REGELING DER VOLKSTEM.   BETOOG VAN, o f VERHANDELING OVER, be beste wyze, waar op het volk van Amsterdam, (en voords dat van geteel Nederland) overeenkomstig de vereischten van een welgeordend bestuur, aan den eetien, en tevens overeenkomstig eene behoorlyke uitoeffening der o n- VJSavREi»mnBAA1(J3 RECHTEN van den men s c h in eenen burgerstaat, aan den anderen, kant , deszelvs stem geregeld en spoedig zal kunnen uitbrengen. Est modus in rebus, funt certi denique fines. t e A M S T E R D jt M, b v H. van RESTEREN, Boekverkooperiii Ie Langebrugfteeg. m d c c x c v. Het Eerfte Jaar-Jet. Jütaavfc-l/e Vryheid.   GELTKHÉ1D, V&XIIEW* BROEDERSCHAP: O P D R A G T aan de REPRESENTAN TEN des /VOLKS van AMSTERDAM. burgers representanten! D aar deeze patriotieke vrugt van my nen welmeenende arbeid alleen aan uwe Notificatie van den 27ften Augustus laatstleden, gepubliceerd den 28ften daar aan volgende, en fpeciaallyk aan de bekoorlyke uitnodiging by dezelve Notificatie gedaan, haarnlyk: om aan eene daar by vermelde Commisfie in te keveren een Plan , inhoudende betoog van de beste wyze , waarop het -Folk van Amfterdam , overeenkom/lig de Verëischten van een welgeordend Be/luur, gerégeld en fpoedig des zelvs Stem zal kun. nen uitbrengen ; daar , zeg ik , deeze vrugt van mynen arbeid alleen aan die Notificatie ^zxifpeciaallyk aan de voorfchreeve uitnodiging, by dezelve gedaan, des zelvs geboorte verfchuldigd is; — zo * 3 heb  vi O P D R A G 'T. heb ik gemeend, dat dit betoog , ofte deeze VERHANDELING, opULIEDEN, burger* representanten! te veel betrekking had, om het zelve , of de zelve , niet openlyk aan ULiEDENopte draagen. Het Stuk in des zelvs uitwerking veel uitgebreider geworden zynde, dan ik my by den aanvang van het zelve, volgends het eerst daar van gemaakt ontweip, had voorgefteld; heb ik het zelve binv nen den door ulieden by gemelde Notificatie bepaalden tyd van twee maanden wel gereed gehad; — m -ar , zó laat, dat het my onmogelyk was , om het binnen de weinige dagen, welken my toen nog overig waren,in't net overgefchreeven , en alzo in dien ftaat gefield te zien van het zelve aan de meergementioneerde Commisfie inleeveren te kunnen. Eerst meende ik my alleen te bepaalen tot de voorfchreeve Stof, in 't afgetrokkene befchouwd; ■— dan, wel rasch befpeurde ik in de behandeling van dezelve, dat, zou ulieder doelwit vegt getroffen worden, ik noodzaaklyk dezelve Stof in deszelvs Oogmerk befchouwen moest. —■ En daar my nu uit uwe meergemelde Notificatie bleek, dat uw Oogmerk volftrekt medebragt, de Volkftem binnen deeze Stad zó, en in dier voegen, interigten, dat dezelve wel, aan den eenen kant over-'  O P D R A G T. vn overeenkomftig zy met de Vereischten van een welgeordend Beftuuri maar dat echter ook , aan den anderen kant, daar door aan het Volk van Amfierdam verzekerd worde de b e ri o o r l y k e uitoefening dier Rechten , welken des zelvs onvervreemdbaar eigendom zyn, en dat,gevolglyk,de daar tegenovergefielde onbehoorlyke uitoefening van die Rechten, door welke uitoeffeningnatuurlykerwyze all dat gene , 't welk gvlieden, volgends uwe voorfchreeve Notificatie, by de daar by door ulieden hedoelde regeling der volkftem wildet hebben voorgekomen, naamlyk, die rampen, welke de onmiddelyke en doodelyke gevolgen moeten zyn van eene Regeering in eene Regeer■ing, en van tegen elkanderen botzenae magten , nooüzaaklyk moet veroorzaakt worden, ook even zo zorgvuldiglyk moest worden vermeid; — zo heb ik dan ook notoir in deeze verhandeling moeten invlegten niet alleen een betoog van de Onvervreemdbaarheid dier Rechten, welken hier alleen kunnen zyn bedoeld; maar ook, en wel voomaamlyk, een betoog van all dat gene, waar in de b e h o o r l y ke uitoefening van die onvervreemdbaare Rechten van den Mensch, in eenen Burgerftaat, gelegen zy ; ten einde alzo die uitoeffening der gemelde Rechten van eene onbehoorlyke uitoefening van de zeiven welkte kunnen onderfcheiden : — door * a welk  Vin O P D R A G T. tvelk een en ander het dan ook van zeiven fpreekt, dat dit Stuk veel grooter worden moest, dan ik in den beginne gemeend had dat het worden zoude , en waar door my dan ook ligtlyk heeft kunnen ontfchieten de tyd, binnen welken ik eerst had gerekend dit betoog, of deeze ver. handeling, te zullen gereed hebben. — Gelyk daar in dan ook gelegen is de reden, waar om dit Stuk onder den tytel van betoogw, of verhandeling over, de beste wyze, waarop het Folk van Amfierdam, [niet alleen] over* tenkomftig de Vereischten van een welgeordend Be* puur, aan den eenen, [maar ook] overeenkomftig eene behoorlyke uitoefening der omervreemd-, laare Rechten van den Mensen, tfl eenen Burger^ paai , aan den anderen, kant, geregeld en fpoedig des zelvs Stem zal kunnen uitbrengen , het licht ziet: - terwyl ik, de reden, waarom dit Stuk niet den naam van plan, maar dien van betoog, of verhandeling,op het voorhoofd draagd, by de Inleiding van het zelve opgegeeven hebbende , uit dien7 hoofde dan ook de vryheid neem , ten dien opzigte ulieder aandagt tot dezelve Inleiding heen te wyzen. Vertrouwdet gylieden , burgers re. presentanten! by het Slot uwer meergemelde Notificatie, dat de welmeenende Vaderlander niet  O P D R A G T. lk niet door ulieden zou behoeven te worden aangemaand, om, door het beproeven zyner kragten en bekwaamheden in 't onderzoek, en de behandeling van het voorfihreeven belangryk point, een pryswaardig Offer niet alleen aan de Burgery deezer Stad, maar ook aan het geheele Vaderland, te brengen; — dit myn Offer zy dan , met fchuldigen Eerbied, en zedige Nedrigheid, aan ulieden toegewyd , als een Offer van eenen Vaderlander, die , hoe zeer hy ook voor anderen in kragten en bekwaamheden zou zwigten moeten, echter voor niemand in Welmeenendheid en Welwillendheid zal behoete rug te ftaan;— als een Offer nog eens,'t welk, in alle Steden en plaatzen door geheel Nederland, van het zelvde nut en gebruik, als binnen deeze aanzienlyke en Volkryke Stad , zal zyn kunnen; en gevoeglyk een Offer , 't welk niet alleen aan deezer Stads Burgery, maar ook te gelyk aan het geheele Vaderland, gebragt word! En dat ik de Vryheid gebruikt heb, burgers representanten! om deeze myne verhandeling zonder mynen Naam aan u l i e d e n op te draagen; zulks is alleen gefehied, opdat door het geëerd Publiek des te onzydiger over dit Stuk* zou kunnen geoordeeld worden."—DaarbyuLieder gemelde Notificatie niet was gevorderd, dat dc inteleeveren Plans eigenhandig door derzelver * S Schry.  x O p D R A G T. Schry vers moesten ondertekend worden, en ik uit dien hoofde had verkozen deeze myne verhandel i n g , in de plaatz van mynen Naam, met eene Spreuk te onderfchryven, daar in volgende het conflant gebruik, 't welk by het dingen naar deze of gene Eereprys, op de beste beantwoording van de eene of andere mtgefchreevepryzvraag gefield, door elk word in achtgenomen; — zo vertrouw ik eerbiediglyk , dat gvlieden nog des te min" der in my misbillyken zult, dat,daar dit Stuk,om de voorfchreeve reden, niet aan debygedagteiVctificatie gemelde Commisfie heeft kunnen ingeleverd , en dus ook niet door dezelve Commisfie afzonderlyk heeft kunnen beoordeeld, worden, maar nu, in tegendeel, door in openbaaren druk te verfcheinen , aan het oordeel van elk en een iegelyk is blootgefleld, ik mynen Naam daarby verzweegen hebbe. — Ik draag ulieden, burgers representanten! (om hier de woorden van Mr. pieter paulus, in de Opdragt van des zelvs Verhandeling over de Gelykheid der Menfchen aan teylers Godgeleerd Genootfchap door den zei ven gebeezigd, de mynen te maaken.) ,,'Ik draag u„ lieden deeze verhandeling nogtans „ geenzins op, om voor haai- van uw Gezag of „ Aanzien eenige befcherming te vraagen of te „ ver-  O P D R A G T. xi • „ verwagten: — neen zeker! .— zy daale liever „ in de diepfte vergetelheid, by aldien zy door „ het gewigt der gronden en redeneeringen , „ waarop zy gebouwd is, zig zelve niet (taande „ houden en befcherraen kan ; en men hoone „ het onderwerp" zelve nimmer, met 'er, in zo„ daanig geval, by wie het ook zy, eenige bej,, fcherming voor te vraagen of te eifchen. —■ „ Het betoog der Waarheid kan zo min door Ge„ zag of Magt ingeboezemd en voordgeplant „ worden , als deezen , op zig zeiven, buiten „ ftaat zyn, om grondige waarheden te wederleg„ gen , te verdonkeren » of met wortel en tak „ uit te roeien." En daar het nu eene onwederfpreeklyke waarheid is, dat, daar ik in de verhandeling zelve geene de minfte verandering gemaakt, maar dezelve woordelyk alzo gelaaten, heb, als, indien my de tyd tot het overfchryven niet ontbroken had •> ik\ dezelve zeker aan meergemelde Commisfie zou ingeleverd hebben, de Waarde van dat Stuk dan ook nu nog juist de zelvde is, als het zou geoordeeld zyn geworden te hebben, indien het werk. lyk aan gemelde Commisfie ingeleverd geweest was; :— en daar dat Stuk derhalven , door het niet inleveren , maar het aan 't Publiek mededeelen , van het zelve, ('t welk immers toch zou ge- fchicd  xii O P D R A G T. fchied zyn , indien het, ingeleverd geweest zynde , de Eer van voorkeur verworven had) niets van des zelvs Waarde verloren heeft; — zo vreez ik, burgers representanten! aan uwe Billykheid en Edelmoedigheid te zullen te kort doen, indien ik Hechts in 't allerminst in twyfel trok , dat gylieden, aan welker onzydige beoordeeling ik deeze verhandeling , of dit betoog, in 't byzonder onderwerp, de meerdere of mindere Verdienften, welken gy, by eene attente examinatie van dat Stuk, in het zelve zou. det mogen aantreffen , nu niet zo wel openlyk erkennen zoudet, als of het zelve aan meergemelde Commisfie overhandigd geweest was. Voor het overige wensch ik met hart en ziele, burgers representanten! dat de goede en wyze Rcgeerè'r der waereld uwlieder Beltuur, in allen opzigten, voorfpoedig maake ! — Daar toe verleene Hy u Heil\ en bevoordere.de waare onderlinge Broederfchap! Ik ben, burgers representanten! amsterdam, Uwlieder met allen fchuldigen den 2den November t> i • j T • rj tt , ■ - _, Eerbied, Liefde en Hoog- 1795; het eerfte Jaar 7 0 der Bataavfche Fry- achting, geheel doorvulden heid. Medeburger de auteur.  GELTKHEID, FRTHEID, BROEDERSCHAP, VOORREDEN aan het VOLK van NEDERLAND, in 't gemeen, en aan AMSTELS BURGERY, in 't byzonder. waarde medeburgers en landgeNOOTEN ï Dit betoog, of deeze VERHANDELING, in 't byzonder voor de Stad amtderdam vervaardigd zynde, zo bied ik dit Stuk dan ook in 't byzonder aan Ulieden, amsteLs burgers! aan. Dan, daar het tevens voor geheel Nederland van de zelvde applicatie is, of ten minften zser ligt, in alle Steden en Plaatzen, van de zelvde applicatie, als te Amsterdam voornoemd, kan -worden gemaakt; zo word het zelve hier mede dan ook tevens & geheelen volke van ned e rl an d door my aangehode. Waar reeds de Stad of Plaatz in wykenw afgedeeld , daar kan dit Stuk, zo als het zelve is liggende, zonder eemge verandering te ondergaan, aanftonds van het %dvde gebruik, (als hier te Amsterdam,  XIV VOORREDEN. dam, zyn. —i En waar zodaanigc Verdeeling nog geene plaatz vind, daar is het, dat, enkel en alleen door die Verdeeling ook Splaatz te doen hebben, dit Stuk van het zelvde gebruik, als binnen deeze Stad, kan gemaakt worden. — Wat den Inhoud zan het Stuk zelv aanbetreft, — denzelven zal ik aan de bezadigde, — de Vaderlandlievende , — de verftandige, beoordeeling van denLeezer overlaaten. Alleenlyk zal ik hier met een enkel woord aanmerken, dat eenaandagtig en nadenkend Leezer, er by onderfcheidenegelègenheden, onder anderen,in zal vinden eene ?iette bepaaling eener behoorlyke uïtoeffening van het recht der s o u v erainiteit, 't welk in de daad een der geliefkoosde en onvervreemdbaar/Ie Eigendommen des Volks is. ■ i En daar nu (zo ik althans vertrouw'} alleenlyk aan een verkeerd Begrip van de uitoeffening van dat recht zullen moeten' toegefchreeven worden alle die Woelingen, die Tegenkantingen, en 'waarlyk Oproerige Beweegingen, mitsgaders alle die met de goede orde, en met de Vereischtenvan een welgeordend representatief opperbewind, zo geheel en al ftrydige, Inrigtingen, welke men na de gezeegende Revolutie in deeze Gewesten , onder verfcheiden fchoonfchynende Benaamingen , •— tot eene onuitwisbaare Schande voor het wa are Patriotismus , en tot geen minder declin van een zuiver en geregeldSystema eener opden duur  VOORREDEN. xv puur bestaanbaare gelykheid en vryheid, zo hier en daar, in onz Vaderland heeft zien plaatz grypen ;-—zo meen ik dan ook wel te mogen vertrouwen, dat, daar dan immers alleen een regt, gaav en goed, Begrip van de behoorlyke uïtoeffening van ^recht als het beste en èênige middel kan worden befchouwd, om die rampzaalige Woelingen , Tegenkantigen , Oproerige Beweegingen, en Wdnordelyke Inrigtingen , onder welken naam , onder welk masker, of onder welk voorwendzel, men de zelve dan ook tot dus verre zou hebben mogen willen verdeedigen, even als van zeiven te doen ophouden; wyl men toch ongetwyffeld zeer ligtlyk zal kunnen, en ook even zo gaarne Zal willen , begrypen , dat alle die woeste Ongeregeldheden , (welke reeds de voorboden zyn van die fchroomlyke Regeeringloozheid, die noodwendig in 9t kort daarop zou moeten volgen, ja welke reeds een ongelukkig gedeelte van die jammervolle Regeering. loozheid zelve fchynen uitte maaken,) naeenKEGT, gaav, en goed, Begrip eener behoorlyke uïtoeffening van het onvervreemdbaar recht der so uverainiteit te hebben bekomen , evenwel nog te llyven voordzetten, niet alleen met geene couleuren zou te pallieeren, maar zelfs, als voorbedagte v erft ooring der openbaar e Rust, als opzettelyke Oproerigheid, en als tegen beter weet en aan gepleegde, en dus boozaartige, Omverwerping der  xvr VOOR RE DEN* der goede-Orde , ten rigoureusften zou te flraffen^ zyn;— daar, zeg ik, dit een en ander immers zo is, en daar tevens uit deeze myne verhandeling zo ik denke, een zo g a a v en g o e d Begrip eener behoorlyke uïtoeffening van het recht der souverainiteit, aan den kant des Volks, kan hekomen worden, als in ftaatzou kunnen zyn, om alle de voorfchreevene ongeregeldhe. den even als van zeiven te doen cesfeeren; zo meen ik dan ook , herhaal ik , wel te mogen vertrouwen* dat de zelve verhandeling ten minfien niet zal kunnen geoordeeld worden ter bereiking van dat heilzaam einde geheel en all ongejchikt te zyn. — Door èénfoort van Burgers kan ik maar alleenlyk verwagten dat deeze myne verhandeling, of dit myn betoog, niet geheel met genoegen zal gehezen worden; naamlyk door dat foort van Burgers, V welk, ongelukkiger wyze, voor eene regeering in eene r e g e e r i n g fchynt te zyn ingenomen, — zódaanig zelfs, dat zy daar in alleen het eenige Bolwerk onzer vryheid fchynen te willen gelegen hebben ; — en fpeciaallyk voorzie ik, dat de zelve verhandeling niet met genoegen geheel zal worden ten einde geleezen door die genen onder hun, die, in gemoede overtuigd, dat zulk een affchuwelyk Gedrogt , als eene regeering in eene regeerin g is, onder een..wel-ingerigt Be* (luur niet kan bejlaan s het zelve wel met den mond ver-  VOORREDEN. xvn verwerpen, en verachten; maar echter-door hunne daaden toonen , het zelve Monfier te omhelzen en te koe/leren <, en die dus volftrektlyk ter kwaader trouwe handelen: — door zulken is het fpeciaallyk, zeg ik, dat ik my ligtlyk verbeelden kan, dat ten minflen dat gedeelte myner verhandeling, waar by ik zodaanige wanflallige inrigtingen, als waar door onwederfpreeklyk eene regeering in eene re. ge er ing word daar gefield, tragt uit din weg geruimd en vernietigd tc zien, niet met het meefte genoegen zal geleezen worden. — Dan, daar ik het tevens buiten allen kans van twyffel bejchouw, dat zulke Burgers of niet onder de Verflandigen kunnen gerangfchïkt worden, of uit geen goed beginzel kunnen werkzaam, en dus niets minder dan den naam van waare vaderlanders, van oprechte vryheidsvrienden, of van het beste en weldenkendste gedeelte der natie, kunnen waardig, zyn; — en daar ik my , boven dat, ten vollen verzekerd houde, dat het getal dier Burgers, in tegenoverfielling der ge* nen , welken verftandiger denken, en met veel edelere en verhèvenere gevoelens van vryheid en vaderland-liefde bezield zyn, ftegts zeer klein, en niets beduidend, zyn zal; — zo vlei ik my in de daad, al zeer wel te zullen in ftaat zyn, om derzelver ongegrond misnoegen vry gerust by my te zulhh kunnen nederzetten. ~ * * Mog  xvin VOORREDEN. Mogt ondertusfchen de uitflag myner y/tlmtenende. pogingen in deezen fischts eeniger maaten aan derzelyer heilzaam einde en oogmerk beantwoorden, en mogt ik door de zeiven aan de goede orde, aan eene Welgeregelde enBeftaanbaaregelykheid, aan eene Wezenlyke en D^mrzaame vryheid, en, in 't byzonder, ter vernuftige, en in allen opzigten met de Verëischten van een Welgeordend Beftuur overeenkomftige, Inrigting nopens het uitbrengen eener Volkfiem, zo in deeze Stad, als in andere Steden en Plaatzen van dit Gemeenebest, maar iet het minfte hebben toegehragti- — gewisfelyk I —ik a miir dan dubbel aan myn trouwhartig, jnyn zuiver patriotiek, verlangen voldaan, en my tevens niet weinig aangemoedigd, vinden, om myne geringe vermogens al verder, altans zo veel in my is, ter hevoor dering van het waare Welzyn mynes lieven Vaderlands aan te wenden. •— heil en broederschap! AMSTERDAM, den 2,den November 1795, het eerfte Jaar der Bataavfcht Vryheid. Uw opregte, en aller welmeenendfle , Medeburger en Vriend, de auteur. SCHETZ  S C H E T Z, O F KORTE INHOUD DES B E T O O G S. De opgegeeve Stof, of het poinft iii qmestie, na eene korte inleiding, in. deszelvs w^iar en zuiver Oogmerk befchouwd zyiulc, £zo ais het zelve Oogmerk by de Notificatie der Reprefentanten van het Volk van Amfterdam, agter deeze schetz gedrukt, zig ten allerduidelykften ten toon fpreid) word gebragt tot deeze Vraag: Welke is de beste wyze, om, aan den eenen kant, overëenkomftig de Veré'ischten van een welgeordend Beftuur, en, aan den anderen kant , overëenkomftig eene beiioorlyke Uïtoeffening der onvervreemdbare Rechten van den Mensch in eenen Burgerftaat, gerégeld en fpoedig binnen deeze Stad [Amfterdam] eene Volkftem te kunnen uitbrengen? Welke Stof in drie deelen word afgedeeld; in xvelker Me Deel word onderzogt; hoe de Stem des Volks kan, en moet, uitgtbragt worden, overëenkomftig de Veré'ischten van een Welgeordend Beftuur. — In de behandeling van welk Stuk onderzogt word, ** 2 ' A.J  KORTE INHOUD. A.] voor eerst: Wat een Welgeordend Beftuur zy. 1. Befchryving vari het zelve, in 'tgemeen; — en 2. in 't byzonder, in eenen Vryën Staat. ,'3. De daar in opgeflootene denkbeelden nader ontwikkeld. O Een welgeordend Beduur field, vooreerst, het Land in eenen gedugten ftaat. £.] Zorgd, ten tweeden, voor maatige Belastingen: — en wel zó, dat het «. verkiezt die wyze van Heffing der Belastingen, in welke de minfle Willekeurigheid is, t- en door de fmalle Ge. meente het best kan gedragen worden: —. en tevens P. verkiezt die wyze van Inzameling van 's Lands Inkomften, welke het onömflagtigfte is^ — c] Bepaald, tenderden, het getal der publieke Amptenaaren zó klein, als maar immer mogelyk is; — ■ maar betaald dezel- ven edelmogdiglyk. d. 1 Ten vierden; behartigd zeer de goede Orde, Rust, en Veiligheid, van binnen. , e. ] Zorgd, tenvyfden, voor de particuliere Vei¬ ligheid van elk individueel Lid der Maatfchappy, tenaanzieu.van deszelvs Perfoon, Eer, en Goederen. ƒ.] Kweekt, ten zesden, den bloei en welvaart des Volks door alle gepaste middelen aan. «.]In 't byzonder, door den Koophandel en Scheepvaart, — als mede, £.]door Studiën, Konden, en Weetemctjappen, — mitsgaders, v.  KORTE INHOUD. xxi y.]door, zo veel mogelyk, de waare Godsdienftigheid, de Opvoeding, en de Deugd, te bevoorderen. g. ] Heeft, ten zevenden, duidelyke Grondwetten, by welke de magt van 't Gouvernement bepaald is. h. ~\ Heeft, tenagtften, billyke, en zo veel mo¬ gelyk met de Natuurlyke Rechten van den Mensch overëenkomftige, Burgerwetten. ;.] En is eindelyk, ten negenden, ten aanzien der Rechtspleeging, zódaanig ingerigt, dat elk en een iegelyk kort en goed Recht bekomen kan. B.]ten tweeden word onderzogt: Welke de Verëischlen van een zó -welgeordend Befluar zyn; of: Wat 'ér verëischt word, zal een zódaanig welgeordend Beftuur, ah waar van kier een Tafereel is opgehangen, aan het oogmerk van deszelvs Inftelling kunnen beantwoorden, en zal het Volk de heilzaams Vrugten daar van genieten. — En die Verëischten zyn dan , I.] voor eerst: uitmuntende Bekwaamheden in de Beftuurërs; — a. ~] zo als: Historiekunde. b. ~] Rechtskunde. c. ~] Een doordringend Verfland. d. ~] Een fchrancter Oordeel. e. ] Eene uitmuntende Wysheid. 2.] Ten tweeden: de fchitterendfte Deugden;- zoals, «.] de Deugd der Zagtmoedigheid. £.] De Deugd der Barmhartigheid, of des Mede. lyden?. c. ~] Geftrenge Rechtvaardigheid. d. ~\ Liefde voor het Vaderland, e. ] Oprechtheid. ƒ•] Eene zekere Buigzaamheid, van Geest. ~— * * 3 3-]  kxii K 'ORTE INHOUD. 3.] Ten derden: bekleed te zyn met de noodige Magt. — Onderzoek en bepaaling hoedanig die Magt behoort te zyn. — 4.] Ten vierden: het Vertrouwen des Volks in des- zelvs Vertegenwoordigers. 5.] Ten vyfden: eene algemeene Onderwerping aan de Wetten. 6\] Ten zesden: eene blymoedigeBereidwilligheid in het opbrengen van Schattingen of Lasten. 7.] Ten zevenden: een gepaste Eerbied en fchuldige Liefde des Volks jegens deszelvs Vertegenwoordigers. — C] ten derden word onderzogt: koe nu de Stem des Volks, overëenkomftig de voorfchreevene bepaalde Verëischten van een Welgeordend Beftuur, kan, en moet, worden nitgebragt. — En wel, I.] voor eerst: Woe, overëenkomftig-de tot een welgeordend Beftuur verëischt-wordende Bekwaamheden en Deugden. 2.] Ten tweeden: hoe, overëenkomftig de verëischte Magt van een Welgeordend Beftuur. — 3.] Tender den: hoe, overëenkomftig het Vertrouwen, 't welk het Volk moet ftellen in deszelvs Vertegenwoordigers. — 4.] Ten vierden: hoe, overëenkomftig de fchuldige Onderwerping aan de Wetten. 5.] Ten vyfden: hoe, overëenkomftig de verëischte Bereidwilligheid des Volks in het opbrengen van deszelvs Lasten. 6.] Ten zesden: hoe, overëenkomftig^» tot een Welgeordend Beftuur verëischt wordenden Eerbied en Liefde desVolks jegens deszelvsVertegenwoo; digerr. II] In het tweede deel word onderzogt:— hoedeStem des  KORTE INHOUD. XXIIl des Volks kan, en moet,nitgcbragtworden, overeenkomjlig eene behoorlyke uitoefening der onvervreemdbaare rechten van den Mensch, in eenen Burger/laat. — In de behandeling van welk Stuk A. ] eerst gezien word: welke die rechten zyn,die het onvervreemdbaar Eigendom zyn van het Volk; — naamlyk:het recht (/wgelykheid,^ vryheid, £»der veiligheid, des eigendoms, en van tegenstand aan verdrukking. — Waar na afzonderlyk over elk deezer Rechten word gehandeld; en wel, I.] voor eerst: over het recht der gelykiieid'; deszelvs Onvervreemdbaarheid betoogd. 2.] ten tweeden: over het recht der vryheid; deszelvs Onvervreemdbaarheid betoogd. 3.] Ten derden : over het recht der veiligheid; betoog van deszelvs Onvervreemdbaarheid. 4.] Ten vierden: over het r e c h t des e i g e nd 0 m s; deszelvs Onvervreemdbaarheid betoogd. —. 5.] Ten vyfden: over het r e c h t van tegenstand verdrukking; deszelvs Onvervreemdbaarheid betoogd. — B. ] ten tweeden: TVaar in de beh00rlykèUit- oefening van die onvervreemdbaare rechten in eenen Burger/Iaat gelegen sy. — En wel, 1.] vooreerst: waar in de behoorlyke Uitoefening van het Onvervreemdbaar recht der gelykiieid beftaat. 2.] Ten tweeden: waar in de ^/zwr/y^UitoefFening van het Onvervreemdbaar recht der vryheid gelegen zy. 3.] Ten derden: waar in de behoorlyke Uïtoeffening van het Onvervreemdbaar recht der veiligheid beflaat. 4-3  ■xxiv KORTE IN HOU D. 4-] Ten vierden.- wat de behoorlyke Uïtoeffening van het Onvervreemdbaar recht van eigendom zy. 5.] Te« j/j/afe»; waar in de behoorlyke Uïtoeffening van het Onvervreemdbaar recht van tegenstand aan verdrukking gelegen zy. C] ten derden: Hoe de Stem desFolks,overëenkomftig de nu betoogde behoorlyke Uitoefenining der onvervreemdbaars rechten van den Mensch,kan, en moet ,uitgebragt worden;—want mede men overgaat tot HL] het derde deel, ofte het betoog van de beste wyze, waar op het Folk van Amfterdam, overëenkomftig. dat een en ander, geregeld en spoedig deszelvs Stem zal kunnen uitbrengen. — In de behandeling van welk Stuk men doet zien, A. ] voor eerst: op welke wyze het Volk van Amfter¬ dam wiet, en op welke wyze net al, deszelvs Stem, cverëenkomftig als boven, geregeld, en s poz- dig, zal kunnen uitbrengen. En wel 1.] eerst; hoe niet: — 2.] Ten tweeden; hoe al. — Waarna dan eindelyk, B. ] ten tweeden, word betoogd: dat die wyze,op welke men heeft doen zien dat de Stem des Volks van Amfterdam geregeld, en spoedig kan worden uitgebragt, waarlyk de beste is. VRT-  P'RTHEWy GELTKHEID, BROEDERSCHAP NOTIFICATIE. JfJ)e Reprefentanten van *t volk raa Amfterdam, notifieeeren by deezen: — Dat zy, ■ aangemoedigd door 't vertrouwen ea de liefde der goede Burgery, onvermoeid werkzaam i zynde in de moeilyke taak, welke'hun is opgelegd, en in weêrwil der hinderpalen, die zy ontmoeten, befloten hebbende mee moed, I ftandvastigheid en edelmoedigheid,' welke de [ deugden der Vryheid behooren te zyn, voort : te gaan in de behartiging van de welvaart dier j goede Burgery, welke welvaart de groote geI dachten is, waar aan alle hunne gedachten onderworpen zyn, het middenpunt, waar in zich i alle hunne handelingen verëenigen en de eeninige bron, waar uit dezelve allen voortvloeiden ; ook, zedert de eerfte ogenblikken huni ner werkzaamheden bedacht zyn geweest op A het  co het gewigtig point der behoorlyke ftg*/ing eener Velkftem binnen deeze volkryke Stad, teneinde daar door, aan de eenezyde,yoorgekomen worden die rampen, welke de onmiddsfyke en dooieïyke gevolgen moeten zyn van eene regeer ing in eene regeering, en van tegen elkan deren botsende machten, maar, aai? de andere zyde, aan het Volk van ylmfïerdam verzekerd warde de beu 0~6 r l y k e uitoejfemi;g dier rechten welke deszelfs ONl ervreemdbaar eigendom zyn, en d'ierhalven bepaald op orde, vat de Wet ten dien opzichten aan lederen Burger , en wederkeeng ieder Burger aan de wet verschuldigd zy, Dat als nu by hun Reprefentanten mede dit gewigtig point in rype overvveeging zynde ge. nomen ,;>zy befloten hebben uittenodigen, gelyk zy uitnodigen by deezen, allen en een iegelyk, om binnen den tyd van uiterlyk twee maanden aan de natemeldene Commisfie, in te leveren een plan inhoudende BETOOG van de beste wyze, waarop het volk van amsterdam, overeenkomstig de verëischten van een welgeordend bestuur, geregeld en spoedig deszelfs stem zal kunnen uitbrengen, zul-  ^ O J zullende de Schryver van dat Plan, het welk geoordeeld zal worden meest voldoenend te • zyn, verklaard warden , zich by de Burgery i dezer Stad wel verdiend gemaakt te hebben. Da: zy Reprefentanten ter voorkoming van : alle vertraging omtrent dit gewigtig point, ; met het welk de meerdere of mindere welï vaart dé^er ftad in zulk een onmidd'elyk verI band fiaat, niet hebben geaarzeld, dadelyk te :, refolveeren toe het daarftellen eener Commisïie van twaalf Burgers, welke, beftaande uit a zes Leden, uit het midden van hun Reprefent tanten, en zes uit het midden der burgery [ te benoemen, de inteleveren Plans onverwyld h zullen onderzoeken en beocrdeelen; zullende n deeze Gecommitteerden, by nadere Notificatie, aan den Volke van Amfterdam worden bekent gemaakt. .Vertrouwende eindelyk de Reprefentanten voorn: dat zy den welmeenenden Vaderlander niet behoeven aan te maanen, om, doof het beproeven zyn er krachten en bekwaamheden in 't onderzoek en de behandeling van het belangryk point, ten dezen vermeld, aldus een pryswaardig offer aan de Burgery dezer' Stad en 't geheele vaderland te brengen ; makende hy, dn eene gelegenheid laat yoor* A a by \  CO lygaan, om zyne Medtburgertn zo nuttig te zyn, ah in zyn vermogen is, ziek engetwyffeld onwaardig, dit gelegenheid immer weder te vinden. Gearrefteerd den^fte en gepubliceerd den 2 Site Augustus 1795. Eerfte Jaar der Bataaffche Vryheid. E. LESPINASSE. vt. ter ordonnantie der voornoemde Reprefentanten. G. BRENDER a BRANDIS.  B E T O O G VAN DE BESTE WYZE, WAAROP HET VOLK VAN AMSTERDAM, , OVEREENKOMSTIG DE VERËISCHTEN VAN EEN WELGEORDEND B E S T U U_R , GEREGELD EN SPOEDIG DESZELVS STEM ZAL KUNNEN UITBRENGEN. Ingevolge de Notificatie van de Reprefentanten van het Volk der Stad Amfterdam, voornoemd: Geiirrcstcerd den 27lten en Gepubliceerd den 23ïïen Augustus 179* Het eerftt Jaar der Bucayfrht Fryfctd, 2NLEI DJHG. Ofïchoon ik zeer wel voorzie, dat op de gedaane uitnodiging der Reprefentanten van bet Volk van Amfterdam, om aan eene daartoe reeds daargeftelde Commisfie inteleeveren een Plan, inhoudende Betoog van de beste wyze, waarop het Volk van Amjlerdam voorn:, overeenkom/lig de Verëischten van een Welgeordend Beftuur, geregeld en fpoedig deszelvs Stem zal kunnen uitbrengen ; — offchoon ik zeer wel voorzie, zeg ik, dat op deeze gedaane uitnodiging zig Mannen genoeg^ zullen opdoen, welken, zo in natimrlyke vermogens van Verftand , Oordeel, Doorzigt en Vernuft, als in verkreegene bekwaamheden van Kunde, Geleerdheid en Ervaring , my verre A 3 zul-  JUftSlDlilO. 6 BETOOG vaw de BESTE zullen te boven gaan; en offchoon ik derhalven zeer weinig, ofwel gaargeene, hoop of venvagtingkoester, dat myne pogingen in deezen m2t de Eer van voorkeur zuilen agtervolgd en bekroond worden; zo heb ik, des onaangezien, gedagtig aan de bekende Ipreuk: Ut defint vires, tarnen ejl tatidandoVohmtas. mynen blakenden, en, zo ik vertrouw, welgeplaatzten, yver om , met tertigftelüng myner noodwendige, bezigheden, ten deezen opzigte ook myne kragten eens te "beproeven, geenzins bedwingen willen; neen' maar heb in tegendeel gemeend, by deeze gunfh'ge gelegenheid, met anderen pok myne vermogens bycl-nzamelen en infpannen te moeten, ten einde, door. sene proef te leeveren van een onderzoek van zo een belangryk pomct, — met het welk welgemelde Re. prefentanten zeiven hebben ingezien dat de meerdere of mindere Welvaart deezer Stad in zulk eenon. middelyk verband ftaat, — mede een pryzwaardig offer aan Amftels Burgery, en het geheele Vaderland, te brengen; — te meer nog, daar ik onder de Notificatie van Reprefentanten voorn:, aan het hoofd deezes gemeld, en by welke Notificatie de voorfchreeve uitnodiging gefchied is, deeze aanmoedigende, en op een Vaderlandlievend hart zo veel indruks maakende, woorden vond; dat liy, die eene gelegenheid laat voorbygaan, om zyne Medeburgeren zo nuttig te zyn, als in zyn vermogen is, zig ongetwyffeld onwaardig maakt, die gelegenheid imnur weder te vinden. • Dan ,  REGELING DER. VOLKSTEM. T HiMWra* Dan, buiten en behalven dat, zou evenwel de Stof op zig zelve alleen uitlokkende genoeg geweest zyn, om mynen lust aihier te doen ontvlammen. —- 't Zy men immers by de Uitnodiging zelve, 't zy men by haar Oogmerk, blyve ftil (laan, aan beide zyden doen zig aan een waar Vaderlandsch hart de fterkftefpoóren en, prikkelen op, om in dit geval ten minden zo nuttig te zyn, a!s aan het zelve nu mogelyk is. — Geevt men op het Onderwerp der Uitnodiging eeiv acht; hoe troostlyk, hoe opwekkend, hoe bemoedigend , is het niet, in eenen tyd, dat elk fchynt den Meester fpeelen, en, met kleinachting en omverwerping van het wettig gezag der geconditueerde Magten , mede het roer van Staat helpen bedieren , te wiilen; — in eenen tyd derhalven, dat elk om het zeerst, fchoon al eens met de beste oogmerken werkzaam zynde, echter ondertusfehen, ongevoelig, en zonder dat men het weet of inziet, alle die jammerlyke Onheilen aan Land en Volk helpt berokkenen, welken , zomtyds eer men er aan denkt, de onvermydelyke gevolgen van zulk eene wanorde en verwarring zyn moeten; — hoe troostlyk , hoe opwekkend, hoe bemoedigend, is het niet, zeg ik . in zo eenen tyd , waarin met die indedaad Goddelyke ftem des Volks -zo onregelmatig, zo woest, zo onbezuizd , zo willekeurig, word omgefprongen, de Wysheid en Vcorzigtigheid, de Zorg en Pligt, de Vaderland-liefdeen Trouw , in het Burger-vaderlyk hart der vertegenwoordiger» van Amdels Volk te zien opgewekt , en uit derzei rar Eerbied- en Achting-waardigen, mond A 4 van  pfctWNC, g BETOOG vaw bb BESTE van hunne Medeburgers te hooren verlangen een Betoog van de beste wyze, waarop het Volk deezer groote en alóm beroemde Waereid'• Rad', — zonder de Verëischten van een wel-ingerigte Burger^Regeeringuit het oog ie verliezen, —geregeld en rpoedig aeszelvs Stem uitbrengen kan! En wie zou zig dan onttrekken kunnen van all wat in zyn vermogen is te helpen aanwenden, om op zódaanig eene wyze de Stem des Volks, die, wel begrcepen , wel ingerigt en bepaald, buiten allen tegenfpraak , bet et> nige waare Bolwerk voor onze dierbaare Burgerlyke Vryheid is; maar ook niet weihegreepen, en daarom in eenen ongeftuimen drift ontaardende .en buiten haare oevers voorthollende, eenmaal den Staat met eenen alles verwoestenden Zee van rampen overflroome.i moet, — behoorlyk te zien tot ftand gebragt? En flaat men, aan den anderen kant, op het heilzaam Oogmerk der voorfchreeve Uitnodiging een aandagtiV oog ; hoe bevredigend , hoe gerustftellend, hoe vertrouwen-koefterend, is het niet, in eenen tyd, dat Eeerschzugt, Ariftocratie en List, zig op andere plaatzen fchynen te verëenigen, om de geheih'ofle Rechten van den Mensch én Burger, — Rechten, die, in welk Land , en onder welke Regeeringsvorm men de zeiven ook zoude mogen willen befchouwen, nooit ofte nimmer geheel en all weggefchonken, afgeftaan, of vervreemd, kunnen worden: — door allerhandefyngefponnen Kunstgreepen zó laag en fchandelyk te verwringen, dat niets dan de bloote Naam daarvan overig blyve; — in eenen,tyd, dat elk vernuftig Lid der  REGELING der VOLKSTEM. 9 inleiding; der Maatfchappy zyne zo "lang vernederde waarde van Mensch en Burger nu eerst eens regt fchynt te gevoelen, en op pryz te flellen; — in eenen tyd nog eens, dat eiken braaven en rrouwhartigen Nederlander dat onfehatbaar kleinood, — dat aanbidde]yk gefchenk des Hemels, — de met zo veele Edele Rechten verknogte Vryheid naamlyk! — meer dan ooit ter harte gaat; — hoe bevreedigend, hoe geluStftellend, hoe vertrouwen-koisterend, herhaal ik, is het in deezen tyd niet, uit den mond der wettige Vertegenwoordigers deezer zo Volkryke Stad, wier beu ooners een zo notabel deel der geheele Hollandfche, ja der geheele Nederlandfche, Natie uitmaaken , te hooren een beredeneerd Plan verlangen eener zodanige régeling van den ftcrkfteu rugfteun derbeminnelyke Vryheid, (de altyd EerbiedGehoorzaamheid- en Onderwerping - wekkende , en waardige Volksftem, naamlyk O als waardoor wel, aan den eenen kant, kunnen worden voorgekomen die niet zonder angst en fchrikken intedenkeue Rampen , welken de onverraydelyke gevolgen eener verdervelyke Regeering in eene Regeering, of, (wat het zelvde is) van tegen elkander ïnloopende Magten, eenmaal zyn moeten; — maar waardoor ook tevers, aan den anderen kant, (zo immers luid de gemelde Notificatie woordelyk) aan het Volk van ^dm~ flerdam verzekerd worde de behoorlyke Uïtoeffening dier Rechten, welken deszelvs onvervreemdbaar Et' , gendom zyn, en [waardoor] derhalven bepaald worae, wat de Wet, ten dien opzigten\ (ten opzig•A. 5 eanen  BETOOG van de BESTE eener behoorlyke Uïtoeffening der onverv/eemdbaare Rechten des Volks in 't gemeen, en der Volksftem in 't byzonder, naamlyk) aan iederen Burger, en:, wederkeerig, ieder Burger aan de Wet, verjehufdigd zy. Gaarne beken ik, dat het verlangde Plan, uit dit waar en zuiver oogmerk befchouwd zynde, eenen allergewigtigfte», en eenen even zo moeijelyken , taak in zig bevat; en ik herhaal dus ook nogmaals, dat, naar het gevoelen, dat ik van my zeiven heb, myne kragten denklyk wel niet zullen toereikende zyn, om in deezen het echte doel te treffen: — maar, onaangezien dat alles, heb ik my evenwel, alleen door de Oprecht- en Welmeenendheid van myn hart, en door mynereeds lang ontvonkte liefde, om ter bevoordering van den welvaart mynes Vaderlands in 't gemeen , en van 'deeze Stad in 't byzonder, zo veel in my is mede te werken , aangeprikkeld gevonden, om , ter Glorieryke behaaling der my boven alles bekoorenden en toelachenden Eerepryz van verklaard te worden, my by de edelmoedige Burgery deezer Stadwel-verdiend gemaakt te hebben, eenen kans te waagen. En om aan dat einde beantwoord te zien , zal het, naar den duidelyden inhoud der gemelde Notificatie, en ter voldoening aan het daar by zo zeer gemanifesteerd oogmerk, tans myn taak moeten zyn, deze volgende quKstie, (waartoe de voorfchreeve ftof, in derzelve oogmerk befchouwd , gevoeglyk fchynt te kunnen gebragt worden) betoogender wyze, optelosfen, naam» lvk.- Welk  REGELING der VOLKSTEM. ii inleiding. Welke de beste wyze zy , om, aan den eenen kant, overëenkomftig de Verëischten van een welgeordend Beftuur, en , aan den anderen kant, overëenkomftig eene behoorlyke uitoeflening der onvervreemdbaare rechten van den Mensch in den Burgerftaat, geregeld en fpoedig binnen deeze Stad eene Volkftem te kunnen uitbrengen? De beantwoording deezer qusestie, zeg ik, zal bc. toogender wyze gefcbieden moeten. — Want in meergemelde Notificatie word niet flegts een los- daar mder geworpen Plan, maar een zódaanig Plan , ge• vorderd , 't welk inhoud een betoog. — Het verlangde Plan derhalven, zal het aan de intentie voldoen, moet beredeneerd zyn.—All wat erin gezegd of gefield word moet metkragt van redenen ,— met redenen klaarer dan het middaglicht, — gerugfteund en gefchraagd worden; alles moet overtuigend worden betoogd; — en een zódaanig betoog is het dan ook, 't welk het verlangde Plan van zeiven tot eene verhandeling maakt: — Waar in ik, om in de behandeling deezer Stof met orde te werk te gaan, volgends deeze navolgende verdeling mynen taak zal tragten af te werken. VER  .-•«deling, ra BETOOG van de BESTE 1°. Zal ik onderzoeken; hoe de Hem des Volks, overeenkomstig de Verëischten van een welgeordendBeftuur, kanen moet worden uitgebragt. 11°. Zal ik onderzoeken; hoe dezelve Stem • des Volks kan en moet uitgebragt worden overeenkemstig eene behoorlyke uitoeffening der onvervreemdbaare Rechten van den Menschdn eenen Burgerhaat. En eindelyk III0. Zal ik betoogen de beste wyze, waarop het Volk van Amfterdam, overëenkomftig dat een en ander, geregeld enfpoedig deszelvs Stem zal kunnen uitbrengen. En, daar ik my geenzins kan voordellen, dat men in dit betoog op eenen overvloed van niets beduidende, of ten minften niets afdoende , woorden , ofte van even zo min ter zaake doende al* legatien , ofte van eenen kwaalyfc geplaatzten zwier van als klatergoud fchitterende Geleerdheid , zal kunnen gedeld zyn, maar in tegendeel vertrouw, dat het hier alleen om een beknopt, zaaklyk, distiiiét, en wel beredeneerd, betoog van het poinci in quasstie, met het gene daar toe eene directe betrekking heeft, zai te doen zyn;zo heb- ik gedagt, allen onnodigen omflag alhier zorgvuldig vermyden, en de pretieufe attentie van  REGELING dèr VOLKSTEM. 13 I. déél. van de ter onderzoeking der op het in gefchil zynde onderwerp ingeleverde plans benoemde Commisfie met geene nuttelooze en verveelende langwyligheid ophouden, te moeten; — terwyl ik des niet te min toch ook aan den anderen kant gemeend heb, all dat gene, 't welk in de daad tot regt veriland, en toeligting of opheldering, van de voorhandene ftoffe , en de daar inopgefloten liggende denkbeelden, eenigzins zou kunnen dienende zyn, geenzins geheel en all met flilzwygen te moeten voorby gaan. Wat dan nu het eerfte hoofd-poina, te wee- j, DEEI,. ten het onderzoek, hoede Stem des Volks, overtenkomjlïg de Verëischten van een welgeordend Beftuur, kan en moet worden uitgebragt, aanbetreft, daar omtrent zullen my deeze drie vraagen te beantwoorden (laan. voor. eerst: Watts een wel-geordendbeftuur? ten tweeden: Welke zyn de Veretschtenvan hetzelve ? ten derden : Roe kan en moet de Stem des Volks, overeenkom/lig aie Verëischten, worden uitgebragt ? Het Spreekt van zeiven dat, om de vraag: Wat is een welgeordend BeftuurKw^v door on- . KJVa* > is een wel- getwyfïeld ic gemelde Notificatie nier in 't afge geordend trokkene alleen een Stads, maar het Staats- en ^aar? Stads-, Beftuur te zamen genomen zal gemeend zyn) — het fpreekt'van zeiven, zeg ik, dat, om de vraag, Wat is een 'welgeordend Beftuur? be- hoorlyk beantwoorden, en des wegens eene aan het oogmerk voldoende bepaaling maaken, te kun"  l- EREL. 14 BETOOG van de BESTE kunnen, men niet behoord uit het oog te verliezen het Land, waar, of eigenlyk den Regeringsvorm, onder welken, de voorfchreeve vraa°" word voorgefteld. .— Wie immers .gevoeld hier alreeds van zeiven niet, dat in een Land, waar de wil van eenen Alleenheerfcher alk en ten wet verftrekt, of waar het zig alles aanmatigend gezag van eigendunkelyk beveelende Ariftocraa. ten het geheele Volk aan derzelver dwang-zuftig welbehagen , op eene flaavfehe wyze, vveetonë derworpen te maaken ; — in een Land derhalven , waar enkel en alleen van den blooten willekeur van eenen of van veelen alles afhanglyk is; — wie gevoeld hier alreeds van zeiven niet, vraag ik , dat in zódaanig een Land een aldaar zo genaamd welgeordend Beftuur en geheel ander denkbeeld moet uitleeveren , als een waarlyk-welgeordend Beftuur in zó eenen vryen Staat, waar alle Oppergebied alleen van deszelvs waaren oorfprong, dat is van het Volk, is afgedaald , en dus alleen rechtvaardig en wettig is, — en waar men geene andere onderwerping kend, dan alleen aan zulke billyke Wetten, die niets dan den even zo rechtvaardigen, als volftrekken , Wil des Volks zeiven behelzen, — wetten, die of door het Volk zeiven, ef door deszelvs vry williglyk-, en geregeld •, by eene beweeze meerderheid van ftemmen, verkoozene Vertegenwoordigers gemaakt, en of met 's Volks uitdrükkelyke, of met deszelvs ftilzwygende, goedkeuring bekragtigd , zyn ? Daar nu , in 't algemeen genomen, een Wel- geor »  Regeling der volkstem, is !• dkee.. ^orafe«d?Beftuur, Bewind, of Regeering, regtdraads overftaat tegen zódaanig een niet-wel-of kwalyk-geordend, of verkeerdlyk ingerigt, Beftuur, Bewind of Regeering, als , waarin zulke wanorde Be~ of ongeregeldheden plaatz vinden , welke» ftrydig var/ het met het oogmerk der Maatfchappy, de Leden der zelve in'i zelve in het (til en vreedig genot hunner openbaa- Semeen> re Rust en Veiligheid verhinderen, of ftooren,— zonder dat de inrigting van het Beduur zelv middelen aan de hand geevt, welken gepast en kragtdadig genoeg zyn, om die wanorde en ongeregeldheden te keer te gaan, en, daartegen, de Rust en goede Orde te herfteilen; en daar, gevoig- lyk, ook in 't gemeen genomen, by tegenoverstelling , door een welgeordend Beftuur niets anders zal kunnen worden verftaan, dan eene zodaanige inrigting van regeering, waar door alle wan. orde en ongeregeldheden dermaaten kunnen tegengegaan en geweerd, en, ter contrarie, de goede orde in allen opzigten dermaaten kan gehandhaavd en bewaard , worden, dat de Leden der Maatfchappy, overëenkomftig het eenig oogmerk van de oprigting der zelve, zig vau het ftil en vreedig genot hunner openbaare Rust en Veiligheid kunnen verzeekerd houden, zódaanig, dat in gevalle dezelve al eens mogten worden geftoord, of in gevaar mogten zyn van geftoord te worden , de inrigting van het Beftuur zelv als dan middelen aan de hand geevt, die gepast en kragtdaadig genoeg zyn, om haar wederom behoorlyk te herfteilen, of het gedreigd gevaar voor te komen; daar, zeg \ ik, dat een en ander door een welgeordend Beftuur  I. deel. 16 BETOOG VAw de BES TË ftuur in 't gemeen moet verftaan worden; — zo zal dan ook, in''t byzonder, in eenen vryen Staat, onder eene reprefentative Volks regeering, geen asder denkbeeld aan een welgeordend Beftuur kunnen gehegt worden, dan dat van eene zodaanige wyze inrigting van Regeering, als welke, niet door eene verdrukkende uitoeffeaing van een Wil2. Be- jekeun'g gezag, ofte van eene Eigenmagtige Heerfchreiving fchappy; maar door eene getrouwe handhaving Tetve in% Van-Wetten» die door de uitdrukkelyke of ftilzwy! hyzonder , g«nde goedkeuring ten minften van het meerder vrye'ZZéSCl ^ V°1!" Zy" bekraêdgd > ~ die zo wel den Beftuurderen, als den Beftuurd ■ wordenden , tot eenen regelen een voorfchrift van derzdver doen en laaten ftrekken; en die voor elk lid der Maatfehappy, zonder éénig onderfeheid, van de zelvde verbindende kragt zyn, alle de Burgers en Ingezeetenen in 't gemeen, en eiken van de zeiven in 't byzonder, overëenkomftig het oogmerk, waar mede alle de leden der Maatfehappy zig tot één lichaam hebben verëenigd, — van het ftil en vredig genot hunner openbaare Rust en Veiligheid verzékerd, zódaanig, dat in gevalle de zelve in het een of ander opzigt al eens zouden mogen gefchonden of geftoord zyn, de inrigting van het Beftuur zelv danaanftonds middelen aan de hand geevt en daarfteld, welken gepast en kragtdaadig genoeg zyn, om haar wederom te herfteilen; — alle wanorde en ongeregeldheden teftuiten; allen vyandelyken aanval afteweeren; en alzo de Veiligheid en goede Orde in allen opzigten te handhaven en te befchermen. Al.  REGELING der VOLKSTEM. 17 I. deel. Alfchoon , derhalvcn , de ziel en het wezen van 'een welgeordend Beftuur alleen gelegen is in £aafinóp* de Veiligheid-, welke het den Staat in 't gemeen, g^jlotene en elk Lid der Maatfchappy in 't byzonder, aan- £f »a% brengt; zo liggen echter veelerleie onderfeheidcne ontwikdenkbeelden daar in opgefloten, welken even zo keld' veéJerleie onderfcheidene zaaken aan onzen geest vertegenwoordigen, en die ik dan nu ook een weinig nader ontwikkelen zal. Vooreerst: zal een Staat zig moge» veilig ach- j&i ten voor de vyandelyke oogmerken van den ee- field hei nen of anderen wangunftigen Ni buur, ofte van Land 'm wien het anders zou mogen weezen, die, ja- loers op deszelvs geluk en voorfpoed, rykdom-7?«öf' men en fchatten, hem den eenen of anderen tyd den ondergang zou dreigen willen, — het zal dan ook van de onvermydelykfte noodzaakelyk- heidzyn, dat dezelve zig door eene gedugte Krygsmsgt zie in ftaat gefield, om, of het zwaard zyner vyanden geheel en al in de fchédetehou- den, of, indien hy zig aangevallen of gehoond, vernederd of verdrukt, ziet, zig met lof verdee- digen, of met Eer zig wreeken, te kunnen : ■— en dus zal het dan ook in dit opzigt met recht een welgeordend Beftuur heeten mogen, 't welk detederfte zorge draagd, dat de Republiek aan deszelvs befcherming verduwd, in dien ftaat gefield Zy>weIkehaarbjhaare vreezd, en by haare Vrienden g^biedigd ffl^ ken- -Daar echter eene aanzienlyke^sm ook aanzienelyke Afgaaven vorderd, wet ^ de In- en Opgezeetenen altoos meer of min druk. kin-  I. deel. IS BETOOG van d e^B E S T Ë leende zyn, zo zal een welgeordend Beduur, welks onvermydelyke Plïgt het is, om de goede Gemeente in allen opzig'en zo min mogelyk te belasten, de Middelen, welken eenen Staat ontzaglyk maaken, altoos zó, en in dier voegen , tragten interigten, als het minst-bezwaarende voor den Burger is, — en zal, gevolglyk, alhoewel de Veiligheid van een Land of Staat nimmer zonder een zeker getal welgeoeffend Krygsvolk kan bewaard blyven, ever.wel niet ligtïyk meer geregelde en bezoldigde troupen in dienst houden, dan de noodzaaklykheid maar eenigzins verëischt. Deeze troupen uit de Natie zelve te neemen, begrypt een welgeordend Beftuur dat den Burgerftand te veel ontvolken zoude: wyl de byzondere pligten eenes krygsmans den zeiven te veel beletten, de dagelykfche pligten van Burger waarteneemen. ■— Een welgeordend Beftuur zal derhalven eene plegtige verbindtenis met het een of ander moedig en heldhaftig Volk, op welks goede trouw het zig verhaten kan, tragten aantec;a?.n, en van het zelve eenige duizende ftryd* baare mannen in zyr.en dienst overneemep. — Dan; om evenwel de Veiligheid der Republiek niet geheel en all te vertrouwen aan Vreemden, welker trotsheid zig ligt zou kunnen bedienen van de zwakheid eener ongewapende of mingeoefende Natie; zo kan 't dan ook geenen den minften twyffel baaren, of een welgeordend Beftuur zal er zig met ernst op toeleggen, om het geheele Volk regt bekwaam te maaken tot het verdeedigen van hun Vaderland, en zal ten dien ein.  REGELING der VOLKSTEM. rip L eees einde de nodige orders uitvaardigen, dat de ganfche weerbaare Natie op zekere bepaalde tyden, dagen en uuren , op welken nochte de Landman, nochte de Stedeling .deszelvs dagelykfchen arbeid öf beroep daarom behoeve te verzuimen, onder de waapenen gebragt worde, om zig, door daartoe gefteldekundige, en in alle Militaire Manoeuvres en Evolutien welervaarene,Krygslieden, in de Wapenhandeling te laaten oeffenen, en zig te 'onderwerpen in alles, wat de tugt vorderd tot het maaken van goede Soldaaten. — Terwyl in zo eenen Burgerftaat, als onz Gemeenebest is, een welgeordend Beftuur ook nog deszelvs voornaamste zorgen aanwenden zal, om aan het dierbaar Vaderland voorall zo een refpeétabel aanzien re geeven, als verëischt word, om aan eenen woedenden Zeehond altoos deszelvs fiere Leeuwentanden onverfchrokken zien te laaten. Ten tweeden: Daar het van zeiven fpreekt, dar, zó ter betaaling van den gewapenden arm der Re- i publiek en van alle noodige Bejimpten, aht& in- b- Het r ftandhouding van het openbaar Crediet, fafMm „ïffeebè derhouding van all het gene verder tot het alge- lastingen* meene best behoord, eene /ot-dit-alles-toereikende Schatkist verëischt word; zo moet daar uit dan ook van zeiven voordvloeijen, dat een wei-geordend Beftuur medebrengt, deszelvs eerfte en voörnaamfte zorgen aan te wenden ter goede regeling van zodaanige maatige Schattingen of Belastingen, als, aan den eenen kant noodigzyn, om de be« hoevten van den Staat te vervullen, en, aan den anderen kant, zo min'mogelyk bezwaarende en B 2 druk.  I. deel. a° BET003 tan de BESTE drukkende voor de goede Burgers en Ingezetenen zyn. Het is bekend, dat de Financiers eenen zékeren Grondrégel hebben aangenomen, welke boofdzaakelyk hier op uitkomt, naamlyk, dat elke nieuwe Belasting, welke het Volk word opge* . legd, eefie nieuwe Bekwaamheid in het zelve veroorzaakt, om die Belasting op brengen te kunnen , en dat de Naarftigheid en Kloekheid der Ingezetenen ahoos opgewakkerd en verlevendigd worden, naar evenredigheid van het gene zy aan den Lande betaalen moeten. — Een Grondregel gewislyk van dien aart, dat, hoe gevaarlyk hy reeds op zig zeiven is uit hoofden van het fchiïkbaarend Misbruik, 't Welk er van gemaakt zou kunnen worden, dezelve echter nog des te gevaarlyker word, uit aanmerking dat men niet alleen niet in ftaat is, om de waarheid daar van geheel en all te wederfprecken; maar zelfs verpligt is toeteftemmen, dat dezelve, onder zekere bepaalingen, door de Reden en Ondervinding bevestigd word, Immers, wanneer eene Belasting gelegd word op zodaanige noodwendige Behoevten 'van het leven, welke door de fmalle Gemeente het meest gebruikt worden en voor dezelve onombeerJyk zyn , zo fchynt daar van, aan den eenen kant, wel noodzaaklyk het nadeelig gevolg te moeten zyn, of, dat het minvermogend gedeelte des Volks daar door iets van deszelvs gewoone levenswyze affnyden, nalaaten, of verminderen moet % of, dat de Arbeidsloonen moeten verhoogd worden, ten einde  REGELING der VOLKSTEM. 21 I. deel; einde hier door den Jast van zódaanig eene Be« zwaarnis voornaamlyk op den Rvken of Meervermogenden te doen nederkomen; — doch achter is er, aan den anderen kant, nog een derde uitwerksel of gevolg, 't welk door de Belastingen niet zelden veroorzaakt word, en 't welk men mdedaad moet erkennen niets minder dan nadeehg te weezen, neen rhaar integendeel niet anders dan als een gelukkig voordeel te befchouwen is, naamlyk; dat de Kloekheid, of het Vernuft, en de Nyverheid, der Behoevtigen of Minvermogenden, door die Belastingen al meer en meer worden opgewakkerd, dat zy aaarib'ger en vlytiger arbeiden en veel meer werks verrigten ^dan voordat die Belastingen hen in de noodzaaklykheid ge-bragt, en hun den pligt opgelegd, had van voor derzelver betaaling te zorgen; — door welke verlevendiging des Vernufts, gepaard met eene meerdere aangewende Naarstigheid en Vlyt, zy dan ook, onaangezien hunne meerdere Afgaaven ten behoeve van den Lande, zig evenwel in ftaat bevinden van, zonder verhooging der Aibeidsloonen, op den zelvden voet a'ls te vooren te blyven léven. — Byaldien dan de Belastingen maatig en geregeld zyn; aliengskens en trapswyze worden opgelegd ; en de algemeenfte Geryflykheden of Behoevten van het leven niet drukken, zo zal dan ook natuurlyker wyze de voorfchreeve uitwerking daar van het gelukkig gevolg zyn ; de gemelde fchynbaare Nadeelen zullen alsdan niet zelden in wezenlyke voordeden veranderen; en ■ men zal in dat geval als zeker "ftülen mogen , B 3 dat  I. DEEÏ,. 22 BETOOG VAN DE BESTE dat een Volk, met verfcheidene Schattingen belast door dit middel er dikwerf beter by ftaat, gelukkiger leevd, en ryker word, dan een ander Volk, 't welk, omdat het bynaar voor niets te zorgen heeft, den meesten tyd in vadzigc ledigheid verfpiid, en, deszelvs arbeid en vlyt alleen naar des zelvs bchoevten afmeetende, zelfs door den laagen pryz der Levensmiddelen, in plaatz van ryker, irj tegendeel armer, word. — Welke fterke argumentatie , uit de Reden ontleend , men nog verder tragt te rugfteunen door de Ondervinding, daar men wil hebben opgemerkt, dat ('t welk ook al niet met grond geheel en all te wederfpreeken LO gemeenlyk die Natiën, welke den uitgebreidften Handel dry ven, en gevolglyk de rykfte zyn, wel verre dat dezelve den besten grond of de vrugtbaarfte Landsdouwen bewoonen zouden, in tegendeel , in dien opzigten niet zelden zeer ongunftig bedeeld zyn; zo als men uit de oudheid door Carthago, Rhodus, en Athene, en, uit de nog werklyk aanweezende gewesten, door Venetien, Genua, en onz Holland, als zo veelen fpreekende voorbeelden, meend te kunnen bewyzen. — En daar wy derhalven uit deeze en andere voorbeelden zien > dat door de natuurlyke Behoevtigheid van een Land» of door het fchynbaar Nadeel of het Gebrek, 't welk uit hoofden van den grond of de ligging van het zelve Land noodwendig daar in moet plaatz hebben, het Vernuft, de Ny verheid en Vlyt, der Ingezaetenen dikwerf opgewakkcrd 4 en verlevendigd worden ; waarom, vraagd men, zou, men dan ook die zelvde gunftige uitwerking door  REGELING der VOLKSTEM. 23 I. deel door het opleggen van fchattingen niet even zo goed ten wege brengen kunnen? — william t e m p l e fchryft de Kloekheid en den Handel onzer Natie geheel en alleenlyk toe aan de Noodzaaklykheid, waar onder zyligt, om vernuftig, kloek, naarllig, en vlytig, te moeten zyn, en aan het gebrek, waar in dezelve Natte anders zou moeten kwynen in een Land, 't welk zonder tryvere en kloeke Ingezetenen niet zou bewoonbaar zyn. •— En men heeft opgemerkt, dat de finalle Gemeente , in jaaren van Schaarsheid, (wanneer, naamlyk, dezelve maar niet tot het uiterfte gebrek overflaat) meer werkt, en in de daad beter kan beflaan, dan wanneer men zig in ruimte en overdaad omwentelen en bdaden kan ; wyl in tyden van Voor. fpoed en Weelde de arbeidende hand doorgaands traag, en het Arbeidsvolk gemeenlyk lui, date], en brooddronken, word. Dan, wat van de gemelde Voordcelen des voorfchreven Grondregels der Financiers, dut, naamlyk , elke nieuwe Belasting, welke het Volk word opgelegd, altoos eme nieuwe Bekwaamheid in het zelve veroorzaaken zoude om die Belasting optebrengen , en dat de Naar/ligheid en Kloekheid der Ingezeetenen doorgaands zouden opgcwakkerd en velevendigd worden, naar evenredigheid van het gene zy aan den Lande betaa ■ len moeten ; — wat, zeg ik, van de gemelde voordeden van deezen by de Financiers aangenomen Grondregel ook zoude zyn mogen,— hetgevaar]yk misbruik van dien regel, 't welk juist daarom nog des te gevaarlyker is, wyl dezelve (zo a\s wy B 4 ge-  |. deel. 24 BETOOG vaw de BESTE gezien hebben) doorgronden van Reden en Ondervinding zó ver fchynt bevestigd te worden, dat geene genoegzaame wederlegging daar tegen aangevoerd worden kan, zal echter nimmer met te veel zorgvuldigheids kunnen vermeid worden ; daar het toch ook, aan den anderen kant, geenzins te ontkennen is, dat buitenfpoorige Belastingen zulk eenen fchaadelyken invloed op een Volk hebben kunnen , dat, het zelve daar door allengskens tot wanhoop gebragt wordende, alle Nyveiheid en Vernuft, eind elyk geheel en all in het zelve word gefmoord en uitgebkischr. — En daarom zal dan ook onder een welgeordend Beftuur altoos met de tederfte bezorgdheid en de naauwkeurigfle oplettendheid worden in het oog gehouden, in hoe verre door de Belastingen des volks Naarftigheid en Vlyt worden opgewekt, en wanneer dezelve daar voor beginnen nadeelig te w orden ; en nooit zal men onder zódaanig een Beftuur, ten zy alleen in 't geval, dat buitengewoone toevallen en omftr.ndigheden de Geldmiddelen van Stad en Staat in zulk eene ongelukkige fituatie mogten hebben gebragt, dat tot derzelver fpoedig herftel ook buitengewoone hulpmiddelen zouden mogen verëischt worden, — nooit anders , zeg ik, dan alleen in dat geval van de uiterfte noodzaaklykheid zal men onder zódaanig een Beftuur den goeden Ingezeeten door buitengewoone Geldheffitigen gedrukt, en de Belastingen torzo eene fchroomelyke hoogte geklommen, zien, dat het Volk daar door den moed zou benomen , en deszelvs Nyverhcid en Vernuft, tcgejyk met de Handwerken en Konften, zou«  RE'GELING der VOLKSTEM. as % deel., zouden aan 't kwynen gebragt, kunnen worden.—• En, om aan het Volk geene de ïmnfte reden van misnoegen, of agterdogt, ovcrtelaaten , als of 's Lands penningen niet getrouvvelyk zouden belteed Worden, tot die zelvde eindens, waartoe dezelve door de goede In- en op- gezetenen worden opgebragt en betaald, zo zal een welgeordend Beftuur er zig eene Eer en byzondere Voldoening voor zig zeiven in ftellen, om , overëenkomftig deszelvs verpligting, van jaar tot jaar, eene behoorlyk gefpeciflceerde rekening, zo van ontvangst als uitgaav, den Volke voor te leggen. Even zo zeer nu als een wei-geordend Beftuur tot eene billyke, en zo wel met de Behoevten ^lezt die yan den Staat, als met het vermogen der In- en wyze va" Opgezeetenen, geëvenredigde, bepaaling der Be- ^elast'm' lastingen zyne voornaamfte zorgen aanwend ; even gen, in zo zeer zal ook de aart en wyze van de heffing wf^e f e M ö mmjle wil* dier Belastingen, benevens de manier van derzei- lekeurigvet inzameling, des zelvs byzonderen aandagttot heid "» zig trekken. — All wat in het heffen van Schattin- m gen maar eenigermaate als Willekeurig' kan aangezien worden, zal, onder een vry Beftuur dat welgeordend is, altoos verre daar van verwyderd blyven; omdat de Wysheid van een zódaanig Beftuur te recht inziet, dat eene Willekeurige invordering van Belastingen doorgaands de zelvde uitwerking heeft, als of de Belastingen zelve zo veele ftraffen op het Vernuft der Ingezeetenen, en zo veele Beletzelen waren, om derzelver Nyverheid en Vlyt te keer te gaan. - Ook begrypt een welgeordend Beftuur maar al te wel, dat die partydige onge-  j. deel-, 3-6 BETOOG van de BESTE lykheid, welke in eene zodaanige heffing van Belastingen plaatz heeft, nog drukkender en fmartlyker voor het Volk, dan de last zelve, is. — Een de fmalle welgeordend Beftuur zal derhalven eene zodaanigemeente ge wyze van Belastingen te leggen verkiezen, klngedra-Wc^eT Vordering, aan den eenen kant, zonder gen wor» Willekeurigen invloed gefchieden kan , en, aan **• den anderen kant, door de fmalle Gemeente het gemakkelykst kan gedragen werden, en dus voor dezelve het minst bezwaarende, het minst drukhVerkiezt kende > *s' — En wat de Inzameling der Inkomdie wyze Hen van den Staat zelve aanbetreft, dezelve Zal ™g/togZamonder een Welgeordend Beftuur altoos zo eenvouvan 's dig en onömflagtig zyn, als naar den aart der Be- Lands m- iastfngen ell je Gefteldhcid des Lands, maar eeiomsten, . . welke het nigzins mogelyk is ; daar toch een zódaanig Be- onomjlag- ftmï getrouwelvk in aanmerking neemt, dat zo tig/leis. , „ , J. , dra delnvordenug der belasungen in eenen S.aat moeijelyk en verward is, dan ook eene menigte van Onderbedienden daar toe verëischt word, en dat deezen niet anders te befchouvven zyn, dan als Gieren en Tygers, die het hart van het Volk verfcheuren, en nogtans door het Volk moeten gevoed worden. c. £e- Tenderden: daar een welgeordend Beftuur ge- paald het moedelyk bezeft, datsalle Amptenaaren en Bedien- plTlieke'' -^en' welken het Stads en Staats Bewind vorderd, jimpte- alleen onderhouden, beloond en betaald, moeten naaren zo worc[en ujt de Schattingen of Lasten, welke klem, als maar im- door de goede Burgers worden opgebragt, en dat mer moge- jiet m[ts dien niet zoude te verandwoorden zyn, jam-  L DEEL.. 32 BETOOG VAN DE BESTE ,, jammerlyke rampen van" de eens doorgebrokenë ,, tweefpalt niet meer befchermen, dan een fcbip,, per zyn fchip tegen de woede der ongeftuime golven, onweders enftormen, kan behoeden." (*) ê. Zo^d lm vyfden: Even 20 zeer nu» als by een weiVoor de geordend Beftuur ter bewaaring der algemeene Pr7%fre" RUSt Sta3t' Cn der goede 0rde' altoos ge- held Van fchfkte maatregelen genomen worden; evenzo elk indivi- zeer zal het zelve ook oplettend zyn, om door terMaL '^^ Middele° > de Veiligheid van elk i'ndivifchappy, dueel Lid der Maatfchappy, z0 ten aanzien vari Ten 7^" deszelvs Pe*°n, als met opzigt tot deszelfs Eer deszelvs en Goederen, voor zo verre zulks van de zorg perfoon, van getrouwe Bewindsmannen afhangen kan, iri eer,en goe- , , ., „ „ & ?-al'* deren. zekerheid te Hellen.— Heeft de woede of wraaklust van eenen Onverlaat zig zelve dermaate té buiten gegaan, om den eenen of anderen zyner Medeburgers, 't zy met of zonder wapenen,aari te vallen, en daadlyk te beleedigen , deeze be. hoevd dan alleenlyk zyne welgegronde klagten, door in Rechten beftaanbaare bewyzen gefterkrg ier behoorlyker plaatze voortedragen ofintebrengen; — en het kan niet misfen, of onder een welgeordend Beftuur zal de Beleedigde Party die billyke voldoening, en de Beleediger die welverdiende ftraf, ontvangen, welke de Gerechtigheid zelve, naar den aart en de omftandigheden der zaake, hun beiden toewyzen zoude. Gelvk' ook in eenen vryen Staat, onder een welgeordend Beftuur, niemand, hy zy wie hyzy, mag gear- Zie Tff» FerfynMng over de gglykheid der Mtnfdim; ib groot 8vo, pag. 149, tSo cn ïjf.  REGELING dep. VOLKSTEM. 33 I. d2el. gearresteerd of gevangen genomen worden, dart alleen in zodaanige gevallen, en naauwkeuriglyk volgends zodaanige voorfchriften, als welken te vooren by de Wet zelve uitdrukkelyk bepaald zyn; — zo dat daar elk en een iegelyk, buiten zodaanige gevallen, altoos gerust en veilig kan op- en neêrgaan, zonder zelfs voor die genen, welken met het Oppergebied van den Staat, met het Souverain Gezag des Volks, bekleed zyn, iet het allerminst te vreezen te hebben. — En mogt hier of daar eens een Dwingeland en Overheerfcher zynen Eed en Pligt zo verre vergeten hebben, om, eenigzins ftrydig, of niet geheel en all overëenkomftig, met de Wet, en das Willekeuriglyk, het een of ander Lid der Maatfchappy door een wederrechtjyk perfonoel Arrest van deszelvs dierbaare Vryheid te berooven, en hem alzo daadlyk te verdrukken ; zo word zulks , ondereen welgeordend Beftuur, met recht voor eene veit* drukking van de geheele Maatfchappy gehouden, en de Verdrukker zelv naar de Wet geftraft. — Gelyk mede, in gevalle dat onder eeu welgeordend Beftüur het recht zou mogen komen te verëilchen , een Lid der Maatfchappy gevangen te neemen of zig te verzekeren van deszelvs perfoon, nooit ofte nimmer de gevangenis zelve tot eene Jiraf, maar alleen ter bewaar ing, dienen zal, en dus ook nooit ofte nimmer een Gevangen of Gearresteerde zwaarer, of harder, zal behandeld worden, dan alleen ter zékere bewaaring van deszelvs perfoon noodzaaklyk is. Zo als ook onder een zódaanig welgeordend Beftuur, C Waai;  I. deel. 34 BETOOG viw de BESTE. '. waar elk en een iegelyk in het ongeftoord en veilig genot zyner wel- en vvettig-verkreegene goederen kan leven, niemand door dwang nochte geweld, door list. bedrog, noch onrecht, iets yan zyn eigendom kan ontroovd ofte ontnomen worden, zonder zo eene hemelfchreiende ongerechtigheid , behoorlyk beweezcn zynde, juist volgends het voorfchriftt der Wetten , zonder 'de allerminfte oogluiking of aanzien des perfoons, geftraft te zien. — Gelyk mede onder een welgeordend Beftuur, hoe onverhinderd en onbefchroomd men daar ook, met eene gepaste zedigheid, zelfs over de gewigtigfte Staats-aangelegenheden, denken enfpreeken, en zyne welmeenende gevoelens , ter onderrigting zyner medeburgers nopens de waate en zuivere belangen der Republiek,in gemaatigde gefchriften door den druk gemeen maaken moge, — des niettegenftaande toch elk en een iegelyk tegen de giftige beeten desfehenazieken Lasters zig genoe?zaam kan beveiligd achten; zódaanig, dat, wanneer onder een welgeordend Beftuur een menfehenhaatende Lasteraar, 't zy by monde, 't zy by geiehrifte, een vuile kladde op iemands Eer en goeden Naam geworpen hebbe, daar dan ook altoos gepaste middelen en minkostbaare wegen by der hand zyn, om eene aan de beleediging geëvenredigde Voldoening te kunnen erlangen; - zonder dat het den Belecdiger aldaar tot deszelvs verfchoning kan te ftade komen de uitvlugt van falulis Reipubli* ca ergo Qiit zugt voor't Algemeen-belang) gefproken of geichreven te hebben; dewyl agter het  \ REGELING der VOLKSTEM. 35 L DEEL. djt fchoonfchynend fchild de fnoodfte Deugniet, en boozaarrigfte Eerfchender, altyd zyn fchande]yk doei'zou verbergen, en zynen euvelmoed zou koelen } kunnen; daar hem toch altoos , indien hy ter goeder trouwe gemeend hadde,door  I. deel. ï<5 BETOOG van de BESTE belang aan den dag te leggen, in tegendeel, een booz opzet om te beleedigen zig verraad. — Zo als dan ook onder een welgeordend Beftuur, in eön Land eener deugdlyk- en trouwhartiglyk-bepaalde Vryheid, geenzins tot verichoning van openbaaren Laster word aangenomen, dut men niets dan IVaarheid gezegd of gefchrecven heeft; en zulks uit deezen welgegronden oorzaake , dat, 1 indien die Waarheid het Algemeen-belang be- 1 treft, men zig dan immers, zo als gezegd is, ; ter behoorlyker plaatze had adresfeeren kunnen, en men, gevolglyk, door zulks niet gedaan te hebben, al wederom, wel verre van een goed oogmerk te. kunnen gehad hebben, ter contrarie ten klaarfte met de daad bewyzt, dat niets dan een dohis malus , of intentio animi dolofa, (een booz Opzet) waar in'de .ziel en het wezen van alle misdaad gelegen is, of, in 't byzonder, niets anders dan een animus injuriandi (een zugt om willens en wetens te beleedigen) de laage .dryfveer van zulk eene openlyke bekendmaaking geweest is ; en welk booz opzet, of wêkekwaadaartige zugt om beleedigen te willen, allerzekerst nog des te klaarer moet in het oogvallen, , indien de fnoode Lastertaal alleen zulke poinaen van befchuldiging betreft, welken op het Publiek-helang geene de minfte betrekking hebben : en all wat men daar tegen ter ontduiking van zyn fchandelyk misdryv ,zou mogen inbrengen willen, zulks kan niet an- ! ders, dan als eene protestatio a&ui conirarta, {eene ontfchuldiging Jlrydig met de daad zelve) wor- •  REGELING der VOLKSTEM. 37 I. deel. worden aangezien. — Zo als ook al verder, onder een welgeordend Beduur, in een Land eener welgeregelde en ter goeder trouwe geëerbiedigde Vryheid, de beleedigde onfchuld zig geenzins behoord te laaten welgevallen, dat eenlasterzugtig Pubiiek.ichryver, die in het lafhartig rooven van anderer dierbaarde fchat, hunne Eer en goeden Naam naamlyk, of in het fchandelyk bezoedelen hunner onbevlekte deugd, zo wel zyn armhartig beftaan, als zyn verachtlykvergenoegen , vind, zou willen voorwenden, gedupeerd, misleid, of bedrogen, te zyn ; dewylzulk een loozelyk-uitgedagt voorwendzel altoos zou kunnen worden aangevoerd zelfs dan, wanneer zo een haatlyk Publiek-fchryver zelv de fnoode Verdigter van den dan reeds alöm verfpreiden Laster, en zelv de listige T'zamenfteller ware van den met eene verdraaide hand en onder eene gefingerde Naamtekening gefchreeven Briev, dien hy, des niet tegendaande, ter zyner defenfie.LT met een verfteend vooi hoofd zal in handen geeven. — Gelyk het al mede, onder een waarlykwelgeördend Beduur, tot geene de minde verfbhoning voor openbaaren Laster, Agterklap, Kwaadfpreekendheid, Hoon of Beleediging, of voor all wat maar zou mogen in daat weezen om iematd in het welverdiend vertrouwen, waaronder hy het geluk heeft van te leven, of in eenig ander opzigt, te benadeelen , — zou kunnen Itrckken, indien men onbefchaamd zou willen voorgeeven, alken .het gefprek van den dag- overwenomen en gevolgd te hebben ; om dat de EerC 3 en  L deel. 38 BETOOG van de BESTE en Geweeten-looze, de Doortrapte en Afgerigte, Lasteraar zelv de eerftc zou kunnen geweest zyn, die de gevloekte fehendtaal uitgeftrooid, en er zelv het gefprek van den dag van gemaakt, had, om er daarna ftof voor zyn Dagblad, of ander Gefchrift, en voedzel voor zyne fyngefjeepe boozaartigheid, in te vinden.— En, laatstlyk, behaevd, onder een welgeordend Beftuur, de beleedigde Party zig geenzins vergenoegen te laaten met de indedaad niets beduidende aanbieding ee1 nes Lasterzugtigen Publiek-lchryvers van , naamlyk, zyne helfche Schendtaal eer te willen her* roepen ■ — dewyl de kladde dan reeds geworpen is , en door geene bloote herroeping wederom zó zuiver kan'worden afgewist, of er zal altoos hier of daar iets ha.igen , er zal altoos een vlek over-.blyven.— Zeer eigenaartig, en met het meeste fundament, zegd daarom ook de Hoogteeraar cras op dit refpect; „ Wy beweren, dat ook „ van de Vryheid der drukpers alle diegefchrif„ ten moeten worden uitgezonderd, welken of „ de eerlykheid der zeden verwoesten, of de „ kuisheid en fchaamte doen blozen , of den goe„ den naam en agting van eenen onfchuldigen „ Ingezeeten, Medeburger, of Overheid, zon„ der welks behoud en zuiverheid hy geen Me,', deburger oi Overheid kan zyn enblyven ,mct ,i fchandelyken laster bevlekken. Immers, het „1Valt niet zo gemakkelyk, de kladde van-alter„ leye vallche aantygingen der fnoodaards uitte„ wisfchen: en even deze moeilykheid moedigt „ niet zelden de lage en laffe ondeugd aan, om ,, maar  REGELING der. VOLKSTEM. 39 I, deel. „ maar Mout te zyn in het belasteren; in deze j, vuige hoop misfehien, dat van den aangevree- „ venen blaam ligtclyk ene vlek, Oi ten minden „ enig fraetteken , op de onlchuM z-1 ovurbiy- „ ven. En waarlyk, i>wiv 1 -1 :e:nat:d !:: tlaat „ mogte zyn, door een deugdjuain gedrag den „ laster eindelyk geheel den mond tc (toppet), „ dan ook plukt hy nïct dan tont, ofte laar, do „ vrugten zyner onfehu.d, en vuil zyn blank gc- „ weten. Ook ontbreekt het niet aan voorbed* „ den van oude volkeren, die, hoe naanw ge- „ zet ook op hunne Vryheid, de Lasteraars, ech- „ ter zeer zwaar, ja.zelfs ook met de dood, „ flraftcn. Eindelyk, bid ik tog, welk edel- „ moedig mensch zal de vryheid van ftraffeloos „ eens anders naam te bevlekken , voor een groot „ voorregt aanzien? Zo dat zy, die voor die „ vryheid, of liever voor die toomlooze losban- „ dighcid, y vorig pleiten, niet zo zeer de zaak „ van eerlyke Burgers, maar veel eer die van „ fnode guiten, en ontaarde eerrovers, verde- „ digen. Voor het overige, al wie, door mis- „ bruik van zyne Vryheid "in fpreken of fchty- „ ven, de Vryheid van anderen heeft belaagd „ of verkragt, kan deswege volgens de Wetten, „ zo wel tot vergoeding van fehaden, a's tot „ ftraffe, worden a*ngelproken en verwezen." (*) Ten zesden: — Het zal, vertrouw ik, geen *• Kw*?M den bloei breedvoerig of opzettelyk bewyz nodig hebben, en we/. dat all wat maar eenigzins kan (trekken, om den vaart d»s bloei f_») Ziet zyneVcrhand: over feGelykhtitl ierMenfchtn. pag: 151. C4 . . ■ ■  DEEL. 40 BETOOG VAN DE BESTE Volks door bhci en welvaart van een Volk te bevoorderen, alle gepas- ook te gelyk ter bevoordering van deszelvs %n ^'aij6' Wtwendige, zo wel als inwendige, Veiligheid (op wier Behoorlyke verzorging toch alle de onderfcheidene trekken van een welgeordend Beftuur uitlopen) kan medewerken. — Niet alleen immers dat geluk en vooripoed, welken rykdom en overvloed ten gevolgen hebben , eene Natie in ftaat ftellen om allwat tot haare defentie nodig is, en dienen gkan om zig ontzaglyk en gedugt te maaken by haare mabuuren , zig onbekrompen aantefchaffen; maar, daar rampfpoed en verval dikwerf eene Natie tot wanhoop doen overflaan, en, door de onïangenaame gemoedsbewegingen van misnoegen en gemor in baar te doen opryzen, haar niet zelden tot onrustige bewegingen aanzetten , waar toe de ledigheid en werkloozheid haar dan niet weinig behulpzaam zyn; zo zullen daar en tegen het geluk en de voorfpoed van een geheel volk, waardoor veelearbeidzaamehanden gemaakt, bynaar-onafgebrokene bezigheden verfchaft, en doorgaands een algemeen genoegen, eene algemeene vrolykheid van geest, en opgeruimdheid van gemoed veripreid, worden, veelal die boozaartige hartstogten in het Volk verdringen k waar aan het Oproer gemeenlyk zyne geboorte verfchuldigd is. Het ftaat dan vast, ftel ik, dat geluk en vooiipoed de Veiligheid van eenen Staat begunftigen kunnen. — Een welgeordend Beftuur derhalven, 't welk altoos bedagt is, om de Veiligheid eener Maatfchappy, die haare dier  REGELING der VOLKSTEM. 41 I. DESXj dierbaarfte belangen aan deszelvs wyze zorgen heeft toevertrouwd, door allwat maar immer ma-;' geïyk is te koesteren , en levendig te houden, zal alle deszelvs onvermoeide pogingen aanwenden , 0:11 den bloei en welvaart van die zelve Maatfchappy door alle gepaste middelen aan te kwecken. — En daar nu Koophandel en Scheepvaart de voornaamfte zenuwen van den welvaart van deezen vry- x. In 'e en Staat uitmaaken, aangezien deeze veiëenigde hzonder Gewesten niet kunnen worden geteld onder die xoópkm-'* Landen, welken in hunne eigen vrugten cn voord- del en brengzelen een genoegzaam beftaan vinden ; daar JJjf" gevolgiyk onze voorfpoed en onz geluk voornaam- bevoor&e^ lyk van Koophandel en Scheepvaart, en deezen"*' wederom van het beftuur en het beleid der algemeane zaak, afhangen , zódaanig, dat, zodra hier aan iets ontbreekt, die twee bronnen van onzen welvaart er aanftonds een fmartelyk gevoel van hebben , naardien geene voorwerpen in eenen Burgerftaat voorhanden zyn, welken meer van de gebrpken van het publiek Beftuur Jyden; zo zal, om alle deeze redenen, een welgeordend Beftuur altoos werkzaam zyn, om deeze twee zuilen van onzen Welvaart, op alle mogelyke wyzen, te rugfteunenen te fchraagen; om deeze twee fapryke Vrugrbaomen van onz algemeen geluk, altoos zo veel de plaatz hebbende pmftandigheden der Republik zulks toelaaten, te doen wélig bloeijen. $>■ Door Studiën , Konften en Weetenfchappen, bevoorderen den Welvaart van eenen vryen en lieten. Staat; om dat zy de Nyverheid en Vlyt der \aze-J'chappeH zetenen tot eenen betaamlyken winzugt aanzet- bloeijen. c 5 ten.  ■ I. ceel. 42 BETOOG van de BESTE ten, en derzelver werkzaamheden van een ver-; Handig overleg weeten te vergezellen. — Zy fttl- x ]en ook het Gouvernement het best in ftaat, om met de Kloekheid van het Volk alle mogelyk voordeel te doen, en deszelvs Naarstigheid en Winsten ten algemeenen nutte aanteleggen; uit hoofde van de geregelde orde, waar in hetzelve Gou> vernement kan brengen en onderhonden eene zodanige Maatfchappy, die door Studiën Konsteu en Weetenfchappen befchaavd is. — Wetten, Staatkunde, Tugt, en goedefchikkingen, kunnen toch nooit, voorall in een Land van Vryheid, tot eenen genoegzaamen trap van volkomenheid worden gebragt, ten zy de Reden, door oeffening en befchaaving, door konstenen verkeering, zig zó volmaakt heeft, dat het Volk zelv begrypt, hoe verre alleen eene betaamlyks Vryheid behoord te !jaan, om voor het geluk der Ingezetenen voordeelig te weezen ; en binnen welke grenz. paaien de Burgerlyke Vryheid dus noodzaaklyk moet worden beperkt, om de Veiligheid der geheele Maatfchappy in 't gemeen, en van elk^ Lid van dezelve in 't byzonder , niet van tyd tot tyd in gevaar te (tellen, en de Maatfchappy zelve niet eindelyk geheel te verwoesten. Studiën, Kons- en, en Weetenfchappen nog eens, maaken de Staatkunde van een Volk verftandig en beredeneerd; om dat zy het Denkvermogen, en het Vernuft, ontwikkeien en verfyaeV: — Zy brengen dus zeer eigenaartig eene zag e en vriendelyke Regeeringswyze voord; — om dat zy, die het publiek Beftuur in handen hebben, daar door kunnen wee- ten»  , REGELING der VOLKSTEM. 43 L Deel. ten , dat zodaanige ftraffe handelingen , als waar door de goede Ingezetenen niet zelden tot opdand worden aangefpoord , nimmer de voorkeur verdienen boven de voordeden van zulke gemaatigde Grondbeginzeis, waar door der Burgeren en Ingezeetenen gemoederen, als 't ware, gdeenigd, en van zelven~tot fchuldige onderwerping geneigd, worden , zódaanig, dat de geheele Natie daar door eene veel aangenaamere en beftcndigere gedaante erlangd, en zig verre verheft boven de tyden van onkunde en woestheid ,• door dien onder zo eene door Studiën, Konden en VVeeten» lchappen.befchaavde en verfynde Natie de t'zamenzwetingen doorgaands minder gefmeed, en de op» roeren minder aangedookt, worden ; het gezag minder wreed en draf, en de gehoorzaamheid zelvp/minder wederfpannig, is; terwyl het Oorlog zelfs, by zo eene Natie, van zyne gewoone wreedheid veel verliezen zal, door dien zy, als waare Helden, meer door verdandige beginzels, dan door woeste driften.aangeprikkeld, naauwiyks het bloedig tooneel van onmenschlykeonmededogendheid zullen verlaaten hebben, of zy zullen pok aanftonds alle vyandfchap weer weeten afteleggen: hunne menfchelyke natuur weer weeten aan-te-neemen; en het Medelyden doen zegepraalen over de Grimmigheid. — Een welgeordend Beduur zal uit allen deezen hoofden dan ook onvermoeid zyn, om Studiën, Konden, en Weetenfchappen, door alle gefchikte middelen en wegen, zo als door belooningen , eerepryzen, als anderzins, zo veel doenlyk aantemoedigen en te begunftigen. Ein-  I. deeü. -14 BETOOG van de BESTE' y. Door Eindelyk zal het, vertrouw ik, geen het minZgélyk'"der ^e DeCoog noodig hebben, dat waare Godsdienwaare fligheid en Opvoeding zeer veel tot de VeiligGof diens. heid m ^ ]uk van een Vo]k toeDren2;en _ fgheid, ö ö der Op- Zo als toch zuivere Godsdienst alle die beminne- vr>ed'»S e" ]yke en tot voorfpoed leidende deugden, zonder derDeugd ....... . , , voordelig welke'in eene anders welgeregelde Maarfchappy te zyn, Jigtlyk eene menigte van ongeftuime driften de overhand krygen zoude, verfpreid en aankweekt; zo legt Opvoeding de gronden van die deugden in de harten der tedere jeugd , en drukt 'er de bynaar onuitwisbaare beginzelen van in haare buigzaame zielen , waar door dezelve dan ook des te ligter tot rechtfchaapene M.;nfchen , zo wel als tot Vaderland-en-Vryheid-lievende, en tevens ftille en ' gehoorzaame, Burgers gemaakt kunnen worden.— Weshalvcn een welgeordend Beftuur ook nimmer zal naïaatig zyn, om, zo veel zulks van het zelve afhangt, zó, door by alle voorkomende gelegenheden zulke verflahdige Leeraaren voortetrekken, welken den waaren Godsdienst meer in eene opcchte en gehovige uïtoeffening van alle Kristelyke deugden, dan in de niets beduidende hairkloveryen van bloot-befpiegelende Leerfïéllingen, willen gezogt hebben, als, door het aanftellen van zulke bekwaame Schoolmeesteren, welken hun werk 'ervan maaken. om, al vroeg, de harten der jeugd tot het goede te vormen, en hun te leeren de beginzelen hunnes wegs; gelyk mede door het invoeren van nuttige fchoolboekjens, en eindelyk door het te keer gaan en verbieden van a!l wat openlyk eenen fchadelyken invloed op  RÉGELING si» VOLKSTEM. 43 I. DEEL. de goede zeden kan hebben, den Godsdienst, der Deugd, en der Opvoeding, voordeelig te zyn. 7en zevenden'.— Om nu ten aanzien der gehee- g. Beeft le Maatfchappy in 't gemeen, en van elk Lid van Jj-JJ-jJ^, dezelve in 't byzonder, die Veiligheid, wier ge- te„, waar not het oogmerk van alle Burgerflaaten is , bene- h de , ., , Magt van vens het daar aan verknogte neil en welzyn, te >t Qoaver. kunnen deelagtig worden, fpreekt het bynaarnementbevan zeiven, dat er zodaanige Grond-Wettennoo-^"*^ 's' dig zyn , als zonder welke noch Oppermagt' noch Burgerftaat kan beftaan, en welke den Bewindsmannen zo wel, als het Volk, tot een' regel en rigtfnoer van der zeiver gedrag (trekken moeten, als naauwkeurig afperkende, waar, zo welde invloed van het Volk, als het gezag van het Beftuur, een einde neemt, en wat, zo wel het Volk aan het Beftuur, als het Beftuur aan het Volk, ver- fchuldigd zy. Zonder zodaanige duideiyke bepaalingen kan het Beftuur, in eene vrye Republiek, waar de Souverainiteit, of Oppermagt, eenmaal is verklaard oorfpronglyk in den boezem van het Volk te berusten , doch waar tevens de uitvoering van het Oppergezag door het Volk zelv aan eenigen uit hun midden is afgeftaan en opgedragen geworden , — zonder zodaanige duideiyke bepaalingen, zeg ik, kan het Beftuur, in zó eene Republiek» nooit ofte nimmer worden gezegd een welgeordend Beftuur te zyn \ dewyl, zonder zodaanige duideiyk'j bepaalingen, het aan den eenen kant nimmer zal ontbreeken aan eene menigte al te orberaadene Burgers, die, met het denkbeeld van de Souverainiteit des Volks wat te zeer  !. DEEL. 46 BETOOG VAN DE BESTE zeer ingenomen, en den vrywilligen afftand van derzelve uiroeffening, door het ganfche Volk gedaan, geheel nit het oog verliezende, onder den ' naam van het beste en weldenkendfte deel der Natie uittemaaken, zeiven het roer van Regeering zuilen willen in handen hebben; zig daadlyk in verfcheidene zaaken, aan het Bewind verbonden, zullen ïmmisceeren; de trouwhartigfte pogingen ea heilzaamfte maatregelen der Vertegenwoordigers des Volks, door gebrek aan inzigt, zullen miskennen en bedillen, of tegenwerken en overdwarsfen; en alzo, door alles naar hunne eige zinnelykhaid te willen doordringen, met verfinaading der goede Orde en verachting der Wettige Magt,' gansch ftrydig met het denkbeeld van een welgeordend Beftuur, zig 2u!ke ongemefureerdö frappen veroorloven, en zulke wanorde en ongeregeldheden aanrigten, zullen, als welke niet kunnen nalaater? eenen Staat allengskens te doen hellen rot deszelvs verdere en ondergang. — En meer vertrouw ik niet noodig te zullen hebben ter overtuiging, dat zodaanige Grondwetten, waar by duidelyk en klaür word bepaald, wat een welgeordend reprefentatif Beftuur zy; en wat, onder een zódaanig Beftuur, onaangezien den vrywilligen opdragt van het Hoogfte gezag aan Bewiiids. mannen, het Volk zy; hoe verre onder een zódaanig Beftuur de Magt en het Gezag van het Gouvernement zig uitftrekt, en waar dezelve een einde neemen; er met welke zaaken derhalven het Volk, onder een zódaanig Beftuur, zig af, en waar mede het zig niet, meieeren kan, meer, ZJg  REGELING der VOLKSTEM. 47 I, DEEW zeg ik, zal ik niet noodig hebben ter overtuiging, dat zodaanige Grondwetten voor een welgeordend Beftuur zo noodzaaklyk, en van het zelve Beftuur zo onaffcheidelyk, of als eene zo esfenrieele Eigenfchap van fcetzelve te betragten, zyn-, dat men, zonder zulke Grondwetten, in eenen waarlyk vryen Staat, zig een zódaanig Beftuur zelfs niet imagineeren kan. En even zo onaffcheidelyk van een welgeor- h. Heeft dend Beftuur zyn ook, ten agtften, zulke met blll"/ke>en J ° J ' zoveel mo¬ de natuurlyke Billykheid, en, voor zo verre ingelyk met eene Burgermaatfchappy maar eenigermaate plaatz de R^hkan vinden, met de natuurlyke Rechten1 van den jen Mensch , overeenkomftige, en den algemeenen Mensch wil des Volks in zig bevattende, Burgerwetten, feQmjiige t die, in alle voorkomende gevallen, tot eenen ge-Burgerwisfen regel en richtfnoer ftrckken , en zó dui-wett'"-, delyk en klaar zyn , dat geene duisterheid, geene dubbelzinnigheid, geene twyffelagtigheid of onzekerheid, kunnen aanleiding geeven tot verfcheidene willekeurige uitleggingen en begrippen, welke het Recht op losfe fchroeven ftellen; den goeden of kwaaden uitflag van alle zaaken alleen van de guuftige of ongunftige verklaaring der Wetten doen afhangen ; de veiligheid van eiken Burger ten aanzien van deszelvs pjrfoon, eer, en goederen, in het uiteifte gevaar brengen; en alzo dagelyks kunnen gelegenheid geeven tot zodaanige wanorde en ongeregeldheden, als welke met de idie van een welgeordend Beftuur ook al gcenzins zyn over een te brengen. Maar  I» deel.] 4% BETOOG van de BESTÉ Maar eindelyk, 5. Is ten ten negenden, — wat zoude het den Burdtrjïlchts *>eien n°g'kunnen baaten, dat de Wetten klaar bok altoos zorgen zal, dat het hoogst gewigti*, en even zo lastig en moeijelyk, Rechter-ampt' alleen worde toevertrouwd aan Mannen, in welken men de gegrondfte kundigheid en meeste ervaaring, en tevens de gemoedelykfte eerlykheid en beproevfte deugd, het meest vereenigd vind; alsmede, dat de Rechters, aan welker getrouwe pligtsbetragting het Volk zo veel gelegen ligt, met zulke ruime en edelmoedigejaarwedden wor' den voorzien, dat zy tot geene onbetaamlyka ' middelen van o:nkoopmg, als anderzins, ter verbetering van hun beftaan, behoeven dentoevlugt te neemén. Alle deeze trekken te zamen genomen zullen, . zo ik vertrouw, eene welgelykende afbeeldinvan een we^èér-déHJ Bejluur liiWed; en Z f "1ItSdien nu ^volgends moeten overgaan ter beantwoording van d e tweede vraag, naam- Welke zyn de Verëischten van het zelve? *e'ZyTt of Ftreisch^at^d er mrllt, za;em zódaanig % •welgeordend Eefluür , als waarvan ik een geordend Tafereel heb opgehangen , aan het oogmerk van deszelvs inftelling kunnen beantwoor■ den, en zal het Volk de keifzaame Vrugten daar van genieten? Het ïèrjte Verëischte van een zódaanig Beftuur is, dat het zelve bekleed worde door zulke be U Vli' l.w,,m- .„ j , c muntend* " "c en ueuë'azaame Burgers, als de gefchikt- Bekwaam. ft*?n zyn, om dat alles te kunnen, en tevens te hede,!> Z° w/- a. Histo  h deel, 50 BETOOG van de BESTE willen, ten uitvoer brengen, wat de belangryke riekunde. Post van geftuurè'r met zig brengt. — Die kunde. *"derhalven tot deezen allergewigtigften Post verkoo- c Een Zen worden, moeten Mannen van de fchitterend- fendvêr. fte talenten zyn. — Eene ten minften oppervlak- Jlar.d. kige Kennis van de oude, en eene nieergegron- d" Ee" de kennis van de Hedendaagfche, GefchiedenisJcnr ander . Oordeel, fen, en fpeciaallyk van die van hun eigen Va- e. Eene herland; — eene niet minder "gegronde kennis "éxdeirys- -zo van het Recht der Natuur, in 't gemeen, (en beid. dus van de Rechten van den Mensch en Burger) als van 'het Natuurlyk Staats-recht en het Natuurrecht der Volken, in 't byzonder; gelyk mede van de Burgerlyke Wetten en Veiórdeningen niet flegts van hunne Stad óf plaatz, maar van hun geheel Vaderland; mitsgaders van de byzondere betrekkingen , waar in de Republiek ftaat met andere Magfen : — eene uitgebreide kundigheid van allvvat ftrekken kan om de belangen en denwelvaart van het Algemeen te bevoorderen; — een doordiingendVerftand, om alle voorkomende zaaken tot op den bodem toe te kunnen befchouwen, en alzo door eene flegts fuperficieele befchauwing, die doorgaands bedrieglyk is, niet misleid te worden; een fchrander en naauwkeurig Oordeel, om in alle gevallen uit verfchillende begrippen het heilzaamfte voor Land en Volk te kunnen kiezen; en eene uitmuntende Wysheid, om altoos de beste middelen, tot de beste einden , beraamen en daarftellen te" kunnen ; — dat alles moeten de voortreffelyke Bekwaamheden van eenen voortreffelyken Vertegenwoordiger des Volks zyn, Maal'  Regeling der volkstem. 51 l dm Maar er word nog meer in Beftuurërs van vrve 2 D Burgers verëischt. - Zy moeten niet alleen vanfchltiede voorfchreevene Bekwaamheden rykiyk en by r oftedes Medelydens> gepaard gaan; des Mede- op dat hy niet gevoellooz de eerbiedige verzoe*ydens. — ^ van behoevtigen, van noodlydenden, van deerniswaardigen, by zig ncderlegge; maar, edel. aartig,  REGELING der VOLKSJEM. burgerlievend,een waardig Vertegenwoordigerdes^^ Volks behoord te zyn, aan den eenen \»SSSST. even zo geflreng moet hy ook, aan den anderen kant, weezen, als het op de handhaving der Wetten aankomt; - ],j het is een allernoodzaaklykst Verëischte van een welgeordend Beftuur, dat de onzydigfie uitoefening derzuiverfte Gerechtigheid!hier allen gevoel van byzondere betrekking , zo wel als van een vertederd Mededogen , geheel en all doet ophouden. — Noch Verwantfchap, noch Vriendfchap , noch Verdiensten in andere gevallen, noch Bekwaamheden, noch Vaderlandfche. noch andere deugden, noch Verftand noch Geleerdheid, noch Aanzien,noch Rykdommen, moeten den fchuldigen tot eenige de minfte verfchoning ftrekken. ~ Nimmer moet een Volksbeftuurër van ftrafien fpreeken, waar de Wet van geene ftraf gewaagd ; maar ooknimnier moet een Volksbeftuurër oogluiking p],atz geeven, of tot verfchoning overhellen, waarde Wet uirdrukkelyk ftraf vorderd; - want zuiks D 3 zou  j. deel, 54 BETOOG van de BESTE zou niet anders zyn, dan de uïtoeffening vaneen haatlyk Willekeurig Gezag; — niet anders, dan eiken Burger ieder ogenblik van dat Willekeurig Gezag te doen afhangen; niet anders, dan de Burgerlyke Vryheid en Veiligheid zo wankelbaar en onzeker te maaken , dat men geenen dag noch uur voor-eene onverdiende ftrafoeffening zig veilig zien zoude: — en dus mag ook nimmer in een waarlyk-vry Gemeenebest-, door d&Poik cis met de ijuftitie te vermengen, een eenig Lid der Maatfchappy, in welk geval het ook zou, mogen weezen, om zogenaamde redenen van Staat veroordeeld worden; — wyl het toch van zeiven fpreekt, dat, waar dat gevloekt maxime eener helfche Dwinglandy eenmaal heeft plaatz genomen, het daar ook nimmer aan gelegenheid ontbreken kan, om, onder het [regt-duivelsch' voorwendzel van redenen van Staat, der blanke onfehuld den voet op den nek te zetten, ja haar op een Moordfchavot haar deugdzaam leven te doen uitblaazen, — en, daar en tegen, ook al om redenen van Staat, den fnoodften boozwigt niet alleen vry en ftraflooz tejlaaten op-en neergaan, maai zelfs nog dagelyks de eene misdaad op de andere ftapelen; welk een en ander d> Vryheid en Veiligheid van den Burger ook al no, toir zou moeten op losfe fchroeven ftellen. Uit all het welk dan ook ten duidelykften te zien is, dat de deugd der Rechtvaardigheid, die zig flipt en alleen aan het duidelyk voorfcfirifr. der Wetten houd, zonder in één éénig geval ter regter of ter flinker zyde Jeen hair-breedte daar va,,  REGELING der VOLKSTEM. 5ï I. dzeC van afewyken, een zó noodzaaklyk Vereischtt in eenen Vertegenwoordiger des Volks is, dat, zonder die lievenswaardige deugd , de zoete en heilzaame Vrugten van. een welgeordend Beftuur onmogelyk kunnen genoten worden. —— En een even zo noodzaaklyk Verëischte in ee- ^ jjefde nen getrouwen Volksbeftuurër is ook de heldhaftige voor het deugd van Liefde voor het Vaderland': — eene Vaderland deugd gewisfelyk, van welke de politieke Vryheid en Veiligheid, — (dat is de Vryheid en Veiligheid van het geheele Volk, als eene Burgerlyke Maatfchappy befchouwd) mitsgaders de bloei en welvaart van den Staat, niet minder, dan de Burgerlyke Vryheid- en Vei-igkeid, (dat is de Vryheid en Veiligheid van elk Lid der Maatfchappy, in 't afgetrokken befchouwd) benevens de voorfpoed en het geluk van eiken Burger in 't byzonder, van de deugd der Rechtvaardigheid', afhangt.— 't Is de verheve deugd der Vaderlandliefde in den Vertegenwoordiger des Volks, die zig even zo luisterryk in de trouwhartige handhaving van de Eer en de Belangen der geheele Natie, als de deugd der geftrenge Rechtvaardigheid zig in de trouwhartige handhaving van de Eer, het Recht, en de Belangen, van elk individueel Lid der Maatfchappy, ten-toon fpreid.—'t Is de verheve deugd der Vaderlandliefde in den Vertegenwoordiger des Volks, die, de-or inwendig de publieke rust en goede orde te bewaaren, en uitwendig alien vyandelyken aanval met kragt van wapenen af tc weeren, even zo oplettend, zo kloekmoedig, en onvertzaagd, is, ii\ het befchermen van de Vryheid D 4 ea  {, deel. 5<5 BETOOG va> de BESTB «n Veiligheid van den geheel en Burgerftaat, —s als de voortreffelyke deugd der Rechtvaardigheid getrouw en pnvcrzettelyk in het hefchermen der. Vryheid en Veiligheid van eiken Burger in't byzonder is : — en 't is derhalven de verheve deugd der Vaderlandliefde ook, welke altoos, en in allen gevallen, het particulier voordeel, genoegen pf b.elat.g, aan de algemeene belangen der Maatfchappy ondergefchikt roaakende, nochte in eene kwaalyk geplaatzte Toegeevendheid, nochte in eene laffe Involging van ongeregeldheden , die men zelv in gemoede ovenuigd is dat een Monfter in. de Staatkunde", zyn en op den duur niet kunnen beftaan, nochte in het ftüzwygeud begunftigen, of door indirecte medewerking of openbaare goedkeuring bevoorderen , van zodaanige verelervelyke Verkeerdheden, als welke van de fchroomlykfte gevolgen voor den Staat zyn moeten, naardien dep zelve buiten allen twyffel eindelyk eenmaal op eene volftrekte Regeeringloozheid moeten uitloopen; — maar, in tegendeel, in eene cordaate., manmoedige, ftandvastige, en onverfchrokke, betragting van alle die duure verpligtingen, welke de befcherming van 't Gemenebest van buiten, en van de zaaiige Rust en ftaatige Orde van binnen, op de fchouderen van den Vertegenwoordiger des Volks gelegd heeft» gelegen is. — Daar door is het toch alleen dat het waare heil des Vaderlands kan worden uitgewerkt, — dat een welgeordend Beftuur deszelvs verrigtingen voorfpoedig maaken, en dat hetzelve aan het oogmerk eener Burgermaatfcnappy beantwoorden, kan: — en  REGELING DER. VOLKSTEM. 57 I. DÏït? en daar door is het ook alleen dat getrouwe Bewindsmannen des Volks het zo hoogstnoodig Vertrouwen eener Natie verdienen kunnen; wyl daar door alleen eene Natie zig kan verzekerd houden, dat zy haare gewigtigfte belangen heeft toevertrouwd aan Mannen , die, door de fchrikbaarendlte onweêrsbuien niet ter nedergeflagen of ontzet, en midden in de woedendfte golven aan zig,{zelven gelyk, uit goede beginzelen werkzaam zyn; naar gewisfè regelen van een goed ftaatkundig Kompas het roer ftuuren; en dus allezins bekwaam zyn, om het fchip van Staat in behouden haven te doen aanlanden. — Eindelyk word in eenen Volksbeftuurër ook nog e> Qpde deugd van Oprcchthesdvereischt, welke deugd rechthe\a\ even als de wortel moet zyn, Waar uit alle zyne andere tot zynen gewigtigen Post verëischt wordende deugden vcordfpmiten. — Zonder deeze deugd zyn alle zyne andere deugden niets dan eene kunftige nabootzing; eene ydele vertooning"; eene wezen looze fchadu w; een -faedrieg- lyke fchyn. — Zonder deeze deugd kunnen alle zyne overige deugden, hoe zeer zy ook anders zouden mogen fchitteren, niets anders dan beguichelingen, en fyngefponnen listen eener looze Staatkunde, zyn, om eigenbeiangzugtige oogmerken , welken men onder een ftaatkund'g vernis zoekt te verheimelyken, gelukkiglyk voor zig zeiven, maarongelukkiglyk voor het Volk, te bereiken. — En wat is de Staatkunde toch, zelfs aan haare beste zyde befchouwd ? — Wat is zy dan nog anders, als eene met alle de bevallige trekD S- ken  f. deel. 5g BETOOG van de BESTE ken van Wellevendheid en Befchaavdheid , en met de plegtigfte betuigingen van Welmeenendheid en Trouw, fierlyk-opgepronkte Verfchalking? — Wat is zy dan nog anders, als de Konst der Grooten, aan den eenen kant, om malkanderen (als ik het zo eens uitdrukken mag) eenen Vlieg af ie vangen; en, aan den anderen kant, om het ligtgeloovig en ter goeder trouwe handelend Volk door inneemende en betoverende woorden, —* woorden die het Volkaanzettenen opwinden! — te leiden , zo als men het gaarne geleid zag; —* en zulks alles enkel en alleen om aan zyne eigene begrippen, inzigten of bedoelingen, de overwigt te verfchaffen; terwyl de goede en beklagens« waardige Burgerftand defpeelbal van alle die voor zyn eenvoudig oog verborgene intrigues bly vr,— en, eindelyk, geheelten al uitgeput en ongelukkig worc}? —Van die guichelaartige Konst nu moeten Bewindsmannen van een vry Volk zig wel met de uiterfte behendighëid weeten te bedienen teegen die genen, welken dezelve Konst tegen hen zouden mogen tragten van gebruik te maaien, _ dat is, tegen vreemde Magten: — tegen die Magten is het dat zy Staatkunde met Staatkunde moeten te beantwoorden weeten; maar het is een allerongelukkigst en allergevaarlykst begrip, 't welk zou mogen medebrengen, dat Beftuurërs van een vry Volk ook die zelvde Konst, die zelvde Staakunde, zouden moeten uitoeffenen jegens dat zelvde Volk, 't welk deszelvs dierba°arfte belangen aan hunne zorg heeft opgedragen. — Niets toch is meer gefchikt, omeenonge-  [REGELING dek. VOLKSTEM. 59 I. djee^ gelukkig Wantrouwen tusfehen een verlicht Volk» !t welk zig geen zand wil laaten in de oogen werpen, en tusfshen deszelvs Vertegenwoordigers , te verwekken, dan te ondervinden, of flegts met eenigen grond te mogen vermoeden, dat het zelve Volk , zo als men zegd , met bedekte febotelen bediend, of onder eene geveinzde vriendelykheïd, eene valfche Burgerüefde, eene onvoor* zigtige toelaating van zodaanige inrigtingen, als welke regelregt ftrydig met de goede orde en met een wt-igerpgeld Beftuur zyn, of onder veel beloovende toezeggingen eener zodaanige hers-. fenfehimmige Vryheid en Gelykheid , als welke nooit ofte nimmer in eenen welingerigten Burgerftaat kunnen blyven (tand grypen, en dus onder zodaanige 't zy direfte , 't zy ingewikkelde, toe. zeggingen en belovten , als aan welke men in eene Burgermaatfchappy onmogelyk ops den duur, beantwoorden kan,misleid ,word, - niets, zeg ik, is meer gefchikt om een ongelukkig Wantreuwen tusfehen een verlicht Volk, 't welk zig geen zand wil laaten in de oogen werpen, en tusfehen deszelvs Vertegenwoordigers , te verwekken, dan te ondervinden, of flechts met eenigen grond te mogen vermoeden, dat maar één van de hier opgenoemde poinaen plaatz heeft. — En dat vermoeden zou immers al zeer ligt by het Volk opryzen kunnen , wanneer het befpeurde , meer door eenelooze Staatkunde, dan daor eene trouw hartige oprechtheid, befiuurd te worden ? — En in gevalle, dat zogenaamde revolutionaire ogenblikken, en daar mede verktogte omftandighe- • den,  L deel. 60 BETOOG van de BESTE den, al eens (gelyk doorgaands in zulken roe» dragt van zaaken) het gebruik van deeze en gene Staatkundige Greepen mogten hebben noodzaaklyk gemaakt, in dat geval zou de Oprechtheid van welmeenende Volksvertegenwoordigers vereifchen, om, daarna, cordaat en voor]de vuist, met eene grootmoedigheid van ziel, die van geene flinkfche vuës weet, den Volke onder het oog te brengeu , wat eene Revolutie, en wat, na die Revolutie, ook weer een' welgeordend Beftuur, vordere; of wat van1 eene Revolutie, en wat ook, aan den andereu kant, van I een gevestigd Beduur, onaffcheidelyk zy; — datderhalven all datgene, 't welk in de daad gefchiktis, om de allergelukkigfte Revolutie te helpen bewerken, even zo fchadelyk en nadeelig voor een gevestigd Beduur is; en dat, gevolglyk ,all dat gene, 't welk ter bewerking eener gezegende Revolutie mogt zyn aangewend, en gedaan, daarna, als het heilzaam oogmerk der Re* volutie eenmaal bereikt is, zotgvuldig moet vermeid worden, om niet elk ogenblik een zeker revolutionair aanzien te doen herleeven, en niet telkens de onmogelykheid daar-te ftellen van ooit of immer, in het vreedig genot eener bedendige Regeering , rust en -heil xe vinden. Waar eene zodaanige. trouwhartige Oprechtheid plaatz heeft, daar zyn alle Revolutionaire demarches, aan den*;kant van een gedeelte des Volks , niet anders dan als oproerige gedragingen, en als bly« ken van kwaadwilligheid, aan te zien/— maar, waar men ook eene zodaanige trouwhaatige Op- ree  REGELING der VOLKSTEM. ze]v> 0f per. Magt oe- hoord refoonlyk, regeerende, zou kunnen, zou willen, en zyn' mogen, uitoefenen. — De opgedraage Magt der Volks-  Regeling der volkstem. 63 i. deiu Volks-Beftuurërs moet, wat de uitvoering aanbetreft , — even zo Souverain zyn, als de 001fpronglyke Magt van het Volk zelve is. — De Opperdemagt is van dien aart, dat zy geene verdeeling kan lyden. — De minde affnippering, die men des wegens zou willen plaatz geeven, zal men aandonds befpeuren dat het Gouvernement gebrekkig , kreupel, lam , en kragtlooz, maakt. — DeOpperde magt moet gaav geheel en onverdeeld (voor zo verre dezelve het Beduur aanbetreft) in die handen worden gedeld, door welke men dezelve wil uitgeoeffend hebben. — De Idee eener Reprefentatie brengt zulks mede. Die, by voorbeeld, eenen Leeuw verbeelden wil, moet ze'v leeuwenkragten hebben. — Men moet aan den Vertegenwoordiger kunnen zien, wat de Vertegenwöordigde is. — Ik ftel dan by herhaaling vast: de Vertegenwoordigers des Volks moeten met dat zelvdeSouverainGezag.met die zelvde Souveraine Magt.bekleed zyn, welken het Volk, perfoonlyk regeerende, zou kunnen, willen , en mogen,'uitoeftenen. Ja maar, zal men zeggen, zulk eene Souveraine Magt, in de handen van Volks-Vertegen" woordigers, brengt de Vryheid in gevaar van verloren te gaan. — Zy baand den akeligen weg om elk oogenblik door Willekeurig Gezag overheerscht en verdrukt te kunnen worden. — Zy neemt alle Veiligheid voor perfoonen en goederen weg- Neen, in geenen deelen. •— Hetduk Wel ingezien zynde, zal men voldrekt van het tegeno1 ver-  f. deel 64 BETOOG van de BESTE vergeflelde van dat alles moeten overtuigd zyri; Het geheele Volk, zelvregeerende,zou niet willekeurig handelen, niet óverheerfchen noch verdrukken , kunnen; omdat geen lid eener Burgermaatfchappy meer magt aan het geheel kan hebben afgedaan, dan het zelv, voor het aangaan eener Maatfchappyelyke Verbindtenis, had .• rïmr wie heeft nu zulk eenè volftrekte magt over zigzelven, om zig zeiven den voet te kunnen or3 den nek zetten ,zig zeiven te kunnen vastbinden of kluisteren? — Het geheele Volk, zelv regeerende, zou bok geeiien willekeurigen handel, geene overheerfching bf verdrukking, kunnen wtÏÏen ; want zulks zoii niet anders, dan eene Verdrukking of Overheerfching van zig zeiven zyn; en nooit kan meri vooronderftellen,- dat zulks de wi! van een vernuftig Wezen zou zyn kunnen. Het geheele Volk, zelv regeerende, zou ook niet willekeurig handelen, niet overheerfchen of verdrukken , mogen ; want zulks zou volftrekt aanloopen tegen het oogmerk der Maatfchappyelyke verbindtenis , welk oogmerk geen ander kan zyn, dan de natuurlyke Vryheid van elk lid der Maatfchappy , voor zo verre die in eenen Burgerflaat kan genoten worden , mitsgaders de Veiligheid van elks perfoon, eer en goederen, en dte zelvde Vryheid en Veiligheid met betrekking tot alle de ledenj der Maatfchappy te zamen genomen, te handhaven en te befchermen. — Nu, een oogmerk te hebben om malkanderen onderling tebe- fcher-  REGELING der VOLKSTEM. 65 I, DEïÊi. fchermen , en malkanders geluk zo veel mogelyk te bevoorderen, en tevens een oogmerk te hebben om malkanderen onderling te óverheerfchen en te verdrukken , en dus malkandercn ongelukkig, in plaatz van gelukkig, te maken, kan immers . geenzins t'zamen gaan. — Het Volk derhalven, zelv regeerende , zou noch kunnen , noch willen, noch mogen, verdrukken; — en gevolglyk dié zelvde Magt, welke het Volk zelv zou kunnen, willen , en mogen, uitoefenen, aan Vertegenwoordigers des Volks op te dragen kan geenen weg voor Willekeurig gezag baanen, nochte de Veiligheid van perfoonen en goederen in gevaar brengen, — Hoord, wat de groote iocke{Du Gou* vemem. civil ch. X. 5 II- P- >sO zegd op dit respect: ,» Alhoewel de Wetgeevende Magt de „ hoosste magt^an den Staat is, kan de,, zelve echter niet volftrekt willekeurig zyn ö,, ver het leeven en de goederen des Volks: — ,, want deeze magt niet anders zynde, dan de „ Magt van elk lid der Maatfchappy, gefteld in i, handen van die Vergadering, welke de Wet. fi geever is, kan dezelve niet grooter zyn, dan ,-, die, welke alle die onderfcheidene perfoonen „ hadden in den ftaat der Natuur, voor dat zy hunne byzondere magt aan de gemeenfehap o* i, vergegeeven hadden ; daar niemand aan een anM der meer magt kan overdoen, dan hy zelv „ had. — Maar nu had niemand eene volftrekte i, en eigendunkelyke magt over zig zeiven, of i, over een ander, het zy om zig zeiven, of aan „ een ander, het leeven en eigendom, of eenig E i, goed  I. deel. 66 BET0 0 3 van de BESTE „ goed dat hem toekomt, te ontneemen ; — der „ halven kan een mensch zig aan de eigendunke„ lyke magt van een ander niet onderwerpen; „ en, in den Natuurftaat geene willekeurige magt „ hebbende over het leeven, de Vryheid of de „ bezittingen, vaneen ander, maar zyne magt zig volgends de Natuurwetten alleen uitftrek„ kende tot 'bewaaring va.i zyn eigen perfoon , en tot die van het geheele menfehelyke geflagt; „ zo is dat dan ook alles wat hy geeft, en wat " hy kan geeven, aan de Maatfchappy, en dus " aan de Wetgeevende Magt van dezelve; zodat "„ de Magt van deeze zig ook niet verder uitdrek" ken kan." — Weshalven die Magt, welke het geheele Volk .zelv regeerende,zou kunnen, willen, en' mogen , üitoeffenen,, aan deszelvs Vertegenwoordigers afgedaan «f opgedraagen zynde, wel verre dat dezelve zou influiten de Magt om het Volk door willekeurig Gezag óverheerfchen en verdrukken te kunnen, in tegendeel niet anders kan beteekenen dan de Magt, om het Volk belchermen en bewaaren, voor deszelvs Vryheid en Veiligheid zorgen, en deszelvs weivaart en en geluk zo veel mogelyk bevoorderen.te kunnen, (als zynde zulks alleen dat gene.'t welk het Volk, zelv regeerende , zou kunnen , willen en mogen, doen) en dus niet anders dan die magt, welke voldrekt word verëischt, om aan het oogmerk der Maatfchappy te kunnen beantwoorden. 4. Het Het Vierde reretschte van een welgeordend f'(rtro": Beduur, ofte 'het vierde pointt, 't welk verëischt Tolks Z wórd, zal het Volk de vrugten van een welgeor- dend  p"»1 RECfELING der VOLKSTEM. 67 t. Dm. dend Beftuur kunnen fmaaken, is, het Vertrou. deszelvs wen des Volks in deszelvs Vertegenwoordigers, ^ertegen* ~ Zeker, dat Vertrouwen is hier van die onver-^-j' 1» mydelyke noodzaaklykheid, dat.zonder het zelve, de bekwaamfte en deugdzaamfte Bewindsmannen zelfs, hoe zeer ook nog al daarenboven met de verëischte Magt bekleed, — nooit zullen in ftaat zyn om aan het oogmerk hunner aanftelling te voldoen. Zonder dat Vertrouwen immers zul» len hunne beste maatregelen zonder vrugt, hunne heilzaamfte befluiten zonder behoorlyke werking , hunne gctrouwfte pogingen voor het welzyn van Stad en Staat, en voor 't geluk van elk Burger in 't byzonder , niet meer dan ver- geeftchen arbeid, zyn; ja de wetten zelfs zullen zonder genoegzaame kragt, en het ganfcheBeftuurzal zonder het minfte gewenscht gevolg, zyn. — En waarom dat alles? Waar geen 1 Vertrouwen plaatz vind, daar is het, dat een ge. ; duurig omziende agterdogt, een haatlyk wantrouwen, deszelvs verdervelyk gif verfpreid, en de loffelykfte daaden met eenen vuilen zwadder bel Zoedeld zo dat het den deugdzaamften en getrouwden Volks Vertegenwoordigers daar door 1 alleen onmogelyk word, om flegts eenen enke'len ftap te doen, die de goedkeuring des Volks i-tveg zal draagen. -— Het opgevat misnoegen neemt van dag tot'dag al mesr en meer de overhand. En wat dan?—- De wolken pakken izig op een; ftraks ziet men den fnel-voprd-vlie[gendenblixem blikkeren; — cn ogenblikkelyk hoord men den rollenden donder kraaken; — een E a flag  ï. deel. 6i BETOOG van de BESTE flag! die den ganfchen aardbol ontroerd en op des zelvs grondvesten doet danveren!—■ Zó heeft ook I de jammervolle Ondervinding geleerd, dat de verfchriklykfte beroerten» in eenen Sttat, — beroertcns, die een gansch Oemeenebest niet minder dreigen dan verderv en ondergang! — niet zelden de alles vernielende gevolgen zyn alleen Van het rampzaalig gemis van het [fehuldig Vertrouwen des Volk*jegens zodaanige achtingswaardige Vertegenwoordigers, welken hetzelve Volk, met het hoogstnoodig Vertrouwen bezield'geweest zynde, ongetwyffeld met lof en dankbaarheid zou overlaaden hebben. ^~ 5. Eene Het vyfde verëischte van een welgeordendBealgemeene ftuur ofte ne£ vyfje poinct, 't welk verëischt Onderwerping aande word, zal h?t Volk de vrugten van eenwelgeor- Wetten. dend Beftuur mogen fmaaken, is , eene> algemeene Onderwerping aan de Wetten , zonder welke Onderwei ping geen Land, geene Maatfchappy , geen Burgerftaat, beftaan kan; neen maar noodzaaklyk tot de verfchriklykfte, dewoedendfte, Regceringloozheid vervallen, en zig zelveu verfcheuren, moet. — En zeker, niets is billyker ïn een vry Gemeenebest, dan de Onderwerping aan de Wetten ; daar en de Wetgeever en het Volk ander eene en dezelvde verpligting liggen t en niemand van die Onderwerping is verfehoond, nochte iemand daar van mag uitgezonderd worden. — N.ets is billyker nog eens in eenen vryen 'Burgerftaat, dan die algemceae Onderwerping aan de Wetten , welke daar niet anders kunnen zyn , dan de uitdiukkelyke Wil van het geheele Volk ae-  REGELING et» VOLKSTEM. 69 l deb zeiven- — Waar toch deWetgeevers alleen den wil des gehee'en volks kunnen uitbrengen, als alleen in de plaatz en in den naam des Volks hetpubliefc belang beftuurende, wat kunnen de Wetten daar anders, dan'de uitgedrukte Wil des geheeien Volks zeiven, zyn ? — En zig dan zulke Wetten te willen onttrekken ; aan zulke Wetten de fchuldige Gehoorzaamheid en Onderwerping te weigeren; en dus te weigeren aan zynen eigen wil onderworpen te zyn , zulks zou niet anders, dan opftand tegen zig zeiven, weezen; — een opftand , die in de daad de onmcnsehlykfte van allen, en tevens van dien aart, is, dat dezelve by de verfchefning van elke Wet, Verordening, Infteliing of Befluit, alle Beftuur, hoe wys en welgeordend ook in zig zeiven, zou kunnen omverwerpen» omkeeren, en verwoesten ! — zo dat, om een welgeordend Beftuur beftendig te doen zyn, en kragt by te-zetteit, en om tevens het Vojk de heilzaame Vrugten van hetzelve te kunnen doen genieten, eene algemeene Onderwerping aan d& . Wetten notoir een der noodzaaklykfte Verëischten daar toe moet'uitmaaken. Dan, in 't byzonder zal daar toe nog, als een 6. Eene zesde verëischte, eene blymoedige Bereidwillig' èly™oedï- ' • heid in het opbrengen van Schattingen of Las- wfmgl'ffj ■ ten noodig weezen; wyl zonder die Bereidivil- i" het op* h'gheid, — daar toch niet ééne lénige huishouding ^"§f" t zonder de verëischte inkomsten by mogelykheid op tingen of ' den duur' kanftaandeblyven, — elke Maatfchappy Lasten-—* 1 van Burgers noodzaaklyk zou moeten ten gronde ('gaan; enhy, derhalven, die aan deeze verëischte E 3 Be-  I, deel. 70 BETOOG van de RE S TE Bereidwilligheid in 't allerminst te kort fchiet , kan men gerust verzekerd zyn dat zyn Vaderland niets minder dan een go ed hart toedraagd; alzo hy met dedaadtoond, ontaard genoeg te weezen, om het noodig.hetonöntbeeriyk , onderhoud aan het zelve te onttrekken, en dus ook ontaard genoeg, om heimelyk, of indirect, des zelvs verderv te berokkenen. — „ De Burger" zegd Mr. abr: vereul, zeer eigenaartig: „ de Burger, welke „ weigert in de publieque lasten te deelen, maakt „ zig los van de Natie, omdat hy tot derzelver „ onderhoud en verdediging niet medewerkt; „ hy breekt het contract met haar aangegaan,en „ de maatfchappylyke magt is hem dus ook niet „ langer haare befcherming fchuldig; wat toch zou er van de nationale kracht worden, indien „ een ieder zyne middelen afzonderen, en tot zig ,, zelv' bepaalen kon ? wat zou er van het lichaam „ des Staats worden, indien een ieder weigerde ,, daar aan leven en beweging te geven ?'; En Mr pieter paulus heeft zig niet minder gepast en overëenkomftig den aart der zaake [uitgedrukt, als hy üeide: „ ieder burger is op het „ fterkfte verpligt, om alle door de maatfchappy „ bepaalde fchattingen of lasten getrouwelyk op „ te brengen en te voldoen, Zonder dezen toch „ kan het publiek beftuur niet worden waarge» , nomen , en de veiligheid van den ftaat van bin„ nen en van buiten niet worden daargefteld." (**) , nen C*~) Ziet zyne Veriiandelirg over deG elylthcti der Menfchtn, uitgefpvoken in de Maatfchappy FELIX MER1T1S den jiden Febr. 1795 , pag 19. r*») ZietfyiieVerbandeUn^va dtGelyklieid dir Mcifchcn pag!io4.  REGELING der VOLKSTEM. 71 I, deel. Zo dat dan de Bereid willigheid des Volks in het opbrengen van alle tot in ftandhouding der Maatfchappy , en om de zelve zo wel tegen buitenlandsch geweld, als tegen binnenlandfche onlusten en verwarringen , te befchermen, als mede terbevoordering van den welftand, en voorfpoed der Natie, noodige belastingen, buiten tegenfpraak, een der noodzaaklykfte Verëischten van een welgeordend Beftuur is; daar die Bereidwilligheid alleen de Vertegenwoordigers des Volks in ftaat field, om aJlwat aan der zeiver getrouwe zorgen is aanbevolen, behooriyk te doen ten uitvoer brengen.' Zo als ook nog eindelyk , als een zevende ver- ? ^ eischte van een welgeordend Beftuur, een ge- gepaste paste Eerbied, en eene fchuldige Liefde aan ^fff ™ de zyde des Volks jegens deszelvs wettige Ver' L-efde dgg tegenwoordigers, geenzins moet worden uit het Volks jeoog verboren: — Want waar die Eerbied en!*^^£ Liefde ontbreekt, daar zyn de Waardigheid, de tegenLuister, en het Ontzag, — welke de fteunpylaa-^*f 4 ren der Opperftemagt zyn, — ook reeds niet meer te vinden. — Daar is het dan ook dat elk en een iegelyk zig de onbefcheidenfte uitdrukkingen zo wel als de onbefchaamdfte flappen veroorloovende,Wanorde en Verwarring geheel en alleen de meesters fpeelen; dat het wettig Gouvernement wel haast niet meer dan een ftomme Nul in 't cyffer is; — dat fchrikbaarende Regeeringloozheid de plaatz van een welgeordend Beftuur inneemt; — en dat het welzyn van 't Gemeenebest reeds op den akeligen oever van den zorglykften rampfpoed te waggelen ftaat. — E 4 Waar  b deel. ?2 BETOOG v * n de BESTE. C. Hoe Waar mede ik nu zal overgaan ter beantwoor » kan e„ mtet ^ «mg van myne derde viaag, naamlyk: item des jj fem efJ moet ^e stem dts Volks, over' Volks, o- vereen. ' eenkomflig ae reeds bepaalde Verëischten komjtig vafJ een welgeordend Beftuur , worden die yer- . , ehchsen ' tittgebragi* tve/geor-* ^ ^et ^es ze'vs "^tem uitbrengen over- dendBe- eenkomftig de uoorfehreevene Verëischten van Jii-ur,wor- een weweordend beftuur, hetfpreekt dan ook van der, uiige- " èragt* zeiven, dat zulks zal moeten gefchieden, voor eerst: overëenkomftig die Bekwaamhe- clèreZd' den en Deugden, welke ik neb betoogd dat een ■bon:Jlig ee der Verëischten van een welgeordend Beltuur tot, e " «itmaaken, en die in vrywillig-door het Volk-verwe/ geor. ' , deni Be^ koozene Bewindsmannen notoir moeten worden Jiuurver- vooror,derfteld , of, het gene .in fubftantie het e'isetit , , , wordende zelvde is: de Stem des Volks, zal dezelve wor- oekwaam der) u;tgebragt overëenkomftig de Verëischten van 'Tfugdtn. een welgeordend Beftuur, moet aïs dan op eene zodaanige wyze worden gehoord , als waar door de Bekwa-mheden en Deugden, welke wy gezien hebben een der Verëischten van een jyelgeordend Beftuur uit-te-m,iaken, en in vrywilhgdoor het Volk-verkoozene Bewind.mannen notoir moeten worden vooronderfteld, niet beleedigd, noch gekwetzt, of in twyffel getrokken en verdagt gemaakt, worden. — Eene vrye keuze toch fluit r.oodzaak'y* van zeiven in, dat het Volk de in allen opzitten gefchiktfte Perfoonen tot deszelvs Vertegenwoordigers heeft uitgekipt; en dié gcfchiktheid door daaden te wederfpreken , zou du» niet andets zyn» dan zyne eige keuze te mis-  REGELING der VOLKSTEM. 73 h DeeI« misbillyken , en zou den weg; baanen om alle Bsfiuur, het beste zelfs niet uitgezonderd, élk 00genblik te kunnen doen waggelen; daar toch ééne enkele ongunftige opvatting, ètn enkel ver■ keerd begrip, uit gebrek aan de noodige kennis, doorzigt en bedaardheid, als mede aan gelegenheid om alle voorkomende zaaken behoorlvk in derzelver verband te kunnen belchouwen, geboren, ligtlyk in ftaat is om die zelvde Bewindsmannen, welken men heden, als de beste en welwillendfte Beftuurërs, met alle mogelyke loftuitingen en blyken van achting overlaad, morgen, als de flegtften en kwaadwilligften, met rninachting en haat agtervolgd te zien. Het is dan , zo ik vertrouw, in confesfö , dat, zal de Stem des Volks hvorden uitgebragt overëenkomftig de Verëischten van een welgeordend Beftuur, dezelve dan ook moet uitgebragt worden op eene wyze, waar door da Deugden en Bekwaamheden, welke ik heb betoogd dat een van die Verëischten uitmaaken, niet in 't allerminst gecompromitteerd, getoucheerd, noch getauxeerd worden, noch kunnen worden, — En hieruit vloeid dan ook van zeiven voord , dat het Volk geene ftappen behoord te doen, waardoor, of des zelvs Stem niet behoord te verheffen op eene wyze, waarop, 't zy onder den naam van Voorftellen , 't zy onder dien van Erinneringen, 't zy onder dien van Verzoeken, of onder welke andere gedaante zulks ook zoude mogen wezen, de wettige Vertegenwoordigers des Volks in derzelver deüberatien en befluiten worden vooruitE s , ge-  I. deel. 74 BETOOG van de BESTE gelopen; wyl daardoor, welk eenen plooi of wending men er ook aan moge tragten te geeven , altoos, in effecte, de verëischte Bekwaamheden of Deugden der Bewindsmannen in twyffel getrekken en verdagt gemaakt, en dus ook beleedigd, worden; aangezien men dezelve Bewindsmannen door zodaanige vooruitlopende itappen altoos doet voorkomen als, of niet to •weeten, wat op zynen tyd ten algemeenen nutte behoord gedaan te wo/den, en dus niet Bekwaam daar toe te zyn; oj niet te willen doen, wat het heil des Volks vorderd, en dus de daar toe verëischte Deugden niet te bezitten, En hier by komt nog, dat men door zedaanige vooruitlopende frappen ook direct in de termen van eene1 Regeering in eene Regeering valt. Want, daar door bewyztmen met de daad, dat, hoe zeer men ook flegts vcorftellender- of verzoekenden of erinnerender-wyze voor den rdag moge komen, men toch echter over zodaanige onderwerpen raadpleegd en handeld.als welken aan de publieke Magt aanbevoolen, opgedragen en afgeftaan , zyn; dat men gevolgelyk zig bemoeid met zaaken, die alleen aan een welgeordend Gouvernement behooren; en dat men derhalven, onaangezien eene wettige Reprefentatie, ook noch perfoonlyk het roer van Staat fchynt te willen helpen beftuuren; 't welk natuurlyker wyze niet 'alleen de misfelykfte wanftalte in den Regeeringsvorm maakt; maar ook de gevaarJykfte desordre moet veroorzaaken. ——\ Ten  REGELING der VOLKSTEM. 75 I. deel, Ten tweeden. Wy zagen dat h een tweede 2, Hot, Verëischte van een welgeordend Beftuur zy, be~ ™'£ftig de kleed te weezen met dat Souverain Gezag, en.verëischte met die Hoogftemagt, welken het Volk,. zelv fe*g^* pcrzoonbjk regeerende, zou kunnen , willen, en 0rdena bewogen, uitoefenen. — Wy zagen, dat die Magtfluur' en dat Gezag zo hoogstnoodzaaklyk voor een welgeordend Beftuur zyn, dat het zonder dezelve allerzekerst in eene totaale verwarring zou moeten ontaarden, als zonder de zelve Magt en Gezag volftrekt buiten ftaat zynde om de raderen van het bewind in eene geregelde beweging te houden, en om de fpringvéderen-van Staat behoorlyk te doen werken. — Het fpreekt derhalven van zeiven, dat, zal de Stem des Volks worden uitgebragt overëenkomftig dat Verëischte van een welgeordend Beftuur, zulks dan ook notoir zal moeten gefchieden op eene zodaanige wyze, als waar door de noodzaaklyke Magt en het onÖntbeerlyk Gezag van zulk een Beftuur niet in 't allerminst befhoeid , verkort, of verlamd, worden; — en hier uit vloeid voord, dat tot het uitbrengen eener Volkftem dan ook , buiten en behalven het College van wettige Beftuurërs., geen andervoordduurend College, ofte geene andere voordduurende Vergadering, onder welke benaaming of onder welke gedaante ook, zig zeiven opgeworpen hebbende en zig gelyktydig met ha Bewind der publieke zaaken daadlykj bemoeijende, of flechts een eenig deel van dat Gezag en die Magt, welken by uitfluiting alleen aan het wettig Beftuur behooren, uitoeffenende, kan toe- 5e*  ï, ckel ?6 BETOOG van de BESTE gelaatcn of geduld worden, zonder de deur van Wanörde en Verwarring wagen -wyd open-tezetten. — Zódaanig Cellege of Vergadering immers , met en benevens de geconfirmeerde Magt beftaande, zou zig onophoudelyh tegen de door bet Volk zelv verkoozene Vertegenwoordigers kunnen verzetten. — Dat onbevoegde rad zou aan de overige radenen van onz politiek t'zamenftel zodaanige verhinderingen kunnen toebrengen, als welke dezelve raderen aan eenen gewisfen flilfland zouden kunnen blootftellen, die dan wel rasch de geheele vernietiging van het werktuig zou moeten ten gevolge hebben. — Beiden die Collegiën zouden over één en het zelvde onderwerp gansch met den anderen ftrydige gevoelens kunnen omhelzen. —■ Waar de eene Vergadering voor was, daar zou de andere kunnen tegen zyn; en zo zou het geheele Staatsgebouw ten eenenmaale wankelbaar en onbeftendig weezen. — Maar nog eens: — Zulk een voordduurend College of Vergadering , gelyktydig, met het wettig Beftuurj fubfifteerende , zou of uit het geheeléVóik, of uit een gedeelte van het zelve, moeten geeompofeerd zyn: — Had het eerfte plaatz, zo dat zo eene Vergadering dan met recht eene Volksvergadering zou heeten mogen ; dan zou notoir de Reprefentatie niet alleen geheel onnoodigayn, maar zelfs geheel en al moeten vervallen; — want,waar het Wezen zelv is, moet immers notoir de Schaduw wyken: — Waar d« Principaal zyne zaaken zelv beftuurd, houd de  REGELING EER VOLKSTEM. 77 f. dzel de magt van den Last- en Procuratie-hebbenden op: Zelv te willen 'regeeren, en geregeerd te willen worden, zyn tegenfrrydigheden. Een van beiden moet dus noodzaaklyk gekoozen Worden ; want de magt tusfehen het Volk en de Bewindsmannen te willen verdeelen , zo dat het Volk een gedeelte van de Adminiftratie afftaanen opdragen, en een^ gedeelte aan zig zou behouden, willen, zou niet anders dan een geknoeid werk zyn, waar door de Verëischten van een welgeordend Beftuur zó zeer zouden worden verzwakt, dat het aan het zelve zou onmogelyk zyn, het roet- van Staat regt te houden; de goede orde té bewaaren; en voor de waare b elangen van het Volk behoorlyk te zorgen. — Het Volk moet dus noodwendig kiezen tusfehen zelv te regeeren, en geregeerd te worden, of tusfehen in Perfoon, èn by Reprefentatie, te regeeren. — Maar aan het eene kan zonder angst en fchrik voor de allerfchroomlykfte gevolgen, welke daar uit zouden moeten proftueeren, zelfs niet worden gedagt; dus blyft alleen het andere ter billy ke keuze over;— gevolgiyk moet het Volk zig ook all dat gene laaten welgevallen, wat van het denkbeeld van geregeerd te worden , of, het geene het zelvde is, van te regeeren by reprefentatie, volftrekt onaffcheidelyk is; — en daar nu met het denkbeeld van een welingerigt of welgeordend reprefentatif Beftuur niet kan beftaan het aanweezen van zodaanige voordduurende Vergaderingen of Col. Ie gien, welken, onder den naam vzn Vo/ksvergadefing-en } of onder welken anderen naam het ook zou  I. deel, 78 BETOOG van de BÉSTE zou mogen weezen, zig direct of indirect immisceeren in zaaken, die alleen aan het College der Vertegenwoordigers des Volks kunnen en moeten gedemandeerd zyn; zo is het dan ook buiten allen kans vanredelyken tegenfpraak, dat de eerflen voor het laatfte moeten plaatz maaken. En was het zaake, dat die Verga. deringen of Cellegien alleen wiieen gedeelte des Volks beftonden; dan zou daar uit wederom moeten volgen, dat zy o/voor zig zeiven alleen zouden kunnen opkomen, of dat zy ook weer reprefen- tatif zouden zyn. Was het eene waar, dan zou het volftrekt buiten twyffel zyn , dat zy zig geen het m'mfte gezag ncchte eenigen invloed op het publiek Beftuur zouden aanmaatigen kunnen ; wyl een gedeelte zig nimmer aanmaatigen kan, wat aan het geheel toekomt. — En was het andere waar, dan zou het eene Reprefentatie in eene Reprefentatie, een Rad in een Rad, een Ryk in een Ryk, eene Regeering in eeneRegee* ring,en alzo zouden er dan in de daad tegen-elkanderen inloopende, tegen-'elkanderen aanbot- zende, Magten, zyn. Ten derden, — Wy zagen al wyders , dat het g. Hoe, een jjerde Verëischte van een welgeordend Beovereen- 0 kom/lig ftuur is; dat het Volk vertrouwen /lelie in deshet Ver. zeiys Vertegenwoordigers. De Stem des Volk? trouwen, ° 't welk h»t zal derhalven ook volgends dat Verëischte moeten Volk moet uitgebragt worden : — en, zal dat zelve Ver"deszelvs'" eischte behoorlyk 'worden in het oog gehouden, Vertegen- dan zal de Stem des Volks ook moeten worden gw-T^" uitgebragt op eene wyze, die het zo hoogst noo- dig  REGELING der VOLKSTEM. 79 I. deel. dig Vertrouwen, 't welk het Volk aan zyne Vertegenwoordigers fchuldig is, en zonder het welk een welgeordend Beftuur all deszelvs energie -v'erliezt, niet kwetzen, krenken, noch hin» deren, nochte aan het zelve fchaadelyk of nadeelig zyn , kan. — Demarches , gevolglyk, het zy by wyze van propofitie, of anderzins , gedaan , welke eenen nimmer rustenden Agterdogt tegen de Vertegenwoordigers des Volks verraaden; der zeiver maatregelen en fehikkingen in een ongunftig daglicht ftellen; en derzelver oogmerken verdenken; zodaanige demarches, zeg ik, kunnen gevolglyk nimmer worden aangezien voor de beste wyze, waarop de Stem des Volks kan uitgebragt worden; om dat daar door het fchuldig Vertronwen natuurlyker wyze moet worden verzwakt, en zulks derhalven direct firydig is met die Verëischten van een welgeordend Beftuur, onder welken dat Vertrouwen mede be hoord, en met welke Verëischten hét uitbren gen der Volkftem in allen opzichten moet overëenkomftig zyn. Wy betoogden vervolgends , in de vierde 4. Hoe, ülaatz. dat Onderwerping aan de Wetten een overeen' r komftig de vierde Verëischte van een welgeordend Be- fchuldige Jluur uitmaakt, en dat zonder die Onderwer- Onderping niets, dan een geduurige opftand tegen het ^an""5ds Gouvernement, en niets dan de Ichröpmlykfce Wetten— Verwarring en toomloozfte Losbandigheid , zou kunnen plaatz hebben. — £n hier uit volgd dan ook, dat, zal de Srem des Volks worden uitgebragt op eene wyze, die met alle de Verëischten  I. deel. go BETOOG tan d fi BEST É ten van een welgeordend Beftuur, en dus ooi met die zo hoogstnoodzaaklyke Onderwerping • overëenkomftig is; zulks nooit zal kunnen gefchieden op eene zodaanige wyze, als welke direct of indirect eene Ongehoorzaamheid aan,ofte eene Verfmaading van, de Wetten zou aanduiden; — neen, maar integendeel, dat dezelve Stem des Volks; altoos, en in alle gevallen, met d». noodige Ondergefchiktheid moet gepaard gaan, en dat derhalven de allerminfte tegenftand aan bi'fyke Wetten nimmer met het voorfchreeven vierdeVcxeischte van eert welgeordend Beftuur beftaan kan* Gelyk het ook niet minder mot hetfcryfde Ver- 5. Hoe, .jjchte van een welgeordend Beftuur, met de Beovereen- . komjllg de reidwilligheïd des Voks, naamlyk, m het op- ■ verëischte brengen van alle tot behoud, en ten nutte, der fighefd^es Maatfchappy uitgefchreevene Schattingen of Volks in Laste'n, zou ftrydig zyn, indien het Volk des het op- zejvs g 20u wj]jerl u;tbrengen op eene wyze krengen 0 r van des- van tegenkanting aan d'eene of andere BeJaszevs Las- f-ng ^ ter vervuHjng Van 's Lands behoevten noodig: — zo dat, zal de ftem des Volks ook behoorlyk overëenkomftig dit vyfde Verëischte Van een welgeordend Beftuur zig mogen hooren laaten, dezslve dan nimmer met eenig misnoegen, nochte met flegts het allerminfte gemor, tegen het opbrengen van 's Lands Gerechtigheden moet r" vergezeld gaan. — 6. Hot, En ejn(jelyk, zou het met het zesde en laatfté overeen- - , homPig dt Verëischte van een welgeordend Beftuur, mede- tot een brengende eenen gspasten Eerbied, en eene welgeer- ^fö^ Liefde aan de zyde des Volks jegens des  K'EGELlfrG der VOLKSTEM. 81 I. deel des zelvs wettige Vertegenwoordigers , geen- etend Be. zins zyn overrentebrengea, indien het Volk des^7'' ver' zelvs Stem wilde doen hoorert op eene onbe- worLtaamlyke, önbefchaamde, woeste, onbefchofte. Eer' onverftandige, of op eenige andere, wyze.on-Ë^ bedaanbaar met den Eerbied en de Liefde wel- Folks Je' ken, zonderde noodwendigde Vereisten van fX^-* een welgeordend Beftuur te fehenden, aan hoe- ^enge Bewindsmannen, aan Plaatz-bekleeders van een woord'l~ Vryèn S0Uverain Volk, onmogelyk kunnen be-0""' twist worden. - En die fchending van den Eerbied , aan het Gouvernement verfchuldio-d zou zeker ook plaatz hebben in dat geval, wanneer het Volk, tegen één der Vyf voorige Vereischten van een welgeordend Beduur aan handelende of, door vooruitlopende (lappen, die bekwaamheden en deugden, welke het by de vrye verkiezingvan des zelvs Reprefentanten in de zelveri heeft vooronderfteld, daadlyk zonder grond in twyffel trok; of, door zig van zodaan.-e poincten, welken het redelyker wyze aan deszelvs wettige Befluurërs heeft afgedaan, als onaffcheidelyk tot een wel-ingerigt Bewind behoorende, evenwel nog de uïtoeffening te willen aanmaatigen eene openbaare wanorde en verwarring veroorzaakte; of, doordaadente pleegen, wdke ten onrechte haatlyke vermoedens tegen het Beftuute-kennen-geeven, het zo onöntbeerlyk Vertrou'wen verlamde; of, door zig boven de wetten te verheffen , zig aan wederfpannigheid fchuldimaalcte; oj, door het ten toon fpreiden eener* morrende onwilligheid in het gezaamelyk eneenF paa«  I. deel, 8a BETOOG van de BESTE paarig'.yk opbrengen van penningen, welke tot in-ftar_d-houding der Maatfchappy worden verëischt, zig tegen de algemeene Belastingen vtrzettede; of, met een woord, door in het een of. ander opzigt niet te beantwoorden aan all dat gene, 't welk vrye Menfchen, in eenen Burgerftaat vetëenigd~zynde, aan derzelver vry willig- verkoozene, en met a!l de Eer en den Luister der Opperflemagt bekleedde, Vertegeawoordigers, ofte wel aan de Wet, verfchuldigd zyn, aan één der pligten van een 'gehoorzaam Burger manqucerde. . Dan, dit alles in het uitbrengen van de Stem Over. gang tot des Volks naauwkeuriglyk in acht te neamen , het 11. ZQU evenwei nog geenzins toereikende zyn , om aan het oogmerk in deezen te voldoen :■—neen. Burgers I ingevolge de heilzaame intentie der Reprefentanten van het Volk van Amfterdam,zo duidelyk en klaar by derzelver Notificatie van 28 Augustus 1. 1. gemanifesteerd, moet het Volk deszelvs Stem wel, aan den eenen kant, kunnen uit. brengen overëenkomftig de Verëischten v*n eenwelgeordend Beftuur, (welk poinct ik dan nu ook reeds heb afgehandeld) — maar echter moet zulks, naar het oogmeik van gemelde Notificatie, toch ook, aan den anderen kant, niet minder gefchieden kunnen, zó, en in dter voege, dat daar door aan het Volk verzekerd worde de mnooRLyK.Euitoe£è»ing dier Rechten, welken des zelvs onvervreemdbaar eigendom zyn: — Wsar door ik dan nu ook evenals met de hand geleidjword tot myn tweede deel ; in het wek ik,  REGELING der VOLKSTEM. 83 ü.deel. ik, volgends myn gemaakt ontwerp, zal moeten onderzoeken: Hoe de Stem des Volks kan en moet uitgebragt -worden, overeenkom/lig eene eemoRLYKEuitoeJening der onvervreemdbaare Rechten van den Mensch, in eenen Burgerftaat. En om in de behaEden'ng deezer AFdeeling bok met de verëischte orde te werk te gaan, zullen wy moeten zien, voor eerst ; weiken die Rechten zyn, die het onvervreemdbaar eigendom zyn van het Volk. — Ten tweeden; wat eene behoorlyke uit* oefféning van die Rechten zy, in eenen Burgerftaat. ten derden ; hoe de Stem des Volks, overëenkomftig die behoorlyke uitoefening der gemelde Rechten, kan en moet worden uitgebragt. Belangende het eerste poinct: alhoewel hier niet van de onvervreemdbaare Rechten van den ^eU Mensch , maar van de onvervreemdbaare Rechten vervan het Volk , gefproken word; zo kan echter vreem*' zulks geene de minde verandering in de zaak^L maaken ; daar toch alleen die Rechten, welken ten van het aanzien van ieder Mensch in 't byzonder kun-Folk nen gezegd worden onvervreemdbaar te zyn, ook onvervreemdbaar zyn ten aanzien van het Volk; en, omgekeerd, die zelvde Rechten, welken door het Volk niet kunnen worden vervreemd, F a cok  II. deel. 84 BETOOG van d ■ BESTE ook niet kunnen vervreemd worden door tik Mensch in het byzonder. T)t ae- De Rechten van den Mensch nu, zo »1sdezel< melde ven by eene provilioncele, en by het Volk aangezyn^Ge-nome» Verklaaring, en dus by eene provilioneele tylheid, Grond wetjvan den Staat, zyn bepaald, zyn gelykVrvhe'd. ■ ' heid, vryiietd, ve1l1gh.id, ElGtNDOM» eB HET Veilig ■ held, Ei rechtvan tegenstand aan verdrukking. gendom, ^lle deeze Rechten zyn onvervreemdbaar, en en het , . Becht van kunnen door niemand geheel argettaan, of vregTegen- gefchonken, worden.— Het is echter ook betaam^Verdruk- ^» dat elk Lid eener Burger-maatfchappy zo veel hing. van deeze zyne natuurlyke Rechten misfe, als ter beantwoording aan het oogmerk eener zodaanige Waatfehappy noodzaaklyk is , dat is, zó veel, als noodzaaklyk is, om de Menfchen van het vreedzaam genot zyner Natuurlyke Rechten te verzekeren \ — en daar van daan is het dan ook, dat eene behoorlyke uïtoeffening van die Rechten, in eenen Bur gei ftaat, nimmer met eene onbehoorlyke uitoflening derzelven te verwarren is. — „ Het recht der gelykheid , in den Staat der gei.yk- Natuur, is daar in gelegen , dat alle Menfchen heio; der m geboorte, afkomst, cti natuurlykebehoevten, ver. volftrekt aan malkanderen gefyk zyn, en (alleen vreemd- in 't afgetrokkene als Menfchen beichouwd) aan baarheid , . , , betoogd. ^e ze'vde Natuurwetten moeten gehoorzaamen; de zelvde Rechten genieten ; en onder de zelvde verpligtingen liggen, zonder dat deeene Mensch zig eenig Recht, Magt, of Gezag, over den anderen kan aanmatigen.— Dit recht van gelykheid nu is onvervreemdbaar : want ten opzichte  REGELING der VOLKSTEM. Sg U. deel te van de Gelykheid, die onder alJe Menfchen, zonder ondericheid van rykdoirmien of (land , in geboorte, afkomst, en natuurlyke behoevten, plaatz heeft, van dat Recht kan volitrekt geen afftand gedaan worden, hoe zeer men zulks ook zouae wiU len. — Hy immers, die eenen afihnd van dat Recht zou willen doen, zou, na dien afiland, even. wei nog de zelvde Mensch bly ven , diehytevooren was; en hy, aan wien die afdand was gedaan , zou des niet te min ook geen ander mensch geworden zyn, dan hy te vooren was: en daar dan die afitand onmogelyk is , zo volgd daar uit van zeiven, dat dat Recht zelv dan ook onvervreemdbaar is. — En wat nu het recht van geutkheiq aanbetreft ten «'/««aanzien, dat alle Menfchen., bloot en aileen als Menfchen befchouwd, onder de zelvde Rechten en Pligten leeven, en dat dus de eene Mensch, als Mensch, geen Recht, Magt, of Gezag-, heeft over den anderen, — van dat Recht kan in eenen Burgerftaat alleen zo veel worden afgedaan, als ter oprigtingen indandhouding eener Maatfchappy noodig is; maar nimmer kan dat Recht geheel en all, en onwederroepelfk, worden vervreemd; naardemaal: hy , die zódaanig eenen afftand deed, zig daar door geheel, aan den genen, aan wien hy dien afitand gedaan had, onderwerpen, zig van des zelvs wil en willekeur gansch en gaar doen afnangen, zig tot deszelvs flaav maaken, zig duar door tot de diepfte laagheid vemeederen , en alzo die voortreffelyke waarde van den Mensch, welke de wyze en goede Schepper zelv in hem gelegd heeft, en waar over F 3 hy  a. se VRYHEID,* der zelve Onvervreemdbaarheidbetoogd. |I. DEEL 85 BETOOG van de BESTE hy derhalven, zonder zig tegen den zeiven op de verregaandfte wyze te vergrypen, noch kan, noch mag, befchikkcn, naar zyn welgevallen, allerfchandelykst verminderen, zoude. En om die zelvde reden is het ook, dat de Natuurlyke vryheid van den Mensch, die niet anders is, dan eene echte teeld der Natuurlyke gelykheid, even zo onvervreemdbaar is, als het Recht van deeze haare Moeder zelve. — Het kecht der Natuurlyke vryheid beftaat in de Magt, om alles ie mogen doen wat anderen n hunne Natuurlyke Rechten niet ftoordoj hinjera:,— Maar, alhoewel deeze Magt ook door niemand geheel en ali kan afgedaan worden, zonder zig daar door, als eenen verachtlyken flaav, geheel en all afhangelyk te maaken van hetvolftrekt-. eigendunkelyk gezag des genen, aan wien zodaa-. nige onzinnige, voor de Menfchelyke Natuur zeer verneederende, en dus ganschlyk-onbeftaanbaare, afftand mogt zyn gedaan; zo neemt zulks evenwel geenzias weg, dat in eenen Burgerftaat door elk Lid van den zeiven zóveel van zyne Natuurlyke Vryheid kan, mag, en moet, afgeftaan worden, als met den aart en de Inrichting der Maatfchappy, met de Goede Orde, met het Algemeen Belang, met de Publieke en Perfoneele Veiligheid, en dus met het Waar en VVezenlyk Oogmerk der Burgerlyke Vereeniging, het meest overeenkomdig is: — en diegedeeltelykeafftand onzer Natuurlyke Vryheid is het dan ook, welke het behoorlyke van derzelve uitoeffening in den Burierfiaat zal bepaakn moeten. — 8 De  REGELING der. VOLKSTEM. 87 II. dee*„ De Natuurlyke veiligheid beftaat in de Zé- a DE kerheid van door anderen niet te z'ickn ge, veiligft oord worden in zyne Rechten, in zyn Perfoon> * ] VM in zyne Eer, noch in zyne Goederen. —-» En aerzelve het recht van die veiligheid kan dus niet an. "^jm ders zyn, dan de Magt, die eik Mtnsch heeft, laarheii. om voor het geritst eh vreedzaam bezit vah dat alles zo veel, en hoe, hy best kan, te mogen zorge draagen. En daar hy z;g tra alleen, of voornaam!)'k , in eene Barger'yke M»a*j fchappy begeeven heeft, om des te meer V~eim ligheids te genieten, en derhalven des te minder in zyn Recht, Perfoon, Eer en Goederen, te worden gekrenkt; zo brengt het kecht van veiligheid ook mede, dat elk kan eifchen het tfngeftoord genot van die Zekerheid, welko dat oogmerk vorderd, waarom hy met anderen eene MaatfchappyelvkeVerbindtenis heeft aangegaan.— En men gevoeld dus van zeiven, dat dat recht even zo onvervreemdbaar als dat der Natuurlyke gelykheid , en dat der van zeiven daar uit voordvloeijende Natuurlyke vryheid, zyn moet;— dewyl meh, door zyne veiligheid weg te (chenken,]uistevenzo veel als, ja nog meer, verliezen zoude, dan, door van zyne gelykheid en yryheid afftand te doen ; naardien men zig daar door onöphoudelyk aan de verontrustingen en kwellingen van fnoode en boezaartige Menfchen, aan roov-pluuder-fchend-en moord-zugt, zoude bloot, ftellen. — En daar het nu nimmer te vermoeden is, dat een Mensch, tot geluk gefchaapen, en in wiens onftervelyke ziel een zugt naar vermaak F 4 ■ .  II. de' l, SS B E T C O G van de BESTE en genoegen, en dus ook een Zugt naar Rust en Veiligheid , gedrukt is, zig zo ongelukkig zon maaken willen om een aanhoudend Gevaar en altoosduurende Onrust te moeten ondergaan; zo moet het recht van veiligheid dan ook notoir zó onvervreemdbaar zyn, dat een onherroepelyke afftand van het zeive, wel verre van als eene daad van gezond verftand, van overleg , en welberadenheid, te kunnen aangezien worden , in tegendeel, niet anders, dan als eene daad' van blyjfc. baare ylhoofdigheid, krankzinnigheid, of zinneloözheid, — en dus nimmer als van eene verbindende kragt zynde,— zou kunnen befchouwd worden. —- 4. eigen- Het RECtIT w eigendom is de Magt, die elk dom ; des- Mensch toekomt, om > overëenkomftig zyne Nar \>er* f&urlyke vryheid , over zyn persoon, over zyne vreemd- Goederen, over zyne Inkomften, en over de Vrvgt 'kaarh*U yan zynen^drbeid,en van zyne Talenten,te kunnen, bfifchikken. — En de Onvervreemdbaarheid van dat recht beftaat in deOnlosbaarheidvan denPligt, die noodzaaklyk op eiken Mensch. moet liggen van niet te mogen willen dat Recht aan anderen af/laan > of door anderen daar van be1 roovd worden; maar integendeel te moeten Willen dat zelve Recht ' ongefchonden bewaaren. — Want, het recht van eigendom op zyn eigen persoon aan anderen weg te fchenken, of Zig door anderen daar van te laaten ontzetten, zou in de daad het zelvde zyn, z\$ zig zeiven te verkoo/en, of verkogt te worden; — dit zou ^derpm niet anders zyn,'dan zig zeiven aan Jlaav.  -REGELING per VOXKSTEM. 89 II.deel; jlaavfche ketenen vast tekluifteren;— en dit zou geheel en all met de Natuurlyke vryheid van den Mensch ftryden. — En van het recht van vrye befchikking over onze Goederen, onze Inkomften , de Vrugt van onzen /irbeid, en van onze laknten, afftand te doen, of beroovd te Worden, zulks zou regelrecht tegen onze Na* tuurlyke veiligheid aanjoopen. En daar wy nu hebben betoogd, da* de vryheid en veilig- ' HEiD twee onvervreemdbaare Rechten zyn; zo moet daar uit dan ook volgen, dat het recht van eigendom, 't welk niet kan weggefchonken worden zonder te gelyk de vryheid en veiligheid afteftaan, ook even zo onvervreemdbaar, als deeze beiden, zyn moet. — En wat eindelyk bet recht van tegenstand aan verdsukkins aanbelangt; het zelve is niet anders 0£,Swt| dan de Magt , die eik Mensch heeft, en elk But- aan Ver- ger behoord te hebben, om zig tegen alle /F/7-DRUK" t 1 ■ ss ». king: des lekeurig Gezag, Dwtnglandy en Overheerfching% zelvs On* te mogen verzetten- En de notoire Qm>ermver' vreemdbaarheid van dit Recht zal, zo ik vertr.ouw, Yaarhtld uit het gene ik dien aangaande met betrekking betoogd. tot de Rechten van gelykheid, vryheid, vei. ligheid, en eigendom, beredeneerd heb, zó klaar en duidelyk kunnen worden afgeleid, dat hier nu geene byzondere, en veel minder die zelvde, gronden daar voor zullen behoeven aangevoerd te worden. — Ziet daar dan nu een kort, doch, zo ik my B. Waar niet bedrieg, tevens overtuigend, Betoog van'» de rade Onvervreemdbaarheid dier Rechten van den jSj?* F S Mensch t  Jj. deel 90 BETOOG v a~n de BESTE ning van Mensch, welken te gelyk het onvervreemdbaar die gech- eigendom van een Volk zyn, — Het zal er nu ten be- , , , jlaat> veornaamiyk op aan komen, in de tweede plaat?; 'Waar in de behoorlyke uitoejfenieg van die onvervreemd' baare Rechten , in eenen Burgerftaat, gelegen zy. En dit gewigtig poïnct is het, 't welk my nu vervolgends zal te onderzoeken ftaan; in welk onderzoek, om zo distinét en zo duidelyk. te zyn, als maar immer mogelyk is, ik my by elk der voorfchreevene Rechten afzonderlek bepaalen zal. — Wat dan voor eerst de gelykheid aanbetreft; beh00rly-daar dezelve, zo als wy gezien hebben, in den vsMitoefle- staat der Natuur daar in gelegen is, dat alle het 'onver- Menfchen in geboorte en afkomst volftrekt aan vreemd malkanderen gelyk zyn, zo dat nochte in Edel- iaar ' heid des geflagts, nochte in Aanzien, de eene resht der 1 • , gelyk- Mensch boven den anderen verhoeven is,- zo zal heid; _ dg behoorlyke uitoeftening van dat Re:ht, 't welk Jelegen.'" zo verheffe, o1" tragte te verheffen, anders, dan door Deugden en i ekwaamheden, zig geduuriglyk voor oogen Rellende, dat <1e maatfchappyelyke Verbindtenis geen ondericheid tusfehen Menfchen en Menfchen heef  REGELING dër VOLKSTEM. 91 II. deeü,; heeft gemaakt; de acwgeborene Rechten van gelykheid niet heeft weggenoomen, noch kunnen wegneemen; en dat derhalven door den eenen Burger, alleen in de betrekking van Burger, geene eerbewyzing , ontzag,of onderwerping , van den anderen Burger gevorderd of verlangd kan wor- ' den. Terwyl die zelvde/Wioor/y/itfuitoeffening van dat recht der gelykheid toch ook.aan den anderen kant.medebrengt, dat in alie gevallen onderling die" betaamlyke pligtplegingen worden in acht genomen , welke de Welvoegendheid , de Wellee vendheid, en de Burgerlyke Belcevdheid, van elk lid eener befchaavde Maatfchappy eifblien,— Is het recht der gelykheid, vervelends, daar in gelegen, zo als het in de daad daarin gelegen is, dat alle Menfchen aan de zelvde Natuurwetten moeten gehoorzaamen ; de zei* de Rechten genieten ; en de zelvde pligts-vervulling fchuldig zyn : — de behoorlyke uitoeffening van dat Recht in de Maatfchappy moet dan ook daar in beftaan, dat alle Burgers voor de Wet en het Recht gelyk zyn, zonder eenig onderfcheid van rang, ftaat, eer, aanzien, ïykdom , vermogen, geleerdheid, verftand , deugd , bekwaamheid, of wat.dies meer is. — Zo als, aan den anderen kant, de behoorlyke uitoeffening van dat Recht ook met zig brengt, dat elk Burger aan zynen Medeburger het ongeftoord genot daar van moet laaten genieten, zonder het zelve direct of indirect te wiilen betwisten aan eenen anderen , die, 011 • gelukkiger wyze, minder aanziens ,gelds, kunde, of  £f. D~el. 9* BETOOG van de BESTE of deugds, bezit, en in wiens plaatz zynde hy zelv zoude wenfchen van dat Recht gebruik te maaken. — Verder. — Is het recht der gelykheid daar in beftaande. gelyk het in de daad daar in beftaat, dat, daar alle menfchen in afkomst en geboorte aan malkanderen gelyk zyn; daar de eeno mensch niets meer, dan de ander, op deeze wae• reld heeft gebragt; en daar derhalven geene andere reden van voorkeur, of onderfcheid, kan plaatz hebben, dan alleen die natuurlyke begaavdheden van geest en verfland , welke ' de wyze Schepper, in den eenen mensch meer, dan in den anderen, gelegd heeft, benevens die vetkreegene kundigheden, bekwaamheid en deugd, welke men door van die natuurlyke begaavdheden een goed gebruik gemaakt te hebben, zig zeiven verworven heeft; is, zeg ik, het recht der gelykheid daar in beftaande, dat, uit alien deezen hoofden, alle menfchen even verkiezbaar zyn mi alIeAmptenen Bedieningen, zonderden eenen aan den anderen te mogen voortrekken, anders, dan uit oorzaak van meerdere Talenten, Bekwaamheid en Deugd ;— de behoorlyke uïtoeffening van dat recht zal dan ook alleen daar in kunnen gelegen zyn, aan den eenen kant, dat, in het begeeven van Amptcn en Bedieningen, geen gunst noch aanzien des perfoons, maar alleen waare verdienden de fchaal doen ovecflaan ; en, aan den anderen kant, dat elk Burger die meerdere Talenten , Bekwaamheid en Dejgd, in zynen Medeburger erkenne; hem deswegens d3  REGELING der VOLKSTEM. 93 II. deeu de verichuldigde achting toedraagé ; zyne bevoordeling tot den eenen of anderen Post, waartoe hy in zynen kring het gefchiktfle is, helpe bevoorderen; en hem dus nimmer een zódaanig Ampt benyde, 't welk hy alleen door zyne boven anderen uitmuntende Begaavdheden, Bekwaamheid en Deugd, zig verworven heeft.' Wyders. — Is het recht van gelykheid daar in gelegen, dat, alle Menfchen aan malkanderen geiyk zynde, dj één dus ook geene magt nochte eenig gèzag over den anderen hebbe, nochte zig zulks, tegen deszelvs wil en dank, kan aanmaatigen , en vloeid daaruit voord, dat het Recht van Souverainiteit, ofte der Opperflemagf, in eenen Burgerftaat, oorfpronglyk , by alle de leden der Maatfchappy te zamen genomen moet berusten , zo dat geen wettig Bewind plaatz hebben kan, 't welk niet uit het geheele Volk, als uit deszelvs waare bron, ontfpringt; — de behoor, iyke uitoeffening van dat Recht zal derhalven hier in moeten beftaan, dat het Volk zelv verkieze, op wat wyze het beftuurd, of geregeerd, zal worden, en ook zelv zodaanige perfoonen benoeme en aanftelle , als waar aan het meend de waarneeming der Algemeene Belangen, en het Bewind der Publieke Zaaken , het best te kunnen aanbetrouwen. — Daar nu zelfs geen huisgezin beftuurd worden en in ftand blvven kan, zonder eene Hoogfte-magt, een Opperst-beginzel, van het welk alle huishoudelyke bevelen afdaalen; een middenpunt, waar in zig alles veréén igd: en daar deihalven nog minder eene ganfene Stad, en nog veel  II. deel. 94 BETOOG van de BESTE veel minder een geheel Volk, zonder een Oppergebied zou kunnen beftaan ; zo fpreekt het van zeiven , dat eene behoorlyke uitoeffening der Opperftemagt , welke by alle de Leden eener Maatfchappy te zaamen berust, moet medebrengen, dat dezelve Oppermagt, of het Hoogfle bewind, door de geheele Maatfchappy eenpaa^ riglyk, en vrywilliglyk, Worde afgeftaan, of opgedraagen, aan 'zodaanige perfoonen, uit haar midden benoemd, welker fchouderen door de vereifche hoedaanigheden genoegzaam zyn gefterkt, om den zwaaren last van het Opperbeffuur tn kunnen torlchen, en welker beproevde Deugd voor derze'ver Oprechtheid en Getrouwheid pleit; — en zulks op zódaanig eene wyze, en onder zulk eene billyke bepaaling, dat> aan den eenen kant, het Gouvernement met hetnoodigGezag en de noodigeMagt bekleed zy om alle dö ueelen der Souverainiteit onbelemmerd , en in derzelver volle kragt, te kunnen exerceeren; en, aan den anderen kant, dat het Volk kan gerust en zéker zyn , om nimmer overheer:|cht of verdrukt te kunnen worden, zonder, in dat geval, het juk van Overhcerfching weêr vryelyk te mogen affchudden ; tot zyne voorige gelykheid te mogen weder-keeren; en van het daar uit van zeiven voordvloeijend onvervreemdbaar Recht van Souverainiteit, door het op nieuw verkiezen van geheel.andere Bewindsmannen, ofte, zo het zulks goedvind, van eene geheel-andere Regeer-wyze, wederom dat zelvde gebruik te mogen maken» 't welk het daarvan, voor den eerst gedaanen afftand  REGELING der VOLKSTEM. 95 Hdeel, ftani of opdragt der Opperftemagt , gemaakt heeft. — Terwyl eene behoorlyke uïtoeffening van het voorfehreeven recht aan de zyde des Volks ook even zo noodzaaklyk met zig brengt, dat, wanneer door het zelve, by een rechtmaa» tig Verdrag, het Opperbewind eenmaal afgeftaan , opgedragen, of overgebragt, is, dan ook aan dat Verdrag even zo getrouwelyk aan den kant des Volks, als aan de zyde der Bewindsmannen, beantwoord worde, en dat het Volk, mits dien, ook gereetiglyk vervulle alle die pligten, weïke het aan des zelvs wettige Beftunrërs verfchuldigd is; immers tot zó lang, tot dat, volgenas den duidelyken inhoud van het plegtig aangegaan Verdrag, of der fimdamenteele Wetten , eene aan de zyde van het Gouvernement gepleegde daad van Willekeurig Gezag, van Openbaar Geweid, van Overheerfching, Verdrukking, of Dwinglandy, by dezelve fundamenteele Wetten uitdrukkelyk als zedaanig bepaald, het ge» heele Verdrag van afftand of opdragt der Opperftemagt onwederfpreekelyk verbroken hebbe, en dus ook alle verpligting aan de zyde des Volks geheel en all doet ophouden. — En daar nu het denkbeeld van te gebieden , te regeeren, of het Opperbefluurin handen te hebben, aanftondshet denkbeeld van te gehoorzaamen en te onderwerpen infJuit; zo volgt daar uit dan ook notoir, dat eene behoorlyke uitoefTemng van het voorfehreeven hecht des Volks, na het aangaan van een plegtig Verdrag^ van afftand der Opperftemagt, most vcreifchen eene onbepaalde Gehoorzaam.  II, deel. 95 BETOOG van de BESTÉ zaamheid en Onderwerping aan alle zodaanige lyke wetten, als welke door die genen, aan welken het Hoogdegezag eenmaal vrywilJiglyk afgedaan is, tot heil en ten nutte van 't Algemeen, mogen worden gemaakt, en aan alle orders en bevelen, welken, tot die zelvde eindens.door dezelven mogen worden uitgevaardigd; fpeeiaallyk, aan alle zodaanige uitfehryvingen van ordinaire en extraordinaire Schattingen of Lasten t als welken, naar gelang der omdandigheden, tot indandbouding der Maatfchappy noodig zyn; waar tegen echter eene behoorlyke uïtoeffening van het voorfchreeven recht toch ook weer aan elk Lid der Maatfchappy behoord 'toe-tekennen de faculteit van, in gevalle de Bewindsmannen van het Volk mogten blyven in ge. breeke van Jaarlyks, overeenkomdig eene der eigenfehappen van een welgeordend vry Beduur, aan het Publiek oekend te maaken de behoorlyke Rékenjng van de door de goede Burgers getrouwelyk opgebragte Lasten, en de billyke Verantwoording van het gebruik, 't welk daar van mogt zyn gemaakt, als dan, van elk Amptenaar vin het openbaar Bewind eene zodaanige Rekening en Verantwoording te mogen helpen afvorderen.— Gelyk het al verder een vereifche der behoorlyke uitoeffening van het voorfchreeven onvervreemd'» baar recht der gelykheid is, dat, ««denplegtigen opdragt van het Souverain Gezag, en na eene vry willige en wettige verkiezing van Bewindsmannen, of Volksvertegenwoordigers, door her Volk zelv gedaan, dat, na dat een en an. der»  REGELING dei VOLKSTEM. 97 II. Dl*L. der, zeg ik, aan dievrywïllig- en wettig-verkoozene Ver:egenwoordigers des Volks dat hoogstnoodzaaklyk Vertrouwen gefchonken iworde, zonder het wel'kwy gezien hebben Cpag 67) dat de voornaamfle Energie zelfs aan het bestïngerikt Beftuur ontnomen is. — Immers, wanneer het Volk genoegzaam en tyd gehad heeft, om naar de bekwaamfte en gefchiktrte perfoonen in hun midden ómtezien, zonder in deeze hunns keuze te zyn ovetyld geworden ; en wanneer het Volk vry, uit eige overtuiging, en zonderkuipery of omkooping, zyne keuze gedaan heeft, kan een van agteren doorgaands geheel ten onrechte opgevat allerfchadelykst Wantrouwen, ten minfte zo lang geene preuves voorhanden zyn, dat de Grondwetten van den Staat zyn gefchonden of overtreden geworden, nimmer als behoorlyk, maar in tegendeel niet anders, dart als ten eenenmaale onbehoorlyk, worden aangezien. — Zo als eindelyk ook nog tot eene behoorlyke uïtoeffening van het voorfchreeven onver « vreemdbaar recht der gelykheid , na dat het Volk eenmaal vrywilliglyk en plegtigiyk de Opperftemagt aan anderen heeft overgedragen, gevorderd word , dat het zekere gunftige gedagten koestere ten aanzien der genen, die, in onderfcheidene betrekkingen , met de uitvoering van 's Volks wil, en met de behartiging van het Algemeen Belang , beiast zyn ; dat het dezelven behoorlyk eerbiedige, en betaamtyk veeze, zonder echter tot eene flaavfche vernedering, of eene kruipende laagheid i overteflaan; en dat het dezelven met 6 eene  II. deel 98 BETOOG tan de BESTË eene dankbaare liefde en hoogachting agtervolge, zonder de walglyke rol van lafhartige 'Vki^ jers te fpeelen: — zeker, dat een en ander be hoord even zo noodzaaklyk tot de behoorlyke uitoefening Tan het voorfchreeven recht der gelykheid, als Gehoorzaamheid of Onderwerping aan in naam des Volks en ten algemeenen nutte der Maatfchappy gemaakte Wetten, en uitgevaardigde bevélen en ordonnantiën, daar van onaffcheidelyk is. — Ieder Burger „ is gehouden," zegd Mr. pieter paulus in zyne veortreffelyke Verhandeling over de gelykheid der Menfchen, pag. 103, — ieder Burger „ is gehouden , om „ te erkennen, te gehoorzaamen en te refpeaeeren, alle zodanigen zyner medeburgeren, we> „ ken door de maatfchappy tot waarneming van M het publiek beduur, in deze of gene ampten „ of bedieningen, het zy van politie , juftitie, „ krygswezen, of van welken aart of natuur die „ ook zouden mogen wezen, gefield zyn. — „ Geen post toch ]kan achtbaarder wezen, dan „ die van eenen uitvoerder van 's lands wetten '* en ordonnantiën , daar hy op dat tydftip uit „ naam der geheele maatfchappy te werk gaat, „ en dierhalven met al het ontzag van haaren ge„ dugten wil uitgerust is. Zig tegen zulkeeaen „ amptenaar te verzetten, of, dat op hetzelfde uitkomt, aan den zeiven in zyn' post niet te „ gehoorzamen, is in de daad zig te verzetten „ tegen de geheele maatfchappy, wyl hy alleen " uitnaaren naam te werk gaat, en al zyn ge„ zag van haar ontleent. Hun te beledigen in „ offici*  RÉ.'GELING der VOLKSTEM. 59 n. b*m » qfficio, is de maatfchappy zelve beledigen, en n hem in dien zin met verachting te bejegenen ,» is de maatfchappy zelve veragtiyk maken. Om ,, die reden, om dat hy met den wil der maat* », fchsppy bekleed is, moet men hem in tegeno deel met refpect en eere behandelen; in on„ dergefchiktheid aan zyne bevelen, naardien ze t, de bevelen der geheele maatfchappy zyn , an» i, deren voorgaan, en niet dulden, dat hy in „ de waarneming van zynen post beledigd, ge. ,i hinderd, of tegengegaan worde. — Daaren„ boven van de veragting of kwaade bejegening „ des pcrfoons, die de uitvoerder der wet is, „ tot de miskenning en ongehoorzaamheid der i, wet zelve, is flegts één kleine flap meer; en, „ wanneer, men denRubicon eens over is, trekt „ men wel dra naar Rome. Het kan daarom M niet anders dan een zeker kenmerk zyn van een' flegt-geflelden regeerings-vorm, of van », een tot zyn verderf en val naderend Volk, „ wanneer men by het zelve de verzuiming van ,, dezen pligt de overhand zou zien nemen." — De Hoogleeraar ckas in zyne uitmuntende Verhandeling over de gelykheid der Menfchen Cpag 85.) redeneerd daar niet minder overtuigend op het fujet van die zo hoogst- noodzaaklyke Voordeelige Vermoedens, benevens vdien Eerbied en die Achting, welke eene betaamlyke onderfcheiding.of Öhgelykheid', tusfehen elk particulier lid der Maatfcnappy, en tusfehen de Bewindsmannen des Volks, veroorzaaken. — „ Niet flegts," zegt hy, „ brengt het Oppergebied in den burger- 'M' ? 3 " fta.atj  II, deel. ïo° BETOOG van de BESTE „ ftaat, en het gezag der regeerders, de burger„ lyke OngeZykheidWoord, maar ook zelfs dat „ gunftig vermoeden, die goede gedagten van „ eene uitmuntender bekwaamheid, van welken „ geen Staatsbewind, zal het anders kragt heb„ ben, kan ontbloot zyn, en welk gunstig ver„ rnoeden vooral het zo nodig vertrouwen vèr„ wekt, en het onöntbeerlyk gezag en eerbied „ ftyft en verfterkt. Want, hoe zeer ook de re„ geerders voornaamelyk door innerlyke deugd, „ door wysheid, door fchfander ftaatsbeleid, zig die agting, eerbied, en dat ontzag, kunnen „ en ook moeten verwerven; is 'er niet te min een gunftig denkbeeld, eene uiterlyke eer, eenige luister, en waardigheid nodig, die men „ niet alleen als nuttige cleraaden der regeering „ kan aanzien , maar ook te gelyk als regtrna„ tige beloningen van hunnen arbeid, zorgen ,, en moeilyke ambten, -wanneer die wel worden „ waargenomen, moet befchouwen." — En deApostel paulus , Wiens gezag, ware hetnoodig, dat der twee geciteerde groote Mannen van onzen tyd hier nog merklyk zou kunnen fterken, heeft zig, in zynen aan 'de Romers gefchreeven briev, Ccap. XIII: vers 1-6) in deeze Goddelyke taal doen hooren, - „ Alle ziele" (zegd die Roomfche Burger daar) „ zy den Magten, „ over haar gefield, onderworpen: want daar is . ,', geene Magt, dan van God; en de Magten, „ die er zyn, zyn van God geordineerd. — „' Alzo, dat wie zig'tegen de Magt field, de „ ordinantie Gods wederftaat; en welken dezel- „ ve  R E GEL;ING der VOLKSTEM, mox ff, dkel. „ ve wederftaan, zullen over zig zeiven een Oor„ deel haaien. — Want de Overften [des Volks] ,, zyn niet tot eene vreeze den goeden werken, „ maar den kwaaden. — Wildt gy nu de Vlagt „ niet vreezsn, doet [dan] het goede, en gyzult „ lof van haar behaalen. — Want zy^de Op„ permagt naamlyk) is Gods dienaresfe, u ten .» goede: — maar indien gy ook kwaad doet, „ vreezt dan; want zy draagt het zwaard niet. >, te vergeefsch. — Daarom is het nsodig on» derworpen te zyn, niet alleen uit vreeze voor » de ftraf, maar ook om der confeientie wille," [om dat uw eigen gewis/en u de- Onderwerpingtoeroept:'] — „ Want daarom betaald gy ook » fchattingen ; want zy dienaars Gods zyn, in „ dezelve geduuriglyk bezig zynde. — Zo geevt „ dan een iegelyk wat gy fchuldig zyt; fchat„ tinge, dien gy de fchattinge; tol dien gy den „ tol; vreeze dien gy de vreeze ; eere dien gy i, eere, fchuldig zyt." Eindelyk word ter behoorlyke uitoefening van het Recht der Opperfte magt, aan de zyde des Volks, als een Recht uit de Natuurlyke geltkheid der Menfchen van zeiven proflueerende, nog noodzaaklyk verëischt, en moet mits dien ook nimmer uit het oog verlooren worden, dat, daar«be» Mensch, en dus ook van alle Menfchen zig tot hoorlyke een en Burgerftaat vereenigd hebbende, en gevolg- U„'l^eva)t lyk ook van de geheele Maatfchappy zelve, is het oitverhet uit de natuurlyke Gelykheid van zeiven voord- vresmd~ vloeijend recht der heerlyke, der genoegensvol- recht der le, djr zegenryke, vryheid. — Maar wat is nu vryheidj de behoorlyke uïtoeffening van dat onfchatbaar ™gfaat, * recht? — Ongetwyffeld all dat gene, wat (trekken kan, om hetzelve wel te bewaaren: —■ ongetwyffeld all dat gene, wat overtuigend doet zien, dat het Volk even zo min van trotfch-heerfchen, als van laag-bukken, weet; maar dat het in tegendeel de dierbaare vryheid, welke tusfchen die twee gevaarlyke uiterften in Haat, voor zo verre dezelve vryheid tot losbandigheid zou mogen overflaan, zeer wel weet te verachten , en, voor zo verre het maatig gebruik van dezelve aanbetreft, haar ook even zo wel weet te behouden : en dat het alzo met de fpreekendfte daaden bewyzt, dat van alle fundament ontbloot is het Gevoelen van den Staatkundigen en Verftandigen Livius , wanneer hy zegd : » Hac na» tura multitudinis est; aut fervit humiliter, ,, aut fuperbe dominatur: Libertatem, qua „ media est , nee Jpernere modice» nee habere „ Jciunt" — Q*) ï-n op deezen algemeenen G 5 vas- C) V. Liv. 1. 34. C. 25.  II, deel. Io5 B E T O O 3 tan de BESTE vasten grond za' ik dan nu verder onderzoeken, wat in den Burgerftaat eene behoorlyke uitoeflè'* ning van het onvervreemdbaar Volks-recht der VRYHEID Zy. — , De vryheid in den ftaat der Natuur, hebben wy gezien, is de Magt>om alles te mogen doen, wat anderen in hunne Rechten niet Jloord, —> Dat zelvde is de vryheid in den Burgerftaat ook; indien men er maar alleenlyk byvoegd, dat de Magt, om all te doen wat anderen in hunne Rechten niet ftoord, zig met moet uiiftrekken tot zaaken, die met het oogmerk der Maatfchappy ftrydig zyn. — Naar maate de Natuurlyke gelykheid in eenigen opzigton eene zekere ongelykheid in den Burgerftaat heeft moeten aanneemen, heeft haare dogter de vryheid ook in den Burgerftaat van haare Magt moeten verliezen: — voor het overige, is de Mensch in den Burgerftaat even zo vry gebleeven, als hy te vooren was. — Wy hebben gezien, dat het denkbeeld eener Maat* fchappy aanftonds madebrengt het denkbeeld van Opperftemagt, zonder welke geene Maatfchappy kan beftaan ; dat het denkbeeld van Opperftemagt influit het denkbeeld van regeeren en' geregeerd worden, van gebieden en van gehoorzaamen, van geëerbiedigd te worden en van te eerbiedigen; en dat zulks derhaiven eene noodzaaklyke ongelykheid in den Burgerftaat heeft moeten veroorzaaken. —- Nu, in die zelvde opzigten is het ook alleen, dat de vryheid niet meer die zelvde is , welke zy voor de oprigting eener Burgerlyke Maatfchappy wts. — In den ftaat der  REGELING der VOLKSTEM. 107 H, deel. Natuur behoevde de Mensch aan niemand anders, dan alleen aan zig zeiven, te gehoorzaamen, omdat hy niemand nevens zig had, die in magt of gezag meer of hooger was, dan hy zelv ; en dus ookniemand, die eenigemagt of gezag over hem uitoeffeilen konde ; en gevolglyk ook niemand,,aan welken hyeenige gehoorzaamheid lchuldig was.— Maar in den Burgerftaat daar en tegen is elk Lid der Burgerlyke Maatfchappy aan den Algemeenen wil onderworpen, en zyn doen en laaten moet dus, natuurlyker wyze, binnen de grenzen van dien Algemeenen wil bepaald zyn. Dan, daar het Algemeen nimmer iets willen kan, "'t welk met de belangen van het Algemeen ftrydig is, en derhalven ook nimmer [iets, t't welk tegen het oogmerk der Maatfchappyelyke Verbindtenis aanloopt, welk Oogmerk toch geen ander kan geweest,] zyn, dan het geluk van alle anderen te bevoorderen, en eik te verzekeren van het genot zyner Natuurlyke Rechten, voor zo verre zulks met eene goede inrichting eener Burgerlyke Maatfchappy beftaanbaar is; zo moet daar uit volgen, dat ^Onderwerping , welke eene Maatfchappyelyke verbindtenis vordercf, niet zo zeer eene eigenlyk- gezegde Onderwerping» als wel een natuurlyk gevolg is van eenen vrywilligen afftand, die ieder lid der Maatfchappy, by het aangaan eener onderlinge verbindtenis , in zó verre van zyne Natuurlyke Vryheid gedaan heeft, alsnoodig was, om aan het heilzaam Oogmerk dier verbindtenis te beantwoorden.-^En daar dat oogmerk voornaamlyk moet geweest zyn om veiliger, en dus ook in de daad vry er, c$want waar geene vüiugheid is,  II. deel. lot BETOOG van de BESTE is, daar kan ook onmogelyk vryheid zyn, en waar deze is, daar is ook ■gene') dan in den Naluurfiaat, te kunnen leven; zo fpreekt het dan ook vat) zeiven, -dat ^'«Onderwerping, waar toe elk lid eener Burgermaatfehappy zig heeft verbonden, misfehien niet zo zeer als eene eigenlyk-gezegde afftand van een gedeelte onzer vryheid, ofte niet zo zeer als eene Vermindering van het waare ïVeezen onzer vryheid , als wej als een geicbikt middel, om door onderlinge befcherming onze dierbaare vryheid des te beter te kunnen bewaaren, en ües te veiliger en ongeftoorder te kunnen genieten, zal kunnen aangezien worden, Uit all het welk dan ook noodzaaklyk volgen moët, dat eene behoorlyke uitoefening van het onvervreemdbaar recht der vryheid in den Burgerftaat geene andere, dan eene zodaanige, uitoefening zyn kan, als welke gepaart gaat met die Onderwerping aan den Algemeenen wil, welke elk lid der Maatfchappy aan het Oogmerk der Maatfchappyelyke Verbindtenis verfchuldigd is. — In een Land derhalven, waar. men, alieen die Onderwerping aan den Algemeenen wil, dat is aan de Wetten, welke, in eenen Burgerftaat, waar vryheid en viiligheid genooten worden, niet anders dan de vrye en plegtige verklaaring van den Algemeenen wil kunnen behelzen; — in een Land,,zeg ik, waar men , — alleen die Onderwerping uitgezonderd,alles onverhinderd doen en laaten mag, wat iemands wil hem dicteerd:— in een Land gevolglyk, waar men ongeftoord alles doen kan, wat de Wet niet verbied , en ook even  RF*GELING der VOLKSTEM. 109 n deel even zo gerust mag [nalaaten, wat nwt by de Wet geboden word, en waar, buiten den klaaren en duideiyken inhoud der Wet, niemand iets gebieden, nog verbieden, kan: — Waar men zelv zb min willekeurig heerfchen en bevelen, als overheerscht worden , kan : — in een Land« . waar men , voor het overige , vry gaan en komen» vry wegreizen en ook weer terug-keeren, kan; waar men verder kan handelen en wandelen , zo het iemand behaagd; — waar men zig kleeden kan, zo men het goed vind; — waar men zyne huishouding kan bellieren naar zyn welgevallen; een bereep of kostwinning kan verkiezen-, waar toe men zig zelvea het best in (laat acht, om van de vruchten zyner handen, of van zyn vernuft, te kunnen beftaan, — waar men, na aftrek van de lasten ,die men aan de Maatfchappy verfchuldigd is, en van aile verdere (chulden , over alles wat ons toebehoord, op eene betaamlyke wyze, vry mag befchikken; — waar men, even zo vry als een ander, zyden God openlyk en in 't verborgen mag dienen ep die wyze, welke (zonder echter openbaaren aanftoot aan an« deren te geeven , die in Godsdienftige begrippen van ons verfchiilen} hem de beste voorkomt, om het aanbiddelyk Opperweezen te behaagen en zyn eeuwig heil te be'-oorderen; — waar men eene Egade zoeken kan naar zynen zin, en met dezelve eene huwelyks-verbindtenis kan aangaan naar zyn welgevallen : —- waar men eindelyk: zyr.e vrye gedagten aan geene de minfte banden , dan alleen aan die der Natuurlyke veiligheid ,  tl. DEEL, HO BETOOG VAN DE BESTÉ heid , waar op elk lid eener Burgerlyke Maatfchappy, zo wel ten aanzien zyner Eer, die elken braaven dierbaarer dan zyn leven is, — als met opzigt tot zyn perfoon en goederen, kan aanfpraak maaken, gekluisterd vind; en waar men dus over allerhande onderwerpen, van welken aart of natuur ook, zo wel Staatkundige en Godsdienftige , als Wysgeerige en andere, Weetenfchappen betreffende , zyne redenee • ■ ringen en gevoelens , indien zy alleenlyk maar den goeden zeden niet fchadelyk, en dus met het geluk der Maatfchappy niet flrydig, zyn, aan anderen mag mededeelen, 'tzy doormiddel van de drukpers, of op eene andere wyze: — in een Land, zeg ik, waar dat alles ongeftoord gefchieden mag, — daar, en daar ook maar alleen, is het, dat eene behoorlyke uïtoeffening van het onvervreemdbaar recht der vrthlid inden Burgerftaat plaatz heeft. Het derde onvervreemdbaar recht van hetVolk 3. De -s der veiligheid. — Het zelve be(laat> zoals 6EH00RLY- ke uitoef- wy gezien hebben, in de Magt van te mogen fening van 2orgen voor het vreedzaam en gerust genot vreemd- van dat alles, 't welk de veiligheid zelve uitbaat- maakt, en dus in de Magt van te mogen recht der , , . , , , veilig- zorgen voor de Zekerheid van door anderen heid , niet te zullen geftoord worden in zyne Rechten* ^dezelve '" 'n 2yn Perzoon >in zyne Eer > noch in zyneGoe^ beftaati deren ; in welke Zekerheid de veiligheid zelve alleen gelegen is. — Daar nu de Menfchen. met malkanderen eene Maatfchappyelyke Verbindtenis hebben aangegaan , voornaamlyk met dat oogmerk f om»  REGELING du VOLKSTEM, m H, deel, om, door onderlinge befcherming en verdediging , de veiligheid van allen in 't gemeen, en van elk. in 't byzonder, des' te meer te kunnen verzekeren, endaar zy, ter bereiking van dat Voornaam oogmerk, de getrouwe zorg zo voor de algemeene als perfoneele veiligheid hebben aanvertrouwd aan een publiek Beftuur, van het welk alle maatregelen, wetten en bevelen,ter ver. zekering van die veiligheid dus ook moeten af. daalen ; zo volgd daar uit, dat eene behoorlyke uitoeffening van het recht der veiligheid in den Burgerftaat aan de zyde des Volks niets anders kan zyn, dan de getrouwe en naauwkeurige betragting van all dat gene, wat de Burgerlyke Wetten of flilzwygende veroorloven, of uit' drukkelyk gebieden, en , omgekeerd , eene even zo zorgvuldige vermyding van dat alles, wat dezelve Wetten of jlilzwygende niet veroorloven , of uitdrukkely/z verbieden. — Allwat tegen dat een en ander mogt komen- aan te loopen kan onmogeiykeene behoorlyke, maar moet daar en tegen noodzaaklyk eene onbehoorlyke, uitoeffening van het recht der veiligheid zyn. — Want door zodaanige middelen, 't zy ter verdediging der perfooneele, 't zy der algemeene, veiligheid, ter hand te neemen, als welken de Wet of ont. zegd of verbied ; of door tot dat zelvde einde van zodaanige middelen, als welken, op zig zelven, niet ongeoorloovd nog ongepast zyn, Zig op eenen tyd te bedienen, dat de Wet zulks of verbied of niet gebied, zulks zou natuurlykerwyze kunnen veroorzaaken , of dat gelyktydig zo veele tegen  IL DEBL na BETOOG Van dh BESTE tegen malkanderen ftrydende middelen ter bereking van een en het zelvde einde gebruikt [wierden, als er onderfcheidene begrippen nopens de wyze van de bewaaring, bevoordeling of verdediging, der algemeene en perfoneele veiligheid zouden kunnen plaatz hebben; of, dat de by ce Wet voorgefchreevene middelen niet ter regter tyd en plaatz wierdeh in 't werk gefteld; (of, dat zy door den eenen ter regter, door den anderen weêr ter onregter, tyd, door den eenen hier, door den anderen weêr daar, ter hand genomen , en aldus ennut en kragtloos gemaakt, wierden: — all het welk, nattraiiyker wyze< niets anders > dan de fchroomiykfte wanorde en verwarring, (welke immers, nevens het gebrek aan efficacieufe Wetten, of, zo er zodaanige Wetten voorhanden zyn, dan het gebrek aan derzelver rigoureufe uitvoering, de eenige bronnen enoorzaaken van alle onveiligheid zyn) zou kunnen ten gevolgen hebben. — Met eene ogenbiikkelyke bereidwilligheid damen eenen fievenLeeuwenmoed, de wapenen aan-te-grypen, als de Wet te Wapen ! te Wapen.' roept; maar de zeiven ook weer even zo ogenblikkelyk als Lammeren neder te leggen, wanneer een Wettig bevel .zulks eischt. — Te vliegen naar de plaatz, waar de Wet, of een Wettig Bevel, het Volk ter verdediging of bewaaring van deszehs zegenvolle vryheid en veiligheid roept; maar ook niet ge; wapend te verfcheinen waar de Wet, of een Wettig Bevel, die roepfiem niet hooren laat. —• Zig niet alleen van alle oproerige beweegingen, plun-  REGELING de* VOLKSTEM. 113 II, dsiU plundering, tegenkanting aan, en opftand tegen, de Wetten, maar ook van oprmjing , aanhitzing, en van. ahVat verder tot dat alles direft of indireft zou kunnen aanleiding geeven, zorgvuldiglyk te onthouden; en op oen eerften wenk ter nitMusfing van het afereerfle vonkjen der rustverftooring by der hand te zyn. — Niet te lasteren of te fchelden. — Niemand zyner Medeburgeren daadlyk te mishandelen of te hooflen. — Eerlyk enPeugdelyk te betaalen wat men fchuldig is. Niemand in zyn Recht en Ge- rechtigheid te verkorten. - Nooit of nimmer zyn eigen Rechter te zyn, dan aüeenin die gevallen, in welken de Wet veroorlooya zig van Noodweer. of noodzaaklyke zelv-yerdediging , te mogen bedienen ; maar in alle voorkomende zaaken, ia welke men bétering, of vergoeding, of voldoening, verlangd, alleen tot den voor alle Burgers, zonder onderfcheid van rang ftaat of bezitten onder een welgeordend Beftuur altyd openftaanden weg Rechters den toevlugt te neernen; — ra alzo, — om hier alles onder die twee algemeene Regels,welken tevenshet algemecnRmfnoer der natuurlyke vryheid zyn, in eens uit-te-drukken; -, nimmer iets aan zynen medeburger te doen, 'c welk men niet van hem zou willen gedaan hebben, en, omgekeerd, atl dat gene aan anderen 'te doen , wat men zelv van htm zoude verlangen : — Ziet daar de hoofdtrekken, welken, alle te zamen genomen, ee.ie behoorlyke Uit* oeffening van het recht der vlugheid uitmsaken. 11 Hst  II. deel. 114 BETOOG van de BESTE 4. De 3e-' Het vierde onvervreemdbaar recht van den £%°™ MenSCh m BarSCT is> 20 aIswT gezien hebben, «ing van net Recht des eigendoms. — £n is dat Recht het onver-daar in beftaande, dat eik over zyn Per Kon vreemd ' j Jt baar We Goederen , zyne Inkomflcn-, de Vrugt van recht des zynen .érbeid, en zyne Talenten, vry befchièvoms', keh m%>' de tekoorlyke Uitoeffening van dat watdezel- recht in den Burgerftaat zal dan hter in moeten ve gelegen zyn , dat eik Burger, {wat zynperfoon aanbetreft) het zelve .recht wel tegen een ze^ ker loon voor oenigen tyd verhuuren, en zyne diensten alzo ten behoeve van anderen verbinden, mag ; maar dat niemand zyn perjoon aan anderen verkopen, en gevolglyk 'zyn Recht van Eigendom op zig zeiven geheel ajfiaan, en zig mits dien tot eenen flaav maaken, kan, even zo min als iemand door anderen verkogt of tot een Jiaav gemaakt kan worden; [dewyl het Recht van perfoonlyke Eigendom, zoalswy hebben betoogd, een onvervreemdbaar Rechtis, dat niet afgedaan, noch dr»or anderén zig toegeëigend worden kan; zo dat, niettegenftaande zelfs des wegens al eens een handel mogt aangegaan zyn^dezelve handel nimmer als beftaanbaar, nochte van eenige kragtof waarde, zou kunnen aangezien worden, en dus noch kooper noch verkooper zig daar aan zou behoeven te houden ; omdat zo een handel zou ftrydig zyn met' de onverander, lyke Wetten der Natuur, door den wyzen Schepper eiken Mensch in de ziel gegraveerd, en het in dat geval verkogte en gek*gtegoed, (ket recht van eigendom , naamlyk , op eens anders per. •* 4 > S00N}  REGELING der VOLKSTEM. _iis deeei. sóon) van dien aart zou weezen, dat het onmogelyk kan vervreemd, en dus ook , onmogelyfc kan geleverd, worden. — Gelyk het ook met eene behoorlyke Uïtoeffening van het recht des j EtGENDoMs in eene Burgerlyke Maatfchappy zou ftrydig zyn, indien een lid van dezelve Maatfchappy zyne diensten zou komen te verbinden aan den vyand van den Staat; omdat, gelyk het eene waarheid is, dat één lid vanj 's menfchen lichaam, het lichaam zelv kwetzende, of eenige fchade of nadeel daar aan veroorzaakende of toebrengende, zig daar door aan eenen opftand tegen zig zeiven fcnuldig maakt, en die opftand des te JchulI diger is naar mate de zig zeiven daar door toegebragtekwetzing, fchade of nadeel,grooter is, — het alzo ook eene waErheid is, dat één lid eener Burgerlyke Maatfchappy, door zyne diensten aan derzelve Vyanden te verbinden, en gewapend tegen die Maatfchappy, en dus tegen dat lichaam, waar van hy zelv een lid uitmaakt, op te trekken, daar door tegen zig zeiven opftaat, en welke opftand dan ook deste Jlrafw aar diger is, naar maate hy daar door aan hek maatfchappy elyk lichaam meerder fchade of nadeel heeft toegebragtj of heeft kannen toebrengen: — want, 1 daar het in den Natuurftaat ongawyffeld eene 1 misdaad is, de handen aan zig zeiven teflaan;het ! mes in zyn eigen hart te duuwen; en zig zeiven alzo ten [onder te brengen, of zulks te willen .doen; dewyl elk Mensch tot geluk gefchapenis, rmaar niet om zig zeiven nadeel of fmartaan te doen, ten dus nog veel minder om zig zeiven geheeite H 2 ver*  II. deel. n(S BETOOG van de BESTE. verdrukken en te verdelgen; zo is het ook in den Burgerftaat eene misdaad » tegen die zelvde •Maatfchappy, waar onder men mede behoord , en dus tegen dat algemeen Burgerlyk lichaam, waar van men ^elv een lid is, het zwaard aan te gorden; dezelve ten onder te brengen, of daar toe de hand te leenen; dewyl zulks ftrydig is met dè Maatfchappyelyke Verbindtenis , wier oogmerk geen ander geweest is, dan het Geluk en de veiligheid van allen in 't gemeen, en van elk in 't byzonder, zo veel mogelyk te bevoorderen, en dus nimmer geweest kan zyn, malkanderen fchade of nadeel toetebrengen, veel minder ma1kanderen te vernielen; — zo dat zy, die devyanden der Maatfchappy ten dienfte ftaan, om voor hen tegen den S aat te vegten, niet anders zyn aantezien, dan de Vyanden van den Staat zeiven. Weshalven dan ook alle zodaanige leden eener Eurgerlyke Maatfchappy , welken onder vyandelyke Banieren den fabel aangespen, wel verre van een bskoorfyk gebruik te maaken van het "recht van eigendom 't welk ieder Mensch en Burger ' ' ten aanzien van zyn eigen persoon uitoeffenen mag, integendeel, zig door eene zeer onbehoorlyke Uïtoeffening van dat Recht op de verregaandfte wyze tegen de Maatlehappy vergrypen: — Zo als ook allmede die genen te betragten zyn, welken de belangen van den vyand op eenige andere wyze, 't zy door hen toevoer tc bezorgen van zodaanige behoevten, als welke hy ter uitvoering zyner vyandelyke oogmerken zou mogen Hoodig hebben, of anderzins, tragten te bcguns  REGELING dir VOLKSSTEM 117 II. dedï.. tigen. — Gelyk ook all verder daar voor te houden zyn die genen, welken zig van heimeiyke listen of kunstgreepen zouden mogen bedienen, - ten verdcrve van het Algemeen, en welken door m het donker gefmccdde ontwerpen , door in het verborgen berokkende t'zamenzweeringen, aanhitzingen , opruijingen , of dergelyken, het met Algemeene bewilliging en goedkeuring des Volks gevestigd Staatsgebouw tragten te ondermynen : want, gelyk genen, door zodaanigen hunner goederen, als welken de Vyand van de Maatfchappy ter verdrukking van dezelve zou mogen noodig hebben, aan hem te verkoopen, toe te zenden, ofte laaten toekomen, geen behoorlyk, maar integendeel een onbehoorlyk , gebruik van het recht van eigendom maaken, in zoverre hun dat recht de vrye befchikking hunner goederen toeftaat; zo maaken ook deezen , door hunne verfbndelyke vermogens ter verftooring van de opénbaare rust, en dus ten zodaanigen nadeele van het Gemeenebest, als het welk zomtycs deszelvs.geheelen ondergang zou kunnen tengevolge hebben, aantewenden, een even zo onbehoorlyk gebruik van dat zelvde recht , voor zo verre dat Recht van den Mensch en Burger de vrye befchikking over zyne gedagten, denkbeelden , vernuft , oordeel , vebstand en geest, van ajle welke ziels-vermogens hy de eenige vrye Eigenaar en Bezitter is, tockend. — Zo ais het alimede een onbehoorlyk gebruik, of eene onbehoorlykc uïtoeffening, van dat recht van eigendom is, 't welk eiken Mensch en Burger tot den H 3 vry en  II. deel» n2 BETOOG van de BESTE vryen mester van zyne denkbeelden en gedag-. ten maakt, indien men, door oproerige gefprekken of openbaare gefchriften, de onge..uime driften in de kalme gemoederen van ftille en goede Burgers tragt te ontvlammen, of indien men, door •die zelvde boozaartige middelen, ongunftige gevoelens ten aanzien van he: wettig Beduur,zonder eenen allezins genoegzaamen grond, dervreedige Gemeente inblaazt; daar door den Vertegenwoordigers des Volks het hoogstnoodig Vertrouwen , benevens die Achting en Liefde, zonder welken alle hunne werkzaamheden zonder klem, alle hunne pogingen zonder vrugt, zyn, onttrekt; -— of dezelven verguizt, befpot of be- i fchimpt, of op eenigerhande wyze in een haatlyk of befpottelyk daglicht field ; omdat men door dat alles de Openbaare Rust, en dus ook de algemeene veiligheid , om welke te verzekeren de Maatfchappyelyke verbindtenis is aangegaan , in gevaar brengt. —Gelyk het ook all een fchandelyk misbruik of eene onbehoorlyke uitoeffening van de vrye befchikking is die elk Mensch en Burger over zyne gedagtbn en denkbeelden heeft, — indien men mondelyk of fchriftelyk de \ Eer en Goeden Naam van zynen Medeburger aanrand, en hem beleedigd; — omdat men hem daar door in dat recht van particuliere veiligheid benadeeld, 't welk hy ter verzekering van het ongeftoord genot zo wel van zyne eer , die elk edelmoedig Burger niet liever dan zyn léven verliezen wil ,— als van zyn persoon en goederen , mag inroe* pen. — Dat — dat kan alleen eene behoorlyke Uit-  REGELING der VOLKSTEM. 119 II deel. Uïtoeffening van het een of ander der onvervreemdbaare rechten van den Mensch en Burger zyn, 't welk tegen de behoorlyke Uïtoeffening vungeén van de overigen dier rechten aanloopt: — en derhalven zal dan door eene behoorlyke uitoêffening van het recht des eigendoms in den Burgerftaat niets anders kunnen verdaan worden , dan die Magt, welke elk Burger heeft, om , met betrekking tot zyn persoon, zig zeiven voor eenen tyd te Verbinden tot alle zodaanige diensten , als met de waarde van den Mensch en des zelvs dier baar e vryheid beflaanbaar ,zvn , en zulks aan wien hy goedvind of verkiezt, alleen met uitzondering van de Vyanden zynes Vaderlands, — en op zodaanige billyke conditiën, als hy ten zynen meesten voordeele zal kunnen bedingen; om, vervolgends, met opzigt tot de vi.rmogens van zynen geest (zyne denkbeelden en gedagten , naamlyk,) daar van zódaanig vry en ongefloord gebruikte mogen maaken, als nochte voor de Publieke Rust in eenig opzigt gevaarlyk, nochte voor de overige algemeene Belangen van den Staat nadeelig, nochte voor zynen medeburger beleedigende, of aan deszelvs geluk of bevoordering fchadelyk, zou kunnen zyn; en om, eindelyk, over zyne goederen , zo onroerende als roerende, zódaanig overëenkomftig de Wetten, (dat is met behoorlyke betaaling van 's Lands Gerechtigheden , als, wegens den overdragt, den koop of verkoop, van het een of ander goed, by de Wet mogten zyn bepaald) te befchikken, als hy goedvind; fl 4 mits  H. deel. Iio BETOOG van de BESTS mits 'hy zig getrouwelyk wachte van zulke goederen , welken den openbaaren Vyand van den Staat tn de uitvoering van zyne vyandelyke oogmerken tegen de Maatfchappy op eenigerhande •wyze van nut of dienst zouden kunnen zyn , onder welken Titel, of onder welk voorviendzel ook, aan den zeiven over-te-brengen, te vervoeren of te doen vervoeren; — en mits hy zig. daarenboven ook nog alleenlyk onthoude van zodaanige roekelooze en rampzaalige Verkwisting en Doorbrenging zyner goederen, als welke eerlang zyn eigen bederven ondergang zou. moeten ten gevolgen hebben, en waar tegen, in. alle vselgeordende Burger [laaten, voor die genen , welken op den ongelukkigen Doorbrenger of Verkwister de naaste betrekking hebben, altoos tot deszelvs betering gefchikte middelen by der hand zyn. —.« s, j> En wat nu eindelyk het vyfde onvervreemd- bmioorlyke^^ recht van den Mensch , naamlyk het recht mtoeffe- J ti'tng van van tegenstand aan verdrukking» aanbetreft;hethet onver- zelve isin de daad voor eene Burgerlyke Maatfchap^baa™*" P>' van ^at ontberékenbaar gewigt, dat niet alleen recht eencbehoorlyke UitoefFening van het zelve met recht van te- kan wor<3en gezegd de ftevigfte Schutsmuur, het genstand " " ° aan ver- ilerkfte Bolwerk, de onverwinnelykfte Schans, voor druk- eene waare en wyslyk bepaalde vryheid te zyn; •waar in ma'ir dat ook, aan den anderen kant, deszelvs ie zelve qr.behoorlyke UitoefFening met even zo veel rechts iejlaat. ^ gezegd worden de jammervolle bron van wanorde en verwarring, en van geduurig-wankelende onbeftendigheid in het Staatibeftuur, of een ge« g*aa-  REGELING der VOLKSTEM. iai Iloïsn. baande weg voor griikge Wispelturigheid, voor bedilzieke Ontevredenheid, en voor een moedwillig- opgevat wantrouwen, te weezen, om door der zeiver invloed den beftïngerigten Regeringsvorm bynaar dagelyks op deszelvs grondflagen te doen waggelen , of de braavde, getrouwde, en welmeenendde, Bewindsmannen zo nietonfchuldig op het. moordfchavot geflecpt, dan te minden met ftnaad en verguizing overlaaden , en eindelyk, gansch onverdiend , hunner rustlooze zorgen ten loon, uit hunne met lof bekleedde posten verftooten.ie zien. — Om nu,aan den eenen kant, de onfcha'baare voordeden , welken eene behoorlyke Uïtoeffening van het recht van tegenstand aan verdrukking den Vqlke aanbrengt, te kunnen deelagtig worden, en tevens, aan den anderen kant, de fchroomlyke rampen, welke'eene onbehoorlyke UitoefFening van het zelve recht aan eene Burgerlyke Maatfchappy zou moeten veroorzaaken, te kunnen voorkomen, zal niets noodzaaklyker zyn dan, op deduidelykde.de klaarde en onderfcheidelykde, wyze, te bepaalen, wsar inde behoorke UitoerTening van dar recht beda;.:,- wyl van die bepaalitig het goed of kwaad gehmik, 't welk daar van zou kunnen worden gemaakt, alleenlyk afhangt. — Het recht van tegenstand aan verdrukking bedaat, zo als wy gezien hebben, in de Magt, die elk Mensch heeft, en elk Burger behoord te hebben, om zig tegen alle willekeurig Gezag, Dwinglandy, Geweld, en Overheerfching, te mogen verzetten. Maar is nu alles WiliekeuH 5 nz  II. deel." 122 BETOOG Va» de BESTE rig Gezag, Dwinglandy, Geweld, en Overheer fching > waar aan niet zelden een van dienaamen, ^'en dus ook den naam van Verdrukking, gegeeyen wor<$? — Neen zeker.' — maar al te vaak boord men het rechtvaardigde, het met de Wet ov-ereeskomftigfte, Gezag met den haatlyken bynaam van Willekeurig > — de gematigdfte uit-, oeffening eener Wettige Magt met den naam van Dwinglandy, — kragtdaadige tevens en noodzaaklyke maatregelen met den naam van <3tweld% — en de biliykfte en zagtfte Burger - regering met dien van Overheerfching, beflempelen door hun , welken het in het een of ander opzigt ''niet zo naar hunnen wil hebben, als hunne ligtzinnige en onberedeneerde verwagting hun had beloovd en toegezegd, of omdat zy: niet zien gebeuren all degene, waarmede zy, even zo dwaazelyk als onbezuizd, zig vooraf gekitteld hadden. — Inde daad; indien elke flap van het Gouvernement, die aan allen niet even zeer behaagd, alleen daarom, omdat de zelve misnoegden vind, voor eene daad var, verdrukking zou moogen doorgaan; welk Regent, welk Bewindsman, welk Volksvertegenwoordiger, zou dan in ftaat zyn, om de Magt, waar mede hy bekleed is, behoorlyk uitte oeffenen» zonder zig aan verdrurking fchuldig te maaken ? — Welk Gouvernement- zou men zig dan verbeelden kunnen, 't welk niet elk ogenblik aan tegenstand aan verdrukking , en dus ook aan die fchrik. baarende toneelen, welken gemeenlyk daar aan verknogt nyn, zou zyn blootgefleld ? ■' - : v. h 03  REGELING der VOLKSTEM. 113 lUmzÜ Hoe ligt immers kunnen de beste maatregelen * de welmenendfce befiuiten, — maatregelen en befiuiren , welken Wysheid, Voorzigjigheid, en Zugt voor Goede Orde zomtyds noodzaaklyk maaken! — hoe ligt, zeg ik, kunnen zodaanige maatregelen en befiuiten uit een valfch oogpunt befchouwd > en aan verkeerde oogmerken toegefchreeven, worden J4— Hoe ligt kan' de meefter■lykfte-trekvan fchrander Staats-beleid , alleen door gebrek aan Doorzigt, aan de noodige Kennis en Bezadigheid van- Geest, welken immers drie neodzaaklyke Verëischten zyn, om over alle on. derwerpen in 't gemeen, en in 't byzonder over Staats-zaaken, wel te kunnen oordeelen, —by zommigen een zéker misnoegen verwekken? — Dat misnoegen is nu de wezenlyke oorzaak,waar. om men niet zelden de getrouwfte en Vaderlandlievendfte pogingen van het Beftuur als Willekeurig, Dwangzugtig, Gewelddaadig, Overheerfchend, en dus verdrukkend , brandmerkt, en uitfc'ireeuwd: — Dat misnoegen is de eerfte waare grond van tegenstand . aan het Gouver" nament; en wie is er, die het zelve misnoegen, flegts in één enkel geval, by allen zal kun» voorkomen? - Wie is er, die in ftaat is het allen naar den zin te maaken»• Immers,- ne yu> piter quidem omnibusl — En wanneer dan ee. ne onvergenoegde menigte, alles naar haare hersfenfchimiTiige begrippen willende doordringen, maar aanftonds tegen het Wettig Beftuur zou mogen opftaan, onder den naam van tegenstand aan verdrukking te bieden ; welk Beftuur zou dan één  U. deel. 124 BETOOG van de BESTE één ogenblik langer veilig zyn, dan eene zodaanige misvergenoegde menigte het zoude mogen gelusten het zelve op het lyv te vallen; — door onbetaamlyke voorftellen, onbelchaamde vraagen, en onbefchofte vorderingen, daadlyk, alien Eerbied aan het zelve to ontzeggen; — het zelve 0penlyk te befehuldigen, te befpotten, te verguizen , aftezetten , en te mishandelen ; en dat alles onder den fchoonen naam van als moedige Bataven , als onverfchrokkene Vryheidszooncn, onzen vryen grond van gevloekte Dwinglanden, van fnoode Ariftocraten, te zuiveren , en aan verduik* kïng , aan willekeurig gezag en overheersching, heldhaftig het hoofd te bieden? — Weik Beftuur» vraag ik andermaal, zou, waar dat alles onder den naam van tegenstand te doen «ra» verdrukking zou mogen plaatz hebben, één oogenbiik langer kunnen ftaandeblyven , dan eene zodaanige gansch zonder grond of oorzaak misnoegde mem'grezou mogen goedvinden het zelve omver te werpen, en te verwoesten? — En uit dat alles zal men nu, zo Ik vertrouwe, met het lévendigft bezef gevoelen, dat, zal het Gouvernement niet geduuriglyk aan eene befchuldiging van verdrukking, en dus ook aan tegenstand, zyn blootgefteld, het van de uiterfte — de allerititerfte, Noodzaaklykheid is, zó kiaar cn duidelykhet geval ta bepaalen, waar in met grond mag worden gezegd verdrukking plaatz te hebben, en waarin gevolglyk dan ook, — alleen,— tegenstand te pas komen kan, -—datgeene de allerminftetwyffeling deswegens by het Volk kan overblyven. i'aar  REGELING der VOLKSTEM. 123 IJ. deel» Maar! Is zulks nu van de onvermydelyk- fle Noodzaaklykheid aan de zyde van het Gouvernement ; het is ook van geene mindere Noodzaaklykheid aan den kant van het Volk: — M'anr, even zo ligt als het Volk, door opruijing, aanhitzing, onkunde, misverftand, vooringenomenheid , opgevat wantrouwen, drift, of anderzins, vervoerd jen aangevuurd, onder den naam van tegenstand aan verdrukking tegen des zelvs Wettige Vertegenwoordigers zonder grond opftaan, en alle banden van fchuldigenEerbied Gehoorzaamheid en Giulenverping losrukken, kan; even zo ligt heeft de ondervinding van r.lle tyden geleerd, dat ook het GouycrnPmcnt in ftaat is om, alhoewel de blykbaarfte Willekeurigheid in het Beftuur, de ondraagiykfte Overhecrfching, en dus de vernederendfte verdrukking', werklyk plaatz had, de zelve echter., onder allerhande fchitterende benaamingen, met zulke blinkende verwen optefmukken , als ..of [deszelvs adminiftratic allezins voor God en ÏV'enfchen verartwoordelyk ware, ja zelfs lof verdiaudc , en alzo de rechtmaatigfte befchuldiging van verdrukking .fchoort op de wézenlykfte gronden rustende, kunftiglyk te ontduiken. En waar komt zulks van daan? Men heeft tot dus verre alleen de bloote woorden van Willekeurig Gezag, van Dwinglandy, van Overheerfching, en die van verdrukking, gebeezigd, zonder door eene naauwkeurige be> paaling te zyn in ftaat gefield van te kunnen weeten, welke denkbeelden men aan die woorden moet hegten, en op welk» gevallen zy dus At-  U. deel, 126 B ET OOG vam de BESTÉ alleen van behoorlyke appliatie kunnen gemaakt worden; — zo dat elk met die woorden kan fpeelen naar zyn welgevallen, even zö als men met de woorden Volks-Vergadering, Volkftem^ Souverainiteit des Volks, Invloed des Volks, en wat dergeJyken meer zyn , nog dagelyks fpeelt, op eene wyze, dat het waaragtig fchande voor het Volk, fchande voor het Beftuur, is. — Het ftaat derhalven onwrikbaar vast; het GEVAL van verdrukking moet ten duidelykften bepaald worden. Maar hoe zulks nu te doen? — Indien men hier alles, wat ter materie dienende is, in bedaarde en onpartydige overweging neeme, zal men ongetwyffeld zig gedrongen vinden om te avoueeren , dat de juiste grenzen van* een rechtvaardig Beftuur, en dus ook het geval, waar in hetzelve tot Overheerfching, en dus, verdrukking, oVerflaat, niet anders kunnen worden gekend, dan ui: zodaanige Wetten, welke Grondwetten van Staat genoemd , en in Natuurlyke, en Bedongen ne, Grondwetten onderfcheiden, worden; en waar in noodwendig de fcheiding van het fiurgerlyk Opperwind zö naauwkèurig word afgepaald, dat, wanner men die Grondwetten overtreed s aanftonds het geval van Overheerfching, en voorts van all dat gene, waar door ook nog daar en boven verdrukking kan worden uitgeoeffend , daar is; en dus ook het geval , 't welk eenen kragtdadigcn tegenstand dan die verdrukking allezins billykt en regtvaardigd. — En alhoewel nu in alle Burgermaatfchappyen geene Bedongéne Grondwetten m Cdat  REGELING der VOLKSTEM. 127 II. DEgt/ (dat is zodaanige, welke de Opperbeftuurërs by derzei ver aanftelling plechtiglyk moeten bezweeren,) gevonden worden 4 zo is er echter geen Burgerftaat in het ganfche Waereldsróud, welke, alhoewel er al gene bedongene Grondwetten in mogten voorhanden zyn, evenwel niet altoos moet worden vooronderfteld op Grond/lagen van natuurlyke Billykheid gevestigd te zyn; — en deeze Grondjlagen zyn het dan ook, welken, aldaar, tot Grondvmten van Staat verftrekken en in welker overtreeding derhajven de verdrukking des Volks gelegen is.- — zoals deStaaten deezer vereenigde Nederlanden dan ook in den Jaare 1581 alleen oP die Grondflagen van natuurlyke Biilykheid gebouwd hebben derzelver peremptoire rechtvaardiging van dien Idoekmoedigen, dien groctfehen, maar ook tevens dien alkrbillykften, flap, waar-by zy den koning Fi. lips den Hden van de Heerfchappy van dezelve landen hebben vervallen verklaard; voerende gemelde Staaten in derzelver bekend Placaat van 26 Juny van den voorfchreeven Jaare onder an. deren deeze navolgende met de onvervreemdbaare Rechten van den Mensch en Burger allezins ever. eenkomftige Grondregels van het Natuurlyk Staats- recht ter juftincatie der afzweeringe des voor. noemden konings aan: _ „ dat een prins va» „ den lande van Gode gefteid is tot hoofd over „ zyne onderzaaten , om' dezelven te bewaaren „ en te befchermen van alle ongelyk, overlast „ en geweld, gelyk een herder tot' bewaaring „ van zyne * hepen t dat de onderzaaten s, niet  ÏI» DSEfc. isS BETOOG van de BESTE i, niet zyn van Gode gelchapen tot behoef van ,; denprtnfe, om hem in alles, wat hy be„ veelt, het zy godlyk of ongodlyk , recht ofte „ onrecht, onderdang te wezen , en als slaa« „ ven te dienen; maar dat de prinfë is om der ,, onderzaaten wille, zonder welken hy geen „ prins is: om dezelven met recht en redenen „ te regeeren, voor te flaan en lief te hebben , „ als een vader zyne kinderen, en een herder >, zyne fchaapen, die zyn lyf ende leven zet, om ,» dezelven te bewaaren: en dat, wanneer n hy zulks niet doet, Kaar, in (lede van zyne ,, onderzaaten te beichermen, dezelven zoekt te „ verdrukken, te overlasten, hunne Vryheid, &c. „ te beneemen, en hen te gebieden en te ge* „ bruiken als zyne flaaven ; hy, fin dat geval] „ niet voor een prins, . maar voor een tyran , „ moet gehouden , en overzulks naar recht en reden» ten minsten van zyne onderzaaten, voor » geen Prins meer erkend> maar verlaaten, en „ een ander in zyne plaatz ter befcherming van », hun lieden tot overhoofd, zonder misbruik , „ gekozen worden." — En in zódaanig eenen vry en Burgerftaat» alwaar by geene bedongene Grondwetten eenige nadere bepaaüng nopens de grenzen van het Opperbewind mogt gemaakt zyn > en één der in de voorfchreeve alleguatie vervatte Natuurlyke Grondregels van Staat mogt worden met voeten getreeden, daar is het, dat het mishandeld Volk, in dat geval, met grond en met recht, zig over Willekeurig Gezag,Overheerfching , Dwinglandy, en dus over verdrukking,  t REGELING der. VOLKSTEM, isg II. deel. king , beklaagen, en zig met «11e kragt daar tegen verzetten, mag. Doch, alhoewel het Jderhalven uit het reeds geavanceerde misfchien zou kunnen fchynen, dat, m alle gevallen, de Natuurlyke Grondwetten zouden genoegzaam zyn, om de grenzfcheiding van het Opperbewind behoorlyk afteperken; zo kan ik echter niet vertrouwen, dat men , ter goeder trouwe, zal willen ontkennen, dat de Uitdrukkelyke Voorwaarden, op welken de Opperftemagt door hetVolkaan deszelvs wettige Vertegenwoordigers is afgeftaan en overgedragen geworden, in klaare en duidelyke Grondwetten gefchreeven te vinden, oneindig zékerè'r voor de dierbaare vryheid en veiligheid der goede Burgers is. — Dan, hoedaanig men die Voorwaarden ook zou mogen willen ingerigt hebben, ik durv my toch zeer gerust verzekerd houden, dat, indien men met een oog van Wysheid gelievd te letten op alles, waar op in deezen te letten ftaat, en men zo wel, aan ' den eenen kar.t, in aanfchouw neemt de Eigenfchappen en Verëischten van een Welgeordend Beftuur, als, aan den anderen kant, de 'behoortyke UitoefFening der onvervreemdbaare rechten yan den Mensch en Burger, — indien men, zeg ik, op dat een en ander zynen aandagtgevestigd houd, durv ik my gerust verzekerd houden, dat, hoedaanig men de Voorwaarden van den Overdra°t der Opperfte Magt aan Vertegenwoordigers des Volks ook zou mogen willen bepaald hebben, jnen toch altoos zal genoodzaakt, zyn, om ein- i delyk toe te (temmen, dat, by die Overdragt, het 1 Volk  II. dekl. iso BETOOG van de BESTE Volk niet andersaan zig behouden kan, dan ds vrye uitoefening van die daad van Souverainiteit, -waar door het Volk zelv van Jaar tot Jaar deszelvs Vertegenwoordigers, of Bewindsmannen, verkiezt, enten' zeiven tyde, ter vervulling van eenige zodaanige publieke knipten , {als dan of openj?aande,qf zullende vaceeren) by welker be~ kleeding- het Volk een Jigemeen belang heeft, de gefchiktjle Perfoonen benoemd; als meiede magt, om eene Acte van Conflitutie te mogen goed-of afkeuren, aanneemen ofverwerpen;ex\ gevolglyk de magt, om aan zodaanige /Z&e kragt van wet te geeven, en tot eene grondwet van staat te maaken; en eindelyk nog de magt, om, indien in dezelve Grondwet den Beftuur-ërs der algemeene Volks belangen niet mogt opgelegd zyn de Verpligting van Jaarlyks door 'den druk gemeen te maaken eene behoorlyke Verantwoording hun. tier gehouden 4dmini#ratie,en fpeciaallyk eene naauwkeurige ofgavt van den ontvangt der ' Maatfchappyelyke Inkomften, en van het gebruik, Hwelk daar van is gemaakt geworden; om, ze°- ik, als DfcN, dtnOpperbewindsmannendeS Volks ais Verantwoording te mogen afvorderen; — terwyl echter gemelde Verpligting, mynes inziens, niet geheel onnoodig in eeneGrond- wet zon kunnen worden geinfereerd. All- wat men aaii o> zyde van het Gouvernement, buiten en behalven de voorfchreevene bepaalde daadenvan Souverainiteit, by de Overdragt van de zélve Souverainiteit aan Volks- Beftuurërs nog daar en boven aan het Volk zou willen toekennen, zal  REGELING de*. VOLKSTEM. ijj If. piel, zal hy, die hier alles naauwkeurig overweegt, aanftonds gewaar worden méér te zyn, dan de Eigenfchappen en Verëischten van een Welgeordend Beduur'kunnenlyden; en ailwatmen , aan den kant des Volks, méér, dan die voorfcllree» vene daaden van Souverainiteit, aan zig zou willen behouden. Zal even zo fpoedig door hem, die hier alles naauwkeurig overweegt, befpeurd Worden méér te zyn, dan in eene w33 ingerigte Burgermaatfehappy met eene behoorlyke UitoefFening van de onvervreemdbaars rechten des Volks beftaanbaar is. - Iet het allcrgeringde aan het Volk méér te willen toekennen , kan onmogelyk ter goeder trouwe gehandeld zyn; wyl men daar door méér aan het Volk toekennen zoude, dan het in daat zou weezen 'te genieten. — Iet het allerminde door het Volk méér te willen behouden, kan, even zo onmogelyk, ter goeder Trouwe gehandeld zyn; wyl men daar door méér zou willen behouden, dan men in daat zou zyn, overëenkomftig een welgeordend Beduur, uitteoeffenen ; —• en alzo zou flegts het allergeringda, 't welk in de uitoefening der Souverainiteit méér, dan-de voorfchreevene poinSen, aan het Volk zou mogen willen toegekend, of door het Volk aan zig zou mogen willen behouden, worden, niet anders zyn, dan zowel het een, als het ander, op losfe fchroeven te ftellen ;< dagelyks aan wanorde en verwarring de akelige deur wagenwyd open te zetten; dagelyks de Maatfchappy zelve op haare eigen grondflagen te doen zuizeien : dagelyks den vraatigen kuil dèsverdem en onder1 3 gangs  JI vtzh, 132 BETOOG van de BESTE gangs te willen bereid en gereed zien, om haar, mogelyk voor altoos, onbarmhartig in te (lokken. — Én de Iranfche Natie, wier Wysheid en Voorzigtigheid door Ondervinding zyn groot gewoi* den, en die ia geen opzigt méér, dan in het vestigen van eenen waanyk-vryen Burgerftaat, ons tot een Voorbeeld van navolging, tor eene WegWysfter en Leermeesteresfe, vei'ftrekken kan; — die Natie is het, dieby haare laatfte Grondwetten van Staat voor all niet meer, dan het gene de voorfchrecvene poincten behelzt, aan zig behouden heeft, — en waar op ik dus meene in dit geval my vry-veilig te mogen beroepen, — Men zie des wegens de. gemelde Franfche Grondwetten Tit: III art. 26, 2.7, 29 e" 3° 5 Tit, IV art. 37, 41, en 43: — en Tit. Vif. art. 200. Dan , het zy hier mede hoe het wil; dat zal toch altoos eene onwederfprecklyke Waarheid, of een vaste en zekere] regel, blyven moeten, dat, zo lang aan den kant van het Gouvernement de Grondwetten van Staat, 't zy het Natuurlyke, 't zy het Geconditioneerde, Grondwetten zyn, niet zyn vertreeden of gefehonden geworden, en zo lang die fchending of vertreding niet ten allerklaarften beweezen is, geene de minfte tegenstand aan het Beftuur, 't zy onder den naam van tegenstand aan verdrukking , of onder welken anderen naam, of oneer welkvoorwendze], het ook zou mogen waezen, door het Volk kan uitgeoeffend worden : — Zo dat eene belioorlyke uïtoeffening van het voorfchreven recht van tegenstand aan verdrukking noodzaaklyk moet  REGELING der VOLKSTEM. 133 II. DEEtg moet medebrengen, dat het Volk, daar tegen over, wel degelyk onder de allerbillykfte verpligting ligge van de fchuldige Gehoorzaamheid en Onderwerping aan het Wettig Beduur niet uit het oog te verliezen ; het zo hoogst noodig Vertrouwen niet aan het zelve te onttrekken ; het ze've eenen gepasten Eerbied te bewyzen, en de vereisfche Liefde en Hoogachting toe te draagen ; —alles tot zo lang, totaat de spreekende bewyzen eener openbaare fchending of vertreding der Grondwetten van den Staat voor handen zyn. Nu zoude my vervolgens, ter verdere voldoeninge aan myn gemaakt Ontwerp, te onderzoeken ftaan: hoe de Stem des volks, overëenkomftig c. Hee die behoorlyke uitoefening der onver- ddees vreemdbaare Rechten van den Mensch overeenin aenen Burgerftaat, welke ik by elkllTfofde' dier Rechten afzonderlyk heb betoogd Beho°r(y 11 i7,,. ke Uitoef- alleen eene behotrlyke uïtoeffening fazrfenïng der van te kunnen zyn, zou kunnen en ZZZd- ' moeten uitgebragt worden: — baar* Rechten dan; daar het overeenkomftige van het uitbren- van de* gen der Volkftem met eene behoorlyke uïtoeffening fa„*SC^ 'n van de Rechten van den Mensch en Burger enkel nioet uiten alleen kan gelegen zyn in alldat geene, w.at forten in die behoorlyke uïtoeffening zetve beftaat > en ik dus, in het onderzoek van het overeenkomftige der Volkftem met de behoorlyke uitoeffening der  / II. ceel. IJ4 BETOOG van be BESTE der onvervreemdbaare Rechten van den Mensch en Burger , noodzaaklyk zou moeten herhaalenall wat ik reeds ten aanzien van die behoorlyke uit* oefening zelve aangevoerd en betoogd heb; zo heb ik gemeend, ten einde die verveelcnde en lastige herhaaling voor te komen» hier alles korf ■ lyk in deezen algemeenen Regel te kunnen t' zamentrekken, naamlyk; dat alleen die Volkftem kan gezegd worden overeenkom/lig eene behoorlyke uïtoeffening der onvervreemdbaare Rechtenvan den Mensch in eenen Burger'ftaat te zy/z uitgebragt, welke is uitgebragt geworden overëenkomftig alldat gene > waar in ik betoogd heb dat die behoorlyke uitoefening van elk di< r Rechten in V byzonder beflaat, en dtfs overeenkom- Jlig alldat gene, waar in de behoorlyke uitoefening van alle die Rechten te zamen, en in con» creto befchouwd, gelegen is; — warr medejk vertiouwe het verder onderzoek deswegens , uit het reeds verhandelde , aan de oplettenheid der geëerde Leezsren van dit myn Betoog nu wel te mogen overiaten. Dus gezien hebbende, wat een Welgeordend Overgang tot het Beftuur zy: — Welke de Verëischten zyn van een III. .deel, zódaanig. Beftuur: — HoeJar.ig de Stem des Volks of het Be- . „ ,. ,T . , toon; van overëenkomftig die Verëischten zou moeten wor- de beste den uitgebragt: — Welke de onvervreemdbaare 'waar'op ^caltn van deIÏ Mensch zyn; — Waar in derhet Volk zeiver behoorlyke Uïtoeffening in eene Burgerj7erdaJn' maat^aPPy heftaat; — en eindelyk, hoe de overeen- Sem des Volks, overëenkomftig die behoorlyke komfttg UitocTenifig van de zelve Rechten, zou moeten dat een en uit  REGELING dik VOLKSTEM. 135 III-deel. jiirgebraet worden; — zo zal ik nu kunnen over- ander ,cn< ° REGELDea gaan te bewogen: spoedi» Weike de beste wyze zy, -Marop het ^**j'*wZ'^ w« Amfterdam, ovcreenkomjlig de Ver- £ ••nnen ttschten van een welgeordend Beftuur, aan uitbrenden eenen, en tevens overëenkomftig deSen' behoorlyke Uitoefening der onvervreemdbaare Rechten van den Mensch in eenen Burgerftaat, aan den anderen, kant, des reiys Ste/i GERéGSLD en spoedig zal kunnen uitbrmgen. En om in de behandeling van dit ftuk wederom met orde te werkte gaan , zal ik hier onderzoeken ; voor eerst : op weike wyze het Volk van jimfterdtim niet , en op welke wyze het al , des zelvs Stem » overeenkom/lig als boven , gerógeld en spoedig zal kunnen uitbrengen. ■ Om dan, ten tweeden, even als tot eene proef op de fom, te bewogen, dat die door my op' gegeeve wyze in de dvad de beste is. Belangende het eerste poinct; deswegens zal ik doen zien» eerst, op welke wyze zulks niet, en daarna t ' ten tweeaen, hoe zulks al, zal kunnen gefchieden. En hier zal dan al aanftonds confeeeren, dat A de Stem van het Volk van Amfterdam niet op zulks, 0de verëischte wyze kan worden uitgebragt door Vf^V!" I 4 zo. °m' 'S  III. deel.isS BETOOG r 4 * Dtt BESTE boven, , ir.f«NiET z°aaamge Wyk-Vergaderingen, als nog adueel gefchieden binnen deeze Stad plaatz hebben. — Immers. kan; en h ... . wel.i.7j0(faiüoe^ei lk niet wil ontveinzen ten vollen overmsT, reed te zyn, dat die Vergaderingen, in het revolutionair moment der gezegende;en hoogstgelukkige omkeering van zaaken, met de Vaderland-en Vryheid-hevendfte, en dus met de allerbeste en loflykfte, oogmerken zyn aangevangen; zo meen ik echter ook niet te mogen verbergen, dat ik my even zo volkomen verzekerd houde, dat geen verftandig en bezaadigd man, terfgoeder trouwe, zal willen beweeren, dat gemelde Vergaderingen met de Verëischten van een weigeordend Beftuur kunnen overeengeóragt worden; daar dezelve Vergaderingen, meteen onzydig oog befchouwd wordende, niet anders dan, Cen dit is juist dat wanftaUige, 't welk, volgends - het waar, en wyz, Oogmerk der Vertegenwoordigers van het Volk van Amfterdam , by derzeJver meergemelde Notificatie van 28 Augustus!. 1. ten duidelyklien gemanifesteerd, — in het uitbrengen eener Volkftem op het allerzorgvuldigfte moet vermeid worden) niet fanders, zeg ik» dan als eene Regeering in eene Regeering, of eene Reprefentatie in eene Reprejentatie , kun' nen aangezien worden: — en men behoevdalleen maar op de Inrigting van gemelde Vergaderingen eenen enkelen blik te fiaan, om daar van, overtuigd te zyn. Wat toch is de Inrigting der Byzondere Wykvergadcringen deezer ftad, met |derzelver Algemeene Vergadering te zamen genomen, wat toch is  REGELING de* VOLKSTEM. 13? III, deel, is die Inrigting and ers, als bynaar even die zelvde Regeerings-vorm, welke in deeze Provincie, plaatz heeft ? — Even zo als immers de Steden , binnen dit Gewest, derzelver Afgevaardigden ter. vergadering der Staaten, ofte der Vertegenwoordigers des ganfchen Volks van Holland , afzenden ; zo zend ooic elke Wykvergadering haare. Gecommitteerden ter Algemeene Vergadering der Wyken. — Even zo, als door de Afgevaardigden der Steden het befluit der reprefentative Vergadering hunner Stad, dat is, de .dlgemeene wil van het Volk of de Gemeente hunner Stad, ter Vergadering der provinciale Reprefentanten worduitgebragt; even zo brengen immers ook de Gecommitteerden uit elke Wykvergadering het be. fluitj of den wil, van dezelve Vergadering uit ter Algemeene Vergadering der Wyken. —Even zo ais ter Vergadering van Holland door de Afgevaardigden der Steden deeze en genepoincten van deliberatie overgenomen en aan derzelver Committenten gecommuniceerd, worden; even zo neemen immers ook de Gecommitteerden van ejke Wykvergadering ter Algemeene Vergadering der Wyken tot dat zelvde einde eenige poincten van deliberatie over. — En eindelyk, om niets meer aantevoeren-, even zo als ter Vergadering van Holland by de meerderheid van de ftemmen der Steden , en plaatzen, uit welker Gedeputeerden dezelve Vergadering tans is gecompofeerd, het be/luit genomen, en dat befluit als dan voor den Algemeenen wil des Volks gehouden , word; even zo word immers ook, ter Algemeene Ver1 S , ga-  21. deel. 138 BETOOG van de BEST! gadering der Wyken , Wyk voor Wyk geftemd; even zo maakt de Meerderheid der Wyken er ook het beftuit; en even zo word dat bejlziit dan ook gehouden voor den algemeenen wil van alle die Burgers, welken alle die Vergaderingen, te zamen genomen, uitmaaken. — En wanneer men nu nog daar en boven in aanmerking neemt, dat wegens de Vergaderingen deezer ftad ook nog wederom Gedeputeerden , of Gecommitteerden» ter zogenaamde Centrale Vergadering in 's Hage gezonden zyn ; dan zullen de Wykvergaderingen deezer Stad, buiten en behalven dat zy aan en voor zig reeds den vorm van het beftuur deezer Provincie uitmaaken,nog daar en boven de gedaante vantot een Bondgenoodfchappelyk Bewind te behooren aanneemcn ;en welk eerlyk en verftandig Man is er, die dat alles ziet, weet, kend, en ondervind , en dan nog zal in ftaat zyn, ter goeder trouwe te beweeren, dat eene zodaanige onwettige Inrigting niet een diergelyk» en op de zelvde wyze in beweging gebragt wordend, Staats' werktuig, als het wettig Staats -werktuig van deeze Provincie, ja van het geheele Bondgenoodfchap der zeven Gewesten en geasfocieerde Landfchap^ pen, is ? — Welk eerlyk en verftandig Man is er, vraag ik andermaal, die, ter goeder trouwe, zal kunnen beweeren» dat eene zodaanige onwettige Inrigting geen Ryk in een Ryk» geen Rad in een Rad, geene Regeering in eene Regeering, geene Reprefentatie in eene Reprefentatie is ? "Hier tegen kan geenzins gelden, dat meergemelde Vergaderingen geen oogmerk hebben zou-  REGELING der VOLKSTEM. 139 ffl. deel» zouden, van te willen deel hebben aan het Gouvernement; dat zy enkel en alleen Voorfleïïen, Vcrzoeken , en Erinneringsn willen doen, en voor 't overige flegts, een oog willen in 't zy/ houden: — Want, wat het doen van Erinneringen, Verzoeken en Voorfic/len, aanbetreft, begrypt men van zeiven, dat eik Burger en Ingezeeten daar roe bevoegd, en dat, gevolglyk, zulk een ombrageufe en majestueufe toefteldaar toe geenzins noodig, is. En wat het zogenaamd oog in 't zy/ houden aangaat, zal men , zo ik vertrouw , riet minder van zeiven gevoelen,, dat zulks indedaad een even zo ongunftig denkbeeld tegen meergemelde Vergaderingen zou moeren opwekken; dewyl dat zogenaamd oog in H zyt houden rcgelregt zou aanloopen tegen een der noodzaaklykste Verëischten van een welgeordend Beftuur, naamlyk, tegen het vertrouwen, zonder het welk'geen Beftuur, hoe welgeordend het anders ook zou mogen weezen, of ten minsten, zonder het welk geen toegeevend, geen zagtaartig, gem/iefderyk, Beftuur, kan beftaan, of kan nuttig, of van vrugt, zyn. - Dan , hoe onfchuldig, hoe allezins geoorloovd, de in meergemelde Vergaderingen verhandeldwordende zaaken ook zouden zyn mogen, en welke welmeenende en Vaderlandlievende oogmerken ook met de behandeling dier zaaken zouden mogen gepaard gaan; zulks alles neemt echter in geenen deele den Vorm, of de Gedaante, of de Inrigting, van gemelde Vergadering-en zelve weg: — die Vorm, Gedaante, of Inrigting, is, het,  Irl. deel. 140 JETOOG vak dh BESTE het, die aan alle befluiten van gemelde Vergaderingen , — niet Gezelichaps- ofGenootfchaps-gewyze, maar indedaad Rcgeerings-gewyze, genomen wordende, — een zeker Oppermagtigaanzien geevt; en die Vorm, Gedaante, of Inrigting, van gemelde Vergaderingen, — hoedaanige Staatsonderwerpen daar ia dan ook zouden mogen verhandeld worden, is het dan ook, die dezelve Vergaderingen nooit ofte nimmer kan vrypleiten van een Rad in een Rad , eene Regeering in eene Regeering, een Ryk in een Ryk, eene Reprefentatie in eene Reprefentatie, te zyn. — Maar nog eens: — de gemelde Vergaderingen brengen al, of niet, ([dit argument, meen ik, zal altans wei peremptoir zyn,) — de gemelde Vergaderingen , zeg ik , brengen al, of niet, eene Volkftem uit. —> Is het laatfte waar, (gelyk zulks immers indedaad zo is) hoe kan men dan, ter goeder trouwe, die Vergaderingen onder den naam van volks-vergaderingen doen voorkomen? en waar toe dan toch die zo net-aaneengefchakelde toeftel; die grootfche vertooning; diej^ydaante van Opperftemagt, —- eene Magt \ die immers een gedeelte des Voiks zig niet aanmati. .gen mag, en zig ook niet aanmatigen kan? — Zeker» in dat geval zou men immers op eenen onwederlegbaaren grond mogen zeggen,'dat een gedeelte des Volks onder zig eenen afzonderlyken Regeeringsvorm had opgerigt, welke, ten aanzien van deszelvs Magt en Gezag, niet hooger zou te fchatten zyn, dan eene niets weezenlyks aan zig hebbende Schaduw, — eene ydele Ver. - f  Regeling der volkstem, ui ui. an»u Vertooning , — een Niets. En is het laatfte waar; — zyn de Wykvergaderingeu indedaad zó talryk om eene gaave en zuivere Volkftem té kunnen uitbrengen; —wat dan? — Dan zal men immers genoodzaakt zyn toe-te-ftemroen, dat één en dezelvde Souverain, gelyker tyd, tweemaal vergaderd is , tweemaal deszelvs Stem uitbrengt, en tweemaal regeerd , naamlyk ; ééns in PerIbon, en ééns by Reprefentatie: — Welk een Monster! welk een Monster!! Het Frarifche Volk, 't welk het waar genot der aanbiddelyke Vryheid niet dan ten koste ";vari onpylbaare ftroomen van dierbaar Burgerbloed verworven heeft: —Het Franfehe Volk, 't welk dus geleerd is door eene Ondervinding, die aan het zelve duurër is te ftaan gekomen, dan dat het alle de fchatten van beiden de [ndiën daar voor betaald had: Het Franfehe Volk, *t welk door de fchroomlykfte beroertens, door de yzelykfie fehriktoneelen van moord en verwoesting^, de regtë zwaarte van de Verëischten van een welgeordend Beftuur, aan den eenen , en van eene behoorlyke Uïtoeffening der onvervreemdbaare Rechten van ; den Mensch in eenen welïngerigten Burgerftaat, aan den anderen, kant, tot op een hair heeft leeren afweegen; — dat Volk is het, in welks laatst aangenomene fundamenteele Wetten men niet dan met de grootfte Wysheid onder anderen ook deeze navolgende Artikelen geïnfereerd heeft. „ Er mogen geene Corporatien ofGenootfchap„ pen, tegen de openlyke Orde ftrydig, plaatz „ hebben." „ Gee-  m. deel. I42 BETOOG van de BESTE „ Geene Vergadering van Burgers kan zig den „ tyte] van eene vólks-vergadering toec'igenen." „ Geen byzonder Genootfchap, zig met Staats„ zaaken bezig houdende, mag met een/ge anti, dere correspondeeren , nochte zig aan ae„ zeiven vïrbind.jn &c, „ De Burgers mogen hunne politieke Rechten „ niet anders uifoeflehen, dp.n in de Grond- ert n Gemeente-Vergaderingen/' (*) Ailes wat in eene Grond- of Gemeente-Ver„ gadering verhandeld word, hutten het gene » waarom zy fzdmengeróepen zyn, en tegens „ de regels , door de Conftitutie bepaald',/lryd, ,. is Nul, en geener waarde. (**) „ Het ftaat allen Burgers vry, aan de opent„ lyke Magt verzoeken te doen; maar zy moe„ ten individueel zyn. Geen Genootfchap mag „ gezamentlyk zulke [verzoeken] voordragen, „ ten zy de Geeonftitueerde Magten, en alleen „ wegens voorwerpen aan haare beftemming ei» „ gen'*£CO Gy dan, achtingswaardige en grootmoedige Burgers, die U met eenen edelen zugt voor de waare belangen der Maatfchappy voeldt aangeprikkeld ! — zet U toch een ogenblik, bid ik U, by dat alles in ftille bedaardhied neder! — Overweegt voorzigtigiyk; — beilist rechwaardigtyk < — Den'kt (*) Ziet do Grondwetten der Franfdie Reptibüeli Tit: XIV, art. 360, 361, 362. en 363. (.**) Ziet dezelve Grondwetten Tit: Hl. art. 29. (t) Ziet dezelve Grondwetten tier Frenbb* Rtiublitk. ■Tit:XIV art. 364. r  REGELING der. VOLKSTEM. M3 III. deel-i Denkt dat geheel Europa op uw politiek gedrag het oog gevestigd houd; — dat uwe getrouwe en oprechte Vrienden niet dan met hartlyk leetweezen uwe- verwarringen zien , terwyl uwe Vyanden reeds in voorraad zig verblyden met den gewisfen ondergang, welken zy als onvermydelyk zig al lachende daar van voorfpellen! Laat dan uw? Vaderlandliefde met Voorzigtigheid ,uwe loffelyke Vryheidsmin met eenen vernuftigen zugt voor Goede Orde, hand aan hand vereenigd gaan !— Bedenkt, eer het te laat is, dat, waar eene Regeering in eene Re/reering de fpringveeren van het Gouvernement verlamt, en waar tegen malkanderen botzende magten de raderen van het Staats- en Stadsbeftuur in derzelver geregelden loop belemmeren, en eindelyk geheel moeten doen ttilftaan, daar ook onmogelyk Goede Orde kan plaatz hebben; dat, waar Goede Orde niet alles binnen derzelver hil'yke grenzpaaien beteugeld houd, daar ook allerzekerst geene behoorlyk- werkende Oppermagt te vinden is; en dat, waar het aan deeze ongelukkiglykontbreekt,daar ook een alles verwoestend verderv elk oogenblik gereed ftaat, om uwe Rust, uwe Veiligheid, uwen W elvaart, op de wreedaartigfte wyze te verdelgen! Toond dan toch. met de daad, dat gy eene behoorlyke Uïtoeffening der onvervreemdbaare Rechten van den Mensch in eenen Burgerftaat zó zorgvuldiglyk en naaöwkeuriglyk van der= * zeiver on behoor lyke Uïtoeffening weet te onder* fcheiden , dat gy in geen geval, - en voornaam- lyk in het uitbrengen eener Volkftem , het ten  BI;ceel. 144 BETOOG fis D e BESTS een voor het ander neemt! -Geevt in niets meer eenen edelen nayver plaatz, dan |in die verftandige voetftappen onzer Franfche Broederen te drukken, welke de leerzaame Ondervinding hen heeft genoodzaakt, ter onwrikbaare vestigingee. ner waare en duurzaame Burgerlyke Vryheid, by derzelver voorfchreevene Grondwetten van Staat ten toon tefpreiden! — Betragt dit alles; Vaderland- en Vryheid-lievende Medeburgers ! betragt dit alles, — en weestwyz!— Trouwens ik durv u zeer gerust, en met de meeste fermeteit , voorfpellen en verzekeren, dat (en de On. dervinding zal gewis de gegrondheid van myn vooruitzigt in deezen bevestigen) — men in 't kort, of in 't lang, zig zal gedrongen vinden , om, ten aanzien van den invloed des Volks op het Wettig Gouvernement, of ten aanzien der nitoeffening van het Recht der Opperftemagt aan de zyde van het Volk, Juist die zelvde, of dergelyke, hoogstnoodzaaklyke enfchrandere bepaalingen te maaken, als waar in de doorzigtige Franfchen u nu reeds zyn voorgegaan Maar , om tot de voorfchreevene Wyk-Vergaderingen te rag tckeeren; het is dan uit het betoogde evident, dat (en daar van vertrouw ik zal men zig ook ten volle geconvinceerd vinden) door middel van de zelve Vergaderingen de Stem des Volks niet gerégeld uitgebragt worden kan; om* dat, zo als ik ten klaarden en overtuigenden heb aangetoond, de Regeertngsgewyze Inrigting van die Vergaderingen voldrekt eene Regeer ing in eene Regeering, en twee tegen elkander botzende  REGELING der VOLKSTEM. 145 ril. deel. * Magten (welker onmiddelyke en doodclyke rampen, naar het heilzaam en Vaderlandlievend oogmerk der Reprefentanten van het Volk dee-zer Stad, by derzelver Notificatie van 28 Augustus t h ten duidelykften aan den dag gelegd, moeten voorgekomen worden) daarfteld, en dus aan eeiie door dat middel uitgebragte Volkftem nooit ofte ntmmer den naam van gerégeld kan ge-eeyen worden; wyl het toch niet te dcsavoueerea is, dat, waar eene Regeering in eene Regee. rmg kan gezegd worden plaatz] te hebben, wel verre dat daar gerégeldheid zou gevonden wor. dem.n tegendeel, niet anders dan de fchrikbaarendfle Wanftalligheid, en dus de (chroomlykfte ongeregeldheid zelve, plaatz heeft, — Maar er is nog eene andere reden.waarom deStem des Volks door middel van de VVykvergaderingen "'«^r^kan uitgebragt worden. - Die Vergadenngen.mmers, 't zy dezelveals afgezonderd van de Clubs en Sociëteiten, (welke ook 2 11 eene-Regeringsvorm op zig zelvM uitmaalenj enjeene algemeene reprelentatieve Vergadering voor z,g hebben) - >t Zy deze],e a„ me£ f Cuba en Soeieteiten vereenigd, worden beichou wd.zy maaken toch geenzins het geheele Volk van Amfterdam uit; ty kunnen dus ook nim mer eene Volkftem uitbrengen. - J„ 2odaan; gevallen derhalven, waarin de Volkftem zou kunnen en moeten gehoord worden, 20U ééa van deeze betden moeten plaatz hebben; 0f, dat die Stemgerechtigde Burgers, welken geene leden' van gemelde Vergaderingen zyn, zig in die ge. pen evenwel in dezelve Vergaderinfien Z0lI. K . den  ffl. deel. 146 'BETOOG tan de BESTÉ den moeten laaten vinden ; of, dat zodaanige Burgers in die gevallen dan afzonaerhk. zouden vergaderen moeten. — Maar is het nu met eetrigen fchyn van grond te verwagten,.dat Burgers, die geene leden van meergemelde Vergaderingen verkiezen te zyn, omdat zy niet verkiezen eenig aandeel aan eene Regeering in eene Rcgeertnf te hebben ; is het rnet eenigen fchyn van grond te vervvagten, vraag ik, dat zulke Burgers , in het een of ander byzonder geval, alleen ter aflegging hunner (temmen , zig verëerngen zuilen met. Vergaderingen , aan welker verrigtingen sy geen het minde aandeel hebben willen, en dat zy, in datgevpl.zig zullen dellen onder eenézogenaamde Directie , waaraan zy zig anders gcenzlns willen onderwerpen; is zulks met een fchyn van grond te verwagten, vraag ik' Ongetwyffeld, neen'. — Er biyvt gevolglyk den Patriotfchea Burgeren, welken geene leden van gemelde Vergaderingen , en dus geene leden eener Regeer ing in eene Regeer ing, zyn, niet anders overig, dan in zodaanige gevallen, in welken eene algemeene Volks Item moet worden uitgebragt, zig ten dien einde in afzonderlyke Vergaderingen te vereenigen : — en wie is er, die hier niet aanftonds ziet dein't oogvallende ongerêgeidhetd van een zódaanig uitbrengen eener Volkftem ?— Aan welken kant men derhalven deWykvergaderingen.en alle verdere binnen deeze Stad gehouden wordende zogenaamde Volks-Byeenkomlten, ook met een bedaard en onzydig oog beichouwen moge , zy kunnen nimmer het beste middel zyn, waar duor, en dus ook nim-  regeling der volkstem. 147 iii; deel. nimmer de' beste wyze, waarop, de Stem des * Volks gerégeld kan worden uitgebragt, — Dus gezien hebbende, hoe de Stemmes Volks b. Hoe van Amfterdam , (en gevolglyk ook in geene an- de Stetl* j c j r , • , .... Volks dere Stad 01 Plaatz binnen deeze Repuouek, enAL) 0f dus ook, generaliter, in geene Burgermaatfchap• wel,over- py , waar een welgeordend Beftuur plaatz heeft, en %"^alsbo- tevens geene onbehoorlyke, maar alleen eene v««,gere- hoorlyke, uitoéffening der onvervreemdbaare Rech- GELD en spoedig nen van den Mensch word genoten) dus gezien kan uithebbende, zeg ik, hoede Stem des Volk nietge'»raêt gerégeld', en niet óp de beste wyze, overeenkom- worii**' ftig de Verëischten van een welgeordend Beftuur, en tevens overëenkomftig eene behoorlyke uïtoeffening der onvervreemdbaare Volks Rechten, kan uitgebragt worden , — zal ik nu betoogen: Hoe zulks al , ofte wel , overeenkomstig als boven, op de beste wyze, geregeld en spoedig zal'kunnen gefchieden. — En dan ftel ik vooraf, — (20 als ook uit het reeds betoogde van zeiven voordvloeid) als eenen onwrikbaaren regel, die geene de minfte tegenfpraak van het gezond Vernuft, nochte van eene waare, zuivere, en getrouwe , Vaderland- en Vryheid liefde, zal kunnen ondergaan, dan ftel ik hier vooraf, zeg ik, als eenen onwrikbaaren regel vast; dat de Inrigting der Wykvergadé. ringen en Clubs geheel en all moet vernietigd worden. — Dat het 'aan eiken Burger vryftaat, zódaaniggeöorloovd Gezelfchap of Genootfchap met anderen zyner Medeburgeren opterigten, als hy K a • vetj  UI. peel. 14! BETOOG Van d * BESTE verkiezt > ofte onder een zódaanig reets door anderen opgerigt Gezelfchap of' Genootfehap zig te begeeven, als hy goedvind, zulks kan onder een Welgeordend en waarlyk- vry Beftuur aan niemand ontzegd of betwist worden. — Maar, dat geen Gezelfchap of Genootfchap, onder welk voor-* wendzel ook, zig den naam van. Volks vergadering, — (eenen naam, die alleen aat? het geheele Volk. toekomt') — op eeniger' hande' wyze aanmaatigen of toeéigeuen kan, of zig aan maatigen of toeeigenen mag; — en dat geen Gezelfchap of Genootfchap, over Staats of Stadszaaken handelende , met andere Gezelfcbappen eenige correspondentie houden , daar mede etnige verbindtenis hebben, ofte in eenig verband ftaan,mag ; omdat zulks niet kan gefchieden zonder ofte vallen in de termen van eene Regeering in eene Regeertng, of ten minften zonder het vermoeden tegen zig te hebben van te confpireeren tegen het wettig ,en dus hetGeheele Velk reprefentcerend , Gouvernement; dat een en ander zal uit het reeds betoogde nu ook even zo zeker zyn. — In elke Wyk kan dan eene afzondertyke, of alleen op zig zeiven ftaande, Byeenkomst van Burgers gehouden worden, indien men zulks,goedvind ; en elke Club, elke Sociëteit, zulks verkiezende, kan op zig zeiven blyven, zo als zy is; maar die ketting, welke de Wykverga* deringen aan malkanderen fchakeld.en, regeeringsgtwyze , in één middenpunt veriénigd ; die fnoer' welke de. Clubs en Sociëteiten aan den anderen verbini, en .ook op geiyke.vyzcdoet concentrec. ren, die fnoe; dieikeüing, zeg ik, moet geheel  REGELING »«r VOLKSTEM. I4p III. mxr. heel en al verivctigd worden, of het affchuwlvk Monfter eener Regiering in eene R geering, ee« ner Reprefentatie in eene Reprefentatie, is, en. blyvt,altoos het zelvde , hoedaanig het uitbrengen eener Volkftem ook anders zou mogen gerégeld en ingerigt worden. Op deezen algemeenen vasten grond nu,zon* ». Hoede der welken alle gebouwen, ter behoorlyke ré- Polkjltm geiing eener Volkftem opgerigt, niet anders KK'OELDea kunnen zyn dan Kasteden in de Jugt, jpoedig,- ., . , , kan uit' wil ik zeer gaarne bekennen niet te kunnen gei,ra!,t zien, hoe eene algemeene Volkftem beter, en worden. gerégelder, zou kunnen uitgebragt worden , dan by Wyze eener Wettige Oproeping des Volks. lk zeg eene wettige Oproeping «les Volks: —want, alhoewel al eens van wegen e'ke Wykvergadering, by derzelve oprigting, of na-derhand, eene algemeene oproeping van alle de Burgers in haare wyk wonende mpgt zyn gefchied, en alfchoon by de Wetten der Algemeene Vergadering der Wykvergaderingen der Stad Amfterdam en derzelver Jurisdictie (zo als dezelve Wetten altans in openbaaren druk rouleeren) Hoofdft: III. art. 1. met even zo veele woorden word gezegd: „ dat geene Wykvergadering met „ recht kan aangemerkt worden, door het af. „ zenden haarer Gedeputeerden, Lid der Alge,, meene Vergadering te zyn, ten zy dezelveaan „ eene algemeene uitnodiging van alle Stenige„ rechtigden, in haare Wyk woon.igtig, voldaan heeft, en daar door eene daadiyke aanfpraak J£ i o heeft  III. deel. 150 BETOOG van de BESTE „ heeft vastgefteld op de Volkftem haarerWyk;— moetende dierhalven in zodaanige 'uitnodiging „ wel expresfelyk uitgedrukt zyn , (NB) dat „■ hy , die zig aan dezelve onttrekt, daar door. „ zyn aandeel in djs volkstem zelve verliest:"— alhoewel, zeg ik, in voegen voorfchreven al eens eene algemeene Oproeping des Volks mogt gefchied zyn, ofte nog mogt gefchieden, — zo zal echter elke der Wykvergaderingen in 't byzonder » en de Algemeene Vergadering der Wykvergaderingen in 't gemeen, zo ik vertrouwe , toch wel willen avoueeren , dat, daar geene van alle die Vergaderingen zelve eenige de minfte legaliteit heeft, als zelve nimmer gewettigd of georgantfeerd geweest zynde, uit dien hoofden ook geene haarer verrigtingen als wettigktn worden aangezien; dat derhalven j>ook niemand ge» houden geweest is, en ook nog niet gehouden is, om aan haare reeds gedaane, of nog te doe- " ne, uitnodigingen, of oproepingen, als geheel en al onwettig zynde, te defèreeren ; en dat gevolglyk ook geene van die Vergaderingen ooit de magt gehad heeft, en ook nog niet heeft, om Stemgerechtigde Burgers, welken niet mogten verkoozen hebben, om aan haare uitnodiging of oproeping te voldoen, daar door vervallen te verklaaren van hun Stemrecht, of aandeel in de Volkftem zelve. — Het is dan. klaar, dat, zal eene Oproeping des Volks effect forteeren, dezelve wtETiG gefchieden moet, en dus niet anders, dan door  REGELING dh,r VOLKSTEM. 151 III. deel. door ofte van wegen de Wettige Vertcreimvördigèrs des Volks, gefchieden tan." Er. om nu eene zodaanige Oproeping in dier voege interigten, dat het Volk van Amfterdam gerégeld en fpoedig deszelvs Stem daar op zal kunnen-, uitbrengen, ben'ik van1 gedagten', dat dezelve Oproeping niet beter zal kunnen gefchieden , dan by Wyken. Als nu in zulke gevallen, in welken uit all het tot dus verre betoogde,' zo ik vertrouwe, ten overtuigendften confteerd , dat, enkel en alleen,— overëenkomftig eene behoorlyke uïtoeffening 'der onvervreemdbaare Rechten van den Mensch in . eenen Burgerftaat, aan den eenen , en tevens over-' eenkomftig de Verëischten' van een welgeordend Beftuur, aan den anderen, kant,— de Stem des Volks kan en moet ingeroepen worden, de Vertegen woordigers des Volks van Amfterdam den Wykmeestcr van elke Wyk, fchriftelyk, deeden aanzeggen , om alie de Stemgerechtigde Burgers in zyne W>k (van welke Stemgerechtigden -elke Wvkmeester eene accurate lyst zou dienen onder zig berustende te hebben) tegen een zeker te b?paalen uur, op het'welk alle de Burgers het best zouden kunnen by malkanderen zyn, te doen by een roepen, op eene beftemde plaatz, door elke Wyk daattoe te verkiezen; en zulks ofte by trómmclflag, ofte by mondelyke aanzegging aan het huis of de woning van eiken Stemgerechtigden te doen, 't zy door eenen tamboer van het K 4 Wyk,  Ul.tt*U tS2 BETOOG V A w D K BESTE Wyk, ofte door zódaanig ander perfoon ,als men zou mogen oordeelen daar toe gefchikt te zyn Als by eene zodaanige Oproeping, >t zy dezelve by trommelflag, 't 2y 2e by mondelykeaarzegging aan,ofterwoninge van, eiken der Stemgerechtigden, gefchiedde, de Burgers behoorlyk, uit naam van Reprefentanten voornoemd , wierden gewaarfchuuwd, datzy, welken ter beftemder "tyd eQ plaatz niet mogten cómpareeren, voor dat maal hun Stemrecht zouden hebben verbeurd, of al zonder Losbandigheid en Regeeringloozheid, in een wel-ingerigt Gemeenebest bejlendig kan genoten worden, te hebben aangetroffen. —Daar myn Plan nopens het uitbrengen eener Volkftem binnen deeze Stad immers gansch eenvouwdig, zo min mogelyk omflagtig, en allezins gefchikr, is, om gerégeld, en zo Jpoedig zulks kan worden verlangd , eene waare en zuivere Volkftem te  REGELING de* VOLKSTEM. 157 HF. deel> te doen daartefteüen. — Daar myne ideën des wegens allezins overëenkomftig zyn met de Verëischten van een welgeordend Beftuur. — Daar het hoogst-noodig Vertrouwen ; daar de verfehaldigde Eerbied , Gehoorzaamheid , Onderwerping, en Liefde, jegens de wettige en met de verëischte magt bekleedde riptefentaiivelyk Souveraine Bewindsmannen van een oor/pronglyk Souverain Volk in geenen deele in myn Plan uit het oog verlooren zyn y maar, integendeel, — zo als zulks voor den Welvaart van Land en Volk, voor de Goede Orde, voor de Publieke Rust en Veiligheid, immers allezins noodzaaklyk is , — door het inwerking brengen van het zelve Plan ten fterkften zouden' kunnen bevoorderd worden : Daar op die wyze geene alles-'t-onderst-boven- keerende Regeering in eene Regeering, geene alles-verwoestende tegen-malkanderen-aanbotzènde Magten', de grondllagen van 't Gemeene- best doen daaveren, het publiek Cre- diet doen zuizelen, ■ het aanzien vah eenen vryën Staat ontluisteren , ■ -_ het zuiver Patriotisme bezwalken, de waare Vaderlandliefde in -eenen verkeerden yver , in eenen woesten en verdervelyken drift , doen ontaarden, ■ nochte de moedige Vry» heids-Vrienden tot den rang van fpeelende kinderen, ofte tot dien van fchandelyke bejaagers hunner particuliere belangen, ofte tot dien van onverftandige opvolgers hunner onbezuizde grillen , doen ^behooren, kunnen. — En daar, buiten en behalven dat alles , ook nog, > aan  HL deel, 15S BETOOG van de BEST Ei aan den anderen kant', by dit myn gedetailleerd Betoog niet minder is in het oog gehouden de behoorlyke Uïtoeffening der onvervreemdbaare Rechten van den Mensch in eene Burgermaatfehappy befchouwd, van wier denkbeeld dat eener wettige en alleen-beftuttrende Oppermagt volftrekt onaffcheidelyk is. — Daar^ volgends myn Betoog, het Volk van Amfterdam , des zelvs wettige Vertegenwoordigers vry en onverhinderd, en voljlrekt naar des zelvs Souve* rain welbehaagen, verkiezende, daar door dan ook het Recht van Opperftemagt zó, -en in dier voegen , excrecerd , als zulks in eenen welgeordenden Burgerftaat , waar immers het Volk niet en in perfoon, en by reprefentatie, te gelyk regeeren kan, kan plaatz vinden. . Daar, all verder , eene zodaanige Souveraine Verkiezing te gelyk eene behoorlyke uïtoeffening van het recht van gelyk-ikid ioflaic ; wyl elk Burger zonder onderfcheid of aanzien des.Perfoons , indien hy nu flegts die weinige qualiteitei\ hebbe, welke tot het Stemrecht worden gevorderd, de arme zo wel als de ryke , de geringe zo wel als de aanzienlyke, in de uitoeffening van die daad van Opper-* flemagt aandeel heeft, of hebben kan. ■ Daar derhalven, dezelve Vrye Verkiezing van Opperbewindsmannen van jaar tot jaar vernieuwd wordende , en dus het Volk altyd in de gelegenheid zynde om van jaar tot jaar de bskwaamfte en deugdzaamfte Burgers, die  mmm REGELING der VOLKSTEM, i.fr 1$ Dig£i die des zelvs Vertrouwen , Liefde » en Hoogachting; het meest verdienen, tot de gewigtigfte Regeeringsposten uittekippen , het Voik dan ook daar door genoegzaam gezékerd is van door geene Ariftocratifche ;of Familie-cahaai overheerscht en onderdrukt te worden. — Daar gevolglyk uit deezen hoofden het Volk niet ligtlyk in het vreedig genot van des zelvs dieibaare rechten van vryhiid , veiligheid , en eigendom , kan worden geftoord; te minder, daar volgens myn Betoog, aan den eenen kant, het Gouvernement altoos aan zekere duidelyke Grondwetten van Staat, waar by de grenzen van deszelvs Magt op het naauwkeurigfte zyn afgeperkt, en waar by tevens word bepaald, wat de voorfchreevene rechten aan het Volk fchenken, en waar in tevens dejzelvs daar tegenoverftaande pligten gelegen zyn; en, aan den anderen kant, het Volk, ingeval de zelve Grondwetten in het een of ander opzigt door deszelvs Vertegenwoordigers mogten worden overtreden , dan anftonds het recht heeft zig van tegenstand aan verdrukking te mogen bedienen, en als dan ook geene Gehoorzaamheid, of Onderwerping, aan het Gouvernement meer fchuldig is. . Daar dus uit dat alies volgt, dat aan het Volk van Amfterdam, naar myn Betoog, genoegzaam verzekerd worde de behoorlyke UitoefFening dier Rechten , welken deszelvs onvervreemdbaar eigendom zyn, en zodoende tevens worde bepaald, wat de Wet teri dien  II, DEEL. ióp BETOOG VAN DE BES T>É dien opzigtetv aan iederen Burger, en wederkeerig ieder Burger aan de Wet, verfchuldigd zy: . en daar dus alles in myn Pian te zaa- men loopt , en zig vereenigd , om zo wal aan de eindens en oogmerken, als aan de ei» genfehappen i eener welgeregelde Volkftem be. antwoord te zien; ■ ■ zo meen ik uit dat alles dan ook gerust te mogen befiuiten , dat die wyze, op welke ik heb betoogd dat het Volk van Amfterdam des zelvs ftem gerêgeid, en fpoedtg ± zal kunnen uitbrengen, in de daad DE BESTE is. Waar mede ik dan ook dit Betoog, 't welk fik besluit, . . , .,,.„, zö m deszeivs geneel, als m alle deszelvs dee» len , allernederigst aan een beter Oordeel onderwerp , zal betfciten, met deeze hartlyke wensen en béde; dat het den Regeerè'r der Waereld, die alle Volken en Natiën van den geheelen Aardbodem flegts in ééne handpalm houd , en alleen derzelver lot beflist, genadigiyk behaagen moge, om op dit, door onderlinge Verdeeldheid, Wanorde, Losbandigheid, en onbezonnen Drift, zo jammerlyk van een gefeheurd en ontrust Gemeenebest, en op het zo lang gefolterd en ongelukkig Volk van Nederland, eens eer* lang zó onrfermend en liefderyk neder-te-ziert, dat men welhaast van dat zelvde Gemeenebest zal zeggen mogen: — Zie daar dat gelukzalig Land, waar de Wysheid, de Rechtvaardigheid, en Oprechtheid van een Welïngerig: [Beftuur de zegenvolle Vrugten van Goede Orde, van Veiligheid,  REGEL IN G dé* VOLKSTEM. i(Ji h'rfd, van Vreede, en Rust, aan eën ftil en gé- jksluit. hoorzaam , aan een met fchufdigen Eerbied, Liefde èn' Vertrouwen jegénds de Bewindsmannen van Stad en Staat geheel doordrongen , Volk fchenkt! —Zie daar het gelukzalig Land, waarde regte waarden van den Mensch zó wel gekend, en zó heeWykgeëerbiedigd, word, dat eene ie. hoor lyke Uïtoeffening van deszelvs onvervreemd, haare rechten door het Volk buiten der zelve bepaalde grenzen gedreven, nochte door de fregeereade Oppermagt verhinderd of belet, word! Zie daar het gelukzalig Land, waar een allenzins befiraanbaare gelykheid zowel van eene noodzaakelyke ongelykhzid,- en dus .van fchuldige Onderwerping, weet; als zy Trotsheid en Hoogmoed tot in het ftof weet te ver- . néderen; Waar eene verftandige en zedige vryheid zo tvel eene toomlooze Losbandigheid* en woeste Regeeringloozheid grootmoedig weet te verachten, ah zy willekeurig Gezag, Overheerfching, Geweld, en Verdrukking, ftout en dap. per weet den voet op den nek te zetten; waar zuivere en oprechte broederschap, met eene edeldenkende aflegging van haat en verbittering, afgunst en wraak, tweedragt en party, fchap, zó liefderyk de harten weet aan een te fterngelen , als of de geheele Natie maar ééne lénige ziel ware; en waar wezen]yke godsdtenstigheid, op het waar geloov gegrond, door haaren alles vermogenden invloed op de ondoorgrondelyke Almagt des oazienlyk ken  . to» BET, van'DB BESTE REG. de» VOLKST* aisLi'it. ken Oppérbeftuurërs van't Heelïll, die overvloeijende Bron van allen Voorfpoed zó zalig en vreugdig doet opfpringen, dat niet dan bloei en welvaart daar uit in dat zalig Land nedervlieten t — HB. In de Notific*"1 d" Ritprefentanten des Volks < van Amfterdam, voor dit Betoog gedrukt, jiiet gerequireerd zynde, dat de Intelevercn PUn», eigenhandig, door den Schryver moeten ondertekend zyn, 20 heb verkozen, dit myn Betoog, in dc plaatz van mynen Naam, met de volgende Spreuk te onderfchryven. Ht MODUS IN *e1us, SWMT «8X1 DKMIft» FIJlEt»   i