504 J 33^   GEMEENZAME GESPREKKEN, OVER DEN TOESTAND DER BATAAFSCHB REPUBLIEK, EN INZONDERHEID OVER HET AANNEMEN OF VERWERPEN VAN HET ONTWERP VAN CONSTITUTIE VOOR DEZELVE. N°. i. Tusfchen een PREDIK ANT, een HOLLANDSCH OFFICIER en een BOER. I OFFICIER. Sop eens op, Dominé! ge zijt zoo druk aan. 't lezen, dat ge uw pijpje vergeet. PREDIKANT. Ja, Burger! het is het p!an vanConftitutie, dank onder handen heb. — Ik neem dacr nu en dan trijn Ihipperuurrjes toe, en wel zoo v<-el a!s ik k want, in de daad, elk Nederlander heeft te veel belang bij dat groote werk, dan dat hij met al'eti hooglijken tijd en vlijt zuu hefteden, om dj uuk naaukeurig te overwegen, ten einde zijn .befluit tot de goed- of afkeuring van hetzeive op goede gronden gevestigd zij. BOER. Hoor Dominé, dat's al'emaal wel waar, en ik heb ook al eens zoen Boek voor agt duivers willen fcoopen; maar .hec is me ta groot, der bennen zo A veu!  C 2 > vem arttjkels in, dat als men het eene ieest men het aare ligt vergeten is; nou was dat n(»af. icmaal memendal, als men op eiken Artiifcel een voor een Ja of Neen kon zeggen, zo as in de Kattekismus of den enkelden Hdlebn;ek. — Maar, kvk' hier motje eerst de mennigte honden Artijkels deurlezen, en als je ze uit hebt, motje in eens los af op den heelen boel gelijk Ja of Neen zesden. - Kijk' vatten kan ik dat niet; ook zeit onze meester, dié zoon Boek ekoft heit, dat 'er veulnommersinftaaa, daar hij ja en weer anderen daar hij neen opzou zeggen, om-dat ze in den grond van de zaak niet mit mekaar over een komen. OFFICIER. Ja Dominé I zo gaat het mij ook a!! ik weet wat omwentelingen zijn, in Frankrijk heb ik 2e, na mijn Viugtuit het Vaderland,genoeg bijgewoond- Ikdiirf 2eggen m dien tijd de Republikeiniche principes ingezogen, en tevens geleerd te hebben, hoeveel warmte voor de vrijheid, opofferingen, wijsneerte cn fernuteit er toe behooren, om van de ffavtrnij ia het gtnot der aangebooren rechten te geraken, ik had gehoopt dat in ons Vaderland, bij zulk een gemaklijke aanbieding of liever te huisbienging der Vrijheid, het Volk zichfpoedig eene Conttitutiezou bezorgd, en zijn Gouvernement vastigheid pegeven hebben; maar ik heb buiten den waard gerekend — Ik moest het laauwe, flappe, langzaame charter van onze iMatie overwogen hebben. — Ik moest overdacht hebben, dat wij te zeer geWoon aan de Hipsters waren geworden — dat wij te fchroomachtig van ziel en te zeer gehecht aan goud zijn, omfchokken te wOfen wagen en te kunnen doorftaan; dan had ik, bij mijnen eerffen hertredopden VaderlandIchen grond het befluit al kunnen opmaken, dat wij, heiaas.' Hechts een fchijnbaar herftel van recht zouden genieten, om dat we er de waarde niet van kennen, en geen energie genoeg bezitten, om het te bewaren-. — Dat laauwe, dat bellujteïozei dat ïchroomvailige van ziel houde ik voor de waarachtige oor.  Cs ) oorzaak, dat we zulk een dik boek van Confthurk hebben daar noodwendig veel fouten en waarfchynlük ttgenftrijd gheden in moeten zijn — er hebben ook z i veel handen vanCommisforiaalen, Redactiën eff wat niet al! aan geweest, en veel hoofden veel zinnen.' P R E D I K A N'T. Maar Burgers , men moet toch in 't oog houden dat het een werk is, waar ons Gemeenebest mee ftaan of vallen moet, en daarom was het voorzeker wel waardig, dat 'er veel tijd, overweging en arbeid aan te koste gelegd wierd. Het was ook beter dat liet eenige b'a;kn gro ter, dan onduidlijk zou zijn, en overtolligheden heb ik er nog niet ingevonden, wat het wezen der zake betreft. Men moet ook begrijpen , ons land en volk is zoo niet als Frankrijk en de Franfchen. — Daar rooide men de vooroo dees len , of het geen men vooroordeelen noemde, te vuur en te zwaard uit. — Hier kin men zo tegen die fchokken niet, en men heeft daarom wijslijk in het plan van Onftitutie gez ngd, dat oude gewoonten en genru ken, die met de tegenwoordige principes ftrijden, langzamerhand en v^n tijd tot tijd worden weggenomen, en om dit wel te overleggen, hoorde 'er meer woorden toe, dan tot een ftellige wet, die geen vooronder tehingen bezigd. BOER. Hoor Domeni' je fpreekt van fchokken, en dat we daar niet teugen kennen. — Maar het was toch al een baas van een fchoft , toen in het hartje van de Winter die broers van Franfen , zo onverwagt liwanien invallen als een End in een wak, — toen hadden we al een heele vertoning van een omwenteling~ toen hoorde je niet veul praten van oude geweunten en gebruiken langzamerhandjes weg te-nemen; maar dat 'er gebeurde ging wel revoluficnaar deur, en de klantjes waren zo zoet als lammeren, Hadden toen de Korametjestee revollenaar maar deurgetast, en in' plaas van provifineel in den Haag te gaan gitten c$ A % W  C'4 ) er anderen in te floppen, in eens af, met behulp van de Franfen, die daar wel pampieren van hadden, een Conrtetuifie in den waeréld gebrogi; ik verzeker je, der zou nou zoon gehaspel niet over znn en wie weet of onze Franfe Broers het dan niet een beetje minder als hunaert Milloenen gedaan hadden, OFFICIER. Ten m'nften had men toen provifioneel een algerneer middelpuntig (Centraal.') beftuuroverdegeheek > publiek' moeten daarllellen — de Hoogmogende IrceJe slisten den zak geven, en nier meer Provincta liter de zaken behandelen, om ze, na lang talmen, in dat Hoogmogend conclave ten befluite te brengen; al hét welk onder de groote oorzaken van het lang agt rbij/en, zo niet geheel wegblijven vanonze vasrgcfteldc Staatsregeling te tellen i9. P RKDfKANT. r- En hoe zou het dan met de prpvihciaale lopende zaken gegaan hebben, van aJ.mioii.La ie, finantie, C(iilectfcve middelen enz. er.z ? — diekonJenimmers nergens ftilftaan. OFFICIER, o! Dominé! hee!gemakkelijk. — EenenkelCom- mirré in e>ke Prwintie, dat alleen het huishouden btftuurde, zich rnet geene politieke zak.n bemoeide en vera'nwoordi jk was aan de a'.gemeene Directie der Kep !'olifckvv.s dan genoegzaam. — Geloof mij, PapS — zo als onze Huisman wi 1 zegt, het zou zo g-.m. k'iik gegaan hebben — met hangende pootjes hadJen "onze foefjes aan de algemeene zaak geofferd. De groote Landdieven waren dan n et, zondèr fcha« v< r.v< >ed'ng, yrijgeraakt , en de Patriot zou dan eerst geweien hebben ? wat revolutie was. BOER. . J3 wel; maa? toen der die yslijkehoel Conimisfiea inkwam, en toen me ging haspelen over de heerlijk  C 5 ) heden en vrotiwlijkheden, en over al dat tuig. toen zei ik al teugen me wijf: „ Klaertje her ouwe komt weerom! zeg dar ik het je gezeid hib,'' en nou kan ik ook al haast geen onderfcheid meer zien, als dai onze Kosjer de Kerkklok niet meer luid en onze D"»miinie zijn Mantel in zen zak, in plaats van op' zijn rug draagt. PREDIKANT. -Ondertusfcben Burgers! zonder te onderzoeken of al öie dinjen unvoerlijk en raadzaam geweest waren; die tijden zijn nu vo-rbij, wij moeten nu maar denken om het geen voorhanden is, en oj?.twegen of het niet raa 'zaam zij, dat wij door het aannemen van het ontworden plan van Conftitucie-» eenmaal een einde aan zo veel onrust, verwarring, befluiteloosheid en algeneen nadeel maakten. OFFICIER. Halt l Dominé! of het niet raadzaam en noodzakelijk is, dat wij het tegenwoordig plan a innemen , daar over ftraks; — m .ar dat die tijden vo irbij zouden zijn, waar in men het Revolutionair zou kunnen doen, en wel zo als ik daar gezegd heb — -'ac fchut ik'. Malkander niet voorbij te praten — waar houdt toch Uw Eerw : den tijd voor, dim we thans beleven ? zijn wij nog in Revolutie, of zijn we 't niet? PREDIKANT. Zeker niet meer in Revolutie; die is voorbij; maar wij leven in een geregeld tusfrhenbeftuur, dat tusfchen de Revolutie en ConftitUtie in koomt, en dat, voor een regt Patriot, zo veel gezag moet hebben als een Conttimtioneel Gouvernement. O F F I C I È R. Wel mijn lieve man! hebt ge nog in uwe oudedayen zo weinig denkbeeld van een ttaat;verandeïing — zulk een wanbegrip van het geen uweoogen zköi  C 6 ) ?!T tii£ gA °nteu tijd y°or 8een Revolutionaire» ti..d houdt, dan zullen wij weinig met onze gefprekken vorderen, en gij neemt u zelfs ( om dit in 't voor', bijgaan te zeggen } een voornaam wapen uit de hand dringen aafinemen eener Conftituüe aa» te PREDIKANT. Hoe dat? OFFICIER. Dat wij jn een tijd van Revolutie waarlijk Ieveni — dat alle daden en handelingen vin onze onderlcheiden beftu-irders Revolutionair zijn -^ja dat, zo het tegendeel plaats had, ons beiluur ónreetvaardig, Willekeurig en overweldigend z ,ü moeten neten, neem ik aan de bewijzen, zo de vrienden een weinig geduld willen hebben om mij te hooren. ■ PREDIKANT. Wel aan! - BOER. Gaarne. OFFICIER. De Revolutie of Staatsomwenteling van een Rijk or Oemeénebest verdeelt zich in drie tijdperken, die ten einde moeten zijn, zal de Revolutie voltooid wezen, en eene Conrtitutie plaats nemen. riet eerfte tijdperk is dan, wanneer het geheele VoIk, of een gedeelte opftaat, de plaatshebbende re», geermgsgefteldheid, de tegenwoordige orde van zaken omv.rre werpt; wanneer het de als dan predominee'-ende partij, het zij alleen, het zij met behulp van anderen, 't onderbrengt, haar alle gezag; alle vermogen en invloed ontneemt, en, fchoon in 't bezit van haar eigendommen blijvende, als krijgsgevangen be handelt. Dan werpen zichCen veel al kan het niet anders zijn, r m dat het volk nog niet geregeld Hemmen kan^beftuurders — intermediaire of provifioneele beftuurder,s op. Dan tragt de een hier en de ander daar zich provihoneel in te dfingen om er zich permanenr ftaandt; re hou len. — Dan is het de oogst voor intrigijan* ten en fortuinzoekers, terwijl de ijverige Vaderlander  C 7 ) gewapend en ongewapend aan de voltooijirig van dit eerfte tijdperk der revolutie arbeid.'— En dit was d* revolutionaire toeftand Van ons land, bij deneerften intocht onzer Franiche Broeders. In de Steden werden de Municipaliteiten door de f ranfche Generaals geproclameerd, na dat ze hun alvoorens door de >pgeworpen jCommi tés Revolutionair waren voorgefteld j — op de Dorpen reeden een paar orbekende knaapen fond, verzeld van eenige Franfctie Dragonders, om de Regeeringen af te zetten, en andere te prodameeren,!daar de boeren geen mond tegen durfopen doen; uit en van deze Stedelijke en Dorps Municipaliteiten werden heelfpoedigenoverijldgeieputeerden naar Hollands Staatsvergadering gezonden , en zulk boeltje maakte de provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Holland uit; zo als het ook iti andere gewesten toeging. Dan, hoe er die gasten kwamen, het Was Revolutie en men moest er zich mede behelpen, om in geene regeering loosheid te vervallen* Dit was-het eerde en het is altoos het gevaarlyklle tijdperk der Revolutie, dat bij ons ongelukkiger had kunnen aflopen, indien 'er zo veel zotten als baatznchtigén in 't beduur geweest waren. tlef tzveee'e tijdperk is dat, waarin het Volk, of om echt revolutionair te fpreken , de overwinnende partij, van zijn eerden fchok terug gekomen, zich een provifloneel tusfchenheltuur bezorgt, om de zaken te blijven waarnemen, tot'er eene Conftiiutie is. — De verkiezing der leden van zulk een beduur (en ziet daar het groote kenmerk van Revolutie) ge féhied dan alleen uit en door de predominéerendé partij; terwijl het ander gedeelte nog als krijgsgevangen in 't 'caatkundige gehouden wordt. Het derde tijdperk van Revolutie — en dit beleven wij thans, zo lang wij willen, is dacwaarin het Volk of liever al wederom de bovendrijvende partij arbeid aan de voltooijing zijner Staatsomwenteling, dat is aan het daarftellen van eene vaste Regeeringsvorm. Of zouden wij, Burgers, durven ontkennen dat we in eene revolutie leefden ? — waar dan mede verdedigd de handelwijze ten aanziene van de Stad* houdersgezinden ? wat anders geeft ons — geeft het Gou-  C 8 ) Gouvernement recht, om hen uit te fluiten van eerposten, ambten en bedieningen? — zijn niet alle Regenten, Municipalen, Rechters en Keprefentanten revolutionair gekozen, dat is te zeggen, naar wetten, die de eerfte revolutionaireReftuurdershebben voorgefcifeven ? — ls niet elke daai van het bewind Uit dien hoofde revolutionair? zo neen! dan is alles ulürpa'ie en onrechtvaardigheid. PREDIKANT. Ik heb, Burger Officier ! uw raifonnement met oplettendheid aangehoord; maar, zo ik u nu al toegeve, dat wij in een tijd van revolutie leven . dan za! nog aan u liaan daar uit het gevolg te bewijzen, dat het Volk in zo verre zou kunnen e^ mogen te rug keeren, om al het geen nu n eer dan twee jaaren aan den gang geweest is, in eens af te inijden, en weer op nieuw te beginnen. OFFICIER. Dit neem ik aan; ma ar dan wordt de vraag wat thans verkieslijkst en raadzaamst is? — En hierover in onze volgende bijeenkomst een w,ordje,-dan komen we van zelfs aan de groote vraag over de Conftitutie. Laat ons het geen we nu gepraat hebben maar voor een grondlegging houden. PREDIKANT. Zo als het u geliefr; vaar wel! tot wederziens» BOER. Het gaat je goed, Burgers. OFFICIER. Heil en Broederfchap!