:>()(> G 117    D E ZEE-SLAG op DOGGERSBANK,^ ( VOORGEVALLEN OP DEN 5d.en AUGUSTUS 178 i. VERHANDELING, IN DE MAATSCHAPPY VOOR GODSDIENST EN WEETENSCHAPPEN TE AMSTERDAM; op den 5 aug. i 795: Eerfte Jaar der Bataaffchc Republiek. DOOR DEN BURGER J. L. FAN LAAR MA HU ÉT. VEREEUWIGD IN E EN E UITGE3PROOKEN DE PRr's. IS 5% STUIVERS.   GEACHTE MEDEBURGERS! Gloeide het vuur van vaderlandsliefde fteeds in mynen borst, thans ftaat het in lichter laaye vlamme, nu ik op het altaar van onze herrezen Vryheid, de zegenvolle Slag der Doggerbankfche Helden , juichent zegenen mag; zeegnen mag in eene vereeuwigende Verhandeling, d'e de heldenmoed der Bataaven kenfchetst, boven de vernederde trots der fnoode en listige Engelanders! ja, nu ontbrand het vryheidsvuur eens waaren Republicains zo uitgeftrekt verre, dat het eindeloos vcrfchiet van veelbelovende befpiegelingen, op lang gehoopte zegepraal der vryheid over de flaverny, door den wysgeerigften Bataaf zelf niet af te meeten, niet te berekenen is! — Hebbe ik in tyden van A 2 don-  (4) donkerheid—van gevaar — in tyden dat d© ketens der fiaverny, rondom deeze fpreekftoel der vryheid rinkelden, de taal eens vrymans doen horen, zö doen horen, dat gy beefdet voor de gevolgen, die de belooning myner zielsdrift hadden kunnen xyn — Hebbe ik in tyden van vervolging, dat de fcepter des Dwingelands my bedreigde met vernieling, durven wagen de rampzaligfte vervolgingen,- ja, te troffen en alle gevaar manmoedig door te ftaan! — hoe veel te meer dan, nu, nu de Lugtbodin der Vryheid boven ons klapwieKt, verwagt gy thans van my, braave Republicainen! nu myne tong ontketend is van het verhemelte, waaraan dezelve, door de geest des dwangs, als in een kerker opgeilooten was vastgeklonken — vastgeklonken, zodanig, dat Hechts de gedeeltens van het geluid ééns vrymans tot in het gevoelig hart der geketende Bataaven niet mogten doordringen. — Welaan dan, Medeburgers! ik ial het wagen een arbeid, dien gy weet dat  (5) dat met de genoegens van myn hart overeenfternt, en dien ik met een vuurige .geestdrift, in vierentwintig uuren tyds, moest afwerken, (wilde ik aan het oogmerk van veele uwer voldoen,) met alle de gebreeken van taal en letterfouten f. uit te fpreeken, voor mannen,, die gevoelvol zyn, met betrekking van edele liefde tot ons Vaderland! — En ik heb om der zaake wille zelve, om dat de Doggersbanksche Slag in de harten der nederlandfche Mannen, als gegrift is, deeze myne in weinig tyds (en des met gebreeken verzelde) vervaardigde verhandeling, zoals ze dan is, evenwel gewaagd op te draagen aan een republicainsch Burger, die fteeds betoond heeft held te zyn, die voor de vryheid geftreden en gezegevierd heeft, ja die door zyn vaderland, ten loon zyner verdienste, met het Commando over 'sLands Vloot, als Admiraal is aangefteld, om de Eer der Nederlandfche Natie door Engeland gefchonden en vertrapt, te A 3 wree-  (6) wreeken, en te herftellen op het graf der Tirannen, zo dat deeze andermaal van de moed en van de dapperheid der JBataaven mag gewaagen. Hier mede Burgers u myn voornemen hebbende doen zien, zal my niets aangenaamer zyn, dan uwer aller aandacht, van den beginne tot aan het einde van myne taak te mogen ondervinden, en zo dan aan u verwagting, door my, flegts gedeeltelyk zal voldaan zyn — dan zal myne erkentenisfe uwe belooning weezen. Terwyl ik na tocwenfching van Heil en Broederfchap teken te zyn Uwe Medeburger J. L. van LAAR MAHUËT. A A  AAN DEN BURGER DE WINTER, Admiraal op de Oorlogsvloot, in dienst van de Bataaffcbe Republiek. D e Winter! mogt ik u, in kommervolle dagen, Wanneer de Vryheidszou noch dik benevelt was, In Vrankryk kennen — cn myne achting u toedragen, Wanneer de flaveruy noch draaide om 's Waerelds as? — Nu, nu die nevlen zyn van voor ons oog verdweenen —» Daar thans de duisternis door 't licht is opgeklaart — Geen weesjen aan de borst zyns Moeders ligt te ween en Terwyl de Moeder zugt, om 't kroost, door haar gebaard: En in haar Vaderland nu meede om moet zwerven Als Weeuw, die troosteloos om 't misfen van haar Man, Geen redding ziende, nu verlangt, met't wigt tefterven, Terwyl haar Man gedood is, cm een' Volkstieran! Nu, nu het heilryk uur der Vryheid is gebooren, De nagt der fLverny in 't niet verzonken is, De goude dageraat van 's Volksgeluk mag gloêren — Nu juicht de Batavier by deez' gebeurenis! —■ Nu 't dierbaar Vaderland! ontketend van oranje Ontrukt van de yzre boei der vuige ariitocraat U Helde in het bewind, om tegen Groot Brittanje, En allen die de ftem van Neerlands vryen fiaat, A 4 Mis-  { 8 5 Miskennen, (trots en floot op ingebeelde magten ,) De grootheid van den Frank, den moed der Batavier! — In 't aanzigt vliên — dat men die als monfters flagtea Dit eischt een Volk! dat vry en onafhanglyk fier, En wars van flaverny zig kent, en wil bewaaren, Zo lang de Vryheid zelfs eene enkle bloeddrup heeft; Zo lang de braave Man op d'edele deugd zal ftaaren, Die Nederland den roem der Helden mede geeft. Gy kloeken Held! uw moed, uw trouw, aan elk gebleeken, Aan elk, die zo als Gy! ftreed vöor het Vaderland! Om dc eer van Frank en Bard in Nasfaus bloed te wréekenEn de ariftocraatie te leggen aan den band: U word myn arbeid thans gevoelvol opgedraagen; Aan U, die 't Zeegedrocht, dat tuk op roof en moord , * Moet fchuimen van de Zee, of als door donderflagen Doen zinken in den poel daar Albion in fmoort: U word de ronde taal eens Vrymans aangeboden Een taal die voor den Held veel waarder is dan goud; Ware ik een viever, 'k zou als flaaf u daên vergoden — Maar neen! ik ben Bataaf! — en daarom fpreek ik ftout — Behaagt u dit genoeg, dan heb ik myn beloning, En 't Vaderland acht u den Helden degen waard, Hy die gevleid wil zyn diend beter by een koning Dan in een Republiek die moed aan grootheid paart — De Leeuw zo lang getergt fchnd zyn gekrulde maanen ? Ten teeken dat nu hy in gramfchap is ontwaakt, De Vryheid eenen weg ter glorie zal gaan baanen, Zo lang de laatfle flaaf zyn boejens zyn geflaakt: Gy zyt aan 't hooft gefielt! van Neêrlands Admiraalen! En gaat met Mannen uit, bekend by Bard' en Frank ! — Word Neêrlandi wensen vervuld ? dan zien we u zegepraalen! Als Zoutman tot 'sLunds eer ook deed op Doogeksbank,  SLAG op DOGGERSBANK3 VOORGEVALLEN OP DfcN 5d.en aüoustüs 178Ié Heeft myn Kunstgenoot, den verdïenftelykert Burger Jan Foorman, een en andermaal op deeze plaats de nagedagtenis der roemvolle Zeeflag vari den sden Augustus 1781 vereeuwigd, in zyn dichterlyke Gezangen, zo, dat alle harten die van Vaderlandsliefde waren doordrongen, ge* roerd wierden, en tot dankerkentenisfe opgewekt j thans is dien taak my te beurt gevallen; eenen taak waarlyk te groot en van onbereekenA 5 b»8!  ( io ) baaren waarde, ik zegge eenen te groote taak voor my, wiens fchouders veel te zwak zyn om dat gewigt te draagen. Dan, daar het u, Medeburgers! thans meerder te doen is, om eenvouwige rondheid van taal te hooren, dan wel de verveelende omfchryvingen van daadzaaken gade te flaan; zo zal ik eenvouwig en rond, de ziel zonder breede omkleedzels u voor oogen ftellen, van den toeftand onzes .Vaderlands! zo als die was ten tyden dat onzen Nationalen Welvaart, de Koophandel en de Vryheid van Nederland, onrechtvaardig aangevallen wierd, door het eerloos Albion, en de gevolgen van dien fchadelyken Oorlog, ons door Oranje en zyn flaven berokkend, nagaan, tot op deezen huidigen dag. Dat ons Vaderland door Bataven groot, en door het Huis van Oranje tot op den rand der vernietiging gebragt is geworden, behoeft geen betoog; de droevige, de betreurenswaardige ondervinding van al het gebeurde, door en onder het beftier des Stadhouders, met en benevens de Oranje Ariftocraaten zyn gebrandtekent in de gefchichtrollen onzes kwynenden Vaderlands; het aandenken alleen aan den bloedraat der dwingelanden, die zints lang het doodvonnis der vryheid ondertekend hadden, is den waaren Republiekain een dolk in het hart. Wy  Wy mogen, nu de Betaaffche Vryheid aan de bloedraad van Oranje ontrukt is, en op haar beulen heeft mogen zegevieren, niet zwygen wie de vyanden waren, die het heil des volks hebben vernield; wie de onderdrukkers van de Rechten van den Mensch zyn geweest, en de geheelen on" dergang van de invloed des ! urgers bezwooren, zouden hebben daargefteld, zo niet de Goddelyke Voorzienigheid door middel van het Dwangvernielend Franfchen ftaal belet hadde , den val der Burgerlyke Vryheid te voltoojen. Het listig Hof van Engeland, dronken van verwaten trots, tuk op moord en root', vetgemest met zweet en bloed van ongelukkigen, heeft al zyn grootheid gebouwd op de ruïne van Ryken enStaaten, die het omgekeert, uitgeplundert en arm gemaakt heeft , om alleenheerfchere over het goud van allen te zyn. Het onder zyne misdaden zinkende Albion, is de Vyand van de Vryheid der Volken, fteeds geweest; om, geruggefteund door Oranje, Meefter der Zeën te blyven, ten einde eenen Dwinglandfchen Zetel te vestigen, daar de vier Waereld-deelen voor zoude moeten nedeiknieien. Engeland, dat de bron is van die rampen, daar zo veele Oorlogen, waarin zo veel millioenen Menfchen zyn omgebragt, uit geboren is; heeft ons A 6 in  ( ra ) hn verdeeldheid gebrast e i onrust in ons geznait, waar van wy, helaas ! de tvrangfte vruchten nu noch moeten maaj n. Enge^nd dj verbondbreekiter, met alle die rechtvaardig zyn —verbrak de huilyite verpligting, die eenGeloofs> en Bondgenoot te vervuilen heeft; het vreesde zyne misdaden geftraft te zullen zien , over de onderdrukking der zig vry gemaakte van Enge" land, onafhanglyke Amerikaanen, en daarom om Zig verf 'eilyk te wreeken, aangevuurd door on. ze toenmaahge Eerloozen Stadhouder, vak het als een roofgedierte dat w'eerlooze fehepzels verflind , ons Vaderland aan , op eene wyze daar de gedenkrollen der vroegfL tyden, geen evenbeeld van aan wy zen. Het vak zonder OorlogsV:rklaaring de Colloïden van den Staat, met barbaarfche wreedheid en Engelfche euvelmoed, onverwagt op het lyf, rooft — plundert de fchatten des Nederlandfchen Volks, en vermoort de Inwouners op de wreedftc wyze; tast vervolgens .alle onze Koopvaardyfcheepen onverfchrokken waarlyk ons Vaderland zou noch niet zo zeer vernederd zyn geworden , als het uit de gevolgen van dien verpestenden Oorlog vernederd is. Maar voorzeker, elk Republicain zag de Machiavellistifche Cabaal van Oranje met Argus oogen na, — en verzuimde geen oogenblik het hatelyk Systema van den Nederlandfchen Cromwel gade te liaan. — Dan, de oprechtheid, de ongeveinsdheid , en vooral de openhartigheid der Nederlandfche Patriotten , gaf de Wapens, die het Vaderland en de Vryheid moesten befchermen en bewaaren, onbedacht, in de handen der Vyanden, die de valschheid , de list, en de ftilzwygenheid, ten bolwerk hadden, waar achter zy zig veilig verfchansten: Had  C 16 ) Had Zoutman de ftilzwygenheid en de voorzigtigheid niet geraadpleegt, vóór dat hy met Parker ten flryde moest. Had Zoutman eenen Kinsbergen zyn Pla» geopenbaart, dat tegen de orders van den Admiraal Generaal aandruisde , zyn Plan om Parker te flaan, in plaats van de Koopvaardyvloot aan zyn befcherming toevertrouwd, aan Albion over te geven, — waarlyk de DoggerbankscheSlag zou geen Verjaardag van Vreugde voor ons zyn. — Zoutman had zyn Vaderland lief, en doorboorde de Kielen des Dwangs, die de Staathulk der Vryheid, met overleg van Oranje, zouden hebben vernielt. Dat Zoutmans heldendaad by ons in zeeg'ning blyven, Ten blyk dat Neerlands Volk! als noch, verdiensten acht: Kon hy den Britten Vloot, door Hollands vuur, verdry ven I Verwagt dan, dat de Leeuw de laaste Dog noch flagt. Heeft de heerszugt van Albion, na tot ftervens toe, door Holland geteistert te zyn, opgehouden zyn Gruwelplan voort te zetten, en met nieuwe kragte uit te breiden ? neen , Medeburgers ? neen! — het listig en geheimwerkend Ministerie van Engeland, kuipte Canaalen van Vyandfchap tegens Holland ; ontzag niets om Nederland in eenen Land-oorlog in te wikkelen, terwyl het Gouvernement van ons Vaderland alle zyn'krag- ten  ( i '7 ) ren te werk ft'élde, tegens den trouwïoozen Briï'i om deeze ter Zee zo mooglyk af te maaken. Het gelukte Albion , dat Nederland zonder fchyn van Recht het Oorlog aangedaan word door den Röomfchen Keizer Jofeph de lide; eenen Oorlog, die, ja! ware dezelve niet fpoedig met hollands Ducaaien goud afgekogt geworden, geheel ons Vaderland der vernieling van Oostenryk zou Je ten prooije geworden zyn. En aan wie anders, dan aan Albi ai, gefterkt door de invloed van het Oranjehuis , was deeze Oorlog zyne geboorte verfchuldigt? Engeland'moest langs deeze weg de handen ruim krygen , om zyneri Vloot te kunnen heritellen, en nieuwe-Scheepeu te bouwen, terwyl Oranje-op Landinagt, .zogenaamd tegens den Keizer) aandrong , om dus beiden , den laasten flag aan de Vryheid van ons duur betaald Gemeenebest op het harten te (laan;' Dit een en ander opende de ogen van Neêrlands Volk! dermaaten, dat elk Republicain als om ftryd zig beyverde , zig te wapenen tegens de in- en uitwendige Vyimden van het tiataaf- fche Volk! Nu lichte-de blyde dag aan, (dit hoopte yder die de Vryheid beminde) dat de Bataaffche Vryheid haar treurige houding en nedergeflagene ogen, zoude óprigten, enten hemel flaarénde, zig herfteld zoude zien in den vorige' luifter; alles vloog ten ftryde tegens huii r, b die  ( i8 ) die de Vryheid hadde gekluiftert gehouden, aan de ketens van Oranje. — Te Waapen vloog elk die moeds genoeg had, om dapper te ftryden, als rotfen te ftann, wen 't blikfement kruidvuur de kogels doed fnellen, door Daken en Wanden van kalk en fteen: — de Donder des Oorlogs, Kasteelen verplettert en Menfchen vernielt, — wanneer bajonetten het harte doorbooren van 't edelfte Krygsvolk, dat immermeer leefde. — Wanneer groene velden met bloedroot geverwt, doorweekt zyn, van 't bloed der natuur — natuur als miskent word, voor 't oog van den Schepper, die 't Oorlog dan moede, de vreede herfteld. Te Waapen vloog elk die zyn Vaderland lief had, en aan de toenemende grootheid van Oranje, paal en perk wilde zetten , Gelderland — Utrecht — Overysfel — Holland, geheel Nederland ! zag en ondervond dat de Vryheid in gevaar was ; alles waapende zig, om haar te bofchermen, te verdedigen, terwyl Willem de vyfde met den zynen niet onledig was , om zo mooglyk den flag die hem dreigde, te doen ne> derkomen, op hun,.die zyn verdiende val hadden gezwooren. Veel, zeer veel zoude hier te zeggen zyn , van het tydvak, dat het Burger Oorlogsvuur door Oranje in vlamrae gezet, heeft voortgeduurd.  ( 19 ) .duurd, tot het einde van 1787, wanneer de fchandelyke daden der oranje Ariftocraat, ontmaskert, de ogen van geheel Nederland deden zien, wie de verraders onzes Vaderlands, en de Leveranciers der Vryheid aan oranje, zyn geweest; dan, daar dit reeds omflagtig gefchreeven is , door Vaderlandfche Auteuren , wier werkzaamheden in de Boekekasfen van veeier Burgers, als monumenten zyn ten toon gefield — zo achte ik de herhaling van die daadzaaken onnodig tyd verfpillen — daar ik nog een zulk ruim veld van befpiegelingen voor myn en Geest zie, een veld dat ik niet onverfchillig overflappen zal, een veld uwer befchouwing wel waardig. — De verraderlyke ommekeer der Vryheid tot de flaverny — de gevloekte Omwending van 1787. door het Pfuisfisch Famielle-belang gewrogt,door Engelfche guinies onderfleund, heeft geheel Europa overtuigt, wat het oogmerk van Willem de Fyfde is geweest, als hy de troupes van den Staat gebruikte, om tegens de Vryheid van den Staat te doen aanrukken — en de gevolgen, uit deze Omwending voortgevloeid, ©ntdekte niet minder de wreedheid van Wilhelmina yan Pruisyè», die zig de vervolging van de flagtöffers der Vryheid had ten wet gefield, om haar gedrag naar te regulen. Ba • Hoe  ( ao ) Hoe veele zyn niet de rampen, die uit deze fchandelyke Omwending gebooren zyn ? wat niet al armoede en ongelukken daar uit voortgevloeit! — hoe veel duizenden de eeuwigheid ingeftapr, zonder de rechtvaardigheid van het Patrföttisme — zonder het ftervend Vaderland gewrooken te zien ? de noch rookende puinen der geplunderde wooningen jaagen uit de donkerfte hooien der onfchuld eenen vloekdamp op, die de tierannen der menschheid moet doen fidderen — de half vermoorde onnoozelheid aan de borften des ftervenden moeders , die op het graf van haare vaderland toegeheiligde man , Gode om haar fterfuur fmeekt — fnelt als eene vuurcolom ten hoogen hemel, en gevoelt reeds de imarte van 't hartbreekendst lyden. Landen en fleeden, dorpen en vlekken, paleizen en ftulpen , zeeën en meiren , rivieren en ftroomen , menfchen en beesten , voogelen en visfchen, natuur en gevoel, alles — alles heeft geleden, alles heeft getreurd, alles draagt de vlekken van Oranje, die uit de Omwending van het Schandjaar 1787. gebooren zyn. — De Patriotten wier doelwit zuiver en Vaderlandlievend was , moesten veiligheidshalven, hunne haardfteede en Altaaren verlaten, vrienden en maagen vaarwel zeggen ! om niet door de Jtrftitie des Bloedraads, of door het gemeen dat lïeeds  ( 21 ) fteeds vaardig ftond, te worden mishandelt en ■ vermoort. — Latende veelen van hun alles wai hun rykdom uitmaakte, achter zig, het welk dan ook door de plunderzugt is vernielt, ter eere van Oranje! — Zo, zo is ons Vaderland van (lap tot ftap diep vernederd geworden, en de Vryheid aan yzren banden vast geklonken, tot dat het franfche Volk uit onzen val geleerd hebbende, dat het ook in flaaffche ketens verzugtede, onder de eigendunkclyken wil van een 'trots gouvernement , dat alle de zenuwen van het vermogen des franfchen Ryks had verlamt — en meede door de vernielende invloed van Engeland, op den rand van haar bederf was gebragt - het franfche Volk! ontwaakte als -een Leeuw, die na lang geflaapen te hebben, gefart word en ontwaakt is, wanneer hy ons de tanden zyner wraake zien doet. — - Nu juichte de Eataaf reeds in ftille eenzaamheid, den ftond der verlosfing dien hy hoopte te zullen aanfchouwen , wanneer het franfche Volk 't Oorlog aan Oranje verklaaren zou. De opftand der Franfchen openbaard zig, in het hart van Parys , en werd zo heldhaftig met enthufiastifchen Geestdrift voortgezet, dat binnen zeer weinige dagen geheel het franfche Volk, zig verklaarde, vry en onafhanglyk te zyn. 25 millioenenFranfchen, Zoonen der Vryheid,-* B 3 Kin-  C 22 ) Kinderen van één Vaderland - verklaarde het Oorlog aan de Despooten der Waerelt, en de Vreede aan den Volken. - Deze jOorlogs-Verklaaring zo wonderdadig met de zegeningen des hemelfchen Vaders bekroond, - had ten gevolgen dat de troonen moesten vallen, zo als er ook omgeworpen zyn; deezen Oorlogs- Verklaring fchepte een nieuw leven aan den mensch die vry zynde, in flaverny gedagt had zyn leven te zullen moeten eindigen. _ Zelfs de fteeds mishandelde Poolen, wier onfterflyke trouw voor hun Vaderland, niet te bepalen is, zelfs deeze, hoe verre van Frankryk verwyderd, waagde het eerst, om in navolging der Franken, ook de ketens der flaverny te verbreeken, — die helaas ! andermaal om hunnen hals geklonken zyn. Ons, aan Pruisfchen , Engeland en Oranje aan de geheele coalitie der Dwingelanden onderworpen Vaderland! durfde naauwlyks het hooft opbeuren, om na verjosfing uit te zien , — 0f wierd in noch drukkender ketens gepynigt. Maar eindelyk na alle verraderyen , waar door het Franfchen Volk, van Engeland zo jammerlyk is geteistert geworden: - na de traanen opgedroogt te hebben, die het verraat van den ondeugenden Dumouriez, in 't Bataaffche hart, deeden opzwellen : - na eindelooze rampen en fchok-  C as ) fchokken , met het franfche Volk te hebben door geftaah, zagen wy de goude ftraalen van de zon der verlichting, door donkere wolken breeken, die ons de herftelling der Vryheid aankondigde. De Mensch niet door bygeloof aan het dweepzugtig Priesterfchap verknogt, gevoelde, en zag zyne waarde als natuurlyke mensch : hy omhelsde de verlichting, onderzogt haar geboorte, voortgang en gevolgen, en zie daar de fFysheid, de reeden en de deugd, die de Godsvrugt, het Vaderland en de Vryheid heden doen pryken, daar kort te vooren de onwetenheid, het vooroordeel en het bygeloof, ten geefel der vryheid, hunne beveelen hebben uitgedeeld. — Het franfche Volk rukte ten tweeden maaien aan, na ons Vaderland ! om dat de val van Oranje, by de Nationale Conventie, befloten was. Pichegru en Daandels , aan de lpitfe der Gallifche en Bataaffche keurbende gefield; — moedigde hunnen Spitsbroeders door voorbeeldelooze ftandvastigheid en moed , (trots hongersnood en knypende koude,) dermaate aan,dat niets in ftaat was , de zegenpraal der Franken en Bataaven ! op het huis van Oranje en de Ariftocraten, tegen te kunnen houden. — De Waatren der Rivieren, wierden door de Natuur bevloert met Ys, — zo dat het inrukken B 4 der  ( 24 ) der franfche Legers , geenen tegenftand meer ontmoeten kon. — Schrik en vrees vervulde de booze harten der Dwinglandfche Volksbeulen. — Oranje vlood (overtuigt van misdaden) na het misdadenteelend Albion — De opfiand, die der Vryheid werd toegeheiligt, barst uit in Amfterdam, en in weinige uuren werd zonder bloedftorting, zonder belediging aan iemand te doen —. de Vryheid des Bataaffche Volks uitgeroepen! en de Dwingelandy van Oranje en Ariftocraaten voor eeuwig afgezwooren. — De Held des Franfchen Volks, Pichegru! en de Held der Bataaven, Daandels, bewonderende de wonderdadige Revolutie van eene zo groote Waereldftad als Amfterdam — zagen als opgetogen van blydfchap de Schaare aan,die de Vryheid van Amftels Volk getrouwheid verzekerde, en zy waren niet minder gevoelig , wen zy vernamen , met hoe weinigen , dit groote Werk in den vroegen morgen van 18 January 1795 een aanvang nam. Ik behoef niet te herhaalen, welke vruchten deeze Volks Triumph heeft voordgebragt tot op den dag van heden. — De Nieuwspapieren die niets overgeilagen hebben, zyn voorzeeker door u allen gelezen , — het bewaarenswaardige is waarfchynlyk uw geheugen noch niet ontgaan. — Onze Broeders en Zusters, alle die hun rampzalig Vaderland in- 1787 voor den Scepter van Oranje  ( *5 ) Oranje hebben moeten verlaten , zyn thans ondet de fchaduvv der Vleugelen van de Franfche Vry* heid triumphant wedergekeert, en wy wenfchen hun van harten, dat de genoegens, die zy zig 7 Jaaren hebben voorgcfteld, nu éénmaal in ruime maten door hun ontvangen worden. — Thans is het tydft'p geboren , dat Nederland wederom ten top van heerlykheid en magt zal kunnen ftygen. — De Bataaffche Republiek is verbonden met dc grootfre Republiek des Waereld. — Zy is verbroederd met een Volk dat weet te ftryden en te overwinnen ; dat groot is in tegenfpoed, en in vooripoed nedrig op den Zeegen die het bevogten heeft. Ruim 1200 duizend gewapende Burgers omheinen de Tuin der Franfche en Bataaffche Vryheid. — . De Zeehavens en Scheepstimmerwerven , praaien met nieuwe gebouwde Zeekasteelen, die de Vryheid der Zeen verzeekeren moeten. — Haast ligt de morgenzon aan , dat Carthago vallen moet voor de Vereenigde Magt van de verbonden Republicquen. Misfchien opent zig inwendig reeds een graf in Albion, dat de hoogmoed des Konings, en de opgeblazen trots van den listigen Pitt verzwelgen zal. —- Thans is het de 5de Augustus, Batavenl wie v/eet of niet de rampen, die Engeland ons den 5 Aug. 1781. berokkend heeft, op deeze dag t. B 5 door  C 26 ) door de knaging van bun hart,' als het gevolg der misdaden, rechtvaardig worden geboet: of niet het Volk van Engeland, ziende de fnoodheden van het Engelsch Ministerie, daar het Volk onder verzinkt, niet in woede ontfteeke —zig los rukt uit de ketens, daar het zig te fchandelyk in heeft laten vastklinken , en wraak eischt voor het vergoten menfchenbloed en de miljoenen fchats , die Put heeft opgeoffert, om de Vryheid en de Rechten van den Mensch te beoorlogen. Thans is het de 5de Augustus, Bataaven! herdenkt met zegen volle aandoening, met billyke eerbied de Zege, die de Befchermer onzes heils eenen zoutman, op Parker deed behalen. — Wy vieren in deze onze enge kring ten I4den maal dien grooten Gedenkdag voor ons Vaderland! wy juichen den God onzer Vaderen, die ons Helden heeft gegeeven, die de fchrik van Albion betoont hebben te zyn. — Ach! dat de Ruyters, de Trompen herleven op 's Lands Vlooten, dan zal, nu Carthago vallen moet, de vryheid der Zeeën de gelukftaat van alle vrye Volken verzeekeren — en zyn wy thans veréénigd met het grootfte, magtigfte, en het rykfte Volk des Aardbodems, dat onze vereeniging ook dan ten nutte mogen worden gemaakt van alle die nog onder het juk der Dwinglandy gekromd gaan  ( 27 ) gaan, — het Franfche Volk zegt: „ niet alleen „ wy — maar al wie willen zal, moet met ons „ vry zyn." — Zo dan de oude yver van Neêrlands Volk ontbrand in liefde tot het Vaderland — waarom zouden niet wy, waarom zouden niet allen even als wy, zo zy flegts willen, ook vry zyn — fpannen wy daar toe broederlyk alle onze vermogens en kragten byéén — dat de zeeën doorklieft worden van de kielen des Oorlogs — dat de landen dreunen van het getrappel der Ruiteren — zamelt daar toe alles bycén wat gy niet hoognodig hebt tot onderhoud uws levens — denkt: een offer aan het Vaderland te doen, is een behaaglyke danktoon aan God! . Want het Vaderland gaf alles wat, gy offeren kunt, u ten deel; het is flegts een leengoed dat gy geeft — weigert gy te offeren aan de herftelling onzes Vaderlands, dan heeft het Vaderland het grootfte recht u als balling te doen omdolen. De Schatkisten van Nederland, door Oranje ontledigt, en de ketens der Vryheid ten duur- ften prys betaald roepen om geld, of 'er is geen hoop van herftel voor ons Nationaal geluk, — wat helpt het of het Land Soldaten en de Zee Matroofen heefc, als 'er geen Geld tot onderhoud van hun Leven voorhanden is ? — 't is waar, men zal alwederom zeggen, 'er is al zo : \e.i  ( *8 ) veel fchats gegeven, waar blyft het alles? — maar, Burgers! deeze vraag,hoe billyk die, oppervlakkig befchouwd, zy, doet niets terzaake, indien wy juist wisten de ftaat der s'Lands; Casfe, zo als die was by de vlugt des Stadhouders — en hoe die thans is, daar 'er reeds zo enorm uit betaalt is, — dan waarlyk zouden wy zeggen: wy moeten offeren, en zonder dat, is ons Vaderland onherftelbaar, — daarenboven zo lang het Oorlog noch onze Scheepen rooft, Engeland niet bukt voor de Rechtvaardigheid, — zo lange moeten wy immers offren, om zynen moedwil en rooflust te keer te gaan -- ware het dat de bazuin des Vreedes van alömme ons naderde, onze offers op het Altaar van het Vaderland zouden zo zeer niet behoeven; — maar nu wy nog te Oorlogen hebbe, en Albion ten onder gebragt moet worden, daar Nederland met recht zo veel belang by heeft, nu moet niemand weigren tot deeze zegepraal der Vryheid behulpzaam te zyn, of zou zich verdacht maken, eerder een vriend derEngelfchen,dan van het Vaderland te zyn. Liever het Stadhouderfchap herfteld te zien,dan verbonden te blyven met het Franfche Volk! Ziet daar dan nu zo kort mooglyk gefchetst het fchandelyk gedrag der Engelfchen, overal waar hunne fchadelyke invloed heeft kunnen indringen , om hun eigenbelang ten kosten der al-  algemeene welvaart voort te planten en te onderfchraagen. — Heeft dit fchildery den Bataaven doen zien, dat, wat men ook fchryven mooge ter verdediging van 't Engelsch Parlement en .Ministerie — niets ons verblinden kan, zo lang niet beweezen word van hunnen'kant, dat de rampen van Europa,die de Volken verfcheurd hebben, heure oorfprong niet in den boezem van Albion vinden. — Hoe veele gruwlen en teekenen van Barbarisme derAngbmanenzweeven niet nog voor den geest, op het bepeinzen van hun gehouden gedrag in deeze rampzalige Oorlog, waar van de gapende wonden noch bloedende zyn. — Wat niet al overtuigende bewyzen van tieranny en menfchenhaat leveren ons de gefchiedvolle dagverhaalen op, over het huishoudelyk gedrag der Engelfche Roovers en Plunderaars, aangaande hun verblyf in Gelderland, en elders waar zy, helaas 1 guarnifoen hebben gehouden, om den ftandaert der wreedheid te planten in het goed . en bloed van den onfchuldigen Stedeling, en half ontzielde Landman. — Dan, ik heb genoeg gezegd om Bataaven, wier harten van edele wraakzugt over Albion gloejen,' in heete toorn te doen ontvlammen, op dat het zinkend Carthagó valle. Het is heden die blyde Ge¬ denkdag, die door Neêrlands Volk fteeds in zegening zal blyven —het is dien grooten Triumph- ftond,  C 30 ) ftond, dat Holland de blymaar ontfing, van defi roemrugtigcn Zceflag op Doggersbank, waar by de dappere Vaderlander, Held zoutman, aafl 't hoofd van zyn wakkere Scheepsgezellen zig betoonde eenen Vriend der Bataaffche Vryheid en geen Slaaf van Oranje te zyn! . Heeft zoutman de eer der Hollandfche Natie op den Britfchen Parker gewrooken en herfteld, zodanig gewrooken, dat der Britten overmagt fchandelyk vlugrte, voor de opgelperde muil van den HollandfchenZeeleeuw! die, als vergramt, uit de diepte des ogeaans opgedonderd , een kogelbrakent blikfem - vuur uit zynen boezem fpoog, 't welk de vernieling van heel de Vloot van Albion fcheen ten gevolge te hebben! — heeft zoutman, die de Geesfel onzes Vaderlands, de Bederver van onzen Koophandel, de Onderdrukker onzer Vryheid, de Schender onzer Eer, die Albion haar trotlche hoogmoed heeft kunnen temmen op de Zeeën — heeft zoutman dit kunnen doen te midden dat ons Vaderland door landverraad beftierd — beftierd door Oranje, tegens het heil des Volks! ter vernieling der Vryheid de belangen van den Staat aan Engeland overgaf. Heeft, zegge ik, een brave Zoutman aan het hoofd van 's Lands Zeehelden geplaatst, dit kunnen doen, ten tyden dat list en eigenbaat, aan de voorposten der Verga-  ( 3i ) gadering van de Sta at en Generaal te wagt ftondcn , gluurende op buit — Wat dan, zal ons thans ontkluistert Vaderland, nu het Oranjehuis afgezwooren is , de list en eigenbaat den hartaêr afgeftooken zyn, tegenhouden op grootfcher zegepraalen te kunnen bogen, dan ten tyde dat de Engelfche invloed het harte van den Staat verpest had. Nu , nu is de Republiek der Bataaven , ver \ bonden, met de Republiek der Franfchen. —Een Verbond, waaraan door de ons te vroeg ontrukte Capellen tot den Poll de cerfte fteen is gelegt. Een Verbond, dat, ja ik mag het zeggen , door my, onder eenen kring van Bataaffche Landlieden , in een Boerenftulp van Overysfel, vrolyk en eenvoudig toen reeds is geviert geworden. — Toen reeds, dacht het beste gedeelte van Neêrlands Volk dat het beftendig gelukkig zoude zyn. Dan, helaas! door de invloed van Engeland , door de heerszugt van Oranje, is het buiten werking gehouden , zo dat de Bataaf 'er destyds, zo min als den Frank, de zig voorgeIteldc vrugten van heeft kunnen plukken. — En daar de nood onzes Vaderlands , (nu wy met de Franfchen verbonden zyn, aan een en het zelve belang, dat is aan de troon der Vryheid op het graf der Despoten te doen ftaande blyven, ) ons toeroept: „ Franken en Bataaven! gy zyt waar- >,lyk  ( 3a ) „ lyk niet vry, voor dat de hoogmoed gefnuikt, „ of Albion verdelgt zy." Wat dan , Burgers Republicainen ! fchiet ons thans over, om onze Vryheid eeuwig onafhanglyk te doen zyn van de list en eigenbaat der algemeene Vyanden onzes Vaderlands, die in Galliën een koning en iu Nederland eenen ftadhouder, zoeken ten troon te brengen — Wat anders, Bataven, dan even als onze Voorouders, ons aantegorden ten ftryden, tegens het alvernielend Albion , en dat zy, die niet ftrydbaar zyn , door Geldmiddelen zig betoonen Vrienden van het Vaderland, in de verdelging van het trotfche Carthago, zig te betoonen — dan zal de braave en dappere Admiraal de Winter, even als éénen de Ruyter in zynen tyd,, den Britten doen zien, dat de flaverny, die de Vorften den Volken hebben doen ondervinden, door het vuur en ftaal der Vryheid, in den vloed der Zeeën werd bedolven, — terwyl de Dwinglandy en heerszugt vernielt is geworden door de • ftem en het vermogen der rechtvaardigheid. — Het Franfche Volk, dat alle de Tirannen des Aardbodems te Land en te Water aangevallen heeft, en reeds veelen heeft verflonden — dat Volk, zo groot en magtig, vereenigt met ons Gemeenebest, en zal niet rusten, voor het zig, even als wy, gewrooken heeft, op de onmenschlykheid van Engeland. — Veréénigt u dan Mannen van moed  C 33 ) moed en eer! gy, die voor het Oorlog gefchaapen zyt, veréénigt u met de dappre Franken, op dat Europa andermaal van Hollands wondertoneel getuigen mag, zo als het zo dikwerf in de Heldendagen onzes Vaderlands gedaan heeft — en Gy, Ryke Burgers! die alles aan het Vaderland te danken hebt, — offert van uwe fchatten op het Altaar der Vryheid, op dat door het te onderbrengen van Albion, ons Vaderland worde gered en behouden; — daarmede zult ge u waardig maaken de Eernaam van Burger der Republiek van Nederland te zyn; — daarmede zult gy waardig blyven, de Broederfchap te ondervinden, van een, door zyn onfchatbaare waarde, onoverwinnelyk Volk! dat zyn grootheid gebouwd heeft, op de ruïne van het Despotismus en Bygeloof. Hier mede zoude ik kunnen zeggen aan de orde van den Dag te hebben voldaan, maar neen! nogiiet ter opwekking vanU, myne Bataaffche Medeburgers! behoord tot mynen taak: — Veréénigen wy ons «Z/ealsBroederlykeRepublicainen rondom de Tempel der Vryheid, die in ons hart, het Vaderland toegeheiligt, gebouwd is; dat wy de haatlyke Lasteringen op braave Vaderlanders te keer gaan, door ze niet aan te hooren; dat wy fleeds gevoelen en denken, welke gevaarlyke verdeeldheden en fcheuringen, uitparthyfchappen en Cabaalen .geboren worden, die do:  ( 34 ) dodelyk zyn voor ons pas ontloken heilbloemtjen. ~ en daar de eerfte Steen van ons Nationaal Gebouw flegts gelegd is, zoude verhinderen dat het leggen van eenen tweede Steen onmooglyk wierd. — De geest van den Eerstgeboornen Jacobyn was niet de geest van Mar at en Robespierre, —- De geest der Eerfte Jacobynen heeft het Franfche Volk ontwaakt — ontkluistert; en deeze heeft hun Vaderland ontzaggelyk en groot gemaakt, laat dan ook de waare geest van een onbevlekt Jacobynisme zig nietfchaamen voet te zetten in de Republiek der Bataaven! — Zo lang dapperheid, deugd en rechtvaardigheid, aan de order van den dag zyn , worden de eerfte grondbeginzels der vaderlandlievende Jacobynen in zegening gehouden. — Zyn deeze in uw harte geprent, edelmoedige Batavieren? dan behoeft gy geen vervolging van raw eigen geweeten te vreezen , want dan ook zullen in ons Vaderland de gruwelheden der Vendeës geen plaats vinden. Legt dan alle uwe kragten aan den dag , door voor te komen, dat 'er listige Intriguanten, dewelke in menigte als Nachtuilen , om ons henen waaren , worden gehoort; want zy zyn de werktuigen der Ariftocraaten , en verfpreiden fchadelyk Volksvergif in alle onze Byeenkomften. Met hier voor te waaken , zal ieder die dit niet uit het oog verliest, jü verdiend maaken by de Bataaffche Republiek! Dan  <35) Dan zal deez' grooten dag! Een dag van Zegening, een dag van vreugde weezen; Geen aklig Wêe — en Ach! Het hart des Bataviers nog kommervol doen vreezen: — Neen, dan zal 't blydfchap zyn In het Bataaffch gewest by Vaderlandfche Vrinden; — En elk Jlcpublicain, Eenmaal; na langen druk, gewenscht genoegen vinden: Dan zal ook de Oorlogsman, Heeft hij, de vuige Brit gc-flagen, of bedolven, Ten loon van zyn Tierau, Doen zinken in den vloed van rood bebloede golven: Matroos en Admiraal, Het loon ontvangen van de dankb're Batavieren! Die Hollands Waterpraal Op 't trotfcbe Albion, voorheen deed' zegevieren. Dan zal de fiere Frank! Ziet hy weêr de oude moed van Hollands Volk herboren, Zyn trouw — zyn deugd — zyn dank Tot in het juichend choor der Engelen doen horen Heel Gallie roemt u daan, Zo weêr de ontwaakte Leeuw met zyn gekrulde manen: — Den Dog uit Zee doed gaan : En 't trotfche Brittenryk haar zon met fchand ziet tanen. Dan zal eik vry Gewest! Den rpem van Galliens en Hollands Zegeftanders Ten vloek van 't Doggenest — Haast juichen! op het puin der trouwloofe Engelanders; Dan zal Rechtvaardigheid, Een einde makendé aan der Britten gruweldaaden Natuur die zó gevoelig leid — Pe Mensch, niet als eendier, door Britten zien verfmaaden. Dan  ( 36) Dan zal het meuschlyk Recht! Door Albion geboeid, aan goude Slaven banden, — De vryc grond niet worde ontzegt: En 't Schip van Staat gered, ook nu niet mastloosftrande ;y Het voedzel van de oranje ftam; Geen flaaven van de trots der wufte grooten maaken — Dan werd De Dog zo ftom als lam — En ziet de boejens die zyn hel gefmeed heeft, flaaken. Dan zal de Nederlandfche Staat, In luiftervolle eer! en grootheid, ook weêr bloeijen, De hoogmoed en de eigenl/aai; Vernielt zyn — en de fchoot der vryheid overvoleijen: Van voorfpoed, voor ons Vaderland! En vreede en welvaart fteeds het heil des Volks bewaaren. De Burger en Reprefentant! Alleen op deugd en trouw en op verdienfte ftaaren. Dan zal de Rusfifche Cathryn" Tot noch verbonden aan het Hof van Groot-Brittanje. Heur Zeemagt haast onfakelt zyn. — En, ziende dat de vreê geflooten is met Spanje — De Polen fmeeken om genaê, —> Of zal door franfche hulp, vairTurk en Zweed en Deenen, (Voor fchandelyk toegebragte fchaö Met Keizer Frans, haar lot in armoe nog beweenen. En dan, dan zal het Oorlogs Zwaard! Van Frank en Batavier verroeste in de Scheede, — Dan werd de rust bewaard, — Dan juicht de Luchtbodin door gantsch Euroop „ 't is vreede". — En elk RepuUicain, Die, ja.' geVoelen wil 't gevolg der Oorlogsvlagen, —■ Zal dan gelukkig zyn: —Zo hy den Burgerkroon verdienstelyk mag draagen. 5 Augustus 1705. Eerfle Jaar der Bataaffche Republiek. ]■ L. van LAAR MAHUÊT.