'S C H E T i D F. R H I S B RUIKEN IN DÊ RECHTSPLEGING OMTRENT NEUTRAALE SCHËPE K NEVENS GEWIGTIGE BEDENKINGEN OPZIGTELTJK DE FRANS CHE KAPERREDERIJEN SH «ÉT rdjsverklaaren der geiiomenc neutrale fchepen en eigendommen, DOOR Een voornaam Sataafsek rechtsgeleerde en hoof' wan , welke duor het vertrouwen van het Bataafsch Gouvernement en van het /lede/ijk tcfinur zijner geböortejlad zig in Parijs bevind, ten einde deze en anderezaken van nabij te betragten. IN DEN H A A G E , BIJ j, C, LEE ü W E S T Y N. i 7 5. 8-   SCHETS OER MISBRUIKEN ÏN DE RECHTSPLEGING OMTRENT NEUTRAALE SCHEPEN. Wetten opzichtelijk de Neutrale Schepen, welke herziening behoeven. '^/'eelvuldige? en ernstige klagcen door onderfcheidene neuciale of verbondene Mogendheden aan het Directorium gedaan, hebben het zelve ten duidelijkften doen zien, dat de wetten opzigtelijk de genomene prijzen aan zeer groove misdagen onderworpen waren (*) Hij (*) Ziet het rapport vs«i den Minister der Buitenland fche betrekkingen. A  Bij eene boodfchap van den aa Floreal h I. heeft reeds het Directorium het '\Wetgevend Lichaam in èrnffige overweging gegeven, om , deze zaak een onderwerp harer beriidflagingen te doen zijn, en om, zoo in haare/gehee}e omVang, als in haare bijzondere deéleW dit voornaam gedeelte der wetgeving te herzien. Den j8 Mesfidor werd-reeds in den Raad der vijfhonderd hier omtrent een rapport eenerperfonele Commisfle uitgebragr. Dan doet dit rapport, zoo in haar geheel, ah bijzondere dcelen,alle die abuifen kennen, welke noodwendig herftel behoeven? Neen zeker niet, De Commisfie fchijnt zich bijna eeniglifk onledig gehouden te hebben om her, vooritel van den Minister der Buitenlandfche betrekkingen te debnrtsren, om door hec Directorium op eene/ administratrve wijze te doen vonnisfen over le gefchiiïen , welke 'er reeds beftaan of nog zouden kunnen aangevoerd worden over de wettigheid der prijzen. Dan, het regt, hetwelk zigdegewoone rechtbanken toeëigenen, om de zaken, de gemaakte prijzen betreffende, voor hun te moeten afdoen , is flegts een der veelvuldige bezwaren, welke ntea  3 fnen mee betrekking tot de neutrale of geallieerdens behoorde uit den weg te ruimen: en ia de Franfche wetgeving onder veelvuldige andere opzigten niet drukkende hunwaards? dit had men behooren te betogen. Het Directorium heeft by haare boodfehap haar gevoelen omtrent de neutrale Mogendheden aan den dag gelegd; zij' wil dat dezelven met alle menschlievendheid zullen worden behandeld; dan zij wordt daar in merkelijk belemmerd, zoo door het Sijstema der wetten * als wel door de gewoone loop der zaken voor die rechtbanken, waar dezelve worden behandeld* De grootheid van het Wetgevend Lichaam brengt het mede, om deze edelmoedige beginzelen te onderfteunen, ja de Franfche Natie is te groot om te willen fïaande houden, daar de daadzaken hun bekend zijn, een Zeewetboelc en eene manier van procederen, waar van de onwrikbare gevolgen zijn, dat alle de neutrale Schepen, zonder uitzondering van één éénigj de prooij der Kapers worden moeten* Hoe zoude men niet overtuigt zijn, dat "et een fchreeuwend misbruik plaats heeft ^ daar.» waar van de drie honderd neutrale Schepen aanA 9 gg*  gehouden, en in de Franfche havens opgebragc,' niet één éénig de confiscatie ontdoken is? Dat de belagers der Neutraliteit fteeds aanvoeren, de Neutrale Vlag is aan de Engel, fche verkogt, nimmer zullen zij aan één éénig denkend wezen kunnen doen geloven, dat dit zonder uitzondering eene waarheid is met betrekking tot allen, en dat 'er volftrekt niet eenige onderneming ten behoeve of voor neutrale rekening zoude plaats hebben. (*) Het door hun aangevoerde is te overgedreven, dan dat men niet al aanftonds daar in zoude herkennen eene gewaagde ftelling, welke eeniglijk hare geboorte aan het bijzonder belang der kapenden verfchuldigd is. Ja O Zoo men ter goeder trouw wil redeneeren, zal men geredelijk toeftaan, dat de Engelfchen, welke hun despotisme ook op zee uitoefenen, niet behoeven hunae Ladingen onder neutrale Vlag te maskeeren; immers drijven zij opentlijk en met den Herken arm hunnen koophandel: de neutrale vlag is finds.'ngtien maanden in Frankrijk te veel belaagd, te algemeen voor goede prijs vertelaard, dan dat het de Engelfchen op de gedagten zoude vallen, om er zich Tan te bedienen, zoo niet in zeer bijzondere ge» vallen.  Ja de rechtbanken zelfs, welke alle eenftemmig (van die van Commercie af, tot die dercasfatie toe) alles voor goede prijs verklaren, zijn 'er verre af om te geloven , dat het groot getal Schepen, wiens zaak thans vor.r hu'i is hangende, alle Epgelfche eigendom zoude zijn. Ja, bij het uitfpreken van het vonnis, verklaren zij immers dikwerf, dat het waarlijk Neutrale eigendommen zijn. Waar van hebben dan die vonnisfen, welke zoo algemeen en zoo dikwerf worden uitgefproken, hunnen oorfprong? Daar van , dat de gewoone rechtbanken huiverig zijn, om zich in de diplomatike questien intelaten , welke 'er altoos plaats hebben opzigtelijk de neutrale prijzen. Daarvan, dat de Zeewetten, voor de voorige oorlogen te zaam gefield, in den mond der kapers eene uitgebreide kragt van wet verkregen hebben, welke zonder eenige verweering en in alle gevallen de neutralen in den firik voert. Daar van, dat de wet van den ao Nivofe 1. 1. in den ftriksten' en willekeurigften zin wordende verfkan en ter uitvoer gebragc, het graf der neutraliteit geworden is. A 3 Ein*  I Eindelijk daar van, darde wet van den 4 Praireal 1.1. over de wijze van proeedeeren met betrekking tot de genomene prijzen, zeer dikwerf alle Verwering onmogelijk maakt voor de genomenen, Deze bronnen van het kwaad aan het Wetgel vend Lichaam onder het oog te brengen, is hunne rechtvaardigheid ©p den proef re ftellen, om dezelve te doen ophouden, Men erkent bij het rapport van den 28 Mesfidor,,, dat Frankrijk de neutrale bodems be„ hoeft, om het zelve het nodig proviant te „ verfchaffen, om de voortbrengzelen van haren „, grond en hare manufacturen uit te voeren, ja „ zij worden, (dus luid het rapport) gedïiu„ rende de bloedige twisten tusfchen twee mag. jj uiie i\atien,als het wan* nnyUrtU*™ N —buauuui, „ welke de onderfcheidene deelen der waercld „ aan elkander verbonden houden, en zelfs te „ midden der oorlogsrampen de indKstrie doen „ verlevendigen. Laat ons des eene wijze en „ voorzigtige bepaling opzigtelijk deneutrale „ bodems ftaarftellen. Zulke onwrikbare grondbeginzelen, hadden op eene geheel andere wyze behoren ontwikkeld te worden, Het \  Her was gemakkelijk om de neutraliteit te bepalen met opzigten tot hare betrekking tot Frankrijk zelve, maar moest men ook dezelve nier, uit een ander oogpuncr. hebben gade geflagen, had men ook niet bvhooren na te gaan wat de neutraliteit was, overeenkomstig het regt der Volken, en met betrekking tot de onafhankelijkheid der onderfcheidene Natiën? had men van den eenen kant niet moeten gadeflaan, waar in dat ten ftrikften genomen bei taan moccde onzijdigheid der neutrale, en van den anderenkantj tot hoe verre zij zonder misbruik hun regt konden uittrekken, het zij dan in volle zee, of wel op de kusten of in de Franfche havens? Niets was buiten twijflel natuurlijker, dan dat men vooraf bepaalde de betrekkingen der neutrale Mogendheden met Frankrijk, als Gouvernement befchouwd, tfn met opzigten tot het aanfehaffen der noodwendigheden voor hare zeemagt. Dan behoorde men ook niet tevens dezelve te befchermen inde betrekkingen tot de Commercie met Frankrijk, als kunnende op doze wijze onderhouden en verlevendigen de in* dustrie te midden der oorlogs rampen ? Het rapport van dan 28 Mesfidor is eeniglijJs A 4 te-  betreffende, zoodanige neutrale bodems, welke uit eenige Franfche haven zijn gezeild, of noodwendigheden voor rekening en ten behoe* ven der Republiek aan boora hebben. Deze worden eeniglijk, en dan nog wel in die twee bijzondere gevallen bij tusfchenfpraak van het Gouvernement aan de aanflagen der kapers onttrokken. Alle andere neutrale bodems, zeilende uit hunne eigene havens of uit dezulke in goede verftandhouding met de Republiek ftaande,zelfs voor rekening der Franfche Commercie, of wel voor neutrale rekening beladen, in volle zee zich bevindende, of naar de Franfche kusten ftevenende, worden bij het rapport op eene jammerlijke wijze aan de roofzucht der kapers overgelaten, of wsl ten prooije gegeven van eene fpitsvindige rechtsgeleerdheid, welke dezelve alle, als daar voor onbeftaande, tegen deszelfs fteiltens doed verbreifelen, Is 'er dan geene gaping in deze herziening der Franfche wetten? behoorde immers de Wetgever niet te zorgen, dat hij, die de neutrale bodems zekerheid verleend, dan wanneer zij zijne havens verlaten, hen ook beveiligde, om daargerustelijk te kunnen binnen zeilen? men ftemt reeds toe  toe, dat 'er noodwendig zekere invoering behoord plaats te hebben , om de Commerciële industrie levendig te houden; wel aan dan, moet men dezelve niet vrijwaaren tegen de willekeurige handelwijze der kapers, te meerder, daar immers de neutrale niet eeniglijk onze havens aandoen, om daar goederen van daan te voeren zonder 'er iets van het hunne te mogen inbrengen. Neen zij berekenen 'zoo wel het voordeel, het welk zij op de reize derwaards, als wel op de retouren kunnen maken. Laat ons dan de wetten opzigtelijk de neutrale bodems herzien (eene taak zoo vuurig door het Directorium van het Wetgevend Lichaam begeerd) met al die ruimte , welke de aart der plaats hebbende en zoo dikwerf aan den dag gelegde misbruiken vordert. Eerste misbruik hier in beftaande, dat men aan de gevvoone Rechtbanken toekent het regc om te vonnisfen over neutrale prijzen. Het zoude voor het Wetgevend Lichaam genoegzaam zijn, om van dit misbruik overtuigd te worden, om flegts te doen lezen alle die vonnisfen ten laste van neutrale onderdanen geflagen. A 5 Gee-  19 Geene brengen als middelen ter hunner verwering bij, de onderfcheidene Commercie- en Zee-Traftaten cusfchen Frankrijk en hunne Souverainen bevoorens geflooten. Dan wat antwoorden hier op de Rechtbanken? dat dit geene middelen van verwering zijn, welke men voor hun kan aanvoeren, noch welke' zij aannemen; dat zij zich in de diplomatique ^ betrekkingen geenzints inlaten, en dat de neu. trale onderdanen, bij aldien zij willen doen gelden de onderfcheidene Trachten, tusfchen Mogendheid en Mogendheid daargefteld, zich bij het Gouvernement zelve moeten vervoe^ gen. Ondertusfchen is bij geene wet aande neutrale onderdanen toegekend het recht om zich op dusdanig eene wijze direételijk bij het Gouvernement te vervoegen ; immers wordt bij de wet van den 8 Floreal van het vierde jaar, eeniglijk aan de Commisfarisfen bij het Tribunal van appèl toegedaan het regt, om met den Minister van Justitie te raadplegen, en dan ftaat het nog aan de Commislarisfen, om daar van naar hun goedvinden al of niet gebruik te maken, zonder hier toe. te worden verpligc. De  De wettige en eigenaartige verweering der Neutrale word dus meestal nul en kragteloos gemaakt, de regtbanken weeten dezelve te verweideren en vonnisfen naar de bijzondere Reglementen , welke in Frankrijk plaats hebben , en welke tegen de gemaakte Traclaten, waar op men zich zoude kunnen beroepen, aandruifchen. De Commisfie zelfs heeft te wel gevoeld hec onbillijke dezer handelwij-ze, „ men zoude, n zegt zij, de wet van den 8 Floreal van het S5 4de jaar kunnen verbeteren, en dezelve door „ eene nadere wet van meerder kragt doen zijn, „ uit kragte van welke, het brengen der zaak t9 ter kennisfe vam den Minister van Justitie, zoo 9J dikwerf en dan zoude plaats hebben, wanj, neer 'er in deszelfs behandeling voor de 35 Rechtbanken van Commercie eenige Tratta„ ten werden aangehaald of ingeroepen," Daar men bij eene wet heeft willen flatuee» ren, dat men vei plicht zoude zijn , om in zodanige gevallen, de zaaken ter kennisfe van den Minister van Justitie te moeten brengen (daar dit zederd de wet van het vurde jaar flegts naar welgevallen was) daar men dit als iets noodzakelijks heeft befchouwd, waarom dit dan ook niet  gefield onder de £.rticu!en , w^lke men in de drie geprojecteerde befluiten heeft voorgedragen. Behoorde men in eene zaak, die zoo zeer aan het politieke grenst, en in welke behandeling de wijze tot dus verre in acht genoomen zoo veele benaderingen had in de waereld gebragt, behoorde men in deze aan de gevonnisde Neutrale onderdanen niet het regt toetekennen, om ook de Vonnisfen ten hunnen opzigten uicgefprooken, te kunnen doen herzien? Ja is en blijft niet altoos op deze wijze het hun toegekend regt eene herfenfchim. Immers kan men 'er geredelijk den uitflagvan berekenen, zal hetzelve niet eeniglijk uitloopen op eene boodfchap van het Directorium aandeszelfs Commislaris bij de Rechtbank van appel. Eerstens zal dezelve gewijzigd worden, zelfs tegen hunne wil, door het bijzonder gevoelen, het welk de uitfpraak ter eerlte inftantie heeft te weeg gebragt; wijders zal men den Commisfaris ten fterkilen gelasten, zich ftiptelijk aan den letter der verbintcnisfen te houden, dan, daar de Commisfaris zelfs geen Rechter is, wat nut zal dit dan toebrengen? Hij kan, wel is waar , hetzelve met nadruk en kragt  kragc van redenen in zijne voordrage en beduiten voordellen;dan de Rechtbank, altoos een onafhanglijk lichaam, zal 'er naar goeddunken acht op daan, en de Neutrale onderdanen voor de gewoone Rechters te recht gedeld, voor Rechters, die in geen verband daan met de beheering der S taatszaak en, zijnen blijven zonder bijzondere verweering, daar voor dusdanige Rechtbanken de Zee wetten geendnds als verbindende of als kragt van wet te hebben worden befchouwd. Men wil deze inrigting gelijk dellen met die, welke bevoorens bij de Admiraliteiten en bij den Raad der prijsverklaaring plaats had. Dan het onderfcheid is te aanmerkelijk: de Admiraliteiten vervaardigden degts de Inftructie, in zaaken van, Neutrale prijzen , weiz.'gden zij flegts bij voorraad, en nimmer velden zij een definitief Vonnis. Dit regt was eeniglijk aan den Raad der prijsverklaaringen toegekend, zelfs in die gevallen, welke in de Colonien hadden plaats gehad; deze Raad, aan wien dit regt bijzonder en bij uitduiting was toegekend, beftond uit mannen, in het beduur der Staatszaa* ken kundig. , Ver-  Verweiderden zij zich in hunne uitfpraken van den inhoud der verbintenisfen, of van het geen aan de Geallieerde of Neutrale Mogenheden was toegekend, dan beftond 'er nog de Raad desKoningS; welke bij wijze van een hof van appel alles weder te regt bragc en hertelde. In alle gevallen werden de deplomaticque betrekkingen als het waare in den evenaar gefield, zelfs door het Gouvernement, het welke altoos de grondbeginfelen der gewoone Rechtsgeleerd .id met die der rechten der Volken wist te vereenigen, en het belang der kaperreders met dat van den Staat* Zeker vereenigen in onze dagen de Rechtbanken der Commercie, welke de Raad der prijzen vervangt,nog de departementaale Rechtbanken , welke de plaats van den R.aad des voormaligen Konings vervullen, met opzigten tot de Neutrale onderdanen, in genen deele deze betrekkingen, welke zij als zoo veele befcher^ mingen der onderfcheidene magten zouden befchouwen. Met veel minder magt voorzien, zijn deze Rechtbanken juist geplaatst in die gemeentens, waar de meeste kapers worden uitgerust, of « wel,  wel, alwaar zij zich met 'er woon bevinden,: welke daar het grootse belang in hebben: dan, dit is nog in geenen deele het voornaamste misbruik. Wat zal men zeggen van het regt ter eerlte inftantie aan de Franfche Confuls, in de vreemde havens zich ophoudende, rechterlijk toegekend? deze geheéje nieuwe inrichting is docr gee e der Neutrale of Geallieerde Naden toegekend, geen hunner heeft goedfehiks kunnen toelaaten, dat één éénig man voor zich zelve een vierfchaar fpande, en eeniglijk in eigen perfoon den Rechtbank uitmaakte, daar naar welgevallen uitfpraak deet over het lot der rijkfle ladingen, dezelve by voorraad doende verkopen. De optelling en iijst van alle de vonnisfen, door de Franfche Confuls zints een jaar uitgefprokea en ter uitvoer gebragt, bijzonder in Spanjen, zoude het Wetgeevend Lichaam ten duidelijksten doen zien, dat de neutrale onderdanen het flachtoffer hier van geworden zyn. „ Het is niet dan, wanneer de tijd daar is> „ dat 'er geene kapers meer zullen worden „ uitgerust (zegt de Commisfie) wanneer de „ tijds omftandigheden een fpoedig einde aan » het  1« ^ het oorlog" zullen maken, dat men zoo veele 53 veranderingen moet voorflaan." Maar is het dan niet altoos tijd, om billijk en rechtvaardig te zijn? De groote Natie kan niet willen, dat, zelfs ge-, duurende het tijdverloop van één jaar, de rechten hunner Bondgenooten gefchonden zouden worden. Over hoe veele Schepen, ter eerster inllantie gevonnisd, moet nog bij wijze van appel uiifpraak worden gedaan: en bij gevolg is 'er nog een veel grooter aantal, het welk tot het regt van nadere uitlpraak hunnen toevlugt kan nemen. Zoude niet ieder verbetering hun lot verzagten, en wanneer ook dezelve flegts op eenige weinigen konde worden toepasfelijk gemaakt , zoude dit dan eene reden opleveren, waarom men dezelve niet zoude tot ftand brengen? Vreest men om eene Rechtbank daar te Hellen , eeniglijk beitemd om over de prijzen te vonnisfen? dat men dan ten minsten deze zaak toevertrouwe aan zoodanige Rechtbanken, welke het meest van de Havens verwijderd zijn, dac men aan dezelve ten duideiijkfte doe kennen de onderfcheidene verbintenisfen , opzigtelijk de zeevaart aangegaan, welke zij gehouden zijn na te  ie komen, en te doen naarkomen, en dat men. hun op eene wettige wijze die veerkragt geve, welke zij behoeven om de eigentlijke neutrale bodems te vrijwaren. • 2e. Misbruik j befraande in de gewoons, eil bijna dagelijkfchc, toepasfingder oude Reglementen, opzichtelijk bet Zeewezen^ van den jarè J744 en 1778, op de tegenswoordige geyallen. Twee openbare aflens van het Fransch Gouvernement (de Wet van den 14 Februarij 1793 en hetsrrèté van het Directorium, van den xip. Ventofe, van het 5". jaar) hebben deze Reglementen weder in hunne oude kragè herfteld, zy maken een gedeelte dier Wetten uit, welke thans het Directorium nodig geoordeeld heeft te doen herzien, om dat men 'er de gevolgen van ontwaard had. Ten welken einde zijn dezelve ter zijner tijde genoomen?. om zich te beveiligen en vrij tewaren , tegen de waarlijk flinkfche en vyandigë handel 5 welke de neutralen met hunne vlag dre-  ï8 ven, en tegens alle zodanige contracten, welke zij, ten nadeele der Franfche Natie, met hunne vijanden aangongen. Zij hebben als 'tware, door eenige voorwaardens, zich van de eerlijkheid der neutralen willen verzekeren. Ingevolge van dien, was daar bij bepaald, dat de neutrale Schepen met dusdanige documenten zouden behoren voorzien te zijn, als daar bij werden opgegeven, de wijze waar op dezelve zouden zijn gefield, enden inhoud van dien. Dan, met dusdanige bewijsftukken te vorderen, hebben die Reglementen geenzints gewild, noch ook niet kunnen willen, dat een ligt verzuim door de neutralen over het hoofd gezien, en daar voor het overige alle de bewijsftukken in orde zouden worden gevonden , hun eigendom onherflelbaar, en in allen gevalle een prooi zoude doen worden. Zij hebben nimmer gewild, noch dit ook even min kunnen willen, dat het eigendom hunner Bondgenoten flegts wegens het geringst verzuim, het wettig eigendom eens Kapers zoude worden. Neen, zij hebben dit in genen deelen gewild. Wanc  Want het Reglement van 1778, en dat in dezen het meest afdeed, zegt Articul dat Uit de papieren, welke aan boord zullen moeten zijn, ten minsten het neutrale eigendom zal kunnen blijken, ofte wel eenige bepalingen dus aangaande, aan den dag leggen. Zij hebben daar te boven het nimmer kunnen willen. Immers, de neutraliteit van eenjg eigendom eenmaal erkend, kan hier tegens niets verder worden irrgebragt, en kan zodanig een eigendom niet voor prijs worden verklaard, ten zij , uithoofde men tegens de Wetten, met betrekking tot de neutraliteit daargefleld, handelde. Een beuzelachtig en ver gezogt gebrek, in de form, uit niet anders, dan uit de verfcheidenheid van gevoelens voortfpruitende, of wel door de moeijelijkheid der verre reizen op zee, plaats hebbende, of door eenige andere toevallige omflandigheden voortgebragt, zoude de neutralen niet doen voorkomen, als opzettelyk, ter kwader trouw te hebben gehandeld, noch hen aan verraad fchuldig maken; neen, de neutrale onderdaan, is alleen dan en in zo verre fchuldig, als hij handeld en afwijkt van de voor-  gefchrevene, en billijke palen der onzij$g- hejd.t : Dan, hedendaagsch , danr het vooroordeel tegens de neutralen zo veel veld heeft gewonnen, daar hetzelve zulke diepe wortelen heeft gefchoten, dat hetzelve niet uit te roeijen is , en alle fchreden te buiten gaat, welke is in die tijdvak de handelwijze der Rechtbanken? Dat zij alle onregelmatigheden, zelfs de allergeringste, door de neutralen bedreven, even gelijk Hellen, dat zij voor allen even zeer het recht van prijsverklaring doen gelden, en eene kleine misflag, zelf een zeer gering gebrek in deform, uit dien hoofde, als het zwaarst misdri f Itraffen. Ji hje dikwerf zijn zij, in de vonnisfen door hun uitgefprooken, niet genoodzaakt geweest, om te moeten erkennen, dat en het casco, en de lading en de destinatie wezentlijk neutraal was. Dan om dat flegts aan een éénig document, daar 'er als het ware, honderd andere voorhanden waren, welke de waarheid ten vollen aan den dag lagen, om dat flegts aan één éénig document herhalen wij eenvifa, een tekening, e.en zegel of iets'diergelijks ontbrak, wordt de ganc-  gahtfche'lading en bodem, als behoorde dezelve den vijand toe, voor goede prijs verklaard. Een neutrale bodem, welke, om uit eene vreemde neutrale haven te kunnen uitloopen, hier toe een paspoort der plaatfelijke Souverain verkregen heeft, wordt prijs verklaard, om dat het zich niet in zijne eigene haven bevond. Een bodem , welk op zijn eigen zee een paspoort bekomen heeft, wordt prijs verklaard, vermits het zich niet in zijne eigene haven bevond. Een bodem, zints veertig jaren in dienst van een neutrale Mogendheid, wordt prijs verklaard» ren zij riien niet kan aantonen, alle de bewijzen van eigendom, gedurende dat gehele tijdvak , waar uit het blijkt, dat dezelve altooseen neutraal eigendom is geweest, en bij verkoop yan de eene neutrale hand in de andere is overgegaan. Verklaringen, welke men van twee of drie Matrozen aan boord der prijs gemaakte Schepen diénende, afbedeld, verdienen meerder galoof, en worden voor wettiger geho idcn, dan alle de overige papieren r zij mogen dan zoo B 3 com*  compleet 2ijn als eenigzints mogelijk is, welke •er aan boord worden gevonden. Ieder beftemming naar eene vijandige haven > zelfs die, welke bij de Reglementen zijn toe. geftaan, worde als eene reden ter goede prijsmaking befchouwd. Alle vervoering hoe ook genaamd van vijandelijke eigendom, offchoon bij het eerste Articul van het Reglement van 1778 vrijgekend, doet de neutrale bodem onherftelbaar verloren gaan, welke na inhoud van het zelve Articul gevrijwaard was, dan ook wanneer het contrabande aan boord zoude hebben. Ieder document uit wiens dagtekening komt te blijken, dat het zelve niet ouder is dan 24 Uren, wordt verworpen, in de valfche veronderftelling, dat de Kapitein het bevorens niet bij zich had, offchoon hij dikwerf niet verder dan 3, 4 of hoogstens 500 mijlen van zijn kus* ten verwijderd is. En hoe veie zijn 'er niet welke onder nog geringer of nog meer in het oog lopende voor» wendfelen voor goede prijs zijn verklaard. Nimmer wordt de goede trouw der neutrale af.  afladers, zelfs af te leiden uit de blijkbare bewijzen , welke men aan boord en in orde beronden heefc, in ogenfchijn genomen. Men verklaard het Schip voor goede prijs, om dat men fyet houdt voor vijandelijk eigeny. dom: vervolgens op dezelve gronden voortgaande, verklaard men al mede de lading voor goede prijs, als in een vijandige bodem geladen. Men maakt gene onderfcheiding hoe ook genaamd, tusfchcn een bodem, welke ten duidelijkfte blijkt 'svijands eigendom te zijn, en tusfchen een neutralen bodem, opzigtelijk welke, met betrekking tot de forra, eenige twijffeling plaats heeft. T Zoude men dan te veel gevaar lopen, wanneer men, door eene wettige daad, alle die vergezogte fpitsvindigheden, opzigtelijk de neutrale onderdanen, van uit de vonnisfen en rechtsgedingen verwijderde? zoude men een ruim veld voor de bedriegerijen openftellen, wanneer men daarftelde , dat de Rechtbanken gemagtigd worden om de Schepen vrij te geven, zoo dikwerf als het hun ten volst en en duidelijkjie zoude blijken, dat, of de destinatie neutraal of de bodem of de lading wettig neutrale eigendom was? B 4 3*.  3c Misbruik, in de uitlegging, toepnsfing en in werking brenging van de Wet van den 49 Nivofe L 1. beflaar.de. En dit is de voornaamfte klip waar op deneu-, tra Ie bodems fixanden. Zoo wel dezulke, welke zich juist den 29 NIS vofe op zee bevonden, of wel zedert, en die het nog zouden willen wagen. Daar het phijfiek onmogelijk is, na de wijze van procederen, door de kapers gehouden en ingevoerd, dat één eenige neutrale bodem, hoe wel ook de zuiverheid zijner befïemming mag blijken, hoe zeer ook buiten eenige betrekkingen met Engeland (taande, de verbeurt verklaring kan ontduiken. En het is dan ook ten gevolge van dien , dat zints' den 29 Nivofe geen één eenige vrij gegeven is, Ja men zoude op goede gronden kunnen aantonen, dat, wel verre dat de Wet van den 39 Nivofe den doodfleek aan de Engelfche koophandel zoude hebben toegebragt,zijin tegendeel eene !  eene tegens overgeftelde uitwerking heeft gehad, en dezelve heeft bevorderd. Met op den 29 Nivofe en volgende dagen die Engelfche goederen te nemen, welke zich óp neutrale bodems bevonden, heeft men de Engelfchen zelfs niecs benadeeld, voor de^e Koopwaren hadden zij van de neutrale onderdanen reeds betaling genoten, deze uit dien hoofden , hun land hier niet mede kunnende voorzien, waren weder andere genoodzaakt hunne toevlugt tot de Engelfche Fabrieken te nemen, en hier door werd dan een dubbelde verkoop geboren. Daar nu vervolgens de neutrale Schepen zich niet op zee durfden te vertrouwn, bevragte Bien de Engelfche Schepen zelve, en dezeijverzugtige Natie, heefc zich hier door zoo veel en zoo ze§r bevoordeeld, als haar zelfs geiuste, door de vragcpenningen, welke zij wist te bedingen. Zij heefc Convoijen verleend, welke zij ten duurfien deed betalen. Ja, hoe meer men de neutrale Vlag belemmerde , hoe meer men de Engelfchen deed B 5 ge*  gewinnen, welke hier door de algemene bevragters worden. (?) Dan het zijn geenzints deze misbruiken uit de Wet van den 29 INivofe voortgefproten, en welke als van zelfs in het oog lopen, welke wij het Wetgevend Lichaam willen voordragen. 'Er zijn 'er van een veel bezwarender aart, die welke hunne oirfpronk verfchuldigd zijn, aan de willekeurige toepasfwg, welke men van deze Wet maakt. Men is in de Rechtbanken van oordeel geweest, dat deze Wet behoorde te werken met opzigt tot alle neutrale bodems, welke men op den a<5 Kivofe zelve had aangetroffen. Men is van oordeel geweest, dat wat de bepaling van Engelfche koopwaren betrof, dezelve gelijk flond met de Wet van den 10 Brumaire van het 5e jaar. Men heeft geoordeeld, dat flegts het geringde (*) Thans zijn de premies van afiurantie op Engelfche bodems 4 ten honderd, daar die op neutrale tot 15 er. 16 gedegen zijn. »  fte Arricul dier Koopwaren, offchoon zelfs geen gedeelte der lading uitmakende, het welk aan boord wordt gevonden, genoegzaam was om fchip en lading voor goede prijs te doeji verklaren. Ja men vermeende, dat zelfs, het genoegzaam Was, dat deze of gene goederen, alhoewel noch in Engeland voortgebragt, nog aldaar gefabriceerd, wanneer het flegts Engelfch eigendom was, en zich aan boord van neutrale Schepen bevond, genoegzaam waren, om dezelve voor goede prijs te doen verklaren. En op deze wijze vonnisdmen nog dagelijks; is dit met de regelen van billijkheid overeen te brengen ? was dit immer de geest de* Wet? Met de Wet den dag zelfs dat dezelve gcarresteerd werd, kragt te doen verkrijgen, (dat is den 29 Nivofe) heeft men daar door nier, op eene alleronwettigfle wijze,aan dezelve,bijzonder met betrekking tot de vreemdelingen, eene te rug werkende kragt gegeven ? Geene Wet immers verbind, nog heeft kragt van Wet voor dat dezelve alomme als dusdanig is bekend gemaakt, voor dien tijd heeft zij in wezen geen beftaan. ' Bij-  Bijzonder kan geene Wet, waar by eenige ftraffe of verbeurdverklaring bepaald is, werken met opzigte tot hun, die noch dezelve kennen, noch dezelve willen, of ook uit dien hoofde kunnen overtreden. Eene Wet welke cp het onverwagst het geheel fijsthema der neutraliteit eene gantfche andere gedaante gaf, moest bevorens aan de Mogentheden worden kennelijk gemaakt, en daar men hun voorfchreef, om met de Engelfchen alle negotie, met hunne Waren gedreven wordende, te breken, fprak het van zelve, dat men hun een rijd moest laten, om dit te kunnen ter uitvoer brengen; wilde men dit niet, dan moest men voor het minste geene dier goederen voor prijs verklaren, welke zich onder weeg bevonden. Ja het waren geenzints'de verzendingen, welke ter goede trouw voor den 29 Nivofe waren aangegaan, welke bij die Wet worden verbeurd verklaaid. Ja, konden de neutrale onderdanen niet met recht fustineren, dat, daar zij van niets bevorens gewaarfchuwd waren, dat daar het eerste Anicul van het Reglement van 1778, nog in volle kragt en werking bleef, zij gerechtigd wa-  waren, om van de Engelfche goederen te mogen kopen. Nog eene andere fout; de Wet van den loe» Brumaire, van het 52. Jaar, was daar gefield, om den invoer van onderfcheidene Koopmanschappen in Frankrijk te beletten; het zij dat dezelve direclelijk uic Engeland werden aangebragc, dan niet; bij die Wet was gcvoigdijtc in het 5?. Articul bepaald, dat onderfcheidene Koopmanfchappen, (daar breder omfchreven) bij aldien dezelve van buiten werden ingevoerd, zouden gehouden worden als te komen uit de Engelfche Fabrieken, hoedanig dat ook den oorfprong mogt zijn. Wijders werdt bij de Wet van den 29A Nivofe gefield, dat alle Schepen, geladen, hec zij voor het geheel, of wel gedeeltelijk, mee goederen uit Engeland komende , of uit hare bezittingen, voor goede prijs zouden worden Verklaard. Dadelijk heeft men deze twee bijzondere Wetten in een gefmolten, om hieruit tot een gevolg te kunnen trekken, da: alle Koopmanfchappcti, welke voor Engelsch werden gehouden, bij de eerste verbeurd werden verklaard;  Waard, zo als zulks bij de tweede was omfchreven; heeft men geen moeite , om zich eene dusdanige uitlegging te kunnen voortel, len? Bij de Wet van den 10e. Brumaire, wordtgefproken van voorwerpen, van buiten ingc voerd, bij die van den 29e. Njvofe heeft men niet de invoering, in Frankrijk, maar de uitvoering, uit Engeland willen beletten. Bij de Wet van den 10e. Brumaire, worden onderfcheide Koopwaren, als fchijnbaar uit de Engelfche Fabrieken voorkomende, zij mogen dan komen van waar zij willen, voor contrabanden verklaard, bij die van den 29e. Nivofe, werdt hunne oorfpronk tellig bepaald, als komende van Engeland, of hare bezittingen. Het is ten uiterste klaar, dat geen verband tusfchen deze twee Wetten plaats heeft; daar de eene bij den inkomst de vreemde Koopman, fchappen, Engelfche, of wel andere aanhoud; de tweede verbeurd verklaard op zee, zodanige Koopmanfchappen, welke wezentlijk Engelfche zijn; op dat men, met dezelve in Engeland te laden, geen gevaar zoude lopen. Nog  == 31 Nog eeti derde abuis. In de Wet van den *oe. Nivofe, Haat met zo veele woorden: „ Jjder bodera, het zij geheel of gedeeltelijk „ geladen, met Koopmanfc happen, uit Enge* „ land komende, enz." Dan dit bepaald zich eeniglijk tot zodanige onderwerpen, welke verordend zijnde om verIcogc te worden, in deeigentlijke zin, Koopwaren kunnen worden genaamd, en wel dezulke, welke de lading eens Schips uitmaken, dat is^ waar van den Capitein een factuur is ter hand gefield, en hij cognosfement heeft gepasfeerd. Voor de Rechtbanken ondertusfchen, heeft men op alle Koopwaren, zonder onderfcheid, de prijs verklaring toegepast, hoe gering, of niet noemenswaardig zulks ook mogte zijn, al wat zich binnens boord bevond, het zij zulks het eigendom uitmaakte van den Pasfagier, ofwel van de geringste Matroos, dan wel, of dit den Capitein behoorde, of onder zijne verantwoording was gefield. Met dat geen, het welk zich eenvouwig aan boord bevond, gelijk te fielten, met de eige» gefeegde lading van liet Schip, hebben de Recht-  banken beflischt, dat zelfs de geringste zaak genoegzaam was, en reden tot eene geheele verbeurd verklaring opleverde. Zo dat één hoed, één lind, dekens, één tapijt, één kleen vaatje bier, eenige paren fchoennen^ of iets der. gelijks, door het Schetps volk ten hunnen eigen gebruike a.m boord genomen, genoegzaam was, om Schip en lading, meer dan een miilioen fchats waardig, voor goede prijs te doen verklaren. Vierde misbruik. De Wet van den 29e. Nivofe, zegt: „ de Haat der Schepen, datis, ij de bepaling, of dezelve als neutraal of vij»a andehjk zullen worden befchouwd, zal uit „ de lading moeten blijken, komende „ van Engeland, of derzelver bezittingen." De eenvouwige zin hjer van, is deze, dat men voor goede prijs zal' verklaren, die Schepen, waar in men Koopwaren zoude vinden, ia Engeland, of derzelver cobniën voortgebragc, of wel al laar vervaardigd. Het zijn de voortbrengzelen der Engelfche grond, of wel die harer industrie, welke de Wetgever in het oog heeft, en tefr nadele ftrekken, van zodanig neutraal Schip als dezelve ingeladen heef:. On*  33 Ondertusfchen is het volgens den ftijl der Rechtbanken niet eens nodig, om de verbeurdverklaring der Schepen te wettigen, dat de Koopwaren Engelfche zijn; het is genoeg dat dezelve een Engelsman toebehooren, al kwamen dezelve ook directelijk uit Frankrijk of uit derzelver volkplantingen , is dit niet de zin en letter der Wet overfchreden? Ingevolge het *e en je Articul van het Reglement van 1778 is het vijandelijk eigendom eeniglijk aan de verbeurd verklaring onderworpen, de neutrale bodem, die dezelve overvoert, vermag niet genomen te worden; neen maar dezelve 'moet worden vrijgegeven. Daar nu door de Wet van den 29 Nivofe, het Reglement van 1778 niet is ingetrokken, zoo blijft de bepaling opzigtelijk de neutrale Schepen en de vijandelijke eigendommen in baare volle waarde, en kan de lading, offchoon deze' ve aan den vijand toebehoorde, in aanmerking komen, om door dien weg, héc Schip ce doen prijs verklaren. Doen zoo velé valfche uitleggingen van de Wet van den 29 Nivófe niet ten duideiijkfle C zien,  zien, dat ongelukkiglijk de neutrale onderdanen weinig heil hier van te wagten hebben ? wat moet men van de zin en letter van zoodanig een Wet zich voordellen, waar uit zoo vele misbruiken en onrechtvaardigheden gebooren worden? immers dat dit het beste zoude zijn, om namentlijk de Wet zelve, zoo als die legt, in te trekken , iets het welk het belang zoo wel van Frankrijk zelve, als dat hunner Bondgenooten vorderd, en zeer zeker zoude Engeland hier niets bij gewinnen. Ja, zoo men de Wet niet wilde intrekken, dat men dan ten minsten de kapers de magt benam, om dezelve na willekeur te doen werken; dat men de Rechtbanken vrijwaarde van het willekeurige het geen in hunne vonnisfen doordraait; dat men rondborstig bepale, van wat tijd men moet rekenen dat de Wet kan worden gezegd, in werking te zijn geweest; of het 5e Articul der Wet van den 10 Brumaire van het 5e jaar overeen te brengen is met die van den 26 Nivofe, opzigtelyk de bepaling omtrenc de Schepen zelve ; of het geringde (tukje goed, wanneer hec flegts in Engeland is gefabriceerd, geen gedeelte der eigentlijke lading uitmakende, genoegzaam  zaam is, om de verbeurd - verklaring van neutrale Schepen te wettigen, en niet alleen van Schip, maar ook zelfs der lading; eindelijk of het Engelfch eigendom aan boord van een neutraal Schip zich bevindende, deszelfs oorfpronk moge dan ook zijn zoo als die wil, natuurlijk de verbeurd verklaring des fchipsmet zich voert. 4°. Gewigtige en veelvuldige ongelegendheden voortfpruitende uit de Wet van den 4 Prairial 1. ï., met opzigt tot de wijze van procederen over de prijzen. Men heeft aan het Wetgevend Lichaam voorgefteld, om deze procedures merkelijk te bekorten , zonder aan het zelve op te geven eenige bedenkingen, welke het lot der genomene konde verzagten; men heeft hun wel verzekerd, dat alle deze prijzen, verbloemde Engelfche waren, en hier door wilde men de kapers des te eerder meester doen worden, en in het bezit Hellen ener buit cp den vijand veroverd; onder die C % valfch  valfch voorwendfcl heefc men rle Wee overdre-» ven. Dezelve bepaalt den tijd van tien dagen, om van het vonnis, ter eerste inftantie gewezen, te kunnen appelleeren, tien dagen om 'er zich op te erkundigen, tien dagen om te vonnisfen. Tien dagen om zich tot de casfatie voor te bereiden, tien dagen om de Hukken in behoorlijke orde te kunnen brengen, tien dagen voor de verwerping of aanneming. Zij gelast de verwezenen om geduurende dezen korten tusfchen tijd de documenten te vertoonen. Men heeft geenzints in ogenfehijn genomen, het groot aantal Neutrale Schepen, zintsden29 Nivofe in onderfcheidene havens opgebragt; nog het klein getal van Rechtbanken in ibat, om hier over ce vonnisfen , even min als op de veelvuldige andere zafetn voor dezelve hangende Meer dan drie honderd neutrale Schepen, zijn  zijn zints zes maanden, door kapers in de Franfche of Spaanfche havens opgebragc, om daar gevonnisd te worden. Die, welke in Frankrijk zijn opgebragc, zijn in vijf, of hoogstens zes havens binnen gelopen: Duinkerken, Cherbourg, Sr. Malo? Brest, Nances of Bajonne, en de appellen hier van zijn voor vijf of zes departementale Gerichtshoven hangende, welke, buiten dien, met andere procedures als overladen zijn. Ingevolge de Wet van den 8 Floreal, van het 4e. jaar, zijn 'er Hechts vier Gerichtshoven in cas van appel, voor alle de prijzen, waar over in vreemde havens gevonnisd is, Aix, Douai, Nantes en Vannes. Het is dus wiskunstig zeker, dac het voor zulk een klein getal Gerichtshoven geenzints mogelijk is, om over zulk een groot aantal netelige gevallen, in zulk een kort tijdverloop, vonnis te kunnen vellen. Wat meerder is; het is volltrckt onmogelijk voor de genomene, om zich voor hun te bevinden , en hunne vervveeren in te leveren,, Men weec dat de verweering meest al beflaat, uit de Schceps documenten, deze nu zijn nimmer in C 3 han-  38 handen der genomene; de Wee hun gelastende dezelve, als ook de vonnisfen tevercoonen, maakt hun, als hei ware afhangelijk van de expediërende Commiefen; dus doende, zouden de veelvuldige bezigheden dier Commiefen, of foms ook wel hunne achteloosheid, oorzaak kunnen zijn, dat de neutrale onderdanen verdoken bleeven van het recht van appel en dergelijk. En dit zal fteeds, en zeer zeker het lot zijn, van de zulke, welke in vreemde havens worden gevonnisd, te Cadix, Carthagena, Aigeziras, Amfterdam, Genua enz.; nimmer verzend het Confulaat de copie der ftukken zo tijdig, dat dezelve van nut kunnen zijn, ja, al wierden dezelve dadelijk verzonden, dan nog zoude een buitengewone courier dezelve niet tijdig genoeg voor het hof van appel kunnen brengen, zonder nog in aanmerking te neemen, dat dezelve dikwerf over zee moeten worden gezonden. Men zoude flegts voor een gedeelte dit kunnen voorkomen, wanneer men aan de Griffiers en Commiefen beval, om zelve directelijk de origineele documenten, aan de Hoven van appel en casfatie in te zenden, daar deze documenten  ten meestal in een vreemde raai zijn, en 'er dus tijd behoeft, om dezelve door gezworene translateurs te doen vertalen. Zinds den 4e. Praireal, heeft men in bedenking gebragt, of het aan neutrale onderdanen zoude vrijftaan, hunne eigene verbalen en verweren op te Hellen; onderfcheide Rechtbanken, zo van Koophandel, als in cas van appel, hebben dit negatief beantwoorde, en reeds zints langen tijd, vonnisfen de Franfche Confuls in Spanjen, zonder de genomene te hooren, ja zelfs, zonder dat zij voor hun ontboden zijn. Is dit de Conflitutionele wijze van vonnisfen? brengt het ik. Articul der Staatsregel mee mede „ dat niemand gevonnisd kan wor„ den , zonder wettiglijk gehoord, of geroepen „ te zijn." En het geen nog het meest te bejammeren is, beflaat hier in, dat de Rechtbank van herroeping deze vonnislen, gewezen zonder dat de partijen gehoord worden, geftand doet. Welk een begrip wil men doen maken, van de Franfche Wetgeving? daar men neutrale onderdanen oordeeld, zonder hun te horen 1 C 4 Men  Men fielt, dat deScheeps documenten, met en benevens de ondervraag poincen en verhoren, de geheele verweering inhouden, dan, het Rechtsgeleerd - punct van ondarflelling^ welkers oplosfing altoos van het uiterste gewigc is, de lijst der opgegevene Hukken, dikwerf flinks te zaam gefield, dc voordragt der daadzaken, de verweiingen, waar uit de onvoegzaamheid der procedures komt te blijken, dit alles moer; als niet gerekend worden, eniglijk om het de kapers des te gemaklijker te maken! neen, zo zulks moet doorgaan, dan was het voorzeker beter, de geheele wijze van procedeeren den bodem in te flaan, en eniglijk op het woord, Of horen zeggen, de prijsvcrklaring te doen plaats hebben. Ja de Wet van den 4e. Praireal behoorde niet meer dan enige andere eene terugwerkende kragt te hebben: dat is, dat de gedingen voor deszelfs bekendmaking gehangen hebbende, noch in cas van appel, noch in dat van cautie, orderwoipcn behoorden te zijn, aan die uitflellen, welke dezelve voorfchrijft, Ondertusfchen fchijnen de Rechtbanken, welke de meening van het Gouvernement, even min  BHfl als die der Wctgeveren verftaan, van gevoelen te zijn, dat men, met opzichte tot de neutrale ondcidanen , alle palen vermag te ovcrfchreiden, en de Wet, in den ftrikscea" zin, op hun roepasfeliik makerr. Dan, hec Wetgevend Lichaam zal niet langer dulden, dat eene orde van zaken, zo zeer ftrijdig men de Franfche braafheid, langer Hand grijpe. Dan, 'er beltaat nog eene onrechtvaardigheid, welke men niet met ftilzwijgen kan voorbijgaan, dezelve is haren oorfpronk vcrfchuldigd aan eene andere Wet van den 4e. Praireal, 1.1. Wanneer een neut-aal onderdaan, bij toeval, zijn proces gev/onnen heefc, zo moet hij borg Hellen voor de waarde der prijs, toe dat in geval van herziening door den kaper die termijn afgelopen is; dan dit heeft in hec tegenovergeflelde , en meest voorkomend geval, wanneer de gevonnisde neutraale herziening vorderd, geen plaats; de kaper is niet verplicht borg te Hellen; hij maakt zich dadelijk meester van de buit; verkoopt dezelve, en verdeeld hec provenu ; zod.u, wanneer het vonnis verbroken vvierd, C 5 de  4» de neutrale onderdaan, noch goed, noch deszelfs waarde meer zoude vinden. Kan 'er iets ongelijkers beftaan, en moet de Wet van borgtocht niet gelijklijk werken? Wij hebben flegts vlugtig het tafreel gefchetst der misbruiken, waaronder de jegenswoordige wijze van vonnisfen de neutrale onderdanen doed zuchten. Tot welk een aantal zouden dezelve niet te brengen zijn, bijaldien men alle die menigvuldige gevallen had willen maaien, welke 'er voor handen zijn, bijaldien men niet eniglijk alle die kunstftreken had eer neder gefield, welke men fchaamtcloos bezigt, om de neutrale Schepen, voor vijandig te doen doorgaan, als ook de onwettige vorderingen, met opzichte tot onze Bondgenoten. Dan het is het Directorium zelfs, welke het Wetgevend Lichaam toeroept, dat het meer dan tijd is om paal en perk te Hellen aan deze daden ran geweld, welke niets anders ten gevolgen hebben, dan om eenige particulieren te bevoordeelen, en die noodwendig tot nadeel van het algemeen moeten uitlopen. Wat zouden wij hier dan lek meerdere aandrang kunnen bijvoegen?  gen? het Wetgevend Lichaam heeft eniglijk nodig de misbruiken, waar van zij geenzints ooggetuigen is, te kennen, en haare wijsheid zal zeker ten fpoedigften hier voor behoedmiddelen weten daar te dellen. Dan welke verbeteringen kunnen 'er worden in het werk gedold ? Het diplomatique in dezen opzigte zoo veel mogelijk is met het regterlijke te vereenigen. Ten duidelijkste bepalen de wezentlijke gevallen , volgens welke de neutrale bodems voor goede prijs kunnen worden verklaard, te zaam verbindende dat, het geen men van den eenen kant ingevolge de aangegane verbintenisfen verpligt is naar te komen, met dat het geen de doorflepende vijand zou kunnen voorwenden. De Wet van den 29 Nivofe 1. 1. intrekkende, of ten minsten zoodanige voorzieningen daardellende, waar door belet word dat dezelve niet naar willekeur wordt uitgelegd, of in werking gebragt. Aan de neutrale onderdanen, al dien tijd latende, en alle die middelen, welke zij ter hunner ver.  44 verwcering behoeven, tegens de veelvuldige rechterlijke Ipirsvondighcden der kapers. Dit zijn de grondzuilen, volgens welke de belangens van den Staat, die der kapers, en der genomene met elkander kunnen worden vereen igd. A A Na  AANMERKINGEN' VANEEN BATAATSCH KOOPMAN E N RECHTSGELEERDE. Ter Gelegenheid van het Rapport van den Burger Riou Lid van den Raad der 5002. Den a8 Mesfidor. Nil ego peccavï , nifi ft peccasfe vocatur Annua cultori poma i-eferre fuo. Ik ben mij zelve var. geene misdaad bewust, ten zij men mij dit als een misdaad zoude wille rekenen , dat ik getragt heb voor alle nuttig te zijn. j\.k met geweld mij ontrukt hebbende, aan mijne veelvuldige beroeps bezigheden, mij herwaarts begeven hebbende, met het eèmgê oogmerk ,  46 merk, om als van nabij te betragten de zaak van zoo veele genoomene Schepen, ten dien einde door het vertrouwen mijner Medeburgeten, welke daar zoo zeer belang in hebben, met deze zaak belast; zoo wel door het iredelijk beftuur mijner geboorteftad, als door het Bataafs Gouvernement zelve hier toe bijzonderlijk gemagtigd, zoo was niets natuurlijker, dan, dat alles, het geen met mijne zending in betrekking ftond, mij van aanbelang zijn moest en mijne aandagt opwekken; niets was dan ook gevolglijk natuurlijker, dan, dat het Rapport van den Burger Riou, Lid van den Raad der vijfhonderden, zulks in eene dubbelde maate deed. Het zijn niet flegts de gevoelens van een gewoon fchrijver, die, zoo men zich verwaardigd hem te lezen, flegts ter tijdkorting van eenige perfonen veriirekt, neen het is een Lid der Wetgeving, welke tot zijne mede amptgenoten fpreekt, om hen intelichten, en wiens vercrouwen hen des te gereeder konde overreden, daar hij zeker, buiten zijne andere hem bijzonder eigene geestvermogens, meer dan wel eenig ander Lid inflaat  infiaat is, om mee betrekking tot de Kapers berigcen re kunnen inwinnen. (*) De lezing van dit Rapport heefc bij mij onderfcheidene aanmerkingen doen gebooren worden, welke ik om veele redenen nuccig geoordeeld heb op 't papier te brengen; daar wat hec Rapport zelve betreft, en bijzonder de drie onderfcheidene daar bij oncworpene decrecen, deze zoo het mij toefcheint voor ons van weinig belang, even min voor ons Bataven, als voor de overige vrienden en bondgenoten van Frankrijk of wel neutrale Mogendheden, ten zij eniglijk wijl daarin van ons in genen delen melding wordt gemaakt. Ik zoude vermeenen te kort te doen aan het vertrouwen, het tvelk men in mij gefield heefc, zoo ik niet alle middelen en gelegendheden bezigde, welke zich opdoen, om zoo veel in mij is het lot van den Bataal'fchen handelaar te verzagten, ten minsten om den tolk zijner klagten ce zijn , immers is dit de laatste troost welke eenen ongelukkigen overblijft. Dan £*) De Burger Riou is vnn Brest, waar men nog dajcüjks zeer fterk ter Kaap uitrust.  4& Dan in hec onderhavig geval, is die nog iets Sneerder. Z'jne bekommeringen te ftorten in den boezem der Franfche Natie, wat is dit anders voor den Bataaf, als zijne grieven aan zijnen vriend,aan zijnen befchermer toetevertrouwen; een befchermer, goedhartig genoeg om dezelve te willen, en magtig genoeg, om die kragedadig te kunnen herflellen. Dan zonder hec nut, het geen ik mij van deze bedenkingen voorftelle, zonder de baarblijkelijke rechtvaardigheid der zaak, waar voor ik mij durve verdromen te fpreken, zouden duizende redenen mij tot zwijgen genoopt hebben. Een vreemdeling in dit land, in een taal fchrijvende mij even vreemd, mij tegens overgefteld vindende met het grootfte belang van een aanzienlijk lichaam, loos, hebzugtig en die geene middelen zullen ontzien, nog geene moekens fparen om hun oogmerk te bereiken, fchcen mijne onderneeming niet van roekeloosheid te zijn vrijtcplcir.cn; dan het belang mijner iastgeveren vordert her, cn di.n moeten alle andere bedenkingen ras ophouden. De Kaperrccderijen in het algemeen genomen, zullen niet bijzonderlijk het hoofdocl pfé- navol-  = 4> navolgende bedenkingen uitmaken. Neen maaf men zal meer bijzonder zijne aandngt vestigen op de wijze waarop men in hec ter Kaapvaren is te werk gegaan, niet in volle Zee, maar op de Rhee van bondgenocen en onafhangelijke in vriendfchap levende Natiën, en meer bijzonderlijk in de beide monden der Maas. Ik vinde mij geenfints bevoegd om de verbeteringen optegeven, welke 'er zouden behoren plaats te hebben, in de wijze om hec regt op de gemaakte prijfen te Haven; dit zoude even roukeloos als flrafwaardig zijn. Hec is mij genoeg ce zien dac hec Directorium , zich vereenigende mee hec Rapport door den Minister der Buitenlandfche Betrekkingen uitgebragt, in hare boodfehap den aae Floreal zegt, dat het volfirekt noodzakelijk is, dat dit gedeelte der Franfche Wetgeving verandering on* der gaat \ zulks erkend zijnde, zal hec mij genoegzaam zijn om mee daadzaken te Haven, dac het geen door het Directorium in het algemeen gefield wordt, ten uiterHe waar is, met opzigtc tot de Bataven, welke hare bezittingen op alle zeen rondvoerende, en als eene getrouwe D Bond-  Bondgenoot der Franfche Republiek, hare befcherming vorderd in alle havens. De Burger Riou fcheint bij zijn rapport tot eene generale bafia zijner gevolgtrekkingen te neemen het algemeen welzyn. Salus popali fuprema lex ejlo, zoo 'er immer eene grondftelling is, welke men misbruikt heeft, dan is het voorzeker deze. De geweldenaar onderdrukt, de eerzugtige werpt alles ten onderfte boven, en zoo wel deze als geene beroept zich op de aangehaalde Helling, even als in de Fabel van la Fontaine, wil den een den ander zijn wond met dezelvde pleister heelen; ja in onze dagen zal een reder van Brest of Duinkerken uw fchaamteloos ftaande houden, dar, zoo de kaperrederij niet befchermd of aangemoedigd wordt, zelfs in deszelfs misbruiken, het Vaderland als dan in gevaar is. Dan hoe het ook zij, zoo wil ik gaara deze zaak met mijne tegenftanders behandelen, hoe vernederend het dan ook zijn moge , voor hem, die de tolk is van een nuttig en achtingswaardig aantal Burgeren, van hunne geestvermogens en noestheid levende, die, wanneer het  Vaderland het vorderd, zich daar Voor gewillig durven opofferen; hoe vernederend, herzegge ik, hec ook zijn moge, om in het ftrijdperk te treden> mee een [aantal lieden, wiens fortuin eniglijk op den ondergang hunner nijveren medemensen gegrond is, en waar van de middelen, welke zij bezigen en in het werk ftellen, om hunnen buic te bewaren, in verband Haan met die, welke zij aanwenden, om dezelve te}be'kö*. men, ten zij dat in het laatste geval het geweld, en in het eerste de loosheid den hoofdrol fpéélen; lieden, welke men in genen deele zoude moeten kennen, om hun eenige agting toe te dragen-. Dan laat ons kort zijn, eh ter zake komen. Is de kaapvaart tegens neutrale onderdanen*" £00 als men die thans voert, nuttig voor Frankrijk? is dezelve integendeel niet voor haar nadelig? dit is de eerste vraag. Is de kaapvaart, zoo als men dezelve hedendaags tegens de onzijdige Mogendheden voert, overeen te brengen mee het regt der Volken, op het natuurlijk regt gebouwd? zie hier de twede Vraag. En eindelijk ten derde, eh meer bijzonder is D % hee  hec kapen in de monden der Maas, door her eerstgeftelde te verdedigen, en mee de gronden van hec cwede overeen ce brengen. Laat ons eerscens de Rechcsgeleerde gronden der kaapvaart in hec algemeen daarflellen. Slegcs een gering aantal goederen, in Engeland vervaardigd of voortgebragt, is genoegzaam om een Schip, alhoewel neutraal, voor goede prijs te doen verklaren, even zeer als het overig gedeelte der lading, alhoewel neutraal eigendom of voortbrengzel. Elk Engelsch eigendom doed hetzelve neutraal Schip voor goede prijs verklaren, even zeer als het overig gedeelte der lading, offchoon aan neutrale, verbondene of vijands onderdanen behoorende. Daar, met betrekking tot de verweering van het eigendom, hec onus probandi aan den genomene word: overgelaten, en wel na de nrikfte regulen. Deze Rechtsgeleerde Hellingen, welke juist niet alleen alle gronden der gewapende neutraliteit, hebben, ten onderfte boven gekeerd, maar ook die, welke plechtiglijk door Frankrijk voor het oorlog van 1780 waren daargefleld, en welke  53 welke Holland indien oorlog inwikkelde, zij, welke de grondzuilen geworden waren van het algemeen erkend recht dérVolken, nogchans echf ter mee uitzondering van Engeland; deze nieuwe Rechtsgeleerdheid is nietalleen bezwarend voor de neutrale Scheepvaart, en aan hunne Bondgenoten, welke hunne eigendommen onder de befcherming hunner Vlag vertrouwen ; maar men heefc dezelve nog daar te boven voor hun allerrampzaligst doen worden, door de ftrencrheid, waar mede men van de vreemdelingen votderd, dat zij zich zullen gedragen en agtervolgen dc in Frankrijk hun voorgefchrevene Formulieren, welke hun dikwerf onbekend zijn, ja zelfs dikwerf onbekend, aan de Franfche Wccgeveren zelve. De Rechtbanken houden zich fliptelijk aan den letter der Wet, zonder in aanmerking te neemen, dac die Wetten mogelijk onbekend zijn, aan hun, welke voor den Rechtbank geroepen zijn. Het is geenzints hier de plaats, om de onrechtvaardigheid van diergelijke procedures aan te tonen; bepalen wij ons bij hare uitwerkfelen; ziet hier dezelve in twee woorden : alle neutrale handel, is hier door den bodem ingeflagem. D 3 Dan,  Dan, is die nuttig voor Frankrijk? en hoe% bij al wat heilig is, bij al wat wel denkt, zoude dit kunnen zijn? men moet niet in aanmerking ncemen, of het nuttig is aan Frankrijk» om zich, te recht of om echt meester te maken van enig eigendom, zo het Hechts der moeite waardig is. Dit ogenblikkelijk, en verkeerd berekend voordeel, zoude hun een geringen buit doen kopen, welke hunne roem dusdanig, bijna geheel zoude verduisteren , dit zoude een poinc van onderzoek kunnen worden, in de kajuit van den kaper Capitein, of wel op het comp.toir van den reder; maar om dit van eenig gewigt te doen voorkomen, voor Wetgevers, die, daar zij de eerste der waereld, ook de billijklie behooren te. zijn, dit zoude hun de grootste hoon zijn aangedaan. Dan, de vraag is., of menmet de neutrale vaart te belemmeren, Engeland dat nadeel kan toebrengen-, het welk men 'er zich van voorfielt ? In de eerste plaats komt in aanmerking, wat men door de Engelfche Koophandel ver-ftaat ? is dit wel iets anders, dan het vertier hunner voortbrengfelen, de ruiling of vervoering hunner eigendommen ? Si  55 En zo men ter goeder trouw wil handelen, bellaar, zulks dan hier in niet eniglijk? dit nu zo zijnde, welk verband is 'er dan, tusfchen 'svijands voortbrengfelen en eigendommen, en tusfchen neutrale koopwaren, voortbrengfelen, en mijn bijzonder eigendom? Waarom moet geene verbodene baal koopwaren als het ware aan de mijne eene gelijke ilraf mededeelen, die hun beide gelijk Heit? Ben ik dan een Engelschman, om dat ik onder het zelve dak als hij vernagc heb ? Ja, zouden deze veronderltellingen niet geredelijk iemand tot lachen verwekken, bijaldien de gevolgen hem daar van niet weerhielden? worden dan mijne meekrap, mijn vlas, en zonder eenig onderfcheid, alle mijne Koopwaren, Engelfche goederen, en zijn zij uit dien hoofde verbeurd, daarom, vermits een mijner mede Kooplieden, eenige ellen Engelsch laken aan boord heeft ? bekoom ik eenig voordeel uk dezen handel? zoude ik dan, zo. ik zulks geweten had, of had kunnen weten, zo ik gerechtigd was geweest, om hier naar onderzoek te doen, niet belet hebben? (immers brengt dit in alle gevallen de gezonde reden mede} dan tkar ik nu hier toe niet gerechtigd ben, hoe D 4 k.an  5ö kan men dan, flegts onder eenige fchijn van billijkheid, mij voor eens anders daden verantwoordelijk Hellen, mij op eenen gelijken voet met de fchuldige ftraffen? zoude dit met juist gefchikt zijn, om alle gevoelens van recht en onrecht omverre te werpen. Culpa vacat qui pravidere non po tuit. . . en dan nog qui prohibere non poiuit, non mandare videtur. Deze eeuwige en onwrikbare grondwaarheden, welke reeds voor eenige burgerlijke inrichtingen beftonden, kunnen door geene Wetgeving, hoe ook genaamd, veranderd worden. Het geen ééne waarheid is, met betrekking tot de mede-inladers, is ook zulks ten opzichten van de neutrale bodem, daar de Schipper even min het recht van onderzoek heefc, en evenwel verantwoordelijk gefield wordt, voor een daad, welke hem even vreemd als bewust is. Het is dus eene bewezene waarheid, dat men, met te willen beletten den koophandel des vijands, in tegendeel die der neutrale Mogendheden kragtdadige fchadens heefc toegebragt, ja Zelfs den handel zijner Vrienden en Bondgenoten i eene handel, welke in een tijdftip, dat de  57 de Franfche zich weinig op den haare lchijnen toe te leggen, in ftaat zoude geweest zijn , om hunne kooplieden van de eerste noodwendigheden te voorzien , en zeer zeker ook voortbrenglelen van hunnen grond, of die hunner konsten naarelderszoude hebben vervoerd, meer als genoegzaam ter aanmoediging en onderhoud zoo der landbouwers als der kunstenaars; waar door dan ook den geest des handels levendig zoude zijn gehouden, welke, wanneer dezelve ongelukkiglijk eenmaal is uitgedoofd, bijna nimmer of flegts niet dan gedeeltelijk ontvlamc. (*) Immers duid het weinig kunde aan te hooren zeggen, de handel zal wel weder herlevendigen, wanneer dezelve eenmaal verlopen is; ook zal men dit nimmer uit den mond eens Koopmans hooren, even min als iemand, in de gefchiedenis des koophandels ervaren , hier aan geloof zal flaan; wel is waar dat dit ogen- blik- f (*} Bevestigt Antwerpen dit niet ten duidelijksten, he^ vind bet zelve zich ook nogthans niet in dezelvde fhind, en blijven haar dezelve middelen niet overig, dan in de zestiende Eeuw, en met dit alles welk out heeft zij rW van? D 5  blikkelijk en flegts kortflondig veriies geen verlies uitmaakt, het welk men juistelijk op eene zekere waarde kan berekenen, dan ook zelfs, wanneer Frankrijk door voordeelige volkplantingen of veroveringen, op het voetfpoor van Alexander ondernomen, bij de algemeene vrede, voor zich geopend en verkregen had de rijkste bronnen eener fchitterendfle koophandels zoude het dan nog voor haar niet oneindig voordeliger zijn, dat 'er in haar midden gevonden worden ervarene kooplieden, welke (leeds den geest des handels en derzelver behandeling hadden levendig gehouden, en hier door zich in ftaat bevonden, om 'er alle de voordeden van te kunnen plukken, dezulke, welke zich in ftaat bevonden, om zoodanige ondernemingen te vormen en uittevoeren, welke de omllandigheden noodwendig doen gebooren worden; of zoude het, bij foute van dien, niet zeker de vreemdelingen zijn, welke als dan ten fpijt der Franfchen zoodanige ondernemingen zouden aanvangen, en waar van dan ook des noods de Franfchen eeniglijk, als het ware de Agendarisfèn cf Naamvoerders zouden zijn? Zoude het niet oneindig beter zijn den geest de?  des handels te hebben gaande gehouden, dan em den onzekeren uitflag te wagen,van dezelve weder te moeten doen herlevendigen? immers wanneer men ten halve den berg is opgeklom-. men, bevind men zich nader bij den top, dan wanneer men nog aan deszelfs voet is. Deze proefondervindelijke waarheden zijn zoo baarblijkelijk, dat men dezelve als zoo vele grondftellingen kan aanmerken. Men Herat geredelijk toe, dat hec hoogst nadelig voor een volk is, wanneer 'er alle militaire geest wordt uitgedoofd; dac, zoo wanneer de zugt tot de beoeffening der fraaije letteren eenmaal verdoofd is, men Eeuwen behoeft om dezelve weder te doen aankweken. Dat, wanneer het nationaal caracter eens verJoren is, hetzelve niet als met eene toverroedc weder te herfcheppen is;. en zoude men dan eeniglijk mee opzichc coc den handel onver», fchillig zijn?... Ja maar, zege men, de hoop op winsc, zal den Koopman vormen ; ja, even eens als de zuchc coc glorij, den Officier maakc. Deze zal wonderen van dapperheid verrigten, en bezwijken, geene grote ondernemingen doen, en ten gronde gaan, en zo wel den dood des  cc des eerster), als den ondergang des laatsten, zal zeer zeker den moed benemen , aan hun, die hunne voetflappen zouden hebben willen drukken. Daar te boven: men behoeft den loop des handels flegts van verre te hebben gade geflagen, om niet te weten, dat daar, waar zich honderd kooplieden hebben ter nedergezet, en honderd millioenen aan capitaal gevonden worden, aldaar meer dan tien maal zoo veel handel gedreven wordt, als op eene plaats, waar niet meerder dan tien kooplieden en tien millioenen fchats gevonden worden; de toevloed brengt de zaken hervoort, de menigvuldige invoer bevorderd den uitvoer, en deze vermeerderd wederkeerig den invoer, dan is deze loop der zaken eenmaal buiten haren oever gebragt, dan is het zeer moeielijk dezelve weder binnen hare eerste bedding te leiden. Men kan dan veilig zeggen, dat Frankrijk, met aan de Commisfievaarders de vrijheid te laten, om de neutrale Schepen te mishandelen, of wel met dit niet te beletten, zichzelveeene wezentlijke fchade toebrengt, welke de gapt* fche Natie moet gevoelen, terwijl eenige weinige  nige particulieren daar van bij uitzondering van alle de vrugten genieten. Men kan Heilig zeggen, dat Frankrijk met den handeldrijvenden geest harer Ingezetenen te doen kwijnen, en door toe te laten, dat de Joop der zaken eene gehele' andere richting neemd, zich zelve zoodanige hinderpalen in den weg legt, welke haar zullen beletten, de omHandigheden zich te nutte te maken, dan, wanneer zij in het politicque de zaken tot dien Hand zal hebben gebragt, werwaards hare begecrtens zich uitflrekken. Dan, dit is nog niet alles: de kaapvaart, zo als dezelve zints eenige maanden gevoerd wordt, ondermijnt niet eeniglijkde Commercie der Franfchen en harer Bondgenoten; het gaat nog verder, en hier door doet men dezelve in de handen der Engelfche overgaan. Zoude dit nog bewijs behoeven? dat men flegts hec oog vestige op deze bloeiende natie, te midden onder de rampen van hec oorlog; dat men in ogenfchijn nceme hec beloop der inkomende rechten, binnen dat rijk: en men zal ontwaren, dat naarmate het vermogen der invvoondercn toeneemt, de Staatsinkomsten vermeer-  meerderen; men zal ontwaren, dat de haride! eeniglijk de ingezetenen in ftaat fielt, om die bezwarende imposten, welke op alle andere zaken gefield zijn, op te brengen. Zal men dit alles kunnen ontkennen? en zo zulks niet mogelijk is, waarom dan ock zelfs van den vijand niet geleerd. Maar zoude dit verfchijnfel wel kunnen plaats hebben, legt dan het tegens overgeftelde in de orde der zaak? het is eene onwederfprekelijke waarheid, dat alle handel, welke niet door de neutrale gedreven wordt, of werkelijk, of in het toekomflige door de Engelfche zal worden gedreven ;daar de handel tusfchen de Oost-Zee, en het Noorden met de Middelandfche-Zee en het geheele Zuiden, door de neutrale Mogentheden niet meer kusnênde worden gevoerd, dit reeds gefchied door de Engelfchen, Welke op alle de Zeën geconvoijeerd, eene premie van asfurantie uitloven, welkeh in geen verband ftaat met die, welke een vreesachtig neutraal asfuradeur met recht vordert $ uithoofde der ontelbaare op brengingen en prijsverklatingen zijner verzekerde bodems, en welke hem billijk toekomt, in reden van het gevaar, het welk hij  hij loopt, daar 'er zeker, zelfs wanneer men so ten honderd voor de asfurantie betaald, nog een gewis voordeel van io ten honderd overig blijft. Ik hoop des ingevolge daar van, en wel tij* dens der aflading, daar een groter aantal prijzen de prsemie tot 30 ten honderd zoude hebben doen ftijgen. Zie daar de gantfche onderneeming mislukt, en ook dan zelfs, wanneer het vermeende voordeel verre de premie zoude hebben te boven gegaan; nimmer heeft men immers meer van zoo veele procesfen met de asfuradeürs gewag hooren maken, dan wel thans, om dat de meenigvuldige kleinigheden, welke men in aeht moet nemen , daar zoo veele Hoffe toe oplevert, de hooge pramiien lokken hen uit, tijdens van het rembourfement bevinden zij zich in de onmogelijkheid daar toe; door de nood gedwongen, zoeken zij allerhande uit* vlugten, en na verloop van eenige tijd zien zij zich onherftelbaar bedorven , en tegelijk meü hun den fpeculant; deze is dus moedeloos 0111 zich van neutrale te bedienen, en vertrouwt dus zijne belangen aan de Engelfche vlag*, Hier kan hij eene zekere kans reekening maken,  hij weeë,' dat zeefchadens 'er niet onder begrepen, zijne onderneeming gelukken zal, en zijne koopwaaren behouden zullen aanlanden; zie daar dan eene nieuwe fteun voor de Engelfche zeehandel, en eene aanhoudende bron, waar door haar nationaal zeewezen in kragt toeneemt. En al verders, de koopwaaren, voorbrengfèlen van andere waereJdeelen, onnut geworden in de Franfche havens , of die heurer ^ealliëerdens ofwel neutrale Mogentheden , vJoeijen naar die der Engelfchen toe, en alle de andere volken zijn als genoodzaakt om dezelve derwaarts te haaien, en dit wel met des te meer nadeel voor dezelven, als de beletfelen groter zijn, welke 'er in het werk gefield worden, om de koophandel met dat Eiland te verhinderen. Deze is genoodzaakt eene groote omweg te maken, daar andere die koopwaaren te fluik doen binnen komen; beiden betaalen zijdubbeld: en dat alles ten voordeele van Engeland. Moet men zich niet over dusdanig eene ltaatkunde met reden verwonderen. Men denkt, ofte liever men is van gevoelen geweest, dat met het Engelsch eigendom zelfs in  in neutrale handen te vervolgen, men daar door hunne Commercie zoude benadelen; dan is men hier in geflaagr ? Ziet men niet integendeel, dat de Engelfchen de eerde noodwendigheden voor hunne fabrieken zo duur, zo niet duurder betalen dan in vredens tijd? tot welk eene prijs bij voorbeeld is niet de Catoen gedegen, daar nogthans de Franfchen enZwitfers dezelve fchaars gebruiken; 'er wordt weinig van aangevoerd, zal men mogelijk zeggen, die is waar met opzigte tot Frankrijk en Holland, maar geenzints met betrekking tot Engeland, mogelijk betalen zij iets meer voor vragt en pra?;nïe van asfurancie, dan 'er wordt ook meer ingevoerd; en in de daad word niet bijna alles daar ingevoerd ? zo nu haar debiet niet vermeerderd was, zo zouden, in weerwil van alie d« mocijefijkneden en kosten der vervoering, de prijzen noodwendig moeten dalenWil men meer bewijs? men neme in aanmerking de Meekrap, welke nu zints twee of drie jaren zeer goed in Holland geflaagt is, cn di}3 met de gewone tijd gelijk moet daan, en evenwel betalen de Engelfchen dezelve duurder dan in vredens rijd, ja zelfs is'tr bijna geen oü'e  99 3880 krap' re vinden, iets het welk maar zeldzaara gebeurd. Alfe deze voorbeelden, en nog een aantal andere, welke men zoude kunnen aanvoeren, bewijzen ten duidelijkst, dat de Engelfche koophandel zich op de puinen van die der andere Natiën vestigd; dat de vrije Scheepvaart der neutrale Mogendheden het enigst middel zijnde, waar door de andere in oorlog zijnde Volken, en inzonderheid de Bataven, hunne kwijnende koophandel nog gaande kunnen houden, nk ftaatkundige oogmerken behoorde te worden befchermd en voorgedaan; dat het dus bij gevolge ten uiterste onvoorzigtig is deze Scheepvaart te belemmeren, en dat hec kwaad, hetwelk hier uit voortfpruit, op verre na overtreft het ingebeeld nadeel, het welk men aan den Engelfchen handel meend toe te brengen. Het fchijnd toe een eenvoudig en rechtvaardig middel te zijn, dat men zich van alleEngelfch eigendom of voortbrengfel meester make, of wel dat men, dcor verlies der vragt of het betalen eenerboete, de neutralen ftraffe, welke willens en wptens Engels eigendom zouden hebben,  ben vervoerd; dan de billijkheid, zo wel als de gezonde Maatkunde, verzetten zich tegens de verbeurd-verklaring des Schips, waar van het verlies niec koomt ten kosten van den Schipper, maar ten laste van den onfchuldigen Eigenaar, welke van het geheele misdrijf onkundig is. De billijkheid en de gezonde ftaatkunde fchijnen zich even zeer te verzetten tegens d© verbeurd- verklaring der overige koopwaren, welke 'er aan boord worden gevonden. Het is eene bewezene waarheid, dat van alle handeldrijvende Natiën, de Bataaffchehet meeste belang heeft bij de ondernemingen, welke onder neutrale vlag gefchieden, ook is het deze Natie, welke het meeste fchadcn lijd door d& kapeiïjen . het is dan tegens haar, dat de ftrenghe:d der Wetten gericht is, het is ook deze Natie, welker handel het meest benadeeld is; het i.; zij, welke zelfs bij de vrede, het zorg'lijkst loc te gemoec ziet. Zoude dan dit het loon, de vergelding zijn voor hare onkreukbare trouw, waar mede jij de belangens vm Frankrijk is toegedaan? Sche* f , naar h^re bavens beltemd, met ket eigen» E 2 im  dom harer Ingezetenen beladen, ongeltoord door de Engelfche Vloten geftevent; worden echter door'de Franfche kapers genomen, en de Bataaf wordt door den Vijand minder ftreng behandeld, dan door zijne vrienden en befchermers! de zaak is ondertusfchen zoo, en verwekt billijk eens ieders verwondering. Ach dat de Franfche Natie, dac de Franfche Wetgeving té rugge kome van de valfche begrippen van nuttigheid; dat zij een medelijdend oog op dat Gemenebest flaa, weleer zoo bloeijend door dcszelfs handel, het welk zonder dat niet beflaan kan, en 'c welk zoo dra dezelve ophoud, niec anders opleverd, dan ledige havens, ledige pakhuizen, elendige werklieden, en een aantal kooplieden en bcdiendens, welke door de vertwijffeling tot de grootfte rampen worden gebragt. Dat Frankrijk in ogenfehijn neme, dat de Bataaffche Republiek zonder den handel, wel verre van haren Bondgenoot van nut te kunnen zijn, wel dra denzelven ter Jasc zoude worden; weldra niec meer hare eigene behoefcens kunnende vertrekken-hare groene en weelderige beemden in {Tinkende moerasfen zoude zien herfchep pen; haic Schepen, hare I Ir.vers vervallen; en wt-1 dra  dra bijna geen voetfpoor overig laten van her geen hec zelve bevorens geweest was. Het zoude dan, door de handen harer vriendinne, harer befchermfter zijn, door die der Moeder Republiek, dac de Bataaffche bewaarheid zag de wenfch van zeker fpreker in hec Engelfch Parlament in de voorige Eeuw, uicgeboezemd, daar hij zeide: Garthago moet verdelgd worden, Het cwcde point, het welk ik mij voorgemeld heb, fchrjnd in den eersten opflng als of dit voor mij in mijne betrekking als Bataaffch Ingezeten vreemd was, dan met dit te verondcrfcellen, zoude men echter ten onregt oordelen. De koophandel, de zenuw der Bataaffche Republiek zijnde, de bron harer welvaart, de voornaamste kolom, welke haar ftaatkundig gebouw onderfchraagc, en daar thans den handel niet dan onder Engelfche of Neutrale Vla"kan worden gedreven, daar deze de eenieste is waar door men goederen van en naar de havens mee Holland in oorlog, kan vervoeren, zo blijkt het ten duidelijkste, dat zij hare waaren nog bekomen nog verhandelen kan, ten zij E j door  door middel der neutralen, (*) en dus ten gevolge dat zij een dadelijk en (terk belang heefc in het lot der neutralen. Het is dan uit hoofde van dit belang, dac ik mij verplicht reken, om een minscen zoo kort mogelijk, ter neder te (lellen de afwijking der jegesnwoordige Rechtpleging, met opzigte tot de gemaakte prijzen, van hec regc der Volken. Daar ik mij beroofd zie van de hulp van één eenige Schrijver, zelfs van die van mijne mede Vaderlander, den onfterffelijken Huig de Groot, ben ik genoodzaakt mijne aanhalingenflegts uic mijn hoofd ter neder te (lellen, en dus niet dan onzeker. Ik zal dus bij gebreke hier van niet dan grondflellingen aanvoeren , welke men zeker niet zal kunnen wederfpreken. De (*) Dït (preekt geenzints tegens het geen boven door Blij is aangevoerd, opzigtelijk den handel, welke onder £ngelfche Vlag wordt gedreven. Daar verftond ik de ondernemingen, welke van het eene land naar het ander worden gedaan, het zi) dan voer Bataaffthe of andere rekening, zonder dat dit Holland aandoed; hier heb ik eeniglijk ïa het oog, het geen in hare hav«is wordt binnen §«kagt *>f uitgevoerd,  De zee is voor alle volken vrij; dit is mijne eerfte grondftelling. Dac men dezelve als een res millius of res communis (*) aanmerke, dit gefchil fpitsvondiger dan wel nuttig,zal gene invloed hebben, op het onderhavig onderzoek; immers is het zeker, dat ik 'er niet dan flegts een ogenblikkelijk gebruik van kan maken; cn bij gevolge, dat hij die na mij koomt met hetzelve regt, 'er even hetzelve gebruik van make. Mijne twede grondlteiling is: de Natie in vier haven ik wil binnen loopcn, is eeniglijk bevoegd, om mij zulks te beletten, of wel om mij het naderen tot hare kusten te verbie > den. En bij gevolge kan men 'er bij voegen, heeft zij dan ook eeniglijk het regt, om mij zodanige voorwaarden voor te fchrijven, öp welke zij mij het binnen lopen in hare havens, of het naderen harer kusten wil roeftaan; waar uit dan ook volgt, dat gene andere Natie zich verraag Res nullius niemands ftellig of eigengezegd eigen* dom , rts communis gemeen eigendom. E 4  mag hier mede intelaten, zonder hare onafhangclijkhefd te kwetfen. Laat ons nu kortelijk' deze grondftellingen toepasfen op het onderhavig geval. De zee vrij zijnde, kan men 'er geenzints het gebruik aan de neutrale Mogen thedvn van verbieden: dat zulks flrekke ten voor of nadeele van' eene der in oorlog zijnde Volken, dit veranderd geenzints den aart der zake: zoo dra als ik als neutraal gewettigd ben tot het uitoefenen eener zekere daad, doe ik niemand önregt. Neminem la dit qui jure fuo utitur. {*) De titul, ad legetn aquiliam de gewigcigite en wijsgerigfte van alle de PandjÉfta;, verfpreid zeer veel licht over dit onderwerp. Frankrijk heefc dus geen regt hoegenaamd , om aan de neutralen te verbieden, om eenige koopmanfehappen over zee te mogen vervoeren. Dan hier tegens voert men aan, en vraagt men : of dan ook de neutralen dit regt zoo verre kunnen uitftrekken, dat zij aan den vijand Krijgsbehoeftens en Wapenen mogen leveren? Zeer (*) Hij beledigd niemand, welke van zijn eige regt februik maakt.  Zeer zeker ja, volgen'-, hec regt der natuur, (jus natui'x primaevwii) maar niec volgens hec daar uit afgeleid natuur regt (jus naturas fecundarium} gewoonlijk hec regt der Volken genaamd. Dit regt der Volken is ingevoerd in gevolge van , en rust op bijzondere overeenkoms* ren op ftilzwijgende verdragen, op het algemeen aangenomen gebruik. Geene Natie kan hier van afwijken, en boven al niec die Natie welke vernietigd heeft, hec nutu jlabunt cadetitque rages. Dac monumenc der trotsheid van tijrannen, en van eene uitbundige voorfpoed. Zoude men fchaamteloos kunnen of willen aan Frankrijk toe fchrijvcn, dat zij hec wezen zoude wille behouden, na dat zijde omfchrijving vernietigd had? Dikwerf befchouwd men de zaken uit een vnlsch oogpunt. Men zegt, of ten minscen zoude men willen doen voorkomen, dat alle handel wetke niet door bijzondere verdragen gewettigd is, niet vrij zoude zijn. Daar integendeel alle handel, alle fcheepvaarc vrij is, welke niec door eenige verdrag is verboden , of wel door eenige overeenkomsc, of aangenomen gebruik : zoo dat in plaats van se onE 5 der-  Verzoeken of de verdragen nog werkelijk beftaan, of dezelve nog onderling ftilzwijgend van eene verbindende kragt zijn, men liever behoorde te bepalen, of deze of gene Scheepvaart of handel ftrijdig is. al of niet, met hec naruurlijk regt of met dat dor Volken. Wanneer men de verdragen in haar waar, dagligt berchouwd, wat zijn dezelve dan anders als zo vele bepalingen, van de onderlinge vrijheid der Volken; overeenkomsten, waar bij men vastfteid, wac men niet zal vermogen te doen, en waar bij men van de geoorloofde daden niec handeld, dan om dezelve des te juister te omfchrij\jen. Hec geen nu eene waarheid is op volle zee, is hec des te meer op de kusten, en in de monden der rivieren. Het is in het algemeen recht aangenomen, dat het weigeren van binnen te mogen lopen, of wel), eene fchuilplaats te mogen vinden, als eene daad van vijandfehap wordt aangemerkt: hier van daan, dac een Volk verplicht is, onderftand en befcherming ce verlenen aan den vreemdeling, welke zich op deszelfi* ree ophoud en vervallen is; hier in de verplichting tot fchade vergoeding, zo dra, wanneer deze  deze natie toefiaat, dac dc veiligheid, harer ha» ven, dooreen derde oncrusc wordt; deze derde> dan, welke die natie als dwingc, om een haren gevallen de gastvrijheid, mee opzichc coc den vreemdeling te fchenden, doec haar eene vijandige daad jegens dezelve plegen, immers zal men in allé gevallen niec ontkennen, dac, zo wanneer men op den bodem van eenig vrij enonafhangelijk Volk eenig gezag uitoeffend, dit «en bewijs oplcvcrd, dat men flegtsals fchaduwachtig hare vrijheid en onafhanglijkheld erkenc. Laat ons nu al hec bovea ter ned:rge(lelde toepasten, op hec gedrag, het wek door de kapers gehouden word in cic monden der Maas; en die zal ons derde poinc uitmaken. En het is hier, dat zich dc al te grote begeerten naar buit voordoet, en wel in alle}haren omvang. Wanneer een Schip eenmaal tot binnen de boorden en beddingen eener rivier genaderd is; dac hec zelve reeds den loots aan boord heefc; een loots te Helvoet of in den Brielle woonachtig; dac het Schip naar eene dier Rnvns Revend; dac de papieren welke aan boord zijn, dit uitwijzen Is'er dan nog één eenig redelijk mensen, welke  ke zoude willen in twifffel trekken, dac dit Schip zich niet op zijne cours bevind, om in de eene of andere dier havens binnen te, lopen? Het voordelig tij om binnen te komen, is juist ten nadeele om uic te lopen. Hec fchip bevind zich mee hec wasfend tij onder zeil; het is dus werkelijk bezig met binnen te zeilen, en die kan onmogelijk anders zijn. Nu kan 'er flegts van deze cwee zaken eene plaatshebben: ofwel, men kan verondeiftellen, dac hec zelve fraudeerd, of wel tegens de gemaakte bepalinge handeld, en die verbreekt: of wel, dac geen van beide plaats heeft: heeft het laatste plaats, waarom rand men dan het zelve aan? vIn het tegen over gefielde geval, is eeniglijk het Bataaffche Gouvernement gerechtigd, om hec zelve reftraffen, mee al diemagc, welke hec zelve genoegzaam daar toe in handen heeft; zo het fchuldig worde bevonden, dan is die Gouvernemeneniet verplicht, pm aan te nemen, de onderfcheidene verklaringen, welke aan haar, zo door den neutralen Schipper,als Bataaffche geconfigneerden worden ingeleverd? heeft het zelve geene genoegzame beambtens, om deze verklaringen te doen nazien, om de koop-  77 koopwaren gade te (laan, ja om dezelve te doen prijs verklaren, bij aldien hier termen toe worden gevonden? en die alles kan ter uitvoer worden gebragt, zonder merkelijk oponthoud, zonder grote kosten , en zonder procedures, eeniglijk op het bloot gezicht der koopwaren-; dus met oneindig minder gevaar voor misleiding, als of zulks gefchiede op het vertonen der papieren, of op het getuigenis van een bootsgezel , weike dikwerf niet flegts voor een vierde gedeelte verftaat, de vragen, welke hem worden gedaan. Men moet Kaperredcr zijn, om met een ongéfrónsÉ gelaat te kunnen ltaande houden, dac het algemeen belang vorderd, dac de waartrraking van deze of geene fraude, her zij dan waar of valfch, door den kaper zelve behoord te gefchieden. Is dit niet de gezonde reden overfchreden ? Is dit niet het BataaFsih Gouvernement openclijk befcbulJigd van partijdigheid of plichcverzuiru? een Gouvernemenc hec welk men met geen fchjn van regc zoude kunnen befchuidigen, ten zij dac her zelve de belangen harer Ingezetenen aan de gemene zaak had opgeofferd.  /erch Is dit niet het Bataafsch Gouvernement of hare Rechtbanken te willen te laste leggen, dat dezelve eene ongeoorloofde handel heeft willen begunstigen, hun welke men in genen deele zoude kunnen te lastel eggen, dat zij of onvriendelijk hebben bejegend, of zelfs zich ongenegen getoond hebben, om den minsten Franfchen Officier of Geëmploijeerden ten dienste te Haan. Zal men de Baraafsche Rechter* willen befchuldigen, dat zij door het Engelfch goud, of eenig ander, omkoopbaar zijn? Neen, ik fcenne onze Rechters, zo wel, die het voormalig fijsthéma waren toegedaan, als de tegensvvoordige, en ik verklare opemlijk, en ten aanhoren vandegantfche waereld hem voor d#n fchelmsten lasteraar, die dit zoude willen (raan* de houden. Welke waare en wezentlijke reden blijft 'er dan aan dc kapers overig, waarom zij aan de Bataven de vrijheid zouden willen betwisten, Om zelfs zich te erkondigen of de inbreuken, welke door de neutrale zouden kunnen worden begaan, dan eeniglijk deze, do hoop namentJijk om zich te gel jkt'jdig ook meester te ma, . ken  n ken van het onfchuldig BataKfrcto eigendom, het welk z