480 k 69   480 k69 vabem.il and sche g je z a a m ar. i 7 9 i.   BERICHT. 'WaardigeVaderlanders.' ziet hier eenBundel- ■ tjen Gezangen, van tyd tot tyd door onderfcheidene Liefhebbers der Dichtkunft, maar voornamelyk van hun Vaderland , vervaardigd, en thans by een verzameld. De verzamelaars hebben de fpelling zoo veel mogelyk gelyk trachten te maken, 't welk omtrend de ftylzoq gemakkelyk niet gefchieden kon, devyyl de Stukjensjzoo als gemeld is, van onderfcheidene Autheuren zyn. De Lezer vindt ook in deeze verzameling een Stukje, 't welk in de Zingende Kees gevonden wordt, beginnende Mf} Damon&.c; dan hicromtrend dient, om niet te fpreeken,dat het genoemde {tukje zonder voorweeten van den Maker daarin gcplaatft is, 'er voornamelyk eene verandering in is gemaakt, welke den Slag geheel wegneemt, het geen de Lezer door eene naauwkeurige yergelyking al rafch ontdekken zal. Indien deeze verzameling door onze Waardige Medevaderlanders met genoegen ontvangen wordt, zal 'er eene verzameling van Dichtftukjens, op deeze en geene gelegenheid vervaardigd, opvolgen. Eindelyk gelieve de Lezer de drukfouten gunftig te verbeteren, welke door de afwezent heid  BERICHT. heid des Correctors van de Drukpers zyn ingelopen , en voornamelyk de volgende zyn. Bladz. i. reg. 3 van onderen ftaat: des Vryheids, lees: der Vryheid. 4. — 4 van onderen geboortitond, — geboorteftond. 19. — 6 van onderen Dwingeland Dwingland. 20. — 1 van boven mij . my. 23. 7 van boven Dwingelandy Dwinglandy. 25. — 13 van boven zefs . zelfs. Ook is vergeetén ,de Stukjens van Bladz. 7. en Bladz. 10. met een B te teekenen. Indien de Lezer nog eenige aan mogt treffen , gelieve hy dezelve goedgunflig te verbeteren j als mede aan overhaafting toe te fchryven, dat doorgaands een y voor een ij gebruikt is.  «ICO w AAN HET VADERLAND. Op een bekends-' W*)i t 'k W"yde aan U myn' jammerkiagten} Wreed gefolterd Vaderland! Ach 1 wat kan uw ramp verzagten, Heerschzucht heeft thans de overhand, Ach! wat kan uw ramp verzagten, Wreed gefolterd Vaderland! Heerschzucht heeft thans de overhand 1 Heerschzucht heeft enz. # * Mt ' * 9 ■ Waar zyn die Bataaffche Helden ? Die voor Vryheids Hoed en Speer, Willig goed en leven ftelden, Door hun raad of blank geweer; Die hun goed en leven ftelden, Voor des Vryheids Hoed en Speer, Door hün raad of blank geweer, Door hun enz.  4 (OI» Deeze lieten voor U 't leven, Door des Vyands lood geveld, Andren moesten U begeeven, Wreed vervolgd door 't fnoodst geweld ? Ja! gy zaagt hen U begeeven Door des Vyands lood geveld, Of vervolgd door 't fnoodst geweld, Of vervolgd enz. * * Zy, die nog uw* grond betreederï, Uwen eertyds vryen grond, Zien de grootfte fpoorloosheden Ongeftraft vaak ieder ftond, Zien de grootfte fpoorloosheden Op uw' eertyds vryen grond Ongeftraft vaak ieder ftond Ongeftraft enz. * * * Ach! hoe lange zult gy lyderi, Wreed gefolterd Vaderland! Ach! wie zal TJ nog bevryden Van der Heerschzucht yzren band! Ach! wie zal U nog bevryden, Wreed gefolterd Vaderland! Van der Heerschzucht yzren band, Van der enz. 'kVoe!  «1(3)1» 'k Voel myn ziel door hoop beftraalen, Een Rechtvaardig Opperheer Zal u eens doen zegepraalen, Vellen 's Dwinglands trots ter neêr; Ja! Gy zult eens zegepraalen, Een Rechtvaardig Opperheer Veile uw 's Dwinglands trots ter neêr, Veile uw 's enz. B. DE  40 C 4>) I» D E 7DEN AUGUSTUS i^88. Wys: Paar taï Ww Vader Hooft weer aan. C L O R I S. ÏMfyn DamonI waarom-juicht al 't Land? Hoe is 'er zulk een vreugd? 'k Hoor zang en dans aan allen kant, Een ieder fchynt verheugd; Word ook een lief en jeugdig Paar, Ontvonkt door 't minnevuur, Verè'enigd voor het Echtaltaar, Geleid door Vrouw Natuur? D X M O N. Neen, Cloris! Pruisfen's Ryksvorftiri,' Des Grooten Fredrik's Nicht, Des Vyfden Willem's Gemalin, Zag op deez' dag het licht; Men viert thans haar geboortftond Met alle praal en pracht, Men juicht en zingt, en danst in 't rond Voor Haar en haar geflacht. Voof  $n 'c 5) m ë C L O R I S. Voor haar?...-wier ziel van Heerschzucht blaakt, Hoe!... die in dit geweft, Bataaven tot haar flaaven maakt, Die dit Gemeenebest, Dit oudtyds zoo gelukkig Land , Geheel heeft omgekeerd, Door wie het vuur van Tweedracht brandt, Wordt die nog dus geëerd? Hoe! viert men haar Geboortedag? Door wie zich $ vruchtbaar veld, Met Burger bloed bezoedeld zag, Geftortdoor vreemd geweld; Door vreemd geweld zit ze op den troon, En zwaait den yzren Haf, Gevloekt by iedren Bato's Zoon, Tot aan den dood en 't graf. * ^ * Neen, Damon! 'k gruw van zulk een vreugd, Die Eed en Pligt verbant, Aan 't Vaderland wyde ik myn jeugd; Ik leef voor 't Vaderland: Hy, die my mint, denke ook als ik, Zo niet, 'k veracht zyn hand; 'k Leef voor U tot myn jongften fuik, . Rampzalig Vaderland! A 5 Neen 5  i (f) ft D A M O N. Neen! lieve Cloris! 'k denk als gy, Gy kent myn teder hart, Myn hart vervloekt de Dwingland}», En ziet 's Lands ramp met fmart; Doch, Cloris! houd flegts goeden moed, Dat uwe vrees verdwyn', 't Geftortte Vaderlandfche bloed, Zal eens gewrooken zyn. gr  (8(7)8* A l R. Wys: Geluk ó Burgery' è Weêrlands Burgery! Gy zyt nu niet meer vry, Maar weêr in Slaaffche banden, ó Neêrlands Burgery! De Volkftem is verneêrd, En die haar aan durfd randen Ziet zich op 't hoogst geëerd, De Volkftem is verneêrd, En die haar aan durfd' randen; Ziet zich op 't hoogst geëerd. A * D«  «I (.8)1» Dc fnoode Ariftocraat, Die de edle Vryheid haat; En fpot met Burgerrechten, De fnoode Ariftocraat, Die met Oranje woed, En ftout u liet bevechten, Door Pruisfen's naakt gebroed; Schoon Ncêrlands Burgermoed, Heldhaftig durfde vechten . Met Pruisfen's naakt gebroed, * - * * Vervloekt zy fteeds die dagj Dat men u vallen zag, 6 Vryheid, ons zoo heilig Vervloekt zy fteeds die dagi Geen Recht wordt meêr erkend Geen onfchuld is meêr veilig! ó Smart, zoo diep geprent! Zelfs tot ons Levensënd! Helaas, wat is nog veilig! Is aan ons Lot geen end?  Gewis, o Burgery! De vuige Dwinglandy Zal eerlang moeten zwichten, Gewis, ö Burgery! Een Vaderlandfche ftoet Steeds trouw aan Eed en Pligten, Zal met vernieuwden moed Hoe ook een Dwingland woed, Der Vryheid zuilen richten Met een vernieuwden moed, Dan galmen wy Hoezee.1 Dan juicht de Vryheid mee Om 't flaaken onzer boeijen, Dan galmen wy Hoezee! Dan zal in dit gewest Geen fnoode Hëërfcbzucht groeijen. Dan zal in dit gewest, Door Burgertrouw gevest, De Vryheid eeuwig bloeijen Door Burgertrouw gevest, A 5  D E K L O Iv VAN ACHTEN. Wys: Gy die thans zyt met my ter Jagt. JJ)e Klok flaat Acht: dit Glaasje Wyn, hoezés Zal, Vrienden! op de welvaart zyn, hoezéé Van elk rechtfchapen Patriot, Thans bukkend voor 't Oranjerot, hoezéé , (hoezéé, hoezéé* * * * Al zingt nu nog dat fnood gebroed, hoezéé Houd, Vrienden! houd flegts goeden moed, hoezéé Al heerfcht nu nog het driest geweld De Vryheid wordt eens weêr herfteld, hoezéé, (hoezéé, hoezéé, Al  Al juicht nu nog de Dwinglandy, hoezéé Wy vloeken 't Juk der flaverny, hoezéé Nooit wordt ons Vryheids vuur verdoofd, Hoezéé! lang lqeve Vader Hooft, hoezéé, (hoezéé, hoezéé. Nog eens gedronken in het rond, hoezéé Ter eer van elk, die van deez' grond, hoezéé Verdreeven is door's Dwinglands wraak f Eenstriumfeertelks goede zaak,hoezéé,hoezéé, (hoezéé. * * I Driemaal is recht, dat kan beftaan; hoezéé ö Vryheid! neem ons offer aan, hoezéé! Wy zweeren 't u met hart en hand Ons eeuwig aan uw dienst verpand, hoezéé, (hoezéé, hoezéé. P E  de ióden SEPTEMBER 1788. Wys: Jkfon Jionnsur dit, quejsferais coupable. üt'c zong voorheen in uw giyze vesten Van uwen lof, beroemde Myterftad! Gy, die ten- fpoor voor de andere gewesten, Toen men 's Volks Rechtte ftoutgefchonden had, 't Eerst voor 's Volks zaak, voorVaderland en Vryheid Den Burger dostte in 't blinkend- heldenftaal, Maar ach!.. helaas!.. waar is nu al die blyheid? Waar is uw roem, waajwiwe zegepraal ? Is dit het loon voor uw heldhaftig poogen? Is dit uw'loon? ó Utrechts Burgery! Had dan 't Geweld zulk een geducht vermogen Om u te flaan in wreede flaverny? Moest gy zoo rasch met al uw fterkte bukken? Ontzonk u 't hart in 't nypen van den nood? Neen—'tmogt,helaas, aan't fnoodst verraad gelukken, Dat gy, door list verftrikt, geen weêrftand bood. Van  € ( i3 ) ) Van uwen moed kan Effren's volk getuigen, Toen gy zyn trots by Vreeswyk of de Vaart Voor uwen arm uw ftaal deed nederbuigen Daar zag men 't blyk van 's Burgers heldenaart, Daar zag m' een (*) paar van Helden 't leven laateh • Voor 's Volks Recht in 't blinkend Krygsgeweer: Maar nu... helaas!.. wat kan die zege u baaten'? Schoon 't hun en u verftrekt tot eeuwige eer. Thans plant de Dwang zyn trotfehen zegeftander, Daar men voorheen der Vryheid hulde deed, En Heerschzucht juicht, nu zy den Nederlander Klonk in den boei, reeds lang door haar gefmeed. Myn Vaderland! hoe diep zyt gy gevallen! Ach! al uw roem, ö Utrecht! ligt terneer, Het fnoodst verraad vermeefterde uwe Wallen, Ja! Nederland is Nederland niet meer. * *. Zal dan 'tGeweld altoos den Schepter voeren? En Dwinglandy bezitten 't hoog gezag? Zal 't woestegraauwdan ftrafloos't Land beroeren, En 't heiligst Recht vertrappen dag aan dag? Is dit de rust de aloude rust herftellen? Als de Oproerkreet vaak tot de Wolken klimt, Zal dit geluk en heil aan 't Land voorfpellen ? Als blanke deugd verguisd wordt en begrimd. Neen! C) De Ilr. en Mr, C. G. Visfcher en R. van der Vlerk.  in c 14 ) p Neen! sk zie een reeks van folterende rampen, Waarmee 't voorheen gelukkig Vaderland, Nu dag aan dag, helaas! zal moeten kampen, Daar meer dan ooit het vuur der Tweedracht brandt: Gy Hemelvorst! voorkoom, voorkoom dieplaagen, Slaa 't gunftig oog op dit Gemeenebest! Dan zal het licht der Vryheid rasch weer daagen, En 't heil des Lands voor altyd zyn gevest. Éi ARIA  <8 C i5 ) ARIA» Op een bekende Wys. Treurig denkbeeld ! laat myn zinnen Slechts een oogenblik in rust, Leer my toch myn hart verwinnen, Nu myn lot my is bewust; Gy kunt zelfs myn fmart verzagten, Breng my telkens in gedagten , Wat my immer overkoom': 't Leven is gelyk een droom. * Zie ik dan door laffe flaaven Vryheid, 't allerdierbaarst pand, 't Edelst pronkfiuk der Bataaven Toomloos woedende aangerand, Zie 'k haar Zoonen balling zwerven, 't Vaderland, ja alles derven, "k Zeg, of fchoon dit me overkoom'; , 't Leven is gelyk een droom.  « c 16 ) i» Zie ik 't heilig Recht gefchonden, 't Snood geweld zyn plaats bekleên, Zie 'k de plegtigffe verbonden Spottende met voeten treên, Is geen Eed geen Pligc meer heilig! Is geen fneeuwwitte onfchuld veilig! Ach! dat my te binnen koom'! 'C Leven is gelyk een droom. Zie ik Héërschzucht op den Zetel, Zwaait zy haarêri yzren ftaf, Zweert zy / fchaamtloos en vermetel, Handvest, wet en voorrecht af, Moet ge, ö Braaven! voor haar bukken, Voel ik ook myn' fchoudren drukken, Dat my flechts te binnen koom': 't Leven is gelyk een droom. Wil, myn hart! ü dan niet kwellen, Is 'er geen Rechtvaardigheid? Die geftreng zal vonnis vellen , Is 'er niet een Majefteit, Boven -'t grootsch Heelal verheven Voor wien alle Vorften beeven? Wat dan ooit my overkoom': Jt Leven is gelyk een droom. B. . D E  41 c 17 ) n» DE NIEUWE VROUWENDAG. Wys: 0 Kersnacht fchoonder dan de dagen. 35e Heèrschzugt van 't Priiisch Wilhelmyntje, Gevolgd naar't Rusfisch Catharyntje, Breekt 's mans gezag, en rooft zyn kroon; Ja! werpt boosaartig en vermeetel, Haar eigen Ega van zyn zetel, En zet-zich zelve op den troon. i Haar Man zou van verdriet wel huilen, En zyn geheele broek bevuilen; Ja! pist byna van fmart en pyn. > Hy buigt zich voor zijn Wyfje neder, En fmeekt geeft my 't gezag toch weder, Haast zal ik Graaf of Koning zyn. 33 Loop,  «1 ( ttf ) ft Loop, zegt zy, Lobbes, 't zal niet weezen, Myn Zon is nu te hoog gereezen, En gloort als in April of May. Jy Graaf of Koning ? 'k zal dat ftutten, Nu kund gy braaf uw glaasje putten, Wyl ik den fcepter torsch en zwaay. Gy moet om geen regeeren denken, Maar ftil en zoet zyn op myn wenken, Of anders kryg jy voor jouw broek : Doch wild ge u zelfs tot zoetheid nöopen, Zal ik je een nieuwpak kleeren koopen, En ook verjaaren met een koek. —— * O! wonder voorbeeld voor de vrouwen, Ach! mans wilt nu uw ooren klouwen, 't Is uit met heerfchen en gezag, Ligt werd gy dienaar van uw vrouwtje, Weez' zoet of aêrs zy beukt en krouwtje, 't Is nu een heel jaar Vrouwendag. J. T. HET  #(>$>):• H E.T VADERLANDSCH AFSCHEID. Wys : Men moet fteeds Flora's gunften roemen. Vaart wel myn Vaderland en Vrinden! Vaart wel myn waardig, Amfterdam! Dat ik wel eer zo teer beminden , Alwaar ik 't eerst myn oorfprong nam, 'k Ontrek my aan de Slaaffche banden, Ik buig my niet voor 't lastig juk, Ik zoek myn rust in vreemde Landen, Ik leef daar vry van ramp en druk* * • Hoe zwaar uw leed my gaat ter harten, Uw ondergang myn ziel ook treft, Ik laat my door geen Dwingeland tarten, Die door verraad zyn Magt verheft, Ik volg die waare Vryheidszoonen, Die nimmer door het fnoodst verraad, Hun vrye zielen laaten hoonen; Maar gruwen fteeds voor de Eigenbaat. Ba De  C 3° ) 8» De rest zal mij dan ook wel volgen, Die hier nog zitten onder 't juk, De Vryheid zit in 't hart verborgen, Daar deelt men nooit 's Lands ongeluk, Kom laat ons dan te zaamen (pannen, Tot wy in Haat zyn 't hoofd te bien, Om Neerlands Dwingeland te bannen, En Vryheid weêr ten troon te zien. 't Nabuurig Braband zal dan weezen,' Daar men zich dan by één vergaard , Verraders, fchelmen, wilt dan vreezen; Wanneer de Zomer zig verklaart, Dan zal men al die vuige flaaven, Dien aanhang van het vreemd gefpuis, Met al de Snoodaarts 't Land uitjaagen, En wy dan weêr in Holland thuis. C. F. * * * ORAN>  31C « )l» ORANJE BOVEN ALS DE OPROERKREET der PRINSEN. Wys: Liefhebbers van de vrolykheid. \y ie moet thans niet verwonderd ftaan? Van al die flegte zaaken , Waar door ons Land te grond moet gaan, En Vryheid weg zal raaken. De Staatsman, die wel eer ons Land, Verdedigde met hart en hand, Roept nu, wie zou 't gelooven, Vivat Oranje bover& * * * De Eerfte Willem van dien naam, Deed Spanjes hoogmoed wyken, Was zeker door en door bekwaam: M aar om hem te verryken, Sloeg hy het eerst de hand aan 't werk, Bedierf en Staat en Land en Kerk; Maar 't wierd op 't Volk gefchooven, Dat riep Oranje boven! B 3 Zyn  Zyn Zoon Prins Maurits was een heid > Zeer dapper in het ftryden , Hy liet van Oldenearnevelo De grootfte fchande lyden; En deed Hem door een boeven rot. Onthoofden op een moordfchavo:, Dus leeft men aan de Hoven, Vivat Oranje boven i Zyn broeder Fredrik Henrik was Een Prins van beter zeden, Hy redde Nederland wel ras Van al die bitterheden, Daar 't Maurits in gelaaten had ; Doch trok aan hem een groote fchst En juist niet zonder roven, Vivat Oranje boven t De Tweede Willem van die ftam, Deed alles voor hem v.-yken, Behalvcn de Stad Amfterdam , Daar moest zyn hoogmoed ftryken. 't Canon wierd op de wal geplant, Zyn volk was naauwlyks aangeland , Of 't was weêr weg geftoven, Vivat Oranje boven! De  De Derde Willem had verftand Doch meest om te overheeren, Hy wierd gekroond door Engeland: En fprak 'k zal 't maintineeren, Doch echter hy ftierf kinderloos, Och! had men toen toch voor altoos De Dwingelandy verfchoven. Vivat Oranje boven! * „ * De Vierde Willem met de bult , Wierd toen weêr in geroepen, Ook hier aan had het Volk geen fchuld; Maar 't véé — dat toen by troepen Bedroogen was door loozen fchyn; Oranje moest weêr boven zyn! Niets kon die drift verdoven. Vivat Oranje boven I * # * De Vyfde Wiilem toont zyn magt, Geholpen door't Rappailje, Heeft Pruisfchen in het Land gebragt, Die leefde als't Canailje. Met rooven, fteelen, vrouwen fchand, Het braaffte volk vlugt uit het Land, Of houd zich ftil verfchoven, Vivat Oranje boven! W. G. B * HART-  41 C u ) l|l HARTGRONDIGE WENSCH, VRYHEID BOVEN. Wijs: Het Uurjlag. 3De God van Neerland houd het Zwaard Om 't vloek- rot eens te treffen! Leef dan als Patriot bedaard, Hy zal U eens verheffen, Uw redden uit uw zwaare druk, Volmaaken uw vertrapt geluk En U, fchoon nu verfchooven Doen roepen Vryheid boven!. a * Dan zal, wie 't recht van Neerland fchond, Geen fchuilplaats kunnen vinden! Dan zal men op die vrye grond 't Gevloekt geweld verflinden! Dan zal de braave Patriot, Nu in zyn wettig recht geknot En thans op 't fnoodst verfchoven, Eens roepen Vryheid boven! ' - ■ Dan  Dan zal geen Vaderlandsch Regent, Meer op zyn Eerftoel beeven; Maar elk, dje eer en Godsvrugt kent Hem hulde doen of fneeven! Dan zullen wy met Vader Hoon, Of fchoon nu van zyn Post beroofd; En met hem 't recht verfchoven Eens roepen Vryheid boven} # * Dan zal geen Leeraar van de Kerk; Schoon orthodox bevonden, Meer fchroomen ïoor 't Godsdienftig werk, Aan 't Hoofsch gebied verbonden, Dan zal hy zefs uit Jefus leer Tot heil van 't Volk en tot Gods eer Als niets zyn drift zal dooven Eens roepen Vryheid bovenl s- » Dm zal de Koopman, Neerlands Stut5 Verheugd, met rappe fchreeden En Land en Burgery ten nut ™ Op Beurs en Raadzaal treeden Dan zal hy eens den Brith ten fpyt DienVyand, die hem fteeds benyd; Van al zyn magt berooven , En roepen Vryheid boven!- B S Dan  € C 26 ) lil Dan zal elk een in zynen Haat, De vrugt der Vryheid fmaaken, En wars van God'loos Eigenbaat Voor Neerlands Vryheid waaken Dan zien wy eens die gulde Eeuw, Dat Hollands lang getergde Leeuw, Ook eindlyk opgeftoven, Zal brullen Vryheid boven i G. W, DE  m c *7 De TEGENWOORDIGE staat van 't land. Wys : Gy die thans met my zyt ter Jagt. 't verraad tot 's Lands bederf volbragt, ó weel Geftyfd door buitenlandfche Magt, ó wee! De kluisters voor de deugd gefmeed , De Moordenaars metgunst bekleed! ówee! ó wee! (6 wee! * # * # 's Lands braafften vlugtend en verjaagd Der Burgren lyf en goed belaagd,... Ten prooi van plundring en geweld, De vleyers in 't bewind gefteld.... * „ # De Staaten zonder magt of recht,.., De dienaars van hun eigen Knegt. Het oproer vollen toom gevierd , De Krygsknegt door een Vrouw beftierd...,* Dé?  D.e Vryheid ganschlyk overmand,... Elk Burger vlugt fchier uit het Land. Verlaaten Vrouw en teder Kroost En zoeken elders hulp en troost.... * * * De Manfchap weg gevoerdt, geprest,... Gefleept na 'tPruisfche Die.vennest, De reinheid in haar eer belaagd, Door 't fchenden van zoo meenigMaagd.... * * * Zie daar de Staat nu van het Land, ... Hoe aakiig is der Braaven ftand! ... De hoop begeeft ons echter niet, Schoon 'c nu nog rondom donker ziet. ó wee.' (ó wee! ó wee! J. v. M.  € C =9 ) 19 EEN NIEUW LIED OP DE WAARE VADERLANDERS. Wys: Nagtegal ich heur' dich zinghen. Speelt op Bas, Fiool en Snaaren, Wilt Vader Hoo ft zyn Huis bewaaren Want hy is van ouds die Held, Die ons eerlang in Vryheid fielt, bis. De goede God zal nog eens geeven, Dat wy weer in Vryheid leven En verlost van 't flaaffche Juk Ook weer leven zonder druis... bis, Als wy dan weer triumfeeren, Zullen wy dat Vee wel leeren, Elk zal roepen om het best Voort, voort, Foeven naar je nest.», bis. Darj  4 C 30 ) iH Dan zullen wy niet als die Gekken , Met een Oranje Strik optrekken; Maar een Zwarten op den Hoed; Die de Vryheid hulde doet... . bis. # Wy zullen ook Illumineeren, Als de Vryheid zal triumfeeren Maar niet fchreeuwen langs de Straat • Als de Oranje Ariftokraat... bis. * * * De Patriotten zullen zeggen, Oranje moest toch onderleggen Tegen de Foeven voort! voort! voort! Wy eeten 'iSpek, nu eet gy 't Zwoort.... bis. Wy zullen planten Eereboogen, En Vader Hooft daar mee verhoogen, Ook Valentyn, die kloeke Held, En de Wilde, die ons herfteld.... bis. Dan  m c 30 i Dan zullen wy geen vreemde Troeperï In ons Amfterdam gaan roepen, Maar Schout Nobbe vol van moed, Zal dan weer wagen goed en bloed.... bis, * * * Laat ons nu te zaam vergaaren En Schout Nobbës Huis bewaaren Wanthy is ons aller Vrï'nd, Die Neerlands Vryheid oprecht bemind.... bié. * # * Die dit Liedje heeft gefchreeven,' Die wil voor de Vryheid fneeven. Hy wil wagen goed en bloed: Voor de Vryheid, Neerlands Hoed.... bis. * * * Speelt op Bas, Fiool en Snaaren Wilt uw Stem niet meer bewaaren Maar zingen tot Vader Hooft zyn eer Want hy geeft ons de Vryheid weer.... bis.' C. B. PA-  «9 C 32 ) 1? AAN HET JAAR 1790. Wys : Avec les jeüx dans les villages. M_eeds wederom één jaar verdweenen, Hoe haastig loopt de vlugge Tyd! Aan ü, ó Jaar! zoo korts verftreeken Zy thans myn Citertoon gewyd! Ach! mogt myn Citer falyde toonen, ó Jaar! ter_uwer eere liaan! Had gy de Vryheid doen herleeven 'k Hief'dan vol vreugd een loflied aan. Dan neen! wy zugten nog in boeijen, De dwinglandy zit nog ten troon, En zwaait zoo trotsch den ysren fchepler Gevloekt b'y iedren Bato's zoon, Wy zyn nog met het fchandlyk teken Met de Oproerleus, helaas verlïerd Gy zaagt ó Jaar, ook dikwerf blyken, Wat geest nog Nederland beftierr. Wier  SK 33 ) O» Wierdt niet een aantal braave Burgers Op nieuw en Stad en Land ontzegd Hun goed, door tyd en vlyt verkregen Verbeurd verklaard, en dit heet Recht! Hoe meenig edeldenkend Leeraar Wierdt niet op nieuw gehoond, befpot, Van Ambt of betren ftand verdoken, Waarom? hy was een Patriot. Ontelbaar zyn de fnoode treken ó Jaar.' in uwen kring gefchied, Kan men ze voor den geeft zich brengen Kookt dan het bloed in de adren niet. Doch gy, ö Jaar! zyt reeds verzonken In 't niet der eindlooze eeuwigheid Mogt 't volgend Jaar ons vreugde fclienken, En wierdt ons beter lot bereid. Verliest de hoop niet, Batavieren? Hou moed gefolterd Leeuwendaal De tyd zal toch gewislyk koomen De tyd van uwe zegepraal, Ondanks de magt van'tkaale Praisfen Ondanks 't geweld van Albiön Zal toch met vollen glans herryzen Aan Neerlands Kim de Vryheids Zon. B. C DE  f 1 C 34 ) li D E VRYHEID. ZANG. Wys: Je ne fuis qu'une bergère. Vryheid, vreugd der Aarde, Englenwellust, Hemelgaaf! Wie kent beter uwe waarde, Dan een rechtgeaart Bataaf? Die voor u zyn goed en leven, Is het nood, gewillig ftelt, En veel liever vry wil fneeven Dan in flaaffchen boei gekneld. * * Tuig dit kryg van tachtig jaaren! Toen ons dapper voorgedacht Spanje's trdtfche legerfchaaren Wederftond met Leeuwenkragt: Schoon een Alva 't land deed rooken. Van vervolging moord en brand, Echter wierd het juk verbrooken Van Filips den Dwingeland. Toes  «I C 35 ) I» Toen was Neerland vrygeftreeden Door der fiere Heldenvuist, Toen wierd Vryheid aangebeden En het flaaffche Juk vergruist, Bato's edle dappre Neeven Wierden toen alöm geacht, 't Halve Waereldrond moest beeven Voor hun heldenmoed en magt. * Vryheid! Ja, toen was uw ftander 't Sieraad van dit gantfch gewest, En de fiere Nederlander Zag zyn roem en heil gevest; Toen zaagt gy u harten wyden Aan uw dienst op 't naauwst verpand, Dan, helaas! in laatre tyden Taande vaak uw glorieftand... Ca TE.  m (36) b» tegenzang. Wys: Anc les jèu'x dans les villages. Wie durft hier nog van Vryheid fpreeken? Dit was voor een paar eeuwen goed, Die tyden zyn nu gantfch verftreeken, Wat roemt men op der Vadren moed? Geen Batavier is Vryheid waardig, Wyl hy de Vryheid niet waardeert, Zy heeft daarom ook hoogst rechtvaardig Van.Bato's Erf zich afgekeerd.... bis. * * » Zag men de Vryheid zoms verëeren , Het was Hechts voor een korten ftond, Want Bato's kroost liet zich verheeren Door Hem, die op dees vryen grond Den yzren fchepter wist te zwaaien , 't Zy door geweld of veinzery , Of tweedracht door al 'tland te zaaien, 't Stond al ten dienst der dwinglandy!... bis. Ge-  «B C 37 ) © Getuigen zyn de vroegfte dagen Van dit geliefd Gemeenebest, Men moest Oranjes juk reeds dragen, Toen naauw haar grondflag was- gevest; Maar Vryheid rees, hoe zeer aan 't daalen, Gelyk een Feniks uit zyn asch , Haar Zon verfpreidde op nieuw haar ftraalen, Wanneer 'er geen Oranje was.... bis. * * Schoon oudtyds 't haatïyk juk van Spanje Den Nederlander gruuwen deed, De flaaffche boeijen van Oranje Zyn heden vaster aangefmeed: Van de edle Vryheid thans te fpreeken, Nu wy in flaaffche banden gaan, Baat niets, zy is van ons geweeken, 't Is met de Vryheid hier gedaan.... bis. B. C 3 SLOT-  SLOTZANG. Wys: Foor liet Vaderland en Vry'.cid. l^een.' of fchoon een aaklig duister Thans het Vryheidslicht verdooft. En ons van haar heldre luister Door een zwarte wolk berooft : Rasch verdwynt-die wolk, Zinkt in 's afgronds kolk, En 't verdrukte Leeuwendaal Smaakt een grootfche zegepraal. * i * Schoon de woede van Oranje Dan ten hoogden toppunt fteig' Schoon, ook Pruisfen met Brittanjq De edle Vryheid vloeke en dreig', Een geduchter kracht Dan hun trotfche magt Stryd voor dit Gemeenebest, Zoo blyft Vryheid fteeds gevest. B. D, E  € C 39 ) B D E DOGGERSBANK Den s^en Auguftus 1790. HERDACHT. Wys: TJn matin brusquemcnt. Xriumf! de Batavier Zal Zoutmans roem fteeds melden; Triumfl de Batavier Vlecht mede een groenende Eerlaurier Om 't waardig hoofd der ftrydbre Helden, Die voor 't verdrukte Vaderland Door hunn'.moed op 't Doggerzand Der Britten trots en heerschzugt velden, Die den hoon van 't Vaderland Ilerftelden op het Doggerzand, : ƒ: C 4 Tri-  M (4*>) B Triutiif! Bataven juicht! Wy raogten roem behaalen; . Triumf! Bataven juicht! Daar nu het Doggerzand getuigt Hoe 't Vaderland mogt zegepraalen. ó Hoe gelukkig is ons Lot! Lof en eer zy Neerlands God! Die onzes Vyands trots deed daalen. Hoe gelukkig is ons Lot! De lof en eer zy Neerlands God. : /; * * * Triumf! de glorizon Ryst weêr aan Neerlands kimmen; Triumf! de glorizon Zal nu in fpyt van Albiön Aan Neerlands trans met luister klimmen, En fchoon Geweld met Dwinglandy Ons beftookt, wy leven vry; Ja! laat de hel ons zelf begrimmen : Met den ftoet der Dwinglandy, Wy leven of wy fterven vry. : / .- Tri  41 (m o;# Triumf! ó Nederland! Gy ziet u nu gewrooken; Triumf! ó Nederland! Denk aan den Slag op 't Doggerzand! Bataven! ziet ge u weêr beftooken, Toont, dat gjr 't Vaderland bemint, Sterft met glori of verwint, Zoo wordt des Dwinglands juk verbrookenj Ja! indien gy 't Land bemint, Sterft dan met glori of verwint. B- ♦ * * P 5 TRI-  m c 40!» TRIUMF-ZANG DER MATROOZEN. Wys: Gy, die thans zyt met my ter Jagt. 2]>-itaven juicht, Bataven juicht! hoezéé Daar nu Brittanjes hoogmoed buigt, hoezéé Daar Neerlands fiere heldenvuist Brittanjes trotfchen waan vergruist, hoezéé &c. * ^ * * Wy zwichten niet in 't grootst gevaar, hoezéé God zelf was ons ten Beukelaar; hoezéé Het oog op God, en 't zwaard op zy', Val aan, riep onze heldenry, hoezéé &c. * * De Leeuw van Neerland ryst en brult; hoezéé Terwyl hy ftaart en maanen krult, hoezéé Riep Neerlands Volk, val aan, val aan! Wy zullen Britfche Doggen Haan. hoezéé &c. Hoe  Hoe braakten wy door ons Kanon , hoezéé, Het dond'rend lood op Albión, hoezéé Wat ftond hem zyn verwaandheid duur, Hy zwichtte voor ons blikzemvuur. hoezéé &c, * * * De zege is ons, zy lagcht ons toe, hoezéé Dus juichen wy nu bly te moe; hoezéé Hoezéé zing 't lieve Vaderland, Gelyk wy op het Doggerzand. hoezéé &c. * , # Verraaders van dit Vry Gewest! hoezéé Gy hebt ons lang genoeg verpest, hoezéé Wy zweeren uwen ondergang, Al zyt gy groot, ons leven lang. hoezéé &c. * , * * Wy rusten niet, fchoon gy nog bloeit, hoezéé Voor gy geheel zyt uitgeroeit, hoezéé Voor men der Vryheids ftander plant Alöm in 't lieve Vaderland, hoezéé &c. * •* Wy fteunen in den nood op God, hoezéé Hy keere rasch ons drukkend lot, hoezéé Des Dwinglands hoogmoed neigt ten val, Houd moed, Bataven! ftaat fteeds pal. hoezéé &c. B. AL-  «J ( 44 ) Ifc ALTYD DEZELVE. Wys : Gy die thans zyt met my ter jagt. Al feheld men, 'k blyf een Patriot, ó Ja f Nooit worde ik een Oranjezot, ö ja! Een Kees gaat by een Kees te mart Ik blyf een Kees al in myn hart. (ó ja, ó ja, ó ja * * * Een Roofebloem verciert het Veld; ö ja! Een Patriot is nooit ontfteld, ó ia ! Hy heeft in 't waaken altoos lust, Hy leeft ook vrolyk en gerust, (6 ja, ó ja, ó ja! De  «B C 45 ) f» De Tweedracht vegt hier zoo verwoed, ö jaï Oranje ftort het Keezenbloed, ó jat Een Kees blyft van een vasten ftand! Een Draayer draait aan allen kant, 6 ja, ó ja, ó ja! * , * * Hoe helder fchynt het Zonnelicht, ö ja!Zoo doet een Patriot zyn pligt, ó ja! Zyn waaklust die blyft altoos goed, Hy blyft een Kees al in zyn bloed, (öja, u ja, ója! Dit Stukje is door eene jonge Juffrouw van nog geem egen Jaaren gemaakt. ËEü.  EEUWIG VRÏ. ARIA. gehoon gy onmedogend woed, Laage wreede Dwingelanden! Op onze onwaardeerbre panden, Op 't onfchuldig Burgerbloed! Schoon ge ons voor den Baal doet knielen Door Geweld en Dwinglandy! Niets befmet toch onze zielen, "£bis Neen! ons hart blyft eeuwig vry.S Dit blyft vry, offchoon het juk Om den vryën hals geflaagen, Ons den zwaarfte last doet dragen, Onze vrye fchouders druk : Gy moogt trotfche doemelingen, Door de wreedfte tiranny, Ons tot onderwerping dwingen 7^.s Toch zyn onze harten vry! S Die  «I ( 39 ) ü Die zyn buiten uw geweld Onderfteund door vreemde magten ! Die hier 't heilig recht verkragten Eeuwig eeuwig vry gefteld, Dat een drom van laffe flaaven U uit vrees zyn hulde wy', Wagt dit nimmer van Bataven, Ibis Neen! hun hart blyft eeuwig vry. $ In dit vry geftreeden Land, Nog doorweekt van 't bloed der Vad'ren, Vindt de dwangzugt der Verrad'ren Spoedig fpoedig wederftand, Neen! verachte Huurelingen, Hoe geducht uw heerschzucht zy ! Bato'skroost laat zich niet dwingen,*?^ Hunne harten blyven vry! S 't Vloekt in 't edel groot gemoed U en uwe Vloekgenooten ! Omgckogte fnoode Grooten! Schoon 't in fchyn u need'rig groet I Draagt gy zelf de ftaale boeijen, Voegt u in de Slaverriy! 't Hollands hart blyft die verfoei jen, 7 't Blyft, zelfs in de kluisters, vry. S Kooml  <9I ( 43 ) in Hoe! waar toe u neergedrukt, Rechtgeaarte Bato's Neeven? Laat uw heldenmoed herleeven, Schoon gy nu uw' halzen bukt! Toch zult gy Triumph behaalen, En in 't prille Jaargety Weêr de Vryheids Zon zien praaien ,7 ^ En dan blyft gy eeuwig vryl £ 1S' H. K.  «J ( 49 ) I» A R I A. Wys: Lestmaal een Mof kwam in de Stad. jLest gaf gy my de naam van Kees 't Is wel myn goede bloed, Wy hebben voor die naam geen vrees Maar wel een rein gemoed ' Wy lusten wel Spek , maar laaten het Zwoort Voor hem, die tot Oranje behoort rondom dom (die deridom De Kees geeft nergens om. * * * Wel Vriend hoe zyt gy zoo verblyd Met uw Oranje ftrik, Haast komt "er weer een andre tyd Dat gy zoo wel als ik Benaauwd zult roepen och Heer och Heef Verlost ons van Oranje weer enz. D Wel  « C 5o ) ft Is 't mooglyk zyt gy zo verleid Door den Ariftocraat Daar hy u heeft een ftrik bereid Door zyn fnoode eigenbaat Gy zult nog roepen, wat waren wy zot Dat wy vervloekten den Patriot enz. « * * Schoon dat de Aardappels Domine Heeft fraay geillumineert Hy heeft het nog niet op een ree Wyl hy van fpyt verteert Om dat hy haast niet meer verkoopt En al zyn Neering ten einde loopt enz. D E  «I C 5* ) O» D E PATRIOTSCHE RATELWACHT. Wys: Waak op, Waak op Jerufalenv ^^at ziet men niet al vreemds deez' tyd In deeze ftad gebeuren! De Burger is zyn Vryheid kwyt, Wie moet daar niet om treuren! De Pruisfen Honden aan de poort, Wie heeft dit ooit voor heen gehoord! En zou daarom niet klaagen! Tien heeft de Klok geflaagen! # Al de officiers der burgery, Zag men thans dimitteeren, Men nam hun waapens ook 'er by Waar meê zy Muitzugt keeren Men mag thans ook van de oeffening Derwaapnen, welk een zeldfaam ding Voortaan niet meer gewaagen! Elf heeft de Klok geflaagen! D 2 Wat  Wat heeft de burgery gedaan, Dat men haar zoo moet ichaaden? Trok zy niet vaardig op te zaavn , Tot weering van de kwaaden ? Heeft zy ooit vlyt of moeyt' gefpaard Is dedels huis niet trouw bewaard Voor plundring in die daagen. Twaalf heeft de Klok geflaagen. Zag men, wanneer de burgery In order kwam marcheeren Tot Nut der ftad en maatfchappy Haar ooit wel eens vereeren Men liet haar trekken, zulk een ding Was voor de burgers te gering, Men moeft dat toch verdraagen. * Een heeft de Klok geflaagen. Maar als de Byltjes trekken , dat Men fchrikt voor al hun raazen , Dan ftaat de Vroedfchap van de ftad Op 't raadhuis voor de glaazen Dat volk word hartelyk vereerd; Voor hun 't geweer geprefentcerd, Voor 't oog van hun, die 't zaagen. Twee heeft de Klok geflaagen. Wat  «I ( 53 ) IH Wat is de Ariftokraat verheugd Nu hy mag triumfeeren, Wat geeft hem dat een groote vreugd. Maar zacht, de kans kar) keeren! Die nu verdrukt word, zal, wanneer De kans eens keert, weer in zyne eer Herfteld zyn naar behaagen. Drie heeft de Klok geflaagen. * * * Nu is de Nieuwe Krygsraad klaar, Op hun die nog mankeeren, Zy zullen in dit nieuwe jaar Hun Manfchap commandeeren, Zy zyn nu reeds al braaf aan 't werk, En removeeren ook vry fterk, En gaan de burgers jaagen. Vier heeft de Klok geflaagen. * # # Wie weet, nu weêr een jaar begint, Wat wonders dit kan baaren; Als maar hun plan niet voor de wind Verftuift in weinig jaarcn; Daarom ó burgery houd moed, Het hooft om hoog, gy zult met fpoed Vanbeeter tyd gewaagen. Vyf heeft de Klok geflavgen. D 3 DE  € ( 54 ) K» D E W A A R E PATRIOT. Wys : Volfchoone Meisjes vrye Telgen. 't Opregt gemoed kan my behaagen De valsheid heb ik fteeds gehaat Ik flyt heel vergenoegd myn daagen 't Deert my niet wat de waereld praat Of zy my laaken wil of roemen 't Doet my geen voordeel, 't kan niet fchaên Schoon iemand myn gedrag wil doemen Dat ftaat hem vry, 't gaat my niet aan. bis. * * * De vriendfehap kan my 't beft bekooren Zy is de band van waare deugd, ó Vriendfehap vreugd der Hemelkooren Gy ftreelt myn hart, verkwikt myn jeugd En zou ik zonder u dan leeven Ik wierd wel rasch in druk verfmoord Waar men uw glans ziet vaak verdreeven Van hun, die nooit de deugd bekoordt. bis Ik  «I ( 5J ) » Ik zal ten fpyt van hun dan toonen, Zoo lang myn oogen open ftaan Dat dankbaarheid in 't hart zal woonen By hun die ongeveinst kan gaan Maar of de nyd my aan komt randen En kwetft myn goede naam en eer Ik fchrik niet voor dat dier zyn tanden Ik ken my zelfs, wat baat 't my meer. bis D 4  48 C 56 ) tt» OP DE VIERING VAN DE DOGGERSBANR, Den 5de Augustus 1799. Wys: jfe nefuis qu'une bergen. jK.omt myn Vaderlandfche Vrinden, Viert met my dit heuglyk Feest! Doggersbank! ter uwer eere Zingt myn' zangfter thans het meest; 't Is nu negen jaar geleden Dat de Brit door onze Field Wierdt beftreè'n en overwonnen, Wierdt verjaagt en neergeveld. * * Zoutman, roem der Batavieren » Ai, vergun my, dat'kU fier, Gun, dat ik uw fchedel kroone Met een eeuwige eerlaurier; ——« Gy, gefterkt door't Alvermogen, Helden! hebt voor ons gefireën, GOD! Gy deed hen triumfeeren Gy gebood, de Brit vlood heen. Laat  <0 ( 57 ) I» Laat ons hart U altyd danken, Groot en magtig Opperheer ! Voor uw hulp voor uw befchejming, Altyd leeven tot uw eer. Tot uw lof, ó dappre Helden! Zingen wy deez' dag verheugd, Leeft en biyft altyd gelukkig, En getrouw aan pligt en deugd. Dit Stukje is door eene jonge Juffrouw gemaakt.  «IC 53 ) ft OPWEKKING. Wys : Qjiand j'etais dans mon jeune age. 55ouden wy nog langer zuchten Onder 't juk der fiaverny, Zouden wy nog langer duchten Voor Oranjé's dwinglandy; Laatenwy, ó Nederlanders! Zyn gevloekte boeijen vliên, Laatenwy, ó Nederlanders! Aan zyn woede weêrftand bien. Heeft ons 't helden bloed der Vadren Van een trotfchen Flips bevryd, 't Zelve bloed ftroomt door onze adren, 't Zy aan 't Vaderland gewyd! Ducht dan dappre Nederlanders, Nu gy Vryheid foltren ziet, Ducht dan dappre Nederlanders, Een ontaarde Willem niet. Laa-  «U C 59 ) \ïè Laaten vry verachtte flaavea, Gantsch ontbloot van deugd en eer., Op zyn' fnoode wenken draaven, Hem erkennen voor hunn' I^eer ; Geen rechtfchaapne Nederlanders Bukken voor een Dwingeland, Geen' rechtfchaapne Nederlanders Daalen tot den flaavenftand Gorden wy als Bato's telgen Weder fier de W2pens aan , Laat ons Dwinglandy verdelgen, Of door haar geweld vergaan, Liever nog, ó Nederlanders! Vry te fterven door haar ftaal, Liever nog ó Nederlanders! Dan te zien haar zegepraal. "TT * * Schept dan moed, *t zal wei gelukken, De Almagt zelv richt onze zaak, 'k Zie in 't eind den Dwingland bukken,' Siddren voor gerechte wraak; Welkeen roem, o Nederlanders! Welk een glori, welk een eer, Welk een roem, ó Nederlanders! Daalt dan op uw fchedels neêr. 'k £lsf  «1 C 60 ) |fc 'k Zie u juichend zegevieren; 'k Zie uw kroosc, uwe echtvriendinn' U bekroonen met laurieren, Zeegnen uwe Vryheids min; Aarde en Hemel, Nederlanders! Alles ademt lof en vreugd, Aarde en Hemel, Nederlanders! Roemt uw zege, moed en deugd. * Zouden wy dan langer zuchten Onder 't juk der ilaverny, Zouden wy dan langer duchten Voor Oranje's Dwinglandy; Neen, laat ons, ó Nederlanders! Zyn' gevloekte boeijen vliên, Neen, laat ons, ó Nederlanders! Aan zijn woede weêrftand biên. H. K. VRy-  «I ( 61 ) ft VRYH EIDZANG. Wys: Avec les jeux dans les vilhgeS. "& jBen een Bataaf, een Vrygebooren En 'k blyf een echte Bato's zoon, Die naar Oranje niet wil hooren, Al praat Oranje nog zoo fchoon. Ik wil den Prins geene offers wyden , Want ik verfoei d'Oranjeftam, 'k Wil liefst weêr voor myn rechten flryden, Die ons een dwingeland ontnam. Men ziet door kruipende aterlingen Der Burgron rechten ftout vertreên, Maar beeft, hervatten we onze klingen, Beef D.vingland ! beef meer dan voorheen. Gy die de Vryheid aan durfd randen Uw klaauwen floegt aan Neerlands Maagd, De Speer ontrukte aan haare Handen Daar zy de Vryheidshoed op draagt. Laat  Laat vry de Heerschzucht woelen, draaven , Regeer maar een Aardstiran, Geliefkoosd by Oranje flaaven De Vrienden van uw vioekgefpan De Vryheid kan me alleen bekooren 'k Vervloek de Oioode Dwinglandy, Schoon 'k thans de Vryheidsftem moet fiiiooren Myn hart blyft zelfs in kluisters vry. * * * Daar eerst de Vryheid heeft gezeeten, Zit nu in Iaage Dwingeland, Die van geen Vryheid af wil weeten Die heeft hy gantschlyk overmant, Hy zoekt een vry Bataaf te drukken., Smeedt kluisters voor een Vryheids Zoon, Maar 'k hoop, het zal hem toch mislukken. Al zit hy nu op Vryheids troon * * * Wat wilt gy Willem van Oranje! Al zyt gy meester van het roer , Herdenk den tyd van Flips van Spanje Hoe die door overheerfching voer, Al zit gy op den troon verheeven, Gy zyt toch voor geen blikzems vry, Een blikzemftraal kan u doen fneeven Om uw gevloekte Dwinglandy. Ver  «II ( 63 ) ft Vertrouw op uwe Oranje Vrinden, Maar Prins! bedrieg u zeiven niet, Ik vrees, gy zult het ondervinden U naakt gewis een groot verdriet, Daarom vlugt maar naar Grootbrittanje, En kom niet weêr in Amsterdam, Wee Vyfde Willem van Oranje Wee Willem uwe Oranjestam. C. DE  «I ( 64 ) |fÜ DE SCHELDNAAM KEES, DER PATRIOTTEN EERNAAM. Wys: Pantalon &c. Of Je ne Juis qu'une bergère. Tj\st een volk, wiens heldendaaden Blyken geven van zyn moed, Zich ondankbaar hoonen, fmaaden En vertreeden met den voet; Dan, dan zyn 't de Patriotten, Die men met den naam van Kees Als een voorwerp om te fpotten Tot der honden ftand verwees. * * * Keezen noemd men u, Bataaven! Deeze naam ftrekt u tot eer Deeze moet uw yver ftaaven Voor der Vryheid Hoed en Speé*r KEES aan 't hoofd der roomfche Bende Toonde reeds te Cefareen Hy 't gebruik der Wapens kende Als de vryheid wierd beftrsen. Slaat  «Si ( 65 3 li» Slaat rnén 't oog op later tyden Zie dan wat een Kees verricht. Hoe hy raidden onder 't lyden Blyft getrouw aan eed en pligt : Ruk (zegt hy) my 't lyf aan Itukken, Wreede moorders! ftrekt uw hand Om my 't leevens licht te ontrukken* 'k Sterf of leef voor 't Vaderland. Kees, de naam der trouwfte honden 4 Voegt dus aan een Patriot, Die getrouw voor 't land bevonden Nooit met zynen Meester fpot Moet hy thans de dwangzucht vreezen 't Krenkt zyn waakzaamheid noch deugd, Hy blyft blaffen met de Keezen Trouwheid is zyn grootfte vreugd. * -* * Keeshond zittende in zyn wooning Blyft fteeds wakende en vol moed, Kwispelftaart tot dankbetooning Voor zyn Huisbaas, die hem voed: Doggen of Berlynfche Teeven Mogen door hun overmagt Hem doen in zyn Huishok beeven, - Hy blyft ftü en fpilt geen kracht. E Zoo  m c es) ra» Zoo blyft Ieder Vaderlander Eeren , die zyn recht bewaart, Voor de Vryheid en haar ftander Is 1 dat hy zyn krachten fpaart, Laten hem gehuurde Knegten Overvallen met hun magt Rooven, plundren en bevegten Vryheids liefde houd .haar kracht, * Wordt een Keeshond zagt behandeld, Hy fpringt om zyn Huisbaas heen En als hy de ftraat bewandelt, Blykt zyn blydfchap algemeen Maar durft men zyn grond befpringen, Als hy voor de Huisdeur waakt Byt hy zelfs in ftaale klingen, En ontziet niet wie hy raakt. * • * Patriotten, vry van banden , Leeven vrolyk eens van zin En by Vryheids dierbre panden Eeren zy de Broedermin ■"Maar durft heerschzucht hen belagen, Word der Burgren recht verguisd, Dit kan hen in 't harnas jarigen Met den Degen in de vuist. Word  Wurd een Keeshond va ft gebonden, En. gekluyitei d aan zyn hok, Hy doet niet als vreemde honden En byt in zyns moeders ftok, Neen! al lyd hy ook onfchuldig Deezen ftaat, hy houd zich ftil, Onderworpen en geduldig Doet hy , 't geen zyn huiswaard wii, Derft de Patriot zyn Vryheid, Hy blyft nogtans wel te moe, Wel tevredenheid en blyheid Ryken hem de handen toe, Hier in is zyn ftraf gevonden, Dat hy 't Vaderland oprecht, Hoe veracht, verfmaad, gefchonden, Eeuwig trouw heeft toegezegd. Dit doet hem blymoedig ftaaren Op verlofling, ja.' hy lyd, Onder zyn geweldenaaren, Naar Gods wil zyn lydens-tyd; Laat een aterling dan fpotten, Laat hem knielen voor den Baal, Eerlang zult ge ó Patriotten! Zien uw volle z^gepraaL E 2 Roept  m c 68 ) ft Roept dan muyters! roept dan Keezen, Roep dan Keeshond, fnood geboeft! 't Zal ons fteeds een eernaam weezen, Schoon ge op dees befpotting fnoeft, Leer de fpreuk het kan verkeeren Want hoe groot uw grootheid fcbyn'. Van de Keezen moet gy Ieeren Wat dat Patriotten zyn. C. B.  «a' 6p) ft M A R S C H VAN HET UTRECHTSCHE GENOOTSCHAP, PROPATRIA & LIBERTATE. Gefchikt voor deezen tyd. "Verheft U, Bato's zoonen! Klimt uit uw flaavenftand, Hier moet de Vryheid woonen, Hier is heur Vaderland. Al heerscht hier thans het fnoodst geweld, Schoon Recht noch Vryheid geldt, Door vreemde magc Ten val gebragt, Rasch worden zy met glans herfteld, Dan ziet zich Deugd beloonen, E 3 F'sn  ( 70 ; ft Een drom van Aterlingen Dreig' vry met vuur en ftaal, Zy mooge u fel befpringen Trotsch op haar zegepraal. Haar heerschzucht groei in overmoed, 'tRechtfchapen Neerlands bloed Bedeelt de wraak Van zyne zaak Aan Hem, die de onfchuld fteeds behoed Den Richter aller dingen. * * Houdt moed dan, Batavieren! Wat immer valle of wyk', Wy zullen zegevieren Op 't fchreeuwendst ongelyk. Dat nog uw toeftand aaklig zy, Dat fnoode Dwinglandy Door 't haailyk juk Uw! halzen drukk', Houdt moed, uwe uitkomst ïs naby, Dan plukt gy eerlaurieren. Pan  «I C 7i ) ft Pan zullen uwe zoemen In hunnen vrijen ftand Üw nagedachtnis loonen Tot eer voor 't Vaderland. Dan wordt door ons en 't nagefiacht Geheel aan de Oppermagt, Die ons bevryd, Het hart gewyd, Dan zal, wordt fteeds de Deugd betragt, Hier Vryheid eeuwig woonen. B. E4 VAAN