513 A 197   CANTATE. TER eerste verjaaring VAN 'T GENOOTSCHAP VAN WAPENHANDEL, ONDER DE ZINSPREUK : PRO 'P ATRIA ET LIBERTATE, te utrecht. Opgericht den 6. February 1 7 8 3. DOOR J. V. MANEN, A d z. Secretaris van v Genootfchap. TE UTRECHT, Bï B. WILT. I 7 8 4-   B E R I G T. tiet voorneemen om deeze Cantate Muficaal uittevoeren, heeft geen plaats kunnen hebben ■—■ gebrek aan de noodige Zangers, die Pro Patria & Libertate zouden durven zingen, is één van de redenen de kortheid van de tyd die er overig was, tot het componeren der Mufyk, is een tweede — welke , te famen genomen, oorzaak waren , A 2 dat  B E R I G T. dat deeze Cantate niet anders dan, in doorlopende zangen op Mufyk gebragt, door één Zanger konde geëxecuteerd worden.  CANTATE. TER EERSTE VERJAARING VAN 'T GENOOTSCHAP VAN WAPENHANDEL, ONDER DE ZINSPREUK: PRO PATRIA ET LIBERTATE, Opgericht te Utrecht den 6. February 1783. ARIA, "\^Vat vreugd ! ik zie den dng herboren, ó Glorierijke Maatfchappij! Die gij ten grondflag hadc verkoren Des heils van Utrechts burgerij, Uw moed ging ver uw mngt te boven Toen gij de hand floegt aan 't geweer, Niets kon uw heldenijver dooven, Al fchond de Nijd u keer op. keer. A 3 CIIO-  CO CHORUS. Dat 's 't rechte merk der Batavieren ! ... Door meerder moed dan magt Mcgt Neêrlands Vryheid zegevieren Standvastigheid wint meer dan kracht. SOLO. Nog droomt u 't heldenbloed door de aadren Dat vaak der Dwinglandij verwon. Zo treedtge in 't voetrpoor uwer vaadren, Wier moed de Vrijheid Hutten kon. CHORUS. 'Nog droomt u 't heldenbloed door de aadren Dat vaak der Dwinglandij verwon. SOLO.  (7 ) SOLO. Uw voorbeeld hielp 'sLands rechten ftaaven, De moed herrees op uwe Item ■ Uw vuur ontvonkte 't hart der braaven En gaf hun daaden kracht en klem. RECITATIEF, 't Was Utrecht die , fpijt Alva's woede s Den tienden (a) Penning weigren bleef, Dio Onder alle de wreedheden en onderdrukkingen die Alva,ge^ ide zijn bewind hier te lande , aan onze voorouders gepleegd was er gene welke den landzaten zo zeer tegen de borst ftiet, :t vorderen van den twintigftcn en tiendtn Penning van alle nanswaaren: deeze zaak, die elk in zijn perfoon betrof, » de afkeer die men tegen den dwingeland reeds, met grond, pgevat, algemeen. Verfcheide fteden en geweften booden fomme van uitkoop voor ééns aan, doch niets kon zijn op;randeren. De Provincie Utrecht was de eerfte die het hefmn den tienden penning volftandig bleef weigeren ; en iloor andere gewesten en fteden een voorbeeld gaf: dit >0k de reien waarom Alra den afgevaardigden van Utrecht a . ver« O) Onder alle de wreedheden en onderdrukkingen die Alva,ge^ duwende zijn bewind hier te lande,aan onze voorouders gepleegd heeft, was er gene welke den landzaten zo zeer tegen de borst ftiet, dan het vorderen van den twintigften en tienden Penning van alle Koopmanswaaren : deeze zaak, die elk in zijn perfoon betrof, maakte de afteer die men tegen den dwingeland reeds, met grond, had opgevat, algemeen. Verfcheide fteden en geweften booden eene fomme van uitkoop voor ééns aan, doch niets kon zijn opzet veranderen. De Provintie Utrecht was de eerfte die het heffen van den tienden penning volftandig bleef weigeren ; en hier door andere gewesten en fteden een voorbeeld gaf: du was ook de reien waarom AU-a den afgevaardigden van Utrecht  C 8 ) Die 't Spaansch. geweld en de overmoede Des (£) Spudenjers het eerst verdreef. ARIO- verbood ter dagvaart te verfehijnen; en ligt had haar het zelfde lot getroffen,dat reeds over verfcheide winkelieren te BWsfel,di9 om die zelfde reden weigerden te verkoopen, benooten was: alwaar reeds zeventien droppen en ladders waren gereed gemaakt en de vonmsfen geveld, om verfcheide burgers voor hunne huizen op te hangen, ware zulks niet door de Voorzienigheid verhinderd door het onverwacht inneemen van den Brie!, op den i. April 15-0 door de zogenaamde watergeuzen, en de afval van VlisOngen eri andere plaatzen; 't welk Alva met zulk een fchrik trof, dat hij zijn ontmenscht opzet liet vaaren — waar van het fproekwoo^ kwam, dat Alva zijn bril (den Bricl) verloor, waar hij den tienden penning mede zogt, terwijl men zong: Op den eerden April Verloor Duc d'Alva zi.;n bril. Zie Waoenaar Vaderlandfche Hist. VI. Deel hl -9, on vol„g en 388 en volgg. Hoon- bl. als. Llven wah Willem oen )'. 2. Deel bl. 247 en anderen. O) Een der artijkelen van de Gendfchc bevrediging, 0p den 8. Nov. 157Ö. genoten , op welke Don Jan van Ooftenrijk tot Landvoogd der Nederlanden was aangenomen , was : dat al hei fpaansch en uitheemse!, krijgsvolk uit het land zou.de verzonden worden. Dcsniettegenftaande liet men het, en zelfs veelal onbetaald, biijven, waar door het volk aan 't muiten ilaande, den burger veelal in nood en gevaar brast, zonder dat hunne klagten des. wegen veel konden uitrichten: 't welk de Burgerij van Utrecht, na  ( 9 ) lang vergeefsch gehoopt en veele fchooue beloften van Don Jan ontvangen te hebhen, eindelijk deed beduiten om zelve die zaaks ter hand te neemcn en zich van den overlast te ontdaan; behalven 't geene Hoofd, Bor en Wagenaar daar van aantekenen, heeft men in ftads archivcn de Hiftorifche aantekening van 't gebeurde te dier gelegenheid in deeze ftad bewaard. Ik hoop veelen mijner medeburgeren geen ondienst te zullen doen met het ftuk zelve hier uit te fchrijven, zo als de Heer Bondam het in zijne verzameling van onuitgegeeven finkken D. II. bl. 282. en volgg. opgeeft, op deeze wijze; Extract uit het dagelicx Bcuck der ftadt van Utrecht van 1575—157?. fol. 99. verfi. „ Den xxvij Aprilh XVc LXXVIJ. Op huydcn tegens den avont „ is een grote commotie in de ftadt verrefen, overmits die drie „ vendelen knechten :c famen in wapenen waren, daarvan het een „ innam de plaetze, het ander de bolvverckcn van Manenborcb „ endc Stoutenborcb mit het bovenfte van de Tolledege poirtc, „ ende tderde blivende op de Nuede, haer ordiraris wachtplaets „ zijnde, dakt voir dien avoni behoirde oftetrekken; behalven „ dat zij de Ovcrden van de Stadt te voren op Stadthuijs, ofte „ in de voircamer ant OudekerkhofF, befet hadden. Ende dit de burgeren vernemende hebben dch terftond alle in wapenen „ gegeven, ende elcx bij zijn vendel gevleden, ende zijn mit vier ,, vendel rontfom de pactfe geeommen, ende mit twee vendel na „ Tollefteeg getogen, ende hebben fo vele gedaen, eensdeels mit ,, dreijgementen, ende eensdeels mit listten, dat zij de Knechten ,, weder van de bohvereken, ende van de plaetfc, deden ver„ trecken; Tcvvetene tvendel, dat opte bolwcrcken geweest had„ de, na, hoer logementen; ende tvendel, dat op de plaets was, „ na de Nuede, daert behoirde de wacht te houden. De Burge„ ren, nijet kunnende verdragen defe moetwillicheijt, ende be„ gerende ontlast, te zijn van alle periculen , hebben ovcrleijc, „ hoe zij fondir bhctjloriinge alle de Kjicgten ter Stadt vuijt fouA 5, den  ( io ) „' den kunnen crigen, ende hebben eerst de twee vendelen, die opte Nuede waren, van den anderen doen fchcijden , ende het een ,, riae hoer logementen doen trecl;cn. Ende tfelve gedaen zijnde, „ ende béfet hebbende tvendel van Tambergen, dat op de Nuede ,, blcefT, hebben in de nacht alle de ander Hopluijden (behalven ,, Tambergen en Vinckenborcb, die in de ijerftc furie gevangen wor„ den) mit vele bevelhebbers van den bedde gehaelt, ende op ,, Vreborcb gebrocht, behalven Hopman Zwairl, die fanderendaechs eerst gevonden worden; hebbende voirts van huijs te huijs de „ crijchsluijden in Sint Jacobs Kerck bij den anderen gebrocht ende „ bewaert. Ende in den morgenftond hebben zij tvendel van Tam., bergen, dat opte Nuede was, daer de burger dicht onder gc- commen waren mit énich gefchut, ende doen vragen, off zij „ mit gemack uijtcr Stadt wouden; ende na vele ende verfcheij„ den woirden ende weerwoirden, aldaer gevallen, foe hebben ., de Knechten ten lesten gcconfcntcert mit buer geweer vuijte Stadt te treden, als hoer gegost is , ende zij gedaen hebben. Ende ';, zijn dair na de andere twee Vendelen etck mit boer geneer vuijt,, ter Stadt gegaen, ende hebben (ich in de voirfteden bij den an'„ dere Knechten begeven. . Ende is dit allemaal aldus vergacn, ',, ende vileijnt , fonder enige bloetftortinge, van welcke genade ,, enefe gratie wij Qod Almachtig nijmmermeer genoch en cunnen b-'dancken. ,, Tfchijnt , ende büjckt enichfins vuijt die informatien, hier „ van geno nen , dat zij getracht hadden hem meijster te maken „ vn de Stadt, ende de Stadt inrte te bonden voir bore betaling» ,, ende achtervvefen , cnd.c de gemeente te traéteren na huer '„ beliefte. „ ï>acr van dandcre Soldaten, voir de poirten leggende, oiek "„ kerfnisfc gchadt. hebben; want de Knechten in Tolleftege al op ',; de been waren, ende voir de hameijdc ftonden, eer die van ',, binnen op de bohvereken waren. i „ De p.'.rticulariteijten van defen falmen breder bevijnden inde •,, m'siive , de feu aangaande te Ilove overgefcreven, ende in de „ informatie dairvan genomen." AR.fO-1  (II) A R I O S O. Zou Utrecht dan de flaafïche bocijen, Door 't onrechtvaerdigst Staatsgeweld (j) Haar opgedwongen, niet ontgroeijcn? —j Zich nooit in Vrijheid zien herfteld? CHOCO De handelwijze die met de' Stad en Provintie Utrecht na •t uittrekken der Franfchen in den jaare 1674 gehouden is' door Willem den III en de bondgenooten, verdient met het volkomenfte recht de naam van onrechtvaardig Staatsgeweld, behalven 't geen de His oriefchrijvers daar van verhaalcn, en de Heer P. Paulbs in zijn Unie van Utrecht D. I. bl. 90. en de bijlagen bl. 145 en volgg. heeft aangetekend; zie men vooral de Memorie van 't voorgevallene bij die gelegenheid, ons, uit egte papieren van dien tijd, jn No. 204 en 205 van den Post van den Nederrhijn , medegedeeld. . wien moet een dusdanig ingevoerd Rcgcrings-Rcglement niet als een ondraaglijk juk voorkomen te meer nog als men aan de nakomelingen van den fmecder van dat juk, nog de weinig overgebleven volksvoorrechten , uit deference, overlaat, en zich der rechten des Volks zo weinig bekreunt, dat men eindelijk de wederrechtelijke gewoonte voor een wet wil doen door- eaan, 0f zelfs zo verre van den weg verdwaald is,.dat me,n recht en onrecht niet dan met moeite weet te onderfchciden. Men zie dit duidelijk aangetoond in het onlangs uitgebragte rapport en rdvics van de Heeren Oiul-Eurgcmcesteren Beexeu., Asch van -1 Wijs,  C 12 ) CHORUS. Dit kon de Godheid niet gedogen, Die over Vorst en Volk gebiedt, Die op zijn tijd met gunfHge oogen Op 't lot van onderdrukten ziet. RE- WrjK , Verbeek cn Van den Bocaert, omtrent de tusfchentijdfche vervulling van eene