325
C 204






IETS
OVER HET INVOEREN
VAN
ALGEMEENE BELASTINGEN
OVER DE
GEHEELE REPUBLYK.
ALOM T E B E'Iv OMEN.






Daarby de Nationale Vergadering reprsefenterende het Volk van Nederland thans gehandeld wordt over het invoeren van algemene belastingen over de gehele Bataaffche Republiek, en er uit dien hoofde, aangezien het groot verfchil dat er in de 'foorten van belastingen in de onderfcheidene Gewesten plaats heeft, een geheel nieuw Systhema van belastingen zoude moeten worden ingevoerd; — eene zaak die van zulk een groot uitzicht is, en welke zoo ligtelyk de grootfte troebles, wanorde en onvergenoegdheid zoude kunnen na zich liepen, zoo, doordien de menfehen in het algemeen niet zeer geneigd zyn om nieuwigheden goed te keuren, vooral wanneer zy het gebrekkige en nadelige van eene oude inrichting niet zeer gevoelig gewaar worden, of gene zeer grote voordelen by eene nieuwe inrichting meenen te zullen vinden, als om dat de oude belasting door den tyd voor hun dragelyk zynde geworden, zy voor alle veranderingen in dien opzichte bevreesd zyn; — Daar het nu zeer mogelyk is, dat een geheel nieuwe Systhema van algemene belastingen over de Bataaffche Republiek zeer ligtelyk voor zommige Gewesten, of, zoo men liever wil, gedeeltens der Republiek te veel bezwaarende, en voor de andere te veel ontlastende zoude kunnen zyn, en dit vóór te komen, en daardoor het algemeen geluk en vergenoegdheid te bevorderen, ieder waar Vaderlander ter harte moet gaan, zoo zal niemand het ten kwade kunnen duiden dat een ieder het zyne, hoe gering ook, tragte by te brengen; en dus zal ook ik myne gedachten daaromtrent vryelyk mede deelen, zonder die nog als myne eigene, nog als die van andere op te geven, maar zoo als die aan my na voorgaand onderfoek by de beste deskundige Schryvers, eigene overweging en gefprekken met goede Vrienden zyn voorgekomen met de waarheid overeenkomftig te zyn.
A a Ten



[ 4 J
Ten emoe hierin geregeld voort-te gaan, zaf het met ondienftig wezen, het gene hieromtrent! zal worden bygebragt in hoofdftukken te verdelen, om het een en ander zoo veel te korten en klaarder onder het begrip te brengen;
Deze Hoofdftukken zouden kunnen zyn.
12.. Op wien het dragen van de belastingen eindelyk ncderkoomt;
112. De zoorten der belastingen, met derzelver natuur, zo in opzichte van hunne evenredigheid tusfehen de eene Ingezeten en de andere, als anderzints.
III2. De zoorten van belastingen met betrekking van de meerdere of mindere gemakkelykheid en onkostbaarheid, die tot dcivelver invordering, en het nodig onderzoek tegen de fraudes vereischt word.
IV 2.. Dat de belastingen niet der tyd eeveriredig door de geheele Maatfchappy gedragen worden;
V2. Wat by het invoeren van nieuwe belastingen, en by gevolg zo veel te meer by het invoeren van een geheel nieuw Syfthema van belastingen dient in het oog gehouden te worden.
VI2. Plan van een Syfthema van belastingen, hetwelk zoude kunnen worden ingevoerd, overeenkomftig met de voorgemelde grondregels, voor zo verre zulks by eenig. ander Syfthema of Plan van belastingen mogelyk is;
VII2. Voordeelen van dit nieuw Syfthema boven het oude.
VIII2. Zwarigheden tegen dit nieuwe Plan beantwoord.
EER-



C 5 3i
EERSTE AFDELING.
Op wïen het dragen van de belastingen ■ eindelek nederkoomt.
Om hier in duidelyk te wezen, zal het niet ondiemiig zyn eenige algemene Financiële en Politique Grondbeginzelen by tc brengen.
Het zal nauwelyks nodig zyn te zeggen, dat een Arbeidsman zo veel moet verdienen, als hy en zyn Gezin tot hun beftaan nodig hebben; ~ by gevolg wanneer aan die Clasfe belastingen worden opgelegd, zoo moeten de daghuuren in proportie worden verhoogd, en het is dus niet de Arbeidsman, maar hy die dezelve g bruikt, die eigentlyk de lasten betaald, en dus de gebruiker. *
De Handwerksman moet eene hogere daghuur genieten als de Arbeider, om dat hy eene meerdere kunde en gefchiktheid tot het werk moet hebben, ten welken einde er leerjaren en waarin hy weinig of niets verdient, vereischt worden: — zoo hetnadeel, dat hier door veroorzaakt word, niet wederom word vergoed, door de hogere daghuur» minder of meerder in proportie van de mindere of meerdere kunde die tot zulk een handwerk vereischt word, dan wil niemand zulk een handwerk Jeeren, en by gevolg vervallen die foorten van handwerken, waarin dit plaats heeft; — de Arbeidslonen van den' Handwerksman moeten dus hoger worden als die van den Arbeider en in proportie van het geen hy meer moet verdienen en in proportie van de belastingen, die op de Handwerksman gelegd worden, en deze belastingen worden by gevolg in der daad door die gene betaald, die de Handwerksman gebruikt, en dus door de Gebruiker.
A 3 De
♦ Niemand vrage hier, wie zyn de Gebruikers? is een Arbeider ook geen Gebruikei? dis «al vervolgen* behandeld worden.



C 6 ]
De Fabriqeur en Trafiqeur moeten behalven de renten van het geld. tot inkoop van materialen en werklonen, onder welke werklonen reeds de belastingen van de beide vorige Clasfen, voor zoo verre hy die gebruikt begrepen zyn, ook enige winst hebben, en daarenboven nog zyne rekening maken voor het hafard van kwade bewerking, bederf, onzekerheid der marktprys en andere nadelen, die hem kunnen overkomen, en by gevolg moeten zyne winften daar mede in eevenredigheid Haan, zullen de Fabriequen en Trafiequen niet vervallen, en derhalven moeten de belastingen die hem worden opgelegd boven die winften worden betaald door die gene, welke die goederen van hem koopt en dus door de Koopman, of Gebruiker.
De Koopman moet behalven de rente van het geld tot de aankoop der goederen benodigd, waaronder ook de belastingen van de vorige Clasfen, voor zoo verre die door hem worden gebruikt, zyn begrepen, een matige winst voor zyne werkzaamheden, het gevaar van verlies en uitftel van betaling genieten, en dus moeten de belastingen, die aan hem worden opgelegd met het voorgemelde al mede door de Gebruiker der Koopgoederen worden betaald; het is derhalven door die gene, die de waren of goederen gebruikt, dat boven de daghuuïen, arbeidslonen en winlten ook nog alle belastingen welke op die gene gelegd zyn, die de waaren van het voortbrengen der eerfte HoofdftofFen tot aan hunne gefchiktheid tot dadelyk gebruik eereed jnaken, moet worden betaald.
Dan wie zyn nu deze gebruikers? — dit is de Natie in het algemeen, dog zeer verfchillende in de proportie, — die gene, die weinig of niet meer verdienen, als zy tot hun volftrekt levens onderhoud nodig hebben, geven dus, hoe de belastingen ook gelegd worden, altoos zeer weinig, om dat zy van de eerfte voortbrengzelen en het daar van gefabriceerde zeer weinig gebruiken.
De andere Clasfen betalen zoo veel meer, als'
zy,



L 7 1
zv, boven dit volftrekt noodzakelyke, gebruiken, en de penningen, die tot de betaling hier van nodio- -/Vn, moeten gevonden worden, of uit een grotere werkzaamheid, als nodig zoude zyn tot min volftrekt levensonderhoud, of door de renten der Capitalen, die bevorens door hunne eigene meerdere werkzaamheid of van die hunner Voorzaten, of door de meerdere werkzaamheid van anderen verkregen zyn. ' .
Hier fchynt het klaar te geblyken, dat, indien op de Koopgoederen gene belastingen gelegd wierden, de Koopman, Fabricqeur en lrahcqeur toch altoos in de Landslasten zouden dragen m proportie van het geen zy zelve en haar Gezin tot levensonderhoud gebruiken, boven en behalven de belastingen, die zy volgens het voorgemelde Plan perfoneel wegens hunne Huizen, Pakhuizen, babriekhuizöh enz: zouden moeten betalen, en by gevolg dat hoe meer de Koopman wint en daar door in ftaat geraakt om groter verteringen te doen, ny ook in proportie van de meerdere vertering, meer draaft in de algemene lasten; — dog zoo hy dit niet °doet, maar zyne winften opftapelt tot Capitalen, clan volgt hieruit, dat, zoo deze Capitalen binnen s'Laïids blyven, de rnafTa der fpecien vermeerderd, waardoor dan de renten vallen, tot voordeel van alle die gene, welke vreemd geld tot hun gebruik nodig hebben; er worden Fabrieken en lraficquen aangelegd, de Landbouw word verbeterd en het algemeen vaart wel, terwyl de goedkoopheid van het geld langzamerhand van het eene gedeelte des lands tot het andere overgaat; —~ of zoo het geld naar buiten s1 Lands word gezonden, dan worden de terugkomende renten of door de winners zelve, of door hunne erfgenamen geheel of gedeeltelyk tot hunne verteringen, en dus tot het mede helpen dragen van de Landslasten gebezigd, of zy worden opgelegd, en dan is het gevolg wederom, zoo als hier even bevorens is aangemerkt omtrent de tot Capitalen opgelegde penningen.
A 4 Jrlct



ï 8 1
Het geen hier vorens van de Kooplieden, F&brL qeurs en Trafiqeurs gezegd is, heeft op dezelfde wyze plaats omtrent de ryken; en het is er dis verre van daan dat de ryken, of de rykaart zo0 als zy zomtyds genoemd worden, geenp belastin-
fencSlefvk b/talen' a,ls ?leen d^< "'elke hun zelve dadüyk zyn opgelegd; — wanneer men nu daarby ,n aanmerking neemt, de zwarigheden, die Z fJl:ëgen V3n b<rlasti"ge« OP deinkomften, en S,,r?l- ^ r°ral by de Kooplieden, Fabrioeurs en Trafiqeurs plaats; — die, behalven
i,er ten gevolge hebben, dat ook hier de eerlvke man zoude moeten betalen terwyl de oneerlyke, althans gedeeltelyk vry zoude blvven, en zulke bekistingen dus niet als met de g'rootfte onevenredig beid geheven kunnen worden, dan fchynt het lé5-
ISerïïe^Z°ndere b?IastinSea °P dezelve allezin?s ongeraden, —waarby nog koomt dat zoo de opSfte» vf deeze belastingen niet aanmerkelyl waren , de kosten van de inzameling en onderzoek 200 met geheel althans een groot gedeelte daarvan zouden wegnemen, en dat zulks en de vexatien welke by zulke belastingen byna ontegenzeo-gelvk te voorzien zyn, gevoegd by de hatelykheid voor jeder Ingezeten om geduurig onderhevig te zyn den itaat zyner bezittingen te moeten op maken en opeS leggen veelhgt dezelve zoude kunnen overhSS om dit Land te verlaten, 't welk zeker met het grootJe nadeel van 's Lands welvaart en inkomften gepaard zoude gaan. s
™wfi Uii gCbiykt dan' dat' hoe de belastingen ook gelegd worden, dezelve in het einde altoos door de gebruikers betaald worden, en dat de vreemdeS'rt Taaraan even weinig kunnen onttrekken ais; &e: Lands Jngezetenen, dewyl in de betalingvoor het gene zy gebruiken de Landslasten mede begre-
& lyi! ?n Z-y dezeIve even als a"e andere gebruifceis betalen in proportie yan het gene zy genieten.*
ij Over
aSSi^k^ ',ae hie-r ai,e'en gefpfoken wor<i'van h«B,n-



C 9 3
Over het een en ander zoude nog veel meer ge^ zegd kunnen worden en de zaak tot grotere klaarheid gebragt, dan het gemelde is genoegzaam, om die gene welke gefchikt zyn zulke zaken te beoordelen"in (laat te (lellen, het ware of onware hier van te onderfcheiden.
TWEDE AFDELING.
De foorten van Belastingen met derzelver natuur, zoo in opzicht van hunne evenredigheid tusfchen de eene Ingezeten en de andere als anderzins.
Om hierover en over de nuttigheid of onnuttigheid der Belastingen in dezen een goed oordeel te vellen, zal het nodig zyn, ieder der Belastingen op zig zelve te befchouwen.
De Belastingen op de Landeryen.
Hierby moet worden aangemerkt, dat het niet eigentlyk de Landeryen zyn die belast worden •maar de producten, die van dezelve worden voortgebragt, want het is uit de verkoop-prys van deze producten, het zy die in Koorn, Vee of iets anders bellaan, dat de Landslasten moeten worden betaald, en hieruit volgt dat het eindelyk door die gene is, die'de Lands-producTren gebruiken, dat de op het Land gelegde Belastingen gedragen worden , fchoon die betaald worden door den eigenaar of gebruiker der Landen, na de daarover gemaakte Huur-Conditien j <— Het volgt hieruit, dat de Belastingen die buiten dien op de Lands-produélen naderhand by of voor derzelver dadelyk gebruik gelegd worden, het zelfde effedt op de Landbouw hebben, als of dezelve dadelyk op het Land zelve gelegd waren geworden, in zoo verre als namentlyk het Binnenlandsch gebruik behoeft, —■ dog wat het Buitenlandsch debiet aangaat is het anders.
A 5 Se"



C 10 ]
gelegen; — in dit geval word de marktprys van de producten bepaald en na mate van de vraag en na mate van de mindere of' meerdere hoeveelheid, die van het gevraagde voor handen is; daar nu de meeste zoo niet alle onze Lands-produften ook in andere Landen vallen, zoo volgd dat de Buitenlandfche marktprys zich mede regeld naar de Belastingen die in andere Landen plaats hebben, want indien, alles gelyk gefteld, de Belastingen in het algemeen, maar vooral op de Landeryen, Buitenlandsch minder zyn als in deeze Republiek,' zoo volgd van zelfs, dat de Lands-produ&en in die Landen beter koop kunnen worden voortgebragt, waar door de voortbrenging van grotere winften die by de verkoop gemaakt kunnen worden, word bevorderd, en de marktpryzen langzamerhand door de meerdere overvloed verlaagd, waardoor dan de Landman in deze Republiek ook zyne waaren beter koop moet geven, en dus de - Landbouw gedrukt wordt, en zulks nog te meer door dien dit door de invoer van die produ&en in de Republiek de zelfde uitwerking heeft op de
Binnenlandfche vertier der Landsproducten;
het natuurlyk effecl: hiervan is, dat de Landeryen in prys verminderen, dat de Land- en Veebouw kwynt en vervalt, en wanneer dit tot een zekere hoogte gaat, dat de flegtfte Landen onbebouwd blyven leggen, of dat er althans geene nieuwe onbebouwde en woestleggende Landeryen worden toegemaakt en tot den Landbouw en. Veeteeld in ftaat gefteld; —- daar nu deze Republiek over het geheel genomen zoo veel produften van den Landbouw of Veeteeld niet voortbrengt, als er tot het Binnenlandsch vertier benodigd is, zoo volgd van zelf, dat, wanneer de invoer van buiten deze Republiek geftremd wierde of dadelyk belet door de Oorlog of andere omftandigheden, er als dan een zeer grote duurte, zoo geen dadelyk gebrek zoude plaats hebben; hiervan heeft Frankryk door de verkeerde inzichten van Colbert (Staatsminister van
Lo-



Lodewyk de veertiende) in het leggen van te zwaare Belastingen op den uitvoer van het Koorn ter bevordering der Fabriquen en de daardoor verminderde Landbouw, in deze dagen de bittere vrugten gcfmaakt. •
Ook moet nog worden aangemerkt dat de Landeigenaars of gebruikers even als de Koopman, Fabriqueurs en andere Ingezetenen hun meeste voordeel zoeken, en zy by gevolg die producten, welke het meest belast zyn, en het gemakkelykst van buiten kunnen worden ingevoerd, het minfte zullen verbouwen en aankweken; — zy zullen dus Raapzaad, Tarwe, Garst, Bonen, Haver, Houtgewas, Koeyen, Paarden, Varkens enz. meerder of minder verbouwen en aankweken, naar mate zy menen met het een of ander het meeste voordeel te kunnen doen, waardoor dan de naar hun inzien minder voordelige voortbrengzelen in proportie zullen verminderen, de flegtfte Landen, even gelyk in Frankryk braak blyven leggen, en de Arbeiders de Land-, Vee- en Boschbouw verlatende, genoodzaakt worden zich of tot de Fabriquen en andere werkzaamheden te begeven, of wel dadelyk het Land te ruimen om elders hun beftaan tc vinden.
Daar het nu zeker is, dat de Land-, Vee- en Boschbouw de gezondfte en fterkfte menfehen opleverd en ook het voordeligst aan de populatie is door de meerderheid van Kinderen, welke van hun in het leven blyven, zoo als de Sterflyften uitwyzen, zoo volgt van zelfs, niet, dat er gene belastingen op de Landeryen gelegd moeten worden, maar dat zulks met zeer veele onzichtigheid moet gefchieden, zal het algemeen daar by niet meer verliezen als winnen.
En wat betreft de veranderingen die in de Belastingen op de Landeryen zouden kunnen plaats hebben, ten einde dezelve meer evenredig te doen zyn aan derzelver intrinfique waarde, dit fchynt oppervlakkig zeer billyk ja zelf allernoodzakelykst



C 12 ]
te zyn, zoo wel in de Provinciën zelve, als over de gehele Republiek; — maar, wanneer men in aanfchouw neemt dat de prys der Landeryen in cas van koop of erv-verdeling, zig reeds zodanig bepaald heeft na de Jaarlykfche revenuen, die daar van door de Eigenaars onder de tegenswoordige belastingen getrokken worden geblykt het ten Idaarften dat eene verandering hierin wezendlyk met anders zoude zyn, als zoo verre de revenues en dus de Capitale waarde van die Landeryen door de hogere Belastingen verminderd zouden worden, dat Capitaal aan de bezitters van die Landeryen te ontnemen, om daar mede de revenues en derhalven ook de Capitale waarde der Landeryen en dus het Capitaal van die gene te vermeerderen, welker Landeryen minder zouden worden belast, en indien men niemand zoude willen verminderen maar de Landeryen waar van te weinig in proportie van de nu het meest betalende wilde verhogen, zoo zoude dat niet anders zyn, dan de bezitters van die Landeryen te bezwaren en de Capitale waarde hunner Landeryen te verminderen ten voordele van die gene, welke gene Landeryen bezitten; —
Dan daar bevorens getoond is het effect, dat dit op de Landsproducten heeft, en deze verhogingen dus zekerlyk wederom door de gehele Maatfchappy gedragen zouden worden, voor zoo verre die producten niet beter koop van buiten konden worden ingevoerd, waar van men de voorgemelde nadelige gevolgen niet zoude kunnen ontveinzen, zoo zoude het ongetwyfFeld best zyn zich die onevenredigheid te getroosten, om daar door een wezendlyke onrechtvaardigheid voor te komen en overzulks de Belastingen op de Landeryen zoo te laten als die nu'zyn, vooral, als men de moeite en kosten die zulk ene verandering zouden veroorzaken, gevoegd by de ontevredenheid der Ingezetenen fteld tegens het voordeel dat daar uit jsoude kunnen getrokken worden.
De



t 13 i
De Belasting op het Vee en de bezaaide Landen ia uit zyn aait leer onevenredig, uit hoofde van de gemakkelykheid van het frauderen, dezelve drukt eerst op de Boer en vervolgens op de gehele Maatfchappv, zoo als uit het hier voor gezegde geblykt. De Belasting op de Huiszen draagt wel eerst voor een korten tyd op de Eigenaars, dog na de ommekomst der Huirjaren door verhoging der Huren op de Bewoners alleen,* want de Huuren zullen natuurlyk verhoogd worden in evenredigheid van de belastingen op de Huizen leggende, vooral zoo de Bevolking vermeerderd of blyft zoo ais zv is, dog zoo die vermindert, dan zoude die belasting mier en meer dragen op de Eigenaars en bv eivols de prys der Huizen verminderen tot dnt het zv door het vervallen en verminderen van het getal der Huizen hetzelve wederom evenredig wi rd aan de populatie, of dat door een vermeerdering van de populatie de prys der Huizen wederom kwam te vermeerderen, hetwelk dan natuurlyk moet gebeuren, om dat men dan hevelde goedkoope prys der Huizen en Huuren verhoogd als dat men nieuwe Huizen met grotere kosten aanbouwd, waar door dan de Belasting wederom op de Bewoners drukt.
Hier bv moet echter in het oog gehouden worden dat dit alles niet verder op de Bewoners drukt, als by het eerfte opleggen van de Belasting , dewyl de winften in het vervolg vermeerderen moeten in proportie van derzelver grotere uitgaven, en dat dus deze Belasting almede, gelytc alle andere Belastingen op den duur op de gehele Maatfchappy drukt.
De Belasting op de Capitalen drukt mede ter eerfter inftantie op de Capitalisten, dog vervolgens meest al op de Gebruikers der Capitalen alleen, en dit gebeurt met de Capitalen nog veel ligter als met de Huizen, om dat men de Capitalen gem^"
* Het volüt van zelfs dat als iemand zyn eigen Huis bewoond hy •*!sn voor komt «s a}s Eigenaar #» *!» Gebruiker.



C 14 ]
kelyk buiten s'Lands tot hogere renten kan beleggen , waardoor dan het geld in binnenlandfche omloop fchaarfer en het negotiëren van de benodigde Capitalen minder gemakkelyk wordt, en bygevolg de renten verhoogd worden, tot dat zy in evenredigheid ftaan met de natuurlyke rente vermeerderd met de belasting; — dan daar de Gebruikers ook meer moeten winnen om de verhoogde renten te betalen, zoo drukt deze Belasting einde-
lyk ook al op de gehele Maatfchappy; deze
fchaarsheid van fpecie heeft ook nog dit nadelig gevolg, dat, als de Republiek geld benodigd heeft, zulks niet in genoegzame voorraad voor handen is; het zenden van Capitalen buiten 's Lands heeft ook nog dit nadeel dat de Capitalisten die hunne Capitalen buiten 's Lands hebben, een meer als behoorlyk belang ftellen in dat Land, ten laste van hetwelk hunne Capitalen belegd zyn.
De belasting op dé Capitalen is bygevolg aan vele bezwaren onderhevig, en drukt ook even gelyk alle andere belastingen op het einde meest al op de Maatfchappy in het algemeen, althans Sri zoo verre de Capitalen betreft die binnen lands worden gebruikt, en kan niet als zeer onevenredig geheven worden doordien de fraudes zoo gemakkelyk zyn.
De belasting van het Hoofdgeld drukt natuurlyk eerst op die gene die dezelve betalen, en vooral de minvermogende, maar by vervolg eeven als alle belastingen op de gantfche Maatfchappy.
De belastingen op de Levensmiddelen en Kleding, drukken in het eerst ook alleen die gene die dezelve moeten betalen, en brengen vooral dit kwaad mede, dat die gene, welke met vele kinderen belast zyn in evenredigheid van hunne midmelen van beftaan veel meer moeten betalen, dan zy, die gene of mindere kinderen hebben of on~
fehuwd zyn, welke laafte by deze belastingen zeer evoordeeld worden, waardoor de lust om te trouwen word verminderd, de ontucht bevorderd, en
door






Plan of Bereekening van twee Belastingen op de Huizen.
Clasfe. Huizen ieder ifte Belas- Brengt op 2de Belas- Brengt op beide belas*- Brengen öp
waardig ting op ieder ting op ieder , tingen op ieder
Huis Huis x Huis
1 - a - - 1000 - - ƒ 200 - ƒ 2 - - ƒ 2000 - - - ƒ — — .— ƒ 1 / 2 - ■ ƒ 2000 - -
2 - a - - 1500 - - 300 - 3 - - 4500 - - - — ——• 3 - - 4500 - -
3 - a - - 2200 - - 400 - 4 - - 8800 - - - — — — - ^ ■« ■ 4 - - 8800 - -
4 - a - - 2100 - - 500 - 5 - - 10500 - - - — .— — ■—'—— ——— 5 - - 10500 - -
5 - a - - 1600 - - 600 - 6 - - 9600 - - - ƒ2 - - 3200, - - - 8 - - - 12800 - -
8400 buizen - - - - - - 35400 - - - — — — 3200 - - - . 38600 - -
6 . - - 1100 - - 700 - 7 - - 7700 - - - 3 - - 3300 - - - 10 - - 11000 - -
7 . . - 950 - - 800 - 8 - - 7600 - - - 4 - - 3800 - - - ia - . 11400 - -
8 - - - 900 - - 900 - 9 - - 8100 - - - 5 - - 4500 - - - 14 - - 12600 - o - - - 800 - - icoo - 10 - - 8000 - - - 6 - - 4800 - - - 16 - . 12800 - -
IO . - - 750 - - 1200 - 12 - - 9000 - - - 8 - - 6000' - - - 20 15000 - -
12920 huizen — — - 75800 - - - — — — 25600 - - - - 101400 - -
jï . . . 700 - - . I400 - 14 - - 980O - - - 12 - 84OO - - - 26 - - 18200 - -
12 - - - 650 - - ióoo - 16 - - IO4.oo - - - 16 - • IO4OO - - - 32 - - 20800 - -
13 . . - 60O - - 180O - l8 - - IO80O - - - 20 - * 12000 - - - 38 - - 22800 - !4 - . . 550 - - 2000 - 20 - - iiooo - - ; 30 . - - I65OO - - - 50 , - 275OO - 15 - - - 60o - - 250O 25 - - I30OO - - - 40 - - ' 24OOO - - - 65 37OOO - -
iócco huizen —— - 130800 - - - — — — 96900 - - - - 227700 - -
j6 _ . . 550 - - 3000 - 30 - - 16 ;oo - - - 50 - - 27500 - - - 8® - - 44000 - -
17 - - - 55° - " 35°° " ^35 - - 19^5° - - - 60 - - 33000 - - - 95 - - 52250 - -
18 - - - 500 - - 4000 - 40 - - 20000 - - - 70 - - 35000 - - - 110 - - 55000 - -
jg - - . gOO - " 4500 - 45 - - 22500 - - - 80 - 4OOOO - - - 125 - - ' 625OO - -
20 - - - 400 - - ^ono - 50 - - "0000 - - - 90 - - 3600O - - - 140- - - 56000 - -
18500 huizen — - 229050 - - - — 268400 - - - - 497450 - -
21 - - - 400 ,- - 6000 - 60 - - 18000 - - - 100 - - 40000 - - - 160 - - 58000 - 23 - - - 350 - - 7000 - 70 - - 24500 - - - 120 - - 43000. - - 190 - - 67500 - -
23 - - - 300 - - . 8000 - 80 - - 24000 - - - 150 - - 45000 - - - 230 - '69000 - -
24 - - - ' "250 - - 90CO - 90 - - 22500 - - - 200 - 50000 - - - 290 - - 72500 - -
25 - - - 200 - - looro - too - - 20000 - - - 250 - - 50000 - - - 350 - - 70000 - -
20000 huizen - 338050 - - - 490400 - - - - 834450 - -
20000 dito - 338050 - - - 496400 - - - - 834450 - -
10000 dito - f69025 - - - 248200 - - - 417225 - -
dus 50000 huizen - 845125 - - 1241000 - - - - 2086125 - -
50000 dito - 845125 - - - 1241000 - - - 2086125 - -
dus iocooo huizes - 1690250 - - - 2482000 - - - - 4172250 - -,
ioooco dito - 1690250 - - - 2482000 - - - - 4172250 - -
100000 dito - 1690250 - - - 2482000 - - - ■ - 4I7235° ■ -
100000 dito - 1690250 - - - 2482000 - - - - 417225(3 -
dus 400,000 huizen - 6761000* - - - ƒ 9928000 - - - ƒ 16689000 - -
6761000 - - -
ƒ 16689000 - - -
Bericht aan den Binder, Deze te plaafóen tegen over pag. 51,



C 15 ]
door beide de volksvermeerdering tegen gegaan en belet: — deze drukken boven dien de Landbouw en Veeteeld, zoo als bevoren gemeld is, en eindelyk de gehele Maatfchappy.
De Belastingen op de uitgaande, overtollige Inlandfche produften voor zoo verre deze onverwerkt worden uitgevoerd drukken meest al op die gene door welke dezelve zyn voortgcbragt, en daar dat in deze Republiek nergens anders in beftaat dan in die welke van de Lindbouw oorfprongelyk zyn, zoo word ook de Landbouw daardoor alleen gedrukt, uitgezonderd de last die de Koopman heeft van het verfchot der Belasting en de moeite die de betaling en aangeving meede brengt.
Belastingen op de uitvoer van overtollige Inlandfchc geheel of ten dele bewerkte producten; — behalven het hier bevorens gemelde drukken zy behalven de Landman ook de Fabriqueur en Handwerksman en by vervolg ook de gehele Maatfchappy.
Belastingen op de van buiten ingevoerde onbewerkte binnen s' Lands benodigde producten, deze drukken eerst op den Koopman, zoo door het verfchot der Belasting als door de moeite die de aangeving vergezellen, vervolgens op de Fabriqueur of bewerker dan op die gene, die zulke bewerkte ftoffen gebruiken en cindelyk op de gehele Maatfchappy.
De Belastingen op de van buiten s'Lands benodigde producten dragen eerst op den Koopman, dan op de gebruiker en eindelyk mede op de gehele Maatfchappy.
De Belastingen op de van buiten Lands ingevoerde en weder naar buiten 's Lands uitgevoerde onverwerkte produften drukken op de Koopman zoo wél met betrekking tot de last der aangeving» als betaling der Belasting, dog vervolgens op de gehele Maatfchappy, om dat de Koopman na mate die Belastingen hoger of lager zyn, minder tegen den Buiten'iandfchen handelaar kan handelend waar door niet alleen de Koopman, maar ook de Scheepvaart



E * 3
vaart, en eindelyk, zoo als gezegd is, de gehele Maatfchappy.
Belastingen op de van buiten ingevoerde onbewerkte , en bewerkte na buiten wederom uitgevoerde Producten, behalven dat die, gelyk bóven is' opgemerkt, op den Koopman by den invoer dragen, zoo drukken zy ook dé Fabriqueur en Handwerksman en eindelyk op de gehele Maatfchappy, en zoo veel te meer indien die bewerkte lloffen boven dien ook by de uitvoer belast zyn.
De Belastingen op de Collaterale fuccesfie draagt zoo als de woorden zulks uitwyzen op die gene die erffenisfen uit de zydlinie verkrygen , dan daar dit altoos een aanwinst is minder of meerder onverwagt zoo als de erffenisfen by testament meest al ook zyn, zoo worden dezelve min of meer goedwillig gedragen, niet tegenllaande dat het dragen dezer Belasting uit zyn-eigen natuur zeer onevenredig moét wezen.
De Belasting op de vrywillige verkopingen draagt' alleen op de verkoper; doordien de koper altyd zyn aandeel in die Belasting by de. aankoop der goederen berekent; — deeze Belasting is zëefe' onevenredig, te meer daar de verkopingen dikwyls uit nood gefchieden.
De Belastingen op' het groot en klein zegul in de meeste Provinciën onbekend, fchynt uit zyn aart zeer onevenredig gedragen te moeten worden, fetf is minder of meerder drukkende na mate van desfelfs mindere of meerdere uitgeflrekte werking, en moet op den duur op de gehele Maatfchappy dragen.
De Belastingen op dé inkomflen, dat is, opdat gene "het welk zuiver overblyft na aftrek van dë nodige uitgaven, namentlyk van die uitgaven, welke tot de verkryging van die inkomflen nodig zyn, zoo als by voorb. by de Boer, Paarden, Wagens, Ëggen, Ploegen, Arbeidslonen, Schuuren, Landhuuren enz.; — by de Handwerksman, zyne Ge(eedfchappen enz.j by de Koopman, Comptoirs
ést*1"



C 17 3
onkosten, Scheeps-, Wagen-, Sleepvragten, Arbeidslonen, Pakhuishuuren enz.: en zoo mede van de andere Clasfen der Ingezetenen. By aldien dezelve by enige mogelykheid na behoren konde worden ingevoerd, zoude zy niet allen dit gebrek hebben, dat de nyverfte, zuinigfte, oppasfendfte en werkzaamtle Huisvaders het meefte zouden moeten betalen, en by gevolg in tegenftelling, die gene, welke die deugden weinig of niet uitoeffenden, en by gevolg uit hoofde van hunne mindere oppasfendheid, mindere werkzaamheid of verkwisting weinig of gene inkomiten hadden, of geheel onbelast of minder belast zouden blyven, het welk alreeds een fchreuwende onevenredigheid in het dragen dezer Belastingen zoude veroorzaken, en noodzakelyk van de nadeligfte gevolgen en derhalven ten uiterften drukkende vooV de Maatfchappy en fchadelyk voor het algemeen belang zoude zyn, maar ook nog boven dien altoos ten hoogden onderhevig blyven aan allerlei vexatien, aan het in veele opzichten byna onuitvoerlyk bezwaar, om een behoorlyke ftaat op te maken, wat hier by zoude moeten worden berekend of niet berekend, en deze ftaat van iemands boedel, wilde men de fraudes niet ten hoogften top doen fteigeren, voor het nodig onderzoek open te leggen; — waardoor dit alles wel haast publiek zoude worden en de nadeligfte gevolgen hebben; .— of zoo men dit, om zulks voortekomen wilde geheim houden, het geen echter niet mogelyk is, dan zouden de fraudes en vexatien en dus de on» evenredigheid in het dragen dezer Belasting onberekenbaar zyn; zoo dat zulke plans niet anders dan als fraye Crayons kunnen aangemerkt en in de uitvoering onmogelyk bevonden zouden worden»
B DER-



[ I« ]
DERDE AFDELING.
Wan de foorten der Belastingen met betrekking van de meerdere of mindere gemakkelijkheid en onkostbaarheid die tot derzelver invordering en het nodig onderzoek tegen de fraudes vereischt word.
Belasting op de Landen.
Er is gene Belasting die zoo zeker en weiniokostbaar voor de Landen inkomt en waartoe of ge^ heel geen of zeer weinig onderzoek vereischt word. _ De Belasting op het Vee en bezaayde Landen is van wegen de fraudes aan veel onderzoek onder» hevig, en de ontfang is uit dien hoofde kostbaar en de Belasting zelve onevenredig.
De Belasting of Verponding op de Huizen koomt even gelyk die op de Landen op de zekerde min kostbaarfte en eenvoudigfte wyze in 'sLands Casfa.
Wanneer deze Verponding na taxatie van de waarde der Huizen, of na de huuren die zy zouden kunnen doen, gefchiede, hiervan registers wierden opgemaakt en gepubliceerd op dat een ieder die te hoog was aangeflagen zich konde beklagen en redres verkrygen, dan zoude het dragen van deze Belasting al vry evenredig zyn kunnen, en is dan ook aan gene fraudes onderhevig. - De Belastingen op de Capitalen zyn zeer bezwaarlyk om op enigerhande wyze regelmatig te worden ingevorderd, uit hoofde van de ongemakkelykheid om het frauderen te beletten; -— het onderzoek wordt uit dien hoofde kostbaar en de opkomften wisfelvallig, en by gevolg de Belasting zelve onevenredig.
De Belasting op de Hoofden of het Hoofgeld, indien dezelve iets van belang zal aanbrengen, dan moet de minvermogende mede'betalen, of zoo die vry zoude zyn is de onderfcheiding bier van
be-



C 19 3
bezwaarlyk te maken; — dezelve zoude nog vfel
bezwaarlyker en willekeuriger worden zoo de de meer vermogende deze last hoger in proportie van hun meerder vermogen zoude worden opgelegd, de fraudes, vexatien en onrechvaardigheden zouden dan groot worden, de inninge bezwaarlyk en het onderzoek der fraudes kostbaar.
Belastingen op Levensmiddelen en Kleding.
Deze Belastingen zullen zy van belang wat opbrengen dan moeten de minvermogende mede betalen, welke echter vry behoorden te zyn.
De opbreng hier van is uit de natuur van de zaak zelve zeer onzeker, aan zeer vele fraudes, en by gevolg aan een kostbaar onderzoek onderhevig, en voor vele verlies vatbaar en is dus uit dien hoofde zeer onevenredig; — dezelve heeft nog boven dien dit nadeel, dat in ongelukkige tyden in welke het meeste geld gevorderd wordt, deze Belastingen minder opbrengen en er meer gefraudeerd wordt, zoo uit hoofde van de dan gewoonlyk plaats hebbende duurte, als om dat dan ook, een ieder zich zoo veel mogelyk bezuinigd.
Omtrent de Belastingen op de Koopmanfchappen kan men in het-algemeen zeggen, dat de inkomflen daar van zeer onzeker zyn, aan wisfelvaljigheden en een aantal fraudes onderhevig en van een kostbaar onderzoek, en boven dien door het aangeven en den aankleeve van dien ongemeen lastig voor den Koopman.
De Belastingen op het Collateraal en op de vrywillige Verkopingen zyn wel onregelmatig in het inkomen, dog de kosten van het onderzoek zyn niet aanmerkelyk;
De Belasting op het» gezegeld Papier fchynt mede aan veel onregelmatigheden onderhevig, en uit hoofde van de gemakkelykheid der fraudes veel onderzoek te vereifchen.
De Belasting op de Inkomflen fchynt niet uitvoerbaar te zyn, als met de allergrootfte onregelmatigheid en onevenredigheid, want daar deze BeB 2 las-



[ 20 ]
lastïng 'zoude moeten fteunen of op eigene opgave of op taxatie van anderen, zoo behoeft men weinig menfchen kennis en ondervinding te hebben om te zien, hoe aller onevenredigst zulk een Belasting gedragen zoude worden, en welke vexatien , klagten en ontevredenheid der Ingezetenen daar van de gevolgen zouden zyn, het zy die Belasting volgens eigen opgave het zy op taxatie zoude gefchieden, voor al als men hier by voegt de wisfelvalligheden, waar aan de inkomflen van den Koopman, Fabriqeur, Rentenier, Boer, ja van alle s' Lands Ingezetenen onderheven zyn, en men zal dus niet ligt kunnen toeftemmen, dat een zulke Belasting met een draaglyk goed gevolg zoude kunnen worden opgelegd;
VIERDE AFDELING.
Dat de Belastingen met der tyd evenredig door de gehele Maatfchappy worden gedragen.
Die gene welke met aandagt het voorgaande hebben gelezen, zullen waarfchynlyk genoegzaam .overtuigd zyn, dat de Belastingen, hoe die ook worden opgelegd, wel in het begin alleen drukken op die Clasfe van Ingezetenen, die het meest in evenredigheid van hun vermogen belast worden t dog ook, dat langzamer hand en met der tyd de Belastingen over de gehele Maatfchappy drukken , en dus zoo verre mogelyk evenredig worden.
Evenwel zal het mogelyk niet ondienftig zyn, dit poincï, waar op in het opleggen der Belastingen het oog zoo veel gevestigd zoude behoren te worden nog eens nader te befchouwen,
De



De Maatfchappy kan verdeeld worden in Minvermogende, Meervermogende, en
Veelvermogende of Ryken.
Wanneer de minvermogende hoger belast worden, als zy naar hun vermogen kunnen dragen, dan moeten of de daghuuren worden verhoogd, ef zy moeten gebrek lyden, komen voor en na tot armoede en hun getal vermindert al meer en meer, tot dat door gebrek aan handen de daghuuren zich zodanig verhogen, dat de minvermogende na aftrek der Belastingen genoeg overhouden om daarvan behoorlyk te beftaan als wanneer de evenredigheid wederom herfteld wordt; dan het
gevolg hier van is, dat het getal der minvermogende Binnenlandsch dan zoo klein word voor dat de daghuuren tot de behoorlyke proportionele hoogte geklommen zyn, dat vreemdelingen, zoo hier door, als door de hogere Binnen- als Buitenlandfche daghuuren aangemoedigd, in het Land komen, en geduurende de drukfte tyden van het Jaar de Ingezetenen het werk helpen verrigten, waarna zy weder naar hun Land keren met de veroverde buit.
Wanneer de meer vermogende hoger belast worden als zy naar behoren kunnen dragen, dan verhogen zy de prys van hun werk waarin dit ook moge beftaan, het zy in Handwerken, Fabriquen of Koopmanfchappen, en door dien dit door hun gemakkelyker gefchieden kan als het verhogen der daghuuren door de minvermogende, zoo heeft dit gevolg ook zoo veel te eerder plaats, en die verhoging neemt toe, tot dat de evenredigheid tusfchen hunne behoorlyke verdienften en lasten wederom herfteld is.
Deze verhoging der daghuuren van de minvermogende en van de verdienften der meervermogende
B a *e-



gefchied wel mede ten koste van deze beide Clasfen van Ingezetenen, voor zoo verre zy van de voortbrengzelen van die verhoogde daghuuren en verdienften zelve, en de een van de andere gebruik maken, by voorbeeld, de Schoenmaker die een Arbeider gebruikt om zyn Tuin om te graven, betaalt wel dat gedeelte van des Arbeiders verhoogde daghuur, dog de Arbeider als die daarentegen een paar Schoenen koopt, betaald wederom de verhoogde winst aan de Schoenmaker; de Kleermaker, Koopman enz. ftaan alle in het zelfde geval, voor zoo verre de een en ander als Gebruikers der wederzydfche gemaakte of voortgebragte goederen voorkomen.
Daar nu de veelvermogende of ryken de grootfte Gebruikers zyn, zoo zoude men oppervlakkig zeggen, dat de beide vorige Clasfen door deze meestal fchadeloos wierden gefteld voor de verhoogde Belastingen; dog dit is vefre van de waarheid te zyn, want de veelvermogende niet kunnende of niet willende op den duur meer verteren als zy gewoon zyn, krimpen hunne verteringen in, hierdoor is er minder arbeid en werk nodig, en de beide eerfte Clasfen lyden hierby noodzakelyk zöo veel fchade, als nodig is om het evenwigt en de evenredigheid te herftellen, en dit gebeurt op dezelfde wyze , wanneer de veelvermogende bezwaard worden, waarvan dan ligtelyk het gevolg is, dat het Land door dezelve wordt verlaten of althans veelvermogende Vreemdelingen niet verkiezen zich met de woning in zulk een Land neder te zetten; — ook tragten de veelvermogende dan op alle mogelyke wyze hunne inkomften te vermeerderen, het geen de Kooplieden byna ogenblikkelyk kunnen doen door de verhoging van de prys der Waaren; —~ de Rentenier tragt de renten, de Huiseigenaar de huishuuren te verhogen;
Hoe nadelig het een en ander is, zal niet nodig ayn te bewyzen, en het was daarom te regt dat de beroemde Sylly zeide, „dat ieder nieuwe Belasting een verzwakking van den ftaat is." Wan-



C »3 3
Wanneer de Belastingen op eene dezer drie Clasfen verminderd worden, heeft het tegenovergeitelde van het hiervoren gemelde Plaats en het Land vaart wel, het welk geen verder betoog behoeft.
Wanneer eene der drie Clasfen vermindering in de Belastingen verkrygt en de beide andere of ene van dezelve in Propofitie word verhoogd, dan zal, indien de minstvermogende Clasfe vermindering van Belasting verkrygt, het natuurlyk gevolg daar van wezen, dat wel met de tyd de daghuuren daalen en langzamerhand de evenredigheid wederom herfteld word, dog daar dit niet fpoedig kan gefchieden, maar de daghuuren nog een tyd lang op de oude hoogte zullen blyven ftaan, zoo word hier door de populatie vermeerderd, zoo door het meerder trouwen der Ingezetenen, als door dien zich dan de Vreemdelingen, aangemoedigd door de nog hoge daghuuren en geringe Belastingen, in het Land met de woning nederzetten; en door dien niemand eens in een Land gezeten zynde ligtelyk en zonder grote noodzaak wederom verhuisd, zoo blyft de meerdere Volkrykheid, niet tegenftaande het daalen der daghuuren, nog voortduuren; — door welke Volkrykheid de algemene werkzaamheid word vergroot, Fabriequen worden toegefteld en de lasten gemakkelyker gedragen, om dat er dan meer en meer raenfchen tot het dragen derzelver voor handen zyn.
Het is waar, zoo de meervermogende Clasfe meer bezwaard wordt, zoo word een gedeelte der meerdere verdienften der tweede Clasfe ook door die van de eerfte Clasfe gedragen, dog het voornaamfte daar van koomt ten laste van de veelvermogende; — het is ook waar, dat, zoo de veelvermogende of derde Clasfe meer bezwaard word er dan het geene hier vorens gemeld is uit voortvloeit, heen ter tyd dat het evenwigt en de evenredigheid in het dragen der Belastingen over de gehele Maatfchappy weder herfteld is; maar het is niet minder waar dat dit enige tyd aanhoud B 4 voor



C 24 ]
voor dat het plaats heeft, en dat geduurende die tyd de gemelde goede uitwerking plaats kan grypen.
Deze Hellingen die hier maar in het korte zyn opgegeven, zouden zeker tot een veel groter duidelykheid te brengen zyn, dog het aangevoerde zal genoeg wezen om alle twyffel weg te nemen omtrent de ftelling, dat de Belastingen hoe die ook gelegd worden, het zy door het meer bezwaren der minvermogende, der meervermogende of der veelvermogende, met de tyd de evenredigheid in het dragen der Belastingen over de gehele Maatfchappy altoos plaats grypt, en dat het dus in dien opzichte even veel is, hoe de Belastingen gelegd worden; — dan er zyn andere omftandigheden behalven de voorgemelde, die het niet minder als onverfchillig maken, op welke wyze de Belastingen geheven worden, welke nu zullen opgegeven worden, en welke te kennen des te noodzakelyker is, dewyl, in gevalle de een- en onverdeelbaarheid der Bataaffche Republiek en de amalgame van fchulden by de natie word daargeiteld, en er dan algemene Belastingen zouden worden ingevoerd, als wanneer uit hoofde van het groot verfchil in de foorten van Belastingen, hetwelk thans nog in de onderfcheidene Gewesten plaats heeft een min of meer geheel nieuw Syfthema van Belastingen zoude moeten worden ingevoerd, /het van het grootfte belang is de gronden te weten op welke zulk een nieuw Syfthema van Belastingen zoude moeten worden gevestigd; — en dus koomt hier van zelve de vraag vóór in de
VYF-



L 25 ]
V *Y F D E AFDELING.
Wat by de invoering van nieuwe Belastingen en dus zoo veel te meer by het invoel-en van een geheel nieuw Systhema van] Belastingen moet worden in het oog gehouden?
Deze zyn,
Dat de Belastingen aan weinig of gene fraudes onderhevig zyn, dewyl daardoor de evenredigheid in het dragen der Belastingen word weggenomen, en de eerlyke man betaald, terwyl.de oneerlyke geheel of gedeeltelyk vry blyft, en langzamerhand meer en meer ongevoelig wordt voor het plegen van onrecht, waardoor zyn redelyk beftaan al verder wordt bedorven; — een kwaad, hetwelk zich aan alle zyden uitbreidt, tot dat eindelyk de gehele natie zelve daarvan aanftoot lydt.
Dat de ontfang en invordering der Belastingen gemakkelyk zy en met de minfte onkosten kan gefchieden.
Dat de wyze, op welke de Belastingen geheven worden gemakkelyk zy voor hun, die de Belastingen moeten opbrengen, want alle ongemakkelykheid, moeite en tydverfpilling, die hier mede in zeer vele Belastingen gepaard gaat, word niet alleen wel ter dege by die gene, die de Belastingen dragen, het zy by het werkloon, het zy by de prys der Waaren berekend, maar de Belastingen zelve brengen hierdoor ook minder op, doordien de moeite, die de aangeving en betaling vergezeld eene reden te meer is om te frauderen, en de nodig waakzaamheid hier tegen word bezwaarlyker en meer kostbaar.
Dat de tyd en wyze van betaling der Belastingen zoo gefteld worden, dat die voor de Contribuanten de gefchiktfte en gemakkelykfte zy.
B 5 Dat



C *5 1
Dat de Regering altoos na genoeg zeker zy van het quantum, dat de Belastingen over het geheel zullen opbrengen.
Dat de Belastingen over het geheel zoo evenredig over de gehele Republiek gedrageu worden, als enigzints mogelyk is.
De oneevenredigheid, die hier in plaats zoude kunnen hebben, met betrekking tot deeze of gene gedeeltens van de Republiek met zekerheid kunnen worden ontdekt, geverifieerd en verbeeterd.
Dat ten dien einde de gedeeltens der Republiek, die de bevinding zoude leeren te zwaar belast te zyn, op eene gemakkelyke en geregelde wyze kunnen worden ontlast, en die te weinig belast mogten wezen, kunnen worden verhoogd in evenredigheid met de overige gedeelten.
Dat dit zelfde op eene gemakkelyke en geregelde wyze ook omtrent particuliere Perfonen zoude kunnen plaats hebben, ten einde alle billykè. redenen van klagte, die zeer dikwyls door zware fchadens en geledene verliezen, door brand of anderz:nts, kunnen plaats hebben, en van die gegronde klagten, die by het eerfte invoeren van algemene Belastingen byna onvermydelyk plaats moeten hebben, voor een tyd en zoo lang nodig, konden worden weggenomen.
Dat de Belastingen over het algemeen.op eene gemakkelyke en evenredige wyze kunnen worden verhoogd, naar mate het belang van de Maatfchappy zulks vordert.
Dat een ieder altoos met zekerheid weete, hoe veel hy in gewone omftandigheden ieder Jaar moet betalen in proportie en evenredigheid met anderen, om zich te kunnen beklagen en redres verzoeken, zoo hy te veel betaald.
Dat het gemakkelyk zy, zoo wel voor de Regering, als Ingezetenen, die gene te ontdekken die te weinig betalen.
Dat in cas van fraudes, de fraude gemakkelyk zy te ontdekken en te verbeteren.
Dat



C *7 3
Dat dat gene waaromtrent de fraude plaats heeft niet ligt verborgen kan gehouden worden, maar altoos voor behoorlyk onderfoek bloot fta.
Schoon er nu nog wel meer wenschlyks zal zyn , ter verkryging van het welke, zulk een nieuw Systhema, of ltelzel van Belastingen zoude dienen te warden ingericht, als thans by de daarltelhng en invoering 'van hetzelve zoude behoren in het oog te worden gehouden, zoo zoude het waarlyk al<?enoeg zyn, indien het voren gemelde daarby plaats konde hebben; — en niemand, zal dus ten kwaden kunnen duiden, dat hier ter bereikende daarvan wordt voo gefteld het volgende.
SESDE AFDELING.
Plan van een Systhema van Belastingen, het welk zoude kunnen worden ingevoerd, overeenkom/lig met de voorgemelde Grondregels , voor zoo verre zulks by eenig ander Systhema of Plan van Belastingen mogelyk is.
De Belastingen, die het meest aan de voorgeftelde Grondregels voldoen, zyn, zoo als uit het voorgaande is gebleken, de Belastingen op Landen en Huizen, waarby men nog die op de Collaterale fuccesfien en vrywillige verkopingen zoude kunnen voegen, gelyk mede misfchien ook die op het gezegeld Papier, fchoon de^e zeker onder de minverkieslyke zoude behoren.
Er zullen zeker zeer veele tegenwerpingen kunnen en dadelyk worden gemaakt om alle Belastingen tot die weinige te bepalen, maar behalven dat vele van die tegenwerpingen op alle Belastingen toepasfelyk zyn, en gevolgelyk tegen zulk een Plan van Belastingen in het byzonder niet kunnen
gel-



t 28 ]
gelden, zoo liaan tegen de zwarigheden, die met recht tegen dit Plan gemaakt zouden kunnen worden, zulke grote voordelen over, en tegen de andere wyze van Belastingen zyn ook zulke grote en gewigtige zwarigheden te maken, dat men by een nauwkeurig, bedaard en onbevooroordeeld onderzoek zal bevinden, dat deze wyze van Belasting verre te verkiezen is boven de andere.
Daar, gelyk reeds boven gemeld is, de eenheid en onverdeelbaarheid der Bataaffche Republiek, gelyk mede.de amalgame der fchulden, en de Rechten van den Mensch. en Burger met het algemeen maken der Belastingen zulke voorname ingrediënten van het Plan der Conftitutie voor de gemelde Republiek fchynen te zullen uitmaken, zoo is het te wenfchen, indien dat Plan door het Volk van Nederland wordt aangenomen, dat dan ook de Gelykheid en Broederfchap d .delyk, vooral in de evenredigheid der Belastingen moge blyken, want zoo dit niet gebeurt, en zoo een gedeelte van het Volk door overftemming het andere gedeelte meer als zich zelve wil bezwaaren, en meer belasten, als overeenkomende is met desfelvs waar vermogen niet alleen, maar ook naar mate dat de Ingezetenen zig door de legging van het Land, aan de Zee, aan Rivieren of bevaarbare Canalen, met een gelyk vermogen een meerder of minder Jaarlyks inkomen kunnen verzorgen; dan zal de vastheid en kragt, die men zig van die eenheid, onverdeelbaarheid en ineenfmelting der fchulden en algemeenheid der Belastingen belooft, of in het geheel geen plaats hebben, of van korte duur zyn, als moetende zulk een vastheid dan alleen gegrond zyn op geweld en overheerfching, en niet op het algemeen geluk en de algemene wel te vredenheid der Ingezetenen in alle de delen der Republiek over den Staat van zaken j want het is toch op zul< een algemeen genoegen dat de ware vastheid der Conftitutie en der Republiek zelve gegrond moet zyn.
la



C 29 ]
Tn deze hoop zal het dan niet ongevoeglyk wezen eerst een fchets van de wyze der voorgetelde Belastingen te geven, vervolgens daar van de voordelen aan te wyzen, en eindelyk de zwarigheden die er tegen zouden kunnen worden ïngebraet, te beantwoorden.
De Belastingen op het Land of zoo genaamde Verpondingen, zoo verre dezelve bevorens in de Provinciale Casfa gekomen zyn, zouden moeten blvven, zoo als die nu zyn, behalven dat dezelve met de Impofitien op het Vee en bezaaide Landen of andere diergelyke zouden moeten worden vermeerderd in ieder Departement, of Diftrift, zoo als die bevorens zyn betaald geworden en deze Belastingen daar door geredimeerd, waar door dan de Inwoners der Diftriften en Departementen gene reden zouden hebben zich over de verhoging van deze Belasting te beklagen. .
De tweede Belasting zoude zyn op de Huizen, ~ ten dien einde zouden de Huizen door de gehele Bataaffche Republiek door des kundigen moeten worden getaxeerd, niet als oud of nieuw, maar naar de waarde die zy zouden hebben 111 Cas van verkoop, of na de huure die zy zouden kunnen doen, welke beide te gelyk in aanfchouw zouden moeten genomen worden. :-|,-: • . » . ■ r
De Huizen zouden na deze taxatie in Clasfen moeten worden verdeeld, en zoude deze Belasting door de Eigenaars moeten gedragen worden.
Dan zoude er op de Huizen na dezelfde taxatie nog eene tweede Belasting gelegd moeten worden tot redemtie van alle andere Belastingen uitgezonderd die op de Collaterale fuccesfien, vry willige verkopingen, en zoo nodig ook het gezegeld lapier welke tweede belasting door de huurder zoude moeten worden betaald.
De eerfte Belasting op de Huizen zoude zodanig moeten wezen ingericht dat de eerfte en de twede Clasfe van hondert en twee honderd Guldens waarde niets betaalden, de derde van drie hondert drie
Gul-



C 3° ]
Guldens, en hier van dan zodanig opklimmende tot die van tien duizend Guldens, welke hondert Guldens zouden betalen, en zoo van de Huizen van grotere waarde in proportie.
Van de tweede Belasting op de Huizen van fes hondert GuMens waarde twee Guldens in het jaar moeten betalen, terwyl die van tien duizend Guldens twee hondert en vyftig opbragten; de verdeeling der Clasfen die daar tusfchen en boven gingen in proportie.
De eerfte Belasting op de gemelde wyze gemaakt zynde, het zy wat hoger of zoude moeten vast ftaan, eeven als die op de Landen.
De tweede Belasting op de Huizen zoude niet betaald moeten worden als van Huizen, die dadelyk bewoond worden, en zoo iemand twee Huizen bewoonde, als een in de Zomer en het andere in de Winter, dan zoude hy van het hoogst in taxatie ftaande moeten betalen, dog van het andere vry zyn, mits daarin niet meer als een of twee Perfonen tot bewaring van het Huis bleven wonen 5 Dewyl hy en zyn gezin niet veronderfteld kunnen worden op meer dan eene plaats te leven, en hunne kost, drank, kleding en andere levensnoodwendigheden te gebruiken, waarvoor deze Belasting in plaats zoude komen; dog de eerfte Belasting zoude in alle gevallen moeten betaald worden.
De grondllag waarop de tweede Belasting op de Huizen rust is de vooronderftelling, dat de menfchen over de gehele Republiek beetere of flegtere Huizen bewonen naa mate van hunne vermogens en middelen van beftaan, en waarlyk als men de Huizen in Drenthe, Staats Braband en andere Provinciën vergelykt met de. Huizen, die in Holland, Zeeland en andere Provinciën, zoo wel in de Steeden als te platten Lande gevonden worden, zal men bevinden, dat deze vooronderftelling niet ongegrond is.
Maar gefteld zynde, dat dezelve ongegrond was, en dat het vermogen van het eene Diftricï: niet gelyk



C 31 3
lyk ftaat met de vermogens van een ander Diftricï: of Departement in proportie van de taxatie der Huizen, en de daaruit berekende Belastingen, zoo zoude dit zeer wel te verhelpen zyn, door de Belastingen op de Huizen in de minvermogende Departementen of Diftricten in proportie van de taxatie, zoo veel nodig te verminderen of in de meervermogende te verhogen, tot dat er een behoorlyke egalifatie en eevenredigheid plaats hadde.
De tweede Belasting op de Huizen is, behalven de voorgaande ook op deze vooronderftelling gegrond, dat ieder mensch of huisgezin, over het geheel genomen, een Huis bewoont en vertering maakt min of meer overeenkomftig met zyn vermogen of verkiezing, en daar deze Belasting in de daad niet anders zoude zyn dan een verwisfeling van verfchillende Belastingen tegen deze eene, zoo zouden de betalers van deze tweede Belasting geene wezendlyke redenen van klagte hebben, vooral daar zy des noods een grotere voor een kleinere Behuizinge naar hun welgevallen zouden kunnen verwisfelen, of dat ook na gelegenheid van zaken hierin zoude kunnen worden voorzien.
Uit de vergelyking van de oude met deze nieuwe Belastingen zoude kunnen geblyken de onevenredigheid, die er in de Departementen en Diftridten tusfchen de oude en nieuwe Belastingen zoude mogen zyn, en dezelve kunnen worden weggenomen, gelyk mede de onevenredigheden tusfchen de particulieren zouden kunnen worden uit den weg geruimd , met door den druk gemeen te maken de Lysten der taxatie van de Huizen, op dat de particulieren, zoo wel als de Diftricten en Departementen zouden kunnen weten, hoe hoog zy in proportie van anderen getaxeerd zyn, en dus zoo nodig, na redelykheid vermindering erlangen; buitendien zouden er zekerlyk in onderfcheidene Diftriólen en Departementen, of wel over het geheel deze en gene bepalingen gemaakt moeten worden ter bevordering van het ware algemeen geluk;
Dog



[ 3* ]
Dog dit zoude by de daarftelling en voor het in train brengen van deze Belastingen kunnen gefchieden, of het gebrekkige dat zich by de ondervinding zoude mogen ontdekken kunnen worden verholpen.
Het is waar, dat dit alles vooronderfteld deugd en welwillendheid in de beftierders en uitvoerders der taxatie, dog zoo deze hierin al te kort kwamen , het welk willend of onwillend zoude kunnen gefchieden, konde zulks echter herfteld worden door de publiciteit der taxatiën ; — welke publiciteit teffens tot een teugel voor de taxateurs zoude dienen, en een ieder naar zich zeiven kunnen oordelen, of hy te hoog getaxeerd was.
Het zoude derhalven alleen op de Volks-Reprefentanten in de Diftricten, Departementen en Nationale Vergadering, of welke anders de Hoogst geconftitueerde Magt in de Republiek mogte zyn, aankomen ;
Dog zoo de Conftitutie aangenomen wordt, en het Volk dan gene eerlyke, kundige en deugdzame mannen tot hunne Reprasfentanten verkiest, dan is het met de Republiek gedaan, hoe fchoon ook de naam van Bataaffche Republiek moge klinken, èn er zullen by zulk een ongeluk, 't welk God verhoede, geene middelen ontbreken, om de Belastingen , hoe die ook gelegd mogen worden, onevenredig te doen dragen, zoo wel tusfehen particulieren en particulieren, Diftricten en Diftricten, als tusfehen Departementen en Departementen.
Het is niet noodzakelyk dat de invoering van deze Belasting op de Huizen op eenmaal gefchiede.
Men zoude, de taxatie in order gebragt en gereguleerd zynde, na dat dezelve ten minften een Jaar aan het Volk bekend ware geweest, eerst maar een klein gedeelte van de eerfte eh tweede Belasting op de Huizen kunnen laten betalen met vermindering of gehele wegneming van een of meer der oude Belastingen naar evenredigheid, en dan op dezelfde wyze met de verhoging van deze beide Belastingen voor en na voortgaan* tot dat alle
de



C 33 ]
de oude Belastingen zouden wezen afgefchaft, en door de nieuwe vervangen ; — die wanneer zy deze proeve hadden doorgedaan, en goed bevonden waren, op eene zodanige evenredige wyze zouden kunnen worden verhoogd of verlaagd, als met 's Lands heil en behoeftens overeenkomende zoude zyn.
ZEVENDE AFDELING.
Voordelen van dit nieuw Systhema boven het oude.
De voordelen van deze Belasting op de Landen en Huizen boven andere zoorten van Belastingen zyn;
Dat de Schattingen geregeld, het zy Maandelyks of zoo als het anders goedgevonden mogte worden, in 's Lands Casfa komen.
Dat de Regeering vóóruit na genoeg zeker kan zyn van het quantum der Penningen die te ontfangen zyn.
Dat er gene of zeer weinige fraudes kunnen plaats hebben, en er by gevolg geen kostbaar en lastig ovtderfoek met den train van Procesfen, die daaruit voortvloeyen nodig is, en daardoor het maken van ongelukkige Menfchen en Huisgezinnen wordt vooroekomeir, — gelyk mede dat de oneerlyke fluiter geheel of ten dele vry blyft, terwyl de eerlyke man' betaald, sn het zedelyk charaéter der Natie niet meer en meer word bedorven;
Dat het Land, de Huizen en Mobilia een zeker onderpand zyn voor de Belastingen.
Dat een ieder voor uit weten kan, wat en hoe veel hy in het Jaar moet betalen.
Dat de verhogingen en verlagingen evenredig kunnen gefchieden, het welk met andere Belastingen onmogelyk is.
Dat de Volks-Reprefentanten zelve kunnen beoordelen, of de Diftricten en Departementen waarC « lyk



I 34 J
tyk te hoog of te laag belast zyn in evenredigheid 1 van de andere.
Dat de particuliere Perfonen na omftandi<dieid van zaken op eene gemakkelyke en openlyke wyze kunnen worden verligt.
Dat de Arbeids- en Handwerksman op eene geregelde wyze weinig of niets zoude behoeven te betalen, waarvan het gevolg zoude zyn, eerst vergenoegdheid met de Conftitutie en vervolgens vermeerdering der populatie, van het welk wederom het gevolg zoude zyn, vermindering der Arbeidslonen, en hiervan bloey en welvaart der Fabriquen en Trafiquen die tog door Belastingen op den invoer van de bewerkte, of op den uitvoer van de onbewerkte ftoffen nimmer weder tot bloey kunnen worden gebragt, als voor zoo verre het Binnenlandsch debiet betreft, en by gevolg ten koste van hunne Mede-Ingezetenen, die dan de gefabriceerde Goederen zoo veel duurder moeten betalen, als nodig is om de Binnenlandiche Fabriquen en Trafiquen te vergoeden de verminderde pryfen, waarvoor zy hunne Goederen anders zouden moeten geven om gelyk te Maan met de Buitenlander, niet tegenftaande die, boven de Arbeidslonen en behoorlyke winften, ook nog de kosten, fchaden en het gevaar van hev vervoer over Zee of Land moet betalen; waaruit dan van zelfs volgt, dat een Buitenlandsch debiet op die wyze nimmer kan worden verkregen., maar wel door de veria-, ging der daglonen, waardoor de Binnenlander met de Buitenlander tot het beter koop fabriceren en trafiqueren der ftoffen, zoo niet geheel, althans teii dele wordt gelyk gefteld.
Dat de verhoging en verlaging der Belastingen overal op een evenredige wyze en op de eene plaats niet meer als op de andere drukkende kan gefchieden.
Mogelyk zullen hieruit nog meerdere voordelen voortfpruiten, dan wanneer iemand deze gemelde voordelen met aandagt en een Vaderlandsch hart
oyct*



[ 35 3
(-verwogen en vergeleken zal hebben met dien drom van nadelen, die uit het tegenwoordig Systhema van Belastingen voortvloeyen, en die nog waarfchynlyk verder niet minder de natuurlyke gevolgen van andere algemene Belastingen over de gehele Bataaffche Republiek zullen zyn, en ook overweegt hoe dezelve als dan ten hoogden onregelmatig en onevenredig kunnen worden geheven, zonder dat zulks zoo veel in het oog zoude vallen, zullen by een bedaarde wel overdagte en onbevooroordeelde befchouwing van dit Plan vele zwarigheden verdwynen, door de vooroordelen overtroffen of althans opgewogen worden, als genoegzaam zyn om van de meerdere aannemelykheid van dit Plan boven de andere overtuigd te worden.
Dan het zal nogthans niet ondicnflig zyn enige zwarigheden op te losfen, en aantetonen, dat die in alle Plans van Belastingen, althans in effecl:e,op dezelfde wyze voor handen zyn.
AGTSTE AFDELING.
Zwarigheden tegen dit nieuwe Plan beantwoord.
Onder deze zwarigheden zoude kunnen worden gebragc, dat het altoos gevaarlyk is, grote veranderingen in de Belastingen te maken, om dat alles zich daarna thans heeft gefchikt, de koopprys van veele goederen daarna eene bepaling heeft gekregen, en dat de Belastingen, die nu door de tyd een zeker zoort van evenredigheid hebben gekregen, dan wiskundig op zommige gedeelten van 's Lands Ingezetenen, althans in het begin, meer zouden drukken als op andere, en by gevolg ontevredenheid by dezelve veroorzaken.
En deze.zwarigheid heeft zoo veel te meer grond, om dat het niet onwaarfchynlyk is, dat de confuC 3 fie



C 36 3
fie in de Finances van Frankryk wel zekerlyk voer; het grootfte gedeelte aan de grote veranderingen, die aldaar in het Politicq beituur, en den geweldigen Oorlog, die daarvan het gevolg is geweest, zyn toetefchryven, dog ook ongetwyffeld haar oorfprong mede gehad hebben in de grote veranderingen die daar in de Belastingen gemaakt zyn; — zelf zyn de geweldige troubles die in de Vendée, Lyons en andere ftreeken hebben plaats gehad, en die zulke ftromen Burgerbloed gekost hebben, niet onwaarfchynlyk al mede voor een gedeelte haar oorfprong verfchuldigd aan de grote veranderingen in de Belastingen, daar het dog volgens de opgave van Necker niet onduidelyk is, dat de Provincie van Bretagne bevorens minder is belast geweest, en gevolglyk zich door de nieuwe Belastingen, op de Landen, als anders meer bezwaard hebben gevonden als bevorens, te meer daar het toch zeker is, dat de Ingezetenen van gemelde Provincie in het begin der Revolutie zeer fterk tegens de Royalisten, of ten minften tegen den Adel gewoed hebben, dog naderhand zoo geheel in hunne denkwyze dien aangaande fthynen veranderd te zyn.
i Zoo nu dit geheel of gedeeltelyk waarheid is, zoo zal zulks den Staatsmannen tot eene lesfe kunnen verftrekken, hoe gevaarlyk het is, vooral by grote veranderingen in de Regeringsform, en wanneer de Belastingen over het geheel niet kunnen worden verminderd, fommige gedeeltens van den Staat te ontlasten, en anderen dien te gevolge hoger te belasten, als zy bevorens belast zyn geweest.
Ja zelf, al zyn de Belastingen over het geheel en ook op de gedeeltens van een Land niet meerder drukkende als bevorens, zoo zal het toch aan intriguanten, baatzuchtigen en na onrust hakende menfehen nimmer aan voorwendfelen ontbreken, om ook dan, door de gemaakte veranderingen in een haatlyk daglicht te doen voorkomen, en daar door hunne heilloze oogmerken zo mogelyk te bereiken. Men



[ 37 1
Men zoude hierop kunnen antwoorden, dat deze
zwarigheden tegens alle verandering in de Belastingen even eens werkten, en dus op de voorgeftelde veranderingen niet meer, als op alle andere toepasfelyk waren; — gelukkig echter fchynt zulk een antwoord, hoe veel of weinig afdoende hetzelve zoude mogen zyn onnodig, daar de invoering van dit Plan zoo langzaam men het goed mogte &vinden, en telkens met eene evenredige vermin lering der oude Belastingen gepaard, zoude kunnen gefchieden.
Het volgt hieruit van zelf, dat de oude Belastingen, voor zoo verre die niet wierden afgefchaft, en door nieuwe vervangen, zouden moeten worden, geheven, op den zelfden voet, zoo als nu gefchied, terwyl dan alleen de Ontfangers verpligt zouden moeten worden om de ontfangene Penningen in het Comptoir Generaal der Republiek te Horten, voor zoo verre die niet tot de Departements uitgaven nodig bevonden wierden, voorts aan het generaal bellier Rekening en Verantwoording van hunne ontfang en uitgave doen, waar uit dan van zelv zoude geblyken, wanneer er een behoorlyk toeverzicht, op het innen van s'Lands Belastingen gehouden wierd, hoe veel door de Ingezetenen van ieder Provincie thans Jaarlyks wordt opgebragt; —■ welke opbrengst dan min of meer zoude kunnen worden gecompareerd met de opbrengst van deze nieuwe Belastingen, en daaruit beoordeeld of de Landfchappen door de nieuwe Bel stingen hoger bezwaard wierden, als zy bevorens bezwaard waren geweest, als wanneer die Landfchappen die te hoog bezwaard mogten zyn geweest volgens dit Plan voor het vervolg evenredig belast zouden worden met de andere; '
Wanneer nu deze converfie zodanig gefchiede, dat het gene genoegzaam als dire<ft van het Land koomt, als by voorbeeld: het Hoorngeld, en de Belastingen op de bezaaide Landen op het Land gelegd, en de Verpondingen daarmede verhoogd C 3 wier-



[ 38 3
wierden; — de Schoorfteengelden en dicrgelyke Impofitien in de Verponding of eerite Belasting op de Huizen, en voorts alle andere Impofitien voor en na in de twede Belasting op de Huizen wierde veranderd, zoo zoude ieder Ingezeten telkens by de converfie der Belastingen na genoeg van de oude Belastingen zoo veel worden ontlast, als hy by" de nieuwe wierd bezwaard, en daar het zeer onverfchillig is, wanneer men een zekere iumma betalen moet, onder welke benaming die betaling gefchied, zoo is het maar alleen nodig, om de klagten voor te komen, dat men op de eene wyze meer betalende, teffens gewaar wordt op een andere wyze in evenredigheid te worden ontlast.
Zoo nu hier by nog een grotere gemakkelykheid of minder omflagtigheid in de betaling der Belastingen kwam. dan is het waarfchynlyk, dat zulks de algemene goedkeuring zoude weg dragen, althans de ongenoegens zoo veel mogelyk worden voorgekomen.
Een twede zwarigheid zoude kunnen zyn, dat een ieder die een Huis van mindere waarde bewoonde, fchoon meer vermogend, in proportie minder zoude betalen, als een min vermogende, niet alleen dan, wanneer hy een Huis van grotere waarde, maar ook, wanneer de min vermogende een Huis van gelyke waarde bewoonde, en dat* dien ten gevolge de belasting, zeer onevenredig zoude gedragen worden.
Deze zwarigheid fchynt onoplosbaar, als kunnende en zullende ook waarfchynlyk plaats, hebben; maar daar op kan worden geantwoord, voor eerst, dat dit geen plaats heeft by de Belasting op de Landen, riog ook op het Collateraal, Vrywillige Verkoping of het Gezegeld Papier; ' Ten tweden, dat die zwarigheid ook niet, of zeer weinig kan werken tegen de Verponding of Belasting op de Huizen.
Ten derden, dat deze zwarigheid dus alleen of pieest al zoude werken tegen de twede Belasting
op



C 39 3
op de Huizen, die komen zoude in de plaats van de Belastingen op de Levensmiddelen, op de Stoffen tot Kledinge benodigd, of diergelyke meer.
Wanneer men dit nu wel ovenveegd, zoo volgd van zelfs, dat de gemaakte zwarigheid eeven zoo wel, en met recht gemaakt kan worden, tegen de oude Belastingen op de Levensmiddelen, en die verdere Belastingen, die in de twede Belasting op de Huizen zouden worden geconverteerd, als tegen de twede Belasting op de Huizen zelve; — daar het zeker is, dat men zich eeven goed kan onthouden van het gebruik van die Levens-noodwendigheden, of aangenaamheden, die zwaar belast zyn, wanneer men zich met minder belaste wil vergenoegen, als men zich van het bewonen van een"groot, fraay, aangenaam, dog kostbaar Huiskan onthouden, als men zich met een geringere Woning wil behelpen, en dat by gevolg deze zwarigheid vervalt, om dat die op de beide foorten va°n Belastingen even eens toepasfelyk kan worden gemaakt, en tegen beide met dezelfde kragt kan worden aangevoerd; dog er is een reden voor de twede Belasting op de Huizen, die voor de Belasting op de Levensmiddelen, Stoffen tot Kleding enz. niet is, namentlyk, dat een Huisgezin met vele Kinderen belast, zich veel gemakkelyker in een klein Huis kan behelpen, als zich te onthouden van de nodige Levensmiddelen van voedzel
en dekzel; TT . . , . ,
Het is wel waar, zulk een Huisgezin zoude zich ook kunnen bepalen aan zulk foort van dekzel en voedzel, als het minst belast zyn, maar men behoeft maar voor eens het befluit te nemen, om een kleiner of minder kostbaar Huis vóór te trekken boven een kostbaarer, waarna men zich aan de bewoning van zulk een Huis gewend, en dus niet ligt befluit om, zoo lang de inkomflen niet verbeterd zyn, van Woning te veranderen, te meer daar het verhuizen van het ene huis in het andere aan veele bezwaarlykheden onderhevig is i teiwyl men C4 t(*



C 40 ]
tot de bezuiniging in dekzel en voedzel geduurig de begeertens van zich zelf en zyn Gezin moetende tegenftaan, veel meer aan verleiding bloot ftaat; —- en het is juist dit, dat de huishouding meer en meer kostbaar maakt, naa mate de impofitien op dekzel en voedzel verhoogd worden, de huwelyken en by gevolg de populatie belet.
Het is waar, men zoude kunnen zeggen, dat zoo minvermogende zig ligt gewennen in een min kostbaar Huis, de meervermogende zulks insgelyks doen kunnen; dit is in het afgetrokkene waar, maar in der daad zal men meest al zien, dat het gros der menfchen, zoo wel de meer- als minvermogende, eenige weinige uitgezonderd, zoo als men zegt hunne tering naar de nering zetten; en zoo er al éen aantal gevonden mogte worden, die zich door het bewonen van een min kostbare Behuizinge aan het dragen van deze belasting zouden mogen onttrekken, dan zouden deze in zoo verre vallen in de Clasfe van die gene, welke gene vertering maken naar mate van hunne inkomften, waarvan hier na meer;
In allen gevalle, zoo deze laatfte zwarigheid al in zyn geheel plaats hadde, zoude het dog niet meer bewyzen, als dat deze zwarigheid niet meer gevonden wierd by de twede Belasting op de Huizen , als by de Belasting op de Levensmiddelen en Stoffen tot kledinge &c. benodigt, en zoude zoo als reeds gezegd is, dus deze zwarigheid tegens de beide foorten van Belastingen evenveel, en dus niets ten voordeele van de een of de andere bewyzen, als voor zoo verre het die huisgezinnen betreffen zoude waar in veele kinderen zyn, dog het hier omtrent bygebragtte, doet zulks meer te wenfchen als te vrezen voorkomen.
Men zoude nog eene zwarigheid tegens de twede Belastinge op de Huizen kunnen maken, dat wanneer de Koophandel, die dog geheel in levens benodigdheden of aangenaamheden beftaat, dus geheel onbelast bleef, de Koopman by gevolg zyn aandeel
niet



[ 4i 3
niet zoude betalen in de algemene Landslasten, dog dit denkbeeld hoe zeer ook thans algemeen aangenomen, fchynt hersfenfchimmig.
De Koopman moet in zesderley betrekkingen befchouwd worden.
Voor eerst, niet als Koopman, maar enkel als Medelid van de Maatfchappy, als zodanig zoude hy in alle Belastingen en dus ook in de twede Belasting op de Huizen in evenredigheid betalen als zyne Mede-Ingezetenen.
Ten tweden als Koopman in binnenlandfche Goederen, die binnenlandsch worden gebruikt, in dit
feval bereekend hy de Belastingen die hy van die [oopmanfchappèn moet betalen, boven zyne natuurlyke winst, en verkoopt dus die belaste goederen zoo veel duurder, als nodig is om zyne natuurlyke winften te kunnen behouden, zonder welke hy geen Koopman zoude kunnen blyven. Hier uit gcblykt dat in effect niet de Koopman, maar de Koper de Belastingen betaald, en het dus voor den Koopman behalven de moeite van het aangeven en het verfchot der penningen tot betalinge van de Belastinge nodig, welk een en ander hy toch ook in de verkoop-prys berekend, zeer onverfchillig is of deze goederen belast zyn dan niet:
Ten derden als Koopman in goederen die van buiten inkomen en binnen 's Lands worden gebruikt, volgt het van zelvs dat even als in het voorgaande "geval het de binnenlandfche Gebruiker is en niet de Koopman die de opgelegde Belastingen betaald.
Ten vierden als Koopman in goederen die buitenlandsch worden verkogt, daar de buitenlandfche marktprys dezer goederen mede niet of zeer weinig word aangedaan door de binnenlandfche Belastingen, vooral, daar in dit Land, weinige of geene lands voortbrengfelen vallen, die in andere Landen niet mede worden voortgebragt, zoo volgd van zelvs dat de daar op gelegde Belastingen geheel of genoegzaam geheel op de binnenlandfche eerfte Verkoper vallen. C 5 Ten



C 4* ]
Ten vyfden als Koopman in Goederen die binnen 'sLands niet vallen, maar van Buiten tot Binnenlandsch gebruik worden ingevoerd, volgd het uit het voorgemelde dat het hier de Binnenlandfche gebruiker is die de Belastingen betaald.
Ten zesden als Koopman in Goederen die van buiten 's Lands worden ingevoerd en wederom het zy bewerkt of onbewerkt Buitenlandsch worden uitgevoerd; van deze moet de Koopman zelve of de Buitenlander de op die Goederen gelegde Belastingen draagen, of die worden door de Buitenlandfche Verkoper of Gebruiker gedraagen.
Het volgt .uit de natuur van de zaak, dat zoo de Koopman de Belastingen draagt, hy dan zo veel te meer moet winnen, of zig met minder winst te vreeden houden.'
In het eerite geval kan hy tegen den Buitenlandfche Koopman niet markten: En in het tweede geval word het zyn zaak, zig na buiten 'sLands met de woning te begeven, of zoo dit al niet gefchied, worden de Vreemdelingen zeeker niet aangemoedigt zig hier te Lande neder te zetten en daardoor de bevolking te vermeerderen.
Het zoude eene ellendige tegenwerping zyn, dat de Koopluiden van buiten 's Lands zouden inkomen, hier ten kosten van den Inlander hun geld winnen, en dan weer met hun geld na buiten 'sLands vertrekken, want voor eerst daar het onmogelyk zoude zyn voor zulk eene om in dit Land geld met de Koophandel te winnen, zonder dat ook veele andere Perfonen wiens gebruik hy tot zyn bedryf nodig heeft daarby mede hun lusten en voordeel zouden vinden, en hy zelve ook gedurende zyn verblyf in dit Land zyn aandeel in de algemene Belastingen moet dragen, het welk reeds zoo veel nut voor het algemene belang is, zoo is er ook gene reden, het Climaat uitgezonden, dog het welk zeer zelden by iemand in aanmerking word genomen, waarom iemand die zig hier hadde neer gezet om geld te winnen, niet liever hier zoude
bly-



[ 43 3
blyven en zyne kinderen, zoo hy die hadde, in dezelvde ge!ëf:endheid om geld te winnen, zetten, als zig het zy met of zonder dezelve na een ander Land te begeven, waar de reden om dewelke hy zio- hier hadde neergezet, namelyk om geld te winnen, niet voor handen zoude zyn; dan,"hier koomt nog by, dat, hoe de Belastingen ook betaald worden, deze zwarigheid altoos dezelfde blyft, terwyl hy zig weinig gelegen zal laten leggen op welke wvze, maar wel hoe veel hy moet betalen, en dewyl hier in gene verflimmering maar wel verbetering zoude komen zo zoude juist het tegenge ftel de van het gevreesde kwaad plaats moeten hebben Dan al was het ook dat de Buitenlandfchè Koophandel enige Belastingen konde velen, zoo fchynt het zeker, dat de invordering en het onderzoek tegen het frauderen van zulke Belastingen, zoo bezwaarlyk en kostbaar is, in evenredigheid met het gene het Land daarby bevoordeelt word, dat liet veel beter overeenkomt met het ware algemene Volksbelang, zulke Belastingen geheel weg te laten, als de Koophandel daar mede te bezwaren, en den Binnenlandfchen Koopman daar door in het geval te brengen van in den Koophandel niet op gelyke voet te liaan met den Buitenlander, iets het welk niet als nadelig voor het algemeen belang zoude kunnen zyn;
Alles wat hier van de Koophandel gezegd is, is even eens' toepasfelyk op de Fabriquen en Traliquen, zo dat het onnodig is, terwyl daarin vele verdelingen plaats zouden moeten hebben, ter vermydinge van langwyligheid daarvan verder iets te zeggen; als alleen dat zoo men al meende, dat de Koopman, Fabriqeur en Trafiqeur buiten gewoon moeste worden belast, zulks op de Pakhuifen en andere Behuifingen tot de Fabriquen en Trafiquen benodigt als mede op de Schepen zoude kunnen gefchieden, dog daar dit niet als zeer onevenredig zoude kunnen gefchieden uit hoofde van de mindere en meerdere waarde en voordeel die de C 5 ver-



C 44 3
verlchillende foorten van, Koopmanfchappen hebben en geven, zoo fchynen zulke extra Belastingen allezinds ten hoogften ongeraden.
Onder de denkbeelden die thans aan de order van den dag fchynen te wezen is mede, om dog voor al de Ryken of de Rykaarts zoo als die door fommige genoemd worden, te belasten;
Schoon het nu ten allerhoogften onredelyk zoude zyn, om de Ryken niet in evenredigheid met hun grootvermogen, in de Landslasten te willen laten delen; zoo is het dog ook zeker, dat het onredelyk zoude wezen dezelve boven die evenredigheid te willen bezwaren. Maar behalven dien is het in het geheel niet overeenkomende met het ware belang van de Natie in 't algemeen;
Voor eerst zoude het onredelyk wezen om dat zy met hunne grotere verteringen, reeds de Landslasten betalen, van alle die gene die zy perfoonlyk in hun dienst hebben en van die gene die mede hebben toegebragt tot de eerfte daarftelling en vervaardiging van het gene zy gebruiken, en by gevolg hier in met alle hunne Mede-Burgeren gelyk ftaan, maar zy ook nog by de voorgeftelde twede Belastinge op de Huizen in proportie veel meer zouden moeten betalen, zoo zoude het onredelyk zyn om dezelve nog bovendien te willen, bezwaren en dit zoude ook in 't geheel niet overeenkomende wezen met het ware Volks belang: want wie zoude durven vast ftellen, dat de Ryken of Rykaarts, zoo als die door fommige, zoo het fchynt juist niet met de grootfte welwillendheid, genoemd worden, wie zoude durven vastftellen, dat de Ryken onnutte Leden der Maatfchappye zyn zonder eens de verteringen die by Hun worden gemaakt en waarvan behalven de betalinge der Belastingen zoo veel andere Menfchen leven, in aanmerkinge te nemen? het is waar'er zyn Ryken die alleen als voor zich zeiven levende, een ledigen onwerkzaam leven leiden, dog deze ftaan hier in met alle andere lediglopers gelyk; maar
zyn



C 45 ]
zyn 'er ook geen werkzame Ryken, en kunnen deze werkzame Ryken gene ondernemingen doen en zaken ter hand nemen, die, of uit hoofde van de gevaarlykheid der ondernemingen of uit hoofde van de grote geld lommen die daar toe vereischt worden of door het belang moeten nazien van voordelen die door de aart der zaken, niet als na het verloop van ene lange tyd genoten kunnen worden; voor minder vermogenden of geheel onuitvoerlyk of onraadzaam zouden zyn, en is dit onnut voor de Maatfchappye; Het is waar 'er zyn Ryken die veel minder verteren als zy naar mate van Hun vermogen zouden kunnen doen. 4
Maar hoe is dat te beletten , zoo zy meer als in evenredigheid belast worden, zullen de zulke dan niet nog minder verteren, of het Land uitgaan, maar boven dien, zo zy hun geld en overwinften zelve niet gebruiken, word het da'fl niet tot voordeel en algemeen nut door andere gebruikt of zoo zy al Hunne inkomften opllapelden het welk tog maar zeer zeldzaam zal gebeuren, zullen zy het na hun dood in de kist kunnen mede nemen ? zal het dan misfchien niet in andere betere handen komen of zal niet volgens het oude fpreekwoord, na een goede winder komt een goed verllinder, deze Rykdom wederom in de ganfche Maatfchappye verfpreid worden? daar nu de meeste Rykdommen door de Koophandel en Fabryquen verkregen worden, en tot derzelver bedryf Rykdom nodig is, is het dan niet belagchelyk de Ryken of Rykaarts byzonder te willen belasten, en loopt dit behalven de bezwaarlykheid en zekere onevenredigheid in de uitvoeringe, niet in tegens het denkbeeld, zoo algemeen en met recht aangenomen, dat ons Land door de Koophandel en Fabryquen moet beftaan. — Men zoude nog by wyze van zwarigheid kunnen vragen ? Zullen de eerfte en twede Belastingen op de Huizen evenredig gedragen worden en niet aan fraudes onderhevig zyn, en zoo ja, zal er dan geen onderzoek moeten plaats hebben? Volkomen evenredig
zul-



C 4« 1
zullen deze Belastingen zeker niet gedragen worden. De fraudes zullen ook niet geheel kunnen worden geweerd, 'er zal dus onderzoek, 'er zullen onderzoekers nodig zyn ; maar de evenredigheid zal niet alleen in het begin, maar vooral als deze Belastingen eenige tyd zouden in werkinge zyn geweest zeer veel groter zyn als by de Belastingen, voor welke deze in de plaats zouden komen, mogelyk is en herlteld kunnen worden, zoo wel tusfehen Particulieren en Particulieren, Diftricten en Diftridten als Departementen en Departementen, zoo als hier bevorens reeds is gezegd, de fraudes zullen niet als zeer weinig kunnen zyn en altoos met zekerheid te ontdekken, om dat de Behuizingen des noods nagezien kunnen worden en het kwaad dus gemakkelyk kan worden tegen gegaan, het opzigt is by gevolg weinig, gemakkelyk en by gevolg niet kostbaar.
Nog zoude men eene zwarigheid kunnen maken fpruitende uit de gedurige verandering in de waarde van de Huizen, deze zwarigheid kan niet worden geheel weggenomen, dog dezelve zoude aanmerkelyk worden verminderd door de Taxatie-lyften alle 10, 15 of ao Jaar te laten vernieuwen, en de nieuws aangebouwde of verbeterde Huizen, zo lange vry te laten, hetwelk zo wel den aanbouw als verbetering der Huizen zoude bevorderen, en de Eigenaars, door het niet betalen of door het niet meer betalen als bevorens de Belastingen van de nieuws aangebouwde of verbeterde Huizen, enigzinds in de gedane kosten te hulpe komen waar door dan, na verloop der geftelde tyd 's Lands inkomflen zouden worden vermeerderd.
Men zal ook als een zwarigheid kunnen opperen de vraag, zal de opbreng der twede Belasting op de Huizen, genoeg opbrengen om het montant van de opbrengst der afgefchafte Belastingen te evenaren of te overtreffen? en deze vraag alleen zoude mogelyk by fommige genoeg zyn om het maar zonder veel moeite by het oude te laten be-
rus-



[ 47 ]
rusten en zig de daar mede gepaard gaande ongemakken en nadelen te getroolten. Dan, als men met die aandagt en bedaardheid, die het gewicht der zaken vordert, het gene bevorens gezegd is, gelezen en onbevooroordeeld overwogen heeft, zal deze zwarigheid van zelve vervallen; het is wel waar, dat men vooraf en zonder dat het geta} der Huizen in de Republyk opgenomen en getaxeert zyn, met geen mogelykheid kan bepalen hoe veel van ieder Behuizinge na proportie der waarde precies zoude moeten worden betaald, en men bygevolg ook niet vooraf zoude kunnen bepalen hoe groot den Jaarlykfchen opbrengst over de gehele Republyk zoude zyn, en zulks dus alleen by globale Calculatie zoude kunnen gefchieden. — Maar het is ook waar, dat wanneer er eens eene zo veel mogelyk evenredige Taxatie der' Huizen zoude zyn gefchied en derzelver getal nauwkeurig opgenomen, het een en ander, toegepast op het bevorens gemaakte Plan_, hoe veel door de Eigennaars van ieder Behuizinge, na derzelver waarde voor zyn aandeel in eene bepaalde fomma moeste worden betaald, zoude zeer gemakkelyk zyn op te maken en dus te zien of het montant der Penningen voldoende was aan het oogmerk; en even gemakkelyk om dat montant zno het niet voldoende was te vermeerderen door de-vevhoginge van het gemaakte Plan van de Belastinge op de'Huizen gelegd, na rato van een, twee, drie of meer Huivers in de gulden.
Nog zoude men kunnen vragen, zal dit niet eene enorme belastinge op de Huizen worden? dit zoude zekerlyk met jaa beantwoord moeten worden, als op deze wyze het geheele montant der penningen die tot beftuur der zaken van de Republyk benodigd zullen zyn, moeflen worden gevonden; tnaar wanneer men daar van aftrekt de grote foramen die de Belastinge op de Landeryen, de Verponding op de Huizen, het Collateraal, de Vrywillige Veikopinge, het Klein Zegel, zouden aan-
bren-



i 48 3
brengen, en dus alleen het overige uit deze twede Belastinge op de Huizen zoude moeten worden gevonden, zoo is het na eene daar van gemaakte Calculatie niet onwaarfchynlyk, dat de Eerfte en twede Belastinge op de Huizen in lange zoo hoog niet zoude lopen als men zich in de eerfte opflag wel zoude voorftellen; welke Belastinge op ieder Behuizinge by de Maand over het gehele Jaar, of 0ver agt Maanden in het Jaar, met uitfluiting der vier Wintermaanden wordende betaald, zekerlyk niet als zeer drukkende zoude kunnen worden aangezien, vooral, daar de betalinge zoo niet op deze dan toch op eene andere Wyze zoude moeten gefchieden, en alsdan, alles gelyk gefteld, zekerlyk * nog de gemakkelykfte en minst kostbare wyze van betalinge de voorkeur zoude verdienen:
Over dit alles zoude nog veel meer gezegd kunnen worden, en alles mogelyk in een veel klaarder dagligt kunnen worden voorgefteld: het zal de zulke, die liever zwarigheden maken, dan de moeite nemen om die op te losfen, zekerlyk niet ongemakkelyk wezen om nog meerdere zwarigheden te bedenken, dog ik twyffele niet of die zullen even goed kunnen worden beandwoord, als men in het oog wil houden, dat het hier de vraag niet is of dit Plan van Belastingen zonder zwarigheden en gebreken in de hoogfte graad evenredig i.s met de betrekkelyke vermogens van de eene Ingezeten jegens die van de andere vergeleken; en welke nog al meerdere en grotere volmaaktheden men nog al meer in een Plan of Syfthema van Belastingen zoude kunnen wenfchen; maar dat het alleen de vraag is of dit Plan van Belastingen niet over het geheel genomen verre is voor te trekken aan het oude? Een vraag die my voorkomt dat volmondig met ja zal moeten worden beandwoord, wanneer men in aanfchouw neemt de kosten die vereischt worden ter invorderinge der Belastingen, en tot het onontbeerlyk onderzoek ter voorkominge der fraudes, met alle de nadelige gevolgen, vexatien en
oog-



C 49 3
oogluikïngen, of welke andere kunstgrepen, die de gierigheid en hebzucht uitvinden, welke, daar by kunnende en ook ongetwyfeld dadelyk plaatshebbende zo, bezvvaarh kzyn te ontdekken met en benevens de onevenredigheid die daar door en ook anderzinds in het dragen der oude Belastingen word veroorzaakt, en, dan daar tegen overfteld de voordelen waar voor dit Plan van Belastingen vatbaar is.
Nog is 'er eene zwarigheid, die mogelyk aan zommige van gewigt zal fchynen, namelyk dat de Belastingen op de Confumptive Middelen en tot dekzel benodigt, zo als die nu geheven worden, ongevoelig voor al door de minvermogende worden betaald en gedragen. Dan de gene die zulks menen, flagen ellendig de bal mis, de minvermogende weten maar al te wel, hoe zeer deze tegenswoordige Belastingen hun drukken.
Hoe fchielyk zouden zy, indien deze Belastingen wierden afgefchaft, de Bakker, Vleeschhouwer, en Winkelier in zoete, zoute en andere Waren weten te zeggen dat nu alles beter koop moest wezen: wie zou hier aan twyffelen? wie kan hier aan twyffelen? als men weet hoe reikhalzend zy de affchaffing of althands vermindering van deze Belastingen te gemoete zien en hartelyk wenfchen, fchoon zy zulks nauwelyks durven hopen, en men zoude zig nog kunnen voorftellen, dat zy zoo maar in de gewoonte en ongevoelig heen zulk een groot deel van hunne in het zweet hunner aangezigten verkregene en door de grootfte onthoudinge bewaarde Penningen opbragten: zouden zy niet met blydfchap, met de grootlte blydfchap zien en ondervinden, dat zy tegens eene waarlyk zeer geringe Jaarlykfche Belastinge niet alleen het hun benodigde voedzel, dekzel en geringe verfnaperingen beter koop hadden ? maar dat zy boven dien althans in zommige Provinciën meer als drie vierde in geld minder betaalden en boven dien nog van de hun zo hatelyke telling en onderzoek bevryd waren? zy zouden Godt, de ConD fti-



C $* ]
ftltütie en de waarlyk Vaderlandsch gezinde Vaderlander dankzeggen. Maar zoo dit nog niet volj doende is om te bewyzen dat zy wel degelyk gevoelen de last die hen drukt, men 11a dan het oog maar eens op de geneigdheid die zy hebben om zig aan het dragen van die lasten te onttrekken en welke geweldige middelen 'er moeten worden in het werk gefteld om de lluikerye voor te komen en te beletten;
Zoo de makers van deze zwarigheid hier door niet overtuigd worden, dan is er niet anders op, als hun te wyzen na hun eigen gevoel en hun te vragen of zy of hunne vrouwen niet zeer wel zouden gevoelen en weten te berekenen, indien zy aanmerkelyk in de Belastingen op dekzel en voedzel wierden verminderd, en Zoude de Arbeider en Handtwerksman dit met zyn bekrompen vermogen, zoo zuur verdiend, minder gevoelen ; maar zal men mogelyk zeggen, hoe kan het zyn, dat men, zoo de "Belastingen op voedzel en dekzel wierden afgefchaft en daar en tegen de twede Belastingen op de Huizen gelegd, dat daar deze Belastinge even zoo veel of meer zoude moeten opbrengen, als de middelen van Confumtie &c: die in deze Belastinge zouden overgaan, tot hier toe hebben opgebragt; Hoe kan het zyn, dat nu ieder na zyn vermogen in der daad nu minder zoude betalen als bevorens; hier zyn redenen genoeg voor te vinden. •
Voor eerst om dat hier door een groot gedeelte delkosten van perceptie en onderzoek zouden vervallen.
Ten tweden om dat het Huiken en frauderen dan geen plaats meer hebbende, de lasten meer evenredig wordende gedragen, wel die gene die zig wisten te ontrekken, meer zullen moeten betalen, dog over het geheel door de meerdere evenredigheid airhans voor een groot gedeelte vermindering van Belastingen geboren word.
Ten derden, door dien, voor al van de van buiten inkomende goederen, de Belastingen door den
Koop-



C 5* 3
Koopman wordende betaald, deze niet alleen hiervan hoge Renten trekt, maar boven dien voor zyn moeite en tyd-verzuim betaald wil wezen, het welk over de gehele Koophandel gerekend geen zaak van klein belang is, en een zeer aanmerkelyk rabat in de Belastingen kan en moet veroorzaken, voor al het een en ander te zamen genomen.
Maar zoo 'er nog meer bewys gevraagd word, dat men by dit nieuw Syfthema van Belastingen waarlyk minder zoude betalen als by het oude, die berekene maar eens of iemand die na dit nevensgaand Plan van een Huis van 600 gl. waarde maar 8 gl. in het Jaar zoude moeten betalen, thans niet veel meer betaald;
Of iemand die een Huis van 5003 gl. waarde bewoond, die dan 140 gl. zoude moeten betalen, thans niet veel meer betaald; of eindelyk iemand die een Huis van 10,000 gl. waarde bewoond, alles zamen genomen wat in deze beide Belastingen op de Huizen verfmolten zoude worden thans niet veel meer moet betalen als 350 gl. in het gehele jaar;
Als men nu hier by bedenkt, dat 'er over het geheel ongetwyfeld meer betaald zal moeten worden, als 'er tot hier toe betaald is, zal een ieder dan geen reden hebben te vreden te zyn, te meer daar het zelfs niet onwaarfchynlyk is, dat dc gefielde Belastingen van 8-140- & 350- guld., en de tusfehen beide Clasfen na evenredigheid, mogelyk aanmerkelyk minder zullen behoeven belast te worden om de benodigde Penningen te vinden, \n welk geval het verfchil zeker nog veel groter zou* de zyn.
Men zoude ook nog als eene zwarigheid kunnen bybrengen dat deze wyze van Belastingen te veel zoude drukken op zommige Fabricquen en Traficquen, de Boere Schuren hier onder mede gerekend, en voor al op de Behuizingen die ledig zouden mogen ftaan, deze en alle diergelyke zwarigheden zouden door algemene bepalingen kunnen worden weggenomen en dezelve na behoren kunnen worden ontlast, Re-



C 5* 3
Volgens deze Berekening zouden de Bewoonders van de Huizen van weinig waarde ook zeer weinig moeten betalen, als betalende dan in de Kerile en Twede Belasting op oe Huizen, de Huizen van twee honderd guldens waarde in het gehele Jaar maar twee guldens, eene fomme zo gering! i at zy door de betalinge daar van zeker niets gedrukt zouden worden in vergelykinge van het gene zy in de verfchillende Belastingen zo van dekzel als voedzel moeten opbrengen: en deze geringe fomme zoude uit hoofde van deszelfs geringheid wel in het geheel kunnen worden gemist en de beide eerfte Clasfen geheel kunnen worden vrygelaten; ja zelfs de vier Eerden, zonder dat zulks enig aanmerkelyk nadeel aan 's Lands Financien zoude veroorzaken.
Dan, ditzóó blyvende, zouden de Huizen van io-ooo gld waarde in het Jaar na deze berekening niet meerder behoeven te betalen als 350 gld. waarmede dan niet alleen de Belastingen die nu onder verfchillende namen op de Huizen leggen, maar ook alle die op dekzel, voedzel, wynen, gedistilleerde wateren, met een woord alle Belastingen we en afgefchaft, uitgezonden die op de Landen, het Collateraal, Vrywilhge Verkopinge en het Klein Zegel zo als die hier voren zyn opgenoemd: en evenswel zoude zulks~volgens deze berekening te zamen opbrengen de importante fomma van 16 Millioenen 689 duizend Guldens, welke gevoegd by den Opbreng van de Belastingen op de Landeryen, van het Collateraal, vrywillige Verkopinge en zoo nodig, ook die van het Klein Zegel waarfchynelyk meer als voldoende bevonden zoude worden om 's Lands uitgaven onder behoorlyke bezuiniging van 's Lands Penningen, te hoeden, en de Republyk wederom in haar al oude luider te herftellen.
Deze Berekening word hier niet opgegeven als juist, het kon zeer wel zyn, dat er minder of meerder Huizen van deze of gene Clasfen zouden bevonden worden. —.
Dog



[ 53 3
Dog als men in aanfchouw neemt dat deze Berekening gtmaakt is op die vóór onderftelling dat de Republyk a Millioenen Inwoonders zoude bevatten, en dan 5 Hoofden door elkander op een Huisgezin gerekend wordende, zoude zulks op vier maal Honderd Duizend Huizen komen** dit kan ook te hoog berekend wezen, maar al was dat al veel te hoog getteld, zoo zal het dog niet veel beneden de geltelde fomma kunnen uitkomen, door dien 'er zekerlyk in de Repub yk een zeer groot aantal van Huizen voor handen is die zeer verre over de 10000 gl. waardig zynde, ongetwyffeld het product met nog eenige Millioenen zoude vergroten, fchoon het evenswei niet met het algemeen belang na myn inzien zoude overeenkomen, om de proportie van opklimming, zoo als die in de twee Belasting is genomen, tot aan de Huizen van de grootfte waarde te laten doorgaan, vooreerst om dat dan het meerdere gebruik, hetwelk de Bewoners van zulke kostbare Huizen maken, van die Waren waar van de Belasting tegens deze twede Belasting zouden worden afgefchaft, niet zoo veel verfchilt van het gene de Bewoners van minder kostbare Huizen gebruiken, als het verfchil zoude wezen tusfehen de oude Belastingen die van die Waren door de Gebruikers betaald wierden, en die dan van de Bewoonders van die kostbare Huizen betaald zouden moeten worden, het welke by gevolg onrechtvaardig zoude zyn en ftrydig met het algemeen belang: ten tweden om dat het getal van de kostbaartle Huizen, in proportie van het geheel, te klein is, als dat het iets van belang tot het verminderen van de Belasting in 't geheel benomen zoude kunnen opleveren en het by gevolg, volgens de bevorens opgegevene gronden beter zoude zyn hier omtrent behoorlyke Zeemanfchap te
ge-
** Het is bekend, dat de Republyk maar omflreeks 1800000 Inwoners heeft, dog het fcheen gemakkelykcr in de Berekening het getal van 1000000 te vooronderi'eilen, kunnende dan het verfihil dat hier uit ontflaat door af rekkinge van Een-Ueilde ran bet gehele prgduft gemakkelyk gevonden werden.



I 54 3
gebruiken het welke mogelyk zelfs omtrent de eerfte Belasting op de Huizen zoude dienen plaats te hebben, dan, dit daar latende, is het ongetwyffeld zeker, dat hoe de Belastinge op de Huizen, meer als 10,000 gl. waarde hebbende, ook gelegd wierde, diens produft altoos verfcheiden Millioenen zoude bedragen, boven de berekende opbreng van deze beide Belastingen, zo dat het zelfs, zeer mogelyk, onnodig zoude kunnen wezen, omdezebeir de Belastingen op de Huizen zoo hoog te ftellen, als die hier berekend zyn, en, dat met een merker lyke vermindering van dezelve aan 's Lands behoeftens zoude kunnen worden voldaan: het fchynt ten minften dat door deze meerdere opbreng zeer zeker zoude kunnen worden opgewogen de misre-r keningen en mistellingen die in deze Berekening plaatze zouden mogen hebben; wat hier van zy, deze Berekening word niet verder dan als een fchema opgegeven, om aan te tonen dat de Belastingen op deze wyze zouden kunnen worden geheven zonder nadeel van 's Lands Casfa en tot gesmak en voordeel van 's Lands Ingezetenen.
NARICHT,
De Lezer word verzogt, de Druk-fauten en Minnaukeurigheden zo in ftyl als anders, gelyk mede de Misrekeningen, onvermoedelyk in het Plan van Berekeninge, wegens de overhaafte t'famenftelling in dit Stukje ingeflopen, goedgunftig te verfchonen, en de onderftaande te verbeteren.
Vaart wel.
Op pag. 26, iade regul van onderen agter verhoogd',
by te voegen of vermindert. Qp pag. 37, IQgul 13 Haat bereikende, lees bereikinge.