*325 G 147   A D V I S «j: VANHEEREN j GECOMMITTEERDE RAADEN VAN HAAR EDELE GROOT MOGENDE OP DE REQUESTE VAN DE EIGENAARS VAN DIVERSE VEENLANDEN IN HET AMBAGT VAN BERKOUDE en STOLWYK» OMME OCTROY VAN VERVEENING. MITSGADERS Con^fïderatien van den InfpeBeur Generaal Brunings op dat Subjeft. E N CONCEPT-REGLEMENT van VERVEENING. IN 'sGRAVENHAGE, B y ÏSAAC SCHELTUS, Ordinaris Drukker van de Edele Groot Mogende Heeren Scaaten van Holland en Weftvries-. land. Anno 1787. Met Privilegie,   DE Gecommitteerde Raadeti, in gevolge en J^J* ter voldoening van U Edele Groot Mag. Ap-FaB rfer pointement commifforiaal van den»8 Maart *7p^;vRit. geëxamineert hebbende de Reqnefte van de Ei ,e genaars van diverfe Veenlanden, geleegen in h^g^ Ambagt van Berkoude en in het beneeden ker-0'ker afdeelte van Stolwyk in de Krimpenerwaard,F(!;, - .... om dge daar by geallegueerde redenen^ de, dat ü Edele Gr. Mog. de Supplianten zou*Noori, den gelieven te odroyeeren, mitsgaders te autho- ^ rifeeren en aan hun te permitteeren, om ae veen-^*^ianden aeleegen in het Ambagt van Stolwyk, en hn„en wel bep8aaldeTyk het beneeden Kerker gedeerd en een gedeelte van het Beyerfche d^ar onder . behoorende, mitsgaders in het Ambagt. van Berken woude, daar onder begreepen de Wellepoorc en den Agterbroek, te ontgronden en te verveenen, en tevens aan de Supplianten te vergunnen, om van iedere Ton Turf, die in de voorfz ontgronding geveent zal worden, te mogen heffen vier duiten, om daaruit te vinden de nodige koften van Brugg?ns, Sluyfen.Mo.ens, &c. en nog insgelyks van iedere Ten Turf twee duiten om dfar ntt te formeeren een Capuaal gedetineert tot de weder droogmaaking van. ae voorlz verveening? alles onder de gewoone mits; dat door de Supplianten zal worden zorge gedra. gen voor de betaalingen ter plaat fe en zoo a s fltoos gefchied is, van de Verponoingen, Snbhdie-Penningen en alie andere Ongelden v«rwa natuur die zouden mogen zyft, en dat daar voor behoorlyk zal worden gecavcert door Waarbo.g- , penningen a drie honderd guldens per iedermorgen, welke verveent zal worden, ombaar u te, vinden de ' voorenllaande verichuldigde latten, ten einde het gemeene Land daar omtrend met werde geprsejudicieert, en mits dat ook voor de A r  regten der Ambagten wegens Pondgelden, Koorittienden en Nakoopspenningen zodanig gezoet zal worden, als bevonden zal worden te beboeren, en dat voorts ten dien opzigte verder ee. maakt worden zodanige fchikkingen als in foortge v*e gevallen gebruikelyk zyn , en ten gemeene nutte vereifcht worden. En hebben meede geëxamineert de nevens de tTfn*ftift3Uefte geV°e?de fUmmicre M<™£ ILll 6 V3rlrV00rfz ^daane verzoek tot verveening, en teffens inhoudende het Plan van verveen,ng zelve, met aanwyzing der voordeden ueike daar in geleegen zouden zyn, en oplos* fingder zwarigheden, welke daar tegens zouoen konnen worden gemaakt Hebben aanftonds by het bekomen en examineerenr van het voorfz Requeft en Memorie wel geconfidereerr, dat U Edele Groot Mog. reeds by een Hacaat van den 16 Maart 16.9 hebben verboden dat niemand , wie hy zoude mogen lZL ?r f ,m°gen ^°eren' llaan °f maaken vre ll J UlrnS,°yks' het W onder wat preiext of oorzake het zoude mogen weezen • dat ook uit dien hoofde by het drie en twim",: het iTt T ^ VOCTa"de Ordonnantie vagn Turf L P, ontSr°ndlng en Ervaart van de wanneer U Edele Groot Mogende uir bvzondere Prm SaLvnRV (°,r fiinC Msjdfeit de" Kon'g van Mruiiien by Reiolutie van den 18 Mey i74&per- Landen in het Dillrift van de Swaluwe U Edele bJ dCZe!ve Refolu,ie feff^ hebben 3 ldy K3t ?°r het toekomende aan niemand, me hy ook zy, zodanig Odroy tot flagurven buitens Uyks zoude wo?den verleent, hft wdk vervolgens ook alzo in liet zesde Anicul van  ( 3 ) van de thans vigeerende Ordonnantie van den z December 1749 is overgebragt ; waar by komende, dat door Landen buiten cDyks geleegen, niet verdaan moeten worden Landen in geen principale Dykagie befiooten leggende, maar zodanige Landen welke leggen buiten de Mutfen op welke den Impoft op de ontgronding en doorvaart van de 7urf betaald word , 20 als dat uit het hoofd en den inhoud der Ordonnantie evident is op te maaken, en met zo veel woorden in de voorfz Refolutie van 18 Mey 1748 uitgedrukt, zoude het gevolg daar van moeten weezen, dat op der Supplianten verzoek, ais tendeerende tot het bekomen van Odroy, om Landen in deKrimpenrewaard, en dus notoir bultende voorfz Sluifen geleegen, te mogen verveenen, niet favorabel zoude behoren te worden geadvifeert. . Dog dewyl in de voorfz fummiere Memorie by der Supplianten Requeüe gevoegt, en ook zeer omftandig in een zeer ample gedrukte Memorie aan de Gecommitteerde Raaden geiuppediteert, zeer breed wierd opgegeeven, van de zeer groote voordeelen en nuttigheeden , welke uit de voorfz verveening, niet alleen voor de Supplianten, maar ook voor het gemeene Land, voor de geheele Krimpenrewaard en byleggentie Landen en Steden zouden voortvloeyen, hebben de Gecommitteerde Raaden, om op de gepreienteerde Requeüe een volleedig Ad vis aan U Edele Groot Mog te kunnen uitbrengen, dientfig geoordeelt, de confideratien en het advis van Dykgraaf en Hoogheemraaden van de Krimpenrewaard daar op in te neemen, en ten dien einde by Appointement van den iï April i78x het Requeft met de Bylaagen in der zeiver handen gelteld, met verzoek om zig op de A z zaa"  ( 4 ) zaake te informeeren, en te dienen van der zeiver conhderatien en advis, waar op den 10 ]uny 1783 aan de Gecommitteerde Raaden is toegekomen het hier nevens onder No. 1 gevoegde Bengt en Advis van het Collegie van Dykgraaf en Hoogheemraaden, houdende berigt van der zeiver gedaane onderzoek en bevinding omtrent de getteldheid der voornoemde Veenlanden, en yan de confideratien op het gedaan verzoek tot ontgronding vallende, en voorts een omUandig voordel van de reedenen, waarom zy meenen1, Dat het vermogen van de Krimpenrewaard zo merkelyk vermindert zynde geworden door de oorzaaken by haar opgegeeyen, wel een middel van redres nodig is om die verminderde Haat te verbeteren, ten einde dezelve in ftaat moge Wyven om de fleeds toeneemende Dvken andere latten te draagen. f- Da5 een ontgronding in de Krimpenrewaard mogelyk is. 3. Dat een ontgronding in de Krimpenrewaard nuttig en noodzakelyk is; en 4- Dat daar door geen fchadens of nadeelen voor de Krimpenrewaard te vreezen zyn; en dat dus alle reedenen zamen loopen om in het generaal voor een ontgronding in de Krimpenrewaard te adviieeren. nnMh,arkp|de Cgter eeD remaroue van aanbelang dl ÏlanU r ™ 0RW™dl»g> ™ als het doof de Supplianten is voorgeiteid, en vervolgens adv, erende, dat het verzoek van de Suppfianten tot ontgronding wel zoude behooren te worden geaccordeert, dog niet anders dan onder de conditiën in her Advis voorgefleld Maar op den zó Juny 1783 hebben de Ge- com-  (f > committeerde Raaden onifangen een afzonderlyk bcrigr en advis van drie Hoogheemraaden van de Krimpenrewaard, welke in de deliberatien over deeze zaak van de overige Leden van dat Dykcollegie hadden gediscrepeert, en om redenen door haar omftandig gededuceert van meening zyn, dat 'er geen Veendery in de Krimpenrewaard behoord plaats te hebben, en dat dezelve daar in zonder vreeze voor deffelfs ondergang niet kan worden geintroduceert; advifeerende derhalven, dat der Supplianten gedaane verzoek behoord te worden geweezen van de hand , welk berigt en advis hier nevens is gevoegt fub No. x. Beide de zo zeer verfchillende advifen door Heeren Coramiflariflen uit het Collegie van Gecommitteerde Raaden geëxamineert zynde, hebben dezelve den inhoud daar van , van die aangeleegentheid geoordeeld, en zo veel betrekking re henben tot het werk van 'sLands Rivieren, dat de voorzigtigheid vereifchte, dat alvoorens deeze zaake een Advis aan U Edele Gr. Mog. te arrefteeren, de confideratien en het advis van den InfpeÖeur Generaal van 's Lands Rivieren M C. Brunings zoude behooren te worden gerequireert; weshalven de Gecommitteerde Raaden ; conform dat voorflel by der zeiver Refolutie van den 8 July 1783 hebben goedgevonden , der Supplianten gepresenteerde Requefte benevens de voorfz twee ingekomen Advifen, met de daar toe refpeclivelyk behoorende^ Bylaa&en te zenden aan gemelde Infpe&eur Generaal, om na rype overweeging van al het geene omtrent deeze zaak in confideratie kan komen, te dienen van delfelfs confideratien en advis, in wat voege dien aangaande volgens zyne gedagA 3 len  ( 6 ) ten aan U Edele Groot Mog. zoude behoren te worden geadvifeerr. ■ Ter voldoeniug aan die Refolutie heeft gemelde Infpeéteur Generaal, na alvorens m loco nauwkeurige infpeclie en onderzoek te hebben gedaan, en alles rypelyk gepondereert, aan de Gecommitteerde Raaden doen toekomen het ampel en zeer wel uitgewerkt Advis, gedate^rt den 20 December 1784 , het welk hier nevens is gevoegt fub No. 3. By dat Advis heeft de gemelde Infpeöeur Generaal op gronden welke aan de Gecommitteerde raaden zeer voldoende zyn voorgekomen, omftandig aangetoond, dat niet alleen alle de bedenkingen tegen de geprojecteerde ontgronding afgeleid uit de byzondere fituatie van de Krimpenrewaard, weggenomen zullen worden, wanneer 1. Op al het geene de bedyking en verveening betreft by een goed Reg'ement voorzien word. z. De Supplianten onder de verplichting werden gebragt, om zo dra zy Oftroy toe verveening zullen hebben bekomen, voor hunne reekening aan het einde van den Yflel by of ontrent het nieuwe Veer, te doen leggen een dubbelde Noodüuis, ieder Kooker wyd in den dag 24 voeten en tot zodanige diepte als het bedde der Rivier aldaar gedoogt. 3. By dat Reglement word vaftgeftelt, dat de Kingdyk zal moeten worden gemaakt op de wyze door hem voorgeflagen, en binnen tien jaaren na dato van de begonne ontgronding wezen voltooit. En 4. Zorg gedraagen dat de verveende gronden  den op zyn tyd weder werden drooggemaakt. Maar dat ook de Krimpenrewaard langs dien weg der vet veening ten aanzien van deiTelfs Wateriiaat grootelvks verbetert zouden worden, en zulks niet alleen op die Waard, maar ook op de Lopikerwaard, en verdere Heemraadfchappen ten noorden van den Yflel geleegen , een ailefints wenfchelyken invloed zal hebben ; als ook dat daar uit zeer gewigtige voordeelen, by zyn Advis opgegeeven , ten aanzien van het algemeen zullen voortvloeyen, alle zaaken, welke de Gecommitteerde Raaden, veel vertrouwen Hellende oti de groore kundigheden van den Infpefteur Generaal, zoo in het werk van de Rivieren, als in materie van Dykage, Veenderye en Droogmaaking, en in geenen opzigte kunnende devieeren van de gegrondheid der reedenen, waar op hy zyne Hellingen gebouwt heeft, niet hebben kunnen nalaaten te beweegen, om zig met de gedagten van den Infpeéteur Generaal te vereenigen, en onder de voorzorge en bepalingen door hem voorgeflagen voor de verzogte verveening favorabel te advifeeren. En zouden de Gecommitteerde Raaden derhalven , dienende van advis, onder het welneemen van U Ed. Gr. Mog. wezen van gedagten, dat, indien U Edele Gr. Mog. niet wederhouden worden door het fubfiÜeerende verbod, tegen het verveenen van Landen buiten Dykg, U Edele Groot Mog. aan de Eigenaars der Veenlanden geleegen in het Ambagt van Berkoude, en in het benedenfte gedeelte van Stolwyk, der zeiver gedaane verzoek tot ontgronding zouden behooren te accordeeren, en daar benevens de Supplianten te qualificeeren, om van iedere Ton Turf die geveend zal worden te mogen heffen eene  (& ) eene ftuivef, zo tot vinding der kotten van de Werken welke vullen moeten worden gemaakt als om daar uit te formeeren een capitaal ge' deftmeerd tot de weder droogmaking van "de voorfz verveening, en om de Dykagie van de Krimpenrewaard in een beter en fecunrder fïaat te brengen; als meede om op het provenue van die ftuiver per Ton fucceffivelyk te mogen Negotieeren de capitaaie fomme van vyf honderd en yyftig duizend guldens tegens zodanig een modicquen intereft als dezelve re bekomen zullen zyn : alles nogtans onder deeze voorwaarden. r. Dat geen Landen op en honderd en vyftig roeden na aan de Kerken van Berkouw en Stolwyk zullen mogen worden ingeitooken of ontgrond tot het fnaaken van Turf. z. Dat de Supplianten hunne Nabuuren ten aflen tydeft zullen moeten behoeden voor fchaden Van Hemel en Jagtwater, en ten dien einde de Scheikadens geleegen tuflchen de Ambagten van Berkouw en Stolwyk, en die van hunne Nabuuren, ten allen tyden zo hoog en zwaar moeten' maaken, ais de tydsomllandigheden zullen vereillchen , des noods op öfdre van Dykgraaf en Hoogheemraaden van de Krimpenerwaard. 3. Dat de Suppüanteh boven de voorgemelde eene ftuiver per Ton Turf tot waarborge voor de Verpondingen Dykshften, fubfidie penningen en andere ongelden zullen moeten opbrengen zodanige fomme ais by het na te melden Reglement zal worden bepaalt , en voorts prsefteeren de verdere miifen, waar aan de Supplianten haar verzoek hebben geaccrocheert. 4. Pat de Vetveendtrs zig zullen moeten gedraagen na de Placaaten door U Edele Groot Mog. op de ontgronding der Landen geëma- neert,  ( 9 > lieert, ëh voorts na zodanige Keuren en ördönhanden als Dykgraaf en Hoogheemraaden varf de Krimpenrewaard, in navolging van de Hoofheemraadfchappen van Rhyniand, Delfland erf S- hieland, volgens de conitïtutie van het Heem. raadfchap van de Krimpenrewaard zullen vmdeö te behooren. . , 5. Dat de géiden pfovenieerende van de voorgemelde belalting van eene flüiver per Ton Turf na het goedvinden van de Gecommitteerde Raaden geadminiftreert en op een veilige plaats gedenoüteert zullen moeten worden met verdere verpligting, om jaarlyks of ten minflen alle drie jaaren, ten overitaan va*n GbmmiffaritTerf uit het Collegie van Gecommitteerde Raaden , of van de Heeren Gedeputeerden der drie Suden O >rdrecht; Gouda erf Schoonhoven reekening en verantwoording wegens deeze Adminmratie te doen , ten einde door de gèruftftelhng öfoirent de goede beheering en beiteeding dier Peanir^ gen verzeekert te kunnen zyn., dar het gemaakte ontwerp in alle zyne deden behoorlyk ter uitvoer gebragt kan en zal worde .1, 6 Dat de Supplianten terftond na het verkrygen van het Oéïroy een begin zullen moeterf maaken met hêc leggen der geprojecteerde Noodfluifen, gelyk ook met het maken van een Ringdyk zodanig als by het Reglement is gepaatdj zullende de Noodfluifen binnen de eertte twee jaaren, erf de Ringdyk uitterlyk agt jaarerf daat na moeten zyn voltooid; ten welken emd c ftaat en vordering dier Werken jaarlyks d des kundige Perioonen, wegens de Geco.mmit-^ teerde Raaden en Dvkgraaf en Hoogheemraaden van de Krimpenerwaard te nonvneeren, zouden behooren te worden geinfpéeteerd; en daar van fchrifteSyk rapport gedaan, op dat de Qcco  ( io ) mitteerde Raaden in ftaat zouden zyn gefield om zo dra dien aangaande eenige vertraagins af verzuim plaats mogte hebben, dadelyk zodanige ordre te lieden als dezelve zullen meenen te benoorem En 7. Dat de Supplianten gehouden zullen zyn, zig m alles te gedragen na het Reglement hier agter fob No. 4. gevoegd , het wdk ten dien einde door U Edele Groot Mog. zoude behooren te werden gearrefteert. En dat U Edele Groot Mog.'wyders de Gecommitteerde zouden behooren te qualificeeren ï?n a? r /lgtigf, invorderinS van den Impoft van de lurf, welke in de voorfz Veenderyegemaakt zal worden, zodanige ordre te Hellen en voorzieninge re doen , als dezelve ten meeften dienite van den Lande zullen oordeelen te behooren. Edog refereeren de Gecommitteerde Raaden zig tot de hoogwyze dispofitie van ü Ed. Gr, Mog. Den 31 Aug. 1785.  ( II) Confideratien weegens de geprojecteerde Verveening van eentje Landen in den Krimpenerwaard geleegen. Edele Mogende Heeren, BY Uwer Ed. Mog. Relolutie van den 3 July des iaars 1783, in myne handen gefield zynde het Requeft, dat de Eigenaars van diverfe Veenlanden, geleegen in het Ambagt van Berkoude en in het Benedenkerker gedeelte van Stolwyk ïn den Krimpenerwaard, aan haar Ed. tjrr. Mog. geprefenteert ter verkryging van Oftroy, om volgens zeker geformeert Projed, dezelve Landen te mogen verveenen: Voorts de daar op door U Edele Mog. gerequireerde en ingekomen Berigten van Dykgraaf en Hoogheemraaden van den Krimpenrewaard, met eenige daar toe ïpectcerende Byiaagen, ten einde, na rypeoverweeging van al het geen omtrent deeze zaak in coniideratie komen kan, aan U Edele Mog. te dienen van myne confideratien en advis, m wat voegen dien aangaande, na myne gedagten, aan haar Edele Groot Mogende zoude behooren te worden geadvifeert; ~ zo heb ik niet alleen a le de voorgemelde en andere daar toe betrekkelyke Stukken met de vereifchte oplettenheid geëxamineert en overwogen, maar my ook daarenboven door eene locale infpeaie en aanwyzing van de geprojecteerde Verveening in Maat geftelt, om met des te meerder grond U Edele Mog- myne confideratien omtrent een onderwerp van zo veel aanbelang, te kunnen fuppediteeren. Om dan in deezen, zoo veel doenlyk, orde en duidelykheid te betragten, zal ik de vryheid Bi X nee"  ; n-en U Edele MogLyne gedagten onder «toe hoofideelen voor ie draagen. di»il , ƒ boven "mlchreeyen Verveening zoin Sc €f]7 tT de SPFPÜanten onfwor" Si' aan' bedcnkelvkh,eden onderheevig 2y? ' ^ *an f Pal\e njaatregulen uit den weg feeruimr, en dus doende de onfchadelykheid d ef ^erveenmg ,n dagligt geitelt zoude kunnen M ÈLf ''nder?oek *aI van zelve de geleegehheid aanbieden, U Edele Mog. cenipe aan' mjrkingen voorre draagen om.renfhcïïiSdz£ kejyke, vervat in her Berigt van Dvkgraafen ^heemraaden van den KritnpenerS, a's Wrard «Pog^emraaden van dep zeiven In de tuteede plaats zal ik, hoewel kortelvk moarieeÏÏ :-dl? V^^ë onfehaddyk pud^Crt^ W^yniyk pit dezei^ ^/lei?drIyk ?al ik iö de Plwts daaruit .^eonciafie ppmaaken hoe „aarSlyk na myne Mo? 7!„? Vf"gaai,de aai^ hs*ar ^dele Groot Mog. zoude bphooren te worden geadvifeerr • Z?elkh! lee0lyk ^ ideële hfer by raad te nennneren, dat ik de mogelykheid der ZëZtXre d%hif ?rep genoemdeLan' «fco onderdelle eemdee s a s eene zaak dip i°; gent yk « regtljree^s de Supplianten' coïcS oude rX ƒ ° V£rre QP hun ail^n ^ zoude rednndeeren, in gevallen van afteren bevonden w.erd, dat die Landen niet f veïvee mng geleidt waren; en andere.ndeels als eS be-  ( 13 ) beweezen waarheid, nademaal zulks zelfs erkent word hy het Herige der drie diflentieerende Hoogheemraaden , hoe zeer ook anderzints bedagt i om zwarigheden op zwarigheden te bxx> pen, en deeze Verveening te ontraaden. Waar by nog komt een legaal Declaratoir wegens 76 grondboringen in voorfz Diitriclen gedaan, uit welken blykt, dat aldaar de Veen gemtddelt tot op de diepte van 10 a 11 voeten bevonden Dus ik gemeend heb de attentie van U Ldele Mogende met een onderzoek nopens de mooglykheid der Verveening niet te moeten btz-g houden, maar dezelve om zo even geallegeerde reedenen te mogen onderftellen. • I. Belangende dan de groote en allefints gewigtige vraag, of de Verveening, zodanig als dezelve door de Supplianten ontworpen is, aan zwarigheden en bedênkelykheden onderhevig zy; zo blykt zekerlyk uit het Berigt van Dykgraaf en Hoogheemraaden van den Krimpenerwaard, gedagteekend den 4 Maart 1783» dat deezen tegen de Verveening op zich zelve geene bedenking draagende, voor dezelve meenen te moeten advifeeren, onder zekere bepaalingen nogtans, en wel voornaamlyk onder die voorwaarde, dat de uitvaart uit de Veenery niet zoude gefchieden door eene nieuw te leggen Sluis, beneeden Srotwyker Sluis tegen over de Srad Gouda, maar door den Lekkerkerkfen Boezem, om dat deeze tevens zoude ürekken tot eene uitvaart voor de Eigenaars der Landen onder Lekkerkerk en Ouderkerk , in gevallen dezelven te eeniger tyd mogten inclineeren insgelyks verzoek te doen B 3 tot  ( 14 ) tot het verveenen van dezelve Landen, omtrent dit aatfte zal ik nader geleegenheid hebben, ü Edele Mog. myne gedagten voor te draagen: thans moet ik alleen aanmerken dat de verveemng, en wel zodanig als dezelve door of van wegens de Supplianten ontworpen is, ten minden na myne inzigt, wel deegelyk aan bedenkingen onderheevig is: fchoon ik echter verre ben van alle die zwarigheeden te erkennen, welken door de drie diflentieerende Hoogheemraaden by der zeiver Bengt te berde gebragt zyn, terwyl fommigen van dezelven in de daad geene opiofling nodig hebben, en anderen wederom van dien aart zyn, dat zy of gemakkeiyk gefolveert , of uit den weg geruimt kunnen worden, zo als in her vervolg blyken zal. Het lp,'eekt van zelve dat de bedenkelykheeden tegen deeze verveening alleenlyk kunnen geleegen zyn in de byzöndere gtuatie van den Knmpenerwaard : want zonder deeze zon die verveenmg gelyk itaan met zo veele andere ontgrondingen, welken met het befte gevolg in deeZe Provincie ondernomen en volbtagt zyn Het byzondere nu van deeze lltuatie peftaar' daarin, dat de Krimpenrewaard van alle kanten door Rivieren omringd is, uitgezonden aan ue noordooltzyde, alwaar dezelve nogtans nier minder bloot ftaat aan de gevolgen der Inundatie aan den boven liggende Lop>kerwaard Wel beien ouwdegter moet men het byzondere deezer fituatie alleen ftellen in de Rivier de Lek; want de Yliel kan althans by deeze verveening niet meerder in aanmerking komen, dan by de reeds ondernomen verveeningen, ten wellen die Rivier onder Schieland, alwaar zelfs tot op den afl and van omtrent 100 roeden van de Rivierdyken geveent word. Het  ( tf) Het is derhalven alleen de invloed van, en verknogtheid met de Rivier de Lek, die deeze geprojecteerde verveening van 2000 Zuidhollandiche mergen, midden in her laage gedeelte van den Waatd geleegen, aan meerdere bedenkelykheid doet onderhevig zyn , dan eenige andere bekende Veeneryen. — En indien men zig van deezen invloed der Rivier de Lek een bepaald denkbeeld wil formeeren; zo zal men bevinden, dat zulks alleen beitaan kan in de mooglyke doorbraaken van de Lekdvken beneden en boven Schoonhoven, en daar uit voortvloeiende Inundatie van den Krimpenrewaard. Andere gevolgen uit de bovengemelde byzondere fruatie van den Waard pro* flueerende, zyn my niet bekend. Daar men nu door ondervinding weet, welke de gevolgen van zodanige Inundatie zyn, zo ten aanzien van de Krimpenrewaard zelve, als van de aanpaalende Landen : daar boven dien het Project der Supplianten uit tweeërlye gezigtpunten kan befchouwd worden, eensdeels naamlyk als Veenery, en anderdeels als weder droog temaken Landen? zo zal de vraag eenvoudig zyn: of de bekende en dadelyke ondervonden gevolgen eener Inundatie van den Krimpenerwaard, in beide deeze gevallen dezelfde blyven? dan of ze uit dien hoofde verandering ondergaan, en wederom andere nadeelige gevolgen voorbrengen kunnen? — wel is waar, dat het gevaar van Inundatie zeer aanmerkelyk vermindert is, terwyl men naamlyk, zedert de geëffedueerde gereegelds verdeeling van Water tufkhen de verfcheiden Riviertakken, althans zo lang de zaken in den tegenwoordigen ltaat blyven, by open Rivier niets te dugten heeft, zo als de ondervinding geduurende de laatüe tien jaaren heeft doen  doen zien. - Edocn dit neemt niet weg, dat het ^gevaar van Inundatie by Yskropping dezelf» Offchoon derhalven de kans van dergelyké gebeurteniffen grootelyks vermindert is, en 'er vLl?e,drie„OVedtroomingen' «'elke in deeze &euw den Knmpenerwaard getroffen hebben eéne te weeten die van i7nf niet zoude voorgevallen zyn, by aldten dezelfde gereegdde verdeehng van Opperwater toen reeds plaats gehad hadde als tegenwoordig; zo blyft de noofzakelykheid van het bovengemelde onderzoek des met te min dezelfde, en de voorzigtigheid vordert, dat men de gevolgen eener Inundatie van den Waard , met betrekking tot de beide gemelde gevallen even zorgvuldig onderzoeken, als of zodanige Inundatien, niet flegts twee of dne maaien in ééne Eeuw, maar geduurig te jwgten (tonden, nademaal het itrikt gefprooken, onmooglyk is, zo als de diiientieerende Hoogheemraden te regt aanmerken, dat de Krimpenerwaard in Me gevallen tegen Inundatien beveiligd zonde kunnen worden. t ?S pj^Penwwwrd door Dykbreuken van den Lekdyk boven en beneeden Schoonhoven in den jaare i7z6 oyerüroomd zynde (welke Inundatie als de zwaar te van allen my om dieswiMe toe een yoorneeld ter bèfehouwing, het eevoeelvkft voorkomt;) zo ilond het water in dien Waïd tot 59 duimen boven het Amiterdamfche Peil(volgens de Waterpafling van myn Pnedeccfleur, vvylen den Profellor Lnlofs) en dus tot 7 voer s.n|u,mj ueU uf re&enwoordige hoogte van de &tol*ykfchen Weg: gelyk d,t ook zeer naby beveiligt word door de Vloedzolders, welker* na de gemelde overttroming van in6 door de lagezeeienen ter berging van hun Vee gemaakt zyn. —'  ( 17 ) i • %vn Ma ïn 17*1 was het hoogfte Inundatiew in den Waaid vier en twintig duim., e • negen en twintig en een h.lve duim boven A^at^eFvan het InundatieWater z gelyke onhandigheden dezelfde den in dien Waard eene Veendery *«e, niet. Ook zoude het, volgens de bek • H fch.ppen van het Water, en de dage yl vind^, geen onderfcheid ten nader* maak^ of het Inundatiewater ftond oP d, Landen, t óp de verfchillende kleine Plaflen, gaarjn u geprojecteerde Veenerye zou verdeeld zyn iel is waar, indien de Veenerye i?J%M den Lekdyk geprojedeert was. dat.de Wie, die altoos met een Dykbreuk gepaart gaat, Z»| met een dier Plaflen vereenigen konde; zo zou dit de nadeeligfte gevolgen kunnen heb en , ej «enoegzaame reedenen mtleeveren, om zodanig? Lhelyke Veeneryen .af te raaden. fcjicch den itrekt zig een Wiel, als ^leen door dedU,. tin<- van het Water veroorzaakt wondende, verder -Landsaards uit dan 30 a 4^'Cden. De Wiel, door den Doorbraak by oe^am, hipt Stoep in 1760 veroorzaakt had liegts eenj: b reedt e? van de Rivier Land waards gereekent vin omtrekt zo roeden, ofichoon de Itortingen fnelheid van het Water zo groot was, dat de diepte in den Wiel van 7S tot 81 voeten ge- Pekn dlwyl ;er tuttellen de Veenery en' den Lekdvk. op de naaüe plaats, nog een afftand va* 800 Rhynlandfche Roeien blyven zoude; zo LVd5 het zo evengemelde nadeebge gevolg van allé waarlchynlykheid ontbloot u. -fcven min kan de üag van het InundatieWater binnen  tZdl**rd' d°°r 2°danigc Veenefy "«werdeff ooïz^k ftpjL Cene uitwerking zonder nTeerdip rS d£u' Want hoe roch *ou ^ *neZJiTV^ het Water in de Veenery, X? W V! .bew,ee8i^ aa« overige ver?n .1 «n*Cf m ,de *aard kunnen me°dedeeheem?! ^ d,ie di'^ntieerende Hoog- tref de^ V,° rüellfnde' dat b1nnen den °^ li VeenerV zelve, uit hoofde der meer- «^lepre eene 11 erkere beweeging p!aat£ had- HcerTn Hnnol ^ £leï,in« van welgemelde rneenen H?°«h.eenïr"den , waar by zy naamlyk Sreende t °°ï de-dieple der Veenerv (bédrwgende de verhooging Van Water by eene ovcrüroomiog als die vtn t76ó niet i j a ,1 ^VoetÖ eïly J'5 hunBerigr zeggen, maarflegts U voet, en dus de geheele diepte van Water in ^H ~ voeten/de golvende b " u eeging op eene verbaazende wvzeT en om het de'd zoude T^a ^ ^ rnv zeer Ah Y a dcfe Mng ^ ik> ht l Se.na2arjeerd voor, en meer gelchikt dTn om fe f ,gdOOVigen fdlrik te kwekken dan om te overtuigen. Althans wanneer merï °fZTt t V°lgenS P^fneemingenn°;ean^ \*'n a ï Ct PulM«nis van ervaaren Zeelie- b hev1pegHnende bree.g,"n« Van Wa^r, zelfs by hevige Itorm in Zee flegts tot de diept- van r °a \ *0et,Cfr bef?eurd word ? hoe kan men Ê geheel?'mSn '* ^ ^zonderde PkfSn ee gciteie mstfe van Water ter diepte van ic neten door den wind in beweeging gebUf ouue u orden, en wel zodanig, dft Ie IS ging der oppervlakte, uit hoofde van de diepte  ( *9 ) i£ t flerker zoude zyn? — Edog ik zoude dc attentie van U Edele Mogenie misbruiken, u.dien ik by deeze en meer zoorgelyke weinig beteekenende zwarigheden wilden blyven liaan. De allezints nadeelige vereemging der verfcheide kleine Plaflen, by verwaarloozing van de gewoone aandammmingen der Wegen en Kaden, is geen nadeel het welk aan deeze Veenery bezonder eis>en is, nog ook in eenig verband Haat met de Inun iatien. — Dit heeft dezelve met aU le andere Veeneryen gemeen , waar tegen ook doorgaans door een goed Reglement voorzien word' — Ik vertrouw derhalven genoeg gezegt te hebben, om U Kdele Mog. te doen zien, dat eene Inundatie , alwaare zy zelfs gelyk aan die van 17*6, geene andere gevolgen ten aanzien van den Krimpenrewaard dog ook van de aanpaalende Landen, het geen myns oordeels geen öyzonder betoog nodig heeft) hebben kan, of 'er in deffelfs midden eene in verfcheiden Plaflen verdeelde Veendery, al, of niet gevonden worde, en dat dienvolgens alle vreeze, althans in dit bepaalde geval meer op vooroordeelen, dan op gegronde redeneeringen, of dadely ke bevindingen gebouwd is. Geheel anders echter is het met de zaak geleegen, wanneer men deeze Veendery aanmerkt, als Plaflen, die noodwendig te eeniger tyd wederom drooggemaakt moeten worden. -- Want om ze altoos in den ftaat van uitgeveende Plaflen *te houden, zoude niet alleen ongeraaden zyn, voor zo verre men dan xooo Zuidhollandiche niergen nutteloos zoude laaten leggen , daar ze in vrugtbaare Landen veranderd konnen worden : maar zulks zoude daar en boven gevaarlyk zyn, door dien de ondervinding legrd ? dat dppr langC 7, n£t4  had «*n tya fomwyleo de bette fchïjckingen in *erget >he;d r !?.ken ; en dus zoude in zodanicr geval de itraks gemelde nadeelige vereeniginï der orderlcheiden kleine Plaijen ligfelyk kunnen voorvallen, en daar door een Meir in de Krimpen^ gebooren uorden, het welk of door dedelfs roeneemendc vergrooting , of door het nodig onderhoud der werken toe beveiliging der P.yers, te eeniger tyd tot bederf van den Waard vei bekken zoude. - Wanneer men dan de weder aroo.ümaaking der uitgeveende Landen, a s eene cnditto faie qua non, aanmerkt gelyk niemand dit m twyfïcl trekken zal; zo zal men ook, de zaak doordenkende, bevinden, dat hier m, en ook bier in alleen, de zwarigheid Peleegen is, eene zwarigheid.*elke aan den eenen kant door Heeren Dykgraaf en Hoogheemraaden, onaangeroert ^éhaten, en aan den anderen kant ' ƒ fe ene Heeren dilïenrieerende Hoosheem' f ,l,^een ^r^ooicüd licht voorgefleld Word. — Nier als of de Supplianten by hun pro^eze weder droogmaking uit het oog verboren hadden. -jHet tegendeel blykt uit het Kequeft en deifelfs Hylaagen, maar de vraag j$ i. Laar deeze Droogmaking volgens eene waarichynlyke calculatie, eetft na verloop van ruim ioo jaaren ondernoomen zal worden, londerftellende, dat de ontgron- dmg Jn de ve*fchèide Polders ten natten op gèlyke voet voortgezet word , en d t er dus geene ieparate Droogmakins vroeger plaats hebben kan ) welke zekerheid is 'er, dat als dan , na verloop van zo veeie jaaren, een fufficame Ringdyk gemaakt zal worden, die het InundatieWmer refifteeren kan ? En van waar zal de iptcie gevonden worden, om zulk een for-  ( ) forroidablen Dvk te.maaken, daar en boven Aarde van de Veenlanden provemeerende , gedeeltelyk tot aandammingen • belteed, en gedeeltelyk door de langheid van tyd verfpild , of tot andere einden gebruikt kan zyn? — 2. Is de geproj; deerde Veenery en daar ' uit voortvloeyende droogmaaking ook zodanig geiitueerd, dat de Phyfique moog- ■ lykheid van deeze laatfte blyke? — mag men het veilig als een Phyfique onmooglykheid befchouwen , dat de Rivier de Lek ooit eenige direfte gemeenfchap met de Dioogmakery verkrygen zal? — 3. Zyn 'er geene middelen uit te denkeu, om de Inundatie van den Krimpenrewaard min gevaarlyk voor de Droogmakery, ten aanzien van haaren Ringdyk te maa* ken? — ,1 4. En eindelyk , zo deeze Droogmaakery al eens door het een of ander toeval lnundeeren mogt (gelyk dit Lot aan meer dan eene Droogmakery in deeze Provincie te beurt gevallen is; welke zeekerheid is'er, dat dezelve dan wederom drooggemaakt, en in itaat gebragt kan worden? — Niemand denk ik , zal ontkennen, dat wanneer alle deeze vraage en bedenkingen met de vereifchte duidelykhefd, en tevens met zodanige zekerheid, als men in zaaken van die natuure vorderen kan , beantwoord of opgelolt konden worden: Niemand 1 zeg ik) zal ontkennen dat 'er als dan geene reedenen, ten miniten geen Phyfique reedenen voor handen zyn, waarom men deeze Veenery meer dan eenige andere in deeze Provincie, zoude ontraaden. Tevens, vertrouw ik, dat U Edele Mog. by de ontwikkeG 3 Img  c ^ > Img en beantwoording deezer vraagen ook te gelyk de oploffing zullen vinden van die wee! zentlyke zwarigheden, welken door de drie disfent.eerende Hoogheemraaden voornaamlyk by het laatfte gedeelte van derzelver Berigt voorgedraagen zyn terwyl ik noodwendig in herhL hngen vervalen, en dus de attentie van U Ed Mog, te veel vergen zoude, wanneer ik de laaüï-' gemelde zwarigheden ieder afzonderlyk en reatltreeks beantwoorden wilde. — i. Welke zekerheid (dit was de eerfl* vraa») is er, dar, na volbragte uitveening, een vol. doende Ringdyk gemaakt zal worden ? En van waar zal als dan, dat is, na verloop van otntren eene Eeuw, de nodige ipecie daar toe gevonden worden? j Deeze vraag komt my voor van zS veel aanbelang te zyn," dat ik geene zwarigheid maake van te verklaaren, dat, ten miniten naar myne gedagten , zonder eene voldoende beantwoording niet kan, nog mag geaccordeert wor- En egter vinde ik in het projeft der Sup, phanten geen genoegzaame geruilüeliing dien aangaande. Wel is waar, dat zy zig bereid toonen, om zig aan een te maake Reglement wegens de verveening te onderwerpen, en dat waartchynlvk by zulk een Reglement zoude voorfien wo den omtrent het maaken van een Ringdyk, maar is dit in een zaak van zo veel gewigl voldoende, om te vertrouwen, dat na verloop van zo veelc jaaren een Dyk van behoorlyke zwaarte gemaakt zal worden? en zo men aldaar op wilde doorgaan; welke zeekerheid is 'er, dat zyn? 1 n0d'ge lpüde 2al te bek°ornen Om deeze reeden dan meen ik, dat men niet alleen van nu af aan behoorde vaft te Hellen, hoe,  ( *3 ) höe» en waar van de Ringdyk gemaakt zoude worden: maar dat men ook als eene conditto fine ana non, en dus als een eflentieel point, met de nodige praecautien, by het Reglement diende te bepaalen , dat de geheele Ringdyk binnen den 'tyd van tien jaaren na dato der begonnen ontgronding of zo veel eerder, als met de jaarlykfche qu.mtiteit verveende morgen Lands begaanbaar is, zoude moeten voltooid zyn op zodanige wyze , als ik thans de vryheid neemen zal U Edele Mog^ voortedraagen. Voor af moet ik herinneren, dat, naar myne gedagten , de Noordooftelyke Dyk behoorde te loopen zodanig als by de gedrukte Memorie van C. Redelykheid , Bladz. 6., in de aanteekening word in bedenking gegeeven, te weeten , niet van den Noordelyken Hoek der Veenery, tot aan den Berkouwfen Boezem; maar van dien Noordelyken Hoek in eene regte lyn Noordwaards voortgaande en fluitende aan den Yffeldyk by Stolwyker Sluis, terwyl aan de andera of Zuidwellzyde de Ringdyk, volgende de Zuidwelt Kade van den Berkwouwfen Boefem, insgelyks zoude moeten voortgaan tot, en fluiten aan den Yfleldyk. Hier door zoude niet alleen de geheele Dyk langs het Beyerfe en den Agterbroek, en dus eene aanmerkelyke fomme gelds uitgewonnen worden (blyvende nogtans de by het projecl bepaalde aandammingen daar ter plaatze in haar geheel) maar daar en boven zoude men ook langs dien weg nog eenige andere aanmerkelyke voordeden obtineeren, van welken ik Üraks nader fpreeken zal. — De voorfz Noordoottelyke Dyk der Veendery, beginnende aan den Yfleldyk by Stolwyker Sluis* en loopende ten weflen van de Stolwyker Weg moet van den Yfleldyk fchuins afdraagende, en voorts  ( M ) voorts gemaakt worden ter hoogte van 9 voeten boven den Stolwykien Weg, of 11 voeten, breed 6 a 7 voet, met een builen Üortteering vaneen voet op de voet, en binnen van 1 voet hoogte en voet bafis, welk Lighaam, op het hier nevens gevoegde profil met de Letters A, B. G. Z. aangewee2en, gemaakt moet -worden van Kley, uit den Yflel ter naailer pkatfe te haaien. De binnen DoriTeering van 1 voet hoogte en il voet bafis, uitmaakende het profil C. D. Z. moet beftaan uit de Bovenaarde, pnvenieerende van de Landen, die in de bovengemelde tvd van 10 jaaren in >ettonken worden , als meede uit de fpecie, die men vinden zal door het graven Van twee Vaarten ter wederzyden, ieder wyd 4 roeden, diep 3 a 4 voeten, iaarende nogtars de nodige Bermen, gelyk zulks in de aangehaalde profil teekening word aangevveezen. — En indien, zo als wel te verwagren is., onder lift Lish aam des Dyks, zig Moddervwen of onvafte ttofïe bevinden mogt, zoo moet deeze alvoorens rot op de vatte Kley ter breedte van 10 a ix voet uitgehaald en wederom met goede Kley of boven Aarde aangevuld en aaugeftampt worden. — Dat de Bovenaarde van de in dien tyd verveende mergen, als mede de geene, welken de gegraaven Wateringen opleeveren zullen, overvloediglyk voldoende zyn zal om het gemalde binnen Profil, gelyk ook de aanvulling te maaken, is my by Calculatie gebleeken, terwyl men naamlyk nog omtrent 28000 Schaften overig houden zal. De gemelde Dyk aangelegd, ter hoogte van 9 voet boven den Stolwykfen Weg (dat is zes en drie vierde voet boven het Amlterdamfche Peil , en dus zz duim boven het hoogtte lnundaiiewater van 1716) moet flegts als een pro-  , rjrovifioneele Dyk aangemerkt worden : want i naar mvne pedagten zou dezelve,naderhand tut de Bovenaarde d'ie van de foeceffiveverben provenieeren zal, gebragt worden tot de iSwaarte, zp als de letters K F G. H.. id| , Profilteekening aantoonen, te weeten hoogte van 10 of ii voeten boven de Stolwykie weg Tourna de beklinking altoos; ruim de voorgemelde hoogte van 9 voet te gouden) ma een Kruin van io voet een buiten dorffeering ' « voet op 1 voet hoogte en een b.nnen dorflee Hncr van 4 a j voethoogte..- Ik zal U Edelê 1 Mog, in dezen niet op houden met eene uitvoer,gegbefchryving van het Projeft der Verveenmg, hoe men by voorbeeld van de geprobeerde Sluis beneeden Stolwyker Sluis tot in de Watering langs den Dyk eene Vaart graven zal; hoe »ergin dien Dyk by provifie eene openinggelaaten zal worden, om de Kley uit den Yflel te kunnen vervoeren, hoe men het Dorp Stolwyk zal buitenDyken ten einde alle» bedegwge^ ten aanzien van dit Dorp en defïelfs Kerk te ontgaan; en eindelyk op welke wvze de geheele Ringdyk, zo wel na het provifioneele, als na het finale Profil zoude dienen gemaakt te worden , terwyl zekerlyk uit hoofde van de locale Sefleldheid aan de verfchillende zyden der Veefe y by voorbeeld langs de Reekade als meede langs de Scheykade tuffchen Berkwoude en Ouderkerk , eenige kleine verandering ten aaneen van het ^^n der Vaarten zal moeten Lobferveeh wo den. Het hier nevens gevoegS en boven bef h eeven Profil zal genoeg zyn , om U Edele Mog. te doen zien, hoe, na myne gedagten te flond , en by den aanvang der ont|ronding, een allefmts voldoende Ringdyk kan ?n moet gelegd weden wiens zwaarte omtrent D ak*  ( ±6 ) agt maaien overtreffen zal de perfing van het water, gereekent na de hoogfle overflroQrning ?JÏ J72n r,AI,ee?Iyk Zal ik n°S herinneren, dat de Dyk langs de noordooflzyde der Veenery van den Yfleldyk af gereekent, tot aan de Keekade beiragen zal, ruim gemeeten eeneleng- VoIanj *~7 „, *T~" 2.000 Roeden, * an de zuidooflhoek zal (volgens eene nadere infpedie en conferentie met de Projedeurs) de Dyk loopen langs de Reekade, Zuidbroek en denlndyk, tot aan den Zuidvvefthoek der Veenery (blyvende0dat gedeelte Lands, tufibhen Zuidbroek en de bewallen Loete, mitsg/ideis tuflchen den Lekkerkerkfen Boezem en den Indyk liggende, ongeroert, waardoor de kc.rttte affland van den Lekdyk gebragt word op SooRhynlandlche roeden, de lengte van dezen Dyk bedraagt, meede ru.m gereekent 2000 Roede^ üindelyk van den zuidwefïhoek der Veenery, langs de Scheykade tuflchen Oudekerk en Berkenwoude, en vervolgens langs de zuidweflzyde der Berken'woudle Boezemkade, tot aan den Yfleldyk, bedraagt de s * • noó Roeden. Bus de geheele Ringdyk uitmaakt ~ eene lengte van - $xoo Roede0m Zodanig een Dyk terftond of in de eerffe jaaren  ( Z7 ) ren gemaakt wordende, ziet men Hgtelvk niet alleen, dat alle die zwarigheeden vervallen, welken men in weerwil van het hier vooren gededuceerde , zoude willen fuüineeren plaats te hebben aeduurende de Verveening: maar het bsykt ook tevens, dat de groote zwarigheid, afgeleid uit de onzekerheid wegens het maaken van den Ringdyk en de daar toe benodigae Specie uit den weg geruimt word: terwyl men nog daar en boven het voordeel heeft, dat de gemelde Dyk reeds volleedig beklonken en van de verenchte flerkte zyn zal, wanneer de droogmaking dadelyk begonnen , en het tegenwigt van water in de Plaflen weggenomen zal worden. De bedenking, die waarfchyr.lyk een ieder tegen dit Plan te binnen komen zal: hoe naamlyk de Penningen te vinden, die er terltond vereifcht zullen worden, om zulk een groot Werk ter uitvoer te brengen; zal ik itraks tragten te folveeren, na dat ik de ovengen der-hier bovenpemelde vraagen en zwaangheden zal geantwoord hebben. - In het voorbygaan echter meen ik by dee/e geleegenheid, terwyl ik naamlyk van den Ringdyk der Verveening gehanuelt heb, U Edele Mog. myne gedagten te moeten fuppediteeren nopens de Propolitie van uykgraat en Hooeheemraaden van den Knmpenerwaard, te weeten: om de uitvaart uit de Veenery niet te laaten gefchieden door de nieuw geprojecteerde Sluis tegen over de Stad Gouda, maar door den Lekkerkerkfen Boezem. De reedenen, die welgemelde Heeren gepertnoveert heboen, om op deeze Propofitie te mfteeren , fchynen voornaamlyk daar in geleegen «j zyn . üat de uitvaart door den'Lekke.kerkfen Boezem gemaakt wordende, zulks zeer zyn voor de Eigenaaren der Landen onder LtK; Pi kei-  (*8 > Ke kerk en Ouderkerk, by aldien deezen in;g?. Ivks mogten inclinceren verzoek te dóen tot'de ontgronding dier Landen: gelyk zy ook niet najaaten hun favorabel berigt nopens de pofitiven, by der Supplianten Requeft tèr neder gefleld, te extendeeren tot, en toepa'flelyk te maaken op de Ampagten van Lekkerkerk en Ouderkerk. Edoch daar zodanig verzoek, althans myns Weetens, nog niet gedaan is: daar boven dien dit verzoek , ten minden wat het Ambagt van Lekkerkerk betreft, aan die byzondere bedenking onderhevig zoude zyn, dat deeze Verveëfjmg binnen de 800 ' Rhynlandfche roeden van den Lekdyk , en dus veel nader aan dien Dyk zoude komen te liggen , dan de Landen onder Stolwyk of Berkoude: daar de uitvaart door de geprojedeerde Sluis tegen over de Stad Gouda onbetwiitbaar veel geryffelyker zyn zoude voor de Ligenaars der hatfïgemèlde Landen onder Stolwyk , dan den Lekkerkerk'fche en BerkeUwoudlchen Boezem, vermits (om van veele reedenen, kortheidshalven, flechts ééne aart te haaien) de Scheepen, uit de Veenery komende en gedeitineert na Gouda, niet alleen altoos génoodzaakt zouden zyn den Yflel, met veel tydyerliès , op te vaaren, maar ook daar en boven een verbazenden omweg maken moeiten ; en eindelyk dair deeze nieuwe geprojecteerde Sluis, van de uiterfle noodzakelykheid is om den Kley uit den Yflel na de plaats van den Ringdyk te vervoeren • zo zoude het by deeze geiteltheid van zaaken zeer ontydig, zo niet onbillyk zyn, wanneer men de Supplianten noodzaaken wilde, hunne eigen Penningen tot gemak van anderen, en tot nadeel der by hun geprojedeerde en verzogte Veenery té befleedën. Qe bedenkelykheid van welgemelde Heéfen Dykgraaf en Hoogheem-  <19} heemraaden omtrent het leggen der geprojecteerde Sluis, beneden Stolwyker Sluis, als of die plaats niet gefchikt daar toe zoude zyn , is my by myne locaale infpedie niet voorgekomen gefundeert te zyn, zo min als de zwarigheid wegens de peduurige opflibbing van de Haven of ingang der Sluis, waar tegens myns bedunkens, by den aanleg zeer wel gezorgt zoude kunnen worden. Dat dit en verdere reflexien van welgemelde Heeren nopens eenige verbeetering en voordeeligere fchikking omtrent het Plan van verveering , na myn begrip, niet regtitreeks, behoorer»de tor het oogmerk waar toe het U Edele Mog behaagt heeft de bovengemelde Stukken in myne handen te flelleu, zo agte ik het nodeloos daar meede de attentie van U Ldele Mog. yerder bezig te houden. %. De tweede der hier boven voorgeltelde yraasen en bedenkingen was : of men naamlyk tia alle gronden der waarfchynlykheid, en volgens de phyfique gefteldheid der zaaken de weder droogmaking der Landen als in zig zelve uitvoerlyk moge aanmerken? en of men daar benevens phyfique gronden van zekerheid nebbe dat de Rivier de Lek nimmer eenige directe gemeenfchap met de droogmakery verkrygen 2aj ? —. Deeze vraagen zyn uit haaren aart onderiing verbonden en zullen derhalven ook geyoeglykft te gelyk beantwoord kunnen worden. Poor meenigvuldige grondbooringen is gebleeken, dat de valle Aarde of Kleylanden, tuflchen den. Lekdyk en geprocedeerde Veenery, langs dtezen Dyk en regthoekig op de Veenery gemeeten, leggen ter breedte van 60 tot 300 roeden, terwyl het ware veenbare Veen eerft op den afltand van 300 en meer roeden van den Lekdyk ar gereekent, begint. De dikte deezer D 3 Kley-  C 30 ) Kleylaag Is zeer verfchillende, — op fnmmige plaarfen is zy 10, iz, if, en meer voeten dik. Onder de Kleylaag vind men nu eens Veen, dan Aarde, dan Zand en gemengde Stoffen, en dan wederom Kley tot een zeer aanmerkelyke diepte. — Uit deeze gefteltheid der gronden tuflchen den Lekdyk en geprojecteerde Veenery, gevoegt by den grooten afltand tuflchen beiden, en dus by de groote en meer dan voldoende breedte der ongebrooken Landen, meen ik, zo niet met phyfique zekerheid, ten minlten met de hoogfte waarfchynlykheid te mogen beiluiten , dat de weder droogmaking der uitgeveende Landen in zig zelve uitvoerlyk is. fmmers de bedenkelykheden, die men daar omtrent hebben mogr, kunnen alleen geleegen zyn in een gevreesde lekking of doorzypeling van den kant der Rivier. — {Want in alle andere opzigten zou deeze droogmakery gelyk ftaan met zo veele anderen in deeze Provincie, waar van de uitvoerlykheid door de ondervinding bevestigt is, terwyl zy nog daarenboven het voordeel hebbende, van op den Yflel te kunnen uitmaalen , zonder aan eenig Peil verbonden te zyn, des te eerder drooggemaakt, en dus te gemakkelyker droog gehouden zoude kunnen worden,) Dan, by aldien men in dit geval, en by zodanige gefteldheid der Landen, tuflchen den Lekdyk en geprojedeerde Veenery geleegen, voor lekkingen of doorzypeling bevreeit moeit zyn, en wel zodanig, dat uit dien hoofde de weder droogmaking onuitvoerlyk bevonden zoude worden ; dan zie ik, voorzeker niet hoe men zig het ooit als mooglyk heeft kunnen voorflellen, om de Biyswykfche Polder, aan de Rotte en Bleiswykfche Meiren, de Bovenkerker Polder aan den Amftel en zo veele andere Polders in Rhyn-  ( 31 ) Rhynland aan de groote Plaflen ten Zuidooflen van het Haarlemmer Meir paaiende, droog te kunnen maaken ? En om de voorbeelden niet verre te zoeken , ik begryp nog minder, hoe men zig dan de weder droogmaking van de Nieuwerkerkfe Plas, ten weüen van den Yflel, als uitvoerlyk voorftellen kan. — Het komt my derhalven voor, dat men uit zulke voorbeelden, van eene min , tot eene meer gunÜige gefteldheid befluitende, de weder droogmaaking der ceprojecleerde Veendery als zeer uitvoerlyk en aan geene de minüe bedenking onderhevig, befchouwen mag. —• Ik heb opzettelyk van de liiuatie dèezer eventueele droogmakery met betrekking tot de Yffeldyken niet gefprooken, devvyl, zo als in het begin der 1. Af deeling aangemerkt heb, het byzondere der fituatie van de geprojecteerde Veenery alléén geiteld moeten worden in de Rivier de Lek, en geenfints in den Yflel, dewyl zy die met andere Veeneryen ten wellen deezer Rivier geleegen, gemeen 'heeft* — Dan, om alle bedenkelykheid ook dien gaande weg te neemen, zal ik nog kortelyk herinneren dat de breedte der Kleylanden, tusfchen den Yfleldyk en geprojefteerde Veenery, bedraagt van 300 tot 5-00 roeden, waar uit van zelve blykt, dat van dien kant geen doorzypering of lekking te vreezen is. Dezelfde geiteldheid der gronden tuflchen de Rivier de Lek en Veenery geleegen, welke eene toekomende droogmaking als zeer uitvoerlyk doet vooikomen, is ook te gelyk de reden, waarom men met phyfiqve zekerheid nimmer voor eenige directe gemeenfchap van de Lek met de Droogmaakerye te vreezen hebbe. — De allergrootlte Inundatie die men tot hier toe gehad heeft, flests een Wiel van geringe uitge- itrekt-  ( 3i ^ flrektheid in de breedte naauwlyks de helft fjédraagende van de fmalfte ftrook der Kleylandert daar ter plaatfe veroorzaakt. — En hoe tog zoude 'er met mooglykheid een Wiel van 800 roeden in de breedte, dat is Land waards gereekent kunnen voortgebragt worden? want de zaak van nader by befchouwende> zal men bevinden, dat de wydte van een doorbraak in den Lekdyk niets doet tot de even befchreeven breedte van de Wiel. De hoogte der Rivier, by welke de doorbraak voorvalt, kan even min verandering daar in teweeg brengen. Want hoe hooger de Rivier, hoe grooter de ftorting van het water binnenwaards; en derhalven ook hoe grooter de uitlokking en diepte in den Wiel, welke Kolk natuurlyker wyze aan de tegen over lig. gende zyde van den Doorbraak met een flaauw opgaande gloying voorzien zynde, dit juift de reeden uitleevert waarom zodanige Kolk of Wiel ïyne paaien heeft, en niet verder Landwaards in breedte geëxtendeert word. 'Er zoude zekerlyk jaaren en zelfs Konflmiddelen vereifchc werden , om eene directe gemeenfchap tuflchen de Lek en deeze Droogmakery te weeg te brengen: want niet alleen dat zulks met verfcheiden analogifche voorbeelden op de boven Rivieren loude kunnen gettaaft worden, maar men vind zelfs in de gefchiedeniflen aangeteekent, dat de Krimpenerwaard in den jaare 15:72, doorgebrooken zynde, zeven agter een volgende jaaren met de Rivier gemeen geleegen heeft, zonder dat daar van eenige biyken overig gebleeven zyn. —Zo min men dernalven thans verwagten kan, dat een doorbraak in den Lekdyk jaaren lang zoudë open leggen, of dat deflelfs nadeelige gevolgen do,-r Konflmiddelen zouden bevordert worden; zo min heeft men, myns oordeels, in dee~  peezen voor eenige directe gemeenfehap van g 8eduuren^ dien tfd Water daTr Lr nl iefrkerk 2ette' w-«door het water daar ter plaatze x voeten op den Dvk Hond en dus by den Doorbraak een zeer aan neer t n 0*kTO?fi*S veroorzaaken moeü7 w nleLT (2Êf lk} deeze ^'zonderheden overeeneg 'Z° 2d men0g^aklyk toeüemmen, dat eene opening van 48 voet vvydte her /.;„ de van den Yilel ge'pfrttfi, .Iwïï'de de  ( 35" ) de Ebben tot n duim onder het Amftpeil vallen en ruim 8 uuren in ieder gety duuren, in den tyd van een etmaal eene aanmerkelyke ontJafting, en derhalven ook te wee^ brengen kan, niet alleen dat het Inundatiewater fpoedig gelooft worde, maar ook dat het op verre na die hoogte niet beryke, waar op het anderfints weken en maanden lang zoude kunnen blyven ftaan. — Zodanige ontlafting agt ik des te noodzakelyker, eensdeels om dat 'er by die Watershoogte in den Waard nog geene Loozing na den kant van Montfoort plaats hebben kan, zynde dé hooge Landen van Yilelltyn yz duim bo-, ven het Amftpeil, de Yftelkade van den Lindeboom tot aan den hoogen Boom 6zi duim boven het zelve Peil, en aan de Zuydzyde van Montfoort tot Oudewater 60 duim boven het gemelde Peil, alles volgens Waterpaffing van wylen den ProfelTor Lulofs. Anderendeels is de geprojeaeerde ontlafting, ter bereiking van het oogmerk noodzakelyk, om dat by voorige Inundatien, gelyk by die van 1760, gebleeken is, dat men ongaarne befluit, om hulpgaten te fteeken: En in de daad niet zonder reden, want de hulpgaten geftoken wordende, aan het benedenii gedeelte van den Yffel (gelyk gefchieden moet om van de laagtte Ebben te piofiteeren) zoo loopt de Waard gevaar, om van onder door hooge Vloeden nog meer geinundeerd te worden: En reeds overfiroomd zynde, zyn de hulpaaten voor den Waard van minder belang, dan wel voor het groot Waterfchap van Woerden, en verder beneden liggende Landen , te meer daar het floppen van dezeiven naderhand weder-, om immenfe koften na zig fleept. — By deeze gededuceerde noodzaakelykheid der gepro-. iedeerde ontlafting, voege men nog eindelyk de Ex ver-  overweeging, dat na de hier vooren bepaalde hëdyking der Veenery, het Inundatie Water, wel met hooger in den Waard liaan zal, dan te vooren (dit tog is, volgens de bekende wetten der beweeging van het Water onmooglyk) ïfiaar zekerlyk zal het, alles gelyk gefield, eerfièr of in korte-en tyd tot zodanige hoogte ryzen, als de omftandigheeden der Inundatie meedebrengen. ' 1 Want indien men de tegenwoordige oppervlakte yan den Waard, welke by Inundatie tot Boezem veritrekt, field op 14000 mergen, als peede dat de geprojecteerde Veenery groot zy ' 9 $ Khynlandfche mergen (na aftrek naamlyk van omtrend 75- mergen, welken boven den Indyk hggen, en volgens het boven befchreeven nader Plan nuiten geflooten zouden worden) voorrs dat de Landen onder Vierltal , Middelblok , Ciouderak, Rattendyk, de Tien Viertel en NesIer Polder (welken meede ingevólgen het zelve Plan, rngedykt worden) ten naaiten by 1569 merken, en dus de ingedykte Latiden omtrent 4509 mergen bedragen ; zoo zal die verkleinde " ezem Üaan tot de tegenwoordige grootte van een Waard, als 19 tot 28, of zeer na by, als, 2. tot 3, en dus zouden 'er als dan by eeneri üoorbrsak als dje van 1760, geen |o maar 6\ dagen nodig zyn, om den verkleinden Boezem Van den Wj?ard te doen Inundéeren tot de hoogte van omtrend 29* duim, boven het Amiterdamfche feil. Daar en tégen zou de ontlading wederom ip minderen tyd, gefchikt naar die zcltde proportie, gefphieden kunnen. — Het r °n, rnyns oordeels, 'een' nader bewys der' nooü?.aakelykheid uitleevert, om de geprojecteerde Noodfluyzen werkllellig te maaken. — De vraag, van waar oók hier toe de nodige Penningen  ( 37 ) gen gevonden zullen worden, zal ik flraks beantwoorden. — Thans moet ik alleen nog herinneren, dat 'er volgens het gemaakte ontwerp, zoo als nader blyken zal, ten tyde der Droogmaaking , een aanzienlyk- capitaal voor handen zyn Zal, het geen men nu voor als dan, deftirieeren en vèrbindën kan, om daar voor, des roods, de voorfz ontlafhnge te vermeerderen, en den Lekdyk te verfterken. — Dit derhalven moer , naar mvne gedagten, tevens in aanmerking genomen en geconlidereert worden als een zeer effen tieel middel, om de gevaarlykheid van den Ringdyk der Droogmakery grootelyks te verminderen, zo niet geheel te doen verdwynen, riadieh de verhooging en verzwaaring van den Lekdyk , by de tegenwoordige gefteldheid der Rivier hu eenige middel is, waar door de Inundatie van den Krimpenerwaard voorgekomen kan Worden. — En dat zodanige verhoogingen verzwaai ing van den Lekdyk een efficacieus middel zy , is voorzeker in January des jaars 1771 gebleekcn, toen door het zetten van een Ysdam by Lekkerkerk, de Rivier tot de enorme hoogte van 13 voet 8 duim, boven het Amfterdamfche Peil te Schoonhoven gereezen was, zonder dat 'er een Dykbreuk gevolgt is. ~- De in de 4 en laatfte plaats voorgeftelde bedenking was; welke zekerheid 'er zy, dat de D.'oogmakery, wanneer zy ondanks de pra;cautien, in de foliditeit van den Ringdyk en de geprojecteerde verbeeterde ontlading tot foulage van den zeiven, geleegen, echter door het een of ander toeval mogt Inundeeren , wederom drooggemaakt en in ftaat gebragt zoude kunnen worden? — Deeze bedenking, welke tevens by het Berigt der drie diflentieerende Hoogheemraden voórgedraagen word, is (ik bekenne het) E 3 va«  van dien aart* dat het moeyelyk vallen zoude, om de verphgtmg tot het beantwoorden van dezelve aan te toonen: te meer wanneer men overweegt, dat niet alleen alle Droogmakerye in ons Land, de eene meer, de andere min, blootftaan, om geïnundeerd te worden, door de Wateren waar aan dezelven paaien, en die bv zommigen gelyk, zo niet vermogender zyn, dan het Inundatie-Water in de Krimpenerwaard : maar dat daar en boven deeze zelfde Droogmakeryen eene zekere overftroming te wagten hebben, wanneer (het geen God verhoede!) een Door! braak van den Lekkendyk boven Dams op eene gevaarlyke plaats voorvallen mogt. Met dit al is men , myns weetens, nimmer gewoon by de droogmakeryen ten Noorden van den Rhyn ge. ieegen, eenige cautien te bedingen, om zodanige Droogmakeryen , wanneer zy door een toe val inundeeren mogten, wederom droog te kunnen maaken. - Dan, ook ten dien opiigte meen ik, dar men in het gemaakte ontwerp, de nodige geru Aftelling vinden zal, dat zulk een onverhoopte Ichaden wanneer die de droogmakery teemger tyd treffen mogt, wederom volkomen herfleld kan worden. Het zal naamlyk dadelyk blyken, dat er na de finale verveening en droogmaaKtng dezer Landen een genoegzaam Capitaal voorhanden zyn zal om ten allen tyden de over itroomde bedyking, niet flegts ééns, maar verIcheuien maaien wederom droog te maaken, en m voongen ftaat te herftellen. Die ontwerp (van het welk ik, om verwarring te ontgaan, beft geoordeeld heb, gewag te maaken, na dat alle de zwarigheden en bedenkingen, immers na myne inzigt, opgeloft wa. ren) zai ,k thans de vryheid neemen kortelyk en alleen ten aanzien der hoofdzaaken, onder het oog  ( *9 ) oog van U Edele Mog. te brengen, ten einde ü Éd. Mog. in ftaat te ftellen , van te . kunnen oordeelen, of', en welken trap van zekerheid het zelve bezitte ter geruftftelling, dat de tot hier toe door rny voorgedraagen maatregulen en praecautien dadeiyk zullen kunnen plaats hebben en geëffeftueert werden. De Werken, weiken tot de geprojecteerde ontgronding behooren j en waar van eenigen, gelyk de Ringdyk, Noodfluifen, Vaarten enSchutfluifen, ingevolgen het hier vooren verhandelde, terftond ondernomen en gemaakt moeten worden, zo dra de Supplianten Oclroy tot ontgronding mogten geobtineert hebben , heb ik, om in deezen met alle mooglyke zekerheid te handelen, laaten begrooten door dezulken, dieniet alleen in zoortgelyke zaaken, maar ook ten opzigte van het locaale kundig waren, en zyn dezelven bevonden te bedreagen als volgt: De Ringdyk na het eerfte Pro-j r fil A. B. C. Z., ter lengte van jioo roeden, zal bedraagen, met den inkoop van het benodigde Land — * ƒ160000 o o De Schutfluys beneeden Stolwyker Sluis, met het geen daar toe behoord — *—— 60000 o o De Schutfluys in den Berken- woudien Boezem 60000 o o Een Verlaat in denzelven Boezem 20000 o o Zes Steeuen Watermolens onder Stolwyk,iederaƒijooo-o-o— 90000 o o Twee dito onder Berkenwoude 30000 o o Een Noodfluys met twee Kookers 60000 0 0 Voor onvoorziene toevallen — 20000 o o Bedraagende te zaamen — ƒ600000 o o Wan-  < ( 4ó ) Wanneer nu haar Edeie Groot Mog. goëd-^ vinden om de Supplianten te qual fice^ren tot het heffen van een ituiver wegens ieder Ton Turf, (zo als by nadere fchikkmg door de GeinterefTeerdens , volgens informat ie , is Voo gefield geworden) als meede tot het' ne^otieercn van eene fomme van 550000 guldens tegen den Interft van vier ten honderd, op en onder verband deezer revenuen, zo moet men in het eerffe jaar ƒ 150000- o- o, en vervolgens alie jaaren ƒ 50000- o- o negotieeren, derhalven in den tyd van negen jaaren de voorfohreeve fomme van f ^oooo- o- o, kunnende in het tiende jaar 50000 guldens oit het overfehot der Kaffe gevonden , en daar meede de voorgemelde forri van 600000 guldens gecompleteert worden. Indien 'er egter bevonden mogt worden, dat 'er in de eertfe jaaren een grootër getal van mergen kan verveend worden, dan volgens de üraks te melden onderftelhng plaats hebben zal, zo kan deeze Negotiatie binnen korteren tyd volbragt worden. In het eerfte jaar ftelle men , dat vyf mergen verveent zullen worden, waar van de belafting van een ftuiver per Ton rendeeren 2al, (ieder morgen ƒ2300) en dus —/iI5oo 0 0 Intreu van 150000 guldens; ! j a vier per cent ƒ 6oco' o o Wyders zal men aan de lii-, genaaren der Landen refti- tueeren de betaalde Waar- borgs- Penningen teegens / 5G0- o- o de mergen . vermits het hiüyk is, dat niet alleen de Nakomeling, ( maar ook de tegenwoordi■ ge Geirirereffeerden , van het accreffeerend Ophaal Jouiffeeren; dus de Waar- borgs-Penningen van vyf mer&en beJraagen 1500 o o I j— 7500 o o Blyft in het eerfie Jaai in Kaffe — — j - ~! /4ccg o 9 la  ■(4\} i , jn het tweede jaar, Rerenue van vyf mer- ^ l : Hier"by het overfchot van het cerfte jaar ^ooo j> ^> ƒ15500 0 o Intreft van 150800 gf. — ƒ6000 o o Dito van 50000 gl. — 2000 0 0 Waarborgspenningen van vyf ■ mergel1 _L . 1500 o o Jjo* j c Blyft int het tweede jaar in Kaffe — ^— - ^ /6o0^ _^ _f In het derdejaar, lUvehüe vyf mergen — ƒ11500 o o Hier by overfchot van het tweede jaar — 0000 j> j> [ƒ17500 o o Intreft van 150000 gl. — ƒ6000] o o Dito van 50000 gl. — 2000 o o Dito van 50000 gl. — 2000 o o Waarborgspenningen van vyf . v cr . f 6000 O *> Blyft in het derde jaar m Kalle — J_ _ _ In het vierde jaar ■ Revenue van tien mergen ƒ23000 ° o Hier by het overfchot van het derde jaar 6000 J> ° ■ƒ29000 0 0 Intreft van 150000 gl. - ƒ0000 0 °| Dito van 50000 gl. - *°0Ü ° ° Dito van 50000 gl. - 2000 o o Dito van 50000 gl. - »°00 0 0 Waarborgspenningen van 10 ^ I mergen • ■ ■ _J_ IJOOO 0 Q Blyft in het Vierde jaar in Kaffe -j - - ' f**??9 ° j In het vyfde jaar, Revenue van tien mergen ƒ23000, e o Hier by het ovekchot van hét vierde jaar ^ ƒ37000 o o Intreft van 150000 gl. -'ƒ6000 0 o Dito van vier maaien 50000 guldens 8000 o o Waarborgspenningen van 10 mergen. — — _f ° I?000 0 0 „. . . T, .x _ I - I - ƒ20000, o o B'yft in hst vyfde ;aar m KalL- — J j ƒ 1 f Ö  In het z»sde jaar, Revenue van tien mer-f gen . L 1 Hier by het oveifehot van het vjrfdejaar ~| ^ooo o, o Dito vyf maaien 50000 g>. _ JI00OO 0 J Waarborgspenningen van 10 mergen ^- ^_ 3OO0. J — — I 19000 o| o élyft in bet zesde jaar in Kafle J ~~ tpl/^j 0 Q. Enz.- Onder Rellende nu Com in alles eene toegevende rce^emng te maken) dat 'er maar 2000 mergen ontgrond, voorts dat in het zevende, agttte en negende jaar vyfcien mergen verveend zullen worden, aan zal tot deeze verveening een tyd van- 104a .aar nodig zyn. Wanneer men wyders op de boren bdchreeyen wyze de calculatie vervolgt en on« derflelt, dat er telkens vyftig duizend guldensvan het genegotieerde Capitaal afgelöft worden, zodra dezelve zig in Cafle bevinden, dan zal in het dertiglfe par na de begonnen verveening het geheele Capitaal van vyf honderd vyftig duizend guldens algetoft zyn Het Capitaal vervolgens accreiïeerencc, en zodanig geadminiitreert wordende, dac iedere vyfiig duizend guldens belegd worden in Land? LfFeden tegen twee en een half per cent, tlrt l1 'Ldlefi]eZ i°4 jaar tevondeS worden ebedrngeninEtTeaendeiomvan/795ocoo o o ïn Contanten * , [ i-i-k. j r 7 «•*-—. 25x900 o o i-»er gedcpofiteerde Capitaal der H aarborgspenningenadriehonderd guldens de mergen ~-, 6ooooo 0 0 k beiifting van de Kaffe der' . z,y — /8^02900! © © Men  ( 43 ) Men helle nu (s\ wederom volgens een ruime reekening) dat de weder droogmaking met ai liet geene daar toe behoord (uitgezonden de Ringdyken en Schutfluifen, benevens agt Steene Watermolens, welke reeds in de eerlle tien jaaren der verveening voltooid moeten zyn > kollen zal de fom van f 802900- 0.0, zo blyft yoor den eigendom der Veenery nog een Capitaal van agt millioenen guldens. Hier van kan men vier millioenen bepaalen tot verzwaaring der Lekdyken, en vermeerdering van het getal der Noodfluizen, zoo zulks vereifcht wierd. De overige vier millioenen zouden wederom een accreifeerend Capitaal kunnen uitleeveren , om daar voor alle rampen, die de Droogmakejye overkomen mogt en, te vergoeden, of te herlUL len. . ,. Hoe zeer ik by den voordrag van dtt ontwerp de kortheid betragt, en niets anders bedoeld heb, dan flegts een algemeen, egterge.yk ik vertrouw, voldoend denkbeeld van het zelve te geeven; zou het nogtans, oppervlakkig befchouwd, kunnen voorkomen, dat ik ten onregte de attentie van U Edele Mog. daar meede bezig gehouden had , terwyl alleen myne cordideratien omtrent deeze zaak, wat het phylique betreft, gerequireert waren. Edoch wanneer U Edele Mog. in aanmerking neemen, dat, in gevolgen het geen ik in deeze I. Afdeeling de <*r gehad heb U Edele Mog. voor te draagen, alle Bedenkelykheden, die men anderfints met reden tegen de verzogteverveeningmogt te berde brengen, weggenomen kunnen worden door het werkheilig maaken van zekere hier vooren befebreeven maatregulen; dat wyders, zo als by de f!. Ai-, deeling blyken zal uit dit Projea der verveening , vericheide nuttige gevulgen voor het au  „ ( 44 > ■ gemeen prorlueeren zullen , wel te verftaan in onderitelling , dat de zo evengeme'de maarregulen ter uitvoer gebragr worden ; en eindclvi' uar de conclufïe, by de UI. Afdeelin» vermeid'; wederom niet anders genomen kan worden, dan in de onderfleiling van de executie der voorfz maatregulen; wanneer (zeg ik i U Edele 'Wiek dit gelieven in aanmerking te neemen • dan zulJen dezelven begrypen, dat myne geheele redeneering nopens de middelen , waar door deeze verveening onfchadelyk, en tevens nuttig voor het algemeen gemaakt kan worden, bloot denkbeeldig, en dus ten uiterfte kragteióos zvn zonde, zo lang ik niet met de daad getoond heb, dar er een genoegzaam fonds gevonden kan worden , om alle die maatregulen ter uitvoer te brengen, en de beloofde voordeden te praeitecren — r Het fpreekt van zeive , dat 'er in de wyze van Negotiatie, aflofling en belegging, nog verlenende voordeelige Iclvkkmgen gemaakt kunnen worden: Edoch deeze byzonderheden zoude my te verre afgeleid hebben, en in de daad beschouwd kunnen worden, als niet tot myn beitek te behooren. " 1 - ï l. Na dat ik dan tot hiertoe, gelyk ik vertrouw getoond heb, aan welke bedenkelykheeden de meergemelde verveening, zodanig als dezelve door de Supplianten ontworpen is, onderhevig zy; hoe men deeze bedenkelykheeden door gepaüe maatregulen op een aliefints voldoende wvze uit den weg zoude kunnen neemen; en welke zekerheid 'er zy , dat deeze maatregulen werk itelhg gemaakt kunnen worden ; zoo zoude ik, na  m myne gedagten , de zaak te kort doen, en piet ten vollen aan mynen pligt in dezen beantwoorden , wanneer ik niet tevens tragte U Ed. Mog. kortelyk onder het oog te brengen, wel-, ke aanmerkelyke en voor het algemeen nu tige gevolgen uit de geprojecteerde ontgronding met den aankleeven van dien , meer dan waarfchynjyk proflueeren zullen. Dit toch moet een der voornaamüe beweegreedenen uitleeveren, waar op de concluiie, welke ik in de derde plaats verhandelen zal, genomen kan worden. — Want geftelt , dat deeze verveening in zig zelve onjchaadelyk , maar ook flegts voor eenige Partij culieren voordeelig bevonden wierd; zo zouden, volgens de gronden van het natuurlyk regt, de beweegreedenen, om zodanige verveeningonder zekere bepaalingen toe te fiaan , en der zeiver executie te begunüigen, geenfints zo vrugtbaar en dringende zyn, als wanneer dadelyk blykt, dat met de uitvoering van zulk Projeft, het belang van het algemeen verbonden is. Althans ik voor my, moet bekennen, dat voornaamlyk deeze beweegreedenen, te weeten de nuttigheeden, die 'er uit de executie van dit Project:, ten aanzien van het algemeen voortvloeyen zouden, my aangefpoord hebben , om zodanige maatregulen te ontdekken en te fuppediteeren, waar door de bedenkelykheden, anderfints zékerlyk in dit Project: opgefloten, uit den weg geruimt zouden kunnen worden. i. Het eerfte voordeel, het geen terftond in het oog valt, is de onmisbaare verbeetering van den thans kwynendenKrimpenerwaard. Niemand denk ik, zal met de drie diflentieerende Hoogheemraaden in twyfïfel trekken, of de ftaat van dien Waard zodanig zy, dat dezelve een efficadeus middel van redres vereifche. F 3 Trou.  ( 46 > Trouwens U Ecl. Mog. zyn volkomen in ftaat, om daar over te kunnen oordeelen, eensdeels uit de berigten, die U Ed. Mog. by verfcheiden geleegenheden , en onder anderen ten tyde der laatfte Inundatie dien aangaande ontfangen hebben, welke Inundatie door Heeren Commiffarisfen uit het midden van U Edele Mog. derwaards gecommitteert, grootdeels toegefchreeven wierd aan het onvermogen van den Waard , die zelfs niet in itaat was, om Dykmagazynen, voorzien van de vereifchte noodwendigheeden te houden, Anderendeels zal U Edele, Mog. het onvermogen van den Waard (het welk alleen toegeichreeven moet worden aan de Inundatien zeedert 17163 de fterfte van het Rundvee, en de daar op gevolgde ontvolking) gebleeken zyn, toen op derzelver advis, in de jaaren 1761, 1765" en 1771 zeer aanztenlyke remiflïen verleent zyn, als mede toen U Ed. Mog. van het onvermogen en het daar uit proflueerende mifcredie-t van den "Waard, in den jaare 1761, aan haar Edele Gr, Mog, gunftig voorgedraagen hebben, om aan de Kavelen, of Repraefentanten der Ambachtenen Ingelanden zeekere fomme Gelds uit 'sLands CafTe by wyze van leening te foumeeren. Dat deze innerlyke gefteldheid van den Waard niet verbeetert zy, blykt ten klaarfteo uit het wel beredeneerde Berigt van Dykgraaf en Hoog^ heemraaden van den Krimpenerwaard. De geringe prys, waar voor de Landen zedert de laatfte jsaren verkogt zyn , en het geen dei noods nader uit de verantwoordingen van den veertigften penning zoude kunnen opgemaakt worden, bewylt zulks meede ten klaarften. En eindelyk , dat dit onvermogen van den Waard eerder verflimmeren, dan verbeteren zal, kan  C 47 ) kan men vry zeker voorfpellen", nadien zondef eenigen toevoer van innerïyke welvaart, de Dyklaften fteeds zwaarer en drukkender wordende, zulks niets anders ten gevolgen hebben kan, dan dat de fchraale en weinig vrugtbrengende Landen door de Eigenaars verlaaten worden, terwyl dus doende de befte Landen verpligt zynde, om alleen deeze en meer andere Laften te dragen, uit dien hoofde natuurlyker wyze in waarde verminderen. Alle deeze anderfints onherftelbaare nadeelen, Worden, naar myne gedagten, door de geprojecteerde verveening weggenomen, althans de fchrale en weinig rendeerende Landen, zullen, nadar, zy een fchat van geld opgeleeverd hebben, veranderd worden in vrugtbaare Landen, bekwaam om alle foorten van laften behöorlyk te kunnen dragen.— De befte Kleylartden, wel verre van door de eerftgemtlde gedrukt, en in waarde vermindert te worden, zullen aanmerkelyk in prys rytfen* dewyl volgens eene conftante bevinding, de prys der Koelanden vermeerderd, naar maate de Veenlanden verminderen. Zelfs Hellen Dykgraaf en Hoogheemraaden in hun Berigt (zo als ook myne informatien meedebrengen) dat op het minfte gerugt eener aanftaande ontgronding, niet alleen zulke Landen welken daar toe gefchikt zyn, maar ook andere* Landen, in waarde geaugmenteerr zyn, waaruit derhalven op eene ontwyfelbaare wyze kan opgemaakt worden, welke nuttige gevolgen, de geprojecteerde verveening in dat opzigt hebben zal, en hoe langs dien zeekeren, maar ook tevens eenig en alleen moogelyken weg het tegenwoordig onvermogen van den Waard heriteld, en deiFelfs verflimmenng voorgekomen kan worden. Men  ( 48 ) Men voege hier by, dat het gebreK der ontvolking, het geen meeflal ongeneeslvk is, en eene wifïe ruïne na zig lleept, meer dan waarfchynlyk eerit door de verveening, en naderhand door de Droogmakery, geheel verdwynen zal, terwyl de vermeerderde omloop van geld, veroorzaakt zo door de executie der geprojecteerde Werken, als door de ontgronding zelve met den aankleeven van dien, rondfom bloey en weiVaart verfpreiden zal. Of nu deeze in diervoegen verbeeterde ftaat Van den Krimpenerwaard, — of de ontgronding zelve, of hec vertier ert de vermindei de prys van de Turf: of (zeg ik) alle deeze en meerandere voordeden tevens een gunitigen invloed hebben zullen op de Nabuürige Steden Gouda en Schoonhoven ? dan of dezelven door andere my onbekende politique reedenen ten aanzien Van deeze Steeden opgewoogen zuilen worden, durf ik niet bepaalen, dewyl zulks niet tot myne Spheere behoord. Op zich zelve befchouWd komt het my nogthans voor, dat de gemelde voordeden zig in zeer veele takken verdeelende, ongetwyffeld door die beide Steden ondervonden en genoocen zullen worden. 2.) Zo twyffelagtig als ik omtrent de Voordeelige gevolgen uit de verbetering van den Waard voortvloeyende, met betrekking tot de beide gemelde S eden gefproken heb < niet uit dadelyke overtuiging van het tegendeel, maar alleen om dat 'er redenen zouden kunnen zyn, die my onbekend waren) zo zeker durf ik als een byzonder voordeel voor de Stad Gouda, proflueerende uit het hier boven befchreeven project der verveenino;, opgeeven: a. Dat de Ambagts Heer!) hheid Gouderak, toe-i  ( 49 ) * tpehehooreode aan gemelde Stad, in den Ringdyk geflooten, en dus ten alleri tyde tegens het Inundatie-Water beveiligt zal Worden; ' b. Dat deeze Landen gfootelyks bevoordeeld zulieh worden, in de ontlading vanhun Hemelwater, door de nieuwe Steene Watermolens, welken ten behoeven der Veenery gebonflrueerd zullen worden ; , n • c. Dat 'er tot het maaken van den Ringdyk omtrent 99000 fchaften Kley uit den Yilel gehaald zullen worden, het geen niet weinig contribueeren zal tot verbeetering dier Rivier by en omtrent de Stad 3 al- • waar dezelve genoegzaam d'agelyks door opflikking, ondieper en naauwer word; d. En eindelyk dat by eene Inundatie, de Yfleldyken by de Stad* voortaan niet meer geëxponeerd zullen zyn, om dooreet heimelyk openen van de Stolwyker^ Sluis jgelyk in den jaare 17x6, gefchied is, in het grootfte gevaar gebragt te worden * nademaal in zodanig geval de ontlaitmg gereegeld en zonder eenig nadeel door de geproje&eerde Noodlluifen, en verderë verlaaten in den Yfleldyk gefchieden kan; , ;. ■ ■ ri 3.) Als een derdë voordeel, aan dit project van verveening verknogt, meen ik te mogen op-7 geeven de aanmerkelyke verbeetering van den, Krimpenerwaard, met betrekking tot de Inundatien. Hier voren naamlyk is reeds gebleeken, van welk eene nuttigheid in zoodanig geval de geprojecteerde Noodlluifen voor dien Waard en deflelfs Dyken zyn zullen. Dan, —.deeze nuttigheid extendeert zig niet flegts tot dd KnmG Pe"  C so ) penerwaard zelve, maar ook tevens tot de Lopikeï Waard , en tot alle de Heemraadfchappen ten Noorden van den Yflel geleegen, Wie herinnert zig niet de ernftige pogingen, welke men in den jaare 1760 aangewend heeft, om die van den Waard te overreeden , tot het fteeken van hulpgaten ten einde langs dien weg de Lopiker Waard of ten minften de Landen ten Noorden ' van den Yflel, voor overltrooming te beveiligen? En hoe men, hier in niet gedaagd zynde, in geduurige bekommering leefde, dat by een verdere wafch van het Water in den Waard het gevreesde onheil gebeuren zoude? ■ ■ • Deeze vreeze zal door het maaken Van de geprojecteerde Noodlluifen (buiten~onverwagte en nooit gebeurde gevallen) geheel weggenomen zyn, dewyl het InuttdatieTWater door middel van dezeiven tot die laagte gehouden zal kunnen worden, dat het zelve geen overtogt over de BinBendyken by Montfoort hebben kan. _ Maar een tweede zeer aanmerkelyke verbetering van den Waard, ten aanfien van deflelfs Water Haat, is ook daar in geleegen, dat, gelyk hier voren reeds te kennen gegeeven is, na de volbragte verveening, een Capitaal van vier millioenen, ter behoorlyke plaatle, en onder veilige Adminiftratie, gedepofiteerd zal kunnen worden, om daar voor niet alleen het getal der Noodfïuyfeo te vermeerderen, wanneer zulks dienflig geoordeeld mogt worden; maar ook om door de verzwaaring en verhooging der Lekdyken, die dog volgens de gefteldheid der Rivier, na verloop van tyd wederom nodig zyn zal, het gevaar van Inundatien dadelyk te verminderen. 4.? En zoude men het niet als een onwaardeerbaar voordeel mogen aanmerken, dat, by fe'-eue voorvallende inundatie, de Rampen en Kienden,  C fi ) • den, welken dezelve jJltéös verfellen, g'rootelyks verfagt 'zullen worden, eensdeels om dat dein** gfëzêeteneh lig met hunne Befmingen zullen I kunnen bergen binnen den Ring der Venery en verdere ingedykte Landen te weeten Gouderak, I Middeiblok , enz. als meede naderhand in de Droogmaakery zelve anderendeels dewyl men door middel van de geprojecteerde bchutfljy-* fen, tot redding en beiorging dier ongelukkigen, i uit, en in den Waard zal kunnen vaaren. «■» Dit voordeel zoude men zekerlyk duidelyker be- : zeft hebben in den jaare irzó', dan teegenswoordig, toen naamlyk de Regeering van Gouda het menfchlievend befluit nam, om de Vaartuigen uit' den Yffël in den Waard door midd-1 van Werktuygen, te laaten overhaal'en, ten einde langs dien weg den noodlydenden te hulp te komen. $■.) Eindelyk moet men ook als een nuttig ge„ fvölg uit de geprotegeerde ontgronding voorts 'vloeyende, befchouwen, de voordeden, welken Ihet gemeene Land daar door genieten zal, want .aan den eenen kant zal 'sLands Kaffe verzekert .zyn weegens de Verpondingen der uitgeveende 1 Landen, door middel van de bepaalde waarborgs 1 Penningen; en aan den anderen kant behoeft deizélvë nimmer bevreesd te zvn voor eenige verimindering van inkomlten uit hoofde van verleen-! ide Remiffien en Suhfidien, voor en fen oehoeiven van Landen, in den Krimpenerwaard geUeegen; dit vloeyd van zelve voort uit de hier 1 boven aangetoonde verbetering en welfhnd van {gemelde Waard, als e-n gevolg der ontgronding: terwyl zelfs in tegendeel, zo ais de ondervinding by andere Droogmaakeryen geleerd !heeft, de inkomüen wegens conlqmtive en andere middelen, aanmerkelyk vermeerderen zuilen. • Q % Lier  f^fier by komt dan nog , dat de gewoone ïm* poft van vier ftuyvers op yder Ton Turf, een ichat van omtrent 20 millioenen guldens , den Lande opbrengen zal. Deeze zyn de voordeden, die, myns bedunkens , zeer' zeeker uit de 'geprojecteerde verveening met den aankleeven van dien, voor het algemeen zullen prorlueeren. Ik heb my opzet? t'elyk onthouden , om alle dezelven uitvoeriger voorteftellen, of tot byzonderheden af te daalen, op dat ik niet febynen 7oud'e dezelve te exag^ereeren of met eenig ander oogmerk voor fe dï'aagén ♦ dan het geen ik by hét begin d'eezer afdeeling gemeld heb vóór zo verre, naamlyk dee/e voordeden die het algemeen door de uit-* doering' van dit Piojecl toevloeyen zuüen, tevens de .beweegreedenen uidéevéren'móejën, om daar Op de navolgende cojiciuüe te neemen^ 0 I. Het zal thans niet moeyelyk zyn deeze c°ncluiie op te maaken. Immers wanneer het zeeker -is, gelyk ik my vlye met genoegzaame duidelykhcjd en zekerheid aangetoond te hebben) dat alle de bedenkdykheden tegen de geprojec-? teerde ontgronding , afgeleid uit de byzondere Junatie van den Krimpenerwaard» weggenoomeq kunnen u*or lep , door zulken in zig zélve zeer uhvoeriyke middelen, welken ik de eer gehad, heb, \J Ldde Mog. voor te dellen: Wanneer boven en behalyen. deeze gedemondreerdé on-, icnaadeiykheid der' verveening nog ten klaarden, gehleekco is (zo als ik meede vertrouw op eene voldoende wyze in dagligt geiteld te zyn) dat de -Ksimpenerw^ard, langs dien weg, ten aanfien van delieirs Wat'eriiaat grootejyks verbetert zyn-' de* zulks niet alleen op dien Waard, maar ook: op  op de Lopikerwaard en verdere Heemraadschappen ten noorden van den Yflel geleegen, een aliefints wenfchelyken invloed hebben zal: wanneer ik eindelyk valtflellen mag, met de groots ik waarfchynlykheid getoond te zyn, dat deeze verveening niet flegtsonfchadelyk, niet flegts voordeeii? voor eenige Particulieren zyn zal: maar dat daar uit zeer gewigtige voordeden ten aanzien van het abemeen voortvloeyen zullen; zo meen ik bevoelt te zyn U Edele Mog, te mogen aanraaden°, om op het Requeft der Supplianten, ten aanzien der verzogte ontgronding, favorabel aar» haar Edele Groot Mog. te advifeeren, met verdere bwoeging, dat de Supplianten behoorden' gequaliSeeert te worden, om van iedere Ton Turf die peveend zal worden één fiuiver te mogen heften , en op deeze Revenuen fucceffiveiv-i te niogen negotieeren de Capitaale iomme van yjooGo guldens", tegens den Intreft van vier ten houd^id ; alles nogtans onder deeze voorwaarden : „ , 1 Dat de Supplianten zig zullen onderwerpen m .L- itipulatien, door DyKgraaf en Hoogheemraaden van den Krimpenerwaard by het Hot van der zeiver Berigt voorgedraagen, uitgezonderc h£t tweede point raakende de doorvaart door dèn Lekkerkerkfen Boezem, waar toe de Supplianten of wel de Verveenders om bovengemelde reedenen, immers na myne gedagten, niet behooren geconilringeert te worden ; voorts met eenige verandering in het vierde point, betreffende de bepaalde belalting van een ftuiver per Ton Turf. ' , 2 Dat de Penningen, provenieerende van de iaarlykfche gèvéeWé Turf, tegens een ftuiver P*r Ton na het goedvinden van U Edele Mog. KcadroihUtreert en op eene veilige plaats gede-  pofiteert zullen worden, met verdere verplijnins om jaarlyks of ten minften alle drie jaaren , ten overftaan van Uwer Edele Mog, Com.rdiTariften, of van de Heeren Gedeputeerden der drie Steden Dordrecht, Gouda en Schoonhoven, reekeïring en verantwoording, wegens deeze admmiiïratie te doen, ten einde door de gerigtftelling, omtrent de goede beheering en befteedmg dier Penningen verzeekert te kunnen zyn, dat het boven befchreeven ontwerp in alle zyne deelen behoorlyk ter uitvoer gebragt kan en zal worden. 3. Dat de Supplianten terftond na het verkrygen van het Oaroy een begin zullen maken met het leggen der geprojecteerde NoodlTuizen, gelyk ook met het maaken van den Ringdyk, meede zodanig als hier voren is opgegeeven, en nader ten aanzien der verdere Profilen, by het Reglement bepaalt zal worden, zullende de Noodilmien binnen de eerfte twee jaaren, en de Ringdyk uitterlyk agt jaaren daar na moeten voltooid zyn: ren welken einde de ftaat en vordering dier Werken jaarlyks door des kundigen Perfoonen, van wegens ü Edele Mo*, en Dykgraaf en Hoogheemraaden van den Krimpenerwaaad te nomineeren, behoorden te worden gemfpecteert, en daar van fchriftelyk rapport gedaan , op dat ü Edele Mog. in ftaat zouden gefteld zyn , om zo dra dien aangaande eenige vertraaging of verzuim plaats mogt hebben, dadelyk zodanige ordres te ftellen, als ü Ed. Mog zullen meenen te behooren. . H,et kan vo°r het overige ligtelyk zyn, dat m deeze zaak , waar van de befchouwing niet zelden zeer zamengefteld is, het een of ander, myner oplettenheid en nafpooringe mogt onflipt zyn. Echter by my zelve bewult, dat ik deeze Con-  Confideratien en het daar op gebouwd AdviS geenfints met verhaafting, maar in tegendeel niet anders dan na rype overweeging van al het geen daar omtrent in aanmerking komen kan, opgebeld heb, in gevolgen het geen U Edele Mog. by der zeiver opgemelde Refolutie uitdrukkelyk gewild hebben; zo vleye ik my ook daar meedé aan de intentie en geëerde beveelen van U Ed. Mog te hebben voldaan i terwyl ik voorts de eer heb, my met allen verfchuldigdeneerbied te noemen. Edele Mogende Heeren > Zwanenburg Uwer Edele Mog. zeet den Decem- ootmoedige Dienaar ber 1784- Geteekent, C. Bruningsl Re-   (h) Reglement ter verve e- ning en hedykïn^ van ruim 1900 Rhyntandf he mergen Veeniand, geleegen in bef, jitnbégt van Berkondi', en het Beneedenker ker gtdeeite van Stolwyk tn ae» Kr'mpenerwaard. Art. 1. DE zuidzyde der ontgronding, in het hoofd deezes gemeld , begint van den Beyerfen Weg, in denhoek, alwaar dezelve fluit aan de weihyde van den U'eg tuflchen de Stolwyker Sluis, en het Dorp Stolwyk, dat is, in het Beneedenkerker gedeelte van dit Ambagt, en gaat van daar voort m het zelve Beneedenkerker gedeelte, langs de wtilz\de van voorfchreeve Weg tot aan het Dorp Stolwyk ; voorts langs de weflzyde van den Stolwyker Weg na Bergambagt , of den Koolwykfen Weg, en dus meede in het Beneedenkerker gedeelte van Stolwyk tot aan de Reekade (zynde de fcheiding tuflchen Stolwyk en Bergambagt;) van daar langs de noordzyde van voorfchreeve Reekade tot aan de Landfcheiding tuflchen het Ambagt Stolwyk en de, Heerlykheid Lekkerkerk; voorts dezelve Landicheiding volgende, tot de Berkwoudfche Kade, en wederom deeze Kade wettwaards volgende, tot tegen den Indyk ; langs de noordzyde van deezen. Indyk tot dë Berkwoudfche Vliet, en een H' ge-  ( 5B ) gedeelte van den Berkwoudfchen Boezem tot, en langs de Landfcheiding tus7. ichen het Ambagt van Berkenwoude, of de Wellepoort en de Neflenpolder ; vati hier voortgaande langs de laatftgemelde Landfcheiding van Berkenwoude, en het i Bergambagt van Gouderak; voorts deeze Landfcheiding volgende tot de weftzyde vari de Beyerfche Vliet, tot tegen de zuidzyde van den Beyeffchen Weg; eindelyk zal men Van deezen hoek de zuidzyde van den Beyerfchen Weg volgen tot daar dezelve fluit aan de weftzyde van den Stolwykfchen Weg, het punt naamlyk van waar de befchryving vari den Kring deezer verveehing begonnen is, bevattende derhalven het Beneedenkerker gedeelte van het Ambagt van Stolwyk, en een gedeelte van het Beyerfche, meede onder het zelve Ambagt behoorende,1 voorts het geheele Ambagt van Berkenwoude (uitgezondert alleen dat gedeelte, het welk ongeroert zal blyven liggen tuflchen den Indyk en den Lekkerkerkfchen Boezem) de Wellepoort en den Agterbroek. Dë Vërveetiers, of Eigenaars der Landen , binnen den zoo even befchreeven Kring der Verveening geleegen, zullen gehouden zyn om, terftond na het obtirieeren van het Octroy, aan het einde van den Yflel, by of omtrent het Nieuwe Yeer in den Yfleldyk te doen maaken éene dubbelde Steene Noodfluis, ieder Opè»  ( 59 ) Opening wyd in den dag 14 voeten Rhyn-.. Jands, voorzien van twee paar Deuren, mitsgaders van de nodige Schotbalken, voorts tor zodanige bekwaarne diepte, als het Bedde der Rivjere aldaar gedoogt,, zynde deeze. Noodfluis gedeltineert, om,, in geval (het geen God verhoede!) door een doorbraak der Rivierdyk-en de Krimpenerwaard geinundeert wierd, alsdan het Water op de fpoed gfte en gemakkelykfte wyze' te kunnen lollen: en zal dezelve Noodiluis voltooid moeten zyn binnen, de twee jaaren na dato van het, geobtis neerde Octroy ter Verveening. 3. Insgelyk zullen de Verveeners of Eigenaars der ftraks befchreeven Veenlanden 9, meede terftond na het obtineeren van het vooifz Octroy gehouden en verpligt zyns, een aanvang te maaken met den geheelenomkring der, Veenery te omdyken op zodanige wyze, als üraks nader befchreeven; zal worden , zullende deeze, omdyking moeten gemaakt en voltooid zyn binnen den tyd der eerftkomende tien jaaren na. dato van het geobtineerde Octroy; en' ten einde deeze omdykinge, gelyk ook de verdere hier na te melden Werken in; de meelle ordre en grootfte. nauwkeurig», \ beid te kunnen volbrengen , zo zal, tri, dat geval, zo dra mogelyk, tea-kollen, der Veenery gemaakt worden, een nauwkeurige Kaart van de boven befchreeven. Veenlanden , der zeiver waare gekegenH v heid<^  heid, Wegen, Wateringen, Kaden, Lapcl- fcheidmgen, Sluizen, enz, roet uitdrukking tevens van alle de nieuwe geprojecteerde ïlyken, Sluifen en Watermolens, tot deeze Veenery behoorende, gelyk ook met aanwyzihg der waare grootte van alle de i. inden, binnen den Ring deezer Vee; nery begreepen. 4- De voorfz omdvking zal beginnen, fluitende aan den Yfleldvk, by de Stolwyker Sluis, èn van daar voorgaan langs den étoJwykfchen Weg tot aan den hier boven befchteeven hoek der Veenery; —voorts langs den gemelde Stolwykfchen eg, beneeden het Dorp Stolwyk, roet een bogt omdtaayende tot by de Stoluykfche Korenmolen, en zo voortgaande langs den Stolwykfchen Weg, tot de Reekade, of uiterilen hoek der Venery, maakende deeze bedyking uit de noordzvde di r Veenery; — van deezen hoek z«d de bedyking voortgaan tot de bewasfv. n Loete b^paaiehde de zui'ooftzyde d r 'V eenery ; van daar langs de Schey~ k^de tuiichcn Ouderkerk en Berkenwoude , en voorts langs* de buiten of zuidwettkade van den Berkenwoudfchen Boez.m, fluitende aan den Yfleldyk, zynde deeze laatttgemelde bedyking de zuid weftzyde der Veenery.  ( 61 ) S- Ten aanzien der bewerking, of con- ftrucüc1 van de zo evengemelde nmdyking, Z.l men her navolgende obferveeren: I. Men m\ , voor gemeene reekening der Ve-nery' , van den Yfleldvk by de So'wvker Sluis tot den hoek van het Beyer'che, en voorts lot den noordooiihoL-k of begin der Veenery een ürook JLands inkoopen, ter breedte van i6RhynJa ehe roeden, waar op de eerlte form des ; Vv:., tn bet hier bygevoegde Profil met de Letters A. B. C. i). aangeweezen , gelegd zal worden ; fluitende aan. den Ydeidyk en van daar ter lengte van 8 a is» roeden , Ichuins afdraagende tot op de hoogte van 9 voet boven den Stolwyker Weg. of i' vnet boven het Stolwykfche Z^merpeil* zullende, ingevolge deeze bepaaling, vatte Paaien, of Merken geflaagen worden aan de Kerken van Stolwyk en Berkoude, of op zodanige andere plaatfen , als convenabelit bevonden zal worden. De gemelde Dyk zal zyn op de Kruin , breed 6 a 7 voeien, aan de buitenzyde met eene dorfleering van rollende Aarde en een Aanleg, of Dyksgrond van 8 roeden, alles te maken mee Kley uit den Yflel; de binnen doift'eering van 1. voet op den voet , aangevuld mee Bovenaarde, provenieerende uit de Wateringen, welken men graven zal ter we derzyden van deezen Dyk (behoudens de nodige Bermen,) ieder wyd 4 roeden op H 3 het  .( 6z ) foet Zomerpeil en diep 3 a 4 voeten , zullende de te kort komende Aarde wor,' den gefuppleert uit de Bovenaarde, die de Verveeners, in gevolgen Art. if. van tyd tot tyd moeten aanvoeren. In gevallen onder de Kruin der te maken omdyking Modder, Veen of lofTe Specie bevonden mogt worden ; zo zal men dezelve tot op de vafte Kley, ter breedten van 10, \x a 18 voeten moeten uitnaaien, en zulks met goede wèl aangeflampte Bovenaarde of Kley aanvullen: En daar deeze uitbaggering niet nodig geoordeeld mogt worden, zal men den grond > onder den Kruin des Dyks, ter breedte van 18 voeten twee Spit omdelven , en raauw maaken , ten einden den nieuwen Dyk des te vafter met den grond te verbinden , en alle doorlekking, zo veelmoogJyk, te voorkomen. De lengte van den zo evengemelde Dyk van Stolwyker Sluis tot het Beyerfche bedraagt 350, en van daar tot het. begin der Veenery 2,50, dus te fa men 600 roeiden. M. Van den noordooühoek der Veenery , of derzelver begin, zal men langs den Stolwykfchen Weg tot aan het Dorp Stolwyk, graven een Watering, wyd op het Zomerpeil \ roeden, diep 4 voeten, en op vyf a vyf en een halve roeden afiland van den weftkant van gemelde Weg, zal men eene Sleuf graaven ter breedte' van 10 a 18 voeten, de daar in bevonden Modder, tot op de vaite Kleylaag uitbag-' geren, e*n dezelve wederom, aanvullen met  ( 6"3 ) ; piet vafte Bovenaarde , of Kley uit den yflel ; waar op als dan het lighaam des Dyks; wel te verftaan naar dé eerfte form, gelegd en verder voltooid zal worden met dezelfde Kley uit den Yflel, voorts ter hoogte en met zodanige Kruins buiten en binnen dorfleeringen, als onder No I is gezegt. — Voorts zal men op 8. roeden atttand van de binnen of weftzyde van de Stolwykfche Weg, een binnen Nekfloot, of Watering graven, waar van men de Bovenaarde dadelyk aan den Dyk op de Kley gewerkt zal worden, teneinde volgens de ftraks gemelde bepaalingen het Profil te vbltooyen. Óp dezelve wyze zal men roet de omdyking voorvaaren, draayende met een bogt beneeden het Dorp Stolwyk, zo als Artv 4. gezegt is, en fluitende aan de Reekade, of zuidoofthoek der Venery.-— De geheele lengte der omdyking uitmakende der zelver noordooftzyde, bedraagt 1900 roeden: men ftelle egter dezelvegemakshalven in de bereekening, als meede wegens de bogten , hier en daar by het Dorp Stolwyk voorkomende, »óooR.hynlandfche roeden. III. Van den zuidoofthoek zal de omdyking gaan langs de Reekade, Zuidbroek en den Indyk, tot de zuidwefthoek der Veenery , uitmaakende eene lengte van 1694 of (om zo evengemelde reedenen) ^ooo Rhynlandfche roeden. — Met deeze omdyking zal men dus te werk ^aan: Langs de bihnenzyde van de Reekade op twee en een half a drié roeden af-  ( H ) affland van de zelve Kade, Zal men eene Sleuf graaven , ter breedte van io a 18 voeten, en daar uit als voren de Modder baggeren tot op de vafteKley; voorts dezelve wederom vullen en aanflampen met Kley uit den Yflel en goede Bovenaarde t loer op vervolg-ns den Dyk na de eerfte form te werken tot zodanige hoogte, Kruin, buiten en brr.nen dorfleeringen m ede, zowel als met de verdere Bovenaarde der ingeftooken Landen, binnen den bepaalden tyd de eerfte form dts üyk> te perfc creëren. IV. Van den zuidweftboek der Veenery zal de omdyking gaan lang de Scheikade tuflchen Ouderkerk en Berkenwoude, en vervolgens langs de ^utd weftzyde der Beikenwoudlche Boezémkade, tot, en fluitende, fchuins opdraagerde, aan den Yfleldyk, het welk eene lengte vari iioo rüeden uitmaakt.-— Bv het conilrueeren van deezen Dyk zal men het volgende obferveeren : men zal langs de voorfz Tcheikade en zuidwefl Boezemkaöe tot tegen den Yfleldyk een ftrook Lards ter breedte van 11 a ir roeden aankoopen ; óp 8 roeden afftand van de bcheid- of boezemkade zal men eene èvenwydig loopende Watering graaven wyd  ( &s 3 wyd 4 roeden op het Zomerpeil, en diep 4 a y voeten , op i a 3 roeden afftand van dezelve Scheid- of Boezemkade, zal men eene Sleuf graaven ter breedte van 10 a 18 voeten, dewelke, tot op de vaste Kley uitgbaggert zynde, wederom ge^ vüld en aangeftampt moet worden met Kley uit den Yflel. Op dit Staal zal de Dyk, naar de eerfle form, gelegden voltooid moeten worden met dezelve Kley, en wyders bekleed met Bovenaarde, pro» venieerende uit de zoo evengemelde té graven Watering en verdere ingeftooken Landen, geevende aan. den Dyk de hoogte , Kruin en dorfleeringen,'zoo als van den Dyk onder No. V. is voorgefehreeven. 6. De voorfz omdyking, na de eerfte form, binnen den hier vooren bepaalden tyd van tien jaaren, of zo veel eerder voltooid zynde, zal men dadelyk een begin maaken om met de boven Aarde der ingeftooken Landen (behoudens nogtans de ftraks, Art. if, te melden aandammingen) als meede met de Kley, of andere onvrugtbaare Specie, welke onder de Verveening bevonden zal worden, de tweede of capitaale form des Dyks te conftrueeren, waar omtrent men obferveeren zal dat allereerlt de vuid- en ooflzyden deezer omdyking tot deeze laaiitgemelde form gebragt zal moeten worden. Deezen tweeden of capitaalen Dyk zal men maakeii ter ho, gte van 11 a ii voeten ï 6b-  (66 > boven den Stolwykfchen Weg met een5 Kruin vari 20 voeten, een buiten dorfleering van 3 voet op de voet, en binnen van 4 a j voet op de voet hoogte, zo als zulks meede in het hier bygeVoegde Profil word aangeweezen. En wanneer eindelyk de geheele omd\king tot de zo even bepaalde capitaale form gebragt zal zyn; zo zal men dezelve fucceffivelykby I erceelen verzwaaren en vtrhoogen, om de beklinking te compenfeeren, en deflelfs lohditeit te bevorderen. 7. Om behoorlyk in en uit de Veenery fe kunnen vaaren , niet ilegts tot geryf der Negotie, en tranfport van de Turf, maar ook om de Kiev uit den YfiTel te kunnen invoeren, dewelke invoegen voorfz tot de omdyking vereifcht zal worden, *al men dadelyk na hes: obtineerên van Uttroy, met den meeften fpoed conftrueeren twee capitaalen Schutfluifen met verwulfde boögen, wyd in den dag 2l a *4 voeten, voorzien met drie paar Deuren van Vloeden, en een paar van Ebben, mitsgaders een paar Nooddeuren, ten ernde daar meede het Water te kun- keeren' döürlaaten, fchutten en herSchutten , na vereifch Van omftandigheeden. — Een van deeze Schutfluifen zal gelegd worden in den Yfleldyk, beneeden de btolwykerflnis tegen over de Stad Gouda, ter bekwaamer plaats, zullende defi Üïnnenmond deezer Schutfluife een©  ( 67 ) ,-eene Watering van behoorlyk.e wydte en diepte gegraven worden, regtftreeks raay • ende op de Binnenwatering, welke, in gevolgen Art. y. No. I. langs de omdyking gegraven moet worden. De tweede Schutfluis zal gelegd worden in den Ysfeldyk, correspondeerende op, of in den Berkwoudfen Boezem. 8. Wyders zal men in den Dam , nevens de Berkenwoudfe W'atermoolen , in den vooifz boezem maaken eene Steene Verlaat , wyd in den dag iz a 14 voeten, (of zo veel wyder, als nader ten geryve der Veenery mogt nodig geoordeeld worden) voorzien met {wee paar Peuren , ten einde altoos na welgevallen te kunnen fchutten , en binnen de on> dykte Veenery onbelemmert te vasren, En dewyl by eene welgeftelde voordeelige Veenery, als een voornaam vereiichte befchouwd moet worden, dat dezelve nimmer met Hemel- en Lekwater bezwaard blyve; zo zal men het peil dezer Veenery bepaalen op 10 a iz duim beneeden het tegenswoordige Zomerpeil zo onder Berkenwoude als Stolwyk. — Hier toe nodig zynde eene vermeerderde en verbeeterde werking der Watermolens s zo zal men de drie beneeden Stolwykfche Watermolens, verhaten en vier nieuwe l % agt-  (^8} agtkante Watermolens in dezelve plaats (tellen, waar by nog twee Bbvenmoleös gevoegt zullen worden. -~ Behalven dit men meent langs dien weg het bedoelde oogmerk te kunnen bereiken, zo zal men daar meede nog dit aanmerkelyke voordeel obrineeren, dat naamlyk de Watermolen van Middelblok en Kattendyk'zou kunnen geamoveert worden; en dat door deeze voorzorg die van Gouderak altoos vroegtydig van hun Water zullen ontlaff zyn, het welk men als een gewigtig voordeel voor deeze geheele ft reek Lands s begreepen tuflchen Stolwykerfluis, en de'rt Berkwoudfen boezem, mag aanmerken. ÏO. Aan den gemelden Berkwoudfen boezem, zal men ten dienfte der'Veenerye, plaatfen een boven, en een beneeden agtkante Steene Watermolen. ' ' II. Qffchoon de tegenwoordige fchaarshcid van Turf, aan den eenen , en de goede geaartheid van het Veen binnen deeze Veenery aan den anderen kant : hei als zeer waarfchynlyk doet voorkomen , dat de ontgronding fpoedig voortgaan zal, heeft men egter nodig geoordeeld te bepaalen , dat 'er in de eerfte drie jaaren, m de voitoying der Schutfluifen, Art. % gemeld, jaarlyks ten minllen y, en in de daar aan volgende jaaren ten minften tien mer-  ( $9 ) pergen zullen moeten verveent worden, óp dat men niet fomwylen -door verkeerde, of baatzugtige fpeculatien, gefuftreert Zoude zyn, van de boven Aarde, benodigt tot de hier boven befchreeven pro» vifioneele omdyking 9 gelyk ook tot de ftraks te melden aandammingen, zullende het aan de hier na (Art. te melden directie vryftaan, om, by ontftentenifle van dien, niet alleen aan de Eigenaars der Veenlanden, by Looting de ontgronding hunner Landen, volgens de zo evengemelde bepaaling der mergentallen, aan te zeggen, maar ook om alzulke fchikkingen te maaken» als nodig zullen zyn, om Zodanige Eigenaars van Veenlanden, deWe) ken , in maniere zo even gemeld by Looting genoodzaakt zoude worden, hunne Landen te verveenen, op eene behoorlyke wyze te geryven , en tol het nakomen van dien in ftaat te ftellen, waar aan zig dezelve Eigenaars, in zodanig geval, dog anders niet, zullen moeten fubmitteeren. Geene Landen op ijo roeden naby de Kerk van Stolwyk, of Berkenwoude zullen mogen worden ingeftooken, of ontgrond. 13. Voor gemeene reekening deezer Veenery, zullen de Nabuuren ten allen tyden behoed worden voor fchaaden van HeI 3 mei-  C 70 ) mei- en Jagtwater; ten dien einde zullen de ScKëikaden, geleegen tuflchen de Ambagten van Kerkoude en Stolwyk, en die der Nabuuren ten allen tyden zo hoog en zwaar gemaakt worden, als de tyds omftandigheeden zullen vereifchen, des noods op ordre van Dykgraaf en Hoogheemraaden van de Krimpenerwaard. H' De verveeners zullen zig fliptelyk moe? ten gedraagen naar de PJacaaten , door haar Ed. Gr. Mog., op de ontgronding der Landen geëmaneert, als meede naar den inhoud van dit Reglement, en voorrs naar zodanige Keuren en Ordonnantiën, als Dykgraaf en Hoogheemraaden van den Krimpenerwaard, volgens de conüitutie van hun Heemraadfchap zullen meenen ten nutte van gemelde Waard , en buiten prejudicie der verveeners te mogen arrefleeren. De verveeners zullen de boven Aarde, provenieerende van dé ingeflooken Landen, zonder eenige vergoeding, moeten brengen ter naetfter plaatfe, aan ofbyde omdyking, en zulks tot zo lang de hier boven (Art, y.) befchreeven provifioneele Dyk zal zyn voltooid. Na dien tyd zullen zy de boven Aarde hunner Landen, al meede gratis, moeten cedeeren, om (op aanzegging en vermaaning der directie) weg-a  (71) Weggehaald te worden * ten einde daar tneede voor gemeene reekening der Veenery , de Scheikaden en Wegen aan te Dammen: en wanneer ook dit Werk verricht is, als dan zal de boven Aarde * door de Verveeners mogen en moeten gebruikt worden, tot de particuliere Aandammingen, met dien verllaftde nogtans, dat, wanneer inmiddels het zy tot reparatie, of verhooging vart de generale Omdyking , of ook tot verbeetering der voor gemeene reekening gemaakte Aandammingen , boven Aarde mogt nodig geoordeeld en gefequireert worden, deeze behoefte altoos praeferent zal zyn boven de particuliere Aandammingen, ié. Om de fpecië tot hei maaken van de ïtingdyken aantevoeren, zullen de repective Eigenaars der Landen, liggende langs de Roöijing van den Ringdyk moeten ichieten, of uitveeneri een Nekfloot, van boven wyd 36 voet, op den bodem wyd 24 voet, en ter diepte van 8 voet, onder het Maayveld: welke Nekfloot binnen het éerfte jaar der infteeking zal moeten gebragt worden , ten minften op de wytte' van voet, en binnen de daar aan volgende vier jaaren op de volkomen wytte én diepte. -*- Edoch zullen de Eigenaars aari deeze bepaaling van tyd niet verbonden zyn, by aldien door de hier na (Art. iy.) te noemen directie geoordeeld mogt worden , 1  . ( 7i ) dat niemand eenig hinder, of nadeel zoui de lyden. 17. Allen de geenen , die met hun Land tegen, of langs eenige Waterkeering, Weg, of ook Nekfloot van den Ringdyk liggen, (wel te verflaan, wanneer zulks niet behoord tor zodanige Aandammingen , welken volgens Art. iy. voor gemeene reekening geëffectueerd moeten worden) zullen gehouden zyn om binnen vyf jaaren na het infteeken van zodanige parthyen Lands wederom behoorlyke Aandamming te doen, ten minden ter breedte van het ordinaire Maayland, geevendé aan dezelve eene bekwaame dorffeering, ten waare dezelve Eigenaars prefereerden een firook Lands, ter breedte vari 4roeden, geheel en onverveend te laaten liggen , en dezelve op de bepaalde hoogte en breedte te onderhouden. Edog zal zodanigen Eigenaaren ten aanzien van den bepaalden tyd van vyf jaaren eene geëvenredigde prolongatie geaccordeerd worden, ingevallen zy door het cedeeren van eeri gedeelte hunner boven Aarde, Volgens Art, i?. mogten verhinderd worden, hunne particuliere Aandammingen binnen den bepaalden tyd van vyf jaaren te volbrengen. ii Alle Eigenaars van L?.nden, binnen den Rïtig deez.er Veenery geleegen, dewelken eeni-  (,73.) êenïge fchaaden komen te leyden, het zy Hoor het leggen van de bovengemelde Dykagie door het graaven van flooten, het miflen van Veen, of ook «door het cedeeren van grond, tot beveiliging tegen den aanflag van het Water, en in het algemeen door het miflen van eénig^ voordeel , ten behoeve ën tot nut dér generaale Veenery, züllefl daarvoör, door de Art. xs. gemelde directie i gededommar? geerd wórden uit de generaale Kas der Veenery , zo als in billykheid bevonden zal worden te behooren, öf dés hoóds ter tauxatië vin Heëren Dykgraaf en Hoógheemraaden van de Rrimpenef waard, mus dan het gecedeerde ook in eigendom1 der generaale Veenery behoorendé. id. Niemand zal eenige boven Aarde (buiten de plaatferi der Aandamming; mogeri plempen, of in het Water werpen: ook zal geene boven Aarde uit den Kring der verVeenirig mogen vervoerd worden, het eerfte op de boete van yo guldens , en het tweede op de boete van 6co guldens, voor ieder vierkante roede,die iemand overtuigt zal worden in maniere voorfz vervoerd te hebben ; Eb zal een derde deezër boete komeri ten behoeve der Afmen van het e Ambadht, alwaar de Aarde geplémpt of gehaald is , een derde ten behoeven van den Aanbrenger , en een dérdë tén behoeven van de Heer Oydgraaf van den Krimpénerwaard, die de cala'nge doen zal  ( 74 ) 2.0. Ter wederzyde van de Scheikaden der Ambachten van Stolwyk en Berkwoude zullen der Verveeners ongeroerd moeten laaten liggen een ftrook vaft Land $ ter breedte van 8 roeden, deeze ltrook zal voor gemeene reekening met i roeden breedte aan de Veenzyde, met boven Aarde aangedamt worden, geevende aan dezelve Aandamming eene dorfleering van z voet op de voet. —— De afzondering tulfchen de flrooken Lands, welke moe- j ten blyven, liggen, of wel de Landfcheiding zelve, of ook de tegenwoordige v Landfcheidingskade zal vry blyven op dat dezelve Landfcheiding altoos zoude kunnen onderfcheiden worden. zi. De Aandammingen der Landen en Wégen, langs welken men Vaart, (uitgenomen dezulken, die volgens Art. iy. voor gemeene reekening geëffectueerd zullen worden) wanneer naamlyk de Stukken Lands naar hunne breedte verveend worden , zullen gefchieden door, en voor ] reekening van den geenen , die daar ter ï plaatzen de Modder trekt, gelyk altoos gebruiklyk is 5 indien egter de Stukken, zo als men Zegt, overlangs geveend worden, dan zal het den Eigenaaren vryftaan een Wéér Lands onverveend te laaten liggen, —* De Wegen, Bruggen, Kar den.,  (75) den, enz. zullen voor gemeene reekening der Veenery gemaakt en onderhouden worden. ii. Geen Werf, of grond van eenige Huizinge of Wooning zal nader dan op 8 roeden afftand van de buitenkant der grond, waar op men den Ringdyk leggen zal, mogen verveend worden, ook zal men geene Hein, of Scheifiooten tuffchen zyne aangelanden tot fcheiding van zyn Erf, of Dykgronden mogen maaken, maar zal zodanige fcheiding moeten geëffectueerd worden door het maaken van een Hek, of Heining, ieder Aangelande voor de helfte. Niemwd zal ee ig Land mogen infteeken, zonder alvorens en wel telkens voor half Maart van ieder jaar aangegeevfcn te hebben ter Secretarie van het Amba:ru, onder het welk het zelve Land geleegd is, welke parthye Lands hy voorneemt is, in dat jaar te vervesnen : en zal van ieder roergen Lands, weike op deeze wyze aang'egeeven is, uit de Kas der Veenery, betaald en gefourneerd worden eene fom van 300 guldens, door elkander geflaagen , te weeten, zo wel voor de mergen Lands geleegen onder het Am* bacht van Berkoude, als voor de mergen Lands, geleegen onder Stolwyk, en zulks tot waarborg, voor de Verpondingen, 5 K % Dyk-  Dyklaften, lubfidie-penningen en alle andere omgelden. En zullen deeze waarborggelden worden belegd en geadminiftreerd op den voet als by haar Ed. Gr. Mog. Rtfolutie van x8 Januarv 17x3 is bepaald. De reftitutie deezer Waarborgs' penningen zal, na de voltooide Droogmaking der verveende Ambagten gefchieden aan , en ten behoeven van de zoo evengemelde Kas der Veenery, om' gevoegd by het dan geaccrefleerde capitaal te ftrekken tot zodanige einde, als hier na Arr. 34. zal worden bepaald; ten waare haar. Edele Mog. de Heeren Gecommitteerde; Raaden, aan welken, volgens Art. 33. het ridn vt?n 'Dioogmaaking ter approbatie hioet overgeleverd worden, als dan dienllig en nuttig oordeeien mogten, dat het gefourneerde capitaal der Waarborgs-penningen njet gereiütueerr wierde, maarten allen tyde gefTeclueerd blpeve, pm daar pit de Verpondingen en andere Lallen der Erooggemaak e Landen te bet,alen. 2,4. De Verveeners zullen tot goedmaking der koflen deezer Veenery en verdere bier na befchreeven einden , gehouden i'yn, om van ieder Ton Turf, welke binnen c e jze Veenery getrokken of gemaakt word ,V te bèta den eene Huiver: — zullende die geene, welke bevonden word deeze belaüing geheel, of gedeeltelyk gefraudte t te hebben, vervallen zyn in de boete van nonderd guldens voor de eer-, ite'twee honderd guldens voor'cle twee-  ( 77 ) de, en telkens met vermeerdering van honderd guldens , voor iedere herhaalde contraventie , terwyl de Verveeners zul- . len moeten inftaan voor hun Werkvolk, Sch ppers en verdere Bedienden, zullende wyders deeze boeten komen ten profyte als Art. 19. is gezegt. En om, zo veel mooglyk te praevenieeren, dat in deezen geen fraude gepleegt worde, zo zal geen Turf mogen vervoert worden, dan in geé'ikte Scheepen, waar van de Ykbrief zal moeten vertoond worden aan den geene, dewelke gequa iflceerc zal zyn, om deeze belailing ce heffen, als meede aan den Sluiswagter der Schutfluis, door welke de Schipper vaaren zal; wyders zal de Schipper, alvorens met zyn Lading ven de plaats, alwaar hy dezelve volkomentlyk ingenomen heeft, temogen vertrekken, zig moeten voorzien vaneen bewys, door een der hier na te melden Goromiirariilen, of der zeiver Gefubftitueerde onderteekent, ten blyke, dat de yoorfz belading van een ftuiver per Ton ontvangen is. ~- Dit bewys zal vervolgens door den Schout, onder wiens Ambagt de Plaats behoord , alwaar de Turf gelaaden is, in een feparaat Boek geregïftreert en gecontraügneert worden, waar Voor dezelve Schout van den Schipper, óf Revenuen ontvangen zal zes Huivers: en eindelyk zal de Schipper het gemelde bewys moeten vertoonen aan den Sluiswagter der Schutüuis , door welke hy yaaren wil, zullende gemelde Sluiswagter by inilruéfie, gequalificeert en gelaft worK 3 4en>  C 78 ) den , om by ontrtenteniffe van dien , dg doorvaart aan zodanigen Schipper te iveigeren, en hem als Coutraventeu? V ien Dykgraaf van den KrimpencrwaarJ ; : Ienuntieeren ; en zal een ieder welke bevonden mogt worden, eenige Turi binnen deeze Veenery gemaakt, hc; zy te Land, of over het Ys, en dus anders dan in geëikte Scheepen vervoert te hebben, dadelyk aangemerkt worden, als Contfaventeur vervallen te zyn in de hier boven geftipuleerden poenaliteiten. Alvorens eenigen der in dezen befchree-= ven Werken, of in het algemeen iets de Veenery concerneerende, te onderneernen, zullen door de refpecïive Eigenaars der Landen binnen den Kring der Ver^ veening geleegen, by meerderheid van Hemmen aargeiield worden drie Commisfariilen, waar toe men, zo veel moogiyk gegoede , en in deeze Veenery ten minden voor tien mergen geintretlëerde Perfoonen van bekende probiteit kiezen zal..— Alle drie jaaren zal een van deeze Commiilariilen afgaan , en in deffelfs plaatien , of ook in geval van overlyden een derde in maniere voorfz aangelleld worden ; zullende deeze Commifl'ariffen voor der zeiver vacatiën en verteeringen, zo by het doen der infpeflien, als ook by de comparitien (waar omtrent het aan hun zal flaan, een convenable plaats te bepaalen) mogen declareeren zes guldens daags,  ( 79 ) daags, boven en behalven de reiskoften, .neede de reedelyke betaaling van het rïtlpen der te doene reekening, welkeen en ander aan hun uit de Kas der Veenery zal betaald worden. itf. De Voornoemde CommifTariiten zullén ©ntvangen de ftraks gementioneerde belading van een ttuiver per Ton Turf, waar voor aan hun by te doene reekening geleeden zal worden het gewoone Gaarloon van den veertigften Penning, met de onkolten van Boeken, Papieren en Verdere Schryfbehoeften: zullende voorts dezelve CommüTariflen, zo wegens deezen ontfang als wegens dien der te negotieeren Capitaalen, gelyk ook wegen het Veilig depofiteeren der Gelden, en het beleggen van dezelve in Lands Effecten, na dato der afgelofte Negotiatie, lig moeten gedraagen na het goedvinden van haar Edele Mog, de Heeren Gecommitteerde Raaden , met dien verüande wyders, dat zy by hunne aanftelling defafio gecenieert zulten worden, gezamenrlyk en ieder in het byionder dn te ftaan en te eaveereh voor de onder hun beruttende Penningen, en alle verdere, tot deeze Veenery betrekkelyke adminiftratie van Gelden en Elfeéten. 27. Gemelde Commiflariflen zullen na het ob-  (^) Öbtineeren van het Oclroy* voor genieën ne reekening van alle de Ingelanden Dinnen den Kring der verveening, fucceffivelyk negotieeren de capitaale fomme van jjoooo guldens* en dat tot zodanigeri intreflen op zodanige wyze, als zy ten tneetten nutte deezer Veenery dienftigd oordeelen zullen , wordende dezelve gequalificeert om daar toe de nodige Contracten en Verbanden te padeeren, obferveerende wyders; dar van deeze te negotieeren fomme fucceilivelyk j immers zoo' dra zig een zuiver faldo van foooo guldens in Caila bevind , de afloflingeh geeffectueert worden. Alle aanbefteedingert van Werken , tot deeze Venery fpefleerende, zullen gedaan worden door voornoemde Commiffariffeni ten overltaan van Schout en Geregte vari het Ambagt, onder het welk het befteëde Werk geleegen is* Door en op naam van meergemelde Commiffariflen zullen beraamt, gedirigeert en betaald worden , alle de aanbedeede Werken, de reparatien en het onderhoud van dezelven, de Intreden, der genegotieerde Capitaalen, de hier boven Art. zt,. bepaalde Waarborgspenningen, en voorts' alle andere onkoden j welke deeze Veenery in het algemeen concerneerende, by dit Reglement omfchreeven, of by anterieure fchikkingen der gezamentlyke Ingelanden bepaald zyn : gelyk dan ook irf  (Sc y het algemeen en zonder eenige uitzonde* ring, al het geen tot deeze Veenery en bedyking behoord, het aanstaan van Landen , het verleenen van confent tot het zetten van Turffchuuren op den Dyk, of Dykgrond der Veenery enz., gedaan en verrigc zal worden, door en op den naam van gemelde Commiffarillen, ongepraejudicieert nogtans het anderfints erkend ge^ zag van Heeren Dykgraaf en Hoogheemraaden van den Krimpenerwaard. 29. t)e aangeftelde ComraiflariiTéh zullen verpligt zyn, om jaarlyks aan eene Commiflie van Hoofdingelanden (dat is, dé zulken, welken io mergen Lands binnen den Kring deezer verveening bezitten) uit vyf te nomineeren Perfoonen beftaande* voorts ten minften alle drie jaaren* reekening en verantwoording wegens der zeiver ontfangft en uitgaaf te doen ten overftaan van Heeren Commiffariflen uit het Collegie van haar Edele Mogende de Heeren Gecommitteerde Raaden , of ook van Heeren Gedeputeerden der drie Steden Dordrecht, Gouda en Schoonhoven , zodanig als nader by haar Ed. Gn Mog. zal worden geordonneert. 30. Cómmiffariffen zullen zorg dragen, dat de hier boven befchreeven Dyken, Sluifen en alle verdere Werken, tot deeze L Vee*  C 8x.) Veenery fpecTeerende, behoorlyk en gérrouwelyk geëxecnteert worden, ten dieri e wordnrts deezen overgelaaren aan Heeren Dykgraaf en Hoogheemraaden van den Krimpenerwaard , in der tyd , met dien verftande nogtans, dat dezelven zullen gehouden zvn alsdan zodanig Project van droogmaking relpective ter approbatie over te geeven aan haar Edele Mog. de Heeren GecommitteerdeRaaden, voortsin die onderftelling, dat welgemelde haar Edele Mog. uit hoofde der onmiddelyke betrekking tulichen deeze droogmaaking en een aanzienlyk gedeelte deezer Provincie zig wel zullen willen verledigen, om alle de Wei ken, daar toe behoorende, ten allen tvde jaarlyks door een, of mee* kundige Perioonen* ten koüen van de  ( 85 ) de algemeene Kas ter bedyking te laaten infpeéteeren, ten einde van derzelver gefteldheid nauwkeurig geinformeert te zyn. 34- Wanneer de droogmaking van alle de Landen binnen den Ring deezer verveening geleegen , zal zyn voltooid, en de daar toe benodigde koften uit de Kas der Veenery betaald , zo zal dezelve zyn en blyven onder het oppergezag van Dykgraaf en Hoogheemraaden van den Krimpenerwaard : dog zal het alsdan in weezen zynde geaccrefleerde Capitaal , uitmaakende de reëele eigendom deezer Veenery, worden gedepofiteert onder, en getranfporteert na zodanige plaats, als Heeren Gecommitteerde Raaden in der tyd raadzaamft oordeelen zullen: Gelyk al meede aan dit Edel Mog. Collegie ftaan zal, om het meeft nuttig employ dier Penningen alsdan te bepaalen, terwyl alleenlyk hier by voorraad aangeteekent en in het* algemeen geftipuleert word, dat zodanig Capitaal in tyden en wylen zal moeten ftrekken , eensdeels om de Lekdyken van den Krimpenerwaard, zo zulks nodig geoordeeld wierd, te verzwaren en te verhoogen , als meede de Noodlluilen aan den Yllel, in gelyk geval te vermeerderen, en in het algemeen zodanige Werken te maaken, als tot verbeetering .van d-n Waterftaat van dien Waard dienftig geoordeeld mogt worden; —■ Anderendeels zal gemelde Capitaal moeien dieL 3 nen,  (80Ben, om uit een gedeelte der Revenuen, de Ringdyken deezer Droogmaakery, de Schut- en Noodfluïfen behoorlyk te onderhouden, en by onverhoopte doorbraak van dezelve, de geheele Droogmaakine wederom te herftellen.