506 G   D E RECHTTEN VAN DEN MENSCH BELEEDIGD, O F ADRES AAN HET VOLK VAN NEDERLAND, DOOR M. S. ASSER. Te A M S ?Stf % D A M, Bij de BoeR^rkopers KÖNIG, in de GnvtftrftiJ/lchier de Nieuwe Kerk - & 1 BRONGERS, in de Nes,oVer de Pieter Jacobftraat, M D C C X C V.   VOORBERIGT. medeburgers! De Sociëteit felix libertate cent Circulaire Mis* Jive bekomen hebbende van eene Commisfie uit de Sociëteiten van Rotterdam, den Haag en Leijden, met uit* nodiging om tegen den aa' Juli] 1795 twee of drie Gedeputeerdens naar den Haag te zenden, ten einde om te helpen beraamen een Plan van Organifatie voor eene op terichte Centraale Vergadering; heeft zich verpligt gerekent, om ter berijking van alle nuttige oogmerken, twee haarer Leeden ,namentlijk de Burgers hermanus lkoxard bromet en moses salomon asser derwaarts te committceren. De Gedeputeerdens uit veele Sociëteiten uit bijna de geheele Bataaffche Republiek ter voorfchreve dage en ter beftemder plaatze vergaderd zijnde, wier den door de provifioneele direclie de refpeStive Credentiaalen nagezien en alle, dus ook die van de Gedeputeerdens uit Felix lfbertate, geapprobeert. De Vergadering overgegaan zijnde tot het verkiezen der direclie, heeft den Burger asser, veele jhmmen, zo' tot het prafidium als fecretariaat gehad. Geen de allerminjle remarques is 'er op de Gedeputeerdens van felix libertate gevallen. Zij zijn blijkens de Notulen der Vergadering als wettige en integreerende leden niet alleen erkent, maar zij hebben zig zodanig van haarc plicht gekweeten, dat de Burger asser, in twee voornaame Commisfien, waar onder één, tot het maken van een Plan van Organifatie tot de Centraale Vergadering was, en in eene van welke Commisfie hij geprafideerd heeft, door de meerderheid van fiemmen is benoemd geweest; die dan ook voor het groot-  VOORBERIGT. grootfte gedeelte het voorfz. Plan hef welk door de ge. heele Bataaffche Republiek is toegejuicht, en daarom zo veel meer Leden aan de-Centradk Vergadering deelgenomen hebben,-door dag en nacht daar aan onvermoeid gewerkt te hebben, zeer fpoedig heeft daar gefield: zodanig dat de geheele Vergadering de werkzaamheden van de Gedeputeerden van felix libertate opentlijk hebben geroemt en goedgekeurd, waarvan de Notulen der voorfz. Vergadering genoeg kenmerken draagt. De Sociëteit felix libertate Iteeft ook als inte. greerende Leden der Centraale Vergadering, de Poinctcn van Befchrijving otttfangen. Dan niet wijnig was de Sociëteit verwonderd te moeten ondervinden , dat het Committé van Befchrijving, bij wijze van Ampliatie, ook heeft voor gefield of men haare Gedeputeerden verder al of niet zoude blijven erkennen. De Sociëteit feljx libertate fiandvastig ' blijvende, heeft gemeent te mogen rekening maken op de regtvaardigheid haarer zaak, aarfelde niet, om wederom eene Commisfie, beft aan hebbende uit de Burgers asser en könig, tegens den uitgefchreven dag, geweest zijnde den 24 Aug.l. I, terVergadering te zenden, — dan hoe jammerlijk vond zij zich bedrogen, terwijl bij het lezen der, Credentiaalen in confideratiépf 'omvraag gebracht zijnde of men die van de Gedeputeerden van felix libertate approbceren zal al of niet? is door de meerderheid der Vergadering, na dat door den Burger asser de hier tygaandc Aanjpraak voorgelezen is, en nicttegenfiaande rfe a.'/crfierkfie proteftatiën van de Gedeputeerdens van Overp/cl, Vriesland en Rotterdam, (Gemeencbsstgczinde) fa andere bejloten om een willekeurige inbreuk te ma- ken  VOORBERIGT. v ken op het onweêrfpreekbaar regt der Sociëteit felix libertate en derzelver Gedeputeerdens de Zitting te ontzeggen: waarop .de Burger asser in de Notulen heeft laten aantekenen, dat de bovengemelde resolutie strijdig is tegen de regten van den mensch: en een attentaat tegen hetgant- sche bataafsche volk, protesterende dus van geweld. Ziet daar, Medeburgers! Volk van Nederland! de rede dat dit Adres aan U het licht ziet, vermits den Burger m. s. asser hetzelve had opgefteld en voorgeleezen in de Centraale Vergadering in den Haag den 24 Augustus, waar door wel veele Gedeputeerdens ontzet, en van de waarheid in hetzelve bevat, overtuigd wierden, zo werd echter de zaak der Gerechtigheid dien dag, dien opmerkzamen dag, die altoos in de Jaarboe■ ken der Volkeren-met zwarte kooien gemerkt zal/laan CO over- (*) Dien opmerkzaame Dag die altoos in de Jaarboeken der Volkeren met zwarte kooien gemerkt zalflaan, een dag, genoemd hij de Roomsch Callwlijken St. Bartholomeusdag, die eene der afgrijfelijkjle moording en Jlagting van braave menfehen is gewee-.t, zijnde het op ieezen dag 223 Jaar geleeden, dat men door een gruwelijk verraad en vervolging, opgeftookt door Dweepzucht, een algemeenen moord van alle Protejlanten in Vrankiijk had berokkend. Zoo dat op dien dag altoos genoemd de Parijfehe Bloed-Bruiloft, wijl ,„en op dezelve ■hel Teeken dier Slagting had gegeven, door welke vervolging dier lijd en vervolgens in dat Land en veele andere Landen, dit ons Vaderland h bevolkt, groot gemaakt en rijk in fchatten is geworden, ja welke Religie vervolging nog in dat Land heeft geduurt, tot in V laatst der " Regeering van lodewijk de XV. Zoo dat in ons Land nog zeer reële yan die Vlugtelingen, die Burgen enlnwoonder, zijn^endie vervolging en geweld maar even ~Jjn ontweeken, en zommige van kun hoe nakend er. blood, echter in ons Land hebben filnülplaatsgevonden,' heb.  VOORBERIGT! overftemd, en dus de Rechten van den Mensch wel degelijk beledigd zijn geworden, den Burger asser hetzelve bij het rapport als Gecommitteerde aan zijne Committenten voorleezende, bejloot men, om ter verontfchuldiging van de Sociëteit felix libertate, het' zelve door den Druk algemeen bekend te maaken. de u1tgeevers. AAN- liebbende door hunne ijverheid niet weinig toegebragt aan dé bloei en , opkomst van veele Steden in Holland, door het overbrengen alhier van veele Fabrieken SSc., zoo als ook de Vervolging in Spanje en Portugal veel heeft toegebragt, aan den 'bloei der Amflerdamfche Beurs, zijnde door die vervolging aldaar veele rijke en met fchatten belaaden Spaanfche en Portugeefche Jooden van daar gevlugt, hebbtnde mede in ont Vaderland fchuilplaats gevonden, die door hun vernuft in geduurige uitvindingen van meerdere Takken in de Koophandel, niet weinig hebben toegebragt aan de opkomst en bloei van de Nederlandfche Commercie. Daar nu in andere Landen die vervolgingen fchljnen op tt houden, en daar in dat zelve Vrankrijk in twintig jaaren zulk een onderfcheid en verandering plaats heeft, ddt het juist het uiterfle Extreme in onderfcheid is geworden, en in plaats van Religie vervolging, — Vrijheid van alle God dienst in plaats van Despotismus — Vrije Volkjlem en Volksregeering, in plaats van haat, nijd, vervolging en moord, — Vrijheid^ Gelijkheid en Broederfchap, in plaats van Monarchie, Hiërarchie en Adelfland, — de Rechten van den Mensch, in één woord, in plaats v»n de Baflille , — de Heiligt Tempel der Vrijheid ii opgericht geworden. Zoo gaat men in ons Vaderland niet Paralle', of in navolging van onze Broeders de Franfihen te werk, die door hun Bloed en Wapenen niet alleen hunne; maar' ook tevens onze vijanden hebben verflagen, verjaagd of overwonnen en hoewel Dweepzucht en bijgeloof lang genoeg, hun gal hebben uitgefpuwt, op onze,Broeders dé Franfchcn, hun bejlhuldigende'van ongelovig en Onchristelijk te zijn, zoo hebben zij echter over alle Dweepzucht en bijgeloof getriompheerd, en ons immer ■ een voorbeeld gegeeven, dat 'wij hun hier in navolgende, gewisfelijk mede zoude tnomfheeren.  AANSPRAAK DOOR DEN BURGER M. S. A S SER, Als mede Gedeputeerde uit'de Sociëteit felix libertate, gedaan in de Centraale Vergadering , gehouden in dm Haag den Augustus 1705. *   burgers! H oe Broederlijk ook onze laatstgehoudene Vergadering, die niet anders dan op reces gefcheiden is, gehouden was— hoe broederlijk ook ons affcheid moge geweest zijn; hoezeer ieder Lid zocht uit te munten, in zijne Vaderlandsliefde, —zijne zucht tot de Vrijheid, — zijne verkleefdheid aan degrondbeginfelen van Gelijkheid,—zijne hartstocht totdeBroederfchap,— zijn haat tegens alle Ariftocratie, overheerfching en geweld, — en zijne verachting voor laage ja listige intrigues, en om alles in eens te zeggen, in zijne regtvaardigheid en billijke gevoelens tot luister, en grootmaaking van het Bataafsch charaóter aan den dag te leggen, — hoe zeer ook wij, door onvermoeiden arbeid, betoond hebben , dat de Sociëteit Felix Libertate en haare Gedeputeerdens, in vaderlandfche denk- en ' handelwijze, door niemand, wie hij ook zijn moge, konde overtroffen worden; —hoezeer A gij  C * ) gy Lieden ook niet alleen rechtvaardig genoeg zijt geweest, om zulks volmondig te erkennen; maar ook deezen Spreker meer lof hebt toegezwaaid, als hij ooit verdiend heeft, moesten wij no^thans ondervinden, dat de Burger Sociëteit van Gouda, blijkens het Correfpondentiehlad N. 16. heeft kunnen goedvinden, om aan het Committé van Befchrijving der Centraale Vergadering alhier aan te fchrij ven, om bij de Poinóten van befchrijving te voegen: dat de rejpe&ive Gedeputeerdens wel degelijk behoren gelast te zijn, of men ons, (verkeerdelijk noemende Gecommitteerdens van wegens de Joodfche Natie) in de Algemeens Verbroedering , al of niet zal aanneemen? Wij behoeven ons over de handelwijze van de Burger-Sociëteit van Gouda, niet te verwonderen: wij hebben reeds uit andere haarer daaden gezien, dat de Rechten van den Mensch en Burger bij haar maar een woordenklank zijn; dan vrij groot was onze verwondering, dat de Commisfie van befchrijving , die haare magt ontleend heeft uit den boezem van alle de Leden,die deprseparatoire, maar op reces gefcheidene Vergadering hebben uitgemaakt; die dus zo wel de geheele Vergadering, als ieder integreerend Lid van dezelvereprrefenteerde,—die dus voor het belang zo van de  C 3 ) de geheele Vergadering, als van ieder Lid Van de* zelve hadde behooren te waaken, — zo verre van haare inftelling is afgedwaald, dat zij heeft kunnen goedvinden, om op zijdelingfe voorgevens, onwaarheden en verdigtfelen, zodanige zwaarigheden voor te ftellen, die gefchikt zijn, om ons, een Iiaarer wettige Committenten, van dit geffcoelte, dat wij wettig bekleeden,op eene gewelddaadige wijze te verdringen. Ik zal mij bij deze Redenvoering bepaalen, • tot het onderzoek der volgende Poinélen: i°. Of men als nu bij deze Vergadering kan of mag raadpleegen, of men ons, als integreerende Leden verder al of niet admitteeren kan? 2°. Zo tegen alle verwagting, by deze Vergadering konde worde begrepen, dat zulks al een Poincl van Deliberatie voor dezelve konde uitmaaken; of dan die Gedeputeerdens, dewelke gelast zouden mogen zijn, om een Declinatoire ftem uit te brengen, zulks volgens hun plicht als eerlijke Gecommitteerdens wel kunnen doen? terwijl ikhen overtuigen zal, dat de middelen, waarop het Poinót van befchrijving berust, zijn valsch, onbeweezen en onwaarachA a tig,  C 4 ) tig , en dat dus hunne last zeker anders zoude zijn geweest, bijaldien hunne Committenten van de waarheid beter waren onderricht geworden. En 3°. Dat bijaldien, door de meerderheid dezer Vergadering, onverhoopt zoude kunnen worden befloten, om ons door overmagt, op eene gewelddaadige wijze van onze plaats te verdringen, dat dan zodanige daad eene aanranding zoude zijn, • tegen de heilige Rechten van den Mensch en Burger, tegen de goede trouw en tegen alles, wat maar het charaóter van een waar Gemeenebestgezinden moet kenmerken, aandruisfchende. Alvorens nogthans tot de Verhandeling dezer Poinólen over te gaan, zal het mij vrij Haan, om deze Vergadering voor te draagen , de redenen , die de Sociëteit van Gouda kunnen bewogen hebben,om dezen baatelijken ftap te doen, die, hoe de Deliberatiën over dezelve ook zouden mogen uitvallen, zekerlijk niet weinig toedragen zal, om misnoegen tusfchen de Leden, zo niet eene geheele Desörganifatie der Vergadering, te veröorzaaken. Het geval is dit: bij de oprichting onzer So-  : 5 ) Sociëteit, hebben wij daarvan "aan de meests Sociëteiten, in de Bataaffche Republiek door circulaire Misfives kennis gegeven. . Wij ontvingen onder anderen ook van de Burger Sociëteit van Gouda eenen door den waardigen van paddenburg getekenden Brief tot antwoord, welke zodanige grondbeginfeien inhield, dat ons Vaderland gelukkig zoude zijn , wanneer die in algeraeene werking gebragt wierden;—dus, dat wij ten bewijze van onze bijzondere achting voor deze Sociëteit, dezelve met het eerfte deel onzer Werkzaamheden begif•tigd hebben. — Na verloop van eenigen tijd, bekomen wij eenen ongetekenden Brief van Gouda T waarin men zich beklaagd, over fchending van de Rechten van den Mensch, in die ftad, ons verzoekende, om daar over die Sociëteit te willen broederlijk onderhouden, zijnde in die Brief ingefioten de Publicatie. Zie de Bijlagen No. i. Wij meenden niet anders te kunnen nog te mogen veronderftellen, dan dat de Sociëteit hier van volkomen onkundig was, en dat die Publicatie, die aan ieder waar Republikein verachting voor derzei ver Autheurs moet inboezemen, door de';Municipaliteit tegens den kennelijken wil van een welmeenend gedeelte des Goudfchen Volks moest zijn in de waereld gekomen, A 3 re-  C 6 ) rekenende ons dus verplicht, aan de Sociëteit van Gouda te fchrij ven de volgende Misfi.ve. Zie Bijlage No. 2. De Sociëteit van Gouda blijft zich zeiven nergens anders gelyk, dan waar de Rechten van den Mensch en Burger moeten vertreden worden; zij vind niet goed om noch dezen, noch eenen tweeden brief,die wij haargefchreevenhebben, te beandwoorden: ja op Voorftel van den Burger bu ma om over het geval met ons in onderhandeling te treden, en den band van broeder- • fchap nader toe te binden, veroorloofd zij zich zelfs om in omvraag te brengen, of men zich met ons, die in geenen minderen graad als haare Gedeputeerdens wettige en integreerende Leden dezer Vergadering zijn, al of niet verbroeden ren zal? Deze Prasmisfe zal reeds licht genoeg verfpreiden over den aart en het Voorftel van Gouda , en in ftaat zijn, om deze Vergadering te kunnen doen oordeelen of dezelve aan geoorloofde of ongeoorloofde grondbeginfelen zijn oorfprong verfchuldigd is. Ik treede nu toe om de mij voorgeftóde orde te volgen, en zal dus bewijzen in de eerfce plaats: dat door deze Vergadering als nu niet kan, nog mag geraadpleegd worden 5 of men ons verder al  C 7 ) al of niet als intregreerende leden admitteeren zal. Het waren de Vrijheidminnende Gezelfchappen van Rotterdam, Leijden en den Haag, die zo als bekend is,de Grondleggers dezer Centraale Vergadering waren. Het heeft in den beginne aan deze waare Vaderlanders vrij gedaan, om zodanige Sociëteiten uit te nodigen, die zij waardig oordeelden om Leden eener Centraale Vergadering te zijn; Zij hebben ons mede uitgenodigd en wij zijn alzo als wettig opgeroepen Gedeputeerdens ter Vergadering verfcheenen; onze Credentiaalen zijn neffens die van andere gelezen en geüpprobeerd: dus de Gedeputeerden als wettige Leden , waartoe hunne Credentiaalen ingerigt waaren, erkend', weder ook in die qualiteit hebben zitting genomen. Zie de Notulen, pag. 8. Het was dus op dit oogenblik, dat de verëeniging en verbroedering is gefchied, en niet al* leen voor de praparatoire Vergadering, maar voor alle volgende: zulks bewijs ik uit de heilige en onfehendbaare belofte,in plaatfe van Eede, die wij ons onderling gedaan hebben, volgens de Notulen, pag. 56. Immers hebben wij als eerlijke Lieden, als ware Vaderlanders beloofd: A 4 om'  ( 8 ) om zich onderling te verbinden,wanneer een of ander Lid dezer Vergadering, ah Lid van dezelve, eenige onaangenaamheid mogte ontmoeten, wegens iets in deze Vergadering gerefolveert, ofte van wegens en uit naam van dezelve uitgevoerd, zich die zaak als ware die hem zelve overgekomen , te zullen aantrekken. Het zoude belachgelijk zijn te willen fuftineeren,dat deze belofte alleen zoude gezien hebben op eene préparatoire Conferentie: neen — wij allen, die deze heilige belofte geporteerd hebben, zijn verzekert, en laat ons ons geweeten hier van overtuigen, dat wij hier mede beoogd hebben, deze en alle navol* gende Vergaderingen, zo lang als de Centraale Vergadering duuren zal: een Voorftel van dien aart, namelijk om een integreerend Lid, buiten wettige reden uit eene Vergadering te willen ftooten, is eene belediging "an zodanige natuur, dat het Lid, aan 't welk het aangedaan word, wel degelijk het recht heeft om het effe£t dezer belofte in te roepen, en diegeene, welke dezelve niet prcefteeren wil, maakt zich aan mijneed fchuldig. Het is eene belediging, die niet alleen aan dit Lid, maar aan degeheele Vergadering aangedaan is, terwijl zodanige handelwijze eens veld gewonnen hebbende, men ie-  ( 9 ) iederLid, door overmagt, op de onwettigfte wijze zijn wettige plaats zoude kunnen doen ontruimen. De geheele Vergadering zelve ,wil zij zich aan geen openbaar geweld fchuldig maaken, is niet gerechtigd, om een eenigen haarer Leden, zo lang dezelve zich aan geene wandaad heeft fchuldig gemaakt, uit haar midden te fluiten: even zo min als deze of eenige andere Provintie het recht zoude hebben om het kleinfie Ge. hugtje uit haar midden te fluiten of te conquesteeren: immers bewijzen uwe Notulen en het getuigenis, die gij zo openbaar ën in het bijzijn van zo veele Burgers buiten de Vergadering van ons hebt willen geeven, dat 'er niet alleen geen fchijn van wangedrag, die u tot eene zodanige handelwijze zoude regtvaardigen, te vinden is; maar integendeel, dat wij in alles eenftemmig met u ons als waare Republikeinen gedragen hebben; behalven dit, is de voorgaande Vergadering niet anders dan op reces gefcheiden, en dus, hoe zeer 'er zo veele dagen tusfchen beiden verloopen zijn, de tegenwoordige Vergadering niet anders kan geconfidereerd worden, dan te zijn de continuatie der voorgaande, en mitsdien, wanneer 'er zich nu andere Leden bijgevoegd hebben,dezelve niet wel anders kunnen zitting neemen, dan door ftilzwijgen^ A 5 te  te approbeeren ai het geen in de voorgaande fesfiën befloten is, en de befluiten voor zo wettig te houden, als waren die met haare concurrentie genomen, waar uit dan ter voldoening van mijn eerst voorgefteld Poinfit bewezen is, dat het Voor/iel om ons verder al of niet alsftemmende Leden dezer Vergadering te blijven erkennen, weder* rechtelijk is, en niet in omvraag mag gebragt worden. Hoe zeer ik nu vertrouwe , dat deze gronden juist zijn, zo dat ik gerust van uwe rechtvaardigheid kan verwagten, dat Gylieden dien conform zoude befluiten; zo zal ik ter wegneèming van alle zwaarmoedigheid,' en ter voldoening van mijn 2ae voorgefteld Poinct evenwel nog betoogen. 11. Dat de middelen, die, zo bij de Sociëteit van Gouda, als door de Commisfie van 'befchrijving^ bij der zeiver circulaire Misjive, de dato 13 Aug. 1795. voorkomende, werden voorgegeven, zijn omvaar, onbewezen en ongegrond, en dienvolgens , wanneer tegen verwagting een of meer Gedeputeerdens gelast mogtenzijn, om op zodanige onwaar e, oribewezene en ongegronde middelen, een Declinatoir Advis uit te brengen , de zodanige zulks niet mogen doen', zo dra zij van de onwaarheid en ongegrondheid dier middelen overtuigd worden, en gehouden zijn eerst nader dieswegens, de wil hunner Com. mittenten te verjlaan. Al-  Alvorens nogthans ter behandeling van dit Poinót toe te treeden, zo moet ik, om alle misverftand uit den weg te ruimen, deze openlijke belijdenis uit den grond van mijn hart doen, dat ik geenzins de Leden der Commisfie wil befchuldigen, van willens en wetens de waarheid te hebben willen verkragten; neen, ik ben te zeer van hunne eerlijkheid en Vaderlandsliefde overtuigd, om een oogenblik te twijffelen, dat zij bij nadere bekomene inlichting van hunne dwaaling niet zouden te rug komen, en erkennen, dat men door misbruik te maaken van hun lieder goede trouwe en lichtgeloovigheid, hun in dezelve gebragt heeft: EN NU TER ZAAKE. Men beroept zich bij voorfz. Circulaire, wel niet direót., maar van ter zijde op eene circulaire Misjive der Leden van de Volks Sociëteit van Driel, in dato 28 Julij l. I. en te vinden in N°. 15. der Handelingen en befluiten &C., in Gouda gedrukt, en welke bedenkingen men interesfant noemt. Wij kunnen onmogelijk befeffen, hoe,wijze, verftandige en verlichte Mannen, als ons Committé van Befchrijving, zodanige laffe en dweepzuchtige bedenkingen, als interesfante bedenkin-  ( " ) kingen, aan een verlicht Volk kunnen voorftellen. Ik zal deze Vergadering tot Rechters roepen, door die bedenkingen aan dezelve voor te leezen. Waarop komen nu die interesfantcbtdenkingen néér? Alleen hier op, namelijk^ dat wij tot .geene Centraale Vergadering zouden admisfibel zijn,om dat wij eenenMesfiaanfchenKomngzouden afwagten, en dat 'er in het Jaar 1666. in Turkijen zich een bedrieger heeft opgedaan, die zich voor dien gewaanden Aarts-Koning heeft uitgegeven. Hoe zeer het 'bij alle verlichte Bataaven bekend is, dat dit argument door dweepzuchtige Geestelijken en loofe Hiërarchen uitgedagt is, om den minkundigen Burger te verleiden; zo zal ik mij hier bij een oogenblik moeten ophouden, om te bewijzen, dat het religieus Sijsthema der Jooden, nopens de afwagting van eenen Mesfias, aan geene Republiek eenige fchade kan toebrengen, ten zij die door hen verwagt wordende Mesfias, waarlijk kome, en zo hij komt ... dan.... ja als dan, zult gij Christenen nevens de ongeloovige Jooden moeten erkennen .gedwaald te hebben, en de Republieken zullen van zelve moeten vervallen. Deze Mesfias kan volgens de leere der Joo* den  ( i3 ) den niet anders dan door bovennatuurlijke wegen komen: zijne komst moet door voor een ieder zichtbaare wonderwerkenen tekens verzeld zijn. —Hij zal een aardsch Koning zijn, ja, maar ten zeiven dage zal de geheele waereld één en onverdeelbaar zijn. Hij zal over de geheele waereld regeeren. Eene algemeene vrede zal zich over alle fchepfelen verfpreiden; — de Wolf zal met het Lam in één land wijden, in eens, alles zal tot de grootfte volmaaktheid gerezen zijn. — Zijn komst kan door geene ondermaanfche magt vervroegt worden; de allerminfte poging daartoe te doen, zoude dezelve vertragen, het welk den Volkeren, waarbij Jooden woonen, ten waarborg verftrekt, dat nooit door hen iets, dat nadeelig voor het land kan zijn, ter vervroeging van de komst van den Mesfias, kan ondernomen worden : daar van daan dan, dat de Jooden alle die onrechtvaardigheden, door de Christenen tot nu toe hen aangedaan, geduldig verdragen hebben; — daarvan daan, datfedert 20 Eeuwen zich maar één bedrieger heeft opgedaan, die zich in den Jaare 1666 volgens het eigen getuigenis der Drielenaars voor den Mesfias heeft uitgegeeven, en wien het ook niet heeft kunnen of mogen gelukken om de Jooden te bedriegen; dan het is eene volftrekte onwaarheid  ( 14 ) heid, dat dit geval de geheele Joodfche waereld zoude gaande gemaakt hebben: en daar te dier tijd reeds veele Jooden hier gewoond hebben, fommeer ik den Drielenaar, üeller of ondertekenaar dezer circulaire, om uit de Vaderlandfche Gefchiedenis, of uit die van Vrankrijk of . Duitschland te doen zien, dat de Jooden aldaar m eenige de allerminfte betrekking met dien gewaanden Mesfias geftaan hebben , of dat dit geval eenige opmerkzaamheid heeft naar zich toe getrokken. Men zegt eindelijk bij deze Drielfche circulaire, dat vermits de Jooden, welke zo veeleEeuwen in jlavernij, en bij yeelen van let onkundig Menschdom in verachting door de geheele waereld hebben omgezworven, altijd haaken naar beter en glorierijker tijden, 'er daarom zeer ligt een gewaande Mesfias zich zoude kunnen opdoen. Dit Argument is niet van grond ontbloot. Daar nu zedert kort zo veele Revolutien zijn voorgevallen, waardoor de Menfchen meer en meer hunne waarde hebben leeren kennen, zo is het niet onmogelijk, dat bij de Jooden al het onrecht, hen door Christenen aangedaan,moede wordende, ook eene edele zucht tot Vrijheid zoude kunnen ontfteken. — Dan, Christenen! Gijlieden kunt dit onheil voorkomen; houd  C is ) houdt op met onregtvaardig te zijn! Houdt op uwen Natuurgenoot, uwen Medemensen, uwen Medebroeder temishandelen en te vertreden! — Houdt op met het Opperwezen te lasteren en te beledigen, door zijne fchepfels met voeten te treden, en gij zult niets te vreezen hebben. Ik wil egter zeer gaarne erkennen, dat ook de Leere der Jooden door Bijgeloof vervalscht is,en wanneer die ftiptglijk uitgevoerd wierd, dezelve zeer hinderlijk voor eene algemeene verbroedering zoude kunnen zijn: — dan ik vrage, in welke Godsdienst is zulks niet? —■ Kunt gij Gereformeerden in gemoede verklaaren; dat 'er in uw Catechismus niets te vinden is, hetwelk ftrijdig tegens de verbroedering met andere ongereformeerde Christenen zoude zijn? Kunt gij Lutheraanen zulks verklaaren? En gij, Roomsch-Catholijken, hebt gij openlijk afftand gedaan, om den Paus van Rome als een aardfehen Koning te erkennen? Hebt gij afftand gedaan om hem voor onfeilbaar te erkennen ? Hebt gij afftand gedaan om in hem het vermogen te erkennen, om Ul. uwe zonden en misftappen te kunnen vergeeven? Hebt gij openlijk belofte gedaan van niet te zullen opkomen, wanneer hij u zoude opontbieden, om ter verdediging van uwe Kerk in i het  C * ) het ftrijdperk te treden? Hebt gij afftand «redaan van de ftelling,dat buiten uwe Kerk geene Gelukzaligheid is? Immers zijn alle deze ftellingen met geene waare. Republikeinfche Grondbeginfelen over een te brengen. — Dan weg, weg met alle deze dweeperijen en hersfenfchimmen, zij doen het menschdom zij doen deze Revolutie onëer aan. Christenen! volgt uwe zuivere Leere, zodanig, als die u door uwen wijzen Leermeester is voorgefchreeven, en gij zult ophouden de Jooden te verguifen! — Bataven! volgt het voetfpopr van uwe Verlosfers, de Franfchen,. en gij zult ophouden onverdraagzaam te zijn! Wendt uwe oogen op Frankrijk en ziet, hoe men daar de Rechten van den Mensch eerbiedigd! Bataaffche Burgers! onder het bloed, dat door de Franfchen voor uwe Vrijheid geplengd is, was ook Joodsch bloed, terwijl veele Jooden zo bij requifitie als vrijwillig , zich in de Franfche Legers onder alle de rangen bevonden:onder deftemmen,diezich verheft hebben om Frankrijk met de Bataaffche Republiek te verbinden, waren ook Joodfche Hemmen, terwijl in de Nationaale Conventie ook Jooden zitten. En zult gij nu aan eene zo laffe en fophistifchetaal gehoor geeven, alléén om eenigen hunner Geloofsgenoo» ten,  r 17 ) ten, waarvan gij overtuigd zijt, dat zij met de zuiverfte Gemeenebestgezinde denkbeelden bezield zijn, die, even als gij, naar de Vrijheid haaken, uit uw midden te verdringen ? Ik hadde gaarne gezien, dat het Committé van Befchrijving zo onzijdig ware geweest van ten minften nevens dat prulfchrift van Z)/z'e/} ter onzer verdediging, ook het oordeel in te roepen over de Republikeinfche gevoelens, daargefteld in de Misfive van de Vaderlandfche Sociëteit, genaamt de Broederfchap te Feynaert, te vinden in het Correspondentieblad No. 15. pag. 344. over het doorwrochte werkje van den Burger krap, te Dordrecht, genaamt de jooden ZIJN ONZE medeburgers, OVer «het Weekblad de Republikein No. 16. <— over het Werkje genaamt de zaak der Nederlandfche Jooden verdeedigd, door een Vriend van Waarheid en Regtvaardigheid, en meer andere: — dan had het Bataaffche Volk onzijdig kunnen oordeelen, en zien, hoe alhetherfenfchimmige voor het minfte vonkje van Reden moet verdwijnen. Ziet daar, Burgers! de Drielfche Circulaire, die interesfante bedenkingen zoude inhouden, ontzenuwd. Laaten wij nu wederom tot de Circulaire van de Commisfie treden. De Commisfie zegt verder, dat zij de atten* B tié  C is ) tie Jiaarer Committenten nader bepaalde, op' Tiet geen haar , uit de Refolutie der 65 Amflerdamfche W,jken, van goederhand zoude zijn toegekomen, en waar uit hen gemanifesteerd zoude zijn geblekendat de Grondvergadering om. niet zoude -willen erKennen, en geene gemeenfchap met ons hebben kanom de navolgende redenen: i°. Om dat zij het gevaarlijk zoude hefchouwen, om de Jooden als eene Corporatie op zich zeiven te laat en; en 2°. om den, volgens hen,door ons verwagtwordende aar dfihen Koning. Wij fommeeren de Commisfie van befchrijving, en wij vermeenen daartoe als integrerende Leden dezer Vergadering het onwederfpreeklijk regt te hebben , om dat geen hen uit de Refolutie van de zogenaamde Wijk- of GrondVergaderingen is voorgekomen, waaruit deze motiven der Wijkvergadering zoude zijn gema. nifesteerd, hier ter tafel te brengen. Het is onmogelijk,en ik heb voor mijne Stadgenooten te veel agting, om te kunnen veronderftellen, dat zij hunne Notulen door verdichtzelen, waar over zij en door hunne en door onze daden zouden kunnen gelogenftraft worden, zouden ontluisteren. Het is eene volftrekte onwaarheid, dat de Sociëteit Felix Libertate'ooit, als alléén uit Jooden beftaande, eene Corporatie op zich zeiven heeft willen uitmaaken. ' De Lijst onzer  C 19 ) onzer tekenaaren bewijst het tegendeel,terwijl dezelve uit twee derde Jooden en een derde Christenen beftaat; mijne mede-gecommitteerde is een Christen, een zoon van wijlen den zich, door zijne gefchriften,onftervelijk gemaakt hebbende Profesfor könig. Wij Joodfche Patriotten hebben nooit anders begeert, dan om in de Vergaderingen, in onze Wijken, geïncorporeert te worden; maar wij zijn fteeds op de onrechtvaardigfte en willekeur!gfte wijze daar uit geweert. Ik zal dit niet door woorden, maar door.daaden bewijzen. Bij de oprichting der Wijkvergaderingen te Amfterdam, heeft men de Burgers in de refpec tive wijken woonachtig, bijgedrukte biljetten opgeroepen, zelfs gedefigneerdeOranjeklanten, heeft men niet uitgezonderd uit te nodigen, alléén den Jooden is men voorbij gegaan, met uitzondering nogthans van den Burger sa«« portas en zijn Broeder, die wel bij biljetten opgeroepen zijn; maar welke, hoe zeer inde Vergadering verfcheenen zijnde , door de listige en verleidende tong van eenen dweepzuchtigen Geestelijken daar uit geweerd zijn, blijkende uft het Extraft uit de Notulen van die zelve Wijkvergadering. Zie bijlage N. 5. Waarop deze beide brave Burgers te raade B a zijn  C 20 > zijn geworden, om bij Misfive aan voorfz. Vergadering formeel tegens deze handelwijze te protefteeren, volgens de bijlage No. 6. De Sociëteit Felix Libertate rekende het als een haarer plichten, om over deze ongeregelde handelwijze, bij de Algemeene Vergadering van Gedeputeerdens te moeten klagen, en addresfeerde zich dien volgens ter Centraale Vergadering van die Wijkvergaderingen met het Adres, hier bij gelegd onder No. 7. Dan ons wierd uit naam der Vergadering, door de Burgers boing, thans Prefident, en ver ster, tegenswoordig Reprafentant me. de gedeeld, dat de'Vergadering geene Addresfen van bijzondere Corporatiën, geene Wijkvergaderingen zijnde, aannam; en raadde ons, dat, zo wij een beklag te doen hadden, wij zulks qud Burgers moesten doen; ook daar aan is voldaan. Ik heb dien eigen avond, het Addres in onze individuëele naamen gefteld,en door den Burger saportas en mij getekend, ingegeven: maar met geen beter effect, terwijl voorfz. Burgers, ons wederom mededeelden, dat de Vergadering begreep, dat zulks huishoudelijk was, en wij ons aan onze refpedive Wijken moesten melden. Om niets onbeproefd te laaten , hebben wij ook dezen ftapv gedaan. Alle de weldenkende en braave Joodfche Burgers uit mijn Wijk, heb-  C 21 ) hebben zich met mij aan het hoofd ter Wijkvergadering aangegeven; dan, het was al we. derom aan een dooven mans deur geklopt; nu vraagen wij, en roepen ook op onzen beurt de geheele Bataaffche Republiek tot Rechters, of de Centraale Vergadering der zogenaamde Wijk vergaderingen kan gezegd hebben, of zo zij het gezegd heeft, of zulks der waarheid conform zij, dat wij een lichaam op ons zelve zouden willen uitmaaken? Laaten wij ter onzer verdeediging nog daar bij voegen, dat wij ons immers a an de Sociëteiten van Rotterdam, Leijden, den Haag, Haarlem en den Leidfchendam geadresfeert hebben, om derzelver mediatie bij de zogenaamde Wijkvergaderingen te Amfterdam te verzoeken, tot welks betoog ik mij maar zal beroepen, op de Gedeputeerdens dier Plaatzen, aldaar tegenwoordig; en eindelijk op de Verbroedering metdeze Vergadering, waar uit men ons met zo veel list tracht te dringen. En al was het dat de Sociëteit Felix Libertate alléén uit Jooden beftond; — al was bet,dat dezelve eene Corporatie op zich zeiven hadde willen blijven, dan zoude zich de Centraale . Vergadering der zogenaamde Wijkvergaderingen nog moeten fchaamen, om zo veel gevaar daar B 3 ^  C sa ) in te ftellen, daar zij zelve bij zeker Plan van' Wetten, dat zij aan de refpe&ive Wijkvergaderingen ter deliberatie heeft gefuppediteerd, voorgefteld heeft, na genoeg in de volgende bewoordingen, dat vermits de vijanden der Wijkvergaderingen , in de eene plaats ook tot een voorwendzel kunnen neemen, om dezelve niet als de Volkftem van Amfterdam te'erkennen, de uitfluiting der Jooden, en in de andereplaats, dat het te gevaarlijk (volgens hun) zoude zijn, om het geheele gros der Jooden, waar onder veele kwalijkgezinden zijn, in de Wijkvergaderingen te incorporeeren, of het-niet goed zoude zijn, bm de Jooden Corporatiên of Sociëteiten op 'zich zeiven te laaten''oprichten, die dan Gedeputeerdens ter Centraale Vergadering zouden kunnen zenden, om de Joodfche Natie te reprcefenteeren, en der zeiver belangens te behartigen. Men zegt verder ; dat» -wij niet onduidelijk zouden hebben te kennen gegeven, dat wij voor het geheele gros der joodsche natie zouden willen opkomen. Burgers! wanneer men deze asfertie, naar waarheid, hadde opgegeven, wierden wij waarlijk van alle waare Republikeinen geroemt, in de plaats van gelaakt te kunnen wordemmaar wij hebben nooit of ter eeniger tijd getracht hebros der Joo-  C 23 > Jooden, noch in onze Sociëteit, noch in de Wijkvergaderingen , noch in de Afgemeene Wapening in te dringen; getuigen hier van ons Reglement, waaruit confreerd,dat wij de Sociëteit bij proviüe liiet hooger dan tot 200 Leden zouden brengen; getuigen hier van de omzichtigheid, die 'er bij ons plaatsheeft, bij het aanneemen van Leden getuigeb hier van ons Addres aan hetCommitté van Organifatie der gewapende Burgerij te Amfterdam, overgegeven; maar onze Helling was altoos deze: dat men zich geene uitfluitingen veroorloven mag, uit hoofde van verfchil van Godsdienftige begrippen ; maar om dat deze of geene door zijn gedrag niet te vertrouwen is. Dan moet men niet in de Wetten der zogenaamde Wijkvergadering ftellen, dat in deze Vergadering niemand anders zal geadmitteerd worden , dan die de Christelijke Godsdienst toegedaan is; maar men behoorde in dezelve te plaatzen,dat in deze vergadering n i e« mand anders zal geadmitteerd worden, dan die de rechten van den mensch en burger toegedaan is: dan konde men van de duizend Jooden, negen honderd negen, en negentig uit de Wijkvergaderingen engewapende Corpfenuitfluiten, zo zij kwalijkgezind waren , of zo zij geene B 4 over-  ( 24 ) overtuiging van hun Civisme konden geeven: en één éénigen acïmitteeren, zo hij zulks verdiende. Het kan daarenboven uit alle onze publieke gefchriften blijken, dat wij fteeds onder dezereferve regens de uitfluiting der Jooden qua Jooden zijn opgekomen; maar wat aanbelangt de affchaffing van, of de aajmeeming der Jooden, in de Gildens; ja; daar voor hebben wij ons voor alle de Jooden in de bres gefteld: en een ieder, die maar eenige Republikeinfche denkbeelden bezit, moet met mij erkennen, dat 'er niets ftrijdiger is met een Republikeinsch Sijsthema, dan de Gildens, die gepriviligeerde ligchamen ten lasten van het Algemeen zijn; — die volmaakt een Rijk in een Rijk uitmaaken, en voornamenlijk zulke Gilden, die menfchen uitfluiten, om op een eerlijke wijze zich brood te verfchaffen. Burgers wij roepen UI., — wij roepen het geheele Land tot Rechters' over onze handelwijze !!! Men zegt al verder : dat men het oog zoude vestigen, op het gehouden gedrag der Jooden, over het algemeen in degewelddaadigeomwenteling, voorgevallen in het fchandjaar van 1787.,-— vervolgends geduurende het ongelukkig tijdvak tot 1795., — en zelf nu nog na de zo gelukkige herflelling. Gewoon zijnde  ( 25 ) lijnde hulde aan de waarheid te doen, hebben wij nooit gea'arfeld te erkennen, dat zich het gros der Jooden, het zij door misleiding of door onkunde, voor en na het Jaar 1787. zeer flegt gedraagen heeft? Maar Burgers wij vraagen, hebben zich de Leden van de Sociëteit Felix Libertate daar aan fchuldig gemaakt ? Beftaat die niet alle uit zuivere, en zich zelve fteeds gelijk gebleven zijnde Patriotten ? Zijn die niet fteeds de flagtoffers der dwaaling hunner Geloofsgenooten geweest? Ja, wij daagen de Wijkvergaderingen uit, om haare Leden tegen de onze te monsteren, en te zien, welke van heiden meer gezuiverd is van Oranjeklanten, de haare of de onze? En dan Burgers! ook dat wangedrag der Jooden werd te breed uitgemeten; het heeft meest al beftaan, in luidskeels Oranje boven te roepen; en, op eene belachelijke wijze met oranjelinten vercierd geweest tezijn —en dergelijke uiterlijkheden meer; —dan daaden zal men zeer weinige, zo niet geene te berde kunnen brengen; immers zal mén uit het voormalig gedrag van het gros der Jooden geen voorbeeld kunnen aanhaalen, waar bij zij voor de partij, die zij toegedaan waren, zodanige daaden verricht hebben, als door ons zijn gedaan; immers hebben zij geene B 5 PU-  ( 26" ) publieke Sociëteiten opgericht: immers hebben zij nooit wapenen gevraagt, om, ten kosten van hun bloed, de partij,die zij-ebegedaan waren, te willen helpen verdeedigen. En wat aanbelangt, dat men uit naam der Wijkvergaderingen zegt: dat het te duchten zoude zijn, dat de Jooden eerlang Jerufalem uit Amflerdam zouden kunnen maake-n, en de Christenen yerdringen, — hier, over bloofe ik van fehaamte, dat zo een Argument uit naam van mijne geboorte ftad zou gemaakt worden,en zal mij dus daar over niet uitlaaten,- maar hetzelve aan de beöordeeling van het geheele verlichte Europa overlaaten. Koe veele Plaatzen zijn 'er, Burgers! zo in Europa , onder anderen in Poolen, als in Azia, in de nabijheid van Jerufalem, die door twee derde Jooden bewoond worden, en alwaar zij eene gemanifesteerde overmagt hebben, zonder dat zij die Plaatzen in een nieuw Jerufalem herfcheppen. De tweede reden, die door de Wijkvergaderingen word opgegeeven, beftaat in hetprav tenfe afwagten van een Aardfchen Koning, een Poinct, dat ik vertrouwe hier vooren reeds completelijk te hebben afgehandeld; — dan het geen men nog uit derzei ver naam zegt, van Wee  r 27 ) twee Vorflen te hebben afgezwooren, verklaare ik niet te verftaan; dat men den Oranjen Vorst als Stadhouder höfcft afgezwooren, is waar; het zoude zekerlijk glorierijker geweest zijn, wanneer men zich hadde mogen beroemen, denzelven beftreeden en overwonnen te hebben: wie de tweede Vorst is, is bij mij een raadfel, immers hoop ik als Amfterdammer, dat de arrogance der Wijkvergaderingen zichzo verre niet uitftrekken zal, om den naam te willen dragen van ook iets bijgebragt te hebben, tot de vernietiging der Franfche Monarchie. Eindelijk zegt de Commisfie, dat verder de Gecommitteerden van Felix Libertate 3ter Centraale Vergadering bij continuatie ah flemmende Leden toegelaaten wordende, wij geene Geeommitteerdens uit de Wijkvergaderingen zullen zien toetreeden. Laat ik hier op deze Vergadering onder het oog brengen, dat de Wijkvergaderingen, in het eerst, volmaakt onkundig geweest zijnde, of wij al of niet Gedeputeerdens ter Centraale Vergadering zouden zenden. evenwel op twee na, die uitwijzens uwe Notulen, en volgends het gerapporteerde van den Burger van laar mahuet geprotefteerd hebben, beflotenhadden  f 28 ) den geene Gedeputeerdens ter dezer Vergadering te zenden. Ook de nadere Circulaire, inhoudende hec Wan van Organifatie, is bij hen voor Notifica. tie aangenomen. Dan, eindelijk is de intrigue gelukt, en het geweld, dat men aan ons wil pleegen, is voor veelen zoaangenaamgeweest,datmen beflootora eene Commisfie op die conditie naar herwaards te zenden; doch deze Refolutie is door eene geringe meerderheid, namelijk 31 tegen 28 Wijken genomen geworden. Ik vraag dan, Burgers! gefteld, dat de Wijkvergaderingen van Amfterdam, tegen alle ver. wagting doof zouden zijn voor de ftem der reden , hoe zeer ik nog alle hoop nietopgeve, dat dezelve door de intercesfie dezer refpeftabele Vergadering tot reden zouden te brengen zijn, — welke goede diensten zoude dan deze Vergadering van hen te wagten hebben? en wie ver. zekert u, dat, wanneer zij eerst haare blinde Religie haat aan ons zullen hebben uitgeöeffend, wanneer zij eens, u tegen verwagting tot het necmen van een onrechtvaardig befluit zouden genoopt hebben, of zij dan niet evenwel zullen weg blijven? Ik  ( 29 ) Ik vertrouw dan hier mede ook voldaan te hebben aan mijn tweede voorgefteld Poinét, en dus te hebben bewezen, dat de middelen waarop het Poinót van befchrijving in kwestie berust, niet der waarheid conform zijn, en dat bijaldien onverhoopt een of meer der Gedeputeerdens gelast mogten zijn, op die vermeende waare gronden een Declinatoir Advis uit te brengen , zij zulks als nu niet kunnen nog mogen doen, zonder nader de wil hunner Committenten te verftaan: ik zal nu toetreedcn ter Adftru&ie van mijn derde voorgefteJde Poinct, en alzo betoogen: dat bijaldien, door de meerderheid dezer Vergadering, onverhoopt zoude kunnen werden lefloten, om ons, door overmagt, op eene gewelddaadige wijze van onze plaats te verdringen: dat dan zodanige daad, eene aanranding zoude zijn, tegen de heilige Rechten van den Mensch en Burger, tegen de goede trouw en tegen alles, wat maar het caraller van een waar- Gemeenebestgezinden moet kenmerken, aandruifchende. Om welke reden toch Burgers! zoude Gijl.' ons als nu het Lidmaatfchap dezer Vergadering kunnen ontzeggen ? Om dat onze Sociëteit beftaat uit Christenen en Jooden ? Immers Burgers! in de Sociëteiten van Rotterdam en 'sHage5 en misfchien meer anderen zijn ook Jooden, en  ( 30 )• en deeze beftaan dus ook uit Christenen en Jooden: en gefteld onze Sociëteit beftond eens alléén uit Jooden, zouden wij daarom moeten uitgefloten worden? Zoude zulks niet eene volmaakte fchending van de Rechten van den Mensch en Burger zijn ? waar tegen gij bij de eerfte Afdeeling, Art. II. van het Bjan van Organifatie hebt voorgenomen te waaken, en als vijanden van het Vaderland te verklaaren, allen, die de geheiligde Rechten van den Mensch durven fchendcn. Immers Burgers zijt Gijlieden te veel verlicht, om eenige waarde toe te kennen, aan het fpitsvondig argument, door fommige drijvers uitgedagt, dat 'er namelijk eene difïiticlie zoude wezen, tusfchen de Rechten van den Mensch en de Rechten van den Mensch en Burger. Het Decreet van den 31 Januarij dezes Jaars, door de Provifiöneele Reprasfentanten van Holland, heeft wel aan het hoofd de woorden, van Verklaaring van de Rechten van den Mensch en Burger; maar het eerfte Art. luid wel degelijk, dat alle Menfchen (en niet alle Menfchen en Burgers) zijn vrij en gelijk, en worden met gelijke Rechten gebooren. En wie toch is volgends een Republikeinsch Sijsthema, Burger? die geen, die zulks door Geld  ( s1 3 Geld of Erfrecht als een voorrecht bekomen heeft? Immers neen! maar wel die geen , die in de algemeene lasten draagt: en niets is billijker, dan dat die geen, die in de algemeene lasten draagt, ook deelgenoot van de algemeene voordeden, die door het opbrengen dier lasten verkregen zijn, moet worden: of wilt gij ,f Bataven , dat het woord Rechtvaardigheid gzntsch uit uw woordenboek zal uitgèfchraapt worden? Wilt gij den Jooden doen contribuceren in de honderd millioenen, die gij, ter verkrijging uwer Vrijheid, als eene redemptie betaalen moet ,en ze daarenboven tot eene flavernij doemen, waar in zij niet zouden geweest, wanneer de Franfchen hier, door het recht van overwinning, hunne Wetten hadden ingevoerd? Weg, weg, met zulke denkbeelden! De Bataven zijn te braaf, zijn te edelmoedig, om zo fchandelijk te handelen!!! Wij zeggen ook, dat uwe handeling zoude ftrijden tegen de goede trouw. Zeker,-Burgers! zoude die ftrijden tegen de goede trouw. Al waren 'er in het geheel geene Rechten van den Mensch gedecreteerd, zo hadden wij een recht op uï. verkregen : Gijl. Burgers hebt u met ons geallieerd,—-Gij hebt bij de heilige Vrijheid gezwooren ons getrouw te zullen zijn, zo als  C 32 ; als wij ook gezwooren hebben u getrouw te zullen zijn. Wij eifchen van u als eerlijke Lieden deeze belofte geftand te doen. s Herinnert u Burgers, toen ik bij de laatfte Sesfie, mijn Advishebt uitgebracht, over deze belofte, dat ik beweezen heb, dat een eerlijk Patriot zich zo heilig door zijn gegeven woord, als door zijne ondertekening verbonden rekent: herinnert u Burgers, welk gevaarlijk voorbeeld Gijl. daar zoude ftellen, zo gij dit verbond met ons verbreken zoudt,en ziddert! Steld u voor, zo de Franfche Republiek het verbond met u verbreken zoude, om zich met eene andere Mogendheid, magtiger dan gij, te veréénigen, en dus u aan haar eigen belang zoude opofferen, wat zoude gij zeggen ? Immers zeker, dat de Franfchen onëdelmoedig, ja zelfs trouweloos handelden ; maar wij vraagen u, zouden de Franfchen als dan u niet onder 'toog kunnen brengen, dat gij zelve met uwe Geallieerden zo gehandeld en hen het eerfte daartoe den weg geweezen hebt? Eindelijk hebben wij oolc gezegd, dat uwe handelwijze zoude aandruisfchen, tegen alles, wat maar het cara&er van een waar Gemeenebestgezinden moet kenmerken. Wij vraagen UI., zoude uwe handelwijze vis a vis  C 33 ) h vis van ons, niet volmaakt gelijk ftaan, met de handelwijze der gecoalifeerde Mogendheden jegens Frankrijk? Wat was het geval met de Franfchen ? De Franfchen door hunnen Koning en den Adel onderdrukt, rukten den troon omver, vernietigden den Adel en wilden Vrij zijn — Hier op riep ftraks Vrouw Eigenbelang den Vorften toe; hoe zult gij dat dulden ? Op, op, * Wapent U, of morgen zullen uweonderdaanen, U het zoet genot van hun te kunnen vertreden, benemen, en ook uwen Kroon en Scepter verbreken; neemt de Geestelijken in den arm, en laat die den volke verkondigen , dat de Franfchen Ongodiéten zijn; dat de Vrijheid ftrijdig met de Godsdienst is; dat de Franfchen Plunderaars , Moordenaars &c. zijn; dat men in masfa moest opftaan om hen te verdelgen: en meest alle Vorsten veréénigden zich tegen de Vrijheid. Juist zo ftaat het geval met de Jooden. De Jooden, zedert zo veele Eeuwen alöm vertrapt, verguist, verjaagt en vertreeden, ontblaakt in eenige van hen een aüerzuiverfte gloed van Vrijheid: ftraks komt Vrouw Eigenbaat zich ook onder de Republikeinen mengen, en roept hen toe: fmoort ijlings dit blaC kend  C 34 ) kend vuur dier Jooden: want zo zij vrij worden, zult gij die aangenaamheid moeten misfen, van uwen Natuurgenoot voor u te zien kruipen; zij zullen in de Gildens komen, waar uit gij hen zo'veele eeuwen hebt uitgehouden; zij zullen ophouden flaaven te zijn — en gij zult niet meer . over hun kunnen heerfchen! Op! op! Verceld het gemeen, dat de Vrijheid ftrijd met haare Godsdienst; dat zij fchelmen, dieven &c. zijn, en het Volk zal in masfa opftaan,om hen de lust tot de Vrijheid te verkeren. Burgers! zo Gijlieden dien conform handelde, weest dan uwe eigen Rechters, en oordeeldt of gij als republikeinen of als Vorfteti zoudt handelen ? Hier mede mijn voorgenomene taak afgehandeld hebbende. Stellen wij de Gedeputeerden uit de Sociëteit Felix Libertate voor: i°. Dat door deze Vergadering zal werden verklaard, dat over de Admisiie of non Admisfie van hen' Gedeputeerdens, geene Deliberatie kan vallen, als eens als integreerende Leden dezer Vergadering er- kend zijnde. 2*. Dat  ( 35 ) 2°. Dat, ingevalle tegen alle verwagting bij deze Vergadering mogte werden begrepen , dat dit d/ een Poinór. van Deliberatie konde wezen, als dan, zodanige Leden, dewelke last raogten hebben, om tegens de Admisfie van hen Gecommitteerdens een Declinatoir Advis uit te brengen, uit overtuiging, dat de middelen, bij het Poinét van befchrijving vermeld, der waarheid niet conform zijn, alvorens zodanig Advis uit te brengen, dieswegens nader de wil hunner Committenten vernamen: en dat inmiddels en hangende de Deliberatiën, hunne funólie onverhinderd en ongeturbeert bleven waarneemen. burgers ! Gijlieden kunt nu bófluiten, of Gijlieden als Republikeinen of als Vorften wilt handelen. En gij mijne Stadgenoten, door wiens tusfchenkomst deze Broederlijke Vergadering wierd ontrust, doet onze geboorte Stad de onuitwischbaare fchande niet aan, om doof en ongevoelig voor de Reden te zijn; — helpt door uwen tusfchenkomst alle onéénigheid en verdeeldheid voor komen: tracht uwe CommitC 2 ten-  C 36 ) tenten te overreden, om de hand van Broederfchap van ons aan te neemen, zo als wij die hen met alle oprechtheid als nog aanbieden, en ten betooge, dat wij niet dan uit nood eene Corporatie op ons zei ven uitraaaken, aanbieden, om de Sociëteit Felix Libertate, van alle poli. tieke Werkzaamheden te onttrekken, zodra men ons als Leden van de Wijkvergaderingen zal aanneemen; en gij zult U bij het Vaderland verdiend maaken. HEIL EN BROEDERSCHAP' den Haag den 24 M. s. ASSER) Jug' 1795. H. N. KÖNIG. Het eerfte Jaar der Batanffche Vrijheid. BIJ-  C 37 ) B IJ L A G E N. B IJ L A G E N°. i. VRIJHEID. GELIJKHEID. BROEDERSCHAP. PUBLICATIE. Alzo door een zeer groot aantal, zo Neeringdoende als andere Burgers, ter kennisfe van de Municipaliteit zijn gebragt, de menigvuldige verdervelijke kunstgreepen, van welke een aantal vreemde Jooden zich hebben bediend, om in deze Stad, een fchadelijke en voor de Ingezeetenen runieufe handel te drijven, geduurende het verblijf der Franfche Troupes binnen deeze Stad , en alzo de Municipaliteit nog daarenboven volkomen overtuigd is, aangaande het misbruik, dat door de voorfz. Jooden wordt gemaakt van de Vrijheid, om op de Weekelijkfche Marktdagen, hunne Waaren ter Markt te brengen,zo door het overtreeden van het bij vorige Keuren bepaalde uur, als door het openlijk, of onder de hand uitventen van hunne Koopwaaren, langs de llraatencn huizen. C 3 Zo  C 38 ) Zo is het, dat de voorfz. Municipaliteit,hoe zeer afkeerig om de nuttige en nodige vrijheid van Koophandel of Neeringdoende Lieden eenigermate te beperken, echter goedgevonden heeft om gewichtige redenen, in dit tijdftip haar daar toe moveerende, te verbieden, gelijk dezelve verbied bij dezen: Dat bij provifie , en tot dat hier omtrent nader of anders zal worden gedisponeerd, geen vreemden (de Joodfche Natie bijzonder daar onder begreepen) onder welk voorwendzel het ook zoude mogen zijn, 't zij op de Weekmarkten of andere dagen, (de ordinaris Jaarmarkt alleen uitgezonderd) eenige Waaren binnen deeze Stad zullen mogen ter Markten brengen of te koop prEefenteeren, dan alleen welke tot de Levensmiddelen behooren, en de Landlieden gewoon zijn op de Weekelijkfche Markten te brengen, gelijk ook niemand, het zij Burger of Vreemde eenige Koop waaren (Levensmid delen mede uitgezonderd; langs de ftraaten aan de huizen zal mogen venten, verkoopen of verruilen, op verbeurte van de Waaren, welke contrarie dezes ter Markt gebragt , langs de huizen gevent of verkogt worden, ten profijte van den algemeenen Armen, en daarenboven eene Boete van ƒ 25:-:- te appliceeren, een derde  C 39 > derde voor den Bailliuw, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor den algemee- nen Armen. Dat ieder der Joodfche Natie, welke binnen deeze Stad geen verlof van inwooning hebben, gehouden zal zijn dezelve te verlaaten, ten zij verlof bekomende van de Municipaliteit alhier, en dat voorts geen Jood of Jooden zich geduurende éénen Dag of langer binnen deeze Stad zullen mogen ophouden, zonder van hunne komst, en de reden daar van behoorlijk te' hebben doen blijken aan den Bailliuw ten einde dezelve in ftaat te ftellen, om te beöordeelen of aan zodanige Jood of Jooden al of niet vrijheid tot langer vertoeven kan worden verleend; voor de eerfte reis op eene boete van ƒ 25: :- te appliceeren als voren, en voor de tweede maal op poene van arbitraire Correctie naar exigentie van zaaken. Aldus Gearrefteerd hij de Municipaliteit der Stad Gouda, den 5 WSi het eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid, en Gepubliceen den 9 daar aan volgende. Uit naam van dezelve , J. L. HESS, Secretaris. C 4 , B IJ-  C 40 ) B U L A G E N°. 2. ™ACT Uit * Copijboek PP»**!, op Pag- 37 tot 39. De Som* Fefe Libertate „ ^ , e» Brotderfchap! "Eachte medeburgers! Wij hebben door een onbekende band o„f «n voortellen, dat in bet midden ™ ™j ~n Gemeenebest, zodanig" rl™ " 20Ude° m alwaar MunJcipaafen o„ den gevonden worden , die de hZl van de beiiige Recbten'van ,ien Burger pieebdg beioofd , zo „iet ^torln Ia en dï' «"da Cen aaten doen, welke 2„ lijnredlt tegensd)eRr™ ten aanloopen. Wij buteeren daarmede! Publ,cat;e tegen* de Vreemdelingen Cn voor namenl* tege„s de vreemde . een  ( 4i ) een boete van ƒ 25:-:- voor de eerfte reis, en voor de tweede reis van arbitraire Correctie verboden worden, zonder permisfie van Mijne Heeren de Municipaalen te hebben, eenen nagt te Gouda te verblijven; en zodanig eene Refolutie prijkt nog wel aan het hoofd met de veel beduidende woorden van Vrijheid-, Gelijkheiden Broederfchap, en met een datum van het eerjle Jaar der Bataaffche Vrijheid. Heilige Vrijheid, hoe wordt uw naam misbruikt!I! Wat hadde men in de aller duisterfte tijden erger kunnen doen? Zullen die haatelijke Wetten , die in Keulen en elders tegens de Jooden hebben plaatsgehad; dan die nu door onze waardige Verlosfers, de Franfchen, gedood zijn , hier in ons pas vrij geworden Land herleven? s Zo onverhoopt deeze Publicatie waarlijk mogte zijn gefchied, dan roepen wij uasfiflentie in, die gij ons bij het toereiken uwer band van Broederfchap, bij uwe minzaame Misfive aan onze Sociëteit hebt aangeboden. — Burgers, die, als gij, zodanige grondbeginzels van Vrijheid en Gelijkheid daar ftellen,kunnen niet onverfchillig zijn bij zodanige handelwijze. ■— Toont in dit geval aan uwe Municipaliteit aan, en ter hunner -befchaming, door een Decreet van onze Verlosfers, die zo wel Jooden als CbrisC 5 te-  ( 42 ) tenen verlost hebben f*), hoe men in Vrankrjjk de Rechten van den Mensch handhaaft. Meendt uwe Municipaliteit redenen te hebben om de ventjagerijen tegen te gaan; laat zij daar tegen waaken; laat zij Wetten maaken, die tegens menfchen, maar niet tegen een bijzonder gedeelte, om dat het eene andere Godsdienst beleid, werken. Welke fchreeuwende onrechtvaardigheid zoude zulks zijn, dat eerlijke en fatfoenlijke Jooden, diegroote Kooplieden of anderen zijn, welke zich met geene ventjagerijen ophouden, in het midden van het vrije Nederland niet zouden mogen vernagten. Broederen! wij neemen onzen toevlugt tot U, en verzoeken, dat gij op alle gepaste wijze uwe Municipaliteit derzelver misftap zult onder de oogen brengen, ten einde, dat men het vrije Goudfche Volk niet ten eeuwigen dage ter haarer befchaming , eene zodanige Refolutie, door haar ftilzwijgen goedgekeurd, zoude kunnen voor oogen houden. Uit naam van Commisfarisfen en Leden der Sociëteit voornoemd. Cwas get.; M. L. bendixz. Voor Copij conform CAROLUS ASSER, Adjuntl Secretaris. C*) Z'e Bylage No. 3. B IJ"  C 43 ) B IJ L A G E N°. 3- VRIJHEID. GELIJKHEID. BROEDERSCHAP. EXTRACT uit het Register der befluiten van het Committé van Wetgeeving. Zitting van ïïBrumaire. Tiet ^de Jaar der Franfche Republiek, een en onverdeelbaar. Het Committé van Wetgeeving, gezien hebbende een voorftel van verfcheidene Burgers der Departementen van den Neder-Rhij'n. houdende klagten over beledigingen die zij dagelijks, onder voorwendzel, om dat zij geborene Jooden zijn, moeten ondervinden. En overweegende, dat de Burgers bekend onder den naam van Jooden, door de wetten der Republiek gerechtigd zijn tot het genot van de rechten der Burgeren in alle derzelver uitgellrektheid, en dat men zonder die wetten, bij welken men onder ieder vrij Gouvernement van de Vrijheid en Gelijkheid verzekerd is, te kwetfen, van hun niet kan vorderen, noch hun kan verbieden, waartoe de wet niet gerechtigd, of het geen dezelve verbiedt. Zo  C 44 ) Zo beveelt het Committé van Wetgeeving. Dat de Geconftituëerde magten der Departementen van den Boven- en Beneden-Rh^ aJS mede ieder m het geen hun bijzonder aangaat, ^ m,ddelen zullen ter hand neemen, welken de wet ,n hun vermogen gefield heeft, om te Imeldf ,T 3116 ^ beled^n^ > — over gemelde klagten gevallen zijn, ja zelfs, zo zij p aats hebben, de veröorzaakers, aanftookers van, en medeplichtigen aan die beledigingen, Zi:rted 6 bo7genoemde ^ Waagen, te vervolgen en doen vervolgen en te zorgen, dat de klaagers vrij en vreedig genieten de rechten, die de Wet aan alle Burgers verzekert: dat ten dien einde de afzending lZtn ^T°°rdig beflUit' teg«metde klagten der Burgeren van Straatsburg, zal *efchieden aan de Commisfie tot het Burgerlik Belluur de Politie, en tot de Reehtsöef f als welken belast zijn, om dezelven over te brenger, aan de Beftuurders der Departementen van den Boven- en Beneden - Rhijn, welken op hunne beurt zullen gehouden weezen , dezelven te doen toekomen»aan alle de refpeéïive Geeonfhtuëerde magten in hunnen kring, me» Jast van zich te conformeeren met het tegen- woor»  ( 45 ; wöordig befluit, en aan deszelfs uitöerFening de hand te houden. (was getj Cambacère's, Prefident , Pèrés, Louvet, en Beauchamp, Secretarisfen; Pepin, Bar , Oudot, Durand , Maillane, Garran, Chazal, Azimar, Pos, (van Verdun ) en David. (Foor conform ExtraB ,) Cambace'rès , Prefident; Père's, Secretaris. (Foor conform Copie,) de Commisfie tot het Burgerlijk Beftuur, de Politie, en tot de Rechtsöefening. De Provifioneelegemagtigde, Cget*J Aumont. DELIBERATIE., Van het Dire&orium, des Departements van den Neder. Rhijn, den n& Primaire, het 2de Jaar der Franfche Republiek , een en onverdeelbaar. Gezien het befluit van het Committé van Wetgeeving, gehomen den 11 Brumaire, op de klagten bij hetzelve ingebragt, door verfcheiden Burgers van Straatsburg- tevens met den Briev van  ( 45 ) van de Commisfie tot het Burgerlijk beftuur de Policie, en tot de Rechtsöefening van den l^den. De Beftuurders des Departements van den Neder-Rhijn, hebben befloten,dat hetzelve in beide taaien gedrukt, geleezen , gepubliceerd en alomme. aangeplakt zal worden; bevelen voords aan alle Geconftituëerde magten, voor-* naamhjk aan de Nationaale Agenten der Dis- inf611,e" Gemeenten >te ^rgen, dat 'er geene inbreuk, hoegenaamd, gemaakt worde op de o nverbeurelijke Rechten van den Mensch en van den Burger, zo weinig als op de heilige grondbeginzelen van de Vrijheid en Gelijkheid. (was getekend) mouguet, Prejident. CA R RIJ. ULRICH. MENOTH de jonge. JAEQUij. wagner. cam, en barbier, Secretaris Generaal. BIJ-  C 47 ) B IJ L A G E N°. 4- uittreksel van de handelingen en besluiten der Volksvergaderingen en Sociëteiten door gantsch Nederland, N°. 15. bladz. 350. De Leden onzer Sociëteit zijn van meening, dat de Gecommitteerdens van Felix Libertate, op die Algemeene Vergadering niet kunnen worden toegelaaten als Hemmende Leden, zo lang zij van hunne dwaaling, of liever verwagting na de komst van hunnen Mesfiaanfchen Koning, niet opentlijk afftand doen; verre daar van daan, dat de Leden onzer Sociëteit, die van Felix Libertate zouden verdenken, als of onder hun zulke verleiders zouden opftaan, die zich t'eeniger tijd voor een Mesfias zouden durven uitgeven, is het echter niet onmogelijk, dat zich zulk eenen, op de een of andere plaats opdoet, den mensch over het algemeen , en de Jooden in het bijzonder , welke zo veele Eeuwen in flavernij, en bij veelen van het onkundig Menschdom in verachting door de geheele waereld hebben omgezworven , altijd haakende na betere en glorierijker tijden, mede door hunne Leer vervoeren, waar van te meermaalen voorbeelden zijn bij te brengen; men her-  C 48 ) hennnere zich alleen dat van Sabatai Sevi, in 16-6-6-, het geen, wel is waar, in Turkiien is voorgevalIen doch ^ de ^ w ereld heeft gaande gemaakt, tot dat hij eindelek in Conftantinopolen in de gevangenis geraakt znnde, na verloop van tijd het Mahometaandom beleden en aangenomen heeft, dathii is blijven belijden tot aan zijnen dood in i676, en dergelijke verleiders meer. En, vermids het waare Patriötisme geen Koningen erkend ten den grooten Koning Jefus Christus, kunnen onzes bedunkens, alle die van eene contrarie Helling 2'JQ, zo lang zij daar van geen opendhjken afftand doen in die Algemeene Vergadering, met anders, als advifeerende Leden worden toe- • gelaaten. B U L A G E JNp. 5. EXTRACT uit de Notulen der Wijkvergadering N°. p. Eerfte Vergadering gehouden den *0/ïen Maart l?95-, onder het Voorzitterfchap van den Burger j. boing. i.) Voor dat de Vergadering werd aangevangen, gaven de Provifioneele Voorzitter en Secretaris, zijnde de Burgers d. kraijschot en va n lier, der te voren gehouden twee  ( 49 ) twee Vergaderingen verflag van hun verrichte te aan de waakende Burgers dezer-Wijk ,hoofdzaakelijk behelzende: het verkiezen van eene Voorzitter voor deeze Vergadering, waarop niemand hun eenige bedenkingen inbragt 2. ) Vervolgends werdt deeze eerfte Vergadering geopend, door den benoemde daartoe verzochten Voorzitter d. boing, met eene toepasfelijke Aanfpraak, welker zaakelijke inhoud was: eene opgaave der Bedenkingen welke geopperd werden, tegen het houden van Wijkvergaderingen, en eene wederlegging derzelven, tevens met eene aanfpooring ter daadeïijke beoefening, van Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap. 3. ) Wprden Af* Wpttpn der Vergadering voorgeleezen, met de Aanmerkingen die op dezelven gemaakt waren, geduurende den tijd dat dezelve ter bezichtiging gelegen hadden, in het Logement de Valk, op de Agterburgwal. Inzonderheid hielden die van de Burger p. van bergen, waarmede eenige Inwooneren, en boven al de Burger jacob saportas zich veréénigde, de aandacht der Vergadering een geruimen tijd bezig; dan hoe veel waarde deeze Aanmerkingen ook mogten hebben, en hoe groot het aantal van derzelver Voorftanders feheen, dat der tegenovergeftelde partij niet D min-  C 50 ) minder groot, en hunne bewijzen niet minder klemmende, het gefchil kwam hier op uit. In. dien het eerfte Articul der geplaneerde Wet blijft zo als het bij de voorleezing was, dat niemand Lid onzer Vergadering konde worde, dan belijdenis doende van den Christelifken Godsdienst dar. kende de Jooden geen toegang tot onze Ver! gadering hebben. Hierom werd voorgefteld om dit gedeelte niet in de Wet te plaatzen, en dus de Jooden den toegang tot onze Vergadering open te laaten. Dit vóorftel, hoe fterk onderfteund door veelen, fcheen door nog meerder Stemmen afgekeurd te worden. Die deed den Voorzitter befluiten, om door middel van Stembnefjens de meening der Vergadering in te winnen, doende daar bij die vertel: dat de brieffeh met ja getekend, zouden aangemerkt worden , als onze Wijkvergadering voor de Jooden welke in onze Wijk woonden te openen; en daar tl « gen die, welke met neen getekend zoude zijn, de Jooden geen toegang tot onze Vergadering te\er gunnen. Waarop de Stembriefjens opgehaald en" geopend zijnde, bleek het dat 115 met nee» en 38 met ja getekend waren, \ welk aan de Vergadering Bekend gemaakt zijnde, van dat gevolg was, dat de Burger jacob sapor. TAS  ( 51 ) tas Extraór. van deeze Notulen verzocht, en hem dit toegeftaan zijnde, vertrok. De overige Aanmerkingen, wierden bij Art. &c. Accordeert met het Boek der Notulen, onder mij berustende (was getekend^ m. van lier, Secretaris. Copia. gelijkheid vrijheid. broederschap. Den Q<*en April 1795. Het eerfte Jaar de* liataaffihe Vrijheid. De Burgers jacob saportas en jos. dacosta athias, aan de vergaderde Burgers, woonende in Wijk 9. medeburgers! "Wij hebben het Extraft uit de Notulen gisteren wel ontvangen, wij achten het van onze plicht aan de meerderheid der Leden nog in confideratie te geven, en als Broeders te vermaanen, zich met de waarachtige braave gevoelens der minderheid, die zich tog waarlijk D 2 aan 1  C 52 5 aan de Rechten van den Mensch en Burger be toond gelijk te blijven, en de belangen, der G°dsdienst' op rechtvaardige grondbegmfels wd getrouw blijven, zich edelmoedighjk te veréénigen en van een dwaaling erugte keeren dienietin 'tverftand, maar n den blooten ml gelegen is, welke laatfte zo veel af te keuren is, als de eerfte kan toege. itaan worden. 5 nieflrrWa§ten dUS 215 dat Gij,iede» met zult voortvaaren eenige vaatfteffingen i„ onze Prejuditie te maaken, maar ons ons onbe. twistbaar recht zult doen wedervaaren, dat gij met verwijgeren kunt, zonder eene moedwillige, fchendmg van de Rechten van den Mensch te begaan en de Vrijheid, Geilheid enl oederfchap met dan in fchijn te omhelzen, waar van wij geene deelgenoom willen zijnfnu daarom bij onverhoopte volharding proteftee" ren tegen alle Befluiten en Handelingen deezer Vergadering, die, daar men ons de toegang 0 dezelve fluit, zullen ondernomen worden,^ 2 ve voor nul en onbeftaanbaar houdende en daar tegens nevens de minderheid referveerende ^^^^^^ nen  ( 53 > nen nog mogen worden, |mede de algemeene belangens der Burgerlijke Maatfchappij te hel_pen handhaaven. Wij wenfchen U allen Heil en Brocderfchap! (was getekendj jacob saportas, jos. dacosta athias. B IJ L A G E N°. 7- gelijkheid. vrijheid. broederschap. geachte medeburgers! De Ondergetekende h l. bromüt, m. s. asser, jacob saportas, h. de h. le- mon, Commisfarisfen en Secretaris, en j. c hespe, Medelid der Volks-Sociëteit Felix Libertate, binnen deeze Stad; achten het van hunne plicht als weldenkende Vaderlanders, ter kennisfe van uwe Vergadering te brengen, dat zij met leedwezen ondervinden, dat in verfcheide bijzondere Wijkvergaderingen veele weldenkende menfchen, braave Republikeinen uitgefloten worden, en geene toegang word verleend, om redenen, die lijnrecht ftrijden met de Rechten van den Mensch, en de geheiD 3 lig-  r 54 ; ligde beginfelen van Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap; en zulks alleenlijk, om dat die menfchen van verfchillende Godsdienstige begrippen zijn. Zij komen dus hier uit naam en van wegens voornoemde Volks-Sociëteit, U Lieden voordraagen, hun en alle braave Vaderlanders, van wat Godsdienstig begrip zij 0ok zijn mogen, in hunne Rechten te willen maïntineeren, tegen alle die geene die zulks tragten te verhinderen; er kan geen Godsdienstig begrip beftaan, dat tegenftrijdig met de geheiligde Rechten van den Mensch is; geene bijzondere wet kan of mag inbreuk op de algemeene Wet maaken, en dceze aigemeene Wet is de w Natuur en de daar uit voortvloeijende Maatfchappehjke wetten. De Ondergetekenden vermeenen wijders, reeds aan 't publiek beweezen e hebben, dat de Joodfche Godsdienst niets tegenftnjdige met het Republicanisme in zich bevat, blijkens de Petitie van de Jooden i„ Vranknjkwoonende, aan de Nationaale Ver gadering gedaan; waar van zij eenige exem-" Plaaren aan de Vergadering prefenteeren. Onze vrienden de Franfchen, die de Rechten van den Mensch en de beginfelen van Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap getrouw zijn en hulde doen  c 55 ; doen (waar toch niet aan twijffelen kan J hebben , overtuigd dat de Joodfche Godsdienst niets tegenftrijdig met die beginfelen in zich bevat, de Jooden als hunne Medebroeders en Burgers aangenomen , zo als ook na behooren reeds gefchied is in verfcheide Steden van deeze Provintie. De Ondergeteekende mogen dus niet twijffelen, dat 'er bij de verlichte Amfteldamfche Burgerij, anders zoude gehandeld worden; offchoon onder de Jooden even als onder de Christenen zulke fchepzels gevonden worden, die de geheiligde Rechten van den Mensch ontkennen , of te zich door hun gedrag onwaardig maaken; waarmede de Ondergeteekende en die met hun eenftemmig denken, niet gelijk willen ftaan, en waaromtrend zij reeds de middelenen de wapening aan de hand gegeven hebben, ten einde deeze zo fchadelijke ja onduldbaare, weezens in de maatfchappij daar uit te fluiten, zonder nogthans op de aangenomen beginzelen inbreuk te maaken. Heil en Broederfchap! Uit naam van Commisfarisfen voorfchr. M. S. ASSER, J. C. HESPE, H. DE H. LEMON, Secretaris. D 4 BIJ'  f 56 ) & IJ L A G E N°. 8. VRIJHEID. GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. Amfterdam den 22ften Maart i795. Het eetfie Jaar der Bataafse Vrijheid. Commisfarisfen en Leden der Folks-Socie, teit FJS.LIX LIBERTATE, *M dtC(;mm^e^OrganifatiederNa. tionaale Gaarde van Stad enjurisdi&ie, WAARDE MEDEBURGERS.' f P™^"* Burgerij; daarde wi l*T len die hunner Gel„„%e„ooten J^>» * eenBemmig denken en handelen uitgerekt veriangen te eemoetzien 1, "*t f0 lijke gronden van Gelijkheid V f Cp derfchap, voigensde eeZ'en^v?" Bf°CRechtenvandenMenSeh,™d~an*r,5te. kcnftig maatfchappehïke Wetten 0re*"in den algemeenefvr enBu^C™""/" eene~'^^"-ehegaf;:vfr*: der  f 57 ) der dingen geweld aan te doen, niet kan of vermag af te gaan, te recht van uwe rechtvaardige denk- en handelwijze vertrouwende, dat gij hen derzelver gerecht aandeel daar in zult doen wedervaaren, gelijk 't U niet onbekend kan zijn, dat ze reeds van den beginne af aan zulks aan Colonellen, den Commandant kraijenhoff , en nu onlangs bij een plegïig Declaratoir aan de Municipaliteit deezer Stad, op eene zo pligtmatige als welmeenende wijze hebben te kennen gegeeven,en de genoegelijkfte verzekering daar van hebben mogen erlangen, is het bij deezen, dat ze hunne goede geneigdheid, en die hunnerGeloofsgenooten, daar toe aan U, voor zo veel des noods,herhaalen. —Zij vertrouwen niet noodig te hebben dit hun notoir Recht bij cordaate Mannen , die de fchaadelijkheid der vooröordeelen in den Burgerftaat ten duidelijkften betoonen te gevoelen, breeder aan te dringen. — Zij beïchouwen dit bij U als een voldongen pleit, te meer, daar zulks op andere plaatfen geen kijf meer onderhevig is, noch kan zijn, — en men aldaar zich niet meer aan het zo onnatuurlijk, als haatelijk onderfcheid, tusfchen Jood en Christen, bekreunt, als zich enkel tot een Godsdienftig begrip bepaalende,dat in de handhaving der algemeene belangen der Burger-Maatfchappij in D 5 geen  t SS ) geen gefcfai mg, Dod, im en met dan tot de »it6ffe„i„gee„er„„ge2he"d tan vedetten, wefe der UocraS ^ l")dI: °P £«« ^ude in de hand wérken met de " ! *** ï0,k0«» met de brave Burger, der Lee,gezelfchappe„™ 1 "™ W,Jonderan*'-™eenVoorfteIerMis fl* de vrijheid neemen hier bij te voe»e„ êndL 6 Decre"> ais of dit zoude flriidfeziin met hunne Godsdienftigefcftellingen, zuS enen^ meede bezijden de wL eid ' n M ede Letn 7 1' ^ ™ « rchunt-erdu^eeropaantetomen,»;; ,.«,.mmers voor al, nog, van de Joodent hooren gewapend te zijn. _ En hier™? ~en zij in Baat Lijn Ü^X r c dat,e„ tó kOTten gee ven, en meenen daartoe * maave Burgers, verplicht te wezen. H™/' eraehten, kunnen inzonderheid. i». Alle dezulken, die de Rechten van den Mensch,  C 59 ) Mensch,zodanig als die afgekondigd zijn, niet behoorlijk erkennen, of tegenwerken, niet in de Burgerwapening toegelaten worden; gelijk onder anderen onlangs circazes honderd hunner Geloofsgenooten, tot hun leedwezen ,zich daaromtrendgekenmerkt hebben,zo als het bijgaandeCopie.Adres, waar van de Teekenaars hun nomnatm allen bekend zijn, buiten tegenfpraak, doet zien, want op zodanige Lieden toch kan men geen vertrouwen ftellen, immers met zo lange zij van haare grove dwaling niet terug komen: deeze behooren allen, zo verre Vermogenden zijn .tot eene bepaalde en goede Contributie, en, wat de Minvermogenden betreft, uitgefloten of tot andere min vertrouwelijke dienften verpligt te worden. ao. Zouden hun niet admisfibel voorkomende zodanigen,die men Gemfans aveunoemt, of lieden, die geen ftaat van beftaan inde Maatfchappij hebben. 30. Zij, die, even als een groot deel van de ' gemeene hoop der Christenen, zich vóór, en in den jaare 1787, aan incivisme hebben  C Go ) fchuldig gemaakt, doorzit, , ^, ten behoe^ van h^^^ hVn betoonenZi R f0'0 ha"de" ^n,Zoian,ezLn PUbIikdnen « , ^tige zij door bJi kbaar« ui ■■ ^t tegendeel niet zuuJu W]Zetl dn n°g behoorden zij Biet . ' de"Vreede, 0f tot dat de (wfc " VesMZü,admisfibeJte ^r U"ege" Zij vertrouwen, dat dm». . 8» önietonaan.ena I; ,f hunne aaD»*n™ bereid U zodanige ^'Jn, en zijn gaar. ™.^8iiva„hrn;::~stntts- t^wijl zij daar aanbestzo ,7 T * «9 een Lijst Jog ^ """^ TO'*en, ^n, die bij de Xne ™ ™ tendzijn, zuUenfeta t''"6 g»M, als het groor b„i frfoons' te werk «nthet toeh dTn, ! S ^ TOrd«> ger, te zo ge„ datl ™ het Genfeenet r :êelle'"g*2aa"« ^e onwaardig zijn, of  r ft ) of niet kunnen toevertrouwd worden; of bij wien dezelve een gevaarlijk middel zoude zijn ter aankweeking van oude verdeeldheid,tweedragt, list, of verwarring, die op alle mogelijke wijze moeten geweerd worden. Zij verlaaten zich op de rechtvaardigheid haarer zaak, vleien zich met uwe billijke er. kentenis van dien, en wenfchen U allen Heil en Broederfchap. Uit naam der Commisfarisfen en Leden voorfz. jacob saportas, Pra/t. h. de h. lemon, SecreP*