MISSIVE Van PRESIDENT kn R.AADËN in öen hovë van HOLLAND en ZEELAND aan d e PROFI^ÏOXEELE REPRESÈNTANtiÈÜ van het VOLK van HOLLAND; „ iiOUDUSDÈ È E ji OnDËTAlLLEElLD PLAU li N CONCEPT PUBLICATIE M O R 1 1F 1 C A Tl E van het LEENSTELSEL* in den H A A G, *fct 'sLuuüs Drtukcty v«i ilyilatld.   Extraét uit de Decreeten der Vergadering van de provifioneele Reprcefentanten van het Volk vati Holland. Woensdag den 9 December 1759. I?ET EERSTE JAAR DER BATAAFSCHE VRTHEID. O invangen een Misïïve van de Pnefident en Raaden in den Hove van Holland en Zeeland van den 8 dezer, houdende, tot voldoening aan het Decreet dezer Vergadering van den 16 September laatstleden , het hier na volgende zeer gedetailleerd Plan, met eene daar by gevoegde Concept Publicatie op het voornel ten laatsgemelden dage in deze Vergadering gedaan, uit naam der Commisfie tot het opnemen der bezwaaren van de kleine Steden en het platte Land benoemd, wegens het Leenftelzel en wat daar verder toe behoord. Ftfft inferno. Waar op na deliberatie goedgevonden is, dac de voorfz. Misfive en Concept Publicatie, be« nevens hee Voorftel, onder de Notulea van deo 16 September en van heden , ten fpoedigsten zullen worden gedrukt , en vervolgens aan alle de Leden dezer Vergadering ter hand gefteld, Ccn einde deze Stukken te kunnen overwegen, h en  C * ) *n, op eenen daar toe te bepaalen dag, wegens dezeioo belangryke zaak, zoodanige befluiten te nemen, als de Vergadering ten meesten nutte van de Ingezetenen dezer Provintie zal oordee^ ien te behooren. Accordeert met de voorfchreven Decreetcn. Sur  (3) fURGERS REPRESENTANTEN! Onder de drukkende overblyfzels der Middel» eeuwen, en de treurige bewyzen der barbaarsheid van vroegere dagen, behoord zonder t«genfpraafc ook het Leenftelzel, 'tgeen, hoe men 't zelve ook moge befchouwen, alleszins ftrydig is met de verligte tyden, die wy thans beleeven, en regtftreeks aanloopt tegens eene redelyke vryheid en eene welbegrepene gelykheid. Geen wonder derhalven, dat ook dit fluk eene dier wezenlyke bezwaaren oplevert , die Gecommitteerde» wegens de kleine Steden en "t platte Land aan uwe Commisfie tot 't opne» men hunner klagten en bezwaaren benoemd, met allen ernst ter gunstige voordragt aan deze Vergadering hebben aanbevolen. Om aan deze billyke begeerte te voldoen, is dit ons voorflel ingerjgt, waarby wy aan Ulieden, Burgers Repraïfentanten , in bedenking geven, of niet, in navolging van 'tgeen reeds in de maand Maart laatstleden in 't nabuurig Gelderland wierd daar gefield, 't (luk der Leene» »en objeél van uwe deliberatien behaarde te worden. Het Provintiaal Collegie van Politie, Finantie en Algemeen VVelzyn , heeft in naam van de Provintiaale Vertegenwoordigers van het Volk van Gelderland by deszelfs belangryke Publicatie van z$ Maart, alle Leenpligt en dienstbaar» A s heii  (4 > heid van alle foorten van Leenen, Heeren — Abts — Vrouwen — en Ilofhorige- Goederen, of oftder wat naam de dienstbare öf zoogezegde fervile Goederen ook anders mogen bekend, zyn, ©nder zekere bepaalingen afgefchaft en vernietigd, en 't Huk van fchavergoeding , en andere arrangementen , dewelke niet de plano konden worden getermineerd, aan 't Hof van Juftitie Provintiaal gedemandeerd. Ons voorftel. bepaalt zig derhalvcn hier ook, of het deze Vergadering niet ten hoogsten nuttig en noodzakelyk zoude oordeelen, op gelyke v/yze het verwarde t'zaménftel van Leenen, als meede van alle Tyufen , Cyrifeu, Vróefieu Htenderpagten, als eene vrugtbare bronwel van verdeeldheden, pleitgedingen, en zoo veele nadeelige gevolgen daar uit voortfpruitende, in deze Provintie te annulleeren en te niortificeeren, en' aan Prjefident en Raaden van den Move te injungeeren , om binnen den tyd van twee maanden, of zoo veel eerder als zulks doenlyk zyn zal, aan Ulieden te exhibeeren een gefchikt Plan, volgens 't welke zulks op de beltenen regulierfte wyze zoude kunnen worden geëffectueerd , zonder dat den Lande of eenige particuliere Bezitters van Leenen, en andere bovenge. melde Jasten in hunnen wettig verkregen eigendom febade werde toegebragt. > 1 als mede alle- zoodanige fchikkingen op te gaven, welke 'ernoodig zullen, zyn na de converfie van Leenroerige , en andere als boven belaste Goederen, in vrye en allodiale Goederen, in agt te nemen , zoo met betrekking tot het geen de dispolitie over zoodanige Goederen voor het vervolg , als tea opzigte van reeds gepas feeri  ( 5 ) feerde Teftamenten of andere Aflens, concerteert, gelyk ook omtrent alle Provintiaale of andere onderhoorige of independente Leenkameren en derzelft Leenprothocollen of andere Registers. Met byvoeging van een Concept Publicatie tot dit alles relatief. Was geteekend, P. Gevers» A 3  < *) VRTHEW, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. BURGERS! Provifioneele Repraefentantea van 't Volk van Holland. w y hebben op den 22 'September laatftiedeu bekomen Ulieder Decreet van den 16 daar bevooreus, ten geleide van eene Copie van zezer voorllel, door of uit naam vau de Comis. fie tot het opnemen der bezwaaren van de kleine Steden en het platte Land benoemd, ten zeiven dage aan Uwe Vergadering gedaan, tendcerende om, op gelyke wyze als in de Provintie van Gelderland was gefchied, het verwarde famenftel van Leenen, als mede van alle Tynfen, Chynfeu, Vrouw- en Hoenderpagten, als, eene vrugtbaare bronwel van verdeeldheden, pleitgedingen, cn zoo veele nadeelige gevolgen daar uit voortfpruitende, in deze Provintie te annulleere» en te mortiflceeren; en aan ons te injungeeren, om binnen den tyd van twee maanden, of zoo veel eerder als zulks dcenlyk zoude zyn, aau Ulicden te exhibeeren een gefchikt Plan , volgens het welk zulks op dc beste en regulierste wyze zoude kunnen worden geëffectueerd ; zonder dat den Lande of eenige particnliere Bezitters van Leenen en andere bovengemelde.Lasten in hunnen wettig ver- lcree-  ( 7 ) kregen Eigendom fchade wierde toegebragt; als mede alle zodanige fchikkingen op te geven , welke nodig zouden zyn, na de converüe van Leenroerige en andere als boven belaste Goederen in vrye en alloiiale Goederen, in acht te nemen, zoo met betrekking tot het geeue de dispofitie over zoodanige Goederen voor het vervolg, als ten opzigte van reeds gepasiecrde Testamenten of andere Aftens concerneerde, eelyk ook omtrent alle Provinciale of andere, onderhoorige of independente, Leenkamereu en derzelver Lcen-Prothocollcn of andere Registers; met byvoeging van eene Concept Publicatie tot dat alles relatif. — En by welk voorgemelde Decreet Uwe Vergadering had goedgevonden en verftaan Copie van de voorfchrevea Voordraet in onze handen te ftellen, en ons aan te fchryven, om dien conform bmnen twee maanden aan Uwe Vergadering een zoodanig gelchikt Plan, als daar by was bedoeld, te iuppediteeren, en het daar by verder gerequircerde tevens over te leggen. Alvorens zeiven onze gedagten te laten gaan «over deeze zaak, waar in bet Interest van het semeene Land zoo merkelyk was geconcerneerd en tot welker naauwkcurige behandeling kundigheden van verfchillendeu aart fcheenen verdicht te worden, hebben wy gemeend, dat het raadzaamst was, het zelve Decreet en Voordragt voor af te ftellen in handen van den Advocaat Fiscaal van de Domeinen ocezer Provintie, ten einde den Hove daar omtrent van zyne fchriftelyke Cdnfi'dfifatión te dienen; bet welk dan ook daor denzelvcn is gefemed by eene ample en gedetailleerde Memorie, w« van wy de eer zullen hebben dén voornaamste!! A 4 en  ( 8 ) eta fubftantieelen inhoud,naar aanleiding van het Plan van behandeling het welk wy ons in dezen hebben voorgefteld, aan uwe Vergadering voor te dragen. ° Jntusfchej! moeten wy de vryheid nemen om voor af deeze en geene refle den aangegaan. Even tog als het aan een ieder eigenaar vryftaat zyne goederen in eens en voor eenen zekeren en eigenlyk gezegden koopprys aftellaan,  even zoo zeer behoort denzelven ook te worden gekten de bevoegdheid om dezelve goederen aan een ander voor eenea langen tyd of voor altyd uit te geven, onder lïipulatie van eene losbare of onlosbare jaarlykfche rente of Chyns, i yns, pagt of Canon, of welke andere benaming ook aan zodanige recognitie mogt gegeven worden; of eindelyk onder zoodanige andere conditiën, als hy zelve goedvind, en waar over hy met den Kooper of Erfpagter kan overeenkomen. Eu zodanige Contracten eenmaal aangegaan, en daar door een'reëelc Last op het goedgelegd zynde, is er ook geen'reden uit te denken, waarom de betaling van dezelve Lasten niec altyd zouden blyven voortduren, daar dezelve uit niets anders voortfpruit, dan uit de overeenftemmmg der beide origineele CoHtractanten, en uit de Conditiën waar op de ontilbaare goederen respectivelyk zyn uitgegeven en aangenomen , even op dezelfde wyze als zulks nog dagelyks zoude kunnen plaars hebben. Ondertusfchen zal het niet ondienffig zyn op dit respect te remarqueeren, dat, in aanmerking van de moeielykheid en incommoditeit welke 'er voor de Posfesfeurs van zoodanige vaste goederen veel al gelegen was , om de geringe pagten, daar van verfchuldigd, telkensten gezetten tvde, op de Comptoiren van 's Lands Rentmeesters te bezorgen, mitsgaders van de incouvenienten welke 'er dikwils fprooten uit het verkoopen of verderven van zoodanige goederen, zonder das de nieuwe Po?fesfeurs van dezelven van de voorfcttreyen lasten behoorlyk waren verwittigd• dat, zeggen wy, ten einde hieromtrent aai^de Ingezetenen eenigzins te gemoet te komen, be-  ( 4 ) bereids by Placaat van de gewezen Startten van Holland in dato den 27 September 1658 ten aanzien van de Cynfen, Tynfen, lloendergelden, Erfpagten, Grondhuuren en diergelyke lasten, welke wegens deeze goederen aan den Lande zyn verfchuldigd, is gefratueerd, dat dezelve tot zekeren pryzeh , by het gemelde Placaat genoemd, zouden kunnen worden afgekogt ; welke gelegenheid tot afkoop door het verminderen van de daar op gefixeerde pryzen, nog eenigzius meer is gefaciliteerd by het nader Placaat van dezelve Staaten in dato 16 Juny 1703. Dog hier by zoude het dan ook ten dien opzigte voor het tegenwoordige, naar onze gedagten, kunnen blyvenj Terwyl wy wyders in allen gevallen van oordeel zyn, dat, by aUlien al by uwe Vergadering mogt worden goedgevonden , om ook daar omtrent eenige nadere verandering te maaken, zulks van de thans Voorhanden zynde materiej te weten de Mortificatie van het LcenfLlfel, volftrektis alïeen , en daar van ten eenemaal zoude kunnen en moeten blyven gefepareerd. ■ Onze tweede preliminaire reflexie betreft het Leenftelfel zelve, en de meerdere of mindere noodzakelykheid of gepastheid en nuttigheid van deszelfs affchaffing en vernietiging, op zig zelve befchouvvd. De Advocaat Fiscaal fustineert by zyne voorgemelde Memorie, dat het Leenftelzel, zoodanig als het zelve in deze Provincie plaats heeft, niet is van dien aart, dat de welftand van den Lande deszelfs vernietiging zoude vorderen ; en hy remarqueert , ten dien einde, in fubftantie het navolgende: Voor eerst, dat onder de Holland*  C M > landfche Leenen thans geene tegte of kwaaie Leenen meer worden gevonden, maar dat dezelve thans allen zouden zyn goede of onverfierfelyke Erfleenen, Waar in wel, zoo als bekend is, op eene andere wyze als in allodiale goederen word gefuccedeerd, maar welke echter nimmer aan den Leenheer komen te vervallen, ïen zy, wanneer de Leenman, zonder eenige Bloedverwanten hoegenaamd na te laten, komt te overlyden, ten welken opzigte dezelve in zoo verre met alle allodiale goederen volkomen gelyk ftaan ; Dat wyders het regt tot verval- verklaring uit hoofde van verfmading van, of ontrouw teegen, den Leenheer thans nooit plaats had, en federt de affchaffing der Confiscatien zwaare teegenfpraak zoude te ontmoeten hebben ; — en eindeiyk dat uit Llollandfche Leenen thans al mede geene Heeren- Vrouwen- AbtsDrosten- Hof-dienden of andere foortgelyke be* zwaaren kwamen te volgen of gevorderd wier* den. Wanneer men deeze poincren in het oog houdt, fchynt daar uit zekerlyk te volgen , dat het Leenftelzel in deeze Provintie niet zoo bovenmaaten bezwarend is, als daar over wel eens ge. dagt wordt, en. men uit de eigenlyke, dog althans in deeze Provintie meer en meer afgefleten en buiten gebruik geraakte, grondbeginfels van het Leenregt oppervlakkig zoude kunnen vermoeden; als mede dat, in allen gevalle, het Leenftelfel, zoo als het zelve thans nog in deeze Provincie fubfisteert, in verre na zoo drukkend of bezwarend niet is , als in andere Provinciën, waar de overblyfzels van die grondbeginfelen fterker fchyaen te hebben blyven plaats behouden. Het  ( 15 > . liet is egter aan den anderen kant niet ligt te ontkennen , dat het bezit van Leengoederen eenigzins meer bezwarende is, dan dat van allodiale Goederen, en hier toe brengt de Advocaat Fiscaal (wiens Memorie van Coniideratien wy ten opzigte van deeze aanwyzing kortelyk zullen volgen) het verderven van de Leenen alleen op één hoofd, zoodanig dat, by voorbeeld, een oud» fte Zoon, op wien eenig Leen by Affterven van zynen Vader vervalt, het zelve vooruit na zig neemt, zonder, ten zy het zelve een nieuw Leen mogt zyn, daar van eenig restoir te doen, —— de noodzakelykheid voor den fuccesfenr feudaal om , by affterven van den vorigen Leenman , daar van op nieuws verley te verzoeken, en de kosten daar meede gepaart gaande, — de: noodzakelykheid omme dat verley binnen em bepaalden tyd te moeten vragen, of anders te moeten recurreeren tot een nog kostbaarder verzoek van reliëf. —— De vernieuwde kosten, waaneer de Leenman ten tyde van het op hem gedaane verley minderjarig is geweest, als wanneer hy, by zyne meerderjarigheid, de voof hem gedaane hulde in perfoon of door gemachtigde gehouden is te confirmeeren, en eindelyk de onbevoegdheid om over Leengoederen by Uitterfte Wille te mogen disponeeren zonder het obtineeren van een kostbaar Oclroy. By deeze opgenoemde bezwaaren zouden zekerlyk naar ons inzien nog wel eenige andere kunnen gevoegd worden, dog, voor zoo verre al zommige van die bezwaaren niet door de bezitters der Leengoederen kunnen worden verzagt of voorgekomen, zoo fustineert de Ad- v©.  C i den Advocaat Fiscaal gevonden een voorflag daar toe tendeerende, om den LeenpUgt te comm.utécren in een verfterfpagt, zoodanig, dat de tot hier toe leenroerig geweest zynde goederen Wel zouden worden geconverteerd in allodidal, en daar over, zoo onder de leevenden als by intterfte wille, vryelyk en op'dezelvc wyze zoude kunnen werden gedisponeerd, mitsgaders daar in ab inteftato even zodanig worden gefuccedeerd , als ten opzigte van alle andere allodiale goederen dagelyke plaats heeft; dog dat, zoo dikwils als dezelve goederen, het zy door handeling onder de levenden, het zy door fucccsfie of by verfterf, van eigenaar kwamen te veranderen, als dan daar van zoude moeten verzogt worden een Tranfpprt- of Verfterfspagts-Brief, en daarvoor zoude moeten werden betaald een Verfterfpagt; welks niontant men zoude kunnen fixeeren op zoodanig quantum, als men, naar evenredigheid van het verlies , aan Heergewaden, Hofregten , Inkomften op het Middel van de Zegels of andere profyten , thans by den Leenheer genoten wordende, zoude oordeelen te behooren, behoudens egter de faculteit voor de bezitters dier goederen , om de verpligting tot het telkens betaalen van zoodanige Verfterfpagt in ééns af te kopen, en daar door dezelve goederen volkomen yry te maaken. By de eerfte befchouwing fchynt deeze voorflag zekerlyk wel eenige avantage te belooven , om dat aan den eenen kaïtt daar door compleet zoude worden weggenomen de differentie tusfehen allodiale regten en Leenregten in de verhandeling en wyze van fucccsfie der vaste goederen , en aan den anderen kant eene matige Verfterfpagt vry wat minder drukkende zoude zyn voor de bezitB 4 ters  ters der regengenwoordige Leengoederen , dart de betaling van eene aanzienelyke forn van penningen in eens of in korte terrny.nen. Dog wy durven egter den gemelden voorflag niet aanpryzen als een middel, ' om alle de inconvenienten, die de tegenwoordige Leenroerigheid veroorzaakt, compleet weg te nemen; Immers, door het introduceeren van dit middel, zoude een perpetueele last blyven liggen op de goederen aan dien Verfterfpagt gefubjecteerd, zoo lang niet de bezitters vrywillig verkozen dezelve af te kopen, _ de onfplitsbaarbeid dier goederen zoude daat door blyven voortduqren, zoo wel als de betrekking tusfchén de hoofdbenen en agtcrleenen, of, zoo als men het dan zoude moeten uitdrukken , tusfchén die goede, ren, welker eigenaars het regt zouden hebben om dien Verfterfpagt van andere goederen te trekken , en die , welke zoodanige VerfterfpagS aan andere goederen of derzelver eigenaars zonden moeten prjefteeren. De iriconvenientén, welke uit dat alles, in meerderen of minderen graad, voortfpruiten, zonden dus mede blyven voqrtduuren ; en , daar de bepaling van een Verfterfpagt zckerlyk veel hooger zoude moeten zyn , dan de kosten die thans een Verley met zig brengt, zoude deeze last wel ligt op den duur" als meer drukkende en onéreus voor de goederen kunnen worden aangezien, dan de tegenwoordige Leenroerigheid zelve. Wy zouden daarom vermeenen , dat het beter is , wanneer men tot de Mortificatie van het Léenftelfel overgaat, dezelve alsdan zoo compleet te doen , dat daar door de Leenroerig ge-  ( as ) geweest zynde Goederen aan geen anderen pefpetueelen Last fubjett bleven. En als dan zouden wy vermeenen, dat de mortificatie van het Léenftelfel zoude behooren te beftaan, in eene totaale vernietiging van het Leen-Contract en in een allodializatie van de tot hier toe Leenroerig geweest zynde Goederen, zoodanig, dat dezelve Goederen daar door voor het vervolg zouden komen te worden van ' denzelven aart en natuur, als of dezelve altyd allodiaal en nimmer Leenroerig waren geweest. Dit principe eenmaal gelegd zynde, zoo vloeyt daar uit van zelve voort , dat omtrent dezelve Goederen alle Leenregten daadelyk zouden cesfeeren, en dezelve, het zy gecombineerd, het zy gefplitst, ter volkomene en vrye keufe van den Eygenaar, zouden kunnen werden belast of gealieneerd, mitsgaders daarover zoodanig en in dier voegenby uitterfte wille worden gedisponeerd, of ook daar in ab intestato zoude worden gefuccedeerd , en eindelyk dezelve tusfchén de refpective Erfgenaamen in dier voegen zouden kunnen worden gedistribueerd en verdeeld, als in en omtrent alle andere allodiale Goederen vermag te gefchieden en gebruikelyk is. Alleenlyk moeten wy hier nog met een woord remarqueeren, dat, vermits het tydftip,waar op de Converlie van Leen in Allodiale plaats gryp't, om veele redenen precrfe/yk dient bepaald te zyn, en echter de Publicatie, waar by het Léenftelfel word vernietigd, niet overal op den zalven datum kan werden afgekondigd, wy daarom zouden verm,eenen, dat het best was, daar b 5 °y  ( *6 ) hy een tyd te fixeeren , van wanneer dezelve zoude beginnen effect te hebben ; welke by voorbeeld zoude kunnen werden gefield op io a 12 dagen, na den datum waar op dezelve word gearresteerd. Hier mede hebben wy dan reeds gezegd waar in, naar onze gedagten, de mortificatie van het Léenftelfel zouden dienen te beftaan, dog ons refteert nog te onderzoeken, hoe generaal dezelve zoude behooren te worden geëxtendeërd ? En hier omtrent zouden wy vermeenen, dat dezelve zig zoude behooren te 'extendeeren tot alle Leengoederen hoegenaamd, in deeze Provintie gelegen zynde , en mediate of immediate van dezelve releveerende. Ten opzigte van de Hoofdleenen is dit buiten bedenking, en ten opzigte van de Aüterleenen is zulks mede eene volftrekte noodzaakelykheid, aangezien het is een onfeilbaar principe in het Leenregt, dat geen Agierleenen kunnen fubfifteeren , zonder een Hoofdleen waar van dezelve relevecrcn. Wyders zal het niet ondienstig zyn te. remarqueeren, dat, wanneer wy by deeze onze Misfive fpreken van Leen-Goederen , wy daar door niet alleen verftaan Corpora immobilia, zoo als Huyzen, Landen en diergelyke , maar dat wy daar onder ook pasfim begrypen allerlye regten, welke, het zy gecombineerd met vaste Goederen, het zy afzonderlyk, te Leen zyn uitgegeven, ten dien effecte namelyk , dat door de modificatie van het Leenftelzel wel niet die regten zeiven worden weggenomen, maar de Leenroerigheid daar van zoude worden af- ' ge-  ( *7 ) gefchaft, en dezelve alzoo in allodiule Regten zouden worden geconverteerd. Twee Objecten zyn 'er oudertusfchen , waar omtrent het in den eerden opilag cenigzins be* denkelyk zoude kunnen voorkomen , of da mortificatie van het Léenftelfel (al wicrd dezelve voor het overige ingevoerd) daar omtrent voor als nog wel in werking zoude behooren gebragt worden , namelyk de Tienden en de Tleerlykheeden. Men dient namelyk ten deezen opzigte in het oog te houden, dat de affchaffing der Leenrotrigheid, en de converfie van de Leenroerige Goederen in Allodiaal, niet anders gefchied dan tegeneen fchavergoeding en geforceerden afkoop» te~ prxsteeren door die geenen welke de Leenroerige Goederen of Regten thans bezitten ; van welke fchavergoeding wy by ons derde en vierde poinct zullen moeten handelen. En wanneer men dan daar by in acht neemt, dat' bereids by Decreet van Uwe Vergadering van den 31 July laatstleden aan eene Commisfie, ingevolge eene vorige Publicatie daar toe geordonneerd, is gedemandeerd het onderzoek, of het billyk, regtvaardig, en raadzaam zoude zyn, de fiendens af te fchaffen; en zoo ja, pf de Tiendbefiers behooren fchadeloos gefield te worden , -— dat dit onderzoek door Ulieden is gevorderd, ten einde in ftaat te zyn, om aan de aanftaande Nationale Vergadering een Plan te kunnen fuppediteeren , van de wyze , op welke dezelve Coromisfie zoude vermeenen dat voor het vervolg, ten opzigt van het Tieudr regt, zoude behooren te wordeH gehandeld; — En dat her dierhalven, op dit oogenblik, nog tefl  ( 28 ) ten eenemaal onzeker moet geacht worden, of deTiendregten zuHen blyven fubfifleeren, ja dan neen, en zoo neen, of de TiendhefFers daarvoor zullen fchadeloos gefield worden, ja, dan neen; Zoo fchynt het eene onbillykheid te zyn, dat men van de heffers van Leenroerige Tienden thans zoude afvorderen eene afkoop voor de Convertie van derzelver Leenroerigheid in Allodiaal, op het zelfde tydftip waar op nog onzeker is, of niet diezelfde Tiendregren gautfeh en al zullen worden vernietigd en of, en welk, dedommagement daar voorwin dat geval, zal geprresiecrd worden? Op dezelfde wyze, of nog fterker, geldt dit ten aanzien van de Heerlykheden ; want by Uliedcr Publicatie van den 6 Maart deeaesjaars is bereids virtualiter vernietigd het regt der Heeren om de Stedelyke of Dorps regeeringen te kiezen , en het zelve aan de Ingezetenen overgelaten , waar door van zelfs komen te vervallen de voordeden , welke de Eigenaars der Heerlykheden bevoorens uit de aan (telling van Schouten, Secretarisfen, en diergelyke Ambtenaaren kwamen te genieten; En" zoo wel omtrent deeze als andere regten en voordeden de Ey gen aars der Heerlykheden bevoorens geCpinpetecrd hebbende, is, by dezelve Publicatie, alleenlyk overgelaaten aan eene Nationale. Conventie, om de voordeden uit dezelve Heerlykheden próvenieerende,voor zooverre die met de Regten van den Menfch en van den Burger niet ten eenemaal zyn ftrydende , aan de Eigenaars dérzelvè toe te kennen, of om daarvoor een billyke fchavergoeding te bepaalen. En het fchynt dus al mede eene onbillykheid  ( 29 ) heid te zyn, om van de Eigenaars der Heerlykheden te vorderen een afkoop in Geld voor de Couverfie van de Leenroerigheid hunner Heerlykheden in allodiaal , op het zelfde tydllip , waar op zy zeiven nog geenzins zyn fchadeloos gefield voor het gemis van die Rechten en Voordeden, waar van zy thans niets meer profiteeren , en waar op het tevens nog onzeker is, welke van de overige Voordeden , uit dezelve Heerlykheden proflueerende , hen al of niet door eene Nationale Conventie zullea worden toegekend. Deeze bedenkingen worden ook by de Memorie van den Advocaat Fiscaal gemaakt, en wy konnen geenzints ontveynzen, dat dezelve ons ten uitterften gegrond zyn voorgekomen, ten opzigte van het poinct der fchavergoeding, welke aan den Leenheer, wegens de Converfie van de Leenroerigheid in Allodiaal, auderzins zoude moeten geprsesteerd worden ; En dat wy ©ok daarom vermeenen, dat van het pr-xsteeren der fchavergoeding, waar van wy by ons Derde en Vierde poinct zullen handelen , de Tienden en' Heerlykheden voor als nog zouden moeten worden uitgezonderd. Dog voor het overige zoude egter, naar ons inzien , de mortificatie van het Leenftellel ook op de Tienden en Heerlykheden kunnen geappliceerd worden , ten dien effecte namenlyk , dat van nu af aan de Tieudregten, zoo lang dezelve nog fubfifleeren , mitsgaders de Heerlyke regten, voor zoo verre dezelve nog aanweezig zyn; en ten opzigte van de zulke, welke reeds vernietigd zyn , de exfpectance tot fchavergoeding deswegens, zouden worden Allodiaal, en  ( 3° ) en ais zoodanig inter vivos zouden kunnen en moeten worden verhandeld , mitsgaders by aflyvigheid van de tegenwoordige Bezitters of Getegtigden erveri en verdierven. Ten opzigte van de Heerlykheden heeft de Advocaat Fiscaal by zyne voorfz Memorie nog wel gemaakt eene andere bedenking , kortelyk daar uit refulteerende, dat door de Leenroerigheid der Heerlykheden de fuperioriteit van de Hooge Overheid over dezelve eenigzins meerder fcheen te worden geconferveerd, en Dezelve te meer gelegenheid had , om tegen alle misbruik en inkruipingen, byzonder ten aanzien van de exercitie der hooge en laagc Jurisdictie, te blyven waaken; waarom dan ook de voorbeelden van Heerlykheden, welke als Allodiaal waren uitgegeven, of van Leen in Allodiaal geconverteerd, niet dan ten uitterften zeldzaam waren; zoo alsook, waarfchynelyk om deze zelfde reden, by de Staats Rèfolütie van den 12 Maart 1722, waar by aan de Bezitters van alle andere Leenroerige Goederen de faculteit was gegeven om dezelve, tegens betaling van zekere tantième van derzelver waarde, te doen allodialifeeren, de Heerlyke Goederen uitdrukkelyk waren uit* gezonderd. Dog welke nuttigheid deze maatregel ook moge gehad hebben, in het fysthema van het jus publicum onder het voörig Gouvernement, fchynt dezelve ons thans overtollig te zyn, om dat, by Uwlieder voorgemelde Publicatie van den 6 Maart dezes jaars, het regt, bevoorens aan de Iieeren der Heerlykheden gecompeteerd hebbende, om de Regeeringen te verkiezen, en dus hunne exercitie der jurisdictie in de daad reeds  reeds is vernietigd; en het ons, in aanmerking van de thans geadopteerde principes , ten eenemaal onwaarfchynlyk voorkomt , dat het zelve immer weder zoude herfleld worden. Onze gcdagten blyven dan daar op nêerkomen, dat de mortificatie van het Léenftelfel , by aldien dezelve thans geïntroduceerd wierd, zoude kunnen geappliceerd worden op allerley Leenroerige Goederen en Rechten binnen deze Provintie gelegen zynde of geëxerceerd wordende, en mediate of inmediate van dezelve releveerende. Dog deze omfchryving gebruiken wy, om dat wy meenen, dat 'er tweederley andere foorten van Leenen zyn , waar toe de mortificatie van het Léenftelfel, wanneer het zelve alleen by de provinciale Regeering geintroduceert wierd, voor het tegenwoordige niet wel zoude kunnen worden betrekkelyk gemaakt, te weten : Voor eerst, de Leenen in deze Provintie gelegen, dog niet van dezelve releveerende. En ten tweeden, de Leenen wel van deeze Provintie releveerende, dog buiten deszelfs Territoir gelegen zynde. Wat de eerstgemelde foort van Leenen betreft , vinden wy by de Memorie van den Advocaat Fiscaal gemeld, dat veelvuldige Tien* den en andere Goederen in deeze Provintie worden ter Leen gehouden van de Capittels in Utrecht en andere Leenhoven, ja dat zelfs deeze Provintie Vafal is van de Prouintie. van Gelderland, van Utrecht, en van de Paoostdye van St. Maria te Utrecht , en andere , wegens aloude Dommiale Goederen en Tienden in deeze Provintie. Ten  < 32 ) Ten opzigte var) zoodanige Goederen is hêi dierhalven zeer bedenkelyk, of het Couvernement van deze Provintie het regt heeft om te vernietigen het Contract feudaal tusfchén de Posfesfeurs van dezelve Goederen, (onder welke het gemeene Land van deeze Provintie zelve moet gefield worden) en zoodanige buitenge* zetene Leenheeren fubfifteerende.. ' En de prudentie fchynt althans niet toetelaaten, dat zulks gefchiede , zonder dat bevoorens getenteerd zonde zyn , of de geinteresfeerde Provintien daar mede zouden genoegeu nemeil. Bovendien behoort men ook nog in het oog te houden, dat, wanneer de mortificatie van het Léenftelfel ten aanzien van de Leengoederen in Holland gelegen, en van Holland gereleveerd hebbende, gepaard gaat met fchadeloosftelling, door of wegens dezelve Goederen aan hét gemeene Laud te prtefteeren, als dan daar uit tevens volgt, dat by de applicatie van de* Zelfde mortificatie van het Leenftelzel op de Goederen in Holland gelegen , dog. van andere Provintien, of Leenkamers in andere Provintien s gereleveerd hebbende, als dan in allen gevalle deswegens niet wel eene evengelyke fchavergoeding zoude kunnen worden geweigerd aan dezelve andere Provintien , of de Corporatien tot welke zoodanige Leenkamers behooren. Wat de andere uitzondering aangaat, namenlyk ten opzigte van de Leenen van Holland releveerende, en elders gelegen zynde, (waar van volgens de Memorie van den Advocaat Fiscaal mede veelvuldige Voorbeelden voof handen zyn ) zouden 'er' waarfcbynlyk wel geene ob-  ( 33 ) ©bftakcls zyn , dat deze Provintie dezelve Goederen zoude kunnen verklaaren voor Allo'diaal, en alzoo van haar regt van Leenheerfchapi over dezelve Goederen afzien; doch het Gouvernement van deze Provintie zoude het niet in haar vermogen hebben, om zig desvregens fchadeloosftelling te bezorgen; en de allodialifatiie van dezelve Goederen zoude alzoo een puur verlies zyn. De mortificatie van het Léenftelfel dierhulven omtrent de Goederen welke in de eene Provintie gelegen zyn , en van eene andere Provintie releveeren , kan niet wel anders Worden geëffectueerd, dan door een onderling arrangement tusfchén de refpective daar by geinteresfeerde Bondgenooten, of door de Nationale Conventie zelve. En wy ontveinzen dan ook niet dat wy (onder anderen) hier op hebben gedoeld , wanneer wy by het Hot van onze laatfle preliminaire reflexie zeiden, dat de mortificatie van het Léenftelfel in het tegenwoordig tydflip en door eene provinciale maatregel niet anders dan gebrekkig zoude kunnen gcfchieden , en wanneer wy daarom de verfchuiving van dezelve tragtten aan te raaden. Hier mede Burgers Reprefentanten ! houden wy ons eerste poinct voor afgehandeld , en wy gaan over tot orfs tweede voorgeftelde poinct, namelyk, om te onderzoeken wat men by de Mortificatie van het Léenftelfel zoude behooren in acht te nemen , met opzigt tot reeds aanhangige procedures, reeds exfteerende gevallen en reeds ge~. pas/eerde uiterfle wils dispofïtien? De Mortificatie van het Léenftelfel, wanneer dezelve geïntroduceerd wierd, zoude notoirlyk C ge-.  C 34 ) gelyk fhati, niet met eene verklaring van het geene reeds bevoorens regtens is geweest, maar met ée introductie van eene gantsch nieuwe wet, met opzigte tot de goederen waar over hier word gehandeld. Ze moet dierhalven geenzins op het voorledene te rug werken, maar alleen een rigtfnoer zyn voor het toekomende, en daar uit vloeit al aanftonds, buiten eenige bedenking , voort, dat niet alleen alle overgang van Eigendom uit hoofde van het erkende Leenregt gefchied, en alle Contracten en handeliugen, conform het Leenregt gepasfeerd, moeten blyven Van kragt en waarde, maar' dat ook alle Transactiën en Sententien , waar by eenige differenten uit of over het Leenregt zyn getermineerd, moeten blyven Hand houden en effect forteereiii Meer bedenkelyk zoude men het kunnen öordeelen, welk effect de Mortificatie van het Léenftelfel zoude behooren te hebben op deze óf gene nog aanhangige Procedures: by voorbeeld, waar in de fufteuuc van een der parthyen berust op het Leenregt 4 of op de Leenroerigheid van eenig goed; en het dierhalven dubieus zoude kunnen fchynen , of de tusfchén gekomene Mortificatie van het Léenftelfel op de decifie der zaake van eenige influentie zoude moeten zyn. Dog wanneer wy in acht nemen, dat eene rechtelyke uitfpraak niet zoo zeer dient om iemand een regt te doen geboren worden , het welk hy bevoorens niet had, als wel om te verklaren welk regt hy bevoorens reeds heeft gehad, en wat hem dienvolgende moet gepresteerd worden , zoo ftaan wy geen ogenblik *' in  C 35 ) in twyffel om 'te advifeeren, dat de Mortificatie van het Léenftelfel ook daar in geenzins behoort te rug te Werken , maar dat dezelve procedures, voor zoo veel het voorledene aangaat, als nog conform de principes van het Leenregt zouden moeten en behooren te worden gedecideerd. £n, gelyk de grond van dit ons begrip' niet gelegen is in de toevallige aanhangigheid van de procedures zelve, maar op de exfiftentie van het regt, tot Welks adjudicatie de procedures gemoveerd zyn, anterieur aan de Mortificatie van het Léenftelfel, zoo aarfelen wy mede niet dm te declareeren, dat, naar ons be grip, alle gevallen, welke voor dato van de Mortificatie van het Léenftelfel geëxfteerd hebben , als nog conform de principes van het Leenregt zouden moeten worden beregt en gedecideerd, zonder eenig onderfcheid of deswegens bereids procedures zyn geëntameerd óf niet; zoodanig, dat de tusfchén gekomelieMortificatie van het Léenftelfel niemand zoude maaken van beter of erger conditie, ten opzigte van al dat géne, het welk vóór dezelve Mortificatie is gebeurd, en van de effecten en gevolgen daar uit, volgens de principes van dat zelve Léenftelfel, voortvloeiende; En. zulks eenvoudig om deze reden, dat niemands eens verkregen regt door eene nieuwe opgekomene wet aan hem behoort te worden ontnomen, of gediminueerd. Indien dierhalven dit ons begrip gejuftificeerd Word, dan moet, by voorbeeld, wanneer een bezitter van eenig Leengoed vóór dato van dè Mortificatie van het Léenftelfel inteftatus is C t over-  C 30) overleden, deszelfs Leengoed gecenfeerd worden gedevolveerd te zyn niet op zyne gezamenlyke Erfgenaamen, maar op zyuen fuccesfeur feudaal, met alle die gevolgen en effecten, ten aanzien van de overige Erfgenaamen, en met opzigt tot de verdceling des Doedels, als het Leenregt plagt mede te brengen. Dog hoe zal het moeten gaan, wanneer een bezitter van Leengeed wel is geftorven, na As, Mortificatie van het Léenftelfel, dog nalatende eene uitterfte wils dispefitie, welke voor dato van die Mortificatie is gepasfeerd geweest, en waar by hy, of ten opzigte van zynen gantfchen Boedel en Nalatenfchap, zoo Leen als allodiaal, of alleen over zyne Leengoederen, of alleen over zyne allodiale Goederen, of een gedeelte van dezelve, deze of gene befchikkingen heeft gemaakt gehad; en hoe moet er in dat geval ten aanzien van de gewezen Leenen worden gefuccedeerd? volgens het gemeene regt? of volgens het Leenregt ? Naar ftrictheid van regten zoude zekerlyk, in dat geval, ook ten opzigte van de gewezen Leenen, moeten worden gefuccedeerd volgens het gemeene regt, en niet volgens het gemortificeerde Leenregt, en zoo zoude waarfchynlyk elk Regter, by aldien daar omtrent geene expresfe voorziening gefchiedde, de zaak decideeren; alzoo het regt tot de Erffenis van een Testateur geboren word niet op den tyd wanneer hy zyne dispolitie maakt, maar op den tyd wanseer hy dezelve met den dood confirmeert. Dog daar in zoude egter, in de voorgeftehle gevallen, een groot inconvenient kunnen gelegen zyn; want de dispofitie van den overledenen heeft  C 37) heeft berust op «te onderftelling, dat ia zyne •Leengoederen volgens het Leenregt zoude worden gefuccedeerd, en daar naar heeft hy zyne fchikkingen gemaakt, welke hy misfehien, zonder zulks, nimmer zoodanig zoude hebben ingerigt. En men zegge niet, dat een Testateur, de Mortificatie van het Léenftelfel vernomen hebbende, zyne fehikkingen des goedvindende zoude hebben kunne» veranderen , want dit kan nagelaten zyn uit onkunde of verkeerd begrip van de nieuwe wet, uit de onaangenaamheid van nieuwe kosten te maaken , uit ziels of lighaams onvermogen , uit zorgeloosheid, uit gebrek aan raad, aan gelegenheid, en duizend andere omftaudigheden, welke in het gemeene leven dagelyks plaats hebben. Intusfchen zoude dan wel worden gefuccedeerd volgens de uiterlyke Letter van de uiterfte wils dispofitie, maar dikwils zeer tegens de eigenlyke intentie van den Overledenen. Het zoude ons daarom voorkomen, best met debillykhcid boftaanbaar te zyn, dztfwf de Mortificatie van het Léenftelfel, deswegens tevens eene uitdrukkelyke voorziening wierd gedaau. En daar, ten opzigte van de voorkoomende gevallen, oneindig veele variëteiten kunnen plaats hebben, welke het onmogelyk is alle te distinguee'ren, zouden wy vermeenen, dat het raadzaamst was, in het generaal, te ftatueeren, dat, wanneer eenig bezitter van Leengoederen wel kwam te overlyden na dato van de Mortificatie van het Léenftelfel, dog bevonden wierd voor dien tyd te hebben gepasfeerd eene uiterfte wils dispofitie, als dan ten opzigte van de interpretatie en het effect van dezelve dispofitie, als mede ten opzigte van de wyze van fuccesfie in dezelve LeengoeC 3 "de-  C 38) deren, en verdeeling des boedels,in alle poinéten welke by dezelve dispofitie niet uitdrukkelyk waren bepaald, als nog zoude moeten gevolgd worden het Leenregt, en zulks zonder onderfcheid, of dezelve dispofitie mogt contineeren eene univerfeele beftelling over den gantfchen boedel en nalatenfchap, dan of dezelve alleenlyk eenige particuliere fchikkingen over eenig gedeelte van des overledens boedel of goederen kwam te behelzen; des egter, dat, om dit geftatueerde jipplicabel te doen zyn, de Leengoederen by den overledenen bereids zouden moeten zyn bezeten geweest vóór dato van dezelve dispofitie, als mede dat dezelve dispofitie zoude moeten bevonden worden ten tyde Van het overlyden ook nog eenig ander effect te forteeren. Met dit geavanceerde, Burgers Reprefentanten! vermeenen 'wy genoegzaam te hebben voldaan aan de confideratien by het tweede poincl voorgefteld ; en wy treden dan toe ter behandeling van ons derde poinct, namelyk op wat •wyze men zouden kunnen en behooren voer tt komen of te vergoeden de fchade, welke het Gemeene Land door de vernietiging en affchaffing van het Léenftelfel zoude koomen te lyden?. Men gevoelt ligtelyk dat deze vraag eigenlyk fpecteert die Leenen of Hoofdhenen, welke inmediaat van deze Provintie worden te Leen gehouden ; want, wanneer dezelve worden geconverteerd in allodiaal, zoo komen er geene verleven, geene praaftatie van manfchap of Hulde, geene relieven wegens de verzuiming daar yan, geene octroyen ad testandum meer te |as. En liet Qemeene Land verliest dierhalve» de  ( ) de profytcn welke daar voor on. ' *Wng van Heergewaden, Hofregtcn, ut ;||g|| denominatien plagteu te worden betaald, &elyk ook de inkomften op liet roiddd van de Zegels, welke tot de voorfz. verzoeken en dc daar op te vallen dispolitien , met de gevolgen en aankleven van dien, moesten worden geëmployeerd. Er dient dierhalven by de Mortificatie van het léenftelfel te worden gezorgd, dat het Gemeene Land wegens dat gemis worde fchadeloos gefield,- en daar- het zig van zelvs wyst,dat de ontheffing van deze lasten directelyk zoude komen ten voordeele van de bezitters der Hoofdleenen (onder welke benaming wy voortaan mede comprehendeeren de iïmpele Leenen, en alzoo daardoor veritaan alle Leenen welke geen Agterleenen zyn) in opzigt dat dezelve daar door zouden worden gelibereerd niet alleen van de voorfz. pecunieele bezwaaren, maar ook van de gantfche qualificatie van Leenroerigheid , waar van de Effecten en gevolgen altyd over het algemeen voor meer of min onereus en belemmerend moesten worden aangezien , en dierhalven, door de bevryding daar van , dezelve Leengoederen ia waarde moeten komen te ryzen; zoo fchynt de billykheid allermeest mede te brengen; dat deeze fchadeloosflelling worde gepresteerd door de Bezitters dier Leenen zelve. Ondertusfchen is het prxcife quantum van die fchade zekerlyk, althans voor ons, moeyelyk te begrooten. By eene Refolutie van de gewezen Staaten van Holland, in dato den 15 Tuny 1619, vinden wy, onder anderen, vastgefteld, dat men voortaan gene onveriierffelyke Erfleenen zoude doen C 4 ver*  C-40> veranderen m Allodiaal, dan met goede kennisfe van zaaken, en na voorgaande advis van de Rekenkamer ; en mits betalende, ten profyte van den Lande, een derdepart van de juiste waarde van dien, zonder minder. Dog men fchynt te' dier tyd nog een zeker gewigt te hebben gefield in de confervatie der preëminenticn, welke het Leenheerfchap geacht wierdt aan den Lande aan te brengen : en de gefleldheid der tyden deedt ook dat poinct toen ia de daad nog van een vry wezenlyk belang In later tyd, namelyk by de bekende, en hier vooren reeds aangehaalde, Staat» Refolurie van den ia Maart 172a, betoonde men hier in viy wat meerder faciliteit, en men gaf aan een iegelyk bezitter van Leengoederen de bevoegdheid om dezelve te doen converteeren in Allodiaal; mits maar betalende tien percent van de regte waarde derzelve ; wordende alleenlyk de heerlyke goederen daarvan uitgezonderd, niet als of men daar voor een hoogcr afkoopprys begeerde,, maar om dat men, zoo het fchynt, derzelver Leenroerigheid afcictfotelyk wilde confervceren. Deze begroeting van tien percent zonde dierhalven wel fchynea ten dezen eenigerraate tot bafis te kunnen dienen, als vermoedelyk ingericht zynde, aan de eene zyde, naar de calculatie welke men zal hebben gemaakt van het verlies, het welk het Land door de converfie van Leen in Allodiaal kwam te lyden, en, aan de andere zyde, naar bet Interest het welk men prefumeerde dat de Bezitters der Leengoederen jn die converfie zouden ftellen; zoo als dan ook, op dit laatfïe refpect, de ondervinding geleerd heeft, dat door  ( 41 ) door veele Bezitters van Leengoederen van de aangebodene converiïe op den voet van de voorzeide Refolutie is gebruik gemaakt; fchoon anderen egter zulks niet hebben verkozen. Dog wy zouden nogtaus vermeenen, Burgers Reprsefentanten! dat by de mortificatie van het Léenftelfel, en ten opzigte van de daar by te ordonneerene fchavergoeding , de voorzride bafis niet wel anders dan met eene merkelyke verzagting en vermindering zoude kunnen worden geadopteerd. Men behoort tog hier omtrent in het oog te houden, dat de afkoopprys van tien percent by de voorfz. Refolutie dle'cnlyk bepaald wierd, voor de zoodanigeu welke vrywillig,. ongedwongen , en uit eigen beweging, de couverfie hui.ner Leengoederen in Allodiaal zouden komen te begeeren; dog dat in tegendeel de thans te fixcerene fchavergoeding door a'.lt bezittters van Leenen abfolutelyk en in allen gevallen zoude moeten werden betaald, zonder dat zulks van hunne genegenheid zoude afhangen. Een iegelyk dierhalven, die de afkoopprys by de Refolutie 'van 172a bepaald, voor zig, of voor zyn Leen, te hoog oordeelde, of niet in de gelegenheid was om de comptante penningen daar toe benodigd op te brengen , kon zig van die couverfie abftinceren, en behoefde daarvan geen gebruik te maken ; dog thans zoude een iegelyk moeten verplat worden, de gebuteerde fchuvergoeding op te breugeu, het zy hy dezelve te hoog oordeelde, en vrywillig de couverfie tot die prys zouje begeerd hebben, dan niet; en het zy die opbrct.ging hem gemakkclyk viel, of len eeticmual èngejegeri was; en het ge,n dus Cs " liLt  C 4* > jiiet de minfle hardigheid involveerde by de Re* folutie van 1722 , zoude thans eene regtvaardige reden van klagten kunnen geven. Befchouwt men in den zelfden fmaak de zaak aan den anderen kant, zoo kon de Leenheer ? by de Refolutie van 1722, met volkomen regt zoodanige af koopsprys op de converfie bepaalen, als hy zelfs goed vond; en, al vvaare die af koopsprys eens, over het algemeen, te hoog ge«ordeeld geweest , zoo kon zig niemand daar over beklaagen , om dat niemand verpligt was, daarvan, tegen zyn wil, gebruik te maaken, en de acceptatie van die voorgeflagen conditie van den vryenwil van een iegelyk Leenman afhing. Dog, in het tegenwoordige plan, is het de Leenheer zelf welke die converfie begeert, en dezelve tot eenen bepaalden prys zoiide doen Hand grypen, mogelyk wel tot genoegen van deze en gene Leenmannen ; maar misfchien tfit ongenoegen en tegen de begeerte van- anderen. En al is het dat deze vernietiging van het Leen-contract op begeerte van den Leenheer, die zig daar toe bedient van zyne fouveraine magt, kan gedefendeerd worden door de publicque utiliteit, en dat mede de billykheid vordert, dat het Gemeene Land deswegens eenigfints fchadeloos worde gefield, zoo behoort egter de bepaling van deze fcbadeloosltelling in dat geval zoo gemodereerd te zyn , dat dezelve, zonder bezwaar, door de bezitters der Leengoederen kan worden gedragen, en dat zy zig deswegens niet hebben te beklaagen. Eindelyk komt by dit alles nog, dat deze mortificatie van het Léenftelfel thans juist zoude voorvallen in een tyd, waar in nog kort te vooren zwaa-  ( 43 ) zware en extraordinaire belastingen zyn geheven , en waar in het numerair ten uitérften fchaar§ js; en, hoe zeer zulks wel eenigzins fchynt te ftrekken tot voordeel van de bezitters der Leengoederen , in zoo verre daar door zoude worden veroorzaakt, dat dezelve Leengoederen thans op laager prys , dan wel anders , zouden worden getauxeerd, zoo fchynt nogtans deze proportie niet te zullen kunnen opwegen tegen de moeielykheid en ongelegenheid, welke het actueel voor veelen in heeft, om buitengewoone fonrnisfementen van comptante penningen te moeten opbrengen. liet is dan ook om deze coufideratien dat wy aan uwe Vergadering zouden voorflaan , om de voorfchreven fchadeloosftelling althans niet hoger te bepaaien dan op agt percent van de regte waarde der Leengoederen, te betaalen in agt jaren tyds, en dus geduurende de agt eerstkomende jaaren elk jaar een percent,zoodanig egter dat het aan een bezitter van Leengoederen zoude vry ftaan , om voor den vervaltyd van den eerften termyn de verpligting tot deze fuccesfive betnlin. gen in eens af te kopen, in welk geval de proportie zoude fchynen te vorderen, dat men als dan genoegen nam met zes per cent. Met opzigt tot de wyze van aeftimatie zouden wy vermeenen, dat, met eenige weinige veranderingen en de nodige byvoeginge, na genoeg zoude kunnen worden gevolgd de'Staats-Refolutie van den i April 1723, zoodanig namelyk, dat de tauxatie zoude móeten gefchieden door den Schout en twee van den Gcregte van de plaats waar de goederen gelegen zyn, welke daar van door den Secretaris zouden moeten doen formeerea en vervolgens perfoonlyk onderteekenen, mitsgaders  (44 ) de-rs dcor den Secretaris doen onderteekenen, een declaratoir of acte van tauxatie , gefchrevcn op een Zegel van zes fti.ivers, met eene daar h vervatte onifchryving van de getauxeefde goederen volgens den laatften verley -brief ,hcm ten dien einde door den bezitter te exhibeeren, eii in dezelve acte van tauxatie met dag en datum te noemen , mitsgaders met .opgaave van de waarde «vaar op zy dezelve goederen hebben getaux-erd onder expresfe verklaring , op den Eed by den aanvang van hunne bediening gedaan, dat zy dezelve tauxaiie hebben gedaan opregtelyk, en naar bun beste weten, zonder guiistofongunst, vriendfchnp of vyandfehap, zoodanig als zy in gemoede hebben geoordeeld dezelve goederen waardi> te zyn; *» Deze originecle acte van tauxatie zoude moeten dienen om door den Secretaris te worden overgezonden aan den hier r.a te melden Hoofd. Ontvanger; dog zoude nog boven dien daar van te gelyker tyd moeten worden geformeerd een Duplicaat, in alles geconftitucerd als de origineele, om onder den Secretaris te -blyven berusten ; en eindelyk eene copie authenticq, om aan den geenen, ten wiens behoeve de tauxatie gefchied is , te worden fcfgegeye» tot zyn narfgr terwyl wyders zoude kunnen worden bepaal' dat voer dit siles, door de gantfche Provincie' zonder onderfcheid van Znider-of Noorder! quanier, zoude moeten worden betaald, te weten, van ieder perceel verfcheiden liggende zonder dezelve te mogen fplitzen, aan den Schout tien Huivers, aan de twee Leden van den Geregie te fameu twaalf duivers en aan dga.  C AS ) den Secretaris twintig Huivers, midsgadcrs de kosten van de Zegels zonder meer. Terwyl niet te min aan zoodanige Leenbezitters, welke zig by dezelve tauxatie mogten oordeelen te wezen bezwaard, zoude behooren vry te fiaaa, om, binnen zekeren tyd, deswegens te doleeren en redres te verzoeken by het Com. mitté van Algemeen Welzyn, het welk dferhal'ven zoude dienen te worden gequalificeerd, om daar op als dan te disponeeren zoo als het zelve zoude oordeelen te behooren. Voorts zoude het naar onze gedagtcn, om vecle redenen, meest voegzaam zyn, en tot menagement van veelerlei kosten en inconveinenten, zoo voor den Lande als voor de particuliere Ingezetenen, kunnen dienen, wanneer tot den ontvangst van deze febadeloos Helling wierden gequalificeerd de relpective Secrctarisfen van elke Stad, Dorp of Ban, en, op plaatzen waar meer Secretarisfen zyn, die genen welke daar toe door de politicque Regering van zoodanige Plaatzen worden verkozen, die dan ook tevens zouden moeten worden geëmployeerd tot het gene wy hier voren nopens de tauxatien gezegd hebben. Dog vermits, tot eene reguliere en ordentely> ke behandeling van zaaken, in deze materie, insgelyks; volftrektelyk zal worden vereischt de gelegenheid , om ter refpective Leenkamers te kunnen na fpooren, welke Leenen van deze Provintie releveeren , en waar in dezelve beftaan , en daar toe , behalven het onbelemmerd acces tot dezelve Leenkamers , nog mede word gerequireerd eene genoegzame kunde en ondervinding van de wyze waar op de zaaken aldaar plagten te wor-  ( 46 ) worden behandeld, en de Prothocollen en Regis-" ters te worden gehouden, zoo fchynt het insgelyks noodzaakelyk te zyn, dat uit de perfoonen, welke aan de drie Hoofd- Leenkamers dezer Provincie, ("te weten de Hollandfche.Leenkamer, de Leenkamer van Brederode, en die van Vianen) geattacheerd , en van het werk aldaar het meeste au fait zyn, worden gekozen drie rcfpective Hoofd-Ontvangers , te weten ieder ten reguarde van de Leenen, welke van zoodanige Kamer gereleveerd hebben, met welke rcfpective Hoofd-Ontvangers de voorn. Secretarisfen in alles concurrent zouden dienen te werk te gaan , en door welke zy tot den ontvangst en invordering van de voorzeide fchadeloosftelling, ieder in zyn Diftrict, behoorlyk zouden rooetui worden in flaat gefield, zoo door het fuppediteeren van de nodige lysten der Leenen, welke in elk Diftrict waren geiegen geweest , als door het geven van alle verdere nodige elucidatien. En zoude dan tevens dienen te worden be- . panld , dat de refpective Secretarisfen van hunnen ontvang en uitgaaf behoorlyke rekening en verandvvoording zouden moeten doen, aan, en van tyd tot tyd hunne geincasfeerde penningen moeten fourneeren onder, de voornoemde HoofdOntvangers, welke op hün beurt daar van wederom rekening en reftitutie zouden moeten doen aan het Gemeene Land. Voor welk alles, zoo aan de refpective Seeretrtrisfen als aan de voornoemde HoofdOntvangers, zoude kunnen worden toegelegd eene matige belooning, per cents gewyze naar rato van hunnen ontvangst te berekenen ; en •in-  C 47 ) Omtrent al het welk wyders, tot cené regelmatige behandeling van zaaken, en fecuriteit van den Lande , de verdere nodige voorzieningen zouden behooren te worden gedaan by eene feparatè Inftructie, in welkers preciefe details egter, als buiten den gewoonen kring onzer kundigheden en ondervinding zynde, wy ons ten dezen niet verder zullen begeven , niet twyfelende of uwe Vergadering zal liever verkiezen deswegens in te nemen de confideratien van zoodanig ander Collegie , als tot welks departement en werkzaamheden diergelyke zaaken meerder kunnen geacht worden te behooren. Wy hebben nogtans eenigzins moeten bedagt zyn op de middelen van conftrainte tegens zo. danige bezitters van Leengoederen, welke nalatig zouden worden^ bevonden om dezelve goederen te doen tauxeeren, of, om het geene zy volgens die tauxatie verfchuldigd zouden wezen aan den Lande op te brengen. De Advocaat Fiscaal, die by zyne te meermalen gemelde Memorié van confideratien zig hadgepra;figureerd, dat het montant der fchadeloosllellwig zoude moeten bepaald blyven op denzelfden prys, waar op voorheen de Allodialifatie van Leengoederen, aan de des begeerenden, verleend wierd, en dus op tien per cent van derzelver regte waarde, dadelyk in eens af te betaalen.; was daar by tevens van opinie, dat het middel van conftraincte zoude kunnen beflaan in eene verklaring en ordre, dat ieder bezitter van Leen-Perceelen , welke nalatig bleef om de voorfchreven tien per cent ten gelixeerden dage te komen veldoen, tea eeuwigen dage zoude verpligt zyn ieder vyfde jaar te betaalen één per ceut van de regte waarde van  < 4») van zoodanig Leen-perceel , zo» als het zelve als dan geregtelyk getauxeerd zoude zyn , waar toe de gebrekigen als dan paraatelyk zouden geëxecuteert worden; en dat boven dien als dan geene verdere afkoping van dien last zoude plaats hebben, dan op een nader aan de Regeering te doen verzoek en favorable dispofitie, eu als daYt egter niet, zonder den geheelen tienden penning op nieuws te voldoen, terwyl het reeds betaalde in geene aanmerking zoude komen. Dog even als wy hier vooren hebben getoond, omtrent het quant urn der fchadeloosflelling en den tyd en wyze van voldoening van het zelve, in gantsch andere gedagicn te zyn gevallen; even zoo min kunnen wy ons conformeeren met het voorgeftelde middel van conftraincte op zig zelve befchouwd ; om dat daar uit notoirlyk zoude voortvloeien , dat de Bezitters van Leen - perceelen , welke of onwillig , of onvermogend , of nalatig waren om de geordonneerde fchadeloosHelling op zynen tyd te voldoen, het daar door wederom in effecte in hunne magt zouden hebben, om dezelve perceelen, in plaatze van de afgefchafte Leenroerigheid , en zeer tegen den waaren geest van dezelve affchaffing, te fubjecteeren aan een nieuwen perpetueeien last , voor welks rigtige invordering het Gemeene Land of de Leenheer continueel zoude moeten zorg dra* gen; en dus ook, tegens her emploi van dat middel van conflraincte, dezelfde of byna gelyke redenen exiteeren , als tegens de commutatie van den last van Leenroerigheid in een verfterfpagt, waar vaa wy hier vooren hebben gefproken. Wy oordeelen dierhalven, dat men op eenig ander middel van conltraincte dient bedagt te zyn 5  C 4S>) zyn; en wanneer het montant der fchadeloosftelling , op zig zelvs befchouwd , op eenen moderaaten voet gereguleerd word, zoude men tot dje invordering daar van dadelyk kunnen emploieeren dat zelfde middel , het welk tot de inning van 'sLands lasten gebezigd word, nameiyk dat van parate executie, mids maar met dezelfde alzins heilzaame en noodzaakelyke discretie gebezigd wordende, wÈfar mede het zelve in andere materiën is ingevoerd: En refereeren wy ons wyders ten dien opzigte , om onnodige rcpetitien te vermyden, tot hét plan door ons by de hier nevens gevoegde project Publicatie opgegeven , waar omtrent wy alhier alleenlyk nog moeten remarqueereu, dat wy begrepen hebben, dat, met uitzondering van het regt van parate executie, de cognitie over de qucestien en differenten, welke Wegens dezelve invordering zouden komen te ryzen , zoo veel mogelyk op de ordinaire wyze én by de ordinaris Juftitie dienden re worden behandeld ; zoo om dat hier geen qutestie is van een eigenlyke fchatting, of impofitier., die door de Ingezetenen tot behoud van 'sLands Finantfen moet worden opgebragt, maar alleen Van het invorderen van een fchadeloosftelling, waar omtrent het Gemeene Land meer loco privati moet geconfidereerd worden, als om dat ons zulks noodzaakelyk toefcheen, uit hoofde, dat de quaestien en differentien, welke in deze zouden kunnen ondlaan, al dikwils van die duisterheid en difficulteit zouden kunnen zyn, dat daar omtrent de gelegenheid tot eene volledige defenfie, en compleet onderzoek, niet inoeielyker behoord te worden gemaakt. D Voos  C 50 ) .Voer het overige kan uit al liet geene wy bereids over deeze materie gezegd hebben genoegzaam werden afgenomen, dat wy den voorzeiden last van fchadeloosftelling befchouwen ais een reeele last, liggende op de geallodialifeerde goederen zelve; en, gelyk men in dit gantfche plan moet fupponeeren, dat de waarde der goederen door de allodiaiifatie gerekend zal zyn naar dezelfde proportie, als het montant van den aeor. donneerden last van fchadeloosftelling bedraagt* fchynt het ook niet onredelvk te zyn , dat het verband, het welk liet Gemeene Land daarvoor op dezelve goederen heeft, worde geprefereerd verklaard, boven alle andere, het zy anterienre het zy posterieur^, euhet zygeneraale of fpeciaalê conventioneele of legaale verbanden , of hyp0theecquen : Uit dit zelfde principe vloeit ook al verder voort, dat deze last moet komen voor rekeningvan die genen, die van het voordeel der allodiaiifatie eigeulyk komen te profiteeien, en dus voor rekening van de eigenaars: ook dan, wanneer het ufutruct van den eigendom geiepareerd is; als mede, dat, indien deze last heeft moeten betaald worden van eenige goederen met fideicomcommis belast, de betalers het regt behooren te hebben, om, by het exfteeren van het cafus fideicommisfi, het uitgefchotene van de fideicommisfarisfen te rug te vorderen; en eindelyk, dat in de gevallen, waar van wy hier vooren hebben gefproken, namelyk, zoo wanneer een bezitter van eenig Leengoed was komen te overlyden , vóór dato van de te doene Publicatie, ofwel na dato van dezelve Publicatie, dog nalatende eene uitterfte wils dispofitie, voor dato van dezelve ge-  ( 5i ) gepasfeerd, deze last zoude moeten komen privativelyk voor rekening van dien genen , die,het zy ex testamento, het zy volgens het Leenregt, in het Leengoed komt te fuccedeeren, zelfs zodanig , dat, wanneer en voor zoo verre deze belasting bereids door den overledenen, het zy geheel, oftendeele, mogt zyn betaald geworden, de fuccesfeur in het Leen behoord gehouden te zyn om het montant van dat betaalde ten behoeve van de gemeene Erfgenamen in den Boedel in te brengen, zonder onderfcheid, of door hem daar en boven wegens de fuccesfie in het zelve Leen restoir moest gefchieden of niet. En hier mede zouden wy van dit derde poinct kunnen affcheiden , ware het niet dat wy nog met een enkel woord dienden te obferveeren, dat van dit gantfche poinct van fchadeloosftelling voor het tegenwoordige nog zouden behcoren te werden uitgezonderd de Tienden en Heerlykheden , en dat de deliberatien daar over zouden dienen te worden' gereferveerd, tot dat omtrent die beide poincten eene finale refolutie zal wezen genomen, en zulks, om de redehen welke daar toe bereids, by de behandeling van ons eerde poinct, zyn geallegueerd, en waar toe wy ons mitsdien ten dezen kortheids halven zullen refereeren ; alleenlyk hier nog by voegende, dat, wanneer wy van Heerlykheden fpreken , wy daar door mede verftaan en daar onder begrypen de vaste goederen en regten, welke tevens met de Heerlykheden zyn uitgegeven, en daar mede tvt hier toe een ongefplitst Leen hebben blyven uit* msaken, alzoo de waarde van die goederen en regten veel al van die combinatie dependeert, en dus niet wel afzonderlyk kan worden getaxeerd, D a *o«  C 5* ) zoo lang het onzeker is wat ef van de regten der heerlykheden worden zal. Wy gaan dan nu over tot ons vierde poinct, namelyk om te onderzoeken , op wat wyzs men zoude kunnen en behooren voor te komen of te vergoeden de fchade , welke de bezitters van Leenen , door de affchaffing en vernietiging van het Léenftelfel, zouden komen te lyden? - Een bezitter van Leenen , als Leenman of Vafil befchouwd zynde, lydt eigenlvk, in de tegenwoordige gefteldhcid van zaaken, door de mortificatie van hat Léenftelfel geen fchade, maar verkrygt daar door veel eer voordeel , alzoo zyn goed van deze en gene lasten word ontheven: en het. nadeel, het welk uit de mortificatie van het Léenftelfel voortvloeit, treft in tegendeel alleen den Leenheer. Dit is het geval in alle fimpele Leenen, waar van gene Agterlcenen releveeren. En dit is op dezelfde wyze het geval , in alle Hoofdleenen, voor zoo verre namelyk het Hoofdleeu moet befchouwd worden als pasfive Leenroerig, en deszelfs bezitter als Vafal of Leenman van de Provincie. Dog een bezitter van een eigenlyk gezegd Hoofdleeu, dat is van een Leen waar van Agterleenen releveeren , is wederom Leenheer ten reguarde van dezelve Agterleeuen, en het is in die quahteit dat hy, op zyn beurt, ook fchade lydt door de mortificatie van het Léenftelfel , alzoo hy daar door verliest alle die avnntages en voordeden, welke in dat opzigt aan zyn Hoofdleen waren geaccrocheerd. Het gene nu, hier in, een verlies is voor den bezitter van het Hoofdleen , is wederom een even  C 53 ) eves zoo groot profyt voor de bezitters der Agterlcenen, en behoort dus door dezelvcn aaa den bezitter van het Hoofdleen te worden vergoed. Dog zoo billyk als deze regel is , in de befchouwing, zoo moeielyk is het daar aan in de pruCtycq een behoorlyke rigting te geven. Ten dien opzigte dienen wy voor af aan te merken, dat de bepaling van agt per cent in agt jaaren, of van zes per cenr in eens, welke wy by ons voorgaande poinct ten opzigte van de Hoofdleenen hebben .voorgeflagen , ons voorkomt ten reguarde van het poinct, het welk wy thans behandelen, van gene applica ie te kunnen zyn.. Voor eerst toch heeft deze bepaling berust op de gegronde onderftelling, dat de afkoops prys van tien per cent, waar voor by de Staats ■ Refolutie van 1722 de allodialifatie was vry gelaten , en welke wy begrepen dat i:i eene geft-r.ceerde fchadeloosftelling eene zekere vermindering behoorde te ondergian, eenigermate was gecalculeerd geweest naar het verlies, het welk het Gemeene Land, als Leenheer, door de converfie van Leen en Allodiaal , kwam te lyden , door het gemis van Heergewa.rdeu , Hofregten en andere van tyd tot tyd voorvallende profyten, mitsgaders van de inkomften van het middel op de Zegels. Dog de profyten van een Agterleenheer verfchillen zek^r zeer veel van die van het Gemeene Land , byzonder althans ten opzigte van de inkomlten op het middel van de Zegels, als welk object, ten opzigte van een Agterleenheer , in het geheel niet exftecrt. Aan den anderen kant fchynt een Agterleenheer wederom iets meerder d 3 by  C 54 ) by de mortificatie van het Léenftelfel te zullen verliezen, ten aanzien van het regt van verval by affterven van den Agterleenmaq, zonder Bloedverwanten, alzoo dit regt voor den Agterleenheer geheel weg raakt, daar het zelve voor het Gemeene Land in de daad blyft fubfifteeren , om dat zulks even zeer in Allodiale als in Leengoederen plaats heeft. Dog boven dien is 'er nog eene anderereden, waarom het byna ten eenemaal ondoenlyk fchynt, eene generale cynofure te beraamen op het montant der fchadeloosftelling voor de Allodialifatie van de Agterleenen , door derzelver bezitters aan dien van het Hoofdleen te. doen. Want hier omtrent dient men wederom in het oog te houden, dat het 'er verre van af is, dat de uitgiften van Leenperceelen allen op dezelfde conditiën zouden gefchied zyn; daar'er in tegendeel zeer veele Leenen exfteeren, welke daar in van den genieenen regel afwyken, en deze of gene fpeciale conditiën behelzen, ■meestal ten voordeele van den Leenheer en tot dcsavantage van den Vafal ; en niet onwaarfchynlyk heeft deze variëteit nog veel meer plaats in de Agterleenen, dan in de Hoofdleenen. Ten opzigte nu. van de Hoofdleenen is dit verlies voor het Gemeene Land zoo confiderabel niet, in de proportie van de gantfche fom, welke het Gemeene Land voor de Allodialifatie van alle de Hoofdleenen zal komen te ontvangen , en is dus niet groot genoeg, om, daarom , in de algemeene inrigting van de wyze van fchadeloosftelling , verandering te maaken. Dog  ( 55 ) ■ Dog ten opzigte van Agterleenen, zoude liet voor den Agterleenheer eene zeer groote hardigheid en enorme fch'adè kunnen opleveren, wanneer een Agterleen door hem op byzondere en voor hem avantagoufe conditiën 'uitgegeven zynde, door de bepaling van eene gencraale cynofure, voor een geringen prys, zoude kunnen geallodialifeerd worden. De begrooting der fchadeloosfielling , door de bezitters der Agterleenen aan dien van bet Hoofdleen te doen , fchynt dus eerder te zyn een object van onderlinge fchikking, of van een decifie, ten opzigte van elke byzondere zaak. Dog, gelyk minnelyke fchikkingen niet altyd kunnen worden getroffen , zoo fchynt het ook voor al niet raadzaam te wezen om diergelyke qua:stien aan een eigenlyk gezegde regterlyke uitfprnak over te laten; want langs dien weg zoude eene menigte Ingezetenen, hunnes ondanks , werden geëntraineerd in langwylige en kostbare procedures ; of tot vermyding van derzelver onaangenaamheid, en ten einde niet misfchien het ganfche montant der fchavergoeding daar door gcabforbeerd te zien, genoodzaakt worden om van hun goed regt in dezen af te ftaan; om nu niet te zeggen, dat dit poinct van fchavergoeding in deze materie zeer moeielyk in judicio contradicterio tot een zeker quaiitutn zou kunnen worden gefixeerd, en zelfs uit dien hoofde een veel beter en gefchikter object uitlevert voor een andere foort va.n aïftimatie extcquo et bono, dan voor een eigenlyk gezegde regterlyke tiitfpraak. Het is, in confideratie van dit een en ander, dat wy, op dit refpect, niet beter hebben weD 4 te»  C 56 ) ten uit te denken, dan het volgende of een diergeJykplan, te weten: Dat de refpective Agterlefnheeren zouden verpligt worden, 0m , wan r zy var, hunne Agterleenen van de bezitters derzelve wtlden vorderen , als dan binnen zekeren tyd" by^ voo-beeld, binnen een Jaar en zes weeken zig by requeste te addresfeeren aan uwe Vergade! k°rte om,'dll'y™g van dezelve Agte leenen met opgave van het montant van de (cnadebosftelhng welke zy meenden te kun n vorderen en de fummiere gronden, waar op zy d e berekeumg by zig zeiven hadden gemaakt, en niet verzoek dat dezelve fchade by ulieden finaal mogt worden getauxeerd; da vo geus uwe Vergadering diergelyke requeste» geliefden te ftellen in handen van' den S 7 adv)s' e» dat Hof zoude gehouden zyn öaar op te ordonneeren eene comparitie van de fupphamen met de geinteresfeerden , ten einde in de eerfte plaats te tenteeren of parthyen daar over niet in der minne zouden kun«en worden verëenigd; en, wanneer zulks niet mogt gelukken a6 dan , na ^ f ^ cognitie van zaaken , dezelve fchade te tauxee, ren, mïtsgaders de termynen van betaling ^ar gelang van de grootheid der fom of ande' re omftaiJigheden , te reguleeren in dier voegen, als het Hof redelyk en billyk zoude oordeelen; zodamg egter, dat het Hof deswegens met zonde uubrengen eene finale deci/ie , maar deszelfs gedagten zoude moeten vervatten in een adv,s aan uwe Vergadering, welke vervolgens op de geprefenteerde requesten finaal zoude dis-  C 57 ) dispo'neeren , zoodanig als dezelve zoude oordeelen te behooren. Terwyl wy wyders vermeenen, dat, ten gelyken einde , zoude behooren te worden vastgefteld , dat aan dien genen, die zodanig appoinctement van tauxatie van uwe Vergadering had geobtineerd, daar op zoude competeren het regt van parate executie. En refereeren wy ons wederom, om in geene redites te vallen , ten opzigte van de verdere uitbreiding van dit plan , aan de hier nevens gevoegde Project-Publicatie» Voor het overige appliceeren wy omtrent de* ze fchadeloosftelling, door de bezitters der Agterleenen te doen, al dat gene, 't welk wy by ons voorgaande poinct gezegd hebben, ten opzigte van de fchadeloosftelling, door de bezitters der Hoofdleenen aan het Gemeene Land te doen , zoo ten opzigte van deszelfs gepriviligieerd verband, mitsgaders de perfoonen voor welker rekening dezelve moet geacht worden te komen, als omtrent de provifioneele uitzondering van Tienden en Heerlykheden. Dog de verfchillende aart en wyze van deeze fchadeloosftelling vereischt nog eene andere voorzorg, welke by ons voorgaande poinct niet, of immers niet in diervoegen, is te pas gekomen. Men gelieve namelyk in het oog te houden, dat , volgens het tot hier toe opgegeven plan, de Mortificatie van het Léenftelfel dadelyk zoude hebben dit effect, dat terltond, en van het oogenbhk van de Publicatie af aan, (of eigenlyk van di-en tyd af aan welke daar by zoude worden gefixeerd, dog die maar weinige D„f5 da-  C 58) dagen van den datum van -het arresteren der Publicatie zoude komen te verfchillen) de gewezen Leengoederen zouden worden allodiaal; waar uit dus ook voortvloeit , indien hier omtrent geene voorziening word gedaan, dat perceelen, welke by dezelve acte van uitgifte te famen en in ééns ter Leen zyn uitgegeven, dadelyk by handeling onder den leven, den, of by verderf, zouden kunnen worden gclplitst. Ten opzigte van de fimpele of Hoofdleenen, wegens welke de fchadeloosftelling ann den Lande moest gcprtcfteeïd worden, maakt dit, zoo 't ons voorkomt, geen merkelyk inconvehierit, om dat het montant van dezelve fchadeloosftelling zoude worden berekend per cents ge wyze naar de waarde der goederen; welke berekening even zoo wel kan gefchieden ten opzigte van elk van die goederen afzonderlyk, als ten opzigte van alle de zelve gecombineerd • terwyl het voords zelfs uit de principes van het gemeene regt fchynt te volgen, dat, zoo ras de tauxatie eenmaal gecombineerd en in eene fomma gefchied is, alle de goederen• of gedeeltens van goederen onder die tauxatie begrepen ,fchoon daar na gefplitst of verdeeld wordende, nogthans elk voor het volle montanc dier gedaane tauxatie individueel verbonden blyven. Dog met opzigte tot de fchadeloosftelling, welke van wegens de Agterleenen zoude moeten geprajfteerd worden , is eene nadere precautie nodig. Het montant. van deze fchadeloosftelling tog zoude zig, naar ons Plan, niet reguleeren per cents gewyze, maar zoude door het Hof, of ddor uwé  ( 59 ) mve Vergadering, worden gefixeerd, naar maate van de meer of min ayautage.ufe conditiën van de uitgifte. Wanneer nu deze agterleenen konden gefplitst worden voor liet uitbrengen van de tauxatie, zoude daar dcor zekerlyk aanftonds een nierkelyk inconyenient worden veroorzaakt, alzoo men zig terftond verlegen zoude vinden, met de bepaling, hoedanig aandeel elk perceel of gedeelte in die gantfche fchadeloosftelling zoude dienen te dragen. En wy vermeenen daarom dat, ten opzigte van de Agterleenen, zoude behooren te worden geftatueerd , dat dezelve niet zouden kunnen of mogen worden gefplitst voor dato van de tauxatie, op poene, dat, zulks gefchied zynde, sogtbaps de tauxatie over alle dezelve in eene masfa zoude gefchieden, en dat, voor het montant daar van , alle de gefplitfte perceeleu of gedeelten , ieder in folidum, zouden wezen verbonden. Eindelyk kunnen wy van dit vierde poinct niet affcheiden, zonder nu nog eene reflexie te maaken, relatief zoo wel tot dit als tot ons voorgaande poinct, met opzigt tot de provifioneele uitzondering der Tienden en Heerlykheden, in het fnik der fchadeloosftelling, welke anders aan den Lande, of aan de agter-Leenheeren , wegens derzelver allodialifatie , zoude moeten worden geprafteerd. Wy achten deze uitzondering, voor het tegenwoordige, noodzaakelyk, om dat wy overtuigd zyn dat de billykbeid en regtvaardigheid dezelve abfolut komen te vorderen, in den onzekeren ftaat van exfiftentie, waar in zig de ge- noem-  ( 6o ) noemde goederen bevinden; en wy meenen dat de deliberatie da:ir over dient te worden ttitgefteld, tot dat over derzelver lot in bet algemeen de eene of andere fïnaale befchikking zal zyn gemaakt, welke be'fchikkingcn nogtbans' door uwe' Vergadering aan de Nationaale Conventie zyn overgelaten. Inttisfchcn beihjan misfchien verre de meeste en verre de aanzienelykfte Leengoederen in deeze Provincie , zoo wel de Simpele en de Hoofdleenen, als de Agterleenen, juist of in Tienden of in Heerlykheden cum annexiS. • En wy laten dus gaarne aan de overweging van uwe Vergadering over, welk merkelyk inconvenient het wederom ten deezen opzigte uitleevert, dat de Mortificatie van het Léenftelfel bereids op dit moment zoude in werking gebragt worden, en intusfchen de fchadeloosftelling ten aanzien van de voorfchreven beide objecten zoude moeten in deliberatie blyven , en hoe verre veel preferabeler het in allen opzigte zoude zyn, wanneer deeze poincten fimul en femel konden worden gearrangeerd? Wy komen eindelyk tot ons vyfde en laatfte poinct, namelyk om te onderzoeken, hoedanig ■men-tegenwoordig zoude dienen te handelen met de continuatie of vernietiging der respective Leenkamers , en met de Registers of Prothocollen aldaar berustende? Ten opzigte van de Provinciale Hoofd-Leenkamers, en dus de Leenkamer van Holland, die va;, Brederode en die van Vianen, zouden wy van gedngten zyn, dat dezelve nog voor eenigen tyd zouden behooren te worden aangehouden. Dit heeft, in de eerfte plaats, in het algemeen,  C 6i ) meen, eene zekere nuttigheid, om dat veele Ingezetenen een wezenlyk belang zullen hebben om aldaar deze of gene nafpooringen te doen, en Copieu of Extracten van deze of gene Hukken te ligten; waar toe de gelegenheid niet zoo gemakkelyk kan worden verfchaft, wanneer de geheele lultitutie van de Leenkamers dadelyk wierd vernietigd, en de meenigvuldige Registers en Prothocoüen aldaar berustende of zonder opzigt bleeven, of in andere handen , dan die dezelve gewoon zyn te behandelen, wierden overgebragt. En in de tweede plaats fchynt het aanhouden van de Provinciaale Leenkamers, by provifie, eene volftrekte noodzakelykheid te zyn, wanneer uwe Vergadering met ons in het begrip valt, dat de Mortificatie van het Léenftelfel zich thans nog niet kan extendeeren tot die Lee* ten, welke wel van deeze Provincie releveeren, dog elders gelegen zyn; om dat als dan, namelyk ten opzigte van dezelve Leenen, de zaak nog praecies zoude blyven in denzelfden flaat, waar in ze tegenwoordig is. Het gewag maaken van die elders gelegene Leenen, en van derzelver voortduuring, brengt ons al wederom tot het inconvenient, het welk 'er gelegen is in eene Provinciaale vernietiging van het Léenftelfel , ten opzigte van de Leenen in de Provincie zelve gelegen. Want, indien de buiten de Provincie gelegene Leenen blyven fubfifleeren, dan moet 'er ook voor de geenen, die daar van in het bezit zyn, of tot dat bezit meenen geregtigd te weezen, gelegenheid overblyven , zoo om daar van, als 't noodig is , Verleyeu te nemen, als om daar om-  ( 62 ) omtrent alle andere foorten van Actens te kunnen pasfeeren. ïntusfcben brengt het Leenregt mede, dat zoodanige Verleven, en veele andere foorten van Actens welke het goed zelve affecteeren, worden gepasfeerd ten overftaan van twee Leenmannen, 'zonder het welk dezelve niet valide geacht worden. Maar, indien men van nu af aan alle Leenen, binnen deeze Pro.vincie gelegen zynde, allodiaal maakt, dan heeft men ook binnen deeze Provicie geene Leenmannen meer, ten welker overftaan zoodanige verleyen zouden kunnen genomen, of zodanige andere Actens zoude kunnen gepasfeerd worden. En het is niet onmogelyk, dat bezitters van buitengelegene Leenen zig van eene verandering in deeze inrigtiug wel eens zouden kunnen pravaleeren, om hunne Leengoederen allengskens als allodiaal te behandelen, niet alleen zonder daar voor te prasteeren eenige fchavergoeding, maar ook, zonder dat tusfchén de refpective Provinciën eenige reciproque fchikkingen, ten opzigte van de Leengoederen in Holland gelegen , en van elders releveerende, zouden weezen tot ftand gebragt. Dit is en blyft dierhalven weederom by eene Provinciaale Mortificatie van hetLeenftelzel altyd een inconvenient, het welk men niet geheel kan wegnemen. Egter komt het ons voor, dat daar aan nog het meeste zoude worden te gemoet gekomen , wanneer men, ten minften, de uitterlyke figuur yrm de Leenkamers blyft conferveeren , zoodanig dat by voorbeeld de perfoonen, welke tot hier toe  C 65 ) toe zyn geëmploijeerd, om als Leenmannen te fiaan over de Verleyen en andere Actens ter Leenkamer gepasfeerd wordende, by provifie wierden geauthorifeerd en gequalificeerd, om onder den voorwuurenden naam van Leenmannen , dezelve functien aldaar te bly ven verrigten ; terwyl, indien deeze perfoonen, wegens het zeer geringe en misfehien nkt noemenswaardige voordeel , het welk zoodanige posten voortaan zouden kunnen opbrengen , zig daar van voor het vervolg kwamen te excufeeren , als dan de waarneming van deezen op zig zelfs zeer ligten last gemakkelyk aan de bekleeding van een of ander Ampt zou kunnen worden geaccrocheérd. Eindelyk zoude nog voor de provifioneele aan. houding der Hoofd-Leenkamers pleiten, immers het zoude misfehien kunnen dienen om het bc« zwaar van die aanhouding voor den Lande te verminderen, indien de keuze van de drie HoofdOntvangers, waar van wy hier vooren hebben gefproken , zoo veel doenlyk konde vallen op zoodanige perfoonen, welke thans, onder de eene of andere benaming, op eenig Tractement van 's Lands wege , aan de Leenkamers geattacheerd zyn, als omtrent welker Tractemanten nis dan te beter zoodanige fehikkingen en dispofitien zouden kunnen worden gemaakt, als, met de vermindering van het werk, tot dezelve posten bevorens gefpecteerd hebbende , fchynen over een te komen. Dit achten wy genoeg gezegd ten opzigte van de Provinciaale of Hoofd-Leenkamers: En ons resteert nu nog een woord te fpreken van de Agter-Leenkamers , en van de Registers en Prothocollen tot de Agter-Leenen fpecteerende. Over  C *4 ) Over de vernietiging der Agter■ Leenkamers, ©p zig zelfs befcnouwd, behoeft men zig. naar ons inzien, by de Monifica ij van het Léenftelfel eigenlyk niet ie bekommeren, alzoo door die Mortificatie zelve deeze gantfche inrichting u/tra wegvalt. En de eenige vraag zoude daar omtrent maar kunnen zyn, of men ook eenige voorziening zoude behooren te doen omtrent de Registers en Prothocollen, of verdere Papieren en Documeuten, tot dezelve Agter-Leenen fpecteerende. Daar zoodanige Papieren ten uitterften kunnen dienftig zyn, zoo tot het bewys van Familie-relatien als van den fuccesfiven Eigendom, het bezit of de belasting van deze "of gene goederen , en het in zoo verre kan fchynen van belang te weezen dat dezelve worden geconferveerd, op eene wyze, welke aan een ieder het acces daar toe in voorkomende gevallen zoude verzekeren, zyn wy wel bedagt geweest, of men ook de tegenwoordige Agter - Leenheeren zoude kunnen verpligten, om zoodanige Papieren en Documenten te moeten overbrengen op de respéctive Hoofd-Leenkamers deezer Provincie, waar van hunne Hoofd Leenen hans releveeren. Dog behalven dat herbedeukelyk is,in hoe verre^ men geregtigd zoude zyn dezelve agter Leenheeren daar toe te verpligten, in aanmerking dat de gemelde (lukken zouden, kunnen worden befchouwd als hun byzonder Eigendom , zoo hebben wy ook bovendien geene maatregnlen kunnen uitdenken, welke fufficent en genoegfaam zouden wee', zen, om in deezeu eene generaale voorziening tot effect te brengen, zonder dat daar uit tevens we-  wederom andere en nogmerkelykerinconvenienteJÊ ■Honden te proflueeren. En liet eenig middel, liet welk wy gemeend hebben te kunnen voorflaan,om tenminften eenigzins aan het bovengemelde oogmerk te gemoet te komen , heftaat in het accrocheeren van de noodzaakelykheid van zoodanige overbrenging, aan de begeerte van fchadeloosltclling, welke dezelve Agter-Leenheeren van hunne Agter-Leenmanuenzouden komen te vorderen. Ziet daar, Burgers Reprsefentanten! de poincten, welke wy ons, in voldoening aan Uliedef Decreet, ter overweging hadden voorgefteldj afgehandeld. Wy hebben verder dien conform geprojecteerd eene Concept-Publicatie, gefchoeid naar den leest van de Confideratien in deeze Misfive vervat; uitgenomen zoodanige van dezelve , welke getendeerd hebben om uwe Vergadering in overweging te geven, of het niet, om de redenen daar by vermeld , beter zoude zyn dit gantfche plan voor als nog niet Werldtellig temaakeU, en den loop van andere zaaken, by. provifie , af te wagtcn; egter vermeenen wy ook die Confideratien aan den aandagt van uwe Vergadering te moeten aanbeveelen. Terwyl wywyders, by aldien en voor zoo verre uwe Vergadering de zelve ongenoegzaam mocht achten, tot het einde waar toe ze zyn voorgefteld, den gantfehen inhoud van deeze onze Misfive, mitsgaders van de voorfchreven daar by gevoegde project Publicatie , aan het beter oordeel van uwe Vergadering onderwerpen. Ondertusfchen hebben het gewigt en de abundantie der materie, met de difficulteiten daac iri Vermengd, deeze on-ze Misfive tot e^ne ongewooE Jift  ( 66 ) ne extenfïe doen aangroeijen , en zullen ons tevens, zoo wy vertrouwen, tot genoegzaame Justificatie kunnen dienen, voor zoo verre wy, wilden wy, by onze andere gewoone en niet minder noodzaakelyke occupaticn, deeze dofte eenigzins naar behooren overweegen cn behandelen , ons genoodzaakt hebben ' gezien het tydsbeftek, by Ulieder Decreet van den 16 September voorgafchreven, eenigzins te overfchreeden. Heil en Eroederfchap ! De Prsfident en Raaden in den Hove van Holland en Zeeland. Ter Ordonnantie van dezelven. Hk. Arnd. Kreet. Gefc'ireven in den Hage den Sften December 1795. Het eerfte Jaar der iktaalïche Viyi heid.  ?MHE1D9 GELTKHEÏD, BROEDERSCHAP ! PUBLICATIE. »J J)c Provifioneele Repraïfentanten van het Volk van Holland, allen den geenen, die deeze zullen zien of hooren lezen , Heil en Broederschap ! doen te weten ; dat wy in overweging hebben genomen, dat het Léenftelfel, en debetrekkingen tusfchén Leenheer en Vafal of Leenman fubfifteerende, voor zoo veel dezelve binnen deeze Provincie nog plaats hebben * niet alleen zyn te honden voqx een overtollig en ongerymd overblyffel van aloude inrigtingen, geheel en al ongefchikt voor de gefteldheid vart zaaken welke in laatere tyden heeft plaats gekregen , en inzonderheid niet over één te brengen met de eenvoudige en éénvormige beginfels, waar op wy wenfcheu dat eerlang de Conilitutie van Regeering zal kunnen worden gevestigd, maar dat ook de lasten en gevolgen, aart de Leenroerigheid der goederen verknogt, eert Wezenlyk bezwaar voor de Ingezetenen uitleveren; en dat ook de Distinctie tusfchén Leenroerige en allodiale goederen, en de daar uit voortfpruitende differente regten, zoo omtrent derzelver verhandeling onder de levenden als met opzigt tot de dispofitie daar over by uitterfte wille, en de fuccesfie in dezelven abintefiato 4 midsgaders de gecompliceerde maximes, van het Leenregt zelve, in de E 3 daad  ( 63 ) daad aanleiding geVen tot verfcheidehe qiüestieit en differenten, welke anders geen plaats" zouden hebben Dat wy, om alle de gemelde rede- nen, bp eene propofitie door de commisfie, tot het opnemen der bezwaaren van de kleine Steeden en het platte Land benoemd, aan onze vergadering daar toe gedaan, hebben gerefolveerd het voorzeide Leenilelzel te mortificeeien en te vernietigen , en de tot hier toe Leenroerig geweest zyndé goederen te converteeren in allodiaal, dog dat wy tevens, in conformiteit van dezelve propofitie, hebben gemeend te moeten zorg dragen voor een behoorlyke fchavergoeding tenbehoeve van het Gemeene land, of de particuliere Leenheeren , welke by deeze allodializatie nadeel zouden komen te lyden, te praisteeren door die geeiien, welke daar by diredelyk en in de eerlle plaats zouden komen te profiteeren, en wyders de nodige fchikkingeu te moeten benamen, en voorzieningen te moeten doen, tot voorkoming van alle inconvenienten, welke anderzins in deeze of geene gevallen, uit de mortificatie van het Léenftelfel zouden kunnen voortfp ruiten. Dat Wy, na alvorens daar op te hebben gehad het advis van de Praïfident en Raaden in den Hove, nopens de beste en regulierfte wyze waar op al het zelve zoude kunnen worden geëffectueerd , dienvolgende hebben goedgevonden te ordonneeren en te decreteeren, zoo als wy by deeze ordonneeren en decreteeren al het hier navolgende» Articul t» De tegenwoordige Publicatie zal niet eerder ge-  C 69 ) geacht worden effect te forteeren, dan van en met den en zal dienvolgende tot dien tyd toe het Léenftelfel worden gehouden te zyn blyven fubfifteeren. Articul 2. Van den voorfchreven af aan zal het gantfche Léenftelfel binnen deeze Provincie wezen gemortificeerd en vernietigd, en zullen dierhalven, van dien tyd af aan, alle tot daar toe Leenroerig geweest zynde goederen worden gehouden voor allodiaal, en mitsdien dezelve, het zy gecombineerd of gefplitst, ter volkomenc en,~vrye keuze van den Eigenaar, op gelyke wyze kunnen worden belast en gealieneerd , als mede daar over zoodaanig en in dier voegen by uitterfte wille kunnen worden gedisponeerd , mitsgaders daar in op dezelfde wyze ab inteftato worden gefuccedeerd, en eindelyk dezelve tusfchén de refpective Erfgenaamen worden gedistribueerd en verdeeld, even en in dier voegen als in en omtrent alle andere allodiale goederen vermag te gefchieden en gebruiklyk is. Articul 3. Dit geftatueerde zal plaats hebben omtrent afte Leengoederen hoegenaamd, in deeze Provincie gelegen zynde, en middelyk of onmiddclyk van dezelve releveerende en mitsdien niet alleen omtrent de fimpele Leenen en Hoofdleenen, maar pok omtrent de Agterleenen; fpeua;J ook me? epzigt tot TjenJen en Heerlykheden. F 3. Arti-  C 70 ) Articul 4. Onder de benaming van Leengoederen of Leenroerige goederen worden by deze Publicatie verllaan niet alleen de eigenlvk gezegde vaste goederen , als Huizen , Landen en diergeJyken, maar ook allerleie Regten, welke bet zy gecombineerd, bet -zy afzonderlyk, ter leen zyn uitgegeven 3 ten dien efFecte namelyk, dat door de mortificatie van het Léenftelfel wel niet die Regten zelve worden weggenomen of vernietigd, maer dat alleen de Leenroerigheid daar van word afgefchaft, en dezelve alzoo in allodiale Regten worden geconverteerd. Articul 5. Van deeze Publicatie worden nogtans expresfelyk uitgezonderd: Eerftelyk de Leenen, in deeze Provincie gelegen, dog nog middelyk nog onmiddelyk van dezelve releveerende. En ten tweeden de Leenen , wel van deeze Provincie releveerende, dog buiten deszelfs territoir gelegen zynde. En zal dierhalven de Leenroerigheid van deeze uitgezonderde goederen, met alle derzelver effecten en gevolgen , moeten blyven voortduuren tot dat deswegens nadere arrangementen zullen zyn gemaakt. Articul 6. Ten opzigte van de Leengoederen , welke onder de termen van deze Publicatie komen tÉ. vallen, zal dezelve egter niet hebben eenige te  te rug werkende kragt, maar alleen als een rigtfnoer voor het toekomende moeten befohuuwd worden . en zullen mitsdien alle overgang van eigendom uit hoofde van het erkende Leenregt gel'chied, en alle contracten en handelingen conform het zelve gepasfeerd , moeten blyven van kragt en waarde , zoo als ook alle transactiën en teutende»;, waar by eenige diftereinen uit of over het Leenregt zyn getermineerd, zullen moeten blyven ftaud houden en effect forteeren. Articul j-. Dcsgelyks zal deeze mortificatie van het Léenftelfel niet worden verftaant te hebben eenige te rug werkende kragt, nog ten opzigte van Procedures; welke bereids ten tyde van het arresteeren dezer Publicatie mogten zyn aanhangig, en waar in de fustenue van een der parthyen berust op het Leenregt of op de Leenroerigheid van eenig goed, nog zelfs ten opzigte van eenige gevallen, welke voor het arresteeren dezer Publicatie hebben guëxteerd , of te wel na dien tyd , dog egter voor den aanftaande, zouden mogen komen te gebeuren ; maar zullen integendeel alle zoodanige aanhangige procedures, voor zoo veel het voorledene aangaat , als nog conform het zelve Leenregt moeten worden gedecideerd; en in alle de voorzeide gevallen het zelve regt als nog , voor zoo veel het voorledens aangaat , moeten effect lbrteeren, al is het dat deswegens, ten tyde van het arresteeren dezer Publicatie, nog geene Procedures aanhangig wierden bevonden. E 4 Art.  C 72 ) Art. 8. Wyders, om voor te komen de menigvuldige contufien en verwarringen, welke anders zouden kunnen ontftaan ten aanzien van reeds gepasfeerde Testamenten of andere uitteriTe wils dispolltien , by toeval of anderzins onveranderd blyvende , en omme alle quajstien en bedenkingen deswegens ten eenenmaale af te fnyden en voor te komen, hebben wy nog goedgevonden expresfelyk te ftatueeren, dat, zoo wanneer Bezitters v?n Leengoederen, na dato dezes komende te over* jydeu , (zonder onderfeheid wanneer zulks zal komen plaats te hebben) worden bevonden vóór dato dezes te hebben gepasfeerd eene uitterlte wils dispofitie, alsdan, zoo ten aanzien van de interpretatie en het effect vanMezelve dispofitie. als ten opzigte van de wyze van fuccesfie in dezelve Leengoederen, en de verdeeling des boedels, m alle puncten, welke hy dezelve dispofitie niet intdrukkelyk zyn bepaald , als nog zal moeten worden gevolgd het Leenregt; en zulks zonder onderlcheid, of zoodanige dispofitien contineeren eene univerfeele befieüing over den gantfchen boedel en nalatenfchap, dan of dezelve alleenlyk eenige particuliere fchikkingen over eenig gedeelte van des overledens boedel of goederen , het ay Leen- of Allodiaal, komen te behelzen; des egter, dat, om dit gefhtueerde van applicatie te doen zyn , deeze volgende omfiandigheden zullen moeten plaats hebben, namelyk, dat de overledene de voorzeide Leengoederen reeds hebbe bezeten ten tyde van het maakeu van dezelve dispofitie, en dat dezelve dispofitie op zyn overlyden bevonden worde ook nog eenig ander effect ie. forieeren,  ( 73 ) Articul 9. In de gevalleh, waar in, volgens de zoo evtu voorgaande articulen, het Leenregt als nog zoude in aanmerking komen , zal egter alle noodzakelykheid van verleyen te verzoeken, of hulde of manfehap te prajfteeren, zoo wel ten opzigte van het voorledene als voor het toekomende gerekend worden te wezen geabrogeerd ; en dus ook geene Relieven , wegens eenig verzuim desWegens gepleegd, benodigd zyn. Articul 10. Vermits de allodializatie der Leengoederen dlfedlelyk ilrekt ten voordeele van derzelver Bezitters, dog daar en tegen da Leenheeren daar by merkelyk fchade zouden komen te lyden, by aldien deswegens geene voorziening gefchiedde , zo zullen de voornoemde Leenheeren, en dus zoo wel het gemeene Land, ten opzigte van defimpele of hoofdleenen, als de Agterleenheeren, ten op* zigie van de Agterleenen, daar voor fchadelous moeten worden gefteld. Articul 11. Ten opzigte van de fimple en Hoofdleenen, waar voor de fchadeloosftelling aan het Gemeeneland moet gepraesteerd worden , zal dezelve beItaan in agt percent van de regte waarde dcrzelve goederen, te betaalen in agt jaaren tyds, en du» elk jaar één percent. E $ Art, f  C 74 ) Articul i«. De tauxatie van de waarde dier goederen zal moeten gefcbicden, ten verzoeke van den geenen die de fchadeloosftelling verfchuldigd is, dooréén Schout en twee van den Geregte van de plaats Waar dc goederen gdegen zyn , die daar vandoor den Secretaris zullen moeten doen formeeren , en vervJgens perl'oonlyk onderteekeiien , mitsgaders door den Secretaris doen onderteekenen, een declaratoir of acte vsn tauxatie, gefcbreven op een Zegel van zes Huivers, met eene daar in vervatte ©michryving van de getauxeerde goederen , volgens < den laasten verleybrief, hen door den verzoeker te exhibeeren,en in dezelve acte van tauxatie met dag en datum te noemen, midsgaders met opgave van de waarde waar op zy dezelve goederen hebben getauxeerd, onder expresfe verklaring, op den Eed by den aanvang van hunne bediening gedaan, dat zy dezelve tauxatie hebben gedaan opregtelyk, en naar hun beste weten, zonder gunst «if ongunst, vriendfchap of vyandfchap , zoodanig mts zy in gemoede hebben geoordeeld dezelve goederen waardig te zyn. Deeze origineele acte van tauxatie zal moeten dienen om door de respective Secretarisfen te worden overgezonden aan de hier na te melden Hoofd Ontvangers. Dog zal nog bovendien daar van te gelyker tyd moeten worden geformeerd een duplicaat, in alles geconfhtueerd als de origineele, om onder den Secretaris tot den ontvangst gequalificeerd te blyven berusten; en eindeiyk eeri Copie autfiónticq1 op gelyk Zegel gefcbreven, om aan den  ( 75 ) den geenen, ten wiens verzoeke de tauxatie ge. fchied, te worden uitgegeven tot zyn narigt. En zal voor dit alles, door de gantfcke Provincie, zonder onderfchtid van Zuider- of Noorder-Quartier , moeten worden betaald,, te weten voor ieder perceel verfeheiden liggende , zonder dezelve te mogen fplitfen , aan den Schout tien duivers , aan de twee Leden va i den Geregte te zamen twaalf duivers, en aan den Secretaris twintig Huivers, mitsgaders de kosten van de Zegels, zonder meer, Articul 13. Tot den ontvangst van deeze fchadeloosftelling worden gequalificeerd de refpective Secretarisfen van elke Stad, Dorp of Ban, waar onder de goederen gelegen zyn , en op plaatzen, waar meer Secretarisfen zyn, die geeuen, welke daar toe door de PoHticque Regeering worden verkoren, die dan ook tevens zullen moeten worden geëmploijeerd, tot het geene in het voorgaande Articul, nopens de tauxatien , is gezegd. Articul 14. Wyders zullen nog door ons ten fpoedigflen worden aangefteld drie Hoofdontvangers, één ten reguarde van de Leenen, welke van de Leenkamer van Holland, één ten reguarde van die welke van de Leenkamer van Bredi-rode, en één ten reguarde van die welke van de Leenkamer van Viauen , hebben gereleveerd; met welke Hoofdontvangers de voornoemde Secietari&fert hl alles concurrent zullen moeten te werk gaiii, cB door  C 7 provifie gequalificeerd, om aldaar, onder den- ( «elfden naam , dezelve funftien te blyven verrigten , ten aanzien van zoodanige Leengoederen, als, fchoon van deeze Provincie releveerende, egter buiten deszelfs territoir geleegen zyn , en welke alzoo by het 5 Articul deezer Publicatie, by provifie, van de Mortificatie van het Léenftelfel zyn uitgezonderd. Articul 43. Dog aangezien de inrigting der Agterleenkamers binnen deeze Provincie door de Mortificatie van het Léenftelfel, by deeze Publicatie gefchied, gantfch en al komt te vervallen, en nogthaus in bet algemeen daar aangelegen ligt, dat de Registers , Prothocollen eu andere Papieren en Documenten tot de gewezen Agterleenen lpccteerendc , worden geconferveerd op eene wyze, welke aan een ieder het acces daar toe in voorkomende gevallen verzekert, zo worden by deezen alle gewezen Agterleenheeren aangemaand, om dezelve Papieren overtebrengen op zoodanige Provinciaale Hoofdleenkamer, als waar van hun gcidfczen, Hoofdleen , tot het Welk dezelve Agterleenen gefpecteerd hebben, heeft gereleveerd, waar voor hen, des begeerende, een behoorlyk recièf zal moeten worden ter hand gefteld. Articul 44. Zoo als wy wyders, en op dat deeze onze falutaire intentie des te beter zoude worden bereikt,wel expresfelyk ordonneeren, dat deeze overbrenging abfolutelyk zal moeten gefchieden door apodanige gewezen Agterleenheeren, als wegens * al*  C 94 ) allodializatie van derzelver geWezenAgterleenen van derzelver Eigenaars eenige fchadeloosftelling begeeren; zoodanig, dat door den Hove van Holland geen advis, op een requeste om tauxatie, door een gewezen Agterleenheer aan onze Vergadering gepraefenteerd, aan ons zal mogen worden afgezonden, voor dat van wegens denzelven gewezen Agterleenheer aan gemelden Hove zal zyn gefuppediteerd en overgegeven een door hem eigenhandig geteekend declaratoir, waar byhy, op zyn woord van eer, verklaart alle Registers, Prothocolleu of verdere Papieren en Documenten, tot zulke of zodanige gewezen Agterleenen fpecteerende, en welke onder hem als Eigenaar van het Hoofdleen zyn berustende geweest , te hebben overgebragt op de Leenkamer van ..... en geene andere buiten de hier voorengemelde te hebben , te weten , of ter kwaden trouwe kwyt of weerloos geworden te zyn, direct nog indireft, en daar benevens aan den Hove exhibecre een quitantie of recief, waar by tevens van dezelve overbrenging fummierlyk komt te blyken. Articul 45. En ten einde nogthans de Eigenaars der geweezen Hoofdleenen, met het ophouden van deeze overbrenging, tevens niet zouden komen optehouden het advis van den Hove, en alzoo de Eigenaars der gewezen Agterleenen in effecte fruftreeren van den uitQag, en van het vermogen om derzelve goederen intusfchen te kunnen alieneeren; zo zal het Hof daar toe aan de fuppliatiten, ter infiantie van de geinteresfeerde party, mogen prafigeeren ecnen redenlyken tyd, bin-  (95 ) binnen welken zy daar aan zullen maeten voldoen, of zal anderzins , denzelven tyd verbreken zynde, het voorfchreven Hof ons daarvan mogen en moeten kennis geven, wanneer wy, uit dien hoofde, het verzoek van zoodanige fupplianten om fchavergoeding zullen verklaaren te zyn vervallen; waar mede alle ai5j;ie deswegens ten eenenmaale zal zyn geperimeerd. Lastende en ordonneerende wy een iegelyk, wien het aangaat, zig naar den inhoud van deeze Publicatie te gedragen. En op dat niemand hier van ignorantie prse-' tendeere , zo zal &c.