TWEEDE DEEL. Te BEKOMEN, By KLAAS MOMUS, meesterknegt van P. Gosfe Junior.   INHOUD Der Vertoogcn van het Tweede Deel. N.53. Brief van Bombardus Auftriacus. — Bekendmakingen. 54. Brief van Pietje Goedraad en Annigje Wind en Water, aan Gosfe. 55. Brief van de Matematicus en Algebrist aan Gosfe. 56. Brief van Jan Regt door Zee aan Gosfe. 57. Vervolg vau No. 55. 58. Brief van een Oude Rave aan Gosfe. 59. Brief van Geurt van Soest aan Gosfe. 60. Brief aan Klaas Momus van zyn Broer K. Momus de V. 61. Brief van J. Onweer aan Jannetje Schynfchoon en Antwoord. 62. Brief van Klaas Momus en van Jan Schrik aan Gosfe. 63. Brief van Jan Dragonderius Frifo aan Gosfe. — Iets uit de PrulIemand van Janus. 64. Brief van Jan van Orange aan Gosfe. ~ Een Dichtftukje. 65. Brief van Piet regt voor de Vuist aan Gosfe. 66. Brief van Jan Delvenaar aan Gosfe. — Aan Willem de Vyfdfc 67. Droom van N. N. 68. Brief van N. N. aan Gosfe. — Iets aan Janus. 60. Brief van Sincerus aan Claas. 70. Aan Gosfe. 71. Brief van N. N, aan Gosfe. — Gevonden Refolutie. 72. Samenfpraak van Patriot en Preekgraag. —- Brief van Jannetje de Portier aan Gosfe. 73. Brief van Lucifer aan de Aanbidders van W. den Vyfden. ■ Advertentie. N.74-  INHOUD; N.74. Historiekundige Paralellen. Brief van K. Momus. 75. Brief van Hans de Overweeger aan Gosfe. Advertisfement. 76. Berigt van Momus. — Brief van Thomas de Krauteman aan Gosfe. 77. Vervolg der Paralellen No. 74. Brief van Jeronimus de Poëet. Advertentien. 78. Brief van Piet Raak wat aan Momus. Advertentien. 79. De Oranje Vreugd of de Getrapte Vryieid, Hoffpel. 80. Brief aan Momus. 81. Brief van Olfert Momus aan Klaas Broer. 82. Vervolg van No. 80. 83. Vervolg van No. 82. 84. Brief aan P. Gosfe. 85. Vervolg van No. 83. Iets wegens Oldenbarneveld. 86. Brief van een Losgelatene, Vervolgd van Oldenbarneveld. 87. Brief van Ds Roghair aan den Heere Pesters &c. 88. Berigt van J. Plamot. Proeve van een Woordenboek. ""89. Brief van M. Keienvresfer aan Momus. D E  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT, N°. 53- Jan zyne Doorlugtige Majejleh Pierre Gosse Jun, SIRE 4 V"ergun een der geringften van de Prinfe-Faaie.dat hy u met dien weidfchen titul nadere! Gy verd.ent dezelve » der daad, dewyl gy ver boven den Souverain uwer Pro- . vintie zyt. Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland, en Hun Ed. Mog. derzelvcr Gecommitteerde Raaden zyn ver beneden u in magt; en dit blykt, dewyl gy k'oekmoedig voortvaart in uwe overdierbaare Courant groot en klein, hoog en laag te befpotten en te belasteren, mette-enftaandeHunEd.Mog.u daar over meer dan eens fcherpelyk hebben onderhouden, en het u, onder fterkebedrei- gingen, hebben verboden! Gaa voort, Grootmag- tigfte! gaa voort! die van dreigen ./Ier ft, vort met ten vosfefiaart overluid! gY «'eet, dat nood wet breekt; en dat, *]s te Hansworst en den Eer d,ef uit uw Courant vertrekken.de muizen weer folie in uwebroodkast zouden neemcn; — gaa voort, parel aan de OrangeKroon. zo lang u de fleutel van de Gevange Poort A Ui t H. deel. a  f DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. niet word vertoond, en gy het Logement van Camp» Weyerman niet betrekt, moet gy niets ontzien. Doch, Sire! de rede waarom ik voor u ftoutmoedig verfchyne, en deezen brief aan uwe voeten legge, is, om u nederig te verzoeken, ons tog in uw Doorlugtig Dagblad t« verdeedigen regende Patriotten, die verbitterde beveg-. ters van onze ceuglyke Orangé Vrolykheden, en de gevol. gen , die daar uit vloeijen, naar onzen hartelyken wensch en begeerte. Dieonweetende haspelaars befchimpen ons, dat wy, op den agtften Maart, lintenen ftrikken gedraagen, geïllumineerd, gebrand en gefchooten hebben, zy noemen op zyn best zulks redenloos, -— ongelukkigen! ja, wy hebben dit alles gedaan, ik heb daar in uitgeblonken, ik beken het met myn hart, ik heb geoordeeld zulks verpligt te zyn, en het met rede en overleg gedaan, gelyk ik hier voor geheel de waereld zal bloot legsen, en ik weet, dat al wat braaf en eerlyk denkt, myn beftaan zal approbeeren. ' Ik heb op den agtften Maart (nu gepasfeerd) met een gantfche troep Orange-Vrienden al 's morgens vroeg gepronkt met Orange.ftrikken, niet flegts op den hoed, maar ook om hals en armen; hier mede willen wy beduid en beteekend hebben, dat wy by de inftelling van het Stad. houderfchap, en het zelve erfelyk in het Huis van Orange te manken, onze Vryheid en alle aanfpraak op 'sLands Voorregten hebben verzaakt, en ons laaien boeijen als ft». ven aan de oogmerken van dat Vorftelyk Huis : dit is de rede, dat het geroep van het Volk, om herftel hunner veraaderïyk ontvreemde Rechten, ons ysfelyker in de ooren klinkt, dan het gekners van de deuren des afgronds! san flaaven, aan geboeide flaaven voegt geen denkbeeld van Voorreden! wy zyn leifeigenen van Orange! De  DE H]AACSCHE CORRESPONDENT. 3 De dag was nog niet geweeken, toen myne glasvenfters en die van myne Oranje-Buuren met eenige kaarfen en lampen waaren verligt: — wat was redelyker, — wat kon 'er gepaster op zulk een plegtigen dag worden bedagt ? dit deden wy tot een af beeldfel, dat die dag een jammer]yke donkeren dag voor de ongelukkige Republiek is, — dat zy meer dan gewoon ligt nodig heeft, om dat op dien noodlottigen Agtften Maart, de doove en doode Maan aan de kim van de Republiek verrees, die in zyn opklimmen de Glansryke Zon haarer Grootheid ruim drie vierde gedeeltens heeft doen taanen! — dit niet alleen, daar door hebben wy ook aangeduid.dat, juist zo als wy den nagtals in den dag verkeerd, en wy door een gemaakt en gebrekkig ligt, het natuurlyk en voortreflyk ligt der Zon hebben nagebootst , zo ook door de maatelooze verheffing van het Stadhouderfchap de weezenlyke Conftitutieeener Republiek word omgekeerd, en haar natuurlyken luister word vervangen door een nagebootften luister van het Huis van Oranje! — no°- meer, hier door hebben wy te kennen gegeeven, dat zyne Hoogheid, onzen Hartelyk Teedergeliefden , zo getrouw en met zulk een charmant gevolg zyne hooge Ampten heeft waargenomen, dat men het Heil en de Grootheid! des Lands met kaarfen moet zoeken. Het bleef hier niet by Sire! Aan het eind van de buurt hebben wy ook Piktonnen in brand geftooken, — het maakte een heerlyk vuur, ea de overpeinzingen die ik daar by had , zyn zo menigvuldig, dat het u, hoe dat ook myn Brief u mooge behaagen» gelyk ik verzeekerd ben, zou verveelen, de helft daar van te leezen ; ik moet tog vertellen, 0>m den Patriotten de lange tong te fnoeren,) welke de beteekenis by ons was van die fchrikverwekkende vuuren. *Primo, dat'op A' af dsa  4 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT» den Heuglykften Agften Maart bet Vuur is gebooren, hef welk het Welzyn, de Bloei en de Grootheid der Repw. bliek, zo als ook het merg en zweet der Burgeren, met een onweerftaanbaare kragt heeft verteerd. Sccundo, om ons daar by te herinneren, dat wy dit 'deeden ter eere van die Vlam, die den Oorlog tusfchen Engeland en ons heeft doen ontbranden. Tertio, om dat hy, wiens Party wy volgen, het vuur van Twist, Oproer en Muit- zugt, van dag tot dag meer doet ontfteeken , zo dat de Vlam, juist zo als het vuur en de vonken van onze Piktonnen zig wyd en zyd verfpreiden, en elk voor de droeviglte gevolgen doet vreezen. „ Wel nu, (zal een halve braasfem van een Patriot „ vraagen,) wel nu, beteekenen die Vuurraaden, „ Slangen en ander tuig, dat gy en uw Oranje-Confraters „ zo als dollemans en zotten hebt afgeftooken op dien „ Prinsjesdag, ook al iets?" — ja zekerlyk, Wys- neuzen; de Vuurraaden hebben beteekend, dat onze op dien dag geboore Vreugd, de Republiek naar zyn hand heeft gedraaid en geflingerd tot verteerens toe, zo dat het niet lang meer had moeten duuren, of zy zou tot dien draai, krek als onze Vuurraaden, a! haar glans en ligt op eenmaal hebben uitgefpuwd, — zo dat wy eensklaps als verboren en berooide zotten in den donker, na al wat ons lief was, zouden hebben moeten omtasten , zonder het te kunnen vinden; —— en met onze Serpenten en Slangen hebben wy willen verklaaren, dat ons Vaderland een Slang in haar boefein heeft opgevoed, die haar zwaar gewond heeft, dog nu ook, net als onze afgeftooken Slangen, allerhande kromme bogten en fprongen maakt, en meteen fisfert of wat heel gaauw zal gedaan hebben. La*.  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. S Laaten nu de Patriotten opkoomen, zo zy lust hebben, om' ons te verwyten, als of wy domme osfen waren, die niet wisten wat wy deeden, ik heb dat verken, zo ik het wel heb, eèns prooper en fehoon gewasfèn; en ia alle geval, wat raakt het hun, wat en voor wie we branden , al wouden wë ons zeiven voor onzen Teergeliefden Oranje-Bloesfem verbranden, zo als 't misfchien nog wel zal gebeuren, dat we uit pure wanhoop en om hun fpyt aan te doen , zullen doen, — wel de Heidenen offeren wel aan den duivel, en fleeken 'er vuuren en ligten voor op, — zagt dat wy en de Prins zo goed en zo veel waard zyn, als zy met malkander Ik bid u Doorlugfligfte Sire! plaats deezen Brief tog fito, iito, in uw RusTaDEMEND Dagpapier, ■ hoe eer dat we de Patriotten den mond floppen hoe bee- ter, en zo onze tyd, daar 't hard na toe loopt, hier kort mogt zyn , dan hebben wy ons tog met deeze onze laatfte woorden, als met een zwaanenzang gezui. verd. Nykerk op de Veluwe, 9 Maart* 1787. BOMBAR DUS AUSTRIACUS. A 3 ÏÈ.  ö DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. BEKENDMAAKINGEN. Uit de hand te Koop , tot een Civiele Prys, eenige Sjasfinetten, keurlyk gefchiiderd, en gediend hebbende op den gepasfeerden agtften Maarf 1787. tot Illumïnatië'n en Decoratien : als N°. I. Een kwynende Orange-boom, rondom welke een hoop dronke bedelaars en ander gefpuis een groot' vuur van ftroo ftooken. Daar onder leest men: Zo 't waar is, dat de Orange-plant Het allerbest in 't warme Land Door 't Zonnevuur wil groeijen , Is 't vreemd dan, dat men in dit uur Die Plant door woédend Oproer vuur Ook beter wil doen bloei jent <$ • . ■ v-t#f m. 2. Een Dolhuis Gek, van het hoofd tot de. voeten met rinkels, bellen en Orange ftrikken opgekwikt en behangen, blazende uit een dito verfierde pyp uit aJ zyn magt een groote Waterbel op. Daar onder leest men: '/ Is krek als een Orange Spruit, 't Lykt veel, alfchoon het niets beduid. mi  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. g N«. 3. Zyne Doorlugtigheid, gezeeten op een graam? toomeloos Paard, verfchriklyk hollende, en zig met beide handen in de opgereezen Maanen vast houdende. Daar onder leest men: Waar drommel zal dat heent & N". 4- Een Ezel, Aap, Uilen Gier, alle fchoon Orange getygerd. Daar onder leest men: Soort zoekt foort. N?. 5. Een Mistfchuit, voerende een Prinfe-vlag , met een dronke Schipper aan 't roer, in een hol water en met harde wind. Daar onder leest men: /4l evenwe/ Orange boven! Die  9 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Die geneegenheid heeft,om deeze Fraaje Sjasfinetten te koopen, kan zig adresfeeren aan den Wel Edelen, Ge- ftrengen Heer, de Heer Burgemeefter der Stad H...n, Groot Confiliateur, Advifeur, Inftructeur en Adducteur van de moord en brand dreigende OranjeVrinden. ZEG HET VOORT. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkoopers a i£ Stuiver uitgegeeven.  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. af:rl oj»,n»f9i:f! (is> r. j.•rïirf caes'nütï ïnsïjL.njlt! ir}\>ittt*r N°. 54- Vrind GOSSE! ]H|et is tog bitter dat gy naar geeri raad wilt Juiste, ren, — 't is jammer dat gy zo dom zyt; uw meening is best, dit'weeten wy, — gy hebt ook al veel nut ge. daan; — de Haagfche Vrolykheidjes, —• het Zeeuw fche Oproer, — de Plundering van Ter Goes, — het Hoornfche Moordtoneel hebben U en uw Courant tot Peter en Meter, dit kan niet genegeerd worden; — 't is maar jammer, ik zeg het nog eers, dat gy te weiiiig verftand en oordeel hebt,om te weeten waar ge fpree- ken of zwygen moet; waaragtig Gosse, gy zyt nog dommer als UW Patroon: — ge zult vraagen, waar in en waar mé gy 't zo voor onze Party verkerft? ö man , een meenigte fcaaltjes zyn 'er voor handen , ik zal.'er maar eens een klyn rommelfootje van voorden dag haaien. Gy pryst het geen gy moest laaken, en veragt weer het geen gy of ik niet genoeg roemen kan: exempligratia: gy weet zo wel als ik, dat zo. lang de Heeren Staaten van II. Deel. b Ho.',  ro DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Holland, Cdie tog, men mag praaten wat men wil, het roer van het Schip zyn,) in een geflooten blyven, de drommel zelfs den Prins van Oranje geen Meefter van de Republiek maaken kan ; — daarom G os se, of we al Oproeren beginnen , of we al de Huizen van die die en geenfe Patriotten plunderen, hun goed rooven en fteelen, en hun 't mes op de keel zetten,daar we dé overhand hebben,— het kan niet meer helpen , dan of onze Willem zelf met een houtje in de goot morst, — en wat donkere wolken vrindje hangen ons boven het Hoofd, want het is te vreezen, ja klaar te voorzien, dat de Patriotten, hoe geduldig ze nog fchynen te zyn, en de rust en vreede tragten te behouden , ras de handen in een zullen fhan, en ons door wraakzugt gedreeven en door den nood geperst., op het l;yf zullen koomen, - en lieve deugd, - dan denk ik, dat wy Prinsfeklanten onzen zwanenzang zullen zingen, en de liedjeszangers niet onze laatfle woorden langs ftraat zullen loopen: de Patriotten beste Maat zyn gewapend, en wel tien tegen één : en til rekken zy hun geduld, uit afkeer van Burgerbloed, s'Lands Overheid kan tog die gruwelen niet langer ftrafloos gedoogen, galgen rad ftaat voor de deur, — denk 'er tog om Vrind Gosse! Het eenigst middel, dat 'er dan voor ons met lucccs kan overfchieten, is, dat wy niets fpaaren. Primo. Om het geen door ons Getrouw, Oproerig Prinsfegrauw gewelddadig word ondernomen , ook uittewerken by de Patriotten, fchoon op geen duizend graaden nog zo erg en boos; en dat zo wel by de Heeren Staaten van Holland, die Voorftanders van het Vaderland, als by die Burgeryën, die voor Patriotten te boek ftaan. Secundo. Om de Leeden van de Vergadering van Hol. land, door het'bedryf van Patriotten in fchyn, of dolle raa-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, n rw-ndc heethoofden, onderling te verdeelen en te ver. zwakken, en daar door de Party, die onzen Prins nog in die bkOge Vergadering heeft, hoe gering en zw„k die thans ook is, te verfterken en 'er boven op te helpen. Gy weet Broertje, dat het onze brave GeJderfe Vrinden en onzen Willem mager is afgenomen, dat zy Hat. tem en El burg, zo miferabel hebben gedoopt, om nu dat werkie, dat by ieder eerlyk Man als het puik van alle Geweld en Overheerzing wierd gehouden, een Vernis'ie by te zetten, was 'er niet beter cp , dan in Holland een Vuurtje te ftoken, waar tegen zig de brave Staten zouden verzetten, en kon men het dan zo ver brengen , dat men ook de Militie Emploiëerde, Wel Kaerel, dan was men 'er boven op, — want zonder te zien of te vragen, of het geval pari was,of het een niet regtelyk en het ander wederregtelyk was, konden wy dan daar op hebben afgevuurd, krek als de Patriotten op de Verwoesting "van Elburg en H att em, hebben ge- daan , we zouden de gevallen tegen malkander over hebben kunnen Rellen, en dan met een fpotachtige lag hebben gevraagd , of de Staten van Gelderland nu die Hollandfe Burgers, ook niet in hun protedie zoude nemen? Doet ge nu niet als een Gek, dat ge de Aanftokeis van dat werkie met Handgranaten na de Kop frnyt, — en ze zoekt verdagt te maken? Jongen, dat zyn Paerels aan onze Kroon, - en luister, - ze weten ook wel, waarom ze het Paard in 't zweet jagen, — die Vrinden zoeken ook voor zig zelfs iets meer als een hand vol vliegen. Geen Christenziel is 'er, of hy verfoeit de Oproermakers van Goes, ieder zeit, — „Wat drommel, is'er ,, in dat Land geen juftiftie? moet dan de Prins van „ Oranje het uitfchot van Fielten,Dieven en Moordenaars, B 2 '» tot  (2 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ,, tot zyn nauwfte Vrienden en Voorftanders hebben" ? —* het bleef daar niet by, honderden liepen tot den Vyand, tot de Patriotten over, — en gruwden op het ontdekken, wat onze Prinfeparty beoogde : —- en daarom moest 'er iets weezen, dat als kaks van den kant der Patriotten kwam, om het tegen het Oproer in Zeeland over te (lellen; — Dit is de reden, dat in Utrecht ook iets Baldadigs moest gebeuren, dat, fchoon op geen Honderd - duizend parten na, zo erg en Oproerig, toch ons gelegenheid gaf, om het niet alleen op den hals der Patriotten tefchuiven,— niet alleen het tegen het nooit meer gehoord Oproer van Goes, Hoorn, &c. &c. over te ftellen, maar het ongelyk veel erger te fchetlén, — nu Gosse, dat hebt gy, en uw Brielsfe Confrater, dat Ventje, dat door een frisfè lugtfprong, zig van het Schavot heeft gefalveerd, regt meesterlyk gedaan ; dit moet ik zeggen , als gyluy zo prompt de zaken van onzen Teergeliefden waarneemd, mag Reigersman, u we) een extratïe van een 50 Oucaten geven. Maar Gosse, als ge niet zorgt, dat de Corresponden» tie aan de vrinden te Uittert fchryft, dan zal het waaragtig in 'c gekke lopen, en de bommel uitbreken, — want nu by fommige luiden die tot de Oranje party behoren de glazen van binnen na buiten worden uitgcfligen, en men geweld pleegt aan de huizen van de bekendfte en iverigfte Patriotten, gelyk by den Heer Bourdon, nu ziet elk zonder bril, dat onze Oranje Vinken de kooi hier bevuilen, en dat het een opgeflemd werkie van onze Factie is. Ik moet u nog een fhter onder 't óog brengen: gy plakt tot lof van de Middelburgfe Regering in uw Courant van den 16 Maart hunne'Publicatie van den 6 Maart tegen alle Illuminatien, het fchieten met fnaphanen en het branden van Piktonnen &. &, op een boete van 100 Guldens, en in  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. in uw Courant yan den 14 Maart plaatst gy een berigt uit Middelburg, van de Froljkhedenapdea 8 Maart gepleegd, daar uit blykt, dat ons Prinsfevoikie alles heeft gedaan, wat door de Regering twe dagen te voren op hunne hoog. fte indignatie en Correctie was verboden : foei, Gos- se, zo field gy de Vrinden van onze lieven Prins te Middelburg zo klaar als den dag voor als Openbare Roervinken , ongehoorzame rebellen, Muitemakers en Rustverftoorders ; waarlyk tmze Middelburgfe Vrinden hebben u weinig obligatie, ik weet wel, dat gy het niet uit haat tegen ons doet, maar door onverftand word ook veel bedurven. Gy had uw mond ook wel mogen houden over het Zemv- fche Dankadres, de Heren van Zierikzee hebben maar met een woordje aangeroerd, dat 'er de bewyzen zyn, dat'er meer dan 500 Tekenaars zyn gedwongen, om te tekenen, en op myn eer, ze weten het nog niet half, — ik vrees, ik vrees, als diefnaar word geroerd, dat 'ervoor ons een treurtoon zal klinken , —■ honderden ftaan 'erop , die voor een oud hembd, een pond Toebak, zelfs vooreen Soopie het hebben getekend, anderen door de beloften, dat men alle de Patriotten zou Plunderen, en hunne goederen onder de Prinsgezinden zou verdelen, ——— hier by nog een menigte, die met doodsgeweld 'er toe gedwongen zyn: — is het niet een curieus Dankadres aan den fouverain, wanneer men den tekenaar het mes op de keel heeft gezet, en hem tot tekenen aanfpoort, met deze Vrindelyke woorden, Patriotfche Blikfem ! je zult te» kenen of ik fny u de ft rot af! daarom Gosse, houd liever uw mond digties toe van zulke Oranje-curieusheden , ■ waaragtig gy zyt in fiaat om onze Entrépre* neurs in de maling te brengen. B 's Adi ==j  i4 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Adi — Sinjoro! — neem het geen ik u zeg ten beste, het gefchied tot uw beeterfchap, — groet de Heeren 'Reigersman en anderen; hoe ftaat het met het Combtoir? de PrinSfepenningen moeten 'er nu weer af, die te Ü'tteït met nog een 'fokje toe worden gedistribueerd, dog daar van omftandig in myn volgende. Ik ben uw Welmeenende Vrind! PIETJE GOEDRAAD. den 22 Maart, 1787. SINJEURTJE GOSSE! Ik ben een Uiter'fe Vrouw van ouwer tot ouwer, eeu goeje floof, zo waar , en daarom verzoek ik je, dat je tog melyjen met me hebt, en me raad geeft. Luister toe, ik heb een Zeun die Jan hiet, want zo is zyn doopnaam, en dat is hy met eére, nu, die jonge die is onmanierlyk eigenzinnig, maar een Patriot, zo heet, zo heet, as de drommel zelfs, hy is zulk een henkerfe vyand van alle Akistecaraten , dat hy ze met zyn tanden zou vaneen fcheuren, dat zou hy ze, en hy wil om dood of leeven niet dulden,dat 'er in heel Uitert of waar 't ook is, een is buiten hem, en zo ik hoor heeft hy 'er groot gelyk in, want hy is zulk een groot, allemeugend groot Aristecaraat , als alle de andere met malkaar, en vêrfoetert alles wat na zyn pypen niet wil dan. fen; het is niet om te begrypen , hoe groot en klein geloofde, dat de jonge (want kyk het is nog een jonge bleufem,) meer verftand bezat als een twintig of dertig Salonions; by weet van Staatzaaken te fpreeken, dat ik 'er van verftomd fta, want kyk, het fchaap heeft 't nooit  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, 15 „ooit geleerd, en praaten kan hy als een Aveeaat, en zwieren als hy zo war zeid, met armen en beenen, of hy al zyn leeven by Mafiton is geweest, met een woord, her verftahd kykt hem zyn ogen uit. -— ftfaf og , dat droevig is, ^ g "ie wel tot^ tet willen kryten, — hy most met den Oorlog rriêd o? t Staatkundig Peerdje ryjen, en om dat-men zo veu van de jonge hield, heeft men hem by ongeluk over t Peerd gébeutt, zo dat hy vlak op zyn bol is gevallen, en - en - cg lieve deugje, voor Tal zyn leeven 't fpek weg' heeft. ]k moet raad zoeken, want het Borsje is 'er'erg aan,hy krygt zedert een zoon van Stuipen,' — dan rbept hy Man en Maagd by een, die dan denken, wat Wonders te horen, dog dan is 't altemaal lari, lari, gekheid, droog zand, fchelden en dreigen, dat is alles wat 'er uitkomt,en in plaats, dat ons Voikie, zo a's het plag te doen', als hy maar gaapte, Hoeze! Hoeze! roept, is het nu, ha het Dolhuis met Jantje! — denk eens wat een droevige fmert dat voor my ouwe Sloof is. Ik bid u Sinjeur, je bent zo fameljaar met de lui van \ Hof, en daar regeert die kwaal fterk, eilieve zend me eens raad't 't is jammer van de Jonge, 't is anders nog al een goeije eerlyke Lobbes. Jk ben na Groetenis, SINJEURTJE'. Annigje Wind en.Water. BE.  6 DE HAAG,SCH)E C ORR ESaPÖND ENT. B E K E N..D M A A K I N G | N. Aan allen, die 'c aangaat, word bekend .gemaakt, dat myn Neef Jan y s, voerende bet Schip V r i n d e n V y an d, met de eerfte goedewind zal zeilen naar ,het Eiland Uit bn Thuis,,, in de, Mjddelandfche zee; het is met 800 balen grappies.in.foorten,als ook eenpartytie Windmolens, zo befchadigd als onbefchadigd, voor eige rekening geladen; die nog enige goederen met Captein Ja^us hebben mee te geven, kunnen zig Adresferen in het Veerhuis De Springer of in het Logement De Wentel. . trap, dn Conditiën zyn.te zien by.den Makelaar P. Voor en Tegen, in de vier Elementen, 'joojb ' «^ag . ncli ïrsm?!1.- 3* zi rreó ^5 ;njtoff — •.: c i.\i : / 3c» «slis . m&Hb rte öaUo.L'! .iim» ,hj .. .; S2;q joii ?.'s os ,v:j?:oV euo osfc ,?..,!•.• ai'tt» *• — tlqaoï !as.'!o!' oH ,'>;z, :n ■„,.,-,, h,+.«f8 :-w Jam ttsj/amtf .ét? (rtad ■-■'< ,w»[i ,•• • 1;. gort ?.;oba£ U 3' «sgnc: sfc ut: wfnrnsj 1: i*> - .f,Rgt< Wurd'sweekelyksalömme by de meeste Boekverkopers a ii Stuiver uitgegeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. SS- Myn Waarde Sinjeur G 0 S S E! ]H[et werkje gaat hier in Utregt nog fchoon zyn gang, ik moet zeggen, die van onze party houden zigalskaere's, en vraagen naar duivel of dood; beste maat, wy bouwen 'er op dat onze nieuwe Regering, — ik wil zeggen pre. tenfe Regering nog jong is, en haar kragten nog niet kent, ander zou het 'er ftinken: gy weet hoe we tans aan 't werven zyn, om een Oranje - Corps opterigten: dat gaat juist niet heel erg, maar wat zal men doen, men moet roejen met de riemen die men heeft; —> ik moet u dat wat uitgebreider vernaaien. Seedert dat de nieuws Oranje-Sociëteit in de modder ligt, hebben we onder malkander al alderhande finten be. dagt, om het op een andere wys te doen lukken; onze vroome vrinden hebben men kop nagt en dag gebrooken, om te praclifeeren, of ze den Godsdienst cf hunne huiglary niet konden employëeren tot laster of bedrog; —— maar die vlieger gaat niet altyd even mooi op: — eindelyk zyn we 'er op gevallen, om door het uitdeelen van pen- 11. D E E L, C 5)19.  t& DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ningen en geld het Gemeen te bedriegen, en hun overtehaalen tot het teekenen van een foort van Acte van Verbintenis; — het zyn aartige penningen, met het beeld van onzen lieven getrouwen byzonderen Stadhouder, houdende aan zilver agt-en4 veertig ftuivers. De Burgery mompelt 'er mifeiabel over; — men heeft al veel ontdekt; — men zegt al opentlyk, dat het HoofdComptoir van deeze Commisfie is by den Heer Engelbert, — dat daar het Declaratoir om te teekenen leid, — dat daar ook de /tellen Geweer en zyn voor de faamgezwoorenen : — dat Bok de Silverfmit op het Steenweg ze verveerdigt, — en dat ze ook te bekomen zyn by Reinders, de Bakker in de Lange Jansftraat, — dat de Makelaars, Commisfionairen of Oploopers van de Teekenaars (evenveel hoe gy ze noemen wilt) zyn, Toon de Haas en de Monroois, Vader en Zoons, Volkie van de eerfie Clasfe; — gy kunt wel denken dat ons hart flaat dat 'er de broek van beeft, want als onze famenzweering word ontdekt, dan is 't zeeker, dat de Scherpregter geld aan onze Premiers zal verdienen; - zo ze niet, om gemakshalve, door de Weldenkende Meenigte aan ftukken wierden gefcheurd: — zo waar als ,ik leef, ik gaj de huizen yan de Hoofden en Deelhebbers in deeze famenzweering niet voorby, of me dunkt dat ze miferabel bouvallig zyn; — het Volk ;nompelt en mort ysfelyk ; men zegt maar zonder bewimpeling : „ die Prinfemuiters plunderen en verwoesten hunne „ beste Meedeburgers, om dat zy niet aanfpannen toton,, dergang van de Republiek,—-en zullen wy verdraagen „ dat die honden hier een famenzweering maaken, tegen „ het geen wy zo zuur hebben verkreegen en vastgefteld ? De vertrouwden van ons Volk zelfs kunnen den mond Hiet houden ; daar zyn een party Babbelaars, die uitflappen  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 19 pen, dat het werk al comleet bekuipd is, — dat de Militie, die in de Provincie leid, op zekeren bepaalde tyd, voor dat de Maand May opdaagt, zig onverwagt zal voor de Stad vertonen; ter welker tyd, (volgens onderling overleg, ) wy in de Wapens reeds zullen zyn , en in een ogenblik voor den dag fpringen, — de Staaten bezetten , om te verhinderen, dat by Allarm, de Schutters op hunne Loopplaatfen komen, en het geen ons tegenftaat, zullen Masfacreren , — vervolgens de Poorten openen, en met de aanrukkende Militie conjungeeren, wanneer 'er eau Bloedbad onder de Patriotten zal worden aangevan. gen, &c. Stc &c. — 't is bedroefd, dat men niet kan zwygen; - kan 'er dan nok een famenzweering zyn, of moet ze door de domfïe Haspels ontdekt worden! Dit is nog de eenigfte zwarigheid niet, - op ons nieuw aangeworven Complotje is het minfte geen (laat te maken; de meefle Tekenaars, Penning en Geld • haalders, zyn van het Armoedigst Gepeupel, die het doen, om een Drinkpenning te krygen , of 'er iets voor te kopen, om hun naakt lighaam te bedekken, of den hongerigen buik te vullen, daar zy van agteren zeggen, dat zy wat laggen om hun tekenen, dat zy het maar hebben gedaan om de fooi, en anders niet; — omtrent een dertig hebben zig binnen een paar dagen aangegeven, die met haar dertigen te zamen geen tien el Linnen op de huid hadden, Kyk, Vriendlief! dit word onder de Burgerye gepraat en verpraat; het best is 'er nog van, dat men niets hoort, dat de Regeering iets doet tot ontdekking van wat 'er aan mogt zyn Binnen een Maand zal ik 'er u wat meer van weten te zeggen. Vaarwel beste Vrind! Ik ben Geheel den Uwen. Ut regt den 2$ Maart, 1787. Ca Serv  20 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Serenisftme Domme Petre Gosse, qui dtcitur Junior! Met WrloF, Heertje , - üc digt daar myn Brief aan u te febryvea in myn gewone Taal, te weten: de Latynfe, want weet dat ik een Duits Profesfor ben, maar myn Hospes ocderrigl^ ir.y, dat dit Peerlen voor de Zwynen waren, atqui ergo, ben ik gctcfolveerd, myne gedagten , begeerten cn vwzjek u voOTtedragen in de Hollandte Taal. Ik iieh gehoord, dat dc Hooggeleerde Keer Hennert, Profesfor in de Wijkdfide, Rekenkunde, &c. te Utregt, zynen post heeft nedergelegt, waar door dis Stad en Academie, is beroofd van een voortreflyk fpinofist, om welk verlies te vergoeden, en zyn Hoog Geb: plaats te vervullen, ik nederig genoeg ben, om my zeiven aan te bieden. Ik ben een onderwyzer in die zelve hoog verlichte Studiën, ik leer Wis- en Rekenkunde, ongemeen vaardig en grondig, en wi! men een klein voorbeeldje hebben? zie daar Amice! Gy hebt gezegd, dat ruim Sestig van de gegoediïe en Aanzièneiykfte de Stad ÜtTegt hebben verlaten, zo van Staats Petfoonen, (welke alle op drie na, zo my zeker berigt is, buiten de Stad zyn O ^s van oude ontzette Ra' den: - Gy hebt gefchreeuwd, en erbermelyk geklaagd, over het onfehatbaar verlies en nadeel, hetwelk de Stad, Burgery en Armen daar door had, en dit is geen wonder,maar beste vrind! gy vergeet nauwkeurig op te geven, de nette grootheid van dit verlies, — dit zal ik nu eens doen , om myne bekwaamheid tot die hoge postete tonen. Koe veel de Armen by hun Vertrek verliest, kan men het best opmaken, uit de Colleaens der Broederen Diaco. nen,  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, ai hen, onder welk Coüegie ik hoor, dat in Utregt zeer veel zyn , die precies zo aanzienlyk als weldenkend zyn. —— Op den laatstgehouden Bededag, is aldaar mineer voor den armen gecollecteerd als in 't voorige jaar, ruim driehonderd guldens ;eene zo ryke als milde Geveres en Voorftandfter van de zaak der Burgery is gedorven, en eene dito dito heeft de Stad verlaaten, waar door de Armen van haare liefdegiften op dien dag zyn verftooken, en welke beide Vrouwen men gerust voor dat geheele fommetje zou kunnen tellen; dog om de Amersfoortfe Staatsvergadering, uitgezette Raden, Boercfchouten cum fuis niet te kort te doen, zal ik eens ruim reekenen, en van die groote driehonderd gulden een fom van honderd gulden voor Hun Ed: Mog: WelEd: Gefir: Groot en Klein Agtbaaren &c. &c. zetten. Die door u festig opgegeevene fatzoendelyke, voor de Stad onmisbaare Huisgezinnen, reeken ik met Vrouwen , Kinderen en Dienstboden, elk op agt Perfoonen, dat vry matig is; dus komt het montant der Perfoonen op vierhonderd en tagtig netto. Op den Bededag zyn drie Kerkbeurten, waar van ten minden twee door elkander gereekend, van die vierhonderd en tagtig Perfoonen worden bygewoond. Nu kan men (lellen , dat elk Perfoon in idere Kerkbeurt op zulk een Plegtigen Boet- en Dankdag, (de Vrouwen en Kinderen dier ontzaggelyke aanzienlyke luiden met de Dienstboden egaal gerekend) niet minder aan den Armen fchenkt als een duiver; —~ dus is de gift van de vierhonderd eh twintig Perfoonen agthonderd en veertig duivers, of twee- en-veertig gulden Hollands,blyvende nu nog eene fomma van agt-en-vyftig gulden voor de door u opgegeeven festig aanzienlyken, welker milddadig liefdegefchenk q 3 door  22 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. door malkander, dan in ider Kerkbeurt, op de aanzienelyke fomma van even negen ftuivers nederkomt! Dog dit confiderabel gemis voor den Diaconie - Armen (want bedelaars &c. &c. worden door die hooge mannen met een vrindelyk folieer je vort! afgeweezen) word nog sanmerkelyker, zo nun hier op een calculatie voor het geheels jaar maakt. (Men fielt niet te vee), wanneer men zégt dat deontfangst van Penningen op den becendag op zyn minst 6 maal groter is, dan op de gewone Sondagen ; en volgens een ruime rekening zal ik weer bepalen, dat uweaanzienlyken (die met hunne afwezigheid den ongelukkigen aimen doen vergaan) telken Sondag twemaal ter kerk gaan, wanneervolgens myne bovengaande rekening hunne Liefdadigheid den noodlydende Armen, in de beide beurten , een gefchenk doet ter waarde van 3 StuiveTS: — ruim gerekend. Wanneer men nu ftelt, dat die onmisbare mannen den gehelen fomer buiten de Stad of op Buitenplaatfen, of elders pasferen, kan men hunne prefentie in de Stad op zyn hoogst op twintig weken ftillen, ieder week dus drie Stuivers aan den armen, behalven de ongemene gift op den Bededag, beloopt het geheel montant van hunne mildadigheid aan den armen in een gants jaar de aanmerkelyke Somma van drie Gulden, negen Stuivers. Zegge ƒ3:9- Hier van is thans de noodlydende krytende Armen beroofd, die," zo die hoog-en laag-aanzienlyke Mannen met den aankleven van dien, niet per post in de Stad wederkeren, van puur gebrek en kommer zal moeten vergaan: — een gemis van drie gulden, negen Stuivers, en dat hoofd voor hoofd! og lacy 't is te hopen, dat den hemel het zal voorzien l Dit  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 23 Dit is nu nog maar een (taaltje van myne hoge bekwaamheid in het rekenen, — het welk ik als een proefie tot Recommandatie voordraag. Jk zal voortgaan met Rekenen : Het gemis voor den Burger, Mon ^mi is - is — om zo te zeggen, zo groot met, ■ want die groten heb- ben, volgens de denkbeelden van zulke lieden van geboorte, geen refpecl voor dat Canailje van de twede Clasfe, en zyn altyd gewoon dat Volk Zo veel te Drukken als 't mogelyk is, het zou anders te groot en te trots worden, het zou het hoofd opfleken, en beginnen te denken, dat zy zo wel leden van de maatfchappy waren als die grote, Fatfoendeiyke aanzienelyke heeren, — en dat was niet om te dragen, volftrekt niet; zo als ik dan zeg, het gemis voor den Burger is zo groot niet, om 'er zulk een ophef van te maken, gelyk gy doet. — Primo. Zeer weinigen van hen hebben eigen Huizen, en het zy zy een huurhuis of een eigenhuis bewoonen« men kan ze tog niet laaten vervallen; het geen gerepareerd of gebouwd moet worden, mag voor een tyd wor. den uitgefteld, maar 't is vroeg of laat het moet ge- fchiéden, en om met hunne Woningen te leeven gelyk ze met hunne Goederen hebben geleefd, en vervoeren ze na Amersfoort of ergens elders, - ik moet nederig bekennen, hoe groot Mathematicus en Fificus ik ook ben, dat ik daar tot nog toe geen kans zie, 'ten minfte niet, zonder ze aanmerkeiyk te befcliadigen. Hst Vervolg in myn Volgende. BE-  24 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. BEKENDMAAKINGEN. Voor eenige weinige is alhier binnen Utregt op het on. verwagtst vermist, zeekere fatzoenelyke Patriottife Dame, zynde vry hoog bejaard, - kort van postuur, — gekweld met een lastige borstkwaal, — en dewyl tot nu toe alle nafpooringen, oin haar Ed. wedertevinden te vergeefs zyn, — zo word Haar Ed: Welgeboorene op het inftantelykfte en aldervriendelykfte verzogt, op het fpoediglte wedertekeeren, zullende zy door haare bedroefde Vrinden met open armen en de gulfte blydfchap worden ontvangen: — zo intusfen imand enig narigt van Haar Ed. WelG. kan geeven of leevendig te regt brengt, zal voor zyne moeite eerlyk en voortreflyk worden beloond. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers a i i Stuiver uitgegeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. 56. PS. Ik moet al het overig werk, dat aan myn Winkel is gekomen , laten leggen, en op order van myn Baas de volgende Brief laten voorgaan. CLAAS MOMUS. Sinjeur GOSSE Junior. 13 ur gy al uw kragten infpant, om de rust in hetLand te herftellen, gelyk gebleken is in Zeeland, byzonder te Goes, daar maar een Zeventig Huisgezinnen tot den Bedelzak zyn gebragt, door uwe hulp en fcyftand, dat om de waarheid te zeggen in zulk een klein Stadje wel gaan kan , daar gy zo hebt gekermd over de verwarring, onrust, haat en Vervolging in Ut regt, (geen wonder. Want zulk een egt Prinsman als gy, ziet met hartelyke vreugd de onfchuldigfte en ftilfte Patriotten zeifs , Barbaars uitplunderen, ja aan Hukken fcheurjn dcor een Moort- rot, terwyl hy tot den Hemel fchreeuwt van onregt en geweld, wanneer een oproerig Prinsman , maar over fehouder door de Patriotten word aangezien, ) daar kan ik II. deel. D niet  25 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. niet voorby u te melden tot uwehartelyke blydfchap, dat; alles zig curieus fchikt, om die Stad en Provintie, weêr in haar oude fleur te Brengen: — De Staten van Amersfoort Vrindje, hebben de Mediatie aangenomen, zo dat het nu Knapjes aan een kant zal zyn. My dunkt, ik zie, dat ge eenige voeten van verbaasdheid te rugt fpringt, en by u zeiven zegt, "wat ,, Drommel is dat! - zullen nu die Heren, daar ik myn „ ziel voor afgepynigd heb, het Volk in de hand vallen? — „ zullen die nu de Mediatie aannemen, daar zy zo kaal „ als rotten zullen afkomen, of zig nog meer proftituëren „ als de Neroo's van het Stigt! — zullen nu een half ,;, douzyn zulke fatzoenelyke luiden hun Yzer hoofd buigen „ en onder doen, voor eenige duizende Burgers! — voor „ een Volk, dat hun de doode hand nadraagt, alleen om „ dat hun door die Amersfoortfe Heren hunne Privilegies en „ Regten worden betwist! wel dat had ik noit ge- „ dagt"! Geen nood Broertje! — geen nood, neen onze Amersfoortfe Monarchen zyn zo laag niet, 't lykt 'er niet na, die zullen liever da geheele Provintie, ja de geheele Republiek verwoest en vernietigd zien, dan dat zy een hairbreed zouden afgaan, van't geen zy willen en begeeren; — Maar amice! zy nemen te mediatie aan , op Conditie en Voorwaarden, dat alle de Zeven Bondgenooten Mediateurs zyn, — en wat ftaat hun kans dan niet fchoon, want dan hebben ze Gelderland, Vriesland en Zeeland, geheel voor zig, en onder de Gedeputeerdens van de overige Provintien, hebben zy gewis ook de een of ander Heilig aan hun kant, Adieu. dan Mircus ! — met de Kat de trap op, dan is het een gewonnen Spel, voor die Amersfoortfe Heren, — ds meerderheid der Gedeputeerdens, tot de mediatie [keuren  DÉ HAASSCHE CORRESPONDENT. 27 rt"r) hun gedrag en bewering prompt goed , en wil Lhregt, Wyk err Montfoort 'er dan niet na luisteren en zig overgeven, dan zyn ze Rebellen , tegen welken mende hulp der Bondgenoten inroept, en dan den Herken arm ge- bruikt, weg dan maar met dat Volk, dat Canaille, dat Vee, dat geen Slaven van hunne grote Heeren begeert te zyn. 't Kan gebeuren, dat dit verhaal u nog niet geheel en al opruimt; —■ gy zult zeggen, —,, tegen zulke Me„ diateurs zal Utregt zig verzetten; als 'er iets op hen „ tapyt komt, tot nadeel van Stad en Burgery, of vernie. „ tigingvan hunne weer in train gebragte Privilegies,zul. „ len de Gedeputeerdens van de Stad zig als Leeuwen daar „ tegen ftellen; en zo zal het op zyn best met een nul- letje afloopen." Ook al geen noot, beste maat! — denkt gy, dat onze Amersfoortfe Heeren gek genoeg zyn, om de Mediatie aantevangen met de Nieuwe Regeering der Stad Utregt, en hun verfchil met die Nieuwe Regenten aftemaken? —* ho, ho, — wel dat zou 'er warappeta wei uit zien; — neen doorlugtige Patroon van de belabberde OjevaartsKrant, dan waren die Heeren miferabel dom in de navigatie ,— zy willen met geen andere Regenten in de minfta onderhandeling treeden, als met de oude Geremoveerde Raden,en nog wel met exceptie van de Heeren jübbema, Daunis en de Leeuw, om dat die hun nog veels te eerlyk zyn, en zy wel weeten, dat die Heeren tegen hun ge weeten niet zouden me werken, om Stad en Burgery géheel ten onder te brengen , — maat lief! — onze Amersfoortfe Klanten zyn zo mal niet als hun de kap ftaat, ze zyn 'er oud agter. Gy zult zeggen, „ wel, wel, dan zal de zaak fchiélyk Da „ ge*  28 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. „ gevoncbn zyn, — en dan zyn 'er in 't geheel geen Me„ diateurs nodig, want die Heeren zyn 't met malkander „ compleet eens, en verftaan malkander (zonder compa,, ratie gefprooken) als twee Gau wdieven op een kermis." — Krek zo, beste maat; op een dagje is alles Geproponeerd, Geadvifeerd, Gedelibereerd , Geconcludeerd, Gerefolveerd, GeaTefteerd, Gepubliceerd en Geaffigeerd ; — weg maar met de vink! — het articu! van de Mediateurs, kyk dat is maar pro forma, — want de beste Gogelaars laaten'om de leus wel eens een balletje vallen, — die oude Geremoveerde Raden moeten immers als kaks opkomen voor de Regten van de Stad en Burgery, hm ! hm!!! — Nu kan ik u nog wel zo iets van de Geheimen van het Cabinet zeggen , dog jongen , bekje toe! Men werkt ondar de hand om Gedeputeerdens tot de Mediatie te krygen , die naar de zin en begeerte van onze Amersfoortfe Potentaten zyn, als Turk van Rozendaai, en twee dito, dito, uit Gelderland ; — Rengers en twee dito, dito, uit Friesland; — de Prefident Burgemeefter van Goes (die in het Oproer getoond heeft zulk een Burgervader zonder weerga te zyn,) met zyn braave Collega en nog een of twee van zyn Confoorten; — wat du^kt u, zal dat niet een fraai ploegje van Mediateurs weezen ? — jonge, wat zal dat karretje van onze Amersfoortfe Vrinden op een proper zandwegje ryden! niet waar ? Ge begrypt klaar, dat alles zal gefchieden met inneming van het hoog wys advis van onzen Tedergeliefden, Dier- baaren Erfftadhouder, dat verftaat zig van zelfs. Ik kan u, (dog Gosse, gy moet 'er zo ftom van zwygen, als van het Plan der algemeene en bizondere Oproeren, Plunderingen, Attentaten op het leven der beste Staatsmannen en Patriotten , &c.) ook wat zeggen van de Ar-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. af Artj -uien der Mediatie, Conventie en Contract, die gefloten en geaïredeerd zullen worden, luider: Primo Word alles, wat door den Nieuwen Raad is Gerefolveerd en Gepubliceerd, vernietigd en uit de notulen der Stad geroijeerd, — met verbod van zig ten eeuwigen daage daar op niet te moogen beroepen, op draffe des doods. Secundo. Word bet nieuw Regeerings - Reglement, zo als het zelve door de Burgery en Raad is beëdigd en in. gevoerd, vernietigd, met condemnatie.dat het doorBeuls- handen op het Schavot zal worden verbrand; en zal het Reglement van A°. 1647 wederom worden in train gebragt; egter verbinden zig de drie Leden van Staat, om op de verbetering van dat Reglement, wanneer de oceafie zig daar toe eens mogt opdoen, met en benevens Zyne Doorlugtige Hoogheid, bedagt te zullen zyn. Tertio. Word de tegenswoordige Raad, als illegaal en onwettig door de Burgery, volgens haar oud goed Recht, aangefteld.door het alvermogen van de Amersfoortfe Heeren afgezet , en de Oude Raad weederom aangedeld, met eondemnatie , dat de zeven Oude Raaden die aangebleeven zyn , geduurende hun leven lang worden geconfineerd in het Stads Werkhuis, om aldaar met hunner handen arbeid de kost te winnen,en de nieuwe aangedelde Raaden worden voor eeuwig gebannen uit de Provintiën Utregt, Gelderland, Zeeland en Friesland; — beide met confiscatie hunner goederen. Ouarto, Word het Collegie van de 16 Geconftituëerden der Burgerye, als ook het Collegie van de 16 Gecommitteerden der Schutterye, zo Wagtvryen, Uitkopers als Wagtdoende Schutters, afgezet, en infaam verklaard, als hebbende zig door de Burgerye en Schutterye laten aanftellen D 3 en  go' DE HAAGSCHÈ CORRESPONDENT. en gebruiken, om de regtmatige bezwaren des Volks optefpeuren , en aan de Reprefentanten des Volks, tot herdelling voor te dragen, werdende zy daar en boven by de Amersfoortfe Sententie Gecondemneerd tot de Kruiwagen in'sLands Fortificatiën en Publieke Werken, om dus conform hunne Infteiling'sLands bezwaren te helpen verbeteren, naar het Hoog wys goedvinden en believen van zyne Ar lergenadigfteHoogheid, als wiens iever tot verdediging van de Republiek in den Oorlog met Engeland, &c. &c. &c. zo miferabel zigibaar gebleken is. Quinto, Word het Collegie van Een - en-Dertigen , als uit alle de Collegieh, tot doorzetting van zaken aangefteld en Geëiigeerd, uit bizondere goedwilligheid en genade der Amerfoortfe Heerën, ontzet van haren post en gecondemneert, om met en benevens hunne Practizyns gebragt te worden, ter Plaatfe, alwaar men gewoon i?, Crimineele Executie te doen, en aldaar met de infmuatien, aan de Hooge Heeren gedaan, om den Hals, met de Koorde geftraft te worden, dat 'er dood na volgt, anderen, die hunne Medeburgers en Landzaten van fJaverny, geweiden dwang willen verlosfen, ten affchrik en exempel; verkiezende de Heeren van Amersfoort liever aan de Zagtmoedigheid, hetMedelyden en Genade het oor te leenen, dan de flipte regels van Juftitie op te volgen. Sexto , Worden alle Natiönaale en Provinciale Vergaderingen van Schutteryen en Genootfchappen verklaard voor Innocent en inhabiel, om eenige Posten van Burgeren re bekleden. Septimo, Word aan de Heeren Staten van Holland, als bezield met eene ftrafbaare zugt, tot herftelling der Wettige Volks bezwaren, ten eeuwigen dagen het Territoir van de Provintie üitregt ontzeid.  DE HAAGSSCHE CORRESPONDENT. 31 OUavo, daar zig enige Mannen verftout hebben, om pittemaken, een Collegie van Defenfne-wezen, om met geweldige werktuigen het geweld aftëkeren, worden deze'ven gecondemneerd, om elk met een zak Kogelsom den hals, van drie tot agtien ponders als mede een quaruteit bomben en Handgranaten, (naar het hoog wys advis goedvinden en believen van zyne Dooritigtige Hoogheid) op der Stads poorten ten eeuwigen dagen te pronk te ft tap, Nono , daar men zig niet heeft ontzien , om zwaar gefchuc tot afkering van geweld in de Stad te halen, en en dat wel zonder hoogst verlof, toeftemmirig of confent van de hoogst - genadige Staren van Amersfoort zal al het zelve zonder enige verfchoning, of uitzondering, van de korte of iange drieponders af tot de agtienponders incluis, aan de Stads galge worden opgehangen, tot een eeuwig gedenkteken van de onbezuisde ftoutheid der burgery om hare Stad en Voorregten te willen verdedigen tegen de overweldeging der Heren van Amersfoort; Ook zullen de aangelegde Werken, zo de Lenie aan de Gi'dbrugge als de Batteryen op de wallen <%c. worden weggenomen, en op het Stadhuis gebragt, om onder de rariteiten van de Provintie bewaard te worden. Decimo, eindelyk word de gantfche Burgery met lyf en goed overgegeven aan de Difpofitie, genade of ongenade van de Soldaten, van welke zy na het voorbeeld van Hattem alles goeds hebben te wagten; en dit tot goed. making van de moeite en ongemakken, welke de Militairen om dat gefpuis van Burgery, ten platten Lande hebben moeten verduren. N. B. Indien de Burgery niet graag lyf en goed aan de genade of ongenade van de Soldaten zou willen zien overgeven, zou ze by tyds een Request van fubmisfis aan de hoogst genadige Heeren van Amersfoort moeten prefènteeren, waar by zy hunne rebellie demoedig beleden, en beloofden als Nederige Onderdaanen zig te onderwerpen aan den wil van hunne hooggenadige Hee- ken; wanneer zy' pardon zullen verwerven, op deeze voorwaarde. De dag der triumfelyke inhuldiging der Amersfoort^ Heeren bepaald zynde, zal de gantfe Burgery vergaderen op de Neude, zonder Wapenen en ider met een ftrop om den hals, zullende geporteerd worden in drie Gele- deren ,  32 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. deren op de Neude en de Voorftraat tot aan de Witte- Vrouwen-Brug: wanneer ,de pragtige Sraatlie ter Stad in komt, zittende op Triumfwagens, elk met agt Tygers befpannen, en voorgegaan door hunne Amersfoortfe Bediendens, wel opgezeten op Osfen en Ezels, met liveryrokken behangen, — zal het voorfte Gelid der Burgery, precies als by de vuuring, op de regter knie vallen, en met een geboogen hoofd, de ftrop aanvatten en demoedig kusfen, het tweede Gelid zal van ge- lyken het hoofd laaten hangen, en de handen kruislings over de borst leggen, en het derde Gelid zal de gevouwen handen boven het hoofd fteeken, en alle in zodaani^e pofitie blyven,onder het aanhoudend geroep van Genade ! Genade ! tot dat de gantfehe train van Amersfoortfe Heeren zal wezen gepasfeerd; — en welke genade hun hoogstgenadiglyk zal worden vergund , met confiscatie van alle hunne Privilegiën en Regten ten eeuwiglte flage- _;' - . J. . , Wat dunkt 'er u van waarde Gosse.is dit met zo neerlyk a's wy het zouden kunnen wenfehen of verlangen 1 og wat zullen onze Vrinden en alle de (lillen in den Landé verbiyd zyn, dat de Stad weer zo tot haar oude rust keert; — men mag tog praaten wat men wil, een Burger is maar Pefchikt om een Slaaf te zyn en hondebrood te eten, — wat zyn onze Voorvaders tog gekken geweest, dat zy zig ten koste van zo veel bloed hebben vrygemaakt, uit de kluisters van Filips den Ilden,— wat zegik.zy waaren Oproermakers en Rebellen, - niet waar Gosse. A propos. Weet ge wel, dat uw bizonderen Vrind, de Boekvetkooper ten Bosch agter de traliën zit? —— maar fchrik niet te zeer, het is niet om zyne dieveitukken , menigvuldige bedriegeryën, fcheimeryën en zwendelary, want dan moest hy hangen, al koste ten ftrop honderd daalders; nu, hier van nader. Ik ben uw Vrind JAN REGT DOOR ZEE. ^7/2,1787- Word s'VVeekelyks alomme by de meeste Boekverkopers a 1 i Stuiver'uitgegeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT, N°. 57- Vervolg van de Matematicus en Algebrist, in zyn Rekening van de Aller aanmerkelykfe Voordee. lên, welke de Burgery van Utregt mist, dooide afwezigheid van de Almogende Amersfoortfe Heeren cum fuis. 33j Takken van verlies voor den Burger, onderfcheid ik in twee, (kleine byvalletjes en wisfewasjes zalikovcrflaan.) Primo. In de confumtie van levensmiddelen. Secundo. In de kleeding. De fatzoendelyke groote Heer is te fyn van tong, om fmaak te vinden in de wynen die in de Stad worden geda. biteerd; — het heeft ook zo iets, — ik weet niet hoe ik het noemen zal, - zoiets Burgerlyks, - zo iets laags,— vat ge 't ? — om wyn uit de Stad van zyn Medeburgers teneemen, — het moeten wynen of direct uit Frankryk of van den Rynkant, of ten minften uit de groote Koop. fteden zyn, — dit is veel profitabeler: dit doen tog niet, allen, neen, maar men reken gerust dat 'er onder de 60 Vlugtelingen voor hun eige Schim ten minften 40 zyn, II. deel. E die  34 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. " die zo edel denken, om dit debiet van hunne Burgers te onttrekken. De overige twintig reken ik, dat door malkander gebruiken drie Oxhoofden wyn Jaarlyks, - monteert te famen 60 Oxhoofden. Dan van het ganfche Jaar maar circum circa een derde in de Stad zynde, en door Vrydom van Impofltie op de Buitengoederen, Warmte, Gezelfchap aldaar een glaafie meer drinkende, &c. reken ik gerust, dat Hun Hoog Ed. en Groot Agtb. in de Stad niet meer dan een vierde gedeelte van dien wyn confumeeren, dus reduceer ik het bepaald getal van 60, op 15 Oxhoofden. Onder die twintig Groote Luiden fbl ik niet te veel, dat ze nog een derde van dat getal remen , op recommandatie van die of die, by geval van proeven, dus blyft het montant der geheele leverantie fuiver 10 Oxhoofden. Ik reken, dat een eerlyk Wynkoper zig kan vergenoegen met een winst van tien gulden per Oxhoofd. Volgens myn rekening winnen dan alle de Wynkopers te famen aan den uitgeweken ftoet van 60 Hoog Edele, Hoog Aanzienlyke, Hoog Gebooren en Groot Agtbaare Mannen, de Somma van s'Jaars honderd guldens Hollandsen. Zegge f iod :- : Dog hier van moet af de fchade der Adelyke betaling, ik meen het lang borgen, ten minften twee Jaaren door elkander. Ik reken, dat de bepaalde 10 Oxhoofden wyn, door elkander kosten 120 gl: maakt te famen eene Somma De Intrest djar van gerekend tegen vier ten honderd Jaarlyks, bedraagt dit voor twee Jaaren de Somma van ■ ƒ 96 : - : Welke afgetrokken van de bovenftaande honderd guldens, blyfe  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 35 blyfl 'er vcor da Heeren Wynkopers met malkander, van de importante leverantien aan die Heeren, eene fuivere winsc van s'Jaar'yks netto ■— Zegge f 4 : - : A Propos. Mynhéer! heeft men nog niet gehoord, dat federt het vertrek van die Heeren uit Utregt, een party Wynkopers bankroet hebben gemaakt ? DE VOLGENDE ARTICULEN TOT NADER GELEGENHEID. Aan alle Eerzame Vroome, blzondere goede Vrinden, Lezers, Begunftigers, en Verdedigers van de Haagfe Courant. Daar myn Baas in zyn Courant van den 2ofte Maart 1787, eenige zeer aanmerkelyke vragen van een St/gts Gezelfchap heeft opgegeven ter beantwoording, met uitloving van een Premie van 15 Ducaten, nimmer te betalen, ( + ) welke Premie door de Nederlandfe Courant is behaald , zo is het zelve Stigtfe Gezeljchap gerefolveerd andermaal eenige vragen ter beantwoording op te geven, met belofte van een Premie van 30 Ducaten voorden bestenBeantwoorder, te betalen als vooren. 1'. Daar de algemeene befchuldiging is, dat Zyn Hoogheid geene van zyne Posten, hoe genaamd, na Pligt en ten besten (+ ) Myn Meester heeft verflaan, dat de Ifüntvoordcr der eerflt Vragen, in de Nederlandse Courant, met 1 el te yredfn is, dat hy door myn Baas, op zyn antwoord «iet t< ietaald met de uitgi fie Premie. Do* de Man ««/ betêald -worden, te gelyk. w" de Crediteurs, zo yan zyne, als vitn zyn Vrouya's Ouders, — hebhinde, myn Baas en zyn Vrid"» de eer, dit hunne y/cderzydjehe Oniers een Infaam Bankroet , betbcn'glniik}. E 2  .6 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. besten van den Lande heeft waargenomen, maar in plaats van de Hoogheid van den Lande, en de Privilegiën dei Volks te handhaven, dezelve heeft verzuimd, of na zig getrokken ; op wat manier kan zyn Hoogheid worden overtuigd, dat zyn belang en het belang van zyn Huis, zo wel als het belang van het Land vorderen , dat hy aan de begeerte van het beste en grootfle gedeelte des ganfchen Volks voldoen, en dat hy een aanvang neem, om het zy met Primo July aandaande, of uiterlyk met Ultimo December deezes Jaars, conform zyn Eed en Pligt voortaan te handelen. 2'. Daar de Aristocraten zo koppig en kwaadaardig zyn, dat zy liever hunne eige ware grootheid, de ware grootheid en welvaart des Lands willen doen verloren gaan , dan beperkt worden, in de uitoefening van Ty* ranniek gezag, — daar zy zo woest, Dol en Boos zyn, dat zy veel eer Slaven willen zyn van een Geweldenaar, die hen voorniet anders heeft gebruikt, dan uitvoerders van zyn hoog wy,radvis, of kruipende volvoerders van zyn Hóogstgenadigen wil, dan aanzienlyke, luisterryke, en •mngtige Vertegenwoordigers van het Volk; die alleen hebben te horen na de Stem van de Wetten, van eed en pligt; wat is het beste middel, om hen te overreden, dat het voor de welvaart des Lands, voor hun eigen belang, van hun Familie, voor de voortrefiykheid hunner Hoge Postten , beter is, de Majedieufe Vertegenwoordigers te zyn van het gantfe Vrye Voik, dan de nederige Aanbidders van den eerden Dienaar des Volks, — dat het voor het Volk, en vnor hun zelfs voortreflyker, luisterryker en groter is, in den naam des Volks te gebieden, dan de domme Kopere Leeuwen, aan den Trappen van den Toon des-Orange» Contra - Salomons te zyn 3o In-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 37 3*. Indiende boven en vorers - gemelden , door gene middelen kunnen overtuigd wo; den, om 's Volks en hun eigen belang te betragten, word in de derde plaats opgegeven , het maken van een volledig bedek van een bekwaam, Geappropriëerd Dolh tns,om dezelve daar in te plaatfen. NB, De Beantwoordets en Makers van het beftek, behoeven zig niet intelaten, omtrent de manier van de Alimentatie of Onderhouding, — ook niet in het zoeken vanFondfen, tot die Alimentatie, dewyl de fchatten, die zyne Hoogheid van het Land trekt, daar toe genoegzaam zullen zyn. 4°. Daar het fchynt, dat de zaak wegens de niet ondernomen ; dog door den Souveryn geordonneerde expeditie na Br est, behoort tot de Procedures, welke aan den Spyker verroesten, en dat de ongehoorzamen den dood hunner Vaderen zullen ontflapen, in fpyt van het verlangen des Volks, en den eisch der Juftitie; wat is het naast en zekerde middel, om die Disobediente Officieren de verdiende draf fpoedig en zeker te doen ondergaan? 5°. Word boven de beloofde Premie van 30 Ducaten, nog een extra Premie van 50 Ducaten beloofd, aan die geen, die de Contra-Kunst van Marten vanRossum, zal verdaan, en ter uitvoer brengen, want het bekende Versje zegt: Amersfoort was een Camp vol Stieren, Keyzcr nog Coning kon haar re gier en. Maar toen Marten van R'issuw kwam, Die maakte van elk een Stier een Lam. Daar nu tegenwoordig Amersfoort een Camp vol Lamren is, en dat 'er maar een Stier agt of tien in zyn, die E 3 de  38 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. de hele Provintie, op heur woeste hoorens nemen; word gevraagd, wat is het beste middel, om aldaar de Lammeren in Stieren, en de Stieren in Lammeren te Transformeren ? 6»- Welke zyn de geheime middelen, om de fmalle onkundige gemeente tot oproer opteruien, (NB. men neme wel in agt, dat men hier niet fpreekt van gewone middelen, als Fournisfementen uit de kas van Hooge en Aanzienly.ke Perfoonen, — acte van verbindtenifle op de wys van Zelacd met omkoping van't gepeupel tot plunderen, dito Dankadreffen aldaar, — als zynde deze te genoeg bekend) en op wat wys kunnen die worden voorgekomen, zonder Hun hier door merkelyk te verbitteren, of met Hun wegens het verlies van die oproeren op ene Convenabele wyt,e dedommageren ? 70. Op wat wyze kan gevoeglyk worden verhoed en voorgekomen dat de Souveryn van den Lande niet meer zo openbaar, zo by aanhoudendheid, zo infaam, word geboand en befchimpt van zynen eerften Dienaar af, tot den minften handlanger van Oranje, gelyk myn Baas inc uis? — men veronderftelt, dat men hier andere dan de gewone middelen , re weten Galg en Rad, zal aanvoeren, om dat de tegenswoordige alom in mode zynde zagtmoe. digheid iiever fchynt duizende brave Burgers aan de woede van het dolie grauw te willen Opgeofferd zien, dan een enkelde Oproermaker door het zwaard der Juftitie te doen Straffen, De antwoorden op deze vragen moeten voor Juny eerstkomende Franco gezonden worden aan myn Baas P. G 0 sse Junior , in goed leesbaar fchrift, liefst in de Engeife taal. B E*  DE HAACSCHE CORRESPONDENT. 39 BEKENDMAKING. De Leden van de door eenige Jongens gedefo'veerde Oranje Societyt 9p?p9o% awojï worden verzogt zo delelven eenige Comparieties uit de bizondere fmaldeelen gelieven by te woonen, zich te addresfecen aan het huis van den Hoog Ed. Welgeb. en Geftrenge Heer tFydon, Schoen, imkers Baas en bedaard Voorzittend Lit vanGem:Sociëteit, op de Nieuwegragt by de Sint Maartensdam, mits voorzien zynde van het gewoone Kaartje en Cacet, geteekent zynde door den . Heer Engelbard Nimrod', en de beide Zoons van Sr Monrooy , Zuikerbakkers Baas by de Waard, poord. En ingeval bovengemelde Leedcn eenige Brieve of Boodfchappe te bedelle of Penninge af te halen hebben, addres. feeren zig by den Drogist B lokhuife, (alias de Zoon van Flip in den Bah, een man van Ouder tot Ouder Gebooren Burger,) alwaar het Correspondentie Comtoir gehouden word, en daar de Refoluties der Ordinaire en Extraordinaire Vergaderingen voor een ieder daagelylrs re zien zyn , alzo daar Boek gehouden word door onderfcheidenen Secretarisfe der Respe&ive Smaldeeen, als by voorbeeld den Uit gefabriekte Oranje FabriekeurDemmetraad, de Post of Stalbok. Ook kan men zig om niet zeer in 't oog te loopen addresfeeren by de Navolgende Perfoonen, zo Boois als Boyns van gemelde Sociejyt als ook by den Stud. Vafe ds Heert, de Zoon van Hakdoot, uit Dort, — Devroome (*) Brui- nings, (*) Deze man word hy ons te Vriend gehouden , om zo wy door ons fchclmachtig beftaan eens mogtegeapprehendeert worden, en even als Ten Bosch agter de Tralies mogten komen, wy ons voor innocent zullen doen verklaaren om als dan ten minde by zyn Ed: Vader nog een goed verblyf in de Beste hokke te hebben.  4o DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. nings, naast van Rosfum, — De Boodfchapfter van den HoT.e Apoftel, alis Kee Oliekoek, Kee Puil, Alias den Eifere Haas, woonende by Tante Kwartel, op de hoek van de Bakkersfteeg ; en by de Vrouw van bovengemelde Fabriekeur, alias Driekje Pis in de Poort. P. S Het Correspondentie Comptoir van J. van Buur en, Schreynwarkers Baas, op de Neude, alwaar den Hoorlogiemaaker Schroojejlein , ( Honête Homme gl: ged: ) Secretaris en Boekhouder is, en ten welken Huize onze eerde Voorftander Blokhuife, de genoomen Refoluties uit de bifondere Smaldeelen Confronteerd, zal UE. ook binnen kort verzogt worden te Adverteeren. ZEG HET VOORT. Word s'Weekelyks alomme by de meeste Boekverkopers a i £ Stuiver uitgegeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT, N°. 58. Brief van een Oude Rave, het hoord van alle Nederlandfe R a v e n s en andere Roofvogels, (*) aan myn Meefter : GOSSE! ISIjem riet kwalyk,dat ik u geen Titels geef van Edel, jjar,g _ 0f TVel Geboren, - of Mynheer,oï Sinjeur,qlaar weten Wy'niet af; — word ook niet gram, dat een Raaf, (#) Veele, zeer vcele, ja misfdiien wel Je mceflen v.:n myne Lezers, zulicn hier een uitroep doen van geweld, — en vragen, „ wie heeft ooir zulk een fabel gehoord! — een Raaf , zou kunnen ttdelyk, denken ! zou kunnen redelyk. fchryven! — ''malligheid! malligheid"!" niet te driftig, niet te voorbarig Vrinden, a!s 't u belieft, — want op dien voet zou men duiaend zotte vragen kunnen doen , en ook uitroepen, „ een Prins van Oranje, een party Ariftocraten, die al!cs aan het Land , en het Volk verfcliuldigd zyn, hun Grootheid, hun Gezag en Beftaan; die, ten minften voor een pioot gedeelte, niet "eheel zot zyn, zouden kunnen onredelyk. denken, — zouJen kunnen onreddyk. fchryven ?» — en heeft men dit cgter II. deel. F «w  42 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Raaf, een pik zwarte Raaf, aan u fcbryft, — al ben ik geen tngeife Kaper, — al ben ik geen Prins van Oranje, — al ben ik geen Ariftocraat, ik ben tog een Roofvogel, en wel een, die nog nader kennis met u hoopt te maken, want gy zyt daar toe op de regten weg, wy fcheiden nog niet, zei de Haan tegen de Pier, n\l dan als dan , niet waar Gosse? dit zal ik maar voorby flappen. Van meer aangelegenheid is het, dat ik u zeg, waarom ik u fehryf: og Gosse! men klaagt door geheel Nederland van Onregt, van verkorting in zyn Wettig Eigendom , — men brengt zyne bezwaren voor den dag, — men dringt aan op herfiel , — men zet het door en verIcrygt zyne Wettige begeerte, — en met dat alles word ?er om ons Geffigt niet gedagt, nog geen hand uitgeftoken, om ons regt re laten wedervaren, en ons in het bezit te (tellen van het geen ons wettig toekomr. Ik ben een Raaf Gosse, de oudfte van ons Gcflagt, en wel federt de oprigting van de Nederlandfche Republiek, het Eminente Hoofd van alle de Roofvogels; — ik fia hier in met zyne Hoogheid gelyk, fchoon in een andere betrekking, — en daarom denk ik, dat ik, fchoon ik niet gezien in zo veel Memories in (borten, in zo veel Brieven , ~Refoh tits, Platcaten cn Publicaties i — als cy dit voor een fabel w'üt uitkryten, dan kan ons Nageilagt ook ligt voor een fabel uitkryten, al wat in deze tyden door den Prins, zyn Factie en de Ariftocraten is gedaan; het een is zo on- waarfèhynlyk als het ander: maar om met een woord alles te zeggen en aftedoen; deze Brief van den Raaf, aan myn Meelter, is zo egt als alle de vertelfeltjes en berigtcn in zyn Haagfe Courant.  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 43 ik nog geen Memories fcbryf en verfprei, ook regt heb, om te fpreken en te eisfchen , ja zelfs meer als Zyno Hoogheid, want die fpreekt en eischt maar voor zig zelfs , tot fcfiade en nadeel van zyne Medeburgeren, — en ik — ik fpreek en eisch tot bate en voordeel van alle de mynen. Wy hebben ook bezwaren in te brengen, — bezwaren, zo grievend, zo treffend, dat geen een eerlyke Raaf die langer kan iïnoren; wy zyn van de erecïie van de Republiek af tot nu, ontzet van ons Wettig Eigendom, — en het was als of 'er geen Juftitie meer in Nederland was te vinden; 't is zo, ik beken het, een enkel ongelukkig arm Misdadiger, die of door drank, of door woede bloed ftortte, of door armoede zig fchuldig maakte aan diefftal, is ons door de Regtbanken toegewezen; • maar waar is 'er een bewys van , dat wy onze beste legaten hebben ontvangen, — dat ons onze vetlte brokken, op welke wy een onbetwistbaar regt hadden, zyn afgeftaan? —— nergens Vrind Gosse, nergens! ga zelfs na, wat 'er gebeurd is. . Was 'er ooit zwaarder misdaad te bedenken, dan het vermoorden, het wreedaardig opzetlyk vermoorden van s'Lands beste Vaders, s'Lands Redders, dan het verdry ven, bannen, gevangenzetten en demitteren der zulken, die voor de Vryheid van de Republiek en tegen de Nieuwe Ondermyners van dien dierbaren, pas verkregen Schat, als Leeuwen ftonden en ftreden ? 't is egter gefchied Collega! (*) 't is gefchied! Waar (*) Waarom dat hier de Raaï myn meefter of Baas Collega noemt, moet ik bekennen niet te bcgrypen: — zo het was om dat de Ravens onder een ^uri kleed het boofle en ondeugendfte hart bedekken, dan kon het plaats hebben, als hy sa t 2 fchret?  44 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Waar was getrouwer Burgervader, dan Oldenbarneveld, dien Gryzen Staatsman, die zig had afgefloofd, om Nederland vry, en zynen Moorder groot, overéénkomitig met's Lands belang, te maken?-waar was wyzer StaatsPalinuur dan Huig de Groot? - Waar waren oit driftige* doorzetters van 's Lands Magt, welvaart en luister , dan de Witten? waar waren oit Edeler tegenftrevers van de vervloekte Heerschzugt, en beter Volksvrinden dan de Heren Bleker? zy nogtans zyn allen of gruwelyk Vermoord, of geboeid, of gebannen, of van Hunne Ampten ontzet, en dit wel, zonder dat de Mootders en vervolgers van die brave en grote Mannen, vo'gens eisch van Goddelyke en Menfchlyke Wetten , en tot heil en welftand van het geheele Land, aan ons ten prooi zyn gegeven; — zo wierden wy toen reeds in ons Wettig Recht verkort, en ons, ons eigendom door den neus geboord: —\ Arm ongelukkig Land, daar men de kleine dieven ophangt, en de groten met Kniebuigingen vereert! Arm ongelukkig Nederland! " Niet Vriend Gosse, dat ik hier een eisch liiï naam van onze geheele talryke zwarte Familie tegen byzondere Perfoonen wil maken, of de A&ens van Gratis enPard»:; die door Mevrouw de Geboorte worden verleend, wii at- taque- fchrcef aan den Ex-Profesfor Hofflede, Do. Nicuwland, Do. de Haas, Do. Munting en zulk foort van Volk. ■ De Raaf is ook s;cen Courantier. — De Raaf is hier geen Logenaar. De Raai — de Raaf ; — maar wagt, — het zal zyn om dat de Raaf ook een alles verfcheurend beest is, — of dat hy mogelyk binnen kort myn Meefter in zyn Kring of Vergadering, by de verhoging van myn Baas, ftaat maakt te ontvangen.  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 43 cren of in 't minst zou denken, dat de Door- ]' ,!f,„hedensofHooghedens, die 'er geweest zyn, nu zyn oTnog komen zuilen, van Maurits af tot Willem den rJtism incluis, ( zo die donderbui met deezen Oosten wi^d met mogt overwaaijen,) niet het zelfde Groot Pt.vt- lekie zouden gehad hebben en nog hebben als onze groote Patroon Ducd'Alba, —~ foei, zouikdatdenken.dat zou me zo leed zyn als myn zonden, — ik weet dtt by ondervinding beier'; maar het word evenwel emdelyk eens , j -lari ons denkt, en niet maakt, dat de tvd, dat men ook aan ons ueu&n eeh'eeïe fatfoe'nelyke Familie van dë NederlaMdfche Raven* inCompa^tó met de Justitie, het Land verlaat; — en dit zit 'er paalvast op. zo menzo voortgaat als totnogtoe. > Ik zal maar een eeuw of twee overflaan , om met al te ysielyke histories te moeten ophaalen, en dit wel te meer om dat ik zo aar.doenlyk ben, dat ik nooit kan fpreeken of hooren ophaalen van fchrikkelyke gebenrtenisfén, als by voorbeeld de Qmkcering van Sodom , de Verhef¬ fing van Willem de Vierde tot het Erffiadhouc.errchap, en de middelen , die daar toe wierden gebruikt, __ de Verwoesting van Lhfabon, e» diergelyke, of myn gemoed word vol en ik val byna van myn tok: • ik zal zelfs niet eens fpreeken. hoe wy federt een jaar of zes zyn verkort, Hóe men ons arme onfehuldtge Ra- rens heeft verdoken van een ploeg Landverraders, zo vet gemest met burgerbloed en zweet, en zo aanz.enlyk, als 'cr mooglyk in duizend Jaaren tot heil van eemg Volk zyn opgeknoopt; — of denkt men, dat wy vies zyn van luiden die geordend zyn, of groote pruiken dragen P In t .eheel niet, wy lusten die lekkere brokjes zo wel als onze Confraters in Engeland! — ö ging men hier met de groote Hanfen zo te werk als daar, - wat zou onze Keuken voortreflyk voorzien zyn! F 3 D°S  4<5 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Dog om al maar weer wat nader te komen, — o Gosse, myn hart loopt over van dit nooit gehoord onregt! Waarom word ons een buit onthouden, die, zo klaar als den dag aan den Hemel fchynt, ons toekomt; ik meen de Brestiaanfche Rebellen, — zegt de Wet niet duidelyk, dat een Officier, die weerfpannig is aan de bevelen der hoogeOverheid , met den dood zal geftraft worden? Is het by het politiek onderzoek niet gebleeken , dat zy naar Br est hadden kunnen en moeten vertrekken? . Waarom dan ons dat Volk, die Rebellen , volgens orde en Justitie, niet overgegeeven, om ons daar eens op te vergasten ? - 't Is we! juist niet veel, in comparatis van 't geen ons wel en wettig toekomt, maar alle beetjenshelpen, en 'c is beter één,korte vrolykheid dan een eeuwig treuren, wy hadden 'er nog eens wakker den een of anderen feesttyd meê kunnen vieren, zo als de Verjaaring van liet Verzinken der 72 Dorpen in de Dortle Waard , of dc .Verjaaring van zyn Hoogheid, of zo iets: — maakt men een excus.öat hunne weêrfpannigheid misfchien van hoger hand komt; best, allerbest, dit vcrfchoont hen niet, en het verklaart die lino er hand, al was zy zelfs Prinslyk, ook ten behoeve van ons Geflagt geconfisqueerd ; — Wat Drommel, zo 'er Liedm in een Land zyn , die door hunne Grootheid de Wetten zyn ontwasfen , dan is zulk een Land een ftraffelooze fchuilplaats voor fchelmen en Landverraders, en een eerlyke Rave, zo als ik pretendeer te zyn, kan het 'er zo min houden, als een Burger, die zyne Vryheid en Rechten kent, in een Land , daar het Despotismus van een Stadhouder, en de Aristocratie van een hoop Burgerbeulen de Wet ftellen. Of zou men denken, dat een Prins of Graaf of Baron of Burgemeester ééneziel meer te verliezen had als een gering misdadiger? "' Dog waar dwaal ik heen, ik zou baast een  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 47 een Füofoof worden, en vergeeten, dat ik maar een arme Rave ben. Gaa eens buiten beste Vriend , daar worden uw ooren omtrent doof gekrast van myne Confraters, en verftond gy die taal zo wel als het Commando tot het formeeren van oproer, gy zoudt anders niet hooren, als hang, hang, hang'. Jk hoop, zo waar als ik leef, dar 'er tog een lboedige afdoening mag komen met dat Voik, want onder ons gez?gd en gebleeven, wy ramlen van'den honger, en 111511e medebroeders beginnen de hoornen op te fteeken, en te mompelen van Adresfen en Requesten : — wie weet of wy 'er niet eer gehoor op zouden krygen als de Natie , Want die groote Heeren, die gebooren zyn om de Natie te overheerfchen, hooren liever het gekras van een Rave, dan het verzoek van een Burger, niet waar Mastje? Hoe het ook gaa, het kan niet langer zo blyven: zomin met ons eerlyke Ravens als met de Weldenkende Vaderlanders ; 'er moet een afdoening van zaaken komen , — en zo fommigc groote Hanfen, Sterren, Ridder-ordens, Ouarre Pruiken , nop; langer ons a's Jongens in 't lymje Jaaien loopen, moeten 'er andere maatregelen worden "genomen , ■ zowaar, alsikwenscb, binnen weinige dagen by provifie een Vice Admiraal tusfeben myn klaauwen te hebben, zo waar is het, dat 'er moet doorgetast worden, zo wel van de Vaderlanders of Patriotten als van ons Ravens ; — beide hebben wy nederigoni het onze m -r. Requesten en krasfen gef'meekt; — beide hebben wy alle bedenklyk geduld gebruikt; — beide zien wy, dat wy vergeefs fluiten en wagten; - beide hebben wy by die gröotmagtige Oprcermaakers noch gunst, noch gratie tehoopeö ; -— 'er moet doorgetast worden; — en als de Patriotten die knaapen maar bollen , wy zullen ze wel inzouten; en zo de Patriotten nog langer la, la, fpeelen, zullen wy zelfs ons regt vërfchaffen. Vriend Gosse, wat zal dat een leeventje geeven; dan kunt gy uw Courant alle dag met zo veel waare gebeurtenisferi vuïen, als gy 'er nu leugens in plakt; — dan zal men zo'eens by voorbeeld leezen: 't Loo , den \G.... Gistren reed zyne Hoogheid uit, {verouderft el d, dat die dan nog aanwezend is} met een taIryk gevolg, naauwlyks waren zy opgezet ten, of'een confider abele troep Ravens lig ne de Hoog Geb. Heer de Hopjr Ed. Heer de Groop Ed. Heer &e. &c. c-Y. Raads-  48 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Raadslieden enbezondere Vertrouwden van den Prins uit den zadel, en fnorden 'er mede door dc lug t ; apparent zullen zy tot het gebeente toe worden afgeknaagd, eer men iets van hun zal kunnen verneemea, &c. 8e. Frydag den 21 .... Eergisteren geleurde hier een zeer zonderling geval'; by het fduiden van de Landfchaps Vergadering: — de Boog Ed: Geb: Heer Baron . . was nauwlyks op de trappen gekomen, of een Wolk van Ravens voerde hem ogenbliktyk weg, fcheurde hem uit het gezigt tyner Medeleden en een groot getal Aanfchouwers in fikken , en knaagden hem af tot op het gebeente . gelyk zyn Hoog Ed: gewoon was zyne Meaeburgers af te. knaagen; zyn Hoog Ed's ontyaige dooa word wegens zyne zugt tot de jagt. van zyn Hoog Ed's Jagthohden en verdere Vrinden zeer geregrctteerd. - Men denkt, dat zyn Hoog Eds mishandeld Feraamts in het Openveld zal worden opgehangen , om daar door de Ravens gedurig hun jmsdryf o ider Ut oor te brengen; (fut tut! Ariaantje, de Ravens bobben zo veel confcientie onurent zulke Gevleesde, StateJyke Nyptan^ren. ais Hun Hoog Ed: Hoog Geb: omtrent de Braave Burgers O ook gaat het gerugt.dat 'er eerstdaags een zeer fcherpe Pubticatte legen de verre s-aalide (loutheid der Ravens zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, welke op de leest van dte van friesland zat gefchoeid zyn. Kyk Vinidje, zo zullen wy wel weten aan het onze te komen, - lieve deugd wat zullen de ingebedde Qraaflyk. heden. Titulaire Baronnen, Ridderördens, Staats-Cmmisfien en Magiftraatsampten goedkoop worden ; want a.s we onze eige kost zelfs moeten gaan halen, zal het er by geen één blyven, gy Vrind Gosse mocgt u dan ook wel enigen tyd binnens - huis fluiten. Ik groet u beste maat. den 16 April. en ben het Eminente Hoofd der RAVENS. Woid s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers a 1 i Stuiver uitgegee?en.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. 59. Mynheer GOSSE, of hoe je ook hleten mag, Kerantier van de Haagfe Kerant. Jk bin maer een Boer, verftaje, ik woon in het Stigt, zo pasjes een derdalf uur van Uitett, - nou mot je weten, dat onze Schouten van de Durpen, verftaje, het geld dat wij arme zondige Boeren als lasten motten opbrengen , weer motten brengen op het grote Kantoor in Uitert, — maar maat, de boel zit nou dan zo raar in de konkels, dat ik by myn fieterna geen kans zie, om ze 'er met ryptangen uittehalen : je weet,dat 'er zoo'n ftufc agt of tien van die hele grote Heren rufie hebben gekregen met de Burgerye van Uitert, om dat zo ze zeggen, de lurgery zig van die Sinjeurs niet wou laten kediefen, cn als kwaje jongens laten fuxeeren, vetfu je, en toen zyn die agt of tien hele grote Heren naar Ametsfoort vertrok. ken, daar ze allemannies den breejen uithangen; . jongen, daar fpeulen ze Baas over all^s, en tormeteeren de Stad van Uitert en de Burgerye , of *t altemaal Turken •f Heijens warent — ze hebben wie weet wat Soldaten i L B E EL, G L"0  SO DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. zo rondom de Stad geplakt,om de Burgerye altyd in vrees en konfufie te houden, en ze op torribele zware kosten te jagen, ja ze zeggen maar vlak uit, dat ze, eer ze een korrel of kriefel van heur Pointteneur afgaan, zy liever de hele Stad zagen afbranden, en al de Burgers als vinken by risten opknopen; en dat verftaje nog het mooist van allen is, is dat ze nog met een fchynheilig bakkes de Stad Uitert en ds hele Provintie beklagen, og ze kermen zo over die arme Stad, over die arme Burgery, rdat die zo gerinneweerd word, — wel zie kedaer, ik inot 'er om laggen, dat het water me pisfelings uit myri ogen loopt, < onze Koster, dat al een raar hakmes van een Kaereltje is, word dol en rafend, als hy zo hunne brieven leest, en dan vloekt hy op die agt of tien grote Heren van Amersfoort, dat hy zwart word; „ wie „ drommel (fchreuwde hy voor een dag agt of tien,) „ heeft dat Volk, die fmagterige Sinjeurs in de wurreld ,, gefchopt ? — ze hebben net zo veul regt om het Land „ te regeren, als Levi de Smous; —— om dat ze een ,, rottig vervallen ftuk van een Kasteel hebben, daar de „ duiven janftramme pas op durven loferen, zeggen ze, „ dat zy ons, ons huislui van 't platte land ripprisfente$, ren, wel 't is een verdorde leugen, iaat 'er een zyn, die eens opnoemt, dit of dat Boeredurp heeft men Ge vol* „ magtigd, of zo als de Heren zeggen, Gecommeteerd, „ om zyn belangen, bezwaren en zulk goed by de Re,, gering van het Land waartenemen, — laat 'er eens een „ kommen van die Sinjeurs, die dat bewyst, niet met ,, Memories of Misftves, die van drajeryjen en leugens „ aan malkaar zyn gelapt, maar met goed rond duits, — en dan zal ik zeggen, dat hy een braaf Kaerel is; — „ wat zouwen ze? —■— ,, En  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, st ,', En die anderen, die Kapittel- Heren,— wel dat lykt 5, 'er nog minder na, — kyk Geurt, die hebben een Amt ,', gekogt, daar ze goeje pitten van trekken, — en om „ dat ze dat hebben, zeggen ze, zyn ze meê een Lid „ van Staat, — en padome wel het eerde. „ En die knapfchinkels zullen nog zo moers den biesboom uitfteeken, puur of de kar met permisfie aan hun agterfte gebonden was, — die zullen een zestig ze„ ventig duzend vrye Burgers als hondjes voor hen doen „ opzitten, en ringelöoren, dat'er een Turk en Barbaar „ zelfs om zouwen fchreien ; die zullen klaagen, dat „ ze onmanierlyk in heur regten worden verkort, omdat „ ze niet alle Regten en Pirevelegies van de Burgers in heur „ nest kunnen fleepen, die zullen een onmanierlyke „ groote Stad foxeeren en dreigen, en zo arm maaken als ,, de Cabanes van den armen fukkel Job, —— daar ze in „ hun vuist om laghen, terwyl ze 'er de klaagftem van Ju» „ das over laaten opgaan; — Geurt!— Geurt!— Geurt! — „ Ik ken me op geen duzend roejen na begrypen, dat de „ Burgers dat maar zo verduwen, en ze de ooren niet was- „ fen, dat zeftom, doof en blind worden; ik ben ,, maar een Boere Koster, maar ik zou 'er alleen drie „ lusten, dat zou ik." Minheer, geloof me, de Koster knerste op zyn tanden, toen hy dit zei, dat et me deur myn hart ging. ,,Geurt, (zo ginghy al voort,) Geurt, beziet me zoo'n „ ftukje maar weer eens, als ze nu hebben gedaan, en laat „ dan de domfte heijen oordeelen, of 'er Satanfer dwinge. „ landye en onregt ooit is gehoord of in een Kronyk gelee„ zen, ze hebben gewilt, dat de Schouten van ons Boereft durpen niet aan of in Uitert hun geld zullen brengen , „ maar aan hun , — aan hun, ——- £die weergaze Sinjeurs,  52 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ,, als zezynO en dat wel in Amersfoort; -— en die da? „ niet wilden doen, hebben ze met moord en brand ge- „ dreigd; jaa een Asfiftent in zyn Geregt gezonden, ,, een luije kaerel, die daar maar op onze kosren teerde en ,, fineerde als een Tempelier. Goed, zeiden de Heeren „ van Uitert, goed, laaten dte Schouten het geld van 't platte „ land by jullie brengen, — wy zullen ook onze eige eijeren „ kooken, en 'c geld, dat hier door de Burgerye word ,, opgebragt, ook binnen onze Stad houwen; ■ zie, dat „ was ommers biüyk Geurt, en maar kamp op, niet waar? —• „ Deukje, dat de Amersfoortfe Drommedarisfen daar mê te „ vrejen waren? — ze mogten de droes! — Neen Man,ze „ begeeren, dat de Burgers, die van die dit en datfe klanten „ gefox 'erd worden, nog erger als Job van denBoozen, hun „ zuur opgebragt geldje ook aan heur zullen opbrengen ; — „ kedaar, ze zou wen 't van my hebben, als ik wist, dat et „ gloeijend zou worden, en op heur hart leggen branden a/s „ pik en fulfer, — en anders fmeer ik 't padome liever in 't „ water, dan zouwen ze'r ten minften geen bonsjoers van . „ maaken, offtroppen voor myn eigen geld voor me kopen." „ God weet, wat den Boozen heur nou al weer zal ingee,, ven, om deonfchuldige bedroefde Burgerye en de Stad van „ Uitert op nieuw te temteeren, — hoor Geurt, gekfcheeren „ is gekfcheeren, maar kyk, die me de ouren van de kop „ fcheurt, die byt ik de neus af, - als Uitert nog langer die , f-nanfe foltery verdraagt, dan zyn ze geen kaerels, dat „ zyn ze niet, — ze motten deurtasten." ,, Kyk Geurt, — Vivat Amfterdamfche Burgerye, •- Vivat „ Rotterdammers, Vivat, hoezé! — hoezé !- dat zyn kaerels, ,, kaerels met ruggen, — die weeten hoe ze 't Verken moe„ ten wasfen,~ kyk myn leste lhêe brood heb ik met liefde ,, voor heur over, en ik zal myn kinds, kinds- kinderen ï'n- „ pren-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. SS „ prenten, dat als ze ooit een Amfterdammer of Rotterdammer of ander braaf kaerel van ftavast zien, dat ze den hoed „ van den kop neemen — Zo mot men in Uitert ook het „ paerd voor de kar fpannen, - of men zal Aapen melken: „ Wat flapperdie, daar is wel raad op, hoor, Uitert mot „ maar kort en vlak uit zeggen, dat et wel ziet, dat zy met die Griffioenen van Amersfoort zo min kan handelen, „ als een Smous met een Kevelaarsganger, - dat die Hee„ ren maar fpeulen , rek je wat zo h*b je wat, en ah de „ koe begint te bulken, zal het beest wel uit de wey motten, — en daarom mo ten ze zig beroepen op haar „ oud Regt als een Vrye Ryksjlad, en fcheien zig maar ,V bot en plat van de Provincie; — en dat me maliendraais ., verwondert Geurt, is dat de Heeren van de Regeering „ van Uitert nog niet hebben gedaan, dal in 't begin van „ deeze nieuwe Kegeering gezeid is, door of uit naam van „ de Burgerye, kyk, hoe hieten die dingen nou ook, ■ „ In- In. ja Infinuaties, daar ze by hebben gezeid, „ en dat mot gezeid biyven, dat ze de tenten van al die fnaaken zouwen aanpakken, die maar de conrafie hadden „ om beks te voeren tegen dat de Stad Uitert gedaa; had, „ en ze met al den fantekraam dat 'er in was van kasten „ en kisten en geld en Obeleg»fi :sconfLkeeren, ten profyt „ van de Stad, - waarom word dat niet gedaan? Die „ Amersfoortfe Vivelaforfen die geeven geen kwartier, _„ en zou men ze verfchoonen? Wel dat zou Joost doen, „ laat die ze verfchoonen t'avor.d of morgen als hy wi ; — ,, en zo de Heeren van de Regeering gt en courafle hebben, „ dan motten de Burgers daarmeê maar pootaan (peulen; — „ die hebben 't laaten zeggen, dat ze't zouwen doen, en „ ze motten 't ook doen ; - daar word wel eens meer „ afbraak uit de hand verkogt," G 3 ,» Maar  54 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. „ Maar Geurt, Warappeta, a's die Uiterfe Burgers 't „ ook by heur hielen laten neerzakken, en als men de „ Provincie wil by mekaar houwen , dan motten wy boe„ ren, die ook zo onmanierlyk door die Amersfoortfe grote ,, Sinjeurs met Soldaten worden geplaagd, en als honden „ worden getracïeerd, daar we geen Soldaten of iets van j, dien bras behoeven onder dak te nemen, om dat we ,, federt meer als duzend jaar logies en fervies geld heb„ ben betaald, en ze nu evenwel maar rootten losjeren, of 't ons-lief of leed is, of we klagen of niet klagen, „ Want die Amersfoortfe Heren bedreigen ons, ons bed „ onder ons lyf te zullen laten verkopen, als we geen ge„ weid willen lyjen; — ik zeg, dan motten wy Boe,, ren maar eens als Kaerels voor den dag komen,en zeg. ,, gen, dat 't een versjerde leugen is, dat wy die Amers„ foortfe Heren tot onze Staten hebben benoemd, dat wy „ geen vervalle Kasteel Mannetjes, of uitgedroogde „ Kapittel/lokken last hebben gegeven-, om ons te rip„ prefenteren, — en dan motten wy maar eens met de „ deur in 't huis vallen, en zeggen, dat wy Boeren geen „ vloermatten zyn, daar die Sinjeurs haar Adelyke Ste „ veis aan afvegen, maar dat wy ook a's een groot en „ nuttig deel van 'c Stigt, krek als in Friesland, ook een „ woordje in 't Kapittel willen te zeggen hebben, en „ daarom in fleê van die Jonkers en'andere, ook Staaten ,', zullen benoemen uit zulken, die onder ons 't meefte „ en beste eige Land hebben, —— vat je 't Geurt? —• „ denkt 'er eens over beste maat, en fpreekt 'er eens over „ met de Buuren," Kyk Mynheer, Haagfe Kerantier, zo zei de Koffer tegen me, maar nou ben ik heel van myn teks afge¬ raakt, dat ik je dan eigenlyk zo Wou zeggen, verftaje? en  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, 5$ en dat is, daar wy onze Lasten motten brengen, aan de Schouten ; en de Schouten weêr aan het Grote Kantoor in Uitert, en die Heeren van Amersfoort nou willen, dat het ie Amersfoort word gebragt, om dat zy daar zyn, of onze Schouten dat nou ook maar zo motten doen, want die Groote Heeren, kosten wel eens in 't hooft krygen, om na Romen of Turkyen te reizen, zou dan het geld hun maar zo knap agter na motten worden gebragt? en zo ja, zullen wy of onze Schouten dan niemendal krygen , voor Reisgeld, of foulasjering van kosten, zoo"n reisje zou tog ook op geen water en wind kunnen worden gedaan, zo min als de Grote Heeren , dienaden Lekkendyktrekken, verftaje? Jk begryp zeer confiderabel klaar, dat wy motten gehoorzamen , want als ik ap'ort tegen myn hond zeg, mot hy het doen, of 't zou V.-r op zitten» en wat is een Boer veel anders als een hond, by die Grote AT.ers. feorrfe Heere.i ? Ik ben GEURT van SOEST. P. S In Nommero 16 van het zo onbaatzugtig, allerinteresfant en onfeilbaar Weekblaadje Janus, is tegen alle menfelyke mogelykheid een confiderable Drukfout, in de Brief van A. Slevtelgraag, Pag. 90. (laat. Dat Sr. Momus, (dat 'oen ik eigentlyk met verlof,) in de Haagfche Correspondent, zo meteen fnap Sr. Janus, heeft weten na te volgen : —— Men gelieve het dus te lezen, dat Janus , zo ten eerfte , en met een fhap Momus, heeft we ten na te volgen, daar M o m u s al Berigten en Advtrlentien aan zyn Lezers gaf, toen Janus, neg  SÖ DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. nog in het ftikduistere ingewand van zyn Moeder, als een onbekende Pianeet omzworf; en J anus de ganfche Historie van Waasdorp, uit Momus getrouwelyk heeft overgenomen en getraqslateerd, niet dat zyn Hoog Ed dit in mintmo gradu word betwist, daar Schryvers van zyn Ed's. zoorte, gtoot verlof hebhen, om te ftelen , als zy maar een nieuw Boordje op den Mantel zetten: Maar 't is maar tot een Gouverno voor onze Lezers. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers i i i Stuiver uitgegeeven,  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. 60. Brief aan KLAAS MOMUS, van zyn Broer KLAAS MOMUS de V. uit Rotterdam. Lieve Broer Kla as! D e reden, dat ik volgens belofte en volgens myn voornemen , gisteren avond niet ben thuis gekomen , om aan onzen Baas Pierre Gosse Junior en Zoon, getrouw ver. fhg te doen van de zaken aihier te Rotterdam, en dat ik ook nog niet t'huis kan komen , is dat ik ben buiten ftaat geraakt, door de fclirikken en alteratien van het tieua ik hier gehoord en gezien heb, en dat ik nog niet bedaagd ben van een beving die op myn beenen is gefljgen, zoo dra als ik van den Heer V. T. vernam, hoe dat het hier gefchapen ftond ; het was als of ik door den grond zonk, en als of ik de klem in den mond kreeg, toen hy tegen my zeide, dat zy van het Amfterdamfchewerk alles wisten, dat zy den fhg hier ook zagen aankomen , dat zy alle raderen hadden zoeken in beweging te brengen , maar dat 'er niets aan te doen zou wezen, en dat onz? epsoïi zaak gewis verloren was. De tranen (tonden hem zelfs in de oogen, maar het is, zeide die Heer, of 'er een geest van ver1'chrikking en van zorgeloosheid op de Vrienden van het Oranjehuis gevallen is. Wy hebben, zeide hy, beloften gedaan, tienmaal grooter dan wy oit volbrengen kunnen,dreigementen, propoütien, die allerheilzaamst waren ora' \[. deel. H de  SS DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. de Stad in rep en roer te helpen , en daar door eene gewenschte omwenteling ten goede voor den P.irs re veroorzaken', maar het Volk wil 'er niet aan : hy had rya hoofd te pand willen Hellen, dat als zy maar naar zyn raad hadden willen luisteren, dat 'er op zyn meest en ook met meer dan een twintig menfchen het leven by zouden helben moeten verliezen, maar 't was vergeefs gefluit; het celddat 'er zedert 14 dagen was gefpendeerd, om het Gemeen aan te vuuren, was ongelooflyk, en men zou moeten zeggen, Waar komen de Schatten van daan? Hy prees zeer den 'ever van onzen Profesfor H. die z.g eene - onbeo-rypelyke moeite tot die cmkoopingen gaf, maar hy bad my, dat wy dit toch voor Ons zouden houden. En onder die belofte verhaalde hy my ook , dat het Waar was, toen ik hem vroeg na dat gerucht dat wy gehoord hadden, van het opligten van de Geweren by de Schutters, maaar zy zouden het niet gedaan hebben by dag, zo als ons verhaald is, maar in 't holfte van den ragt, ten twee «uren, en het was geen kwaad overleg. Men zou op een en 't zelfde uur aan de huizen van omtrent duizend Schutters, daar men de beste kans op zag, drie * vier van onzen Klanten hebben doen bellen en invallen, en de Geweeren hebben afgevraagd, met het mes op de keel, dog daar was te lang mede getalmd, want dit overleg is uitgelekt, fchoon dat men 'er niet gehee, van afzag, als het praatje daar van weer wat zou zyn dood gebloed. Hy verhaalde ook dat de Oranje Sociëteit zeer veel had toegenomen, en dat 'er reeds een Correspondentie tusfehen den Haag en Dord was geopend, en dat het Volk; gewillig was om voor den Prins te tekenen en des noods laar voor op te komen; maar toen daar in weinig dagen over de 500 getekend hadden, begonden er eenige te vragen of zy ook een fpecie van een Nationaal Fonds hadden, om de vrouwen en kinderen 'er uit te onderhouden, als de mans hun leven voor de zaak van den Prins hadden opgeofferd, en toen had men niet gaauw genoeg een leugen by de hand, (want het Volk is zo dom niet, of het beervpt wel, dat als het in de fuik van Mynheer den Prins is, dal dan het Engelsgeld ook zal ophouden,yen toen liet de een voor, en de ander na, zig weder uitfchrappen. Hy heeft mv veele kunstgrepen verhaald, die alle m t werk gefield waren, dog die de regce uitwerking niet ge-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 55 Had hadden, en alle welken ik voor een mondgefprek zal bewaren , zo dra als de beeving van myn beènen my zal toelaten, dat ik kan getranfporteerd worden, en my nu maar alleen bepalen tot het raport van de Commisfie, waarom onze Patroon de Heer Gosse my naar Rotterdam gezonden heeft. Het was dan Zondag avond, voor dien ongelukkigen dag van gisteren, van de afzetting onzer Waardige Regenten, Mannen die zo dierbaar waren in de oogen van het Oranje Volk, dat tog het ware Volk is, dat men al de lucht had, van het gene 'er ftond te gebeuren; de Heeren, die anders geen Kerk by Do. Velsen overflaan, waren niet aldaar, maar by malkanderen, om te beraadftogen wat te doen in zulk een hachlyk tydsgewricht: niet onder te doen dan door geweld, dat was de refolutie, en men zou zien het Oranje Volk op de been te krygen. In de Sociëteit van ons was alles in beweging, maar om dien noodiottigen flig te keeren was geen mogelykheid. Zie ge moet weten, daar zoovele Compagnien Schutters,wel Gewapend en wel Gedresfeeni,en wel Gerelblveerd zyn, daar loopt het Volk in de dood , met zig daar tegen te verzetten, en vooral daar men reeds dien eigen avond de gehele Scliuttery had Geconvoceerd, om des anderendaags, s^morgens ten S8 in volle Uniform en Wapenrusting op de Loopplaatfen te Compareren , en dit moeten wy zelf tot ons leedwezen bekennen, dat 'er onder dat Gewapend Lichaam een ordre plaats heeft, zo fchoon en zo geregeld, dat onze Teergeliefde dat by Waasdorp of in het Bosch niet verbeteren zou. En daar was dus niet anders van te verwagten, dan dat tot het daarftellen van zodanig eene omwenteling, alle Precautien van de waereld zouden genomen worden, gelyk ook gefchied was; men heeft my naderhand verha.ild, dog ik Ba voor de waarheid niet in, dat de meefte Officieren van de Schuttery ook nog fcherp geladen Pistolen in hunne zakken gehad hebben, om in gevalle van tegenkanting of overrompeling zig dapper te weren. Wat moest het arm Oranje Volkje nu aanvangen, alles was ons tegen, en daar was geen hoop om met het min Be fueces iets te ondernemen; dus bleef 'er niets overig dan alles geduldig aan te zien, en de zaak te laten aankomen op het bcfluit .hetwelk genomen was (dog het welk: Zorgvuldig moet gezwegen worden,) om zig voor eerst te gelaten als of die fatale afzetting ons niet fchelen kon, en Hl ■ da*  6o DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. dat de afgezette Heeren daar zelfs niet om gaven,om daar door allen argwaan weg te nemen, de Ritterdamfcne Pttnotten in een zoort van werkeloosheid en zorgeloosheid te brengen, en ondertusfchen alle raderen te doen werken, om onze party aan te moedigen, en dan eensklaps aan te vallen, en te beproeven, of wy den boel nó» in de war konden krygen, daar die van Overfchie dan toe zouden mede werken, want daar is het Oranje Corps magnifiek in de Wapenen geöeffent en tn ftaar. Dit was het eenigfle dat 'er meer op was , en daar is my verzekerd door den Vriend van onzen Baas, die mee acezet is, dat hy niet zal rusten, voor dat hy gcwroiien is, en het is ook wel te begrypen . het gene dat hy zc:de, dat by den iever die zyn WEd. en zyne Mede Raden altyd heeft plaats gehad voor de ware belangens van het Oranjehuis , 'er nu nog by kwam een fterke perfooneele wraak op de Patriotten, en hy fcheen met zo vreemd van de gedagten, dat hy 'er nog weer eens buven op zal komen, maar ik denk dat hy daar net zo veel aparentie toe heeft, als een Ezel heeft om op een Bruiloft te danfeo, en dat onzen zaak dubbeld en awars en onherftelbaar verloren is; maar eerdat ik hier myne Reföien by voege , moet ik UEd. nog melden den raad die hy eaf aan onzen Baas Gosse, die ik in myn hart zoo zeer beklaag als my zeiven, om in zyn Courant de gebeurtenisfen van Amiterdam en Rotterdam, (en God weet waar het van daag al meer te doen is, want ik vrees .net zal voortaan als een loopend vuurtje,) zoo na aan de Waarheid te verhalen als hy met zyn gemoed (zagf dat heeft hy niet) als hy, wil ik zeggen, mot zyn gewoonte kan overeenbrengen, maar dan kan hy met genoeg fcbreeuwen van violent» en geweld. Hy moet zeggen, by voorbeeld . dat zyn nu die Patriotten, die aityd zo gelcholden hebben, tegen de Oproeren en tegen het geweld, in de faveure van den Prins, en die komen nu met geweld onze besre Regenten, de Steunpilaren van het Oranjehuis afeetten. Daar is reeds een Expreffe naai' den Brie!, om in de Brielfche Courant op dat zelfde aambeeld te liaan, cn dat moet gefchieden zonder ophouden, al maar fchreeuwen dat hy paers en blaauw word, al we. ten wy het zelfs wel beter, want het is een hemels breed onderlcheid, of een MAURiTs.die de Lmet.Ro* van  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 6i u belooven van Hukken van mannen, het ons huishouwen en ons hoofd in de war gebracht, die groote Heeren daar je me aan gerikko» K^2 men-  68 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. mendeert had, geven niet meer, en de Rondloopers dse ons, onze eerlyk verdiende bezolding in de kroegen .plagteo te brengen , zetten ons met een zugt af , en wie fatan kan daar van eeten, het eenige dat ons arms J ikhalzen nog in onze Vergaderplaatfen en Drinkwinkels voor niet wordt geprezenteerd, is het grondfop van de Oranje Jenever. Hukken , die zoals zommige zeggen noch met moer van Engelfe rum aangezet is, dat is ons uitzet, en daar worden we noch hoe langer hoe malder van, dan raken we zo aan 't dispeteeren, zo dat de beste Vrienden mekaar warm toedekken en een paar blaauwe kykers geven, en kommen we dan thuis, dan zit moer je met gebrooken oogen aan te kyken, en de kinderen huilen van honger, ze kennen toch evenwel van de wind niet leven. — Ik vervloek me zelf omdat ik aan jouluiduiveljagery van de goede zaak van de Prins en de Buit die we op de Patriotten zouwen behaalen, gehoor heb gegeven, ik heb tot myn laatfte ftuk Huisraad , want van het geen we nu kreegen konnen we toch niet leven, (dat was zo als jy lui het Eoemde maar een Christelyke onderftand,) enkel op hoop cm eens een welgefteld man te worden 'er op verkocht, zo dat nou geen blind Paard op me Kamer fchaay zou kunnen doen; daar zitten we nou arme bedurve menfchen.en dat nog het ergst van allen is, is, dat Piet Snor me gezeit het, dat 'er voor ons aan het groote Kantoor, niet alleen geen fnars meer ten besten is, maar dat ook alle hoop op beter- fchap weg is kyk Moeder Schynfchoon, jy en je Cabaal hebben myn en honderd anderen met myn bedro.gen , wy waaren yverige werks'ui, waaren met ons fobet kosfie te vreden, en ons leven liep zo geregeld voort als een Uurwerk, voor we aart joului versjerde Huigchelary ge. hoor gaven, —— Je zult mooglyk met een uitgeftreeken.  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 65» tronie nog wel zeggen, "Ja Jan, maar je moest je affai„ ren ook niet heelemaal verzuimt hebben"— Wat ciie en geune! zyn plicht betrachten , op zyn zaaken te paslèn, en te gelyk alle dagen en op alle tyden van den dag, ja zelfs's nagts, dan in de eene en dan in de andere Dnnkwinwinkel Comperities, byte moeten woonen, en op joului order op eksplooten , tot verfchrikking en verdrukking der Patriotten uitgefïuurd te worden , en dan nog te moeten hooren, "Je moest je afhuren ook niet heelem ial ver„ zuimd hebben", uit dat eigenffe fernistige Bakkes, daar je de Pasfie zo zou uitgegrepen hebben, dat ons alles zo mooy voor praaten, en zulke heerlyke belooningen voor onze deugdzaame yver beloofden, wat wisten wy oanozele lui van rechten, wy hadden de Prins maar lief, om dat onze Ouders ons verteld hadden, dat de voorgaande Prin» len, zo veel goed aan het Land gedaan hadden , maar wy wisten niet hoe of het deze Prins gemaakt had, dat moest jylui geweeten, en 'er ons niet aan gewaagt hebben, laat jylui ons onrechtveerdig geld verdienen, dat komt op je eigen confientie thuis. —■ Hoor Jannetje Schynfchoon , wy kennen mekaar van ouwer Datum, al je geteem is maar fut, ik kom met myn Geesje en zes Apostelen op jou dak, wantjy hebt ons helpen arm maaken , brave Godvrezende lui, en je zeit zelfs dat je daar onder hoort, laaten haar evenmensch riet van gebrek omkomen , en daar jy ons in het ongeluk gebragt hebt, moet jy het althans niet doen,— zie hoe of je 't met je Broertjes en Susjes maakt, wy moeten leven. - Neen, dan zyn de Patriotten Jan Stramme, andere Kerels, met die arme zielen uit Hat tem en Eiburg, leven ze als Broers. Wat let me of ik maak je heele Cabaal bekend, ik weet ook van wanten, en ais 'er geen mieten komen, zeg dan maar tegen Domine, dat ik het doen zal, of ik mag nooit geluk hebben, - wat fmeelde hy laatst noch op de Uiterfe, je hebt het zelfs ook gehoord Jannetje, "Die Soldaaten Mannentjes, die nieuwbakke ,, Patriotjes, met al 'er Vrykorpers , zullen noch voer onze ,, voeten komen kruipen, en onze iieve Vorst < m genade „ fmeeken, als zyn Hoogheid maar eens los geiaaten en ,, aan zich zelve overgegeven wordt, en order aan onze „ braave Militaire, die hem tog meest alle getrouw blyven, „ gelieft te geven, dan zullen ze verftrooit worden, ais „ Kaf voor de wind; en vlieden daar zeif geen vervolger K 3 „ is. =  ?o DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. „ is". Maar verdort het lykt 'er wel na , zy fjou- wen 'er immers maar alles door, wat ze hebben willen> en fchoppcn 'er Regeeiing, die 'er verdrukt, maar zó vlak voor 'ér agter kwartier dat het een aart het, en zo zullen ze vrees ik met dë Prins ook nog doen, en van vegten fprak hy, moers het is geen tateren , zo maar in dc nagt cp 'er Vyanden heen te (horren , en kies jan appel de boel tot drek te (chieten. Kom, kom, iaat de Prins zyn matten maar op rollen , en zich maar by zyn wegje neêr leggen, ik altars vertrap het om me weer voor Hem in gevaar te (teilen, ik lust geen blaauwe boonen , en evenwel moet 'er voor ons onderhoud gezorgt worden. — Alle brave lui daar ik van te vooren voor plag te werken en myn brood van had, zien me nou met de nek aan , zo dat al bekroop me al eens de" lust om weer aan 't werk te gaan, ik zou over al bot vangen, en daarom Jannetje Schynjchöón, eens zo goed a s duizend, 'er moet raad gefchaft; de Patriotten maaken ouder malkander wel een beurs, voor haar verarmde Broeders, om dat die door Dwingelanden verfchopt, verdrukt en arm gemaakt worden, en maaken zo dat ze niet van gebrek omkomen, doe jy lui ook zo, omtrent ons, die door jou Cabaal in de verfukkeling zyn geraakt, dan zal ik myn mond houwen, en zie wel toe dat je ons met geen blaauwe blommetjes zoekt te vre den te (leliën, want als we nou noch langer ons by ons wegje moesten gaan neerleggen en ons zaakie overgeven , zou de magere Man heel fchieiyk met onze knkebeenen fpeulen, en ftee'en voor joului plezier, daar heb ik een hekel aan ; je zou 'er mooglyk om laggen , als wy met één fptórigetjè van de leer uit de waere'd waaren,dan wasje ons kwyr. Nou dan zo als ik gezeit heb, we kennen van de wind niet leven , en de Raaven zulien ons geen brood brengen , daar hebben we 'r niet na gemaakt, ik ben dan in de verwsgting van uw dadelyke hulp en byftand. — Uw Dienaar. Jan Onweer. Brief van Jannetje Schynschoon aan Jan Onweer. Myn lieve Jan Baas! wat ben ik verfchrikt over uwe onbefcheidene Brief, zo elke fyllabe toond aan dat je noch dieri natuurlvk mensch bent. —  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 71 Ik wenschte om geen geld van de waereld dit Domire hem onder zyn oogen kreeg, de man z"u 'ei vee! mede te doen hebben, en de Vyand is al genoeg tegen Hem op de been. Gy begryp: niet dat de Vroomen veel te iyden en te ftryden hebben ; het fpyr me tot op de grond «an myn hart, dat gy onze weimeenende raad zo belasterd, we hadden het goede zo met je voor gehad , cu we hebben je nooit geraden je affaire zo geheel te veriaaren of te moeten verzuimen, trouwens ik meik ook uit je Brief, dat'er je eige Codiéntie 'er over in het aangezicht vliegt, je had voorzichtiger moeten zyn en gedacht hebben aan de woorden van den Apostel, die niet werkt zal ook niet eeten, ik moetje dan maar zeggen, dat ik niet anders doen kan, als je uit den grond van myn hart beklaagen, —— aan Dominé zal ik uwe ongelukkigen toefland bekend maaken, en iktwyfel niet, of hy zal u in zyn gebed indachtig zyn, en blyf daar dan maar op uitdiende en hoopende; wan. hoop toch niet aan de rechtvaardigheid van de zaak van onzen Teergeliefden, zyn Hoogheid beraad al met de pretenfe Staten die te Amersfooort vergaderen en met Mynheerer, de Staaten van Gelderland, hoe zy door macht van wapenende Patriotten zullen vernielen, en darzelver huizen en goederen onder hun en de yveraaren van uw foort zullen verdeelen, het zyn wel de goederen van uwe Landgnnooten, en de troepen, waardoor ze dood zullen gefl-igen worden, worden wel door hun betaald en moesten dus niet anders als a)!eea ter hunner verdeediging gebruikt worden, maar dat is nu de weg zo, o die Patriotten! het is een boos en ongeloovig volk, een volk dat alleen maar op het tydehke aast, ei om dat ze haare Vryheid en Rechten willen verdeedigen en (taande houden tegen haar Eminente Hoofd en zynen aanhang*, zvn ze een verkeerd en verdraait gefljgt, en om dat ze de vryheid van de drukpers blyven voorfpreeken en weldaadig en verdraagzaam zyn tegen alle gezindheden.die buiten deortodoxe Religie en Conftitutie zyn, is 'c een verhard Refflonftranrsj wat zeg ik, Arriaans vólk, onzeTeêrgeliefde, deGelderfe enAmersfoortfche Staaten. gaan dan ook hier tegen, naar hun ligt te werk, en zullen ze nog erger handelen a's de zooneh van Jacob met de Sicbemieten decden, zy zullen ze, na ze vermoord te hebben, uitplunderen en den roofdylen, zie daar dan myn lieve Jan Baas de grond van u en uwer Medemakkeren vertrouwen, ik twyfel niet of alle deeze drang-  6j de 'haagsche correspondent drangredenen zullen in ftaat wezen, om uw hart te verftcrken, en om u gemosdigt in deezen weg te doen berusten — tot 'er eens verandering komt! Uw tederminnenda Vriendin in onzen Teerbeminden Jannetje Schynschoon. Deeze twee Brieven zaten in een Couvert, dat aan myn Baas geaddresfeert was , binnen in het Couvert (tonden alleen deeze woorden : „ Waarde Broeder Gosse ! ik zend u hier twee Copyen, van Brieven, waaruit gy myne fukke„ lende toe (tand zult kunnen afneemen, ik bid u zulk (lig t, van menfchen , als die' Jan Onweer , eensin uwaanbid„ deiyk D ighkd wat te bemoedigenWant zy zullen zo met onze goede zaak plamotten, en zo veel vaii onze gehei„ men aan den dag brengen, dat 'er de alleen aarde en „ aardsgezinde Patriotten met regt de tanden aan zullen ftoo„ ten; ik heb ze u beiden willen zenden om ude zaak regt „ te doen begrypen, om 'er uwe bemoedigende vertroosting „ des te beter na te kunnen inrichten. Uwe liefhebbende „ Zuster in onzen Dierbaaren, Jannetje Schynschoon". Als me toch nu eens zo onbevooroordeeld zulk flag van Fyne befehouwd, moet men dan van zulke fchandvlekken voöt God et' menfchen geen affchrik krygen, en men kan toch riet teget:fpreeken , dat veel van die Oranje vroomen zö zyn', zy veroordeelen haar evenmensch onbarmhartig enwenftiidn hem de eeuwiae verdoemenis toe, daar zy by Dominéés van haar f >ort in de Kerken zitten te zuchten , dat 'er de zarken van kraaken; zyn zy geen oorzaak dat goede, bfttave eri oprech-e Vroomen . die die naam met recht door goede daden en hoedanigheden verdienen, door onkundige belasten en befpot worden, en maaken zy ze!f door haare fcnynhei1lige uithangborden de eerbiedwaardige Godsdienst njet balacheiyk? Kyk, ik ben ook een Prinsman, én ik ben hel moogiyk meest of alleen om dat dit myn belang mede brengt, maar ik word 'er koud van als ik 'er aan denk, niet zo zeei om dat dat volk haar eigen ziel en lichaam voor den duivei helpt, dat hebben ze verdient, maar om dat ze zo vee eenvoudige menfchen, door haar fyn bakkes en fernistigt woorden verlyden, en mede in haar verderf fleepen, de Justitie moest een wreede ftraf voor zulk uitfchot van 'i -.M^ikilyun nirrtpntfin. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopen 5i ri Stuiver iilrsrepeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. 62. jyjvn Baas heeft zeker voorleden week deeze eerstvolgende Brief in zyne Hof Courant om reden niet willen noch durven plaatfen. — Nu, dat is tot daar aan toe; en terwyl ik toen zo wat als Spion in 't Slicht omzworf, kon ik ze ook niet tot zyn voordeel in dit Weekblad voegen. Ik ben 'er evenwel wat opgefteld.dat ze wereldkundig wordt, voor eerst om dat ik ze zelf gefchreven heb, ten anderen om dat de Brief van Jan Schrik die 'er op volgt 'er zo veel als een vervolg op is. Klaas Momus. Og myn lieve Baas GOSSE ! Og, - nu legt het 'er toe; • 6 ,6,myn arme Baas! — myn arme Prinsje, — myn arrné Ariftocraten, — og, — ik ken niet tot bedaren komen, — zo kryg ik de tyding van dat miferabel, fehraal, vergiftig avondtradement, daar onze Prinsgezinde Soldaten een paar uurtjes van Uitert door een partytje Gewapende Burgers op zyn omhaalt, dat hun hooren en zien is vergaan. Myn lieve Baas, laat ik u die droevige historie eens verhalen, want uit uw .Krant van voorleden Zaturdag II. DEEL. li deJI  74 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. den ia Miy, zie ik zo klaar als den dag, dat de een of ander Uiterfe Deugeniet, zo als het kleine of hoerige Mcrtenfle, Broeder van den Rojen, u weer heeft bedroogen, — nu ik begryp klaar dat gy 'er zo wat lorrendrajery onder moet fmyten, en de Patriotten beliegen dat ge paers en blauw word, — wat dromvenker, zo ooit 't liegen u te pas kwam, 't was nu. Ik moet u dan zeggen, dat de Amersfoortfe Staaten, dat is te zeggen, zoon ftuk of agt van die braave Knaapen, cordaat genoeg geweest zyn, om te refolveren , eer dat ze maar een kriefeitje aan regt en geregtigheid zouden toegeven, tot vermindering van één hairbreedte van hun gewaand groot gezag , de Patriotten al den fantekraam den hals te breken, en hunne Uiterfe Medeburgers als honden te vermoorden; — men begreep, dat men maar een bloedigen Burger - Oorlog moest beginnen, -— en waarom niet ? — is 't niet beter eenige duizende menfchen te laten vermoorden en het Land te verwoesten, als te dulden dat men zyn zin en wil niet compleet krygt, en de Burgers geen vertrapte Slaven van zulke groote Heeren zouden zyn ? wet het lykt 'er niet na. Dog om maar voort te gaan, myn lieve Baas, — zo moet ik u zeggen dat de Amersfoortfe Heren hebben goedgevonden een Vyandlyken inval te doen, op het Territoir van Uitert , door het Regiment van den onvergelykelyken hm! hm! — onverwinlyken hm! hm! onfterfelyken Held, den Heer Graaf van Efferen , fchandelykergedagtenis!— en dit wel aan de Vaart; — jongen, Baas, wat waren die Soldaten vol couragie, krek a's hunne Officiers, —— overal waar ze maar kwamen, zeiden ze, dat ze nu die verdomde keezen gingen vermoorden ; — ik was 'er' ook by, want ik dogt myn hart ook eens aan dat Volk (SB  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 75 op te halen, en wel om dat ik 'er een goede buit dage te maken, want kyk de Officiers zeiden tegen 't Volk, — „ jongens, nu gaan wy op de Patriotten los, wat M zult ge een buit maken, de Officiers zullen wel goude en de Burgers wel zilvre Horlogies hebben ; „ ge moet maar niet bang zyn, want we zyn eens zo „ fterk als de Burgers, (want kyk, toe had Mynheer de Geer ons al laten weten,dat de Burgers opkwamen „ om het Dorp Vreesv/yk te bezetten, en hoe fterk zy „ waren,5 op de eerfre fchoot die wy doen gaan zy lo. pen als kwaade jongens, de Burgers hebben geen „ courafie." Dit hielp den beverden Soldaat nog zo wat op de been, offchoon de Officiers zelfs zig half bevuilden, uit vrees en uit overtuiging van hun confeientie, dat 'er niets woedender is, dan een getrapte Burger, die het Zwaard voor zyne Rechten opvat. Eindejyk hoorde ons Volk, compleet in order van Battaille Itaande, de Burgertjes omtrent een kwartier uur ver aankomen, (want zien kosten wy hen niet em den donker, ) toen begost het hart van onze Heeren Officieren een weinigie intekrimpen,en men zegt, dat van fommige toen de btoeken braaf begosten te zwellen, — ons Volkie had ook geen lust, om Orange bo. ven, of de Patriotten, na de die en die te roepen, — daar wierd geen kriefeltie meer gerept van ze tot Frikkedellen te zullen hakken, zo als men gedaan had, — men. begost te begrypen, dat de Uiterfe Burgertjes, zulke laffe Bioodaaarts niet waren, als men we! dagr, want dat zy fecuur wisten , dat wy hun met gereed vuur opwagten; — enfin, 't moest 'er nu me door, en zo dra zy op een halve Pistoolfchoot ons geraderd waren, gaven wy hun zonder L 3 boe  ?5 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. boe of ba te zeggen, of ver da te roepen, een Hagel- bui van Kogels op den hals, waar door'er een boel wierden gekwetst; - toe dagten wy niet anders te zullen hooren, dan: "loop Mannen, loop!" - dat zy hals over kop zouden vlugten, maar Ö Jemi, ójoofie, in plaats van dat. branden ze op ons Volk los, als baarlykeduivels, en fchreeuwden, "Sta, mannen, fta, nu als Helden, wy „ zullen die Moordadige Aanvallers, die Verraders, klop„ pen, dat ze van water of wind weten ;"— ge begrypt klaar myn lieve Baas, dat ik toen al in de floot was gefprongen, en 't is tien tegen een , dat ik nog leef, want de Soldaten bevuilde zig van bangigheid en fprongen met geheele risten me op het lyf; 6 myn lieve Baas, zulk een Neêrlaag is 'er noit meer gebeurd! de Officiers zo wel als Soldaten. fmeten alles aan een kant, om maar te vlugten, de weg was bezaaid met Spontons, Snaphanen, Trommels, Hoeden, Mutfen , Sabels, Ranfels, Pa- troontasfen , Rokken, Schoenen, &c. &c. &c. 'T was een deerlyk Schouwfpel om te zien, — De kloekmoedigen hadden nog even couragie, om vlugtende fommige doden en een paar Karren met gekwetfen te bergen, toen ze bemerkten, dat de avanceerende Burgers, na de eompleete Viaorie.te rug trokken , met een woord alles, , 't geheele Bataillon is van kop tot teen geruii eerd, alles is verloren, Wapenen, Begagie, Regiment - Cas, fat foen, eer, reputatie , moed, ó flag! 6 fhg! vat alle flrgen, Og onze Prins! onze Gelderfe et Amersfoortfe Staten! - ik ben net zo radeloos als zy ! Zyn dat nu die laffe Burgertjes, zyn dat nu dï< Soldaatje-fpeelders\ 't zyn gevleesde drommels die om ons vuur laggen; myn lieve Baas, og wat i H bidden mag, raad tog onze Prins en al ons Volkje af  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. '77 om 't met Militaire magt te probeeren , waarlyk, dat lukt nog minder als met Oproer, en nog een zoo'n Bat- taille, dan fterft ons Volk al van fcbrik, als ze maar een Burger zien. Adieu Baai! ik ben uw getrouwe Klaas Momus. Sinjeur G O SS El ]k ben zedert eenige dagen, dat die verèjerde U1T e r s e Burgers, het geheele Batailjon van den Graaf van E fferen, groter gedagrenis, zo hebben gehavend, dat 'er geen flenter van te regt is gekomen, zo van myn ftelaf.en zorazend.dat ik nog zelfs niet weet,of ik me van fpyr. voor myn kop wil fehieten , dan of ik maar gek wil worden, — kyk, ik ben zo wanhopig als of ik zelfs een Lid van de Amersfoortfe Staten was. Wie zou het ookoit hebben kunnen denken , dat een zaak zo verfoeterd flegt voor ons zou kunnen uitvallen, daarwy ons zulk een vast begrip hadden gemaakt, dat al dat excereceren en duiveljagen van de Burgers maar voddewetk was, en een befpotlyk Soldaatje [pelen; één Compagnie Soldaten, {zeide we, ) Jlaat al de Gewapende Burgers op de vlugt: zo fprak van Efferen ook, en nu, nu, paf, ik fh me zelfs voor de kop, — nu flaat eene Compagnie van die Gewapende Burgers zeven Compagnien Soldaten , dat ze zig van den Chef af, tot den jungfte Recruut bekwylenenbedryten! — Daar is nog iets voor ons op, maar jonge zwyg'er om de dood tog van ftil, want kwamen de henkerfche Patriotten 'er agter, dan waren we het hagje zo glad kwyt als een Seis. Ge weet, dat we alles hebben geprobeerd, om onzen L 3 Teder-  ?5 DE HAAGSCHE CORR E SPjOND'ENT. Tc-d erge liefden en zyne Geallieerde Ariftocraten 'er boven op ts helpen, Landverraat, Bukenlandfe Oorlogen, Oproeren, Omkopingen; en wat niet al meer, — dog geen Drommekaier heeft kunnen helpen, nu was 'er nos een, een eerig middeltie, en dat was een Burger-Bloed blad te beginnen : De Gecombineerde Gelderfe er Amersfoortfe Staten, moesten volgens de concurrentie mei onze TcdergeHefden, het Treur-Gordyn ophaalen, en eet inyafie doen op Stads territoir aan de Vaart, met eet 350 man Militairen; men wist, dat de Burgery zig die bri maar zo goedwillig niet op den neus zouden laten piakken — en dat dan misfchien een ioco Burgers zouden uittrek ken , — en wat dan ? — wel, dat het Volk van van Efferei 'er maar eene Hagelbui Kogels onder zoude jagen, en da men wel giste, dat die Burgertjes dan hals over kop zou den vlugten ; ■ wanneer men'er zo een yslykeflagtingon der gemaakt had, - daar meê lei dan al de moed ,— he Soldaatje Speelen zou gedaan zyn , — en men trok zomaa met kousfen eu Schoenen in de Stad; — Adieu Piero! adieu !> Dat de Graaf van Efferen pofitive oiders had , om d Burgers van Uitert verraderlyk op 't lyf te vallen, en 1 maslacreeren zo veel als hy 'er knippen kon, is klaar , nis alleen uit zyn gehouden gedrag,maar ook omdat hy, toei hyhoorde.dat de Burgers van Uitert inaanmarscii waren zittende in zyn Kamer by den Hospes op de de Brug t Jf/tphaas, zyn laars en kous uit trok, zyn geheime Ir fttuéf'e uit zyn zak haalde, die onder zyn voet verbergde en daar na wed -rom het een en ander aantrok. Geui Uil, die uit een boom word gefchoten, kan gek ter uit zyn ogen kyken, als onze Gelderfe en Amersfoortl Vrinden, — ze zien malkander zo vrolyk aan, of ze i fcrandneteJs hebben getast; — hier by komt dat ee  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ?g 20 Hufaren van den Ehyngraaf van Salm, vergezeld van 10 J.gers, een Corps Ruiters van ruim honderd man, van 'c Regiment van Tuil, te Zeist leggende, zo geklopt hebben, dat zy 'er verfcheiden van hebben neergefabeld, gevangen genomen, en de rest zo op de vlugt hebben geflagen, dat zy zig niet wisten te bergen : — dit een en ander maakt dat onze Militairen beginnen te ' rillen, of ze de koorts krygen, als ze de naam maar hooren van Patriot, Burger of Houzaar; —met een derde van de Manfchap Vriendlief, fkan ze onze lafhartige Schelmen, dat 'er geen leven meer gevonden word. Begryp nu eens , hoe veeg Utregt aan den dag leiden, zo (torn waren, en va'1 geei vriendelyke voorkoming dier geweldige middelen repten contrarie, dezelve allezints begunfhgden ? — Kyk zo Ho land hen dit vraagt, zuilen ze ftaan te gapen als een Exter die z'n verflikt, en dan zal het Aapie met Ezelsöore uit den mouw komen kyken. 20. Dat de Burgerye va Uitert die list zullen voorkomen, met die Staatsleden die hun met geweld zyn aangevallen, en hun b'oed bet ben geplengd ,als Vyanden op doodftraffe uit deStadvoc eeuwig te bannen. — Nu Gosse, zo deze list ons mi: lukt, dan hoop ik u in 't kort een paar honderd uurtje van hier te ontmoeten. Ik ben TAN SCHRIK. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopei >> ii Smiver iiirtrenpeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT, N°. 63. Lieve Baas GOSSE! "VV*at ben ik van de week verfchriklyk moeilyk op roe zelve geweesc, dat is niet om te zeggen; — gy plaatst, volgens uw gewoonte het gebeurde tusfchen een hoopjes van naulyks honderd Ruiters,in dienst der Amersfoortfche S:aten,en een troep van wel twintig Houfaren van Saim, geheel contrarie de waarheid, en dat neemen de Officieren van dat Corps u kwalyk, - en plaatfen daar: een Advertentie tegen, met belofte van een groote hoop ducaten, zo iemand een kriefeltje maar van 't geen ge in uw Courant hebt opgedeund, kan bewyzen, — en of dat nog niet genoeg was, doen ze daar een uitdaging by aan ons Krygsvolkie, daar we van hebben gerild als een vogelfchrik in een ftormwind; — wel foei, mag een rnensch, die het met 't Vaderland niet wel meent, dan langer geen woordje fpreken, of moeten de Patriotten lot de Soldaten incluis 'er den mond h Iteken, en ons de kaken met een handfpaak fluiten? — weten ze dan niet 5 dat wy, en principaal gy,alle kunstftreken moeten gebrwiII. deel. M ken 3  S2 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ken, om de «ervende courafie van onze Party nog een weinigje optebeuren? — nu dat zy zo. Maar tans lieve Baas, ben ik weer een kerel als een Olifant; - ik kan nu uit een andere trompet blaazen, en ftaaltjcs opfnyden van de dapperheid onzer Amersfoortfe en Seister Krygsbenden, daar ik alle de Officieren van Salm, en alle de Gemenen, Jagers, Houfaren, Pandouren en Hapfcheren uitdaag , om 'er maar het minde lettertje van tegen te fpreken; - luister. ' In de gepasfeerde week komt het piket Dragonders, met den Officier L. v.. H » aan het hoofd, langs een Buitenplaatsje aan de Oostbroekerlaan en de Biltftraat leggende, — ziet een tuinman bezig met harken, grypt vol couraQe zyn pistool, en roept onverfchrokken den Tuinman toe, „ wat ben je, blixem?" waarop de doodlyk verfchrikte arbeider antwoordde, „ een Tuinmar 9, Mynheer;" de Officier weer, „ dat vraag ik jt „, niet kaerel, ik vraag je 'of je een Patriot of een Prins „, gezinde bent ? - als je geen Prinsman bent, 'fchiet i! „ je door de kop!" — was dat niet regt couragieus,lievi jjaas o — en zulk een handelwys kan men tog ook nie -zeggen, dat brutaal, misdadig of een rust fchending zo zyn, want anders zouden de Heren Staten van Amersfoor dat niet gedogen,of klagen over mishandelingen vanTrou pen van Salm; - niet waar? — hoe welja, zy verjtaa het kunstje ook, om terwyl ze een ander goedsmoeds e onverhoeds den hals breken,met Crocodllle traanentekl; gen over onregt en beledigingen. Een twede Staakje van de Dragonderfe courafie en reg vaardighaid,- (kyk, dit had, eigentlyk gezegd, voor mo< ten gaan, want het is iets ouder van datum , dog dat z •ar nu niet op aankomen,~) een Piket Dragonders kwam :  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. «3 de ho'le Bik, en zag voor de Herberg een gezadeld Paard aangebonden ; terflond liet de Officier halt houden, uit gegronde vrees, dat het mogelyk een Houfaar was, en wat behoeft men zig en zyn gevolg in gevaar te dellen, — die Houfaren zyn niet gemakkelyk; — De Officier zond een Spion, die hy by zig had, daar na toe om te recognosceren , en deeze aan de Herberg komende, en eenige reizen het Paard bekeeken hebbende, zag dat het een Koopmans Paard was, aanftonds gaf hy het zein, en ook aan* ftonds vloog de Commandant met zyn Detachement met Pistool en Pallas in de vuist, als een Leeuw op het Paard toe, maakte het los, gaf het quartier, dewyl 't zig niet ter weer ftelde , en nam het gevangen ; dog dit was niet genoeg, zyn Genade vloog met het Pistool in de vuist, halverweg de deur van de Herberg in, eischte den eigenaar van het Paard met een donderende fiern op, en liet, dog lacie vrugteloos, het gantfe Huis doorzoeke, zonder hem te vinden ; — genoeg, het Paard was en bleef Krygsge- vangen, en men reed daar mee in Triumf weg! Ik vraag nu aan elk, of de beste Houfaren van Europa dit Stuk Heldhaftiger, zouden hebben kunnen uitvoeren. ik lag wat met die gekke reflexies, die men op dit geval maakt, dat een enkele Paardedief dit net zowel, en misfchien handiger had kunnen uitvoeren, als dit heele Detachement Dragonders, —- maar ik zet het al weer den besten Paardedief van het heele Land , om het eerlyker en min gevaarlyker uittevoeren als de Dragonders, —— een woord zo goed als duizend! ■ Nu kom ik tot het derde geval, en kyk, lieve Baas, zo ge ooit iets wonderbaarders, couragieufers, heldhaftiger, en moediger hebt gehoord, zo geef ik u het eerfte Paard, Ma dat  84 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. dat de Dragonders weer fteelen, (want kyk ik ben bun Makelaar geworden,) voor Honderd Daalders. Het Piket der Dragonders vol courafie, tog met veel beleid en voorzigtigheid, den nagt tusfchen Donderdag en Vrydag pasfato voortrydende, hoort in een Bos, naby Driebergen, eenig rumoer en geritfel; " Halt üig ter Dybel, es „ zyn der vervloegter Jagers von Salm'." • Ge kunt oegrvpen , myn lieve Baas, dat op dit woord van den Commandant het heele Piket regtsom keert u fpleede, en voortjoeg, dat 'er geen kyken na was, dog niet uH vrees, — dog niet uit vrees, ■ wel dat lykt 'er niet na, maar alleen om een verfterking uit de Infanterie tegaan halen, die ook knapjes 'er was;- men kwam weer, dog een k'ein liertje confus aan het Bof je, men hoorde als voren het geritfel, - men bezette het vol courafie,en — en - men maakte daar een allerhevigst vuur op, - pif, paf, pif paf, pof, "Geef u over, Schelr.en,of gy zyt allen dood!" Pif, paf, - Wel verdort die Jagers zyn tog asfuranteSchurken, ze'antwoorden niet; - cafuëel merkte men op , dat ze niet weerom fenoten, des begreep men, dat ze of allen dood, of allen gevlugt wa- ren; Bravo, de Tdumf was zeker, men zond een'fterk Detachement in het Bos om te Recognosfeeren, en toen vond men eenen op de plaats dood gefchoten, - twee wierden gevangen , en de vierde was het dode- lyk gevaar by tyds ontvlugt, de ontknoping van hef geval was dus, - Vier lompe Boere Kalveren, liepen ir dat Bos, — en hadden al die beweging veroorzaakt, waar door het ook alleen hunnen fcbuld is, dat'er een i: van doodgefchoten, en twee Krygsgevangen geraakt zyn; Wie drommel kan ook in den Nagt onderfcheid maken  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 2$ principaal in een Bos, tusfchen een Kalf van een Boer, of een Houfaar van Salm? of over dit geval weer een Krygsraad zal worden gefpannen, in welke de Commandant tegen de gevangene Kalveren zal worden geconfronteerd en beide op Articulen gehoord, weet ik nog niet zeker: maar dit word ook verzekerd, dat de kalveren min of meer in een hinde,laag zyn geposteerd geweest, en geen Werda hebben geroepen, des zy in een gelyk geval met den Dapperen Heer Graaf van Effeken zouden zyn, except, dat de laatfie het eerst op de Burgers heeft gevuurd, en de Kalveren in 't geheel op het Detachement Dragonders niet gevuurd hebben. Zie daar nu lieve Baas, of dit geen overtollige blyken en dugtige bewyzen zyn, dat onze Amersfoortfe Kiygs.uiden vol, tot overlopens toe vol, courafie zyr ; — en ik verzeker u, op het verkregen honneur van den Graaf van Bffet en, — en kyk dat is al een heele duuren Eed, —» dat wai t set al de Paarden van de Houfaren en Curasfiers van Salm (mits,maar de Houfaren en Cu asflers zelfsthui t yven,) het hart durven hebben, om in 't vlakke Veld tegen onze Amersfoortfe Armée op te dagen, ons Volk 'er als baarlyke duivels op zal invallen, en al die beesten zal gevangen nemen of in de pan hakken. Ik ben JAN DRAGONDERIUS FRISO. Iets uit de Prullemand van myn' Vriend JANUS. Was 'er iemand verblyd op de permisfie van Mynheer Janus tot zyn Prullemand, was ik het, — o pots dauzend flappermenten, ik fprorg wel zes voeten hoog, want ik dagt, zo a's het waar is, daar zal nog al zo wat uit te haaien zyn, wantby Pruilemaakers zyn nogal de beste Prullen te vinden. M 3 Vel-  Sö DE HAAGSCHE CORRESPONDENT» Volgens Adres gong ik, ik Klaas Momus, in perfoon naar den Uitgeever van Janus, en vroeg na de Prullemand,—— de man vroeg my heel ftaatig weerom, wat ik dan uit zyn Winkel begeerde? -— Niets Baas, zei ik, ik moet maar eens fnufielen in de Prullemand van myn Vriend Janus, ik heb daar toe permisfie, mits ik maar een foitje aan de Jonge betaal, en dat is wel tot zyn dienst. Hy bragt my dan by de Prullemand, daar ik iemand met een fchunnig pakje aan 't lyf zag ftaan, — ik dagt het de Drukkers Jonge te zyn, en duwde hem een kostelyke pil in de knokkels, (Want, om de waarheid te zeggen, het kan op myn Correspondent overfchieten, en als men in 't veenis, wat bruidons dan een turfje,) de fnaak nam't met blydfchap aan, en bedankte me; ik keek hem toen eens ter deeg aan, en zag dat het myn Vriend Janus zelfs Was; „ pots dauzend, (zo fchreeuwde ik luid op,) „, hoe beste Maat, hoe gy hier? en dat in zoo'n „ fmeerige gelapte Cabaai?" „Og, (antwoorde hy,) „ lieve Momus, gy kent me, — om een duit te verdienen, verander ik van kleedy zo dikwils 't te pas komt, dan „ moetik eens als Zedenmeester, dan ais Staatkundige, dan eens als Satiricus, dan eens als otnn'ts homo, dan weer „ eens als niemendal op het toneel komen; wat kan het me „ fcheelenof ik nu als de geleerde, hoogmagtige Wetgeever i, van alle Schry vers, Auteurs, Werken &c. &c. voorden „ dag fpring, en een gefchreeuw en gezwets van myn kunst „ riaak, of'er een paar doezyn Kwakzalvers aan 'tuitvén„ ten van hunne onfeilbaare middelen waren, — en kort „ daarop voor Drukkers-Jonge en Pakjes-Kruijer ageer? — „ Ik heb aljzo veel geprobeerd om een broodje te verdienen, „ en daarom, myn lieve Maat Momus * om de poen is't te „ doen."  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 87 Volgens permisfie gong ik aan'tfchommelen indePrulle- manrj; tneer dan een uur aan een ftuk hutfelde ik, de boel om, dog wat ik in de handen kreeg of niet, 't waren allemaal Nommers van Janus; — ikwierd verdrietig by me zelfs, en zei, zyn'er geen andere vodden in, dan fpyt het me tog van me vette fooi, die ik heb gegeven, — die heb ik al. Onder wyl trok me een oude Vent, die inde Winkel ftond, en die ik niet had gezien, by de mouw , die kaerel lagtedat hy fchudde, ikwierd boos, „Sinjeur, (zei hy,) ,, of Baas, overhaast u niet, om dat goedje te „ koopen, de vVaereld lagt 'er om, en om dat de Waereld „ zot genoeg is, om in niets betekenende of niets lerende „ klugtjes een genoegen te fcheppen, lag ik om die zotte „ Waereld: 't best is, dat die verwonderingen nier „ lang duren; — Janus is de Groene Ezel van Gellert ; „ en zyt ge tog begerig om veel te lezen en niets te we- „ ten, 't al te hooren bedisfelen en niets verbeteren, „ goed, heb dan maar geduld, men is thans niet gefchapen '„ om lang blind te zyn, en nog een maandje of twee, en „ Janus zal u in de hand vallen, voor twee ftuivers per pond „ zuit ge u voldaan vinden." Watwierdik boos op die oude fakkerolder, — ik zou hem haast by de lurven hebben gepakt, zoals Janus de regtfchapenfte lieden aanpakt, maar hy ontfnapte me. Ik gong al voort met fehommelen en hutfelen, tot dat ik na veel hobbens en tobbens 'er de volgende dingen nog uit haalde, als 1'. Een Arlequin's Kleedfeltje, zynde het Zondags- habiet van een Ouranoutang; gecomponeerd uit een curieus mengelmoes van lappen, die de gedaante hebben van nieuw laken, dog die dun afgefleten en opgeverfd zyn. a". Een Brief van een Boer, van dezen inhoud : Sur-  g% DE HAAGSCHE CORRESPONDENT Sinjeur Boekkeman. Myn Wyf heit laestlejen Vrydag uit Stie ien Boekje by je gekofr, daer ien prentje vor ftaet, — lk had aer gezeid, dat ze reis een Boekje vor me zou aenfchaffen ,daer me zo war van de Paetriotterye in kost leren, — en toe hebjyze dat blaedje met twie Koppen 'er op in de anden edouwt; — wel wat fhpperlement, dat zeid niks, — en 't is alles fout man , en dat zeid onze Koster ook, en die verftaei altoos de Schrift wel, - daer ftaet boven Janus, kyk, dat is ien miferaebele drukfout, want 't is klaer, dat el Judas mot wezen, — want de Koster zeid aok, dal »t iene laggende aenzigt prefect lykent op dat van Judas, toen hy ons Heer heit verraeden, en ,'t ander* kryt'ende Bakkes op dat van Judas, toen hy zig gong verhangen; - vat je 't meester? En uit 't gien ik 'er zo in heb gelezen, loof ik ook dat de naém van je blaedje mot wezen Judas, - et d:erom behoef je 't maer niet meer te' zenden, — ik mot mit gien Verraeders te doen hebben. Nu zo hoop ik heb je me verftaen. Ik ben uw Vrind AERT van SASSUM. N. B. De arme Roer zal wel beter leren, als i hem eens heb onderrigt. 3°. De inftructie, waar na Janus zig zal hebben t reguleren, benevens de ongemene Regten en Prerogati ven, welke hem zyn gegeven door Diogenes met d Lantaarn; dog dat fchoon fluk moet ik tot een vo. rronrlo hpfnaaren. Word sMrVeekelyks alömme by de meeste Boekverkopei  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. 64. Baas GOSSE! Wel Vrindje, wat zegt ge mi van de Historie? — gy hebt fecuur dien wereldfen moojen brief van onzen regte lieven Prins aan de Staten van Holland en West ■ Friesland gelezen, niet waar? — is dat niet een meesterftuk, —. is dat niet mannetaal ? — zo maar vlak voor de vuist weg den Oorlog te declareren aan zyne Heren en Meesters, — kyk, dat is een teken , dat hy abfolut Heer en Meester van de Republiek wil zyn,al zou de drommel om dekaersi dansfen, en de geheele fantekraam in de vinken vliegen, en om een lugtje raken : — kyk, ik durf vlak en vierkant uitzeggen, dat den Bisfchop Bar entje van Galen maar een prul van een ventje by hem is. Onze Schoolmeester, die zo geleerd — zo geleerd is, dat het nergens na gelykt, en zelfs alle de Krante leest, zeid, dat het een meesterftuk is, en dat 'er van zyn leven geen een oproerige of rebellerende Bey van Turkyen ,ftoater en mooijer ftuk heeft gepractifeerd als nu onze lieve Prins, — zo maar zonder complimenten, of hoe vaar je, te zeggen, „ al zyt gy myn Principaal, en hebt door II. o£ el, N „ Wet-  go DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. „ Wettige Refoluties my dat ontnomen, dat gy voor ' „ Land nadelig rekende, dat doet 'er niet toe, ik wil ' „ weerom hebben, of wy zullen eens wakker aan'cpluk • „ hairen gaan ," kaerels werk, en dat nog ' mooist van allen is, te zeggen, „ ik wil nog welzogoe „ en genadig zyn, dat ik weer in den Haag kom, en alle , weer ontvang, dat gy lieden my hebt afgenomen, mii „ (en kyk eens Baas wat een drommelfe groote mits d „ is O m'ts 'er een ^u'c °* v'er Leden van uwe Hoog „ Vergadering worden weggefchopt." Het is dan zulke puiks, puike taal', dat 'er geen weerg van is te vinden, — kyk, Willem de Twede, Maurit en Willem de Derde, hoe groote Helden dat ook geweei zyn, zyn ze nog maar prullen by onzen lieven Willem; die dagten maar eene Stad te overrompelen, of lieten ma; een Staatsman of war vermoorden, — maar onzen Nj meegfen Held bedreigt geheel Holland , ja de geheele R« publiek, en zeid maar rond uit, ,, ik wil Baas zyn, ; „ ftond de onderfte fteen boven." Het fpyt my maar, dat Zyne Teergeliefde Hoogheid c' Franfe flag 'er niet nog wat Kerker heeft overgeleid, e allergenadigst geëischt.dat die vier Heren, die hy meende (en al was 't 'er na eens een ftuk fes of agt geweest, ee meer of min zou tog de koop niet bederven,) moeste gekopaft en hem de hoofden toegezonden worden, om c de Muuren van Konftantinopel — ei ik wil zeggen Nin wegen, een jaar of zo wat te pronk te worden gefield, zie, dat zou 'er de fchrik wat meer hebben ondergebrag en het een zou 'er net zo wel zyn doorgegaan als het ande niet waar Baas ? —- maar wat zal ik 'er van zeggen, < Prins is tog een goede bolle ziel, die nooit een beerehu zal verkoopen, voor dat hy het beest gefchooteu jheeft. VJ  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 91 Kyk ik heb altyd gezeid, en ik zeg het nog en blyf'er by , dat onze lieve Prins een Souverain Opperheer is van '1 gsntfeLand, en van al de Staaten , want dat b'ykt immers werelds klaar uit al zyn doen, dat hy gedaan heeft en nog doet, en vooral uit zyn laatfte Declaratoir aan de Staaten van Holland; — wel, kom kom, wie wou me anders zo gek praaten, dat hy zulk een taal zou voeren, als hygeen compleei baas was, want dan zou het puur fchynen, dat hem de bolwurm (lak, of dat zyn herfens vermolfemd waren, ja dan verdiende hy, dat hy by ons op hetdurp in't gat wierdt gezet,net zo als ze voor een veertien daag Levi de Joodfcbe Slagter hebben gedaan, om dat hy brutaal was tegen 't Geregt; zou hy als hy geen heelemaa! Heer en Baas van Land, Staaten en al den bras was, durven Ziggen, ,, ik wil het zo en maar niet anders, fpyt uwe „ Refoluties en andere voddery;" en 'er dan bob by voegen, ,, die en die moeten de deur uit! "— Ik denk, Baas, dathy dan ook met zyn hoofdje uit knikkeren ging, want zyne Heeren en Meesters, zo ze 't waren, zouden zulke beestagtige brutaalheid dan niet verdraagen; zou myn knegt, als ik hem beknorde of bekeef, tegen me zeggen, „ Baas, ik wil wel weer pais maaken, en in uw huis koo„ men, mits conditie.dat ge zelfs u de deur laat uitzetten ;" zeg reis Baas Gosse, zou zulk een kaerel niet te viervoet na 't dolhuis moeten? — Wel ja zeker en wis. Weet ge, wat me ook onmanierlyk veel plaifiejr doet, dat is, dat onze lieve Prins de Staaten van Gelderland, Amersfoort, Vrieslanden Zeeland,, (dus drie en een halve Staaten te zamen,) zo ongedoopt in de Iuyers leid ; — we! werelds wat zyn die groote Hanfen gefopt; zy hebben 't eerst er mond geroerd, en over den arjjea Prins geklaagd en hem gefcholden, «kt'er een Christenmensen zyn hart zeer over N a dee,  92 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. dee, weet ge, toen in dien verbrusten Engelfchen Oorlog, dan kwam 'er eene Memorie van klagten in van Vriesland, dan een dito van Zeeland, dan weer een dito, dito van dit Amersfoortfe Staaten, die alle eenen maat floegen, en der PriDS afteekenden of ze hem voor de honden hadden gevon den, of hy nog grooter Landverraader was als Duc Dalf'. —> maar het zal die Heeren t'huis komen, dat durf ik hui verzeekeren ; — nu denken zy den Prins en de Militie t gebruiken, om het Volk klein en zich zelfs groot te maaken wel ik moet 'er om laggen dat myn buik fchud, de Prins bedient zig flegts van hen, zyne nu vermomde bil terfte vyanden, om eerst het Volk, en dan hen met fcoi pioenen te kastyden; — als ze maar uit die Declaratie va onzen lieven Prins aan Holland zyn heimelyk oogmerk ni< ontdekken, en hem afvillen, daar was onze Meestt aiog bang voor, dan was'tmooifte Orange fchepzelr in de geboorte geftorven. Zo als me gezeid en verzekerd is, heeft onze lieve Prii een almogend groot leger op de been, om in eens al deP triotten de huid over de ooren te haaien, en dat is maar vit Jiet best, dat lang talmen is goed in Staatsvergaderinger maar niet by Krygsoperatiën. Zeker weet ge al uit hoe veel man dat leger beftaat, ( hoe hy zal aanvallen en (lag leveren, maar of ge 't niet wi; ik zal 't u zeggen. LTS*T van de Armèe van Willem de Vykde. 3000 Oranje Requestranten en andere Roervinken, gefchi om het algemeen Oproer in Amfterdam aantevangei zynde verdeeld in twee Regimenten, en deeze in vi Batailjons, zynde 500 Moordenaars , ondw 't Commam van den Heer M.y.  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 93 500 Plunderaars, om zo wel de Huizen der Antipatriotten als die der Patriotten te plunderen, onder het Commando van den Heer M 500 Brandftigters, om hier en daar de Huizen der Koop. lieden en andere in brand te fteeken, onder het Commando van den Heer H k. 500, om als ligte Troepen het Oproer door de Stad alge- meen te maaken, en de voornaamfte Patriotten te mas- ft creëren , onder het Commando van den Heer van B...m. Wat Droes, wat Drommel! lieve Baas Gosse! daar kryg ik een tyding ! og was ik maar dood ! de Avant Guarde van onzen lieven, teêrgeliefden Prins is te Amfterdam geflagen, totaliter geflagen , het is gedaan met ons, met onzen Prins, met u, — Adieu, — nooit geen letter van my meer, ik gaa me zocito opknoo. pen, Adieu, — doe ook zo, dan behoeft de Beul geen geld aan ons te verdienen. Jan van Orange. Welke drommelfëdingen worden 'er nietuitgeftrooid.en dat om een wisfewasje, dat'er door de Amersfoortfe Staaten een party foldaaten en Burgers zyn vermoord! Na het hezen van het Rapport-, wegens de AtJie, voorgevallen by VREES WYK, op den 9 May, 1787. JEen koude een kille fchrik verftyfd myn jeugdig bloed, ö God zal Neerlands Vryheid fneven? Zal zy den jongjlen doodfnik geven, Vermoord door helsch verraad, vertrapt door's Dwinglands voet ? N 3 oGryze  94 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ê Gryze Myterftad, gedreigd, gefolterd Oord! 'k Foei al de rampen die u drukken , Zou uwen moed my niet verrukken t Vaak word het Maagdlyklied by Vryheids Troon gehoord. Getrouwe Burg'ren! die voor dier Pre Regten waakt, ff y zien hoe 't Heldenbloed der Vad'ren, Nog gudst en bruischt door zwellende adren, Een Vryheids heilig vuur in uwen boezem blaakt. Hoe beefde ik voor bet lot van Utregts Gryze Vest! Elk rollend uur deed de angften klimmen, Maar 't heil bloosde aan bewolkte kimmen, Trouw, Liefde en Heldendeugd woont in dit vry Gewest. Gy Eraave Heldenkring ! die hulp en byfland biedt Aan wreed verdrukte Landgenoten, 'k Hoor d' Eng'lenrey uw' roem vergroten, Daar de At'ma gt uw gedrag met heil gen wellust ziet. Beef fnoode Boosw 'gt ■' die uw eer uw pligt vergeet, Door helfche ondankbaarheid gedreven, Uw trouwjle Vrienden Jlaat naar 't leven , En bosijens voor den hals van uw Befchermersftr.eed, Is Vyfde fVillem dus van menschlykheid ontaard t Durft hy verwoed de Stalen klingen, Door 't hart zyns Meedeburgers dringen ? Is Vaderlandfche Trouw zyn haat, zyn afkeer waard ? Ramp •  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT..' 95 Xamptdfig Forst'gekweekt op Vryheids zagten fchoot, Geliefd, geftreeld door fiere Eet gen, Beef! vaak moest de Aard het bloed verzwelgen, 1 'a» Hem, die Vryheid in gevloekte kluisters floot. 'k Roerde eens de blyde Snaar met ongedwongen hand, Toen ik we! eer ( * ) u mogt begroeten, 'k O agt toen in u een Vriend te ontmoeten, Maar geenV er drukker van myn dier baar Vader land. Neen', laffe vleizugt heeft myn Dichtlier nooit g efnaard, Dat eer myn toonen eeuwig fmooren, Eer ik dien valfchen klank doe hooren, 'k Ben nooit van Friefche trouw ( * * ) aan Vlaandrens boord ontaard. Neen', 'k heb myn zwakke kunst aan 't Vaderlandgewyd, O VryheidS- mogt ik met uw rei jen, Weer de Eendrag t naar uw Tuin gelei jen, Zag 't zitgtend Neêrland zig van Burgertwist bevryd! Dan,blyft de Heerschzugt woên, geld, eed,noch wet, noch pligt. Welaan dan dappre Batavieren'. Schaar u by Vryheids Krygs Banieren, Dat nooit uw Heldenziel voor 't dondrend Moordtuig zwigt' 1 Te (*) Wanneer Z. H. te (Jardenburg was. (**) De Dichteres is in Friesland geboren, maar in StaatsVlaandsren opgevoed,  96 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Te rug ê Vorst, of beef voor lang getergden moed\ Eer gy ten Rykstroon ooit zult flappen, Strekke « V ontzielde Volk tot trappen, Daar de Aarde fchokt, geverfd met 'r vrye Burger* bloed. Deelt nooit uw koude ziel in Neêrlands angst enfmartt Hoorn, zie uw Krygsgenooten vlugten, Hoor den Gekwetften, kermen , zugten , Zie 't ftroomend bloed, en hoor dan de infpraak van uw hart f Bataven ! zoo 't geweld u ooit ten ftryde vergt, Dan ziet gy Vryheidsvuur herleven. Ja zelfs in Zuiglings lachjes zweven, Dan ziet g' hoe Dwinglandy zelfs teedre Maagden tergt. P. M. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers a i| Stuiver uitgegeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT, N°. 65. Si njeur Gosse! ]\5[yn naam is Piet recht voor de vuyst, en uit myn brief zult ge merken, dat myn denkenswyze met myn naam over een ftemt. — ik ben een Prinsman, maar een heele raare in myn foort, ik verfoei aile Oproeren, die 'er voor onzen Prins worden gefmeed en uitgevoerd, ja ibmtyds, vergeef myne openhartigheid , veracht ik zp\e uw dagpapief de Haagfche Crant, wanneer die met leugens en tegenftrydigheden gelardeerd is, gy zult op dit voornoemde, al heel 1'gt tegen my zeggen, „ ben je een haater van $a St. „ Nicolaas-, Goefche en Hoornfe Vrolykhetdjcs, en ook „ van myn dagpapier, als ik by or-e'uk me eens in het i, een of ander vergis, of als ik uit teè.hartighe.1 ten ,, misftapje van onze Party met de mantel der liefde bedek, ,, wel dan ben je een Patriot, een verzaker van de oude „ Conftitutie, een vyand van de orihodoxe Gereformeerde „ Religie, &c. &c." Wel lieve goeije Gosse! als Oproer , leugen en In Mr.en hfet moorddadig aanvallen op de Burgers, alleen d; Wapenen van de Prinfe Party moeten O ZVn#  9g DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. zyn, dan verfoei ik die Cabaal uuden grond van myn hart en als gy met den naam van Patriot bedoelt een man, die eerlyk denkt en handelt, die zyn Vaderland lief heeft, en die de Vryheden, welke aan deszelfs Inwoonders toe behooren , met zyn goed en bloed wil verdedigen, ja man dan ben ik zulk een Patriot. Maar waarom (zult gy zeggen,) noemt gy u dan een Prinsman? ■ Uitmede- lyden jongelief! ja - om dat ik geloof dat men de Prins by den neus heeft omgeleid, en hem flappen heeft doen begaan , die hy te onnozel was om te doorgronden; dan men moest de gronden eens opfpooren, waarom onze Prins zo onnozel is gebleven in het Welzyn van zyn Vaderland en Medeburgers, en als men dat zowel wist als ik, zou men het Varken niet by de ftaart, maar by de ooren pakken 5- je zult mooglyk zeggen weet jy dat dan zo net,uit myn zeiven niet Baas, maar uit een heel ander Canaai, je moet dan weeten dat myn Vader al Tuinman is geweest by de overledene Prinfes , de Moeder van onze Prins, en dat hy onze Prins van zyn wieg tot zyn mannelyke jaaren daagelyks gezien, en veel met hem gefprooken heeft, maar dat zou het' hem nog met doen, maar om dat hy ook al even als ik wat verder keek als zyn neus lang was, heeft hy ook veel gezien en gehoord, van de dingen hoe ons Land geregeerd wordt, en dat alles netjes in een Memorieboekje opgefchreven , dat ik na zyn dood in een hoek van de fpyskast gevonden heb , en zedett dat ik dat gelezen heb, ben ik uit melyjen een Prinsman geworden. In dit Memorieboekje flaat hoe den Hertog (die nu goddank al zyn verdiende loon heeft, en zo ik hoop noch beter zal krygen,) al by het leven van de ouwe Prinfes, den gebraaden haan gefpeeld heeft, hoe hy eerst het ver- trou-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 99 trouwen van de Prinfes beeft weeten'te winnen, en toen, dewyl hy zag dat de Ariftocratifche Party in de Regeering van ons Land zo alleraenfelyk veel voet gekregen had,met die knaapen geheuld heeft, en hy daarom by die Regerin. rjen.die zig nu het meest tegen de braave Burgeryë.i verzetten, en te vuur en te zwaard zoeken te vernielen, de groote Man wss, dien de Gemeente moest aanbidden, maar hy wist het wel met die klanten, en waar bet lieve geld dat de Ingezetenen met zweet en bloed by een fchraapte, tot het opbrengen van haar fchot en lot is gebleven , dat zullen die groote hanzen van Ariftocraaïen die toen al aan 't Boekje geweest zyn, wei weeten, den Hertog die zy toen met groote Hukken geld,en door hem een onbepaalde macht over de Militairen,die hy braaf met zyn Landslui aanvulde, en voor aanzienlyke Posten onder hun, zwaar geld in zyn zak ftak, op hun hand gekregen hadden, knokten zy plat dat hy onzen tegenwoordige,goet. je, bolle Prins, tot wiens Opvoeder zy hem aanftelden, voor een Soldaatje moest opbrengen, voor een wisfewasje van een Mannetje, dat van niets moest weeten, als van Prefenteerje Geweer, onderwyl zy haar naatje konden blyven naaijen, en hy 'er mee een vette brok van zou hebben, dat zy na de dood van de ouwe Prinfes noch Wel zo goed meende te doen, en daarom de Hertog Reprefentant van ons lieve klyne Prinsje maakten, toen was de baan klaar , toen kon men met volle recht zeggen, eenige groote Ariftocratifche Heeren en den Hertog regecren het gantfche Land, zy plaatften in alle aanzienlyke en gewichtige Posten van ons Land harre Creatuuren die van hun afhingen, en als men die groote Heeren en den Hertog maar te Vrind kon krygen, dan zat 'cr voor een LiLoarlinj noch wat op , mits dat men nair O 2 hun  ioo DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. hun pypen dansten, en van hunne konkelaryën zweeg of men flom geboorcn was, en zo men 'er maar eventjes de lugt van had, dat een man van verdienden, die een eerlyk hart bezat, om een ampt dat tot het directie of finanfiewezen van ons Land betrekking had, folüfiteerde, ja wel dan was het aapekool, dan fpeet het myn Heer den Hertog, of de Ariftocratifche Heeren bitter, zo zy voor gaven, dan hadden zy 'er daags te vooren eerst over gedisponeerd, en zo myn Heer een dagje vroeger gekomen was, dan zou myn Heer zeker in aanmerking gekomen zyn, en al zulke foefjes meer a's zy dan de goede, braave en verftandige Inboorling met veel Complimenten op den mouw fpelden, die juist tot zodanig een post gefchikt zou zyn geweest, en wat was dan doorgaands hunne voorgetrokke Lieveling? Een Vreemdeling, een^«ron ton Nergenshaufen, die het ftof van hunne voeten likte, om zyn magere buik met vette Hollandfche brokken te mesten: die, na maate het zyn post meê bragt, ook den •voet op de vrye halzen der Ingezeetenen zette, en ze tot op het bloed toe uitzoog; hier had myn Vader in zyn Memorie boekje verfcheide voorvallen van zulke Vreemdelingen nader omfchreeven, maar ik voel dat ik 'er rood van in myn aangezicht word, en dat ik niet weet wie ik meer zal verachten, den Burger, die zich zo liet trappen, QiisxfVolfen* butlers Gebroedfel, dat hun den keel togbond, êndaaroni zal ik die historietjes maar overflaan, en myn uittrekfel uit myn Vaders Memorie boekje vervolgen. — Ons bolle Prinsje moest dan na het Plan van de Aristocratifche Heeren en den Hertog, in alle Onkunde, en alle Vermaakelykheden opgevoed worden, of zo Hy al in een of at der Kunst of Wetenfchap onderwezen wierd , moest daar in althans niets voorkomen van Liefde voor zyn Vaderland of Medeburgers', of dat  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. :oi dat eenige betrekking op de onontbeerlyke Rechten van een vry Voik had , vooraf niet in het geen hem eenig licht in de toenmalige beft.ering van ons lieve Vaderland kon geeven: de Kryestucht, ja dat was het Popje Waar mee hy mogt fpeelen.en waar om dat? Om hem in te prenten datby mee de Jnwooneren van eene vrye Republiek mogt leeven als met een Regiment Soldaaten, die hy , wanneer zy by hem om hunne R-.chten kwamen, willekeurig koi: laaien priegelen, of wanneer zy hem het hoofd wat warm maakten , kon laten harkebuzeeren, (denk maar eens, lieve Gosfe! om Hattem en Eiburg !) — Om den toekomenden Stadhouder regt heet op de Soldatery te maaken, moest 'er nu en dan een Camperaentje, een Spiegelgevegtje wezen, dat was Liefhebbery, daar wierden fchatten aan vermorst, omdenPrn.s daardoor in eene geduurige nuiteiooze bezigheid te houden, terwyl de Aristocraten de plannen van haare algemeene overheerfching al vaster en va.ster beklonken, zodat het Land geen fchaduw van vryheid meer behield ; die de waare Volks-Reprefentanten behoorden te zyn, die van rechts wegen de eerfte Collegiën in de directie van ons Vaderland moesten uitmaaken.ende eerfte plaatfen in dehooge Vergaderingen, als Reprefentanten der Burgeryen, moesten bekleedenwierden nu in plaats van vry en naar het genoegen der inwoners,op indirekte en onwettige wyzen, door deAristocratifehe Cabaalen en Familie-Regeeringen, al bekleeden die Cabaalen ook eene wezenlyk mindere waardigheid in Lands- of Stads-Directièu, naar hun genoegen, tegen d n zin en het belang der Burgery, met Lieden aan haar vau Familie wegen verpligt, of om andere reden aan haar verbonden, aangevuld, —'s Lands Marine wierd verwaarloosd, — eene bynaongtftoorde vrede en flaapziekte der Burgeryen li :t haar de handen ruim om te handelen 20 als zy wilden, dif ging zo voort tot de Prins meerderjaarig wierd, de Piins mogt vooral niet wyzer worden in het Directie wezen van uns Land, daar moest een huismiddeltje voor gepraktifeerd, de beruchte Acte van Confulentfchap tusfeben den Prins en den Herrog , waar by de Prins z:ch blindelings aan den raad van den Hertog verbond, was de gepastfte Machine die'er feedagt kon worden; toen die beklonken was, kon alles weer gaan als vooren; den Hertog en eenige Aristocratifche hoofden waren het fpil waar alles op draaide; en de Prins liep om de rand es zonder inzigt of eenlg verder deel aan da  ioi DEH;AA GSCHE CORRESPONDENT. Beftiering te hebben als machinaal, waar hy niet buiten kou blyven; zyne oogen wierden door eenen ydelen glans van klatergoud verblind; — by zyne Huldiging als Stadhouder en by andere gelegenheden wierd hy, door zyne innerlykfte vyanden (de Aristocraten) op eene ftaatkundige wyze mee alle eer en luister ontvangen; 'er moesten kostbaare Illuminatiën, heerlyke Maaltyden, om hem zogenaamd te vereeren, aangerecht worden ; deStadhouder kwam nu en dan zich inde Vergaderingen, wanneer'er niets wezenlyks verricht wierd, vertoonen; de Prins wierd niet dan door vlyers en va'fcbe raadslieden, die alleen hun eigen belang onder 't oog hadden, omringd, en zo verliepen 'er etlyke jaaren, tot eindelyk de Prins 't een of ander voor den dag bragt, dat de Aristocratifche Party deed vermoeden of de Hertog den Prins wyzer begon te maaken, dan zy hem wenschte, waar uit eene algemeene vreze voor en haat tegen den Hertog ontftond, en zyne voorige grootfte vrienden begonden nu zyne ergfte vyanden te worden, en waren de eerften die hem by de Burgeryen als het gevaarlykfte Meubel voor de Republiek begoDden uit te maaken, waar door zy de oogen der Ingezeetenen verblindden; — 'er waren geheime affpraaken en Jnftrumenten tusfehen den Prins en den Hertog voorgevallen, hy moest het Land uit, dat zy ook met behulp der Volkstem gedaan kregen ; 'er moest, om geen argwaan op hun te krygen, en om den Prins van magt te berooven om hun niet te kunnen fnuiken, een algemeene Volkshaat tegen den Prins aangeftookt worden ; hunne woorden waren zo het fcheen welmeenend ; na den Prins de onwettige magt, welke hy door flinkfe wegen of door verblerdmg on'' zer Voorvaderen verkregen had, ontnomen zoude zyn, zouden zy ook van der Burgeren Voorrechten, van dewelke zy onwettig gebpuik gemaakt hadden, afftanddoen; het gelukte haar, de Prins wierd vernederd , etlyke onwettig verkregene waardigheden wierden hem ontnomen, en hy wierd de aanfluiting der welgezetendften onder de Natie ; de Prins bieef zich aan zyne vlyende Raadslieden houden, die hem in de vooroordeelen tegen de Natie, we.ke hem van zyne' jeugd ingefcherpt waren, bevestigden ; geen welmeemnde' Vaderlandfche raad kon tot hem door dringen ; zyne Hovelingen fpraken van niets anders dan van de Beledigingen, welke hem wierden aangedaan ,en door deezen maalflrocm weggcfleept, handelde hy bitter tegen zyne weldoend-,rs, tegen  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 103 tegen Zyne Medeburgeren; alles een recht kolfje naar der Aristocratifche Heeren haar hand; de publieke Gefchritten fchi derden door haar canblaazing den Prins af als een Landverraader en het uitvaagfei van alle Booswichten, de Prins wierd hier door en door de vlyeryen en opflookingen zyrcer Raadslieden, uit gebrek aan genoegzaam doorzicht, hoofdig, deed (tappen welke tot in het Jaatfte nageflagtzyn Huis met fchande zullen bedekken; —— de Prins nu dusdanig vernederd zynde, begonden de Burgeren by hunne Regenten met billykeAdreslen, om de Regten en Privilegiën, welke deeze groote Heeren zich van tyd tot tyd op onbilJyke wyzen hadden aangetrokken en toegeëigend, na hun gegeeven woord te verzoeken ,maar toen begon de aap eerst regt uit den mouw te kyken, toen waren de goede Burgeryen, die zy den Prins hadden doen vernederen om hun zelve des te grooter te maaken , Rebellen, Oproermaakers. zy wierden kwanswys tot een dekmantel voor hun fchar.de en om dat zy de regtmaatige woede der weldenkende Ingezeetenen vreesden, Prinsgezind,en zette de weinige overgebleevere Prinsgezinden, grootendeels uit het gemeen der Burgeryen beftaande, aan tot dadelyke Oproeren, Plunderingen en aanfpanningen tegen de Braaffte Patriotten, degruwelykfte geweldadigheden wierden op aanhitftng vanzommige laage belangzoekende Prinsgezinde Regenten en eigen grootheid zoekende Aristocraten aangericht, en ons lieve Vaderland wierd door onderlinge verdeeldheden tot op den oever van zyn ondergang gebragt. — Terwyl nu de Prins, uit gebrek aan doorzicht en door kwaade raad van Vlyers, doof en weigerachtig blyft voor alle welmeende raad tot herftel van de Republiek. Zyn aanhang uit blinde yver door aanhitfing der Grooten voort gaat met Oproerigheden te ftigten. De Aristocraten wroeten om met hand en tand haare eigen grootheid te bewaaren , en de Braaffte Patriotten blyven aanhouden op de berftelling hunner Rechten en Privilegiën, en den onzinnigen hoop, die zich ook Patriotten noemen, mede fchreeuwen om Vryheid, waar zy de fchaduw niet eens van kennen. Zie daar Gosse een uittrekfel uit myns Vaders Memorie boekje van vroegere en latere tyden. ■ Zo was het gefield by zyn overlyden, maar zag myn oude man nu eens hoe de boeken (tonden, hoe die verf jerde Huichelaars van Ariftocraten den mantel verhangen fcebben, en voor de Prics als voor het beest met zeven hoofden '  jo4 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. hoofden neervallen en in het (tof kruipen, en boe of dé Prins nu noch meer door al zulke valfche eerbewyzingen a's een ontembaar dier voort holt, en aan het hoofd; van zyne bloeddorflige Krygsknegten, en een drom van allerly verfchriklyk moordtuig gereed (laat, om zyne Weldoeners zyne Medeburgers te vermoorden ; — het is om 'er by te fcbreijen, myn Vader zei my dikvvils, ,, ja, „ hy was al van zyn jeugd afaan een bedorven kintje, dasr niet veel goeds van te maaken was," en dat blykt nu ook van agteren dat waar is, maar vervloekt moeten ze zyn tot in 'er na gedacht, die oorzaak van zyn verderf en de ramfpoed van het Vaderland geweest zyn. — De Brave Staaten van Holland, moesten maar eens op dé minst kostbaare wyze een Commisfieaandellen, dat die ouwe Regeerings en Directieboeken eens na keek ,en onderzocht Collegie voor Collegie.dan zou de Natie eens zien hoe men met de beftiering van ons Land en deonnoemelyke Schatten die de goede Burgeryën hebben moeten op brengen, heeft Tondgefprongen , 'er zouden dan een meenigte van die Groothanzen 'in de kaars vliegen, ja als men 'er maar aan begon zouden veelen maar heel dilletjes'er matten oprollen, en met de Noorderzon verbuizen, uit vreeze om niet een voer korter gemaakt ie worden; - en bleef de Prins dan nog even koppig, en wou hy niet toegeven of mede werken, weg 'er dan maar meê. — maar wou hy zich iaaten vinden, goed , dan hem onder b'illyke bepaalingen weder herdeld en eerlyke Raadsliedentoegevoegd, de Burgeryën in haare Wettige Regten en Privi. Je-gien ,met behoorlyke invloed op net Regeerirs Bede! bevestigt, en de Regenten met die behoonyke macht voorzien, waar mede zv als Reprefentanten van een Vrvvolk, de Wel ■ v ard en B'-oe'i vanditanderzmtszo zeer gezegend Vaderland korden bewerken; - Wekeze^en ons hoop ik den Almachtigen God noch eens zal verleenen. Uw Dienaar PIET REGT VOOR DE VüYST. Word s'Weckelyks alörnme by de meeste Boekverkoper» a ii Stuiver uitgegeeven.  D E H A A G S C H E CORRESPONDENT, N*. 66. Myn Lieve Sinjeur GOSSE! Og wat ben ik bly.dat gy zo veel ophef hebt gemaakt * van het tekenen en inleveren der Oranje. Requesten in de Steden en op het platte Land van Holland; — maar Baasje gy moest 'er zo wat naauwkeuriger van gefproken hebben i weetge, ik meen wat 'er zig al zo heeft toegedragen by het tekenen; maar mooglyk is u dat nog onbekend , kom dan zal ik 'er u eens wat van opdisfchen, met bede, van het cito, cito, cito in uw Krant te plaatfen. Naulyks was hier in Delft de tyding gekomen van de Amfterdamfe en Rotterdamfe Eclips onder de Regenten, of de Confcientie van onze Meerderheid in de Vroedfchap begon te trillen als een Lafarusklap; een gerugt, dat het Vaderlands Genoodfehap voorneemens was, eenige Heeren alhier dezelfde tombade te laten doen, met adfiltentie van een party Rotterdammers en van het platte Land, veroorzaakte zulke benaauwdheid onder die Klanten, dat ze naulyks konden flikken of adem halen; goede raad was duur; het enigst was, het Oranje-Corps in den arm te nemen; — II. DEEL. P «•*  ,06 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. de Beftuurders van dat Corps, de overgegevendfte Snaken van de wereld wierden opgeruid, om een Adres N.B. aan de Regering te vervaardigen, waar van de inhoud u bekend is. 't Slimst was maar, om de Volkitem te verkrygen ; *maar waar weet de drommel geen kans toe? in het eerfte moment tekende niemand anders dan de Leden van de Sociëteit,die den Titel voert, de Opregte Vaderlandfe Sociëteit, voor Vryheid en Godsdienst, een Titel, die haar zo wel toekomt, als die van Land- en Burgervaders aan de Gelderfe of Amersfoortfe Staten ,of die van Handhaver der Vryheid aan Willem de Vyfde, en met deze tekenden ook de Leden van 't Oranje - Corps, 't welk zo een pot nat met malkander is. Maar die rommelzo van afgewaaid goed kon tog nog de Volkftem op geen voeten en vademen na uitmaken; men moest dus een middel zoeken den aanhang te vergroten, ten dien einde bepaalde men de Plaatfen, alwaar men dit Request zou kunnen tekenen, in drie onderfchetden Huizen, als in de Oranje-Sociëteit, by Johan Hendrikzee, en by Steenbergen,K'eermaker op 't oude Delft,Lieden zo braaf, dat 'er misfchien in 25 Jaar geen eerlyker zyn opgeknoopt. Daar nu , zo als gy weet, Baas, onze Party een gruwel heeft, om de lieden door fliukfche wegen tot Tekenen van Requesten of Adresfen overtehaalen, dewyl wy begry pen, dat niemand behoort of vermag te tekenen dan uit eigen beweging of overtuiging, dat het begeerde goed, deugdzaam , en voor bet algemeen belang dïenftig is, zo wierd 'er maar bepaald en alom verfpreid, dat elk die ons Request wilde tekenen tot een fooi of belooning zou krygen een festhalf of een paar dubbeltjes, en een. lekker foopje Orange- feran-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 107 brandewyn, gelyk ook gefchied is; dit was nu niet om het Volk te lokken en overtehaalen om iets te tekenen, daar ze zo veel van wisten als onze Prins cum fuis van Regt en Geregtigheid, want dan had men 'er maar een halve Huiver of een oortje op behoeven te zetten, wanneer'er nog de meesten van de Tekenaars happig na toe zouden zyn gevlogen,— maar het was maar, opdat 'er uit zou blyken, hoe de meer. derheid van onze Vroedfchap niets fpaart, om onzen lieven Prins op het Vaderland te doen triumfeeren, en zou- den zy.die daar zie! en zaligheid by opzetten, op een party festhalven en foopjes zien ? Malligheid. Daar zyn onder de Tekenaars nog al een enkelde, die men niet onder het flimfte fchuim kan tellen, nogthans, zo als ik alree heb verhaald, is 'er geen een onder die allen, die het uit een vui! eigenbelang heeft getekend, zo als uit een voor allen kan blyken, dat een zekere Schipper van hier op Amfterdam (die de eer heeft als Makehar, volgens gerugten, een zekere Secretaris, eertyds Vroedfchap, aan eenige du!zende te hebben geholpen, om dien waardigen man te fauveeren voor het maaken van een enorm bankroet) niet anders voor de moeite van 't Request te tekenen en andere djenften heeft verzogt, dan flegts het verhoogen derVragt- loonen van zyn Veer; is zulk een bagatelletje niet een klaar teken, dat- de Heeren Tekenaars alleronbaatzugtigst en uit puure liefde voor Orange getekend hebben? De Patriotten baas roeren de mond onmanieriyk over die fnaaken , als het ergfte vee, dat 'er bekend is ; — dog het best van allen is , dat, wy ze de mond kunnen floppen ; — zyn Alejohan Hendrikzee en Steenbergen geen knapps. lieden? is den eerden niet heel Godsdie: iftig ? en weet 'er iemand iets anders op hem te zeggen , dan dat hy zig met de vroului te buiten gaat en aan den drank is ? -— en wat is P a se*  jat DE HAAGSCHE CORRESPONDENT.' »er ooit tegen onzen Vriend Steenbergen ingebragt ? js 't niet een man zo zoet als koek en zo zagt als boter, die alles voor zyn eventnensch over heeft, zyn vrouw en dogters niet uitgezonderd, waar van de Heer Beef tingit kan getuigen : — Kyk men moet onmanierlyk aan het aardfe Verlogend zyn, om 't voorbeeld van zulken man te volgen. De andere Tekenaars zyn over 't generaal wel zo prompt niet, dewyl 'er ook een party geriefelyke Meifies onder zyn, gelyk onder andere drie zeer bekende yan het vuilfte foort uit de Wollteeg, Armebedeelders, &c. &c. &c. maar Vrindlief, men moest het getal hebben ; en dit niet genoegzaam zynde, preste men niet fkgts de Boeren tot tekenen, maar de lyst der Tekenaren wierd confiderabel vergroot door een party kinderen, welker handjes men tusfen de knuisten nam, om 'er een naam me te krasfen; — wat een groote eer voor die klyne Kabauters, zy kunnen naderhand roemen, dat ze nog aan de borst liggende, alree Requesten voor onze lieve Prins hebben getekend. ' Sommige van onze Vrinden draagen 'er onmanierlyk roem op , dat ze vier- vyf en fesmaal getekend hebben; — men ziet 'er tog de iever uit, om maar veel namen onder het Request te krygen, want de Volkftem moest 'er zyn, Vrindje 1 — zo is het ook gegaan op andere Plaatfen. Alles is by het tekenen wonderlyk geregeld toegegaan , klyne wisfewaslïes uitgezonderd, als onder anderen, dat toen men bezig was met het tekenen van 't Request, ten Huize van onzen Vrind Steenbergen, men aldaar uit de Winkel een ft uk beste Oost-Indife Sits heeft gefloten, en foortgelyke bagatellen, daar 't niet de moeite waard is, pm van te fpreken. fets is'er nog gebeurd, dat ik u nog moet verhalen, en dat  DE HAAGSCHE CO.RRESPONDENT. 109 dat hoe ftil 't word gehouden waar is, — ge kunt het Vrind Gosse gerust in uw Krant plaatfen, want het is egter; dan al het geen gy in jaar en dag aan de Natie hebt verteld. De Prefident Burgemeester Rraayvanger ftelde in Burgemeester Kamer voor, (gy kent den goeden man, men zegt dat al zyn verftand in de Kuif van zyn Pruik zit,) of het niet best was, dat de Wagt wierd vermeerderd, zo óm de veiligheid te bewaren, als om de Vyand.namentlyk de Patriotten» wanneer zy eens de Stad wilden inmarfcheren , te verjagen? — dit wierd terftond goedgekeurd door de Heren Alderwaereld en de Roo van Refenburg, maar de Heer van der Burgh beantv/oorde alles met een grirnag, — die man houd niet van tegen zyn fchim te vegten. Men denkt, dat tot dit voorftel de volgende aarmerke'yke gebeurtenis oorzaak heeft gegeven. Op den donderdag morgen, toen dit voorftel is ge. daan, waren de Poorten later als naar gewoonte geflooten gebleven, waar door het gebeurde, dat voor de Poorten wierden geopend, aan de Oosrpoord wierd gefcheld, — de Portier, die zekerlyk ftrikte orders moet ontvangen hebben, vroeg wie is daar? — 'er wierd geantwoord, ik, — zy* ge alleen vroeg de Portier weder? — Neen, was '1 antwoord, ik heb 'er 40Q by me, —■ Dan doe ik niet open zei den ander; — en liep toe terftond na het Stadhuis, en gaf verflag van zyn ontmoeting; de Hoofdman, die met dat al tog maar een Patriot is, ftond in beraad, om daar van kennis te geven -aan den Prefident Burgemeester, maar voorzag terftond, dat daar uit een P 3 &  103 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. a'lann zou ontdaan, waarom hy verkoos met een fterk Detachement te gaan zien, wie en wat voor Volk het was: men opende de poort — en — ziet daar ftond voor — een — fchaapherder — met — circa — 400 — fchapen Wil welke hy, daar *t Donderdag en dus alhier Marktdag is, moest te markt brengen: was de Hoofdman niet kloek genoeg geweest om eerst de zaak te onderzoeken, dan was fecuur de geheele Schutterye in de wapens gekomen, en dan hadden we onze aloude naam van Kalverfchieters kunnen veranderen in Schaapefchieters. Wy hebben hier alles gepraktifeerd, dat maar mogelyk is, om Oproer te verwekken , wy wouden zo graag een Goesftaam Treurfpel hier openen envertoonen, maar 't fchynt hier de Drommel nog zo niet meêwerkt als wel e]d3rSt waar't by toekomt, dat weet ik niet, want, aan de meerderheid van onze Regeering hapert 't niet, » 'tis jammer, daar zyn hier nog onmanierlyk veel Keezen, — en die dit en dats kinders hebben twintigmaal zo veel. courafie als onze Orange-luidjes. Gy hebt wel eens gekermd, Baasje, over Utregt, dat de Burgerye daar zo wierd afgemat door togten en wagten en verarmd door verzuimen, —maar als ik 't eins in'tfecreet mag zeggen, dog houd het voor u , wy worden hier in Belft nu niet minder getravaljeerd, wagten moeten 'er optrekken, zo groot, zo onmanierlyk groot, dat de Burgerye 'er van kaakhalst of ze zig verflikt heeft, - Patrouille op Patrouille word 'er NB. binnen de Stad uitgezonden, pm te zten, of de Auxiliairen op aanmarsch zyn; —het ergfte is maar, dat het de Patriotten nog niet verveelt, maar wel onze Vrienden, de Orange luidjes, want die zyn we) best t  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, in best, om zig onder en by het tekenen van Orange-Requesten te bezuipen, en om zo wat te plunderen en Orarge boven te fchreeuwen, maar niet om bataaffe dienften te doen: Maar met dit al, is het zeker, dat het een onoverkome'yke fchade aan den gemeenen man toebrengt, wyl ik zo net kan berekenen, flat door dat wagthouden en al die ardere moleitaties alle dag onder den gemeenen man tagtig maal vyf ftuivers word verzuimd. Nu Broertje dit tot uwGouverno. Ik ben Jan Delvenaar. Mynheer GOSSE! Zie eens, hoe droevig ons Prinsje word vera*gt, en dat zelfs in Gelderland, — men zou zig zelfs voor de kop flaan; ik word razend, want ik zie klaar dat Duc Dalf * nog Flips Koning van Spanje, zo algemeen niet gehaat is, als onze lieve Willem de Vyfde; Het Vaarfie, dat hier onder flaat word alöm in Gelderland en Overysfel geftrooid. Aan WILLEM den VYFDENl Ga weg gevloekte Burgerpest! Ga weg uit dit ons Vry gewest! Durft gy met Jlrafhare Aterlingen, De Vryheid van dit Land befpringent  U2 DE HAAGSCHE COR(R E.SP ONDÉNÏ. Gy Monfter, dat met Gelderland , En andere Moor der s famenfpant, Om onze Vryheid neer te floten! Voorzie uw val — dien van uw Loten! Vervolg den Burger ! — maak u fterk\ Wy Belden ftaan voor Land en Kerk! En eer wy uwe trotsheid vrezen, Zal elk van ons een BRUTUS wezen ! NlCOLAUS GEL DER IANU3. Word 8'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers \ \\ Stuiver uitgegeeven.  D E HAAGSC HE CORRESPONDENT. N°. 67. Sinjeur GOSSE! Jk heb weer eens aardig gedroomd; Jongen, gê zult me zoo'n plaifier doen, als ge dien droom eens in uw Krant plaatst, want al zyn op droomenzo veel ftaat te maaien als op de bezwooren getrouwheid van onzen Teêrgeliefden, of op uw eerlykheid, dat doet 'er niet toe; myri droomen grypen zo nu en dan het verken net by de ooren. De loflyke en hoogstpryslyke toerustingen tot een wenschlyken Burger-Oorlog, om tot herftelling van de rust en eens. gezindheid, als ook den bloei en welvaart des Lands, de Burgers den hals aftefteeken, de Steden te verwoesten, efl *tLand om te keeren, (een werk, zo voortrcflyk , dat het alleen voor onzen Teêrgeliefden met andere Dwingelanden" gefpaart fchynt,) hebben my zo wat aan 't mymeren gemaakt, en dan droom ik 'er van dat het een aart heeft. Ik zag dan een heel groote Tuin, net zo als onzeHollandfcheTuin word afgebeeld, en in 't midden van die Tuin lei een wereldfe groote mooije Leeuw : het dier leek oud, maai' nog vol vuur en kragt, — het Volk, dat in die Tuin was, zag'er zo wakker en heldhaftig uit, dat ik wel zag, dat ze? II. DEEt. Q vaat  j;4 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. v*n fesfen klaar waren; en die keeken met heel veel zorg na die Tuin , om 'er de gebreeken, die'er met menigte in waren, te verbeteren, dog terwyl zy daar knapjes aantegen f hoorde ik een gebrom en een gehuil, dat ik 'er van rilde en beefde; — „ dat zyn wis een party beesten uit Afrika, (fehreeuwde ik,) „ ieder mag wel om een goed heenko„ men zien!" Ik wilde htt op een loopen nellen, dog een oude Paai hiold my tegen, zeggende, — ,, die beesten zyn zover- „ fchrikkelyk niet als ze fchynen, Vriendfchap , het ,; zyn geen dieren uit Afrika, het zyn fommige Vertegen,', woordigers van dit braave Volk, die deezen Tuin be„ woonen; bezie ze maar terdeeg." Ras kreeg ik ze in 't oog, en ik zag klaar, dat ze een uiterlyke menschlyke gedaante hadden, hoewel zo mismaakt» dat ik geloof, dat'er in de beste Rariteitskamer van Europa hun's gelyken niet zou worden gevonden. Zy hadden elk twee kleine hoofden, zonder een kriefel harfens daar in, dog in de plaats van dat hadden ze dubbelde reien fcherpe tanden, lange armen met vi^eslyke klaauwen en voeten, zo affchuwelyk groot, als of 't die van Ceylonfe Olifanten waren. „ En waarom brullen die lelyke Monsters zo?" vroeg ik: - „ ik zal het u zeggen, (fprak myn Onderwyzer,) „ luister. „ Gints in een hoek van den Tuin ziet gy we! iemand in een Vorstelyke Kleding, die pruilend en huilend zit „ te grommen, of hy zyn fakgeld verfpeeld heefr ? ■ „ nu, dat is een Perfoon, die zig door de onmatige liefde „ en gunst van dit Volk, zulke gezag had weten te ver„ krygen , dat geen koning by hem kon halen ; dit gehele „ Volk, die Vertegenwoordigers, die groote en fterke L?euy/  .DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 115 t, Leeuw zelfs ilespte hy geboeid' waar hy wilde; -— „ hy leefde met de ganfche Tuin naar zyn goeddunken, „ brak 'er 't eene gat voor het ander na in, tot dat hy 'c „ op 't laatst zo vreeslyk bond maakte, dat het maar een „ nagelbreette fcheeide, of 't was alles in de vinken ; — „ a! wat in de Tuin was zag dit met fchrik, maar dia „ Vorstelyke Dwingeland had zo veel gezag en magt,dat ,, niemand hem dorst te fluiten, als alleen dit moedige Volk ; „ het greep den degen, welke zy nog in de vuist hebben, „ kapte de boejen en banden, met welke hy hunne Ver„ tegenwoordigers zo had gebonden, dat zy geen lid of „ vinger kosten verroeren, aan (lukken, en plakten hem „ daar gints in dien hoek: — geen pen kan befchryven „ de blydfchap van die Monsters, die, alhoewel Vertegen„ woordigers van dit aanzienlyk Volk, Slaven en Loop„ jongens van den D«'ingeland waren ; — zy hadden geen u monden genoeg, om hen te roemen, — zy verhieven hun lof ten hemel, — zy waren dappere Batavieren, — ,, Zoonen der ouden Helden, — deze tyd was by den „ hemel bepaald, om de Vryheid weder te herftellen; •— „ met een-woord, zy waren met het Volk een hart en een „ ziel, — dog het duurde niet lang. „ Zy hadden met vreugd gezien, dat het Voik hun van „ de boejen van den Dwingeland had verlost, en hem in „ het pruilhoekie gezet, ze verlangden zelfs, dat het Volk „ hem geheel had weggejaagd, maar eer 'c nog zo ver », was , toonden zy hunne oude nukken; — zy wilden „ het Volk boeijen in die banden,uit welken het zig^van „ den Dwingeland had los gemaakt, en zig voorbehouden, „ om zonder zig aan 't Volk te bekreunen, met den Tuin „ te leven zo als ze wilden, daar in te makx  „6 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT.' ' „ gat miferabel vernageld, — het Volk zag, wat zy be,, doelden, hoe zy hunne tanden, klaauwen en poten lieten „ kyken, om weer als voorheen het ongelukkige Volk „ van een te ryten en te vertrappen, en dit ging het Volk „ met die zelfde magt te keer, als 't geweld van den tans „ magtelozen Dwingeland ; — van dit tyditip af, kregen „ zy hy het Volk, en het Volk by hen, eene andere ge„ daante, — het Volk erkende in hen, in plaats van hunne „ Befchermers en Vaders, ondankbare Monsters, en zy „ kryten het Volk uit voor een woesten hoop Oproermakers, Schenders van hun Wettig Recht en Hoog Gezag, ,, die maar te vuur en tezwaard moeten worden uitgeroeid; 3, dit is de reden van hun woest gebrul en getier; — zy vlammen , om het Volk tusfen hunne klaauwen en tan„ den te krygen, dog dat fpot met hun gebrul,en vreest „ hen niet; — ze zyn Wakker en Gewapend." Nu kon ik my eerst een gedagten maaken, waarom zy 'er zo affchuwelyk en mismaakt uitzagen, want fchepfels, die zo aan het goede, dappere Volk waren verbonden, zo wegens hunne hooge posten, als genootene dienden, en onaf hanglykheid van een Tiran, en nogthans zo wreed het Volk dagten te vernielen, konden onmogelyk menfchen, maar moesten zeker monders wezen. Het gebrul van dat gefpuis wierd hoe langer hoe harder en verfchriklyker, eindelyk evenwel fcheen het aan de Leeuw te verveelen, hy beurde zyn hoofd op, fchudde de maanen eens wakker, trok zyn winkbrau- wen jn keek de heerszugtige monders met een dreigend oog aan, liet zyn hoofd zagtjes zakken, • en (liep, de ondieren lagten luidkeels, fpottende met dei Leeuw, als of't niet anders dan een fchoothondja was; r hun gebrul vermeerderde en zy begosten de klaauwen Pt  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 117 na het Volk uittefteeken, om het te verfcheuren: dog het Volk liet hun den degen zien. Dit fpel wierd hoe langer hoe ernftiger: de Leeuw, vreezende dat zyn Tuin by die twist niet weinig zou fchade lyden ,koos al geeuwende de zydedes Volks, en begon den mond te openen , — met te zeggen, dat het de onredelykheid zelfs zou zyn, om het Volk, dat hen had vrygemrakt van de laf hartigfteed oneerlykfte banden, nu zelfs daar meé te binden ; dat elk, zo wel het Volk zelfs als hunne Vertegenwoordigers, moesten vry zyn van alle flaaverny en gehandhaafd worden byzyn toebehoorend deugdelyk regr,~ ,, Gy zyt een gek, (riepen de monters alle in een adem,) Ik ben een Volksvriend, (antwoordde de Leeuw,) ,, Een Dwingeland, een Geweldenaar, (was het wederantwoord) „ die ons zoekt te overheerfchen, gy zyt het, „ die ons alle na uw pypen wilt doen dansfen, eedbreeker, ,, fchender van de Vriendfchap; dog wy zullen ons op u „ weeten te wreeken, wy vreezen u niet!" De Leeuw rees op, — begon te brullen, — (ik dagf, daar gaan de monfters in eens om een lugtje,) — rekte zig uit, — kromde zynftaart, — lei zig neer als vooren, — en fliep. Ik zag terftond, dat die Volkhaatende wanfchepfels het ook by geen woorden lieten blyven, zy keerden als regt e wanfchepfels weer tot hun uitbraakfel ; den Dwingeland, dien zy verfoeid, vervloekt en vervolgd hadden, tegen wien zy zelfs het Volk den degen in de vuist hadden gegeeven, wierd door hun met diezeive lafhartige dienst- en pligtplee. ging aangezogt als voorheen ; — zy preezen en verhieven zyne bekwaamheid, deugd en trouw, die zy voorheen zo hadden ontkend , en verzogten hem, dat hy hen wilde helpen tegen het Volk, en den Leeuw, die de partye van het Volk koos. Q 3 I „ Is  lig DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. „ Is dit niet een klaar kenteeken, ( zei de oude Paai, die naast my ftond,) » dat die gevleeste nyptangen geenhers. „ fens in hunne koppen hebben ? — ze zouden anders van ,, fchaainte door den grond zinken.dat zy nu hulp zogten „ by hem, dien zy vernederd en verjaegd hebben ; en bo» grvpen, dat dis Vorst accuraat weet, wat flappen zy „ hebben gedaan, om hem te doen buitelen, en dat zj nu „ niet by hem kwamen, als om met zyn vingers de kastanjes ,, uit 't vuur te haaien, en op zyn best den buit met hem „ tedeelen: — dog wagt maar, - hy kent de fnaaken, „ en zal 'er zyn voordeel meê t-agten te doen.'' De Vorst kreeg een nieuw leeven, hy ftond uit zyn pruilhoek op, veegde de traanen van zyn oogen, — - boog z\y voor hen, — omarmde hen als zyne , e'rouwfte Vrienden, _ Pn — meenden juist als zy, 'er geen een af. Len flimme Vocativus, die by hem ftond, fprong op de uitnoodigiog van die monfters, wel fes voet hoog m de lugt; — M n°oit fchooner kans, (beet hy den Prins in 't oor,) ,, als nu, om u te wreeken op den Leeuw, op het Volk, en op deeze monfters: — maak gebruik van deeze „ aanbieding, om met hun kalveren te ploegen, en uwe „ trotfe ontwerpen uittevoeren, en wanneer gy u van den „ kostbaaren Tuin hebt meester gemaakt, zulien deeze de „ beste zegetekens voor u wezen." Hier op ving de Prins aan te fpreeken tot de hersfenlooze Windmolens: „ Myne Heeren, 't is my aangenaam, dat „ gy de nood zaak lykheid van myne magt ziet, om uw ge„ zag, hetwelk den voorrang boven alles, ze'fs'sLands „ behoud, moet hebben, te handhaaven: ■ niet an- „ dersdan een hertelyke zugt, om u te verheffen, kan my „ overhaaien, om u te redden, en het Volk, zowel als „ den trotfen Lseuw, in kluisters te dwingen, daar ik de » ge-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 119 ,, geringde oogmerken niet voormy zelfs of de myne heb, ,, is 't alleen de vrierdfchap voor u die my daar- toe kan overhaalen : dog om dit wel te doen, moeten deHeereu „ zig na myn zin laaten emplooijeeren." Dat wierd Biet buiging op buiging geapprobeerd en toegejuicht. „ Ik zal de Heeren brengen daar ze wezen willen, of't ,, zal me vergceten zyn," ( fprak de Prins,) en knap liet hy een aardige mootje Triumfwagen komen van bordpapier gemaakt en met klatergoud verguld, voor welke hy die monfters fpande, en zig aanfteide, of hy Tuin, Volk, Leeuw en al den fantekraam wou onder de voet ryden.—— IVJyn oude Paai lagte, dat hy niet te bedaaren was; —— ,, die Heeren ryden tog meê, ( fchreeuwde by,) zy beelden ,, zig in, dat zy op de Wagen zitten, en dar de Prins hen ,, voortrekt, ;■ ongelukkig is 't anders om; ik „ denk, dat dat togtje hen zal bekomen als de hond de „ worsr; wagt maar."—-• Het Volk ziende , dat de zaamgezwoorne Vyanden aanftel maakten , om hen over hoop te ryden, riepen den Leeuw tce, dat zy en hy in gevaar waren, zo wel als de Tuin, en dat 'er moest doorgetast worden; „ het ,, is zo" (riep de Leeuw,) en lei het hoofd weer zagtjes „ neer: Groqtniagtigé Leeuw (fchreeuwde 't Volk,) om Godswil fiaapt niet of wy zyn verlooren!" —— „ daar zal ik wel oppasfen," (was't weder antwoord,) en hy bleef als voren liggen : — „ Heer Leeuw! Magtige, ,, Moedige Leeuw! wat drommel is 'tnu tyd van flapen"? — „ moet dan alles voor St. Feiten ?" — „ 'r heeft nog geen „ nood, ik zal myn mefures zo nemen, dat ze zullen ftaan „ kyken of ze hun Zondags geld verfnoept hebben !" —de Leeuw begon te brullen, d g viel al brullende weer in flaap; — het Volk ftampvoette; — intusfen begon de nood te klimmen ,- hier en daar reed her Gild der SlavenMeestcrs zo onzoet op den Tuin, dat 'er de ftukken afvlogen, en 'er bier en gints al een onder de voet raakte; — „ by ftorm en onweer (fchreeuwde her Volk,) Grootmag,, tige Leeuw word wakker,en wees zo Moedig alsMag„ tig, of ons beftaan is compleet in handen van fakke- rolders!" — het Volk trok hem toen wakker by de oren: ■— de Leeuw wierd over die drift te onvreden ; — „ wat begeert ge meer van my? — ik flaap niet, zo'als ,, ge u verbeeld, maar ik ben zo wat by me zelfs bezig, ,, om  120 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. om te delibereren met hoog wys beraad, of ik me kwaad ' zal maken , en dan te refolveren, op wat wys het best " die onverlaten te verjagen:" het Volk meende uit hun vel te fpringen; „ laat tog , daar het gevaar zo groot * en eik ogenblik verzuim een onboetbaare fehade is, nu * eens ten laatsten dat tydvermoorden metbefoigneren.ad- ? viferen, overnemen en zo voorts daar: en gryp " onze Vyanden in de lenden, of geef ons verlof dat wy 't doen •" f» 'c zyn onZe Broeders Chernam de " Leeuw;)'en daarom moeten wy du. in't oog houden ; — " zo ras wy dat doen, is het voor aityd gedaan, en de " we" tot verzoening is gefloten , maar" hier gaf de Leeuw een vreesfelyke gil, want zyn Bontgenotelyke Vyanden r<»den hem over 't lyf, en dagten hem aftemaken; zelfs had de Voerman van de Wagen den muilbandenkettir» al gereed, om die den Leeuw over 't hoofd te Imyten- - ziet daar de weg tot verfoening, Heer Leeuw ! rzo"fchreeuwde het Volk,) - dog op dat ogenblik vloog de Leeuw in woede op, wierp het ftof in de ugt, en floeg zo ceweldig met zyn klaauw op den Prinslyke Triumfwazen dat alles uit malkander ftoof en tot gruts was yer- fnorfeld: - de Wagen » de Paarden • de V™rTa ' ""f was'er. of 't was aanftukken; - het Volk fchraapte de hrokken bv malkander, en fmeec die buiten den Tuin, om dat'er van zulke Monsters geen overblyffel meer zou zyn. De oude Paai, die by me ftond, riep my toe, „ laat dit u leren myn Vrind, dat hoe trotfer Dwingelanden " worden , hoe nader zy by hunnen val zyn. . " Wat dunkt u Baafie, is myn droom met een plaatfie m aw Courant waardig? •—• lk ben uw Volvaardigen N. N. Word i'Weekelyks alömme by de meeste BoekverkopefS * ii Stuiver uitgegeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT, N°. 68. Lieve Baas, allerbeste GO SS Ei moet het gaan Jongetje, - zo moet hetgnan, r— wat zegt ge nu van onzen Prins en die Staten, die zig aan hem hebben verkogt? — tonen ze nu niet als Kareis, dat ze courafie hebben? hunne eige Steden, Burgers en Inwoners te laten Plunderen, dat het een aart heeft, en dat niet door Vyanden van buiten , — niet door Keizerlyke Croaten of Pandoeren, die van buiten zyn ingevallen, of de Steden Stormenderhand hebben veroverd, maar door de eige bezetting, die tot befcherming van die Steden, en tot beveiliging van die Burgers moest dienen. Kyk, Baas, de Plundering en 't geweld aan de Zutfenfe en Arnhemfe Burgeryen, door de Militairen gepleegd, is een Stukje, waar van zolang als de Wereld heeft geftaan, by befchaafde of onbefchaafde Volkeren geen exempel is te vinden, nu, ik wil ook wel bekennen , dat zo lang de Wereld de Wereld geweest is, zulk een Span Regenten, als de Prins en het merendeel der Gelderfe Regenten is, ook nergens is gevonden , - inzonderheid onze bizondere Vrind Zur- II. D ES L, *■  122 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. derras t die al voor Jaren de roem heeft gehad,5da:'ergeen gruweldaad zo groot en afgryslykis, zelfs die tegen de Natuur ilryden, of hy kan ze zonder fchaamte bedryven. Het is 'er dan regt fmerig toegegaan, geen Geulen, geen uitfchot van Rovers, Straatfchendets en Moordenaars, kunnen zo woedend, zo Barbaars en ontmenscht te werk gaan met Vyanden, als onze Militairen met de onfchuldi. ge Burgers, — niet flegts, dat men hen ontwapende met geweld, maar ook hun Huizen plunderde, en al wat men niet meê kon liepen wierd verbrysfeld, Papieren van de grootfte aangelegenheid verfcheurd en verbrand , de ftiile geruite menfcheu zo Barbaars mishandeld, dat''er geen voorbeeld van is te vinden, by de alierwoeste Oorlogen,— kleine onnozele Kinderen fchreijende en kermende trapte men, onder het gefchrceuw.* Wy moeten hun dat dit en dats Patriottisch Bloed uit de keel trappen:'- Hoog Zwangere Vrouwen fldepte men by de Hairen langs da gron(J: Kortom, onze lieve getrouws Soldaties hebban zo met de Burgers van Zutfen en Arnhem geleefd, als men van zulk Prinsfe en Staten - Volkie kon en moest ver- wagten: Warentig zy verdienen zo wel als alle de vorige infame fchelmen, de Hoogstgenadïge Proteflie varr de Heeren Staaten van Gelderland en onzen tedergeliefden; en waarom niet ? zoort zoekt zoort. Ik behoef u niet te zeggen, dit de Ontwapening der Zutfenfe en Arnbemfe Burgeryen, als ook de Plundering dier beide Steden , 'de mishandeling en verdryving van onnozele Mannen, Vrouwen en Kinderen is gefchied, met Hoog Adv;es van zyn Doorlugtige Hoogheid , met de Heeren Staaten van Gelderland , en op hunne Hoog ■ Genadige Refolutie, — het zou een Gek zyn , die daar aan twyffelde. Zo den een of den ander daar aan evenwel mogt twyf» felen,  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 123 f eten, en zeggen, ,, eb geplunderde, verdrevene men,, fchen zyn hunne Burgers en Ingezetenen , die zy repre» „ fenreren, en over welke zy a's Vaders, als getrouwe ,, forgdragende Vaders zyn gcfteld; — het Evangeliuni vraagt by wyze van onmooglyk delring, wie heeft ooit „ zyn eige v/'es gehaat — zie, dezulke antwoord ik maar heel kort; i". dat de H?ren Staten van Gelderlard en hun Tedergeliefde niemendal hebben uitdaan met de Wet of het Evangelium , daar mogen zig Luiden van Consciëntie, die aan een God, aan een leven na dit leven geloven aan doren, maar zy zyn veel te groot, om zig daar mee te bemoejen , 2°. Regenten , die eerlyk en geen Booswig. ten zyn , mt/gen geloven, dat. zy hun Gezag van 't Vclfc ontleenen, maar zulk foort als zy zyn, geloven zig geboren te zyn, om te regeren, te onderdrukken en te vernielen naar goedvinden, 30. Regenten, die van God verordend zyn, om tot geluk van hunne Medeburgers, ben ï2 regeren, mogen zich a's Vaders over hunne kinderen gedragen, — maar zu'ke als onze Gelderfe Vrinden, die tot een vloek van 't mensdom en een grouwel der Natuur zyn geboren, die door een Monster van een Dwingeland zyn gekozen tot Beulen hurner Burgers, op dat hy veilig het regt verkragte, allezints inbreke.en de langmoedigheid Gods in het aangezigt fpuwe, zuike Regenten zyn de Nerocs onzer Eeuw, wier vreugd in bloed in tranen is; — wat zegt ge, Baas Gosse, is dat niet kort en knap, die oppofi-ies opgelost ? De reden , waarom de Gecombineerde Vrinden zo op 'c hobbelpaard ryden, en de Gelderfe Steden laten plunderen, en de Burgers ontwapenen en veijagen, is klsar;— daar zy met den Prins en de Amersfoortfe Vrinden hebben gezworen, de Republiek ten ondar te brengen, en al het R 2 Volk  124 d;,E HAAGSCHE CORRESPONDENT. Volk tot Slaven te maken, — en daar ze zien, dat dat niet zal lukken, dan door ftromen bloéds, vuur en moord, verwoestingen van Steden en andere Tonelen, die alleen behaaglyk zyn voor. zulke Schepfels als zy zyn, zo moeten ze, om dat te kunnen proberen, (hoe wel ik 'er flegte moed op heb) alle magt, die ze by een kunnen zamelen, na beneden doen afzakken, — en om dat gerust te kunnen doen , moesten de Burgers worden ontwapend, endoor plundering en wegjaging ontmoedigd worden; — het is met een, om de Patriotten een fchrik aantejagen, en zo veel als of men zei, „ zo ge niet fubiet het hoofd „ in den fehoot legt, zullen we u plunderen, uitbranden „ en moorden :" 't is wel goed, als 't maar een goed effect had, maar myn lieve Gosse , ik vrees net het contrarie, dat zyn geen dingen,om de Nederlanders te ontmoedigen, maar om die neg flapen aan den gang te brengen, en woe.' dende te maken, om op gelyke wys zig te wreken : — ik ben nog meer in die gedagten verfterkt,zedert ik gistren avond een gefprek hoorde, tusfen twee van myn Buuren, Jan en Knelis, — ik heb een Memorie byuitftek, en daarom zie het hier net zo van woord tot woord. J a n. Dag beste maat, ge hebt fecuur het nieuws al gehoord van de plundering van Zutfen en Arnhem ? Wat dunkt u van onze nieuwerwetfe Duc cPAhen, de Prins en zyn Gecombineerde Staatsleden ? Knelis. Ja gewis Jan, — en of ik al wist, dat die Burgerbeulen tot alle gauwdiefftukken capabel waren, dagt ik tog niet, dat 'er zulke Godvergetene Monsters op denaard- bodem waren; anders zal die ftcen hun zelfs al weer voor de kop fpringeD; — geloof me Buurtje, ze graven hun  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, ia; faun eigen graf, en fchaven dc planken voor hun eigedcodkist; — bet zal met die nieuwerwetfe Duc d'Ahen gaan als met den ouden, ja gewis nog veel erger, want die is het neg by tyds ontkomen, en zyn eige dood gefrorven, maar dat zal deeze Bloedhonden niet gebeuren, zo 'er een regtvaerdig God in den Hemel is. J a n, Gy zyt wat driftig Buur. K n e l i s. Wat driftig, — wat praat ge van drifttg, —' kan een mens, 'een Nederlander, die het minst gevoel van zyn waarde, van zyn magt heeft, nog langer geduldig aanzien dat die gruwelen zo zyn gang gaan; is 't geen wonder boven wonder, dat hy niet opvliegt in een ziedenden toorn, en zyne Moorders aangrypt en den hals affteekt. Jan. Knelis Buur, ik fchrik en beef 'er van, — dat zou van alle kanten een ysfelyk bloedbad geven , — lievedeugd ,— wy zyn tog menfchen en Burgers onder malkander. Knelis. Gy maakt me dol en razend; — gy had gelyk, zo wy het eerst de bloed- en moordvlag opfiaken , dan waren we net zulke Beulen en Bloedhonden als nu die van de ContraParty ; —- maar Jan, is 'er dan geen wet van weervergelding? — Leert God of de Natuur ons, dat wy ors geduldig en zonder tegenweer of weerwraak moeten laaten plunderen en vermoorden ? —» gansch niet; — hebben wy geen geduld genoeg gebruikt? — hebben we niet ais ftomme weereloze Schepfels lang genoeg aangezien, dij reeks van Oproeren , van dtHaagps Vrolykheedtri af,-zo te Goes, te Hoorn, te Amsterdam, te Helvcetsluis, en nu door de Soldaten, die als Schelmen door. Schalmei R 3 tol  125 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT.' tot defertie omgekogt zyn, te Zutfen en te Arnhem, — ik vergeet nog Hattem en Elburg, — denkt ge niet,dat we door het niet nemen van weerwraak, die la hartige Schelmen in hun moordadige voornemens Herken? J a n. Wel Knelis Buur wat woudt ge dan ? Knelis. Wat ik wou, dat we onze Vyanden met gelyke munt betaalden, het wordt ten langen lesten tyd ; — wy Pa. triotten hebben het in onze hand, om ons te wreken; — wy moeten ons met alle magt verenigen, en die van de Contra-Party, die zig het meest hebben laten zien, op het lyf vallen, en uit hunne goederen verjagen, uit welken men de fchade moet vergoeden, die de geplunderde en verjaagde Patriotten hebben geleden ; wy moeten ons met eden verbinden, dat wy 'voor een Patriot, die door de Conira-Party word vermoord, tien Anti - Patriotten den bals zullen breken ; en het niet by woorden laten maar het doen; - wanneer wy hen met gelyke munt zo betalen , en hen zo magteloos maken als een vertrapte wurm, dan kunnen wy, dan moeten wy ook alle magt by een rukken, en vallen onze Beulen op het lyf. - ik zet'er myn kop voor, Jan, dat wy ze zuHen kloppen, of ze van den blikfsm worden getroffen. J a n. God bewaar ons myn lieve Knelis! - wel wat een verfchnklyk voornemen is dat? - wel dat zou hen nog moordadiger en bloeddorftiger maken! K r e l i s. Geen nood broer, geen nood, het ene rees houd het andere in de fehe, waarom daar die honden de rol van de Spaanfe Soldaten aanvangen te fpelen, waarop zou-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 127 zouden wy die van de Brielfe Watergeuzen niet vertonen? het moet zo zyn Jan, waaragtig 't moet zo zyn; men ziet tog, dat ons geduld en zagtmoedigheid onze Tirannen niet tot inkeer of bedaren brengt, maar dat ze hoe langer hoe doller en beestagtiger worden; het enigst, zo waar ais ik u toefpreek, het enigst, dat die lafhartige Bloedhonden zal affchrikken, om zo beestagtig en ontmenscht voorttegaan , is, dat men het óp hen, hunne Familiën en aanhang wreekt, dat men goed voor goed en bloed voor bloed laat betalen. —Laten wy ons zo eer zo beter met alle magt verenigen, en die lafhartige omgekogte Moordenaars met hunne Opftookers en Aanvoerders op 't lyf vallen , en, dewyl wy uit hunne taal en daden horen en zien, wat wy van hun te wagten hebben, zo zy overwonnen, moeten wy by God Aimagtig ons met eden verbinden , geen kwartier te nemen of te geven ,dan zal men zien, wat die laffe duivels in de mars hebben. Jan. Knelis Buur, ik hoop, dar den Hemel ons van weerskanten voor zulke jammerlvke verwoestende gebeurrenisfen zal bewaren , - Dog 't is zo , toen de Brielfe Water-* geuzen, de Moordzugtige Spanjaards met gelyke Munt betaa'den, en hen de voeten fpoelde, — Zonk dat Moordrot de moed in de Schoenen Kyk Baas Gosse! het gefp ek net zo als ik 't gehoord heb. Plaats 't in uw Krant, als 't uw belieft. Ik ben uw vlytige Lezer'. N. N. He, he, dat is een hartig gefprek, daar ryst het Hair v?n op myn Hoofd. Sinjeur Haagsche Correspondent! Ik kan me zo waar als ik leef, niet begrypen, dat gy u zo van Janus, die Kakelbonte Vleermuis laat byten, (* 701'der dat ge dien Nagrvogel eens wakker op zyn wieken klopt; het is onverdragelyk, dat die Spreeuw zig opdoet als Groot. Generaal, Criticus van alle Schryvers, wie {*) De Brieffchryver heeft abuis, want fchoon Janl-s, twee koppen heeft, zy zyn oud en zwak, zy gapen wel wyd, maar hebben geen tanden, — en kunnen niet byten.  128 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. wie heeft hem daar toe Gequalificeerd, moet hy het regt hebben, om zig boven alles te verheffen? ' Ik ben uw Vrind en Lezer! Antisuperbus. ANTWOORD. Wie ffjm zig zelfs? - De j a n usse n. TOEGIFT aan JANUS. De Koekkoek zag onlangs een Spreeuw, De Stad ontvlièn naar 't veld, om ruimer lucht te erlangen. , Vriend! riep hy met één groot gefchreeuw. Wat zegt het Steêvolk toch van onze Woudgezangen? Jk bid u geef my een verhaal: Wat zegt men van den Nachtegaal? Elk roemt zyn onnavolgbaar zingen". ' En van den Leeuwrik? voer hy voort. Zyn zang heeft duizend lievelingen". Wat hebt gy van den Vink gehoord? Meer van het Vinkenet dan -t Vmkc.iedgewaagen . Voor 't laatst moet ik u nog iets vraagen: Wat, riep hy, zegt men toch van my? Toen zyde Spreeuw: „Ikmoet uw' zotten waan beklagen: „ Geenfchepfel rept van u, myn vrind, geloof w? ^ ' Dan zalik.voerhy voot t,my van dien ondank wt eeken, En eeuwig vAn my zelven spreeken- G E L L E R T. t> S Ik verzoek myn goedhartigen Lezer: om nog een WehV geduld te nemen, dan zal ik geven de onvergelySke I factiën van Janus, een Stukje, dat wat feldSmer zal vvezen, als de S l e ut e l v a n j a n u s , we.ke geestige vinding eenvoudig uit den waarlyk geesugen Rehalais, gefloten, opgefmokt en voor nieuw veikogt is, en ón eens een beter Sleutel te geven, zal .k myn verWenden Lezer; accuraat opgeven, de Participanten vafdat allerintresfants Weekblad, met N:jmer.en «, nen, met aanwyzing van de Bureau, &c. &c <1c 2EG HET VOORT. V'ord s'Weekeïyks alömme by de meeste Boekverkopers U! Stuiver uhgtgeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. 69. Waarde Broeder Claas! Gy hebt gewis gelezen, de Brieven, die onze Teergc: liefde, benevens zyne Vafallen en Onderdanen, zo in H. H. M. als de ordinaire Staten, zyne lieve , getrouwe, bizondere, hebben gefchreven over het fluiten van de reis van Mevrouwe de Princesfe naar den Haag; Brieven, die men met geen drooge ogen kan lezen, en die op zulke ge. zonde redenen en gronden fteunen, als men van onzen Teergeliefden, of zyne Vafallen kan verwagten. Ik kan me met geen mogelykheid begrypen, dat de Heren Staten van Holland 'er nog een woord tegen kunnen inbrengen; — ik had op die allervriendelykfte Brieven verwagt, dat zy terftond hunnen misdag, dat ik dat eens zo noem, zouden hebben bekend; dat ze terftond een groote Commisfie uit hunne Vergadering zouden hebben benoemd, om na de Princesfe te gaan, en op bloote kniën haar zouden hebben gefmeekt om vergeving, dat Haar Ed. Gr. Mog. de rust van de geheele Provintie, de veiligheid van duizend en duizende Ingezetenen , en het behoud van II. desu S  i3o DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 't leven der beste Staatsmannen hadden geprefereerd bove» het oogmerk van Mevrouw de Princes en haar Doorlugtige Gemaal; — maar vergeefs, men kan nu zonder bril zien, dat die Heren Staten van Holland meer over hebben voor de Republiek en de Natie, als voor het Huis van Oranje, en dat ze begrypen , dat ze op hun eige grond Baas moetes zyn en blyven. Wie heeft ooit van zulk een (tukje meer gehoord; — om dat de Man (de Prins) den Oorlog heeft gedeclareerd aan zyne Meesters, daarom mag de Vrouw (de Princes) niet in de R.:fidentieplaats van die Meesters komen , om daar als Generalisftmus van haar Gemaal te ageren! — 't is, op myn eer,vreemd; zo doende zou men misfchien de Prins ook al voor 't hoofd floten , als hy eens goedvond, een of twee Regimenten, die van Holland gedefeN teerd en tot hem overgelopen zyn, na den Haag te zenden ? — hoe langer hoe bozer; —• 't is of 'er voor Mynheer d« Prins niets mag worden uitgevoerd, of niets moet overfchieten, geen Vrolykheidjes, geen meer gedecideerde Oproeren, — geen Verraad, — geen finisterlyk arriveren der Princes, — kortom niets, — niets. En daar Mevrouw de Princes zelfs zegt, dat ze roet zoo'n allerbest oogmerk na den Haag was gereist, om de Mediatie en Asfopiarie rusfen haar Man en de Staten te bewerken, zo moest men, dankt me, haar maar hebben hten begaan ; en wie hoeft 'er een moment aan te twyffelen, of dat haar oogmerk wel was, want ze heeft het zelfs gezegd, — en dat is immers uit de eerfte hand, — nader kan men het niet hebben Ik weet wel, wat de vitneufen hier op zeggen ; —Wel ja, is 't waar, zou Mevrouw de Princes daarom na den Haag zyn vertrokken, om een gelukkige verzee-  DE HAASCHE CORRESPONDENT. I3r zoening tusfen Mynheren de Staten en haar Gemaal te bewerken ? — wel, wel, dan had ze wel een Brief tot dat gewigtig einde aan de Heeren Staten kunnen fchryven, want de invoer van papier en inkt is kor in Amersfoort niet verboden, - ze wist, dat de Heren Staten niets meer verlangen, als het doen op. houden van tweedragt, en dat die derhalve» zeer verblyd zouden zyn geweest, zo de Princes daar toe een weg had voorgeflag en , behoudens de Hoogheid en Souveratniteyt vak den Lande en de Regten des Folks; dan had zy zoo'n incognito reis niet behoeven te doen ; dan had zy zig aan geen onaangename gevolgen be. hoeven bloot te ftellen, en zo al meer praatjes, daar da Lombaart geen geid op fchfet; - tut, tut, weten dan die Wysneufen niet, dit de Postrouten tegenswoordig zo on. veilig zyn, dat men de Brieven van de Patriotten te Alten en elders openbreekt; - en zo zou zoon Brief ook opengebrooken hebben kunnen worden , — en wat dan ? —Nog andere Vïtters hebben weer wat anders tó'reHeeteren; waarom (zeggen ze) als de Princes zoon goed eogmerk had, en 'er geen finkrozen onder dat mooie ruikertje waren, waarom dan haar desfyn niet aan de Staten rerytl/tigj, en verzogt een Sauvegarde om in dm Haag en in de Vergadering vrv te mogen kome«,en weer heen te gaan , - 0f zo de Staten dit niet approbeerden , dal ze dan een plaats zouden befiemt/an, »m dit Cr.gres te houden? — watdm.kt w Broer Claa», 'als men vitten wil, zou men duizend en duidend zulke vragen kunnen doen; - dan behoefde de niond niet IHJ te Baan,niet te vragen, - „• waarom fpeeic „ de Prins zoon gekke rol? - waarom ïi hy een Volks* hatet? ~ wa.rcm hmd hy gedecideerde Schelmen tot s 2 *, zyn  ;32 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. „ zyn Raadsluiden? — waarom flagt hy de Muggen e» „ vliegt in de kaars? — waarom hebben de Staten van „ Holland op zyn best maar één regteröog? - waarom „ hebben ze niet al lang bemerkt, dat de Ariitocratife i, Coalitie den val van Holland zoekt ? — waarom hebben „ ze zig in hun pretentie laten honen van hun Vyanden ?a, waarom hebben ze met al lang de Unie verbroken ?— „ waarom hebben ze geen mefures genomen, om hun Vyanden, toen die nog als een rietje waren, te kloppen, da; zi van weer nog wind wisten? — waarom „ niet affenfief geageerd tegen'Vyanden, die dag op dag hun attaqueerden ? waarom toen ds zaak niet in „ eens uitgemaakt, en een menigte Burgers gefpaard, die s, het nu zal kosten?" zie, als men vragen wil, dan kan men met pleüer een douzyn of twintig zulke •vragen doen, in één halfuur; 't is meer kunst om t moogélyk dat die Knaapen ^ brutaal durverweezeh! - en evenweIny zyn h t t is hm a>r> ; zy fch.oomen Regent noch Vorst} t is een V -Ik dat Alkander onder de oageozou hebben gezien , indien hy hunne Afgodin had durven beledigen ; - zy vervaardigen zig op de Oorlogen, welken zy desaan|aande ^evoerd hebben;ia, wat meer ts.zy noemen d e, Heiligs OoJolen' - dan het zy daarroed- zo ahv't wil, gy. SkiaSwaardig Voorwerp! gy hebt het Declaratoir Moeten plaatfen, en het ware niet te verwonderen, zo CV onder het fhkken van dergelyke pillen den geest gaaft; |oe goed het evenwel is dat gy u op die wys waagt en on zo te fpreeken een flacbfofrer wordt voor de go.de vaV de zaak van onzen Te der gelief den naamyk, die l kerWk n e anders dan door Plondering en Moord voortgang tan neemen.en dat is zeer natuurlyk.een Cartouche S Sjako,«ouden langs den weg van deugd en godvrucht, Smrne' «" Capiteinen van hunnen HJdeoftoet verklaard, ay, geworden ;zy moesten door overgegeevene .ongehoorde boosheden, door gruwelen waar van ,n de Ja^boeken der werc'd geene voorbee der te vinden waren ; door kloekmoedige aartvaller. op de Goederen en het leven van hunne Eaasten, het vertrouwen en de achting hunner medelijnen verdienen. Wilden zy metgrörd hoopt-n dat deezen Hen met algemeene Stemme tot Opperhoofden ^den ver WnO _. hoe goed het is, zeg ik, dat gy . myn tieve Gosve. u voor de. goede zaak waagt, door de Kalotten te vergenoegen ,* 't 'er op aankomt, om hunne  DE HAAGSCHE CjO|RR ESPlONDENT. 141 afkeer voor de Plonderingen en Moorderyën van onzen aanhang der Wereld te heipen verkonden, bïykt zonneklaar uit uw ontbod voor Heeren Gecommitteerde Raaden , ter oorzaake dat gy in uw berucht Dagpapier van de laatst voorgevallene Plonderingen in Gelderland zeidet, dat de zaak van orzen Verdrukten Befchermer, daardoor op een •roeden voet gebragt was geworden ? - ziet gy wel, lieve Pieter naauwlyks verklaart gy u nopens het hoogwigng ftuk van Plondering en Moord , «nze overöuderlykn Wapenen, of de Staaten der Provincie, de Befchermengelen der Keezen, die hunne ftyfkoppigheid op allerleie wyzen pryzen, en door hun eigen voorbeeld hen daarin voor"aan ■ die zelfs goedgekeurd hebben , dat onze Verdrukkers ,' (de or.kwetsbaare Slangen , weiken ons onophoudelyk aan den hartader knaagen),de handen geflagen hebben, aan het bc-mmde Voorwerp van den Gezalfden des Heeren (om de taai var onzen Waardigen Vriend D°. ZrLDAM.te Hummel en Geinderen te gebruiken,') of die Troonbewaakers van der Patriotten Afgodinne vallen u aan, als ware myn goede Gosse een man, die de beroet ingen des Lands trachtte te bevorderen!!! ik heb gebeefd Vriendlief, toen ik hoorde dat gy ontboden waart oeh! nep ik uit, wat hebben de Rechtvaardigen niet al verdrukkingen te jvden! onmiddelyk kwam my voor den geest, hoe gy weleer fchade< en fchande hebt moeten ondergaan, daarom, da: gy de harten der Jlille Ingezetenen zo liefde ryk verkwiktet, door hen een aangenaam St. Nicolaas Frolykheidja te bezorgen, of ten minften door het openen van uwen beurs , hen in ftaat ftelden van daarin te konnen deelen ■ met verwenfehingen dacht ik toen „oir om dat vervloekte Pasquii, dat begint, Frindei;'. ml je Piet rys fien, enz. Stem : '/ Marmotje: doch d^t ge ukkig maar in weinige handen is, als niet door den druk gemeen gemaakt zynde : heugt het u nog wel myn goede Gosse. hoe gy daarin, evenals uwe en myne Hooggeborene Meester in meenig ander vuil Pasquil, fchandelyk sen toon gefield werd, door de ftyfkoppige Keezen ; alJeenlyk om dat zy op uwe doorfl lande Vaderlandsliefde gebeeten waren? heugt het u nog wel goede Gosse, hoe 7% u zingende invoelden, met deeze woorden in den mond: T 3  Ï4i DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 'k Ad feel Fr inden an myn kant, Die 't met Enklant 'ouwen: Die. tot fka fan Nederlant, Niets tan Tweetrakt prauwen. Ah '■ voiei! voici mot I Voici mou Marmotta! tjou !! Tof uwe fchande i.nmers, (ja ik moet het u te binnen brengen,, 't is voor de lydenden eerigzins troostiyk, te ho reii verhaa'en, wat zy reeds geleeden hebben,) tot inve Ichande immers, deeden zy u tan uw voorgemeld Lefderyk gedrag zingen : efAfont fódr Sint Niiolaas, o Tie was plaijierik! Toen was ik um eerste Paas! Jk was toen rekt tirik. Ah', voi.cil voici moi'. Voici mon Marmotta! tjou!! •ty 'k'Ad en groot en klyn Vallet, Fan myn Trukkerye, Eelt kekeeven pour de pret, Pour de Muyterye. Ah! voici'. voici moi! Voici mon Marmotta! tjouW Tot uw hartgrievend verdriet deeden ze u de Opperbas.zen der Keezev nog pryzen ,door hen fchrander en doorziende te noemen, eren als ware het eene verdienste, Onnozelaars als gy , myn lieve Pieter , te konnen betichten; hunne onfchuidigegedraagirgenaan kwaade oogmerken toeiefchryven, en hen in 'c verdriet te brengen — dus deeden ze u immers zingen : d' Eer en Dort en Amsterdam , Kon men niet verkloeken ; Want fy, eel /'erfluord en kram, Wilden onder/oeken, Ah ! voici ! voici moi '. Voici mon Marmotta! tjou 11  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 143 Èn tot rog grooter verdriet van U, kreeg onze Tedergeliefde mede een veeg uit de pan ; — trouwens die loopt by dat V'ok no.ir vry, even als droeg hy van alles de fchuld; als ware hy alleen de oorzaak van de droevige omftandigheid waarin het Vaderland zig bevindt 5 als ware hy een uitvaag [el van het menschlyk gef acht; ja ! al ver. dierde hy Yogelvry verk aard te w irden; — hoe fcbandelyk werd zyn pleiten voor de onfehuld een verbloemen genoemd; in dit Complet namelyk: En ofskoon de k.ede Prins! JJït een Treukt wou noemen; Dat en 'ielp foor ons ksen/ins, — 'Ier 'ie/p keen ferploemen, uih! voici'. voici moi \ Voici mon Marmotta! tjou!! Wanneer ik my dit, met zo veele honderden van andere gevallen welken U reeds bejegend zyn , herinner, voel ik' myne ingewanden rommelen van medelyden over U • -— fa! fomtyds gaat myn mensch.'ievendeyver voorde iyd'ende fchuld , en myne brandende verontwaardiging omtrent de halftarrige, de Afgodifche Keezen, zo verre, dat ik blazende van gramfchap, uitroep , och ! waarom veröorloven de wetten my niet,mynen lieven Pieter,^» „ek 9m te draaijen. Troost U, goede Gosse! in uwe ormlandighedjn, zo gy best kunt; de Hemel is rechtvaardig, en zal U zëkerlyk loon naar werken verfchijfen: de ogen der Rci^nten zullen, van tyd tot tyd opengwn, zy zullën onz" teder geliefde rog rader teren kennen , en 0mirtnihem handelen.gelyk behoorlyk is. — Over Aii'ddetbürjr , begint het reeds voor ons op te helderen ; aldaar hceftVn immers reeds volmondig verklaard, tewi'en blyven aaokleeven de Staat, Stadltouderlyh en Stads Regeerinr me't den Prins Erffiadhoudtr, bekleedende alle dte Poorrechten en Rechten, die hem by voorige Refoiutien in de Jaaren 1747. en 1766 zyn toegekend. — Ziedaar het Ys gebroken, zie daar een ftap die zeker'yk alle d~ Patriotten zal hebben doen fidderen; —~ Indien "ti de Provintie Zeeland volgt; I n d r e n nu d.- Provintie Holland volgt; maar voornaamelvk indien AmffeU dam volgt ~ en vooral in d ien di Stad üireeht • t, wel  Ï44 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. wel dan zvn we 'er immers boven op, myn Goede Gos* wel öanqm ^ y ^ a)]e dje IND[ENS Wer- kelyk zullen gebeuren , indien de party van onzen Uitver. k ienen Willem 3G300 3Qr'""rs*^5 ha'ftarriee Afgodifche Keezen, DOODGESLAGEN heeft !— Maar. tegen U gezegd, lieve Pieter! ik eeloof niet dat wy zo verre zullen behoeven te gaan: foor Vrind lief, ik heb een galg in't oog. rnv reeds grond van hoop, dat de Patriotten welhaast volEn krankzinnig zullen weezen; - Deeze hoop vestig k op eene en andere gebeurtenis, waaruit blykt, dat het reedSby hen begint te leuteren; - zy hebben,by voorbeeld voor eenigen tyd zig laaten wysmaaken, dat or.ze Teder reliëf de te Amersfoort gekomen was, om eene ieing°te doen, tot bemiddeling, begryp! tot bemiddeEnl - nog meer, zy vlyen zig nu en dan nog eens. dat wyR voor het ftorten van een honderd of twee Oxhoofden rnet Burgerbloed zouden beeven, en, om zulk eene beuzeW te vermeiden, onze oogmerken zouden laa-en vaaren , èvfn of Menfchenbloed en de Oranje kleur zo Heme.s breed met elkander verfcnilden! - maar de dootflaanufte Wyk van hunne aaoftaande krarkz.nmgheid. ts. dat zy tnt noe korts geleden getoond hebben onzen Teder gelief de ïïnr W- innen f. door hem te noemen * Dolle, Willem de Wraakgierige , Willem de Malle, Wlien de Bloeddorstige, Willem de luan, enz. Kem n? den bynaam fcevoegen van ontaart; zy roemen hem immers den omdarte Dwingeland? — Ik zeg het is om te lacoben ; kan iemand d,e wel by het Joofd is, van eenen Oranje Spruit zeggen, dat hy ontdart, dat is van zyne SiSmlyk* eigenfchapp.n afgeweken verbasterd is/wanneer hy dien zelfden Spruit,alle Vnorvadenvke eigenfchappen toekent? Er het word tyd dat ik eu.d.ge; derhalven fluit ik deezen, met my te noemen, Goede GOSSE! UEd. Dienaar erz. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers w 1 \ ü Stuiver uitgegeeven.  D E HAAGSCHE correspondent; N°. 71. Sinjeur GOSSE. Ja de toekomende Week zullen hier te Amersfoort, d!ë Zetel der Burgerlyke Vryheid, zo veel fcbone zaken ge. beuren, dat ge perfors moet overkomen, om daar by te adfifteren; — dat zal wat anders wezen als de Patriotten te plunderen, dat wil ik u beloven: — jongen, ge moet abfoluut komen, want daar zullen fpykers met dubbelde koppen worden geflaagen, — en het zal maar in eens met de Patriotten zyn, houd den mond toe. ■ Vgt denkt ge, dat de genadige Heren Staten van Gelderland en Amersfoort, te weten de Meerderheid, volgens het hoog wys advies van onzen Teergeliefden, de Patriotten alle te famen den nek zullen breker ; ja myn lieve Gos?e, was daar kans toe, dan waren wc kaerels, dan was het liedje gauw ui:; — het ontbreekt niet aan 't goede hart, dat kan c!k w*l aien , aan bet groot Militair Privilegie van plunderen en verwoesten, het welk overeenkomstig het hoog gezag diei genadige II. deel. V Hee.  i4"> DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. * Heren, zeer gratieus aan den Soldaten is verleend, —— maar joegen, de Patriotten zyn geen katten, om zonder ftevige fuffifitnte bandfehoenen aantetasten, want onder ons gezegd en geb by voortging gefchon„ ken en opgedragen. alle V jrheden des Lands, Privilê» „ gien en Rechten onzer go de 3.irgerer, waar door zy „ het genoegen hubben gefna^k', om ip de wii'ekeurigfle s, wys geregeerd te worden, en als go.de en getrouwe  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 152 „ Slaaven geheel aftehangen van onzen Hoo^stgenadigen „ wii, en die van Zy e Dooilugiige Hoogheid Dan , daar her fcnynt, da: reien onzer fjoede OnderAi danen o,> hei fpoor van.onze Voorvaders, de Grondleg, i, gers onzer Viyh-.-id, en'4> dar van andereongéiukkigen, „ die viye luiden wülen gfn, volgens de éonftitutje dezer „ Republiek, onze genade, van over hen willekeurig te „ heerslèn, verflnaden, waar toe zy zig hébben gewapend „ tegen de Vyanden hunner Vryheid, grondende hunne „ daden op de Artioulen der Unie, een bekend „ Pasquil, reeds door de Door ugtrge Vaders van Zyne „ Doorhigtige Hoogheid voorlang ontzenuwden vernietigd,, en dat wy daar uit zo voor ons, onze Kinderen, a;s „ voor die van het Huis van Orange .de fchromelykfte ge„ volgen voorzien , tegen welke al e Regenten , die vo!gens ,, onze principes handelen, behoren te waken ; zo „ is 't, dat wy uit onze gewoone clementie en Vader„ derlyke voorzone, voor onze goede en getrouwe Bur. „ geren en Ingezetenen,f na rype deliberatie en met hoog „ wys Advis van Zyne D. Hoogheid hebben verftaan, ge,," fyk wy verdaan en bevelen by dezen. ,, Dat dewyl die Gemertiöneerdeen Geadopteerde denk„ wyze , onzer goede Burgeren en Ingezetenen ftryd met „ onze begeerte en verlangen , de Militairen in de Steden „ en ten p atten Land deezer Provintie, alle zagte pogin„ gen zullen adhiberen om die te verbeteren ; gevende „ hun verlof by dezen, om onze meergemelde goede „ Burgeren en Ingezetenen, op de zagtmoedigfte wyze „ te mishandelen, hunne Huizen, Goederen en Bezittin,? gen omver te halen, re vernielen, te Plunderen en te „ Roven, hen, hunne Vrouwe en Kinderen te flaatf, te ,, floten en te1 Verjafèri? , egter met dien verrtande, » "dat  3s2 de HAAGSCHE CORRESPONDENT. dat wy volgens onze gewone Vaderlyke Goedhartigheid, " onze getrouwe Militairen bevelen, om zo min onfchuldig " Bloed te ftorten, als mogelyk is, en geene ftille Burge- ren te Vermoorden ofte Verminken, dan in de hoogde " noodzakelykheid by te weerflelling, of hoe zulks zoude mogen wezen. " ook beveelen wy, dat men by die Tumultueufe bebegingen, Plunderingen en Roveryen, alle mogelyk* " bedaardheid onder het oog houde, waarom wy ook de ' commandanten der Guarnifoenen. Omcteren en Jumcte wel fcherpelyk gelalten, om na dat onze goede Burge" ^zullen uitgeplunderd, van alles beroofd en hunne Hutzen tot een puinhoop gemaakt zyn, zorgte dragen, " da de rust niet worde geftoord, waarom zy ten dten " e nde alle Burgeren en Ingezetenen terftond zullen doen ontwapenen; zullende by foute van dten responfabe " voor alle de onaangename gevolgen, welke■ d»r urt ' Z voor onze Genadigen Heer Willem den Vden als voor ons zouden kunnen profluëren." Aldus gedaan , &c. &c. Word s'Weekelyks alomme by de meeste Boekverkopen \ ii Stuiver uitgegeeven.  jri Ë tl A A G S C fï I CORRESPONDENT, N°. 72. Aan den Leezer! ^Termits het ongetwyfeld myn pligt is, den Winkè) vsn myn Baas, zo veel mogelyfc te doen noreeren, ben ik tè raaden geworden, de volgende Zamenfpraak, waarvan ik by toeval oorgetuigen geweest ben, en die ik naar myn besten onthoud op 't papier gebragt heb, een plaats in myn Weekblad te geeven, offchoon 'er nog pakken met Misiives, Berichten, Defertaties en allerleie andere foort van nukken voor de hand zyn ■ ik denk, een Nummertje meer of min dat breekt geen koop; 't geld dat 'er voor betaald word is gering, met betrekking tot de waarde van het werk; dat niet alleen; maar ook gering met be-, trekking tot de algemeene welvaard des Lands, en dc vette beurzen waarvan ieder Ingezetene, (dank zy de wyze fchikkingen, den gelukkigen aart, en hei Faderlandlievende hart van Willemden Vyfden,) thans zo rykelyk voorzien is een klein geld, zeker! en jroote zaaken ter verdediginge van onze party.. Klaas Momus. Onlangs, om reden van Affaire, zeker bedaard Pat|iot bezoekende, kwam één zyner bekenden, met naame^ i <■ e f •< g r a a o, op het onverwachtst, en zonder zig te tt deel. X wmi  154 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. hebben laaten aandienen, de Kamer iuftuiven, met deeze woorden in den mond: Vivat Oranje ! Oranje boven.' Hoeze»! waarop hy, als in éénen adem liet volgen: Zo ik geen Wezen kon, die V alt* heeft voort% ebragt, En Godn moest kiezen, uit het menfchelyk geflacht, 'kZou in Oranje, en in geene andre Goon, gelooven, Want hun beproefde trouw gaat alle trouw :e boven. Vivat Oranje! Hoezee! Hoezee! Nu viel hy op een' ftoel neder, en kon byna geen adem fcbeppen. Ik omhelsde den Man in myn hart, en wi-e de Patriot my niet in den weg geweest, ik had dien Breekgraag, zekerlyk aan myn Borst gedrukt; — Ja ïk was in zo hevig een transport, dathy weliigt dien druk bettorven zou hebben. Ik ftelde voor hem te doen Aderlaten, waar toe myn goede Patriot denkelyk wel had btfbten, maar in geen half uur in den omtrek wist hy een Chirtfröyo te bekomen, — waaröp ik, door Oranje. liefde aangefpoord, aannam zelf de laating te doen. ■ lk heb wel meer Prinsgezinden doen bedaar en, en te recht gebragt, zeide ik; (De Patriot. ) Maar gy hebt ge&n Lancet, {lk ) Wel geef me uw Banjonet: Ik verzekerde daarmede eene opening te kunnen maken, door welke, des nood, al het bloed van den Lyder wel zou kunnen afvloejen , en twyfelt gy aan myne bekwaamheid in dergelyke Cfeirurgicale Operatien ; iwyfel in onzen tyd, ten minften niet aan myne bekwaamheid in het fchieten, — kom, zet een Staaten Kogel op uw'Snaphaan, en ik wil duizend guldens tegen één duit wedden, dat ik den Man de Ihgader openfchiet myn Patriot glimlachte, en intusfchen Was Breekgraag weder tot zig zelf jjckomen, waaröp de Patriot, hem vroeg, wat 'er toch gebeurd was, dat hem zo fterk verheugde? welk vraagen gelegenheid gaf tot de volgende Zamenfpraak: Breek.  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 155 Breekgraag. Wat'er gebeurd is? - Vivat Oranje MangleevePrin:! Patriot. Maar ik bid u, fcbreeuw zo hard niet! als gy buiten de deur gehoord werd, liep myn Huis zekerlyk gevaar. Breekgraag. Schreewen! fchreewen! wel lieve vrind, ik zal Vivat Oranje fchreeuwen, al ftond 'er de galg op : Patriot. Maar wat is 'er dan toch gebeurd ? Breekgraag. Niets ,• maar ik ben achter 't geheim van de Mis gekomen — ifc meen achter 't Plan van onzen waardigen Stadhouder van onzen Dierhaaren P ri v s ; Ja ik: weet wat het voorneemen van onzen TedergelieJde is — en houd (taande dat Willem de Vyfde alle zyne Voorvaderen overtreft, in .... Cde pATRI0T v-teJ hem ;„ de rede, 771 aar ik voltooide die rede, door 'er in myn gedachten by te voegen, in Liefds voor het Vaderland.} Patriot. Maak my bid ik u deelgenoot van uwe ontdekking ik ben verlangende te weeten hoe 't mogelyk kan zyn, da: een wel geknevelde Ga au vdief zig uit de handen zy' ner Rechrers zou konnen verlosi'en. C De Prinsman fcheeu een voljlagen loeris, en vattede het zeggen van den Patriot met of wilde het voor 't minst niet vatten: ik voer my knarsfetandde van fp ft, van zulks te moeten hoj. ren, en haa naauv/lyks vermogen genoeg op 7?iy zei. ven, om te konnen zwygen : evenwel, ik verbeet my.) X 2 BsE-tc.  j.| DE HAAGSCHE CORRESPONDENT» Breskgraao. Hoor Vrind, ik zal 't u zeggen; want offchoon ik weet ir'»v ook een ftreek van het Parriottismus hebt, zyt gy denwel de kwaadfte niet - Nu hoor dan. „ De Prins f*zal Zi2 zo taai houden als een flang; hy zal geen for" meelen aanval doen,maar de Republiek dan aandeezen, dan dan geenen kaut ontrusten; waardoor men overal !', fïerke bezettingen zal moeten leggen ; hy zal door middel van zyne Gunstelingen, de wakkere Officieren,die - moeds genoeg hebben, om geene Staaten van Holland ?' te onHen, en onder de fchaduw van den Oranjeboom V «eiliV zyn; door middel van die Officieren zeg ik, zal " hv het Militaire wezen van den Staat, in geduur.ge or> j; eenigheid houden, zo dat de Patriotten , zyn doodyyanden zie op hetzelve met zullen durven verlaaten; des 1' -tl men alles door de Gewapende Burgers moeten ver'i' rièvèn deezen zullen al hun tyd noodig hebben om " Posten'en Wachten te betrekken, en dierhalven nood!' Zaak-'vk arm worden - armoede geeft wanhoop —T het Febrek verzwakt de lichaamskrachten .en zo doende ] zul en ay hunnen moed verliezen — zy zullen hun, ne Vrouwen en Kinderen van gebrek zien vergaan — de Zuigelingen zullen hartenbloed in plaats van melk uit " de borslen hunner Moeders trekken — een reeds ver; \ eaan ftroobos zal hun Wiegje zyn — zy zullen naast hunne Moeders, en met hunne Moeders fterven van ge" brek • - en wat meent gy dat de wanhoopige Mannen !» si dat akelige tydftip zullen doen? - Zy zullen hunne1 l'd^tafi%loïl»d. en in de Vaderlyke armen van " Willem den Vïfdbn vliegen , om door middel van zyne " onuitputtelyke fchatten, zyne onbepaalde menschl.eyend"S, en hoogwyze Regeeriog. uit hunne knellende " banden verlost te worden - 6 my dunkt ,k zie dien V HMirhehken Dag reeds aanlichten ! - de gezegendè U %U eï Z volt de deur! my dunkt ik zie de " Bdrgers reeds verflyfd van" koude, en verzwakt van " honler op hunne Posten ftaan -— voeg hler by, daï " de E gdLrendheid der Binnenlandfche Verdeeldheden . den Koophandel; die airede verkwynt geheel zal doen fterven -—- ik zie de Comptotren reeds geflooten " g fL. alle handen ftaan ftü het gras W?§t op,  pE HAAGSCHE CORRESPONDENT, jijf „ de Vergaderplaa'.fen der Koopüeden; ja zelfs in 't mag•; tig Amiteldam; C't welk onze Eraave Prins ook be', loofd heeft dat gebeuren zoude ) — de Vreden met di-rs " Stadhouder alleen zal alles weêr kunnen goed maaken; dccfi " deze moet in alle zyne Waardigheden herfteld, en over '„ alles wat hy geleden heeft gewroken weezen, eer hy van Vrede wil hooren fpreeken; 't waare fchand s" voor een hart, zo verheven, zo moedig, ais dat, waar. ,, door hst Dappere Oranjegloed ffroomt j dat het geen „ duizendmaal duizend uitgemergelde Burgers san zyttên „ glorie zou durven opofferen; dat bet. ter bejaging van „ wraak, over den hoon hem aangedaan, geen Moeders „ met hunne Zuigelingen van honger zou kunnen zien derven". ....... Tot zo verre was Breekgraao gekomen , toen ik naden Patriot ziende, ( want ik had dea loflyken Redenaar als een byna dood mensch, dokftyf ftaan aanhooren, zo dat ik volftrekt niets anders dan hem alleen gezien had , ) bemerkte dat hy zich verbeet en van Woede en gramfchap in 't aangezicht gloeide, waarna hy öp een ftouten en verzekerden toon Breekgraag dus in de reden viel; „ zwyg laage Vleijer en kruipende ,, Slaaf van een wreeden Dwingeland! zwyg, want zo „ uw bloeddorstige Meester den kloekmoedigen Vaderïi lander op deeze wyze tracht hoop en raadenloos ra „ maaken, zal veeleer hem het lot treffen, dat hy hun „ bereid had; veeleer zal hy verarm"1 en afgemat zyn dan ,, zy, het is zo vast niet dat uw ge'iefde Prins het zo lang meer zal kunnen uithouden; waar zal hy op dea ^, duur weeke yks eene fomma van honderd duizend gul;, dens van daan haaien ,om zyne plundérziekeHuurlingen „, en zyne verdere verfoejeiyke Aanhang te onderhouden? i, het verrader.yk lingelard zal door eigen gebiek zeer „ fcfiielyk de handen moeien toeknypen , en van eene andere Mogendheid is 'er voor Hem geen duit ten bes. ten.derhalven zal hy zyne eigene goederen moeten aantasten, en hoe rascn is zelf een Koningsgoed, wanneer *, 'er te.kens na evenredigheid niet by komt, door zukë ,, uitgave vertecd? — Oj zynen aanhang heeft hy geen „ de minsten ftaat te'maaken , die is meerendeels een hoop gemeen en plundetziek Canaille, arme Jakhalzen, dié zelf dagelyks de hand by hem komen ophouden om wat sp 13 hebbc'n.j befchouw ru eens het einde va;; zul; ' X i i, eb»  85i DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. „ eene onderneeming — is het daar en boven te denken dat ,, een Rechtvaardig Godt aan een Dwingeland zal toe laa« ,, ten , om op zak eene wyze met zyn Schepfel te hande„ len ? zyn Schepfel, dat alleen bewaakt en verdedigt dat ,, geen, 't welk door Hem aan het zelve als een gefchenk », gegeven is ? ", Hier op greep de P at r i ot zyn Snaphaan , Jliet ze fors tegen den grond, en nam een bars en te gelyk ontzagchelyk gelaat aan, waar voor myn Vriend en ik Jidaerden, en vervolgden,) „ Deeze dierbaare Voorrechten, ben ik en duizenden „ met my gereed , tegen den Dwingeland en zynen „ aanhang te verdedigen, ja al vervolgden ons de armoede en het uiterfle geb'ek , met al die verfoeije„ lyke kwellingen , welken gy aan uwen Geweldenaar „ toefchryft, (die God zal verhoeden,') dan zal noch de ,, gerechte wraak ons hart zodanig bezielen en verflerken, ,, dat een ieder van ons nog zyn huid ten duurflen aan ,, den Wreedaard en zyn bloeddorstig Rot zal verkopen, zo „ dat de Dwingeland zich veel eer over de puinhopen van ,, zyn Vaderland en over de opeen geflapelde Lyken ,, zyner Landgenooten , een weg tot zynen vervloekten „ Gruweltroon zal moeten baanen, als dat hy goedwillig ,, over hunne vrye harten zd kunnen hecrfchen ;V (onder dit raazend antwoord van den Patriot was Breekgraag al zo wat na de deur afgedroopen, en toen hy zyne laatste woorden uitfprak, vloog hy 'er zo fchielyk Hit als hy konde, want hy dacht zekerlyk , dat als hy geëindigd had, hy liem voor den kop zou gefchooten hebben, om met hem een begin zyner wraakneming te maaken. — Breek, graag zei derhalven niet veel, maar fpoedde zich denke'yk naar een Oranje Drink winkel, om de fchrik eens van zyn hart te fpoelen , en ik dacht in het naar huis gaan — wel lieven Heer! hoe zal het noch met onzen Teergeliefden en zyne onderdaanigen Aanhang afloopen. Dat heet nu nog al een gematigde Patriot, hoe moer dan wel een van die doldriftige Klanten zyn ! al zei men hun geloof :k, dat de Prinsen al zyn Krygsbenden , verfterkt met de geheele Pruififche Armeë zó aanflonds in 't Lmd zouden komen, om hun allen levendig op te vreeten , zy zouden 'er Ziek in 't minst niet over' ontzetten; zv zouden even a's deezen Vriend geaamentlyk hunne Wapeuea aangorden, en  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 159 en hunne Moordenaars kloekmoedig afwachten. Wat zal onze geliefde Vorst toch met zulk Volk aanvangen? ik hou myn hart vast voor onzen Tedergeltefden, wan: hoeft hy het lood in de billen , dan gaan wy allen ook om zeep. Wel Ed. Hooggeb. Heer Majesteit GossEr Ik bin maar een gemiene Vrouw, Wel Ed Hoog Geb. Heer! en as 't over me Zeun nier was, zou ik waarachtig 't hart in me bloed niet hebben, om jou een Brief te fchryven, vermits ik heel wel weet, dat je een Majefteit bint; en dat niet allien, maar ook de rechterhand van onzen dierbraven Stadnouder, en van zyn goeje lieve Vrouw , die men nou laatst zo onfehuïdig gevangen heeft: *c was waarachtig zonde van h-w witte Zak, Want ik hoor dat de Patriotten 'er een hiele fcheur in gem.iakt hebben : 't was zoo'n mooje Zak, hoor ik zeggen , hy glom of hy gevernist was; och ja myn Ed. Hooggeb. Heer, die mooje witte Zak, die geverniste Zak, waarin haare Koninglyke Hoogheid, zig zo menigmaal vertoond heeft, as de witte deugd zeivers; die geverniste Zak, waarin zy haar Koninglyke Perloon nooirgeftoken heeft, of ze leek puur ua de Befchermëngeï van ons Land; och ja Wel Ed. Hoog Geb. Heer, die Vorfteiyke Zak, die zo kun/tig gemaakt was , heeft deur dat duivelfche Snaphaans Voikie, een hiele fcheur gekreegen ; je kan 'er zo as ik hoor, haare Koning- jyke Hoogheid duidelyk deur heen zien wel dat arme mensch! dat arme mensch ! en wat mot ze gefchrikt hebben, toen.... Maar dat 's tot daar an toe, ze zal wel Reperefailje krygen 'er binnen nog huizen genoeg, die ombaar tevreden te ftellen, geplunderd kunnen worden. Hoor Wel Ed. Hoog Geb. Majesteit lik wou je maar eis verzoeken, of je in je Krant, me Zeun 'er eis over den hekel wou haaien; je mot hem verdomd havenen, fcheld hem,Wel Ed. Hoog Geb. Majesteit, dat de honden gien brood -van hem willen vree te n ; ik adresfeer me an jou, om dat ik hoor dat je die kunst zo miesterlyk verltaat, en me Zeun verdient wel wat; want je mot weeten Wel Ed. Hoogb. Heer dat zyn Patriottigheid 'er over heen loopt, en zo is in onze Buurt groot en klein ; ja ik wenschteMat jy Wel Ed. Heer Majefleit, by ons woonde, dan zou 't nog wat beter gaan.-maar och las ik 't wel bedenk, zou't ook al ien moers kind weezen , want al zei je ook dat je alles an de Prins zou vertellen! ze zouen , met je verlof Wel Ed. Hoog Geb. Heer op 'er fondament fUan, en zeggen: dafs voor d-e Prins;  M DE HaAGSCHE CORRESPONDENT. Peins • Ia je M yefteit vyeet niet, wat me man en ik al motten hooren en zien ; Kinderen van drie en vier Jaar oud, roepen Pins opange, Pins t» Rad, en daar word, om ie Majefteit te eienen van de Ouwers om gelachen dat net fch-.tprt — ik kruis me en zegen me dikkels, over de hedurven tyen die we beleven — Kyk. zen Hoogheid mag nou weezen wat hy wil; hy mag graag ien flokkie drinken en vml van zyn Moeders beeld honen, z:e 't is tog onze Prins; hy isOris tog van G^dgegeeven - nou dat « tot daar an toT- me Zeun mot je dan weeten. Wel Ed Hoog Geb Heer, is zo Vaderlands gezind, dat het fchande is dat zulke Oranje Klanten als men man en ik binnen, hem hebben voordgebrogt - as ie van Vechten voor 't Vaderland hoort, komt 't vuur in zyn oogen; as ik nut me man an \ praten bin, wie wy nog 'c liefst geplünderd zouenzien,f dan loopt dat lieve Zeuntje knarsfetandende weg - om kort te gaan, je Majefteit mot weeten, dat ik die kwaaje ,'onge lange tyd uit de Burgerwacht gehouen heb, door te LjL0 dat hyeisfelyk ftikziende was — ik docht, zou hy ook dVParty van onzen lieven Prins motten helpen ftuiten, in •t rechtveerdige kwaadaardigheid, ja wel ik brak het beest liever armen en bienen - maar zie, wat gebeurt er - de jonge bet z^n natuur niet kunnen bedwingen - zen Patriottrgheid kraait boven, en hy is Waardgelder geworden ! — ™ dunkt ,k hoor je Majefteit zeggen, Gód Zegen ons Vrouw Waard-. ■geldeH dati zal ie teugen zen O^rsVnndenfMttM .echten! -och ja,Wé) Ed. Hoog Geb. Majefteit,dar ze hy ook - en hy het Pairiött'fgbeid genoeg. om zen eigen* aer en tóSe fchieten.as de Prins'er maar deur geftmt kon worden - de jonge is om kort te gaan . maar gehtel bedorven; ik heb hem zo veurgehouwen , dat zen Hoogheid het wel met het Land mient - dat hy wys en goedis, h *T WE MEUGECYK NOG EEN OFFISIE ZOUWEN KRYGEN , maar ia. zoo'n menigen Fransman, 'er is by hem ftr... an ae kmkker, de katrt is vals, en de Krant van jou Majefteit ■ijiëèri j zal hem mogelyk nog te recht brengen; want jy, Wel Ed Hoog Geb. Heer kan tog harde dingen zeggen. Nou ik verwacht dat je Majefteit ons niet zei verhaten, vvO -ellen van ohzè kant voor de goede zaak leveren , al zon ti h»e!e Land ook 't onderfte boven keeren. IR bin t neeie uanu ^ ^ Qn MA]MTBITf Amfterdarn. V Ed Diena r effe. . êcn 13 july, i - ■ ■ ■frSNETja.ng^^ Word T'Weekeiyk» alömme by de meeste Boekverkopers a ii Stuiver uitgegeeVén.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT, N°. 73- H et fpreekwoord zegt niet te vergeefschhoe iater op den dag hoe fchoner gezelfchap, — gistren avond,toen ik in myn bed zou flappen , wierden nog twee Brieven aan myn Kantnor gebragt; (ik verzoek dat de Vrienden het niet kwalyk nemen, dat ik hier maar eens zo wat uit de hoogte fpreek, want al heb ik de bekwaamheid niet van Janus ,om alleen me zelfs te pryzen, ik mag tog zeggen „ dat myn Winkel zo wel een Kantoor is, als de zyne een Prullemand,) alle beide op Straat gevonden , zo als de Brenger zei; — wat keek ik raar op, toen ik zag, dat ze aan dezelfde luiden waren geaddresfeerd, als aan de Eerzame, Vrome Prinsgezinde Predikanten van Nederland , dat de hand zo circum circa dezelfde fcheen , — maar nog meer, toen ik ze opbrak, en zag, dat de een waï van Lucifer, en de andere van Do'minus R r appa- rent Dominus Roggaer, Herder en LeerSar te Bunnik, by Utregt, Hofprediker van Zyne Doorlugtigheid Pesters, Tafelbezem van Cattenbroek, Spion en Rapporteur van de Amersfoortfe Artneê, &c. &c. &c. — lk begost eens hartig te laggen, — „ de Duivel en een Prinfe-DoY ,, miné f  16a DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. „ miné, C zei ik zo ) hoe komt het Volkie by malkander ?" — a la bon heure, foort zoekt foort; ik zal ze zo als ze zyn hier in plakken, — 't zal tog 'teerst niét zyn, dat de Waered van dat Vokie geplaagd word. Misftve van den Onder aarfche Vorst Lucifer , de Godgeleerde Aanbidders van den Bovenaarfchen Vorst WILLEM den VYFDEN, zynen Geliefden, zynen Medebroeder. Eerzame, Discrete * Lieve Bizondere , Getrouwe! Ik ben van myne dwaling, waar in ik zedert Euwen heb gevetfeerd, ganfchelyk te rug gekomen, — ik heb, ik beken het met dezelfde nederigheid en opregtheid, als met welke gy uwe Leringen verbreid,een verkeerd denkbeeld van u gehad, - ik heb u gehaat als myne bitterfte en dcdelykfte Vyanden; — tans ken ik u nader, — ik erken in u myne Vrinden , en met gretigheid reik ik u de hand van Broederfchap toe* lk dagf, dat gy volgens den aart uwer bedieninge, "Verkondigers waart van Waarheid, uit eene belangeloze zugt tot de eie Gods; ~ welk vergenoegen voor my, — ik vinde in u de Beftryders der Waarheid, uit eene zugt to. eigenbelang; — zyt gy het niet myne Vrinden, die om uw belangs wille, om de vette brokken , die van de Tafel uwes Heren vallen, ontkent, dat de Vryhjid in den Burger/laat naast den Godsdienst het hoogstwaardeeriykfte op aarde is! —*> zyt gy het niet, die de zugt tot die Vryheid, welke God ieder re» delyk Sterveling heeft ingefchapen, verdoemt! — die haar weerfpannigheid, losbandigheid noemt! — ö myne Vrinden, hoe firaalt 'er niet in door, dat gy den men- fche  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 163 fche zo wel als Gode liegt, daar gy het verzoek des Volks om hunne Regten, — hunne Eigendomme, - hunne verkleefdheid aan de eerlyke braave Souvereine Volkvertegenwoordigers, — hunne bemoeijingen, om s Lands Welvaart op zulk een vasten voet te zetten , dat onzen Geliefden Willem den Vyfden die nooit meer kan verkoopen of verraaden aan Engeland of iemand anders, lastert en brandmerkt als daden van oproer, - en wederom,de (tsafbaarfte ongehoorzaamheid aan de Wetten , den Souverein, God en de Natie, om en voor mynen Lieven Willem, braaf, deugdzaam en G°debebagende noemt; — 6 myne Vrinden, gy zyt niet Gezanten van God, maar van my, de Vorst der duisternis, — gaa rustig voort, eet en drinkt met de Groten der aarde, wier werktuigen gy zyt, — koopt u hunne Gunst, hunne Vrindfchap, hunne Bevordering voor de Vryheid en de Zaligheid uwer Gemeentens, en vreest niet, dat die in den verfchriklyken dag van 't laatfle Oordeel tegen u zullen opltaan en u helpen verdoemen, — ik, ik zal u onder myne vleugelen bedekken, — uw loon zal met en by my zyn! Ik waande, dat gy Aanpryzers waart van de Leer dee Allerhoogfter, die Gebied de Waare Overheid te eren, haare Wetten te gehoorzamen, — dat gy myn Ryk zogt afbreuk te doen, met uwe Toehoorders wyzer, en deugdzamer te maken ; maar heb dank myne Vrinden, — gy leert hen de Wetten te veragten, de bevelen der Overheden te fmaden, hunne Medemenfchen, hunne Medeburgeren, te haten, te vervolgen, — gy juigt hunne Wandaden toe, en hunne Opioeren, Plunderingen, Roven en Moorden, zyn als de gevogen uwer mislei iïng en aanhitfing, zo aangenaam in uwe en myne ogen, als verdoernelyk voor God,  k54 DE HAAGSCHE COR]RESP0ND;e;NT. Ga voort, gelyk gy hebt begonnen,en uw loon zal met my zeker zyn. ! Ik moet van uwe liefde voor mynen dienst, dit nog van u verzoeken: — ik heb van het begin der Schepping niet alleen gelegen onder den vloek van God, - maar ik ben ook tot nu toe de affchrik van al het mensdom geweest, fchoon myn Ryk het uitgebreidfte en myn denst de meest gezogtfte is onder de Stervelingen .nogtans hebben alle myne Onderdanen een afgryzen van my, - zy, fchoon zy myne \Vetten en Voorfchriften volgen, verfoeijen my als het Looste en rampzaügfte Monfter , en ik had reeds tkenmg gemaakt, dat ik euwig onder die ondraaglyke ■verfmading zou hebben moeten blyven liggen, ja myne Vrinden, zonder u was my tot wegneming van die veragting by het redelyk Schepfel alle hoop afgefneden, tans fchynt my niets ligter en gemaklyker, als door uwe hulp dien ongelukkigen ftaat te boven te kunnen komen, gy kunt mynen naam, myne daden in het beste dagligt dellen, —- hier door zal ik niet alleen myne Onderdanen nog meer aan myn dienst bepalen, maar gy zult »er by vervolg ook het voordeel van hebben, van nog ónbefchaamder en minder bedekt a's gy nu doet de leugen te kunnen voortplanten. 8 Verdedigt roy, gelyk gy onzen Willem den Fyfden verdedigt, - dit kunt gy doen myne Vrinden, en evert zo gemakkelyk, daar zyr.e misdaden met de myne gelyk ftaan, fchoon niet in gelyken graad, terwyl hy en zyne daden in enen enger kring beperkt zyn als ik; : » ben een Vorst, die den ondergang dér gehele Waereld zoekt, —' en zyne bemoeijing is, en kan zig niet verder uiiftrekken, als om zyn Vaderland te bederven: genoeg dat dezelve zugt ons bezielt. ^  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 165' Ik eisch uwe verdediging gelyk gy hem verdedigt,— die taak is dezelve, want onze misdaden zyn elkander gelyk. Ik ftond tegen mynen Wettigen Heer op, die my had groot gemaakt boven al het gefchapene, ik veragte de gehoorzaamheid, aan hem verfchuldigd, en verleidde zyne Onderdaanen, om hem aftevailen en my aantehangen, —=> ik verleide hen , om mynen dienst boven den dienst van mynen Heer teagten, fchoon tot hun jammerlykst onge, luk: dit was myne misdaad, en dit is ook de misdaad van Willem de Vyfden: hy is tegen zynen Wet. tigen Meester, die hem boven alles heeft groot gemaakt, opgedaan; hy heeft de gehoorzaamheid, aan hem verfchuldigd, veragt, en heeft zyne bezoldigde Troepen van hen doen afvallen, en zig doen aanhangen, hy verleid het Volk, om hem te dienen, en tegen den Souverein te rebelleren,hoewel gewis ook tot hunjammerlykst verderf. Ik zoek den endergang van het Ryk mynes Meesters, — dit is ook 't werk van Willem den Vyfden: — ik fchep vermaak in 'c vernielen ; — hier op alleen is hy bedagt,— ziet zo myne Vrinden, dat onze werkingen ééo zyn, èn is 't, dat.zyne daden niet zo groot zyn als de myne, niet zo uitgebreid verdei flyk, het is , om dat ik de booze Kwelgeest, de Satan, van de gehele Wereld ben, en hy flegts die van zyn ongelukkig Vaderland is. Ik verwagt van uwe liefde voor my, dat gy dien dienst aan my zult doen, gy kunt het doen, want of gy uw gefchroeid geweten veikragt om mynen Lieveling Willem den Vyfden of om my, het is het zelfde, — of gy de Heiiige Schrift in duizende bogten wringt om hem ""'Y 3 ' of.  j66 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. of om my, het is het zelfde! —- zoudt gy de leugen verkondigen en voorftaan, en my den Vader der leugenen vergeten! — zoudt gy uwe Hoorderen eerbied, hoog. agting en liefde inboezemen voor den Verrader van hun tydelyk geluk, en dien dienst aan my, den Verrader hunner eeuwige zaligheid, weigeren? dir kunt gy —■ dit zjit gy niet doen, — gy hebt u aan myn dienst verbonden, g zyt de my en. Ga voort, myne waardfte Vrinden, ga rustig voort! — Vsrzaak de God van Hemel en Aarde, om aanzien, voordeel en bevorde.ing, fchatten, die aan myn dienst verbonden zyn! Verzaak de infpraak van uw geweten! Verzaak de liefde voor uw Vaderland! — Verzaak uwe verpligting aan de u toebetrouwde Ge. meenters! Veragt de Waarheid en hebt de Leugen lief, op dat het vette der Aarde uw deel zy ! — Spet met Gods Heilig Bybelwoord, — gebruik het .tot de heillooste oogmerken, tot het bemantelen der valsheid en ongeregtigheid! Spot met eene naderende Eeuwigheid en het jongst ontz>giyk Geregt! lagt als myne dappere getrouwe Hel Jen de verdoemenis aan, en houd u verzekerd, dat ik u getrouwelyk zal byflaan en aan uwe zyde blyven. Zo 'er nog in eene Zee van onbefchryflyke en onoverzienelyke rampzaligheid , een punct van vreugd voor my is, het is dat een Willem de Vyfde in Nederland is geboren en leeft: om en door hem is de Ge¬ zegende Welvaart des Lands byua tot niet gebragt, — om en door hem is de Rust, de Vrede, myne gehaatfte Vyandin, gevioden, om en door hem is een vloed van nooit gehoorde ondeugden, Haat, Twist, Rebellie, Pion-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 167 Pionderen, Rooven en Moorden, de ftutten van myn Ryk, in het Land ingebroken, om en door hem zyt gy myne Vrinden , myne Lyftrawanten! Wel aan, geniet met hem tot uwe beloning hier op aarde de verfoeijirg van al wat eerlyk, en hier namaals den vloek van al wat zalig is. Eerzame, Lieve, Getrouwe, Uw Leider en Vader LUCIFER. NB Den BRIEF, van den Eerwaarden Bunnik.' s en Tafelbezem, tal de Lezer in dm volgende vinden. A D.  i<58 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ADVERTENTIE. Met Permis/te van zyne Vorfielyke Doorlugtige Hoogheid WILLEM den VYFDEN, ERFSTADHOUDER, ERF, &c &c. &c. Word aan alle Heeren en Dames ; en verdere ctt; ritufe Liefhebbers bekend gemaakt, dat de Acteurs en Actrices, van de Amerfoortfe Schouwburg, de eer zullen hebben, op Maandag den 30 July, 1787. TE VERTOONEN: D E R0EMRUGT1GE VEROVERING DER STAD W T K, D O P P I E S . SPEL. In 3 Bedryven. Noit alhier Vertoond. Tusfehen beide zal door den Heer Emmery de Perponcher de Sedlinitsky , een Vertoog , over de Republicainfe Vryheid , worden gedanst. Die plaatfen gelieven te befp'rken, adresfeeren zig in het Camper:-sni Zeist, in de Jent, daar het Schildery, de Liefde vooi Vaderland, Medeburgers en Vryheid , uithangt. of te Amersfoort, in ^ti ter?" de ut. Ra» zende Roeland. ZEG HET VOORT. Word s'Weekeiyks alöOJBie by de meeste Boekverkopers a ii Stuiver uitgegeevtn.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT; N°. 74. Priendelyke Baas GOSSE < 33oor het beftendig leezen van uw achtenswaardig, ent heilzaam Dagb ad, ondervonden hebbende, dat gy nog al ïchikkelyk zyt m het plaatfen van ftukken, welken UEd. toegezonden worden, neem ik de vryheid, deezen aan UEd. aftevaardigen, met verzoek van inleggende een klein plekje interuimer ; ik viei my, datgy onze Vrienden daarmede geenen geringen dienst zult doen : door deeze myne aantekeningen, met groote moeite veizameld, ctrouwens wat doet men niet voor eene Party die men onverzetreiyk aanhangt, en voor een Geloof 't wek men met de moedermelk ingezogen heeft,") zulien onze Broederen in de yerdrukkinge, in Haat geftVd worden van de Patriotten te overtuigen , dat de hartlyke ,de veelbetekenende taal, welke in verfchtidei e Mislives e^z. v,m onzen Tedergeliefden, van Hoogstdeazelfs Gemaalinne, van de elenéllge Staaten s'Lanis van Utrecht, (kloekmoedig te Amersfoort vergaderende, ■ en van andere voornaame Hoofden van onze Factie, voorkomt, geene ongehoorde taal is, zo als zy bocsaartiglyk voorgeeven — neeD. maar eene taal, meermaa's gebezigd ,en wel van zulken.die men (blykens hunne daaden, ) in de clasfe van vermaarde lieden ; van de geenen die hun verkreegen talent op woeker uitgezet hebben, mag rar.gfchikKen - myne Paralellen zeiven zuilen u van het bedoelde niet nader overtuigen» In ben UEd. enz. II. dei', Z0 HiS.  17* DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, HISTORIEKUNDIGE PARALELLEN, ten dienste van de Oranje-Factie verzameld, door een getrouw Aanhanger van dezelve. De vclger.de uitdrukkingen, in virfcbeidene Papieren van de Hoofden der Oranje - Fadtie voorkomende, wil min dut ONGEHOORD zyn. I. De rrrove lasteringen en fmaadleid,met welke wy, ia fonimise Geweiten der Unie, alles hebben zien beproeven, om ons van onze ter ie berooven. Declaratoir, van den'Tedovgeliefdcn; dato 26 Mei. 2. riet is alleen aan onze hlykkaare "eiging tot zachtheid, toetefchryren, dat wy, tot bier toe, niet dan leenige middelen ter hand genomen hebben. Declaratoir, enz. iïp'--' 1 Wy altltatis kunnen op dit ogenWik onze hittere aandoening niet verbergen, over den jammeiïyken toeftand van ons Vaderland, en wy gevoelen thans meer dan ooit de kracht van die-, hartlyke liefde, Biet welke wy ons altyd op het tederst verknocht gevonden hebben , aan eene Natie, onder welke wy geboren zyn. Declaratoir, enz. De volgende korte uittrekfelj uit de leevensbefchryviugen van eenige vermaarde lieden, bewyzen onwederfpreekelyk , dat de hevensgemelde befchuidiging,voïftrektlyk ongegrond is. 1. „ Gy zyt een Eerdief, zeide zekers Struikrover tegen iemand, wiens Broeder door deezen ragebond uitgcfebud was geworden, en die hem zulks verweet. Eefehryving van New - Gate ; Bladz. 92. Dank myne zachtaartigheid, zeida by tegen den ongelukkigen, dat ik u flechcs van uwe goederen beroofd heb : ik bad u konnen vermoorden, 't Gruwelyk wreede leven van den Capitein C a iiFouR, enz, Bladz. 156. Hei is ons bevoelen, altyd ts iracigen een vairchen baard in den zak, als mede pleisters van veelerhande foorten , om ons te vermommen in een ogenblik tyds, ais de zaak zulks vereisebt. Keuren , Wetten, Ordonnantiën, Manieren en Religie, die de Dieven gebruiken. Art. 23. (*'; 4, En . (*) Ik kan niet begrypen waarom myn-Bass deeze zogenaamde Pa- ralel niet doorgehaald beeft'. - my dunkt 'er is niets 1'aralelS- in maar by beeft het fiuk zekerlyk onveranderd willen opdis- f-ben, — ik volg zynt orders en laat alles ter verdediging van den Zamenfeller, éie meer der gelyke mis/lagen begaan beeft , gelyk nader zul blyken.  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 171 4- Ei) hier uit kunnen TjF.d Gr. XiTog Ü4:lyk bemerken . dat wy geen de allermjnfte i'miOI hebban,om eenigzins UEd. Gr Mug l\.ivincie te ofènceeren, of vysnd!ji te bejeegnen. Mis/ros van Je Amersfonrtfche Staaten ,aan H. EJ. Cr,.IH. dat» 16 i}ls i , J787. Terwyl vvy.en onze goede Ingezetcuefï; irt p.'aars van sis Boni. genoot te worden aangemerkt , viei.vr op «cue ivf Ut wys v/urdfj} aangevallen ■ en niet ecrien niie»vyrwu<;Meiiilen iuljndfchen iyrvg. w/jrdon bedreigd., . . j.. . JHit/tve"mn gemelde Staaten , " yian H. H. LM. data 5 Jur.y ,: 6. ' De 'iuurigfte werfhen van myn h-trt, om door myne tusfchènkomf t mede te wei ken , ter vér hoedinge van eeucb' dreigenden Ijurger - Oorlog, en ter vcRfi'.-amg der getcrnlien, op gronden Van de welgevestigde Conftitutie , zyn Ai eenigSe redenen geweest van myn reis nair s'Gra•Ztnhaage. Brief van Wn.HEl.MIXA , aan den Rand - PerCokuris van Holland ; dato Schoonhoven, 25 Juny, i7i7. *• Gy zyt SJAKO, en zoekt ons van ee.ze hem zen te berooven , zeiden t:'jee< welgewapende Cavalliers, tegen den zemelden Deugniet, die bun van den rechten weg trachtte aficbreugen : maar deeze, wel ziende dat het hier zyn beurt zou worden, antwoordde, met de grootfle bedaardheid; ,, Heeren! ik ben eert „ braaf man , en heb geen de aller. ,, minste intentie, om u te offen,5 ceeren, of vyandlyk te. bejeeg. ,, nen." De echte Levensbefchryving van SJako ; Bladz. 200. „ 't Is vreemd", zeide hy fegin zyne Bend» , ., dat de JMagi/ïraac ,, ons niet als goede Ingezetene» „ aanmerkt, maar telkeus op ceite „ hostile wyze aanvalt , en out ■ „galg en rad dreigt, daar w; ,, Jlechts de vryheid van gtweeten ,, vorderen , om ons gelccf in 'bei „ Recht des. Sterklren uii'ttcefc- ttta. Historie van eenige Hoogduit, fche Gaauivdieven; tweede Deel;,Bladz. 15. 6. D' TFouddie: en haddfn den Leeuvj viinr hunnen Bcfehermer aangenomen ; maar by gebruikte zyn kracht om b n te onderdrukken; de Dieren fpanden zamen ora hem de Wet te tonnen voorfchryven ; in welks mfbnVijtité ds Leeuw zeide: de vuuriglte wentellen van myn hart .zyn, dat de oude gewoonte weder plaats moge vinden. —;— NB. Dan werd hy weder Onderdrukker. ( * ) Een Fabel. 7. Ik ■ C*) Kr.AAs Momus betuigt van harten, deeze Paralcl niet vol- mgmên tv hegrypen.  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 7- Ik had my gevleid, dat myn reis geheim zoudt gtblteven zyn, tot na myne aankomst op de Oranje-Zaal, van waar ik myn oogmerk zoude gecomrauniceeid kebben aan UKd. Gr. M. enz. Brief van Wilhki.mina , aan £ess Raad-Pinjitnaris, enz. 8- Nimmer had ik gedacht dir heilzaam oogmerk eenigzins te zien veiydelen, voor dat ik i» [iaat ft field vjas, alle myne poo gingen daartoe aantewenden. Brief van WiLKELMINA , als .; hoven. 9. Het is U Wel Ed. Geftr. bekend , dat ik belet wordt myne reis verder voort te zetten ; ikhotp evenwel dat dit uitftel de zaak ttict uit baar geheel zal brtngtn. tl Brief van WilheLMINA, als £ bsvsn. 19. Ieder die my tent, zal ligtlyk. begrypen, bot diep ik moet getref'» > over eene sebeurte- ïiis, zo weinig tvereenkomstig met «vne gevoelens en oegmtrktn. grief van Wilhelm IK a, aan den Ciiffier FaGel; dato els boven. 7. Ii bad my gevleid niet geattrapeerd te zullen worden, vier myne aankomst op de bepaalde Rendez - vous, aan dm ingang van htt Dorp; dan bad ik my aan 't hoofd Tan u geplaatst, tn wy zouden den Schout zelf» ovtrvallen bobben. Brief van Cartouche aa« zyne Bende. S. Nimmer bad ik gedacht myn aanflag op den ryken Turfbotr eenigzins te zien verydelen, nor ik my in ftaat gefteld had, van met goed fucces Uy hem te konnen breeken. De Wagbnspringer. 9- Gy weit mynt fritndtn, dal ' de wachtfche Honden van de I Hofflet, mi in dm aanflag mg | verhinderen; maar ik hoop ««• 1 wil dat dit uitfle! myn ontwerp niet geheel aal doen mislukken. Brief van den vermaarden Roover Grillon, aan zyne Makkers. 10. Ieder iii hem kent. zal ligtlyk hegrypen, hoe diep hy moet getroffen geweest zyn, over zyne gevangeneemlng; daar dezelve zt weinig overeenkwam met zyne oogmerken , om nu eens recht eea braave buit te maaien: Historie van een Gascon, een uitneemendc Caauv.- dief; Bladz. 13. Vernlg Her na.) WAA8.B5 \V ... KB  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ^73 Waarde Leez'er'1 stH"> niet dan met de uiterfte droefheid, dat wy onj genoodzaakt vinden Ü te berichten, dat voor weinige dagen , aan 't Huis van onzen Boekverkoper gezonden is, een Billet, van deezan inhhoud: Ingevolge de ordre van Hun Ed. Gr. Mog. dé Heeren Staten van Holland en W est Friesland, wo d een iegelyk op het rigoureuft verboden, het uitgeven en verkopen van de zogenaamde GüLDERCHE HISTORISCHE COURAiVT, welke thans Johaknes Ouvier, te Zalt-Bommei, gedrukt word. Hage 18 July 1787- Gy kunt u niet begrypen wat 'er in myn hart omging, by het leezen van dit llreng verbod — hoe! dacht Kla^s, is dit Vryheid! mag men nu langer geen Gelderfche Histori fche' Courant verkoopen ! — wel Heer bewaar ons! waar wil dit heen? — een blad dat zo veel invloeds op een gedeelte der Natie had! een Bad, waarin onze Teder geliefde zo beminnelyk voorgefte'd werd! dat hem kon doenhoopen, op een algemeen oproer, door mid. del van 't welk hy weder in zynen ouden luister herfteld konde worden! want men kan met o-tkennen, dat gemelde Courant vry zichtbaar, daarheen fi'rekte — worden zulke Papieren verboden! dan zaï het wel haast met onze Cabaal ;gedaan weezen, wsnt dan zal bet zaad van oproer, werkelyk in de harten van het Gemeen ge ft r ooi d. Piet bevochtigd worden, des geen voedzel ontvangen, en ge- volglyk geheel verderven. "Ongelukkige Willem: „ moet men u dan alle hoop op herftel ontwringen! '• „ 6 hoe beklaag ik u! immers is het te duchten, , dat men ook het onvergelykelykeDagbhd van n:ynen Baas ii Z 3 ■ „ d"  174 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. „ d<; Haag fche Courant rjaamlyk , zal verbieden! = en wat dan gedaan , braave Vorst! « • inderdaad „ uw toefland is bejammerens waardig! " Indien gy, waarde Leezer ! zo <;röo1é\ genegenheid, yoor het Huis van Oranje hebt als ik — indien gy, zo yverig als ik, wenscht, dat onze Tedergclicfie eenmaal weder den Scepter zwaafe — komt, verbind udan, om met Klaas aan 't hoofd, den Tcdergeüefden te gaan aanzetten tor herdoen van eenen ftap, waar van de peheele Republiek zou sewangsn —— die jlille onderdrukte — die ongelukkige Stadhouder, dien men de achting der Na'.ie oiv.ftooien heert. want by zelf heeft ze nimmer ver' beurd? die verlatene ; om dat hy zyn Stem niet wil gee ven tot Verdere beroeringe des Lands ; om dat hy,ingevolge de Leglen van Salomon, de oude paaien niet te rug vil zeiten;' niet wil heulrm met den geei>eo die, tegen gemelde Lesfen, op den akker der wezen komen; want imm^'s hebben zy deo. akker Van onzen Teder gelief den zeiven byna geheel omgewroet? — de frhoonfte boomen,(zo noem ik: voor een openblik hoogstdeszelfs outwerpen,) die de heerlykfle Frucht ■ beloofden, zyn door de Parriotten ontworteld ;.zy hebben den grond het HYJ^r onrhouden, op datailes zoude dorren. — ó gruwel boven gruwel! - Nu, die omzwervende Stadhouder, zal aan 't Spits vao een tairyk Hkii' moeten opdaagen, om zyn gefchmdene eer te wreeken.en -i'jneFooroudcrlyke rechten ev.preeminex? Ier. ie reclameeren; om de van dag tot dag toe.i.eemeude bende van Patriotten te beteugelen,, of het Eminente Hoofd, der Republiek — Neêrlands hciibezorgtr, — de Vader des^ Faderlands — de braave Man die God in zyne genade aan het Roer van onzen Staat geplaatst heeft — aie>zelfs, zal.door de Patriotten, geheel vernield worden, ten zy hy zig. zeiven recht verfehafie hy fpiegele zig aan zynen' voorzaat en naamgenoot die voor Amflejdam verfcheen, om de ftyfhoofdigheid dier j\'eereldftad te fnuiken m 't is waar, ik bedenk jidderende., hoe men dien Held begroet heeft — ik bedenk, fi (derende hoe mïïn 't Ontwerp yan onze tedere Landsmoeuer, de Yorftlyke W( l h f. lmïn a , heeft doen in duigen valiui — •liev* Hemel als do' Putriouen, ev'eny/sl eens Joiftmotdtg  DE HAAGSCHE CORRESPONDENTE r/? genoeg waren, om ook onzen Telergeliefden .... 4 neen, Ö neen, hy daage niet op zyn wraakzwaard rufte in de Schede, tot zo lange dat wy, getyk men zegt. de baan glad gemankt hebben; ah hy komt moet hy triumpheeren ; - indien by een kans waagt, is de neder laait zekerlyk aan zyne zyde — eerst moet het Gemeen nog meer opgeruid worden eerst moet myn Baas , en eenige and ere weidenkenden , in hunne Couranten en verdere'papiereu het Volk beroeren, opruien, en ten algetneenen moord voorbereiden ; want zonder bloed te fiorten, zal 'c nimmer gaan— En fchoon de Patriotten in hunnen dollen overmoed , zig niet ontzien, een begin te maaken met het verbieden van de gemelde papieren, (blykens het voorgaande Rigoureus Billet,) waar door zy ons de Wapenen uit de hand zoeken te drilien - fchoon zy ook den Courant van myn Baas, waarvoor ik mer reden vrees , mogten doen ftifftaan geen noood waarae Leezer ! Klaas Momus aileen zal 't hun doen — by heeft goed en leven veil voor den Tedergeliefden. en 't onveranderlyk befluit is by hem genomen en bezwooren, van nimmer de Pen te zullen nederleggen, ja ook niet al werd hy desaangaande in 'r byzonder van Hun Ed. Gr. Mog. geaciioneerd wel wat denken zy weli dat de Sou- verainiteit tot zo verre by hun berust, dat zy inquifiteurs mogen weezen , en óznjlillen in den Landen een ongelukkige hoop Volks, die naauwlyks Schieten kunnen, en daarom hunne toevlucht moeten neemen tot Vuis• ien, Steenen en Stokken ; dat zy die eenvoudige Lieden mogen onderdrukken, mogen beletten van hunne harten uittefchudden, en hunne makkers op te wekken tot ftandvastigheid in V redden van 't voorwerp hunner aanbidding e, den Tedergeliefde naamlyk, alies totwelzyn van den Lande? ~ neen zeker eer dat gebeure, zal'er hoorneer water ten dale moeten lopen. - Klaas (laat afs een muur, en heeft bovendien kloekmoedig beflootcn, gemelde verbod te dupeeren, niéttegenftaaride al het gevaar dat hy loopt — fioor het gewigtig befluit. — „ Jn dit „ Weekblad zal voortaan een NieuweGELDEBSc h e His„ toriscme Courant aangelegd worden, en wy zullen „ zien of de Heeren Staaten van Hot'land'en i^cf friesland, „ ook deeze zullen durven verbieden." — Zie daar een ftap diea  i76 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. dien ik meen dat aanmoediging verdient; derhalven wordt by deezen ieder verzocht my in die heilzaame onderneennng te onderfteunen, door het toezenden van Nieuwstydingen, Advertisfementen, enz. kunnende ieder verzekerd zyn van eene allezints getrcuwe behandeling. KLAAS MOMUS. Word s'Weekefyks aJömme by de meeste Boekverkopers k ï| Stuiver uitgegeeven.  D Ë . HAAGSCHE CORRESPONDENT, Nv 75. Allerbeste GOSSE! IVfeermaals heb ik de eer gehad van aan ü te /chryyefn' en met zulk een wenfchelyk gevolg, dat ik myne Mrsfive$3 beftendig in de eerstvolgende Nommer van uw Onpartydig Dagblad geplaatst gevonden heb; geen wonder, myn goede Gosse! een man zofchrander als gy, zag wel dra hoe nuttig myne brieven voor de goede zaak waren ■■ erf een man zo goedhartig als gy, kon het daarom niet óver zig verkrygen, myn licht onder eene korenmaate te. verbergen , en den aanhangeren van het Innocente Hoofdder Republiek, van deszelfs verkwikkende draaien te berofr* ven: dewyl ik dan zie dat ik met zoo braaf een marf te doen heb, is myn befluit, myn fchryven aan ti fe verdubbelen ik twyfel niet, (en gy twyfeit 'er zekcrlyk" ook riet aan) of het fpoedig plaatfen van myn brieven, zal uw berucht Dagblad veel luisters byzetten, en het debiet daar van fterk doen toeneemen, ja tot zo verre, dat 'er «ver den geheeien aardkloot van de Haag fche Courant gefproken zal worden dit zal uw beurs braaf fpekken, myn allerbeste Gosse ; en daarom zal ifc ( by al het geene dat ik door myn fchryven ten wege breng, nog het genoegen hebben van te zien dat gy eindeiyk fcliadeloos 11 w woord hebt gehouden, van uwe Courant met een nieuwe tó? er te drukken; eene belofte, welke gy , naar myn beste cmhoud. reeds voor jaar en dae gedaan , doch,- zékérlyfe Hi deel. A* dA.'  i78 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. door gebrek aan toevoer van onzen Teder geliefden, heden eerst volbra-t hebt. en evenwel werd zulks hoo- tvd- °7 weet Vriend Gosse, de meeste Lsezeri van uw Dagver zyn agt-en-veertigers; heden dus al mooitjes verpeten zyn - veelen onder hen zyn reeds Téiki blind, dat verzeker ik u -— anderen hopen op krukken - en een vry groot getal zyn door t bombario dat de Patriotten thans maaken, geheel betostd treworden, zo dat zy het gebruik van hunne zintuigen leflooren hebben om kort te gaan allerbeste Gosse, gy hadt abfolut een nieuwe letter nood.g: te Aymegen kan men niet meer fplandtt zyn, o.n dat men Sr te veel gekortwiekt .s , maar door myn fchryven zullen de uitgefchotene penningen inkomen; - t is derhalven, bu te" tegenfpraak zeker, dat gy by voorraad myne volgende gedachten en aanmerkingen der wereld zult medeHeelen dit zyn ze. ' Men fpreekt zo veel van den aart der zogenaamde Patriotten ,dat dezelvenaamlyk \nzWes, fieraa-djen enpronk(lukken van het menschlyke gedacht zouden zyn ; daar en reo-en veracht men de aanhangers van het Huis van Oranje, als ware het uitvaagzeis van het menschdom, volüngen godloozen, zondereer of deugd — ik heb dit reeds lo dikwyls gehoord dat het my walgt, en daar niemand de pen opvat om deeze gedrochtiykheden tegen te gaan , heb ik befiooten my te verledigen, om te bewyzen dat de Patriotten niet konnen roemen op een eenige deugd, die de Prinslieden niet bezitten; en verders da de laastgeme'den eenige deugden uitoefenen, waarvan hunneTetrenftreevers geheel vervreemd zyn. De Patriotten zyn dapper - zo zegt men - maar die aan de dapperheid van onzen aanhang twyfelt moet een volflagen vreemdeling zyn in de gebeurtemsfen van !f7en t¥d wie vraag ik, hebben byna gantsch Gelderland uitgeplondekd? — wie het HelenT on e des fiokken-en Jleenen-Oovlogs ,n Zeeland tZTA, —1 wie heeft de voorgevallene verwoe>ttn. geo^nu. a„nTpricht' —- wie op byna onnoe ■ StfSTSÏ. gantfche l&fjfc •/ h,ime krachten beproefd? wie anders dan ^7 v;ienden\an den alwaaidicn W.lle« den Vtf. _ t»ï» kan, zo in éénen ademweg,» veele  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 179 lleldendaaden van de Patriotten te berde brengen? peen mensch - alles waarmede men floepende aankomt, is eene niets betekende overwinning aan de Vaart -r eene verovering van Kattenburg, en dergeyke kleinigheden meer - en dat niet alleen ; maar die daaden zvn nog hedreeven door hunne Gewapende Burgeryen — een Vo.k dat zig zelf ruïneert, om goede Krygshelden te worden -— een Volk dat thans den Sabel en Snaphaan kan roeren a's de eivaaienjle Militair zie, daarom zo veel te minder wonder, aangezien onze behaalde overwinningen bevochten zyn door de vuisten van een ongewapend Gemeen; een Volk bulten ^ alle tucht, (krygstucht naamlyk,) die zo maar dolzinnig 'er op inv'iegen ik meen dat de fchaal hier ryk- lyk uit/laat, wat dunkt 'er u van Heer Govse ? De Prinsgezinden zyn Voorftanders der Vryhzid; de Patriotten in tegendeel leggende Vryheid aan den hand -•b'vkens dat van taun-e zyde het Volk bepaald wordt,zjifs in'de keus van het geen zy begeeren te draagen,of waarmede zy zig begeeren te verfieren de Patriotfehe Regenten verbieden alomme , en op de rigoureufle wyze , het draagen van de Oranje ■ Kleur, maar de Prins¬ gezinde Regerten, die Zoonen en Voorftanders der onbepaalde Vryheid, vergunnen hunne Ingezetenen alles, bok zelfs her drangen van „ Oranje - Linten, ofte ook „ van gecombineerde couïeuren van Oranje, wit en biaauw". blykens de Publicatie van de Staaten f Lands van Utrecbt, te Amersfoort vergaderende, dato 17 ]uly laatstleden; De Patriotten, wil men, hebben geld over voor het bevorderen van hunne belangens, en het afbreuk doen aan hunnen party; ten bewyze daarvan voert men aan, dat zy fts ducaaten uitlooven, aan ieder Ruiter of Soldaat die tot hun overloopt maar de Prinsgezinden gecven hun oofc daarin niet toe; en wil men bewys? ~ Ik vraag, of met de ?eheele weérelo weet dat wy geld gegeeven hebben , nan verfcheidene lieden, om de Requesten ten voordele van den Teder gellei den te ondertekenen t, ja., ja, die is wereldkundig genoeg. 't Is onwederfprekelyk een deugd, in onzen aanhang, «H zv . uit puure liefderden Stadhouder de hand boven 't bofd botid.n 3 want was; men ook praate van foramige, Aa 2 W°8 -  ïl® DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Grooten, dat die zulks zouden doen uit Eigenbelang; dat w.y den S adhouder maar zouden gebruiken als een fcherm, ïivai'.r achter zy zig zeiven verbergen; gekheid! gekheid! "ivv weeten wel berer;en de zo veelduizende vrienden wel' ke den Tedergetiefde onder het Gemeen heelt, bewysen liet tegendeel; die kunnen althans door geen eigenbelang bezield zyn — 't is waar, de dwarsdryvende Pa|rictt,en zeggen , dat deezen door de Grooten opgewonden •sworden ;dat het Gemeen flechts een werktuig in de hand der Qrfioten is; — ook al Gekheid! 't is zuivere liefde die onze party bezielt, — maar nu de Patriotten? ba Helde! de dryfveeren van al hun doen en laaten, zyn haat en wangunst zy haaien den Tedergeliefden; zy kunnen hem niet fyten; en de glans van zyne grootheid , fchittert te jlerkinhunneoogen, — zy leggen 't 'er op. toe om hem kleiner te maaken zyn uitgebreid vermogen en onvoorbeeldige invloed moeten gefnuikt — een fiaaje deugd, niet waar myn lieve Gosse? Meent men dat de Patriotten fchrander zyn? Ha! ha! ha! ha! ha! zy mogten de droes weez?n voet by fluk — nog nooit hebben zy getoond re kunnen verzinnen, hoe men een vyand, die zig opgeflnten heeft in een kelder, welke men met geen reuzekrachten kan op rammeien, moet overwinnen maar kom, by de Prmslieden moet men weezen om blyken van vernuft te zien, wat doen deezen in dat geval ï — de brand- fpuii voor de kelder — met alle man gepompt 'de. kelder vol heel vol en zo oomkool doen fmcoren ais een Rot in de val, — Ha! ha! ha! ha! ;ha! zie dat is vernnftig, of ik ben het fpoor glad beister - ongelukkig, gy weet het myne lieve Gosse, was de ftoutmoedige verdediger het ontvlucht; maar dat doet niets uit ten nadeele van de vinding -—~ a's liy in de kelder geweest ware, zou hy evenwei hebben moeten fmoor en .... Vrind Gosse! ik ontvang daar zo aanltonds een bezoek d>.t my noodzaakt deeze te eindigen maar zyt ver¬ zekerd dat ik u met den eerften Post myne overige Amrserkingen en gedjchtcn zal doen toekomen. UEd Getrouwe Correspondent Hans de Overweeger. Ik  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT» 181 Ik weet niet wat men myn Baas niet al toezend! — ik heb eergisteren uit 's Gravenhage een pak ontvangen opgevuld met (lukken en brokken, de ik te vergeefkh in een goede orde heb willen fchikken — eindelyk myn geheelen voorraad van geduld verfpild hebbende, heb ikailes ondereen gehusfeld en blind,ings toegetast, om iets voormyne Leezers uittehaalen de volgende Stukjes wor¬ den hun dan door dat middel opgedischt. „ Zuilen wy God Almagtig bidden, Uwe Hoogheid veele jaaren by gevvenschte lyfsgezondheid en vermeer„ dering vsn allen Vorfllykcn weiftand en eere te willen „ behouden". - Dus fluiten de Staaten van Zeeland hunne har tb re eken de Misfive, over het flutten van de Princcslè in haar Reize naar 's Gravenhage , aan Zyne Doorlugtige Hoogheid gefchreeven, dato 16 Juiy, ,1787. Het is wel der moeite waardig den Landgenoot onder 't oog te brengen', hoe ryk van inhoud dit korte Formu:ier van een Zeeuwschgebed voor den Stadhouder dier Provincie , is: 1. Lyfsgezondheid fluit uit, gezondheid der ziele, ten bewyze van der Zeeuwen overtuiging, dat hunn.c Stadhouder een gezonde ziel bezit: de ziekten der ziele zyn, heerschzucht, volksverdrukking, ondankbaarheid■> ongetrouwheid, en wat dies meer zy ; ziekten, waar aan de Ziel van den Stadhouder nog noou gefukkeldheet'z. 2. Lyfsgezondheid fluit in, verfchillende krachten; als die, van een frisfchen Roes te kunnen verdraagen ; die van zyn gef.acht te kunnen voordplanten; die van een gering Burgertje, een voet op den nek te kunnen zetten; die van duizende Solicitatien om ampten te konnen hooren , onder belofte van den aanhang te Jlyven; en dergeiyke krachten meer, alle welken met reden voor den Zeeuvjchen Stadhouder , wel afgefmeekt mogen worden althans de kracht ter Voort-plan^ tinge — want het Oranje - Huis is den Staat te dierbaar, dan dat hef zoude'uitflerven. 3. Vorstlyke welf!and , is vergrooting van aaihing. 4. P'ortlyke cere , is het triompheeren over de geenen die V Vorsten Hoogheid behiagen , en hem van den thrcsn trach. e 1 te floot en, A a 3 Raad-  Sg2 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Raadzel — Jawel! Raadzels ook al! Kart en dik; p/eêrlandsch Jchrik, Hard ah een Schillepad, Ra ra, wat is dat. Tweede Raadzel. Vet als een Os, Schrander ah een Vos, Blank als een Meeuw, Sterk ah een Leeuw, Traag als een Slek, zeit het niet raaden al wordje ook gek. Derde Raadzel. Eertyds was ik goed. Nu ben ik verwoed. Toen ik goed was wierd ik gehoond. En nu ik verwoed ben word ik gekroond. Ra ra, wat is dat. • Onder 't Papiertje waaröp deeze Raadzeltjes ftaan , vind Ik gefchreeven, dat de uitleggingen, myn Baas met den eerften toegezonden zullen worden ; en daar de Correspondenten van myn Baas allereerlykfte lieden zyn , zullen zy zekerlyk hun woord houden ; derbalven durf ik myn Leezer, die uitleggingen in myne eerstvolgende Numero belooven. ik had nog meer Papiertjes uit de hoop gegreepen, maar vermits ik zie dat het Vertoog byna vol is, en ik nog een plaauie voor myn Nieuwe Geldersche Historische Coueant moet overhouden, zal al de rest van Documentjes tot nadere gelegenheid moeten blyven leggen - myn Baas heeft zo groot een toevoer, dat de boêl niet om te beredderen is. i Ia Leezer! een Nieuwe Geldersche Historische Lou. rant! wat dacht gy.? dat Klaas Momus zyn woerd niet zou houden ? neen zeker, dat moet py van geen goed Prinsman verwachten — en wat meer is, hy heelt reeds verfcheidene Correspondenten voor de gezegde Cour.a,nt zy hebben zig op 't eerfte verzoek aangeboden, en ïfcdurt u verzekeren, dat alles wat gy in deeze eerfte N?. van myn Courant vind, loutere Correspondentie is. r ,. r . .'. ., . i\ Nieu-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 1S3 Nieuwe GELDERSCHE HISTORISCHE Courant. NS. 1. Extract Missive, dato TVageningen 1 Augustus, "Dé geruchten wegens de groote Ichaarsheid, en gebrek aan le" vensmiddelen, in 't Campement van Zyne Doorl. Hoog. zyn niet dan al te gegrond ; 't is waar, gelyk de Patriotten elkan", fcr lagchendevertellen, (dieonmeêdogende Menfchen!) ), dat fotnmige Soldaaten gras fnyden om daarvan Joup „ te kooken , en dat anderen geene gelegenheid het?" ' ben om het nodige voedzel tot hun levens onderhoudl, te koopen : wy zyn ondertusfchen van harten verheugd * dat onze Teder^eliefde zelf nog geen gras behoeft te eeten, want dan zouden de Patriotten zyne Dooi luchtig" heid wel by Nebucadnezar vergelyksn, waarvan ons irt de heilige bladeren verteld word; neen, God dank, zyne Doorluentigheid heeft tot nog toe alles volop ; en zyne getrouwe Soldaaten zullen ook zo fchielyk niet, volko" men gebrek hebben, zelfs zullen zy niet lang meer Gras\, fonp behoeven te eeten ; want ik kan u met zekerheid ' berichten, dat hier van fommige weidenkenden, een fondss „ aange'egd is, waaruit al het wortellof waar van de Pa\', triotten, in hunne weelde de wortelen afgegeeten hebben ( * J , opgekocht zal worden ; dit lof Zal men vervolgens aan het Camp zenden, op dat de Soldaaten Soup „ daar van kooken, en dus geen Gras meer behoeven t« „ gebruiken. . „ Ik meende u dat blyde nieuws te moeten overbrieven, ïn„ dien gy 'er in uw Nieuw aangelegde Courant gebruik van l, maakt, tot troost van alle bedrukte Prinsgezinden, zult » gymy aanmoedigen, uby gelegenheid nader te fchry ven". Wy danken den geëerden zender van harten voor zyne betoonde vriendfehap, en hoopen ons denzelve, verder waardig te maaken. Van AMERSFOORT heeft men. dat by dc Wettige Staaten, s'Lands van Utrecht, aldaar veigsderd,beflooten is,meet Christen, meer/yd\aam te zullen zyn, dan de Officieren van de Stads Schuttery te Utreiht, die, zo men verneemt, „ beflooten hebben , dat in gevalle de Stad „ vyandlyk mogt worden geattacqueerd, van geen overgaaf of capitu„ latie te zullen willen hooren, voor dat alles vernield en plat ge fe hoo„ ten zal z/iijzo dat niets als Puinhbopenzouden nveiblyven-';dac gemelde Staaten daarenregen de vlucht zuilen neemen , zo dra die van de Patrwtfche Party met alle magt mogten l^men opdaagen. Md- (*) Jammer is'l Jat de viertelen tin Oranjfkltur lebten; om det it Pair iettin nu O a ,a n J e veijlinden. K. Momus,  iS4 OE HAAGSCHE CORRESPONDENT. JJiJdelburg; óp hooge authori'falie "Wordt alhier aangcviorxiè een CORPS PLUNDERAARS, om te dienen tegen de Huizen der Patriotten binnen deeze Stad, of "Waar het verder geraden mogt gevonden worden, hun te z'nden «— De Conditiën zyn als vclgt. f. De ninnflhap zal onbepaald vin lengte mogen zyn, n! ware 'er zelfs manl-en of gebult ten onder, vermits hec in de manoèt*. vres van een derpelyk Corps, dat ahyd te hoop gaat, alleenlyk aankomt, op eoed te konnen fmyren cn flaan. 2. Ieder die zig wil laaten enrollcerin , zA a!voorcns,tcn proeve zyner bekwaamheid, een glas met dc vuist moeten inllaan. 3. Zal moeten zweeren dat hy Zyne Doorl. Hoogh. erkent voor zyn tJardfehen z/ijgod, op wiens wenk by zelfs een Kasteel zou brvliegen. 4. Dewyl een cerlyk, Plonderaar niets mcdenèemt, zal ieder een weekgeld hebben, zo hoog als de Tedergeliefde zal "wdkii bepaaten. • 5. Daar eene Uniform by dit Corps geen plaats behoeft te hebben , zal de manfehap zig inaar goedvinden kunnen klccden, mits ten teken van Plondergast té^zyn, een htmipen koord O'n den hals te moeten draagen. De cnroileering gefchicdc in alle de Prinsgezinde Wyn Bieren Genever - Kroegen alhier. ADVERTISSEMENT. * * * NB. Te tJmfleldam is, omftrecks de Joodi. * * buurt, onlangs gevonden, de voornaamlie jlagpen* nen, uit de vleugels van eene groene Papfegaai, naar aanzien van de pennen voornoemd , van eene buitengemcenc dikte en greotte,die dezelve vcrloo. ren beeft, kan zig adresfeeren aan zyr e Majeiteit DE VOLKSTEM aHaar; om deSaangaande verder naricht te verneemen, wat die veel vermogendi en SOUVERAINE Vorst, daaromtrent heeft beflooten. © Tot NARICHT dient, dat de Heer Gossé , aanflaande Maandag wederom eene Expresfe naar 'c Hof te Nymegen zA afzenden ; zo iemand pakjes nf brieven mede te geeven beeft, addresfecre dezelve by tyds, Franco, aan den Hcere Gosse voornoemd. NOTA: De goedgunstige Leezer 'wordverzoeht de volgende druk? feil, door overhaasting in dit Vertoog ingejloopcn, door de vingeren te z':c»--°P ^ ecrs:e Uladz.lig.9- jlaat Innocente Hoofd, moet zyii Eminente Hoofd. Word s'Weekelvks alörnme by de meeste Boekverkopers a ii Stuiver uitgegeeven.  D Ë HAAGSCHE CORRESPONDENT, N°. 76. jEerst eenige excufen, Waarde Leezers, en wel over her nog niet opdisfchen van de overige Paralellen, ( zie Vert. 74.) van de verdere gedachten en aanmerkingen van Hans de Overweeger , (zie Vert. 75.) en van zd veele andere ftukken, welken myn yverige Baas my toezendt; ik kan onmogelyk alles te gelyk plaatzen, maar ik houd naauwkeurig notitie, en beloof myne genegene Leezers, niets te zullen verdonkeremaanen, al zou ik met 'er tyd myn Nieuwe Geldersche Historische Courant dan ook afzonderlyk uitgeeven Nu De uitleggingen op de Raadzels, ( Vert. 75.) heb ik ontvangen, maar tot myn ongeluk, want ze zyn zuiver Patriotsch ; (welke bedriegery!) en het inzien van dezeiven heeft Klaas zo groot een fchrik op 't lyf gejaagd; dat hy byna een volflagen pintje hofmausdroppelen, (ik zwyg van ruim een halfpond fchrikpoeder, ) heeft moeten gebruiken, aleer zyn bloed weder eenigzins tot bedaaren kwam — en de Hemel weet, of die uitleggingen. niet lenigen van myne .Leezers het leven zullen kosteH ! —— II. deel. Bb ik  ,86 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ik hoop het beste, alleen uit liefde voor het debiet van myn Vertoog hier zyn ze. N°. I. Beteekent De ... ik beef! — zou ik het fchryven? De ... De Peins. De Uitlegger zegt ,C want ik wil nu ook alles verteller,) dat onze Tedergeüefde zo dik is, ter oorzaake dat hy een hart als een Jleen heeft,'t welk volftrektlyk door fchade nochfehande getroffen kan worden : hy blyft die hywas, al ging ook zyn Vaderland geheel verhoren - dat hy zo hard als een Schilpad is, bleek meer dan eens. teen een Triumphkar met alle de Staaten van Holl. en ïVestfr. daarin, over hem heen gereeden is , zonder dat hy boog dit zegt de Uitlegger - wat moet een mensch niet al hooren! N°. 2. H. Ed. Gr. Mog. dit verklaart hy dus: Vet als een Os - Ryk ~ Schrander als een Vos schrander - Blank als een Meeuw - deugdzaam; Sterk als een Leeuw - onverwinnelyk - Traag ah een Shk. — Voorzichtig, naamlyk in 't neemen van Refolutien — maar als zy refolveeren is 't onherroepelyk _ wsi j;i i net of Zyne Hoogh. die Heertjes niet zoü loeren! — hoor; ze zullen hem gevangen moeten zetten, of hy zal 'er 't gantfche Land aan opofferen,om weder over hen te heerfchen — ik meen dat hy niet minder Jlandvastig in zyne bejluiten is, fchoon men die deugd in hem hardnekkigheid noemt - hy zal niet zwichten Leezers, dat verzeker iku ; of 'er moest nog een of ar.der Achterneefje van Balthazar Geerards uit de hoeken forini»en . kjk , als de Htmel zulke tegen in*  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 187 injlaat, dan moet Zyne Doorluchtigheid wel tollen. N°. 3Een Patriot. Toen de Neder! and fche Burger ftjte.n te vreden, toen hy goed w.is, z;gt de Uitlegger, werd hy op allerleis wyzen gehoond en veracht — de Stadhouder mestte zig met Zyn zweet en bloed — de franifle naam waarmede de Stedelyke Regenten (zyne Vaders!!!) hem begroettecen, was Kerel - fomtyds Donderfche Vent! gelyk te jimfieldam enz. mee'r dan eens gebeurd is — maar nu hy in toorn ontbrandt, ftddert de Stadhouder voor zyn aanfchyn, en zyne Regenten bejegenen hem als 'hunnen Broeder niet aHeen, maar verklairen hem ook voor Heer .en Meester, ja Souvekain van den Lande te weeze.i. ;— Wat zegt gy Leezers van dien Uitlegger' .— denkt 'er eens om , ik heb geen plaats genoeg om my langer met hem cprehouden ; maar hy moet weerkomen met zyn Raadzels — wy wachten hem. Waardige Heer GOSSE! 't Is u niet wys te maaken, hoe myn demoedig Chrislyk hart (want offchoon ik myns zelfs elendigheid we) bewust ben, dank ik echter den Hemel dag en nacht-in myn:; binnenkamer, dat ik niet zo laag als wel ande en, uit de genade vervallen ben; ik zing op de bepaalde uuren myr.e pfaimen en heilige liedeten; ik rook geen ! ypje tobak , of ik roep den Heere aan om zegen daar over; ik ben altyd onder de middelen; ik ligge zelfs nooit by de huisvrouwe Siynsr jeugd, zonder aivoorens om zegen over myne iu8 b % , . {jaii*  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT.' gangen en uitgangen gebeden te hebben, enz.enz.enz. ~ nu Heer Gosse, gy kunt niet begrypen hoe myn hart zig verheugd heeft over het befluit van de Heeren Staaten te Amersfoort, om Bedeftor.den te houden, en God te, fmeeken om zegen over hunne Wapenen, welken tegen 'de Patriotten gericht zyn de Heere tog is ont. fermende, en hï zal zynen Gezalfden niet geheel verjaaten — zulke oogmerken als onze Tedergeliefde heeft, moeten hem aangenaam zyn; want zy loopen uit op den volkomen ondergang van een Volk, dat geene Jieerfchers over zig kan dulden — en evenwel be« yeeitGoDin zynwoort, dat de minderen den meerderen, onderdanig zullen weezen de Patriotten zeggen wei dat Z. D. H. hm Dienaar is, en zulks trachten zy te bewyzen, daardoor, dat zy hem gevoed en groot gemaakt hebben, maar die redeneringen komen van den duivel, en loopen uit op eene volkomene fnuiking van het Huis yan Oranje, dat evenwel door God's gunst reeds zo veele jaaren gebloeid , en het vette van Nederland ge» rjooten heeft. Nu, Heer Gosse! ik moet my bekorten, om dat Dominé my in de Catechifatie verwacht, en ik antwoord, door £e goedheid op den eerflen bank, want ik ben in de Waarheden zo wel onderleid, dat ik zou durven aannee. men alles uit de H. Bladeren te kunnen bewyzen. Nu Vriend Gosse , om dan. kort te zyn, bericht ik at dat het den Heere behaagd heeft, myn hart nog meer te verheugen, door het vinden van 't ontwerp eener Predicatie, ten dienste van die knechten Gods, welken op de geragde Bedeflonden , het dienstwerk ftaan te verrichten t lieden die de hand van onzen vroomen Leeraar, en Standlastigen Foorbidder:van Z.H. (ik rn.eene D°. Zyldam, die  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 189 «lie de kudde des Heeren te Dummel en Geinderen weidt,) kennen, zeggen dit dit ontwerp van zyn Wel Eerw. zou weezen; ik voor my ben des onkundig, en onweetend zondigt niet, daarom zend ik 't aan u, op hoop dat gy 't wereldkundig zult maaken; want indien zulk eene Leerrede uitgewrocht werd, zou de Heere 'er zekerlyk zynen zegen over geeven, en dan zoude zyne Hoogh. nog eens den wensch van zyn hart verkrygen, en alle de Patriotten aan de raderen van zynen Triumphwagen klinken ; of hen tot een Voetbank van zynen troon gebruïüen. De klok flaat.Heer Gosse! ik voel myre roeping werkzaam weezen,en myn hart heigt om optegaan ter Catechifatie, daarom breek ik af, en noem my, met alle respect, Uw Kruisgenoot in de Woestyne deezer wereld', Thomas \de Kranteman. Zie hier dat fraaie ontwerp, Leezers; het doet D0._ Zyldam eere aan, om dat het ongeveinsd is — de man denkt zo. Textüs. Jk danke u, 0 God! dat ik geen Patriot ben. NB. De inleiding te neemen uit de gebeurtenisfen van het jaar 1747 en 1748, toen de Stadhouder, op de fchouders van het Gemeen ten troon gedraagen werd, en alle Patriotten die onder zyn beryk waren,'t vermogen van zyne grootheid gevoelden; toen zyne Aanhangers, vóór zyne gramfchap fidderende, en aan de voeten van den Gezalfden kruipende, uitriepen : Ik dank u 3 God, dat ik een Vriena van den Stadhouder ben, en geen Voorstander van de Volks-Vryheid , die in zyne oogen Haatelyk is. VERKLAAR ING. Twee zaaken komen ons hier voor, die wy uwe aandacht wat nader moeten pmvouwen. Bb 3 A. God  ,9o DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. A. God te danken • Patriot te zy;:. Wat het eerfte betreft: God danken gefchiedt, a) Voor genot ene weldaaden , b\ Voor bevryding van plaats hebbende elenden- Weldaden konnen veelerleie zyn; onze textvvoorden bedoelen zekerlvk alleen'yk die weldaaden, welken een a.nhmger van Z. D. H. geniet, en waardoor hy van de patriotten te ónderfclieiden is; ais daar is.: ' \S Doof te kunnen weezen voor de klaag/tem der Volks Vryheid, welke zekerlyk onder de Heerfchdppy van den Tedergeliefde verzucht: maar zy moet verzucnten want zy is een voorwerp dat onze Ajtgodilbbe Voorvaderen aangebeden hebben - zy behoort onder de oude wet, en niet tot de Openbaring van de SadhouderMe Redering ; daar in kent men geene Volks-Vryheid; des moethaare Stem niet verhoord worden 2) Blind te kunnen weezen voor alle bewyzen, aie ten nadeele van den Tedergeliefde aangevoerd worden. ■ sn De toegenegenheid van dien Gezalfden te ver kiezen hoven de begeerte van 't natuuklyk hart, dat van alle dienstbaarheid een afkeer heeft. a, Zyne Landgenooten , ja zyne Bloedverwanten te kunnen bevechten; zonder knaging te gevoelen. z K-inderen en Nakomelingen te kunnen opofferen aan de grootheid van't Oranje Huis - en wat dies meer zy. BèvrydiNj van plaats hebbende elenden, zegt hier: ,S Geene zuchtte gevoelen voor de Volks Vryheid, eene zucht die gemeenlyk zo fterk is, dat men 'er alles aa^°Geeene''begeerte te hebben om zyne Broederen . van onder de overheerfching des Stadhouders te helpen *ei?Niïtte /lellen dat de Souverainiteit by het Volk berust; want dit fluit den val van 't Buis van Oranje zonneklaar in. e 4) Geen Lid te zyn van Gewapende Burgeryen of Genoot Mappen van Wapenoefening; want al,e deeze QoSbefinden de grootheid van den Stadhouder^ ( s Niet te behoren tot die Kleinmoedigen , weden de voonigen en goederen van hunne Tegenf?reevere.t siïet totaal durven wegplonderen, V iWv*  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT 192 (6 Niet onvergenoegd'ie zyn met de fchikkingen van Z. D. H. al loopen zy dwars aan tegen de oogmerken van de Provinciaale, of /llgemtenc staaten. t,7 liHndlings te gelooven,dat de 'Tedergeliefde altyd 's Volks heil beduelt; en alle*derge!yke zaaken meer, welken in uw hart ingeftort mogten worden, Het tweede iid van onze leerrede houdt in Patriot te zyn; nu, Patriot is men, door te misfen alles waarvoor in het eerste gedeelte van het ee.ste lid gedankt wordt, dat men heef:; en te bezitten alles wnarvoor in het tweede gedeelte van dat zelfde lid gedankt wordt, dat men 'er van bevryd is/— NB. Nader uitbreiden. Besluit. Zo dat onze Textwoorden , Ik dank it è God dat ik geenPatriot ben, naauwkciirig ontleed, eigen lyk zeggen: lk dank u ö God dat ik doof ben voor de Klaagjlem der Volks- Vryheid; dat ik blindlings in de oprecht heid van uwen Oranje Gezalfden geloof, (men moet in den geloove tog altyd zjy zelvtn verzaaken ,) dat ik het natuurlyk hakt, tndeszelfs afkeer voor alle dienstbaarheid kan doen 2wy<* gen; zonder knaaging van geweeten myne Broederen kan bevechten ; dat ik myn Kinderen en Nakomelingen aan de grootheid van uwen Gezalfden durf opofferen— ja, alles met één woord gezegd, dat ik geen Pairiot ben ! Toepassing. Klaagen over het groot getal van Patriotten, dat reeds be. ftaat.en dagelyks toeneemt; waardoor de troon des Stad* houders wankelt — de Prinfenvrienden aanmoedigen tot ftandvastigheid, al begint het 'er ook r.og zo akelig voor hen uittezien — den Stadhouder zeiven aanzetten omteblyven volharden in zyn Pian, en alle genoot ene weldaaden te ver. geeten,op dat zyn hart niet zwak wordtien hy bezwyke de Patriotten bedreigen met eene algemeene plondering en moord, zo zy niet aflaaten in hunne hardnekkigheid, enz. Gebed. God bidden dat s'Prinfén Wapenen het gantfehen land als overilrooxen mogen ; dat hy moge zegepraalen over de Patriotten, al ware het ten kosten van alle hunne levens; dat hy de weerbarstige Stad Utrecht tot een puinhoop moge zitn fchieten.en de Staaten van Bolland'm kluisters moge zien, enz" want op zulk een gebed zal ieder Prinsman hartlyk zeggen, ^men! Amen! HET GLBLURE ALZO, Nieii'  102 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Nieuwe GELDERSCHE HISTORISCHE Courant.' No, 2. MID D E L B U R G , den 4 .4 : men wil dat by de Magi - ftraat deezer Stad beflonten is, Bdfondcn te houden, op den zelfden voet als te ^Amersfoort zal gefchieden; doch alvoorens dit beiijit werkftellig te maaken, wil men zien of God dergelyke Beileflonden kan dulden , alzo fommigen beducht zyn, dat de Kerl^'ergaderingen op die tyden welligt door den Donder, of Stormwinden geftoord \ouaen kunnen worden. Uit het Camp, fchryft men, dat aldaar onlangs aangekomen zyn, eenige wagens met gebroken Glas en Porcelyn, ter vullmge van de homben, Waarmede men de Patriotten denl^ te begroeten, in de STREELENDE HOOP dar de gekwetlten aan hunne bekomene wonden, pynlyk_Kullen flerven. AMERSFOORT, den 6 Augustus: De Gewetene Staaten, zyn heden weder vergaderd geweest: men zegt dat by hen beflooten is, de Kerk, door het onlangs voorgevallene fpringen der Bomben , geheel onuamponeerd, niet weder in orde te laten brengen ; maar dezelve voortaan te doen dienen tot een Gc^enkuis, alzo van tyd tot tyd veelen van hunnen aanhang krankzinnig worden -— ook meenen gemelde Staaten dat hunne Party wel meteen Kerl<_ minder toe kan ADVERTISSEMENTEN. * * Door een gezelfchap waare Prinfevrienden , VERHEUGD' * over de voorgevallene Plonderingen te Harderwyk, beloven een Gouden Medaille, aan de eene zyde met het Borstbeeld van zyne D. H. en aan de andere zyde de woorden, ter myner eere en bejeherminge; om den rand, den naam van den Held, dien de Medaille zal ontvangen, aan den gecnen die kan bewyzen de voornaamfte aanvoerder van dat groote iver^ geweest te zyn. * * * AANBESTEEDING van één duizend Stokken metMes- * * fen daaraan geklonken, één duizend Kneppels , en een * Scheepslading zwaare Keien , ten dienfte van de Oranjeparty in Gelderland: de aanbefteding zal, by minst Infchryving , gefchieden, ter Secretarye van de Stad Thiel; alle dagen 's morgens van 9 tot 11 uuren. fh Eerstdaags ftaat te Amfterdam uitgegecven te worden; BEREDENEERDE CATALOGUS, van eene Superbe Colle£l e van Rariteiten, verzameld door Z. D- H. WILLEM den VYFDEN. en welke in publieke Verkooping ter Tafel gebragt zullen worden; ten einde de benoodigdë Penningen te bekomen, voor het volvoeren van zyne VADELRLANDSCHEOOG MERKEN. Word i'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkoper! a ii Stuiver uicgegeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. 77. Vervolg der HISTORIEKUNDIGÈ PARARELLENj cnQZie Vert. 74-) 11. H et is voor zyne Hoogh. een foint d'honnetir geworden,om niet weder in s'Hage te komen, voor dat de Souverain hem het Coatriemde heeft wedergegeeven. WiLMELiiHNi , aan den Ilcirs ie RayNEvAL. 12. De approbatie van onze op houding, en de zwaarigheid om ons den doortogt naar de OranjeZaal vry te lasten, hebben wy niet anders kunnen opneemen, dan voor ern opcnlyke blyk van ir. ! Zyn Miester had hem'het Corri« mavido over de Bedienden toevertrouwd} hy flend aan 't hoofd van iezelven , den goeden man heime| i.yk. naar 't leven; deeze di lucht: daarvan géireegen hebbende, intzeide hem het Commando; de Schavuit verliet het Huis, en dorst, als ware hy een maB van eer geweest, nog wel neggen, het is een point d'lionneur voor my gewerden j hm niet weder in myris Meesters Buis te keeren, voer hy my her Commando heeft wedergegeevep_ 't Leven van den Aartsfchelna Jargon. Bladz. 144. I'aryfche Druk. 12. Toen dt Heer vAN Gociï, Ai. gtvaardigde van den Stamt, aan \: Hof van Engeland , (1664 ) audiëntie hy Kening Carel II. had, zeide deeze in 't affcheid neemertegtn den Gezant; „ Laat ons l e » Vrielv'  194 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. mistrouwen, op ons Ventlyk woord, I en verklaarde oogmerken. Brief van WrLHELMI va , aan Jl. Ei. Gr. Mog dato JNymegen, i July 1787. IS. Eene Natie, van welke wy, zelfs in 't midden van Imre verbitteringen, en van de beledigingen ons deer H. Ed. Gr. Mog. aangedaan. over 't algemeen meer blyken van eerbied en liefde hebben ontvangen, dan men van '1. Ed. Gr. Mog. zouden hebben mogen verwachten. Brief van WlLHELMINA , »U boven. M*' , . , ByH.Ed. Gr.Mog.ismaeVome tene Misflve van Gecommitteerd Kaaden , verzoekende, te moge weeten, of zy te Hellevoet, c Belhamels van het aldaar gepleeg, tproer,in verzekci ing znuden m* gen neemen; - de Ri.lderfclnp c declineerde dit verzoek, en wildi het aan den bef aamden Bailluv>,en gtdemandecrd hebben. Haart. Courant, ïéjuly 17E ^ e rervoig Bier na.) Q~) Alwelr een Paralel die Klaas Momus aan geleerder koppen dan de zyne moet overlaaten. (**) Een raare Paralel! — ik vrees dat myn Baas ook welhaast naar Amersfoort getransporteerd, en ia U nieivte Gekkenhuis (de geruïneerde kerk,) geplaatst zal worden. f'rien- „ Vrienden hjven " — Och ja, en hy gaf ben nog deb ttid ook ; fchoon de Ei'gellche Capitein HoLMEs, de Heïla»ders op de Kust van Africa reeds geplonderd; hun Caboverde afgenomen had, en dezelfde CaREL ii. werkelyk Schepen liet uitrusten, om de arme Hollanders aantetasten — dat moet eerst een Valsche Vorst geweest zyn! f *) De meeste Vaderlandfche Historie - Schry vers, 13. Dominé Bf.ckkr bad den Duivel zyne werking ontzegd; evenwel bleeven eenige Htllanders Sir satam nog dienen , en lyf en ziel aan hem opofferen , daarom noemde deeze de Hollanders: ,, Eene Na„ til van welke by zelfs in V midden van haare verbitteringen , en van de beledigingen, hem „ door BeckfR aangedaan, over „ 't algemeen meer blyken van „ eerbied cn liefde had ontvan„ gen , dan by van den verlichten ,, Becicer zou hebben mogen verwachten". — Geen wonder! die hem liefde e» eerbied beweezen, waren Hellewichten. liefchryving van s'Duivels razerny ; over de betoverd* wereld, van Dominé BeGker. 14. 1 In de hefcbryvhig wan het LEENe Goed , Diefje en Diefjesmaat, leest n men, Blad. 121,- ,, als een eerlvlc e ,, mensch onder ben weent ,krygthy U „ welhaast de dieven ep zyn dak; >- „ maar tot zyn geluk is de Vorst, f. ,, volstrekt eurlyk ; de Bailluw n „ is een dief; in den Raad zyn diez „ ven ,en deezen willen bet onder„ zoek der klagten altces aan den 7< ., dief BaiJlu. H. de Vrouw van, zoo'n gemeene knaap was net of wy haar niet voor Neêrlands heilbewerkfler kenden — en al haperde er nu een klein ditje of datje aan haare vroomheid ; 't is ev^riwel eene Koning'yke Viouw, en men weet tog wel dat de Jlrikte deugd riet al te wel in Vorstlyke harten kan woonen, want die harten zyn tog van een geheel ander makely myn Vriendelyke Gosse; er werken zo veele handen aan de vorming daar van, dat er ik weet nier hoeveel kronkels in komen , waarin de Blinde deu^d^ die altyd maar zo recht toerecht aan gaat, noodzaakeiy^: moer verdwaalen; ik voor my , ik ben al myn leven, «en liefhebber van Mathematifcru: weetenfchappen geweest, en derhalven ook van het maaken van kaarten en platte gronden,maar ik heb nooit zo vtrre konnen komen, dat ik een kaart van een Vorstlyk hart heb konnen vervaardigen *t is aardig! als men wèl afgetekend heeft welken weg de liefde votf 't Vaderland daarin loopt, en men wil het bekrompen pad van de hearschzugt aftekenen , dan loopt hetzelve telkers in den efrstge'melden weg; en zulke swaarigheden ontmoet men in dac Werkje van tyd tot tyd nog meer, waarover ik u mogelyk by nadere gelegenheid nog wei eens breedvoeriger zal onderhouden — thans w iide ik u allecnryk zeggen, dat ik alle flerge.'yke Rukken als de voorgemelden verzameld feefe, met tfögrnérk zo als ik beven zeide, gy kont Cc 2 der»  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT derhaWen begrypen vriendlyke Gosse! dat ik reeds'een ÏYke verzameling magtig ben, want onze Teder geliefde heett in korten tyd, al vry wat op zyn brood gekreeKeri — maar nooit had ik gedacht, dat men de Godlyke Wiskunst. en met nadruk den tak der nooit genoeg geroemde Stelkunst ook gebezigd had, om Z. D. H. op de wyze der Keezen , onder 't oog te brengen, hoe zy a-er h*m denken, en waarvoor zy hem houden; het is een ftukje Vriendlyke Gosse! dat nog tn niemand? handen is, en daarom zend ik 't u, op dat gy in uw geacht dagblad iets nieuws zoudet hebben , waut gy moet het wereldkundig maaken , dat wil ik zo ; 't geheele Land moet weeten in welk een kwaad blaadje Z,. u. ti, thans ftaat, fchoon hy 't niet verdient; want zyne oogmerken zyn heilig; dat weeten wy wel: nu dan, c ftukje in \erfcbil *t is 't volgende. STELKUNSTIG VRAAGS T..U K. Zes Deugnieten, met naame, Ondankbaarheid, Heerschzucht , Volksverdrukking, Wraakzucht , **' Ontrouw en Pligiverzuim, willen zamen gezeli; fchap maaken, om altyd gelykerhand te werken, en , verkiezen dat gezelfchap eenen naam te geeyen; doch zvn 't over de keus daarvan niet eens, emdelyk beflui" ten zv ieder een getal, minder dan 26, op te geeven; l' het gewoone zogenaamde A. B. C. te nomineren , yan " één af l dan de letters waarop de opgegeeven getallen " vallen ,' zamen te zetten, en met het woord dat daaruit " voordkomt, hun gezelfchap te benoemen: zy nomineren ;, dan als volgt % 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 IS 16 a,b,c,d, e,f.g, h,i,j, k, l, m, n, 0, p, 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26. q, r, s, t, u, v, w, x, y, 2. De eerfte geeft en ?eker getal op , de tweede voegt bv dat getal vier, en neemt 'er dan een derde van: de " derde neemt drie meer dan de tweede; de vierfte doet a's de de^e; de vyfde neemt één minder da» de helft " van de vierde, en de zesde neemt tien minder dan de J eerde, nu, zo bunne getallen zamen ggriorEüi 74,$e-  DE HjAAGSCHE CORRESPONDENT. 197 3, draagen, is de vraag wat naam zy aan hun gezelfchap gegeeven hebben?" Zoudt gy kans zien om dat vraagfr.uk op te losfen, Vriendelyke Vriend Gosse? neen dat geloof ik niet, ik weet dat gy een goede ful, maar flecht rekenmeefter zyt, gy hebt tog reeds meer dan ééns buiten den waard gerekend, doch dat blyft onder ons (*J; 't is maar te hoo, pen dat gy omtrent onzen Tedergeliefde ook niet buiten den waard rekenen zult — nu — om u inftaat te Rellen van uwe Leezers te konnen vergenoegen, zal ik de pplosflng van het Vraagftuk hier Jaaten volgen ; maar voorbereid u tcjt het doorftaan vaca eene geweldige fchrik. OPLOSSING. Stil bet getal dat Ondankbaarheid opgeeft ~ X Zo geep, Heerschzucht.' x _J_ ij ~ X-J- 4 3 i Volksverdrukking, 'X -|- 4? "Wraakzucht, . ^ X -j- 41. . Ontrouw, . . . i'ï -f- j£ Siigtveizuim, . . X — 10 Zeis, 3'X + =J4 ïStX _J_ 7 =S 444 19 x a 437 ïleriaiien verkiest Ondankbaarheid, X s Dit valt in 't gcnemmcrdc. A- B. C. op de \V Heerfchzucht neemt, i X i.' i' a 9 l Volksverdrukking, i ■ • f 4| S 11 de, L, Wraakzucht, . '.f t X i 41 a 12 de L Ontrouw, ... V ïï + .{ a 5m Klaas Zal ze ook, mar zooiigeleczen laaien dm Cc 3  jpS DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. vinden, dat hetgezelfebap beltaande uit Ondanbaarheid, Heerschzucht, Volksver drukking , IVraakzucht, On. trouwen Pligtverzuim, den naam van Willem draagt — ö my dunkt ik zie u met de beenen achterover leggen —* och ! Stuiptrekkingen ook! — arme Gosse ! . maar gy hoort niet! ■— ik kan deezen dan wel eindigen als gy weder bekomen zyt, zult gy leezen dat ik nog ben UEd. enz» Nog een klein Briefje aan my zeiven, Leezer! ftind Klaas , ik\ bin zo "Wel een Oranjeklant als p, En ik\ bin uitgeleerd in de verruk\{elyb\e Poêzv, Daarom fehryf\ik\ je in Méérzen onverl'irangen, En ik\ Wilje een lüein Schitderytje van ons Vaderland ophangen'. Boor KLAAS; de Duvel dook 'er on der. dat's gewis, En de Duvel heeft veel aanhangers; beb ik 't mis > Maar daar de anderen tnin/oot. op Gods befcberming hoopen, Zat de Duvel het zek.erhk met W va' bekftopen: R.n jy nou niet onverdrooten uit aeeze véérzen van myn, IVie de Duvel, zy» Aanhangers en wie de anderen zyn. Ik ben, JERONIMUS de POËET, 't Is ligt te raaden wie Jeronimus op 'r oog heeft; myn leezers kunnen zo dom niet zyn, dat ik ze daarin nog zoj moeten voorlichten. Nieuwe GELDERSCHE HISTORISCHE Courant. N°. 3- Van Harderwvk heeft men , dat de braave Militairen, *n verdere Prinsgezinden aldaar, zig zeer gehoond achten, over de Berichten in fommige Nieuwspapieren geplaatst, als of zy in hunne jongstledene vrolykheid43 huizen totaal zouden geplonderd 'hebben, verzekerende op 't woord van eer, dat voor deeze keer fkchrs 9 Huizen geconfumeerd'zyn, doch om het aangenaam geluid van 't rinkinkendegias.aau onbefchryvelyk veel anderen, de raamen zyn ingtfJageo, en met roeien en al zyn geruïneerd • zy begeeren niet gehouden te worden voor zulke' onheufche Vaderlanders, die hunne Landgenooten niet meermaal der gelyke vrolykheidjes zoudm willen bezorgen; en daarom lieten zy nog xerfcheidene Huizen over, op dat zy andermaal het fpc! konden hervatten. yJmers.'  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 199 Jlmesfoort, den 6 Augustus , de Elendige Staaten's Lands van Utrecht alhier vergaderende, hebben, zegt men,be. flosten, de Heeren Ver duin-, Bentinck en Bons t zynde drieColoneilen, door H. ëd.Gr. Mog onlangs gedemitteerd, uittenodigen , om tot hun overtekomen , ten einde de goede zaak, welke zy tog toegedaan zyn, met kracht en geweid te helpen door dryven beloovende hunne Edel¬ heden, goed Logis, alzo'er eerstdaags eenige Ingezetenen verpligr zullen zyn uit armoedehmnz capitaalewoniiio-en voor een prysje te moeten verkoopen wegens l'pys en drank kan men Hun Edelheden, nog gaene verzekering geeven, alzo men 't zelf niet breed heeft. Men verneemt verder dat geene mediatie plaats zal grypen , dan onder bywocning van Gezanten van Engeland en Pruis/en , zo wel als van Frankryk, op dat onze Tedergeliefde tog de meeste Stemmen behoude 't is te hoopen dat de Keezen d-sarin zullen bewilligen. Men wil dat de Friezen zouden bef]ooten hebben , da zaak van den Stadhouder te zullen blyven aankleeven, al werdenze ook nog zo befchuldigd van drajers te zyn Bravo Friezen! vrye Friezen volgen hun kop , en ftooren zig niet aan die malle naauwgezetheid van deugd en pligt. Leiden, den 7 Augustus, Deezen morgen is, na eenen aanval van h geweeien, in hoogen ouderdom overladen, de zeer geleerde en befaamde Heer J. ls Franco, van Berkhy , alias Vrank en Vry , Schry'ver van den Zeetpumph de Snerpende Hekelroede , en meer andere fraaje ft ukken; ieverig voorfrander van de Oranje fac tte enz. enz. wordende om deszelfs uitmuntende kracht vanfchslden, van Z. D, H. en 't gantsche hof vdat eerstdaags deswegen den rouw zal aanneemen,) hartelyk betreurd. ' ADVERTISSEMENTEN J. w; Hannesman, te Cleeve, maakt hier mede bekenk, dat de intekening op zyne Waar e vryfcid, (Zie den Courtr du bas Rhin van 4 july, en deBaagfche £ouranten van den 6 en ,3 dito) nog tien Jaar zz\ openblyven , alzo hy zig met de Rechte waar'e vryheid eerst nader bekend moet maaken, vernomen hebbende, aat hy een valsch denkbeeld daarvan opgevat heeft. Alzo  200 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Alzo het den Boekveikooper H. Arends , te jlmfteldam , den" 5 deezer, mislukt is, de party van den Tedergeliefde op de been te helpen, dient deeze tot bericht i dat hy, inpevalle hem de Stad niet ontzegd word, by de eerde gelegenheid , eene andere coup zal waagen ; mer verzekering van den aanhang niet te zuiien verlasten, zo larg hy voor zyne moeite zo genereus, als tot nu toe* beloond wordt. Thermometer van 't gemoed der Elendige Staaten, 's Lands van Utrecht, te Amersfoort Vergaderende : 28 July, verheugd over '1 voorgevallene te Soestdyk. 29 — verheugd in den hoog ft en graad, over de plondering te Harderwyk. 30 Eenigzins knaagend. \ 1 ■ Bénaauwd , wegens een inzien van hunnen Elendigen toeftand. 1 Augustus, Calm , door eene misfive van den Teder geliefden , met verzekering van meer toevoer. z —. , , ■ Jammerlyk ontjleld, door 't fpringen van de bomben in de Kerk; waar door zy in het denkbeeld vielen, dat alle de Patriotten te gelyk op hen afkwamen. 4 . Vergenoegd, over 't bericht dat zyne Pr. Maf. niet voldaan was met den brief van H. Ed. Gr. Mog. wegens de geituite reize van de Prinfes. 7 , Groot galla in 't gemoed, over de verjaardag van de Prinfes. S Tamelyk angftig. o . Benaauwd, door een droom die cén der Leden verhaalde gehad te hebben, en waarin een veelhoofdige Leeuw , één van zyne pooten hem op den nek zettede. Word s'Weekelyks alömme by|de meeste Boekverkopers fe ü Stuiver uitgegeeven.  D E HAAGSCHE 'P O R. RE SPONDE NT. N°. 78. Meheer Klaas Momus! ïk Huur deeze onmiddelik an jou, om dat ik je beter kan flyten as je baas; jy Jaat 'er om zo te fpreeken, altyd nog zo wat van St. Anne onderloopen ; kyk, dat ■vervrolykt de geesten, Meheer Klaas; en daar bin ik, om zo te fpreeken een groote lief hebber van; een mensch het in deeze tyen van geweld, ook wel zoo'n grappie tot op. beuring noodtg, want de beurs begint mit een leêge unaag te loopen; nou dat's tot daar an toe; we motten, om zo te fpreeken, onze bestevaêrs niet befcbaamd maa. ken ;_ die hebben wel alles an 't huis van Oranje 00°, geofferd, waarom zouwen wy 't dau niet doen, daar onze Tedergeliefde, om zo te fpreeken nog zo veul grooter held is, as één van zen voorvaders? want kyk Meheer Klaas, die hebben nog wei er eis een enkelde Had durven anvallen, en teugen wil en dank van de Staaten 't een of aêr durven deurdryven, maar geen van er alien her zig om zo-te fpreeken, teugen de gehiele republiek durven verzetten; of de Staaten, zo maar pertaaltjes we m • de Keizer veur de fcheenen gooien, ja w v ' rri» ,1aar zit me om zo te fpreeken, de galg «be ik in 'c oog heb ; ik geloof dat Joseph en Frederik t eens binnen — ik 'weet e: niet Msheer Klaas, maar die  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, iflij Berlynfche Courier is an 't Weener Hof zo vriendlikkies or.tvangen ik denk, om zo te fpreeken, dat de Pruis gezeid zei hebben , ik ga op Hoiian i of hoor je , maar jy most me niet lemperen mir je Selejien, om me d; r ondertusfen weer te ontfutfelen, (zie je weet Wel. Meheer Klaas, dat de Patriotten hoopen dat de Pruis ons daarom niet zei durven helpen?) of, zei de Pruis, om zo ra fpreeken, verder gezeid hebben, je most uit liefde veur je broêr de Frans de Patriotten niet byfpringen, en myn soeje Willem veur de kop ftooten — daarop ael nou dc fVeen geantwoord hebben, wel neen ik Pruis, maar ik zei tog, om zo te fpreeken , volk na den kant van Hoh land niaa'schvaardig houen ,zieje.net of ik de Patriotten wou helpen; maar as jylui dan recht anden dans bint, dan zei ik mit me vok de Brabanjers leeren, wat et te. zeggen is , teugen een Waar Vorst om Fryleid te fchrceuwen — zie je dan kom ik om zo te fpreeken de Brabanjers op er ziefzak, en as ik daar gedaan heb, dan maak ik nog knapjjs een aanlag op de Schelde ; want kyk daar heb ik: tog niet genoeg van maar dan mot jy me ook niet dwarsboomen — zie je wel Pruisje , in dat troebel -,vater is 't nou goed visfen ——— terwyl de Frans, oni zo te fpreeken mit jou an 't bakkelaien is , kan ie myn Brabanjers niet helpen, dat ie anders zou motten doen , om dat ie met Zweeden bprg veur de Westphaal- fche vrede getekend het 1 kyk Pruisfe, zo heb ik me (lag ommers ook waargenomen , aangaande de Hoi- landfe Barrires die liet ik wel knapjes ofbree- ken, toen de Engelfchen mit de Hollanders in Oorlog waren, want anders was 't fut geweest, om dat ik dan met de Engelfchen an den dans geraakt zou weesen r daar die de Barrires mosten verdiffendeeren, vermits ze daar ook borg veur getekend hadden — fomma flimmarum, Meheer Klaas, ik begin an ons goed fortuin te wtmk'od* pm laat jy er je zinnen nou ook er eis op fpeulen — kyk 't binnen maar gedachten, Adie, ik bin, om zo te fpreeken, Je Dienstwillige Dienaar ?I£T RJ&AKWAT. Dd 3 JVel  204 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Wel Ed. Heer GOSSE! Hoe zal het toch nog langer met ons, en onzen aanhang gaan? kunt gy 't u verzinnen? — ik voor my, ik zie 'er byna geen gat meer in Wy houden ons ze- kerlyk vry conflant, maar doen de Patriotten wel minder? neen ;zy doen meer, dat mag en moet gezegd worden , of fchoon 't my in myn hart zeer doet, dat hunne zaak zo fchoon (laat — hunne Burgeryen en gewapende corpfen trekken onvermoeid'uit; ze winnen 'er niet by, dat's ligt te begrypen ; de barre winter ftaat voor de deur; wy geeven hunne Negotie een gevoelige deuk; en evenwel ftaan ze als muur en t't is dan een wonderlyk Jlanavaftig Voik - maar gy zoud welhaast beginnen te begrypen, dat ik u over hunne deugden wilde onderhouden, geenzins Wel Ed. Heer; ik wilde u alleenlyk openbaaren dat ik voor snze triumph begin te vreezen Ik ben een Amftel- dammer.en heb dagelyks't levendige voorbeeld voor oogen, dat zy in die Stad het kwaad byna te boven zyn zy .hebben vry Jlim gezorgd, dat zy 't roer in handen kreegen,'twe\k die uitwerking heeft, dat de onzen maar mondje toe fpeelen — na het zuiveren van de Vroedfchap , 't Coilegie van Burgemeesters, en den Krygsraad, (wat zyn 't evenwsljlappen, voor maar geringe Burgertjes.' en dat alles doen ze zo bedaard dat het een lust is om te zien,) na alle die reinoveeringen,demnteeren ze ook hun. nen Hoofdofficier! geen kleintje waarlyk! en geen geringe neep voor ons; de man was ons veel, zeer veel, waardig vervo.'gcnds plaatfen ze in die post zekeren van der Hoop, een Zuil van hunne party, maar een fchrik •voor ons — zy lagchen met alle protesten en aantekeningen , en gaan maar Jloutmoedig voord — geloof my Wel Ed. Heer! die nieuwe Hoofdofficier doet onzen aanhang alhier beeven — hy ordonneert zynen voornaamfter. Onderfchout, daar wy eerst ook nog al wat aan hadden, maar die nu zo zoet als een lam moet weezen, om nog meer Kattenburger pionder aars te haaien, die ook van dag tot dag gehaald worden. De Brief van onzen gezegenden Erfprins, aan den Koning *?an Pruisfen, een Bnef zo heilzaam vcor ons, laat hy Jireng-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 205 Srenglyk verbieden en ophaalen ; met één woord, Wel Ed. Heer' wy ftaan te j3m(ieldam op den laacften fnik daarby komt nu nog het S u s p e n d e e r e n van van onzen Tedergeliefden by den Raad, die zynen Siemm de Pre- ciaae Vergadering zekerlyk zal doen ge'd.rt dat Sus- pendelren , Wel Ed Heer Gosse ! heeft by de meeste Inge. zetenen, vooral in de Sociëteiten zo groot eene vreugde veroorzaak, dat de Leden niet tot bedaaren te brengen waren— Zy filiciteerden 'er eikander op publieken ftraaren over, en riepen uit. dat zy nu welhaast van den ondermemer van hunnen geheelen welvaart verlost zouden weezen. Zie daar, Wel Ed. Heer Gosse! dat alles ir de naakte waarheid —- maar hoe zal 't nu met onzen Tedergelief- óen gaan? . ^mfteldam zal volgers krygen, en de soede Prins komt 'er zonder kleêrfcheuren met af wat dunkt u Wel Ed. Heer? wat moeten wy nu doen.oni ook te toonen dat wy ftandvastig zyn ? ik had al gedachc geheel Holland uitteplonderen, maar wy worden gewis alle doodgeflagen of opgehangen —& voor my durf niet om Mynheer van der Hoop hoe beveiligen wy onzen Tedergelietden ? — ware by een man van minder aanzien, wy konden hem zyn kost koopen, in een of ander Proveniershuis, C 'k meen geen Gevangenhuis .zoals de Patriotten zi°- wef uitdrukken;) best voor hem was 't, dat hy maar flil op& 't land ging woonen , en zig diverteerde mer.... ia waar meê ? waar kan een man als hy zig meê diverreeren ? — eezag te voeren op Varkens, Ezels en Os/en, daar is veen roem by te behaalen ; anders had hy in Gelderland daartoe goede geleegenheid - geef my uwe gedaerne» desaangaande eens op, Wel Ed. Heer Gosse, en geloof dat ik ben, enz. Nieuwe GELDERSCHE HISTORISCHE Courant, No. 4- Middelburg den 29 July, Onze Regeering is weder een ftap verder gegaan, op het loflyk pad dat zy onlangs ingeflagen heeft — zy heeft zig naamlyk eenige verzekeHfie bezorgd, dat de Patriotten die neg onder onze BurDd % gery  20fJ DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. gery zyn, niet ligtlyk een aanhang zullen maaken; öni hunne Vryheid, (het oude troetelkindje, waarvoor zy zig zouden laaten vermoorden,) zo als zy 't noemen» weder te krygen — een klein oproert je, (*t was maar een klein klein fiepertje, onze Regeering zou wel grootèr hebben kunnen berokkenen») is genoeg geweest, om hun voor het Stadhuis te doen Kompareeren, en een eed te doen afleggen,dat zy den Prins by alle zyne Prerogativen én Waardigheden , zouden helpen handhaven — vivat onze Jojlyke Mfigiftraat! — en wat zouden de goede Patriotjes gedaan hebben ? — ze móejlen wel — 't was en gedwongen zaak — hadden ze den eed geweigerd, dan had men ze met pak en zak, zeer barmhartig, de poort uitgejaagd lk fchryf u dit maar om u te doen zien dat onze party hier triumpheert, en 't hier geheel anders gefield is, als by voorbeeld te jfmfteldam, daar men dezelve nu Geheel onder den duim heeft. Men wil van Goederhand weeten (wat gelooven de. Patriotten niet al!) dat de overwaardige en zo veel nut doende Raaische Courant , eerstdaags , even als de Gel der fche Historifche Courant, (waar voor de onze in de plaats gekomen is,) door gantsch Holland verboden zal worden — wy voor ons meenen dat H. Ed. Gr. Mog. zig nog wel eens zullen bedenken — wel ja! zo konden ze de Br iel fche Courant, de Courier du Bas Rhyn, de Vaderlandfche Byzonderheden, en alle dergelyke nuttige papieren wel verbieden, en daardoor de Prinslieden van allen aanfpooring totftandvastigheid berooven ; dat zou weezen, hard met hard bet aaien , en alle de ingezetenen gantsch niet aanflaan wat myn baas in 't byzonder betreft, daar is geen vrees voor, als hy zyn tegenwoordige methode volgt; want hy plaatst immers niets als echte flaatsftukken, en zelfs ook de Patriotfche!! I al de aartigheidjes zend hy my. Nymegen den 7 jiugustus'. alles is hier verheugds, over de waarfchynelykheid dat het Stadbouderlyke Hof, wel by ons zal blyven ; ter oorzaak e dat de Hollanders, H. Ed. Gr. Mog. verzocht hebben , Willem den Vyfden, in alle zyne charches en waardigheden , met de daaraan verknochte tracteinenten, voor zo veel die Pro. viuèie aangaat , \tSuspendeer«n; en denzelven, met vrouw  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. •n kinderen het Hollands Territoir te Ontzeggen; welk verzoek zekerlyk Ingewilligd zal worden. ADVERTISSEMENTEN. §§§ NB. NB. Eerstdaags zal by alle Prinsgezinde Boekver. %% kopers in de Republiek, (die nog mogen verkopen,) § te bekomen zyn. Rechtsgeleerd Betoog , dat de Regeering van Dordrecht haare Burgers geen verlof heeft mogen geeven, zo als zy echter onlangs gedaan heeft, om alle Plorjeraars die hunne huizen aanvallen, den hals te breeken; om dat zulk een verlof ftrydig is met de oude Costw mes van de Republiek, waaruit zonneklaar te betoogen is, dat de Vrienden van Oranje altyd getriumpheerd hebben, om dat men ze heeft laat en begaan: de fchryver zal beWyzen dat de Tedergeliefde nooit zo hoog gefleegen zon zyn, had men de Pionder aars altyd den nek omgedraaid. §§§ Eerekrans, gevlogten om de hoofden van de Man§ § fchap uit het Regiment van Hes/en Darmjlad, maar § vooral om het hoofd van den dappere Luitenant-Colonel Erpel, by gelegenheid van hunne vtonderbaarJyke Victorie, te Soestdyk, behaald op de Pttriotten, ter corzaake dat vee'e ongelukkige toevallen by deezen zamenliepen, en zy, bovendien, verraden waren: de prys is 4 ft, en is alomme te bekomen. @ Voer de Stad Ame\sfo»rt, in dienst van H. Ed. Mog. de Elendige Staaten 's Lands van Utrecht, aldaar vergaderende, wordt gerequireerd een capabele Con^ sci£Ni:E:.TQ?rsn T~. iemand de vereiscfue bekwaamheid  aoS DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. heid hebbende ,en genegen zynde zig, desaangaande te laaten emploiè'erén, addresfeere zig aan W. pen V. Breteur van gemelde Staaten, om proeven van zyne bekwaamheid' te geeven, alzo. zyn Doorluchtigheid best over die bekwaamheid kan oordeelen. NB. De beredeneerde Catalogus van Rariteiten, (zie onze Couian: N«. 3. ) is werkelyk op de Pers, en zal (poedig alömme te bekomen zyn. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers a ij Stuiver mtgegeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. J-Jet volgend Tooneelfhikje, vervaardigd ter gelegenheid van de heuchelyke 36 men v->or hein begint te vreezen jj men heeft zelfs een oveifla ■ gemaakt, om den l'adcr des Vaderlands te zettenl ji Wat beitelt een mensch niet *1! Uit  2it5 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Uit het Camp fchryft men ,dat aldaar eene groote oneemgheid onder de Militie heerscht, ter oorzaake van de kelten der igen Janus, alias Judas, onlangs aan eere wttcerendc Kwynendï ziekte, ter dier fiede, overleden, gekeven hunne Papieren,'in ordeoptemaaken, om op nadere Advertentie :c tonnen inleveren. SSTraanen van Eaas Gosse, geftort aan de voeren van Z. D. $:H. by gelegenheid van het overgeevcn !van een Adres,betreffende dén veegen Staat van de dieriaare Haag fche Courant; benevens 'tcordaat antwoord van den Teder geliefden, inhoudende de toezegging , om Baas Gosse , ingevalle van een verbod zyner Courant in Holland, aan 't Hof te emploieercn, tot he« drukken van veelei hande rouwbrieven en begraavenis briefjes , welken aldaar eerstdaags zullen noodig weezen. De prys is 2ft. en zyn alommc te bekomen. (v) Woorden-Duet tusfêhen Graaf Wilism den V. die zvn Moeder beooi loogde, en Prins WU-lBM r>«J V. die zvn Vaderland bevechr. Een Üifhtfiithje, kost 6 St.—NB. Prins WiurMDE V. wint het van den Graat. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers k 3i St-uiver uitgegeeven.  B E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. 80. Byzondere Goede Vriend MOMUS ! ^|"ou mag je met reden klaag.n , dat je 't verfchriklyk druk hebt; want door de hinderpaalen welken de ïteflyke Krant van je Baas in Holland om moet, zal zekerlyk ailes op jon dak komen — als je 't maar uithoud,myn lieve Momus! — kyk, je weet wel dat een mensch zig niet dood mag werken,en evenwel je brandende yver voor de zaak van onze Doorluchtigheid van Nymegen, zal je niet toelaaten dat je wat p ifeeri; je zei onze kruisgenooten graag alias willen mededeelen, wat tot hunne vertroosting kan dienen; je Baas durft niet meer; ,, We zullen dien Piet Junior en zyn Zeuntje wel leeren," zeggen de Patriotten , en ik vrees waarachtig dat het ook zal gebeuren; dat volkje is 'er vuurig genoeg toe, daarom ken de onderdrukte Pieter niet beter doen als hy reeds doet,naamlyk niet als echte Jïukhen plaatzen, zie je, daar is geen verhaal op ; het vertier van zyn Krant zal dan wel wat minder weezen, maar dar. is niemendal, dat zei de Correspondent wel weêr ephaa» len — Wel Klaas ! we! Klaas ! wat gefchied je een «er, dat je zo drok zei geleezen worden! want het huis van je Boekverkooper zei rechtevoord lillen en beeven , ▼an't roepen om een Correspondent; nou, die Vos is de lekkere Hoender waard' ,hy komt ruiterlyk voor de zaak van onzen heven Heer Willem van Nïmegkk uit, en waagt 'er een plunderpanyfje aan ; want als de Patriotten voor de tweedemaal (zo lang als de Republiek gefiaan heeft) lesbarsten, krygt hy zekerlyk een beun; ik verwonder II. deel. ' Ff roe  8lS DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. rrjp ze'fs dat hy op den 3often Mei niet al van de cotte'ettes gehad heeft - maar wat zal men zeggen, lieve Klaas ! 'de' Hemel zorgt voor de Vroomen — nou dat 'b tot daar aar? toe; hoe drok je 't ook mag hebben,hoop ik evenwel dat ie deeze myn Misfive niet achter de bank zei fmyten ; want jk verb-^del daarin een lïuk van gewigr ; ik heb de koe nou eens recht by de horens gekreegen, Vrind Klaas!. en durf my yleiën dat ik de Keezen zal doen knarsfelanden — Hoor. Men vereelt in onze tyd zo veei kwaads van 't Huis van Oranje , dat men 'er de gryze van krygt ;de eene zen dit, en de andere weder dai ; maar, offchoon ik wel wil gelooven 4 dat men geen k<-e bont noemt, ol hy heeft wel eenige vlekjes . hou ik evenwel de meeste befcfnildigii gen die men dat Door! Hui» oplegt voor !as;er — wel nou ja! men zou dat aües maar zo zoetzabbig 1-fl >kken, net of men nooit zyn 'neus ' in s'Lavds Historiën geftookcn ha-*; net of men nier wis: hoe de Prinfen van Oranje het land behandeld hbbenl lach uit —'kyk Vrind M mus, by rny moeten ze komen, ik weet van d- m*>rdj ik ken je niet alleen' vertellen , wat onze Prinfen Za.iget gedaan hebben, maa ook wat wy voor hen gedaan hebben , zie dar's 'er 't mooje van; ik weet voor en tegen; en om je een frankje van myn vetftand te geven , zei ik je eens eer pertinent verhial doen, van de fomme'jes die wy voor het huis van onz-n Tedergeliefde oprebragt hebben; zie vrindyke Vrind Momus. da->Z'l je moei, i, toeftaan , dat de Ingezetenen al menig zweetdroppeltje voor 't Huis van Qran e , door middel van zuur te werken, naar buiten Nebben' moeien jaagen ; en dan wil men ons nog asn de ooreq komen lellen d-u de overledene Prinfen, de welvaart van 't Land niet gezocht hebhen; even als of onze Voorvaders voor hunne onderdrukkers gebloed hadden — ei kom. kom, 't kar, 'er piet deur zeg ik - neen maat M o m u c , de tonnetjes Burgerzweet, weike aan het Huis van Oranje geofferd zyn, hou ik voor bewyzen van de, dierbaarheid van dat Huis kyk, voor een mo-je Vrouw heeft m-1 vee1 over, mits d.it zy ook een braave Vrouw \%. het huishouden behartigt, en niet met een ander, 'onder V hoedje fpre^ ' Zle Kla-vs, a.s zy dar deed zou haar door ,1 tyi alles afgenomen worden — nou oat's o,m 't even, ik zou ie eewpertfnent ve-haal doen, niet waar? — kom aan, haten we met den dapperen Maurits, db vent ger venten, beginnen, \f:  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT* 3i| Je moet dan weeten, Vrind MoMus.dat deeze in hei Jaar t;%6, f 24000 's J.ars tmk, en "og als Stadhouder j 15000; de Pilegih aar* P'inj Hlndrik beclroèg ƒ 1800" 's Jaart>; en zekere Pr.nies van Aasf'au, trok pog eëa J.iHr.yks mkoinmente van duidend Knxj dat i.> f 2300% zo dat het Huis van Oranje de;; St.iat te ftaan kwam, ais ik wel reken, op ƒ43380 . dat is zo omtrjendehy f 120; da^gs —r zie Meester Momus, 't is tog een heelè duiver? en vooral Wanneer je aanmerkt dat het geld in 1586, dai'$' nou zo )'n groote 200 Jaar geleden, vry wat meer Waard Was, d n in onzen kimkommerryd nou *t was ook Prins Maukits, 'c was onze Veldheer; 't was tog de Man die den Goosdienst van ons Land, ik meen den Gersformeerden, in Cement heeft gelegd; en die eer moet men alle de Punfen van Oranje geven, dar ze voorftanders van de heerfchende kerk geweest zyn, zo getrouw alsof zy zeiven heerfchenae t- orsten geweest waren — daar h?b je nou onzen Tedergeliefde , onzen Willem den v yfde n , kyk , hy mag weezen wat hy wil, maar dat moet men tog van hem zeggen, dat hy meê een dier baar e Vooiftander van de Kerk is;' Wel is 't niet zo Klaas? zyue Doorlugtigheid heeft immers nog «oor weinig tyds in 't openbaar, zyn kostelyk hart over dat punt uitgeftort, en door de krant van je Baas, ( die toen nog m zyn fleur was,) ais 't waaré laaten rordk'mken, dat hy de Gereformeerde Kerk hield voor de eenige Waare zie, dat's fterk; ik meen dar de Geioovigen daar op aan kunnen ; want als een Gee" hier jammerlyk voor de loff/fc Oranje - ïarty uit ; Myihcer vak dïr Hoop roert het dangruwelyk; men hoort niet anoe s dan van gevluchte of gevangene Kattenburgers; het getal der eersteemelden beloopt reeds meer dan vyftig — 't is alles wel maar 'c loopt op tene ontvolking van 't Eiland uit; en dar niet alleen maar wat al BRAAVEN raaken wy uit onze goede Stad fcwyt ?-men mag 'er van zeggen wat men wil, maar de afgezette Hoofdofficier hield de boel wel eens zo goed by ell^.inder. COPIA , eens Briefs uit Nymegen, dato 17 Augustus I787. Wy hebben thans in onze Stad een groot man, die 'vermaak fchept in allerleie potfen, zekerlyk tor uirfpanning van zyne altoos ingejpanntnc bersfens — onlangs was hy in 'c Hol'achter zyn Vorstiyk verblyf, en mediteerde ald.iar in zvne eenzaamheid over den woijderlyken loop van de dingen dee'üer wereld; van de vcvfchiHende Staaten onder de menfchen, kwam hy op de verfclaillende neigingen, en meende daaruit de zielsverhuizing te mogen vastftellen — voorby een Ezelshok gaande, riep hv'laChende au, de Hemel weet o/iK met Weleer ,n dn hok gezette* heb! - de mo%etykhe:d daar van vastftéltehde, bekroop hun de lust om er nog eens in ie zitten; gelyk by 'er dan ,ondanks l.ycen I or-tlyk Kleed aan had, ook inkroop, - een kluchtige inval waar ' lyk!) du zvn doen was van eenige zyner dienstboden gezien verteld, en de maara daarvan naar elders overgevlogen • 'r welk iie uitwerking gehad heeft,dat men hemalömme BE NïMnC!rHi E z e l noemt. ' "*>-n* tJ/nersfoort, den 17 Augustus: de elendige Staaten s'Land* van Utrecht zyn heden.weder vergaderd geweckt, en* mor gen hunne aelibera, ien hervatten - men zegt dat 'er pointcn vaa byval op het tapyt zyn. fronten \aa A D,  B» 4 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ADVERTISSEMENTEN. * • Proeven van Oranje-Gedichtjes voor Kinderen ,om hen * van jongs af aan, de beste idéés, omtrent het Oranje-Huit m te boezemen, kost a St. en zyn alomme te bekomen. § 5 Een ieder zy gewaarfchouvvd, geen geld of goederen te geeven § op den naam van Dieder ik\Noteboom, van fVaddinxveen; alzo hy thans op de Gevangenpoort te Gouda gedetineerd is, en-na b°komen ontflag (dat NB. eer stdaags. zal voorvallen,; niïts zaï betaalen. ZEGT HET VOORT. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkoper* a ii Stuiver nitgegeevea.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. Si. JVÏyn Baas had my zo gereccmmandeert, het vervolg van de berekening, wat al zweet en bloed het dierbaar Oranje-Huis aan de goede Burgers en Ingezetenen vafj deze Republyk by vervolg van tyd gekost heeft, in dit vertoog te plaatfen; maar ik heb intusfchen een brief van mynBrork uit Zeeland gekreegen, en die verkies ik nu voor te laaten gaan , wel ja Lezers! ik durf nu ai op wat hooger toon te fpreeken, terwyl myn vertoog, de fchaa die myn Baas aan zyn Courant in Holland leyd, grooten deels meet goed maaken, behalven dat het bloed dan noch kruipt daar he? niet gaan kan, zie hier dan myn broer Oiferts brief. Lieve Klaas Broer. Je hebt nou inlang geen brief van je broer gehad, jon* gen, ik heb ook zeker geen tyd gehad om te eten of te drinken, laat ftaan om jou of je baas te fchryven, hoewel dat hy geen oogenblik uit myn gedagten is, want zyn zaken ftaan hier in Zeeland ver uit het gezigt, zyn termometer ftaat hier wel 25 duizend graden boven nul. Jongen, was hy nijt blyj, toen dat oproer hier aan da II. D E E L. Gg p„  ¥2Ö DE HAAGSCHE C;0'R,'RjES"PONDENT. gang was,, zonder dat, was 't hier ook klaar geweest, 'ij was klaar geweest met de Stad, 't was klaar geweest met de Provintie, 't was klaar geweest met het Land, 't was klaar geweest met den Geliefden, 't was klaar geweest me1 de FamilieJ »t was klaar geweest met je Baas, 't was klaar geweest met jou en met my en met al de Etfeteraas 'Maar nou, nou kunnen wy de Patriotten hier in 5t Land 499 voor geven, en het dan nog Jan winnen, O man ay zyn zo zoet, als Lammeren, de Schutters hebben op de markt ftaan zWeeren dat ze zweeten, zo dat wy Prinslui in onze vuist (tonden te lachen. Nou dat is 't zelfde, het is tot behoud van het Land en van onzen Dierbaaren, en dat is tog het voornaamite; al washet.dat 'er eers een party gegoede lui het Land uitgingen , daar al veel van gepraat word, wit fcheeld ons dar, als de Prins maar de Baas blyft, dan behoud jou Baas, jy en ik ons brood, en dan fchee't ons de rest n et, en daar is nou geen mis meer op , zedert dat de zaken hier zo fchoon verandert zyn. "Want al is het dn de lui daarom evenwel niet eender denken, ze durven h3t tog niet tóonerj , en je zoud zeg. 'gen hoe kaï het wezen , dat het pjunrJereri van een party Üuizeo, z> veel fenfatie maken kan, want als je 't had gezien,'na die rabouiüe , en nou zelf nog, hoe bedrukt en hoe bang-dat di lui *0t uit zien, je zoud zeggm het is'een Qumogelyke zaak, menf:hen die ma.kanderen nooit 'gazien lubben, herrién nou op d e distantie van 3 bf 4 huizen de hoede 1 ai tegen ma'kinderen af tot de aarde, z)o zit de fcrrik jn bemauwdheid ee.i ieder in 't gebeente, nou on de waarheid te zeggen, het heeft 'er ook verJ ... fchouw toegegian. Want daar zyn der wel 6 >! 7 rer'nodrd, g;misfacreed , met een touw om «"en hals over d.- ft.aaten gefleept. Het is zeker wel wa"r' • * 1 "' 'i ' *" onor-  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT, 22? dentilyk, maa" wiens fchuld was 't? toen men dezenwinter te Goes fatfoenelyk plunderde, toen had het geen 'ingan°-, dus was 't immers beter door 't vuur te loopen» als er door te gaan. Had men het van 't begin af te Goes zoo' geckan, dan zou dit laatfte te Middelburg zoo niet noodig geweest zyn , maar het moest tog wezen. De ftem van de Provintie moest 'er zyn, waar zou 't anders met onzen Teergeliefden na toe zyn gegaan. En een eëriy k man moest immers woordhouden. 't Heeft ons gefpeten dat zy'te Veereen Vlisfingen te fy'ö zyn geweest, Want daar hadd jn wy ook fmoel op gehad, om eens een party van die Patriotten om haar Postelein en Spiegels te vragen. Nou, dat iu 't vat leid zuurt niet. En bydeze gelukkige Staatsomwenteling in Zeeland komt dat van de Pruis nou boven op. Jongen de aangezigten van de Prinslui hier in 't Land ftaan net precies of ze in vergulde Lystjes ftaan, met glazen daar voor, want al zyn de Patriotten nog niet bang, wy leven hier evenwel in 't vast vertrouwen dat de Koning van Prutsfen eer het half September is, al de Patriotten in 't heele Land zal hebben opgevreten, en dat is genoeg, dat wy ons dat verbeelden, al geloofd gy, uw Daas en ik, in or.ze zieï„ dat 'er geen Soldaat van de Tru sfifchen een voet op ons Territoir zal zetten, zoo nioetén wy daar é'vënwel trmr boha van maken, omdat 'er menlgen d timen ènbap ci door aan draaijeu en wankelen gaat, cn daar mede móet men ook al zien dat me: b SI :-< Holfai d geda'aji jtfygt, met de Wapenen het zy van binnéti', l Van bufrén kab onze Vorst niet meer gered « rJ-. h t moét rmar.gefchied2n met oproeren en bnn^mahen. De Oproeren vrees ik dat zal klaar wezsn. Want of wv .i1 lagchen mër, het Soldaatje Spelen van de gewapend- Burgers, ik vrees by mé keel , dat als zy eens wat lucht krygen, dat zy Gg 3 hw  228 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. haar woord zuilen geftand doen, en niet uit malkandereia gaan, voor dat zy hun gewroken hebben , op al die 'er genoegen in gehad hebben , en als ik daar om begin te denken, dan leg ik van nou af aan al myn broek vol, en of wy dan al roepen, ik heb niet meê gedaan, het is te vreezen dat 'er dan geen tyd zal wezen, om daar verklaringen van in te winnen, en zoo zy dan eens haar hair weerom gaan halen, op de Prinslui,.. Och ik mag 'er niet om denken , want ik word 'er koud van. Konden te Rotterdam 40 gewapende Vry - Coristen, vier duizend van ors onnoozel Volkje op de vlugt helpen, 6 wat flagting zou het zyn, al was het maaralleen, dat zy al hun excerceeren , marcheren, trekken en waken, enz. eens wilde vergoed hebben, uit de beurzen van de Prinslui, en zy lieten ons dan nog leven, dan waren wy 'er evenwel genoeg meê gekokert, en je Baas, zou dan zoo lang voor niet gefchreeven, gedrukt, gezwetst en gelogen hebben, dat zou voor hem een bitter liegen geweest zyn. Maar om op dat liegen nog een moment Ril te ftaan, moet ik u eens iets melden, dat gy hem niet fpoedig genoeg kunt onder het oog brengen, wil hy het crediet van zyn Krant ftaande houden, dat is ten opzigte van het marcheren van al die Pruififche Troepen naar Nederland, dat hy al te beestig grof maakt, want hy laat meer Volk marcheeren als 'er fchier menfchen in Europa zyn. Nou dat is ook wel wat gegrosfeert, maar dit is wel zeker dat het begint in 't oog te loopen. Althans eergisteren avond in de oefening daar wy, zoo als je weet meer fpreken over onzen lichamelyken, als over onzen geestelyken verlosfer, kwam het onder anderen ook voor den draad, en toen zei, de lange Commisfaris, die niet zonder reden , hier het orakel is van onze Party, zoo ais je weet, en die kaerel weet waarachtig veel, (zyn fya«g«  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 229 fynigheid daar gelaten, want die is toch maar, om de menfchen te bedriegen, monde vol de Sepie)die Commisfaris zei, dat hy had by malkanderen gerekent al de troupes die nu al dien tyd. volgens de Haag fche Couö rant op reis waren, en die bedroegen meer als al de Magten in Europa in dienst hadden, en dat gaat te ver zy hy Wy moeten liet hy volgen, ons niet verbeelden dat dè Patriotten, dol of gek zyn, zy rekenen dat ook na. Aan onzen kant kan men het gemeen nog wat wys maken, en daar moeten wy het door krygen, maar dat is van den dromfenker, noem je een Patriot, dan noemje iemand die wat weet, en 't is wonder dat 'er die reflexie nog niet op gemaakt word: maar Gosse, is zoo bly met troupes dat hy zyn zelve zou vergeten, want dat hiet ik ondeugend uit den bandfpringen. zoo dat Klaas, je moet je Baas waarfchouwen, dat hy niet te veel volk laat marscheeren, hy moet zoo maar daar of daar omtrent de <5o duizend man 't laaten,dat is zo de ordenaire vryfpaal, en volks genoeg om bang te maken, by aldien dat 'er nog bang maken op zit: en hy mag ze wel na by de grenzen brengen, maar hy moet ook wel toezien dat zy niet op het territoor komen, want dat zou fout loopen. De Patriotten,jongen die weten te veel: Je kunt ze waarachtig zo niet foppen als men wel meent. Dan is 'er nog een tweede Artykel, jonge lief, daar je Baas goddeloos in mis tast, en of dat zoo ligt niet in 't oog loopt, daar zyn toch Luy die zyn Kranten bewaaren , en het is my van een man verzekert, die het zoo goed kan weeten als ik myn a. b. dat is, dat hy op de Lyst van de Regimenten die in aantogt zyn, verfeheiden Regimenten noemt, die niet in Pruififche dienst zyn, maar dat Keizerlyken Regimenten zyn, en dat is een onvergtefiyke Gg 3 mis-  330 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. misfhg, daar hy beter op moet zien te pasfen als hy kauö Die namen zullen hem nog in 't hoofd leggen, van toen! over 2 a 3 jaar al die hongerde djizerden Oosienrykers in aantogt waren. In dien tyd fpon je Baas nog wat fynder garen, hoewel het ook al gaauw ontdekt wierd. Want toen onzen ouden d kken Hertog, met al onze Engelsgezi iden Vrienden binnen en buiten s'Lands zoo veel kunst en moeite hadden in 't werk gefield om ons aan die rufie mtt de Keizer te helpen, om de Schelde te openen, dat oppervlakkig niemendal fcheen te wezen, maar dat niet anders was" als om Amfterdam het hart in te trappen, en daar tegenwoordig weer op zal worden gewerkt, (maar dat je dat tog nergens laat uit je mond vallen!) ,oen moesten 'er ook heele zwermen millioenen van Hoezaaren, Pandoeren, Croaien, Scherpfchutters, en ik weet niet wat voor gewapende duivels al meer, hier naar toe komen; (jongen met bang maken moeten wy 't krygen,) en dat wist je Baas toen nogal verflandig te doen , fchoon hy het uit de Frar.fche Kleeffche Leugenaar van Manfon gehaald heeft, doch zo dat hy op de Lyst van de Regimenten, die toen uit Duitsland op mars waren, om de Scbelde te komen open doen, plakte de namen van al de Regimei i n die al over 30 jaar in de Ooste: rykfche Nederlanden in Garnifoen waren , en dat makkie eeti Lyst van Regimenten wat ben je me groot, zodat de hartvogtigfle Pa'riot het hart moest in de fchoenen zinken, alhoewel die fint al gaauw ontdekt wierd. Of hy nou uit die oude Lyst eer party namen van Regimenten onder de Pruisfifche Armee heeft geplaatst, of dat hy maar.wêer blindelings de Kleeffche Courant na' fchrvft, dat weet ik niet ,maar dit weet ik zoo veel te beier, en daar moet je hem hoe eer hoe beter van waarfchouwen, dat hy voorzigtiger wezen, cn het zoo gO(k  DE h;AAG;SCHE CORRESPONDENT. 33? grflieloos grof niet meer maken moet, of het loopt hier heelemaal fout met zyn Courant, te meer, daar zyn leugens hier thans meer dan ooit bekend worden, doordien dat de Middelburger Courant, zedert de gelukkige omwenteling in Zeeland, hem ook maar blindelings nalchryft* Nou Kiaas, hou je voor gewaarfchouwt, en ook je Baas, of gy zyt beiden uw brood kwyt. Van die Gorkomfche Schipper die hier op het Stadhuis vast zit, dat is niet zoo zeer om dat hy Vaderlands denkt, maar om dat Mynheeren van Middelburg dan fecuurder zyn, dat ons ieverig Oianje Volkje hem geen kwaad zal doen, je weet wel de Soldaten kunnen ook overal niet oppasfen. Nacht Klaas ! hou je wél Als het in Holland en in de andere kwaaje Provinties maar zo wou als hier f dan was 't gaauw klaar. - Uw Liefhebbende Broer OLFER/t MOMUS, Middelburg, den 20 Augustus, 1787. N B. 't Is van daag net jaarig, dat de Gebroeders V* JV~it in den Haag om 't leven raakte. P. S. Wy hebban zoo lang gefc'iermd en bang gemaakt met de Prinsgezindheid van de Boeren hier ten platten Lande: maar dit zal niet langer fteek houden. Da Patriotten zyn 'er al agter, dat 'er geen 10 Boeren in 't geheele Land aan de kant van onze Party zyn Dit is onder ons Klaas, by vervolg daar van eens nader, maar hots " ' " ' ' het  s32 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. het voor je, en je Baas moet 'er niets van ir? zyn Courant zetten, begrypje dar wel, hy is 'er dom genoeg toe, want dan zou hy zyn eigen glaazen mooitjes inlmyten, en die van onzen Teergeliefden daar by. Nog een woord in haast, over het verbod van de Exercitiën in de Generaliteit. Jongen! het is wel een mooie zet, maar het is verd... lomp, en je zult gaauw zien dat 'er de fpot mee zal worden gedreven buiten s'Lands. Toen men den Keizer had aan den ga-g gemaakt, moestalles zig Wapenen , en nu de Koning van Pruisfen met zyn ontzachlyk Leger word voorgewend op ons af te komen, nu word de Wapening verboden in de Landen op de Grenzen liggende. Jongen! daar word te grof gefponnen. Wy kunnen 'er niet mee uit, het fpringt immers den domsten mensch voor 't hoofd. Ik ben in myn ziel verlegen, dat onze Party tot zulke dolle daden komen moet. Wat zal 'er nog van ons worden Klaas Broer. Adi. N. B. In ons laatst voorgaande N,. Bladz. 220, regel s van onderen, /laat ƒ70, moet zyn f 10, 't geen de aandachtige Leezer zekerlyk zelf terftond, ent dekt zal hebben. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkoper a 14 Stuiver mtgegeeven.  D E HAAGSCH E CORRESPONDENT. N°. 33. ( Vervolg van 2V«. 80.) ,^Wy zyn nu aan 't Jaar 1593 gekomen, niet waar Vrind Momus? — goed, en wat meen je dat het Huis van Oranje in dat jaar niet weêr op nieuw gezegend wierd? — ais naar gewoonte myn goeje man; 'er mogt byna geen jaar verloopen, of de offerhanden aan dat huis moesten vermeerderd worden en 's Lands Vaderen hebben daartoe te eerder beflooten, om dat het vet tog in de Republiek bleef, offchoon de Prinfen van Oranje 'er zig mede [meerden, in plaats van den Burger • de Burger is tog ook maar een Burger, en komt niet in vergelyking by een Prins % bo! ha! een Prins! dat 's nog een wezen dat eerbied vordert; al kunnen de zogenaamde Patriotten dat niet verdraagen ; ze zyn niet wyzer myn lieve Klaas; maar wacht, ze zullen wel beter ieeren ; oi:zc Tedergeliefde is al roooitjes op weg, om de Afgodifche Keezen , met kracht en geveld onder 't oog te brengen, hoe eenvoudige burgertjes aan de voeten der Grooten moeten kruipen; al fchreeuwen ze uit al hun magt, wy zyn vry ! wy zyn vry'—-— gekheid! gek-  a^4 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. heid! de Grooten weet en van geen vry ; en althans geen Printen -— nou, dat's aiweêr tot daar aan toe Kr,aas; wy moeten thans van wat anders fpreeken —— in 'c gemeide Jnar 1593, werd Fredrik Hendrik dan, (jk weet nu uit myn hoofd juist niet by wat gelegenheid,) een jaargeld toegelegd van ƒ 9125, en ééne der Prinfes* fen van IJasf^y, een van f 2000, (kyk dat was even» wel toch maar een bagatelletje, ) dus bedroeg de Jaarlyk» fe uitgaaf voor 't Huis van Oranje alleen, nu, / 97505; waarever by de Patriotten gefchreeuwd wordt als of 't een Capitaal van klink geweest ware, en 't was immers tog piet eens honderd duizend Guldens; maar 't kwam tog welhaast op die hoogte Vrind Klaas ; evenwel niet in 3594; neen, toen wierden de ingezetenen nog verfchoond; want de fom bleef toen als vooren; maar in 't eerstvol_ gende Jaar, ( 1595) werd weder eene andere Prinfesfe S'zn Nasfau, een tonnetje Burgerzweet gefchonken, ter waaide van f 2500, en niet voor ééns Vrind Momus, neen tog niet, maar Jaarlyks — kyk dat deed de deur toe, en bragt de uitgaaf net f 5 boven de honderd duizend; dat is ƒ 274 daags, en in't uur, circa circa, zoo-n douzyn Guldentjes — kyk Klaasje, 't moest in dien tyd al een ftyve broodwinder weezen die f 12 in een week kon haaien; ik zeg 't was een fpekkooper die dat kon beuren; ja maar dat was ook geen Prins, zei je zeggen, en je hebt gelyk ook , Mynheer Momus ; men weet vaa te vooren dat een P cellentie eerst laater voor den dag; maar men heeft toen in zyn tronie zekerlyk al kunnen leezen,dat hy 't zou worden , derhalven was 't een gefchenk voor toekomende iienften; en vind Mynheer Momus dat zo apocryf? — ei zeker! 't is evenwel meer gebeurd; wat had Willem de Vierde, de glorieufe Vader van onzen Teder, geliefden voor 't Vaderland gedaan , toen men hem in 1747* d« 1 ar aanred van 't Stadhouder- Admiraal, en Generaal. Bh % k\&f  >36 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. fchap over de gantfche Unie in zyn Stamhuis ervelyk te verklaaren? — geen mensch kan anders zeggen a\& niets — maar 't was óók al voor toekomende diensten \1 om u s j e ; en fchoon de Hemel den goeden Vorst te vroeg uit den tyd gehaald heeft, 't is evenwel waar dat hy ten diende van den Staat, ( want die van Oranje, doen ah i'es,, alles ten dienste van den Staat,") dat hy, zeg ik, onzen tegenwoordigen lieven Willem gefabriceerd heeft; kyk, zonder dien goeden Vader, zouden wy dkm braa. yen Zeun niet bezitten; en zonder dien braaven Zeun, hadden de Gelderfchen en Amersfoordersal lang gebuiteld; de Patriotten al lang getriumpheerd, en 't Volk al lang op den troon geweest; want wy hebben 't aan dat Zeuntje tog te danken dat zulks nog niet gebeurd is - wat, ■vraag ik nog eens, had Willem de Vierde lofiyks gedaan , toen men hem in 1748, Kuilenburg, dat voor agt Tonnen Gouds gekocht was, p efent gaf ? wat, toen men hem in 1749, de Heerlykheid 't Loo fchonk? net zo veel als in 1747, ^at 's niet an<^ers ^aD dat hy den Staat een jong Erf - Stadhoudertje , enz, bezorgde — en meent men dat deeze dienst gering was? dat blykt in onze dagen beter —— is 't niet zo maat Klaas, dat de Ne. derlanders nu kunnen roemen op eenen Erf Stadhouder, met ettelyke tachentig enzovoords achter zyn Tytel, die verheven van ziel genoeg is, om alle dienften en gefchen. ken, by zyne voorzaaten weleer van den Lande genooten, te kunnen vergeeten, ter aankleevinge van een party die zigcordaat tegen de Patriottenverzet ? - een Stadhouder die de welvaart des gantfehen Lands uit het oog kan verliezen , om de onderdrukte deugd, (ik meen de elendige Staaten 's Lands van Utrecht ,te Amersfoord vergaderende,) te onderfteunen, tegen het geroep, en uitgefproken •vonnis van de Sticht fche Volksftemt — een Siadhoude  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 237 een Erfftadhouder die een waar Vorst is; die zyne eigens fchande over 't hooft ziet, om zyne doodvyandett, de Patriotten , te deuken ? die als Generaal zo gehoorzaam is , dat hy terftond cp mars gaat, wanneer zyne Gelderfché betaalsheeren hem zeggen: "Verkies u eenig Volk, en „ trek uit, en begeef u naar de Steden Hattem en EI* ,, burg; aldaar is de vermetele Folksjlem tegen onzen „ vryen wil enSouverain vermogen , opgegaan ; wy beb- ben die Stemme gehoord, en zy heeft onze Majejleit ,, gekwetst; trek op en (moor die Stem in het bloed „ der Jloutmoedige Burgeren.welke zig tegen onzen dwang „ vetzetten; trek op, ontzie geen Burgerbloed; fnyci af de keelen, waardoor die gehaate folksjlem doorge„ komen is; wees groot, Doorluchtige Willem! ftoor u niet aan het gefchreeuw, aan den vloek van de Natie ; ., wees groot; fmeed met uw zwaatd, in het vuur van „ uw Kanon, eeuwige kluisters voor veraehtelyke Burs» gertjes die zig tegen onze grootheid aurven veihef- ,, ten" zie Klaas, ik meen dat zulk een Stadhouder ons wat waardig is; en het bezit daarvan hebben wy evenwel aan Willem den Vierden te danken, want die heeft dat meesterftuk vervaardigd — is het dan wel te onrecht dat hy zo by uitflek begunftigd is geworden ? Laaten we nu weder zien wat de Ingezetenen in 1603 voor 't Huis van Oranje moeften opbrengen: behalven de ƒ 103185, kwam 'er een itemtje by, van f 17 loos' Jaars, voor Prins Fredrik Hendrik als Generaal van de Cavallerie; dus bedroeg de boêl met malkaêr, net ƒ 120285; waarop , 1604, ik weet niet om wat reden , een Jaarlykfe aftrek viel van f 9125 , en derhalven trok het Doorluchtige Huis nu maar f uiióo.enin 1605 net zo veel j maar vermits het TraSementje van Fredrik Henbrik , als Capitein van de Cavallerie, wat gering was, wierd 'er int 1606, ƒ 3430 bygedaan, en de uitgaaf bleeven voords op die hoogte tot in 1609, maar toen was 'r fta vasr Burgers! 't Huis van Oranje kon onmogelyk rondfchieten ; 't is waar, veele Burgers ook niet, dan dat kwam niet in aanmerking, dat waren Jlechts Burgertjes , en 't zou wel pasfen dat die voor Oranje uitgeput werden ■ Hoor Vriendelyke Momus, ik zei je niet opnoemen hoeveel, en welke postjes, de Burgers nu op hunne rekening kreegen , ter grootmaakinge van Oranje, ik zal alleenlyk zeggen dat die Rekening in 1609, uitbragt, een fomHh 3 metj*  iiS DE HA AGSCHE CO R R ESPO N" D E;; To mctje van f 252706; 5 St. kyk dat was de pcini Waard , voor zoo'n kieine Republiek, voor een hoopje volks,. d3t eerst aan her opkomen was.en daarenboven onophoudelyk oor.'og voerde - hé? was dat ook een tyd van edelmoedigheid ? Laaten we nu om de grap nog eens uitrekenen hoeveel het Doorluchtige Ot an{e ■ Huis toen , ieder dag* en ieder uur iritekomen gehad heeft, en hoeveel ieder man in de Republiek, d;>or ma ksmder daarvan heeft moeten opbrengen — kyk alles tot verheerelyking van het dierbaare Huis ze'f, en ter aanwakkeringe van'3 Volks achting voor onzen Tedergeiiefden. Ct Vervolg hier na ) Mynheer Klaas Mom u.s! tk twyfe! niet of gy zult met een innerlyk genoegeh geleezen hebben,de Publicatie van H. H M", wegens het Verbieden van de Excercitie Genootfchappen in de Generalireits Landen,; wat dunkt u vandat ftukje MynheerMoMus? zouden de inwoonders op die wyze niet welhaast verlicht ■woeden, en een duidelyk denkbèed krygen van hunne eigenlyke Vryheid? ik meen ja — iaaten de Staaten van Holland deeze ftap nu ook eens beletten als zy kunnen — 't zal hun wel tegen de borst ftaan, want zy oefenen omtrent hunne Onderdaanen een geheel ander gezach; zy vergunnen hun eene geheel andere Vryheid — die van hunne Ingezetenen laag genoeg is, om by voorbeeld de ütrechtfche Rebellen te gaanadfifteren , wordtin Hoogstdérzclver befcherming genomen ; ja zy willen zelfs den Tc der geliefden laater, honger ly den,om die laage zielen te onderhouden ; maar H. H. M. oefenen p<-ompter recht; want d;e van de Genera'iteirs Ingezetenen, tot de gemelde laagheid vervalt, zal met meer in 't Land geadmitteerd mogen worden — zie, dat's een blok aan't been, Mynheer Momus ! — en dat mag men met recht gezach voeren heeten. Ongetwyfeld is deeze ftap gedaan ,(behalven de reden die ttw Zceuwfche Vriend in uw N°. 8t, daarvan opgeeft,) zo Wel om de Vryheids Schreeuwers buiten de Republiek, als daarbinnen, ie deuken ft is zo wel gefchied wxfpytvan H. E.G.M als om den Keizerte believentwant nu durven deGeneraliteits Qnderdaanen de Oostenrykfche Vryheids Kinderen niet gaan ondei fteunen, in* hunnen opftand tegen hunnen Vorst zie, zo begryp ik het. De tyd ontbreekt my om u meer te zegden dm dai ik ben, enz. " Nietf.  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 230 Nieuwe GELDERSCHE HISTORISCHE Courant. Nn. 7. EXTRACT MISSIVE, dato 20 tAugttsm, 1787. „ Want ik heb't u immers wel gezegd ,myn Vriend s dat de Franjchen ons ten part zouden fpeeien", ze zyn zo (hm jj ais de duivel, en draagen de Patriotten op de handen: J3 Troupen tot hunnen onderltand en befrherming te zei den,dat 55 kr.n niet gaan, en zou andere Mogendheden aandoot geeveu; j, maar wat doen ze om de Patriotten tog te helpen! ze geeven j, hunne Soldaaten verlof voor fen jaar /aH^jg'iiwtlykelist! deeze 3, allen komen tot de Patriotten over; ia, ik kan u verzekeren 3, rn;:i Vriend , dat 'er reeds mier dan duizend in de Ucpubhtk zyn,die allen in fchyn van Vrywilligets dienst onderd-'KEEZEN zidk-n neemen — ik zeg 'z is God geklaagd zo als onze Party ^, getraiterd wordt —-— 'c is maar te hoopen dat wy eindelyfc j, Aiet geheel het hoofd zullen moeten ondcrhaaien.'' enz. Van Delft heeft men, dat de loflyke Magittraat aldaar cordaai voorde zaak van den Tedergcliefden uitkomende, en beflooren hebbende, nog hever'onder bet gezach van c'én Piins.itan van een gantsch Volk te ftaan, het Oranje - Corps, ter hunner Srede, order gezonden heefc, om op zekeren dag, met Vliegend Vaandel en Slaande Trom door de Stad te rnjrehecren, — het Vaderl.inuVh Genootfcliap heeft daar tegen geprotesteerd , en wel onder zwaare bedreiging-, miar geen 1 nanjenisttn (chroomen voor dtrgelyke bullebakken — de Magiftraat van Delft heeit het 'er op g zer oui eer te bchaalen, en den {Vaardigen Stadhouder te matnuneeren in. zvne Buiïke eisfchen, al zou ook gantsch Delft in een puinhoop verkeeren, ik hoop ondertus/chen dat zy de Prachtige Grafkelder van 't Gedacht v.m Oranje zullen beveiligen; wjnt als dat meesterftuk van klimt, dat gedenkteken van Neêrlands Heilf geiuineerd werd, waar zou onze Teaergeliefde ten zynen tyde dan bygezet worden f — of men moest hem ongelukkig een Lande uitbannen, z:e, als de patriotten zo yer mogKin gaan, dan kon h gedenkteken wel gemut worden. Uit net Camp: met groote verontwaardiging verneemen onze Yaderlaiidfchc Helden, de door de Patriotten verlprcide geiuchtena dat 'er telkens groote dtfertiën by ons zouden plaats hebben: wy durven op 't woord van eer vrrzekeren, dat alle die geruchten yafsch zyn — de flandyastilhefd van ffos Volk is grovt ^en worde fumtyds door dc tegenwoordigheid van Neêrlands Erf-Stadhouder nog vertrerkt — onlangs deed hy 'voor 't front eene recht Vaderlandfche ^Aanjpraak., waarin by onder anderen zeide: KJnderen „ gedraagt u als 't Helden voegt; en verwacht ,behalven myne erkentenis, eene ruime belooning: mag ik myne oogmerken bereiken dan zult gy de VLR V LÖ EK'1 S V B. Y H£i DSZOON EN nog aan u.vVc spietftn reigen. A D-  $4s DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ADVERTISSEM ENTEN. NB. NB. De Utrtchtfchc Courantier verzoekt by deezen da NB. WelED. Heeren Gosfe en Zoon, wel inltamlyk, hem niet weder publiek voor 't hoofd te fmyten, dat hy gebrek aan Correspondentie in bet Leger te Zeist heeft; alzo zulks tot merkeiyk nadeel van zyn Dagblad zoude verftrekken, en hy de Heeren GOSSES een intime Correspondentie in het Camp niet betwist; fchoon "wel benyd!!! maar hy is in dien opzichte meermaals onpelukkig — toen de bende van SJAKO Holland ontrustte , heeft nV mede gebrek aan berichten van die Bende gehad, tervvyl de Haaf fche Courant allerleie echte Misfives kon plaatzen, ja ook; «enigen van SJAKO zeiven. § § Eerstdaags zal eene infehryving geopend worden, ter lce§ veringe van eenige duizende tonnen Buskruid, voor het Camp tc Zeist,tot vervullinge van het gebrek,'t welk men aldaar aan dat artykel heeft, veroorzaakt door een herhaald Jpringen van eene aanmerkelyke quantiteit daarvan. Tevens requireerd Z. D. H. vyftig nuchtere Perfnonen, om het gemelde Buskruid in 't Camp te behandelen en te verwerken, alzo zyne ONDERDAANEN te zwaaihoofdig met hetzelve omgaan, en Hoogstdezelve daardoor welhaast geen Buskruid genot" zoude hebben, om de Patriotten door de monden vaa zyne Veldkartouwen tc kunnen vertellen, WIE HY IS. * * Te Nymegen ie gearriveerd de Amersfoort fche JOHN * M U U R E N B R EE K E R , eR zal, op gunstig verlof van den Tedergeliefden, in ééne der Vertrekken van het Hof aldaar, geduurende den aanllaanden Winter, aan de aankomende Jongcïmofchap openbaare Les geeven, in het "londeren van Huizen en Goederen-, om door dat middel de pany van Z. D. H. van nieuwe Werkende Leden te voorzien. NB. K I. A AS* MO MUS , heeft den Brief, gedateerd, Hoorn ien 14' Augustus 1787, en ondertekend een Westfries, wel ontvangen, en is met het aanbod van den Sdiryver zeer in zyn fchik, hy recommandeert zig in de vrindlchap van dcnztlven, en verzoekt om zyne gunstige Correspondentie, mits niets te zenden dat het Huis van Oranje, of lojlykj aanhangers, op eenigeileie wjjse hindernis kan veröorzaaken. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Eoe-kvefkopers a H Stuiver uügegeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. 83. (Vervolg van N9. 82.) IVIiar ik bedenk me weêr, Mynheer Momus, ik zei die rekening liever eens opmaaken, als we aan een jaar komen, waarin nog- vry wat meer voor het Doorluchtig Huis van Oranje opgebragt moest worden, dat echter altyd met de grootfte liefde en hartlykheid opgebragt wierd; want dat moeten we van onze Natie zeggen, dat ze wel eens een duivel van een leven over de Pachten enz. gemaakt heeft, zie dat betrof het Land maar ; maar dat zy nooit gevallen is over de hooge inkomsten van de Prinfen van Oranje; de Vrinden van dat Huis waren 'er wel mede te vreeden, en de Vyanden, naamlyk de zogenaamde Vrinden van het Vaderland, hebben 'er gelukkig niet aan gedacht, anders zouden ze zekerlyk voor lang aai; dat touwetie wel eens getrokken hebben; tegenwoordig loopt het 'er mooirjes op aan; maar wat gebeurt tegenwoordig ook niet! ~ S in or-ze dagen wil men alles anders hebben; 't Volk is nu de Baas, en zy zien de Grooten aan als hunne Knechten, die naar hunnen zin moeten werken, of'tis: „Snaphaan op fchouder — Zie hier jelui Wetgeevenden Vorst Heertjes; een twee drie „ wiije maar eens zo goed weezen van te vertrekken' ,, wy zullen Volk in dienst neemen dat onzen zin doet 5 „ en wit je lui niet goedfchiks de trappen afdanfen, ,, Heertjes? afdanfen om 'er, met zulke groote Pruiken 3, nooit weer optekomen , dan zulien we je zo vier,, kant by die zelfde Pruiken van bovenneêr haaien," —r II. de2l. li wei  242 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. wel ja, zo gaat het immers, Vrind Momus, 't Volk is de''Baas, en 't is nu voor de Grooten niet anders a's, pas op — 't is te hoopen Vrind Moiwus, dat de Hemel de tegenwoordige Nederlandfche Majefteit de oogen zal openen, op dct ze tog zien dat onze Tedergeliefde geen duit van zyne 'inkomsten kan misfen — hy is immers een groot man. Klaas, en moet een prachtige Hof. houding voeren? Ja maar", zeggen de Keezen, i, 'is hy waarlyk een groot man , dan moet hy ook zelf „ zyne uitgaasen kunnen fourneeren; anders maaken wy „ hem tot een groot man; et? doen we dar, dan moeten we ook overtuigd weezen dat hy 't verdient ;danmoes, ten we 'er ook de vruchten van zien — zyn dat de <-, vruchten", zo beuzelen ze al voord, „ dat hy lekker4, lyk leeft; honderde bedienden heeft, en in een gekroon„ de koets met zes mooje blesfen ryd' ; kyk .daarkennen s, we we! buiten ; hy moet zyn geld verdienen, of hy f> moet het niet hebben — 't is ons zweet en\ bloed —= i, wy moeten werken voor de kost;wy kunnen de Staatss, zaaken niet waarneemen, daarom draagen we ze hem op, £ en daarvoor willen we hem van onze zuurgewonnen >{ duitjes wel zo veel geeven, dat hy onbezorgd kan lees', ren, enzyn kop alleen met het wel zyn van 't Land j< behoeft te breeken;maar dat moet hy dan ook doen; en ss daartoe heeft hy geen Hofhouding , geen honderde Bedienden, of een gekroonde koets met zes mooje blesfen „ noodig —— als hy zoo'n front wil flaan, moet hy 't „• uit zyn eigen goederen kunnen betaalen; en als hy 5, daarmede niet te vreden is, dan neemen wy een braaf, verftandig, Nederlandsen Burgerman voor Stad. houder; dié zai de zaaken recht behartiger!". Wat zvn dat gedrochteiyke en verleidëlyke redeneeringen,niet Waar Klaas? die Keezen praaien net, of een Stad. houder, zo maar met een zwarte rok aan, en een A. B. óf Zakpruikje op kan loopen ; moet hy dan niet ontzaehelyk van aanzien weezen? ja z^c zei je zeggen , of't Volk zaü geen eerbied voor hem hebben — "nou ja, zo moet je'met d~ 1 Hten maar -praaien» die lachen4wat met hef bied voor Huogen Staat; die hebben aleen 'eerbied voor' deug! en 'waare Godsvrucht; daar hebben ze den gebee'en "d,g den mond vol van meent gy Vrind, Momus, dat by die iuidjes 't hart zo hog geplaats: is a's by on: Oranjemstent ja dat ver fep v nog wel'een  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. 343 el op een vierdevat die (haakert reutelen niet ad¬ ders als van deugd, van pligt, van Godsvrucht, $rj zulke dirgen meer — laatst zeide ik eens tegen één vati hun; dat we nu evenwel de eer hadden, van een Stadhouder te hebben , die aan buitenlandlche Vorstiyke Hoven vermaagfehapt is, maar de kérel meende ranzends dol te worden; 't vuur fprong zyn oogen uit van drift — „ Dat 's ons ongeluk! dat's ons Ongeluk ! "fehreuwde hy wel honderdmaal achter malkander, zo in een afeffl uit; „ was de ongetrouwe, de verraderlyke Willem „ de Vyfdb" (begryp Klaas of ik op die woorden ook verfebrikte!) „ was de Ondermelner van Onze fVcL it vaart niet aan het Hof van Engeland vermaagfehapè ,, geweest', dan zou hy ons in den iSatften Engelfchen Oorlog niet verraden hebben, om nu geene andera ,, ftaaltjes van zyn fraai gedrag optehaale, — ik zég» ,, de braave Patriotten zullen maar half werk gedaan ,, hebben, als ze by het maaken van een nieuwe In5, ftruUie, voor hunnen Stadhouder, niet bepaalen, t) dat; ,, hy, als hy zyn' pligt te buiten gaaf, aanftonds gecasfecr.i „ zal worden , 2) dat hy geen deel aan de wetgeevende ,, magt, en te gelyk de uitvoerend? magt in handen moet hebben, en 3 ) dat hy zig aan geen buitenhndfchèn j, Monarch zal mogen Huwelyken, en dat capitte! is wel „ 't voornaamfle ; want dat onze Stadhouders dat gedaan. „ hebben , is misfehien de eenigfte bron van onze voor,, gaande en tegenwoordige ongelukken." — Ik was bly dat ik van de Vent af was, Mynheer Momus, want "er was geen praaten meê; wat ik ook mogt zeggen van de eer die onze Republiek door die verma'agfchnpping gefchiedt a hy wou van geen eer hooren; „ de eer van de Nederlanders" • riep hy al, „ beftaat in vryheid en braafheid, niet in „ ver raaden te worden, of de geen die hun. vèrraads „ aantebidden — de Batavieren waren altyd een getrouw Folk, daar hebben de Romeinen hun al voor „ erkend; en die een Schelm is, moet daarom uit huri midden weggevaagd worden, door de kracht van hunne „ billykeverontwaardiging; diemoet,door't verfchrik„ kelyk geluid van hunne Souveraine Stem ter aarde „ neêrgeploft worden , even als een irotfche eik door de „ kracht des donders,of als in den Hof een verdervend', ,, worielknaagend, en fappenzuigend Infect, door he? frrelle biiv.emlicht".... toen hy zo begon, raapje f£ li i min  ^244 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT*. myn brokken by malkaêr. Vrind Momus,en mm derpat -# ik, a.m Prinsmannetje! ik fidderde en beefde voor 't zogenaamd Bataaffche vuur, dat de Vent uit de oogen vloog maar is 't nu ook niet weêr a! lang genoeg gebabbeld, Mynheer Klaas ? ik vergeet waarachtig myn pertinente opgaaf van de inkomsten van 't Huis van Oranje geheel en al, en dat moet evenwel niet weezen, onze tydgenooten hebben 'er te veel belang by ; kom aan dan maar weêr aan 't werk; anders komt 'er aan myn byzonder fieperachtig misfivetje ook nooit een eind. in lóóg. was de fom dan, f 252706:5, en de Inge» ketenen hadden het genoegen, van geene nieuwe leverantie van zweet en bloed aan 't Vorstiyk Oranje - Huis te krygen , en, laat zien, in geen vyf jaaren, wantin 1610, jóii, 1612, 1613 en 16:4, bleef het inkomen van 't meergemelde Dierbaare Huis op dezelfde hoogte als in 1609; maar 't was ook te veel gevergd Klaas , dat bleek in 't volgende jaar 1615 duideiyk, want toen werd hexgeliefde Huis ontheven van een jaarlykfe rente, gehypotiqueerd op de Hooge en Laage Zwaluwe , bedraagende in capitaal, tegen de penning twintig , fi 831 r, zie jc Mynheer Klaas, een duideiyk bewys dat de Oranje Keuken, van geen tweemaal honderd en vyftig duizend guldensin 'tjaar kon rooken, dierhalven moest die rente maar ontheven worden, want dat kon ook nog zo biniiens huis gefchieden, dat 'er de buuren niets van merk. ten, ik. meen de Ingezetenen Vrind Momus, wantje kan wel begrypen, myn lieve Klaas, dat men tog bang zal geweest liebben, dat die het eelt in hunne handen eens mogten beginnen natekyken, of fchoon't zo ware dat zy 't voor den aanftaanden Fundamenteur van hunnen Godsdienst daarin gewerkt hadden, — maar apropo, nog eens van die Fundamenteur, ik ben zelf een Prinsman gelyk je weet, maar tog kan ik niet begrypen, hoe onze lieve Prinfen van Oranje zo voor 't geloof van dien Cal. viNtis hebben kunnen Itryden, gelyk zy 'er zig nog voor in de bresfe Rellen , daar die Reformateur , uitdrukkelyk leert, dat de Vorsten der Aarde zig ontblooten van hunne magt, als zy zig verheffen tegen:. God',ja dat zy dan niet waardig zyn onder de menlcben geteld te worden, en men ze veeleer op 't hoofd moet fjuwen, dan gehoorzaamen kyk Klaas, men weet dat Calvi.nus dit geleeraard heeft, en dat is voor de Vorsten  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 245 ten evenwel niet om 'er op te verlieven ; want de Vorsten loopen tog groot gevaar van zig te verheffen tegen God , dat is van grooter magt te willen hebben, dan hun toekomt. (Het Vervolg hier na.) Aan Zyn Majefteit GOSSE > Wel ? Wat dunkt zyn Majefteit nu van de Patriotten ? ziet zyn Majefteit wel dat ze een werktuig in de hand van den duivel zyn om ons te plaagen ? —— zy voeren de list in hun Wapen, dat is duideiyk aan alle kanten te zien — daar is nu dat opgebroken Woerdenfche Campement , waarvoor onze Vrienden in den Haag zo bang waren, en met reden, want zulk verbittcra Volk is niet ite vertrouwen ; niemand wist waarom zy opgebioken waren, wat zy nu by den Haag kwamen doen, of waar ze heen wilden — maar zy wisten 't wel — dat verzeker ik zyn Majefteit Gosse, —■ die Gewapende Corpfen, houden goede verftandhouding, op hunne algemeene of Provintiaale Vergaderingen, dat weet ik; daar wordt alles'beflooten en bekonkeld, en die befluiten worden onverzettelyk ter uitvoer gebragt, ~~ let maar eens op myn woorden , zyn Majefteit, dan zult gy wel zien dat ik gelyk heb dat Campement van Woerden breekt op; maar wanneer ? net toen de pryslyke Magiftraat van Delft onze Cabaal in hunne Stad op den Troon wilde zetten, en bevel gaf om met vliegend Vaandel en flaande Trom door de Srad te trekken ■ 't Campement trekt u,t; maar waarheen? — let maar eens op, zyn Mijefteit — voor Delft; _ en wanneer? — let 'er toch maar op, zyn Majefteit; toen-de Patriotten binnen Delft beflooten hadden, nooit te zullen gedoogen, dat die van ons door de Stad zouden trekken; alléén waren zy bang dat de dappere Prinfeklanten hen geveterd zouden hebben, want zè waren in de Stad — goed, en het Campement of een gedeelte daarvan , zou men niet binnen gelaaten hebben, wel vast niet — goed goed, let nu tocb maar op, zyn Majefteit Gosse — maar nu bekonkelt men 't zo, dat een goede raagt van buiten ü 3 ligt;  34*5 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. ligt; daarop zy!) die van binnen nu ftout — let maar op,, zyn Majefteit, en vraagen met een uitgeftreeken tronie om uittetrekken; 't word hun vergund, . want dachten den onzen, dan zyn wy de Kbezen God dank kwyt nu zullen ze uittrekken, let maar op, zyn Majefteit; de poorten worden geopend, de Keezen zyn 'er in, en roepen midden in de poort — halt! — ó God, dat Deiffche Halt fnyd alle Prinslui door 't hart — die listige Keezen! —— nu let op, zyn Majefteit — de poort wordt bemagtigd, en die diar buiten waren behoefden . niet te vraagen, mannetje mag ik 'er asfieblieft deur; 't was ailes een doorgeftoken werkje — zy kwamen binnen en hielpen zo één, twee drié de Regeering veranderen, ziet gy wel zyn Majefteit hoe listig zy dat bekonkeld hebben, en Delft, het braave Delft is voor ons verhoren; de traanen loopen me over de wangen als ik 't recht bedenk — let verders maar op, zyn Majefteit ; dat opgebroken Campement zal nu rond gaan als oen' briezende Leeuw, wèl weetende, welke Stad, Dorp of Vlek, het moet vérflinden — ziet gy wel zyn Majefteit, dat we op die wys knoflook zullen vreeten — evenwel, en,dit troost nog wat, zullen de Keezen telkens een geheel anderen list te baat moeten neemen; want met dat verdoemde halt zullen ze ons niet weêr lemperen —— ik ben nieuwsgierig hoe ze 't nu zullen m.'aken maar ziet zyn Majefteit wel dat 'er gekon* keld word? — wel dat meen ik. Voor 't overige ben ik, enz. Nieuwe GELDERSCHE HISTORISCHE Courant. No. 8. Düitschland en bygelegene Lande». „De Schryver ,', van het Altonafche Nieuwspapier , heeft onlangs ruim „ vyftien mir.uteu lang, ftaan vloeken als een Turk , op de Haagfcbe Correspondent van Klaas Momus, en heef: by al den Duitfchen Adel gezwooren , dat niemant an,, ders dan de Schryver van de Verlemfche Courant, (zie il die Courant N°. 102. ) als die hagelfche Momus is" — Het doe  PE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 347 doet ons van harten leed, dat wy 't één of ander gezegd hebben , waardoor onze Vriend de Duhfcher knorrig op ons is geworden — wy bidden hem om vergeeving — kom AltonaarX Altonaar !je moet bedaaren, we zyn immers Prinslui dj es vaat malkmder ,wy ftruikelen aHen in vee/en; kom goeje Vrind, je moet het gefehryf van Klaas Momus niet verkeerd opvatten, wel dat zou me in myn ziel leed doen; je moet tog niet twyffelei aan zyne brandende liefde voor 't Huis van Oranje — en wat uwe verdenking wegens den Schryver betreft, te duvel, myn goede Altonaar daar tast je zo mis in,en hoe heeft de gramfchap je ook tot zo ver kunnen vervoeren, dat je zoo'n zwaaren Patriot als die man is, voor Klaas Momus hield jonge en ik zou 't maar niet te veel tegen hem roeren, de vent heeft tien laag gefchut op — 't is een geleerde knaap — uitgeleerd in de wiskunst; in meer dan één taal bedroeven — * ia veele weeten fchappen onderleid geloof my wywoo- nen in één Stad, ik ken hem zeer wel, gelyk hy my ook wel kent, maar ik ben zo bang als de duivel, dat hy myn blad in zyn Courant nog eens zal rosfen, dat het een aart heeft hy kan wat; zie daarom Altonaafchs Duitfcher! wees voorzichtig. * Amersfoort: Z D. H. is onlangs, in vollen drift, uit de Vergaderring vertrokken, om dat de Elendige Staaten , niet wilden befluiten nog vóóc den win er eeri aanval op Utrecht te dotn ; de Tedergeliefde kan zyn moed niet bedwingen hy is dat marren moeden; de goede zaak moet doorgezet — Hy arriveerde te Ny'. megen, en was voffligf.i) woedende, hy eilde; zyn iyfaars Verzekerde dat zyn bloed door de drift, waarin Z D. Hvervallen w^s, te fne! naar de he.sfen was gedreeven, en dezelven bedwelmd had; maar zyde hy 't gebeurd wel eens dat door eene fympatifche kracht het eene bloed op het andere werkt, daarom werden 'er terllond , byna twaalf varkens, aan de voeten van Z. D. H. gedicht; liet bloed f roomde door de zaal, en waarachtig.' zo dra onze Tedergeliefde zo groot een plas bloeds zag, werd hy flilder; men zag duideiyk dat zyn ziel gradueel bedaarde. • ' Delft, den 37 Augs. Alles is hier in rep en roer myn vriend , onze toefland is niet te befchryven, de Qrsnj-;r.ist!ts durven de deur tieauwlyks uitkomen: . ■ -• . -• a;s  248 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. als de Patrioten op die wyze voordgaan, en niet doop hooger magt gefluit worden, is het met den ledergs. liefde voorjaltoos gedaan. ADVERTISSEMENTEN. § § Donderslag der Prinsgezinden, of het Delf» § sche , halt ; Een dichtlïukje , is heden alomme in 4St. te bekomen, @ @NB.N8. Willem de Vyfde in ernftige overwee(3) NB. ging van het einde waartoe hy gefchikt is; het voorneemen dat men omtrent hem beeft, en het lot dat hem , benevenszyne Gemalin en kinderen boven 't hoofd hangt — een zeer interefant ftukje, waarin duideiyk aangetoond wordt, dat het huis van Oranje, van Willem den Eersten af, tot Willem den Vyfden toe, beur. telings gereezen en gedaald, bemind en gehaat is geworden, en daar door op eene zekere hoogte gebleeven is, waarever het, zo 't fchynt, niet mag komen: prys is f i. *** Klaas Momus, noodigt by deeze alle zyne Leezers * * uit, om hem , ter plaatfinge in zyne Correspon* dent.een volledig bewys toe te zenden, dat OlbenbaRneveld niet onrechtvaardig , door zyne Exellentie Prins Maurits, onthoofd is — opgefteld in den gewoqnen flyl van Klaas voornoemd, die zig daarmede hoogelyk vereerd zal houden. Word s'Weeke'yks alömme by de meeste Boekverkoper & ii Stuiver'uitgegeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. 84. Zeer geliefde Broeder in de verdrukkinge I WelEdele en braave Heer GOSSE! Gy zult uit dit hoofd van deeze myne misfive, zekerlyk reeds befluiten, dat ik een Geestlyke ben , en gy zegt wèl Heer Gosse ,ik ben een Geestlyke; trouwens niet naar den gewoonen zin van dat woord, wantik ben niet omhangen met het Priesterlyk gewaad, ik en hebbe ook geene gewoone roepinge, neen maar ik ben een Geestlyke naar de Letter; dat is ik hebbe een affchuw voor de paden des verderfs, de kinderen der wereld zyn my een grouwei, ik haate den man des bloeds ende des bedrogs, ik beftry den Vorst der Duisternisfe onophoudelyk, met de geenen die rechte paden gaan, in dat vasten vertrouwen dat wy triumpheeren zullen; daarom is de moed brandende in ons wy durven krachtigen byftand verwachten; want wy beftryden het verderf; wy zyn niet als de geenen die een kwaade zaak voor hebben ; die den duivel offeren, en zig met zwarte fnoeren aan hem verbinden; die hem trouwe gezwooren hebben, om dat hy hen in het vette des Lands doet deelen, ten einde M. deel, Kk zy  a5o DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. zy hunne godlooze lusten den teugel kunnen vieren ; die den grooten ver derver aanhangen, ja zelfs aanbidden, niettegenftaande zy wel zien dat hy zo veele van hunne medebroederen reeds amgebragt heeft, en 't »er op toelegt om, ware het mogelyk, ook alle de anderen in het verderf te forten; ja wat meer is, die eig o gruwel! laaten gebruiken, tot inftrumenten in zyne hand, om dat vervloekte oogmerk te beryken — neen, Wel Ed. en braave Heer Gosse, ik en ben niet a's die verdoemden, ik bewandel de paden des rechts, ik bevorder zo veel my mogelyk is het heil myner broederen ; daarom Wel Ed. Heer Gosse noem ik my een Geestlyke, en ik ben het zo veel te meer, om dat ik, door de goedheid, ook geauthorifeerd krankbezoeker van ons Dorp ben; een charakter het welke, voor zo veel iny bewust is, zeldzaam op de dorpen bekleed wordt 5 dan, myn lieve broeder! wat zal men van die zeldzaamheid zeggen! wy plaatfen ons zelve doorgaands niet daar wy ftaan: ik ben tevens, en dit is, op een dorp, even ongehoord, ik ben tevens Meefter Katechifeermeefter, Meefter Kleêremaaker, en Meefter Wollenaaijer; de posten myns huizes zyn met alle deeze tytels verfterd, en boven myne deure is een bordeken, waarop gefchreeven ftaat hier leert men de Meisjes Wolie. naaijen. Zie daar Wel Ed. en braave Gosse, u een na3uwkeurig verflag gegeeven, van het geene hy is, die u dee« zen Epistel, ofte zendbrief, doet toekoemen; wat voorders betreft de reden waarom ik u fchryf, deeze is alleen, lyk om u myn genoegen te betuigen over het manlyke., mv/ederleggelyke en tederhartige Advis van de Edele Mogende Hesren van de Ri&lert'chap en Edelen van Holteni, gebrast, t,er Ve-gaderinge van II Ed. Gr. Mo* *>P  ÖE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 251 op donderdag den 23 Augustus jorsrleden, op de laatfte) Memorie van den Pruififchen Gezant — och myU braave Gosse; wat is dat een dierbaar ftuk! hoe is 'c mogelyk dat de overige Hollandfche Staatsleden , de ooren niet nygen naar het geroep dier ftemme, de ftemrhe der Rechtvaardigen , ew waare befchermeren onzer vryheid! ik moet ü zeggen We! Ed. en braave Heer, dat myne ingewanden rommelende zyn van ontroering, over het gevaar des Lands, het welk in dit Advis van tittel tot jota voorgefteld wordt, en myn harte is weenende in my — dat is een ftuk broeder Gosse ! dat is'een ftuk! — wat is dat teder! wat is het fterk! wat zyn 'er veelc ftreepen in !! (en de taalkundigen weeten, met my, do kracht van dat nieuwerwetfche Leesteeken;) indien ik zulk een Advis vergelyk by den Staatsftukken, by voorbeeld in Aitzema voorkomende, dan word ik van verbazing weggevoerd, en knnmy niet bedwingen van voor al de wereld te belyden, dat onze tegenwoordige Ridders Mannen met baarden zyn; Mannen die wat duirvert zeggen daar zyn byvoorbeeld, die Advifen van H. Ed. Gr. Mog., zo omtrent de helft van de voorgaande Eeuw, waarmede zy zig verdedigden over het niet fter.imen in 't verheffen van den Jongen Prins tot zyne Voorouderlyke waardigheden, (want Holland is nooit goed Prins geweest,5 van die Hukken braave Gosse is zo veel geichreeuws, maar zy haaien niet by dit Advis vaa onze Vaderlansgezinde Ridderen, dat mag en moet gezegd worden; hier zyn nog véérzen in; van Horat:us5 C'k weet niet of deeze zanger onder liet oude of nieuwe Testament geleefd heeft,) Advifen met véérzen!!! wie heeft zulks ooit meer gehoord! het verrukt myn harte. Broeder Gosse, want ik bemin de Rymkonst, en hoop daarom dat de loflyke Ridden'ehap, met 'er tyd hunne Advifen nog geheel en dichtmaat zullen Rellen. Hoe hartlyk en overtuigend fpreeken die Edelen des Lands in het tegenwoordige Advis, van hun geweeten\ van hunnen bezworen pligt, omtrent het welzyn van Hollands Ingezetenen! ik ben blyde dat zy die punten zo fterk aandringen, om dat, gy weet het, braaveGosse, de boosheid in onze dagen zo ver gegaan is, van te tv/yfelen, of de Edelen des Lands wel een geweeten hadden,-en van te Hellen dat zy hunne bezworene trouw vergaten, om het Huis van onzen Tedergeliefden, van den Gezalfden des Heeren, aantehangen. Kk 2 Hoe  252 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Hoe emftig beklaagen zy zig dat hunne voorfiagen niet ingewilligd zyn geworden, en och! zy beklaagen zig des met reden; want waren zy gehoord; badde hunne roepJlemme mogen dringen in de harten der Geweldigen ; onze Landsmoeder had zig reeds in Js Gravenhaage gezien, misfchien, of wel zekerlyk, zaten eenige van hun die de landlievende Ridderfchap eeuwig tegenfpreeken, en geene believingen voor 't Huis van Oranje over hebben; die ook den welvaart van het minjle Burgertje, aan dat Doorluchtig en Vorstlyk Huis niet willen opöffe. ren, eenigen van die, zeg ik, Broeder Gosse', zaten aekerly k reeds op LceveiXem gevangen,en zyne Majefteit van >'ruisfen , zoude te vreden zyn maar de Patriotten zyn hal/larrig; zy ichroomen geene Koninglyke bedreigingen*, en houdenj, 6 gruwel, de gemoediyke Ad. vifen van de Ridderfchap, zelfs ook die waarin veele fireepen zyn, en waarin zelfs véérzen voorkomen', voor Sireenen gezang ; voor een verlei delyke Jlemme, die voorde ooren van het Gemeen zingt, om het zelve in den Jlaap te wiegen zy hebben een afkeer voor de Edele Ridderen, en, 6 tyden! 6 zeden ! zy durven hen benoenoemen , met de laage benaming van,' Oranjeklanten*.!! De traanen biggelden my over de wangen, toen ik las dat deeze Zuilen van het Vaderland en van den Gezalfden , betuigden goed en bloed veil te hebben , voor de Vryheid — zie daar braave Gosse, zie daar den grondfkg waarop zy [zig in de Vergadering altoos ftellen tegen het geen de Patriotten doordryven. Oe Ridderfchap zegt verder dat der Patriotten roekeJooze handelingen den allerchristelykften Prins van Oranje 'va de noodzakelykheid ftellen van zyne wraak met kracht van wapenen in uitoefening te brengen hoe eigen- aartig is het woordeken wraak hier geplaatst! wat betekent het niet veel! zou de Ridderfchap wel een be¬ ter woord hebben kunnen vinden, om, als Vaderen des Vaderlands, en bevorderaars van den verlorenen inwendigen vreede en eendragt. het hart van de Patriotten weder te doen nygen tot den Huize van Oranje f alle wraak is tog zo verfchrikkelyk, dat men 'er bang voor wordt, en, dooi angst gedreeve, byvalt — vooral zal het ongetwyfeld die uitwerking op het tart van onze tegenwtordiae gewapende Schutteryen hebben zy zuilen, voor de wraak van den Gezajfden beevende, de Wa-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 253 Wapens wegwerpen en voor zyne voeten nedervallende hem aan bidden zo dat niet gebeurt, Wel td. en braave Gosse, dan zal men met recht kunnen zeggen , dat de Patriotten onverzettelyk op hun ftuk b/yven. De Lendragt is verlooren, klaagen de Edelen, en 't is inderdaad een hoofd waarheid; ja de Eendragt is verlooren , want 'er zyn Staatsleden, die altyd tegenftreven. Het diep verval van 't Financiewezen , word al mede op de treffende wyze voorgefleld; de Ridderfchap berekent dat het Land wel 16 'ionnen Gouds verliest, op de laatfle Negoticatie van 5 Millioen by Holland gedaan; zekerlyk een ernorm verlies, braave vriend, en een duideiyk bewys, dat een Ryk het welk 1 tegen zig zelf verdeeld is , niet kan beffaan ; de fchande, verachting, ja , Wel Ed. Heer Gosse, ik moet het zeggen, de vervloeking van de gantfche Natie zy deihalven op hen, welke de onéénigheid aankweeken, en de heilzaam fte oogmerken c o ntrarieeren. - Ik hoop niet dat de Patriotten misbruik zullen maaken van den w/jr/to^, welkedoor de Ridderfchap in de bovengemelde opgaave van 's Lands fchade begaan wort; want myn Vriend,dezelve'is door overyling, wel 5 Tonnen Gouds te hoog gefield — zekerlyk is dit jammer om dat het anders nooit gebeurt, dat de loflyke Ridderfchap mirjlagen begaat. Treffend is het Schildery dat in dit Advis al verder opgehangen word, van den toefland der Republiek, en van de gevolgen welken nog plaats kunnen grypen; op het befchouwen van dit Schildery gevoelde ik alweder eene rommeling myner ingewanden, vriend Gosse, en myn harte was andermaal weenende in mv; want ik zag duideiyk hoeveel nadeels een verdervende party kan uitwerken. in een Land dat door eendragt, en pligt betrachting beffaan , en floreeien moet; ik deukte derhalven , in myn bi nnenfle het zegel mjner goedkeuring op het pian der geenen , die onderling fezwooren hebben , niet uit elkander te zullen gaan, voor dat die verdervende party, die beroerden des Lands, ten onder gebragt zal wezen Cordaat zegt de Ridderfchap, nu, eens en voor al-, toos, haare denkwyze opengelegd te hebben, zo dat de Patriotten voortaan niet meer kunnen hoopen, dat zy de lofl)ke Ridders aan hun fnoer zullen krygen; zy zyn nu gedeclareerde voorjlanders van den Tedergeliefde. Die groote mannen weeten wel, braave Gosse, Kk 3 • dat  2S4 ïDE HAAGSCHE CORRESPONDENT. dat zy in den haat des Volks vervallen zyn, en, blyveri zy hun ingeflagen fpoor betreeden, het allerelendigsté lot te wachten hebben, maar zv (chroomen zulks met, zy hebben alles voor den Tedergeliefde over; al keerde ook de Rt-puDliek 't bovenfle onder, zy zullen Jlandvattig biyven, ja niet wankelen. Nu komt nog het fterkfte WelËdele Heer! maar tevens Iets , waarover ik uwe gedachten, ter myuer onderrichtinge, wel wenschte te hooren, en dat zal ik maar vooraf laaten gaan ;de Ridderfchap voorfpelt zig dan het lot van de Gebroeders de PVit, (fchoon de Patriotten verzekeren, dat zy tot zulk eene vloekwaardige mishandeling nimmer kunnen vervallen,) en zeggen dat zy , in die omftandigheid, by het uitzuchten van den laatften fuik des levens, geenzins de wraak van een geducht Opperwezen zullen inroepen 6 wat is dir lief gedacht! maar als het wraak' vorderen zo fchandelyk in hunne oogen is, Braave Gosse! waarom billyken zy uan het uitoefenen van wraak in den Gezalfde, gelyk wy boven zagen dat zy doen ? waarom fpooren zy dien Heilbewerkir van Nederland dan niet aan tot zachte mi adelen; iot verg eeven en vergee- ten f veelligt deed men omtrent hem eveneens! dit kan ik niet overeenbrengen myn Vriend — maar zo veel te meer bewonder ik de Ridderfchap , daar zy, verder gaande, zegt,dat zy in de gemelde J*atfte oogenbiikken, met den Zaligmaaker zal bidden, Heere vergeef het hun, want zy weeten niet wat zy doen! 6 hoe ivèl past die bede in den mond van de Verlosfers des Lands! . hoe veel gelykheid is 'er niet tusfchen s'werelds Heiland en Hollands Ridderfchap!! deeze leed voor de Uif-erkoorenen; die voor den Tedergeliefde — deeze wrochr der ziele zaligheid; die het fVelzyn van 't Land — deeze leed door de godlooze jooden; die door de Patriotten; 't Haat ii%waarheid alles gelyk, en ik zeg, de Ridderfchap is bevoegd om de gemelde bede van den Za:igmaaker der wereld rot de hurne te maaken. Zie daar, Braave Gosse, zoek nu de gantfche Aitzema door. en ik zal befcbaamd, ja fehaamrood weezen, indien gy een Advis, öf ander Staatsfluk vindt, waarin die ftreepen en zulke véérzen zyn,als in dit Advis van de Ridderfchap, en het weik met bet lyden van Christus eindigt. Vaarwel VVelÉd Braave Hjer ! \oldoe met deezen aan myn  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 255' myn oogmerken; ik zal 11, tot dankbaarheid, in mynegebeden gedenken, en de huisvrouw uwer jeugd een japonnetje of rokje maaken, of een tweepypig overtrekzel, het welk de eerbaarheid my verbiedt te noemen ; of de fpruiten uwer lendenen jesjes of kiekjes, en alles, uit broederlijke liefde, fchoon niet gratis, evenwel op flyrers geld» Jk ben, enz. Nieuwe GELDERSCKE HISTORISCHE Courant. N\ 9. EXTRACT MISSIVE, dato Arnhem, den n JhgmtUS. Gisteren nacht hcWien de Militairen hier wedeiom eene s, O'etnje Violykjneidje gelwd,cn, zo wel ter eere van denTeder,, geliefde als rer voordzettinge van tie goede Kaak,, eenige buizen i geplondcrd, goederen verbreifeld engla.izeningeflagen; deWin- kl van den Goud-en Zilverfmid EVERS, is onder anderen geS) heel opgevouwen , bedraagende de buit, d.x>r de Militairen in „ die lofi.y\e Actie behaald, eene ïïimma van zes duiz.nd Guldens: „ de kjoekmocdige Helden vonden geenen grooten tegenftand ,scca 3, anderen dan het geweeten; maar de eene (tripte 'ereen Zilveren „ Tabakskomfoor in , de anderen eenige paare Zilveren Gesy „pens, de derde eenig gemaakt Goudwerk, enz. waardoor 3, zv httzelve welhaast meester werden en deeden zwvgcn. Men zegt dac hec Hof van Nymegen ieder van hun, behalven de 3, behaalde buit, nc.g eea douceur zal toeleggen, ten emde deil „ moed van deeze en dergelyke Helden optewakkeren". Van Utreebt verneemt men dar de Rcfoïutie by he' Gerecht aldaar genomen, inhoudende dat alle Logementhouders, enz. eene fpecifique lyst van de lieden welken zv berbergen, beneevens derztlver naamen, qualiteiten, enz. by den Hoofd Officier moeten inleveren, een groot gemor onder gemelde Logementhouders maakt; alzo reeds veele van hutv.e klanten, op fttl en fproin:,mee pak en zak zyn vertrokken , met begerende te vertellen wie zy ■waren, van waar zy kwamen , noch werwaards zy voorneemena waren hcentereizen; zo dat gemelde Gerecht voor de "we.-nig betekenende verzekering van geene Verra .ders binnen hunne Muuren te hebben, hunne Ingezetenen eenigzins benadeelen, en welk nadeel de Patriotten verkcerdeivk niet op rekening wan dat,Geiecht, $uar oali^al op rekening van den Tedergfliefdcn dellen. AMERSFOORT den z8 Augustus. \Vy zyn hier, met reden, aeer beducht, voor een akchgeii winter,onze voorraad van azyn, aout en oly, is vooral zeer gering, zo dat wy welhaast daarvan gebrek zuilen hebben; te meer nu ons verzekerd wordt, datum Holland, niets meer vin dergelyke anykefs, herwaards overpe» fayxpi n>»3 ftorjlen. m Pat God at de P(ins ons genadig sjy'  256 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. De Gelderfche Staaten zyn den poften der laatstleden maand weder vergaderd geweest ;de Staatsleden waren by uitneemendheid geallarmeerd , over het flecht reusfeercn van hunne Negotiane van zesmaal honderd duizend guldens, waaruit zy bcweeiden te mogen opmaaken, dat men aan hunne braafheid twytelde: intusfchen ]S by Hun Elel Mog. gerefolveerd, een premie van 10 Guldens ( het Geld is 'cr fchaars!; uitteloven aan den geenen, die zal wceicn aintebrengen den Uitvinder of Spargeur van het vervloekt en duivelsch gêrucht, dat Hun Edel Mog. voor het Comptoir der gemelde Negotiatie, een bordeken zouden hebben laaten hangen , met deeze infcriptie: hier liggen voetangels, een ieder wachte zi£ voor Jchade. ADVERTISSEMENTEN. * * De Woede van WILLEM DEN VYFDEN, by het leezen * van den Utrechtfchen Suspenfiebrief; een Dicht ftukjein het zelve vindt men een treffend tafreel van alles wathet Vorst lyk? hart van den Tedergeliefdcn gevoeld heeft, by het leczen van dce-ïe woorden, in het flot van gemelden Brief vervat: tot zo lang dat Uwe D. H. Kal kunnen] goedvinden, onze bevelen te respeÜeeren, en aan onze intentie te voldoen i de Ptys is 8 St. cn zyn in alle Prinsgezinde Boekwinkels tc bekomen. NB. NB. Het Hof van Nymegen laat by deezen, ter gerustNB. ftellinge van alle Weidenkenden, op 't Woord van etr verzekeren, dat 'er omtrent Namur geene Franfche Troepen hoegenaamd gevonden worden, maar dat de Pruisfifche reeds naby zyn, en Z. D Hoogh. met geweld zullen herftellen, in alle zyne voorheen bekleedde waardigheden; waarin zy zekerlyk zullen flaagen, indien de Patriotten hun maar c'én voetbreed gronds inruimen, waaraan niet getwyfeld wordt. ZEG HET VOORD. §5§5 TROOSTZANG aan den Heere CHANGUION, by f f t gelegenheid dat Zvn Ed. door de Vioedfohap der 1- 8 e Stad Leiden, op Adres van Geconftitueerdtn, (een * s voorbeeld van het einde waartoe dat Potkykers-ColS legie opgeticht is,) van zyn amt ontzet is, en 'c hem niet vergund wordt, zig te mogen verontfchuldigen:VOYS. jViesch ooit een zwarte Moor zig "Wit ? de Prys is 4 St. en zyn alomme tc bekomen. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers a ü Stuiver uirgegjeve.i.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT. N°. $s- (Vervolg van N9. 83.) In 't Jaar 1615 bedroeg dan de geheele uitgaaf aan bet Huis van den Tedergehefden, ter oorzaake van gemelde ontheffing der Jaarlykfche renre . de fomma van/j68837. SSt ;maar -daar die ontheffing, flechts voor ééns gelehiedde, begrypt myn goeie Vrind Momus wel dat de eigenlyke vaste Jaarlykfe uitkeering, tot onderhoud van het kost. baare Oranjehuis nog niet hooger was dan in de iaatstvoorgaande Jaaren, naamlvk , ƒ250520. 5St. dat is zo juimtjes derde halve Tonne gouds, en op die hoogte bleef dezelve ook in de Jaaren 1616 en 1617, ja wat meer is, in 1618, kreegen di goede ingezetenen, een affhg van, ƒ2500, wegens een lyfpenfioen van Mevrouwe Men/ouwe, Maria , Graavinne van Buuren ; (denkelyk heeft de Hemel die goede Mevrouw, ter iiefde van l\eêrhnda ingezeten, ten dien Jaare, in zyn eeuwige Ryk opgenomen,) zo dat er, na aftrek van die f 2500, nog een compleet Jaarlyks capitaaitje overbleef, van f 248020": gSr; maar, kyk Vrind Ki.aas, 't fpreekwjord zjgr, na mooi weêr komt flecht weêr , en zo rrt ig 't Waarachtig hier ook meê; dat rabutje van ƒ 2500, brak duivelsch zuur op; want h '1 volgende Jur, 1619. maakte zyne Excellentie de vroome Maurits , een degdyke dikke buidel, zo dat 'er voor Hoogstdjnzelven toen een vet varken op overfchoot; hoor, Mynheer Mjmus, bebalven de Jaarlykfe urgaaf van ƒ248026- sSt., bovengemeld , werd by Holland en fVest/riisland, over de pretemien de* II. Oeel,. U\ krv^v  üjS DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, krygsexpeditien van de Jaaren 1567 tot 1574 , dat is in Zeven Jaartjes,, betaald, het wisfewasfetje van f 700000 , dat is'een tonnetje Gouds in 't Jaar — kyk, Klaas, je mos:r m.i niet bjgrypen, dat de Held Maurits, ofeenig adder Qranjekefd, zig zeiven niet bevoordeeld zou hebbe.i, in voor-d'eri 'Staat te vechten; ja, o^lé , myn lieve Momus, dan moeiten die Helden geen menfchen geweest syn, en het eigenbelang niet gekend hebben; kyk boven Oranje boven aii':, men moet recht deur zee gaan, cn 't zsggsn z> als 't is; de Prinfen van Oranje waren 550 wel zwakke .menfcben als wy of anderen, ze hebben zekerlyk zig zeiven nooit ui* het oog verlooren • Behalven de gemelde zeven ton, (zie, we kunnen voortaan het geld maar met tonnen afmeeten; de zolder van 't' Qran e [luis was van die turf, door het Volk ge. friaak!, altyd ryklyk voorzien; nu, 't is ook een Hollands product, en't zou wel pasfen, dat de allerchristelykfte Prins van Oranje in der tyd, het best daarvan voorzien Ware, ais zynde tog hst Souveraine Hoofd van de gantfche Repub.iek; Kyk Klaas , men mag praaten wat men wil, ik zeg 'er zyn Vorsten die Souverain heeten, doch't niet zyn, maar onze gezegende Prins Stadhouder, heet geen Souverain , en evenwel ts hy V, ter oorzaake van zyne onafneerelyke en onbepaalde invloeden, gevoegd by st uitgebreid vermogen dat hem van tyd tot tyd, afgeft:nn is :) behalven dé gemelde zeven Ton, zeg ik, had Holland nog lib~er«altjes geeoofenteerd in het betaalen van; en ook werkelyk betaald, een gering ("ommetje van f 175000, en voor de tweede maal , een fommetje van f 150000 wel Klaas, is dut ook één mooi ftuivertje? wat dunkt je, zou dat jaartje Holland ook heugen? —• wat is 'tevenwei een geld! een gemeen mensch zou wel vraagen, iieve hé, is 'er' zo veel geld in ons Land ? want 'tmoet a! een capitaiist weezen, myn lieve Klaas, cr de beste Burgers zyn by ónze gezegende Prinfen van Oranje maar k'ouwbuiken — kyk daarom kan ik m dól worden, als mei' zegt dat do Souverainiteit in den boezem vim het Volk berust; en dat de Piins Stadhouder' mir een dienaar van dten Souverain is — wat duivel Klaas, dan zou de dienaar immers boven zyn Meester weezer. ? is dat recht ? " Wel neen", zeggen de Vitriotten. ,, om dat het niet recht is, zullen wy ,, hec recht maaken ; de Prins van Oranje zal gevoeg j)> !en dat wy, als zyn Heer en Meester, als Sauvèra1n<  8É HAAGSCHE CORRESPONDENT, irrj s, van den Lnnde, hem groot gemaakt hebben, maar ook „ het vermogen bezitten, om" hem weêr kleinte konnen „ maaken", zy willen dat by zig niet anders befchouwe dan als een begunftigd dienaar; die thans in ongenade vervallen is omdat ny zyn geluk niet heeft kunnen Oraagen " „ hy is vf* gewbrden", zeggen ze, "en heeft achteruit. •> geflagen; hy wilde geenen die hem begunftigd heb„ ben, die hem vet gemaakt hebben, dwingen, ja hy „ onderdrukt ze, en gaat hen met het zwaard in dr. „ vuist te keer, om dat zy hunne Souverainiïeit doen ,, gelden; om dat zy den geenen" (hem naamlyk, zoals de Patriotten fpreeken,) "die hen, in plaats van danks, baarheid en gehoorzaamheid re betoonen, verraadt, „ vervolgt en onderdi ukt, hunne genegenheid ontzeg„ gen, en tot zynen pligt trachten wedertebrensen" maar 't verveelt me al weêr, myn lieve Klaas, da» Patnottifcbe Volk te hooren fpreeken; kyk ze hebben zö veel ten laste van orzen Tedergeliefden' in te b'engen dat, als hy waarlyk half zo fchuldtg waare, men in 't *eheel niet zou mogen zeggen dat hy mishandeld werd °— nu, dat s tot daar aan toe, laaten wy , het uitgefchdbten fom • nietje in 1619 maar eens weder addeeren - 't beiiep dar iietto ƒ 1273026:5: ken je 't wel eens uitfpreeken* Mynheer Mom os' kom ik zal je helpen; 't is één Milioen, tweemaal honderd, drie . en. zeventig duizend, zos- en. twintig guldens, en vyf ftuivers wel wat zegje' ken je er den bek naar zetten?-— 'c was niet onmogelyk dat je onder het noemen van zulk een verbazend capitaal een duizeling kreeg; want de klank van zulke woorden is bedwelmende; men zegt zelfs, dat veele Nederlanders door dergelyke klanken zodanig ontfteld van hersens zyn geworden, dat zy Oranje afgevallen, en zig aan dePatriotfche party verbonden hebben 't is waar¬ achtig niet onmogelyk. Nu zei myn goede lieve Klaas misfehien vraa?en, hoe het toch mag bygekoinen weezen, dat 's Lands vaderen m den jaare 1619, zo ruimfchoois roet het zweet en bloed van hunne ingezeten gehandeld hebben ? een fchoo ne vraag waarlyk? een overtuigend béwys dat Klam oflchoan hy in onze troubele tyden al meê , met de pen' in' de hand, op het Publiek ftaatstooneel verfchynt, dat hv echter zeg ik, zeer weinig Historikunde bezit Z01/ «en s Lands Vaderen in het Jaar löipniet Jiberalyk omL1 a ' urent  260 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT; trent het Huis van Oranje gehandeld hebben! wel dan var n ze ondankbaar geweest ; war t in dat Jaar is door dat Huis, der Republiek het groot/7e heil a*ngebragt — in lói c; komt zyne Excellentie; Prins Maurits recht voor als fundamenteur van den eenige waare Gereformeerde Religie; hoor nvaar eens de rist van hti.zaame bedryvcn, weiken ik u zal voorwerpen , daaden voimaaktlyfc overeenkomende met de Vryheid die men in een Vry Land behoort te genieten, en zeg dm , of 's Lands Vaderen onrecht gedaan. en met het zweet en Bloed van hunne Ingezetenen trouwlooslyk gdunüeld hebben; reen ïnjn goeje Klaas, dan zei je moeten zwygen; de daaden wa-en groot,en daarom moeiten de b'yken van erkenteykh'id cok groot weezen; en die o:yk:>n waren waarachtig groot, kyk ze beliepen tog boven een mülioen Guders; en Mynheer Momoi moet voor al in 't oojj hou "en, gelyk ik hem reeds nog eens heriinerd heb, dat het geid ten tyd; van den lieven Maurits, den gezegenden Godsgezant, a's uit den Hemel nedergedaald om da waare Iv-rK in Nederland op een vast fundament te zetten, vry wat meer v/aardig was dan tegenwoordig : by voorbeeld Klaas, in 158Ó , trok het Huis van Oranje, ge>k ik je gezegd h-jb, niet meer dan ƒ 43380, dat was Zeker yk luttel, althans in vergelyking van 1619; maar als je eens bfv giypt Klaas, dat men in ijói , dat is maarvyf-enfwintig Jaar vroeger, een ftuk vleesch voor een halve ftuiver liei br.,ade'i, kyk daar moet men nou evenwel een fchelling of ten minften een zesthajf voor geeven, dat is als ik 't we! heb, elfmaal Zo veel; twee muzykanten, die zo lang als een maaltyd duurden, (en onze Voorvaders konden deeglyk war febranien , ) over tafel fpee'den, kreegen zamen niet meer als een daaldertje, dat 's vyftien ftuivers de man, en als men tegenwoordig ten Zeun van ApoHo huurt, als is 't ook maar een fpeelhuis Hakkebordist, moet men voor 't alletmmst, een ducaat geeven , en dan nog vry labis toe, dat daax»  atf4 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. daarom moest hy maar van kant —— wat dorder! als de Jlimme Maurits, zulke kuaapen als hy , de Groot, Hogerbbets, en al dat gelnor, had laaten leeven , en in vryheid ge'aaten had, dan was 't fut voor hem geweest ; dan had hy mit 'er tyd nog wel s'il vpus plait motten zingen; kyk en dat om de duvel niet ——• 't zwaatst mot het zwaarst weegen. Cf Vervolg hier na,) Word s'Weekelyks alömme by de mee-te Boekverkopers; k Ü Stutver uirgegeevea.  D E HAAGS CHE CORRESPONDENT. N°. &6. ]M[yn Baas heeft de volgende Misfive van Hoorn ontvangen , met verzoek van dezelve in zyn Dagblad der Oranje wereld medetedeelen; dan, vermits de ryden thans zo criticq zyn, en myn goede Baas vooral moet zorgen, dat hy niet nog meer handen op zyn hoofd krygt, heeft hy die Misfive zynen onderdanigen Meesterknecht, Klaas Momus, toegezonden, met bevel van dezelve terftond, al ware het in een extra N' , wereldkundig te maaken, gelyk de goede Leezer, dat ftuk, by deezen, dan ook letterlyk bekomt; dus luidt het: Wel Edele Heer Gosse! Daar ik U Wel Ed. federt den den 25 Maart laatstleden niet gefchreeveeven heb, dat is. federd ik U Wel Ed» ▼erflag deed van de roemruchtige overwinning van onze party, op de Hoornfche Patriotten, zult gy zekerlyk nieuwsgierig zyn te weeten, wat de reden van myn lang zwygen geweest is, en juist daarom word deeze aan U Wel Ed. afgezonden; myne achting voor U Wel Ed is té 'groot, en myne liefde voor zuike Voorftanders van de goede zaak, als U Wel Ed. is, te brandende, dan dat ik zou kunnen du den , dar U Wel Ed eenige ona'anger.aame gewaarwording zoude gevoelen, die ik zou kunnen wegneemen hoor dan, Wel Ed 'Heer! hne het fe¬ dert dato boven gemeld, met uwe Hoornfche Vrienden, die gy , dat weèten wy met zekerb.id, van harten bemint, vergaan is. II. deel. Mm Na  %66 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Na wy dan eene volkomene overwinning op de Pa. triotten behaald, en vol moeds hun gedwongen hadden ons geld en drank, (drank vooral, om te toonen dat wy rechte aanbidders van den Teder geliefden waren,) te geeven; na wy één van hun hadden doodgefchooten, en de ovengen gedwongen hadden, Oranje • Leuzen te draa> gen, fpyt aite Plakaaten en Publicaties, daar tegen afgevaardigd, ( want aan zulke wisfewasjes kreunt een Prinsman zig niet:) daarna, Wel Ed. Heer! werden wy , op 't alleronverwachtst overvallen van eenige Soldaaten, ( Voetvolk en Ruiters,) die de voornaamfte yveraars voor 'sLands welzyn oppakten, en in de Hoofdwacht bragten ; agt Directeurs van het geweezene OranjeCorps , geraakten op één dag, (jammerlyke omftandigheid! ) achter de traliën; en ik zelf, Wel Ed. Heer Gosse! ik zelf, ia ik moet het U WeiEd- verteilen , ik zelf werd een Oranje Martelaar — daar zat ik te kyken, Wel Ed. Heer, en had werks genoeg, om Jlandvastig re blyven; voor Oranje te plunderen, dar gaat nog heen, Wei Ed. Heer, maar voor Oranje te lyden, dat ftrydt al vry wat met de eigenliefde ik kon in die omftandigheid ge- maklyk begrypen, dat de Patriotten, die van gedachten zyn, dat onze Tedergeliefde hen doet Iyden, tot wanTiopens toe op Hoogstdenzelven gebeeten kunnen wee. zen — zeker Philofooph zegt1; het is zeer natuurlyk, dat .wy den geen die ons doet zuchten, den nek trach. ten tr brf.eken. Verbeeld u ondertusfchen niet, Wel Ed Heer, dat wy, offchoon gevangen, van elk verlaaten werden; gantsch niet, de onzen bleeven en zyn gerrouw tot 'er dood; eenigen van hun kwamen ons ter jluip ru en dan een bezoek geeven, en zeiden ons wat wy in he: aanftaande verh )or moesten antwoorden , zelfs kwamen eenigen (maar niet ■ Zo als fommige meenen, van de Scheper s voor welken wy te recht dunden, wel neen tog niet.) ons in den nacht, onderrichten van de vragen die ons door den Hoofdofficier gedaan zouden worden, en wat wy daarop moefien zeggen; en kyk Wel Ed Heer, als 't onze Schepens geweest waaren, dan was 't immers tog trouwhartig f dan was 't immers recht Vaderlyk gehandeld? hoe is 'r mogelyk dat de Patrioten zulke Rechters kunnen verachten? ik zeg\ 't zyn Rechters by uitnemendheid, en Mannen waaröp zyne Doorl, Hoogh. onze glorieufe Patroon, kan bon-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 267 bouvwri — Gecommitteerde Raaden begreepen dat de aan. voerders van 't kwaad gcftraft moesten Worden, kyk, Wei Ëd. Heer, en dat maakte ons geen kleintje verleegen ; maar evenwel willen onze loflyke Schepens het zo te draajen, dat wy allen, op één na, tos gelaaten werden "ongehoorde onrechtvaardigheid*. " znllen de Patriotten zekerlyk uitfchreeuwen; maar laat haar maar fchreeuwen, Wel Ed. Heer, wy zyn vast vry, en hoopen ook vry te blyven. Oaar ftaan nu die Gecommitteerde Raadjes; daar ftaan nu alle de Patnotjes op 'er neus te kyken; ik zeg 't is om te lachen zo mooi als wy die roervinken gelemperd hebben — evenwel vrees ik nou zoo'n klein beetje voor een Jegititne portie, van dat vliegend Corps. dat onze v/aardige Broeders te Overfchie en Voorburg, zo onvoorziens begroet heeft; inmiddels ftellen wy ons in for« midabelen ftaat van tegenweer; 't is een plailleromtezien, hoe onze wallen van Kanon voorzien zyn; aber Wel Ed. Heer, wy hebben gebrek aan Ammunitie en Conftapelsl nu dat weeten de Patriotten ook juist niet, en als 't op den man aan komt, zal 'er zekerlyk wel een -wonderwerk gefchieden; in onze dagen gefchieden toch zo veel wonderwerken ten aiaaaaooA van onzen lieven Vorst ha! Wel Ed. Heer, als uwe Hoornfche Vrienden dat te boven komen, dan zyn ze 'er boven op; ik voor my vrees echter dat de henkerfche Patriotten, zig door eenige Stukken Kanon , al waare het dat wy kruid en lood in overvloed ,en de bekwaamde Conftapels hadden , niet zullen laaten affchrikken ; men. weet tog, dat die Baasjes by den duivel af zyn, Nu , als de zaaken verder ten on¬ zen genoegen uitvallen , en ik vry blyf, zal ik U Wel Ed. nader fchryven Ik geloof dat U. We! Ed. daar in 't Haagje de handen ook zo los niet meer heeft, als van te vooren; my dunkt ik kan 't aan U. Wel Ed*. Courant duideiyk bemerken. Hoorn den 3. September, 1787. EEN LOSGELAATENE. Mm 2 YER.  2-58. DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. VERVOLG van 't BE WYS. wegens ' JOHAN VAN OLDENBARNEVELD, Alles wat men van den Gryze goeds kan zeggen, isdat hy rykelyk geftudeerd had, dat 's waar.hy was een man niet een kop; hy had te Leuven, te Bourges in Frankryk , te Keulen enz. al vry wat geleerdheid opgedaan , en wist zyn weetje zekerlyk heel wel; maar wat Satan, zo veel te meer cers is 't voor den kostbaaren Maurits, dat hy hem aangedurft heelt 't bete- kent by me ziel weinig, de dingen zo te kunnen fchikken dat een zot, een bloed, een quibus, op't fchavot komt; maar om een kop met hartens, een verftandige bol, voor het zwaard van Meester Hans te krygen, verdord vrinden , daar hoort wat meer toe, en is gewis een daad, waarvan gefprooken zei worden , zo lang 'er menfchen op den aardkloot binnen. Te Heidelberg ging hy zyn ftudie in de Theologie voordzetten, en welligt zou de Godvruchtige Maurits, die gereformeerd was, hem nog beter hebben kunnen flyten, als de gryze dwarspasl niet zo erg gedaan had od de vryheid van geweeten; kyk dat kon Mauritsje maar om de duvel niet verdraagen, en evenwel was hy geen Jnquifiteur — Sakkerloot neen, 't was hem maar te aoen, om ae eensgezwaneia in net Landaanttkweeten; en wat de gryze betreft , die was een ketter van ouder tot ouder; kyk vrinden, in zyn overgrootvaders Huis, vondhy eens, aan het binnenfte van de-voordeur een oerdeken!, waarop met groote letters gefchreeven ftond,niets te weeten is 't zekerjle gelooven; zie je vrinden, een duivelfche Helling , die den grondflag is van alle vryheid van geweejen; maar zulke trekken zyn by ieder niet bekend , anders zouden wel meer menfchen den braave Maurits gelyk geeven dat hy zoo'n ouwen fynman , den kop voor de voeten heeft laaten leggen. Toen  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT 269. Toen hy zo in Duischland als Jtalten zyne ftuciicn volbragt had. werd hy, in 1570. Advocaat voor den Hove van Holland, en werd aangefleld tot Commisfaris in» 's Gravenhage, wegens de Wapening der ingezetenen, en het vorderen van eene willige Contributie; in-welke post, kyk dat mag men niet verzwygen, hy zig lofiyk kweet maar als, geene andere lof verdiend had, hohoyhdanwas't van Prins Maurits niet eens groot geweest, hem in beuls handen te hebben durven overgeeven we zullen wel meer van den fynman hooren., 't Geen zyne Excellentie voor eerst al grooter eer aandoet, is, dat de.gryze dwarspaal niet alleen een Man van verftand, maar ook een, Man van. moed w,as; kyk vrinden,, fommige dryven zelfs dat hy Maurits op dat punt niet behoefde te wyken, en zeggen dat zyn moed. altyd ten voordeele van het Vaderland, werkzaam geweest is; maar alweer zi veel ie grooter lof voor zyne Excellentie ! waarachtig, het zwaard van Meester Hans heeft zo lang als Nederland- bekend geweest is, geen ftrot door geflagen, als die van den ouden Johan heel 't Vaderland had'er belang by — Dat de Gryze in- zyn jeugd blyken van moed gegeeven heeft, is bekend; toen de Spanjaarden, byna aljes overflroomden, en den Haag bedreigden, waarom, het Hof roet hutje en mutje al na Utrecht gevlucht was, kyk, toen heeft de Gryze, vol courafie , met eenige Suppoosten, den Hove bewaakt, en hy week Jandorie niet eer na Delft, dan toen 'er reeds een heele boel Spanjaarden in den Haag waren ; zie je, Prins Maurits, heeft geen laffert doen Scitavotteeren nog meer be wys van zyn moed, en , zo als zyn vrienden zeggen van Vaderlandsliefde ; hy trok als Volontair, en op zyn eigen kosten, mede uit tor ontzet van de Stad Haarlem ; doch de Spanjaarden floegen hen verdord af en onze Monfieur Joh an, had werks genoeg om zig met de vlugt te redden; in 't ontzet van Lbiden(i574 )woondehy mede, ook als Volontair en op eigen kosten, veele grapjes by, gelyk hy ook als Commisfaris tor het dooriteeken van de dyken aangefleld werd hieruit maaken de fltmme Patriotten op, dat de Vaderen des Lands hem wel de gelyk vertrouwd moeten hebben: om dat zyne eteugiena&eml waren, zeggen ze, baden de Regeerders der Stad Rotterdam hem ook om hun RaadpenMm 3 ' fiona-  a?o DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. fionaris te worden; 't kan wel weezen Heeren Patriotten dat jylui gelyk hebt, maar wat zou dat alles dan betekenen? kyk, by my niet anders als dat Prins Maurits grooter dan eenig mensch in de wereld , ja boven de roenschheid verheeven geweest is ; want voor den duvel dat mot hy geweest zyn om voor alle die tierelanteintjes van afkomst, moed. en deugd de oogen te "hebben kunnen fluiten kyk vrinden. ik zeg , 't minst rechtvaardig ('chepentje, als was 't by me ziel maar op een boeren dorp, kan wel een dief aan de ga'g brengen — maar een man als Johan van Oldenbarneveld den kop te kunnen laaten afflaan, alleen om dat hy een dv/arspaal is, by weêr en wind daar behoort wat méér toe; dan kan geen menschlyke zwakheid van medelyden , van achting of erkentenis voor beweezene dienften plaats vinden ; dan moet men geheel groot van ziel weezen kyk vrinden en dat is de Gereformeerde Maurits daarom zekerlyk geweest — en rechtvaardig ook, wis en waarachtig; want een waar Forst moet zig niet laaten overbluffen, of hy kan, althans in sta Republiek, nooit zyn oogmerken beryken. (.Het Vervolg hier na.) Nieuws  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 271 Nieuwe GELDERSCHE HISTORISCHE Courant. Nn. 10. Zutpben, den 6 September. Ü3ar Je Wel Ed. Gr. Achtb. Regeering deezer Stad uit eene overgrdrevene zucht voor het Huis van Oranje, en uit eene door H. Ed Gr. Achtb. zeiven gemaakte Zonderlinge Diffinitie van 't woord Burger Vryheid, by Publicatie, hunnen Ingezetenen, die van het draagen, van Oranje Coc arden afketrig zyn, Vermaand hebben, zig vooral met zulke Cocardes te verforen, met byvoeging dat Hun Ed. Gr. Achtb. voor «Ie gevolgen van nalaatigheid daaromtrent niet wilden mftaan tervvyl de Nachtfchout C.... gelast is, op dezulken een waaiend oog te houden , hebben eenigen van die lieden, begrypende dat zy door deeze Publicatie, voor vaagebonden en rustver)loorders verklaard worden, beflooten, reprefaille van eer te vorderen enbeflootenden Nachtfchout,C....ingevalle hy hun mogt atracqueeren armen en beenen jlui te [laan , naar uitfpraak vsn het recht Van zelfverdediging ; anderen hebben Hun Ed. Gr. Achtb. getemperd cn verzocht eene infchry ving van Oranje Cocardes te laaten doen weder anderen hebben beflooten, Zutphen te verlaaten, als niet willende leeven ondereenen Magiftraat, die Opperhoofdig', de Vryheid der Burgeren aan bandenhgt, en de deur opent tot allerleien ovfr/^f, ja tot doodjl.g en moord war heeft een deugzaame Magiitraac met dat Parriotfche goedie niet te ftellen! Fxtract uit een brief van s' Hage, dato 7 September. By Hunne Hoog Mogende is ingekomen eene Misfive van den Gouverneur Van der DussEN.te 'sHertogenbosch , waarbyhy te kennen geeft, dat de ingezetenen van 's Bosch, weigeren te respecteeren, en Obediéeren , aan de Publicatie van Hunne Hoog Mogende , tot interdiftie van de Wapeoefening Zie daar derfnl.' ven een nieuw bewys van de koppigheid der Patriotten , en van hunne ongehoorzaamheid tevens — immers is het de pligt van in- fezetenen, hunne Overheid te gehoarzaamen i wat zullen Hunne loog Mogenden nu beginnen? zenden ze 'er troepen naar¬ toe, dan zal men zeggen dat zy den Burger onderdru^t-en, en hem Van zyne vryheid berooven; doen ze 't niet , dan zyn ze 'c fpel ookin deGeneraliteits landen beister, en zullen géén Souverain geZach meer kunnen oefenen, maar welhaast naar de jlemme des ~i/oll(s moeten luifleren — 'c is tog droevig! !.' Van Nymeegen heeft men dat de verjaardag van den E-fprins f24 Augustus,) op de allerwonderlykfte wyze gevierd is; 'er waren, zegt men, geheele lfraaten, waarin Hechts een Huis geïllumineerd wis - de Patriotten zyn volitrekr ongemoeid ;'e!aaten, ( kyk, en men Ichreeuwt zo dat de vrinden van den Tedèrgeliefden, altyt baldaadgheden aanrichten! maar had men hun gemoeid dan verzekerd men dat ze ook geïllumineerd zouden hebben, evenwel maarop een geheel vreemden trantiverfcheidcne decoraties waren  272 OS HAAGSCHE CORRESPONDENT. ren reeds d.iartoe vervaardigd ; van eenigen heeft men ons de bsfchryving doen roekomen, waaruit wy flechts de volgenden hi r zullen plaatfen, om onze Leezers te doen begrvpen, waartoe de Pariitten 'niet al in ftaat zyn. 1. ) Een hemelhooge Oranjeboom , wiens takken wyd en zyt uirgefprooten zvn; eenige gewapende Burgers, zyn tegen denzelven opgeklommen , en kappen 'er rondfom tak- ken 3t~- . , ,• 2. ) Hec beeld der Vryheid, in eene treurige houding, rustende met haar arm op een oud Batavifch tihild; een dikke bolle Prins, tracht haar een doodlyke fteek roetebrengen; doch hy wordt door eenige Burgers onvoorziens we der houden: terwyl anderen, deftig in 't zwart gekleed, de K stens aanbrengen waarmede zy voorneemens zyn , den vryheidsbelaaier te kluisteren, j.) De S eden Hattem en Elburg; boven dezclven is een dikke donderwolk zamengetrokken ; de blikfem fchiet aan twee hoeken uit, en treft gemelde Steden; in de blildêmflxaalen leest men het woord Oranje. 4.) De Stad Utrecht met alle derzelver verfterkingen van buiten ; boven dezelve komt een Hem uit den hemel, roepeude, houd ftand, ik. fta « , , . c ; Een gewond Burger in zyn bloed zwemmende; rondsom hem ftaan zyn Vrouw en kinderen bitterlyk teweenen , terwyl op eenigen afltand, een kort dik man, ryk eekleed, met eet» Prinlelyke ftar op zyne borst, door een glaasje, op dit elendige Spedtakel ftaat te tuuren, en allerleie blyken van vrolykheid geeft. enz. enz. enz. : ,. „ Amenfoord den 10 September. De Elendige■ Staaten van Utrecht zyn heden weder vergaderd geweest, en hebben zwaare debatten gehad , over de mogclykhe.d om hunne ftcm in,&^ Republiek tl doen gelden ; doch by de meerderheid is beflooten, L met de Ridderfchap hun lot te getroosten, maar het hun n,mmV BOON, zeer geliefd Oproer prediker te ACQUOY en yverig medearbeider aan het zeer gewenscht oproer te LE ER DAM. Wel Eerwaarde, zeer geliefde Medebroeder! Daar het ons en alle getrouwe arbeiders past nagt en dag te arbeiden m den wyngaard van onzen grooten Heer ^tlLLfmm ™ VïFDEN. « het my tot ene zielverrukkende blydfchap geweest van U fommige letteren te ontvangen; op welke ik nu zo veel myne menslyke krasten toelaten, naar de eenvoudigheid mynes harte . zal antwoorden. ' Gy vraagt my eerftelyk en inzonderheid. Wat tog de reae is, dat ik met terzyde (telling van al wat Godsdienst, Vaderlandsliefde, deugd en waarheid, leeren, zo groots en edelaamg de party van onzen allerdie-rbaarften Erffladhfiuder ben toegedaan ? II. BMJU Nn \  2?4 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Ta Broeder, wondere wegen wondere wegen zyn het9 langs welke ik en myn Huis zyn geleid! - Zou ik niet alles alles , overhebben voor dat dierbaar Sprüme uit den Doorïu's) —— verwagt niet Waarde Leezers dat tk; myne Helden altoos van haare gmstigle zyde zal befchouwen, neen ik. Zal ze u doorgaans voor (lellen , zo als de Patriotten hen befchouwen, namelyk^vande ongunfligfte zeyde, doch dit moet ik.it voor afzeggen is'mcest Laster; myn helden zyn heilige, kruipende gedienl}it> voor den Gezalfden, en vooral >belangeloos in alle hunne ondernemingén en uitoeffeningen, men zal dan hier uit klaar finnen zien boe ver de liefdeloosheid der [lyf hoofdige Patriotten gaat, dat zy van geen mantel der liefdenWeeten, Waar mèdezv Uit liefdx voor on^en Tedergeliefde, geene klyne menfchelyke zwakheden in hun evenmench willen bedekken. — Zie hier dan myn nuttig Plan en beilzaamebedoeling^. Waar in ik_hoop door eene milde doch te gelyk. naauwkeurige Correspondentie, tot opbouw van onze goede zaakonderfeund tè Wordenalwie derhalven lust engelegenheid heeft om my waareCharaktcr ichetien van uitfleekende yveraars voor onze goede zaak. om het even uit Wat gedeelte der Republiek., om het even Irerkelyke of waereldlyk? perfoonen medetedeelen , mits zy met de daad hunne yver voor Oranje door een Oproertje , of een dergelyle_ vrolyiheidjé ter eere van onze Dierbaaren te fiichten, aan den dag gelegt heb^ ben, zal my ter oorzaake van onze goede zaak. Keer verplichten, doch Je opgave zullen alle beweyzen van echtheid behooren te hebben ,om niet mee onzeeige dubbeltjes onze eige glaazen in te gooi jen ,ik_zal dezelve dan verwachten, onderCouvertvationzenecrzaamenKiAAsM.oMijs Mes* fier knecht, van den Wel Edelen HeerV. Gosse Junior. — In deze verwachting, ben ik. uwen heihvenfehende mede Broeder in onzen dieibaaren Oranje Vorst. ffAQUES VLAMOT. 0 o i pro*  284 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. PROEVEN van een beredeneerd CA RAKTER KUNDIG WOORDENBOEK, der voornaamste HEDENDAAGSCHE ORANJE MANNEN, Drente. Heydem, (Den Hoog Welgebooren Gefrrengen Heere S. P. A. Grave van) Heer tot Reyneftein, Laarwout, &c. <&c. Zwager van Mylord Athlonb , een deugdzaam man, tot wiens nadeel de Patriotten in dit Landfchap den mond vol hebben, zy zeggen onder anderen van hem: "dat onzen „ Teergeliefden Vorst dien braave Man tegen alle recht in ,, het Landfchap gebruikelyk, reeds by het leven van zyn „ Heer Vader, met de Acte vanSurvivance, tot het Drost,, ampt begunftigd heeft, en dat de Vorst voor zich en „ zyne onderdanige Schoenepotfers hier groot gelyk in „ had, om dat hy wist, dat de Patriotten, die hy zo als „ zy zeggen, toch altoos eene groote haat heeft toege„ dragen, meer zin in den Baron van Echten hadden, „ een Man wat nauwer gezet op der Burgeren Rechten en „ Privilegiën, dan onzen 'egenwoordigen Drost"— want zeggen zy : "Had deze Man Drosr geworden, 6 dan hadden „ veele aanklevelingen en voorftanders van het door ons „ zo Tedergeliefde Oranjehuis, als daar zyn den Ontfan„ ger Generaal van Lier, de Secretaris Hofstede; „ en meer anderen zeer fpoedig den afmarfch mogen Haan". Zy gaan voort in hunne lasteringen tegen deze braven Drost en zeggen: "Dat zyn Excellentie oorzaak is, dat „ tot bezwaar van het Landfchap in do Smilde, zo eene „ kostbaare Kerk is getimmert, eer.ig en alleen om den „ Bouwer, dtrzelven, die toch ook eene zyner keurün„ gen is, mede een vette brok toe te duuwen", dit niet alleen, maar hunne lasteringen gaan verder, als zy beweefen, "dat 'er te Asfen eer. Vorstelyk Huis op Landfehaps „ kos-  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 235 „ kosten voor den Drost isgebouwt, en dat 'er in dit Huis, ,, door bewerking van den door en door eerlyken van „ Lier, Ontvanger Generaal, voor een klynigheid van „ 30000 Guldens aan Meubelen tot gebruik van onzen ne„ drigen Drost, uit 'sLandsfcbaps Kast zyn aangekocht, ,, alles tot uitmergeling van de goede Boeren en fngezete„ nen, welk Huis en Meubilen den genadige Heer Drost, „ ter eere des Landfchaps afflonst". Schoon ik hier in zulk eene fchreeuwende onrechtvaardigheid niet kan vinden, my dunkt zyn Exellentie mag dit voor zyne liefde en kruipende onderdanigheid voor onzen Teêrgeiiefden wel hebben —• ook zeggen de Patriotten, men begrype eens hoe verre de laster gaat, want ieder verdrukte Boer en Inge» zeten, weten het toch wel beter, "dat zyne Exeüentie alle „ de voordeden van de Heerlyk Buunen tot een Speel„ beursje in zyn zak fteekt, en dat het Landfchap aan de „ gemiste voordeelen van deze Heerlykheid tot heden toe, „ wel 40000 Gulgens fchaden heeft geleden, en dat hy „ dan noen boven dit wisfewasfetje van een inkomentje „ en zyne verdere Emolumenten en eerlyken toebyt, zyne „ verdienden als Kamerheer aan het Hof opmaakt", wel heeft de Man dan niet wel veel inkomen nodig, een Man zo groot en zulk een hedrige dienaar van zyn Vorst, mag ook wel na het voorbeeld van zyn Meester, van het zweet en bloed der Ingezetenen , als een Vorst leven - maar als zy Cde Patriotten) op deze text komen , 6 dan worden ze uit haar tureluur — want dan is het zo in eene aafem — "Kamer„ dienaar aan het Hof en Hoofd. Officier in Drente, hoe „ kan dat gaan, dat moet vast doppies fpel weezen, want „ niemand kan twee Heeren te gelyk dienen"; maar wanneer ze dan het ftuk wat nader bekyken, meenen ze kneep te vatten, en dan gaan ze aan het rekenen,- „!Zyn Exe.L „ lentie doet alles wat de Prins wil, om dat hy afhanglyfc is van den Prins, de Ridders volgen zeer nederig den wil „ van den Drost,- om dat zy afhanglyk zyn van den „ Drost, en den aanhang van den Drostt bedwelmen, „ door veel te beloven en weinig te geven, de eenvoudige „ ftemgeregtigden, _ die eigentiyk de baazen van het fpel ,, moesten zyn, zodanige, dat zy door goed vertrouwen, ,, of omkoping iïmpel J a zeggen , als den Drost wil, dat „ het j a zal wezen , en die 'er maar tegen dorst kikken „ zou in de hooglte ongenade-vervallen, en gevaar loo, Oo 3 „ petw  m DS HAAGSCHE' CORRESPONDENT, pen door een óf ander aaitje geruïneerd te worden, eti „ daar meê zeggen ze is de boel klaar".— En wilde ik verder alle de lasteringen die zy tegens onze vromen Drost inbrengen opnoemen, ó dan was 'er geen einde aan dit zwart Re. gister f waarom wy dan ook maar tot een niet minder yverig'aanbïdder van onzen gezalfden zullen overgaan. ■ Dornberg HeydÉn, (Den Hoog Welgeboorea Geftrengen Heer F. O,van) Adfesforen Gedeputeerde, &e. &c. Neef van den Drost. — De Patriotten houde mede niet op deze deügdzaame Man, deze vroome Oranje Pylaar te belasteren , zy zeggen van hem " dat hy een der ergfte „ vertrappers is van 'sLands wetten en Privilegiën, dat *| hy ten believen van zyn grootmachtigen Couzyn, ook '„ al meede den wonderlykften Rol fpeelt, maar dat de goede , Man ook veel tot plaizier van den Allerchnstelykfteii Drost moet doen, om zyn fchurfde Boel zo wat in (land te 'f. houden, zo zeggen ze ook van dezen eerlyken Patriarch, dar hy van eene Abraham forgt, Architek van de « Kerk in de Smilde, voor een klein prysje een Huis ge. 1 kogt heeft, dat deeze Sorgt van geftoJene Landfchaps ' M iteriaalen gebouwt had, en hy daarom ?ook voor deeze Sorgt met zo veel drifts heeft gefproken", het geen zeker een klaar bewys van de broederlyke Oranje liefde oplevert , zo ziet men, dat zy eikanderen helpen 's Lands /eldffeelen en ieder van hun om het zeerst zich beyverr, óm, in navolging van onze Teergeliefden zich vet te maKei met het zweet en bloed der Ingezetenen, het geen zeker niet anders gefchied, dan tot eer en grootmaking van den gezalfden en om zynen naam te verhoogen. Sciiwartz , (den Hoog Welgebooren Heer Z C. van) Heer rot Hum! Hum! het Boerenhuis, getunmert op een ftuk. fcafids, behoort hebbende onder den Havezaten Anfen. ". 't is' een onnozele bloed "zo als de Patriotten zeggen. "£en Man dieniet alleen by vuur of licht vertrouwt is,; " zy houden (taanden" dat men van deze oude goede Suk~ i kei mét een flesje Roode Baay, in navolging van den \ Teder*è'iefden alles kan maaken, wat men wil, en wan. i neer hy dan zo wat beftommelt is, belooven ze hem ber- ■ gen van Goud ; en dat gelooft dan dien ouden bloed , it even als onzen ^>^«;v«',alseenEvangelium,zo heef1 „ men  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. s, men hem voor zyne diensten reeds in zyn Zoon be•„ loond, met dien Jongen Held één papiere Capiiein te ,, maaken, om dac hy in den Engelfchen Oorlog aan *t ,, Strand te Scheveningen, in de waan dat hy een Enge). ,i fche Kaper in de Grond Boorde, een Cabeljaüw haeft „ dondgefchooten, voor welke Heldendaad, d^n deze i, andere de Ruiter, met een Acte als Zee Capiiein y, beloond is gewotden". Dongen (den Hoog wel gebooren Heer j. van) Heer tot hum! Hum! Een Adelyk Schapen Hok ; dewyl zyn Hoog We'gebooren zyn Boedel voor fchulden moest Vêrl koopen, en evenwel gaarne in 's Lands beliiering wilde blyven , leyde hy eenige Lasten van verkochte Landen op een Schapenhok , om, zo als de verbitterde Patriotten zeggen , " weldegelyk een woordje in de 'fext té blyven Ipree- 0, ken, tot bewys van 's Mans fchranderheid en doorzicht 1, ten voordeele des Landfchaps zeggen ze: "dat deze s, vlugge Geest heeft weeten mede te werken , en zelf p, mede Concent heeft gegeven, om 46000 Guldens tut dé ,, Secrefary te ligten , tèn einde het SchelmP.uk van der; „ door en door eerlyken Ontfanger van L1 e k , te bedtk,, ken, deze Pylaar.'deeze fteun voor Oranje kon in dit 9, Landfchap niet gemist worden , deze moest de knop van ,•, 'sLandfchaps Kas fiyf in de hand blyven behouden, op' 9, dat niemand de boei eens zou komen na fnufieltm." — Wat moeten zedige ooren en een onfchuldig hart niet al hooren en verkroppen; maar het best is, dat deze braave Ridders, al was het ai eens dat 'er van ai dit aangetygde een ditje of datje waarheid was, 'er niet eens éen kleur over -zullen krygen, en dit is geen wonder, als het Zji is als de Patriotten zeggen : "Dat 'er boven de Eetzaal van den ,, Drost, waar in de boeren getrakteerd worden, eer zy „ op het voorftel van den Drost Ja mocen z-ggen, met j, Gulde Letteren gefchreven ftaat: Zyt niet al te Recht, vaardig". Dus ziet men dat in dit gewest het Spreekwoord met nadruk bewaarheid word, van deneetften Staatsdienaar af, tot de geiingfte Stemgerechtigden incluis, namelyk.dat Leeringen wel wekken, maar voorbeelden trekken. Dit Stelletje braave Ridders , waar by men noch tyel eenige zm kunnen voegen, zal klaar genoeg aantoone:i, hoe veel onzen Tedergeliefderj aan deze Adeiyke 1 •••• u' ' " «i - •"• - - •• Hee.!  ft8l DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Heeren verplicht is, waarom ik van deze Hoog Wel Ge»: boorenen zal afftappen en by eene volgende gelegenheid, de Cbarakterfchetfen van eenige minder Bea'mpten en particulieren Perfoonen, allen yverig bezig in het werk van onzen Gezalfden, den Oranje Broederen zal mededeelen. Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers k H Stuiver uitgegeeven.  D E HAAGSCHE CORRESPONDENT, N°. 89. Meefter Momus. ^rVat flappermenten,al ben ik een Soldaat, ik ken voor een oogenblik zoo wel de pen in de knuisten pakken ais ëe fnaphaan; ik heb 'er ook thands den tyd toe, want myn Meefter den Rhyngraaf van Salm, heeft de goedheid gekad, ons uit Uiregt te doen vertrekken; — 't was ook maar *t best, wat falmander, daar was 't maar te voorzien, dat we eindelyk eens genoodzaakt zouden worden, om te vegten, want de Prinslyke armee kon 't niet langer in 't veld houden, en moest of op Utregt of te rug na Amersfoort; wat henker, zou nu de Prinslyke Armee weer te rug keeren , onverrigter zaak , dat was ibhande, a la bon heure, met wat geven en nemen komt men daar men wezen wil. Maar dat doet niets ter zaak, ge moet dat my niet kwalyk houden, Meefler Momus! ik ben niet knapper als jnyn Chef, en kan zo wel van den weg raken als hy. Om maar fpykers met koppen te flaan, ik ben voornemens U mee te delen een egt verhaal van De B elegeringder Stad Utb egt, en de onmanierlyke fchone defenfie dier Stad, door mynen zeer geëerden meefter, der Rhingrabe von Salm; het is nog al een ftukje, Meefter Momus, dat wat attentie verdient„ Want de Drommel haal , —- de dappere verdediging van ie Stad Gorcum, is'er maar een wisfewasje by. IJ. deel. Pp  3«59 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. Ik zal u op myn eer niet lastig vallen, mar dien aller, yerfcnrikksiyfttten ftaat van Depofte, waar in de Stad Utregt door het eerzaam Defe 'li.:weze>i wierd gebragt, korts na dit f>mmige Heeren hadden gerefolveerd, om de Staate- Vergadering van Utregt na Aitij sfoort te verleggen , en zj wat S )IJi;en aan dien kant kwamen fpieWeleo; ik moet daar mur dit van z-ggen, dat dat allerpntzaglykst was, meer dan fes, wat praat ik, ten minde tien Sjtuk'ken hele zwue — hm ! hm! hm ! — hele zware zeg :k, yzere dnepouders op fcheeps-affuiten wierden op de wa'len gebragt ; en om dat de ftenemuur van de wal die hoger dan het Kanon was, niet inden weg zou zyn, wierden daar met ongeloofièlyken fpoed gaaties in geflagen, krek zoals die gaatjes in toorns en oude gebouwen, door welken de katten eikander 's nagts bezoeken. Op die plaatfen, op welken m^n meer bloot was voor ?t vyandelyke vuur, maakte men retranchementen van zak. ken met aarde gevuld, agter 'welke men gedekt was voot den vyand, fctioon andere zeggen, dat het was , om fcet volk, als 't by allarm op de wal moest komen, te dekken tegen den fcherpen noorden wind, welke daar vlak op aan viel, hoe 't zy, 't was een zeer goed Retrane!iem?nt, dat tegen alles beltand was behalven te* gen den regen, want 't faifoen wat nat zynde, waren de zakken binnen een dag drie vier verrot, en vielen vaq een ysfelyke hoogte naar beneden ; —— Waarom fommige ■»an fentiment waren , dat d it Rerranchement het langer irt een kamer binnenshuis, als op den wal zou hebben uitgehouden ; nu dat iaat ik daar. 1 Eens had ik een raare ontmoeting; ik was van Leerdam in Utrecht gekomen , en wandelae de wal over; een arme Vrouw ftond bmer te kryten , by zoo'n Seheepslinkje; ik vroeg waarom 5 "0^ Mynheei zei de Sioof, ,, ziet ge dit niet ? de Jongens buipen nu en dan wel „ door die heggen , die tre oaar voor u ziet, 'om een af„ gevalle appel of peer; en nu'zet men ■■vera! zukeverfchrikke |ike fchietdingen ie wal, om ere onnozele s, Schipen uit die tuinen te houdeni k voorzie, dat 'eT j, nog bittere orrtre'ukken zullen gebeuren , — en dat om s,, een rottigen appel of peer" ' Parb'eu. ik meende uit mvr ve' re fpn'ngen, dat men 30 van het fortificeeren van een Stad (prak, en was het geen  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. 291 geen oude floof geweest, zou ik 'er de rotting hebben •pgelegd. Enfin , dat zukkelde zo voort, men begon iets beter te fortiliceeren, eerstop de wallen , vervolgens maakte men aan de Gtidbrug een Quartuur van de Stad een formidabel Werk, eindelyk aan verfcheide Oorden , fumma (ummarum het ombras nog aan Batteryen, nog aan zwaar Gefcbut „ nog aan Volk. _ En met dat alles Baas Momus, is de Stad na de wip, - zs is m handen van den Vvand, zonder fchot of ponpftok — ze is verlaten en 't Gefchut vernageld. Gy ftaat deerlyk verbaasd, Vrind Momus, - gy ftaat op uw ntus te kyken , puur of ge zeifs een Utregts Bur! ger waart; — gy vloekt en raast, en vraagt, wat voor een vervloekte Schélm die fchone Stad zo heeft verraden * ~ mag ik u bidden Vrindlief, vraag het myn Meester den Ryngraaf, die weet 'er meer dan te veel af; en zoo Ky dan >og koppig genoeg zyt, om te vragen en al Weêr te vragen, goed, vraag dan dien Chef na de reede van drie entrevues met den Heer Callenb er g, die aan het Hof van de Princes is, als een , bereids voor eenige weken aan de Bnt, een te Houten, en een aan de Biaauw Ca. pel? vraag hem dan al verder, hoe herkomt, dat bereids drie dagen voor het patent, dat hv van de Comisfie te Woerden op valsfe berigten heeft afgedwongen, zyn goed al gepakt en gezakt Wierd? — vraag hem, wat de rede is, dat bereids twee dagen voor dat Patent, hy al orders had gezonden aan de Troupes van Citters te Jutfaas en de Vaart, om zig marsvaardig te houden ' —vraag hem, dewyl hy zig heeft beroemd een goede Correspondentie te hebben, gelyk het ook een Chef past, ten minften een Cnef, die dien post verdient, waarom hy da Comm&fie re Woerden zoo'n verdorde logen van elf dui zend Man Pru.sfilè Troupes te Zeist heeft op de mouw gelpe.d? vraag hem dat, Meester Momus, zo ee fust hebt; maar .k zou zo doende van het touwtje afraken Vrind Momu s, als ge de fchone defenfie der Stad Ut* regt hebt gehoord, zult ge gaten in de lugt flaan als Hooiwagens zo groot; - onnozelen, die de laken net oPv? en zo ze zyn, en met poliet genoegzyn , om alles als waseh te traSeeren en die maar plat by hun neus neer praten ~n Koe ee„ Koe, en een Paard een Paard noemen f zS meteen Inggendeen fpotagtige mond vragen, of dan de Ut- PP 3 jggj  202 DE HAAGSCHE CORRESPONDENT. regt Burgery met blindheid was gellagen , en of zeniet al lang .had bemerkt, dat ze miferabel gefopt wierd en verraden was? — Dog Vrindlief, luiden, die wat knapper zyn , en in de blakende gunst van fvlynhcer den Ryngraaf deelden, weien het béter. Kwalyk waren we, op order van Holland in Utregt ge-. trOKken, kort op de Aclie aan dé Vaart, in welke de Burgery heeft getoond, dat zy courafie had , of 'er viel eere onverwagte fchermutlèling voor, tusfehen een Troup Rui" ters van den Lt. Generaal Tuil, en een Detacenent Husfaren van ons Legioen, waarin de eerfte te kort fchoten* toen was 't halt, niet ageeren, anders als defenfif; dit duurde een dag of wat; — ge begrypt Baas, dat toen de Heeren Commandanten alle duivels uit de hel vloekten, om dat ze niet mogten uittrekken, en den Vyancl in zyn Camp opzoeken ; myn Ryngraaf ftampvoette van boosheid , dat hy de klanten niet mogt op de hui i komen-, en dit deed hy nog, toen hy al verlof had om defenfif te agee'en , maar zie Baas Mo mus, dit Was aan elk zo niet bekend , — evenwel toen dit rugtbaar wierd, was dè blydfchap algemeen," "Ha! ha! ( fchreeuwde de Burgery „ en anderen die vol courafie waren,) Ha! ha! nu zal 'c 'er op af gaan, nu zullen we ze hazejagen , die Heikonynen , daar ze zyn"! Dog daar kwam niet af, want de Heer Commandant was van het zeer voorzigtig begrip, dat men dat niet kost doen, zonder gevaar, endaar had hy, ofik ben een hondsvot, groot gelyk in, want malkander met kruit en loot de broek opteveteren is jegt hals - brekens werk: — enfin 'er moest gewagt worden, tot men in beter Saat was, waar toe men om middelen begon te denken, — 't is wel zo, dat de Vyand toen nog in 't geheel in geen ftaat van defenfie was, zonder Artillerie, zonder Ammunitie, nagt en dag van vrees rilde, als een blad, en dat hy zig ook in beter ftaat van defenfie begon te ftellen, waar meê' zy Wat handiger voortgingen als wy, want toen *er alles was , Wat onze Commandant gezegd had, nodig te zyn , öm den Vyanden met fucces aantelasten en te vernestelen, en dè vlammende Burgery dagt, dat 't nu eindelyk eens alle gekken op een ftokje zou zvrlf toen wasog armen 't woord weêr, da3 kan nu niet gefchieden met eenig fucces, want de Vyanden hebben zig zo verflerkt, dat wy hen niet kunnen vernestelen, waar by men nog edelmoedig toe- fierrrd»-,  DE HAAGSCHE CORRESPONDENT, aeg Remde, dat het beter was geweest, ah men ze vroe» ger bad aangetast; dog dat was nu voorby. » Adieu Piero! adieu. Ja Vriend Momus , onze vyanden v/aren dan regt wonderlyke mensfen, ze deden dingen, daar onze Heeren Matadors Commandanten zig geen concept van kor.den mbken, en dat is al mede zo wat de oorzaak, dat ze niet als rotte noten gekraakr zyn — By voorbeeld toen men zag, dat fommige van hunne ingenieurs of derzei ver fubftituten by Ai Bin eemg werk van batterye of zo iets wilden aanleggen, wierd dit gerappoueerd aan den Ryngraaf, en aan den Heer van der Boüg, dog ze (laken 'er de fpot mede, ,, dat heeft geen nood (. zeiden ze ) dan zullen we ze leren ,, hoe iemand te moe is, die in zyn fchoenen derft." bravo Heeren, bravo! dan 't was puur of'er de Drommel me fpeelde, den volgende dag waren ze daar bereids, en haddeeen batteryen op geworpen wat benjemegroot ,— toen zag men geen kans, om ze daar van daan te krygen, toen was "t gevaanyk, 'c was doodelyk , — o men moest daar niet om denken , — maar het kon geen kwaad, daar was geen ftippel gevaar by: — en dat dit zo was, kon elk ligt begrypen die weet, dat ze daar door niet meer dan de helft van de wydte tusfen hun Camp en de Stad hadden gewonnen, en nu een uitgedrekt district agter zig hadden, daar ze veilig de winterquartieren kosten betrekk, en daar zy buiten dat ze zig naar Amersfoort hadden moeten retireren, waar door het afgemat Guarnifoen van Utregt was gedwongen , den gantfchen volgende winter door, dezelve zware wagten en togten te doen, en gelyk in den fomer de buiten - posten te bezetten ; dog dit was ook het ergde ongemak, dat men daar van als nog voorzag. Hoe men daar mede fpot, vrind lief, onze genadige Heer heeft getoond, dat hy 'er agter was, met ons uittogten te laten doen, uittogten, daar men van fpreken zal. zo lang 'er weerhanen op de toorn daan: luister. Om te tonen , dat hy het meende, wierd meer dan eens een groot getal Burgers, Auxiliaren, Mbitairen en Canonniers met Canon des nagts met grooten haast op de been gebragt, nu zou 't er op of gaan, —' men trok dus een end weegs buiten de Stad, dog de orders waren zo, dat men by geen Vyand kwam, of vyand zag, en daar door was het, dat ons "0!k, na een nagtwandelin P'? 3 ge-  è$ï DÉ HAAGSCHE CORRESPONDENT. getie (morgens moe en mat 't huis kwam, zonder vyand' tè hebben gezien ; en dat was niet eens maar a/tyd zo kyk zo wierd er bloed gefpaart aan beide zyden - en de onnozele Burgery kreeg 'er een greepie zand door in de oogen , waar Qoor ze geloofde, dat het al goede munt was , wat 'er gebeurde. Men trok tog altoos zó pompeus en fterk gewapend riet uit; per txcempél, toen men na Soestdyk trok.om het daar feegefitie Voik.aantetasten.Cwantkykhet kon altyd ook geen labberloitefpel wezen) men liet men het Canon thuis, en dat was zeer voorzigtig , want anders zou het 'er bloedig voor onze vyanden hebben uitgezien, - nu kwam Ons vo kie met de kous op 't hoofd t'huis, dat principaal ook daar door toekwam , dat die gids, die den regten weg Wees, om de vyanden te overrompelen , niet wierd geboord maar wel die , die ons volk op een plaats bragt, daar zy niet duorkonden, en 'r volle vuur van den vyand moeiten uitftaan; — men dagt , dat dit alles expres zo was aangelegd, om de drift tot veg'.en in de fchutiers en militairen wat te verkoelen - en dan, moeten wy zeggen, dat het zeer wel was aangelegd. Maar pa-bleu couragieus Volk kan men zo ligt niet temmen , het wilde met geweld uit; — a la bon heure, zei onze Commandant, en kyk, hy was knap genoeg, omnu fen dan een honderd manvyf, zes, een nagt wandelingetje te laten doen, dié's morgens, uitgezonderd de vermoeidheid, krek zo t'huis kwamen a!s zy Waren uitgetrokken ; - nu 't Volk was toch uitgetrokken, dat de Vyanden niet waren opgedaagd, dat kon de Ryngraaf niet ruiken, en ze op te zoeken daar ze waren , was voor beide te gevaarlyk. Niet fraaier Baas Mom os, als de eisfelyke Attaque op de Bilt; luister, toen de Vyanden een batteiye aldaar hadden opgeworpen, en de burgery die onder de voet wide hebben, en den Vyand verjagen, het koste wat het wilde, moest 'er weêr een hand vol zand voor den dag komen : - të Drommel haal, men trok 'er op af met 3 ponders, en maakte een vreesfelyke Canonnade op een difiantie, dat men wel drie fchoten aan malkander had behoren te knopen, om den Vyand te bereiken, dus keerde men te rug, zonder Vyand of batterye of iets te hebben geraakt: dan hoe blind de burgerye was, zy zag dat, datapefpelen mnar kool was, waarop dan een uitlogt gefchiedezo verfchriklyk , dat eikveor vast hield, dat 'er  B,E HAAGSCHE CORRESPONDENT,, 9^ fer nu geen man of muis van den Vyand zou te regt komen , de Vyandelyke batterye aan flarden, en de Bilt ia brand zou worden gefehoten: de Canonnade en her. Bombardement begon zo woedend heet en ysfelyk , dat Hemel en Airde fcheen te vergaan, en het zou maar zeker aller vernidendst voor den vyand zyn geweest,' indien 'er miar twee fouten geen plaats hadden gehad, te weten, dat het canon nkt te hoog waa^igl^ênrnennjèt omtrent een half kwartier bezyden had gefehoten , waar door aan de zyde van den vyand geen doden of gekwetftjn zyn geweest, en geen ar.dere léhade,gefchied , als cUr hier en daar zo wat toppen en takken van de bomen zyn gefeho. ten j de vyand moet tog een aardig wonderiyk voorgevoel van dit alles hebben gehad, want de Officiers van den vyand bekommerden zig zo weinig over deeze woedende attaque, dat zy gerust hunne pyp bleven roken en lagchende een kop thee dronken , latende nu en dan eens een fchut doen wanneer ons vuur verflauwde, om het weer wat op tewak keren. De Burgerye begreep, dat dit netzo wel lorrendrajery was, als 't vorige, en het gemor - wierd algeffibéal — het is tog bitter, dat men niet blindhngs gelooft, dat alles egte munt is; en, de Ryngraaf zag zonder bril, dat 'er eindelyk! eindelyk, eens fpykers fnec koppen zouden moeten worden geflagen, of men wou of niet; waarom het tyd wierd, het laatfte bedryf van het Treureindend klugtfpel te vertonen, - en dat was het abandoneren der S;ad op een verdigtfel van Pruisfil'e troupes, of om beier te zeggen , het leveren van die Stad en Holland in handen van den vyand. Zie daar broer, een egt verhaal van deze gedenkwaardige belegering en verdediging van Utregt; klaar kunt ge zien, dat de wagen regt heeft gegaan, en dat dies «e burgers zeer tè onregt klaagen, dat ze eerloos v«rraaden zyn; en dit maken zy van agteren nog al meer op , als ze nagaan, welk een aller bedroefile Correspondentie 'er was, zo dat men net zo veel wist, wat 'er in het Camp omging, als wat 'er op dat tydflip in China gebeurde: - dat men tot op 't iaatlte uur op geen Regiment twedrie na, wist, hoeveel volk'er in 't vyande.'yk Camp was , hoe veel arti lerie en Ammuni-e |J? hadden, of zy al of niet waren opgebroken, k. &•#>: Mar  396 DE HAAGSCHE CORRE SPONDENT.' Maar hoe is dit kwalyk te nemen , het Camp was meer dan vyf quartier uurs van de Stad gelegen, en de meefte van die vitters wisten zelfs niet alles wat er in hun buurmans huis omging, r* en dat is zo veel digter by ouiii Adieu Baas Momus, 't is voor 't eerst, en denkelyk ook voor 't laatst, dat ik aan U fchryf , want myn Meester zal denk ik, zyn gemaakte buit ver van hier gaan verteeren, kryg ik wat, dan doe ik zo zoo. Adieu. Ik ben uw Vrind! MICHEL KEIEN VRESSER» ao Septamb«r$ 1787* Word s'Weekelyks alömme by de meeste Boekverkopers a i| Stuiver uitgegeeven.