C 5 Rid<  4a Het BEROERD Ridderfchaps Refolutie , ook geenzints met oogmerk , om dezelve Refolutie als een Advys of hoe ook te fubmitteren aan het oordeel van particuliere perfonen, die geene de minfte relatie tot de Regering hebben, of die tot derzelver onderzoek en beoordeelinge ten eenemale onbevoegd zouden zyn, maar om het gedrag van de zig op den 19 en ao December gefisteert hebbende Burgery, tegens den blaam, en de zo zeer aggraverende befchuldigingen, [vervat by Ridderfchaps Refolu« tie, ter Justificatie van dezelve Burgery aan UEd. Gr. Achtb. en tevens voor geheel Nederland, in het ware dagligt voor' te ftellen; zo als de Ondergetekenden dan ook in dier voegen hebben gedaan, dat als voorfchreve de Heeren Edelen verkozen hebben, alle de middelen by hare Misfive onaangeroerd te pasferen; en waarom de ondergefz. dan ook daar toe zig op de betere kennisfe van UEd. Gr. Achtb. en derzelver befluiten, betreffende alle het zelve geaplaneerde of gereguleerde, zeer veilig hebben en als komen te beroepen , invoegen dat Heeren Edelen met geene de minfte grond hoe ook , op UEd. Gr. Achtb. zouden konnen infteren, veel min zouden mogen verwagten, om aan de Autheurs van het zelve Adres, waar door al wederom geene andere dan de Ondergetekenden verftaan konnen worden, derzelver verontwaardiging te kennen t$ ge-  NEDERLAND. 43 geven, als by dat Adres geene andere middelen, dan die alzo voorfz. gezegd, met de waarheid in. ftemmen, ter Justificatie van het gedrag van de Burgery, zyn voorgefteld , en wel met vermyding van alle beledigingen, en ook geenzints met die finistre oogmerken , welke de Heeren Edelen daar aan gelieven toe te kennen , even min als de Ondergetekenden op eenige wyze, hoe ook, daar by derzelver openlyke goedkeuringe zouden gegeven hebben, aan eenig gemeent gedrag van onrustige Menfchen, waar onder ook vreemdelingen en de zulke zouden geweest zyn, die zelfs geen Burgers dezer Stad zouden zyn, of lange geweest zyn; waarop de Heeren Edelen by hare Misfive als nu gelieven uit te komen, als de Ondergefchrevenen als nog geen inzien in de ware meninge van de Heeren Edelen dies betrekkelyk hebben, nog zy, nog de Burgery, zig op eenige wyze hoe ook hebben fchuldig gemaakt aan het openlyk voorftaan of goedkeuren van het gepasfeerde op die dagen, relatief tot het geene Heeren Edelen by hunne Misfive als voorfz. avanceeren, veel win zodanige aldaar gefielde gedram gingen (zo dezelve plaatfe mogten gehad hebben) direcl of indirett voor hunne Rekening of van die van Burgery overgenomen te hebben, als de Burgery zig tot niet anders heeft bepaald, en op  44 Het BEROERD op UEd. Gr. Achtb. verzogt hebben , dan het . geene by de geprefenteerde Adresfen op den 19 December 1785 is ter nedergefteld, en betoogd is, niet anders heeft bevat, dan het arresteeren en vastzeilen van het geene UEd. Gr. Achtb. zedert zo lange met de Burgery geapplaneerd en gereguleerd hadden, om tot een Reglement op de Regeeringsbeftelllng dezer Stad geintroduceert te moorden, met prafixie van den tyd der dadelyke invceringe van hetzelve. En dus ook wel verre, dat het gehouden gedrag der zig op den 19 en 20 December gefisteert hebbende Burgery, zonder belediging, zoude kunnen voorgefreld worden, als het gedrag van de zulke, die by gebrek van genoegzame kennis en doorzigt of aan gelegenheid om door hunne eigen oogen te zien, door zodanige als hier bovengemelde Leidslieden gewoon zyn te laten leiden, en tegen de Ridder fchap dezer Provintie te animeren, en derzelver inzigten en bedoelingen in geheel erroneufe en onwaaragtige verdenkingen te brengen,* daar ter contrarie der Ondergefchr. betoog tot niet anders tendeert, dan enkel, om de Burgery tegen de meergem. Ridderfchaps Refolutie, volkomen te zuiveren, en aan de geheele Waereld te betoonen , dat het de brave Burgery van Utrecht niet is geweest, op wien zoude kunnen toe-  NEDERLAND. 45 toegepast worden, het geene de Ridderfchap by dezelve hunne Refolutie heeft gelieven hen ten lasten te leggen, en daarom haar toevlugt hebben moeten nemen tot de expurgatoire voordragt, ter oproepinge van de geheele Burgery, als behelzende het eenigfle en zeekerfte middel, om dezelve Burgery en de Ondergetekenden te ontheffen van den blaam, en alle agraverende infimulacien van de Ridderfchap, ook op nieuw by hun Edelens laatfte Misfive vervat, en om aan UEd. Groot Achtb. en de geheele Republiek de onwederfpreekbaare bewyzen uit te leveren , dat 'er alhiej op den 19 en 20 December 1785, een ivaare Volkftem heeft geexteert, waar mede niet is gefpeeld, maar welke alomme de blyken gegeven hebben, dat het verzogte hun wel beredeneerd gevoelen is geweest, en by de geproponeerde oproepinge, ook zoude gebleeken zyn, dat dezelve daar by als nog blyven perfifteeren; hoe zeer men het tegendeel ook door een allerabufiefst praïfuppoost, als zoude zyn, het beletten van de vryheid van fpreeken, zeer ongegrond tragt te willen beweeren, daar het juist de vryheid van fpreken is, waar op den voorflag en het verzoek, by vorig Adres gedaan, gegrond is. Dat de Ondergetekenden, zo wel als hunne Principalen , gewenscht hadden van de zekerheid der gronden en Motiven der meergemelde Ridders fchaps  46 He t BEROERD jchaps Refolutie voorgeligc te zyn geworden, doof de IVetenfchap van UEd. Gr. Achtb. Collegie, en de ondervinding van verfcheide particuliere Leden van de Vroedfchap, waar op de Heeren Edelen zig zo zeer beroepen; en deswegens het de Ondergefch. zo min als aan hunne Principalen tot hier toe niet heeft mogen gebeuren, dat inzigt en voorligting te hebben mogen bekomen, en daarom niet hebben konnen bevroeden of penetreeren, dat UEd. Gr. Achtb. der Ondergefchr. verzoek, met het pasleren van de daartoe geavanceerde middelen, en den inhoude van dien overlatende voor Rekening van de Ondergefchr. en de Burgery, voorts te verklaren aan het verzoek by hun Adres voorgedragen niet te kunnen dejereeren, maar hetzelve te declineer en, en van de hand te wyzen, met verder Declaratoir van daar door in geenen deelen te willen verflaan worden te agnosceeren of avoueeren de confequentie, welke de Ondergefchr. uit dat declinatoir verklaard hebben te elicieeren, als het de Ondergefchr. met allen eerbied voorkomt, dat met opzigt tot het by voorig Adres gevanceerde 't zelve van dien aart is, dat de Eer en waardigheid van den Raad dezer Stad daar by te zeer geconcerneerd is, om een Burger in een zo hoogst aangelegene zaak, met een dusdanig, als gemelt declinatoir , op een als in dezen voorgeflagen ex* pur-  NEDERLAND. 47 purgatoir, van de hand te wyzen; als de Ondergefchr. behoudens alle reverentie voor UEd. Gr. Achtb. geloven, dat een Regering niet wel kan geoordeelt worden bevoegd te zyn, om van de hand te wyzen, zodanige middelen, welke alleen kunnen flrekken, om eene geheele Burgery, immers de Meerderheid derzelve, van een ontëerenden Laster te bevryden, waar toe die Burgery zig ter ondervraaginge doet aanprsefenteeren, ten zy men , by refus van hetzelve, het ook daar voor houde* dat de Regering zig zeiven overtuigd houd van de waarheid van het voorgedragene aan de zyde van de Burgery, zodanig , dat zy het het aangeboden middel voor overvloedig, en als gepresteerd rekenen; invoegen dat daar mede aan de zyde van de Burgery moet geagt worden, hun voorftel aangenoomen en voldongen te zyn. „ En mitsdien nemen de Ondergefchr. in name van de zig gefisteert hebbende Burgery de vryheid, om met allen eerbied te verklaren, dat UEd. Gr. Achtb. op heden, by de refumptie, perfisterende by het bovengemelte Declinatoir van den 13, dezer, zy, ten aanzien van de voorfz, Burgery , tegens het disaveu, dat UEd. Gr. Achtb. by derzelver genomen Refolutie hebben gelieven te voegen, verpligt zyn te protesteren, en voorts te verklaren, dat het zelve Declinatoir by  48 Het BEROERD by de Burgery gehouden word voor een aveu# waar by UEd. Gr. Achcb. de waarheid derVolksftem, en Volksvertegenwoordiging, op den 19 en 20 December 1785 hebben in Confesfo gefield, even of aan het verzoek en V daar hy gedaane voorftel ter opgegeven afvragingen punBuelyk was voldaan geworden. Verzoekende de Ondergefchr. als nog, dat het UEd. Gr. Achtb. behage, om door een op nieuw te herhalen Declaratoir de Burgery te verzekeren , dezelve te zullen maintineren by 's Vroedfchaps Refolutie van den 16 Aug. 1785, tegens allen en een ieder, en inzonderheid , tegens alle voordragten en inroepinge ter hulpe of adfiftende van de fterke Hand of gewapenden Arm , waar toe hun voorgemelte Adres mede tendeert. „ 'c Welk doende, enz. (Was ondertekend) Door alle de Gekonftitueerden en Gekommiteerden. Ónder en nevens deeze verdeeldheid van gevoelens, tusfchen de Regeering van Utrecht en de Gekonftitueerden en Gekommiteerden der Burgerye, begonnen de zaaken dier Stad , ook van een anderen kant, eene ernftiger gedaante aan té nee-  NEDERLAND. 49 neemen. Men las, naamelyk, in de Dagpapieren, zeker Artikel, inhoudende eene waarfchuwing aan de Utrechtfche Burgers , dat zy op hunne hoede hadden te zyn tegen verderfiyke MacUnatien en vcrrasfmgen der Stad. Dit Artikel wekte de aandagt der Heeren Gedeputeerde Staa. ten; die voorts, aan Heeren Burgemeesteren, verzogt hebbende, onderzoek te willen doen omtrent den Heller van dit Artikel, tot berigt ontvongen dat hetzelve door Gekonftitueerden was bezorgd. Ten blyke dat deeze genoegzaamen grond voor hunne zaak meenden te hebben, en door nader ingekoo-. mene berigten, aangaande de voegzaamheid dier waarfchuwinge, nog meer verfterkt zynde, verzogten deeze, door eene bezending, uit het midden hunner, om eene buitengewoone Vergadering der Vroedfchap, tegen den zesentwintigften van Sprokkelmaand. Hun wierdt geantwoord, dat hier omtrent reeds de noodige fchikkingen gemaakt waren. Op den genoemden dag wierdt dan de Vroedfchapsvergadering gehouden. Vóór het aangaan van dezelve ftelden Gekonftitueerden en Gekom. miteerden,in handen van den tweeden Burgemeester, een kort Adres, en deeden daar in verflag van de berigten, tot hen gekoomen, aangaande de beraamde ontwerpen, tot nadeel der Stad, met verzoek om de noodige voorziening tegen het gewelddaadig aanrukken van Krygsvolk, en dat de Vroedfchap, tot gerustftellinge van de Burgerye, geliefde te IX. deel. D ver-  5o Het BEROERD vcrklaaren, dezelve te zullen handhaaven by het Befluit van den dertienden van Oogstmaand des voorgaanden jaars, tegen het binnentrekken van Krygsvolk binnen de Provincie Utrecht, waar op men , in de jongde Adresfen , vrugtloos hadt aangedrongen. Dit Adres ter Vergaderinge zynde ingediend, wierden, naa het fcheiden van dezelve , aan Gekonfritueerden en Gekommiteerden, ter hand gefield drie Vraagen, om nog vóór 's middags ten één uure beantwoord te worden : i. Wat men verflondt door de opgegeevene te dugtene onheilen ev verrasfchïngen ? — 2. Op welk fundament men dezelve hadt te kennen gegeeven ? — 3. Wie de Schryvers waren der opgegeevene herigten? Niettegenftaande, omtrent alle deczc vraagen, eene volledige oplosfing wierdt gegeeven , zag men , egter , van Stadswegen, geene ichikkingen of toebereidzels maaken, tot het gebruik van voorzorge. Alleenlyk verbondt zich een goed aantal Burgers, vrywillig en uit eigen beweeging, onder elkander, om by nacht de Poorten der Stad te bezetten en te bewaaken, om alzo de wagtdoende Schutterye eenigzins te gemoete te koomen. Ontroerende en fchrikwekkende, voor de Gekonftitueerden en Gekommiteerden, als mede voor de Burgerye, welke zy vertegenwoordigden, wa3 het Befluit, by de Meerderheid der Vroedfchap, in die zelfde Vergadering genomen, en waar van, ten  NEDERLAND. 51 ten zelfden dage , aan de even gemelde vertegenwoordigers , kennis wierdt gegeeven. Volgens dit Befluit verklaarden Burgemeesters en Raaden de Vroedfchaps • Refolutie van den twintigden van Wintermaand jongstleeden , ter haarer plaatze, voorheen, medegedeeld (*) , als niet vrywillig , maar enkel, wegens de toenmaaligc omdandigheid van zaaken genomen, aan te merken als onwettig, kragteloos en van onwaarde; met nevensgaande J Verklaaring, dat zy zich buiten ftaat bevonden en onbevoegd rekenden, om, zonder de Concurrentie der Heeren Staaten , zich te ontdaan uit den Eed op het Reglement van de Regeeringe hunner Provincie; en, uit dien hoofde, niet voorneemens te zyn, als 't welk zy oordeelden , niet met reden van hun te kunnen gevergd worden, om op den twintigden van Lentemaand eerstkoomende, eenen anderen Eed af te leggen, daar mede onbedaanbaar. Geene ooren, egter, hadden de Burgers van Utrecht en derzelver Vertegenwoordigers naar dit Befluit der Vroedfchap : zy gedroegen zich, als of zy het voor eene afgedaane zaak hielden, dac de invoering van het nieuwe Reglement van Regeeringe , voorheen, tegen den twinugden van Lentemaand, plegtig en geregtelyk bepaald, op dien dag vasten voortgang zoude hebben. Van hier (*) Zie D. VIII. bi. 251 enz. D £  Het BEROERD hier dat de Bevelhebbers der Burger-Kompagnie de Handvoetboog, by herhaaling, aan den tweeden Burgemeester de aanbieding deeden, om op,den gemelden twintigften van Lentemaand , met hunne Kompagnie, de toegangen van 't Stadhuis te bezetten , om aan de Leden van den Raad een vrycn toegang en terugtred te bezorgen. De Vroedfchap , uit den toeftand van zaaken duidelyk verneemende, dat der Burgerye de zaak ernst was, nam, twee dagen te vooren , die aanbieding in overweegtng, en vervolgens daarop een toeltem" mend befluit. By die gelegenheid gaf een der Leden in bedenking, of het niet dienftig en geraaden ware, alle de Kompagniën , op derzelver byzondere Loopplaatzen, op dien zelfden dag , in de wapenen te doen koomen. Op deezen vooiflag wierdt goed gevonden, het advys van den Krygsraad in te neemen, zo als nog dien zelfden naamiddag gefchiedde. De Vroedfchap , in eene buitengewoone Vergadering, het ingekoomen advys nader onderzogt hebbende, nam daar toe een bewilligend befluit. Eindelyk verfcheen de twintigfte dag van Lentemaand , juist drie maanden geleeden bepaald, tot het d.iadelyk invoeren van het ontworpen Reglement van Regeeringe. Naa dat de Kompagniën, 's morgens ten half negen uure , op haare onder-  NEDERLAND. 53 deifcheidene Loopplaatzen, waren by een gekoomen, wierden de verrigtingen van dien dag geo« pend, met een voorftel der Schutterye aan haare onderfcheidene Bevelhebbers, inhoudende eene bekendmaaking, dat zy zich daar gefield hadden tot het beëedigen en invoeren van het nieuw Regeerings - Reglement: weshalven zy verzogten, dat 'er eene Commisfie mogt benoemd worden, om daar van kennis te geeven aan den Raad , opdat, by authorifatie van een of meer Raaden, de Hoofdman of een ander der Bevelhebberen mogt gematigd worden, om de Kompagniën in den Eed te neemen. Ten half tien uure bevonden zich de Afgevaardigden der Kompagniën aan het Stadhuis, ieder derzelven afzonderlyk geleid wordende door twee gewapende Schutters. Een half uur daar naa in de Vergadering der Vroedfchap zynde toegelaaten, gaven ze hunnen Last fchriftelyk over, en verlieten voorts de Raadzaal, om buiten den uitflag der raadpleegingen op dezelve af te wagten. 't Liep aan tot bykans twee uure in den naamiddag , voor dat 'er eenig antwoord kwam. Thans fielden de Heeren eyck, daunis en abbema, als Afgevaardigden der Vroedfchap , nevens den Sekretaris ruever, in handen vaa de Gelastigden der Kompagniën, de Declaratoiren van negenentwintig Raaden , inhoudende derzelver afzonderlyke antwoorden, om vervolgens aan D 3 de  5+ Het BEROERD de Kompagniën te worden medegedeeld. Niet meer eten elf van deeze Declaratoircn wierden door de Burgery goedgekeurd. Thans Helden zes Kompagniën, niets vuuriger verlangende dan eene voikomene afdoening van zaaken , in handen van haare Gekommiteerden eene zeer breedvoerige Verklaaring, dienende ter bekoominge van de daadelyke invoering van het Reglement, om vervolgens overgeleverd te wor» den aan de Leden van den Raad, zo als onmiddelyk daar naa gefchiedde. De twee Kompagniën, de Zwarte Knegten en V Fortuin,die, in't eerst, hadden geweigerd deel te neemen aan de Verklaaringe, voegden zich nu ook by de overigen. De Leden der Commisfie , by hunne wederkomst aan 't Stadhuis, de Verklaaring, door de Schutters aan hun ter hand gefield , ondertekend hebbende, verzogten nu dat de bovengemelde Afgevaardigden der Vroedfchap zich by hen geliefden te vervoegen in de Geregtskamer, om aldaar het Declaratoir der Burgerye te ontvangen. Zy voldeeden aan dit verzoek, en keerden voorts daar op na de Raadkamer. 't Liep aan tot omtrent zes uure in den avond, eer de Vroedfchap, door eene kommisfie uit het midden haarer, den Gekommiteerden der Kompagniën deedt aanzeggen, dat alle de aanweezige Leden volhardden by de gedaane Vcrklaaringen, met  1 NEDERLAND. 55 met verzoek om zulks insgelyks aan de Kompagniën bekend te maaken. Om dit met te meerder fpoed en in bekwaame orde te kunnen doen, gaf de Vroedfchap verlof aan zeven Kompagniën, zich na de Neude te begeeven, en van daar haar antwoord den Raade te doen toekoomen. De Gekommiteerden der Burgerye maakten hier omtrent zwaarigheid , ten zy de Raad vergaderd bleef; waar toe men eindelyk bewilligde. De Kompagniën, in gevolge deezer affpraake, na de Neude zynde opgetrokken, drongen nu aan, ten einde het werk der invoeringe van het Regeerings-Reglement voortgang mogt hebben, dat de elf Raaden , in wier Verklaaringen men genoegen hadt genomen, dezelve met Eede bevestigden , en dat alle de Schutters , nevens de Wagcvryen en Uitkoopers , thans hier insgelyks verfcheenen, nog dien zelfden avond, op het Reglement, in den Eed zouden genomen worden. In zo verre, egter, verfchilden nu wederom, van 't algemeen gevoelen, de twee Kompagniën de Zwarte Knegten en V Fortuin, dat deeze op eene wederzydfche beëediging van het Reglement, door de Regeerirg en Burgery, aandrongen. Twee Officieren uit ieder Kompagnie bragten het antwoord der Burgerye over aan den Raad, en voegden daar nevens een kórt Adres. Een geruime tyd verliep nu wederom , voor dat de D 4 Vrotd> 4  56 Het BEROERD Vroedfchap zich in Haat bevondc om een bepaald befluit te kunnen uitbrengen. Eindelyk deedt dezelve, omtrent negen uure, door eene Commisfie , verklaaren, dat zy het beëedigen van de gegeevene Declaratoiren hadt overgelaaten aan de geenen , welke zich daar toe genegen toonden. Als zodanig hadden zich geuit en aangebooden de Heeren van den bogaard, eyck, van se n de n , daunis, de ridder, abbema, smissaarrt, van der meulen ,. yvooy, van iiaapten, burman en van dam. Te gelyk waren de Heeren de ridder, smissaart en van ha aften benoemd, nevens den Sekretaris falck, om de Kompagniën, op het Regeerings Reglement, in den Eed te neemen. De Kompagniën hadden van dit befluit geene kennis bekoomen, of zy benoemden , elk uit de haare , twee Bevelhebbers, om , in hnaren naame , tegenwoordig te • zyn by de becediging der uitgebragte Declaratoiren. 's Avonds omtrent half tien uure gefchiedde dit, in de Raadkamer , door de twaalf bovengemelde Vroedfchappen. Thans begaven zich de Gelastigden van den Raad na de Neude, om , overeenkomftig met de beraamde fchikking , de aldaar vergaderde Kompagniën, op het geapplaneerde en gearresteerde Reglement, in den Eed te neemen. Door de Kompagnie de Handvoetboog, die /  NEDERLAND. 57 die de wagt hadt voor 't Stadhuis, wierdt het zelfde op de Groote Zaal verrigt. Dit alles dus gefchied zynde, wierden aan den Burger-Bevelheb. ber, die thans het gezag voerde, de bevelen van den Raad, verzegeld, ter hand gefield , om de Kompagniën uit elkander te doen gaan ; dit gebeurde met 'er daad omtrent half elf uure. By dit alles moet ik nog aanmerken, dat de Heer Oud-Burgemeester berger, door onpasfelykheid verhinderd, op dien dag in den Raad te verfchynen, nogthans eene foortgelyke Verklaa» ring, als de gemelde Leden, hadt gedaan, in welke de Burgery ten vollen genoegen nam. Ten overftaan van eenige Gelastigden der Burger- Bevelhebberen beëedigde hy dezelve , 's anderendaags, ten zynen eigen huize. Niet lang naa den afloop deezer verrigtingen, wierdt men te raade, om 't geheugen daar van dies te langer te bewaaren, ter gedagtenisfe van dezelve, eenen Zilveren Gedenkpenning te doen vervaardigen. Hoewel dezelve, eerst eenige maanden laater, wierdt uitgegeeven , zal , egter , de befchryving daar van hier ter plaatze niet kwalyk voegen. Men ziet, op dien Gedenkpenning , Utrechts Stedemaagd, kenbaar aan haare Kroon en het Stadswapen, welk zy voor den borst heeft; zy ftaat voor het Altaar der Vryheid, aangeweezen D 5 door  53 Het BEROERD door den hoed en het Jaargetal, zedert 't welk men den aanvang der Vryheid zal beginnen te rekenen. Op het Altaar legt een Romeinfche Bondelbyl, nevens eenen Brief met drie Zegelen , aanwyzende zo de Stedelyke Regten , als die der drie Leden van Staat: de Stedemaagd wyst met de flinkerhand op dezelve, om aan te toonen het voornaam deel, welk de Stad Utrecht daar in heeft, om tegen allen en eenen-iegelyk by dezelve bewaard te worden. In haare regterhand houdt zy een ontrold gefchreeven Papier, zynde het nieuwe beraamde Reglement der Stadsregeeringe, 't welk zy, ter beëediginge, aanbiedt aan eenen Burger-Bevelhebber , Onderbevelhebber en Burger; die, met het opfteeken van de twee voorfte vingeren van hunne regterhand, hetzelve plegtïg bezweeren; aan 't welk de daar agter flaande Burgery zich gedraagt , door het prefcnteeren van het Geweer. De Huizen en de Toren van de Buurkerk, ter regter zyde in 't verfchiet, wyzen aan het Plein de Neude, waar op de plegtigheid verrigt wordt. Aan de Keerzyde ziet men een Eiken- of Burgerkrans, en daar binnen deeze woorden: UTRECHTS BURGER-SCHUTTERY BEëEDIGT STADS REGEERINGS" REGLEMENT OP DE NEUDE, DEN XX MAART MD. CC. LXXXVI. des Avonds ten 1 n uur en. Hoe-  NEDERLAND. 59 Hoewel dus deeze gewigtige zaak haar volle beflag fcheen bekoomen te hebben , men vondc 'er, egter, by welke dezelve niet voor afgedaan wierdt gehouden. In de gewoone Vergadering der Vroedfchap, van den derden van Grasmaand, die langer dan naar gewoonte duurde, ontftonden daar over hoogloopende gefchillen. Verfcheiden Leden van den Raad verklaarden , op dien dag, het voorgevallene en verrigte op den twintigften van Lentemaand voor onwettig , nietig en van onwaarde; tegen welke verklaaring, egter, andere Leden hunne aantekeningen lieten doen. Daarenboven lieten zich, in deeze Vergadering, aandienen zeven Burger • Luitenanten , die, zwaarigheid gemaakt hebbende om den Eed af te leggen op het Nieuwe Reglement, uit dien hoofde, hun ontflag verzogten; 't welk hun vervolgens wierdt toegedaan. Van den anderen kant maakten de Officieren der Schutterye, die den Eed hadden afgeleid, eene affpraak tot het houden van byeenkomften op gezette dagen, om in dezelve te raadpleegen over zaaken, de Schuttery betreffende. In eene deezer Vergaderingen vervaardigden zy, te gader met de Serjeanten, een Adres van Compel, om vervolgens aan de Vroedfchap te worden ingeleverd, inhoudende een verzoek, om aan 't eeen ter Staatsvergaderinge, raakende de 6 Ma-  ób Het BEROERD Magiftraatsbeftelling in de Steden, mogt voorval' len, niet de toeftemming te geeven, maar hetzelve over te neemen, om met de Burgery overwoogen en geregeld te worden. Diergelyk een Adres wierdt door de Gekonftitueerden en Gekommiteerden ingeleverd. Op den eerften van Bloeimaand nam hier op de Vroedfchap een befluit , inhoudende, dat zy, zonder in te treeden, veel min te bewilligen in de middelen, in de bovengemelde Adresfen voorgeflagen, nogthans de Heeren Burgemeesteren en Gekommiteerden verzogt en authorifeerde ter Befchryvinge, om de zaaken, de Magiftraatsbeftelling, onder andere, van hunne Stad betreffende, welke ter Vergaderinge der Heeren Staaten mogten inkoomen, over te neemen, ten einde dézelve ter deliberatie van de Vroedfchap te' brengen. Duidelyk bleek hier uit, dat de eenparigheid , tusfchen de Regeering en Burgery van Utrecht, nog verre van de hand was. Dit wierdt nog bevestigd door een Klaagadres van Gekonftitueerden en Gekommiteerden, inhoudende , dat 'er, van hooger hand, wel eene oproeping ter inleyeringe van bezwaaren gedaan, doch daarop niet het gewenschte herftel gevolgd was. Deeze verwydering , en het vrugtloos wagten ep, nadere befchikkingen , was oorzaak , dat de Be-  NEDERLAND. 6i Bevelhebbers der Schutterye , op den negentienden van Zomermaand, de ftemgeregtigde Burgers , by Kompagniën of Wyken, in de Kerken of openbaare Gebouwen, zamenriepen. Volgens het Vierde Hoofdftuk , van het Nieuwe Regeerings-Reglement, op den twintigften van Lentemaand, jongstleeden, beëedigd, ging men,in deeze ftaatelyke byeenkomst, over tot het verkiezen van zestien Gekommiterden ; 't welk verrigt zynde, gaf men 'er, door eenige Afgevaardigden, kennis van aan den eerden Heer Burgemeester, met verzoek om tyd en plaats ter beëediginge te bepaalen. Over dit verzoek vergaderde, 's anderendaags , de Vroedfchap, doch kwam tot geen verder befluit , dan den vollen Raad daar over te zullen befchryven, tegen den zesden van Hooimaand. Zodra dit befluit rugtbaar was geworden, deeden de Gekommiteerden der Kompagniën, Wagtvryen en Uitkoopers, reeds den volgenden dag, door eenen Deurwaarder, eene Infinuatie of geregtelyke aanzegging doen, aan den eerden, en, by deszelfs afweezigheid , aan den tweeden Heers Burgemeester , om, tegen den tweeëntwincigften van Zomermaand, Vroedfchapsvergadering te doen beleggen. Ook deèzen dag verloopen, en de Vroedfchap, op den zesentwintigften, gewoonlyk vergaderd zynde, wierdt in dezelve ingeleverd een nader Adres der gemelde Gekonflitueerdcn , be- hel-  Cz Het BEROERD helzende een verzoek om befchikking omtrent het verzogte , 't zy dan gunftig of ongunftig; met nevensgevoegde Verklaaring , dat, by de verzoekers , een verder uitltel voor eene weigering zou worden opgenomen. Terftond naa dat dit Adtes was voorgeleezen, deeden de twee Burgemeesteren, ieder afzonderlyk , in gefchrifte, verflag van 't geen, in de voorgaande week, ten hunnen huize, tusfchen hen en eenigen van de Gekommiteerden uit de Burgery, was voorgevallen, zo by mondeling verzoek om eene nadere zamenroeping, als ter gelegenheid der herhaalinge van dit verzoek by eene fchriftlyke Iniinuatie, De Heer Burgemeester loten beklaagde zich, inzonderheid, over eenige ongemefureerde bewoordingen, door een of meer der Burger-Gekommiteerden tegen hem gebruikt, en verzogt te mogen weeten , of Burgemeesteren, in hunne kwaliteit, gehouden zyn tot het aanneemen van zodanige Infinuatien; als mede, of dezelve verpligt zouden zyn , voortaan, op dusdanige verzoeken, Vroedfchap te moeten beleggen. Naa eene wyle raadpleegens , en naa dat de zaak aan de beflisfinge der Meerderheid was ovérgelaaten, viel het befluit, zich te houden aan het uitfchryven van eene buitengewoone Vergadering, tegen den zesden van Hooimaand, en aldus het ver-  NEDERLAND. 63 verzoek der Gekommiteerden te wyzen van de hand. Tevens wierdt befloóten , het geen, door Burgemeesteren, omtrent hun wedervaaren met de Gekommiteerden, was voorgedraagen, te nellen in handen van 't Geregt, om de Vroedfchap deswegen te dienen van advys. Verre van eenpaarig was , ondertusfchen, het vastgeftelde in deeze Vergadering. Negen Leden, te weeten de Heeren van den bogaard, eyck, van senden, de ridder, smissaart, yvoy, van ha aften, burman en van dam, verklaarden, in 't genomene befluit niet te bewilligen, maar aan zich te houden hunne nadere aantekeningen. Dit zelfde deeden de gemelde Heeren, uitgezonderd den eerstgenoemden, tegen een voorftel van den Heere pesters, inhoudende om Heeren Burgemeesteren te verzoeken, voortaan geene buitengewoone Vergaderingen van Vroedfchap te beleggen, zonder alvoorens kennis te hebben van de poinclen, over welke de Vergaderingen begeerd wierden. Hoewel de Meerderheid ook hier in bewilligde, waren, egter, de gemelde Heeren van oordeel , dat een verzoek, tot het zamenroepen van den Raad, uit naam der Burgerye gedaan, nooit konde noch mogt geweigerd worden; zy gaven voor reden, dat het ligt konde gebeuren dat de Burgery een voorftel hadt te doen van groote aangelegen-  6"4 Het BEROERD genheid, waar van zy , evenwel, voorshands geene opening konde geeven. Moede van al dit uitftellen en draalen, vergaderden , op den laatften dag van Zomermaand, alle de Schutters, Wagtvryen en Uitkoopers, op hunne byzondere Loopplaatzen. De Commisfiën, tot het doen beëedigen van het verkooren Collegie van Gekommiteerden, van hunne, dus lang vrugtloos, aangewende poogingen, ten dien einde, verflag gedaan hebbende , wierdt, door alle de Kompagniën,beflooten, op den volgenden dag, als eene laatfle pooging, zich daar toe fchriftiyk aan den Raad te vervoegen. Dit, egter , hadt geenen voortgang, dan twee dagen daar naa, wanneer de Gekommiteerden der acht Burger-Kompagniën, by den Raad, inleverden een Declaratoir, van den volgenden ernftigen en zeer nadruklyken inhoud. Aan de Edele Groot Agtbare Heeren Burgermeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. EDELE GROOT ACHTB. HEEREN.' „ Heeft de Burgery dezer Stad , by een gefchrift op den 20 Maart dezes jaars aan Uw Ed. Groot Achtb. , onder de Titel, Detail van de Burgery der Stad Utrecht, aan de* Ed. Groot Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der-  NEDERLAND. derzelver Stad, overgeleverd, ter betoog van hun wettig en bevoegt gehouden gedrag ter introductie van het geapplaneerde en gearresteerde ConceptReglement van Regeering dezer Stad, en zedert met den publieken druk gemeen gemaakt, opgegeven al^ het geene van den eerften aanvang, tot redres hunner bezwaren , tot den Maart dezes jaars is voorgevallen; en (trekt dit gefchrift tot betoog, dat de. Burgery dezer Stad de hoogde redenen van bezwaar en de allergegrondlte klagten tegens de Meerderheid der Leden van den Raad heeft, als welke zy door hare aanhoudende reverente en decente Adresfen , hoedanig beredeneerd ook, niet hebben kunnen vermurven , of van dezelve dat redelyk verhoor erlangen , dat zy aan de Burgery behoorden toegebragt te hebben; integendeel, dat dezelve Meerderheid van den Raad door die hare gedragingen, en inzonderheid door de Refolutie, den 6 Maart genomen , harer zyds had gelieven te verbannen rlle het vertrouwen , dat de Burgery anderzints verpligt was, in den Raad te (lellen; ten gevolge dat de Burgery zig verpligt vond, aan het einde van dat hun betoogfehrift te voegen een Declaratoir, om daar op vóór het fcheiden van den Raad ter introductie van '/ gearresteerde Regeerings-Reglement UEd. Groot Achtb. onverivyld* dispofitie te hebben; zoo als UEd, Groot Achtb. IX. deel. E ter  66 Het BEROERD ter voldoening aan de begeerte van de Burgery, én ter introductie van het gearresteerde Reglement van de Regeering , mitsgaders ter beëediging van de Burgery op het zelve gecommitteerd hebben de Heeren de ridder, smissaert en van haeften,benevens den Secretaris falck, dewelke, ter voldoening aan die hunne Commisfie , de Burgery op den 20 Maart dezes jaars plegtig in den eed genomen hebben. „ Zedert welken tyd de Burgery vertrouwd heeft te moeten verwagten , dat, niettegenftaande de Declaratoiren van de Meerderheid der Leden van dezen Raad , aan haar onverhinderd zoude zyn geprassteerd geworden het effect van dat Reglement, het welk door hun zoo folemneel en met plegtigen eede bezworen was ; — dat de Burgery vrugteloos drie maanden heeft moeten zien verlopen, zonder dat 'er iets, hoe genaamd, in het werk is gefield , om de Burgery in het genot van dat hun verkregen regt te ftellen, en tevens binnen dien tyd tot een afdoeninge der nog overige pomcten tot redres der bezwaren te bekomen; — dat wel verre van daar, de Burgery, gedurende de voorfchreven drie maanden , heeft moeten ondervinden, dat hunne redenen van bezwaar, en klagten tegen de Meerderheid der Leden van dezen Raad, telkens, en van dag tot dag, groter zyn geworden, als de Aflens en Refolutien van  NEDERLAND. 67 van dezen Raad tot zoo veele getuigfchriften. verftrekken; dat de voorzeide Meerderheid der Leden van dezen Raad alle redelyk verhoor van de Burgery verbannen, en daar tegens na hunnen fmaak en zinnelykheid Propofuien en Voordellen doen, mitsgaders zoodanige Refolutien neemen, en doordringen, welke ten duidtlykften aantonen, dat men niet anders voor heeft, dan de Burgery onder eene zoodanige overheerfching te doen gebukt gaan, welke ten eenemale ürydig is tegens de Regten en Voorregten dezer Stad, en welk* ook regclregt aanloopt tegens het herftel der zoo zeer wettig opgeroepene bezwaren. „ Dat de Burgery dan niet langer buiten het effect van het geïntroduceerde en beëdigde Reglement van Regeering kunnende blyven, op den j 9 Juny dezes jaars, met obfervantie van alle vereischtens, is toegetreden tot het nomineeren en eligeeren van zestien Leden, uit iedere Compagnie twee, om uittemaken het gequalificeerde Collegie van Gecommiteerden uit de Burgery, en dit om te fungeeren ingevolge van de gearresteerde Artykelen, vervat by het vierde Hoofdltuk van het bezworen Reglement van Regeering. „ Dat de Burgery dan ook in die verwagting heeft geverfeerd, dat aan de zyde van den Heer eerften Burgemeester dezer Stad zoude voldaan zyn geworden aan den inhoud van zyne CommisE 2 fie  68 Het BEROERD fie, vervat by het 21 Artykel van het even aangehaalde vierde Hoofdftuk , tenderende, om hetzelve gecligeerde Collegie, ten fine van introductie, in den eed te neemen. „ Dan, dat het den Heer eerfien Burgemeester niet had geliefd, zig van die zyne Commisfie te acquiteeren ; dan wel integendeel de Burgery in de noodzaake te ftellen , zig daartoe by Adres by UEd. Gr. Achtb. te vervoegen, en dit al wederom met geen ander effeft , dan dat dc dispofitie, op de allerongefundeerdfie wyze, zoodanig is gedilaijeerd , dat de Burgery voor zig daar uit geen fucces, hoe ook, verwagien kan. „ Waarom Zy, ten fine van andere inftantie en voordragt van hun regtmatig verzoek, zig aan Heeren Burgemeesteren bebben vervoegd, tot het beleggen van de extraordinaire Vergadering van den 31 Juny, ter voordragt van hunne redenen van bezwaar tegens de Refolutie van den ao daar te voren genomen; dan wat middelen daar toe ook in het vriendelyke en meer ernfiig zyn aangewend , heeft het de Gecommitteerden uit de Burgery niet mogen gebeuren, dat billyk verhoor by Burgemeesteren te mogen verkrygen , als de aart dezer zaken vorderde, en waar toe Heeren Burgemeesteren in alle gevalle verpligt en gehouden waren, zonder hetzelve van hunne willekeurige begrippen en ongefundeerdfte weigeringen te mo-  NEDERLAND. 69 mogen doen afhangen, en daar toe de Gecommicteerdens uit de Burgery, immers door den Heer tweeden Burgemeester, op eene zoodanige veragtende wyze te behandelen, welke aan de Burgery ten zynen reguarde niet ongepasfeerd kan worden geleden. „ Dat de Burgery door het echapatoir van den Heer eerften Burgemeester, en zyn daar by periisterend gedrag, zoo wel, als door de onwaardige en verachtelyke Behandeling van den Heer tweeden Burgemeester, ontzet zyn geworden, om hun bezwaar, zoo tegens die behandeling, als met opzigt tot de weigering, en het dilay van het in den eed neemen van het Geëligeerde Collegie van Gecommiteerden eerder te hebben konnen voordragen, dan op Maandag den 26 Juny, wanneer het de Meerderheid van dezen Raad al wederom goedgedagt heeft, aan de billyke voordragt van de Burgery, daar toe ftrekkende , geen gehoor te verleenen, maar onverzettelyk te blyven perfisteeren by de Refolutie, den 20 daar te voren genomen, en alzoo om deze zaak, tegens de forme en ordre van Regeering, te willen afdoen, in eene daartoe expresfe befchreven buitengewone Vergadering van den Raad; en dat wel daags, na de te houdene State Vergadering van den 5 July aanflaande ; terwyl dezelve Meerderheid, om de Burgery van haar Regt, tot het beroepen E 3 van  70 Het BEROERD van ccn extraordinaire Vergadering van den Raad, te ontzetten, een zoodanige Refolutie heeft gelieven te neemen, als waar door het thands maar alken van het goedvinden van Burgemeesteren behoeft aftehangen, om een extraordinaire Vergadering te beleggen, of hetzelve aftewyzen. „ Dat alle deze handelingen van de Meerderheid van den Raad ten duidelykften aantonen, hare ongeneegenheid en onwilligheid, om aan de Burgery te presteren het effect van het voorzeide geïntroduceerde en bezworen Reglement, en 'er dus aan de Burgery geen andere weg open gelaten is , dan om zig , ingevolge van het door hen verkregen Regt , en op gronden van Stads Regten en Voorregten , te ftellen in 't dadelyk bezit en het genot van dat bezworen Reglement. „ Waarom de Burgery, alvorens daar toe over ,, te gaan, te rade is geworden , by deren aan „ Uiid. Groot Achtb. voor te dragen, een per- emptoiren tyd, en wel van vier weeken , in „ te gaan met dato dezes, binnen welken de Bur„ gery begeert en infteert, dat uit hoofde van „ hun voorzeide Regt, de beëdiging van voor„ noemde Gekommiteerden dadelyk gefchiede; „ En ingeval UEd. Gr. Achtb., door de dispofi„ tie van de Meerderheid, onverhoopt, tot het „ uiteinde van de voorzeide Vier weeken weige- » rïg  NEDERLAND. 7i rig mogten blyven, aan het billyk en regtl matig verlangen van de Burgery te voldoen, , declareert de Burgery, dat zy zig niet langer „ zal ophouden, nog laten te vreden Hellen met woorden zonder effèa, maar dat zy, na verloop '„ van dien tyd , zig met de daad' zal verzetten tegens die weigering, en andere willekeurige " handelwyzen van de Meerderheid van den " Raad, en zig ipfo fatlo in het bezit zal {lellen ' van het'gearresteerde, en door hen beëdigde " Reglement van Regeering, het welk voor hen " niet alleen volftrekt onöntbeerlyk is geworden, " maar het welk aan de Burgery niet dan met het " hoogde onregt langer kan onthouden worden, en zulks alles zoodanig, dat zy, welke de Bur'„ gery van het effect van het Reglement zullen " willen frustreeren, zoo door de voorzeide bece- diging tegen te gaan, of te willen dilaijeeren, " of tot het een of ander, ten effeéte van het " geïntroduceerde Reglement niet te komen, ten " opzigte van die Raden , welke mogten tegen" werken, het daar voor zal worden gehouden, dat de zaak van den 20 Maart buiten haar ge" heel gebragtis, en dat mitsdien alle zoodanige " Regenten , na verloop van de voorzeide vier " weeken, zullen verdaan worden, van de Regee" rins, en hunne Posten vervallen te zyn,ten ef" E 4 » fec"  72 Het BEROERD „ fecte, dat zy daar van geremoveerd, en andere „ in hunne plaatzen zullen verkoren en aange„ field worden, ten zy de Burgery, door eenig „ geweld van de Meerderheid van den Raad, „ en van wie het ook zyn mag , genoodzaakt „ wierd, dien tyd van vier weeken te vervroe» gen. „ Ten welken einde de Burgery al verder ver„ klaart, dat zy van dit haar uiteindelyk befluit, „ gegrond op het gedrag van de Meerderheid van „ dezen Raad , zig in de verpligting gefield „ vind, om daar van aan de Hooge Bondgenoo„. ten praaüabele kennisfe te zullen geven, in „ dat zekere uitzigt, en die verwagting, dat de„ zelve, ja ook geheel Nederland , het verrigte „ van onze Burgery niet alleen zullen goedkeu„ ren, maar ingevolge van de Unie , ons onze „ onvervreemdbare Regten en Privilegiën helpen j, handhouden en maintineren, ook met die mngt, i, waar toe zy hen by eeden, volgens de Unie, „ verbonden hebben. ,, Daar de Burgery, uit hoofde van haar Regt, „ ook geen ogenblik vermeent te mogen aar„,zelen, van deze hare intentie en vast befloten „ voorneemen kennisfe te zullen geven aan „ Neêrlands weldoenden Bondgenoot den Koning „ van Vrankryk , welke men zig vertrouwt, te „ ma-  NEDERLAND. 73 „ mogen verzekeren, dat de aanhoudende onder„ drukkingen van onze Burgeren met geene on„ verfchillige oogen zal kunnen aanzien, te min, *„■ daar als gezegt, aan de zyde van.den kant der „ Regeering, de overeenkomst, op den 20 Maart " aangegaan, tot continuatie van alle de Leden „ van den Raad tot den is Oclober aanftaande, „ door het opgevolgde gedrag van de Meerder„ heid van den Raad, ook van nu af aan, voor „ nul en van geener waarde kan en ook behoort „ gehouden te worden, zoo als zulks ten hun„ nen aanzien by de Burgery verklaard en gehou„ den word, by dezen". „ Van alle het welke de Burgery , als hare vaste en firme Refolutie bevattende, UEd. Gr. Achtb. niet heeft willen onkundig houden, ten einde dan die Leden van den Raad, welke zig oordelen, aan de zyde van de Burgery te willen voegen, zig daar op in tyds kunnen verklaren, en anderen, welke tot hier toe zig tegens alle de redelyke begeertens van de Burgery met de hoogfte wederftreving gefield hebben, zig, na verloop van de voorzeide vier weeken, niet zullen kun. nen beklagen de gevolgen, welke haare onregtmatige handelingen tegen een ten uiterften getrapt en getergd Volk notoirlyk en regtvaardig na zig zullen flepen". E 5 Geen  74 Het BEROERD Geen ander befluit viel op deeze Verklaaring, dan om de buitengewoone Vergadering, der Vroedfchap, tegen den zesden der Maand bepaald, te verfchuiven tot den vyfentwintigften, om als dan over dit, zo wel als over het laatst ingeleverde Adres, gelykelyk, te raadpleegen. Inmiddels wierdt, by de Heeren Geëligeerden , uitmaakende het eerite Lid der Regeeringe van den Lande van Utrecht , een Befluit uitgebragt, raakende het Nieuwe Stedelyk Regeerings-Reglement en de ingebragte bezwaaren der Burgerye. Met de mededeeling van eenige byzonderheden uit dit Befluit zal ik my thans vergenoegen. Hunne Ed. Mogenden verklaaren in hetzelve, verre af te zyn van als wettig te bebefchouwen, alle de ingekoomene Bezwaaren, vooral dezulke, welke regelrecht zyn ingerigt tot vernietiging van de plegtig bezworene Conititutie van Regeeringe, in 1674 ingevoerd, in den jaare 1747 vernieuwd, en in 1766 bekragtigd: tyden, zeggen Hun Ed. Mog. van volkomene rust en orde , en zedert, door 's Lands Staaten, tegen alle inbreuken gehandhaafd; Dat Hun Ed. Mog. gedagtig aan hunnen Eed en trouwe, den Lande gezworen, uit dien hoofde, geenzins van zich zeiven kunnen verkrygen, in te ftemmen tot het invoeren van al hetgeen dient tot nadeel der waardigher den  NEDERLAND. 75 den van den Heere Erfftadhouder, eenpaariglyk, volgens het Reglement van "1674, aan de Heeren Stadhouderen in der tyd, als het eenigfte middel tot behoud, zo van 't gantfche Land, als byzonder van hunne Provincie , opgedraagen , en wel met eene zo zeldzaame toejuiching van 't geheele volk , dat de voorgaande dagen geene fterker blyken van goedkeuringe van eene Natie zouden kunnen opleveren ; Dat deeze Hun Ed. Mog. niet zouden kunnen toelaaten , te treeden in eenig Befluit , zelf by de Meerderheid, van hunne Medeleden van Staat, tegen eene zo eenpaarig vastgeftelde Confticutie van Regeeringe ; Dat Hunne Ed. Mog. geene voegzaamheid, veel min noodzaaklykheid was voorgekoömen, om het RegeeringsReglement te veranderen, om niet te zeggen vernietigen, als hebbende zy in hetzelve niets kunnen ontwaar worden, dat onbeftaanbaar is met de Privilegiën, Handvesten en Geregtigheden van den Lande van Utrecht: hoewel men nu eerst in de laatfte dagen, niet zonder eene verregaande beleediging van veele waardige, kundige en Vaderlandlievende Regenten, het gemelde Reglement als zodanig heeft zoeken zwart te maaken, zonder, evenwel, van dit alles overtuigende bewyzen te hebben kunnen bybrengen; Dat, niettegenftaande dit alles, Hun Ed. Mog. geene zwaarigheid zouden maaken, althans zich niet te zullen  76 Het BEROERD len verzetten tegen het vernieuwen of veranderen van het meer gemelde Reglement, ten overftaan van de Leden van Staat, en met volkomene bewilliginge van den Heere Erfitadhouder, in zulker voege, als meest kan dienen tot wegneeminge der Bezwaaren en tot welftand der Provincie. Terwyl het houden der vastgeflelde plegtige Vroedfchapsvergadering vast naderde, oordeelden de Gekommiteerden der Utrechtfche Burgerye geraaden, van hunne verrigtingen, verflag te doen aan den Franfchen Gezant by deezen Staat, den Markgraave de verac. Ten dien einde vertrok eene Commisfie van vier Heeren na 's Graaven» hage, voorzien van een Adres, 't welk zy vervolgens aan zyne Excellentie ter hand fielden. In dit Adres doen zy verflag, zo van het voorgevallene te Utrecht, op 'den negentienden van Win. termaand des jaars 1785, en op den twintigften van Lentemaand van 1786, als van den flap, op den derden van Hooimaand jongstleeden gedaan: een ftap, zeggen de Afgevaardigden , van dien aart, dat, by onverhoopte aanhoudende weigering van den Raad , dezelve de heilloosfte gevolgen konde naa zich fleepen: om welke reden de Burgery het volftrekt noodig hadt geoordeeld, aan zyne Majefieit, door middel van derzelver Gezant, daar van kennis te geeven: „ geenzins",  NEDERLAND. 77 zeggen de Afgevaardigden, „ met oogmerk om „ op de bekende edelmoedige denkwyze van Zy„ ne Majefteit iets het allerminüe te willen en* tameeren, dat gelyken zoude naar de inroeping „ van eenige influentie of adfiftentie, als wy al '„ te wel weeten, dat Zyne Majefteit niet onver" fchillig zoude zyn, wanneer andere zich met „ onze huishoudelyke beftellingen kwamen te be' moeien". Integendeel verklaaren de Afgevaardigden, deeze kennisgeeving noodig te hebben geoordeeld, alzo het Zyner Majefteit niet onverfchillig zyn konde, met wien dezelve onlangs een Verbond hadt aangegaan, en om Zyne Majefteit te verzekeren, dat de verrigtingen der Utrechtfche Burgerye niet van dien aart waren, om op dit Verbond een nadeeligen invloed te kunnen hebben. Nog een anderen flap deeden de Gekommiteerden uit de acht Burger-Kompagniën. By een rondgaanden Brief aan alle Schutteryen en Genootfchappen van Wapenhandel, in de Vereenigde Gewesten, dienende tot Geleide van het boven geplaatfte Declaratoir van den derden van Hooimaand, gaven ze kennis van hunne gedraagingen en toeftand, met inroeping van zodanige hulp, als zy, over en weder, gehouden waren, des vereischt zynde , tot verzekeringe en hand- haa-  1* Het BEROERD haavinge van Regcen en Vryheden, elkander toe te brengen. Eindelyk verfcheen de gewigtige dag , vyfentwintigfte van Zomermaand , op welken de buitengewoone Raadsvergadering was bepaald, en in welker befluiten de Utrechtfche Burgery, met reden, groot belang ftelde. Reeds des morgens ten half negen uure kwam de Vroedfchap by een. Geheel ongunitig voor den wensch en het verlangen der Burgers was de uitflag deezer Vergaderinge, in gevolge der uitfpraake van eene groote meerderheid van dertig tegen niet meer dan zeven Leden van den Raad. De beide voorheen gemelde Adresfen wierden afgeweezen, in gevolge van het Befluit der Vroedfchap, in 't welk dezelve verklaart, „ aan het verzoek der Gekom„ miteerden tot de beëediging van zestien Leden, „ om een gequalificeerd Collegie van Gekommi„ teerden uit de Burgery uit te maaken, niet te „ kunnen of te mogen defereeren, maar her„ zelve te moeten afflaan en wyzen van de hand". De Vroedfchap verklaarde verder, in het genomene Befluit, de inleveraars der Adresfen te houden voor onbevoegd, om de Leden van de Vroedfchap, op eigen gezag , vervallen te verklaaren van hunnen post, en diensvolgens uit den Raad te removeeren, en andere in hunne plaatzen te ftel-  NEDERLAND. 79 O-ellen ; waar tegen de Vroedfchap verklaarde, nadrukkelyk te protesteeren. Het bovengemelde merkwaardig Befluit, op Maandag, den eenendertigtten van Hooimaand, by Refumtie, zynde vastgefteld, gaf de Vroedfchap, des naamiddags, daar van kennis aan de Gekommiteerden, door het toezenden van een Extract uit de Refolutie van den Raad. De Gekommiteerden, vervolgens, hunne Committenten, tegen 's avonds ten zes uure van den volgenden dag, den eerden van Oogstmaand, hebbende opgeroepen, bragten, in hunne hoedanigheid, die Befluit ter kennisfe van de Schutters, Uitkoopers en Wagtvryen, allen op hunne byzondere Loopplaatzen by een vergaderd. Hier raadpleegde men op den Voorflag, hoe alle de middelen, om den Raad te beweegen tot het beëedigen van het gequalificeerde Collegie van Gekommiteerden uit de Burgery, vrugtloos beproefd en te werk gefield zynde, 'er thans, voor de Burgery, niets anders overig was, dan dat zy gebruik maakte van haar regt, om zelve het gemelde Collegie in den eed te neemen. Eene algemeene goedkeuring vondt deeze voorflag ; zelf waren veelen van oordeel , dat men , zonder verder ukftel en op (handen voet, tot de beëediging moest overgaan. Doch anderen, en de meesten , in het begrip, dat verhaasting in dee-  8o Het BEROERD deezen, veelligt, nadeelige gevolgen konde hebben, itemden voor een weinig uitftels. Dus wierdt dan beflooten, dat 's anderendags, den tweeden van Oogstmaand , 's voormiddags ten negen uure , alle de Kompagniën, in volle geweer, en wapenen , zich op haare onderfcheidene Loopplaatzen zouden vervoegen, elk met haare verkoozene Gekommiteerden ; om vervolgens, vóór tien uure, van daar te trekken, met flaande Trommen en vliegende Vaandels, en te verzamemelen op de Neude , ten einde om aldaar te verrigten het plegtig en ftaatelyk bcëedigen van het gequalificeerde Collegie van Burger-Gekommiteerden. Tevens wierdt, in deeze Vergadering, by de Kompagniën , bepaald, dat nog dien zelfden avond , in naam en van wegen de Schutterye, Uitkoopers en Wagtvryen , door één Officier, twee Onderofficieren en twee Schutters van ieder Kompagnie, aan de Raaden of Leden der Vroedfchap, in hunne byzondere Wyken woonende, zou worden gedaan eene Inthimatie , woordelyk van deezen inhoud: „ Van wegens de Bur„ ger-Schutters , Uitkoopers en Wagtvryen van „ de acht Kompagniën dezer Stad, en alzo ,-, in deze Principalen , worden Burgemceste* „ ren en Raden in de Vroedfchap dezer Stad, „ nevens derzelver Secretarisfen geinthimeert om„ me op den a Augustus 1786, des Voornoens » ^n  NEDERLAND. 81 j ren tien uuren, te compareerea op de Neude, l] binnen deze Stad, en aldaar in de tegenwoor„ digheid van de geheele Burgery en ter requift", tie van dezelve, het Collegie van Geëligeer," de Gekommiteerden uit de Burgery, conform „ den inhoude daar van by het beëdigde Regie„ ment, voor zo veel Stads-Regeerings bellet„ ling aangaat, voorgefchreven , allen ten einde " als by het zelve Reglement, in den eed te !v neemen. En dat by aanhoudende weigeringen „ non comparitie van Burgemeesteren en Raden „voorn, de Burger-Schutters , Uitkopers en „ Wagtvryen-, uit hoofde van 't hun competee„ rende en overgelaten recht, als dan zullen over„ gaan tot het in den eed nemen van voornoem„ de Geëligeerde Gekommiteerden, en het mftafc leeren van 't zelve Collegie. Met Inthimatie „ in forma". Nog dien zelfden avond, van den eerden van Oogstmaand, gefchiedde deeze aankondiging, door de benoemde Afgevaardigden, aan alle de Raaden , zonder uitzondering, gelyk ook aan den Sekretaris van de Vroedfchap. Om van buiten allen verdagten toeloop te beletten, en tevens te verhinderen, dat niemand, tegen den wil der Bur. gerye, de Stad verliet, wierden alle de Poorten, zo ras zy geopend waren, gelyk ook alle andere uit- en toegangen der Stad, bezet door een ge- IX. deel. F noeg-  8j Het BEROERD noegzaam aantal gewapende Schutters, zo als op den twintigften van Lentemaand insgelyks was in agt genomen. Ten negen uure vergaderden alle de BurgerKompagniën, in volle Wapenrusting, op derzelver onderfcheidehe Loopplaatzen, gelyk ook de Wagtvryen en Uitkoopers en de verkoozene Gekommiteerden. Omtrent een uur daar naa trokken de Kompagniën, van haare Verzamelplaatzen, op, na de algemeene Vergaderplaats de Neude. De Wagtvryen en Uitkoopers hadden den voortogt; op hen volgden de Gekommiteerden by het Vaandel - Peloton. Zo ras alle de Kompagniën op de Neude gekoomen waren, vereenigden zich dezelve in één Lichaam, en fchaarden zich in een grooten langwerpig ronden Kring; de Wagtvryen en Uitkoopers Honden op den regter Vleugel van ieder Kompagnie, tot welke zy behoorden. Thans wierden de Trommelflagers uitgezonden, om, aan de vier hoeken van de Neude, driemaalen Appél te fiaan, en telkens, in naam van het geheele lichaam der vergaderde Burgerye, deeze uitroeping te doen: „ Heeren Burgemeesteren en Raaden in de Vroed„ fchap deezer Stad ! omme zich te begeeven „ binnen den voorfchreeven geflagen kring , en „ aldaar, ter requifitie van de alzo plegtig verga„ derde Burgery , in den Eed ie neemen het „ voorfz.  NEDERLAND. 83 „ voorfz. Geëligeerde Collegie van Gekommiteer„ den deezer Stad". Naa deeze uitroeping wierden binnen den Kring geleid de Heeren eyck, van senden , de ridder , smissaart en van haakten, de eenigen van de Leden der Vroedfchap, welke aldaar verfcheenen waren, nevens den Sekretaris falck. Binnnen den grooten wierdt nu een kleiner Kring geflagen, betraande uit alle de Officieren der onderfcheidene Kompagniën: de Serjeanten plaatflen zich voor de Divilïen. De vyf gemelde Heeren Raaden, verzogt zynde om het gequaüficeerde Col: legie in den Eed te neemen, begaven zich in cén der belendende huizen , om met elkander over de zaak te raadpleegen. By hunne wederkomst binnen den Kring, las de Heer fcVcK voor, en overhandigde vervolgens, zo voor zich zei ven als voor zyne Mede - Raaden, een fchriftelyk en door hen allen ondertekend Declaratoir, van deezen inhoud: „ De ondergetekenden, in gevolge de „ Inthimatie , uit naam der Burgery aan hen „ gedaan, op heden den 2 Augustus alhier op „ de Neude gecompareerd zynde, doch geen ge„ noegzaam aantal van hunne Mede-Raaden te* „ genwoordig ziende, oordeelen uit dien hoofde „ zich ten eenen maale onbevoegd, om het Col„ legie van Gekommiteerden uit de Burgery, „ op naam van den Raad, in den Eed te neeF 2 „ men:  Het BEROERD „ men: terwyl nogthans de Ondergetekenden „ geene zwaarigheid maaken, alhier voor het oog „ der gantfche Burgery openlyk de declareeren, „ dat zy volkomen perfideeren by hunne Advie„ zen van 25 July jongstleden — zonder het regt „ tot de beëediging van de voornoemde Burger„ Gekommiteerden, aan de Burgery toekoomen„ de, eenigzins te willen tegenfpreeken". Naa 't voorleezen van dit Declaratoir, wierden, door den jongden Officier van ieder Kompagnie, binnen'den kleinen Kring geleid de zestien verkoozene Gekommiteerden, wien, vervolgens, de oudfte en jongde Kapiteinen-Lieutenants , uit naam der aldaar vergaderde Burgerye, afvraagden? „ Of zy, ,, ter requifide van de Burgery, nu bereid waren, „ hunne Posten als Geëligeerde Gekommiteerden „ te aanvaarden, en overzulks, aan de Burgery, „ aldaar plegtig af te leggen, den daar toe ont„ worpen en vastgedelden Eed"? Allen gaven op deeze vraag een toedemmend antwoord; waar naa de gemelde Burger-Bevelhebbers, in naame der geheele aldaar vergaderde Burgerye , voor God en de geheele Waereld, plegtig protesteerden tegen alle tot hier toe onwillig gebleevene Raaden, wegens derzelver Onwilligheid: met nevensgaande betuiging, dat aan de Burgerye geen weg was open gelaaten, dan, met gebruikmaaking van het regt, haar toekoomende, te treeden tot de btëe-  NEDERLAND. 85 beëediging en daadelyke invoering van het Collegie van Burger-Gekommiteerden. Andermaal wierdt hierop, aan ieder der Geëligeerde Gekommiteerden, afgevraagd „ Of zy dan ook be„ reid waren, om in handen der Burgerye af te „ leggen den by het Reglementvastgeftelden Eed, ,, voor zo veel Stads-Regeering betreft" ? Op een toeftemmend antwoord op deeze Vraage volgde eene zeer flaatelyke vertooning. De geheele Schuttcry prefenteerde het Geweer. Alle de Officieren , die den kleinen Kring hadden geflooten, ontdekten hunne hoofden ; het zelfde bewys van eerbied en ontzag vertoonden ook alle de Wagtvryen en Uitkoopers. In dien toeftand, op een zeer ruim Plein, onder den blooten hemel, leiden de zestien Gekommiteerden den Eed af, in handen der gemelde oudfte en jongde Kapiteinen- Lieutenanten der rondom ftaande Burgerye. Naa deeze verrigtingen namen de boven genoemde Heeren Raaden hun affcheid. Terflond daar op ondertekenden, op eenen met voordagt daar toe geplaatften, met groen Laken overdekten Tafel, in tegenwoordigheid der Burgerye, alle de Officieren en Onderofficieren , een Verbaal van het tot hier toe voorgevallene op dien dag, om vervolgens ter hand gefield te worden aan de nu in den Eed genomene GeF 3 kom-  86 Het BEROERD kommiteerden, en hun te dienen tot een gedenkteken der invoerige van dit Burger-Collegie. Thans wierdt de middenrte of kleine Kring geopend. De Officieren , buiten denzelven getreeden zynde, plaatften zich voor hunne byzondere Kompagniën, en lazen dezelve voor, eene Infinuatie, tot het ontwerpen van welke zy 's daags te vooren waren gelastigd. Naa zich beklaagd te hebben over de onwilligheid van den Raad, om toe te trceden tot het in den Eed neemen van het Geëügeerdc Gequalifieeerde Collegie van Gekommiteerden, tegen het regt der Burgerye, 't welk ten gevolge hadt gehad, dat zy zeiven, in naarae der Burgerye , tot de beëediging van gemelde Collegie hadden moeten overgaan, verklaarden zy, alle de weigerig en onwillig gebleevene Raaden, van heden af, vervallen te zyn van hunne Raadplaatzen, met Infinuatie aan dezelve, om zich van dato deezes ter onthouden van alle vergaderingen van de Magiftraat en Policie , als mede van de Commisfien ter Staatsvergaderinge, daar aan verknogt ; mee verdere Infinuatie aan Heeren Burgemeesteren, om de weigerende Heeren niet meer in den Raad te befchryven, onder Protest van alle de gevolgen , byaldien iemand der bedoelde Raaden zich voortaan in de Vergadering zoude vervoegen, alzo hy die gevolgen aan zich zeiven zou moeten dank wyten. Op  NEDERLAND. 87 Op de goedkeuring van deeze Infinuatie volgde zeer natuurlyk een befluit, daar mede naauw vertaogt. Aandegezamentlyke Schutterye,naamelyk, midsgaders de Wagtvryen en Uitkoopers, wierdt in bedenking gegeeven,of het, in den tegenwoordieen toeftand van zaaken , wel geraaden ware, voor de veiligheid der Stad, het Gouvernement en Commando van dezelve te laaten in handen van de Heeren den eerften en tweeden Burgemeester? Allen waren 't eens, dat ook hier omtrent verandering moest plaats hebben. Terftond hier op verklaarde men den Heer eyck voor Gouverneur der Stad Utrecht, met toevoeging der Heeren cordon , keer en daverhoult, om op zich te neemen het Gouvernement en de Verdeediging der Stad, ingevalle dezelve noodig mogt geoordeeld worden: met belofte,van de zyde der Burgerye, om de gemelde Heeren, op hunnen gedaanen Eed, in die hoedanigheid te zullen erkennnen en handhaaven. Dit alles dus zynde afgeloopen , trokken de Kompagniën af van de Neude , verzeld van de beëedi-de Gekommiteerden , langs verlcheiden Straaten, tot aan de zo genoemde AalmoezeniersKamer, reeds by voorraad tot derzelver gewoone Vergaderplaats beftemd. Voor dit huis fchaarden zich de Gekommiteerden in één Lip 4 chaam  88 Het BEROERD Chaam, te gader met den oudften Officier van ieder Kompagnie; alle welke vervolgens voorby getrokken zynde , wierden de Gekommiteerden, door de gemelde acht oudfle Bevelhebbers, in naame der Burgerye , binnen geleid in de beilemde Vergaderderplaats , en , met de overgifce van het boven vermelde getekende Verbaal en beëedigde Reglement van de Regeeringe der Stad, ftaatelyk ingehuldigd : waar naa zy de bediening van hunnen post aanvaardden, en hunne eeriie zitting hielden. Langs de VVestzyde der Nieuwe Gragt trokken thans de Kompagniën na haare onderfcheidene Loopplaatzen , en gingen vervolgens uit elkander. Hier mede eindigde de plegtige verrigting van deezen dag, welke was bygewoond van eene ontelbaare menigte aanfehouweren , veele van welke, gok van buiten, na Utrecht waren zamengevloeid. Nog dien zelfden naamiddag vervoegde zich eene Commisfie aan de huizen van alle de afgezette Raaden, om aan dezelven voor te houden de bovengemelde Infinuatie, by welke zy verklaard wierden, van hunne posten te zyn verval, len , in dien zin , als boven reeds vermeld is. Drie dagen naa deeze gebeurtenis, op den vyfden van Oogstmaand, deeden de Heeren Gedeputeerda Staaten 's Lands van Utrecht daar over hun  NEDERLAND. 89 faun beklag, by de Algemeene Staaten. Naa een kort verflag van her. voorgevallene , verklaaren Hun Ed. Mog. in hunnen Brief „ dat zy Heeren Gedeputeerden zich daar door in de allerzorgelykfle omltandigheden gebragt vonden , alzo zy de gevolgen van zodanige violente demarches ten hoogden apprehendeeren, en niets anders kunnen te gemoet zien, dan dat, zonder fpoedige middelen van herilel, dewelke hun, uit hoofde van het heerfchend misnoegen en wantrouwen, kwamen te ontbreeken, die Stad en de Provincie aan de grootde onheilen blootgedeld, en tot een onput Lid van het Bondgenootfchap gemaakt zoude worden. „ Dat het die reden was, die hun, daar zy zeer moesten twyfelen, of de Staatsdeliberatien wel langer voortgang zouden hebben, gepermoveerd hadt, hetgeen voorfchreeven is ter kennisfe van Hunne Hoog Mog. te brengen, zonder nogthans eenig byzonder verzoek te doen, waar toe zy zich niet gelast vonden , maar alleenlyk om aan hunne verpligting te voldoen , en aan Hunner Hoog Mog. wyzer oordeel over te laaten, welke middelen tot herdel van de goede orde en rust, binnen de gemelde Provincie , op eene Conditutioneele wyze, overeenkomdig de gronden der Unie, tot voorkooming van de totaale ruine van dat Lid van het F 5 Bond»  po Het BEROERD Bondgenootfchap, zouden kunnen en behooren te worden aangewend: waar toe zy, zo veel in hun vermogen was , altoos bereid zouden bevonden worden te willen medewerken". Insgelyks gaven de zevenentwintig afgezette Raaden kennis, van het lot, hun overgekoomen , aan de Staaten van den Lande van Utrecht en aan den Heere Erfftadhouder, by een gelykluidenden Brief, verzeld van eene Notariaale Acte, behelzende eene verklaaring van onwettigheid van alle het verrigte door de Burgery , doch tevens van hun voorneemen om geene Vroedfchapsvergaderingen te zullen bywoonen , tot dat de gemelde Burgery, door verloop van tyd, tot bedagtzaamer en bedaarder handelingen zou kunnen gebragt worden. Ondanks dit fchryven , maakte de Utrechtfche Burgery toeftel , om het onlangs beëedigde Reglement in kragt en werking te brengen. Naa dat aan de twee eerite Leden van Staat, de Heeren Geëligeerden en Ridderfchap , by Infinuatie, was aangezegd, dat zy zich hadden te onthouden van te raadpleegen, veel min eenige befluiten te neemen, omtrent hetgeen, op den tweeden van Oogstmaand, door de Burgery verrigt was, ging men, op den achtften dier Maand, over tot het maaken van Nominatien, en vervolgens het doen van  NEDERLAND. 9* van verkiezingen van nieuwe Raaden, in de plaats der zulken, welke onlangs waren afgezet. Vyftien nieuwe Raaden wierden , nog vóór het einde van Oogstmaand , verkoozen. En op dat de Stad, zo dra mogelyk , van een bekwaam aantal Regenten mogt voorzien worden, bepaalde men den achtentwintigften tot den dag van hunne plegtige beëediginge en aanftellinge. Dit droeg zich toe, op de volgende wyze. 's Morgens ten acht uure gefchiedde de aankondiging aan de Burgerye, van de plegtige en ftaatelyke verrigtinge van den dag, door het losfen van het gefchut, aan de vier Hoofdpoorten der Stad. Terftond hier op wierden alle de toegangen bezet en geflooten, en niemand binnen gelaaten, dan door het Klinket der vier gemelde Poorten. Een half uur daar naa verzamelden alle de acht Burger-Kompagniën, op haare Loopplaatzen, in volle Wapenrusting; de Wagtvryen en Uitkoopers, tot dezelve behoorende , verfcheenen 'er insgelyks, doch ongewapend. De Schutters, allen zeer fraai en zindelyk uitgedoscht, droegen thans den Zilveren Gedenkpenning , vervaardigd op het gebeurde van den twintigften van Lentemaand , welken ik boven befchreeven heb. Eerst voor weinige dagen hadden zy dit Gedenkteken ontvangen, en pronkten 'er nu mede op den borst, hangende aaneen rood en wit Lint, de  02 Het BEROERD de kleuren van Stadswapen. Ten half tien uure namen alle de Kompagniën gang na de Neude, verzeld van haare Gekommiteerden , en verzamelden aldaar , even als onlangs, in één Lichaam. Op 't midden van het ruime Plein was een groote Tafel opgellagen ; hy was overdekt en omhangen met een groen Kleed, en flondt op eene kleine verhevenheid, tot welke men langs twee trappen opging. Voorts hadt hy de gedaante van een Hoefyzer, en was vervaardigd om te dienen voor de Raaden, nevens de Gekommiteerden uit de Burgery, om aan denzelven plaats te neemen. Tegen de opene zyde deezes Tafels flondt, op de zelfde verhevenheid , nog een andere, veel kleiner, insgelyks met een groen kleed overdekt: de Heeren a. hoevenaar en g. bentin ck, door de Kiezers, tot Amamienfes , of Geheimfchryvers, aangefteld, waren daar aan gezeeten. Nog vóór tien uure begaven zich de onlangs verkoozene nieuwe Raaden na het Stadhuis , en wierden 'er, by hunne aankomst, opgewagt en ontvangen door eenige Gelastigden, die hen, vervolgens, in de Groote Sekretarykamer binnen leidden. Op een gegeeven zein , door een Kanonfchoot voor 't Stadhuis , fchaarde zich de Burgery, op de Neude, in gelyken ovaalen of lang-  NEDERLAND» langwerpig ronden kring, als zy op den tweeden van Oogstmaand hadt geflagen. Terftond hier op traden alle de nieuwe Raaden ten Stadhuize uit, naar den rang, in welken zy verkoozen waren, en plaatften zich in de Koetzen, die voor hetzelve op hun wagtten. Voorafgegaan van eene Bende gewapende Schutters , als mede van de Deurwaarders, Boden en Letterdienaars , namen ze hunnen weg over 't Oude Kerkhof, door de Minderbroederftraat, over de Ganzemarkt, door de Schoutenfleeg, tot op de Neude. Hier traden de Heeren uit hunne Koetzen , en wierden, vervolgens , door de acht oudfte Officieren, binnen den geflagen Kring geleid, tot op de voor hun bellemde plaatzen. Alle de Officieren , hier naa, rondom den bovengemelden Tafel, een kleinen Kring geflooten hebbende, wierden daar binnen geleid, door de acht jongde Officieren, en dc zestien gequalificeerde Burger-Gekommiteerden. Zo ras de laatstgemelden hunne plaatzen hadden ingenomen, gaven ze , aan de acht oudfte Officieren , als daar toe gelasdgd, kennis, dat zy, in gevolge van den eisch der Burgerye, de Qualifikatie der nieuwe verkoozene Raaden ouderzogt hebbende, dezelve in volkomene order hadden bevonden: weshalven 'er niets in den weg was, om tot de beëediging der Raaden- over te gaan.  94. Het BEROERD gaan- Thans vraagden de Bevelhebbers aan de nieuwe Raaden, of zy bereid waren tot het afleggen van den Eed, volgens het Ontwerp, daar omtrent vastgefteld, en aan hun onlangs medegedeeld? Zy hier op een toeftemmend antwoord gegeeven hebbende, plaatften zich de acht oudfte Bevelhebbers aan den Tafel, tegenover de nieuwe Raaden; dit zelfde deeden ook de gequalificeerde Gekommiteerden. Naa dit alles las de Heer hoevenaar, met verheffing van zyne ftemme, het Raport der Gekommiteerden aan de Commisfie der acht oudfte Officieren; de tweede Amanuenfis, de Heer ben. tinck, las het formulier van den Eed voor de nieuwe Raaden. Terwyl de acht Officieren in 't midden aan den tafel ftonden, wierdt den Raaden, door de twee oudfte Kapiteinen-Lieutenants, nevens de twee oudfte Gekommiteerden , de Eed afgenomen , volgens het bepaalde formulier, 't welk ik dienfiig vinde hier mede te deelen, als kunnende daar uit blyken , onder welke bepaalingen het ampt van Vroedfchap , door het nieuwe Reglement, gebragt was. „ Dat zweere ik, dat ik, naar myn beste vermogen, ten allen tyde en alleenlyk zal handhaaven de waare Christlyke Gereformeerde Religie, en de Leere,gelyk dezelve in het Synode Nationaal binnen Dordrecht , in den jaare 1619 ge- hou-  NEDERLAND. os houden , is bevestigd, en in diervoege alomme in de publieke Kerken deezer Landen wordt gepredikt en geleerd , van welke ik mede in alle opregtheid profesiie ben doende , zonder immermeer , voor zoo veel in my is, te zullen gedoogen, dat by iemand daarin eenige indragt ofte verandering worde gemaakt. „ Dat ik in alle gevalle het profyt en welvaaren van de Stad Utrecht, en van de Burgers en Ingezeetenen van dien, midsgaders de zekerheid en bewaarnis der voorfchreevene Stad aangaande, trouwlyk zal raaden , en hetzelve bevorderen, naar myn beste weeten en vermogen. „ Dat ik zal maintineeren der Burgeren , en alzo Stads regt tot het nomineeren van Burgemeesteren en Raaden in de Vroedfchap, als mede het maaken van Nominatien van den Raad, tot het eligeeren van Schepenen, zonder te gedoogen dat hetzelve regt in het geheel of in eenige deelen, in welker voege of manier zulks ook zoude mogen weezen, aan iemand anders worde toegedaan. „ Gelyk ik ook zal maintineeren Vroedfchaps Refolutie van den 10 Maart 1783 , by welke het regt tot Stads Ampten en Bedieningen, aldaar vermeld, alleen aan Burgeren is toegekend; als mede de Refolutie van den Raad van 11 Augustus 1783 , tot affchaffinge van alle Recommanda- tien,  Het BEROERD tien, en voorts alle andere zodanige Regten en Privilegiën, welke, alfchoon hier niet uitdrukkelyk gespecificeerd, nogthans tot deezer Stads privative Souvereiniteit fpecteercnde zyn en aan de Burgery toekoomen. „ Dat ik de zaaken, ter vergaderinge van de Vroedfchap getracleerd, wannneer door Burgemeesteren, de Secretesfe wordt aanbevolen, fecreet houden en niet reveleeren zal, immers indien Stad en Burgery door zodanige opgeleide Secretesfe geen oogenfchynlyk nadeel zouden kunnen lyden. „ Dat ik in het reduceeren der Nominatien tot het door bet lot verkiezen van Raaden, en in het Nomineeren van Schepenen, geene gunst of affectie zal in 't oog houden, maar dat ik alleenlyk zal toezien en letten, dat de Pcrfoonen, tot de Regeering en Commisfiën , waar toe zy gekoozen zullen worden, niet onbekwaam, mitsgaders , als gezegd is, Communiceerende Ledemaaten van de waare Christlyke Gereformeerde Kerk zyn. „ Dat ik mede punctueelyk zal obferveeren, en helpen nakoomen, niet alleen zodanig Reglement op de Regeering deezer Provincie , het welk, geduurende den tyd myner bedieninge, Staatswyze, met Concurrentie van het Volk , mogt worden geïntroduceerd , maar ook inzonderheid het  NEDERLAND. 97 het Reglement nopens het beitel en beleid van deeze Stads Regeeringe, gearresteerd den 20 December 1785, en door de Burgery plegtig beëedigd den 20 Maart 1786, voorbehoudens alzulkeveranderingen, met onderlinge Concurrentie van den Raad en Burgery te maaken, welke in tyd en wylen geoordeeld mogten worden ten nutte van Stad en Burgery te zullen drekken. „ Dat ikeindelyk geene Registers, Boeken of Papieren , tot deezer Stads Secretarye behoorende, zal ligten, vervoeren of medeneemen, zonder voorkennis of confent van Burgemeesteren, of, by abfentie van dezelven , van den oudden prefent zynde Raad. „ Zoo dat ik voorts alles zal doen, wat een goed getrouw Raad in de Vroedfchap der Stad Utrecht fchuldig is en behoort te doen. „ Dat zal ik niet laaten of lief noch om leed, om maagfchap noch om zwagerfchap , noch oa» eenigerhande zaak". Zo WAARLYK HELPE MT GOD ALMAGTIG ! Onder de daatelyke vertooning , van het ontblooten van hunne hoofden, door de Wagtvryen en Uitkoopers, en van het prefenteeren van 'c Geweer, door de geheele Burgery, gefchiedde dit plegtig afleggen van den Eed. IX. DEEL. G ZO  9& Hit BEROERD Zo dra deeze plegtigheid venigt was , begaven zich vier Officieren na 't Stadhuis , verzeld van eene Bende gewapende Schutters , als mede van de Deurwaarders, Boden en Letterdienaars, om aan de aangebleevene Raaden, welke aldaar vergaderd waren, kennis te geeven van de volbragte beëedigjnge, en om met een dezelve te verzoeken, dat zy zich na de Neude geliefden te begeeven, ten einde om den nieuwe Raaden den Eed af te neemen tegen de Corruptien. Op ftaanden voet aan dit verzoek voldoende, trokken ze af van 't Stadhuis, verzeld van den Sekretaris falck, en voorafgegaan van de gemelde Schutters en de dienaars van den Raad. De acht oudfte Officieren ontvongen hen by derzelver komst aan de Neude, en geleidden hen binnen den Kring, en vervolgens op de voor hun beftemde zitplaatzen. Naa dat hun nogmaals kennis •van de beëediging gegeeven, en het gemelde verzoek aan hun gedaan was , las de Sekretaris falck hun den Eed voor. Onder het dotn van dien, prefenteerde de Burgery, andermaal, het geweer, en ontdekten de Wagtvryen en Uitkoopers hunne hoofden. Thans keerden de aangebleevene Raaden weder na het Stadhuis, voorafgegaan van éénen Deurwaarder, éénen Bode en éénen'Letterdienaar, als iriéde de Bende Schutters; wordende> intusfchen, het  NEDERLAND. 99 het Gefchut, andermaal, van Stadswallen gelost. De nieuwe Raaden, op de Neude hun werk verrigt hebbende, traden nu ook wederom in hunne Koetzen ; voorafgegaan van de overige Deurwaarders, Boden en Letterdienaars , en gevolgd van de geheele Schuttery , reeden ze, door het vobrnaamfte gedeelte der Stad, tot voor het Stadhuis. Hier traden ze uk hunne Koetzen, en wierden, door eenige Heeren, daar toe benoemd, geleid in de Groote Sekretary. De aangebleevene Raaden zich hier hy hen gevoegd hebbende, begaven zy zich gezamentlyk op het Plein, voor den grooten ingang van't Stadhuis, en wierden, door de Bevelhebbers der voorby trekkende Schutterye , gegroet met Sponton en Vaandel: terwyl inmiddels een talryk Orkest zich deedc hooren, van een ruim Balkon, voor den ingang van 't Stadhuis, met voordagt, daar toe vervaardigd. De aangebleevene Raaden keerden nu te rug in de Raadzaal, en de nieuwe in de Groote Sekretary. Onder het aftrekken der Schuttery was de oudfte Officier van ieder Kompagnie, nevens de gequalificeerde Gekommiteerden, ter zyde getreeden. Zo ras de Burgery het Stadhuis voorby was , vervoegden zy zich by de aangebleevene Raaden, met het verzoek, om ter voK G a doe-  ioo Het BEROERD doeninge aan hunnen last, van wegen de Burgerye, de nieuwe Raaden in de Raadzaal te mogen binnen leiden. Gereedelyk volgde hier op de toeftemming, en wierden de nieuwe Raaden, onder het doen van eene korte aanfpraak , binnen geleid. De Officieren en Gekommiteerden verlieten voorts de Raadkamer , en fcheidden in de Sekretary van elkander. Onder het zitting neemen der nieuwe Raaden wierdt het Kanon, voor de derde maal, van Stadswallen gelost. Geduurende de gantfche plegtigheid waaide, van den Toren der Domkerke, eene Vlag, Rood en Wit doorfneeden, zynde de kleuren van Stadswapen , gelyk ook van het Balkon voor het Stadhuis. De Kompagniën, het Raadhuis voorby getrokken zynde, namen gang, langs den kortften weg, na haare Loopplaatzen , en fcheidden uit elkander. Oök keerden de Raaden, eerlang, na hunne wooningen. Aldus was dan de beftelling der Stadsregeeringe, binnen Utrecht, op zulk eenen voet gel)ragt, als by het Reglement bepaald was. Nevens veele anderen, befchouwden 's Lands Staaten dit met leede oogen. Van hier dat de bedreiging, onlangs gedaan, om de Staatsvergadering na elders te willen verleggen, nu daadelyk ten uit-  NEDERLAND. 101 uitvoer wierdt gebragt. Op den vyfentwintigften van Oogstmaand zonden de Heeren Gedeputeerden eenen Brief van Befchryvinge aan 's Lands Staaten, tot het houden van eene Staatsvergadering binnen de Stad Amersfoort, op den dertigHen daar aan volgende. De Vroedfchap van Utrecht zondt een antwoord op dien Brief, in 't welk zy de te houdene Vergadering verklaarde voor onwettig en van onwaarde , als zynde het befluit daar toe genomen alleen by twee Leden, de Geëligeerden en Ridderfchap, in weerwil der Stad Utrecht, welker toeftemming geoordeeld wierdt, daar toe vereischt te worden. 't Natuurlyk gevolg van deezen flap was, het niet zenden van Afgevaardigden, van wegen de Stad Utrecht, na eene Vergadering, tegen welke zy openlyk gêprotesteerd hadt. Le Vroedfchap ging nog verder; zy oordeelde, ter kennisfe van den Erffladhouder, te moeten brengen haare bezwaaren, welke, door dit bedryf van de meerderheid van 's Lands Staaten, by haar waren opgekoomen. Dit gefchiedde, by eenen Brief van den vierden van Herfstmaand. Naa zich beklaagd te hebben over 't ongelyk, door de verlegging der Staastvergaderinge, de Stad Utrecht aangedaan, als de eenige Refidentieplaats van alle de Hooge Kollegien, verklaarden Hun Ed. Gr. Agtb. »ch nimmer gehouden te zullen rekenen aan G 3 eeni-  ioi Hbt BEROERD eenige Befluiten, in die pretenfe Staatsvergadering genomen. Zy betuigen, dat hoewel zy geene ver» wagting hebben van eenige gunflige fchikkingen, ten opzigte van hunne Stad en Burgerye, evenwel van de Voorftemmende leden niet te kunnen denken, dat zy maatregels zouden beraamen, dienende om hunne Stad door geweld te doen bukken : hoedanige maatrege's zy verzekeren, nooit ongehinderd te zullen gedoogen. 't Gerugt, nogthans, van 't geen thans in Gelderland omging, raakende den toeleg op de Steden Hattem en Elburg, als mede de herinnering van 't onlangs gebeurde te Amersfoort, by de inrukking van meerdere Krygsmagt, baarde by Jlun Ed. Gr. Agtb. eenig vermoeden, als of men een oogmerk hadde „ om de vrye Stemme der „ Burgeren, die hunne regten wettig verdeedi„ gen, te fmooren en te onderdrukken, door den arm van befoldigde Knegten". Hierom berigtten Hun Ed. Gr. Agtb. aan zyne Hoogheid, hoe zy van oordeel waren, dat de Voorzigtigheid en de gezonde Staatkunde thans niet gedoogden, een grooter aantal Krygsvolk binnen hunne Provincie toe te laaten; waar mede zy, boven dien, oordeelden, niet te kunnen bezwaard worden , als zyn» de het een der voornaanifte Voorregten ,bydeUnie aan de Ingezeetenen der Republiek bevestigd, dat geene Stad zou kunnen genoodzaakt worden, te-  NEDERLAND. 103 tegen .haaren wil, eenig Krygsvolk binnen haare muuren of Vryheid te moeten ontvangen. Deeze overweeging deedt verder Hun Ed. Gr. Agtb. vertrouwen, dat indien zyne Hoogheid reeds Patenten mogt verleend hebben aan Krygsvolk, om, in gevalle van tegenftand, vyandlyk te handelen te-en. hunne of eenige andere Stad, zyne Hoogheid dit zou gedaan hebben „ of zonder zich dat f Privilegie van 's Lands inwooneren genoegzaam ' te herinneren, of zonder eenige volledige ken„ nis te draagen van de inzigten en bedoelingen dier Patenten, of immers zonder de gevolgen l te doorzien, welke uit diergelyke violente „ en inconftitutioneele maatregelen noodwendig „ moeten proflueeren": gevolgen , zeggen Hun Ed Gr. Agtb. waar uit niets anders dan een algemeene Volkskreet, en ten laatfte een gedugte Burgeroorlog moet gebooren worden. Hun Ed. Gr. Agtb. gaan al verder voort, met de betuiging van niet te kunnen gelooven, dat zyne Hoogheid, als een gebooren Nederlander, als bewust van den hoogen prys , voor welken dit Land is vry gekogt, als ten naauwlten verbonden aan dit Gemeenebest, immer tot de genoemde verderflyke uiteriten zou willen medewerken; maar veeleer te leeven in de hoope, „ dat de God der Vryheid het hart van Zyne „ Doorl. Hoogheid mogt neigen, om het waare G 4 » wei"  iq* Het BEROERD „ welvaaren van deezen Staat te behartigen". Van hunnen kant verzekeren Hun Ed. Gr. Agtb. derzelver voorneemen, om voor de Privilegiën alles te zullen opzetten : als zynde in één begrip met Zyner Hoogheids Heer Vader, willem den IV, fchryvende, in eenen Brief aan die van Utrecht, waar van het oorfpronklyke nog voor handen is, dat Burger gefchillen geenzins door de fterke hand, maar alleen door Burgers moeten beflist worden; verzekerende, voor 't overige indien 't geweld van gewapend Krygsvolk hun mogt over de hand koomen, den byftand van getrouwe Bondgenooten, ter hunner hulpe,te zullen inroepen. Naa dit alles verklaaren Hun Ed. Gr. Agtb. van Zyne Hoogheid te verwagten , dat dezelve voortaan geene Patenten zou verkenen aan Krygsvolk, om tegen de Stad Utrecht vyandig op te trekken, op requifitie der Voorftemmende Staatsleden ; of in gevalle Zyne Hoogheid , onverhoopt , immer konde befluiten, de hand te leenen, om de Stad, die, wat aangaat haar huislyk be/luur, nooit eenen Heer erkend hadt, gewelddaadig te overheerfchen, betuigen zy dit alles te zullen aanmerken als „ eene daad van „ openlyke vyandfchap en geweld , en de aan„ leggers en uitvoerders van dezelve te houden „ voor gedecideerde vyanden hunner Stad en Bur- « ger.  NEDERLAND. 105 gerftaat, om tegen dezelve , wie zy ook zyn „ mogen, in alle hunne betrekkingen , by alle „ gelegenheden, zodanig te handelen, en zulke „ reprefailles te gebruiken, welke zy, als verte„ genwoordigers van een Vry Volk, tot behou„ denisfe van Stads Regt en onafhanklyke Ma. „ giltraatsbeftellinge, zouden geraaden vinden". Hunne Ed. Gr. Agtb. eindigen hunnen Brief, met de betuiging, nimmer een oogmerk gehad te hebben, hunne eigen grootheid te bouwen op de vernedering van 't Stadhouderlyk Huis, maar veeleer, ten allen tyde, bereid te zullen bevonden worden, om het Stadhouderfchap te handhaaven by alle die Regten, welke , volgens den aart der Conftitutie , tot hetzelve behooren. „ Want niets" (zeggen Hun Ed. Gr. Agtb. in 't flot) „ zoude ons meer tot genoegen verftrekken, „ dan Uwe Doorl. Hoogheid alle zodanige mid„ delen te zien in 't werk Hellen, waar door „ Hoogstdezelve konde deelen in de zuiverde „ agting, liefde en vertrouwen van Neêrlands „ Volk in het gemeen, en van de Ingezeetenen „ deezer Provincie en Stad in 't byzonder; tot „ bereiking van welke gewenschte einde, door „ fommige Leden uit ons midden, te meermaa» „ len de wehneenendfte poogingen zyn aange„ wend,waarin dezelve nogthans toenmaals,door G 5 » tus-  I06 Het BEROERD „ tusfchenkoomende omflandigheden, telkens zyn 5, te leur gefield". Intusfchen deedt het befluit van de meerderheid der Staatsleden, om hunne Vergaderingen, voortaan, binnen Amersfoort te houden, de Regeering en Burgery van Utrecht voor erger gevolgen dugten, met naame, dat het Krygsvolk t,e baate zou genomen worden. Reeds omtrent het midden van Oogstmaand hadt de Commisfie tot het Defenfieiveezen der Stad Utrecht uitgeloofd , eene belooning van twintig Dukaaten, nevens vergoeding van Reiskosten, aan den geenen, welke de eerfte tyding bragt van den daadelyken aantogt van Krygstroepen na de Stad, mids vertponende voldoende bewyzen en befcheiden van de echtheid zyner tydinge. Daarenboven was men van binnen bedagt op middelen van tegenftand en noodweer, ingevalle de zaaken tot het uiterfte gebragt wierden, dat men iet vyandlyks tegen de Stad wilde ondernecmen. Met kennis en overleg van des kundigen, wierdt, aan de verfterkinge der Stad, yverig de hand geflagen. Hier en daar , op de plaatzen, op welke men meest bloot lag, leide men Batteryen aan , op de Wallen. De tuinen van het fraaie huis Bellevue, ftaande op een der Bolwerken, tegenover de Maliebaan, ondergingen mede dit lot, By aanhoudend-  NEDERLAND. 107 dendheid bleeven de Stadspoorten geflooten; men haalde de fleutels op van alle de kleine Uitgangen ; zonder fchriftlyk verlof van den Gouverneur eyck, mogt niemand door dezelve uit of ingaan. Eerlang befloot men ook, den brug buiten de Maliepoort, welke geen Ophaalbrug is, af te breeken. De rytuigen wierden niet doorgelaaten aan de Poorten , zonder dat men, alvoos rens, de plaatzen, van waar ze kwamen, en werwaarts zy wilden , genoemd, en de reizigers hunne naamen hadden opgegeeven. Op dat de Burger-Schutters niet verflaauwen , maar de aangeweezene posten te vlytiger mogten waameemen, wierdt aan elk hunner toegezegd eene belooning van twaalf ftuivers, voor eiken dag, welken zy de wagt betrekken, of aan het opwerpen van Batteryen en 't verboogen en verfterken der Wallen zouden doorbrengen. Aan alle deeze middelen van tegenweer ontbraken nog twee onöntbeerlyke verelschten: manfchap en gefchut. Het laatfte vonden ze in her Hollandsen Magazyn te Woerden , 't welk voor de Utrechteraars wierdt open gezet, en waar uit zy, eerlang, etlyke metaalen ftukken na hunne Stad aanvoerden. Het eerfte, de noodige manfehap, wierdt bezorgd door de Schutteryen en gewapende Genootfchappen van andere Steden en Plaatzen, welke , op 't gerugt van 't lot, welk Utrecht dreig-  108 Het BEROERD dreigde, van wyd en zyd aldaar zamen vloeiden, en wel haast eene talryke bezetting uitmaakten. Van Rotterdam, onder andere , kwam eene hulp, befhande uit negenennegentig Schutters , voorts Opper-en Onderbevelhebbers, gezamentlyk ten ge. tale van honderdzesentwintig man. Eenige jonge lieden, uit de Godshuizen te Haarlem , insgelyks te Utrecht aangekoomen, wierden, op kosten der Commisfie tot het Defenfieweezen, in Uniforme geftoken. Op dat , onder alle deeze benden, van verfchillende plaatzen uirgetrokken, eene voegzaame orde heerfchen zoude, wierden dezelve verdeeld in drie onderfcheidene Batailjons, en het Opperbevel over dezelve opgedraagen aan de Heeren van der meulen van Leiden , pompe van meerdervoort van Dordrecht, en de bionchy van Rotterdam. De Heer mappa van Delft bekleedde by dezelve de plaats van AdjudantGeneraal. Alle morgens ten zes uure betrok een deezer Batailjons de posten , en wierdt, 's avonds, door de Burgery afgelost. Te noodiger wierden alle deeze behoedmiddelen geoordeeld, by de Regeering en Burgery van Utrecht, en by de Bondgenooten , die hunner Zaake waren toegedaan, zints men de tyding hadt bekoomen van het binnen rukken en inkwartieren  NEDERLAND. 109 ren, op Siichtfchen Bodem, van de Regimenten van van efferen en monster; waar toe, door de twee voorftemmende Leden en de Steden Amersfoort en Rheenen, verzoek gedaan was aan de Heeren Staaten van Gelderland en aan den Prinfe Erflladhouder, by twee afzonderlyke Brieven , beiden gedagtekend te Amersfoort den achtften van Herfstmaand. De helft van het eene Regiment lag te Rheenen, en de andere helft te Amerongen. Het volk van monster lag verfpreid door de dorpen Zeist , Doorn , Driebergen , Soest en Baarn. De Staaten, te Amersfoort vergaderd , gaven, by openbaare Af kondiginge, aan de In- en Opgezeetenen der Provincie, kennis van deeze inlegeringe , en met een, dat dezelve geenzins ten oogmerke hadt, om het Krygsvolk tegen Utrecht te doen dienen ; maar dat zulks gefchied was op het verzoek van andere Provinciën, uit kragt van derzelver Bondgenootfchap. lyke dienilen, tot vereffeninge der gereezene'onlusten. Te gelyk, egter, verbooden de gemelde Staaten, aan de Ingezeetenen, gewapend door de Provincie te trekken , en aan die van andere Provinciën,aldus toegerust,in merkelyken getale, "op Stichtfchen boden te koomen: met byvoeging dat de zulken der laatstgemelden, die 'er zich daadelyk mogten bevinden, binnen den tyd van drie dagen, naa de bekendmaaking y?.n dit bevel,  110 Het BEROERD vel, het grondgebied der Provincie van Utrecht hadden te verlaaten. Ten aanzien van de Stad Utrecht bleef deeze fchikking buiten kragr. Want de Staaten, aan het Geregt der Stad, deeze Publikatie hebbende toegezonden , om aldaar te worden afgekondigd, wierdt zulks door de Vroedfchap verbooden ; die , eenigen tyd daar naa, eene Afkondiging beraamde, by welke de Burgers en Ingezeetenen van Utrecht ontflagcn wierden van alle gehoorzaamheid aan de Refolutien en Publikatien der Staaten, te Amersfoort "Vergaderd. In 't begin van Wynmaand des jaars 1786 zag men, binnen de Stad Utrecht,den Rhyngraaf van salm, welke thans met zyn Corps te Vianen in bezetting lag. Hy wierdt verzeld van verfcheiden Officieren van zyne manfchap, en hieldt, nevens dezelve, het middagmaal by den Raad c. smissaart. Van toen af aan liep het gerugt, als of de Rhyngraaf, met zyn Volk , eerlang zou binnen genomen worden. Doch men befpeurde onder de Burgery hier toe kleine genegenheid; waar toe niet weinig zal geholpen hebben, om dat de fpraak ging, dat de inrukking van gemelde Corps zou moeten dienen om de verdere flappen der Burgerye te beteugelen. Merkelyk, egter, wierden de Utrechtenaars, onder dit loopeade gerugt, en onder de vreeze voor  NEDERLAND. in voor den aantogt van Staatfche benden, met een voor hun vyandig oogmerk , opgebeurd en gerugfteund,zints in den Raad van Utrecht, op den zevenden van Wynmaand, was ingeleverd, eene Extraét- Refolutie van de Heeren Gekommkeerden van Hun Edele Groot Mogende de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland tot het Groot Befoigne, uit welke bleek „ dat Hun Ed. „ Groot Mogende hadden beflooten , in gevalle ]] van aanval van eenige Militaire magt of van >, aantogt van Troepen na de Stad Utrecht, zich „' daar tegen daadelyk te zullen verzetten". Ten blyke van den ernst Hunner Ed. Groot Mogenden, in dit befluit, ontvingen, kort daarop, de Bevelhebbers der Hollandfche Troepen deswegen de noodige orders. En 't leedt niet lang, dat eenige honderden, zo Dragonders als Voetknegten, ftaande ter betaalinge van de Provincié Holland, binnen trokken in de Baronnie en de Stad Ysfelftein. Over deeze fchikkingen der Heeren Staaten van Holland beklaagden zich de Amersfoortfche Staatsleden, in eenen Brief aan dezelve, by welken zy hunne verwondering en aandoening te kennen geeven , over de tydingen , welke aan Hun Ed. Groot Mogende aanleiding hadden gegeeven, tot het doen van derzelver verzekering en toezegging aan de Stad Utrecht, om dezelve te-  na Het BEROERD tegen allen aanval te befchermen; als mede, dac dusdanige tydingen, welke zy als bloote uitftrooizels befchouwen, op Hun Ed. Gr. Mog. dusdanigen indruk gemaakt hadden ; verklaarende wyders de gemelde Staatsleden , nimmer te zullen kunnen toelaaten of onverfchillig aanzien , dat, zonder hun weeten of medewerking, door wie zulks ook zou mogen gefchieden , de Provincie of eenige Stad van dezelve vyandig worde aangevallen , maar door alle bekwaame middelen zich daar tegen te zullen aankanten. Straks namen de Voorftemmende Leden te Amersfoort het befluit , om aan de Schouten en Geregten op de grenzen , zo aan den Gelderfchen als Hollandfchen kant, aan te fchryven, dat zy hadden toe te zien, dat geene Krygstroepen voet binnen de Provincie zetteden, zon» der den Bevelhebberen te hebben afgevraagd , of zy van een Provinciaal Patent en Attaché voorzien waren ; en zo neen , het verder voorttrekken te verbieden, of, indien dit niet baatte, daar van kennis te geeven aan de Staaten, of derzelver Gedeputeerden. Onder dit alles nam de verwydering, tusfchen de Stadsregeering van Utrecht en de Amersfoottfche Staatsleden, meer en meer de overhand. De tegenovergeflelde befluiten, aan weerkanten genomen, weezen zulks ten klaarfte uit. Terwyl de Vroed-  NEDERLAND. 1 Vroedfchap van Utrecht aan de Schouten en Gaardermeesters ten platten Lande verboodt, eenige 's Lands penningen binnen Amersfoort, of aan de Gemagtigden der Staatsleden, aldaar vergaderd, van de hand te geeven , maar dezelve aan de Ontvangers ten Komp;oire te Utrecht te bezorgen, gebooden hun de gemelde Staatsleden, geene penningen uit te leveren, maar dezelve onder zich te behouden, tot nader order. Diergelyke ftrydigheid hadt 'er plaats ten aanzien van den Hoofdfchout van Utrecht, den Graave van athLONe, Lid der Staatsvergaderinge te Amersfoort. De Vroedfchap, gemelden Graave, hebben de doen aanfchryven, om zich, binnen een bepaalden tyd, na Utrecht te begeeven, tot waarneemmge van zynen post , hadt dezelve geantwoord , aan die opontbieding niet te kunnen voldoen, alzo zyne tegenwoordigheid, tot dienst van den Lande, elders wierdt vereischt; met by voeging , dat, volgens de orde , de waarneeming van zynen post, intusfchen, door hem aan den Heere Eerften Burgemeester was opgedraagen. Op dit berigt befloot de Vroedfchap , den Heer Hoofdofficier in deszelfs bediening te fchorzen, en aan den Voorzittenden Burgemeester loten de waarneeming daar van, by voorraad, op te draagen. Doch de Amersfoortfche Staaten hadden dit befluit met vernomen, of zy verklaarden de Suspenfie van IX. DEEL. H *»  H4 Het BEROERD den Graave van athlone , als Hoofdfchout van Utrecht, door de Vroedfchap dier Stad gedaan , voor nietig en van onwaarde. Omtrent deezen tyd, te weeten op den twaalfden van Wynmaand, wierdt, van nieuws, te Utrecht eene ftaatelyke zamenkomst gehouden; zy beftondt uit de Burgemeesters en Vroedfchap, alle de Burgerfchutters., Wagtvryen en Uitkoopers , allen gezamentlyk op de Neude by een vergaderd. Het oogmerk deezer zamenkomfte was, het daadelyk invoeren en in gebruik brengen van het Reglement, de Stadsregeering betreffende, zo als hetzelve, op den twintigften December des jaars 1785, vastgefteld ,. en op den twintigften van Lentemaand des jaars 1786, door de Burgery, plegtig was beëedigd. De invoering gefchiedde, door middel van een Declaratoir, 't welk openlyk door den Raad en Burgery gedaan en afgekondigd wierdt. By hetzelve verklaaren Raad en Burgery, het gemelde Reglement, wederzydsch, te houden voor ingevoerd, en als voortaan te zullen ftand houden, voor en in de plaats van het Reglement van den jaare 1674 , 't welk van nu af als afgefchaft, gemortificeerd , geannulleerd en vernietigd zou worden aangemerkt. „ Decla„ reerende" (zo als, in 't flot deezer Afkondiginge, wordt gezegd) „ de Burgery haarer zyds „ haaren Permanenten Raad op het voorfz. Re- n gle-  NEDERLAND. 115 „ glement, te neemen in haare byzondere Prd* tectie en Guarantie , 'zo als de Raad haarer j, zyds de Burgery van gelyke verklaart te doen, „ onder wederzydfche beloften, van den anderet? over en weder te zullen indemneeren en bej, vryden, midsgaders den anderen op de aller„ efficacieusfie wyze te zullen maintineeren, fly„ ven en fterken, tegens alle en een ieder , en , inzonderheid tegens de Voorftemmende Leden „ deezer Provincie, of ook wie het zoude mo* „ gen zyn , die ter zaake deezer Introductie „ den Raad of Burgery hinder , moeijenisfen of ongelegenheid zoude willen aandoen, het zy in „ hunne perfoonen, Goederen, of te by oppofï„ tie, in het effect der waarneeminge der Com-> „ misfiën van Stads Regeeringe dependeerende, „ of hoe ook dezelve hinder, moeijenisfen of on« »» gelegenheid aan den Raad en Burgery mogten „ worden aangedaan , met toezegging aan den ^anderen, om ingevalle van geweld, hetzelve „ ten onderlingen byftand , ten effefte deezer, „ met Goed en Bloed te zullen verzegelen". Ondanks deeze in 't oogloopende eensgezind^ heid, van het meerderdeel van Utrechts Burgetye en Regeeringe , vondt men ^ egter, binnen de Stad, die van de heerfchende denkwyze ver- ; fchilden. Behalven andere befcheiden, mogen wy dit befluiten , uit eene Afkondiging , by geleH s gen-  n6 Hn BEROERD genheid van verregaanden moedwil, aan zeker huis gepleegd, op byzondere authorifatie van Burgemeesters en Schepenen door het Geregt gedaan, by welke fcherpelyk wierdt verbooden, elkander door haatelyke en partyfchap aanduidende benaamingen veragt te maaken , of op eenigerhande wyze, met woorden of werken, te miszeggen of te misdoen; midsgaders het langs de wegen en ftraaten fchreeuwen van Oranje boven! of Patriotten boven! en verdere aanftootelyke en rustverftoorende bedryven: alles onder bedreiginge van gepaste ftraffen. Terwyl de Amersfoortfche Staatsleden voortgingen met het houden van afzonderlyke Vergaderingen , feheenen ze, egter, alle gedagten, ter Verzoeninge met de Regeering van Utrecht, niet aan eene zyde gefield te hebben. In eenen Brief aan de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, van den negenden van Herfstmaand des jaars 1786, deeden ze, in 't voorby gaan, betuigingen van hunne genegenheid, tot het uit den weg ruimen van de verderfiyke oneenigheden, waar toe zy zeggen, zedert geruimen tyd, alle mogelyke middelen te hebben in 't werk gefield. Zedert, tfgter, deeden ze meer onmiddelyk aanzoek by de Staaten der onderfcheidene Provinciën, om ten gemelden oogmerke hunne goede dienften te willen aanwenden. Hoewel de meeste  NEDERLAND. u? te Gewesten zich daar toe bereidvaardig toonden, hadt men, egter, weinig gronds om van de verzogte en toegezegde Bemiddelinge zich veel goeds te belooven, zo lang die van Utrecht en Amersfoort, over en weder, hunne regten en gedraagingen in een zo ongunftig licht befchouwden. Niet beter oordeele ik , mynen Leezer te kunnen in ftaat ftellen om hier over te oordeelen, dan door het woordelyk mededeelen van den Rondgaanden Brief, door de Amersfoortfche Staatsleden, op den zevenentwintigften van Wynmaand beraamd, en vervolgens aan de byzondere Gewesten verzonden. Van woord tot woord luidde het gefchrift aldus. EDELE MOGENDE HEEREN! „ Wy vinden ons in de treurige noodzaakiykheid gebragt, om onze gegronde klagten aan U Ed. Mog. voortedragen, en van dezelve die hulpe en befcherminge te moeten verzoeken, welke de Provinciën en particuliere Steden, Leden van de Unie van Utrecht zynde , zig onderling zo plechtig toegezegd hebben, en wel uitdrukkelyk in gevallen, daar dezelve Steden of Leden questie met den anderen hebbende , nopende haar lieder gerechtigheden, beide de Partyen zig niet langer aan het recht willen fubmitteeren. H 3 „ Ee-  ti| Het BEROERD „ Eene toezegginge, die zo zeer de grondilag yan dit verbond uitmaakt, dat de Republiek haar gantfche oogmerk en beftaan met de verwaarloozipge daar van zoude misfen; gemerkt de zwakkere Leden hier in alleen die beveiliging van derzelver Burgerlyke rechten en vryheid kunnen vinden, welke zy anders verplicht zouden zyn geweest by een andere daar toe gefchikte macht te zoeken! Belofte derhalven, welker vervullinge ivy vertrouwen, als mede Leden yan dit Bondgenootfqhap, met het volkomenite' recht re mogen reclameeren in het geval, waar in wy ons bevinden, daar onzp gerechtigheden allerduidelykst gefchonden , en onze gemeenfchappelyke bezittingen zelfs geweld aangedaan worden, door zulken, die wel verre van zig aan het recht te fubrnltteeren, zig thans zo verre emancipeeren, van zelfs de hoogde Rechtbank dezer Provincie, zo als die Staatsgewyze vastgefteld is, te violeeren! ,, Het kan aan UEd. Mog. niet onbekend zyn , dat men zedert eenigen tyd heeft kunnen goedvinden, door Misfives , Pubiicatien, Iniinuatien, en Adresfen , of op den naam van de Vroedfchap, of van de Burgery der Stad Utrecht, ppentlyk af te geven en te divulgeeren, dat dezelve Stad alleen was uitmakende het derde Lid van de Staten dezer Provincie, ons, en de Heeren Regeerdeers, der Stad Rheenen, alzo fugillee. ren-  NEDERLAND. 119 rende, als of wy en gemelde Heeren op eenige Vergaderingen der Heeren Staten der Provintie by abfentie der andere wettiglyk befchreven Steden, het derde Lid van Staten gereprefenteerd hebbende, ons eenig onwettig gezag hadden gearrogeerd, niet iegenfhtande aJlernotoirst is , dat het derde Lid van de Staaten dezer Provincie reeds van dien tyd af, dat de drie Leden eenig aandeel in de Regeeringe der Provincie hebben hekomen , niet door de Stad Uarecht alleen , maar door dezelve, benevens de Steden Amersfoort en Rheenen, gereprefenteerd, en dat aandeel aan dezelve gezamentlyk op-gedragen is, gelyk ook van voor de oprichtinge der Republiek, de Steden dezer Provincie , tot alle de Vergaderingen der Staten zonder eenige interruptie , tot op heden toe fteeds befchreeven zyn, om aldaar te helpen delibereeren en refolveereff, en ook daar toe gewoon zyn aldaar te compareeren : met fen verftande nogthans, dat, by abfentie van eenige derzelver Steden , de Vergaderingen der Staten echter voor compleet moeten worden gehouden, wanneer de Steden en Leden behoorlyk zyn befchreven; gelyk dit nog onlangs, en wel op den « july jongstleden , wanneer wy meenden, om eenige wettige redenen ons van de Staten Vergaderinge te moeten abfenteeren, by de Heeren H 4 Staa"  II et-BEROERD Staaten, en in het Lid der Steden mede by de Stad Urrecht, begrepen is. „ Zo als wy dan ook het genoegen hebben te ondervinden, dat UEd. Mog. niet hebben gegedifficulteerd in de erkentenis van de Wettigheid der Vergaderingen van de Heeren Staten alhier gehouden , niettegenflaande men op naam van de Vroedfchap der Stad Utrecht, en van de Magiftraat der Stad Wyck, die Vergaderingen, tegen waarheid en beter weeten aan , als enkel uit de Voorflemmende Leden beftaande, heeft willen doen voorkomen. „ En fchoon dit zo zeer tegen de waare Forme van onze Regeeringe iirydende fusten u in dezen word gedreven door zulken , welker geadfcribeerde qualiteit nimmer wettelyk is erkend, oordeelen wy echter onze klagten hier over voor UEd. Mog. niet te mogen verbergen, eensdeels om dat wy niet zouden fchynen, het zelve door ons ilil2wygen te avoueeren; anderdeels om dat UEd. Mog. op eene vriendnabuurlyke wyze de mediatie , van eenige thans zwevende gefchillen binnen deze Provintie wel hebben gelieven op zig te neemen , en wy lange in verfcheide deelen van het recht, aan ons als médeleden van het derde Lid der Staten dezer Provintie, in alles op eenen gelyken- voet, als aan de Stad Utrecht com-  NEDERLAND. 121 eompeterende , zyn verkort, gelyk wy dit ons recht nog onlangs by eene ampele Deductie ter Staten Vergaderinge hebben betoogd, en de vryheid nemen een exempelaar daar van aan U Ed. Mog. toe te zenden, ons tot dezelve en het daar by gedane declaratoir ten dezen opzichte refereerende, in het billyk vertrouwen van in deeze onze rechten door UEd. Mog. op eene Bondgenootfchappelyke wyze, herfteld en gemaintineerd te zullen worden. r „ En wel te meer daar ongelukkig door het opwerpen en doordringen van verfcheide vreemde, en met den aart van alle geregelde Burgermaatfchappyen, zo wel als met de waare conftitutie onzer Provintie ftrydende begrippen , de zaaken tot die uiterftens worden gebragt, dat het Oppergezag , zonder het welke toch geene Maatfchappy kan beftaan, van zyne kragt en werkinge word beroofd, zo dat wy te vergeefsch aldaar thans maintien in onze rechten zouden zoeken. „ Voor al daar wy ook nu nog moeten ondervinden, dat men op deze onwettige onderflellingen even onwettige feitelykneden grond, die voor alles wat ons dierbaar zyn moet, en waar toe de Burgermaatfchappyen alleen verkieslyk zyn , het leven namelyk, de perfoneele vryheid en de bezittingen der Ingezetenen van de Provincie in het H § ge*  i»a Het BEROERD gemeen, en van deze Stad in het byzonder, van het verfte uitzigt zyn. „ Wy bedoelen hier de reeds geallegeerde violatie van de hoogfte Rechtbank dezer Provincie, onlangs op zulk eene fchreeuwende wyze gepleegd (*), daar iemand, quafi op den naam van de Stad Utrecht, als het derde Lid van de Staten, zig via facit, zo als de eige woorden van eene zogenoemde Vroedfchaps- Refolutie medebragten, in dezelve gedrongen, en een Plaats aldaar met geweld geoccupeerd heeft, zonder daar toe de vereischte commisfie by de Heeren Staten verzogt en geobtineerd, of den vasrgeftelden Eed in derzelver handen afgelegd te hebben, gelyk die gebeurtenis by de Heeren Staten dezer Provincie ter kennisfe van U Ed. Mog. is gebragt • en waar door dan die Rechtbank , aan dewelke in dier voegen als die was ingericht, met onze toe-, (*) Hier mede wordt gedoeld op de Verkiezing van den Heere Mr. h. j. van hbngst, door de Vroedfchap der Stad Utrecht, als verwonende het Derde Lid van Staat, om wegens dezelve zitting te neemen in het Hof Provinciaal, waar tegen de overige Raadsheeren hun Protest, hadden doen aantekenen; terwyl,. van wegen de Amersfoortfche Staatsleden , aan den Hove wierdt gelast', den Heer van hengst niet te erkennen, en ingevalle dezelve , tegen wil en dank , zitting wilde ueemen, liever al!s raadpleegingen te ftaaken, dan zulks te gedoogen.  NEDERLAND. i&3 toe-, en medeftemminge , niet alleen de Ingezetenen van het platte Land, maar ook in verfcheide gevallen die van onze Stad en van de andere Steden dezer Provintie, zyn onderworpen, onbevoegd en de loop der Justitie, in zo verre, geftremd is geworden; alzo wy ook nimmer zouden kunnen of mogen gedogen, dat het lot van onze Burgeren aan de medebeflisfinge van een particulier, die zig dus willekeurig als Rechter komt op te 'werpen, overgelaten wierd, even als ook alle Ingezetenen de Vonnisfen , welke zulk een pngequalificeerde hadde helpen vellen , te rechte zouden mogen wraken; waar uit niets anders dan onveiligheid voor ieders Perfoon, onzekerheid voor zyne bezittingen en verwarringen van rondsomme moet worden geboren. „ Dan, Ed. Mogende Heeren! onze rechtmatige klagten zyn niet alleen bepaald tot zulke verongelykingen, waar van wy ons de fchadelyke gevolgen alleen nog maar in het fchroomlyk vooruitzigt behoeven voor te ftellen: neen, maar wy ondervinden die reeds dadelyk, daar onze gemeenfchappelyke Bezittingen en Rechten niet meer veilig zyn, maar wy daar in met geweld worden aangevallen, zonder daar tegen door het Recht te worden befchermd: want, zo heeft men kunnen goedvinden, binnen Utrecht, na afzettinge van  zs4 Het BEROERD van de wettige Regenten, de Penningen der Provincie in beflag te nemen , en door geweldige middelen, geenzints door eenige Rechtspleginge, te verhinderen, dat die tot zulke eindens worden gebruikt, waar toe onze Burgers en Ingezetenen, nevens anderen, die hebben gefourneerd. Al waare het ook, dat zy, die deze geweldadige handelingen hebben ondernomen , konden worden geconfidereerd als de wettige Vroedfchap der Stad Utrecht, zullen UEd. Mog. nogthans, vertrouwen wy, met ons conveniëren, dat die even zo min gerechtigd zouden zyn, om te beletten, dat de publicque penningen tot de gedestineerde oogmerken wierden aangewend, als eenige mede Hemmende Stad in eene der andere Provintien; gelyk dan ook hier in geene veranderinge zoude kunnen maken, al waare het fchoon dat de Stad Utrecht, door zo veele fources uit het gantfche Lichaam der Provincie verrykt, konde bereeke» nen, het geene wy nogthans vertrouwen verre van daar te zyn , dat zy de helfte van alle de inkomsten der Provintie kome te fourneeren, terwyl tog onbetwistbaar is , dat voornamentlyk ook deze Stad, als alle de lasten op eenen egaalen voet met de Stad Utrecht dragende, daar toe een zeer merkelyke fomme contribueert, en nooit begrepen is, dat het Staatsrecht van deze of an- de-  NEDERLAND. 125 dere Provintien medebragt, dat een Stad of Gewest in ftaat zynde, om vyf of zesmaal meer dan een andere te contribueeren, daarom over haar of over de algemeene Schatkist het beftier aan zich trekken, of die geweldadig in befiag zoude mogen nemen : als door welk een begrip en daar op gefundeerde bedryven, niet alleen de Provincie, maar ook zelfs de ganfche Republiek, notoir zoude moeten vervallen ; gemerkt deeze Provintie in de voldoeninge harer verpligtingen aan het Bondgenootfchap, zo veel haar contingent aangaat, hier door reeds word geftremd. „ Ja men heeft dit geweld op de gemeenfchappelyke Eigendommen mede uitgeftrekt tot het beftaan der Provinciaale Papieren , onder pretext als of der Heeren Staten Vergaderinge niet alhier hadde mogen worden belegd, niettegenftaande dit nergens door eenige wet of overeen, komst verboden is, maar het van zelve ipreekt, en zo veele voorbeelden leeren , dat die Vergaderinge aan geene plaats binnen de Provintie is verbonden. Men heeft de bewaarplaats der Geweeren opengebroken , en daar uit de Geweeren voor de gemeene Penningen aangefchaft, tegen wil en dank van de gene , aan welke de bewaringe daar van was Toevertrouwd, weggenomen; eene zeer honende Infinuatie aan een Lid onzer Regeringe , op naam van de Burgery der Stad  gil Het BEROERD Stad Utrecht, en violente bedreigingen gedaan,indien hy op de Vergadering der Heeren ordinaris Gedeputeerde Staten, wegens onze Stad gecommitteerd , zich niet geliefde te voegen naar het gene men goed vond hem daar by voor te fchryven, gelyk men niet minder despotieke bevelen en fterke bedreigingen aan Bediendens van de Provintie gegeven en gedaan heeft, dezelve belettende de plichten van derzelver. Officie té betrachten, zo veel men oordeelde dezelve feitelyk in bedwang te kunnen houden : geweldadigheden, ftremmingen en fchendingen van Rechten, die volftrekt alle goede order den bodem inflaan, en het Recht van den fterkften alleen zouden doen gelden; die wy gevolgelyk met gene magelykheid by aanhoudendheid kunnen of mogen gedogen, dan waar tegen wy in de onvermydelyke verpligtinge zyn, om ten fpoedigfte die hulpe en befcherminge van UEd. Mog. te verzoeken, welke wy meenen uit kragte van het Bondgenootfchap van hoogstdezelve te mogen verwagten; daar wy alle de banden , welke de BurgerMaatfchappy kunnen vereenigd houden in deze Provincie , meer en meer willekeurig zien verbreken, en onze Ingezetenen tegen zodanige feitelykheden, zonder eene genoeg vermogende befcherminge niet kunnen worden gelaten, dan met de-  NEDERLAND. 12/ dezelve in dat opzicht aan de verderfelykfte gevolgen te exponeren. „ Wy eindigen dus met te infteren, dat UEd. Mog. toch niet gelieven te verwylen in ons derzelver Bondgenootfchappelyke Officien op eene Conftitutionele wyze te presteren, en ons by onze rechten te maintineren , maar ten ipoedigften te coöpereren, om deze Provincie uit een al te onvermydelyk verderf te redden, waar toe wy verhopen , dat eene niet uitgeftelde praftatie der vriendnabuurlyke aangenomene bemiddeling, of veel eer derzelver veel vermogende induétien ten opzichte van de bewerkers van zoo veele ongeregeldheden , van eene vrugtbaare en gewende uitwerkinge zyn moge". Niet zeer toefchietende was, intusfchen , de Utrechtfche Burgery tot het aanvaarden der Be. middeling, onlangs ook door de Provincie Holland aangebooden ; althans was zy van oordeel, dat, in het toetreeden töt dezelve, met de uiterfte omzigtigheid moest worden te werk gegaan. Dit mogen wy befluiten, uit een Adres, 't welk, op den vierden van Wintermaand, door het Kollegie van Gequalificeerde Gekommiteerden en de Gekonftitueerden van een groot aantal Burgers, by de Vroedfchap wierdt ingeleverd. By hetzelve wierdt verzogt, dat Hun Ed. Gr. Agtb. geene voor-  ia8 Het BEROERD voorOagen tot bemiddelinge, voor als nog, zou4 den gelieven aan te neemen, maar, als geen voorneemen hebbende om in deezen buiten kennis der Burgerye te handelen, eene Commisfie uit den Raad te benoemen, tot het beraamen van zodanige punten, welke men als voorafgaande behoorde vast te ftellen, om buiten dezelve zich tot geene Bemiddeling in te laacen ; voorts de te benoemene Commisfie te gelasten , om met de inleveraars van het Adres te raadpleegen , om alzo door dezelven, vóór het toetreeden tot eenige Bemiddeling, van de ont» worpene punten aan de Burgery opening te doen. De Vroedfchap beloofde , aan dit verzoek het oor te zullen leenen. Op den zelfden dag, als dit Adres by de Vroedfchap wierdt ingeleverd, ontworp en verzondt deeze twee gelykluidende Brieven: den eenen aan het Lid der Geëligeerden, den anderen aan de Ridderfchap, inhoudende redenen van bezwaar en klagten over derzelver handelwyze, tot dien tyd toe gehouden. Op deeze lyst plaatzen Hun Ed. Gr. Agtb. boven aan, het verleggen der Staatsvergaderingen uit eene Stad , in welke dezelve, volgens het aloud gebruik, alleen wettiglyk kunnen gehouden worden ; het vermeerderen der Bezettinge van Amersfoort, en het doen inrukken van Krygsvolk op Staatfchen Bo-  NEDERLAND. iao Bodem, 't welk zy befchouwen , niet anders te kunnen worden aangezien, dan als eene fchending van het Provinciaale grondgebied , en als daadelyk geweld tegen de Stad en Burgery van Utrecht; het zenden van Brieven aan de Staaten Generaal, en aan eenige Leden van het Bondgenootfchap, begreepen in bewoordingen, ftrydig met den aart van het Bondgenootfchap, en vervat in bewoordingen, welke by Hun Ed. Gr. Agtb. niet dan de uiterfte verontwaardiging konden verwekken; de Surcheance van het Regeerings-Reglement van 't jaar 1674 , betreffende de Stadsregeering, als ongerymd en ontydig : ongerymd, als hebbende de Voorftemmende Staatsleden geen het minfte regt over de Magiftraatsbeftelling; ontydig, om dat de Surcheance, 's jaars te vooren , uit infchikkelykheid, door de Vroedfchap, ter Staatsvergaderinge verzogt, maar aan haar geweigerd, thans door de Regeering en Burgery niet konde gerefpecleerd worden, en, diensvolgens, niets dan verbittering konde te wege brengen. Naa deeze lyst en de bygevoegde bedenkingen, geeven Hun Ed. Gr. Agtb. reden, waarom dezelve het acces en reces, in en uit de Stad Utrecht, bezwaarlyk hadden gemaakt, voor zulke Staatsleden, aangaande welke zy zeggen niets anders te kunnen vermoeden, dan dat zy iet vyan- IX. DEEL. I diSS  13o Het BEROERD dj.rs in den zin hadden; beroepende zy zich, ten dien einde, op het voorgevallene re Hattem en Elburg; welke Steden hun geleerd hadden, voor eigen Veiligheid te zorgen; zynde zy verder van oordeel, dat de verzekeringen , door die van Amersfoort gegeeven, met het doen inrukken van Krygsvolk, geen geweld te beoogen, niet eerder gedaan waren, dan naa dat men overtuigd was, zulks niet met vrugt te kunnen oeffenen. Voorts geeven Hun Ed. Gr. Agtb. redenen van het leggen van befiag op 's Lands penningen, binnen Utrecht, welke zy betuigen, niet na elders te hebben kunnen laaten vervoeren, in het bykans zekere vooruitzigt, van ter vernederinge, misfehien tot ondergang van hunne Stad, te zullen gebruikt worden: te meerder, naardien zy dezelve tot het oeffenen van eigen noodweer hoogstnoodig hadden. „ Boven dit alles" ('t zyn de eigen woorden der Vroedfchap) „ verfeeren wy in de vaste perfuafie, dat, wanneer de bezorgdheid voor de bewaaring van Vryheid en veiligheid noodzaaklyk is geworden, alle Confideratien, alle regelen van welvoeglykheid, welke men anderzins in gewoone tyden in 't oog zou houden , moeten ftilitaan. En, indien wy ons van deezen regel , welke, onzes oordeels, niet te wederfpreeken is, in den ruimjlen zin hadden willen bedienen, welke npid-  NEDERLAND. 131 middelen van retorpe hadden wy dan niet kunnen in 't werk Hellen! wat men ons tog mag betwisten , dit is zeker, dit kan ons nimmer worden bedisputeerd, dat, gelyk alle onze Burgers en Ingezeetenen, geene uitgezonderd, zo ook de Perzoonen en Goederen der refpective Staatsleden, tot welken rang dezelve ook mogen verheven zyn , zo wel als de Ministers en Suppoosten der Staats Collegien, voor zo verre alle dezelve onder de Burgers en Ingezetenen deezer Stad behooren, ten allen tyde, eeniglyk aan onze Judicatuure gefubje&eerd zyn. Wien is het onbekend, welk gezag, oudtyds, in dit opzigt, door den Raad deezer Stad , onafhankelyk van de tydelyke Utrechtfche Eisfchoppen, is geëxerceerd geworden? Wie zoude ons in het ongelyk hebben kunnen ftellen, of ons van onregt befchuldigen, en wie zoude ons hebben kunnen tegen gaan, indien wy reeds voor lange daadelyke Posfesfie hadden genomen van alle de Penningen, welke op de Provinciaale Comptoiren binnen deeze Stad worden gevonden? Hebben wy het niet in onze hand gehad , zoo wel Uw H. Ed. als de Heeren Edelen, in qualiteit als Burgers of Ingezeetenen, te Confiringeeren, om, binnen zekeren peremptoiren tyd, alhier weder te keeren, of, by foute van dien, dezelven eene zekere gefhtueerde poene te doen incurreeren? Is Ja!  13a Het BEROERD Ja! zouden niet in vorige tyden, de voorgemelde buitengewoone onkosten betaald zyn geworden uit de goederen van die Individueele Staatsleden, welke de Stad door hunne gewelddaadige raadflagen tot die extraordinaire onkosten hadden genoodzaakt? — Doch wy, niets anders beoogen de dan de bevestiging en verzekering der Vryheid en Voorregten van onze Medeburgers en Ingezeetenen — alles willende vermyden, immers zo lang wy niet tot die uiterften gedrongen worden, het welk de fcheuring , mogelyk , ongeneeslyk zou maaken, hebben ons dus verre van alle foortgelyke en andere fterke reprefailles onthouden. -— Maar zullen wy ahyd óp dien voet kunnen continueeren? zullen wy, by aanhoudenheid, de inclinatie van onze Burgery, welke zigtbaar tot meer efficacieufe mefures fchyntover te hellen, kunnen refisteeren?" — De Vroedfchap, het oordeel hier over laatende aan de Amersfoortfche Staatsleden, gaat vervolgens over tot eenige. bedenkingen, raakende de Bemiddeling der Bondgenooten tot wegneeminge der gefchillen; tot welke Bemiddeling Hun Ed. Gr. Agtb. over 't geheel genomen zich niet ongenegen verklaaren; doch in welke zy tevens betuigen merkelyke zwaarigheid te vinden, als loopende de gefchillen, vooral, over het Stads Huishoudelyk beftuur, het welk zy zeggen niet te kunnen compromitteeren, veel min aan  NEDERLAND. 133 aan de beoordeeling of uitfpraak van anderen onderwerpen, zo lang de Burgery niet eenige gerustftellende verzekering zou hebben ontvangen, dat de Stedelyke Regten, en vooral de vrye Regeeringsbeltelling, ongefrhonden aan haar zullen worden overgelaaten. Hunne Ed. Gr. Agtbaarheden befluiten hun fchryven, met de verzekering van hunne genegenheid tot herftelling van vrede en eendragt, op billyke voorwaarden , doch te« vens met de verklaaring, van geene Befluiten, te Amersfoort genomen, voor wettig te zullen houden, in afweezigheid van Afgevaardigden der Stad Utrecht, als zynde het derde Lid van Staat. De Ridderfchap, den Brief, aan haar houdende , geleezen en overwoogen hebbende, vondt niet geraaden, daar op te antwoorden, doch maakte eenige aanmerkingen op denzelven, om geplaatst te worden onder de Befluiten haarer Vergaderingen, in welke de Heeren Edelen zich tragten te zuiveren van de aangewreevene befchuldigingen, en het gedrag der Utrechtfche Regenten in een daglicht plaatzen, waar uit, huns oordeels, aan tydgenooten en naakoomelingen dui. delyk zou kunnen blyken , by wien de oorzaak der tegenwoordige ongelegenheden zou moeten gezogt worden. Onder dit alles was de Eensgezindheid, onder de Utrechtfche Burgery, niet zo volkomen, als by I 3 vee-  i34 Het BEROERD veelcn verlangd wierdt, aangaande eene Stad, in welke zo gewigtige zaaken, het algemeen belang raakende, verhandeld wierden. Dit bleek, onder andere, uit zeker Declaratoir, 't welk onder de hand verfpreid, by eeriigen ondertekend , en in de Courant dier Stad, van den elfden van Wintermaand, rugtbaar wierdt gemaakt. „ De Onder„ tekenaars verklaarden by hetzelve, niet alleen „ geen deel te hebben gehad aan 't geen binnen de Stad , geduurende dat jaar, gebeurd „ en by de Burgery verrigt was, met betrekking „ tot de invoering en beëediging van het Stede„ lyk Regeerings - Reglement, en 't geen daar „ uit was voortgevloeid, maar veel eer gewenscht „ te hebben, dat nimmer iets van dat alles was „ voorgevallen"; met nevensgevoegden wensch en bede, „ dat voor hunne geëerbiedigde Souve„ rainen de Heeren Staaten deezer Provincie, als „ mede voor Zyne Doorlugtige Hoogheid, den „ Heere Prins van Oranje en Nasfau , hunnen „ dierbaaren Erffiadhouder — de God van Ne„ derland zy een Zon en Schild alomme , waar „ zy zich bevinden zullen". Veel viel 'er te doen over dit Declaratoir, 't welk te vernaaien niet in myn plan valt. Dit moet niet verzweegen worden, dat de Regeering van Utrecht zich verpligt oordeelde, aan deeze zaak zich te laaten geleegen zyn. Dit bleek uit eene Afkondigin-  NEDERLAND. 135 ge , vastgefteld op den achtften en gedaan op den' twintigften van Louwmaand des volgenden jaars 1787. In *t algemeen verklaaren zich Hun Ed Gr. Agtb. in dezelve als voorftanders van vryheid'in denken, fpreeken en fchryven, zo wel over Burgerlyke als Godsdienftige onderwerpen, beftaanbaar met rust, orde en goede Zeden, als 'k by Duurftede (*), deeden de Staaten, te Utrecht vergaderd, eene Publikatie afkondigen , inhoudende dat „ niemand van de geremoveerde Raa„ den, of eenige Staatsleden, die zich tegen het „ welzyn van de Stad of Burgery hadden aan„ gekant, ofte van derzelver Familiën , Huisge„ nooten en Bedienden, zich buiten de Stad mog« „ ten begeeven, zonder expresfe fchriftlyke per„ misfie van den Heer Gouverneur; als zullen„ de, by overtreeding van dien, terftond worden „ gearresteerd en in verzekering genomen". Naa dat 5 O) Zie D. VII. bl 116 enz.  NEDERLAND. 175? dat, ingevolge deezer Afkondiginge , aan de r,abeftaanden van eenige Amersfoortfche Staatsieden, Hüisarest was aangezegd, bragt eene Commbiïe van Burger-Officieren en Gekommiteerden een Adres ter tafel van de Vroedfchap, inhoudende een dringend verzoek, dat de perfoonen, in hunne huizen gearesteerd , buiten Acces gehouden, ert zelf door eene Wagt mogten bewaakt worden. Volgens befluit der Vroedfchap wierden vervolgens de Heeren j. a. marTens en p. e. voet van winsen buiten Acces gefield. Men gaf voor reden deezer handelwyze, om dat de Heeren de nys en van der kemp, by de inneeming van Wyk, in verzekering genomen, door de Amersfoortfche Staatsleden aldus behandeld wierden. Eerstgemelde Heeren wierden, eerlang, in twee Koetzen, onder 't geleide van een Piquec Burgers , in een der Vertrekken der Latynlché Schools in verzekering gebragt, en vervolgens, door eene Wagt, van buiten en van binnen, bewaard. Zints de Afgevaardigden der Utrechtfche Staaten, tegen den zin van eenige Provinciën, ter Vergaderinge van Hun Hoog Mog. waren toegelaaten , was het ligt te voorzien, dat dit gefchil eenige gevolgen zoude naafleepen. Men vondt 'er, die, onder de hand, poogingen deeden, om M 2 éi  i8o Het BEROERD de gemelde Afgevaardigden, door de meerderheid, uic de Vergaderinge te doen weeren. Doch de Staaten van Holland, uit hoofde hunner naauwe verbintenisfe met die van Utrecht, zogten een fpaak in 't wiel te fteeken, door het inbrengen van eene bedreiginge ter Algemeene Staatsvergaderinge, inhoudende, dat ingevalle men weigerde , de Utrechtfche Afgevaardigden toe te laaten, door hen, als Grond heeren , aan die van Amersfoort het Territoir van Holland zou ontzegd worden. Friesland hadt reeds, eenigen tyd geleeden , een Staatsbefluit genomen, omtrent het niet toelaaten; 't welk, zedert, door de Utrechtfche Afgevaardigden , met eene Aantekening en Protest, wierdt beantwoord. Die van Zeeland, eenftemmig met de Friefche Heeren, bragten insgelyks verfcheiden bedenkingen in 't midden. Doch, naa de bovengemelde ernftige aankondiging van Holland, maakte deeze zaak minder gerugt, en wierdt voor zo goed als afgedaan gehouden. .Onder dit alles groeide, meer en meer, de wederzydfche afkeerigheid tusfchen de Stad en 't Leger , welk in haare nabuurfchap lag. Van weerkanten flelde men alles te werk, 't geen eene geflagene Vyandfchap kon verzinnen of aan de hand geeven. Van weerkanten zondt men ver- ipie-  NEDERLAND. 181 fpieders uit, of hieldt heimelyke verftandhouding, om van 't geen by den vyand omging, narigt te ontvangen. Dus hadden die van Amersfoort het middel beraamd, om door eenigen, binnen Utrecht woonende , onderrigt te worden van 't geen binnen de Stad ^voorviel, door middel van afgefprokene Zeinen, beftaande in het oplaaten van Vuurpylen , Luchtbollen, het uitfteeken van Lichten, het affchietten van Geweeren, of het blaazen op eenige Speeltuigen; alle 't welk, zedert, door de Vroedfchap, by openbaare Afkondiging, wierdt verbooden, met bedreiging van oogenblikkelyke doodfiraffe aan den fchuldigen, en eene .belofte van duizend Zilveren Duka'tonnen aan eenen aanbrenger van dezelve. Die van Utrecht bleeven hier aan niet fchuldig. . In naavolging der Commisfie tot het Defenfieweezen te Woerden, wierdt, by de Staaten, te Utrecht vergaderd, op voorflag van de ,Stad, uitgeloofd eene premie van zes gouden Dukaaten, aan eiken Ruiter of Soldaat, die uit de Militie, tegen Utrecht of de provincie Holland aangerukt, tot gemelde Stad zoude overloopen en aldaar dienst neemen. Dewyl alle openbaare Nieuwspapieren in het Leger verbooden wierden, droeg men, van de zyde van Holland en de Stad Utrecht, zorge, deeze uidooving aldaar te doen M 3 be.  .ïg2 Het BEROERD bekend worden, door bet heimelyk ftrooien van gedrukte briefjes, behelzende deeze aankondiging- Zie hier nog een ander bljk van openbaare tegenkf'uirge. Volgens een Staatsbefluit van den negenden van Sprokkelmaand des jaars 1785, en dus vóór de Scheuring tusfchen de Staatsleden , was genomen, by openbaare Afkondi' ging, verbooden, het draagen van alle Leuzen, met naame van eenige Oranjeverfierzelen , dienende ter aamvyzinge van partyfchap. Op den zeventienden van Hooimaand des Jaars 1787, herïiepen de Amersfoortfche Staatsleden deeze Afkondiging, in zo verre, dat zy aan eenen iegelyk de vryheid gaven , om van het draagen van Oranjelinten , of ook van de zamengevoegde kleuren van Oranje, Wit en Blaauw, zich te mogen bedienen. Tegen deeze Afkondiging deeden de Utrechtfche Staaten eene andere, by welke zy verklaarden, het gemelde Staatsbefluit van den jaare 1785 te houden en aan te merken als nog in volle kragt en werkinge; en , daarentegen, wel uitdiukkelyk te verbieden, eenig gebruik re maaken van Oranje-Kokarden, Strikken, Linten , Papieren of andere Oranjeverfierzelen, ook met naame van de boven genoemde zamengevoegde kleuren. Met  NEDERLAND. 183 Met deeze blyken van gezette tegenkantinge gingen andere nog kragtdaadiger middelen gepaard. Behalven het Leger, 't welk te Zeist lag , wierdt, eerlang , een Campement by het dorp Zoest opgeflagen. Daarenboven verzamelden zich Troepen by het dorp Bunnik, ten getale van veertienhonderd man , om 'er zich te verfterken. Zo vcele toebereidzels, aan de zyde der belegeraaren , baarden, in de Stad, by veelen, bekommering, en deeden den moed van an-. deren wankelen of verflaauwen. Voor de Bevelhebbers van Stads Schuttery bleef dit niet verborgen. In Eaimerking neemende, hoe een moedi fchen zich in het Hertogdom van Cleeve bevinden, en op den vyftienden dier Maand , zonder nadere bevelen af te wagten, zouden zamentrekken. Zelf verzekerde men, dat de Regeerende Hertog van brunswyk, die het hoofdbevel over 'c geheele Corps zou voeren, reeds te Wezel was aangekoomen. Naar gelange de boven gemelde berigten leevendig wierden, en geloof vonden , fcheen de werkeloosheid, tusfchen de Utrechtfche Bezetting en de Legermagt by Zeist, welke, zedert eenigen tyd, hadt plaats gehad, een weinig te verminderen. Van tyd tot tyd vielen 'er ontmoetingen voor, tusfchen de wederzydfche Benden, zonder, evenwel , iets te beflisfen. In den naamiddag van Dingsdag, den achtentwintigften van Oogstmaand, kwam, uit het Leger by Zeist, een iterk Detachement, zo van Ruitery als Voetvolk, aan de Bilt,  m Het BEROERD Bilt, en vatte aldaar post. In de Stad hadt meri de verzekerde tyding deezer aankomfte niet vernomen, of 'er wierden ftraks eenige Husfaaren, Fufeliers en Jaagers, van de Bende van den Rhyngraave, derwaarts afgevaardigd. Doch menfchecn, binnen Utrecht, van de fterkte der Zuster manfchap geene genoegzaame kundfchap gehad te hebben, 't Bleek althans aan de uitgezondenen, dat hun vyand van grof gefchut voorzien was, waar uit dezelve, de anderen ziende naderen, een zeer fterk vuur maakte. Hierom bleef men op zulk eenen afftand van elkander , dat, aan weerkanten, niemand wierdt gekwetst. Midlerwyl worpen die van 't Zeifter Leger twee Batteryen op van Facines, aan weerkanten van den Straatweg, tusfchen de Kerk en den Koornmolen van het dorp de Bilt. Dit gefchiedde tot dekking van eene Aarden Battery agter den Molen , waar aan men tevens en met zo veel yvers werkte, dat, 's anderendaags avonds, het werk tot eene manshoogte geklommen was. In den morgenftond keerde een gedeelte van 't Zeister volk terug na het Leger, hebbende, aan de Bilt, gelaaten eene Bezetting van ongeveer vyfhonderd man. 's Woensdags, in den naamiddag, zag men, te Utrecht, wederom een Piquet van Curas-fiers en Hus-  NEDERLAND. söj Husfaaren na buiten trekken , om de Bezetting aan de Bilt te veikondfchappen. Aan alle de Buitenwerken wierden, van tyd tot tyd, dd Pusten aanmerkelyk verflerkt, en zeer veel zwaar Gefchut na buiten gevoerd. Daarenboven trok, tegen den dónker, op, en ter poorte uit, een aanzienlyk getal Voetvolk, genomeu uit onderfcheidene Regimenten en Vrywilligers , verzeld van eenige Kanonniers met Gefchut en HouwitZers, met oogmerk, om de Bezetting aan de Bilt te ontmoeten. Aan 't geweldig fchieten, met grof gefchut, vernam men wel haa^t inde Stad, dat de wederzydfche benden handgemeen waren geworden. Het fchieten, welk omtrent half tien uure eenen aanvang nam, duurde een geruimen tyd. Die van Zeist worpen insgelyks eenige Bomben, doch hun vuur hieidt 't eerst op. Hunne Batteryen waren niet weinig gehavend ; ook hadden zommige huizen en gebouwen , aan de Biltftraat, fchade bekoomen. Tegen twaalf uure kwam het Utrechtfche Detachement in de Stad te rug, uitgezonderd eenige Jaagers, welke men buiten hadt gelaaten. Kort daar op hoorde men wederom eenige Kanonfchooten, door de Jaagers, zo als men naderhand verflondt, gedaan, op het ' naderen van eene Bende van 't Zeister Leger, langs den Biltfchen weg; die, egter, wel haast tot wyken wierdt genoodzaakt. On-  208 Het BEROERD Ondanks deezen fchynbaaren zegepraal der Utrechtenaaren, hielde de Zeister manfchap nog ai ftal aan de Bilt ; de aangewende poogingen, om dezelve uit de aangevangene Werken te verdryven, hadden dus weinig nut gedaan. Men vernam zulks 's morgens, by tyds, naa den voorgaanden uittogt. Dit vermeerderde de ongerustheid by veelen uit de Burgery, over deeze aannadering der vyandelyke magt. Eene Commisfie van Gekommiteerden en Gekonftitueerden gaf, 's Donderdags voormiddags, hier van kennis aan Heeren Burgemeesteren, by het ingaan van den Raad; zy voegden 'er nevens, dat de ernftige begeerte der Burgerye was, dat 'er een aanval wierdt gedaan op de vyandlyke Batteryen , met oogmerk om dezelve te vernielen. Van deezen voorilag deeden Burgemeesters opening in den Raad, alwaar dezelve wierdt goedgekeurd. De gemelde Burger-Afgevaardigden , hier van kennis bekoomen hebbende , traden ftraks daarop in onderhandeling met de Leden van het Defenfieweezen der Stad;zy wierden 't gezamentlyk eens, omtrent het doen van eenen ernlligen aanval op de Batteryen, en beraamden, ten dien einde, de noodige middelen. Een fterk Detachement, zo van Ruitery als Voetvolk, genomen uit de onderfcheidene Staatfche Regimenten, als mede uit de Vrywilligers cn  NEDERLAND. aoö ëri Stads Burger-Kompagniën, verzeld van eenige Kanonniers, met Gefchut en Krygsbehoeften, trok, in den naamiddag van gemelden Donderdag, ter Stad uit na buiten, gang neemende langs den Biltfchen Straatweg. De Generaal van der morch voerde het hoofdbevel over deeze onderneeming , en onder hem de Raad in de Vroedfchap d'averhoult. De gezamentlyke manfchap, tot aan de Oostbroekfche Laan, zynde voortgetrokken, floeg dë Heer d'averhoult, met den regter vleugel, deeze Laan op. Omtrent ter halver wege van dezelve , in eene kromte, deedt hy een gedeelte van zyn volk post vatten, met eenige Vierentwintigponders. De overigen rukten nog verder voort, tot by den Tweefprong, alwaar de weg zo wel na het dorp Bunnik als na de Bilt loopt ; zy floegen zich 'aldaar neder, met etlyke Drieponders en twee Houwitzers. Intusfchen was de (linkervleugel voortgetrokken , tot aan eene Doorfnyding, even boven het zo genaamde Biesbosch, vatte aldaar'post, en plantte het medegevoerde gefchut, deels op den weg, deels op de Battery, zints eenige dagen aldaar opgeworpen. Omtrent half zes uure nam het fchieten, uit het grof Gefchut, eenen aanvang, en duurde tot een weinig naa acht uure. In dien tusfchentyd IX. deel. O maak-  aio Het BEROERD maakte de Utrechtfche manfchap een zeer fterk kruislingsch vuur, zo op de vyandelyke Battery als op het dorp de Bilt, terwyl de Scherpfchutters den vyand, agter zyne verfchanzingen, telkens ontrustten. Daarentegen wierdt het fchieten der Utrechtenaaren, door die van Zeist, zeer flaauw beantwoord. Slegts nu en dan deeden ze eenen fchoot, en worpen eene enkele Bombe, zonder den Vyand eenige fchade toe te brengen. Onder dit alles was, in de Zeister Legerplaats, alles in de weer en elk in beweeging. Duidelyk befpeurde men, van den hoogen Domtoren, het aanrukken van Manfchap, uit dezelve, langs de zo genaamde Holle Bilt. Aan de zyde van die van de Stad wierdt hierom het verder aanrukken ongeraaden geoordeeld, uit vreeze van in eene hinderlaage te zullen gelokt worden. Omtrent half tien uure, in den avond keerde, de uitgezondene manfchap te rug, zonder eenig verlies aan dooden of gekwetften. Vermids alle gemeenfchap , tusfchen de Stad en de Bilt, was afgefneeden, konde men , aangaande den toeltand en 't wedervaaren der Zeister troepen , met zekerheid, niets ontwaar worden. Klein genoegen gaf, ondertusfchen, aan de Burgerye, de geringe uitwerking van deezen uittogt, tot afbreuk der belegeraaren. Men vernam zulks, in  NEDERLAND. att in eene algemeene vergadering der Burgerye, opgeroepen door het Kollegie van Gequalificeerde Gekommiteerden, om aan dezelve voor te flaan, het doen aanblyven van Burgemeesters en Schepenen voor het aanftaande jaar, uit hoofde der tegenwoordige omftandigheden; waar toe beflooten wierdt. Te weeten, by die gelegenheid deedt het gemelde Kollegie verflag aan de Burgery, van de ophelderingen , welke eene Commisfie , uit deszelfs midden, in herhaalde onderhandelingen, met de Leden van het Defenfieweezen, onlangs gehouden, hadt ontvangen, zo aangaande de redenen , om welke men, in 't eerst, zwaarigheid hadt gemaakt, het opwerpen eener Batterye,door de Zeister Troepen aan de Bilt, te keer te gaan, als omtrent andere Hukken , aangaande welke Zommige ingezeetenen aan anderen eenig wantrouwen hadden zoeken in te boezemen , zo op de Leden van 't Defenfieweezen, als op de Bevelhebbers der Bezettinge ; waar over deeze, meer dan eens , zich beklaagd hadden. De gemelde Commisfie voegde 'er nevens, de ontvangene ophelderingen, in allen opzigte, voldoende te hebben bevonden , en van zulk eenen aart, dat de redenen , tot het opgevatte wantrouwen , geheel wegvielen. Hierom verzogt dezelve, aan de Burgery , zich , in 't vervolg, door geene O 2 ag-  öia Het BEBOERD agterom gehaalde redenen, te laaten omzetten, tot krenking van het volftrekt noodig vertrouwen op de Bevelhebbers der Bezettinge en de Leden van 't Defenfieweezen: vooral niet, daar de laatstgemelden aan eenen iegelyk de vryheid gaven, ja zelf uitnodigden , indien zy bekwaame middelen, tot verdeediginge, wisten uit te denken , dezelve, op eene befcheidene wyze, aan de hand te geeven. De Burgery was, over 't een en ander, voldaan , en beloofde, daar in te zullen berusten. Deeze was de laatfte plegtige oproeping en zamenkomst der Utrechtfche Burgerye. Want, drie dagen laater,zynde Donderdag, den dertienden van Herfstmaand, liep het gerugt door de Stad, dat de Troepen van zyne Koninklyke Majefteit van Pruisfen, nog dien zelfden dag, den Gelderfchen "bodem zonden betrekken. Van toen af aan bragt men, naa voorafgaande waarfchuwing, de Inundatien rondom de Stad in volle werking. Men beloofde, by openbaare Afkondiging, eene belooning van dertig ftuivers, boven het gewoone daggeld van achttien ftuivers , aan allen, die zich, van dien dag af, wilden verbinden, om, geduurende eene geheele week, aan de Batteryen te arbeiden. Men maakte nog andere toebereidze. len, tot een moedigen tegenweer. Doch alles zonder vrugt. De Stad Utrecht wierdt van haare Be-  NEDERLAND. 213 Bezetting verhaten, en viel, zonder flag of floot, in de handen der Krygsmagt, welke , zints geruimen tyd, in haare nabuurfchap, in 't open veld hadt gelegen. Volgens echte befcheiden, heeft de overgaave vau Utrecht zich op de volgende wyze toegedraagen. 't Gerugt, wegens het inrukken der Pruisfifche Troepen op den Staatfchen bodem, op Donderdag, den dertienden van Herfstmaand , waar van ik boven fprak , was geene losfe tyding; men vernam , wel dra, van goeder hand, dat zulks met 'er daad gefchied was, met verlof der Geiderfche, Amersfoortfche en Overysfelfche Staaten , aan wien, vooraf, de Vrye doortogt was gevraagd. Zelf verftondt men, ten zelfden tyde, of kort daar naa, de iterkte der aanrukkende Legermagt. Volgens opgaave beflondt dezelve uit drieëntwintig Batailjons Voetvolk, een half Batailjon Jaagers, een half Batailjon Artillery en tweeëntwintig Esquadrons , zo zwaare als ligte Ruitery; gezamentlyk en in alles bedraagende negentienduizend man. De Regeerende Hertog van br.unswyk lunbnburg, bloedverwant van zyne Koninklyke Majefteit van Pruisfen, en van zyne Hoogheid den Prinfe Erfitadhouder, voerde het Opperbevel over deeze Legermagr. Dezelve trok op, door het Gelderfche, na de O 3 Pro-  ^T4 Het BEROERD Provincie van Holland, in drie kolommen. Twee van dezelve namen haaren weg over het Wester-_ voortfcke Veer , voorby Arnhem, na het Sticht van Utrecht; de derde trok, door Nymegen, na de Betuwe en de Thielerwaard. De Hertog, die zich bevondt aan 't hoofd van de derde kolomme , hadt, vooraf, een Declaratoir of Manifest doen uitgaan, behelzende de beweegredenen van deezen optogt , de bevelen des Konings en de oogmerken van den Veldheer. In dit Manifest wierdt verzekerd „ dat men geenzins ten oog?, merke hadt, de Conftitutie, de Vryheid en het „ welzyn der Republiek en der byzondere Pro?, vincien eenigen inbreuk toe te brengen, maar jl alleenlyk om Satisfactie te neemen voor den ?, pevfoonlyken hoon , Mevrouwe de Prinfesfe „ van Oranje aangedaan , en dat, diens volgens ? „ 's Konings Troepen, overal, eene goede Krygs„, tucht zouden onderhouden, en geen leed of „ hinder aanbrengen, 't zy aan de Ingezeetenen „ ten platten Lande, die zich ftil hielden, en tegen derzelver togt niet verzetten , 't zy aan ,, de Steden, die, goedwillig, derzelver poorten ,, voor haar zouden openen". Al vroeger, te weeten op den elfden der Maand , en dus vóór het inrukken der Koninklyke Legermagt, hadt de Prins Erfstadhouder , in een Declaratoir, uit Amers-  NEDERLAND. 215 Amersfoort, zyne bedoelingen en oogmerken ontvouwd, met oproeping en vermaaning aan alle de, Ingezeetenen „ om daar toe mede te werken, onder belofte van verfchooning en befcher£ ming, zelfvan alle die misleide Ingezeetenen, " die, in tyds en voortaan, zouden te rug keeren Z van' zodanig een misdaadig gedrag , als waar toe zy, geduurende de tegenwoordige beroer" ten, mogten zyn vervoerd geworden". " Intusfchen waren, by Heeren Gekommiteerden van de Staaten van Holland , tot verdeediginge dier Provincie en van Utrecht, te Woerden hun verblyf houdende, twee Refolutien genomen: de eene van den veertienden van Herfstmaand, doch de andere zonder dagtekening , beiden ondertekend door den Heer blok, van Leiden, als Prefident, en door den Heer costerus, als Secretaris dier Commisfie. De eerfte behelsde een bevel, om, in gevalle van aantogt van Pruisfifche Troepen, de Stad Utrecht te verlaaten; de niet getekende diende om den Commandant en Chef, den Rhyngraave van salm , te gelasten, regelrecht na Holland te trekken, met de Troepen, ftaande onder zyn bevel, en ter betaalinge van Holland, na zulk eene plaats, als hy voegzaamst zoude oordeelen om die Provincie te beveiligen. O 4 Naa  &16 Het BEROERD Naa dat men, des Saterdags, den vyfrienden, hadt vernomen, dat de Pruisfifche Troepen reeds over de rivier de Leek getrokken , en tot aan Ryswyk en Mourik waren genaderd, kwam de Rhyngraaf van sa lm, 's naamiddags, van Woerden in de Stad, medebrengende de bovengemelde Refolutien en bevelen der Heeren Gedeputeerden tot het Deferfieweezen. Hy deelde dezelve mede aan Heeren Burgemeesteren ; welke daar op den Raad hebbende doen vergaderen , in den zeiven opening deeden, hoe de Rhyngraaf en de Generaal van der borch verhaald hadden, dat te Woerden was geweest een Chargé 4'afaires van Frankryk, die te kennen hadt gegeeven, dat veertigduizend Franfchen in aantogt waren, doch dat men, te Woerden, hemRhyn. graave hadt gelast, op flaanden voet na Holland uit te trekken, vermits de Stad Utrecht niet was te verdeedigen; dat 'er zevenduizend man Pruisfifche Troepen na Gorinchem, vyfduizend na Vianen op wegwaren, en 's anderendaags, elfduizend man na Utrecht beftemd waren. Veel viel 'er voor in deeze Raadsvergadering, in welke, vooral tegen den Rhyngraaf, verfcheiden fcherpe uitdrukkingen wierden uitgeflagen. In deeze zelfde Vergadering flondt ook binnen, ?ene Commisfie van de Officieren der Schuttery' en  NEDERLAND. 2J7 en van Gekonftitueerden en Gekommiteerden; aan deeze wierdt insgelyks kennis gegeeven van de bovenftaande byzonderheden. 't Was reeds laat in den avond, eer de Vroedfchap fcheidde, met oogmerk, evenwel, om tegen half twaalf uure van nieuws te vergaderen, en als dan, volgens berigten, welke intusfchen mogten inkoomen, nader te raadpleegen. Vóór het fcheiden hadt de Raad, aan de ftraks gemelde Commisfie, kennis gegeeven, dat het oogmerk was, de magt, welke binnen de Stad lag ,te vereenigen, om daar mede de uittrekkenden te dekken, en vervolgens, in Holland , met zamengevoegde kragten, den vyand te keer te gaan. Op den beftemden tyd , 's nachts ten half twaalf uure, vergaderde wederom de Vroedfchap. De Commisfiën uit de Gekonftitueerden, Gekommiteerden en Burger-Officieren, van nieuws, binnen ftaande, verklaarden de verbaasdheid en ontfteltenis der byzondere Kollegiën, welke zy vertegenwoordigden, en dat het niet mogelyk ware, in deezen bedremmelenden ftaat der dingen, over 't geen hun was voorgedraagen, hunne gedagten te laaten gaan. Zy voegden 'er nevens, dat de Rhyngraaf van sa lm, aan eenige Heeren , aan hem afgevaardigd, hadt verklaard, dat 'er flegts eenige weinige uuren overig waren, en dat de O 5 be-  2i8 Het BE Rv0 E R D bevelen, tot den üittogt en bet verlaaten van de Stad, niet konden veranderd worden. Om dit alles verzogten de Afgevaardigden , dat de Raad, van den toeftand der zaaken, opening geliefde te doen aan de Burgery. Hier over ontftondt gefchil. De Vroedfchap wilde, dat de kennisgeeving zoude gefchietkn, op de zints nu eenigen tyd gebruiklyke wyze, door de Commisfiën van Gequalificeerde Gekommiteerden, Gekonftitueerden en Bevelhebbers der Schutterye. Naa eenig overleg wierdt, egter, goed gevonden, voor ieder Burger Kompagnie eenen Raad te benoemen, om aan dezelve, van de gefchapenheid der dingen, verflag te doen. Een der Gekommiteerden hadt, by deeze gelegenheid , verzekerd , dat, by eene der Burger-Kompagniën , het befluit was genomen, het verlaaten der Stad niet te zullen gedoogen, maar de Poorten te willen bezetten, en geweld met geweld te keer gaan. Intusfchen was de geheele Schuttery, omtrent den zelfden tyd , als de Raad, voor de laatfte maal, vergaderd, en alzo in den naaren nacht, ongewapend opgeroepen, 't Leedt niet lang, of men deedt haar opening van den toeftand van zaaken, en tevens den voorflag, om de Stad, gewillig en zonder tegenftand, over te geeven, met vryheid aan eenen iegelyk, die zulks mogt ver- kfe-  NEDERLAND. ai£ kiezen, om na elders de wyk te mogen neemen. Deeze aankondiging, hoewel niet geheel onverwagt, baarde , egter , eene bystere ontfteltenis; even als een zwaare flag, die, hoewel voorzien, nogthans gevoelig treft, wanneer hy met 'er daad gegeeven wordt. Thans was de geheele Stad een tooneel van opfchuddinge en verbaasdheid. Veelen, het onweer hebbende zien naderen, hadden een goed gedeelte van den dag hefteed met inpakken en verzenden van . hunne beste tilbaare haaven % dit wierdt nu algemeen. Het vlugten wierdt insgelyks zeer aanmerkelyk, niet alleen onder de aanzienlyken , of die deel hadden gehad aan het jongfte bewind van zaaken, maar ook by lieden van den middelftand en van de geringere klasfen. Aan de-verwarringe en opfchuddinge, welke binnen de Stad plaats hadt , waren tevens evenredig de treurige tooneelen van berooiden en kermenden , welke de nabuurfchap uitleverde ; alle 't welk eene te akeliger vertooning maakte , naardien de meeste drukte van vlugten voorviel in 't holfte van den nacht. By de zulken, die niet verkoozen de Stad te verlaaten, waren de aandoeningen zeer onderfcheiden, naar gelange zy, meer of min openlyk , zich voor de eene of andere zyde verklaard hadden. De meeste  .220 Het BEROERD te Schutters ontdeeden zich ylings van hunne wapenen ; veele van deeze wierden , heimelyk, op 't Stadhuis gebragt, eenige, uit fpyt, in ftukken geflagen, andere in het water geworpen. Zeer ftil moet men het voorneemen, om de Stad te verlaaten, hebben weeten te houden, tot niet lang voor dat het met 'er daad volvoerd wierdt. Lieden van kunde en opmerkinge, welke de nieuwsgierigheid , 's daags te vooren , na Utrecht hadt gelokt, uit de nabuurfchap der Stad, alwaar zy gehuisvest waren, konden naauwlyks hunne eigen oogen gelooven, wanneer zy, in den volgenden morgen, by tyds, gewekt wierden, door hunne vlugtende vrienden of bloedverwanten. In het doorwandelen der Stad, en in de bezoeken by hunne bekenden , hadden ze, hoewel eenige ongewoone drukte, evenwel niets vernomen, 't welk zo een fpoedigen ommekeer voorfpelde. Een groot getal vlugtende Burgers begaf zich na Amfterdam. Op naam van verfcheiden Leden van onderfcheidene Regeerings Kollegien, Gequalificeerden en Officieren, uit de Burgery der Provincie en Stad Utrecht, zo voor zich zelve, als voor hunne Medeleden en Medeburgers, wierdt, ten fpoedigfte, een Verzoekfchrift ingeleverd, by de Vroedfchap dier Stad; waar van de inhoud en bedoeling kan afgeleid worden, uit het Befluit,  NEDERLAND. 22ï fluit, reeds den eenentwintigden van Herfstmaand daar op genomen. De Agtbaare Raad verklaarde, in het bedoelde Befluit „ goedgevonden en ver„ ftaan te hebben, de Requestranten, zo wel als „ hunne verdere Medeleden en Medeburgers, „ met zodanige Vrouwen en Kinderen , welke „ zich in de zelfde omftandigheden bevonden, of „ zich zouden tragtcn ter neder te zetten, alhier „ (in de Stad Amfterdam) eene veilige fchuil„ plaats mogen vinden en behouden, zonder uit „ hoofde voorfchreeven (te weeten als gevlugte „ Utrechtenaars) aan eenige vervolgingen, het zy „ onder fchyn van Recht of anders, te zyn „ bloot gefield". Doch dit Befluit wierdt naderhand ingetrokken en vernietigd , ten aanzien van veelen der zulken, die aan 't bewind van zaaken eenig aandeel gehad hadden. Zondag, den zestienden van Herfstmaand, in den Voormiddag, trok de Stad binnen, een Detachement Ruitery en Voetvolk uit het Leger by Zeist, en bezette aanftonds de Poorten en het Stadhuis. Straks zag men elk, die zich op ftraat vertoonde, met Oranjelinten, of Kokarden van die kleur, uitgeftreeken. Het vlugtcn, zo in perfoon als met goederen, wierdt nu ook belet; niemand mogt buiten de Poort koomen. Ook wierden , van toen af aan, en naderhand, veele uitgevoerde goe-  2;2 Hét BEROERD goederen onderfchept, en in de Stad wederom' binnen gebragt. Nog des voormiddags vergaderden de Leden der oude Regeeringe, zo veelen 'er van dezelve in de Stad waren., op het Stadhuis-, en andermaal tegen den avond; terwyl, inmiddels, in den agtermiddag , de beide Regimenten van Oranje Nasfou, als mede dat van den Erfprins, waren binnen getrokken. In dien zelfden agtermiddag kwam insgelyks zyne Hoogheid de Prins Erfftadhouder in de Stad, neemende zynen intrek in het huis van den Heere Hoofdofficier, Graave van athlone. Terftond den volgenden dag , Maandag den zeventienden van Herfstmaand, wierden de noodige fchikkingen beraamd , en maakte men eenen aanvang om alles op den ouden voet te herftel" len. De Staaten, te Amersfoort vergaderd , beflooten,op dien dag, de Staatsvergadering wederom over te brengen na de gewoone verblyfplaats der hooge Kollegiën; dit gefchiedde reeds 's anderendaags , in 't byzyn van den Prinfe Erfftadhouder; waar over veelen der Ingezeetenen hun genoegen betuigden, door het uitfteeken van Vlaggen, het oprichten van Eereboogen en andere tekenen van vreugde. Desgelyks wierden, zo uit naam der Vroedfchap , als van wegen het Geregt, verfcheiden Afkon-  NEDERLAND. 223 kondigingen gedaan , allen ingerigt ter vernietiginge van de jongst genomene maatregelen , en van de fchikkingen op de Regeering, welke, in gevolge van het ingevoerde Reglement, nu zedert eenigen tyd, hadden plaats gehad; als mede ter handhaavinge van rust en veiligheid. By eene deezer Afkondigingen wierdt bevolen , het houden van een byzonder en piegtig Biduur, op Woensdag, den negentienden van Herfstmaand, *s avonds van zes tot zeven uure, in de Bomen Jacobi-Kerk „ ten einde" (dus luidden de woorden des Bevelfchrifts) „ den goedertiere„ nen God, in 't openbaar met de Gemeente „ plegtig te danken, voor de merkwaardige, al„ lergelukkigfte en gezegendfte verlosfing en red„ ding van de Stad , zonder Bloedftorting, ge„ weid of tegenftand, en te bidden om de her„ Helling der rust in de nabuurige Steden en „ Provintien, mitsgaders den voorigen bloey en „ welvaart deezer Stad". By  By de Drukkers van dit werk zyn nóg eenige' Exemplaaren te bekoomen der KONSTPLAATEN: O) DE WALVISCHVANGST. In igfi werd doof eenige Burgers van Hoorn, Amfterdam en andere plaatlen eene Noordfche of Groenlandfche Maatfchappy opgeregt' om te handelen en te visfchen op de kusten en landen van Nova Zembla en Spitsbergen. En naderhand werd deZelve ook geoeffend aan het Jan Mayen - eiland. Men berekent dat van 1669 cot 1780 door de Nederlanders zyn gevangen meer dan vyf en vyftig duizend Wal visfchen, aan de kusten van Groenland alleen. In 't begin deezer eeuwe is ons Volk ook begonnen te vaaren naar StraatDavis, en na het jaar 1720 met zulk een ernst dat in 1730 éven zo veel fchepen derwaarts zeilden als naar Groenland. Twee en tagtig Nederlandfche fchepen hebben in dat jaar in de Straat- Davis tweehonderd en twaalf Visfchen gevangen; en in 1732 voeren 'er honderden zevenendertig fchepen heen. (2) DE HARINGVISSCHERY. Het is de gezouten of zogenaamde Pekel haring die het meest geagt, en inzonderheid door geheel Europa vertierd wordt, zynde niet te lang in het zout geftaan hebbende, buitengewoon fmaaklyk en gezond. Ook heeft men iii Amfterdam , Enkhuizen , Vlaardmgen enz. byzondere voorzorgen genomen ten einde deeze Visch met de vereischte kunst behandeld, gefchift, gezouten en gepakt worde, Waar door zy de 00.gen van geheel Europa tot zig trekt, en groots winften aanbrengt. Voltaire zelf fpreekt van den Hollandfcheh Haring, en t is bekend dat -Keizer Karei de Vyfde naar Biervliet ging om het graf van Willem Beukelszoon aldaar te bezigtigen , welke beroemde Haringkaaker, zo men berigt, de Nederlanders niet minder had verrykt door zyne vinding en kunst, dan de Spanjaarden waren verrykt door de Goud- en Zilver -Mynen van Amerika. De prys van ieder deezer Konstplaaten is ft- è.. Van de groot papieren . . t i-iq. • Van de Proefdrukken. . . 1-16*. ' De uitvoerige Befchryving van beide deze Visfcherven met yeele Byzonderheden daartoe betreklyk, en met nieuwe Ontdekkingen en Waarneemingen, in gr. Quarto, vier Deelen, met een en twintig fraaie Prentverbeeldingen, is nog te bekoomen. a . . . g . . . . En de Befchryving der Haringvisfchery apart, 1 - : " 1  D E BEROERTEN INDE VEREENIGDE NEDERLANDEN, VAN DEN JA ARE 130O TOT OP DE» TEGEN WOOR.DIGEN TVD.   d e BEROERTEN inde vereenigde NEDERLANDEN, vam den jaare i 300 tot Op DEN tegenwoordigen tyd; geschetst ter waarschuwing van derzelver tegenwoordige b u r g e r s e n leden van regeering, " tTTn de deel. Te AMSTERDAM, By petrus conradi. Te H A R L ING EN, By v» ' v a n der. PLAATS. MDCCL XXXIX.   Aan den LEEZER. D at Wapenhandel en Vryheidliefde niet toereikende zyn om een Volk gerust en vry te doen leeven, zo daarmede geene wyze voorzigtigheid ge« paard gaat, leert de droevige ondervinding. Had het gewoon doorzigtig karakter der Friezen zo veel invloeds gehad op hunnen yver, dat de braave Ingezetenen aan geene anderen dan Mannen van be* proefde trouw en beïangelooze hartelykheid de magt in handen haddan gegeeven om hunne Regten voor te flaan, voor hoe veele dwaasheden ware men niet beveiligd gebleeven ! Althans is het biykbaar dat fommigen , hunne eigene grootheid tragtende te bewerken, het waare welzyn der geheele Maatfchappy in de waagfchaal hebben gefield. Ach, dat het volgende zo wel als het tegenwoordige Geflagt zig hier aan fpiegelde , en op zyne hoede ware, om het Land voor 't grootffe kwaad van allen, voor Burger-Oorlogen, te behoeden! Gelyk de vermaarde Rotterdamfche , Wykfche en Utrec htfche Gebeurtenisfen in dit Werk zyn voorgedraagen , za veel mooglyk, met de eigen woorden der byzondere partyen, alzo is dit mede in agt genomen in het Verhaal der Friefche Onlusten : alleen gelieve de Leezer te ver- fchoo»  Aan den LEEZER. fchponen dat de Styl deezes Werks nie; overal volmaakt dezelfde zy; één mensch kon in alle Provinciën niet even kundig zyn van alle de Gebeurde zaaken; één mensch niet overal toegang hebben tot de byzondere papieren hier en daar bewaard of verfpreid. Daar nu ons hier toe geene gunftige gelegenheid ontbroken heeft, zal de Leezer in dit Deel eene reeks van Gebeurtenisfën aantreffen , niet alleen wonderlyk voor de Tydgenoo ten, maar ook voor veele Medewerkers zeiven, aan wien de Hoofdbeleiders niet hebben goedgevonden toen ter tyd juist alles bekend te doen worden. Niet minder zullen bezadigde Leezers in volgende jaaren zig verwonderen; wanneerze in kalmte en zonder partyzugt uit dit ganfehc Werk zien, hoe de eerbiedwaardige Burgery, door eenige Heeren misleid, zig in de Vereenigde Gewesten hcefc vergreepen, door, ten einde de edele Vryheid niet onbewierookt te laaten , te dikwyls, helaas ! eene geblankette Pop op den altaar te ftellen, en te aanbidden in haare plaats, Nuhem pro Jtmor.e, lï E T  HET BEROERD NED ERLAND. ^J^hans leidt ons de draad der Gefchiedenisfe tot de Befchryving van een der hevigfte en gevaarlykfte Beroerten, die ooit, na 't oprechten der Republiek, in Friesland is uitgeborften. Meermaalen had men aldaar, voor deezen, de Vrienden eener verwarde Democratie met Vorken en Knuppels , tot het bereiken hunner oogmerken, zien optrekken ; doch nimmer hadden zy zich in de gedaante eener geregelde en met gefchut gewapende Krygs» magt vertoond. Waarom het gewigt der zaake en haarer gevolgen verdient, dat wy dezelve in haare bronnen opfpooren. De Hooge Regeering deezer Provincie beftaat in de Afgevaardigden op het Landfchapshuis te Leeuwarden , uit de drie Landkwartieren en dat der Steden. In de Landkwartieren worden jaarlyks uit ieder der dertig Grietenyen twee, drie of ook wel vier Volmagten afgezonden , doch zo, dat 'er een Edelman onder moet zyn, en dat die item ■ X. deel. A Iteeds  Q Het BEROERD fteeds voor de eene helft door den Adelyken, en voor de andere helft door den Eigenërfden ftaat worde uitgebragt. In de Steden berust de klem der Regeenng by de Burgemeesteren én Vroedfchappen, welker eerfte op alle plaatzen alleen uit de laatstgenoemde worden gekoozen , Leeuwarden uitgezonderd , alwaar by de Vroedfchappen ook bekwaame perfoonen uit 'de Bevelhebbers en uit de Burgery op de Nominatien worden toegelaaten, die aan Z. D. H. den Prinfe Erf. Stadhouder ter Electie worden overgezonden. Terwyl de nieuwe Vroedfchappen door die Kollegien zelve alomme worden gekoozen, uitgezonderd alleen te Dokkum, alwaar de Vroedfchappen uit de refpektive Espels, door de Burgers, by meerderheid van ftemmen, worden geftemd. Uit deeze Kollegien worden de Volmagten der Steden jaarlyks ten Landsdage gecommitteerd, doorgaans een uit ieder; doch ook zomwylen een dubbeld getal, waar door dan de ftem der Stad in vieren gedeeld wordt. Om tot Volmagt uit een Dorp gekoozen te worden, moet men hebben de meerderheid der {remmen en de meerderheid der Dorpen, zonder dat het onderfcheid maake, of dezelve gering of aanzienlyk zyn. Wanneer dus, by voorbeeld, in Franekeradeel, in 'c welk elf Dorpen zyn, twee perfoonen de meerderheid der ftemmen in zes Dor- pen  NEDERLAND., pen weeten te bekomen, 't zy door eigendom, \ zy door middel van goede vrienden , zo zyn zy voor dat jaar de wettige Gecommitteerden ten Land;].* uit die Grieteny. De Hemmen beftaan in ieder Dorp uit een bepaald getal van Huizingen en Hornlegers: herrende tot een item (uitgezonderd eenige huisje:: i fommige Dorpen, die vanouds zonder Lande: Hemmen ,) een bewoonbaar huis of huisje, me miniten vyf Pondemaaten Klei., of tien Pondemi « > Woudland, zynde dan de item van zodanig een huisje even deugdzaam, als die van eene aanzienlyke Boereplaats , die veele duizenden waardig is : ja al wierdt 'er eene allerkostbaarfle aangelegd uit famengekogte Landen, zonder op een Hornleger te Haan !t geen in den jaare 1640 voor Stemgerechtigd is erkend, zo zou zodanig eene plaats nooit eene ftem kunnen bekomen. Alle plaatzen, behoorende aan Roomschgezin* den, gelyk ook de goederen der Pastoryen en van. andere openbaare Corpora, hebben geen Stemrecht , zo lang zy aan dezelve behooren, en hier uit kan een ieder ligtelyk begrypen, dat men, met drie of vier Hemmen, in een der geringde Dorpen , dikwerf veel meer kan uitvoeren, dan met twintig of meerder in de grootfte. Van deeze kleine Dorpen hebben zich daarom de aanzienlykfie Lieden en FamiA a lien  4 Het BEROERD Hen reeds van over lang zodaanig meester weeten tó maaken, dat de Stemgerechtigde magt in veele Grietenyen genoegzaam erffelyk is geworden; terwyl in andere twee of drie der.magtigfte geflagten zich ten dien einde hebben vereenigd. In de Steden is de kragt der Regaering ook doorgaans in de handen van weinigen gebleeven ; by hen naamelyk, die het oor van den Stadhouder hebben, en dus, tot de Electie uit de Nominatien tot Burgemeesteren enz., kunnen recommandee- ren. . De Adminiftratie tot de civile en crimineele Juftitie berust inmiddels fteeds by het Hof Provinciaal, en men kan derwaards van de meeste Sententien der Nederrechters appelleeren : kunnende men fteeds op een volkomen onpartydig Recht betrouwen; zo dat, het welk niet overal gebeurt, de geringfte Burger in eene rechtvaardige zaak altoos tegen den magtigften heeft mogen zegepraalen. Ondertusfchen moet men niet ontkennen, dat, door den aard van het Stemrecht in de Landkwartieren , de klem der Regeering thans by eenige weinige Familien berustende is; 't welk niet heeft kunnen nalaaten by anderen, die ook veel vermogen bezaten , of op eene andere wyze tot de Regeering meenden bevoegd te zyn, en nu niet konden aankomen , groot ongenoegen te baaren. Ge-  NEDERLAND. 5 Gelyk naamelyk in de meeste Ryken en Gemee • nebesten de Beroerten meestal uit eigenbaat en de heerschzucht van eenige weinige , naar hun zin niet genoeg bevorderd wordende, perfoonen, zyn ge. fprooten, zo heeft dit zelfde ook in Friesland plaats gehad; en hadden eenige weinigen de Ampten, naar welke zy Honden , mogen verkrygen, zo zouden zy zich denkelyk ftil gedraagen, of zich by de tegengeftelde party hebben gevoegd , en geenszins den tytel van Volksvrienden hebben begeerd. Eene ganfche verandering van 't Stemrecht, waar door 't aan de tegenwoordige aanzienlyke Familien onmogelyk zou geworden zyn, de klem der Regeering te behouden, en dus voortaan alleen die geene op 't kusfen zouden zitten, die zich van 's Volks gunde wisten te ver» zekeren, en waar door die dan ook voor zich en voor de hunnen fteeds de beste Ampten zouden kunnen wegneemen, was de hoofdbedoeling van de aanleggers deezer Beroerten ; doch teffens hadden zy het oogmerk om het Erf Stadhouderlyk gezag aanmerkelyk te bepaalen, en den Stadhouder in der tyd geheel en al van't Volk, en dus van hun zei ven, afhangelyk te maaken. In dit ftuk gingen zy echter zo verre niet, als de meeste hunner mede naar verandering haakende Vrienden in de overige Provinciën, die het Stadhouderfchap geheel vernietigen , of in een A 3 ydelen  C Het BEROERD voelen en niets betekenenden naam wilden veranderen. Mogelyk zoude het echter in Friesland nooit tot daadelykheden zyn uitgebroken , zo niet de Hollandfche Regenten van dien tyd daar kragtdaadig onder hadden geroeid. Friesland is immers naast Holland de magtigfte Provincie , en veel minder afhangende van de fchikkingen des Stadhouders, dan Gelderland, Zeeland en Groningen. Nu hadden in Overysfel de zaaken zodanig eene keer genomen , dat de Regeering aldaar volkomen naar de begeerte der Hollanders was gefchikt. Groningen was ook half gewonnen, en met de Stad Utrecht had men zodanige maatregelen genomen, dat men zich insgelyks met de overwinning dier geheele Provincie vleide, vooral toen men 't zo verre had weeten te brengen, dat in die Provincie twee verfchillende Staatsvergaderingen waren opgericht. Hadde zich derhalven Friesland. in dien tyd willen laaten medefleepen; dan zoude de Factie der Hollandfche Penfionarisfen de meerderheid hebben bekomen in de Vergadering van Hun Hoog-Mogenden, van welken't gebruik der Troepen, en de maatregelen, aangaande de eisfehen der Uitheemfche Mogenheden of omtrent haare Miantien met de Republiek, volkomen afhingen. Voor deezen had men.tot het maaken van ver- an«  NEDERLAND. 7 anderingen altoos den tyd van een Buitenlandfchen Land - Oorlog waargenomen , dewyl men als dan wegens de afweezigheid der Militie van den Staat, de op 't kusfen zittende Regenten door Boeren en Burgers , met Knuppels , Vorken enz. gewapend, gemakkelyk in 't naauw konde brengen. Doch toen men thans zyn Plan, geduurende den Engelfchen Oorlog, beraamde, ontbrak deeze gunftige omftandigheid, terwyl men ook wel begreep, dat de Regeering , door voorige voorbeelden a'fge. fchrikt, al kwamen 'er zulke tyden die de afweezigheid der Militairen vorderden, gelyk kort daarna gebeurde , wel zorge zoude draagen om een genoegzaam aantal van Militairen, tot het beteugelen der kwaalyk gewapende meenigte, in het Land te houden. Om derhalven in deeze tyden iets uit te voeren moesten 'er geheel andere maatregelen by der hand worden genomen, en thans wierdt 'er om te flaagen eene gewapende magt vereischt, moedig en fterk genoeg, om de alhier liggende Militie te kunnen doen zwygen. De Burgers en Boeren moesten der • hal ven in de Wapenen worden gebragt, 't geen echter niet kon gefchieden zonder dat het door de Hooge Regeering wierdt toegelaaten, wier toeflemming , fchoon dezelve anderszins nooit zulk een gevaarlyk middel zou hebben goedgekeurd, door een A 4 fa-  8 Het BEROERD famenloop van verfehillende omftandigheeden wierdt verkreegen. Al voqr lange jaaren haddden de Staaten van Friesland „veelerhande vriendelyke poogingen aangewend, om eene aanmerkelyke verligting in de Quota, die jaarlyks aan de Generaliteits kasfe betaald moet worden, en die voor deeze Provincie ongeveer drie percento hooger was dan de billykheid vorderde, te verkrygen. Doch fteeds had men vergeeffche poo'gingen gedaan, en geene verligting kunnen bekomen; tot dat de Friezen zich zeiven in Hooimaand 1783 recht deeden, en die posten, welke zy te veel tot hunnen last meenden te hebben, verder weigerden te betaalen. In 's Hage , alwaar men geenszins zulke decifive flappen verwagt had, baarde deeze Refolutie veel opziens, en gaf aanleiding tot een Rapport van den Raad van Staate, -in 't welk in bedenking wierdt gegeeven, of men by verdere weigering niet genoodzaakt zou worden de Provincie van Friesland via facti te executeeren. Dit ontwerp, hoewel nooit tot een befluit gebragt, baarde wederkeeriglyk een groot misnoegen in Friesland, en bewerkte, dat men in bedenking nam, de inwooneren, tot handhaaving van hun recht, in de Wapenen te brengen. Waar mede ook të Leuwarden een aanvang wierdt gemaakt, alwaar de voornaamfte Staatsleden, zo door het fchieten van penningen, als  nederland. 9 als 't bezorgen van een vry gebruik van 's Lands Geweeren, den Wapenhandel begunftigden. Ondercusfchen nam deeze zaak dus, naar de gedagten der voornaamffe dry vers, geen- genoegzaamen voortgang; waarom men te raada wierdt, een wydluftig adres aan de Staatsvergadering aan te bieden , ia 't welk , onder andere bezwaaren, voornaamelyk de groote magt van den Erfitadhouder over de Patenten, en de enormiteit der Quota betreffende, verzogt wierdt: „ Dat door UEd. Mogende werde aangemoedigd „ de lust en yver der Ingezeetenen tot den Wapen. ,, handel, die zich reeds in deeze Provincie al fmeu. „ lende vertoont, en hoe langs hoe meerder begint „ te ontvonken, op dat dezelve gewapend , in den „ Wapenhandel onderweezen en in reguliere Corp. „ fen verdeeld , van weezentlyken dienst kunnen „ zyn, en wanneer de nood daar is, geen Wape„ nen hebben aan te grypen, die alleen de wan„ hoop aanbiedt, of het nutteloos Slagtoffer worden „ van wanorde. „ Alles met zodanige byvoegzelen en bepaalin. „ gen, als UEd. Mog. , na Hoogstderzelver „ Laridsvaderlyke Wysheid , ten gemeenen beste, „ ter behoudenis van vryheid en onaf hangelykheid , „ zullen verftaan te behooren". . Alomme wierdt dit Adres ter teekening gelegd, en a 5 °y  10 Het BEROERD byzonderlyk riep een Burger van Franeker de ge» heele Burgery met gedrukte briefjes te famen, om over eene Landszaak van groot gewigt in 't Heeren Logement te raadpleegen, en dit Adres , door eene groote meenigte van Perfoonen getekend, den H. H. Stiaten aan te bieden. Die van Harlingen adresfeerden zich insgelyks aan den Staat, doch ip een afzonderlyk zeer wel opgefteld Request, terwyl de te Franeker Studeerende JongeÜngfchap, niet minder yverig dan de Burgery, ook een byzonder zeer nadrukkelyk vertoog inleverde. Doch de Profesforen wilden Senaatswyze in deezen niets befluiten, dewyl de toenraaalige Rector Magnificus , en eenige andere Profesforen, geen welgevallen in dit woelen hadden, en misfehien 'toen reeds een gedeelte der rampen vooruit zagen, welke uit deeze en, diergelyke bronnen zyn voortgevloeid. In Leeuwarden , de overige Steden, en ten platten Lande , wierdt inmiddels met den grootften yver getekend, en 't Adres van alle kanten aan de Staatsvergadering aangebooden. Het Adres ter Staatsvergadering gekomen zynde, wierdt op den 24 van Herfstmaand 1783 in handen van eene Commisfie gefield, welke aangaande het poinct van Wapenhandel dit volgend Advys üitbragt: „ Belangende het tweede poinct, in gedagte adres-  NEDERLAND. u adresfen voorkomende , kunnen wy den loffelyken yver van zich te bekwaamen, ten einde in tyd van nood zyn Vaderland tot nut en befcherming te kunnen zyn, niet genoeg latideeren; en durven UEd. Mog. allezins aanraaden , om tot dat oogmerk, door gepaste middelen, mede te werken , 't zy, gelyk dezelve reeds by aanvang hebben gedaan, door het uitgeeven van een zeker getal Lands Geweeren, of andere eerverwekkende uitbiedingen; dan te gelyk in 't oog houdende , dat geene Wapenen lichtvaardig worden uitgedeeld, maar alleen aan dezulke, welke zich op eene reguliere wyze, onder de Kcgeering van hunne wettige Overigheid en het bellier Opperhoofden , na geformeerde W«ti l RcgUafienten gedenken te gedraagen. En onder die'voorwaarden en genoegzaame iecuriteit zoude men niet alleen aan de goede- Ingezetenen dei Steden, maar ook ten platten Lande, wanneer zich een aanzienlyk getal, waar onder eenige gekwalificeerde Perfoonen , met voorkennisfe van den Officier der plaatze, zouden adresfeeren , wapenen kunnen toeftaan". Welk Rapport door de drie Landkwartieren fpoedig in eene toeftemmende Refolutie wierdt veranderd. Van dit oogenblik begonnen veele Lieden wapenen tevraagen , en Genootfchappen op te richten , die , zo men de Refolutie wat naauwer had kunnen be- paa«  13 Het BEROERD paaien, door de Genootfchappen mee eenen eed van trouwe en onderwerping aan de refpektive Gerechten te verbinden, nooit het nadeel, 't geen zy nu veroorzaakt hebben, zouden hebben kunnen .te wege brengen. Dan een ieder, aan wien de Staatkundige toedand onzer Provincie van dien tyd bekend is, weet wel, dat dit toen niet gevoegelyk kon gefchieden. Ondertusfchen waren 'er veele Grietslieden , die de Genootfchappen , als huns erachtens ondienflig en gevaarlyk , te rug hielden, of dezelve, daar zy reeds begonnen waren, fpoedig wisten een einde te doen neemen. Oostergo is dus , Leeuwarderadeel, Ferwerderadeel, Westdongeradeel en 't Dorp Grouw uitgezonderd , genoegzaam zonder Genootfchappen geweest , fterk genoeg om bekommering te veroorzaaken. In Westergo waren ook eenige Grietenyen zonder dezelve , met naame Hennaarderadeel en Wymbritzeradeel, In Baarderadeel waren ze ook klein in getal, gelyk ook in Hemelumer Oldephaart; doch in de overige waren meerendeels de lichaamen, die zich in den Wapenhandel oeffen-, den, zeer voltallig, vooral in Menaldumadeel , Barradeel, Wonzeradeel en 't Bildt. In de Zevenwouden vondt men genoegzaam geene Genootfchappen, behalven in eenige groote Dorpen, als 't Heerenveen en de Lemmer, zynde ook de Inwoa- ners  NEDERLAND. 13 nérs dier Grietenyen meerendeels fteeds zeer Prinsgezind gebleeven. In de Steden was daarentegen de magt zeer groot, vooral in Leeuwarden, Franeker, Sneek en Dokkum. Doch te Leeuwarden zouden de Genootfchappers nooit veel hebben kunnen uitvoeren, dewyl zy daar niet alleen door de Militairen zouden bedwongen geworden zyn , maar ook door de Schuttery , welke ftandvastig de zyde der I Jooge Regeering heeft aangekleefd. Te Harlingen heeft men ook het werk nooit recht aan den gang kunnen krygen, 't geen vooral daar door veroorzaakt is, dat de eerfte verzoekers meerdere -voorrechten eischten , dan de Regeering begeep hun te moeten toeftaan. Zeker is het dat een Heer , die naderhand, door de aankleevers der oude Conftitutie, wel eens de Friefche Catilina genoemd is, met eenige andere Heeren , die niet in alles met hem overeen kwamen, over eenige Politique verfchillen handelende, Zich ontvallen liet, dat indien yt langer dus zou gaan, hy met de hem aankleevende 3000 gewapende Burgers en Boeren , in fpyt der 1000 Militairen , die in de Provincie waren, de hekken wel Zou weeten te verhangen. Andere yveraars lieten Zich ook al van tyd tot tyd iets ontvallen, 't geen nadenken gaf, by voorbeeld, dat men nu de zogenaamde Aristocraaten in de magt had , en dat de oude  14 Het BEROERD oude Regeering, die reeds lang genoeg op 'c kusfen gezeten had, nu ook eens voor hun en de hunnen zou plaats maaken. Welkeen en ander by veele Regenten , die tot hier toe de Corpfen beguniligd hadden, groot opzien baarde. Al ras zag men hiervan de uitwerking , daar in betraande, dat de Wapenen, uit 's Lands Ammunitie» Huis geleend, van tyd tot tyd wierden te rug geeischt; hoopende men hen dus op eene vriendelyke wyze te ontwapenen.. Dan dit mislukte volkomen , dewyl de meeste Corpfen een genoegzaam getal Honoraire Leden hadden, om hen, met alles wat noodig was, te voorzien ; 't geen hen dus zeer aanzienlyk maakte, dewyl zy nu, zo lang zy geen openbaar geweld pleegden , genoegzaam buiten de magt der Regeering waren. Met dit alles waren mogelyk de Corpfen in 't begin gefmoord, of van zelf verloopen , zo niet de ongelukkige verfchillen met zyne Keizerlyke Majefteit waren tusfchen beiden gekomen, vooral daar men eikanderen vertelde, dat het Land by dee* ze gelegenheid met eenen inval van woeste Croaaten wierdt bedreigd, die alles zouden vermoorden en uitplunderen. De zwakke Militie van den Staat moest nu genoegzaam geheel naar de grenzen , en men had weinig zekerheid , of deeze den aanval der ryandelyke benden zou kunnen wederftaan , en hier*  NEDERLAND. •5 hierom lieten veele Regenten, die anderszins de Corpfen ' niet begunftigden , thans de zaak loopen. Deeze wisten ook van die gelegenheid gebruik te maaken , en verkreegeri door Adresfen * zo aan den Staat als aan de Partikuliere Gerechten, vryheden , welke men hun anderszins nooit zou heb"; ben vergund. In den Herfst van t jaar 1784, toen men, wegens den noodlottigen fchoot op de Schelde, alommein vreeze was, waren dus de Vry-Corpfen in Friesland in hunnen vollen bloei, en ook omtrent dien tyd nog al vry wel gezien by de meeste Regenten; en in den Herfst van 1785 was de eensgezindheid tusfchen de Regenten én Schutteren, ook nog, ten minden voor 't uitwendige, onver» broken : getuigen kunnen hiervan zyn de plegtigheden van 't Jubileum der Hooge Schoole te Franeker , op den 22 en 23 van Herfstmaand diens jaars; dewyl alle Wagten aldaar noodig, tot bewaaring der goede ruste en tot betooning der behoorlyke Militaire eerbewyzen, aan 's Lands Souverainen en aan Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Oranje , benevens haare Vorftelyke Spruiten , aldaar te famen gekomen, om deeze plegdgheid mede te vieren , zonder dat 'er eenige andere Militie in de Stad was, door het gecombineerd lichaam der Schuttery en des Vry. Corps,  16 Het BEROERD Corps, wierden verrigt. Voor welke dienlïen dezelve naderhand van Staatswege zyn bedankt en onthaald. Tot hier toe fpraken wy voornaamlyk van de Vry - Corpfen; doch eer wy verder gaan, moeten wy 'er ook nog iets by voegen aangaande de Schutteryen. Deeze waren over 't algemeen, ten tyde van 't uitbreeken des Engelfchen Oorlogs,; in °een deerlyk verval , zo dat de meeste Schutters rooit een geweer hadden gelaaden of afgefchooten, en zelden meer Wapentuig dan een verroesten Degen, met een ouden onbruikbaaren Snaphaan, bezaten. Dezelfde geest, welke de Corpfen bezielde , openbaarde .zich genoegzaam gelyktydig onder deeze Lieden, en dus begonnen zy, vooral te Leeuwarden, Harlingen, Dokkum, Franeker en Sneek zich in de Wapenen te oeffenen. Doch te Bolswerd, alwaar de Schuttery meerendeels hec Huis van Oranje genegen was-,' wilde het werk niet aan den gang; 't geen waarfchynlyk de reden ïs , waarom het Vry ■ Corps aldaar den naam van eene Vrywillige Schuttery heeft aangenomen. De Schutteryen van Leeuwarden en Harlingen hebben ook altoos de zyde der Staaten gehouden; doch die van Dokkum en Sneek volgden veelal de maatregelen der Vry ■ Corporisten , en vooral die van Fra* neker, alwaar in de twee laatfte jaaren , eene on- yeï«  NEDERLAND. 17 vetfjreekbaare eensgezindheid tusfchen de beide gewapende Magten heeft plaats gehad, doch die niet weinig tot het onheil, dier Stad naderhand overgekomen , heeft toegebragt. Men was dus nu eertigzins in den Wapenhandel onderweezen; men was fraai uitgedost met blaauwe Kleppen, blaauwe Cocardes , Panaches van veelerlei gedaante en kleuren enz.; men was in ftaat den Lande , in geval van Oproer , van weezenlyken dienst te zyn, ja zelfs in een onverwagten aanval vanftroopende benden , tegen welke eerte Burger - Militie, in goede Forten opgeflooten, met een goed gevolg zou kunnen worden gebruikt. Doch men zag veel verder; zynde het hoofdoogmerk geweest, de Regeering naar zyn zin te verzetten, ten weiken einde geheel andere middelen noodig waren, en wel inzonderheid de volgende. Vooreerst, eene vereeniging van alle Genootfchappen onder vaste Hoofden, welke, als het tyd was, een algemeen Plan van Attacque zouden kunnen formeëren. Ten tweeden een middel om den gemeenen Burger, welke toen de Staatkunde van de Posten, Kruijers enz. nog niet genoeg hadden ingezoogen, nader te verligten. Ten derden eene Krygskas, om, als de nood aan den man ging , een goede Stuiver gelds by eikanderen te hebben. Zeer fpoedig had men ook de middelen tot beX. deel. B reiking  Is 18 Het BEROERD reiking dier drie Hoofdzaaken in gereedheid. Her. waren naamelyk, de algemeene Vergadering van Gekommitteerden uit de Genootfchappen te Leeu. warden; deFraterniteiten , en de geprojecteerdeLoteryen, benefFens de fournisfementen tot het zogenaamd Vaderlandsch Fonds. Deeze Algemeene Vergadering kwam het eerst te famen te Leeuwarden, op den 12 van Louwmaand 1785, en beflond uit Lieden van allerhande Klasfen , zynde dezelve veelal Hoofd - Officieren of Gekommitteerden uit de Honoraire Leden der Corpfen. Dikwyls wierden deeze algemeene Vergaderingen , welke ook Commisiien maakten van veelvuldigen aart, herhaald, meest al in de Herbergen 't Zwart - Kruis of den Posthoorn, waarom zy wel eens fpotswyze de Staaten van 't Zwart-Kruis of van den Posthoorn genoemd wierden. De Genootfchappen bereikten inmiddels hier door ras een hunner voornaame oogmerken: te weeten een algemeen verband der verfchillende Corpfen, 't welk hunne hoofdbedoeling wel eenigzins , doch onder bedekte termen aan den dag lag. Onder an. deren las men daar in: „ Dat zy met deeze hunne „ Wapening geen ander oogmerk hadden, dan om „ het lieve Vaderland in 't algemeen , en een „ ieders Woonftede in 't byzonder , overeenkomflig „ met 'sLands Wetten, zo veel mogelyk, tegen „ alle  NEDERLAND. alle Binnen - en Buitenlandsch geweld en over„ heerfching te dekken en te befch?rmen". Ook beloofden zy: „ Dat zy zich nimmer zouden laaten „ gebruiken tot het invoeren eener andere Regee» ,, ringsform , dan de waare Republicainfche gegrond „ op de Conftitutie deezes Lands". Deeze om zo te fpreeken bezwoorene overeen* komst der Vrycorporisten gaf een grooter klem aan de oogmerken der hoofdbeleiders, dan men in den eerden opflag verwachtte. Nergens hadden zy naamelyk eene nette bepaaling gegeeven, van 't geen zy door binnenlandsch gexeld verflonden, noch ook bepaald, hoedanig-by hen de waare Republicainfche Regee* ringsform gegrond op di Conflisuiie wl:rdt begreepen. Zo dat zy, nu eenmaal te famenverbonden zynde , daar in der tyd eene zodanige betekening aan konden geeven , als 't best met hunne belangens overeen kwam. Wanneer dus by voorbeeld de Meerderheid der Staatsleden, wegens laefiveProtesten, de Minderheid meende te moeten doen actioneeren, wais 't vöor de Hoofden der Corpfen genoeg te zeggen , dat 'er Binnenlandsch geweld wierdt gepleegd , en dat dus ieder met zyn geweer en Wapenen moest opkomen. Het tweede middel om zyn oogmerk te bereiken, waren de Politique Vergaderingen, die op veele plaatzen deezer Provincie, meestal onder den naam B a van  20 Het BEROERD van Fraterniteiten, of Burger - Sociëteiten wierden. opgerigt. Op deeze plaatzen vond men lieden van allerleie rang onder eikanderen gemengd ; en bygevolg eenige weinigen, die de fchranderfte en voorbaarigfte waren, voerden aldaar 't woord, om de boeken en papieren, die geleezen wierden, te verklaaren, en den Toehoorderen den waaren zin op 't hart te drukken. De Stukken, die men 'er las, waren dikwyls zeer partydig tegen de vastgeftelde Regeering , gelyk in de laatfte 2 of 3 jaaren de Post van den Neder- Rhyn , de Kruijer, de Utrechtfche , INederlandfche, Historifche en andere Couranten enz. zo dat raazen en fraaalen op de Regenten wel eens de hoofdbezigheid was van deeze luidruftige Vergaderingen. Om ondertusfehen deeze Schooien der Vryheid, zo zy die noemden, een grooten luister by te zetten, wierdt ten dien einde, in Leeuwarden, eene zeer fchoone Zaal in gereedheid gebragt, gelyk ook, naar evenredigheid der Stad, ,te Franeker ,* doch de Broeders aldaar zyn in hun werk verfioord, eer zy de vrugten van hunnen arbeid hebben mogen plukken: ja zelfs te Leeuwarden , alwaar men voor 't half voltooide gebouw reeds met groote letteren den naam van FRATERNITEIT las, hebben zy, zoras ze vreesden gedaan werk te zullen krygen, de*, verfkwast daar over doen ftryken. Naauwlyks vond men  NEDERLAND. ai men ook in de Provincie een Dorp van. aanzien, alwaar een Corps was, of men had 'er ook eene Fraternitek of Societeits-huis. Het derde Poinct waar aan , zou men iets beginnen , voldaan moest worden , naamelyk eene welgefpekte beurs, was wel het ergfte artikel van allen. Niets vond men derhalven dienftiger, dan het oprechten eener Lotery, die , al waren de Conditiën niet zeer gunftig voor de Inleggers , ras voltallig zou zyn geweest, naardien 't getal der begunftigers groot was. Doch hier in was deeze zwaarigheid, dat men geene. Loteryen buiten kennisfe en toeftemming van de Staaten der Provincie mag aanleggen. Ten dien einde wierdt derhalven door zekere Commisfie een Request aan den Staat geprafenteerd op den 14 van Hooimaand 1785 , 't geen, egter, eenige dagenlaater met Nihil wierdt te rug gegeeven. Men liet dit Plan ondertusfchen niet vaaren, maar fchreef eene prysvraag uit, om eenig uitvcerbaar middel tot inftandhouding van een Vry-Corps uit te vinden ; waar op 'er een voor den dag kwam met eene Lotery in goederen, als gouden ooryzers, horologien, bedden met hun toebehooren enz., en dit Plan, zeer voordeelig en uitvoerbaar geoordeeld zynde, zou, met toelaating van den Grietman van Westdon•} geradeel, even buiten den klokflag van Dokkum, ten C 3 uit.  S2 Hei BEROERD uitvoer worden gebragt. Men meende mamelyk ten dien einde de toeftemming der Staaten njet noodig te hebben, dewyl dikwyls zulke Loteryen in 't klein, op enkele toelaating der Officieren en Stadsgerechten, haaren voortgang hadden. Dan de Gedeputeerde Staaren dagten geheel anders ov,er deeze Lotery, die in 't groot, en volgens een vastgefteld Plan, in 't welk de Collecteurs en uitvoerders alle benoemd waren, ftaande te gefchieden, ook van een geheel anderen aard was. Waarom aan deeze geheele oprichting, die reeds veel hoofdbreeken gekost had , in eens de bodem wierdt ingeflaagen door de volgende Publicatie van den 8 van Zomermaand 1786: Wy Willem, by der gratie Gods, Prinr.e van ., Orange en Nasfau , Graave van Catzenelboge , j. Vianden, Diets, Spiegelberg, Buuren, Leerdam „ eri Culenburg; Marquis van Veere en Vlisfingen. „ Baron van Bpeda, Diest, Beilenftein, der Stad „ Grave en Lande van Kuik, Ysfllftein, Craanen» „ donk, Eindhoven'en Liesveld ; Onafhanglyk „ lieer van de vrye Heerlykheid Ameland; Heer van „ Breevoort, Borculo, Lichtenvoorde, 't Loo, „ Geertruidenberg, Klundert, Zevenbergen, de hoo„ ge en laage Zwalue, Naaldwyk, Polanen, St. Martensdyk, ' oest, Buuren en ter Eem, Willem„ ftad, Steenbergen, Montfbrt, St. Vith, Buigen- „ bach  NEDERLAND. 23 bachen Daasburg; Erf-Burggraaf van Antwerpen, „ Erf-Marfchalk van Holland; Erfftadhouder, „ Erf-Gouverneur, Erf-Capitein Admiraal en „ Generaal der Vereenigde Nederlanden; Erf-Capi« „ tein Generaal en Admiraal van de Unie; Ridder „ van de Kousfeband en van den zwarten Adelaar „ &c &c. &c. „ Mitsgaders de Gedeputeerde Staaten van Fries„ land allen den geenen, die deezen zullen zien ofte „ hooren leezen, Salut; doen te weeten. Alzo ter „ Onzer kennisfe , zo door Publique Advertisfemen„.tenin de Couranten, als anderzins is gekomen, „ dat in deeze Provincie is opgerigt eene Lotery van „ goederen, ten voordeele van de (zich aldus Qua„ hficeerende) vereenigde Gelegalizeerde Vrycorp„ fen en Exercitie Genootfchappen in Friesland, „ welke K op verleende permisfie van den Heere „ Grietman van Wcstdongeradeel ,^ zal worden ge„ trokken onder den Dorpe Betterwird op de ftreek „ by Dokkum, of op eene andere,, daar toe gefchik„ te plaats, in Voorfchr. Griétenye, door Direc„ teuren nader te bepalen; En by ons geconfidereerd zynde, dat het oprigten van zodanige Loteryen „ direct ftrydig is tegen de welmeeninge van de Hee„ ren Staaten Onze Principalen en die van Onzen Collegie, zo in den jaare 1725 by Publicatie „ op Last van Hoogstdezelve bekend gemaakt, als B 4 » ook  14 Het BEROERD. „ ook noch onlangs by Refolutie van den 18 July „ des voorigen jaars, by het verbod der Loteryen „ in deeze Provincie door Hun Edele Mogende is „ verbleeven. Zó is 't: Dat Wy, om in deezen „ Ons te gedraagen naar deeze Hun Edele Mog. „ welmeeninge, goedgevonden hebben en verdaan, „ gelyk Wy doen door deezen , niet alleen deze „ bovengemelde Lotery te disfolveren en te vernie„ tigen, maar ook teifens te verbieden daar in eenig deel te neemen, zullende tegen de Con„ traventeurs in deezen worden geprocedeerd con„ form de Wetten van den Lande. „ Wordende de zogenaamde aangeftelde Collec. „ teurs en Secretarisfën op zommige plaatzen in deeze Provincie, door deezen op 't ernftigfte „ gelast, geene lotzedullen of lysten der pryzen „ uit te geven, noch de Boekdrukkers , om de„ zelve te drukken; by poene, dat anderzins te» „ gen dezelve , als overtreeders van de wetten, „ door de Hooge Overigheid geëmaneerd en gear„ resteerd, zodanig zal worden geprocedeerd , als „ tot maintlen van Hoogstderzelver gezag noodig „ en dienftig zal worden geoordeeld". Aanmerkenswaardig is in deeze Publicatie de uitdrukking zich aldus qualificeerende vereenigde Gelegalizeerde Fry • Corps en Exercitie » Genoot' /etappen, welke deezen vrienden zeer tegen de borst heeft  NEDERLAND. heeft geftooten: dezelve was ondertusfchen niet ongegrond ; hebbende de Staaten wel willen dulden, dat de Geregten, ieder in hunnen Bedryve, vryheid gaven, om zich in den Wapenhandel te oeffenen, doch nooit, om daar uit eene gewapende asfociatie over de geheele Provincie te doen gebooren worden , dewyl die noodwendig een gebied ineen gebied moest ten gevolge hebben , gelyk by de uitkomst is gebleeken. Eer men ondertusfchen tot deeze Publicatie, die eene groote gisting onder de gemoederen der VryCorporisten verwekte , was gekomen , gebeurde 'er eene andere zaak van groot gewigt , die wel niet onmiddelyk de Exercitie - Genootfchappen in 't algemeen betrof; doch echter eenige betrekking had op het Genootfchap der Stad Leeuwarden, en door derzelver Hoofden voornaamelyk wierdt gedreeven. Dit geval-was naamelyk het nieuw Regeerings - Reglement der Stad Leeuwarden, waar over in Wintermaand 1785 ter Staatsvergadering was gedelibereerd, en 't welk in den Ordinairen Landsdag van 1786 tot zyne volkomenheid is ge. bragt. De omftandigheden deezer gebeurtenisfe in het Vierde Deel deezes Werks van bladz. 201 tot 223 uitvoerig zynde voorgedraagen, willen wy derwaarts den Leezer wyzen, en hier alleen aanmerken dat B 5 de  26 Het BEROERD de uitflag den Volksvrienden hard viel te verduwen. Van toen af begonnen zy eerst recht Plans tc maaken om den Stadhouder en de Regenten te fnuiken; terwyl daarentegen deeze meer en meer de handen in een floegen; waarom ook veéle, die tot hier toe meer of min de zogenaamde Volksparty waren toe» gedaan geweest, dezelve vaaren lieten. Van dien tyd af begon ook voornaamelyk het fchimpen op de Friesfche Regenten in de Utrechtfche en andere Couranten. Voorts viel in dit jaar , uitgezonderd het ver bieden der Lotery voor de Vry - Corpfen, in deeze Provincie weinig van belang voor , wat het Staat, kundige betreft, tot aan de zo veel geruchts.gemaakt hebbende optogt van Krygsvolk naar Hattem en Elburg. Toen naamelyk in deeze ^Provincie de tyding „gekomen was, dat men tot die expeditie ook Friesfche Troupen zoude gebruiken, met naame het Regiment van Plettenberg, zo wierdt het Landfchapshuis overftroomd met Adresfen , door welke men de Rcgecring als 't ware zogt te noodzaaken, om zich tegen de maatregelen der Gelderfche Staaten te verzetten , en de tegenovergeftelde zyde te kiezen. De Regeering daarentegen denkende, dat al dit werk voornaamelyk kwam uit de koker van hun, die de algemeene Vergadering van de Gekommitteerden der Genootfchappen beftierden, en dat men  NEDERLAND. men het 'er op gemunt had, om hun 't hegt der Regeering uit de handen te wringen, eveneens als men toen reeds in Utrecht had gedaan, en zulks naderhand in de Overysfelfche en Hollandfche Steden heeft verricht, wierden te raade de twee volgende Publi kaden te emuneeren op den 25 van Herfstmaand if&6. DE STAATEN van VRIESLAND allen den genen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALCJTï Alzo Wy met aandoening en tot Ons innig leedweezen dagelyks bevinden : Eens» deels, dat vele der Couranten en , andere Nieuws» Papieren, zo in Holland als elders gedrukt en in deeze Provincie wordende ingevoerd , al dikwyls vervuld zyn met volflrekte onwaarheeden, ook veeIe der weezenlykfle gebeurtenisfen daar in niet zel« den met bygevoegde, opgefierde en verzonnene omftandigheden in een ten eenemaal verkeerd dagligt. , worden geplaatst, en zulks overal met geduurige inmengfels van de hatelyklte en hönendfte uitdrukkingen en fchandelykfle lafleringen , niet flegts ten aanzien van particuliere Perfonen , Amptenaren en Leeden der Regeering, maar zelfs betrekkelyk geheele Collegien eh den Souverain zelve; baarblykelyk ondernomen met'het verfoeielykst oogmerk , om de zo ongelukkig thands fmeulende Ori-  a8 Het BEROERD Onlusten in Ons gezegend Gemeenebest aan te kweeken, het zaad van twist en tweedragt te zaajen, en het zo nodig vertrouwen tusfchen de Regenten en Ingezeetenen , waare het mogelyk, alomme weg te nemen. Anderdeels, dat fommige Perfonen , op het voorbeeld van lieden in andere Provintien, zedert eenigen tyd hun werk maaken, om alhier op gantsch ongewoone wyzen over allerhande onderwerpen, ook de Regeering en het befHer des Lands betreffende, Requeflen en Adresfen te ontwerpen en óp te ftellen ; daar toe Vergaderingen aan te leggen, dezelve vervolgens niet alleen in pubiicque Huizen ter tekening te leggen, maar ook by de woningen van Burgers en Ingefetenen daar meede rond te lopen, om elk en een ieder tot de tekening en pra?» fentering daar van aan de Regeering op allerhande wyze wigtig te maken en over te halen, ja zelfs daar toe by pubiicque Trommelflag uit te nodigen. Het welke alle omflandigheden en onderneemingen zynde, die nergens anders toe kunnen ftrekken, dan om de waarheid, rust en het goed vertrouwen in den Lande te ondermynen , en in plaatze daar van leugenagtige en liefdeloze berigten en verhaalen, onrust en wantrouwen in te boezemen, en op die wyze ' een grond te leggen, tot eene verwarring, welke,  NEDERLAND. 29 welke, zo GOD het niet genacïïglyk verhoede, den gewisfen ondergang van den Staat, benevens de daar aan onaffcheidbaar verknogt zynde dierbare panden van Vryheid en Godsdienst, ten onvermydelyken gevolge zal moeten hebben. Zoo is 'f, dat Wy, het gewigt van dit alles inziende, en niets ftcrker nog vol yveriger dan het welzyn van Land, Kerk en Ingezetenen, volgens de gronden Onzer bezworene confiitutie behartigende , (hoe zeer ook buiten Ons bereik zy, dat quaad , ten aanzien van 't eerfte Lid, als uit andere Provintien zyn Oorfprong hebbende, dadelyk en volledig te fluiten,) egter niet hebben willen afzyn, om den voortgang en uitwerking daar van zo allerverderfelykst voor de bloey deezer Provintie en aller Ingezetenen waaragtig en duurfaam Welzyn, voor zo veel in Ons is, voor te komen en te beletten, door niet alleen Onze goede Ingezetenen daar tegen op het welmenendst en nadrukkelykst te waarfchuwen , maar ook elk en een iegelyk op het ernftigst te verbieden, om zulke Onwaarheden, Lafleringen en Rustverftorende berigten na te drukken, en op die wyze de verdere verbreiding daar van te bevorderen: willende Wy tevens aan elk en een ieder hebben geinterdiceerd en verbooden , zo als Wy interdiceren en verbieden by deezen , om eenige  go He t BEROERD eenige gefchriften in rym of onrym, en onder welken naam hec ook zyn mag , waar in de handelingen der Regering van de Republyk in hec algemeen , of van deeze of andere Provimien, Steeden en Landen in het byzonder worden getaxeerd, gepreezen of gelaakt, of waar in Regenten, Atnptenaren of particuliere Perfonen in hun eer of reputatie worden gequetst cn beledigt, te maaken, fchryven of drukken, of dezelve alhier gemaakt, gefchreeven of gedrukt zynde, te verkopen, uit te ftrooyen , divulgeren of te communiceeren. Van gelyken interdiceeren en verbieden Wy, om eenige Requesten, over welk Onderwerp ook, in pubiicque Huizen of op andere plaatzen ter tekening te leggen daar toe Vergaderingen te houden , of met dezelve by de Huizen en Woningen der Burgers en Ingezetenen rond te loopen , om die op eene of andere wyze tot de verteekening daar van uit te nodigen, over te haaien of te doen tekenen: laatende niet te min aan een ieder Ingezeten en elk geërkend Corpus deezer Provincie, volgens het aloud en loffelyk gebruik des Lands, de volkomene vryheid , om zig, (indien eenig verzoek te doen heeft, of zig ergens over bezwaard vindt,) op de gewone wyze en forme, en in behoorlyke uitdrukkingen, aan de Regenten te adres* feeren. Alles  NEDERLAND, 31 Alles onder poene, dat de zodanige , welke tegen deeze Onze Lands Vaderlyke weimening komen te handelen, en deeze Onze Publicatie in het een of ander poinct komen te overtreden,, daar over met Bannisfement of zwaardere Straffe aan den Ly ve zullen worden geflraft, naar omftandigheid van zaken: want Wy zulx alles onder afbidding van 's HEEREN zegen, tot bewaring van ruft en behoud van den Lande, alzo verftaan te behooren. En op dat niemand hier af eenige ignorantie voorwende , zal deeze over al worden gepubliceert en geaffigeert, ter plaatze daar men gewoon is publicatie en affictie te doen. Aldus gerefolveerc en gearrefteert op het Land* fchapshuis binnen Leeuwarden den 25 September 1786. J. C. B E R G S M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mög. A. J. v. S M I N I A. De tweede Publikatie was van deezen inhoud: DE STAATEN van VRIESLAND, allen den geenen , die deezen zullen zien ofte hoorcm leezen SALUT: Alzoo Onze Gedeputeerden en Onze Raden in den Hove Provinciaal zig gefamentlyk aan Ons, na, on«  3a Het BEROERD onderling gehouden befogne geadresfeerd en voörgedraagen hebben; Dat, daar Wy op de Adresfen Van eenige Ingezetenen uit verfchillende Grietenyen en Steeden vaa deze Provincie, ten tyde van een gedreigden Oorlog, ieder afzonderlyk aan Ons gedaan , om zig in den Wapenhandel te oeffenen, by Onze Refolutie van den 19 December 1783 , daar op hadden verklaard, den yver der goede Ingezetenen, om zig te bekwaamen in het behandelen van Wapenen , ten einde in geval van nood het dierbaar Vaderland tot nut en befcherming te konnen zyn , ten hoogden te laudeeren, en Ons derhalven niet ongenegen zouden toonen > gelyk reeds by voorraad door riet fourneeren van Wapenen uit 's Lands Magazyn hadden gedaan, dien yver op te wekken, ingevalle de zulken, die op eene reguliere wyze, onder de Regeering van hunne wettige Overheid, en het beftier hunner Opperhoofden, zig naar geformeerde Wetten en Reglementen willende gedraagen, met exhibitie van zodanige Wetten en Reglementen, hun aan Ons quamen te adresfeeren, op grond van die 'Refolutie de wettigheid der thans exfifteerende Exercitie - Genootfchappen of Vry • Corpfen , en de legalifatien daar van, door de refpective Officieren en Magifiraten vervolgens verleend, eenig en alleen waren berustende. Dat  NEDERLAND. 3J Dat egter deeze Ónze heilzaame Refolutie zodanig eene extenfie begon te ondergaan, dat de gevolgen daar van met opzigt tot de ruft van dit vry en gezeegend land, by het Collegie en het Hof niet langer met onverfchillige oogen konden worden aangezien, en Zy over zulks zig verpligt reekenden ons onder het oog te brengen, dat men by genoegzaam alle de gemelde genootfchappen was begonnen Gecommitteerden te benoemen, die te Leeuwarden te doen zaamen komen y aldaar eene Generale Vergaderinge van Gecommitteerden te formeeren, in de zelve te benoemen een Praelident en Secretaris; in die Vergaderingen Commisfien te verleenen, binnen en buitenlandfche Correspondentie te houden, circulaire Misfives af te vaardigen, en aldus aan deze Vergadering eene wezenlyke exfiftentie te geèven en zich alzo tot een lighaam te maaken : Wyders aldaar te handelen over zaaken van hec uiterst gewigt, en concerneerende de Hoogheid des Lands, zo dat men zig zelfs onderling door eene formeele Acte heeft verbonden, de conftitutie van deze Provincie te zullen handhaven naar inhoud van de fchriftelyke last der refpeétive Genootfchappen aan hunne Gecommitteerden; en zulks zonder kennisfe van hunne wettige overheid, en zonder dat men zelf nodig geagt heeft daar op te vragen onze Approba* tie. DEEL. C Vat  ^ Het BEROERD Pat zy Heeren Gedeputeerden en van den Hove alle deze handelingen aanzagen als direct fTrydig met meergemelde Onze Refolütien van den 19 December 178 3, naardien de exercitie Genootfchappen, door eene Generaafe Asfociatie over de Geheele Provincie, zig ten eenemaal onttrekken aan de Reegeeringen der Refpedtivé Grietenyen en Steden waar toe zy telkens door Ons gerenvoyeerd zyn. Dat vyyders zy Heeren deze algemeene byeenkomften van Gecommitteerden uit gewapende Genootfchappen befch'ouwden als fchadelyk voor de rust eh goede ordre, omdat daar uit, zo ooit uit iets eene Regeering in éene Regeering te wagten waare,iets ten eenemaal onbeftaanbaar met 'de vryheid en veiligheid der goede Ingezetenen. Eindigende deeze hunne voordragt met aanra* ding, om by Ons daar omtrent te willen doen de nodige voorfieninge, door deeze Generale Vergaderinge van Gecommitteerden der Exercitie Genoot-; fchappen te disfolveeren, de Aften, Contracten, Conventien en alle Refolütien by dezelve of by de Exercitie Genootfchappen met eikanderen aangekgaan en genomen, te vernierigen, en in 't vervolg dergelyk zoort van zamenkomften en handelingen te verbieden. Zo is 'f dat Wy dit ernftig voordel, door de twee zoo refpeftabele Collegien van Politie en Juttitie  NEDERLAND. s| ii deezè Provincie gezameritlyk aan Ons gedaan, in rype deliberatien gelegd hebbende, en de kragc en gevolgen van dien met alle overtuiging gevoelende t goedgevonden hebben, tot nut en heylvan Onze Ingezetenen en Confervatie van de ruil: en voorfpoed des Lands, aan alle de Exercitie Genootfchappen of Vrycorpfen, thans zynde of namaals komende, te interdiceeren en verbieden, gelyk Wy iriterdiceeren ■ en verbieden door kragte deezes, om geene zamenkomfien van eenige of alle de Exercitie Genootfchappen , Gecommitteerden uit dezelve, of eenige Generale Vergadering, van welke natuur 'ook, bin* nen Leeuwarden of ergens anders meer te houden oftip te rigten; disfolveerende Wy over zulks de Generale Vergadering van Gecommitteerden der Exercitie Genootfchappen binnnen Leeuwaarden gehouden; met casfatie en vernietiging tevens van alle Acten, Contracten, Conventien en Refolütien by dezelve of by eenige Exercitie Genootfchappen "aldaar of ergens elders onderling aangegaan of genomen. Met wyder verbod en interdictie aan alle de Schutteryen en Genootfchappen in deeze Provincie zig bevindende, of de particuliere Leeden van dien, om eenig dadelyk deel te neemen, of zig op eeniger wyze te laaten gebruiken of engageeren in de» Onlusten en Oneenigheden, welke tot Ons grievend C » leed-  -5S Hr. t BEROERD leedweczen in andere Provinciën plaats hebben; veel min te ondernemen, om tot behulp van eene of andere parchy aldaar uit te trekken, het zy Gewapend, het zy Ongewapend, buiten Ons uitdrukkelyk con-, fent. Alles onder poene, dat de zodanigen, welke contrarie deezes komen te handelen, en zig alzoo aan de overtreedinge van deeze Onze Publicatie fchuldig maaken, daar over met Bannisfement of zwaardere Straffe aan den Lyve zullen worden geftraft naar omftandigheid van zaaken. En op dat niemand hier van ignorantie voorwende, zal deeze allomme worden gepubliceert en geaffigeert daar men gewoon is publicatie en affictie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op het Land» fchaps -huis binnen Leeuwarden den z$ September 1786.. J. C. BERGSMA, Vc. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. A. J. v. SMINIA» Dus lag de groote Vergadering, het middelpunt van 't Vrycorporistisch aanzien, in duigen. Dit griefde de Hoofden wel het meest, doch hier van lprakea  NEDERLAND. 37 ipraken zy het minst, om dat het hun niet diende, voor 't oog der wereld zo veel belang in dee» ze Vergadering te dellen : zy vielen 't meest op eenige byzondere uitdrukkingen des Placaats , en vooral op die, omtrent het laaken, pryzen en tauxeeren van de daaden der Regenten, welke buiten twyffel alleen zien op de te dier tyd in menigte uitkomende oproerige Politique gefchriften, (trekkende om braave Burgers op te ftooken tegen hunne wettige Regenten. Dan deeze woorden, door hen in denergden zin genomen, wierden, op alles, zo veel mogelyk, toegepast , en den gemeenen man doorgaans zodanig voorgefteld, als of die niet alleen zagen op 't opftellen en divulgeeren van Staatkundige Schotfchriften, maar zelfs op gefprekken; zo dat deeze goede lieden waan» den, dat het nu met hunne ganfche Vryheid gedaan was, zo zy zich niet kragtdaadig regen deeze Publi» catien lieten zien en hooren. Ondertusfchen waren de misnoegden niet weinig verblyd, dat zy deezen zandgrond gevonden hadden, om 'er hun gebouw op te dichten; zynde de drangredenen uit deeze Placaaten getrokken, die zy den gemeenen man alomtne en geduurig Vóórpredikten, het voornaame middel, waar door zy de ExcerciüeGenootfchappen , die reeds aan 't vervallen waren, meer dan ooit het hoofd deeden opfteeken, gelyk , C 3 «nen  55j Het BEROERD merï al ras na den grooten Landsdag van 1787 befpeurde. Weinige flaatkundige gebeurtenisfen van groot gewigt vielen'er ondertusfchen voor ten opzichte der Friefehe Conflitutie , dan dat men zich veel werks gaf om Adresfen aan den Staat te krygen, tot affchaffing der Publicatien van den 25 September, welke men als zeer drukkende voorftelde. Doch hier kwam weinig van, behalven een door C. L. van Beyma en zyne Medereprefentanten van 't Leeuwarder Vrycorps, 't geen onder anderen tot drangrede had, om de hinderlyke Placaaten weg te neemen, de zuiverheid der oogmerken van de zoge» naamde Volksvrienden : opdat geene aanleiding mogt •worden gegeeven aan 't Publyk om de welmeenendheid, de hetaamelykheid en pligtmaatigheid hunner oogmerken in eenigen twyfd te trekken, en zy gezuiverd worden van de vlek, als hadden zy. iets beftaan, waar van de gevolgen by de Hooggedagte twee Refpectabele Collegien van Politie en Juftitie deezer Provincie, met opzigt tot de rust van dit vry en gezegend Land, niet langer met onverfchillige oogen konden aangezien of als fchadelyk voor de rust en goede order moesten befchouwd worden. Doch hier op kwam het volgend declinatoir. Apoinctement. '  NEDERLAND, go „ Is na Lecture en overweeging van Voorfchr. „ Requeste der Supplianten (zich qualificerende „ Gecommitteerden en Reprefentanten van het vry„ corps van Leeuwarden) goedgevonden en verdaan „ te declareeren, dat H. Ed. Mog. de Refolutie en „ Publicatie waar van de Supplianten gewaagen, „ genoomen en geëmaneerd hebben tot bewaring van „ de rust en bevordering van het heil deezer Provin„ cie,endaarby perfilteren; verwagtende, dat alle „ Ingezeetenen des; Lands zich by aanhoudenheid met „ die betaamelykheid en pligtmaatigheid zullen „ gedraagen, dat Hun lidele Mogende daar over „ voldaan kunnen blyven. „ Aldus gerefolveerd op 't Landfchapshuis den 3 „ Maart 1787". Veelen openbaarden inmiddels hunne oogmerken van dag tot dag klaarder, en zulks deed vreezen, dat men niets minder in den zin had, dan de geheele tegenwoordige Regeering van 't kusfen te zetten. Om nu dit veruitziende Plan te doen gelukken , formeerde men uit de fteeds protefteerende Staatsleden één lichaam, 'tgeen dikwyls afzonderlyk vergaderde , en in veele Hollandfche Couranten en Libellen onder den naam van de braavs FriefcheMinderheid geëerbiedigd wierdt. Deeze Heeren waren of zeiven Officieren der Corpfen, of ftonden daar mede in 't diepst vertrouwen, zo dat men nu, C 4. wat  A4 Hn BEROERD wat de uitwerking aangaat,. de algemeene Vergadering der Vry • Corporisten als herfteld zag. Deeze Aanhang wierdt inmiddels voor den Lande eene gevaarlyke zaak, dewyl veele misleide Schutteryen en Vrycorpfen thans deeze Minderheid, met voorbygaan des waaren Souverains, voor haare wettige Overigheid begonnen aan te zien, ja tot de verregaande dwaasheid kwamen om aan deeze Heeren Adresfen aan te bieden, in welke zy zulks genoegzaam te kennen gaven, en zelfs beloofden, gewapend te famen te zullen komen , alwaar de Minderheid het begeerde , om dan haare bevelen , met eene dipte gehoorzaamheid, op te volgen. In zagter bewoordingen, doch opmerkelyk genoeg, was de volgende Brief aan de genoemde protesteerende Staatsleden. w HOOG WEL - GEBOOREN EN HOOG GESTRENGE HEEREN ! „ Het is met de zuiverde gevoelens van eerbiedige hoogachting, dat het Collegie der BurgerSchuttery der Stad Franeker zich de eere geeft U H. W. Geboor. en H. Ed. Geftr. deeze letteren te doen toekomen, ten einde ook van hunne zyde in  NEDERLAND. 41 fa deeze kommervolle dagen, iets toe te brengen tot betoon der algemeene dankbaarheid, waar mede Frieslands welmeenende Burgeren vervuld zyn jegens een aantal mannen, welke zich de liefde en achting van een Vry Volk waardig bewonen. „ Ons Collegie H. Welg. en H. Edele Heeren heeft met veele Ingezeetenen deezes Lands het zuiverst genoegen genoomen in de gevoelens, door U. H. Welg. en H. Edele bloot gelegd by derzelver Misfive aan de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, welke gevoelens het egte kenmerk draagen van waare Staatkunde en ongekrenkte Vaderlandsliefde. En welke gevoelens ons Collegie verklaart ten vollen goed te keuren, en, als hunne eigene en waarachtige fendmenten bevattende , aan te neemen. „ Vergun ons dan , myne Heeren, Uw by het heil van ons lief, doch gefolterd Vaderland te mogen bezweeren, by die gevoelens onwrikbaar pal te blyven ftaan, en in de gunftige inwagting van den zegen des Allerhoogften , daar in te volharden , tot troost en opbeuring van alle braaven in den Lande. In die hoope dat uwe poogtngen ten beste aangewend, eindelyk eens zullen mogen bekroond worden met een gunftigen uitflag. En in dat zeker vertrouwen, dat de onderfteuning in alle C 5 uwe  42 Het BEROERD uwe rechtmaatige poogingen en bedoelingen, door het Volk van Friesland , indien het eenige waarde dek op deszelfs dierbaarfte rechten, Uwlieden nooit zal ontbreeken. „ Wy- vleyen ons, in onze verpligting als Burgers , nooit te kort te zullen fchieten , en daar deeze verpligting in de eerde plaats van ons vorderd de bevordering van het heil des algeraeenen Burgerftaats, zo maaken wy geene zwaarigheid, om aan U H. Welg. en Hoog Ed. GelTx. opentlyk te declareeren, dat wy in onze betrekking, als hoofden der braave Schuttery deezer aloude Stad , zo voor het heil van deeze Stad, als van dit Land in • 't algemeen , op het voetfpoor onzer dappere Voorouderen, en. ingevolge het eeuwig verbond der Unie, goed en.bloed veil hebben. „ Waar mede wy de eer hebben deezen eindigende ons te onderfchryven. Hoog Wel-Gebooren en Hoog Edele Gedrenge Heeren! U H- Welg. en H. Ed. Gefir. Dienstwillige Vrienden. Het Ed. Malefeits-Gerecht der Stad Franeker. Met een weinig te rugge te treeden, moeten wy hier melden, dat te Franeker op den 26 van Herfstmaand 1786, door acht voornaame Burgeren eene Burger. Sociëteit of zogenaamde Fraterniteit was  NEDERLAND. 43 was opgerecht, in welke alle Dienstdoende en Honoraire Leden van Schuttery en Genootfchap zich konden laaten intekenen; in welke hoedanig* heid van Honoraire Leden des Genootfchaps of Vry-Corps zich daar ook in begaven de drie Hoogleeraaren J. Valckenaer, G. Coopmans en Th. van Kooten. In die Gezelfchap wierden de HoUandfche Couranten, Posten, Kruyersenz., welke reeds toen hoonende waren voor veele Friefche Regenten, gekogt en geleezen; verklaarende de meer kundigen of yverigften de duistere plaatzen voor de onkundige meenigte. Als een zeer voornaam Lid deezer Vergadering wier It de Heer Valckenaer befchouwd, en daarom ook verzogt de Vergadering met eene Redevoering te willen openen, 't welk Z. H. Gel. aannam. Hoedanig zich de verdere voornaame Leden der Sociëteit in dezelve gedraagen hebben, zullen wy hier niet onderzoeken, maar alleen aanmerken, dat de verbitterdheid van veele Franeker Burgers, en van anderen, die aldaar verfcheenen, op de Hooge Overigheid, en op allen die zich niet voor de Hellingen der zogenaamde Volksvrienden wilden verklaaren , van dien tyd af oneindig derk heeft toegenomen. Zo dat men deezen boom, zal men dien uit zyne vrugten kennen, als een zeer ongelukkig voortbrengzel moet befchouwen.  44 Het BEROERD Zy die zedert een geruimen tyd reeds voorneemens waren, om de vryheid van den Wapenhandel , tot het afkeeren van 's Lands vyanden toegedaan, zo ras zy 'er licht in zagen, tegen de Hooge Overigheid te gebruiken, of ten minden de fchranderfte van hun, begreepen wel , dat men 't met een hoop vrye Burgers en Boeren , bezwaarlyk tegen twee volle Regimenten Infantery en twee Esquadrons Cavallery, zou kunnen uithouden ; doch overweegende, dat 'er geene Artilleristen in de Provincie waren, dat 's Lands Tuighuis van ligt gefchut .en de daar toe behoorende wapenen flegt voorzien was, terwyl in eenige Steden, inzonderheid te Franeker , alwaar zy 't best den meester konden fpeelen , vry goed gefchut wierdt gevonden, zo kwamen zy op 't denkbeeld, om zich in de Manoeuvres der Artillery te oeffenen, om dus na verloop van eenige Maanden de Militie van den Staat met gefchut te kunnen aanvallen. Deeze onderneeming begreep men het eerst te Franeker in 't werk te dellen, ten welken einde eenige Studenten wierden opgemaakt om zich als Honoraire Leden van 't Exercitie - Genootfehap te doen infehryven, en als dan een Corps Artilleristen op te regten , ten gebruik van 't welk men dan een of meer ftukken van 't gefchut der Stad te leen zou vraagen. In dit Plan wierden onder.  NEDERLAND. 45 deiftusfchen zo veel zwaarigheden gevonden, dat hec voornaamfte gedeelte daar van, naamelyk het kanonneeren, achter bleef, en de jonge Heeren zich met het Lidmaatfchap des Genootfchaps en der Fra« terniteit vergenoegden. Dezelfde nadeelige uitwerking, welke de Fraterniteit by de Burgery had te wege gehragt , te weeten bittere partyfchap tegen ieder die ilegta aarzelde hunne gevoelens aan te neemen, volgde toen ook onder de Scudeerende jeugd , die zich anderzins tot hier toe zeer ftil en vry onpartydig had gedraagen. Dit kon niet lang verborgen blyven, en kwam dus ras ter ooren van de Curatoren der Academie, welke te raade wierden den Heer Valckenaer, die toen Rector Magnificus was, te ontbieden, op den 18 van Wintermaand 1786. Deeze verfcheenen zynde, wierdt op eene vriendelyke wyze verzogt, alle gepaste middelen aan te wenden om de Vergadering der Fraterniteit, zo door de Profesforen, als door de Studenten, te doen verlaaten ; 't geen echter geenszins de ge» wenschte, maar veeleer eene geheel tegenftrydige uitwerking heeft gehad; hebbende de Profesfor Theologte S. H. Manger goedgevonden, om voort, na de te rugkomst van den Heer Valckenaer, zich ook als Lid der Fraterniteit te doen opfehryven.  46 Hit BEROERD " De Curatoren zweegen op dat pas wel dille , doch beklaagden zich over 't gebeurde op den groo» ten Landsdag des jaars 1787, aan de Ed. Mog. Heeren Staaten. met de volgende Memorie, welke op den 1 van Lentemaand wierdt ingeleverd. ■ ' „ Nu reeds eenigen tyd geleden, wierden wy geïnformeerd, dat 'er op UEd. Mog. Academie zaken voorvielen, die wy als zeer nadeelig voor dezelve befchouwden. „ In de Stad van Franeker was al voor lange een Vry-Corps opgerigc; dan dewyl de Studenten in den beginne zig daar mede niet moeiden, was deze zaak geheel buiten ons ,* doch in den voorledenen jare, vernemende dat eenige hunner niet alleen mede exerceerden, maar ook werkelyk, tegen de wetten van dat Corps, leden van het zelve geworden waren, wekte zulks onze attentie op, te meer,'wanneer wy geinformeerd wierden, dat veele hunner mede leden geworden waren van eene in die Stad onlangs opgerichte zogenaamde Fraterniteit, tot dewelke alleen Schutters, of leden van ExercitieGenootfchappen admisfibel zyn. „ Dit een en ander, Edele Mogende Heeren i ikeurden wy ten eenemaal af, dewyl wy van gedagten zyn, dat het oogmerk van de oprichtinge der Academie, en van de onkosten door UEd. Mog. daar  NEDERLAND. 47 daar aan geimpendeerd , geheel niet bereikt wordt, door de oeffenïng der wapenen, maar der nuttige wetenfchappen, alwaaromme ook de Heeren Staten by de oprigtinge der Academie in de grondwetten derzelve Ar. 35 reeds bepaald hebben, dat zelfs de kleedinge der Studenten van die der Krygslieden moest onderfcheiden zyn, en dat de Studenten , (ingevolge de 39 en 41 Articulen ) hoegenaamd geerte wapenen zullen mogen dragen als wanneer zy op reis gaan. En ook dagelykfche gezelfchappen met de Leden der Schuttery , en van het Vrycorps dier Stad vonden ook geenzins onze goedkeuring, dewyl ons berigt'wierd dat dezelvehoofdzakelykfcheeneningerigt te zyn, om aldaar politique ftukken te leezen, en te verhandelen, daar wy van oordeel zyn dat het geenzins de saak der Studenten is, zich daar mede bezig te houden. „ Dan Edele Mogende Heeren! het waren niet alleen de Studenten, die zig in de Fraterniteit begaven •■ ons wierd tevens verzekerd, dat zommige Profesforen zig als honoraire Leden van het Exercitie» Genootfchap, of Vry - Corps van de Stad hadden laten infchryven; dat dezelve daar door mede leden' waren van de bovengemelde Fraterniteit, en die ook werkelyk frequenteerden, ja zelfs dat eenige zig niet. ontzagen, om in die verzameling van Studenten, Bur-  48 Hn BEROERD Burgers, en Ingezetenen van Franeker, waar ondet ook zommige van de geringde clasfe, couranten en andere fttukken, waarin niet alleen particuliere perfonen, maar zelfs de Souverain dezer Provincie, op eene onvergeevelyke wyze gehoond worden, aan de vergaderde menigte voor te lezen, en dat (daar zulke zaken maar al te gefchikt zyn, om de gemoederen van Jongelingen gaande te maken) men het alleen aan den goeden inborst der thans dudeerende jeugd, en aan hunne gematigde geestgedeldheid te danken had , dat zy , welker verbeeldingskragc men op alle wyzen zogt te verhitten, zig by continuatie zedig, ftil en betamelyk gedroeg. „ Wanneer wy nu confidereerden , Edele Mogende Heeren! hoe aliëen dit gedrag der Profesforen was van de pligten, die na ons inzien op dezelve leggen, hoe diametraal het zelve aanliep tegen den duidelyken letter der boven aangehaalde Academifche Wetten, alwaar Hun Ed. Mog. uitdrukkelyk zeggen: Mores omnium Profes forum funto honestiy pii, et graves , inculpatique; welke wetten Hun Ed. Mog. gewild hebben, dat jaarlyks door de Rectoren en Adfesforen zouden bezworen worden» ■■_ dat in allen gevalle de voorgemelde zaken zeer weinig eerbied en hoogachting, dewelke ieder goede Ingezeten verpligt is , de Hoge Regeering toe te dragen, aan den dag leiden ■ --u ■■ en dat zulks W  NEDERLAND. i$ aan perfonen , die uit 's Lands Casfe betaald worden , aan dewelke dus te regte door Uw Ed. Mog. Art. 34. der Wetten gelast was, Procerei Amplis. fimbs -• bonoranto, et olfervanto utrique, ut gtatiam et decus vobis ordinique et Academice , perpetuo fubfidio comparetis. „ Wanneer wy dit confidereerden, wierden wy met innige droefheid aangedaan; want welke vorderin. gen zal de jeugd op de Academie maken, en hoe 2al'zy aan de onkosten door de Ouderen aan hun bedeed voldoen , indien de wapenen in plaatze der boeken behandeld worden; en dat de tyd, die hun daarvan overfchiet, wordt doorgebragt in gezelfchappen , dewelke aanleidinge geven kunnen , om hun deel te doen nemen en party te doen kiezen in de oneenigheden, die thans maar al te zeer ons ongelukkig Vaderland verdeelen? hoe durft men zig beloven, dat 'er goede Regenten , goede Leeraars, goede Rechtsgeleerden , goede Ingezetenen zullen gevormd worden, uit Jongelingen, die de ftudien nalaten, en op welker gemoederen, dewelke in die jaren voor alle indrukken zeer vatbaar zyn , dagelyks gewerkt wordt, om aan hun het gedrag der Regeringe als ondeugend, of befpottelyk af te malen; te meer, indien zulks gefchied door die genen, die van wegens de Staten gefield worden, om hunne eigene kinderen, en die hunner X. deel. D In-  £ö Hs-r- BEROERD Ingezetenen tot de ftudien op te leiden, hunnen geest tot de goede zeden te vormen, en hun hoogagting, en eerbied, voor de wettige Regering in te boezemen ? en welke Ouderen en Voogden , voora! uit andere landen , zullen hunne kinderen of pupil' len durven zenden naar eene Academie ,. waar de jeugd zig met politicque zaken bezig houdt, en aangezet wordt om daar in deel te nemen ? , „ Deze en andere reilectien, Edele Mogende Heeren! hadden zo veel invloeds op ons, dat wy vermeenden het van onzen pligt te zyn, na ons vermogen tegen den voortgang van dit kwaad te waken \ en het was tot dat einde, dat wy den Profesfor Valckenaer , thans Rector Magnificus , voor ons deden komen, en aan dezelve op eene vriendelyke wyze voorhielden, het geene wy hier voor aan Uw Ed. Mog. in het brede hebben gedetailleerd; als mede dat wy gehoord hadden, dat Hy, benevens de Profesforen Coopmans en van Kooten, leden van die Fraterniteit waren, en zy zig aldaar aan het geene voorfchreven is fchuldig maakten ; dat wy vermeenden zulks ten uiterften nadeelig te zyn voor den luister der Academie, en hem derhalven als Profesfor waarfchuwden, zig daarvan zorgvuldig te wagten, en als Rector Magnificus gelastten, zorge te dragen, dat zulks door geene andere Academifche Burgers gefchiedde , op dat wy niet genoodzaakt  NEDERLAND. 5I z&akt mogten worden , tot ons leedwezen zulke mefures te nemen, als wy ter voldoemnge aan onzen pligt, en tot bewaringe van de rust en tranquiliceit der Academie vermeenden te behoren. „ Wy vleiden ons, Edele Mogende Heeren ! dat deze vriendelyke en ernftige vermaninge, op den ' geest van den Rector Magnificus, en der andere Profesforen, zo veel invloed hebben zoude, dat zy daar door tot nadenken zouden gebragt, zig van die zaken onthouden, en zig alleen zouden bezig gehouden hebben, met dat gene, dat tot hunne posten betrekkelyk'was; maar het mogt ons niet gebeuren, ons met de gelukkige uitkomst van dat aangenaam vooruiuigt te verheugen; de zaken verergerden van dag tot dag. „ Zeer korten tyd, na dat wy den Profesfor Vakke. ■ naer voor ons gehad, en aan denzelven zeer duide. lyk te kennen gegeeven hadden, dat wy afkeurden, dat de Leden Academie de Fraterniteit frequenteerden, wierden wy geïnformeerd, dat de ProfesforManger zig als lid vau dat Gezelfchap had aangegeven. Wy behoeven hier niet aan te toonen, Edele Mo» gende Heeren ! hoe weinig het een Profesfor in de Theologie past, zodanige drinkgelagen, van allerhande zoort van menfchen, byte wonen; men behoeft de zaak maar voor te dragen, om 'er het opbetamelyke in te zien dooi draaien. D 2 Dj \  5fe Het BEROERD „ De Profesfor Valckenaer , aan den welken wy zoo duidelyk onze meninge hadden voorgefteld , bleef lid en Directeur van dat gezelfchap, het welke door hem mede opgericht en met eene redenvoering ingewyd is, en die zelve perzoon, die als Rector thans de eerfte in rang is van de ganfche Academie , die aldaar uit naam van den Souverain dezer Provincie recht fpreekt, die in zyne qualiteit als Profesfor en Doctor het recht heeft, den Catheder te beklimmen, die zelve perfoon vergeet zig zelve, en zyne qualiteit zoo verre dat hy in die Fraterniteit, een plaats daar wyn , bier en fterkedrank getapt word, eenftoel of tafel beklimt, om van daar aan de vergaderde Broederen zaken voor te lezen, die hem niet betreffen, en mogelyk niemand die daar tegenwoordig is aangaan, „ DeProfesforen Coopmans en van Kooien waren, voor onze waarfchuwinge aan den Profesfor Valckenaer, leden der Fraterniteit en van het Vry Corps, en bleeven na dezelve zulks insgelyks. Tegens den tyd der ftemminge van Volmagten ten Landsdage praefenteerde de eerfte , benevens andere, in qualiteit als Gecommitteerde van het Vry Corps, een Request aan de Vroedfchap van Franeker, met verzoek , dat de Vroedfchap hunne Committenten ten Landsdage geliefde te gelasten, om de zaken ter Staats Vergaderinge daar henen te dirigeeren , dat zekere twee Plakaten, in de maand September des voorledenen  NEDERLAND. 53 denan jaars geëmaneerd, ingetrokken, of ten minden gealtereerd wierden; en of zulks niet genoeg ware, zend gemelde Profesfor, in die zelve qualiteit, Copien van dat Request aan veele Schutteryen, en exercitie- Genootfchappen in deze Provincie, met bygevoegde Misfives, om hun aan te manen , deze demarches te volgen. „ Schoon het nu mogelyk is, dat de onkunde van den zeiven , en zyne mede Gecommitteerden. in het Staats regt deezer Provinice, zo verre gaat, dat hun onbekend is, dat de Vblmagten ten Landsdage zonder eenige ruggefpraak of Reftrictie moeten gecommitteerd worden, is het egter zeker, dat dit gedrag aan den dag legt eene geest om zig met zaken, waar mede zy niets te doen hebben, te bemoeien. ),, Zie daar, Edele Mogende Heeren! een tafereel van den tegenwoordigen toedand van vUEd. Mog. Hooge Schoole: Uw Edele Mog. kunnen ligtelyk oordeelen, hoe hartgrievend het voor ons zyn moet, dat aan onze vermaningen, die wy wegens de verpligting, die op ons legt, hebben gemeend te moeten doen, zo weinig gehoor gegeven is, cn dat de zaaken nog zedert dien tyd eerder verergerd dan verbeterd zyn. Wy zouden ons egter dit kunnen getroosten, indien wy niet voorzagen, dat de zaken , die thans aldaar gebeuren , noodzaaklyk het verderf der ganfche Academie moeten na zig ileepen; en, 't welk nog veel meer te dugcenis dan dit alles, dat der jeugd ,• D 3 wier  5*V Het BEROERD wier geest, daar, waar zy ten goede diende ge» vormd te worden, in den grond bedorven word , door haar, op valfche voorgevens, een alkeer en kleinagting voor den Souverain des Lands in te boezemen. Want wat kan daar toe meer aanleiding geven, dan dat zy, door die genen, die uit- den aart van hunnen post, en betrekking, allen invloed op hun moeten hebben, hooren kezen, of verzekeren, dat de bevelen, van hun Ed. Mog. gegeven , kwaad en verkeerd zyn, en dat zy zien, dat hunne Leermeesters zig met allen yver bevlytigen, om die te fbgilleeren, ja zig bemoeien die te doen veranderen. „ Te regte heeft men daarom op alle Academiën gewaakt, dat niet alleen de zeden, en bet gedrng der Profesforen zuiver, en onbevlekt was, maar ook, dat door dezelve geene politicque fentimenten aan hunne Leerlingen worden ingeboezemd, die tegen 's Lands Conftitutie , en de befluiten der Heeren Staaten aanloopen, en wanneer zulks gebeurde, heeft altyd de Souverain daar tegen, ook tegen Hoogleeraaren van de uitnemendde geleerdheid en beroemdheid, ten allereroftigften voorzien : een bekend voorbeeld van voorgaande tyden ftrekt daar van ten bewyze. „ Dit alles, Edele Mogende Heeren ! heeft zodanigen indruk op ons gemaakt, dat wy ons eenparig verpligt  NEDERLAND. 55 verpligt gevonden hebben, het zelve te brengen ter kennisfe van UEd. Mog., ten einde door hoogstdezelve daaromtrent zodanige middelen worden beraamd, als tot behoud der Academie, en het daar van afhangend welzyn van Land en Kerk, zal bevonden worden te behooren. Waar mede wy de eere hebben met diep refpec te blyven, Edele Mogende Heeren! * UEd. Mog. Onderdanige enGehoorzame Dienaren, De Curatoren van 's Lands Univerfiteit. (was gepht.) Vt. D. de B, v. HAERSMA. Ter Ordonnantie derzelver (was ge teekend ) Z. GEKROLSMA. Leeuwarden den 27 February 1787. D 4 Na>  56* Het BEROERD Nadat deeze Memorie door den Staat overwoogen en aan de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerden was ter hand gefteld, met order om deeze zaak, met overroeping der Heeren Curatoren, af te doen, en verder zodanige maatregels te neemen, als tot de rust der Academie noodig zouden worden geoordeeld , wierdt eene Politique dispofitie aan de geciteerde Heeren Profesforen gecommuniceerd, om uinnen acht dagen het Lidmaatfchap der Fraterniteit en des Genootfchaps te verlaaten; welke order verder tot alle' Leden en Burgers der Academie wierdt uitgedrekt: met dien gevolge, dat de vier genoemde Hoogleeraaren hunne posten nederleiden, en een aantal Studenten, het voorbeeld hunner Meesters volgende, een Declaratoir aan den Senaat binnen leverden, waar in zy verzogten van 't Burgerfchap der Academie ontflagen te worden. Niet weinig zagen de vier Profesforen door deeze gebeurtenis, voorgevallen op den 15 van Bloeimaand dcezes jaars, zich teleur gedeld in hunne verwagting ; dewyl zy, die waanden , dat ze eene volleedige rechtvaardiging zouden bekomen, nu volgens hunne beginzelen, zo zy vol wilden houden , zich genoodzaakt vonden hunne posten te verlaaten. Geen minder misnoegen baarde dit by alle overige yverige Vrycorporisten, die zich door dit  NEDERLAND. 57 dit geval in hunne Medebroederen ten fterkden beleedigd rekenden; ja mogelyk wierden uit wraakzugt hier door de maatregelen tot de volgende droevige gebeurtenisfen een weinig verhaast. Al vroeg begreep men, dat, zou 'er iets worden uitgevoerd , Franeker het Hoofdtooneel der Patriotfche Wapenrusting zou moeten zyn, als daar tot het best in 't midden der Corpfen gelegen. Doch de Stad was kwalyk verderkt , en fchoon 'er wel gefchut was , had men genoegzaam geen kruid en kogels; en zodanig eene Ammunitie zonder eene fchynbacre reden te ontbieden , had eenige zwaarigheid. Doch 'er gebeurde iets , dat daar toe , ten minden na de meening van die van Franeker, eene bekwaame gelegenheid gaf. 'Er was naamelyk zedert eenigen tyd een verfchil ontdaan tusfchen het Malefeits Gerecht van Franeker, en de Leeuwarder Schippers op Harlingen, over de Poortgelden, die door de Pasfagiers der zogenaamde Nagtfchepen moesten worden betaald. Dit verfchil, hoe klein van waarde, wierdt onder de hand aangeftookt, en die der Franeker Schuttery weigerden genoegzaam zich aan de orders van 't Collegie der Gedeputeerde Staaten te onderwerpen, zo die zaak , welke in Statu gehouden wierdt, tegen hunne meening uitviel. Maar in zulk een geval wisten zy wel, dat er zekerlyk Miliue zou komen om de onwilligen te D 5 dwin-  58 Het BEROERD dwingen. Waarom de voornoemde Schutters Ofïïeieren by de Magidraat en Vroedfchap zo lang aanhielden in 't begin van Bloeimaand, dat deeze eene Refolutie maakten , om geen Guarnizoen te zullen inneemen , noch Militairen in de Jurisdictie te dulden; maar, dat zy geweld met geweld zouden keeren: ten welken einde zy ook moesten toelaaten het oprechten van een zogenaamd Defenfie - wezen, aan 't welk vryheid en auctoriteit wierdt gegeeven, om de Wallen zodanig te verderken , als hetzelve diendig zou oordeelcn, gelyk mede om kruid en kogels te ontbieden. Welk laatde dan ook fpoedig wierdt in 'c werk gedeld; doch eer 't kon bekomen worden, was, in 't laatst van Zomermaand, door de Gedeputeerde Staaten , de invoer van kruid en lood, en alle verdere Ammunitie van Oorlog verbooden, zo dat dit kruid, 't geen een ogenblik voor de promulgatie van dit verbod te Harlingen binnen kwam, aldaar gearresteerd wierdt. Welke drieduizend ponden kruid aldaar zeer welkom en noodig waren; om dat noch in 't Admiraliteits-, noch in 't Stads - Magazyn eenig kruid van aanbelang wierdt gevonden. Van deezen tyd af fchikte zich alles in Friesland tot de rampzaalige beweegingen, welke wy hebben beleefd; en wel 't meest van allen deeden daar toe de  NEDERLAND. S9 de gevolgen van de verhinderde reize van Haare K. H. Me vrouwe de Prinfesfe van Oranje. De Hollanders vreesden nu eindelyk, dat het den Koning van Prubfen ernst zou worden de geweigerde Sa* tisfactie met geweld te neemen; hier tegen konden zy niets doen, dan door de hulp van den Koning van Frankryk in te roepen : 't welk alleen kon gefchieden door middel van de Staaten Generaal. Doch ter Generaliteit was door de Stem van Friesland de meerderheid tegen de toenmaalige Hollandfche Regeering. By gevolg moest; de Stem van Friesland, het kostte wat het wilde, worden omgezet, 't geen niet r dan door geweld, was uit te voeren. De waarheid deezer aanmerking blykt onder anderen uit een onderfchept Plan, in 't Fransch opge* fteld , en naderhand ook in 't Nederduitsch uitgegeeven, 't geen uit Holland is overgezonden, ruim eene week voor de eerde beweegingen te Franeker|; zynde dit Plan van den volgenden inhoud. „ Zo veel men naar waarfchynlykheid kan opmaaken, zal Pruisfen volhouden, het geen de Franfche party in de Republyk zou kunnen vernietigen; om dat Frankryk by gebrek aan geld haare party niet lang door middel van Wapenen kan daande houden. En de draay, welken de Koning van Pruisr  6b Het BEROERD Pruisfen aan zyne oogmerken geeft, doet duchten, dat de Provinciën geen gemeene zaak zrllen maaken; het geen den inval aan den kant van Gelderland gemakkelyk zoude maaken. Behalven dat ftaat het te vreezen, dat de Stadshoudersgezinde Aristocraaten zich zullen vereenigen met eene vreemde en gedugce Mogendheid, om dezelve het hoofd te doen bieden aan de betoonde befcherming van Frankryk. „ Om dit ogenfchynlyk gevaar voor te komen , moet men werken om de meerderheid te hebben in de Staaten Generaal, om te meer magt te hebben , en dus de andere Provincie te kunnen dwingen, om zich tegen allen inval te verzetten. ,, Het eenige middel om dit te bereiken is in Friesland té werken, en daar in te flaagen, door het geweld der wapenen , ondanks de genoomene voorzorgen. „ De Ridder Ternant, die achter het geheim der zaaken is, moet met drie of vier hoofden van onze party in de Provincie van Friesland fpreeken, ea beproeven, of men niet op eenmaal eene omwenteling bewerken kan, welke ons de meerderheid ia de Staaten Generaal zal doen hebben. En dat zo zynde konden wy de Staatsleden van Amersfoort uic de vergadering van Hun Hoog Mogende uitzetten; dan zouden wy eene meerderheid hebben van vyf Pro-  NEDERLAND. 6t Provinciën; eene duurzaame meerderheid, of fchoon ook Friesland naderhand veranderen mogt ; 'c geen de Stadhouderlyke party voor altoos zou vernietigen en de Franfche party en invloed vestigen , dewyl Pruisfen als dan daadelyk wederdand zou krygen, daar zy thans deun vinden zal. „ De middelen om in Friesland te werken zyn niet in grooten getale; ik ken 'er flegts twee. Het eene is zich daar met geweld in te dringen, en gelyktydig op verfchülende piaatzen met geweld te werken. De gewapende Burgers konden zich dan, in weerwil van 't verbod der Staaten, vereenigen. En zo- door dit middel de, omwenteling gelukte , moet men hen, die onze party verlaaten hebben, niet ontzien. „ Om het Volk genoegen te geven, moet men een ieder perfoonlyk doen demmen , waar door men de magt der Aristocraaten en Familien zal vernietigen. Die vart onze Party, welke verliezen Zouden, moeten beloond worden, en twee Millioenen van Frankryk zullen daar toe meer dan toereikende zyn. Mr. Ternant kan daar van aan hen, op welke men daat kan maaken, verzekering ge* ven. „ Indien de omwenteling thans niet kan bewerkt worden, zal men trachten de vyandelykheden der Pruisfifchen op de lange baan te fchuiven. Hol-  6a Het BEROERD Holland heefc daar toe duizend wegen, en als daa moet men wagten tot den dag, op welken men de nieuwe Leden van Staat demt, 't geen gevyoonlyk in de Dorpskerken gefchiedt. De gewapende Burgers moeten dan op alle plaatzen de Kerken omfingelen, de Gecommitteerden ten Landsdage nomineeren, die zy willen, en deeze Nominatie door middel der wapenen door zetten. „ De Heer Ternant moet op dit Plan werken; hy zal ook lleun vinden in 't Landfchap Drenthe, ingevalle men Auxiliaire Burgers noodig had, om het voorbeeld te geven in 't Zuiden 'der Provincie. „ Het benoodigd geld wordt reeds voor een gedeelte in de Provincie van Friesland gevonden , en de rest te Amderdum op het gewoon Comp» toir. „ De arbeid moet ten uiterden voortvaarende zyn, dé tyd dringt. Een uitvoeriger Plan zal morgen vertrekken met den vertrouwden Myn Heer Ternant moet vooral niet fpreeken in vertrouwen, dan met hun, welke E. M. B. > ■ ■ hem raaden zal". Wy hebben boven gemeld, dat het oprechte», van een Genootfchap Artilleristen onder de Studenten te Franeker was te niet geloopen. Aan dit groot oogmerk moest echter worden voldaan: waarom  NEDERL A N D. 63 waarom nu die van Barradeel een gedeelte van hun Exercitie-Genootfchap tot Canonniers beftemden, om door een of meer hunner Officieren, welke de Manoeuvres in andere Provincie geleerd hadden , te worden onderweezen. Ondertusfchen Wierden 'er voor dit Genootfchap twee Draaibasfen aangekogt, en op Affuiten geplaatst, met welke, in 't laatst van Zomermaand, in 't Dorp Minnertsga, voor de eerde reize, in 't openbaar wierdt gemanoeuvreerd en gevuurd. Die van Menaldumadeel hadden insgelyks twee ligte dukjes gefchut weeten te bekomen, met welke men van voorneemen was veertien dagen, laater te Beetgum te manoeuvreeren; doch dit bleef fteeken, dewyl de toen vergaderde Staaten het manoeuvreeren met gefchut aan alle Vry > Corpfen hadden verbooden. Ondertusfchen lag 't beste gefchut, waar van men zich by gelegenheid zou moeten bedienen, te Franeker: dus was het boven alles noodig , dat hier een lichaam bekwaame Artilleristen wierdt opgerecht, ten welken einde 'er ook drie Overysfelfche of Utrechtfche Canonniers wierden ontbooden , die op den 15 of 16 van Oogstmaand hunne openbaare lesfen op het Noorder Ravelyn te Franeker begonnen , zonder dat men zich aan 't verbod der Overigheid , om m?c gefchut te manoeuvreeren , doorde ; onder voorwendzel , dat  64 Het BEROERD dat dit alleen zag op de Exercitie Genootfchappen, maar niét op de Schutteryen. Waarom ook alle die geene , welke het onderwys begeerden, en geen Schutters waren, zich vooraf als Honoraire Leden der Schuttery lieten opfchryven. Tot groot geluk der Provincie van Friesland waren 'er' verfcheiderte perfoonen , die 't gewigt van de onderneeming der Vry-Corporisten, om met gefchut te werken, doorzagen , en niet nalieten, de voornaamde Leden der Hooge Re» geering onder 't oog te brengen de onvermydelyke noodzaaklykheid, om zich van eene Compagnie bekwaame Artilleristen te voorzien. Dewyl men , hoe zeet *er alles goeds van den moed en kunde der in Friesland Guarnizoen houdende braave Militairen te wagten was , echter, begreep, dat wanneer men daar mede zonder gefchut, de denkelyk ruin of meer verfchanste en met gefchut gewapende Genootfchappen zou moeten aantastten, de kans zeer hachlyk zou daan; welk denkbeeld door het gebeurde te Jutphaas, tusfchen het Regiment des Graaven van Efferen en de Utrechtfche Burgers, niet weinig wierdt bevestigd. Men ontbood dan eindelyk Artilleristen, en kreeg dezelve nog op zyn tyd in de Provincie , dewyl de Amderdamfche gewapende Vaartuigen, zo men dit veertien dagen laater ondernoomen had, de zaak voldrekt onmogelyk zou-  NEDERLAND. *5 Zouden hebben gemaakt. Had men ook nog een Regiment Infanterye in tyds weeten te bekomen, of hadden de Artilleristen eenige Haubwitzers , met de daar toe behoorende Ammunitie, kunnen medevoeren , men zou hierdoor mogelyk de beweegingen hebben kunnen voorkomen , naardien de Hoofden niet weinig bouwden op 't gebrek van zodanig een voorraad in 't Landfchaps Ammunitie Huis; terwyl zy wel wisten, dat het gebrek daar van zeer bezwaarlyk zou zyn te vervullen; om dat zy, door middel der Amderdamfche Zeefchuimers, (die zich alles veroorloofden, en zelfs de doutheid hadden van op het Friefche Staate-Jagt, in 't welk eene Commisfie uic het midden van H. Ed. Mogende was, met fcherp te fchieten) in daat waren allen overvoer van gefchut, en andere Ammunitie van Oorlog, uit Holland, Utrecht of Gelderland, naar. Friesland, te beletten. Alles dond nu zo wel in Friesland voor de Genootfchappers, dat 'er, naar 'hunne gedagten, nooit eene betere gelegenheid was geweest om iets groots te onderneemen, dan tegenwoordig; vooral daar hunne Spitsbroeders in Holland en Overysfel alle redenen hadden, om de zaaken haastelyk voort te zetten, en dus niet nalieten allen mogclyken bydand in Volk, Geld en Krygsgereedfchappen te belooven. Men wilde echter zo maar X. deel. E daa>  66 Het BEROERD daadelyk geen oproer beginnen; want daar men vt werk onder de Directie der Friefche Minderheid in de Staats- Vergadering dagt te onderneemen, moest 'er eerst een voorwendzel gezogt worden , onder 't welk de voorzeide Minderheid , of ten minden de Hoofden derzelve, zich van de Meerderheid zouden kunnen aflcheuren. Tot welke zaak zich fpoedig eene gefchikte gelegenheid opdeed. Onder de Poincten van den Buitengewoonen Landsdag in Hooimaand 1787, waren onder anderen ook deeze vraagen: Hoe men Zich zoude gedraagen ten opzicht van het vraagen der Franfche Mediatie in onze Scaatsgefchillen door Holland geproponeerd ? en hoe men zich zoude gedraagen indien Holland eens door den Pruisfifchen Monarch met de wapenen wierdt aangetast, wegens het weigeren der gevraagde Satisfactie ? Het befluit der Meerderheid hieldt in, dat, zo men de Mediatie van Buitenlandfche Mogendheden noodig achtte , daar toe voorzeker Zyne Majefleit de Koning van Frankryk , als met de Republiek ten naauwden geallieerd, moest worden gevraagd ; doch dat men in zulk een geval niet wel de overige Mogendheden , welke, als Nabuuren, op de Republiek gewigtige betrekkingen hadden, kon voorby gaan. Terwyl H. Ed. Mogende van meening waren, dat men foor  NEDERLAND. 67 voor als nog niet tot dit laatde middel behoefde over te gaan; dewyl Hoogstdezelve de verfchillen tusfchen de Provinciën niet zodanig befchouwden , dat dezelve niet door onpartydige middelaars , uit de verfchillende Staats-Vergaderingen uitgekoozen , zouden kunnen worden bygelegd; tot het beproeven van hoedanig eene verzoening Zy hunne Provincie aanbooden, als in welke tot hier toe geen verfchil was. Aangaande het tweede Poinct was het befluit der Meerderheid, dat, dewyl men reeds by verfchillende gelegenheden, aan de tegenwoordige Hol-; landfche Regenten , de verkeerdheid hunner maatregelen, hoewel zonder eenig goed gevolg, had voorgehouden, en men dezelve ten fterkften had verzogt, om aan Zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, en Haare Koninglyke Hoogheid, eene betaamelyke Satisfactie, wegens den aangedaanen hoon, te bezorgen; deeze zaak , met haare te vre ezene- gevolgen, geheel en al voor rekening van Holland over te laaten. Tegen deeze Refolutie wierdt op den a.6 van Hooimaand het volgend Protest gedaan : „ De ondergetekende Volmagt van Westdongeradeel, alleen wegens de voorz. Grieteny ter Staats Vergadering praefent geweeft zynde, by de delibeE a raden  6B Het BEROERD raden over de propofirie van de Heeren Gedeputeerden van de Provincie Holland en Westvriesland, ter vergadering van Hun Hoog Mogende gedaan, tot het verzoeken van de Mediatie van zyne Allerchridelijkde Majefteit, ier bijlegging van de hoog gerezene gefchillen in de Republica;, heefc tegen de conclufie bij het Quartier, conform het uitgebragte rapport van het Mindergetal gevallen , geprotedeerd, referverende zijne aantekening ten Quartiersboek, en zoodanige verdere demarches en maatregulen, als de ondergetekende als repraefentan£ der Grietenij, of deszelfs Committenten in tijd en wijle nodig mogten vinden. „ En daar te boven op gelijke wijze geprotefteerd hebbende tegen de conclufie, gevallen op het 39 Poincl: van dezen Extraord. Landsdag, rakende hef arrêteren van de Gemalin van den Stadhouder dezer Provincie, onder dezelve referves. „ Zoo verklaart de ondergetekende van dit zijn gereferveerd Recht, in zoo verre thands en dus nog maar gedeeltelijk, gebruik te maken, met alhier aan te tekenen: „ Dat de ondergetekende zich met de conclufie gevallen op het poinét der geproponeerde Mediatie in het geheel niet kan conformeren, om redenen van welke de ondergetekende eenige , roerende fommige hoofd-  NEDERLAND. 6> hoofdtrekken in het rapport van het Mindergetai aangevoerd, alhier zal noteeren. „ De ondergetekende kan nimmer als eene zwarigheid tegen het vragen der Mediatie van zijne Allerchriftelijkfte Majefteit erkennen, dat andere naburige Mogendheden met welke de Republicq in vrede en vriendschap LEtFT even zeer als zijne Allerchriftelijkfie Majefteit het oog geveftigd houden op deze Republicq ; Vermids, zonder in te treden in eenige tauxatie der fentimenten omtrent de Republicq bij die naburige Mogendheden (in het rapport, fchoon zoo het fchijnt om redenen niet genoemd, egter duidelijk genoeg aangewezen ) geveftigd , het evident is dat men niet zonder de groocfte injuftitie, zoude kunnen denken ; dat die Mogendheden even zoo weinig kennis van de Situatie van zaken zouden hebben, of zich in zaken zooda« nig door woorden verwarren , als de Heeren van het Mindergetai bij derzelver rapport doen , dat dezelve uit het oog zouden verliezen, het oneindig onderfcheid, dat 'er is tusfchen het in vrede en vriendfchap zijn en de nauwe betrekking van ene zoo intime alliantie als allergelukkigd tusfchen de Kroon van Vrankrijk en deze Republicq thans fubfifteert, „ In tegendeel gelooft de ondergetekende dat deze pasfage in het rapport van het Mindergetai gebragt, E j erj  jo Het BEROERD en in de Staats Refolutie overgenomen , aan Zijne Allerchriftelijkfte Majefteit de wettigfte redenen van offenfie en wantrouwen zoude moeten geven, ware het niet dat de ondergetekende uit de zoo menig' vuldige alleredelmoedigfte daden van Zijne Majefteit, en uit de kennis, die hoogstdezelve van de fituatie van zaken alhier heeft, hoop had, dat Zijne Allerchriftelijkfte Majefteit ook deze alleronvoorzigtigfte uitdrukking liever aan onkunde, dan aan eenig kwaad oogmerk zal willen toefchrijven, ten minften verwagt de ondergetekende van de bekende nooit genoeg geroemde Edelmoedigheid van den'Koning, dat dezelve nimmer aan de Vriefche Natie, als welke hec allergrootft vertrouwen op zijne Majefteit heeft, als een fchuld zal geattribueerd worden. . „ De ondergetekende kan veel minder avoueren, dat eenige andere binnenlandfche middelen nog zou. den behoren te worden beproeft, vermits de onder, getekende in gemoede overtuigd is, dat het Volk in de andere Provinciën, maar voor al in deze Provincie , zoodanig een geveftigd wantrouwen heeft op haare Regering , dat men geene perfonen binnenlands zoude kunnen vinden , genoegzaam geacCliediteert om 'er eenig fucces van te wagten. De ondergetekende billijkt voor al het wantrouwen dat in deze Provincie bij de Natie gevestigd  NEDERLAND. 7i tïgd is. Zij tog, die zig nog onlangs in verfcheidene Staatsftukken, boven mate zelve, door UEd. Mog. hoorde verheffen, toen hec op het verdrijven van'eenen gehaatten Hertog van Bronswijk aankwam; zij, die zich tegen den heerschzugtigen Stadhouder, die haar de dem van een dom en onkundig gemeen durfde noemen, door UEd. Mog. zag verdedigen; zij, die toen haare dem, de dem van UEd. Mog. Committenten hoorde noemen; zij, die men toen op alle mooglijke wijzen tot de wapening hoorde uitlokken; zij ziet zich thans, nu UEd. Mog. het door haare hulp en deun , ja daar door alleen, zoo verre gebragt hebben , das de toen der wet ontwasfene Stadhouder, onder UEd.- Mog. bewind is te rug gebragt , op het vernederendd veragt; ja zoo verre zelfs dat niet flegts haare bijeenkomden van Genoodfchappen , tegen welke zelfs de kundigde trekken en lagen van den Accufator Publicus , geene befchuldiging konden inbrengen,, op eene poliiicque, op eene ongehoorde wijze verboden zijn. „ Zij ziet thans haare wapening op alle mooglijke wijze onderhands en van ter zijden tegeft gaan; zij ziet zich zelve door een ander Phcaac van den 25 Sept. 1786, beneden de dieren vernederd; zij ziet zich verhinderd om wanneer zij getrapt en vertreden wordt, haare klagten daar over aan UEd. Mog. E 4 in  7* Hit BEROERD in te brengen ; zij ziet zich dus verfteken van een Regt, dat het eerfte geregeld middel is om redres van wettige bezwaren op eene befcheidene en vriendelijke wijze te erlangen; zij ziet zich een regt van klagen ontzegd, dat, indien het hunne Voorouders onder de Spaanfche Regering was benomen geweeft , het Requeft der verbondene Edelen aan de Gouvernante, en daar door het ontluiken der Nedérlandfche Vrijheid, zoude verhinderd geworden zijn. „ Dit groot Contraft in UEd. Mog. handelingen gevoegd bij de kennis die de Natie heeft' , dat de betragdng der conftitutie, dat is der fundamentele wetten ( in complexu befchouwd ") hier zeer mank gaat ; waar door alles, zelfs hire bezittingen en levens onveilig worden; bij de bewustheid, dat wy enen Stadhouder en Capitein Generaal dezer Provincie hebben, die geweigerd heeft aan de by UEd. Mog. hem voorgefchrevene inftruclie zich te verbinden ; dat die zelve Stadhouder ondernemend genoeg is om de fundamentele wetten des lands, naar zijn zin en believen, willekeurig te veranderen , dit alles geeft met den hoogften grond, reden tot wantronwen; en het is alleen aan het bedaard, vredelievend, en niet dan in den nood werkend Charaeter onzer brave Ingezetenen toe te fchryven , dat men ons niet al voor lange rekenfchap onzer betragdng hebbe afgevraagd. „ Gene  NEDERLAND. n „ Gene Placaaten tog hoe voorzigtig, hoe landvaderlyk ook met - bannisfement en Galg dreigende , zullen op den duur de Vriefche Natie dwingen, om haare Rechten lijdzaam te zien wankelen of verloren gaan. Kon geen Philips van Spanje met zyne buitenlandfche magt, geen ALBAmetal zyne wreedheid en plunderzieke Militairen dit Volk ten onder brengen, dan zullen ten minden geene hedendaagfche Volmagten, geen Prince van Oranje, haar doen zwy-. gen, als zy wil fpreken. „ De ondergetekende is dus wel verre 'er af om' deze Provincie als geheel buiten alle gefchillen zijnde, te befchouwen, integendeel gelooft hy dat 'er misleiden niet eene Provincie onder alle is, waar de tusfehenkomft van eene buitenlandfche Mediatie meer nodig is, dan hier, en fpeciaal voor UEd. Mog., op dat door dezelve, de zaken, zoo mooglijk, zoodanig wierden bedierd, dat de Natie aan de overtreders der fundamentele wetten eene behoorlijke abolitie, waar toe zij alleen geregtigd is, verleende ; en dat voor het toekomflige de Conftitutie zoodanig wierd gefchikt, dat 'er eene genoegzame verzekering ware voor de duurzame onderhouding. „ En wat betreft deverfchHlen tusfchen deze Pro« vincie en andere, welke in het rapport van het Mindergetai gezegt worden gene verregaande verE 5 wij-  7A Het BEROERD wijderingen te zijn, zoo zal de ondergetekende , zonder te onderzoeken wat door de onbepaalde en relative uitdrukking van verregaande verwijdering moet verdaan worden, om vele andere voorbeelden van partijdigheid dezer Provincie en de differenten van andere Bontgenoten in dezen tijd, waar van de registers van Staat, helaas! vol zijn, niet op,te halen, zich alleen bepalen tot de conclufie op het 39 Poincl; gevallen, waar tegen deze zijne aantekening ook gerigt is. In die conclufie tog worden de gevolgen van het arrêteren der vrouwe van den Stadhouder, met relatie tot buitenlandfche Mogendheden, gelaten voor rekening van Holland. „ Dit betekend iets of niets; zoo het iets betekend , dan is het ongetwijffeld dat indien enige buitenlandfche Mogendheid Holland vijandlijk aan. valt wegens het verhinderen der reis van de Vrouw van haren eerden Minider, deze Provincie Holland niet zd helpen verdedigen. En dan kan de ondergetekende niet anders zien, of deze Refolutie ftrijd tegen den geed van de zoo geroemde Unie van Utrecht, en fpeciaal tegen den letter van hec derde Art.'luidende : Dat die voor/chreven Provinciën ook gehouden zullen wezen in gelijke maniere (dat is -met lijf, goed en bloed) malkanderen te asftfteren en heipen dejenderen, tegen alle uitheemfche epde in»  NEDERLAND. 7S inheemfche Heeren , Vorlien ofte Princen, Landen, Provinciën, Steden ofte Leden van dien, die bun in het generaal ofte particulier enige fortfen , gevoelden ofte ongelijk zouden willen aandoen, ofte Oorlogen maken &c, „ Dus dan houd deze Refolutie naar het inzien van denA onderget. niet minder in dan eene verzaking van de Unie van Utrecht, van welke dus deze Provincie of wel die Leden, die zich daar bij gevoegd hebben, zouden zijn verdoken. „ En om dat de ondergetekende, in qualiteit als Volmagt van Weddongeradeel, zich gequalificeerd houd, ook geenzins gezind is , de Unie van Utrecht te verbreeken, en zulks van het hoogde belang is voor zijne Committenten, zoo protedeert de ondergetekende tegen de genomen Coaclufie, houdende het dezelve voor de Grietenije van Weddongeradeel, als mede lid der Unie, onfchadelijk, en blijvende reclameeren de rechten der Unie van die Bondgenoten die genegen Zijn zich aan dezelve Unie ce blijven houden. „ De ondergetekende perfideert al mede bij zijn gegeven advies op het 34 poinct, en verzoekt als nog wegens Weddongeradeel de Mediatie van Zijne Allerchriftelijkde Majefteit op dezelve wijze en voet als door Gedeputeerden van Holland en Weftvriesland ter Vergadering van Hun Hoog Mogende is voor*  76 Het BEROERD voorgefteld, protefterende op gronden voorfchreeven van onfchadelijkheid tegen de gevallen Conclufie ter contrarie, referveerende zig en Zijne Committenten zoodanige nadere demarches, als dezelve of hij tot maintien van hun of zijn recht zullen nodig oordeelen. „ Aldus aangetekend den 26 Julij 1787. C. L. van BEIJMA. „ De Ondergetekende Volmagt van Ferwerderadeel, conformeert zich met het bovenflaande Pro. teft, en Aantekening. Adtum ut fupra H. A. H. van KNÏJFF. „ Dit zelfde protest is alleen met eene kleine verandering ook gedaan in het Quartier van Westergo door A. J. C. de Bere, E. F. van Aijlva, en J. Roorda wegens Hemelumer Oldephert en Noordwolde, en het Bildï. In het Quartier der Zevenwouden door A, van Boelens wegens Oostdellingwerf. In het Quartier der Steden door B. Feenstra, .H.  NEDERLAND. 77 H. Z. Attama en W. Hogenbrugh wegens Sneek, en P. Breugeman en R. van Kleffens wegens de Stad Dockum. Wy zullen hier in geene naauwkeurige ontleding Van dit Protest treeden, maar alleen de volgende aanmerkingen maaken. 1. Het voorgeeven, dat Z. Allerehristelykde Majedeit reden zou hebben, om zeer kwaalyk te neemen, indien men ook de Mediatie van andere Mogendheden vroeg , komt allerwonderlyksc voor, ten minden voor menfchen, die zich den naam van Vaderlanders en Vryheidszoonen durven 1 aanmaatigen; was immers dit voorgeven waar, zo zou dit Gemeenebest meer naar een Wingewest van Frankryk, dan wel naar een Vry - Land gelyken. a. Hoe zeer de Minderheid ook aandruischt tegen de foutenue der Meerderheid, dat in deeze Provincie geen verfchil was, zo was dat toch toen ter tyd volkomen overeenkomdig met de waarheid. Hier waren wel eenige Staatsleden, die zich op 't Landfchapshnis aan onbetamelyke uitdrukkingen tegen hunne Mede-Volmagten fchuldig maakten. Dezelfde, en eenige hunner Makkers, roeiden wel met allen yver om verdere tweedragt in 't Land te verwekken, door middel van 't welk zy hunne oog-  7B Het BEROERD oogmerken hoopten te bereiken; doch het lichaam der Regeering was genoegzaam volkomen eens. gezind, en 't getal der Protesteerende Leden wa$ i fteeds zo klein dat hun getal als een niet, in vergelyking der Meerderheid, was aan te merken. 3. Het verwyt aan de Meerderheid , als of die de Unie verbrak, met aan de toenmaalige Regeering van Holland haare hulpe te ontzeggen , indien dezelve door eene Buitenlandfche Mogendheid, wegens 't gebeurde aangaande Haare Koninglyke Hoogheid, mogt worden aangetast, was niet minder ongegrond. Indien Holland, door een* onregtvaardigen vyand van buiten wierdt aangevallen , wegens eenig commercieel verfchil, eenige posfesfie enz., was het zekerlyk Frieslands pligc, her. nabuurig Holland met raad en daad by te Haan. Doch thans .was 't geval geheel anders. De toenmaalige Regenten waren de beleedigers, zy begingen dagelyks de geweldigfte flappen tegen hunne Bondgenooten, en deeden eindelyk den bekenden hoon aan Haare Koninglyke Hoogheid, waar door zy teflèns alle de Bondgenooten, welke niet in hunne oogmerken medewerkten , ten fterkften beleedigden, en in gelyke gevaaren inwikkelden. Friesland beklaagde 'er zich onder anderen hartelyk over, en gaf aan Holland een heit» zast?  •NEDERLAND. ?9 gaamen raad, die, in plaats van gevolgd te worden, met verachting wierdt van de haad geweezen. En zou men nu nog eisfchen , dat Friesland, door de Hollanders in hunne onbetaamelyke onderneemingen te onderfteunen , zyne waare belangens verraaden, zyne zuivere gevoelens oneere aandoen, en 't geheele Gemeenebest door den keer, dien de zaaken dan denkelyk zouden genoomen hebben, in 't uiterst verderf moest ftorten ? Hier kan men nog by voegen , dat alle de heilige verpligtingen der Unie thans ophielden , dewyl de zogenaamde Hollandfche Patriotten dit zo plegtig bezwooren verbond reeds op het, trouwloost hadden verbrooken , door een gedeelte der Militie van de Generaliteit, ter hunner betaaling daande , te noodzaaken , om zich tegen den Krygseed , zonder Attaché van. den Wettigen Territoriaalen Souverain , op het Stichtfche grondgebied te begeeven. Het gemelde Protest deed niettemin die uitwerking , welke de Tekenaars verlangden en begeerden : het bragt te wege, dat ter Staats Vergaderinge , op den 15 van Oogstmaand , na dat men de weinige tegenwoordig zynde Leden der. Minderheid had doen uitgaan , de volgende Propofitie van Zevenwouden , by de vier Quar- tie-  fio Hïi BEROERD tieren, in eene Unanime conclufie wierdt veranderd* „ Maardien eenige Leden der Staate Vergadering deezer Provincie, met naame de Heeren H. A. H. van Knyf en C. L. van Beyma, refpective Volmagten wegens Feriverderadeel en Weddongeradeel; A. J. C. de Beere, E. F van Aylva en J. Roorda, refpective Volmagten wegens Hemelumer Oudephaart en het Bildt; A. Boelens, Volmagt wegens Cost - Stellingwerf, benevens P. Breugeman , R. van Kleffens , B. Feenflra , H. Z. Attama en W. Hoogenbrug, refpective Volmagten wegens de Steeden Sneek eri Dokkum , in de Refolutie - Boeken der vier Kwartieren van Staat hebben geinfereerd en ver» tekend zeker gelykluidend Protest en Aantekening, op het 34 en 39 Poinct van den tegenwoordigen Landsdag. Welke Protesten en Aanteekeningen aan het Kwartier der Zevenwouden voorkomen vervat te weezen in termen, welke hooggaande laefif zyn, voor de Regeering in 't algemeen en voor de Leden van dezelve in 't particulier, en direct gefchikt om de goede Ingezetenen te misleiden en tegen de Regeering op te zetten. Zo kan 't 1 Kwartier niet afzyn, van 't zelve crimineel te befchouwen, en aan de andere Kwartieren in bedenking te geeven, of van deeze Protesten e»  NEDERLAND. 8j en Aantekeningen geene authentique copien behooren gefield te worden in handen van den Procureur Generaal deezer Landfchappe met last om dies te nevens het recht der Heeriykheid waar te neemen". Dat de zogenaamde Minderheid eene diergelyke gundige gelegenheid om met de Meerderheid in verfchil te raaken had voorzien, blykt daar uit dat de meesten hunner ogenblikkeiyk na'tdoen van't protest, en zonder de Actie af te wagten , met eene Extraordinaire Commisfie in de Staaten Generaal, naar Holland zyn vertrokken, om aldaar de zaaken met hunne Vrienden te overleggen. Alhier werden zy van Hoofd-kwartier tot Hoofd-kwartier geleid; en ontvingen te Amfterdam zeer groote beleefdheden. Te Utrecht en Woerden aten en dronken zy als Broeders met den Rhyn ■ Graave van Salms, gelyk ook met de wydberoemde Heeren van het Hollandsen Defenfie - wezen, hebbende men eene zo groote drukte, dat , volgens het getuigenis der toenmaalige Courantiers , over tafel doorgaans nog meerder gefprooken dan gegeeten en gedronken wierdt. Ook in's Haage verfcheenen zy, volgens de Commisfie die zy hadden weeten te verkrygen, inde Vergadering der Algemeene Staaten. De Heeren kwamen ondertusfchen tegen den 20 van Oogstmaand uit Holland te rugge. Van daar begaven zy zich alle naar Franeker, alwaar X. deel. F zy  la Het BEROERD zy hun Logement namen in de Herberg de Valk,; yan waar zy op den volgenden dag de volgende Infinuatie lieten doen aan den Eerden Heer van 't Mindergetai. ,, Uit naam ende van wegens de ondergetekende Volmachten ten Landsdage te infinueeren aan den voorzittende Heer Gecommitteerde in het Minder» getal; Dat de ondergetekenden met gevoelens geer venredigt aan de enorme belediging hun door hunne mede Volmachten aangedaan hebben moeten ondervinden, dat dezelve bij eene pretenfè refolutie van den n Augudi 1787 hebben kunnen goed» vinden om over een fchriftelijk proted in de zaak der door die mede Volmachten afgeflagene Mediatie van Zijne Allerchr. Majedeit, als mede over het zo onverantwoordelijk voor rekening van Holland overlaten der gevolgen van het arrêteeren van de Gemalinne van den Stadhouder, en dus het verzaaken der eerde gronden der Unie van Utrecht, door de ondergetekenden gedaan en in de boeken der refpective Quartieren van Staat ter decharge van de ondergetekenden voor hunne Committenten en voor de posteriteit geinfèreerd, deliberatien aan te leggen, en op eene propofitie bij de prefente Volmachten van Zevenwouden gedaan, pretenfelijk Scaatsgewijze te concludeeren, quafi op fundament van  NEDERLAND* 53 • van expresfien in dat protest voorkomende, dat hetzelve Crimineel befchouwt en in handen van deo Procureur Generaal als accu&tor publicus behoorde geftek te worden, om dien te nevens het recht van de Heerlijkheid dezer Landfchappe waar te neemen. „ Dat de ondergetekende gemeend hebben aan zig zeiven, aan hunne Committenten en aan het Volk van Vriesland verfchuldigd te zijn, om , door dit hun declaratoir en infinuatie, aan hunne mede Volmachten, en vervolgens aan de Natie te doen zien , eensdeels, dat de ondergetekende verre af zijn om zig door bedreigingen of eenige politicque dispofirien van hunne medé» leden van Staat te laten intimideeren, ofte van het voorftaan der ware belangens dezer brave Natie af te trekken ; anderdeels , dat zij door deze dap van hunne mede Volmachten zig op eene nooijt gehoorde wijze, in hunne vrije detiberatien en onbelemmerd adviferen ziende Verhinderd; ja misfehien-door verdere attentaten hunne perfoneele veiligheid in gevaar gebragt , daar door die eguards vermeenen aan hunne zijde re moéten cesfeeren, welke anderzints integreerende Leden van Staat aan elkander verfchuldigt, ja zelfs als waren die banden verbroken, waar de Volmachten van Grietenijen F ar. en  84 Het B E R O ER D en Steden als in een gemeenfchappelijk verbond met elkander ftaande, tot dusverre gerekend zijn onderling vereenigt te weezen. Dat zij alverder oordeelende, dat het nimmer aan eene meerderheid van Staatsleden vrij ftaat, om een enkel Lid wegens zijn advies op eeni. gerhande wijze te ontruften of te vervolgen r zulks zo veel te minder oordeelen aan hunne mede Volmachten tegens een Notabel aantal medeleden geoorlooft te zijn , daar juist die minderheid van Staatsleden zig door de ftem der Natie ziet toegejuicht, en hunne gevoelens voor die der Natie aangemerkt, gelijk bij onderfcheidene adresfen aan haar gebleken is; hoedanige adresfen zeer meqigvuldig en tahijk zijn geweest, niet tegenftaande men op eene geheel exorbitante* wijze, door Criminele informatie» en vervolgingen, gegrond op zeker praetens Placaat van den «25 September 1786, de ftem der Natie had onderdaan te fmoren, evengelijk als men thands de ftem der ondergetekende door middel der bovengen. Crimineele actiën tracht te doen cesfeeren. „ Dat de ondergetekenden bm deze reedenen , en andere ter zijner tijd nader te detailleeren, dezelve Refolutie van den 11 Auguft. 1787. verklaren niet alleen te houden voor informeel, nul, en  \ NEDERLAND. 85 en van onwaarde, zonder eenige hoegenaamd© verbindende kragt, fpeciaal niet voor den Procureur Generaal, ofte voor de Heeren van den Hove Provinciaal, maar ook renverfeerende alleform van Regeering en dedructie voor de vrijheid van deliberatien, voor de Leden van Staat, gelijk zij mede als zodanig voor nul, en informeel zullen houden, alle zodanige Refolütien, welke bij hunne mede Volmachten mochten worden genomen , alzo Zij ondergetekende zig thans buiten ftaat oordeelen om vrij en onbelemmerd te blijven advifeeren, en dus aan hunne Procuratien te voldoen. „ Dat zij verders aan hunne Committenten zullen kennis geeyen.van het geen aan hun als Volmachten is wedervaaren, met inroeping van . die guarantüe en indemniteit welke aan hun bij derzelver Procuratien is toegezegd, en waar voor de publiecque trouw der refpective Grietenijen en Steden, wegens' welken zij ter Staatsvergadering afgevaardigd zijn, is verbonden. „ Dat zij vercter aan zig referveeren tot répara, tie van de hun iaangedaane zo ongehoorde belediging, het gebruik van alle zodanige middelen als hun nog tot betering van deezen hoon mogten overig zijn. „ Dat zij deeze infinuatie doende aan den voor. F 3  86 Het BEROERD zittenden Heer Gecommitteerde in het Mindergetai in Zijne qualiteit, daar door willen ve'rftaan worden, dezelve aan alle hunne mede Volmagten gedaan te hebben. „ En word hier op der Exploiteuren Relaas in forma verzogt. Actum (Was vertekend) ,, C. L. van Beijma, H. A. H. van Knijf, A. J. C. de Bere, E. F. van Aijlvx, J. Koor da, A. van Boelens, B. Feen/lra, H. Z. Attama, IV. Hogenbrugh, P. Breugeman en R. van Rkffèns". Om ondertusfchen den fchyn te geeven , of men alles gemaatigd behandelde, en niet dan in den uiterden nood tot geweld zou komen , wieidt het volgend Adres , 't geen zachter was dan naar gewoonte, by alle Corpfen ter tekening gelegd: ., Of fchoon het oogmerk van UEd. Mog. bij het Placaat van den 25 September pasfato ook geweest mag zijn, om de goede Ingezetenen ya-n Vriesland te beletten hunne befwaaren en klachten aan UEd. Mog. te remondreerenzoo hèb-  NEDERLAND. 87 hebben nogtans die Ingezetenen, overwegende de rampen, waar door het lieve Vaderland geflingerd word, begreepen, dat'er geen ander of gepafter middel overig was, als door het gelijktijdig inleveren van dit Adres aan UEd. Mog. het heerfchehd misnoegen wegens deze belemmering van de aangebooren vrijheid der Inwoonders van Vriesland en wegens andere kortlings gebeurde zaken voor te dragen, terwijl het zwijgen onverantwoordelijk zijn zoude. „ Het is dan in de eerfte plaats een gewigtig poinél van bezwaar voor ons, Edele Mogende Heeren! dat men uit krachte van dat genoemde Placaat zig gerechtigd oordeelt, om tegen een aantal Ingezetenen, welke zig min of meer manmoedig in 't een öf ander diftrict mogen hebben laten zien, criminele informatien in te winnen, en dezelve door aanklagten te ontrusten, waar door allen toegang tot UEd. Mog. bij wijze van Requefte genoegzaam onmooglijk gemaakt is. „ Want, of fclioon wel aan ieder individueel ingezeeten, 'en aan de erkende corpora bij dat Placaat de vrij heid van requedreeren gelaaten is, zoo fpreekt 't van zelve, dat in 't ftuk van nationale bezwaren en klachten, het voor ieder ingezeeten op zig zelfs zeer gevaarlijk, zoo niet ondoenlijk is, deswegens zig te adresfeeren aan U£d. Mog., F 4 vooral  88 Het BEROERD vooral wanneer dat bezwaar direct tegens eene refolutie of dispoficie van UEd. Mog. mogtezijn ingericht, en ook zodanige klachte , als nooit voor de ftem der Natie kunnende gelden of doorgaan , natuurlijk van zeer weinig invloed of effect zoude blijven, terwijl verders'de bepaaling van geërkende corpora zoo duister en dubbelzinnig voorkoomt, dat ten minden da;:r onder het groote lichaam der Natie niet kan bevat of begrepen worden. „ ja Ed. Mog.Heeren! of khoon het zeker is, dat een wet , over welkers introductie de ingezeetenen zig bezwaard oordeelen , niet direct zoodanig behoort te werken, dat aan hun de weg tot redres geheel fchijnt afgefneden, zo is het nochtans door de ondervinding bevestigd, dat zommige ingezeetenen van Vriesland zig hebben zien aanklaagen, om geene andere reden , als om dat zij bij hunne omniddeiijke re. prefentanten iu de Steeden van Vriesland, (ter gelegenheid, dat de Souverainiteit in derzelver fchoot was wedergekeerd, en dus de macht der Volmagten, die het Placaat hadden helpen arrefteeren , was geëxpireerd ) eenige eerbiedige Adresfen hadden ingeleverd , ten einde de Volmagten, die voor den volgenden jaare moeften geftemd worden, mogten worden geauthorifeerd tot  NEDERLAND. 85 tot het verzachten of intrekken van dat, zoo zeer bezwarend en belemmerend, Placaat. „ Terwijl eindelijk de ondergetekenden geenfints twijffelen, of dit hun adres zal ten minden voor zommige van hun, wederom een voorwendzel of grond opleveren, om hen op fundament van die Publicatie door citatien , informatien en aanklagten bij den Hove op nieuw te intimideren, en, ware het mogelijk, van het voorftaan der belangens van dit Volk af te • fchrikken, gelijk zij ondergetekende al verder verklaren, met oprechte dankbaarheid te erkennen de gematigdheid van de Heeren van den Hove Provinciaal, als welke, op alle die menig, vuldige aanklagten, nog niemand door een crimineel of infameerend vonnis hebben doen ondergaan de geftrenge poenaliteiten van bannisfement of lijfdraffe, bij die wet geflatueerd, „ In deze bewustheid dan , Ed. Mog. Hee. ren! van de aanftaande Inquiutien van den Procureur Géneraal tegen ons, ofte zommige'onzar, is het alleen da nood van het Vaderland, de nood van ons allen, die ons aanvuurd, om met een rein geweten, deeze onze klachten en bc. zwaren als een uiterfte poging tot redding cn herftel van het zoo zeer verbroken vertrouwen, aan Ui2d. Mog, inteleveren. F 5 „ Wor.  go Het BEROERD s „ Worden dezelve door UEd. Mog. verworpen , en niet geene gunftige Refolutitn agtervolgd, wij zullen onfchuldig blijven aan de gevolgen van het misnoegen, het welk zig meer en meer verfpréidt, en waar van UEd. Mog. even weinig als wij de akeligheid kunnen berekenen. „ De ondergetekende dan , Ed. Mog. Hee. ren ! verzoeken op het erndigst de intrekking van het gemelde Placaat, zoo dat aan het Volk van Vriesland ,even als voorheen werde gelaten, vrij en onverlet de onbelemmerde toegang tot UEd. Mog. , welk regt van ieder burger onaffcheidelijk is. „ Verders , Ed. Mog. .Heeren ! hebben de to« neelenvan roof, moord, plundering en verwoesting , op menigvuldige plaatzen in andere geweden van het bondgenootfenap voorgevallen en aangericht, op ons gemoed een diepen indruk van medelijden met de ongelukkige voorwerpen en flagtoders daar van ingeboefemd, gepaard met een afgrijzen voor die monders, die onder de gedaante van menfchen , deze gruwelen veroorzaakt hebben, waar toe men de militairen en helaas! ook in het bijzonder zommige Vriefche Militairen, heeft weeten aantehitzen. En, daar de ondervinding heeft geleeraard, dat, en  NEDERLAND. 51 en Politie en Juftitie onvoldoende zijn geweest, om die oproeren en euveldaden te fluiten, zoo fchiim amfle waarborg der in andere gcwelk :derland bewaarde rust en vei- j. ■!l« i^iMk^h *V gewapende burgerarm alleen, in diiiiV'l -„inblikken, toegekend te moeten „ De ovffj^ng hier van, gevoegd bij de Ie» " ; ding, dat reeds eenige vonken fllpif ueu-vaarden, voorzien van een talrijk gulffltfoen, zijn overgewaaid, en misfchien nog onder de asfche fmeulen, doet de ondergetekends als nog met dankbaarheid erkennen het tijdftip, waar in UEd. Mog. den ijver tot den Wapenhandel op allerleije wijzen hebben aangemoedigt, als waar door zij thans zig in ftaat bevinden , niet alleen in hunne diftricten de rust en goede orde te bewaren, maar ook aan de Collegien van Politie en Juftitie, fpeciaal aan den Hove Provinciaal, zoodanige onderfteuning tot handhaving ^ier goede orde en rust aan te bieden, waar door deeze Provincie , onder den Zeegen des Allerhoogften, van die ijsfelijke toneelen kan bevrijd blijven. „ En het is hier de plaats, Ed. Mog. Heeren , om eene lafter tegen te gaan, waar mede men bij den Welgemelden Hove van Vriesland de ge-  $z Het BEROERD gewapende Burgercorpfen heeft zoeken te bekladden, als of hunne bedoeling zoude zijn, zig als een afgcfcheiden lighaam of gebied in dit land te verheffen. Neen , Ed. Mog. Heeren ! wie van ons ook eenige invloed bij de Natie hebben moge, die invloed is door'ons altijd gebruikt, om de Burgers en Ingezetenen', in de bewaaring en bevestiging van de hooge auctoriteit van den Hove Provinciaal , het best en Conftitutkneel tegenwigt tegens alle ovcrheerfching te doen befchouwen. „ Maar, Ed. Mog. Heeren .' indien in de Gewapende Burgerarm een gewigtige deun tegen het geweld en oproer ( even veel van welke zijde berokkend) te vinden is, gelijk de ondergetekende daar van ten vollen overtuigd zijn, zoo moeten zij het verbod van invoer van Krijgsvoorraad of Ammunitie engeweeicn, befchouwen als gefchikt om het beflaan der Corpfen te ondermuien, en alzoo de wijde deur open te zetten voor eene totale disfolutie van dezelve, óf dezelve bij gebrek van gewc-ren, kruid en lood ten prooij te doen worden aan het muitend gepeupel, of aan Militairen , welke , even als elders, ( dat God verhoede !) der fubordinatie en militaire tugt ontwasfen, de. baniere des gewelds en van loof, zelfs in weerwil hunner Offi- cierefy,  NEDER LAND. 93 eieren, in deeze Provincie mogten onderdaan te planten. „ Van gelijke natuur is de jongde aanfehrijving op last van UEd. Mog. aan de Geregten gedaan , houdende een verbod aan alle de Corpfèn, om met geen Canon te mogen exerceeren, daar de ondervinding al wederom elders heeft geleerd, dat een klein getal Manfchappen, met een flukje ligt Canon voorzien, het best gefchikt is» om het graauw in zijnen dollen loop te duiten, en het geweld paal en perk te fielten. . „ Wij ontveinfm niet, dat deze twee interdictien veel misnoegen onder de Corpfen hebben verwekt, en dat onze meede Ingezetenen met den meesten nadruk verlangen, dat dit tweeleedig verbod • mooge werden opgeheeven. „ Eindelijk , Ed. Mog. Heeren ! naderen wij tot dat gewigtig poinct, het welk ons, zoo mogelijk, nog meer dan de voorige ter harten gaat; wij bedoelen de ongelukkige verdeeldheid , die 'er tusfchen zommige leeden van Staat en de meerderheid van UEd. Mog. vergadering is ge. reezen, welke zoo verre is geloopen, dat UEd. Mog. ter zaake van zeekere uitdrukking in een protest door die Staatsieeden gebezigd en bij UEd. Mog. als crimineel befchouwd,? hebben ge-  P4 Het BEROERD gelieven te refolveeren, pm die UEd. Mog. meede leeden door den Procureur Generaal, te doen actioneeren. Eene demarche, Ed. Mog. Heeren! welke funede gevolgen zoude kunnen na zig deepen. „ Wij alle, Ed. Mog. Heeren ! zijn onbe. wust, welke de uitdrukkingen zijn, die UEd. Mog. mishaagd hebben, maar wij draagen vol» ledige kennis van het Protest en den aankleve van dien": en wij maaken geene zwaarigheid UEd. Mog. te bekennen, dat wij hetzelve woordelijk voor onze rekening- neemen , en als onze eenige waaragtige gevoelens behelzende , befchouwen moeten. „ Wij apprehendeeren zeer ernftig de gevolgen, die een zoortgelijk voorbeeld zou kunnen hebben, wanneer eenig Staatslid door de meerderheid, om eenige uitdrukkingen, door hem, op zijn doel als Volmagt advifeerende , gebezigd , wierde ontrust, en infteeren UEd. Mog. bij al wat dierbaar is om der gevolgen wille en uit de grond van onze harten, om deeze Refolutie in te trekken; en daar door deeze vreedzaame Natie niet tot wanhoop te brengen, wanneer zij zoude moeten zien, dat UEd. Mog. uit eene perfoneele gevoeligheid , eenige van derzelver meedeleeden , die bij ons geagt, geëerbiedigd, etr  NEDERLAND. 95 en als de IJverigfte Voorftanders onzer Regten en Vrijheeden gelieft en bemind worden, zou« den willen intimideèren , en hun waare het mooglijk affchrikken van het voorftaan en behartigen der belangens van dit goede, vredelievende, en niet dan in den hoogden nood tot wanhoop o verdaan de Volk. „ Na dit ons declaratoir, durven wij ons vlei* jen, dat UEd. Mog. (even gelijk de Heeren Staaten van Overijsfel in een zoortgelijk geval met den Bidder Gapellen tot den pol ) van hunne gevoeligheid zullen afzien, en deeze Re» folutie, die ons zoo zeer ter harte gaat en be» dröeft, zullen gelieven te dellen buiten effect. „En waarlijk, Ed. Mog. Heeren! eeven gelijk alle Staatsleden van hunne Committenten bij de Procuratie hebben gekreegen belofte en toezegging van fchadeloosftelling, zoo wanneer, hunne Procuratie niet te buiten gaande, hen iets deswegen mogte overkomen, desgelijks hebben nog daarenboven de meefte onzer alle hulp en onderfteuning reeds voor langen tijd toegezegt aan de gemelde Staatsleden, wanneer zij in het emplooij van regtmatige middelen ten behoeve van de belangens deezer Provincie mogten worden geincommodeerd; welke hulp en onderiteuning wij op gelijken voet aan dezelve Heeren, en  96 Het BEROERD en aan alle andere brave Regenten, bij herhaling toezeggen en aanbieden. „ Immers, Ed. Mog. Heeren ! de ondergetekende houden zig verzeekert, dat UEd. Mog. even zeer als zij overtuigt zijn van de noodzaaklijkheid, die 'er is, om de abuifen, welke hier niet minder als elders zijn ingeflopen , op eene redelijke en het Volk aangenaame wijze te redresfeeren. „ En het is in dit vertrouwen, en in het aangenaame vooruitfigt, dat met -intrekking van de twee Placaaten van den 25 Sepr. pasfato, en van het verbod van invoer van Krijgsvoorraad, en van het manoeuvreeren met Kanon , de goede harmonie onder UEd. Mog. en de thans met eene criniineele actie gedreigd wordende Staatsleden, fpoedig zal worden herfteld en alle oorzaak van misnoegen alomme zal worden weggenomen , dat de ondergetekende deze zullen befluiten, en aan de ferieufe deliberatien van • UEd. Mog. overlaten. „ Aldus in name van verteekend door deszelfs prefente Officieren als daat toe fpeciaal geauthorifeerd. Actum den Doch  NEDERLAND. 9Ï Doch de drift was zo groot, dat men reeds met daadelykheden begon , eer nog eens het ftuk was getekend; waar door de overgave van hetzelve aan de Hooge Staatsvergadering, in 't geheel geene , of maar by weinige Genootfchappen, heeft plaats gegreepen. Ondertusfchen wierdt het toneel te Franeker geopend, alwaar, gelyk wy boven gezien hebben , reeds in Bloeimaand eene vergeeffche poging, tot het bekomen van Krygs Ammunitie, was gedaan. Na dien tyd waakte men veelal daar ter plaatze met dubbele Wagten, tot het voorkomen van een aanval, die verzonnen wierdt om de goede Gemeente wat warm te maaken, en in eene loutere hersfenfchim beftond. Dan de ongelukkige Burgery, geheel op hol geraakt, beftond, op den 20 van Oogstmaand, een ituk 't geen tot hier toe nog niet was vertoond. Zy fchond moedwilliglyk her Placaat van de Gedeputeerde. Staaten van Friesland , volgens 't welk de invoer van Krygs . Ammunitie verbooden was , en bragt in den vroegen morgen 6 of 7000 ponden Buskruid, Kanonskogels enz. binnen ; zynde deeze buit hen van den Zeedyk aangebragt door gewapende Boeren, en te Scheep derwaards door de Hollanders gezonden, volgens afipraak op de reize X. deel. G der  $8 He* BEROERD der Minderheid naar Holland gemaakt, die , voornaamelyk tot het inzamelen en befpreeken van geld, Ammunitie van Oorlog en Volk had gediend. Toen men den fchat binnen had, kon men niet nalaaten met de Staaten te fpotten , en te verhaalen dat 'er dien nacht kruid, en wel 20 diep onder den grond geregend was, dat alle Commiezen en Opzichters met elkander niet in ftaat zouden zyn om het te vinden. Te vooren hebben wy reeds gemeld, dat te Franeker in Bloeimaand een Stads Defenfie wezen was opgericht; dit wierdt, nu met drie Heeren der Minderheid , C. L. van- Beyma, J. Roorda en P. Breugeman vermeerderd zynde, op eene wonderlyke wyze , en zonder eenige aanftelling van éen Staat of van de Ingezeete. nen , in een gezelfchap herfchaapen , 't geen zich zelve noemde Defenfie- wezen van Staag en der Stad van Franeker, en zich het recht aanmaatigde, om alomme perfoonen te arresteeren, dezelve gevangen te houden, te verhooren, en zekerlykook teftraffen; hoewel, gelukkig, het daar toe nooit gekomen is. Schoon men nu een taamelyken voorraad van Ammunitie had bekomen, was 'er echter in geenen deele zo veel, als men tot zyne wydluftige oogmerken noodig had, vooral daar 'er ook gebrek  NEDERLAND. 99 brek aan gefchut was, dewyl die van Franeker maac negen ftukken, en daar onder nog drie, welke men niet veel betrouwen kon, bezaten. 'Er was derhalven al in tyds een meerdere voorraad van al het noodige bedeld, 't geen ook met een Schip, al wederom by Dykshoek, op Donderdag den 23 van Oogstmaand, voor den Wal kwam, en'c geen naauwlyks bekend was , of een fterk Detachement van Franeker trok in den nacht uit, om zich naar de genoemde plaats te begeeven, en met hulp der Barradeelfters de laading véilig binnen te fleepen , gejyk hen ook gelukte : beftaande deeze voorraad wederom in 7 of 8000 ponden Buskruid, Kanonskogels, Granaaten enz. en wat het voornaamde was , in acht ftukken gefchut, van welke vier gemeene yzeren Drie* ponders waren; doch de vier overige kor« te metaalcn Drieponders of Gezwind - Stukken : hoewel alle acht zonder affuiten, die 'er daarom te Franeker by gemaakt wierden, fchoon op eene erbarmelyke wyze. De H. H. Gedeputeerden vonden met dit alles de drukke bezigheden der Franekers geenzins overêenkomftig met de Placaaten en 's Lands welzyn; waarom 'er een befluit wierdt genomen om de verbyfterde Burgers door fterke midde* len tot reden te brengen, dewyl zagte middelen G a geen  IC0 Het BEROERD geen vermogen meer bezaten. Dit kwam de Franekers, die thans reeds by dag en by nacht, met een vierdubbeld getal van Mannen, de Wagten bezet hielden , door middel hunner Spions, in den vroegen morgen van den 27 Oogstmaand, ter ooren ; waarom zy, misfchien waanende dat 'er reeds Krygsvolk in aantogt was, de Poorten geflooten hielden, en geene Schepen, dan die wel doorfnuffeld waren, lieten doorvaaren. Zy begonnen toen ook om 't -verfterken hunner Stad, daar tot hier toe niet aan gewerkt was, te denken, en wel op volgende wyze : zy maakten in den Wal by de Ooster Waterpoort eene kleine doorfnyding om een duk in te leggen, waar mede zy de Jaagvaart konden befchieten; wordende over de Graft, op den Wal , een Batterytje gemaakt met één ftuk, om den Trekweg te enfileeren. Op het Ooster - Bastion wierden twee Stukken in fchietgaten geplaatst om den Tzummer Dyk te befchieten; en om het zelfde oogmerk te bereiken, ten opzicht van den gewoonen rydweg naar Leeuwarden , wierdt 'er in 't Noorder Ravelyn een gezonken Battery gemaakt voor twee of drie Stukken ; wordende in de Landeryen, buiten de Westerpoort, twee Batteryen aangelegd om op den rydweg te vuuren, en over de Harlingex vaart, by de Lym- zie*  NEDERLAND. ioj ziedery, een Battery tot het befchietén van den Trekweg. Ook waren op verfcheide plaatzen, zo boven de Waterpoorten, als elders, borstweeringen opgerecht, om daar over met het klein geweer te vuuren of granaaten te goojen. Ondertusfchen waren deeze werken zeer wel ge* maakt, naar maate van den tyd, dien men daar aan had befteed, en de bekwaamheid der Aanleggers; doch zy waren over 't algemeen veel te ligt om 't lang te kunnen uithouden , te meer daar de Wallen van Franeker zeer ongefchikt zyn , om volgens de regels der Konst te worden verfterkt. De Leden der Minderheid verwyderden zich nu niet van Franeker, maar vergaderden dagelyks, zo in de Herberg de Valk, als op het Stadshuis. Zy gaven ook kennis van het gebeurde aan de refpective Ingezeetenen der Grietenyen en aan de Magiftraaten en Vroedfchappen der Steden , uit welke zy wareiv afgevaardigd , en reclameerden van dezelve die guarantie en fchadeloosftelliog, welke aan hun lieden (doch geenzins op een geval als dit toepasfelyk,) als Volmagten by hunne Procuratie was beloofd. Ook adresfeerden zy zich aan de Ed. Gr. Mogende Heeren Staaten van Holland, gelyk ook . aan Zyne Allerchristelykde Majefteit den KoG 3 ning  lea Het BEROERD ning van Frankryk, als Bondgenoot van de Vereenigde Provinciën , Steden en Leeden van dien , welk aanhangzel van Steden en Lee» den van dien geen onaardige uitvinding was om, by het eerfte verfchil in de Vergadering, eene Buitenlandfche Mogendheid in te roepen. Dan de ondervinding heeft getoond, dat deeze behendige konstgreep geenzias de gewenschte uitwerking heeft gedaan. ■ Schoon de Franekers re.eds op den gemelden 37 van Oogstmaand een Militair bezoek verwagtten, kwam daar echter niets van: doch des avonds na zes uuren verfcheenen daar, op order der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staaten, twee Staate Deurwaarders met zes Dienaars der Justitie, in de wandeling* Witjes genoemd, die hunne welgelaadene Pistoolen en Donderbusfen met zich voerden. Men zou deeze lieden voorzeker niet hebben ingelaaten, zo men hunne boodfchap geweeten had; doch zy flapten eerst binnen de Stad uit de Schuit, en waren niet genegen wederom te vertrekken, eer zy hunne Commisfien hadden volvoerd. 2y gingen dan naar't ingevoerde gefchut, 't geen nog in 't Excercitieveld lag by 't Heerenlogeraent, alwaar een der Deurwaarders, volgens de gevvoofle manier van arresteeren, daar het kusfen en den Staf op lag, en al het ingevoerde  NEDERLAND. 103 de gefchut, uit naam van den Souverein, reclameerde. Doch hier hadden de wagten, die by 't gefchut gefield waren , geene ooien naar, dreigende zelfs, zo zy zich geene vyftien pasfen van 't gefchut verwyderd hielden, 'er in te zullen fchieten. De Gerechtsdienaars zagen nu wel, dat hier met geweld niets was uit te voeren, naardien niet alleen de Franeker Burgery en het Genootfchap, maar ook meer dan tweehonderd van buiten gekomene Auxiliairen , reeds in de wapenen flonden. Zy wüden hierom andermaal heproeven, wat men met zagtheid zou kunnen uitvoeren, en reclameerden het gefchut, gelyk ook al het kruid en de verdere Ammunitie van Oorlog, van den Magiflraat; dochwelke zich behielp met te zeggen, dat dit" alles aan "tDefenfie wezen toebehoorde, 't welk hunne magt reeds verre was ontwasfen. Deeze beriepen zich daarentegen weder op het Hof van Justitie, voorwendende, dat zy niet wisten of het gefchut enz. gedooken ware of niet, maar dat het hen was ten gefchenk gegeeven, en dat het dus een particulier eigendom was, over 't welk gy zeiden de dispofttie der H. Gedeputeerden niet te kunnen gehoorzaamen. Dus namen eindelyk de Deurwaarders het befluit, om onverrichter zaake te vertrekken; doch 't geen hen ook wel zou hebben kunnen mislukken, dewyl eenige G 4 Vry-  I0+ HetBEROE R D Vrybeidszoonen gaarne zagen, dat men hier eveneens met de Dienaars der Juftitie handelde, als die van Wyk met den Pander des Hofs van Utrecht hadden gedaan. Dit wierdt evenwel door eenigen der bezadigften afgekeurd, en men liet die lieden vertrekken , na dat men hen eenige uuren in arrest had gehouden. Op dien zelfden avond kwam 'er nog een order van de H. H. Gedeputeerden aan de Magiftraat van Franeker, om cp den volgenden dag eene deputatie naar Leeuwarden te zenden , om met H. Ed. Mog. Commisfarisfen over 't gebeurde te befoigneeren , welke deputatie zich ook naar Leeuwarden begaf. Ondertusfchen moest deeze reis volkomen vrugteloos afloopen, dew,yl de Magiftraat thans volkomen onder 't geweld der VryCorporisten ftond, en geen vinger in de asch durfde fleeken, uit vreeze van op eene geweldaadige wyze te worden geremoyeerd. De Magiftraat heeft dus weinig fchuld aan de meeste geweldenaaryen deezer dagen. Doch zy had de zaaken in den beginne mogelyk wel kunnen fmooren, zo zy zich niet zo toegeevend gedraa. gen had, door het oprechten van een Defenfiewezen in- Bloeimaand deezes jaars toe te laaten. Ondertusfchen weet ook ieder in Franeker wel,  NEDERLAND. 105 wel, hoe bezwaarlyk het ware voor Burgerdeden van weinig kunde en moed , zich tegen den fterken en eendragtigen toon van eene trotfcheeri verdoolde Schuttery en Genootfchap te verzetten. Dit ondervond onder anderen de dappere Broodbakker W. van der Klas , weleer Officier der Schuttery en thans Vroedfchap der Stad Franeker, een der eerden onder de manhafte Burgeren, welke het eenvoudig rond gefneeden pruikje met de eerbied verwekkende Staartparuik verwisfelde. Dezelve was van 't begin des Engelfchen Oorlogs af een der moedigde Vryheidszocnen, een der onverzaagdfte beoeffenaaren der Krygskunde, ja een der oprechters en Directeuren der Fraterniteit, en dus in die hoedanigheid een Amptgenoot van den Wydvermaarden Exprofesfor J. Valckenaer, zo dat men van hem niets dan alles goeds voor de zogenaamde goede zaak verwagtte, Doch 't gebeurde, dat deeze goede man zyne vrye ftem in de Vroedfchap, tot het verkiezen van Volmagten ten Landsdage, in Louwmaand 1787, niet zodanig uitbragt, als twee Vryheidminnende Heeren hem bevoolen hadden; en dit had ten gevolge-, dat men hem op de hoonendfte wyze .noodzaakte de Fraterniteit te verlaaten, e,n- dat men hem genoegzaam alle Burgerneering voor eenigen tyd G 5 ont-  io5 Hïï beroerd onttrok, zo dat zelfs de onzydigen, om niet met het vergif deezer ongehoorzaamheid befmet te worden, 'er naauwlyks iets durfden koopen; terwyl de Heer Vroedfchap uit verdriet in eene zwaare ziekte viel, en in verfcheidene weeken niet op ftraat durfde komen. Maar, op dat wy van deezen uitftap tot den draad onzer gefchiedenisfe wederkeeren, • naauwlyks waren de Dienaars der Justitie van Franeker vertrokken, of men vreesde voor een bezoek van de Leeuwarder Mihtie: waarom men te raade wierdt, de nabuunge Exercitie - Genootfchappen door feinen te famen te roepen; zynde men het reeds maanden vooraf eens geweest, welke feinen by zodanig eene gelegenheid zouden worden gebruikt, 't geen onder anderen vry klaar bewyst, dat" het Franeker oproer geen gevolg is geweest van de Actie door de Meerderheid der H. H. Staaten tegen de Minderheid aangevangen : maar dat men die alleen heeft gebruikt als een voorvvendzel, of liever dat men dezelve door herhaalde onbetaamelyke Protesten heefc gezogt. Deeze feinen beftonden in het doen van eenige fchooten, en in het uïtfteeken vin Lantaarnen uit den Toren, op dat men van verre zou kunnen zien, dat'er onraad was. Dit gedaan zynde hield het niet lang aan, of 'er kwam  NEDERLAND. 107 kwam eene meenigte gewapend Volk, eerst uit Franekeradeel, Barradeel , Menaldumadeel en. 't Bildt, en wat laater uit Wonzeradeel en andere verdere afgelegene Grietenyen: komende het grootst getal op Boere Hooiwagens, dewelke reeds verfcheidene maanden lang door de Genootfchappers waren bedeld, en deeds tot hun dienst gereed moesten daan. Alle deeze van buiten inkomende Manfchap. pen wierden by voorraad in de Groote Kerk en in de Stads Schooien gelogeerd , bedraagen. de hun getal by de duizend perfoonen, 't welk op den volgenden dag nog vermeerderd wierdt door die van Sneek, 't Heerenveen enz., hoewel ook veele dier lieden weder naar huis trokken, om hunne eigene plaatzen te bewaaren voor een aanval der Oranje party, die in de Zuidelyke en Oostelyke ftreeken der Provincie zeer magtig was. Voorts wierdt 'er geduurende den nacht verfcheide maaien Alarm geflagen , zo om te zien of ieder wel op zyne plaats zou verfchynen , als om den vyand, dien men verwagtte, af te keeren; welke arbeid echter vruchteloos was, naardien geen mensch ten dien einde uit Leeuwarden was vertrokken. Om ondertusfchen alles in eene behoorlyke order van verdediging te dellen, wierden 'er eenige  ic8 Het BEROERD eenige Hoofd - Officieren verkooren. De oudfte Hopman A. Tuinema wierdt Commandant der Stad gemaakt, en hem tot Adfistentie toegevoegd Dr. H. Tuinhout, Commandant van 't Genoot» fchap, benevens den Heer A. J. C. de Beere, Grietman van Hemelumer Oldephaart, die het Generaal bevel voerde.over de Auxiliairen. Ook wierden vervolgens nog eenige Generaale Adjudanten aangefteld , en de Gepenfioneerde Vaandrig van der Ley bekwam den post van Plaats-Major, op een jaarlyksch Tractement van joqo guldens, en met belofte van een penfioen van 500 guldens jaarlyks , voor zyne Vrouw , zo dezelve hem overleefde. Behalven andere posten wierdt 'er ook een Ingenieur aangefteld, op een jaarlyks Tractement van 500 guldens j doch deeze lieden hebben wel veel voor 't Defenfie - wezen gewerkt, maar weinig of niets genooten. Op Dingsdag den 28 Augustus wierden de verdere fchikkingen tot verdediging genomen of voltooid. Dewyl men ondertusfchen den famengevloeiden hoop van Auxiliairen niet wel op den duur in de Kerk en Schooien kon laaten huisvesten, wierden dezelve by de Burgery ipgekwartierd, zodanig dat in de meeste huizen twee, en in de voornaamfte huizen vier perfoo- nea  NEDERLAND. 109 nen moesten worden geborgen; beloovende het Defenfie - wezen, voor ieder perfoon , weeklyks drie guldens kostgeld te zullen betaalen, gelyk zulks ook in 't eerst gefchied is; doch in de laatfte week is 'er, by gebrek aan geld, geen duit betaald. Een ieder moest de hem toegezondene perfoonen aanneemen, of hy wierdt met een dubbeld getal bezwaard : want deeze Nieuwmodifche Vryheidszoonen verdroegen geen tegenfpraak. Op dien dag ondervond men reeds wat men Van deeze onbezuisde dwingelanden te wagten had, uit het volgend geval. De Heer R. Smit, Secretaris van Barradeel, te Sixbierum woonachtig, dien morgen een zyner Buuren ontmoetende , die eene gróote vrees te kennen gaf voor het nabuurig Guarnizoen Van Harlingen, dewyl het Bataillon van Barradeel meerendeels naar Franeker was vertrokken, troostte denzelven met te zeggen , dat indien zo iets al gebeurde , hy dan zekerlyk een Officier in 't kwartier zou krygen, en dus wel gelegenheid hebben zyne Bliuren te befehermen. Dit onfchuldig zeggen wierdt wederom in 't Dorp verhaald, doch begreepen als of de Heer Smit met het Guarnizoen van Harlingen verftand hield, en hetzelve reeds venvagtte., of zelfs uit. ge-  iio Het BEROERD genoedigd had, Eene zo gewigtige ontdekking waaide oogenblikkelyk over tiaar Franeker tot het Defenfie-wezen,'t welk daarop, zonder de zaak te onderzoeken, of in 't Dorp zelve eenige informatien te neemen , derwaards met een Detachement gewapende Boeren afzond, den nieuwen Majoor van 't Bataillon van Barradeel Frans de Boer, benevens Pieter Fontein, Huisman te War onder Franeker, met order om den Heer Smit gevangelyk voor hunne Rechtbank te brengen, gelyk fpoedig wierdt volbragt. By 't aankomen van dien Heer ontdekte men ondertusfchen ras , dat dezelve nergéns van wist, en dat het aangebragte eene volkomene misvatting was; waar door men genoodzaakt wierdt denzelven ongemoeid, en , na 't vraagen van verfchooning wegens het gepasfeerde, te laaten vertrekken. Zulke Schippers moét men kiezen, Wil men Schip en gped verliezen. Ondertusfchen hadden die van Franeker, door middel hunner Spions , welke in meenigte te Leeuwarden omzworven, vernomen, dat de Landfchaps Ammunitie Meester E. H. Bergsma, op den 89 van Oogstmaand met eene Commisfie van  NEDERLAND. XII van Heeren Gedeputeerden te Harlingen was gekomen, welken men bedoot ook eens te vatten, om hem uit te hooren. Deeze Heer zyn werk, 't geen, in 't uitdeden van het aldaar liggende kruid bedond, verrigt hebbende , wilde dien avond naar Bolswerd vertrekken, en wierdt verwagt zyne reis door het Dorp Arum ,te zullen neemen; weshalven de reeds genoemde Frans de Boer, benevens den Generaal de Beere , aan wien de Commisfie was opgedraagen , zich in dat Dorp posteerde , hoewel te vergeefs , naar dien de Heer Bergsma eenen anderen weg oplloeg, en over Makkum wilde reizené Doch Frans de Boer kreeg intusfchen zulke goede berigten, dat hy den Ammunitie Meester ontmoette en noodzaakte mede naar Franeker te reizen , om voor 't Defenfie - wezen te worden verhoord. Echter hebben zy niet veel uit deezen Heer kunnen verneerften, die, na 't afloopen van dit onwet. tig verhoor wederom ontflagen zynde, nog dien zelfden avond naar Bolswerd vertrok. Ook fchreef men aan de Vergadering der Gacommitteerden van de Gewapende Genootfchappen in Overysfel, gehouden binnen Zwol, „ dat „ het in Franeker vol nabuurige Genootfchap. „ pen was ter bevordering van de goede zaak, „ verzoekende te bewerken dat tega zeiven ein- » de  h» Het BEROERD „ de 600 Man, voorzien van Veldftukken, een , inval in Friesland deeden enz. enz." En aan die van Drenthe ging af de volgende Misfive. „ Ik hebbe de eer UWE. uit naam van het De. „ fenfie - wezen van Franeker te berigten , als • dat de Militie op de Repartitie van Friesland ftaande , ordres ontvangen hebbe , om zig „ binnen tien dagen binnen Leeuwarden te ver„ voegen, op poene van Casfatie ; verzoek „ UWE. devoir aan te willen wenden, dat die iy Vrienden Drenthe niet ongemolesteerd pasfee', ren, zy koomen met geen minder oogmerk, „ dan om ons allen een beter Gewest te doen „ zoeken; de goede zaak is hier zoo verre gevordert, dat, wanneer onze Nabuuren , en wel voornaamentlyk - UWE. dit verzoek zoo doenlyk effectueert, wy fchielyk zullen triura^ pheeren over onze verharde Vyanden ; wy „ Recommandeeren ons en onze goede zëak aan „ L'WE., en tekene my met alle refpect enz". Franeker den 1 September 1787. De Hoofden der factie waren niet dom genoeg, om niette weeten, dat al hun arbeid een fchandelyk oproer was. Om intusfchefi zich eemgen zweem van een legaal beftaan te geeven, bedagten zy, de door hen geheel verblinde Schut-  NEDERLAND. "3 Schutteryen en Genootfchappen een Declaratoir te doen tekenen , waarby zy beloofden de Minderheid als den eenigen en waaren Souverain te erkennen. Zynde dit ftuk van den volgenden inhoud: „ Of fclïoen Wij geduurende veele Jaaren gezugt hebben onder de onlijdelijke Overheerfching van eene Staats - Regeering, welke tog niet fcheen in* gerigt te zyn, dan om de Vrijheid, ons natuurlijk eigen, te verdrukken, geblykende een reeks van Placaaten , Refolütien , Publicatien en wat dies meer is; die in geftrengheid de orders der willekeurige Heerschzucht niet behoefden te wyken , en zelfs daardoor aan het gevoel van een Vrij Volk te ondraagelijker waaren, door dien zy altijd opgevuld waaren met de fchoonfchijnenfte woorden, en als ofze ftrekten tot nut en beveiliging der goede ingezetenen, bleeven Wy met het taaist geduld naar het gezegend oogenblik uitzien, waarop Uw Ed. Mog. door kragt van reden, deunende op de regtvaardigheid, en onderfteund door onze fmeekingen, die pligt en eedverbreekcnde Pvegenten zouden hebben overtuigt, ora tot haren pligt weder te keeren, en om" eene vreedelievende Natie by de billijke enbefvvoo- X. deel. H ren  jï4 Hïï BEROERD ren Wetten des Lands te bewaren; en alhoewel de allerloffelykfte pogingen van Uw Ed. Mogten dien einde op de trotschheid dier Ontaarden niet van dien gelukkigenuitflaggeweest zyn, moogen Wy ons egter in Uw Ed. Mog verheugen, en met blijdfchap erkennen in de denkbeelden, welke wij van Uw. Ed. Mog. waare Vaderlandsiievde hebben opgevat, niet bedrogen te zijn. „ Wij zien de bereidvaardigheid van Uw. Ed. Mog., om ondanks alle overmagt en hinderpaa» len, ter onzer redding, zoodanige middelen in 't werk te deden, welke kragtig genoeg zijn, om onder Gods Zeegen onze vijanden te doen bungen én ons te doen herkrijgen die voorregten, welke ons als een Vrij Volk wetttig toebehooien. „ Wij hebben ons ten allen tijde als dille ingezeetenen gedraagen, niets liever wemcheade, dan naar goede order te leeven; wij hebben onze wettige en billijke Regenten met lievde in alles getracht te onderfteunen, zoo verre onze vermogens zulks toelieten, en daar wij nog met die zelfde gevoelens bezield zijn, zullen wij ons keven nimmer ontzien, om Uw. Ed. Mog. burger- en vrijheidlievende pogingen zoo veel in ons is te begundigen. Wij verklaaren alle onze voorige beloften te er- inneren  NEDERLAND. n5 inrieren en door deezen te vernieuwen, en terwijl nu het tijdftip daar is, dat wij moeten doen geblijken de gecrouvvheid aan onze wettige ovcrheeden. „ Zoo fweeren wij, geene andere overheeden te erkennen, dan Uw. Ed. Mog., die zig zoo man» moedig voor de belangens van een getrapt en getergd Volk in de bresfe hebben durven ftellen. „ Wij fweeren, Uw. Ed. Mog; orders heilig te zullen opvolgen en naarkoomen, die ons gegee* ven worden tot herflel van onzer aller rechten en vrijheeden. „ Wij fweeren malkanderen trouwe, en nimmef uit elkander te zullen gaan, voor en al eer wij de goede zaak hebben doen triumpheeren, en deeze onze wettige overheid in vreede en ruft zullen zien regeeren. „ Wij fweeren Uw. Ed Mog, Perfoonen en goederen in onze protectie te neemen, en al het ongemak, hun door het bevorderen van onze zaak overkomende, met hun te zullen deelen, met belofte en aanneeminge , om niet te zullen rusten voor dat alles vier dubbelt op de bewerkers van het kwaad zal zijn verhaald en gewrcoken. }; Aldus in naame van H z #er»  Itfj Het BEROERD vertekend door desfelfs praefente Officieren als daar toe fpeciaal geauthorifeerd. „ Actum Te Franeker was men ondertusfchen vol moed, voor al daar men zeker was, dat 'er geen aanval was te vreezen, om dat men voor als nog Leeuwarden niet wilde ontblooten. In de eerfte dagen van den oploop duurden de wagten maar twaalf uuren, en dus had men tweemaalen des daags eene Parade, 't geen echter in 't vervolg verfchikt wierdt, zodat de Parade nu gelyk op andere plaatzen 's morgens ten elf uuren vergaderde. Dezelve was doorgaans vry talryk en beftond uit 350 Mannen; zynde het getal nooit even groot, om dat de Auxiliairen af en aan kwamen. Deeze Parade wierdt in 't gewoon Exercitie veld gehouden, alwaar ook een groote tent was opgeflaagen, in welke by die gelegenheid voor een ieder getapt wierdt. Men had in de Stad eene Hoofdwagt der Schutters en eene der Auxiliairen, die in de halfvolbouwde nieuwe Fraterniteit vergaderde. Voorts waren 'er fterke wagten by alle de poorten, en eene menigte fchilrlwagten door de Stad verfpreid Ook had men 'er een taptoe en reveille, doch deeze betekende niets anders, dan dat men 'snagts  NEDERLAND. 117 *s nagts tusfchen tien en vier uuren , niet op de wal mogt komen : want door de Stad liepen de Auxiliairen zo laat op ftraat als zy wilden. De voornaame Familien, tot ruïne van welke al dit werk voornaamelyk zou moeten dienen, begreepen ondertusfchen , dat zy niet langer veilig waren ten platten Lande, indien zy niet in gevaar wilden zyn van opgeligt en te Franeker gevangen gezet te worden ; waarom zy zich alle naar Leeuwarden begaven. Hier was men egter ook niet zonder eenige bekommering: want het Genootfchap van wapenhandel was niet meer zo vuurig voor de Staaten als voorheen; op de wallen waren geene Borstweeringen noch Batteryen; de Schuttery was niet volkomen eensgezind , en 't ontbrak niet aan oorblaazers, welke zommige Schutters tegen de wettige Overigheid trachtten op te zetten ; en fchoon men van de Franeker Vry • Corporisten gcenzins een aanval verwagtte of vreesde, zo wist men echter niet, wat 'er gebeuren zou kunnen, indien eens die merke. lyke onderftand wierdt bekomen, welken zy voorgaven hun beloofd te zyn; en die beftaan zoude in geld en krygsvoorraad, zo veel zy wilden, benevens tweeduizend Hollandfche Vryheidszoonen en even veel Overysfelfche helden. Om onderH 3 tus.  n8 Het BEROERD tusfchen hieromtrent alle mogelyke maatregelen te neemen, wierdt, op den i van Herfstmaand, eene Commisfie tot Defenfie uit de Heeren van 't Mindergetai, het Hop, en van 't Collegie gemaakt. Voorts wierdt 's Lands Ammunitie, die buiten de Stad op Cammingaburg lag , binnen de Stad gebragt, en 't kruid op eene veilige plaats onder het fchavot van't gedemolieerde Blokhuis geborgen; de wallen wierden door het opwerpen der noodige batteryen verfterkt; en de Schuttery gezuiverd van alle zodanige Leden, welke aan den Souverein geen volledigen eed van getrouwheid verkoozen te doen. Te Harlingen was men ook in 't begin der Franeker beweegingen ipoedig in de weer, om de veiligheid der Stad te bezorgen. Gelukkig kwam de mislukte pooging, door de Franekers in Bloeimaand gedaan om buskruid te bekomen, thans die van Harlingen te dade, dewyl zy, buiten dien aldaar opgeflaagenen voorraad , naauwelyks vierhonderd ponden bezaten. Ouk was het in den beginne zeer onzeker, welke party deeze Stad zoude kiezen, dewyl zedert eenigen tyd daar veele in de Regeering waren gebragt, die voor zogenaamde Patriotten en vrienden van verfcheidene der aanleggers bekend ftonden, en veele vermogende burgers, waaronder perfoonen van invloed in ver- fchei-  NEDERLAND. 119 fcheidene opzigten, de Franekers waren toegedaan, zo uit hoofde van bloedverwandfchap als andere betrekkingen; waar by nog kwam dat de Heet Allard Scheltinga, van wien veelen een hoog denkbeeld vormden, Collonel was van het Bataillon van Wonzeradee!, thans te Franeker mede binnen getrokken. Daarentegen was de Schuttery der Stad meerendeels getrouw aan eed' en pligt, en wierdt in haare waarlyk Patriottifche gevoelens niet weinig bevestigd door den arbeid en 't voorbeeld haarer meeste Officieren. DeKrygsraad naamelyk, meenende dat men door voorzigtige maatregelen, in tyds genomen, veel onheil van de Burgery zoude kunnen afwenden, benoemde eene commisfie van vier Leden uit den haaren, om zich by de Regeringe der Stad met fpoedige en ernftigcRemonftrantienteadresfeeren, voorts zonder ruggefpraak met dezelve te handelen, en zodanige maatregelen met dezelve te nee. men, als ten nutte der Burgery noodig zouden worden geoordeeld; en wierden hier toe uit de Bevelhebberen gecommitteerd de Collonel Wyma, de Luit: Coll: Binksma, de Kapitein Gratama en de Sous-Luitenant Agema, De Gekommitteerde Bevelhebberen, om zich H 4 van  120 Het BEROERD van hunnen pligt te kwyten, en aan den wil hunner Committenten te voldoen, hielden aan de Edele Achtbare Heeren Veertigen der Stad, daar toe des middags van den -28 Aug. vergaderd, een Declaratoir voor, van den navolgenden in» houd: „ In de gewigtige omdandigheden die onze Stad omringen heeft de Burgerkrygsraad noodig geoordeeld aan de ganfche Stads-Regering open te leggen haare waare gevoelens omtrent eenige poincten van gewigt, ten einde, is het mooglyk, daar door een onderling vertrouwen tusfchen de Regeering en Krygsraad, ten nutte der ganfche Eurgery , vast te dellen. „ De Krygsraad heeft bedooten de Stad langs alle mooglyke middelen by de lieve rust te bewaaren; de Regering wil zy by eene vrye deliberatie en tegen alle willekeurige remotien, van welke party ondernomen, beveiligen, en elk burger zal zy by het ongeftoord bezit van zyne pcrfoneele veiligheid en van zyne bezittinge, des noods ten koste van haar bloed, handhaven ; alle oproer, geweld of plundering, van wie berokkend of onder welken naam ondernomen, zalzykragtdadig te keer gaan, en daar de Krygsraad meent dat zy byzonder in deezen tyd op haare hoede moet zyn tegen  NEDERLAND. ai tegen alle overrompeling, heeft zy vastelyk beflooten geene gewapende Manfchappen, onder welke pretexten zy zich voor deeze Wallen of in onze haven vertonen mogten , in te neemen , of den doortogt te gunnen.. „ Ziet daar, Edele Achtbare Heeren! des Krygs*raads waare gevoelens. Bevelhebberen vertrouwen, dat dezelve niet alleen zullen worden beademd door elk Regent van deeze Stad, die hec waarachtig te doen is om voor het heil van elk Burger , zonder onderfcheid aan welke party hy is toegedaan, te waaken maar ook dellen Bevelhebberen vast, dat U. Ed. A. met allen yver met Bevelhebberen zullen medewerken om eenige maatregelen te neemen, die noodzaakelyk genomen moeten worden, zal het voorgemelde goede oogmerk van den Burgerkrygsraad bewerkt worden. „ Eenige voorzieningen moeten, naar het oordeel van Bevelhebberen, zonder het minde tydverzuim gedaan worden; by voorbeeld de Stad i moet van eene genoegzaame vooraad van kruid, en wat verder tot het kanon vereischtwordt, voorzien zyn; eenige voorzieninge omtrent de Stads gragt en bruggen, eenige dispofuien omtrent het bezetten der wagten en het duiten der poorten moet 'er gemaakt worden, eenige prteparatien om als inéén H 5 oogen-  122- Het BEROERD oogenblik het kanon der Stads wallen van de eene naar de andere plaats te kunnen transporteren., waar het de nood zoude moogen vereifchen, moeten plaats hebben, als mede eene zeer noodzakelyke fchikking tot dekking der haven: alle welke maatregulen nochthans met weinige kosten kun. nen worden daargefteld , en wel gewisfelyk, in tyds genomen, onder de hulpe Gods onze ganfche Burgery en elk individueel Lid van dezelve , by veiligheid van perfoon en goederen zullen kunnen bewaren. „ Maar de zorge' van dit zoort van dingen aan geheele Vergaderingen gedemandeerd te laaten , heeft de Krygsraad ongeraaden geoordeeld. Welke traagheid toch moest 'er dan in de uitvoering piaatze hebben ? zy heeft daarom eene Commisfie van vier Leden uit den haaren benoemd, om in deezen. communicatyf met UEA. te handelen, en met den meesten fpoed, en zonder ruggelbraak, alle zodanige middelen daar te dellen als tot veiligheid der Stad, in deezen tyd, zal worden, noodig geoordeeld. „ Dan, Edele A. H.! zal deeze KrygsraadsCommisfie , die niet anders als communicatyf met de Regeeringe werken kan, om elke fchikking die gemaakt moet worden , de ganfche Regeeringe of de ganfche Magiftraat en Raad convoceren, raad-  NEDERLAND. A m3 raadpleegcn en verzoeken, dan is het zeker dat door groote en langwylige Vergaderingen aljes ver. brod en niets zal worden uitgevoerd. „ De Commisfie van Bevelhebberen verzoekt dan eerbiedig, dat UEA., het critique van onze om« ftandigheden in overweging nesmende, gelieven te refolveren om een klein getal Regeerings Leden in Commisfie te dellen, met die magt en auctoriteit voorzien , dat de Commisfie van Bevelhebberen met dezelve dagelyks in deliberatie kan treeden over het geen in deeze tyd tot defenfie der Stad moet worden gedaan, en op derzelver auctorifatie het noodige zal kunnen ter executie dellen, zonder noodig te hebben van de volle Regeeringe telken reize te convoceren: fpeciaal dat UliA. aan die UEAs. Gecommitteerden gelieven toe te daan , tot voorfchreeven einde, eene vrye en onmiddelyke dispofitie over eene bepaalde fomme van Stads pen. ningen". Gecommitteerde Bevelhebberen, die zich met de beste oogmerken, en om zeer gewigtige redenen, niet by den Magidraat en Raad , aan wien anders fpeciaal het Defenfie-weezen der Stad is aanbevolen, maar by de Veertigen met bovenftaand Declaratoir vervoegd hadden, wierden, niet zeer lang na de inlevering van hetzelve, by den Magidraat en Raad verzogt binnen te daan, alwaar aan hen wierdt te  ih Het BEROERD te kennen gegeeven, dat de Magidraat dit Declaratoir tot zich had genomen als alleen tot haar ta* fel behoorende; voorts dat de Magidraat gecommitteerd had de Heeren Alema , Binksma, Frank en Bakker, ten einde dat Declaratoir nader te examineeren, en eindelyk dat de Magidraat verzogt dat de Gecommitteerde Bevelhebberen des anderen daags te zes uur, op den Raadhuize, op Bevelhebbers Kamer, by één wilden zyn, ten einde dan Hun Achtbaarheden Hun A. finaal antwoord in deezen aan Gecommitteerde Bevelhebberen zouden kunnen communiceeren. Gecommitteerde Bevelhebberen thans al bevroedende , hoe een deel der Regeeringe geheel de noodzaakelykheid van eenige voorzorgen niet bezeffen konde, en gevolgelyk ook hoe traaglyk de dingen zouden worden aangetast, begreepen hoogstnoodzaakelyk, zonder het minde tydverzuim, den Heere Commandant Ardesch tot zich te noodigen , ten einde aan den zei ven hunne oogmerken open te leggen, en zich van het vertrouwen van het Guarnizoen te verzekeren , om met hetzelve gemeenzaam, zo veel mooglyk, te werke te kunnen gaan in het beraamen van zodanige middelen, als welligt de nood ten diende der Burgery zoude vorderen. Dienzelfden avond dan wierdt in eene lange en vrien-  NEDERLAND. 125 vriendelyke conferentie tusfchen den Heere Commandant en de Gecommitteerde Bevelhebberen de in deezen zo noodzaakelyke goede verdandhouding geklonken. Waarna Gecommitteerde Bevelhebberen beflooten , tegen den anderen dag 's avonds te vyf uur, den Krygsraad te convoceeren, ten einde aan denzelven rapport van al het gepasfeerde te doen. De Krygsraad vergaderd zynde, wierdt aan denzelven door de Gecommitteerden opening van al het verrigte gedaan, en hadden Gecommitteerden het genoegen dat alle hunne verrigtingen geapprobeerd en gelaudeerd wierden , fpeciaal dat het hier boven geiufereerde Declaratoir volkomen wierdt goedgekeurd, het welk men anders getragt hadde te fü-. gilleeren. Terwyl de Krygsraad vergaderd was, wierdt de Collonel der Burgery verzogt binnen te daan by eene Commisfie uit de Regeeringe, zynde de Heeren Oosterhout, Stephani, Heins en Bakker, en wierdt aldaar aan denzelven gecommuniceerd, dat zy Heeren waren Gecommitteerd uit den A. Raad, om na te gaan of, en zo ja, wat, in deezen tyd noodig zyn mogt tot Defenfie der Stad, en dat zy daarover van tyd tot tyd den Raad van den Militairen Commandant en hem Heere Collonel zouden inneemen, verzoekende  ia6 Het BEROERD kende ten dien einde dan ook hem Heere Collonel tegen den volgenden avond op den Raadhuize. De Collonel antwoordde, hier yan te zullen rapporteeren aan de overige Gecommitteerden van den Krygsraad thans vergaderd, en Hun Achtbaarheden voorts te zullen berigten. Om der waarheid hulde te doen, de Krygsraad" was gevoelig, dat men in deeze zaak , die zy als zo gewigtig voor de Burgery befchouwde, haare n goede voorzorgen van eene Commisfie te benoemen , zogt elufoir te maaken; niet minder gevoelig betoonden zich de Gecommitteerden, die, gisteren door Hun A. verzogt zynde zich op heden weder op een bepaald uur te fisteren , alleen thans maar verzogt fcheenen om de boodfehap te ontvangen van weder heen te kunnen gaan. De Krygsraad wilde dan, dat de vier Gecommitteerde Bevelhebberen oogenblikkelyk gehoor by de Commisfie uit de Regeering verzoeken, en aldaar andermaal zeer ernflig het gevaar der Stad en de begeerten van den Krygsraad, in haar Declaratoir vermeld, zouden voorhouden. Gecommitteerde Beveihebberen gaven dan met allen mooglyken ernst te kennen, dat de nood daar was, dat de handen uit de mouw gedoken moesten worden, indien men de Burgery niet aan geweld geëxponeerd wilde hebben, dat 'er zedert het inleveren  NEDERLAND. i2? veren van het Declaratoir tot de eerfte conferentie over Defenfie-zaaken, die men bepaald had op den avond van den dertigflen, meer dan twee dagen geheel vrugteloos verloopen zouden zyn. Vreemd kwam het ook Bevelhebberen voor dat Hun A. niet fcheenen te kunnen goedvinden, in deeze gewigtige zaaken, met een Commisfie van Bevelhebbers te bcfoigneeren. Ook zeiden Gecommitteerde Bevelhebbers, dat zy van hunne zyde, om niet ledig te zyn, in middelen tyde eene goede verdandhouding tusfchen de Schuttery en 't Guarnizoen bevorderd hadden. De Commisfie uit de Regeering beantwoordde dit hoofdzaakelyk met te zeggen, dat zy, geen ande. ren last ontvangen hebbende dan om over Defenfie zaaken van tyd tot tyd met den Collonel teconfereeren, echter nu wel van het thans voorgevallene aan den vollen Raad oogenblikkelyk kennis wilde geeven, en verzogt de Gecommitteerde Bevelhebberen zich voor een wyl naar 's Krygsraads Kamer te begeeven, zullende aan Gecommitteerde Bevelhebbers, onmidaelyk na de deliberatien van den Raad, van deszelfs befluit in deezen kennis worden gegeeven. Gecommitteerde Bevelhebbers waren ook niet lang in den Krygsraad geweest, en hadden maar even rapport van het voorgevallene gedaan, of wierden by  J28 Het BEROERD by de Commisfie uit de Regeering andermaal verzogt s waar zy berigt ontvingen dat Gecommitteerden uit den Raad thans geauthorifeerd waren om met Gecommitteerden uit de Bevelhebberen in conferentie te treeden, en met eikanderen vereenigd na te gaan alle zodanige dingen die tot Defenfie van deeze Stad noodig zouden worden bevonden, en daarvan aan den vollen Raad rapport te doen. Welke Authorifatie was van den volgenden- inhoud: Geëxtraheerd uit het Refolutie boek der Stad Harlingen. Woensdag den 29 Augustus ifS/. „ De Magidraat Vergadert zynde, is na gehoord te hebben het Rapport en de confideratien der Heeren Alema, Binksma, Frank, en Bakker, by refumtie gedelibereerd op de Propofitie door eene Commisfie uit Burger Bevelhebberen, op gisteren den 28 deezer ter Vergadering der Veertigen, na het inzien van de Magidraat zeer te onregte gedaan, als fustineerende hun A., daar gemelde Propofitie enkel en alleen behelst voordellen om deeze Stad teegens alle onverhoopte aanvallen in daat van tegenweer te brengen, dat het Defenfie-weezen, volgens het Regerings - Reglement, alleen aan de Magidraat met uitflui- tinge  NEDERLAND. ïa9 tinge dér Vroedfchap is gèdemandeerd' — Noo« pens hec ftuk zelv& betuigen huri A. niet te zyn gê«convinceerd, welke die gewigtige bmdandigheden mogen wezen die onze Stad omringen , nog te kon» nen begrypen, welke remotien Bevelhebberen voor willekeurig houden; dan hun A., zeer Laüderende der Bevelhebberen voornemen om de Stad by de lieve fust te bewaren, dezelve in Staat van Defenfie te brengen en geene gewapende Manfchappen den door» togt te gunnen, hoewel hun A. vertrouwen dat deeze beide laatffgemelde poincten ter hunner dispofitie ftaan. -„ Egrer om aan het verzoek van Bevelhebbereh zoo veel mogelyk te beantwoorden, hebben hun A. in Commisfie gedeld de Heeren Oosterhout, Stephani, Heins en Bakker, dog met geene wydere last dan om de Stads fortificatie werken enz. na te gaan, en noo. pens eenige te maakene fchikkingen tot Defenfie het advys en de confideratien van den Heere Comman. dant van het Guarnizoen, en de Heeren Bevelheb. beren, in te neemen, van dit alles Rapport te doen aan deeze Vergadering, oin nader by denzelven te worden gedelibereerd en geconcludeerd; en zal Extract deezes aan gemelde Heeren en de Heeren Bevelhebberen worden afgegeeven om hen te dienen tot narigt. X. deel. I „ Aldus  X%o Hl I BEROERD „ Aldus gerefolveerd den op Aug. 1787. en gerefumeerd den 30 dito. (wasget. ) JAN OOSTERHOUT. Ter Ordonnantie van hun A. Abf. Secr. (was get. )Y. FEDDEMA. Intusfchen had de wensch der Bevelhebberen en het belang der Burgery zeer veel gewonnen, dewyl de Bevelhebers het thans beter in de hand hadden fpoed by het werk te zetten; gelyk daar van ook het gevolg was, dat de eerfte conferentie, die anders op den 30 's avonds bepaald was, terftond 's morgens van dien dag, op de Raadkamer zoude worden gehouden. Op dien dag vergaderden, voor de eerfte maal, de Gecommitteerden uit de Regeeringe en Bevelhebberen, en wierd aanftonds by dezelve beflooten de Stads Walen Brugg-n te gaan bezigtigen; vier van de laastgemelde waren zonder Wippen: het befluit was nog dienzelfden dag aan de Regeeringe voor te ftellen om de Bruggen te htrftellen , en waar dezelve mankeerden met Wippen te voorzien, het welk dan ook beflooten wierd ; voorts wierden nog dienzelfden dag twee ftukken kanon geplant by de Kettingbrug, om wanneer e< n Schip in de hiven gekomen niogte zyn, dat bevonden wierdt gewapend volk in te hebben,  NEDERLAND 13* 1 ben, hetzelve buiten de boom gehouden zoude kuunen • worden. Wyders wierdt noodzakelyk gevonden de i Franeker Poort met een wagt te voorzien, en bepaald idat aldaar een Burger Bevelhebber, Sergeant en eenijge Adelborden zo wel by dag als by nagt de wagt ;zouden houden. 's Anderen daags in den Namiddag was de Krygs» raad wederom vergaderd; en Gecommitteerde Beivelhebberen deeden rapport van het verrigte. Onderfcheidene Bevelhebberen kreegen van tyd toe tyd de klaarde bewyzen, dat hunne genoomene maatre! gelen by zommige lieden met flegte kleuren getekend wierden j het was zigtbaar dat men tegen den Krygsraad eene party tragtte te formeeren; het was ongehoord, zeidemen, dat de Krygsraad een Declaratoir, als boven gemeld, by de Regeeringe deed, ronder hier in de Schutters vooraf gekend te heb* ben. En deeze vergadering was voornamelyk geconvoceerd om te raadpleegen, welke maatregelen in deezen behoorden genomen te worden om de oogmerken van de zulken te verydelen, die verdeeldheid in den boezem der Schuttery zaayen wilden; het befluit viel dat de commisfie van Bevelhebberen de ganfche Schuttery by kwartieren nog dienzejfden dag ivoor zich zoude roepen, om aan alle de Schutters Ihet Declaratoir, het welk aan zommigen verminkt :en verdraaid was opgedischt, van woord tot woord I s - voor  ï3a Hét BEROERD vöof te leezen, aan hun de bedoeling van Bevelhebbers voor te houden, en ten klaarden aan re toonen. Dit Declaratoir bevatte toch 't geen, waartoe de Krygsraad en ganfche Schuttery buiten hetzelve altyd verpligt zoude hebben geweest ; en èindelyk om aan eiken Schutter, hoofd voorhoofd, af te vraagen of zy genegen waren in deezen tyd hunne Bevelhebberen, wier gevoelens uit het Declaratoir aan een ieder blyken konden, getrouwelyk te volgen, en de Stad met hun tegen geweld van buiten en binnen te verdedigen, met byvoeginge dat Bevelhebberen beflooten hadden aan eiken Schutter, die de gevoelens van den Krygsraad niet konde beademen, de vryheid te geeven om hun affcheid van de Schuttery te neemen. Dit wierdt dan door de Commisfie ter uitvoer gebragt, doch met dat gevolg dat eenige Schutters, meest Leden of Honoraire Leden vaneenig Vrycorps, hun affcheid van de Schuttery namen, en dat de overigen plegtig beloofden aan hunne Officieren getrouw te zyn, en onder hunne bevelen de Stad en Burgery te zullen beveiligen tegen alle oproer van binnen en alle geweld van buiten. Van het verrigte door de Commisfie wierdt nog dien zeiven avond te negen uur in eene Krygsraad, daar toe vergaderd, raport gedaan. In die zelfde vergadering deed de Collonel Wyma verflag, hoe aan hem door den Com-  NEDERLAND. 133 1 Commandant Ardesch gecommuniceerd was eene iMisfive van de'Gedeputeerde Staaten van Friesland i ingekomen , en welke Misfive bevatte eene waarI fchuwing van met opzigt. tot de Stad Harlingen ten uiterden omzigtig te zyn tegen alle furprifè. Dien lavond wierden daarop, naa dat de Gecommitteerden met den Heere Ardesch en den Colonel Wyma had» :den geraadpleegd , de wagten verdubbeld, en beflooten dien nagt de Patrouilles flerk te laaten igaan. Den volgenden dag hielden de Bevelhebberen zich veelal onledig met het aanneemen van nieuwe Schutters, in plaatze van die geenen, die '$ daags te vooren hunne dimisfien genomen hadden. Inmiddels wierd men onderrigt, dat op heden welligt in den Raad een voorflag zoude kunnen worden gedaan om eenige Bevelhebbers, vooral die van de commisfie waren, uit den Schutterlyken dienst te ontflaan ; wat hier van geweest zy, is niet volkomen gebleeken; doch de Krygsraad belloofdeezen ftorm niet af te wagten, en gelastte de vier Gecommitteerden benevens nog vier daar by benoemde Bevelhebberen, namelyk Tousfaint, van der Sluis, van der Ley en Wasfenaar, om zich met en benevens den Commandant Ardesch, welke eich daar toe gaarne aanbood, te begeeven naar de Magidraats Vergadering , en zich by den Raad te I 3 doen  134 Het BEROERD doen aandienen, onmiddelyk na dat dezelve vergaderd zoude zyn, aldaar den nood der Stad bp 't kragtigde voor te dellen, .en te verzoeken, dat Bevelhebberen mogten wordengeauthorifeerd om dien avond, en vervolgens, 's avonds te agt uur de poorten te doen fluiten, naa dat zulks vooraf door trommelflajr. zoude weezen bekend gemaakt, als mede om de Bruggen 's nagts te doen opneemen. Intusfchen was men aan de Batceryen op 't Bolwerk begonnen te arbeiden, en men meende dien avond nog eenige ftukken geplaatst en gereed te hebben; doch 'er kwam tyding in, dat men eenige Stukken vernageld had, en daaronder de twee ligtfte, die in , deezen voor de Stad van het meefte belang waren. Deeze tyding ontzecte Bevelhebberen niet weinig, en deed hen vreezen voor geweld van buiten, en verraad van binnen , doch het best was zich voor dien nagt zo goed mooglyk te verfterken. De Schuttery en Militairen in Harlingen vereenigden zich derhalven dus; bezetteden de wagten en posten gezamentlyk, lagen de noodige Batteryen aan, en bragten het Stads Gefchut op de Wallen. Ter ftuitinge 'van deeze poogingen zonden die van Franeker, ingevolge het negende Poinct van hunne Vergadering; aan de Regeering van Harlingen den navolgenden Brief: „ Het  NEDERLAND. »35 „ Het was tot onze verwonderinge en fmerte, dat wy in onze Vergadering wierden geinformeerd, dat de Militie, ftaande ter onzer Repartitie, en in UEd. Stad zich bevindende, vereenigt met eenige onrustige Burgers, zich zo verre emancipeerde, dat de auchoriteit van UEd. merkelyk fcheen te worden gedreigd, en dat ook de Magazynen, van het Col* legie ter Admiraliteit in UWe Stad refideerende, reeds waaren gevioleert, en de Sleutels aan derzei-ver bewaarders afgeperd. „ Wy kunnen niet anders dan ten hoogden gevoelig zyn aan dit gebeurde, en het zelve als daden vsn geweld en kleinagting voor UEd, Regeering befchouwen* En daar 'er ons ten hoogden aangelegen legt, de Juditie en Regeering te maintineeren, zo gelasten wy UEd. om den Commandant der Trou« pes voor zich te ontbieden, dezelve ernflig voor te houden, zyn belofte onder Eede gedaan, en van hem teeifchen, dat hy zich verklaare, of hy genegen is UEd. in derzelver wettige Regeering te maintineeren , en geene orders te Executeeren, dan die van UEdj of met UEd. Communicatie gegeeven, en hem te ordonneeren om ogenbüld elyk alles het geene uit de Magazynen der Generalr. is ontvreemd ,in den besten daat in dezelve te rug te brengen. „ En zo UEd daar op geen voldoende verklaaring erlangt, of ander?ints voor de maintenu van derzelI 4 ver  13*» Het BEROERD ver authoirteit, zich meerder vrees op doet, zullen UEd. ons daar van informeeren, op dat wy zodanige middelen kunnen employeeren, als tot bewaring van de wettige Regeering noodig zullen weezen. Op het een en ander wagten UEd. antwoord Donderdag eerstkomende, voormiddag in onze Vergadering té Franeker. Waar meede UEd. in de befchermirsge Godes; beveelende, verblyven. Veste, Lieve, Bezondere! UEd. Goede Vi •lenden de Staaten van Friesland Vr. (was get.) C L. v. Beyma Ter Ordonantie van dezelve abf. Secrec. ( was get.) H. L. v. Alter»; Franeker d. u Sepr. 1787. Van de deliberatien over deezen Franeker brief heeft men niets gehoord. Zeker is het dat de verfterkirtg der Stad intusfchen vorderde; doch tevens bleek dat het gefchut der Stad, zo in getal als in zwaarte, merkelyk te kort fchoot, om de Wallen naar behooren te verdedigen. Ten welken einde men zich, met voorkennis der Hooge Overigheid van  NEDERLAND. 137 van 't Magazyn der Admiraliteit meester had gemaakt, en daar zo veel 36- , 34- en 12- ponders uic genomen, als noodig waren, met de daar toe behoorende kogels en druiven, die daar in eene groote meenigte voor handen lagen. Ook had men de planken der Bruggen over de Stadsgratt opgebroken, dewyl men 'er geen valbruggen . had, welke tellens, van Landswege, zowymeenen, vooralle de Poorten der Stad wierden aanbedeed. Kogels en diergelyken vooraad van Oorlogstuig had men overvloedig in 't Admiraliteits Magazyn: doch Buskruid wierdt'er niet gevonden, 't Is waar, men had een genoegzaamen voorraad om een onbezuisdcn ainval van kwaalyk gefubordineerde Boeren af te keeren ; macr men wist niet, hoelang het werk zou kunnen duuren, of welke hulp de Franekers te wagten hadden, en dus was 't best zich van elders te voorzien, 'c geen voorzeker bezwaarlyk was, dewyl de Amflerdamfehe Gewapende Schepen de geheele Zuiderzee onveilig maakten, en 'er buiten dat geen kruid uit Holland te dier tyd te bekomen was , dan alleen voor Franeker, en de aldaar thans heerfchende» party. Het gevoeglykde middel derhalven was, om in 'c geheim uit Engeland buskruid te doen komen , 't geen ook naar wensch gelukte, dewyl de Hollanders , hier niet op denkende , den Vlieflroom onbezet lieten, I 5  138 Het BEROERD Dewyl dus 's Lands Tuighuis te Harlingen zonder voorkennis van Hun Hoog Mogende en den Raad van Staate was geopend, cn buiten dat van de tegenwoordige onverwagte gebeurtenisfen kennis aan de Bondgenooten behoorde te worden gegeeven , zo wierdt door de Staaten van Friesland aan de Staaten Generaal afgezonden de 'volgende Misfive: „ Hoog Mogende Heeren! .„ Wy kunnen niet afzyn aan ü. H. Mog. kennisfe te geven, dat de onlusten en oproerige beweegingen, welke ook in deeze Provincie, reeds zedert lange zyn aangeftookt, doch een geruimen tyd fmeulende gehouden, eindelyk ten vollen zyn uitgeborften, ter gelegenheid, dat men tegen ons gedaan verbod heeft ingevoerd, en vervolgens binnen de Stad Franeker heeft gebragt eenig Gefchut en Ammunitie van Oorlog, van welke overtreeding van 's Lands We tten het Collegie onzer Gedeputeerden geinformeerd wordende, langs den gewoonen weg van Justitie heeft getragt dat gefchut en Ammunitie in fequedratie te neemen, met dat gevolg, dat eenige gewaapcnde lieden zich daar tegen verzet , en den voortgang der Justitie opentlyk verhinderd hebben niet aljeen, maar zich ook verder met behulp van andereri meester van die Stad hebben gemaakt, en dezelve met eenige honderd gewaapende menfchen op-  NEDERLAND. 139 opgepropt. Welke Demarches, gelyk U. H. Mog. ligt zullen begrypen, moesten uitwerken, dat voor het behoud van de nabuurige Stad Harlingen, en 't aldaar leggend Guarnizoen alle mogelyke zorg wierdt gedraagen, waar toe geen ander middel voor handen was, dan om zich door den Commandeerenden Officier van 't Guarnizoen voorz. van de Magazynen , het Gefchut en Ammunitie van Oorlog by 'r, Collegie ter Admiraliteit aldaar gevonden wordende, te bedienen,; en zich daar van in de beheeringe te dellen, op dat die Stad, deszeifs braave burgery, het gemelde Collegie ter Admiraliteit, en het aldaar liggend Guarnizoen, niet wierde overgelaaten aan de willekeurige bedryven eener opgeruide meenigte. „ Wy kunnen geenzinstwyffelen, of U. H. Mogende zullen , 't geen ten opzichten van de voorfz. goederen der Admiraliteit op onze Authoriteit is verrigt, volkomen goedkeuren, en.de Heeren Raaden ter Admiraliteit gelasten, daar in niet alleen te berusten, maar ook aan ons, en onze Gecommitteerden tot deDefenfie van de Provincie in 't gemeen en fpeciaal van de Stad Harlingen, alle hulp en Adfidentie toe te brengen, ten welken einde wy U. H. Mog. verzoeken , dat voorts ten fpoedigden hunne orders ge» lieven te expedieeren" enz. Te  I4«» Hit BEROERD , Te Franeker bleef ondertusfchen alles op den voet' van Oorlog; de Poorten bleeven alle geflooten, door welke egter een ieder wierdt binnen gelaaten; doch niemand mogt van daar te rug, en ook niemand van 't Guarnizoen, of zelfs der overige Burgers en Inwoöners, mogt buiten de Ssad gaan, zonder van een pas, door iemand van 't zogenaamd Defenfie-weezen getekend, voorzien te zyn. Ten platten Lande wierdt teffens de lust tot den Wapenhandel dagelyks algemeener, eendeels om dat te Frantker voor een ieder, die de wapenen draagen wilde, veel te verdienen was , en anderdeels, omdat door de Aanleggers van 't werk allerleie valfche gerugten van plunderingen , die men van de Militairen te wagten had, zo de zogenaamde goede zaak niet triumphecrde, wierden uitgeftrooid. Hierom wierden in de hun toegedaane Dorpen alomme Schilderhuisjes gezet, in welke by nagt gewaakt wierdt om alle bewëegingen der Militie te k urmen gadeflaan. Ook wierden hier en daar 4an de rydwegen eene groote menigte van eggen te fumen gevoerd, om, zo'er Cavallery mogt naderen ,. dezelve daar mede onbruikbaar te maaken; wordende teffens order gefield, om in alle haast de Bruggen, welke zy pasïeëreu moesten, af te breeken ; hoedamge voorzorgen echter genoegzaam alleen dienden om de Vry - Corporisten belachelyk te  nederland. ï4i ie maaken: want'eenige dagen laater rceden, aangevoerd door den Ritmeester P. Gafinjet, met het aanbreeken van den dageraad, vyfentwintig man Ruitery, benevens een Wagen met een Bombardier , en vier Artilleristen , uit Leeuwarden naar Harlingen; welke de Wagten tusfchen Leeuwarden en Berlikum reeds afgetrokken of in een diepen flaap vonden; zo dat zy 't eerst te Berlikum ontdekt wierden, en reeds onder 't bereik van Harlingen waren, eer men iets tegen dezelve in *t werk kon dellen, alwaar zy dan ook gelukkig binnen kwamen. Deeze Manfchap was daar ter plaatze van groot nut : de Ruitery naamelyk om de rust onder den gemeenen Man-te bewaaren, en de Artilleristen , om dat, fchoon men nu Ammunitie in overvloed had, gelyk ook gemeene Kanonniers, daar de zulken ontbraken , welke eene genoegzaame bekwaamheid bezaten om het gefchut naauwkeurig te poincteren. Wyl die van Franeker dus alle hoop verlooren hadden om Harlingen door een aanval te winnen; gingen zy nu tot andere maarregelen over, en zogten den Krygsraad der Schuttery te beweegen, om zich by haare party te voegen; ten welken einde zy den volgenden Brief aan den Harlinger Burger - Krygsraad afzonden: „ Wij hebben de eer UEd. Manhafte bij deezen kennisfe te geeven, dat bij; onfe Regering is genoo* rnen  ï4é Het BEROERD men een Refolutie, waar bij zij aanneemen, alhier .te Franeker haare Volmagten op morgen in de wettige Staten Vergadering te zullen zenden ; wij hebben een Declaratoir geformeert en geteekent, gelijk hier nevens gedrukt gaat; wij hebben reeds van alle Genootfchappen toezegging, om deezen jte zullen bezorgen, en binnen te geeven ter bevordering van de goede zaak; wy hebben beflooten, eerder de dood te kiefen dan de flavernij., om de medewerkers tot dienst van onze gedeclareerde vijanden te doen buijgen, het kost wat het kost; wij hoopen, dat Uw Ed. Manh. in onze regtmatige pogingen zult medewerken, als onze broeders, die één lügt inademen , en één Land bewoonen. „ Wij kunnen geen denkbeeld maaken, dat 'er zulke ontaarde Friefen gevonden worden, die zig fchuldig zullen maaken aan de Godvergeetendde oogmerken onzer vijanden te zullen helpen bevorderen. Wij verzoeken, dat Uw Wel Edel Manhafte alle Devoir gelieven aan te wenden , dat de Regering van Uw Wel Ed. Manh. Stadt, haare Volmagten ten Landsdage hier ter Vergadering zende, met or> der, om alle overfcheerfching te doen ophouden , .de verbrokene wetten te herdellen, en onze vrijheid te doen herleven, en verders te bezorgen, dat de  NEDERLAND. 143 de onwilligen naar oproeping van de Burgery worden geremoveert. „ Wij verzoeken, dat Uw Wel Edele Manhafte dit Declaratoir ter kennis brengen van alle dienst doende leeden uwer Schutterij, en dat hetzelve verteekent door Uw Ed. Manh. Collegie, en meede uit naam der leeden, hier ter Staatsvergadering wor. de bezorgt. „ Voor het overige verzoeken Wij met ons de concert ce willen ageeren, ter bevordering van de Algemeene rust, op dat Uw Wel Ed. Manh. zig naderhand niet beklagen, de machines geweest te zijn van eene vervloekte heerzugt, van eene partij, die zig opgeworpen heeft als magt hebbende om ons en ai Je ingezeetenen naar willekeur te overheerfchen , en de ketens der davernij te gevoelen. „ Wij neemen de vrijheid, Uw Wel Ed. Manh. onder het oog te brengen, dat bij de tijrannen de daaden van hunne machines altijd worden gepreezen, en de perfoonen naar verdienden veragt. ,, Wij bieden ons aan, om onze vermogens te willen bedeeden tot herdel van onze vertrapte vrijheeden, en onze mede broeders daar toe de behulpzaame hand te bieden. „ Wij hebben de eer, naa Uw Wel Edele Manhafte  r44 Het BÉROERD te onze en aller goede zaak ten fterkften te hebben aanbevoolen , ons te noemen. Edele Manhafte Heeren! Het Fits - gerechte der Stad Franeker. Deeze Brief wierdt op den volgenden dag aldus .door den Burger - Krygsraad van Harlingen beantwoord. „ Wy hebben de maatregulen, by UL. Collegie • genomen, overwogen," wy hebben den roedand van ons lieve Vaderland in het algemeen ernflig bedagt, vooral hebben wy in deeze gewigtige, ja akelige tyden önS oog gevestigd op den bykans algemeenen, ten minden buiten allen tegenfpraak gedecideerden wensch en demme onzer Burgery. „ Om deeze laatfie reden derhalven hebben wy voor als nog niet kunnen befluiten de Staaten van Friesland te Leeuwarden vergaderd niet langer te refpecteren als de wettige Staaten deezer Provincie, hoewel wy tevens declareren dat ons niets aangenaamer zoude zyn, dan dat de gebreken , die in onze conditutie van tyd tot tyd zyn inge» floopen, op eene reguliere en bezadigde wyze wierden geredresfeerd , waartoe wy het onze ook gaarne willen contribueren. Wy vertrouwen dat onze Krygsraad, ja ganfche Schuttery nimmer heeft ge.  NEDERLAND. I4S gediend als eene Machine of Speelbal van eene wil. lekeurige heerschzugc : nimmer ook heeft dezelve den lof geambieerd van de zodaanige , die ten nadeele van de Provincie in het algemeen en van deeze Stad in hec byzonder poogen te werken: overeenkomftig haare waare beginzelen , ftrookende met de conftitutie, te werk gaande, en voor hec overige op een goed geweten fteunende, bekommert dezelve zig even weinig over de zulke , die kleinhartig genoeg zyn om anderen ten kwaadften te duiden, dat men van hen in gevoelen verfchilt. „ Wy hebben beflootenonze Stad, zo lang mogelyk, by derzelver rust te bewaarcn, en durveu geene remocien begunftigen die tegens den wensch onzer Burgery zouden aanloopen: wy ver wagten ook om die zelve reden, dat geene nabuurjge Stad of Diftrict ons in deeze voorneeraens zal verhinderen, dog hebben evenwel dienftig geoordeeld de Stad in zodaanigen daat te brengen, waar mede wy die geene kunnen wceren, die aan ons met geweld zouden willen betwisten die vryheid welke zy voor hen zelve begeeren; wy weeten niet of wy door deeze onze rondborftige verklaaring by UEd. Manh. zuilen worden aangezien voor Medewei kers tot dienst van UEd. Manhafte gedeclareerde vyanden , v/elke UEd. Manhafte hebben beflooten om te doen buigen, het kos'te wat het koste; wy hoopen X. deel. K dit  U6 Het BEROERD dit en om onzen en om Uwent wille niet, dog, indien evenwel dit onverhoopt mogt plaats hebben, verwagten wy althans van UEd. Manh. eene ronde verklaaring, die ons dan ook kan wettigen om meer dan defenfief te ageren. „ Wy dellen vast dat het geheel buiten kennisfe van UEd. Manh. is dat wy door gewapend volk genoegzaam onder onze wallen , en door gewapende Vaartuigjes voor onzen Haven min of meer zyn ontrust geworden; wy hoopen zelfs dat UEd. M. alles zullen aanwenden wat mogelyk is om voor zodaanige ontrustingen ons te bewaaren, daar ons niets onaangenaamer zoude weezen dan tegens onze JNabuuren, mede Ingezetenen en Broeders, die magt te moeten gebruiken die wy in handen hebben. „ God bewaare UEd.Manhafte en ons voor onderlinge Bloedftorting! Intusfchen blyven wy en noemen ons Edele Manhafte Heeren! Harlingen UEd. M. gehoorzaame Dienaaren den 8 Sept. die van den Burger-Krygsraad. 1787. Mede uit naam van de Sergeanten en alle de Schutters der Stad Harlingen. S. W Y M A. Ter Ordonnantie van den Krygsraad W. J. HANEKÜYK. Die  NEDERLAND. 147 Die v?.n Franeker dus hun oogmerk niet hebbende bereikt, beflooten daarop Harlingen., zo veel mogelyk , door het beletten van alle Dinnenlandfche Doorvaart te belemmeren, en dus, zo veel in hun vermogen was, uitte hongeren, "t geen zy ook in zo verre volvoerden, dat 'er op de Weekmarkt van Woensdag den n September, niemand met Schepen, waar in levensmiddelen waren, kon komen, dewyl zy, behalven den doortogt door Franeker, ook dien van Sneek en Bolswerd te Arum, enz, verhinderden. Die van Harlingen zouden dus, indien deeze verwarde tyd lang geduurd had, in merkelyke ongelegenheid hebben kunnen geraaken, dewyl de toevoer van den Zeekant insgelyks allerbezwaarlykst was, en niet alleen de Harlinger Beurriieden niets, dat naar Eetwaaren geleek , mogten mede voeren; maar ook het inkomen van Vaartuigen uit het Vlie en van de Wadden, door de fteeds voor de Stad kruisfende Hollandfche gewapende Schepen bezwaarlyk wierdt gemaakt. De Hariingers begreepen ook wel wat de gevolgen van dit alles zouden zyn, en wapenden derhalven de Admiralitöits Hulk met zestien Achtienponders, en worven eepe genoegzaame Equipagie voor dit zwaar gewapend en nog eenige iigter Scheepjes : doch eer deeze Vaartuigen in Zee konden komen, was 't gevaar reeds: verdweenen. Doen om wederom tot Franeker te kecren moeK 2 ten  H» Het BEROERD ten wy melden, dat op last van het zogenaamde Franeker Staats en Defenfie wezen, doorgaans laat in den avond, een corps van twintig of dertig man uittrok naar den kant van Harlingen, dat dan met den morgenftond wederom binnen kwam, en alleen diende om op de beweegingen van 'c Guarnizoen dier Stad te letten. Toen de Leeuwarder Ruiters die van Franeker ontkomen waren, wierden 'er ook posten met Gefchut naar Berlikum en Dykshoek gezonden, in hoope van dezelve op hun hertogt te zullen verrasfen, dewyl men waande, dat zy. alleen naar Harlingen gereeden waren, om de Artilleristen derwaards te brengen; doch deeze posten konden ook, na eenigen tyd te vergeefs gefchilderd te hebben, met hun Gefchut, onverrichter zaake, naar huis gaan. Ondertusfchen was 'er op den 29 Augustus, des avonds, een derker detachement, beftaande uit tweehonderd man, met twee ftukken gefchut, naar Makkum getrokken, om dit vlek in te neemen ten einde een Zeehaven te hebben, door welke men eene bekwaame gelegenheid-had om de uit Holland verwagt wordende Auxiliairen en behoeften van oorlog te ontfcheepen. Deeze kwamen aldaar, waar men noch magtig genoeg noch genegen was om tegenftand te bieden, binnen trekken. Met 'er haast wierdt ook van deeze verovering gebruik gemaakt, dewyl 'er  NEDERLAND. 149 'er eenige Hollandfche Schepen aanlandden, met welke veel buskruid, Kogels, Tenten, Gefchut, Schietgeweer enz. wierdt aangevoerd; van welken voorraad, op Zondag den 10September, het meerendeelte Franeker, in den avond, binnen kwam, en onder anderen zes fraaie op hunne affuiten gemonteerde zesponders en 1500 Schiergeweeren, toebehoorende aan Gecommitteerde Raaden van Noordholland. Op den volgenden dag trokken ook te Franeker binnen eenige Husfaren van Salms, geleid door de Heeren Wydenbrug en van Duren, benevens een aantal Scherpfchutters, die echter ras bevonden wier» den onnutte meubelen,te zyn, dewyl zy, blykens eene genomene proeve, zeer flegte Schutters waren, en zich ook niet aan eene behoorlyke Krygstugt wilden onderwerpen ; zo dat men blyde was, toen zy, eenige dagen kater, wederom over Makkum naar Amfterdam vertrokken. Met deeze Husfaren waren teffens binnen gekomen ruim zestig Auxiliairen, welke zich met pasfen van de Friesfche Genootfchappen naar Utrecht hadden begeeven, en thans van daar waren op ontbooden : doch de gewigtigfle onderfland in volk, welke de Franekers uit Holland hebben gehad, beflond in -40 of 50 Hollandfche Canonniers, dewyl dezelve hun werk wel verflonden. JXaauwelyks was de geweldige verhindering van K 3 den  ||o Het BEROERD den loop der juflitie voorgevallen, of eefiïgé, die de meest fchuldige wierden gerekend, met naame C. L. van Beynn, J. Roorda, H. Tuïnhóuc' en J. de Vicq Tholen, wierden, uit naam van hec li of Provinciaal, op de Cancellarye, tegen Vrydag 'den 31 van Oogstmaand, geciteerd ; doch in plaats van te comparceren , gaven zy 't volgend fchrifteiyk antwoord; „ Zyn ten allen tyde genegen te obedieren aan de orders van den Hove. Dan daar Heeren Gedeputeerde Staaten hebben kunnen goedvinden, óp den 27 deezer, door twee Staaten Deurwaarders, ook aan hen te doen eeclatecren, tegen hen "geweld te 'zuüen gebruiken, zo kunnen zy zich niét veilig vertrouwen in eene plaats opgepropt, mee Militie, ftaande onder de orders" van hunne gedeclareerde vyanden, die het geweld gedreigd hebben, en dus de Justitie hebben doen flaapen; en dat zy daarom niet in de inogelykheid zyn, ter bepaalder tyd te comparceren , ten zy, zodanig door hunne braave •Medeburgers geëscorteerd, dat zy in (laat zyn , alle geweld dat tegen hen moge worden ondernoomen, te keer te gaan; waar op zy 's Uofs nadere ordre en Patent zullen afwagten". Dan , gelyk gemakkelyk valt te begrypen, hier op kwam geen nader antwoord. De wezentlyke Scaaten der Provincie, te Leeuwar- den  NEDERLAND. 151 den vergaderd , intusfchen met groot leedwezen, ziende, dat de natie , door het opdooken van eenige weinigen, dus deerlyk wierdt beroerd, lieten, op den 3 van Herfstmaand, de volgende waarfchu» wing Publiceren: „DE STAATEN VAN FRIESLAND, allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen SALUT; Doen te weeten: „ AKoo Wy meer en meer ontwaar worden, dat de goede Ingefeetenen deezer Provincie, op welke Wy een vast vertrouwen dellen, en van welkers goede intentie en onderwerping aan 's Lands heilzame Wetten en eerbied voor hunne wettige Overheid, Wy volkomen overtuigd zyn, dagelyks door zommige Onrustzoekende en na verandering hakende men-, fchen langs allerhande weegen en middelen, zelfs ook (zoo men de algemeene gerugten geloven mag) door -van buiten inkomend geld, zoo teegen Ons, als teegen den Heere Prince Erfdadhouder en genoegzaam teegen alle, die in eenige Hoogheid in den Lande gedeld zyn, of aan wien eenig gefach is toevertrouwd/ worden opgeruid, en onder den fchoonen fchyn van Vryheid, en het heidel.van de Conftitutie worden aangehitst, om teegen 's Lands Wetten te handelen, zig teegen de Judirie te verzetten, de wettige Conditutie te renverfeeren, en zig zeiven K 4 te»  1*53 Het B E R O E R D ten eenemaal te bederven, en zulks daar het nooit in Onze gedagten is opgekomen, om Onze ingefeetenen het allergeringfte in derfelver Vryheid ce belemmeren, of eenigfins van de waare en bezworene Conftieuue deezer Provincie af te gaan; iets, waar door Wy niet alleen teegen Onze verpligting aan delngefetenen zouden handelen, maar ook voor zeeker Onze eigen ondergang zouden uitwerken: terwyl men al verder ter bereiking van die heiiïoofe oogmerken zyn beft doet, cm de Ingefetenen bevreest te maaken voor plunderingen, en Ons te brengen in de hatëlyke verdenking van zulks, zoo 't door 's Lands Militie ondernomen wierd, te zullen begunftigen of toe laaten, daar Wy gelyk altoos, byzonder in deeze ongelukkige tyden, alle vermogens hebben te werk gefteld, om de ruste in Onze Piovircie te be waaren, en de goede Ingefetenen een volkomen veiligheid voor hunne Perfoaen en Goederen te bezorgen, zoo als ook daar toe de door Ons aangewende middelen door den Goddejyken Zt egen tot deezen tyd toereikende geweest zyn. „ Zo is V, Dat Wy, op voorftel van de Heeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetai en Commisfarisfen uit het Collegie en uit den H ;ve Provinciaal, by Staats i\efo!utie van den iften deezer Maand, zoo aangaande de Defenfie deezer Provincie, als bewaaringe en herftel der rust en goede order in  NEDERLAND. i53 in dezelve gecommitteerd, nodig hebben geoordeeld een ieder te moeten Waarfchouwen, zoo als Wy doen by deezen, om op zyn hoede te zyn, tegen alle zodanige listen en verleidingen, en elk en een iegelyk op 't ernftigfte te vermaanen, om te vertrouwen op 's Lands hooge Regeering en de Adminiftratie der Juflitie, terwyl Wy geen zvvaarigheid maaken by deezen opendyk te declareeren , dat Wy nimmer eenig voorncemen gehad hebben, nog thans hebben , om eenige inbreuk op 's Lands Conftitutie te maaken j of ons eenig meerder gezag aan te matigen, dan Ons volgens de Grondwetten van dit Ons gezeegend Vaderland toekomt, ert dat Wy allezins voornemens zyn in die gevoelens te volharden, en de middelen Ons in handen gedeld aan te leggen tot bewaaring van Vryheid en Godsdienft, tot behoud van 's Lands wettige Conftitutie, tot maintien van den Heere Ertftadhouder in Zyn alhier wettig verkreegen Regten en Waardigheeden, tot bewaring en beveiliging van der Ingefeetenen voorregten en bezittingen, en ter bevorderinge van 's Lands en der Ingefeetenen waare welzyn, terwyl Wy ten uiterften verföeijen, om van Militaire magt ooit eenig gebruik te maaken, dan voor zoo verre de uitvoering der Wetten en handhaving der Juflitie noodig zyn zal; in weiken gevalle Wy ook gerustelyk verfeekeren, dat dezelve volgens hunnen Eed en pligt niemand der goede Ingefeetenen K 5 eenig  154 Hét BEROERD eenig leed zullen aandoen, maar ter contrarie, dezelve in hun Leeven,. Goederen en Vryheid zullen bevei. ligen, en teegen aile Dwang en Overlast zullen befthermen. „ Dat, gelyk Wy dus aan den eenen kant Onze Ingefeetenen alle verzeekering geeven, Wy ook aan den anderen kant van dezelve vcrwagten, dat Zy als getrouwe en VadsriarMHêvendé higefeetenen, bezeffende, dat geen Land zonder wettige Overheid kan beftaan, en dat de Executie van 's Lands Wetten en de uitoefening der Justitie altoos onbelemmerd voort; gang behooren te hebben, zig van alle rustfloorende gedragingen'zullen'onthouden, terwyl Wy alb de andersgezinden, en die zig aan eenige oproerige beweegingen, het veragten der Wetten en het fekè? lyk tegen gaan der Jufiitie fchuldig mogten maaken, niet anders zullen kunnen aanzien, dan als onderdrukkers der Vryheid en openbaare vyanden des Vaderlands, teegen welke, van wat Staat, Rang of Conditie dezelve zyn mogten, Wy EedsenAmptshal. ven verbonden zyn, alle derke maatregelen te neemen, cn teegen al zulke Perfoonen na gedrengheid der Wetten te doen Procedeeren, en dezelve als Perturbateurs der algemeene ruste na omflandigheeden van zaaken, zelfs met den Dood, te doen draffen. „ En op dat niemand van deeze Onze Waarfchou- winge  NEDERLAND 155 winge onkundig zy, zal dezelve alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is Publicatie en affiitie te doen. „ Aldus gerefolveerd en gearrefteerd op het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden den 3 September 1787. J. C. B E R G S M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed Mog. A. J. v. S M I N I A. Tot meerdere gëras'tftelling der goede Burgery van Leeuwarden, liet ook'de Magidraat dier Stadafieezen de volgende Waarfchuwing: „BURGEMEESTEREN, SCHEEPENEN EN RAADEN tan de Stad Leeuwarden: Allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, Saint! Doen te vseetcn: Dat de Staats - Commisfie by Refolutie van den iden September 1787, ter defenfie en bewaring der Rust en goede Ordre in de Provintie, by de Heeren Staaten van Vriesland gecommitteerd, aan den Commandant Waslander fchvihelyk heeft gelast, de nodige ordres te dellen, dat de Militairen in hunne Patrouilles, Piqüetten of andere functien na beflooren Wagt, op geenerhande wyze eenige dadelyke beletzelen ontvangen; en dat zy elk een die zulks mogte aan-  l$6 Het BEROER D aanvangen of onderneemen erndig zullen hebben te verrnaanen van dit na te laaten. „^Wyders alle Atroupeeringen, Zamenrottingen of Onrustige beweegingen te verftrooijen en af te keeren. En ingevalle iemand na gedaane vermaning van zulke Rustverftoorende handelingen niet wilde aflaaten, dat dan de Militairen zulks alles met gekweld zullen hebben te verhinderen en te keer te gaan. „ En nadien wy tot het Pubüceeren deezer ordres docr welgemelde Commisfie zyn gelast, zoo word zulks by deezen ter kennisfe van elk en een ieder gebragt, ten einde zig daar naar te reguleeren, en zig voor de gevolgen te wagten. .„ En opdat niemand hier van onkunde pratendeere, zal deeze van de Puije van den Raadnuize worden Gepubliceerd, en voorts Geaffigeerd, daar men gewoon is zulks te doen. „ Aldus gerefolveert op 't Raadhuis der Stad Leeuwarden, op den 3 September 1787. VV. RUITENG A, Vc, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Achtbaarheden, J. F. V. SLOTERDYCK. Eindelyk zochten ook de Opperhoofden der Militie van den Staat het hunne toe te brengen tot be-  NEDERLAND. 157 bewaaring der algemeene ruste, door bet in 't licht geeven van 't volgend Declaratoir : „ De Collonels en verdere Hooft • Officieren bene- vens de Capiteïns en alle de overige Officieren van de Troupes, in de Provincie van Friesland Garnizoen houdende , met leedwezen en aandoening vernomen hebbende, dat onder de Ingezetenen der gemelde Provincie eenige- vreeze zoude plaats hebben, dat de Militairen in plaats van, ingevolge hunnen Eed en Plicht, de algemeene rust te bewaaren, en een ieder in zyn Leven en Goederen te baveiligen, eervergeetend genoeg zouden konnen zyn, om zich aan Roof en Plundering over te geven, vinden zich verplicht, om, ter handhaving der eer van hun, en van hunne onder hebbende Troupes, het publiek te infermeeren, dat zy zulke euveldaden innerlyk in hunne harten verfoeyen en ook geene de minde reden hebben, om hunne Troupes van zulke gruwelen te verdenken; en verder ter gerustfielling van een iegelyk te verklaaren, dat zy zich alle onderling, ten fterkflen, en op verlies van hun "eer, hebben verbonden, om alle onderneemingen van Roof, Plundering, of eenige andere hoegenaamde oveiiast, welke 'er by eenige Militairen mogten plaats hebben, daadelyk en met geweld te keer te gaan en te beletten, al was 't ook, datze zich  I58 Het BEROERD zich daar door in 'c grootse gevaar zouden moeten ftefien, of zeifs hun Leven daar voor zouden moeten opofferen. „ Uit aller naam C. WASLANDER, J DE SCHEPPER, L. PR1NCE VAN WALDKCK, F. ï. E. GRAVE VAN STIRUM, J. C. B E N T L E Y. Die van Franeker hadden al vroeg, door hunne overbrievers van Leeuwarden, ontdekt, dat 'er eene voor-hun nadeelige Waarfchuwing of Publicatie in 't licht flondt te komen, en lieten hierom, op den gemelden 3 van Herfstmaand , de volgende Bekendmaaking aan de hoofden der verfchillende Corpfen doen. „ Het Defenfie ■ wezen der Stad Franeker geïnformeerd zynde, dat 'er heden eene derke Publicatie daat gepubliceerd te worden, tegen het verkenen van adfiftentie aan" deeze door geweld bedreigde Stad; zeker op hoop van daar door gemakkelyker deeze Stad onder het geweld te doen buigen, heeft goedgevonden Uw Ed. Manhafte te verzoeken, gelyk gy verzogt wordt by deezen., om Uw onderhebbend Volk te informeeren, dat het Defenfiewezen deezer Stad , alle de Manfchappen deezer Pro-  NEDERLAND. i55> Provincie, tot adfidencie van Frareker uitgetrokken, of noch uit te trekken, zo wel Militaire Soldaaten als Burgers, neemt onder haare fpeciaale Protectie, met belofte dezelve allen tegen alle geweld te guaranderen. En dat aan ieder man, die uitgetrokken is, en zich hier, of te Makkum, onder de wapenen bevindt, wordt betaald vier Caroii Guldens 's weeks, en daarenboven vrye inkwartiering en kosr. „ Aldus gedaan in de Ordlnaris Vergaderig deezen 3 September 17^7. Ter Ordonnantie van 't Defenfie wezen der Stad Franeker. E. P. van der Zwa-agh. Volgens de berichten, door de Utrechtfche Courant van den to September 1787 medegedeeld, „ was de drift onder de gewaapende Vryheidszoo„ nen zo groot, dat men, zo dikwyls 's avonds „ Detachementen uitgingen, dezelve met moeite „ weerhouden moest; wanneer deezen morgen te ,, weeten op Maandag den 3 Schryft hy) een ,, Expresfè van Tzummarum inkwam met tyding, „ dat de Cavallery in aantogt was en daar op „ aanftonds alarm geflaagen werdt, vloog alles te ,, wapen, en flegts een enkeld man bleef achter. „ Men wenfchte eikanderen geluk, dat het nu op „ het punt was om aan den dans te gaan; en de ver-  l6o Het BEROERD „ verflagenheid was op ieders aangezigt te leezen, „ toen men vernam, dat het berigt verkeerd was". Ondertusfchen heeft de Schryver, denkeivk willens, I vergeeten te- melden, wat eigendyk aanleiding tot dit verkeerd gerucht" had gegeeven, 't geen hier in beftond. Men had een Amfterdamfchen Comptoirbedienden zien ryden met een Ruiters mantel , en kort daar achter reeden gevallig eenige wagens met gewapende Bildtboeren die naar Franeker wilden, en dus was de Correspondentie zo naauwkeurig, dat zy hun eigen volk voor vyanden aanzagen. Hoe groot ondertusfchen de daadelyke moed der Franeker helden was, zullen wy flraks eens zien. Op dien zelfden derden van Herfstmaand gehemde te Franeker eene Patriottifche Vrolykheid, te weeten de Remotie van dan H. W. Gebooren Heere Jr. L. J. J. Rengers uit de Regeering dier Stad. Deeze was een nabedaand bloedverwant van den Grietman van Wymbritferadeel, Jr. E. S. G. J. V. B. Rengers, tegen welken, als een der voornaamde voorftanders der oude Conftitutie, zy zeer verbitterd waren. Daarenboven befchouwden zy dien Heer, als een man van grooten invloed te Franeker en als een der grootfte vyanden van hunne zogenaamde goede zaak. Ligtelyk begrypt men, dat deeze Heer, om zich niet te zeer te waagen aan de driften deezer meenigte, zich ook al met de overige Regenten naar Leeu-  NEDERLAND. tfï Leeuwarden in veiligheid had begeeven; terwyl die van Franeker ook wel begreepcn, dat, al ontbooden zy denzelven duizendmaalen, hy nooit zou verfehynen. In aller yl wierden 'er derhalven Burger - Geconditueerden gemaakt, 'c eenigde dat nog aan 't Franeker Spel ontbrak ; op requilitie van dezelve wierdt den Heere Rengers, als Raad in de Vroedfchap, geinjungeerd, öm binnen zekeren bepaalden tyd te Franeker te komen; en toen dezelve niet gehoorzaamde, wierdt hy zonder genade geremoveerd, en in zyne plaats tot Vroedfchap aangefteld Dr. H. Tuinhout. Tot hier toe had het zogenaamde Defenfiewezen de hoofdrol in alles te Franeker gefpeeld; het wierdt derhalven hoog tyd, dat ook eens de nieuwe Franeker Staaten zich in luister begonnen te vertoonen. Tot hun toneel was 't gebouw der Hooge Schoole bedemd. Me: niet weinig plegtigheid wierden de nieuwe Overheden ter Academie ingfeleid, door het voorafftappend Defenfie - wezen en verfcheidene escortes van Vryheidszoonen, die de fpade of den beitel met hetgevaarlyk Excercitie geweer hadden verwisfeld. Nadat men alhier gekomen was wierdt 'er in treffende aanfpraaken en antwoorden zogenoemde Mannentaal gevoerd , en daarna de Staatsvergadering aangevangen , met hunne aldaar niet verfcheenene Ampt- X. DEEL. L gei  Hit BEROERD genooten vervallen te verklaaren van hunne Commitfien en Beneficiën. Wyders ordonneerden zy een iegelyk hen alleen als wettige Staaten te erkennen en te gehoorzaamén, alles volgens nevensgaande Publicatie: „DE STAATEN VAN VRIESLAND, allen den geenen, die dezen zullen zien, ofte hooren 1 leezen, SALUT! doen te weeten: ■ „ Alzoo wij door veele Gecommitteerden tot Volmagten van Landen en Steden, die door overtreediDg van door hun bezwoofene wetten en reglementen , thans van hunne commisfien zijn vervallen, in zo. verre in onze Perzoonen. zijn vervolgd, dat wij onze vergadering hebben moeten verleggen naa Franeker: zo gelaften en beveeien wij diensvolgens de Raaden in den Hove Provinciaal en der zeiver Minifters, alle hooge en laage Magiftraats Perzoonen, den Procureur Generaalf de Grietslieden en Geregten ten Platten Lande en Steden, 's Lands Fiscaal, de Commifen en Opzieners van's Lands Middelen, alle Landfchaps en Particuliere Ontvangers, de Collecteurs van de gemeene Middelen, de Leeraaren van de Hervormde Kerk, en andere in deeze Provincie toegelaten, gelijk mede de Commandanten der Troupes, met hunne onderhebbende Officieren, ter repartitie van deeze Provincie ftaande, en Generalijk alle  NEDERLAND. 163 alle die eenige Commisfien, Ampten of Beneficiën bekleeden, niemanc uitgezonderd, geene andere; Staatsvergadering in Vriesland te erkennen, en te refpècteeren, dan die, welke te Franeker gehouden wordt, en de orders van geene andere te gehoorzaa. men, bij poene, dat tegens de onwilligen aan deze onze VVelmeening, zal worden gedisponeerd, zo als in goede Juftïcie zal worden verdaan te behooren. ■ „ En op dat niemand eenige onkunde voorwende , zal deeze worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is Publicatie en affixie te doen. „ Aldus gerefolveerd en gearrefteerd op het Land» fchaps-huis binnen Franeker, den 8 September C. L. van BEIJMA, Vt. Ter Ordonnantie van H. Ed. Mog»' (abf. Secr.) H. L. van ALTENAi / De waare Staaten der Provincie midlerwyl overi weegende, dat alle de tegenwoordige rampen de? Provincie hun oorfprong hamen, uit de met het beste oogmerk toegelaaten, doch door kwaalykgezinde lieden misleide en misbruikte Exercitié Genoot* fchappen, vonden goed dezelve te disfolveren, by de volgende Publicatie. L * „DE  104 H»t BEROERD „ DE STAATEN VAN FRIESLAND, allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SA LU Ti doen te weeten: Dat ter Onzer Vergaderinge voorgedragen en in deliberatie gelegt zynde, hoe dat den 19 December 1783, ten tyde der ontreefene Onluften met den Keyzer van bet Duitfche Ryk, en ter gelegentheid van de daar uit onftaane Vrees onder de Ingefeetenen deezer Provincie, was genomen eene Staats Refolutie, by welke Wy, onder anderen, hadden gedeclareed, dat Wy den lofelyken Tver der goede Ingefeetenen om zig te bekvoaamen m den Wapenhandel, ten einde in tyd van nood het dierbaar Vaderland tot nut en befcberminge te zyn, niet genoegzaam konden laudeeren, en Ons derhalven niet ongeneegen zouden tuonen, gelyk reeds by aanvang door 't furnee» ren van Wapenen uit 's Lands Magazyn had'en gedaan-, die Tver op te wekken, ingevaïle de zulke9 welke op een reguliere wyze onder de Regeeringe van hunne Wettige Overheid en Bellier van hunne Opperhootaen , zig nu geformeerde Wetten en Reglememen willende gedragen, hun , met exhibitie van zoaanige Weaen en Reglementen, zouden adreskeren. „ En meede op den zelfden 19 December opeen Requeft, door verfcheidene Burgers en Inwooners van Leeuwarden gepreefenteerd, by Ons was genomen  NEDERLAND. 165 «ien een Refolutie, foortgelyk declaratoir contineerende, en by dezelve, voorts een ieder, van wat Conditie of Qualiteit hy ook zyn mogte, bedden gelast, genoemde Supplianten in hunne Exercitiën geenfints te iurbeeren, maar veel eer aan dezelve in allen deelen de behulpzame hand te bieden. „ Hebbende Wy ook, na dat by Refumtie was Gedelibereert op 't Reglement voor 't ExercitieGenoodfchap of Vry • corps binnen voorfeide Stad, 't welk by de Magidraat en Vroedfchap aldaar, na Schriftelyke Confideratïen van de Bevelhebberen van de Burgerye en Gecommitteerden van 't Exercitie Genootfchap, den 6 Febr. 1784 gearresteerd, den 28 daar aan volgende, te kennen gegeeven, daar in genoegen te neemen, en verders verklaard, dat Ons aangenaam zoude zyn, dat aan 't g melde Corps tydelyks 't zelfde Parool wier de gegeven, als aan de ordinaire Schuttery e, ten einde ingevalle van Nood geen verwarringe daar uit mogte voortvloeyen. „ Terwyl Wy al verder, na infpeclie der refpective Reglementen, aan veele andere Genoodfchappen, zoo door het leenen van Geweer uit 's Lands Magazyn, als anderfins, in die Genoodfchappen en Exercitiën hebben genoegen genomen. fl, Wy, by nadere befchouwinge yan 't voren geL 3 dagte,  i66 Het BEROERD dagte, hebben geconfidereerd, dat 'er ten voorfchreeven tyde genoegzaame Reedenen waaren geweeft, cm onder de Voorwaarden by Onze gemelde Refolutie van den 19 December 1783, den Yver tat de Wapen o: ffbninge der Ingefeetenen goed te keuren en te laudecren, gelyk Wy zodanige Exercitiën als nog niet zouden teegen gaan, was het niet, dat Wy, tot'On- innig leedweezen, zedert eenige tyd reeds hadien vernomen, dat hoe zeer Wy geen wantrouwen hadden op die Ingefeetenen, welke, ichoon de Gefchillen met den Keyfer waaren vereffend, in de Exercitiën continueerden, volkomen overtuigd zynde, dat verre het grootde gedeelte uit ;'g zeiven een volkoomen vertrouwen op en eerbied voor hunre Wettige^ Regenten hadden, eejdge Verfoncn, tot de Exercitie - genoodfehappen bchoorende, op allerhande wyzen hebben gezogt hunne meede Leeden van- de eerde oogmerken eri inrigtingen af te leiden, zig aan de hier voorengemtlde Voorwaarden te onttrekken, en teeuen hunne Overheeden en derzelver Beveeien en Orders in minder of meerder graad te verletten, met dat gevolg, dat eindelyk eenige Ingefeetenen door onderfcheidene middelen zyn bevvoogen, om daaden te dqen-, geenfins overeenkomftig hunne Pligt, 't geen nu zoo ver gekomen is, dat zelfs zommige Hoofden van auike Genoodfehappen en andere Per-  NEDERLAND. 167 Perzoonen, veele Leeden hebben wee ten te overree* den, en te vervoeren, om de Beveelen van het Collegie Onzer Gedeputeerden in de uitvoeringe van Lands Wetten niet alleen te dwarsboomen, maar ook 't geen men in Friesland nimmer zoude hebben kunnen verwagten, die uitvoeringe gewapender hand teegen te gaan en te verhinderen, zoekende nu, na die misdaad begaan te hebben, over al adüstentie en byftand van de Leeden der Exercitie-genoodfehappen, met dat fucces, dat fommige derzelver met een kwaad opzet, en andere het gewigt der zaake .niet genoegzaam inziende, zig door hoop of genot van voordeel, of- wel uit vrees van in ongust te vervallen van die geene, van welke zy hun beftaan hebben, laaten gebruiken, om zig Gewapend op de publycque weegen te vertoonen, de pasfage aldaar te belemmeren, en die onveilig te maaken, zelfs in dier voegen, dat een Hoofd Officier van 't Leeuwarder Exercitie - genoodfehap, zynde A. J. C, de BE ERE, met adfiftentie van een of meer Leeden uit andere Genoodfehappen, zig niet ontzien heeft, de Ammunitie - meefter deezer Provincie op de Pubiicque weg gewapend aan te ranJen, en voorts gevangelyk na de Stad Franeker weg te voeren. „ Zo is *t, dat Wy, hoe zeer Wy zulke verregaande excesfen niet willen wyten aan de Refpective Ge« L 4 nood'  168 Hït BEROERD noodfchappen in 't algemeen, en veel minder aan ?t grootfte deel van de byzondere Leeden daar van, ons echter genoegzaam confteert, dat de kwalyk geintentioneerden het allermeest daar op toe leggen, om hunne Oogmerken door dezelve uit te voeten, en, in zulks doende, de Conftitutie deezer Provincie om verre te werpen, en aan de goede Ingelèetenen te beneemen hunne Vryheid en veiligheid, wei» ke zy anderfins, onder de Regeeringe van hunne hooge Overheid en befchermioge der Wetten, gewoon zyn ftil en gerust te genieten, hebben goedgevonden en verftaan, zoo als Wy goedvinden en verftaan by deezen, alle de Refolütien en befluiten by Ons genomen, waar in eenige legalifatie en wettiging der Exercitie - genootfchappen en Vry-corpfen, of wat van dien aart, en onder welke benamingen ook, als van vry willige Schutteryen of anderfins, in deeze Provincie gevonden word, in te trekken en te vernietigen, dezelve intrekkende en vernietigende by dezen, met disfolutie van voorfchreven Genoodfehappen, Corpfen etc. en verbod aan dezelve en de byzondere Leeden daar van, om zig gewapend op de pubiicque weegen of ftraaten te vertoonen, veel minder, om iemand aldaar eenig leed aan te doen, of in zyne vryheid te verhinderen, by pcene van als overtrceders van 's Lands  NEDERLAND. 169 's Lands Wetten, gelyk alle andere Contraventeurs, geftraft te worden. „ Zullende de Schutteryen in de refpective Steeden vanouds hebbende gefubfifteerd moeten bly ven, en by provifie gelaaten worden op hun oud getal. En is wyders tot verhoedinge van fchade, en uit Coniideratie van het goed oogmerk, waar meede de 4Waapen Ocffening het eerst is begonnen, gerefolveerd, aan alle de Leeden der voorfchreven Ge■ noodfchappen etc. binnen deeze Provincie gefubfifteert hebbende, aan te bieden, om hun Geweer en Wapenen aan 's Lands Ammunitie meefter Bergsma te Leeuwarden voor Reekeninge van den Lande te kunnen overgeven, binnen veertien daagen na Publicatie deezes, tegens ëen bepaalde prys van vyftien Caroli guldens, voor ieder Snaphaan met Bajonet en Patroon - tasch»; en, wanneer daar by een Sabel wordt overhandigd, nog twee Caroli Guldens daar en boven, des alles in een.goede daat werde, bevonden. „ En op dat deeze Publicatie aan een ieder worde bekend gemaakt, en niemand eenige onkunde voorwende, zal dezelve alomme worden gepubliceerd en geaffigeert, daar men gewoon is Publicatie en affictie te doen. „ Aldus gerefolveerd en gearredeerd op het LandL s fchap»-  170 Het BEROERD fchaps-huis binnen Leeuwarden den 4 September 1787. J. C. BERGS MA, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. A. J. V. SMIN1A, Die van Franeker, welken deeze Publicatie geheel en al niet naar den zin was, gaven daar tegea in 't licht de volgende: „DE STAATEN VAN VRIESLAND, allen den geenen, die dezen zullen zien, ofte hoo> ren leezen, SJLUT; doen te wee-ten 1 „ Dat ter vergadering voor gedragen, en in deliberatie gelegd zijnde, hoe zommige Lieden te Leeuwarden bij een komende, tegens beter weeten aan, zich den naam van de Staten van Vriesland durven aanmatigen, en op dien naam een Publicatie qua[i hebben gearredeerd, en op deeze en geene plaatzen hebben weèten te doen publiceeren , en affigeeren, houdende voornamelijk voorgewende reedenen, waarom bij de Staaten van Vriesland, de loflijke ijver tot den Wapenhandel verfcheide maaien is aangemoedigd, en ten tweeden, wasrom de . Exercitie - Genootfchappen , bij hun thans praetenielijk worden gedisfolveerd en vernietigd. „ Zo is het dat wij, hoe zeer overtuigd, dat niemand  NEDERLAND. ïfi mand tig met gemelde gefingeerde Publicatie. eenigzins zal bemoei jen, of daar op eenigen aandagt veftigen, hebben goedgevonden, gelijk wij doen bij deezen, om de goede Ingezeetenen ernftig te waarfchouwen, om zig met alles, wat op naam van gemelde. Lieden praetenfelijk gebooden, of verbooden wordt, direct 'noch indirect niet te bemoeijen, ten einde niet in ongelegenheid te ge* raaKen. „ Voorts willen wij bij dezen , de goede Ingezeetenen hebben gewaarfchouwd, dat genoemde ituk is opgevuld met een menigte verdigtzelen, onwaarheden, en laster, zo ten aanzien van de reedenen die men voorwendt, dat de Staaten tot het aanmoedigen van den Wapenhandel zouden hebben bewogen, als ook omtrent de reedenen, die 'er zouden weezen , tot het disfolveeren, en vernietigen van gemélde Genootfchappen, als zijnde het lafterlijk en onwaar dat zommige Leeden met een kwaad opzet, door hoop op voordeel of vrees van in ongunst te vervallen , zig hebben laaten vervoeren, gelijk het even verzonnen, valsch, en onwaar is, dat A. J. C. de Bere met adfiftcntie uit andere Genootfchappen , den Ammunitieme fier deezer Provincie op de publique weg heeft aangerand : weshalven wij , in regenoverftelling van 't geen voorz. is, alle de Ingezeetenen van deeze Provincie hebben willen aanga-  17* Het BE R O E R D gemoedigd , om in den loflijken Wapenhandel, zich met ijver bij aanvang bekwaam te maaken, of bij voortgang te volharden, als zijnde dezelve de eenig. fte en zeekerfle waarborg tegens alle buiten- en binnenlandfche overheerfching, en tevens het voornaamfte middel, waar door in het toekomende, voor de goede Ingezeetenen, eenige vermindering kan worden te wege gebragt, in de zo drukkende belasting van fehatting, hoofd- en fchoorfleengeld, en andere middelen tot de 5 fpecien behoorende , zonder vermindering in de quota nauwlijks toereikende, om de Militie te betaalen , of fchoon zij ook weinig minder als twaalf tonnen gouds, en dus bijna twee vijfde gedeelten van alle de inkoomflen aan dtn lande opbrengen. „ En worden, diens volgens, alle gewspendeGenootfchoppen in deze Provincie thans beflaande, en die, in het vervolg opgerigt wordende, zich aan ons zullen adresfaeren, genomen in fpeciaale befcherming van H. Ed. Mog., met belofte dezelve tegen alle geweid fchadeloos te zullen houden. „ En zal deze ten einde de goede Ingezeetenen zo veel mogelijk voor bedrog en leugen worden behoed, alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus  NEDERLAND. 173 „ Aldus gerefolveerd en gearrelïeerd op het Landfchaps-huis binnen Franeker, den 9 September 1787. C. L. van B E IJ M A, Vt. Ter Ordonnantie van H. Ed. Mog. (abf. Secr.) H. L. van A L T E N A. Geld een groote prikkel zynde by deeze Staatsleden, fchreeven ze, nopens de Ontvangers en Collecteurs van de gemeene Middelen, de volgende Misfive aan verfcheidene Geregten van Grietenyen en Steden: „ Wy hebben goedgevonden UEd. te belasten, om aan de Ontvangers en Collecteurs der Lands Lasten en Middelen zoo Generaale als Particuliere in UEd. District zig bevindende, aan te zeggen, om geene penningen het zy in UEd. Diftrict gehee. ven wordende, of wel uit andere Difiticten gecollecteerd , by provifie te vervoeren na Leeuwarden, maar dezelve penningen onder zig te houden ter tyd en zoo lange wy daar in nader zullen hebben voorzien, of indien UEd. of de Ontvangers en Collecteurs, de penningen niet veilig oordeelen, dan dezelve penningen tegen behoorlyk geblyk te bezorgen aan het Stads Comptoir van Franeker , of aan zoodanig ander  i74 Het BEROERD ander Perzoon en Ontvanger, als wy by faute van Obediëntie der Provintiaale Ontvangers daar toe zullen hebben aangefteld. „ Alles by poene dat die geene der Ontvangers en Collecteurs die bevonden mogten worden, niet tegenftaande deeze onze aanfchryving, Lands penningen na Leeuwarden te hebben gezonden of gebragt, dezelve Somma wederom zullen moeten betaalen by parate Executie. Waar meede Veste, Lieve, Bezondere! Wy UEd. beveelen. in de befcherminge Godes, en blyven UEd. Goede Vrienden De Staaten van Vriesland] Franeker den 13 September 1787. i (get. ) C. L. v. B E Y M A, Vr. Ter Ordonnantie van H. Ed. Mogende ( abf. Secret. ) ( get. ) H. L. van A L T E N A, Ten einde zodanige Bevelen en Publicatien klem te doen hebben, hadden zy vooraf begreepen veel dienst van den ordinaris Secretaris van Staat, den Heer A. J van Sminia, te kunnen hebben , en daardoor hun aanzien af - weinig te zullen verlterken, waarom reeds drie dagen voor het houden van hunnen Landsdag was afgezonden de navolgende brief. HOOG  NEDERLAND. J?5 HOOG EDELE GESTRENGE HEERi Wy wettige Staatsleden van Vriesland gerefolveerd hebbende om moverende redenen de Staatsvergaderinge van Leeuwarden naar Franeker te verleggen, en ingevolge van dien uitfchryving tot eenen Landsdag door ons gedaan zynde tegens den 6 dezer eerstkomende; zo bekoomt U Hoog Ed, Gedr. hiernevens daarvan eene Misfive van uitfchry vinge, en ver* wagten wy, dat U. H. Ed. Gedr. benevens verdere aanhorige van de Secretarie als mede kamerbewaarders , als door ü". H. Ed. Gedr. van zulks te ihformeeren, op de in de neyensgaande Misfive geprsefigeerde tyd, ter waarneminge van Ü. H. Ed. Gedr. Post, zig tot Franeker zal fifteeren. Waarmede wy ons tekenen Franeker den 5 Sept. 1787. H. A. H van KNYFF. C. L. van BEYMA.. A. j. C. de BERE. E. F. van A1LVA. H. Z. ATTAMA. W. HOGENBRÖG. P. BREUG^MAN. R. van KLEFFENS.. j- ROORDA. De Superfcriptie was Hoog-Edele Gedrenge Heer De Heer A. j. van SMINIA, Secretaris van Staat, &c. &c. te Leeuwarden. Maar  t?6 Hit BEROERD Maar de Staats - Secretaris Sminia en de Commiefen ter Secretarye deze ordres niet gehoorzaamende, wierdt by proviiie tot Commies ter Secretarye aangefteld H. L. van Altena, na welke verrigting terftond wierden afgevaardigd de volgende Misfives , als eene circulaire aan de Hooge Bondgenooten, eene aan H. H. Mogenden en aan de Gedeputeerden ter Generaliteit , en eene aan den Stadhouder en Capt. Generaal; welke alle wy hier laaten volgen: EDELE MOGENDE HEEREN! Byzondere Goede Vrienden, Nabuuren en Bondgenooten. „ Is het eene zeekere en onbetwistbaare waarheid dat Regenten, voor al in een Republyck, zyn de verteegenwoordigers van een vry volk , dat zy alles doen in naam van het zelve, en dat zy haare onvervreemdbaare Regten moeten bewairen op alle mogelyke wyzen, verwonderlyk onbegrypelyk moeten dan zeeker aan-UEd. Mog. ja aan elk een zyn voor. gekoomen de gedraagingen van de Meerderheid der toen fungeerende Staatsieeden in deeze Provincie. Om toch UEd: Mog: met geen lange reeks van voorbeelden derzelver.. als overbekend bezig te houden, gelieven UEd: Mog: zy alleen te herinneren, hoe men op den 25 Septb. van het afgeloopen jaar,  - NEDERLAN D. 177 jaar, heeft ondernomen op eene nooit gehoorde wyze de deur voor billyke repraefentatien van 's Lands klagende Ingezeetenen toepte muuren , en dé wettige en eerbiedige Volksitem te frnooren , terwyl men tot . hier toe geen het minfte gehoor heeft willen geeven aan de ernftigfte en nadrukkeiykfle vertoogen dóór Veelen onzer ter ze!ver tyd gedaan, om op eene Conftuutioneele wyze de menigvuldige misbruiken in dé Conftitutie en overtreedingen der fundamenteele wetten te herdeden, en alzoo het volk de reedenen tot klagen té beneemen. Integendeel Edele Mog. Heeren! wel verre dat deeze en anders onze welmeenendfte pogingen hebben kunnen baaien, wel verre dat reeden, dat billykheid of menfchelykheid, dat Natuur of Burgerrecht de Zugt om wet- en bandeloos te heerfchen hebben kunnen bepaalen of beteugelen, heeft het ganfche Volk, hebben wy moeten zien, dat de Gewapende Militaire arm, om welV.e te onderhouden de goede Ingezeetenen, en vooral den Landman, ten kosten van zyn zweet en bloed, de zwaarfte belastingen moet opbrengen, gebruikt wierd, 'om onze Nabuu» ren en Bondgenooten van fiattem en Elburg, die gereegeld en plichtmaarig voor hunne onvervreemdbaare rechten waakten, onder het geweld te doen bukken, en na zulks hunne goederen ftraffeloos te plunderen en te ontrooven. X deel. M „ On:  178 kï-T BEROERD „ Onder die alles Ed. Mog. Heeren! wie kan hec zich verbeelden? hield zig nog de natie, hoezeer overkropt van aandoeningen het menfehelyke hare eigen, gelaaten en ftil; zy hield al evenwel een waakend oog gevestigd op zommige hunner Regenten , welke zy volkooraen vertrouwde. Zy hoopte, zy vleide zig, wy hoopten, wy vleiden ons met haar, dat eens eindelyk de Heerschzugt voor de billykfle vertoogen, voor de infpraak van het onveilbaar geweeten zwichten zoude. Maar neen Ed. Mog Heeren! te vergeefs waaren alle die flreelende vooruitzichten, 't eene geweldadig en den volke tergend befluit volgde het ander al fpoedig op, tot dat men eindelyk zig zoo verre vergeten heeft, om ook de meesten der Regenten, die 't volkomen vertrouwen van de JNatie verworven hadden, de Vryheid van hunne gevoelens ten Landsdage te zeggen, benoomen heeft, en door gezogte criminecle vervolgingen , hunne perfoneele veiligheid binnen de muuren van Leeuwarden in gevaar gebragt, en hun , en 't volk dus aldaar het recht van fpreeken zelfs ontweldigd; men belette hun, om aldaar aan den last van hunne Committenten en aan hunnen Eed te voldoen; en 't zyn die reedenen, die ons bewoogen hebben tot het by provifis verleggen der Staatsvergadering naar Franeker, ingevolge uitfehryving van den ^den deezer. Wy  NEDERLAND. i7p verwachten, dat UEd. Mog. geen zwarigheid zullen maaken, om geene andere, dan deeze onze Vergadering te houden voor de wettige Staatsvergadering van Vriesland, waar mede wy UEd. Mog. beveelen in Gods heilige protectie, en verblyven. Edele Mogende Heeren! Byzondere Goede Vrienden, Nabuuren en Bondgenooten.Uw. Ed. Mog. Goede Vrienden De Staaten van Vriesland (Geparpht) C. L. v. B E Y M A Vt. ( get. ) Ter Ordonnantie van dezelve abf. Secret. H. L. van A L T E N A .Franeker den 8 Septbr. .1787. HOOG MOGENDE HEEREN» Wy hebben nkf willen afzyn U. Hoog Mog. te infornieeren door toezending van een Copia misfive door ons aan de Hooge Bondgenooten gezonden van de redenen die ons tot het vérleggen der StaatsVergaderinge na hier hebben bewogen, in vervvagting, dat U. Hoog Mog. in 't vervolg derzelver Mibfives en Depêches, aan de Staaten van Vriesland behoorende , wel aan ons te Franeker by proyide vergaderd, zullen doen toe komen, en in geen, M o opzigce  x8o Het BEROERD opzigte een andere Staatsvergadering in Vriesland als de onze erkennen. Waar mede wy U. Hoog Mog. beveelen in God& Heilige Protectie, en blyven. HOOG MOGENDE HEEREN! Uw. Hoog Mogende Vrienden, De Staaten van Vriesland, (geparapht.) C. L. v. B E Y M A. Vt, Ter Ordonnantie ran dezelve ( getekend ) abf. Sécret. H. L. van ALTEN A. Franeker den 8 Septbr. 1787. DO O R LU G TI GS TE VORST EN • HEER! De refedenen, die ons tot het verleggen der Staatsvergadering van Leeuwarden na Franeker hebben bewoogen, zal U. Hoogh. uit een Copia uitfchryving hier nevens gaande kunnen zien. Wy verwagten dan dat U. Hoogh. zich voortaan diptelyk zal gedraagen na de ordres, door ons gegeeven wordende , en geene andere , als door de Staaten van Friesland gegeeven te refpecteeren, by poene van onze nadere dispofitie, terwyl wy U. Hoogh. by deezen belasten, om aan de troupes, ter Repartitie van onze Provintie ftaande, geene Ordres te geeven, prrj  NEDERLAND. 1S1 om zich te bemoeyen met gefchilleri tusfchen Burgers en Burgers, of Regenten en Burgers, en zoo die reeds gegeeven mogten zyn, dan dadelyk in te trekken, gelyk wy ook aan de Commandanten der Regimenten, ter onzer betaalinge daande, hebben aangefchreeven, om zulke reeds gegeevene ordres niet te gehoorzamen, by poene van onze hoogde verontwaardiging en directe afneeming hunner foldyen. Wy willen, fchoon ongehouden U. Hoogh. wel betuigen, dat wy voor al to: deeze ordres zyn overgehaald door eene volkoomene bewustheid, dat de Rechten en Vryheeden des volks, alhier in veel Opzigten zyn gefchonden en oveitreeden, als dat het zelve als de waare Opper» magt hebbende alleen gerechtigd is, om zulke begaane misdaaden te draden, of te vergeeven, en tegens het toekoomende voorziening te doen. Wy hoopen dat U. Hoogh. met onze- denkbeelden zal inftemmen, en in die verwagting beveelen wy U. Hoogh. in de befcherminge Godes, en blyven, DOORLUGTIGSTE VORST EN HEERL UHoogh. goede Vrienden De Staaten van Vriesland, (geparapht) C. L. v. BEYMA. Vt. Ter Ordonnantie van dezelve abf. Secret. (get.) H. L. van ALTENA. Franeker den 8. Sept. 1787, M 3 Ook  18a Het BEROERD Ook wierdt, zo veel mooglyk, verzonden en aangeplakt op de gewoone plaatfen de volgende Publicatie : DE STAATEN VAN VRIESLAND, allen den geenen, die dezen zullen zien , ofte hooren leezen, SALUT\ doen te tveeten. Alzo wij door veele Gecommitteerden tot Volmagten van Lap den en Steeden, die door overtreeding van door hun bezwoorene wetten en reglementen, thans van hunne comnMsfien zijn vervallen, in zo verre in onze Perzoonen zijn vervolgd, dat wij onze vergadering hebben moeten verleggen naar Franeker; zo gelaften en beveelen wij diensvolgens de Raaden in den Hove Provinciaal en der zeiver Minifters, alle hooge en laage Magiftraats Perzoonert, den Procureur Generaal, de Grietslieden en Geregten ten Platten Lande en Steeden, 's Lands Fiscaal, de Commifen en Opzieners van 's Lands Middelen, alle Landfchaps en Particuliere Ontvangers, de Collecteurs van de gemeene Middelen, de Leeraaren van de Hervormde Kerk, en andere in deeze Provincie toegelaten , gelijk mede, de Commandanten der Troupes, met hurne onderhebbende Officieren, ter repartitie van deeze Provincie ftaande, en generalijk alle die eenige Commisfien, Ampten of Benefieten bekleeden, niemand uitgezonderd 9 geene andere Staats- ver»  NEDERLAND. 183 vergadering in Vriesland te erkennen, en te refpecteeren, dan die, welke te Franeker gehouden wordt, en de orders van geene andere te gehoor zaamen, bij poene, dat tegens de onwilligen aan deze onze Welmeening, zal worden gedisponeerd, zo als in goede Juftkje zal worden verdaan te behooren. En op dat niemand eenige onkunde voorwen, de, zal deeze worden gepubliceerd en geaffigeerd , daar men gewoon is publicatie en afiixie te doen. Aldus gerefolveerd en gearredeerd op het Landfchaps-huis binnen Franeker, den 2 September 1787. C L. van B E IJ M A, Vt. Ter Ordonnantie van H. Ed. Mog. (abf. Secr.) H. L. van A L T E N A. Hierby lieten die van Franeker het niet berusten, maar fchreeven dien zelfden dag nog twee andere Misfives, eene aan 's Lands Rekenkamer te Leeu» warden, en eene aan de gewapende Genootfchappen in de Provincie, zynde van den volgenden Inhoud: EDELE MOGENDE HEEREN! By ons goedgevonden zynde de Staatsvergadering van Leeuwarden te verleggen na Franeker, hebben wy niet willen afeyp UEd- Mog. daar van de verM 4 eischte  184 Het BEROERD eischte kennis te geeven, ten einde UEd. Mog. zig in het regiflreeren van Ordonnantiën als anderzints, daarna kunren reguleeren, en geene andere Liquidatien te doen, dan van Ordonnantiën door ons, ofte onze geanctorifeerden gepasfeerd. Waar mede UEd. Mog. in de befcherming Gods beveelende, blyven UEd. Mog. Goede Vrienden de Staaten van Vriesland.(was ger.) C. L. v. BLYMA Ve. ter Ordonnantie van dez.lve abf. Secret. (was get.} H. L van AL-TENA. Franeker den 8 Septbr 1787. EDELE MANHAFT Ei Wy vinden ons door de Ed. IV;og. Heeren Staaten van Vriesland alhier vergadert, gelast UEd. Manhafte by deezen kennis te geeven , dat de Publicatie te Leeuwarden op naam der Staaten gearredeerd, en gepubliceerd, houdende eene prtetenfe disfoltitie of vernietiging der Corpfen of Gewapende Genoodfehappen in deze Provintie, by Hun Ed. Mog. word gehouden voor nul, van Onwaarde en gcenzinds verhinderende. En in tegendeel L'Ed. Manhafte te kennen te geven, dat H. Ed. Mog. alhier vergaderd, ' de / Wapening der Ingezeetenen als de zekerde waarborg tegen overheerfching befchouwende , allernuttigst oordeelen en alle thans bedaande  NEDERLAND. 185 gewapende- Burger - Corpfen neemen onder hunne fpeciaale protectie, met belofte dezelve tegens alles fchadeloos te (tellen en te houden. Waar mede wy UEd, Manhafce beveelen in Gods heilige hoede, en bly ven UEd. Manhafte Goede Vrienden Gecomm. Staaten van Vriesland in V Mindergetai. (was get.) C, L. v. B E Y M A Vtv Ter Ordonnantie van Haar Ed. Mog. abf. Secret. (get.) H. L. van ALTEN A. Franeker den 8 Septbr. 17 8j. Dewyl de proetenfe Staaten nu hunne Regeering., zo zy meenden, genoegzaam, te Franeker gevestigd hadden, zonden zy zo veel Volk, als zy huns oordeels konden ontbeeren, naar de overige Friefche Steden, en maakten zich meester yan dezelve,.mee naame Bolswerd , Sneek , Workum , Hindelopen en Stavoren. Te Sloten lagen zy wel geene bezetting, doch voerden 'er 't meeste Stads gefchut van daan, om daar mede de Lemmer te verderken: ook hadden zy reeds meer dan twintig duizend guldens by eenige Kollecteurs en Ontvangers doen ophaalen, en te Franeker binnen gebragt. De Franeker Staaten , hier mede niet te vreden, hadden op hunnen Landsdag van den 8 September tot den I4den dier maand , de volgende veertien Poincten afgehandeld, welke wy hier laaten volgen : M 5 P O I N'  j86 Hei BEROERD P O I N i T E N. Oost. Conform 't Voorftel en omtrent de perfoon Cotnrn. cum plena op *t Mindergetai. D. P. fteld aan H. L. van Altena. West. Conform 't Voorftel van 'c LVündergetal, en nopens de perfoon daartoe aan te ftellen Comm. cura plena. D. P. als D. P. van Oost. Z. W. als Westergo. D. P. als D. P. van Oost. Steeden. Het Quani*r agreëerende de propofitie van liet Mindergetai, benoemd by provifie Hec ■ lor I ivius van Altena tot Commis ter Secretarye. i. Het Mindergetai fielt aan de Quartieren voor om, daar de Staats - Secietaris en Couv mifen ter Secretarye niet hier gecompareerd zyn, een Com. mis ter Secretarye by provifie aan te Hellen, Gerefumeerd den 8 Sept. 1787. Oost, Co»-  NEDERLAND. 18? Oost. Conform de Concept Publicatie , des agter 't woord Ontvangers te ftellen en Coil*cteurs van de Cemeene Middelen, en voorts 't flot óüi te veranderén: op dat niemand eenige onkunde voor. wende zal deezen worde» gepubliceerd en geaffigcerd daar men gewoon is Publicatie en affictia te doen. West. Conform de Concept Publicatie. D. P. Conform Oos. tergo. Z. W. Ut Oostergo. Steeden Conform de Concept Publicatie. D. P. Conform Oostergo. 2. Het Mindergetai fteld. ïl verder voor om ten fpoedigften te doen eene Publicatie waartoe een Concept exhibeert. Gerefumeerd den S Sept. 1/87. Oost. Coa*  i83 Het BEROERD Oost. Conform de geëxhibeerde Concept Misfives. Wist. Ut Oostergo- Z. W. Dt Oostergo. Qteedtn. Het Quartier Conformeerd zich met de geè'xnibeerde JViisGves» 3- Het Mindergetai field verder voor eene circulaire Misfive te zendt» aan de Hoge Bondgenooten, eene aan H. H. Mog. en aan de Gedep. ter Generaliteit, eene aan den Stadhouder en Cap. Generaal , en eene circulaire aan de Commandanten der refpective Corps-IVliütie ter repartitie deezer Provintie hetaald. wordende. Gerefumeerd den 8 Sept. 1787. Oost. Cm.  NEDERLAND. 189 Oost. Conform da Concept Misfive. West. Conform de Concept Misfive. Z. W. Conform de Concept Misfive. Steeden. Conform de Coacept Misfive. Gerefaineerd den 8 Sept. 1787» Propr>; 4- Wyders word aan UEd, Mog. voorgedraagen eene Concept Misfive aan 's Lands Rekenkamer.  IJ5o Hït BEROERD 5- propofitie van Oostergo. Secreet. Oost. Conform de Propofitie. D. P. ut Steeden. West. Conform de Propofitie. D. P. Comm. op 't Mindergetai om deeze zaak met eikanderen te reguleeren. D. P. ut Steeden. Z. W. Conform Steeden. Steeden. Conform de Propofitie , des dat de be noemde Officieren ter approbatie van den Staat worden voorgedraagen. D. P. Conform Oostergo. D. P. perfifteeren by • het eerfte Kamer advys op dit poinct. Het Quartier van Oostergo proponeert aan de andere Quartieren , om de Heeren c. L vanBeyma, J Roorda en P. Breugemans te benoemen, en met eene Staats-Commisfie te voorzien tot Defenfie van de Provincie tegen alle Vyandlykheden van Buiten en van Binnen , en daar in zoo . veel mogelyk . te volgen 'c voorbeeld der Staaten van Holland , en het verleenen van hunne Commisfie op Gedeputeerden te Woerden, met roagt om zoo wel Militair Offenfif als Defenfif ,te ageeren, en de benodigde Commandanten en Officieren aan te ftellen, als meecle om de inkomende vreemde Manfchap onder eede te neemen op een Formulier door hun zelve te concipieeren , en door den Staat te approbeeren. Oost. Con-  NEDERLAND. m Oost. Conform de Concept Publicatie met de veran denngen in Ma gine ge noteerd en uitlaating der. onderftreepte woorden. tVest. Conform de Concept Publicatie met de remarques Van Oostergo. Z. W. Ut Oostergo. Steeion, Conform de Concept Publicatie. D. P. Conform de ge-, maakte remarques van Qjit. Cerefumeerd dsn 9 Sept. 1787, Propo- 6. Het Mindergetai field aj verder voor eene Publicatie ter Wederlegging van de Publicatie van de pretenfe Staatsleden tendeerende ter Ontwapening van de Genootfchap* pen.  ioa Het BEROERD Propofitie Van Westergo. Oost. Conform de Propo. fitie. West. Conform de Propofitie. 1. W. Conform de Propofitie. Steedin. Conform de Propofitie. 7- Het Quartier van Westergö geïnformeerd zynde, dat zommige Leeden van gewapende Genootfchappen in deeze Provintie misfehien zduden kunnen worden geïntimideerd door zekere pretenfe Publica. tie op naam van de Staaten van Friesland geëmaneert , waar by de voofige refolütien betrekkelyk 't aanmoedigen van den Loffeiyken Wapenhandel worden ingetrokken, en fchoon niet te denken is dat zulks veel invloed op de goede Ingefeetenen zoude maaken, iteld 'tQuanjerechter aan de andere Quartieren voor, om 't Mindergetai te authorifeeren om zonder refumtie aan de gewapende Genootfchappen te ichryven, hun verder aan te moedigen, en in hnn Edel Mog. Speciaale protectie te neemen en te guarandeere:s voor alle gevolgen. Mi*-  NEDERLAN DV 193 Pro* X. DEEL. N Misfive van de Magiftraat en Vroedfchap der Stad Ilindeloopen. Oost. Notificatie. West. Notificatie. Z. W. Notificatie. Sttedtn. Notificatie. 8. Wyden wordt aan UEd. Mog. ter deliberatie vóorgedraagen eene Misfive van de Magiftraat en Vroedfchap der Stad Hindeloopen , gefchree> ven den 6 deezer tot refcriptie op eene uitfchryvings Misfive van eenen Landsdag alhier te Franeker, en behelzende dac H- Ed. wegens de abfentie van verfcheidene Leeden der Magiftraat en Vroedfchap voor als nog aan de uitfehryvingf Misfive niet konden voldoen.  ip4 Hit BEROERD fropofitie van Oostergo. Oost. Conform de Propofitie en Concept Misfive. West. als Oost, Z. W. Conform de Propofitie en Concept Misfive. Steeden. VtOost. Gerefumeert den n Sept. 1787, Misfive 9. Het Quartier proponeert eene Misfive te fchryven aan de Magiftraat der Stad Harlingen, waartoe een Concept exhibeert.  NEDERLAND. .Misfive van Hindeloopen. Oost. Approbeert 't verrigte van de Comraf tot de» fenfie, wyders Commisfie ! op 't Mindert, om eene .Misfive aan Mag. , cn Vroedf. der Stad Hindeloopen te cóncipieeren , waar by dc/.elve word '"aangemaand, haare Stads Volui, van Lcua-atden te rug 'te roepen, of de Procuratie te révoceeren, en dezelve of andere Volmagten henvaards te zenden, met wydere last, om te zorgen dat de Lands Las:en te Hindeloopen wordende geheeven niet na Leeuwarden worden afgezonden. West. a's Oost. . D. P. als D. P. der Steeden. Z. W. ais Om. D. P. als D. P. der Steeden. Stssden. als Oost. D. P. ConTonn de Concept Misfive. 10. Word aan UEd Mog. ge» exhib ert eene Misfive der Stad Hindeloopen, coniineerende verzoek tot Asfistentie, op fundament, dat H. Ed. Achtb. niet had kunnen goedvinden de Publicatien der Heeren te Leeuwarden Vergaderende tot disfoluiie der Genoottchappen te obterveeren , uit Confideratie, dat, wanneer het Genootfchap aldaar wierdt gedisfblveert, hunne Stad eene puinhoop zoude worden en veele onge'ukkig , waarop de Heeren UEd. Mog. Gecoin. muteerden by Secreete Refolutie tot defenfie der Provintie geauthorifeert, reeds ordre hebben gefield en daadelyk doen executeeren om aan 't verzoek van 'Magift. en Vroed.» fchap te voldoen, Refumtle den Sept. 1787. frropo» N a  ig$ Heï BEROERD Propofitie der Steeden. "Het Quartier der Steedeii Oost. Conform de Propofitie proponeert aan de andere benoemd de Heeren Boe- Quartieren om eene Staats lens , van Kleffens en Commisfie te benoemen mét Comm- Altena. recht om zoo veele en D. P. Conform't Concept zodaanige perfoonen daar by Placaat, des uitlaatende te adfumeeren als dezelve de pasfage , dat ook noodig zal oordeelen, om met insgelyks de Stadhouder eikanderen eene Publicatie te &c. en agter aan voe- concipieeren, waarby in 't gende •Willen ouy voorts breede aan de Ingefeetenen &C. word opengelegd het oogmerk D. P. als 't D. P. der deezer Vergadering, alles op Steeden. Rapport van den Staat. West. Conform de Propofitie, voorts ut Oostergo.' D P. als D. P. van Oost. 't B. D. P. als D. P. der Steeden. %. W. Conform de Propofitie benoemd Aylva van 't Bildt, van Kleffens en Comm. Altena. D. P. als D. P. van Oostergo. D. P. ais 't 2. D. P. der Steeden. Stceden. Conform de Propofitie en omtrent 't benoenoemen der perfoonen Commisfie cum plena. D. P uit Oost. D. P. als 't d. P. van Oost. egter met uitlaating deezer geheele pasfage, wyders willenwy nog &c. tot deeze woorden ingeflooten, tot eenige Imiten* Jfoorigheeden overjlaan. Ref. den 14 Sept. 1787. Gerefumeett den 14 Sept. 1787. Propo-  NEDERLAND, 197 Wordende meede ter Deliberatie van UEd Mog gebrags verfcheidene gelykluidende Declaratoiren van een confiderabel aantal Exercitie Genootfchappen , als meede yan eenige Schutteryen, waarby dezelve Declareeren de Staatsvergadering thans binnen Franeker gehouden wordende, voor de eenige wettige Vergadering van Staat in deeze Provintie te houden en te zullen refpcc teefen, zoo als breeder in de Declaratoiren ftaat vermeld. Propofltie van Oostergo. Oost. ut Steedtn. D- P. als D. P. der Steeden. West. ut Steeden. D. P. als D. P. der Steeden. Z. W. ut Steeden. Steedm, Conform de Propofitie en urgeert op 'c fpoedig houden der Comm tot extenfie der Publicatie, en is 't Quartier wyders van oordeel dat hier van by Misfive aan Z. H als Cap. Gener. kennis werd gegeeven. D. P. Conform de geëxhibeerde Publicatie en Concept Misfive. 12. Het Quartier geeft aan andere Quartieren in bedenking of daar het overbekend is , dat het Regiment van den Collonel van Plettenberg, zig by herhaaling aan de verregaande plunderingen op de goede Ingefeetenen heeft fchuldig gemaakt, en alle Militaire Discipline veragt, geheel ftry» dig met het geene van braave Militairen word vereischt, het niet ten hoogden noodig was het zelve Kegiment daadelyk te Casfeeren en Commisfie op het Mindergetai te geeven tot extenfie van de benoodigde Publicatie. Refol. den 14 Sept. 1787. Gerefumeert den 14 Sept, 1787, Propo- N 3  198 Het BEROERD 13. Propofitie van Oostergo over de Comptoiren. Oost. Conform de Propofitie. West. Ut Supra, Z. W. Ut Steeden. Stieden. Conform de Propofitie. Gerefumecrt den 14 Sept. 1787. Het Quartier van Oosterga geeft aan de andere Quartieren in Confideratie om ten fpoe' digften aan de Gener. Ontvangers deezer Provintie aan te fchryven om geene penningen op andere Ordonnantiën uit te tellen , dan gcpasfeerd door onsofte onze geauthorifeerden. Voorts aan de refp Gerechten van Grietenyen en Steeden aan te fchryven om te zorgen, dat geene Lands Lasten, in hunne Diftricten wordende gehee. ven of wel uit andere Diftricten gecollecteerd, by provifieworden gevoerd na Leeuw., maar onder de Ontvangers blyven berusten ter tyd en zoo lange H. Eu. Mog. daarin nader zullen hebben voorzien; of wel indien men de penningen niet veilig oordeelt dan dezelve te bezorgen te Franeker aan 't Stads Comptoir of zodanige andere Perfoon en Ontvanger als bun Ed. Mog. byfautevan obediëntie der Generale Ontvangers der Provintie zulien hebben aangefteld , alles by poene dat die geene der Ontvangers, die bevonden mogten worden, nijettegenftaande. deeze aanfehryvifrg, penningen na Leeuwarden te hebben gezonden of gebragf. dezelvefomma wederom zullen moeten oetaaien Dy parate execuue. En voorts den Commandant der gewapende Burger - Corps te gelasten om aan alle Commandeerende Officiers van deeze H. Ed. Mog aanfehryving kennis te geeven , met ordre om re zorgen dat de Kennisgeeving aan de Collecteurs en Ontvangers der Diftricten gefchiede, en geene penningen te laa'en vervoeren dan na Franeker, maar dezelve te arrestee. reu, indien naar eene andere plaats worden vervoerd. Pro-  NEDERLAND. 10? Propofitie ven Ocstergo. Oost. De afvraging te doen aan alle Officieren , Onder Officieren en gemeenen,; Conform de Concept Misfive, West. Conform de Concept Misfive. D. P. als Oostergo. 14. Het Quartier van Oostergo exhibeert eene Concept Misfive aan de Commandanten der Militie te Leeuwarden en Harlingen, tendeerende om de Officieren en gemeene Militairen hooft voor hooit te doen afwaagen, of zy genegen zyn zig te gedraagen naar de Orders, door H. Ed. Mog. ofte derzelve geauthorifeerden gegeeven wordende, met uitfluiting van alle Vergaderingen , die zig den naam van Staaten van Friesland mogten aanmaatigen , of te willen arrogeeren , alles breeder in de Concept Misfive vervat. Z. W. Conform de Concept Misfive, des dat voor en gemeene Militaire geplaatst worde en Oii' dtr Officieren. D. P. als Oostergo. Steeden. Conform de Concept Misfive, D. P. als Oostergo. N4 Inge  Het BEROERD Ingevolgë de Refolutie op het Twaalfde Poinct wierd uitgegeeven de volgende Publicatie : DE STAATEN VAN VRIESLAND, allen den geenen, die dezen zullen zien, ofte hooien leezen, SA LU Tl dóen te weeten. Ter onzer kennisfe zijnde gekomen, dat ons Regiment Infanterie, geleid wordende door den Collonel D. A. van Plettenherg, zig bij herhaaling heeft fchuldig gemaakt aan de gruwelijkfte plunderingen en geweldaadigheden op de goede Ingezeetenen in Gelderland, waar door veels Menfchen tot den bedelzak gebragt, en veele door de ontmenfchüle behandeling in hunne Perfoonen ongelukkig geworden zijn, zonder dat bij den Territorialen Souvereli daar tegen eenige ftraffe is uitgeoeffend; Zoo is het dat wij, daaromtrent niet onverfchillig kunnende zijn, en vreezende, dat dit Regiment, dat alle Militaire discipline verzaakt, ten eenigen tijd zig naa deeze Provincie buiten onze kennisje begeeve, om hier, hoe zeer onder den fchijn van Vriendfchap inkoomende, dezelve gruwelen cn plunderingen op onze meer dan de Gelderfche begoedigde Ingezeetenen te pleegen, en zig alzoo met derzelver goederen te verrijken, nodig hebben geoordeeld daar in te voorzien , en diensvolgens bekend te maaken. . : W Dat  NEDERLAND. 201 Dat wij om voorgemelde reeden het voorfchreven Regiment Infanterie van den Collonel van Plettenberg bij deezen casfeeren, en uit onzen diend ontllaan en buiten foldij ftellen, houdende het zelve naa Publicatie dezes, niet mser voor een Regiment in den dien ft van den Sta.it deezer Provincie; verbiedende het zelve Folk, om zig verder als Militairen te doen of te laaten gebruiken: en gelaftende voorts allen, zo Gewapende als Ongewapende Ingezeetenen deezer Provincie, om mgevalle het zelve Folk ah een Regiment, of Battaillon, of Compagnie, of Detachement, zig binnen deeze Provincie moge begeeven, het zelve als Fijand te be'fchouwen, aan te vallen, te ontwaapenen, en de gevangene alhier naa Franeker op te brengen, beloovende bij deezen, in zulken gevalle, voor ijder derzeive, die alhier wordt opgebragt, een praemie van dertig Caroli Guldens, direct, of aandonds, bij ons te Franeker te ontvangen. En op dat niemand eenige onkunde voorwende, zal deeze worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is publicatie en afïïxie te doen. Aldus gerefolveerd en gearrefteerd op het Landfchaps-huis binnen Franeker , den 14 September 1787. C. L. vam B E I J M A, Vt, Ter Ordonnantie van H. Ed. Mog. (abf. Secr.) H. L. van ALTENA. N $ Ook  2oa Het BEROERD Ook gaven zy ten zelfden dage kennis van deeze hunne Refolutie aan den Kapitein Generaal, volgens deeze Misfive: DOORLUGTIGSTE VORST EN HEER! Wy geeven Uwe Hoogheid by deezen kennisfe van ons befluit omtrent het Regiment van Plettenberg gevallen, zoo als U Hoogh. het uit nevensgaande Extract Ref. en Publicatie zal kunnen zien, ten einde Uwe Hoogheid zich daarna kan gedraagen en in 't vervolg het bovcngem.. Regiment niet meer als Militairen gebruiken, of laaten gebruiken. Waar meede DOORLUGTIGSTE VORST EN HEER! Wy Uwe Hoogheid beveelen in Gods Heilige Protectie en blyven Uwe Hoogh. goede Vrienden, De Staaten van Vriesland. (gep-) Vr. C. L. v. BE IJ M A. Ter Ordonnantie van dezelve. (gf*0 H. L. v. ALTEN A. (abf. Secret.) Nog  NEDERLAND. 2°3 Nog hadden zy op dien dag de zeldzaame ftoutheid, ingevolge de Refolutie op het Veerdende Poinct, den volgenden brief te zenden aan alle Hoofd» Officieren der Troupes in deeze Provincie Guarnizoen houdende: Edele Manbafte\ Wij hebben goed gevonden UEd. bij dezen te belaften, terftond de Officieren, Onderofficieren en gemeene Militairen onder UEd. ordres ftaande hoofd voor hoofd af te doen vragen, of zij genegen en gezind zijn, zig te gedragen naar de ordres , die UEd. door ons ofte onze geauthorifeerden zullen worden toegezonden, of gegeeven; met uitfluiting van alle vergaderingen, die zig den naam van Staaten van Vriesland mogten aanmatigen, ofte willen arrogeeren'? Wij wagten hier op UEd. antwoord uiterlijk op morgen avond in onze Vergadering alhier, het welk indien wij niet, of onvoldoend ontvangen, zullen wij genoodzaakt zijn UEd. en deszelfs onderhebbende Manfchap, als vijanden van het Vaderland te moeten befchouwen en behandelen. Waar mede wij Uiid. bevelen in de befcherming Godes, en blijven UEd. Goede Vrienden De Staaten van Vriesland (was get,} C. L. van BEIJMA. Ter  ao4 Het BEROERD Ter Ordonnantie van H. Ed. Mog. abf. Secr. (was get. ) H. L. van ALTENA. De 14 van Herfstmaand was een zeer drukke dag voor de Franeker Staaten : want behalven de zo even medegedeelde Stukken wierdt 'er nog uitgegeeven de volgende Publicatie van Staat: ,, De Staaten van Vriesland, allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen S A L U T. Doen te weeten; dat in onze Vergadering voorgedraagenis, hoe dat zommige kwaadwillige menfchen zich niet ontzien, om by min doorzigtigen het Patrletismus, dat niets anders is, als waare liefde voor Vryheid en Vaderland, te doen voorkomen, als gefchikt om onlusten te verwekken, den Godsdienst, zo als die in de Publyke Kerken deezer Landen geleerd wordt, te ondermynen, en alzo dit gezegend Land ongelukkig te maaken. Zo is 't., dat wy ter wegneeming en verdere voorkoming van deeze en zoortgelyke eerlooze en gezochte verdenkingen, alleenlyk gefchikt, om dat geene te bewerken, waar van men anderen zoekt verdagt te maaken, en daar door zyne eigene grootheid ten koste van de Regten en. Privilegiën der algemeene Ingezetenen, en dus van Vryheid en Vaderland te vestigen, hebben goedgevonden om bekend te maaken, gelyk wy doen by deezen, ten einde elk een,  NEDERLAND. ae^ een, zo veel mogelyk, voor alle misleiding te behoeden, en onze waare denkbeelden aan den dag te leggen. Dat Wy het Patriotismus, of de waare liefde voor de Vryheid en 't Vaderland fteeds blyvende aankleeven, dienshal ven zo veel in ons is, zullen zorgen, dat noch de Republyk, noch de Provincie, noch eenig lid derzeive, noch eenig Ingezeten, eenige de minfte bekorting, of nadeel aan zyn Per zoon, Lichaam, Rechten of Goed werde toegebragt. „ Terwyl wy verklaaren, dat aan het geene voorV fcbreeven is, thans zeer veel haperd, en teffens hebben goedgevonden, om zonder in eenige byzonderheeden te treeden, alleen het volgende tot bewys hier van by te brengen. „ Dat van tyd tot tyd door de Meerderheid van de Volmagten ten Landsdage, die de Staaten des Lands, en alzo de hoogfte Vergadering uitmaakten, •is gehandeld ftrydig met de Last, die zy van hunne Lastgevers of Principaalen ontvangen hadden, en met de wetten, welke zy by Eede beloofd hadden ftiptelyk na te komen. „ Deeze overtreedingen van de Grondwetten des Lands, door de hoogfte Wetgevende en Uitvoerende magt beide begaan, zyn het, die noodwendig alles op losfe fchroeven moeten ftellen, en dus de Regten des Volks doen wankelen, en welke te herftellen en  20ö Het BEROERD en voor 't vervolg voor te komen, fteeds onze bedoeling nevens die van alle waare Vaderlanders, zyn zal. „ Het is dan, uit hoofde van het geene voorfchreeven is, dat wy allezins billiken en regtmaatig achten- . de klagten en bezwaaren, die by zo veele Jngezcetemn over 't algemeen beltuur van zaaken in deeze Provincie zyn opgekomen: Dat wy niemand, dan het Wettig opgeroepen Volk gereg* tigd oordeelen om de begactr.e misdaaden te ver geeven. . ■ „ Dat ook alleen dat Volk geregtigd is, om te bepaalen, naar welke Voorfchriften en Wetten het ten algemeenen Landsdage vertegenwoordigd en geregeerd wil worden. „ Dat insgelyks de Ingezetenen van ieder byzonder Diftrict van- de Provincie alleen bevoegd zyn om haar huishoudelyk beftuur te regelen. „ Dat dier/shalven aan de Burgeryen in de Steden , ieder in den haaren, ook alleen, toekomt het Regt om Regeerings Reglementen te maaken, waarna zy geregeerd willen worden, en dus mede om over de Electie van Magidraats Perfoonen te befchikken naar welgevallen, fchoon ook op deeze regten der Burgeren zeer veele inbreuken zyn gemaakt, en men hec Wel ligt aan zoortgelyke misbruiken \ hebbe toe te fchryven, dat de Ampten veel al, ten nadeele der eigen  NEDERLAND. ©07 1 eigen Burgers, aan Vreemde en Buitenlanders gegee» iven worden, of wel aan de Naastbeftaande van < Regeer ingsleden, die zomtyds dan een geaeeke :der inkomften op eene anverantwoordelyke wyze naar izich neemen. : . „ Dat wy dus allezins zullen tragcen te handelen, naar die bepaalingen, waar toe wy als Regenten 1 verpligt zyn. „ Doch dat wy tevens gereed Zyn, om mede te t v/erken , dat de geheele Regeeringsform van deeze provincie, door de daar toe gerechtigde werde nagezien, en op eene geregelde wyze veranderd, of verbeterd en bepaald. Dat dus de byzondere Diftricten van deeze Provincie, zo Grietenyen , als Steden, by haare Regten ;en Privilegiën worden herdeld en bewaard. „ Dat ook ieder Ingezeeten afzonderlyk by zyn verkreegen regt en eigendom worde bewaard en [gehandhaafd, opdat, dusdoende, de rust (deunenide op overtuiging, dat een ieder by hfet zyne befchermd, en alzo het belang van het lieve Vaderland en der goede Ingezetenen van dien bevorderd worde) zich alhier vestigen moge. „ En willen Wy voorts allen Ingezetenen hebben Vermaand, om met ons mede te werken, dat die Land fpoedig door de Mditie worde ontruimd, en idus alle Landt ingezetenen werde gegeeven volko- nune  2Q8 Hit BEROERD mene vryheid, om zonder vrees voor geweld, plondering en verwoesting, die helaas door de Militie op andere plaatzen gedaan ons ten baak verftrekken, vryelyk niet alleen aan ons zyne bezwaaren in te brengen, maar ook vooral, dat op die wyze het Volk werde opgeroepen, om de Regeering des :Lands, op zulk een vasten en geregelden voet te bepaalen, dat alle vrees voor overtreeding en verkorting van de regten des Volks eens vooral ophoude. „ En zal deeze, op dat de goede Ingezetenen niet langer worden geblinddoekt, maar, zo veel mogelyk , voor bedrog en leugens worden gewaar fchuwd, alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is Publicatie en Affixie te doen. „ Aldus gerefolveerd en gearresteerd op het Landfchapshuis binnen Franeker, den 14 September 1787. C. L. van B E IJ M A, Vt. Ter Ordonnantie van H. Ed. Mog. ■ abf. Sectr. H. L. van ALTENA. Voornaamelyk befchuldigen de Praitenfe Staaten hier hunne. Mede - Volmagten wegens de fchending van de fundamenreele Wetten , welke befchuldiging al . in meer andere boven aangehaalde ftukken van den Heer C. L. v. Beyma is voorgekomen, zonder dat wy er  — NEDERLAND, ao^ 'er iets op hebben aangetekend, 't geen echter ten dienfte van min kundigen niet onnut zal zyn. Men weete dan, dat volgens 't Reglement Reformatoir van wylen Prins Willem den Vierden alle Generaale Ontvangers moeten worden afgefchaft, en niemand tot Grietman verkiesbaar zyn, ten zy hy den vollen ouderdom van twintig jaaren bereikt hebbe. Het eerfte artikel wierdt by eene nadere overweeging aan zo veele zwaarigheden onderhevig bevonden , dat het door den maaker van het Reglement zeiven provifioneel buiten effect wierdt gefteld, gelyk het ook tot heden gebleeven is; terwyl de ondervinding leerde , dat het andere ten uiterften nadeelig was voor de vermogende en aanzienelyke geflagten hier te Lande, wier in ftand houding door alle doorzigtige Friezen fteeds allerheilzaamst voor de Provincie is geoordeeld. Dit laarfte bewoog den tegenwoordigen Stadhouder Willem den V. om , met overroeping en volle approbatie van den geheelen Staat, dit Artikel te veranderen, en dus te gedoogen, dat eens overleedenen Grietmans zoon of kleinzoon, al lag hy nog in de wieg, tot opvolger kon worden gekoozen, mits dat het Grietmans - Ampt dan, tot zyne twintig volle jaaren toe, door eenen naastbeftaanden of nabuurigen Grietman moest worden waargenomen. Deeze twee zaaken waren nu de gruwelen, in de X. deel. O ©ogen  2io Het BEROERD oogen van den Heere C. L. van Beyma en zyne Aanhangers, waarom de Regeering gehouden moest worden de Fundamenteele wetten te hebben gefchonden. De reden van deeze foutenue rust op 't 58 ■Art. van gemelde Reglement, volgens , 't welk alle Volmagten ten Landsdage gehouden zyn te zweeren, dat zy nooit tegen eenig poinct van dat Reglement zullen adviferen, noch gedoogen dat dit door anderen gefchiede; 't welk alleen daarom zodanig gefield is, op dat, indien eenig poinct, tot heil van't algemeen gefteld , voor de Regenten nadeelig of ongcmakkelyk was, zy dit niet willekeurig zouden kunnen veranderen. Voorts wierdt in de Publicatie van dit Reglement niet alleen aan den toenmaaligen Erfrtadhouders, maar ook aan zyne opvolgers in der tyd, de noodige magt en auctoriteit opgedraagen, om de wettige conftitutie van de Regeering des Lands volgens 't Reglement te handhaaven. Waar uit van zeiven volgt, dat wanneer die Eminente Perfoon Uta in 't Reglement vindt, 't geen niet met de mare, dat is de wettige, conftitutie, niet met het waar belang der Regenten en Burgers, overeenkomt, dat hy dan daar in zodanige verandering mag maaken, n ïoeping van de belanghebbenden, als ten meestcn algemeenen nutte zal worden bevonden te bchooren. Dat dit de meening der Staaten en van den Stadhouder >  NEDERLAND. au der, reeds van den beginne, geweest zy, blykt onder anderen uit het LIII Art. van voorz Reglement, vol. : geus 'twelk aan ieder» zonder aanzien der gilden, gei oorlofd wierdt op de Weekmarkten der Steden zyne * waaren uit te venten. Want toen hier over door het I Schoenmaakers- gilde te Leeuwarden wierdt geklaagd, :en de inconvenienten waren aangetoond, is dit artikel, :ten opzigce yan 't zelve Gilde, oogenblikkelyk veranderd. Eveneens is de ophef, als of de Regenten aan ;geene inftructien gebonden waren, loutere ydelheid. !Allen zyn zy immers door de Eeden, byhet aanvaar* ;den hunner bedieningen gedaan, verpligt, de wetten ;en Placaaten van den Lande getrouwelyk na te ■komen. Kan dit anders dan als eene volledige inftructie voor een eerlyk man worden begreepen ? Of zo niet, zal ooit iemand, die 't welzyn van hec iVolk ter harte gaat, eenen ysfelyken Burger- Oorlog idoen aanvangen, om redenen van zo weinig wee« izenlyke betekenis ? Ten einde , van de andere zyde, de zaaken verder voor te ftellen in derzelver volle kracht, zullen ;wy hier plaatfen de circulaire Misfive van het Defen» fie-weezen der Stad Franeker, uitgegeeven den eeriften dag der Intrede van de Staaten te Franeker. WEL EDELE HEEREN Hoog Geachte Landgenooten! „ Daar het voor ieder Weldenkende in den Lande ,yan het hoogst gewigt is, niet onkundig te zijn van O * den  H*t BEROERD den waaren toeftand der zaaken en gebeurtenisfen in deeze Provincie, heeft het Defenfie Weezen der Stad Franeker goedgevonden, een kort doch naauwkeurig verflag te geeven van het gene tot de geze* gende Revolutie alhier heeft aanleiding gegeven, en de wijze waar op zich dezelve heeft toegedragen. „ Hoewel deeze Vrije Natie reeds zedert den Jare 1748 onder het juk der Geweldigheid gezucht hadt, brachten de bekende Bloedplacaaten van den $5 Sept. 1786, de fmertelijkfte wonde toe aan het hart der Vrijgeboorcne en nimmer tot flavernije te brengen Friezen; zij zagen zich door Huns gelijken, door Hunne Medeburgers, aan wien zij het behartigen hunner belangens hadden opgedragen, tot een diep vernederend ftilzwijgen in hunne eigen zaak gedwöngén; zij zagen zich door eéne ergere dan Vénetiaanfche Refoltftie, eene Refolutie waar van men vruchteloos in die van eenen gevloek ten Hertog van Alba en in die eener Godtonteerenden Bloedraad, eene wedergaê zoekt, tot de volftrektfte flavernije gedoemd. ,, De Weldenkende, die zich op de befcheidendfte wijze aan de Staaten ter intrekking of verzagting dier Placaaten, tot heil hunner Medeburgers vervoegden, wierden met crimineele actiën gedreigd en door den Proc. Gener. vervolgd; de aan-  NEDERLAND. 213 aanzienfijkfte Burgers, die zich vogs het herftel der Vrijheid in de bresfe durfden ftellen, op alle mogelijke wijzen ontrust, en de geweldige handel* wijze en onrechtvaardige Refolutie, omtrent de vier bekende Heeren Profesforen genomen, welke men als laage Slaaven voor de voeten der Heeren Curatoren en Heeren Gedeput, Staaten meende te doen kru'pen, verlichtte meer en meer het veriland van da Ingezetenen van Friesland, en overtuigde de braave. Burgerije van Franeker ten volften van de noodzaakelijkheid om het gewelt manmoedig te keer te gaan, en de banden van Eensgezindheid onder elkanderen nog naauwcr, zo mogelijk , toe te baaien. „ Het ontbrak echter niet zo geheel aan braave Volksvertegenwoordigers, die eed en plicht indachtig de zaak der Rechtvaardigheid befchermden, dat de zuchtende Natie van allen hulp ontbloot haar welgegronde klachten in de ijdele lucht Hechts konde uitboezemen; neen eenige weinige Volks Vrienden Honden pal zelfs in 't barnen van het grootst gevaar, en dat gene, 't weik de onrechtvaardige meerderheit der Staatsleden voornemens was te doen ftrekken tot een grondflag hunner yolkomene Heerfchappije, bracht de gelukkige omkeering in deze Provincie te wege, waar van wij de heilzaame vruchten voor ons en onze Nako. O 3 meling.  si4 Het BEROERD melingfchap hoopen te plukken. — Dus verijdeld de Almagtige de ontwerpen der Boozen. „ De braave Minderheid , namelijk , wierd door Haare Mede-Staatsleden, de Meerderheid uicmaakende, wegens hunne onderfteuning der Weldenkende crimineel geactioneerd, en daar zich deze, hier door, in Leeuwarden niet langer veilig rekende, befioot zij de Staaten Vergadering naar Franeker, als de Zitplaatze der vrijheid en niagt, te verleggen. „ De nooit volprezene en nijvere Burgerije dier Stad hadt zich, niet tegenftaande de Placaaten der Meerderheid om geen Kruid et> Ammunitie in te voeren, het zelve in overvloed weeten raagtig te maaken en in ftaat gefteld, gewelt met gewelt af tek eeren en toen op den 27 Aug. 1787 twee Staaten Deurwaarders, van Dienaars verzeld, het zelve kwamen opeifchen, en de Stad bij weigering met gewelt dreigden, wierdt oogenblikkelijk de alarmtrom geroerd, de vlaggen ter tooren uitgeftoken en feinfchooten gedaan, om de Helden der omleggende plaatzen te waarfchouwen en ter adfiftentie in te roepon; binnen zeer korten tijd zag zich deze Stad van een zo talrijk Guarnifoen voorzien dat het meer dan toereikend was om de geheele Militaire magt van onze gewelt dreigende Vijanden af te kcéren. „ Thans  NEDERLAND. 215 „ Thans bevindt zich deze Stad in een gedachten ftaat van tegenweer, de Staatsvergadering hier heden morgen voor het eerst gehouden in het huis der Academie, werwaarts de Leden op de plechtigfte wijze zijn heen geleid , belooft de naderende herftelling onzer gefchondene vrijheid, en het is 'er zo verre af, dat eenige vreeze Hun of ons zoude bekruipen, dat al wat wapens draagt en al wat de goede zaak is toegedaan., zich op het plechdgst verbonden, en gezwooren beeft, niet te zullen uit eikanderen gaan, voor zij deze wettige Overheid in rust en vrede zien regeeren, en tot den laatften Man zijn leven te zullen wagen voor de bevordering en herftelling van dat gene waar voor onze dappere Voorouders goed en bloed hebben opgezet". Die van 't Defenfie - wezen hadden verder ontdekt, dat hunne Stad van den Oostkant zeer open lag, en aldaar gemakkelyk van een terp kon worden befchooten. Zy lieten derhalven op deeze hoogte twee redouten leggen, die, fchoon niet kwalyk gemaakt, echter veel te klein waren, om van eenig weezenlyk nut te zyn. Toen nu de Hollandfche Artilleristen gekomen waren, wierdt dit werk nog vermeerderd, met beide redoutjes door eene linie, in welke" ook nog eene Speel - Battery was, te vereenigen i wordende de Leeuwarder trekweg O 4 ne-  si6 Het BEROERD nevens dit werk met eene zwaare barrière voorzien. De Staaten van Friesland hadden reeds in 't begin der troubles een goed aantal troupes en eenige houbwitzers van den Kapitein Generaal en Staiten Generaal verzocht, aan welk verzoek, zo ras mogelyk, voldaan wierdt: zo dat men op den 15 van Herfstmaand niet meer twylfelde, of'er was reeds militie in aantogt. Dit verbaasde de Franekers niet weinig; vooral daar men nu niet wel meer twyffelen' kon, of de inval der Pruififche troupes was reeds begonnen. Hier door kwam bet Defenlie - weezen tot den dollen ftap om deezen Moord - en Brandbrief aan den eerften Heer van 't Mindergetai te zen. den. JOHANNES CASPARÜS BERGSMA! „ Wij zien uit zommige prsetenfe Publicatien, dat Gij als nog U blijft aanmatigen den Titel en Rang van eerften Heer van het Mindergetai, hoe wederregtelijk zulks oo^t zij. „ Wij horen zelfs dat Gij met uwe vervloekte Aanhangers, die reeds zedert langen tijd dit zoo gelukkig Land hebben verraden, en wel fpeciaal door bewerking van MART1INUS van SCHELTiNGA van het Heeren veen , de zaaken zodanig zoekt  NEDERLAND. 117 zoekt te bedieren, dat 'er meerder Militie in de Provincie kome, al waren het ook de eerlooze Plettenbergfche Rovers. „ En het is daarom dat Wij U waarfchuwen en verwittigen , dat alle gewapende en weldenkende Burgers en Ingezetenen in deeze Provintie vasteüjk befloten hebben, wanneer aannadering van Militairen plaat9 heeft, om het op Uwe en Uwe meede aanhangers Perfoonen en 'goederen te verhalen, derzelver Bezittingen te verwoeden , en alles wat van hun is in vuur en vlam te zetten, en zig tot den laatden Adem, die in hun is, te zullen verdeer digen, en het geheele Land te zullen inundeeren. Maak vast ftaat dat Gij met Uwe gedoemde Aanhang de thans herleevende Vrije Vriezen niet zult Keetenen, voor en aleer Gij den laatlten van Hun zult hebben te ondergebragt, en dus wanneer alles voor Uwe verdoemde Aanhang moet derven, zo zullen allen gerust op het Slagveld nederleggen , wanneer verzekerd zijn U een verwoest Land en een knaagend Geweeten na te laaten , en dat Gij niet eenen Vrijen Vries meer zult behouden in dit Land, maar alleen de zulke die met Uwe vervloekte Heerschzugt en Overheerlching zamen- fpannen, en Heersch dan maar in eene Woedenij. t, Wij verzekeren U dat dit met Eede door ons O 5 allen  ai8 Het BEROERD allen is bezworen. Dit is de laatfte Waarfchuwing die Wij U doen, maakt hier van het nodig gebruik. „ Wij zenden eenige Copijen aan Uwe meede Dwingelanden, en verwagten van U dat Gij van deezen aan Uwe Meedeflanders zult kennis geeven ; en dat Wij binnen vier en twintig Uuren verwittigd zullen worden, wat Gij te zamen hier omtrent befluit, en dat Gij ons. twee Gijzelaars zult zenden; want op de eerfte tijding van in - of aanmarsch van Troupes na deeze Provintie is alles gereed tot de uitvoering ; en indien Gijlieden niet antwoord dan zullen Wij het daar voor houden , dat Gij fchuldig zijt aan het inroepen van Troupes. „ Actumbij eenpaarige Stemmen, in het DefenfieWeezen van Staat en der Stad Franeker op den 15 September 1787. (was getekend) C. L. van Beijma , J. Roorda , P. Breugemans , F. L-jnkema, E. Ei/inga, J. Tuiruma, P. Sannes, D. Nota. D. Zijljlra, Th. Emmert, H.'Tuinhout, P. Romar, S. M. Andla, zijnde de Heer G. Coopmans , en Secretaris N. Scheltema gebruikt in eene Commisfie buiten de Stad. Ter Ordonnantie van dezelve E. P. van der S W A J- G H. Veelen,  NEDERLAND. aip Veelen, die nog groote Bfchting hadden voor Coerc L. van' Beyma, wilden niet gelooven dat hy deel had aan dit ftuk. Doch deeze, die nu geheel op hol fcheen te zyn, ftelde zich daar eene eer in , en fchreef den volgenden Brief aan den Heere Jr. A. Vegilin van Claerbergen , Raad Ordinaris in den Hove Provinciaal van Friesland ; welke brief op order en met goedkeuring van het Franeker Defenfie' weezen wierdt in de waereld gezonden, luidende hunne gedrukte Uitgave van dezelve woordelyk: „ Gecommuniceert zijnde aan het Defenfie Weezen van Staat en der Stad Franeker door den Heer C. L. v. BE1JMA, navolgende Misfive aan denHeerA. VEGILIN v. CLAERBERGEN» Raad 's Hofs van Vriesland, is dezelve op fpeciaal verzoek van 't Defenfie Weezen voornoemt door den Druk gemeen gemaakt, van inhoudt als volgt. HOOG WEL GEBOREN HEEK en NEEF! Ik boor van den Koopman Cornelis Zijtfes dat zeeker Declaratoir gister door de Commisfie van Defenfie aan J. C. Bergsma gedaan, aan zommi.  2ao Het BEROERD ge als niet ft rokende met*Wijne principes voorkwam te laeezen* Het is daarom dat ik, die niet gaarne mij van Qo'.nradiBlen verdagt zie, mij verpligt gevonden heb U. H. ïV. Geb. wuns denkwijze ik meen te kennen, en wiens oordeel ik op zijn waren prijs ftelle, daar omtrent nader te elucideeren. ïk heb geen ander oogmerk in mijne handelingen, dan het geen ik de eer heb U. H- IV. Geb, hier plegtig te verzeekeren. Ik heb zedert lange overtuigd gewetft, dat onze Conftitutie hoe zeer in zig'zelve veel goeds behelzende, egter door misbruiken en inbreuken zodanig aan het wankelen gebragt wierd, dat het geheele gebouw eerlang onder de magt van den eerften Heer1; > zugtigen en onderneemsnden Stadhouder zou inft<„rtei. Ik zag Volmagten ten Landsdage by Eede verbonden om de fundamemeele wetten fpeciaal het Reglement Reformatair te ohferveeren en doen ohferveeren. Ik zag egter dat veele Ingezeetenen, dat de Stadhouder ftrapfeloos deeze jundamenteele wetten fchond en overtrad, ja zeiven dat men publicatien deed tot verandering dier bezworene grondvcet. fit was dus overtuigd dat indien bet regt van verandering der Grondwet van den Staat aan een particulier  NEDERLAND. 221 Her of 'aan eenige Menfchen wierd toegeketit, alles fiu&ueerde en geen een Ingezeten, in de ongunfl van den Stadhouder vervallen zijnde, zeeker van het zijne was. Ik zag daar hij Gedeputeerde Staten zonder eenige bepaalde Infiruclie, blindeling volgende den wil van eenen of zeer weinigen.' En ik fchaam mij bijna het te moeten zeggen, Ik zag een refpeclabel Hof van Juftitie dat zonder appel over aller leeven en bezittingen vonnifi, zonder InflruSiie. Ik zag Grietslied en zonder Inflru&ie, en nu onlangs de Steden of derzelver Regeeringen gebragt 'onder de despiticque Regeering, van alle zulke Perfonen, die zelve bandeloos regeeren konden, en fcheenen te willen. Ik zag dit alles; mijn hart bloedde over mijn Vaderland, over het Volk dat ik misfcbien (zo het mooglijk is ') te veel beminne. Ik voorzag uit meenigvuldige Publicatien, dat het oogmerk was der toenmalige Meerderheid ten Landsdage óm het Volk het regt van klaagen te beneemen, het zelve te ontwapenen door belet van Kruiden Ammunitie, en dus gemakkelijk te overhserfchen. Ik had reeds zedert langs gezogt langs Confl'u mioneele wegen de zaaken te redreffeeren; Ik te-  42ü Het BEROERD beroep mij op eene meenigte propofttien, pnteftefl etc door mij in de Quartieren van Zevenwouden, en Ooftergo gedaan, op mijne Misftves aan den Stadhouder om volgends de Refolutie van 11 jfunij 1748 di Conftitutie te maintineeren, maar alles was vrugteloos. In tegendeel men kon goedvinden cm mij en andere over ons vafthouden aan onzen Eed en aan de Conftitutie door Crimineele Aclien te vervolgenIn dit oogenblik was er*dus geen ander middel mij bekend, dan dat het Volk zig deploijeerde, en de tanden liet zien. Dit gefchied thands, en met het befl'fucces zo ik wenfehe. Ondertuffchen is er bij ons geert ander oogmerk, dan aan het Volk weerom te bezorgen zodanig eene geveftigde Conftitutie van Regeering, dat het zelve voor alle overbeerfchi g beveiligt is , en dat geen Stadhouder met eenige van hec Volk independente Regenten naar welbehagen owr hun befchikken. Wij willen daar toe bet geheele Volk oproepen of opgeroepen hebben, oni over zig ?elve te befchikken , en dat wel vrij van allen vrees voor Mi" litair geweld. Het zal ons altijd wel zijn hoe bet Volk de zaak beftiere , al valt ze, 't geen keel wel mooglijk is, tegen onze denkbeelden uit, maar  NEDERLAND. 223 maar "er fiïoet zekerheid weezen. Dit zoeken wij en zullen wij blijven zoeken, zo lang W'j allen niet geheel verloren zyn, waar toe in aanmerking onzer magt en resfources , in vergelijking onzer Vijanden, geen vreeze is. Ondertuffchen vernamen ixij eergifler avond, dat M. van Scheltingi buiten 's Lands was om Pruififche Troupes tot ■ hulp in te roepen, of ten minflen van onze Militairen nog een gedeelte tot onderdrukking des Volks. PVj voorzagen dat als de lleerfchzugt van zommige het Land aan de Verwoefling van vreemde Militairen wilde ever genen , wij allen verloren •waren, en het beter was, dan liever zelve alles te vernielen en het Land te verlaten als te gedoom dat onze bezittingen door toedoen van weinigen en ten behoeve der ' keerfchzugt verwoefl w'er den. Hier van daan het Declaratoir, dat bij Inmarfch van Troupes even zeekcr gehouden en volbragt zal worden, als het zeeker niet volbragt zal worden, indien wij ver zeeker ing en Cautie: daar tegen krijgen. Zie daar Hoog iVel Geboren Heer! Mijne waare gevoehns aan U. H. IV. Geb. opengelegt in korts en wdnlii 00gerblikken; gelooft vrij dat ik  q24 Het BEROERD ik er geen tittel of jota bij of af doe, maar gelooft ook dat ik ze zo wel bedagt heb dat ik ze nooit verlate, en mij niet laat verfchrikken. Maak er zodanig gebruik van als U. H. TV. Geb. ten nutte van ons zo zeer gefolterd Vaderland meent te kunnen'firekkdn, al was het publiecq. Ik fchaam 'er mij niet over. Wil U. H. W. Geb. op het een of ander poinB nadere elucidatie hebben; Ik ben gereed ze te geeven: want mlffchien is dit niet al te duidelijk uitgedrukt, als zijnde in weinige oogenblikken, onder andere bezigheden en in prefentie van verfcheiden Menfchen op het papier gebragt. Ik hoop U. H. W. Geb. zal deeze mijne brief aanneemen als een blijk van die agting waar mede ik de eer heb te zijn. U. H. W\ Geb Ootm. Dienaar (was getekend) C. L. van BEIJMA Franeker den 16 Septemb. 1787. „ Het Defenfie Weezen verklaart met eenparigheid van Memmen zig te conformeeren met den inhoud deezes. Aftum in Franeker den 16 Sept- 1787 Ter Ordonnantie van het Defenfie Weezen, NICOLAAS SCHELTEMA. On-  NEDERLAND. 225 Ondertusfchen gaf de gemelde Brandbrief gelegenheid tot de volgende publicatie der Staatsvergadering te Leeuwarden : DE STAATEN VAN VRIESLAND , allen den geenen die dezen zullen zien, ofte hoorenleezen» SALUT, doen te wee ten. Alzo eenige Perzoonen hebben kunnen goedvinden, op eigen Auct'.ioriteit tot Franeker eene afzonderlyke byeenkonifte op te richten, en zig te Qualificeeren als Staaten dezer Provincie, en in die onwettige qualiteit, zig aan te matigen het recht, om Publicatien te emaneeren, ftrekkende tot vernietiging van de waare conftitutie dezes Lands, en van het Souverein gezag Ons Competeerende, en daar te boven eene vergaderinge uit zommige boven gedagte Perfoonen aan te ftellen tot een zo gtnaamd Defenfie - weezen van Staat en de Stad Franeker, en uit deszelfsi:aam aan het voorzittend lid van Staat ir.'t Mindergetai te doen geworden een Brief, waar in voorkomen de ongehoordfte bedreigingen, welke, zo dezelve in 't geheel, of ten deele, ten uitvoer wierden gebragt, het noodzakelyk gevolg zouden hebben , dat niet alleen eenige Leeden van Staat gtruineert, maar ook andere goede Ingezetenen en het ganfche Land ten X. deel. P on*  aao* Het BEROERD ondergang en verwoestinge zouden werden gebragt : Dreigende, op de eerfte lyding van de inof aanmarsch van Troupes na deze Provincie, de bezittingen van eenige Leeden der Regeeringe in vuur en vlam te zetten . en het geheele Land te inundeeren, en dus onder waater te zetten; Zo is 't, dat Wy het van Onzen onvermydelyken pligt hebben geagt, na ingenomen Advis en Confideratien van Onzen Hove Provinciaal, toe voorkominge van de uitvoeringe van gedagte bedreigingen , en ter beveiliging van Land en Volk, hebben goedgevonden en verftaan, gelyk Wy goedvinden en verftaan by deezen , om aan alle inwoonderen deezer Provincie bekend te maaken, dat de fchaden, welke door het uitvoeren van deeze ten hoogften ftrafwaardige bedreigingen aan de goede Ingefeetenen mogten overkomen, na behoorïyke bewyzen derzelver zullen worden vergoed uit de Goederen van zoodanige Delinquanten, voor zo verre daar eenigzints uit te bekomen zyn, ofte anderzints uit die van de zulke, die dadelyk deel hebben gehad aan de tegenswoordige oproerige beweegingen, en zullen derzelver bezittingen en effecten daar voor aanfprakelyk zyn , met preferentie boven alle Schulden en Hypotheeken , na het manifesteeren deezer Publicatie, daar op gelegd. En  Nederland. 227 En op dat deeze Onze welmeeninge alomme werde bekend gemaakt, zal dezelve worden gepubliceerd en ge.iffigeert, daar men gewoon is l ublicatie en affictie te doen. Aldus gerelolveerd. en gearrefteerd op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 19 Sep- tember 1787. j. c. bergsma, Vc. Ter Ordonnantie van Hun £d. Mog. a. j. V. s M i n I A. Doch- op dat wy tot de Franekers weder» keer en : na dat zy in veele kleine Steden bezetting gelegd hadden , was hun zoeken dezelve volkomen in hunne maatregelen over te; haaien, ten welken einde de erkenning der Franeker Staaten, als den eenigen Souverein van den Lande, voor alles moest gaan. 't Eerst ■wierdt dit, ten minften volgens de Franeker Courant, volbragt te Eolswerd, waar van wy het artikel zo byzonder vinden, dat wy \ in zyn. geheel moeten plaatzen : . „ Bolsward den 18 September. Ook binnen deeze kleine Friesfche Stad-heert de waare Vader-, landfclie Varty gezegepraald. Gisteren morgen ten 11 uuren heeft de Vroedfchap deezer Stad. genoegzaam voltallig Hun Ed. Mog de Heeren p 2 Staa-  aa8 Het BEROERD' Staaterl van Friesland te Franeker vergaderd, erkend en aangenoomen, als den waaren en eenigen Souverain deezer Provincie. Een flap waarlyk van verre vooruitzichten! Zie hier hoe de zaak zich heeft toegedraagen. Eerst heeft de Krygsraad der vry willige Schuttery, na behoorlyke oproeping der Schutters, uk zyn midden drie Gecommitteerden benoemd, om hunne belangens voor de Vroedfchap uit te brengen; hierop heeft men de goede Burgery opgeroepen in de kerk, en aan haar een adres, betrekkeiyk het erkennen der braave Leden van Staat te Franeker vergaderd, voorgelezen; na alvoorens aan een ieder vryheid gegeeven te hebben, van by het einde, der leezing, in geval van afkeuring, lings af de kerk uit te gaan. — Dit adres geleezen zynde, ging flegts een eenig dood eenvoudig man heen, en de geheele overige meenigte befloot eenpaarig om de Staaten van Friesland, haaren wettigen Souverain te erkennen in de braave volksvrienden welke thans in Franeker vergaderd zyn. Daadelyk trad men over tot het benoemen van drie geconflitueerden, uit de Burgery, en by meerderheid van ftemmen viel de keuze op de Heeren F. Heineman, P. Besfeüng en D. van der Velde. Den volgenden dag en vervolgens werdt de Acte van Qualificatie ter  NEDERLAND. aso ïar teekening aangeboden , aan die weinige ftemgerechtigde Burgers en Ingezetenen , die den eerften dag waren weggebleven : en gister morgen is het adres van Gecommitteerden en Geconftitueerden, benevens de Acte van Qualiücatie plegtig by de Vroedfchap ingeleverd &c". . Ongeveer diergelyke grimatzen wierden ook te Sneek vertoond. Geduurende alle deeze beweegingen ontving men te Franeker, op maandag den 18 van Herfstmaand na den middag, het fchrikbaarend nieuws , dat Utrecht, op de tyding van de ainkomst des Pruififchen legers, door het geheele Guarnizoen verlaaten was. Groot was de verflagenheid en verwarring , willende egter niemand daar in den beginne geloof aan Haan. Doch een hunner Vrienden kwam zelf dien avond uit Holland , en bevestigde den ramp ten vollen, dewyl hy mede inhetholftevan den nacht uit Utrecht was gevlugt, Nu zat men met de handen in 't hair. Holland had weekelyks iocco guldens byftand in geld beloofd, en men ontving niets. Men zou van daar iwee duizend mannen tot hulp gehad hebben, doch men begreep thans, dat de goede vrienden geen man meer konden misten. De Ridder Ternant, dien men al lang met een aanzienelyk vliegend legertje verwagt had, kwam ook niet, en zou nu ook wel te p 3 huis  230 Het BEROERD huis blyven, dewyl men genoegzaame kondfchap had, dat de Pruisfen reeds in Overysfel waien, of daar ten minften ras zouden kómen. De eenige hoop was derhalven nog de onzichtbaare Franfche Armee van Civet. Ondertusfchen gaf men, 't mogt helpen zo veel het konde, de navolgende Publicatie : „ DE STAATEN VAN VRIESLAND allen den geenen die deezen zullen zien, ofte hooren leezen, fsaktt, doen te weeten. „ Alzo ter onzer kennisfe gekomen is, dat Jan Casper Bergsma, Meetor Livius v Haersma, Sipco Basfeleur, en Wilco Holdinga Camftra thoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg, Martinus v. Scheltinga, L' Amoraal Albertus Emüius Rengers, Cartl Bigot, en Aldert Taykes, midsgaders Jan Lodewyk Doys van Burmania, en Regnerus Livius Andringa de Kempenaar, gdterkt met Jan de Kempenaar, en Jan Lodewyk Doys van Haersma. „ Zig wederegtelyk gedragende als eene Staats Commisfie, en te zamen overtuigd , eensdeels, van de orwettigheid hunner Regeering, en anderendeels van de regimatigheid van het ongenoe* gen, dat 's Lands Ingezetenen tegen hun hebben opgevat, hebben kunnen goedvinden, £y den Koning van Pruis/en, te verzoeken, dat eenige zyner Majefteits Troupes deze Provincie zouden inruk-  NEDERLAND. 231 inrukken, en het dus duidelyk is ,-dat bovengenoemde Perfonen, liever net Land met vreemde Troupes zien opgevuld , en de Ingezetenen aan derzelver genade, of ongenade, blootgefteld, dan aan de regtraatige bezwaaren van 's Lands Ingezetenen gehoor te geven. Zo is het, dat Wy van deezen (lap aan alle Lands Ingezetenen, by deezen kennis geven, en dezelve waarfchuwen , dat zy door het toedoen van de voornoemde Perfoonen binnen korten dit vry Land zullen zien ingenomen , en misfchien aan de ysfelykfte verwoestingen blootgefteld, gelyk het zeker is, dat door de Inmarsch van Pruisfifche Troupes reeds alle Ingezetenen het ongelukkig Utrecht hebben moeten verlaten, om de Provincie van Holland met te meerder vereenigde magt te befchermen, tegen welk alles,.wy mis, fchten geen genoegzame magt bezitten , om 's Lands braave Ingezetenen te beveiligen, fchoon \yy gerefolveerd zyn, om alle onze vermogens, jaaons Leven, voor de vryheid des Volks, des noods, op te offeren. Daar dan tegenwoordig het tydftip daar is, dat alle' 's Lands Ingezetenen, met aflegging van alle partydigheid, behoren te zamen te komen, om zig gezamentlyk tegen het gefmeed ontwerp te verweeren, zo verzoeken en vermaanen Wy alle p 4 zcc  8$a Het BEROERD zoo Gewapende als Ongewapende, wien de vryheid en onaf hankelykheid des Lands rer harten gaat, om zig allen te zamen te vervoegen, in, of by Franeker, zoq fpoedig als het mogelyk is, om gezamenderhand alle geweldadige aanvallen, of alle inrukking van vreemde Soldaten te keeren, daar de nood het vereifchen zal, en de liposwigten die daar toe aanleiding zullen hebben gegeven te ftraffen; wordende echter van deze verzameling uitgezonderd de Detachementen door ons ge* zonden, ter befcberming van Makkum , Workum, Hindeloopen, Lemmer, Sneek, Bolsward, en Doccum, met de gewapende Burgers zig aldaar bevindende. „ Voorts verzoeken Wy alle Ingezetenen op hunne hoede te wezen, om dat Wy vastelyk belloten hebben, om, indien de Pruififche Troupes deeze onze Provincie naderen of inrukken, en indien de verzamelde Burgermagt by Franeker, als dan onverhoopt niet flerk genoeg mogt wezen om -dezelve tegen te ftaan, het Land als dan, in zoo een hopeloos geval, in navolging van het geene, door onze Voorouders in den jaare X672 in een gelyk geval isgefchied, onder water te zetten, dog dat zulks niet zal gebeuren, indien de macht flerk genoeg is, om het geweld te keeren. ,? En geven Wy in dat geval, aan alle'sLands Inge-  NEDERLAND. B33 Ingezetenen cle vryheid en het tegt, om de fchade die zy lyden dan op de Bewerkers van het kwaad te verhalen, ,, En op dat niemand eenige onkunde voorwende, zal deezen alomme worden gepubliceerd, en geaffigeerd, daar men gewoon is Publicatie enaffictie te doen. „ Aldus gerefolveerd, en gearresteerd, op het Landfchaps Huis binnen Franeker den 18 September 1787. (get.) C. L. v. BEYMA. Ter Ordonnantie van H. Ed. Mog. AbH Secrr, (get.) H. L. van ALTENA. Ondertusfchen vreesde men zeer de nadering der Pruififche of andere troupen. De Hulk van Harlingen , die in ftaat was de ganfche Friesfche Kust uit zee te dekken, kon met korte dagen uitloopen. Maar, 't geen nog het ergfte was, de beurs was ledig, en men had reeds zoveel van deryke Vrien* den hier en daar geleend, en reeds zo veele Stads en Grietenye comptoiren geledigd , dat 'er niets meer voor hun te haaien viel. Zo dat zich reeds van toen af tot den fpoedig daarop volgenden aftocht gereed maakten. Het Fitsgerecht van Franeker befloot intusfchen, -? 5 in  S34 Het BEROERD ïn deeze hoopelooze omftandigheden, nog eene proef op Harlingen te Waagen; begrypende dat, zo men deeze Stad kon beweegen om mede te doen, hunne zaaken zo door 't geld als door het koftelyk zwaar Gefchut dier vermogen .ie Stad, eenen geheel anderen keer zouden neemen, en dat, zo men zich hier kon nestelen , altoos hèt uiterst kon worden afgewagr, zo lang de hun toegeneegene party te Amfterdam op 't kusfen zat; en des noods,by de overgave, van den wettigen Souverain betere voorwaarden dan te Franeker zouden kunnen worden bedongen : ten dien einde fchreef men den volgenden brief aan die van Harlingen, WEL,-EDELE MANHAFTE HEEREN! „ Wy zyn geinformeert, dat zommige Heeren hebben kunnen goedvinden, Pruisfifche Troupen in deeze Provintie te ontbieden. „ Wy voorzien hier uit een aanmerkelyk bezwaar, ja misfchien de totale ruïne van dit ons wel eer zo zeer gezegend Vaderland, dat aan de woede en heersczucht van weinigen ftaat opgeofferd te worden. „ TJWelEdele Manh. zyn met ons eens, dat de  NEDERLAND. 235 de gebreeken in ons Staatsbeftuur moeten herfteid worden, het welk onmoaelyk door Inmarsch van Buitenlandfche Militairen zal kunnen gefchieden. ,, Daar wy eens gezind met gecommitteerden der Ed. Mog. Heeren Staaten zyn gerefolveerd, dien Inmarsch met alle middelen te keeren, en liever het Land, hoe ongaarn ook, onder water te zettn, dan té verdraagen dat wy en onze Mede Ingezetenen ten prooy worden van vreemde Militair geweld. ' „ Wy kunnen niet begrypen, nog ons verbeelden, dat UWelEd. Manh. uit partyfchap zig zo verre zullen laaten vervoeren, om eenige Buitenlandfche of Binnenlandfche algemeenen Vyand, in de hand te werken, zig daar door verantwoordelyk maaken en ftellen voor de verwoestinge, moord en plundering, (eenig en alleen om verfchil over het Binnenlands beftuur ) die de natuurlyke gevolgen van het intrekken van vreemde Troupes moeten weezen. „ Wy zyn van gedagten en houden ons dus verzekert , dat indien UEd. Manh. Stad, zig tot weering van alle geweld en inrukking van vreemde Troupes, van welke zyde ook, met onze Stad vereenigde : wy ons in ftaat zouden vinden om in deeze ogenblikken het Vaderland tegens des- zelfs  S3$ IFHet BEROERD zelfs vyanden. van meikelyken dienst konden weezen. „ Wy verwagten hierop UEd. Manh. antwoord ten allerfpoedigften, tn in gevalle UEd. Manh. genegen zyn met ons hier over nader te confereeren, dat UEd. Manh. eene Commisfie, voorzien van eene ampele procuratie, binnen onze Stad gelieven te zenden. „ En indien deeze onze laatfte welmenende poging 'tot behoud van het lieve Vaderland tn de eensgezindheid van twee nabuurige Steden niet mogt gelukken, dan zullen wy gebruik maaken van onze en onzer viienden magt om het Land te verdeedigen tegen allen wie eenig geweld atten teert. „ Wy noemen ons, na deeze zaak aan UWEd. Manh. ernftige overweging te hebben aanbevolen. WELEDELE MA Ml AF TE HEEREN J l.WelEdele Manh. Geh. Dienaaren, goede Vrienden en Mede-Broeders. Het Fits - Geregte der Stad Franeker J. ÏU1NE M A. Ter Ordonnantie van hetzelve N1COLAAS SCHEL TEM A. Franeker den 18 September 17»?. Het  NEDERLAND. 237 Het antwoord hierop was, gelyk licht te denken viel, zeer ongunfHg, en van den volgenden inhoud: WEL-EDELE MANHAFTE HEEREN! „ Het meer of minder gewigt van UwEd. Manh. : inforroatien, die ani ons geheel onbekend zyn, kunnen wy niet beoordeelen. „ Wy penetreren evenwel ten klaarden den ake-. , hgen toeftand van ons liev en wel eer zoo gezegend ' Vaderland , Wy bezeffen niet minder duidelyk iden hachelyken toeftand, dien het zelve door een ; aann adering of inmarsch van meerdere Troepes lligteiyk zoude kunnen ondergaan, wy perfisteeren 1 eindelyk by onze eenmaal aangenomen principes, tom alles wat mógelyk is, ten dienfte van dit ons 'Vaderland in het algemeen, en van deeze Stad In het byzonder, in het werk te ftellen, de ingelopen abuifert te redresferen en onze wettige con* ftitutie te doen herleeven. ,, Wy Verfchillen egter Van UEd. Manh. in de Uvyze hoe deeze misbruiken moeten worden herfield , en kunnen ons om deeze reden in geene lalliantien of conferentien met UwEd. Manh. in :deezen inlaaten. „ Wy hebben UwEdm. voormaals al gemeld geené landere Staaten dan Hun Ed. Mog. de Heeren iStaaten van Friesland, te Leeuwarden vergaderd, voor  238 Het BEROERD voor als nog te erkennen. Deeze confidereren wy op eene conltkutioneele en legale wyze door de ftemme des Volks ter dier Vergadering te zyn gecommitteerd, en ingevolge dies met de vèreischte procuratien in forma gemunieerd; aan deeze moeten wy ons gedragen, deeze, ja deeze alleenrefptcteren wy. „ liet zoude ons leed zyn, dat onze ingezetenen ten prooy van een vreemd of inlandsen Militairgeweld wierden overgelaten. Ter afweering daarvan hebben wy reeds de nodige maatreguien genomen, en befioten alies op te offeren,, het koste wat het koste. »5 Wy yzen evenwel niet minder van de geweldige maatreguien byUwEd.'M. in veele opzigten geromen , en kunnen niet ontveinzen aan diezelve maatregulen den inmarsch van meerdere Trocpes in deeze Provincie , indien UEdm. informatien gefundeerd zyn, toetefchryven. „ Wy hebben ons van den beginne der inwendige troubles voorgefteld niemand te offenferen, wy hebben alleen bedoeld onze Stad, burgers en ingezetenen tegens alle geweld zoo van binnen als buiten te beveiligen, en ons Collegie by die vrye deliber^tien- te bewaaien, die wy aan ande* re vergunden. „ Wy hebben aan UwEdm. burgers en ingezete- nen  NEDERLAND. s3p nen eenen vryen in - en uitgang naar deeze Stad gelaaten, dit zelve hadden wy van Uw Edmanh. en van UwEdm. Stad, waar meede wy met betrekking tot de tegenwoordige troubles of verfchiilen geene alliantien hebben ge, lilooten, met alle regt en reden verwagt. „ In tegendeel evenwel hebben wy ondervonden dat veele braave burgers en ingezetenen van :onze Stad in UwEdm. Stad op eene eerrovende wyze zyn aangerand , in detentie gehouden, en, :het geen nog verder gaat, en de fchiamte aniderzins zoude verbieden alhier te vermelden, :op de publique ftraat bykans naakt uitgekleed ;en ter naauwer nood uit UwEdm. Stad hebben kunnen ontkomen. Nog eens, wy zien UwEdm. in die zelve beginzelen voortgaan, en londervinden dat UwEdm. zoo veel mogelyk ons den toevoer belet, den Scheepvaart ftremt, enalles in het werk ftelt om ons te dwingen Uw Edm. fentimejieen te amplecteren: De Schippers van hier op Leeuwarden varende hebben ons zelfs uit naam van een uwer Hoofd-Officieren berigt, dat men ons, zoo wy niet onze fentimen. ten veranderden, zoude laaten uithongeren. „ Wy niet alleen, «as»! alle weldenkende burgers en ingezetenen van deeze. Stad, ja de zoodanige die voormaals UwEdm. party waaren tof.  o4o Hu BEROERD toegedaan, yzen van UwEdm. geweldige maatregulen. „ Het is dus geenzins uit partyfchap , dat wy een fentiment van het Uwe verfchillende omhelzen 5 maar zodanige beginzelen, die met de conftitutie overeenftemmen, en ons voor een knaagend geweeten bewaaren , regelen alleen onze daaden. „ Om deeze redenen derhalven flaan wy alle conferentien af, en hebben niet kunnen befluiten eene commisfie cum plena uit het midden van ons naar UwEdm. Stad te decerneren: wy moeten ons ten minften voor af van eene andere denkenswyze by UwEdm, verzekerd houden, en overtuigd zyn dat men ons en onze ingezetenen als vrye lieden, als UwEdm. Medebroeders en Vrienden, zal behandelen, den vryen toegang naar UwEdm. Stad vergunnen, en eenen onbelemmerden vaart bezorgen, en dan nog, moeten wy in onze deliberatien op eene vrye wyze mogen ageren. „ Wy hebben nu onze gedagten andermaal aan UwEdm., zoo wy vertrouwen op eene klaare en ernftige wyze, opengelegd, en hoopen dat UwEdm. daar mede zult voldaan zyn , zonder dat wy in eene verdere biiefwisfeling over deeze ma-  NEDERLAND. W materie worden ingewikkeld, en blyven in die ïunlHge verwagting WEL-EDELE MANHAFTE HEEREN! UWED. Manh. geh. Dienaaren en Medebroeders, het Fits-Geregte dei Stad Harlingen. S. W y M a. Ter Ordonnantie van hetzelve w. j. hanekuyk. Thans fcheen 'er derhalven niet anders over te fchieten, dan gebruik te maken van het geweld in Uen brandbrief bedreigd. Wat nu 'tin brand fteeken aangaat, hier is weinig van gekomen, hebben:de men maar alleen vernoomen, dat omtrent middernacht van vrydag den »i van Herfstmaand *en gioeijende turf in H dak van eene boere P aats :bYBirdaard, den Grietman Idema toebehooren5 is gevonden. Doch het onder water zetten des Lands was volkomen ernst, gelyk op Dingsdag den 18 bleek op de Lemmer, toen een menigte van graavers, op bevel van de hoofden des Vry■corps, aldaar bezig was, meteen grootgat in den Idvk te delven, om dus >t naderen van vreemde | troupes van dien kant, door 't onder water zetten der wegen enLanderyen, onmogelyk te maaken Doch zo ras dit bekend wierdt, kwamen de woudboeren uit alle nabuurige dorpen met X. DEEL. Si  lts *u rx jt. i ;j i | , 84a HetBEROERD tt£» f' -:v:-'H nq .til: Üh , ,r . .■ . allerhande zoorten van geweer voorzien, om deezen arbeid met alle magt te veihindereh, 't geen 00U van dat gevolg was, dat de arbeiders het haazepad koozen, waarna 't gemaakte gat wederom door de boeren wierdt gevuld. Rondom Franeker waren intusfchen byna alle bruggen opgebrooken, en 'er waren geene rydwegen bruikbaar. . dan die naar de Bierumen, die naar Leeuwarden over Peins, dienaar Sneek, en die naar Bolswerd. Voorts trok men hier op Dingsdag in eene groote meenigte uit, met één Stuk gefchut, en maakte eene zoort van Redoute te Berlikum, van waar de troup naar Stiens ging , alwaar zich ook alle manfchappen uit her Bildt enz. verzamelden, zynde de troup, alles te famen genoomen, ruim 800 mannen fterk geweest. Ook trokken 'er op dien dag 100 mannen Infanteryen 40 Ruiters uit om te recognosceeren, die tot naby aan Stiens kwamen; doch weder vertrokken , eer men aan eikanderen kon komen , dewyl de militairen noch gefchut noch orders hadden, en ook niet wisten hoe fterk 't getal hunner vyanden ware. Deeze uittogt der Genootfchappers had eigentlyk tot oogmerk, om naar Engwirum in Oost - Dongeradeel te gaan , en zich aldaar meester te maaken van de groote Dokkumer zylen, door welke men, zo ooit door eenige,  NEDER L A ND, . »43 eenige, de geheele Provincie, indien de vloeden daar toe hoog genoeg opkomen, kan onder water zetten. Doch by alle geluk durfden zy zulks niet onderneemen , eer zy eene grootere magt verzameld hadden, dewyl zy, verder voorttrek* kende, door de tusichenkomst van 't Guarnizoen van Leeuwarden, van hunne Franeker makkers konden worden afgefneeden. De Vry corporisten, hier thans onder't bevel van Mr. II. Tuinhout vergadeid, beflooten dus te Stiens re blyven , en bezetteden de buitenplaats van den Heere H. H. van Wyckel, Secretaris der Gedeputeerde Staaten, terwyl zy den rydweg met drie doorfnydingen kliefden , en voor ieder fneede eene Borstweering maak-' ten, om aldaar hun ftuk gefchut te kunnen gebruiken. Ondertusfchen wilde de Commisfie ter Defenfie van Leeuwarden eens weeten, hoe veel couragie 'er by de gewapende boeren ware, en zond daarom, op donderdag morgen den 20 van Herfstmaand, onder't geleide van den Prins Lodewyk van Waldek, driehonderd man ïnfantery en een ii squadron Cavallery met vier ftukken gefchut, Artilleristen en Pionniers naar buiten; welke het Franeker ftuk gefchut ras tot zwygen bragten, en de doorfnydingen door middel der Pionniersfpoedig met pasfabele Bruggen dekten, q a ove«  a44 Het BEROERD over welke de granadiers konden aanrukken; terwyl 'er met druiven in 't bosch van den Heer Wyckel, alwaar zich Veele boeren in eéne hinderlaag verborgen hadden, wierdt gefchooten. Doch de Bóeren en auxiliairen enz. enz. zagen naauwelyks de granadiers op hen aanrukken, of zy verlieten, lang voor zy nog onder't bereik van't klein geweer waren,hunnen post door de vlugt, en liepen,met den Capitein Tuinhout voorop, floot uit floot in, zo dat zy geheel met modder en vlag uitgeftreeken te Franeker te rug kwamen, alwaar zy voorgaven, dat hun affuit gebrooken was, en dat zy dus, niet langer 't gefchut kunnende gebruiken, weerloos waren geworden: 't geen echter eene onwaarheid was, dewyl het affuit met het ftuk geheel en gaaf uit eene floot is gehaald, in welke de vlugtende Artilleristen het hadden gefmeeten. Toen zy dus Stiens door de vlugt hadden verlaaten, trokken de Granadiers met de meeste Officieren in het dorp, terwyl het ander volk buiten bleef, om alle geweld en plondering voor te komen, en keerden na den middag ten twee uuren te rug binnen Leeuwarden, na dar zy het geweer uit eenige huizen gehaald en in de Fraterniteit aldaar Thee gedronken hadden. Jammer was het ondertusfchen, zeiden fommigen, dat de Troupen van den Staat niet wat langer ver-  NEDERLAND. 245 vertoefden, dewyl zy naauwelyks drie uuren binnen Leeuwarden geweest waren, of de Generaal de Beere, het zynen vriend Tuinhout zullende verbeteren, had de vlugtende wederom verzameld, en keerde thans met meerder gefchut naar Stiens te rug. Had hy daar de Militairen nog gevonden, zouden deeze den ongefubordineerden en vermoeiden hoop denkelyk hebben kunnen verflaan, eer zy tyd zouden gehad hebben, om zich tedeplojeren. Doch aan den anderen kant was het beter dat het dus befloeg, dewyl de zwaar, wigtige Actie van Stiens alleen wat zweet aan de bange en wegvlugtende Vry - Corporisten , doch aan niemand eenig bloed gekost had. Ondertusfchen bemoeiden die van Leeuwarden zich niet verder met den Troup van den Heer de Beere te Stiens, als wel weetende, dat de Historie nu binnen korte dagen ten einde moest loopen. Ook keerde de nieuwe Generaal, Zpndag Namiddag den 23 van Herfstmaand, met zyne geheele Troup naar Franeker te rugge, alwaar hy tegen acht uuren des avonds binnen kwam. De verlegenheid, in welke wy de Franekers zo even gelaaten hebben, vermeerderde van dag tot dag , vooral toen op Donderdag den 20, wanneer het anders een Rekendag was, geen geld wierdt betaald. Men gaf wel vpor, dat 'er van Q 3 oogpn-  246* Het BE ROERD oogenblik tot oogenblik geld verwagt wierdt; doch het kwam niet. liindelyk kwam men dan tot den God • onteerenden inval, om 's Hemels Zegen over de Franeker Staaten en hunne' wapenen af te fmeeken, even eens of men hoopen durfde, dat het Volzalig Opperweezen zich tot een Schutsheer van wanhoopige Geweldenaars zou ftellen. 'Er wierdt met dit alles eene Uitfchryving tot eenen Bedeftond vervaardigd , die van den volgenden inhoud was: „ Dezelfde Aanbiddelyke Voorzienigheid, welke deeze Republiek door zo veele wonderbaare blyken van gunst en befcherming boven andere had onderfcheiden, maar thans door een zamenloop der beroerendfte omftandigheden , dit weleer gezegend Land, dien Zetel van gezuiverden Godsdienst en Burgerlyke Vryheid met verderf en ondergang fchynt te dreigen, roept even daar door deszelfs Inwooners, om zich op het diepfte, voor den Rechterfloel van dien God, in wiens hand het Of perbefiuur is van alle onze lotgevallen, te verootmoedigen. „ De Heerschzucht toch, die «in andere met ons Vereende Provinciën reeds zo veel fchrik en verwoesting verfpreid heeft , en nu, door het inroepen van vreemde Troepen , haare uiterfte pooging aanwend, om den voet op den nek  NEDERLAND. nek van onderdrukte Burgers te zetten , hunne biUyïyfte klagtcn voor altoos té fmoören, en eene willekeurige Regeering in te voeren: dezelfde Heerschiucht he ft ook tegen dit ons Friesland haaren gedugien arm opgehèeven , vervolgt de trouwfte befchermers van 's Volks rechten, en fielt ons in gevaar, orn met deezen (zo God iet niet verhoede) alles uit ons het dierbaarfte, ten eenemaal te zullen verliezen, „ Letten wy daar by op- het fteeds toeneemend bederf der zeéden, op het onveraniwoordelyk misbruik der Goddelyke zegeningen, op de heer. fchende zonden én overtreedingen,, waar aan wy fc'huliig flaan, dan moet onze bekommering vermeerderen , en ons in alle deze rampen voor 'de ftraffénde hand van den Üpperften Richter,'als opgeheven tot ons verderf, doen béven voor die gédugte hand, die zig niet laat afwenden, dan door de diepfte boetvaardigheid, waar berouw ' eh een ootmoedig toevlugt neemen tót den Rylidbm zynér Genade, door vereeiïigde gebeden en fmeekingen om verlosfing en verlenging van onzen Vrede. „ Het gevoelig bezef van ctit alles heeft dan ook ons bewoogen, een Boet-en Bedeftond tegen vrydag, die wezen zal den 21 September, 1787, voorden middag ten 9 uuren in deeze Stad uit te fchryven, om teri zei ven dage, in alle lierken, O 4 van  248 Het BEROERD van welke gezindheid ook, ons voor den Regeerder der Waereld, die naar zyne rechtvaardigheid en goedheid, over allen voor en tegenfpoed het opperfte bewind voert, ons te verootmoedigen, onze zo zwaare en veele overtreedingen, waar door wy alle zyne guns.bewyzingen verbeurd, en ons daar en tegen zyne oordeelen waardig hebben gemaakt, te belyden, om derzelver genadige vergeeving en hoogstnoodigen invloed van zynen Heiligenden Geest tot onze waare verbetering, op het ernftigfte aan te houden , en te bidden, dat hy geene voleindiging mei ons maake, dat hy de werktuigen van geweld beteugelende raadflaagen der Godloozen verydele, en in tegendeel die van onze Regenten met eene gewenschten uitflag bekroone ; wien het alleen te doen is, om de dierbaare panden van onzen geheiligden Godsdienst en Burgerlyke Vryheid, op de Grondwetten van den Staat gevestigd, te beveiligen, en daar door de liefde en het vertrouwen van een dankbaar Volk te verdienen. Desgelyks ook, om de wapenen, welke de Vry« heidlievende Friezen genoodzaakt worden , ter zelfs verdediging te voeren, zo te zegenen, dat de overheerfching werde afgewend, de rust en welvaart onder ons mogte herfteld, liefde en eendragt met alle Christelyke deugden tot ons wedeikeere, en onder ons beftendig woone. Alles  NEDERLAND. s49 Alles tot grootmaaking van 's Heeren Allerheiligften naam , en bevordering van ons tydelyk en eeuwig welzyn, Amen". Dit voorfchrift, in benaauwdheid ontworpen, zogt de Franeker Regeering, van welke men uit vreeze alles kon verkrygen, aan de beide Stads Predikanten , de Heeren N. Houwinck en W. \ erwey, op te dringen, om hetzelve ten uitvoer'te brengen: doch dit mislukte, zynde deeze beide Leeraars te wys, om niet te begrypen, dat zy, door zulks aan te neemen, zich Ichuldig zouden maaken jegens den Alweetenden aan huicheïaary, en jegens hunnen wettigen Souverain aan ongehoorzaamheid. Zy zogten het derhalven op eene voorzichtige wyze te ontwyken, onder anderen in bedenking geevende, dat 'er op dien dag ook Proef Predikatie, wegens het op Zondag aanftaande H. Avondmaal, zou moeten gehouden worden, 't geen de Frantker Heeren dagten, dat wel teffens gefchieden kon. De Predikanten bragten hun daarentegen onder 't oog, of men niet best zoude doen, 't Nachtmaal geheellyk op te ftellen, als zeer ongepast in zulk een verwarden en verwilderden tyd, 't geen ook wierdt beflooten; teffens verkreegen zy, dat het houden van den Bedeftbnd, tot den volgenden Maandag zou worden uitgefteld. Naauwelyks was deeze pooging mislukt, of Q 5 men  ,fl5o Het, BEROERD men ftrooide allerleye gunftige tydingerj uit, om den mot d onder't volk ieevendig te houden. Onder anderen vervoegde zich iemand by een der Predikanten, om hem kennis te geeven, dat de zaak der Patriotten niet meer zoude triumpheeren, maar reeds truimpheerde, dewyi 't van Franfchen voor Wal en aan den Moerdyk knelde, en 'er reeds een ontzachelyk aantal Auxiliairen in.de Provincie ware, van welke nog dien dag een fterk detachement Cavalleristen in de Stad zou binnen trekken. Doch de Leeraaren begreepen , dat het best voor hen zou zyn te vertrekken, om zich niet binnen kort blootgefteld te zien aan de baldadigheden eener raadelooze en wanhoopige menigte: waarom zy zich op eene falie wyze van een pas by 't Defensiewezen, 't geen hier geen erg in had, voorzagen., om, gelyk zy wel meer gewoon waren, eens buiten de-Stad te wandelen, na dat zy reeds op.eenigen afftand van dezelve een rydtuig hadden befteid, om hen naar Leeuwarden te brengen. Willende zy zich liever, deor 't verlaaten hunner posten in gevaar ftellen, om voor eenigen tyd afgezet te worden, dan zich onderwerpen aan deeze bevelen. Eer wy verder gaan willen wy onzen Leezer de overige Handelingen van den Landsdag te Franeker niet onthouden. Eeae  NEDERLAND. 251 Eene Misfive van den Heer Valkenaar. •Oost. Het berigt van het Defenfie • weezen. West. Het Advys en Confideratien van het Defenfie weezen hier op in te neemen. Z. W. Hec Quartier is van oordeel, dat hier op berigt en Conilderatien van de Gecommitteerden tot 't Defenfie - weezen behoorden te worden ingenomen. Steeden. als Z. W. den Sept. 1787. Oost. ut 15. Wyders word aan UEd. M. geëxhibeert eene Misfive van den Heer Valckenaer, waarby de Heer Berg, Luitenant der'Jagers in de Gelderfche Brigade, een man van fatzoen in Arnhem geplunderd , een flagtoffer van 't despotismüs, word gerccommandeërt , om dezelve met eene Compagnie Jagers, ofanderzints op eene lucrarive wyze te willen begunftigen.  25» Het BEROERD Misfive Oost. ut West. West. Commisfie op 't Min. dergetal ad examinandutn op 't Rapport. Z. W. ut Westergo. Steeden. in Deliberatie. D. P. als West. 16. Wyders word ter Deliberatie van UEd. M. gebragt eene Misfive van de Magiftraat van Hindeloopen , de dato den 14 Sept., met informatien omtrent de perzoones van Klaas Hendriks Leegeu en Sjoerd Tankes.  NEDERLAND. 253 Misfive van Burgemeesteren van Stavoren. Oost- ut Steeden, alleen met by voeging, dat by aldicn 'er disorders door 'r. Guarnizoen worden gepleegt, daarvan inforraatien te neemen en dezelve aan Gecommitteerden ter Defe.fie alhier over te zenden. D. P. a's vVes'ergo. West. Comform Oost. des dat 'er by gevoegd worde, dat 't H. Ed. Mog. aangenaam is uit hun Ed. Achtb. Misfive te vernee-. men dat aan de Orders van hun Ed. Mog. en a;in de begeerte der Schuttery voldaan is. Z. W. als Wesrergo. üteeden. Het Quartier is van oordeel, dat by Misfive aan de Regeering van Stavoren behoorrte te worden ggrefcribetrt, dat H. Ed. Mog. voor als rog in deeze tydsomftandigheden niet raadzaam oordeelen de Stad Stavoren van 't ingetrokken Guarnizoen te ontblooten, en dus voor als nog niet aan het verzoek van Burgemeesteren kunnen voldoen, dat H.Ed Mog. terharteneemer.de de rust der Stad Stavoren wel order zullen ftellen dat 'er geene disorders door het Guarnizoen gefchieden D. P. als West. 17- Nog word aan UEd. Mog. geëxhibeert eene Misfive van Burgemeesteren der Stad Sta. voren, waar by onder anderen, te kennen geeven, dat de Schuttery in hunne Stad tot genoegen der Burgery geheel hetfteld was, en om die reden was hun verzoek, om van hec by hun ingetrokken Guarnizoen outflagen te worden. Voor*  a<4 Het BEROERD Con- Refum. den .18 Sept. 1787. Voordellen van de Heeren van de Commisfie ter Defenfie. Oost. Approbeert de beide geëxhibeerde Stukken. West. Conform de geé'xhibeerde Concept- Com. misfie en voorts Coir. misfie op 't Mindergetai om gedagte Commisfie ten fpoedigften naar de Orders van den Lande in forma te doen depecheeren, verteekenen en verzeegelen zoo des behoort. Z. w. als Oostergo. Steeden. al* Westergo. 12. Worden ter Deliberatie van UEd. Mog. gebragt twee Schriftelyke voorfteilen door de Heeren Gecommitteerden ter Defenfie deezer Provintie aan het Mindergetai gedaan, contineerende het eene de Heer Pieterzon te Amfterdam te qualificeeren om in naam van UEd. Mog. in Holland te ageeren, waar zulks noodig oordeelt, zoo als breeder in de Concept - Commisfie ftaat vervat , en de andere eene Inftructie voor Commandanten van gewapende Scheepen op de Zuiderzee kruifende, en onder UEd. Mog. orders of die van de Gecommitteerden ter Defenfie deezer Provintie ftaande, en word hierop UEd. Mog. adprobatie verzogt.  NEDERLAND. 255 Pro- west. Conform. Z. w. Conform. Steeden. Conform. 19. Het Qunrtier van Oostergo vernomen hebbende, dat de pretenfe Staats Commisfie te Leeuwarden Pruisfifche Trou» pes heeft verzogt in deeze Provintie te trekken , vreezende dat dit onheil 's Lands Ingezeetenen onver wagt overkomende nog van meerder fchaade en kwaade gevolgen zoude wtezen, dan wanneer dezelve daar van eerst en voor af waaren verwittigd , heeft gemeend aan de andere Quar tieren te moeten voorfteilen 't doen van eene Publicatie t \v;,irtoe een Concept exhibeer, waar meede zig Conformeert.  atf Het BEROERD Otsi. Propofitie van 't Mindergetai. Oost, f west. Conform de 1 Concept Uitfchryvings Misfive. Z. w- Steeden. t. 20. Daar de toeftand des Vaderlands thans allerakelykst is en de nood algemeen door het inroepen van vreemde Troupen door eenige heerschzuchtigen, zoo proponeert 't Mindergetai het houden van eenen Bedeftond in deeze Stad , en exhibeert daar toe een Concept üitfchryvings Misfive. 1  NEDERLAND. *57 Oost. f «j air Steeden, west, L Z» W. in Deliberatie. Steeden. Conform de ' Concept Misfive. 21. De prefente Volmagt der Stad Doccum proponeert , om, daar 't raisfchien mooglyk is dat de Misfive en uitfchryving tot het houden van eenen Landsdag alhier , niet by 't Ed. Gerechte der Stad Doccum ontvangen was, eene Misfive aan Magiftraat en Vroedfchap dier Stad af te zeilden met Copie dies, benevens de Pubiicatien zedert dien tyd by ons gearresteerd, waartoe een Concept Misfive exhibeert. Gerefumeert den 20 Sept. 1787, X. DEEL. R I  «8 Hit BEROERD Amanuenfis der Commisfie van Defenfie aan te ftellen. Oost. Conform de Propofitie en voorts Comm. óp 't Mindergetai tot extenfie van de Commisfie. D. P. als Steeden. ■West. Het Quartier Appro» beert en Laudeert de goede ordre, die door gemelde Propofitie bedoeld word, en overtuigd van de bekwaamheid en accuratesfe van de Heer van der Swaagh , Conformeert zig in alle deeleu met gemelde Propofitie, en voorts met het advys door 't Quartier van Oostergo daaromtrent uitgebragt. D. P. als Steeden. Z. W. Notificatie. Steeden, Conform het Voorftel en dat aan dezelve door Gecommitteerden ter Defenfie behoorlyke Inftructie worde gegee^ ven. 22. UEd. M. Gecommitteerden ter Defenfie deezer Provintie ftellen voor een Amanuenfis voor dezelve aan te ftellen en onder Eede te neemen op behoorlyke Commisfie , zul. lende 't aangenaam zyn indien daar toe benoemd werde de Perzoon van Mr. E. P. van der Swaagh, welke tevens van dienst zoude kunnen weezen aan de Secret. van Staat. Word  N ED E RL A ND. «59 as. Word aan UEd. M. wyders geëxhibeert eene Misfive van Magiftraat en Vroedfchap der Stad Hindeloopen de dato den ip Sept. 1787 , kennis geevende dat hun Ed. Achtb. op den 11 Sept. 1787 hunne Gecommitteerden ten Landsdage te Leeuwarden hadden aangefchreeven om binnen 14. dagen in hunne Vergaderingen te Verfchynen, en by gebreeke dies hunne plaatzen Vacant te zullen verklaaren en andere in hunne plaatzen te zullen verkiezen, zoo als breeder in de Misfive ftaat vermeld. Ra D*  üCo Het BEROERD De beloofde Auxiliairen, om van deezen uitflap te rug te keeren, kwamen inmiddels niet opdaagen, en drie Leden van het Defenfie weezen , de Exprofesfor G. Coopmans, Mr. N. Scheltema enMr. E. P. van der Zwaag, begonnen hunne goederen in een beurtfchip- te pakken, om dezelve, naar elders te vervoeren. Hier uit ontflond eene groote verwarring onder de menigte, die nu gevaar liep van door haare hoofden in den nood gelaaten te worden; zy verzamelde zich derhalven tot een grooten hoop, en noodzaakte de pakkers hunne goederen wederom te omfcheepen, met zwaare bedreiging, dat, indien zy andermaal iets diergelyks ondernamen, hunne huizen zouden worden geplunderd. Op den morgen van den volgenden Zaturdagwas nog alles in dezelfden ftaat; de wanhoop alleen vermeerderde, naar maate het gevaar groocer wierdt, waarom het Defenfie weezen liet omtrommen, dat de zaaken beter flonden dan ooit, en dat het geld en de Auxiliairen, die nu voorzeker in eene ontelbaare hoeveelheid aangeland waren, met weinige uuren in de Stad zouden zyn. Doch 't vond weinig geloof, zo dat, onder anderen , een gemeen Burger by het omtrommen uitriep : „ Ja „ de zaaken ftaan zo fchoon, dat onze Grooten „ alle mogelyke moeite doen, om het te ont- » vlug-  NEDERLAND. 9.61 „ vlugcen. En om dit gemakkelyket te maaken „ worden alleen deeze en dergelyke leugenen uit„ geftrooid." Een dër voornaamften gelukte het echter, om dus 't gevaar te ontfnappen, geevende hy naamelyk voor, dat hy naar Texel ging, om de aldaar aangelande Franfchen af ie haaien: dochhy reisde naar Amfterdam, en vergat het wederkomen. Minder gelukkig flaagde een tweede Heer, die, zo eene gewigtige boodfchap niet hebbende te verrichten, zich met vrouw en kinderen in een wagen pakte, en dus met een pas van zyn -eigen rnaakzel ter poorte dagt uit te raaken : want daar gekomen zynde wierdt hy met fcheldwoorden door de wagt te rug gedreeven, en dus genoodzaakt ongetroost weder naar huis te gaan. Te Sneek vernam men op Zaturdag avond, dat de goede zaak nu geheel den kreeftengang ging, 't geen daar geene geringe angstvalligheid baarde, en van die uitwerking was, dat men het DeferiTie weezen daar ter plaatze afdankte , en 't gefchut, dat op de wallen ftond, ontlaadde; kunnende men den volgenden dag weder ongemoeid, en zonder pasfen noodig te hebben, ter poorte uit en in gaan. Doch des Zondags namiddags kwam daar op nieuw eenyveraar met Franeker brieven binnen, in welke de allerkragtdaadigfte byftand wierdt neloofd, 't \ R 3 welk  262 Het BEROERD welk ten gevolge had, dat nog dien zelfden avpnd het Defenfie-weezen wederom in kragt gefield , en 't gefchut op nieuw gelaaden wierdt. Deeze nieuwe vreugde duurde echter niet lang, naardien den volgenden dag de bange tyding in kwam dat Franeker verlaaten was : waarop ten volgenden dage, vooral door tusfchenkomst der Oranje - gezinde Boeren van Tóppenhuizen, 't geheele Sneeker Exerciiie-Genootfchap niet alleen Ontwapend, maar ouk een ieder tot het draagen van Oranjekleurige vreugde tekenen verpligt wierdt. Te Franeker was midlerwyl , na dat de Stads Predikanten gevlugt waren, niemand te vinden, welke den predikdienst konde of wilde waarneemen, waarom daartoe verzogt wierdt Do. Joh. Ennema, Predikant te Herbajnm, die eene beurt des namiddags vervulde. Na het aiïoopen van welke preeke, de lang verwagte bomb eindelyk los brak. De Staaten en het Defenfie - Weezen deeden naamelyk het gewaapende volk in de keik komen, en deelden hun de droevige tyding mede, dat, daar de Franfchen te kort gefchooten waren aan deverwagtiug der Hollanderen, deeze wegens den nood, in welken zy zelve gekomen waren, zich niet in ftaat bevonden om hen te helpen. Dat 'er nu derhalven, wegens gebrek aan geld en de aan-  nederland. 263 aannadering der troupes van den Staat, voor hen niets op was , dan hun heil te zoeken in de vlugt. Dat zy daarom dé waare voorflanders der Vryheid verzogten met hun naar Stavoren te gaan , welke Stad men met het doorfteeken der dyken, zo 't dienftig wierdt geoordeeld , nog lang zou kunnen houden, of zich van daar naar Amfterdam begeeven; doch dat zy die geenen, welke hiertoe geen lust of moed hadden , rieden, zich op de best mogelyke wyze wederom onder de Regeering hunner oude Overigheden te begeeven. Naauwelyks was deeze aanfpraak gedaan , of alles was in verwarring, braakende het volk allerhande fcheldwoorden uit, zo om dat men hen dus deerlyk misleid had, als ook om dat nu veelen hunner zonder betaaling zouden moeten vertrekken, dewyl de beurs van 't Defenfie weezen leedig was, 't zy door weezenlyk gebrek, 't zy dat men de penningen had verdonkerd , om nog iets te hebben, waarmede men zich in de vlugt zou kunnen redden. Niet minder kermden de Franeker Burgers, dewyl veelen van dezelve honderden van het Defenfie-weezen, wegens geleverde waaren, moesten hebben, en thans welbegreepen,dat zy geen duit te wagten hadden. Ondertusfchen begon ieder der fchuldigen, die de onmiddelyke vervolging der Justitie vreesden, naar een r 4 goed  ««?4 Het BEROERD goed heenkomen om te zien, met naame de ctaatsleden en Defenfie-heeren, gelyk ook zy die geld uit 's Lands komptoiren hadden geligt enz. Veelen van dezelve kwamen nogal gelukkig uit de poort; doch de meesten moesten binnen blyven, wordende zelfs die geene, welke buiten geraakt waren, door de woedende Hollandfche Canonniers nog,by aanhoudenheid, met kogels achter na gefchooten; terwyl de overgebleevene Staatsleden, rm aan de eene, dan aan de anderepoort, zelfs op hunne knieën, baden, om toch uitgelaacen te worden, op dat zy door eene tydige vlugt de verdiende wraake der Juftitie zouden mogen ontkomen. Doch te vergeefs; wordende hun wel eens toegeduwd , dat zy , die hén allen in zulk eene ongelegenheid gebragt hadden, niet te goed waren om het galgenveld te verfieren enz. Terwyl dus C. L. van Beyraa en zyne Vrienden , al kermende en huilende , door de Stad waarden, met weezeus deerlyk verwilderd door bittere woede en benaamvden angst, kwam tot hun groot geluk met zyne troepen van Stiens binnen trekken der boeren Generaal, De Beere, gefterkt met den - Capitein van Wydenbrug. Deeze bezaten meerder bedaardheid dan de overigen, en w.sten in ftilte 70 of 80 van hunne  NEDERLAND. 265 hunne beste vrienden en ftoutfte kareis te wei ven, die zich in ftilte naar de herberg de Valk begaven, alwaar hunne rydtuigen, ook zonder veel gerugts te maaken, ingefpannen Honden. Toen nu aldaar, zonder dat de burgers 'er erg in hadden, alles op het beflooten 'plein in order was gebragt, gingen eensklaps de deuren open, en de geheele ftoet, met het eskorte, was by de Ooster poort, eer iemand zulks wist of'er voor vreesde, Om dat de Sleutels der poort reeds elders geborgen waren. Het Eskorte overweldigde daar ras di zwakke wagt, brak het flot van de valbrug en liet dezelve vallen ; ook brak men het hel der poorte met 'geweld aan ftukken, zo dat hetzelve naderhand geheel heeft moeten vernieuwd worden; en hier mede toog men in alle haast op de vlugt, fchooh nog twee ftukken gefchut wierden mede genomen, die echter, by 't bezwyken der paarden, nevens Witmaarsfum in 't water wierden gegooid. De Canonniers dus ziende, dat hun de opperhoofden ontkomen waren, hoopten van dezelve althans nog eenigen met het gefchut van kant te helpen, en fchooten daarom als verwoed met kogels, 't geen van alle de batteryen der Stad met gelyke woede wierdt nagevolgd, en verfcheidene uuren lang duurde, zonder dat echter R 5 iemand  flt5S Het BEROERD iemand wierdt gekwetst, of eenig huis of beest befchadigd. Veele Auxiliairen volgden dit voorbeeld na met hunne fchietgeweeren , en fchooten, zo langs de wallen als door de geheele Stad, dus met kogels, dat,niemand veilig, en ramp by ramp onvermydelyk fcheen; doch, met dit alles, wierdt ook hier door gelukkiglyk niemand gekwetst. De grootfte bekommering in de Stad was inmiddels, hoe men van de woedende Auxiliairen , die niet zonder betaaling voortwilden, en plundering i dreigden, zou ontflagen worden. Maar, by geluk, wilde 'er door de Noordej pooit eene Chais uitryden, op welke by de vierduizend guldens aan gereede penningen waren, toebehoorende aan een der eerfte vlugtende hoofden Dit geld wierdt als een billyke buit aangemerkt, en naar 't Stadshuis gebragt, en daar mede t zo verre het ftrekken kon , de Auxiliairen. afbetaald en weggezonden ; zynde de Hoilanc|fche Canonniers , die de brutaalfte van allen waren , en dreigden het gefchut om te keeren , en daar mede de Stad plat te fchieten ,. reeds te vreede gefield door de bloedverwanten van den geenen, welke dezelve tot zyne verantwoording had genoomen. De overige, onbetaalden droopen nu van zclven af, 'ot waren niet mogtig genoeg, om tegen de Stads Schuttery en 't Ge-  NEDERLAND. 267 't Genootfchap , dat fteeds in de wapenen bleef, eene kans te waagen. En dus was de Stad door genoegzaam alle de Auxiliairen met het aanbreeken van den dag ontruimd. De uitgevlugte perfoonen trokken meerendeels (want een gedeelte der Franeker Staaten nam den weg over Groningerland naar Breemén) met den Generaal De Beere over bolswerd én Workum naar Stavoren , by welken zich onderwege nog veele anderen van hunne, partye voegden , 'tzy uit vreeze 't zy uit fchrik. Ondertusichen konden de Beminnaars van "t Huis van Oranje hunne blydfchap over deezen fchan&elyken aftogt der pogchen. dc vryheidszoonen bezwaarlyk verbergen, door eenige. der naar Stavoren vlugtende kwanten te mishandelen en te fchelden y doch 't welk hen niet wel bekwam , dewyl zulks gelegenheid gaf, dat de kvtavorfche vlugtelingen aan die van Hindelopen en Workum nog een bezoek gaven op den avond van Maandag den 24 van Herfstmaand, 'er eenige lieden mishandelden, de gelden der openbaare comptoiren mede namen, eenige zilverkasten ledigden, en uit burger huizen nog ongeveer 12C00 guldens wegftoolen, terwyl hunne Amfterdami'che Canonneerbooten dapper op de beide Steden uit zee fchootèn, zonder echter van belang iets te treffen. - >'» Van zonderlingen inhoud  s68 Het BEROEP. D inhoud was de volgende brief, uit deeze Stad naar Franeker afgezonden: Edele Manhafte! Alzo ons ter ooren gekoomen is, als dat de Stad Franeker, die wy deezen nagt verlaaten hebben, door de Genoodfehappen ten platten Lande onder UWE. G. Commando en directie weder bezet is geworden; zo geeven wy by deezen UWE. G. kennis, als dat ons zulks niet alleen ten uiterften aangenaam is, maar ook, dat UWE. aanmoedigen om gemelde Stad tegen alle aanvallen te willen verdecdigen, nademaal de zaak op heden zeer veranderd is ten onzen voordeele, welke wy pertinenter zouden kunnen opgeeven, indien de Misfives deezen nagt aan den Heer Beyma geaddresfeerd, en na Franeker gezonden , aan ons waren nagezonden; dan dezelve zyn ons niet geworden, en verzoeken by dee/en gemelde Misfives aan ons ten fpoedigflen te willen bezorgen. By prpvifie blyven wy alhier, alzo aan ons iets willende mededeelen, gelieve UWE. de Misfives alhier te auresfécren. Waarop ons veilaatende blyft Gode bevoelen ! Edele  NEDERLAND. 26*9 Edele Manhafte! UEd. Manhafte goede Vrienden, de Gecommt. wegens hun Ed. Mog. 'de Heeren Staaten van Friesjand ter Defenfie deezer Prov. f get.) C. L. van B E ïj M A, J. R O O R D A. Stavoren den 24 Sept. i^8f. P. S. Geef ons vooral tyding van alles wat Voorgevallen is. Wy zyn gerefolveerd , alhier ons vast te zetten, verzoeke ten dien einde, ons te willen toezenden eenig kruid , kogelen , en busfen , kan 't zyn, berg de Zesponders, 't zy by dag of nagt over Bolswerd. De Superfcriptie was: Edele Manhafte! G L A A S R I E M E R S, \ Collonel van Barradeel. Franeker. Öp Dingsdag Avond waren de lieden, die den Fleer de Beere volgden, wederom te Stavoren binnen gekomen, en deeze Stad was met eenige Batteryen eenigzins verfterkt, terwyl de toegangen door 't inlaaten van Zeewater nog merke- lyk  z?o Het BEROERD lyk konden worden belemmerd. Doch 't Stads gefchut was genoegzaam onbruikbaar , en men had daar geen beter by der hand. De zwaare Harlinger Hulk, die de geheele Stad zou kunnen plat fchieten, was in Zee : ook wist men wel, dat in Holland de zaaken insgelyks hoopeloos flonden voor de zogenaamde Patriottifche party. Waarom men 't befluit nam de Stad te verlaaten, eer zulks door de Hulk , of 's Lands reeds aanrukkende Militie, zou kunnen worden verhinderd. Op dat echter de Stavorfche Burgers hen niet met eenige fchooten zouden kunnen vervolgen, hadden zy de voorzichtigheid , van eerst al het Stads gefchut in 't water te werpen. Ongeveer op den zelfden tyd vertrok ook eene groote Troep , die op de Lemmer in Bezetting lag, van daar, en de Schepen van beide plaatfen kwamen onverhinderd met hun Volk te Amfterdam binnen. In Holland gekomen zynde waren zy geenszins werkeloos: want verfcheidene hunner hadden deel aan de verdediging van Muiden, en van den Post by Ouwerkerk. Teffens vlugteden ook van veele andere plaatfen uit Friesland die geenen, welke 't meest de hand in de beroerten gehad hadden. Maar dit niettegenftaande raakten 'er veele in de handen der  NEDERLAND. 271 der Justitie, van welken echter ovet de 50 of 60 wederom los wierden gelaaten , toen, op den 16 van Wynmaand, de volgende Publikatie was afgekondigd: DE STATEN VAN VRIESLAND "allen den genen, die dezen zullen zien of horen lefen, SALUT: doen te weten: Alzoo zedert een geruimen tydt de Republycq der Vereenigde Nederlanden jammerlyk gefchokt is geweest, waar aan ook alle de Provintien, de eene meer de andere minder, deel hebben gehadt, evenwel deze Onze Provintie door de Goddelyke Voorzienigheid, tot nu onlangs geleden, daar van gelukkiger dan wel andere is bevryd gebleven. „ Dat egter, na dat eenige Volmagten zig van tydt tot tydt hadden Veroorloovd tegen de door Ons Wettig genomene Refolütien te doen Protesten , vervat in de honendfte bewoordingen , zoo tegen Onze Souveraine Vergaderinge , als tegen de perfoon van Zyne Doorlugtigfte Hoogheid den Heer Prins Erffladhouder ; Wy om daar in te voorzien , by Refolutie van den 11 September hadden goedgevonden een zodanig Protest te Hellen in handen van den Procureur Generaal dezer Landfchappe, met last aan denzei-  %7% Het BEROERD zeiven, om liet regt der Heerlykheid dien te nevens waar te nemen, en in zulx doende, aan de Judicature van Onzen Hove Provinciaal, als in dat geval de eenige Wettige regtbank dezer Provincie, over te laten , in hoe verre de daar, in vervatte uitdrukkingen , voor Onze Hooge Vergadering en voor den Heere Prince Erffladhouder, hoonende, en diens volgens misdadig moes» ten worden gehouden. „ Dat die zelvde Volmachten, voor de gevolgen van gezegde Onze Refolutie vrefende, eene menigte andere lieden, meest allen Officieren van de toen aanwefende Vry-Corpfen, hebben overgehaald en verleid, om zig door Adresfen, zoo Gedrukt als Gefchreeven , allen van denzelven inhoud en zekerlyk overeenkomende mee het zo evengemelde Protest, aan Ons te vervoegen, direct ftrydig met Onze Publicatie van den 35 September 1786. „ Dat vervolgens in het laatfte van de Maand Augustus jongstleden zommige Ingezetenen, zonder eenige Wettige Auclhoriteit, onder dén naam van Defenfie-wefen der Stad Franequer, Onze Refolutie en Publicatie van den 25 May deezes Jaars , tot verbod van invoer of opflag van Ammunitie van Oorlog aan Particulieren, openbaai en met geweld hebben kunnen goedvinden te  NEDERLAND. 373 te overtreden door het invoeren en opflaan van Kanon, Snaphaanen, Kruid, Kogels en verdere 'Ammunitie, onder een gewapende Escorte binnen de Stad Frantquer, en daar na het Arrest, door de Deurwaarders met de Dienaren derju» ftitie op de te*>en de wet ingevoerde Ammunitie van Oorlog gelegt, te Violeien. „ Dat al verder bovengemelde Volmagten , toen nog maar ten getale van tien Perfonen, zig niet hebben ontzien, om alle de overige Volmagten ten Landsdage vervallen te verklaren van hunne Commisfien, zig de Regering en Souverainiteit dezer Landfchappe opentlyk aan te matigen, en in die prstenfe hoedanigheid de Staats-Vergadering van Leeuwarden naar Franeker te verleggen, Publicatien te arrefteren, en, zoo veel in Hun was, te divulgueren, aanfchryvingen aan" de refpeétive Nedergeregten, aan de Commandanten der Troupes, gelyk mede aan de Ontvangers en Collecteurs van de gemene Lands middelen te doen, en van de laatsrgemelde 's Lands penningen , felvs tot eene Importante fumma, met geweld te doen invorderen en ontvangen; Perfonen op te ligten , te vervoeren, gevangen te houden en te verhoren: Vervolgens verfcheiden Ingezetenen, meest Officieren van Exercitie - genootfchappen, te overreden , om X. deel. S zig  a74 Het BEROERD zig door tekening van zekere gedrukte declaratoiren aan Hun , rnet afzwering van de Wettige Overheid des Lands, op het plegtigst te verbinden. „ Dat gezegde Volmagten en hunne Adhserenten, om deze hunne Wandaden ter uitvoer te brengen en klem by te zetten, veele Manfchappen hebben gewapend, in particuliere Soldy aangenomen, ja zelvs gewapend Volk uit de Provintie van Holland en elders binnen deze Pjrovintie , zonder kennis veel min attaché van Ons ofte Onze Gedeputeerden , hebben doen Overvoeren, daar mede de Steden en het platte Land te bezetten, en op eene menigte plaatzen Wagten en Posten te Hellen. „ Dat zy door die gewapende benden de goede Ingezetenen , welke een Weerzin in dusdanige onbehoorlyke bedryven hadden , op verfcheiden oorden hebben gedwongen en tegen dezelve allerley geweldenaryen aangerigr. Dat zy al wyders de Leeden der Wettige Staatsvergadering , welke die uitfporige en voor den Lande ten eenemaal ruineufe maatregulen afkeurden, en daar tegen, volgens Hun Eed en Pligt, gepaste voorzieningen tragtten te doen, by eene gedrukte en vertekende aanfch'ryving de ■allerysfelykfte bedreigingen van verhaling op Hunne  NEDERLAND, s;$ ne perfonen en verwoesting Hunner bezittingen, tevens met de gehele onder Waterzetting der Provintie, hebben gedaan. „ Dat alle die buitenfporige en violente gedragingen eene vry algemene gisting onder de Ingezetenen van een voornaam gedeelte dezer Provintie gemaakt hebben, daar toe merkelyk contribuerende het gedrag van zommige Predikanten, van welke men heeft weeten te Verkrygen, om met onteering van hunnen eerbiedenswaardigen Stand als Euangelie Dienaaren, de gemeente tot de erkenning , mede helping en verdediging van die prsetenfe Staten , te Franeker Vergadert, aan te Iporen, voor het welgelukken van derzelver onwettige ondernemingen openlyk re yveren, en alzoo de Ingezetenen tMgen *s Lands Hooge O verheid op te hitzen. „ Al het welke gelegenheid heeft gegeeven, dat op verfcheidene plaatzen de Adminiftratie der Juftitie feketyk is belet, en hooggaande ongeregeldheden en gewcldenaryen tusfchen Ingezetenen van Verfchillende denkwyzen aan weerskanten zyn voorgevallen, zoo dat zelfs Huizen geruineert en geplunderd zyn. „ Dat Wy, om aan de beginzelen en voortgang van deze dreygencle onheylen behoorlyk paal en perk te ftellen, reeds op den 3de September S a jongst-  n76 Het BEROERD jongstleden eene getrouwe en welmenende Waarfchüwinge hebben gedaan, en vervolgens by Placaat van den 4den dier maand de Vry - Corpfen en Exercitie Genootfchappen, in deze Provintie fubfilterende» hebben afgefchaft. Doch dat Wy, tot Ons innigst leedwezen, hebben moeten ondervinden, dat alle die Vaderlyke voorzorgen op de gemoederen der revolterende Ingezetenen van het ge» wenscht effect niet geweest zyn; dewyl men, niet tegenftaande zulks, in zyn ftraffchuldig gedrag is blyven voortgaan en zig allerley oproerige bewegingen en ondernemingen heeft veroorloovd. ,, Dan dat Wy, al het voorgevallene met bedaartheyd nagaande, confidereren, dat veelen Onzer In» gezetenen meer uit onbezonnenheyd en uit een verkeerde drift, dan wel uit eene wezenlyke malitie of boosaartig opzet, in deezen hebben gehandelt; veelen ook door de grote beloningen, die belooft en gegeven wierden, uytgelokt, en veelen zelvs, door dwang en Vrees genoodzaakt, daar toe gekomen zyn, en het alzoo eene hardighcyd gerekent zoude kunnen worden, alle die flraffchuldigen naar ftrengheyd der Wetten te handelen en loon naar werken te doen erlangen: Zoo is 't, dat Wy, uit eene Vaderlyke genegenheyd en voorzorge, en op dat door de zoo afkhuwelyke oogmerken en landverdervende ondernemingen van zommigen niet veele  NEDERLAND. 2177 le onnozelen en verdwaalden ongelukkig mogen worden, uit Onze regre Wetenfchap en Souveraine Magt, alle die oproerige bewegingen en gewapenden tegenftand van Ons wettig gezag, midsgaders alle ongeregeltheden ter dier gelegenheyd en tot dato dezes voorgevallen, by dezen aboleren, te niete doen en vergeven; met interdictie aan Onze Raden in den Hove en aan alle Nedergeregten in deeze Provintie, daar op nu of namaals tegen iemand eenig onderzoek, calange, actie of vervolg te doen: Onverkort het Regt der Heerlykheyd deezer Landfchappe, het Regt van Steden, Grietenyen, Dorpen en particuliere Ingezetenen tot het inftitueren van zodanige Aftien, als aan dezelve tot reftitutie van geledene fchaden, of tot bekoming van civile Boetens wegens injurien gefchapen zouden mogen zyn. „ Doch opdat evenwel deeze Onze Verleende gratie niet getrokken werde buyten Ons oogmerk, en door dit misverftand geagt zou kunnen worden te werken ten aanzien van de zodanigen, wier misdaden by Ons befchouwt worden van die atrociteit en van dat aanbelang, dat Wy zonder openlyk tegen 's Lands Welzyn, de Veyligheid Onzer goede Ingezetenen en het belang der Nakomelingfchap te handelen, dezelve aan deze Onze abolitie niet kunnen of mogen doen participeren; zoo willen Wy (na hier over voor af te hebben ingenomen het Advys S 3 ea  t78 Het BEROERD en de confidentie van den Hove Provinciaal,) we[ uirirukkelyk , dat, „ BE HAL VEN DE ZUL„ KEN , WELKE ZIG ALS LEDEN VAN „ DE PRETENSE STAATEN , BINNEN „ FRANEKER VERGADERT, HEBBEN OP„ GEWORPEN EN GEDRAGEN , OF DAAR „ BY tN QUAL1TEIT ALS SECRETARIS „ OF COMMIS HEBBEN GEADS1SÏEEKT", (op welke allen deze Publicatie geheel geene betrekking heeft,) van deze Onze gratie en abolide zullen zyn geeximeerd; , Vooreerst-, Allen, dieLe, den van het zoogenaamde Defei fie - Wcezen van , Staat en der Stad Franequer, of van eenig zooge, naamt Defenfie - Weezen van eene aniere J- tad , , Vlek of Dorp, geweest zyn, of daar by als Se, cretarien geadfifteert hebben : midsgaders zoodani, ge perfonen , welker ondertekeningen gevonden , worden onder de alombekende aanfchryvinge aan de , Heer J. O. Bergsma van den 15 September , jongstleden, waar in voorkomen de ong. hoordfte , bedreigingen, om het op denzelven en zyne mede , aanhangers perfonen en goederen te verhalen, der, zeiver bezittingen te verwoesten en alles wat van , dezelve was in Vuur en Vlam te zetten, zig daar , tegen tot den laatilen adem die in Hun was te zul, ien verdedigen en het geheele Land te zullen inun, deren. * Tep  NEDERLAND aft) , Ten Tweeden. Allen , die eenig generaal Com» mando over de gewapende Manfchappen binnen , Franeker gehad hebben. , Ten Derden. Allen, die zig hebben laten ge, bruiken, om als Commandanten of Officiers van , gewapende Manfchappen , een Stad , Vlek of , Dorp in bezetting te nemen, te houden of daar toe , patent te verlenen. , Ten Vierden. Allen, die zig hebben laten ge, bruiken, om als Commandanten of Officiers eeni. , ge perfoonen te arrefieren, gevangen te nemen, , te vervoeren of te mishandelen. , Ten Vyfden. Allen, die in eenige Regeering j of publycque bediening zynde in deze Hunne qua, liteit de pretenfe Staaten van Franeker osgedwon, gen hebben erkent; als mede zulke perfonen, die zig tot het erkennen van de Wettigheid dier pretenfe Staaten of tot derzelver medehelping door , Vertekening hebben verbonden, of tot die erken, tenisfe anderen hebben genoodzaakt; waar onder , ook zulke Predikanten, die voor die pretenfe Staa, ten van Franequer mogten hebben gebeden ofhun. ne gemeentens of toehoorders tot het erkennen van , dezelve of tot eenige andere oproerigheden mog, ten hebben opgewekt of aangefpoort. , Ten Zesden. Allen die zig als Commandanten , of Officiers hebben laten gebruyken, om penninS 4 , gen  28o Het BEROERD , gen van de Ontvangers of Collecteurs op te ha, len; ook zulke Perfonen , welke zig niet ontzien heb, ben, om de Ontvangers of Collecteurs door be, dreygingen of geweld tot de overgave van 's Lands , penningen te noodtzaken, of die Penningen dade» lyk hebben geligt, ontvangen, of daar voor qui, tantie gepasteen. , Ten Zevenden. Allen, die zig hebben laten , gebruyken, om ter bekoming van buyenlandfche , hulpbenden te werken, of zig aan het dadelyk , engageren , inbrengen of 'Commanderen van zulke , Hulpbenden hebben fchuldig gemaakt. , Ten Achttien. Allen , die de onderne.mïgen en > aanflagen der pretenfe Staten, binnen hrancquer , Vergadert, opzettelyk door het fchcnken of ver, fchieten van geldfommen of door Raad hebben on« , derfteunt of begunftigt. , Ten Negenden. Allen , die zig niet ontzien , hebben, de adminiftratie der Jufiitie feitelyk te we» , derftaan'. „ Ontrent alle welke Perfonen de Justitie naar bevindinge van zaken en omfhndigheden, volgens teneur van 's Lands Wetten, zal blyven handelen en werkzaam zyn zoo des behoort. „ Wy willen ook, dat dit Ons Placaat niet betrekkei yk zal kunnen gemaakt worden op het Corpus der Regering van de Stad Franeker, of de byzondere Leden  NEDERLAND. 28» den van dien ; waar omtrent Wy Ons referveren zodanigefchikkingen endispofirien te maken, als Wy naa: tocdragt van zaaken zullen verftaan te behoren. Vermanende Wy voorts wel ernftig elk en een iegelyk welke onder deeze Onze Amneftie begrepen is, om van Honden aan tot zyn beroep weder te keeren , en zig als een ftil, gehoorzaam en nyver Lidt der zamenleving in Onderlinge harmonie en eensgezindheid met 's Lands goede Burgers en Ingezetenen te houden en te gedragen. „ En ingevalle het* Onverhooptelyk quame' te ge • beuren, dat iemandt, welke aan deeze onze gratie uit kragte van dit Ons Placaat participeert, zig wederom in het vervolg aan eenige misdryven van dien aardt zal komen fchuldig te maken, en alzoo met dë daad toonde, deeze Vaderlyke Clementie van den Souverain ten eenemaal onwaardig te zyn, zoo zal dezelve daar over zonder eenige Conniventie, naar rigueur van Wetten worden geftrafc „ En op* dat niemandt hier van onkundig blyve, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigcert, daar men gewoon is Publicatie en affictie te doen. „ Aldus gercfolveert en gearrefteert op het Landfchnpï huis binnen Leeuwarden den V Uctober 17 V* (gepO J- C- B E R G S M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. (get.) A. J. VAN S M I N-1 h. S 5 Nog  28a Het BEROERD Nog wierdt ten zelfden dage afgekondigd de volgende Publicatie, ingericht tegen de gevlugte Frcneker Staatsleden. DE STA ATEN VAN VRIESLAND, allen den geenen, die deezen zullen zien ofce hooren leezen , SA LU 7'; Doen te wee ten: „ Alzoo aan Ons, zoo uit de ingekomene bewyzen als anderzins genoegzaam is gebleeken , dat Hor&tius Allard Hiddema van Knyff, Sicco Douwe van Aylva, Coert Lambertus van Beyma, Ernst Frans van Aylva, Arend Julianus Carel de Bere , Jan Roorda, Ayfo Boelens, Broer Feenftra, Harmanus Zaggheus Attema, Willem Hogenbrug, Pieter ihvugeman en Reinder van Kleffens, geweezen Leeden ven Onzi Staatsvergadering, zig in de onlangs plaats gehad hebbende oproerige bewegingen binnen deeze Provincie hebben gemengd niet alleen , maar ook daar van de Hoofd* beleiders zyn geweest, en met vertreeding der bezworene Conftitutie en 's Lands fundamenteele Wetten , zig op eene hooggaande wyze tegens Ons en tegens de Hoogheid des Lands hebben vergreepen ; waar op zy vervolgens, hunne doemwaardige oogmerken mislukt ziende, met verlating hunner posten, gevlugt zyn, en zig daar door aan de alleszins billyke vervolging en judicature van den Rechter hebben onttrokken. „ Zoo  NEDERLAND. 5.83 Zoo is 7, dat Wyalle de genoemde perzonen, uit hoofde van dit Hun verregaand wangedrag, verklaaren ipfo fapo vervallen te zyn van hunne Commisfien, Magiflratuure, Ampten en Beneficiën,- onverminderd de actie van den Procureur Generaal deezer Landfchappe , welke hy tegen dezelve vermenen zal te kunnen en te moeten inftitueeren. „ Wy verklaren boven dien alle de gemelde perfonen inhabil, om ooit wederom tot Volmagten ten Landsdage, of tot eenige Magiftraturc, Ampt o! Bediening in deeze Provincie geftemd of gekoren te kunnen worden: alwaaromme wy by deezen casfeeren en annulleren alle Stemcedullen , voor dato deezes gepasfeerd en gerekend, waar in een of meer van die perfonen alleen of nevens anderen geplaatst of gemeld mogten zyn , en geven tevens aan de Tekenaars van zulke Stemcedullen volkomen Vryheid , om geheel nieuwe Stemcedullen op andere perfonen te pasfee. ren, en te tekenen ; zonder daar door te vervallen in de penaliteit , by het 48* Artieul van 't SternReglement, op het teekenen van twee of meer flrydige Stemcedullen geflatueerd. , Wy verklaren eindelyk alle de genoemde perzonen onbevoegd, om wegens hunne ftemdragende goederen binnen deeze Provincie in eenige Lands, Grietenye, Dyks, of Dorps zaken te Hemmen, met Casfatie en vernietiging van alle de Stemcedullen, die door  284 Het BEROERD door hun voor dato dezes geteekend zyn , of daar na geteekend mogten worden, willende wy niet, dat daar van ooit eenig gebruik zal kunnen of mogen worden gemaakt. „ Alles nogtans, ten waare de opgenoemde perzonen ofte een of meer van dezelve , zig binnen den tyd Van drie maanden, na de Publicatie en Affictie deezes, voor den Hove van' Juflitie deezer Provincie mogten ftellen ter purge , en hunne of zyne onfchuld den Rechter genoeg mogten konnen bevvyzén: willende wy, dat ten aanzien der zodanigen deeze Onze gemaakte voorzieninge zal worden gehouden voor opgeheven en buiten effect gefield. „ En op dat niemant hier van onkundig zy, zal deeze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd , daar men gewoon is Publicatie en Affictie te doen. „ Aldus gerefolveerd en gearrefteerd op het Landfchapshuis binnen Leeuwarden den 16 October 178/. J. C. BERGSMA, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. A. J. V- S M I N I A. Eer ondertusfchen de zaaken zo verre kwamen, waren reeds alle Exercitie Genootfchappen in de geheele Provincie niet alleen vernietigd, maar ook ontwapend , ingevolge eene Publicatie van den 22 van» Herfstmaand van den volgenden inhoud. „ DE  NEDERLAND. 285 „DE STAATEN VAN VRIESLAND, allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUl; Doen te weeten: dat dewyl Wy by Onze gedaane Publicatie van den 4 deezer maand hebben goedgevonden en verftaan alle de Refolütien en befluiten by Ons genomen, waar in eenige lega* lifatie en wettiging der Lxercitie-Genoodfchappen en Vry-corpfen , of wat van dien aart, en onder welke benamingen ook, als van vrywillige Schutteryen of anderfins in deeze Provincie gevonden word, in te trekken en te vernietigen, dezelve door opgemelde Publicatie intrekkende en vernietigende, met disfolutie van voorfchreven Genoodfehappen, Corpfen etc., en verbod aan dezelve en de byzondere Leeden daar van, om zig Gewapend op de pubiicque weegen of flraaten te vertoonen, veel minder, om iemand aldaar eenig leed aan te doen, of in zyne vryheid te verhinderen, by poene van als Overtreeders van *'s Lands Wetten*, gelyk alle andere Contraventeurs, geftraft te worden: en wyders by die Onze Publica. tie, om reedenen daar by gemeld , aan alle de Leeden der voorfchreven Genoodfehappen aangebooden, om hun Geweer en Wapenen tegens een bepaalde prys aan 's Lands Ammunitie - meester te kunnen overgeven ; en Wy geinformeert worden, dat, niet tegenftaande die Onze aanbiedinge veele geweezene Leeden der voorfchreven gedisfolveerde Genoodfcbap- pen  286 Het BEROERD pen etc. hunne Wapenen blyven behouden, en zom. mige zig zelfs niet ontzien Onze meergemelde Publicatie van den 4 deezer maand te overtreeden; Zoo is dat Wy hebben goedgevonden en verftaan, gelyk Wy goedvinden en verftaan by deezen, aan degeweezen Leeden van het gedisfolveerde Genoodfchap binnen Leeuwarden en de Jurisdictie van dezelve Stad te Ordonneeren, om binnen vier en twintig uuren na Publicatie deezes , en aan de geweezen Leeden der andere Genoodfehappen etc. , in deeze Provincie geëxfifteerd hebbende, om binnen agt dagen eerstkomende, hun Geweer en Wapenen tegens de bepaalde prys in handen van de voorfchreven Ammunitie* meester te ftellen, by poene, dat die geene, welke zullen mogen worden bevonden een exercitie Geweer of Geweeren agter gehouden te hebben, boven verbeurte dier Geweeren vervallen zullen in eene boete van vyf en twintig Caroli Guldens op ieder agter gehouden Geweer, ten profyte van de Armen ter plaatze der Woninge van de Contraventeur of Con» traventeurs. „ En ingevalle onverhoopt aan deeze Onze welme. ning niet mogte worden voldaan, laaten Wy aan de Heeren, bv Staats Refolutie van den 1 deezer maand gecommitteerd , en by Onze Waarfchouwinge van den 3 daar aan volgende gemeld, over, om zodanige maatregelen te neemen, en te handelen, als tot gerust- ftel-  NEDERLAND. 287 ftellinge der goede Ingezetenen en ter bereiking van Ons rustlievend oogmerk naar tyds omftandigheden zullen verftaan te behooren. » Aldus gerefolveerd en gearrefteerd op het Land» fchaps-huis binnen Leeuwarden den 22 September 1787. J. C. BERGSMA.Vt, Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog# A. J. V. S M I N I a! Naauwelyks was deeze Publicatie gevolgd door den uittogt der Franeker Staatsleden, of het regende van alle kanten Geweeren, die nu een ieder om ftryd aan 's Lands Ammunitiemeester bragt, welke in den tyd van weinige dagen by de vyfduizend Schietgeweeren heeft ontvangen. Waarlyk een onbegrypelyk getal, in vergelyking der uitgebreidheid van dat gedeelte van Friesland , alwaar zich de Wapenhandel had gevestigd: en nog waren ze het echter geenzins alle , dewyl 'er ongetwyffeld wel eenige zyn achter gehouden . en ook alomme eene groote menigte van Exercitie-Geweeren in Vaarten en Slooten, door de uit Franeker vlugtende Auxiliairen, is weggeworpen. Reeds voor den uittogt der Pretenfe Staaten uit Franeker had de Regeering der Stad een vruchtelooze 'pooging gedaan om zich te verzoenen met de Staaten te Leeuwarden vergaderd. Doch nu geheel van hunne be-  288 Het BEROERD bezetting verlaaten zynde, gaf zy kennis van 't geval aan H. Ed. Mogende, en onderwierp zich aan hunne bevelen volgens deeze Misfive. EDELE MOGENDE HEEREN! Nadien de verwyderinge en Onlusten in deze onze Provincie tot ons overgroot leedweezen zeer hoog gereezen zyn, en waar af zo veel in ons is gaarne een einde zouden zien tot onderlinge bevreediging en her- ftel van de Algemeene rust. — Weshalven wy de vryheid neemen UEd. Mog. voor te ftellen, of het UEd. Mog. behaagen mogte om een conferentie te houden met de Leeden uit onze Vergaderinge op tyd en plaatze , wiar UEd. Mog. zouden gelieven te bepaalen, aangaande voorfz. zaaken, totvoorkominge van verdere onheilen, en dat by aldier UEd. Mog. zoo verhoopen, dit ons voordel mogen goedkeuren, wy eerbiedig verzoeken met eenig berigt te mogen worden vereerd , en zoo ons voorftel aanneemelyk is, dat onze Gecommitteerden als dan mogen hebben een vry geleibrief, en dat inmiddels alle daadelykhe. heden tegens onze Stad en Gewapende Genoodfchappen mogen ophouden wederzyds Waar mede blyven naa UEd. Mogende in Godes Heilige Protectie te hebben aanbevoolen EDE-  NEDERLAND. sOp EDELE MOGENDE HEEREN! UEd Mog. zeer Gehoorzaams en Ootmoedige Dienaaren, De Burgemeesteren en Raad, fampt Vroedfchap der Stad Franequer. Franequer den (was get.) A. SALVERDA. 33 Septbr. 1787. S. JONGMA. (lager ftond ) Ter Ordonnantie van dezelve (was get.) CORNELIS SCHELTEMA, De Superfcriptie was Edele Mogende Heeren De Heeren Staaten van Vriesland, te Leeuwarden. Hier op trokken, op Dingsdag den 25 van Herfstmaand , des namiddags, te Franeker binnen 1 vier Compagnien van 't eerfte Bataillon van Oranje '. Friesland onder 't geleide van den Majoor W. 1 Guerin, wiens orders inhielden de Stad te regeeren tot nadere order, aldaar geene andere Regeering te 1 erkennen, en zodanige maatregelen te neemen, als tot bewaaring der openbaare ruste het meest zouden '. kunnen dienen. Om hier aan te voldoen belette Z. WEd. Gedr, i alle vergaderingen van 't Fitsgerecht,'t geen wederom toeftel maakte om gewapend ter wagt te trekken, 1 eu Het eenige gezwindftukken, met fcherp geiaaden , X. deel T op  a9o Het BEROERD op ftraat zetten , met order om op allen , die zich verftouten mogten gewapend op ftraat te komen, los te branden. Voorts wierdt de geheele Burger - Schuttery ontwapend , en insgelyks het Vaandel met alle de Ornamenten van 't Excercirie Genootfchap opgehaald, benevens eene groote meenigte van buskruid, kogels enz., welke in fufpecte huizen, alwaar men huiszoeking deed, wierden gevonden. Met deeze troupes van den Staat waren ook gekomen eenige Artilleristen, om 't gefchut des noods te Franeker te bedienen, en eene lyst te maaken van de aldaar bevonden wordende Ammunitie. Toen zag men eerst klaar, hoe fchandelyk de losbandige uitgeweekene fchaare met den krygsvoorraad had geleefd, en hóe wonderbaarlyk gelukkig het ware , dat de geheele Stad niet reeds ln het begin der onlusten was in de lucht gefprongen : naardien in den toren, alwaar 't meeste kruid lag,'twee huisgezinnen woonden, die aldaar dagelyks flookten; terwyl in 't Magazyn zelve buskruid, kogels, bouten, fpykers, half afgebrande en weder uit gedoofde zunders enz. door eikanderen lagen. Ook vond men, dat in 't Laboratorium der Artilleristen op den Dyk, de vrouw van het huis gewoon was 's nachts te flaapen met een brandend lampje, 't geen dan  NEDERLAND èpi dan op de werktafel midden in de cardoezen en in 't buskruid flond. Het fpreekt van zeiven, dat de Remotïe van den Heer Jr. L. J. J. Rengers thans als eene volkomene nietigheid wierdt befchouwd Daarom kwam dezelve , als de eenige wettige Regent van Franeker, aldaar op den 8 van Wynmaand te rug, terwyl alle de overige Burgemeesters en Vroedfchappen in hunnen dienst provifioneel wierden gefchorst; zynde hen zulks door een Staaten Deurwaarder aan hunne .huizen aangezegd. Ondertusfchen uierden den Heere Rengers toegevoegd drie Advokaaten van den Hove Provinciaal, naamelyk de Heeren en Mees* ters Thomas Wieiand, Theodorus Kluirda Wierdsma, en Reinier Carel Blom, om de Stad zo lang te regeeren, als daar in anders zou worden voorzien. Tot hier toe had men onaangeroerd gelaaten de Fraterniteiten en Burger - Sociëteiten, waaruit, door de ophitzinge van eenige zogenaamde Grooten, door de geheele Republiek zulke bittere beweegingen waren gebooren. Dan tegen deeze wierdt ook eindelyk door de Staaten van Friesland de volgende voorziening gedaan: „DE STAATEN VAN VRIESLAND, allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren Jeezen, SAWT\ Doen te weeten: Alzoo :er Onzer T a ken-  soa Het BEROERD kennisfe is gekomen, dat niet tegenftaande Onze Pu> b'icatie van den 4 September laatstleeden, waar by Wy, om redenen Ons daar toe moveerende en breeder in dezelve gemeld, hebben goedgevonden alle Refolütien en Befluiten, waar in eenige Iegalifatie en wettiging der Exercitie-Genoodfehappen en Vry corpfen , of wat van dien aart en onder welke benamingen ook , als van vrywillige Schutteryen of anderzins in deeze Provincie gevonden wierd, in te trekken en te vernietigen, met disfolutie van de Exercitie-Genood* fchappen, Corpfen &c, zelve, echter de zogenaamde Fraterniteiten en zoortgelyke Gemeenfchappen , welkers oprigtingen geduurende de ontftaane Troubles en onrustige beweegingen in de Republyk ook in deeze Provintie gefchied zyn, en welke genoegzaam geheel belhan uit ge weezen Leeden van voorfchreven gedi>folveerde Genoodfcbrippen en andere Perzoonen , welke daar toe onder de eene of andere benoeminge hebben gecontribueert , of zig voor dezelve geinteresfeert hebben , als nog biyven fubfifteeren: ZOO IS 'T, dat Wy, terwyl de voornoemde Fraterniteiten en zoortgelyke Gemeenfchappen zynopgeregr, door Menfchen van geheel onderfcheidene Clasfèns waar van de aanzïenlykfte in rang of in vermogens veilig veronderfteld kunnen worden , eenige andere intentie te hebben gehad , dan om eenvoudig een gellooten gezelfcöap reet allerley flag van Menfchen OP  NEDERLAND. 293 op te rigten, by Ons worden befchouwd voor ongeoorloofde en nergens anders toe kunnende tendeeren, dan om de rustfïoorende en verderfTelyke beweegingen, welke het Vaderland tot op den rand des verderfs gebragt hebben, te voeden en levendig te houden; en Wy daar by Confidereeren, dat door die afgezonderde byeenkomflen zeer veele Lieden uit die groote Clasfe, wiens ny vere werkzaamheid voor een Gemeenebest , om wel te beikan , onontbeerlyk is, uit hunne Huizen, en van hunne Bezigheden en Bedryf werden afgetrokken, en dat het nadeel daar door aan veele Huisgezinnen wordende toegebragt, de voorzie • nige van 's Lands Hocge Overheid voor 'c toekomende aller noodzaakelykst maakt, ten einde een ieder, van wat Staat Hy ook mag zyn , zoo veel moogelyk daar toe te bepaalen, dat Hy door zyne noeftige arbeidzaamheid en een verdubbelde vlyt op de zaaken van zyne Negotie, Boerderye, Winkel of Handwerk de nu vervallene, dog allezins nodige bron van algemeen beftaan en welvaart helpe herftellen en vermeerderen, goedgevonden en verftaan te dhfolveeren en te vernietigen, gelyk Wy van ftonden aan en door deezen disfolveeren en vernietigen de bovengemelde Fraterniteiten en Genpenfchippen , welke zedert de oprigting der voorfchreeven beftaan hebbende Exercitie Genoodfehappen, Corpfen , &c. zyn aangegaan en geformeert zoo ten platten Lande, als T 3 Jö  394 Het BEROERD in Steden , met last aan elk en een ieder, om zig voortaan van zulke byeenkomften te onthouden, by poene van als Overtreeders van 's Lands Wetten en Stoorders der gemeene rust te worden geftraft. „ En worden wyders de Leeden van voorfchrevene gedisfolveerde Fraterniteiten en zoortgelyke Gemeen? fchappen by deezen gelast, om alles, wat zy dien aangaande in masfaliteit hebben, onderling te fcheiden, en te deelen, en van die fcheidinge en deelinge behoorlyk bewys te toonen aan de refpective Geregten en Magiftraaten, waar onder behooren, binnen den tyd van drie Maanden, na dato deezes ; gelyk meede gelast worden den eigendom der Huizen tot zulke byeenkomften gediend hebbende, indien aan de geweczene Leeden in eigendom toebehopren , binnen den zelfden tyd van drie Maanden te deelen, of die Huizen te verkoopen, by peeae dat ingevalle van nalaaiigheid van 't een of andere, de pubiicque verkoop dier Goederen of Huizen 's Lands weegen door de refpective Gerechten en Magiftraaten zullen gedaan worden ad opus jus habsntium: want Wy zulks ten dienfte van den Lande en nut der lrgezee» tenen alzoo verftaan te behooren. En op dat niemand hier van onkundig zy, zal deeze alomme worden gepubliceerd en geageerd, daar men gewoon is Publicatie en Affktie te doen. Aldus gerefolveerd en gearrefteerd op het Land- fchaps»  NEDERLAND. 295 fchaps-huis binnen Leeuwarden den 3 November 1787. j. a B E R G S M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. A. J. V. S M I N I A. De verdere Lotgevallen der Stad Franeker en derzelver Regeering zyn bepaald geworden op den 14 February des volgenden jaars, blykens de volgende Refolutie van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland: „ Ter Vergadering in nadere deliberatie gelegd zynde het gerefolveerde by Staats-Refolutie van den a October 1787, waar by , uit confideratie dat de Leden van den Magiftraat en Vroedfchap der Stad FRANEKER , de een in een meerderen de ander in een minderen graad, zich, door hun gedrag, zoo tegen de Hooge Regering als tegen de Adminiftraue der Juftitie, hadden vergrepen, tot nadere dispofitie van Hunne Ed. Mog., waren gehouden buiten functie, uitgezonderd alleen de Heer Lamoraal Joachim Johan Rengers, welke, als een wettig gebleven Raad in de Vroedfchap en Regerend Burgemeester dier Stad, by de opgemelde Refolutie, was aangemerkt en provifioncel aan hem de Regering gelaten, doch met adjunctie van eenige weinige bekwame en T 4 der  295 Het BEROERD der rechten kundige Perfonen , alles breeder in de Refolutie- zelve voorkomende". „ En insgelyks nader gedelibereerd zynde op de Refolude by Hunne Ed. Mog den 3 November van voorfchreven jaar genomen, concernerende de Requtttto van Jan Feikema en Andries Salverda cum foc., de deductie van S. H. Manger en de Requesten van J. Salverda, J. Clcbma, W. van der Klas, Jan Scbeluema cn Tjeerd Sytzes Banga, alle gefufpendeerde Leden van voornoemde Regering, tenderende om zoo veel doenlyk hunne onfchuld te demonflreren, ten einde de Refolutie van den 3 October hier voren gemeld, buiten effect gefield en zy réfpectivelyk Wederom gerehabiliteerd mogten worde;,". „ En voorts byzonder gelet zynde op het PraïAdvys, door de ticeren Gecommitteerden in't Mindergetal, met Commisfarisfen uit het Collegie der Heeren Gedeputeerden en uit den Hove Prorintiaal zoo tot defenfie dezer Provincie als tot bewaring en herftel der goede rust en orde aldaar, by StaatsRefolutie van den 1 September des voorleden Jaars, gecommitteerd, ter Vergadering van Hunne Ed. Mog. uitgebragt, en in gedagte Refolutie van den 3 November geinfèreerd, alsmede op de hoogwyze Confideratien van Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heer Prins Erfïladhouder daarop in genomen". „ Is goedgevonden en verfhun zich met het opgemelde  N E D E R LAND. 297 gemelde Prae-Advys der Commisfie en de voorfchre« ven Confideratien van Hoogstgedagte Zyne Hoogheic te conformeren en dienvolgens Hun Ed. Mog. Ge" committeerden in 't Mindergetai te authoriferen, geJyk dezelven geauthorifeert worden by dezen, om op te heffen de fufpenfie by de hier voor gemelde Refolutie van den % October gefchied , voor zoo verre dezelve concerneert de Supplianten Andries Salverda, Feico Beerts Wasfenaar, Aggaeus Ëydsma, Johannes Ippinga, Petrus Nathanaël Lomars, Salomoa Jongma, Hotze T. van der Meulen, Adam Lencz, Paulus Haitsma, Pieter Siesverda, Harmarms Brouwer, Jil.'ert Jarss Jellema, Klaas Mulder, Broer Adama, Douwe Wytema, Geert Harmanus Leeting , Claas Radersma , Thomas Wygersma, Bart Bouwens, Jacobus Salverda, Simon Klcisma, Willem van der Klas en Samuel Henricus Manger, (zynde op het verzoek van Jan Feikema by aparte Refolutie gedisponeert) en voorts de genoemde perfonen ten dien einde voor zich te ontbieden in de Kamer van het Mindergetai en aan dezelven, na hun, uit naam van Hun Ed. Mog., voorgehouden te hebben het ongenoegen van"'s Lands Hooge Overheit, over hunne gehoudene conduites, in het Oproer binnen Franeker hebbende plaats gehad, te declareren, dat Hunne Ed. Mog uit hoofde van de door hen zoo plegtige betuigingen van trouwe en T5  298 Het BEROERD gehoorzaamhek voor het vervolg aan den Souverein, en om verdere redenen, Hunne Ed, Mog. daar toe moverende, 'hebben gerefblveert hunne fufpenfie niet langer te doen duren, maar dat dezelve opgeheven en zy in hunne functien weder toegelaten zullen zyn, zoo dra de bekendmaking daarvan, op last van Hunne Edele Mogende», binnen Franeker openlyk zal zyn gefchied, en dat zy, aldus gerehabiliteerd zynde, gehouden zullen zyn aanftonds te procederen tot het maken van eene Nominatie, volgens Stads Reglement, ter vervulling der Magifiraatsper» fonen, welker tyd met den i january dezes Jaars geëxpireerd is, en dezelve vervolgens over te zenden ter Electie aan Hoogstgedagte Zyne Hoogheit, wordende egter die afgegane Magiftraatspcrfonen ad interim en tot zoo lange de Misfive van Electie van Zyne Hoogheit, by de Regering van meergemelde Stad, ontfangen en geopend zal zyn , toegelaaten om met de overige gerehabiliteerde de Magifirature te exerceeren". „ En worden voorts welgedagte Heeren Hunner Ed. Mogende Gecommitteerden verzogt tevens hiel' by te kennen te geven, dat Hun Ed. Mogende, door voorfchreven politique voorziening van opheffing der gedagte fufpenfie , geenzins van oogmerk zyn de cours der Jaflitie eenigerwys te Itreminen, maar wel 'deeglyk aan den Procureur Generaal dezer Land-  NEDERLAND. 299 LnndTchappe overlaten en denzelven daar toe des noods gelasten, om tegen hen Supplianten, fchoon wederom in hunne functicn als Vroedfchappen te Franeker toegelaten, zoo wanneer onder dezelven gevonden wierden Perfonen, die, naar inhoulvanhet g.ëmaneerde Plakaat van Amnestie de dato den 16 October 1787, uitgezonderd en alzoo ftrafbaar zyn, van nu af zoodanig te ageren en te procederen, als dien conform zd behooren". „ Wyders by Hunne Ed. Mog. nog gedelibereerd zynde op de verzoeken door de mede gefufpendeerde Vroedsüeden Johannes Ennema en Tjeerd Banga, insgelyks tot herftelling by Requeste gedaan, gelyk ook op een zoodanig verzoek door de onwettig tot Burgemeester aangefteldcn Jan Everts Seheltema gefchied, is goedgevonden die verzoeken provifioneel en gedurende de dementie dier Supplianten, op het gedemolieerde Blokhuis, te houden in deliberatie en het Rcquest van laatstgenoemde Suppliant, waar by erkend zich te hebben laten kiezen tot een Lid van de pretenfe Staatsvergadering te Franeker en daar by te hebben geadfifteerd, te ftellen in handen van voorfchreven Procureur - Generaal tot zyne informiae1'. „ En is ten opzigte van het geproponeerde van voorzeide Commisfie tot defenfie dezer Provincie enz., aangaande de voorvlugtige perfonen van Feico Lemkema en Eife Jeltes Eifinga, gewezen Leden van het ZO"  300 Het BEROERD zoogenaamd Defenfiewezen van Staat en der Stad Franeker, befloten dezelve te houden voor gecasfeert van hunne Functien als Vroedslieden van gemelde Stad Franeker, indien zich, van het geen ten hunnen Jasten is leggende, binnen drie maanden na dato de zes, niet komen te ftellen ter purge voor den Hove van Juftitie dezer Provincie. „ Voorts by Hun Ed. Mog. in aanmerking genomen zynde, dat meergedagte Stad Franeker is geweest de Zetel der in deze Provintie zoo doem • waardig aangevangen, en , onder Gods zegen, nog tydrg en gelukkig gedempte Rebellie, en dat de conduite der Stedelingen, in het algemeen befchouwd, aan Hunne Ed. Mog. niet dan hoogst mishaaglyk heeft kunnen zyn, is eindlyk nog gercfol veert het Collegie der Heeren Hunner Ed. Mog. Gedeputeerden te gelasten, zoo als gefchied by deze. „ L De Fortificatie penningen, welke anders jaarlyks aan voorfchreven Stad worden verftrekt, in te houden tot nadere dispofitie van Hunne Edel Mogenden. „ 11. Het Stads Kanon, mitsgaders de Geweren, Vaandels', Trommen en foorrgelyke goederen der Schuttery te doen herwaarts overbrengen in 's Lands Affenaal,.en dezelve Schuttery, namens Hunne Ed. Mog., te interdiceren met Snaphanen ter Wagt ie  NEDERLAND. • 301 te trekken of ergens alzoo gewapend te verfchynen". ,. III. De Deuren uit de Scads Lmdpoorten en de Hekken voor dezelven, als mede de Deuren of Hekken uit de Waterpoorten en de Bomen in de Stads Gragten leggende., te doen uit- en wegnemen, en op eene bekwame en veilige plaats binnen de Stad te doen brengen en verzekeren, en voorts in het generaal te beletten, dat door het ophalen van Bruggen of anderfints de toegangen worden belemmerd of de Stad op eenige manier gefloten worde. „ En zal Extract dezes aan de genoemde Supplianten, welkers fufpenfie zal worden opgeheven, na hunne Comparitie in de Kamer van het Mindergetai, worden ter hand gefield, tot narigt, en om zich daar na te gedragen : en verders een gelyk Extract worden gezonden aan den Heere Rengers en Geadjungcerden, tans de P egering van Franeker waarnemende, als ook aan den Prokureur-Generaal totdeszelfs informatie". „ Gelyk mede door overgave van zoodanig Extract, door 's Lands Secretaris hier van kennis zal worden gegeven aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden en den Hove Provintiaal". „ Aldus gerefolveerd op het Landfchapshuis den 14 February 178b".  wm 302 By den Drukker deezes is gedrukt t (I) De Tegenwoordige Staat van FRIESLAND, Inhoudende de Algemeene Befchryving der Provincie, derzelver Beknopte Histo ie van de vroegfïe tyden af tor op den jaare 1414 , welke by m est alle Gefchiedfcfiryvers onder die van de andere Gewesten is verward; verders de Befchryving der Elf Steden, der Dertig Grietenyen en derzelver byzonderheden , der Admiraliteit te Harlingen, der Geldmiddelen, Zeedyken, Rcgeering , Kerkltaat, Landbouw , Koophandel enz., beneffens Nieuwe Kaarten van de Drie Kwartieren , waarop de Scheidlinien van elke Grieteny, en fiaaie Plaaten van de voornaamfle Gezigten van Leeuwarden, Harlingen , Dokkum, Franeker YVorkiim , Makkuin en andere Plaatfen. Gok eene uitvoerige Befchryving der Eilanden Ameland en Schiermonnikoog. Op zig zeiven is dit Werk in Vier Deelen Compleet , en ook gefchikt om te dienen tot een Vervolg van het beroemde Werk den Tegenwoordigen Staat der Nederlanden. (TI) Het Tweede Stuk van 't VERVOLG op J. Wagenaars Befchryving van Amfterdam bevattende deGefchiedenisf.n der Stad, in de jaaren 1747 en 1748, met veele Byzonderheden, Dit Werk zal worden vervolgd tor op de Omwenteling van den jaare 1787, en een groot aantal Plaaten zyn reeds in gereedheid, ten einde hetzelve, ook in dat opzigt , te doen voorkomen als niet onwaardig om te dienen als een Vervolg op J. Wagenaar, en als zoda-  B L A D V Ü L L I N G. 303 zodanig eene geagte plaats te bekleeden in onze Neder» landfche Boekeryen. Gedrukt in groot Octavo niet alleen, maar ook in Ordinair folio, Groot folio , en op Fransen best Schryfpapier, alles in den zelfden trant, als waarop de Historiefchryver der Stad heeft goedgevonden zyn Werk te doen drukken, waarvan nog aparte Deelen in de verfcheidene formaaten zyn te bekomen, en ook eenige Complecte op groot folio formaat. (til) Verhandeling over de Zeedyken in het algemeen, , en die der Vyf Deelen in het byzonder, door A. YPE Y", A. L. M., Phil. et Medic. -Doctor, Lector Botan. et Med. Legal. te Franeker, en Lid van de Holland» fche Maatfchappy der Weetenfchappen te Haar* km.' • ƒ 1-10-" (IV) DfiePrysverliandelingen over de Vraage: Of het voor de Provincie van Friesland voordeeliger zy, den Uitvoer van Hooi ééns voor al te verbieden; of wel Voor altoos open te Hellen? Dan wel, of het beter zy,. dat de Wetgeevcr na gelegenheid den Uitvoer befliere; en welke jaartyd tot die bepaaling, met betrekking tot de Veehoedery, de gefchiktfte zy? door eene' MAATSCHAPPY van TIEN LEDEN den 20 April 1780 voorgemeld, en met derzelver goedvinden, ten autte der Ingezetenen van Friesland, gedrukt f 1 - 5- : (V) Drie Prysverhandelingen ter beantwoording dergedaane Vraag dooreen Genootfchap van VryeFriezen, nopens de beste inftellingenvoorde Vry-Corps en Schutteryen ,  3o4 BLADVULLING. ryen, door de E. E. Heeren JOHAN GEORG HERBIG, Vaandrig in het Regiment van Z. F. D. den Heere Co ionel'Prinfe van Hesfen - Darm (tadt ten dienfte deezer Landen, HARMANUS ONEÏDËS , Erfgezeten te Exmorra, JACOB van MANEN, Adz., Secretaris van het Genootfchap van Wapenhandel pro Patria et Libertate te Utregt. Aan de Schryvers van welke drie Eerepryzen zyn toegeweezen, tè zamen van Tachtig Gouden Ducaaten, benevensEen Gouden en Twee Zilveren Medailjes van het Exercitie-Genootfchap te Utregt. , • • ƒ I-.I8.-J (VI) Verhandeling over de QUOTAEder zeven Vereenigde Provinciën, waarin wordt getoond wat men behoorde te weeten, om de Quota van ieder Provincie genoegzaam Wiskonftig te berekenen, en hoedanig die, uit het geene men waarfchynelyk weet, op die wyze, ten naasten by bepaald kan worden, door NICOLAUS YPrY, Mathefeos et' Avchitcctura Militaris Profesfor Ordinarius, in Frieslands Hooge School te Franeker. . . - . / i -: -: CVTI) Genecswyze van de Ziekten en Kwaaien der Paarden, betraande meestal uit eenvoudige en onkostbare Geneesniiddelén, ten nutte van Landlieden, Stalhouders, Smeden, en kortom allen , die, uit hoofde van hun beroep of uit lief hebbery, gewoon zyn Paarden te hou en. Getrokken uit hetFransch van Vitet , door REINEPv. FONTEIN. ƒ: -18 -: