D E ' R E PUBLIKEIN. DERDE, en LAATSTE, DEEL.  UITLEGGING VAN HET TITELVIGNET. Zie hier den Vrijheid - boom in vollen Juister bloeijen, Offc'iioon ook flang bij Hang aan zijnen wortel knaagt! — Standvastigheid verwint, hoe fel de orkaanen loeijen, Schoon nog de dwinglandij de kroon der heerschzucht draagt: Verlichting durft het mom aan domheid afterukken, De fakkel, die zij draagt, verfpreid haar licht in 't rond: Geftrengeld aan de Deugd, kan niets haar onderdrukken; Kaar invloed is op recht, natuur , en plicht, gegrond...  D E REPUBLIKEIN.   INHOUD VAN HET DERDE, en LAATSTE, DEEL. N». Ui. Grondregels,^ inrichtinge van het Staatswezen. . • • ;™. i No. na. Bedenkingen over de vernietiging der Uctroijen, ten voordeele der voormaals Heerfchende Kerk. — Over de te recht Helling van een Lid der Nationale Vergadering, in cas van een ordinair, of commun delict . 9 No. 113. Voorflagen, om de geforceerde Geldheifing van Hólland''j Beftuur min fchaadelyk te maaken. .• • *' No. 114. Vervolg en Slot van No. t"« • a» No. üZ Uerzang op het Decreet der Nationale Vergadering, ter affcheiding van Kerk en St33t • * * * 33 No. 116. Brief van Euterophilus , met het ^«iwoord, over den invloed des Volks op het Beduur, en deszelfs Vermogen ter oproeping der Grondvergaderingen—Brief van • eenKerkvriend over de voordduuring van de voordeden der voormaals Heerfchende Kerk, met het Andwoord. . . 41 No. ut. Nadere aanmerkingen op het ftuk der Belastingen.- Onderzoek, of de Christenleeraars , voor zoo verr'zij niet uit s Lands Kas worden bezoldigd, verplicht zijn , van hunne tractementen in Holland's geforceerde Geldheffing te betaal en ? « • 49 N° 118. Aanmerkingen over Holland s jammerm Finantie- en Zee - wezen. - Staatkund ge Bedenkingen wegens de inwisfel.ng der Franfchc Asfignaten.- Een oud voorbeeld, met een nieuw vergeleken, ter onderrichting van eerlijke Orange-gezinden. Anecdoten uit de Gefchiedems van Herfstmaand. • ^ £ '■., 'an 57 H, 1,0. Waarin beftaat de waare Vrijheid van een W * 9 volk? - en hoe wordt zij op de ze- kerfte wijze ingevoerd? • ^ ^5  INHOUD. N°. 120. Iets over de uitftrooifelen, ten aanzien der aanftaande Conffitutie . Bladz. 73 No. 111. Brief van J. Denker, over het onderhoud der Armen uit de Kerke-kasfen en Collecten, met het Andwoord. . Bladz. 81 Ho. 122. Bedenking-en over het Decreet der Natio-' nale Vergadering van 13 October. — W.at moet eik rechtfchapen Burger verrichten, bij de openbaarmaaking van het Ontwerp van Conffitutie? — Over de vertraagde invoering van het Stedelijk Reglement der Grondvergaderingen te Amfteldam. . 93 N°. 123. Is dan de ondeelbaarheid der Bataaffche Republiek eene hersfenfchim ? — Iets over de Acceptatiën voor Buitenlandfche Reekening. -— October - Anecdote wegens de Wisfelbank te Amfteldam. . 1 r0j No.\2$. Brief van J. Opmerker, over het vermogen der Gereformeerde Kerken, om zich zei ven te onderhouden , met het Andwoord. 109 N°. i25.Voor!oopige Bedenkingen over het eerfte Plan van Conffitutie . .117 H°.n6.Vervolg van No. 125., bijzonderlijk over net gedrag der Commisfie tot de Conffitutie. 125 No. 127. Aanmerkingen over het voorgevallene omtrend het Plan van Conffitutie. . 133 N°. 128. Over het agterlaten van de voorafgaande Verklaaring der Rechten van den Mensch en Burger, in het Plan van Conffitutie. . 141 N°. 129. Brief van J. Voorzichtig, over de Bezuiniging der Gereformeerde Kerken, bijzonderlijk over de affchaffing der Dorp-Schouten. —» October- Anecdote eener Kerküjke Hand-opening. , . . I40 No. 130. Brieven over de Marine, bijzonderlijk over de zaak van Lucas, met het Antwoord. Provinciale September-Anecdote. . jcy No. 131. Vervolg van Ne 128 , bepaaldlijk ovér het gemis van noodzaaklijke vereischten, in de Acte van Conffitutie. . jgs N°. 132 en 133. Iets over de Schulden van Holland, in derzelver betrekking tot de overige Provinciën Aanfpraak aan Neêrla id's Volk, bij de intrede van het ids jaar der Ba taaffchê Vrijheid. . .173 No. 134.  INHOUD. N°. ^.Vervolg en Slot van No. 128. Bladz. 189 No. 135. Zamenfpraak tusfchen twee Volks-vertegenwoordigers , over de tegenwoordige tijds-onhandigheden. Üiitrekfei van een Brief uit Friesland, • , • *97 No. 136. Aanmerkingen op de Publicatie.van f*«land's Provinciaal Beftuur van 30 Decent- her i796. Invallende Gedachten. «05 No. 137. Bedenkingen van Batavus over 's Lands verwarden toeftand. . v .. * N«>. 138 en 139. Brieven over Rolland's Intermediair Beduur, de aanblijving van deszelfs Leden, en van deszelfs Reglement, met de AM- ^ woorden, ■ ■ - N° 140en 141. Aanmerkingen op het voorgevallene te Leijden , betreffende de Arresten van eenige Burgers , van daar, in den Haag, op bevel van het Provinciaal Committê van Holland. — Brief van V D over de verandwoordlijkheid van Holland s Beftuur, ten aanzien der Finanüèn, met het Antwoord. • ■ • • No 142. Brief van een Hollander over de onvoegzaamheid in de verandering van 's Lands Imposten, met het Andwoord. . ».>3 no Ui.Brief uit Friesland, over de Orange-op-* rocrighcden aklaar.—Waarom wordende Rc-hten en Plichten van den Mensch en Burger, bij de Nationale Vergadering niet daadlijk gedecreteerd? — Iets over het nationalizeren der Obligatién, op grond van de inéénfmelting der Schulden. . *5i N° 144 Aanmerkingen op het Ontwerp van Conftitutie vvn 11 Januari]. — Over het Rapport der Commisfie ter opneminge der Bezwaaren , die uit het oude deifel eener Heerfchende Kerk voordvloeijen. Iets over de Verdeeling der Bataaffche Republiek in Departementen. . • No 145. Aanmerkingen op het gedrag der Kiezers• * ' Vergaderingen , te Amfteldam, bij de benoeming van nieuwe Leden tot Holland's Provinciaal Beftuur. — Iets over het Rapport dei- Burgers de RJwer, van Marle  INHOUD. en van Hooff, op i Maan 1797,wegens de affcheiding der Machten. . Bladz. 27* m 146. Vervolg van No. 144, over de Grondbegmfelen van het Ontwerp van Conftitutte. . . . . 284 N°. I47en 148. Addres aan de Nationale Vergode, nng, ter zake van betoog, dat de Leeraars der onderfcheiden Kerkgenootfchappen, in Nederland, uit 's Lands Kas niet behooren bezoldigd te worden. 30» N°. 149- Vervolg van No. 146, over Titull en U van het Ontwerp van Conftitutie . . 3i2 N°. 150.Aanmerkingen op het Decreet der Nationale Vergadering, van 11 Maart, wegens de Provinciaals-wijze Stemming over de Conftitutie. Wat moet 'er gefchie- den, ter wegneminge van alle verkeerde maatregelen bij het Provinciaal Beftuur van Holland') . , , .321 No. 151. Vervolg van No. 149, over Titul lil van het Ontwerp van Conftitutie. . 3™ N°. 152. Brief \ix\J. Onvergenoegd over hetSchoutsBewind op het Land, met het Andwoord. — Hollandfche Anecdote omtrent Vtanen 337 No. 153. Vervolg van No. 151, over het Ontwerp van Conftitutie. . _ N°. 154. Brief van Paulus Rechtzinnig , tegen de bezoldiging der Kerkleeraaren uit 's Lands Kas, en van Semper Idem, over den verWarden Staat van Ontvang en Uitgaaf, door Holland's Beftuur in het licht gegeve" 353 No. 155. Vervolg van No. 153, over Titul IV van ' het Ontwerp van Conftitutie. . 361 N°. i$6. Vervolg van No. 155. " . .369 N°. 157. Brieven, van P. P. over de vergelijking van het charakter der Nederlanders, met dat der Oude Romeinen, en uit hetA'uw tier van Vollenhove, over de Patriotfche denkwijs aldaar. — Thermometer van Kerk en Staat. . . . No. 158 en 159. De Tijdperken der Omwenteling.— Brief' van een Hollander, over de nieuwe ontwerpen der Finantie , met het And•woord. . . . -385 N0.160.  INHOUD. N°. 16b. "Vervolg van No. 156, over 7»»/ VII, van het Ontwerp van Conftitutie. Bladz. 401 N°. 161 en 162. Demos aan zijnen Stiefvader Aristus. — Brief van j? de Hollander, over het Volk, en deszelfs Oppermacht, volgends eene juiste bereekening , met het Andwoord. . . , 4o0 No. 163 en 1Ó4. Vervolg van No. 160, over Titul V en VI, van het Ontwerp van Conftitutie. 425 H\\6s tni66. Addrés aan de Nationale Vergadering, ter inlevering van bezwaren tegen het Ontwerp van Conftitutie, met bedenkingen over deszelfs afwijzing. *— ConceptReglement van Regeering voor het Land. 441 No. 167.Vervolg van No. 164, over Titul VIII, van het Ontwerp van Conftitutie. . 457 N°. 168. Jets over de aanflaande Hollandfche Geld- heffing. Vragen van den Dag. — Brief van een Tooneelvriend aan den Republikein . met het Andwoord. . 465 M°.l6g.Addrés aan Holland's Beftuur, wegens de Provinciaals-wijze ftemming over de Conftitutie. — Bedenkingen over de Procla~ matiën der Nationale Vergadering, betreffende het Ontwerp van Conftitutie. . 475 N°. 170. Vervolg en Slot van No. 169, over'de Proclamatie der Nat. Vergadering. . • a^i N°. 171. Vervolg en S'ot van No. 167, over Titul IX tot XIV van het Ontwerp van Conftitutie. Jets over het rappél van den Minister Meijer uit Parijs . 4g0 N°. 172-Korte Overziening van het gebeele Ontwerp van Conftitutie, met eene onpartijdige beoordeeling der gevaaren van deszelis aanneming of verwerping. . 4Q_ N°. 171. Vervolg en Slot van No. 172. 2oN°. 174.Heeft het Ontwerp van Conftitutie,'zelfs 5 bij meerderheid van ftemmen wordende aangenomen . eene verbindende kracht, indien het bewezen wordt ftrijdig te zijn met de onvervreemdbare rechten des Volks ? —— Heeft men uitzicht op een beter Ontwerp indien het bij! meerderheid van Stemmen verworpen wordt? ~~ Jets over de Memo-  INHOUD. morie van den Franfchen Minister, Noèl, van ao. >//;. Over de Finantiëele executie der Gewesten door de Nationale Vergadering. — Bataaftche Bijzonderheden van het 3 ^ bereiking van dit oogmei k, zouden maaken vriHvilltbTUng'n bï°:M"S verdrag,.feboon echter $«f% Slaakt zynde, werden verplichtende voor allen en kregen daar door den naam van Wetten als zijnde vastfiellingen van den a'gcm:eneu wiJ, ^2ïï zich ieder moest onderwerpen. Hri Deze Wetten mogen dus geen ander oogmerk hebben dan de handhaving der openbaare rust, der gt he.d der eer, en der perfoonlijke eigendommen, we kei• befcherrning algemeen en eenparig behoort te vvZn Deze Wetten vorderen eene naauwkeurige opvolS ï van ieder Burger. Dan, daar niet alle |urgmS verlicht zijn omtrend de beugen van zich zeh en en van anderen, daar'zij, dikwerf, door vaceerde £infelen van de waarneming der gemeene belangen en de gehoorzaamheid aan de gem.tam voorwaarden ' of Wetten, werden afgetrokken, had men ook ftraffe, nodig om eenen ieder tot gehoorzaamheid te verbindt Deze ftraffen behooren te beftaan in eene naau keurige vergoeding van het misdrijf, voor zoo v£? 3l kan herfteld worden. Zij moeten dus naar hetze ve naauwkeung geëvenredigd zijn. Ingevallen, w a in de vergoeding onmooglijk is, door den inisdaadiger zelf wordt de Maatfchappij zelve verplicht, de gefein , ! dcelen der beledigden, zoo na mogelijk, cheffin en den misdaadiger i„ A&t te ftellcn. oni, ]a S ^ beid tot ódèi- -s • vcrder' door lichaamIiikc" »- - bed, t0t edeler denkwijze te overreedeu, en door den tijd als een nuttig Burger, aan den Staat weder t e £ ven De Wetten gemaakt zijnde teu behoeve van allen A » be-  4 DE REPUBLIKEIN. behooren ook de ftraffcn, zoo zeer zij tot affchrik dientfS den moedwilligen, eenpariglyk te geiden omend aïen 'Er mag derhalven, in derzelver werking en uitoefening omtrend misdadigen , geehe de minste onde"ïeheiding° plaats hebben-, maar moet de grootste geliVkheid hicromtrcnd worden in acht genomen. Geën Burger, hij zij wie hij zij, mag in rechten betrokke vervolgd, in hechtenis genomen m gevangenis gezét, gevonnisd, of geftraft worden, dan volgends de Wet, welke het voorfchrift moet zijn van en voor atenVen overeenkomstig de bijzondere wijze, welke 3 Sé Wetten duidlijk omfchreven behoort te wezen in gevaUen, waarin de Wet niet moge voorzien hebben vereicht de billijkheid, dat eene afzonderlijkeRechtbank door den gedaagden benoemd, mids aan de hoedïheid van goede rechters voldoenend, de ftraf beÏÏle èn als dan eene nieuwe Wet gemaakt worde voor §£ 7oort"enike gevallen in het toekomende. OndS de' Wenen behoort bovenal die naauwkeung geMd « worden wegens het dragen der algemeene la?en waartoe allen gelijklijk verplicht zijn De onge iikl cid van tijdlijk vermogen kan alleen dan eene w.jK?n* toelaten van belasting der meervermogenden of S n w nnener het gebruik hunner rijkdommen nadeeif mö»t werken voor de algemeene nijverheid, en daar door voor de gemeene welvaart. De vast-/telling der Wetten. Alle Wetten zonder onderfcheid, het zij burgerlijke, Iflfftrafliike huishoudenlijke, of anderen, verplichtend SlfVoor allen, moeten haare kracht ontleenen van de vVijwillige overeenkomst, het verdrag en de toeftem- ^Jneé'te eenparige toeftemming niet kan verWen worden, omdat de bijzondere belangen by afS&b Burgers dikwerf zwaarer wegen, dan die va. 1 algemeen, is de minderheid gehouden zich aan het befluit der meerderheid tc onderwerpen Dan ïaardien eene beflisfing in dit geval, zoo wel als m alÏÏÏSe gevallen, bij meerderheid, dikwerf aan groote Lw^XÏndeVhevig is, zal ^. billijkheid vorderen dcsVe meerderheid van ftemmen met zoo zeei tot de helft, Ts wel tot twee derden, der Hemmende meemg- te DvSeeï; wanneer eene Maatfchappij te talrijk vaa  DE REPUBLIKEIN. 5 leden is, om in masfa te vergaderen , kan zij deze macht óm Wetten te maaken , in gewoone gevallen, overdrageT op zekere lichaamen , of Machten door haar vrHlijk gekozen, aangcfteld en gelastigd. De wijze eSter, waarop de Natie haare Vertegenwoordigers begeert té verkiezen, te benoemen, aanteftellen, en haare vertegenwoordiging in volkomene orde en werking te brengen, hangt alleenlijk af van haar zelve omdat daarin volftrekt begrepen is de uitoefening van het recht, dat oorfpronglijk aan ieder Burger toebehoort. Bij de geheele Natie berust ten allen tijde de Opperfte Macht Deze kan nimmer aan éen, of veelen zelfs niet aan het geheele lichaam van Vertegenwoordigers worden overgedragen, omdat zij de maeht is, en al jd blijft, van ieder Burger in 't bijzonder, welke hij nimmer, als zoodanige, kan afftaan. De Natie heeft, ten allen tijde, het recht, om te bekrachtigen, of ook te verwerpen, alles, wat door haare Vertegenwoordigers voorgefteld , of ook beraamd is. In gevallen, waarin het algemeene welzijn in den volftrekten zin begrepen is, behoort zij het maaken van eenisre Wet zelve uitteoefenen. In andere gevallen van minder belang, kan zij dit recht door haare Vertegenwoordigers doen uitvoeren. Het recht zelf der Natie, blijft onveranderlijk en onvervreemdbaar. Het Bewind. Eene Maatfchappij kan alleen jbeftaan door goede wetten Maar het is niet genoeg, dat zij wetten heeft. Dezelve moeten ook uitgevoerd, en wel, tot handhaving der algemeene orde, welke haare fteun is.naauwkeung uitgevoerd worden. De Natie zelve, talrijk zijnde in leden kan deze uitvoering niet in werking brengen ot houden Zij heeft, derhalve, Bewindsmannen nodig, die, in haaren naam, de uitvoering bevelen, en daarvoor naauwkeurig zullen waaken. üe Maatfchappij, of de Natie, draagt dus aan haare Vertco-cnwoordieers over het vermogen van uitvoering, doorgaands uitvoerende macht genoemd. Deze uitvoering, in naam der Natie , is dus geen recht van de zijde der perfoonen, welke de Natie daarmede belast, maar een uitdruklijke plicht, welke fteeds hooger en gewichtiger wordt, naar gelang der gevallen, waarin die overgedragen macht werkt. >£r beftaat dus buiten de Natie, geene wetgevende A 3 Macht.  4 .DE REPUBLIKE IN. Macht. Alle macht, van de Natie op haare Vertegenwoordigers overgedragen, is flechts bij volmacht, geleend, en eindigt op het zelfde tijdftip, waarop de Natie haar oorfpronglijk recht herneemt. Alle Machten , van welken aard ook, vloeijen dus voord uit de opperfte en éénige Wetgevende Macht welke bij de gantfche Natie berust, en zijn ook, uit dezen hoofde, ten iïerkften verbonden tot verandwoording van alle haare handelingen zonder onderfcheid. Dc beste Staatsregeling is die, waarin de gevallen zijn bepaald , waarin die verandwoording altijd gelden zal, met bijgevoegde omfchrijving van de wijze, waarop de Ver«egenwoordigers die verandwoording zullen doen. Dit geldt bovenal omtrend het heffen van belastingenden het gebruik der opgebragte penningen voor de algemeene behoeften. Hoe nader de regeling van het Bewind komt bij de gewoonc beheering van eene afzonderlijke huishouding, hoe volkomcner , eenpariger, vrijer en gelukkiger de toeftand der Natie, dat is, de Staat zelf, wezen zal. De Natie heeft ten allen tijde het recht, om plaatsgrijpende Wetten zodanig te .veranderen, als zij voor haar gemeen dienflig oordeelt. Een geheel overzicht of verandering der Staats-form blijft, om de geheime oogmerken van zommigen , altijd gevaarlijk , en behoort derhalve bij onderlinge overeenkomst, aan zekeren bepaalden tijd verbonden te worden. De uitvoerende Macht , in de masfa der Vertegenwoordigers berustende , blijft ten allen tijde aanfpraaklijk voor alle gevolgen, welken, ten gemeenen nadeele, uit de verwaarlozing, of onnaauwkeurige handhaving der gemaakte wetten zullen voordvloeijen. Elk willekeurig bevél, elke daad, door het Bewind bedreven, welke geencn grondflag heeft in den duidlijken letter der befchreven, en bij de Natie goedgekeurde Wetten, is in zich zelve niets. Zij, die zulks geven, vorderen of uitvoeren, zijn allen fchuldig, en moeten aan de Wet worden overgegeven. Alle Burgers, en ieder Burger, hoofd voor hoofd, tegen wien zoodanige willekeur wordt uitgeoefend, hebben het oorfprong'ijk recht, om geweld met geweld te keeren. Alle machten bewind, blijkend- de ondervinding, door den tijd, tot willekeur en dwinglandij overhellende, vordert ftaatkundige omzichtigheid, door het gemeen belang gewijzigd, dat elk Bewindsman, flechts voor ze- ke-  DE REPUBLIKEIN. 7 keren bepaalden tijd, de invoerende macht in handen hebbe, en niet weder verkiesbaar zij, dan na een geruimen tijd ambteloos Burger geweest te zijn, noch ook, zonder alvorens met die Leden, aan welken dat onderfcheiden deel der uitvoering was opgedragen, volgends eene bij de Wetten omichreven \vijze , verandwoording van zijnen post gedaan te hebben. Regeling der onderfcheiden Machten. Alle Machten zijn alleen aangefteld, als Uitvoerers der plaats grijpende Wetten , in den naam der Natie, tot handhaving van veiligheid en goede orde. Hoe onderfcheidener en onafhanglijker de iichaamen zijn, waaraan de* een of andere tak van uitvoering is opgedragen, en hoe eenpariger wederom alle deze onderfcheiden Iichaamen, door de Wet, tot ééne eenpaarige bewerking van het algemeene welzijn geleid worden, zoo veel te voortreflijker zal de Staats-regejing zijn. De recht-fprekende Macht waakt voor de veiligheid van perfoonen en eigendommen binnen den Staat. Haar vermogen, door goede Wetten omfchreven, moet heilig en onfehendbaar zijn. De Macht der openbaare fchattingen zorgt voor de inkomften en uitgaven van Staat, waarvan de eerlten zorgvuldig opgebragt, de laatften behoorlijk voldaan moeten worden, op aanfehrijving van het burgerlijk en ftaatkundig Oppcr-bewind. De M'.iclu van buitenlandfclie befcherming zorgt voor het behoud van den Staat te land en ter zee, tegen allen mooglijken of daadlijken aanval van buiten. Haare werking hangt af van de bevelen, welken zij van het Staatkundig Bewind ontvangt. Haare naam duid 'reeds aan, dat geen Soldaat, in eenig geval, tegen den Burger mag worden aangevoerd. De verdeëlingln twee Departementen, waarvan het een het ftaande Leger te Land, het ander het beftuur over de Marine heeft, zal voor beider werking hoogstnuttig zijn. De Macht over de Rurger-Waapening is, in tijd van vrede, onnodig, als een afzonderlijk lichaam befchouwd; wordende de beheering over dezelve aan ieder plaaifelijk Bewind overgelaten. Alleen in tijd van oorlog, is haar aanwezen hoogst nodig, om de gemelde Waapening tot haar oogmerk behoorlijk te wijzigen. De Macht van toezigt over den Landbouw, Fabrieken,  8 DE REPUBLIKEIN. ken, Koophandel, Schooien, Kunsten en Wetenfchappen, en de buitenlandfche Bezittingen van den Staat, kan zeer evoeglijk in zoo veele onderfcheiden kamers verdeeld worden, als 'er onderfcheiden takken van werking zijn-, doch ook die genen, welken een onderling naauw verband hebben,als, bij voorbeeld, Fabrieken en Koophandel, Schoolwezen en Wetenfchappen, behooren, door eene zorgvuldige richting, tot eene meer eenparige werking vereenigd te worden. Alle de werking van deze Machten, eindelijk, behoort in zich te verzamelen het burgerlijk en Jlaatkundig Opperbewind, of die Macht, of Vergadering, welke de naaste betrekking heeft tot de Natie, en haar rechtftreeks vertegenwoordigt. Zij, het vermogen hebbende van te willen en te werken, moet in den hoogften zin voordcelig kunnen werken voor de Natie. De nadeelen , welken deze Vertegenwoordigende Vergadering zou kunnen ftichten, behooren, door wijze bepaalingen van haar gezag, te worden vóórgekomen. Tot haar behoort het vermogen, om de overige Machten tot haaren plicht te geleiden dan , wanneer zij mogten faalen , fchoon zij voor het overige, ieder op zich zelve, afzonderlijk blijven werken. Zij vereenigt alle de kracht der verzamelde werking in zich, deels door de rapporten; welken zij daarvan ontvangt, als door de zekerheid, dat zij aan haare afzonderlijke betrekking voldoen. Dit laatfte geldt bovenal ten aanzien der Recht/prekende Macht, waaromtrend zij alleen behoort te werken dan alleen, wanneer het blijken mogt; dat het recht niet behoorlijk gehandhaafd ware. In alle andere gevallen beveelt zij aan de ondergcfchikte Machten in eenen ftelligen zin zoodanig, als het heil der Natie zal vorderen. Zij zelve vindt haare bepaaling in de Wetten , welke haar vermogen en haare werking in dier voege regelen, dat zij nimmer in een willekeurig Bewind zal kunnen ontaarden. De gevolgen, die uit deze grondregels voordvloeien zullen wij bij een volgende gelegenheid mededeelen. (.Het vervolg in No. 112.)  DE REPUBLIKEIN N°. 112. Mannen, die zeiven de Vrijheid dierbtarer dan het leven *chten. die gezind zijn aan anderen te doen het geen zij willen dat aan hun gefchiede, begeeren onverzetlijk , dat Me las* ten van de fchouders hunner Medeburgeren worden afgeligt op hetzelfde oogenblik, waarop de waare Staatkunde, op deugd en orde gebouwd, die opheffing mogelijk ziet. Missive dbr nationaals verga dering aan de hooosto-b- constitueerde machten der ondericheidene Gewesten , van dei» 10 Augustus, 1796. REPUBLIKEINl Onder de voorwerpen van den dag, die mijne aandacht bijzonderlijk tot zich trokken , zijn de gefchriften van Holland-'s Provintiaal Beftuur, onlangs aan de> Nationaale Vergadering overgezonden. Het eene betreft deszelfs bezwaar over het dadelijk en onverwijld vernietigen van alle Octroijen, afkomftig uit de inrichtingen eener voormaals heerfchende Kerk, en het andere de te recht ftelling van een Hollandsck Ingezeten, Lid der Nationaale Vergadering, m cas van een ordinair of commun delict. Beiden gaven mij aanleiding tot eenige bedenkingen, welken ik u bij dezen toezend, om 'er dat gebruik van te maaken, het geen gij zult oordeelen te behooren. De meesterlijk gefielde Brief door de Nationaale Vergadering aan de Hoogst-Geconfhtueerde Machten der onderfcheiden Gewesten afgezonden, ingevolge van het 5de Artikel van haar Decreet wegens de Affcheiding óer Kerk van dsn Staat, behelst de vplgende aanmaar- III. Dbui^ B Hing*  io DE REPUBLIKEIN. iling: „ dat zij (dc Ingezetenen) zoo fpoedig mogelijk „ door u ontheeven wórden van alle drukkende en be„ zwaarende overblijffels van het oude flelzel eener „ heerfehende Kerk; dat in het bijzonder, daadelijk „ worden ingetrokken, en buiten werking gebragt, al„ le zodanige Rcfolutiën, Plakaten en Octrooijen, die „ in ulieder Gewest genomen, afgekondigd en verleend „ mogten zijn, welken de Leden van alle Kerkgenoot„ fchappen verplichten, om, ten behoeve van ééne be„ voorrechte Kerk, perfoneele belastingen optcbrengen : „ vooral, dat, terftond na den ontvangst van dezen on„ zen brief, geheel worden vernietigd alle procedures „ van executie, welke uit kracht der gezegde Plakaten „ of Octrooijen worden gedirigeerd." Deze aanmaaning in zulke vóegzaame bewoordingen uitgedrukt, dat men zich indedaad moet verwonderen over de fchranderheid haarer fteliers, daar zij juist den gcheelen geest behelst van het Decreet der Vergadering, en tevens voor alle die gevallen, waarin het Decreet, op het eerfie oogenblik zijner uitvoering, gewichtige zwaarigheden mogt ontmoeten, eene gepaste gelegenheid heeft overgelaten, om dezelven, met vóórkennis der Vergadering, behoorlijk te regelen. Zonderling voorzeker, dat Holland's Beftuur zulks niet heeft opgemerkt! Alle de verwarring immers, welke uit het Decreet der Nationaale Vergadering bij mooglijkheid kan vallen, betreft niet de perfoneele belastingen; (of, zo al dat perfooneele ónder 'het vóórmaalig Bewind den grond van eenig pecuniee! Fonds gelegd had, wie zou dan niet, in dezen tijd^ waarin perfoonlijke onderdrukking met het hoogde recht verfoeid wordt, van Holland's Beftuur verwacht hebben, dat men zulke perfoonlijke belastingen onmiddelijk opheffende, die op eene andere wijze had weten t» vinden, vooral daar dc kundigheid, om lasten te heffen, eene brzondare hoedanigheid uitmaakt van dat provincie aal Bewind?) maar de- reëele lasten, en van dezenzwijgt juist dc Brief opzetlijk, om de uitvoering van het'Decreet voor de Machten der Gewesten gemaklijk te maaken , met behoud der Vrijheid van zoodanige' Ingezetenen, die over zoodanige reëele lasten mogten klaagen, om zich deswege tot de Nationaale Vergadering te vervoegen , gelijk de Reprefentant Kantelaar zelf verklaard heeft. Maar zeer zonderling is, bovenal, de bewoording ter dier gelegenheid: a.dat Wij (het Provinciaal Beftuur> . -1  DE REPÜBLIKEIN. u '„ zonder nader onderzoek en ernftige overwegingen, „ de executie van dat gedeelte uwer Misfive voor „ als nog zullen moeten uitftellen-" Hoe! zal het dan van ieder Gewest afhangen, om de befluiten der Nationaale Vergadering vooreerst, aan zijne overweging, en dus aan afkeuring, zoo wel als goedkeuring, te onderwerpen ? — ten tweeden , de uitvoering daar van tot •zoolangoptefchorten? — en ten derden, ingeval eener mooglijkc afkeuring, daadiijk te vernietigen? Indedaad, indien dit zal mogen doorgaan, wie voorziet dan niet de grootfte verwarringen, welke, uit dit conflict van Souvcrainiteit zullen voordvloeij'en ? 't Is waar, misfehien zou het Provinciaal Beftuur kunnen tegenwerpen, dat het geheele Decreet wegens de affcheiding der Kerk van den Staat niet valt onder de befchreven punten bij het Reglement aan de Nationaale Vergadering ter behandeling opgedragen: maar, in het zelve Reglement wordt toch (Art. 76.) gefproken van eene regeling van alle de gemeenfehaplifke belangen der geheele Republiek, als haaren arbeid uitmaakende, en dat zelfde Artikel voegt 'er bij: de befluiten, daarover door deze Nationaale Vergadering genomen, zullen door ge ene Provinciaale Macht, hoe ook genoemd, mogen worden geëntraveerd, of de uitvoering daarvan belet. — Ook zou dat Beftuur, indien het de gemelde affcheiding als een huishoudenlijk ftuk had aangemerkt, zich daaromtrend reeds tijdig hebben moeten verklaaren, eer 'er eenig belluit genomen was. Alle Gewesten, de overweging van dat, voor gantsch Nederland gewichtig, punt niet als hun privatief recht herroepende, hebben daardoor hunne daadiijke goedkeuring aan den dag gelegd en zich onderworpen aan de gevolgen, naamüjk aan de verplichting, om de genomen Decreeten fliptelijk uittevoeren. — Waarlijk, indien Holland in ftaat zal zijn, om dc uitvoering van dat omzichtig Befluit te belemmeren, hoe ligt zal dan, door de belemmering, juist de geheele kracht van het Decreet weggenomen, en tot een ijdel ding herfchapen kunnen worden ! Hoe ligt zullen andere Gewesten, dit voorbeeld volgende,dc heilzaamfte befluiten in effect kunnen vernietigen! Even zonderling is de bijvoeging, aan het flot van den Brief, wegens het geven van alle ouvertures, welke Jn redelijkheid zullen gevraagd worden: even of de Commisfie tot opneeming der Kerklijke bezwaaren, zoo als de Reprefentant Reijns' aanmerkte, bekwaam zoude B 3 kun-  ft DE REPUBLIKEfN. kunnen zijn, om iet onredelijks van Holland te vragen! _ ik voor mij kan niet zien, hoe zulk eene beoorloging van nationaale Souverainiteit en zulke taxatoire complimenten, immer gefchikt kunnen zijn, om de eendracht te handhaven, en het ftelzel van eenheid en ondeelbaarheid te begunftigen. Het beroep, eindelijk, op het Reglement van het Provinciaal Beftuur, om naamlijk, in gevolge Art. 74, (waarbij gefield wordt, dat het Provinciaal Committé, in alles, wat niet justitieel is, de advifeur zijn zal van het Beftuur) de confideratién en het advies van voorn. Committé interoepen op de overige punten, in bewuste Misfive vervat: dit voorzeker is, mijns inziens, de zaak tot zulk een uiterfte drijven, als mooglljk is; daar toch het bewuste Art. 74, volgends den geest en zamenhang van dat gedeelte, alleen zijne betrekking heeft tot zaken , welke onmiddelijk behooren tot da deliberatiën van het Provinciaal Beftuur zelf, naamlijk huishoudenlijke, finantieele, en provinciaal-militaire, en dus geenszins tot de decreeten der Nationaale Vergadering, als die nimmer voorwerpen kunnen zijn van provinciale overwegingen. Het andere, waarop mijne aandacht viel, was de Brief van 10 Augustui, over de te recht Jtelling van een Hollandsch Ingezeten, doch Lid zijnde der Nationale Vergadering, in cas van ordinair of commun delict. Zie daar, dacht ik, al wederom een middel, om de eensgezindheid te ftooren, daar het gebrekig Reglement deze tedere zaak volftrekt onbefiist heeft gelaten! Het Provinciaal Beftuur, door het Hof van Holland onderricht van deszelfs gemaakte zwaarigheid, om een Lid der Natonaale Vergadering wegens eene burgerlijk© misdaad, in Holland begaan, in rechten te vervolgen, houdt zich, na ingekomen advies van het Provinciaal Committé, en van eene bijzondere perfoneele Commisfie , aan de uitlegging van voorn. Hof, waarbij hetzelve Art. 120 van het Reglement alleen verklaart wegens de misdaad, door een Lid der Nationaale Vergadering in de uitoefening van zijnen post begaan, en hem dus, in alle andere gevallen, onderwerpt aan zijnen dagelijkfchen en competentea Rechter. Dan, omdat die uitlegging echter het Reglement betreft, hetgeen, zoo als zij zeggen, door geheel het Nederlandfchc Volk is gefunctioneerd, fchrijft gem. Beftuur aan de Nationaale Vergadering,  DE REPUBLIKEIN. 13 ring, om te weten, of dezelve hieromtrend eenftemmig denkt, na alvoorens de uitvoering der crimineele Actie te hebben opgefchort. Deze handelwijs heeft gewis allen uiterlijk voorkomen van vriendbroederlijke onderhandeling, indien het maar beweezen was, dat de zaak, waarom men zich waagt aan eene zeer z^ker te duchten verdeeling van gemoederen, gewichtig genoeg zij, om zich zelve, om alhier in een geval, dat kundige Rechters, als de Raaden van het Hof zei ven, twijfelachtig ftellen, wederom de oude debatten volgens de form van aanftelling te vernieuwen, en den nationaalen tijd en fchatten met beuzelingen te verfpillen. Hoe heilig, toch, de waarneming zij der juftitie, moeten de omftandigheden haare werkzaamheid regelen, en dan, wanneer aan haare itrikte beoefening zeer veel gewaagd wordt, zonder een allerwezenlijkst nut voor den Staat, dan gebied de waare Staatkunde, zulke procedures tot gepaster oogenblikken te verfchuiven, of wel zoodanig te wijzigen, dat zij nimmer worden voordgezet. Ik geloof ja, hoe onbepaald de uitdrukking ook zij in Art 120: wanneer een Lid der Nationaale Vergadering van eenige misdaad befclmldigd wordt, en hoe zeer de gedaagde zich van dat onbepaalde ftelJiger wijze zal kunnen bedienen, ter handhavinge van die majesteit, welke ook in hem, als een Lid van het vertegenwoordigend Lichaam der Natie, berust, dat de geest van het Reglement alleen bedoelt eene misdaad van Staat, (dat is, met een duidelijk woord, de misdaad van verraad) zoo blijft hier de groote vraag: Is het misdrijf van het bewuste Lid der Nationale Vergadering Zoo volftrekt bewezen, dat hij zich daarvan, in den loop der procedures, niet zal kunnen zuiveren?— Is dat niisdrijf indedaad zoo groot, dat daarom een Vertegenwoordiger der Natie van zijnen post moet gefuspendeerd worden? want dit zal toch zeer zeker moeten volgen ■, dit vordert de aard eener judicieele vervolging. Immers, is een ieder Burger, die door eenig rechterlijk Decreet onder vermoedens van misdaad gebragt is, van zijn ftemrecht beroofd, en dus onverkiesbaar tot Lid der Nationaale Vergadering, hoe veel te minder dan een reeds verkozen Lid bevoegd, om de oppermacht der Natie te blijven vertoonen en uitoefenen, zodra hij, het zij als Burger, het zij als Lid, gedelinqueerd heeft. — Is die misdaad, in geval hij al eens pvemiigd wordt, zoo groot, dat hij van zijnen post B 3 ver-  14 !>E REPUBLIKEI N. verdient ontzet te worden, gelijk zeer zeker uit de zo even gemelde reden volgen moet? — Laat ons het geval Hellen, dat één der Reprefentanten (zoo als, bij voorbeeld, de Schrijver der voormaalige Haagfche Courant, toegewijd aan waarheid en gezond verft and, de Burger Vonck) hier of daar eenige onberaden uitdrukking had gebezigd, waartegen hij, die zich beleedigd vind, volgends het ftrikfre recht, eenige actie zou kunnen aanvoeren, hoe zeer het nogfhands zijn konde, dat zoodanige uitdrukking, naar de regels der taalkundé en het oordeel van den Scherpzinnigen Advocaat uitgeplozen , meer beteekende, dan zij aan den Schrijver toefcheen, op het oogenbiik dat hij fchreef, en dat zij met het beste, met liet edelst oogmerk, tot verdediging van waarheid en recht. ware ter neder gefield: laat ons zelfs eens toegeven, dat hij ten eenenmaale gefaald had in de naauwkeurige opgave, en dat dus uit de woorden, Zoo als zij in zijn Tijdfchrift ftonden, een proces van injurie, enz. konde voordvloeijen; ja zelfs, dat hij, ondanks alle ophelderingen, en protestatiën van goede oogmerken, enz. door den ordinairen Rechter als fchufdig veroordeeld werd; dan vraag ik, kan de tegenwoordige tijd, waar in de geest des volks zoo geheel is ter neder gedrukt, dat Schrijvers, die dcnzclven poogen ftaande te houden en te verhefFen, zich hoogst verdieniïelijk maaken, — de tegenwoordige tijd, waarop de grootfte naauwgezetheid hcerscht omcrend de vrijheid der drukpers, — de tegenwoordige tijd, waar op de bewaaring van eendracht der onderfcheiden Staats-lichaamen , die t'elken reife, door de gebrekige reglementen , tegen elkander botzen, zoo hoogst nodig is, —« dc tegenwoordige tijd, waarin Holland's Provinciaal 'Beftuur, en bij dc Ingezetenen van dat Gewest, en bij de andere Provincie;!, geenszins die achting en liefde bezit, welke ieuer wenschte, dat 'er daadlijk plaats had; -— dan vraag ik, of zulk een tijdftip zoodaanige rechterlijke vervolging niet ten hoogften afraad om de gevolgen ? Vooreerst, herhaal ik, wat nut zal die veroordeeling doen, in geval zij daadlijk zal plaats hebben? — Eenen pubüeken Schrijver tot ftilzwijgen , tot herroeping zijner gezegden, tot reparatie van eer gebragt, die N. B. zijn Dag-blad reeds geftaakt heeft ~ zie daar het verheven uitwerkfel, dat, van de zijde des beleedigdcn ^ . .'öiv'.f meer,  DE REPUBLIKEIN. ï>$ meer het voorkomen heeft, van een perfoonlijke haat, dan van waare Vaderlandsinin. Ten tweeden, wat zal het gevolg zijn , aan de zijde der Natie? Zal de Natie daarom den Schrijver veroordeelen, omdat hij moogüjk buiten ftaat zijn zal, het gefielde behoorlijk te bewijzen? Neen. De ondervinding deed maar al te dikwerf zien, dat juist de Natie hoe langer zoo meer aan dc waarheid begon te twijfelen, wanneer de vrijheid der drukpers door politieke vervolgingen belaagd werd. Ten derden, wat -zal het gevolg zijn van de zijde der Nationaale Vergadering ? — Eene vernedering van haaren luister in het oog van 1 niinkundigen, — een zeer eigenaardige wrok tegen alle de zoodanigen , die, misfehien om eene beuzeling, het gantfehc gezag dier Vergadering, misfehien wel de eendracht tusfehen onderfcheiden Staats-Ieden, comprómitteeren , — onlusten bij de overwegingen der Vergadering zelve, die welligt zeer verderfhjk kunnen zijn voor de zaak der Natie, — belemmering in het uiten van gevoelens, wier ontvouwing, hoe zeer bij den politieken rechter veroordeeld, voor de Vrijheid dikwerf hoogst begeerlijk en noodzaaklij k is. Eindelijk, ten vierden, welk een heilloos voorbeeld voor het vervolg? Want, heeft men eenmaal de praktijk in zwang gebragt, om een Lid der Nationaale Vergadering, uit hoofde van procedure, al is het zelfs om eene ivettige reden, te verdrijven , hoe gaarn zal de Ariftocratifche geest en de iutriguc, in navolging van Robespierre, hetzelfde middel te baat nemen, om mannen te verwijderen, die haar in den Aveg ftaan ? Alle deze gronden overtuigen mij volkomen, dat de zaak in quaeftie eene zaak is van zeer ver uitziende gevolgen. Het zij eenig particulier Burger, of eenigCommitté, of wel de Procureur Generaal van Holland ex officio, dit pleitgeding mogt aanvangen, allen behoorden zij, mijns oordeels, zeer omzichtig deze gevolgen te overwegen, eer men zich aan dezelven waagde. Ten dezen aanzien, Republikein, geloof ik, dat uw raad behoorde te gelden, dien gij, bij eene andere gelegenheid, gegeven hebt, om de achtbaarheid der Nationaale Vergadering te bewaaren, dat naamlijk geene procedure (het geval van verraad uitgezonderd} tegen eenig Lid mogt worden begonnen, dan bij het eindigen zijner zitting. En het Provinciaal Beftuur van Holland, daar toch bij  if5 DE REPUBLIKEIN. hij een ordinair delict zelden overgroote haast is; daar de ondervinding leert» dat 'er, naar onze nog heerfchende rechts-form, veele maanden , zo geene jaaren, kunnen verlopen, eer de zaak ten principaale geëindigd is, behoorde hier, van zijne zijde , uit hoofde van algemeen belang, zoodanige netelige rechtsgedingen tot gepaster tijd te verfchuiven. Dit eischt, mijns inziens, de rust, de vrede, de achtbaarheid der Nationale Vergadering, en de achting van het Provinciaal Beftuur zelf, die voor het zelve geenszins onverfchiillg is. Maar, zegt gij,de Brief is nu reeds gefchreven, de Kogel is reeds door de Kerk ? Wel nu. Dit zou het eerfte voorbeeld niet zijn van verandering omtrend een genomen befluit. Gij weet, dwaalen is menfchelijk. De Provijioneele Reprefentanten van Holland decreteerden eenmaal het wenschlijk begraven der lijken buiten de Kerken, omdat binnen het jaar tot effect te brengen •, en, nadat men met de kas heeft geraadpleegd, denkt geen fterfhjk Bataaf meer aan deszelfs uitvoering. — Hoe wenschlijk ware het nu, dat gemeld Beftuur, het zij openlijk, het zij bij eenen geheimen wenk, den Procureur Generaal eene mindere overhaasting aanbeval! Heil en Broederfchap van Uwen Lezer, P. P. NB. Door de plaatfing van dezen Brief van P. P, zijn wij genoodzaakt, het vervolg des voorgaanden Nommers tot het volgende uitteliellen.  REPUBLIKEIN. N°. 113. Vargent et le papier, qui le repréfentent, ne circulent pas lux mtm, et fans les mobiles, qui les met cent en mouvement. i ROUSSEAÜ. BURGER. REPUBLIKEIN! u w Weekblad aanhoudend met genoegen lezende, vond ik , dat gij in No. 109 en 110 uwe denkbeelden omtrend het Huk der belastingen opgeeft. De meesten uwer grondbeginfelen ftem ik toe, maar in zommigen ben ik het niet eens ; mogelijk verfehillen wij alleen in de nadere toelichting. Ik zal u zoo kort mooglijk mijne eenvoudige denkbeelden opgeven, eerst betreklijk de Negotiatién door geforceerde ligtmgen, gelijk 'er thands weder eene bij Holland is gearresteerd, en hoe deze minder fchadeltjk te maaken is, en dan bij nadere gelegenheid omtrend het ftuk der algemeene belastingen. Het Provinciaal Beftuur van Holland moet geld hebben, ingevolge de aanfchrijving der Nationale Vergadering, en het is niet te vinden uit de ordinaire belastingen; dus is de Vraag, hoe dit te bekomen? het andwoord is: op de onfchaadelijkfte -wijze. Maar op dit kort andwoord volgt wederom eene Vraag; wat is voor Hollands Ingezetenen in dezen fchaadelijk, of onfchaadelijk? Hier word ons eerst eenvoudig denkbeeld meer zaamgefteld; nu moet men gaan onderzoeken , en de werkzaamheden van Hollands Burgeren tn heur waar verband plaatzen. Geld is in de ftaatkundige Iichaamen, het geen het bloed in de natuurlijke is. Zomtijds voorkomt men , door aderlating , zwaare ziekten ; doch, te veel bloed aftappende, is ook het zeker gevolg de dood. Een bekwaame Arts is derhalve verplicht, eerst de krachten van zijn patiënt te onderzoer ken, daarnaa te beoordeelen, hoe veel bloed 'er zonder gevaar kan afgetapt worden ? Is onze Staat een zedenlijk perfoon, die thands ziek, zo niet dood krank is, dan behooren de Leden van Hollands Bewind, als Staatkundige Geueesheeren, wel wat omzichtig met dien gevaarlijken patiënt om te gaan, JII. P-eeu. C Re-.  s8 DE REPUBLIKEIN. Republikein! ik gebruik wel een .omweg , om. tot de zaak te komen ; maar de denkbeelden*- van den een zijn wat vlugger dan van den ander; en "als men zoo hard niet lopen kan als anderen, dan kruipt men op handen en voeten, of behelpt zich met krukken, en dat doe ik ook; mijne krukken zijn mijne grondbeginselen, en zoodra iemand die mij afneemt, val ik in het voetzand. Dus verzoek ik wat geduld met mij te oefenen. Hierin geloof ik, dat wij het eens zullen zijn ; Holland is de zedenlijke patiënt, die dood ziek ligt en genezen dient te worden. Maar een Staatkundig Geneesheer zal zekerlijk aanftonds vragen: wat is de kwaal ? Aan de pols te voelen, is het oelds-gebrek, Hoe komt dat? Een gewest, zoo rijk, dat het zelfs aan andere Mogendheden honderde rmllioenen heeft opgefchoten, waarmede het nu nog beoorlogd word ? — een Land, dat weleer een zo uitgebreiden handel voerde, dat zijne Koopfteden de Magazijnen van Europa waren ? — een Land, waarin op het uiterlijk aanzien alles rijkdom, weelde en pracht is, en zulk een Land in eens dood aan geld ! Ik zal zoo kort mooglijk onze Staatskwaal befchrfjven, en de verkeerde geneesmiddelen aanwijzen, die men heeft toegediend. Holland is rijk geweest, (dat klinkt niet ftreclend} door zijnen bloeienden Koophandel en welvaart van Fabrieken en Industrie. Maar met wat gevolg? Vreemde Volken, jaloersch op onzen voorfpoed, aasden als honingbijen op ons geld. Bewust, dat geld dc ziel van den Koophandel is, was dit de Dagon, de Afgod dezer eeuw, dien alle Volken aanbaden. De looze heerschzuchtige Staatkunde begreep te recht, dat door dit blinkend metaal haar niets onmogelijk was. Door welvaart rijk geworden Burgers waren de voorwerpen, die zij zogt. Zij prikKelde het zwak van deze eerzucht, beloofde hooge intresfen, waardoor de rijk geworden Koopman ftil en gerust, zonder zorg, in weelde en pracht zich kon vermaaken, en laten bedienen als Vorften. Een drom van Beunhazen en Makelaars, die rijklijk voor alle buitenlandfche Negotiatien betaald werden , wisten dit op de fmaaklijkfte en voordeeligite wijze bij onze Kapitalisten aanteprijzen, en het geld uit de beurs te praaten, met bereekening, binnen hoe weinige Jaaren, ZU door die hooge interesfen hetzelve geld al wederom hadden; maar welke nadeeien zulks aan onzen, Koop-  DE REPUBLIKEIN. 19 Koophandel toebragt, waaren kwaade naamen, die men overJloeg. Ons Staatsbeftuur, afhatiglijk van Engeland, en heimüjk geregeerd door een Stadhouder, die dooi' huwelijk aan die Kroon vermaagfchapt was, nam deel in meest aile Oorlogen; géiloten of en defenftve Alliantien verplichtten het daartoe; wij vogten, kregen klop, en betaalden het verteerd gelag van den Oorlog. Hierdoor maakten wy onze Staatsfchulden dagelijks grooter. Eindelijk, wij werden door dc Franfchen Van onze Dwingelanden verlost, maar met de fleutel op de kist. Een Land, zoo rijk en vermaard, moest als voorheen weder naar zijne gcidkoflers. Onze Broeders, de Franfchen , zekerlijk een grooter donkbeeld van ons Land hebbende, dan het indedaad was, gaven ons de onafhanglijkheid voor de kleenigheid van 100 Milüoenen.' Neêrlands nieuw verkozen Bewindslieden kwamen in een verward huishouden ; geld was het eerste, dat zij zogten, maar niet vonden, en het moest 'er evenwei wezen; onze Broeders, de Franfchen, hadden ook geld voor den Oorlog noodig; wrant hunne Asfignaten, die zij in geen kleen aantal medebragten , waren in een Land, als het onze, niet geveild. Hier kwam nog bij, dat 's Lands Magazijnen ledig , de Marine vervallen , onze Landmacht op nieuw georganifeerd, vijanden van buiten , en verdeeldheden van binnen, het beftuur allerzorglijkst maakten. Holland, altijd de melkkoe Van. geld geweest zijnde, werd het eerst aan de fpeen getrokken. De opeifching van het Zilver was een Plan, dat a:!en lof verdiende, maar het bleek vervolgends genoeg bij des kundigen, dat Hollands Vertegenwoordigers in finantieele Plans geene Meesters waren. Hun eerfte grondregel had bchooren te zijn, het Nationaal Crediet ftaande te houden, zoodanig dat 's Lands Obligatiën nimmer aanmcrklijk in prijscours verminderden. De Publieke Fondfen zijn de thermometer van Staat: daalen dezelven, dan is het bezwaarlijk, om geld te krijgen; de geldfchieters worden huiverig; het wantrouwen vermeerdert ; het geld raakt fchuil, en een ieder behoed Zich voor verdere fchaade. Het is met het Land, als met partieuliere Burgers; rijst de Interest ran i\, tot 3, 4 en5 pCt., men moet den ftroom volgen, of niemand kan geld krijgen. Hoe verkeerd was het derhalve gehandeld^ om de Obligatiën van het voorig Bewind, die oni bo-, vengemelde redenen tot meerder Interest hadden moe-' C a teil  ao DE REPUBLIKEIN. ten negotieeren, te verminderen tot zi pCt. Interest f Dit was de doodfteek voor het Nationaal Crediet, te meer laakbaar, omdat de Despoten zeiven hunne Interesfen nooit hebben verminderd, zonder eerst te rug gave van het .geld aantebieden. Men heeft , 't is waar, dit wel ingetrokken, maar veel tc Iaat, toen het Nationaal Crediet reeds gefchonden was. Hierop viel de prijscours van 's Lands Obligatiën wel 10 gids. ten honderd. Geen wonder, dat de daarop gevolgde Negotiatie van 5 pCt. geene liefhebbers vond. Want iemand, die 100,000 gids. Hollandfche Obligatiën had van 2i ten honderd, verarmde hier in eens 10,000 gids., en kon wel bereekenen, hoe meer de Obligatiën van 5 pCt. vermeerderden , des te grooter die van 2l pCt. zouden daalen; dus' het geen hij aan Interest van de nieuwe Obligatiën won, verloor hij tweemaal zoo veel in kapitaals-waarde zijner oude Obligatiën, want 2t5=io is. De Kapitalisten verftaan alle die bereekeningen zoo fijn, dat de beste Staatsfinantier hen niet verfchalken kan. Moet dc Staat geld hebben, dan dient men in de ontwerpen met het belang der geldfchieters medetewerken, en vooral te zorgen, dat de publieke Fondfen hierdoor niet daalen: maar ongelukkig viel men van de eene dwaaling in de andere. De Negotiatie van 5 pCt. niet opnemende, kwam men tot eene geforceerde ligting van 6 gids. ten honderd, tegen it pCt. Interest, Door deze' vermeerdering der Obligatiën, daalden de Fondfen wc-' Öerom iopCt., zoodat de Kapitalist geen 6, maar iö ten honderd gaf, en, zal deze tweede geforceerde Geldheffing het zelfde gevolg hebben , dan bctaalen de houders van 's Lands Obligatiën in die twee iigtingen 32 pCt. en dat omtrend binnen één Jaar. Waar moet het heen, indien men zoo voord gaat? dan zullen eindelijk 's Land^ Obligatiën eene waarde verkrijgen, gelijk aan de Franfche Mandaaten. Kan dit heeten, der Burgeren belang te bevorderen ? Holland's rijkdom is niet gelijk aan dien van andere Landen. Wij zijn arm in noodwendigheden eene dubbele naarftighcid en industrie moet vergoeden, het geen een ongunstige grond weigert opteleveren. Geld is de ziel van den Koophandel; dit uit den omloop genomen wordende, zijn wij Commercieel dood. Thands mist Holland zijnen Activen Oost- en Westindifehen handel, die in andere tijden het pasfive vergoed. De Intereifen van veeie buitenlandfche Mogend■ he-  DE REPUBLIKEIN, at heden houden reeds zederd eenige jaaren op. Binnen 8 jaaren kan men wiskunftig bereekenen, dat meer dan 200 Millioenen Contanten uit Holland zijn gegaan : en hoe gering de masfa van geld zij, dat buiten 's Jands gaat, tot aankoop van onontbecilijke noodwendigheden, draagt toch dat geringe al weder bij tot nadeel,te meer, daar wij, tegenwoordig , grootftendeels eenen pasiiven Koophandel drijven. Ja, moeten wij niet al geld vóóruit aan de Vreemdelingen zenden door verval van Crediet, en omdat de Wisfel zoo groot tot ons nadeel loopt, dat zulks in de Oostzee al op een qua'rt Kapitaal verlies kwam. Dit alles behoorden Volks-Vertcgenwoordigers te weten, en dan eerst te vragen: is 'er het geld ? Zullen wij den koophandel en alle burgerlijke welvaart door geforceerde Gcldligtingen niet volftrekt vernielen, 's Lands Obligatiën onwaardig maaken, alle geldfchieters affchrikken, en naar middelen zien zoeken, om direct of indirect zooveel mooglijk de betaaling te ontduiken? Het is waar , dat men niet weet, vraagt men bij anderen ■, de geleerde Maatfchappijen van Europa doen zulks wel aan het Publiek, maar voor als nog fchijnen onze Volks-Vertegenwoordigers dezen weg niet te willen inflaan, waarfchijnlijk te veel op hunne eigen kunde, of óp die hunner Raadgevers vertrouwende: eene les voor Neêrlands Volk, om bij de nieuwe Conftitutie omzichtig te zijn, van dit recht zoo onbepaald niet overtegeven, gelijk nu gedaan is, maar liever te volgen den Raad van Locke O), die zeer voortreflijk zegt: „ Op eigen gezag, aan het Volk, zonder deszelfs toeftem„, ming, fchattingen opteleggen, zou eene inbreuk [zijn „op de oorfpronglijke Wet van den eigendom der , dingen, en rechtftreeks aangaan tegen het einde, waar„ toe de Regeering is ingevoerd-, want in de daad.wel„ ken eigendom zou ik kunnen gezegd worden te heb\, ben aan datgene, dat een ander mij van rechtswege zou kunnen ontnemen, als het hem behaagt?'' Maar te recht zou iemand nu kunnen zeggen : geld moet 'er wezen, en hij is geen waar Patriot, die hierin tegenwerkt: — maar wat raad ? Is de laatfte uitgefchreven geforceerde Geldligting minder fchaadelijk te maaken? Ja! Men moet trachten voortekomen de vermeerdering van Obligatiën, en daaling van derzelver Prijs-Cours. Dit is men verplicht tot een gedeeltelijk her- £*) Zie P. Paalus, Veth. over de Gelijkheid, blad*. 83. C 3  22 DE REPUBLIKEIN. herftel van het Nationaal Crediet, en om de geldfclxie* tcrs fchaadeloos te ftellen voor het reeds geleden verlies in hunne Fondfen, en dit kan gefchieden op de volgende wijze. Art. i. Ieder Kapitalist, Houder of Kooper van Hollandfche Obligatiën, Schuld- of Losrente-brieven, Recepisfen der voorige geforceerde Geldligting, of Loten uit de Loterij-Negotiaüe van 5 Februu* ij 1796 , (de Nieten tegen 8co gis. gereekend) zullen alle deze effecten van aè pro Cto. kunnen verwisfelen voor Obiigatiën vnn 3 pro Cto., mids op ieder duizend guldens 100 gis. Contant geld toegevende, en voor welke honderd guldens Contant zij Coupons zullen verkrijgen, rentende 5 pro Cto. met welke Coupons iedereen, die in dc laatfte geforceerde Geldheffing betalen moet, aan het Land kan voldoen , en zal, bij betaaling in dezer voegen met Coupons, wederom andere Coupons van gelijken Interest, ftrekkende voor quitantie van betaaling, uitgegeven worden. Art. 2. Alle andere Burgers, die niet kunnen profiteeren van deze verwisfeling hunner Effecten , zullen van hun geld, dat zij in deze iigting moeten betaalen, verkrijgen Coupons , rentende 5 pro Cto., maar voor geene mindere fom, dan van 50 guldens , doch alle ontvangen, mindere Recepisfen, in betaaling dezer geforceerde Geldligting, zullen bij eikanderen gevoegd mogen woroen, tot' de ronde fomme van vijftig guldens, om voor een Coupon van 50 guldens te verwisfelen. Art. 3. Deze verwisfeling van Art. 1. zal ook \eder mogen doen van het meerdere, dat hij verfchuldigd is in de geforceerde Geldheffing, gelijk ook ieder ander voor zijn geld deze rentegevende Coupons zal kunnen bekomen. Art. 4. Een Jaar na den Vrede, zal men, jaarlijks bij uitlooting, een zeker te bepalen getal van Coupons aflosfen. Art. 5. Niemand zal in den Koophandel verplicht kunnen worden, om deze Coupons als geld aantenemen ; maar men zal vrijwillig, even als met binnenlandfche Asfignatién, daarmede feetaaling mogen doen. Bedenkingen legen dit Plan. Door deze vermeerderde Interesfen der Coupons en verwisfelde Obligatiën, word 's Lands jaarlijkl'che uitgave zoo veel grooter, dat men verplicht zal zijn, daar weder nieuwe lasten voor te vinden? Moet niet ieder Burger, als hij geld nodig heeft, den Interest betaalen, naar dén Cours  DE REPUBLIKEIN. a3 Cours van. dezelven ? Welke Mogendheid in Europa kan thands voor i\ pCt. geld negotieeren? Engeland's minst Interest gevende Annuïteiten zijn van 3 pro Cto.; is de Cours 60 pro Cto., dan maakt zulks 5 guldens ten honderd ^ J" I0? s= 5: en zijn het Fondfen van 4 ten 00 honderd, die 80 pro Cto doen, dan is 5 ^ 100 = 5 80 pro Cto. Maar bij die 5 pro Cto. komt dan voor de deelnemers een groote winst,als alleen bctaalende den Cours in Specie,en, bij afdoening derfchuld, het volle beloop ontvangende. De andere Mogendheden geven meest 4 en en 5 pro Cto. Is het dus niet onredenlijk, daar de algemeene Interest - Cours in Europa zoo veel hooger is, dat men dan Holland's Kapitalisten en Burgers vergt, hun geld tegen 2t pro Cto. aan den Staat te fchieten, met dit gevolg, dat door iedere geforceerde ligting hunne 's Lands Obligatiën ruim 10 pro Cto. daalen, en hetgeen zij aan den Staat voorfchieten, naauwüjks 50 pro Cto. waardig is ? Als dezen de vruchten zijn onzer vernieuwde Staats-orde, dan zullen de vermogende Burgers al fpoedig in eenen ftaat van gelijkheid met de behoeftige Burgers komen. Maar , wie zullen dan de lasten betaalen? Neen: hoe zeer het billijk is, dat ieder Burger, in evenredigheid van zijn vermogen, in de belastingen dee]e, is het nogthands onbillijk, dat men de vermogende Handen verarmt, ten behoeve van den Staat. Eene goede Staatkunde vordert, de belangen te handhaven van zodanige Burgers , die de meeste lasten van het Land voldoen, zoodat hunne eigendommen de waarde behouden, en zij bij vóórfchot van geld de behoorlijke interesfen trekken. Zonder de hulp van dezen vermogenden ftand des Volks, keerde Holland weder tot zijn voorig niet te rug. Wat nu belangt den meerderen interest, dien het Land geeft , hiervoor zijn altijd middelen te vinden. Bij voorbeeld, wat nadeel zou het doen, indien de in omloop zijnde Zesthalven tot Schellingen werden geklopt? Immers, dit zou weinig minder, dan twee miilioen, voordeel geven. Heeft men nog wel ooit onderzogt,hoe veel zesthalven, fcheliingen of agtentwintigen, in den omloop zouden kunnen gebruikt worden, zonder fchaade aan het bankgeld te doen?doch alle deze klcenigheden, fchoon onfchaadehjk voorden Burger,zouden nogthands eenige Millioenen voordeel aan het Land hebben kunnen toebrengen. Ja, had Holland, daadlijk na dc Omwenteling, een nieuw ouo-, hicr  24 D E REPUBLIKEIN. hier van verponding gemaakt, en maar alleen van de voorgefielde verwisfeling van Obligatiën gebruik gemaakt, 'er zou niet ééne geforceerde Geldligting noodig zijn geweest, lk zal hier niet bereekenen de voordeden van mijn Plan, noch aanwijzen, dat de publieke Fondfen alsdan voor eene verdere daaling behoed blijven ieder des kundige kan dit ligtlijk ontwaaren, Mogelijk zal het bedenking baaren.dat ik bij Art. i. eene verwisfeling van Coupons voorftel. Wat de verwisfeling der Obligatiën van 2i tegen 3 pro Cto. belangt, dit moet men als een Plan op zich zelf befchouwen, enkel dienstbaar,om de Obligatiën te doen rijzen, en daardoor heti\fctionaalCrediet ten deele te herftellen. Maar de 100 gids. Contant, die per/~iooo:- bij de verwisfeling betaald worden, ftrekken tot betaaling der geforceerde Geldligting. Bij voorbeeld, iemand heeft voor 20000 guldens Hollandfche Effecten van 2* pro Cto., die hij verwisfeit voor Obligatiën van 3 ten honderd, dan moet hijy'2000: - Contant betaalen , waarvoor hij'Couponskrijgt. Doch, indien zoodanig perfoon nu maar 1000 guldens in de geforceerde ligting moet betaalen,dient 'er een blijk te zijn , dat hij dit voldaan heeft, en daarvoor moet hij dan die 1000 guldens aan Coupons verwisfelen, die hem tot quitantie verftrekken. Indien men deze voorbehoeding niet gebruikte, zou 'er een misbruik van de Coupons gemaakt kunnen worden , zoodat de overige 1000 guldens van Coupons, in 't voorbeeld opgegeven, aan anderen konden worden ter hand gefield als een bewijs van betaaling, zonder dat zij nogthands iet voldaan hadden. Daar nu ieder, die geld tot de ligting verplicht is te voldoen , van Geld of Coupons zich moet voorzien , en het Land geene Coupons uitgeeft, zonder op de eene of andere wijze 'er geld voor te hebben ontvangen, is daardoor alle bedrog voorgekomen ; want ieder is , des gerequireerd, verplichtbewijstetoonen, dat hij in deze ligting betaald heeft. Schoon nu deze Coupons door niemand als geld behoeven aangenomen te worden, zal echter .zoodramen ziet, dat zij Prijs-Cours houden, de vrijwillige omloop, als geld, van zelfs volgen, en daardoor de verminderde geld-omloop, door het reprefentative van dien, vervangen worden. Ziedaar, Republikein, mijne eenvoudige gedachten. Ik zal u bij eene volgende gelegenheid wel eens opgeven, waaiv in wij niet volkomen eensgezind denken. Overtuigd van uwe vaderlandfche denkwijze, kan ik mij niet voorftellen , dat wij in het wezenlijke der zaak kunnen verfchillen. De liefde tot mijn Vaderland heeft mij deze aanmerking doen «naaken. U . , . . . ,  b Ë REPUBLIKEIN, W. ii4- La Nature * f i« ^f^^g p»»r diriger tont ww «S o^fec. TflOORET. (Vervolg en ó7ö* van No. nu Thands volgends de belofte, in N. m van ons TlidSrTft geda°an, moetende handelen over de gevolgen die uit de aldaar gefielde grondregels voordvoeifet zullen wij daarin dezelfde orde volgen , welke door ons ter dier plaatfe, tot een duidlijker begrip der zaak beraamd was. Dus zullen, thands, alle grondSnsren n aanmerking komen , welken regelrecht volgen uit den aard en de betrekkingen der maatfchappijlijke zamenwooning. De Mensch in den Staat der Maatfchappij. De Mzellige vereeniging konde nim'mer bedoelen de rernedednS maar in tegendeel de veradehng en volmatogvan de, Mensch, overeenkomffig de behoeften Zine veSandige natuur, en zijne onuitwischbaare ftreev£ ma?eeluk Zij kan dus alle de bijzondere midd L, welkef-icder,1 ook tot zijn «eel/tot de maatfchappij overbrengt,-met verzwakken^ . Hï. Dbel.  26 DE REPUBLIKEIN. verminderen,of vernietigen, omdat juist,door zoodanige een paar jge werking der meesten , het belang van allen bevorderd wordt. In tegendeel, de maatfchappij behoort, juist door eene uitgebreider ontwikkeling van hcbaamlijke en zedenlijke krachten, die middelen te verfterken en te vermeenigvuldigen. Zoodanige middelen zijn juist dat gene, wat men, met een ander woord rechten noemt, omdat zij gegrond zijn in 's menfcheil natuur en behoeften. Zonder deze rechten, en derzelver uitoefening, zou hij ophouden mensch te zijn, maar zich verlaagen tot den flaat van het redenlooze vee. Alle deze rechten, derhalven , uit dat oogpunt befehouwd, gaan onmiddellijk over tot eiken toeftand van maatfchappij, waarin zich de mensch begeeft. Beftond er eenige gezellige Staat, waarin deze rechten noch erkend, noch gehandhaafd werden, dan zouden wij zoodanige vereeniging in den volftrektften zin moeten afkeuren, als onrechtmaatig en gewelddadig, omdat zij eene inbreuk ware op 's menfehen natuur,"welker waardigheid hij zelf niet mag fchenden; terwijl hij daardoor tegen het oogmerk zijns Scheppers, tegen de infpraakvan zijn eigen hart, tegen zijn eigen geluk zoude werken. Deze rechten zijn gemeene eigendommen van allen, waarop zij eene gelijke aanfpraak hebben, en deze aanfpraak in alle gevallen en met nadruk te doen gelaenis het hoogst genot der burgerlijke rechten. Uit deze voorafgaande grondbeginfelen kunnen de hierna gefielde gevolgtrekkingen worden afgeleid; Dat de rechten van Ge/ijk/ieid, Vrijheid, Veilig-, heïd en Eigendom onvervreemdbaar zijn, zoodanig, dat de Maatfchappij dezelven nimmer bepaalen, dan in geval van gemeen belang, met eenpaarig goedvinden maar vooral nimmer mag vernietigen. Dat de flaavernij, in den volftrektflen zin, voor altijd moet geweerd blijven, zelfs ten aanzien van vreemdelingen, welken bijzonder belang of noodzaaklijkheid van elders mogt overvoeren. Dat niemand verandwoordlijk is voor zijne gedachten en gevoelens, en dus in den nadruklijkfien zin ongehouden, het zij in het burgerlijke, of in het godsdienüige, aan eenig ander Lid, of aan eenige aangeftelde Macht, opening of verandwoording te geven. Dat ieder het onbepaalde recht heeft vanfpreken voor zoo verr' hij flechts, door zijne gefprekken, noch zijne af-  DE REPUBLIKEIN. a? afzonderlijke medeburgers, noch de geheele maatfchappij , als een zedenlijk perfoon befchouwd, benadeele. Dat een ieder het volkomen recht bezit , om zijne gedachten en gevoelens openba?r te maaken, op zoodanige wijze, als hij zal goedvinden, mids die wijze aan de zoo even gemelde voorwaarde onderworpen zij. Dat ieder Schrijver de voordbrengfelen van zijnen arbeid vrijlijk in omloop mag brengen, op zoodanige wijze, als hem best dunkt, zonder dat hij eenige fchending van het openbaar vertrouwen behoeft te duchten. Dat de briefwisfeling ongefchonden moet blijven, als fteunende op het onderling vertrouwen, het geen tusfchen de fchrijvenden plaats heeft, en waarvan degrondilag in het bovengemelde onvervreemdbaar recht van fpreken gelegen is, zoodanig zelfs, dat allen, wie zij ook zijn , die dit geheim fchenden, zonder vóórkennis van den houder, aan wien het opfehrift gaat, eene zeer geftrengc ilraf verdienen. Dat alles, wat niet uitdruklijk door de wetten verboden is, volkomen geoorlofd blijft. Dat ieder Burger ten eenenmaale vrij is omtrend het gebruik zijner handen en tijdlijke middelen, zonder dat eenig zoort van arbeid zal mogen verboden worden, of eenig perfoon het recht kan hebben, hem in zijne nijverheid op eenigerhande wijze te belemmeren : zijnde het alleen aan de Wet overgelaten, om tien arbeid van bijzondere perfoonen ten meesten nutte van den geheelen Staat te wijzigen. Dat een ieder volkomen meester is over zijne eigendommen, zoodanig, dat hij daarover naar goedvinden kan befchikken, zonder dat eenig perfoon hem daarin kan verhinderen; blijvende hiervan alleen uitgezonderd die gev;!ien, waarin eene rechterlijke wet, op hetvoorfchrift van gemeen belang gegrond, hieromtrend eenige billijke bepaalingen zal maaken. Dat niemand van zijne Vrijheid mag beroofd worden, dan in die gevallen, welken daadlijk bij de Wet zijn bepaald geworden. Dat alle deze rechten Volkomen gelijk zijn voor al» len, zoodanig, dat geen Burger immer kan voorwenden eenig uitfluitend recht op het een of ander voordeel der maatfchappij; terwijl alle zoodanige bevoorrechtingen , het zij van afzonderlijke perfoonen, of erkende Iichaamen of genootl'chappen, als ftrijdig met de aangevoerde rechten, uitdruklijk moeten geweerd worden. D 2 Dat  DE' REP U B L'ÓhK'E I W ' Dat,'de gezellige' orde niet kunnende beftaan zonder ambten en bedieningen', alle Burgers tot derzelver waarneming een gelijk recht hebben , mids ''daartoe de nodige bekwaamheden bezittende, zonder dat geboorte of gunst, maar alleen braafheid en kunde, in derzelver begeving zal mogen gelden. Dat eensge'hjks geene openbaare erkendtenis van burgerlijke verdiende zal mogen plaats hebben, zonder eene befliste waarde, en dat geene belooningen in geld zullen mogen gefchieden , zonder dat ' daarvoor aanhouden-2 de dienden aan den geheelen Staat bewezen zijn, en de waarde dier dienden zelve daadlijk beflist zij v: terwijl ook zodanige eerbewijzingen , of vergeldingen, nimmer tot kinderen of nakomelingen overgaan , of in eenigerlei opzicht erflijk zullen mogen wezen." Dat het eerdé en onvervreemdbaar recht van ieder mensch, dat naamlijk van leven en bedaan, uitdruklijk infiuit, dat alle diegenen, en ook zij alleen, die in een daadlijk onvermogen zijn , om de noodwendige behoeften des levens te verkrijgen , eene befliste aanfpraak hebben op de onderdeuning der maatfchappij; terwijl zoodanige onderdand, in zich zelf uit het onderdclde billijk verdrag van maatfchappijlijkc vcrecniging voordvloeijende, nimmer vernederende zal kunnen zijn, maar alleen den invloed zal kunnen bepaalen, welken hij, die denzelven geniet, voor zoo lang op de algemeene bédelling van zaken hebben zal. Dat alle Ingezetenen; zonder onderfchcid, aanfpraak hebben op de natuurlijke cn burgerlijke rechten, Wier ontwikkeling en handhaving in eiken aanleg dej-maatfchappij begrepen is: m.iar dat, daarentegen, de ftaatkundige rechten, ■waardoor, zich de maatfchappij 'vormt, alleen bepaald blijven tot die genen , die in den volden zin bijdragen tot dc voldoening der alg meene behoeften, de befcherming der algemeene rechten en vrijheid. De eerden zij;, lijdlijke Burgers, wc.ken het onverfchillig kan gereekend worden, hoedanig de openbaare machten gevormd worden, indien zij flechts het "gemeene welzijn handhaven; de laarden zijn werkzaame Burgers, die. door hun aandeel aan de openbaare listen,'kunnen aangemerkt worden als de eigenlijke leden van het uitgedrekte maat'chappjjujk verdrag, en daarom ten uiterden bezorgd zijn , dat geen bewind in handen kome/dan van perfoonen, die daartoe door hunne kunde en braafheid bevoegd zijn. Ein-  £>£ REPUBLIKEIN. 2 Eindelijk, dat ieder Burger vrijheid heeft, öm zich, naar goedvinden, van zijne woonplaats naar elders te verwijderen en ook derwaards te rug te keeren, zelfs met verlating van het geheele Land, zoo lang , flechts geen punt van verandwoordlijkheid hem in de verplichting ftelt, om voor zekeren bepaalden tijd te vertoeven. De Wetten, Dat alle Wetten den duidlijken letter moeten behelzen van den uirgedrukten aïgemecnen wil. Dat deze uitgedrukte wil moet begrepen zijn in de voorfchriften, gegeven aan. de Vertegenwoordigers deiNatie, om ten richtfnoer te dienen hunner handelingen. ' .. Dat de Wet, uit dezen lastbrief alleen, haar verbindend gezag ontvangt voor alle Burgers. Dat de Wet alleen de gevallen kan bepaalen , waarin de Vrijheid van afzonderlijke Leden der maatfchappij gewijzigd wordt, om over hunne eigendommen te befchikken. ■ [ , Dat geene Wet een te rug werkend vermogen kan bezitten, en dus van-geene toepasfing kan zijn, dan in gevallen, die met naame genoemd zijn. Dat de Wet eene behoorlijke kracht moet bezitten, om alle diegenen te beteugelen, die eenige inbreuk zouden maaken op eens anders rechten. Dat de Wet, alle Burgers gelijklijk verplichtende en befcherraende, ook even zoo alle fchuldigen gelijklijk moet ftraffen, naar evenredigheid van het misdrijf. Dat de Wet, den een of ander Burger tot verandwoording roepende, onmiddellijk, zonder vertraaging, moet gehoorzaamd worden, en dat elke tegen ftand van dezen aard eene misdaad tegen den Staat is, Dat, daarentegen, de Wet niet kan bevelen, dan in gevallen, die duidlijk omfchreven zijn, en dat geen Burger gehouden is tot onderwerping aan willekeurige geboden , -maar dezelven, langs alle voegzaame wegen, zelfs d'es noods met geweld, mag afweeren. Dat de Wet cenen ieder verbind tot het dragen der algemeene lasten. Dat de Wet, eenparig nuttig werkende voor allen, geene voorrechten omtrend eenig perfoon, of eenigen ftand, mag toelaten. 1 D 3 Dat  'S© DE REPUBLIKEIN. Pat ieder Burger aanfpraak heeft op de billijkfle en fpoedigfte rechtsoefening zoo wel ten aanzien van zijn perfoon, als van de zaak, welke aan het onderzoek van eenige Rechtbank is aanbevolen. De VastfteUing der Wetten. Dat, de Wet de uitgedrukte wil zijnde des gautfchen Volks , alleen zoodanige Wetten kunnen gelden , die door de Natie zijn goedgekeurd. Dat, het ontwerpen van nieuwe Wetten , bij penen uitdruklijken lastbrief, aan het hoogst Bewind wordende aanbevolen, dezelven nimmer kunnen werken, dan na voorafgaande ftaaving door de Natie. Dat, in geval van oneenparige gevoelens, dc meerderheid van Hemmen beflist. Dat de gantfche Natie, op eene. behoorlijke wijze opgeroepen , het recht heeft, om vastgeftelde inrichtingen en wetten te veranderen. Dat dit/recht der Opper/te Macht, aan de geheele Natie toebehoorende, onvervreemdbaar is. Het Bewind. Dat het Bewind, aangefteld , om de nationale wetten uittevoeren en te handhaven, uit zijnen eigen aard alleen uitvoerend is. Dat 'er, buiten de Natie , geen wetgevend Lichaam, of Bewind, beftaat, dan voor zoo verr' het Volk, in zaken van gering belang.dat recht aan de hoogst aangebelde Macht, bij lastbrief, zal hebben overgedragen. Dat het Bewind, als uitvoerer der wetten , alleen het vermogen heeft, om iemand van zijne vrijheid te berooven, — echter nimmer, dan in gevallen , die bij de wet uitdruklijk bepaald zijn , zelfs met inachtneming der bijzondere wijze, der form, waarop zulks gefchieden moet. Dat het Bewind, als uitvoerer der Wetten, van dezelven , of ook van haare form afwijkende, uitdruklijke verandwoording fchuldig is, zoo wel aan den beieedigden, als aan de Natie, en wel uit dien hoofde onderhevig aan zoodanige rechterlijke vervolgingen, welken ieder Burger omtrend eiken beleediger kan uitoefenen. Dat alle bevelen, gegeven door perfoonen buiten het Bewind, zullen aangemerkt worden als willekeurig, on-  DE REPUBLIKEIN. 3» onwettig, en van geene waarde, en zij, die ze hebben gegeven, volgends vastgeftelde Wetten, uitdruklijk moeten geftraft worden. Dat alle openbaare ambten en bedieningen zorgvuldig moeten geregeld worden naar de openbaare behoeften" en dat allen, die onnodig zijn, daadlijk moeten afgeichaft woorden. Dat alle bedieningen, afhangende van het uitvoerend Bewind, aan geene anderen, dan verdienftelijke perfoonen mogen gegeven worden, waarbij kunde, braafheid en een talrijk huisgezin, allereerst in aanmerking behoorcn te komen. Dat het bewind, betrekking hebbende op de al°emeene beheering der zaken, Hechts voor eenen bepaal, den tijd door dezelfde perfoonen zal worden waargenomen , behoudends echter een gedeelte van aanblijvende Leden, om eene ordenlijke waarneming te bevordteren. Dat alle Bewind, door de Natie, het zij in mas/a of bij gedeelten, aangefteld, alvoorens tor den kring van rjmbtclooze Burgers wedertekeeren, uitdruklijke reekening en verandwoording fchuldig « van zijn gehouden beftuur. 5 Regeling der onderfcheiden Machten. Dat alle openbaare Machten alleen afkomftio- zijn van het Volk, en geen ander doel hebben, dan het eemeen belang. ° Dat de aanftelling der onderfcheiden Machten zoodanig moet zijn, dat zij altijd werkzaam, altijd gefchikt blijven, om ieder aan hare beftemming tc voldoen, zonder, of afzonderlijk, of gezamenlijk, de algemeene welvaart te kunnen benadeelen. Dat de recht/prekende Macht, volilrekt onafhanglijk van elk ander Bewind, dan alleen in geval van onachtzaamheid, nimmer de paaien haarer bediening mag overfchnjden, haar door de Wet voorgefcbreven, noch cok, bij wijze van overdracht, mag vervreemd worden maar alleen moet berusten bij de zoodanigen die daartoe door het Opperst Bewind, uit de kundigfte en braaffte Burgers, zullen zijn aangefteld. Dat de Macht van openbaare fchattingen, behalve baare algemeene verandwoording aan de Natie, op bepaal  S2 D E REPUBLIKEIN. paalde tijden,opening zal moeten geven van haar Beduur aan het Opperst Bewind. , • Dat de Macht Van buitenlandfche bejehermmg haar 'bewind nimmer zal mogen oefenen tegen de Burgers, dan alleen in geval van rechtftreeksch oproer, bij dc Wet duidlijk omfchreven. Dat het Opperst Bewind, als vertegenwoordigende rechtftieeks de Natie, door de Wetten zoodanig behoort gewijzigd te worden, dat zulks het hoogde goed voordbrenge, en het minde kwaad kunne dichten._ Dat aan hetzelve het opperst toezicht moet zijn aan* bevolen over de werkzaamheden der overige Machten. Dat deszelfs befluiten, als in naam des Volks geheiligd, in den voldrektdcn zin moeten gevolgd worden. Dat de gedeeltlijke aftreding van deszelfs»' Leden, op bepaalde tijden, tot den kring van onbeambte «Burgers, dezen onderwerpt aan alle zoodanige verandwoortiing» welke en de openbaare Wet, en de aanklacht van rfzonderlijke Burgers, van hun uitdruklijk zal vorderen. Te Amflerdam, bij M. Schalekamp, tn de War moesliraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage]. Plaat. Leyden Honkoop en Herdiug. Haarlem Walre, J. Beets en Wed vanBrusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamde Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a li Stuiv.  REPUBLIKEIN. N°. 115. Reeds lang genoeg hebben Heerschzucht en Priesterlist de eogender Volken zoo jammerlijk verblind, dat zij , den Godsdienst met godgeleerde begrippen en uitwendige plechtigheden verwarrende, aan de laatjlen een gewicht hechten, hetwelk alleen aan den eerjlen toekwam. Misjive der nationale vergadering aan de hoogste geconstitueerde machten, in Nederland. LIER-ZANG, B IJ DE SCHEIDING TUSSCHEN KERK EN STAAT, door de NATIONAALE VERGADERING, bij decreet van den 5 van Oogstmaand 1796. D e waare Godsdienst is verheven En vest zijn zetel in het hart; Hij doet den mensch gelukkig Ieeven, Vertroost hem in de f'elfte (mart; Hij is de bron van 't reinst genoegen, Die ons verkwikt in 't angstig zwoegen. Daar alles, alles ons begeeft, Schenkt ons de Godsdienst moed in rampen; Hij leert ons in gevaaren kampen, Waarvoor de zwakke fterv'Mng beeft... é Heel 't menschdom eert het Opperwezen, Dat alles leven, adem geeft — Wiens almagt nimmer is v'olpreezen ; Die 't grootsch heelal gefchapen heeft; Die lucht en zee, de menfchen, dieren , Al 't geen hij wrocht, ook blijft beftieren; Die 't kleinfte infekt, dat gij vertreedt, Bewaakt, gelijk de hemellichten, Die, op zijn' wenk , hunn' loop verrichten, 't Onzichtbaar ftofje nooit vergeet... lil. DEIL. E Wie  34 DE REPUBLIKEIN. Wie zou, 6 God! uw magt niet roemen Verrukt door al uw majesteit j Wie zou u niet zijn' vader noemen, Bezield met zuivre dankbaarheid?... 6 God zie 't menschdom neergebogen! Het eert uw goedheid, uw vermogen, Zijn dankbaarheid wordt de eentë pligt, De mensch wil naar uw voorbeeld ftreeven — ErKent de wet, hem voorgefchreeven, Daar u zijn hart een outer fticht... Uw eerdienst is op 't naauwst verbonden, Aan 't waar geluk der Maatfchappij — De Staat moet zich op Godsdienst gronden, Opdat zijn heil beftendig zij. — Gij Godsdienst! leert den mensch zijn pligten Oprecht getrouw en blij verrichten - Een Godsdienst, die ons heil bepaalt, Wordt nimmer van den Staat gefcheiden; Maar is 't compas, dat ons moet leiden. Daar 't ongetwijffeld nimmer dwaalt.... Ziedaèr den Godsdienst dan gezeeten, Op zijn' on wankel baat en troon ! Hij [preekt altijd in elks geweeten, En rust, en orde, en deugd, zijn 't loon, Dat elk van Godsdienst kan verwachten ; Hij zegepraalt op aard ('ene magten En fnoert de deugd aan de eendrachtsband. Wie kan dit ooit van ftelzels zeggen. Daar zij elkaêr geftaêg weêrieggen Daar elk zijn* eigen ftandaard plant?.. Als ge al de ftelzels wilt befchouwen , ' Welke ieder van'de Godheid heeft — Zo gij die beurtlings wilt ontvouwen, Zie, hoe dit (lof tot twisten geeft! — Gij moet hier in 't duister gisfen, Wie toch kan ze allen recht beflisfen?... Befchermt gij in den Siaar een' leer, Doet gij die als de hoofdleer praaien, poe diep zal dan de Vrijheid daa'en! Gij fmeedt u kluisters keer op keer...  D Ë REPUBLIKEIN. $y Wilt gij de Kerk en Staat vereencn, Dan geeft gij 'c onrecht vaak gehoor Dan zult gij üeez' befcherming leenen —— Dan Ipreekt ge UKfls ander ftelièl voor. Die anders denkt ziet zich verdrukken; Zijn recht als Burger zich ontrukken Gij oeff'ent aus geweeten.~dwang — Beneemt de vrijheid in het denken, De Dweeperij zal priesters wenken.—■ Gelokt door 't laage zelfbelang... •* Ziedaar dan twist op twist geboren , Die 't doodiijk gif der tweedragt teelt! — Dit doet u billijkheid verfmooren, Wijl ieder in uw lasten deelt, Zijn deel den outerdienst moet geeven, Waardoor ge uw priesterfchaar doet leeveu. Bezoldigden van S;aar alleen Verbinden zich aan zijn belangen ; Zij blijven aan hun voordeel hangen... Maak Staatsbelang flechts algemeen ! Wij zien verlichting triumpheeren; Sinds Vrijheid Dwinglandij verwon; Doet zij ons ieders rechten eeren. Vervolg het werk dat zij begon , Zij doet ons naar het voorbeeld ftreeven; Ons door Amerika gegoeven ; Daar haat men zielen dwinglandij, Daar is de hulde aan 't Opperwezen Een hulde alleen uit 't hart gerezen, Ja , daar is elke Godsdienst vrij... * De Kerk en Staat is daar gefcheiden; Het Burgerrecht gelijk bepaald . Verdiende en deugd alleen verbeiden Een' invloed, die lieeds zegepraalt - De domheid ziet zich overrompeld —De dweeperij in 't ftof gedompeld; Haar heerfchappij ligt thans vernield; In die voorheen rampzalige oorden, Daar zij zoo vaak, door gruwlijk moorden," Onteib're menlchen heelt ontzield..-. E 2 WS  36 DE REPUBLIKEIN. Wie toch kan al de rampen noemen, Waardoor zij 't menschdom zuchten deed ? Daar zij zich listig kan verbloemen, Vermomde zij zich vaak in 't kleed, Der zuivre Gods-vrucht — Stelzels te eeren, De dwaaling met geweld te keeren, Te fixijden voor Gods majesteit, Daarvoor de dolken op te heffen, Om de ontbhuld in het hart te treffen, Was 't doel dier onrechtvaardigheid. •fisVerbeelding doet mijn geest niet dwaalen — Ontvouw met mij d'Historieblaên, De waarheid zal hier zegepraalen; Zij toont ons al' de gruwlen aan, Waardoor de Dweeperij ons drukte . Den mensch zijn vrijheid wreed ontrukte. Het heerfchend ftclzel was de naam, Dien 't Priesterdom, door haar, ontleende,! Waardoor zij Kerk en Staat vereende, Om nieuwe gruwlen aan te gaan. •éiDring door tot de eerffe groote Volken! Daar vind gij 't werk der dweperij, Daar vind ge alom geloofbrs tolken; De Nijl, de Euprhaat, de Woestenij —— 't Kan alles u tot leering wekken, 't Kan alles tot getuigen (trekken, Hoe 't heerfchend ftclzel in een' Staat, De vrijheid, de orde en 't recht kan fmooren —Den mensch naar laag belang doen hooren, Gegrond op fnoodheid, eigenbaat... * Doorblader 't boek der martelaaren, Waarbii de menschheid zucht en ijst. Zie de offers daar bijéén vergaêren Oie dweeperij tot foltring wijst, Zie Tliirja's zeven zoonen treuren, Hen beurtlings naar de flachtbank fleuren, Daar niets het woên dier beulen ftuit! Geweetensdwang wordt hier verwoeder, Door 't angstig fchreijen van een' moeder; Zij denkt nog nieuwe foltring uit... In  DE REPUBLIKEIN. 37 In Griekenland, door kunst verheven, Wordt Socrates ter dood gedoemd; Hij leide een onberisplijk ieven, Men had zijn deugden vaak geroemd: De wijsgeer, ijvrig in 't verlichten, Moet voor geweetensfoltring zwichten , Een gifdrank wordt in 't eind zijn loon; Zij wordt met blijdfchap hem gegeeven, Dus eindigde ook zijn roemvol leven. De menschheid ftrekt deez' daad tot hoon!... Zoo fpreidt de dweeperij haar laagen, Befchuldigt rasch van euveldaad; Zij kan de dwaaling niet verdraagen, Noemt die gevaarlijk voor den Staat ■ Befchuldigt ligt van valfche leering, Beneemt het recht van zelfver weering; De zucht, de zorg, voor 't Vaderland Het onderwijs in deugd en zeden, Onwrikbre trouw, aan pligt en eeden, Niets wederhoudt der moordren hand,.. Ook Romen kan ons hier ontvouwen, Wat ramp de dweepzucht heeft geflicht —Als wij 't vervolgen Hechts befchouwen, Dat tegen Christnen was gericht —— Geftaêg van oord tot oord gedreeven, "Was 't moordend ftaal fteeds opgeheven, Dat hen, om hunne valfche leer , Tot eer van 't Godendom moest ftraffen, Gefchondene outers wraak verfchaffen: Dus velde dweepzucht de offers neêr. Den Christen zelf, die Jejus eerde, Als 't voorbeeld van zachtzinnigheid, Die, in zijn' naam, flechts liefde leerde, Heeft ook geweetensdwang verleid, 'k Zie Christnen op hun beurt verbolgen, Een dooiend heidendom vervolgen, Daar niets hun dolle geestdrift fluit —— Schoon ze alle menfchen broeders noemen Zien wij hen 't heidendom verdoemen, Zij braaken fcheld op fcheldwoord uit. E3 J8  38 DE REPUBLIKEIN. Ja zelfs ook nog in laatere eeuwen, Bij den verlichte Europeaan, Daar hóoren wij de priesters fchreeuwen: Men hirenge ons dwaalende offers aan! 'k Zie Frankrijk door dien kreet beroeren,'k Zie dweeperij op de offers loeren —. Het waar geloof ~ ziedaar de leus Tot plundring, moord, onmenschlijkheden! 'k Zie orde en pligt, en deugd vertreeden* Men zweert den dood aanreiken Geus... Die nacht die ijslijkfte aller nachten Die ooit voor gruw'len wierd gefpaard — Waarin de helfche furies lagchten Die nacht — de Ichrik van hee! deeze aard !.. Door dweeperij belfemd tot moorden, Waar monfters alle menschheid fmoordcn, Wier hand van gudfend bloed nog rookt, Toen niets de dolle wraak betoomde! Het Geuzenbloed, dat om ons ftroomde... Bij 't fakkellicht verfchriklijk kookt... •& Ons Vaderland kan ook getuigen Van wreede zielen-dwinglandij ^ Hier zien we een aantal offers buigen Voor 't outer van de dweeperij — Hier zagen we ook de Remonftranten, Vervolgd — belaagd van alle kanten, Het voorwerp van der pricstren haat: — Dan ginds, dan herwaards heen gezonden, Wordt menschheid hier op 't wreedst gefchonden Door heerfchappij van Kerk op Staat... Dan, alles, wat wij hier ontvouwen, Is flechts copij — een llaauw tafreel ——ï Wanneer wij al den ramp befchouwen. Weeleer in een nieuw waerelddeel. Door 't Spaansch geweld aldaar bedreeven; Het moordend zwaard werd opgeheven ; In fchijn van godsdienst, en Van pligt Vereent de Spanjaard al zijn krach'en Om 't dwaalend menschdom wreed te flachten —. In fchijn dat hij net volk verlicht. De  DE REPUBLIKEIN. 39 De Spanjaard nadert aan de landen, Bewoond door den Amerikaan, De Wilde ziet hem naauwlijks ftranden, Of biedt hem gul zijn vriendfchap aan. De Spanjaard fprak: „ De God der Goden Zond ons tot u; Hij heeft gebooden, „ Dat Gij de Christen-leer belijdt" —. Dit vreedzaam volk is nog onfchuldig, Oprecht, eenvouwig en geduldig, Hij weet niet hoe die Hang hem vleit... •StDe fnoodaarts zien zich gul onthaalen, Terwijl men hen als Goden eert ; Hun gouddorst kan zich niet bepaalen, Maar wordt nog door het goud vermeerd, De Spanjaard haakt naar al de fchatten, Die Peru's mijnen nog omvatten; Hij momt zijn doel door veinzerij, 't Geloof werd toen de leus van 't moorden, De Priesters, die de menschheid ("moorden, Ontmaskren hun' verraaderij. Men ondervraagt de Amerikaancn, In 't diep geheim der Christenleer — Hier plant men de inquifjtie vaanen, Ze ontrollen zich boe langs hoe meer . De Amerikaan, nog onbedreeven, Kan geen voldoenend and woord geeven: „ 't Zijn allen Ketters!... roept men uit, „ Hun dwaaling is ons nu gebleeken, „ Laat ons den God der Goden wreeken" Dus roept almagro overluid. # De moordkreet aldus aangeheven, Grijpt eik de fchuldlooze offers aan; Eén dag ziet duizend menfchen fneeven, Door 't flachtend zwaard ter nederllaan. 'k Zie vrouwen, grijsaards, aangegrepen, Bij duizend' naar de houtmijt fleepen, Zij worden Jeevendig verbrand : „ De foltring, die wij u doen lijden, ?, Die zal hier namaals u verblijden; „ Wij loutten u voor beter ftand!"... Dus  40 DE REPUBLIKEIN. Dus was de taal van die barbaaren, Dit was de taal der dweeperij — Niets kan de wreedheid evenaaren, Van haar gevloekte veinzerij Ziedaar wat ramp al werd geboren! Door naar de dweperij te hooren — Toen was de Kerk en Staat vereend... Daar ftelzels zulk een' invloed geeven Kan niets de dweeperij weêrftreeven Wanneer men haar gehoor verleent. 0 Gevoelt uw heil ,6 gij, Bataaven! Die alles nog niet recht doordacht, Komt, juicht! gij zijt niet langer flaaven Van een dweepzieke priestermagt; Nu Kerk en Staat zijn afgefcheiden, Zal waare Godsdienst u geleiden; Daar recht en Mlijkheid verwint, Gewetensdwang is opgeheven, Kan ieder na zijne infpraak leeven, Daar Godsdienst hem aan pligtcn bindt.., Wij zien Gelijkheid triumpheeren, Waarop alleen de Vrijheid rust," Geen dweeperij kan meer regeeren, Haar fakkel ligt nu uitgebluscht. Aan God! de bron van licht en leven! Kan elk zijn vrije hulde geeven, Gods tempel is alom gedicht Op berg, en lucht, daar golven rollen; Hij waart op al de waereldbollen — Op 't aardrijk, dat zijn glans verlicht... U zij fteeds dank, o Bu:-gervadren! Voor uw zoo liefdrijk Staatsbefiuit! De dankbaarheid ontgioeit onze adren; Wij allen roepen, juichend, uit: „ Nu zien wij Godsdienst zegepraaien, De dweeperij ten afgrond daaien, ,, Wij eeren t'zaam Gods majesteit; f, En 't outer, dat we aan Vrijheid ft,'chten, f, Boe>r ons aan orde, aan deugd, aan pligten ; „ Zijn zinfpreuk is, rechtvaardigheid 1"  DE REPUBLIKEIN. N°. n 6. Wij verklaaren daarom, dat wij aan het Volk van Holland toekennen, gelijk ij het 93 Artikel van het hierna te melden Reglement toegekend wordt, het volkomen en onvervreemdbaar recht, om, met opzicht tot dit Provinciaal Bejluur, zoodanige verandering te maaken, als hetzelve zal komen goedtevinden. Publicatie der provisioneele representanten van het volk van Holland van 5 Februari] 1796. BURGER REPUBLIKEIN 1 Beandwoord mij ten fpoedigften , met uwe gewonne rondheid en cordaatheid, de volgende gewichtige vragen: Beftaat de invloed des Volks op het Beftuur (niet het ftedelijy, maar het hooge Bewind) nog in Nederland} Of is dezelve gehcclënal bepaald tot de zoo weinig afdocnende individueels petitiën? Zo die nog beftaan mogt, is dezelve dan ook te vinden in de plaatslijke Grondvergaderingen, of moet de wettige Volks-ftem alleen gezogt worden in de District-Vergaderingen, gaorganifeerd volgends den wil des Provinciaalen Beftuurs? En zo dit laatfte waar is, bij wie is de macht ter oproeping verbleven? Bij de plaatslijke Municipaliteiten, bij de gewestlijke Beftuurers, of bij het Volk zelf? 6 Mogt gij voor het laatfte teramen ! Anders, vaarwel vrijheid en alle vcrandwoordlijkheid van dwingelanden, intnguanten en fchurken! In afwachting van uw andwoord blijf ik Uw getrouwe lezer eleutherophilus. III. deel. F AND-  42 DE REPUBLIKEIN, A N D W O O R D. Op de eerfte vraag van onzen gcachtcn Correspondent behoeven wij hem, onzes oordeels, alleen te wijzen 'op het motto, aari het hoofd van dit Nommcr geplaatst. Immers, daarbij, wordt de invloed des Volks, niet oo het ftedeiijk'., maar op het Staats-bcwind, in den nadrukiijkften zin geiccraard, en aan hetzelve het volkomen en onvervreemdbaar recht toegekend, om zoodanige verandering te maaken in het Provinciaal Beftuur, als hetzelve zal goedvinden. Deze Helling, 't is waar, is alleen gevloeid uit de pen dei- proviftoneele Reprefentanten van Holland, en zou in zoo verr' alleen bctrcklijk kunnen geoordeeld worden tot dat Gewest alleen : maar het is toch niet te denken , dat het onvervreemdbaar recht, waarvan de bewuste Publicatie gewaagt, alleen zou gelden in Holland, en in geen andèr Gewest, daar toch de rechten van den Burger in alle Provinciën met nadruk zijn afgekondigd! —— Volgends deze ronde vcrklaaring, nu, is het zeer blijk: baar, dat, indien het Volk van Holland, Overijs/el, enz. eenige bezwaaren had tegen het provinciaal BeWind , het zij dan uit welke oorzaak ook gefproten, zulks deze bezwaaren uitdruklijk zou kunnen doen gelden , volgends het recht, aan hetzelve toegekend. Immers, de uitdrukking in voornoemde Publicatie is ondubbelzinnig. Zij gewaagt rechtftreeks van het Volksvermogen, op recht gegrond, om verandering te maaken in het Provinciaal Beftuur. Zij is ook onbepaald, verklaarendé dat vermogen in den uitgebreidften zin, wanneer het Volk zoodanige verandering zal goedvinden. Juist in dat onbepaalde is de grootfte werking van het Volks-vermogen opgeQoten, zoo wel ten aanzien van perfoonen, als van zaken, zoo wel van dingen , die reeds bij het Bewind belloten zijn, als die nog mogten belloten worden. Want, offchoon op de hier boven aangehaalde woorden der Publicatie het navolgend gezeg voorkomt: maar wij houden het ook daarvoor, dat onze Medeburgers, door het verkiezen van Le'4en voor het Provinciaal Beftuur, hunne toeftemming daartoe geven, en op deze wijze hun onbetwistbaar recht uitoefenen, duiden deze woorden alleen aan de eenvoudige wijze van goedkeuring, welke het bewuste Reglement tot het Provintia.al Beftuur ont" ' ■ '• « Ving  DE REPUBLLKEIN. 43 ving uit; de daadlijke benoeming der Leden -, maar zij kunnen geenszins1 te rug «"enten, om een onvervreemdbaar recht, hetgeen te voorctï erkend was, in andere gevallen te verminderen. Deze laatfte woorden behelzen alleen de toepasfing van dén te vooren gemeiden grondflag op het geval, dat toen aanwezig was irt de verkiezing van provineiaale Reprefcntanten, zonder dut zij ooit het recht konden verzwakken, om zoo wei toen, als naderhand, zoodanige verandering te maaken in het Provinciaal Beftuur, als het Volk mogt goedvinden, Ook de ondervinding zelve heeft deze zwaarigheid opgehelderd: want, offchoon zommige' Mumcipaktciten in den waan Honden, dat het Volk van Holland alleen werd opgeroepen, om het voorgestelde Reglement goed- of aftekcuren; zonder iets meer, heeft echter de gefchiedenis van den dag geleerd, dat zommige Grondvergaderingen zich uitdruklijk van haar onvervreemdbaar recht hebben bediend, om aantcdringen op.' eenige veranderingen in voorn. Reglement, en dat de provijioneele Reprefcntanten geenszins aarzelden , om aan zoodanige voorftcllen gehoor te geven, en het goed-' vinden der meeste District-vergaderingen tot een regel van hun gedrag aantenemen. Uit dit alles blijkt dan ontegenzeglijk , dat der Burgeren ftaatkundige invloed, offchoon niet bij een plechtig artikel geth.aid, (en dit beho'orde geenszins in een Reglement voor het Provinciaal Beftuur; maar dit behoort alleen in de Inleiding tot dé Acte der Conftitutie voor geheel Nederland) in alle gevallen, -waarin het Volt;, dat is; de meerderheid der Wettig opgeroepen en in de Grondvergaderingen verfchenen Burgers, zulks zal goedvinden, de nodige veranderingen mag daarftellen. Moeilijker is de vraag: Waar de Volks-ftcm moét gezogt worden, oi' in de plaatslijke Grond- of Gewcstiijke District-Vergaderingen ? Wanneer men overweegt de verdeeling, welke bij de benoeming van Reprefcntanten tot de Nationaale Vergaderingen "in alle Gewesten gemaakt is, zoodanig dat dertig Grondvergaderingen' tot één Diftrict gevormd ,■ en de gantlche Vertegenwoordiging Districts-gewijze is aangelegd, dan fchi/ntook de waare Volks-Hem , welke volgends het nationale en provinciale Reglement gegolden heeft tot benoeming der Leden van het hooge Bewind, daar alleen te kunnen gezogt worden. En, indedaad , deze richting' der' Volks-ftem heeft een bijzonder voorrecht daarin,- dat 'er minder gelegenheid zijn zal, om, bij wijze van kabaai ,*  44 DE REPUBLIKEIN. de ftcm omtezetten der afzonderlijke Groi:dvergaderingen, welke anderszins zoimijds, door het gering getal der opkomende Stemgerechtigden, ligt tot het een of ander kan overreed worden, daar het nu zal aankomen op de meerderheid der Memmen van een geheel District, waarin de kabaal niet zoo zeker werken kan, en ook langs dezen weg eene naauwkeuriger bereekening kan gemaakt worden van dat waare Volks-gevoelen, het geen men voor Bewindslieden als beflisfend wil hebben aangemerkt. Op deze wijze zal, dus, de waardigheid en zuiverheid der Volks ftcm beter gehandhaafd worden, en, welke dan ook de eisch zij, die door het Volk gefchieden zal, het zal dan voegzaamer kunnen blijken, dat dc (temming daartoe op eene voldoenende wijze geregeld, en daardoor de eisch desVolks zelf, door de meerderheid der Districten bekrachtigd, zijnen waaren fteun cn klem bezit, dien hij behoort te bezitten, om beilisfend te wezen. Alleen blijft nog dc grootc zwaarighcid over, om te bcpaalen, bij wie de macht tot oproeping der Grondvergaderingen berust? — Bij dc plaatslijke Municipaliteiten ? Neen : want, daar hier gefproken wordt van den invloed der Stemgerechtigden van een geheel Gewest, tot nog toe volgends den ouden ilenter het Volk genoemd, cn daar de beflisfing der Volks-ftem alleen bij de District-vergaderingen zal berusten, blijkt het zeer duidlijk, dat het plaatslijk Bewind in zaken, die het gantfche Gewest betreffen , geheel lijdlijk is, en geene macht, geen recht altoos heeft, zoodanige Grondvergaderingen te verhinderen, juist daarom, omdat zij tot de waarneming der belangen van een geheel Gewest worden opgeroepen. Dat plaatslijk Bewind heeft alleen te zorgen, dat in de Grondvergaderingen, ter zijner plaatfe, de bepaalde regel en de nodige orde zorgvuldig worde in acht genomen. Dit is het eenige, waartoe het bevoegd is. Voor het overige kan het niet befchikken over het beloop der zaken zelf, die in zoodanige Grondvergaderingen behandeld worden , juist omdat alle die andere Vergaderingen, welke buiten deszelfs grondgebied zijn , geheeiénal buiten deszelfs bereik zijn. — — Maar, is dan de macht van oproeping bij de gewestü'ke Bcftuurers gelegen ? Ook hiertegen geeft de aard van zaken zeer gewichtige bedenkingen. Immers, daar het Volk van eenig Gewest, door eigen aandrang, niet zal opkomen in zijne Grondvergaderingen, dan in ■, .• . . ge-  DE REPUBLIKEIN. 45 gevallen, waarin het eenig redres begeerd otntrend de behandeling van zaken, en zoodanig redres doorgaands aanloopt tegen het gevoelen dier Beftuurcrs zeiven, laat het zich zeer ligtlijk begrijpen, dut zij, de macht hebbende, om de oproeping der Grondvergaderingen te verhinderen, daarvan gereedlijk gebruik maaken, en dus de Volks-ltem wel rasch zouden fmooren. Wil men dus allen Volks-invioed niet ten eenenmaale van zijne waare nuttigheid en kracht beroovcn , — en zoodanige berooving loopt gcheclenal aan tegen alle denkbeelden van burgerlijke en ilaatkundigc Vrijheid — dan vordert de erkendtenis der Opperfte Macht, welke alleen bij het Volk berust, dat ook de gewestlijke Beftuurers hierin lijdlijk zijn, en dat zij deze uitoefening van het Volks-vermogcn onverhinderd laten werken, alleen zorgende, dat op de Hoofdplaatfen in het District de nodige orde worde gehandhaafd. Zoodanige gevallen , 't is waar, zouden welligt zeer vcrmeenigvuldigd kunnen worden, ■ wanneer het eenmaal gelukt ware, de Volksitem door raiddel der Districten te doen gelden, en duszouden welligt allerlei beuzelingcn tot zoodanige Volksbijcenkomfi.cn aanleiding kunnen geven: maar, zoo lang de wijze van beflisiing hieromtrend, door de Acte van Conftitutie voor de gantfche Nedcriandfehe Natie, niet bepaald is, zou ook aan de Gewestlijke Beftuurers,in alle gevallen, waarin hun gevoelen met dat des Volks verfchilde, de weg moeten openitaan, om hunne tegenbedenkingen op zekeren bepaalden tijd inteleveren, en de beflisiing der Volks-item niet eerder mogen gelden, dan nadat ook deze tegen - bedenkingen bij de Meerderheid der District-Vergaderingen waren afgekeerd. Deze fchijnt ons, voor als nog, toe de beste wijze te zijn, om, bij mangel eener algemeene en vaste regelmaat, de waardigheid zoo we) van de Volks-item, als van het Gewestüjk Beftuur, te handhaven. Intusfchen, blijkt uit deze bedenkingen , dat wij dc macht tot oproeping alleen toekennen aan het Volk zelf, als die het onvervreemdbaar 'recht bezit, om in alle gevallen over zijne waare belangen zoodanig te befchikken, als het oordeelt te behooren, en dus tot dat einde de macht moet bezitten , om zoo dikwerf bijëcntekomen, als het voegzaam oordeelt. Het misbruik van beuzelachtige voorgevens wordt door de zoo even gemaakte bedenking van zelve weggenomen, daar het toch nimmer te vermoeden is, dat, indien de verandwoording of de tegenbedenkingen F 3 der  46 DÈ REPUBLIKEIN. der gewestlijke Beftuurers op goede gronden berust; zoodanig dat de waarheid zichzelve genoegzaam ontdekke, alsdan het Volk Zelf dwaas genoeg zijn zal ^ om de waarheid in het aangezicht te fljhenden. — Dan , naardien het geheele Volk van eenig Gewest zich zelf niet kan oproepen , en dus de oproeping door een of ander gedeelte moet worden aangevangen, zoo blijft de' vraag: hoe zal het Volk tot zoodanig einde worden opgeroepen ? Wie heeft het recht,'om dit werk der oproeping aantevangen? Het andwoord is zeer gereed. Ieder Burger, hoofd voor hoofd, die de be'angen van zijn Gewest oordeelt bijzonderlijk te moeten behartigen, heeft het recht, om bij zijnen Municipaalen Raad aantedringen op de zamenkomst der Grondvergaderingen. Juist daardoor, dat hij zijn bijzonder voorftel of gevoelen onderwerpt aan de bellisfing van de meerderheid der Stemmen in de Diftriet -Vergaderingen, blijft het vermoeden eener intrigue ten eeuenmaale geweerd, en 'er is noch voor het plaatslijk, noch voor het Provinciaal Bewind eenige reden voor handen, om zoodanige zamenkomst der Grondvergaderingen te verhinderen. Nadruklijker zeker zou deze oproeping fchijnen te zijn, wanneer zij gefchiedde door en uit naam dier Kiezers, die reeds to vooreh door de Provinciaale Diftricten zijn gemachtigd tot het benoemen van Nationale en Provinciaale Reprcfentanten; dan , daar het niet te denken is, dat juist dat lichaam van Kiezers zich tot zoodanige oproeping zoude leenen, waartoe zij, eigenlijk gefproken, niet zijn gelastigd, zal deze oproeping beter kunnen gefchicden door en van wege zoodanige Burgers , die zich daartoe aanmelden bij hun plaatslijk Beftuur, om langs dien weg de ftem van alle Grondvergaderingen , door middel deiDistrict-Vergaderingen , te kunnen uitbrengen. Begeert men in deze oproeping eenigen meerderen nadruk, (fchoon 'er, eigenlijk gefproken, geen meerdere nadruk behoeft, omdat het recht van eiken vrijen Burger op Zich zelf even onvervreemdbaar is, ais dat van een geheel Volk) dan ftaat de weg van briefwisfeling open ,• en men behoeft alleen te zorgen, dat, ten zelfden tijde, in alle plaatfen van het gewest, flechts één vaderlands rit Burger dezelfde zaak op een gelijke wijze aanvange, en daardoor van rondom eene eenpaarige ftem worde uitgebragt, om de Grondvergaderingen opteroepen. BeHond 'er eenig plaatslijk Bewind, dat vermeetel gepoeg ware, om zich tegen deze oproeping te verzetten;  DE REPUBLIKEIN. 47 ten, ook de weg van adres bij een hooger Bewind Haat open,om zich dat grondwettig en onvervreemdbaar recht te verfchaffen» en, zo ook aldaar (het geen echter niet te vermoeden is) de ftem der waarheid geene bcfeherming mogt vinden, dan zal welligt het publiek gevoelen zich met zooveel nadruk doen hooren, dat alle tegenftand, van de zijde des Bewinds, vruchte'oos zal wezen. — Op deze wijze, dunkt ons, zal de invloed des Volks, ook nog in deze dagen, even veilig en krachtig kunnen werken, als in de eerde dagen der Omwenteling -, terwijl orde en gemaatigdheid, dien invloed beftuurende, aan denzelven den vereischten klem zullen bijzetten, om te doen zien, waar de Volks-flem behoort te bcflisfen, wil men niet een geheel Gewest aan de droevige gevolgen van een rampzalig Bewind ten prooie geven. * * * _ * * * MEDEBURGER! Hoe mistroostig ik bij mij zelvcn was, over de bij de Nationale Vergadering gedecreteerde aiï'chciding van Kerk en Staat, ben ik niet weinig opgebeurd, zederd ik vernomen heb, dat de Municipale Raad van Amfteldam het teckenen der Bijbels, dat voormaalig recht der heerfchende Kerk, met de voordeden, daaraan verknocht, niet aan eenen ■ Leeraar, maar aan het gantfche Kerklijk Ministerie, gefchonken , cn dat diezelfde Raad nog belloten heeft, om de gebouwen der voormaals heerfchende Kerk, door een bijz»nder toezicht, voor reekening van Stads Kas, in goede órde laten brengen: iets, hetgeen ik met genoegen hoor, dat ook te Leiden gefchied. Wat dunkt u, zou 'er niet veel hoop zijn , dat, langs dezen weg, het geheele voornoemde Decreet, van tijd tot tijd, zijne kracht verloor, en de heerfchende Kerk indedaad bewaard bleef? Andwoord hierop fpoedig, en, zo het zijn, kan, vertroostend, Uwen lezer KERKVRIEND. AND-  48 DE REPUBLIKEIN. AND WOORD. Wij raaden onzen Correspondent Kerkvriend, zich niet te fterk te verlaten op deze hoop; want, zoodra provinciale weêrfpannigheid, geftijfd door nationaale flapheid, eenmaal door echten vaderlandfchen moed naar behooren beteugeld wordt , dan zal het gedaan zijn met die rampzalige fchijn-patriotten, die wel den mond vol hebben van gelijkheid en vrijheid; maar nog dom of eerloos genoeg zijn, om, tegen de grondbeginfels onzer revolutie, 's Lands en Stads Kasfen te bezwaaren met uitgaven, welken de wet openlijk verbied, langer te doen. Zoodra toch de Kerk, bij decreet, van den Staat is afgefcheiden , komt noch teekenen van Bijbels, noch onnodige verbetering aan Kerk-gebouwen te pas. Zij, die dir doen, zouden, misfehien beter gezegd kunnen worden, de gronden der vrijheid te miskennen , en de publieke gelden te vervreemden. Te Amflerdam, bij M. Schalekamp,/'«* Warmoesfiraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordl Blusfé en Zoon. 'sHage J. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, J. Bects en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aakeit. Utrecht G. T. van Paddenburg en ' Zoon, en de Wed. Terveen. 'sBosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh cn Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij dj voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a ii Stuiv. De Tijfels en Inhoud van het ifte en 2de Deel worden thands mede uitgegeven.  REPUBLIKEIN. N°. 117- La Aanmeufe mf.uence de la confufim des finances parcouri tmte la Rèpublique, et f étend tellement au lom, qu'on perd fouvent eene cauje; de vue dans ie tems meme, quelle produit les Plus funestes effets. _ f "* NECKER; REPUBLIKEIN l Ik ben ü nog mijne aanmerkingen fchuldig ovér Bet ftuk der belastingen. Dit toch is tegenwoordig een der eewichtigfte onderwerpen. Zullen de bijzondere Gewesten tot één onverdeeld Gemeenebest, onder een Beftuur, vcreenigd worden, zoo zullen 'er al vrij groote veranderingen moeten voorvallen. Want, blijven de quota's, zoo als zij nu zijn bepaald, dan is Holland volftrekt verloren. Van waar anders, dat Holland zoo veel meer Staats-fchulden heeft « dart de andere Gewesten' Immers alleen daardoor, dat de andere Provinciën nimmer haar evenredig deel betaald hebben aan dc ordinaire en extra-ordinaire lasten van den Staat, cn. dat zommige nog millioenen ten agteren zijn in Hollancts vóórfchot van buitengewoone uitgaven. Ja, kan »er fterker bewijs zijn, dan het reeds opgebragte na de Omwenteling van 1793 ? Holland's Ingezetenen hebben hun overtollig zilver gegeven, — eene fchaadelijke Loterij - negotiatie moeten, gedoogen , mee geforceerde Geldligtingen van 6 gids. ten honderd ondergaan, waarvan de laatfte nog hangende is. Maar, wat bezwaar hebben de andere Gewesten geleden? tn Gelderland en Utrecht is, behalven het zilver, eene buitengewoone belasting van 2 gids. ten honderd geheven; In de overige Provinciën heeft geene noemenswaardige? heffing plaats gehad. De andere Gewesten, 't is waar i worden onmachtiger genoemd; maar ik zie geenert grond, waarom «ok aldaar niet $ pro centd van dé III. OEEfc. Q wm  50 DE REPUBLIKEIN. waarde der goederen zou kunnen geheven worden ? In Holland, bij voorbeeld, geeft een morgen lands, gereekend tegen 100 gids. aan waarde, maar 6 guldens: dus, hoe onevenredig de vermogens zijn, de belasting blijft altijd evenredig naar het vermogen: en , zijn het Kapitalisten, die van hunne Obligatiën 6 ten honderd moeten geven, dan kunnen de Gelderfche Renteniers zulks beter betaalen, dan de Hollandfchen, omdat bij de eersten de levensmiddelen zoo veel beter koop zijn. Geen wonder dus, dat Holland meer belastis met Staats - fchulden. Dat Gewest was de bok der ongerechtigheid, even als bij Israël, opgeofferd, om voor de zonden des geheelcn Volks te voldoen. Hoe noodzaaklijk ware het dus geweest, dat de Nationale Vergadering de macht bezeten had, om buitengewoone petitiën voor den geheelen Staat te doen! Immers, dan zou ieder Gewest, in eene volkomene evenredigheid, het zijne hebben kunnen opbrengen. Maar, nu zulks aan het provinciaal Bewind van ieder Gewest is overgelaten, en men de oude verdceling volgt volgends dc laatste fchikking omtrend de quota's, zal Holland wederom, als voorheen, het gelag betaalen. Indedaad, ik beklaag die Provincie zeer, en befchouw haar voor de Republiek bijna verloren, indien 'er geene goede Conftitutie komt, waarbij de oude fchreeuwende gebreken herfteld, en het monster van foederalismus verdelgd wordt. Dit niet gefchicdende, blijven de ftaatskwaalen ongeneeslijk. Hierin, twijfel ik geen oogenblik, of gij zult met mij eensgcvoelend wezen. In een ander opzicht echter verfchillen wij. In No. 109 en in van uw tijdfehrift kant gij u ftellig tegen eene meerdere belasting der vermogenden, en dus ftrijdig met de handelwijze der Amerikaaneh, Franfchen en Engelfchen. Ik voor mij hield altijd den volgenden grondregel, dat dc belastingen moeten geregeld worden in evenredigheid van bet minder of meerder vermogen der Ingezetenen. Gij echter wilt de gelijkheid, ook in dit opzicht, in den nadrukiijkften zin handhaven, en vordert zelfs een bewijs van hun, die het tegendeel beweeren. Dit bewijs is, mijns oordeels, gelegen in de openbaare befcherming van .ftaatswege van de goederen der vermogenden. De befcherming, toch, van leven en goed is het voornaamste doel van het maatfchappijlijk beftaan. Om dit te bewerkftelligen heeft de Staat, als een zedenlijk perfoon befchouwd, aanmerklijke inkom-  DE REPUBLIKEIN. 51 ften nodig, even gelijk ieder afzonderlijk huisgezin die tot zijn eigen onderhoud behoeft. In het perfoneele, ten aanzien van het leven, zijn alle menfchen gelijk, en hebben in den Staat gelijke rechten. Dus moeten alle belastingen op dierlijke nooddruft gelijklijk gedragen worden. Dan, de Ingezeten heeft ook goederen, die befchermd moeten worden ,• dezen szijn ongelijk verdeeld , daar men armen en rijken heeft. Zou het nu niet ónredeniïjk zijn, dat, bij zoodanige ongelijkheid, gelijkheid van lasten plaats had ? Betaalen niet de Inge • landen van Polders naar evenredigheid hunner morgentaaien ? Is dit niet billijk» Wat is de mensch zonder geld of goed? Hij kan bij dag en nacht gerust overal nederliggen, of henenreizen, zonder vrees vooj- berooving; hij heeft dus geene befcherming noodig; deze bepaalt zich alleen tot de eigendommen , en juist daarom is de Ingezeten verplicht, de lasten te dragen, in evenredigheid van zijn meerder of minder vermogen, Dit befluit houd ik voor zeer wettig, ja zelfs wiskunffig evenredig aan den aard eener Compagniefchap, als welker voordeden en lasten in evenredigheid moeten gedragen worden. Aan den anderen kant, echter, wil ik gaarn toeftemmen, dat het recht van eigendom des vermogenden in allen opzichte moet geëerbiedigd blijven, zoo dat geen Wetgever de macht heeft, van hem buiten zijne toeftemming een don gratuit te vorderen, of hem te noodzaken tot het betaalen van belastingen, waardoor de waarde zijner eigendommen moet verminderen, ten minsten zoo lang 'er eenig middel voor handen is om zulks te verhoeden. Moet bet Land meer renten geven tot het vojdoen zijner negotiatiën, wie toch , indien dc belastingen geregeld worden naar evenredigheid van vermogen, betaalen zulks ? Niet dc armen , maar de rijken. Deze waarheden, dunkt mij, zijn tastbaar, en leveren gronds genoeg op, om uwe ftelling te wederfpreken. U' AND WOORD. De redeneering van onzen Correspondent voldingt hetgeen hij voorhad te bewijzen; en ook daarom zal het verfchil van gevoelen tusfehen hem en ons niet zoo groot zijn, als hij waant. De Republikein heeft, voor zoo verr' hij bewust is, nimmer eene volftrekte geG 2 lijk-  5» DE REPUBLIKEIN. iijkheid beweerd, volgends welke de vermogende niet. meer zou dragen in de belastingen , dan de minvermogende; maar hij heeft beweerd, dat den vermogenden, naar evenredigheid zijner bezittingen of in kom ften, te belasten, in allen opzichte rechtvaardig ; doch dat hem, nog boven die evenredigheid , te bezwaaren, hoogst onftaatkundig en onrechtvaardig was; onstaatkundig, omdat gij den vermogenden aftrekt van eene nuttige weelde, of hem, wanneer hij door geene bijzondere omftandigheden aan dit Land gehecht is, zeer rasch in verzoeking brengt, om zich elders naar zijn genoegen te vestigen, alwaar men hem met open armen ontvangen zal; onrechtvaardig, omdat het niet genoeg is, dat het woord gelijkheid aan het hoofd der decreeten pronkt, als een aap in de porcelein-kas; maar de kracht van dat woord in het decreet zelf doordraait. Dus, bij voorbeeld, wanneer 'er eene belasting geheven wordt van 6 gids. ten honderd, is het billijk, dat de vermogende, die één millioen aan eigendom of inkomften bezit, 60,000 gids. geeft , even gelijk hij, die 100 of 300 gids. bezit, 6 of 18 guldens opbrengt; dit vordert eetie volkolnene gelijkheid, wakende alleen verfchillend omtrend de meerdere befcherming, welke die vermogende van den Staat behoeft en igeniet: maar, om van den zoodanigen 30 gids. en meer ten honderd te vorderen ,• hiervoor komt het den Republikein Voor, dat niet alleen geen grond ter waereld, maar zelfs geen woord te vinden is, hetgeen de gruwzaume ongeli,kheid uitdrukt, welke in zoodanige heffing gelegen is — Eene andere vraag blijft het nog, of eene heffing van inkomften immer ftaatkundig goed, immer geoorlofd zijn kan, welke hooger rendant vordert, dan de meest-rentende effecten r ten minften de rente-gevende papieren, verfchaffen ? De billijkheid getuigt hier ten vollen , dat niemand kan verplicht worden, zijn eigendom zoo merklijk te verminderen tot zijne wezenlijke fchaade, zo.o lang 'er nog andere middelen voor handen, zijn, om de nodige fom voor den Lande te vinden, buiten het wezenlijk nadeel van één éénig Burger. Dit alleen heeft de Republikein bedoeld, en ook beweerd; en met hem, twijfelt hij geen oogenblik, of alle o'npar-? tijdigen zullen zich gaarn vereenigerj. Uit-  DE REPUBLIKEIN. $3 Uittrekfel van een particulieren Brief wegens de verplichting der Christenleeraaren, inzonderheid der zoogenoemde Disfenters, om zoo wel van hunne trac- t tamenten, als bezittingen, tot de laatst gcdeee- teerde Geldheffing, in Holland, optebrengen. Alvooreni uwen Brigf te beandwoorden, moet ik deze herinnering voorafzenden, ter verhoeding van alle misduiding mijner gfondbeginfclen, welke ik zekerlijk minder te wachten heb van «, dan van anderen, aan welken gij dezen mogt mededeelen, (waartoe ik u volkomen vrijheid geef) en die mij minder kennen. Wanneer ik een bevel, door ftraf bekrachtigd, vóór mij heb, dan vraag ik niet: wat raadt mij de Vaderlandsliefde? maar, wat eischrde Wet? ik raadpleeg dus haaren letter, en ga geen hairbrced verder, dan waartoe de letter mij verplicht. De afreekening tusfehen mijn geweten en de vaderlandsliefde ftaat in een geheel bijzonder boek op haar zelve. Dit wilde ik u vooraf herinneren, opdat men in mij alleen den gehoorzaamen4en en niet den vaderlandfehen Burger befchouwe.' _ Gij twijfelt dan, of het 4de Artikel der Ampltatie van 10 Augustus ook niet op u betreklijk zij ? Laten wij het eens lezen. (*) Welke ambten worden hier bedoeld? Inkomengevende, of zoogenoemde lucrative, waaronder, zoo als gezegd wordt, de „zoodanigen verftaan worden, die regulier jaarlijks een inkomen, al ts het dan ook onzeker, doen genieten. De zoodanigen moeten, volgends het voorfebrift, van bejde heffingen beftaan. De vraag is dan nu duidlijk, niet of gij traetament en emolumenten geniet; maar of gij die gepiet van wege uw ambt of bediening, en dus of gij een ambtenaar of bediende zijt. — Indien gij dit waart, zoudt gij het ook lezen. In alle voorige Publicatiën, ivaarin gij mede bedoeld waart, zijt gij genoemd Kerk- lijk £*) Art. 4 luid aldus. „ Dat zij. die Ambten of bedieningen hebben, dat is dezulken, die van wegens derzelver Ambt of Bediening, het zij dun onder den titel van Traciamenten en Emolumenten, Daggelden, Vacatiën, of onder welken anderen titel het ook zou mogen •wezen, legulier jaarlijks een inkomen, el is het dan ook onzeker, gemeten, en boyendien nog eenige bezittingen of eigendommen hebben, gehouden zullen zijn, ingevolge het voerfchrift, Y*n ieide ie lief' fy'gen te bemalen, enz. G 3  54 DE REPUBLIKEIN. lijk Ambtenaar. — „ Maar ben ik, zonder dat bijvoegfe], geen kerkiijk Ambtenaar?" Neen. Na het Decreet der Nationale Vergadering van 5 Augustus, ter affcheiding van Kerk en Staat, hebben alle Kerklijken, zelfs dieAran het Hervormde Genootfchap, opgehouden, ambtenaaren te wezen. Intusfchen, is het zeer wel mooglijk, dat men in de Provincie Holland in dit fttik op dezelfde wijze handelt, als omtrend de OctroJijen, offchoon door dat Nationaal Decreet vernietigd, en dat men de Gereformeerde Prcdikiften nog als 's Lands Ambtenaars wil blijven behandelen, omdat zij hunne tractamenten van het Land trekken. En in dit geval, hoe zeer ifc hen anders beklaag, dat zij hun fober tractament nog met 's Lands kas moeten deelen, moet ik erkennen , dat het provinciaal Beftuur zich zelf gelijk blijft. Alle Ambtenaars trekken 's Lands geld, en het Beftuur heeft dus in de eerste plaats hierover eene bijzondere befchikking. Zij zijn verplicht, de moeder, die hen voedt, in geval van nood te onderfteunen. —— „ Maar ik ben ook Predikant. Zi n wij niet allen gelijk in rechten en plichten?" Gij zijt Predikant; dit is waar. Maar een Boekhouder van de Amileldamfche Wisfelbank cn van een Koopman, de Secretaris van eenig Beftuur, of van een afzonderlijk Burger of Genootfchap , ftaan die gelijk ? De eersten worden door het Land bezoldigd, en daarom zijn zij Ambtenaars, dc laatsten uit de beurs van bijzondere perfoonen, en daarom zijn zij het niet. Zij Zijn niet gelijk in plichten, omdat zij niet gelijk zijn in voorrechten. Uw tractament is een particulier goed, waarover het Beftuur geene befchikking heeft, voorzoo vey' het tractament is; en gij behoort tot Art. 3., waarbij bepaald wordt, dat iemand, de waarde zijner Inkomsten en Bezittingen bereekenende, het meeste betaalen moet, het zij volgends de Publicatie van 30 jfunij, het zij volgends de 6 percents heffing volgends dc Ampliatie van 10 Augustus. — Nog meer; kan een Ambtenaar zich zelf fcheppen? Moet hij zijne aanftelling niet afwachten? Gij, daarentegen, hebt u zeiven Predikant gemaaakt; gij blijft het tot uw dood, zo gij het u niet onwaardig maakt. Dit te worden, heeft u moeite en geld gekost. Uwe beroeping op uwre Standplaats hebt gij aan uwe verdiensten te danken, die u de gunst en goedkeuring l)wer Gemeente hebben verworven. Hoe veel verfchilt gij in dit alles van een Ambtenaar? Gij wordt bezoldigd  DE REPUBLIKEIN. 55 digd voor uwen dienst door lieden , die 'er de vrucht van trekken. Gij zijt hetgeen gij zijt, alleen aan uwe vlijt en arbeid verfchuldigd, en hebt 'aan het Land niets meer te danken, dan het genot uwer rechten, als burger. Indedaad, indien Leeraars, die hunne tractauienten alleen verfchuldigd zijn aan de milddadigheid van particulieren , (daar anderen bezoldigd worden uit eene Kas, waaraan alle Burgers opbrengen) van die tractamenten moesten betaalen , zou dit niet anders kunnen befchouwd worden, dan als eene recognitie voor de Vrijheid van godsdienstoefening. Maar dat onder een Beftuur van Vrijheid, alwaar de Kerk van den Staat is afgefcheiden! Weg met ditdenkbeeld ! Gij zijt dus, mijn Vriend, in Art. 4. niet bedoeld,en kunt niet bedoeld zijn. — Dan,gij beroept u op Art. 6, waarin van geestlijke perfoonen gefproken wordt. Lees eens Art. 5 en 6 voluit (t) ; er» gij zult zien, dat zij u niet betreffen. Art. 5 is, mijns oordeels , enkel eene nadere verklaaring voor hun, die alleen moeten betaalen van hunne inkomsten, mids bedragende meer, dan hunne bezittingen. Art. 6 bericht hen, die van hunne bezittingen moeten geven, dat zij, boven de ƒ 1200:- gegoed zijnde, in de laatfte geldheffmg, of publicatie van 10 Augustus begrepen zijn. Maar dit Artikel bedoelt geenszins, om te verklaaren, dat de Predikanten onder Art. 4. behooren. Zij worden flechts in 't voorbijgaan aangehaald, (fchoon de uitdrukking van Geestelijken, na de afleheiding van Kerk en Staat, zeer oneigenaardig is) en dat gedeelte van Aft. 6. behoort onaffcheidlijk bij Art 5. .Wat men Ct) Art. 5- Dat, ten opzichte van die genen onzer Medeburgers , welken, ingevolge tier evengemelde bepaaling, niet van hunne Bezittingen en Eigendommen, maar van hunne Inkomsten moeten betaalen, Wij in volkomene waarde houden de Publicatie, door ons dien aangetande op den poften Juni] geëmaneerd, als niet willende, dat daar aan iets verders 0' anders zal worden gederogeerd, als alleen ten opzichte van dat geen, het welk bij deze ampliatie en alteratie uitdruklijk is bepaald. Art. f5. Dat dienvolgends tok alzoo niet alleen bovengemelde onze Publicatie in volkomene werking blijft, ten opzichte van de Perfoonen, het zij Politieke, Militaire of Geestelijke, die in deze Heffing moeten contribueer en, en bij Art. 1 van dezelve Publicatie zijn opgeteld; maar dat ook, met opzigt tot het furnisfement van de Bezittingen en Eigendommen , niemand zal wezen gecxcipiccrd, zoo rasch de waarde van zijne Bezittingen en Eigendommen flechts twaalf htnderd Guldens en daarboven bedraagt; zullende allen, fte beneden de twaalfhonderd Guldens gegoed ziin, van hunne Inkomsten gehouden ■zijn te betaalen, conform de Publicatie yan 30 Junij laatstlcedm.  56 DE REPUBLIKEIN. men 'er intusfchen mede beoogd heeft, verklaar ik niette weten. Misfehien is het alleen, om hen te herinneren, dat zij tot Art. 3' behooren, -— Ook even duister zijn de woorden, dat de Publicatie van 30 Tunii in volkomene werking blijft, ten opzichte van Politieke, Militaire of Geestelijke Perfoonen. _ In welken zin moet men dit opvatten? Waar zijn zij opgeteld in Art. 1 van die genoemde Publicatie? Ik vind aldaar geen enkel woord. Hoe het zy, gij zijt zoo min een Geestlijke, als een Ambtenaar. Gy zijt eenvoudig Burger, en gij behoort, mijns oordeels, blijkbaar, onder Art. 3- Dit ziJ u thands noeg ter voldoening van uw verlangen. Te Amflerdam, bij M. Schalekamp,»»* Warmoesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage J. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, |. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Swebcn. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuvsarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a ii Stuiv. De Tijfels en Inhoud van het ifte en 2de Deel worden thands mede uitgegeven.  REPUBLIKEIN. N°. ii8. Wij moeten erkennen, by veslen onzer Ingezetenen niet dis bereidwilligheid te vinden, welke wij gemeend hadden, van derzelver vaderlandsliefde te mogen verwachten; welke traagheid gedeeltelijk geboren word uit de overtuiging en daadlijke ondervinding, dat ae Ingezetenen van dit Gewest bij continuatie genoodzaakt zyn, meerder opoferingen voor de algemeene belangen te doen, dan tot hiertoe door de Ingezetenen der overige Gewesten is gedaan geworden. Misfive van het provinciaal bestuur van Holland aan de nationaale vergadering Vüll 28 September 1796. Schrikbaarende zijn, indedaad, de gérUchfeh, die thands aiomme verfpreid worden v> egcns 's Lands finantieelen toeftand in het gemeen, wegens dien van Holland in 't bijzonder, en niet minder wegens de Marine. — Bekend is de aandrang der Nationale Vergadering bij alle Gewesten, om hunne bepaalde quota's optebrengen, ten einde den dringenden nood te vervullen, waarin Zich tegenwoordig het Land bevind. Even bekend zijii de finantieele maatregelen van Holland, om de Provinciale Kas te ftijven : en echter wil het gerucht, dat dit laatst genoemde Gewest nog eenige mlllloenen zou ten agteren zijn in den opbrengst van zijn quotum. Van waar deze jammerlijke toeftand? — en dat na zoo veclc drukkende belastingen , waarbij Holland's Ingezeten, kan bereekenen, dat hij, binnen het verloop van weinige jaaren, omtrend 20 guldens ten honderd van zijne bezittingen aan zijn bijzonder Gewest heeft opgebragt; terwijl andere Gewesten, gaarn hulde doende aan dc gedecreteerde gelijkheid in rechten, een eerbiedig ftifzwijgen houden omtrend de gelijkheid van finantieele plichten. Waarlijk, hoe vervreemd wij ten eenenmaale zijn, om een nadeelig wantrouwen bij Hollandss Burgers te verwekken tegen hun provinciaal Bewind, moet echter het beloop van zaken een allerwezenlijkst tfadenIII. deel. G ken  58 DE REPUBLIKEIN. ken veroorzaken bij eenen ieder, die geenszins onverfchillig is wegens de belangen van zijn Vaderland. In zulk eenen bedenklijkcn toelLnd, moet bij JHolLmd's Volk het verlangen herboren worden, dat men eindelijk eenmaal voldoen zal aan de belofte, door de voormaalige provifioneele Reprefentanten gedaan, om behoorlijke opening te geven van het provinciaal Finamie - Wezen, opdat daaruit blijke, hoe het beftuur van zaken geweest zij vóór de Omwenteling des jaars 1795, en of het Bewind indedaad den behoorlijken weg hebbe ingellagen, om den finantieelen toeftand der Povineie zoodanig tc regelen, dat, dezelve niet verder ten bederve , maar integendeel, zoo als plechtig is toegezegd, tot herftel der Staats-Kas zoude verftrekken. Verbaa-' zende uitgaven zijn -gewislijk gevorderd tot vorming en onderhouding van een ftaand 'Nationaal Leger, tot opbeuring der Marine uit haaren jammerlijk vervallen ftaat, tot voldoening aan gedaane requifitiën ten behoeve der Franfche Republiek, enz.-, dc inkomften zijn door den deerlijk ve'rfJapten handel cn zeevaart, door den vermagerden toeftand van duifende huisgezinnen, door den ftilftand van veelerlei trafieken, enz. zeer aanmerklijk verminderd-, dan, aan den anderen kant, is echter de voordduurende gewoone en buitengewoone belasting, gevoegd bij de agterblijvende uitkeeringen aan den voormaaligcn Stadhouder, en de, zoo als men ftcllig beweert, zuiniger overlegde huishouding ten aanzien van het Bewind, van dien aard, dat men eene veragtering der provinciale Kas in geenen decle zou vermoeden. En, daar zoodanige geruchten , thands overal vcrfpreid, niet anders kunnen ftrekken, dan tot wegneming van het zoo noodzaaklb'k vertrouwen tusfehen het Volk en zijne Bewindslieden, en nog meer, daar zij allernadcc'tigst werken op het, reeds zoo zichtbaar wankelend, openbaar crediet, welks behouding intusfehen eene der voornaamste zorgen is van het Beftuur, wordt het, van de zijde zoo wel des Bewinds als des Volks, hoogst plichtmaatig, hierop behoorlijke acht te geven, en, met handhaving der eensgezindheid, dit Gewest van een anderszins zeker verderf te redden. Deze maatregel wordt nog noodzaaklijker, wanneer men het oog vestigt op de Marine, ten minsten indien ook daaromtrend de zweevende geruchten in cenigerhande opzicht geloof verdienen. Hoe! zou men, na zoo veele cordaate poogingen, 0111' het Zeewezen te ver-  DE REPUBLIKEIN. 59 verbeteren, na zoo veele verbaazende lommen daartoe hefteed, na in dat voorgenomen hcrftel eenen wezenlijken grondflag te hebben gelegd tot de alliantie met de Franfche Republiek, — op het oogénblik, dat de Koophandel en Zeevaart daarvan eenig daadlijk voordeel vermoedden, — op het oogenbhk, dat onze Nationaale vijanden, de Engclfchen, eenen geduchten tegenftand, en wij eenen vermogenden fteun, van Spanje, hopen te cilangen.. zou men, op datzelfde tijdftip, de Marine werkloos moeten laten , uit gebrek van nodige geldmiddelen ? Zou men dan alle de geldfommen , tot dat heilzaam einde beftecd, thands als loutere fchats-verfpilling moeten aanmerken, daar onze Schepen, te gering in aantal en vermogen , opgefloten blijven in onze havens , zonder zelfs onzen wal te beveiligen tegen de roofzucht van nabuuren, wier ftaatkundige hoofdregel loutere plundering is?. Zou deze dan alleen de wrange vrucht zijn van alle die gtaats-zorgen, waarin zich de verdienstelijke p. p au lus heeft algefloofd ? dit alleen het loon der opofferingen van het zweet en bloed dei- -Burgeren , wanneer zij de moeilijk opgebragte lasten, ook :tot dat hoofd-oogmerk, in 's Lands fchatkist ftortten ? — Zouden 'er dan geene andere middelen voor handen zijn, om ook hierin alle verkeerde uitcrften te verhoeden? Prijslijk moge de grondregel zijn, dat men 's Lands uitgaven behoorlijk richte naar de inkomftcn , dat men, .bij derzelver vermindering , het onnodige in den nadruklijkftcn zin befnoeije: deze handelwijze is lofwaardig; cn, ware zij, door kundige en ccriijkc Bewindslieden, van den beginne onzer Omwenteling gevolgd geworden, men had juist voor het noodzaaklijke duifenden kunnen uitwinnen. Doch , juist maakt het Zeewezen alhier eene zeer voornaame uitzondering; omdat het niet alleen niet .onder het onnodige, maar in tegendeel onder onze allereerfïe en allerdringcndfte behoeften, moet gerangfehikt worden, en omdat juist de Marine, wanneer zij niet al tc onbepaald word uitgebreid, de verbaazende gcidfommen , welken zij behoeft , met woeker uitftort in den fchoot , die haar koesterde. Zij mag, hoe veeg ook 's Lands finantieele toeftand ware, niet verwaarloosd worden, omdat daaraan onmiddellijk de algemeene zekerheid cn welvaart verbonden is, Dan alleen, wanneer nood in den voiftrektften zin bezuiniging leert, (want het Ichijnt toch, dat de bezuiniging met 's Lands gelden gelijk ftaat met G 2 die  6o DE REPUBLIKEIN. . die van vce'e afzonderlijke huisgezinnen, en dat zij Zêldei in praktijk wordt gebragt, voor dat de nood daar is) moet men büliik vooraf letten op de middelen , die 'er nog overig zijn, om eene zaak van zoo onbereckenbaar belang in haare voordduurende werking te onderfchraagen. Dus zou , bij voorbeeld, maar één éémgc verandering in het Beftuur der Marine, naamlijk het fluiten van de Admiraliteits-wervén, cn het doen vervaardigen en kalefateren der Ooiiogs- fchepen op particuliere Scheeps - timmerwerven , indien zulks van den beginne onzer Omwenteling ware bewerkftelligd, verbaazende geldfommen voor het Land gefpaard, en den Staat een aanzienlijk grooter aantal van Schepen hebben geleverd , dan 'er thands voor handen zijn. Dus zou, om nog een ander voorbeeld te noemen, het aanleggen van zeer veele Schepen, als onder anderen de Groenlands-vaarders, die thands geheel werkloos hebben moeten blijven liggen, niet geringe kosten voor den Lande , een aantal van ligte Schepen hebben geleverd, waarmede den roofzuchtigen Brit eene zeer gewichtige afbreuk had kunnen gefchieden. Welke was toch de reden, dat deze eenvoudige inrichting, Welke zich aan ieder nadenkenden van zelve beveelt, niet gevolgd zij ? Waarom wordt zulks niet nog in praktijk gebragt? Wij willen ons hier niet inlaten met gisfingen , waartoe welligt eene ruime ftof voor handen was , die echter, hier en daar onzeker, en dus aan veeleilei misvattingen ' zouden onderhevig zijn ; ééne reden , echter , mogen wij als zeker opgeven , omdat de gantfche gefchiedenis onzer Omwenteling dezelve predikt. Zij beftaat in eene onverzetlijke gehechtheid aan het oude , welke zoo wel bij de Natie zelve, als bij veclen haarer afzonderlijke Leden en Beftuurers plaats heeft , en welke zoo flerk geworteld is, dat men zich liever, gemakshalve, de blijkcaarfte nadoelen getroost, dan, met eenekleene opoffering van tijd en moeite,'s Lands hooge belangen aan eene nieuwe, fchoon onbetwistbaar h-ilzaame , orde van zaken onderwerpt: een begrip , dat *s Lands bederf zeer zeker bereid, indien men niet nog bij tijds verkiest daarvan te rug te keeren. Of, zou het thands nog b-Wijs nodig hebben , dat 's Lands geld op de Admiraliteiten fchandeliik verfpild wordt, zoo door de hooge prijfen, welken voor het hout en ijzer moeten hefteed worden , bij gebrek van gerecde betaaling? £ou het bewijs behoeven, dat de weikgasten op de  DE REPUBLIKEIN. 61 Admiraliteiten (wij (preken hier inliet algemeen, en niet van elk perfoon in 't bijzonde.) *s Lands geld op de onbetaamlijkfte wijze door ledigheid verfpillen, daar het bekend is, dat veelen derzelvcn, juist om hun gewoon dagdieven, op particuliere werven niet kunnen gebezisd worden? Is het nodig te doen opmerken de jammerlijke gebruiken, die aldaar, tot aanmorküjk nadeel van 's Lands Kas, plaats hebben, het zij in de zoogenoemde halve of heele vrije dagen, of in het drijvend hout, dat door de werkgasten, als een buiten-kansje, Word toegeëigend, en waarin zelfs het toezicht der eerKjkftë mannen niets, niets hoegenaamd, vermag tot verbetering ? — D ar alle deze daadzaken fpreken, komt het niet langer in aanmerking., te vragen: wat men in den benarden toeftand van zaken doen zal ? Het andwo M-d is gereed. Breng uwe Marine in behoorlijke orde; maar doe het op de voordeeligfte, minst kostbaare wijze, zonder aanzien van perfoonen of overoude gebruiken. Waar het 's Lands belang geldt, laat aldaar ook het vooroordeel zwichten; en , zo het u waarlijk ernst is, eene zaak van dat hooge belang te verbeteren; zoodra de Natie dit ernstig voornemen duidlijk befpeurt, dan zuilen duifende vaderlanders gereed zijn, in dezen nood bijtefpringen, omdat zij overtuigd zijn, dat, zonder eene herftelde Marine, noch koophandel, noch zeevaart befchermd, noch aan het traktaat van alliantie met Frankrijk voldaan, noch immer een voordeelige vrede kan verkregen worden. Het is deze waarfchuwing, welke de gezonde Staatkunde geeft aan allen, die in eenige betrekking flaan tot de Marine, cn die aan oprechte vaderlande/s den lust moet inboezemen, om dit belangrijk werk ten nutte van den Staat zoodanig ter harte0 te nemen, dat de fchrceuwende misbruiken niet langer voordduuren , maar door eene billijke en verftandige huishoudkunde vervangen worden. * # * ^_ * _ * Staatkundige Bedenking wegens de inwisfeling der Franfche Aslignaten. De ledigheid van Holland's Kas ba?rt veel opziens. Men fpoort dus veelal derzelver oorzaken op. Onder die oorzaken is geene der geringften de inwisfeling der Franfche Aslignaten tegen 9 Huivers de Livre, waarvoor recepisfen zijn uitgegeven, die, wel is waar, papieren G 3 geld.  62 DE REPUBLIKEIN. geld, maar op her provinciaale Groot-Boek in geld-waarde bereckend zijn. Men weet intusfchen, dat veele Leveranciers daarmede fchandelijk hebben gewoekerd, door, bij voorbeeld, voor een pond kaas 5 Livres te nemen, en dat 'er, bij de inwisfeling der Aslignaten, geen het minste reguard op zoodanige woekeraars gefiagen, maar met 's Lands recepisfen, als met roofgoed, is omgefprongen. Men weet zelfs, dat de Aslignaten, nadat de . inwisfeling beraamd was, een tak van handel hebben uitgemaakt, en dc onmaatlge pracht en weelde van zommige perfoonen, die eerst binnen zekeren korten tijd zich boven anderen hebben beginnen te verheffen , geeft een zeergroot vermoeden omtrend dc knevelarijen, welke, ook daaromtrend , alleen teia nadeele van 's Lands Kas, hebben plaats gehad. Nu is de vraag: of het. niet billijk en raadzaam zij, dat'er, van wege het Bewind, een naauwkeurig .onderzoek omtrend deze zaak gefchiede, opdat de Iandbedervende woekeraars erkend, en defchaade, aan het Land toegebragt, herfteld worde? — — — Of üever, daar men tot hiertoe van alle Stedelijke of Staats-Commisiiën tot onderzoek van het een of ander zeer weinig vrucht gezien heeft, zou het niet beter zijn, dat alle Vaderlandfche Gezelfcnappen hieraan arbeidden, cn de inlichting van deskundigen naauwkeuriglijk verzamelden , om daarvan zoodanig gebruik te maaken , als men naderhand, ter bevordering van 's Lands welvaart, zoude oordeelen te behooren ? Een oud voorbeeld, met een nieuw vergeleken, en aan alle gemoedelijke Orange-gezinden ter ernftige overweging aanbevolen. Prins Willem IV, door den Graaf Bentink van zijne aanftelling tot Stadhouder verwittigd, gaf tot andwoord: „ dat hij zich zelf hiermede geluk zou wenfchen, als dezelve bleek te ftrekken ter eere van God en tot welzijn van het lieve Vaderland, en dat het zijn grootfte vermaak was te hooren, dat, bi) deze zijne bevordering, alles zonder ongeluk was afgelopen, waarom hij den Hemel zou bidden, dat e.en werk, _ zoo openbaarlijk door deszelfs zegen bekrachtigd, in het vervolg ook door geene de minste bloedfiorting mogt bezoedeld worden. '<*) Dit fchreef die Prins, wiens godsdienftigheid alomme zoo breed is uit- (*) Beknopte Historie yen ons Vaderland. III. D. H. 191.  DE REPUBLIKEIN. 63 Uitgemeten, offchoon het bekend is, dat het Hangfclie Gepeupel de Leden der Staats-vergadering, bijzonderlijk den Raadpenfionaris, perfoonlijk aantastte, zoodanig, dat zelfs de Afgevaardigde wegens Dordrecht, f. f. van halewijn, door een niet onbekend perfoon bij de keel gegrepen , en met een mes bedreigd wierd, cn dat wel onder 't oog der Lijfwacht van 150 Man, die zulks onverfchillig aanzag. In Zeeland en Utrecht meld ons de Gefchicdenis, dat even zoo verregaande baldadigheden hebben plaats gehad. De Prins echter was verblijd , dat alles zonder ongeluk was afgelopen. Het éénige, dat wij hier, naar den aard der liefde, mogen denken, is, dat de waarheid voor hem verzwegen is-, iets, hetgeen niet zelden bij Vorffen plaats heeft. — Maar, indien het nu, volgends des Prinfen grondregel, een bewijs is van godlijke goedkeuring, wanneer, bij eene Staatkundige Omwenteling, alles zonder ongeluk afloopt, wat moet men dan oordeelen van de Omwenteling van 1787, wanneer in waarheid vecle plunderingen, veele blocdftortingen , en dus veele ongelukken hebben plaats gehad , fchoon Willem V, met zijnen aanhang niet heeft nagelaten, den openbaaren predikftocl tc doen weergalmen van de gunstige beftelling der godlijke Voorzienigheid, aan welke men die gezegende omkeering van zaken moest toefchrijven ? — En wat moet men daarentegen oordeelen van de Omwenteling m 1795, wanneer Willem V, met zijn huisgezin en goederen, fchoon midden in den feilen winter, vooifpoedig in Engeland gekomen is, en aldaar nog veilig leeft, wanneer men, in plaats van geweld, alleen van verbroedering hoorde, den wederftreeveren der nationaale vrijheid, tot op den huidigen dag toe, gelegenheid heeft gegeven, om van hunnen dwaalweg te°r«g te koeren, en alles, in den nadrukhjkften zin, zonder bloedftorting en ongeluk is afgelopen? Dat de bloedftorttng en ongelukken niet betreklijk zijn tot de gefneuvelde militairen op het flagveld , blijkt zeer klaar omdat, juist bij de eerstgenoemde Omwenteling, ten gevalle van den Stadhouder, 20,000 Franfchen alleen'voor Bergen op den Zoom fneuveldcn, en het getal der gefneuvelden van onze zijde, toen ten tijde, niet breed is uitgemeten. Nu vraag ik nog eens: Indt >n het niet gebeuren van ongelukken en bloedftortingen, bij eene ftaats-omwending, een zichtbaar blijk is van '4 Hemels goedkeuring, welke omwenteling heeft dan de grootfte aan-  64 DE REPUBLIKEIN aanfpraak daarop , die van 1747, 178;, of die van 1795? Dit beandwoorde de O range - gezinde, die onpartijdig genoeg is, om der ' wairheid hulde te duen, of hij treSke daaruit een ander zedenlijk gevolg, dat het uitdruklijk. beroep op Gods goedkeuring, in menschlijke zaken, die van duifendc omftandigheden afhangen, welke zoo wel tot nadeei als tot voordeel ftrekkcn van bijzondere perfoonen , veeleer eene zeer gewaagde ftelhng, eene fchennis der waaihetd, eene priesterlijke zweizeiij is. __ # Anecdote uit de Gef:hicdenis van Herfstmaand, van het tweede jaar der Bataaöche Vrijheid. In zekere aanzienlijke Stad, welke uitmunt door haar aantal van Municipaale Raaden, was een Ambt vacant, en wel het drukken en uitgeven van het Dominé's - briefje van het Gereformeerde Kerk-genootfchap. — „ Hoe i" riep de mecnigte van Burger-patriotten, die, offchoon zich enkel vergenoegende met den naam van Burgers, en niet met dien van mijne Heeren pronkende, echter dikwerf niet buiten den haak oordeelt: ,, Kan het uitge„ ven van een Doininé'S'Briefje langer een ftedciijk ambt „ zijn ..daar de Kerk van den Staat gefcheiden is ?" — De Raad beliist, echter , dit gefchil ten voordcele oeroudheid, omdat het altijd alzoo geweest was. Een aantal van follicitantcn, waaronder zelfs flachtoffers cener voorgaande omwending, die, met hun ongelukkig huisgezin, in ellende zugtten, fchoon anderszins kundig en braaf van gedrag, vervoegt zich, om ftrijd, ter plaatfe, waar het behoorde. Ieder bragt zijne redenen bij van aanzoek, waai van de eene al dringender was, dan de andere. Naar gewoonte, werd de begeving langagtergehouden , opdat toch de meestbevoegden zich zouden kunnen aandienen, lntusfehen , befprak één der Raaden, een zeer geruimen tijd vóór de beflisfing, dit ambt aan éénen zijner Bekenden. Te vergeefsch vleit zich de aanzoekende meenigte met het langduurig uitftel, als het fchijnbaarst blijk van rijp beraad. De dag naderde. Een louter toeval, dat fle.hts weinige Leden van den Raad aanwezig, en dus geene zaken van gewicht te verhandelen waren, gaf aanleiding, dat de begeving van dit ambt ter baan kwam. De meerderheid viel den Bewindsman toe, die zijn woord reeds gegeven had, en het ambt werd begeven, juist zoo als het beloofd was.  D E REPUBLIKEIN. N°. 119. On a leau, cmfonirc l'indépendance & la liberté; ces deux ehofes font fi différentes, que mime el'le s'exclufent mutueliement. Quand chacun fait ce qui lui plalt, on fait fouvent ce qui diplait aux autres: & cela ne s'appelle pas un etat libre. La Liberté conjiste moms a faire fa volonté, qtfa (tre pas Joumis a celle tfautrui. ROUSSEAU. \V ij hooren en fprekcn zeer dikwerf van eenen vrijen ,'taat, van een vrij Volk, van een vrij Land, Van een vrij Koningrijk, zelfs van vrije Gemeenebesten; én doorgaands gevoelen wij beter, wat het beduid, dan dat wij in ftaat zijn, daarvan eene voldingende bepaaling te geven. De kundige en braVe Dr. Price, een man, dien ieder vereerde om zijne kennis cn beproefde vrijheid-min, heeft de burgerlijke Vrijheid bepaald: „ als het vermoif gen eener burgerlijke maatfchappij, om zich zelve te „ beftuuren, volgends haar eigen goedvinden, of vol„ gends de wetten van haar eigen maakfel, bekrachtigd „ bij de meerderheid des wettiglijk opgeroepen Volks, „ of door Vertegenwoordigers, uit en door het Volk' ,1 gekozen, in eiken vrijen Staat (dus fchrijft hij)' is ie„ der zijn eigen wetgever. Eene wettige regeering-' „ form beftaat alleen in de heerfchappij van den een bo* „ ven den ander.0 (*) En zijn gezcg verdient gewislijk meer aanprijzing, dan dat van alle anderen, die' vóór hem over de Vrijheid fchreven, omdat hij een kenner was van menfchen en zaken, een onpartijdig beoordeelaaar der waarheid, een man, die geen ander' belang had, dan het geluk zijner medeburgers, waarin het zijne begrepen was. En echter, een naauwkeurig onderzoek zal ons misfehien overreeden, om deze be- (*) In zijn boek: On the nature of eiyii liïertij, p- t9j lil, DEEL, l  66 DE REPUBLIKEIN. paaling niet zoo gercedlijk toe te ftaan, als in den eerften opflag billijk feheen. In zoo Verr' zullen het gewis alle denkers eens zijn, dat geen Volk vrij kan genoemd worden, dan betgeen beftuurd wordt door vastgefteldc wetten. Alles, wat buiten deze bepaaling gaat, is het werk van loutere Willekeur, het zij dan één, of weinigen, of veelen, het beftuur uitoefenen. Reeds de ouden, en onder dezelven moeten wij vooral noemen de groote Staatkundigen, jdriftoteles en Plato, befchouwden den Staat, waar goede wetten alleen hcersehten, als het eigenlijke rijk van God, waarin eene volkomene orde zou heerfehen; en zij wilden daarom, dat de Bewindslieden enkel dicnaaien en handhavers der wetten, en geene wetgevers , zouden zijn, in den naauwften zin des woords. Ook Cicero en Livius, beiden groote ftaats-mann.en, noemden enkel die tijden de geluk kigften en roemrijkHen , wanneer dc wetten meer vermogten, dan de burgers. Dc eerfte zelfs ging zoo verr', om te beweeren, dat het een braaf Burger betaamda, het Gemcenebest te handhaven bij de wetten, die aanwezig waren, het zij dan volftrekt 'goed of minder voordeelig geworden in het vervolg , omdat elk tijdftrp, waarin de wet niet konde werken, hoogst gevaarlijk was voor dc algemeene ruft. Het is de wet zelve, welke alleen de verzekering kan geven van dat hoogstwenschlijk goed, waarnaar alle menfehen, ieder op zich zelf befehouwd, en dus ook alle volken, niet kunnen nalaten te flreeven, uit hoofde eencr mfpraak van het hart, welke nadruk-' lijker is, dan alle redekaveling. In alle Staaten, (met uitzondering alleen van de zoodanrgen, waarin eene volftrekte onderdrukking den mensch van alle zijne natuurlijke rechten berooft) geniet de Ingezeten dc weldaad der wet, even als die der natuur, van lichten lucht, en het is onbetwistbaar, dat, indien alle wetten op eenmaal te gelijk werden opgeheven, geen Burger zeker zou blijven omtrend zijne wooning. — Dan, 'er wordt tót bezit van dat genot nog iet meer vereischt, cn dat is deszelfs voordduuring, en wel de hoogst gewichtige verzekering, dat zulk een genot zal blijven voordduurén. Immers, zonder deze verzekering, is het beste genot ten uitenten wisfelvallig. Om nu deze verzekering te érlangcn, worden boven alles drie zaken gevorderd-, naamlijk, dat. de wetten in zich zeiven goed, dat zij duidlijk zijn, en dat zij naar behooren worden  DE REPUBLIKEIN. 6? gehandhaafd. — En hier juist blijkt het gebrekige der bepaaling van den beroemden Price, omdat deze vereischten in dezelve niet gemeld worden. Hij fpreekt wel van eenparige wetten, die voor allen gelijklijk werken, als het merk eener wettige regeering-form; hij gewaagt ook van wetten, die hij algemeene toeftemming zijn vastgefteld, als zijnde dat onderfcheidende der vrijheid, waarbij een Volk zich naar eigen goedvinden, bij meerderheid bepaald, wil beftuuren. Maar, kunnen'er dan geene gevallen zijn, waarin deze grondbeginfels geheel verkeerd toegepast zouden kunnen worden ?Is dan juist de eenparigheid van wetten, . aan welken alle Burgers zonder onderfcheid onderworpen zijn., een bewijs van rechtmaatigheid» Kan de minderheid des Volks geenszins door eene meerderheid onderdrukt worden? Wanneer Lodewijk XIV. het edict uitvaardigde, dat 'er maar één Godsdienst in Frankrijk zon heerfchen, was zulks gewis naar den fmaak van de groote meerderheid des Volks, zoodanig dat de Natie, toen ten tijde aan zich zelve overgelaten, geene andere wet met grooter ijver zou hebben begeerd, dan deze; maar, was zulks daarom echter billijk ten aanzien der Proteftantcn , of Hugenooten, die, zich verlatende op het zoogenoemde onherroeplijk edict van Nantes, door Henrik IV. uitgevaardigd, en dus 'op een bepaald verdrag, het recht van vrije godsdienst-oefening oordeelden te bezitten, en vrijlijk te mogen uitoefenen ? Wanneer in een Land, alwaar veele handelaars zich nederzetten, in de hoop en onder het daadlijk genot van eenen vrijen Koophandel , het openbaar Bewind, ia zelfs het Volk, bij meerderheid, eene wet vervaardigde, waarbij de handel, ten voordecle der overige Ingezetenen , die van het fabriekwezen beftonden , zoo fterk bepaald werd, dat dezelve bijkans tot niet uitliep, zou dit daarom alleen eene billijke verandering zijn, omdat zij voor allen gelijklijk verbindend ware? Men zou dan, 't is waar, die alge-pieene toeftemming misfen , waarvan Price uitdruklijk gewag maakt. Maar is die algemeene toeftemming niet eene loutere hersfenfehim in alle zaken, welke van eene voordeelige en nadcelige zijde kunnen befehouwd worden ? Is dan, aan den anderen kant, eene zaak onbillijk, omdat de meerderheid haar als zoodanige befchouwt? Is niet de oude ftelregel, dat de ftem des Volks de ftem van God is, eene voor het menschlijke verftand vernederende, God onteerende, en gevaarlijke I a ftel-  en door het Volk gekozen en gemachtigd, waaraan de hoogde zorg omtrend alle afwijking der wetten, en de verdediging van afzonderlijke Burgers tegen de misbruiken der uitvoerende Macht, is aanbevolen. Dezen fchijnen ons toe, de nodige vereischten te zijn van een Beftuur, en bij een Volk , dat vrij zal heeten* Burgers van Neder/and\'.zijt op deze uwe rechten, en derzelver handhaving, oplettende, vooral, daar gij eerlang, een ontwerp van Conditutie ontvangen zult! Verbant alle losbandigheid, welke geweld in de plaats van wetten ftelt, en rechten en plichten verwart. Maar zijt ook hoogst naieverig omtrend uwe vrijheid, welker geringde fchennis eene beleediging uwer waarde, eene bron dar heilloos-te rampen is:  REPUBLIKEIN. N°. 120. II est indispcnfable que la Nation puisje juger incesfammcnt de la folidité des projets d'une Conftitution, et que les esprits fortent d'une incertitude, qui entretient la plus funeste defiarwe. m o u n i e r. Hoe meer dat tijdftip van beflisfing nadert, waarnaar ieder eerlijk Vaderlander zoo hartUjk en vuurig verlangd heeft, om eenmaal die jammerlijke conflicten te vernietigen , welken , door provifioneele cn intermediaire maatregelen, op het gemeene belang der Bataaflche Republiek gefebied zijn, en nog dagelijks voorvallen, cn waarvan de jongste gefchiedenis der finantieele petitie door de Nationale Vergadering de zonderlingste trekken oplevert; — hoe nader 9e dag aanbreekt, waarop dc Nationale Commisfie een Ontwerp van Conftitutie den Volke van Nederland zal aanbieden, laat het zich iigtlijk begrijpen, dat de vijanden van alle ftaatkundige hervorming niet zullen ophouden te woelen, om verfchil van begrippen , om haat cn tweedracht te zaaijen onder dc Republikeinen zeiven, ten einde, ware liet mogelijk, voor hun orange-aristocratisch ftelfel dat geen te erlangen , wat eene, in hun oog mooglijke cn zelfs waarschijnlijke, tegen-omwenteling zou kunnen begunstigenHoe dwaas zoortgelijke voorgevens ook zijn mogen» blijkt het toch bij de ondervinding, dat zij eenen grooteii invloed hebben op alle die zwakke zielen, wier ftaatkunoig geloof met den buskruid - meter der Franfche Legers rijst of daalt, cn die zich, bij elke daaling, allerlei voorfpellingen van den ouden dag vermeten, —- Onder die woelingen rcekent dc Republikein ook voornaamlijk die, welke onlangs zich te Amfteldam, en, zoo men zegt, ook elders, geopenbaard heeft. Reeds eenen gerutmen tijd, en wel van het oogenblik,dat de voorfpoed der Franfche waapenen hier en daar gekeerd is, ftaken de aanhangers des ouden Bewinds trotschlijk hunne hoofden op. De zonderlinge toegevendheidvan zommigeGewesten omtrend derzelver perfoonen en bedieningen verklaarden zij als eene zwakheid van liet Bewind, geboren uit dc zekere vrees voor eenen op handen zijnde ommekocr van zaken. Hunne bijeenJil. deel. K koms»  74 DE REPUBLIKEIN. komsten, cn. derzelver toeloop, vermeerderden; op hunne lippen zweefde, als 't ware, het lof-lied van den grooten Pinkenicr; houding cn gebaaren verzekerden hunne gewaande zegepraal. Dit zelfs fchijnt hier en daar zoo verre gegaan te zijn, dat men op nieuw de oude oproerkreet van orange boven heeft hooren aanheffen , en de gewaapende Burger-macht door zulk fchuim van Volk is beleedigd geworden. —- Dan, hetgeen hunne ftoutheid tot het hoogste toppunt van euvelr moed verheft, is de verfpreiding van zeker papier, betreklijk tot zekere punten van de aanftaande Constitutie. Immers, de haatlijke inboezemingen, daarbij voorkomende, kunnen niet anders doen befluiten, of het )s eene pooging, welke met de zoo even genoemde woelingen zamenhangt, en alleen bedoelt, om brave Vaderlanders in verdenking te brengen, cn onder de Burgerijen verwarring en vijandfehap te verwekken. ■—j En, daar niets meer gefchikt is, om zulk een gehaat oogmerk te verijdelen, dan de openbaarmaaking zelve van zoodanige in het geheim verfpreidde Hukken , oordeelt de Republikein, geencn ondienst aan de zaak der Vrijheid te doen* met dat papier onder het oog zijner Lezers te brengen, zoodanig als hetzelve, ook ten zijnen huife, door eene onbekende hand is bezorgd geworden ; terwijl hij zulks zal doen verzeld gaan van zoodanige aanmerkingen, welke, zijns inziens, den ver? keerden indruk kunnen tegengaan, welken hetzelve papier op dezen of genen zwakgeloovigen mogt gemaakt hebben. Het bewuste Huk is letterlijk van den volgen? den inhoud : Vbornaame poincten van de aanftaande constitutie, zo als dezelve aan de Burgers zal voorgelegt worden. De Provintien zullen blyven zo als zy zyn, onder de naam van negen Departementen. De fchulden zullen niét worden geamalgameerd, maar van alle Provintien byzonder zyn, Holland dcrhalven, zal liet Lastdier blyven, en Hollands Ingezetenen zullen zich continuecl moeten laaien uitzuigen. Een Raad van Oudste zal 'er beftaan, en gekoozerï worden uit dc 60,000 één. Een Vergadering der jongste zal 'cr zyn, uit de 30,000 zal 'er één Lid gekoozen worden. ' Een Directoire zal 'cr beftaan, en uit drie Leden, die een ample mogt zullen hebben, en veel Dispotieker dan  D Ë REPUBLIKEIN. f§ dan zelfs dc voormalige Graaien van Holland, hebben kunnen bellieren. De meerderheid houd zich reeds zo verzeekerd, dat de verkiezingen weer op hen zullen vallen, dat zy reeds drie Perfoonen tot het Directoire gekooxen hebben ; en die zyn: De eerste: De Baron van leyden, van Westbaarendrecht, Den tweede is: Dc Baron van de capelle, tot de m Artsen ; die thans om die reden van Vcrfaillcs op zyn terug reis is, - Den derde is: j. n. bickek; Daarom moest mever terug geroepen worden, en' 6 e wit in zyn plaats tc Parys koomen. •a- 4< Wij houden ons verzekerd, dat zelfs een oppervlakkig inzien van dit libèl onze Lezers gcrcedlijfc zal overtuigen wegens het haatlijk doel, dat daarin doorftraalt. Het (tuk zelf heeft geene de minste houding,' welke eenigen fchijn van waarheid aanduid. Met is een afgebroken (luk, dat alleen eenige" punten uit hun verband fchijnt re rukken. Het heeft, bij mangel van dagteekening, of onderfchrijving van eenigen naam, geen ander voorkomen, dan van een fiuk, dat opzctlijk verminkt ten voorfchijn komt, omdat het in zich zelf het behoorlijk kenjnerk van gezag en waarheid mist; zoodanig,als ieder ftaatkundigc tinnegieter, ten allen tijde, zou kunnen vormen , wanneer het met zijne bersfenfehimmige ontwerpen flrookte. Het oogmerk is blijkbaar, om het Nationale' Committé van Conftitutie verdacht te maaken van eene gehaattc dwinglandij, en dat oogmerk echter heeft geen ander middel overig, om bereikt te worden , dan eene zeer algemeene opgave, waaruit niets zekeis is af te leiden ? 'Er worden voords perföonerf genoemd, die eene zeer gewichtige rol in de tegenwoordige omwenteling gefpeeld hebben, en welken hien van eenen willekeurigen en baatzuchtigen toeleg bij de Natie poogt te doen verdenken ; iets, het geen omtrend ieder ander werkzaam Vaderlander zou kunnen gefchicden, wanneer men geen ander doel heeft, dan enkel, om hem in algemeencn haat te brengen. Eindelijk,- hangt de reden der ftaatkundigc intrigues, welke aldaar worden opgegeven, geenszins zoodanig zamen rhet de aldaar genoemde verplaatiing der Ambasfadeurs i dat zulks zelfs van verre eene fchijnbaare -ophelderingK a gééft  76 DE REPUBLIKEIN. geeft van den gebeelen toeleg, waaromtrend men ds algemeene aandacht poogt te vestigen. Deze z^n de algemeene aanmerkingen, welke, on/.cs oordeels, zich aan ieder onpartijdigen van zelve opdringen. Dan, het kan geenszins ondienstig zijn , om punt voor punt bijzonderlijk te overwegen. De geheime algemeene bedoeling fchijnt daarop uit te lopen, om de Natie voorin te nemen tegen het onderftelde plan, als of de Commisfie van Constitutie deze laatste in den volftrektstcn zin wilde gelijk (lellen aan de laatst gedecreteerde Constitutie in Frankrijk. Ware dit oogmerk bepaaldlijk opgegeven, dan zou 'er voorzeker zeer veel voor en tegen kunnen gezegd worden. Thands van dit oogmerk niet gewaagende, kunnen wij ook daarvan ftilzwijgen: met bijvoeging alleen, dat wij van eene zoo achtbaare Commisfie, als die der Constitutie, en wel uit het bekende charaktcr en dc denkwijze der meeste Leden, veilig mogen vertrouwen, dat zij, in do onderftelde overneming der Franfche Constitutie, zeer wel zullen gelet hebben op het groote verfchil, dat 'er plaats heeft tusfehen dc verbaazende uitgebreidheid der Franfche Republiek, en het klein plekje -gronds, dat Nederland befiaat ; terwijl ook het nationaal charaktcr van beide Volken, het klimaat, de plaatslijke omftandigheden, de betrekkingen tot andere Landen, in geenen deele gelijk ftaan, en dus, hoe zeer al de algemeene form van beftuur werd overgenomen, vcelerlei onderfcheiden wijzigingen der afzonderlijke deeïen zouden behooren plaats te grijpen. Maar ter zake. Art. r. beweert, dat dc Provinciën zouden blijven, 200 als zij zijn, alleen met de naamsverandering van Departementen. Maar, war betcekent dat, zoo als zij zijn? Zou dit met een gedeeltlijken afftand der voormaalige fouverainiteit zijn aan eene Vergadering, welke de geheele Natie vertegenwoordigt, en met behoudenis dier fouverainiteit in zommige opzichten? Zoo lang zulks niet naauwkeurig ontvouwd is, kan men hierover niet oordeelen. De nieuwe bcnaaming echter van Departement"duid in zich zelve eene veel naauwer verwandfehap aan tot eene eenparige werking, dan te vooren in het woord cn begrip van provincie lag opgcfloten. Trouwens, wie zal dwaas genoeg zijn van te gelooven, dat eene nieuwe Constitutie, blijkbaar gevormd tot .heil der geheele Republiek, het werk ten halve verrichten, en juist daar het algemeen belang in de waagfchaal zal ftellen, waar de ge- fchie-  DE REPUBLIKEIN, 77 fchicdcnis van alle de tijdperken der Republiek geleerd heeft, dat de oorzaken van Neêrland's verval moeten gezogt worden, naamlijk in de jaloersheid der onderfcheiden Gewesten, wier afzonderlijke belangen, gepaard met het vermogen, om dezelven ten koste der overigen te handhaven, alle Voorfiagen van algemeencn bloei en welvaard niet alleen vericdeld hebben, maar zelfs zoo verr' zijn voorgetrokken, dat het tot een zeer merklijk nadeel der overigen ftrekken moest. Én, daar 'er geen ander middel voor handen is, om de onderfcheiden belangen te vercenigen, dan door alle Gewesten, in Departementen verdeeld, aan eene en dezelfde wet, aan ééne en dezelfde werkzaamheid te verbinden , laat het zich naauwlijks voorftellcn, dat de Commisfie van Constitutie dezen band van eenigheid niet even gaarn zou vast fnocren, als de Ingezetenen der onderfcheiden Gewesten — wij zeggen, de Ingezetenen , en niet de provinciale Befluurers — meermaa]en openlijk hebben te kennen gegeven. Dan, liet groote ftruikelblok, dat aan deze éénheid het meest in den weg ftaat, wordt hier niet vergeten, en in Art. 2 voorgegeven , dat de fchulden niet geamalgameerd , dat is , ondereen gem<ïhgd, en alzoa als ééne ftaats-fchnld niet zouden worden aangemerkt-, maar dat alle Provinciën haare bijzondere fchulden zullen blijven behouden. Maar hoe? zou men dan mogen vooronderftellen, dat de overige Provinciën, buiten ïlolland, dwaas genoeg waren, om eene fchikking te wederftreeven , welke de éénige is, waardoor zij zich kunnen redden uit den deerlijken toeftand, waarin ziek haar finantie-wezen bevind' — Indien Holland, gelijk bij dat zelfde Artikel wordt voorgegeven, het Lastdier zou blijven, 'dat door continueele Tasten boven de andere Gewesten gedrukt werd, is het dan te verwachten, dat Holland's Ingezetenen dezen last op den duur zoo goedwillig zouden blijven torfchen , zonder eenmaal vergoeding te vragen van alle de aanmerklijke vóórfchotten, door Holland voor de overige Gewesten gedaan? Van waar zullen deze voorfchotten aldaar betaald worden , zonder die Ingezetenen ten fterksten tc drukken ? En, kan men, dit in acht nemende, immer gelooven, dat de Commisfie van Constitutie aan zoodanig particulier begrip meer waarde zou hechten , dan aan het belang van alle Gewesten te zamen genomen, het geen eerst dan met den meesten nadruk zou kunnen behartigd worden, wanneer de vorming yan ééne ftaats -fchuld K 3 een.  ?3 DÈ ËËP ÜBLï ÈÊtW een einde maakte aan alle gefcbillen, welken uit dc voldoening van gedaane voorfchotten zeer zeker volgen' moeten: terwijl juist, de grooter fchuld van Holland met die der andere Gewesten wordende ingelijfd,- daarin een equivalent wordt gevonden voor de bijzondere agterftallen, aan Holland verfchuldigd, en dus alles op eenen eenparigen voet kan geliquideerd worden ? Eindelijk:, zullen Holland's Ingezetenen zoo gereed blijven op den duur te voldoen aan een quotum, dat'bun' door ftadhouderlijken dwang, buiten hunne toeftemming, is opgedrongen, en dat de grootste ongelijkheid ten grondflag heeft; daar 'er, bij de vermenging der algemeene fchuld van alle Gewesten, een zoo' gemaklijke' grondregel van gelijke betaaling 'te vinden is, naar de onderfcheiden waarde, welke alle vaste goederen in de' verfchillendc Provinciën bezitten ? — Is het met eenigen grond te gclooven, dat deze' geivichtige punten de aandacht der Commisfie van Constitutie zouden ' ontflipt zijn, cn dat zij,- een ontwerp daarftcllendc, alleen dat gene den voorrang zouden geven , waarin de oude zwaarigheden,jaloersheden, tegenkantingen, en onlusten, zouden bewaard blijven ? — Dit vcroorioft nimmer de bekende vaderlandsmin dier kundige mannen, op eeni^er-lei wijze van hun te vermoeden. Art. 3. gewaagt van een Raad van Oudsten, gekozen uit 60,000 Burgers één. Maar, zou die Raad beftaan op zich zelf? Tot wat oogmerk' en door wie gekozen? Zonder infiructie? volftrekt willekeurig? — van dit alles vinden wij geen enkel woord: cn wie kan uit zulk eene onbepaalde opgave bij moogelijkheid eeniggeregeld denkbeeld van die geheele inftelling vormen V — Ja, al voorpnderftclde men, gelijk men'in de daad moet doen, dat de Commisfie van Constitutie, aan dezenavolging der Franfche Regeeringform boven alle anderen de voorkeur gevende, dc inrichting van zoodani°-er! Raad naar republikeinfche grondregels daarfteldc, heeft dan de gefchicdenis van den dag niet ten overvloede' geleerd het gevaar, hetgeen daarin zou gelegen zijn, wanneer de keuze van een zoo kleen aantal Oudsten'aan welken nogthands de hoogste belangen der Natie' werden toevertrouwd, op dezelfde wijze gefchiedde, als omtrend de Nationale Vergadering en het Provinciaal' Beftuur der onderfcheiden Gewesten heeft plaats gehad? — Dan, hier valt niets zekers aantemerken, uit hoofde der onvoldoende opgave. Dezelfde aanmerking geldt omtrend Art. 4' en 3" we-  DE REPUBLIKEIN. wegens eenen Raad der Jongsten, en een Directoire. Alles is hier zonder omfchrijving, waaruit men, in het onderfteld geval, over de rechtmaatigheid of onrcchtmaatigheid alleen zou kunnen oordeelen; want, offchoon 'er, ten aanzien van het genoemde Directoire, gezegd wordt, dat zulks eene zeer uitgebreidde en veel willekeuriger macht zou bezitten, dan ooit de Graaven van Holland hebben bezeten, is dit echter, bij gebrek van eenige ontvouwing, zeer in het wild gefchermd, en loopt uit op eene onderftelde uitvoerende Macht, welke onbepaald zou werken, zonder aan eenige wetten gebonden te zijn. Maar wie zal onzinnig genoeg zijn, om, bij een nieuw Ontwerp 'van Constitutie, waarop de oogen der gantfche Natie ftaaren, te vermoeden, dat de Ontwerpers de belangen des geheelen Volks zoo volftrekt zouden vergeten , door dezelven aan de willekeur eener onbeperkte macht te onderwerpen?— Neen: ook dit zal niet eenig oprecht Vaderlander van de bekende repubükeinfche denkwijs dier Commisfie durven vermoeden". Neen; indien men reden had, om iet desgelijks te duchten, (waarvan echter juist het tegendeel plaats heeft,) dan mag men van de Bataaffche Natie, hoe lusteloos ook in de waardeering der rechten van haareindividueele Leden, thands vooral verwachten, dat zij nimmer eene uitvoerende Macht zou gedoogen, dan die wel ten fterkfien aan vastgeflelde wetten verbonden , en daarenboven in de bijzondere verplichting zal gefield worden, om haare daaden te verandwoorden aan "zoodanige hpoger Macht , welke het Volk daartoe zal aanftclien. — Ook is. het geenszins te vermoeden, dat zoodanig uitgeltrekt gezag in handen van zoo weinige perfoonen zou gefield worden. Artikel 6, eindelijk, zijnde het laatfte dezer gewaande punten, fpreekt van eene Meerderheid , welke zich , (N. B. eer het ftuk reeds daar is) van haare benoeming tot Leden verzekerd houdt, en daarom reeds bij voorraad befchikt heeft over dat zoogenoemde Directoire. —■ Maar, Welke is die Meerderheid? Waar ergens befiaat dezelve? Wordt hfer bedoeld eene Meerderheid der Leden van de Nationale Conventie ? Maar, welke grond is 'er voor handen , om deze Helling aantenemen ? Blijkt het dan, dat die meerderheid zoo willekeurig denkt cn handelt ? Dit wederfpreekt elke zitting dier Vergadering. Indien 'er, in tegendeel, eene befchuldiging' tegen die Vergadering kon worden aangevoerd, dan zou het die zijn van te groote toegevendheid omtrend haare eenmaal genomen bc-  «o DE REPUBLIKEIN. befluiten ; en zoodanige toegevendheid heeft geen den ïhinften zweem van haatlijke en anti - republikeinfche willekeur. Zoodanige onderftelling zou voor hen beleedigend wezen. — Of zou die meerderheid te zoeken zijn bij de Commisfie van Conftitutie zeive? Doch ook hij, die deze Leden in hunne perfoonen cn denkwijze een weinig van nabij kent , moet ook zulk een voorgeven hoogst lasterlijk vinden. En, wat zou eene Commisfie van 21 perfoonen, wier werk eindigt, zoodra het ontwerp is aangenomen, uitwerken op de geheele Natie? •Ook dit is onmooglijk.— — En wat de Leden betreft, die in het bewuste papier met naame genoemd worden, als beftemd tot de waarneming van het Directoire, en waarvan 'er twee niet den ouden doopnaam gedoopt worden , die thands reeds in het vergeetboek is; wij kunnen ons nimmer verbeelden, dat de Burgers van Leijdert, Capellcn tot de Marsch, en Bicker, de lieden zouden zijn, die naar zulk eene willekeur zouden ftaan , daar de eerfte zich in Holland's Bewind altijd getoond heeft een zeer gemaatigd voorftander* te zijn der Volks-1 echten ,— de tweede, s\s hebbende zederd ruim 9 jaaren in een ander Land gewoond, 'en zelfs bij de Omwenteling niet zijnde te rug gekoerd , daardoor zijne ongezindheid tot eenig bewind heeft aan den dag gelegd, en dé derde zich nimmer zoo bijzonderlijk onderfcheiden heeft, dat men van hem zoodanige ambitie, veel ..min zulk eene voorafgaande geheime intrigue, zou kunnen vermoeden. — Ook zul'; eene nominatie moet derhalve ten hoogften verdacht voorkomen. — Daarom moest Meijer te rug geroepen worden 1! — Waarom? Omdat de drie genoemde Leden in het Directoire zouden komen ? ? Neen : de eerlijke vaderlands-liefde van den Burger Meijer is al te wel bekend, dan dat men niet van hem eene openin^ van zoodanige intrigues zou verwachten , indien zij immer konden beftaan, of thands beftondén. — Ook deze ftetling, en de komst van de JVit te'Parijs, blijft derhatven even onverftaanbaar; en dat gedeelte, zoo wel als het geheele ftuk, op zoorrgeiijke wijze ontvouwd, als Wij gedaan hebben, draagt zulke blijkbaare kenmerken van onwaarheid of haatlijke bedoelingen, dat het bij den onpartijdigen befchouwer niet alleen geene aanmerking maar zelfs als een ftuk, vol van gewaagde ftellingen* zonder bewijs, de iwogfte verachting verdient* '*  REPUBLIKEIN. N°. 121. i _ Jequa tellus Pauperi recluditur. h o r ati us. MEDEBURGER! Do p'aats gehad hebbende duurte der levensmiddelen, en de daaruit gevolgde nood der Armen, die nog door gebrek aan werk word vermeerderd, heeft veel doen denken , cn nog meer doen fpreken over de middelen, om de ledige Armkasfen aantevullen. De affcheiding van Kerk en Staat, en de daaruit volgende vernietiging der Octrooijen, geeft aan deze gefprekken een nieuw leven. Het fcheen mij dus niet ongepast, eenige algemeene aanmerkingen over dit onderwerp te maaken , en , door middel van uw Tijdfchrifc, aan het geacht Publiek medetedeelen, of zij misfehien eenige nuttigheid mogten hebben. De Burger Lublink hielp mij aan het denken over deze ftoffen, toen hij in zijn Rapport, over de affcheiding van Kerk en Staat (Bladz. 21 en 22) zeide. „ Het finantieele mag wel mede in aanmerking ko„ men, wanneer het in verband ftaat met afzonderlijke ,', groote huishoudingen, met zulke gewichtige onder„ werpen, als wij 'er nog één zullen opnoemen, het „ onderhoud naamlijk van Armen en Behoeftigen, — „ en nu (althands, indien men het voorgeftelde ont" „™»mri wnrd hun lot in een naauwer ver- , band, dan ooit, met 5 Lianus ïvas gcuiagi., uw ' in de behoeften dier Armen worden voorzien, zoo " dra die naar de algemeene Kas van den Staat worden verwezen, wanneer alle de betrekkingen der bijzon- „ dere gemeenten tot nunne geioois^iiuun-u, ««\ gen Collecten, hiertoe zoo bijzonderlijk gefchikt, en die zomtijds zoo aanmerklijk zijn, geheel ophou„ den ?" enz. Schoon het zeker is, dat het beftuur van den Staat, dat is, het beftuur der algemeene goederen en algemeene belangen, met de hulde of den eerdienst aan het Opperwezen, en de weldadigheid aan onze arme mede- III. ueeu L *«*  82 DE REPUBLIKEIN. menfehen drie onderfcheiden zaken zijn, waren dezelven reeds eenige eeuwen onder een verward, en het 3s de moeite wel waardig te onderzoeken: i.) hoedanig dit verband zij? 2.) of, bij deszelfs losmaaking, de Armen ten lasten van den Staat zullen komen ? gelijk de Burger Lublink fchijnt te vreezen. De Staat heeft meermaalen zijne milde handen geopend, bij gelegenheden van brand, watervloed of vijandlijke invallen; doch, daar dit buitengewoon is, en aan alle behoeftigen, zonder onderfcheid van gezindheden, gefchiedde, zie ik niet, dat de affcheiding ,van Kerk en Staat hieraan hinderlijk zij. De gewoone toelagen van den Staat tot dc openbaare Armenkasten zijn aanmerklijk, als vrijdom van alle Imposten op de Collective middelen, vrijdom van iooflen cn 20often Penning op haare aanzienlijke fondfen en godgewijde gedachten, vrijdom van zegels voor allerlei handelingen. Deze voordeden waren eerst alleen aan de hervormde Kerk-armen verleend. (Zie Refolutie van Holland in dato 30 Januari] 1700.) Allcngskens heb» ben de andere Proteftantcn ook het een en ander weten te verkrijgen. Eindelijk hebben de Roomscbgezinde Armen ook vrijheid van Imposten op de Collective middelen bekomen, (zie Refolutie van Holland in dato 22 yanuarij 1795,) Wanneer nu deze weldaaden vervolgènds aan allen gelijklijk werden uitgedeeld, was de zaak aan de zijde van den Staat volbragt, zonder dat de Armen iets verloren, of ten lasten van den Staat gebragt werden. Vervolgends moeten wij het verband tusfehen de Kerken en Armenkasfen befchouwen, en dan in bijzondere aanmerking nemen, of de affcheiding van Kerk cn Staat, ook, de affcheiding van Kerk en Armen noodzaaklijk maakt? De Roomfche en alle disfentiëerende Kerkgenootfehappen zijn niet met den Staat vereenigd, en behoeven dus niet van denzelven gefcheiden te worden. Kunne Armenkasfen, in . tegendeel, zijn ieder op zich zelve ten naauwden verbonden met hunne Kerken, in. welke ook de liefdegaven worden vergaderd, uit welke iedere Gezindte haare eigen Armen onderhoud, die dus geene reden hebben, om, vereenigd blijvende, ten laste, van den Staat te vervallen. Het zijn, na dit alles, de Gereformeerde Armen alleen, die Staatskinderen zouden kunnen worden, ingevalle de bronnen van hun beftaan opdroogden. Laat ons zien, welke deze bronnen zijn» On-  DE REPUBLIKEIN. 83 Onze Voorvaders waren, door de voordeden, aan de heerfchende Kerk gehecht, in de gelegenheid, om den hemel tot eenen duuren prijs te kopen. Van daar, dat zij, behalven het onderhouden van hunne arme tijdgenoóten, nog aanzienlijke fommen aan de Armenkasfen nalieten , welker renten eene eerfte bron van beftaan voor de tegenwoordige armen uitmaaken. — De Collecten, in elke Godsdienftige Vergadering, bij de Gereformeerden, gelijk bij anderen plaats hebbende, maaken eene tweede bron uit. — In zommige plaatfcn wordt, met toeftemming der plaatslijke Regcering, het zij gewoon, het zij buitengewoon, eene Collecte langs de huilen gedaan, waarvan in enkele gevallen ook de Disfenters hun aandeel ontvingen; deze maaken eene derde bron. — Aan zommige Armkasfen zijn door de hooge Overheid verleend Octrooijen tot het leggen van belastingen, het zij op de Collective middelen, het zij op de verkoop van vaste goederen, het zij op doortocht van wagens en fchepen-, deze zijn eene vierde bron. —Eindelijk, trokken de publieke Armkasfen, zoo «Wel voordeel van de ondeugd als. van de deugd, te weten een derde deel van meest alle beboetingen, en deze maaken eene vijfde bron van beftaaan. Behalven decze veelvuldige bronnen van beftaan, heeft dc Heerfchende Kerk nog dit aanmerklijk voordeel, dat zij alleen onderhoud verfchaft aan haare arme Icdemaaten of belijders , met uitfluiting der zulken,die in hunne Kerk gëa'oopt zijn, en zich beftendig bij dezelve voegen, doch niet op de rol der ledemaaten worden gevonden-, dezen maaken bijzondere Stads- of Dorps-armcn uit: of dit rechtmaatig zij ? moet in eene bijzondere aanmerking on'icrzogt worden: 't ls waar, in verfcheiden plaatfen zijn de Stads- of Dorps-armen, die men ook den naam van Buitèn-armeri geeft, met de Diakonie of Kerk-armcn inééngefmolten : maar het is tevens waar, dat in dit geval de Stad, of het Dorp, het te kort komende bijdraagt, of eene Collecte toelaat. Wanneer nu de affcheiding van Kerk en Staat, die reeds gedecreteerd is, dadelijk word uitgevoerd, moeten de drie laatfte bronnen van beftaan voor de hervormde Armkasfen verdroogen, of ook in andere Armenkasfen evenredig worden uitgeftort. Het fchijnt dan te vreezen, dat der Hervormden armen, ten minsten de Stads- of Dorps - armen , ten lasten van den Staat zullen komen: maar wij moeten onderzoeken , of deze fchijn waarheid, L * de'  84 DE REPUBLIKEIN. deze vrees gegrond zij, en of dit eene zwaarigheid tegen de affcheiding van Kerk en Staat kan opleveren ? Het verdient onze opmerking, dat de Gereformeerden. , met zoo veele voorrechten, als zij hebben bezeten, en zonder den gcheelen last van het onderhoud hunner Leeraars, niet genoeg hebben kunnen, of willen bijeenbrengen;, tot het onderhoud hunner armen. Het verdient onze opmerking, dat onze Voorouders, behalven het onderhoud hunner arme tijdgenoor.cn, zoo veele fchatten aan de Armenkasfen hebben kunnen nalaten; en dat de tegenwoordige Armbezorgers, met de renten dezer kapitaalen, en met de daaglijkfchc liefdegaaven , niet, of naauwlijks, in ftaat zijn, hunne arme geloofsgcnooten te onderhouden. Het verdient onze opmerking, dat de Armkasfen der Hervormden, met zo veele vrijheden, met zoo veele bronnen van beftaan, alleen haare ledemaaten of belijders, met uitfluiting haarer overige geloofsgenooten, kunnen onderhouden: — kunnen deze bedenkingen wel anders opgelost worden, dan door het oog te vestige» op het beftuur der Armenkas, hetgeen van gebreken krielt ? Ik zal eenige ftaaltjes opnoemen. In zommige plaatfen, daar men ook Armhuifen heeft, is de verteering der Armbezorgers een kanker voor de Armenkas; in anderen wordt de reckening der Armkas weieens met een kostbaaren maaltijd gedaan. De levcrantiën aan de armen worden veelal gegeven aangunftelingen, zonder op de goede koop te zien. Ja, indien Armbezorgers lieden van negotie zijn , leveren 'zij wel zeiven ; het hembd is nader dan de rok, waarom men in zekere Stad hiertegen eene wet heeft gemaakt, welke nog onnut wordt gemaakt door kunftenarij; terwijl de een de leverantie aan den ander geeft, wanneer zij bij beurtwisfeling Armbezorgers zijn. Deze gebreken, gelijk ze ook niet overal plaats hebben, zijn flechts kleenigheden , in vergelijkinge der feilen in de bedeeling zelve. Verfcheiden begunftigde Armliedcn worden gemest , gelijk flachtbecsten. Zij zijn veel gelukkiger, dan anderen, die hun eigen brood eten. Immers, in het voorleden jaar, toen , uit hoofde-der fchaarsgehoorde duurte, veele welgezeten burgers hunne tafels verminderden, en, in plaats van tarwe-, roggen-brood aten, bleven veele Armbezorgers tarwen.brood uitdeden, ja, dit biijft zelfs nog voordduuren , offchoon de prijs der tarw bijna het dubbel van den prijs der rosge is. Op de zelfde wijze ging het toe met vleesch en fpek in de Armhuifen ; fchoon veele burgers het moesten misfen. Maar,  DE REPUBLIKEIN. 85 Maar, dat allermeest in het oog loopt, is de hoedanigheid der bedeelden zelve. Onder de Joden, weet men, waren alle luiaards verboden, en geene, dan waare ongelukkigen, werden voorwerpen der openbaare onderiteuning. Dan, is dit ook zoo met onze armen' zijn het alleen ouderlooze kinderen, ftoköudcn , zieken, verminkten, weduwen, en zulken , die'met alle hun vlijt en zuinigheid voor een talrijk huisgezin het nodig onderhoud niet kunnen winnen? Dezen zijn helaas! bij verr' het kleenfte gedeelte. Eene bende van hoeren, dronkaards , fmullers en luiaards, maakt den grootften hoop. Deze onbefchaamde bedelaars doen den Houten aanval op de Armenkasfen; en veele Armbezorgers, niet genoeg denkende aan de beilemming dezer penningen, werpen de paarlen voor de zwijnen; dezen mesten zich met het zweet der vlijtigen •, terwijl de eerlijke arme zijnen nood verbergt, cn zijn droog roggen-brood in traanen weekt. Onze Voorouders hebben , tot affchrik dier onwaardigen, op veele plaatfen den bedeelden een teken op de klcederen gegeven, dat de eerlijke beboeftigen in de oogen der verftandigen niet ontè'erde. Het Provintiaal Beftuur van Friesland heeft deze teekenen afgefchaft, bij Publicatie van 8 September dezes jnars. Doch, het zij men deze teekenen al of niet gebruikt, zij zijn kenbaar genoeg: de behoeftige man, die zijn eigen brood eet, onderfcheid zich door zijne gefcheurde of gelapte kleeding, als door een eer-gewaad, van dien verachtlijken hoop, die telkens een nieuw kleed van de Armenkas bedelt. Men behoeft weinig gelaatkunde te bezitten, om brave behoeftigen van mildbedeelden te onderfcheiden. Men befchouwe in de braven eene werkende nijverheid, vefeelde handen, magere fpieren, ingevallen kaaken, diepgezonken en peinfende oogen, in tegendeel in mildbedeelden den ezels-tred der luiaards, den gemesten buik en ilerke fpicren der vraaten, de bolle kaaken der dronkaards, de uitfpruitende en lachende oogen der onbezorgden en wellustigeti'. Men vindt geheele gedachten , die, van ouders tot kinderen, den godvruchtigen fpcelen, en op deze verkeerde wijze hunne zorg op den Heere werpen. Hij, die dit alles erkent, kan niet zonder walging de openbaare Leeraars de woorden der heilige fchrift hooren misbruiken , wanneer, zij ons de armen aanbevelen , even of wij de gaven aan deze onwaardigen den Heere leenden, en als of de Heiland deze weldaad xoude reekenen als aan hem zelf gedaan; hij begrijpt, L 3 dat  36 D E REPUBLIKEIN. dat hier de ellendigen alleen bedoeld worden, als in befcherming des grooten weldoeners genomen, terwijl integendeel de Luiaards alom als verftoorers van hunne egen welvaart berispt, en aan de gevolgen hunner zonde van nalatigheid worden overgegeven. Werden deze onwaardigen allen afgewezen, gelijk zij verdienen, dan is het ook blijkbaar, dat de hervormde Kerk zeer gemaklijk alle haare armen, ook zelfs diegenen, welken nog geene ledemaaten zijn, zou kunnen onderhouden. Zij weigert, 't is waar, dezen voor haare leden te erkennen, als het op geven aankomt, offchoon zij in haar midden gedoopt zijn. Men fteunt hier op den plicht van belijdenis des geloofs, uit enkele Schriftuurplaatfen afgeleid. Doch dezë fpreken niet van het opzeggen van eenige belijdenisfen, welke 'er ten tijde der Apostelen nog niet beftonden, wordende de Christenen alleen aangenomen op de erkendtenis, dat Jefus de Zoon van God is; zij bedoelden alleen openlijke erkendtenis van den Heiland voor de menfclien, door welken men geene opzieners, noch leeken , maar de toenmaalige vijanden des Christendoms verftaan moet. Dit voorwendfel dcrhalven wegvallende, is het zeker, dat zij, die in de hervormde Kerk gedoopt zijn, en zich nimmer van dezeive hebben afgefcheiden, offchoon nog geene ledemaaten zijnde, als haare leden moeten worden aangemerkt ; en, of deze beftendige aankleeving niet genoeg ware, is 'cr nog eene reden, welke, in geval van bedeeling , alles afdoet, te weten, dat ook zij, die geene belijders zijn, hunne gaven in dezelfde Armkas met de belijders ftorten. — Het is uit dit gefielde volkomen zeker , dat ook de Hervormden alle hunne armen kunnen en moeten onderhouden, en hieruit volgt wederom, dat 'er geene armen, hoegenaamd, ten lasten van den Staat kunnen of behoeven te komen, zoolang de Armkasfen met de Kerken vereenigd, cn deze van elkander afgefcheiden. blijven. M, tr misfehien moet de affcheiding .van Kerk en Staat ook de affcheiding van Kerk en Armen ten gevolge hebben ? Laat ons dit • onderzoeken. Ik heb reeds gezegd , dat de hulde aan het Opperwezen en de weldadigheid aan de Armen onderfcheiden zaken zijn. Wij moeten nu zien, in hoe verre men dezclven heeft vereenigd ? en of zulks op. reden fteunt?. Bij da Joden, weet men, was van ouds eene offerkist geplaatst; doch het blijkt uit den oorfpron'g dier plaatiihg, dat deze gelden niet ten nutte der Armen, maar tot opbouw des- tem-  DE REPUBLIKEIN. 87 tempels dienden; terwijl bij hen geheel andere fchikkmsen ten behoeve der Armen gemaakt waren. Bij de onrichtin- van het Christendom, is de inzameling en uitdeeline der liefdegaven met de prediking verbonden geweest. Dus vinuen wij den Apostel Judas werkzaam als eersten Diaken. Zoo dra de Christen Kerk zich uitbreidde, werd deze dienst te lastig; men vond dus goed, zich alleen bezig te houden met prediken en bidden en liet de uitdeeling der liefdegaven over aan zeker gezelfchap van Armbezorgers, beftaande uit zeven mannen van goede getuigenisfen. Zederd, is deze Apostolifche inftelling in ftand gebleven; met deze verandering dat de predikers, zonder daartoe geroepen te zijn' zich hier en daar ook bemoeijen met de uitdeeling der 'liefdegaven, en dat Diakonen wel zijn mannen van goede getuigenisfe , maar niet altijd bekwaame uitdee ■ Iers die alleen de verdiensten in aanmerking nemen. Billijk mag men vragen: of deze zamenvoeging van onderfcheiden zaken op reden fteunt? De reden leert ons dat niets gefchikter is, om den mensch van zijne aardfche goederen te doen afflaan, dan de overweging van derzelver nietigheid, en de hoop op eene eeuwige vergelding Beide die gevoelens worden zelfs tot uiterften "edrevcn door dc welfprekendhcid der Lecraaren, en dat wel voornaamlijk dan, wanneer de mensch geen genot heeft van tijdlijke goederen, noch het gemis derzelven gevoelt. De ondervinding bevestigt de nuttigheid van dit gebruik; men heeft daardoor verbaazende fchatten opgezameld, waartoe noch de overweging van plicht noch de daadlijke nood der ellendigcn in ftaat zouden geweest zijn. 'Er is dus een genoegzaame grond tot inftandhouding van een gebruik, dat door reden en ondervinding als het 'best mogelijke wordt aangeprezen Aan de andere zijde leeren ook die beiden, dat de fchijn van heiligheid, en de waan, van uit Gods naam te fpreken, den Leeraars eenen onmeetbaaren invloed op de harten van het niet doordenkend Volk moeten geven , dat deze invloed alle paaien te buiten gaat' en voor de Vrijheid gevaarlijk moet worden, indien' zoo een groote hoop van het woestfte Volk, in deszelfs beftaan, van de grilligheden der Leeraars ten eenenmaale afhangt. Men raadoleege voor al de fchnkjaaren van 1672, i?47 en 178?, toen zij, die het Armen-Brood aten, het Vaderland in deszelfc verdert fronten ten gevalle van Orange, den gewaanden zuil der Kerk, den afgod der Leeraars. 'Er is dus genoegh 4 za»'  88 DE REPUBLIKEIN, zaame grond, om het Armbeftuur tot deszelfs Apostolische eenvoudigheid te rug te brengen, door het Kerkho ftuur te Icheiden, en den Leeraaren de uitdeeling der geestlijke, en den Diakonen die der aardfche goederen aan te bevelen. 6 Wl-11-11 Op deze wijze wordt dan het Beftuur der ArmenKas een burgerlijke post; maar, dan zou men «S kunnen vragen: „ Ware het niet beter, dat ook de in zameling zoo wel a!s de uitdeeling, der Armengelden van de Kerk wierd afgefcbeiden ? - dat de Collecten langs de hu.fcn gefthiedden ? - dat alle de Armkasfen van Stad of Dorp, niet alle haare fchatten en fchulden waren meengefmoiten ? en dus eene algemeene liefdé en weldadigheid, zonder onderfcheid plaats had. Doch, ik heb alreeds aangetoond? d t dé Collecten nergcnds zoo goed, als in de Kerken kunnen gefchieden, en dus aldaar dienen te blijven ' Wel is waar, de inéénfmelting der Armen-Kasten zo'u behoudends de Collecten der Kerken, kunnen ftand erii pen; maar hiertoe fchijnt de Natie niet rijp. Indien de betrekkingen der bijzondere Gemeenten tot hunne eiFen Arme Geloofsgenooten ophouden, zal de weldadigheid merklijk verminderen; het weldoen aan de huheenoo. ten des geloofs wordt nog-vaak te fterk door de Leeraars te diep gedrukt in de harten der gemeenten • bovendien, is de religie-baat door geen decreet, 'noch penneftreck, uittewisfehen. Indien deze redenen gelden tegen de inéénfmelting van alle Armkasfen m eene enkele Stad, zij moeten def te fterkcr werken tegen de inéénfmelting van alle Armkasfen in de geneelc Republiek. Naar maate van den aftand der plaatfen , moet de nood der Armen minder gevoeld worden, cn de liefde evenredig verkoelen Hier komt nog bij, dat, bij voorbeeld, de weldadigheid zal verminderen door het enkel gedachte.-" mijne gijt is als niets over zoo veele armen; dat de Arm meesters, de grenfen hunner bezittingen niet kennende geene aandrift tot bezuiniging zullen gevoelen en eirde' lijk, dat zulk een uitgeftrekt beduur groote kosten vor hertogelijk de Burger Lublink wel heeft aangemerkt. Alle deze redenen gelden niet minder tegen eene bedeeling der Armen uit de Kas van den Lande, behalve dat een tjaartoe gedwongen heffing allen denkbeeld van liefdadigheid en hoop op eene godlijke vergcldinsr zoude doen verdwijnen. Het ftaat dus vast, dat de Arme»  DE REPUBLIKEIN. 89 men, bij eene affcheiding van Kerk cn Staat, niet ten lasten van het Land behoeven, noch behooren, te komen. Zuik eene openbaare bedeeling zou Zelfs gelegenheid kunnen geven tot ongenoegen, indien het denkbeeld van den Burger Lublink (BI. 22) in een ftelfcl van rechtvaardigheid plaats konde grijpen, naamlijk, dat alleen die Armkasfen , welke geene ofwel geringe fondfen hebben, zich aan den Lande overgaven, en rijk gegoeden zich hiervan onthielden, welke laatsten dus den Jast hunner eigen Armen geheel , de anderen daartegen flechts voor een kleen gedeelte zouden moeten dragen. Ten flotte zal ik nog eenige behoedmiddelen opgeven , om den te zwaaren last voor de bijzondere Gemeenten in het onderhoud der Armen te maatigen. Ik weet niet, of onze Armhuis - Stichters gelijk waren aan den Cancelier Raulïn, die, tot boeting zijner fchuld, een Armhuis ftichtte voor hun, welken hij arm gemaakt had; maar het fchiint mij toe, dat zij beter gedaan hadden, met werkhuifen te ftichten. De gchaatte arbeid zou de klachten der luiaards gefmoord hebben. Een gering fpinwerk, met den aankleeve van dien, zou aan kinderen, zwakke en oude lieden, ten minsten eene halve kostwinning verfchaft, en tevens de helaas ! kwijnende Fabrieken onderfteund hebben. Doch hetgeen eertijds verzuimd is, kan nog gefchieden, Diakonen behoorden te bezeffen, dat het beter is, den armen werk, dan brood, te geven, en cat gezondheid en goede zeden de ledigheid ten fierksten verfoeijen. Den tegenwoordigen Bewindslieden zal het tot eer verftrekken, indien zij in hunne Staatshervorming letten op dit gewichtig punt, dat de gegoede Burgers niet arm worden , en de Armen niet ten lasten van den Staat komen. Daartoe zoude, naar mijn inzien, dienstig wezen, dat zij, nu ontflagen van Engelfche verbindtenisfen , de Britfche manufactuuren of verbooden, of zwaar belastten, ter bevordering onzer Fabrieken, waartoe vooral behooren zoude de onderfteuning der Ioflijke poogingen van den Oeconomifch.cn tak. Niet vreemd zou ik achten het uitfluiten van eene bende Duitfchers, die, in den jaare 1787, hier zulk eene haatlijke rol gcfpeeld hebben, en jaar op jaar het zomerloon van den arbeidsman in hun roofhol fleepen. Ook behoort daartoe het verminderen van weelde en pracht, bij voorbeeld de ftaatelijke begraafnisfen, die dikwerf een tweede verlies voor weduwen en weezen zyn. Eindelijk, komt  9o DE REPUBLIKEIN. in aanmerking het weeren van alles, vrat den algemeenen man arm, en den armen tot niet maakt, geijk de Leenbanken en Monopoliën. Hoeveel zou dit alles tot verbetering van den geringen Burgerftand uitwerken! En , zoo 'er nog iets ontbreekt, dan zou ik ten fterkflen aandringen op eene algemeene verlichting. De man, die zichzelven kent, en zijne waarde gevoelt, zal te grootmoedig zijn om te klaagen, zoolang 'er eerlijke middelen overblijven, om zijn eigen brood te winnen. j. den k e r. Aanmerkingen van den Republikein. Wij hebben niet willen afzijn, de welgemeende bedenkingen van onzen Correspondent in haar geheel medetedeelen, juist omdat zij een gewichtig onderwerp uitmaaken dier gefprekken, welken oprechte Vaderlanders over's Lands belangen, in den tegenwooidigen tijd, houden. Jntusfchen, moeten wij rondborstig verklaaren, dat wij in den volftrektften zin van onzen Correspondent verfchillen- — Reeds in den beginne onzer ünwenteling, toen wij óns met de hoop vleiden, dat 'er bij de Hoofden van het Staatswezen handen aan 'i werk zouden geOagen worden, om den verwarden Staat van zaken zoo fpoedig mooglijk in orde te brengen, en geenszins door tijd-verfpilling all' het goede te vernietigen, gaven wij onze bedenkingen over het onderhoud der Armen. De Republikein ftond toen reeds in het denkbeeld, en blijft nog daarin volharden, zoolang hij van deszelfs verkeerdheid niet overtuigd wordt, dat alle Armen, zij zijn wie zij zijn, als Burgers, aanfpraak- hebben op de openbaare onderfteuning, en ook daarom uit 's Lands kas moeten onderhouden worden. De Staat van de Kerk eenmaal' Zijnde afgefcheiden, gelijk thands bij een plechtig decreet gefchied is, komt het niet langer te pas, dat men vragö naar gereformeerde, lutherfche, of roomfche Armen, het Zij die ledemaaten zijn, of niet. De Staat kent geene andere betrekking, dan die van Burger, zonder te vragen, hoedanig zijne godgeleerde denkwijze zij: en die Burgers, die door rampfpoed, ziekte enz. niet in ftaat zijn, de lasten van den Staat te helpen dragen, of zich zeiven te voeden, komen ten laste van den Staat, volgends het allereerste verdrag, dat men onderftelien mag in elke Maatfchappij te zijn aangegaan bij haare eerste vorming, naamlijk de bevordering van ieders bijzonder geluk, — Juist all'  DE REPUBLIKEIN. 91 all' dat gene, door onzen Correspondent aangevoerd, om te betoogen, dat de tegenwoordige bedeeling der Armen, bij zommige Diaconiën en Gefiichten, zeer verkeerd en ftrijdig is met bet eigenlijke oogmerk der liefde-gaven, juist deze ondervinding zet het zegel op het uitdruklijkst verlangen, dat ieder kundig en braaf Vaderlander bezielt; om aan zijne behoeftige natuurgenooten eenmaal die waarde terug te geven, welke hun door eene onvergeeflijk flechte beheering benomen is, en nog benomen wordt, en hen, door eene beter inrichting, aan' den Staat wedertegeven, tot denwelken zij behooren, en aan welken zij door willekeur ontrukt zijn. Dan, wij hebben dit onderwerp reeds breedvoeriger behandeld in No. 18 en 26 van ons Tijdfchrift, werwaards wij onzen Correspondent, en met hem onze geëerde Lezers, te rug wijzen. — De bedenking van onzen Correspondent, dat de eerste Christen - Kerk voor de Armen gezorgd hebbe, bewijst te veel, juist omdat het toen niet anders zijn kon, en de Joodfche Staat uitdruklijk weigerde, onderfhnd te geven aan Christen-belijders, die alom vervolgd werden. Dat het onderhoud der Armen op denzelfden voet gebleven is, bewijst mede te veel, omdat de ondervinding geleerd heeft, dat buiten Amerika en Frankrijk, onder de hedendaagfche Volken, geene Constitutie beftaan heeft, alwaar de rechten van den Mensch en Burger naar behooren geëerbiedigd worden. — Dc vraag: van waar zal het Land alle de kosten vinden tot onderhoud van alle Armen ? wordt ligtlijk beand woord door te zeggen, datjzulks een publieke, en wel de heüigfte, last is, die door allen,naar evenredigheid van hun vermogen, gelijklijk moet gedragen worden. Eene naauwkeurige bezorging der Armen zal dien last zeer aanmerklijk kunnen verligten. — Maar, wat zal *er dan gedaan worden met de kerklijke goederen, waaaruit thands de Armen nog onderhouden worden? — Juist die goederen moeten dienen, om de tractamenten te vinden der Predikanten en van allen, die eenige kerklijken dienst doen. Nadat toch de Ketk van den Staat geicheiden is, blijft het louter onzin, en is het in den volftrektften zin antirevolutionair, te beweeren, dat de Kerklijke Perfoonen uit 's Lands kas zouden moeten betaald worden. Dit indedaad zou niets minder zijn, dan de eene ongerijmdheid op de andere te hoopen. NB. Aai  9z DE REPUBLIKEIN. NB. Aan het verzoek van justus patrio t kan, juist om de aangevoerde redenen, niet voldaan worden. * * * De brief van P. J. B. zal zoo fpoedig doenlijk wor\* den beandwoord. NB. NB. De Misfive van W. J. D. is wel in handen gekomen. Wat ook de Schrijver voor gezag hechte aan de zoogenoemde punten eener Conftitutie, de Republikein kan daaraan geen meerder geloof hechten, dan aan elk ander libèl. Intusfchen, zal het best zijn, het Ontwerp van Conftitutie afiewachten; en, indien dan, onverhoopt, eenige willekeur daarbij mogt worden aangedrongen, dan zal het de zaak der Natie zijn, haare oppermacht te doen gelden, waartoe ieder braaf Burger in zijnen kring moet medewerken. Te Amfterdam, bij M. Schalekamp, in dc Warmoesferaat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage]. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, f. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft RoeIofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 'sBosch Palier. Middelburg Gillisten. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad '* Maandags met een No. vervolgd a ii Stuiv.  REPUBLIKEIN. 122; C«ax preferent leur vaine ambition a lafareté de la eaufe coihmune , irériient des chüimens i êf non des recompenjes. FÈN E LON. Onder dc jontrfte vaderlandlievende befluiten der Nationale Vergadering behoort gewis dat van 13 October, wegens de vorming eener algemeene Lijst van alle de Officieren, die thands in dc Armee dienen, met aanduidt 1.) van den naam; 2.) van derzelver tegenwoordigen rang- 3.) van het Corps, waarin zij zederd Jamtary 1786 gediend hebben, of anderszins eene verklaaring, dat zij vóór de Organifatie niet hebben gediend- 4.) van den rang, waarin, en den tijd, welken zij te'vooren gediend hebben, en eindelijk sO van de opgave hunner Guarnifoens-plaatfen vóór het jaar 1787.. -■ in de' daad, zo 'er eenig misnoegen heerschte bij de Natie', dan was het dat, hetgeen door allerlei geruchten beftendig was aangevuurd, dat onze Armee,hoezeery zoo als het heette, door het Commttte te Land naar behooren vervormd, niet flechts krielde van aanhangers des ouden Bewindsy maar zelfs van de zoodanigen, die zich, in het laatfte gedeelte des jaars 1787 en daarna, aan verregaande mishandelingen hnnner medeburgeren hebben fchuldig gemaakt i enzelfs na de omwenteling van 1795* door woorden en daaden, zich openlijk onderfcheiden hebben, als ijverige voorftanders van het voormaalige Bewind, en dus als daadlijke wedërflreevers der gronden onzer aanvanglijke en eenmaal te verwachten Conftitutie. Welken dienst toch zou eene ÏII, DEEfc. M aT"  94 DE REPUBLIKEIN. armee den Lande kunnen verfchaffen, waarin een aantal van zoodanige Officieren geplaatst was? Welk eerlijk vaderlander verlangt niet hartlijk naar de ontdekking van zulke onverlaten, die, in plaatfe van overeenkomflig hunne beflemming te handelen ter handhavinge der gemeene rust, de burgerlijke vrijheid en veiligheid openlijk gefchonden, en geweld in plaats van krijgs-tucht gepleegd hebben ? — Ja zelfs, al bleek het bij de uitkomst, dat de geruchten ten dezen aanzien zeer merklijk vergroot waren, welk eene gerustheid zal de ontdekking diervalschheid baaren aan hun, die , ondanks alle hunne opofferingen aan 's Lands fchatkist, voor het oogenblik beefden, waarop ons nationaal leger, of ter verdediging der grenfen, of, gecombineerd met onzen Franfchen Bondgenoot, tegen buitenlandfche Despoten ten velde moest trekken, daar zij natuurlijker wijze vreesden, dat een fchandelijk verraad, bij de allercerfte gelegenheid, de krijgsverrichtingen bezoedelen en verwarren, en dus ten eenen maalc de goede trouw zou verbreken, welke de Franfche Republiek in haare Bondgenoote onderfteld had. — Met ongeduld verlangt de Natie, dat dit recht vaderlandsch befluit der Nationaale Vergadering ten uitvoer gebragt; dat het Committé tot de algemeene zaken van het Bondgenootfchap te Lande, met de hoogst mooglijke naauwkeurigheid, zal zorgen, dat deze Lijsten van de onderfcheiden Corps naar waarheid en in orde worden medegedeeld, en dat dezelve Lijsten aan de Nationale Vergadering fpoedig worden ingeleverd. Te bejammeren is het, dat de laatstgenoemde Vergadering niet, bij dezelfde gelegenheid, eenen bepaalden tijd gefield heeft, binnen denwelken dezelven zullen moeten ingeleverd worden, omdat eene droevige ondervinding ten overvloede leert, dat de beste zaken, bij gebrek van zoodanige tijds-bepaaling, onbeflist blijven, en de Natie alleen gepaaid wordt met den fchijn eener verbetering, welker wezen volkomen tot een wel ingericht Bewind behoort. —- Ook ware het wenschlijk geweest, dat die Vergadering ten zelfden tijde belloten had, dat die Lijsten niet alleen aan haar, maar openlijk aan de Natie zelve, zouden kenbaar gemaakt worden, opdat een ieder Burger zich daardoor zou kunnen in ftaat Hellen, om veel beter onderrichtingen aan haar medetedeelen, dan haare Leden, op zich zeiven, in ftaat zijn te geven. Het is de Natie immers, (en niet alleen de Leden der Nationaale Vergade-  DE REPUBLIKEIN. 9S dering) welke veel, zeer veel geleden heeft van militaire geweldenarijen in den jare 1787 tot 1790. Het zijn duifende afzonderlijke Burgers, die alleen kunnen, en ook gaarn, indien het gevorderd wordt, zullen getuigen van dc fchrceuwendfte mishandelingen, welken geene naauwgczettc gehechtheid aan eene zoogenoemde krijgstucht of onderwerping verfchoonen, noch ook een woest gefchreeuw van een nieuwbakken anderhalf-jaarig patriotismus kan uitwisfchen. Het is dus de Natie, het zijn alle Burgers der Bataaffche Republiek, die, zoodra de Lijsten in orde bij haare Vertegenwoordigers zijn ingekomen, door dezelvcn ernstig genodigd, aangemaand, dringend verzogt moeten worden, om hunne bezwaaren, binnen zekeren bepaalden tijd, intelevercn , met aanvoering der nodige bewijzen, en met verzekering van de zijde des Bewinds , dat hunne vrije ftem, noch door een verkeerd geplaatst medelijden , noch door vrees voor geweldenarij, zal gefmoord worden. Deze js dc éénige weg,.om 's Lands armee, indien zij, onverhoopt, uit misdaadige fielten, of vijanden der vrijheid, beftaan mogt, daadlijk te zuiveren, om het plaats grijpend misnoegen wegtencmen, en de Natie te overreeden, om haare gewoone cn bu'ttengewoone lasten tot dit zeer kostbaar onderhoud te dragen , en te blijven dragen. — Eindelijk, om dit decreet in zijne volkomene nuttigheid te doen werken , ware het daarenboven zeer wenschlijk, dat de genoemde Lijsten ook warden onder het oog gebragt der Soldaaten zclven, en dat iedet Soldaat, onder dezelfde voorwaarde van beveiliging tegen alle onaangenaamheden voor zijn perfoon, dringend verzogt werd, om zijne bezwaaren optegeven, waartoe in "ieder Corps eene militaire Commisfie van drie befliste Vaderlanders, onder de allergeftrengfte geheimhouding, zou kunnen dienen, terwijl die informatién zouden behooren te worden medegedeeld aan die Commisfie uit de Nationale Vergadering, welke tot het inwinnen der bezwaaren zou moeten benoemd worden. Het zou deze ftap zijn, die aan het ftaande Leger van den Staat eenen republikeinfchen geest zoude inboezemen, waarvan tot nog toe niets, niets hoe ook genoemd, te vinden is-, het zou den braven krijgsman zijne waarde doen gevoelen ; het zou den jongen en onervaren Officier, die thands uit willekeur in eenen rang geplaatst is, dien hij door niet ééne daad verdiend hteft, binnen de paaien houden van een ordenlijk geM a  96 DE REPUBLIKEIN. d'rag omtrend zijne minderen \ het zou den lust tot den krijgsdienst aanwakkeren, en der Natie het zeker vertrouwen inboezemen , dat zij van haare vadcrlandfche helden allen goed te wachten heeft. — Deze zijn de' aanvullingen van het, anderszins loflijk, Decreet, welke dc Republikein gewenscht had , dat reeds bij die gelegenheid waren beraamd geworden, ten einde daardoor de volgende debatten over' deze flof te verhoeden. Dit niet gefehied zijnde, kunnen zij echter nog worden aangenomen, zoodra de Uijsten zullen inkomen, cn wij oordeelen het van onzen plicht, om dc Natie, en ieder Bataafsch Burger in 't bijzonder, ten fterkften aamemoedigen, ja bij de Vrijheid', die ons'allen zoo dierbaar is, daadlijk te bezweet en, dat hij deze gewichtige punten niet uit het oog verlieze , maar door gepaste vertoogen zijn verlangen uitdruklijk verklaare, om deze zoo belangrijke zaak, op zoortgeüjke wijze, tot behoud des Vaderlands te wcrkftelh'gen. De gevolgen daarvan zullen , nu en in het vervolg, voor de zaak der Vrijheid, tegen binnenlandsch en buitenlandsch geweld, in da daad beflisfend wezen. — * — *— *—»~* Wat moet ik, als reebtfehapen Burger, verrichten, bij de openbaarmaaking van het Ontwerp van Conftitutie ? " ' " ' Deze was, zeer onlangs, de vraag van eenen Man, op wien dc Vrijheid zich te recht, als haaren edelften! voorftander, beroemen mag, offcho.on hij, uit hoofde zijner burgerlijke betrekking, geenszins bedreven is in de moeilijke vraagftukken der (taatkunde, wier voldoenende beandwoording veelal afhangt van juiste onderfchei-' dingen. — Het andwoord, 'aan hem gegeven, zal misfehien ook_elders van nut kunnen zijn, en daarom oordeelen wij zulks niet ongepast ter mededeeling. Hetzelve, briefswijze ingericht, luidde aldus. Uwe vraag zelve, mijn Vriend, kenfehetst den echten vaderlander. Gij zijt u zeiven bewust van uwe eigen rechtfehapenheid. Gij hebt u zeiven, uw beftaan, uw vermogen aan de zaak der Vrijheid verpand, als het dierbaarfte van 's menfehen leven. ' Alleen wantrouwt gij uw eigen doorzicht in ftaatkundige onderwerpen, en wiit derhalve weten, hoe gij u daarin zult té gedra-  DË REPUBLIKEIN. 97 dragen hebben. Het eenvoudigst andwoord was gewis dit dat gij u moest vervoegen bij hen, die zich, Too door hunne gefprekken , als door hunne fchriiten, als" verftandlge beoordeelaars van het Staatswezen hebben doen kennen. Dan, met dit andwoord zoudt gij welligt zeer te onvrede zijn. Gij kent al te wel de meentete van vooroordcelcn, de mcenigte van afzonderlijke belangen, die den mensch zoo vaak beletten, geti-ouw te zijn aan zijne eenmaal als heilig aangenomen grondbeginfelen, om niet ü zclven te wantrouwen-in de keus, zelfs van vcrftandige mannen, die eerlijk en braaf genoeg zijn', om der waarheid hulde te doen, al wierd lij ook door duifenden miskend. Gij zijt ook te zeer van nabij bekend met den ouden zuurdeesfem der jaloersheid onder onze Gewesten, om niet te vreezen, dat zelfs het Ontwerp van Conftitutie meer naar dezen geest gefehikt zijn zal, cn dat hetzelve ook daarom eene zoo onderfcheiden beoordeeling zal ontmoeten. Gij weet hoe aeer de geest der Natie alom is ter neder gedrukt Gij weet, hoe weinigen 'er', overal, zelfs onder de hoofden des Volks, zijn, die cordaatheid met verftand paaren , en niet rusten , vóór dat dc waarheid zegeviert. Gij kent, bovenal, dc onverzetlijke gehechtheid aan het oude, die zelfs zoo verr' gaat, om het onrechtmaan>e goed te keuren, alleen omdat het oud is, offchoon het ook ftrijdig ware zelfs met de heiligst erkende beginfclcn. Dit alles weet gij, omdat wij over deze en "-ene ftoffen reeds meermaaien gefproken hebben ; en u derhalven, midden in dezen baiert van tegenftrijdighcden naar het gevoelen of goedvinden van anderen te 'iv' te wijzen, zou u indedaad een gering hulpmiddel zijn aangewezen, om de waarheid te vinden. Neen j mijn Vriend, ik wil u een zekerer weg wijzen, cn die is uw eigen verftand. Geloöf mij, wat ook veelen fchreeuwen van des Volks onkunde omtrent de Staatsbelangen,'er is flechts eene geringe maat van gezond verftand nodig , om te bellisfen , wat onvoegzaam of kwaad zij. Hiertoe is geene geleerdheid noodzaaklijk. Gij zelf hebt genoegzaame kundigheden, om deze zaak doortezien. Zie hier alleen, waarop het aankomt. Gij kent de beginfelen, die door de gantfche Natie goedgekeurd en aangenomen zijn, om tot grondflagen te dienen onzer Staats-inrichting. Gelijkheid, Vrijheid en Broederfchap zijn, gelijk gij weet, de grondfuilen, waarop het jrantfche gebouw moet rusten. Gij hebt derhalven 6 ö m 3 flechts  98 DE REPUBLIKEIN. flechts nategaan, waar de Acte van Regeering-beftelling van deze éénige waare en erkende Conflitutie mogt afwijken, en waar gij zoodanige afwijking mogt vinden, zijt gij verplicht, als vriend van waarheid, deugd en vaderland, zulks niet alleen met uw verftand aftekeuren, maar ook hierover met uwe medeburgers te fpreket»; en, wanneer gij uwe denkwijs eenparig vindt met die van kundige en brave Vaderlanders, die geene bijzondere grootheid of eigenbaat beöogen, dan zijt gij verplicht, u met die braven te vereenigen, uwe overtuigingen ook tot andere kringen van Burgers overtebrengen, u manmoedig te verzetten tegen alle zoodanige befluiten, die onrechtmaatig mogten zijn, en zoodanigen Vertegenwoordigers, die vermetel genoeg mogten zijn, om de waarheid en het recht openlijk in het aangezicht te fchenden, uw vertrouwen ten eenenmaale te ontzeggen. Geloof mij, de toepasfing dezer heilige beginfelen is niet moeilijk, en behoeft flechts een dagelijkse!:, maar eoo veel mooglijk onbevooroordeeld, verftand. In andere ftukken, die wat verder afwijken van deze grondbeginfelen, en meestal het uitvoerend Bewind betreffen, kunt gij u gerustlijk, indien gij al zelf de zaak niet doordacht, verlaten op het oordeel van mannen, die de flaatkunde beoefenden. Het komt alleen daarop aan, dat gij, als Burger, niet gedoogt, dat u de rechten ontnomen worden, die u, en allen Burgers der gantfche Republiek te zamen, wettig toebehooren ; dat gij dus de wetgevende oppermacht der Natie zorgvuldig handhaaft; dat gij geensn maatregel toeftemt, waardoor of de oude provinciale jaloersheid bevorderd of vernieuwd, noch ook de reeds gedecreteerde affcheiding van Kerk en Staat op nieuw verijdeld zou worden. Indien gij deze weinige punten, die thands reeds dikwerf in publieke gefprekken en fchriften genoegzaam opgehelderd zijn, behoorlijk blijft waardeeren, en met anderen zoo kloekmoedig verdedigt, als het den vrijen Burger betaamt, dan zullen de overige zaken van het uitvoerend Bewind van zeiven volgen, en, al wilde dan zelfs de ariftocratie een monster van uitvoerende Macht in handen (lellen van weinige perfoonen; ja, al ware de Natie onoplettende genoeg, om zich tot deszelfs toeftemming te laten overreeden, dan zelfs zal de macht, welke 'er voor de Natie, en het onvervreemdbaar recht van fpreken en fchrijven, dat 'er voor ieder afzonderlijk Burger heilig zal bewaard blijven, genoegzaam zijn, om al-  DE REPUBLIKEIN. 99 alle de willekeur van eer- of baat-zuchtigen naar vereisch te beteugelen. — Zie hier derhalven, waar het voornaamlijk op aankome, en hoe ligtlijk gij zelf cn alle and-re Burgers, die met u in hetzelfde geval zijn, zeiven de vaderlandfche belangen zullen kunnen behartigen, zonder juist geheel aftehangen van het oordeel ot de uitfpraak van anderen, die zich tot hoofden opwerpen in de Volks-bijeenkomften, om de mcemgte tot hun gevoelen te lokken. — Dat dus Gelijkheid, Vrijheid en Broedt'jchap de heilige grondflag zij van uw ftaatkundig gevoelen, de regel van uw burgerlijk gedrag het voorfchrift van uwen plicht: en wantrouw zorgvuldig allen, die onkundig, ftout, of eerloos genoeg ziin, om van deze beginfelen aftewijken! enz. MEDEBURGER, Ons Stedelijk Reglement, weet gij, is door de ftem onzer Burgerij goedgekeurd; en echter wil het gerucht, dat hetaelve niet zal ingevoerd worden, juist uit hooide van het gebrek van een genoegzaam aantal van plaatfen alwaar alle Grondvergaderingen zouden bijeenkomen en ook om de groote kosten, die daartoe vereischt worden. Eilieve, heb de goedheid, om hierover uwe gedachten medetedcalen aan Uwen getrouwen Lezer, Amfteldam, 20 October, P. J. B. A N D W O O R D. Wij "eloven ja, dat 'er thands, om de aangevoerde redenen°van onzen Correspondent, zwaarigheid wordt gemaakt in de uitvoering van het Reglement wegens de Volks-ftem! dan, daar men deze zwaarigheid heeft kunnen vooruitzien, eer men eenige nafpooring deed omtrend dit onderwerp, zou het belachlijk zijn, thands die zwaarigheden te doen gelden, nadat de ftem der Burgerii gevraagd, en ook gegeven is tot goedkeuring. — Immers, indien men flechts naar plaatfen zoeken wil, tot ' net  leo DE RBPÜBLI K EI N. . het houden der Grondvergaderingen , zullen 'er zeer wel genoeg gelegenheden te vinden zijn; en wat zwaarigheid, indien eens dezelfde plaats, flechts op eenen verfchillenden avond van dezelfde week, voor 2 of 3 Grondvergaderingen dienen moest? -* Wat de kosten betreft; dit is een wezenlijk bezwaar, en de' ftedelijke kas moet zoo veel inooglijk gefpaard worden: dan, daar dc Burgerij za! belast worden , met zekere per centen optebrengcn voor de gewaapende Burger-macht, waarom zou dezelfde billijke belasting, niet met even veel grond, kunnen dienen voor het houden der Grondvergaderingen , waarin alle Burgers een gelijk belang hebben ? En deze belasting zou in verre na zoo groot niet behoeven tè wezen, als die zoo even genoemd is. Eén half per cent van de huishuur zou, waarfchijnlijk, hiertoe genoegzaam wezen. Wij twijfelen geen oogenbhk, of zoodanige belasting van 10 ftuivers van elke honderd guldens, waarop de huur van ieder Huis, Kamer, Kelder , Tuin, Stal of Pakhuis, bére'ekend wordt, zon door Amftel's Burgeren gaarn toegeftaan, en ook even' gaarn tot zulk een belangrijk oogmerk voldaan wordend- Te Am fier dam, bij M. SChalekamp, in de Warmoesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage J. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, J. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molk> man en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zopn, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palierv Middelburg Gillisfen. Groningen" Oom-" kens. Leeuwarden van Sligh en Cahais.Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfté Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd k i\ Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. 123. La principale caufe de la destruction de phfieurs gouverrith ihens a eté, d'avoir conftitué dan l'Etat deux interets oppofés. Mad. DE STAEL; Is dan het denkbeeld van ondeelbaarheid der' Bataaffche Republiek volftrekt eene hersfenfehim ? Deze vraag deed ik mij zeiven, wanneer ik onlangs uit een vaderlandsch gczèlfchap te rug kwam, waarin zeer lang en hevig getwist was over de voordduuring ,■ of de vernietiging, van dc bondgenootfchaplijke form der zeven voormaalige, of thands negen vercenigdc Gewesten. Dikwerf had ik door de voorftanders der oude form hooren aanvoeren, dat de aard onzer Gewesten veel te veel Van elkander vdrfehilt, om ooit tot één belang vereenigd te kunnen worden. De Land-provinciën willen den landbouw en de fabrieken bevorderd, de Zee-gewesten den koophandel boven alles verdedigd hebben. In ieder derzei ven heerscht een zeer onderfcheiden geest en charaktcr. De leefwijze is verfchülende, en, daar de waarde van veele goederen in de Landgewesten veel minder is, dan in de overigen, kunnen ook de lasten nimmer op eenen evenredigen voet gebragt Worden. Maar, wanneer ik dit alles eens toegeVe, wat bewijst dit meer, dan dat zulks thands zoodanig' is? Is dan daarmede reeds voldoenend bewezen, dat zulks nimmer veranderd, of naar één algemeen ftelfel kan gewijzigd Worden? En, is het dan, met zoodanige vooronderftelde nieuwe wijziging, reeds daadlijk beflist, dat die belangen voor ieder der Gewesten uit het oog zullen verloren worden? Ik wil niet eens aanvoeren, hetgeen nog wegens de opoffering zou kunnen gezegd worden, welke het eene Gewest aan het andere , uit hoofde van onderfcheiden finantieele betrekkingen , verfchuldigd is, omdat zulks toch altijd afhangt UI. dbej* N  102 DE REPUBLIKEIN. van eene vrijwillige keuze, welke, zonder dwang gefchiedende, alleen het grondbeginfel volgt van goedwilligheid en gemeen belang. Maar, ik wil alleen onder, zoeken, of die zoogenoemde belangen van ieder Gewest minder in aanmerking zouden komen, wanneer zij allen één volftrekt geheel vormden, dan tegenwoordig, nu zij op zich zeiven beftaan, of, door zeker verdrag, niet geheel ongelijk aan dat der Unie, alleen in de hoofdbelangen van vrede en oorlog enz. verbonden werden ? Hetgeen dc Gewesten van eikanderen affcheidt, zijn eerstlijk de landbouw, fabrieken, trafieken en koophandel. Hoedanig is-deze affcheiding ?■ Zij heeft de ligging van het Gewest zelf, het charaktcr der Ingezetenen, en de leefwijze, ten grondflag. Holland b. v. ligt aan zee; dc koophandel is aldaar eigenaardig; de toevoer der weelde is aldaar groot; de leefwijze is weelderig en kostbaar. In Gelderland en Overijsfcl, als van de Noordzee meer verwijderd, worden landbouw en fabrieken behartigd, en, uit den aard van dat algemeen bedrijf, is de leefwijze eenvoudiger en min kostbaar. Nu is de vraag: zullen deze wezenlijke hoedanigheden. welke uit den aard cn de gefteldheid der zaken voordvloeijen, door eene volftrekte verecniging en ondeelbaarheid, veranderd of opgeheven worden? Ja, kunnen deze plaatslijke oorzaken immer weggenomen worden? Hoe derhalven, indien dc Gewesten volftrekt vereenigd wierden? Eilicvc, Iaat ik deze vraag met eene andere beandwoorden. Hoe ging het toch in de voorige dagen? De Unie liet ieder Gewest aan zich zelf' over. Het Zee-gewest overhoerde, door het geweld van zijnen handel, de Land-provinciën» en dezen, op haare beurt, fpcelden eene overhcerfchcndc rol, zoodra zij jlechts den Stadhouder in haare belangen konden overreeden. Ieder bevorderde zijn gewaand belang, zoo als men best konde. De handel zegevierde eindelijk, en de fabrieken en trafieken gingen ten onder. Laat nu de ondeelbaarheid al eens de gewenschte voordeelen niet uitwerken, dan toch zal zij geene zoo groote nadeden kunnen ftichten, als 'er te vooren hebben plaats gehad. Neen: zoodra, immers, de Vertegenwoordigende Vergadering uit Mannen befïaat, door het Volk gekozen , die de geheele Natie verbeelden, dan wordt toch de koophandel geenszins befchermd ten nadeeleyan den landbouw, deze laatfte geenszins met benadccling der  DE REPUBLIKEIN. JE03 der fabrieken enz. En wat zal, wat kan dan anders het gevolg zijn, dan dat de fabrieken zich zullen vestigen , daar zij best kunnen, en waar zij behooren, naamlijk op het Land; dat de trafieken , die onmiddellijk; aan den handel verknocht zijn, zich in de Steden zullen vestigen, en dat de handel zich zal handhaven, waar dezelve is, of uitbreiden tot zoo veclc andere plaatfen , als voor dènzelveu , uit hoofde van haare ligging, gefchikt zijn. Zoo zullen dan de belangen van ieder Gewest beter gehandhaafd kunnen worden, in naam der geheele Natie, zonder dat ieder derzelvcn, als zoodanig, op zijn eigen voordeel zal behoeven bedacht te zijn. Wat men dan ook zeggen moge van den meerderen of minderen bloeivan zommige Steden • Wat raakt het de waare ftaatkunde, wie der Ingezetenen welvarende zijn, indien het maar bij ondervinding blijke, dat het grootst mogelijk heil over het geheel bevorderd worde. Laat dus* de ftaats-orde zoodanig gewijzigd zijn-, laat het lichaam van Vertegenwoordigers uit Mannen beftaan, die de belangen van den Staat, die de bronnen van beftaan behoorlijk kennen; laat men flechts, zooveel moogüjk, den vrijen loop geven aan den handel, aan de fabrieken en trafieken, en alles zal juist daar zijne plaats nemen, waar de natuur wilde, dat het zich zoude' vestigen. Dat het nationaal charak¬ tcr daardoor eenige verandering ondergaan zal, dit is niet alleen mogelijk, maar zelfs zeer waarfchijnüjk: maar, kunnen wij thands van eenig nationaal ■ charaktcr der Nederlanderen fpreken ? Neen : dc provinciaale. -de ftcdelijke Ingezetenen hebben eenige hoofdtrekken, die hen' van anderen onderfcheiden. Dit blijft bewaard in de meerdere of mindere afzondering, waarin zij zich bevinden. Doch, welk een allerwczenlijksf kwaad heeft dit, in zommige opzichten, gefticht? Welke zaaden van deugd zijn daardoor niet verflikt? Wie denkt hier niet aan iedcren oorlog, dien Nederland immer gevoer-d, aan iederen aanval, dien bet geleden heeft? Men liet het lijdend gedeelte aan zijn noodlot over, zonder dat anderen, die wat verder afgelegen waren, zi:h deswege bekommerden. Waar beftond immer een nationale geest, die dc grondflag is der algemeene vrijheid en welvaart? Kan deze ooit beftaan in een Land, welks -afzonderlijke gedeelten, door een onderfcheiden belang gedreven, op zich zeiven kunnen werken, ftrijdig met den gemeenen welftand ? En wat kan immer dat gebrek verbeteren? is 'er een andere N 2 weg  *©4 . R E PU BjIït^lE I N. weg mogelijk om dat hoogstbelangrijk. oogmerk te ba, reiken , dan dat de gelegenheden tot verwijdering weegenomen , en de belangen der jjataaffehe Republiek wel begrepen, en bij de ftaats-inrichting -bepaald worden dezelfden te zijn, en daarom aan Hechts ééne Vertegenwoordigende Vergadering worden ■ toevertrouwd ' °Ta dit kan alleen het éénige middel zijn, om nationaló deugd te vormen, en door dezelvo die kracht uitte, werken, waardoor, in gunftiger tijd-n, de onafhanglijkheid van qndere Volken, in den nadruklijkften zin, daargefleld zal kunnen worden. Waarlijk, indien eenig punt van een alicrwezenlijkst gewicht is, dan is het dat, omdat daarvan, ten opzichte des Volks, dc verzekering afhangt/ der Vrijheid, en, ten aanzien van het Bewind, die eenige zekere fteun, dien zelfs de beste 5taats-form tot haare voordduuring behoeft. — Het vinden van eenparige lasten, voor alle de onderfcheiden Gewesten, blijft gewislijk aan groote zwaarigheden onderhevig. Maar, welke is toch de waare grond dier zoo hoog opgevijzelde zwaarigheden? Zij berusten juist daarin, waarvan ik zoo even gewaagde, naamlijk gebrek aan nationaal charaktcr. Kan ieder Bataaf indedaad afzien van het voorrecht, hetgeen zijne verbeelding hem maalt in eene fchijnbaar mindere belasting; ik zeg fchijnhaar mindere; want het voormaalig Bewind beeft zijne meesterlijke kunde aan den dag gelegd in het vormen der wezcnlijkfte Jasten, zonder dat zij gevoeld Werden: —? heeft ieder Bataafseh Burger goedwilligheid genoeg, om, in hoop van gunftiger omftandigheden te verlangen, en daadlijk te verklaaren, dat hijgereed is om, in evenredigheid, dezelfde lasten te dragen ; waarom zouden dan die zwaarigheden niet zeer gemakliik overwonnen worden ? En, wanneer die evenredigheid der waarde van vaste goederen, in de verfchillende Provinciën, behoorlijk wordt in acht genomen, gelijk het gefchicdcn kan en moet, dan kan 'er geene de minste reden zijn, waarom zich de Ingezetenen van het eene Gewest boyen het andere aan den eenen kant meer bezwaard, of aan de andere zijde minder verbonden zouden achten aan de bevordering des algemeenen belaiws Zoo lang hij, naar die evenredigheid, de Jasten eenparighjk helpt dragen, dan voorzeker heeft hij niet alleen met te klaagen over eenig bezwaar; maar hij zal zelfs m deze richting, de billijke hoop kunnen voeden dat die lasten, eenparig geheven, en zonder onderfcheid naauwï  DE REPUBLIKEIN. 105 naauwkeurig opgebragt, zeer aanmerklijk zullen verligt' worden. — Zou dan, na di: alles, het denkbeeld van ondeelbaarheid nog eene hersfenfchim zijn? Neen voorzeker ; het is 'er zoo verr' af van onuitvoerlijk te zijn, dat het alleen van het doorzicht en den goeden wil afhangt der Bewindslieden , zoo wel als der Burgers, om dat ontwerp tot ftand te brengen. Het is zoo verr' af, dat deze maatregel verderflijk zou kunnen,zijn voor onze Republiek in het geheel, of voor de belangen van alle haare afzonderlijke Ingezetenen, dat in tegendeel geen middel van wezenlijk herftel mogelijk is, zonder telkens gevaar te lopen, om eene nieuwe inbreuk te maaken op de heiligde grondbeginfelcn. waarop onze Staats-form, zo wij hopen, zal gegrond zijn. En, of al de Bewindslieden van zommige Gewesten, of al zommige Leden der Nationale Vergadering, of al zommige Burgers, door de zucht, om bijzonder te zijn, door gehechtheid aan het oude, of ook door eigenbaat, het bondgenootfchaplijk aanwezen trachten te handhaven, wij wenfehen en vertrouwen, dat de Natie verlicht genoeg zijn zal, om haare eigen wezenlijke belangen wel ie bezeffen, en haare ftem boven die van weinige Egoïsten te doen gelden. — —• « — * Iets over de acceptaticn voor buiten- landsche reekening. (*) Onze Voorouders hadden het door hunne vlijt, kunde en nijverheid, zoo verre gebragt, dat dit Land de algemeene Voorraadfchuur en Marktplaats voor de geheele bekende waereld was geworden. De Buitenlanders, wilden zij hunne producten of gefabriceerde goederen op eene fpoedige en zekere wijze aan den man brengen, wachtteden de Hollandfche Commisfien af, of, deeze niet genoegzaam zijnde, zonden zij hunne goederen hcrwaards, alwaar zij, behalve het voordeel van ,ten allen tijde kopers te kunnen vinden, ook nog tegen jeen maatigen interest twee derden of drie vierden der Waarde daadlijk konden trekken, en dus met één eigen kapitaal drie of viermaal zoo veel omzetten. Door dit middel bleef de handel bij ons: het fpoedig vertier veroorzaakte overvloed, en drong de Buitenlandfche Kooplieden, hunne waaren bij ons te zenden-, daaj- 00 Overgenomen uit een geacht Dag-papier. N 3  ïo6 D E REPUBLIKEIN. daarentegen kwam elk bij ons zijne benodigdheden zoeken, verzekerd, van terftond alles te konnen vinden, wat hij verlangde. — Onze Zeevaart, Arbeidslieden) en 's Lands Inkomftengeraakten in eenen bloeienden ftaat, en het algemeen verkreeg een zekeren trap van welvaart, die den nijd onzer nabuuren gaande maakte. Amfteldam was toen de Hoofdplaats voor den Wisfelhandel •, andere Volken moesten aan ons, wij weder aan hun betaalen, en de moeilijkheid in andere Landen, om Wisfels op derde plaatfen te kunnen verhandelen, verzekerde ons het langduurig bezit dezer voordeden, indien onze kooplieden zclvcn geene gelegenheid gegeven hadden, om van dit anderszins voor ons zoo geWichtig voorrecht, tot ons eigen nadeel, misbruik te maaken. Men vond dan uit, om, bijvoorbeeld, goederen, die weleer uit Rusland op hie/, en dan weder van hier naar Spanje gingen, uit Rusland direct naar Spanjen aftezenden, en ons dus voorbij te gaan ; dan , daar men in Petersburg geene Wisfels op Spanjen plaatzen kon, moest men dit op Holland doen , cn nu zogt men Hollandfchc Huifen, die voor een half of een derde percent zulke Wisfels wilden aannemen; zoodanigen vond men. Het ware te wenfehen, dat wij niet hierbij behoefden te voegen: „ zelfs boden zich dc zoodanigen aan." — Nu gingen die goederen, welken anders hier zouden gebragt zijn geworden, öïis Land voorbij. Voor een half of een derde percent ftelde men zich aan het gevaar van wanbetaaling en bankbreuken bloot, en het zal niet nodig zijn, hier bij te voegen, dat ook een groot aantal onzer Kooplieden in dezen handel hun ongeluk, of veel eer hun verdiend loon, gevonden hebben. Daarenboven ontftond *cr voor dc Buitenlanders een nog grooter voordeel, uit deze handelwijze der Hollandfchc Kooplieden. Zij konden, zonder eenig vermogen, en met flechts een weinig crediet, den grootften handel drijven: de Wisfels, om bij het gegeven voorbeeld te blijven, werden uit Petersburg op vijf-en-zestig dagen dato, en die van hier op Spanje tot rembourfement op drie maanden getrokken. De Spanjaard heeft dus vijf maanden tijd, om zijn goed te betaalen, verkoopt hetzelve in dien tusfehentijd, en voldoet zonder verfchot. De Hollander integendeel heeft, zo al geen verfchot, ten minsten vier cn een halve maand lang voor eene kleene Provifie de foüditeit des Spanjaards verzekerd. • Deze zoort van Acceptatiën ftrek-  DE REPUBLIKEIN. 107 «rekken zich over geheel Europa uit; cn de Buitenlanders gebruiken ons geld cn ons crediet, om hunnen handel te drijven : zij zenden hun goed allcrwege heen, ontbieden direct, cn, als hun alles tegenloopt, is de Hollander, die de Wisfel geaccepteerd beeft, het Kind van de Rekening; vooral in een tijd, waarin bij vcelen eerlijkheid een klank, cn bankbreuk eenefpeculatic ot mode is. De Engelfchen hebben zich van deze gekheid der Hollanders meesterlijk bediend; elk, die eenige kunde van onzen Handel heeft, weet, dat het grootfte gedeelte van alles, wat zij uit de Oostzee trekken, hier betaald word. — De ftremming van dit gemak is zoo nadeelig voor hunnen handel, dat .zij gaarn meenig ander voordeel zouden opofferen, indien men flechts de Wisfel en de Posten herftelde. Daarenboven, heeft deze handel aanleiding gegeven tot een aantal zwendelarijen , waarvan zoo menig eerlijk man het ongelukkig flachtoffer is geworden, het gemaklik hulpmiddel van te trekken niet alleen uittrekkende tot de betaaling der wezenlijke goederen, maar daarvan zelfs gebruik maakende in blanco, cn zonder dat *er eenige reëele waarde voor beftond. Ook op deze wijze dreven de Buitenlanders hunnen handel met ons geld of ons crediet, en veele fchurken bedienden zich van dat middel, om hunne vooraf geprojecteerde bankbreuken te vergrooten, en meerder winst op dezelven te behaalen. Met één woord, deze Acceptatiën hebben, behalve meer andere nadeelen , te weeg gebragt, dat wij, in de plaats van een activen rol te fpeelen, inteer en meer tot eenen paslieven handel zijn vervallen, en, in ftede Van Kooplieden, Hechts Bankiers zijn geworden. Hollandfche Kooplieden ! wij vermaanen u dcrhalven, om uw eigen belang, en dat van het Algemeen; onttrekt u aan alle vreemde acceptatiën voor goederen,die van het eene Land naar het andere, ons voorbij, gevoerd worden. Reeds hebt gij begonnen dezen weg inteflaan; en wij zijn verzekerd, dat gij u daarbij wel zult bevinden. Laat u om een gering voordeel niet verleiden, tot opoffering van anderen, die met minder gevaar behaald worden, en vrij aanzienlijker kunnen zijn. Uwe algemeen bekende industrie zal U hiertoe middelen genoeg aan de hand geven, en dit doende zult gij weder, als van ouds, dit voor den handel zoo wel gelegen Land in zijnen bloeiëndea ftaat herftellen: de Bui-  io8 DE REPUBLIKEIN. Buitenlanders, zich op geene andere wijze van hunne waar en kunnende ontdoen, zullen dezelven herwaardsoverzenden ; en anderen , nergends de faciliteiten vindende f welke hun hier Worden toegedaan, zullen we der hier te markt komen. — Nimmer was hiertoe eenzoo gefchikt tijddip, als het tegenwoordige: verzuimt dit niet; anders zult gij het U welligt eindeloos bcklaagen , wanneer het te laat zal zijn!! — t * t — t * t —* October-Anecdote uit het tweede Jaar der Bataaffche Vrijheid. Midden in de fmartlijkde aandoeningen wegens het' zeer waarfchijnlijk verlies van een aantal onzer Oorlogfchepen , door onzen nabuurigen vijand veroverd, verneemt men eenen nieuwen bp handen zijnde fiag van den koophandel in het wantrouwen der voormaals zoo' zeer beroemde Bank van Amfieldam; een wantrouwen , hetgeen den wisfél-cours tot eene jammerlijke laagte doet daalen, en daardoor nog dien geringen handel bedreigt, die 'er thands nog gedreven wordt. —* Vaderlanders! wie gij ook zijt, die eenig deel neemt in den weldand onzer geheele Republiek, welke den handel, en in denzelven de genoemde Bank, nimmer ontbeeren kan, laat het gemeen belang u overreeden, om hierin de behulpzaame hand te bieden, ten einde een volftrekt bederf van den handel te verhoeden! -ii En gij vooral, Raaden der Gemeente te Amfteldam, aan welken de Burgerij haare belangen, de handel zijnen fteun, op het duurst heeft aanbevolen, laat u nimmer door de beguichelingen van winzuchtige Makelaars, of Handelaars in fpeciën , van deze gewichtige herftelling Verwijderen: maar roept het lichaam der Kooplieden, in tijds, bijéén , om uit hun midden de kundigfte mannen té benoemen , die, met gemeen overleg, aan deze taak arbeiden! Maakt uwe Bank onafhanglijk van de Munten, die u de wetten dellen! Zijt vooral ten uiterften behoedzaam , om alle mogelijke bezuinigingen in de beheering der Bank intevoeren. en laat uw voornaamfte grondbejinfel van herdel daarin gelegen zijn, dat gij de belangen der Deelnemers van de Bank aan de algemeene belangen van den Koophandel verbindt! Zoo zult gij den oudeii luister kunnen herdellen, te gelijk met het onfehendbaar vertrouwen, hetgeen deze Bank , weleer , boven alle zoortgelijke inrichtingen , bezeten heeft f  REPUBLIKEIN. N°. 124. ± Hebben onze Foorouders dan Spanje's Inquifitie met goéd en bloed bejireden, opdat hunne Nakomelingen onder een nieuw' gèestlijk juk zouden gekromd gaan , dat hunne minder verlichtte Vaders niet dragen konden? DE REPUBLIKEIN. No. 39. BL 32t Q li*  ,io DE REPUBLIKEIN. Lublink meent, dat noch de Staat, noch de Hei-vormden, noch de Disfenters, daarbij iets zouden winnen.* (151. 21.) Ik: zal dit onderzoek voorbijgaan met deze aanmerking: dat alle geestlijke fondfen niet kunnen wor- .. den aangeflagen, naardien zommigen uit contributiën ot liefdegaven beftaan, cn daardoor een particulier eigendom "zijn geworden, waarop de Staat geen het minfte recht heeft. Ook is dc zaak in zich zelve zeer eenvoudig en duidlijk. De Natie ver'angt, ja eischt. dat de Kerk van den Staat gefcheiden worde; de Nationale Vergadering heeft gedecreteerd, dezelve voor gefcheidente houden. Doch, in geval men nu wederom op nieuw belluit, alle Leeraaren uit 's Lands kas te betaalen, was de Kerk niet van den Staat gefcheiden; maar werd daadlijk veel naauwer, dan ooit, met dezelve vereenigd. Men flelle dan, dat de gedecreteerde affcheiding der Kerk waarlijk volbragt worde, cn wel, gelijk het behoort , met behoud van ieders eigendom , zoo zullen de disfentieerende Kerkgenootfchappen geene verandering ondergaan, als welke nimmer met den Staat vereenigd waren. Maar, hoe zal het gaan met het geestelijk Kantoor en de Kerkgebouwen der Hervormden? Wiens eigendommen zijn dat? Vóór de Kerkhervorming, nu ruim twee eeuwen geleden, behoorden dezen, buiten allen twijfel, aan de Roomschgezinden. (Daarvan alleen moeten uitgezonderd worden de zoodanigen, die naderhand door de Gereformeerden zei ven uit hunne particuliere fondren, liefdegaven enz., zijn gefticht geworden) De Hervormden hebben deze goederen bekomen door het recht van den ftcrkftcn. Is dit billijk?' Moeten zij die behouden ? Dit moeten wij zien. Deze Hervormden waren geene vreemdelingen; zij waren een gedeelte der wettige bezitters van die goederen \ : maar zij verkozen, uit de Roomfche Kerk uit te gaan. Indien nu enkele perfoonen uit een Genootfchap gaan, moeten dezelven -bun aandeel in de gemeenfchaplijke goederen verlaten' Is dit ook geldig ten aanzien eener meenigte? Laat ons zien. De Lutherfchen en Mennoniten zijn ook uit die zelfde Roomfche Kerk gegaan; t maar zonder erfgoed mede te nemen; daartoe waren zij niet talrijk genoeg, en dus, naar het recht van denlangden degen, niet bevoegd. De Remonftranten zijn in de jaaren 1618 en ióiq uit de Gereformeerde Kerk gedreven, maar mogten niets medenemen; ja, dat verdek gaat, 'er was zeer veel moeite en gevaar aanwezig, eer zij zoo verre kwamen, dat zij, voor hun eigen, geld, Kerken mogten dichten , en Leeraars onderhouden.' Indien men nu dit toepast op de Gereformeerden, dan  DE REPUBLIKEIN. ïïi dan js de vraag, of hunne Kerken en het Geestelijk Kantoor, indedaad, hunne wettige bezitting, hun eigendom kan genoemd worden ? Om in. dit geval rechtvaardig te zijn, heefc de Nationale Vergadering eene Commisfie benoemd, om den oorfprong der Kerklijke Goederen te onderzoeken. Hierbij herinner ik mij, dat de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland ook eens eene Commisfie hadden benoemd, om den oorfprong der Tienden te onderzoeken, op welk onderzoek niets is gevolgd; wie weet, of het met de bewuste Commisfie niet even eens zal aflopen? Althands, het Provinciaal Beftuur heeft aan de Hervormde Kerkenraaden aangefchreven, om optegeven het getal der Leden, den oorfprong der Kerken , en de bronnen van 'derzelver onderhoud. Wat na dit onderzoek gebeuren zal, blijft nog een raadlel. Ik wensch der Commisfie de nodige wijsheid; doch, indien ik lid derzelve was, zou ik , in den ftorm voor Scheveningen, mijne krachten beproeven, om de baaren der zee'te effenen, en, dit niet kunnende doen,, zou ik ook afzien van het effenen der gel'chillen over de Kerklijke Goederen. Daar zulks eene volftrektc onmooglijkhcid is, zou ik liever mijne toevlucht tot eenen anderen maatregel nemen, en adviléeren, om den knoop doortchakken , op dc wijze van het Provinciaal Beftuur van Utrecht. Ik zou het geestiijk Kantoor , en alles', wat vóór dc Reformatie aan dc bijzondere Kerken mogt gemaakt zijn, verklaarcn voor nationale goederen, dewijl toch de geheele Natie op dezclven een gelijk rechtheeft, en het ook evenveel is, ofdezelven tot een kerklijk gebruik worden verdeeld, dan tot een burgerlijk gebruik in de gemcene kas geftört. De goederen, na de Reformatie aan dc Hervormde Kerken gemaakt, behooren buiten kijf aan dat Kerkgenootfchap, zoo ook de zederd dien tijd gefttchttc Kerkgebouwen. Maar,waarheen met die oude gothifch'e fteenhoopen ? Dezen zou ik dc Gereformeerde Kerkgenootfchappen laten behouden, om vei-fcheiden redenen; i.) omdat men gewoon is, in goederen van onzekeren ourfprong, het langduurig bezit voor eenen wettigen tijtel te hóuden; 3.) omdat de Gereformeerden op veele plaatfen de meerderheid hebben uitgemaakt, en nog uitmaaken, zoodat zij, bij de fcheuring der Kerk, de goederen met eenigen fchijn van recht hebben behouden .- 3.) omdat zij, op veele plaatfen, ontzettende fommen aan deze gebouwen, ter verbetering, hebben hefteed, en zulken, aan welken dit niet gedaan is, van weinig waarde zijn; 4.) omdat alle Kerkgenootfchappen reeds zijn voorzien van behoorlijke Kerken ,: naar de grootheid hunner gemeenten geO 2 fchikt,  W DE REPüBLH;ejn) fcbikt, waardoor zij aan de Kerken der Hervormd™ mets zouden hebben, dan den zwaaren Jast v™^' houd, dat voor kleene disfentieereiide Gemeentens Egt bezwaarlijk zoutje vallen. uyoW: Dit alles alzoo gefchikt wordende, was de zaak deiHervormden veel beter, dan die der RootnfchSna da Reformatie, of d,e der Remonftranten „a de'Sfcheuring Zij zijn in het huishouden gezet, en behoeven het alleen te onderhouden , waartoe ook de gewoonemid deen voor handen zijn, door het behoud toner F! tl cuhere eigendommen. 'Er hapert dus in de Gercformee . de Kerk mets, dan het eigen onderhoud der Lee a, wanneer dezen van hunneLands-tractamemen beroofdI wie ' den. Laat ons nu eens zien, of deze zwaarigheid wel zoo groot is, als men beweert? of het onmoogli jk 23 daarin te voorzien? en, of men dit ophouden van bezoldiging, ,n den eigenlijken zin, vervolging kan, of mi noemen? gelijk de Burger LuSSrii drukken (BI. 12, en rö.j Gemelde Burger crSnt S de Gereformeerden in de groote Steden geinakHjk kun nen voorzien in de betaaling hunner Leeraars (BJ T{ het kornt dan op de kleene Steden en het platte Land .aan, die, zoo het fchijnt, in de onmooglijkheid zouden zijn, om haare Leeraars te betaalen (BI A Jn het voorbijgaan, merk ,k aan, dat veele liefhebbende Leeraars L kunst yerftaan, pm zich rijk te trouwen, en dus geene" jaarwedde voor hunne kinderen behoeven, welke oot aan geene andere Ambtenaars worden gegeven en dar men, door het vernietigen der onnuttf 'öas&a eerS aanmcrklnke fom voor Leeraars en Gemeenten zou kunnen bcfpaaren. Nader ter zake komende, weet elk da de Leeraars niet hnnne geheele bezoldig Hit het -eêsteJijk Kantoor ontvangen ; maar dat een Dorp-predikmr met boven de 500 Guldens uit die Kas geniet. Al? S overige geniet hij van zijne Gemeente. Zou 'er dan geene mooghjkhetd zjjn, om hem ook dat andere gedeelte te Jczorgen? Stel eens, dat op een Dorp zijn 300 huLS zinnen, -faaronder, ico Disfhnters of^nvernWenff Nt too huisgezinnen, ieder, ééncn ftuiver tefWeek geven en ico tweemaal zoo veel,dan heb ik 780 Guldens, dus reeds te veel; Jaat dit als een fchatig M„5e Kerk betaald worden, en zij zal zeer gemaklijk eenen Lecraar kunnen onderhouden. Voeg hier bij dchuufde? uitgediende Regceringbanken; voeg hier nog %Tdat <5 orens, thands niet langer van een godsdienftig^geblaik zijn! c. dus tut de burgerlijke kas behooren onderhoudt te worden, en welk eene fom zal dan de Kerk „iet Ldlijk Winnen, of befpaaren ? Men ftelle eens voor de aan gehaalde geringe belasting . , , ƒ 780 - Tran>.  BE REPUBLIKEIN. irS Transport . . . ƒ 780:Voor de huur der Regeering-banken. , - JoojVoor b.efpaard onderhoud der Torens. . s 80 •» Voor befpaarde Clasfïcaale kosten. . . . - 40;dan heeft de Kerk aan buitengewoon inkomen 1 ■ —en befpaaring. . . . fiooo-.daar zij alleen 5 of 600 behoeft; welk een baatig overfchot! Intusfchen, fchieten 'er nog eenige tegenwerpingen ter beandwoording over. Die van de kleenheid veeier Plaatfen, welke zooveel niet kunnen opbrengen, is volkomen waar; maar het blijkt ook bij deze reekening, dat zij niet zooveel noodig hebben. En waarom zal het Gereformeerde Kcrkgenootfchap niet dezelfde huishouding kunnen maaken, welke bij de Disfenters plaatsheeft, Waarbij min gegoede of onvermogende Gemeenten door het geheele lichaam te gemoet worden gekomen ?—'Eene andere tegenwerping,dat de Gereformeerden, niet gewoon zijnde te contribuëeren , daartoe niet gemaklijk zullen te brengen zijn, fchaamt zich zelve. Immers, bij zulk eene weigering, zou die groote ophef van liefde en hoogachting voor den Godsdienst, die zoo hqog wordt opgevijzeld, als dan door daadeu wederfproken worden. Ook is men overtuigd , dat de prediking een middel is tot bevordering van burgerlijke en christelijke deugden , tot eene gelukkige vorming van het aankomend genacht; dat zij niet allee,] ons tijdelijk geluk bevordert, maar ook een uitwendig middel is tot waar, dccring en verkrijging der godlijke genade en eeuwige zaligheid : en zou dan zulk eene belangrijke zaak geene opoffering waardig zijn ? Zie daar eene tegenftrijdigbeid, welke nimmer kan gedacht worden ! Ik geef, zonder morren, één ftuiver ter week aan den Klapperman, die zegt voor mijn huis te waaken .- en zou ik minder willen geven aan den man, die voor mijne hoogde belangen waakt.'Nog meer, ik geef, hoewei met eenigen tegenzin , twee ftuivers ter week aan die burgerhelden , die voor mijne vrijheid cn veiligheid waaken ; en zou ik minder willen geven aan den man, die mij aan de macht des Satans ontrukken, en mij in het rijk der volkomene vrijheid wil overbrengen ' Wanneer men nu het een en ander niet kan betaalen, dan moet het zwaarfte het meeste weegen; dan zou ik den Klapperman en degetwaapende Burgers afdanken, om, voor de helft dier Contributie, een Man te bezoldigen, die mij oneindig dierbaarer is, Welligt zal men zeggen.dat deze oplosfing volkomen goed is voor groote en middenmaatige Dorpen; maar dat 'er veelen zijn, waar het kleen getal menfehen, of het kleen getal vanGereformeerden, met deze fchatting, noggeene 500 Guldens zoude opbrengen. Wat daar gedaan ? Het middel is bij de hand, en reeds in gebruik; te weten, twee of meer Gemeenten te ycreenigen. Dit, zegt men , is voorvoelen lastig, en voor t> 3 zom-  «4 DE REPUBLIK EI N. «ommiger kerkgang: onmooglijk; doch ook dit zeggen yerraad onverfchilligheid en minachting voor den openbaaren Codsdienst.Hoe veejen kunnen een dag werk verletten,en2 of 3 uuren ver naar een Stad gaan , om noodzaaklijke waaren 10 perct. minder te koopen! en zouden zij dan op eenen dag, wanneer men niet werkt, en dus niets ver Jet, niet even verr' kunnen gaan, om den openbaaren Godsdienst bijtewoonen ? Zijn 'er evenwel kieene.Plaatfen of Gemeenten,die, door haare iigging, geheel niet gefchikt zijn, om met anderen vereenigd te worden, ook voor dezen is raad te vinden. Zou een Predikant, in zulke kleene Gemeenten, niet het een of ander bij de hand kunnen vatten, om zijn beftaan te verbeteren ? Zou hij niet te gelijk het onderwijs der Jeugd op zich kunnen nemen ? Zou hij niet zijne verkregen kundigheden aldaar tot nut van anderen, en voordeel voor zich zeif, kunnen uitbreiden? En, in allen gevalle, indien eens een Predikant, aldaar eene pastorij krijgende, met een genoegzaam ftuk Lands,van welks vruchten hij met de zijnenvoor een groot gedeeltezoukunnen leeven.echter niet in ftaat ware, om daarvan te beftaan, zouden dan niet, indien, zoo als ik te vooren aanmerkte, dezelfde huishouding bij de Gereformeerden gemaaktwierd, als die bij de Disfenters plaatsheeft ■ zouden dan niet grooter Gemeenten, die van haar jaarlijkseh inkomen nog overhouden , zoodanige kleene Gemeente naar behooren kunnen, en behooren bijtelpringenPDit fchijnt mij toe,zoo verr'af te zijn van onuitvoerlijk ofonbi.'lijktezijn,dat ikzulksvoor eenen allerwczenlijkften plicht houde,dien ïcderLiddes Gereformeerden Kerkgenootfchaps, en alle deszelfs Leden tezamen genomei],aan hunneMedeleden ,in den nadruklijkften zin, verfchuldigd zijn. Gij begrijpt, dat ik,in deze geheele redeneering, een ander grondbeginsel vooronderftel, hetgeen met all'het voorige onmiddellijk zamenhangt,en de allerheiligfte plicht is van eiken Staar, dat, naamlijk, de behoeftige Leden geenszins ten lasten der Kerken, maar uitdruklijk allen, zonder onderfcheid, ten laste Van den Staat komen. Dit alles zou nog veel fterker gelden.wanneer de Gemeenten zelven.niet zoo als tot hiertoe plaats had,op eene volftrekt willekeurige wijze beftuurd ,maar op eenen voet gebragt werden, die indedaad overeenkomt met onze aangenomen en heilige ftaatkundigc beginfelen.» Immers, alsdan werden de Gemeenten, natuurlijker wijze, geleid tot die naauwe betrekking , waarin zij ftaan tothaaren Leeraar, als ee#en Man , die, gijn ambt getrouwlijk waarnemende,dehoogfteachting, en eene ruime bezoldiging verdient. Ten dien einde zoude de na-' volgendeinrichting.door een eenparig befluit van allezaamverbondeu Gemeenten bekrachtigd , van zeer veel dienst kunnen wezen. i.) Elk Kerkgenootfchap is eene geestlijke huishouding op zich zelve, in welke de Gemeente oppermachtig.  DE REPUBLIKEIN. 115 tig is, gelijk het Volk in de burgerlijke Maatfchappij. 2. ) Elk, die tot het onderhoud van fcerk en Leeraar bijdraagt, is Lid van die Gemeente. 3. ) De verkiezing van Kerkeraaden , als Reprcfentanten der Gemeente, ftaat aan de Leden zeiven, (niet aan Predikant en afgaande Kcrkeraaden), volgends een ontwerp, daartoe nader te beraamen. 4. ) De beroeping van eenen Leeraar ftaat aan de Le< den der Gemeente zelvcn j ten ware de Leden bunnen Kerkeraad uitdruklijk , en t' eiken reife , met die beroeping belastten. 5. ) De beroeping van eenen Leeraar, zoo wel als van andere kerklijke Ambtenaaren , is zuiver huishoudelijk. Dus vervallen alle politieke handopeningen, approbatien en improbaüen , alle bijftand van Confulenten, in clasficale goedkeuringen. ó.) De beroeping, hoe eenparig, hoe welberaaden, is mensch lijk; cn geenszins godlijk-, zij is een burgerlijk bedrijf, tot een godsdienftig oogmerk ingericht. 7.) De dus beroepen Predikant is geen dienaar van God, maar van de Gemeente ; en kan alleen door dezelve beoordeeld worden. Dus vervalt alle Clasficaale Macht over de Predikanten, Kerkeraadcn en Leden der Gemeente. Gij verftandigen en braven onder de hervormde Leer» aars, die meer door uwe harten, dan door uwe mantels, eerwaardig zijt, gevoelt de kracht en waarde dezer grondregelen voor God en het Volk.' Zijn 'er niet onder u, die den Dordfchen Kanon in hunne jonglingfchap hebben onderteckend; die, bij eene grooter opheldering des verftands, na welberaaden onderzoek in rijper jaaren, berouw hebben gekregen; doch die, bezorgd voor het verlies uwer kostwinning, uwe gedachten , gevoelens, uw verhand en uwe geheele ziel gevangen liet, niet onder tte gehoorzaamheid van Christus ? maar onder die van Clasfen en Sijnoden ; moet gij niet God danken, dat voor u de tijd daar is, waarop gij u van allen dwang kunt ontdaan, om God te dienen, volgends de les van uwen Heiland, uit geheel uw harte, uit geheel uw verftand, uit geheel uwe ziele, en met geheel uwe hracht. b ! Mogt gij waars opbouwers van hot rijk van Christus, waare bevorderaars der belangen van hun, die aan uwe zorg zijn toebetrouwd, echte voorftanders zijn van waarheid, van deugd, en algemeen geluk l j. opmerker. andwoord. Wij aarzelden geen oogenblik, om de welmeenende en doordacliteAanmerkingen van onzen Correspondent tt pli atzt-n, omdat zij zooge-i heel overeenkomltig zijn met de gevoelens en verlangens van den Republikein . welken hij meent op goede gronden te berusten — Hij verklaart openlnk, uat eene betaaliig va*, alle U-uaars zonder onderl'cheid, hoe zeef zij den fchijn hebbe van billijkheid en llaatkundige nuttigheid, ia dcu aUtivollu'tluite» zin aaaWept («gen den geest yss bet teeds ge-  ti6 DE REPUBLIKEIN. SttSSB ttfSBBS^ !* van Kerk erf *ft j"ist fafffi&ni8 Sta'< «fo zou? zou kunnen geboren wo,-ie , hS^^f^^^ >enJ e" hygeloof blijft, om zoo veele tempels hTnT%'mfaa^echt in ftand flechts goedvinden.... er.X ial he T" ^ te «'Aten , «Is zij llaatkundige wijsheid , welke ieXr eL^k l? ^ dCr 7"ate en billiike goedkeun? Goede Hemel! Moe d-,n rijn n,I "*ch *an liarretoeftemterr langer gerekt worden ,on, deXóXn ' 0l.mven'e !?§' va» ^«Wnog» wen ? I Gij aflen, wkW,V Z°hS?™°,ni,n "P ««te beninfirler, te bouf land, met vrijheid en burgék^^^T^l&^Aamim vaderd en gevestigd op de zoodanig dieu z ÜiÏ J" ?T"??,en 20ndcr °lrl,üUbeid durven prediken I ï WifJ^LJ,'^^^^taanbof. Gereformeerde Kerkgenootfcl af om n,} va,t^J5«ï 3S *W voor het viel het „iet. zederd fweehoderd>.£n^™7>TCh,ei1 ï : raa:'r' geisgelijk wrtren, niet we?ffiC^?!&ta*>,i,e toenals werkingen, die hier vóór W0Tden »„ rfi fc>" f 0ntbceren ? «" de aanfchfkt, om alle MM^^S^S^^ ' «f**"*» 8^ meerde Kerkgenootfcliap zou Sen?, ^f„! "'°n,dac het Gerefor- richting voor zijn lichaam ïbS,^,ffl,^llu'-l,1,ll*,,lii|,e in" beid.ec'bcev.ijheidendeïri S-Hlaide8fliee,eH-'v'-»ardit mogen afgezette biiïe?o„£p S 5 W°r e" °l W™i?Neenr beweeren; ma'ar -W^erie^tfÏÏffder v°°™aa»ige Conftitutie genootfcïiap, dat zoo veele waardin» r » j„ , j?ar?m ls toch dit Kerkheid een oprecht hart S&SSSS£S£SSA dei' «"**«* Vrijwaarheid te erkennen? bJ^M^^^L'^S^ °S»"«Me ijveren, om, tca zijnen cenoeire Z, ■ ï ,zoudcn dan niet gaarn plaats hebben, te helpen Së^&iïSSF^' Z*fa*d we inrichting van dat Gcnootfcbao rfrlSrfij da ,eene geheele meilieden, een werk is van ze«ve^ on.n»Jc dtr ",nJkl«id van detóejfe moeidis; ftet is zeker" d 'e^ gelden voet te brengen. Waarom brënmhJVïi' i 3 les op eencn ëerebetrnHWerfWelkeeM met gereed Zljn, om, dooreen weldoen ttvens■biïfê?3?%'b§?r'zo£ len einde te helpen brensen ? \V™,Zx 11. . |l; Lie(ll"t • die zaak duifende anderen*, oledffi vSfeS lii, <* één goedwillig befluit, datdeGerefnrmnSL«.kuiT"e"Opheflèn , door jaareunadevasMellingderConftiturieliuSI f, 8 ' de/^e«fte eerstvolgende l-y/jaaren.de « K«/rl«S^3! ?="z,j' -de ten , en dat, na verloop dier to laaren elke GefZJ^ d ,kïSSe-n,e" I-ceraar zal moeten zomen? EnzmiXi!PP^ trend degepenfioneerde ^e^S^fV»^61Ch"'k;"S °mWeduwen, voor haarleven, uhneflSt LT,'nfn f oStcSenw6ordige •twijfelen wij t;een ooïenbKk ofzou d„„rTt»-m"^?7 ö«eJP»"regel. harte worden goedgekeurd-maai• ho^kïn wf rN2teri,nd!,ch Bur«rv=n iewogen vinden, wanneer hi?benW Z llu^ weld?<%!>eid zich fcillijkheiden recht,liever x^S^om^£nT ver,""Md!"g van«fchenden, dan van eeneoSdege ^ Zienl De goedwilligheid aan den TnÜ' vfoudéyoorreJhten ,afte«wijfeld, toegevendheid «"dera?derïtóde Dir-^"f t0Ch' 0Dge-' «üe overal heilig word in «* "genomen Dat^^tóch d^" alge,meeneJreeci' cm haar edelst voorrechttetiware bureerliTee ^ft^ï^S''"^^ zij » dooigeenen maatregel,holfchijnbaarnS Yr^cid» drongen door het hoogst gezag aeen» rP h„' ofho?zei-'ro!< a»"ge-jaminerlijk te laten ontwringen^1 lf iZ, hI f"1'"'"*"*. oUich inquifiue met goed en bloéd befl^H, n !ida?°"Ze Vooro"ders c^ft^V een nieuwgeeftlijk juk■ «Sden J^UromdTafn d»M 6 Nik»?»K"g«n nniief jVaders aiw dta^e. konden? fl S 'datliunnc»ni"dcrv«''i4)iKat  DE REPUBLIKEIN. N°. 125. Het Bataaffche Volk heeft niet, dan al te lang, niet dan al te droevig, het onbeflaanbaare van eene Cenjlitutie gezien en gevoeld, gebouwd op een foederalistisch Sijstema, 't welk niet alleen in deszelfs zamenfteüing onevenredig, in deszelfs werking lam en tegenjlrijdig, in de uitvoering langzaam en zwak was ; maar 'twelk naauwlijks toeliet, om, in zaken van eenige merklijke aangelegenheid, een enkel bejluit op eene conftitutioneele wijze te nemen of uittevoeren, dat is, zonder den een of den anderen der banden , welken dit wanflaltig fteljel zamenbonden, willekeurig doortefnijdtn. SCHIM MELPENNINCK. C)'ider de voorwerpen , die de aandacht der Natie volftrekt boeijen, is het Plan der Conftitutie ongetwijfeld het gcwichtigfte. Het kan toch aan Ncêrlands Ingezetenen, nadat zij eenmaal voor vrij verklaard, nadat de heiligfte Rechten van den Mensch en Burger zijn afgekondigd, nie: onverfchillig zijn, hoedanig hunne ftaatkundige invloed geregeld , hoedanig hunne belangen aan eene wetgevende en uitvoerende Macht zullen toevertrouwd warden. — Papieren, hier en daar verfpreid, eer het Pian van Conftitutie aanwezig was, deden vafi het bewuste Plan niet veel goeds vermoeden. Intusfchen, was men onzeker, welk geloof men aan' die uitftrooifelen hechten moest. Dc Republikein , althands , oordeelde het van zijnen burger-pligt, geen wan trouwen te moeten zaaijen omtrend eene Commisfie, aan welke de hoogfte belangen der Natie waren opgedragen , zoolang 'er geen wettige grond voor handen ware, die op echte berichten fteunde. —« Thands, nu III. dek;.. P reeds  n8 DE REPUBLIKEIN. reeds een cn ander is publiek geworden, moet het ftrfzwijgen misdadig gereekend worden ; en de Republikein, de ftukken voor zich hebbende, welken ook in handen der Natie zijn, (dc adviefen naamlljk van de Burgers van de Kafteele, Witbols en van Maanen, Leden dier Commisiic). vind zich in de volftrektfte verplichting, om zijne gevoelens te ontvouwen met die rondborstigheid, welke het gevoel van de waarde der vrijheid inboezemt. Na alles gelezen te hebben, wat tot nog toe omtrend dit onderwerp is aan het licht ge•bragt, — na bovenal her geheele Plan der Conftitutie, Waartoe zich eene bijzondere gelegenheid opdeed , naauwkeurig ingezien, — na dit Plan zorgvuldig te hebben vergeleken met de uitgebragte adviefen der voornoemde Leden, — kan do Republikein oprechtlijk verklaard!, dat hij zich verplicht oordeelt, in dit netelig tijdsgewricht uitdruklijk partij te kiezen, cn zich openlijk: aan de zijde der genoemde Mannen te voegen, en bij vertrouwt van ieder eerlijk en onpartijdig Vaderlander dezelfde keus. Hij kau geenszins ontveinzen, dat de erkende kundigheden van eenige Leden der. Commisfie hem vooraf de gunftigfte vermoedens hadden doen opvatten wegens het intckomen Plan, omdat hij zich voorftelde, dat die Leden allen vaderlandlievend en omzichtig genoeg zouden zijn, om zich te houden, zoo wel aan de reeds erkende grondbeginfelen van Conftitutie, als aan het gevoelen der Natie, aan het gevoelen, van alle braven en kundigen der Natie, dat reeds openlijk kenbaar -was geworden. Op dezen grond, fchorttchij zijn oordeel op over .het gedrag van den Burger van de Kajteele, wanneer, deze, eer het Plan nog gelezen, en dus nog onbekend was, eene motie deed, welke alleenlijk fcheen te bedoelen , om en de Nationale Vergadering, en de Natie zelve, tegen het voornoemde Plan voorintenemen. Dan, na vergelijking van her een en ander, oordeelt hij, dat de laatstgenoemde Burger zich, ook in dat geval, als een Man van eer gedragen ; dat hij, overtuigd , dat de zaak der Natie in gevaar was, volkomen waardig en plichtmaatig heeft gehandeld, met de welvoeglijkheid, zo het fcheen, liever aan de waarheid opteofferen, dan toetelaten, dat zich dc cerfte indruk van een Plan ongelukkig mogt vestigen tot de. '/Ach 'tö h<™- ftaatd. — Het ftaat nü aan haar, om te verklaren nf »jde Commisfie voor gedefungeerd houd^'of" £ 'de' zelve haar vertrouwen in het vervolg waardig klure» Het ftaat aan haar, om te beflisfcn, of|ÏSS en ondeelbaarheid der Republiek , als ejn 1 gronafiag der nieuwe Staats-orde, wil «ebbëb aat-eno men? Het ftaat aan haar, om te bePaaien ofeene' niet," we Commisfie aan zodanig PJan zal arbeiden > Zij alleen kan bepaalen, welke perfoonen, het zij uit oh hel de Nanona^ Vergadering, daartoe züflen geroep den? - De geheele Nationale Vergadering is, dóór het bewuste geval, buiten haar geheel gebragt omdar z,.l in haar Reglement, geen Artikel heeft, hetgeen haar gedrag daaromtrend kan regelen : en het is de NnZ alleen welke die Vergadering heeft daargefteld, Zn welke de volle macht, het éénig vermogen, toebehoort om in eene zaak als deze, welke van de ver uit ziendste gevolgen is, eene beflisfende keuze te doen — Dan alleen, wanneer het blijkt, dat eene onveran" derhjke gehechtheid aan gevoelens, dat verblinding cn vooroordeel, dat een voorgewendde heilige ijver voor het geluk der Natte, deze dwaalingen en verkeerdheden hebben veroorzaakt, kan de Natie dc fchenriis vergeven .welke in de overtreding van hakten wil gelegen is. Zij kan Leden, die voor het overige om hunne kunde en erkende goede zeden lofwaardig ziïn herftellen in de eer, welke zij door decze heiligschennis verbeurd hadden. Maar hen, zoo lang zij 7ëich ml volkomen zuiveren van den hun aangetijgden blaam kan zij met weder-toelaten tot eenen arbeid, die alleen voegt aan perfoonen, welken gefchikt en genegen zijn, om de Volks-wer te eerbiedigen, vooral dan, wanneer zij mogt  DE REPUBLIKEIN. 129 mogt ftrijden met hunne bijzondere gevoelens. — Hadden deze Mannen, die nu openlijk toonen, dat zij geenszins zijn toegedaan aan gemaatigd - democratifche beginfclen, bij hunne benoeming tot die Commisfie, verklaard dat zij, volgends hun gemoed, aan de Volksbc»eerte niet zouden kunnen voldoen, welke zij of reeds kenden, of hadden behooren te kennen; — of hadden zij, in den loop hunner Commisfie befpeurende, dat zij zouden ophouden, als eerlijke mannen te handelen wanneer zij tegen hun geweten moesten helpen befluiten, de zittingen daadlijk afgebroken, en openlijk verklaard, dat zij in deze zaak den Vaderlande niet konden dienen, — all* wat billijk denkt, zou hen om hunne oprechtheid en eerlijkheid hebben toegejuicht. Maar nu, na eenmaal de belangrijkste taak aanvaard te hebben bij een Volk, fat gelijkheid, vrijheid en broe- ( derfchap, aan dc orde van den dag gefield, en. geenszins Provinciaal, geenszins Departcmentecl, maar als Nationaal , voor alle afzonderlijke Burgers , en voor alle Nederlanders te zamen genomen, en in den naauwften ftaatkundigen zin vereenigd , tot een grondllag zijner te verwachten Conftitutie geheiligd heeft, — nu nog aan foederalistifchc, en uitgezogt monarchale inrichtingen de voorkeur te blijven geven, en der Natie, met verachting der adviefen van andere beroemde Mannen, zoodanig eenzijdig ontwerp in handen te geven , — nu nog na dc vcrfpilling van den nationalcn tijd, niet éénèn ftcen nader te hebben aangebragt tot het gebouw, welks voltrekking hun was aanbevolen, dit ver¬ raadt eene zeer verregaande partijdigheid, eene volftrekte ongefchiktheid tot den post van Vertegenwoordiger eens ^eheelen Volks, aan wien niets heiliger moet zijn, dm dc waarheid van alle zijden te befchouwen, de vcrfchillendc adviefen zijner medeleden behoorlijk te waardeeren, en het algemeen belang te doen gelden , overeenkomstig den wil des Volks, boven alle zijne bijzondere opiniën. Hij , die dit niet doen kan, maar alleen zijne gedachten wil doordrijven, het koste wat het wil heeft alle aanfpraak op den titel van Volksvertegenwoordiger verloren. Hij voegt op den willekeurigenthroon, waarop hij tot kruipende fiaiven zeggen kan: Q 3 sie  13* DE REPUBLIKEIN. Sic volo, fic jubeo: ft at pro ratione voluntas; (*) maar in den lering van Republikeinen voegt hij niet. Ln de Natie kan den zoodanigen, nimmer, als "haaren gemachtigden erkennen, omdat hij de eerste grondwet verbreekt, welke is de eerbiediging van den Volks-wil, op goede gronden berustende. «JSS^f0* dS ^edachcen> welken zich, in het thans netelig tijdsgewricht, van zeiven opdringen aan eiken beminnaar van Vrijheid en Vaderland. De Natie welke gewild heeft, dat 'er eene Commisfie zou zijn ter ontwerpmge van een Plan van Conftitutie, op de rechten en plichten van den Mensch en Burger gegrond, kan deze handelwijze geenszins onverfchillir aanzien .- maar zij moet zich doen gelden, met nadruk doen gelden, opdat geene binnenlandfche cn buiteniandfche vijanden, door flinkfche poogingen, van deze gelegenheid gebruik maaken, om, midden in verwarring en verdeeldheid, der Natie eene Staats-orde optedringen welke ftrijdig zij met haare erkende beginfelen. Alle vrienden des Vaderlands moeten zich ten raauwsten vereenigen , om deze gevreesde onheilen te fluiten, en door eenen cordaaten ftap dc Vrijheid, en, met haar d'e Republiek, te behouden. Van daar zijn wij, volgends alle regels van rechten billijkheid, en volgends de ftaatkundige behoedzaamheid, in de tegenwoordige oogenblikken van gevaar, van oordeel, dat de geheele Natie m haare Grondvergaderingen, behoort te worden ongeroepen, om te beflisfen: i.) Of de Meerderheid van het Committé van Conftitutie, om alle de boven aangevoerde redenen haar vertrouwen hebbe verloren?- en het ingeleverd Plan van Conftitutie voor nul en van onwaarde worde verklaard? Jin°f de NatifaI7e VerPdering op nieuw zal gelast worden, eene geheel meuwe Commisfie te benoemen, be- (*) Dus vil, dus hveel ik; mijn vil zij « tot vit f  DE REPUBLIKEIN. 131 beftaande uit 18 Leden, de helft uit Leden derzelve Vergadering, en de helft buiten dezelve, welke, binnenben tijd van 3 Maanden, een nieuw Ontwerp van Conftitutie zal inleveren. 3. ) Of zij eiseht, dat 'er geene andere Conftitutie zal ontworpen worden, dan welke op de waare eenheid en ondeelbaarheid gegron.1 is, met voorafzending en duidlijke ontvouwing van all' dat gene, wat tot de rechten en plichten van den Mensch en Burger behoort ? 4. ) Of aan de Natie, door middel van den openbaaren druk, binnen den tijd van 3 maanden, zal worden medegedeeld een naauwkeurig verbaal _ van all' het voorgevallene :h het voormaalige Committé van Conftitutie , opdat zij wete, in hoe verr' deszelfs gewezen Leden den post van Vertegenwoordigers der Natie kunnen blijven bckleedcn ? 5. ) Of zoodanig Verbaal ten eersten in handen zal gefteld worden van dat Gerichtshof, waarvan in het "Reglement gefproken wordt, om alsdan, in naam der Natie, en wel binnen den tijd van 1 maand, na deszelfs eerste bijeerkomst, uitfpraak te doen over het voorgevallene, zoo als men in góede juftitie zal oordeelen te behooren ? Dezen komen ons voor de gepaste maatregelen te zijné waardoor de eer der Bataaffche Natie zoodanig zal kunnen gehandhaafd worden, als het behoort, en alle anderen, die ooitin het geval mogten zijn, om den heiligen wil des Volks niet te kunnen eerbiedigen, een beflisfend voorbeeld te geven, hoedanig het Nederlandfche Volk door zijne Vertegenwoordigers wil befehouwd en gehoorzaamd zijn, en hoedanig hetzelve zijn gezag, hetgeen eenmaal wettig erkend is, behoudends orde en vrijheid, weet te handhaven. —— Gij allen, wie gij zijt, die het wel meent met de zaak der Vrijheid, en de belangen des algemeenen Vaderlands, ver-  132 DE REPUBLIKEIN. vereenigt u in éénen geest, om uwe ftem te doen gelden, waar zij behoort-te gelden! Doet gij dit niet daar u de gelegenheid, daar u recht en plicht thands' in den volstcn nadruk roepen, offert dan voordaan den naam van vrije Burgers voor altijd op , omdat uwe lafheid te groot was, om uwe gefchondcn rechten te doen zegevieren] Te Amflerdam , bij M, S c n a l e k a m p , in de Warmoesftraat, als mede tè kotterdam 'bij D. Vis, van den Dries. Dpfdt Blusfé cn Zoon. 'sHage J. Plaat. Leyden Honkoop.en Herding. Haarlem \\ah-é, f. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Giilisfen. Groningen Oom-' kens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a li Stuiv*  D E REPUBLIKEIN. N°. «27. ' T~. j n „,t A,r KTederlandlche Munt: Eendracht Dat de oud! ftempVriiheid-pergamenten, maakt Macht, enk M ^^jZrgerzullel overbrengen die de rechten van den M\m M1 n Burg ^ tsfssrs,TSsr^ •*» * * - begeert, vrij te wezen. dt repubukeis. E- «mi. nv'it dc aëm adviefen van veele Leden mdcii|k, nauat cic ïtu ff , l t p,an van Condcr Nationale Vergadering die tfe«dS ftitutic ^%l^^^±Af^^^^ #1 „og openlijk duiye. uuko.n.n 00 ^ ^ voelens, erkend hebben cat. n 1N leemten en gebreken plaats hadden, ^ tegen hetzelve Plan in g*afo* ffe - nadat plaatfen haare gevoe ens heet owp jjcderlandfche g* Adresfen, ggj*^S^%sté P!W Burgers tegen de hoofdftelhng; v„a nc Not$cat!f. geleverd, de eer «ffi/Sötó met 65 aangenomen te worde;n, ~ na *l J'vergadering gedc ■ tegen 5* H %£™£Lutiït zoo als het- creteerd: dat het ^pJ^^Sflè van deübelist, over het geheel, tot eenirf omj * „epraai m zal narden *fö*g!\.{^U, ^ * voor het foederalismus! ggS^I hebt kun,en, die zoo verr' door alle w.de,**gI'\et eell door' „en henénworftelen, dat een Ontjetp• " » N . de wijze" overwegingen kunt onde.werpen. n verheft zich uwe ftaatkundigc! wyshcri^ boven den eenvoudigen ggpjf Compagniefchap, waarin eenige Dee genoten * ^ waren, om een Ontwerp dier Co^mei^P jen, zo.., wanneer zoodanig Omwerp aamiep ^ JH. DEBU &  134 DE REPUBLIKEIN zelve aSnfto4 verwerpen 3- i "lg?wérkt. hetgewerkt wa" hijTou ?ê 'reZ t ft"jdig ea 0,luic- «erking te nemen, veel c llt r'lk °»twe'-P in aantrigues van dezen o" ecnai^ J - WaS V°01' dc in" om zoodanige aanneminL il„ ZUC',ngC" dca]^oot, alzoo zou de em™K r ^ eedoogen. Ook zijnde geval, va„ 00^'V het voor hande» «én of mogenkolST* aanmcrki"g *>ad kun- v/as met dc- erkende" heiil if^r' °mdat hct' en ten tméS^S'V^f ^ Conl^ie» dige begripp(,„ van f o,t, K ~ ^gf^tea de fin> ren m&Tuitgewerk £ 'e) geenszins naar bcho°Committé vSTo^ a^W661 ^ ^ gebrekig, maar om een voi, g Was* »'« om een en dat, het SLgg Onr ™"ed,g 0',inve,'p ^tfiflëHctf» Committé gSS ia P on,vo!IediS zijnde, voorn, daarom g^J*! ^ ™ I>an, het fchiint dat hV il ' ug mocst ncmen, weest is ^%^^L^p^li^ liever nilzwügcnde betrae ^en 'e tÊJ^ seeren hrr w,,.,,;! ' ult-» ali echte wns- geiende', tlff woorlï £ grootde kortheid in agfjemeh P de eene zoo talrijke Vergadering as" ^^f'^' dat zins gefchikt is , om eS&fi gCe,lslen oVcrwo^n wur i ^ 2 ëCllCC" dilt bi dce- fg#Sï» Conftitutie, in een Vene a nsch gevv ad * iïkl^T* Sg F - aa^teauS I ^ vertooncn moet, gadermg „iets befiist,>!!:St dan, wat gij, |S lieden, over uwe waare belangen zult oordeelen om kt bewuste Plan goed- of aftekeuren j °°ldeeJen' om Mensch-  i>E REPUBLIKEIN M Memchkundige Aanmerkingen ^er ^^rgevalkne omtrend het Plan van Conftitutie. Zo eene Omwenteling,, ongelukkiglijk tóggj^ menfchen, welken de natüur nimmer voor taalkundigen rde wieg legde, mïa? die, door hunne onbefchaam& MM -enigte wisten te begoe elen of o k Wel, door vermogende advocaatcn , tot de S™"WW® ^rdcn ingedrongen, zonder voo.dezejen immer bereekend te zijn; indien zoodanige Omv/ene Eg bij uitnemendheid gefehikt is, om de beurs te^igtP-T 7f, levert, echter, aan den anderen kant, in wei beftÜanbaarhcdcn, welken de gefchiedems van eiken dag ool-vcrt, Zijn de leerfchool voor hem, die met aan Sacht ge ieftte letten op menfchen en zaken • doch ook Se leerfchool, welke zeer onaangename fchoon belan-riike, waarheden verkondigt. Het was met dat oog erk dat ik de gedragingen van het gewezen, a«mttti van Conftitutie, en de debatten naargmg over deszelfs ingeleverde Plan. De gevolgen dezer befehou2 kunnen welligt heilzaam zijn voor die zaak welke de onpartijdig oordcelende en ecrhjke Buigervau ^TleTiTmmittè van Conftitutie (looft zich, 6 maanden aster eikanderen, af, om een Plan te ontwerpen da euidelijk, wanneer het ten voorfchijn komt, de aifeuriiïe Xdraagt van all' wat waare achting heeft voor SSrpSït, nationale welvaart en oprechte vadeïands-min. Hoéi zouden dan alle Foederahsten hi s z| van alle deze hoogst dierbaare en beminl.jke verwerpen? Dit zullen wij (trales zien Laat ons el van het Committé zelf (preken. Waarom toch SaS P:an ontworpen? Vraagt gij zulks nog? Gewï omdat het aan die verftandige Mannen het beste dach van alle mooglijke ontwerpen, welken hun ftaatkundig brein ontwegen kon. Maar, zouden z,j geen aiJpr Plan hebben kunnen ontwerpen? Neen: zij moesten" immers", uit alle gebrekige zamenftellen datgene kiezen, dat hun, in de tegenwoordige betrekkingen, het minfte gebrekig toefcheen. Zouden zij dan nog andere ontwerpen in aanmerking hebben genomen ? Hiervan is geen bewijs te vinden. Maar, hoe fc^Jjj  r38 »ER ET Ü B'L I K E I N. dan gezegd worden' het beste Plan. hunnes inzien, gekozen te hebben? De oplosfing is deze De S ncia genacf. Men heeft geene vaste grondflaeen ««lemi. meri heeftze of niet kunnen, of niet durven We? Willen leggen, omdat de gevoelens te zeer verfch Jden »M J#F M-antromvde, ^gfft fhjizinnige Fries, dc tweede een echte Amfteldammer naar de oude ariftocratifche Conftitutie opSS % derde een Geldersch costumier was, de vierde °eif ^cen vast.fi,sthema had enz. enz. enz. Maar u^reif ? ^^^^^^^^ ^^e^Pr^S vojks. — ó Waren zy zoodanigen geweest, zii had den gewis aan de eenheid en ondeelbaarheid gedacht maar, omdat een ieder belloten had tc blijvenf d e hii te vooren was, vorderde de noodzaaklijkheid, dat alles bleef ,n den ftaat, waarin het geweest was.cn een Ve? ne iaansch ontwerp, voor den dag kwam, waardoor aïe Ba,os Zooncn, die zederd dc Omwenteling van 179a, den pa:not gefpceld hadden, met eene ijzeren roede getuchtigd, ten minften tot hunnen, niet geken den, en dus ook niet betrachten, plicht van onderwerping zouden kunnen ie rug gebragt worden Maar nu dc Nationale Vergadering zelve' Welke hvigcs debatten zijn 'er niet tér dezer zake gerezen» Hoedanig waren dezelven ? Wat'kwam bii die Leden iri aanmerking, die tegen dit Pfcfo ad vi leerden> Verr» meesten keurden het af, omdat het ftrecd ' tegen de eenheid en ondeelbaarheid der Republiek, als eer en grondllag, dien men, hunnes oordeels, erkennen moet als door het publieke gevoeien en de waarheid "enoeo-* zaam geheiligd-, omdat 'er geene behoorlijke onderwerping was der uitvoerende Macht aan de Wetgevendeomdat het ftrijdig was met de reeds aangenomen begin' felcn van Conftitutie enz. Veclen voegden hier nog bii' omdat men daarin miste de verklaaring der rechten van den Mensch en Burger, — De Voorftanders van het Pian beweerden deszelfs wettigheid op den grondilaff van deszelfs beste ftrekking tot 's Lands heil, door de Wetgevende Macht te. behoeden tegen allen misbruik door de oude Unie in zoo verr' te bewaaren, dat negen fouveraine Volken daadlijk fouverain bleven, door de onmooglijkheid eénêr ondeelbaarheid in haare uitvoering , door de onderftelling, dat de afgezonderde fouveraine Gewesten al tij. oplettende genoeg zouden zijn , om gecnen indracht op hunne j echten te gedoogen enz. — • Bei-  DE REPUBLIKEIN. #39 Beiden, Volksvrienden en Foederalisten , hebben eikanderen , door onderfcheiden redeneeringen, van de waarheid hunner Hellingen gepoogd te overreeden ; zij hebben zelfs elkander wcderlegd ten aanzien hunner Hellingen, en dc Nationale Vergadering leverde nimmer een tijdperk, waarin waarheid-min, fchranderheid, ftaatkundiginzien , redenkunlligedrogredenen en welfprekenheid, eikanderen zoo zeer den loef fchencn aftefteken, om het Iangfte woord te voeren, even of dat langde woord de beflisfing met zich bragt. — Dan , waartoe alle die lange debatten ? Was het dan hier te doen, om te beflisfen, of deze form van daats-orde, door het Committé voorgefteld, in dc uitvoering mooglijk of raadzaam was? Was het dan te doen, om eene gaave aanneming van het Plan, zooals het was voorgedragen ? Wat was eigenlijk de - vraag > Deze: of het Plan in aanmerking mogt komen, ja, dan neen\ En welke was dc éénige weg, om dat te beilisfen? Alleen de vraag: is het Plan uitgewerkt genoeg, om in aanmerking te komen? Dcz: alleen had het ^onderzoek moeten voldingen. Bleek het, dat het Plan niet uitgewerkt was naar behooren, dan verloor het alle aanfpraak op deliberatie. Juist, omdat eene talrijke Vergadering van 120 Leden volftrekt buiten daat is, een wel uitgewerkt geheel te leveren, werd het aan eene kleene Commisfie van een zesde gedeelte opgedragen. Geen zoodanig uitgewerkt üuk leverende, had! het Committé zijn vertrouwen verloren, omdat het niet voldaan had aan het éénige oogmerk zijner aandelling. En nu vraag ik aan ieder eerlijk Man , of dat Plan behoorlijk uitgewerkt kan genoemd worden, waarin de eigenlijke Conftitutie (de rechten van Mensch en Burger, en die van 's Volks oppermacht) vergeten, waarin de zorg voor den Godsdienst, met een enkel dubbelzinnig artikel, zeer onvoldoenend afgedaan, waarin het Publiek onderwijs, allerfchraalst en Hechts ter loops, aangeroerd, en het belangrijk duk, over de Armen, geheel is agter weeg gebleven? Dit beoordeele ieder eerlijk mensch, zonder dat eenige driften bij hem gaande zijn, en wij laten het befluit aan de uitfpraak der waarheid. — Bij dit onvolkomene komt dan nog de verguifing diet reeds aangenomen beginfelen, waarvan, bij wijze van Inleiding, geen woord gerept is. Deze agterlating, wat men daar ook van zegge, is eene openlijke fehennis van dat goedvinden, dat door alle braven der Natie geheiligd^ Is: en zij maakt het, in de tweede plaats, twijfelachtig, of dat zelfde Committé (nadat deszelfs arbeid om de on-  Ho DÈ REPUBLIKEIN. volledigheid ware afgekeurd) bij eene tweede overzieningf bevoegd ware, om daaraan op nieuw té arbeiden? Het Reglement beflist daaromtrend niets. Wie derhalve had' zulks moeten beflisfen ? Aileen de Natie,' ihhaare Grondvergaderingen bijengeroepen. — Wat zegt nu de Mcnschkunde van all' het voorgevallene' omtrend een Plan, dat onuitgewerkt, onvolledig, hoonend voor dtf Natie, en echter in deliberatie genomen is'? Waarom hebben deze eenvoudige bedenkingen,- die door het gezond verftand worden aan de hand gegeven, en welker opvolging zoo vee! tijds , die nu verfpiki is, befpaard zoo veel anft, welke nu, onnodig erf onnuttig tevens, gewerkt beeft, gemaatigd, en de verdedigers van heilloze maatregelen tot een vernederend ftilz wijgen zou gebragt hebben; waarom hebben deze eenvoudige bedenkingen en gronden geene aanhangers gevonden? —Op deze vraag ziet de Mcnschkunde, in eene angstvallige houding, in het rond, om te ontdekken, waar de rechtfehapen Volks-vrienden zijn, die niet enkel hun bijzonder gevoelen, als het éénige waare, in aanmerking flemen en volgen, zonder dat van anderen, offchoon flechts eenvoudige Burgers, te waardeeren, of zich daaraan te bekreunen. Zij deinst te rug, op het gezicht dier trotfche gezaghebbers, die, aan den toon der despoten gewoon, over de belangen hunner medeburgers befchikken , zonder hen te raadpleegen en voor welken de réchten van den Mensch een gruwel , de oproeping des Volks een fchriklijke klank als een donderfiag, in de ooren is. Zij verfchuilt zich in eenen ftillcn hoek, om het lot van ieder Volk te bejammeren, welks Vertegenwoordigers zich, wanneer het nodig is, nimmer durven beroepen, noch op de waarheid, Wanneer zij aan geene tegenfpraak onderhevig ïs, noch op dat vermogen, hetgeen zij,-door het Volk bezitten, noch op het Volk zelf, dat hen heeft aange- Iteld. Zij hoopt Zij vreest maar beflist no°- niets, vóór dat het gebleken zij, in hoe verr* haare waarnemingen en aanmerkingen, haare hoop en haare' vrees, indedaad gegrond waren.  REPUBLIKEIN. N°. 128. Het oegmerk van alle tnaatfchappijlijke vereeniging %s de bewaaring en handhaving der natuurlijk* en onvervreemdbare Rechten van den Mensch. Deze Rechten zijn Vrijheid, Eigendom, Veiligheid, en Tegenfhnd van alle onderdrukking,' NATIONALE VERGADERING IN FRANKIJK; Aanmerkingen over hei Plan van Conffitutie, bepaaldtifk over het agterlaten van de voorafgaande Verklaaring der Rechten van den Mensch eh Burger. Het laatst voorgaand Nummer van ons Tijdfchrift waS reeds afgedrukt, eer wij het bericht ontvingen wegens het gedecreteerd, ftaatkundig grondbeginfel van de eenheid en ondeelbaarheid onzer Republiek. Openlijk betuigen wij onze hoogachting en dank aan die Leden, der Nationale vergadering , die eerbied genoeg gehad hebben voor het Waarachtig publiek gevoelen, ook van de kundigften en braafften der Natie, om daaraan hunne bijzonder gedachte opteofferen ; — aan hun vooral, die, uit erkende vaderlands-min, dit heilig grondbeginfel, van den beginne af aan, getrouwlijk hebben gehandhaafd. Van de overigen, die ftoutmoedig genoeg! zijn geweest, om de Natie, en haare dierbaarfte belangen, in het aangezicht te wederfpreken, willen wil niet gewaagen. Opzetlfjke hardnekkigheid, toch, in eenen Staatsman, die het bewind over een vrij Volk voert, —■ of deze beklaagd, of veracht moet worden, laten wij aan de bcflisfing van ieder Burger over, die gevoelt, Wat hij als Vrij Man gevoelen moet, Hoe ver nu, boven alle verwachting, de zaak de? III. p*sl> S  M* DE REPUBLIKEIN. Bataaffche Vrijheid door deze vastftelling gevorderd zij" blijft echter de aanneming van het Plan van Conftitutie eene zaak van de zorglijkfte vooruitzichten , juist om het gebrekige, hetgeen daarin plaats heeft, en dat nimmer radicaal te herftellen. is, zonder het geheele ftuk om ver te werpen, Ook de aanneming van het allerheiligst beginfel der ondeelbaarheid heeft deze zwaarigheid met alleen niet verminderd, maar zelfs voorlijks vermeerderd. Wij zullen niet afzijn, om, bi? voordduuring, onze bedenkingen daaromirend in het «lidden te brengen, met oogmerk, zo h« moogiijk zy, om onze Medeburgers aan dezelfde plichtmaati-e zorg te verbinden, waarvan zij, in onderfcheiden Gewesten, reeds aanvanglijK, de duiïflfikfte proeven hebben geleverd. Thands bcpaalen wij ons, in de eerfte plaats, tot het zoo aanmerkiijk cn allerwezenliikst gebrek, hetgeen in voorn. Plan gelegen- is wegens de ajrterlating van de voorafgaande Verklaaring der Rechten van den Mensch en Burger: te meer, daar écn onzer geachtte Correspondenten ons daaromtre.id de volgende belangrijke aanmerkingen heeft medegedeeld. Van alles, wat ik tor hiertoe gelezen heb, kan niets mij overtuigen, dat het ontbreken van eene Verklaard der Rechten van den Mensch en Burger, bij wijze van Inleiding, tot de Acte van Conftitude, niet een al|erwezenlijkst gebrek is: — een gebrek, zoo groot dat zulks het geheele bewuste Plan maakt tot een fragment , tot eene fluitrede zonder grondftcllingen, tot een boek zonder zamenhang, waaraan de Lezer niets heeft, omdat hij enkel gevolgtrekkingen, als een flot ontmoet, zonder die aan de eerfte gronden te kunnen toetzen ; — een gebrek, dat, zo het niet verholpen wordt van zulk een gewicht is, dat de Natie op dit Plan haare ftem niet kan of mag uitbrengen. Nogmaals Wrf ik de bedoelingen der ftellers niet onderzoeken, waarom zij deze zoo onmisbaare Inleiding hebben agter weeg gelaten ; ik vertrouw het beste: maar dit zal, echter, een zeer zeker gevolg zijn dier agterlating, in geval z\\ niet vervuld wierd, dat alle die geheiligde Rechten, met den tijd, gantsch en al in het vergeetboek zullen geraaken, Waarin zij zoo veele eeuwen geftaan hebben, en waaruit de zegevierende Franken dezeiven wederom aan het licht hebben gebragt: terwijl men een Volk nimmer gemaklijker kan ver/haven, dan wanneer het die rechten niet dagelijks vóór zich heeft. Laat de ondervin- ding  DE REPUBLIKEIN. i*a dine hier beflisfen. Hoe heilig waren deze rechten bij de Hooge oudheid, zoolang de menfchen nog waren die zij konden en moesten zijn, eenvoudige kinders dei natuur! Maar, wat is 'er van dc Volken geworden, nadat zich allcenbcerfchers, of veelhoofdige dwingelanden of ook een ariftocratisch driemanfehap, a^s gezaghebbers of uitvoerers der wetten, hebben opgeworpen? Wat is 'er van die Rechten geworden? Niets anders, dan gefchilpunten voor de geleerde fchoolen. Uolc alzoo — en dit is een onmisbaar gevolg — zal net, in het vrije Nederland, met dezelven aflopen. De kennis dier Rechten zal zich, door den tijd, alleen bepaalen tot de fchool der Rechtsgeleerden, en dezen — hier getuige wederom de ondervinding van Amerika, hraband en Frankrijk: - zijn waarlijk de lieden met, om dc Vrijheid van een Volk te verzekeren, te neiftellen , of tegen haare inbreuken op dezelve te waaken. Te zeer gewoon aan allerlei chicanes, aan allerlei lpitsvondigheden , in de befchouwing, zoo wel als m de beoefening, kunnen zij niet nalaten een twistgeding te voeren, en hunne ernftigfte overwegingen lopen altijd uit op hairkloovcrijen, die vertraaging op vertraaging toMcqJ zonder iet wezenlijks uittevoeren, en die dus, % den volftiektftcn zin, het charaktermaatige misfen, Jat aftands in eene Omwenteling noodzaaklijk is, naamlijk heldhaftige voordgang, zonder zich te bekreunen aan belemmeringen. — Men zal, dus, — zie daar het eindelijk onmisbaar uitwerkfel — met Conftitutie en Volk iecven, volkomen naar het goedvinden zijns harte En de BeWindvoerer, die alzoo met de Natie omi'pringt naar willekeur, blijft onvcrandwoordlijk, juist om het gebrek aan beginfclen, waaraan zijne daaden alleen kunnen getoetst worden. Maar, laat ons tot een ander vraagftuk overgaan, JCan, of mag eene Natie zich eene Conftitutie geven, of dezelve aannemen, zonder erkendtenis dier Rechten ? Neen: omdat elke Staats-prdcning, Regeerings-form, of Beftuur, in zich zelf onbeftaanbaar, volkomen onwettig is, dan waar die Rechten,in den volften nadruk erkend, 'tot eenen vasten grondflag worden aangenomen, —• Kan of mag de Bataaffche Natie zich eene Conftitutie géven, of dezelve aannemen, zonder de erkendtenis dier Grond-rechten? Neen-, vooreerst, om dezelfde reden Maar nog, ten tweeden, om eene andere niet -minder gewichtige reden, die uit den aard onzer OrriS ï we»-.  144 DER E P ü B L I REIN. wenteling- ontleend is, Wat toch behelzen die Rechte* yan de„ Mensch en Burger? Zij behelzen niets52! dan de grondflagen. waarop het Volk van Nederland zijne voonge gevloekte kluisters verbroken, cn'eenige Burgers uit zijn midden tot gemachtigden, tot zaakvel-zo gers heeft aangefteld, om eene geheel nieuwe Con- £ w t iWeiTM:7^ ZCggCn' ™* g'heel nieu. Z '^ 'JU1St met de ^neming dier Rechten, ver- J° gantfchC ë*b™w der voormaaiige Unie als om ver geworpen en gedoopt, omdat hetzelve, den grondflag miste, die thands werd' geve £ Ujijn de grondflagen, waarop de Conftifurie gt bóuwj en waarvan zij een echt uitvloeifel moet wVzei Z,ij zijn de eenige bronnen van de Oppermacht des Volks, welke, zonder dezelven, woorden in de wind mets meer dan eene loutere klank is, onderfcheidenlijk wordende verftaan naar het verfchillend zwak of fchero zintuig van den hoorer, die ook dan nog zeer dikweff la ftaat is, om de klank zoodanig te veranderen of te misvormen, als het zijn vermeend belang, zijne eer zijne ftaatzucht vordert. Die Rechten, eindelijk, ziin het éemge wettige Credentiaal van zijne Vertegenwoor. d.gers. Neem die Rechten, neem dat Credentiaal wï? en de Orange - Ariftocraat zal uwe'Omwenteling —L* oproer heeten. Hij zal het gantfche werk' der OmvvêT- teimg muiterij van het Volk noemen te^en zii- nc wettige, Edele, Achtbaare, Edele Grootmogende en Hoog Mogende ftefSIitétfj tegen den doorluchten Vorst en Heere, den Prins Erffladhouder. Hij z#de thands bewindvocrende Vertegenwoordigers — ufurpateurs, geweldenaars noemen, die zich een geza" aan'maatigen , dat hun niet toekomt, cn die daarom ° /eer wettig, vogelvrij verklaard kunnen en moeten wórden ■►— Zoodra, nu, het Bataaffche Volk eene Conftitutie konti: aannemen, of daadlijk aannam, zonder déz» jn. leiding, welke de onlochenbaare -grondflagen bevat van hefmaatfchapp.jlijk: verdrag, dan zou het zulk een haathjk, en bij all' wat eerlijk denkt ircvloekt, vonnis zelf •onderfthrijven. Het zou iets doen, waartoe het noch recht, noch macht hcefr, noch immer verkrijgen kan \ N-°» icts- Indien »u eens de Acte van Conftitutie iets bevat, nctgeeu met die Rechten ftrijdig is? Wat dan? Wanneer dezelven tot eenen grondflag va" het gebouw gelegd zijn, dan kan ' een - leder die met de -'•'■'» -' • ' 'fint-  "D E REPUBLIKEIN. 14J entworpen ftaats - ordening vergelijken ,. en beoordeeten, bf zij daarmede overeenftemmen. Zoodra ik daarin ftrijdigheid ontmoet, kan ik niet alleen , maar ik mag, en moet, dat ftrijdige aanwijzen. Ik heb het volkomen recht, om verandering van zoodanig ftrijdig artikel te eifchen* En , wat de vreesachtige of dc ariftocraat ook van dezen eisch moge zeggen, als ware hij hoog revolutionair; ik moet hierin, als een erkend vrij Burger, mijn recht handhaven. Ik zou, dit verwaarlozende , ophouden, vrij te zijn, en men moet ook aan mijnen eisch voldoen, omdat hij niet meer is, dan een oorfpron"ïijk recht, dat geene maatfchappij aan mij ontnemen kan. Eu dat afzonderlijk recht is zoo fterk, dat zelfs het gevoelen der Meerderheid daarin niets beflisfen kan of mag. 'Er beftaat geen ftervcling op den gantfehen aardbodem, noch eenig lichaam van Burgers, dat mij verplichten kan, om tegen de verordeningen mijner natuur te handelen, terwijl de maatfchappij zelve alleen dient, om dezelven te handhaven, juist zoodanig, als zij in het oorfpronglijk verdrag begrepen zijn. Aan zoodanig gevoelen, derhalven, zoodra het met mijn oorfpronglijk recht ftrijdig is, kan of mag ik mij niet onderwerpen. — Maar, zijn nu die Rechten agterterwee"- gelaten, dan is één van drieën waar; of dat de Staats-ordening op dezelven niet gebouwd is, en dan kan,of mag, ik haa:-, volgends het bewezene, met aailnemen-, — of dat men mij in de onmooglijkheid ftelt, om haar aan die Rechten te toetzen . en dan kan, of mag, ik haar wederom niet aannemen-,—of dat men mij daadlijk wil verplichten, om haar, offchoon zij met mijne Rechten ftrijdig zij,' aantenemen, of mij aan de meerderheid te onderwerpen, en hier wederom mag ik mij niet onderwerpen. In de daad, hoe men het keere of wende, als Mensch, als afzonderlijk Ingezeten , kan of niag ik haar even weinig aannemen , als, in mijne betrekking van Burger, of deel van het Nederlandfche Volk. Mijne Rechten, als Mensch en Burger, zijn mijn onvervreemdbaar eigendom. Ik kan zelf over deze Rechten niet beflisfen, juist omdat zij op mijne natuur gegrond, en daarom onvervreemdbaar zijn. Maar, nog zooveel te minder, mag een ander, die geen meerder5 recht heeft, dan i-k, en mijns gelijke is, over dezelven befchikken. Waagt eene maatfchappij' zulks te sloen- ik kan, of mag die, daad niet. anders befchouS 3 wen,  itf DE REPUBLIKEIN. wen dan als een onwettig bedrijf, als eene inbreuk op mijn Recht, als eene overheerfching, als eene overweldiging, waartegen ik mij mag en moet verzetten, zoodra ik daartoe vermogen bezit: — en zie daar inmsfchen het geval, waarin de Maatfchappij, of haare «& u d'ei' erkcnde Recilten. mijnen tegen- fond, hoe billijk en gegrond in zich zelf, als muite- keV sïf ft?ffer faefchüuwcn • <* mij als oproermaa*er zal ftraffen : cn, zoodra ik dus mijn vermogen met geen gewenscht gevolg kan uitoefenen, word ik inde noodzakelijkheid gebragt, om deze maatfchappij ais eene maatfchappij van dwingelanden, te verlaten en een ander vrijer oord optczoeken, waar ik als Mensch en Burger, overeenkomftig mijne heilige en onvervreemdbaare rechten, zal kunnen leeven. Dan , mhfchien zal men beweeren, dat de Verklaaring dier Rechten vóór dc Acte van Conftitutie niet behoort , omdat zij aan eenen ieder bekend zijn, als Zijnde bij openbaare afkondiging in alle Gewesten kenbaar gemaak:, en dat men dus met reden kan, mat? en moet vooronder/teilen, dat de Conftitutie op deze Rechten gebouwd is. In de daad, hij, die dit zou durven ftaande houden, om daaraan eenigen fchijn van gewicht te hechten, zou of zijne onkunde van dc menschlijke natuur, of zijne zucht tot willekeurige overheeriching, .niet onduidlijk verraaden. Wat zou dat anders Zijn , dan de atvordering van het willekeurig en ingewikkeldst geloof, hoedanig 'er tot hiertoe nimmer plaats vond, en ook niet ligt kan, en ook niet ma-, plaats hebben in alle zaken, waarin het aankomt op de rechten van ieder afzonderlijk Mensch en Burger en dus op dc plichten, welken daaruit voordvloeifen ' en waarvan hij aan zich zelf, aan zijn vaderland, cn 'ook aan zijnen Schepper, uitdruküjke verandwoordin" fchuldig is. Wat zou men wel zeggen, indien eene Kerkvergadering van Godgeleerden tot alle Christenen zeide: „ Ziet daar eene Geloofs-belijdenis voor u allen „ welke wij oprechtlijk hebben opgemaakt uit den Bij! „ bel, waarop zij alleen gebouwd is! Neemt dezelve ,, vrijlijk aan als den éénigen regel van uw geloof en «leven, en verbrandt nu maar uwe Bijbels!" Welk Christen zou dwaas genoeg zijn, om zich zoo iets inde hand te laten ftoppen, en dien raad te volgen? En waarom zou hij dat weigeren? Omdat de zaak van gods»  DE REPUBLIKEIN. 147 godsdienst en godgeleerdheid, iets is, waarover ieerd Mensch zelf moet oordee.'en en bcllisfen, als zijnde van dat naauwkeurig onderzoek, en van de betrachting, welke daarop gegrond is, rekenfehap verlchuldigd aan zich zelf en aan God, wiens wetten voor hem een richtfnoer Zijn, zonder dat een ander voor hem over die wetten kan of mag oordeelen. Dit zelfde geldt ook omtrend alle Rechten , die op 's Menfchen natuur gegrond, en daarom godlijk, eeuwig en onvervreemdbaar zijn. En deze aanmerking heeft nog zoo veel te meer gewicht, omdat de vcrklaaring dier eeuwige Rechten niet altijd even eens begrepen wordt, en 'er dus een zeker voorfchrift moet zijn, waaromtrend eene gantfche Natie overeenkomt, en waarnaar zich alsdan een ieder behoorlijk kan en moet regelen. En nu dan, Burgers, —« gij allen, die Neórlands Volk uitmaakt — die reeds verklaard hebt, geene Conftitutie te willen, dan gebouwd op eenheid en ondeelbaarheid, vercenigt u wederom ten naauwften, en verklaart uitdruklijk, geene Conftitutie te willen, dan voorafgegaan door eene Vcrklaaring der Rechten van den Mensch en Burger! — Men verftrikt u, als men u zoodanig eene in de hand wil ftoppen, waarin dezelve niet gevonden wordt. Gij kent die Verklaaring, zoo als zij door de Gewesten, afzonderlijk, en door H. H, Mogcndcn is uitgegeven. Het is u bekend, hoe fterk zij allen van eikanderen verfchillen. Men heeft dat gebrek reeds daadlijk erkend, en aan u plechtig beloofd, dat de Nationale Vergadering deze leemten herftellen, en u een uitgewerkt ftuk zoude voordragen. Het Reglement, 't is waar, — dat listig zamengefteld voorfchrift van werkzaamheden, waarin, kwanswijze om des vredes wil, zeer veel onbepaald gefield, zeer veel goeds moest worden agtergelaten, opdat de gehaatte foederalisten altijd meesterlijk hunne rol zouden kunnen fpeelen — het Reglement maakt 'er wel geen gewag van-, doch met dat alles, blijft die Verklaaring de uitgedrukte Lastbrief, waarvan de Nationale Vergadering niet mag afwijken, of zij beleedigt, zij fchend de majesteit des Volks. — Gij, Bataaffche Burgers, hebt dus voikomen recht, om 'er ten fterkften op aantedringen, en openlijk te verklaareu, dat gij geen ander Plan van Conftitutie ontvangen wilt, dan waarvoor de erkendtecis dier Rechten geplaatst is. Laat vrij flechts eenige jaa»  148 DE REPUBLIKEIN. jaaren verlopen, nadat Gij eene Conftitutie hebt aangenomen, zonder derzelver erkendtenis: waagt het dan" eens, u op die verklaaring te beroepen, en men zal voor u de gevangenisfen openen, om u aldaar uwe onvervreemdbaare rechten in de ftihre van den kerker te laten betreuren. Nog eens: vereenigt u, Burgers van Nederland, als één eenig Man! fpreekt ftout, beflisfend,. en met gevoel van uwe waarde en rechtenen wee hem, die voor deze ftem doof is ! N. B. Nadat het voorgaande reeds genoegzaam was af* gedrukt, vernemen wij met blijdfehap, dat de Nationale Vergadering, op voorfte] van den Buiger Reprefentant Bosch, benoemd heeft de Burgers Halm, van Hoof', Bosch, Floh, de Leeuw, Sonsbeek en de Kempenaar, om het Plan van Conftitutie te altereeren naar het begane! van eenheid en ondeelbaarheid, daarin aantevullen hetgeen zij zullen oordeelen te ontbreken , en eindelijk eene algemeene fehets te vervaardigen voor een nieuw Plan, indien zij zulks nodig vinden. — Alleen is het te bejammeren, dat daarbij, wederom, geene bepaaling van tijd gemaakt is. Te Amflerdam, bij M. Schalekamp, in de Warmoesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage J. Plaat. Leydett Honkoop en Herding. Haarlem Walré, f. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. f. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Tervecn. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh cn Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad , 's Maandags met een No. ver- • volgd 5i ii Stuiv.  t> f; REPUBLIKEIN. N°. 129. ' ïaat ieder eerlijk Gereformeerde, met de Vaderlandfchi 'de \and , U eigen hart onderken .« Jh zelf i ^SJ$^tS Sttijjl burger va» ,.',„. geitje Huishouding, ^f^{im medeburger, ; reM1JvoorG'zicn' zelven reekenfchap «^«^gg den Opperitcn Rechter van het geweten, en waarover SS geene aardfehc Macht, van welken aar be ^ hitken mae Haar invloed kan en mag zich alleen J tof de gelegenheid, welke eenen ieder moet tl ven worde. ,'omVmen uitwendigen godsdienst veihg SRS"zonder dat hij wederom de veiligheic van anderen JLm-e Dien invloed verder uitteftrekken, en on de anderen ook ot de betaaling van alle Lceraaren "ond r onderfcheid, het zij Christenen of Onch"Stenen. m niet alleen de weg gebaand zijn tot du.fende dwaa AeeriDDcn die zich, onder den naam van Godsdienst, ondèrPbcfcherming van den Staat zouden. opwergn. maar ook den. drukkenden last vermeerderen vanieaec. W onderlijken Burger, daar hij zou moeten helpen d a ■gen de kosten van Kerkgenootfchappen, wier Mijdeni, hij zomtijds bijster ongerijmd, ja zelfs fchaadeUjk oordeelt voor waarheid en deugd , en eindelijk een al ergrootst bezwaar voor 's Lands kas opleveren, daMrt III. DEEL. T  iSo DE REPUBLIKEIN. de;, tegenwoordige., rijd bovenal ondraaglijk zoude weVF-lrk ,)ezc zaak- ""usfchcn, baart geene geringe moeten voor onze hervormde Kerkgcmcenfchap? wek ke tot hiertoe door den Staat grootendeels bezoldigd werd ten aanzien haarer Lceraaren. De wlize hoe deze tosten te vindon , indien de Kerk eens daadlijk, M, den paren M des woords, van den Staat woïdè Met veel fmaak las ,k de Vcrtoogcn, die door kundige mannen tot dat oogmerk zijn pan' het licht gebragt, ïn UÏ^SÏÏS?*^ Nf,mdr 124 Van uw Tijdfchrifr. Uw voorile dat ons Kerkgenootfchap zich op gelijke Wijze tot een Lichaam behoorde te vormen, eren als de Disfenters voormaals hebben , cn nog moeten doen , heeft m.jne volkomene goedkeuring. Ik houd mij verzekerd, den SS! ¥C&ï™der$? die hec vvel meenen me den godsdienst, daartoe met mi: hunne ijverigfte poogmgei zullen aanwenden, a,s zijnde het ééiSgVgl pas c middel, om aile zwaarigheden opteheffen, welke. Gemeenten, plaats grijpen. Met zeer veel goedketrng las ik daarom de bezuinigingen , in hetzelve Nummer breedvoerig ontvouwd: en gij zult het mii wel ter» goede houden, dat ik u daartoe'ook nog STe?JS detot opgeve Dezen betreffen zekerlijk alleen de Dorpelingen: doch ik weet, dat gij gaarn ook ten hunnen ■ voordecle wilt arbeiden, en zij immers die he mmst geoordeeld worden in ftaat te3zi n to de etS ling-hunner Leeraars, hebben de meeste bezuiniging no$Ë lnd,en hct miJ is, mijne voorteftellen mid¬ delen te mogen aanprijzen, dan is het gewis daarin, Ve -tH ke g,Cme,e" *" ^ ^ ^A °P al]e "KÏ keikl.jke hutshoud.ngen pasfen, en tevens eene daadlijke betrekking hehben op onderwerpen, die in den ei gcnhjkften zin tot uw itaatkundig Tijdfchrifr behooren. Dan, ter zake: Het eerf}& Middel van bezutniging is de afTchaffine van prachtige Begraafnisfen, die noch leevcndet^ noch dooden eenig nut doen: maar integendeel een tweede verlies voor weduwen en weezen zijn. Indien deze veranderd werden in ftilje bijzettingen, zoo zeer gefchikt, om de indrukken van dood en eeuwigheid te verleevendigen, zoude dit eene aanmerklijke fomme beipaaren, welke tot goedmaaking van kerklijke uitgaven  DE REPUBLIKEIN, ift met het hoogde recht zou kunnen bedeed worden; bovenal wanneer men den eenvoudigen rouwdragt, mét een lint om den arm, dien men in de Steden vrij algemeen heeft aangenomen, ook: op het Land konde invoeren. , , _, Het tweede Mldde! van bezuiniging is het affebaffen der Kermisten op dc Dorpen, ik ftem volkomen toe, dat de Dorpelingen evön veel recht hebben, om kermis te houden , als de Stedelingen ; maar ik ontken, dat de eerften daarvan hetzelfde nut trekken, as de laatften. in de Steden is de kermis een volkomen Jaarmarkt, die , door het openbaar aanbod van alle waaren, aan dc hand-werkende en ncering- doende Burgers een zeer groot voordeel verfchait. Op meest alle Dorpen, integendeel, is dezelve niets meer, dan een ijdel vermaak, dat aan de goede zeden en de beurten der Dorpelingen een zeer groot nadeel toebreng*-; terwijl die Landlieden, daarenboven, die niet verr' afgelegen zijn van groote fteden, geenszins nalatu zijn, om zich op de Redelijke kermisten te laten vinden, waardoor zij dus het gebrek vafi bijzonder vermaak zeer wel weten te vergoeden. Een derde Middel van bezuiniging is het aücnaneu der Dorp - Schouten: een middel, dat zoo wel dtenfttt is voor de Burgerlijke Vrijheid, als voor de beurfen der Dorpelingen, en daarom wat nader overwogen dient te worden. De naam en oorfprong der Schouten fchijnt m eenen nevel van oudheid verborgen. Zeker is het, dat men in Oud Duitsch voor Schuld fiiWeé* MfkWtj en voor den Ambtenaar, die thands Schout genoemd wordt, Scholten,dat zoo veel als Schuldêifcher of Befchuldiger beduidde, en zeer wel past op de eriminecle Aanklaa^ gers in de Steden , die nog den naam dragen van Balliuwen of Hoojdfclwuten, ter ondcrfehcidïng van hunne voornaamfte werktuigen, die Ondetfchouts hecten. Deze eriminecle Balliuwc'n der (leden ftaan gelijk met de District-Balliuwen. die over zekere Dorpen het Crimineele recht uitoefenen : dan, het is zonderling, dat in de deden, alwaar hm eriminecle Recht zoo wel van het civiie onderfcheiden is, als opdc Dorpen, geene Schouten civil zijn, terwijl zulks op de Dorpen algemeen is. Nog tot op den huidigen dag, heeft men op veele plaatfen de Posten van Schout cn Secretaris biicértgevoegd om 'er eene ruime kostwinning van te 3 *» ° t a maa-  "** D E : R E P U B LI SEIN. genTr Sr dUUrlle ^chtingen S^ ! aerzeive! iKittighe.d en noodzaaklijkheid wel te oordeelen t^M^V ee"e.Verk°0pi^ ^de wat „ J HiJ maakt, 'c is waar, dooreaandï eene groote vertooning met zijne dikgezwollen SJn en vet gemest lichaam, dat des te gemeste ,? ï maate hij meer boedels heeft ingezwolg^f De'Bo^ dan de helft, voor zich behoudt "U ' Dan, deze fchatting van het Pond-geld is zoo ongehjk, en de deeling gefchied op zulk ine LSiUet VZl ?. Zf^jTS -dag S't Schouten fcJSfKfc fS**** Het waarfchynlljkfte is, dat de Ambagtsbeefe? zieï van t«d tot t.jd hebben aangemaatigd het recht (of Lest ik zeggen onrecht n van nakoop, hetgeen de pToo onder Utrecht nog onlangs bezat ; J. dat zij dif zoo! genaamd Recht hebben afgeftaan aan hun e Sd outen en dezen het door de Koopers laten afkoopen dooThet Pondgeld. Wie ziet nu niet, flechts me den eersfen opilag van het oog, dat niets wettiger zijn kan S dat, bij eene openbaare verkooping, de hoogstb ed'enïe of mijnende in het bezit treed van zijn gekogt eigen! te°nm,en°nht " jhan aan de ^"ieur d?r sTou. »»„h ' * u g06d anderraaaI te moeten koopen van iemand die het niet bezit? Het is derhalve noodzaaklijk^ bLer ,?''rGht h0Verder 200 liever afgefcbaft, en dé burger beurfen van dezen last verlost worden. Welhgc zal hier jemand vragen; of ik dan. het Pond, S«I4  DE REPUBLIKEIN. 155 „U dat door lieden van alle Gezindheden wordt beg M gebruiken wilde, om de Gereformeerde Predtkan^J^ZXit Neen: mijne meening was alleen deze dat, indien het brood goedkoper wordt ik de foter ook wat duurer betaalen kan, zonder iet mee Z in uittegcven: zoo ook,wanneer heden van Se Sndhêden geenen Schout behoeven te onderhouden Snnef zij deze bezuiniging gcmaklijk: gebruiken ï onderhouding3 van hunnen Predikant, of .««Jg, zonder juist zwaarer last, dan tevooren, te dragen Nn voorzie ik zeer gemakli k, dat een ieder zijn Pond.eld we zal willen fpaaren. Maar veele kortzichten zullen van meening zijn, dat de Schout met gerS kan worden in dc Regeering. Wij moeten hem du ook akiaar in zijne heerlijkheid befchouwen, om over het g gronde of ongegronde van zijn noodzaakHik aa wezen te oordeelen. Befchouwen wij, dan, de bijSST- van eene Dorps-^«g » der d"t ik e hter beweeren wil, dat zulks op alle Dor ten zij van koetjls en kalfjes, zoo als men zegt: wan van hetgeen eigenlijk te verhandelen ftaat weten zij ïoe niéts. Eindelijk gaat de deur open- ieder zwijgt, oJfdeto zich, en buigt. De Schout treed binnen bek eed met al e de majeftcit van den Ambagtsheer, dien n vertegenwoord,gt. Hij zet zich in een Ageerden leuningftoel, als de ontzachl.jke Prefident Hij fchclt De Bode komt binnen, en ontflu.t een kasje, waa uit hij voor elk Regent een vel papier en een pen neemt zettende voords* 3 of 3 inktkokers en zandbakte op tafel, ten einde een ieder der Raaden het verhandekie zal kunnen notuleeren. Men denke met, dat £st door zulk een handel, de Landlieden tot nadenBSÏiï** "iet langer door den Schout zouaZ laten dwingen! neen: de Bode geeft eiken Raad S TjVpijp. cn verfiert de tafel met een paar kwispedooren en een paar wijnflesfen -, want deze s de waare ftaatkundige regel,om mond en pen beiden bui- tC Nff aneïgereed"' De Schout haalt eenige papieren uit ziin en doet eenige voordellen. Dezen zijn vLor Gen even onverwacht! Zommigen begrijpen ze  m DE REPUBLIKEIN. SooneT'ldUrVen nie,£ fpreken' andere* altijd gewoon ja te zeggen. Is 'er een enkcie die 'er I ï« L ■ PV,-uat hCt voorftcl ,1iet do^gaat, dan houd en de r r-dl ^f'8 Zijn- De Vergadering feheid, kor* diC 1CtS bebbcn aangeteekend.zijn binnen kort den waaren toedracht der zaken vergeten noTn! T'd"" "iCC gC1'e2dlijk ^kennen, dat op zu'ke Dorpen de Regeering niet Repubiikeinsch, maar zuive? teti^^ïïSJ? niet' dlt de S^ó»t aiïeen" e If wie iTm't nJ g, ï" dC VHjhCid en Geliikheid? i "a Zuik cene befchouwing, "welker waarhe.d door de ondervinding ten overvloede geSd tó, gaarn toeftemmcn, dat zulk een verregaand nSu k van het Voorzitterlehap, niet de aanblüving SS? de afzetting, der Schouten noodzaaklijk maakt " ln : h°e welwi,iei]d men hier en daar moge zijn in het toee.gencn en bevestigen der Vrijheid IX echter veeie Landlieden, u>t hoofde ceacr e ! 'e ge"te ven voorzichtigheid, welligt vragen , „ Hoe zalet gaan met de Regeering, wanneer wij en Schout m s fen? W,e zal het roer houden? 'Er moet irnmc" en ReXne;;iineennieStPreker * ' dC —^ K« xegeering zijn met gewoon, zich over het beftuur te bekommeren ; zij laten alles op den Schout ftn in- dien deeze pijiaar wijkt, za, het geheele g bouw *ï len.» Ik ftem volkomen toe, dat de goede orde in eene Regeenng vordert, dat 'er een Voorzittet• of feSk men ,n i^.W zegt) een d>r^r zi Op Sm mige Dorpen heeft ook het Volk eenen bovenden P i" Went aangefteld, met alle de macht en S voordeL van den gewezen Schout: doch dit is alleen den SS veranderen, en de zaak behouden. VeSeTbc^eT SL hetpnVrrZitterfChap bl' herten behoorde Tond e gaan en ,k zou m,j zeer gaarn daarbij voegen, indien eeihïï RhCgeering daart°e bek™amhefd en geleQ?tL?' 52ÏÏ me" echter niet a,tÜd zoo vind. Om beide zwaarigheden te mijden, hebben wij naar «wjn mzien, „iets meer noodig, 'dan het w^j? voor* beeld,  DE REPUBLIKEIN. i$$ beeld van onze Nationaale en Provinciaale Vergaderingen tc volgen , welker Leden zei ven uit hun midden eenen Voorzitter benoemen voor eenen bepaalden en korten tijd. Vraagt men: „ Wie der Landlieden zal Voorzitter In eene Dorps - Regeering kunnen zijn <='* dan vraag ik op mijne beurt; Wie der Landlieden Schout zal kunnen zijn2" Het zou toch zeer zonderling zijn, om te b:weercu, dat 8, 10 of 12 Leden, dc bekwaamste lieden van eene Plaats zijnde, het Dorp niet zouden kunnen rcgeeren; —- dat juist een Schout dit beter zou kunnen doen • — dat, onder zulk een . aantal van Bewindsmannen, geene 3 of 4 zouden zijn , die het Voorzitterfehap in eene Dorps - Regecring, ge-' duurende ééne maand, zouden kunnen waarnemen, en eikanderen bij maanden vervangen. Zijn 'er intusfchen Bewindsmannen , die den last van het Beftuur niet kunnen dragen, cn zulks daarom aan den Schout tot nog toe hebben overgelaten , dezen mbetcn of afzien van dezen post, uit hoofde van onbekwaamheid, of zij moeten Hechts daarvan de proef nemen , en ik durf hen ten vollen verzekeren, dat het dragen van dezen last hen gemaklijk zal worden. Willen zij echter dezen eer-post wel aannemen, zonder deszelfs moeiten te dragen, of hunne poogingen aantewenden ter verkrijging der nodige kundigheden, dan wordt het meer dan tijd, dat deze onwaardige Bewindsmannen, die alleen in naam beftaan, en des Volks vertrouwen misbruiken, van hunne posten ontzet worden. Ik twijfel geen oogenblik, of alle vrienden van waarheid ', verlichting, rechten en vrijheid, zullen het mij ten goede houden, dat ik ook de ingezetenen van het Land ten fterksten aanmaane, om zich bekend te maaken met de Rechten van den Mensch en Burger, opdat ook zij hun plaatslijk Bewind ten eenen maale vestigen op de Oppermacht des Volks en op het algemeen Belang, cn dus eene Republikcinfche Vrijheid in plaatfè van alleenheerfching invoeren; — dat ik hen bij aanhoudendheid herinnere, dat zij, offchoon eenvoudige Dorpelingen, echter een gelijk deel hebben aan de Oppermacht des geheclen Volks en het hoog beftuur des Lands; — dat het hen derhalven geenszins betaamt, langer flaaven te blijven; — dat ik han waarfchuwe, zich bij God en de Nakoomlingfchap niet verandwoordlijk te ftellen wegens het verzuim van plicht én gelegenheid , tot het bekomen der Vrijheid ; —• dat ik . hen.  i5<5 DE REPUBLIKEIN. hènyoorftelleden zegenofden vloekhunnerMedeburgers.met aanmaaning, om zich den eerden te verwerven /door hunne penningen lieverte bedeeden aan eenen Raadsman,dan aan eenen Dwingeland; liever aan een Man.diehun verftand poogt te veriiühïen eri hén door de waarheid vrij te maaken, dan aan eenen Man,die hunnewaare belangeazoo veel mooglijk voor hen verbergt, om hen des te beter in zijne (frikkengevangen te hóuden, en zich zelvcn met hun zweet te mesten. Ook van hun mag ik wenfehen cn Zeggen : b Dat zij wijs waren ,zij zouden verkiezen hetg -en tot hunnen vrede (of, zoo als onze Leeraar vertaalt, tot hunne welvaart) dient! .. _ s J- VOORZICHTIG. — t * t — t * t — October - Anecdote uit het tweede jaar der Bataaffche Vrijheid. In zekere Hollandfchc Stad, waar de Raad der Gemeente zich zeer gedwee \m.leiden, verzogt de Kcrkeraad van het Gereformeerde Gcnootfchap.volgends voormaaligegewoontc, wederom hand-opening tot het vervullen eener vacante Predikants - plaats. — In den eerften opllag, waren veele Leden van den Raad van oordeel, dat 'er, na de affcheiding van Kerk en Smat,geen vragen noch verleencn van handopenintr langer te pas kwam. De zaak echter werd, uit hoofde van haar bijzonder gewicht, geadjourncerd tot eene nadere overweging, lmusfchen, konden de Leden de zaak rijpelijk in bedenking nemen, opdat toch zoo min aan den eenen kant de herderlijke belangen der aloude heerfchende Kerk, als aan de andere zijde dc pas aangenomen beginfelen van godsdien ftigc en burgerlijke gelijkheid, zouden veronachtzaamd worden. Een ieder vraagt en hoort gaarn den raad van kundige Medeleden, en Leden , die, als het opfecreete raadgevingen aankomt, en de zaak zelve veele behangfelen heeft die kundig moeten geplooid worden, zeer gaarn hunnen raaden bijftand bieden.lieten niet na.alle huntiefchranderheid te befteeden.om toch allen mogelijk licht in deze duisternis te verfpreiden. De dag van overweging verfchijnt. Het hoogst beiangriik" ftuk komt ter tafel.—Misfehien waren de gevoelens zeer verdeeld? Misfehien werd de kostbaare tijd. aan de belangen deiGemeente geheiligd , verfpild in jammerlijke gefchillen.waarin men meestal afwijkt van de zaak zelve, die behandeld moet worden? Misfehien moet de Prefident zijn hoed op het hoofd zetten, om den invloed van zijn hamer te doen gelden ? Misfehien ......? Neen: de gevoelens zijn eendemmig. Men hport van geen verfchil. Alles ftemt>, én — de Raad ver- ' leent, met eenparige ftemmen, de gevraagde handopening!»!  . s : . DE REPUBLIKEIN. N°. 130. Laat ons eerst zien, hoe groot uwe Zeemacht zij, want dan terst zullen wij oordeelen over uw vermogen. F EN EL0I7. REPUBLIKEIN, Ik ben een oprecht Zeeman , en als zoodanige meer gewoon óp den uitkijk te ftaan, en te gisfen, dan te lezen , en vooral te fcbrijven. Ik lees echter uw Weekblad, omdat ik toch iets van den toeftand onzes Vaderlands wil weten t en nu wil ik ook aan u fchrijven , offchoon dit anders mijn zaak niet is, Maar ik wilde u evenwel mijn gevoelen zeggen over uw Nummer 66, 67 en 68, waarin gij omtrend de Marine gefchrevcn hebt: en dit mijn gevoelen is, dat gij de zaak net hebt aangepakt, waar zij aangepakt moest worden. Ik ben het volkomen met u eens, dat onze Zeemacht in eenen genoegzaarjnen ftaat had kunnen gebragt worden, indien men maar "de rechte middelen had te werk gefield. En wisten wij maar eens naauwkeurig, hoe liet tegenwoordig met de Marine eigenlijk gefteld is, dan zouden wij nog beter kunnen oordeelen, hoe de vork in de fteel zat. Als wij een fchip zien, dat getimmerd wordti dan weten wij tot op een dag toe, Hoe langen tijd daartoe benodigd is, gelijk mede, hoe veel dat fchip in zee moet kosten, zoodra ons flechts de prijfen van het Hout en verdere Scheeps - materiaa]en bekend zijn. En wisten wij dan nog, hoe veele millioenen het Committé der Marine , reeds zedeid Januari] 1795, van den Staat genoten,- en hoeveel het ontvangen heeft van Convooi- en Licentie - gelden, als mede aan ordinaire en extra - ordinaire belastingen; wisten wij naauwkeurig, hoeveel het thands georganifeerdé Committé, met de Timmerwerven, met de onderhoori- ~ iu. psu. y. £*  158 DE REPUBLIKEIN. ge Klerken en Bedienden, aan het Land gekost heeft* dan zouden wij zeer gemaklijk kunnen opmaaken, wat gedaan , wat verzuimd is, en hoeveel 'er nog tegenwoordig zou kunnen gefchieden. Bijzonderlijk ben ik in mijn fehik met uwen gedaanen voorflag, om alle de bij de hand zijnde Oostindifche, en alle verdere bruikbaare Groenlandfche en Koopvaardij - fehepen ten oorlog toeterusten , en daardoor onze Zeemacht, zelfs bij gebrek van hout, formidabel te maaken. Ik verklaar u op mijn Zeemans-woord, dat dit middel bèflisfend zou geweest zijn, en, wanneer ik in het geval was, om het Committé tot verandwoording te roepen, dan zou ik ftellig vragen, waarom zulks niet is in acht genomen ? In 't voorbijgaan , moet ik 'er nog bijvoegen, dat dat gebrek, waarvan men zoo geichreeuwd heeft, nimmer zoo groot geweest is, en dat als men de Kooplieden op den bepaalden tijd voor hunne leverantie had kunnen betaalen, 'er altijd, en ook tegenwoordig, Scheeps-Materiaalen in overvloed te vinden zouden geweest zijn. Ook even goed flaat gij den fpijker op zijn kop, ten aanzien van het gebrek van Matroofen. Ja, als men , kort na de Omwenteling, de Matroofen daadlijk had in dienst genomen, ik verzeker u, wij zouden eene groote Vioot meer. dan genoegzaam hebben kunnen bemannen, en een .goed aantal Dcenen en Jutten hebben gekregen, zóodra het maar geMcken was, dat men de Marine niet op het fleeptouw wilde nemen. En dat zulks waar is i, kan ik u daarmede 'bewijzen, dat 'er, bij de Omwenteling, zich te Amfteldam zoo veele Matroofen bevonden , dat zij geene ilaaplteden konden vinden, waardoor men zelfs aldaar voor een opftand beducht was, zoo zelfs, dat 'er toen een.e Commisfie van de provijioneele Reprefemanten dier Stad aan het Zee-Comptoir geweest is, met geen minder oogmerk, dan om die Matroofen, bij proviiie, op Wacbtfchepen te plaatzen. Gebrek aan geld dat is een drommelsch ding , -daar ik maar in 't geheel geen raad toe weet, omdat ik vol ftrekt geen kennis heb van het finantieele. Doch ook daarin hebt gij zoo drok gearbeid, dat ik mij verbaazen moet, waarom niet het een of ander van alle uwe financie-voorftellen door het Beftuur gevolgd is, om diefchaarsheidteherftellen?Ook is het onbcgrijplijk, dat, daar in Holland reeds zoo fchriklijk veel geld is opgefcragt, daarvan niet een goed gedeelte tot herftel der Ma-  DE REPUBLIKEIN. 159 Marine is gebruikt geworden. En, zo het gegeven is waar is dat geld dan gebleven? Mij geheugt nog, Hat ik mit onder een oud ervaren Opperhoofd, aan boord bevond, terwijl wij eene reis decden met verfcheiden andere fchepen, die door jonger Scheeps-Kapieins gevoerd, en, even als wi|, van alle matenaalen rijklijk voorzien waren. Eer de reis half voleind was, vernamen wij, dat veelen der andere fchepen reeds gebrek hadden aan nodige fcheepsbehoeiten, terwijl er b.j ons aan boord flechts weinig was verbruikt geworden De reden hiervan aan mijnen Kapitein vragende, begon die oude Zeerob met mij te lachen Hoe, Czeide hij) hebt gij dan nog niet opgemerkt, dat al e die Kapiteins fchrandere koppen zijn in dc theorie, die hunne takelagie zoo dikwerf veranderen als zij maar iet nieuws aan een vreemd fchip ontdekken? Ik voor mij zie gaarn uit mijn eigen oogen, en laat geene verandering maaken aan dc tuigagie van mijnen onderhebbenden bodem, dan na alles rijplijk overwogen te hebben en van de nuttigheid overtuigd te zijn. Als gij door den tijd ook eens Kapitein mogt worden volg dan mijnen raad ; de reeders zullen 'er zich we b.j bevinden, cn gij zult geen gevaar van gebrek lopen! — Wat dunkt u, Republikein, zou deze gelijkenis met ook nog elders toepaslijk kunnen wezen ? _ Nu heb ik, voor een Zeeman, al vrij wat met de pen afgedaan: ik zeg voor een Zeeman; want die houd niet veel van vitten en draalen. Kort en goed, en daarmede wegl is het gewoone fpreekwoord, en hiermede zou ik dit fchcepje ook in het water hebben kunnen laten lopen; doch, daar ik nu aan het. fchryven ben moet ik nog één ding zeggen omtrend hetgeen •er in mijn oog gedaan moet worden, en dat zal ik u heel kort voordragen. Als een Zeeman zich met zijnen onderhebbenden bodem op een laagcr wal fee* »et vind, en in zijn fchip overal gemaakt, en alle handen te werk heeft gefteld, om alle zeilen bytezetten en zooveel mogelijk bij den wind op te prangen, dan laat hij niets onbeproefd, om de zeilen en den bodem te behouden. Al forceerde hij in dit geval zijn uaande en lopend wand, of zeilde een fteng of ander rondhout over boord, daar bekommert hij zich met over, en denkt: dat niet ftaan wil, moet vallen; dat het zwaarfte is, moet het zwaarfte weegen- want, wil ik mij -aan geen plichtverzuim fchuldig maaken, van met  E REPUBLIKEIN. Provinciën van haare quorums in de petitiën van oorlo*. waardoor hetCommitte der Marine volftrekt is verhmderd geworden, zijne werkzaamheden naar behooren vo'ordtezetten.—Intusfehen, verdient dit een en ander de hoogfte oplettendheid der Natie, te meer, daar het voorgevallene met de Vloot van Lucas in de Oost, zonder flagof floot»eene meenigte van bedenkingen aan de hand geeft waarbij een ieder, onkundig van den toedracht der zaken, twijfelen moet, of het beftuur der Marine' zoodanig zij, dat de Natie zich daarop gerustlijk verlaten Jcan? — Reeds, zoodra de ongunftige tijding van dicgebeurdtenis uit Engeland herwaards was overgebragt, haddeni wij ons gevleid, dat het Committé der Marine aan de Natie opening zou hebben gegeven van zijne genomen maatregelen. Dit ware en overeenkomftig geweest met oen aard van een republikeinsch Bewind, en hoogst-nodig voor de inwendige rust. Wy hadden ons gevleid dat of de Nationale Vergadering zoodanig naauwkeurig Bericht van voorn. Committé zou hebben afgevorderd om vervolgends daarvan eenige billijke opening te "evcn aan de Natie. Dan, niets van dit alles gefchfed zijnde, wordt daardoor het opgevatte wantrouwen hoe langer zoo fterker, en wij moeten dus onze volle goedkeuring hechten aan de poogingen dier Vaderlanders, die zich met een Addres aan de Nationale Vergadering zullen vervoegen, zoo om opheldering we°-ens het voorgevallene met het Esquader van den Commandant Lucas, als wegens dc ongemeene traagheid welke er bij de Marine plaats heeft, en waardoor de zoo kostbaare Oorlogfchepcn geen het minfte nut aan den Staat leveren , maar in tegendeel, bij mangel van zeebouw, aan het daadlijk gevaar worden blootgcfteid om wanneer het nodig ware, niet gebruikt te kunnen'worden. Immers, zoolang het Zeewezen, door eene onvermoeide vlijt, geenszins rot dien ftaat herfteld wordt dat wij den koophandel tegen het roofzuchtig Engeland naar behooren kunnen befchermen, zal en de alliantie met Frankrijk volftrekt nutteloos, de zoo wenschlijke vrede met Engeland billijke voorwaarden vertraagd, of voor ons allerfchandelijkst, en allerfcbaadelijkst tevens, gefloten en de nationaale voorfpoed jammerlijk belaagd worden en blijven, De punten, derhalve, waartoe zich de aandacht der waare Vaderlanders, bij een Adrés aan de Nationaale Vergadering, behoorde te bepalen, zijn dezen: I.) Opening te vragen van de orders, aan den Admiraal  DË REPUBLIKEIN. 163 raai Lucas gegeven, betreffende de Expeditie naar de Kaap, ten einde het blijke, hoe die geheele Vloot, zonder flag of floot, in handen der Engelfchen heeft kunnen vallen, zonder dat daarbij verraad,ofonverfchoonlnk verzuim, hcbbe plaats gehad? 2. ) Tc verzoeken,dat, ingeval de lopende geruchten mogten bewaarheid worden , dat of de beloofde Franfche Esouaders, die tot verfterking zouden dienen, zijn agter«ebleven, of de Orange- oproerigheid van het fchecpsvolk den Admiraal Lucas tot overgave zijner vloot hebbc genoodzaakt, zonder zich te hebben kunnen verdedigen, alsdan de cordaatfte maatregelen worden daargefteld, om zulke jammerlijke voorvallen in het toekomende te verhoeden. 3. ) Ernftig aantedringen, dat naauwkeurig onderzogt worde het aandeel, welk dc voordvluchtige^F/Z/ew V., door Correspondentie, gehad hebbe in de verraad_erh]ke verovering van dat Eskader , hetgeen hij Gekends de Engelfcbe Nieuwspapieren) de onbefebaamdheid ge* had heeft, het zijne tc noemen, en dat, in geval van ontdekte confpiratic, voorn. Willem V., in naam der Natie, door het hooge Gerichtshof worde ingedaagd, als •fchuld'ig aan «le misdaad van verraad, en, in geval van ■mct-verfchijning, de fchaade, door het verlies der Vloot geleden, verhaald worde, ten voordeele der Natie, op dc geabandonneerde goederen van denzelven voordvluclïtitien cn misdaadigen Stadhouder. ■ 4.) Ernftig aantedringen, dat, op gelijke geuren ge wij • Ze, worde gehandeld met allen, die, bij het naauwkeurigst rechterlijk onderzoek, mogten bevonden worden, in deze znak verraaderlijk te hebben gehandeld. 5) Opening te vragen van den toeftand der Marine, gedord Januari] 1795 tot op den huidigen dag, opdat aan dc 'Natie blijke , wat 'er ten voordeele des Lands gedaan, 'cn wat 'er verzuimd is geworden. 6. j ln geval van onverhoopt verzuim, tevoTderen ,da* ■zoodanige Leden, die aan hunnen plicht niet voldaan mogten hebben, infaam gecasfeerd worden , behoudends zoèdanige vergoeding, welke de Nationale Wet daaromtrent in rechten van hun zal mogen vorderen. 7. ) Ernstig te verzoeken, dat door dezelve Vergadering de Inftructie voor het Committé der Marme zal worden gerevideerd, en geamplieerd met het allernoodzaaklijkst Artikel: dat voorn, Committé, t'elken  i&j. d e republikein; reife om de 2 Maanden, naauwkeurig rapport zijner Verrichtingen zal. doen aan de Nationale Vergadering in Committé Generaal geformeerd, met uitzondering' alleen dier geheime orders, die tot eene of andere Expeditie mogten behooren, welke nog niet is afgelopen; — dat voorn. Rapport t'elken reife door eene Commisfie van perfoonen, in dit vak kundig, binnen zekeren bepaalden tijd zal worden onderzogt; ■— dat daarop de goedkeuring of afkeuring wederom in een Committé Generaal zal volgen, en van alles, wat tot verdediging van den Lande, of tot befcherming van Koophandel en Zeevaart, in het openbaar bekend mag zijn, aan de Natie kennis zal gegeven worden. ***ttt*** Provinciale September - Anecdote". Zeker Gaarder der Gemeenelands-Middelen, bekend' als een gefigualeerd voorftander van Orange, te H m> vormde het Plan, om zijn jaarlij'ksch tractement van 900 Guldens verhoogd te krijgen. De moeite was hem voor dat geringe douceur te groot Hij .had eenen Adfiftent nodig. Den rechten weg hiertoe inteflaan bij Request aan het Provinciaal Bewind —• dit was te veel gewaagd, en ook te zeer vernederend. Hij wacht dus liever geduldig af de komst der Commisfarisfen tot onderzoek naar de Furnisfementea der geforceerde Geidheffmg van 17 Julij 1795. jjjj dezen fnoeft hij op zij ie verdien ften, en beklaagt zich wegens zijne zwaarwichtige bediening, in vergelijking Zijner bezoldiging. Zijne welfprekendheid overwint alle tegenbedenkingen wegens de febasrsheid van penningen Men vergunt hem 20 Guldens 's Maands tot furplus! JEn juist door deze edelmoedigheid ontvangt hij nieuwe' krachten, om zijn ambt zonder Adfiftent waartenemen. — Hoe gelukkig een Land, waar het Beftuur dc lichaamlijke krachten zijner geliefde Ambtenaaren. zoo edelmoedig weet te onderfteunen !!!  REPUBLIKEIN. ' N°. li'iv O» trwveftw Awee ^ .« de Conflitution quelques pierres fondamentales de l'edifice, qu'on veut lever maïs .i n ff W a pointtoutes les pierres, (f«L makjan pour la folidut de l'edifice; on n'en trouve pas eet ordre, at ,nfemhe deern Hnaijons politiques fans lesquelles le regime ftetal prefmera tour jours de nombreufes defectuofités. CLERMONT-TONNERKÏ" h'n •f~;>v-'x'■■t'lt' •ariiioteSio'V i.moh'èVi sb ncv Vervolg der Aanmerkingen over hel Plan van flfflflb lutie, bepaaldlijk over het gebrek iy/« worafgaand Rapport ivw* /wf Committé van Conftitutie — ns j •>{>;>! jj>m ■lssn «wat ■ "*  DE REPUBLIKEIN. 167 ken prijs het openbaar Bewind verkoos te Hellen op den arbeid van onbeambte Burgers, die, zonder eenige andere aandrift, dan liefde tot hun vaderland, een gedeelte'van hunnen tijd aan de overweging en behartiging* der algemeene belangen goedwillig opofferen. Na deze aanmerkingen over het zoo aanmerkhjk gebrek wegens eenig voorafgaand cn beredeneerd Rapport waaruit men alleen over den geest van het Ontwerp' zelf met grond zou hebben kunnen oordeelen, zullen wij nu de gebreken overwegen, die, onzes oordeels in de plaatfing der Ti tuis van het bewuste Plan van ' Conftitutie gelegen zijn: welke gebreken, indien zij gelijk wij vertrouwen te kunnen aanwijzen, rechtmaati»-'zijn, almede tegen de gegrondheid van voorn. Plan moeten getuigen. Wij zullen dezelven eerst over het geheel opgeven , om daarna op de bijzondere deelen te kunnen ftilftaan. De eerfte en tweede Titul, handelende over de Oppermacht en Verdeeling des Volks, het Stern-recht, en de Grond- en Kiezers-vergaderingen, behoorden volftrektlijk maar éénen Titul te behelzen, omdat zij over één onderwerp, over het Volk, als den éénigen Souverain, handelen. Immers, daar zij, zeer reehtmaatig, de eerftcn in rang geplaatst worden, omdat zij het Volk voordellen, waaruit alle macht voordvloeit, zou de inéénfme'ting dier twee Tituls dit gantfche onderwerp, als vereenigd, altijd voor den geest gebragt, en daardoor gelijk thands uit de affcheiding, dier Tituls moog- lijk is, nimmer b» uwuujw^ .«sw *ww»m» opgeroepen, uaaruum jyw ^^w' , „ " , Titul in,van 4e tvetgevenae, cn tuut iv, «e Uitvoerende Macht, zijn op hunne plaats gcftcld. intusfehen, blijft toch de bedenklijke vraag: of 'er met wP7cn i!fc vertcnit zi wMuitu »«„"'™» «<■- ftuurende Macht ? en zo ja; tot wien dezelve alsdan behoort' De laatstgenoemde fchijnt te behooren tot de Uitvoerende Macht, omdat zij geene wetten ontwerpt, maar alleen volgends wetten handelt, cn fchikkingen maakt om dezelven behoorlijk te doen uitvoeren • fchoon het w'oord uitvoerende Macht ons alleen doet denken aan iet zuiver ministerieels, aan eene blinde ondergefchiktheid, waarbij niets te fchikkeu of te verordenen valt Of zou men onder die beftuurende Macht het X a *J6'  i6B DE R^PüSLIKE JNf Departementaal en Mmcipaa} Beftuur moeten verltaan ? Aan den adderen kant, is ceneivö^j.-^ Madhr ,.e beftendigc zittingen houd, een zonderling denkbeeld' m moet toch eenmaal een einde komen aan het wetten geven: wat zal dan dat Lichaam uitrichten i Was dus niet een andere nanrn voor die bei*; Machten ve'iicieshjK? en konde de naam van wetgevende Macht met met voegzaamheid, verbiiiven aan' hun. die alleen eene Wet bekrachtigen, naamlijic het V0Jfc, wc*S Ód- EXEXJ1! f"" rf*BmSm Regeeringform, niet te heilig kan bewaard worden? Waarom op die twee" Machten niet onmiddellijk volgc de rechterlijke Macht, gelijk het behoorde? weten wij niet. Ve'vijfde Titul, van de Finantieele zaken, is even lehoon geplaatst, als Piïatus in het Geloof; ten zij het oogmerk geweest is, om, na datgene te .hebben afgehandeld, wat tot het Umsme behoort, m tot het Foedera. hsmus overtcgaan. Deze fchikking is voorzeker verre tL ziJ'n- B«er «'are het geweest, Mul VI, van het Departementaal Beftuur, terftond te laten volgen agter Titul IV, niet als'een hoofd-titul, maar als een onderdeel i en daarop had alsdan Titul VII van de Rechterlijke Macht, en eindelijk Titul V van ae finantieele zakr-n moeten volgen ■ Titui vin, ix en x 5eh00rdei; -m ,t hee] niet geplaatst te zyn in de Acte van Conftitutie. Dc Vrijheid van Godsdienst, toch, is een uitdruklijk Artikel uit de Rechten van den Mensch. Dat behoort tot de Conftitutie zelve, als écn der grondflagen, waarop de' Act? moet gebouwd zijn. Daaromrrend befchikkioE te Willé* maaken in eene Jtète van Conftitutie, is e ven ongerijmd, en van dezelfde veruitzienuc gWoIgen als int deze- Acte het recht van eigendom te willen" verzekeren.-. De Natie zelve heeft geen recht, om daarover op ■eenigerhandc wijze te befchikken, omdat zij een individueel en onvervreemdbaar eigendom is. — Tot dieSSS beh0°rt °'°k ha P«Mek Onderwijs, (in I itül VIII.) en flfét minder de publieke Onderftand van Behoeftigen, waaraan men , echter, met geen enkel woord, gedacht heeft. — Tot diezelfde rechten behoort Titul IX, betrefionde dc Leenen, Gildens Vrijheid der Drukpers, 'gefdg der Bu^gervergndei ringen of Genoótfchappen, Onderfcheidmg van tan?, Unpari^heid van Mcaten en Gewichten-, het roeren aer IVaapenen, Rcc/tt van Voordracht -omtrend ■ ■■ 'e -Lands-  DE REPUBLIKEIN. 169 V Lands zaken, Tractmnents-bezoldiging , en de handhaving der Conftitutie, als zijnde dit alles, ieder od Zich m genomen., en voords wederom bijeengevoegd onmiddellijke uitvloeifels van de leer der gelijkheid en vrijheid, welke in de eigenlijk gezegde Conftitutie moet begrepen zijn. ... , Even ens is het gelegen met de Colomen, in litui A. Dezen zijn begrepen in de algemeene form van regec85* welke in voorgaande Tituls befchreven is, ten ware men konde goedvinden, om die Colomen nog als overwonnen Landen te behandelen. Alsdan gewis zouden zij eenen bijzonderen titul vorderen. — De elfde Titul, over het maaien van veranderingen m de Conftifitic, is onontbeerlijk, en ook, zeer voegzaam, aan het einde geplaatst. ' Zijn deze bedenkingen wegens de fcnikking der tituls 'juist, gelijk wij vertrouwen,, dan is natuurlijk de vraag: van waar' zoodanige verwarring onder Mannen, u-ier erkende wetenfehap niets desgelijks van vooren deed vermoeden? Twee redenen, doen zich alhier voor. Dc eerfte is het verkeerd begrip, om van de Rechten van den Mensen cn Burger te zwijgen, cn flechts, onder de rubriek N. B. van Algemeene Befclukkmgen CTitul IX), zooveel daarvan, ais nodig fcheen, in de \tcte van Conftitutie intewcevcn. Maar, wie moet zich hier indedaad rflët verbaazen, dat zooveelc fchran-» dere en hoo" verlichte Rechtsgeleerden, als er onder de Leden van dat Committé geweest zijn, met gezien hebben, of niet hebben willen zien, dat juist die voorafnumJe Verklaaring de plaats moest beklecden van elke andere Inleiding tot een contract of verdrag, waarin de partijen haare bevoegdheid uitdrukken tot het pasfeeren der'Acte, en zonder welke Inleiding ieder contract nul en onwettig Hl Begrepen zij dan met, dat, daar die Rechten onvervreemdbaar cn dus onverjaarbaar ziin secVe. Acte van Conftitutie daarop eenige befchikking kan maaken; maar dat zij alle zoodanige actcn moeten voorafgaan, zoodanig , dat de _ Staats-rcgchng, zonder dezelven, nimmer eenigen fchijn van wettigheid konde bekomen, even weinig, als elk ander contract, waarin ik onzeker, ben, of.een der partijen wel Perfoon geweest zij? Grove dwaaling voor- ^De'tweede reden is de overgedreven zucht, om het Umsme met het Foederalisme (om eens te fpreken  *7° DE REPUBLIKEIN ^mmsm ren evSeaZw maar eenheid ^J^J^^ ;™"g'rne" metS,„?nders. da» boöze handel, de der rW* ft, r ,°r Ü2i Sl Zoodanige vermenging eer twee ftnjdigfrö gronden zou alleen dienen om her re maaSr^ °P V™ het fein^Hn?^ bfidedezc misvattingen, welke, in de fchikk ng der deelen van her voorn. Plan van Connhutie Si E dj£-f C" ^^«è veroorzaken " kunnen nn ^,'"6' m°e,tC' d° êT00tc hoofdpunten tonnen ontdekken, waarop aiIes gebouwd moet Van daar dat verbaazend ftilzwijgen omtrend een grond-artikel van her Maatfehappijlij! Verdrag, n amlük de gewapende Burgermacht, want, wat tochMs dat anders, dan de verzekering van vrijheid, ve ligbe d en eigendom , waardoor alle de Leden elkandere, cïech XhU ^UkrJk Suarand™> of, in andere woorden zich onderling verbinden, eikanderen bij die rechten zeis met opoffering des levens, te zullen ScEÏÏS Het Reglement,-door de Nationaale Vergadering o Je Burgerwaapening vastgefteld, maakte dit bïjvoegfel geenszins onnodtg. In tegendeel had juist het Committé da m een voortrefli k voorfchrift, op welke wHze he dit nationale hoofdbelang fchetzen moest. De ffidS tot SrS? 2? 5** d°°r haarG °«gemeene kracht en dnri,nl' de/°,edkeunng weggedragen van alles, wat va- m r welkfkt' VaV!JeS' Wat dc waare VrtlhSd bemint, welke 0p goede beginfelen berust. De Natie heeft  DE REPUBLIKEIN. 171 heeft die Inleiding als een meesterftuk geëerbiedigd, en het Committé van Conftitutie beroept zich niet alleen niet op de blijkbaare waarheid; maar het zwijgt, het zwijgt geheel van het bolwerk der nationale veiligheid ! Dat Committé, dat in Art. 746. van het Plan, als 't ware ter loops, en wel in het rubriek van gemengde zaken, aanteekent: „ Ieder Burger is verplicht, de „ waapenen, ter verdediging van het Vaderland en ter „ handhaving van de rust, te voeren, onder zoodanige „ bepaalingen, als de Wet vast Relt;" dat Committé zwijgt van die bepaalingen, welken zij als hoogst noodzaaklijk vooronderftclt. Dat Committé maakt het gantfche decreet der Nationale Vergadering volftrekt afhanglijk van tijden en omftandigheden, daar het, intusfehen , eene eeuwig-duurende verplichting is voor ieder iid der maatfchappij, voor ieder Burger, ter verzekering van vrijheid, veiligheid en eigendom, de waapenen te voeren, of op eene andere wijze tot de openbaare befcherming bijtedragen : eene verplichting, waarvan niet één Burger kan of mag ontheven worden, dan om de allergewichtigfte redenen, en bij een vrijwillig verdrag van de zijde der Maatfchappij, zoo wel als des Burgers. En derhalve, juist omdat dit belangrijk ftuk, hetgeen op eene volftrekte verplichting berust, aan zeer verfchillende wijzigingen onderhevig is, welke door de gantfche Natie gekend, en naar billijkheid en recht moeten goedgekeurd en daargefteld worden, moet de gewa opende Burger-macht even zeer eenen onderfcheiden Titul hebben in de Acte van Conftitutie, als de Wetgevende en Uitvoerende Macht. Even zeer had de publieke Onderfcand eene plaats in het Ontwerp moeten bekleeden. Het moet indedaad eenen ieder verbaazen, daarvan niet één enkel woord gerept te vinden, daar veele vaderlandfche pennen de volftrekte noodzaaklijkheid daarvan hebben aangetoond, en zulks nog onlangs opzetlijk gefchied is in eene afzonderlijke Verhandeling, welke, gelijk zij eenen verdienftelijken Vaderlander tot Schrijver heeft, om haarea voortreflijken inhoud, dubbel waardig is gelezen te worden (.*)• Zonder te willen fpreken van de gevolgen, (*) De Armen, Kinderen van den Staat, of, Onder ztek nopens de. verpligling van hit Gouvernement, om de /Irmtn te verzorgen, en Ontwerp vaneen Plan, daartoe firektende, door c. IJQCGS. Te Leijden, bij du Mortier en Zoon 179G.  i?s DE REPUBLIKEIN- gen, die uic zoodanig misdaadig ftüzwijgen welliet zouden voordvloeijen, willen wij thands "liever eindigen met. deze korte aanmerking: dat een Plan van Conftitutie, hetgeen een diep ffilzwijgen houd van cardmaaie punten, die de bijzondere en algemeene rechten betreffen van ieder individueel Mensch, en van alle Burgers te zamen genomen, op het-zagtst beoordeeld, mets meer, dan een fragment van een Ontwerp maar: geenszins een Plan zelf is, dat tot een-grondflag kan dienen, en dat een Ontwerp, zoo verward m zijne Tituls, als wij hier boven hebben aangewezen mets anders, dan verwarring van begrippen nichten, en daardoor voor de Volks-vrijheid en welvaart van den Staat zeer nadeeiig werken moet. Te jÊtnflerdam, bij M. Schalekakp, in de Warmoesfraat als mede te Rotterdam bij D. Vis, vanden Dries, Dordt Blusfé en Zoon. >sBage\. Plaat. Ley£ Hon.oop en Herding. Haarlem Walré, f Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Swcbm. Delft R0Clofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp ^«J.Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T.van Paddenburgen ™0j!/?," dC Wed'Terveen' '**°*ch Palier. Middelburg Giilisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamlfe Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd \ ii Stuiv.  . DE ' Cl ^.rt REPUBLIKEIN. N°. 132 en 133. • De Hollandfche Ingezetenen zijn reeds driemaal zwaarer le, last, dan die van andere Giwesten. En zal men dan de reeds plaats hebbende ongelijkheid nog vermeerderen? VAN Dï KASTEEL E. Jets over de fchulden van Holland, in derzelver bitrekking tot de overige Provinciën. — Aanfpraak aan Nccrland's VolK, bij de intrede van liet derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. '"Wanneer wij onze aandacht vestigen op de gewoone oordeelvellingen wegens de Staats-fchulden., dan worden wij vaak gedrongen te erkennen, dat de Ingezetenen van Holland weinig met het locale, den aard en prijs der voordbrengfelen, de inkomften cn belastingen , der overige Provinciën bekend zijn; en dat hieraan , te gelijk met den invloed der Stadhouders, wier belang het was, Provinciën te begunstigen, die van hunne hand vlogen, cn alzoo de overftemming ter Generaliteit verkregen, het drukkende der quota van Holland te wijten is. — De Regenten, toch, der overige Provinciën ftudeerden meest allen op de Leijdfche Akademie; zij waren, bij afwisfeling, een geruimen tijd in den Haag, ter bijwooning der Bondgenootfchaplijke Collegiën en Commisfien; en hadden, uit hoofde.van koophandel, finantie, of familie - betrekking, geduunge .gelegenheid, zich in hetgeen hen, in hunne qualiteit van Regenten, konde nuttig zijn, te oefenen en te flijpen; daar de Hollanders, in tegendeel, zelden iets meer, dan het Sticht van Utrecht en Gelderland, het laatste zelfs nog niet, dan zeer oppervlakkig, kennen. — De overige Provinciën, te zeer buiten de route van den drok geaffaireerden Hollander gelegen, en weinig bijzonders opleverende, om hem, zelfs tot een fpeelreisjc, derwaards aantezetteu, zijn aan het grootste gedeelte der- 1U. DEBL, Y ZeI'  174 DE REPUBLIKEIN. zeiven geheel onbekend.— Meesterlijk hebben de Provinciën, bij alle voorkomende gelegenheden, hiervan weten gebruik te maaken, door haare Volksmeenigte veel geringer te doen voorkomen, dan bij de tegenwoordige telling gebleeken is, haare (frats - fchulden hooger, haare inkomsten minder optegeven, dan dezelve indedaad waren; een laag denkbeeld inboezemendevan den rijkdom haarer Ingezetenen, en van den grond, door dezelven bewoond; terwiji zij daarbij voedden eene^of andere in 't oog lopende belasting, dte echter, meestal, flechts op een zeer gering gedeelte der Provincie werkte, en waaraan men zich, grootendeels, door huismiddeltjens zeer wel wist te onttrekken. Van hier, dat Holland, gedeeltelijk door overitemming gedrongen, gedeeltelijk door list misleid, zich, en door te hooge aanflagen in de quota van het Bondgcnootfchap, en- door het betaalen voor de mankeerende Provinciën jn de door haar geconfenteerdc petitiën, en door vóór. fchotten en guarantiën voor onze Oost- en West-Indifche Bezittingen, bij welker behoud de Landprovinciën haar evenredigheid van haar vermogen, even fterk, als Holland, geinteresfeerd zijn, tot den bezwijkenden'Jast van fchulden gekomen is, waaronder het tegenwoordig zugt. — Omtrend 600 Millioenen Guldens, toch, moeten door deze Provincie tegen hooger en Jaager interesfen worden verrent; daar de fchulden van alle de overige Provinciën, met elkander, waarfchijnlijk geene 200 Millioenen belopen. — Van hier, dat Holland, zederd het jaar 1788, een liften Penning tegen ii prCt, en een vijftigste als don gratuit heeft moeten heffen, en, zederd het jaar 1795, twee keeren, geforceerd 6 prCt, behalve nog eene zwaarc belasting van de Amb-> tenaaren en Minvermogenden, alles tegen den gerintren Interest van 2* prCt., heeft doen opbrengen. . Van hier, dat de Stad yimfteldam 2 pro cento van haare Burgers heeft moeten vorderen; zoo dat door de lncre, zetenen dezer Provincie 18, en door die der Stad Amfteldam ao Gids. ten honderd, in 9 jaaren is opge- bragt, Van hier de zeer zwaare verhooging van lasten op de Verponding, de huishuur, het zegelrecht heeren en redemtie, plijfier, cn kofhj cn tbeegeld enz.' die gedeeltelijk door de geheele Provincie, gedeeltelijk* door Amfteldam, de ziel en fteun der geheele Republiek, moeten worden opgebragr. — Van hier, de ontvolking der fabriekftcden, Ljsij'den, Delft, en Haarlem t  DE'REPOBLIKEIN. 17$ hm, alwaar men geheele ftraaten ziet ledig ftaan, waarvan thands de huifen worden afgebroken, of voor s Lands lasten weggefchonken. — Van hier, de daaling der Hollandfche Obligatiën tot bijkans 36 pro Cento. — Van hier, het vertrek van zoo veele rijke kapitalisten uit Amfteldam naar min belastte Provinciën, die door een veel groter getal zullen gevolgd worden, indien Holland niet in zijne finantiën door de overige Provinciën word onderfteund en verligt. — Van hier , reeds het te huur liaan van duifende huifen in Amjteldamt wier bevvooners zich, of op kamers, of bij andere huiabeweoners, denken te behelpen, en waardoor, in h« aanftaande voorjaar, talleioze perceelen zullen ledig blijven — Van hier, dat Holland zijne zoo plechtig geguarandeerde fchuld voor de Oost-Indifche Compagnie, het tegenwoordig Beftuur zijn woord, dat heilig diende te zijn, en waarop het zelfs eene Negotiatie heeft uito-efehreven, in dezen niet houd, daar weduw cn wees "om zugt, 't welk zooveele Diakonien en Corporatien in het naauw brengt, en aan het crediet dezer Provincie geheel den doodfteek geeft. — Van hier, eindelijk, dat de gewoone middelen van Holland, in het af-elopen jaar, reeds 7 Millioenen minder, dan m fchraale jaaren, hebben opgebragr, *t welk zeker, daar elk bedachtzaame in Holland zich niet alleen van 't geen 'live, maar zelfs van 't geen aijance mag heeten, onthoud zooveel zulks in de tegenwoordige tijden doenlijk is', dit jaar nog veel erger zal zijn. — Welke Provincie nu, behalve Zeeland, heeft over eenige, hier naar zweemende, bezwaaren te klaagen' Zou het Gelderland, of Overijsfel zijn, daar de ftaatsfcbulden, berrekliik met Holland bereckend, niet noemenswaardig ' zijn • daar het getal der Inwooners 's jaarlijks toeneemt; daar'men, door het verdeden der zoogenoemde Gemeente-Gronden, waarvan veelen zeer goede Weilanden zijn en door het bebouwen der bruikbaare Heivelden de'volksmeenigtc, waarfchijniijk, wel een vierde kan 'doen aanwasfen • daar de rijke niet noemenswaardig belast- daar de voordbrengfelen van hunnen grond allerveiligs't en ten duursten kunnen worden verkogt; en daar men, ter voldoening in de Generaliteits- lasten, fik fpreek hier altijd in vergelijking van Holland) flechts weinige penningen, en onder min drukkende voorwaarden, van de Ingezetenen behoeft te heffen? - Overijsfel, opdat ik dit Gewest eens ten voorbeeld Y 3  lf6 BE REPUBLIKEIN. ftelle, heef: ruim .135000 Ihwooners; het heeft, lang den gëheelea IJsfel, van Deventer tot Camp en, e van deze Stad tot Zwol, vette weiden, die, voor zoo verre zij verkoopbaar zijn, doorgaands meer, dan in Holland, opbrengen. — Een gedeelte van Salland en Twent heeft wei eenen min gunftigen grond; echter vind men ook aldaar zeer goede Weilanden •, uitgeftrekte Gemeenten, of Broeklanden, die met geringe kosten in particuliere Veeweiden te veranderen zijn; zeer goede flreeken van rijk gemeubelde Tuinaarde, die jaar op jaar gezegende graan-oogften opleveren ; uitgebreidda bosfehaadjen, die, door de fteeds toenemende duurte -van het Hout en de Run, den Eigenaar al meer cn meer •verrijken. —• En even alzoo is het met meest alle pro- ■ducten, die van daar worden uitgevoerd, gelegen. Paarden, Hoornvee, Boter, Huiden, Rund, en Varkens-vleesch, Koren, Katoenen, Linnen en Wollen Manufacturen,Turf, enz.; alle deze artikelen zijn duur, en doen den Overijsfelaar welvaarcn. Ook heeft de Boercnfhnd aldaar zich, in geene eeuw, zoo welvareude bevonden, als heden. — En, wil men een aangenaam tafereel van door den handel verrijkte en bloeijendc kicene Steden? men ga naar Almelo en Endfcheda. — Waar zou men in Holland, naar evenredigheid deigrootte, zooveel welvaren, zulk eenen rijkdom, en zooveel uitzicht op verderen voorfpoed aantreffen? Veelen der, door overmaatige belastingen , uit Holland verjaagde Fabrieken, hebben daar, waar een Handwerksman • voor een derde der Hollandfchc loonen , of althands zeker voor de helft, werkt, eene aangenaamc fchuilplaats gevonden; en kunnen aldaar tot cene veel aanmerklijker hoogte worden opgevoerd, indien men Hechts niet onftaatkundig genoeg is, om de lasten op de noodzaakiijke, vooral op de Confumtive levensbehoeften, te vermeerderen. —i Hoofd- en Schoorftcengelden mag ik 'er -wel bijvoegen; zuortgelijke, dooi-gelijkheid ongelijke, cn den Handwerksman te veel drukkende belastingen, dienden aldaar ,ook of geheel opgeheven, of naar het vermogen der Bctaalders gefchikt," en dc Lasten in 't gemeen meer op den vermogenden Man te worden ge- - legd, — het zij dat men 'er fleehts gezegeld papier invoerde, dat men fej niet kent, of dat men 'er het Cdl- • lateraal op eenen, maatigen voet deed heffen. Men be. • taalt 'er toch van niets, dan van Huifen en Landerijen, in de Provincie gelegen. Obligatiën, en alle andere Ef- fec«  DE REPUBLIKEIN. m fectén, zijn geheel vrij; en het hoogfte, dat men betSxf is zoo ik meen, flechts 2i G!d. ten honderd. Ma men 'er verder een nieuw quohier van verponS met eene naauwkeurige meeting der nieuw aangeaalte^anderijen, die een ^^^o^W^ vincie uitmaaken, en waarvan mets betaald wouk?,Wier dén RMtuigen van Vermaak, Lieverij-Bedienden , Wifie enz flechts zeer maatig belast? dan zou OvenjsS?/k" weldra in ftaat zijn, om Holland , het z.j door Sd de, het zij door amalgame der oudef fchulden die door en voor het geheele Bondgenootschap gemaakt ziin uit zijnen bangen nood te helpen redden. — Ten u Lr'fte. ve wonderd zullen zekerlijk veelen in Holland ^hooren, als zij vernemen, dat (ten minftcn dus w het nog vóór weinige jaaren) ie mand, de^jnOgJ met 6 Paarden reed, eenen prachtiger, ftoet van Lieve rii Redicnden hield, en naar evenredigheid m wee ae 1 ecfd e voor dt alles, benevens voor zijne Confumtien vTn Wiin, Bier, Brood, Vleesch enz. flechts >4o Gids. des iaataan de Provincie betaalde.-In de dne Hoofdfteden, ik beken het, moest meer worden opgebragt-, -S dit wist de vermogende, indien hem zulks de moeite waardig was, zeer wel te ontduiken, door zich eeTgroot gedeelte van het jaar, op zijne ruime Livt^^SSk dTprovincie Utrecht plaats, daar het voor den Bewooner der Hoofdftad, die in ee„ge ruimte leeft, een Punt van Bezuiniging is, in zomSe quartieren van zijn Gewest eene Buitenplaats te houden De Vecht echter, alwaar zich de Holanders meest ophouden, is hiervan uitgezonderd. — De op Seuw te" leggen Belastingen dienen , ^s op voorwerpen van weelde of gemak, zoo wel on het Land, als in de Steden, egaal gelegd te worden. 'fis waar, men heeft, zederd de Omwenteling in Overiprel, eens een ^ften,en eens een vxfte» Penning geheven tegen 3i ten honderd en nu heeft n en nog eenen xoqften Penning uitgefchreven tegen 4 p 0 Cento. met zeeï veele uitzonderingen van Ambten en Effecten waarvan niet behoeft betaald te worden. De lS hiervln moest in de afgelopen Maand ^December\ de andere helft eerst in ^pnl van dit 0791) Se opgebragt; dus telkens flechts een 200/fe Penïïg Is het niet als of men daar flechts eene vertoonng van behoefte maaken wil? Dit is .ten mm ften se-  *7S DE REPUBLIKEIN kogt worden rinn h„Z ' Vvet tjsfel kunnen verrant van 5l'„t, 2CiVen 1,1 de H°J'andfche Prijscou* cZT ifug?**"* !796 genoteerd ftaan. J -ou va„ d" ^ VM dk ik sas, ^in e^-s^j^r^nss zou een k ' dL"fti"den hoonde /W*. ~^e ?^ £ de"&- herfchapen zijnde, voor de'beTofe "ge^^S SS3£ en rdedeHo°nge,DrentfChe iteeKt, en aan de Hollanders verkoopt, waarna dezelve gronden, met zeer geringe kosten , tot KeS ?oThVPïe"' ^ Veeweide" worden aangelegd, die een goed beftaan aan zeer uitgefirckte Dorpen opberen, Ken ltewel het°ng °P tel ülogZ nen, om een denkbeeld te kriteen 3™ , van bevolking Drenthe, binnen fc^^eTS'1 hetgeen nu te (heller voordean» zal hnZ? i , Hoomfchen aldaar nu ook huln lf t ' 331 de oefenen-, het geheele ^XSSSSS^Sl de Omwenteling, de bearbeiders der Vecnen£'meeT al uit Roomfchen beftonden, zich aldaar met rtlrT nedertezetten. - Wenfchelijk ware hetV meTde Bezumtgmg, welke men in dat zoowel beftuurde Landfchap, zederd de Omwenteling i„ ur men heeft daar toch de uitgaven tot op de helft JeSri derd Vreemd is het zeker, dat die eerfte en zeTïfe pels fa vorfcen. gekogt hebbcn, 9m v*or j^fj^ reu  DE REPUBLIKEIN. 179 ren tot gedenkreekencn der gouden tijden, die zij beleefden, te verftrekken ; terwijl anderen hunne Paardentuigen met zilver hebben doen beton, en het kostbaarsede winkels hen met te duur is Voor kleed.ng en huisf al- Geen wonder* daar bijkans alle hunne vönrdbrenSen het dubbel van den gewoonen prijs gelden, en zij dezelven op de veiligfte wijze kunnen verkoo- " L Door den meerderen uitvoer, winnen Zij het ve re van Overtjsfel. - 'Er zijn in Groningerland Boeren die, in dit Jaar, voor ƒ 40000 gl. aan koolzaad SI gewonnen/ alhoewel dit gewas, in ordinaire jaaren! hun voornaamfte Produet niet eens was- en choön men aldaar, onlangs eenen nieuwen poMer heeft in-ediikt , waartoe men de aanmerk Ujke fom van /■ 70000 gl heeft nodig gehad, dit is in dit éene Jaar {o7o Sde|k vergoed, dat men /^Jfj;** ?elfs gewas getrokken heeft. — Dan, om mij te 1De kor en welke nuttige aanwinften heeft Holland, of in Sn terrein, of in zijne bevolking, of in den rijkdom 1 ner lJ-ezetenen , of In de uitbreiding van zijn koopS d 1, hfef gen 'te wachten? ~ De Industrie is daar reeds ang ten toppunt geklommen* - De dorre Duinen ct^onmeetli/ke uitgeveende Plasfen zijn voor Se bebouwing vatbaar, of kosten veel meer, dan Server producten kunnen opleveren • getuige z>, de Sovenkerker-Polder, waarvan onlangs eenige Landen , Je bt den Eigenaar voor de zwaare fom van J 150,000 S te boek ftonden, voor de nietsbeduidende fom van / 6 co gl. zij" verkogt. - Wat men zich ook van de Aard-appelen-teelt op de Duinen moge verbeelden; bj S prtzeni en als de nieuwe vaag van den grond ^ Mest moet vergoed worden, zullen dezelven dö Sten d beteeldersDniet kunnen vergoeden M ïeS weinig Winst opleveren. De Schaapen-teelt op de Duinen omangs door den beroemden Gillisfen aangewezen, ,s , 2 de Duinen in 't gemeen in geene Weiden te herfcheppen Sn in t groot onuitvoerbaar. Fabrieken en Trafieken wijken hoe langer zoo meer naar goedkoop* oorden en hiertoe is in ons Land ruime gelegenheid , daar er V o!Sn zijn, waar een handwerksman voor een derdè dë Hollandfchc loonen kan werken, en beftaan. 'Fr mae bii de tegenwoordige ftremming der van bui,S komend fabriek - waaren , nog eenig leven in de Hollandfche fabrieken befpeurd worden: doch bij den ?rede . audien de belastingen, zelfs zonder verhoog^  ito DE REPUBLIKEIN. flechts op den ouden voet blijven ") Z3i k-w^ „ wat niet door zeker toeval jffi ,ƒ T "a aI,es' dc fabrieken op den duur ftaande houd - ' WX Buitenplaatfen , die noe wedppirpii'i- , den, op hoop, dat aarSS^tlCf^ de, verkoopbaarer zullen zIjnJ; Stff bif S^T Worden gelloopt, en, hoe vee d t de Vo u mêW van het Platte Land alsdan zTyêSi^ Ingezetene^ i 2 SmEdT ftS**»' gód. Of derzelver Bezittingen n ,'aa dS'" C" meerderen, of verminderen? lal veel van t "/ r ü*" betaalen der Buitenlandfche N%o£ti£-en\fifi*™ krijsen onzer kostelijke Colonlë,, "fh" WCde'faatste altbands daarbij geheel' èen 'figri °!er? ruiling, „och door Macht bij compenfane be^ren d.en zulks niet door onzen BoriÖ^SfewT^ ^ geheel geen uitzicht is. Welkenlee zw" verlies onzer Oost- cn West. Indifche Co SÏÏ, ° " op onze handel grootendeels Im3?3*^i^ Pen, is volftrekt niet te bereekenen. 1 Óiibel ,,-2 C was het dus, dat men, in het nieuwe Plan^X? rutie, eene regeling der quota's heeft kunnen voorfiï voor het benaauwde Bolland nog drukkende", da 2 voor weinige jaaren reeds verhoogde en mPn Z T voor deze zinkende Provincie ondra^i ke quó^ J S kan, moten bij de Provinciën nf ,L i j bl eenheid, bij ^O^SSl ? orï 'g^asS geheven moeten worden, vóór den vrede, ffi S voet beraamt worden, omdat men niet vrociJp> h tc dat tijdpunt, de betrek ijke vermogens de °SeVfc, eide°,ï Provinnen, of Departementen, met eeni^ ZZ1 1 fijkhcid zal kunnen bepaalen. U Dan eerst ^ J"* ook kunnen beflisfen, of de meer dan on M n Guldens, welken Bolland van KA^rovlSS ieders .inkomsten geheven, uitvoerbaar zij ? dan of Jen. ' * da.  DE REPUBLIKEIN. 181 de Ingezetenen naar hunne levens-wijze zal kunnen qSotifeercn» Dit ten minsten is zeker, dat het politiek bë£ der Land-Provinciën geheel, en de waarde haare voordbrengfelen, grootendeeh, van Holland af hangen. Ook lijden de Land-Provinciën, in Oorlogs-tijden bijkans nooit, in evenredigheid van Holland. _ De 'eersten toch, hebben over invafiën op heur territoir, in mèer dan eene eeuw, niet te klaagen gehad; daar men de zee het Hollandfchc territoir kan noemen; waarop ook dc hoegrootheid van haare quota gebouwd is. — Hoe dikwerf is nu Holland, in dien tijd, op dit zyn grondgebied geïnvadeerd, beroofd, ja geheel uitgeplunderd geworden? En welke vooruitzichten zijn er voor a.s nog, dat dit fpoedig zal ophouden? Dat dan nu de Land-Provinciën, die, zoo lang, zulke groote voordeedeclcn boven cn ten koste van Holland genoten hebben , haaren belanglozen ijver, tot behoud der gemeene zaak, in het critiekc tijdvak, dat W.J beleeven, met la ter zullen doen blijken, is de hoop en wensen van alle welmeenenden. Met dezen vuurigen wensch, fiellen wij de dagteekenin- ter neder van een nieuw, en, zoo wil met grond verwachten? gewichtiger tijdperk onzer Repub .e het nFRDE 1AAR DER BATAAFSCHE VRIJHEID. 1 Te ve geefsch zoekt de echte Vaderlander in den tweeden afgelopen jaarkring onzer ft—ge Op= lelinK naar daadzaken, waardoor hij zich, in eenen Sïên zin, gerechtigd oordeelt, om, in het aangezicht Ja, §b itenlandfchc Natiën, de gewoone jaartemng me Zlk een bijzonder biifchrift te vergrooten. ^Tcn fpi t $* dikheid ten fpijt der Vrijheid, es met befpot£:^^r>4 hoe zeer ook aan het hoofd Ronkende van alle. Nationale, Provlncaa e, enMgpale verordeningen, zag hij, nog pnlangs rr°ïn hem hic ove de voordduuring van den gebaatSS^Sr daar over de -tbaai. onkunde van verwaten Bewindslieden irtzgV ^ "den kander fteeds opvolgende belastingen, eldeis over  182 DE REPUBLIKEIN. jammerlijksten ftaat der Marine, en in het ateemwn rit,* den „og ^houdend k^fen teSSS del, Zeevaart en Fabrieken, zou hebben kunnen vertroosten; zelfs in het éénig öpzichf, dat hu l et hangend hoofd konde opbeuren, om ui tezien n ar eene fl auwe ftraal van hoop , welke zich in een whd verfchiet ter herftellinge zijner grieven aanbond- zelflin d t gehoopte uitzicht op een mogelijk hcrfleJ zaf h i mets, dan hetgeen zijn hart met de* bitte "e tart%rfe ven n.ets, dan hetgeen zijne ziel met fpijt, verontWaard.gmg cn woede, vervullen moest ovc eleurïïL Imgen, welken de afzonderlijke Burger helaas' gedöo en moet, maar eene Natie eene Natie welke hZ itakundig beftaan a,n de Vrijheid hèiliTt LÏÜ. «aauwiyks ftrafloos verdragen 'kan. Wat anleTT toch zag hij in die dagen, waarnaar ieder Sc aepubhkcn reikhalsde, - in die dagen, waarin hT3l' zyn leed dacht te vergeten, in die hoop, ónz e'fiaa form wemg ontworpen te zien, en daaruit eenehet zaame toekomst te verbeiden ; wat ander Wh* 7a' hetgeen hem de gefehiedenis van Mder/ondTAre de deszelfs geheele aanwezen, geleerd had ~ de Drov.nCialejaloersheid tot een kunstgewrocht verheven en het oud-adelijk Bewind, niet in de handen der Besïcn door Tel? 'rame,die,i ^"'f" ove^'-erd, die zich J dooi welk rmddel dan ook, in de regeerine zouden mogen dringen? ~- Deze was, dan, de "erlosfiSb welke „a eene kunstmaatig voordduu ende Om weifJmg b,j eenen helderen dageraad, fcheen te zÏÏen a nbreken? Deze, Bataaffche Burgers, was deSSSwS van uwe veelvuldige opofferingen, van uw edelmoeuV vertrouwen op de wijsheid uwer befchrevcn vS Z g-°',dKflf Vertege"woordigers koost, die voor uwe eenparige belangen waaken, eene onverdeelde Conftitutie zouden daarftelien? Zij is een onderwerp van twist  DE REPUBLIKEIN. 183 twist geworden, in de fchool van Rechtsgeleerden die oT pitsvondigheden aazen , cn met dezen tw.s, heef men zich geenszins ontzien, Haar en U ui het aange Scht w hoSnen. - Waar is nwe. nationale Verhcbnng Sïe het bolwerk uwer Vrijheid J^J*^ nlet een enkel artikel afgedaan, omdat het Volk te ver £,„ _ altijd gevaarlijk heet. - Waar is uwe Buri™DCnin" zonder welke gij eeuwige flaaven z.jt? MTover "hoofd gezien fomdat het gekletter van waapenen voor zwakke hoofden ondraaglijk, of, m het oo" van den vuigen hccrschzuchtigen, een louter kmd°vhTis - Dit alles zaagt gij, Bataven, en gi] hebt het goedwillig aangezien? Gij hebt de dwaaling met mededoen behandeld"? Gij hebt uwe Vrijheid als een> twistgeding befehouwd, waarover voor cn ^ejt kondago £t worden? Edelmoedig Volk! indien ede moedigheid ^drijfveer is, dat gij zelfs het ftüjd.gst gcvoelem, fel*»« tot eene Coaftitutioncele werking beftemdmet eene edele verachting hebt kunnen bejegenen, zondeaan midMcl van eekwetfte oppermacht tc denken ! Maar neen!S£S uwef lllbben, ïoor onderfchciden AddresOm hunne gevoelens aan den dag gelegd. Voelen, echter zweegen ook in dezen dringenden nood..... en boe hoog°moet de vrijheid-mm getemd z,jn van hem d e in zulk een tijdftip zwijgen kan' — Neen, Bataailche Rureers het is geen tijd van zwijgen meer. Daar het „weg rechten geW, moet gij (preken, ^£g&.& ruk fin-eken, en — deze uwe ftem moet beflisfen. Wij taen nog,naals, hetgeen wij reeds meer dan een m al beweerd hebben; de Bewindsman, die zich met "w gevoelen, met uwen wil, niet vereenigen kan behoort in die vergaderingen niet, waarin het heet, dat gij ve eg nwoordigd wordt. Hij, die zich laat vei-te|enw3g^,wïkten minften dat de; last voldaan^ worde dien hij zijnen gemachtigden geett. Dc Vertegen woordeer moet zich naar dezen uitgedrukten last gedra^ f doet hij dit niet, of kan hij zulks niet doen, K' hond hij op als gelastigde te bandelen ; dan volgt S ziinen eigen wil, en geenszins het goedvinden van S„enJ Mees?é? en deze „feester roept alsdan zijne gegeven "oTmacht in, omdat zijn zaak-gelastigde■ ongetrouw « aan 7iinen plicht. Ta, het is deze betrekking, welke „og ïkerfpiï kt onder eene Natie, welke zich de Sw ge rechten van den Mensch tot den grondflag,hater ftks-orde gekozen heeft. Hij, die alhier de Natie  184 DE REPUBLIKEIN. hoont, fchend de heiligde rechten, wordt meineedig aan de maatfchappij, verliest zijn titul van burgcrfchap. — Veelen uwer Vertegenwoordigers, 't is waar, meer getrouw aan uwe en hunne beginfelen van aanftelline, fielden zich voor uwe belangen in de bres, wanneer dezelven belaagd werden. Door hun toedoen, fprong de kunffi" aangelegde mijn verkeerd. Gij zaagt een grondflag uwe? flaats-ordening daargefteld , waaraan alles, wat vaderland en vrijheid bemin:, zijn zegel hecht. Het moeilijkst punt, dat van rondom zwaarigheid ontmoet, is in handen gefteld van eenige kundige Mannen, die de meest gepaste middelen zullen voordragen, waardoor de fchul den uwer Gewesten vereffend zuilen kunnen 'worden Ja, het gantlchc Ontwerp uwer Conftitutie, zoo belecdigend voor uwe grondwettige oppermacht, zoonadeeiig voor uwe algemeene welvaart, is, ter herzieningen verbetering, aan eenige Mannen overgeleverd die afa Waare Volks-vrienden, uw vertrouwen bezitten' Maar is dit alles genoegzaam, om eene breuk te heelcn wel' ke alle de gewrichten van den Staat reeds verlamd heeft? Zijn, dan, door deze ftaatkundigc voorziening alleen, alle de listen en Wagen, alle de averrechtfche bedoelingen en poogingen afgekeerd, welker aanwezen u reeds gebleken is, en welker voordgang en gevolgen gij nog zeker te wachten hebt? is, dan, daardoor de fakkel van tweedracht uitgebluscht, welke door eene verkeerde ijverzucht is ontfioken geworden' Wordt door dit hulpmiddel, de wanorde herltcld, die uit de' nieuwe vertraaging geboren is ? En zullen zij die het eenmaal waagden, de gantfche Natie, en haare een pari ge belangen, openlijk te wederfpreken , zich thands ge reedhjk onderwerpen aan eenen wil, dien zij verfmaad den» Zullen zij, op één oogenblik, van dolzinnige liveraars voor hun bijzonder gevoelen, in gemaenebestgezin de vaderlanders herfchapen worden? Waar is de Wet welke hen beteugelt? Waar is het Volks-vermo^en dat paal en perk fielt aan den euvelmoed, wanneer deze eenmaal zoo verr' ging, om liever, met opoffering van vrijheid en vaderland, eenen nabuurigen dwingeland tot rustherfteller interoepen, dan het oude foederalismus opte geven? Waar is de eensgezindheid der Bondgenoten die op het altaar der Vrijheid zweeren, dat lij liever onder de puinhoopen hunner Steden en Dorpen zullen llerven , dan zich onder een flaafsch juk te krommen dat eigenbaat en list voor- hunne nog vrije halfen berei^ den  DE REPUBLIKEIN. 185 ,pn mo2ten5 — 6 Volk Nederland! Gij zijt verben zo gn S,V#*.. in allc ,dczc ^evaa: 5 bedreigt! Verloren zijt gij, indien gn nog 32 ^tdr^kingen1 'in £ 4^~£E ffiiESooT^ wanorde op wa| nrS Vchoop - gij hoort duifende ftemmen tegen de pfovin?rPMaehtenJ opgeheven, wegens het misbruik dat zi maaken van hcur vermogen, ftiydrg met oen test van befluiten, welken reeds genomen zijn. Te ggeS wencïni'zich klaagende Vereaderin", welke de Natie vertcgenwoo d,gt Deze, heid haar onvermogen, om de p"evcn ' kh,eers te rug ïïfhen" t^^^^^^M Se—, ^ffg®^ jB WidtelenP ane'verwring te ml f1 Een om de ftaatiijke overwegingen tot voorkonien di.ncn om j q lQpen- in het oneindige te £ loefland de gebreken m^^A%^mn^fm ten uitcrlten hachhjkjna*, die uitzich. ten worden nog meer j Engeisch Ministerie, S^VÏS^ÖS' ten Inzien dezer Rebljk, 1 FS worden! eifehen, die niets minder aan£2* cfan eene geheele omkeering van den Staat, ter duiden, dar' eene b Bataaffche Burgers, tot herftelimg v«n Uiangi alle welk eene W^^gS^, uwe oppermacht Natiën, waa n en zich met v ^ 16 Kfi^eSSti omdat bij uwe VerteClë „Sers geen nadruklijke ernst van befluit, geen ferd'St^or die macht, welke hen op de Hoe-  186*' DE REPUBLIKEIN. len der eer verhief, omdat nog flang bij ilang aan den worte van uwen Vrijheid-boom knaagt omdat de dwingland,, nog midden in de vermeende zegepraal uwetVrijheid, haare verguide keetenen ftrafloof rondvoert cn gebrek aan verlichting, gebrek aan waare danperheid en deugd, tederen onverlaat aanmoedigt in Se helfchcpoog,ngcn,om,doorhet zaaijen van verdeeldheid! de echte vrijheid naar het hart te ftek.n. - Zijt dan od uwe hoede, gij allen, die het wel meent met het Vaderland, —- zijt naauwkeurig op uwe hoede tegen elken twist, dien men in uw midden werp*! Wantrouwt eenen ieder, die van vertraaging fpreekt, midden in den dringeudften nood ! Kweekt uwe verlichting aan door beredeneerde gefprekken over uwe heiligt belangen' Eiscnt het recht, dat u toebehoort, om in uwe Grondvergaderingen optekomen, niet enkel, volgends het inéélevert Pl.m van K^^Sot^St het aanftellen van zekere alleen gequalificeerde Vertegenwoordigers, maar ook met naame, om onderling met bedaarden ernst, over de zekere waarborgen uwer' onfehendbaare veiligheid, vrijheid en welvaart te raadpleegen! Laten dezen de middelen zijn, om hèt publieke gevoelen kenbaar te maaken voor hun die u ver tegenwoordige,], opdat zij eenen vasten richtihoer hebben voor bun gedrag! Onderfteunt volvaardi- diegenen uwer Vertegenwoordigers, wier onbaatzuchtigheid kunde, en ijver voor de algemeene welvaart,uw volkomen vertrouwen waardig zijn! Verheft gij uwe ftem in de raadzaalen, dat het gefchiede met nadruk, en met dien klem van betoog, met die kracht van waarheid voor welke de heimlijkste intrigue zwichten moet? Dat uwe eenparige ftem zich verheffe tegen hen allen " die, in het Bewind geplaatst, door hunne gevoelens en daaden, de beginfelen wederfpreken, waarop onze tegenwoordige Omwenteling gebouwd is! En maakt het u tot den beiligsten plicht, om bij herbaaling aantedringen op de daarftelling uwer verbeterde ftaats-orde waardoor de Omwenteling, met alle haare geheime bedoelingen en aanblaazingen, geëindigd, uwe vrijheid en welvaart van binnen op vaste gronden geftaafd, en uwe buitcnlandfche betrekkingen en belangen naar behooren gewaardeerd en behartigd kunnen worden! Langs dezen weg alleen, kunt gij de poogingen teleurftellen van een verraad, dat blijkbaar werkt in alle beraadflaagin°en Door deze houding alleen , zult gij vijanden verpletten *  DE REPUBLIKEIN. 18? welken gij edelmoedig de hand van broederfchap boodt, doch die dezeive of met verachting afwezen, of alleen aannamen met oogmerk, om uwe edelmoedigheid met het loon van overweldigende heerschzucht te vergelden. Als zoodanigen alleen, die begeeren vrij te zijn, die weten vrij te leven, en die ook gereed zijn, vr, r de verkrijging hunner vrijheid hun goed en bloed opteofferen, — als zoodanigen alleen, kunt gij zegevieren boven alle uwe belaagers. Als zoodanigen alleen , kunt en zult gij worden, hetgeen gij thands nog in verr' na niet ziit, — vrije burgers van het eene en ondeelbaare nederland! 6 Dat dezen de beginfelen waren, waarop Nederlanders die vrij willen genoemd worden, te recht den jaarkring van hun ftaatkundig aanzijn onderfcheiden! Dat dit derde Jaar onzer ftaatkundige Vervorming, IS den waaren zin, het eerste Jaar der Bataaffche Vrijheid worde! Dat de aangenomen gulden zinfpreuk van Gelijkheid, Vrijheid, Broederfchap, niet flechts ijdel pronke aan het hoofd van Brieven of Staats-befluiten , maar de grondfuil worde, en büjve ,van Neêrland's Staatsgebouw ! Dat alle Braven zich op het naauwst vereenigen , om tot dezen grondflag bijtcdragen! Dit wenscht, dit verlangt, dit vordert de Republikein van alle welgezinde Bataven ; dit fmeekt hij van den Opperltcn Beftuurer aller Volken, die alle menfchen gelijk en vrij' gefchapen heeft, cn wil, dat zij allen, ohder het Bewind van hunne Gelijken, gelukkig worden! Ook op dezen grond, in de bewustheid zijner verplichtingen aan het Vader'and, wenscht hij veordtcgaan met zijnen arbeid, ter verliehtinge van allen, die begeeren verlicht te worden. Zonder zirfi te bekreunen aan de vitterijen van kwaalijkgezinden", zonder zich te ftooren aan de ongenade dier zwakke zielen, die zijn gefchrijf als revolutionair vloeken, daar zij te vooren hem, als eenen Moderantist (gelijk zij — verkeerdlijk echter - meenden) hunnen lof toezwaaiden, zal hij, zoolang nog de Vrijheid der Drukpers heilig bewaard blijft, ongeftoord voordgaan, op hetzelfde voetfpoor, dat hij altijd betreden3 heeft, 'om waarheid en recht, 's Volks Vrijheid en het nationaal belang, manmoedig te verdedigen. Den waaren ftaatsman alleen daaraan onderfcheidende, wanneer hij zijne bijzondere beginfelen aan den eisch van 's Volks eenparig belang weet opteofferen, zal hij ook, be.ften.dig, deze grondftclling in acht nemen, zonder zich  188 DE REPUBLIKEIN, zich aan ontijdige berispingen te kreunen. Ook, tot dat einde,, zuilen hem altijd welkom zijn de aanmerkingen en bijdragen zijner Medeburgeren, gelijk hij hen hartlijk dank zegt voor het medegedeelde in een voorig jaar Eenen enkelen fteen tot het nationaal gebouw der vrijheid te mogen aanbrengen, en dus de overtuiging we= gens de volvoering van zijnen Burger-plicht, zal voor hem de grootfte belooning zijn. In deze gevoelens wenscht hij .aan alle zijne Medeburgeren ' HEIL, BROEDERSCHAP, VRIJHEID en VREDE. Te ^mft er dam, bij M. Sc halekamp, in de Warmoesjcraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 's Hage J. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, [. Beets en Wed. van Brusfel. ^Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaatiw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuvsarden van Sligh cn Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a iè Stuiv.  REPUBLIKEIN, N°. 134. La Soc-été est hnparfaite, fi elle t?a pas pour le hut le biert '& tms les asfocics en general, et de chacun en parttculur. g Ö V C H E. Tcn-oisr en Slot der Aanmerkingen op hei Plan Van Conftitutie, op 10 November 1796 aan de Nationale Vergadering overgeleverd. 'Thands reeds aangenaam verrast zijnde met de Bedenkingen en Aanvullingen, welken de jongst benoemde Commisfie der Burgers Halm van Hof, Bosch, de Leeuw, Floh, van Zonsbeek en de Kempenaer, brj decreet Van 7 en 8 December, door de Nationale Veréadering aangefteld tot het afterceren der Amculen vari het eerfte Plan van Conftitutie, en het ontbrekende daarin aamevulien, aan dezelve Vergadering heeft medegedeeld, moeten wii ons bekorten met onze aanmerkingen op het oude Plan, zooals het op 10 November is ingeleverd, en zullen ons daarom alleen bepaalen tot de Hoofd-punten , ^eliik die in de onderfcheiden Tituls begrepen zijn, terwijl ons voornemen is, om naderhand over het thands verbeterd Ontwerp,- erf wel artikels-gewijze te handelen Titul I. heeft dit belangrijk gebrek, dat het de Oppermacht des Volks, hetgeen de grondflag moet zijn der geheele Acte van Conftitutie, vermengt met de y(Mester deeling, welke flechts eene wijziging is var1 de: uitoefening dier Oppermacht, omdat het gantfche Volk niet"n masfa kan vergaderen. - Het ovdtntfche woord. lüi DËEU Z **  *9o DE REPUBLIKEIN. Soitverainiteit [behoort met het goed en krachti"- Hoïlandsch woord Oppermacht verwisfeld te- worden Deze- aanmerking geld eens vooral omtrend alle onduitfche woorden, die in een Staats-ontwerp, voor het gantfche Volk gefchikt, zorgvuldig moeten vermijd worden. — De verdeeling eerst in Grondvergaderingen, en daarna in Districten, Ringen cn Kwartieren, is onnauwkeurig; daar zij de minfte verdeeling uitmaaken. Ook; zou, overeenkomftig den geest van het geheele Plan, (Zie Titul VI.) alhier de benoeming van Departementen hebben moeten gefield worden, en de enkele verdeeiing van Districten, en van deze Districten in Grondvergaderingen, genoegzaam zijn, om daardoor het gantfche Stuk te vereenvoudigen; terwijl bij' eene meer zamengefteldc inrichting, zooveel te meer aanleiding wordt gegeven tot verwarringen. Dus had de verdeeiing van Ring en Kwartier, om der eenvoudigheid wil, agter weeg kunnen blijven. Titul II. Afd. I, betreffende het Stemrecht, heeft dit m het ooglopcnd gebrek, dat het de waarde van het Stemrecht geenszins omfebrijft, terwijl daaraan uitdruklijk moet worden toegekend dc erkendnis der Rechten van den Mensch en Burger , als de éénige en wettige grondflag, waarop het vormen ecner nieuwe Rc^ceritigbeftelfmg gebouwd is. Zij, die dezen grondflag0, bij dc ïnfchrijving op het Sten-register, niet ingewikkeld'gelieven te erkennen , kunnen nimmer als active Burgers aangemerkt worden, en moeten befehouwd worden of* als onverfchilligen, .die geen belang Hellen in recht en vrijheid,of als vijanden der op nieuw aaineucmen Staatsform. —- Ook had in dezen Titul gewag moeten gemaakt worden van deze hooge waarde voor ieder Republikeinsch Burger , en dus het verliezen van het Stemrecht, als de hoogfte eerloos - vcrklaaring, moeten voorgefield zijn geworden. Afd. II., over de Grondvergaderingen, heeft deze verregaande wanvoeglijkheid , dat zij het Volk (hetgeen, offchoon in gedeelten bijeenkomende, echter alsdan on' derfteld wordt m masfa te vergaderen) onderwerpt aan het Plaatslijk Beftuur, hetgeen ongerijmd is. — Ook wordt geen tijd bepaald, waarop de Grondvergaderingen moeten bijeenkomen, ter uitoefening der nationale Oppermacht, welke uitlating wederom aanleiding geeft tot verwarringen. Nog wordt aldaar op nieuw geen Woord  DE REPUBLIKEIN. W woord gemeld van de burgerlijke verplichting, om in de nrnndvcr^aderineen te verfchijnen. Afd ï 1 , raakende de Kiezers, geeft wederom, door al;'te ftriktc bepaaling van hoedanigheid omtrcnu eigendom of vruchtgebruik CArt. 5o), belemmering aan de fpöedige werkzaamheden der Grondvergaderingen, telken ITin tegendeel gemaklijk moet maaken. Lene vorderin' van meerdere bejaardheid in eenen Kiezer, henoembaarc perfoonen, met ac „Ullul ' , Ï^J. Cwaaromtrend ^Ö^W^g eevorderd worden, op verbeurte van Steuviecuy en ajS S de verkiezing zullen doen bij taM**f» bte ~ SSdlwk is vergeten de zoo gewichtige regel van or£" dat de Kiezers van ééne Vergadering eikanderen wet mogen verkiezen. rirhnam ver- Titul iü, betreffende het Wetgevend Licwam, vei deel i in eene ftfóff cn eene Kamer der SJ- geeft natuurlijk het vermoeden aan de ha,d, dit hoe goed ook het oogmerk dei biclUs kan 0e vcêst z-jn, om, door het vormen van twee azonaeiSe icSncn van wetgeving, de willekeur ui het maaken va verordeningen te verhoeden, de uitkomst center nte zal beandwoorden aan bet oogmerk, en da, wel omdat alle macht tot overheerfching neigt. Alles, watdc oudheid en de dag van heden, m de-tegenwoordig Franfche Conftitutie, getuigt, dringt ons tot de e kendnis, dat twee machten, hetzelfde oogmerk hebbendevan haar aanwezen, cn gelijk in vermogen welLasteTen elkander botzen, cn dus eikanderen belemhaast tegen u f . h 01]derJil5g vm1r.rcn, de uiterften kunnen niet vermijd worden , dan door ae  192 DE REPUBLISE IN. (gelijk ook de aanleg onzer voormaalige Staarsform indedaad geweest >s, en wel zou gebleven zij,,, mdieu de Stadhouderlijke ,„vloed, en de onverfchüligheid der Natie daaromtrend geene wiliekeungfte misbruiken hadden ingevoerd en toegelaten) dan zou indedaad dc vorming van twee geajkzoortige Iichaamen volftrekt onnodif - lewinden(ïard°r de omflachtigheici en kosten van g èS& ëtWil W01'de"- - Vo0rds is het *<*r bedenkhjk, da daar men de willekeur van Bewind fdujnt te willen verhoeden door de vorming van nvee ge tjkzoornge Iichaamen, die Machten, echter, maar od zekere bepaalde tijden zullen vergaderen , en wel twee maaien des jaars, op het hoogst' ia weeken - e,i L juist 5 Leden, alleen uit te Kamer der OudflenX all den tijd van afwezigheid, dc wetgevende macht zu Jen uitoefenen. Waar kon immer eene meer rechtüreekfche aanleiding zijn tot het willefeeungst dictatoriaal Zzag? te njeer nog, daar de keus der Leden b het Plan, alleen bepaald is tot zekere geuualinceerde Burgers, die reeds in eenig Departementaal, of ook Ge tneente-befluur geweest zijn, en, met twee jaaren ffii z.ttens 12 jaaren in de groote Kamer, of 24 "aren in de Kamer der Oud/ten kunnen' blijven - ^ cn da! nog zonder in aanmerking te nemen eenige famiiie-be•rckking tusfehen de Leden dier twee Kamers • Jrelifr mede zonder eenige' bepaaling te maaken omtrend de afwezigheid der Leden in de Vergaderingenen einde MJK, om toch de maat vol te meten, met de bijgevoegde verklaaring, dat juist de Kiezers, uit ieder Districf zich tot het verkiezen van Leden 'tot de groote Kamer, m 2^fmaldeelcn zullen verdeden, die eikanderen of wel hunnen begunftïgdcn, voortreflijk de bal kunnen toekaatzen? Nog voege men hierbij de knullige langwnigheid volgends welke geene zaak bij beide KaoS tot befluit kan komen, dan na verloop van U da™en terwijl zelfs de uitzondering, in gevallen van onvenvi fl tr°TS™i\?"Jkheid> onderhevig is aan eene afzonderIpke Verklaarmg der groote Kamer , door eene Zi Jtrekte meerderheid daargefteld. Wij wilJen e-^rn 'aan het verlicht Oordeel onzer Lezers overlaten o f V? immer een kunftiger uitgedacht flelfel van adelijke willekeur zou hebben kunnen voorgedragen worden ' Titul IV, behelzende de Uitvoerende Macht, onder den naam van Staats-Raad, onderfcheid zich al aS m öe 200 «èmerklijke bijzonderheid, van- te m\~ len  DE REPUBLIKEIN. I9I Jen beftaan uit het gering aantal van 7 Leden, waarvan S twee met verlof, afwezig mogen zijn , en het mooeMik geval wordt daargefteld, dat 'er nog mee, zelfs fX in hunnen post kunnen gefehorst worden , zonder dat het Plan daarin voorziet-, zoodat dus — kunt Sf Lezer u bij deze voortreflijke vorming in eenen «nftlEen luim houden? - twee Iichaamen van ruim 10 cWetgevers, en die Macht, waarop alles volftrekt alles aankomt, zomtijds uit 5, ja zelfs uit 2Leden zal Saan O lepidum caput, 6 fchrander hooid, dat zulk eenTstaatsform ontworpen heeft! Maar l«or,erf| zijn- deze voltimineufe Staats-raad, deze uitvoerende Mach "moet dc voordellen van ^^Sét dus van de wetgevende Macht, overwegen, eer zij tot befluit komen, en kan de geheele uitvoering ftremmen Sr hfare opgeworpen zwarigheden! Zij kan m bijzondere gevallen, (zonder echter dezen daadlijk optel vell ofvoor zekeren tijd, (zonder denzeiven wederom te bepaalen) voorzieningen maaken, en die dom uitvoeren' Deze Staats-raad is verandwoordhjk, met t n weg 'zijn uitvoerend bewind, (want hiervan wordt niet gefproken) maar , in geval van eenige aanklacht; IfS- wordt niet gezegd-, en, daar alles aan de ftiptfte geheimhouding bevolen is, zal de ^nklaager in Sen van gewicht, zeer verr' te zoeken z. n•, want betreenelders wegens den Procureur Nationaal geÏ ' w d als aanklaager, uit hoofde van zijnen Zit, kan ook hier niet gelden, omdat hij eerst kennis moet hebben van dc misdaad) en dan nog hangt de fcho fing van den befchuldigden van de meerderheid af «de Kamer der Oudften! Welk mensch, gevoelig voor eer voor plicht en deugd, kan bij de befchouwing van Z k eene monfterachtige inéénfmelting van onderfcheiden machten ftilftaan, zonder verbaasd te wezen over het zamenweefzel van ongerijmdheid, en tevens over de ftouS, om zulks den Volke, als het aannecmhjkst ontwerp, voortedragen! „ Titul V handelende over de Fmantie, laat alles in Nederland op den ouden voet, en Holland het lastdier StW om in de ƒ 98-n-io, die tot «le^ sullen dienen, ƒ 62 -1 -: optebrengen - Offchoon onvermogend , moet elk Departement 16 jaaren in zijnen druk volharden, en, in het aofte jaar, wanneer men de zaak niet hoeft kunnen vinden, zich onderwerpen aan eene arbitrage, waartoe echter zich naauwlijks eemg  m D£ REPÜBLIKEINi rechtgeaard Vaderlander, om de haatlijkheid der zaak za willen, leenea en dus alles eindelijk aail de £& keur der Finanue-kamer vervallen Buiten de lasten, die iu ieder'Departement bliiven voordduuren en zelfs naar welgevallen door de PHt Jyke Beftuurderen mogen verzwaard worden zal S eene nationale belasting op het Collateraal enKleJr ^/ gelegd worden, behalve die, welken 'er nï mige Gewesten reeds plaats hebben, Intusfehen wo dt echter het malfche woord van petitie niet ve geL^ en opdat er toch geen gebrek aan financiers zijn zou die' het nationale geld op eene eerlijke wijze on™ den man zouden brengen, zijn 'er h/de Finantl" en S fg bcwindvoerende Leden, ieder een zeer fatzoenlijk tractament genietende, daar de geheel Uitvoerende Macht flechts uit ? Leden beftaatf zT Wa£ zouden zulke verordeningen anders op uit heb en kun nen lopen, dan op eenen volftrekte,, onderga'ng der Ge westen, uit hoofde der genadig drukkende er .ï fleeds vermeerderde, Jasten? en noS Titul VI, betreffende eene voli^ tegenftrijdigheid Tl*  D Ë REPUBLIKEIN. f$J Titul VIII Afd I, van den Godsdienst, bepaalt.dat de Kerk afgefcheiden is van den Staat, en dat de Staat echter zorg zal dragen voor de bevordermg van het SKI Onderlijs, en voor de betaal^■ der Leeraar ent Kan 'er, indedaad, grooter ftnjüigheid be£ worden, cn fterker aanleiding, om juist de Kerk met den Staat te vereenigen ? - AM V fc* het publiek Onderwijs, regelt de kundigheden, met een zeer onbepaald woord, naar de ofaatslnke omftandigheden, waardoor dus de verhehfint van dc leugd alleenlijk afhangt van het goedvinden v ? een min of meer willekeurig Departementaal of P atsliik Bewind, zonder dat 'er een enkel woord gemSd woKit van'de verlichting des vrijen Burgers, of de bevordering van nationale deugd. Tm\IX Afd I. (chaft wel af Leenen en leenroeriged- dSttï ^'Erfpacht, cn (.wederom met een 011bëlS'wooVd) reëele rechten ter d.spofl- t,e van het Departementaal Beftuur, en geeft dus p&W dine om de knevelarijen te vereeuwigen. Afd II vernietigt de Gilden, maar vergunt uitfluitend voo'rrlchten voor eenen tijd. Welke ongerijmde ro"enfDraak, om op hetzelfde oogenblik mtfuitende ^S.,n\o^Jn, dat men uitfluitende Corporalen VeAffSUI., van Gemengde zaken, beveelt met een cnM onb paald woord, dtt dc Vrijheid der Drukpers d00r geene wetten verkort of belet mag worden, zonde, tewens te beletten', dat het Bewind van dat onbemalde eccn misbruik maake. Titul X , over de Coloniën , fpreekt geen enkel woord van derzelver betrekking, maar laat alles, zeer gedwee over aan het Wetgevend Lichaam, om het even hoe ook die Macht daarover zou mogen denken of beflisfen. Dc zeer onbepaalde zegwijze van het befj ie Coloniën en van 't Moederland, doet hier Ss af, zonder omfchrijving, en zonder eenig woord té gewaagen van koophandel , fabrieken, nationale wel- VaTituT XI, eindelijk, over het maaken van veranderingen in de Conftitutie, bepaalt geeneh tijd, waarin de herziening behoort te gefchieden, overeenkomfng het veranae end beloop der omftandigheden van menfchen ^volken-, maar neemt daarenboven alle mooghjke verbeten g weg, althands in het vak der finanue, onder-  ig6. DE REPUBLIKEIN. werpt den tvil des Volks aan de Departementale en Wetgevende Macht, en berooft zelfs de Nakoomlingfcbap van eenig recht tot verandering, door het recht der Departementen onverliesbaar te verklaaren , dan ten zij (wederom met een onbepaald gezeg) met hunne vrije toeftemming: waardoor dus de, in den beginne van het Plan, zoo deftig verklaarde Souverainiteit, bij het Volk van Nederland berustende , ten eenenmaale verhinderd wordt te werken , terwijl het nimmer te voorzien is, dat, ieder Departement fouverain blijvende op' zich zelf, daardoor iet het minfte ooit zal kunnen bewcrkftelligd worden, hetgeen voor de' waare vrijheid van ieder individueel Burger, of van dé gantfche Natiet heilzaam, ja zelfs onmisbaar ware. Uit deze weinige aanmerkingen welken wij' ligtlijk' met nog zeer veele anderen hadden kunnen aanvullen, oordcele nu een ieder, onpartijdig, over den aard van het Plan van Conftitutie, van 10 November, envbeoordeele dan tevens die lofredenen, die door zominnen over hetzelve in de Nationale Vergadering gehouden' zijn I — .— , te'jrfm/lerdam, bij M. SciiAlekamp, in de War* moesftraat, als mede ie Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Hordt Blusfé en Zoon. 'sHage J. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, f. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft RoeIofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh cn Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden dèr Republiek, bij de voornaamftë .Boekverkopers , wordt dit Blad *s Maandags met een No. vervolgd k ii Stuiv. tijiïj jt4.tüiuK j.'I; 3slY JOU £11 UVAXV.Ü VWI  REPUBLIKEIN. Ficta volupmis cawfdftmt proxima veris. HORATIÜSi Eamenfpraak tusfchen .twee Volks-vertegenwoordigers, oïér de tegenwoordige tijds-omftandigheden, gehow den te ..-■'■■> en aldeiar woo¥dlti'k afgefchreven. d 1 c „fi &n dat 'ér een Plan van Con%^$t& I BW * - ^ *TiJtrr^efwaarlijk lachen dm zulk een. vraÜg Komt gij dan van Ullo? Gij houdt u, of ga "Tt ik'nToerzoo fpreken , omdat ik wel zie, dat de wafc nieTrecht gaaf; maar g« weet * verSnden ekel aan alles, wxtntngue heet, » vee Ie zalen blijven, dus, voor my raadfelachtig , «e genen Man, als gij, openbaar zyn, ^ ^ 111. PSEI.. Aa  *S>8 DE REPUBLIKEIN, B. Eilieve, dat is, met andere woorden eezwrf,>, gij zijt een Intrieuant" Fm iwJ f. &ezeSd? kcr ! E*T« < *» Z!$ fraai c°mpliment ze- ïoegheeft *f/fde»>tfer, die behendigheWge! M weerb,T ? tüt,.zlJnc» ma« te nemen , zoodra *h£* ,1 °f • 'K dan nooit uic «t1» eigen oo-en kon rinv/ o nd6r '«^«^w ^ wezen. Neen die parT- Sóxen P /'/ ;dera',Ste" ZijC niet Vi'e*'»d ^n zulke lÏÏZ I Poht>eke eenheid, niet waar»'Hoe heer ik B Nu rüi'd-in UW «hoofdig zamenftell r'yk ö. Nu, het. zij dan paradox, of nier- en hebr ri™ " ™ ee"e burgerlijke, negen-held alles zoo gehee op den ouden voet laten, en den dooden-oC o'!hZ graf der vrijheid zal danfen » Geloof m i men J C vergete,, , dat l^lern y. 2? &3d' STKel B W i '""tyi-c s enz. plag te wezen. fWnt p„iv , IS 'er M weder >met de hairen b>i°e- fieept Politieke eenheid, cn - Willem V. op een L fnël Dat „„ waarachtig, om te fchateren vzlSJl ^f" Y?' gU mooSc vr'j om mijne cenvoudie/Wd i™, Chen. ik heb veel liever, dat men om mii df; gfe : -naar , ik mag dan zoo eenvoudig zit Vt ' Uk gCbrck van intri^. geen veel' Ö htrLrT' maakCU ;' dit gCVüel ik toch overtuiS>d dï bürgerl jke negenhoofdigheid koekoek's oude 3fc Je, juist omdat hij verveelde, de 6»E^Ï,S van eenen anderen toon in het r^SléfSiê ïelr'echr 7f ^fe'^S ^o nZ gehecht henenlCRl naar de ouderwetfche, onder he" b£ Wind van den Waasèioi-pfchcn Held, die, no«r gven meesterlijk de kunst vérilond o,ii'i?S Jen te zijn, en, tot zeils in zijnen ftaat van pinkénier- fcfrap ,  ÖE REPUBLIKEIN» 19* jchap, tot zelfs in zijne verovering op Lucas, trouw aan zijne Meesters toonde. B Miin lieve Man , gij zijt bijster zwaarhoofdig. Ik wil 'wel gelooven , dat gij niets van intriguc weet: i ar 'gij ziit, dunkt mij, gantsch niet vrij van don., michourk. ' Gij houdt waarachtig molens voor reufen Se bid ik u zou het op all' de waereld mogelijk X? dat, met onze politieke eenheid, zoo als wij die Sripen, met onze beginfelen van oppermacht, aan de She Natie toegekend , met onze departementeele VofÏÏ 1 verkiezingen , waardoor toch alles wederom aan S Volk vcrolijft, de voormaalige oude Conftitutie wederom ten troon zou gevoerd worden. . , t„ v„ A En Ril zijt dan onnozel genoeg, om met.te bemerken dar 'er te Londen, zoo wel als in Hanover, en te BerUn, geduurig iemand op den uitkijk ftaat,-om het arme Republiekjc, dat gantsch en gaar uit oprechte Mennoniten b e ftaat , zoo zagtjes en vnenanabuurlijk de oude kluisters om den hals te werpen zoodra zich maar -de geringde gelegenheid, opdoet ? En. gij zijt dan onnozel srenocg , om niet te begrijpen, dat eene OranleTonm-enteiing onmooglijk is , zoodra het eene reprcfentative democratie, in ftaat wordt gefield, om zfne waare energie, om die kracht te tooncn, die n-m elke vrije ziel eigen -is? . . . R la ia ik weet het zeer wel; gij allen, die den £teer'uithangt, vormt u zonderlinge denkbeelden van Volks* deugd cn Volks - vermogen •, maar ik behoef u -Heen te wijzen op de September- maand van 1787, — en'deze zal andwoord genoeg op uwe vraag zijn.... A Dat is zoo ik het wel verfta„toen de .geooren Wëntcn, uit de negen Departementen, de gemecne- SS* mm ip dc pekel lietcn W. frankrijk vluchtten, om van alle vcranuwoordmg vrij ,e' wezen ' Geloof mij, indien de Burgers maar een eodd militair hoofd gehad hadden., op wien zij zich veili. hadden kunnen verlaten, zij zouden, met dat wèinVic energie, dat gij hun toefchnjlt, u, en allen, £ dc£e alsDgi , cn den rustherftellenden Schwemuth. de kool zoo delicaat geftoofd hebben, dat gij en zij 'voor den opgewarmden warmoes zeer vnendujk zouden bedankt hebben. B Het fchijnt, dat gij het ernftigbegint te meen en Evenwel, moet ik u ronduit zeggen, dat ali wat gij  ioo DE REPUBLIKEIN, daar zoo even beweert , niet meer, dan eene loutere vooronder/telling, is: en, tusfchen ons onder vier oogen gezegd, Volks «oppermacht. Volks-majejteit, VolksWaarde; kortom, alle die deftige zaken, daar het vooraangeftelde woordje Volks den zin fchijn t te moeten uttmaaken , ruim andcrhalfduifend jaaren geleden , ten vollen zijn afgehandeld, zoo dat 'er nooit geen kijken meer naar is. Thands dienen zij alleen bij den modernen wijsgeer tot een appendix onder de echte en onechte natuurlijke historiën van Vader Plmius. A. Nu begint gij op uwe beurt geleerd te worden, en tegen eenen geleerden valt zelden veel fpreken ; maar , dit wil ik u ook eens onder vier oogen andWoorden , dat, -wanneer gij oordeelt, zulk een verlicht geleerde te zijn , die den Mensch en Burger alleen tot llaaf der willekeur vernedert, gij dan voorzeker onder eene ongunstige planeet geboren zijt, cn althands niet voegt in eene Vergadering, alwaar gij alleen door de Volks- ftem zijt geplaatst geworden. B, Eilteve, waar toch ontkende ooit de wijsgeer, dat men menfchen en zaken moet nemen, zoo als ze zijn ? en verftondt gij die (taalkundige les naar behooren, gij zoudt reeds lang van uw heilloos dwaalfpoor zijn te rug gekeerd.... A. Of liever, door juist te letten op mijne aanftelling , op mijnen plicht cn eed , kan ik nimmer flecht genoeg zijn, om met eene zaak den fpot te drijven, waaraan de weivaart van duifenden verbonden is, die met mij tot geluk gefchapen zijn , met mij gelijke rechten hebben, en, door de beoefening van wederkeerige •plichten, door de wet alleen, die voor allen gelijk is, de uitwerkfelen van ongelijkheid in lichaamlijke krachten , verftandlijke vermogens, en verkregen goederen, herftellen moeten, B. Ja, ja, dat is juist die hemellhhe philofophifche •droom, die thands — eer zij den revolutionairen! —. aan het hoofd der Acte van Conftitutie moet komen; Nu, veel gcluks 'er mede; maar. wij zullen elkander wel eens nader fpreken , als uwe Volks-majefteit de rechten in praktijk beter leert kennen , dan de plichten ?n theorie ! Wee dan het terrorisme van zulk eene Volks - leer! A. indien zulks ooit het gevolg ware ,■ dan zal het gewis daaraan alleen te wijten zijn, dat noch de Mensen op  DE REPUBLIKEIN, zot gee„e tirannen en nogvcelm nder de * ^ ^ ^ weldigcn van hun, welken nii & door „e gelijken kende, ^^^l^ot wraak kan overffinteW"oodS Bondsmannen d,e om de waare, en door goede^oor den oppermacht te vergu.fen. cn hunnedecreet g gcwaapendcn _ arm hct andere: g^fcJ.'Sw S?#*> «gs »«a=ht om "u,me fchaamen. Uueiltcn zijn a uj handhaven, waar het benooi t en een vcmk g fa, ^ Bewinds- vrij zal heeten , W*; een eeuwige P wdadi zi n , man en Burger. Een Volk. Kani i b best zijn !  «09 DE IXfJM^iii ' .. . * * * t ï f* * • ., (Piurekfd van een Brief Friesland.) veroJrS yfMS -erfe alhier ter » »ARW1: e« ,hcid tot.Vertcgonwoord -^'.é S hunnc ^W^*. deze onbevoegdheid uitdrukHitr\ , Weer* 0ln doogt geene vernedering, of ver nel' .J F',es Sc" ■ fpronglijke rechten en oul Z t S an de 0ül'- hooren. De LfeS w °'„ °Lt d" ma^haPPij be- beflisfen Ovp- hor i„ j •■ , a,ieea llad moeten fchijtn, dat de Hollandfchc Heercn d o 'tÜft, i ' , .alleen drijven, aan den e«|^&ffièf^k ; gaande houden, om het ioederaüsmcft- n " jSfe zij, aic hunne oogmerken bereikt hebben » de oneenigheden geenszins in de beW r„ "1 Z'j thands zich liever vrienden Af^%^m& zij tte vooren verachtten en vervoM»,, d hip ■flem.de, Volks te handhaven, 'SB^BJUÊ' .permacht, en haare uitoefening, niets meer da, pI." ijdel gezwets, eene loutere klink is Hw'i bij de onbeleefde^ onfta3tkundfe MÉ feÉ hve van ons Provinciaal Bewind, en dat alleen Q J haar opfchrift zoodanig was, als het zijn kon naar hel begnp dter Provinciale Macht, welke, Lber en Beti ma met erkennende als Reprfefentanten, dus alleen f of de fchnjveu aan de wettig verkozen I eden w ^ Nationale Vergadering uitnlakemToevatl g weeJ was in denzelfden Brief pphp nZ. ■ weetgy, £ '<& ia  D E R'E PU B L I K E I N. 203 in dc nationale petitie. Wel nu, ook deze gift heeft de Nationale Vergadering, in haaren toorn, van de hand gewezen. Wat moet van zoodanige handelingen het gevolg worden' Is dit de weg, om nationale eenheid te bekomen ? Maar, wat •fpreken wij van Bataalfcbe eenheid en ondeelbaarheid, daar het belang van een gantsch Gewest aan de gewaande grootheid van twee perfoonen wordt opgeofferd l Dan , wij zullen de gevolgen moeten afwachten. De' Correspondentie van ons Gewest met de Nationale Vergadering is afgebroken : en wij, gewaapende .Burgers, hebben onzer Provinciale Macht, die, zoolang 'er geene Conftitutie, ook "door ons, is' aangenomen, onze reprefentative Souverain blijft, trouw gezworen. Dat, dan , de gevolgen voor reekening komen, der drijvers van zoodanige willekeurige gevoelens, en handelingen! enz. A. N D W O O R D. Zijt verzekerd, vrije Fries, van de hoogachting dier Hollandfche Medeburgers, die met u, en recht, en vrijheid, boven alles waardecren , en ook willen handhaaven. Gij kimt ftaat'maaken op hunne burger-trouw. Maar, ook zij begrijpen','en, hunnes oordeels, niet ten onrechte, dat de tegenwoordige tijd boven alles eenftemmigbeid vórdert van gevoelens en poogingen. Die eendracht moet niet verbroken worden door bijzondere grieven, welker voldoening niet onmiddellijk zamenhangt met het nationaal belang. Het kan wel der Vrijheidminnende Natie niet onvcrfchillig zijn, of twee Vertegenwoordigers onwettig zitting hebben. •■ Dan, de omftandigheden der Burgers Huber en Beïjma zijn, hier en elders, nog niet naauwkeurig genoeg bekend, om juist beoordeeld te kunnen worden.' Men vraagt hier eikanderen : waarom, indien die beide Burgers indedaad fchuldig zijn aan fchennis van het Stern-recht, alsdan hen niet overgegeven aan het provinciale Hof van Juftitie,en intusfehen" hunne Plaatsvervangers ter Nationale Vergadering gezonden ? Op deze ontkennende vraag weet men hier niet te andwoorden. —• Nog eens, vrije Fries, help eerst eene goede Conftitutie vestigen voor de on(ieelbaate Bataaffche Republiek! — Zijt grootmoedig genoeg,  ao* DE ■REPUBLIKEIN* noeg, om een minder kwaad voor een grooter goed te verkiezen J! - En, zo gij uwe gefchonden rechten eenmaal w.It doen zegevieren, doe het dan, wanneer gi onder voorbehouding van uw recht, in ftaat zult ziin' hetzelve -bij .eene gevvenschte Conftitutie te doen ge': N, B, N. B. Den geëerdcn Zender van den Brief, geteekend: uw vlijtig lezer N. N., met een bijgaand gedrukt Stuk, diene tot andwoord, dat wij, voor a's nog, om dringende redenen, van oordeel zijn dat de bedoelde zaak niet moet vervolgd worden Deze rédenen willen wij gaarn fchriftelijk ontvouwen, zoodra ons de Zender zijn adres geiiort optegcvcn. Te ^mflerdam, bij M. Schalehamp,/«^5 TVar* moesferaat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sRage J. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, [. Beets en "Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn ]. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gjllisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd ii ii Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. 136. In eene Gemenebest-regeering is niets gewichtiger, dan dat het Volk wel vete, hoe en welke perfoonen het tot zijne Be. Irindslieden Jlemmen moet. P A Y N E. Aanmerkingen op de Publicatie van Holland's Provinciaal Beftuur, van 30 December 1796» W gens de Oproeping der Grondvergaderingen, tegen 16 Februari], 1797. Indien het zonderling beloop van zaken in ons Gemeenebest thands nog iet konde overlaten, waarover eenig befchouwer van menfchen en zaken, of een welgezind vaderlander, zich zou moeten verbaazen, dan zou het indedaad zijn de Publicatie van Holland's Provinciaal Beftuur, tot oproeping der Grondvergaderingen, om over de al of niet voordduuringvan de form, en de continuatie der Leden .van hetzelve Beftuur, ta beflisfen. Immers, alwie van tijd tot tijd heeft gadegeflagen het voorgevallene met dat provinciaal Reglement, van zijnen eerften oorfprong en invoering af, en geduurende deszelfs werking, tot op den huidigen dag; alwie de maatregelen heeft opgemerkt, van tijd tot tjjd III. DEEL, Bb Htó  M D E R E P Ü B L I K E I N". uit dat Provinciaal Reglement geboren, kan zich niet onthouden van duifende aanmerkingen, welke het hart van den eerlijken gemeenebestgezinden niet dan met de bitterfte (mart moeten vervullen. Het is aan ieder bekend, met welk een vuurig verlangen de Hollanders reikhalsden naar een provinciaal Reglement, waarbij de rechten van vrije Burgers gehandhaafd, en afle aanleidingen tot verwarring zouden verhoed worden, welke in het voormaalig Bewind der provifioneele Reprefcntanten hadden plaats gehad. En wat gebeurt 'er ? Een Re. glement komt ten voorfchijn, waartegen zich de eenparige kreet verheft van alles, wat wel denkt, om de tegenftrijdigheden, welke 'er in voorkomen , cn het onbepaald gezag,. hetgeen aan dat Beftuur wordt toegekend, cn welks mogelijke botfing van de bedenkiijkfie gevolgen zou kunnen wezen. De Grondvergaderingen worden opgeroepen, om te beflisfen: maar aan het vergaderde" Volk, hetgeen, toch, offchoon bij gedeelten vergaderende, zijne oppermacht ten dien tijde uitoefende, wordt de macht benomen, om zijne bezwaaren tegen dat Reglement uittebrengen. Dc Stem-opnemers, welken men had weten te belezen, beroepen zich alleen op hunne form van aanöelling, en gedoogen niets anders, dan dat het Volk goed- of af-keure; en dus het kwaade te gelijk met het goede aanneme, of het goede te gelijk met het kwaade vcrwerpe. Alleen op zeer weinige plaatfen, waar dc Stem-opnemers verflandige cn eerlijke .Burgers waren T die. begrepen , dat dc recïitcn des Volks altijd gelden bovenalle willekeur van eenig Bewind, of ook waar de Stem-opnemers hunne lés niet goed van buiten kenden, heeft het aan weinige Burgers mogen gebeuren, hunne bezwaaren intclcvcrcn. intusfehen , men heeft, door deze beiezing der Stem-opnemers ,. het zoo verr' weten te brengen, dat het grootfte gedeelte der Grondvergaderingen, cn onder dezelven het gantfche Platte Land, zonder eenige uitzondering, dat Reglement heeft aangenomen. Men heeft hierbij de Volks-ftem van Amfteldam, dat een aanmerklijk deel van Holland uitmaakt, dermaate vertraagd, dat het bewuste Reglement reeds goedgekeurd, cn bijkans in werking was, eer de Grondvergaderingen dier Stad , alwaar alles volgends den ouden dender zeer traaglijk voordgaat, waren afgelopen. De Raad dier Stad draagt veele, zeer. gewichtige bedenkingen voor; doch deze «rorden niet gehoord. Het Reglement wordt in werking  DE REPUBLIKEIN. 20? kine cebragt, met alle die botfingen, waartoe het naümlijker wijze aanleiding geven moest, op eenen, tijd, wanneer 'cr nog geen maatfchappijiijk verdrag beftond, wa rdoor Je fte^eÜjke gebrniken, gewoonten eri wetïen op éénen eenparigcn voet waren vereffend gcworf"' L Al zeer fchierlijk ondervond Amfteldam e gevolgen zijner tegenkanting. Een ftand het fiecht gedrag van eenige gewaapende Burgers, S aiding, dat troepen derwaards gezonden worden om ce rust te herftellen, en daardoor eene aanzienike gewaapende Burger - macht, bcftand .tegen een oproer/dat dui.endmaal erger ware, openlijk m haar aanzien in haar vermogen, in haar eigenlijk aanwezen gefchonden wicrd. Bewindsmannen d,e de zaak en de rechten hunner Gemeente behartigden, en tegen dat m rukken van troepen waren, worden in arrest genomen. en eene gewaapende Commisfie vestigt zteh in het miaden dier Stad, en oefent aldaar een gezag, hetgeen de oormaaligc Staaten van Holland, of derzelver Gecommitteerde Raaden, of afzonderlijk buitengewoone Gc^mmitteerden, (zoo als weleer in de Rotterdam che beroerten) zich . aauwlijks zouden hebben veroorlotd. -pr Of choon alomme het publiek gevoelen zich uitdrukhjk had verklaard, dat men van een nieuw vaderlandsch Bewind verwachtte, dat het geene'voorgangers zou opvolgen zonder van dezelven reekening en verandwoording te hebben gevorderd wegens hun beftuur, vooral ten aanzien van het finantie - wezen waarvan dan vervolgends, zooals het in een vnj Gemeeneoest behoort, den Volke volledig kennis zou gegeven worden, fchiint dat publiek gevoelen niet in acht genomen. Het Bewind trad volkomen op het voe tpoort zijner voorScn. Bij een kort vertoog van benodigde geklommen, deed het eene nieuwe, zeer bezwaarende Gedbeffing, welke echter niet gaaf ten einde loopt, zonder al wederom veranderingen en prolongatie te onderaan, die tot nadeel verftrekken van den eerlijken vaderlander., die zijne lasten , zelfs tot zyn aanmerklyk bezwaar, op de geftelde termijnen opbrengt in de voo ondèrftelling, dat dezelfde wdt omtrend allen geSSS zal werken, en zonder daarbij eemgc acht te Sn op de handhaving of verbetering van de prijs-waardc der meenigvuldige Hollandfche Obligatiën, waarvan zoo veele huisgezinnen beftaan , cn door welker laagcn cours zooveele Weduwen en Weezen, in het geval van verB b 2 K00P  SOS DE REPUBLIKEIN. koop of beleening, volftrektlijk geruineerd moeten worden. riai BeWind treed niet alleen in de maatregelen zijner voorgangeren, om eene Commisfie, op derzelver gezag uit en door het Volk aan gefield, om het gedrag van voormaalige 's Lands Ambtenaaren te onderzoeken, voor een gedeelte te furcheercn in haare werking; maar vernietigt dezelve geheelenal, op eigen gezag, zonder aan het Volk eenige gronden van dat gedrag, ja naauwlijks eenig openbaar bericht te geven van die geheele vernietiging. . Dat Bewind kent de gisting, welke bij het Hollandfche Volk plaats grijpt tegen den Orange-aanhang, die zich, als 't ware, ftrafloos verheft op zijn veilig beftaan, offchoon hij zich niet onziet, om een geheel Esquader, verraaderlijk, in des Vijands handen te leveren ; en echter fchijnt het ftandvastig gebleven te zijn in zijne maatregelen, om dien aanhang te begunftigcn , in fpijt der patriotten, waarvan het te vergceisch zijne klaagftem verheffend Middelhamis , en dc Raaden der Gemeenten van Delft en Amfteldam , blijkbaare voorbeelden hebben opgeleverd. • Heeft dat Bewind gehoord naar de" klagten van duirende Burgers wegens de fchennis van het Decreet der Nationale Vergadering, wegens de afTchciding der Kerk van den Staat? Of houd het zich ftandvastig aan het Rapport van den Volks - Reprefentant Zubli en zijne Mede - gecommitteerden , dat zei Dat Bewind legt dus zijn onzeker aanwezen in den fchoot des Volks neder, nadat het de uitoefening der Volks-oppermacht in de Stem-opnemers, die nooit dienaars van het Bewind, maar, in elIpe vrije Conftitutie, alleen afhangüjk kunnen zijn van het Volk, dat hen, tot handhaving van orde, behoort ganteiïellen, een weinig geprejndicicerd; nadat het 's Yolks Bb 3 op-  aia DE REP UBXIKE1 NJ ©ppermachc zelve in haare vrije f temming , welke dft ziel is van alle Grondvergaderingen , een weinig in conflict heeft gebragt met zich zelf. — Zoo voorzichtig handelt uw Bewind, Volk' van Holland, opdat het u aan geene bedenkingen zou haperen! Oordeel nu zelf onpartijdig, daar u de Publicatie tijdig in handen is gegeven! Heb dank aan uw Bewind, dat het uwe overwegingen heeft vrijgelaten, door de premisfen niet eerder voorteiezen, dan op het oogenblik, dat de Hemmen zullen worden opgenomen. Geef gehoor aan de Jandsvaderlijke waarfchuwing omtrend het gevaar en de nutteloosheid van alle veranderingen in de form van uw provinciaal Bewind! Draag die form, met alle haare gebreken, geduldig., gelijk gij haar nu een jaarlang gedragen hebt, omdat toch, zoo wij hopen, binnen het jaar, nieuwe departementccle bepaalingen op eenen eenparigen voet zullen gemaakt worden, bij de invoering uwer Staats-regeling ! — Wat de verandering der perfoonen betreft', beoordeel gij, ieder Burger van Holland, die in uwe Grondvergaderingen verfchijnen zult , of gij, als eerlijk Vaderlander, de gebreken van dat zelfde Bewind , omtrend politie, oeconomie en fiöanöe , nog een jaar langer, dragen kunt! En, zo gij het van uwen onvermijdlijketj plicht mogt oordeelen, om andere perfoonen tot het Bewind te roepen, benoem dan Kiezers, dte weten, wat 'er tot een provinciaal Bewind behoort, —- Kiezers, die fchrandcr van doorzicht zijn, om toetezien op de juiste form der benoemingen , — Kiezers, die bekend zijn met de zaak, en met de behartigers van de zaak des Vaderlands, — Kiezers, die noch door woorden, noch door beloften, omgezet kunnen worden,, maar in tegendeel ijveren tegen alle kabaaien, — Kiezers , die vooraf doorzult zijn van het denkbeeld, dat zij zich in hunne keuze geenszins behoeven te bepaalen aan hunne Grondvergaderingen, aan hun District, aan hun Gewest; indien flechts de gekozenen met grond kunnen vooronderftcld worden niet onkundig te zijn in de belangen van dit Gewest, — Kiezers, in één woord, die geene vleierij, geen bijzonderbelang, maar alleen de welvaart en de vrijheid des Lands bedoelen! — En dan, Kiezers, die verwaardigd wordt met het vertrouwen des gantfehen Volks van Hollandf dan kome het aan op uwe burger-trouw, op uwe belofte , op uwen eed aan dc Vrijheid en het Vaderland, dat  DE REPUBLIKEIN, ml dat gij niemand helpt aanftellcn tot provinciaalen Bewindsman, die een wederftreever van burgerlijke rechten, een vijand van de eenheid en ondeelbaarheid der Bataaffche Republiek, een bejaager van eigen grootheid of belang, een lafhartig voorvechter van Orange, of een befliste voorftander van den ouden laugwijhgen flendcr is! t t t * * * t t t Invallende Gedachten. Waarom toch aan het hoofd van het fiaatkundig Ontwerp , of van de ftaatkundige form , volgends welke de Bataaffche Republiek voordaan zal worden ingericht, een onduitsch woord geplaatst, naamlijk dat van Conftttutiep Is het wel waar, dat dit woord in het algemeen wel begrepen wordt? Beteekent dat woord, volgends zijnen latijnfehen oorfprong , niet meer de gronden van het maatfchappijüjk verdrag, waarop de Staats-regeling gebouwd wordt; en dus , eigenlijk gefproken, alleen de rechten cn plichten van den Mensch en Burger? Dezen behoorden wel, in gevolge van hunnen onveranderlijken aard, in alle maatfehappijen, en bij alle volken te geiden: maar, juist omdat zij nog maar in zeer weinige landen erkend worden, is het thands nodig, dat zij, door ccn nieuw en onderfchcidend verdrag, werden' daargcfieid. Zij alleen mogen dus de Conflitiitie genoemd worden., als de grondflag, waarop de form van het Staats-be\yind, in alie deszelfs deelen, zal gebouwd worden. Deze. form is dus de Conftitutie zelve niet; maar de Acte van Conftitutie, het gevolg der geleg4s grondflagen. Kan dus dat gevolg niet met een veel beter naam,. en met een nederlandsch woord Tekenfchetst worden, naamlijk met dat van Staats-regeling, hetgeen alles uitdrukt, wat tot de richting van het Staats wezen, als tot de form enz., behoort? — — Heeft  ara DE REPUBLIKEIN- # Heeft het huwelijk iet gemeens met de ftaatkundigc. form van een Land? Kan uit den Echten Staat, bij ibooghjkheid, eenige bevoegdheid tot het Stem-rechtworden afgeleid? Zou het niet ten uiterfteii wanvoeglijfc zijn, dat een jongeling uit de zuidlijke landen, alwaar men, volgends het klimaat, met het 14de of \.\de jaar trouwt, alhier op zijn 5de of 6de jaar overgevoerd, en op zijn 14de jaar in het huwelijk tredende, daardoor" alleen, Stemgerechtigde wierd? Behooren niet veeleer, in ons klimaat, al te vroege huwelijken zorgvuldig verhinderd te worden? —. — —. Waartoe is het nodig, dat de buitengewoon afgevaardigde Leden der Nationale Vergadering nog langer te Parijs blijven, daar wij aldaar eenen Ambasfadeur heb- Te Amflerdam, bij M. Schalekamp, in de War* moesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 's Hage J. Plaat. Leyden, Honkoop en Herding. Haarlem Walré, |. Beets en Wed.van Brusfel. Schiedam Swcbm. Delft Roe. ' lofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molk- man en Comp. Hoorn]. Breebaart. Zaandam ; van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oom-' kens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd \\ ii Stuiv. *  DE REPUBLIKEIN. Nam et prius quam incipias, confulto: et «H confulumi nature fa J opus est. Pulchrum est benefacere Rei- publkae^ SALLUSTIUS. ziin nu het derde jaar onzer zoogenoemde ftaatkundige onamanglijkhéid ingetreden ; jaaren ziin reeds verlopen, die het grootfchc opfchrift der BataafTche Vrijheid droegen; - cn wat is 'er voor het Volks-geluk en voor de waare Vrijheid, in ah' dien tijd afgedaan! - welke wezenlijke vorderingen hebben wij in all' dien tijd gemaakt? — misfehien dat de befebaamende herinnering hiervan iets bijdraagt, om ons aantefpooren, tot een waardiger, wijzer,doelmaat.ger, werkkamer gedrag? - Gefchied dat niet, dan is 'er mets zoo zeker, als dat het vaderland ten gronde gaat. —- ln de eerfte tijden der Revolutie, welke vooruitzichten welke verwachtingen ? — en nu, na twee voorhet Volk en den Staat onbereekenbaaf kostbaare jaaren, welke onnofele vorderingen! — Is de grond hiervan ook in ons gedrag gelegen, Broeders i _ iaat ons eens met genocgzaame bedaardheid overzien,wat 'er had moeten gedaan worden, ert wat 'er gedaan is. . Ik zal mij niet uitlaten over het gedrag der Patriotten in de eerfte oogenblikken der Revolutie; ik za niet vragen, of dat gedrag (taalkundig was ? - ik zal „iet onderzoeken, of men toen meer in het oog had moeten houden, dat bet Volk in twee hoofdpartijen was verdeeld, dat de onderliggende partij van haare denkbeelden, van haar eenmaal aangenomen en geworteld ftjstema zich niet in een oogenblik kon ontdoen ; III. DEEU CC  mt> DE REPUBLIKEIN. genoeg, men had, in de eerfte dagen der vorrasfehende* vreugde, het ftelfei van algemeene Broederfchap aangenomen, en men. moest , om zich zeiven gelijk ° te blijven , aan hetzelve getrouw zijn: dit fteïzel doet, zo al niet het ftaatkucfiig doorzicht, ten fhinflen het hart der Patriotten eer aan. Maar deze eenmaal aangenomen grondftclling moest dan ook in vrede de grondflag zijn , waarop alle de handelingen van het Beftuur gevestigd wierden ; — men moest derhalven allen voor de Revolutie hebben zoeken te winnen, door liefde, dat is niet door de .ijdcle KLANK Van broederschap, Van vrijheid, van gelijkheid: maar door hun het ftreelend vooruitgezicht te geven , dat zij waarachtig vrijer, in het genot van rechten, in het dragen van lasten gelijker zouden worden , dan zij , vóór de Revolutie, geweest waren; en dat men de waare Broederfchap' wilde bevorderen, door zoo veel mogelijk de bronnen van verdeeldheid wegtenemen cn op te droogen, waaruit de haatlijke verdeeldheden voordvlociden, bij kinderen van hetzelfde Vaderland. . De uitgeputte, fchatkist van den Staat moest geftevigd worden ; dit wist, dit .verwachtte elk: • had men, kort na de Revolutie, eene veel grooter opoffering, dan eene der belastingen op zich zelye was, in die oogenblikken gevorderd; men zou hierin zeer zeker gelukkig geflaagd hebben: — het hart der Patriotten , toen brandende van vuur voor de goede zaak, voor het behoud van het Vaderland, had zich zulk eene opoffering tot eene eer gerekend; —• en 'er gaarne boven vermogen aan voldaan: — de Orangepartij zou door vrees, en veelen van dezelve in de hoop op een gunstig lot, in de verwachting van zich daardoor . voor aile vervolging te zullen dekken , getrouwlijk voldaan hebben ; — daar het be- ilendig en onophoudelijk melken et) mergelen den een met den ander moedeloos maakt, en de geduurige itrafbaare hoop op hersfenfehimmige omwentelingen veelen huiverig maakt, en in dezen trouwloos doet te werk gaan. Na of bij dezen grooten en noodzaaklijken maatregel, was de > eerfte daadzaak , welke veelen na de Revolutie verwacht hebben, deze; dat men, om het eerfte te verzagten, en om andere goede oogmerken te bereiken , het Volk een vooruitgezicht -had gegeven op vermindering van lasten, huiten nadeel van 's Lands finantien. Het is waar, men heef:  DE REPUBLIKEIN. ar* heeft hiervan, mogelijk, eene onuitvoerlijke, eene ta groote belofte gegeven : — Maar men bad deze hoop op eene uitvoerlijke wijze moeten voeden en gaande houden, .met een ernstig voornemen , om dezelve met de daad in een of ander opzicht te vervullen: — daar door had men niet alleen de. harten der onderfcheiden Patriotten, maar ook der Orangelieden, het best kunnen winnen; — had men, ter bevordering hiervan, bij de onnoemlijke Committé's (deze uitdrukking fpijt mij dat noodig is) 'er één gevoegd, uit kundige financiers beftaandè, en dat met den last voorzien , om hiertoe een uitvoerlijk plan te ontwerpen: men had wel gedaan, tiet is zelfs den minkundigen bekend, dat van de vcr-fchriklijke belastingen , die de Ingezetenen dezer Gewesten, en vooral die van Holland, drukken , een zeer aanzienlijk gedeelte door eene veel te groote meenigtc Ambtenaaren verzwolgen wordt, zonder dat het Land 'er eenig wezenlijk voordeel van geniet. Ware hierin eene andere fchikking daargefteid, zou zich elk, en voorai cïc minvermogende burger, zeer zeker voor de Revolutie hebben latcii winnen ; — men weet toch, hoevcelen in ons Vaderland het Jijsterna omhelzen van den Ezel in de Fabel: IVat kan het mij fc/ieelen, of ik van heer verander , bijaldien ik dezelve lasten moet dragen \ Vermeerderen de lasten , verminderen dcinkomftcn, (zaken, die altijd en vooral in ons Vaderland, uit hoofde van on2e ligging, koophandel en betrekkingen, de noodlottige gevolgen van eene Revolutie moeten zijn; daar machtige en naarijverigenabuuren alles aanwenden, om ons te verlammen, en uittemergclen) — dan fcheclt ■"er nog meer aan ; dan blijft 'er zeer zeker. om een groot gedeelte van onze landgenooten te winnen , niets anders over, dan hen te overtuigen , dat dc toeicg van het Beftuur, in waarheid is, hen zoo veel mogelijk op den duur van lasten te ontheffen. Gefchied dit niet, dan blijven niet alleen de harten der genen , die tegen dc verandering van zaken zijn, op denzelfden toon geftemd; maar zij trekken op dezen grond eene wankelende mcenigte van de nieuwe orde van zaken af, zooals ons de ondervinding helaas! te duidelijk leert. Men bewijze hier nog zoo duidelijk, dat all het rampvolle" alleen zijnen grond heeft in het gedrag van het voori°- Beftuur 1 — De meenigte zal altoos blijven vra° Cc a gen,  v2i6 DE REPUBLIKEIN. gen: is het nu beter? zijn de uitgaven voor het Beftuur nu minder? is het Beftuur nu min kostbaar ? worden de uitgaven nu algemeen meer bezuinigd? waarom verbetert men dan nu niet, hetgeen men zoo luidkeels heeft afgekeurd? Veelen hebben verwacht, dat men, daar het Vaderland verdedigers nodig had, zoo fpoedig mogelijk zou zorgen , dat de Armee van den Staat, cn de Zeelieden -op de Vloot, redenen hadden, om zich over de Revolutie te verheugen ; en wel op deze wijze, dat de Soldaat , als Soldaat , menlehelijker dan te vooren zou behandeld worden, hem het vooruitgezicht tot eer door verdienden zou geopend zijn, en dat hij gelijke voorrechten met die van oqzen Bondgenoot zou genieten; r- jaloufie in eene Armee maakt fchel- men, deferteurs en flegte ftrijders, en wat zal men met eene Armee uitvoeren, wanneer men op het Volk geheel, ten minften voor een groot gedeelte, niet kan betrouwen? — in eene Armee, waaronder men, bij de nationaalen , veele uitfpattende Jongelingen onder de Soldaaten heeft, en die voor het overige meest uit Duitfchers beftaat, den ftok aftefchaff'en, was ten minften eene goedhartige verkeerde reekening gemaakt op een verheven gevoel, van eer, hetwelk mogelijk onder de Franken, door veele famenlopende omftandigheden gevonden word , en waarvan men de gevolgen fpoedig zag. Men moest immers den verzaker van 'zijnen plicht de eer onwaardig rekenen , om dan, wanneer hij geene eer genoeg bezat,om zijnen plicht te doen, te verfchoonen ; vooral, daar eene nu hier,rdan ginds zwervende, bende van dc nodige frifons niet vootzien kon zijn; — men nam ook daarom wel fpoedig zijn toevlucht tot den kling; heerlijke veranden'ng!!! Aan alle de Soldaaten het trouwen toeteftaan , was, onze Bataillqns in wandelende dorpen te herfcheppen: dit kan alleen plaats hebben daar, waar de Soldaat gelijktijdig gezeten burger is; — en, elders, mets dan wanorde veroörzaaken , en de armoede vermeerderen: de ondervinding heeft dit geleerd, — en men behoefde geen verrekijker, om dit vooruit te zien. Wilde men den Soldaat als mensch, het recht, om eene vrouw te nemen, toekennen, zooals hem dat in die betrekking ontegenzeglijk toekwam ; dan moest men, daar men toch zo veel met de eer bij hem op had, hem hebben beduid,  DE REPUBLIKEIN. 217 duid dat dc Soldaat zooveel meer bij het Vaderland verdiende, terwijl hij zijn natuurlijk recht onder zekere bepaalingen, welke bij zijn engagement gemaakt werden , opofferde. Het eerfte, zal men zeggen, is gefchied, zoo, en op de eio-en wijze, waarop het te voren was; — Ik verfhi 'er door peen Haag, dan wel verdiend, en vooral met op de luimen van kwaade jongens, die Officieren heeten; en een toereikend onderhoud, bij eene goede menage. Volgends het tweede verwachtte men, dat, zoodra de Armee georganifeerd was , 'er geen Request om Officiers-Dlaatfen meer zoude aangenomen zijn , maar bekend gemaakt wezen; dat alleen verdienden van hun, die in de Armee van den Staat dienden, en van die alleen zouden in aanmerking komen, om in dezelve de hoo"fte plaatfen te bekleeden. — Dit zou, bij eene getrouwe volbrenging der belofte, de weg geweest zijn, om den Soldaat voor de Revolutie en dc tegenwoordige orde van zaken te winnen; — dit heeft, voor dezelve , geene plaats gehad. — Het lot van de Vlootelingcn is te vooren, zoo dikwijls, als ongelukkig befehouwd, omdat zij den hondenkost voor lief moesten nemen. Daar van daan, dat Volk, met de levenswijze op de Oorlogfchepen bekend, met geene mogelijkheid bijna, nugteren en bij zinnen zijnde, dienst wilde nemen. De redenen van deze flechte voeding waren in vroeger tijden, dit wist men, hierin gelegen ; dat de Scheeps - Kapiteinen zeiven dc levensmiddelen moesten koopeii; terwijl nu hun eigen tractament, naarmate van den ftaat, dien zij moesten voeren , en het onderhoud van hunne huisgezinnen, niet toereikend was, zogten zii het ontbrekende door het koopen van flegte victualie uit de buik van het volk te haaien, en werden nu,'wanneer zij geld genoeg hadden, om de nodige voorfchotten te doen, zoolang de Admiraliteiten goed betaalden, rijk. Nadat dit ophield, en dit was te vooren het lot reeds van hun , welken deze verfchotten niet konden doen moesten zij van de directie der Leverantters zihangen; dat is te zeggen, zij moesten, naa lang bidden en fmeeken, quafi uit gunst, twintig, dertig en meer pCt boven de waarde geven , en dan nog uitfchot en oud goed voor lief nemen, waardoor dan ook bet voedzel voor de Vlootelingen allerellendigst wierd. Ieder kan den invloed hiervan op de gezondheid en Cc 3 hct  *i8 DE REPUBLIKEIN. het hart derzelven genoegzaam opmaaken ; ik behoef hiervan niets te, zeggen. Wat men ook , in de Organifatie éexArmée,en vooral bij de Marine, voor groote flappen mag gedaan hebben, houde men mij ten goede, dat ik zegge: —veelen hebben gedachten verwacht.dat men, van h landswege van het begin der groote reforme af aan, de victualiën zou hebben gekogt, en dit niet zoo lang, naar het oud gebruik, aan de Kapiteinen zou hebben overgelaten • maar het lot van den vlooteling dus wezenlijk verbeterd' en hem voor de nieuwe orde van zaken gewonnen nebben. ° De Hollandfchc foldaat en matroos is te grof, om hem met eenen ledigen buik of flegten kost te enthufiasteerenmj vegt , voor een mondvol goed eten , en een borrel' genever, veel beter, dan voor de fubliemste idécn Veelen hebben gedacht, dat men dc Burgerwaapenintr op alle mogelijke wijze, zou hebben aangemoedigd _ om zeker te zijn voor de rust van binnen , die echter zoo veel gevaar niet zou lopen , bijaldien del Ingezetenen over het algemeen , duidelijk, eenig wezenlijk ei-en voordeel zagen in dc Revolutie; daar dezelve gelijktijdig aan de Republiek een geducht aanzien, voor de' vijanden van buiten, zou gegeven hebben. Men behoefde niet zoo zeer, zelfs in het geheel ten koste van den Lande, niet te debatteeren over panasfen * koordjes, knoopen, vaandeltjcs, enz, ~. men behoefde " en moest de zaak zoo min kostbaar maken als mogclii'-er was noch het halve kapitaal voor de montecring rocfï de halve tijd van den Burger nodig, om te paradeeren — De groote zaak was maar, om de Burgers de'waapenen te leeren behandelen, en hen eene op goede -gronden gevestigde geestdrift in te blaazen , Qm voor de rust te zorgen, en , waar de nood het vorderde, te ftriiden voor een iand, waarin het hen, onder de'befcherming der wetten, bij het waare genot der vrijheid wel ging. — Het was immers om het even , of dit in een bruine, blaauwe of zwarte rok, of dit met witte zwarte of blaauwe kousfen, gefchiedde ? 'Er was ligt een onderfcheidings-teken voor de onderfcheidene Brigades, Bataillons en Compagniën te vinden geweest, zonder zoo veele nodelooze verkwistingen ! — De Zwitfers hebben, zonder all' dien omflag hunne vrijheid weten te verkrijgen, en flaande te houden ,  DE REPUBLIKEIN, u? den,-— en de Franfchen waren immers ook zulke poppetjes niet. Veelen dachten , dat deze dingen allernoodzaaklijkst eerst, en voor alles, moesten gefchieden; dat men door dien weg meer eendracht en tevredenheid onder het volk, meer klem van beftuur in het land, een geduchter uitzien naar buiten, en eenen ftcun voor de befcherming des koophandels, zou verkregen hebben: —— dat het, wanneer deze zaken op eenen vasten voet waren gebragt, eerst de tijd zou geworden zijn , voor het beftuur, om, gerust cn kalm , dc binnenlandfche belangen te regelen: — dat men hierin altoos getrouw aan dc gemanifesteerde beginfels zou te werk gegaan zijn. Welk eenen' weg hadden wij dan niet, in den tijd van twee jaaren , moeten afleggen ! — Hoe veel zouden wij dan nu, in het derde jaar der Bataaffche Vrijheid, gevorderd zijn ? En nu, wat is 'er van ons geworden? Waar is het Volksgeluk , waar het genot dier Vrijheid , waarvan wij zulke groote verwachting hadden ? Wij zijn nu het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid ingetreden ! — en wat zal 'er in dat jaar gebeuren'? — Het gedaane kan niet ongedaan gemaakt worden ; het verzuimde nimmer worden vergoed. Maar dc ondervinding diende ten minften die gelukkige uitwerking op ons te hebben , dat zij ons wijzer en werkzaamer maakte: en gefchied dit niet, dan zullen wij aan de Volken het geducht bewijs geven , dat het Bataaffche Gcmeenebest te Hecht voor het genot der Vrijheid is. — Ik zou het tafereel van onzen akeligen toeftand hier nog nader fchetzen , was dit, op eene uitnemende en helaas! al te waarachtige wijze, in het 132de N'ommer van dit Weekblad niet reeds gefchied. Ik zal derhalven met deze korte Aanfpraak eindigen. Bataven!—toont, dat gij weet, wat Vrijheid is; dat gij der Vrijheid waardig zijt, en dat het u niet onverfchillig. is, of men u den fchijn voor het wezen in de handen dopt, — of uwe belangen al of niet bevorderd worden ! — Eerbiedigt de wijze en goede bevelen van uwe Vertegenwoordigers, en Zaakbezorgers!«—Maar vergenoegt u nooit, om, voor Vrijheid en Volks-gezag, Aridocratie en Stemrecht aantenemen! — Hoe zeer, zonder ondergefchiktheid en orde, geen Volks, geluk kan plaats hebben j —» rhoet gij, echter, de majes- teits-  32o DE REPUBLIKEIN- teits-rechten van het Volk nooit iaaten fehenden, in die weinige oogenblikken, waarin gij dezelve genieten kuntin die oogenblikken zijt gij de fouverain , die gee'nê bevelen moet ontvangen.- —. in die oogenblikken zijn alle Geconftitueerde Machten uwe Dienaaren! —. in die oogenblikken moet gij befchikken over uwe belangen en in alle uwe verrichtingen vrij zijn: — in die "oogenblikken moet gij wijze cn manlijke maatregelen nemen , lot het bevorderen der waare Vrijheid cn des geluks van het Vaderland ! —- Zorgt, dat uwe belangen zuiver betracht worden! Zoekt uwe vrienden en uwe vija eden te kennen, eri gebruikt uwe onvervrcemdbaare rechten, om eene'nodige fchifting tusfehen die beiden te maaken ! Zijt nooit te vadfig, om de flappen van het Beftuur op den voet te volgen, en uwe goedkeuring over da goede en uwe afkeuring over de kwaade te geven ! Vooral in deze oogenblikken, dobbert uw geluk of ongeluk. —* Kiest het eerfte, door het met manlijke kracht aantegrijpen! — doet ge dit niet: — dan zult gij zeiven de berokkenaars van het kwaad zijn , hetwelk u eenmaal welverdiend zal drukken. Nog eens Bataaven I fchept uwe eigen- Vrijheid en Geluk , en gij zult ze genieten ! — Dat dan , op het einde van dit jaar, elk waarBataaf met eenen verruimden boezem moge kunnen zeggen : dit was ten minften een jaar, dat met recht het opfchrift droe»-: der Bataaffclie Vrijheid! b a t a v u s. .Te Amflerdam , bij M. S c ff a l e k a m p , m de TVar— moesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfc en Zoon. 's Hage ]. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, f. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Swcben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveeu. 's Bosch Palier. Middelburg Giilisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij dc voornaarnite Boekverkopers , wordt dit Blad *& Maandags met een No. vervolgd \ li Stuiv.  REPUBLIKEIN. N°. 138 en 139* mi verlangen geenszins, cm in de posten, waartoe wi; door de vrije keuze onzer Medeburgeren geroepen zijn, in die W], in dit hachlijk tijdsgewricht, ter gehoorzaming aan den wilyan cnze Committenten , op ons genomen hebben, langer te commieren, wanneer ons zal gebleken zijn, dat het Volk van Hot* lani ons door anderen wil doen vervangen. Publicatie van Holland's r n o v in- CI AAL BESTUUR, 1V?« 3° cember, 179Ö. BURGER REPUBLIKEIN, Jonge, Ion ge ! het komt me zo raer en zo wongdörlik veur dat ik daer zei gaen zitten fchraiven, man! — Wel ik laik zoo zongdig wel ien Sikkerdetaris •, wangt ik bin dat ding niet eweun, mot je weten, — en ik hou me angders nog al zoo veul, as ik ken, buiten dingOheid en aveluinigheid: ~* dat zou je aen de hiele buert°kennen vraegcn; dat zou je! — maer het is de nuusgierighaid, die me noü, wil ik zeggen, zoo veul als een Sikkerdetaris of Schraiver maekt. Ik ken het nooit ofte nooit niet elooven, zat ik zö teugen men Waif! — en daerom zei ik iens aen dert Republikein fchraiven; hij zei me wel angtwoorden, III. DEEfc. üd ZO«  222 DE REPUBLIKEIN. zou ik mienen, — en nou, zoo czaid zoo edaen; ik liep nae de Miester! — Miester, zai ik zoo, ik mot vetir ien oortje pennen en pampier hebben, dat mot ik; wangt ik mot abJeluit aen de Republikein fchraiven: _— dacr gaf me de Miester dan ien pen en ien velletje pampier; 'er mosten drie duiten veur wezen, Man! — en waer zei je nou meé fcbraiven, vroeg i ? — Wel zai ik, ik dogt, dat as ik pennen en pampier koft, dat ik dan inkt op de koop toekreeg? — Zoo mienig ien drommel, zai de Miester; en ik most zoo zondig noch een duit 'er op leggen veur de int! Wel, Man, dat ding klinkt je in de beurs dat het dacvert! — nou ik fchraif alle daegcn ook niet! —het mot 3cr nou erais zoo meé deur; — drink ien borrel te minder, zai men Waif, kaik ze is gaer op de koek, het is ien deugd van ien Waif; maer Jongen, ik heb wel al veur ien ^ halve duit verfehrcven, en heb je nog niks ezaid, dat je wecten most, en wat ik jé vraegen wou. Hoor dan ; men buurman Kees weetje, die gaet met de waer nae Stee, — cn die komt dan veul niet ien nuuwtje 't huis! — en dat is ien raeren ; nou het i ons ezaid, dat het Provintiael ■Bejlunr ien Pubelikatie heid efehreven, daer ze, wil ik fpreeken, ongs kwagnswais de Suijverain in hieten: maer die zo dekzels raer en wongderlifc is, dat et is of ze ongs, om et zoo maer op zen boers uittemeppeu, foppen: — wangt, zaid i, asfe we doen, zo as deerin efehreven ileet, dan motten we de boel zoo maer laeten as i is, en ftellen de zelvde mengfehen maer weer an; — wangt het is op hals en keel verboden, datte de Stemopnemers een fmoel maggen opzetten; ze motten fwaigen as moffen in de Grondvergacderingcn! — Wel, ik zeg zoo teugen hem, dat lieg je ommcrsiTccj.' —Bedaar, zait i en haelt de Republikain, en noch ien pampier 'uit zen! zak , — en de boeren zaiden allemael; Kees et elaik! Is dat nou Vraihcid? zai ien oranjeklant , cn lachte ongs helder uit! . Jongen, ik miende men lever te fchcuren : dat miende ik: — maer de Boeren zaiden ; wel je kent omiïlers angdcre mengfehen anftellen, dat ken je! — Wel nou ja, zai i, dat zei 'er wat aen helpen ; — Wil ik je nou erais zeggen, watte ze 'er bai ezaid hebben? ■ Dat het Provintiaal Committé Os et zo niet goed efehreven, wangt ik heb het uit de krant nae edeen ?) dat het Provintiaal Committé fllient, dat, as het Provintiaal Bejluar verangdert word,  DE REPUBLIKEIN. 223 word, zai evenwel, die deer in zittenblaiven zitten. — Wel ze mogten ien ouwe kous, zeij ik! — Nou, zaid i, je zelt het zien; help maer kaiken; — Wel, zeij ik, die binnen ommers uit het Provintiaal Beftuur cnomen? — en as de een geet, geet de angder ook. Der binnen der ook, zaid i, die 'er zo maer in egooit binnen, en ze mienen, dat die allemael blaiven: — daarover ken ik het nou niet iens worden met men Buurman Kees; nou motje erais zeggen,wie dat elaik heit, me buurman Kees, of ik, Je Medeburger, k l a e s. Zelje! — Maar van de week ; wangt we hebben om ien pintje bier cwed. 't Gae je wongderlik we!, hoör je.' A N D W O O R D. Dat lijkt 'er eerst na, Klaas Buur, als die brave luiden van het Land, die niets weten van dat falievouwen, zoo als dc Steêiui dikwils doen, zoo manmoedig op de proppen komen, en toonen, dat zij ook niet onverfchillig zijn, om te beoordeelen, of de wagen wel recht gaat. Gij immers, en alle Landluiden, zijt even zoo Burgers van den Staat, en ik heb u al lang meenen te vragen: hoe het toch komt, dat Gij op het Land zulke "Burger-Vergaderingen niet houdt, waar men (breekt over het belang van het Ambagt.over de Dorpslasten , over het toezicht der Polders, over de Tienden, over het recht der Heerlijkheid, over de Ambagts-reekening, over de rechten en plichten van ieder Burger enz. enz., even als die in de meeste Steden plaats hebben , daar men ze Grondvergaderingen noemt, omdat zij gegrond zijn op de hoogfte macht des Volks, _dat altijd recht heeft om bijééntekomen, om over zijne belangen te fpreken, en welk recht in eenen vrijen Staat niet mag verminderd, veel min vernietigd worden, ik hoop, Klaas Buur, dat uwe Mede-landlieden daar eens ernftig aan zullen beginnen te denken, en het Dd 2 oofc  as4 DE REPUBLIKEIN. ook daadlijk ter uitvoer brengen. — Maar nu, over uwen Brief waarvoor ik u hartiijk dank zeg, en dien ik daarom het eerst van allen zal bcandwoorden. Ik moet u maar ronduit zeggen, dat uw Buurman Kees een brave Kare is, die zich niet ligt blinddoeken, of in de luiers zal laten leggen. Zeker, zijne bedenking is zoo gek met. Evenwel, moet ik erkennen, dat gij de zaak van de rechte zijde bekeken, en zijne zwaarigheid heel wel hebt .opgelost. Het Provinciaal Committé is, immers, genomen uit het Provinciaal Bejtuur. ja, in den eigenlijkftcn zin, zijn zij juist de Leden, die door het Volk tot dat Beftuur gekozen zijn; want, zoodra dat Committé daargefteld is uit de genozen Bewindsmannen .hebben derzelver Plaatsvervangers zitting ^moeren nemen in het Beftuur. Nu zou het zeer ongerijmd zijn , dat , bij eene verandering van perfoonen, de Plaatsvervangers alleen veranderd, en de voormaals eigenlijke gekozen Leden zouden gecontinueerd worden. Dat zou waarentig een aardig gocbcifbel worden van hier verlies & je , en daar heb ik je , waaromtrend alle twijfeling geheel wegvalt, zoodra wi lezen het laatfte Artikel van het Reglement, alwaar met ronde woorden ftaat: Dit alzoo geconstitueerd Provinciaal Beftuur (dat is, het gantfche Be/tuur, met alle deszelfs onderfcheiden Departementen, zoo als zij te vooren in het Regiement waren opgegeven) zal blijven ftand houden* tot zoo lang eene bK het Volk van Nederland geratificeerde ConJtitutie daarin verandering zal hebben gemaakt. ten ware het Volk van Holland, naar zijn onvervreemdbaar recht, z»&eekder'„ komen goed te vinden. Zoodra nu het Volk van Hollana, in gevolge van zijn onvervreemdbaar recht (en dus ziet gij, Klaas Buur, dat het Provinciaal Bejtuur grovelijk dwaalt, wanneer het in de Publicatie l™ $,0,. December 1706 verklaarde, dat het hun vrij ff? 1 7 v0?*™> of het Volk van Holland zich wel had voorbehouden, eene verandering in de fungeerende Leden van dat Intermediair Beftuur te maaken goedvindt, om aan het verlangen te voldoen dier Leden, om hunne moeilijke loopbaan te eindigen dan moeten ook allen, die dat Bewind hebben uitgemaakt zoo wel het Beftuur, als het Committé, en alle dé Leden der onderfcheiden Departementen, ontflagen morden uit hunne posten, ten ware het volgend le. wind  DE REPUBLIKEIN. a*5 wind konde goedvinden, zoodanige Burgers in hunne werkzaamheden te doen volharden, die uit den BurgerHand tot de vier Departementen, buiten de aanitelltng door het Volk, benoemd zijn geworden. — Ik twijfel niet, Klaas Buur, of deze opheldering zal u genoegzaam zijn. Geluk intusfehen, dat gij de weddmgfchap w!m Drink nu eens, met uwen Buurman Kees, op goed fucces van de Revolutie en van de Conftitutie, ter wceringe van alle dwinglandij, op de Vrijheid, en het keil van alle'Welmeenendcn l Heil en broederfchap van Uwen Medeburger, ' De Republikein. '■ BURGER REPUBLIKEIN, In een tijd, waarin 'er zoo wonderlijk met de Oppermacht des Volks gefpeeld word, begrijp ik, dat elk, die flechts gezond verftand en vaderlandsliefde heeft,het zijne moet bijdragen, om het Volk de oogen te openen • cn dit bezef fpoort mij aan, om ook mijne gedachten over de verrichtingen des Volks in zijne aanftaande Grondvergaderingen op het papier te ftelien, en ze u toetczenden. —i Het onderwerp der beraadflagineen behoort, mijns bedunkens, te vooronderftellen en ^rond te zijn op de kennis van het Reglement, waarop0 het tegenwoordig Intermediair Provinciaal Beftuur is bijeengeroepen ; hier moet derhalven voornaamlek onder het oog gehouden worden de wijze, waarop dit Reglement is gearresteerd. — Op den 5 Februarij 1706, is dit in 't licht gekomen, en aan het vrije Volk van Holland, tot een rigtfnoer ter verkiez.nge van Leden voor een Intermediair Provintiaal Beftuur, gegeven, zonder dat immer bij dat Volk de toeftemming tot het een en ander was gevraagd : dan, wat «beurt 'er ? — Al rasch hoorde men onder dat Volk allerlei gefprekken omtrend deze Provifioneele Heerschzuchti terwijl de Raad van Amfterdam en Delft, zoo ik meen.'er zich openlijk tegen verklaarde-, Het welk eene D d 3 H1"  @t*£ P E REPUBLIKEIN. nadere Publicatie, fh dato 12 Februari] i79Ö,tencevolge had. In deze nu word met zoo veele' rónde woorden gezegd 1 Dat zij (de Provifioneele Reprefentanten namelijk,j het onbetwistbaar recht des Volk-; van Holland erkennen, om in het toekom ft ig Int er mediair Beftuur der Provintie naar goedvinden verandering te maken, maar ook dat in de respecttve Grondvergaderingen de Stenwpnemers, waarvan m het 2de Hoofdftuk des voorgef telden Reglements word gefproken, — nadat zij de Verklaring, Art 10. vermeld, van de Stemgerechtigden zullen hebben afgenomen , gehouden zullen zijn, om aan elk der Stemgerechtigden, eerst en vooral hoofd voor hoofd voorteftellen de Vraag: of zij genegen zijn, om, volgends het voorgefteld Reglement, Leden voor het Provmtiaal Beftuur te kiezen, met dien verftande, dat de meerderlieid der Stemgerechtigden in elke Grondvergadering , den voortgang of niet voortgang der zelve , tot het verkiezen van Leden voor het Provintiaal Beftuur, zal beflisfen; enz., terwijl zij in die zelfde Publicatie al verder zeggen : — dat zij eindelijk, om allen twijfel weg te nemen, als of zij 's Volks Oppermacht eenige belemmeringen wilden toebrengen, en ter voldoening aan het o^fte Art., de Grondvergaderingen tn Holland, tegen den 16 Februari] 1797, houden voor opgeroepen, om alsdan over de voortduuring of niet voortduuring van het Intermediair Beftuur te raadplegen en te ftemmen; NB. langs denzelfden weg,Qen dus door het al of niet benoemen van Kiezers, gelijk op den 16 Februarij 1796 gefchied is) als bij de eerfte Hoofdftukken van hei voor^eftelde Reglement is bepaald, enz. Dat nu het Volk dit in het oog houde, en dan oordeele, of uit het aangehaalde niet dit befluit moet worden opgemaakt? Het Volk van Holland moet in de ophanden zijnde Grondvergaderingen , door het al of niet aantellen van Kiezers, beflisfen, of 'er een Intermediair Beftuur naar het voorgedekte Reglement, al of niet, zijn zal? en meer niet. De Publicatie van 30 December laatstleden, met de vraag: zal het Volk bij zijn eens genomen befluit perfisteeren? is dus nol- en van geene waarde. Dezelve voor Notificatie aantenemen, is nog te veel gedaan; ten minften het komt mij voor, dat iemand, met gezond menfchen - verftand voorzien, het niet anders kan  DÉ'REPUBLIKEIN. 227 Hn opvatten, en het Provinciaal Beftuur daarin geene verandering kan of mag maaken zonder zneh fchuidig te ftellen aan de fchennis van de Oppermacht des bevraag : wil het Volk zich met een Beftuur, tot de op handen zijnde komst der Confütutie, behelpen, het welk naar zulk een gebrekig Reglement moet handelen is dus beflist, wanneer de meerderheid voetftoots Kiezers benoemt , zonder dit Reglement algemeen te verwerpen ! en dit zal waarfchijnlijk gefchieden, omdat het wel weet, hoe alle aanmerkingen worden commisfioriaal gemaakt, en,langs zeer kostbaare wegen in het oneindige, op de lange baan gefchoycn: — het hoopt toch fpoedig het Plan van Conftiutte zelve in handen te krijgen. Maar dat dit Beftuur door andere perfoonen moet worden afccwlsfeld, zal het Volk zeker, op de gelegde premisten, willen en bevelen. Of zal het, in den uchtendftond zijner vrijheid, eenen weg inflaan, waardoor het de Aristocratie zelve zou vestigen? My dunkt, hier is eene vraag aan het Volk reeds beleedigend. — Het zou immers door zulk een gedrag betoonen,—> de Vrijheid noch te willen, noch dezelve waardig te zijn. kees recht-uit. • # MEDEBURGER, Daar de ^roote dag van 16 Februarij nadert, op welVe volgends de Publicatie van het Provintiaal Beftuur van Holland, in dato 30 December 1796, in de Grondvergaderingen moet worden geatidwoord op de twee gewichtige vragen; CO Zal de Provtntiaale Receerinlsvorm van Holland dezelfde blijven ? Qij Zullen dezelfde Leden in het beftuur blijven ? zoo neem ik de vrijheid, u mijne bedenkingen te doen toekomen , of dezelven door uw Tijdfchrift te brengen ter kennisfe van het algemeen, ten einde het moge dienen tot eenen wegwijzer voor die Burgers, welke zullen meenen met miin gevoelen te moeten inftemmen. Het is zeker, dat het oogmerk van Holland, in het Dd 4 be_  «28 DE REPUBLIKEIN. begeeren der Nationaale Vergadering , is geweest he* vernietigen van alle Provinciaale Reprefcntative Vergaderingen , volgends het 7afte Art. van het Plan, bij Holland gearresteerd^den 24%fff i795,cn alleen door het Volk van i?0//^goedgckeurd;-. dat de Provilioneele Reprefcntanten van dat zelfde Volk wel veranderingen in het? en J doch niet dan gedrongen, 0% het verfchil met de andere Provinciën te vinden , cn dc groote zaak, zoo goed mooglijk, tot ftand te brengen- — dat ook bij de raadplceging des Volks, over het Plan voor het Provinciaal Beftuur van Holland, in Februar.j 1/96, verfcheiden Grondvergaderingen hetzelve hebben afgeweezen en andere door de kortheid des tijds bele zijn over hetzelve rijpelijk te raadpleegt dat ovérzulks te vermoeden ftaat, dat dc eerfte vraag, naamliik het onveranderd blijven der Provinciaale Regeerin^ form, door verfcheiden met neen zal worden beandwoord. ■ ÜL Het Provinciaal Beftuur zelve fchijnf zoo gr00tc eifchen van verandering te verwachten, dat daaruit eenige verwarring zoude kunnen volgen. ' Het is onbetwistbaar, dat het aan het Volk, ten allen tijde vrijftaat, zijnen Regeeringsform te veranderen , en dat het Volk verplicht is, vooral in eenen tijd van Revolutie, naar het beste te ftreeven. Aan den anderen kant, is 1 rf-BduUr/an gevoclen' dat d* «voer „g eener Conftitutie, op de Een- en Ondeelbaarheid de? Republiek gegrond, niet verre meer af is: een gevoc' len, het welk door de waarfchijnüjkhcid word onderfteund, en hetwelk allen Provinciaalcn Regeeringsvorm zouae doen vervallen. Het is uit overweging van wcderzndfehe redenen, dat ik voor mij zoude verkiezen,in de Regeeringsform, of het Reglement, wel eenige doch weinige, verandering te maaken, ten einde' veelvuldige cifchen, door tegen/tijdigheid, zichzelven niet vernietigen. "v v In het 4de Hoofdftuk, tusfehen Art. 47 en 48, wilde ik invullen het 24fte Art. uit het Rapport van de Per! foneele Commisfie tot het ontwerpen van een Reglement voor het Provinciaal Beftuur van Holland , dus luidende* „ Zij (de verkiesbaaren voor het Provinciaal BeftuurS „ zullen op den dag der verkiezing hunne woon„ plaats moeten hebben in het District , waarin „ zij verkoren worden." De redenen, welken de geëerde Coneeptmaakers voor «I  DE REPUBLIKEIN. 229 dit Artikul hadden, meen ik, zijn voldingend. Ieder is tLt békend met de belangen van zijn Distnct, cn op die wijze word het belang van allen in een punt te ZTweCeb:r wel. dat men my zal tegenwerpen dat elk Licl Z het Beftuur, met afzien van plaatfehjke belangen zich moet aanmerken als reprefenteerende het geheele Volk van Holland. Doch het is hgter, zulke Ken 5 fchilderen, dan dezelven breneen. De ftem der. natuur wederfpreekt dit zelts in de dieren- ieder vogel ievert voor zijn nest, en, zo er mannen gevonden worden, die deze banden der na. S veSen hebben , zou ik dezelven irnjn vertrouwen onwaardig reekenen ; Want hij, die heden vergeet dat h j Rotterdammer, Leidenaar of Haarlemmer ,s» fal IK morgen vergeten, dat hij Nederlander is, zich Ï5d5r noemen, en de betoger, van alle menfchen , dus ook van onze vijanden , tegen de onzen doen ^iThSidfi Hoofdftuk, tusfehen Art. 67 cn 68 wilde ik invullen het 79fte Art. uit het Concept-Reglement voor het Provinciaal Beftuur van Friesland, dus lui den tic • Offchoon de Leden van het Provinciaal Beftuur ver. " plicht zijn, het belang van het geheele Volk van Holland te behartigen, en dus aan hetzelve ver" andwoordelijk zijn: word echter ook het recht toegekend aan die Stemgerechtigden , uit wier l Grondvergaderingen zij gekozen zijn , om de door hun verkoren Leden te rug te roepen, ot " op hun verzoek te ontflaan , cn door hunne " Plaatsvervullers te doen vervangen, wanneer daar" toe gegronde redenen beftaan. Zullende de Kiczers, door welken zij gekozen zijn , over de al of niet gegrondheid dier redenen moeten oordee** len en dus deze zaak beflisfen." He't is op alle plaatfen en in alle tijden een algemeen «brak geweest, dat iemand word te rug geroepen door degenen, door welken hij was gezonden, en mets " gSïte? van het Provinciaal Beftuur verantwoordelijk zijn aan het geheele Volk van Holland, lo eends Art. 58 cn 3 ;doch dit beteekest mets: want waar 2 Keer zal het Volk van Holland bijeenkomen om Ster verandwoording te roepen? Kan het>oD d 5 vm*  23° DE REPUBLIKEIN. vinciaal Beftuur h>pr tcnnr, van het ^m^d}&£^. ^ » Ait. 93 zag ik gaarn dus veranderd nnr w ,s? 0f tot zoo ial!g eene w y w „Volk van Nederland geratificeerde Conftitutie „daarin verandering zal hebben gcmaalT en " E Jf V°Ik va" 4*"*. "aar S ónvei den"1'^^ ZU!kS Cerder ^ kome" S Het is zonderling, dat het Provinciaal Beftuur aan óp eene zijde het invoeren der Conftitutie tfaby cht en aan de andere zijde eene Continuatie van het ProvinchJ Beftuur voor twee aaren voorftclt. Om Sn een middelweg te houden, acht ik een laar 1^ ten ware de Conftitu'tie vromer 5£5^ Provinciaal Beftuur eischre. g an het Na dus gefprooken te hebben over de eerfl-P v~iï, zal hetPIan Van Beftuur hetzelfde bnjvenPwfde ,vS een woord lpreken over de tweede v™°- % S dezelfde leden in het beftuur % S ' " ""^ Indien ik de Publicatie van 30 Decemb. wel verftam heb, moet de meerderheid der Grondvergadering eens over het lot der 55 Reprefcntanten befchST $ wenschte gaarn.dat dit op eenen anderen leest gS'oeid was,  DE REPUBLIKEIN. 231 .was, naamlijk, dat, het lot van elk Reprefentant ftond aan ziin District, het welk hem verkozen heeft. Immers, niemand behoeft van zijne vrijheid meer af te ft an,d n het algemeen belang vordert: en hier zie ik All een vordering niet: het ware genoeg dat ieder Kriel over het lot van zijnen vertrouwden befchikte en de geheele zaak zoude volbragt zijn. Het is ook bekend dat alle RePrefentanten in punten van gewicht met eenparig denken, bij voorbeeld over de geldhefh g zSmmigen hebben aan het Volk van Holland eer, anderen minder genoegen gegeven: en zal het lot van deze mannen gelijk zijn ? wie gevoelt hier gee- %mr dïdè Publicatie te gchoorzaamen, en echter de vrijheid van verkiezing in elk District te handhaven . meen ik voldocnend te zijn,op de vraag, „ zullen 'dezelfde Leden in her beftuur blijven ? te and■ woordei: Neen, behoudends derzelver weder verkiesbaarheid. . .. , . r. Ziet daar Vaderlanders, mijne vrije gedachten. 11c maak in dit' gewichtig tijdftip gebruik van het onvervteemdbaar recht van den Mensch en Burger,te weten, om mijne gedachten door de Drukpers aan anderen bekend te maaken, ten einde een ieder van dezen al of niet, of ook ten deelc gebruik maake, zoo als hij zal meenen te behooren. j. vrijburger. Wfi hebben niet willen afzijn, de voorgaande Vertoorn onzer geachttc Correspondenten te plaatzen, omdat li ieder op zich zelf, de bewuste zaak uit een onderfcheiden oogpunt befchouwen, hetgeen niet- weinig invToeds heeft op de beflisfmg. Hoogst aangenaam moet ieder Vaderlander de ondervinding zijn, dat de Naic uit haaren llaap ontwaakt, en hoogst nauverig wordt omtrend haare duurfte belangen. ' Dit alleen moet 'd\ RepubUkein aan alle Vaderlanders zeer ernftig in bcdenkiiw -even, dat zij, opgeroepen in hunne Grondvergaderingen , ijverig toezien op de zoogenoemde rechten der Stem-opnemers, die geene dienaars van het  *32 DE REPUBLIKEIN. Bewind, maar va, het Volk, zijn; — dat zij in hunn* Grondvergaderingen de orde öewaaren, ten einde te verhoeden, dat veele Grondvergaderingen buiten ftemming blijven; dat zij hunne bedenkingen op het paP1er ftellen om gereed te zijn tegen alle misleiding; — dat zij de ftemmen naauwkeurig doen opnemen en daarvan aanteekening laten houden in het Verbaal* dat aan hun moet voorgelezen worden, eer de Veresi dering gefloten wordt; - dat zij, in geval 'er iet onwettig^ mogt plaats grijpen in de verrichtingen, zii goreed zijn met &m protest, hetgeen zij mogen eifchen. dat br, het Verbaal gevoegd worde ;-. dat zii zich «è verr inlaten met voorftellcn van verbetering in het Reglement, omdat zij vooraf kunnen nagaan, dat zulks de gantfche werking vertraagt, en toch op niet zal uitlopen, en eindelijk, dat zij daarom liever hunne aandacht bepaalen tot de verandering van Leden, dan tot de omverwerping van het gantfche Reglement, welks gebreken nu reeds een jaar gedragen zijn, en door het bewind zelf van waare Vaderlanders, in veele opzichten, kunnen en zullen gemaatigd worden. Indedaad,hoe waar het op zich zelf zij, dat het Volk recht hebbe, om de nodige verandering te maaken, behoort men toch acht te geven oP de tegenwoordige reeds plaats grijpende verwarringen, welke welligt vermeerderen, en juist daardoor aan het oogmerk van zomm.gen zouden voldoen, om zich zooveel vaster on hunnen zetel te vestigen. Zulke aanmerklijke veranderingen zouden welhaast dezelfde zorgen behelzen als de invoering van een geheel nieuw Reglement. Ook is het te voorzien, dat ,■ hoezeer nu Holland's Volk reeds vooraf omtrend een en ander is ingelicht, zeer vce.e Grondvergaderingen nogthands, en vooral die op het Platte Land, geheel zullen zwijgen van eenige verbeteringen, juist dat ftilz wijgen hier, en de voorlk™ verbetering elders, zal eenen gewichtige,: invloed hebben op de begeerde verandering, bovenal dan, wanneer de meerderheid der Grondvergaderingen zich tegen het aanblijven der Leden van het Beftuur, Committé, enz verklaaren mogr. Immers, alsdan is het natuurlijk te verwachten, dat zoodanige beflisfmg, bij veelen zeer onwelkom zijnde de begeerde verandering ten fterkften wederftreeven 0f welligt geheel zal vernietigen. v?« *ePuyikem he«aalt hier nogmaals zijne beden, fcmg, dat de meerderheid der Grondvergaderingen, de .per-  DE REPUBLIKEIN. 233 perfoonen van het Beftuur willende verwijderen, en na- • derhand verftandige Kiezers benoemende, van wier keuze men het beste gevolg verwachten kan, alsdan de maatiging van plaatsgrijpende misbruiken, voor dien tijd, welken het provinciaal Beftuur in zijne oude form zal'voordduuren, gcrustlijk kan overlaten aan brave Vaderlanders, die, i.n het Bewind geplaatst, het zich ten plicht zullen maaken, de grieven des Volks langs alle mooglijke wegen tc herftellen. Hij erkent wel, dat zulk een ingewikkeld vertrouwen altijd gewaagd en gevaarlijk is-, maar hij oordeelt, dat zulks in alle opzichten thands oneindig verkieslijker is, dan het gevaar, het ontegenfp.reeküik gevaar, om,door al teveel te vorderen, niets te verkrijgen. - Hij is dus van oordeel, en b*veelt dit allerernftigst aan de aandacht van alle oprechte Vaderlanders, dat, indien men eenige veranderingen in het Reglement begeerc, dezelven alsdan zeer weinigen zijn , en zich moeten bepakten flechts tot twee zaken s Vooreerst , indien men bij meerderheid oordeelt, dat 'er 55 nieuwe Leden moeten gekozen worden , die verkiezing niet zal gefchieden door de voormaalige Kiezers van 16 Februari] 1796, maar door Kiezers, op nieuw te benoemen, in gevolge Art. 49- van het Reglement: ten tweeden, dat hef geheele Committé, zooals bij het Reglement omfchreven is, zal worden afgefchaft, en het Provinciaal Beftuur gaaf cn bejtendig zijne zittingen houden, en zich verdeden zal in de nodige Departementen , met alle mooglijke bezuiniging van s' Lands kas cn met langer dan voor een Jaar, wanneer de Confntutie voor de Bataaffche Republiek alsdan nog niet mo"t gereed zijn. Zoodanige veranderingen zijn wezenlijk, en zij zijn echter niet van dien aard, dat zij het werk behoeven te vertraagen. In tegendeel, omdat zij op eene eenvoudiger werking gegrond zijn, bevelenzij zich door haare eenvoudigheid. Wat de bereekening betreft wegens de meerdere kosten, welken de voord duurende zitting van het geheele Provinciaal Beftuur, Zooals het door de Kiezers wordt daargefteld, zou belopen , daaromtremd kan men de nodige inlichtingen vinden in zeker gedrukt, en in deze dagen uitgegeven, Stukje, waarvan wij den titel aanftonds zullen opgeven. Het is van dc eenvoudigfte werking alleen, dat men. een> goed gevolg van nieuwe politieke maatregelen verwachten kan. Alles, wat buiten dezelve loopt, en in zich zeiven v«el omflags vordert, wordt, ondanks al-  234 DE REPUBLIKEIN. alle verlangens des Volks, op de lange baan gefchoven, zonder eenig wezenlijk nui re verichaffen. Eene be' klaaglijke ondervinding zal, bidden wij, ieder welmeeHeud Vaderlander hieromtrend oplettend maaken. — . - MEDEBURGER, Dezer dagen een blaadje in banden krijgende, getiteld: Aan het Volk van Hólland,'(*) viel mij dc volgende periode onder het oog, die mij bij de eerfte lezing bedenklijk voorkwam ; maar, bij verder nadenken, vond ik alles zoo gegrond, dat ik het nodig oordeelde, nog eenige aanmerkingen ter ' nadere opheldering 'er bij te voegen , en u bij dezen toeterende. De bedoelde plaats is deze (bi. 18. reg. 15. tot bl. 19.) Dit artikel is gcftcld volkomen in den geest van het oude Beftuur. Hier word aan het Committé Provinciaal dezelfde macht opgedragen, die Gecommitteerde Raaden weleer bezaten. En misfehien is het wel, juist omdat deze macht met de erkende Rechten van 'den Mensch en Burger ftreed, dat de Provilioneele Rcprefentanten die Gecommitteerde Raaden vernietigden, en tri ftede derzelven vcrfchillende Committé's benoemden: fchoon het mij dan toch onbegrijpelijk blijft, hoe diezelfde Reprefcntanten het met die rechten hebben kunnen rijmen , om diezelfde Gecommitteerde Raaden in het Provinciaal Committé te doen herleeven. — Onder het oude Beftuur, werd de macht, om over Politieke misdaaden te vonnisfen, in navolging van alle Despooten en Souverainen , onder de cas royaux gereekend , en aan den Souvcrain des Lands verbleven. Geen denkbeeld hebbende van de Oppermacht des Volks , waren zij even zulke Souverainen, als de Vorften. De Souverainiteit was perfoneel: de zonde tegen dezelve was gee- (*) De geheele Titel van dit Stukje is deze. Jan het volk van holland, over de Publicatie, ttr Oproeping der Grondvergaderingen, gearresteerd 30 December 1796 , en het Reglement voirhet Intermediair Provinciaal Beftuur, gearresteerd 5 Februari/ 1796. In Holland MDCCXCVII Een Stukje , hetgeen, om zijnen gewichtigen inhoud, overwaardig is gelezen te worden, en dat wij daarom aan alle waare Vaderlanders ter overweainge op hec ernftigsc aanbevelen.  D E REPUBLIKEIN. 235 geene zonde tegen het Volk, maat tegen perfoonen, die zich fouverain noemden. Gevolglijk, wiiden zij de macht, om dezelve te ftraftcn, aan zich behouden. Verzekerd , dat zij zichzelven gekozen hadden,—— greetig , om hunnen postte behouden, cn zich in denzelven te handhaven,— ongenegen , om denzelven afieltaan,al werd dit ook door het geheele Volk gevorderd, ■—• en gerechtigd, om alleen hunnen wil te doen gelden , hing hun geheele gezag van die macht af. Waagde iemand het nu, om hen te verdenken, tc bef/huldigen , zich tegen hen te verzetten , of iets te doen, dat hun indedaad geufurpeerd gezag kon doen wankelen, men was gereed, om het majesteit-fchennis tc noemen , en den fchuldigen op vermoeden, of op de daad tc vatten , cn zoodanig met hem te handelen, als de veiligheid van het gezag vorderde. Nu eens werd hij llgter, dan zwaarer geftraft, dan weder geheel ontflagen, al naar dat de ftaatkunde van het belang vorderde. Dit oude, nu , is bij de omwenteling voorbij gegaan. Nu is alles nieuw geworden. Het Voik is in zijn recht op de Oppermacht bevestigd. Om dat recht waartenemen, alle inbreuken op hetzelve tc ftratfen.en zijnen wildaaromtrend, in de wet uitgedrukt, te handhaven, heeft het écn Geregtshof aangeftcld. Alle misdaaden, van welk eene natuur ook, en zonder eenige uitzonderingen, zijn misdaaden tegen het geheele Volk, omdat door dezelven zijn wil, in de wet uitgedrukt, gefchonden wordt: zij zijn dus eene fchending van zijn recht. Beftocl ik iemand , ik zondig tegen den wil des geheelen Volks, die voorgel'chreven heeft, dat de eigendommen heilig en onfehendbaar zijn. Maar dan ook, zoodra ik mij aan oproerigheid fchuldig maak, fchend ik niet meer of minder den wil des geheelen Volks, die eerbied aan de vastgeftelde orde van beftuur vordert. Ik zondig niet tegen perfoonen , die zich Souverainen noemen • ik zondig niet tegen waardigheden , die zij flechts in hoedanigheid en bij overdragt bezitten; — want zo dra men dit aannam, zou men de gelijkheid verkrachten. Bij voorbeeld, de misdaad van lluikerij en van oproerigheid, of een attentaat op de Souverainiteit, ftaan bij mij gelijk, — niet dat zij even zwaar geftraft moeten wordenmaar in zoo verre als de waardigheid van Opzigter of Gaarder met dien van Volksvertegenwoordiger voor de wet gelijk moeten zijn. De misdaad moet volgends het nadeel, dat zij werkt, maar niet volgends den graad van de waar»  a3f5 DE REPUBLIKEIN. waardigheid der beleedigde perfoon geftraft worden. Utf dit alles volgt dan bij mij,dat een en hetzelfde Geregts-* hof alie misdaaden, van welk een aard ook, moet beoordeelen, vonnisfen en flraffen; omdat door allert het recht des Volks wordt gefchonden ; en dat het afwijken van dezen regel de VolksVertcgcnwoordi*1 gers herfchcpt in Volksdespooten, die alles, wat maar eenigzins gelijkt naar pooging, om hun eigcndomlijk gezag te ondermijnen , niet volgends gefielde wetten en derzelver formen, maar pro arbitrio, zwaar of ligt kunnen ftraffe'n, — en tevens ons geleid tot het despotismus van vroegere' tijden. — De Reprefcntanten hebben bij mij geen gezag, dan van, en door het Volk; maar dit blijft altyd oorfpronglijk 's Volks eigendom: het fielt hen aan, om dit Volksgezag uittcoefenen ; maar het mag hen niet aan* Hellen, om dit Volksgezag tegen alle inbreuken te handhaven , indien het zijne vrijheid en perfoonlijke veiligheid niet in het emineutst gevaar wil Hellen : juist ter waarneming en handhaving hiervan, fchept het zijn Geregtshof. En de geringfte vermenging, van rechterlijke en wetgevende magt, is de doodfteek der Vrijheid, alzoo het den wetgever macht'geeft, om pro arbitrio zijne eigen wet uitteleggen, te verzagten, te verzwaaren, ja, met één woord, zijn wil in plaats der wet te ftellen* Te Amflerdam, bij M. Schaiekaup, in de War-moesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dorde Blusfé en Zoon. 'sHagej. Plaat. Leyden Honkoop en Herdiug. Haarlem Walré, |. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. DelJeRoelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Gahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamlle Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. ver,.. volgd a ii Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. 140 en 141. Puisque, dans Vétat focial, l'homme croit en moyens moraux et pjrjfeques, el qiCil fe Jbustrait en même tems aux inquiétUdes, qui en accompagnoient l'ufage, il est vrai de dire , que^ la liberté est plus pletne et plus entière dans l ordre focial qu'ellt ne peut l'étre dans l'etat q'on appelle de nature. SlEtES. Aanmerkingen op het voorgevallene te Leijden, betreffende de arresten vati eenige Burgers , van daar, in den Haag , op bevel van het Provinciaal Committé van Holland. MEDEBURGER, Als Republikein, fchrijft gij voor het geheele Bataaffclie Volk • echter vertrouw ik , dat gij geen plaatsje zult weigeren aan eenige bedenkingen over een onderwerp, dat wel bijzonder de Provincie Holland betrett, maar nogtands in zijn aard en gevolgen tot het geheele Volk betreklijk is. Ik bedoel de, zoo zonderlinge als veel geruchts gemaakt hebbende, wegvoering der r/;/ Burgers uit Leijden, en den omtrek van dien, door Hollands Provinciaal Committé. Door de publieke uitgave van het advies van den Fiskaal, met de bijlagen, zijn wij in ftaat gefield, om het geheel beter te beoordeelen. Eu het is dan ook alleen tot dit Stuk, dat mijne aanmerkingen zich zullen bepaalen. Of het Volk van Nederland vrijheid hebbe, om ook zoodanig een Stuk te beoordeelen., en deszelfs gevoelen dienaangaahda medetedeelen , laat Uc 'aan uwe eigen voorzichtigheid over. Vindt gij in mijn gefchrift iets, dat eenige dwaaling omtrent de applicatie der principes van de vrijheid der drukpers bevat, dit geef ik u vrijheid om agtcr te houden ; want ik zo* niet gaarn in het lot der bovengemelde Burgers deelen. ^1 , 'pgf zsk,g chui ■ Bij het aandachtig doorlezen van het meergemelde advies , heb ik bevonden , dat de eerfte oorfprong van alle de gedaane ftappen alleen daarin zit, dat men het befchrljven van eene Centraale Vogadering als iet misdaadigs (crimineel) befehouwd heeft. Dit gevoelen ■heeft dc gemelde Bifrgers civiliter doen arresteeren, III. deel. Ee en,  238 DE REPUBLIKEIN. en, dus gearresteerd, naar' 's Rage transporteeren} wordende bij tegen/land de plaatslijke Justitie gelast, daartoe de nodige hulp te verkenen. Ex post facto, omdat gemelhe Burgers daadlijk willig waren "om mede tc gaan, kan niet geredeneerd worden , dat dit 'geene gcvanglijke wegvoering zou geweest zijn. De gegeven last, ais ook dc wijze van vervoering, blijkends het relaas van den deurwaarder, bewijzen ontegenzeglijk het tegendeel. Ook zegt het gedrag, omtrend dc Burgors Boonakker cn Hamisch gehouden, niets meer , dan'dat de Deurwaarder , meer bedacht op eigen veiligheid, dan wel op de flipte volvoering van zijn last , zich zeer gebrekig ten hunnen aanzien , van zijn plicht heeft gekweten. — D-e gearresteerde Burgers werden daadlijk op Vraagpunten gehoord , en het is een wezenlijk defect in dit (luk, dat deze Vraagpunten 'er niet bijgevoegd zijn , dewijl men, uit derzelver leiding en de andwoorden , nader zou kunnen oordeelen , uit welk een oogpunt het geval befehouwd werd. Dan, het is toch blijkbaar genoeg, uit het ftelien dezer Vraagpunten in handen van den Fiskaal en het committeeren van écu der Leden'van het Provinciaal Committé naar Leijden, om de origineele Hukken (het corpus delictij in handen te krijgen , dat men de befchrijving, en het ontwerp ter ■Centraale Vergadering , als mogelijk crimineel heelt aangemerkt. In deze gedachte hebben zekerlijk de eonfideratiën van den Procureur het gemelde Committé verllerkt, alzoo hij met ronde woorden verklaart, dat hij zoodanig eene oproeping befchouwt als- eenen notoiren indragt op de regten van het Volk van Holland, en dat hij dus vermeent, dat deze daad welligt fundament zou kunnen opleveren tot eenige crimineele actie: dan, het origineele (luk,het corpus delicti ontbrekende, moest hij hiervan voor ais nog afzien. En ook onder alle •anderen, om die reden (de mogelijkheid naamhjk.van het inftitueeren eener crimineele actie) advifeerde hij,om de gemelde perfoonen op de Casfelenij van den Hove ■te doen custodiëeren. Eindelijk, advifecrende op het vcr•zoek van.gemelde Burgers, om ontflag uit hun arrest, verklaart hij Procureur, als buiten conteflatie, dat de gecommitteerde daad een notoire indragt en attentaat is op de Souverainiteit van het Volk van Holland, en dus misdadig per fe, en zegt tevens dat foort~ •gelijke daad door de Nationaale Vergadering in dat zelfde licht is befehouwd geworden ; dan , voegt hij 'er in denzclfden adem bij, en dit meriteert ook wel eene Jinguiiere refexiet dat eene eventueele allegatie van dwaa-  DE REPUBLIKEIN: a3!> dwaaling in de applicatie dei' ware principes, van duisterheid of defect eener Jlellige wet dienaangaande ter verdcediging zou- kunner mgebragt worden: het geen daartegen zou kunnen worden aangevoerd, zou zich alleen moeten bepaalen lot eene ontwikkeling van de ware principes, van den aart eener Volksregeering bij repfefentatio, en tot een analogisch betoog van het op meer dan eene vsijze dienaangaande gemanifesteerde denkbeeld der natie: dan, hij voorziet hieruit, dat het effect eener crimineele actie zeer onzeker zou worden, ifit Hoe dit laatfte met de Heilige verzekering van buiten contestatie en notoir overeenftemt, beken ik niet te kunnen zien. — Schoon erkennende, dat gemelde perfoonen niet alleenlijk^ zijn gecunodieerd geworden, om in cas eener crimineele actie van hunne perfoonen verzekerd te zijn, fluiten toch deze woorden zclven in dat dit eene der redenen hunner bewaaring geweest is. En , hoe zeer ook gunstig advifeerchde op het gedaan verzoek ,■ om ontilag, is alles echter ongëprajudicieerd het bevorens geadvifeerde, waarbij hij de gepleegde daad verklaard heeft eenen notoiren indragt op de Souverainiteit des Hollandfchen Volks. — De Refolutie van het Committé tot het verzogte ontflag houdt mede in, dat gemelde Burgers zouden fchijnen zich fchuldig gemaakt te hebben aan een attentaat op de 'Souverainiteit van het Volk van Holland; doch daartoe vermoedlijk gekomen zijn door den Jlap hunner Committenten , of door dwaling : waarom zij dan ook niet ontflagen zijn, dan, na dut het onbehoorlijke van hun gedrag hen allerernstigst is onder hei oog gehouden, en zij vermaand zijn', om zich voortaan als kost en ordelievende ingezetenen te gedragen. Het is dan middagklaar, dat het tekenen èn afvaardigen van een rondgaanden Brief, ter befchrijving eener Vergadering van Gecommitteerden uit de Burgervergaderingen van de gantfche Republiek,gehouden is voor eene inbreuk op de Soüveraniteit des Volks, en als zoodanig Voor eene misdaad , een critnen , waartegen de Justitie haare actie zou hebben kunnen inftitueeren. De juistheid van deze ftelling wil ik thands onderzoeken. Vooraf, echter, wil ik aanmerken, en ik oordeel het hiér dé rechte plaats te zijn, dat ik in geen onderzoek wil treden , of mij verklaaren, of het vergaderen var» zoodanige Gecommitteerden wel de rechte weg Zij,- om het verlangen hunner Committenten bloot te leggen? Of het niet wel eens van fchaadelijke en veraitzlendé  24o DE REPUBLIKEIN. gevolgen zou kunnen wezen ? Of een Beftuur niet bevoegd zij, om hetzelve als zoodanig te verbieden en te beletten , en , is het nodig, zich van de hoofden van zoodanige Vergadering politiquemcnt te verzekeren, om het houden van zulke bijeenkomften des te kraebtdaadigcr voortekomen ? Nog minder wil ik mij uitlaten, hoe zoodanig eene daad thands , na het verbod, befehouwd zoude moeten worden. Niets vai dit alles komt thands hierin gefchil: maar de vraag is alleen en eenvoudig: hebben de Burgers Trap C. S. en Boonakker C. S., iet crimineels verricht,toen zij den bovengemelden ftap waagden ? Ja, zegt de Procureur - Generaal, en ik zeg neen. Wat hebben zij gedaan ? Een Brief uitgevaardigd , waarbij zij alle Burgervergaderingen uitnodigen , om afgevaardigden te benoemen, die districtsgewijze bijeenkomen , en uit hun midden één Gecommitteerden en één Plaatsvervanger zouden benoemen, tot het houden eener «Igemeene Vergadering, om op dezelve over de geheele belangen des Volks te raadpleegen cn te befluiten, om zoodanige Voordragten aan de Gcconftitueerde Machten te doen, als zij zullen nodig vinden. Dit is dan de misdaad. Maar wat is dit anders, dan eene herhaaling van hetgeen , ftaande deze zelfde orde van zaken, reeds • gefchied , goedgekeurd, en ten fterkften geprotegeerd -is? Leijden was in het jaar 1795 onder de eerften, die eene Provinciaale Cemraalc Vergadering in 's Hage uitfchreef -, en daadlijk gaf zij kennis van haar aanwezen aan het Beftuur (*). Daar werd het ontwerp tot eene Nationaale Centraale Vergadering gevormd, die dan ook na eenige maanden werd gehouden, — gehouden onder het oog, dc goedkeuring, en zelfs de protectie van het Beftuur tegen alle Machten , die dezelve uit elkander wilden jaagen (t). Die Vergadering was in het wezenlijke volmaakt ecuftemmig met de thands ontworpene. . De bijzonderheid, dat deze gevormd is uit Afgevaardigden ,van andere Vergaderingen , had gedeeltelijk toen ook reeds plaats, daar zommige Gecommitteerden voor meer dan ééne Plaats ftemden; cn deze fchikking is zekerlijk gemakshalve uitgedacht, om minder perfoonen te behoeven. De verdeeling der Provinciën in Districten, die in 1795 nog niet beftond, en waarop men toen nog niet kon denken, gaf nu natuurlijk aanleiding tot dit ontwerp. Dan, dit verandert in het wezenlijke niets. De (*\ c. rog ce, Gefchied. der Omwent, hl 577. en velg. ' tt) Wé, bl. 58J. en volg.  DE REPUBLIKEIN. 241 De daad blijft dezelfde, of ieder Gecommitteerde een Vertegenwoordiger is van ééne Vergadering, of van honderd vereenigde Vergaderingen. — Hetgeen dan, in den jaare 1795, door het Beftuur onfchuldig, ja lofwaardig zelfs, werd geoordeeld, en verdeedigd tegen allen, die het toen reeds een attentaat op de Souverainiteit des Volks durfden noemen — hoe is dit nu eene miscaid geworden bij dat zelfde Beftuur, dat zelfde corpus tnorale ? Is 'er eene wet tusfehen beiden gekomen , die het verbood ? Mijns wetens niet. Zijn de omftandigheden ook zoo veranderd, dat het reeds, zonder uitdruklijke wet , verboden was ? Dit is mij ook onbekend. Zekerlijk-, zederd dien tijd is een Reglement op het Beftuur gearresteerd, en door 's Volks goedkeuring bekrachtigd. Maar het Volk heeft bij hetzelve zijn recht, om zich ook afzonderlijk, in ftille vreedzaame Vergaderingen, met zijne algemeene belangen bezig te houden, nimmer afgedaan. En wil men uit dat Reglement al iets bewijzen,. dan bewijst men te veel,, en dus niets. De. Provifioneele Reprefent anten , fchoon zonder Reglement aangefteld, hebben nimmer de bevoegdheid erkend van afzonderlijke particuliere bijëenkomften, om benevens hen nog eene waare regeerende reprefentative Vet-, gadering aanteftellen. Integendeel, zij hebben de Ccntraale Vergadering altijd tegen dien blaam verdedigd. Ware zij zulks geweest, zij zouden dezelve ook wel uit elkander gejaagd hebben ; want geen Opperbeftuur, met of zonder Reglement aangefteld, mag een imperium in imperio dulden. Het tegenwoordig Beftuur , fchoon op een Reglement gekozen, heeft dan ook, door dat Reglement , geene bevoegdheid gekregen , om de hefchrijving van eene Vergadering, waarin alles domeftiek is, als misdaadig aantemerken. Of zou, door dat Regie-, ment , het handelen in naam van een ander geheel zijn opgehouden ? Maar dan houden alle procuratiën geheel op. En tot welk eene tastbaare ongerijmdheid zou dit ons leiden! Nog zou men zich misfehien kunnen beroepen op die Publicatie, waarbij gefteld is, det geene verzoeken van particuliere Sociëteiten, dan individueel ondertekend, zullen aangenomen worden: — maar, wat beflist dit omtrend de geoorloofdheid van eene delibereerende Vergadering,die het zekerlijk niet waagen zou, om eenigen ongetekenden voordragt te doen: en, zo zij dit al deed, wel nu, dan pleegde zij nog geene misdaad;, want dit wordt in gemelde Publicatie nergends als zoodanig verklaard. Alleen zou zij zich moeten getroosten, Ee 3 . dat  «4* DE REPUBLIKEIN. dat haare voordragt zonder eenige dispofitie weder werd terug gegeven. Ik vind dus nog niets, dat mij in dien ftap van gemelde Burgers eene misdaad doet zien, waarover mea met hen rechtens in eenige actie zou kunnen treden. Wat door de wet niet verboden is, mag men doen js puur domeftiek, onverfchiiiig. Oordeelt het Beftuur eenigen dier daaden gevaarlijk, dat het dezelven verbicde! maar v^or dat verbod kan 'er geene misdaad plaats heb • ben. Maar, is 'er ook in den aard zeiven der gepleegde daad iet misdaadigs, dat dezelve ftilzwijgend verbied? Dit kan ik mede niet vinden. Eenige Burgers vergaderen handelen over de algemeene belangen des Volks, delibereeren, en befluiten. Wat misdaad ftéokï hierin' Integendeel, in eene vrije Republiek, is dit lof en aanmoe, diging waardig. Deze Burgers vinden goed, uit hun midden eenigen te machtigen, om in hunnen naam met anderen, op dezelfde wijze gemachtigd, te handelen. In die Vergadering van Gemachtigden wordt weder niets anders gedaan, dan in de groote ligchaamen. En al vermenigvuldigt men die gemachtigden duifendmaalen; zoolang zij nog niets anders doen, dan delibereeren en beiluiten, gelijk dit in alle Sociëteiten gefchiedt, weet ik met, waar het attentaat op de Souverainiteit des Volks is. Zekerlijk erken ik, dat het, in zekere omftandighe-> den van veruitziende gevolgen kan worden; maar hier in ftaat het gelijk met de onverfchilligfte dingen, bijvoorbeeld het dragen van oranjelint: wel nu, dat men het yerbiede, zodra men grond heeft, om zulks te vermoeden. Zulks wordt dan flechts eene bepaaiing van de natuurlijke vrijheid, waarvan wel eens een gedeelte aan het behoud der algemeene veiligheid moet opgeofierd worden. Maar nimmer kan men het gebruik dier vrijheid tot eene misdaad reekenen. Niettegenftaande dit alles, verklaart de Procureur Generaal den ftap misdaadig. Hij befehouwt denzelven tweeledig, en als bedoelende een lighaam vastteftellen van Gecommitteerden, die fpoedig met de boogt fte macht zouden trachten te rivalifeeren, en dit' oordeelt hij onbeftaanbaar met de goede orde en aanleg delijk tot regeermgloosheid : als delibereerende oven belangen,het geheele Volk van Holland concerneerende-, en dit noemt hij ftrijdig met alle waare beginJe/en, met de natuur eener Volksregeering bij reprejentatie welke geenzins kan gedoogen, dat een Ulem gedeelte van het Volk over de algemeene belangen tou delibereeren, of, na eens ten dien einde wet-  DE REPUBLIKEIN. 343 «w;;* riine Vertegenwoordigers verkoor en te ^1'hBtielBehVoïlzou kunnen bijeenroepen,om hebiS dt J Tmeene belangen te delibereeren, welke over die jt fak bij eenter oepen, alleen macht, om ff^J^Jfs Vertegenwoordigers en pnvativehjk aan cteszetjs s ^ kan worden f£^~opV4Sa% tellingen, den van eenige aaipP daartoe ruimc ftof zou in deze blijven. - Wat wezen. Ik wu tnancis dij u wettigheid der ge- dan Het eerfte aangaat; *de praemisfen.. volgtreklcing n^ h^ bape hi P •£r worden Giond wijk v£gadeHngcn van die Sociëteiten brfehrevcn. Dat zyn & des Vader- werkzaame Burgeren, die z ™ jyraar is dit het lands aantrekken, en f^J^t^^tté daai- S K1^3%K bij Disvan ! Wat bedoelt hier cnyatl trictcn? niet, om aan die Va ^n ^ Wettigheid te geven --maar omdat f deri die de Gecommitteerden van allc P. de in_ gl/lijk zou ^iS^dSCrS Iructie dier G^^^g^ |S#nUer# kunnen beflisfen wc * «^J ^ ™ °kan gén uit die werd toeSckeï.' " ianietrbe5uiten. Had men aan die wyze van ver kezen jgfW UW^ ^ wijZe van «S^^' volgends de door ^ - ° wSe verdccLge'n van Stemgerech- het Regiems, gew et ig .g hM flechts tiS^\e^derSg vS piuculiere Burgeren, die, omdat eene \crgaaenng v«u v . d yze WOrdt opgeroe- €^1tii?len? pïdS^e^rtng blijft. - Wat pen, altijd eene w ongcoori0ofdheld van te dehbeU tWe?t de beanSn van het geheele Volk, en we ® drrftSdt n t de waare beginfelen en den aard 9U1 lotkSerSg bij reprefentatie dit w.1 ik we eener Volksiegeenng j FWat 4s hier delibereeren? eekennen niet te bevJ fels?Wat isde aard dier Welken zijn tarjw^ J&w,» - raadplecgen, Volksregeering?^ g Hdrje perfoonén gefchie: |?# a1^S»»> Di" is te omgerijmd den over ae aigem^ au-pftaan 5/7 ?W z*/« "3 0i" ^^^wWnSt&an^b, ieh|;4 waare begtnjets. wat e ^ -èt heb I^S,' temmen" ^ mijTeel'e Volksregering bij kunnen ftemmen. &v ""j , ■ npm erins van hrtegenwoordiging ge ™™\™°mQ^^ppermaeht, Vertegenwoordigers, in naam van eeni. v,^  ]U DE REPUBLIKEIN, Volks, onder toezicht des VoK in naam des fering, die wij afgezSeiT^ is de re" ^ren den buk deelde, en bet vó ? ^'"et c]km" even de oogen opende daadlik ZOod,'a hct maar t°t flaapen dwong,2*,™? de °Piaaten °ns thands hebben veVk™ ,t ^^"«r, die wij ©ogenblik langer ziin ™' TaarblJ de be«uurer geen *t hem ^Ta^Wt!?-' da" dM ?iid en verandwoording aan heVn^3^ hij rekenfcbap Waarbij het Volkbehoord *• verfchui^d is, en wei worden w^Srn^^^' °f geering vind ik het voim^jTJ eene Volksre- gers met ^S^Sm^^T^ dat Bur' treffimde de algemeene KS' 'Ve,ft befluiten, bebefiüiten . om zelSdeeSr '^ hN,et de^ereeren en woordigers te ufurpeeren 3ChC Van de Venegen- voorteftellen, 't eee„ , ;' „T maar om aan hec volfc deszelfs belangen bVchouLn 'neest bevorderlijk voor toogen en vo%lSS°^^f verzoekfehriften, verps getekend, ai/he geveSTn ^ d°?r deBur" boden. Met een woord l £ ,■ T worden aanSedelibereeren en eoneTdeeren mai?- VfW^p zin noch wetten géven nf^ ,n den eigenlijken d°en. doen zij 4of^zelïe^' zii Van die genen die Wgemfei f "lct bewilliging naam des Volks kunnen * g hebbcn- Maar °P werken , dewijl zii n o /J ™mer delibereeren , of En dus'is ffni^&P°TA V°'k geroePe" >eden den te attenteeren op deCcbV'^T0" gCaC'hl Worftuur of het Volk, en dar Zn ? het Scvestigd Bedanig eene delibereerend vLS °mwe^ tot noteerden nimmer, per A ,k v !"g Van Gecommitbreuk op de Oppermacht H™5daadjg, en als eene inworden. Zekerlijk de pr " V°,ks befehouwd kan dat hij meenT f^JZZJj; Q?T^ ^ ^ der circulaire Mjivf tcA^f^^ H °°^merk daarbij wel wa^ oUtL Ver*r dan peter geheel glSSS ,hij zoude hie'-van kend is; ièdeh7WLtïl^ Z°- hem de been Wor^ onrchtfö-; vjneetgen woorden, gendoel niet beZteTfs tt,ZOO'^S het te* dsze bedenking S?«rëfe ™ mis[chien zo» bet aan Ö> aanmerking neemt cK? ? gt b,Jzetten' a,s me* S ^.mt, qat het plan ter befchrijving reed'  1 DE REPUBLIK EI N. 245 ««trend een half jaar oud, publiek in de Wijkvergade"beftemd.enaanandereWijkvergaderingen ter goedkeuring is afgezonden. Niemand heeft zich tegen deze «ub éke verrichtingen verzet, en nu eerst, nu het zal we ken begint men het als misdaadig te befchouwen. . ïndeda i Committé van Bmnenlandfc/ie Corres¬ pondente van Hólland had wel zoo vnendlijk kunnen S om den burger Zh»/ vroeger «te waarfchuwe» , Sèn het zoo iet in den, aanvang als crimineel be- ^IfiTi het dan uitgemaakt, dat de Burgers Trap JBoonakker, in hunne verfchillende hoedanigheden enkel door het tekenen en afvaardigen der befchnjv.ngsbrieven,mets rriisdaadigs gepleegd hebben: even duidelijk heb ik bewezen, dat echter hun ftap eenigermaate als crimineel befehouwd , en de grondflag geweest is , Aóp de .perfoonl.jke vrijheid des eerten eene inbreuk fedaan is. Bedenklijk zeker wordt het thands, wat het Volk van Holland in dezen behoort te doen, om zoodanige geduchte flappen in het vervolg voortekomen Het is heden mijn, morgen dijn. Ter ieder uur, kan men op het vermoeden van te dooien in de applicatie der ware principes, thands in de casfelamj gebragt worden. De Vrijheid der drukpers - van de netiticn — van vreedzaam te vergaderen, qm over de be amen des Vaderlands te handelen , zi,n waare prinses-dan, hoe ligt kan men, van dezelven willende Xuik maaken, befehouwd worden as te dwaalen in feïzë ver applicatie 1 Hoe ligt kan manlijke taal in vertoöecn en verzoekfehriften, en ftoutmoedige handhaving van gefchonden rechten door publieke gefchriften , een Jureer zijne vrijheid doen verliezen, en hem onhertelbaare fchaaden veroorzaaken ! Is het niet oneindig beter, Teene maatfchappij te leevcn, waar die beginfels vo 1S-ekt niet erkend worden, dan in eene waarin men zoo gemaklijk in derzelver applicatie kan dwaalen ? — ï vries, dit wij, d.or dergelijke flappen, in den uchtenSd onzer Vrijheid, maar al te veel rust en ordievende Burgers zullen gewinnen, die, met de ge7oSos?e onverfchilligheid zich aan alle bemoeiingen Saïmeenen nutte onttrekken, regeeren laten ,die reseeren willen , maar ook vechten en betaalen laten .die vechten en betaalen willen: terwijl zij flechts bedacht lijn, om in rust hunne pijp te rooken, en de belastingen te ontduiken. j„,j-„a„ 6 Geene pooging, om gemelde Burgers te verdeed.gen keftuurde mijne pen. Ik ken dezelven niet; ik te tot Ee s *en  24« DE REPUBLIKEIN. S 1-fGnC de millfte betrekking. Wat meer is «O g Ïcemr aTeT5 « het ^^rijvenT/a lefKrkzaamneSTefch a,S,f ^ onSePa^ dat gedeelte ^nSSèn'-hZ^ 08 Ja'°ei"sch °P ven heb behouden om hl' hcnvclk.1K voor Wfl zeiHaan. (Ik wllze '/P°f ? r™ eeniS Palier afte- *ttt*** BURGER REPUBLIKEIN, Vergun mij, dat ik u eene, zoo het mij toefchifr* gewichtige zwaarigheid mededecle, met veLoÏ ^ uw andwoord daarop te vernemen ter vóSïhfm'é v ' nnj, en van alle waare Republikeinen, d™3™ hunne Vnjheid , zich niet gaarn met de toaS Sv^ zouden te vredcn houden, maar dezelve in dèn vollen zm en volgends de waare beteekenis va h woo d willen gemeten- want, zoo min als Vrijheid lostandiff- oencie__kianken. Tot de Vrijheid behoort, dat het Voll ** Z1->"e Beftuurers en Vertegen woord ger J° L aan weken het, voor eenen bepaalden tijd, deSefe" mng zijner macht aanbeveelt: maar door die Z-v *%' ftaat ■* Volk deszelfs'gebeelé „tb neV^ zoo verre, dat die Beftuurers, of Vertegenwóordïér mers" 5 Z°Ude" moge» SanS^S: Sffl?UVolfh?PPOr,naC!?1 3ltijd in den boezem v rx Wrs of vï berUStM' c weIk v°or eenen tijd BeJtuureis of Vertegenwoordigers gekozen heeft. Hieruir volgt, naar mijn oordeel, als van zelf, dat de BeSuu d nrS^•fcnhu^dert^e^W00;digerS'aa,1 h£r Volk veSidwX: beSn der -^T handen gefte,d: dit is> va» be maf her if evo'utie ,aV"eenigiraaI aa" het Volk beloofd; maar het ,s ook enkel bij beloften gebleven. De Prol ïenT Lf^^^dM^7/^^* VoIks "ebben all het goud en zilver in requifitie.gelteld; zij heb-. 0 - ben  DE REPUBLIKEIN. H? ,„.iiWilli . he is in zijne vernen last onttrokken hebben ? ^ ten, ia even als de voormaalige Maaien van wederom uit elkander -llen gaan zo d. Re k mng, .onder Verantwoording van hu Be Ur te do , "5 S en Verandwoording van dit Be- yatl hQ.lmci ^efc^ng * , , dat boven de gewoo- SUlasten k ge^^^ca.rur, op nieuw een, He lasten, o, ,r • . „t- de lnkomften der ln^ÏtSven" J oPblat z/geene interesfen g2Ztven öok 'eene interestdragende Obligatiën of ReC Kt van a c Sommen, die beneden de ƒ too:?Cpl,f voorde GeMheffing van 6 pro Cto. opgebragt zijn. 111 f V„S dat billijk, en moet de mingegoede Is dat redcnlilk, is üat u mjs, ^^öSe-gS^ Sord, om geene inLÜt fi fe b^Sen op Recepisfcn, welken geene ronde ^esien,« betaalen op P^ MoMcn ^ B ^ omdat zT ge-ene fchatten bezitten, nu hun geld y^fiSe lSStmtMtebb.» vrijheid eegera.,»»  248 DE REPUBLIKEIN- Zilg0pdvinde"; en het tegenwoordig Beftuur zegt dat alle Recepisfen moeten verwisfe'd Lj„ „ *' Comptoiren , daarze gefourneerd^ jnf fc?™ £ J" o7 ede" fiS^ 3 ^eloïn Kantote " op ïeaer Kantooi ƒ 90;- gefourneerd heeft die Hn zijne 3 Recepisfen niet combineeren, om 'e 'één v n hoe flechthet ook was, wel ooit zoo ftriidig fehandëÏÏ 1 En mag nn dit Beftuur zoo maar uit dkaiS S n zonder van dat alles reekenfchap te geven " zai S daartegen geen woord mogen zeggen f Waarlhk . hebben wij weinig gewonnen bij % Revoïut e'J en $ de Reprefentanten, wanneerze eenmaal door hét vólf zoo a s het heet, gekozen zijn, met datzelfde Volk naar* goedvinden kunnen handelen, dan kunnen wij ons öot wel ontdaan van de moeite, om hen te veSzen ■ Doch ik heb een geheel ander denkbeeld van Verte genwoordigers; zij ftaan onder de Om,r™L! i Volks, dat hen tot verandwoording; nSSf roS f n et toeftaan, om uit elkander te gaa, vóór en " Zij Reekening en Verandwoording San hlh' dat die Reekening door het Volk Vedgekeu, d s" Tot dat einde moest het Volk eene Commfeïc van weinÏÏ Leden u,t zijp midden benoemen; maar nu heb Ï S doorzicht genoeg in het werk, om zoodanige ComnSfie tot ftand te brengen: dan, Burger Republikeï in dien gij het m de hoofdzaak met mij eens 5 zoó Z~t gij wel een middel aan de hand weten te geVen „ I die Commisfie te benoemen , en met zonH.nZ ' 1 te doen bekleeden, dat men an dezelve de Reekening en Verandwoording niet k weg^^S ! dan de goedheid, en andwoord mii in éf nf', a Kommer van uw geacht Tijdfchrifr,en, zo ik n a tt inzien , over alles, of wel over eeni/ a,i' , oordeel, zoo onderricht mij ; Zn T%ü^aS en van.mijne dwaalingen te rug komen. Zijt verzekerd* dat gij daarmede verplichten zult eenen vc,Lal\Z ' Vrijheid, Gelijkheid, en eenen Griend Ja^oSf onverzoenlijk vijand van Aristocratie en onderdmUin die goed en bloed veil heeft, om Z mon«e« f * mogelijk,van den Bataaffchen grond K^TlïC den 14 jÖÉ|'f Va" A N D-  DE REPUBLIKEIN. 249 A N D W O O R D. tTwe redeneering, Medeburger, is volkomen op waarJ^S tn minften zoo als de zaak aan mij heid gegrond tui denkbeeld van eene S£ en ftaa'und" e vrijheid, daar ter plaatfe,waar ëoik'S' ofwflSn rondmet da alles gehandeld overtuiging van de billijkheid dezer verandZ J' Jil brilt in iW*«^ voord de ftaatkundtge inSS^au tw e oSerfchetden wetgevende Kamers a^n welke 1'elken reife haarer zittinge, opening moet Sordcn gegeven van all' hetgeen tusfchenthds is vo.reevalfen ten aanzien van het openbaar bewind, en eene SShe verandwoording gedaan van de opgebragte fchattf Ser Naüe, welk? reekening ook alsdan wordt fchatten oer », , n ze]fden ond_ r daf wee er iï'^XR onder het koninglyk l^M vZ-Lidm XIV/jaarlijks de openbaare uitifchïdde der balansreekening omtrend de ontvanIen en ui gegeven geldfommen van en ten behoeve der g u J* Natie Ook verklaar ik rondborftig, geen denkS f e heb én ?aii eenig Bewind, dat een ander vóéri Rrftuur vervangt, zonder dat aan de nieuw aankomende Ledën Calthands'indien eene geheele verwisfehng r v,,n aphleken Zii; dat hunne voorgangers de zaken SS betourd nebben, dat zij op denzelfden goef '^ndSkunnen voórdgaan. Indedaad, Czelfs zontS S ens inS :e nemen alle de vrijheid-ademende t f cin door welke Reprefcntanten ook gedaan, en 5 ° g 'to nvervuld gebleven) welk eerlijk Man kan er n den tegenwoordigen tijd, waarin ieder Voorftander er waare Vrijheid jaloersch op zijne rechten is, Zr, worden die , met een naauwkeurig bezef van geV°f?^CM de Plaats kan vervangen van lieden , tegen X \ew dïetïantfche Volk zijne ftem verheft? Hij 8? 'tiTwaar, B§ de aanneming van dien post, ernftig !„ J n de gebreken, welken hij in het bewind ffiPff/w vE» ja zelfs, met opzicht tot de S Ta - wpi-n wanneer hü die niet naar behooren beftuurd SSÏÏÏ^vond,detastJbaare fouten ter kennis der Natie teïrengen. Maar, hoe loflijk dat voornemen ook ware zou hij deszelfs uitvoering weldra moeten ftaaken om de verhinderingen, welken hij overal zal onmioeten om de tegenwerking der zoodanigen, die met hem Tnet bewinden, en wier overhelling tot ar, tocraufche beginfelen volftrekt niet gedoogen zal, dat men  m DÊ REPUBLIKEIN. ook hen,, ten eenigen tijde, op dezelfde wijze, ter ve* andwoordjng zal roepen, behalve nog de meenigvuldige bezigheden welke aan het nieuw beftuur verknocht ziin én naauwhjks zooveel tijds zullen overlaten om een' Zaak van dien aard naauwkeurig te onderzoekenterwijl" eindelijk , de reeds afgetredenen uit het Bewind wellig' dmfende voorwendfelen zullen vinden, waardoor zii de onmooglijkheid zullen trachren te (haven,- 'om', nadat si, reeds hunnen post verlaten hebben, reefcenin* en verandwoording tc doen. Alle deze bedenkingen bevestigen den grondregel, dat de vcrandwoordlijkheid der Bewindslieden, aan eene Voiks-regecnng bij vertegenwoordiging zoo' onmiddellijk gehecht, moet plaats grijpen op hef ogenblik, dat zij van hunnen post aftrede»? en eer zij dbskunnen verklaard worden, tot den kring hunner vrije'en hun ftem-recht uitoefenende,- Medeburgers te mogen . rug keeren. Immers, zonder zulk eene voorafgaande verklaaring,welke op het doen van goede reekening en .verandwoording gegrond is, moet ieder Lid eener Grondvergadering uitermaate huiverig zijn om den afgetreden Bewindsman tot de' uitoefening van burgerlijke rechten' toeteiaten , zoolang hij niet verzekerd is, dat hij in zijnen pest van Bewindsman,- dezelve rechten , de lasten en plichten van zijnen post, gehandhaafd en vervuld hebbe In zoo verr' zullen welligt alle voorftanders van waare Vrijheid het eens zijn, dat de reekening en verandwoording bij elk aftredend Bewind gefchieden moet ten' gepasten tijde, opdat de abuifen daadlijk verholpen ' en de opvolgers daardoor bevrijd worden van zoodanige dwaalmgen waartoe zij, zeer ligrlük , buiten hunne lchuld, zouden kunnen vervallen, cn in welk geval echter, de misdaad van verzuim even zeer voor hunne" reekening zou komen, omdat zij hun bewind, onbedachtzaam cn op eenen in zich zelf onwetti^cn a-rond aanvaard hadden. Moeilijker, echter, is de wijze' waarop die reekening en verandwoording gefchieden zal. Dezelve te doen bij een openbaar gedrukt vcrilag voor het oog der geheele Natie, zou een zeer lastig, en misfehien wel geheel onnut, werk zijn, omdat loutere verbaalen, loutere finantieele blafterts, waarop , niets meer ftaat aangetcekend, dan hetgeen men aan het Volk wil bekend maaken, de geheele verandwoordiijkheid tot een onding maaken, en de opheldering omtrend bijzondere punten aan ieder individueel Burger niet wet , zonder het grootst bezwaar zou kunnen gegeven worden. — Eene Commisfie tot dit werk door het Volk .te doen benoemen, zou zeer wel witvocrlijk en goed Pijn*  HE REPUBLIKEIN. 231 rtfai zo niet de ondervinding de nutteloosheid va ' zoortgelijke Commisfiën ten duidlijkftcn bevestigd had-, terwijl welligt zeer veele Burgers 7oód.nigen post van dc hand zouden wijzen, om de Scheid, welke daarmede gepaard gaaf, en het rcpubikeinsch beginfel, dat >s Volks heil de hoogjle wet is, „oe in verre na in de harten der Burgers niet genoeg s doorgedrongen, om zich, ten gevalle van het algemeene welzijn , veele moeiten, opofferingen, ja des-noods onaangenaamheden , te getroosten. — Wie zijn, derhalvcn, de bevoegdfte perfoonen , aan welken de gemelde Reckeningen .Verandwoording, in naam des Volks,- zou kunnen en behooren te gefchieden? en welke is dc eenvoudigfte wijze om zulks te wcrkfteiügen ? Behoudends een beter •ooi-deel, fchijnthet mij toe, dat juist diezelfde Kiezers, die met des Volks vertrouwen verwaardigd worden , om -nieuwe Bewindslieden tot opvolgers van een nog plaats erüpend Beftuur te benoemen, de gefchiktfte perfoonen louden zijn, om van derzelver voorgangers zoodanige vcrandwoorlljkheid in werking tc brengen. Over het 'geheel genomen , toch, zijn de Kiezers (ten minften, wij mogen cn moeten dit vooronderftellen , zoodra het Volk zelf acht geeft op zijn waar belang) de, bloem der Burserikn.befïaande uit de kundigften en braafften. Zij vcrIn-iigen de macht, om een nieuw Bewind daarreftellen, b-flaande uit rechtfehapen cn kundige Vaderlanders. In hun berust, dus, het volkomen vertrouwen des geheelen Volks-, en waarom dan niet een nog mindere graad van vertrouwen, die de verandwoording betreft van Leden, die daadlijk aftreden ? Immers, waar de hoogRe maat van vertrouwen heerscht, kan ook, natuurlijkerwijze, de mindere maat zooveel te gemaküjker gelden. De moeilijkhcid'allcen, bij de uitvoering , zou gelegen zijn.in het groot aantal der Kiezers; terwijl een groot getal van perfoonen tot zoodanige taak volftrekt ongefchikt is , en, z^al 'er iet goeds, iet nuttigs vati komen., het geheele werk, on het hoogst genomen, door vijj perfoonen moet afgedaan worden. Maar, hoe ligtlijk zou ook daaromtrend eene behoorlijke kenfe te maaken zijn? Laat ons hier een voorbeeld opgeven. Holland is verdeeld in Districten; ieder District in 30 Grondvergaderingen, en iedere Grondvergadering benoemt 1 Kiezer; dus te zamen 165CV Kiezers. Wanneer nü allé de benoemde Kiezers van een geheel District bijeenkomen , om uit hun dertig-tal hechts één der bekwaamften te verkiezen wordt dat getal daadlijk reeds verminderd tot 55 Kiezers'. Wanneer nu, al verder, deze 55 Kiezers gelast wer-  zgz DE REPUBLIKEIN, werden, uit hun midden, niet bij zamenkomst, maar bif brieven , binnen zekeren korten bePa„lden tijd, \ Jt foonen optegeven, welken zij tot deze taak bevoegd oordeelden dan was dit geheele werk, zonder veel onX tot ftand te brengen. Het zou alleen afhangen van eene goedé Inftrucue en Form, om dit werk te regeie, v/eene zeer heihge Verklaaring der Kiezers, om niemand te benoemen, dan dien zij wisten volkomen daartoe ge! fchnct te zyn, van de keus dier Leden, die dat werk zouden beftuuren, waartoe welligt de gefchiktfie perfoonen zyn zouden eene Commisfie uit het Provinciale Gerichtshof, en emdeiijk van eene juiste a,,Jijz'ng der werkzaamheden, waartoe de vijf, bij meerde,heidF van ftemmen gekozenen, zich zouden verplSef, weS almede, vooraf door eene plechtige verklaaring zouden moete:; geneiligd worden. ë zouaen Deze dunkt den Republikein de eenvoudigfte, kor*, fte en waare weg te zijn, om eene zaak tot ftand te brengen, welke, zijns oordeels, van eene Volks-reeeering bij vertegenwoordiging volftrekt onafichcidliik is en welks verwaarloozing, voor zoo verr'den geest de zer inrichting betreft, de zoo hoog geroemde Vrijhefd van een Volk, van eene Gemeente, en ook van iedér individueel Burger, mdedaad tot eene hersfenfehim, tot een louter onding maakt. Te Am/lerdam, bij M. S c h * t, e k a~m p , in de JV~ar. moesjeraat, als mede te Rotterdam bij D Vis van dpn Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage]. Plaat LeydZ Honkoopen Herdiug. Haarlem VValré, f. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar■ Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Z,TJJ T de Wed-Tervee"- 't Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a ii Stuiv.  D E REPUBLIKEIN- Drux mes de détrédations et de brigandages ent cnyfè k muffte Jou la Rèfubliaue est Fès de s'englouW. B fait U tombier ce gouffre effrtrjable. MI RA BEAU. MEDEBURGER, Tk lees met graagte uw Weekblad; doch het is t*~ tum S , dat file "patriotten niet eenftemmig; over deSdfzaak denken. Zoo gaat het mij ook^ftbm wel voor de Een- en Onverdeelbaarhetd der Rephbhete naar buiten; maar niet naar btanen^.^.wgeJg Eenheid is'mij het graf van onze Vr«he,d of zal het £«.h worden Wat tegenwicht zal 'er toch wezen. H« vX~ Welja* Wat kan dat toch doen, zoolang Sf «fin mal opftaat? Alle dc -ebt van het Volk misrehien daarin alleen beftaan, dat het in zyne aJSS^M oPkome, (NB. als het de ^conftitu eerde Machten gelieft) en Kiezers «#%J%"&L balifeeren, en kiezen een Reprefentant, dien zj, zelts vóór het erootfte gedeelte, niet eens kennen. Die ReïïSmSTÏÏv&Oléndi bij handelt naar willekeur; de oSen doen ook alzoo , en zie daar eene monarChaale ÈSÏeid van ariftocratie, waarvoor het Volk moet beeven C Men wil nu zelfs de Republiek in elf finaldee'en afperken. Ik zal dus, bij voorbeeld, van eert Ho land7een Geldersman, of Utrechtenaar, herfchapen.wórden. Dit verwekt bij mij, en anderen,, ïïoote SS. Nimmer zal uit mijn mond de goed(ÏÏm£ zoodanig plan komen. Men fchijnt ze fa daarvoor te vreczen: want daarom denk ik, dat meri Franfche Troepen heeft laten inrukken Waarom is da toch anders? en die inmarsch gefchied maar op bevel C*) Men denke hier flechts aan de Burger*, die uit ttf**'gej haild zijn. , III. DBEIi'. *.*  254 DE REPUBLIKEIN. van.eenen Adjudant? Is dat met onze Vrijheid begaanbaar, om aan de willekeur van het Krijgsvolk overgegeven te worden? Dan, ik weet-het, de Eenheidha gedecreteerd; de verdeeling zal mogelijk ook wel volgen even als de inéénfmelting der fchulden is vastgeteid, hetgeen bij mij de uitcrfte onrechtvaardigheid is. ik heb daarover tot nog toe niet gelezen de debatten deswege gehouden . dan alleen , hetgeen de Reprcfen' imSchtmmehennmck gezegd heeft, cn waarop de louange van den IPreiident is gevolgd. Maar , met eerbied gezegd, is het bij mij 'er verre van daan, dat het gezegde mij overtuigen zou. In alle particulariteiten zal ik met treden: ook zou ik dat met wel kunnen doen, zonder mogelijk te hooncn; ik geloof voor mij zeer zeicer, dat, in plaats dar Holland 'er door verligt zulks daardoor bezwaard zal worden , en dat men , in plaats van 02, wel 70 ja 80 pro Cento tot de gemcene lasten zal moeten opbrengen ; dc gronden van het Rapport zijn alleen maar loutere vdoroiiderftellingeij, die bij dc proef geen ftcek zullen houden. Dat het algemeen belang het bijzonder belang moet doen wijken, kan ik in veele opzichten toeftaan • maar geheel met in het voorkomende geval. Daar te bovei , is naar mijn inzien dat zoogenaamde algemeen belans op verre na niet voldingend betoogd geworden. Duttende Burgers zijn wettige fchuldeifchers van dit of dat Gewest; zij hebben individueel gecontracteerd; dit kan tegen- hunnen wil met geene enkele machtrpreuk weggevaagd worden: en ik bid u, hoe ftrookt dat met3den regel, dien men aan het hoofd van het Plan fielt • naamiijk, dat het eigendom een recht is van vrije befchikking over zijne goederen ? Deze befchikkin" ontneemt men mij; men wil cenc fchuld, die ik ten lasten van een Land heb , overwijzen of gemeen maaken, tegen mijn wil, aan of met anderer. A's bii voorbeeld, Zweden eens in het hoofd kreeg, alle zijne Hollaudfche fchulden aan Denemarken, of omgekeerd deze aan Zweden overtewijzen, wat zou men 'er van zeggen? Gewis hetzelfde, dat men nu tegen de vernietiging der fchulden zegt, of zeggen kan, naamiijk dat het onrechtvaardig is, en dat een Overheid, die eenigzins zedeniijk handelt, zulks niet wel doen kan. Het individueel recht, als fchuldeifcher, dat ik heb' kan mij nooit, onder voorwendfel, dat het tot algemeen nut'ftrekt,- ontnomen worden, en dat zelfs dan nog  DE REPUBLIKEIN. *SS notr door twaalf of dertien ftefnmcn, die het different van het gel cel uitmaaken, cn die, als ik het met eene vad- atdfchc rondborstigheid zeggen mag, flechts b SevlS-fd zijn doorgegaan - ik ^$^°y£ r/r-P-^en- wel nu, het Plan wordt aan hfct gehecie vois ter'goed of af,e'uring overgegeven; als'de ^hctó dus goedkeurt, dan moeten de ovengen volgen Men £ op even denzelfden grond voordredeneerende zeggen wij zullen in het geheel eene gemeenfchap van foederï invoeren: zij, die niet of weinig; heb ben ufen dat wel goedkeuren, cn zoo zou men d mee. rlr-vheid kunnen bekomen: maar is dat recliu^iaig. Ïs men d de fchulden, die in Obligatiën of Rente^veT beftaan, gemeen Wif "-aken dan moet men zulks aan de houders derzelven vragen, en met met. Pin-endunklüke machtfpreuken afdoen. Ik Ïb h ervóór gezegd, dat de gronden van het Rap„ort niet anders waren dan voorondcrftellingen ; en difc is zoo zeker dat men Hechts behoeft te raadplegen met heden, die de jaaren 1748 en 1749 be'fd hebben toen dc pachten afgefchaft werden., tri dien tijd Soe'st ie e Stad cn Dorp opbrengen, hetgeen dezelve ™ % i a-liters hadden opgebragr. Van ■ zoodanige luifn tütene,beSeht kutmen gjfe» welke moeiten en ongenaamheden toen plaats hadden. Ik neb men tiid b-lccfd, cn ben zeis mede aan het werk geweest, om de Burgerij tc quotifeeren; men moest overgaan, ï iedei Tftejlen. zoo als men dacht, dat h,j aan de Sachten betaald zou hebben. Dc koophandel cn fabr.ckefi'SaSen veel bijgedragen; men moest die op laten Sevcn w zij geeonfumeerd hadden; althands zoo ging hnr d'aa. k n het werk was; deze opgave ging *oo 1 ' t tai-tiinen kan cn zoo als het nu ook gaat met als men begrijpen zan , cn /. u ^, . . deeeldlHfmgen.Van den geringen Buigeilund kon men MhaSd worden; dit maakte eene gaaping van dunonfe iens - Mecrvertnogendcn moesten daarmede S^SÏÏSTworden, cn weldra werden overal de pacbteS men tl recht om de vexatie vervloekt had, Seder'^rSgewenscht^- Een o^«f^^vS Vmm.n 'er toen ook ten voorfchijii. clan, men vu S n volgends mijn gevoelen te recht, om de verkoos, en vujb coiieete te doen invorderen. — &ZS^J& mefhaatlijke famielie of hoofdgelden opkom n, of eene belasting op iemands vertcer.ng hwoe^n P Men kan dat alles wel als gronden opgeven -  2$6 DE REPUBLIKEIN. maar, waar is de aanwijzing, hoe men dezelven ten uitvoer brengen zal? en wat is 'er toch bezwaarlijker, dan om iemands verteering of winst nategaan ? Als dat van de opgaave alleen moet afhangen, dan zal dat gaan, zooals men dat bij ondervinding van zaken heeft dat is, zeer onnaauwkeurjg en defect. Zederd eenigen tijd, heb ik mijne gedachten over verfcheiden plannen laten gaan; maar ik vind niets beter cn draaglijker, dan de tegenwoordige heffing. Ik heb twee agtereenvolgende jaaren alle de billetteii van de door mij betaalde 's Lands Imposten bewaard; Huiken doe ik niet. Mijne verimposting in 170; j] merkujk meer , dan in 1796; maar dit komt van de zwaare inkwartiering in 1795. VlZ za, daarom maar alleen opgeven het jaar 1796; doch voorafmoet ik berichten dat ,k mijzelven fchaar onder den middelbaareu JSurgerftand, en dat mijn huishouden bellaar uit vijf volwasfen perfoonen; dat ik twee dienstboden heb, is uit loutere noodzaaklykheid. Zie hier mijne aangeving.- ' Brandhout, Impost en Zegel ƒ* 3 - 8 Boter, zoo in Fust, als Potten, met Waa«en Zegel , ° . „ Ti zou", 2 zak . ; ; ; i:1^10 Zeep, drie zestiende Ton . ' . ? a - 9 - a Van den Bakker iets meer dan 900 pond Tarwebrood , en iets minder , dan 300 pond Roggebrood, bereekend volgends de Reftitutie-lijst der Ordonnantie. . ' 17 10 50 ponden gebuild Tarwemeel. '. . I i ~-ÏO~ 15 ponden Gruttemeel. ' ' 671 pond, zoo Kalf- als Ru'ndvleesch en' 3 } Varken. . . , _ - 31 vierendeels Bier. . * 16 " 2 Ankers Wijn. . : • ~ 2' ~ 3 Ankers Wijn- Azijn. ' . I 1'"Tv"'i* Ï30 Ton Turf en een half Hoed Steen- ' kooien. Pasfagiegeld gedurende'het jaar.' . "? " ,\~ ï? Heerengeld en Koffij en Thee-cedül. ' s aS- 6 - ■ 1 in het geheel ƒ 137- 15 . v,n?n-lS ?°r, H°°fd f 27 -11 " Nu reeken ik U8g mec> *K * aan fruiten impost, mijn. wgsfer voor de  DE REPUBLIKEIN. 257 de zeep impost, den Grutter voor grutten enz. betaald heb: ik mag bet dan gerust op 28 guldens per hoofd IMlen • hoe zou men dat toch in éé:i of twee reifen van mii krijgen? Ten minften dan zou het mij drukken, en hoe zou men fchreeuwen, als voor Dienstboden zoor veel hoofdgeld gegeven moest worden. — Met geringer lieden is het nog erger. Zie hier de confumtie van een huishouden van vijf völwasfen menfchen uit den geriugen Burgcrftand-, dezelven hebben betaald: Brandhout, impost. . . • ƒ 1 " 7 - 8 Boter, impost. . ■ * 1 - 10 - 12 Zeep, impost. . . • * 1 " 4 - ™ Zout, impost. . , * 1 " 7 Bij den Bakker' 1100 pond Rogge- en 300 pond Tarwebrood. . • * 14 - f3 - 3 Beftiaal, 1 Varken, en 150 pond fchonken cn bonken Vlcesch. . • * 3 " 11 Bier, bij de kan gehaald. . * 1 -13 - ~ 20 Ton Turf. . r * 4 De Grutters Waaren, fterke Dranken enz. * 2 - 13 - ' ƒ 32 - : - - De Vrouw van dit huishouden, die op mijn verzoek dit het geheele jaar had aangeteekend, verzekert, mij, dat zij dat zeer naauwkeurig gedaan heeft; zij hee t mij verklaard, veel aardappelen met vet gegeten ^hebben Even zoo heb ik nog de aanteekenmg van een huis houden van Man, Vrouw, en twee Kinderen van 11 en 13 jaar oud. . f , " Dit bedraagt in alles in 't laar aan Impost. J i0- 13 D ?e laatfte Man wint, winter en zomer, ieder weeK 4 gulden. Van zoodanige lieden is nietj te krijgen. Hn eerstgenoemde huishouden betaalt ruim 6 guldens, het tweede omtrend 4 gl- per hoofd, uit welk alles dus volgt, dat de verltgting bij de affchaffing van den Impost óp Zout, Zeep, Boter, enz. flechts zeer gering zou wezen : die lieden betaalen ongevoelig nu iets, daar zij anders niet kunnen geven. Om kort teznn, wil ik thands in geen onderzoek treden, of het wel ftaatkundig zij, den gcringen Burgcrftand te= vcrligten,P De negative is door anderen reeds overvloedig betoogd Ook komt het mij voor, dat de belastingen zooveel F f i  453 D E REPUBLIKEIN. nadeeligen invloed niet hebben, en dat de geringe Burgers daardoor niet zoo fterk gedrukt worden, als men wel voorgeeft; althands niet, dat daardoor de dagbuuren zoo verzwaard worden. Stel eens het eerst*ëmoldë huishouden, dat ik hierboven opgegeven heb. Daaronder zijn twee Mansperfoonen, die zes of zeven gulden s weeks kunnen winnen ; dat huishouden betaalt weekhjks aan de gemeene lasten, ftilzwijgend, nog 12 en een halve ftuiver, en mogelijk verteeren die twee Mannen des Zondags in de herbergen eens zooveel; de wijn, dien zij alzoo confumeeren, zal mooglijk zooveel in een jaar belopen , als die van mijn huishouden, hier voren opgegeven. Om nu, bij quotifatie, van die lieden iet te haaien , is onmooglijk: en zoo zijn 'er duifenden. Waar, en door wie moeten de belastingen dan opgebragt worden? Zo men dat haaien wil uit eene belastmg op het Zegel, op het Collateraal, op de Huishuuren; wel dan Holland , als ik u nog eens zoo als mijn Vaderland noemen' mag, gij zult het lastdier blijven, en nog veel erger lasten dragen, dan tc vooren. Ik eindig, omdat mijn bloed heet word. In vaderlandfehen ijver you ik voor niemand , die een bedai.r.1 Patriot is willen wijken, maar Uw Medeburger, EEN HOLLANDER, Fan den Am/tel, 28 Januarij 1797. A N D W O O R r. Wij hebben niet willen afzijn, den voorgaanden Brief te plaatzen, daar onpartijdigheid de voornaame grondre. gel is van den waaren Republikein. Wij willen ook niet afzijn te erkennen, dat de bedenkingen van onzen Correspondent vrij wat gewicht hebben, daar het zeker is, dat de geringe Burger zoo wel behoort te deelen in dé openbaare lasten, als de meer gegoede, en dat het hoogst moeilijk is , van den cerften zoodanig aandeel te krijgen dan alleen op die ongevoelige en onmerkbaare wijze \ welke nu,in de gewoone heffing,door middel van Coïteer  DE REPUBLIKEIN. 259 lcctcurs, plaats heeft. Dan,'daar 'er juist, van de thands plaats grijpende wijze van inzameling, althands in Holland, een zeer aanmerklijk gedeelte alleen komt in handen der Collecteurs; daar de kosten van gaaring ten minften 8 guldens, zo niet meer, ten honderd belopen, blijft het indedaad een zeer voornaam'punt, waarop zich de aandacht van bet Bewind behoort ie bepaalen, dat de manier van inzameling op eenen veel eenvoudiger cn onkostbaarer wijze gefchiede, zoodanig,dat die' kosten op het hoogst een halven Gulden ten honderd belopen. Deze weg uitgevonden zijnde , door middel van het Plaatslijk Bewind, zal 'er van zelve aanleiding genoeg zijn , om de onbehoorlijke lasten op Brood, Meel, Bier, Zout, Boter, Tabak, en op het Trouwen en Begraaven , geheellij k-te vernietigen , e« daarentegen de artikelen van weelde op eenen zoo maatigeti voet te blijven belasten , dat de fluikerij daardoor afgekeerd , cn dc zedenlijkheid des Volks daardoor worde bevorderd. In dat geval, kunnen wij niet zien,welke fchaade het aangenomen beginfel van één- en ondeelbaarheid , naar binnen werkende, aan den toeftand des Lands zou kunnen veroorzaken. In tegendeel, moet het Land , juist met zoodanige vereeniging der openbaare lasten, op eenen maatigen voet geheven , zeer wel varen , terwijl de baarlijke bedieningen tegen fluikerij enz. daardoor van zeiven wegvallen. — Moeilijker blijft gewis de bepaaling op andere Artikelen, om die op eenen eenparigen voet voor de geheele Bataaffche Republick te brengen. Dan , het middel van Ouotifatie, bij wijze van Clasfificatie der Ingezetenen, onlangs ' door een kundig Schrijver ontvouwd, (*) is in zich zelf te waardig, om niet alle de aandacht van_ ieder rechtfehapen Vaderlander te verdienen, waarom wij, hetzelve flechts aanftippende , ons van eene verdere ontvouwing ontflaan, en dat wel beredeneerd Gefchrift ter lezinge alleen behoeven aanteprijzen. Ook, wat de ineetifmclting der fchulden betreft, waaromtrend onze Correspondent zieh zeer fterk uitlaat, zonder echter eenen genoegzaamen grond daartegen aantevoeren , moeten wij ons verklaaren , niet te kunnen inftemmen met zijn gevoelen. Bij het vormen van eene nieuwe Staatsregeling voor het gantfche Gemeenebest, bleef het Fi- nan- De Titel van dit Stukje is: Bedenkingen over eene Algemeene Belasting *p de Inkomen, voor het Bttnatfche Gemeenebest, door B. B. Te Leijdtti, bij D. du Mortier en Zion, 1797.  aöo DE R E P Ü B L I K E ï N. nantiewezcn het allermoeilijkst ff.uk. Zoolang ieder GdWest op zich zelf bleef', en geen middel gevondenwerd, om alle fchulden op eenen eenparigen voet te vereffenen, was het werk ileclvs ten halve gedaan, en 'er b:eef altijd gelegenheid voor het een of ander Gewest tot eenen onmaa'igen ftaatkundigen invloed. De vraag is dus hier niet, of de inéénfmelting der fchulden een moeilijk fhik bleef in de uitvoering, waarbij voor het een of ander Gewest eenige hardheid plaats heeft? maar het was de vraag : of 'cr eenig ander middel mogelijk ware ? Ten tanzien van de Houders der Obligatiën,is de zwaarigheid, onzes oordeels , zeer gering. Voor hun is het volftrekt onverfchillig , wie 'er betaalt, indien 'cr maar' naauwkeurig gezorgd wordt voor eene rcgeltriaatige betaaling, cn deze bctaaling kan eerder gevonden worden uit de Nationale Kas, dan uit die van bijzondere Gewesten. Het hijgebragte voorbeeld van den overdragt der fclrakten van Zweden en Denemarken bewijst te' veel; terwijl zoodanige -overdragt voor mij , als fchuldeifcher, volkomen onverfchillig is , indien maar, met den overdragt, gezorgd wordt voor eene' gereede betaaling. Te Amflerdam, bij M. Schaiekamp, in de TVar*moesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Djrdt Blusfé en Zoon. 'sHage\. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, !. Beets en Wed. van Brusfcl. Schiedam Sweben. Delft Roelofs waart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van'Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier.Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais.Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij dc voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a li Stuiv.  D E - REPUBLIKEIN. N°. '43- . -■ , . . Justique tenorem Pleetere non odium cogit, non gratia fuadet. CLAÜDIANÜS* fUittrekfel van een Brief uit Friesland, betreffende de Orange-oproerigheden aldaar.) Eindelijk, zijn de Oranje-oproerigheden in ons Gewest Cdank zij dc cordaatheid onzer Burgers, en de getrouwheid van ons Gerichtshof]) geftild. Nimmer zag men grooter domheid en woestheid, dan bij dezen ontzinden hoop. Een vrolijke moed, gegrond op eene volkome-ne overreeding van aanftaande zegepraal, bezielde denzelven dermaate, dat men, in de daad, in ftaat zou geweest zijn tot het pleegcn van allerlei plonderingen en moord, zo niet de rechtvaardigheid alle deze euveldas» den had verhoed. Hoe dwaas, zou men oppervlakkig ze-gen, dat men zich, in den tegenwoordigen tijd, en dat" wel in een Gewest 4 alwaar de rechtfehapen Vaderlander moedig is op zijne rechten en vrijheid, durft vermeten , soortgelijke moord-tooneelen aantenchten1 Bij de vergelijking van het een en ander, dat alhier gebeurd is/en vooral van de verklaaringen, welke door verr' de meeste delinquanten gedaan zijn, voor zoo verr' die ter mijner kennisfe zijn gekomen, ftond ik lans in twijfel, uit welk oogpunt ik deze baldadigheden befdiouwen moest, of als eene loutere toevalligheid, uit eenen onverwachtten zamenloop van omftandigheden geboren, dan wel als het gevolg van een daadlijk gefmeed oproer, welks aanleggers, zoo als het doorgaands gaat, zich fchuil houden tot zoo lang,dat zij vrylijk voor den dag kunnen komen ? Voor het laatfte fcheen bovenal tepleiten de uitdeeling van geld, Welke het blijkt dat heeft plaats gehad, en gewislijk niet gefchied is zonder oogmerk, zonder het ftrafwaardig oogmerk , om oproer tezaaijen. Dit vermoeden wordt nog fterker, wanneer III. dbsi» G$ ™m  26% DE REPUBLIKEIN. men gezien heeft, dat juist die uitdeeling van geld in de eerfte plaats gedaan is aan perfoonen, die zich door gewoonte te buiten gaan in het gebruik van fterke dranken, en dat men, dusdoende.de driften tot eene hooge maate heeft willen omvlammen, om, door derzelver geweld, alom vrees en febrik te verfpreiden, en zich daardoor van éenen goeden uitflag-te verzekeren. Dan aan den anderen kant, wanneer men (voor zoo verr' het ten minften tot nog toe fchijnt) geen rechtftreekwh oogmerk ontwaart, waartoe alle deze oproerigheden waren ingericht , moet men, natuurlijkerwijze, tot het eerfte beginlel te rug keeren, en dezelven aanmerken, als toevallig gelproten uit de handhavening van het Decreet ter Nationale Wapening. Immers , hoe zeer al de berichten van alle Rcifigcrs, die van den Pruisflfchen bodem ook van Hamburg, Embden , en omliggende plaatfen herwaards komen , daarin ovcreenftemmen , dat zich te Benthem , Neppen. DiepAole , in de Osnabrugfche . zoo wel als in de Bremenfche, kwartieren, zeer veele gepenfioneerde misnoegden onthouden, die van tijd tot tijd een bezoek ontvangen van onze Friefche, en ook van uwe Hollandfche, zoogenoemde ftillcn in den Lande ; hoe zeer bij deze ailen de hoop levende b'ijft op eene tegen-omwenteling, blijkt het toch, dal de meesten derzelven ongewaapend zijn, en dc correspondentie onder- de hoofden van dat complot fchijnt meer gevestigd te zijn op eene plaats, alwaar hooffche wellevendheid een lluier werpt over alle geheime intrigues. De herftellmg van Willem V. fchijnt tot nog toe geen onderwerp te zijn van dc bij dat complot plaats grijpende werkzaamheden , en, zoo lang de Pinkenier op de lauwers zijner wmter-zee-expeditie in Engeland blijft rusten, zoo lang niet de perfoonlijke tegenwoordigheid van een zijner afftammelingen het helden-vuur aanblaast tot eene zegepraalende onderneming in onze Gewesten, zoo lang de Franfchen meesters blijven van de kabine'ts-intngues der nabuurige Vorsten, heeft men, zeer zeker van dien kanr*geenen dollen ftap te wachten. Voor zoo Verr',derhalve, fchijnen de bewegingen in ons Gewest en ook in het nabuurig Groningen, alleen gevolgen té zijn van dien bekenden grondregel, dien men bij onze partij beter fchijnt te kennen, cn in acht te nemen dan onder de hoofden van het tegenwoordig heerfchend fijstema, dat naamiijk de geestdrift t'eiken reife aanvuuring nodig heeft, wil zij niet geheel uitgedoofd worden ,  DE REPUBLIKEIN. 2^3 rfen en dat dus het uitdeden van geld onder de orant-facüé alleen gefchied is,om den moed te verlevendigen de verwarringen te vermenigvuldigen e„ daardoor Ie fnaaren der intrigue gefpannen ^J^^^JJ oogenblik daar is, waarop men zich zou kunnen vlei iPn met het zingen van een openlijk triumi-lied. uok n zoo verr', dan, zou de uitbarsting der orange-woeïe alhier al een het uitwerkfel zijn van een genevervnm- hetgeen in de aderen dier roemruchtige helden gewo'eUf enT bij de, onder hen «^^j^Z pnldens naar buiten gewerkt heeft. — lntuslchen , Kan fnie J'afeS u mijne bevreemding te kennen te geven dat di? o'proer j voorgevallen op een thdwaarin dfe oproerige hoop zeer wel weten konde, dat hy me Seen ne^cnds onderteuning vinden, maar in tegendeel Kan n'en gelooven, dat de hoofden van het orange-geSs tos genoeg zouden zijn, om, buiten noodzak, !e beteeden, te meer, daar het gemis der noodzaaklnke SwffiS?; welken men onnut in gevaar zou brengen S Sföling, gevangen» enz., hoogst bedenklijk . . Het S wel waar, dat juist zoodanige politieke vervol5ni het getal der martelaaren vergroot, en daardoor dén geest Sn misnoegen verterkf, maar, het is tevens waarg at de openbaare ftrafoefening, even veel, en Shieïnog ^Z^fn ^^Z^ SSen^datVe e^ ™ ^ T en wel meestal in nieuw gemuntte, Drie-Guldens ont vangln hebben, en dat op eenen tijd, ™w** ™* onder ons niet zeer gemeenzaam is. Vn overvloed van nieuw gemuntte fp^, ^vaarin ieder der ooroerio-en ziin aandeel ontvangen heeft,en dit algemeen Selveel grooter is, dan men alhier, immer, in de Gg 2 -  •«* DE REPUBLIKEIN. dagelijkfchen handel ziet circuleeren > 7o„ At.*»',, met in SWfctf „10eten geS^mten?^ £ brQI1 mij hoe langer Z00 ^ ^ g** oproenge bewegingen in BoLld haaren oXró g hefa! ben; dat zij onmiddellijk zamenbangen met heteee /ir-h van tnd tottijd.ook bij u l*kJtt£lJSÏÏ£$! dat de tooneelen in ons Gewest daarvan een gedeelte uïtl rt^^WL^is bedoeld hebben en dag t ft»^* ISWIÉË TiO onder „.de™ de va.icl,e gerucht *£fc55  DE REPUBLIKEIN, 265 ta onveiligheid, en het verfpreiden van allerlei valfche ÏLneenwegens eene nieuwe alliantie tusfehen FranktXTrlhfen,^ nadeele onzer Republiek,te Arm %lddm en de bijkbaare ftoutheid van Qrange-ambtenafef rórange-gezinden, in het gemeen, het doOrflaandst bewijs opleveren. Waarom worden de Rechten en Plichten van f n MeZch en Burger bij de Nationale Vergadering niet daadlijk gedecreteerd? Indien 'er eenige waarheid bij lieden van kunde en «roede trouw blijft gelden, dan is het deze, dat elke laak h are onde foheidende gronden heeft, waarop ZU berust cn dat, bij haare daarftelling, deze gronden K? moeten aangevoerd worden als beflisfende^ twen waarom zij dus, en met anders, wordt daarge. SS/ Ken alles, geldt dit omtrend elk verdrag, as waarin zekere prsmisfen moeten voorafgaan, als de vas rgïonduagen! waarop de contractanten onderling zun overeengekomen, en waarop zij eenparig begeeren, dat dl volgende handelwijze, hen betreffende, zal gebouwd ziin als het vaste richtfnoer, waarnaar zich ieder befanghebbende zal moeten regelen. Deze!"e regel nu behoort ook, ongetwijfeld, thands te gel den b.j fchulden van Gelder- Zd Seld^Holtid, enz. als fchulden van den e mfchen Staat erkend, en , als zoodanigen, óênen ITl ken voet, zullen beftuurd en betaald worden. Nufeeft de Generaliteit genegotieerd tegen 3 Guldens, Zeeland tegen 4, Utrecht tegen 3 , en Holland in de laatfte jaS tegen ai ten honderd. M is de vraag: mogen  s68 DE REPUBLIKEIN. en moeten deze Renten op denzelfden voet voordduuren,, daar het grondbeginfcl van inéénfmelting is aangenomen 3 De Reprefentaut van de Kasteele zegt ja, en hij echter zal het mij niet ten kwaade duiden, dat ik volftrekt het tegendeel beweer, en wel op de volaende gronden; 10 Omdat het beginfel van gelijkheid, in dat van eenheid, ondeelbaarheid en inéénfmelting begrepen, vordert, dat alle fchulden, zonder uitzondering, óp denzelfden 'voet betaald worden .zonder dat het langer blijke, of die fchu'd Zeeuwsch, Geldersch of Hollandsen zij* 2.) Omdat elke ongelijkheid, welke daarin zou plaats hebben, hoogst nadeelig zou werken oP dc algemeene belangen des Lands, en het bijzonder belang der Burgeren, terwijl natuurlijk de Hollandfche Obligatiën zoo veel minder in waarde zouden zijn , dan de tnderen , daar evenwel dezelfde grond van zekerheid voor allen is. 3.) Omdat, zo 'er eem>e vergoeding van fchaade voegzaam en noodzaaklijk zij het dan gewis die is, welke de houders van Hollandfche Obligatiën hebben geleden door inkoop tot hooge, en verkoop tot Iaage prijfen. 4.) Omdat de Hollandfche Ne<*otiatien altijd geweest zijn tegen 4 gids. rente ten honderd, maar de reductie tot al pro Cento alleen veroorzaakt is door provinciale belastingen. 5.) Omdat de gelijkheid in dit opzicht, gefield op den voet van 3! tot 4 pro Cento, het beste en éénige middel is, om het crediet van uitheemfche fondfen te doen daalen. Maar de houders der Obligatiën hebben immers geen récht, 0111 meer te vorderen, dan zij gecontracteerd hebben' — Dan, juist omdat, dit Contract door de amalgame verbroken zijnde, de houders van alle Obligatiën, als Burgers van éénen Staat, gelijke aanfpraak hebben op dezelfde voordeden, daar zij zich, door een nieuw contract, onder dezelfde befcherming begeven. —- Maar de Hollanders hebben zooveel meer fchulden \ dan de overige Gewesten? Dan, ik wil het woord Gewesten niet meer genoemd hebben j het zal één Staat zijn; het zijn fchulden van allen; cn, kan men den ouden flender no" niet vergeten, dat men dan ook vooral niet vergetet dat juist de Hollanders zoo veel meer dragen in de gemeene lasten, dan dc anderen, en ook daarom op geenen minderen voet behooren gefield te worden. — Maar, van waar alle deze zwaare uitgaven te vinden, indien alle renten eens op 4 pro Cento geiteJd worden ? Het andwoord is zeer gereed; naamiijk, door eene eenvoudige en zuinige huishouding;  REPUBLIKEIN. N°. 144- II Vaut mieux dire, que le Gouvernement le plus conformtj ia nature est celui, dont la dispnfition P^^L^ « « la dispofuion du peuple, pour ^g*^ ■ Aanmerkingen op het Ontwerp van Conftitütlé voor let BamaffcL Folk, zooals het in de Zitting van ii 'Januari], en op volgende dagen, door de Nationale Vergadering is gearresteerd; Thmds eenen aanvang maakênde met de aanmerkingenj welken vrij onzen Lezeren beloofd hadden, op het Ontwerp van Conftitutie te z.fen voo.dragen zooals dezeTven zi;h aan ons voordoen, moeten My^to eerrté plaats, onze aaidaebt vestigen op het Opfchnjt: Plan van Conftitutie voor het Bataaffche Volk. Reeds in een voorig Nommcr, (bladz. 2n.) gaven wij ons 'cdachte te kennen wegens het onduitfche woord CónMS, Welk woord, indien bet bij de eerfte Ontwerp 'e', ware begrepen geworden, zeer waarfeh.jnm* nnf-idin- zott hebben gegeven tot eene andere ^tin ï», dat Latijnse woord, hetgeen eigen* ^zamenftelüng ■bakent, heeft zijne voornaame beïlkkfeSt de allercerfte richting, welke eene maatf'happ ia ontvangt uit haar oorfpronglijk verdrag of liever tot de grondllagen, waarop de vereemg.ng van veèlc ï-den tot ééne maatfchappij gebouwd wordt- welKonS^ni eigenlijk gefproken , geene anderen zijn, dan de Rechten en Plichten van den Mensch en Burger Deze grondflagen, nd, zijn in deze Republiek, fven als in alle andere Staaten , wel aanwezig; en, in S« af-Srokkene befehouwd, kan 'er geen Staat beftaan, waarin mot deze grondflagen zijn erkend en aangenomen omdat zii oorfpronglijk zijn uit 's Menfchen ,1aSur en omftandigheden. Dan , daar deze ftilzwijgeMe Sendnis 1!:r grondflagen zoo Veele er basteringen ondergaan heeft, zoodanig, da ^e VohceJ in eene volftrekte fiaavernij verkeeren, ftrijdig met hun III. DBEfc. Hh  270 DE REPUBLIKEIN. £ffh|U5 6n derZC!VC1' ft,'ekkinS tot Se]uk' verklaarde zich het algemeene gevoelen van alle kundigen en welmeenenden hier te Lande, zeer Heilig voo, eene daadlyke vooratzending dier gronden, zooals zij dan ook aan de nadere Commisfie opgegeven, en door haar ziin voorgedragen geworden. '£r belfond wel, in onze M> tJ ™-*Wf*mm verdrag; maar het was zeer verr' verwijderd van de waarheid, van de al<4- ? e" PliChten- 'Er moct dus ee" ~ verdrag worden aangegaan, en het zijn deszelfs gr0nden, d,e eerst m aanmerking komen. Op deze gronden klaar en duidelijk ontvouwd, berust alles, wat 'er nadeitand omtrend het Beftuur enz. zal bepaald worden; ConiïZT ^ dGZ? gr°"den a,!een' rfie de» «aam van Conftrtuue mogen dragen, als vormende die zamenftel- Sf/iw, -,?,etS" Waaraan a!le vcrdere wijziging der maadchappijltjke zamenwooning moet beproefd worden m"r'mZ' aI,e/e':warri"g v™ begriPPen zooveel moogl oï X r °Cd W°,rden' en het "iet te d^ken is , dat alle Burgers, over het geheel genomen, dit woord gnnl het Latijn is beter zullen verftaan dan de eerfte Ontwerpers, of wel de Nationale Vergaderin- is iet hoogst noodzaaklijk, dat hiertoe een ander |óed woord gekozen worde, hetgeen den aard der zaak zeer wel uitdrukt, en daarbij verftaanbaar, of, i„ andere woorden, dat zuiver Hollandsen is. fa, hét is deze aanmerking welke wij, alhier, eens voor altijd ter neder ftellen dat de rijkheid en zuiverheid, met een woord, de fchoonhe.d et, kracht, onzer Nederlandse taal volftrekt vordert, dat men dezelve niet langer vermende met barbaarfehe woorden,die, omdat zij van e!de™ónt! leend worden, alwaar de omftandigheden niet gelijk ziin met de onzen, zeer dikwerf, aanleiding geven tot de allerwezeniijkfte verwarring van denkbeelden. Men pasfe, dan ook, deze aanmerking toe op het woord ConJtitutie dat thands aan het hoofd gefteld wordt Ak een mui-woord voor het geheele Stuk, dat 'er volgt s het betrekl.jk tot alles, wat in het geheele OnZlrl gevonden wordt, en dus bijzonderlijk tot den voorS ften inhoud, die de form betreft, waarop de wetgevende en uitvoerende raagt, in naam des Volks, zal worden uitgeoefend. Deszelfs voornaame inhoud is, dus de regeling der Staats-form, of de bepaaling der wijze' waarop het Bataaffche Volk, voordaan, zijn algeme^ en bijzonder Beftuur zal verkiezen interichten, en uit dezen* Aoolde, derhalven, is 'er geen Nederlandsen woord> dat een-  DE REPUBLIKE TN. 271 eenvoudiger, duidlijker en krachtiger is , dan dat van Staatsregeling; een woord, dat geen ander denkbeeld kan doen geboren worden, dan het moet uitdrukken, terwijl daarin ook alle ordening begrepen is, welke tot de bijzondere deelen behoort,voor zoo verr' zij in den aleemeenen omvang der Staats-form voor een geheel Volk kunnen vervat worden. — Dat de plaatfing van het bijvoeglijk naamwoord Bataafsch, als zijnde reeds, geduurende deze Omwenteling, door een dagehjksch gebruik gewettigd,veel beter te keuren is, dan het oude woord Nederlandsch, zal ieder ligtlijk toeftemmen, die bezeft, hoe veel ook het gebruik zelfs van woorden, in eene Omwenteling, moet bijdragen, om het oude vooroordeel te ondermijnen , en eenen nieuwen geest te fcheppen in een Volk, dat op goede gronden verlangt vrij te zijn. Immers, het is juist dat woord, hetgeen, ten allen tijde, eene gepaste herinnering kan geven dier oude helden , die met zoo veel moeds en roems de Romeinen bevogten, en weet de vormer van ftaat of wetten meer dergelijke herinneringen aan zijne richtingen , en aan de woorden te hechten , waarmede hii die uitdrukt, zooveel te voordeeiiger zal hij kunnen werken op den algemeenen geest en de'zeden des Volks. De zuivering van denkbeelden, toch, in de eerfte plaats, is de voornaame grondflag, waarop de daarftclling , de goede voordgang, en de handhaving eener gemeeuebestgezinde Staats-inrichting, met alle haare wijzigingen , gefchieden kan. — Van minder belang is de verandering van het onduitfche woord Plan in dat van Ontwerp, terwijl dat woord toch geheel wegvalt, zoodra de Staats-wijziging bij het Volk belloten wordt i fchoon wij volftrekt geene reden zien, waarom de voordragt der Commisfie van 7. welke het Woord Ontwerp te recht gebezigd had, niet is gevolgd geworden. Het bewuste Opfehrift derhalve zou aldus behooren gefield te worden: Ontwerp van Staat s-regehng voor het Bataaffche Volk. In onderfcheiding van dit woord ^taats-regeling, zouden de Rechten en Plichten van den Mensch en Burger, zeer voegzaam, kunnen uitgedrukt worden met den naam van MaatfchappifijkVerdra* als behelzende de gronden, uit 's Menlchen natuur0 en zijne betrekkingen, als Burger, afgenomen, waarop het Bataaffche Volk onderling is overeengekomen dat zijne Staats-regeling daadlijk zal gevestigd zijn. Art. 1. De Bataaffciie Republiek is één en ondeelbaar. ' ^ H h 2 Art. 2.  DE REPUBLIKEIN. Art. 2. De Oppermacht berust bij het geheele Bataaf/c/ie Vólk. — Het is zeker, dat beidé deze Artikelen alhier gefield zijn , als eene inleiding tot het gantfche volgende Sruk der Staats-re 'teling, en dus een algemeen grondbeginfel. Als zoodanig kan het hier ook vooraf geplaatst worden, zelfs al ware het, dat zulks, naderhand, in de voorafgaande gronden van maatfchapDijhjk verdrag, de rechten en plichten van den Mensch'en Burger, nogmaals herhaald werd. Dan] het is tevens waar, dat alle grondbeginfelen zoo eenvoudig cn duidelijk moeten gefield worden, dat daarvan nimmer eenig misbruik in de toepasfing te duchten is. De bewoording, nu, van eene opper/ie macht, berustende bij het geheele Volk , \s vatbaar voor eene verkeerde uitleggingvooreerst, omdat zij vooronder/lelt, dat dezelve dan alleen daargefteld wordt, wanneer het gantfche Volk in masfa bijééngekomen is, welk geval, echter, in uitgebreide Departementen, waar het Volk in .gedeelten °cn op onderfcheiden dagen, bijéén vergadert, en waar'het Stemrecht bepaald wordt, nimmer plaats heeft- ten tweeden, omdat zij afhangt van die wijzigingen, binnen welken 's Volks hoogde Macht, in de Staatsregeling zelve, naderhand omfchrevcn wordt, en, wa;meer"deze wijziging eens onrechtmaatig bevonden werd, ook het grondbeginfel zelf aanleiding zou geven tot allerlei nistm gekozen Leden des aftredenden Bewind die radicale hoedanigheden indedaad bezitten wekken de meerderheid van derzelver Kiezers, onbedacht In hun geteld heeft. Deze zal de eenige weg z in om de plaatsgrijpende dwaaling, en tevens de verr den kunnen voordfpruiten ! . Ii 3 111  *Sz DE REPUBLIKEIN, iend Uwfi? ^in?^ * jÖ* Uw beftendig Lezer, P. P. == = == *#* ^Te^kl? BurgerS * Rhoer> ™ Machten ^ ^ Wegens de affcheiding der Machten ingeleverd in de Nationale Verladermg, op i jjaw*, t^m ö Onder de beste ftukken, welken de Nationale Ver gadermg uit haar midden onder het oo* deTiïL fr? Volks gebragt heeft, behoort ^Ikt^R^. van den Burger de Rhoer c. sSeS £ Iffie des Burgers W« . met Oriidig is - Volgens het beredeneerde over het vooriaande Ar ., maakt dit een armhartig figuur. Wat anders Si het zeggen, dan dat ik alles mag doen,- »/* tk net handel ftrijdig met mijn eigenwil. Ook bovendien ik mag ove? mijne daaden befehikken, (wat d,t eigenlijk betcekene , verfta ik niet) maar mijne eigendommen worden niet vermeld. Men kan de vryheid *e77e ruim uitftrekken ; want zij is voor den een zoo goed, als voor den ander; en dus, zoo lang ik de rechfen van anderen eerbiedig , waartoe belang my altijd  m DE REPUBLIKEIN- noodzaakt, kan ik niet zondigen door het gehrulfc mi? ner vrijheid. 5 "j" in^J' Si'H^H % ^Kèerfiaat beftaat hierm, dat alle de Leden der Maatfchappij, zonder eenig onderfc/md, aanfpraak hebben op deze IfL rechten en gehouden zijn aan dezelfde verplfrtiL £X 1 dï petten eenerlei zijn Jor aSeT?n teder en dat aan memand, mt hoofde van geboorte of bezitting eemg voorrecht boven zijne Medebur, &rs kan toepend worden. - Dit Ar/ moest cS ijk agter Art. 2 gevolgd zijn. De gelijkheid moet altijd voorgaan Zij is het eigenlij k beginfel. Voor het overige is zy in dit Artikel niet gelukkig omfchrèven felfJe m eLTP,iri]^ van allen % SJS fr l'n J1' 'f beveeh> en M* d^ uitvoert, hebben verfchi lende rechten. V>e gelijkheid bellaar alléén in hét wederkeer.ge en betreklijke, waardoor Pieter, die cers de: verplichting van uittevoeren gehad heeft, daadlijk het recht bevelen krijgt, zoodra hij bevelhebber wordt r- Eindelijk, het lamme bijvoegfel ter vernietiging der prevtleg.en ,s zeer onvoldoend, het laat volïomen vrij, om aan den rang, of ftand, voorrechten te geeven „volkomen vrij, om het Uitvoerend Beftuur; bij voorbeeld , van de betaaling van eenige lasten te ontheffen zJv b ^fTi-Z 'lCt recht> om naar welgeval', len te kunnen befchikken over zijne wettige betittingen mkomjlen, en de vruchten van zijne vlijt en arbeid. - Agter dit Art. had ik eene bepaaling Van we{7-±Zm: WM dk woord™ders beteekene, ,;tn' Derfemch Adat m de Maatfchappij van zijne natuurlijke vrijheid niets meer af, dan volJtrekt noodzaak/ijk is, ter bereiking van het hoofd- vrLeld tr?erhike ¥«m*tpi*~. Natuurlijke vrijheid: beier natuurlijke rechten{ want in de maatfchappij ftaat men niet Hechts een gedeelte van zijne vrijheid , maar ook van zijne rechten op perfoon en eigendom af. 'Er is anders nooit een beginfel, om belastingen te heffen, of tot den dienst te perfen Art. 8. De Oppermacht berust, bij hei ge/leefe Volk, en is een, ondeelbaar en onvervreemdbaar Art. q. De Oppermacht is het vermogen, om Wetten te maken en te doen uitvoeren. ï£3 IO" DsYËt •ƒ de °penli/ke afgekondigde ver, klaaring van den wil des Volks. Art. ii,  DE REPUBLIKEIN. 289 Art. 11. De Wetten kunnen alleen daaden en handelingen der Burgers gebieden, of verbieden; doch nimmer gedachten en gevoelens. — D.c Art. is volftrekte onzin. Het laat vrij aan de wet, om de mededeeling van gevoelens te verbieden, t zij door fpreken , fehrijven, als anders: want dit kan men wel deugdrijk 'onder de daaden en handelingen betrekken. Men zou dit Art. met een dichtregel uit dc Medéa van Jan Vos, zeer aardig, in voetmaat kunnen brengen ; Het denken, dat ftaat vrij aan 't Hof van een Tijran. Behalven dat, behoort dit Art. de grenfen der Wet te bepaaien. Zij mag niet gaan over hetgeen de Mensch bij zijne intrede in dc maatfchappij niet heeft kunnen afftaan. Zoo kan de Wet over mijne huislijke aangelegenheden niet gebieden : zij kan geene uitfluitende voorrechten geven : zij kan mijne perfoonlijke veiligheid niet ju gevaar brengen, of mij gebieden, om mij aan willekeurige arresten te onderwerpen. Met één woord, dat gedeelte mijner gelijk/Uid, vrijheid, eigendom, veiligheid , dat ik niet behoefde afteftaan, ter bereiking van het oogmerk der Maatfchappij, valt niet onder het bereik oer Wet. Art. ij». De gezamenlijke Leden der burgerlijke Maatfchappij, voor zich een zamenftel van conftituHpneele grondregelen vastgefteld hebbende, en bij 'a.!nhoudcndh"id niet v^erkzaam kunnende zijn, an$ de toepasfing derzelven te bepaaien, en de algemeene belangen en orde, der Maatfchappij te handhaven, verkiezen, tot het maaken der Wetten, Vertegen* woordigers, die , ten allen tijde, aan het gantfche Volk verandwoording verfchuldigd zijn. — Dit Artikel is zeer duister en dubbelzinnig. Conftitutioneele grondregelen zijn waarfchijnlijk de geheele C miftitutie, dan, waartoe die ongewoonc uitdrukking ? —— Het Volk kan niet bij aanhoudendheid werkzaam zijn., om de toepasfing derzelven te bepaaien. Maar, kan het zich hiermede wel één oogenblik bezig houden ? Mag het zich hiermede wel bezig houden, zoodra het ccne Volks-regcering bij vertegenwoordiging verkiest» 'm Juist , omdat het zich hiermede niet kan bezig houden , verkiest het Vertegenwoordigers. Maar , waarom alleen, om wetten te maaken? Waarom ook niet, om de algemeene belangen en de orde der maatfchappii te handhaven ? Waarom het woord wetten  spo DE REPUBLIKEIN. Verkozen, om de toepasfing der Confliturioneeie Grondregelen uittedrükken? Is dit niet juist gefchikt, om die toepasfing met de grondwet, de Conftitutie, te verwarren , en dus den reprafentativen Souverain tot eenen oppermachtige» gebieder te maaken J — Hoe is dit Artikel te rijmen met het fteifel van de affcheiding der Machten , waardoor de uitvoerende en rechterlijke Machten heur aanwezen alleen uit den boezem des Volks verkrijgen; daar, volgends dit Artikel, de wetgevende Vergadering alleen door het Volk verkoren , en zij dus ook , natuurlijk, de éénige bron wordt, waaruit de uitvoerende en rechterlijke machten voordvloeüen Intusfehen, moeten wij dit Artikel met ons gantfche hart bijvallen, daar wij vijanden zijn van die afïchcidmg der machten, als zijnde doodlijk voor de vrijheid en het algemeen belang , gelijk wij ook gaarn hierover zouden uitweiden, zo het beftek zulks toeliet. Art. 12. De Ambten en Bedieningen in de Burgermaatfehappij zijn geene eigendommen, niet erfmk, noch vervreemdbaar, noch bijzondere Voorrechten van hun, die dezelven bekleeden; het zijn tattgevmgen, van wege der maatfchappij, aan Leden van dezelve opgedragen. Dit Art. keur ik vol¬ maakt goed. Alleen moet ik aanmerken , dat de Nationale Vergadering den daarin vervatten grond^el in Zijné gevolgen niet genoeg doordacht fchijnt te hebben anders zou zij het praefidentfehap van het "Nationaal Gerichtshof niet ad vitam bepaald hebben. Volgends dit Artikel mag geene bediening uitdruklijk en conffitutioneel voor het leven gemaakt worden : want dan wordt dezelve een eigendom. Art. 14. Alle Macht, door het Volk aan zijne Vertegenwoordigers toevertrouwd, is f echts bij volmachten geleend, en de uitoefening daarvan voor eenen bepaalden tijd; niet als een recht, dat hun toekomt maar als een plicht, hun opgelegd; en derzelver gezag houdt op, wanneer het Volk zijne macht her. neemt. Art. 15. Het Bataaffche Volk, eerbiedigende de erkendtenis van het beftaan van een Opperwezen en den heilzaamen invloed hiervan op deugd en goede zeden, verklaart plechtig de Vrijheid van een ieder, om God, naar de overtuiging van zijn hart te dienen, en belooft aan allen ten dezen opzichte zekerheid en befcherming. Art. 16,  DE REPUBLIKEIN. 291 Art 16 Tot het wettigen van een Maatfchappijliik Verdrag wordt de algemeene toeftemming, althands die der Meerderheid, van alle de Leden der Maatfcluippij, door de Stemgerechtigden wttebren- len gevorderd. Eenvoudig had men behooren fe [rellen dat alle Stemgerechtigden in de gelegenheid moeten gebragt worden, om hunne Item te geven, en, wanneer in dit geval de meerderheid zich voor verklaart, dan is het maatfchappijlijk verdrag wettig. Zoo ,ls hét Art. nu ligt, kan men een groot gedeelte willekeur!" uitfluiten van het recht van Hemmen. Ik moet bierbij nog aanmerken, dat van Art. 15. tot ao, dc Artikelen allen onafhanglijk oP zich zeiven liaan. Het S.Mint dat de Ontwerpers voor ieder titul van de Conftitutie'zeker grondbeginfel gezocht hebben Maar dit is verkeerd Eén enkel grondbeginfel kan dikwijls voor verfchillende tituls genoeg zijn, en zommige Artikels moeten op het geheel der grondbcginfelen gebouwd W\ a te»  29fS DE REPUBLIKEIN. ten alzins getrouwe leden der maatfchappij ontmoeten, offchoon hunne gevoelens, voor het uiterlijke, aan dezen of genen hoogst gevaarlijk mogten toefchijnen voor het beginfel van zedenlijke verplichting. De grondftellingen van waarheid en recht zijn in zich zeiven eenvoudig, onveranderlijk cn eeuwig. Z*ij zijn gegrond in de natuur van den Mensch, en in zijne betrekkingen op deze waereld. Zij worden nadruklijker in ieder hart, dat zich eene opperde en éénige Oorzaak voordek, als de bron van allen goed. Zij worden dringender voor den Jood, nog dringender voor den Christen, die zich deze opperde en oneindige Oorzaak, als zijnen eeuwigen Rechter, vertegenwoordigt , aan wien hij éénmaal reekenfehap geven van zijn gedrag, en van wien hij belooning, of draf, in de toekomst ontvangen zal. Intusfehen, hebben alle deze wijzigingen van zijn kerklijk geloof, hoe verfchillende ook, niets gemeens met den eerbied, dien hij voor zich zelf aan het Opperwezen heiligt. Deze, als ik het zoo noemen mag, is eene zaak tusfehen hem en zijnen Schepper, waarover hij geen derveling, hoe ook genoemd, tot getuige, veel min tot rechter, roept, maar waarvan hij zich zeiven . alleen verandwoordlijk rcekent. — Vergeeft mij, B. B. V. V., dezen uitdap. Hij was nodig, om tot dat waare doel te komen, hetgeen ik voor had te treffen , om, naamiijk, te doen zien, dat de Godsdienst het werk is van het verdand en hart van ieder Menseh in 't bijzonder, — dat de Godsdienst zich richt naar de betrekking, waarin elk Mensch, op zich zelf, oordeelt te daan, en te moeten daan, tot zijnen oneindigen Schepper, — dat deze Godsvereering zich volkomen regelt naar ieders afzonderlijke begrippen wegens hetverband van deugd en geluk, zoo wel op deze aarde, • als in de toekomst, — dat de Godsdienst zijne éénige kracht ontleent uit de verandwoording, welke de, Mensch aan zijnen Schepper oordeelt verfchuldigd te. zijn, en eindelijk, dat de Mensch, welke godgeleerde, begrippen hij voor het overige van belang en invloed, oordeelt op zijne zedenlijke daaden, de Godsvereering zelve houd voor een allerwezenlijkst duk van zijn eigen bijzonder oordeel, waaromtrend hij geene infpraak, veel min eenige beflisfmg, duld van één éénigen zijner Natuurgenoten, veel min van eene verzameling van Menfchen , door welken naam ook onderfcheiden; maar, dat hij, in deze afzonderlijke betrekking, als Mensch,.tot zijn  DE REPUBLIKEIN. 297 zijnen Schepper en Weldoener, zoo wil leeven, zoo wil handelen; dat hij ook, op dien grond van gerustheid, dit tooneel der aarde verlaat, en de toekomst verbeidt, als hij oordeelt voor zich zelf plichtmaatig te zijn , en in eenen goeden zin te kunnen verandwoorden aan zijnen Schepper, die hem, juist door deze kennis van zijnen plicht, verandwoordlijk ftelde voor zijne daaden. Deze grondflag, B. B. V. V., aangenomen zijnde, gelijk ik vertrouw, dat hij niet wel kan gelochend worden , dan zult gij ligtlijk met mij erkennen , dat de Godsdienst, als zijnde het werk van ieders afzonderlijk verftand cn hart , geenszins valt onder het vermogen, of de bepaalingen, van eenige burgerlijke of ftaatkundige Wet. Zo ooit, dan loopt hier de algemeen erkende waarheid in het oog, dat alle burgerlijke en ftaatkundige inrichting door de Menfchen is daargefteld, om veiligheid, rust en welvaart, te genieten , en bovenal, om die rechten te handhaven , welken ieder Mensch volkomen bezeft, dat tot zijne natuur behooren, en waarvan dat, hetgeen wij zoo even voorftelden, om God te vereeren, zooals hij voor zichzclven oordeelt te behooren , één der allerwezenlijkften is. Indedaad, zoodra de Mensch , door de kennis eener Oneindige eerfte Oorzaak, zijne zedenlijke belangen in eenen nadruklijken zin leerde beharti» gen, dan moest dit bezef gepaard gaan met de erkendtenis zijner hoogfte verplichting aan zijnen Schepper; eene verplichting, hooger, dan eenige andere, ja boven alle andere betrekkingen oneindig verre verheven ; eene verplichting , over welke geen fterveling op aarde konde gebieden; eene verplichting, welke, in s'Menfchen natuur gegrond, voor hem een onvervreemdbaar recht opleverde . waarop geen ander recht, geen ander belang, hoe groot , immer eenige inbreuk mogt maaken; eene verplichting, gegrond op zijn aanwezen, en dus vroeger en verhevener boven alle andere verdragen, welken hij naderhand, veiligheids-halve, mogt aangaan; eene verplichting, eindelijk, voor welker handhaving ieder Lid van eenige Maatfchappij niet Hechts hetzelfde recht , niet Hechts hetzelfde belang had, maar waaraan zich niemand, hoe ook genoemd , konde of mogt onttrekken, zonder zijne eigen natuur te fchenden, en het werkftuk van des Scheppers wijsheid en goedheid, tegen deszelfs oogmerk, daadlijk te verwoesten. Het behoeft hier, dus, geen verder betoog, dat de Godsdienst een hooger LI 1 doel  spS DE REPUBLIKEIN. doel heeft, dan de aardfche Maatfchappij;— dat de vorming der laatfte , en de richting van den Godsdienst, twee zeer onderfcheiden zaken zijn ; — dat de Gods- dienst nimmer eenig voorwerp van maatfchappijlijke beraadflaaging of verdrag kan opleveren ; dat de Maatfchappij alleen haaren ftcun ontvangt uit het juist bezef en de waarde van den Godsdienst , bij ieder afzonderlijk Mensch, en ,dat zij, waar deze godsdienftige betrekking bij de afzonderlijke Leden het zuiverst gekend, en het hoogst gewaardeerd wordt, ook zoo veel te beter moet gevestigd worden, omdat ieder Lid, in de uitoefening zelfs van zijne burgerlijke plichten , buiten den dagelijkfchen rechter, die de misdaaden weert en ftraft, de verandwoording zijner daaden brengt tot eene hoo- fer rechtbank , voor welke alleen het hart van den fensch, met alle deszelfs geheime roerfcls en oogmerken , openbaar is. Tot hiertoe, B. B. V. V., waren mijne aanmerkingen gegrond op beginfelen, die , omdat zij in »s Menfchen natuur zelve.berus.ten , indedaad, als onwederfpreeklijk kunnen worden aangemerkt. Te vergeefsch zou hier, de een of ander aanvoeren, dat het, bij een on'. derzoek, of, en in hoe verr' de Maatfchappij over den Godsdienst befchikken mag? geenszins aankomt op een afgetrokken begrip van het woord Godsdienst ; maar dat men, hier, juist omdat zulk een begrip niet valt on, der de bepaalingcn van eenige aardfche Macht, de zaak moet nemen in haaren zamenhang, en dus het oog moet vestigen op de godsdienftige leerbegrippen , zooals zii onder de Menfchen onderfcheidenlijk en openlijk aangenomen , en door de naamen van Heidenfchen , Joodfc/ien, of Christlijken, Godsdienst gekenmerkt worden. Immers, wat men ook van die aanmerking houden moge, het is, in de eerfte plaats, zeker, dat 'er eene Maatfchappij beftond, vóór dat die onderfcheiden Leerbegrip» pen aanwezig waren, en dat het de hoogfte ongerijmdheid zijn zou, te beweeren, dat de eeifte vormers der maatfchappijën op aarde God - lochenaars geweest zijn Het verdient, in tegendeel, opmerking, dat de oudftê maatfchappijën , waarvan de Gefchiedenisfen gewaagen ; wel deugdlijk zijn gegrond geweest op erkende godsdienftige beginfelen. Het éénige, dat daaruit, als toepaslijk tot den tegenwoordigen ftaat der Maatfchappijën, in aanmerking zou kunnen komen , zou beftaan in de toetreding der Volken tot uitwenjjgê Godsdienst-oefe, ningi  DE REPUBLIKEIN. fcWj een denkbeeld, echter, hetgeen, hoe zeer op den voornoemden grondflag gebouwd, in zyne wijzing zeer onderfcheiden is , en alleen uitdrukt zekere ti teVe gewaarwordingen , gebruiken en plechtigheden, waardoor men de innerlijke gevoelens des harte geoordeeld heeft tc moeten openbaaren en verfterken, en alzoo de orde der maatfehappije te moeten handhaven. Hii die hier het uitwerkfel met de oorzaak wilde verwar'ren, zou waarlijk tonnen■, geen bevoegd oordeelaar Te wezen. Immers , van welke verbindende kracht die uiterlijke Godsdienst-oefeningen toen reeds waren , en naton nd, bij veelvuldige veranderingen bij onderfcheid n Volken, geworden Zijn, het bMt .g»**» dat zü allen geen den minften invloed hadden op de oorfpronglijke begrippen en de overtuiging wegens die afzonderlijke Gods- vereering , wegens die afzonderlijke fSiiSg tot deugd, en°de verandwoo^lijkh^ der daaden welke het hart van ieder Mensch, op zich ze», betrof ,' en waarvan hem geen fterveling op aarde ontman konde. - En, ten tweeden, welke nadere wijziging van begrippen, naderhand, door de Heidenfche, Toodrche, oï Christlijke Huishoudingen veroorzaakt is, C is wederom, even blijkbaar, dat alle die huishoudingen even min hebben kunnen om verr' werpen de al ereerfle betrekking, welke, tusfehen den afzonderlijken Mensch en zijnen oneindigen Sehepper werd• daargefield Althands, om niet van de Heidenfche en Joodfche te gewaagen, de godlijke Stichter der Chnstlijke fihoudtog was zoo verr' af, van dit begmfel te wederftreeven, dat Hij, zoo wel als zijne eerfte Zendelingen, bij herhaaling, hebben aangedrongen op de godsdSgheia des harte, als eenen hoofd - plicht , welke onaffcheidliik ware van alle betrekkingen, en ter ver3S kwam van lederen Mensch in 't bijzonde?; orn het even of hij Heiden, Jood, of Christen hCWilde men, B. B. V. V., aan de onbepaalde ftelling wëgens de befchikking over den Godsdienst, van Staatswege eenig gewicht hechten, dan zou men, indedaad, tot°dit gevoelen moeten tc rug komen, dat de Staat een daadliik recht had, om over Kerklijke Begrippen te oorSta, en eenen ieder aan zekere Kerkje Belijdenis te verbinden; een begrip, hetgeen, blijkends de Gefchiedenisfen, door zommige Wetgevers is (taande gehouden. Dan, het zijn ook juist die Gefchiedenisfen, welke ons LI 4 net  3oo DE REP UB LIKEI N. het ongerijmde, het onbeftaanbaare, het gevaarlijke van deze ftellmg ten vollen bevestigen' en het is vooral voougen jaars, hetgeen daaromtrend beflist, zonder dat zulks, nog nader, behoeft betoogd te worden; een bei u.t dat door alle verftandige en eerlijke Vaderlanders t0?gejuicht, omdat het op waarheid en billijkheid gegrond is, en omdat, juist op denzelfden grond, waarop het een ieder recht geeft, om God in ziin eigen hart te vereeren, zooals hij oordeelt tc behooren',datzelfde recht met kan geweigerd worden aan ieder ander, om zulks SJ^menhjk en uitwendig te doen met alle zoodanige Medeburgers, die zich daartoe met hem verbinden, imds hunne bneenkomften geenszins verftooren de open' baare rust en veiligheid, welke de voornaamfte behoefte 5n»g ^ Van,eIkc maatfch:iPPÜfljke zamenwoo- En hier, B. B. V. V., zijn wij juist genaderd tot dat belangrijk punt, hetgeen in deze zaak be/lisfend is, do vraag naamiijk; of dan de Staat geheel geene zorg behoort te dragen voor den Godsdienst; daar het toch bewezen is, dat hij indedaad hoogst voordcehg werkt op de belangen der Maatfchappij? \ Dan, welk Burger zou oneerlijk , zou onachtzaam genoeg zijn omtrend zijne belangen en plichten aan dc Maatfchappii em met te verlangen, ja volftrekt te vorderen , dat 'de Staat, langs alle mooglijke wegen, den Godsdienst handhave om daardoor het algemeen geluk zoo veel te nadiwlijker te vestigen? fvlaar, welk eerlijk Burger zal niet tevens eifchen, dat die handhaving nimmer gefchiede, met krenking van het oorfpronglijk en onvervreemdbaar recht zijns gewetens ? En hoe gemaklijk wordt dan deze uitfpraak , indien zij zich alleen naar waarheid gelieve te richten ? Laat vrij het beginfel zelf van Godsdienst, en deszelfs invloed op het hart, buiten eenig bereik zyn van Volk, Staat, 0f Wetgever, de Staat zelf kan, fchoon niet onmiddellijk, echter door duifend andere middelen , op dat beginfel werken , en hetzelve al zoo krachtdadig onderfteuncn; ja, hiertoe berust de volftrekte verplichting bij elk Bewind , omdat het groote doel der Maatfchappij rust, veiligheid en algemeene welvaart alleen van de zedenüjkheid en de deugd des Volks afhangt. Dat dan Staat, of Wetgever in de eerfte plaats, het oorfpronglijk recht van Godsvereering, voor ieder afzonderlijk Burger, in den nadruk-  DE REPUBLIKEIN. 361 êrMMén zin handhaven dat gij aan éénen , of v-ele Burgers te zamen genomen , dat recht uitdruklijk uck-nne,om zijnen, of hunnen Godsdienst, uitwendig te oefenen , zooa's zij zullen oordeelen tc behooreni ; — dat Hij de vrijheid van allen godsdicnftig onderzoek in den fterkften zin bcwerkftellige; — dat Hij allen gewetens -dwang , hoe ook genoemd, te keer ga:; — dat Hij alle oefening van Godsdienst ftellc onder de befenerSins der Wet;- dat Hij alle zedenloosheid, van welken aard, zorgvuldig verhoede; - dat Hij, door waaT goede , eerlijke Maatregelen , den vrede tusfehen Burgers en Burgers aankweeke; - dat Hij, door een omzichtig en weldadig Beftuur, weltevredenheid ondei alle rangen van Burgers voordbrenge ; — dat H j de fom van algemeene gelukzaligheid uitbre.de; — dat Hij in de Burgers kunde en deugd, als de eenige waare Verdiende, waardeere ; - dat Hij allerlei burgerlijke inrichtingen vormc, waardoor het verftand verlicht, en het hart tot goede beginfelen aangevuurd worde; —dat 1 ij, in een woord, de deugd befcherme, cn , zoo veel het ziin kan, beloond - en ziet daar dc waarachtige middelen waardoor Staat, of Wetgever, op den Godsdienst vóordeelig werken zal , zonder, het recht yan eenig Mensch te krenken , en waardoor hij wederkerig bewerkt , dat de Maatfchappij van den Godsdienst den waaren invloed ontleene, zonder dat jammerlijke geichillen over Kerk of Kerklijke begrippen of voorrechten , immer, den Staat 'zullen verontrusten, ja, B. B. V. V , het is van zoodanbc billijke en edele handelwijze, ja het is van haar alleen dat de Volken hunne waarde zullen kennen en gevoelen , welke op de juiste beoéfèning van rechten en plichten berust; het is daardoor alleen, dat de Natiën met en door den Godsdienst, gelukkig kunnen en zullen worden , wanneer een wel gevestigd Beftuur de middelen daarftelt, om verftandlijkc kennis cn goede zeden alom te bevorderen, zonder dat (potter ,of dweeperj immer het zal durven waagen, door cerloofe of oveidrevén beginfelen , de orde der maatfchappije te ver- Hooren. . , . ,.. Ta B B V V , het is langs deze gronden, dat Wij, al verder, 'kunnen' opklimmen tot de juiste beoordeeling der betrekking, waarin de Leeraars van eenige Kerk, eeni- Gcnootfchap, of godsdienftige Zamenkomst , behooren befehouwd te worden. - Is Staat , of Wetgever onbevoegd, om het geweten van eenig Burger te beLl S hS r"  3°2 DE REPUBLIKEIN. ofSf:16,- aanZ/Cn Va? de" tawendlgejj Godsdienst, of deszelfsi uitwendige oefening, dan kan ook ieder Buigei oi ieder Jicnaam van Burgers, omtrend het laatfte befchikken , zooa.s hij,of zij, zullen oordeelen te behooren, mids daardoor het oogmerk der Maatfchappije geenszins Sentn0/ VermCti-gd WOrde' Da" kan ook,gaan den eenen kant, zoo min eenig Burger, van Staatswege, gedrongen worden tot eenige kerklijke belijdenis, als, aan de andere zijde,eenig lichaam van Burgers bepaald wor- S Z ^US' in het Seta!' in de bezoldiging enz. van alle zoodanige Leeraaren , Opzieners, Kerken -die- ef der/^31' ^ V°°r ZijnG g°d^ienftige bijeenkomst, eii deizelvcr ordening , nodig oordeelt. Elke kerklijke Gemeente, afgeleiden van allen ftaatkundigen invloed wordt een Lichaam op zich zelf, louter godsdicnftig van aard, en dus in geen opzicht,hoe ook genoemd, vallende onder eenige bepaaling van den Staat. De Collegianu de Quaker, kan zijne huishoudelijke verordening maaken , zonder bezoldigde Leeraars. De Hervormde kan zooveele Leeraars aanftellcn, als het getal zijner geloofsgenoten behoeft. Hij kan met zijne te beroepen Leeraars, met alle de overige kerklijke Ambtenaars, zoodanig verdrag van bezoldiging fluiten, als hij goedvindt Dn alles ftaat hem vrij. De Roomsch-gezinde kan den uiterhjken eerdienst in zijne Kerk zoo eenvoudig, of kost, deelt, dit alles valt buiten eenige befchikking van den Staat als die geene onmiddellijke betrekking heeft tor den Godsdienst, of tot deszelfs oefening. De Jood kan godsdienftige feesten beraamen, zoo veelen en zoo omftachtig , als de wet zijner Vaderen hem gebied, mids ^flechrs geene «^euk maaken op de algemeene veiighc.d. Alles gefchied, buiten eenige de minfte betrek■ king tot den Staat, omdat deze geene andere kent, dan van Burger en wel van goed Burger, om het even, of hij zich als belijder van eenige godsdienftige leer, dóór eenen bijgevoegden naam onderfcheide. De StaM kent hier geen onderfchcid tusfehen den eenen Burger en den ander Allen zijn zij gelijk in rechten en in plichten Zelfs de mtnfte uitzondering, in dit geval,zou de grootfte fchcnms zijn van ieders afzonderlijk recht , en in, dien de Staat immer, eenige bezoldiging toeliet'van eenig Kerkhjk Beambten, van welk Genootfchap ook ' dan zou hij , om het heilig beginfel der gelijkheid niet  DE REPUBLIKEIN. 303 te krenken, zulks omtrend allen moeten doen , zonder eenige de minde onderfcheiding te mogen aannemen. Maar, B. B. V. V., — want het is juist deze GelijMkeid, waarvan zommige Geestdrijvers droomen, en zij verdient daarom eene bijzondere overweging — maar, hoe toch zou de Staat zich,op eenigen wettigen grondig, kunnen inlaten met zaken , die volftrekthik, zooals te vooren betoogd is, buiten deszelfs beftemmmg en bereik zijn? Hoe! Zou dan de geheele Staat op hetzelfde oogenblik, eene burgerlijke en godsaienjlige Maatfchappij tevens worden ? Indedaad, dit denkbeeld zou zich mogen aanprijzen in eenen Staat, waar flechts één kerklijk geloof door alle Burgers beleden werd; doch in het Bataafsch Gemeenebest, waar Perfiaan, Muhamedaan, Jood, Christen, met alle derzever duifendvoudige godsdienftige ftelfels, zich onder befcherming der Wet bevind, daar is zulk eene gelijkheid droom van eenen dweeper, die wel geene oneer doet aan het menschlijk hart, om de hoop, welke zij uitdrukt op verbroedering, maar die ten eenen maale onUitvoerlijk is in haare uitwerkfelen, ten hoogden ongerijmd in zich zelve, en gevaarlijk om haare gevolgen. — Hoe! Gij zoudt de Leeraars bezoldigen, en met hun de Kerken-dienaars ? Maar, wat zullen u hier de Colleffianten, de Quakers, en ieder ander Burger, tegenwerpen, die'^'gcene bezoldigde Leeraars, die geene Leeraars in het geheel, noch ook Opzieners in den gewoonen zin begee.en? Zult gij de zoodanigen bezoldigen en mij verplichten , de kosten hunner bezoldiging te helpen dragen, offchoon ik, op de dclligde gronden bewecre, dat de Staat niets daarmede te maaken i eeft ? Of zult gij alleen de Leeraars, en gee¬ ne andere Ambtenaars, bezoldigen? Dan, van waar deze uitzondering omtrend een gedeelte van den Kerklijken Dienst? Indien de Staat betrekking heeft tot de Kerk dan behoort dezelve zich gewislijk uittedrekkentot dén geheelen dienst in alle zijne uitgebreidheid; want het is deze alleen , welke de Kerk vormt, en haare godsdienst-oefening. Maar, welk eene ongelijkheid m de eene Kerklijke Gemeente boven de andere, daar de eene zoo vcei grooter is , en , als zoodanige , zoo veel te meer kosten van ouderhoud behoeft, dan de andere' Welk een onderfcheid tusfehen den eenvoudigen dienst der Hervormden, en dien der Catkoliekenf. Op welken voet zult gij dit verdienen ? — Zelfs door  30+ D E REPUBLIKEIN. tien knoop doortehakken, en de bezoldiging alleen tdt je Leeraaren te bepaaien, zal de Staat voor de it-J kc Gemeente, het zij van Hervormden, of mSl ^n, een dutlend-tal Geestlijken bezoldigen toS zwaar op den hals fehuiven , ook van andere Genreenten welke naauwlijks tien, naauwlijks , ót^TL «daanfjert. en l&SSt&Sg^ bepaahng vorderen van dat aantal van Leden difeene Geënte zullen uitmaaken? Zal met dat ge al,amS hoog moeten worden bereekend, om niet het BaSÏ Gemeenebest tot eenen Staat .van kerk ijfce ï te ^rfftW "0gn°01t U dö G^eLden sfeT a ! de hliüu H Maar' is hier de m^k, waar § de billijkheid, waar is de wet, die de herderl ike zo?! en naar die zorg hunne Staats-foldij zal realen» ftó ons vooronderftellcn, dat het (heVn inst e- tal) op 25 zielen gefield worde: maar, hoe v"éIecT meenten beftaan >er niet, waarin zoo a iga £ voor handen is? Zullen, dan, deze zielen*, alleen óm-" dat ztj in aantal te kort fchieten, aan de he dedii e zorg onttrokken worden? 6 Welk eert SS denkbeeJd ,n een ftelfel; dat de Geestlijke zoiï ÏÏ e Staatkundige poogt te vereenigen, aleen Voo ht fehijnt, u,t het mensehlievend beginfe , om niet één éï" *g ménseh op den weg des zedet lijken ver.de fs te doen wandelen! De Staat zal voor de eeuwiTbelai cwanryii:eifrken',eii,eenigen' ja »»SvS, huch en i,nrf ••êeV> Zal gWis m Verfcheiden Gehuchten plaats grijpen) aan zich zclven overhte, on mogelijk wel de zoodanigen, die het méésteTdSfcrt? ïzrszrst behoevcn? ««^sfafc jalcen om hun geestlijk voedfel in de naast hi zijnde Gemeenten te zoeken * Maar we'kJri, ]' voor den vrijen Mensch, in ee„e StawaTrhH*3£ alle a„dere Burgers eenen last moet betaalen waarvf drukkend °' *** ten minften zee fcheiden aa d' Z ]™*™' bi' beletfeIe" «» ondericneiaen aard, all' het mogelijke nut ten eenen Mttfr «ctenWdeKTeH? ,Wcik Tne aWSaH* rechten, die m z,ch zeiven heilig en onfehendbaar zijn, en  DE REPUBLIKEIN. 305 en juist dan 'het eerst worden gefchonden , wanneer men voorgeeft, dezelven het meest te willen hand- ^wVeTkenlén gaarn, B. B. V. V., dat,in zoodanigen fJt van zaken, ieder Leeraar, iedere Gemeente zal Stèren om het getal van zielen dermaate te vermeerdeïer dat hetzelve welhaast aanfpraak maate DP. een atzon'Sm bezoldigd Onderwijzer, en dan fchijnt het indedaad dat daardoor dc zwaarigheden weihaas weggenomen cn bijkans in ieder Gehucht eene Kerk zal kunSgSehi worden; wij zeggen, eene Kerk-gf^ Want zooals het tegenwoordig opv veele Plaatfen yooifSn Eatten Lande", in zommige Gewesten, gefield >s, Zün 'cr geene zoodanige Kerken , zoo mm voor Hervormden^ voor Cathoheken, aanwezig: en van waar ■Indenzulen deze openbaare Bede-huifen, oP Plaatfen, ,iwaa der weinige Ingezetenen naauwlijks van hunnen Xld beton-, hun aanzijn ontvangen, dan alleen u,t de 4taat -kas, welke, zoo wel zij voor de Lceraaren zor1e zï ook dan zeer zeker zorgen moet,dat de Leeraar der onderfcheiden Gemeenten gefchiktc plaatfen van zamenkomst bij dc hand hebben. Maar, welke gevolgen 5ff.dezen voorondcrfteldcn aandrang, tot het genot va Kerk en Leeraar, niet tc voorzien ? Wij wi en, hier Te" pla tfe , niet eens^ewaagen van de fchnkbaarende kosten die hiertoe door den Staat zullen gemaakt, cn \oSa n' moeten worden. Wij willen alleen fpreken van Se zedenlijke gevolgen, welken zulk een ijver noodwendï ebben moet, daar welhaast, alleen om het beZZ genot te fmaaken, onkundige, niet genoegzaam oXwezen, of misfehien ook wel onzedenl.jke perfoo„en Schiên wel zulken, die nog tot den (laat der kindsheid' behooren , onder het getal van gcloovige zielen ÏÏen gereekend worden ? Waar is hier het toevoorzicht van den Staat, dat alle deze onredenlijke maatregelen d het onrechtvaardig middel, om anderen, op onedele " So, den uit hunne kerklijke gemcenfehap te la? bedwingen ? Of zal men , onder de Staatkundige Wetten; ook Kerklijke Reglementen plaatzen, om alle deze! en andere, daaraan grenzende misbruiken te verhoeden? Indedaad, de vrije Bataaf moet nooit verlangen wat zeggen wij ? hij moet nimmer gedoogen , dat dit heT lot zij der Bataaffche Staats -regeling, waarvan £\ heilloos uitwcrkfel, in de allereerfte dagen haarcr  3<=6- DE REPUBLIKEIN. werking zeer zeker, zichtbaar ziin zou en „imm«. tttfatifjk genoeg kan geweerd worden wij 'uwe tnl'ehï'L^ ^ dezG ^volgen, waarop wij uwe aandacht nog een oogenblik wenfchên te hP ffiï nVaar iS- dÊ eindPaa] dcr GerrieentS welke> *5 ovc.a zullen vestigen, zoodra zij zich, ónder têSSrÏÏ vei SenTed^1 °nder bÖZ0,di^g' van de!C ^ veilig kunnen nederzetten, zonder dat de Staat dit recht van individuee e Burgers, bij eene daargefte de immer bepaaien kan? Thands heersent de* HL van verdraagzaamheid in alle de Kerkli,ke Gemeemr-n van ons Gemeenebest. Men Iaat in ééne Gemeenm begrippen toe , die hemels - breed van elkandeSn veï fcbillen. Deze verdraagzaamheid wordt voornaïïijk be oefend, omdat zij, die zich afzonderen, verftoken war den van alle openbaare onderfteuning, én du voor hun eigen afzonderlijk be/laan moeten zorgen Dk houdt den Secte-geest, d,en geesfel der maatfchappij n zijne akelige kerkers te rug. Maar, laat vrij de Kerk'ook aC n dien z,n, aan den Staat gehecht zijn, datalie 5 Leeraars zonder uitzondering, op e4n gehS voet bezoldigd worden, en gij zult de deur Se" l 3 openzetten voor Z0Ü veele fcheurmaakers voo" zfo veele dweepers, voor zoo .veele ftookers van on ustw en nieuwigheden, wier onverdraagzaame geest hen het eerfte oogenblik doet waarnemen, om zich van dc on de banden losterukken, en nieuwe keetenen te fmeeden voor het geweten! Of zal de Staat eenen JelT/en Raad pellen, om tusfehen den eerlijken vriend der waarheid en tusfehen den onzaligen dweePer recht te i>rcken? Neen: dit gedoogt de waare Staatkunde nier Ook dit is in zich zelf ongerijmd,en onmooglijk Zoo zal dan, door de openbaare bezoldiging der LeeraaTen van Staats wege, het heir van dwaalbegrippen zich alöm met nieuwe kracht verfpreiden; zoo Zal he,reéïs ve? deelde Christendom, in piaatfé van tot vrede te neigen m duifende partijen op nieuw verdeeld worden. Iedere Secte zal haaren aanhang pcogen te ffi.vcn tL godgeleerde oorlog zal de Vde verbitterden^ ópwelken welke, in dit Gemeenebest, altijd, ,fc moeim X 7 £ '■ ' d°0r z'Jne 0Penbaare befcherming alle dwaalbegrippen heiligen. De algemeene ruit In' Enden"LZ* *i ge(l°°rd' en daardo°" - vol j handen het zaaid gcitrooid worden tot eene Staatkundige  D E REPUBLIKEIN. $b? diee Omwenteling, welke in haaren vruchtbaaren akker, reer zeker, en wel fpoedig en voordeelig, rijpen moet. Dezen B B. V. V., zullen de gevolgen zijn , en Gij zoadt 'door een befluit uwer Vergadering, het Bataaffche Volk aanraaden, om deze rampzalige vruchten uit uwen arbeid te oogften ? Neen: dit kunt gij niet bedoelen , dit kunt gij niet willen , of gij zoudt tevens willen, dat uw verftandig beiluit van 5 Augustus op eenmaal zijne waarde en kracht verloor. Gii b-floot, B. B. V. V., dat de Kerk zal afgefcneiden zijn van den Staat. Maar, zal 'er 'ooit eene naauwcr verceniging van Kerk en Staat kunnen plaats hebben dan juist door eene gelijke bezoldiging van alle Leeraaren, zonder onderfcheid ? Wat toch zal de ijver, waarin de eene Gemeente boven de andere zal uitmunten , om het getal haarer Leden, zoo veel moogliik te vermeerderen , anders uitwerken , dan eene heerfchende gezindheid, om , juist door dat meerder aantal eczag en invloed te verwerven ? Reeds heeft da ondervinding zoo treurig helaas', geleerd , hoe dolzinnta zommige, verkeerdlijk genoemde, voorftanders der vrijheid ijverden, om juist Leden tot het Bewind te benoemen, die tot hun Kcrkgcnootfchap behoorden, zonder op kunde en deugd , de éenigc vere.schten tot bewindvoering, eenigzins acht te geven. Maar, wat zullen dan niet de gevolgen zijn, Wanneer de burgerlijke Maatfchappij, Nederland, den fchijn van eenen Kerküjken Staat hebbende aangenomen, daardoor, op nieuw tooneelen voorbereidt, waarvan de eerlijke beminnaar des vaderlands gruuwt: — tooneelen van verwal rinE, fchrik cn moord, wanneer de Geêstlijsheid, door eenen heiligen ijver voor dc waarheid aangevuurd, en door binnen- en buitenlandfche Staats-vijanden aangehitst haaren invloed op de meerderheid bezigt, om deminderheid van een recht te verftooten, hetgeen zij oordeelt, aan zoogenoemde Ketters niet te behooren! En laten zelfs deze gevolgen, offchoon in de Gefchiedenisfen helaas l met den vinger aangewezen, voor altoos verwijderd blijven; wie echter, vragen wij, welk Burger van eenen vrijen Staat kan het denkbeeld verdragen dat eene plechtige wet zal beftaan, ter affcheiding van Kerk en Staat, en dat, intusfehen, de zaak zelve welke wordt afgezworen, blijft voordduuren; want ' moet niet zoodanige Kerk de heerfchende genoemd worden welker aantal van Leden; het * groot*  3°8 DE REPUBLIKEIN. grootfte is , hct meeste voord j van de^moogSjïheS lat ^ op dezen invloed zijnen "troon veTtig^l^e^Se «en. Nog eens; we,k eerhk m L 1 yXS kan immer gedoogen, dat eene gewaande Kerkli^rl blik zijner fticbting, door eene Ou r J a0geDr moogljkheid befluiten o„ziehze'ven ot> zuT™™; bij door nieuwe, door hooggaandTl as en teT Kron^n , mede de Staat, eigenlijk c fcml nn bezwaaren, waar. Indien eens zij', ^^Sj^^^A^™' ijveren voor eene bezoldiging der Kerklut l °°k > s'Lands Kas , op denzelfden gTondfl JJ L^Z*™ W en wij zien geene redenen wmmm ,it • °rePen • gelden dan llleen ta Z\Z7Zt^T^X ^SPB£?JJB, mni,SS^rDh^L^ S *s Lands Kas moest voldaan word-nJ L gebre,d?eid' uit einde re vinden zijn dier ondraae- Hkó ?«, Z°,U a,Sdan het ger indedaag «J«d!SSSgï? W j'Vragên tl nT eens; van waar de bevoegdheid tot «w» °g Jasten? Wij vragen het nogmïïs JeS 2 om zulks te vorderen? E„ wij vóeeen v • recht' de afzonderlijke Burger, m S $: lna'en eens niets gemeen ci $ E&, lasten te voldoen , welke kracht heeft 1, ?' aan.d,e daartoe te verbinden ? Waar flW h-„ I VYeC' om hem gelijk? En, indien eens duifeïde Bu J^'^- Plich xvendfel gebruik maakten, X? on 'S, aan "dekten te onttrekken , welke beillAn^ „ , las' zulks niet hebben, juist ten naïeele v.f^'^"c Z°U en ter bevorderlnge 'der ongodS^S P^zeer zou  DE REPÜBLI K E IN. 3°9' door uw decreet, ^^jj,^ den afzonderlijken heid, wordt- aangemoedigd ^«g^en Burgere» lasten een drukkendst bezwaar, denJtaoatlenen»u.g^ op de fchouders werpen , die zij Hie^™0Se"' heiliefte beve'n te dragen, indien 4^^^£b&-ÏZ S^nnenw^ gen grondregel geftjwjd,.dal de A » de L hoeftigen, kinderc van den^Staat JU , ^ gangera aan den arbe dzu cn h £ beZWaarendeii Kerklijke Gemeenen zullen dusg™fcd da„ meenen °a,f X «n óge,r aanvoerln, dat alle die GemeenW1], als wfar te d volk0men in ftaat z-jn, om ten, in den volsten naar^> haaren Diei]St. m haare ^^^^.JSTwi' ™ de uitwendige één woord, alles te bcKost,beii w ! t dan godsdienst-^B^^ee^euwen last te nodig zijn . ieder Berger huivering en kwellen, dien de Vftj-Man, net_o . weerzin om ^Jf^L Inkomsien, *KT at Gemeenten van overoude tijden , by erfmaaSnïn. etdSr'icfdadige giften, tot onderhoud.jjjJj EHffieu, c" ntpnst hebben ontvangen, en als zooaanire Kerken en Dienst, iicddc b renteloos gen in eigendom; beziue? » dat de Staat den en onnut blijven hggOi, j>Peenen i , Cor_ bijfta^Vbëhoe^ Of 1de StÏÏ d^e goederen der onporatien behoeit < ut zai zeiven toeeige- , cerfcheden Gemeenten aanllaan en ^ z _ ^ ^^^f^^kSS^ -n het Hgndm bezoiatgcLir ' n weteever geen Volk komen, waar kan geen Staat, geen Wetgerar, b oorfpronglijke ,-echten van den Burger onüei ae | onverbreeklijke £ O**»'* dn, J^^g^..verderf en vloek z^den Staat, waar ^^rSTol hunnen ftand verkort worden, die tot hunne m u r ^^^^ behooren, en die, ook daarom, meldende. en ook daadltjK zijn i —— — - waar.  3fo DE REPUBLIKEIN. waartoe zullen dan de eieendommpn ^ r i »£eS^ eld Zuelt^zoï'^edeUd «e Staat voor hen zal zorgen, dan moet bij hun jEnk be flaan volkomen regelen, zoodanig, dat zM tot Se ,n dere middelen van onderhoud toevlucht bel oev^en te n£ men, omdat deze middelen zeer li,, i ™ , ne Plaatfen, buiten ftaat mogtén zi n hLt ta'°P k!ee" haaren geheelen J^a^TWkttJff^ is het voorlchrift der reden. Deze HpW™ u kunnen dienen, zijn ongerijmd, omdat t£ st uden zondering der Kerk alleen over al?' ht ' met Ult" beflist, en alleen beffen moer ^ anaere ai'een Dezen Burgers Vertegenwoordigers, zijn de erondpn waarop wij oordeelen, dat de wative ftVi L gronden, onderhoud der Leeraaren uic • fisK ^^'V" en moet worden. Zij zijn, onze,Stgebouwd. * aard, dat het recht JmSer S^^^ J% voor hoofd, het recht van ieder IiSI^SfehÏ hoe ook genoemd, de erkende grondregels nnZ 1P' wachten Staats-Ibrm, de rust en wcfvaSt va„den StLT J'd , f waa™e van den Godsdienst zélf daartan onmiddellijk verbonden ziin Werden rWp ™iS> aaar,ian *«, aan, ji. jj, y. v., vergeeft ons deze rondbors.  DE REPUBLIKEIN. 311 tige vcrklaaring, welke ons het gewigt der zaak afperst dan zouden ter uwer verandwoording komen alle die on* lusten, verwarringen, onrechtvaardigheden, alle die dwinglandij, en flaavernij tevens, welke wij, door de gefchiedenis van alle eeuwen voorgelicht, met grond verzekeren, dat daaruit, ten eenigen dage, zullen voordvloeijen. Heil zij u in tegendeel , en het gantfche Menschdom, dat eerlijk denkt, zal u zegenen wanneer Gij de ftem der waarheid, in dit belangrijk opzicht, door uw befluit, heiligen, cn orde, en vrijheid, en vrede, en broederfchap, en waare godvrucht en deugd, in het Bataafsch Gemeenebest zult doen bloeijen! ö Hoe \ereerend zijn niet zulke beginfelen in eenen Vertegenwoordiger des Volks, die niet de belangen van dezen of genen, maar de belangen van allen, op gronden van recht en plicht, bevordert! Ja, B. B. V. V., misfehien is het juist zulk een beginfel, misfehien een treflijk mededogen, dat uw befluit in dit gew:chtig ftuk alleen doet wankelen? Gij herinnert u mooglijk het verdrag, dat dienst - doende, of ook van hunnen dienst reeds ontflagen Leeraars, of ook derzelver Weduwen, als Leden der voormaals heerfchende Ktrk, met den Staat gemaakt, en waarop zij zich aan hunne Gemeenten daadlijk hebben verbonden? Gij deinst te rug op het denkbeeld, om zoodanig verdrag, door ééne penne-ftrcek, te vernietigen, en daardoor veele brave, verdienftelijke Mannen, veele ongelukkige Weduwen, van een noodzaaklijk beftaan te berooven? Zo dit'het geval is, B. B. V. V., eer zij dan uwe bcginielcn! Maar, ook Gij, B. B. V. V., hebt het voorrecht, aan het noofd te zijn eener Natie, welke Zich, boven alle andere Volken van den aardbodem, door zucht tot milddadigheid, ten allen tijde, onderfcheiden heeft, en welke dit haar charakter nimmer verzsaken zal, of kan, dan alleen door den overweldigenden druk van belastingen. Legt Gij haar geene nieuwe lasten op: maar ontheft haar veel.er van dezelven, door alle mooglijke bezuiniging, en zij zal uwe befluiten zegenen, wanneer Gij dat verdrag, te vooren heilig aangegaan, laat werken omtrend alle Perfoonen, die, door deszelfs vernietiging, in ongelegenheid zouden komen. Zij zal u openlijk toejui■ chen, wanneer Gij zekeren tijd bepaalt, binnen denwelken het Hervormde Kerkgenootfchap zijne hutshoudenlijke maatregelen kan daarftellen, om zijne Leeraaren behoorlijk te bezoldigen. Zij zal uw befluit zeer zeker toejuichen, wanneer gij voor hun leven op penfioen fielt zoodanige perfoonen, die, uit hoofde van dat gemaakt verdrag , alleen het levens-onderhoud genieten. Zij zal , gewislijk , alle tusfehentijdfehe fchikkingen omtrend bet gebrujk van Kerken en Genachten 9  3i2 DE REPUBLIKEIN. ten , ten behoeve van dat Kerkgenootfcbap, goedkeuren, indien flechts dat heilig ftaatkundig beginfel bewaard en gehandhaafd worde, waarmede de geheele orde van het Staats-wezen zamenhangt. Alle andere Kerkgenootfchappen zullen, ongetwijfeld, het edelst voorbeeld geven van broeder-min , indien flechts de individueele rechten en plichten de gronden blijven van het opterichten Staats-gebouw, waarop zij zich, voordaan, met zekerheid, verlaten mogen. Deze hoop wordt bevestigd door liet edelmoedig gedrag, door hun gehouden, zelfs nadat het aangenomen heilig beginfel van Gelijkheid hun, van datzelfde oogenblik af, het recht had toegewezen, om op eenen eenparigen voet behandeld te worden, en geene lasten voor Gewest of Staat optebrengen, dan vóór en aleer de publieke trouw hetzellde uitwerkfel had daargefteld. . Zoo dan, Burgers Vertegenwoordigers, kunt Gij , met het volfte vertrouwen op de braafheid der Natie, een herftéi vóórbereiden, hetgeen recht en orde gebied. Dat het dan uwe eer zij, getrouw te zijn aan de heiligde beginfelen! Dat uwe deugd nimmer verdacht worde door dubbelzinnige, partijdige , of elkander wederfprekende befluiten ! Geeft den Godsdienst te rug aan dien kring, waaraan onkunde en dwinglandij denzelven, verwaten en trorslijk, ontrukten , om den fcepter te zwaaijeri niet flechts over de burgerlijke bedrijven, maar tevens over het geweten ! Geeft hem te rug , daar bij behoort , aan het hart van ieder Mensch , die, in zijne vereering des Opperften Wezens , God alleen als rechter kent! Geeft , door zulk een befluit, aan het nog in bijgeloof zugtend Europa het voorbeeld , dat men , thands ook in het Bataafsch Gemeenebest, het wezen zal daarftellen van iets, waarvan men, een paar eeuwen, den fchijn nagejaagd, cn daarmede het Uaaflche Volk te jammerlijk begocheld heeft! - Jn één woord, geeft, door uwe ontworpen daadlijke affcheiding van Kerk en Staat, in den volden zin, orde en vrede aan den Staat, vrijheid aan het Volk, klem aan het Bewind ! en — Gij zult wel doen. DE REPUBLIKEIN»  D E REPUBLIKEIN. N°. 149- II vaut dire, que le Gouvernement le plus conforme a la nature est celui, dont la dispofition particulierefe rapporte mieux i la dispofition du teubïe, your iequel il est etaö.i. montesquieu {Vervolg van N°. TITUL II. Van het Stemrecht, benevens de Grond- en KiezersVergaderingen. (*) EERSTE AFDEELING. Van het Stemrecht. Art. 1. Tot het Lifchrijven in het Stemregister voorden toegelaten. (10 •• ; aS Die binnen de Bataaffche Republiek zijn geboren perfoonlijk, in dezelve,geduurende de twee laatfte ilaren, hunne vaste woonplaats gehouden, en den vollen ouderdom van twee-en twlnUg jaaren bereikt hebben, of getrouwd zijn; dan, voor Leden van de Gewaapende Burgermacht, die, geduurende den tijd van een jaar, de wapenen onafgebroken gedragen hebben zal de ouderdom van 20 jaaren voldoende Zljn — Bij dit Art. is vervolgcnds nog gedecreteerd, zonder echter hetzelve tot een ingrediënt der Confotu. ■üete maaken, dat Burgers, die, m 178-' of i?hb ,tet ontwijking van geweld, het Land ver aten, en vooj ofui erlijk op den 1 Maart 1706, zich ergens m de Republiek met 'er woon gevestigd hebben gereekend zullen worden, hunne vaste woonplaats bmnen dezelve jleeds te hebben gehouden. . b ) Vreemdlingen, die perfoonlijk hunne vaste ■woonplaats binnen de Republiek, geduurende de laatfte zes jaaren, onafgebroken lubben gehouden. c') Een Vreemdling, die met eene . Bataaffche Vrouw getrouwd is, kan volfaan, wanneer hij,geduurende de drie laatjle jaar en, binnen de republiek Zijne vaste woonplaats gehad heeft. ^ ^ . lil. deel. Mn>  314 DE REPUBLIKEIN. d.) Dte zes jaaren na de Invoering der Conftitutie den gemelden vereischten ouderdom komen te bereiken, moeten, alvoorens in het Stemregister mteteekenen, de Nederduitfche Taal kunnen lezen en Jchrijven. Art. 2. Van het Stemrecht zijn uitgefloten: a. ) Die zich met 'er woon buiten 's Lands hebben begeven-, doch, terug keereude, kunnen -zij, na wederom twee jaaren hier te lande gewoond te hebben op nieuw m het Register der Stemgerechtigden worden aangefchreven. b. ) Die om verkwisting, wangedrag, of gebrek aan verft'andlij'ke vermogens, onder Curateeleftaan. Cj Bankbreukigen, midsgaders diegenen, welker boedel tnjolvent verklaard is, en allen, die het Beneficie van Cesfie hebben geöbtineerd, zoo lano- zii hunne Crediteuren derzelver agterwezen niet ten vollen zullen hebben voldaan. "d.) Die door een rechterlijk decreet in ftaat van befchuldiging gefield zijn, midsgaders die, welken m rechten voor eerloos worden gehouden. e. ) Allen, die in eed of bediening ziin van eeni°-r vreemde Mogendheid, de gewoone leeneed uitgezonderd, oj .dte van zodanige Mogendheid penlloen of gagie gemeten. J J f. ) Alle leden van eenige buitenlandfche corporatien, tot welker lidmaatfchap, hetzij onderfcheidmtr van geboorte, het zi) de aflegging van eenige zogfnaamae godsdienftige gelofte vereischt wordt — Wat die onderfeheiding van geboorte hier beteckene, erkennen w,j niet te begrijpen. De Adel is toch in deze Repubhek vernietigd. Of dezelve buiten 's Lands nog geëerbiedigd wordt, is voor ons van niet het minste belang. Hoe toch, indien eens buiten 's Lands eene Corporatie bertond, in welke niemand toegelaten werd dan dte van een adelijk gcflacht was, zou dan geen Nederlander, d,e affcomftig was van één der voormaals edele genachten, daarvan Lidmaat mogen worden, op verbeurte van zijn Stemrecht? Wij kunnen dc overeenflemmtng van dit Art. met de leer der gelijkheid niet vinden. „ 60 dle m ^ees- Diaconie, Armhuizen of andere Geftichten , als behoeftigen onderhouden worden. n.j ^Uen, die,, m het laatstverlopen jaar, tot den ttag der oproeping te rekenen, uit de armenkas eenige bedeeling hebben genoten. Hier vooronderstelt men reeds, dat de bedeelingen uit de Armenkasfen op den gewoonen voet zullen voordgaan, nadat intusicnen het beginfel aangenomen is, waarbij de Maatfchappij  DE REPUBLIKEIN. 3^ geweest, dit lld in ^^J6 afgehandeld ware. Want, over de zorg voorJten Armen atg ^ zo eens daarbij bepaald ^rd. dat ^ Arfflen arbX^ het Stemrecht 5^°^^^den Onveronrechtvaardigheid-, en -«^f^., maar, in dit mogenden gelden die «ndeiftand g ^ walrleéén of meer W^fë^ft^ fchuldig gemaakt. TWEEDE AFDEEEING. Grondvergaderingen. opoerolpen , el ééne Grondvergadering ^mafen ^Zi % Voor elke 500 gewoonlijk, eén KU-ïr verkoren worden; doch in eene Gemeente, Kiezer vetKorcn . 0verfchetend ge- ic hPr voor eene Gemeente van b. v. 741 f-IC'en mo£ L ™,7 Kieners te benoemen: volgends het eerfte, luk, w" Kie^,sz; ,en over de Grondvergaderingen va* mm , nm fidere, pupPis- C) claüdianus. Aanmerkingen op het Decreet ^^^^ ring van ii Maart jegens de Provinciaals wij^ S' Stemming over ^Conftitutie. Ongelukkig Volk van. Nederland, dat zich welhaast Conftitutie te hebben, of niet, hoe :eerliet m geerd, tot haar ontwerp,.»-f^^S5 v f zi n o nie , hoezeer het eerfte, de rra5ë?moog,^ St, van de zonderlinge beginfelen en inzichten, van van politiek recht, 01 tot zwijeui u. e P^^*^. - hT1VC;-ïïdeVo k van een onding te maaken J Berucht zal voorU, Volk van tautm»n bero s;a ,^V*. war door elk ongelukkig toeval, in den «fgrori fM*. III. DEEL. N 11  %%t DE REPUBLIKEIN. Nederland, ten allen tijde zijn, en blijven, de dag van den nden van Maart, in het derde jaar Ter bT TAAFSCHE VRIJHEID, Waarom niet dft befluj: dr)e dagen vroeger genomen? Hoe naauw was de verwandfchap geweest met eene Haagfehe vrolijkheid van den ouden dag? — waarop door uwe Vertegenwoordigers Plechttg belloten is: t.) dat het Plan val ConftSe P^vinetahter, Cgewestlijk) ter deliberatie Xan hel Volk zal gebragt worden: 2.) dat, bij het opnemen ben fT^JTB ^^mming-zil Plaats heb- ZeËÊÈn4q JfiZefte- T-'"S' bij h°°fde der Stemgerechtigden, welken zich m de Grondvergaderingen tS" zTZtn\ Z'Ü W°rden weekend. ±toe"ÏZ Z» ZC dag praaIen aa" den helderen hemel der zonne-ltcht, het gefternte van den nacht zal kunnen cn mogen verdoöven, en een decreet, door den me 2wiS°7,ttCRS ^Sd, tot een Volks-feest zal hebben ffitLJa' t L"'gerS Van N^Mnd, deze dag moet, om Z1J1 contrast met uwe Omwenteling, even groo Kt S ifwf d2g' Waar0p- G« °^'s i verbraakt, en js he dan met in vrolijkheid, onder l et planten van een Vrijheids-boom, dan moet gij in een ftaalrTf^> ™der een zagt trcur-mufiek, in a,ie uwe Steden, Dorpen cn Gehuchten, eenen gewijden doen' waarb« «et beeld der foederalistifche S ftocratie, onder eenen zwart fluweelen hemel, met gou. éenjltrren bezaaid, en omfchreven met het motto, dat wn eindem.h00fdvanditNommer plaatsten, rondgevoerd, en VrnZ'Ju m,hSt VCilig d°en kunt' °P het ^taar der Vrijheid verbrand moet worden. - Dat dit het aanden- b^le> va" een Befluit, waardoor zich de eemjke Vaderlander, niet dan ten hoogden gegriefd S Jk "** Da"' Iaat * ter zake trede», en mijnen dSeetnfCren gedaChtC hier0ver r°»dbomig me- Het befluit der meerderheid van de Leden der Nationale Vergadering is, gelijk zeer duidlijk blijkt uit de voorgedragen adviefen, een dierbaar voordbrengfë van dat Reglement dat reeds, zoo dikwerf, het ftruikelblok was, door het foederalismus in den weg geworpen om de eenheid van het Bataaffche Gemeenebest daarover e kunnen doen ftruikelen, dan, wanneer het tijd zal wS to8'/>. Aef f,eSt va"het gehele Decreet berust op het io8/« Artikel van dat Reglement, en wel bepaaldlijk op  DE REPUBLIKEIN. 323 op het woordje afzonderlijk, hetgeen in dit Artikel gevonden wordt. Hetzelve bepaalt: dat het gedresfeerdeOntwerp van Conftitutie verzonden zal worden naar de re/peetive Provinciën, het Landfchap Drenthe en Bataafsch Üraband,om in ieder van deselven xfzondekliik door het Volk te worden onderzogt, engoed~ of afgekeurd. — Maar wij durven ons hier gerustlijk beroepen op de uitfpraak van het gezond verftand , op de geheele gefchiedenis van het Reglement, en op den charaktcriftieken geest, die de Nationale Vergadering „ in onderfcheiding van alle andere bewindvoerende Machten, kenmerkt, of zoodanige beteekenis, als waarop het Decreet berust, bij mooglijkhcid aan dat Artikel kan gegCr ven worden ? '•— Immers, welke ook de zonderlings lotgevallen geweest zijn van het bewuste Reglement, welke ook de bepaaüngen gebleven zijn van het vermogen van dat Staatkundig Lichaam , waarvoor het dienen moest,daarin echter is het ontegenfpreeklijk, dat hetzelve Reglement, zooals uit deszelfs hoofd of opfehrift blijkt , voor het Volk van Nederland dienen moet, niet voor eenig afzonderlijk Gewest, maar voor het geheele Volk, waarom ook Art. i. heeft: het geheele Volk; Art. 3. de verdeeling van het Volk, en, hetgeen volkomen beflist, ten aanzien der hoedanigheden van eenen Reprefentant, Art. 69. Of hij erkent verandwoordlijk te zijn aan het geheele volk van nedekla'nd, cn gehouw en getrouw te zijn aan de Oppermacht des geheelen volks ?— Ook alzoo is het met de Vergadering zelve gelegen. Art. 72. bepaalt uitdruklijk de Nationale Ver* gadering, wettig bijéén zijnde, te zijn het reprefenteerend Lichaam van het volk van Nederland. Art. 76 gelast, dat de Leden dier Vergadering (en dit verdient hier zeer bijzondere opmerking) zich zeiven zullen moeten aanmerken, en door ieder zullen moeten V/orden aangemerkt, als alle bijzondere provinciale betrekkingen te hebben verloren, maar als Reprefentanten van het geheele bataafsche volk, die alle de gemeenfchaplijke belangen der geheele republiek zullen regelen, en wier befluiten door geene Provinciale macht, hoe ook genoemd, zullen mogen geëntraveerd worden. — Zoo is, dan, de geheele geest, en van het Reglement, en van de Vergadering, waarvoor hetzelve zal dienen, zuiver nationaal, betretfende, gelijk Art. 102 fpreekt, de gemeene zaak van de geheele republiek. En, nadat'deze geest uitNn 2 druk"  324 D E REPUBLIKEIN. druklijk getuigt,'nadat deze grondflag van nationale werkzaamheid, tot nog toe, overal gevolgd, nadat,op dezen zelfden grond, door deze Nationale Vergadering, de éénheid en ondeelbaarheid der Bataaffche Republiek gedecreteerd is, — na dat alles durft men het waagen, om het uitwerkfel haarer werkzaamheden , dat werk, waartoe zij voornaamlijlc aangefteld en gelastigd is, te verwijzen naar de Provinciale Gewesten , dat is, naar Lichaamen, die, in betrekkinge tot de gedane lastgeving, niet meer beftaan, maar die hunne voormaaiige hoedanigheid van op zich zelf ftaande Souveraine Volken, reeds daadlijk, hebben doen ophouden op dat zelfde oogenblik, waarop zij eene Nationale Vergadering, reprefenteerende het Volk van Nederland, hebben aangefteld en gemachtigd, om de gemeene zaak der geheele Republiek te behartigen. Indedaad, welk eene verregaande ongerijmdheid! Het Bataaffche Volk heeft zijne Vertegenwoordigers, door middel van Kiezers, aangefteld, en deze Vertegenwoordigers des geheelen Volks verwijzen hun werk, hunnen voornaamen arbeid, de uitvoering van hunnen last aan Provinciale Lichaamen dat -is aan Committenten, die 'er niet meer beftonden, zoodra zij, Vertegenwoordigers, aauwezig waren, en deze gewaande Committenten zullen het recht hebben , om te zeggen: Wij willen geenszins dc Conftitutie, en dusook,wij willen de tweede Nationale Vergadering niet, welke, in gevolge Art. 145.zal moeten opgeroepen worden, in geval van afkeuring der Conftitutie. Welk man van gezonde hersfenen heeft niet indedaad veel moeite, om zich van lachen te onthouden over zulk eene tastbaare tegenftrijdigheid , of liever , wie moet zich nie™ar door het geheele Volk , zooals het de J^lTonak Vergadering aangefteld en gemachtigd heeft de zafk is zoo duidelijk , dat zij geen betoog S heeft Teder man van gezonde hersfenen moet we? de waarheid volkomen bezeffen. Dan, wij zullen de ft^l Jhdd nog al nader zien. Laat ons»; d^ eecst van het genomen Decreet, vooronderftel en, dat 14? en 146 bedoelen de Gewestlijke afkeuring, nadat rit Plan van Conftitutie even gewcstlijk is voorgedragen • dan zal de zin deze zijn. In geval de ConfSTdoor de Meerderheid des Volks, in ieder tifzonderliik Gewest, niet is aangenomen, zal de Matio 2 Vergadering het Volk - Cdh dient hier in denzelfden gfest, wederom te W ^^S '^ afzonderlijk Gewest: fchoon zulks volftrekt ftujdj, zy met de alieréèrfte Artikelen , zooals wy te vooren ge. Zien hebben) - oproepen om eene ten ander in? te verkiezen, die aan all hetgeen., iert fpSeder eerfte, valtgefteld ^eond^M^M /al , dan , die tweede Nat. Vergadering eene andere Conftitutie' moeten ontwerpen. Maar, nu bid ik ben die het voornoemde Decreet hebben helpen nemen voor wie zal deze tweede Vergadering dezen a beia eens tweeden Ontwerps verrichten? Voor- het gehcete Nederlandfche Volk? Dit is nog onzeker want, vol Kcnds dat Decreet, kan het eene Gewest dit eefj e Swefp aannemen, en ^.^«^OTXzonder dat de meerderheid de minderhe d kan °ve^m men Voor wie dan? Voor de Provinciën , die het Trfle Ontwerp hebben aangenomen? Neen: deze behoeven tweede Ontwerp. Dus zal het al een ztjn Hoeven gc-n *»» _^ * jr_r „ Ontwerp ten behoeve dier Gewesten, die net «/* dere^ hebben afgekeurd, en verworpen', ^« f hebben het reeds aangenomen, cn mogen met o^rltemd worden Maar, hoe zal het nu verder gaan ? Het eer >f Ontwerp door het eene Gewest aangenomen door net andere verworpen zijnde, - hoe za 11 nu h^ Volk biieenkomen , om eene nieuwe Nationale ver^-uIcrLTbcnocmen? Zij, die het aangenomen heboen zuhen met reden bcweeren, geen langer intermediair Beftuur te willen, maar, volgends dc alsdan aangenomen CoSutie de Regecring-form te zullen daarftellen. En z, die het niet 'hebben aangenomen zullen dezen gedoogèn, dat of eene Nationale Vergadering, repn.  326 DE REPUBLIKEIN. fenteerende het geheele Volk van Nederland .' Meen Vp°eZ^nMele Cofhuüe maaken, «f de reeds aangebelde Machten hunne belangen met die der anderen beheeren, als waren zij één Volk, fchoon het eene Gewest met, en het andere zonder Conftitutie' Zoo zal dan, aat dierbaare Reglement, het Schibbolcth der politieke rechtzinnigheid, onmeèdoogend ter zijde gelegd, ja geheel verkracht, en buiten werking, gebragt worden? 6 Welk eene ftrfldigbeid van begrippen, zelfs in hun, dte zoo onverbreeklijk vast aan dat Reglement gehecht SmJ v °.ne °Pcenfapeling van ongerijmdheden , Welke aheen haaren oorfprong verfchuldigd zijn aan de advokaatfehc uitlegging van het woordje afzonderlijk in Art. 108 ; terwijl de geheele gefebiedems van de oproeping der Nationale Vergadering, haar geheele aanwezen en de geheele geest van het Reglement, met desze fs verklaarde gevolgen, allerduidlijkst betoogt, dat hetzelve» woord volftrekt niets anders kan beteekenen, dan de hmshoudenhjke fchikking der Gewesten omtrend de form van aanneming of verwerping, en dus alleen betrekhjk is tot Artikel 2,3, 4 en 5, van het Reglement waarin over de telling en oproeping van het Volk in dc onderfcheiden Gewesten, gefproken wordt. Eindelijk van waar zeifs nog dat gedeelte van het Decreet, waarbij gefteld wordt, dat de Meerderheid de Minderheid niet za! mogen overftemmen ? Wij zien daarvoor in het gantfche Reglement niet één éénieen grond • maar in tegendeel dat alles, wat wij hiervoor hebben opgegeven , getuigt eenparig tegen hetzelve. En , wii kunnen, op dezen grondflag, niet afzijn, rondborstig te verk aaren, dat hetzelve gedeelte van het Decreet ons toelclujnt te zijn, een gantsch willekeurig Decreet, aanlopende tegen den geest der Revolutie, en tegen het algemeen gevoelen der weldenkende, vrijheid.minnende Natie , bij duifende gelegenheden, en vooral in het bijeenroepen der Nationale Vergadering, in gevolge van het (offchoon door haar nimmer goedgekeurd) Reglement uitdruklijk aan den dag gelegd. Wij befchouwen hetzelve als een blaam , gelegd op het Bataaffche Volk, welken hetzelve , ter zijner befpotting bij alle Volken, op zich werpt, ten zij het, door een cordaat befluit denzelven afwende. — En wat is hiertoe de gefchiktfte Weg? ~T Deze' dat de brave, welgezinde Patriotten, m alle Gewesten, als één éénlg Man , opkomen , niet met een Request of Addres, maar met een Declara, tóir.  DE REPUB LIK EI N. 327 toir, met eene plechtige Verklaaring, waarbij zij, op hunne Burger-trouw, aan het Vaderland verfchuldigd, openlijk en rondborstig verzekeren , i.) dat „ zij de Eenheid cn Ondeelbaarheid van het gantfche Bataatfche Gemeenebest, met in woorden, maar in de daad, villen en vorderen;" 2.) dat „ zij deze Eenheid, met alle mooglijke macht, zullen handhaven tegen al" le wederftreevingen," en 3.) dat „ zij op dien grond, „ de vernietiging vorderen van het voornoemde De." creet, als aanlopende, en tegen den geest der Revo„ lutie, en tegen de reeds gedecreteerde, en door hun „ thands plechtig verzekerde , Eenheid en Ondeelbaar„ heid." En zoodanige Verklaaring behoort eerst bij de hoogst Geconftitueerde Machten der Provinciën, en daarna bij de Nationale Vergadering ,. te worden ingebragt. Deze fchijnt ons toe dc éénige waare en zekere weg te zijn , ter vernietiging van'een Decreet, waarover de waare Patriot niet kan nalaten te bloozen. Wat moet 'er thands gefchieden, ter vtgnemingc van alle die verkeerde maatregelen bij het Provinciaal Beftuur van Holland , om welken ^ Holland's Burgers het afgetreden Bewind hun langer vertrouwen onwaardig hebben geoordeeld1? Zeer veelen zijn de Brieven, bij ons ontvangen van onderfcheiden Burgers, betreffende de Vraag, welke alhier aan het hoofd ftaat. — De gronden , waarop die vraag berust , zijn reeds in onze voorgaande Nommere genoegzaam behandeld, cn kenbaar bij Holland's reGhtfchapen Burgers. Wij kunnen dus in de beandwoording kort zijn, met de eenvoudige opgave van hetgeen thands behoort te gefchieden , in de verwachting, dat het nieuw gevormd Beftuur geenszins de voetftappen zal drukken zijner voorgangers. — Om dat wantrouwen wegtenemen , behooren de Burgerijën van alle Plaatfen zich te vervoegen met Addresfen aan het nieuw Beftuur, waarin zij, op gronden van het voormaalig wan-beftuur, verzoeken het navolgende : 1.) Dat het thands aanwezig Beftuur van zijne Voor- gan-  328 DE REPUBLIKEIN. gangers eifche financiëele reekening en politieke verandwoording, binnen zekeren bepaalden tijd , én dezelve aan Holland's Volk openlegge. 2. ) Dat geene Leden der Committé's zullen verkozen worden , buiten de Leden van bet Beftuur, door het Volk gekozen, ten einde men altijd verzekerd zij van behoorlijke verandwoording. 3. ) Dat het Committé Provinciaal, werkende in afwezigheid van het Beftuur, niet zal vermogen, ééne daad van Souverain gezag uitteoefenen, maar zijne werkzaamheden alleen te bepaaien, volgends het Reglement Art. 74, tot de algemeene huislioüdenlijke zaken der Provincie, over de Financie, over de Provinciale Militaire zaken, en over hetgeen Jlrekken kan tot bevordering der onderfcheiden takken van politieke welvaart. 4. ) Dat de Leden van het Departement der Financie zich, door eene zeer plechtige verklaaring, zullen verbinden, om, zoolang zij in hetzelve dienen, voor zichzelven , het zij rechtftreeks, of onder de hand , door koop of verkoop van Effecten ; geen voordeel te zullen trekken van eenige Negotiatie, of finantieele maatregelen , die ten behoeve van dit Gewest zullen beraamd worden. 5.3 Dat geene, door het Beftuur afzonderlijk aangebelde, Commisfie moge befluiten, zonder voorafgaanden last van het Beftuur. 6.) Dat alle Rapporten , binnen zekeren bepaalden tijd, zullen ingebragt worden. Te Am ft er dam, bij M. Schaiekamp,;»* Warmoesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage J. Plaat. Leyden Honkoop cn Herding. Haarlem Walré, f. Beets en Wed.vanBrusfel. Sc/iiedamSwebeii. DelftRoelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 'sBosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfle Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a li Stuiv.  REPUBLIKEIN. N°. i's i- 1/ vaat «K«, g«« Gouvernement le plus conforme vooraf, eene Geloofs - Belijdenis afvorderen ? Art. 54. Dezelfde Commisfie zal aan de Vergadei de Kiezers de vereischten van een zoo als die bij de Conftitutie bepaald zijn, voorlezen. — Djt Art, behoorde het audere vóórtegaan. Ik moet toch  DE REPUBLIKEIN. 333 toch eerst weten, welke de yereischten zijn van den te kiezcncn! eer % belooven kan, juist zulk een voorwpi-d te zullen ftemmen. En nu? zoo ver gekomen zijnde, dat de Kiezers nan de arbeid gaan, kunnen wij, terwijl zy hun verborgen werk verrichten, in ftilte onze> befpiegehng vestigen op dc rechtmaatigheid dezer fchikking. , Ten dezen aanzien, nu, moeten wij zeggen, dat wij door Set onwederlegliik betoog van den fchranderen en welfmekenden Vrede, tot appui van zyn Voordel, om W dö Grondvergaderingen het gros te laten maaken, waaru de Kiezers benoemen, volkomen overtuigd zyn I de nu vastgeftelde fchikking eene daadlykc inbreuk l 0V A politieke Vrijheid, en een monfter m eene ReZering-form bij Vertegenwoordiging. Waarom toch bedriegt men het Volk, en ftopt het ,ets >n de hand, dat niet is, hetgeen men het noemt Oordeelt men eene Volksregeering bij Vertegenwoordiging, n Se, waaren zin, fehaadelijk, men fcome 'er rond ijk voor u t Dan, hoe men het ook moge noemen, het is geene Volksregeering bij vertegenwoordiging, waai het Volk niet,op de eene of andere wijze, onmiddellijk het \oik met, v verbaasd, m de adviefen dèswcens deze zaak te zien gelijkftelleh met de macht on « te maaken, en dus alles door eikanderen ï Pelen MLr, klimmen wij flechts op tot de beginfelen Het Volk, zelf de algemeene belangen niet kunnende behecren , verkiest Vertegenwoordigers Daar woït niet gefproken, dat het dat recht aan K.e?ca;' g£" — Waartoe verkiest het die Vertegenwoordigers i Om wetten te maaken, om, voor en in ha vai "het zelve, te wUIenJ Gantsch met. Die ht kan Tmag het Volk met afftaan. Waartoe worden Zii dan verkozen? Om de toepasfing te maaken va S Wet, den wil des Volks, in de Conftitutie uitgedrukt, is' het nu geene bcgocheling of geene armhartige redeneerkunde, wanneer men zeg: He,Vo\V, zéïf ri'ièt werkzaam kunnende zijn, om de tocpasling Zr wrt te maaken, verkiest daartoe Vertegenwoordigd, en-dézedaadlijk ^^nde onmooglijkheid ge£ fielt met eene, die louter hersfenfehimmig is naamik- dat het Volk zijne Vertegenwoordigers zelf niet feS erS4 lt den Restant Vrede afzonO 0 3  334 DE REPUBLIKEIN. derlijk gedrukt, en voor een kleen prijsje alom verfpreid wordt, terwijl het die heilzaame uitwerking hebben kan, dat men van alle kanten adresfen zal inzenden, om toch op deze wijze geene Kiezers te maaken. Art. 55. De verkiezing van een Voorzitter en van een Secretaris, zal moudllng en bij meerderheid ran Jtemmen gefchieden. Art. 56. Zoodra de Gecommitteerden van het Flaatslijk Beftuur aan de bovengemelde Artikelen voldaan hebben, zal de verkozen Voorzitter de Vergadering conjlttueeren, en de Commisfie doen vertrekken: waarna dan, terjlond, de deuren zullen gefloten en voor geene nakomende Kiezers geopend worden. ° Art. 57. Zoodra de deuren gefloten, en de werkzaamheden der Kiezers begonnen zijn, zal niemand eenige mondlmge of fchriftlijke berichten, onder welk voorwend/el ook, mogen ontvangen, en de Vergadering niet uit elkander gaan, voor dat de Verkiezing is afgelopen. Art 58. De Verkiezingen moeten gefchieden door geteekende, m de Vergadering zelve te fchrijven bt letten, en bij eene voljlrekte meerderheid, en in alle gevallen , daar de Stemmen ftcken, zal het Lot befisjen. Art. 59. De Leden van eene en dezelfde KiezersVergadering zullen zich onderling niet mogen ver- Art. 60. Zoodra de Verkiezing gefchied is, zal daarvan Acte gemaakt, door den Preftdent, Secretaris en twee Kiezers, geteekend, daardoor gelegalijeerd, en verzegeld, aan het Plaatsljk Beftuur gezonden worden, in dezer voegen. Op den heeft de Kiezersvergadering van het Districkt tot benoemd den Burger Art. 61. De Kiezersvergadering zend ook eene j4cte van Verkiezing, op de bij het voorig Art. bepaalde wijze gelegalijeerd, aan den verkozenen. Art. 62. Behoudends nadere bepaalingen, die de Conjtitutie maakt, zal het Plaatslijk Beftuur van de gevallene keuze aan zoodanig College, waartoe de nieuw gekozene behoort, kennis geven. Art. 63. Zoodra het werk der Kiezing geheel is afgelopen, worden de Stembriefjes verbrand, en de Kiezersvergadering gefcheiden. Art. 64.  DE REPUBLIKEIN. 335? Art. 64. Geen Kiezer zal gewaapend,_ of met eenig Uniform, teeken van ambt, bediening of ■waardigheid, in de Kiezersvergadering mogen verCellijnen. Art. 65. In de Kiezersvergadering mogen geene Voorf ellen gedaan, veel min geraadpleegd worden over eenige andere zaken, dan waartoe zij wettig zijn opgeroepen. Art. 66. Het Departementaal Beftuur draagt zorg', dat de Kiezers, die tot het doen van eenige keuze buiten hunne woonplaats worden geroepen, behoorlijke vergoeding erlangen van de door dezelve noodzaaklijk gemaakte reiskosten. TITUL III. Van de Wetgevende Macht. EERSTE AF DEELING. Van het Wetgevend Lichaam m 't gemeen. Art. 1. De Wetgevende Macht wordt uitgeoefend door 'het Wetgevend Lichaam. — Dit klinkt even eens, als de kiezende Macht wordt uitgeoefend door het 'kiezende Lichaam. — Maar, belialven dat, het is eene pofticke logen. De Wetgevende Macht wordt uitgeoefend door het Volk. Bij het Volk berust de Oppermacht, en de Oppermacht beftaat in wetten te maaken. Men vergelijke de beginfelen. Het zoogenaamd Wetgevend Lichaam doet niets anders, dan refolveeren en decretecren volgends de Conftitutie. — Alles, wat dat Lichaam meer doet, en het gebruik van des Volks Oppermacht, in eenen uitgebreider zin, dan de Conftitutie bepaalt, is eene fchennis der Volks-majesteit, eene daadlijke inbreuk op de vastgeftclde Conftitutie, zijnde eene Volks-regeering bij vertegenwoordiging, waarin de door het Volk aangeftelde Vertegenwoordigers niets meer mogen uitoefenen, dan hetgeen aan hun door het Volk in last is gegeven. — Het is ook daarom , dat ons de geheele Titul van Wetgevende Macht, of Wetgevend Lichaam , ten aanzien van zaak en perfoonen , volftrekt frijdtg toefchijnt met eene daadlijke bepaalde Vertegenwoordiging. — Ook in deze behoudt het Volk het recht aan zich, om wetten te veranderen , of nieuwe Wetten te maaken. Waartoe dan een Titul, die aan de willekeur het gereedfte middel in handen zou geven , om des Volks rechten en vrüheid op eenmaal te verwoesten? Om deze gevolgen te verhoeden, en dus om Jpej  33 DE REPUBLIKEIN. het gevaarlijke en ongerijmde in de uitdrukking, zou den wij van oordeel zijn, dat de Titulj welke den waaren aard der zaak zal uitdrukken, behoort te zijn , of Vertegenwoordigende Macht, of' hoogfte Vertegenwoordigende , of hoogfte Bewind-voerende Macht] als welke vulkomen beandwoordt aan den door het Volk opgedragen last. (f) Art. 2. Het Wetgevend Lichaam beftaat uit twee Kamers, waarvan de eene 'genoemd wordt de groote Kamer, de andere de Kamer der Oudften, welke ieder afzonderlijk zulle'i vergaderen. Art. 3. Het Wetgevend Lichaam zal noch de uit' voerende noch de rechterlijke macht zich zelve aanmaaligen, of door gemachtigden doen uitoefenen. —— Dit Art...., dc drie Machten van eikanderen icheidendc, behoorde ook tevens te bepaaien, in welke betrekkingen zij tot eikanderen flaan. Ten dezen aanzien fchijnt het gevoelen van de Meerderheid der Nat. Verg. , dat zij alle drie van clkanderen onafhanglijs zijn, en alle haare macht alleen uit den boezem des Voiks ontlee11 en. Maar, dit eens aangenomen zijnde, waarom wordt alleen van het Wetgevend Lichaam gezegdhet Vertegenwoordigt het geheele Volk? En waarom dit dan ook niet van de Uitvoerende en Rechterlijke Macht, daar dit op beiden even eens moet gelden? . Waartoe die benaaming van Uitvoerende Macht? Omdat zij den wil des Volks uitvoert, volgends de Conftitutie? Maar even dat zelfde verricht de Wetgevende Macht letterlijk. Waarom nu juist eene uitvoerende Macht ? 'Er moet dan o'ok eene bevelende voorafgaan. Wie is die? Het Volk? Maar, het kan wel zeggen; 'er zal eene Macht zijn, die over mijne Legers en Vlooten befchikt: dan, met het oogmerk waartoe, dc Wijze hoe, en de verandwoording nopends het beste gebruik, kan het zich niet bcmoeijen. Geeft het nu dit alles ook aan het Uitvoerend Lichaam over, dan fchept het inaedaad juist zoo veele despoten, als waaruit het beftaat. Schiet 'er dan wel iets anders over, dan deze Macht aan zijn Vertegenwoordigend Lichaam toetevertrouwen ? Eens vooral, men kan de hoogste Macht aan zoodanig Lichaam altijd veilig toevertrouwen , juist om dat het veelhoofdig is. (Het Vervolg hierna.) <*) Men vergelijke hiermede onze voorige Aanmerkinjen in Ne. 145 Bladz. 283.  REPUBLIKEIN. N°. 152. Behoud 6 Heere-, want de goedertiertae ontbreekty— De getrouwen zijn weinig gemtim onder de Menje hen-tenderen. D A V ID. MEDEBURGER, Thands kan ik niet nalaten, aan u te fchrijven, orö mijn boezem lucht te geven, en mijne Medeburgers te waarfchu'.ven tegen de listen der Ariftocraten , of kleene Dwingelanden. Hunne handelingen doen mij, bij beurten, de rol van IJeracliet en Democrtet fpeelen. Ik ben diep verontwaardigd over zeer veelen mijner Medeburgers, een Volk, zóö zichtbaar door het Opperwezen verlost, dat den Mensch tot vrijheid roept, maar die weigert, zich de verkregen Vrijheid waardig te maaken De zich noemende Vrijheid - zoonen hebben FW* heid en Gelijkhetd tot hunne zmfpreuk verkozen. Zij zweeren het eriftadhouderlijk en ariftocratisch Beftuur af- en met de Rechten van den Mensch en Burger lil den mond, zijn zij op hetzelfdë oogenblik bezig, eene Venetiaa.ifche Vrijheid , dat is de ergfte Anftocratte , te ftichten, en (bande tc houden. Mijne oogen fchrey*en van weemoed, wanneer ik flaaven en dwingelan» den de hoofdrol zie fpeelen op het tooneel der Vrijheid- wanneer heerschzucht en eigenbaat, door misleidde of welligt gehuurde ftemmen, in het Beftuur worden gedrongen ; Wanneer de vertoogen van kundige en. belanglooze lieden worden in den wind geflagcn , oï door "weetnieten overftemd. Integendeel, ontvalt mij> een gedwongen lach, wanneer ik eerlijke, maar onkundige lieden de rol van Patriot zie fpeelen ; wanneer * hen 'aan het roer van het Schip van Staat geplaatst zie* zonder te weten, waarhenen zij varen j maar hen, alleen op den wenk van eenen Opper-Stuurman, het Schip op ftrand zie zeilen. Het is om deze redenen, dat ik, en met my veele kundige en eerlijke lieden, verkozen hebben, zich aartde publieke zaak te onttrekken. Ik fchaam mij bijkans, te behooren tot de partij der Patriotten, en heb daar" ' III OEËt', PP °m  338 DE REPUBLIKEIN. om belloten, tot behoud van mijne lichaamlijke gezondheid, en van de rust mijner ziele, als een vergeten Burger te leeven. Ik zal echter, altijd, mijn Vaderland, als een waar Patriot, blijven beminnen, en mijne ftilfe overdenkingen , door middel van uw Tijdfchrift, indien zij daarin zoras eene plaats verwerven mogen, aan brave lieden ter beoordeelinge overgeven. Ik zal mijne Correspondentie beginnen met eene gebeurdtcnis, welke thans mijne ziel doorgrieft, en mij door een vriend der waarheid is medegedeeld, op wiens bericht ik mij volkomen verlaten mag, naamiijk eene Anti - Republikein/die Regeering - verandering, onlangs in het Dorp Warveen voorgevallen. Mijn vriend verhaalde mij, dat, op het gemelde Dorp, bij de laatste Omwenteling, de posten van Schout en Secretaris,, bij gebrek van daartoe bekwaame lieden, gegeven waren aan den Burger Dunnebier, een karel, die hcerschzucht en eigenbaat aan de borst heeft ingezogen, die, naar het te pas komt, vuur en water uit éénen mond blaast, en allerlei gewaad aanneemt, om de rol van overheerfcher te fpeelen. Om deze kenfehets te ftaaven, las hij uit de Levens-befchrijving van Dunnebier CBIdz. 107.) de volgende bijzonderheden .- „ Vóór de Orange-omwenteling , was hij Pa„ triöt-Ariftocraar; dat is, hij wilde den Stadhouder „ onttroonen, om deszelfs rijk te helpen declen, cn, „ gelijk hij zich met alles bemoeide, en alles beftuur„ ue, was hij ook, in den jaare 1785, Commandant „ van het Gewaapend Genootfchap: de Bedrogen Ver„ wachting; doch, zoodraa de Orange-Omwenteling „ daar was, fpoorde hij in ftilte. eenige Orange - Voor„ ftanders aan, om de gewecren, vaan en trom, van „dat Genootfchap optehaalen, en, om hen daartoe in „ ftaat te Hellen, waapende hij deze bende uit de Dorps„ Geweer - Kamer. Dezen volvoerden niet alleen hun„ ben last-, maar dwongen de Patriotten, de Prinfevlag „ het Ambacht rond te dragen , cn dezelve te kusfehen. „ Terug gekomen zijnde, werden zij door Dunnebier „ bedankt, bij eene Publicatie, in welke hij deze „ bende Stille .Burgers noemde. Vervolgends, zette „ hij op zijnen grooten hoed eene Cokarde van drie „ Guldens, en muntte fierüjk uit bij de illuminatiën van „ 8 Maart en 7 Augustus 1788, ja, bij deze laats„ te, betuigde hij in eene Publicatie: ,, dat wij de~ n »> ze *er wel bijzonder aan de verdiensten van  DE REPUBLIKEIN. 339. „ „ haare Koninglijke Hoogheid verfchuldigd wa- f€fl 9* ""oords'op Bldz. 129. „ Wanneer, in het Najaar van 1704 geene vrijwillige, noch gedwongen, geldne' gotiatièn in ftaat waren, om de kosten des oor.ogs " goed te maaken, en 'er daarom eene vrijwilige gift I, moest worden uitgefchreven, ontbood hij allen, die 'in eenige burgerlijke of kerklijke regeering wa>ai, en ftelde hen het gevaar des Vaderlands, dat is het " gevaar van het Orange-rijk, zoo nadrukujk voor ' oogen, dat een ieder bedoor, zijnen laatften penning te gevên: dan, Hij zelf gaf even veel, als een Leer7 aar die den Armen recommandeert. Eindelijk, toen % ?e felste koude het Orange-bloed in de aderen deed J ftollen, had hij, uit zuivere gehechtheid att^.O«nr k weinig baaten. De waar hei 4 alleen, cn haare ftandvastige verdediging, met mond en pen en waapenen , — deze af een kan, en deze óoV zal ons vrij manken. — Dit is het éénig middel to't herftèl., dat wij onz-n Cnrrespond-mt, en., tevens aan allen, die onder den gevloekten dwang van eerloofe fielten zugten, aan de hand kunnen geven, en te «e'ijk allerernftigst aanbcvelei, om zich van zoodanig dwan^ juk te ontheffen^ datalleen vo^.r fiaaffche zielen voegt.0 HÜLLANDSC HE a"n Ë CD OT E Volkomen in den geest van het voormalig Bewind Helde Holland's Provinciaal Beftuur Commisfarisfen aan over de Vtaanjche zaken. _ Dezen, zoo'als het voormaals ging, gaven ook weinig toe aan hunne aloude Voorgangers, die vrij willekeurig bcfehikten , met dat onderfcheid alleen, dat de willekeur, na den aanvang des jaars 1795 , vee! van haare oude privilegiën verloren heeft. Onder zeer veele befchikkingen van dezen aard klmkt,thands, uittermaate zonderling, het verfchil tusfehen die van de Gereformeerde Gemeente te Vianen en tusfehen de genoemde Commisfarisfen. 'De voormaaliee Staaten van Jhjuand ga-Veij weleer eenen Predikant aan die Gemeente, uit hoofde van een Zoogenoemd recht van collatie, pfc gefchiedde echter nimmer, zonder deswege het hos^wijs Advies van den Doorluchtten Vorst, dat van Comnrslarisfen tot de Viaanfche zaken en (welke infehiklijkheid !) ook het gevoelen van den Eerw. Kerkeraad vooraf te hebben ingenomen. Het beroep gefchiedde bij onderlinge overeenkomst — Thands in het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid, verlam-t dezelve Gemeente een volko.nen Hij beroep, in gevolge van het Decreet der Nationale Petgaderin" van z Augustus 1796. Zij dringt aar verzoen aan op ernfti- ge gronden, en de Heeren Commisfarisfen, met wel kunnende treden in dat verzoek, hebben piechttg belloten, hetzelve te wijzen van de hand, en aan. Kerkera.id _ en Gemeente eenen Predikant optedringen. dien zij met begeert!! Vtvat de Vrijheid'! 1 )  REPUBLIKEIN. ~lTZ^71iïr7~lru71é Gouvernement le plus conforme a la na. Je esTceM, Z la dispofition particuliere Je rapporte wm» TL dtpofition'du Feuple, pour ^ (Vervolg van N". I51-) mDnf'Uckn van dat Lichaam ontvangen, of volgen .eene lastbrielen of bevelen, van wien het ook ztpt tilt en kunnen door geene bijzondere gedeelten der tembliek in het waarnemen van hunnen post belemItfworden; maar zijn alleenlijk aan He bepaalt» mgln o7erworpen, welke door de Conflttutie zijn voorEfehreven. ^ ^ M mtgtvmd Lichaa* srenieten ieder een jaarlijksch tractament van drie dutfZ Guldens, onder korting van tien Guldens daags, jen voordeek 'van den Lande, wegens iedere abfentte , %Z buiten fchriftlijke toeiiemming van fejamer, waartoe de afwezige behoort, heeft plaats gehad waartoe ac j * transport en reisgeld te -anen %eeGu"Z%oor ieder uur affland, hetwelk tl van en naar hunne vaste woonplaat afleg en, hf TuZ eerle ^ttingneming en dndelijke aftreding, ah ZTeZ dihdjls net Ingevend Lichaam langer dart drieweeken^ ^^u^ vergadert fo lang en "óo dikwijl, a% het zulks modig oordeelt; dan, het kan, doJr een Wettig befluit, voor ^renva^n tijd fchèiden, welk reces eehter nooit langer kan zfjpi dai:r/%rdAn jf«^. zal bii het aanvaarden van zijn post, Zich doof eene olnlUke en plechtige vcrklaaring^ tot de waar-. nZint van denzelven verbinden , door, m handen vart Tn Prefident der Kamer, waartoe hij behoort, de Volgende vcrklaaring afteleggen: ^ Ui. deel. Ql  34J Liehaam zijn mogt gehij Lid van het ^ef"%" aaande den tijd van houden en gereekend worden , Jta ^ ^_ ben, en zal, geduuren de die:n tij > . ter wter „Ifi plaats oftdieLg mogt f aan ""sfo? i Malt op nieuw in Comnnsfio geijld, ™™f2eTei*vin de Groote Kamer zijn verdie tt^cl ^enigen de navolgende ver- duwende de,'aafJieJfTJ d. laatfte vijftien jaaren, kunne vaste w™P^sJf_ De orde had bier gewaarin ztj ■ verkozen zijn. yoords vorderd.dat Mm. 3 het^c.st, da orden. Mm. 2, f.^*%iïZ Kamer der Oudjlen xi^Uaar^ » ^eenigen de navolgen- de vereischten: echtigde Burgers; * 22 %ZZoudfr7om L veertig jaaren ten vollen bere-ikt R blisk geboren en^ 3- f Z laatfte vijftien jaaren woonachtig zijn, fg Taa'reThSvaste woonplaats binnen deze Re- ^^^^ f ^ V''jf ftt  35o DE REPUBLIKEIN van dezelven zijn* ofiw^/J!?' °f M^ers In de Groote KaZef P''' «W» In de Nationale Finantie- af n..u t ' i *> "»ig DepartemZL $&frj«™> * I ftuurvan eenige Burger-GemfeTe ' f * vj dte buiten 's Lands, van wetre deze ur i i*tZi fciïj "*"J»™ i°c,rms,e»e z,a,„s Jlttutte m werking zal ziin trlhZt ' i de CoK' verre daarbij geJag aen van posten, welke ook voor de Z l T omwenteling bekend waren, ER S"'T Omwenteung moeten bekomen tbè n tl Vorfi^" aanmerkingen zijn op dit Artikel t ?rZkïn *£ * eerst, moest de orde, ten «1„ *n" /^or" dezelfde zijn, ais wij omS$ kT ^ 1 tot 4 tweeden, ftrijdt a4 lf ' 12 aanduiddei1. Ten benoembaarheid van Sni^zL öfT ^ bOTCft de uitdmkü^k! Lttt fLTZ T eey zei ven volkomen worden u, "fl0?en 7 ' de' Waartoe deze optelling van EK* , ' kingen? Waaronf n^/Z^S^ ^ ■derderd, dat zij, na de Ö^SSl^^" ■eenigen post van Bewind, het zii Se^tr ,r n9* ' telijk, geweest zijn. mids deM fef*» ken, dan na de zes eerv vZlJ a/ wer- werking der ^%^&JSZ~* dat in eene Staats-regeling eene optelling vl aS* voorkomt, waar zij zeer wel gemist ka Jn^ " dus louter overtollig' is. . Of is feS^Sj^ meter voor, de Kiezers, naar we'ken zich h.,n t » verkiezing, richten, moet? - prijslijk, dat men de be£te midSleTS^'%^ kwaame perfoonen in ^^v^*^S  DE REPUBLIKEIN. 351 zoo ven' zou de bepaaling van benoembaarheid tot dezen tak van het Beftuur, zes jaaren na de Conftitutie, uit Lieden, die teeds bekend zijn met de publieke zaken, zich zelve aanbevelen. Intusfehen, vragen wij hier wederom naar het recht, waarop dc uirHuiting berust van alle de zoodanigen, die, in dien tusichentijd, geen deel hebben gehad aan het Bewind? is her dan zeker beflist, dat, na het aannemen der Cönfututie, (bovenal, indien zij, ongelukkiglijk, zoodanig mogt of moest worden aangenomen, als zij thands'ontworpen is) altijd en overal de keus za! gefchieden der beKwaamfte en braaffte Perfoonen ? Is dat reeds zeker beflist, zelfs omtrend de Meerderheid» Indien nu eens, ongehoopt, die meerderheid, het zij door eene geheime kabaal, (welke zeer ligtiijk kan plaats hebben, indien het Hoofdftuk der Kiezers zoodanig b'ijven moest, als het ontwerp voordraagt) het zij door gebrek aan kunde in de Kiezers, (die omtrend de bevoegdheid wegens eenen nieuwen post van Bewind zeer gemak-lijk kunnen dwaalen) n et naar waarde gekozen werd, zooals zij behoorde te zijn, dan zou dit Artikel bij uitnemendheid gcfchikt zijn, om de gevaarlijke dwaaling te doen voord, duurcii. Voeg hier nog bij het vereischte des vollen öuderdoms van veertig jaaren, en, hoe bepaald zal dan de keus zelve worden ! Welke gereede aanleiding voor de zoogenoemde Aanzienlijken en Rijken,nadat zij éénmaal in het Beftuur, op welke wijze dan ook, gekomen zijn, om eikanderen t'eiken reife de bal toetekaatzcn> zich van het Bewind te verzekeren, en,langs dien weg, ook eene ailerwezenlijkfte erflijke ariftocratie intevoeren ! En dit zou het gevolg zijn eener verbeterde Staatsregeling ? — dit het uitwcrkfel der Omwenteling van 1795? Dan, indedaad, zouden wij tot het befluit moeten komen, dat wij, onnozele en ongelukkige Bataaffche Burgers, grootitendeels tot bederf van onzen huishoudenlijken ftand, drie jaaren voor pairiot gefpeeld hadden, enkel — niet om van Meester (in het enkelvoudige) tc veranderen, maar om ons nieuwe Meesters te fcheppen,- willekeuriger. dan zij nog ooit in deze Republiek beftaan hebben. — Alle deze aanmerkingen pleiten ■op nieuw voor den grondflag, waarop wij óns, rechtftreeks, tegen de vorming van twee Kamers verklaard hebben. Art. 13. Wanneer iemand der Leden van hetWett ■gevend Lichaam zijn Stemrecht mogt verliezen, zai hij ophouden, Lid van liet zelve te zijn. — Zeer billijk: maar hier overtollig, omdat, volgends de VHIfte Afdeeltng van dezen Titul, ieder misdaadig Lid van het  352 D E REPUBLIKEIN. het Wetgevend Lic/iaam, voor het Nationaal Gerichts hof wordende te recht geliefd, in de gevangenis of op het fchavot, zijn Stern-recht niet wel zal uitoefenen. ■ Art. 14. Hel getal der Leden van elke Kamer van het Wetgevend Lichaam is geè'venredigd aan de bevolking der geheele Republiek; in dier voege, dat, wegens eiken Ring, bevattende , zoo na mooglijk , dertig-duizend Inwooners, één Lid tot de Groote kamer, en, wegens elk Kwartier, bevattende , zoo na mooglijk, zestig duizend, één Lid tot de kamer der Oudjien verkozen wordt. — Over deze anderhalve deelbaare vertegenwoordiging van het één cn ondeelbaar Bataaffche Volk zal nader gehandeld worden, wanneer 'erover de verdecting der Republiek gefproken wordr. Arr. 15. De Leden van elke Kanier worden afzonderlijk door Kiezers verkozen. N. B. In No. 149, Bladz. 316, ftaat bij Art. 8 aangeteekend , dat flechts deszelfs geest was gedecreteerd. Thands de redactie daarvan voor handen zijnde , wordt den Lezer verzogt , hetzelve Artikel 8 aldus te lezen: Art. 8. Wanneer in eene Gemeente, verfcheiden 500'tallen bevattende , zoodanige omjlandig/iedenplaats hebben, dat eene Grondvergadering over 500 Zielen geen genoegzaam getal van gegualijiceerde Stemgerechtigden zou opleveren, zal het Plaatslijk Beftuur, onder goedkeuring van het Wetgevend Lichaam, de Slemgerechtigden over een grooter getal Zielen tot eene Grondvergadering mogen vereenigen; des nogthands, dat de Grondvergaderingen nooit beftaan over meer dan 2250, en dat over elke 500 Zielen altoos één Kiezer benoemd worde. Het Plaatslijk Beftuur van elke Gemeente maakt bij tijds de vèrcischte fchikking op all' het bovengemelde , en geeft daarvan , uiterlijk veertien dagen vóór de Stemming, kennis aan het Departementaal Beftuur, ter beoordeeling , of de fchikking met het voorfchrift der Conftitutie overeenkome ; of aan het Wetgeevend Lichaam , in het geval, bij het vorig Artikel bepaald: doch, in alle gevallen, zullen de eenmaaal gemaakte fchikkingen, zoo omtrend de plaatjing der Stemgerechtigden in de onderfcheiden Grondvergaderingen , als der Grondvergaderingen bij derzelver Districten, niet dan met goedkeuring van de Wetgevende Macht 4 veranderd worden.  13 B REPUBLIKEIN. : Mag de Conjlitutie zoo georganifeerd worden, *» j« ijf guur? onder een iets ruimer voorwendfel wederkeert tot het al» $ade fieijel van priester-list en dmnglandij? HAHN* BURGER REPUBLIKEIN, Veel is 'er reeds over het gewichtig gefchil nopens het bezoldigen der Kerklijke Leeraaren gezegd en gefchreven, zoo dat ik vrees, of gij omtrend dit afgezaagd onderwerp nog wel iets in uw Tijdfchrifr. zult willen plaatzen, daar gij uwe Lezers op dien fchotel reeds zoo dikwerf onthaald hebt. Evenwel zal ik het waagen, nog een lettertjen desaangaaude te fchrijven 5 han* del *er mede naar goedvinden ! j - In den loop der debatten Van de Nationale Vergadering over dit onderwerp meen ik befpeurd te hebben > dat zommigen voor de bezoldiging der Kerklijke Leeraaren geijverd hebben,zoo om dat zij in goeden gemoe» de niet inzagen, dat zulks eene rechtftreekfche vereemein* van de Kerk met den Staat in zich befloot, alfe uit eene welmeenende zucht voor dc inftandhouding van het rechtzinnig leer - ftelfel der voormaals. heerfchëft* ' «I. BSEb. B-r m  354 DE REPUBLIKEIN. de Kerk. Intusfehen oordeel ik, dat de zoodanigen zeer bedrogen uitkomen, en zich hunne kortzichtigheid te laat zullen beklaagen. Ziet hier, wat mij is ingevallen. Gefteld zijnde, dat de Conftitutie bepaalt, dat de Kerklijke Leeraars door den Staat bezoldigd worden, dan worden zij 's Lands -ambtenaars, die hunne oorfpronglijke aanftelling van dén Staat hebben; — Gefteld, één hunner wijkt in zijne leeringen van de Formulieren van Eem'gheid zoo ver af, dat Clasfen of Sijnoden zich verplicht oordeeien, ter bewaaring van de zuiverheid der leer, hem te fchorsfen, en bij voordgaande hardnekkigheid aftczetten ; — Gefteld , zoodanig een vervoegt Zich bij het. Beduur, beklaagt zich ever deze handelwijze, beweert zijne rechtzinnigheid, cn de overeenftemming zijner keringen met de formulieren, (met recht, of onrecht, dit doet 'er niets toe) en verzoekt hcrfteld te worden : wat zal nu het Beftuur doen ? Zich in den rechterftoel plaatzen, en over den zin der formulieren beflisfen, dat hij ftrijdig, of overeenkomftig met de zeiven, heeft geleeraard? Zie daar, dan, daadlijk de volitrektfte vereeniging van Kerk' en Staat, welke ons de tooneelen van vroeger tijden zal doen beleeven. — Zal het de geheele gefchilzaak van zijnen hals fchuiven, en aan de Clasfen of Sijnoden de macht van afzetting overgeven ? Maar,dan "laat het aan dezelven toe, op zijne macht inbreuk te maaken ; «— het laat aan anderen over, Ambten aaren , welken het bezoldigt, van hunne bezoldiging te berooven. En welke fchroomlijke wanorden en onrechtvaardigheden kunnen hieruit niet voordfpruitcn! — Zal het zijn gezag handhaven, en den gedimittcerden in Zijnen post herftcllen, of althands zijne bezoldiging laten behouden? Maar, weg dan alle rechtzinnigheid, eti formulieren van eem'gheid! Het voorbeeld van dien eenen zal ook anderen, die nu nog voorzichtig bij de woorden blijven, verftouten, om doortedraaven, en voor hunne onrechtzinnigheid openlijk uittekomen : men zal het niet weder durven waagen, om hen aantevallen , — cn de geheele onderteekening der Dordrechtfche Canons zal, eindelijk, eene bloote formaliteit worden, waarbij niets gedacht of gemeend wordt. Ik voor mij, althands, zie in de bezoldiging der Kerklijke Leeraaren, gevoegd bij het beginfel van Gelijkheid voor alle Kerklijke Genootichappen, zoo duidelijk het graf der recht-  DE REPUBLIKEIN. iss: rechtzinnigheid, dat ik mij niet genoeg kan verwonderen over den dommen ijver Van derzelver dritugite voorftanders, met welken zij zeiven dit graf delven. Men zegge niet: waarom heeft het betaalen der Leeraaren, in vroeger tijden, die zelfde, voor de rechtzinnigheid nadeelige, gevolgen niet voordgebragt ? — L>e reden is klaar. De leer der heerfchende Kerk was toen de Godsdienst des Lands. Alle Regenten waren verbonden, haar te handhaven-, en daarom mogt het zich bemoeiien, om de vonnisfen van onverdraagzaame ijveraaren te bekrachtigen. Nu zijn de hekken verhangen. Het Beftuur befchermt, en bezoldigt alle leerftelfels; maar, zal het zijn beginfel getrouw blyven, dan mag het zich nimmer mei de rechtzinnigheid bemoeijen, noch gedoogen, dat iemand, onder den dekmantel van yver voor dezelve, zich eene macht aanmaatigt, die uitdruKlijk aan hetzelve toekomt, en die het zich heeft voorbehouden. , .. Indien gij deze bedenking plaatst, hoop ik, aat zij jrenoeg onder de oogen zal komen van de Commislie der Nationale Vergadering tot redactie van Art. 705. opdat zij zie , hoe moeilijk het voor het Beftuur za ziin. om het beginfel der fcheiding van Kerk en Staat met de zorg voor de betaaling der Kerklijke Leeraaren tc vereenigen. P AULUS RECHTZINNIG. I Andwoord. —<— Juist omdat kerklijke en ftaatkundige rechtzinnigheid in dit opzicht elkander zuster ijk de hand reiken, heeft'de Republikein niet geaarzeld, deze bedenkingen van Broeder Paulus voor _ het laatfte nagerecht optedisfchen, Hartlijk wenscht hy, dat de reeds al te lang uitgeftrekte (fchoon reeds tweemaal afgebroken) maaltijd eerlang moge eindigen, met een kleen mantel-pijpje, en den recht vaderlandfchen dronk: dat echte ftaatkundige beginfelen alom mogen zegevieren! — Het zij zool Rr 3 ME-  35$; Ü E R E P ÜBLJKE ï N, MEDEBURGER, , Het is bekend, hoe zeer T-lollancPs, Volk, door het onwaardig verklaaren der Leden van zijn voormaalte Provinciaal Beftuur, tevens dat algemeen gevoelen die hooge wet geftaafd heeft, welke in elke vrüen Staat den Bewindsman verbind, dat naamiijk van finantieele reekening en politieke verandwoording. Van daar zagen wy reeds onmiddellijk bij de vorming van het nieuwe Beftuur, eenige Adresfen van onderfcheiden Plaatfen, tot dat oogmerk flrekkende; van daar het yoorftel zelf van één der Leden dezes Beftuurs, van denzelfden inhoud; doch hetgeen, of het ook nog zwaarigheden behelzen mogt, in commisfie is gefteldvan daar, zoo overtuigd waren de afgaande Leden van de billijkheid dezer vordering —. dat zij zeiven in der haast, hebben doen opmaaken eene reekening over den jaare 1790,011 deze, even als in-den voorigen jaare door het Beftuur den Volke is publiek gemaakt — Maar, is nu met deze overgelegde reekening voldaan aan de verwachting, en den eisch des Volks' De titel' die. aan het hoofd pronkt der reekening, is Staat van Ontvang en Uitgaaf, Was bet zoodanige Staat, dien het Volk begeerde ? Of was het eene daadlijke Reekening, Uit welker opgave zou kunnen blijken of ?s Lands penningen zoo goed beftuurd waren, dat een jeder, die gewoon is, eene reekening natezien, bii Zich zeiven overtuigd werd van haare juistheid en daarom dezelve moest goedkeuren ? Zo ik mij niet bedrieg, dan was het gevoelen des Volks tot het laatfte punt bepaald. Men wilde weten, wat ontvangen was uit de ordinaire en extra - ordinaire inkomften? Men wilde zien, waaraan alle de gewoona en buitengewoone'ontvangst befteed ware? Men wilde, bii wftze van balans, nagaan de billijkheid der genomen maatregelen, zoo omtrend de Geldhefflngen, als omtrend de uitwerkfelen, welken dezelven gehad hebb-n en Waaromtrend ieder Bewind, in den volftrektften'zin ?erandwoordlijk is. Maar, ik vraag nog eens: is de a m .-lm m  D E REPUBLIKEIN, 357 in-druk uitgegeven Staat van Ontvang en Utgaaf zooluïï opgave, zoodanige balans, waaruit ^der goed Saertot dè deugdzaamheid dier ^%ff^^g kan' lk voor mij, (en ik vermeet mij, ftelhg te verkeren wegens de reehtmaat,gheid van dit mijn gevoe£ beweer openlijk, dat deze geheele Reekenmg mets meer is, dan een Blafert, hoedanige ieder Koopman, Se ger'geld boek houdt, met weinig moeite in ftaat is ten allen tijde te geven, en die bij zijne Crediteuren, n ,evï van eenig nadeelig vermoeden,. zeer weinig p ShS niets zoude beteekenen, zonder eene daadlijke vergelijking zijner overige boeken. Juist zoodanig tnadeelig3 vefmolden had 'er bij Holland's Burgers plaats, en dat was de reden,waarom zij de voormaahge Leden net wilde laten aanblijven, zonder zieh omtrend het een of ander gedeelte van het Beftuur of de afzonde Ujke Leden van dien, te willen |«,n^T de het Beftuur in het algemeen veranderd zien, juist omdat men van deszelfs opvolgers alleen verwachten konde eene zoo juiste verandwoording, als den grondflag van goedkeuring of afkeuring zoude opleveren, te meet omdat 'er eenige bekende finantieele en politieke maatregelen in dat Beftuur hadden plaats gehad, die reeds algeneen afgekeurd waren geworden, en waaromtrend men SS nadere optosTwg vorderde, om te weten , of derzelvei bewerkers ftrafwaardig moesten geacht worden Maar hieraan is, met de gegeven Blaffert, in het geheel met voldaan Dezelve geeft, wel is waar, kennis van het ontvangen en uitgegeveue;maar zij laat volftrekt onopgehelderd de wijze, hae het een en ander is bereekend, en flelt dus den beoordeelaar volftrc.a buiten ftaat, om een naauwkeurig oordeel over de geheele reekenmg te Vellen Laat ik dit met eenig voorbeeld mogen ophelderen in den Ontvangst vind ik een Post, onder den X v n dtverfe Respecten f 373,856:4 = * fommede nog al van eenig belangd maar hetgeen, door zijne Lomeene benaaming, volftrekt duister, en wel zoodanig is, dat, indien het eens van de Reekening ware afgebleven, door mij, noch iemand anders, in c> edit 'voor den Lande zou hebben kunnen gebragt worden, juist omdat men niet weet, van waar deze ontvangst oorfpronglijk is. Even zoo vind ik den .post \m Recepisfen 17^, tot betaahnge geemplotjeerd ƒ 3,5^,012:10:-, en in dc Uttgaaf nog Recepsfen Y Rr 3  3S8 DE R E P U B LI KEI N. van 1794 en 1795, in de Listen aangenomen te zamen ƒ98, 501:19:0, zonder te weten, of de eer ften nieuw gefehapen, en als zoodanigen thands eerst in ontvang komen, en of de laatften, als zoodanigen te vooren reeds in Ontvang gebragt zijn geworden 'én thands in Uitgaafkunnen gebragt worden. Nog vind ik onder aen Ontvangst, uit de Loterij van 10 Februari; 1706 m Contanten en Beleenbank-gelden ƒ7,376 661: iö'10* zonder te weten ,of dit te geheele opbrengst dier zonderlinge Loterrj-Negotiatie;, waartegen alles, wat 's Lands finantieelen toeftand kende, en Jangs gepaste middelen wenschte verbeterd te zien, (met uitzondering alleen van voornaame Kapitalisten, die 'er hunne beurs bij maakten) eenpanghik zijne ftem verhief, om haare nadeeüge inrichting voor de kas der Provincie? Eindeiiik, dezelfde zwaarigheid blijft ook, ten aanzien der Negotiatie van 30 Jumj en 10 Augustus 1796, welke hier in ontvang komt van ƒ 7,279,863:7: jol, en welker montant gewishjk veel meer bedra.gt, dan hier -wordt opgegeeven ; doch hetgeen waarfchijnlijk eerst in de reekening van 1797 zal verandwoord worden , waaromtrend het dus zeer noodzaaklijk was geweest, eenige opheldering te geven. Het Committé, wel is waar, maakt daarvan gewag in zijnen Brief van 13 Maart aan het Beftuur met aanmerking , dat onder dat kleene Provenu der Geldheffingen geenszins begrepen zijn Obligatiën, Recept sf en van X795 en Quitantiën van de Loterij, en Recepisfen van Maij 1796: maar ik verklaar, geene' de mihfte reden te zien , waarom zulks niet uitdruklijk is gemeld geworden, met eene juiste opgave van dat alles, tc meer, daar 'er, onder de Uitgaaf geen het minfte gewag der Recepisfen van Maij 1796 gemaakt wordt? — In de Uitgaaf vind ik de post: Ambtgelden afgèlost f 106,724:3 .-6, zonder aangevoerde reden, waarom zoodanige aflosfing, midden in de fchaarsheid van penningen, volftrekt noodzaaklijk geoordeeld is, en zonder daardoor optelosfen die meenigvuldige vermoedens, welken de geruchten van den dag hebben doen ontftaan, als of die aflosfing, ten nadeele van het Land, hetgeen zich daarvan met reden had kunnen ontflaan) alleen geftrekt had ter verrijkinge van afzonderlijke handelaars, die in het geheim van Staat geweest waren, en daartoe die zoo jammerlijk in prijs gedaalde Obligatiën, tot zeer groot nadeel der Houders, hadden opga- kogt >  DE REPUBLIKEIN. 35? kogt' Van - den zelfden aard zijn de zoo onbepaalde posten aan Onkosten van de Bureaux, Lodens en anderen , — van de Drukker'} enNescestiteiten > — op de Negotiatie, — Scheeps en Wagenvrachten, — opzicht over de Branderijen en diverjè Respecten , — Betaalinr aan de Commisfie van i^gen, of onderzoek van het voorig Beduur, — aan de Commisfie van ien, of Onderzoek der Provinciale Finantie,— aan de Com-, misjie ter Organifatie der Burgerwaapenirtg, op alle welke zaken de gewichtigftc bedenkingen moeten vallen bij ieder, die zulks leest, zonder eene ïdaarbij gevoegde opheldering, bovenal ter zake van de Drukkerij, waarvoor ƒ 80,878 :1:-, gelijk mede voor dc Commisfie vah Drieën f 10,678: 10:-, zonder dat het blijkt, dat die Commisfie werkzaam is-, terwijl, eindelijk, geweldig in het oog loopt de bijster groote fom der Hollandfche Quote van ƒ 14,154,774:-: aan het Committé tot de Landmacht, waarbij nog vier andere posten , ten behoeve der Franfche Troupes, in reekening komen, ten bedrage van ruim ƒ 225,000:-; bijster groote fom, zeg ik, in vergelijkinge der Betaaling aan het Committé tot dc Marine van f 6,587,585:-, offchoon dit laatfte vak den voornaamften fteun gevorderd had, ter verdediging van koophandel en zeevaart. Na deze gemaakte bedenkingen, zal ieder vaderlander gaarn met mij erkennen, dat de opgegeven Staat van Ontvang en Uitgaaf', zonder een bijgevoegd Rapport, waarin ieder post naar zijnen aard en betrekkingen omfchreven is, zoodat daaruit naauwkeurig over de billijkheid en waarheid zou kunnen geoordeeld worden, zeer onbeduidend is, alleen gefchikt, om het Volk, begeerende het wezen te genieten der waare Vrijheid, met den louteren fchijn te vrede te ftellen, even als het Kind, dat naar poppengoed haakt, en zich zeer fcbierlijk met enkele ftukken en brokken vergenoegt, offchoon die ook allen met elkander nict^ datgene uitmaaken , wat het wel wenschte. De éénige hoop, welke nu nog overig blijft, beftaat hierin, dat de nieuw aangekomen Leden getrouwer zijn aan de waare beginfelen van verandwoordlijkheid, en door hunnen invloed bewerken, dat de zoogenoemde Reekening verzeld ga van een breedvoerig Rapport, waaruit het Volk over haare wettigheid zal kunnen oordeelen. Welke les ligt hierin niet voor het toekomende, dat het  $56 de republikein, het gantfche Bataaffche Volk bedacht zij, om, in zijné' Staatsregeling, eene Wet te maaken, waarbij die verandwoordiijkbeid zoo duidlijk omfchrevcn, en haare uuv v-óer'ng aan bevoegde perfoonen zoo rechtftreeks wordd opgedragen, dat geene begocheling het geheele grondbeginfel der echte ftaatkundige vrijheid tot een onding maake l simper idem. Te Amflerdam, bij M. S c h a t, a k a m p , in de War' moesferaat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage J. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, f. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn j. Breebaart. Zaandam van Aaken, Utrecht G. T.van Paddenburgen Zoon, en de Wed. Terveen. 'j Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd k ii Stuiv.  REPUBLIKEIN. NQ. 155- II vaut dire, que le Gouvernement le plus conforme a la netture est celui, dont la dispofition particulierefe rapporte mitut è la dispofition du Peuple, pour Iequel il est établi. MONTKSQUIEÜi {Vervolg van N°. 153-) D aar de derde, vierde en vijfde Afdëelingen van dezen iden Titul, behelzende de verkiezingen der Leden van de Groote Kamer en van de Kamer der Oudften, bijna geheel reglementair zijn, en Weinig^ behelzen, dat ftof tot aanmerkingen oplevert, zullen wij onze Lezers met dezelven niet ophouden , te meer, daar zij bijna geheel voigends het Ontwerp van de Commisfie van 21 gedecreteerd zijn: waarheen Wij dan ook den Lezer verwijzen, terwijl wij dc kleene veranderingen, die in de Artikelen van dat Ontwerp gemaakt zijn f nog zullen mcdedcelen. Bij Aft. 104. luidende; Elk Smaldeel geeft, zoodra de benoeming bij het zelve gefchied is, fchrijiiijke kennis aan de Gecommitteerden van het Plaatslijk Beftuur, dat de benoeming gefchied is; is gevoegd * zonder echter de benoemde perjoon zelve optegevcn.^ Art. 105. is dus veranderd; Zoodra de benoeming bij beide de Smaldeelen der Kiezers volbracht is * geven de Gecommitteerden van het Plaatslijk Be' jluur aan beide de Smaldeelen daarvan kennis, ten einde zij in één vertrek zouden te zamen komen, Art. 110. Uit alle de te zamen vergaderde KieZers, welker vergadering volgends Art. 99. geCon^ ftitueerd is, worden negen Kiezers uitgeloot, om zich naar de Rmgsvergadering te begeven. Hier is ' uitgevallen, dat die looting ten over/laan der Gecommitteerden uit het Plaatslijk Beftuur moet gefchieden. Art. 115, iiö, en 119. „hebben eenige bijvoegzels gekregen tot meerder duidelijkheid. In Art. 121 wordt het benoemen van een Prefident en Secretaris der Kiezers niet aan de Gecommitteerden uit het Plaatslijk Beftuur, maar aan de Vergadering zeV 111. deel. s« y*t  3o*i DE REPUBLIKEIN. ve, doch ten overftaan der Gecommitteerden , overgegeven. In Art. 122, bepanlende, dat de Stembilletten tot verkiezing van een Lid der Groote Kamer ongeteekend moesten zijn, is dit in geteekende veranderd. Bij Art. 129 is gevoegd, dat de btembilletten verbrand moeten worden. In de vierde Afieeling zijn natuurlijk ook alle die Artikelen, die dezelfde bijzonderheden der kiezing betreffen, volgends de voorgaande veranderd. Wat de vijfde Afdeehng betreft, hiervan zijn de gewichtigfte Artikelen, als 164, 171, 173, rg5 en 186", 189, 195 en 191, 194, 19S en 199, nog commisforiaal, of in advies. — Art. 159 en 160, 179, 180 en 181, zijn uitgevallen. — In de overigen zijn geene veranderingen van aanbelang gemaakt: uitgezonderd in Art. 184, luidende ; geen Lid van het wetgevend Lichaam is tot eenig ambt verkiesbaar, dan alleen tot Lid van het Hooge Nationale Gerichtshof, of van het Collegie van Curatoren over het Schoolwezen der Republiek. Ook zijn de Leden van hel Witgevend Lichaam verkiesbaar tot Leden van den Staatsraad, bij deszelfs eerfte oprichting, doch in het vervolg niet Het welk aldus en te recht veranderd is ; geen Lid van het Wetgevend Lichaam is tot Lid van de Uitvoerende of Rechterlijke Macht, of tot eenig ambt hoegenaamd verkiesbaar: bij de eerfte oprichting van den Staatsraad zullen de Leden van het Wetgevend Lichaam tot Leden van denzelven verkoren kunnen worden. Omtrend het Slot van dit Artikel kunnen wij echter niet nalaten , onzen hartlijken wensch te betuigen , dat dit agtergebleven ware. Wij kennen geen tijdftip, waarin het ons niet hoogstbedenklijk voorkomt, dat het Wetgevend Lichaam het vermogen heeft, om uit zijn midden de Uitvoerende Macht te benoemen. En dit is hier juist het geval: de Kamer der Oudften benoemt een dubbeltal tot Leden van den Staatsraad. Zij kan dus, volgends het gemelde Artikel, het grootst gedeelte van den Staatsraad; uit haar eigen boezem op dit dubbeltal brengen. Als men nu in aanmerking neemt het kleen getal van 30 Leden, waaruit de Kamer der Oudften beftaat, en het nog klee- ner van den Staatsraad de buitengewoone Macht, die aan beide Lichaamen is toevertrouwd, dan behoeft men noch mikroskoop, noch teleskoop, om duidlijk te zien.  DE REPUBLIKEIN. 363 zien, hoe uiulekend alies tot eene verkiesbaare Oligarchie is aange egd. Thands volgt de Zesde Af deeling, handelende van de Zittingen en Form van Raadpleeging van het Wetgevend Lichaam. ~ Art. 202, tot 216 ingefloten, zijn daarin onveranderd gebleven. Omtrend Art. 209, echter, alwaar gezegd wordt: In een Generaal Commiité wordt wel geraadpleegd en befloten over voorgefielde zaken, maar geen bef uit tot het vastftellen eener Wet genomen, dient de volgende aanmerking. Als nu eens daartegen gezondigd wordt, en de Leden in den eed van geheimhouding genomen worden •, wat dan? Onmooglijk is dit niet. Schaadelijk, verderflijk is het even zeker. Moet daartegen bij de Conftitutie niet gezorgd worden? Wij weten niets beter, dan dat de macht, om geheimhouding op te leggen, aan zekere regelen bepaald worde, en vooral, dat ieder Lid, wanneer in dit Artikel in een Committé Generaal mogt gezondigd wezen, niet alleen vrijheid heeft, maar ook onder de verplichting ligt, om zulks daadlijk aan de Natie te openbaaren. Anders zijn de openbaare vergaderingen niets meer, dan zand in de oogen. Ten aanzien van Art. 211, alwaar ftaat: De tusfchenftand tusfehen de eerfte en tweede, en tusfehen de tweede en derde lezing is telkens ten minften van drie dagen, moeten wij betuigen, dat het indedaad fchijnt, dat onze Conftitutie voor vuurige Oosterlingen gemaakt is, om hunne drift toch vooral te bekoelen. Men zie toch eens, welke zwaarigheden en moeilijkheden het Wetgevend Lichaam moet doorworftelen , eer het van een decreet gelukkig verlost. Eerst wordt het Voorftel gelezen, en dan heeft het de hulp van ten minften vijf Leden noodig, om niet geheel verworpen te worden. Dan nog is het geluk, als het niet tot een onbepaalden tijd verfchovcn wordt. Dit niet gefchiedende, komt over 7 dagen de tweede lezing. Staat het die kuur door, wel nu, dan nog eens 7 dagen, en dan wordt de derde lezing gedaan. De dehberatiën begonnen zijnde, kan het, na lange debatten, nog commisforiaal gemaakt worden. Na weeken wordt Rapport gedaan \ en verfcheiden zittingen over dat rapport ge- discutieerd, en dan eindelijk Maar neen, dan is het 'er nog nier. Dan nog wordt het eens naar den Staatsraad gezonden, of naar het Nationaal Gerichthof, dat aan geene dagen ter uitwijzing bepaald is, en dus naar Ss 2 wel-  «V. f 364 DE REPUBLIKEIN. welgevallen her ftuk in advies kan houden. Summa fummarum, na 9 maanden is de veflosfing voprfpoedig. Hoe fchoon is hier de natuur geyoigd! — En 'nog .is het oorfpronglijk ontwerp nog We. eens zoo iangwijhg. Art. 317 tot 229 zijn aldus'veranderd, Art. 2.17. Wanneer eenig Lid op het voorgejlelde Ontwerp eenige verbetering hecjf voorteflaan, zal hij gehouden zijn, zulks of na de eerfte of na de tweede lezing te doen, zullende na de derde de raadpleegingen aanftonds beginnen. Art, 21 §. De groote Kamer zal tot elke vset of refolutie een afzonderlijk voorftel doen, en geene twee of meer refolutien of wetten in 't zelfde voorftel zamenvoegen. Art. 219. De groote Kamer zal des goedvindende voor het nemen van een beftuit de confideratien en het advies kunnen vragen van de Uitvoerende Macht en van het Hoog Nationaal Gerichtshof Het Formulier, waarbij dat advies gevraagd wordt, zal aldus zijn: de groote Kamer verlangt op dit voorftel te vernemen de conjlderatien en het advies van Het Formulier, wanneer het advies ingezonden wordt, is dit; — Het Staatsbeftuur of het Hoog Nationaal Gerichtshof, ter voldoening aan het verlangen der groote Kamer, doet aan dezelve toekomen zijne confideratien en advies op het Voorftel. • Art. 220. Wanneer de Groote Kamer het Voorftel 'fn een bef uit verandert _ doet zij hetzelve aan de Kamer der Oudften overbrengen. Art, 221. Wanneer de Groote Kamer het advies heeft gevraagd van het Staatsbeftuur of Hoog Nationaal Gerichtshof, en daarop een befluit neemt, zal zij met derelve ook het advies aan de Kamer der Qudften zenden. Art. 33Q tot 260 hehben flechts eene geringe verandering, door weglating van 'hetgeen in het eerfte Ontwerp aan den Staats-raad was aanbevolen, zooals plaats . Jieeft omtrend Art. 248 en 249. Omtrend enkele Artikelen^ echter, zij het ons vergund, de yolgende Aanmerkingen te maaken r. Ten aanzien van Art. 231, alwaar ftaat: In gevallen, waarin een onverwijld He/luit noodz laklijk : is, zai de Groote Kamer niet gehouden zijn aan de gewoone form vfn drie lezingen op drie onder/cfreiden dagen. m Het  DE REPUBLIKEIN. 365 — Het komt ons voor, dat de Artikelen, nopens het onverwijld befluit, eenigzins duister gefteld zijn, waardoor zij den fchijn hebben, als of men de paarden agter den wagen wilde fpannen. Hoe toch kan de noodzaaklijkheid van een onverwijld befluit erkend worden, zonder alvoorens over het onderwerp zelf te raadpleegen ? (Art. 2-22 * Naar het ons voorkomt, heeft men dit willen zegceir ftel eens, bij voorbeeld, de veepest breekt op het onverwachtst uit in eenig gedeelte der Republiek. Een der Leden van het Wetgevend Lichaam kondigt zulks aan en ftelt voor, dat, ter ftuiting van dezelve, een onverwijld befluit noodzaaklijk is. Dan komt hef nog niet te pas, om daadlijk te delibereeren, wat tn dezen gedaan welke voorzieningen ten dien einde genomen moeten worden, en hoedanig een befluit daarop moet vallen. Maar de eerfte vraag is dan, is de nood hoog? is 'er noodzaaklijkheid, om in dezen een onverwijld befluit te nemen? Deze beflist zijnde, kan men overgaan tot het onderwerp der deliberatien zelve. In Art. 235. wordt gefproken van het aanteekenen van 'de naamen der Leden, die voor of tegen geadvifeerd hebben. Dan, ten welken einde deze aantekening nodig is , kunnen wij niet gisfen. Immers de Leden behooren nimmer, uit hoofde van hunne adviefen, of ftemmen, in rechten te kunnen betrokken worden En , zo men al dit beginfel niet wil aannemen dan nog zien wij geene reden, waarom eenig Lid uit hoofde van zijn advies vóór of tegen de noodzaakflikheid van een onverwijld befluit, laakbaarer is, dan om andere adviefen ? Wij verklaaren de noodzaaklijkheid hiervan niet te kunnen bevatten. Immers, wat gezamenlijk gefchiedt, komt voor reekening en verandwoording van het geheele Collegie. Wij kennen hier geene perfoonlijke verandwoording. Van Art. 238 , tot op het einde dezer Afdeehng wordt alleen gehandeld over de werkzaamheden van de Kamer der Oudften; dus behoorde dit alles onder eene bijzondere afdeeling van de Kamer der Oudften gebragt te zijn. Het laatfte Art. alleen zou dan veel vroeger geplaatst moeten worden, als behoorende tot het geheele Wetgevend Lichaam. Art. 239, met 250 vereenigd, luid thands aldus: Het ftaat aan de Kamer der Oudften , de morfnllen van de Groote Kamer al of met te be"■■??'>.: ■ ; Ss 3 krach-  .366 DE REPUBLIKEIN. krachtigen, In gevalle van niet bekrachtiging, zend zij het befluit aan de Groote Kamer terug, met opgave der redenen, waarom zij hetzelve niet bekrachtigd heeft, volgends dit door den Prasfident en Secretaris onderteekend Formulier. De Kamer der Oudften, 'na drie gedaane lezingen, op den den enden ■ over het bovenftaande befluit van de Groote Kamer geraadpleegd hebbende, maakt zwaarigheid, het zelve te bekrachtigen. Dit is gewislijk niet onbeduidend. Om de ligtzinmgheid van eene Vergade, ing van 5oo Leden waaronder zeker al zeer ongefchikte voorwerpen kunnen gevonden worden, die een onbedacht befluit weten doortedrijven, te beteugelen, achten wij een tegen wier van eene vergadering van 250. Leden van een rijpen ouderdom zeer voorzichtig gefield. Maar, welke nood.zaakhjkheid er is, om eene vergadering van flechts 60 perfoonen , allen boven de 30 jaaren, door eene andere van flechts 30 Leden, te laten tegenwerken, kunnen wij met bevatten. Eene volftrekte meerderheid van 16 of, in veele gevallen , eene betreklijke van 9 perfoonen is genoeg, om het gantfche Wetgevend Lichaam naar hunne pijpen te doen danfen. Vooral nog, als zij befchikking over ambten hebben , waarmede toch de Leden van de Groote Kamer, afgetreden zijnde, ook al eens .gaarn begunftigd zullen willen worden. Men zegge niet, de Kamer der Oudften mag toch niets voorftelJen s want, de onbepaalde macht van het veto in handen hebbende, zal eindelijk de Groote Kamer wel zoo ver komen, wanneer het heerfchend begrip van die der Oudften bekend is, om geene Voorftellen te doen dan waarop zij bekrachtiging kan verwachten, ten einde met geduung het verdriet te hebben, van vruchtloos te arbeiden. Zij zai zien, dat zij toch van twee kwaadetv Ma zal moeten kiezen, of zich naar den zin der Oudflen te fchikken, of een nul in cijffer te betekenen En as dit eene Volksregeering bij vertegenwoordiging — eene regeering, aan welke het gantfche Volk deel heeft voor zoo ver ieder zijner Vertegenwoordigers gelijke rechten heeft? Waar is hier éénheid? Wij zien niets, dan oligarchie , of conflict van machten. Wij wenschten derhalven, dat aan die macht van niet bekrachtigen eenige grenfen waren gefteld geworden. Het is toch jiu mogelijk, dat een befluit van 74 Leden van het Wetgevend Lichaam, allen van rijpen jaare, door 16 per- foon-  DÉ REPUBLIKEIN. 367 (bonen kan tegengehouden worden. Dit is vast één der verderüijkfte gevolgen der fplitzing van het Wetgevend Lichaam, waarop wij tot hier toe geen herftel weten: want, in zoodanige gevallen, de vergaderingen te combineeren , zou aan de Groote Kamer weder een overwicht geven, die alle de macht van de Kamer der Oudften verlamde. Misfehien zou het, in zoodanige gevallen, het best zijn, bij looting een dubbeltal ;uit de Groote Kamer, en een enkel uit die der Oudften te nemen, welken gecombineerd de redenen der niet bekrachtiging overwogen, en een conciliatoir poogden uittevinden, of, dit niet gelukkende, bij eene meerderheid van twee derden befhsten. Zoo doende kennen wij de form van raadpleeging van het Wetgevend lichaam. Maar wat is nu het Onderwerp? Hiervan zwijgt de Conftitutie geheel en al. Of men hierin de tegenwoordige Franfche Conftitutie hebbe willen volgen,"weten wij niet. Dan, dit al eens zoo zijnde , is dit nog geene aanprijzing. In de Franfche Conftitutie van 1793, worden wel deugdlijk de verrichtingen van het Wetgevend Lichaam bepaald cn omfchreven. En, zonder te willen bepaaien,dat eenig Artikel, in onze Conftitutie, eene letterlijke navolging van dezelve behoort te zijn , kunnen wij niet nalaten de Artikelen, daartoe betreklijk, overtenemen, als een modél, dat wij ter navolging wel durven aanprijzen. Art. 1. Het Wetgevend Lichaam (laat Wetten voor, en geeft decreten." Men herinnere zich, dat, bij die Conftitutie, de Sanctie der Wetten aan het Volk verbleven werd. Art. 2. Onder den algemeenen naam van Wetten zijn begrepen alle Inrichtingen , het Wetgevend Lichaam betreffende; de Burgerlijke en Crimineele Wetten; het algemeen beftuur der inkomsten en gewoone Uitgaven van dc Republiek; de nationaale Goederen; de Waarde, het Gewigt, de Munt en Benaaming van het Geld; de natuur, het beloop en de invordering der Imposten; de openlijke Eer, aan de gedaehtenis van Groote Mannen toegekend; de Verbonden; de Oorlogsverklaringen; alle nieuwe algemeene Verdeeling van 't Fransch Grondgebied." Art. 3. Onder den bijzonderen naam van Decreeten zijn begrepen alle Ordonnantiën van het Wetgevend Lichaam, betreffende de jaarlijkfche inrichting van Landen Zeemacht; het Verlof of Verbod tot den Doormarsch van  368 DE REPUBLIKEIN, van Vreemde Troepen over Fransch grondgebied; het ontvangen v|n Vreemde Scheepsmacht in Franfche Havens; de Maatregelen tot openlijke zekerheid en rust; de jaarlijkfche en oogenblikhjke uitdeeling van publieke onderfteuning en openbaaren arbeid; de onvoorziene en buitengewoone Uitgaven; de bevelen tot vervaardiging van allerlei zoort van Munten ; de bijzondere en plaatslijke Maatregelen, nodig tot eenigen arbeid voor een. Departement, eene Gemeente of den bijzonderen aard daarvan; de verdediging van 't Gebied en uitvoering der Tractaaten ; de benoeming en afzetting der Hoofden van Armeeën; de Gerichtehjke Afvordering van ' verandwoordlijkheid der Leden van den Uitvoerenden Raad en der Staatsbedienden; de Gerichtlijke Vervolging vari allen, die van eene zamenzweering of eene inbreuk op de algemeene zekerheid der Republiek befchuldigd zijn ; de belooningen van wege de Natie te geven; iedere bijzondere verandering in de verdeeling van het Franfche Grondgebied." Wij willen niet ontkennen, dat in deze Artikelen eenige vermenging van machten wordt gevonden. Wij zouden ook niet gaarn zien , dat zij in onze Conftitutie gaaf overgenomen werden; echter kunnen wij niet ontveinzen, dat wij het als een gebrek van de Conftitutie moeten befchouwen, dat de verrichtingen van het Wetgevend Lichaam in dezelve niet omfchreven worden, en dat wij naar dezelven moeten gisfen, door eerst té 2ien, wat aan het Staatsbeftuur en aan de Gerichtshüven ïs aanbevolen, en daaruit optemaaken, dat de overfchietende werkzaamheden tot het Wetgevend Lichaam behooren. Nu volgen de 7de Afdeeling over de Kamer der Oudften afzonderlijk, en de 8fte van de Rechtspleeging over de Leden van het Wetgevend Lichaam en anderen. — Dan, daar deze beide nog commisforiaal zijn, ja de eerfte, de 7de naamiijk, door de Nationale Vergadering zelve reeds als overtollig is befehouwd , en daarom vervallen verklaard , zullen wij met onze bedenkingen wachten, tot dat ook de laatfte daadlijk gedecreteerd zij: misfehien dat dan onze tegenwoordige bezwaaren tegen dezelven geheel opgeheven zullen wezen. Waarom wij hier daadlijk den vierden Titul zullen laten volgen. {Het Vervolg hierna.)  repubYikein. N°. 155. II vaut dire, que le Gouvernement le plus conforme è la n*. ture est celui, dont la dispofition particulierefe rapporte mieux 4 In dispofition du feuple, pmr lequel il est établi. MONTESQUIEU. {Vervolg van N°. 155O Thands zullende overgaan tot de befchouwing van den vierden Titul, handelende over den Staatsraad, vin.» dei) wij ons gedrongen, eene andere wijze van behandeling te volgen , dan wij tot hiertoe hebben in 't oog gehouden, cn ilechts den geest van dezen Titul met alle mooglijke naauwkeurigheid medetedeelen. De gronden hiervoor zijn dezen : onze aanmerkingen over dien Titul betreffen meer het geheel, dan wel bijzondere dee» Ien; Ook gedoogt de bekrompenheid van ons Tijdfchrifr. niet, en nog minder de korte tijd, die wij mcenen vóór. de afhandeling van het geheele ontwerp der Conftitutie bij de Nationale Vergadering ons nog te zullen overfchieten, om zulk een volumineus ftuk, als gemelde ontwerp, in zijn geheel medetedeelen. Wij denken ook, dat een beknopt overzicht van dien gantfehen Titul oneindig beter gefchikt zal zijn, om den Lezer een juist denkbeeld van denzelven te geven, dan wel het nalezen van een honderdtal Artikelen. Eenigen toch van dezelven, die door hun gewicht deze uitzondering naar ons oordeel verdienen, zullen wij in hun geheel mededeelen. Volgends het gedecreteerde, dan, bij de Nationale Vergadering, zal de Uitvoerende Macht toevertrouwd worden aan een Raad van vijf Perfoonen, genoemd de Staatsraad. Derzelver vereischten zijn Stemgerechtigdheid, een ouderdom van 35 jaaren, geboren enzedert de laatjle twintig jaaren inwooner m de Republiek, allen uit verfchillende Departementen. Die zich, na in 1787, of 1788, het Land verlaten te hebben, ter oorzaak van vervolging, voor 1. Maart 1796. weder met 'er woon gevestigd hebben, worden mede als kiesbaar aangemerkt. Verder, werden de graaden van bloedverwantfchap, in hunne onderlinge betrekking en met betrekking tot de Kamer der Oudften, als zijn- III. DEEt, Tt de  3?o DE REPUBLIKEIN. de hunne Kiezers, bepaald-, als nog, dat iemand, gekozen zijnde, afftand moet doen van den bekleeden. post. De verkiezing geichiedt aldus: de Kamer der Oudften maakt een dubbeltal, geeft daar van kennis aan den Staatsraad -, (dit intusfehen kan alleen gelden bij volgende verkiezingen; maar hoe te handelen bij eene eerfte keuze, wanneer 'er nog geen Staatsraad is , wordt nergens bepaald O uit dit dubbeltal doen de Kiezers uit de Grondvergaderingen der geheele Republiek eene keus op de volgende wijze: dat de Kiezers in hunne Districtsvergaderingen in getekende billenen den naam des verkorenen (lellen.; van alle deze (lemmingen worden de Stemlijsten aan den Staatsraad gezonden, welke uil alle dezelve opmaakt, voor wien de meerderheid zich verklaard heeft-, waarna de Stemlijsten gedrukt en openlijk uitgegeven worden. Deze verkiezing gefchiedt jaarlijks 's daags na den derden Dingsdag in ^Ipril'- terwijl de plechtige ambtsverklaaring den eerjlen Dingsdag in November plaats heeft. Jaarlijks gaat één Lid af, de eerfte 5 jaaren bij loting. De tusfehentijdfche vacatures worden op dezelfde wijze vervuld. De verkozene kan zich niet ontllaan, dan om wettige redenen, die ter beoordecling (laan van de Groote Kamer; dezen niet voldoende gekeurd wordende en hij weigerachtig blijvende, wordt hij door het Wetgecvend Lichaam den volke bekend gemaakt, als een, die zich den Vaderlande onttrekt; zijn ftemrecht wordt voor altijd vernietigd, en hij onbekwaam verklaard om eenig ambt of beneficie te blijven behouden, of in 'bet vervolg te bekleeden. Hunne ambtsbelofte luid als volgt; „ ik verbinde mij „ plechtiglijk om mijnen post, als Lid van den Staats„ raad, naar al mijn vermogen, getrouw cn ijverig „ waartenemen, en ten dien einde mij in alles ftiptlijk „ te gedragen, overeenkomll.g het voorfebrift der Acte „ van Conftitutie voor het Bataaffche Volk, den. . . . „ gearrefteerd." Na het voorlezen van deze belofte zal de Prefident zeggen : „ Indien gij bereid zijt deze „ plechtige verklaring afteleggen, zult gij, onder berin„ nering van de groote plichten tot welker vervulling „ gij u verbinden, en onder bezef van de gewichtige „ verandwoordlijkheid, waaraan gij u onderwerpen zult, „ mij nazeggen.- Hiertoe verbind ik mij als een man „ van eer en trouw." Het Voorzitterfehap duurt een maand, aan het welke de bewaaring van het groot zegel verknocht is. De  DE REPUBLIKEIN. 3?ï De Staatsraad heeft een Secretaris door welken hij alle wetten aan de departementale beftuuren verzendt, die dezelven aan de Municipallteitön bezorgen: en buiten dien nog één voor de Zee- en één voor de Landmacht welker aanftelling door den Staatsraad gefchiedt, en door de Kamer der Oudften bekrachtigd moet worden • wordende het aan het Wetgevend Lichaam overgelaten, te bepaaien, hoedanige Commisfarisfen dezen laatften zullen toegevoegd worden. De tegenwoordige Committés tot de Zee- en Landmacht zullen uiterlijk binnen een jaar na de aanneming der Conftitutie ontbonden moeten zijn •, en ftaande dien tijd aan de bevelen van den Staatsraad onderworpen wezen. In den Staatsraad wordt bij meerderheid befloten; nogthans is geene vergadering wettig, waar met drie Leden tegenwoordig zijn. Hierin echter kan het WetgevendLichaam andere bepaalingen maaken , ingevallenvanfpoedige dood, ziekte van meer dan twee Leden , of om dergelijke redenen , tot de conftitutioneele vervulling toe. Nimmer zal aan meer dan één Lid verlof tot abfentie gegeven worden Geen Lid van den Staatsraad zal deel neemen aan raadplegingen ; waarin zij voor hun perfoon oi femilien tot in den vierden graad belang hebben; hij zai geen deel hebben in leverantiën voor de republiek; hij zal geene giften of gefchenken ontfangen. Zijn post is de wetten van het Wetgevend Lichaam tc handhaven, eene algemeene inrichting aan dezelven te geven en te verzenden, waar zij behooren. Hij maakt ook zelve ordonnantiën om de uitvoering eener wet te bevorderen Hij verleent furcheance, bij abfentie van het Wetgevend Lichaam. Hij draagt zorg voor de buiten- en bimienlandfche rust en veiligheid. Hij heeft de befchikking over Zee- en Landmacht, welkers fterkte door het Wetgevend Lichaam bepaald wordt. Ten aanzien der laatfte duurt het eonfent niet langer dan een jaar Hij benoemt uit de voorhanden zijnde Officieren de bevelhebbers van de vloot en van de armee, flechts voer een bepaalden tijd, die echter altijd kan ingetrokken worden; nimmer mag één over beide machten gebieden- hij kan ook noch zich zeiven, noch iemand der afgetreden Leden binnen twee jaaren, tot dit opperbevel benoemen. Volgens een Plan, door den Staatsraad ontworpen en door het Wetgevend Lichaam goedgekeurd, zullen 'er in tijd van vrede vaste guarnifoe.isplaatzen zijn, en mogen geene troepen marcheeren, dan Tt a ia  $?2 DE REPUBLIKEIN. in geval van nood, door het Wetgevend Lichaam erkend, of op verzoek van eenig adminiftratief beftuur, bii de bedreiging der publieke rust cn veiligheid, (Dit is indedaad eene zeer gevaarlijke macht, die aan de departementaal beftuuren en municipaliteiten wordt toevertrouwd. Wanneer zal men lecren van de gewapende burgermacht het recht gebruik te maaken h Onder approbatie van de Kamer der Oudften, heeft hij de aanftelling van alle Zee- cn Land - Officieren, boven den rang van Capitein en Colloncl. Omtrent dc mindere rangen maakt hij fchikkingen met het Wetgevend Lichaam. Hij heeft het opzicht over alles, wat tot de defenfie behoort, en begeeft alle daartoe behoorende ambten. Zorgt voor een goede krijgstucht. Over de gewapende burgermacht heeft hij geen vermogen verder dan hem uitdruklijk door de wet wordt gegeven ; en kan niet dan op decreet van eenig Gerichtshof, van eenige gewapende macht tegen eene geconftitueerde macht gebruik maaken. De bewilliging van het Wetgevend Lichaam, wordt vereischt 'tot de vergunning van doortocht van vreemde troepen, van het doen vertoeven van gewapende manfehappen, binnen den afftand vaneen uur van deszelfs refidentie, of het doen uittrekken van dezelven, op even denzelfden afftand, Hij arresteert en ondervraagt de verdachten van famenfpanning tegen de in- of uitwendige veiligheid, die nogthans binnen 24 uuren aan hun competentcn regter moeten overgeleverd worden. Hij benoemt, onder goedkeuring van de Kamer der Oudften, dc ministers bi| vreemde mogendheden, fchoon hij zonder die goedkeuring dezelven kan terugroepen. Hij geeft gehoor aan alle, vreemde ministers, ontiangt alle openingen tot negotiatien, en neemt alle dipiomatifche functie'n waar, zo ten aanzien van het aangaan van tractaaten, als van de fchikkingen tot oorlog en vrede. De onderhandelingen over vrede, het fluiten van tractaaten, hot aangaan van alliantiën' zal hij mogen voorbereiden, beginnen en (luiten; doch moeten door het Wetgevend Lichaam geratificeerd worden In onderhandelingen tot het aangaan van oorlog, zal hij zich wel mogen inlaten, doch daaromtrent geen finaal befluit nemen, maar verplicht zijn daartoe een gemotiveerd Voorftel te doen, waarover het Wetgevend Lichaam zal beflisfen. Over zodanige zaaken wordt bij het Wetgevend lichaam in Committé generaal en onder de ftrikute ge-, heirn-  DE REPUBLIKEIN. 373 heimhouding geraadpleegd. De Staatsraad tekent alle tractaaten van Vrede, beftand, enz. legt embargo op goederen van Ingezetenen van andere landen. Dit laatste echter onder bewilliging van het Wetgevend Lichaam. Hij verfchijnt nimmer . in de _ Wetgevende Vergadering, maar is bevoegd om zodanige fcbriftlijke Voorftellen te doen, als hij voor het welzijn des lands noodig oordeelf, inzonderheid zendt hij tweemaal 's jaars een fchriftlijk verflag van den Staat der buiten en "binnenlandfche zaaken, gefchikt om uitgegeven te worden, mitsgaders een geheim verflag, dat niet voor den druk gefchikt is. Elk der Leden geniet een tractament van 14,000 Gulden. Elk derzelven is voor zich verandwoordüjk, zoo wel als de meerderheid en zelfs de geheele Vergadering, wegens alle bedrijven of verzuimen , ftrekkende tot daadlijk nadeel der veiligheid, vrijheid, onafhanglijkheid of welvaart der Republiek, van eenig deel of bijzondere Ingezetenen van dezelve, of wanneer zij van het voorfchrift der conftitutie afwijken; hunne terectitfteUing gefchiedt voor het Nationaal Gerechtshof. Wanneer drie of meer Leden in hunne posten gefuspendeerd worden, vervult de kamer der oudsten de vacatures, volgens een duobeldtal door de groote kamer te formeeren; niemand der Leden van 't Wetgevend Lichaam zal hier toe nominabcl zijn; dit zai ook plaats hebben bij eene fuspenlic van alle de Lodeii; terwijl eene Commisfie van vijf Leden uit de kamer der oudsten, door de groote kamer te benoemen, tot den tijd der provifioneele vervulling toe hunne werkzaamheden zal waarnemen. De verandwoordlijkheid voor ieder Lid van den Staatsraad, duurt 3 jaaren , na dat hij is afgetreden , geduurende welken tijd hij 'zich niet buiten de Republiek zal begeven , dan met bewilliging van 't Wetgevend Lichaam. — Eindelijk ter weering van het nepotismus is bepaald, dat dc Staatsraad geene politieke ambten zal begeven aan iemand, eenigen zijner Leden in den derden graad van bloedverwantfehap of zwagerfehap beftaande. Ziet daar dan nu een zo beknopt mogelijk uittrekfcl van dien gewichtigen Titul over het Uitvoerend Bewind. Het zij ons vergund, deze weinige bedenkingen op deze fchikkingen te maaken. — De fpoed, de klem der uitvoering vordert zekerlijk, dat deze tak vai het Tt 3 Be-  3?4 DE REPUBLIKEIN. Beftuur flechts aan weinige handen wordt toevertrouwd, en het was in de daad één der hoofdgebreken onzer voorige Conftitutie, dat de uitvoerende Macht niet genoeg geconcentreerd was. Maar even dat zelfde leert ons deze les van voorzigtigheid, om die weinigen niet zo veel vermogen, en wel zo onbepaald toetevertrottwen, dat zij gevaarlijk voor dc Vrijheid kunnen worden. Intusfehen _ hebben wij dezen Titul flegts in te zien, om daadlijk te bemerken, dat deze les weinig is in het oog gehouden. Volgens het ftclzel der drie van elkander afgefcheiden en onafhanglijke Machten, is aan den Staatsraad de uitvoerende Macht in zijne volste uitgeftrektheid opgedragen. De grenspaalen , die aan dezelve gefield zijn, zijn waarlijk zo zwak, dat zij ieder oogenblik verplaatst kunnen worden. Bij voorbeeld de Staatsraad heeft de geheele behandeling der buitenlandfche zaaken. Het Wetgevend Lichaam heeft zich alleen de ratificatie voorbehouden. Maar, wie weet niet dat die ratificatie bijna nooit achtergebleven is, wanneer de zaaken reeds zo ver geklonken waren. Bij deze ai te tiitgeftrekte , Macht voegt zich de onverandwoordlijkheid. Schijnbaar ja is de Staatsraad zeer verandwoordlijk; maar alleen voor het Nationaal Gerechtshof en zekerlijk volgens de nog plaats hebbende langwijüge manier van procedeeren. Dan, wil men zodanige politieke misdaaden in den ftijl der rechtsgeleerden behandelen, dan voorzien wij dat zij meest altijd onbewijsbaar , en zo al eens bewezen, dan volgens rechten moeilijk te vonnisfen zullen wezen. En dit wordt nog moeilijker, daar 'er weinige gevallen kunnen zijn, waar in zij niet collegialiter bedreven zijn. Stel, dat eens weder in onze Republiek het droevig ongeval plaats had, gelijk aan het geval van Lucas, of de mislukte expeditie naar Brest, en dat 'er grond was, om den Staatsraad het zelve te wijten. Stel, dat de verkeerde orders, die oorzaak van dien ramp geweest zrn, eenpaarig bij denzelven belloten zijn. Zal nu de geheele Vergadering in ftaat van befchuldiging gefteld, gevonnisd en geftraft worden? Maar het is zeer mogelijk, dat flechts een Lid, zich het crediet van de grootste kunde in de zeezaken verworven hebbende, zijne vier onkundige medeleden tot zijn gevoelen heeft overgehaald. Is het dan niet onrechtvaardig, dat zij om dezen onbedoelden misflag geftraft woiden? Kan men in ieder Lid van den Staatsraad even groote kunde van zeezaaken vorderen? Dit is on- mo-  DE REPUBLIKEIN. 575 mogelijk Wel nu, dat zij dan vrijgefproken worden. Goed. Maar, hoe zal het Nationaal Gerechtshof oordeelen of dit voorgeven nopens onkunde waar, oprecht zii dan wel alleen gefchiede, om de ftraf te ontduiken. Dit is onbewijsbaar. De fchuldige kan dus niet zelden vrijgefproken cn de onfchuldige geftraft worden. Met een woord, voor een Gerechtshof is de zedelijke perfoon van eene Vergadering onfehendbaar; onvatbaar voor eenige gerechtlijke vervolgingen. . Het is op deze gronden, dat wij ons Staatsbewind fniet Staatsbeftuur) liefst in deze form gebragt zagen. 'Er zijn vier Ministers, ieder van hen heeft zijn bijzonder vak, waarin hij afzonderlijk werkzaam is; ZeeLandmacht, Binnen cn Buitenlandfche zaken, ieder van hen is voor zijn bijzonder vak verandwoordlijk: voor misdaaden zijn zij ftraf baar bij het Nationaal Gerechtshof; het Wetgevend Lichaam heeft de Macht van aan- en afftelling; ieder heeft onder zich zijne bijzondere bureaux voor welken hij verandwoordlijk is; de Macht en werkzaamheden bij ons Plan van Conftitutie den Staatsraad toegekend, zijn ook hun aanbevolen; met uitzondering nogthans van den Minister der Buitenlandfche zaaken Ten dezen aanzien moeten wij onze gedachten wat brecder ontwikkelen. Onder het voorig beftuur begreep men dat Buitenlandfche zaaken alleen tot den Rcpraefentativen fouverain behoorden.' Daarom wierden zii bij H. H. M. zeiven behandeld. En zo 'er iets verdient van het oude ftelzel overgenomen en boven het rransch Systema de voorkeuze gegeven te worden, dan is het juist dit. Men erkent toch dat de Buitenlandfche Mogendheden door hunne Ministers met de Natie zelve handelen. Van daar de noodzaaklijkheid derratificatie door het Wetgevend Lichaam. Maar wordt nu dc weg niet veel korter, wanneer de Buitenlandfche Ministers met de Reprsefentanten zelve handelen, dan met hunne bedienden, dit volgens orde en recht altijd eerst befcheid van hunne meesters moeten hooren. Men mo»e zeggen, dat het uitvoerend beftuur de Natie ook vertegenwoordigt,jflitïis valsch; en zo het waar was, dan beleedt men een Conftitutioneel despotisme, dat onzin is. Meer zouden wij hier van kunnen en willen ze"ffen , indien het beftek ons zulks toeliet; echter het zij'genoeg, om daar op deze fchikking te bouwen; dat voor het dagelijks lopend werk een Minister gefteld wordt; maar dat voorts het Wetgevend Lichaam uit zijn midi  376 DE REPUBLIKEIN. midden eene Commisfie benoemt, waar van op bepaalde tijden een Lid verwisfeit, om juist a! dat geene tc verrichten, 't geen ten dezen aanzien, in het plan aan den Staatsraad wordt toevertrouwd, bij welke Commisfie de Minister tot het Buitenlandfche fiegts een advijfccrcnde ftem zou hebben. Deze Commisfie zou ook dc luister der Natie bij het gehoor geven, of maaltijden aan vreemde Ministers moeten ophouden. Op deze wijze zou men ieder Minister een tractement van ƒ 7000. kunnen geven, dewijl niemand hunner, uit hoofde van zijn post, tot buitengewoone fpendes verplicht zou wezen; dit zou toch nog eene bezuiniging van ƒ 42,000. maaken. De Vrijheid zou dan beter verzekerd wezen. De uitvoerende Macht was dan niet alleen afhangelijk van en verandwoordlijk voor de Conftitutie, maar afhangelijk van en verandwoordlijk voor het Wetgevend Lichaam. En dit is recht in de orde der dingen. Het woord uitvoerer doet immers altijd aan den beveler denken. En wie is de beveler ? alleen het Wetgevend Lichaam in naam des Volks, dat het zelve daartoe gelast heeft. De fcbuldige zou dan veel moeilijker zijne ftraf kunnen ontduiken. De befluiten van het Wetgevend Lichaam zouden dan met veel meer fpoed en energie uitgevoerd worden; ieder zou in zijn eigen vak een eigen plan volgen; de een zou op den ander de fchuld van zijne misdaad .niet kunnen leggen, om zich zeiven vrij te pleiten, en de een zou ook in de daad niet de oorzaak van des anders misftappen wezen ; allen zouden langs hunne eigen verfchillende wegen op een punt zamen komen. SALUS P OPUL I.  D E REPUBLIKEIN. N°. 157. Het algemeene welzijn is de waarborg van elks eigen wel. vaart; maar elk die zich am hst Vaderland onttrekt, verraadt zijn eigen belang. stu art. BURGER REPUBLIKEIN, Schoon pij ons, weeküjks, over de aanftaande Conftitutie onderhoudt, zult gij echter wei eens een uitflap willen doen, om uwen Lezeren het onderfcheid der oprechte vaderlands-liefde van de oude Romeinen, en deitegenwoordige Ba aven, te doen kennen. Onlangs las ik, in het uitmuntend werk van den beroemdeni b t uart de volgende merkwaardigheid. „ Zij, die gewoon waren, de jaarlijkfche befteedingen van 's Lands " werken aantenerrlen, en wel wisten, dat geldgebrek ', alleen de fchatmeesters thands van dezelven terughield, " waren edelmoedig genoeg, om in grooten getale zich „ bij deze Overheden te vervoegen, met verzoek, om " de aanbefteedingen als naar gewoonte te doen, vrijwillig aanbiedende , om met de betaaiing te wachten tot na den Oorlog. — Op gelijke wijze, verklaarden de oude eigenaars der flaaven, die onder F. Sempro\ nius thands dienden, dat zij derzelver losgeld even min voor het einde van den oorlog begeerden, fchoon " zii reeds Waren opgeroepen , om hetzelve te onty; n* Ken — Deze edele zucht, om 's Lands behoeften ifi " acht' te nemen, en hetzelve tevens te onderfteunen, " was thands zoo algemeen onder de Romemfche Bttrgers, dat de Voogden van Minderjaarigen en Wedu" wen derzelver aan hun toevertrouwde Penningen gerust'ijk aan het Land leenden, openHjfc verklaarende, , niet te weten , waar zij dezelven veiliger en heiliger „ tevens zouden kunnen plaatzen. — Het Vaderland „ ontving niet alleen van hun, die te Romi buiten dett 111, DEBfc. Tt «Krijg»-  37o DE REPUBLIKEIN. .„ Krijgsdienst waren, zulke edelmoedige offers, maar ,, zelfs van hun, die her wederom met hun bloed gin„ gen dienen. Ruiters en Hopluiden begeerden geene „ foldij, en hielden hem voor eenen laagen huurling, die „ thands eenige betaaling aannam." En, hetgeen nog fterkcr .fpreekt, om het groote geldgebrek van den Staat te hulp te komen, werd ieder, naar evenredigheid zijner gegoedheid., belast, „ één Matroos of meer, ja zelfs ie.„ der Raadsheer agt Matroofen, ten dienfte van 's Lands „ Vloot te leveren, en in hun maandgeld voor een jaar „ te voorzien. Niemand (zegt die uitnemende Schrijver) „ kwam hier tegen op, en dc Vloot werd buiten kosten „ van den Staat bemand." (*) Om niet meer uittefebrijven, zal ik alleen nog uit het gezegde van laevinl-s de volgende woorden aan haal e n: ,, Munten de Overhelden boven den Raad, de Raadsheeren boven het Volk „ in aanzien uit, ook zij moeten hetzelve vóórgaan in ,, alles, wat hardv en moeilijk valt." Ct) En hoe gretig werd de voorflag, om zich van het overtollig goud en zilver te ontdoen, volbragt, met dat gevolg, dat' in den dringenden nood des Lands, uit hooide van geldgebrek ten vollen voorzien werd! Toen ik dit las, Burger, kwam mij geduurig de bekrompen toeftand der Bataaffche Republiek voor oogen. Mecnigmaal dacht ik : welk een hemels-breed onderfcheid in de Vaderlands-min der oude Romeinen, en der Bataven van onzen tijd ! Is 'cr nu wel één éénig mensch, die, uit hoofde van het fchrceuwende geldgebrek, iets voor zijn Vaderland veil heeft?Is niet de eerfte vraag bij het openvallen van een Post: of dezelve wel voordeeiig is? Zou men 'er wel vijftig in de geheele Bataaffche Republiek kunnen vinden, die het Land, flechts een halfjaar, met afzien van tractamenten cn verdere emolumenten , ten voordeele der algemeene kas, zou willen dienen ? en weik aanmerkelijk voordeel zou dit niet kunnen opleveren ter bekostiging van 's Lands Vloot , zo ieder van hun, die nu in het Bewind is, zijne tractamenten of daggelden vrijwillig in 's Landsschatkist wierp, ter voordzetting onzer Marine, d; ar nu de Schepen zegt men, uit gebrek aan geld, zonder nut, of zonder iets uittevoeren, in onze havens opgefloten liggen ? Hoe veêl tonnen fchats zou men niet uitwinnen, wanneer alle de Reprefentanten, Leden (*) Romcin/che Gefchiedsnisfen, VU. Deel, Bladz. ICj enz. O /> JET 3 % 3 G d3§ REPUBLIKEIN. N°. 158 en 159. Jv*»g één dag, nog é&ze waarneming..., pn 'e*" zai een verbaazende ommekeer zijn ! Eene nieuwe eeuw zal ten voorfchijn treden ; eene eeuw van ontzetting voor dagelijkfche wezens, van fchrik vtor geweldenaars, van vrijheid voor elk groot Volk, van hoop voor den gantfciien aardbodem l voln ey. De Tijdperken der Omwenteling. Een geest van misnoegen en zwaarmoedigheid,-gepaard met de barigfte vooruitzichten, heerfchen alom, zoo wel bij Patriotten, als Prinsgezinden, en hebben, van den eerden aanvang der Omwenteling, geheerscht, nadat de oogenblikken der vuurigfte verrukking verdwenen waren. Dikwij's liep ik gevaar, om van die algemeene béfmetting mede aangeflokcn te worden. Nogthands, bleef ik yerfchoond, door het getrouw gebruik van zekere huismiddeltjes; cn tot hiertoe heb ik mijne gewoon e helderheid en opgeruimdheid van geest behouden. Gaarne ^fenschte ik, mijne Landgenoten, die ten dezen opzichte nog voor genezing vatbaar zijn , aan dit geluk te doen deelen, en dit is juist de reden van mijn tegenwoordig fchrijven. Waaruit ontftaat toch die algemeene misnoegdheid? 'Verfchillende oorzaken kunnen hiervoor opgegeven worden. Allen echter vcreenigen zich in dat ééne punt, —■ de bedrogen verwachting. — Reeds lang vóór de Omwenteling, hield ik mijn geest bezig met vooruitzichten van de gebeurdnisfen, die op eene eventuëele omwenteling zouden volgen. Zeer dikwijls vroeg •ik mijzelven: Wat maakt eene onwenteling wenschlijk ? en , zoo goed ik kon, poogde ik die vraag te beandwoorden. Intusfehen, bemerkte ik toen reeds aan alle - III. deel. Xx de  386 DE REPUBLIKEIN. . V de gefprekken van de vuurigfte voorfianders eener omwenteling, dat de flot-fom mijner overdenkingen hemelsbreed van hunne ontwerpen, wenfchen en vooruitzichten verfchilde, en deed mij daaruit al eene groote ontevredenheid over de toekomende orde van zaken vooruitzien. De uitkomst heeft mijne verwachting niet misleid. — Zie hier dan, wat ik heb opgemerkt. De voorftellingen van hetgeen uit eene toekomftige Omwenteling zou volgen, waren bij de meesten nog zeer verward. Ook waren de begrippen , over hetgeen dezelve wenschiijk zou maaken, zeer onbepaald. Zoo veel nogthands lieten zij duidlijk genoeg zien, dat men in het, algemeen verligting van lasten , dat veelen eene milde uitdeeling van vette, aanzienlijke ambten, en de verkrijging van Regeering-posten verwachtten , en dat anderen , wier harten van wraaklust brandden, niets anders wenschten, dan, bij zoodanige gelegenheid, eene Iaage drift te bevredigen. — Maar, wie ziet niet, dat, volgends den aard van menfchen en zaken, de meesten dezer verwachtingen en wenfchen geheel verkeerd moesten uitkomen ? Ik daartegen verwachtte niets van dit alles; ik voorzag , in de verre toekomst, waar en algemeen menfchengeluk, als eene vrucht dezer Omwenteling: ik zeg in de verre toekomst, misfehien eerst bij een nieuw geflacht: en alleen dit vooruitzicht kon mijn geest voor zwaarmoedigheid beveiligen, wanneer eens mijn hart wegkromp, bij de befpiegeling van alle die rampen, welke ons den weg tot dat geluk zouden baanen: want dat alles zoo bloedloos zou aflopen, dit kon ik mij nimmer voorftellen. Neen ; ik verbeeldde mij, en vreesde niets anders, dan dit de Omwenteling ons veel ftroomen bloeds zou kosten, als zij ons tonnen fchats gekost heeft. Tot mijn geluk ben ik hierin bedrogen. Dan,ten aanzien der voorziene rampen heb ik mij zooveel niet bedrogen. Na die eerfte bloedige tooneelen, dan, voorzag ik de teugels van het Bewind aan de ongefchiktfte handen toevertrouwd, — aan menfchen, die, door eene onbegrensde heerschzucht en gouddorst gedreven, hun hoofd veil hadden voor de verkrijging dezer dierbaare fchatten. Dit was mijn eerfte tijdvak der Omwenteling. De zoogenoemde fatfoenlijke lieden en rijkaards zullen, dacht ik , fl.il hunne pijp blijven rooken, en de kat uit den boom kijken. Waaghalfen zullen het werk op hunne hoorns  DE REPUBLIKEIN. 38? hoorns nemen : maar zij zullen ons ook die grap duur genoeg doen betaalen ; zij zullen de oude vette posten gantsch rifeéalTcbaten ,maar zelfs nieuwe fcheppcn ,zich zeiven wel voorzien, elkanderen den bal toekaatzen , de ongeboordffe lasten opleggen,om hunne verkwistingen en geheime dieverijen goed te maaken, en het Land in eene zee van fchulden dompelen. Intusfehen, overtrof de uitkomst mijne verwachting verre. De verkiezingen waren veel beter, dan ik mij had durven voorftellen. Ik zag lieden werkzaam , welmeenend werkzaam , welken ik reeds te vroeg als gevoelloozen had veroordeeld. Ik zag het beftuur onder een kring van lieden gebragt, van wier handelingen ik' op geen grond die akelige eu verwoestende gevolgen durfde verwachten, welken ik mij reeds had voorgerteld. Zij voldeden zekerlijk op verre na niet aan mijne wenfchen. Ik zag hen werken zonder plan, zonder eenige menfcbenkennist zonder eenige achtgeving op den geest des tijds, en maar al te veel beftiturd door onverzaadüjke heersch- en hebzucht. Ik zag hen hunne partijen noodloos, onftaatkundig en baldadig, verbitteren. Met één woord, omtrend dezen handelden zij als lieden , the het overwinnen nog niet gewoon zijn. Ik zag hen zoogenaamde revolutionaire fhikjens uitvoeren, die den vloek zelfs van alle brave Revolutionairen verdienen. Ik zag hen, in een tijd* perk, wanneer de fchaarsheid van penningen ieder ftuiver tot een gulden maakte, met 's Lands fchatten omfpringen, of ieder gulden flechts één ftuiver gold. Ik zag hen vee! fchaadelijks, veel verderflijks ongefchonden laten, alleen om dat het hun aan moed, aan vastheid van geest, en vooral aan een wel doordacht plan ontbrak, om ftout doortetasten. En eindelijk, ik zag maar zeer weinig kunde en braafheid met dien blaakenden volks-geest vereenigd, dien de Engelfchen public fpïrit noemen, en als zoodanigen, zelfs tot uiterften toe, volgen. Nogthands, maakten zij het in lang zoo erg niet, als ik mij verbeeld had. De fchaade was herfielbaar. Ik verbeeldde mij verder, dat die waaghalfen zeer fchierlijk het zoo bont zouden maaken, dat zij ook hunne beurt van omwenteling krijgen, en voor anderen plaats moesten maaken. Zommigen zelfs, vreesde ik, dat bij het buitelen hun kop zouden verliezen. En dan zouden de ftillen, de bedaarden volgen, die natuurlijk tot andere uitterften zouden overgaan. Gedeeltelijk is die verwachting wel uitgekomen. Maar, gelijk de eerften het Xx a b»  383 DE REPUBLIKEIN. be.er gemaakt heboen, dan ik mij immer had durven voorftellen, hebben de Jaaiften het veel erger gemaakt , dan ik ooit verwacht had. Zij zogten hunne partij te ftreelen , maar dit gefchiedde zoo onhandig , ais dc Ezel met zijn Meester in de fabel; en het gevolg was ook hetzelfde, dat zij niets bij hen wonnen, en noch ontzach , noch achting, noch genegenheid wekten. Hunne vrienden behandelden zij zoo onvoorzichtig, dat geen berouw der Ninivieten grooter kan geweest- zijn, dan het hunne, dat zij immer zoodanige wezens hadden verkozen. Trotsch, heerschzuchtig, willekeurig, flaaven van inzettingen , pointilles en flenders, bij hen als wetten geëerbiedigd, en beurtling over de eerfte en heiligde beginfelen van vrijheid en gelijkheid heen Happende, al naar dat het hunne belangen gold, hebben zij, bij hun aftreden, dit tijdperk, dat ik het tweede tijdvak der Omwenteling noem, bij ieder in de gehaatfte nagedachtenis gebragt, en zeer veelen,met de Israëlieten in de Woestijn , de voormaalige Egijptifche vlceschpotten doen terug wenfchen. Nimmer was ik dwaas genoeg, om mij voorteftellen, dat ons Spel van Omwenteling in drie Bedrijven zou aflopen. Ik verwachtte wel zeven, ten minften vijf. Dus, met het derde tijdperk, juist dat, waarin wij thands lecven , verwachtte ik nimmer, dat wij daadlijk in het rijk-gezegend Lui-lekker-land verplaatst zouden wezen. Maar ik dacht ook niet, dat Neêrlands Volk in zijne verkiezingen agtcrwaards zou gaan. Neen; ik vertrouwde, dat het geduurig beter zou worden. Hierin heb ik mij bedrogen ; maar het heeft mij toch flechts eenige uuren nadenkens gekost, om hierover tot geene zwaarmoedigheid te vervallen. Nu, dan, in het derde Tijdvak onzer Omwenteling, zijn de verkiezingen nog wel de flechtftcn van allen geweest , en alles, wat wij betreuren, is een gevolg van die verkiezingen. Dan, men moet ook niet uit het oog verliezen , wat het Volk tot zulke dwaaze keufen gedwongen heeft. De Regenten, (den naam van Bejluurders verdienen zij niet) te trotsch, om eenigen tegenftand, beleediging, of te hevige werking van den Volks-invloed te kunnen verduwen; of te lui, te gemaklijk, te zeer op hun perfoonlijk voordeel gezet, om zich eenige offeranden te getroosten, bedankten meestal bij de nieuwe verkiezingen, die andermaal op hunne perfoonen vielen. Nu was het Volk met zijne benoeming in de war.- het koos  DE REPUBLIKEIN. 389 koos toen zoo lang, totdat het zoodanigen vond, die uit genade zich die eer lieten welgevallen. De eerfte bieder was hier koop. En, al had zoodanige oorzaak niet aanwezig geweest; dan is het bij iedere Omwenteling natuurlijk te voorzien, dat 'er in dezelve eene periode moet komen, waarin de teugels van het Beftuur door lieden van den laagft.cn ftempel opgevat worden, — lieden van de diepfte onkunde , zoo arm m zeden en beginfelen , als in tijdlijke middelen, die alleen uitmunten in de kunst, om in troebel water zeer voor, deeli» te kunnen visfchen. Intusfehen, is het altijd wensdilijk, dat die Robertfpierriaanfcht periodes van allen dc kortften mogen wezen. Hunne onkunde brengt dikwijls veele zaken onheelbaar uit haar geheel. Hunne heerschzucht is zoo-vctf te onbepaalder, dan weleer hunne 'vernedering dieper was. Slaaven zyn de ondraagliikfte despoten, zoodra zij meefters worden. Hunne hebzucht is niet minder verfchriklijk, fchoon nog van allen het verfehoonlijkst. Waarom zou men belangloosheid beproefde eerlijkheid vooronderftellen bij heden, die,'van tijdlijk goed beroofd, niets anders, dan de bevordering van hun fortuin , bij zoodanige gelegenheden bedoelen? De fchuld is grooter bij hen, die hen in de verzoeking brengen. Men zou de welvaart des Lands „og niet te duur kopen, indien men hen allen van alle politieke bezigheden ontfloeg, en op een taamlijk ruim Bcnfioen ftelde. Dan, millioenen zouden hiertoe noodig zijn: hun naam is legio, want zij zijn veelen: maar het geld was toch wel befteed, en bleef in het Land. —. Dat het Volk tot zulk eene onvoorzichtige keus is vervallen, is weder zeer begrijplijk, als men, behalve de bovengemelde oorzaak, zich herinnert, dat zoodanige lieden het best van allen weten met het Volk omtegaan, en in zijne taal te fpreken. Nacht en dag geven 17 zich moeite, om de zoogenoemde Volks-belangcn voorteftaan, voor het Volk adresfen en requesten te ontwerpen , de nosten van Voorzitters en Secretariaten in Volks-vergaderingen waartenemen, hunne eigen zaken, indien zij die nog hebben, geheel en al te verwaarlozen, en zich in den toeftand te brengen, dat zij, zonder tijdige hulp, martelaars der vaderlands- en vrijheid-liefde worden. Het dankbaare Volk, hen als zijne beste Vrienden befchouwende, en alle die opofferingen in oogenfehijn nemende, wil hen gaarn vergelden; en bovendien befchouwt het hen als de waakzaamfte pahXx $ nuur*  390 DE REPUBLIKEIN. nuuren, die, zo zij eenmaal aan het roer Honden, het fchip van Staat in eene gelukkige haven zouden brengen. Hoe kan, bij mooglijsheid, hieruit iet anders volgen j vooral, wanneer de BeHuurers in het tweede Tijkperk zoo revolutionair moderaat handelen, dan dat, in het derde, zoodanigen worden gekozen, die de hekken verhangen, en eens immoderaat revolutionair doorflaan ? Zoo is het in onze Omwenteling gegaan; zoo ging het ook in de Franfche, die reeds verfcheiden periodes doorworsteld heeft, eer zjj tot het conjlitutioneele Tijdperk geraakte: en wat 'er nog zal gebeuren, eer zij tot de periode van gelukzaligheid aanlande, vermeet ik mij niet te voorfpellen. Mogelijk zal het tijdftip van vrede hierin veel, maar op verre na nog niet alles beflisfen. Indien wij wijs geweest waren, hadden' wij ons aan deze kunnen fpiegclen, en wel drie geboden op één dag laten gaan , om maa- daadlijk de haven van gelukzaligheid intezeilen. Maar dit zijn wij niet. Gefchriften kunnen het ons niet maaken. De ondervinding alleen is der dwaazen leermeesteres.' Wij 'moeten ondervinden , en daardoor leeren, hetgeen wij behoeven om gelukkig te zijn. Of wij nu reeds genoeg ondervonden hebben , om wijs te worden, geloof ik niet. Op zijn voordeeligst bercekend, moeten wij nog eene periode doorworflelen, eer wij de vijfde of laatfte zullen beleevcn, <— die, waarin wij de eigenlijke vruchten der Omwenteling inzamelen en genieten, en onder onzen wijnfiok en vijgenboom de dwaasheden van vroege dagen hartlijk belachen zullen. Mogelijk zijn 'er wel zeven toe beflemd, en dan zouden wij nog niet het toppunt onzer ellende bereikt hebben. Maar, hoe onzeker dit getal ook zij, veel, zeer veel zullen.wij nog moeten leeren, door fchaadelijke ondervinding leeren° eer wij rijp zijn voor de geneuchten, die Gelijkheid en Vrijheid ons belooven. Wij zullen moeten leeren kiezen, — de beginfelen in hunne grenfen en onderlinge betrekkingen doorzien, — en volgends de waare gefieldtenjs der tijden toepasfen. Maar, dan ook voorzie ik die gelukkige tijden, welken mij altijd eene Omwenteling hebben doen wenfchen, —- tijden, waarin de Vrijheid gevonden wordt, niet in het overfiappen van alle beginfelen van recht en orde, maar in de gehoorzaamheid aan de wet, en we] aan geene andere, dan die de uitgedrukte wil is des Volks, en die zoodanig is  DE REPUBLIKEIN. W is ingericht, dat zij onder alle ftanden arbeid, welvaart, V een betaamlijk genot van alle de zegeningen der ttf tuur verfpS - waarin de Gelijkheid geene moeder SecrTvan de verfchrikhjkfte wanorden; maar van de ftrikfte rechtvaardigheid en waare nederigheid, en daafdoofeerbied voor menfehenwaarde inboezemt _w£ in de Broederfchap aller harten vereemgt, en met dezelfde blakende zucht tot bevordering van het algemeenfdbest bezielt, - waarin geene lasten geheven worden , dan tot de onvennijdlijkfte behoef en . - Been« penningen des Lands hefteed worden, dan tot deszUts waa e nut en de uitgaven zoodanig verandwoord worS * weimenende het Beftuur prijst, en gaarn gewillig tot zulke algemeen nuttige einden fchot en lot ^wfzullen moeten keren kiezen zoodanigen, die zich nooit onttrekken, noch aanbieden, noch^anftocraren noch fortuinzoekers, — zoodanigen, die hunne verdie S met het kleed van zedigheid bedekken, en de ïnp izing van eerlijke belanglooze vaderlanders wel eens benSen. Wij zullen moeten leeren, dat noch „S geloofsbelijdenis, iemand eenige waarde of „r e kan geven. Onder Kerkhjken, Rechtsge^erdèZ Handelaars, Fabriekeurs zijn braven en fchu ken zoi ook is het onder Katholieken, Gereformeerden e 5e over ge Genootfchappen. Wij moeten dus zoo ver komen dat een Katholiek zijnen Geloofsgenoot, ,s hy £n domkop of fchurk, durft verwerpen, en boven hem een kS cn eerlijk Proteftant ftellen.en ook zoo om■ gekeerd Wij moeten zoo verr'komen, dat een braaf en kundig Bm-rer uit den M.ddenftand verheven wordt boL ri t™ fcftórk — met één wóórd, dat wi alSïn Vnta gefchikthcid en be- IwaamSen met betrekking tot den te vervullen post, Z het"ïdenHjk gedrag in het huislijk en burgerlijk-leven en deze vereischtcn nimmer,om welke reden ook, uf het oïg verliezen. Alsdan zelfs zal men iet leer hetgeen tlLds nog politieke ketterij >s dat een mink en kundig aanhanger van de voorige Conftitutie, in ae waarneming van zommige posten, verre weg verkieslijk Inven een fchurk, boven een weetniet, boven een drager, Ss gëmeenebestgezindheid eene tweeling is van de Bataaffche Vrijheid. Aary,„„ Wij zullen leeren de beginfelen in hun onderling verband doorzien. Gelijkheid, Vrijheid, Veiligheid en Xx 4 ^  39* DE REPUBLIKEIN. Eigendom bepaaien allen elka.ideren. Zonder flUiW* heid beftaat geene Vriiluid en 7onrW zr ; ,elPk' Eigendom ± de eerien g'SS»;« Jen allengskens en trapsgewijze leeren £n*a 1 J ons zei ven handelen. CiS^??^» van het gantfche gebouw zii isTl. i , Ifondilag digheid. dfc hS fcSdtSïrgter vIS niecr; zy ,s losbandigheid. V^fdfSf^ ftnjdt, verbastert van haaren aard en V die eene vrucht is van onge igè s ornX' Ma'nr k Geujkhetd opgeofferd moeten worde, "r'gVoSïeSeeS veele posten enkel gezond Sn? en^^Sj met voldoenend zijn, dat tot dezelven voTrbe ekenie oefcntngen kundigheden, befchaaving en zeteé Sn! van opvoeding vereischt worden, L n aaf ÏÏeeu u zekere krtngen worden gevonden Wij zu len leé e. dat hoe zeer,het Volk de Souverain zij, hóe zeer het invloed op het algemeen Beftuur beboore te hebben het echter voor het gros des Volks onmoogl jk j ' zich onophoudlijk met ftaatkundige zaken bezig tc hou' den en dat het eene onmenschkuntfge vorder ng is da Zn ^T) Hande,aar» Geleerde, den weinigen £ dtgen tijd die hem van zijne moeilijke bezigheden ov£ ichtct, geheel zal toewijden aan eenen arhe 1 zieh zeiven befehouwd; droog, vérveeend e*n hoof? brekend is. Allen zullen van ^e^^*^ W uitfpanmngen terug keeren; en , om de Volks ver zamelmgen met alleen ten prooij te laten aa.i mSguan-" ten en fortuinzoekers, die dezelven alleen bezóK om hunne laage oogtnerken te bereiken, en op Je tinhoopen der algemeene welvaart hunne eigen grooïïid te. bouwen zal men dezelven fluiten. Reedf z°e k derzelver plaats vervangen door Tempels in aan het vermaak en de verlichting gewijd, in weken een jugemcene Volks-geest gevoed en onderhouden wordt waarvan de bedoeling alleen is, het Volk zijn geïté doen gevoelen en het met zijnen gelukkigen fiand £ bevredigen Volks - zangen , Volks - redevoer£en V«ur-werken, Decoratiën, Uitdeeiingen Sfen van verdiensten voor kunst, naarnigheid, of dZd openbaare Vertoon ngen, vrii p-pHo- „™ r?„ utu5a» zui-  DE REPUBLIKEIN. 393 zullen het Volk met elkanderen verbroederen , het baarlijk ondcrfcheid van rangen en Handen voor eeuwig, verbannen, ieder de waarde van zijn geluk, van. een Nederlander te zijn, doen gevoelen, en hem voorbereiden, om voor zulk een dierbaar Land, met alle de geestdrift der Vaderlands- en Vrfneid-liefde, zijn leven te waagcn. — Over het algemeen, zal men meer lezen en minder praaten, geene Sociëteiten ter vóórlichting, meestal de kweekfters van partijfchap, behoeven, en zich in de gewoone gezelfchappen ter uitfpanning, door de mededeeling zijner gedachten, genoeg kunnen verlichten. Maar, dan zal ook in den rijken geene trotschheid, in den aanzienlijken geene heerschzucht, in den mingegoeden geene ambts-bejaaging meer gevonden worden. JANUS COCCEJUS, MEDEBURGER, *t Is doorgaands wat Iaat, (dewijl ik buiten woon) dat ik de Dagbladen krijg; dus koom ik mogelijk met mijne aanmerkingen wat agter aan. — Ik heb dan gezien-, dat voorgefteld is, om alle lijfftraflijke zaken aan een afzonderlijk Gerichtshof te bevelen. Dus za! men nu Steden, Vlekken en Dorpen, die altijd hooge jurisdictie gehad hebben, daarvan berooven ? — Het Recht, om voor zijne plaatslijke Rechtbank te verfchijnen, {Jus de non Evocando) daar onze Voorvaders zoo op gefteld waren, — en wie zou 'er nog niet op gefteldzijfn? — zal dan niet meer gelden ? Men zal ons voor een gedelegeerd Gerichtshof, verr' van onze haardfteden , flêepen ? ? Alleen N. B. zullen de volkrijke Steden daarvan uitgefloten zijn ■, deze zullen heur recht behouden ? —» Mag ik nu wel eens vragen: Waarom moeten dezen zulks toch vooruit hebben ? Hebben deze het recht zoo veel beter, dan de kleencn, bediend? Of moeten de kleene Plaatfen , gelijk van ouds , weder onder de groote bukken ? Is dat gelijkheid ? Is 'er wel iet haatlijker voor eenen vrijen Burger ? en, ik bid u,wat geeft, of neemt, het in de Conftitutie, dat iedere Jurisdictie ter Xx 5 eer-  594- DE REPUBLIKEIN. eerfte inftautie het recht uitoefent? Ik vraag nog eensis dat yan ouds 200 kwaalijk gegaan? ik geloof van neen. Men wil indedaad al te veel, en die te veel wil, wil niets! Als men het riet te fterk buist, dan breekt het. — Het affchaffen van de Gildens, wat zal dat toch ten gevolge hebben? Ik voor mij vrees, dat dit veeie neenngen en handteeringen, indien zulks zoo maar zonder eenige bepaalingen doorgaat, zal bederven — Even zoó nadeelig zal het zijn , ais men van de gecollecteerd wordende Gemeene Middelen affchaft, en dus de Ordonnantiën, waarin veele goede zaken tot voorftand van neeringen,handteeringen en fabrieken, gemengd zijn, vernietigd. De Steden zullen verwelken , en het Platte Land zal bloeijen. Eén voorbeeld, met betrekking tot de neeringen, zal genoeg zijn. Thands terwijl ik dit fchrijve O April g7j, is de zetting van een Rjggenbrood van 12 $ te Amferdam 13 Stuivers. — Vóór weinige dagen van Amersfoort over Emnes naar huis komende, werd mij daar flechts 7 Stuivers voor een zelfde Brood afgevorderd ;■ een verbaazend onderfeheid met Amfterdam, als zijnde een veifchil van 6 Huivers, ik vroeg, of zulks aldaar ordinair Brood was? Dit met fa beandwoord krijgende en zulks proevende, bevond het alzoo goed, als te Amfierdam. Het bezwaar van den Impost op Holland kan het onderfeheid niet maaken; want de Import js nog geene a Stuivers; dus, al reekent men die »er'af dan is het verfehil nog 4 Stuivers. De redenen van dit verteliijnfel nagaande, bevond ik dezelven hierin te beftaan. De Bakker op het Sticht verwoont jaarlijks maar 60, 70 tot 80 Guldens huur; het graan heeft hij digt bij zich; zijne brandftof is goedkoop, en bii de hand. Daarentegen, de Bakker te Amjlerdam moet c 6, ]a meer 100 Guldens huur verwoonen; de brand' ftoffen komen hem duur te ftaan; zijne ftedeüjke lasten zijn groot. — Als de Bakker op het Land flechts de huur wint, welke de Bakker in de Stad meer verwoont, dan heeft hij reeds een beftaan. Schaf nu den Impost en de Ordonnantie, volgends welke dezelve geheven wordt, af, dan zal men weldra de Stad met goedkoop brood overftroomen, en de neeringen der Bakkers in de Steden te niet maaken. — Hieruit blijkt ook, om dit ter loops te zeggen, wat 'er van dat gefchreeuw te houden is , dat de Smalle Gemeente, door het affchaffen der impofitiën, zoo  DE REPUBLIKEIN. 395 zoo veel verligt zal worden ; want het brood zal altijd in de Steden duurder zijn, in vergelijking van het Platte Land: dat ligt in den aard der zaken onveranderlijk opo-efloten. Ja, ik ga verder, en beweer, dat de affchaffing der' Impofitiën de Smalle Gemeente weinig helpen zal, of helpen kan. Neem maar eens den Turf-imposr, dat'al eene vrij hooge belasting is. Het zal zeer weinig helpen, of dezelve vernietigd worde. Waarom ? omdat de Smalle Gemeente, bij i en 2 Stuivers, de turf bij de opkopers h..ak; zij krijgt 738 turven voor 1 Stuiver-, die turf is zeer Hecht, en van een zoort, dat aan anderen niet gefleten kan worden. Zij heeft altijd, of 'er impost op is , of niet, flecht en duur. De mccrvermogenden zijn het eigenlijk, die bij de affchaffing zouden Minnen. — De Aardappelen zelfs, die nu, zoo veel ik weet, in Holland niet belast zijn, eet de mindere Burger fleeht en duur; hij kan die niet anders bekomen, dan bij kleene maaten, en betaalt die drie en viermaal zoo duur, als iemand, die dezelven by de ton op zijn tijd kan opdoen. — Even zoo is het met andere dingen; dat blijft onveranderlijk, en ligt in de natuur en omftandigheden der zaken opgefloten. 'Er is,dus, naar mijn inzien, geene evenrediger en draaglijker belasting te vinden, dan, zoo als het nu is op het Confumable. Het Plan, door u met bijzondere onderfcheiding in No. 14a aangehaald, en te Leiden bij du Mortier^ door B. B. uitgegeven, heb ik gelezen; maar het zij mij vergund amtemerken, dat eene wijsgeerige befpiegeling der wetten, inzonderheid op de belastingen, geheel wat anders is, als de mooglijkheid der uitvoering. Ik kan het Plan, daarbij opgegeven, met goedkeuren ; want men zou, volgends hetzelve, moeten doordringen in het heiligdom der huisgezinnen; men wil den Burger doen ontdekken en aan den dag leggen, hetgeen hij niet wil openbaar hebben ; dit zou eene inquifitie, eene gewelddadigheid wezen , die in geen vrij Land behoort. Ook zijn, mijns oordeels, alle perfoneele belastingen een overlast;het hoofdgeld is eene knellende flaavernij. Zegt men: onze behoeften zijn dringende; men moet alles doen, om geld te krijgen; dan geldt daar tegen, dat, naardien de behoeften van den Staat vermeerderen, en de inkomsten verminderen, men dus, gelijk een goed huisvader doet, zijne tecring naar de neer ng dient te zetten. Kunnen wij geen 50,003 Militairen meer onderhouden, dan moet * zulks  396 DE REPUBLIKEIN. zulks verminderd worden. Wij hebben nu 25000 Franfchen, die wij betaalen; ik heb de reekening hooren maaken, dat die ons drie en viermaal zoo veel kosten, als een gelijk getal van onze eigen T-roepen, behalve hetgeen'er nog veronachtzaamd wordt. Waar moet dit toch heen? Daarenboven kan men vragen - Zijn de uitgaven overal zoo zuinig en nuttig befteed, als be-' hoorde? Denk dan maar eens aan het Committé van uidmimjlraue dar Franfche Troepen, enz. enz. enz Wat kost onze Marine een geld, zonder nuts De' Schepen blijven liggen; de vijand trotfeert ons vóór onze wal, neemt alles weg, en wie ziet 'er beterfchap op? Ik weet -wel, dat met onwillige honden kwaad haafen jaagen is, dat mooglijk drie vierde der OnderOfficieren en Matroofen orange-gezind zijn, en dat het te vreezen is, dat de Vloot, zoodra z'ij in zee komt, aanftonds opgefnapt zal wezen: maar, ma» ik 'dan wel vragen: Waarom houdt men zulk volk ten "onzen kosten? Waarom dankt men dat niet af? Ik had dan, naar mijne geringe kunde, liever een minderta'l, waarop ik vertrouwen kon, dan een geheel, dat bij meerderheid niet deugt. — Nog ééne vraag: Hoe zal het toch gaan met onze Conffitutie? zij is nog verr' af van in orde te zijn. Het Plan, zoo als men dat nu met allerlei haaken en oogen uitwerkt, zou ik van mij niet kunnen verkrijgen, om goedtekeuren: het is een zamenftel van monarchale ariftocratie; ik had het Plan van de eerste Commisfie ,anders gehoopt en verwacht: maar waarin is de nieuwe vorm beter? Die twee Kamers, die vermogende Staatsraaden , ftaan mij geweldi" tegen; het Volk is niets. Denk echter niet, dat ik vóór eene zuivere democratie ben : neen, vooral niet • maar de Amcrikaanfche Conffitutie 'ftaat mij in veele opzichten beter aan, en zou, naar mijn begrip,veel meer met het Nederlandfche Charakter ftrooken, dan dat dit alles thands naar de Franfche manier moet ingericht worden. Wanneer nu dat Plan af js, en aan het Volk ter goedof afkeuring voorgefteld wordt, wat dan? Zal het dan maar wezen: gij moet maar eenvoudig ja of neen zeggen? Moet ik dan, om het goede, dat 'er in is, ja zeggen, en het kwaade over het hoofd zien ? of moet ik, om het kwaade.dat ik 'er in vind, het goede afkeuren? en wat weet het grootst gedeelte des Volks 'er van?bijna niets; men gaat op fchreeuwers en windmaakers af; want ik weet bij ondervinding, dat 'er hoe lan-  DE REPUBLIKEIN. 397 lateer zoo minder gefehikte Burgers en waare Vaderlanders in de Grondvergaderingen opkomen, en het was wel te wenfchen, dat dit anders ware. Ik weet ook wel uit de Dagbladen, dat één der Reprefcntanten •een Rapport heeft uitgebragt, met ftraf bepaalmgen, zelfs van niet te mogen erven, enz. tegen de afwezig bhjvenden; het kan ziin, dat het een goed middel is, maar men vcroorlove mij te zeggen, dat alle dwang afkeerig maakt; dwang kan alleen dienen, om iemand iets te doen nakomen, waarvan men verzuim te gemoet ziet, als hij vrijwillig kan werken: maar wie is 'er, die niet de rampzalige gevolgen van zoodanige dwangmiddelen vooraf bereekent? Eindelijk, wat zal 'cr nog van de Departementen worden, ik vraag mij zelfs; zal ik een Hollander• blijven • een ander vraagt: za! ik een Fries enz. blijven? Of 'wat naam kriig ik ? is het niet een aangeboren infiinkt, dat men aan zijn geboorte-land gehecht is? B-sch dat eens uit, zoo gij kunt! Dit is onmooghjk, en dat vooral in Landen, die eeuwen geftaan hebben, en wat zal het 'er toch toe doen, of Holland, Holland, Friesland, Friesland 'enz. blijft? Maar, zegt men het is alleen, om het fcederalismus met wortel en tak uitterooijen. Dan, zoodra gij de Republiek in c 6 en meer Departementen verdeelt, die te zamen één geheet uitmaaken ,'is dat dan ook niet even zoo wel fcederalismus, als' anders de Gewesten, fchoon ieder een Departement blijvende, te zamen zouden zijn! ik zwijg nu van het verfchil van rechten cn gewoond ten van ieder 'Gewest'; kan men dat alles,zoo maar affchudden ' Wil men, om zijn oogmerk te bereiken, geweid'gebruiken, of vrees aanjagen, waarvan een flaauwe trek in het gedrag van den Franfchen Generaal, de 7ean omtrend de Friefen ligt opgefloten? dan neem ik mij voor, om nooit weder in eene Grondvergadering, optekomen. Als ik vrij ben, moet ik ook naar mijn licht vrij kunnen werken. Ik kan dwaalen, dat beken ik- maar, zoolang men mij daarvan niet overtuigt, blijf ik'bij mijn gedachte, en keur niet goed, dat mijn hart afkeurt fk had verder nog wel eenige aanmerkingen; maar ik zal het 'er nu maar bij laten , en blijf, onder Heil en Broederfchap, uw beftendig Lezer, EEN HOLLANDER. ' r~m dtn Jtwftel, 5 dfprü 97- AND-"  398 DE REPUBLIKEIN. ANDWOORD. Onze Correspondent houde het ons ten goede dat wii verdienen alle aandachtige overweging ennZ 5„T: ' den roem toekennen , dat hu lef ft uk dlr h„ m geheel en ,net vee, ^ASffiAfiB^ Dat onze Correspondent zieh niet kan vereengen m« net Le.dfche Ontwe-p van 8. in No. M2 van onfT/M fclit.it aangeprezen, kunnen wij ons iigth/k voorS" Intuslchen, komt ons zijn bezwaar dar HaaJ^ J, • gendommen der Burgers ken^ude ?n\t te we.mggew.gt voor. Immers, zijn niet verr' de mee t ?boe dels . ook zelfs volgends den tegenwoordige! ftaat van fe ma^S % de jollen dergeNotaarirsreV„^ mui mag daarvan, t is waar, geen onenliik vphmibmaaken: maar, indien ik mij, als\erlijkvXlE var. mijnen pl.cht kwijt, om met mfjni vermoei teï Land te helpen, waarom zou ik mij dan fchaamen ™ de geheime Registers van 's Lands Kantoor dien.mmer oneer het oog komen , dan van beëedigde Bediende^ dé ronde fommen te doen aanteekenen ,S welken bet Land aan mij Ichuldig is , daar juist zulk een C boek■ S den Engcllchen fmaak aangelegd, onder eene zeerêen youdige beheering , duifende nioeiten , pap,ér en eeTd zoude befpaaren? En waarom zou dezelfde eenvofSf,,' heid niet heerfehen in de belastingen, wékerKëSnB; door het Plaatslijk Bewind, tegen {• of 4 Gulden ten nó" derd zoude kunnen gefchieden? Het verkil van pnis om" trend het Bro d d(W ^ Correspondent aangehaald heeft voornaamlijk zijnen oorfprong uit de 1™ Sm, verfchillende zettingen, welk/ÏÏS 'ftSj hebben, en waaromtrend, zeer gemakl/ik «.„p hllïr-f evenredigheid kan worden d^rll^S^j^ 7«T  DE REPUBLIIvEIN. 399 Jurisdictie betreft, door Steden en Dorpen tot nogtoe genoten, het volgt, natuurlijker wijze, uit eene vereenigd» Staats-form, dat zoodanige voordduurenda vergunning, welke ook , uit hoofde der gelijkheid, aan allen zou moe-; ten gefchieden , een Land vol van Gerichtshoven zou vormen , zonder eenig wezenlijtc nut. Thands behooren Steden en Dorpen in eene gelijke affchaffing te deelen. Dan, zulks neemt echter niet weg, dat alle plaatslijke rechtsöefening ftand houde , en dat dus de Jurisdictie ter eerfte inftantie blijve voordduuren Wenschlijk ware her, dat men, in navolging van Engeland en Frankrijk, zulks door Gezworenen voordaan deed verrichten, immers, deze wijze van rechtsöefening is de eenvoudigfte, min kostbaarfte, en werkzaamfte ter verkrijging van goed recht Dat de inftandhouding der Gildens voor veelen, het zij dan uit weik beginfel ook, dierbaar blijft, is ligtlijk te verklaaren; dan, dit neemt niet weg, dat de algemeene. welvaart, en het recht van ieder Burger, om zijn beftaan in de maatfchappij te vinden, derzelver volftrekte vernietiging vor. dert; terwijl in alle die gevallen, waarin de algemeene welvaart daardoor zou vermjnderen , zeer wel de nodige voorzorgen daartegen zullen kunnen genomen worden. — Dat ons Zeewezen in eenen jammerlijkeu ftaat , en het Plan van Conftitutie een monfterachtig ontwerp is, met betrekking tot onze Republiek , erkennen en bejammeren wij ten vollen met onzen Correspondent , en het herftél daarvan bevelen wij aan de oprechtfte vrijheiden vadeilands-min van hem en van alle waare patriotten. Maar, dat een eerlijk Vaderlander, die halde doet aan de beginfelen van gelijkheid en vrijheid, thands, aan het einde der agttiende eeuw, nog kan blijven hangen aan eene gewestlijke benaaming van Fries of van Hollander, dit indedaad is nog één dier overblijfièlen van den ouden Provincialen zuurdeesfem des ftaatkundigen vooroordeels, dat alleen in eenen ftok-ouden grijsaard verfehoonlijk is, wiens reden zijne kracht verloren heeft, en die zich daarom alleen aan het oude hecht, omdat hij het alzoo zederd jaaren gewend is. Hadden onze Voorvaders op dat zelfde fundament gebouwd; dan waren wij misfehien nog onder de woeste horden der allereerste bevolkers van deze Gewesten, of misfehien nog veel verder te zoeken. Eene Republiek van oude Slendriaanen, en eene Staatkundige Omwenteling aan het einde der agttiende eeuw,...l grooter tegenftrijdigheid is 'er voor ons naauwlijks denkbaar. Hoe! gij, die u Batd's heldhaftig kroost noemt', <»ij zoudt den naam van Bataaf verachten ? Gij zoudt aan de rampzalige benaaming blijven hangen van een hol Land, dat. zonder uwen moed, zonder uwen arbeid, en zonder UW  400 DE REPUBLIKEIN. uw vol vaardig dragen der belastingen, ieder oogenblik ue vaar loopt een prooi der golven te worden? Gij zoudt daarvoor geenen naam verkiezen, die u ten all»n ftonde tot heldenmoed ontvonkt? —, Vaar eeuwig wel, 6 Vrij. heid, Land en Volk, waar vooroordeel" en gewoonte de wetten zijn!!! , ö *** ?en £ee'erden Zender der Voorftellen uit Zaan. dam, van as April, diene ten berichte, dat dezeiven, zoo als zij aldaar zijn voorgedragen om lekende redenen, niet kunnen geplaatst, maar dat daarvan in het vervolg, overeenkomftig het oog, merk, gebruik zal gemaakt worden. ■f t t Den waardigen Zender van het bewuste Con•f t cept-Plan zij hartlijfc dank voor het gezondet ne. Hetzelve zal, overeenkomftig het verzoek ten gepasten tijde, een dankbaar onthaal vinden. Te rimfterdam, bij M. Schaiekamp, m de Wah moesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage ]. Plaat. Leyden Honkoop en Herdiug. Haarlem Walré,f. Beets en Wed. van B rus iel. Schiedam Sweben. Delft Koelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn ]. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij dc voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a ii Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. 160. II vaut dire, que le Gouvernement le plus conforme a la nature est celui, dimt la dispofition particuliere Je rapporte mieux i la dispofition du feuple, peur lequel ü est ètabli. montesqüieü. (Vervolg van N\ 156.) IVIet genoegen befpeuren wij in de Nationale Verga* dering eenigen meerderen fpoed in de behandeling- van het Ontwerp der Conftitutie, die ons doet vooruitzien, dat hetzelve welhaast aan 's Volks goed- of afkeuring zal aangeboden worden. Dan, even die zelfde fpoed verplicht ons ook, deszelfs beoordeeling zoo veel mogelijk te bekorten, ten einde niet te ver agter te blijven. Intusfehen, is het zeer mogelijk, dat gemelde Vergadering ons vooruitlope, en vroeger, dan. wijt, gereed zii; dan, dc toegevende Lezer zal ons in dit geval wel het recht willen doen, van te erkennen, dat een Ontwerp van dat gewicht en die uitgeftrekthcid , gelijk dat van NeêrlancPs Staatsregeling , niet in eenige vluchtige oogenblikken, in zijn. geheel, en in zijne dealen, door en door kan befehouwd worden. — Om dan deze kortheid te betrachten, zullen wij, bij de overwegingen van den Zevenden Titul, dien wij thands hebben gekozen, flechts die bedenkingen voordragen, die ons , bij deszelfs lezing, volgends de gemaakte veranderingen, zijn ingevailen, terwijl wij den Lezer naar het uitgegeven Plan verwijzen , om hetzelve verder naartcgaan. _ Over het algemeen, durven wij wel zeggen, 111 dezen Titul veel gevoel van goede beginfelen aangetroffen te hebben, maar dat op veele plaatfen verlamd is geworden door eene zekere zucht, om tusfehen de vooroordeelen, de aloude gewoonten, en de beginfelen, ze- III. deel. Yy ker  402 DE REPUBLIKEIN. ker verdrag te fluiten, uit angstvalligen fchroom voor de bedenklijke gevolgen eener grondige hervorming En dit waarlijk is het verderflijk gebrek , dat door het geheele Ontwerp van Conftitutie heerscht. Wij misfen in dezen Titul twee merkwaardige Artikelen; vooreerst, dat op het recht, om civile gejchillen door fc/mds lieden, ter keuze van beide partijen, te bejlechten, nimmer inbreuk mag gemaakt worden, — en ten anderen, dat het Recht On civile zaken) om niet gedaan worde. — Wij vinden wel, dat het Volk de verkiezing heeft van de Departementaaie en mindere Rechters: maar de keus van de Rechters voor het Nationaal Gerechtshof is al mede, even als de begeving van zoo veele andere iucrative posten, aan de Ka» mer der Oudften verbleven. Waarlijk, de oude geest, die de voonge Conftitutie zoo gehaat en gevloekt maakte , heeft ook in deze niet weinig zijn invloed uitgeoefend. Overal vind men den angstvaliigften fchroom, om het Volk, in den waaren zin, te laten kiezen. De geheele Conftitutie heeft de eigenaardigfte ftrekking, om ons weder tot het oude, ftelfel te brengen, toen flechts een kleene kring van Rijken en Patriciërs onder eikanderen over alle aanzienlijke en vette posten befchikten, om dus den klem der regeering altijd in handen te houden. De Kamer der Oudften kiest de Raaden tot het Nationaal Gerichtshof — een post van vijfduifend gulden:... de eene vriendfehap is de andere Avaardig wij beeven voor de gevolgen. Maar, waartoe dient toch dat permanente Nationale Gerechtshof? Mogelijk tot een bullebak voor allen,die in eenig Beftuur zijn? In Frankrijk wordt het gevormd alleen dan, wanneer het noodig is; en dan nog heeft de Volkskeuze eenen rechtmaatigen invloed op hetzelve. En waarlijk, wij kunnen ook niet vinden, of het grootfte gedeelte van deszelfs werkzaamheden kan zeer wel aan andere rechtbanken toegewezen worden, en zoodanigen, die bij uitfluiting tot hetzelve zouden behooren , gebeuren niet dagelijks. Men leze flechts de lijst der onderwerpen wier beoordeeling aan hetzelve is opgedragen , en dan zal men zien, dat wij dit kostbaar Hof wel konden misfen. Met verbaazing zal men, onder anderen , onder die Lijst een artikel vinden, dat de fchreeuwendfie inbreuk maakt op het dierbaar jus de non evocando: wij bedoelen Lett. d. van Art. 6ób. Aldaar worden alie Leden  DE REPUBLIKEIN. 40a den en Ministers van het Nationaal Beftuur alleen aan dit Hof onderworpen, niet alleen ten aanzien van misdaaden in de bediening van hunnen post; maar ook van alle andere misdaaden, hoe ook genoemd, door dezelven bedreven. Zij worden dus, zoodra zij Leden van het Gouvernement worden, aan hunnen eenigen wettigen Rechter, den Rechter van het Departement of der Gemeente, waar zij woonen, of waar het misdrijf gepleegd is, onttrokken, om voor eene vreemde Rechtbank getrokken te worden. Hoe veel edeler en fehranderer hebben dc Franfchen in hunne Conftitutie dit verfchil van misdaaden in het oog gehouden, en alle commune delicten tot de plaatslijke Rechtbank verwezen! Vereenigen wij nu dit met de herinnering, wie zij zijn , die deze Rechters verkiezen , dan incedaad beeven wij voor dc gevolgen. En.voor wie, toch,, is dit Nationaal Hof verandwoordlijk? Voor niemand, dan voor zich zelvcn: want het oordeelt zelf over alle de misdaaden zijner Leden; ja, wat meer is, niemand, dan dit Hof zelf, heeft de macht totdfuspenfie van eenigen zijner Leden! Het is onfeilbaar, onverandwoordlijk, en dus oppermachtig! 6 Konden wij ui de zielen onzer Lezers overgieten de gevoelens, die ons thands bij het fchrijven vervullen... „Weg, met zulk een monitor van een Lichaam," zouden zij roepen , " dat de macht gegeven wordt, orri, op den heiligen " naam des rechts, het werktuig der gevloektfte dwtng„ landij te worden!" — Doch, laten wij ons bekorten, om ook de overige deelen te befchouwen. De vereeniging of verwarring van Politie en Justitie is altijd befehouwd als gevaarlijk voor de rechten van den Burger, voor vrijheid, veiligheid, en eigendom. Zij behoorde geheel afgefchaft te worden in eene Conftitutie op die rechten gegrondvest. Wel nu, men heett dezelve ook afgefchaft, maar alleen in woorden. In de-zaak, is het tijdftip van die vernietiging op St. Jutmis bepaald. Art. 636 zegt : De Admtniftratie van alle politie of magiftratuur zal overal gefcheiden moeten zijn van liet Rechter-ambt. Dan, opdat men niet begrijpen zou , dat dit daadlijk behoorde te gefchieden , zoo als de natuur der zaak vordert , is 'er zeer voorzichtig bijgevoegd: de Wetgevende Macht zal bepaaien , binnen welken tijd die fcheidmg effect Jorteeren zal. 1 ... , Met de bijvoeging , agter de woorden rebellie ot Yy a  404 DE REPUBLIKEIN. invafte in Art. 642 ; dat naamiijk de aanwezigheid van die rebellie, of invalie, door hei Wetgevend Lichaam bij een formeel Decreet erkend moet worden, alvoorens de Wet opteheffen, van niemand langer dan vieren-twintig uuren in politieke detentie te houden, maar hem aan zijnen competenten Rechter uitteleveren, — met deze bijvoeging, kunnen wij niet nalaten,. dit Artikel als het palladium onzer burgerlijke vrijheid te befchouvven, en als zoodanig ten hoogden goedtekeuren. Dus zal 'er, toch, eens een einde aan alle die politieke arresten komen. — Zoo ook moeten wij recht doen aan de overige Artikelen dezer afdeeling, die meest allen eenen wijsgeerigen en menschlicvcnden geest aan den dag leggen. Alleen zouden wij de oorfprongiijke redactie van Art. 650 beter keuren, dan de verandering, daarin door de Vergadering gemaakt, waardoor het vormen van een Crimineel en Civiel Wetboek , waarvoor de tijd. van een jaar gefteld was geweest, tot eenen onbepaalden tijd wordt verfchoven. Zekerlijk, 'er wordt bepaald , om hiermede ten fpoedigflen gereed te zijn ; maar men weet wel , hoe fpoedig Nederlanders , en nog wel Advokaaten werken, cn dat we] , wanneer de belangen van hunne beurs door den fpoed zouden kunnen lijden. — Ook de Pijnbank en haare affchalfing, wordt ad Calendas gracas, dat is, zoodanig verfchoven, dat 'er nimmer eenige gunstige afdoening van komen zal. Tot zoolatig, dan nog , zal de ontdekking en beflisfing over fchuld cn onfchuld van phijfieke krachten afhangen. — Bij dit Artikel hadden wij, als een natuurlijk gevolg, de bepaaling vcrwachf, of tot de veroordeeling enkel getuigen s van anderen , of ook de eigen mondlinge en fchriftüjke verklaaring gevorderd zal wórden , ftrekkende tot een Grondbeginfel voor dat aanftaande Wetboek ? . _ Op deze Afdeeling volgt die van het Nationaal Gerichtshof, in welke weinige veranderingen gemaakt zijn ; .alleen is het Tractament van deszelfs Leden van 4 tot 5000 Guldens verhoogd. Beproeven wij, of de lijst der bezigheden, die aan hetzelve weiden opgedragen , niet .Zoo veel verkort zal kunnen worden , dat deszelfs yoordduurend beftaan onnodig wordt? 1.) De misdaaden van hoog verraad. Dezen zeker behooren tot hetzelve; maar God zij dank ! die zijn zoo meenigruldig niet, dat wij zulk een Raad der beroerte zouden .behoeven. 2.) Misdaaden, door Ingezetenen van onzen  DE REPUBLIKEIN. 405 -en Staat tegen buitenlandfche Mogendheden begaan, al mede zeldzaam; en ook gedeeltelijk tot d ta.tementaale rechtbanken behoorende , indien dezelven zullen daargefteld worden. 3.) Misdaaden van het Beftuur , of deszelfs Ministers ; al mede ze dzaam , of departementaal. 4.) Misdaaden van Ministers bij buitenlandfche Mogendheden j zeldzaam, of naar het uit■ voerend Bewind. 5O Gefchillen tusfehen de Departementen: aan het Wetgevend Lichaam, zoo ook de Jurisdictie quastien, enz. Wij willen dit niet verder uübreiden ; maar wij houden ons verzekerd , dat ook alle de overige onderwerpen denzelfden weg zullen kunnen opwandelen , of althands tot de zeer zeldzaamen behoord Ook, op dezen grond, behoeven wij ons met uittelaten over de Project ■ Znjlructie, welke voor dit Nationaal Gerichts-hof agter het Plan van Conftitutie, als Bijlage B, gevoegd, en door de Nationaale Vergadering met weinige verandering is aangenomen. Alleen kunnen wij geenszins de noodzaakliikheid zien van een bijzonder' Zegel tot de zaken van Justitie , dat onder den tijdlijken Voorzitter van dit Hof zoude berusten ; daar wij in eene ondeeibaare Republiek Hechts één nationaal Zegel kennen , waarmede alles, wat de Conftitutie daartoe vordert, moet voorzien zijn, en dat alleen kan berusten onder den tijdlijken Voorzitter der hoogfte vertegenwoordigende Macht, die het, wanneer 'er papieren moeten gezegeld worden , alleen aan den Minister van Finantie mag afgeven. Voords , moeten wij ons ten hoogften bekiaagen, dat dit ftuk zoo uittermaate gefpekt is met basterd - woorden, dat het voor den algetneenen Burger voiftrektlijk onverftaanbaar is Op de derde Afdeeling, wegens de Departementaale Gerichtshoven, hebben wij flechts deze twee bedenkingen, in de onderftelling naamiijk, dat de Natie de zoo kostbaare Departementen de milde zoogfters van duifende Ambtenaars —• behouden zal, hetgeen echter, nog zoo waarfchijnlijk niet is; naamiijk het Artikei, dat het getal der Departementaale- Gerichtshoven bepaalt, en op dat, hetgeen de vereischten van een Reehter omfchrijft. Ten opzichte van het eerfte, waarin bepaald wordt, dat in die Gewesten, waar Gerichtshoven ontbreken, dezelven door het Wetgevend Lichaam geconftittieerd 'zullen worden tot aan de Organifatie der Departementaale Gerichtshoven, willen wij wel erkennen, dat wij liever gezien hadden, dat alles Yy 3 °P  4®S DE REPUBLIKEIN. op den ouden voet was gebleven, tot den tijd, dat de nieuwe Departementale Verdeeling werd ingevoerd wanneer ook daadlijk de Organifatie der Deparrementaale Gerechtshoven moet plaats hebben. Het een kan toch niet van het ander afgezonderd worden. Op die wijze immers, is 'er alleen gegronde hoop dat de daarftelling dezer, alsdan heilzaame, fchikkiraren ten fpoedigften zal gebeuren. Daar anders, volgends°dit Artikel, noodwendig veel tijds moet verlopen , en onnutte kosten verkwist worden, tot het daarftèllen deiontbrekende Gerichts-hoven. Wanneer zij 'er daadüjk zijn , zal men moeilijker tot vernietiging van den gedaanen arbeid, en tot de invoering der conffitutioneele hervorming befluiten; alles zal op de lange baau worden gefenoven, en de verwarring, uit de Jurisdictie-gefchillen ontteande, zal fchroomlijk wezen. Dan, belaas • men vreest waarlijk niets meer, dan hervorming omdat zij verandering' is, en een Nederlander zich daaraan niet gemaklijk gewennen -wil. Onze tweede bedenking, op deze Afdceüng , betreft de bepaaling voor ieder Departementaal Rechter, om "in de Rechten gegradueerd (op s'Lands Hooge School tot Leeraar in de Rechten bevorderd) te zijn, terwij! men deze vereischte van ecu Rechter in de' Gemeenten niet vordert. Wij voor ons kunnen de noodzaaklijkheid van dit vereischte niet bevatten, giftand» niet zonder nadere bepaaling. Zekerlijk, zoolang 'er nog geen Civiel en Crimineel Wetboek voor de gantfche Republiek is ingevoerd, is de. kunde van de plaatsJijke rechten en manier van procedeeren voor den Rechter (dus niet fiechts den Departementaalen , maar ook voor den Rechter der Gemeente) onontbeerlijk, om niet de fpeelbal der Rechtsgeleerden te wezen. Maar, wat zal die bevordering van 's Lands Hooge School' baaten , bij de invoering der gemelde Wetboeken, als waarin op dat tijdftip geftudeerden en ongeftudeerden even oi> ervaren zullen wezen , en waarin dan ook , na eenden tijd , 011 geftudeerden even kundig, als gegradueerden kunnen worden : want dat Wetboek zal toch wei in pnze Nederiandfche taal gefchreven zijn ? Wij zouden dus het vernietigen van dat Artikel aanprijzen , en Jatcn zulks aan de keuze des Volks over, dat wijs genoc zal zijn, om wel eens ongeftndeerde menfehen boven gegradueerde Ezels te verkiezen, althands om aan dien Ti-  DE REPUBLIKEIN. 407 Titel alleen niet het denkbeeld van kunde en geleerdheid te hechten. Betreffende de vierde Afdeeüng van de Rechtbanken in de Steden en ten Platten Lande , moeten wij al aanftonds de onvoegzaamheid van den Ti tul aanmerken in eene Volks-regecring bij vertegenwoordiging, waaide rechten van Münsch en Burger gelden. Aldaar Is het hoonend, van Steden en Platte Land te fpreken, als waren zij, bij de Conftitutie , van eikanderen in aanzien, rechten en macht, onderfcbeiden. Dus moet de Titui alleen zijn: Van de Rechtbanken der onderfcheiden Gemeenten. •— Zeer bedenkiijk is ook de invoering van eeiie provifioneele Organifatie dier Rechtbanken , volgends Art. 604, daar zulks aan even dezelfde zwaarigheden onderhevig is, als het geheele ontwerp en. de invoering van een nieuw Civiel en Crimineel Wetboek. Dit zal gehecllijk kunnen wegvallen , wanneer het Wetgevend Lichaam, bij de Conftitutie, gelast wordt te zorgen , dat zoodanig Civiel en Crimineel Wetboek, anderhalf jaar na de invoering dezer Conftitutie, zal gereed zijn-, om algemeen ingevoerd te worden-, terwijl ook daaromtrend, voorlopig, dient te worden vastgefteld, dat, en het oorfpronglijk recht van ieder Burger, om ter eerfte mftantie (de misdaad van hoog verraad tegen dc Natie alleen uitgezonderd) vóór zijnen Plaatslijken Rechter te verfchijnen (jus de nonevocandtj), heiiiglijk bewaard, en dat de uitfpraak over daaglijkfche Gefchillen, door middel van. Scheids-mannen, of Vrederechters, omt-niet, als een grondwettig beginfel zal wjrdcn aangenomen. De vijfde Afdeeüng, eindelijk, van de Rechtspleeging over de Militairen, fchuïft wederom alles op den hals van het eerstkomend Wetgevend Liehaam na de invoering der Conftitutie, zonder tevens de beginfeJen daarteftellen , waarnaar zich die Mncht naderhand zal moeten regelen, offchoon dezelven zeer duidelijk zijn. In een vrij Gemeenebest, gruuwt men van militaire jurisdictie en rechtbank, dan in den zeer naauw bepaalden zin dier vergrijpingen , welke gefchieden, terwijl de Soldaat onder de waapenen is, en, met eene kleene lijf-ftraf, of gevangen-zetting van eenige dagen, geboet worden. In alle andere misdaadige gevallen, behooren de Militairen voor hunnen plaatslijken burgerlijken Rechter gedaagd, en aldaar gevonnisd te worden. Dit-  4o8 DE REPUBLIKEIN. Ditzelfde geldt ook wegens den Matroos, zoo lang hij aan wal is. Hieromtrend behoort geen ondeifcheid van rang plaats te hebben, van den gemeenften Soldaat tot den hoógften Bevelhebber. — De Krijgs-lieden te Land maaken hier, natuurlijker wijze, uitzondering, zoodra zij in het veld zijn, wanneer 'er een Krijgs-raad wordt gevormd, aan welks hoofd zich een Lid'van het Wetgevend Lichaam, als Commisfaris te Veld, bevindt ; even gelijk dit omtrend de Vloot ter Zee plaats heeft. ■ (Het Vervolg hierna.} Te yimfterdam, bij M. Schaiekamp,/»* Warmoesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 's Hage J. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, J. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfeh. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a ii Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. N°. 161 en 162. V Jmour de la Repullique dans une Democratie est celui de la Democratie; l'amour de la Democratie est celui de i B.. &altti' montesquieu. Dtlios aan zijnen Stiefvader a&istus. Thands, mijn waarde Stiefvader , verplicht mij de nood, aan u te fchrijven. Nog ééne pooging, om u tot zagter maatregelen te overreeden en, deze met gelukkende, zie daar dan mijzelven tot het uiterfle gebrast om te doen, wat recht en plicht nuj gebieden. Gir weet, hoe onderdaanig ik mij gedroeg, geduurende mime minderjaarigheid. Mijne Moeder seft-üna, was eelïik gij weet, in haaren bedroefden weduwefiaat, geheel lijdlijk. Aan uwe talrijke familie verbonden was zij volftrekt buiten ftaat, voor de opvoeding van haar ktoo.st te zorgen. Meenigvuldige vrolijkheden dans-partijen, bals, en andere vermaaken, hielden." haar geheel bezig, en trokken haar dus af van alle die zorgen, welken zij aan ons was verfchuldigd. Meermaalen/daar wij toch in jaaren vorderden, en dus wij. zer werden door ondervinding , klaagden wij haar onzen nood: maar, het is u bekend, hoe weinig onze klachten vermogten, daar onze Voogden, meestal uit uwe. onder eikanderen vermaagfehapte, familie beftaande, hunne reekening, zoo het fchijnt, «er bij vonden , om ons dom te houden-, vrcezende ook^misfchien, dac een rüper verftand, door wetenfehap geoefend, ons weiliet onze belangen zou leeren in zien, dat wij daardoor een aflehrik zouden krrgen van het ellendig ras van meesters, dat ons alien een onverftaanbaaren catechismus in de hand ftopte, met oogmerk, om onze oogen geheel van deze aarde te verwijderen, en naar een ander Vaderland te richten, en eindelijk, dat wij, de verkeerdheid ziende van het bewind onzer Voogden, langs eenen gebeiIII. deel. Zz «nea  4io DE REPUBLIKEIN. men weg , onze Venia aelatis zouden weten te verkrijgen. Dit alles , mijn waarde ^Iristus, k-n ik toegeven, dat heeft kunnen gefchieden op een tijd, toen alle mijne Broeders en Zusters even onverlicht waren, als ik. Van agteren begrijp ik de noodzaaklijkheid der zoo dikwerf herhaalde vermaaningen , dat de familie der slristusfen beftond uit de besta lieden. Zij waren aanzienlijk, rijk en vermogende. Door hunne groote goederen , hadden zij het meeste belang bij de rust en plaatsgrijpende orde. Alle verwarring moest geweerd worden, en daartoe was niets beier, dan geduurige drokten in den weg te werpen , en zorgvuldig toetezien, dat geen van ohzé agter - neeven , die een weinigje in het onderfpit waren , zijnen cisch op eenige herftelling zou doen gelden. Men had zich met dat Volkje weinig te bekommeren. Zoodra zij eenmaal tot eenig fortuin geraakten, dan waren zij de oridraaglijkften der fterVeüngen. Ook was het altijd zeer wel gegaan met de gantfche familie op denzelfden voet. De onderfcheiding der ftanden was een allernoodzaaklijkst ding, dat zoo oud was als de fchepping, en dat, zoodra men het, hier of daar, had willen veranderen , altijd op wanorde was uitgelopen. Vooral moest dit plaats grijDen omtrend den geringften ftand, die alleen veroordeeld was, om de overigen ten dienfte te ftaan. Was 'er een enkele Jongen onder, die zich in zijne eerfte dienften braaf en eerlijk gekweten bad , dan had | 'er omtrend hem wel eens eene uitzondering plaats gehad; doch deze moest flechts zeer fpaarzaam zijn , enz. enz. Van agteren, ik herhaal het, zie ik zeer wel het verband, waarin alle die lesfen Honden met het ftelfel, dat men had aangenomen. Maar nu, nadat onze vriendlijke Buu.ren begrepen hebben, dat de ftaatkundige rechtzinnigheid even geographisch is, als de kerklijke; nadat mijne waarde Moeder zich , uit overtuiging van het beste, aan u door het huwelijk heeft verbonden , in hoop, om in haaren ouderdom nog eenige goede levens-dagen te genieten , — nu, nadat gij ook , mijn waarde ^4ristus% u zeiven zoo zeer hebt gelieven te vernederen, dat gij all' dat petït Canaille uit onze Familie, dat gij te vooren met geen enkelen opflag van bet oog verwaardigdet tot den Burger - ftand hebt gelieven te verheffen, en gel hjke rechten aan het zelve hebt toegekend, nu gij onszelyen van verre reeds hebt doen Jetten op onze nabijzijnde meerderjaarigheid, — nu onze waardige Moeder (zalig zij haar einde !> door den Geneesheer volkomen  DE REPUBLIKEIN. 4tf men is opgegeven, — dat gij, nu nog, na dat alles, daar gij weet, dat wij mcerdcrjaarig zullen worden, aooÜra onze lieve Moeder (roemrijker gedachtenisiep haaren laatften adem zal hebben uitgeblazen , — dat gij, nu nog, uwen ouden geest behouden, en ons, niet als Vader, maar als Voogd, als een gellrenge Voogd , behandelen , — dat gij nu zoudt te rug keeren van uw* onlangs aangenomen beginfeieu, — dat gij ons nu zoudt blijven behandelen als mindeijaarigen , die hünne eigen zaken nog niet kunnen befiuuren , — dat gij, nn nog, ons eene voogdijfchap zoudt willen op den hals fchuiven , beftaande uit een zeker aantal van Ottdften en Grooten , waarbij de eerften alle de achtbaarheid van hunnen ouderdom zouden doen gelden , om de laatsten te doen zwijgen, zoodra zij maar niet met hun eenftemhiig gevoeien, —• dat gij aan die ouden van jaaren de volkomenfle macht zoudt alïïaan, om ons» mcerderjaarigen, zoo maar geheel naar hun goeddunken, te regeeren» zonder eenige verandwoording van bcflüur of Van penningen, *— dat gij, opdat 'er toch niets aan mogt haperen, aan die tahnende grijsaards, die toch de vlugheid der jeugd, reeds lang, verloren hebben , eenen Raad zoudt toevoegen, die alleen zou dienen, om uittevoeren, wat de grijsheid in haare hooge wijdheid mogt hebben befloten , wederom zonder verandwoording, dan aan eenen anderen Raad, die ,als Redders, daarover zouden vonnisfen , ->— ja, dat gij ons zelfs in het geheel niet vergunnen zoudt, om zei ven onze refpective Voogden te verkiezen, maar zulks zoudt Willen overlaten aan zekeren fatfjenlijken kring, die , door zijnen invloed op de onderhoovigen , dezen post, welhaast, zich" zeiven bij uitfluiting zou weten toeteéigenen, *f* eind* lijk , dat gij ons zoo geheel van alle infpraak op de voogdijfchap zoudt willen beróoven , zelfs al werd zij geheel verkeerd lijk waargenomen: — —- dit, mijn Waarde Stiefvader, 'igt mij zoo zwaar op het hart, dat ik u mijne verwondering, en ontevredenheid tevens » nief fterk genoeg betuigen kan. Verbeeld u eens, wij, die" mcerdcrjaarig zullen worden , of na genoeg reeds zijn geworden , zullen, op het zelfde oogenblik, eene ^tle vanVoogdiil~cliap pasfecren, waarbij wij ons, op nieuw, aan zekere Voogden volkomen zullen overgeven , die Wij, uit den inhoud der A3e, zeer wel van vooren kunnen bereekenen , dat uit uwe Familie , uit de zoö zeer beruchte familie der Aristusfen, beftaan zullen-, èene Familie," die , in overoude tijden f toen de Voog-* ' " Zz a AM  4" DE REPUBLIKEIN. den geen ander belang kenden, dan dat hunner Pupillen , wel de besten waren; doch die daarna, zeiven in aanzien en rijkdom verheven, zich tot meesters en dwinglanden hebben opgeworpen? Hoe! mijn waarde Stiefvader , zoudt gij niet meenen, dat wij volilagen zinneloos moesten zijn, om tot zulk een befluit te komen? Hoe! zouden wij ons, daar de gantfche A&e zwijgt van de voorwaarden, waarop de voogdijfchap zal berusten, zoo maar geheel op genade overgeven, met eene diepe reverentie voor onze Meesters, die ons, naar willekeur, zouden beiïuuren ? Neen , -getrouwe Voogd , die ons* zeiven nog geene reekenfehap gedaan hebt van uw voormaalig bewind, en, zoo ik'hoor, ook niet voornemens zijt te doen , gij zelf zoudt onze dwaasheid befpotten, indien wij kinderachtig genoeg waren , om ons op nieuw te onderwerpen aan een juk, dat wij, uit voormaalige ondervindingen , ons ondraaglijk moeten voorftellen. En wij moeten uwe bedoelingen nog te meer verdenken , daar het in de ASte van Voogdijfchap krielt van rechterlijke toezieners en verklikkers, die helaas ! op ons , die op deze wijze onder Curatoren gefield worden , allernaauwkeurigst zullen toezien , om Hechts de minne fout, door ons begaan, naar de uiterfte geftrengheid te ftraffen: even of wij de eerlooste fielten van de waereld waren , die in geenerlei opzicht te vertrouwen zijn, en daarom, al aanfionds, uit onze huifen zouden moeten gehaaid worden, om, bij de geringiïe vergrijping omtrend de geduchte waardigheid o.jzer Voogden , voor die Rechters te moeten verfebijnen; terwijl deze Rechters, zo niet al zich zeiven daadlijk verkiezen, ten minden door onze Voogden zeiven worden aangefteld, waaruit al wederom moet voordvloeijen die oprechte vriendfehap tusfehen Voogden en Rechters, welker jammerlijkften invloed op onze Voogdijfchap eene voormaalige ondervinding onwederfpreeklijk gelïaafd heeft. Neen, mijn waarde Stiefvader, — en gij kunt deze verk'aaring geenszins ten kwaade duiden in eenen Zoon , die , tegen het oogmerk uwer familie, door toevallige omftandigheden, tot meerdere verlichting geraakt, thands ook de infpraak van zijn hart aan de lesfen der ondervinding wil paaren — wij , die meerderjaarig zijn, althands zullen worden , kunnen zoodanige voordduurende geftrengheden en folteringen niet langer gedoogen. Wij hebben geenen optifchen bril meer nodig, om door alle uwe geheime bedoelingen henen te zien. Wij gevoelen achting voor lieden, die kun-  ■ DE REPUBLIKEIN. 413 kundig en braaf zijn; doch ook dit vereischte alleen wordt door ons voornaamlijk geëerbiedigd. Aanzien en rijkdom, pracht en praal, zijn bij ons verdacht-, bovenal de laatften, omdat wij daarvan nimmer verwachten die zuinige, huishoudenlijke beheering, waardoor onze ellendig verwarde voogdijfchap alleen zal kunnen gered worden. Aanzien en rijkdom komen dan alleen in aanmerking, wanneer zij bekwaamheid en erkende deugd vereenigen. Buiten deze laatfte hoedanigheden , gruuwen wij voor een bewind van rijken,.die alleen hunne beurfen vullen ten koste der Voogdijfchap, die eikanderen de bal zeer vernuftig weten toetekaatzen , zich van hunne posten op den duur verzekeren, en tot eene weelderigheid overhellen, welke de zedenlijkheid ondei* mijnen, ons gantfche charakter bederven, juist dien braI . ven midden-ftand onder ons , die de heilrijkfte voor onze maatfchappij is, geheellijk vernietigen, en geen ander overfchot zoude laten, dan van rijken en armen. Neen; geëerde Jlristus-, — vergeef mij deze uitdrukking — wij zijn, door fchande en fchaade, reeds veel te wijs geworden, om ons nog langer opj dezeifcte wijze te laten bedriegen. Wij willen wel, daar onze familie te groot is, om zich zelve te beftuuren, tot eene nieuwe voogdijfchap treden -, maar wij willen het doen , als meerderjaarigen, die zeiven onze belangen kennen. Wij willen de voorwaarden weten, waarop zij, gegrond zal zijn. Wij willen onze Voogden zeiven in ptrfoon aanbellen. Wij hopen alleen Voogden te kiezen, wier erkende beginfelen .bekwaamheden en deugden, ons behaagen. Wij willen Voogden, die niet voor een gedeelte, uit een dwaas vooroordeel, zijn ingenomen, maar die aller belangen getoond hebben te willen behartigen. Wij willen de macht in handen blijven behouden, gelijk wij die, als meerderjaarigen, bezitten, om toetezien op de beheering, om de zoodanigen, die de gefielde voorwaarden geenszins opvolgen, ter verandwoording te roepen, en, in gevat van misdrijf, te doen ftraffen door Rechters, die ons vertrouwen bezitten, en, indien zij dat vertrouwen fchonden, even zeer door ons tot hunnen plicht zullen kunnen gebragt worden. In één woord, uit onzen minderjaarigen ftaat van llaavernij tot dien van vrije lieden zijnde overgegaan, willen wij dien rechtmaatigen invloed doen gelden, welken het gezond verftand, door ervaring geoefend, ons leert, en wij wenfehen de meest gepaste middelen aantewenden, waardoor wij ons van denzelven kunnen verzekeren. Zz 3 Nog-  4i4 DE REPUBLIKEI N. Nogmaals, mijn waarde Stiefvader, moet ik u verfchooning vragen, indien gij mogt oordeelen , dat ik inbreuk poog te maaken op uw ftiefvaderlijk, en door plechtige wetten zcifs geftaafd, gezag. Gij moogt mijne beginfelen zoodanig uitleggen ; maar die uitlegging is valsch. Mijne Broeders en Zusters zijn het, thands, allen daarin met mij eens, dat niet de Pupil om den Voogd, maar de Voogd om den Pupil is, en dat het algemeen belang der Pupillen de hoogde wet moet zijn. Ook wij vermeenen genoegzaam bevoegde beoordeelaars te zijn, om te weten, wat voor onze belangen dient, en wij willen dus geene andere Voogden, dan aan wier handen en harten wij onzer aller welvaart veiliglijk kunnen aanbevelen. Wij fchroomen hierin geenen tegenftand van hun, die de Grootcn vleijen, met oogmerk, om door hun eenen post te verkrijgen. Indien het mijnen Broederen even zeer ernst is,"als mij, dan zullen wij deze baatzoekers wel tot reden weten te brengen. Even min hopen wij ons te laten misleiden dóór bedriegers, die ons met fchoone woorden paaijen, tot dat zij hun oogmerk bereikt hebben, en zich dan met de Grooten ten onzen nadeele vereenigen. Wij hopen deze allen in hunne naaktheid eerlang te vcrtoonen, en hen, welken het alleen om een post te doen is, zonder verdienden te bezitten, op eene ordenlijke wijze tot hunne laagheid te doen ncdcrdaalen. Deze taal, dit voornemen, mijn waarde Voogd, beige u niet J Wij zweeren niet langer in tituls; dezen hebben reeds hunne kracht verloren ; het is ons te doen om zaken, die eenvoudig en goed , om perfoonen , die vcrftandig en braaf zijn. Het laatfte tijdvak , wanneer 'er Curatoren gcfteld zijn over den boedel mi ner dervende Moeder, (De Heere zij haare ziel genadig!) en waarin het gehouden gedrag der Aristusfen — vergeef mij deze uitdrukking; ik wil ze maatigen zoo veel ik kan — zeer twijfelachtig was, heeft ons genoegzaam geleerd, op welke perfoonen, als Voogden, wij ons volgend vertrouwen al of niet zullen mogen vestigen; hebbende wij heilig gezworen, ons geenen veeriig-jaarigen Voogd te laten opdringen , alleen omdat hij één der rijke Aristusfen is, maar alsdan ons liever te zullen bepaalen tot eenen baardlozen jongeling, die in de fchool der wijsheid nog vrij wat kan vorderen, mids hij van penen goedeu inborst, gefchikt om te leeren, en vooral niet bedorven is door die weelderige leef-wijze, Vjfejke helaas! het deel is der rijken, alle goede zaaden vei"  DE REPUBLIKEIN. 415 verflikt, all' het goede ten eenen maale bederft. Die trotfche Voogden, die hun weelderig beftaan voornaamlijk grondden op de inkomflen van uitheemfche Voogdijfcbappen, offchoon voor de onze uittermaate nadeelig, zijn reecis met ccn zwarte kool geteekend, al fcb'reeuwen zij ook nog zoo dapper van vaderlijke liefde voor de Pupillen, in één woord, wij hebben befloten, vrij te zijn, en vrij te handelen. Zie daar, mijn waarde Stiefvader, de eindelijke beflisfing van diegenen onder ons, die, met eene opgcklaarder kennis van rechten en plichten, in den volflrektften zin overtuigd zijn, de waarneming hunner belangen nimmer te mogen vertrouwen, dan aan hun, die zij vooraf weten, dat geenszins in woorden, maar in de daad, deelgenoten zijn van ééne zelfde natuur , befiemd tot hetzelfde geluk. Zulk een gevoelen , zulk een befluit, kunt gij, als een welgezind Vader, geenszins wraaken in uwen Stief- zoon, DEMOS. * * * j | f *** MEDEBURGER, Door het Decreet der Proviftoneele Reprefentanten van het Volk van Holland, in dato 31 Januari] 1795, zijn ook de Landlieden eindelijk Menfchen geworden, en daardoor zoo zeer toegenomen in een verftandelijk bczef van rechten, als iemand, die door een enkelen hamerflag meerderjaarig word. Het is derhalve niet vreemd, dat zij nu en dan zeer zonderling redeneeren over de tegenwoordige gronden van regeering, bij voorbeeld, 'over de Oppermacht des Volks. Elk Reprefentant,'elk Stemgerechtigd Burger, moet die erkennen. Maar wat erkent men met die woorden ? Dat de Oppermacht aan het Volk toekomt ? of dat het Volk de Oppermacht bezit? Veelen zijn nog niet doorzichtig genoeg , om dit laatfte te zien, ten zij men hun eerst andwoorde op de twee volgende vragen: „ Wie zijn het Volk ? en wat is Oppermacht f Ik verzoek uwe opheldering op deze vragen; doch opdat gij mijne meening beter begrijpen, en uw andwoord naar mijne geringe' kundigheid zoudt kunnen fchikken , moet ik eerst met u een weinig praaten over die gewichtige ftof. Het woord Volk is van eene zeer verfchillende betekenis. Zomwijlen beduidt het een geheel Koningrijk of Republiek , zomwijlen weinige perfoonen, einZz 4 *?-  4x(5 DE REPUBLIKEIN. delijk eene Burgerij, in tegenoverftelling der Regenten, Bekend is toch de Romeinfche tituï: S. P. Q. R. (De Raad en het Volk van Rome.') In welke beteekenis moet het nu hier genomen worden ? Deze vraag Iaat zich eenigzins beandwoorden op dezen grond. De Reprefentanten van het Volk van Nederland in 't gemeen, en die der bijzondere Gewesten , zeggen : r.) Door het Volk verkozen te zijn. 2.) Aan het Volk- verandwoordlijk te zijn. 3.) Het vertrouwen des Volks te bezitten. 4.) Het Volle te vertegenwoordigen enz. Alle deze fpreekwijzen zijn niet even gefchikt, om de beteekenis van het woord Volk te bepaalen. Van de:vertegenwoordiging fpreekt men zoo wonderlijk, dat geen Wiskunstenaar, veel minder een dagelijksch Mensen, het kan begrijpen. Te vooren vertegenwoordigde de Ridderfehap het zoogenoemde Platte Land , en elk Gedeputeerde zijne Stad. Thands meent elk Beftuurder van Holland de 825,000 Zielen te vertegenwoordigen, en de 55 Beituurers te zamen ook niet meer. Het vertrouwen, zijnde eene werking, of liever eene rust der 2iel, kan met geen lichaamlijk oog gezien worden , en of de Patriotfche Bewindslieden zich ook het vertrouwen der Orangegezinden toeëigenen, moeten zij weten. De verandwoording verwachten wij nog, en weten dus niet , wie het Volk, in deze fpreekwijs bedoeld , zullen uitmaaken ? Ik grond mij dan op de eerfte fpreekwijze, als zijnde de verkiezing door het Volk voor ,aller oogen zichtbaar, en dus best gefchikt, om het Oppermachtig Volk te ontdekken. De Reprefentanten, zoo ter Nationale als Provinciale Vergadering, mogen voorwenden, de geheele meenigte der Ingezetenen te vertegenwoordigen ; zij zullen echter niet voorgeven , door die geheele Meenigte verkozen te zijn, naardien zulks ftrijdt met alle ervaring. Elk der Reprefentanten van Nederland en Holland zijn verkozen voor 15,000 Zielen • geenszins uit dezelvcn , want zommigen zijn buiten hun District verkozen, geenszins door dezelven, maaralleen door de Stemgerechtigden onder hen. En hoe groot is dit geial bij gisfing» De Meenigte van Zielen voor één District is 15000 af voor de Vrouwlijke Sexe de helft . . 7500 af voor minderjaarigen uit de Manfchap i . . 5000 af voor Prinsgezinden onder deze de Helft . 2500 afvnor Armen en andere Onbevoegden l blijft 2000 Zijnde dus het Stemgerechtigd of Oppermachtig Volk ftechts f f van -de geheele Meenigte. - De-  DE REPUBLIKEIN. 417 - Dezen, nu, komen niet allen in de Grondvergaderinfren maar veelen blijven weg om uithuizigheid, ziekte, &Xgtód en misnoegen. Wanneer mer.zulta dahal ven op een vierde reekent , bedraagt het ov,i 30 Grondvergaderingen • .• _*.. welke reekening eerder te hoog, dan te laag is. iiI eene verdere bereekening, wil ik den Kiezers gunstig zijn en geven -hen elk J gedeelte der Stemmen van Snn'e Grondvergaderingen : want de volftrekte meerde held, door herftemming verkregen, is met vrijwil hg; Sdé ftem vaa de hand , niet van het hart, dus 500 Z\t t wil aan den Reprefentant nog een voorde»iger beJeêkening vergunnen , naamlijk de helft van de. Stemmen der Kiezers: dat is ■ •> Sus is elk Renrefentant verkozen door U van da eantfche Meenigte der Zielen uit zijn District. Ik heb deze twee laatfte fo.nmen aangevoerd, niet om de wet igheif der verkiezingen in twijfel te trekken; maar om in overweegins te geven, of de redeneering der Reprefentanten wel fteek houdt, wanneer zij de requesten afSn, uit hoofde van het kïeen getal Teekenaaren m vergelijkinge van de geheele Meenigte? - Laat ons nu zien waarin de Oppermacht beftaat? • Het woord macht word in verfchillende bexeekems genomen , somtijds voor kracht of vermogen om iet uitfevoeren wanneer het tegen onmacht gefield word; zomtids voor de vrijheid, het recht, of de bevoegdheid om iet te doen, dat anderen in hunne rechten met'ftoort; zomtijds voor openbaar geweld : allermeest Ser voo'r gezach of gebied, en het is in dezen zin van gezach of gebied, dat wij thands fpreken van GQconffitueerde of .Aangebelde Machten. Macht, in disu zin, is oorfprongiijk of verleend. De oorfpronglijke en oudfte macht der waereld is die van eenen Vader in zijn huisgezin. Door vereemg.ng van huisgezinnen, zijn de maatfehappijen, en .door de verëeniging van maatfehappijen, de Volken ontftaan. Dus heeft de Volksmacht met de zamenvoeg.ng der Volicen haar aanzijn verkregen, eer 'er Overheden waren, als we ken laater door het Volk werden aangefteld , en hun meerder of minder gezach van hetzelve ontvingen. Naardien nu de Volksmacht oorfprongiijk is, en de macht-der Overheden van dezelve ontleend, zoo is de eerde hooger, dan de laatfte, en het Voiks-gezach, als geene macht boven zich hebbende, eene Oppermacht , welke jk uit het gefielde aldus oordecle. het best te Zz 5 be"  4ia DE REPUBLIKEIN. befchrijven : „ Oppermacht » dat oorfprongiijk Sezach hetgeen elk ander gezach in/lek, en bepafh zonder ze// bepaald te wezen.» Uit dit gezegde is aityd aan het Volk heeft behoord ; maar het is uit de onlang even zeker dat dezelve niet altijd dóór het Volk is bezeten. Zpmmigcn zelfs gaan zoo verrem te hewecren dat het Volk, door eene Regeering té verhezen, aan dezelve zijne oppermacht afftaat. Dus zeide Valtntmtaan tot zijne krijgslieden: „ Het was „ m uwe macht, t Krijgslieden, mij te verkiezen, om " Ztl l te„hecrfchen; "«ar, nu gij mjj verkozen „ hebt, ftaat het aan mijn believen , het verzoete te „doen, of te laten; gijlieden, als onderdanen, moet ,i gehoorzaamen; ik, als Keizer, bellis, wat best zal „ gedaan worden.» Dikwijls vraag ik mijzelven: Ziin wij met in het geval der Krijgslieden van Valentiniaan? en is zijne taal niet de denkwijze onzer Reprefentanten ? Om deze vraag te beündwoorden, ftrekke het volgende ter overweging. In het Vóórjaar van i7qc verfeheen de Burger P. L. van de Kasteele ter Vergadering der Proviftoneele Reprefentanten van het Volk van Holland, voonricn van een Credentiaal der Stad Haarlem,wtite hem machtigde, om, met de andere Reprefentanten te deiibereeren en concludeeren , zonder ruo-seJpraak ofeemge bepaalmg, beloovende van waarde te zullen houden hetgeen doorhem zal zijn gedaan. Het is mooghjk die van Haarlem te vergeven , dat zij zulk een onbepaald vertrouwen fielden in den beproefden Staatsman van de Kasteele: maar alle daaden hebben haare gevolgen en in dit geval, was de onbepaalde lastgeving van een'verr' uitzicht; want de Proviftoneele Reprefentanten vonden zulk een fmaak in dit onbepaald gezach, dat zij het gemelde Credentiaal, tot een voorbeeld van naarvo'giiij? sn hun Dagblad van 10 Februarij lieten inlasfen, rn^'c dat gevolg, dat, wanneer die van Delft, op 31 fulii hunne Gedeputeerden ter Vergadering zonden, met een Credentiaal, waarbij zij aan hunnne Committenten verandwoordlijk werden ge/leld, dezelven niet werden toegelaten, zonder dat hun Credentiaal veranderd wierd Even wel, deze Proviftoneele Reprefentanten konden \ elk m hei bijzonder, door hunne Committenten worden te rug geroepen: doch ook deze macht was te groot, en moest aan het Volks-gedeclte worden benomen Immers, in het Plan van de Nationale Vergadering , door het Committê van Bandgenoatfcliap over- ge.  DE REPUBLIKEIN. 41? gegeven op 29 Ma ij 1795 - leest men Art- 8*- " Alle de Leden der Nationale Vergadering zijn verandwoor" delijk aan het geheele Volk-, en niet aan cen\g gedeelte " van hetzelve." Art. 92, „ Zij kunnen niet te rug geroepen " worden door eenig Gedeelte van het Volk." Welke verandering dit Plan ook nebbe ondergaan , deze woorden zijn onveranderd gebleven. (Zie Plan van 24 Juüi, Art- 83 en 84. Plan van 15 October, Art.-AI* en 118. Plan van 13 December. Art. 117 en 118.) Of het niet genoeg ware , in het thands werkend Plan deze woorden te behouden, leest men nog in het 2de Lid van Art. 76 de volgende woorden: „ Zij zul„ len aan geene Provinciaale Refolutien, Inftructièn, Re" vocatiën , of wat iet meer van dien aard is, onder'', worpen zijn; doch , bij eene hoofdelijke (temming, „ zonder eenige ruggefpraak, alle de gemeenfchaplijke „ belangen der geheele Republiek regelen, en de be„ fluiten , daarover door de Nationale Vergadering ge„ nomen, zullen door geene Provinciale Macht, hoe „ ook genoemd , mogen worden geéntraveerd, of de „ uitvoering daarvan belet." — Deze woorden bevatten eenen duidïijken afftand van de Oppermacht-, doch worden niet gevonden in het Plan van 24 Julij , hetgeen voor het Volk van Holland ter vide gelegen heeft? la, men ging nog verder. In dat zelve Plan van 44 Julij, Art. 71, leest men: „ Dat alle Provinciale Re„ prcfentative Vergaderingen zullen vernietigd worden:" en, in den Jaare 1796, werd 'er, bij Publicatie van 5 Februarij , een nieuw Provinciaal Beftuur aangekondigd, bij we'ks Reglement, Art 671, men leest: „ De Le„ den van dit Provinciaal Beftuur zulicn aan geene bij", zondere inftructiën van hunne Districten, Steden of Plaatfen gebonden zijn maar gezamenlijk uitmaaken ., het Provinciaal Beftuur van Holland , en in derzel" ver Vergadering bij hoofdüjke Stemmingen zonder „ ruggefpraak bejlititen." •En hierme ftemt overeen Art. 83 Let. 2. van het tegenwoordig Plan van Conjlttutie: „ De Leden van dat (Wetgevend) Lichaam ontvangen, of volgen, geene " lastbrieven of bevelen , van wien het ook zijn moge, " en kunnen, door geene bijzondere gedeelten der ReZ publiek , in het waarnemen van hunnen post belems, merd worden." Of het nog niet genoeg ware, dat het zwijgen wierd opgelegd aan het gemeene Volk ; zoo heeft men bijzondere dwangmiddelen voor de Kiezers uitgedacht. In Art.  4ao DE REPUBLIKEIN. Art. 77 leest men: „ In de Kiezersvergaderingen mo„ gen geene voordellen.gedaan , veel min geraadpleegd „ worden over eenige andere zaken , dan waartoe zij „ wettig zijn bijeengeroepen," en Art. 78: „ Zij mo„ gen geene verdandhouding hebben met eenige andere , Kiezers-vergaderingen , en geene adresfen , bezen„ dingen, of reeommandat én, van wien of onder wel„ ke benaaming het ook zij, aannemen." Mooglijk zal men denken3 dat de Kiezers, op andere dagen , buiten de verkiezingen , wel vergaderen voordellen doen, bezcndingen hooren, en met elkander mogen correspondeeren, (want, volgends Art 74 moeten zij een geheel jaar werkzaam zijn;) maar hier vergist men zich grof; want, in dat zelfde Art volgt: „ Doch zullen, gedtiurende dien tijd, geen ti„ tel van Kiezers voeren , noch eenige vergaderingen „ houden, ten zij uitdruklijk tot het doen van verkie„ zingen befchreven, veel min eenige daad verrichten „ welke aan dezelven niet is aanbevolen." Zie daar hunne werkzaamheid, geduurcnde een gefieel jaar! Waarni die bedaan zal, zullen zij zeiven moeten gisfen. Tot zoo verr' daalt, dan, de plechtig erkende en bezworen Oppermacht. Wie ziet niet, of dezelve is eene volkomene hersfenfchim ? Vergelijken wij haar bij de •gegeven befchrijving.— Heeft nu deze Volksmacht geene zeer enge bepaalmgen? Of fielt zij zelve de paaien aan de macht der Regeering .\ Wij vinden deze vraag duidlijk bcandwoord in de aangehaalde Artikelen zoo uit het Plan voor de Nationale Vergaderin»-' uit het Plan voor het Provinciaal Beftuur, als uit het Plan van Conftitutte ; en het zal duidlijk blijken, dat het Volk,, buiten en na de aandeliing zijner Re<*en. ten, geen den minden invloed op dezelven behouden heeft. — Men kan hiertegen .zoowel , uit de Verklaaring der Rechten van den Mensch , als uit de gemelde Plannen, aanvoeren de delling .- w Dat de Oppermacht behoort aan het geheele Volk; dat de Reprefentanten verandwoordlijk zijn aan het geheele Volk ; dat zij kunnen teruggeroepen worden door het geheele Volk : maaizij.die niet blind zijn, bemerken zeer wel, waar dit henen ■wil. Zich te verandwoorden voor het geheele Volk is even zoo mooglijk, als te recht te daan voor Rhadamantus — Waar en wanneer zal het Volk van geheel Holland ik laat daan van geheel Nederland, bijéénkomen? Dl' is onmooglijk, ten zij. het gefchiede door Afgevaardigden- tot eene Centrale. Vergadering. Doch, zou het Gom-  DE REPUBLIKEIN. *ai Gouvernement deze Vergadering wel erkennen voor het Volk? Andwoordt op deze vraag,Gij —Verdienstelijke Burgers van Leijden, die uwe pooging hoordet beftempelen Tiet den naam en de misdaad van aanval op de Oppermacht des Volks l Uwe gevangenis andwoorde hier want 'er zijn geene woorden nodig, waar de daaden fpreken. Is ;er iet dat de Oppermacht des Volks wederfpreekt, het is dat geval van Leijden, met deszelfs gevolgen. Men denke hier met febrik aan de aanfehrijving van het Provinciaal Committé van Holland aan alle Mumcipaliteiten. om op beurt verandwoordlijkheid te zorgen dat 'er in de Grondvergaderingen, Cal waar toch het Vólk bijéénkomt) met gehandeld worde over het voorftel van die van Leijden voor den 16 Februari/; eene aanfehrijving, van welke zelfs zeker Land-Schout, n0g op den lóden dier Maand, Dij het aangaan derGrondvergadering, getwuik durfde maaken.om den mond van -vrije Burgers te fnoeren! Ziet daar, Burgers, uwe Rechten, uwe Oppeimacht! Is dit iet meer, dan eene Venetiaanfche Vrijheid? De Proviftoneele Reprefentanten van het Volk van Rolland getuigen , in de Publicatie tot invoering van het Plan voor het Provinciaal Beftuur, „ dat het waare , kenmerk der Nationaale Vrijheid - eigene Wetgevi„g _ den Volke van Nederland fteeds heeft ont" broken " Dit getuigenis was eene volkomene waarheid vóór de laatfte Omwenteling, en het fchijnt mij toe dat het nog waarheid is. Immers, niet eene eenige wet wordt aan de goedkeuring der Natie aangeboden vóór derzelvcr openbaare afkondiging. Waarin beftaat dan des Volks Oppermacht? Waarin deszelfs invloed op het Gouvernement? Zou het Plan van OrSanifatie voor de Gewaapende Burgermacht, — zou de Geidheffiug van 10 Augustus 1796. wel immer ' zijn tot ftand gekomen, indien het Volk daarover gehoord ware? _ Het is zulk een gemis van macht en invloed, dat ongenoegen voor het tegenwoordige, en ongerustheid voor het toekomende, veroorzaakt. Veele weimeenende Vaderlanders achten zich in hunne poogingen te leur gefteld, en worden onverfchillig. Zij verlaten de Grondvergaderingen , waarvan zommigen zoo ledig ftaan. dat het Plaatfelijk Beftuur wel eens goedgevonden heeft, om lieden uit eene andere Grondvergadering overtezetten ; door welke nieuwe manier van Volkpianten wel eens gebeurd is, dat iemand Kiezer werd buiten de vijihon-  422 DE REPUBLIKEIN. derd, welken hij vertegenwoordigt, ja zelfs, dat zoms twee Kiezers „ één huis woonden. Indien de Grond! vergadermgen ledig lopen, wat zal 'er dnn Worden m de Dtótno of Kiezers - vergaderingen ? Zekerlijk ook ".et vee,; en hiervoor is nog eene redenfe eer t de buitenlpoonge bereekening van zommige Municioaiteiten der Hoofdplaatfen , of Vvel Van deSivcr lete liet gaan gelijk vóór tw?e eeuwen, toen de Kleene Stedten, als Woerden, Haarden, enz. i„ de VerSe! ing der Staaten werden befehreven, doch om de grot te kosten allengskens wegbleven. ± Hopeloos voor uitzicht! Waar moe: het lenen ? Zal het S aïebouw vallen eer hetzelve volbouwd is > D't i« mh5Z*Z vreezen Men heeft reeds den voorfl g'Ved , d'om de leeglopende Grondvergaderingen aivS^dS Ambienanrs tor bet bijwoonen derzelven te noodzaken £ hert ge.iiCeQsmiddeirchy^ mij erger dan de kwa * in het-voong Staatswezen, ftclde de Stadhouder zi re Meesters, de Staaten, aan: zullen Ambtenaaren nu ié! zelfde doen? dan herleeft de oude CmiSim»- m zfe èn SeT ^SndS en Slaavcn. Ik flop , bij voorzorg, reeds mijne ooren voor eene donderflem , welke zegt ; Ik gebiede' en ;5i/Ch° m S,aaVCn' andwSSf-WS Zie daar Medeburger, mijne bedenkingen op dyraagen : Wte zijn het Volk? en wat is Oppermacht f m ft gedwaald , zoo breng mij në recht. iT^nog eene ftraal van hoop op eene goede uitkomst, iaat dezelve over ons lichten, opdat wij niet, geheel hopeloos e„ onverfchillig , het begonnen werk^ tvffl aKS wak van een verongelukt fchip, op genade laten dri ven Overtuigt ons allen, dat het Vaderland verloren ft indien wij onverfchillig zijn over deszelfs be „ger.' ' Overtuig de Regenten , dat hunne macht eene fch duw is, indien zij door het Volk verlaten wSen J. DE HOLLANDER. A N D W O O R D. dJN™JUn' Medeb"rger' z'jn we bedenkingen 0ver des Volks Oppermacht, waarvan een gefchiedkundfe Ta tereel, ten aanzien van Holland, zoo waar, als bedroevend h Het lijdt geen twijfel, dat zij allen, die, van ,fer begin onzer huidje Omwenteling af; in het bewind S weesc zijn, die Oppermacht met deii monde beleden, en ook  DE REPUBLIKEIN. 4*3 ook fcbriftüjk aan den eenen kant erkend, doch ook aan ant daartoe leid toch het eerstgemelde rechtftreeks) zoo gehaat en verderfl.jk gemaakt? Wat anders, dan de botfing van Machten.de eeu-  43<* DE REPUBLIKEIN. eeuwigdurende tegenwerking van Steden tegen Steden Gewesten tegen Gewesten, allen verdeeld door de te.' genftrijdigfte belangen. Wat heeft de eenheid en ondeelbaarheid der Republiek doen wenfchen ? Wat heeft men met dezeive gemeend en bedoeld? Ongeveinsd ge ■ fproken; niets anders, dan juist het tegengeftelde van de voorige orde van zaken, - vereeniging van belangen - aigemeene samenwerking tot bevordering van één groot doel, het Gemeene Best, _ en daarom éénheid van Beftuur in alle opzichten. - Het is niet eigenlijk ' de éénlmd van de Wet, gelijk iemand beweerd "heeft ■ want de Wet kan onmooglijk alles omfchrijven en be' paaien- veel moet aan het Beftuur overgelaten worden .- en, al ware dit al eens het eigenlijk bedoelde met de eenheid , dan moet de toepasfing van de Wet nog aan een hchaam toevertrouwd worden, of de eenheid loopt het grootst gevaar, ZOodra dit aan verfchillende Ltchaamen wordt overgeven. Om] dit Hechts met een voorbeeld optehelderen, indien de toepasfing der Wet aan het Wetgevend en Uitvoerend Lichaam , ieder ï Z1Jne" kl'ing' M overgelaten, is het te voorzien dat het laatfte in veele gevallen de bevelen des eerftcn' wederftreven zal , zoo rasch zij met eikanderen verfclnllen; en wie zal hier dan het gefchii beflechten> Niemand, daar iedere macht uitlegfter is van haare ej mftructie, die in de Conftitutie vervat is. Wie ziet hier niet, dat de eenheid daadlijk is verbroken» — Dat nu het ftelfel van hun, die maar ééne Oppermacht in de Republiek erkennen, de hoogte en eigenlijk Vertegenwoordigende Macht naamlijk, met den grondflag van eenheid en ondeelbaarheid het meest overeenftemt, is zonneklaar' H,er „ geene tegenwerking, geen verkillend belang \ al-  DE REPUBLIKEIN. 437 alles draait om één (bfi. Van de Overheerfching is niets te vreezen, omdat de macht in veeier handen vertrouwd is, omdat de hoogde Macht geen onmiddellijk bewind over de uitvoering heeft, en het Volk eenen geregelden invloed op hetzelve behoudt. Van zelve fprcekt het, dat het een groot gedeelte van zijne macht aan de Adminidrative Lichaamen moet toevertrouwen, maar dezen kunnen hiervan geen misbruik maaken, omdat zij altijd aan hetzelve verandwoordlijk zijn en blijven. Men zegt: . de burgerlijke vrijheid loopt gevaar ; — ja, als men daar door verdaat de vrijheid, om zijne Stad ten koste van het^Land, of andere Steden, of zijne Provincie, ten ondergang der overigen , groot te maaken, — de Vrijheid, om Burgers te drukken en te knevelen door de onbillijkde, ongelijkde en uitputtende belastingen, de Vrijheid, om monopoliën te begundigen, en door allerlei willekeurige datuten en ordonnantiën het getal derbedeIaaren te vermeenigvuldigen , en de beurfen van milionarisfeu te vullen ; — ja, deze vrijheid loopt groot gevaar. Maar, welk eerlijk Vaderlander zou deze vrijheid wenfchen? De waarc Vrijheid, in tegendeel, wordt door dit ftelfel meer dan ooit gevestigd. Geen Burger-beul zal dan, in zijn Stedelijk of Departementaal Bewind, de onfchuld meer kunnen vervolgen, of de braafheid verdrukken; de weg tot klaagen ftaat open bij het Wetgevend Lichaam. Spoedig worden die grieven herdeld: want geen belang hebbende bij dezen of genen Perfoon, Dorp, Stad of Gewest, kunnen zij zoo veel te onzijdiger vonnisfen. Ja, wij durven wel zeggen, dat, van "honderd uitfpraaken, ten minden negentig door de billijkheid zullen geregeld zijn; terwijl geen nieuw beroep}, op ftedelijke of gewestlijke huishoudenlijke Regiemen-  438 DE REPUBLIKEIN. menten, de klaagdem alsdan niet langer zal verfmoo- ren. Men begrijpt intusfchen van zelf, dat wij hieronder geene gefchillcn verdaan, wier beflisfing aileen aan den Rechter behoort. Wij bedoelen alleen politieke gefchillen , hoedanigen door het Wetgevend Lichaam kunnen en moeten vereffend worden. Van dezen kant befchouwd, kunnen wij niet ontveinzen, het ftelfel der eerden meer overeenkomstig met het beginfel der éénheid , en beter gefehikt te vinden, om het aigemeene welzijn te bevorderen. Afzonderlijke perfoonen, wij erkennen het, zullen 'er d^or lijden, maar hun getal is niet noembaar bij dat van hen, die 'er bij zullen winnen, zoo wel van de volgende, als tegenwoordige gedachten. Het gevoelen daarentegen, dat ongelukkig heerfchende is bij de Nationaale Vergadering, is lijnrecht gefchikt, om 'den ouden dedelijken en gewestiijken naarijver, die van alle eeuwen voor ons Vaderland zoo doodiijk geweest is , te doen herieeven. Men bepaalt wel, dat alle ftedelijke of gewestlijke ftatuten, of reglementen, geene inbreuk mogen maaken op de aigemeene bevelen der hoogde Vertegenwoordigende Maeht , en zich alleen tot het huishoudenlijke moeten bepaalen. Maar, Wie ziet hieruit niet eeuwigduurende, onbedisbaare gefchillen oprijzen , die het verderf des vaderlands zullen voltooijen? Voor hoe veele verfchiilende toepasfingen en wijzigingen zullen de aigemeene regelen der Staats -form zelve niet vatbaar zijn , wanneer zij met plaatslijke belangen ftrijdig Worden bevonden t Da Gildens , bij voorbeeld, worden vernietigd, maar de eene of andere Stad, in het handhaven derzelven haar  DE REPUBLIKEIN. 439 haar voordeel vindende , maakt zoodanige Stedelijke Ordonnantiën, waardoor de kracht van dit Artikel verlamd , en de bedoeling des Wetgevers vernietigd wordt. En juist op den naam van huishoudenlijke zaken, zal zij zich in ftaat ftellen, haar vermeend recht te hand-haven. — Gaat men verder na het onbegrijplijk kostbaare van zoodanige orde van Beftuur, dan moet ieder onzijdige erkennen, dat waarlijk het voorig Gouvernement, met Prins en Hofhouding enz., niet meer gekost heeft. Nu zal gezorgd moeten worden voor een kostbaar Wetgevend Lichaam , Staatsbeftuur, Finantie-Katner, Gerichtshof, Departementaal en Gemeente - Beftuur, met den aankleeve van dien, ~ voor Nationale, Departe-' mentaale en Stedelijke Belastingen. Waarlijk, dit alles, bijeengevoegd , zal ongelooflijke fommen gelds bedragen. — Vind iemand zich door het Municipaal of Departementaal Beftuur verongelijkt, waar zal hij klaagen? Zijne Rechters zijn zijne partijen, die flechts behoeven te zeggen, dat het huishoudeniijk is, om alle bemoeijing van hooger Macht buiten te fluiten; terwijl voor hem niets anders overig is , dan zijn leed geduldig te verkroppen. — Maar zegt men, het Volk blijft toch altijd de Souyerain. ja, maai- één, die Steêkind is. Men mag veilig die Souverainiteit zoo hoog verheffen, als men wil , zoolang aan het Volk geene gelegenheid gegeven wordt, om te fpreken, kan men dezelfde leer, onder het Rusfisch of Ottomannisch Beftuur, even veilig prediken. Wat is toch de Souverainiteit des Volks, wanneer zij niet erkend wordt, dan in Grondvergaderingen , en dezen niet gekend worden , dan wanneer zij door het Beftuur zijn bijeengeroepen ; en het aan dat Beftuur overgelaten is, om hetzelve nimmer opteroepen, dan in geval  440 DE REPUBLIKEIN. val van verkiezingen, in welke gevallen volftrekt niets meer gedaan mag worden, dan kiezen. Ja , zelfs in deze gevallen , moet hij nog eerst Curatoren Hellen , om die keuze voor zich te doen. Wat, bid ik toch blijft bij deze orde van üaken aan het Volk over? Is het niet volkomen fteêkind ? Zijne Voogden zeiven mag het niet kiezen. Wat blijft 'er over ? Alleen in masfa opteftaan; maar, hoe zorglijk is dit middel ! Hoe onzeker de uitflag! Hoe veel leeds verdraagt men, eer men dit hachlijk befluit neemt! — Wanneer wij dus vooruitzien op de Stedelijke en Gewestlijke woelingen, om eikanderen te benadeelen, ter bevordering van [eigeö grootheid, — juist die zelfde, die, in Stadhouderloze tijden, ons eenen meester bezorgd, en ons Vaderland op den oever des verderfs gebragt hebben, — op het drukkende en kostbaare, — en op de verkrachting, van waare Staatkundige Vrijheid , all' hetgeen zoodanig een gevoelen ftaat geboren te worden, dan kunnen wij niet nalaten , den geheelen geest, waarin de Titul, nopens het Departementaal en Gemeenten - Beftuur gefteld is, als waarlijk anti-republikeinsch , en ftrijdig' met den aangenomen grondfiag van éénheid en ondeelbaarheid te verklaaren. (Het Vervolg hierna.)  D E REPUBLIKEIN, N°. 165 en 166. Ouae homoma a muficis dieitur in cantu, ea est in Ofa* coiïbrdia, arctisfimum atque optimum omm m repubhca vmtuculum incolumitatis, quae fine justitia mlla esje patst. CICERO." Onder dé gebeurdtenisfen van den dag vordert gewislijk eene bi" andere melding het jfdrét van eenige Nedtrlandfche- Burgers, op.den itfen v*n Ma,J, ter Nationale Vergadering ingeleverd , zijnde zulks vaa deil volgenden inhoud: „ Gelijkheid, TYtjheid, Eén en Ondeelbaarheid." „ Aan de Nationale Vergadering, reprai„ fenteerende het Volk van Nederland; , Geven met gepasten eerbied te kennen de Onderaeteekenden , fttemgerechtigde Burgers van Nederland: " Ü. dat Zij, Vertooners, het oogenblik met rasle " fchredea ziende naderen, waarop het Ontwerp van " Staatsregeling voor deze Republiek aan het \ oik ter " aoed- of afkeuring zal worden voorgefteld; deze de" cifie van zulk een oneindig gewicht voor zichzelven' " en hunne Nakomelingen hebben bevonden te zijn ; " dat ZÜ Vertooners, in dezen geene onberaden keu* " ze willende doen, reeds zederd eenigen tijd bedacht " zijn geweest, om het Concept-Plan, voor zoo ver" re hei afgewerkt en uit de Publieke Dagbladen bekend' " was te onderzoeken, ten einde, na rijpe overwe" eitie, het befluit te konnen opmaaken, wat zy in de" zen aan zich zeiven, hunne huisgezinnen, en huh " Vaderland, verplicht zouden zijn te doen.' Dat Zij, Vertooners, van den eenen kant te zeef overtuigd zijn van het onafmeetbaar nadeel der Voord-  442 DE REPUBLIKEIN. „ duuring van den ftaat van Revolutie, en te wel ver„ zekerd, dat, zonder eene vaste orde van zaken, geen „ berfïel in den kwijnenden toefbnd onzes Vaderlands „ te wachten is, de teugels van het bewind niet dan „ met flappe handen gevoerd konnen worden , en de „ heerfchappij der Wetten hoe langer zoo meer hare „ veêrkracht verliezen moet, om niet, ter verkrijging „ van die gewenschte orde,alle poogingen aantewenden, „ en zich de grootfte opofferingen te getroosten : „ Doch, dat zij, aan den anderen kant, ook de moog„ Iijkheid erkennen moeten, dat het voorfz. Plan aan „ zoodanige grove gebreken zoude konnen onderhevig „ zijn, dat deszeils afkeuring, hoe verderflük ook in „ zich zelve, echter een minder en kortftondiger „ kwaad, dan de invoering en dtiurzaame bekrachtigine „ van hetzelve, zoude opleveren, — immers, en in alpien gevalle, de Vertooners in eene pijnlijke onzeker„ heid gebragt konnen worden, welken dezer twee „ even hachhjke Vegen voor zichzelven te kiezen." „ Dat Zij, Vertooners, deze waarheid te levendiger „ gevoelen, naarmate zij, bij hunne voorlopige befchou„ wing reeds een en ander gebrek van dien aard, in „ den loop van het Ontwerp vermeenen ondekt te hebben, en zich dus met grievend leedwezen moeten „ voorllenen, van eenmaal in den droevigen tweeftriid „ te zullen geraaken, om of zoo veele fchoone inrich„ tmgen , als hun daarin waarlijk zijn voorgekomen „ wegens de daarmede vermengde hoofdgebreken, te „ moeten verwerpen, of wel met die gebreken te moe„ ten aannemen." „ Dat Zij, Vertooners, ten einde, ware het moog„ hjk, deze bezwaaren uit den weg te ruimen, geen „ beter m.ddel hebben weten uittedenken, dan zich met „ gepaste Adresfen ter dezer Vergadering te vervoegen, „ en van der zei ver wijsheid een billijk redres op hunne „ nader mteleveren grieven te verzoeken en te verwach„ ten; dan, dat Zij, vernemende-, dat Ulieder deli„ beratien op dit fujet ten einde fpoeden, te raade ziin " doeTi0» 0m VOOr!opiS dsa tegenwüordigen flap te „ Redenen, waarom de Vertooners zich keeren tot „ U ieder Vergadering, met inftantüjk verzoek, dat het " vi'J gers RePraefentanten, behaagen moge, aan de * Vertooners toeteftaan eenen termijn van vier weeken , w te reekenen van den dag, waarop Ulieder, zoo wij „ hoe»  DE REPUBLIKEIN. 443 L nn vertrouwen , favorabel dee, eet op dit ver- '; ten t> üi! dêlibeïïiën .over het Plan van Conftituue "„ moge worden genomen." „ Welk doende, enz:' W-at eenige liefde ademt voor de vrijheid, zei de^ pooiing , omdat zij , in de tegenwoordige Ï'herttt^ ÏL'SrfS*! - ais het bij =En ^^^^ £ SS des Volks,- ter weerimge van -w lektr e dwinglandij, ten eenenmaale vernietigt, u- t Voorftmders der bundgenootfehaplijke lonn, die bU u^.ZïvSaaren voor de éénheid in het uitwendige, omdat het >e e d£. bnn aangenomen ftelfel omve ' werp't, zonder dat hun de hoop overig 1#, van hunne gevoelens te kunnen doordrijven, - bij de zqohui.ne geve' d d eenlg vast ftelfel te Sen a,S TSrust verlangen, en daarom nog wel ïet zouden willen overtappen, omdat zij vooruitzien, dat van z-ilk een politiek mengfel van goed en kwaad, He verzeSing of voordduuring der rust , met geene de nfinfte waarfchijnli kheid te wachten is. 'Er is dus de 1» wnrfchiinlilkheid , dat het genoemd Plan zal g,'00^n ZTS hand gewezen bij de meerderheid der worden van de tia a ^ St6mgnmtl % rnS ld all' de arbeid dei Nationale V.er°LS5r ieduuSagttie» maanden, en de tijd der i mèling al verder en verder verlengd 'Er moet eene tweèdl Nationale Vergadering worden byeengeroeeene Wee°e t yan nieuw af beginnen. ■!!nHe vSekt, gewis, der Nationale Vergadering zeer ■ mT eer dat zü, in zoo veel tyds, geen ontw"-pgheef kunnenmaaien, welks zuivere inhoud der Natie beh agen moet. Met fmart moeten wy dus herWij, reeds meermaalen, te kennen^ga- ü S B 2  444 DE REPÜBXIKEI N. ven , dat die Vergadering zeer duidlijk aan den dag legt eenen geest van overheerfching, waardoor zij alleen haare eigen gevoelens wil doen zegevieren, zonder zich aai het rechrmaatig Volks - gevoelen, te bekreunen, en alle de gevolgen, die daaruit zullen voordvloeijen komen ter haarer vera idwoordinge. — Intusfcben , was het bovenwande Adres een aliergefehiktst middel, om het gevreesde kwaad aftekeeren. ' Men' vroeg daarbij vooreerst, iets, hetgeen behoort tot de individueele rechten van ieder Burger, die, bij het aangaan van een nieuw maatl.-happijlijk verdrag, nimmer kan, of mag benadeeld worden in zijne oorfpronglijke vrijheid, om over voorwaarden van dat verdrag vooraf te fpreken eer hij dezelven goed- of afkeurt., en welk recht, 'noch door Keglement , noch veel minder door eene eiijenduhklljke befchikking der Nationale Vergadering heeft mogen opgeheven worden , te meer , daar aan die Vergadering toch wederom het vermogen overbleef om over de waarde der inteleveren bedenkingen en bezwaaren te oordee'en. — Ten tweeden, was dat middel zeer gepast, om den waaren geest des Volks kenbaar te maaken , en dus voor de Nationale Vergadering een leiddraad geworden haarer handelingen , waardoor zij juist in de gelegenheid kwam , om ali' het verkeerde in haar gedrag te herftelïen , en zrehzelve vrij te fpreken van alle die befchuldigingen, welke anderzins door dezen en genen zijn ingebragt geworden, en nog verder in^ebra-t zullen worden ; terwijl het verloop van vier weeken tijds, zoo als bij het Adres gevoegd was, zeer wel had kunnen gevonden worden uit dien tijd, waarin het Plan va 1 Coi;ftitutie toch ter vilie der Natie zal moeten liggen.— Ten derden, was die handelwijze, bij het Adres voorgeftelJ, zeer gefchikt, ©m die eendragt te bevorderen onder weldenkende Vaderlanders, welke, langs allerlei wegen, zoo zeer wordt tegengewerkt; daar nu de onreciitmaatige afwijzing van voornoemde Adrés hoe langer zoo meer, moet werken, om verdeeldheden te zaaijen. — Ten vierden, was juist in dien maatregel het gelukkig midden gekozen, om den tijd der Omwenteling niet bovenmaatig te verlengen, maar eene geronde hoop daargefteld, dat het Plan van Conftitutie, geredigeerd naar de verlangens des Volks, daadlijk zou worden aangenomen. JVJet denzelven, was dus de gelegenheid herboren, dat juist de Nationale Vergadering konde eeandwoorden aan het voornaame oogmerk haarer aanzei-  DE REPUBLIKEIN. 445 Helling. en de verwijderingen werden weggenomen welke 'er tusfchen individueele Burgers, ja, tusfchen oe Natie zelve, en haare Vertegenwoordigers, plaats hadden want hoe zeer de Leden dier Vergadering ook Séven te fchermen met hunnen titel van Vertegenwoordigers des Nederlandfchen Volks, het is toch voor teder eerlijken en doorzichtige.! blijkbaar, dat, en het VoJk, dat hen geroepen en aangefteld heeft, en hetzelfde Volk derhalve, dat alleen bevoegd is, om over de ConKe te oordeelen en te beilisfen , alleen be ftaat uit welmeenende Patriotten, die, bi ven' net groorfte getoegedaan aan de waarachtige grondbeginleler.der vrijheid en der éénheid en ondeelbaarhe.d van ons Gemenebest. - Intusfchen , heeft de Nationale Vergadering niet alleen kunnen goedvinden om het zoo bi I jk zooë vaderlandhevend verzoek der Requeftranten, dat zij met alle mooglijke betaamlijkheid voordroegen van de hand te wijzen, maar zelfs buiten overweeg « houden, en dus eenen voordragt aftewyzen, die toeui ching , n plaatfe van fmaad, verdiend had, en daardoor buiten werking ie ftellen, het émig overfchietend middel om de zoo jammerlijk verftoorde rust en orde zöoaanigTe vestigen, dat daarvan de heerlijkfte gevolgen te verwachten waren. . Indedaad, grooter vernedering konde nimmer de Patrio? ondergaan , dan ongehoord te worden alge wezen, waar het zijne hoogde belangen geldt, en waar b. de «r zelve Sdhaafde van hun, wier gedrag hij te recht had moeten afkeuren. Dat deze afwijzing, intusfchen geenszins gefchied z ] zonder eenigen vermeenden giond £ zich hlïnjk begrijpen. Men weet, hoe teder veele Sengehecht zijn" aan het Reglement, waarop hun aanwezen berust , en hoegemaklijk bet zij, deszei Is o8> Artikel ten hunnen voordeele te verklaaren : maai , in dat zelfde Artikel wordt toch gefproken van eemg onderzoek, zonder de wijze te bepaalen, hoe of zulks van de zijde des Volks, zou mogen gefchiedcn; daar wórd nie rechtfteeks gefield, dat zoodamg onde zoek Teenszi^s bij Adres zou mogen kenbaar gemaakt worden fan ae Nationale Vergadering. Alleen wordt daarb j geopperd het Mijt uitwerklel, om goed- of aftekent en. H« tot dus in het midden zoodanige nadere poogmge. , Ss individueele Burgers zouden mogen doen, ter handhavin-è van hun oorfprongiijk recht, bij het aangaan van eTn n^w UfcwM verdrag , om daaromtrend Bbb 3 zuu  44<* DE REPUBLIKEIN. zoodanige poogingen te doen, als zij zouden oordeelen SemenTzóN Ja ' de gC °'r\ B mSijt is'7en daar dus,.door een bi" *Ê weldenkende Bur^" '^JS^ door gepaste adresfen , ÉP* Vergadering te vervoegen Bataaffche B b b 4  44? DE REPUBLIKEIN. dering is daargefteld', kan, of mag, door TJ niet wor ^ea.riandlUi. Volk vertegenwoordigt, is verplicht fe^Mi^ overeViae„n£Cde'veeï pigens des \ olks, overeenkomftV de 2rondbe°ïnreleW onzer Omwenteling. Gaat dus voord met S Sekt en n oiqe, en levert dezelven in, binnen dien tiid wel £ z^e»1! b^erdet, Verklaart bï feS nnD zeer crnft g de gronden, waarop gij handelt welke gronden geene anderen zijn, dan uw «HéM» hjk recht Wanneer gij zulks eènfcrnW3 S v:e,en w,j ons met de hoop, dat de nfeerderheid der Leden van baar be/iuit zal te rug koeren , om het hel des Volks te bewerken: en, indien dié Ver-aderinT ongehoopt, verkeerdlijk waanen moge, bij haar béS? te mogen en moeten volharden , maakt U dan gereed f,5-' ,, , J geensz,lls "-et zoodanigen geest vereen.gt, noeh kunt vereenigen, maar de nadeellfe gevoZ der aanneming, of verwerping , van het Plan vS B ft.tutie , ter verandwoording laat van hun, die da™ de oorzaken zijn: terwijl gij, intusfchen, u'zelve, $80 dat oorfpronghjk recht blijft voorbehouden, hetgeen 3 Folk heeft , om Z1Jne belangen zelf alsdan in handen te nemen, wanneer zijne Vertegenwoordigers nalÏÏ m ,ln de, volvoering van hunne" plichten f LSp £d T< T A m de" ^^oórdigen gevaarliikerT toeitand des Lands aan op moed en eendracht! Vereend UJHj¥F^ftaètt>est^ in de naauwftè betrekking, als Vaderlanders, die gezworen hebt, des nood? yoor uwe v ijheid te Kerven, wanneer ztj, ongeS& door inwendige en uitwendige vijanden veVtrapf S! rDjt de Nakpmelinglchap u nimmer vloeke ffiS lafhartig genoeg waart, om voor een gevaar te bukken J hetgeen uw moed in ftaat was afcekeeren • Indïn ^' vrij w,lt zijn _ handelt dan ook als vrije Mannen Ê weten, wat den vrijen Burger toebehoor Z et toe en doet recht! In deze fpreuk moet uwe waarde en Uw2 wijsheid tevens, begrepen zijn. * uwö ME-  DE REPUBLIKEIN. 44* MEDEBURGER, Naardien de Volksvertegenwoordiging , in het Nationaal en Provinciaal Beftuur, thands geëvenredigd is aan de bevolking, en de Landlieden, weleer als onbefchaafde en flaaffcbe zielen gereekend, daardoor deel hebben gekregen aan het hooge beftuur des Lands, is het eene zaak van het uiterfte gewicht geworden voor de Bewooners van het Land, ja voor het geheele Volk, dat de linkerarm des Vaderlands niet verlamd blijve, dat de denkbeelden van algemeen belang, van Volksvertegen, woordiging, en van geregeld Beftuur , aan de Landlieden behoorlijk worden ingeboezemd , en waarmede kan arm dit gepaster beginnen , dan wanneer men in het kleen.in hunne eigen zaken,in hun Dorps-beftuur, de soede' orde poogt intevoeren ? De Landlieden zijn, door de Publicatie van 6 Maart , wel ontflagen' van het gezag hunner Ambagtsheeren.'en hebben wel het recht verkregen, om hunne eigen Bewindslieden aanteftellen -, maar de meesten hunner hebben hiervan, met meer icver, dan beleid, gebruik gemaakt. Veelen hebben de vervallen oppermacht d"r Ambagtsheeren, zonder eenige bepaaling, aan hunne Schouten gegeven, en zich zoo veel te fterkcr gebrand, naarmaate het vuur hen nader bij was. De meesten dachten, eene heldendaad te verrichten met het afzetten der O range - Regenten, en het aanftellen van Patriotten, met diezelfde onbepaalde macht bekleed , zonder te denken dat ook dezen Aristocraten konden worden. Veelen 'beklaagen zich daarover te laat: maar weten geen middel van herftel. Ik acht mij dus verplicht, mijnen Medeburgeren op het Land een middel aan de hand te geven tot behoud hunner vrijheid; een middel, dat misfchien, met eenige verandering, ook door zommige Stedelijke Gemeenten, , met nut zou kunnen gebezigd ^Dit é'cnig, en, zoo ik meen, onfeilbaar middel, hetgeen ik wilde voorftellen , is gegrond op de bekende fpreuk : „ Een goed beding maakt eene zachte fc/ieidm*'" De macht des Volks is eene Oppermacht. De macht* der 'Regeeriug eene geleende, en dus mindere, macht Het voegt aan de eerfte, eenen last-brief aan de laatfte te geven, dat dèszelfs macht bepaalt, en eene zekere richting geeft. " * Bbb 5 Van  4$o DE REPUBLIKEIN. Van de vroegfte eeuwen hebben geweldenaars zich van het gezach meester gemaakt; en het Volk heeft Regenten aangefteld in dat gul vertrouwen , dat dezelven als Mannen van eer, alleen hunne waare belangen zouden voorftaan , zonder dat het Volk aan de Regenten eenig berichtfchrift gaf, welke zaken het als zijne hoofdbelangen aanzag , welke rechten men aan de Regeering overgaf, en. welke macht het voor zich zelf behield. In die gefteldheid van zaken, hebben veele Regenten het Volksvertrouwen misbruikt , zich eene onbepaalde macht aangemaatigd: nimmer de VoJksftèfn gevraagd ia de fouverainiteit des Volks ontkend , en ' het alle'rouvervreemdbaarst Volksrecht, om zijne Regenten aanteftellen, a3n hetzelve onttrokken. Bij de laatfte Omwenteling, is wel de Oppermacht des Volks weder openbaar erkend , en het daaruit volgend recht, om zijne Regenten aanteftellen, aan de Dorpelingen, bij Publicatie van 6 Maart 1795, meer herinnerd dan gefchonken'. Doch, hoe leverig men is geweest in het gebruiken van dit recht, is het echter te vreezen.dat de befchuldiging, door ons tegen de vroeger eeuwen ingebragt, ook door Iaater tijden tegen ons , met denzelfden grond ingebragt zullen kunnen worden "'. te weten, dat wit onze onvervreemdbare rechten hebben Jaten verloren gaan, om reden, dat het een groot gedeelte der Natie ontbreekt aan de nodige bedaardheid en moed, om de vrijheid zoo te gebruiken , dat het blijke, dat zij door God zelve is vrijgemaakt, en aan voorzichtigheid, om dezelve aan het laatlie nngeflacht ongefchonden overteleveren. Hadden deze gebreken geene plaats; waren alle Regenten aangefteld op een berichtfchrift, dat hunne macht en regeering-tijd bepaalde, de nieuwe Arisrocraaten zouden minder gelegenheid hebben , om de Oppermacht aan zich te trekken. Waare Patriotten zouden niet befchroomd zijn, om het roer der regeering aantevaiten, indien zij de paaien van hunne macht en last kenden; 'er zou een toetsfteen zijn om te ontdekken , of de Regenten hunnen plicht al of niet betracht hadden , of de klachten des Volks tegen hen rechtmaatig waren of nier het gemor en de verwarring, de remotiën en het ongenoegen, zouden verdwijnen , de befcheidenheid, het recht, en goede orde zouden dezelven vervangen. Het  DE REPUBLIKEIN. 4$ Het is daarom, ten dienfte mijnerMedeburgeren, dat ik weken zal ik het Concept rgelement in drie deelen ° HeefïS:deel zal de macht van Volk en Regeering hVeTm>eede de aanftelüng en voordduuring der Re- ^SZTl werkzaamheid der Regeering belton- ^Zal de Oppermacht des Volks geene hersfenfchim zijn, da,f moet Ce niet alleen zijne Regeenng aanft1len : maar ook aan dezelve eenen lastbrief geve en eindelijk eenige punten, die niet ]ffm Hip het lot van eene plaats voor altijd kunnen bcuis ?chen en dul aan weinige (temmen niet kunnen gelaten wo dén - aan zich behouden, om, b^epmg van de geheele Burgerij, over dezelven te befch.kken Onder zulke punten meen ik te moeten tellen: i) Het maaken van nieuwe wetten. a) Het leggen van belastingen op landen, huifui ot S°3)erHnèt accordeeren met de gewezen Ambagtshee- "4) Het aanleggen van werken, boven zekere Som. 5) Het verkoopen van des Dorps vaste goederen. 61 Het beginnen van Procesfen. 7< Het vervreemden .van de Dorpsrechten _ V) Het droogmaaken van Veenplasfen of Meiren. O) Het infteken van Polders om te Veenen. icD Het afkoopen van het Tiendrecht. , Omtrend het tweede deel, of de aanftelüng en voordduuring der Regeering, is algemeen op te merken aan den eenen kant, dat het beftuur, te lang in dezelfde hand-n zijnde, êen zweem van recht aanneemt, en m trottcnheid en dwinglandij ontaardt-, aan den anderen kam S een -eheele Jaarlijkfche vernieuwing op onkunde ^ verwan-ing uitloopt! Niet ^^^^ mü het tusfchenbeiden (bande geval, dat het Vo k jaar 32. de geheele Regeering afzet en wederaanftelt, om-  45» DE REPUBLIKEIN. dat men dan de goeden met de kwaaden afzet, en de fcwaaden met de goeden aanftelt. Het recht des Volks fchij.t ook te eifchen, dat een ieder vrijheid hebbe, om afgaande Regenten weder te ftemmen; maar de voorzichtigheid verbied dit, en'wanneer een reglement van afwisfeling vrijwillig is toegeftemd, vervalt zulk eene vrijheid. Het iehïjnt mij toe,dat men uit deze gronden de voW gende Artikelen kan vastftellen. 1. ) Het tegenwoordig Bewind zal 14 dagen vóór zijne fcheiding de Volksvergadering doen oproepen, om, 7 dagen laater, de Regceringbcitelling te doen, 2. ) De ftemgerechtigde Burgers zullen bij toegevouwen billetten een Bewind aanftellen voor den tijd van een Jaar. 3. ) Hetzelve zal beftaan uit 10 Perfoonen. 4. ) Dezen zullen uit hun midden verkiezen 3 Perfoonen tot het Committé van Finantie en Fabricage , of Burgcmcesteren. 5. ) De 7 Overigen zullen uitmaaken het Committé van Juftitie, of Schepenen. 6. ) Ten einde van het eerfte jaar, zullen één Burgemeester, en vier Schepenen, bij looting, afgaan, en de overblijven den een jaar daar na en zoo rondgaande. 7. ) De verkiezing der bijtevoegen halve regeering zal gefchieden op denze'fdcn voet , als de eerfte maal : doch zullen de afgaande Regenten met verkiesbaar zijn, dan na een Jaar ffilzittens. 8. ) De aanblijvende Bewindslieden en Ministers zullen geene fiem hebben in de regcering-beftelling. 9. ) Niemand zal zich eenige daad van regeering onderwinden dan na alvoorens den eed van trouw in handen van den Prefident der Volksvergadering te hebben afgelegd. 10. ) Het Bewind zal rot zline Ministers aanftellen eenen Secretaris en Bode, beiden tot wederopzeggens toe, 11. ) Deze aanftelüng zal geene kracht hebben, dan door de goedkeuring der Volksvergadering. ia.) Evèft eens zal bij de afzetting gehandeld worden. 13.) Secretaris en Bode zullen, behalve den Ambtsëed moeten doen den Eed van zuivering, in handen van den Prefident der Grondvergadering, inhoudende: dat zij om te bekomen het Ambt van Bewindsman, niet hebben beloofd, noch gegeven, nog zullen geven eenige giften of gaven aan iemand hoe genoemd. MO  DE REPUBLIKEIN. 453 14. ) 'f'r al eene Commisfie van drie Perfoonen uit het Bewind , en van vier Perfoonen uit het Volk , benoemd worden , om de tractamenten van Secretaris en Bode te regelen. 15. ) De Secretaris zal verplicht zijn, ten gcnoege der Regeering, borg te ftellen voor zulke gelden, als hij voor het' Gemeene Land heeft te ontvangen, van de 4ofte en softe Penn., Collaterale Succesiie, enz. ió.) Ter plaatfe daar het lijfftraflijk (crimineel) recht geoefend wordt, zal de Volksvergadering op dezelfde wijze aanftellen eenen publieken Aanklaager, voor drie jaaren. 17. ) Na verloop van drie jaaren, zal hij niet weder verkiesbaar zijn, dan na eene tusfehenregeering. 18. ) Hij zal de macht hebben, om misdaadigen, die op het feit betrapt worden, te vatten , gelijk ook die zich tot vluchten ftellen. 19. ) Hij zal geene Ingezetenen uit hunne huifen mogén haaien, dan op een decreet van apprehenfie, door Schepenen genomen. ao.) Hi zal aanftellen een Gerechtsdienaar , onder goedkeuring van Schepenen. Omtrend het derde gedeelte van de werkzaamheid des Bewinds, kan de Burgerij niet. onverfchillig zijn, of de Rechtdagen op vaste tijden worden gehouden, dan of zii die met kosten moeten aanleggen, of de vergaderingen van Ambagtsbewaarders, en van de geheele Regeering, geregeld gehouden worden, zoodat elk zijne klachten" en verzoeken kan inbrengen, zijne penningen eifchen, enz, dan of hij hiermede .telkens verlegen ftaat, en in het onzekere zij. — Het is voornaamlijk op deze gronden , dat de volgende regelen zijn ontworpen. Art. 1.) Burgemeesteren en Schepenen zullen te zamen uitmaken een Committé Civil of ÏVLigiftraat , en zullen gezamenlijk het beftuur hebben over alle zaken, die niet uitdruklijk aan Burgemeesteren of Schepenen ieder afzonderlijk, zijn bevolen , en voords over alles, wat door de hoogde Macht aan de Municipaliteit ofte Regeering wordt gelast. 2. ) De ordinaire Vergadering der geheele Municipaliteit zal gehouden -worden op den cerflen Zondag in -elke Maand, namiddag ten vier uuren. 3. ) De Prefident - Burgemeester zal Prefident zijn van de geheele Municipaliteit. 4O Alle Stukken, aan de Municipaliteit of Regeering ge-  454 DE REPUBLIKEIN. gezonden, moeten ongeopend gefield worden in handen van den Prefident. 5. ) 'Er zal eene Commisfie van twee Perfoonen benoemd worden, om, met den Prefident, alle toegezonden Stukken te openen, en te beoordeelen, of dezelven aanleiding geven tot eene buitengewoone Vergadering. 6. ) Burgemeesteren zullen uitmaaken een Committé -van Financie en Fabricagie, en bet beduur hebben over de Dorpswerken en Penningen, voor welke laaiden zij verandwoordlijk zijn. 7. ) Zij zullen elke Maand uit bun midden een Prefident verkiezen , en zoo dikwerf vergaderen , als dezelve goedvindt. 8. ) Eenige zaken hen te gewichtig voorkomende , zullen zij het goeddunken van de geheele Regeering mogen innemen. 9. ) Schepenen zullen uitmaaken een Committé van Justitie, en zullen het beduur hebben over openbaare Verkopingen , Verhuuringen, Befteedingen , Verbindtenisfen, Erfmaakingen, Eiffcbeidingen, O verdragten, en Rechtsgedingen. 10. ) Zij zullen uit hun midden een Prefident verkiezen, voor den tijd van een Maand. 11. ) Zij zullen, op den tweeden Vrijdag in elke Maand, eenen opcnbaaren Rechtdag houden, des namiddags ten 2 uuren. 12. ) Iemand, intusfchen , een buitengewoonen Rechtdag begeerende, moet zich aanmelden bij den Prefident-Schepen, die denzeiven zal beleggen , ten koste van dengenen , die in het ongelijk gedeld wordt. 13. ) De 6 overige Schepenen zullen maandelijks zich verdeelen in 2 Vredemaakers , 2 Commisfarisfen van Huwlijkzaken, en 2 Schoolopzieners. 14. ) In andere gevallen, waar Schepenen vereischt worden , zullen dezelven bij beurten werken , tot gemeen voordeel. I5-) De gewoone Vergaderingen , zoo van Municipaliteit , als van Burgemeesteren , of van Schepenen , zullen niet behoeven te worden aangezegt, en zal de Bode voor aanzegging niets mogen in reekening brengen. 16. ) Alle buitengewoone Vergaderingen zullen 24 uuren te vooren moeten worden aangezegd, of de wegblijving is geene boete. 17. ) Terftond na het flaan van het uur der Vergade. ring,  DE REPUBLIKEIN. 45J ring, zal de Bode een kwartiersloper keeren ; en die uit zijnde, zal de Prefident de Vergadering openen. 18. ) Die na het uitgaan van den loper inkomt, zal verbeuren 2 Stuivers jen die geheel wegblijft 6 Stuivers, en,die ftaande de Vergadering vertrekt, mede 2 Stuivers. 19. ) Geduurende de Vergadering, zal 'er geen drank op tafel komen , noch tabak gerookt mogen worden. ao.) Elk Lid zal een vel papier vóór zich hebben, om de nodige aantekeningen- te maaken. 22. ) In eene gewoone Vergadering zullen het eerst verhandeld worden die dingen, welke te vooreu aan de orde van den dag zijn gefield:en, in eene buitengewoon ne, die, om welke de Vergadering is belegd. 23. ) De Prefident zal de Vergadering niet mogen fcheiden zonder omvraag, of iemand iets heeft voorteftellen. 24. ) Geen Voorftel mag op denzelven dag in een Befluit worden veranderd ; ren zij de zaak terftond op den eerstvoigenden dag moet worden uitgevoerd, en de noodzaaklijkheid door twee derden der (temmen worde erkend. 25. ) Minder dan twee derden der Leden, aanwezig zijnde, zal 'er geen befluit genomen worden. 2ó.) Nadat de Prefident de Vergadering gefcheiden heeft door den hamerfiag, zal het ieder vrij ftaan, drank te gebruiken of niet, doch alleen voor reekening der gebruikers. 27. ) Alle gefprekken , na het fcheiden der Vergadering gehouden, zullen als gefprekkeo van bijzondere Burgers aangemerkt worden. 28. ) De Secretaris is verplicht, in alle Vergaderingen • de Notulen te houden, en dezelven in orde te Boek te ftellen. 29. yHij moet, in het begin van elke Vergadering, de Notulen der laatfte Vergadering voorlezen , en de aanmerking der Leden op dezelven hooren. 30. ) Hij moet alle publieke Stukken voorlezen. 31. ) Hij moet alle Publicatiën , Brieven, enz. op last der Vergadering opftellen, en aan het oordeel der Vergadering onderwerpen, of deszelfs gevoelen wel is uitgedrukt. 32. ) Hij zal geene Stem hebben, doch wel mogen advifeeren. 33O Elk Lid van de Municipaliteit zal vrijen toegang heb-  45ö ÖE REPUBLIKEIN. hebben tot alle boeken en papieren, aan het Dorp be- hoorende. 340 De Secretaris zal deswege, binnen een maand, allo bleken en papieren moeten bezorgen op de Raadkamer. 350 Hij zal daarnevens voegen eenen naauwkeuri"en Inventaris van alle die Stukken, welken elk Lid derMunicipaiiteit voor zich zal mogen af'fcbrijven. 36. ) Niemand zal echter eenig Stuk mogen medenemen, dan onder een gedagtekend handfchrift, dat de Bode zal hasfcren, en .-bij dc terugbrenging der Stukken , weder affcheuren. 37. ) Niemand zal eenig Stuk langer dan een maand houden. 38. ) Hiervan zijn uitgezonderd de Notulen - boeken welken de Secretaris aan zijn huis in orde brengt. ' 39O De Secretaris zal verplicht zijn, aanteekening te houden,zoo van de boeten der Leden, als van de verdiende falarisfen der Schepenen. 40.) Alle Plakaaten , Publicatièn en Aanfchrijvin^en • enz. zederd 26 Jcmuarij 1795 ingekomen, zuilen3aan een lias op de Vergaderkamer moeten hangen. ik zou wijdlopig en welligt verveelend zijn , wilde ik van elk Artikel reden geven. Ik vertrouw, dat welmeenende Bewindsmannen en Burgers, welken het no» ontbreekt aan eenig republikeinsch Regeeriug - Reglement, en die echter verkiezen hetzelve te maaken bii' de overweging van elk Artikel, deze gronden en rédenen ligtlijk zullen bevroeden. Intusfchen, wensch ik hun de nodige bekwaamheid tot het uitkippen van die Artikelen, welken op hunne omftandigheden pasfen, en het veranderen van diegenen, welken hen niet te ft-ade' komen. Ik zal mijne moeite dubbel beloond achten, indien dezelve aan het Vaderland eenigzins nuttig is. ' MINNAAR VAN ORDE.  D ft REPUBLIKEIN, N°. 167. II vaut dire, que le Gouvernement le plus conforme a la nature est celui, doni la dispofition particuliere Je rapporte tmem k la dispojition du Peuple, pour lequel il est étabh. MONTESQUiEUj (Vervolg van N°. 164.) Voordgaande met onze aanmerkingen over het Ontwerp van Conjlitutie, zullen wij hier den agtjten Titul , die weinig plaats zal befiaan , in zijn geheel laten volgen: te meer nog, daar dezelve voor de gantfche Natie zoo hoog gewichtig is, dat hij verdient in Zijn geheel befchouwd te worden ; en boven alles , daar hij grooteridcels in dien vorm gegoten is,- waarin wij herfi altijd, blijkends zoo veelen onzer vertoogen, gewenscht hadden, en ons dus de aangenaame gelegenheid verfchaft* van ten minsten eenig gedeelte des Ontwerps , als volmaakt ovcreenkomuMg met de beginfelen van gelijkheid en vrijheid, te kunnen goedkeuren. III. vtxui €c'e ^&  458 DE REPUBLIKEIN. T i T u l vm. Van den godsdienst, het o n ö e r w ij s , en de zorg voor den ar men. EERSTE AFDEELING. van den godsdienst. Aft. ï. De Ket'k is afgef heiden van den Staat, en 'er' zijn geene burgerlijke voor- of nadeelen aan de belijdenis van eenigen godsdienst gehecht. — Het eerfte gedeelte beteekent mets anders, dan: de Staat bemoeit zich met geene kerklijke zaken. Het laatfte is noch opheldering, noch gevolg van het eerfte, maar alleen een bijvoegfei, flaande op de plaafs gehad hebbende orde van zaken. Dit moet men wel in het oog houden; anders is het Artikel in zich zelf onverftaanbaar. Art. 2. Alle inrichtingen ter bevordering van Godsdienst, Deugd en goede Zeden , en alle Genoot- fchappeni die hiertoe Jlrekken, Jlaan onder gelijke befchermmg der Wet. Art. 3. Geene betaalingen uit kasfen , het zij nationale, het zij departementale, liet zij plaatslijke, noch uit lasten, door de Burgerij als zoodanig gedragen wordende, zullen aan of ten behoeve van eenig godsdien/lig Genootfchap of Genootschappen ge- fchieden. — Begrijpt men onder de godsdienftige Genootlchappen ook derzejver, Leeraaren ? Wij hopen, ja. ■Duidelijkheid-halve had men 'er kunnen bijvoegen, (het komt toch in dit Plan op geen woord of zes aan) en derzelver Ministers. Art. 4. Alle bezittingen en inkomften der onder- fcheiden godsdienftige Genootjchappen en Kerkgemeenten, die aan dezelven door vrijwillige dispejïtien, donatiè'n, collecten, aankoop of opbouw , zedert den jaare 1581 zijn eigen geworden, worden als derzelver wettig eigendom erkend, en voor altoos aan hunne vrije befchikking overgelaten. Art,  DE REPUBLIKEIN. 459 Art 5. Alle Kerkgebouwen en Pastorij- huif en, welken vóór den jaare 1581 binnen deze Republiek aanwezig geweest zijn, met de goederen en Jondfen bejlemd tot derzelver onderhoud, worden door de Natie erkend, te zijn eigendommen van de Ingezetenen van elke Stad, Dorp of Plaats m welke dezelve ge egen zijn, zonder onderfchtid van eemg Ker^en™tJ'ien ?aanzien van het gebruik der Kerkgebouwen en Pastorijhuifen, welken, tn gevolge het vóór^eme:d Artikel, door de Natie erkend ztjn, te zijn eigendommen van de gezamenlijke Ingezetenen en Bewooneren van elke Stad, Dorp of Plaats, maaken dezelve Ingezetenen onderling zoodanige fchtkktngen, als met de rechtvaardigheid en billijkheid overeenkomftig zijn. •' Art 7. De Gsestlijke Goederen en Fondfen, niet belworende tot die, welken in den sden Artikel zijn genoemd, maar die zederd den jaare 15S1 gebragt zijn onder Nationale, Provinciale, of Kwartierlijke Admimjlratien, worden verklaard nationaal, en zullen door het Wetgevend Lichaam voor het einde van het derde jaar na de Conjlitutie gebragt worden onder eene aigemeene Nationaale Adminijtratie. Art 8 De Leeraars der gewezen bevoorrechte Kerk ', welken bij het amnemen der Conjlitutie tn vasten dienst zijn, genieten, zoo lang zij daarin volharden, of door hun toedoen daarvan niet ontzet worden, de hun bevoorens toegelegde Tractamenten, bij wege van Penjtoen. Alle Emeriti, als mede de Weduwen van Leeraaren der gewezen bevoorrechte Kerk , welke bij het aannemen der Conjlitutie tractament of penjioen trekken, benevens die Leeraaren , welken alsdan in vasten dienst zijn, doch aan welken naderhand door het Wetgevend Lichaam om lichaams - of geest - zwakheid, op hun verzoek penfio-n zal worden toegelegd, gelijk ook de Weduwen van alle die Emeriti en Leeraaren, behouden insgelijks , hun leven lang geduurende, bij wege van penfioen, de tractamenten of penftoenen, die zij onder liet voorig Gouvernement zouden geneten hebben. — Du met het 3de Artikel vergelijkende, moeten wij befluiten , dat die Peofioenen alleen uit 's Lands Kas zullen komen. Immers , indien zij uit Stedelijke of Plaatslijke Kasfen moesten gegeven worden, zou dit eene beCcc 2 fcbik"  4t>o DE REPUBLIKEIN. fchikking zijn over een goed, welks beheering geheellijk aan de Gemeenten - Beftuuren verbleven is Dan van den anderen kant, zal du een hoogst aanmerklijk' bezwaar zin voor 's Lands Kas. Daar nu de waare meening hieromtrend nog twijfelachtig is, voorzien wj de hev'gfte-gefchil.eu, te gelijk met de grootfte verwarringen, ïob lang niet uitdruklijk bepaald zij, uit welke kas die penfioenen moeten komen. Art. 9. IVanneer in de eene of andere Gemeente een Kerkgenootfchap, tvt de gewezen bevoorrechte Kerk behoorende, binnen den tijd van zes jaaren na het aannemen der Conjlitutie, den Leer aar, bij hetzelve in vaste bediening zijnde, door den dood of anderszins mogt verliepen, en door onvermogen voor als nog buiten Jlaat mogt zijn, zich van een ander leer aar te voorzien, en zich, uit hoofde der ajo-Jegenheid, met een naastbij gelegen Kerkgenootfchap de: Ifde gevo-lens toegedaan, niet gevoeg/ijk kon vereenigen , zal zoodanig Genootfciiap zich mogen vervoegen aan het Wetgevend Lichaam; ten einde, °eduurende en tot aan het einde van gemelde zes 'jaaren, aan hetzelve bij wege van /ubfidie toetelegoen het bedraden van het Tract. jnent, 't welk deszelfs voorige Leer aar, indien dezelve bij dat Genootfchap in dienst gebleven was, anderszins, zou genoten hebben en zal het Wetgevend Lichaam, daarop, naar bevind van zaken, gunftig mogen bef uiten. Art. 10. Hetgeen hier voor en ten spzichte der Leeraaren van de gewezen bevao'rechte Kerk, welken bij het aannemen der Conftitntie in vasten dienst zijn en blijven zullen, bepaald is, zal m-ede plaats hebt ben omtrend zoodanige alsdan in vaste bediening zijnde Leeraaren van andere Kerkgemeenten, die aan het Wetgevend Lichaam zullen doen blijken, dat zij door het bepaalde bij Art. 3 , 0f door de'jhppresjie van eenige buitenland che geestlijke Corporapen, in hunne gewoone inkomften benadeeld zouden zijn , en zulks ter concurrentie van het gemis, hetwelk dezelven zullen aantoon&n daardoor anderszins te zulhn lijden. Art. 11. Insgelijks zal het zoogenaamd Kindergeld, zqo en in dier voege, als hetzelve onder het voorig Gouvernement aan de Leeraaren der gewezen bevoorrechte Kerk was geaccordeerd geworden, blijven foprdduuren. TWEE-  DE REPUBLIKEIN. 461 TWEEDE AFDEELING. Van het o n d e r w ij s. Art 1 'Er zal zorg gedragen worden, dat de gelegenheid tot onderwijs in noodwendige en nuttige kundigheden, tot de beoeffening van kunsten en wetenfchappen, ter opheldering van het verf tand, befcLving van den fmaak, veredeling van het hart? voor eiken Burger openfta, en gemaklijk te verknj- êeTAnJTen dien einde zullen 'er zijn Grondfcholen ' Taalfcholsn, Akademien en eene Nationaale Ho'oo-e School, over welke een behoorlijk opzicht zijn zal* — Maar wie, en hoe zal men de Meesters vormen' Hiervan vinden wij geen woord. En echter dit juist'is van zoo veel gewichts, dat eene geheele Afdeeing hieraan wel mogt gegeven zijn gewornen WaarhjK, wat men doet of vastftelt ter verbetering in het O tderwiis het is vruchtloos, zoo lang men niet van de Meesters 'begint-,, door aan dezen gelegenheid te geven, qm zich te vormen en, tevens, om een ruimer beftaan, dan thands, te vinden. Art 3 'Er zullen door de ganlfche Republiek genoegzaame Scholen zijn, waarin de Jeugd kan wof- den onderwezen in het lezen , fchrijven en reekenen midsgaders in alle zulke verdere kundigheden, welke paatslijke %m£atidjgheden in acht genomen zijnde de beftemming van den vrijen Burger meest kunnen bevorderen. Elk Gemeente - Beftuur zorgt, dat de benodigde Schoolhulfen gevonden worden. Art 4 In deze Scholen wordt geen onderwijs gegeven in leerflellige geloofsbegrippen van eenig bijzonder 'kerklijk Genootfchap: ook worden m dezelven geene boeken gebruikt, waarin dergelijke leerftelltge begrippen gevonden worden. Art 5 De Onderwijzer s t kundige en zedige heden kunnen door den Raad der Gemeenten zeiven worden gekozen, doch niet zonder voldoende getuigCchrften, voorkennis of onderzoek van het SchoolbeJrtul.r — Wat doet hier de Raad der Gemeente? Wa5vom niet door de Gemeente zelve een Committt tot Schoolzaken verkoren, waaraan die keus wordt vcrble■ Ccc j vens  462 DE REPUBLIKEIN. ven, even gelijk de Kerklijke Genootfchappen bet verkiezen van Leeraaren aan den Kerkenraad overlaten' — 1 u moest een post van eer zijn, en wie zou 'er'niet vuurig naar dingen , om iid van zoodanig een Committé te worden ? r-tn\6^De;JC/w0/°rdt zal overa/> zo° ™el doenlijk op dezelfde wi/ze worden geregeld, en de Schoolboeken zoo ingericht zijn of worden, dat dezelven ter verkrijgmg van noodige kundigheden, gemakliik Kr vorming van het jeugdig hart gefchikt zijn, en een niet kostbaar nationaal geheel uitleveren Art. 7 In de geleerde taalfchoolen zal men overal zoo veel doenlijk, eene gelijkvormige inrichting, herorde, boeken en klasfen-verdeelmg invoeren, en het onderwtis oox tot dat der levendige taaien en andere oefeningen trachten uituftrekken. Art. 8. (Volgends den Geest.) Op drie Bataaffhe Akaaemien, als te Groningen, Harderwijk en Breda onder 't opzicht van het nationaal Opperbeftuur van het openlijk onderwijs, zal men der Jeugd s te verlStenen te verbeteren? - Mijn ftelregel ,s altijd trek partij van den heerfchenden Jmak; K thands Ja, of ik dezen regel op het onderhorige geval niet kan toepasfen. De Natie wil Schouwfpelen; hiervoor is altijd geld.— fTusfchen beiden aangemerkt: onder alle ftelfels van Be«en, om de Natie ongevoelig haare beurs te d,e Sbudden, is nog. niet cén, om haar het geld in Schouwburoen uit den zak te fpeclen. Het Gouvernemlnt beproeve eens deze nieuwe kunstgreep: het neme een troeo Amjlerdamfche Nationale Stads Tooneellis. tel - "elilk Zij zich met eerbied en necienghe.d geheven te noemen -r in den arm, om voor 's Lands Kas te fpeeien: ik fta u borg, op mijn fchr.jvers woord dat de Petitie van 40 millioenen, en meer, rasch gevonden z% wezen Dan, dit in parentheM Een Koopman, £> FaSeui; de, met fijne geliefde Wederhelft, met vermaal ee" driegulden verkijkt aan de gadelooze ta enten van eene Wattter, zal een boekje van een daalder n zijn zoon van niet minder waarde, ongeopend, zelfs zonder den titul eens intezièn , aan zijn Boekverkoper terug zenden. Dit nu zoo zijnde, en voor als nog met Sende veranderen, is mijn eenvoudige raad- leg uw pe neder, en trek hooggekurkte laarfen fJokken aan • met andere woorden, word Tooneelfchnjver en Directeur van een Troep Artistes dramatiques, lyriaues politiaues, of, in 't Hollaodsch gefproken, Staatskundige Tooneersten en Operisten. Laat fpee en, hetgeen g.j nu fchrijft. Zeker, ik vrees gü zult minder vrii Zijn ; want in eene vrije Republiek mag men wel vri fchrijven, maar niet vrij fpeeien Evenwel 'er z.,n atiid huismiddeltjes genoeg, om het fcherpziehd toezicht v een Committé van Waakzaamheid te ontduiken Maar, misfchien denkt gij, Cof veel waarfchijnhjker zijt Si flim genoeg, om reeds den kneep te vatten, dictum fapienti fat:l hoe dit aanteleggen? Alle onderwerpen z f toch niet gefchikt voor het Toonee ? De .meesten kunnen het met een handgreep gemaakt worden B.j v'orb eld, gij zijt eens van begrip, dat de Conftitutie moét aangenomen worden , en gij wilt dit het Volk fmaaklijk maaken : laat dan fpeeien Cmna of de Goedertierenheid van Augustus. Geen ftuk is gelch.kter, om het Volk op de Tirannij te doen verheven. Waar toch verfcheen ooit Dwingeland in beminhjker licht, onDdd 3 ein_  47° ÖE REPUBLIKEIN gen, hem W^^JÜSL» el ja zelfs CentetJ, T^^^^S? van aigemeene onderwerping beflo-L Pil T tusfchen de Bedrijven van bet vSw o J Z0Udt oen invoeren , om aan den „11 Re'e" klmdigc ophelderingen! te geven S ■■ ^ tegen, de Conlitutie doen ver™ ,g!', daa''entoonen een oud reed<= iann I P ' ,aat dan ve>"ten, doch me dat alli als ft ^Vru]hoek vergeongeestig Tooneelflufc 1'Zeggen ma& • «et maaken. En Vef dan8 ot een >f r "f ^behoefc te (een Stuk J L ^ ^ 7™™f der miirisfen' van de,Amf^ damfehen"W*?"- C°m" Sehouwburg reeds teflotS hSSbi*S^^al,Ö"a,eA de Revolutie ten tooneele te vó^S ¥f Cer*tkome»groot Ballet van eigen vodfnt- S2 a"de-S een Wm. mde EUfeefL mZ^S^^ z*jn, zoo a sgi ziet flechrs fM,,,^ 3 Ulk! Dit .•erdèr benoeSSteS? ï£ b/d'u ^ 1 a"een eens de proef, en ik verzeker hT •"' h,ervan het Nut van 't Algemeen én 'J? betCr voor gen beurs, zuit wïken^ Va" "We eiJ werk nietaanbefteS,ma^X" biiTTt P h&t dan tegenwoordig met all» 2^ if0 Broederfchap. icnnjven. — Heil en tooneel-vriend, * * * «, * «. Broeder Tooneel - vriend r Boekverkopers, die, uit outer mM.Ï Moedigen ren vruchten aan het eer wa ïdiï lIr f"Tmijne hers" Puplièk (want dat de S rJ;flT*' Neder'™dsch ^nnten zichzelven ^S£$3ft ? *W* ^ Weekblad ligt-  DE REPUBLIKEIN, 471 ligtlijk begrijpen. Gij weer, zij fpeeien op zien komen) mededeelde, is voor mij een raadfel. Was uw brief niet regelmaatig per post tot mij gekomen, en was hij niet gefchreven in eenen toon, die , met all' het fatijrischcjmifehe, een man verraadt van eenen zoo goeden ftempel, als 'er helaas! maar weinig te vinden zijn, dan had ik uw fehnjven blijven wantrouwen. Eerst dacht ik: de Man is één van de Nationale Tooneelhstcn, die van de Revolutie alles zoekt te haaien, wat.'er maar op zit, en, in plaats van vive la Republigue! tot zijn moreel en politiek fijstema aanneemt : vive de Schouwburg.' Dan, daar het Latijn, dat in uwen brief voorkomt, zoo zeiden het deel is van den Tooneelfpelcr, liet ik dit denkbeeld varen. Nu vermoedde ik, dat gij een provinciaal Financier waart , misfehien wel Lid van dat Committé, hetgeen Iloiiand's Ingezetenen , zeer on• langs, zoo treffend vergast heeft op een keurig flnantiéel Soupé, dat gewis , door de meenigte van Tractanten en Gasten , en de herhaalde Decerten, die nog te wachten zijn , zijne zittingen , geduurende nog verfcheiden zomerfche nachten, zal continueeren. Doch ook dit kon 'cr, bij ernstig nadenken, niet door, omdat ik u ali' te veel fchranderheid tockenne, om niet verzekerd te zijn, dat alle fpelcn, het zij ze politiek, finantiëel, of louter dramatiek zijn , welhaast vcrveelcn, zoodra zij wat dikw ijls herhaald worden, en dat de Natie (zij mag dan zomwijlen wat flaaperig zijn) zeer fchierlijk op de proppen zal komen, al was het zelfs met de flaapmuts op het hoofd, zoodra zij begrijpt, dat zij (goed rond, goed Zeeuwsen) door haare Tooneeliisten bedot wierd, die zij toch waarachtig alleen uit haar zak betaalt. Ook dat vermoeden gaf ik dus op, en nu ben ik gerefolvcerd , om u te houden voor één dier politieke Spions , die overal in de koffijbuifen rondfnuficlen, om den geest des Volks optefpooren , en die mij, uit een allcrwezenlijkst en oprechtst medelijden, eene goede kostwinning wildet bezorgen, eer mijn Weekblad nog politiek overleden was, welk politiek overlijden, zeer waarfchijnlijk, ééne uwer doorzichtige gistingen geweest is. Waarlijk, mijn goede Vriend, zulk eene deelneming mag van mijne zijde geenszins ondankbaar worden beandwoord, olfchoon ik uwe weimeenende aanbieding in geencrlei opzicht zal kunnen aannemen. Het zou indedaad geen onbelangrijk onderzoek zijn, om eens natefpooren, welke perfoonen en zaken de aanleidende en medewerkende oorzaken geweest zijn , dat de  m DE REPUBLIKEIN. de Lees-lust, die, nog vóór deze Omwenteling, zoodanig was, dat de meeste Patriotten omtrend alles lazen; Wat 'er ten behoeve hunner onderdrukte zaak , en ten behoeve des gemeenen Vaderlands, in het licht kwam, vlijtig lazen en beredeneerden, thands tot die verregaande onverfehilJigheid zijn gekomen, om bijkans niets te jezen, en echter onophoudlijk voordgaan , 'een beflisfend vonnis te vellen over iets, dat zij nimmer onder het oog hadden. Het kenbaarst bewijs is daarvan voorhanden in de tegenwoordige oogenblikken , waarin juist zij, die het Ontwerp van Conflitutie volfirekt niet anders kennen , dan bij recommendatie, de grootfie fchreeuwers zijn, om hetzelve te doen aannemen, en de zoodanigen , die zich, van 'den beginne af, moeite gaven, om hetzelve te kennen en onpartijdig te overwegen, en die , na zoodanig rechtfehapen onderzoek, zich daarmede niet kunnen vereenigen , openlijk uitmaaken voor egoïsten , belangzoekers, ambtbejagers enz*, zonder te weten, of 'er een daadlijke grond voor aanneming, of" verwerping aanwezig zij. Indedaad, zulk eene ftrafbaare onkunde, zulk eene fchaamteloze ftoutbeid zonder voorbeeld, ontè'ert het charakter van eenen Patriot, hetgeen ik voor mij altijd geoordeeld heb, cn nog oordeelc, daarin te beffaan , dat hij der waarheid — der waarheid, zeg ik, na voorafgaand rijp beraad — hulde doe, en haar bciijde , offchoon ook banbükffems en ftrafplakaaten tegen dezelve bij meenigte werden uitgevaardigd, en dat hij , boven alles, de individueele onvervreemdbare' rechten van den Burger , bij deze Omwénteling uit de duisternis der eeuwen opgedolven , handhave, zelfs met opoffering van goed eri 'tbIoed handhave^ in fpijt van Moderantisten , Aristocraten, Landjonkers, Edelen en Anarchisten, die voor het Voik niets anders , dan denzelfden ijzeren fcepter, fmeeden, waaraan het zich naauwlijks ontwrongen heeft. Hoe Jang , of kort, dir politiek fpel duuren, en welk het uiteinde zal zijn van alle deze jammerlijke woelingen, waartoe binnenlandse!: en buitenlandsch verraad zoo handtastlijk medewerkt, zal de tijd leeren, zonder dat ik, voor mij, daaraan perfoonlijk begeere deel te hebben , maar alleen datgene zal blijven verrichten, wat ik in waarheid, en voor het gemeene belang, oordeele te kunnen, te mogen, en te moeten doen, zonder mij aan den laster van eenig fterveling te bekreunen."  D Ë REPUBLIKEIN. N°. 169. Justitiae flat fosdsre mundur. horatius. j£ïet volgend Addres, door eenige oprechte Vrienden van vrijheid bij Hollands Beftuur zijnde ingeleverd, maaken wij ons tot eenen daadlijken plicht , onder de aandacht onzer overige Medeburgers te brengen, met de welmeenendftc aanbeveling, dat deszelfs teekemng en inlevering ook elders, zoo veel mooglijk, bevorderd worde. Hetzelve luidt, als volgt: „ Aan het provinciaal bestuur v'ari „ Holland." Geven met gepasten eerbied te kennen de' Onder» „ geteekenden , allen Stemgerechtigde Burgers van Hol- , » land, woonende te Dat de Vertooners het Reglement van Nationale? Vergadering , door de onbelemmerde invoering van 1 hetzelve binnen deze Provincie, en hunne opgevolgde! verfchijning in de Grond - Vergaderingen , als Burgers van Nederland, met de fprekendfte daden bekrachtigd, " en het geheel verband en den zamenhang van hetzelve zoo' als het liggende is, naauwkemig overwogen " hebbende , van toen af aan in het begrip geverfeerd !' hebben, en nog verfeeren , dat zij het recht, om over ' de aanneming of verwerping van het Plan van Confütutie te oordeelen, welk anders aan de tfe vooren fouveraine Provincie Holland, even als aan ieder ander * der vereenigde Gewesten privatelijk, toebehoord zou- ( * de hebben, daarbij ten gemeenen nutte aan^de geheelsx» „ bevolking van Nederland afgedaan hadden."  474 DE REPUBLIKEIN. ,, Dar, dienvolgende, na het Decreet der Nationale „ Vergadering van ir Maart I. 1., veelen van de Ver„ tooners, met en benevens andere Burgers van Neder* „ land, zich, in deze hunne betrekking, aan weigemel„ de Vergadering geaddresfeerd , en van dezelve op „ gronden van uitlegkunde van het Reglement, gerecla„ meerd hebben het recht, welk zij, vermids den zoo " aV^ ^melden gewestlijken afftand , als Burgers van „ Nederland, in dezen vermeenen te hebben." „ Datde Vertooners, met de levendigfte deelneming „ van blydfchap, uit de Memorie, door'Uwe Vergade„ ring bijna gelijktijdig op eene plechtige wijze ter Na„ tionale Vergadering ingediend , vernomen hebben, dat „ uwe Vergadering deze zaak uit het zelfde oogpunt be„ fchouwde , en het insgelijks daarvoor toonde te hou„ den, dat uwe Voorgangers, de Provifioneele Repre» lentanten van het Volk van Holland; ja, wat zeggen „ wtj, dat, gemerkt de bekrachtiging van het Regle„ ment, het Volk van Holland zelf, het fouveraine „ recht, om afzonderlijk over de Conftitutic te beflisfen, » aan het geheele Volk van Nederland afgeftaan had: „ en dat wijders de Vertooners , met geen minder ge» voel van dankbaaren eerbied, in ervaring gekomen zijn, „ dat uwe Vergadering, nadat het Beftuur van Overijs„Jel verklaard had , zich aan geene andere Conftitutie „ te zullen onderwerpen , dan welke in den haren pro„ vmetahter beftemd cn goedgekeurd was, insgelijks, „ van haare zijde , een flap verder gegaan is, en ter „ voorkoming, dat niet het Volk van Nederland in zijn „ eenmaal wettiglijk verkregen recht ten dezen wierd « geturbeerd, op het heilige woord van eer der Leden * van uwe Vergadering, rondelijk aan de Nationale Ver,-, gadering verklaard heeft , geene provinciale ftemming » binnen dit Gewest over de Conftitutie te zullen ge„ doogen." „ Dat, ondertusfehen, de Nationale Vergadering , op i, de onderfcheiden, bij haar ingekomen, voordellen en t, addresfen, zoo van de Hoogst Geconftitucerde Mach„ ten van de meeste Gewesten, als van veele Ingezete„ nen dezer Republiek, batreffende haare (zoo als wel« gemelde Vergaderitig het noemt) op den 11 Maart geuitte opinie omtrend de wijze, waarop de ftemming „ over het Ontwerp van Conftitutie zouden behooren tè gefchieden, opv 22 Ma ij jongstleden gedelibereerd heb» bende, gedecreteerd heeft, de poinften, bij dezelvè - . it voor-  DE REPUBLIKEIN. 4Z5 voorftellen en addresfen vermeld, te laten buiten be' flisling, in afwachting van den uitflag der ftemming over het Ontwerp van Conftitutie, met bijgevoegde !' verklaaring, dat dezelve haar gedeclareerde op den 11 Maart l L, nopends den zin van het 108 Art. van !! het Reglement voor de Nationale Vergadering, confidereerde als te zijn van geene verbindende kracht." Dat, door dit .befluit der Nationale Vergadering, ten /'genoegen van uwe Vergadering, gelijk ook van de , Vertooners , wel is geëffcauccrd, dat uit de verklaa" ring van gemelde Vergadering van den n Maart 1 [., niet ten nadeele van het verkregen recht van " het Volk van Nederland, ten dezen in queestie, gef rcdencerd kan worden ; en dat deze völkomene ouziidi^heid der Nationale Vergadering ook op de om" zichtigfte wijze in acht genomen is bij het nader Decreet van gemelde Vergadering, op het rapport van V den Burger Vreede C. S uitgebragr, dan,dat tevens de zaak zelve in het midden en onbeflist gelaten zijride, en wel zulks op grond, gelijk dit aan de Vertooners uit de voorafgegane debatten van het De" creet van 22 Mal/ gebleken is, dat de Nationale Ver" gadering zich, na'het gemanifesteerd verfchil van opi" nién ten dezen , onbevoegd reekende , om eene au" Uientiekc interpretatie aan het Reglement zelve te ge" ven, het notoir gevolg van het voorfz. befluit zijn " moet, dat het hier vooren gemeld verfchil van opiniën " blijft 'voordduuren , zonder dat 'er eenig uitzicht is, " door wien, en op welk eene wijze, hetzelve zal " kunnen worden getermiueerd." " Dat niet te min de Vertooners 'er het hoogfte belang 'in ftellen , dat niet , .bij cventueelen uitflag der ftem" ming over de Conftitutie, dit ingeworpen differentiaal " poinct als eene beweegreden aangevoerd zal worden, " om over den uitfl.g zelve van die ftemming in on" dcrhandeling tc treden, en dat de Vertooners zooda- , ni^e mooglijke wending van de zaak ten eenenmaaie ftrtidig met hun goed recht zouden moeten befchou" wen °, ten dien gevolge dierhalve, dat de Vertooners " 'er zich ten fterkften aan laten gelegen liggen, dat dit " poina zelve tusfchen de disfentiëerende partijen, v6ór de " daadlnke ftemming over de Conftitutie, worde beflist." " Dat echter dc Vertooners niet aan uwe Vergadering willen verbergen , all' het moeilijke te gevoelen van " de keuze der middelen, welken in den tegcnwoordi» M Eee 2 „ gc«  4?6 DE REPUBLIKEIN. 99 gen ftaat van zaken , en na het hier voren gemeld ,, befluit der Nationale Vergadering, ten dien einde ge,, bezigd kunnen worden, daar immers, indien zich de Vertooners de zaak wel voorftellen, 'er thands een »• gefchü Plaats heeft tusfchen partijen , welke geenen hoogeren rechter, dan zicbzeïven , kennen, hetzij a, dan dat men de zaak van de zijde der verfchillende 9, en disfentiéercnde Provinciale Beftuuren , of wei van „ de zijde van het Volk van Nederland ter eenre, en „ dat van eenige Provinciale Beftuuren ter andere' zij9, de, befhouwe; een tocltand , welke op niets mi'nder, dan het recht van den fterkften, zoude moeten 9, uitlopen , zo niet de disfentieereude Provinciale Be,, ftuuren befluiten kunnen, om aan minzame adhortatien s, van uwe Vergadering over dit zoo gewigiig onderwerp gehoor te geven, of wel, des noods, de zaak zelve, door zoodanige onzijdige uitfpraak, als partijen over en weder zouden verkiezen, te doen beflisfen." „ Dat, dierhalve, de Vertooners, hoe zeer voor zich,, zei ven ten vollen overtuigd, dat zij het goed recht 9, aan hunne zijde hebben, en dat, ten oiibaar van den ,, Lande , de Conftitutie nationaal beftemd moet wor,, den, ter voorkoming echter van alle die noodlottige „ gevolgen , welken een Burger-Oorlog tusfchen de verfchillende Gewesten, of eene daadlijke affehcurmg van „ eenigen derzelven, noodzaaklijk naar zich (leepen zou„ den , zich verplicht vinden te verklaaren, dat zij, voor zoo verre het hun recht, als Burgers van Ne„, derland, betreft, zich, des noods, aan eene onzijdi- „ ge uitfpraak, in dezen zullen onderwerpen; dan, „ dat,'van de andere zijde, de Vertooners 'er teffens moeten bijvoegen, dit zij, bij volhardende weigering der disfentiëerende Provinciale Beftuuren, om in hun „ gevoelen over te gaan, of immers bij eene openlijke ,9 verwerping eener onzijdige uitfpraak, liever het uitsrj, ft? zouden waagen, dan gedoogen, dat, na de ftenrming over de Conftitutie, door eenige compofitie of „ verdrag me: de disfemi;;erende Provinciale Beftuuren, 9, het principe zelve zijdelings en indirect, in hun nadeel 99 wierd beflist." „ Redenen, waarom de Vertooners- zich keeren tot „ dit Beftuur, eerbiediglijk verzoekende, dat hetzelve, J? als nog\ ter voorkoming van de verdere verftooring* j, van het goed recht des Volks van Nederland in dej, zen , met voorkennis en medewerking, zo moog-  DE REPUBLIKEIN. 477 Hik van de verdere Provinciale Beftuuren , welken " ecn'ftemmig hierover denken , zoodanige nadere maat'* reeclen gelieve te nemen, als hetzelve ten dien ein" de het meest gefchikt, billijk, en efflcacieus zal ver" meenen te zijn; des noods, met verblijving van de zaak zelve aan zoodanige onzijdige uitfpraak, als de !! wijsheid van uwe Vergadering in dezen zal weten daar te ftellen, en dat wijders, in geval alle de voorfz. • middelen tegen alle verwachting Vruchteloos mogten " worden beproefd , (hetgeen de Vertooners hartlijk 'wenfchen, dat zal worden verhoed,) alsdan en in dien gevalle, dit Beftuur rondelijk gelieve te verklaa- ren dat het geene andere'invoering eener Conftitutie, ** mèt'concurrentie van dit Gewest, of op deszelfs Jer- ritoir zal gcdoogen, dan de zoodauige, waarbij de !! Nationale Stemming is gevolgd , en dat, bij ontften- . tenis van dien , dit Gewest alleen, oi met andere " eensdenkende Gewesten te zaaien, voor derzelver aigemeene en huishoudelijke belangen , zich , als Mo" o-endheid op zichzelve, zoodanige Conftitutie geven " zullen, als de gezamenlijke lnwooners, met herne" rhing in dat onverhoopt geval van hunne geheele Soq" verainitcit.voor zichzelven zullen vermecnen gefchikt 9, en oirbaar te zijn." 't Welk doende, enz. Ziet daar dan. Burgers van Nederland, den laatften ftaü door we'meenende Vaderlanders gedaan, met oogmerk om eene zaak tot ftand te brengen, welke van een onbercekenbaar gewicht is voor uwe belangen, daar het U nimmer onverfchillig zijn kan, of een Gewest zoo als dat van Drenthe , of van Bataafsch Braband, in den tegenwoordigen tijd, nadat jeder Gewest reeds daadiijken afftand van zijne Souverainiteit gedaan heeft, nu weder, in dit allerbelangrijkst geval, als de ftemming is over de Conftitutie, dat afgeftane fouveraine recht weder zal hernemen, en dus, tegen allen recht en de uitfpraak van gezonde reden en ftaatkunde, door de vereeniging van gecabalifeerden invloed, eene groote meerderheid van individueeie Burgers, die gelijke rechten hebben, zal kunnen overftemmen. Waarom de Nationale Vergadering dit punt, nadat zij zelve de tastbaare onbeftaanbaarfaeid gezien en erkend heeft, zooEee 3 a»s  DE REPUBLIKEIN. ais uit de_ debatten Wijkt, dit Stuk geenszins met ronde en d«id%e woorden afgedaan, maar , in Oeridee!, eenen daadlijken grond van vermoeden hebbe overgelaten om dit point te behandelen, zooals men in der njd zal goedvmden?- laten wij gaarn over ter ontvouwmge van diegenen onzer Medeburgeren , die zoo ee* heel doorzult zijn van eerbied voor de bcfluiten dier hoog.wnze Vergadering, dat zij alle decreten en ontwerpen , als godfpraken, vere,.,,. Wij, voor ons' volgen geenen anderen regel, en willen ook nim° ï eenigen anderen volgen, dan dien van waarheid , va, recht, en van gezonde (taalkunde, zonder ons eenfözins te bekreunen aan d3t half'ilachtig pairiottcndom dat met de woorden van Vrijheid in. den mond, zich'gaarn aan elke w.llekeur onderwerpt , zoodra het flechts met hun gemak en met hunne beurs ftrookt. Dit, boven ailes vordert de plicht van Schrijvers, die het zich ten Plicht gemaakt hebben, de Natie te verlichten, Sfe 5 kostte het, ook hun den haat en de v,jandfchap v d. en, d,e ,n ecmg Bewind geplaatst zijn. Nimmer perfoonen haatendc, om hunne onderfchciden gevoelens oordecen zij het echter plichtmaatig, de zaken bij den' rechten naam te noemen, en geenszins Volks - rechten te mogen verduisteren , die in den aard van ment hén en tijden liggen ópgeflotën. Mislukt deze laatfte pooging by Holland's Beftuur ; mislukt deze laatfte poging, om, door middel van dat Beftuur, des noods eene rechtbank te verkrijgen van individueele perfoonen ' aan welken dat tedere punt eener nationale en hoofdliike ftemming m beflisfinge zal worden overgelaten, dan blijft er ook ter verzekering der individueele réchten van ieder Nederlandsch Burger, in Holland, óf ook eld s woonende, niets anders overig, dan het oude recht te hernemen hetgeen bij den aanvang der Omwenteling in i79S werddaargefte d en dan, met overleg van alje andere vaderland-en vryheid- minnende Gewesten, eene Conftitutie te doen ontwerpen , welke meer overeenkomffe zijn zal met de waarde van eenen recht vrijen Burger , dan het Ontwerp, door de Nationale Vergadering voorgedragen. Dat dan ieder rechtfehapen Burger getrouwlijfc mede werke , om zich, ook hierin, te kwijten van zijne duurfte verplichtingen, ten einde zichzclven, voor de nakoomlinglehap, vrij- re waaren tegen de rampzalige Reyo gen, d,e u,t eene tegenovergeftelde machinatie, in der tijd, zouden kunnen voordvloeijen. Ou-  DE REPUBLIKEIN. 47$ Onder zoo veele Stukken, betreklijk het thands gereed zijnde Ontwerp van Conjlitutie , kwam ons thands_ in handen de Proclamatie der Nationale Vergadering van 9 Junij 1. h Verfcheiden aanmerkingen deeden zich al aandonds, bij de eerde inzage van dit Siuk, aan onzen geest vóór, die, na de lezing, door geene mindere bedenkingen agtervolgd werden. Wij behooren gewis onder diegenen, die zich verledigd hebben, zoo ais men zich in de Inleiding uitdrukt , om den loop der raadpleegingen te volgen. Wij kunnen dus beöordcelen de poogingen , in het. werk gejleld, om dat Ontwerp , binnen den, in het Reglement vvorjiiireven, tijd, ter beöordeeltng der Ba~ taajjche Natie te brengen; dan, ook wij betuigen al aandonds volmondig, ons niet zoo gereedlijk te kunnen overtuigen van die onvermijdlijke vertraaging , welke in gemelde Proclamatie wordt voorgewend. Immers , wie is 'er, die, met een republikeinsch hart, en een onbeneveld verdund, met ons den loop der discusfien gevolgd heeft , en dan zal kunnen, of willen ontveinzen, hoe bij meermaalen, met weerzin en fmart, gezien heeft de nodeloze en zoo veel tijds verfpillende beraaddaagingen , en lettervitterijen , over zaken en uitdrukkingen in het Reglement, die indedaad eenvoudig in haaren aard, en niet zelden voor Hechts écne gezonde o_pvatting, of uitlegging en toepasfing, vatbaar waren; ja, welke , door het verlangen des Volkt,, in zoo veele addresfen en requesten uitgedrukt, volkomen van alle duisterheid ontheven werden , en waarover men, nogthands, zich de ongcrijmdfte rechtsgeleerde hairkloverijën en woordenfpeelingeh veröorlofd , en den kostelijken tijd voldrekt nutteloos verfpild heeft? De Nationale Vergadering , of liever derzelver Meerderheid , moge ziebzeive dan zoo bewust zijn, als zij voorgeeft, van haare plichts-betrachting, ten aanzien der bepaaling van tijd , in het Reglement voorgefchreven , waarvan zij ook alleen gewag maakt; wij voor ons, hadden liever gezien, dat zij zich, even vertrouwiijk, met 's Volks goedkeuring over hunn' nu ontworpen Plan. van Conjlitutie had durven vleijen. Die over- ver-  480 DE REPUBLIKEIN. vertuiging, toch, zou voor het Volk, en ook voor hun, van onëindig meer nut'en waarde geweest zijn: dan, hieromtrend bewaart zij een diep ffilzwijgen, en zij doet wél, daar het verlichtfte en braaffte gedeelte des Volks heizelve Ontwerp, zoo als het daar ligt, befchouwt als een zamcnflel , waarin de blijkbaarfte afwijkingen van de eerst gelegde beginfelcn , en dus van derzelver waare toopasung, te vinden zijn .-een zamenftel, dat, hoe voortreflijk ook eenige gedeelten zijn, indien het, onverhoopt , door intrigues werd goedgekeurd, de wijdfte deur zoude open ftellen voor een despotisme, oneindig haatüjker, dan immer in Nederland beftond , of wel voor eene Aristocratie , die, binnen zeer korte jaaren in eene volkomene Oligarchie zou ontaarden ; gelijk zulks door de rechtfchapen Volks-vrienden, Leden dier Vergadering, openlijk aan den Volke is afgefchilderd. (Het Vervolg hier na.) Te Amflerdam, bij M. Schalekamp.w* War< moesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage}. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, J. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn ]. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd k iè Stuiv,  Ö Ë REPUBLIKEIN. N°. 170. Justitiae Jiat fotdtre mndus. H0RATIÜ& {Vervolg en Slot van No. 169.) 1 Gaarn ftemmen wij den Steller der Proclamatie tod3 het aantebieden Ontwerp van Conjluutte geene b i ken van overijling draagt. Neen, voorzeker, daar* Sen hebben die weinige oprechte Volksvrienden, Leden der Nationale Vergadering, gewaakt, die, aan de beginfelen van waare vrijheki en algemeen geluk gctrouw gebleven, door hunne cordaate, fchoon helaas! vruchtloze, voordrachten, zich de hoogachting en liefde de vèrlichtften en braafften hunner Committenten hebben verworven, en hunne naamen mef den hoogflen Jof tot de laatfte Nakoomlingfchap zullen overbrengen. Hl. mnu Fff Psw  48a DE REPUBLIKEIN. Daarenboven, indien men in eenen arbeid, ais dezen waaraan bij vpordduuring agttien maanden tijds zijn beiteed geworden, voor overijling had te vreezeii, dan mttT ware het gedaan met onze Republiek, als die geduurende haar beftaan, naauWlijks één voorbeeld van overijling, maar wel van al te groote vertraaging, heeft opgeleverd, waardoor haare allerwezenlijkfte belanden zeer dikwerf zijn verwaarloosd geworden , terwijl men die oogenblikkcn jammerlijk liet (lippen, waarvan eene gezonde ftaatkunde, alleen, een beflisfend nut weet te trekken. Maar, indien wij nu eens den Steller der Proclamatie toegeven, dat geene overijling in het bewust Ontwerp voorkomt, en wij daarin aan den anderen kant zoo veele en aanmerfclijke gebreken ontdekken, hoedanig, bid ik, moet dan ons oordeel zijn? Moeten wij dan befluiten, dat alle die gebreken daarin met opzet zijn ingelast, opdat de Natie geen Ontwerp ontvangen zou , dan hetgeen met de waare burgerlijke en ftaatkundiger vrijheid ftreed, en hetgeen zij, gevolglijk, in den volftrektften zin, zou moeten afkeuren? Maar, dan ook doet het, gewis, der Nationale Vergadering nog grooter oneer aan, dat zij agttien maanden heeft kunnen befteeden, om een Ontwerp daarteftellen, waartegen zich, door gantsch Nederland, eene aigemeene kreet van misnoegen verheffen moest? Wie is 'er, indien zoodanig geval eens konde vooronderfteld worden die zoodanige opzetlijke verkeerdheid niet oneindig haatl'ijker en onvcrfchoonlijker zou vinden, dan zoodanige welke alleen de vrucht van overijling moet genoemd worden? Verre zij het echter van ons, dat wij van de Nationale Vergadering een volmaakt Ontwerp gevorderd hadden, in den ftrikt wijsgeerigen zin van het woord als of zulks bevrijd zoude zi;n van alle mooglijke onvolmaaktheden. Zoodanige volmaaktheid gaat gewis buiten de grenfen der menschüjke wetenfchap en omzichtigheid. Maar, zoodra de Nationale Vergadering zelve het zegel haarer goedkeuring gedrukt heeft op deze ervarenis van den dag, hoe duister wordt dan niet re meer baar gedrag, dat zij het zoo reebtmaatig verzoek van  DE REPUBLIKEIN. 485 van een aantal brave Burgers zoo vernederend van de hand heeft kunnen wijzen? Want, was 'er immer een gefchikte middenweg uitgevonden, om de erkende onvolmaaktheden van dat Ontwerp wcgtenemen, dan was het die, door zoodanige Requestranten ingchagen, die een termijn van vier weeken verzogten, binnen denwelken zij hunne bezwaaren zouden inleveren: welke termijn, aan hun vergund zijnde, even zoo voor alle andere Burgers 'had kunnen open gerteld worden, om hunne bedenkingen inteleveren. Van deze ingeleverde •bezwaaren een behoorlijk gebruik maakende, zou de Nationale Vergadering in het vervolg onaanfpraaklijk geweest zijn voor alle de nadeelige gevolgen, die uit de •verwerping van het Ontwerp te duchten waren, en welken nu gewislijk voor haare reekening moeten komen , daar zij één der heiligde rechten van eiken Burger om petitiën te doen, en wel in eene der belangrijkde zaken, met eenen enkelen hamerflag verpletterd iheeft. Het is zoodanige vertraaging alleen, welke de .Natie te recht zou hebben kunnen billijken, daar zij het was, die juist aan datgene, dat ieder eerlijk vaderlander met'huivering vooruitziet, een fpoedig einde zou maaken; daar de vertraaging , welke nu plaats kan hebben, nadat het Ontwerp, zooals het ligt, zal worden aan het licht cebragt onnodig en uitermaate ,fchaadelijk is: onnodig, daar indien de Wetgevers, de Leden der Nationale Vergadering, reeds bij den aanvang hunner overwegingen, in datzelfde begrip geweest waren, zij alsdan, zeer iiEtiÜk dit duk, reeds veel vroeger, ter perle hadden kunnen geven, en dus'het geheele werk bijzonderlijk bemoedigen; Cchaadelijk, omdat zij willekeurig befchikt hebben over "den tijd, die, bij het Reglement, hetwelk anderszins zoo vaak hun heilig fchibboleth was, aan de Natie uitdruklijk is toegekend. Indedaad, hoe wemig tiids zal 'er nu voor de Natie overig blijven, om, met een aandachtig overleg, eene zaak van zoo oneindig belang intezien en te beoordeelen, waarvan het geluk van haar zelve, en van haare Nakoomlingen, zal afhangen» Hoe weinig tijds, wij herhaalen het, daar het Ontwerp no" niet eens in Holland ontvangen, en dus nog veel minder naar elders verzonden zij ? Wanneer zullen Fffa wy,  484 DE REPUBLIKEIN. wij; — wanneer zullen de uiteiTte Grensplaatfen onzet Republiek zulks ter beoordeeling verkrijgen ? Zal 'er dus voor een goed gedeelte der 'Natie niet cenvoudiglijk de keus overig blijven, om een enkel ja of neen te zeggen, zonder voorafgaande naauwkeurige beoordceiing? Zoo heeft dan de Nationale Vergadering over een allerwezenlijkst gedeelte van het Reglement, over den tijd van drie maanden, waarin het de Natie had behooren te. kunnen overwegen, ten eenenmaale befirst, door zulks tot ééne maand te verkorten, en Zij vond haar geweten bezwaard, om vier weeken tijds te geven aan edelaartige Requestranten , die hunnen duurden plicht op het altaar der vrijheid huldigden ? Goe. de Hemel! welke jammerlijke aanleidingen geeft zij niet, door zulk eene handelwijze, om te vermoeden dat het haare begeerte is, dat de Natie of haar Ontwerp\ zooals het ligt, onderdanig goedkeuren, en blindling zal aannemen, zonder eens naar behooren overpeinsd te hebben, of het aanneemlijk, of verwerplijk ware? — of, uit wrevel, wegens eene fchennis van het recht , dat haar uitdruküjk was toegekend , recht, ftreeks aftekeuren? — Hoe ligtlijk kunnen iutrigues, offchoon verfchillend gewijzigd, in één punt van verrasfchjng zamenjopenl Maar neen; de jammerlijke mist, die de eer/Ie Proclamatie zoo ongelukkig beneveld had, is opgeklaard bij de tweede, alwaar de Nationale Vergadering uitdruküjk wil, dat de Natie haaren arbeid overwege, met de volkomenjle vrijheid beoordeele, cn goed rond goed Zeeuwsch daarover fpreke en fchrijve , zooals zij zal goedvinden. Hoe voortreflijk doet zich de Na» tionale Vergadering alhier voor! Zoudt Gij, Lezer, van haar iet meer kunnen verlangen', daar zij u zoo plechtig nodigt, roept , ernftig dringt tot beoordeeling, maar . , . zeer voorzichtig zwijgt van de enkele maand, welke zij u overlaat ter beflisfmge van eenen arbeid, waaraan zij zelve, bijkans zestien maanden bedeed heeft? Zij laat u, dan, dé volkomenjle vrijheid van beoordeeling en beflisfing, zonder eenige de minfte bepaaling? Ja, want dat zij, irj deze Proclamatie zelve dat knnst-ftuk van welfprefeendheid %«- uw gevoelen ten voordeele van het ontwerp  DE REPUBLIKEIN. 485 werp heeft willen voorinnemen, —> dit moet gij, Lezer, als een Coup de plume, over het hoofd zien, en houden dat voor niets meer, dan het is, naamlijk voor het billet van eenen Tooneelfpeeler, die geene drogredenen fpaart, om u het ftuk aanteprijzen, dat hij u heden avond vertoonen zal, of als het onmiddellijk uit-? vloeifel dier eigenliefde, welke ieder Schrijver gevoelt, wanneer hij zijn papieren Kind, zoo dikwerf de vrucht van onafgebroken hersfen-werk, in de wijde waereld mag floten. Nimmer indedaad, kunnen wij ons verbeelden, dat een Kwakzalver zich, met grooter opeenftapeling van machtfpreuken, van het gevoelen der omaanders zou kunnen verzekeren, dan in deze Proclamatie gefchiedt, met voorafzending van waarheden , die in zich zich zeiven ontegenfpreeklijk zijn; doch welker toepasfing van geen het minste gebruik is op het voor handen zijnde geval. „ Dat zij, die in verwarring en onrust hun „ heil zouden mogen zoeken, zich Bataven noemen , zrj „ zijn het niet. Dat zij, die het wankelend Tusfchen„ beftuur zouden mogen wenfchen te doen voordduuren , zich vrienden noemen van bun vaderland \ ook " dezén zijn het niet. Hoe l zullen het vrienden zijn „van hun vaderland, die inwendig allen Beftuur op „ losfe fchroeven zien vesten, en dezen ramp- „ zaligen ftaat wenfchen te verlengen; die niet vuung hopen, om denzelven , hoe eer zoo beter, met een "vast en geregeld Beftuur verwisfeld te zien ? •— Neen zeker; de vrienden van 't Vaderland reikhalzen naar eene Conftitutie, die op goede republikeinfche " gronden met wijsheid is gevestigd" enz. immers, zoo algemeen waar deze grondftellingen op zich zeiven Zijn zoo verliezen zij thands haare kracht ten eenenmaaIe 'omdat juist het Ontwerp, dat den Volke van Nederland, en dus ook aan ieder induvidieel Burger, aangeboden, en, in het vervolg der Proclamatie, met zoo veel nedrigheid en eerbied, aan alle ronde en openlijke raadpleegingen en beoordeelingen wordt onderworpen , de voornaame toepasfing mist der beginfelen, waarop eene goede Conjlitutie moet gebouwd zijn. Hier is juist de knoop, dien waardige vaderlanders hebben willeo doorhakken, door, nog bij tijds, hunne bezwaaren aan de Nationale Vergadering overteleveren, t?u einde dezelven zouden kunnen herfteld worden. F ff 3 Het  m DE REPUBLIKEIN. Het was juist hun oogmerk, om alle middelen te beraamen, waardoor deze Nationale Vergadering het gantfche werk zoude kunnen afdoen, ten genoegen der webbenenden, terwijl alsdan, zeer zeker, alle die welmeeneuden geüjdijk zouden geijverd hebben, om deze/jde Leden dezer Vergadering te benoemen , om zoodanige Conftitutie intevoeren , welke hun , daar zij de Ontwerpers waren, meer van nabij bekend, en dus ook zoo veel te gemaklijker was ter daarftellinge. Waartoe ^dan zulk een aantal van machtfpreuken , waardoor, als 't ware, alle diegenen, die, uit de oprechtfte overtuiging, z.ch met het Ontwerp niet kunnen vereenigen, als onechte Bataven voorkomen, die een wankelend 'lusfchen-beftuur zouden willen doen voordduuren, en hun heil in verwarring en onrust zouden zoeken. Deze trek, waarvan de ondervinding leert, dat zoogenoemde Gemeenebest-gezinden op eene fchandehjke wijze misbruik maaken, om de zoodanigen, die het niet met hun eens zijn, als egöisten en ambtbejagers uittekrtjten, ontficrt dit geheele ftuk, hoe fchoon anders deszelfs voordracht op zich zelf is. Indien d<* ondervinding het Nederlandfehe Volk tot zijne fchaade geleerd heeft, dan is het zeker daarin, dat de eigenlijke Egoïsten en Ambtbejagers in alle hunne naaktheid overvloedig zijn bekend, en met fehande zijn overladen geworden. Maar tegen dezelven ftaan niet minder over de zoodanigen, die eene vaste orde van zaken begeeren, (om het even, welke,) indien zij maar zeker zijn , dat zij de vetfte ambten en posten zullen behouden , en dat de macht in handen van hun en van hunne fatnnién zal blijven. Wij zien geene reden, waarom wij de laatften minder zouden vervloeken, dan de eerften ? En waarom hebben de Iaatften de eer genoten, van in de reeenfie en de machtfpreuken der Nationale' Vergadering geenszins, zelfs met geen enkel woord begrei en te worden ? Wij laten de beandwoording dezer vraag aan hun, wier hart hen het best zal.zeggen, waarom zij van eene vaste orde van zaken fchreeuwen,' waarbij de waare, gemaatigde invloed des Volks op de' Conftitutie geheel de bodem wordt ingeflagen ?—- Is het waar, (dit moeten wij hier nog bijvoegen) hetgeen de Nationale Vergadering, in het begin dezer Proclamatie aegt: „ dat 'er thands geen ftrijd meer is tusfchen H heerseft»  DE REPUBLIKEIN. 487 M beerscbzucbtige Grooten, die malkander den roof be„ twisten, dien zij op de rechten der Burgeren ge„ maakt hebben?" Is het waar, dat het, in dit Ontwerp van Conftitutie „ het algemeen Volks-belang, de zaak „ van allen, de daadlijke uitoefening dier Rechten geldt, „die den Mensch zijn aangeboren?" 6 Dat zij, die dit openlijk voor de Natie zouden mogen voorwenden, zich met een oprecht onderzoek keercn tot de Tituls over de Wel gevende Macht, over den Staatsraad, en Nationale Gerichts hoven, in derzelver onderling verband, en dat zij ons dan,op hun woord van éer, betuigen, of in dat alles niet eene allerwezenlijkfte coalitie is'van machten, waarbij de zoo hooggeroemde Rechten van den Mensch, bij het minfte tijdverloop, in rook zullen verdwijnen, zonder dat de Natie immer eenig vermogen bij de hand heeft, om haare rechten te herroepen! Wij daagen hiertoe gerustlijk uit alle Gemeenebest-gezinden zonder onderfcheid, en, zo wij mogten gedwaald hebben, zuilen wij de eerften zijn, die bet ons eenen plicht en eer zullen maaken, om onze dwaaling openlijk te rug te nemen. Was niet het kortilondig voorval van eenen braven Parijfchen Ambasfadeur, onder het oog der Natie, gefchied, op een tijd, Waarop heerschzuchtige Grooten nog geene eigenlijke nacht in handen hebben; wij zouden veel, zeer veel aan den tijd en de verlichting kunnen overlaten; maar, dit gefchied zijnde, mogen wij de rechten van den Burger geenszins in de waagfchaal ftellen, enkel in de hoop, dat vrienden der menschheid, volgends hunne aandrift alleen, dezelven zullen handhaven, zonder dat daarvan in de Conftitutie zelve een waarborg voor handen is. Neen: de ervarenis van dag, de ondervinding van eene derde-half jaarige Omwenteling, waarin zij, die zich, door kabaal, in de regeering-posten hebben weten intedringen, en ftaande te houden, bijkans niets hebben verricht, waardoor de republikeinfche geest des Volks is aangewakkerd, (en zonder welken geest geene Conftitutie voor een vrij Volk kan gehandhaafd worden) maar in tegendeel den ijver en moed uitgebluscht, en alleen aan hunne eigen grootheid, of aan hunne pecunieele belangen hebben geofferd; deze droevige ervarenis moet alle echte vrijheid-minnende Burgers, bij welken recht en vrijheid iet meer, dan loutere klanken.  488 DE REPUBLIKEIN. ken, zijn, op het zorgvuldigst doen bedacht wezen, onl zich niet langer door machtfpreuken, of iidel gezwets te laten misleiden, maar eene Conftitutie, en ook geene andere Conftitutie, daarteftellen , dan welke de rechten : en vrijheid van eenen ieder tegen alle geweldenarijen, van welken aard ook, zal kunnen verdedigen. En hierin wenfchen wij, dat'de Natie zoo ftandvastig zal ijveren, dat men van haar, met de woorden der Proclamatie, zal kunnen zeggen: „ Zij was „ waardig, na zoo lange en duure worftclingen, naar „ haare eigen wetten te leeven ; zij was waardi% ,, vrij te zijn." Te Amfterdam, bij M. Schaiekamp,/'»^ Wafmoesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van dert Dries. Dordt Blusfé en Zoon. 'sHage], Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, J. Beets en Wed.vanBrusfel. SchiedamSweben. Delft'Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 'jBosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd i ii Stuiv.  REPUBLIKEIN. N°. 171. 1/ vaut dire, que le Gouvernement le plus conforme a la na. ture est celui, dont la dispojition particuliere Je rapporte mieux £ la dispojition du Peuple, pour lequel il est établi. MONTESQÜ IEU. (Vervolg en Slot van No. 164.) Nadat, eindelijk, het Ontwerp van Conjlitutie aan het licht verfchencn is, kunnen wij ons, zoo veel te gemaklijker, van onze verplichting kwijten, om, nadat wij de agt eerfte Tituls hebben behandeld, ook de zes overigen aftedoen. De negende Titul, over de gewaapende Burgermacht, behelst de goede gronden van het edelst voorrecht eens vrijen Burgers , het voeren der waapener nen, welks ftrekking, gehoorzaamheid aan de GeconItitueerde Machten, (zonder echter daaromtrend uitdruklijke bepaalingen te maaken) en krijgstucht worden opgegeven ; terwijl voords gewezen 'wordt naar een Ontwerp van vrijwillige Burgerwaapening, dat door het Wetgevend Lichaam ten fpoedigften zal gemaakt worden. In welk geval, echter, de Staatsraad zal kunnen befchikken over de gewaapende Burgermacht, dan alleen bij eenen algemeenen nood, wanneer het Vaderland in gevaar ie, kunnen wij niet gisfen, en dit Artikel was reeds door een ander beflist, betgeen de Macht aan het Wetgevend Lichaam opdroeg. Waarom toch, bij elk gedeelte der Conftitutie, zoo veele onbepaald-* uitdrukkingen, die aan elke willekeur aanleiding geven, om de heiligste rechten met voeten te treden? De Staatsraad mag even min gehoor geven aan eene Wet, om de gewaapende Burgermacht in eenig ander geval te gebruiken, dan in den volftrekten nood des gcheelen Vaderlands, als het Wetgevend Lichaam zulks bevelen mag, en zoodanig toch is de geheime aanleg van Art. 795. De tiende Titul, over de Leenen, en andere zoortgelijke oude Rechten, bevat een mengfel van rechtvaardigheid en toegevendheid, waarmede de toekomende Wetgever, indien hij de konst wel verftaat, meesterlijk uit de gochel-tas zal kunnen fpeeien. De Leenen, Ggg Bee* !  490 DE REPUBLIKEIN. Heeren cn Hof-dienften worden daarbij vernietigd, maar alle zoodanige Hoflworige Rechten, die meer gelijken naar Erfpacht, of Erftogtlijken Eigendom, worden onderworpen aan poiitieke voorziening en fchikking der wederzijds belanghebbenden. Alle Chijnfen en Thijnfen worden afgefchaft, met uitzondering van.Erff Achten, uitgangen enz. De Leen- of Dienst-plichten znilcn bij afkoop worden vernietigd, waaromtrend het Wetgevend Lichaam de wijze en kosten van Taxatie zal bepaalen op de billijkfte en minst kostbaare wijze. Hetzelfde zal plaats hebben ten aanzien van de zoogenoemde Rechten der Heerlijkheden, cn Tienden; terwijl de Nakoops en Naasting- rechten, gelijk mede het Recht van Exuë, alleen voor zoo verr' zuiks binnen de Republiek in zwang is, daadlijk zullen afgefchaft worden. Zeer veel wordt dus overgelaten aan de knevelarij van Leenkamers, Leenheeren enz., zonder dat de billijke wijze van vernietiging eenigermaate wordt voorgefchreven, althands ten aanzien van hun, die reeds hunne gelden, waarvoor zij de heerlijkheden en leenroerige goederen hadden aangekogt, door de fchandelijkfte voorrechten van het aloude barbaarfche Leen- recht, dubbel, ja zommigen zelfs tien-dubbel, hebben te rug ontvangen. En echter zegt Art. 801, dat alle reeds verfchuldigde Heeren gewaaden en Hofrechten zullen moeten betaald worden; dat is, in andere woorden; de Conftitutie komt tusfchen beiden, om de bezitters van aloude Leenrechten , zonder onderfcheid en onbepaald , hunne voorrechten , tot den uiterften quadrartt-penning toe, te doen genieten, en verder te doen afkoopen, en hen dus fchaadeloos te ftellen voor hun eigen verzuim, indien zij nog de konst niet hadden verliaan, om te woekeren. De elfde Titul, over het Recht tot de Jagt en Visfcherij, kent dat Recht toe aan den eigenaar, of den vrucht-gebruiker, vair den grond, en laat zulks, ten aanzien van nationalen grond of water, ter verhuuring of verpachtinge, aan de Geconftitueerde Macht over. Dit is zeer billijk. Maar, om, volgends Art. 820, het zoogenoemde Recht, om te mogen jagen of visfehen, dat zommigen, titulo onerofo, wettig, verkregen hebben, bij afkoop en fchaadeloos-fteiling te vernietigen, dit moet indedaad zeer vreemd luiden, daar zulk een voormaalig recht, in den uitdruklijkften zin, als gahtsch ongerijmd, en ftrijdig met het beginfel van eigendom, wordt opgeheven. De zin is: dat adeiijke Landjonkers, offchoon te vooren zich, ten koste der  DE REPUBLIKEIN. 49* Septet ïïKfc P^°e» °verge?aan' éD ?een 3tó"£ïr den naam van vcrklaaren wij niet te behoeden ^ Da^et^^ glement worde gemaakt op de jagt en ™g, S S^SSe^ooSi gerchiede in der „t . .de nadeelige vermeerdering van het Wild, is on.eDen %ffJaPde Titul, behelzende Befchikkingen ut'\ind, dat fchreeuwt: „ Ik wil dat hebben terwijl baldadige ouden zijne machtloze woede eerst belacheii daarna tergen, en eindelijk, als het gefchreeuw hun te lastig wordt, zulks door flagen tot zwijgen dwingen De Groote Kamer moet, om het aanzienlijk aantal van perfoonen, hoe naauw ook de keus worde afgeperkt, nu en dan, waardige Republikeinen in haar midden zien. Wel ingericht zijnde zou men in haar een waarborg kunnen zoeken tegen onderdrukking en dwing'andij. Dan, om dit te verhoeden , is haare macht zoo geheel verlamd, dat zij tot een niet gebragt is, en zij den klaagenden met een God helpe uj moet afwijzen. De Kamer der Oudften, en dus het kleenst gedeelte verkrijgt de grootfte macht. Aan de laatfte is de feercbikkin°- over de vetfte ambten , en dus den uiigc* Hhh a breid-  $oo D E R E P U B L I K E I jy. breidften invloed grgcven, en de tijd zal eens leeren of wij onder het juk van een Tienmanfchap uit den Rwd der Oudften , dan het Vijfmanfchap van den Staatsraad zullen moeten zugten : Volgends de inrichtingen op de orund- en Kiesvergaderingen gemaakt, is het van nu af wel te voorzien, dat eerlijke, kundige, vuurige Republikeinen zeer weinig kans hebben, om daarin immer te komen: want helaas! men moet dezen alleen in den braaven Middenftand zoeken ; daar nu juist de keuze a.een op rijken en aanzienlijken moet vallen, of die aan hun op het naauwst verknocht zijn.- en hoe bezwaarlijk isher, dat Rijken het Koningrijk Cder Vrijheid door Repubhcamsmmï ingaan! — Voor het overige heeft het Wetgevend Lichaam, en boven alles de groote Ka. mer, niets te zeggen, niets te doen, dan wetten te geven, en mflructien te vormen; rechtftreeks niets te zeggen , noch over het Staatsbewind , noch over de Gerechtshoven noch over de Deoartementaale, noch Gemeente-beftuuren. Niemand kan het ter verandwoording roepen, i„ zoodanigen zin iramiijk, wanneer het vau uitwerking ,s; anders is de verandwoording eene bloore informatie — niemands ongerechtigheid in haaren loop ftu.ten. Het moet alles aan het Gerichtshof overgeven; en.... Men herimiere zich alhier het advies van Valckenaar over van der Spiegel, en de Procedures over Repelaar, en men kan gemaklijk opmaaken, welk een troost in politieke wanorden bij een Rechter is te haaien, zoo lang de wijze van procedeeren nojr on den tegenwoordige.! voet blijft. ~_ Of dit alle? nog niet genoeg ware ter verlamming der Wetgevende Macht zoo heeft men de wijze der de/iberatiën van dat Lichaam zoo uiterst langdraadig gemaakt, dat haare beweegreen even vlug zijn, als die van den Schilpad. Dan, hoe lou ons zUlks nog bevreemden? Bij eene Oppermacht, die altijd moer (laapen, behoort een Wetgeevende Macht die altijd beroerd is. wacnt, De IVde Titul, betreffende den Staats-raad geeft van zelve de ernftigfre bedenkingen aan de hand Ionder dat het bijkans nodig is, die te berinneren Vijf Leden , Meesters van de Land- en Zee-macht, Mees•ers vgn de Buitenlandfche Betrekkingen, Meesters van een aantal vette ambten, Meesters zonder verandwoor•> ding  DE REPUBLIKEIN. 501 ding, in geene andere betrekking tot het Wetgevend Lichaam, dan die, om haare ftatuten én decreeten uittevaardigen , en op derzelver volvoering te waaken !.... gekozen, misfehien door eene meerderheid van Hechts 16 perfoonen uit de Kamer der Oudften!... Ons hart krimpt bij vooruitzichten, die wij hier allen niet kunnen ter neder ftellen. Bataven , wikt en weegt, eer gij ftemt over zulk een ontwerp van Conftitutie! De Vde Titul, over de Financiën, behelst veel echt Republikeins •, maar nog veel meer, dat van den zuurdeesfem der oude Conftitutie is overgebleven. Dezelfde willekeurigheid in het verhogen van belastingen, in het gebruik van 's Lands penningen, dezelfde ongehoudenheid tot reekening en verandwoording! Nergends eenige zekerheid , dat de drukkende zwaarte der belastingen, die als een ijzer juk ons door vel en vleesch reeds henen knelt, door de nieuwe fchikkingen eenigzins verligt zullen worden. Overal hoop, belofte , zoo veel en zoo dra mogelijk. — Maar men zie flechts het ontwerp der Conftitutie in; overal zal men lucrative en kostbaare ambtenaars aantreffen : —• niets wordt voor eer, alles voor geld gedaan. — ln het geheel ziet men een Beftuur, dat, alles bij elkander gereekend, even zoo veel, zoo niet meer, als het oude Beftuur, met Stadhouder met al, zal kosten. Hoe zou men daar verligting van lasten kunnen vooruitzien 1 — Ondanks de Amalgame der fchulden , zouden wij alle gedeelten , inzonderheid Holland , wel beklaagen , dat, indien de Conftitutie wordt aangenomen,- naar onze bereekening 'er veel bij zal te kort fchiaten ; dan , wij hebben alle provinciale betrekkingen afgelegd , wij zijn Bataven. Doch ook als Bataven, is ons deze Titul gantsch verknoeid, en geheel buiten den Republikeinfchen geest voorgekomen, omdat wij volftrekt zeker zijn, dat, met zoodanig zamenftel van ftaatkunde en finantie, het Land nimmer te behouden is. Ook de Vide Titul, over de Departements en Gemeenten-bef tateren , is in eenen geest gefteld , die, waarlijk anti-repubükeinsch , en met den aangenomen grondflag van eenheid en ondeelbaarheid ftrijdig is. In dit gevoelen zijn wij nog nader verfterkt, door de IaaHhh 3 ter  5oa DE REPUBLIKEIN. ter gedecreteerde departementaah Verdeeling, welke ieder waaien Bataaf, bij de ftemming der Conftitutie„ nog huiveriger moet maaken. Niets, dan verwarring, botfing van machten, en de herleeving van den ouden geest van Foederalismus kan dezelve voordbrengen. Niets dan dwinglandij en onderdrukking van hondeide kleine Despootjes en Aristocraatjes, die, hoe enger de kring is, waarin zij zich bewegen , zich des te nadruklijker doen gelden; die zeer fpoedig met elkanderen zullen overhoop liggen, alles in de war ftuuren, — zich eindelijk onder één hoofd vereenigen, en de tijden vóór en van het jaar 1748 wederbrengen zullen.-— Holland, de eerfte en éénige Provincie, die, van den aanvang der Omwending, voor de eenheid en ondeelbaarheid der Republiek zoo geijverd, en alles hier aan opgeofferd heeft, ziet zich in verfcheiden deelen gefnipperd, en dus haaren Invloed tot een niets gebragt. De overige Gewesten , het armzalig Drenthe zelfs niet uitgefloten , waar de geest van het Foederalismus, van den beginne af, alle Repubükeinfche beginfelen bedreden en verfmoord heeft, en nu nog in alle zijne woede heerscht, moeten geheel ongedeeld blijven. Wie raadt bier het oogmerk en het plan niet! Bovendien, waartoe toch dié verfnippering in 15 deelen? Tot geen ander nut voorzeker , dan om de ambten en de lasten te vermenigvuldigen. Had men de Republiek in zes Departementen verdeeld , Amfteldam zou dan geene gedrochtlijke grootheid, en de overigen geene afzichtlijke icleenheld bekomen hebben ; — twee derden van de kostbaarfte bedieningen zouden verminderd zijn , en daar door 's Lands uitgaven aanmerklijk bezuinigd worden. De Vilde Titul, over de Gerichtshoven, onderfcheidt zich zeiven als ten uiterften gevaarlijk voor de burgerlijke vrijheid, dewijl zij al mede onafhangelijk, onverandwoorlijk zijn. 6 Waarom heeft men toch niet bedacht, dat in alle Collegiën en • Vergaderingen feilbaare menfchen zullen zitten, en dat de Vrijheid nooit beter verzekerd is, dan wanneer alle macht verandwoordlijk isl Zekerlijk, wij hebben geene vrees te koesteren, dat immer eenig Nederlandsch Gerichtshof in een Tribunal Revolutionair zal ontaarden: dir ligt in het Nederlandfche charakter niet:'maar het tegengefteld uiterfte (lang- wij-  DE REPUBLIKEIN. 503 wijligheid en werkloosheid) is niet minder verfehriklijk en verdjrflijk. Thands is 'er geene macht, die eenig Bewindsman, van de geringde Gemeente af tot het Wetgevend Lichaam toe, van zijn post zelfs kan ontzetten, dan alleen de e -hterlijke. Maar, kunnen dan, voor alle mogelijke geva.len, wetten of toepasfingen van wetten, gevonden worden? Hoe traag is de loop der rechtsgedingen 1 Hoe veei kwaads is 'er niet bedreven, en onherdelbaar geworden, eer de opgeheven bijl der gerechtigheid nedervalt, om den booswicht, den intriguant en bedrieger te drafTen! Wij fi ldereu voor de gevolgen. Zo 'er iets is in de Cmditutie, 't welk den geest van billijkheid, gemaatigdheid en gezonde daatkunde, gepaard met zuivere wijsbegeerte, vereert, het is de VUIde Titul over den Godsdienst, enz. Waare het geheele ontwerp in dien geest gedeld; indedaad, wij zouden andere misdellingen als kleenigheden over het hoofd zien. In weêrwil dan van het verkeerde, dat wi< ook daarin, in zommige Artikelen aangetroffen hebben, willen wij wel erkennen , dat deze Titul over het geheel de goedkeuring van elk verlicht en eerlijk vaderlander mjet wegdragen. Hoe veel goeds, in de laatde drie Tituls, over de Leenen, over de Gildens, over de Colonien, en de Revifte der Conftitutie, te vinden zij, moeten wij echter erkennen, dat het kwaade het goede bij verr* ovcrtreffe, en wel omdat een Wetgever, als die zijn zal, welke gevormd wordt naar dit Ontwerp van Conftitutie , een onbepaald kwaad kan dichten, zonder tot eenig wezenlijk goed verplicht te zijn, terwijl wij ons, bij het Ontwerp van Conditutie juist van het tegenovergedelde hadden behooren te verzekeren. Men vind in deze've Tituls dezelfde wordeling tusfchen beerschzucht en eigenbaat van den eenen , en de beginfelen van gelijkheid en vrijheid aan den anderen kant. Overal ontmoet men eenen fchitterenden voordragt van beginfelen , die in den eerden opflag verblindt; doch die, even als een doorfchijnend kleed, het fcherpziend oog geenszins ontflipt. Onder dat kleed befpeurt men de laaghartige eigenbaat, welke zich overal toegang verwerft, en zich zusterlijk verzoent met all' het wandrochtlijke der voorrecht-  *o4 DE REPUBLIKEIN. maa'ige Conditutie. •— Bataven! ziet bier uwe aanftaan'de Staatsregeling! — Wilt gij in weinige woorden een rechtmaatig vonnis vellen over het Ontwerp, ziet hier de llotfom. Heerschzucht was de Ontwerpfter; Eigen» baat befchaafde en polijstte zulks, verwende hetzelve met een fierlijk vernis, dat eenigzins fterker4s daar, waar de kleuren wat meer moeten uitkomen, en het uitwerkfel daarvan is eene eeuwigduurende ftrijdigheid met de beginfelen, waarop het gebouwd fch.jnt. En wat nu met zoodanig Ontwerp aantevangen? Wat vordert de waarheid, het recht, de vrijheid , en het ftaatkundig belang der Republiek, om zulks aantenemen, of te verwerpen? — Dit onderzoek befpaaren wij tot ons volgend Nommer. (Het Vervolg hierna.) Te Amflerdam, bij M. S c h a l e k a m p , in de War moesftraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dord Blusfé en Zoon. 'sHage], Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, f. Beets en Wed. van Brusfei. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aaken. Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisfen. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Siigh cn Cahais, Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad *s Maandags met een No. vervolgd Si ii Stuiv.  D E REPUBLIKEIN. No. 173. Wilt gij *i Lands vrijheid weggevtn? Ik wil het niet doen. OLDENBARm EVELD. (Vervolg en Slot van No. 172.) "Wat nu met het Ontwerp van Conftitutie aantevangen, daar het onderhevig is aan bijster groote gebreken? Zijn die gebreken wel van dien aard, dat zij voor eene geheele verwerping pleiten? Zijn niet de omftandigbeden onzer Republiek zoodanig, dat zij eene onbepaalde aanneming aanraaden , ondanks alle de gebreken , die zich door den tijd zullen doen verbeteren? Is niet de verwerping aan zoo veele gevaaren onderworpen , dat daarvoor , in vcrgelijkinge, zeer verr' moeten zwichten alle bedenkingen , welke zich tegen de SannenïiSé opdoen ? Het zijn deze en zoortgeltjke vragen me^r, welke den geheelen aandacht der Natie in den tegenwoordigen tijd bezig houden, en bet kan dus niet anders, dan hoogst belangrijk zijn, de verfchillendc oogpunten gade te liaan , waaruit dit onderwerp kan en behoort belchouwd te worden. Tot dat einde zal dan, onzes oordeels, zeer gepast kunnen dienen eene on■ partijdige voortelling van den eenen kant der gronden voor de aanneming, en van de andere zijde van de redenen, die de verwerping aanraaden, met alles hetgeen daartoe kan gereckend worden te behooren , opdat dus een ieder daarover zoodanig oordeele, naar gelang hij de gronden, voor of tegen aangevoerd, genoegzaam vind ter befhsfinge. Het is daarom, dat wij de volgende ■opgave der -Hellingen, het zij ter aannemmge, ot verwerpinge, ko'.oms-gewijze geplaatst , tot dit oogmerk het meest gepast hebben geoordeeld. III. DEEL» IÜ Gr°n-  506" DE REPUBLIKEIN. Gronden voor de Aanne- Gronden voor de Verwer, mini- ping. ij Er is nimmer een i.) Het eerfte toegeftaanvolmaakt Ontwerp te wach-gelijk mede het tweede' ten. Dit gaat boven het be- onder bepaaling, dat men reik der menschlijke vermo- zich moet wachten voor eegens.. — Ook zal 'er geen ne verkeerde toepasfing. Ontwerp immer tot ftand immers, hoe zeer de gekomen , dat aller goedkeu- voelens verfchillen, is %r ring wegdraagt, omdat de echter eene zekere regelgevoelens van Neêrlands maat voor de Ontwerpers Burgeren over dit Stuk wijd naar welke hun arbeid ingeen zijd verfchillen. richt moest geweest zijn, en ook thands beoordeeld moet worden. 2.) Het O/mwr/is geens- 2.) De mooglijkheid toezms zoo gebrekig, of men geftaan; doch de waarzou daarmede, onder een fc/iijnlijkheid volftrekt ontgoed gevormd Bewind, ge- kend; te meer, omdai de Jukkig kunnen zijn .-temeer, geheele form der ontwordaar 'er bij dat Ontwerp, pen Conftitutie, te gelijk veel is overgelaten aan de met de algeheelc vernietibeheering van het Wetge- ging van eenen behoorlijken vend Lichaam, zonder dat invloed des Volks, de letter zulks,1 door eene uitdruklij- der verderflijke Staatswet ke wet, bepaald worde tot is, welken zelfs het beste eene tegenovergeftelde han- Bewind, eigener gezag,nimdeling. mer mag veranderen, indien zijdoor het Volk, bij wettige meerderheid, is aangenomen. 3-) 'Er blijft altijd uit-- 3.) Ja, het uitzicht blijft • zicht op eene herziening doch is tevens hersfenfchimder Conftitutie, na verloop mig, omdat de fchrikbaarenvan 5 jaaren. Indien het de meenigte van Ambtenaars Volk, in dat tusfchen vak , bij het Ontwerp daargefteld' haare nadeelen bij ondervin- belang heeft, de orde van ding heeft leeren kennen , zaken te behouden zonder zat het, ongetwijfeld, ook verandering: terwijl duifendan zorgen voor verbete- den onverfchillig zullen zijn ring. Blijkt het, daarente- omtrend de Conftitutie, ingen, dat de nadeelen geens- dien flecbts de Vrede hen zins. zoo aanmerklijk zijn, doet welvaren in hunne dan zal zich de Natie eene handteeringen , of in hun langer voordduuring kunnen koop-beleid, getroosten, zonder verandering- 4-> 4)  DE REPUBLIKEIN. 507 Gronden voor de Aanne- Gronden voor de Ververmins. Pm6- „ . . ~\ Het is verkieslijker, 40Het meer of mm ver4° oebreki-e, dan wel kieslijke behoort n.mmer e Se *c£&e te heb- gelden in een geval, waag geene, ^ de allei.wezenlijkfte Volks- ben- u, i^n m den voor-rechten, offchoon plecht.g iS f in tSd wanneer de erkend tevens openlijk geTa & J meTnigmaalen , fchonden zijn. - Indien Republiek , m=en'g™ ' de machtfpreuk van heeft wel.gevaren°nd» J men ^ fterk ne allergebrekigfte Conftitutie. het ^ ^ ^ ^ voornaamlijk te rug fluiten op de aanleggers der Omwenteling van 1795^ nan tntfchenreeee- 5.) De burgerl'vjke en • 50 of proviftonee V ftaatkundige Vrijheid is een nng; lo ris thands plaats al te dierbaar goed, waar: Tnf ' k altiid zorglijk en voor reeds te veel is opgeheeft , is akyd zo ë j ^ ^ ^ u°A^wero van Conftitu-haarer verkrijginge, den tijd h6t ?v,nnl verwierp, zonder omwenteling nog te tie ' " onzekeT zijn, hoe verlengen, dan door een ZrD°ov.ftonee! en om beüisfend ja alles te beder*f% redenen gehaatte, ven. - De tijd der verlcnSUlC S „óï zoude voord- ging zelve hangt af van den Bewind nog zouu g &_ _ ^ deri;u,^. duuren. ^ Nationale Vergadering. De verlenging van 4 tot uiterlijk 6 Maanden behoort geene zwaarsgheid te vinden bij Bataven, wier voorouders 80 jaaren (treden — waarvoor? — voor een provifioneel foederalistisch Bewind. ,„„ f. -s Het belang van twee 60 De belangen van d n |„ de helaas 1 en te lang gei" h d individueele rech- door eenen uitputtende» tegen 1 ruim oorlog,vorderen .W^'Z/w/^ Mentenen.  5o3 DE REPUBLIKEIN Gronden voorde Aanne- Gronden voor de Verver* werkzaamheid en kracht te wellis el^i u verleenen. , w \even a!« onder het voormaahg JJewind, de Koophandel gehandhaafd worden ten koste van alle andere' takken van welvaart: welk laatfte te verhoeden het voornanme doel en voordeel is van eene echte republi„ > r>„ kemfche Staats-reeelinr/ 70 De rampzalige toe- 7.) Toeeefo™ , 1 ftand van het Fihantlew^ paaling daftst 'de vf , b zen, zoo wel van de on- de r>JL ?n J1 vcrlangderfcheiden Gewtten °as 1°^ LtlZiST van de- geheele Repnbiiek, den, dan dool"dfSooST vereiscfateenfpoedigherftel.ke toepasfing derïondbi" CdnfSS ^ aan"Cming to gfomwe^ net untwerp mangelt. Eenheid alleen , en ondeelbaarheid , zonder foederalistifchert invloed, kan dat herfièl uitwerken. taaffche Republiek te wach- den? is de loulre Sm, g ten ten zij dezelve, als Mo- zeer' IribSff Z gendheid, door afgevaardig-zelfs, dat doortnoe den vertegenwoordigd, haa- Machten, met aiÏÏS? re belangen zelve aldaar doe ke guarantizcnzee wé' fok I r" W 'f" **> ",g aa" denzelven zu en be. ook, op Franfche huip zou kreunen, zoodra zii de rT mogen verlaten , deze zal taatfche MogcndLïï nadertoeh geenen rang van Mo-hand , niet een go'e^cegendheid kunnen daarftel- volg conftitutinnip? % I bS* v* „ * * -5-iCtars: g njmen* *« a»e de listen van gua- randeurs, en dus zooveel te meer het gebrek van eenen onnozelen Titul, zeer wel weten te wijzigen tot het 90 aj-  DE REPUBLIKEIN. 509 Gronden voor de Aanne- Gronden voor de Perwerming. ping. algemeen belang van den Vrede. 9. ) Nog eens. De bui- 9.) Welke buitenlandfche tenlandfche betrekkingen vor-betrekkingen ? Zoo als de deren de fpoedigfte daarftel- zaken thands zijn, kent men ling ee.ier Conftitutie. geene anderen , dan gewijzigd met en door Frankrijk, hetgeen zelf, door zijn eigen voorbeeld, de onnoodzaaklijkheid van eenen politieken rang bevestigd beeft, met en nog veel meer zonder vermogen. 10. ) Zoodra het Ontwerp 10.) Eerder zal de vraag van Conftitutie door de deze zijn: Kan Frankrijk, meerderheid der Natie ver- in den tegenwoordigen ftaat worpen wordt, zal Frank- van zaken, zulk eene Conrijk ons eene Conftitutie ftitutie gedoogen , waarin het geven. Dit gefchiedende, ftelfel van eenheid onophoudzal het zeer te bezien ftaan, lijk worftelt met het oude of zulks naar onzen zin zal provinciale foederalismus ? — zijn, en of, dus doende, Tegen het misnoegen, gedaaruit niet een duurzaam boren uit het mogelijk gemisnoegen zal geboren wor- val,wanneer Frankrijk onden , hetgeen de beste Staats- ze Conftitutie befchikt, (hetregeling zelve doet wanke. geen echter geenszins waarlen ? fchijnlijk is) ftaan de onlusten over, die zeer zeker te wachten ziin uit de aanneming van een Ontwerp, dat volftrekt ftrijdig is met zijne grondbeginfelen : onlusten , die nu of dan, even als in. Frankrijk, moeten uitlopen op eene nieuwe Omwenteling. Dat Frankrijk's voorbeeld het gevaarlijke leere, of van de hevige boding, of van def te groote coalitie, der onderfcheiden Machten van het Staats-beftuur. 11. ) Mag men niet.op eenen u.) Een ieder,, die weet, goeden grond, beweeren, welke middelen van omko- dat lü 3 ping  5io DE REPUBLIKEIN. Gronden voor de 'Aanne- Gronden voor de Vefwer» ming. ping. dat het Ontwerp van Con- ping gebezigd zijn bij de ftitutie juist bereekend is voor keus van Reprefentanten, en den geest der Natie, daar ook nagaat de middelen van zij het toch is,die de Ont-overreeding,die thands door werpers gekozen heeft, waar- zendelingen uit de Nationale van men, als eerlijke man- Vergadering gebruikt wornen, verwachten mag, dat den, om het Ontwerp van zij geen ander ontwerp zul-Conftitutie overal te doen len hebben daargefteld, dan aannemen , zou hieruit een hetgeen zij voor den Volke zeer onrechtmaatig vonnis heilzaam oordeelden ; daar vellen over den geest der men, uit die gedaane keus, Natie. Zij, die eenmaal eene vrij zeker, kan beiluiten tot Omwenteling gewild heeft, den geest der Natie, en ook op gronden van gelijkheid, daaruit vrij waarfchijnlijk kan vrijheid en ondeelbaarheid, reekenen op de aanneming kan gewis nimmer gewild ■er Conftitutie door de meer- hebben een Ontwerp , als derheid des Volks? dit, waarin alle cordaate toe¬ pasfing dier beginfelen geheel is over het hoofd gezien. Ook zij, aan zicbzelve overgelaten , kan niet anders dan eene Conftitutie begeeren, welke haar van haare wezenlijke vrijheid verzekert; hetgeen echter in het Ontwerp nergends te vinden is. 12.) Is men, bij de ver- 12.) Is men, na de aanwerping van het Ontwerp neming van het Ontwerp, van Conftitutie, verzekerd, bij eene kleene meerderheid eene beter Staatsregeling te van ftemmen , verzekerd , zullen verkrijgen ? — Heeft dat deszelfs aanwezen beniet de ondervinding ge- ftendig zal zijn ? Dit is de noegzaam doen zien , hoe eene vraag tegen de andere weinig goeds men van alle over gefteld. Letterlijk, inzoogenoemde verbeteringen tusfchen, zou men kunnen te wachten hebbe ? — andwoorden , dat de echte patriotten ,' die indedaad werkzaam zijn geweest ter handhavinge der vrijheid , zich reeds ftellig genoeg verklaard hebben , om te vermoeden, dat een nieuw Plan,  DE REPUBLIKEIN. 511 Gronden voor de Aanne- Gronden voor de Verwerming. pi ng. Plan , naar het heerfchend Volks-gevoelen , zoo als men hoopt, ingericht, zeer zeker het tegenwoordige in waarde , in nadruk en invloed, zeer verr' overtreffen zou. Ziet daar, Medeburgers, de gronden vóór en tegen de aanneming van het Ontwerp van Conftitutie voorgefield, met die onpartijdigheid, welke wij ontwaarden bij allen, die zich de moeite gaven, om dat Ontwerp te lezen, te beoordeelen, en hunne gunftige of ongunftige verklaaring, naar den aard der zake, en den toedragt der omftandigheden, meenden te moeten inrichten. Dat nu een ieder, met dezelfde onpartijdigheid, deze gronden nadenke, cn daaruit het befluit opmaake, hetgeen hij der waarheid, der billijkheid, en der vrijheid, oordeelt verfchuldigd te zijn! Weegt en overdenkt bedaard en ernflig, gelijk het brave Republiekeinen past, zonder eenig aanzien van perfoonen , en zonder dat het oordeel van anderen, zelfs niet van hun, die zich aan het hoofd des Bewinds bevinden , eenigen invloed maake op uwe gevoelens! Beoordeelt de zaken, zooals zij zich onpartijdig aan u voordoen , en beflist moedig, zonder lief of leed, dat is, zonder vooroordeel! Een vrij Volk kan zich nimmer kluisters geven, dan aldaar, waar het zich door de vleierijen van den eenen, of de (pook* verfchijnfelen van den ander, laat misleiden. Bezeft, dat van uwe tegenwoordige beflisfing niet flechts het tegen * woordig heil des Vaderlands, maar ook het geluk eener laate Nakoomlingfehap afnangt! Bezeft, dat eene Herziening, over vijf jaaren, eene gewaagde onzekerheid is, waarop gij u niet moogt verlaten , zonder dat gij de middelen behoudt, om uwen oppermachtigen invloed te doen gelden, wanneer het nodig is! De afzweering der Graaflijke -Regeering hield ons twee eeuwen lang onder het juk der dienstbaarheid. 'Er is eene Omwenteling gevolgd, waarin uwe eneigie , Bataven I verdoofd is. Dat dan, nu boven all', zich alle uwe kracht vereenige, om naar waarde te beflisfen! Gij, die te veel goeds in het Ontwerp vindt, om het daarom geheel te verwerpen, en te veel verkeerds, om het gaaf te kunnen aannemen, ver-  jriS DE REPUBLIKEIN. vervoegt u nog den tijd, die u overig is, met gepaste vertoogen aan de Nationale Vergadering, waarin gij uwe billijke bezwaaren voordraagt, opdat een ongunstig einde nimmer kome ter uwer verandwoording, en gij bij eene 'tweede Vergadering middelen zult behouden, waardoor gij uwe rechten' met meerdere waarheid en kracht zult kunnen doen' gelden [ —• Zorgt intusfchen bij de aanftaande benoeming van Kiezers, dat gij Mannen verkiest van beproefde eerlijkheid en goede trouw, waarachtige Volks-vrienden , die de leer der Gelijkheid niet Hechts met den monde belijden, maar door hunne bande ingen hebben doen blijken, en laat ook hierin geen aanzien van perfoonen gelden , dan van de zulken, die ftandvastig zijn in hunne ftaatkundige grondbeginfelen , en geeft dezen, bij de trouw , aan Vaderland en Vrijheid verfchuldigd, in last, dat zij geene trotfche Grooten verkiezen, die in het ellendig ftelfel van geboren Regenten zijn opgevoed ; maar Mannen, waarop gij u veilig verlaten kunt, om zelfs dan nog herftél te bewerken, wanneer al eene jammerlijke overreeding, uwes oordeels, boven de heiligde beginfelen onzer Omwenteling mogt zegevieren ! Wij , als ftandvastige Republikeinen, die ons nimmer onder eenigen dwang, van welken aard ook , hebben willen krommen, wij wijzen u beftendig naar het opfchrift, dat wij boven dit Nummer plaatsten. Dit zij uwe leus, gelijk zij de onze was, en altijd blijven zal: Wilt gij 's Lands Vrijheid weggeven: wij 'willen het niet doen. Deze was de taal van den onfterflijken Barneveld, en zij moet thands, zij moet altijd de uwe zijn. „ Indien het Volk met bij uitjluiting eeh„ te republikeinen verkiest," het zijn de woorden van Boisfy-d'Anglas, bij eene zelfde gelegenheid uitgefproken, „dan verklaaren wij plechtig, voor gantsch Ne- derland, het geen ons hoort, dat alles verloren is. „ De Orange-factie herneemt haaren euvelmoed, de dwee„ perij haare brandftichtende toortfen , de baatzucht haare hoop , de vereenigde willekeur der. Grooten haare „ verwoestende ontwerpen ; de vrijheid is vernietigd, „ de republiek het onderst boven gekeerd; de deuyd „ heeft niets overig, dan wanhoop en dood; u, Bur- gers, blijft geene andere keus over, dan van Sidney „ voor het Schavot, van den gif - beker van Socrates, n of den dolk van Cato! —  Ö Ê REPUBLIKEIN. N°. 174- Lts droits des hommes, tenant a leur nature, font tnaUenalles t Zprescriptibles. Aucun homme, ni aucmpeuple « iamais 3 , * pu abandonner ces droits pmr eux SsjTmoinseLre pour la posterité.foita unhomme To t l m corps. Tout corps polkique, dans lequel ces droits font ïnperiT, quelle que foit Jfa Jbrw i est un l^andage, et non fas un gouvernement. target. Onder de beginfelen, aan het Hoofd van het Ontwerp van Conjlitutie geplaatst, leest men Art II. de voN Eende waare grondftelling : De Mensch ftaat tn de Maatfchappijvan zijne natuurlijke rechten mets meer af dan volftrekt noodzaakhjk is, ter bereiking van het hoofddoel der burgerlijke Maatfchappij En Art. VIII lezen wij ï De Oppermacht berust bif het geheele Volk en is één, ondeelbaar en onvervreemdbaar-, en in Art IX ■ De Oppermacht is het vermogen, om Wetten ie maaken en te doen uitvoeren. Wanneer nu bewezen kan worden, dat de toepasfing «n Art. III. in het Ontwerp van Conftitutie in den volftrektften zin mangelt, gelijk zulks in alle de aanmerkingen op hetzelve, bij herhaaling, bewezen is, (vergenjk No. 146, 149 en 151 van ons Tijdfchrift) dan » de gewichtige vraag, of Art. VIII., als grondbeginfel aangenomen, naIII. deel. Kkk  514 DE REPUBLIKEIN. mer van toepasfing zijn kan op het voorhanden ziinde Ontwerp, dan voor en aleer Art. Hl. in z^è vo S .nene toepashng vooraf volkomen herfteld ^ Geere Macht immers, van wélken aard ook, ook niet het al vermogen der Natie, heeft de bevoegdheid/m i als in diVKiueel Burger, van een recht te* beroof' t op S™e4egwld? £?9Sr —e-reemdbaar S teuvij! het eene waarheid is, bij alle verftandi^en en Ken ontkend.dat de rechten der Menfchen in den Natuurfta t en Burgerilaat volkomen dezelfden zi n , e,i dL de Mensch, tot de maatfchappij overgaande, geenszins verandert _van wezen , maar alleen van betrekkingen d e wel zijue natuurlijke rechten kunnen wijzigen maar nooit vermetigen. - Maar, wanneer het im ciaa'reïbo ven bewezen kan worden, dat bovengenoemd Art vm Sn I in h« ol\ lK' m de vind m het Ontwerp van Conftitutie, eeliik j&E f\ SntS dTvof * °mda'de SWSl S Shn, Voiks-°PPermacht, om Wetten te"^ken, daa bijten eenenmaale vernietigd is, en het Volk daarvan niets anders, dan eene zeer flaauwe fchaduwin de benoeming van Kiezers behoud:, waarover hetTe'e, é de mmfte befchikking heeft, om hen, in zjnen faam Z * 7TS 'e d0e" bandeien' da" " de bedenk ké Se molo gCm;,dC 0'MP> het bovfn! taande motto van Target, immer aanfpraak heeftop den naam van Conftitutie, omdat zij haare eigen! duidlSfc geitode, beginfelen verwoest? dan is de Kg • of et genoemd "n^f va" 's VolJ« rechten moet /tuur kan heï % rt ^ ^ aard fi«W kan heeten? Dan is de vraag: of zoodania Ontwerp wel aan het Volk ter aanneminge mag iord^Z Sten k-n oV m" VOlk niTer Z^ ^SïSSB dcmnf , ^^^"'-eemden? Dan is de vraag eindc ,jk: of zoodanig 0«w^ , onverhoopt bij de mSL it e dn,va,l S^ge'-echtigden wordende' aangenomen , imme, als eene Staats-form gelden kan of «JU e„ of met de Minderheid, welke hetzelve, om de hierboven ngevoerde allerwezenlijkfie gebreken oordeelt te maï- d n J TC?en' Zich niec ve'-P,icht oo deelt, Zen zoodinige daad, als eene daad van geweld te^ prSeren en zich het onvervreemdbaar fefeS^K^I ba-  DE REPUBLIKEIN. 515 behouden, (dat ieder Burger, als individu, blijft behouden) om zich tegen dat geweld zoo cn in dier voege te verzetten, als het zal geraaden vinden? — Wij laten de beandwoording dezer vragen zeer gaarn over aan al1* rechtgeaarde voorftanders van vrijheid en recht; maar bidden tevens alle anderen , die onvoorzichtig genoeg mosten Zijn, om, zonder een genoegzaam nadenken , vóór de aanneming van dat Ontwerp te zullen Hemmen , zeer ernstig te letten op de noodlottige gevolgen , die uit die aanneming zeer zeker zullen géboren worden , wanneer de echte vrienden der Omwenteling, welken het geenzins om den fchijn, maar om het wezen der zaak te doen is, hunne rechten, als individueele Burgers, zullen doen gelden, langs alle middelen , welken hun zullen in handen komen. Hoe ügtlijk zouden dan zii die thands overal van aanneming fchrecuwen, ongelukkige flachtoffers kunnen zijn hunner onbedachtzaamheid" en hoe ongelukkig de toeftand , waarin ons \ aderland alsdan zoude gedompeld worden l Indien eens het Ontwerp van Conftitutie bij de meerderheid verworpen wierd, heeft men dan uitzicht op een beter Ontwerp ? — Gewislijk ja. 'Er is reeds door den druk gemeen gemaakt zeker Concept-plan van Conftitutie, door C. J. van der Markt (*), hetgeen, ondanks zommige onnaauwkeurigheden, uit gebrek van genoegzaame bepaalingen geboren , uitmunt door zijne eenvoudigheid, en door zijne aanvulling van de allerwezenliikftc gebreken, die zich tastbaar opdoen in het ftuk dei Wetgevende Macht, van den Uitvoerenden Raad van de Finantiën, en van de betrekkingen der Bataaf Qhe Republiek met de vreemde Natiën, en van haare 'binnenlandjche betrekkingen , van welk laatfte ftuk in het Ontwerp geen enkel woord .gevonden wordt, zoodat dit Concept - plan , aangevuld met de goede deelen van het Ontwerp, een uitnemend geheel zou kunnen opleveren. Indedaad, zo ooit eenig Burger door zijne politieke bemoeijingen, z>ch verdienftelnk heeft gemaakt bij het Vaderland, dan is het de Burger van der Markt, C») Te (Ftttzaandam, bij Hendrik van Aken 1797• KJ Kkk 2  Si6 DE REPÜ B L IK E I N. en zijn arbeid echter, dien hij, nog in tijds, aan de N,itior»ie Vergadering overzond, is in geenen opzichte door de Commisfie in acht genomen ? ? Dit heet eerst een plichtmaatig gedrag van Vertegenwoordigers, om de beste verftanden met eene enkele honorable mentie in de Notulen te vrede te ftellen , en zich voor het overige aan hunnen arbeid niet te bekreunen! Behalven dat uitmuntend Concept-plan, ziet het licht eene Beoordeeling van het Ontwerp van Conltitutie, met de Ürondjchets eener nieuwe Conftitutie , door 12 Leden van de Minderheid der Nationa'e Vergaderh» f*Y — gelijk nog Aanmerkingen der Sociëteit voor" Een! en Ondeelbaarheid, te Amfteldam , op het Ontwerp van Conjtituue t), — voords, een Verbeterd Ontwerp van Conftutttie, door een Gezelfchap van Vaderiandfche Burgers te Amfteldam Q), — alle welke Hukken, bij elkander genomen, en gevoegd bij de Aanmerkingen , die in allerlei Tijdfchriften daaromtrend voorkomen van dien aard zijn, dat zij aan eene nieuwe Commisfie , ter herziening van het bewust Ontwerp overvloedige ftof zouden geven tot het vormen van zoodanig Bewerp, dat aan den wensch en het verlangen van alle reehtichapen beminnaars van vrijheid 'en orde zoude voldoen, en waartoe niet meer nodig was, dan ]mx. de benoeming van zoodanige Leden, die gereed zijn, hunne bijzondere gedachten, ten gemeenen beste optcofferen aan die rechtmaatige vorderingen, welken de' daaritelling onzer Omwenteling volftrektlijk vereischt en wij twijfielcn geenszins , of éénMaand, tot dezen arbeid befteed , zou genoegzaam zijn, om dit herftel te bewerken, en dus alle de heilloze gevolgen van te recht gevreesde, voordduurende woelingen te verhinderen. ttt = ttt „ Onze zoo vereerende Omwenteling," het ziin de -voorden van den Franfchen Minister noêl in ziine Memorie van 20 Julij 1. j., „ is tot hiertoe door gJee. „ ne C\ Te Leilden , bij P. tl. Trap 1,-97. Cp Te Amjleldam', bij J. A, Crajenfchot 1707. W le AmjieUam, bij M. Schalckamp 1797.  DE REPUBLIKEIN. 517 „ ne buitenfpoorigheid, door geen geweld bezoedeld ; „ burger-twist heeft onze fehukïeloze handen niet ge„ waapend, en 's Volks gezond verftand, door geduch„ te voorbeelden gewaarfchuwd, heeft ons behoed voor „ die rampzalige fchokken , weiken de grondfuilen der „ grootfte Rijken hebben doen daveren." Zeer fchoon gezegd! maar, zou de Franfche Minister dan geheel onkundig zijn van de jammerlijke beheering van zaken, in meest alle vakken van beftuur, en wel in de meeste Gewesten, en van de daaruit voordvloeijende misnoegens? Dit kan men van de oplettendheid des Ministers in geenen deele verwachten. Wij willen dus aan hem toeftaan, dat zelfs de ftilzwijgende erkendtenis dier misnoegens in voornoemde uitdrukking ligt opgefloten, en dat hij dus het Bataaffche Volk roemt wegens deszelfs geduld, dat het zich liever de wanorden van het Beftuur edelmoedig getroost, dan eene onzekere kans gewaagd heeft, om zijne rechten te doen gelden tegen allen , die dezelven uitdruklijk hadden gefchonden: maar, wie zijn toch dat Bataaffche Volk, dat door den Minister zoo te recht geroemd wordt? Zijn het de Drangegezinden, wier aanhang 's Lands belangen zoo lang bedorven hadden, tegen welken de geheele Omwenteling was ingericht, en die, ondanks de aangeboden, en ook daadlijk uitgeoefende broederfchap, zich in geenerlei opzicht met de voorftanders der vrijheid hebben willen vereenigen » Of zijn het die zoogenoemde ftillen in den Lande, die zich , van het begin der Omwenteling af, met geen ding, hoe ook genoemd, hebben willen bemoeijen ? Of zijn het die misnoegden , die zeer veel gefchreeuwd hebben wegens den verwarden ftaat van zaken , zonder ergends de hand uit de mouw te fteken , noch eenig deel te nemen aan Stedelijke, Provinciale, of Nationale Grondvergaderingen ? Gewis , indien de Minister de kaart van het Land kent, en billijk oordeelt , gelijk wij gaarn willen gelooven , dan zal hij alle deze genoemde Bataven geenszins onder diegenen rangfebikken, die lof verdienen. Hij kan alleen de zoodanigen bedoelen, die de Omwenteling met en door de Franfchen daarfteiden, die eene verftandige hervorming wenschten en bewerkten, die de gebreken zagen ep wilden verbeteren •, dan die , tegen de trotsheid der Grooten, en den indragt der baatzuchtigen onbeftand, liever tot hiertoe die kwaad gedoogden, dan, door eene Kkk 3 Om-  Sï8 DE. REPUBLIKEIN. Omwenteling in eene Omwenteling, de verwarringen misfehien te vermeerderen, in de hoop alleen, dat eene goede Staatsregeling een einde zou maaken aan deze jammeren. Maar, boe flrookt het nu met de ftaatkunde van het Fransch Gouvernement, om juist het Ontwerp van Conditutie aaoteraaden aan dezen, die, eigenlijk gebroken , de éénige voorftanders en vrienden zijn der Omwenteling, doch die, te gelijk om hunne eerbiedwaardige beginfelen , door de Franfchen zei ven alom gepredikt, en bij onze Omwenteling ten fterkften aanbevolen , bij geene mooglijkheid kunnen toeftemmen in een Ontwerp , dat deze beginfelen in de toepasfing ten eenenmaale wederfpreekt? Dit , indedaad, kunnen wij; kan geen eerlijk patriot verklaaren. Hier is gewis de religie van het Fransch Gouvernement verrascht : het heeft verkeerde berichten ontvangen van den toeftand van zaken binnen deze Republiek, en de Nationale Vergadering is, met den Franfchen Minister, verplicht, om de nodige berichten naar Parijs te zenden , of liever de ijverig deelnemende Vaderlanders hadden zich behooren te vereenigen, om zeiven, bij Addrés aan het Franfche Gouvernement zoodanige waarachtige openin°te geven , opdat het alsdan blijken mogt, waar de fchuld te zoeken zij, dat hetzelve zoo geheel verkeerd is onderricht geworden , en, aanleiding heeft gegeven , om ten voordeele van niet bevoegden, en met afwijzing van hun, die de waare vrienden van Frankrijk zijn, eene zaak door bondgenootfchaplijken invloed te beflisfen welke alleen door het gezond verftand, door eigen ondervinding ,in Nederland , en door de deugd van waare Bataven, kan en behoort beflist te worden. ttt *•* ttt Nadar door Holland reeds eene vruchtloze poging was aangewend, om de overige Gewesten in eene nationale heffing te doen deelen, ter hatidhavinge der aigemeene belangen , was het bij uitnemendheid ftaatkundig, om zich t? laten executeeren door de Nationale Vergadering, vermids het dan zeker was, dat alle Gewesten, even min, als Holland, buiten ftaat zijnde, om op het oogenblik te voldoen, even zoo geëxecuteerd, en dus de nodige fom zou gevonden worden, wel-  DE REPUB LIK E I N. 519 welke de Afgevaardigden der Gewesten' te vooren geweigerd hadden optcbrengen. Met dit alles , daar de geheele fom , welke vereischt wordt, ook bij Holland moeilijk zal te vinden zijn, zonder bijgevoegde nieuwe heffing, blijft bet zeer bedenklijk, of zij, die hun aandeel Sn de heffing reeds eerlijk voldaan hebben, immer in eenigen anderen buitengewoonen last kunnen deelen, dan nadat de Commisfién tot onderzoek naar de heffing -van 6 procento, die meest overal georganifeerd zijn, ■dat onderzoek naar behooren zouden hebben ten einde gebragt. Wie toch geeft aan eenig Gouvernement bet recht, om den eerlijken Burger, die ter goeder trouw de belastingen heeft opgeöragt, nogmaals te bezwaaren ten voordeele van hun, die nalatig waren. — Ook deze zelfde aanmerking zou gelden omtrend de executie, door de Nationale Vergadering voorgefteld, indien zij tot ftand ware gekomen , of nog mogt komen. Alle vexatie en kosten van executie kunnen bij geene moo«lijkheid gelden, dan omtrend nalatigen. .Zij, die eerlijk betaald hadden, kunnen nimmer als zoodanigen befchouwd worden. 'Er behoorde dus r ten allen tijde, eene paraate executie vooraftegaan der nalatigen , en deze gefchied zijnde, dan eerst komt te pas, het te kort komende bij wijze van overflag te vinden. Dit vordert gelijkheid en billijkheid. Een heerlijk middel , 't is waar was gelegen in ue Anticipatie ; maar, welk eerlijk Vaderlander zal zich van dit middel, ten nadeele des Lands bedienen, indien hij getrouwlijk voldaan heeft: en welk eerlijk Burger kan zich leenen , om bij de woekeraars quitantiën te kopen j waartoe zulk eene Anticipatie wederom eene wijde deur open zet? — Zoortgelijke finantiëele middelen kunnen nimmer bij den echten Staatsman , of Burger, ingarg vinden; en, indien eens hetzelve middel ongelukkig moest doorgaan, dan zou de ondervinding weldra bewijzen , dat de vrije Nederlander zich door geene bedreiging van executie laat affchrikken, om eene finantiëele willekeur te wettigen. # Bataaffche Bijzonderheden van het ide Jaar. In Zeeland luiden alle klokken der Heerfchende Kerk, even zoo als zij plagten, vóór de Omwenteling van J79J,—  5SO DE R E P U B L I K E:i N. f _ eer zij het Decreet der Nationale Vergadering! •— en alie uiterlijke teekenen van Kerk-dienst gelden aldaar even eens, als te vooren. In de Oude Tonge, eene aanmerklijke ftreek Lands in Holland, beftaat, tot op den huidigen dag, alleen door de onachtzaamheid en willekeur van het Plaatslijk Bewind, dat even willekeurig is aangefteld, niet één Stemgerechtigde. Aldaar, en in Adolphs - land, continueert het Bewind — eer zij onzer Omwenteling! — zichzelve. Te Amfterdam, bij M. Schaikkamp,»'»^ Warmoesferaat, als mede te Rotterdam bij D. Vis, van den Dries. Dord Blusfé en Zoon. 'sHage]. Plaat. Leyden Honkoop en Herding. Haarlem Walré, j. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelofswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn J. Breebaart. Zaandam van Aakén. Utrecht G. T. van Paddenburg en < Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier. Middelburg Gillisten. Groningen Oomkens. Leeuwarden van Siigh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Steden der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad *s Maandags met een No. vervolgd k ii Stuiv.  d e REPUBLIKEIN. N°. 175. e Homme riest homme, qu'mtant qWil est libre. r0usseaü. ELEUTEROPHILUS aan POLITES. Js dan, mijn waarde Poïites, de burgerlijke en ftaatkundige Vrijheid eene loutere hersfenfchim? Is dan de mensch gedoemd tot een flaaf van zijnen gelijken ? Is een Volk beftemd, om te bukken voor hun', welke het nimmer uit eenig ander oogpunt belchouwen kan, dan als voorftanders van zijne belangen ? Vaart wel dan, achtenswaardige Grieken, die de wüsgeerte uit den hemel op de aarde bragt, die de mensch zijne waarde wildet doen eerbiedigen, eer de al te groote koophandel uwer Eilanders den geest der Burgeren aan de eigenbaat gekeetend hadl Vergeten zij uw naam, dappere Romeinen, die de dierbaarfte offers aan de Vrijheid bleeft heiligen, eer uwe gezagvoerende legers alleen aan dwingeland, of tirannen, alleen aan de grootheid of den ijdeien roem hunner Generaals ten doel ftonden ! Uitgewischt worde uw naam uit de gefchiedrollen, heldhaftige Zwitfers, wanneer gij, in onderwerping San de lesten uwer Moeder, de Natuur, de lil. deel, Kkk des-  5as DE REPUBLIKEIN. despoten van uwen grond verjoegt! Houdt op, Bataven, op uwe afflamming te roemen van Held Civifer, wanneer gij het Spaanfche Juk verbraakt, om dén eeuwigen ftrijd tusfchen natuur en monarchale willekeur te voeren ! Treedt van uwe eifchen te rug, moedige Amerikaanen, wanneer gij aan het Roofnest van Europa geleerd hebt, dat ook verachtte Colonisten hunne belangen weten te doen gelden! Rolt uwe zegevaanen op, onwinbaare Franken, offchoon gij, onder alle de ftormen van inwendig en uitwendig verraad, zonder u aan den titel van Mogenheid te bekreunen, de roemruchtig-Tte heldendaaden verrichttet, waarop ooit eenig Conftitutioneel Bewind van den aardbodem heeft kunnen roemen, en; met uwe albeheerfchende legers, de ftevigfte troonen deedt zidderen! Keer, eindelijk , te rug, edelaardig Bato's Kroost, wanneer gij, ten verder ve van Orange, een verbond met de Franken floot, om even onafhanglijk, als zij, te willen hetgeen uw belang vordert, en, met hun vereenigd, de rechten der Volken tegen den overmoed van tirannen xe verdedigen! Komt gij allen, verdwaasde Natiën! te rug van den verkeerden geest, die u bezielde! Hoort niet langer naar de lesfen van hun, die, in vroeger en laater eeuwen, u de wijsheid predikten, waarom gij hen vergooddet, omdat zij eene uitfpraak behelsden, overeenkomtiig met die inwendige ftem, welke in ieder hart fpreekt, dat nog niet geheel verbasterd is! Spreekt den vloek over de Griekfche Wijzen, over de Wetgevers der oude waereld, die den Mensch inden Menscb poogden te befchaaven, over de Romeinfche Leeraars, die de ftaatkunde aan eeuwige grondbeginzelen boeiden , opdat niet een verwaten trotsaard of rijke het goede met het waare zou kunpen. vernietigen, en, eindlijk «ver die gewaande Wijsgeeren der laatst voorige, en voor»  DE REPUBLIKEIN. 521 voofnaamlijk der tegenwoordige eeuw, die, uit de oudheid delvende, aan de Volken een vernieuwd zamenftel van burgerlijk en (taalkundig recht hebben gepredikt 1 Vloekt hen allen, als zoekers van nieuwigheden, omdat alle hunne leer nieuw, alle hunne verbetering hersfenfchimmig en gevaarlijk is! En gij vooral, godlijke ftichter van den besten godsdienst, die immer op aarde geleeraard is, gij, waardig den eerbied van ieder Mensch, omdat uwe verhevene beginfelen op de natuur van redenlijke fchepfelen berusten, ook uwe lesfen, op de waarde van den Mensch gegrond, mogen niet langer gelden, omdat zij door de gezagvoerers dezer eeuw als overdreven, als hersfenfchimmig verklaard worden. Houdt op gij allen, die het immer van uwen plicht reekendet, uwe Tijdgenoten met uwe onderwijzingen vóórtelichten! De Mensch kan nimmer worden, hetgeen hij naar het oogmerk van zijnen Schepper, behoort te wezen. Hij kent zich zeiven » hij kent zijne belangen niet. Dat men hem in tijds den breidel in den mond legge, even als het paard, opdat hij, in zijne hollende woede , niet alles zal verpletteren , wat hem in den weg ftaat, en eindelijk den breidel zelf los rukke, om zijnen menner geheel te verbrijzelenl — Zie daar, Polites, de flotfom der redeneeringen, welke zichi in de tegenwoordige dagen, aan onzen geest opdringt, wanneer wij rijplijk overwegen alle die meenigvuldige gefchriften van hun, die zich in den kring der zoogenoemde Gemeenebestgezinden voegen, en die elke ftaatkundige hervorming, op erkende beginfelen gebouwd , bij herhaaling als eene looze vond van dweepers en fchurken uitkrijten. Maar, Polites, welken zijn de gronden, welken kunnen de uitzichten zijn dezer wederftreevers van de rechten des Volks ? Hebben zij nog eenig onderwijs noKkk a dig  524 DE REPUBLIKEIN. dig in de, tot walgens toe herhaalde, fiaatkundige zedenleer , dat het Volk niet om het Bewind, maar het laatfte om het Volk is, en dat de eigenlijke verandwoording thuis behoort bij den lastgever? Begeeren dan deze zelfde zoogenoemde Volks-verlichtcrs, die zoo gereed zijn met hunne breedvoerige vertoogen en waarfchuwingen aan de Natie, dat zij de kinderfchoenen, welken zij naauwlijks heeft uitgetrokken, weder zal aantrekken, om op nieuw aan den leidband te lopen van hun, welken zij naauwlijks, om hunne ftiefvaderlijke geftrengheid, had weggezonden? Reikt dan hunne menschkunde en ervarenis niet wijd genoeg, om te bevroeden , dat de Volken niet meer zijn, hetgeen zij eene halve eeuw te vooren waren; dat wel het Volfcsvermogcn, maar nimmer de waarheid, die hetzelve vestigt, voor het geweld van een oogenblik kan bukken, en dat het tijdftip, hetgeen de wraak van een onderdrukt Volk ter zijner reddinge bezigt, geducht en beflisfend is? Ik vraag nog eens, Polites, is dan de burgerlijke en ftaatkundige Vrijheid eene hersfenfchim ? Neen: zij kan, zij moet het niet zijn in het oog vari ieder eerlijk Staatsman , die zich zoo verr' kan vernederen, om te erkennen, dat een deelgenoot derzelfde natuur zijns gelijke is. Zij moet het niet zijn bij ieder rechtfchapen vaderlander, die geen Bewind als wettig kan erkennen, dan hetgeen door hem, bij eenen gemaatigden invloed, is daargefteld, ten zijnen nutte, en die het ontegenfpreeklijk recht heeft, om zijne klacft. ten te doen gelden, dan, wanneer dat Bewind van zijn oogmerk en van de regelen afwijkt, die aan hetzelve 'waren voorgefchreven; terwijl hij nimmer geroepen, om desze;fs lastdier te zijn, eene billijke verandwoording eischt van deszelfs handelingen. Van waar dan, Polites, deze verregaande afwijkingen? Laat ons de zaak  DE REPUBLIKEIN. 525 zaak erkennen, zoo als zij is. De eigenliefde verbied den man te zwijgen, die gewoon is den toon te geven , en deze is de eerfte trap tot hcerschzucht. Gehechtheid aan vooroordeelen en rijkdom verblind den ander, om zijnen gewaanden troost te zoeken alleen bij de zoodanigen, die geen hooger doel kennen, dan hunne fchatten te vermeerderen. Trotsheid en eigenbaat leenen eikanderen volvaardig de hand, om, ieder op zieh zelve, den throon der willekeur te (lichten. De Vrijman alleen treed moedig in dezen verdwaasden kring, belacht de dwaasheden van eiken verwatenen, die aan zijnen bijzonderen Afgod offert, heiligt de waarheid overal, waar hij ze vind, én kent geene andere Wet, dan welke hem zijne natuur leert, om menfchen te brengen tot het groote oogmerk, waartoe zij beftaan} tot de verlichting van hun verftand, de uitbreiding hunner deugd, en daardoor alleen tot de vestiging van hun geluk. Dat dit dan, Polttes, ons doel zij! Toetzen wij hieraan alle de daaden onzer beambte en onbeambte Medeburgers! Houden wij in het oog alle de zoodanigen, die deze eeuwige beginfelen, en derzelver toepasfing durven wederftreeven, en dat onze Wet hen ftraffe, omdat zij vijanden van God en Menfchen zijn! *•}■*—,* -j- * Het navolgend Addrés aan^-> Holland's Provinciaal Beftuur, in deze dagen ontworpen, is in zijnen aard te gewichtig, om zulks niet aan onze Lezeren medetelen, en deszelfs onderteekening met all' dien ernst aantebevelen, welken het gewicht en de billijkheid derzaüc verdient. Kkk 3 „ AAN  516 DE REPUBLIKEIN. „ AAN HET PROVINCIAAL BE„ STUUR VAN HOLLAND." „ Geven te kennen de Ongeteekenden, Inwooners „ van dit Gewest, dat zij uit het voorgevallene ter Na„ tionale Vergadering, niet dan met fmarte, hebben ver„ nomen den uitgeputten ftaat van de Kas dezer Pro„ vincie , en de daaruit vloeijende onmogelijkheid, ter „ voldoening aan de uitgefchrevene Petitie en daarop „ volgende Executie." „ Dat zij dezen uitgeputten Staat alleenlijk aan twee „ hoofdoorzaken toefchrjjven ; te weeten : Vooreerst, „ aan de Voorfchotten, door dit Gewest ten behoeve „ van het Algemeen gedaan , en de goede trouw en „ naauwgezetheid van dit Gewest, in het voldoen van „ zijn Aandeel in vborige Petitiën, onder anderen in „ die van tien, vijf en zes Millioenen van den Jaare » 1795- „ En, ten anderen, in het niet, of niet genoeg„ zaam, voldoen van een aantal hunner Mede - Ingeze„ tenen aan de geforceerde Heffing van het voorige „Jaar, niettegenftaande de daar op vastgeftelde ftraffen „ en bedreigingen. „ Dat de Ondergeteekenden, ten vollen goedkeuren„ de den inhoud der door Ulieden, bij uwe Misfive „ van den 10 Julij, aan de daarin gedaane Verklaaring „ gevoegde uitdruklijke vóórbchouding , ook van Ulie„ den verwachten, dat Gij, cordaat voorftaande de behangen der Ingezetenen van dit Gewest, voorzoo „verre dezelven aan Ul.^zijn opgedragen, derzelver _ goed Recht in dezen, manmoedig en zonder afwij„ king, zult blijven voorftaan en handhaven." „ Dat de Ondergeteekenden , vooraf, hoofd voor „hoofd, als Lieden van Eer, verklaarenden, het hun„ ne, ingevolge der Wet, in de voorige geforceerde „ Geld-  DE. REPUBLIKEIN. 5*7. „ Geldheffingeu. van 1795 en 179*5., ten vollen te heb„ ben voldaan en betaald, en daardoor vermeenen, eene „ rechtvaardige aanfpraak te hebben op eene gelijke vol„ doening van hunnen Burgerplicht jegens alle hunne „ overige Mede - Ingezetenen , en ten dezen inroepen„ de de onveranderlijke beginfelen van recht en billijk„heid, kunnen niet nalaten, hunne verwondering te „ betuigen over de flaauwheid, met welke, ten opzich„ te van het bedreigde onderzoek, word voordgevaren, „ en vinden zich dus in de verplichting gebracht, zich „ tot Ulieden te wenden, met dringend verzoek, om, „ zoo fpoedig mogelijk, en op de geftrengfte wijze, voordtegaan tot het onderzoek, ,bij gemelde heffing „ bedreigd, en in dezen geene gratie, maar recht bo„ wijzende , zoodanige nalatige Inwoners van dit Ge„ west, die in gebreke gebleven zijn, aan de Wet te „ gehoorzamen , naar ftrikt recht, en zonder eenige ■„ oogluiking te doen ftraffen." m „ 't Welk doende enz. Jakob heb ik lief gehad, en Efau heb ik gehaat. AH' wat ademt in Holland, was bevreemd over den. zonderlingen ijver van Holland's Provinciaal Bewind, in het gevangen nemen van den Alphenfchen Courantier Olivier, omdat hij in zijn Courant had overgenomen een gedrukt ftuk, over de Vredes-preKminairen, hetgeen te Frankfort algemeen verfpreid was, en waarvan de hoog opgevijzelde misdaad, eenvoudig afloopt met een ontflag van den gevangenen, nadat de Bailluw van Khljiïhmd geweigerd had, denzelven, offchoon tot zijne rechtbank behoorende, overtenemen , omdat 'er in den Man geene andere^fchuld was, dan die dagelijks door  5aS DE REPUBLIKE IN. door alle" Courantieren bedreven wordt. — De Courantier Lieve van Ollefcn wordt,-op last der Binnenlandfche Correspondentie van de Nationale Vergadering-, crimineel gevangen gezet, omdat hij, door eene ultrarevolutionaire bedreiging, de Orange-gezinden bij hunnen plicht als eerlijke lieden had willen 'houden. -~ En de Leidfche Courantier, offchoon , als politieke Logenaar , berichten uit het Vredes - Congrés te Rijs/el en Parijs , in zijn Courant van ? Augustus, bó&is* fchende , waarvan niet één enkel woord waar is , en waardoor hij alleen met zijne Medeftanders vóórhad, den eenvoudigen Burger, door bedreiging,-tot de aanneming van het Ontwerp van Conjlitutie te dwingen , wordt ongejtraft vrijgelaten!!! Welke fchoone bijdrage tot de gelehiedenis van het ^de Jaar der Bataaffche Verwarring 1 De kleine Dieven hangt men op , en de grooten laat men lopen ! Duo cum facunt idem , 'non est idem, (offchoon twee perfoonen dezelfde dwaasheid doen , is het echter geenszins dezelfde daad) dus fpreekt de oude Jacob.' 1 e Am ft er-dam , bij M, Schalekamp, in de Warmoesjtraat, als mede te Rotterdam bij D. Vis van den Dries. Dord Blusfe en Zoon. 's Hage ].Phat. Leyden Hqnkoop cn Hcrding. Haarlem Walré, f. Beets en Wed. van Brusfel. Schiedam Sweben. Delft Roelotswaart. Gouda Verblaauw. Alkmaar Molkman en Comp. Hoorn ], Breebaart. Zaandam van Aakeiv Utrecht G. T. van Paddenburg en Zoon, en de Wed. Terveen. 's Bosch Palier Middelburg .Giiüsfen. Groningen Oom-" kens. Leeuwarden van Sligh en Cahais. Deventer Brouwer, en in de overige Ste-" den der Republiek, bij de voornaamfte Boekverkopers , wordt dit Blad 's Maandags met een No. vervolgd a ii Stuiv.  REPUBLIKEIN. N°. 176. atjo- ifa rfsff, no? tón* waar»Kminff..,.en 'er zal een ver. baazende ommekeer Een, nieuwe eeuw Zal ven voorjcfyn treden; eene eeuw van ontZHting voor dagelyfhe wezens van fchrikvoor geweldenaars, van vrijheid voor elk groot Folk, van hoop voor den gantjclien aardbodem • V O L N E Y. Beoordeeling der nationale afkeuring van het Omwerp van Conjlitutie. — Vooruitzichten in de toekomst. Jffcheid van mijne Lezers. Eindelijk,is de ftemming bekend geworden van allen, dte in ae laatfte Grondvergadering van 8 Augustus verfchenen zijn, om hunne goedkeuring of afkeuring aan het Ontwerp van Conjlitutie te geven, en de zeer ÏÏoote meerderheid derzelven heeft, ondanks alle waarIhuwingen en bedreigingen van hooge en laage politieled ondanks alle de rechtftreekfche en zijdehngfche aan-beielinge^ van groote en kleene plan-maakers en avanmrie s g de geduchte beflisfing met een ftoutmoed.g neen S oken: Een beduidende wenk, voorzeker, dat de X charak e? genoeg heeft, om haare belangen te wilSr en Ie ouw te'zijn aan den geest der Omwenteling'. Wat ook veelen gefchreeuwd hebben tegen^ b lil. deel. Mmm 1  530 DE REPUBLIKEIN. middelen, die overal zouden aangewend zijn, om haar tegen dat Ontwerp in het harnas te jagen, eene onpartijdige nafpooring heeft ons doen zien, dat de evenredige vergelijking diergenen, die ja of neen verklaarden, enkel op aanraading, of uit navolging, zeer ten nadeele is dier weinigen, die hunne gereede toeftemming aan dat Ontwerp gaven. Meermaalen namen wij de proef, om de verfchillende beweeggronden voor het een zoo we!, als voor het andere, uittevorfchen, en de flotfom dier bevindingen was deze: Veelen van hun, die nog behooren tot die wezens, welken men te vooren fatfoenlijke heden pleeg te heeten, en ook nog alzoo blijft noemen, hebben, het zij uit gebrek aan tijd, ofaan lust tot onderzoek, of aan wezenlijke kunde, of aan vaste beginfelen, het geheele Ontwerp «/^gelezen, en echter hetzelve gaaf aangenomen, uit vrees, uit navolging, of ook uit zekere mode-zucht, welke nog blijft heerfchen, om zich nimmer te kunnen vereenigen met de gevoelens van dat burgerlijk en itaatkundig tas, dat zij, in hunne ' dagelijkfcbe gefprekken , (onder vier of zes oogen echter) het patriotsch Canaille noemen. Slechts weinigen, in vergelijking geno nen, keurden hetzelve goed, omdat zij begrepen, dat het beter ware, eene gebrekige, dan geene, Conftitutie te hebben. Niet éèn éénigen ontmoetten wij, die alle de hoofdpunten als Staatkundig waar en goed aannam. De drijvers van hetzelve zijn ons toegefchenen dc zoodanigen, die allen, zelfs den gemaatigdften, Volks-invioed haatende, het beftuur van zaken alleen wilden ftellen in handen van zoortgelijke premiers, waaruit de Omwenteling van ï7Q5 hetzelve gerukt heeft. Onder de afkeurende Burgers , daarentegen, hoe veelen derzelver gewis, uit gebrek aan tijd en politieke kunde, zich enkel op het oordeel van anderen verlieten, hebben wij echter de grootfte meenigte taamlijk bekend gevonden met den wezenlijken inhoud van het Ontwerp, en de gronden, waarop hunne afkeuring berustte, waren zeer verfchillende. Zeer veelen verwierpen het, omdat zij het ftuk zelf niet verftonden, door de barbaarfche woorden, die daarin bij meenigte voorhanden zijn, waardoor zij vreesden, dat hetzelve eene ftaatkundige gochel-tas ware, alleen gefchikt, om den handgaauwen rechtsgeleerden -n U de  DE REPUBLIKEIN. 53Ï de zak te fpeeien, wiens naam en bedrijf, bijkans op ■elke bladzijde, gemeld wordt. Anderen verklaarden 'er zich tegen,omdat zij begrepen,dat hunne onvervreemdbare rechten, te vooren zoo plechtig afgekondigd,en ten grondflage gelegd der te ontwerpen Staatsregeling, daarin uitdruklijk gefchonden waren. Veelen zouden zich don nooddwang van omftandigheden getroost, en aan het geheel hunne toeftemming verleend hebben, omdat gewislijk eenige deelen zeer goed waren uitgewerkt, maar konden zich nimmer aan de loutere mooglijkhed eener herziening over vijf jaaren overgeven, zonder dat zulks bij eene uitdruklijke wet bepaald werd. Zommigen, eindelijk, keurden het Ontwerp af, uit onedele gronden, en wel omdat daarin zekere grondftellingen gevonden'worden, welken zij met hunne gewaande provinciale belangen, of ook wel met hunne perfoonliike voordeelen , ftrijdig oordeelden; en de tegenwerking dezer laatften zal, zelfs met het beste Ontwerp, blijven voordduuren, oifchoon, aan den anderen kant, hun gering aantal zeer weinig te vreezen is , in vergeiijkinge dier duifende echte patriotten, die gereed zijn tot alle persoonlijke opofferingen, indien Hechts het hoofdpunt van alles, de vrijheid en gemaatigde invloed des Volks, zal bewaard cn gehandhaafd worden. Zoo juist wij voor ons zeiven deze fchaal houden bij den thermometer der Volks-begrippen , zoo blijkt echter daaruit eene vrij aanmerklijke verdeeldheid van gevoelens •, eene verdeeldheid, welke niet gemaklijk zal te vereffenen zijn, dan door een Ontwerp, waarin wel eene overeenftemming der voornaame erkende punten zal moeten plaats grijpen , doch waarin te gelijk aan het Volk de maoht zal moeten verblijven, om, na eene daadlijke ondervinding van het voordeelige of nadeelige, het laatfte althands zoo te mogen veranderen, als de omftandigheden in der tijd zullen vorderen, behoudends echter ten allen tijde die waare en zuivere grondbeginfelen , waarop elke Staats-regeling, voor welk Volk ook, volgends de uitfpraak van het recht, gegrond behoort te wezen. In zoo verr' alleen heeft het tegenwoordig Geflacht de vrijheid , om de Nakoomlingen te verbinden , omdat die gronden in alle tijden en landen dezelfden, en in hunnen aard en wezen onveranderlijk zijn. Dus Mmm 2 rijst  53a DE REPUBLIKEIN. rij-t dan, natuurlijker wijze, de vraag: welke vooruit' zichten in de toekomst ziji 'er uit den tegenwoordige:! Staat van Zaken te vormen? Zal A'eêrland's Volk zicli kunnen vlei;en met de daar (iel! mg eener goecle Staatsregeling? Zal derzelver'Ontwerp fpoedig geleverd, cn gegronde hoop kunnen gegeven worden op eene gunflige aanneming? — Laat ons deze belangrijke vraag onderzoeken. Om in het werk der Staatkundige hervorming van ons Staatswezen naar wensch te flaagen, zal veel, zeer veel afhangen van het gedrag der tweede Nationale Vergadering. Blijven derzelver Leden even zeer verwijderd van die onvervalschte populariteit, welke de waare betrekking uitmaakt Van den' Volks-vertegenwoordiger; ■*» behouden zij dienzelfden verwatenen geest, waardoor zij alleen hunne eigen begrippen volgen, zonder zich, in eenig opzicht, aan het Volksgevoelen te bekreunen; —> 'achten zij zich volftrekt onverandwoordlijk voor hunne daaden , dan alleen aan hun eigen geweten: dat dikwerf onverlicht en dwaal end zijn kan, even zoo als zulks plaats had'bij de meerderheid -der eer/te Vergadering,— dan, zeker ftaat het te voorzien , dat het vernieuwde Ontwerp zeer veel zo niet alles, zal behouden van dat, waarom de meerderheid der Natie zulks afkeurde, en dan gewis zal de laatfte dwaaling erger zijn, dan de 'eerfte, omdat, in dat geval, de opftand van vrijheidminnende Burgers een geheiligde plicht is, dien zij aan hun- Vaderland verfchuldigd zijn. —- Ook is het, bij de keufe van zeer veelen dierzelfde Leden, die reeds in de eerde Vergadering zitting hadden, cn vrij wat tot de zamenftelling vae het thands afgekeurde Ontwerp hebben bijgedragen, natuurlijker wijze te verwachten, dat een beter Ontwerp , naar het heerfchend Volks verlangen ingericht, moeilijk zal gevormd worden. Veelen dier Leden, beleedigd, als 't ware, in hun trots, dat hunne poogingen, met zoo veel moeite aangewend, met eene enkele machtfpreuk zijn veriedeld geworden, zullen of verwaten genoeg zijn, om het verklaarde begrip des Volks te blijven trotzeeren, of welligt zich in geenen deele met een hieuw Ontwerp wi'Ien bemoeijen. Langs dezen weg zullen zij de beoordeelingen lang doen verwijlen , en de- eene vertraaging op de andere hoopen \ om  DE REPUBLIKEIN. 533 om daardoor wraak te nemen over een Volk, dat zich tegen hun gevoelen durfde verzetten, en de fchuld van de verlening der Omwenteling juist te werpen op hen, die zielsvrienden des Volks noemen Ja, wie weet, of niet welligt, hier of daar, een geheime toeleg zat fchuilen , om door verdeeling der gemoederen , regeeringloos'heid te vestigen, om, hier en elders, tooncelcn vanD wanorde aanterichten, en alzoo het Franfche Gouvernement, met een beter gevolg, dan zij tot hiertoe deeden, tot het bewerkftelligen van zijnen befhsfenden invloed te overreeden. Zelfs tot dat einde, zal misfchien wel dat zelfde Reglement voor de Nationale Vergadering door hun gebezigd worden , hetgeen , blijkends eene anderhalf-jaarige ondervinding, zoo veel goeds verhinderd , zoo veel kwaads gefticht heeft. Dit alles laat zich uit de gewobne werking der menschlijke hartstogten , en uit het beloop van alle Staatkundige partijfchappen', zeer natuurlijk vermoeden. Dan , het is geenszins te denken, dat de Volks-gezinde Leden dier Vergadering onkundig genoeg zullen zijn, om deze geheime ftrikken niet te bemerken, of te vreesachtig, en onder eikanderen te verdeeld, om niet, in zoodanig geval, bij tijds, hunne toevlucht te nemen tot de Natie, welke hen geroepen, en, door de afkeuring van het voormaalig Ontwerp, getoond heeft, hen te machtigen tot het zamenftellen van een beter werkftuk, dat met de aangenomen beginfelen, met de rechten en belangen van een vrij en onverdeeld Volk overeenkomftig is. Het zal dus voornaamlijk afhangen van de wijsheid der bestgezinde Leden, om tegen alle verkeerde zamenfpanningen te waaken , om hunne gangen naar den voorgcftelden eindpaal zorgvuldig te richten, om de Omwenteling niet alleen niet te verlengen , maar integendeel zoo veel mogelijk te bekorten, om zich aldaar, waar bet des Volks heil geldt, .aan geenen letter van een," aan de Natie en derzelver Vertegenwoordigers opgedrongen, Reglement te bekreunen, om de beraadflaagingen der Vergadering over eenig nieuw Ontwerp binnen een vast tijds-beftek te bcpaalen, en eindelijk, indien alle hunne eerlijke maatregelen bij aanhoudendheid door den jammerlijkften tegenftand belemmerd wierden, om alsdan de Natie intcroepen,. en,, door haare uitfpraak, dezen oorlog van JVImm 3 be«  534 DE REPUBLIKEIN. begrippen en hartstogten te doen eindigen. Gefchied dit, dart is ook het zeker vooruitzicht daar, dat^eene fpoedige en gelukkige uitkomst welhaast alle die^tooneelei van verwarringen zal vervangen, welken de inwendige en uitwendige vijanden van den Staat vóórbereiden, om het vrije Nederland aan de willekeur van den een of den ander te onderwerpen. Dat zoodanige rechtgeaarde Vaderlandsmin, de Leden der tweede Nationale Vergadering beheerfche ! Dat zij zich getrouwlijk vasthouden aan beginfelen, wier fchennis de Natie zoo euvel heeft opgenomen! Dat zij, door ondervinding geleerd , geene edeler drijfveer hunner daaden volgen, dan waarin de Volks - vrijheid,, en, met dezelve, de energie en de welvaart, begrëpeii is! Dat zij niet rusten, vóór dat deze hunne taak, met het minfte tfezwaar voor den Lande, zoo fpoedig doenlijk, zij afgeweven! — Dat het Vrijheidminnend Volk zijne, ftem bij voordduuring doe hooren, en dat het zich, met denzelfden moed doe gelden, als op dat oogenblik, wanneer het, door zijn beflisfend neen, getoond heeft, voor geene ftaatkundige drogreden, noch voor eene fijn verniste heerfchappij van Grooten te willen bukken J Dat het de fteun zij van hun, die zijne belangen ernstig behartigen, en dat het de Vrijheid boven het leven begeere! — dit moet de wensch, deze moet de aanfpooring van ieder rechtfchapen Bataaf, deze moet de pooging zijn van eiken beminnaar en voorftander der rechten van een vrij Volk. Het was, onder zoodanigen oprechten wensch, dat de Schrijver van dit Tijdfchrift, van het eerfte oogenblik der Omwenteling af, zijnen arbeid aan de zaak des Vaderlands heiligde. Zijne hoop grondende, deels op de bekende en nog verfche ondervindingen der Stadhouderlijke dwinglandij , deels op de verlichting van hun , die, in Frankrijk omzwervende , de Staatkunde van haare goede en kwaade zijde hadden leeren kennen , en thands mogten onderfteld worden, met een zuiver hart de Vrijheid te zullen komen vestigen, had hij zich gevleid , moed in de Natie, eerlijkheid in het Bewind te zullen aantreffen. Offchoon bij zich zeiven overtuigd, dat de eerfte oogenblikken der Omwenteling onftaatkundig verfpild werden, onderwierp  DE REPUBLIKEIN. 535 wierp hij zijn gevoelen aan dat dier Bewindslieden, dje de brocdcrichap aan hunne vijanden predikten. Zijne bevinding alleen, dat noch de aanhangers van het Stadhouderlijk Bewind genegen tot verbroedering, noch de hoofden van het vernieuwde Staatswezen gezind waren tot een fpqedig en rechtmaatig herlièl van zaken; zijne bevinding, dat het Staatkundig vooroordeel, bijgeloof en bedrog, zijne rol even fehandelijk bleet' voordfpeelen , als voorheen; zijne opmerking, dat de opfchriften van Gelijkheid, Vrijheid, cn Ërocderfchap, in plaatfe van tot grondrege's van het Staatkundig zamenftel te verftrekken, niet hooger gefchat werden,dan als bonsmots, dan als klanken van den dag, waarmede men het vroome Volk jammerlijk bedroog; zijne overtuiging, eind]ijk, dat trotfche Grooten, met opoffering van de heiligfte groudbeginfeleii der revolutie, oneerlijk zamenfchoolden met de voormaalige bedervers van 's Volks vrijheid, ten koste dier patriotten, die de Omwenteling, met en door Frankrijk, gewild hadden : dit alles verplichtte hem, als openbaar Schrijver , die zijne pen voor de Vrijheid, voor de waarheid, voor de rechten en da belangen des Volks, gevoerd had,.om de heiligde zaak op eenen nadruklijker toon te verdedigen. Afkcerig van perfoonlijken haat en beleedigingen, heeft hij nimmer gefchroomd, waarheid en dwaaling, recht en onrecht, bij heure echte naamen te noemen, in fpijt van allen, die als patriotten misdaadig waren. Hij ondervond het lot van alien, die aan den openbaaren weg bouwen, om door dezen gelaakt, door genen geprezen te worden. Hij ging echter voord, zonder door de eerften te worden afgefchrikt, noch immer eenigen lof te hebben willen bédelen, tot dien eindpaal, dien hij zich altijd had voorgefteld, de daarftelling eener Staatsregeling. Deze laatfte, 't is waar, is nog niet aanwezig; dan, hij oordeelt, over dat werk reeds zoo veel gezegd te hebben, dat alles, wat over een nader Ontwerp te zeggen valt, niet meer dan loutere herhaaling zoude zijn. Thands, kan hij dus zijnen arbeid ftaaken, en de béoordeeling der Staatkundige voorvallen van den dag veiliglijk overlaten aan zijne brave Spitsbroeders, die, nadat hij dg eerfte in het veld verfchenen was, hem in grooten getale gevolgd zijn, en bijzonderlijk aan zijne Broeders de De-  535 DE REPÜBLIKE IN. Democraten, wier grondbcginfelcn volmaaktlijk met de zijnen ftrooken, en wier heuse heid hem geene plaats zal weigeren voor zijne bedenkingen , welken h'j,nu of dan, mogt oordeelen , aan zijne Landgenoitn te moeten voordragen. Dat hunne arbeid vruchtbaar zij, ter vo >rdzettinge van alles, wat waar, eerlijk, en een vrij Volk waardig is! Dat zij den dank ondervinden van Tijdgenoten en Nakoomlingen , even als hij zijnen oprechiften dank betuigt aan alle zijne Beguuftigers, en verl'chouiirg vraagt voor datgene, waarin hij, fchoon nimmer opzetlijk, mogt gedwaald hebben! — Dat de ééne en ondeclbaare Bataaffche Republiek leeve! Dat Orde en Vrijheid herboren worde, en met haar het heil des Volks vermeerdere! — Dit is het oprecht vaarwel, en de affcheids-groet 'aan alle zijne Lezers van DEN REPUBLIKEIN. Amfteldam, 20 van Augustus, 1797ide Jaar der Bataaffche Omwenteling.