RAPPORT E N RE GLEMENT OP DE REGEERING DER STAD HAARLEM, .MET BYGE VOEGDE ECHTE STUKKEN DAAR TOE BEHOORENDE 17 8 7.   RAPPORT, nopens den wettigen en noodzakelyken Invloed van de Burgery der Stad Haarlem op haart Vertegenwoordigers, ter Vergadering van de Heer en Kaden en Vroedfcbappen, uitgebragt door de ]heren Burgemeeftcr van Dam , Schepen de Lange, Oud-Burgemee jler Kuits, Oud- Schepen van Stymm, Penjionaris van de Kasteelt, en Secretariffen van Schuylenburch en Graswinckel, als by Refolutie van den 29 April 1787, met en benevens den Heer OudScbepen Camerling, die zuegens het waarnecmcn eener Staats-commiJJie elders verhinderd was de Befoignes by te zuooneu , door "welgemelde llceren Raden en Vroedfcbappen tot het onderzoek nopens des Volks Invloed alhier gecommitteerd. Dc Pcnfionaris van de Kafteele heeft uit naam en van wege de Heeren, by Refolutie van den 29 April dezes Jaars, gecommitteerd tot het onderzoek nopens den wettigen en noodzaakclyken Volksinvloed binnen deze Stad, aan de Heeren Raden en Vrocdfchappengerapporteerd: Dat zy Heeren Gecommitteerden, ingevolge en ter voldoening aan de Refolutie dezer Vroedfchap van den 24 April te vooren, hunne aanA dachc  C * ) dacht bepaald hadden,in de eer/Ie plaats op het gene by dezelve Refolutie, als onwederfprekelyk aangenomen, en tot een gcneralengrondflag gelegd wordt; en in de tweede plaats op dat gene, 't welk fpeciaal ten aanzien dezer Stad aan het onderzoek van Heeren Gecommitteerden geuemandeerd is. Dat zy , wat het eerfle betreft , bevonden hadden, dat Hun Ed. Achtb., op het voetlpoor van het geen Hun Ed. Gr. Mog. by Hoogftderzclver Refolutie van den 23 Maart laaftleden, gedeclareerd hebben , ook by bovengemelde Stads Refolutie, als onbetwiftbare grondregels fupponeeren, eensdeels, dat de vairgefrelde Regceringsform, welke in deze Provincie plaats 'heeft, eene Regcering is by vertegenwoordiging, en anderdeels, dat het wettig en noodzakelyk is, een behoorlyken Volksinvloed in zodanige Regcering te erkennen, en te admittceren. Dat zy Heeren Gecommitteerden derhalven, uit hoofde van de gemelde Staats-en Stads-Refolutien, het ten ecnemaal onnoodig oordeelden deze twee door hoog gezag gellaafdc grondregels nader te onderzoeken, of de bewyzen daar voor te allegeeren; maar dat zy nochtans, ten einde het aan hun toevertrouwde onderzoek des te nauwkeuriger in te richten, en te bevorderen, niet ondienftig gekeurd hadden, tot opheldering en ontwikkeling van die hoofdftellingen, voorlopig te remarqueeren: Voor eerfl, dat het uit de geallcgeerde Staatsen Stads -Refolutien evidcntelykbïykt, geenzins de  C 3 ) fle intentie te zyn, om de oude conflitutie te vernietigen, en ccne nieuwe in hare plaats te fubftitueeren, maar alleenlyk om dat gene, 't welk hi de conftitutie ligt opgefloten, doch buiten activiteit en werking is gevveelt, te doen herleven, en cffccT: erlangen. Ten tweeden, dat het geen nieuwigheid is, wanneer men thans van het reprafentative in onze Regecringsl'orm gewag maakt, dewyl men recdstentydeVan.de Graven in de Regiiters van Holland leeft van de Gedeputeerden van de groote en kleine Steden ,repr;esenteerend e de Staten van V Graajjchap, end: V Land. van Holland; en op menigvuldige plaatlén de Edelen en zes groote Steden van Holland repr^senteerende de Staten van denzelvs Lande; waarvan men onder anderen de voorbeelden zien kan, op den 22 July 1540, en op den 5 en 6 Mey 1559 ékc. Terwyl zelfs daarenboven, na de afzweering van den laatften Graaf, en na het overlyden van Willem den I., toen onze Republicqueinfche Regeeringsform hare eerde confidentie begon te krygen, expresfelyk by meer dan écne Staats-Refolutie bepaald is, dat de titul der hooge Regeering dezer Provincie zoude wezen de Ridder/chap, Edelen, en Steden van Holland en We ft - Friesland', re cr jb s ew te eren d e de Staten van denzelven Lande, gelyk zulks op den 9 January 1585, den 2 July 1588, en den 2 Mey 1589, gearrefteerd, en vervolgens gcobferveerd is. Ten derden, dat, ten aanzien dezer reprcefenwüe, de Regenten voorkomen als de genen, A 2 die  C 4 ) 'die reprsefenteeren, en de Landzaten, als de genen die gcreprad'cnteerd worden; dewyl het bekend is, dat men, ingevolge eene Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. van den 16 September 1656, door de Steden, in de Regiiters van Holland verdaan moet Burgemeefleren en Vroed* fchappen, welken, wanneer zy gezegd worden anderen te reprafenteeren, notoirlyk niemand anders dan de Burgers en Ingezetenen hunner Steden kunnen reprsefenteeren; het geen ook expresfelyk gedeclareerd en gededuceerd is by één der plegtigfte S taats - Manifeften, die inde Regifters van Hun Ed. Groot Mog. gevonden worden, namelyk in het Placaat van den 16 October 1587, genaamd de Korte vertooning van het recht der Ridclerfchap, Edelen en Steden van Holland en JVefl - Friesland', waarby, na rype deliberatie, en communicatie inde refpee* tive Vroedfchappen, als eene der eerde grondwaarheden van ons Staatsgcftel verklaard wordt, dat de Landzaten van den voorfz. Lande gedeeld zyn in tweederley Staaten, te weten de Edelen en de Burgers der Steden; en dat de 'collegien van de Magiflraten en Raden van de Steden, gevoegd by de Vergadering van de Edelen , ontwyffelyk repr^esenteeren den ganfehen Staat , en het geheele lichaam der Landzaten. Ten vierden, dat deze repra^fentatie van het volk in onze Provincie niet moet opgevat worden in diervoege, zo als een Voogd gezegd kan worden te zyn de reprafentantvanzynen pupil, en zo als een Monarch zelf is de réprdfentant van  C 5 ) van zvne onderdanen; maar dat naar den aart eener vrye Republicq, en conform de conftitu-* tie onzer Regeering, de Rcprafcntanten behoo• ren aangemerkt te worden als gemagtigden, die, uit krachtc van eene dilzwygende qualificatie of mandaat, hun gezag ontleeneu uit den boezem van de Landzaten. Dat trouwens de Graven zelf de Ingezetenen geconiïderecrd hebben als zulkcn, die recht van zeggen hadden, daar zy hun bcyocgd en in ftaat keurden, om verbonden te bekrachtigen en aan te gaan; het geen onder anderen blykt uit het Verdrag, om den dood van Graaf Florens te wrecken, aangegaan- op den 1.7 Oclober 1 299. tusfehen Jan van Avenues, Grave van 1 lenegouwen, en Jan Grave van Holland, niet -alleen met de Schepenen en Raedsmannen, maar ook met alle dik ge me ene i» oorteren van Dordrecht , Haarlem , en anderen. Terwyl van iets diergelyks nog een jonger voorbeeld te vinden is in de Regiiters van Hun Ed. Gr. Mog. op den 19 April 1575, daar men, relatief tot den Vredehandel te Breda , in het antwoord, 't welk aan de Commisfarisfen van zyn Majefteit zou overgeleverd worden, behalven Burgemeefieren, Schepenen, Raden, Oud-Raden, en Vroedfchappen , ook ziet paroisfecren Dee- kens, Schu tt erven, GlLDENS, EN Gemeene Nee ringen van de Steden Dordrecht, Delft, Ley'den, Gouda en anderen. Maar dat daarenboven-Regenten der Hollandfehe Steden ook allerduidelyklt getoond hebben het gezag van 't volk te erkennen, en. A 3 zier»  C 6 j zich zelf aan te merken als gemagtigden, vermits zy gewoon waren in zaken van gewigt het goeddunken hunner Schutteryen, Burgeryen en Gemeente, of de voornaamftcn van die, te vernemen , zo als uit een menigte exempelen kan bewezen worden, maar genoegzaam confteert. uit de bekende Refolutie van den 23 Maart 1581, welke, fchoon men haar gezag, als vet, moge in twyfel trekken, nochtans als een hiftorisch monument alle geloof verdient, en apodictisch demonftreert, dat de Steden gewoon waren, des Gemeenen - lands zaken in beraadjlaging te leggen met eenige het zy beft geftaatfte Schutteryen , Gilden, ofte anderen. Moetende op dit refpect allecnlyk nog gereflecteerd worden, dac dit raadplegen van de Gemeente niet beftónd in dezelve fomtyds te confuleeren, zo als men van des kundigen advies inneemt, cn zo als men nog tegenwoordig, by voorbeeld, in materie van commercie het commerciecrcnde gedeelte der Natie dikwils raadpleegt, maar dat integendeel de Landzaten, als laftgeevers, zonder welker bewilliging men niet refolveerde , aangemerkt wierden, waar van een treffend bewys gevonden wordt in het X. Memoriaal van Rofe, nopens een dagvaart gehouden in den jaare 1444, daar op den 17 Mey die van Hairlem, Delff, Leyden, Amflerdamme, Goude en Rotterdamme geantwoirt hebben, dat zy van dier zaeken niet mede en hadd, n van hoirrer Vroetfcip, Rycheit, en Gemeynten, dat te confenteeren, gelyk zy voir delen tyt menichwerf verantwoirt hebben, maar wilden die ramynge van de Ridderfcip gaeme, elc in den hoeren, horen Vroetfcip'pen,  C 7 > Rycheiden, en Gemeynten opdoen, f« wes zy dairan werven konden, weder overbrengen. Gelyk ook nog in later tyd, namelyk op den 17 Juny 1581, die van Amiterdam ter Vergadering Un Hun Ed. Groot Mog. declareerden te begrypen, dat men over de Opdragt der Hooge Overheid aan Willem den L, met de Gilden en Schutteryen behoorde te raadpleegcn ; by welk begrip, niettegenstaande de oppofitie van zyne Excellentie, de gemelde Stad in hare Vrocdfchapsvergadering, byzonderlyk inden jarc 1584, is. ■ blyven perleverecrcn. Blykcndc wyders ook de dadelykc invloed van de Gemeente in foortgelyke raadpleegingcn aïïerduidclyklt uit de wyzc, waarop men hare item by het opmaken der conclufie deed gelden, gclyk gefchiedde te Amlterdam, toen men in den jarc 1566 de drie Schutteryen, ieder beitaande uit twaalf rotten, rot voor rot, raadpleegde over het al of niet gedoogen van het buitenprediken der Gereformeerden, en by meerderheid, vermits veele Schutters die van de nieuwe Religie toegedaan waren, concludeerde om zulks te gedooien. — Waar mede volkomen overéénkomt bet geen te vinden is in de Regiiters dezer Vroedfchap, daarop den 17 Maart 1566, wanneer men vernomen had, dat Antwerpen door die van de nieuwe Religie geoccupeerd was, en wanneer, behalven de Regeering, ook de Edelen die hier woonden, benevens de Vinders der Schutteryen, en andere Poorteren geconvoceerd waren, Burgcmcelteren nopens de poincKn, die in deliberatie gebragt waren, de zaak A 4 2fc*  C 8 ) lieten omgaan by ftemmen, z o w e l v a n d e Edelen en Poorters, als van de Vroedfchappcn, Schepenen, en Bnrgemeefleren. Alles ten evidente bewyzc, dat de Regenten der Hollandfche Steden zich zeiven aanmerkten als Gemagtigden, die in fommige gewigtige zaken zich op de Ingezetenen, als hunne principalen beriepen, derzelver bewilliging noodig hadden, en derzelver goeddunken opvolgden. Ten vyfden, dat derhalven, volgens den aart eener zodanige reprafentatie, de Souvereiniteit of het Oppergezag in deze Provincie niet by eenige byzondere Perfooncn of Collegien, maar by het Volk zelf beruft: terwyl het zeker is,dat de Ingezetenen nimmer afftand gedaan hebben van 't recht en gezag, 't welk zy onder de Graaffelyke Regeering bezeten hebben; en dat daarenboven de Oppermagt, die de Graven geëxerceerd hebben, by de afzwcering, op niemand anders dan op het Volk kan gedcvolvcerd zyn, vermits de Regenten al de authoriteit, die zy toen ter tyd acquireerden, alleenlyk hebben gcacquircerd in hunne qualiteit, als reprcefenteerende, en dus niet voor zich zeiven, maar in naam en ten behoeve van de Landzaten, welker plaats zy bekleedden; zynde langs dien weg, ten kofte van het bloed onzer vryheidzuchtige Voorouderen, al de volheid der Souvereiniteit, welke te vooren tusfehen den Graaf en het Volk was verdeeld geweeft, geheel en volkomen in den boezem van het Volk faamgevloeid. Zonder dat het noodig is ten dezen opzichte te gcwaagen van de Stadhoudcrlykc Bediening, daar  C 9 ) het aan een ieder bekend is,dat de Stadhouders fungeeren op een commiffie van de Staten, en dus hunne gehecle exiftentie, en al hun vermogen ontlcenen uit den boezem van dezelve Staten, hunne Committenten, aan welker goeddunken zy cxprcsiélyk onderworpen worden: ten blyke dat zy in gcenen dcele partieipeeren in de Souvereiniteit, welke niet by de VolksReprcefentanten, veel min by de Stadhouders, die aan hun onderworpen zyn, maar by V Folk refideert. Ten zesden, dat, offchoon dit Volk in diverfe leden of (laten verdeeld is, waar van, by voorbeeld, de Burgery dezer Stad één lid uitmaakt, en welk byzondcr lid ook zyne afzonderlyke reprafentanten heelt, nochtans het Oppergezag niet by ieder der Leden of Staten afzonderlyk, maar by die allen gefamendyk, en dus niet by ieder deel, maar by het geheele lichaam der Landzaten beruft. Iets, het geen ten aanzien van deze Provincie, waarin men flcgts éénc Souvereiniteit erkent, niet alleen onwcdcrfprekclykzeker, maar ook, uit aanmerking der onderlinge betrekkingen van de Leden van Holland tot elkander, van veel belang is, en wel verdient in 't oog gehouden te worden, om dat daaruit verfcheidene heilzame maximes voor de gemeene vryheid en openbaare veiligheid kunnen worden afgeleid. En eindclyk ten zevenden, dat ( veronderfteld zynde, dat de generale repradénratic van het geheele Volk behoorlyk gereguleerd worde, waartoe het Provinciaal en niet ons Stedelyk onderA 5 zoek  C 10 ) zoek gcdeftincerd is) de gezamentlyke Reprce[entanten van het gehcele Volk die genen zyn , aan wijn de handhaving van de Oppcrmagt, en de uitoeffening van de rechten der Souvereiniteit, of jura majeftatica is toevertrouwd, om die ofzelf'te exerceeren, of te doen exerceeren door anderen, welken zy daartoe committeeren, of oftroijeeren: wordende uit dien hoofde en in dien zin de Vergadering van de gezamentlyke reprafentanten van het gehcele Volk genaamd de Staten, omdat zy dezelve reprafenteeren7 en de lïooge of Souver eine Overheid, omdat zy, by vertegenwoordiging, de Souvereiniteit handhaven en uitocfFenen. Dat zy Heeren Gecommitteerden dit alles in aanmerking nemende niet alleen gereedelyk moesten erkennen, dat de Heeren Raden en Vroedfchappen by bovengemelde Refolutie van den 24 April laaftleden met het hoogde recht veronderfteld, en tot een genera! en grondregel aangenomen hebben; dat het alzins wettig en nood■ zakelyk is in zodanige Regeering den invloed van het Folk te admitteeren. Maar dat zy Heeren Gecommitteerden ook ten volle geconvinceerd waren, dat de door deze Vrocdfchap aangewende poogingen, om hieromtrent demceftgepafte bepalingen en fchikkingen te beramen en te arrelteeren, eene algemecne goedkeuring verdienen, en niet zonder reden van alomme zyn toegejuicht geworden. Dat men trouwens de uitftekende waardy en nuttigheid van die poogingen in het tegenwoordig tydftip ligtelyk bevroeden kan , wanneer men.  ( M ) men zich Itegts herinnert, hoe deze Rcpuqlicq, federt hare erectie , door aanhoudende party(chappen en verdeeldheden telkens is beroerd, en van één gciiheurd; daar nu eens fommige yvcraars den invloed der Stadhouderlyke Bediening al te hoog verheften, of buiten hare palen zochten uit te breiden, en dezelve even daar door, in plaats van nuttig en heilzaam voor den Lande, integendeel gevaar!yk,cn by veclcngehaat maakten ; gclyk wederom anderen fomtyds aanleiding gaven, om de Regenten, als of zy zich onafhanglyk keurden, te verdenken, en ook daar door nieuwe onlulten veroorzaakten: zonder dat aan den éénen kant de Landzaten in ftaat waren, om dit één of ander voor te komen, vermits de invloed van het Volk, welke uit de conllitutie onzer Regcering proflueert, die activiteit en geregelde werking mille, welke vcreischt wordt, om tot een gepaft tegenwigt tegen de twee gemelde uiterften te kunnen rtrekken -y terwyl aan den anderen kant het gebrek aan geregelde bepalingen omtrent een behoorlyken Volks invloed oorzaak was, dat fommigen dit gemis te baat namen, en, in plaats van zich op eene geregelde werking der beft geftaatftc Schutteryen of Burgeryen te kunnen beroepen, in tegendeel zich niet fchaamden, om het geringde, onkundigfle, en wispclturigfte gedeelte der Gemeente op te ruijen, en het woed gedruis van een oproerig en plunderziek grauw tot bereiking hunner heerschzugtige oogmerken te gebruiken. Dat derhalven tegen dit alles de loflelyke bedoeling dezer Burgerlievendc Vroedlchap ingericht: zynde, om aan den vryen Landzaat te geven, het  C >• ) het geen hem billyk toekomt, en om tevens daar door de verdeeldheden voor te komen, en de muitzucht te beteugelen, zy Heeren Gecommitteerden met blydfchap en volvaardigheid toetraden tot een onderzoek, het welk dienftbaar zou kunnen zyn, om die heilzame oogmerken te bevorderen. Dat zy Heeren Gecommitteerden meenden in dit onderzoek bedendig, als onwrikbare regels, te moeten obferveeren: In de eerfte plaats, dat de invloed der Burgery van deze Stad niet moet wezen in fchyn, maar dadelyk en krachtig. In de tweede plaats, dat de werking van dien invloed moet overéénkomen met de natuur van zodanige Regeeringsform by repra?fcntatie, als. hier boven gebleeken is by ons plaats te hebben. In de derde plaats, dat, ter bereiking van het heilzaam oogmerk van alle Regcering, de bepalingen van dezen invloed zo geregeld moeten worden, dat dezelve geen fchadelyke belemmeringen aan het publicq befticr toebrengen. En in de vierde plaats, dat men, ten aanzien der byzondcre fchikkingen en modificaticn van dien invloed, de gefteldheid van deze Stad behoorlyk in acht moet neemen. Dat zy Heeren Gecommitteerden volgens dit lïgtfnoer, indien het onderzoek moed gaan over het conditueeren eener Republicq, of over het inrichten van de Regeeringsform , oordcelen zou-  C *3 ) zouden, dat de invloed van de Burgery dezer Stad, buiten alle bedenking, daaromtrent zou behooren werkzaam te zyn; omdat de fundamenten ecner vrywillige asfociatie niet kunnen gelegd worden, zonder de bewilliging en dadelyke ovcréénkomil: van de genen, die zich tot zulk eene Maatfchappy vereenigen; het geen vooral moet plaats hebben ten aanzien van zodanige Burger - maatfchappy, waarvan de leden door hunne eigene Repradentanten of Gcmagtigden geregeerd worden; gclyk daarom ook de Heer Corn. Pieterjz. Hooft in den Achtbaren Raad der Stad Amderdam in den jare 1584, toen men aan Willem den I. het Graaifelyk gezag wilde opdragen, in die opdragt niet wilde confentecren, maar, dcwyl dit zou zyn gcwcell het formecren ecner nieuwe Regeeringsform % (zyndc het Graaftelyk bewind door de afzwcering van den laatden Graaf vernietigd ) te recht aandrong, dat op deze zaak niet alleen de Kapiteinen en Lieutenanten van de Schutteryen en wyken, maar ook alle andere Burgers gehoord moeflen worden. Doch daar 'er thans gecne delibcratien zyn aangelegd over het formecren ecner nieuwe Regeerings - conditutie, en daar ook ten dien opzichte , indien zulks nodig ware, uit de geprscmitteerde remarques ligtelyk een beduit zou kunnen worden opgemaakt, en 'er geen breedvoeriger discuffie deswegens zou vereischt worden ; dat derhalven zy Heeren Gecommitteerden, volgens den laft, hun opgelegd, meer bepaaldelyk moeften onderzoeken: waarin, tot con- fer~  { n ) fervatie van de vafjgeflelde Regeeringsform by vertegenwoordiging, de wettige en noodzakelykt invloed van Haarlems Burgeren en Ingezetenen op hunne Vertegenwoordigers zou moeten beft aan, en hoedanige bepalingen daaromtrent zouden behoor en gemaakt te worden ? En dut zy, ter voldoening aan dezen lad zich hadden voorgedeld de beantwoording dezer vier vraagen: I. Wie men houden moet voor de Vertcgen'ivoordigers van Haarlems Burgery? II. Wie de Burgers en Ingezetenen zyn, welker invloed in aanmerking moet komen? III. Omtrent welke zaken deze invloed behoort te werken? En IV. Op hoedanige wys die werking moet worden ingericht ? Dat ter beantwoording van de Eerste vraag: wie men houden moet voor de Vertegenwoordigers van Haarlems Burgery ? notoirlyk in het eerde adfpccl: moeten voorkomen de' Heeren Raden en Vroedschappen, omtrent welken niet ontkend kan worden, dat zy de Burgery dezer Stad reprafentecren, wanneer men flegts in aanmerking neemt : Dat ter Staatsvergadering het gehecle lichaam der Landzaten gereprafenteerd moetende worden, mitsdien de genen, die wegens deze Stad aldaar compareeren, de Burgery dezer Stad moe-  C 15 ) "moeten vertegenwoordigen; — en dat, daar de Heeren Raden en Vrocdiehappen wegens deze Stad de wettige comparanten ter Staatsvergadering zyn, en aan de Gedeputeerden ter dagvaart daartoe het credentiaal verleenen, derhalve welgemelde Heeren Vrocdiehappen onbetwistbaar moeten gehouden worden voor de Vertegenwoordigers van Haarlems Burgery. Dat daarenboven dit zelfde ook blykt uit de origine en den aart der Vroedfchaps - Collcgicn, in 't generaal in de Hollandfche Steden, enfpeciaal in deze Stad; vermits het onbetwidbaaris, dat dezelven origineel uit den boezem der Burgery zyn voortgekomen, ten einde het gehcele lichaam der gemeente te vervangen, en derzelver plaats te bcklccden. Zyndc het uit de vroegere gedcnkfchril"ten ten volle bekend, en ligtelyk te bewyzen, dat de oude vryheidzucht van onzen landaart, zelfs onder het GraafTclyk juk niet zynde uitgebluscht, maar by den aanwas der Steden door de vermeerdering van ry-kdom, befchaafdheid en vermogen opgewekt en aangewakkerd, oorzaak geweed is, dat in de XIII. en XIV. Eeuw de Ingezetenen zich meer en meer hebben doen gelden, en in het hyzonder ook Ac gemeente gemeene poorteren dezer Stad hun invloed hebben doen blyken; gelyk men dezelve menigmalen in de monumenten van dien tyd ziet paroisfeeren, by het aangaan van verbintenisfen, of het confirmeeren van beloften en verbonden, of het raad geven aan Schout en Schepenen, of het bewilligen in de raadflagen , die nopens zaken van gewigt genomen wier-  ( t6 ) wïerdcn. Terwyl naderhand in plaats van de geheele gemeente, en van alle de gemeene poorteren, allecnlyk de vroedfte en rykfte geraadpleegd wierden; zodat deze vroedjehappen en rykdommen, lchoon geen vaft collcgie uitmakende , maar als de kundigfte en meed geïnteresfeerdjn in de belangen dezer Stad-, in onbepaaldcn getale, uit het midden van de gemeente , tot de beraadflagingen geroepen of afgezonden wordende, geconiidereerd moeden worden de overige Poorters te vervangen en te vertegenwoordigen. Hebbende dit vervolgens aan de Graven in de XV. Eeuw aanleiding gegeven, om bedacht te zyn op een middel, waardoor die vroedfte en rykfte vertegenwoordigers der gemeente tot een bepaald getal en vaft Collegie zouden kunnen gebragt worden ; ten welken einde de drie - en - dertigen Ao. 1402, de tachtigen Ao. 1428, en Ao. 1445, de vier-enveertigen Ao. 1453, en de vier - en - twintigen Ao. 1476, fchyncn gedeftineerd te zyn geweeft, vermits in de Handveften nopens de inftelling van die Collegien, ten minften van de drie laatftgemelden,aan hun cengelyken invloed gegeven wordt als die anderen van der vroetfcap ende ryedom dezer Stede hadden. En, offchoon het oogmerk, 't welk de Graven waarfchynelyk met deze inrichtingen bedoelden , om namelyk den invloed der gemeente te beperken, daarmede niet fpoedig bereikt is, vermits nog langen tyd na de inftitutie van zodanig een vaft Collegie de Edelen die hier woonden, de Vinders der Schutteryen, de Rykdommen ,  C 17 ) men, de Vroedjehappen (fchoon niet tot het bepaald getal var. de 33, 80, 44 en c^bchoorende, maar daarvan exprcsfelyk ondcrfcheiden wordende ) ja zelfs andere poorteren en de gemeente in dezer Stads Regiiters en elders voorkomen, als de tulken, welker invloed niet alleen in de XV. maar ook in de XVI. Eeuw alhier nog erkend , en geadmitteerd is ; dat nochtans het voorgedekte doelwit, eindelyk in zo verre bereikt is, dat het voorfz. fucceflivclyk ingeltclde vad Collegie de oude reprcefentanten der Burgery, die in onbepaalden getale pleegden te compareeren, geheel vervangen heeft, cn door het behouden van den ouden naam van Vroedjehappen het duidclykfte merkteken draagt, van te zyn gefucccdeerd in de plaats van de vroegere Vertegenwoordigers der Burgery, en met den naam ook de qualiteit en relatie van dezelven te hebben overgeërfd, ten dien erfeéte, dat het geen de minde bedenking lydt, dat de tegenwoordige Heeren Raden en Vrocdiehappen gehouden moeten worden voorde Reprcefentanten van de Burgery dezer Stad. En wat wyders in de tweede plaats aangaat Heeren Buroemees teren, dat dezclven almede als zodanige reprcefentanten behooren geconiidereerd te worden, dewyl het zeker is: Dat de qualiteit van Burgemccdcr ecner demmende Stad van oude tyden af aangemerkt is iemand bevoegd te maken, om ter vergadering van de gefamentlyke reprcefentanten des gcheelen Volks te compareeren; het geen ten aanzien van deze Stad allcrduidelykd blykt uitvcrB go  C 18 ) gèlyking van de naamlyd der Heeren Burge*mcederen federt den jare 1524 en vervolgens met de aanteckcning der prrefentien in de Regiders van Holland, alwaar. men genoegzaam akyd onder de comparanten ter dagvaart wegens deze Stad één of meer Heeren Burgemeederen paroisfcercn ziet: terwyl zelfs nog "tegenwoordig van elders nog Heeren Burgemeederen, fchoon geen Vroedfchappen zynde, ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogcndcn geadmitteerd worden; alles ten duidelyken bewyze dat men de qualiteit van Burgemeeftcr altoos heeft geconfidereerd als gefchikt, om den genen, die daar mede bekleed is, als een reprafentant van het Volk te doen rcfpecleeren. Wordende dit boven alle tegenfpraak gefteld, als men in* ziet de reeds aangehaalde Refolutie van den 16 September 1656, vergeleken met het Placaat van 16 Ocdober 1587 , waaruit middagklaar blykt, dat de Gedeputeerden ter dagvaart, als gemagtigden reprafenteeren Bcrce m e e s t eren en Vroedfchappen, op gelyke wys, in qualiteit als gemagtigden, representeer ren de Burgery van de refpeétive Steden; en dus Burgemeefteren van Haarlem met en benevens de Vroedfchappen, de Burgery van dezelve Stad. Doch dat daarenboven de oorfpronglyke aart het Burgemeedcrfchap zulks ook diéteert, vermits , gelyk ten aanzien van veele Hollandfche Steden door anderen is opgemerkt, zo ook in deze Stad (uitwyzens zekeren Brief van den jare 1402, waarby een Schuttery alhier is opge-  C *9 ) gericht) Burgemeederen, oudtyds Raden genaamd, origineel niet anders fehynen geweeft te zyn, dan de Thesauriers en Adminidrateurs van de Stads kasfe, waarover, als zyndc de kasfe der gemeene Burgery, notoirlyk de adminidratie alleen voegde in handen van Gemagtigden der Burgery. Tcrwyl by de adminidratie der penningen vervolgens ook gekomen is hec opzicht over andere Stads goederen, gebouwen, en werken; mitsgaders het opperbedier over de relpecaVe buurten, en eindeiyk in 't gemeen de adminidratie der Stedelyke politie over de Burgery en hare belangen; alle welke funclien uic haren aart, en overéénkomdig de algemeene gronden ecner burgerlyke asfociatie, alleenlyk toekomen aan zulken,die uitnaam en vanwege dat byzonderc lichaam der Burgeren, waarover hun bedicr zich uitdrekt, als reprcefentanten en gemagtigden fungeeren: zonder dat in alle de gemelde opzichten de rechten der Souvereiniteit eenigzins in aanmerking kunnen komen. Dat zy Heeren Gecommitteerden dcrhalven, na dit alles overwogen te hebben, zonder hcefitatie meenden te mogen affirmceren, dat zo wel Heeren Burgemeederen, als Heeren Raden en Vroedfchappen gehouden moeten worden voor de Vertegenwoordigers van dezer Stads Burgery: gelyk zy zelf zich ook zodanig hebben gequalificeerd; uitwyzens het Ocdroy van den 22 February 1718; waarin genoemd worden Burgemeefleren en Vroedfchappen, ah raprefenteerende de gemeene Burgery. Dat hier tegen wel eenigzins fchynt te ob/? 2 ftee-  C *o ) fteeren dc dispofitie, welke de Graven omtrent de bedieningen van Burgemeederen en Vroedfchappen alhier geëxerceerd hebben, door derzelver getal, vercischtcn, aandehing, en wat dies meer is, by diverlè handveden te regulccren; en zich dus te gedragen, als of hetpoften waren, welke meer van tien Graaf, dan van de gemeente afhingen, en neer behoorden tot het representatief van de gehcele Souvereiniteit, dan van dc Burgery cener byzonderc Stad. Doch dat zy Heeren Gecommitteerden vertrouwden deze bedenking complectelyk te kunnen wegnemen, door, ten aanzien van den onderfcheiden aart, en het wettig effect, der Graaffelyke Handveden, te remarqueerén: Dat, dewyl met alle Handveden van dezelfde natuur zyn, noch op gclyken voet als eigentlyke Privilegiën behooren geconfidereerd te worden , het mitsdien nodig is derzelver inhoud diftinételyk na te gaan, om over den aart en het effect van dezelven bchoorlyk te kunnen oordeelcn; kunnende in het generaal niet ontkend worden: Voor eer ft, dat fommige Handveden den naam van eigentlyk gezegde Privilegiën verdienen, wanneer daar by aan de Steden eenig recht van de Souvereiniteit is afgedaan, of eenige Vrydom van tollen of andere gemeene laden vergund is of ten voordeclc van de Ingezetenen eenige exceptien van het gemeene recht gemaakt zyn of iets diergelykèn, waarop de Steden of Burgeryen anderzins geen recht zouden gehad hebben.  C =i ) ben. — Hoedanige Privilegiën zekerlyk van de allcrgrootlle waarde zyn, en niet alleen den geevcr verbinden, maar ook de genen aan wien zy gegeven zyn, voor zo verre dezelve verpligc zyn zich daaraan diptclyk te houden, zonder die te kunnen of te mogen uitbreiden en extendeeren buiten de termen der vergunning. Ten tweeden, dat daarentegen zeer vcele Handveden ilcgts behelzen zekere bepalingen, nopens plaatfelyke cómunen, en dornefticque fchikkingen omtrent Stedelyke zaken; waar van de Steden aan de Graven de beveiliging verzochten T om of daar aan meer authoriteit te geven, of dezelve tegen alle Willekeurige indragt van de Graaffelyke heerschzücht te beveiligen, of onderlinge twiden en disordres tusfehen dc Ingezetenen deswegens te doen cesfeerfen en voor 't vervolg voor te komen. Zynde langs dien weg diverfe Stcdelyke fchikkingen, die uit haren aart zuiver domedicq waren, ingrediënten geworden van Graaffelyke Handveden, en vervolgens ook wel van Oftroijen van de Staatcn, zonder dat nochtans de intn'nlïcque aart der zaken daar door eenigc verandering heeft kunnen ondergaan. Tcrwyl zodanige Handveden de bolwerken waren, om de vryheid der Ingezetenen tegen allen onbehoorlyken invloed der Graven te beveiligen,. en zekerlyk, ten aanzien van de gecvers, in den voldrekden zin, van eene verbindende kracht waren; gelyk ook de Stcdelyke Regeeringen niet vermogen zodanige bepalingen, welke ten verzoeke van de Burgery of Gemeente bevcdigd waren, buiten concurrentie van dezelve te verB 3 an -  C j anderen of te vernietigen; doch waaromtrent evenwel de Burgery of Gemeente zelve, aan welke diergelyke Handveden gegeven zyn, met concurrentie harer Regeering, wanneer de gefteldheid der zaken veranderd is, en het belang der Stad andere fchikkingen vordert, de magt en vryheid fchynt te hebben, om door het cesfeeren der oorzaak ook het effeed van zodanig een Handvcd, 't welk hun volkomen eigendom is, te doen ccsfeeren en te niet gaan. Iets, het geen volgens dc gronden van het gemelde recht ten allen tyde ook onder het Graaffelyk bewind,, behoorde geadmitteerd, te wezen, maar vooral na de afzweering van dc Graven boven alle bedenking dient gedcid te zyn. Emdelyk ten derden, dat ook fomtyds de Graven, onder den fchyn van gunden te bewyzen, en onder prretext van disordres te willen voorkomen, of by gelegenheid van een verzoening , door het verleenen van Handveden, aan welken zy den naam van Privilegiën gaven,zich van de rechten der Ingezetenen zochten mceder te maken, het geen door meer dan éénen oudheidkundigen geobferveerd is, fuift het geval geweed te zyn ten aanzien van vêele Handveden omtrent de Regeeringsbedeliing in dc XV. Eeuw verleend, waarin de Graaffelykc heerschzucht by de meede Hollandfche Stedengereusfeerdis; doch mind te Dordrecht, daar de Gildens zich door den fchoonfchynenden naam van Privilegiën niet altyd hebben laten verblinden, maar hunne rechten hebben gereclameerd, en voorgedaan. — Kunnende derhal ven zodanige Handveden, fchoon ins-.  ( =3 ) insgclyks wel zyn de van een verbindende kracht, voor den gecvcr,dic daar door verhinderd wierd om verdere indrachtcn te ondernemen, nochtans; nimmer tegen het recht van de Steden, en derzelver Ingezetenen geallegecrd worden; vooral, na dat dc afwerping van het Graaflelyk juk aan de Landzaten zo wel het vermogen als het recht gegeven heeft, om hunne vryheden en rechten te reclameeren, en te beichermen. En, dat zy Heeren Gecommitteerden, op fundament van deze remarques, meenden te mogen bcfluitcn; dat, vermits de Ilandvellen, die over de aanltclling der Vroedfchappen, en Burgemeeilcrcn dezer Stad eenige beschikking maken, kunnen voortgevloeid zyn uit dc heerschzuchn'gc bedoelingen der Graven, of uit de poogingen der Ingezetenen zelf, om hunne Stedelyke verordeningen tegen verdere indrachtder Graven of tegen toen ter tyd plaats hebbende onecnigheden te beveiligen, dcrhalvcn uit de exidentic van die Handveden niet kan bewezen worden, dat de poden van Burgemeederen en Vroedfchappen uit hunnen aart zouden behooren tot de difpolitie van het oppergezag; of onttrokken zouden kunnen worden aan eenige Stcdelyke fchikkingen, zelfs nu nog, na dat dc Graaffelvke heerschzucht, niet meer exdcerende, geen breidel meer nodig heeft, of na dat de Stcdelyke gcdcldhcid van zaken andere bepalingen kan gedoogen en vcreischt. — En verder dat, vermits geenerlei Handveden den intrinlicqucn aart der zaken veranderen kunnen 7 derhalven ook de exiftentic van zodanige HandvesB 4 mx  ( =4 ) ten of Oftroijen niet beletten kan, dat men Burgemeederen en Vroedfchappen dezer Stad moet houden, zo als hier boven uit den aart van die bedieningen bewezen is, voor de Vertegenwoordigers van de Burgery alhier. Tcrwyl al dit zelve, vooral in dezen tyd, niet meer aan eenige bedenking kan onderhevig zyn, na dat nu onlangs Hun Edele Gr. Mog., ten aanzien van de Heeren Vroedfchappen in de Steden Amderdam en Rotterdam de diipofitïe omtrent derzelver af en aandelling voor mert domeflicq verklaard, en daar door nader getoond hebben, dezelve te confiderceren als de Reprcefentanten en Gemagtigden van de Burgery. — Gelyk Iloogddezelven ook , met opzicht tot het Burgemeederfchap, by Refolutie van den 21 Juny laatdleden, getoond hebben geen zwarigheid te maken, om de difpofitie nopens de aandelling van Burgemeederen aan de Burgeryen over te laten; vermits Hun Ed. Gr. Mog. de fchikkingen die daaromtrent by de Burgery van Heusden gemaakt waren, hebben geaggreëerd. Dat zy Heeren Gecommitteerden hier mede de geopperde bedenking compleetclyk opgeloft hebbende , vertrouwden als onbetwidbaar te mogen vaddellcn, dat Burgemeederen en Vroedfchappen dc Vertegenwoordigers van dezer Stads Burgery zyn; doch dat met opzicht tot de Heeren Schepenen die in het derde adfpecl voorkomen, zulks niet fchynt te kunnen gefouteneerd worden; vermits het zeker is: Dat dc adminidratie der Juditic, en de uitoef-  ( =5 ) oeffening van 't recht van leven en dood tot de hoogde rechten der Souvereiniteit behoort; en dat derhalvcn dc genen, aan wicn deze adminidratie is toevertrouwd, en die uit naam van Hun Ed. Groot Mog. recht doen, de Hoogc Overheid dezer Provincie reprafentecren. Zonder dat hier tegen drydt de erkende Souvereiniteit van het Volk; moetende ten dezen opzichte van applicatie gemaakt worden de hier boven geprtemitteerde remarque, dat namelyk dc Souvereiniteit wel bcruft by het geheele Volk, maar niet by ieder deel van het zelve, en derhalven ook niet by de Burgery dezer Stad afzonderlyk; terwyl' het zelfs zeer gevaarlyk zoude wezen, de adminidratie der juditic, en 't recht van leven en dood over te laten aan de difpofitie van ieder byzondcr deel van het gehcele lichaam, omdat daardoor dc uitocffening van het recht, en dc beveiliging van het leven der Ingezetenen, zo wel als de befchikking over dc bezittingen , de vryheid, en den dood van den Landzaat, onttrokken zoude worden aan die algemcene Wetten, welke in een en dezelfde Souvereiniteit, op cene gelyke en univerfeele wysbehooren tc werken. Dat derhalvcn, het Oppergezag niet by eene byzondcre Burgery, maar by het gehcele Volk refideerende, en dc adminidratie der Juditic uit den boezem van den Souverein moetende deduceren, Heeren Schepenen, die in naam van de Hoogc Overheid recht doen, behooren geconiidereerd tc worden, als dc repraefencanten en gemagtigden van den Algcmecncn Wetgever B 5 de-  C ^ ) dezer Provincie, en niet van de byzondere Burgery dezer Stad. Zynde het geallcgcerde omtrent Heeren Schepenen ook applicabel op den Heer Schout, die uit naam van den Souverein recht vorderende, en denzelven verbeeldende, even daardoor, vermits zyne hoofdfunctie daarin bellaat, notoirlyk niet kan gehouden worden voor een Repraefentant van de Ingezetenen dezer Stad. Dat ondertusfehen hier tegen wel fcheen te obfleeren, dat Schout en Schepenen met Burgemeelteren, Stedelyke Ordonnantiën en Keuren maken, waaromtrent zy niet uit naam van den Souverein, maar van wege de Burgery fungeeren. Doch dat zy Heeren Gecommitteerden daaromtrent moeiten doen reficcleeren, dat nochtans de voorname en hoofdbediening van Heeren Schout en Schepenen de handhaving van het recht der Hooge Overheid en de adminiftratie der Jultitie concerneert,1 tcrwyl het maken van Keuren in de oudfte tyden, met bewilliging van de Gemeente, naderhand met raad van de kundiglte of vroedfte, vervolgens met concurrentie van Burgemeelteren, flegts is eene bykomende functie, welke geen noodzakelyk gevolg is van het Schepenfchap; gelyk daarom ook diverfe voorbeelden exltecren van Ordonnantiën, welke niet door het gerecht, maar door de Vroedfchappen gemaakt zyn, en dat derhalven deze accesfoire en toevallige qualiteit geen verandering kan maken in den origineelcn en csfcntieckn aart van het Schout - en Schepcnsampt. ... Dat  C *7 ) Dat verder uit het geallcgcerde omtrent deHeeren Schepenen nog wel zou fchynen tc volgen, dat, byaldien de adminidratie der Juditic,. vooral in het crimineele genoegzame reden is, om Heeren Schepenen niet voor Reprcefentanten der Burgery te doen erkennen,dan ook Heeren Burgemeederen , die mede in het crimineele over Poorters te recht zitten, niet als zodanige Reprcefentanten kunnen aangemerkt worden. Doch dat zy Heeren Gecommitteerden hier omtrent zich vcrpligt vonden, onder het oog te brengen, dat men, na het nauwkeurigd onderzoek, niet heeft kunnen ontdekken, dat Heeren Burgemeederen in het crimineele Gerecht oorfprongkelyk ieffie bekomen hebben, om, als Rechters te fententiceren; maar dat het hun Heeren Gecommitteerden veel eer is voorgekomen, dat, even gclyk in andere Ilollandlche Steden, zo ook hier, de origincele inrichting van die gewoonte ten oogmerkc gehad heeft, om Burgemeederen aldaar als Burgervaders, te doen paroisfeeren, ten einde toezicht te hebben, dat 'er achtcrvolgends dc Coihunen, Privilegiën en Ordonnantiën geprocedeerd worde, met faculteit voorts om eene raadgevende ftcm te uiten. — In welke opinie zy Heeren Gecommitteerden niet alleen verleerden uit hoofde van den aart van het Burgemeellcrfchap, gevoegd by het voorbeeld van andere plaatlcn, cn we-gens het gemis van eenige conimiflie of wet van de Hoogc Overheid, waaruit de Rcchterlyke qualiteit van Burgemeederen kan worden afgeleid , maar dat zy ook daarin ten volle waren ge-  C =8 ) geconfirmeerd, voor eerfl door eene zeer nauwkeurige aanteekening omtrent zekere crimineele procedures, die alhier hebben plaats gehad op den 23 April 1528, wanneer behalvcn Schepenen en Burgemeederen in het Gerecht ook prrefent waren Oude Wethouderen; by welke gelegenheid Burgemeefteten wel hun advies hebben geuit, doch zo, dat by het opmaken der conclufie, alieenlyk de Hemmen van de Schepenen bereekend wierden • waarby ten tweeden nog was gekomen deze peremptoire rcflexie, dat Heeren Burgemeederen volgens het formulier van hunnen eed zich wel verbinden tot het toedienen van Vaderlyke corrcéticn, maar niet zweeren, dat zy recht zullen doen tusschen d en Heer en den Poorter, of den Vreemden; net gene zy nochtans zouden moeten zweeren, indien zy ah Rechters in het crimineele zouden Kunnen helpen vonnis vellen. Dat hiermede dan ook dc laatdgemoveerde bedenking weggenomen zynde, zy Heeren Gecommitteerden meenden, ter beantwoording van de her ff e voorgemelde vraag, zonder hxfitatie te mogen vaftfteüen, dat wel de Hebreu Raden en Vroedfchappen,, henevens Heeren BurgemeeJteren, maar geenzins Heeren Schout en Schepenen , voor de Vertegenwoordigers der Burgen alhier te houden zyn. Dat voorts ter beantwoording van de Tweede vraag, wie, namdyk, de Burgers en Ingezetenen alhier zyn, welker invloed in aanmerking behoort te komen? Zy Heeren Gecommitteerden van begrip waren, dat alle die genen  C 29 ) ncn, welke in het dragen der burgerlyke lallen, overcénkomftig dc geltcldheid dezer Stad, als werkciykc leden der Burgcrmaatfchappy alhier geconiidereerd worden, ook gerechtigd zyn om hunne Hem en invloed te doen werken; vermits dc gemeene billykheid vordert, dat die de lallen draagt ook dc voorrechten moet genieten; en dat op dezen grond voor het Volk van Haarlem te houden zyn alle Ingezetenen dezer Stad en derzelvtr Jurisdictie , zynde mansperfoonen , den vollen ouderdom van achttien jaren bereikt hebbende, die ten minfien één jaar en zes weken, met.be/1001iyke admifjie van Heeren Burgemeederen , alhier zyn gedomicilieerd geweeft. Doch dat hier van, volgens de plaatfelyke gclleldheid van zaken, en.de fchikkingen, die omtrent dc Schuttery gcarrcilecrd zyn, behooren uitgezonderd te worden 1. De Joodjche IS'atie, om dat dezelve alhier als vreemdelingen aangemerkt, in het lichaam der Burgery niet ingclyfd, maar flegts tot eene precaire inwooning geadmitteerd worden. 2. Alle, die op eenigerhande wyze, het zy aanhoudend of op zekere tyden eenige alimentatie of adfiftentie van Armcomptoiren of pieufe Geftichten genieten; omdat dezen niet behooren geileld te worden in gelyken rang met zulkcn, die hun eigen brood ectcn, en behalvcn het dragen van andere lallen zelfs nog tct foulaas van den Armen het hunne toebrengen; terwyl het de armoede al tc zeer zoude encouragceren, indien 'er gecne difiinctic tusfthen béide plaats hadde. 3. Alle  C 30 ) 3. Alk zodanige bedienden, voor'welken het -Heeren - en Redemtiégeld betaald wordt; omdat deze ftaandc ten byzonderen dienfte van hunne Heeren, of Vrouwen, of Meeilers, daardoor aan den generalen dienft der Stad onttrokken zyn, en niet genecesftteerd worden, om den lad der Schuttery te dragen; weshalven het ook alzins billyk was voorgekomen, dat deze, zo lang zy zich in eenigen particulieren dienft bevinden , en meer of min in hunne vryheid beperkt zyn, niet gelyk gefteld worden met zodanige Ingezetenen, die verpligt zyndc zich aan -alle buur - en burgerlaften te onderwerpen , ook •op al de rechten des Volks aanlpraak hebben. Dat zy Heeren Gecommitteerden wyders op die zelve gronden, welke tot juftificatie van dc gemaakte uitzonderingen ftrekken, ook gemeend hadden de bepaling der Stemgerechtigden te moeten uitbreiden tot allen , die, boven de 18 jaren oud zyn de, één jaar ar zes weken alhier zyn gedomicilieerd geweeft, omdat deze allen van dat oogenblik af aan, ten opzichte van alle Burgerlyke verpligtingen, ook in het byzonder relatief de Schuttery, als leden der Burgery geconiidereerd en behandeld worden. Dat wel eenige bedenking ontdaan was: of niet de voorfchreven bepaling der Stemgerechtigden al tc uitgebreid was, en of niet eene zekere mate van gegoedheid behoorde vereischt te worden, om iemand in het recht des Volks te doen participeeren, uit aanmerking dat de genen, die het mcefte belang hebben in de welvaart dezer Stad, ook belt'gefchikt fchynen, oro  C 3t ) om hunnen invloed ten gemeenen nutte te doen werken: Doch dat het hun Heeren Gecommitteerden was voorgekomen, dat deze bedenking niet genoegzaam was, om de zulken, die in andere opzichten als dadelyke leden der Burgery worden aangemerkt, en vrye lieden zyn, van het lichaam des Volks af te zonderen, wanneer deszelfs invloed in aanmerking komt; maar dat niettemin , even gelyk in vroeger tyden de vrocdllen en rykften, ten aanzien van den generalcn invloed der gehcele gemeente, meer actief bevonden wierden, dan minvermogenden; zo ook nu nog, fchoon alle effcclive leden der Burgery als Stemgerechtigden voor zich zelf invloed behooren te hebben, nochtans dc mceft gegoede allcenlyk behooren gequalificeerd te worden om in zekere functicn ook anderenhunner Medeburgers te reprcefenteeren; — en dat die confideratic aanleiding had gegeven tot zodanige hier na te melden didinctien, waar door men jequitabcl kon zyn omtrent ieder in het byzonder, en tevens zorg dragen omtrent de belangen van het geheel. Dat hier mede ook beantwoord zynde de tweede voorgcdelde hoofdvraag, zy Heeren Gecommitteerden thans meenden te kunnen overgaan tot de beantwoording der D e r d e : omtrent welke zaken, namelyk, de invloed van dit Folk behoort te werken? Waaromtrent men preliminair moed remarqueeren, dat, vermits 'er by ons niet'plaats heefc  C 3* ) heeft eene zuivere Vilksregeering, die binten twyfel de ongelukkigde isvanaUeRegeeringenmaar vermits by ons, ingevolge de Conftitutie, behoort plaats te hebben eene Folkiregeerine bl reprajcntatie, die voor eene Republieq als de 4 onze, de gelukkigde van alle Regeeringen zyn kan, derhalvcn de invloed van het Volk zich met daartoe moet uitdrckken om zelf te reeee ren maar dadelyk moet werken op de -enen die hun vertegenwoordigen, én in hunne plaats regeeren. Dat men dit in 't oog houdende, en zich herinnerende, dat volgens de Regeeringsform dezer Provincie dc reprafentanten, als gemagtigden, moeten worden aangemerkt, in de eerfte plaats de aandacht behoort te vedigen op de aanftelhng van de Regenten. ■ En dat ten dien opzichte boven alle tegenfpraak behoort tc zyn, dat het aan het folk toekomt zyne eigene Vertegenwoordigers tc benoemen; uit aanmerking dat vooreerfl de aart der zake vordert, dat gemagtigden door hunne eigene principalen, in welker naam zy moeten fungecren worden aangedeld; tcrwyl de gchecle Vojts - reprafentatie een ydle klank wordt, en met alle principes van vryheid drydt, wanneer men aan zekere bepaalde perfoonen, famihen of vatte collegien de magt toekent, om aan de Burgery, zonder haare concurrentie, zogenaamde reprafentanten te geven. Dat het ook ten tweeden met de aloude eewoonte binnen deze Provincie overéénkomt, waar-  C 33 ) waarvan in de meede Steden de voetdappen nog te ontdekken zyn, en ten aanzien van deze Stad hierna eenige voorbeelden zullen geallcgeerd worden. En dat het cindelyk ten derden ook allcrnuttigd en noodzakelyk is, dat de reprcefentanten hunne geheele exidentie, met betrekking tot de Regeering, van het Volk ontleenen; vermits dit aan den éénen kant bed in daar kan zyn, om het vertrouwen en de liefde van de Burgery jegens hare Regenten te vestigen, wanneer zy dezelven (het zy met alle decentie gezegd) als hare eigene creaturen, die zy zelf tot hare bedierders gekozen en gevormd heeft, kan aanmerken ; tcrwyl aan den anderen kant de reprcefentanten zelf hier dcor des te beter hunne nauwe relatie tot het volk, hunne verpligting aan het zelve, en hunne qualiteit van gemagtigden kunnende gevoelen en in 't oog houden, ook daardoor alle aanprikkeling vinden, om zich zeiven niet als willekeurige Heerfchcrs, maar als door het volk zelf uitgekozene en begeerde Voordanders van deszelfs vryheden aan te merken, en de Burgers niet als hunne onderdanen te behandelen, maar als hunne principalen en bcfehermelingen te achten, en lief tc hebben. — Kunnende dit één en ander door onderling vertrouwen en attachement tot dit heilzaam einde drekken, dat het bedier der gemeene zaak gene fchadclyke belemmering, en het belang der natie geen indracht van een derden te vreezen hebbe. Dat derhalven de Bureery dezer Stad in de C ee^-  C 34 ) èerde plaats invloed behoort te hebben op de aandelling van hare Vertegenwoordigers, de Heeren Raden en Froedjckappen, benevens Heeren Burgemeederen. ■ Dat daartegen, met opzicht tot de Froedjckappen , geen de minde bedenking konde plaats hebben, dewyl zy origineel uit den fchoot der Burgery zyn voortgekomen, en in vroeger tyden één lichaam met de gemeente uitmakende van hunne medeleden niet onderfchciden waren, dan in kündighcid en vermogen; en of'fchoon naderhand de Graven omtrent derzelver aandelling by diverfe Handvesten eenige dispofitie gemaakt hebben , dat zy nochtans de keus deitachtigen in den jare 1428 aan de gemeene goede luiden, en poirteren dezer Stad, en in den jare 1445, gelyk ook de benoeming der vieren-twintigen in den jare 1476, aan de Froedfchap en Rycdom, die geen vad Collegie uitmaakten , hebben in handen gelaten en toegekend. En voor zo verre de Graven, en vervolgens de Heeren Staten, meedal op verzoek van de Regenten, omtrent de aandelling der Vroedfchappen eenige dispodtie mogten geëxerceerd hebben, door dezelve op de éénc of andere wys te regulccren, dat zulks evenwel geen verandering in de natuur der zaken heeft kunnen te weeg brengen, veel min de Burgery en Regeering thans kan beletten, om de erkende Reprcefentanten dezer Stad, overéénkomdig onze tegenwoordige Regeeringsform, en den aart hunner bediening, door de Burgery zelfs te doen benoemen en aandelleu. Ter-  C 35 ) Tcrwyl ook, niet tegendaande andere veelvuldige indrachtcn niemand echter tot hier toe zich beroemen kan in de posfeffie te zyn van de aandelling der Vroedfchappen dezer Stad, dan allcenlyk het Collegie van de Vroedfchappen zelf, aan wicn het uit dien hoofde zou vrydaan, indien zy konden prcetendeeren een exclufief recht op het doen van die aandelling te hebben, dir hun recht ten behoeve van de Burgery aftedaan. — Vertrouwende zy Hccrcn Gecommitteerden, dat zy geen de minde drangredenen zouden behoeven te allegeeren, om de Regeering dezer Stad tot zulk eenen afdand te beweegen; daar het deze Regcering is, die door hare propofitie tot herdel van den Volksinvloed, ter Staatsvergadering gedaan, den eerden grond gelegd heeft, waarop de Natie hoopte het hcrdel haarer vrybeid gevestigd tc zullen zien; en daar die zelve Regeering, door de commiflle op hun Heeren Gecommitteerden gedecerneerd, getoond heeft, niet alleen door woorden hare algemeene vryheidsliefde ,opentlyk aan den dag te willen leggen, maar ook in het byzonder hare ongeinteresfeerde burgerliefdc met daden tc willen re'alifeeren. Wat verder betreft de aandeding van Heeren Buvgemeefteren, dat naar het begrip van hun Heeren Gecommitteerden ook daaromtrent de invloed van de Burgery dezer Stad notoirlyk behoort plaats te hebben; vermits hier boven gebleken zynde, dat onze Regeeringsform eene Regcering is by vertegenwoordiging, en dat overal, zo in de Staats-Vergadering als in de C 2 Stad,  C 36 ) \ Stad, Burgemeederen als Vertegenwoordigers van de Burgery paroisfeeren, derhalven ook de aart der zaken, de billykheid, en het bclannvan de Regcering en van dc Stad vordert, dat dc Burgery omtrent derzelver benoeming werkzaam zy. En, offchoon wel geene duidelyke bewyzen voor handen zyn, dat de Gemeente in de eerde tyden dezelve hebben aangedeld, dat nochtans daaromtrent zulke voldoende redenen kunnen geallcgecrd worden, dat het meer dan waarfchynlyk is, dat zulks in de XIV. Eeuw heeft •plaats gehad. Dat 'er trouwens alle reden is, om vaft te Hellen, dat 'er alhier in gemelde XIV. Eeuw Burgemeederen, onder de benaming van Raden bekend zyn geweeft; — vermits dezelven te Dordrecht, zo al niet in den jare 1293, ten minden zekerlyk in 1345, te Leiden in 1351 , en te Amderdam in 1343 bekend waren, en 'er geen reden is om te denken, dat deze oude en aanzienlyke Stad, te midden van andere nabuurige, en zelfs jongere Steden, daar van in die tyden zal zyn ontbloot gebleven. Dat daarenboven deze onderftelling verderkt wordt , wanneer men acht geeft , dat in de Handvcft, door Graaf Willem aan deze Stad gegeven,Donderdags na St.Pontiaansdag 131c gelezen wordt van Keuren, door die Scëpenen en die Raad gemaakt, en in zekeren brief van den 23 Juny 1345. van eene belofte door bcm, Scêpenen en Raad, en alle die Ge- tncin-  ( 3? ) meinten dezer Stede aan eenige andere Steden gedaan; als mede nog in 't Handvelt vanójuny 1394. van den tyd, dien men alhier Poorter moet zyn geweed, om Scout, Scepen of Kaet te kunnen worden; door welken Raad niet verdaan kan worden ecnig vad Collegie van Vroedfchappen , om dat zulks toen nog niet fubiïdcerdc; maar wel die vier Raden, die naderhand Burgcmeeders genoemd zyn, en die in dc monumenten der XIV. Eeuw in andere Steden onder de benaming van den Raad gewoonlyk voorkomen; — tèrwyl de rangfehikking der Raden na Schout en Schepenen overéénkomt met die, welke toen overal gevolgd wierd, en ook geobiervcerd is in den brief van den 2 Mey 1402, waarby een Schuttery alhier wierd opgericht , en waarin, zo als hier boven reeds is opgemerkt, buiten alle bedenking Burgemeefleren bedoeld worden. Dat wyders by dit alles nog moet gevoegd worden, dat in dc Handvcd van Hertog Albrecht van den jare 1402. gefproken wordt van de vier. Raden, als van. perfooncn, welker bediening binnen deze Stad reeds ten vollen bekend was; wordende daarby geen de 'minde bepaling gemaakt, wat'in het byzonder hun pod zoude zyn, veel min te kennen gegeven, dat zy dc adminidratie over'Stads kasfe en goederen zouden hebben, fchoon zy in het zelve jaar 1402 die adminidratie reeds geëxerceerd hebben. Al het welk famengenomen duidelyk genoeg bewyd, dat even als hi andere Hollandfche Steden, zo ook hier, in dc XIV. Eeuw, reeds C 3 Sutr-  C 38 > Burgemeefïeren in fiméHe geweed zyn, welke onder de benaming van cle Raden o\ Raad voorkomen, cn welker bediening reeds in den jare 1402. zo geüfitecrd en befend wa , da" dezelve geene particuliere befchryving vereischte! Dat ondertusfchen, dit zo zynde, daaruit moetproflueeren, dat de Graven voor den Lre 1402. geen den minden invloed gehad hebben op de aandelling van die eerde Burgemeeders oï Raden; het geen onwederfprekelyk blykt u de Handveft van 1380, waaïby wel SinL gemaakt word omtrent de aandelling var,ScS cn Schepenen door den Graaf, maar zonder te gewagen van de aandelling der Raden; tenevï denten bewyze, dat de Graven zich tóen Sr tyd] hunne aandelling nog niet hebben aang 1 nokken , maar zulks overgelaten aan de Cp meente zelf die naar den oorlbrongkelyken aart van het Burgemeederfchap, daar tcValleel gerechtigd was; en die zekerlyk dat Jeezal geëxerceerd hebben, door ,/zelf vier Rade aan Schout en Schepenen toe'te voegen te gedoogen, dat de Schepenen uit beduidden SSSEfir derzd- «5 ten de dispodtie van den Gra^X^l het begin der XV. Eeuw , nopens de7a£w der Regeermg alhier onrud en tweedmg ont? daan ,s het geen aan Hertog Albrecht Üe ding heeft gegeven, om in Sn jare 1402 tot demping en voorkoming van die' vexfSen , de  C 39 ) dc aandelling van Schepenen en Burgemeederen;te reguleeren, aan zich houdende de keus van Schepenen, en voorts bepalende, dat de Schepenen de vier Raden kiezen zouden, die daarin, even gelyk in andere zaken van gewigt, buiten twylel de Gemeente zullen gekend hebben; het geen tc waarfchynïyker is,om dat uit de oudde Regidcrs dezer Vrocdichap blykt, dat zelfs in den jare 1505 en later de verandering der Regcering nog gefchiedde in prefentic van den Rykdöm, door welke benaming altyd verdaan, worden leden der Gemeente, buiten het vaft Collegie der Vroedfchappen. Dat vervolgens in den jare 1428 Philips van Bourgonje wel wederom eenige nadere bepalingen gemaakt heeft omtrent dc Regeerings - bedelling dezer Stad, doch zonder nochtans de aandelling van Burgemeederen aan den 'invloed der Burgery te onttrekken, vermits, volgens het Handved van dien jare, de gemeene goede Ll'den en poorteren de goede mannen van tachtigen, namelvk, uit ieder der twintig Homanschappen vier zouden kiezen, en deze tachtigen wederom totter Stede behoef vier Burgemeester e n : zynde dus deze tachtigen in effectc geweed Kiezers, die door dc gehcele Burgery benoemd wierden, om in naam van de Burgery de keus van Burgemeederen te doen; — gelyk dan ook de exercitie van het oorlprongkelyk recht der gemeente hieromtrent by haar gebleven is, tot dat in den jare 1445 de Graaf beC 4 gon-  ( 4o ) gonnen heeft, de keus van vier Burgemeederen uit een nominatie van acht Perfoonen aan zich te trekken, en aan deze Stad haar weitig en geufiteerd recht te benemen. En oflchoon de Graven fomtyds hebben weten te cftectueeren, dat de Burgery het ffeen haar wettig toekwam met geld moed koopen, of wel gedoogen, dat het geen niet anders dan een indracht op haar recht was, met denfchoonen naam van privilegie bedempeld wierd: dat het nochtans evident is, dat door zulke flinkiche dreeken der altyd woelende heerschzucht en door zulke ydele benamingen nimmer de natuur van het Burgemeederfchap, en het daar- Z7,F7eel,gegl'°nde rcck dcr Burgery tot aandelling haarer Vertegenwoordigers heef kunnen vernietigd worden ?- en daf derhalve* SC!I t fe&™S en Burgery dit oorfprong" kelyk recht aer Stad reclameeren, en drdinecren gerechtigd te zyn, om nopens S edelyke zaken Stedeiyke bepalingen te maken haar zulks met behoort betwinde worden te meer daar men nimmer kan voorwenden, dat, a de SS™n h« GraafFelyk juk, 'en nada hc gezag der Graven m den boezem van 't jjeheele volk geretourneerd is, het recht der Steden2 Burgeryen verminderd zoude zyn, of d't men aan dezelven ter dezer tyd zou mogen omLJS de uitoeffemng van die magt, welke zv nfwf ^fSSSï ^ M*en k" « Dat op deze gronden zy Heeren Gecommit- teer-  C 4i ) teerden zonden oordeeien, dat, ijödien hetlaatdgegeven Handved of Oclroy behelsde ecnvoorfchrift, om aan den Graaf, of aan de Staten, of aan iemand van hunnent wege eene nominatie van Burgemeederen ter cleftie te zenden, zelfs in zodanigen geval de Regcering, met en benevens de Burgery dezer Stad, zou mogen fultinceren gerechtigd te zyn, om nopens dc aandelling van Burgemeederen door de Burgery, dc oorfprongkelyke rechten der Stad te reclameeren, en desvvegens zodanige lehikkingen tc maken, als de tegenwoordige gedeldheid der Stad zoude requirecren , zonder dat diergclyke Üdtroijeii, als niet disponecrende over eenig recht der Souvereiniteit,maar over domedicque verordeningen, daar regen zouden kunnen obitccren, of boven de origincelc rechten der Stad ed Burgery zouden mogen prcevaleeren. Doch daarenboven, indien men dit oorfprongkeïyk en onvervreemdbaar recht der Stad al wilde in twyfcl trekken, dat dan aan dezelve evenwel niet konde bctwid worden een geacquireerd recht; dewyl het Ocdroy van den jare 1651 , aan dc Stad niet alleen laat de dispofitie over het nomineeren, maar ook over het eligeeren van Heeren Burgemeederen: zo dat de Heeren Vroedfchappen, aan wiet! die nominatie en electie aldaar wordt toegekend, de faculteit zouden hebben, om van dit recht of geheel of gedceltelyk afitand te doen, niet ten behoeve van een derden, ( het geen zy nimmer vermogen) maar ten behoeve van de Burgery, die 'er oorlprongkclyk toe gerechtigd is. C 5 Dat  C 42 ) Dat tegen de OcTroijen, nopens deze materie m den jare 165.1 verleend, wel gcwoonclvk eenige bedenkingen worden geallegeerd, als of dezelven alleenlyk betrekking zouden hebben op Stadhouderlooze tyden, en thans hunne werking verboren hebben door de gewoonte van de Heeren Stadhouderen, om uit eene nominatie van een dubbeltal de electie van Burgemeederen te doen; welke gewoonte genoemd wordt eene langduurige posfeffie,afgeleid uit des Stad, houders commidie, geavoueerd door daden en gedragingen niet alleen van Hun Ed. Gr Moe en van de Regeering dezer Stad, maar ook door de Burgery zelf, die by de vernieuwing van het Stadhoudcrlchap in de jaren 1672 en i7A7 getoond heeft te begeeren, dat de invloed van den Stadhouder werkzaam zoude zyn omtrent de aandelling van de Regenten. Doch, dat zy Heeren Gecommitteerden hier tegen moeden remarqueeren. Voor eer ft, dat het Otfroy van I651 , zo ah hetzelve aan deze Stad h verleend, niet eeniglyk gefundeerd is in het Stadhouderlooze van dien tyd; immers dat dc oorzaak, waarom de Regeermgsbedelling daarby in diervoege- gereguleerd is, zo als gefchied is, niet is te zoeken m t gemis van een Stadhouder, maar in het oude recht van de Stad, en zelfs in de Graaffeljke Prmlegten, waarop Burgemeefteren en Vroedfchappen zich beroepen hadden,, eelyk uit de premisfen van het Octroy condeert. _ Dat deze oorzaak van 't Octroy, nameivk het oude recht der Stad, door de vernieuwing van het Stad-  C 43 ) Stadhoudcrfchap niet is komen tc cesfeeren, vermits het zeker is, dat, indien de Burgery alhier haar eigene Rcgceringsbellelling heelt • kunnen hebben ten tyde van de Graven, zy zulks ook kan hebben ten tyde van Stadhouders. — Dat derhalvcn dc privilegiën dezer Stad, en het oude recht der Burgery door de vernieuwing van het Stadhouderfchap niet vernietigd zynde, en dus de oorzaak van het Octroy niet zynde komen te cesfeeren, derhalvcn ook het effect, van 't Octroy door 't aandeden van een Stadhouder niet heeft kunnen.vernietigd worden. — Zynde deze oploding der gemoveerde bedenking aan hun Heeren Gecommitteerden zo peremptoir voorgekomen, ten aanzien van 't Oótro-y aan deze Stad verleend, dat alle verdere discudie deswegens onnoodig zou kunnen geoordeeld worden. Doch dat daarenboven ten Weeden in \ oog, diende gehouden te worden, dat in 'i gemelde Octroy niet bepaald wordt, dat de Rcgeeringsbedelling alhier op den voorgefchrevcn voet alleenlyk zou plaats hebben in Stadhouderlooze tvden, maar dat het recht aan dc Stad onbepaald gegeven wordt; van welke onbepaalde gjfjte» naar den aart van alle Oétroijen, het effect moet Zyn, dat dezelve onbepaald werke, zonder dat eene rcitriétivc interpretatie de onbepaalde giftetot een zekeren tyd bepalen, en dus op eene indirecte wys het ééns gegeven recht verminderen kan. — Terwyl ook,by aldicn Hun Ed. Gr„ Mogenden het recht gehad hadden (des geenzins) om de werking van 't Octroy, zo dra 'er een Stad-  C' 44 ) Stadhouder kwam, te doen cesfeeren, Hoogddezelven het expresfe'yk hadden moeten vernietigen; vermits een exprcsfelyk verleend Octroy, ook expresfelyk moet vernietigd worden; gelyk alle handelingen en publicque inftrumenten op dezelfde wys moeten te niet gaan, zo als zy geboren worden. Ten derden, dat in onze Provincie, waarin de confervatie der oudeVryheden en Privilegiën altyd is geconddereerd als het gehcele fundament onzer Conditutic, en waarin uit dien hoofde by a Je Reglementen, Commiffien en Indructicn de obfervantie van dezelven aan alle Amptenaren, en ook aan den Stadhouder wordt aanbevolen, het eene onwrikbare Staats-maxime is, dat de privilegiën van de Steden nimmer eenige veranderingen kunnen ondergaan, dan op verzoek, immers na verhoor van de genen, die de Privilegiën verkregen hebben. - En dat derhalvcn geen gewoonte, of zogenaamde aflens posfesloir imlner eenig recht kunnen geven, om ook xn t vervolg de Privilegiën te mogen fchenden, dewyl iedere daad contrarie het Privilegie, een fchennis van het zelve zynde, de herhaling en opeendapeling van zulk eene fchennis nimmer recht kan geven; om daarin voort te gaan vooral met aan iemand, die by plegtigen Eede het tegendeel beloofd heeft. Ten vierden, (wat aangaat de comrrnffie, aan den Heer Stadhouder gegeven) dat de faculteittot het veranderen van de Stcdelyke Reeeeriftgen zich daarby direótelyk bepaalt tot zulke gevallen, waarin de Stadhouder de Regeerings- ver-  C 45 ) veranderingen achtervolgende de Privilegiën doen kan. — Dat ook de Heeren Staten, wanneer Hun Ed.. Groot Mog. aan den Stadhouder gaven de dispolitic over de Ilegecrings - veranderingen, verdaan moeten worden zulks alleen gegeven te hebben, ten aanzien van die Steden, daar dc Staten zelf dc aandelling hadden. — Waaromtrent men dient in 't oog te houden, dat, volgens Refolutie van den 8 December 1650, dc dem in Staat hebbende Steden zelf dc Rcgecrings - bedelling zouden kunnen exerceeren , het zy volgens hare oude rechten, of volgens nieuw te maken fchikkingen, doch dat dc Steden, die geen jiem in Staat, en geen Privilegiën omtrent de Magiftraatsbeflelling hadden, dc nominaticn zouden zenden aan Hun Ed. Groot Mog., ten einde daar uit dc Elcftie te doen. — Dat dc Staten dus in zodanige Steden en plaatfcn dc Electie van den Magiftraat zelf pojfiderende, uit dien hoofde de magt hadden, om by de Commijfie van den Heer Stadhouder daar over ten zynen behoeve te disponeeren. — En dat derhalvcn de inhoud der meergemelde Commiüïe op zodanige gevallen kan applicabel gemaakt worden, en daarop (vermits hier geen extenfivc interpretatie ten nadcele der Privilegiën gelden mag) alleenlyk behoort applicabel gemaakt te worden, en geenzins op zodanige Steden, alwaar volgens Privilegiën en Octroijen de dispolitie over de Regeerings - verandering aan de Regeering en Burgery was toegekend; dewyl het naar rechten onmogelyk was, dat de Staten iets aan den Stadhouder gaven, het gene zy in hun boezem niet be-  C #* ) ïatcn en voor zo verre zy zulks mogten bezeten hebben reeds by een plegtig Octroy aan anderen hadden weggegeven. y 2Ts» qrife», dat ook geene daden van de Regenten , door het overzenden der nnm;„ ! aan d Stadhouder? J^S™^ Stad kunnen vervreemd hebben, dewvl al znlk* daden, ten beste genomen, flegts zouden ^ weed zyn bewyzen van peribneelc deference voor den Stadhouder, welke niet langer behoeven gecontinueerd te worden, dan zc.langmen bebben, - Doch dat daarenboven, wanneer men dc zaak nader inziet, dc RCTCnten ,fch zeiven als Repnefentanten van de lurS en iet recht nopens de Regeeringsbeftfugg by he Octroy hun niet in hunne perfoonen, maa? m hunne qualiteit aanbevolen, als het eigendom van cc Stad en van de Burgery aanmeflerd mmmer vermogten affland te doen van een recht' t welk hun niet toekwam- — P„ a«1 i daden, in dat licht befchouwd, alitgeend" mmde wettigheid hebben, om dezelve fo daying van des Stadhouders zogenaamde posfeffie te kunnen allegceren. fvwcyie Ten zesden dat de goedkeuring der Burgery op d,t refpect almede in geeften deele hier^ allegcerd kan worden, vermits het gebeurde in de jaren 1672 en i74? nie£ we] fM ™ *ZZ7°P.dC11 Mn Csfcndecl c" verlfcht gedeelte der Burgery, 't welk zyne rechten kent en m daat is daar over te disponeeren Zr alleenlyk aan een ongelukkig misleiden hoop van  C 47 ) van het gemeen, 't welk door zync oproerige gedragingen genoegzaam toonde, dac zy geen daaden pleegden, die als dc welbcradene en wettige keus van het volk konden geconiidereerd worden. — Tcrwyl 'er daarenboven, ook in die tyden, nimmer, zelfs niet van het oproerig graauw, veel min van de Burgery, eenige expresfe overgifte of affiand van het recht der Stad nopens de Regeeringsbcftelling heeft plaats gehad; hebbende integendeel de laatd overleden Heer Stadhouder Willem de IV, by deszelfs dispofitie tot af- en aanftelling der Regenten van dien tyd, op den 5 Oétober 1748 gedeclareerd , 'dat het verkiezen der genoemde Regenten , in manieren als voor en gedaan, alleentilt was gefchied tot meerder ruft en dienft dezer Stad, en tot wegneming van de diffidentie en murmuratie onder de ingezetenen alhier ontftaan, en zulks zonder eenige prejudicie of consequentie voor het toekomende, ten aanzien van de Privilegiën ,Vryheden, of Gerechtigheden deze Stad en de goede Burgers of Ingezetenen derzelver competcrende, die hy betuigde te verftaan, dat in haar oude kracht en vigeur zouden blyven. — Ten duidelyken bewyzc, dat de Burgery geene expresfen affland gedaan had van het recht aan de Stad competeerende, nopens de ordinaire en jaarlyks retourneerende Regeerings - verandering; en dat derhalvcn het Otfxoy van den jare 1651 in gecnen deele door eene expresfe overgifte der Burgery, hoedanige nochtans daartoe ten minden zou vcreischt zyn, vernietigd is geworden; ja dat zelfs uit de daad van gemeldenHeer Stad- hou-  c 48 ) cÏÏf' deswegcns gfP^egd, geen de minfte confequentie ten nadeele van 't voornoemde «étroy mag getrokken worden. Eindelyk ten zevenden, dat volgens de gronden van het Staats-rapport, 0p&den 6 April Z?JÏT 78? "°PenS dG MaSifeatsbel e 1hng tóHcasden, ter vergadering van Hun Ed. Gr Mog uitgebragt, geen langduurig verzuim der exercitie van het recht, 't welk by f™ roy beveiligd was, en geen daar tegen overmande langduunge posfeflie contrarie het Oftrov ' een.grecht van pnefcriptie kan geven, om da ' naar de gronden onzer conftitmj, even zo min de Privilegiën en Rechten der Steden door*™ fcnptie kunnen verloren worden, als de rSafe rechten, die door de Graven of'door de S ate aan particulieren zyn uitgegeven; waaromtrent eeneexpresfe Refolutie-van den'8 DeceS 1602, met opzicht tot Leenrechten, en diverfe Gewysden der beide Hoven van uftitie met opzicht tot andere Regalia, exlleerèn. 1 Tc?wyl zy Heeren Gecommitteerden dit nog met des te meerder fiducie mogten urgeeren! omdat de gronden by het vooriz. Staats-nn^o Z Hun q eSeer<^ > hi cene^ffi jan Hun Ld. Gr. Mog. op den n Mey laatftleden geconverteerd zyn; waardoor dan ook het geavanceerde omtrent het Oclroy van den ia2 igi, aan deze Stad verleend, zodinig gewet' ngd is, dat men zich daarop ten volle verlaten en fundeeren kan. veraten, m Dat derhalvcn zy Heeren Gecommitteerden wt dit alles meenden te mogen befluiten da" deze  ( 49 ) deze Stad met het hoogde recht de posfeflie van het meergemelde Octroy reclameeren mag; en dat zy ook vertrouwden, dat by deze Vroedfehap deswegens geen zwarigheid gemaakt zal worden, wanneer Hun Ed. Achtb. zich herinneren , dat ieder der Leden by deszelfs aandelling tot Vroedfchap beloofd en gezwooren heeft; dat hy in het verkiezen van Burgemeefleren en Schepenen zo menigmaal zulks noodig zoude zyn, zich puncfueellyk zou reguleer en naar de Oclroyen en Privilegiën by de Heeren Staten op den 11 Juny 1651. en den 22 February 1718. aan deze Stad verleend, zonder daar buiten of tegen te zullen gaan, in eeniger manieren. Dat op deze wys aangewezen zynde de gronden van bevoegdheid en verpligting om het effect van het meergemelde Octroy te doen revivisceeren, zy Heeren Gecommitteerden van gedachten zouden zyn niet alleen, dat de Heeren Raden en Vroedfchappen de Stad wederom zouden behooren te dellen, in de posfeflie van het recht, om zelf hare Burgemeederen te eligeeren, maar ook dat het doen van zodanige electie zou behooren te blyven by deze Vrocdfchap, vermits het van veel belang en utiliteit is, dat dc beftendigc reprcefentanten der Burgery, die voor de vroedde en kundigde moeten gehouden worden , en die bed in de gelegenheid zyn, om de belangen van dc Stad, cn wat 'er tot het publicq bcdier vereischt wordt, te weten cn te beoordeelen, ook in zulk eene gewigtige zaak, als de aandelling van Burgemeederen is, cenigen invloed hebben: — hetgeen ook overééns D komt  f # ) kómt met dé aloude gewoonte binnen deze Stad alwaar in het begin der XV. Eeuw de Schepenen , die toen ter tyd het eenige vade Regeerings-Collegie uitmaakten (met concurrentie zekerlyk der gemeente) de electie deeden van de vier Raden > of Burgemeederen, gelyk verVolgens die electie gefchiedde door de tachtigen. Doch, daar evenwel volgens de te vooren geallegeerde gronden, ovcréénkomdig den aart van het Burgemeederfchap, de Burgery omtrent de aandelling van deze hare Vertegenwoordigers behoort werkzaam te zyn, dat dienvoleende aan de Burgery zou behooren te worden tocekend het maken der nominatien. — Iets het geen de Heeren Vroedfchappen tot hiertoe wel hebben geëxerceerd, doch niet anders dan als reprajentanten der gemeene Burgery en dus in naam en van wege dezelve Burgery, aan wie derhalvcn zulks zonder eenige difliculteit kan worden overgelaten; te meer, dewyl het maken van die nominatien altoos Stedelyk is £efchied, zonder dat iemand buiten deze Stad het zy dc Heer Stadhouder of een ander zich' beroemen kan, te recht of ten onrechte 'in de posfeflie daarvan te zyn; kunnende uit dien hoofde deze fchikking, welke uit haren aart mere domedicq is,ook als domcüicq behandeld worden. Dat zy Heeren Gecommitteerden dus getoond hebbende van begrip te zyn, dat omtrent de (tanfielhng van Vroedfchappen en Bursremeefleren, de invloed der Burgery behoort tc werken ten aanzien van de aandelling der Schepenen moeften declareeren te oordeelen, dat daarom- trent  C 5i ) trent aan de Burgery geen de minde influentie kon worden toegekend. Voor eerft, omdat de aart van het Schepenfchap, als verwonende in de adminidratie der Juditie, cn in de uitoeffening van 't recht van leven en dood, het reprcefentatief niet van de Burgery, maar van de Hooge Overheid, notoirlyk medebrengt, dat Heeren Schepenen hunne quaïificatie, en uit dien hoofde ook hunne aandelling ontleenen van den genen, in wiens naam en plaats zy recht doen. Ten tweeden, omdat offchoon de Hooge Overheid wel de faculteit heeft om anderen toe de aandelling van Schepenen te committceren, ofte Octroijcercn, 'er nochtans geen Privilegie •of Octroy bekend is, waarby dc Hooge Overheid immer aan de Burgery dezer Stad hen recht tot die aandelling gegeven heeft. Ten derden, omdat het hun Heeren Gecommitteerden (behoudens beter oordeel) was voorgekomen, dat de Handveden, waarby de 'Graven aan deze Stad het recht gegeven hebben tot het maken der nominatien van Schepenen in den jare 1445. door dc tachtigen, in 1453. door de vier - en - veertigen, en in den jare 1476. door de vier - cn - twintigen , als mede het Octroy van den jare 1651. waarby di Staten het recht van nominatie en electie beide gegeven hebben aan de Vroedfchap, aangemerkt moeten worden als eigentlyk gezegde Privilegiën, waarby een wezentlyk recht van den Souverein is afgedaan, en waaromtrent om die reden de D 2 ge-  ( 52 ) genen, aan wien zulks gegeven is, geen de minde uitbreiding of verandering mogen maken, zonder concurrentie of bewilliging van den Ge ver, aan wien het alleen Maat te beoordeelen, en te bepalen, door welke perfoonen hy zvnè kepnefentanten wil doen aandeden; — en dat het mitsdien aan deze Vroedfchap niet yrvftaat iets het geen'aan hun zelf, van wege de Hoogc Overheid bepaaldclyk gedemandcerd is, aaneen ander toe te vertrouwen, zo lang hun de faculteit tot zodanige fubftitutie niet expresfelyk gegeven is. J b Dat derhalven aan de Burgery geen invloed op de aandelling van Heeren Schepenen kan gegeven worden; maar dat het niettemin als een voorrecht, en byzonder eigendom van de Stad en Burgery moet worden geconiidereerd, dat degenen, die binnen hare muuren de luditie admimdreeren, haar niet door vreemden maar door hare eigene Rcpraefentanten toeeefchikt en gegeven worden. - En dat daarom ook het meergemelde Octroy van den jare 1651. niet alleen aan Burgemeederen én Vroedfchappen, maar ook aan de gemeene Burgen dezer Stad verleend, behoort te worden ^gemerkt ak ets waarin de Burgery het hoogde belang heeft, en waar over niemand ten haren nadeele en ten behoeve van een derden, immer dispo- ■ iceren kan - Tmvyl al de redenen, die hier boven gcallegeerd zyn, ten bewyze dat d Oftroy als nog behoort tc werken en effect te hebben ook m allen deele ten dezen opzichte van apphcatie zyn. - Moetende by deze gele! gen-  ( 53 ) genheid alleenlyk nog geremarqueerd worden T dat de aandelling' van Schepenen - Commisfarisfen ter judicaturc over zaken van de gemeene middelen niet aan de Stad is gedemandeerd; maar dat daaromtrent by het' generaal Placaat van den 22 July 1749. zodanige bepaling door Hun Ed. Gr. Mog. gemaakt is, waarna men zich ook alhier behoort te gedragen. En, wat eindelyk aangaat de benoeming van den Heer Schout, dat ook deswegens aan de Burgery geen het minde recht competeert;, vermits hy als de Reprajfentant van de Hooge Overheid zyne geheele exidentic van dezelve ontleent, en noch de Burgery, noch de Regeering dezer Stad, het zy by koop of by gifte, ecnig recht tot deszelfs aandelling bekomen heeft; zynde het eenige Handved, 't welk omtrent de aandelling van cenen Schout disponeert, dat van den jare 1380. waarby Hertog Albrecht belooft, dat hy zelf den Schout zal aan/lellen. Dat dus het eer fit poin& aangewezen zynde , waaromtrent de invloed der Burgery behoort te werken, namelyk omtrent de aandelling van hare Vertegenwoordigers, zy Heeren Gecommitteerden thans mocden overgaan tot een tweede poincl, namelyk het toezicht op de conl'ervatie van de erkende Rechten, Privilegiën en Vry heden van deze Stad, Burgery en Regeering,. Dat trouwens uit de in den beginne opgegcvene prsemisfen gededuceerd zynde, dat by ons zodanige Regeeringsform by vertegenwoordiging plaats heeft, waarin de Landzaten als ladgevers. D 3 tuin?  C 54 ) hunne Item zouden kunnen doen gelden , wanneer er over het conftituecren eener nieuwe Regeeringsform gedelibereerd moed worden daar uit notoirlyk volgt, dat aan hun niet bctwift kan worden het recht om toe tc zien, dat de Gecongrueerde Regeeringsform behoorlyk geconferveerd blyve. - En vermits die Regeeringsform, ten aanzien van deze Stad in het byzonder haar ccnigen grond en al haar vaftigheid heeft in de Rechten, Privilegiën en Vrt heden van de Stad, Burgery en Regeering, dat het derhalvcn tot confervatie van de cónftitutic nodig is toe te zien, dat hare fundamenten door geenerlei verkeerde indracht gefchud of omvergefloten worden. Dat daarenboven de gemelde Rechten, Privilegiën en Vryheden niet zynde het eigendom van eenige particuliere perfooncn, die flegts. vooreen tyd dezelve bezitten, of adminidrcV ren , maar van het permanente lichaam der eehecle gemeente, het dus ook van 't uiterlle belang is, dat 'er over de beveiliging van dat onfchatbaar eigendom een allernauwkeurigd toezicht plaats hebbe. - Terwyl dit niet alleen van belang is voor het volk zelf, om zyne rechten tc: praferveeren tegen het gene van de zyde der Reprcefentanten ongevoelig zoude kunnen mfluipcn, maar ook om die zelve Rcpneientantcn te kunnen onderfchragen cn maintineeren tegen de poogingen van eenderden, om de welgevestigde Conditutie te ondermynen. Dat ook het effect van zodanig een toezicht moetende zyn de volkomene gerulldclling van dc  C 55 ) de Burgery, dat 'er voor de beveiliging harerrechten met dubbele waakzaamheid gezorgd wordt, even daar door des te beter gevestigd en verfterkt kan worden dat vertrouwen van de Ingezetenen op het publicq bellier, waar door het zelve tegen alle i'chadelyke belemmeringen moge beveiligd worden. Dat dus niet alleen dc bctamelykheid, maar ook het nut van zodanig een toezicht zynde aangetoond, zy Heeren Gecommitteerden het onnodig oordeelden, in veele byzonderheden te bewyzen, dat een foortgelyk toezicht in vroeger tyden hier ook heeft plaats gehad; waartoe men zich anderzins zou kunnen beroepen op het gene in de Regidcrs dezer Vroedfchap voorkomt nopens het gepasfeerde in het begin van de XVI. Eeuw, waar uit blykt, dat niet alleen by de jaarlykfche verandering van dc Regcering, maar ook by dc dcliberatien over het al of niet verminderen van 't getal der Burgemeederen, cn over den tyd hunner Regeering, als mede over het al of niet continueeren van iemand in den poft van Thefaurier nadat hy Schout geworden was, mitsgaders over 't werk van de Brouwery- cn Drapery - neering, en dus over zaken de conditutic der Regeering, en zekerevoorrechten van de Burgery betreffende, prtefent zyn geweed, behalvcn de vadc leden der Regeering , ook eenige rykiommen en goede mannen, die aldaar het nodig toezicht konnen exerceeren, tot confervatie van de rechten der neeringen , en van de conditutic der Regeering. En dat'er derhalvcn geen redenen aan Heeren t> 4 Ge-  C 56 ) Gecommitteerden waren voorgekomen, om te difficukeercn in het verkenen van zodanig een toezicht aan de Burgery, het geen zo wel met het oude gebruik alhier, als met de gronden van bdlykheid en utiliteit overéénkomt. Dat eindelyk nog als een derde poinêi, waaromtrent de invloed der Gemeente alhier fchynt geadmitteerd te moeten worden, in aanmerking behoort te komen de Stedelyke Financie. Dat het trouwens onzen vryen landaart altoos eigen is geweed, om te willen gekend worden m zaken van belasting, en zich wel volvaardig te onderwerpen aan de allerzwaarde impolitien, doch dan alleen, wanneer zy of zelf, of door hunne Vertegenwoordigers daar in bewilligd hadden. En, offchoon wel Heeren Burgemeederen en Vroedfchappen, als Vertegenwoordigers der Burgery in allen opzichte moeten geconfidereerd worden dezelve te reprafenteeren, en te vervangen , dat het nochtans ten aanzien van Stedelyke bezwaaren niet ongefchikt fchynt te zyn aan de Burgery het recht toe te kennen, om als de Regeering nodig oordeek eenigen nieuwen la ft te heffen, of een ouden te verhoo°-en, daarin gekend te worden, en haar bewilliging' te laten tusfehen beide komen; ten welken einde dan ook nodig is aan dezelve zodanige opening te geven van den Staat der Financie, als vereischt wordt, om van de noodzakelykheid der belasting geconvinceerd , en dus tot het verkenen van 't gerequireerde confent in daat  ( 57 ) gefteld te worden. — Kunnende het by die gelegenheid van zeer veel utiliteit zyn, nopens den aart der nieuwe belasting, cn de wyze van heffing cn verhooging de conlideraticn van de Burgery tc vernemen. — Tervvyl cindelyk tot het één en ander diendbaar kan zyn, dat ook by het doen der rekening aan dezelve gelegenheid gegeven worde kennis te krygen van den Staat der Stcdelyke Financie, cn hare adminidratie. Dat dit alles ook ( om van andere Hollandfche Steden te zwygen, alwaar hetzelve nog plaats heeft) in deze Stad niets ongewoons of vreemds zal zyn, vermits uit de Stads Registers allerduidclykd blykt: 1. Dat dc Thefauriers rekening alhier pleeg gedaan te worden, ten overdaan en in pralende van de Burgery, waarvan geen derker en vollediger bewys geöllegeerd kan worden dan de in den jare 1589. genomene Refolutie, om de rekening tc fluiten zonder daarover te ontbieden den Ryckdommen, Capiteynen van Schutteryen en anderen van de Gemeene Burgerye dezer Stad, ALS VAN OUTS GEBRUYKT FLACH TE WERDEN. 2. Dat, om geen voorbeelden van de XIV. en XV. Eeuw te allegecren, van dc XVI. Eeuw nog diverfe bewyzen voor handen zyn van gevallen, waarin de Burgery geadmitteerd is tot de deliberatien over dezer Stads Finantie; gelyk te zien is in de Regiiters dezer Vrocdfchap van den 20, 24 en 2? Ocdober 1510; D 5 voor-  C 58 ) voornamelyk ook van den 6 October 15151 15 Maart 1526, 27 April 1530, en 30 December 1538. 0 Dat mitsdien op deze gronden zy Heeren Gecommitteerden zouden meenen, dat voortaan niet behoorde gerefolveerd te worden tot het heffen van nieuwe of het verhoogen van oude Stcdelyke lasten, dan nadat de noodzakelykheid daarvan aan de Burgery of hare Gecommitteerden aangetoond, en door dczclven erkend was; dat voorts ook nopens den aart en wys der heffing hare confideratien dienden ingenomen te worden; en eindelyk, dat by het rcfumecren van 't dot der reekening, waarby alle de Heeren Raden en Vroedfchappen geconvoceerd worden, ook eenigen van de Burgery zouden kunnen praefent zyn. Dat naar dit ontwerp dc Burgery dezer Stad haren invloed doende werken op de aanflelling van hare Vertegenwoordigers, op de confervatie der gevestigde Conftitutïe, en op de adminidratie der Stedelyke Finantie: zy Heeren Gecommitteerden vertrouwden , dat aan den vryen Burger langs dien weg al zodanig recht en genot zyner vryheid toegekend zou worden, als aan den èénen kant met onze Regeeringsform overéénkomt, en gefchikt is om dezelve tegen verkeerde indracht te beveiligen, en aan den anderen kant bedaanbaar is met die order, welke 'er vereischt wordt om het bedier der gemeene zaak door gene fchadelyke belemmeringen infructueus en onmogelyk te maken. Dat  ( 59 ) Dat Hccrcn Gecommitteerden vervolgens meenden te kunnen overgaan tot de beantwoording der Vierde vraag; op hoedanige wys%. namelyk, de invloed der Burgery omtrent de gemelde zaken zou behooren gereguleerd te worgden? doch dat zy hieromtrent, ter verhiyding, van onnoodige wydloopigheid, zich zouden referecren tot een by dit Rapport gevoegd Concept , waarin de byzondere modiiicatien van dien invloed in details zyn aangewezen. Dat niettemin in 't generaal behoorde gercmarqueerd te worden: In de eerfle plaats, omtrent de aanflelling der Reprafentantcn van de Burgery; dat, om ten dien opzichte derzelver invloed behoorlyk te regulceren, — dc Stad zou verdeeld worden in zes wyken, de vcrdceling der wyken telkens beginnende uit het midden der Stad, en van daar na buiten (trekkende, om in alles eene gepaste evenredigheid aan te treffen; met byvoeging van eene gefchiktc vergaderplaats voor deingezetenen van ieder wyk, waartoe dc refpective kerken bed geëmployeerd zouden kunnen worden; — dat voorts uit iederen wyk telkens by eene te docne verkiezing vyf Kiezers, en dus uit de gehcele Stad dertig, zouden behooren benoemd te worden; by gelegenheid van welke benoeming diverfc byzonderheden gcobfc-rvcerd moeden worden, die haar grond alleen in de gedeldheid dezer Stad, en in dc fchikking, welke alhier plaats heeft omtrent de Schuttery, waar van de Compagnien en Battaillons thans gene byzondere wyken occüpeeren, maar de  C 60 ) geheele Stad door verfpreid zyn. — Dat de benoeming van zodanige Kiezers zou behooren te gclchicden door alle de Srémgerechtigden en dat hierin alle de genen, die tot het dragen van de lasten der Burgery verbonden zyn, 7relykelyk zouden deelen , en dus ondervinden dat zy als effecbive leden der Sociëteit, zo wel in de rechten als in de lasten van dezelven parncipcercn. _ Doch dat, om tot Kiezer benoemd te kunnen worden, en om dus in het werk der verkiezing zyne Medeburgers te kunnen repnefenteeren, zodanig iemand, behalvcn liet vereischte omtrent de tydsbepaling van zvne inwooning binnen deze Stad, ook nog zo veel vermogen zou dienen te bezitten, dat hy ten minden 125 guldens 's jaars aan Stads en Lands lasten kon gereekend worden te betalen • zullende er, om dit nauwkeurig te kunnen opmaken, zekere Iysten der onderfcheidene belastingen gefuppediteerd worden. Terwyl zy Heeren Gecommitteerden nopens de vereischte qualificatie van een Kiezer, ten opzichte van deszelfs vermogen, moeden refleéteeren, dat hierdoor de diftmélie geëffectueerd wordt, waarvan dc biilykheid hier boven by dc beantwoording der tweede vraag is aangewezen. Dat de gemelde Kiezers, door de gefamentJyke Stemgerechtigden benoemd zynde, omtrent het maken der nominatien voor Vroedfchappen en Burgemeederen op gelyke wys zouden werkzaam zyn, ten aanzien van ééne tot driemalen toe herhaalde boontrekking, om telkens een twaalftal Kiezers uit de dertig uit te looten tothet  ( 6i ) het formeeren eener eerde, tweede en derde nominatie, door eene geduurige reductie van een grooter tot een mindertal genomineerden. Dat wel deze handelwys zeer omflagtig was, doch dat men deswegens moed in achting nemen , dat, om zo veel mogclyk de werking van cabalcn en allen verkeerden invloed voor te komen, dc behandeling zo omflagtig gemaakt moed worden , dat 'er geen bepaald uitzicht kondc zyn, maar dat men voldrckt moed blyvcn in het onzekere, door wien pneciefelyk de verkiezing geleideden zou. — Dat vooral, ten aanzien der dadclyke electie van een Vroedfchap, als zynde dc eerde qualiteit in de reprafentatie, die onzekerheid tot den hoogd mogelyken trap gebragt moed worden, en daartoe dan ook het lot de mcedc confideratie fcheen te verdienen; maar dat evenwel daaromtrent grooter difiï.culteiten waren voorgekomen, dan het nut, het geen men zich daar van mogte belooven, kon opwecgen. — En dat dit aanleiding had gegeven tot het beramen van een plan, 't welk de omdagtigheid der werking grootclyks vermeerderde, doch tevens ontheven was van de reccle difficulteiten, die in't gebruik van het lot plaats hebben; welk plan dan ook in het voorfz. Concept wordt voorgedagen. Dat volgens dit plan de Burgery door hare Kiezers niet alleen invloed zou hebben op het maken der nominatien, by de aandelling der Vroedfchappen; maar zelfs nog eene zekere gecombineerde werking by het doen derEleclie, het geen met opzicht tot zulk een pod, als die van  van Vroedfchap, welke geheel en al, zonder «enig mmcngzel het reprsefentatief der Burgery is, noch vreemd, noch onbillyk kan voorkomen. Dat daarentegen de werking der Burgery op de aandelling van Burgemeederen zich zou bepaalen tot het maken van nominatien, het geen uit hoofde van het te voóren reeds gealtereerde, geen nadere aanpryzing vereischt. & Dat in de tweede plaats, nopens het toezicht op de confervatie der Rechten, Vryheden cn Privilegiën, zy Heeren Gecommitteerden van begrip waren, dat zulks beft zou kunnen worden gcetabtefeerddoorde oprichting van een Collegia van Burger-Gecommitteerden, 't welk zou bedaan uit twaalf leden, uit iederen wyk twee, doo.- de Stemgerechtigden zelf te benoemen' behoorlyk gequalificeerd, cn jaarlyks ten minfien 150 guldens aan Lands en Stads lasten dragende. — Welke pod van Burger - Gecommitteerden zou behooren aangemerkt te worden als ééne van die verpligtingen, waartoe de leden der Burgery ten nutte van het ganfche lichaam der Maatfchappy verbonden zyn , even als tot de Schutterlyke dienden; ten dien effecte, dat gelyk men zich niet dan door jaarïykfchen uitkoop van de Schuttery bevryden kan, men zich zo ook van dezen pod niet zou kunnen excufeeren dan door middel van uitkoop, met die bepaling nochtans, dat deze uitkoop niet jaarlyks zou retourneeren, maar degts één -, of ten hoogden tweemaal kunnen plaats hebben. Dat  C 63 ) Dat de inrichting van dit Collegie byzonderlyk zou itrekken, om de Burgery door middel van het zelve het voorfz. toezicht te doen exerceeren , ten welken einde de Burger - Gecommitteerden, behalven een generalen lad, om toe te zien op de beveiliging van de meergemelde rechten, vryheden cn privilegiën, ook fpeciaal vcrpligt zouden zyn acht te geven op de dipde obfervantie van het geen omtrent de Regeerings-bedelling alhier behoort plaats te hebben. Dat in de derde plaats de invloed der Burgery omtrent de Stcdelyke Financie, ingevolge het nu reeds geavanceerde, zou kunnen gereguleerd worden door te bepalen, dat al het gene deswegens aan de Burgery is toegekend, door dat zelve Collegie van Burger-Gecommitteerden zou behooren uitgeocflend te worden. Dat zy Heeren Gecommitteerden dus alle de vier voorgcdelde hoofdvragen beantwoord hebbende , wel vertrouwden, daar mede ten aanzien van de zaak zelf hunne conüderatien omtrent den wettigen cn nóodzaaklyken invloed van de Burgery alhier gefuppediteerd te hebben, doch dat zy nochtans hadden gemeend omtrent de forrn ook het een en ander hier te moeten byvoegen. En wel voor'eerjl, dat de geprojecteerde bepalingen behoorden vervat te worden in een plegtig Regeerings - Reglement , waarvan zy Heeren Gecommitteerden een Concept hadden geformeerd, het welke zy by dezen exhibeerden. Dat  C 6> ) Dat het hun in 't generaal was voorgekomen, noodzaaklyk te zyn, een zodanig Reglement te formecren, om langs dien weg aan dit alles de vereischte form, kracht, en bedendigheid te geven; en zulks te meer, dewyl deze ichikkingcn, indien zy duurzaam en tegen allerlei bedenkingen en inkruipingen veilig zullen zyn, hare vastigheid behoren te hebben in eene wederkecrige verbintenis tusfchen de Regcering en Burgery deswegens; waartoe notoirlyk het formecren en arrclteercn van een folemneel Reglement vereischt wordt. Dat, in conformiteit hieraan, zodanig Reglement behoorde te behelzen alle die bepalingen omtrent de conditutie onzer Stedelyke Regeering, welke geconfidereerd kunnen worden het eigendom van de Burgery te zyn. Dat uit dien hoofde de eerfte titul van het Concept - Reglement relatief was tot de Heeren Raden en Vroedfchappen, cn de bepaling van derzelver getal , qualificatie, en vercischtens behelsde. Dat zy Heeren Gecommitteerden onnodig oordeelden, de byzondere bepalingen in dien titul voorkomende, fpccificq te discutieeren, daar de meeden van dezelve conform zyn aan het gene tot hiertoe is geüdtecrd geweed, of de redenen harer judificatie, aan een ieder in het oog doen loopen. Doch dat allcenlyk ten aanzien van het getal geremarqueerd moed worden, dat men wel in aan-  ( *5 ) aanmerking had genomen, dat het brengen van dc Vroedschap op een getal van 32, op eene alzins onwettige wyze door de Heeren Stadhouders in de jaren 1583, 1672 en 1748 gefchied was. cn dat deze fchikking derhalvcn niet op fundament van die onwettige daden gcreipecteerd behoefde te worden; maar dat niettemin het belang van deze Stad en Burgery, ovcréénkomdig hare tegenwoordige gedeldheid, thans fcheen te vorderen, dat van nu voortaan tot een vaste grondwet gemaakt wierd: dat deHeer en Raden en Vroedfchappen dezer Stad twee - en - dertig in getal zullen zyn. Moetende zy Heeren Gecommitteerden ten reguardc van den eerften titul nog doen reflecteeren, dat, offchoon voorheen één Schoonvader met twee Schoonzoons, en ook drie Zwagers, cn andere foortgelyke relatien, ten getale van drie, te gelyker tyd in de Vroedfchap mogtcn zyn, zulks by dit Concept verminderd was op twee, om dus zo wel den fchyn als het effect der Familie - Regeeringen te vermyden. Dat omtrent den tweeden titul, relatief Heeren Burgemeesteren, niets byzonders viel aan te merken, dan dat, vermits toch meelbal gcbruikelyk is geweed, dat Heeren Burgemeesteren twee jaren aan den anderen regeeren, cn 'er ook geen reden is om zulks tegen te gaan, maar veel eer diverfc redenen hetzelve aanraden , bepaald zou worden, dat de Heeren twee .jaren achter den anderen zullen regeeren, zonE dei'  C 66 ) ■der na \ einde van het eerde jaar een nieuwe aandelling nodig te hebben; Dat voorts ook om de Stad zo veel mo°elyk altoos van vier Heeren Burgemcestcren te^ocn Voorzien zyn, eenige nadere bepalingen omtrent de fuppletie der vacatures zouden plaats hebben. En dat laatdelyk ten zeiven einde niet, dan m cas van nood, een Heer, die buiten de Stad iii eenig Collegie gecommitteerd is, tot het Burgemeesterfchap nominabcl zoude zyn. Dat ten aanzien van den derden titul, concerneerende de Heeren Schepenen, moed geobferveerd worden, dat de inhoud van dien titul prtecies conform was aan het Ocdroy van 1651, vermits zy Heeren Gecommitteerden begrepen, dat de Stad onbevoegd was daarin, als zynde eene reeele gifte van den Souverein,' eenige de minde verandering te maken; — doch dat zy niettemin den inhoud van dit'Octroy, ook ten opzichte van Schepenen, geoordeeld hadden te moeten maken tot een ingrediënt, en esfentieel gedeelte van het Reglement, omdat het een reëel eigendom van&de Stad is, cn als zodanig ook moet gemaakt worden, en altyd blyven tot een objecT: van die erkende rechten der Burgery, waarten-en zy geen de minde indracht behoort tc gedoogen. Dat 'er voorts in 't Concept Reglement geen bepaling gemaakt is omtrent het Schoutsampt, om dat, zo als te vooren getoond is, de Bur- ge-  < *7 ) gery deswegens geenerhande reche kan prcecen* deeren. Dat aangaande den vierden titul, handelende van het Collegie van Burger-Gecommitteerden, geene byzondere rcflexien te maken waren, buiten het gene omtrent dezelven te vooren reeds geallegeerd is, dan alleenlyk, dat men, ingcvalle van differenten tusfehen de Regcering en Burgery, in plaats van het gewone middel van arbitrage, getracht heeft een ander te fubdituceren, om dat 'er naar de gedeldheid van onze Stad, in zodanig een onverhoopt geval, zeer vccle difficulteiten zouden exdeeren, om binnen deezc muuren zodanig een arbitrage naar behooren te kunnen etablisl'ecren, tcrwyl het voor dc vryheid en independentie gevaarlyk zou kunnen worden arbiters van buiten tc moeten inroepen ; en dat daarom zy Heeren Gecommitteerden gemeend hadden , dat het verre preferabel zoude zyn, wanneer men in zyn eigen boezem een middel van finale afdoening konde aantreffen, en wel zodanig een middel, 't welk noch aan de ééne noch aan de andere van de disfenrieerende partyen eenige argwaan of ombrage konde verwekken; maar 't welk als ten volle neutraal kon geconfidereerd worden, en fchoon eenigzins van het lot dependeerende, nochtans zodanig eene op reden ■ gegronde uitfpraak konde opleveren, welke als ceir Rcchterlykc decifie gerefpecteerd zou mogen worden. Dat eindelyk in den vyfden titul de bepalingen, omtrent de refpedtive verkiezingen, van die natuur waren, dat zy'zig zelvcn genoegR 2 zaam  C 68 ) BKtm elucidecrden , en geen byzondere opheldering vereifchten. Dat dus de ontworpen bepalingen in de form van een Reglement gebragt zynde, zy Heeren Gecommitteerden, ten tweeden in aanmerking hadden genomen, dat de Burgery in dit alles behoorde gekend te worden. Dat trouwens de wettige invloed van de Burgery op haare Vertegenwoordigers, uit den aart onzer Regeeringsform voortvloeiende, notoirlyk behoort tot die fündamenteele rechten der Burgery, waar over buiten haare concurrentie niet validelyk gedifponeerd kan worden. Dat uit dien hoofde zy Heeren Gecommitteerden by Refolutie dezer Vroedfchap van den 9 July laatftleden geauthorifeerd zynde, om met eenige gequalificeerden uit de Burgery nopens deze materie in conferentie tc treden, gereedelyk daaraan voldaan hadden, en met de gequalificeerden van een zeer aanzienlyk aantal Burgers cn Ingezetenen dezer Stad, zo tot het gewapende als ongewapende gedeelte Van dezelve behoorende, hadden geconfereerd, en niet konden nalaten met aandoeningen van blydichap cn dankbaarheid deswegens tc rapporteeren : r Dat in deze conferentien, van het begin tot het einde, niets anders befpeurd is dan eenvereenigde zucht om het waar belang van de Stad en Burgery te bevorderen, en alle poogingen aan te wenden, ten einde de meedgefchikte mid-  ( «9 ) 'middelen daartoe te mogen uitdenken, —dut 'er in de Heeren Gequalificeerden uit de Burgery geen de minde fchyn ontdekt is van ecniger andé bedoeling, om aan de Regcering iets hoegenaamd te onttrekken van dat gene 't welk tot het onbelemmerd bcdicr van de gemeene zaak vereifcht wordt, cn behoudens het belang der Stad cn Burgery tot veraangenaaming van dc Regeering (trekken 1 kan: — dat integendeel iederéén met de grootde cordaathcid en openhartigheid getoond heeft, telkens alleen bedacht tc zyn om tc ontdekken wat het veiligde en nuttigde was, tot herdel van't geen den vryen Burger wcttiglyk toekomt, en tot bevordering van dc eer cn welvaart dezer Stad. — En daar zy Heeren Gecommitteerden zich ook geen ander doelwit hadden voorgcdcld, dat hier door in deze conferentien zulk eene aangename harmonie, cn zulk eene ongedwongen vriendelykhcid heeft plaats gehad, dat men daaraan niet dan met gevoeligheid gedenken kan, en vryelyk dit mag aanmerken als een vernieuwd bewys van die vreedzame en rustige gemocdsgcdcldheid, welke by de goede Burgery en Ingezetenen alhier plaats hebbende, deze Stad op zulk eene gezegende wys doet uitmunten cn onderfcheiden zyn, en waar door de Goddclyke Voorzienigheid alle hare weldadigheden by ons als in den fchoot des Vrede s fchynt te willen doen famenvlocijcn. Dat ondertusfehen uit deze zo harmonicufa en aangename conferentien was voortgefprotcn. het Concept-Reglement, 't welk zy Ileere" E 3 Ce-  ( 70 ) Gecommitteerden aan deze Vroedfchap exhibeerden , en 't welk zy hoopten, dat op even dezelfde hannonieufe en aangename wyze de approbatie van Hun Ed. Achtb. zoude mogen wegdragen. Doch dat, hoe zeer ook dc Gequalificeerden van een zeer groot aantal Ingezetenen met deze voorgeflagen fchikkingen genoegen namen, zy Heeren Gecommitteerden nochtans oordcelden , dat de gehcele Burgery gelegenheid behoorde te hebben, om dit te examineeren, en hare begeerte deswegens te betoonen; en dat uit dien hoofde noodig zoude zyn, dat, wanneer het Concept-Reglement door de Heeren Raden en Vroedfchappen zou wezen geapprobeerd, hetzelve ook wierd gebragt ter kennisfe van de Burgery, ten einde dezelve haar verlangen deswegens zou kunnen te kennen geven. Doch dat eindelyk ten derden, met opzicht tot de form zy Heeren Gecommitteerden van begrip zouden zyn, dat ook omtrent fommigc poinften de aggreatie van de Heeren Staten zou dienen verzocht te worden. Dat wel de oprichting van een Collegie van Burger - Gecommitteerden, cn dc fchikking omtrent de aandelling van Heeren Vroedfchappen, waarop niemand buiten deze Stad eenige invloed toekomt, of oefent, uit haren aart zuiver domedicq is; — dat ook wel het recht der Stad omtrent de aandelling van Burgemeesteren en Schepenen zo gefundeerd is, dat geen bedenkingen daar tegen'gelden kunnen; — en dat  ( 7i ) dat 'er mitsdien geen termen zyn, om daarom* trent eenig Octroy tc verzoeken; — maar dat niettemin', uit aanmerking, dat de Heer Stadhouder, fchoon ten onrechte, gewoon is de nominatie van 13urgemccstercn cn Schepenen ter electie tc ontfangen, zy Heeren Gecommitteerden zouden oordeelen, dat, zodra het geprojecteerde bevonden was ook naar het genoegen van de Burgery te zyn, by een addres aan Hun Ed. Gr. Mog. zou behooren kennis te worden gegeven van het voornemen dezer Vroedfchap om het doen der electie van Burgemeesteren cn Schepenen voortaan zelf te exerceeren, met een kort betoog van het recht dezer Stad daartoe, en met verzoek van Hun Ed. Gr. Mog. a^gveatie daarop. — Vertrouwende zy Heeren ^Gecommitteerden, dat een dusdanig verzoek niet alleen gefchikt is om een bewys van het vcrfehuldigdc refpect aan Hun Ed. Gr. Mog. opcntlvk aan den dag te leggen; maar dat'er ook alle reden is, om uit hoofde van het gcëtablisfecrd fyftema van Hun Ed. Gr. Mog. in meer dan één geval, en inzonderheid omtrent de zaak der Stad Heusdcn op den 11 Mey, cn 21 Juny laatdlcdcn betoond, te mogen vcrwagten, dat zodanig verzoek, als volkomelvk met dat fyftema indemmendc, geen difficulteiten ontmoeten zal. En dat zy Heeren Gecommitteerden, alsnu zullende dienen van advies, van gedachten zouden zyn, dat Hun Ed. Achtb. het gefuppcdileerde Concept-Reglement zouden behooren te approbceren; voorts tc refolveeren, dat het £ ' *k  C 7* ) zelve gedurende eenige dagen, op zekere bekwame plaatfen, ter viiie voor de Burgery zou worden voorgelegd, en daarvan behooriyke advertentie gedaan; en cindelyk de nodige ordres te ftellen, dat inmiddels een gepaft addres aan Hun Ed. Gr. Mog. in gereedheid mogt worden gebragt, om, zodra van het verlangen der Burgery zou gebleken zyn, aan HoogddczelYen te kunnen worden gepradentccrd. C O N-  conceptREGLEMENT ofdeRegeeriiigderStad II A A R. L E M. TITUL I. Van de Heeren Raden en Vroedfchappen^ Art. 1. De Heeren Raden cn Vroedfchappen der Stad Haarlem zullen zyn twee-en-dertig in getal, II. De Perfoonen, welke tot Raden en Vroedfchappen zullen kunnen en mogen genomineerd cn verkoren worden, zullen moeten bereikt hebbenden ouderdom van vyf- en - twintig jaren, zynde bchoorlyk gegoed, cn doende openbare belydenis van dc ware Christclykc Gereformeerde Religie, zo als dezelve by 't Synode, binnen Dordrecht in de jaren 161H cn 1619 gehouden,- is bevestigd, en in de publicque Kerken wordt geleerd. e 5 zy  C 74 > III. Zy zullen daarenboven moeten zyn van de gequaliliceerdftc Burgeren, binnen de muurcn dezer Stad woonagtig, cn geboren binnen dezelve Stad of derzelver Vrydom, ten tyde dat hunlieder Ouders aldaar vaste woonplaats hadden ; mits nochtans dat zodanige geboren Burgers hun Poorterrecht niet hebben verwoond, ofte, zulks gefchied zynde, het zelve wederom zullen hebben verkregen, cn na op nieuws den eed daarop gedaan te hebben, den tyd van één jaar cn zes weeken binnen deeze-Stad of derzelver Vrydom achter den anderen wederom gewoond zullen hebben. IV. YVyders zullen nog gcqualificccrd' zyn, die binnen Holland cn Weit - Friesland zullen geboren zyn, ofte brieven van naturalifatie ad honores van Hun Edele Groot Mogcndcn gcobtineerd zullen hebben, cn na hun verkregen Burgerrecht zes jaren aan den anderen binnen Haarlem of den Vrydom van dien hun vade woonplaats zullen gehouden hebben; des nochtans dat zodanige binnen deezc Provincie geborene of genaturalifeerdc perfoonen, wanneer zy het Burgerrecht alhier geacquireerd hebben , en met eene binnen deeze Stad geborene, of anderzins gequalificeerde Burgeres zullen getrouwd zyn, of getrouwd geweed zyn, en, na 't voltrokken van hun huwlyk, drie jaren aan den anderen hun vaste woonplaats alhier  ( 75 ) gehad zullen hebben, insgelyks tot Raden en Vrocdiehappen verkiesbaar zullen zyn; wordende voor gequalificeerde Burgeresien, behalven dc Inboorlingen, ook gehouden de dochters van zulke Burgers, die, uit hooide van hun door geboorte of anderzins geacquireerd Burgerrecht, tot dc Regeering gequalificeerd waren, mits zy, door uitvvooning uit deeze Stad, haar recht als geborene of anderzins gequaliliccerde Burgcresfen niet verloren hebben. Alles echter met dien verftandc, dat een buitengeborenc, die met eene Burgcresfe' trouwt, wanneer hy voor het aangaan van dit zyn huwlyk reeds in decze Stad gewoond heeft, voldaan zal, met de jaren, welke hy anderzins alhier nog had moeten wooncn, llegts voor de helft tc vervullen. V. Al wie, fchoon buiten de Stad geboren, door 't verkrygen van het Burgerrecht, gequaliiiceerd zal zyn, om tot Raad in de Vroedfchap te kunnen verkoren worden, zal, boven ue ordinaris rechten, aan dezer Stads Thefaurie moeten betalen een fo,m van één honderd en vyftig guldens, ingevallc hy met eene geborene of gequalificeerde Burgeres getrouwd is, cn anderzins dc fom van drie honderd guldens; en zal de quitantie daar van moeten exhibeeren aan Heeren Burgcmccstcren, om onder het getal der Groot - Burgers gcdeld te kunnen worden : zullende de gerequircerde drie en zes jaren gerekend worden met den dag der betaling van  ( 76 ) yan gemelde fom te zyn ingegaan; en zodanig Groot-Burger, na de vervuiling van den bepaalden tyd, alhier tot Vroedfchap eligibel te wezen: alles nochtans met dien verftandè dat wanneer iemand het groot Burgerrecht geacquireerd, en, volgens art. 4, zes of driejaren zyn vaste woonplaats binnen deze Stad gehad, doch vervolgens zyn Burgerrecht door uitwoonmg verloren zal hebben, hy wederom op nieuws als Poorter zal moeten beëedigd worden, en na deze nieuwe beëediging één jaar en Zes weeken binnen deze Stad-of derzelver Jurisdictie zyne vaste woonplaats gehad hebben, eer hy als Groot-Burger van zyn geacquireerd recht zal kunnen jouisfeeren; terwyL de zulken, die, eer dat zy den bovengemclden tyd van zes of drie jaren vervuld hadden, hun Burgerrecht verwoond hebben, wederom na hunne nieuwe beëediging de gemelde zes of drie jaren aan den anderen compleetclyk zullen moeten vervullen, zonder den voorigen tyd hunner inwooning alhier daaromtrent in computatie te kunnen brengen. VI. Gelyk eene vaste inwooning in deze Stad vereifcht wordt, om tot Raad en Vroedfchap te kunnen verkoren worden, zo wordt dezelve op gelyke wyze gerequireerd ten aanzien van de Heeren, reeds Raden cn Vroedfchappen zynde; zullende de zodanigen, welke elders een vaste woonplaats genomen, of één jaar en Sps weeken uit deze Stad. uitgewoond'zullen heb-.  C 77 ) hebben, hier door van hunne Raads - en Vroedfchapsplaacs vervallen: de uitwooningen ter waarneeming van eenige temporaire Staats -of Stads* Commislie voor geene uitwooningen gehouden wordende. VIL Voorts zal gcneraallyk in het oog moeten gehouden worden, dat met betrekking tot de bevoegdheid, om Vroedfchap tc worden of te blyven, voor geen inwoonende Ingezetenen geconiidereerd zullen kunnen of mogen worden de zulken, die elders zich onthoudende binnen deze Stad allecnlyk hun zoo genaamd vuur en licht houden, als het welk in gcenen decle beantwoordt aan dc vcrpligting, om de gemcenfchappclyke lasten van dc Stad en Burgery tc helpen dragen; terwyl echter onder deze bepaling niet begrepen zullen zyn jonge lieden, die nog geen huishouding hebbende allecnlyk tot voortzetting van Studie, of verkryging van nuttige kundigheden, zich voor een tyd elders zouden willen ophouden, als welken, zoolang zy zich ter hunner beoeffening abfentecren, in hun aangeboren Burgerfehap door een temporair afwezen niet zullen worden benadeeld, en ten aanzien van het verkregen Burgerfehap met het houden van vuur en licht zullen kunnen volltaan; zonder dat nochtans deze uitzondering, ten voordeclc van jonge lieden tot het bepaalde oogmerk ingericht, tot anderen zal mogen worden geëxtendcerd, cn ipeciaal niet tot zulken, die bereids Leden van de Regeering zyn, welke , byaldien zy zich tot heritel hunner gezondheid ,  C 78 ) heïd, of om andere redenen voor eenigen aan» merkelyken tyd buiten deze Stad zouden willen abfenteeren, en hunne Raadsplaats nochtans behouden , daartoe van de Heeren Raden en Vroedfchappen eene expresfe dispenfatie van de bovengemelde bepaling zullen moeten hebben geobtineerd; des nochtans, dat van zodanige verleende dispenfatie aan het Collegie van Burger Gecommitteerden behoorlyk kennis zal worden gegeven. VIII. Voortaan zullen niet gelyktydig Raden en Vroedfchappen mogen zyn een Vader en Zoon, ofte Grootvader en Kleinzoon, nochte twee hecle of halve Broeders. Ook zal niemand tot Raad en Vroedfchap mogen worden geëligeerd, die aan eenige Leden van de Vroedfchap beftaat in zodanige graden van bloed of affiniteit, dat daardoor in de Vroedfchap zouden zyn meerder dan twee Zwaagers, ofte meerder dan een Schoonvader cn één Schoonzoon, ofte meerder dan één Oom en Neef; doch dit verbod zal geen effccT: hebben ten aanzien van Perfoonen, die aireede in de Vroedfchap zyn, of die in de Vroedfchap éénmaal zynde, na hunne verkiezing tot Vroedfchap, door huwlyk in de voorfz. relatie tot eikanderen komen; zullende daar en tegen de gemelde relatien van affiniteit niet verdaan worden gedisfolveerd te zyn door den dood van de gene, door welke dezelve zyn gecontraheerd, voor en al eer de overblyvende zich weder ten huwlyk zal hebben begeven. Ton  C 79 ) Tot Raden en Vroedfchappen zullen niet worden geëligcerd, dan eerlyke verftandige vreedzaame en getrouwe liefhebbers van het Vaderland, mitsgaders van deze Stad cn hare Burgery; aan geen ergerlyk levensgedrag fchuldig zynde; geene bankbreukige noch die cesfie van hunne goederen gedaan hebben; gecne Militaire Zee - of Land Officieren, alvorens zy uit hunnen eed cn dienft zullen zyn ontflagen; ook geene, die peniioenen of gagien genieten, ofte zyn in de particuliere ecden of dienden van eenige Vorften, Prinfen, Stadhouders, Gouvernantcn, Heeren - of Vrouwen, ten zy de•zclvcn alvorens daarvan hebben gerenuncieerd, dien dienft ncdergclegd, of daar uit ontflagen zyn; den Leen-eed, en den Eed wegens ecnig Ampt of Commisfic aan de Generaliteit gedaan, daarvan alleen uitgezonderd: zullende ter contrarie iemand Raad en Vroedfchap zynde, wanneer hy bankbreukig wordt of cesfie van goederen doet; of wanneer hy zich zoude hebben begeven tot den Militairen dienft, of eenige peniioenen geaccepteerd, of zich in eenige der voorfz. Ecden of Dicnften verbonden, aanftonds daar mede van zyn Raads- en Vroedfchapsplaats komen te vervallen. X. Wanneer iemand, een geboren Burger deezer Stad zynde, tot Raad in de Vroedfchap geëligcerd en aangefteld wordt, zal dezelve als eene recognitie, ten behoeve van dezer StadsThefaurie betalen eene fomme van vyftien-honderd Guldens ééns, en een buiten de Stad geba-  C 80 ) Wene twee duizend Guldens ééns, welke rejpeéhve fommen zullen moeten wezen voldaan JnY V a Z°danige aanëeftelde Vroedfchap v de Vergadering van de Heeren Raden cn Vroedfchappen zal worden geadmitteerd- XI. icriap, het zy door overlyden ofte anderzins vacant zullen zyn gevallen, zullen deze vS Sl ' v? Z0*ini8\wys> ^n hierna bepalen zuL? W°raCn? Z° hMft de zes weeken zullen wezen verdreken, ofte veertien dagen voor de ordmans verandering van de Regeermg, byakhen de gemelde plaats of plaatfen vier weeken voor de verandering der Reeeerin? vacant zullen zyn géwordén; doch zool vacatures binnen korter tyd voor de meergemelde verandering plaats grypen, zullen de z?s weeJen volkomen moeten wezen verdreken, eer de vervulling zal gefchieden. XIL De meuw geëligeerde Raadëh en Vroedfchap pen zullen in handen van den eerden Heer Burgemeeder, ter Vergadering van de Heeren Raadcn en Vroedfchappen afleggen, behalven de Ecden van zuivering, onder No. q en 1 begrepen in Hun Edele Groot Mogenden Resolutie van den 23 jatJU£Uy g Qok hier na volgenden Eed: ö tls  C 9i ) Ik beloove en zweere de Staaten van Holland en Wed - Friesland, de Hooge en Souvereine Overheid dezer Landen, gehouw en getrouw te wezen; dat ik my van nu voortaan, myn leven lang gedurende, ofte zo lang ik binnen de Stad Haarlem zal blyven relideeren, en tot de bekleeding van den poll: van Raad en Vroedfchap bekwaam geoordeeld zal worden, my zal houden en dragen als Raad en Vroedfchap derzelver Stad Haarlem; dat ik ifi het verkiezen van de Vroedfchappen, mitsgaders van Burgemeesteren en Schepenen, zo menigmaal zulks nodig zal zyn, en voorts in alles my punétueellyk zal reguleeren na het Regeerings - Reglement voor deze Stad gearrefteerd op dcn zonder daar bui¬ ten of tegen te zullen gaan in eeniger manieren ; dat ik t'allen tyden, des by de klokke ofte Bode geïnfinucerd zynde te komen by Burgemeederen cn Schepenen, ofte in den Rade, aldaar in alle voorgedclde zaaken zal geven raad, en helpen rcfolvceren, zulks ik in goeder confidentie ter meede eere, nut, profyt cn welvaren van den Lande van Holland en Wed - Friesland, mitsgaders der Stad Haarlem voorn, zal bevinden te behooren; dat ik geene zaken, die in de Vroedfchap verhandeld, en gerefolveerd zullen worden fecreet te moeten houden, zal reveleeren ofte aan iemand van deezen eed niet zynde, zal openbaren, en voorts my in alles zal dragen als een goed, oprecht, en getrouw Raad en Vroedfchap der Stad Haarlem behoort en F fchuL  C W ) ïehüJdig is tc doen. En dat eri zal ik niet laten om geenerhandc zaaken. Zo waarlyk hel pc my God Almagtig! TITUL II. Van Heeren Burgemeeflereru Art. I. Er zullen binnen deze Stad, als van ouds, • yn vier Heeren Burgemeederen, welke ieder twee achtereenvolgende jaaren zullen regeeren in dezer voege, dat alle jaren op den ïo September twee Heeren zullen afgaan, en twee aanblyven, en, in de plaats van de afgaande twee nieuw verkorenen geindalleerd zullen \vorden. ÏI. Niemand zal tot Burgcmeeder' genomineerd mogen worden, ten zyhy dadel vk zy, en reeds acht jaren geweed zy Raad cn Vroedfchap van deeze Stad; gelyk ook niemand op nieuws tot Burgcmeeder zal mogen genomineerd worden, ten zy hy in die qualiteit ten minden één jaar zal hebben dil gezeten. III. Te zamen zullen niet als Burgemeederen mogen dienen Schoonvader en Schoonzoon, noch twee  C 83 ) twee Zwagers, nochte ook Oom en Neef, het zy in den bloede of door affiniteit, wanneer dc affiniteit voor derzelver electie gecontraheerd zal zyn; zullende het verbod in de voorfz. graden van affiniteit effect blyven hebben , nicttegenftaande de perfoon, door welke de voorfz. relatie van affiniteit zal wezen gecontraheerd, overleden mogte zyn, zo lang de overgeblevene zich niet tot een ander huwelyk zal hebben begeven. IV. Wanneer iemand der Heeren regeerende Burgemeefteren zal overleden wezen, zal de vaceerende plaats niet langer mogen onvervuld blyven, dan veertien dagen, ten ware de vacature ontftond in de drie laatfle maanden van het tweede jaar van den dienil als Burgemeefler; zullende in zodanigen geval met de vervulling gcfuperfedeerd worden tot den gevvoonen tyd der verandering van de Regeering. V. Iemand tusfehen tyds tot Burgemeeder zynde aangedeld, het zy dceze aandelling gefchied zy tot vervulling eener vacature in het laatde jaar, het zy in 't eerde jaar van den diend des overledenen, zal de nieuwaangedelde Burgemeeder alleenlyk fuppleeren den diend van den genen, in wiens plaats hy fuccedeert, en by de volgende gelegenheid dus niet weder nominabel zyn, maar even als ten opzichte van een Borgemeeder , die de volle twee jaren gediend F 2 heeft,  < 84 ) heeft, hier voor is vaftgefteld, ten minsten één jaar moeten ftilzitten. VI. . Die genen van de Heeren Raden en Vroedfchappen, welke in een Collegie buiten de Stad zyn gecommitteerd, of fchoon de vereifchte guriiteiten hebbende, zullen echter op de nominatie tot Burgemeefteren niet mogen gebragt worden, dan alleen, wanneer buiten dezelven in de Vroedfchap het getal van acht Perfoonen de voorfz. qualiteiten bezittende, tot de nominatie van Burgemeefteren niet zou kunnen gevonden worden; in welken geval zodanige Heeren , welke in het laatfte jaar hunner Commisfie getreden zyn, nominabel zullen wezen. 'VII. "Geene Thefiiuriers, dan alleen in het derde jaar van hun Thefaurierfchap, zullen nominabel zyn tot Burgemeefteren; ook geene Schepenen, het zy dezelven één jaar, of twee jaren aan den anderen, als Schepen gefungeerd hebben; met deeze uitzondering nochtans, dat een Schepen, welke, de vereifchte qualiteiten tot het Burgemeefterfchap bezittende, fiegts één jaar als Schepen gefungeerd heeft, genomineerd en verkoren zal kunnen worden, om by een vacature voor den tyd van één jaar te fuppleeren den dienft van een overleden Burgemeefter. VIII. De nomiatie en electie van Burgemeefteren zal  ( 55 ) zal op zodanige wyze gefchieden, als hiernabepaald zal worden; zullende de geüligccidc Heeren Burgemeederen in handen van den Heer Schout dezer Stad afleggen, behalven de Eeden van zuivering, onder No. 3. en 1., begrepen in Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 23 January 1748, ook nog den hierna volgenden Eed:. Wy belooven en zweeren de Staten-van^ Holland en Wed - Friesland, de Hoogc en Souvereine Overheid dezer Landen, gehoaiw en getrouw te wezen, dezelve te dyven en re derken in hunne rechten; de Stad van 1 laarlem te bewaren en te houden tot behoef van dezelve Heeren Staten, dc Poorteren van Haarlem te dyven en te derken in hunne rechten, en elk Poorter byzonder tegens eenen iegclyken; de Privilegiën, Handvesten, Keuren , goede oude Codnmen en Gewoontens, mitsgaders het Regecnngs-Reglement voor deze Stad op den gcarredcerd, te achtervolgen en tc onderhouden na al ons vermogen ; met den Schout en de Schepenen van de voorfz. Stad, de misdadige en breukige perfoonen te helpen corrigeeren van alle zaken ter correftie ftatmde en behoorende; der voorfchreve Stadsgoederen tc helpen regeeren en bewaren tot oorbaar en profyt van de voorfz. Stad,, gelyk onze eigene goederen; en voorts alles te doen tot behoef van de Heeren Staten voornt., en der Stad van Haarlem, dat goeJ.e cn getrouwe Burgemeefteren, behooren F 3. «?■  C 86 ) en fchuldig zyn te doen. En dat en zullen wy niet laten om geenerhande zaken. Zoo waarlyk helpe ons God Almachtig! TITUL III. Vm de Heeren Schepenen Art. I. Het Collegie van Schepenen der Stad Haarlem zal, als van ouds, beftaan uit zeven perïoonen. r II. De Schepenen zullen alle moeten zyn Poorters dezer Stad, en gequalificeerd, even als bier voren ten reguarde van de Raden en Vroedfchappen bepaald is, en ten minftcn oud zynde zes - en - twintig jaren. III. t Alle jaren op den elfden September zullen er door de Vroedfchap zeven geëligeerd worden, om voor het dan aandaande jaar te dienen. IV. Tot dat einde zullen de leden van de Vroedfchap ten gemelden dage elk inbrengen een bilhet, inhoudende de namen van veertien perfoonen, gequalificeerd zynde als voren, en wel-  C 87 ) welken zy in goede confcientie zullen achten te wezen van de rechtvaardigde, verdandigde, en vreedzaamde liefhebbers van 't Vaderland, en doende profesde van de ware Christelyke Gereformeerde Religie, hier voren breder omfchrevcn. V. Uit de veertien, die de meeste demmen zullen hebben onder de genomineerden tot het Schepen-ampt, zullen die genen, die het jaar te voren cn langer niet, als Schepen hebben gediend, gehouden worden voor geëligcerd. VI. Voorts zullen de leden van de Vroedfchap ten zeiven dage, zonder van den anderen te fcheiden , hunne billictten formecren , en daarby vervolgens datelyk inbrengen, uit de overige genomineerden tot Schepenen, de namen van zo veel perfoonen, als aan het getal van de Schepenen zal ontbreken; cn die, welke alzo bevonden zullen worden de meeste demmen te hebben, zullen daar mede gehouden worden voor geëligeerd. VII. Te famen zullen niet mogen dienen als Schepenen Schoonvader en Schoonzoon, noch twee Zwagers, nochte ook Oom en Neef, ofte anderen in naderen grade malkanderen bedaandc. het zy door bloed ofte affiniteit, wanneer de F 4 &  C ss ) affiniteit voor derzelver electie gecontraheerd zal wezen; zullende het verbod in de voorfz graden van affiniteit effect blyven hebben niettegenftaande dc perfoon, door welke dc voorfz. relatie van affiniteit zal wezen gecontraheerd, overleden mogte zyn, zo lang de overgeblevene zich niet tot een ander huwlyk zal hebben begeven. VIII. Wanneer op het dubbeld getal van Schepenen bevonden raogten worden perfoonen, die met den anderen niet zouden mogen dienen m zulken gevalle zullen die genen, welke onder dezelven de meede Hemmen hebben, voor genomineerd gehouden worden, terwyl de andere het zy één of meerder, van de nominatie zul en moeten afvallen, en de plaats gegeven zal worden aan den genen, die naad henluiden de meede Hemmen hebben, welke ook verdaan zullen worden daar mede genomineerd te zyn. En zo de voorfz. perfoonen, die te iamen niet mogen dienen, even veel Hemmen mogten hebben, als dan zal tusfehen dezelven door de Heeren Raden en Vroedfchappen herdemmmg worden gedaan, en die de minde Hemmen zal hebben, zal van de nominatie afvallen. Axles ten ware één van de genomineerden tot Schepenen, die met den anderen tc famen niet mogen dienen, het jaar te voren en anger met, als Schepen had gediend, in welden geval zodanige genomineerde, niet tegengaande dezelve minder Hemmen mogte hebben gehouden zal worden voor geëligeerd, en dc an~  C 89 ) andere van de nominatie afgelaten zullen worden. IX. Wanneer de plaats van één der regcerende Schepenen vacant zal worden, zal deze vacature niet langer mogen onvervuld blyven, dan den tyd van veertien dagen, ten ware de vacature "ontdond binnen de drie laatdc maanden voor de ordinaris verandering der Regeering, X, De Electie van Ilccren Schepenen gefchied zynde, zal daar van met opgaaf van de namen der Geëligeerden, aan Hun Edele Groot Mogenden, of aan de genen, welke bevonden 'wordt daar toe door lloogddczelvcn, gequalificeerd te zyn, kennis worden gegeven, met verzoek om uit dezelven Schepenen Commisfarisfen ter judicature over zaken van des Gcmeenen Lands Middelen, te eligeeren of te doen eligeeren. XI. De Nieuw geëligeerde Schepenen in handen van den Heer Schout dezer Stad, op den 14 September by de ordinaris verandering der Regcering, ofte anderzins ten tyde hunner inftallatie, behalvcn de eeden van zuivering, onder No. 3. en 1., begrepen in Hun Ed. Gr. Mog.. Refolutie van den 23 January 1748, ook nog afleggen den hier navolgenden Eed: F 5 Wy  C 9° ) Wy belooven en zweeren de Staten van Holland en Wed-Friesland, de Hooge cn Souvereine Overheid dezer Landen, gehomv en getrouw te wezen; 't recht te wyzen tusfchen den Heer en den Poorter, cn den Vreemden, en tusfchen Twee-mans dingtalen; tot allen tyd, als wy daar toe verzocht zullen wezen, te helpen raden tot eer en profyt van de voornoemde Heeren Staten, en de Stad van Haarlem, derzelver Stads Handvesten, Privilegiën, Keuren, o-OGde oude Coflumen en Gewoonten, mitsgaders het Stads Regeerings Reglement, op den gearrcflecrd, te onderhouden en helpen onderhouden naar al ons vermogen; met den fchout cn Burgemeefteren der gemelde Stad de misdadige en breukige perfoonen te helpen corrigeeren in alle zaken tot correctie ftaande en behoorende; der voorfchreve Stads goederen te helpen regeeren en bewaren tot oorbaar cn profyt van dezelve Stad, gelyk onze eigene goederen, cn voorts alles te doen, dat goede en getrouwe Schepenen van Haarlem behooren en fchuldig zyn te doen. En dat en zullen wy niet laten om geenerhande zaken. Zo waarlyk helpe ons God Almagtigt T I-  C 91 ) TITUL IV. Van het Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery. Art. L T en einde de Burgery een behoorlyken invloed hebbe, zal 'er daarenboven in deze Stad ook zyn een bedendige Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery. II. Dit Collegie zal bedaan uit twaalf Leden, uit eiken wyk dezer Stad twee, by meerderheid van Hemmen te kiezen. UL D'e verkiezing der Gecommitteerden in iederen wyk zal gefchieden door de Stemgerechtigden van zodanigen wyk, zo als hierna zal aangewezen worden. IV. Deze Gecommitteerden zullen gewoonlyk vier jaren fungeeren, en de helft van dezelve alle twee jaren veranderen op den 20 September, (doch zo dit op een Zondag valt, dan daags daaraan) zullende ten gemelden dage de oudde uit ieder wyk afgaan, en in derzelver plaats uit ieder wyk één aankomen, welke nieuw aan-  C 92 > aankomende dan als jongde gerekend, na verloop van vier jaren insgelyks zullen afgaan. Alles nochtans met dien verftande, dat die genen, welke by de eerde oprichting van dit Collegie bevonden zullen worden de oudde in jaren te zyn van de verkozene uit ieder wyk, voor de oudden in rang zullen gehouden worden , en na verloop der twee eerde jaren zullen afgaan. V. De afgegane Gecommitteerden zullen ten minden vier jaren dil zitten , eer zy wederom zullen mogen verkoren worden. VI. By eene tusfchentydfche vacature, het zy door overlyden, verhuizen buiten den wyk of anderzins, zal dezelve binnen veertien dagen moeten vervuld worden uit dien zeiven wyk, in welken dc vacature gevallen is; doch ingevaHe een plaats van Gecommitteerde komt te vaceeren binnen de laatde zes maanden voor den 20 September in ieder jaar, zal dezelve blyven vaceeren en niet vervuld worden voor den gemelden dag. VII. Tot dit Collegie zal niemand mogen verkoren worden, dan die den ouderdom van vyfen-twintig jaren volkomen bereikt, ten minsten zes jaren binnen deze Stad of derzelver Jurisdictie zyn vaste woonplaats en bedendige in- woo-  C 93 ) wooning gehad, en jaarlyks in de Lahds en Stads lasten te famen ten minften eene fomme van honderd-vyftig guldens gedragen heeft; zullende de zodanigen , welke den gerequireerden tyd binnen deze Stad of derzelver Jurisdictie gedomicilieerd zyn geweed, en tot Burger-Gecommitteerden benoemd mogten worden , (ingevalle zy verzuimd hadden by het nemen hunner inwooning alhier het Poorterrecht tc acquireeren ) ten tyde hunner beëdiging het zelve gratis ontfangen. VIII. Geen Vader en Zoon, Grootvader cn Kleinzoon, heele of halve Broeders, noch Schoonvader en Schoonzoon, noch Zwagers, zullen te gelyk in dit Collegie fesfie hebben, of daar roe verkoren mogen worden; met deze bepaling nochtans ten aanzien van de bovengemelde relaticn van affiniteit, dat zulks dan alleen plaats zal hebben, wanneer dezelve voor hunne electie gecontraheerd zal wezen; zullende het verbod in de voorfz. graden van affiniteit effect blyven hebben, niettegendaande de perfooil, door welke die relatie zal wezen gecontraheerd, overleden mogte zyn, zo lang de overgeblevene zich niet tot een ander huwlyk zal hebben begeven. En ingevalle mogte blyken, dat uit diverfe wyken twee of meer te na aan eikanderen vermaagfehapte gekozen waren, zal de oudde in jaren van dezelve alzo verkorenen gehouden worden voor geëligeerd; zullende by de wyk, waar uit de andere gekozen was of waren,  C 94 > ren, dezelve door die geene, welke naad huis de meeste (temmen had, vervangen worden. IX. Dc Leden van dit Collegie zullen moeten zyn oncrgelyk van levensgedrag, geen bankbreukige noch die cesfie van goederen gedaan hebben. ° X. Tot dit Collegie zullen niet mogen benoemd of verkoren worden de Leden of Ministers van de Regeering, noch derzelver Vaders of Zoons, Schoonvaders of Schoonzoons, heele of halve Broeders, ofte Zwagers, nochte de Predikanten van de Hervormde of andere Gezindheden noch de Pastoors der Roomfche Kerken, ofte' Voorzangers, Voorlezers en andere Bedienden van dc Kerken, noch Suppoosten van Godshuizen, noch ook eenige Stads Bedienden, als daar zyn de Clercquen der Secretary, de Bedienden van de Rekenkamer, of van de Stads Bank van Leening, de Commisfaris van de Stads Keuren, de Stads Fabrvcq, de Stad* Timmerman , de refpeeïive Bodens, noch eenige Bedienden van de Juditie. XL Niemand zal gedurende zyne fesfie in dit Collegie mogen benoemd worden tot Kiezer. re-  C 95 ) XII. Iemand uit zyn wyk tot Burger-Gecommitteerden verkoren zynde, zal gehouden zyn, het zy hy by de verkiezing pnsfent is gewceft of niet, dc functie van dien poft, ten nutte der Stad en Burgery, te aanvaarden, zonder zulks te mogen weigeren, ten ware hy zich daar van wilde uitkoopen, zullende in zodanigen gevalle moeten betalen voor de eerrte reis tweehonderd guldens, en voorde tweede reis honderd guldens, en zulks ten aanzien van de laatftgcmeldc fom, het zy hy reeds éénmaal gefungeerd heeft, of voor de eerfte reis zich ook had uitgekocht; welke uitkoopgelden binnen zes weeken na de gedane electie zullen moeten betaald worden, en komen ten profyte van de Krygsraadskasfe dezer Stad: des nochtans dat zodanige Uitkooper, na den eerden uitkoop den tyd van acht jaren geëxcufeerd zal worden, en na den tweeden uitkoop, des begeerende, altyd zal worden voorbygegaan; welke Vrydom ook zal genoten worden door den genen, die na éénmaal gefungeerd te hebben, voor de tweedemaal zich met de betaling van honderd guldens zal hebben uitgekocht: gelyk het ook aan iemand die acht jaren gefungeerd heeft, en weder verkoren wordt, zal vryftaan zich te excufceren, als mede aan de zulken, welke boven de zestig jaren oud zyn. XIII. Dit Collegie zal zich byzonder moeten bezig hou-  C 96 ) Rccnten ^P^, *• Zkn> dat °P de erkende Kechten, Privilegiën en Vryheden van deze poincten in dit Regeenngs - Reglement vervat geene «dracht hoe ook genaamd gefcWede maar dat dezelve onveranderlyk blyvfn geCOnferveerd; zullende ook ter bevordering vS het voorfz toezicht aan dit Collegie ge-even wor den behooriyke Copie van 3e Slütie de Heeren Raden en Vroedfchappen op den 07 November 1786 genomen ten opzichte van de begeeving der Burgerlyke Amptïn en Officien binnen1 deze Stad, als welker inhoud geconfidereerd word tot de erkende Rechten dezer Burgery notoirlyk behoorende. XIV. Uit dit Collegie zullen jaarlyks zes Leden ivorden afgevaardigd tot het bywoonen cn hoo als het dot daar van ter pradentie van de Heeren Raden en Vroedfchappen voorgedragen en gerefumeerd wordt en zal by die gelegenheid aan de afgevaardigden uit de Burger - Gecommitteerden het borderel der voorfz. Rekening ter hand worden gedeld, om daarvan aan hun Collegie opening te geven; zullende dc tyd tot het doen der voorfz. Rekening acht dagen te voren van wege Heeren Burgemeederen aan het Collegie geadverteerd worden, en aan de pne- Sï pecx°/mm'tieuerden fay die gelegenheid een dubbele Vroedfchapspenning voor presentiegeld gegeven worden. r Ook  C 97 ) XV. Ook zal dit Collegie by het opleggen van nieuwe Stcdelyke belailingen, of het yerhoogcn van oude, van de noodzakelykheid daarvan alvoorens geïnformeerd worden , cn tot dat einde ontfangen de nodige opening van de Stads-financie, ten einde des goedvindende hunne confideratieivlaaromtrent aan dc Vroedfchap te kunnen fuppeditecren. Zullende , wanneer de noodzakelykheid van zodanige nieuwe heffing gebleken en vvcdcrzyds erkend is, het ontwerp"nopens de natuur der nieuwe belading, en de wyze der heffing, door Gecommitteerden uit de Vroedfchap aan de Burger- Gecommitteerden gecommuniceerd worden, om daaromtrent derzelver coniideratien cn advies te vernemen, ten einde daar op by de Vroedfchap zodanig reguard te flaan, als bevonden zal worden te behooren. XVI. Voorts zullen by het maken der Nominatien door de Kiezers tot Burgemeederen en Vroedfchappen , drie Leden uit het Collegie van Burger - Gecommitteerden prafent zyn , om acht te geven, dat alles in orde, cn overcénkomftighet Reglement, daaromtrent gemaakt, gefchicde; zonder dat zy eenige llem in het zelve zullen mogen hebben ; doch zullende niet te min aantekening moeten houden van de nominatien en het getal der demmen. G Dit  C 9B ) XVII. Dit Collegie zal ook nazien de door de Officieren der Schuttery geformeerde lyden der Stemgerechtigden van de refpccdive wyken, als mede die van de Gequalificeerden, om tot Kiezers en tot Gecommitteerden uit de Bur-cry verkoren te worden, benevens de verificatien van derzelver qualificatie, en dia in order bevindende , approbeeren. Voorts zal het zelve ook met de Officieren der Schuttery formeeren de lyd der Gequalificeerden, om tot Raden en Vroedfchappen verkoren te worden. XVIIÏ. De Leden van dit Collegie zullen dezelfde honneurs en voorrechten genieten, zo aan dc Poorten als anderzins, welke de Leden van den Krygsraad alhier genieten , ook zitting hebben in de Krygsraadsbanken in de Kerken, en by alle gecombineerde commisfien met den Krygsraad zullen dè Burger-Gecommitteerden gelyken rang hebben als de Officieren , ten dien effecle, dat en het prcefidie, en de zitting der Leden, om den anderen, verwisfelcn zal ; zullende de ééne keer prafideeren een Lid uit den Krygsraad, cn een volgende keer een Lid uit dit Collegie; en zal op gelyke wyze , wanneer een Lid van den Krygsraad prajfideert, op den zeiven in rang der zitting volgen een. Burger - Gecommitteerde , daarna een Lid van den Krygsraad, vervolgens wederom een Burger - Gecommitteerde , en zo voorts altyd alterneerende. Dir  C 99 ) XIX. Dit Collegie zal ordinair eenmaal 'smaands, en voords zo dikwils, en op zodanigen tyd cn uur, als de Leden onderling zullen bepalen, vergaderen in één der Kamers van het Prinfcnhof, en aldaar van Stadswege van vuur en licht Voorzien worden. XX. De Leden van dit Collegie zullen, voor zo verre dezelven gelyktydig aankomen, in hunne Vergaderingen zitten en itemmen naar derzelver ouderdom; de nieuwaankomende altyd nan de aangeblevcnen den rang 'gevende. XXL Dc Leden zullen naar goedvinden bepalen de boetens wegens abfentie of te laat komen, als mede het emploij van dezelve, mitsgaders het geen verders het houden der Vergaderingen aangaat, cn in al het zelve by meerderheid van ftemmen de nodige veranderingen maken; zonder daar door nochtans in het geflatueerde by dit Reglement eenige verandering , vermeerdering of vermindering direct of indirect te cffeétueeren, als het gene door niemand, en op geenerlei wyzc zal mogen gefchicden. XXII. Het prxfïdie van dit Collegie zaï alle vict G a maan-  ( ioo ) maanden veranderen, en waargenomen worden door de zes boven aanzittende Leden, beginnende van den oudflen af, en zo vervolgens: terwyl in alle zaken by meerderheid zal geconcludeerd worden, mits niet minder dan zeven Leden pefent zynde; zullende, als de itemmen Haken , de Prsefident een dubbele Hem nebben, en daar mede concludeeren. XXIII. Dit Collegie zal geadfifleerd worden door eenen Scriba, by het Collegie uit den haren te verkiezen, voor den tyd van deszelfs fesfie in het zelve, welke zyn Hem en rang zal behouden, doch ook verpligt zyn nauwkeurige notulen te houden van alle de Acda van het Collegie, en alle vereischt wordende fchrifturen moeten Hellen, affchryven en regiflreeren. XXIV. Aan dit Collegie zal van Stadswege iaarlyks gegeeven worden eene Ibmme van twee honderd guldens,om zich van de vereifchte fchryfbehoeften te voorzien, den Scriba wegens tehryfloonen tc dedommageeren, en eenen Bode ten diende van het Collegie aan te Hellen cn te lalaneeren. XXV. By aldien 'er onverhooptelyk tusfehen de Heeren Raden en Vroedfchappen, en dit Collegie eenige discrepance van fentimenten mogt ont-  ( ioi ) ontdaan nopens het verdand en effect van het gedatueerde by dit Reglement, zal men wel tragten de vcrfchillendc ientimenten deswegens onderling te vereffenen; doch indien zulks niet mogte gelukken, zullen de twaalf oudde in de Stad prEefent zynde Vroedfchappen, of zodanig getal als dat van de Burger-Gecommitteerden als dan bedraagt, zich met het Collegie van Gecommitteerden combinceren, ten einde door boontrekking uit dit alzo gecombineerd Collegie negen Boonhceren mogen gedefigneerd worden, welke nopens het ontdaane different een finale uitfpraak doen, waar aan zich en de Regeering, en de Burgery, zonder wederfpreeken zullen onderwerpen. XXVI. Ten einde alle decze Articulen puncbueelyk mogen worden nagekomen, en zonder eenige alteratic ongefchonden bewaard blyven, zullen de Gecommitteerden by de eerde introductie, en vervolgens, zo by dc alle twee jaaren wedcrkecrcndc vernieuwing van dit Collegie, als by de tusfchcntydfchc aandelling van nieuwe leden, in handen van Heeren Burgemeederen afleggen den Eed hier na volgende. Ik beloove en zweere, dat ik al den tyd myner bediening , zonder aanzien van perfoonen, na myn bede weten, zal toezien, dat in het Stedelyk Regeerings Reglement voor decze Stad gearredeerd den als mede op de erkende G 3 Rcch-  C I02 ) Rechten, Privilegiën en Vryheden van deeze Stad, Burgery en Regeering, geene infraétien gefchieden of veranderingen gemaakt worden; maar dat alle dezelven onveranderd worden nagekomen, en, zo daarin eenige veranderingen wierden voorgedagen of ondernomen, door wie zulks ook zoude wezen, dat ik in myne qualiteit als Gecommitteerde uit de Burgery aanftonds met myne mede Gecommitteerden zal concurreeren tot het mondeling voordragen of fchriftelyk inleveren cener doleantie aan de Heeren Raden cn Vroedfchappen dezer Stad, ten einde dezelven, achtervolgends den door Hun Ed. Achtb. gedaanen Eed, alle ondernemingen tegens alle dezelven helpen afweeren , en dezelven buiten eenige alteratie of inbreuk geconfervcerd blyve; voorts dat ik my diptelyk zal gedragen overéénkomdig het Reglement voor de Burger - Gecommitteerden vadgedeld. Zo waarlyk hclpe my God Ahnagtig* TITUL V. Omtrent de verkiezing van Heeren Vroedfchappen , Burgemeefteren , en Burger - Gecommitteerden. Art. L Ten einde den invloed van de Burgery deu Stad Haarlem op de aandelling haarer Repre- fen-  C 103 ) ifentantcn bchoorlyk tc rcguleercn, zal de "Stad verdeeld worden in zes wyken, en aan iedere wyk geadfigneerd worden een Vergaderplaats voor de Stemgerechtigden van zodanigen wyk. De eerjïe wyk begint met den oofthoek van de Sc. Jansftraat, cn bevat vervolgens de ooftzyde van dezelve ftraat tot aan den oofthoek van de tweede St. Jausbrug, de Achter - Nieuwegracht langs tot aan het Spaarne, de overzyde van 't Spaarne, 't Harmen Janfcnsveld , de Papentorensveft langs tot aan de Spaarnwouderpoort, de Veft langs tot aan Witte Lely- of Slikftceg, dc noordzydc van dezelve tot aan de Korte Brug; vervolgens de wertzyde van het Spaarne van den hoek der Bakcnesfergracht af tot aan de Damdraat, de noordzydc van dezelve ftraat, achter de Groote Kerk langs de Rivier - Vischmarkt tot aan den oofthoek van de St. Jansftraat. — De vergaderplaats voor dezen wyk zal zyn in dc Bakenesfer- Kerk. De tweede wyk begint aan den zuidhoek van dc Dam ftraat, en bevat dezelve ftraat tot aan 't Spaarne, de weftzyde van 't Spaarne tot aan de Mclkbrug, voorts de ooftzyde van het Spaarne tot aan de Korte Brug, de zuidzyde van de Witte Lely- of Slikftceg tot aan de Veft, de Veft langs tot aan de Schalkwykerpoort, de Veft langs tot aan dc Lange Brug, Eendjespoort , en vervolgens tot dc Kleine Houtpoort ; de ooftzyde van de Kleine Houtftraat, G 4 o-oft-  C io4 ) ooftzyde van de Lange Veerftraat tot aan den zuidhoek van de Damdraat. By welken wyk nog behoort de oodzyde van den Kleinen Houtweg, het geheele Buiten - Spaarne en de Zomervaart, zo ver zulks onder de Jurisdiétie van de Stad gelegen is. ( De Vergaderplaats voor dezen wyk zal zyn in de Groote Kerk , of als dezelve niet gebruikt kan worden, in dat-geval boven de Hal. Be derde wyk begint aan den wedhoek van de Lange Veeidraat, en beheld de weftzyde van dezelve ftraat en Kleine Houtdraat weilzyde tot aan dc Kleine Houtpoort, de Veft langs tot aan de Groote Houtpoort, de ooftzyde van de Groote Houtftraat tot aan de Groote Markt, van daar de zuizyde van de Groote Markt tot aan de Paaltjes, de geheele oude Groenmarkt tot aan den wefthoek van de Lange Veerftraat. Hierby gerekend de weftzyde van den Kleinen Houtweg, de ooftzyde van den Wagenweg en 't Plein tot aan de Groote Houtpoort. _ JJe Vergaderplaats voor dezen wyk zal zyn m de Kerk der vereenigde Doopsgezinde Gemeente in de Pcuzelaarsfteeg. m De vierde wyk begint aan den wedhoek van t gat van de Groote Houtdraat, en continueert de geheele weilzyde van de Groote Houtdraat tot de Groote Houtpoort, dc Ved langs tot aan de Raaks, de zuidzyde van dc Raaks tot aan dc Oude Gracht, de weilzyde van de Oude  ( io5 ) de Gracht tot aan de Jacobyncn-brug, de zuidzyde van de Jacobynendraat, van daar de oodzyde van de Koningitraat, de zuidzyde van de Markt tot aan het gat van de Groote Houtdraat . Hier onder is begrepen de weftzyde van het Plein cn den Wagenweg, en al het geen verder onder de vryheid der Stad is, tot en benevens de Brouwersvaart, en vervolgens tot aan dc Raaks. Ve Vergaderplaats voor dezen wyk zal zyn, in de Nieuwe Kerk. De vyfde wyk begint aan het Stadhuis, cn bevat de weftzyde van dc Koningftraat tot aan de Jocobynenftraat, dc noordzyde van dezelve ftraat tot aan de Jacobync - brug, de oodzyde van de Smalle Gracht tot aan de Beek , dc noordzyde van de Raaks tot aan de Ved, de Veft langs tot aan dc Zeilpoort, van daar tot aan dc eerde Nieuwe Gracht, cn vervolgens de cerrte Nieuwe Gracht langs tot aan de eerde Kruisbrug, dc weilzyde van de Kruisftraat, de weftzyde van dc Battejorisftraat tot aan het Stadhuis. Alles wat van de Brouwersvaart af buiten de Zeilpoort cn aan 't Gaaienkookers Sluisje onder de Stads Jurisdictie ligt, is hier onder begrepen. De Vergaderplaats voor dezen wyk zal zyn in dc Kerk van de Lutherfche Gemeente. De zesde wyk begint aan den oodhock van de Battejorisftraat, cn behelft de ooftzyde van G 5 de-  (' io6' ) dezelve ftraat, de ooftzyde van de Kruisllraat co t KThAÜS' deJ Seheelc Nieuwftad toe aan de weftzyde van de tweede Jansbrug Jansftraat weftzyde toe aan de Markt dè ftraïc ^ MarkC t0C Mn d° B;uteJ?0"s- Al het geen buiten de Nieuwe Poort onder de Jurisdictie ligt is hier onder begrepen. De Vergaderplaats voor dezen wyk zal zyn m dc St. Janskcrk. y II. Wanneer er eenige nominatien tot verkiezing van een of meer Raden en Vroedfchappen, als mede Va„ één o meer Burgemeederen moeten gelthieden, zullen er uit lederen wyk vyf en dus m t geheel dertig Kiezers benoemd wor- lil. Ten einde de benoeming van Kiezers, als mede van Gecommitteerden uit de Burgery behoorlyk te reguieeren, zullen er in iederen wyk lyften gemaakt worden van alle de Stemgerechtigden , welke tot het doen van de benoeming van Kiezers en van Gecommitteerden uu de Burgery , bevoegd cn gequalificeerd zyn. IV. Als zodanige Stemgerechtigden worden by dezen voor bevoegd cn gequalificeerd verklaard alle Ingezetenen dezer Stad en derzelver Jurisdictie ,  C io- ) dictie, zynde Manspcrfoonen, den vollen ouderdom van achtien jaren bereikt hebbende, die ten minften één jaar en zes wceken met behoorlyke admisfic van Heeren Burgemeefteren alhier zullen moeten gedomicilieerd zyn geweeft ; niet uitzondering allecnlyk van da Joodfche Natie , mitsgaders van alle die op eenigerhande wyzc, het zy aanhoudend of op zekere tyden eenige alimentatie of adfiftentïs van Armcomptoircn of pieufe Gedichten genieten; als mede van alle zodanige Bedienden, voor welken het Heeren- en Redemtie-geld betaald wordt. Ook zullen tot het doen der voorfz. benoeming niet gequalificeerd zyn de Heeren Leden van de Regeering of derzelver ÏWiniitcrs, noch ook hunne Vaders en Grootvaders, Zoons en Kleinzoons, of hccle en halve Broeders. V. Van alle deze invoege voofz. Stemgerechtigden zal telken jare in ieder wyk een behoorlyke lyd geformeerd worden ; zullende 'er tot dat einde in de maand Mey van elk jaar dooide Officieren der Schuttery eene generale omfchryving gefchieden van alle de Stemgerechtigden in iederen wyk woonagtig ; welke lysten in de maand Cctobcr, ten aanzien der veranderingen, die wegens iterfgevallen cn verhuizingen daarin zouden behooren plaats te hc-bben, gerevideerd en geredresfeerd worden. Deze  (" 108 ) VI. Deze alzo geformeerde lyft der Stemgerechtigden van lederen wyk zal aan de twee Burger-Gecommitteerden van zodanigen wyk ter hand gedold, door dezelven geëxamineerd en m order bevonden zynde geapprobeerd worden. VII. Uit dc gemelde Jyd der Stemgerechtigden zal tweemaal 's jaars door de Officieren der Schuttery geformeerd worden eene nadere lvd van zodanige Ingezetenen, welke geboren Burgers, cn alhier gedomicilieerd zyn, of elders geboren wezende, alhier ten minden zes jaren gedomicilieerd zyn geweed; welke tyd nochtans tot op de helft verminderd zal worden ten aanzien van de zodanigen, die gehuwd zyn of geweed zyn met een geboren Burgeres, of met dc dochter van een gequalificeerden tot het Kiezerfchap; zullende alle dezelven, zo Inboorlingen als Buitengeboreneo daarenboven ten vollen den ouderdom van twee - cn - twintig jaren moeten bereikt hebben, cn aan Lands en Stads Iaden te famen jaarlyks betalen ten minden honderd-vyf-cn-twintig guldens; doch van deze lyd zullen, behaiven de geëxipieerden me de Stemgerechtigden, noch uitgefloten worden de Bedienden van de Rekenkamer, als mede van de Stads Bank van Leening , de Clercquen der Stads Secretary, de Commisfaris van de Staas Leuren, de Stads Fabrycq en Stads Timmerman , mitsgaders de refpective Bo-  C 109 ) Bodcns , en alle de Bedienden der Juditie; VIII. Deze lyd uit iedcren wyk zal met de vcrilïeatien van de gerequireerde qualificatic aan de twee Burger - Gecommitteerden van zodanigen wyk ter hand gefield, door dezelven geëxamineerd en in order bevonden zynde, geapprobeerd worden; zullende na deze approbatie alle de geplaatften op zodanige lyd gehouden worden voor gequalificeerd , om tot Kiezers benoemd te worden. IX. Nog zal door de Officieren der Schuttery een derde lyfl geformeerd worden van de zodanigen , welke volgens de in den vorigen Titul gemaakte bepalingen gequalificeerd zyn, om tot Gecommitteerden uit de Burgery verkozen te worden. X. Eindelyk zal door het Collegie van BurgerGecommitteerden benevens de Officieren der Schuttery geformeerd worden een lyd van zodanige perïöonen , als overéénkomdig de in den eerden Titul gemaakte bepalingen gequalificeerd zullen bevonden worden tot Raden in de Vroedfchappen, en welke daar toe aan 't gemelde Collegie zich zelvcn aangegeven hebben , of door anderen zullen aangegeven zyn. Ter»  C HO ) XI. Ten tyde van een vacature ecner Vrocdfchapsplaats,zullen de Officieren van de Schuttery binnen acht dagen na die vacature zich aan Heeren Regeerende Burgemeederen addresfeeren, en van dezelven vernemen de bepaling van den dag, om gemelde vacature conform dit Reglement te vervullen; van welke tydsbepaling gemelde Officieren ten fpoedi"lle aan de Turger-Gecommitteerden zullen doen kennis geven. XII. De Officieren der Schuttery zullen de Stemgercgtigden uit ieder wyk in de vergaderplaats van zodanigen wyk tegen den bepaalden dag, s morgens ten negen uuren, doen convoceeren; cn deze convocatie twee dagen te vooren doen aanzeggen. XIII. De geconyoceerden ongewapend byééngekomen zynde,zal in ieder wyk de directie over de benoeming der Kiezers worden aanbevolen aan twee Officieren van de Schuttery , waar toe nochtans niet gecommitteerd zullen worden zodanige Officieren, welke leden zyn van het Collegie van Burger- Gecommitteerden , of vyclke uit hoofde hunner relatie tot dc Regeering, hier boven art. 4. cn 7. van de Stemminoen van het Kiezerfchap zyn uitgefloten; gelyk ook de Officiers, welke tot deze direeïie gequalificeerd zyn, niet meer dan éénmaal achter den  den anderen in de zelfde wyk de dir-ecdie zullen mogen hebben. XIV. By deze convocadcn zullen, tot adfidcntie der Officieren, ook prsefent zyn vyf Sergeanten , waarvan één als Scriba zal fungeeren. En zullen de evengemelde Officieren en Sergeanten in dien wyk, waarin zy by zodanige gelegenheid fungeeren, hunne dein inbrengen, en des gequalificeerd, aldaar tot Kiezers nominabel zyn , fchoon in een anderen wyk woonachtig wezende. XV. De Sergeanten zullen op den dag der convocatie zig vroegtydig plaatfen aan den ingang der vergaderplaats, cn optekenen dc namen der Comparanten, ten einde zorg te dragen, dat niemand dan dc geconvoceerde Stemgerechtigden aldaar byéénkomen; zullende de gemelde Sergeanten tevens aan ieder van de Stemgerechtigden overgeven een lootje , getekend No. i, i, 3 &c., cn het zelfde nommcr by ieders naam plaatfen, met verzoek, dat een ieder , wanneer men aan het Hemmen gaat, volgens zyn nommer toctreede. XVI. De Stemgerechtigden dus wyksgcwyze byéénvergaderd, cn dc namen opgetekend" zynde, zal in ieder wyk door één der- Officieren of Ser-  C ) Sergeanten aan de vergaderde menigte didinctelyk worden voorgelezen de lyd van alle zodanige perfoonen uit dien wyk, welke gequalificeerd zyn, om tot Kiezers benoemd te worden; met verzoek aan dc Stemgerechtigden, om uit deze voorgedragenc perfoonen vyf te benoemen tot Kiezers, en de namen van die vyf perfoonen te Hellen op een briefje. XVII. Doch zullen de Stemgerechtigden door gemelden Officier of Sergeant tevens worden aangemaand, om toe te zien, dat onder deze vyf benoemden niet te gelyk gedeld en worden Vader en Zoon, of Grootvader cn Kleinzoon, noch ook twee heele of halve Broeders; wordende by dezen wel expresfelyk bepaald, dat geene zodanige vermaagfehapte uit een en dezelfde wyk gelyktydig tot Kiezers zullen mogen gekozen worden. Ook zullen , by het voorlezen van gemelde lyd, daar van afgelaten worden de namen van de genen, die by de laatft vorige nominatie tot Kiezers zyn genoemd geweed , vermits niemand tweemaal achter den anderen als Kiezer zal mogen fungeeren. XVIII. By het oplezen der namen van de genen, die gequalificeerd zyn, om ditmaal als Kiezers benoemd te worden, zullen de genen, die van de Gequalificeerden prcefcnt zyn, zich in een gefepareerd gedeelte van de vergaderplaats by- één  C ii3 ) één voegen, ren einde de gezamentlyke Stemgerechtigden des te gemakkelyker ontdekken 'kunnen, wie van de Gequalificeerden zich aldaar bevinden, vermits niemand tot Kiezer zal kunnen benoemd worden, dan die by deze benoeming dadclyk tegenwoordig is. XIX. Vervolgens zullen de Officieren in de gemelde vergaderingen zig plaatfen aan een tafel, waar de prafente perfoonen, man voorman, volgens hun nummer, zullen voorbygaan, en aan den voorzittenden Officier overgeven een toegevouwen briefje, waarin gefield zyn denamen van de genen, die hy tot Kiezers flemt, cn tevens, met overgifte van het ontfangen lootje aan één der Sergeanten opgeven zyn eigen naam , ten einde met de geformeerde lyfb der Comparanten geconfronteerd te kunnen worden, ten blykc, dat niemand dan allecnlyk Stemgerechtigden de benoeming doen. XX. De Officier, die de briefjes ontfangt, zal dezelven één voor één moeten werpen in een bak of bus, aan het einde van de tafel gefield; zullende de briefjes, alvoorens geopend te worden, behoorlyk worden nageteld, om te zien, of het getal van dezelven met de prxfente Stemgerechtigden overéénkomt, 'c welk H in  C 114 ) in order bevonden zynde, zal één der Officieren , aan het hoofd van de tafel zich Hellende, de briefjes één voor één openen en oplezen] XXI. De Sergeant, die als Scriba van den wyk fungeert, zal, by 't oplezen der namen, de Hemmen voor dezelven exact aanteekenen, en het terftond te kennen geven, wanneer een opgelezene onder de Gequalificeerde niet behoort, of ditmaal niet nominabel is; zullende alle zodanige briefjes, waarop of meer of minder dan vyf perfoonen, of ditmaal ongequalificcerden, of te na aan elkander vermaagfchapte gefield zyn, als eene tegen dit Reglement ftrydige, en dus onwettige demming behelzende, met geteld, maar gefeponeerd worden. XXII. Dc Officier, die de demmen opleeft, zal elk briefje aanftonds overgeven aan den tweeden Officier, en deze aan den Scriba, die, na de item.opgetekend te hebben, het zal moeten overhandigen aan één der Sergeanten, welke insgelyks aan de tafel geplaatft alle de briefjes, zo dra hy die ontfangt, zal moeten rygen aan een lias; welke lias na het opnemen der ftemmen, door den Scriba aan de beide einden zal moeten verzegeld,en daaraan vaftgemaakt worden een declaratoir, bevattende het getal der ftem-  C "5 ) Hemmen, en de electie der Kiezers, om alzo onder de papieren van den Krygsraad bewaard te woiden. XXIII. Alle de briefjes opgelezen zynde, zal men de vyf, die de meeite Hemmen hebben, afzonderlyk optekenen, cn als Kiezers van dien wyk voor ditmaal declarecren. En ingevalle onder de vyf genomineerden zich mogten bevinden twee te na aan elkander vermaagfehapt, zal de gene, die de meefle Hemmen heeft, of in cas van gelykheid van Hemmen, zo in dit geval, als in alle anderen, dc oudfie in jaren gehouden worden voor geëligeerd, en de plaats van den anderen vervuld door den genen, die in getal van Hemmen op hem volgt. Zullende terftond aan de benoemden eene Acde van verkiezing of commisfie door de Officieren, die de diredtie gehad hebben, en door den Scriba ondertekend, uitgeleverd worden. XXIV. Deze benoeming van Kiezer zal moeten afloopcn dien zeiven dag, ten minden voor twee uuren's middags, in prsefentie van de refpective Gcconvoccerden. XXV. Zo dra vyf Kiezers uit een wyk zullen ver-  C HÓ" ) koren zyn, zullen dezelven zich immediaat begeven naar het Stadhuis op de Kamer van de Heeren Raden en Vroedfchappen , en aldaar vergaderen met en benevens drie Gecommitteerden uit de Burgery, en ontfangcn worden door twee Heeren Burgemeefteren en één der Stads Secretarisfen. Ten welken einde gemelde Heeren Burgemeefteren en Secretaris, als ook de Gecommitteerden uit de Burgery zich ten één uure aan het Stadhuis zullen laten vinden. En m gevalle één of meer Kiezers mogten abfent blyven, zullen de prasfente Kiezers zonder tegenzeggen van iemand, voortgaan. XXVI. Deze Kiezers zullen aldaar fesfie nemen naar rang van hunne jaren. XXVII. Na dat de gefamentlyke Kiezers dc Acte van quahhcatie cn commisfie van hunne refpecbive wyken aan den Heer Secretaris zullen hebben overgeleverd, en daarvan opleezing zal zyn gedaan, zullen zy alle in handen van bovengemelde twee Heeren Burgemeefteren afleggen den Eed, hier navolgende : Dat zweere ik, Kiezer uit de Burgery dezer Stad, dat ik wegens de thans te maken no-  nominatie geene affpraak of overleg met iemand , wie hy ook zyn moge , gemaakt hebbe, of my ter bcgunlliging van iemand, het zy door beloften of anderzins verbonden hebbe, maar dat ik in de tc maken nominatie allecnlyk zal acht geven op de bevordering van dezer Stads cn der Burgeren belangen; cn zo veel in my is, zal toezien en zorgen, dat dc tc benoemen perfoonen zyn nut en bekwaam, mitsgaders gequalificeerd overéénkomftig het vailgeilelde Reglement; zo als ik van gelyken zwcere, dat ik tot bevordering van iemand tot deze nominatie noch door my zeiven, noch door anderen niet omhingen of genoten heb, ontfangen of genieten zal eenig geld of geldswaarde, of eenige giften , gaven , of gefchenken, hoe ook genaamd, van eenige perfoonen , het zy buiten of binnen de Regcering, alles directelyk of indircctelyk, in eeniger manieren. Zo waarlyk helpe my God Almagtig! Na dat deze eed gepredcerd zal zyn, zu len de Heeren Burgemeederen zich abfenteeren, maar de Secretaris en de Burger - Gecommitteerden zullen moeten prsefent blyven tot na den afloop der Electie, zonder zich inmiddels van de Vroedfehapakamer te mogen begeven. XXVBL Vervolgens zullen uit dc alzo beëedigde Kie11 3 zers  ( "8 ) zers, by looting, twaalf gefchikt worden tot het maken van de eerde nominatie op volgende wyze: De Heer Secretaris zal zich plaatfen aan het boveneinde van de Vroedfchapskamer, houdende een zak, waarin achttien zwarte, en twaalf witte boonen zullen zyn; cn uit welken zak de Kiezers één voor één naar rang een boon zullen trekken; zullende de twaalf, die de witte boonen getrokken hebben, in de Vroedfchapskamer blyven , om de eerde nominatie te maken, en de achttien overigen, die de zwarte boonen getrokken hebben , zich voor een korten tyd op de Juditikamcr begeven. XXIX. Deze twaalf eerde Kiezers zullen daarop terftond, zonder buiten de Vroedfchapskamer te mogen gaan, eene nominatie maken van acht behoorlyk gequalificeerde perfoonen , zo als nopens de qualificatie der Heeren Raden en Vroedfchappen in den eerden Titul bepaald is; van welke, als mede van alle verdere nominatien de Heer Secretaris accurate aantekening zal houden. XXX. Deze nominatie unaniem of by meerderheid van Hemmen gemaakt, zal ten fpoedigde in gereedheid gebragt worden, waarop de 18 Kiezers , die zich buiten de Vroedfchapskamer hadden begeven, weder binnen zullen gelaten woi>  worden, en met de overigen als voren zitting nemen. XXXI. Vervolgens zullen uit die 30 , op gelyke wys, by boontrekking weder 12 Kiezers geloot worden; zullende de iS, die zwarte boonen getrokken hebben, zich weer buiten de Vroedfchapskamer moeten abfentceren. En zal als dan ecrlt aan de tweede 12 Kiezers door den Heer Secretaris kennis worden gegeven wie de acht perfoonen zyn, die door de eerde Kiezers op de nominatie ter vervulling der vacante Raadsplaats gebragt zyn. Waarop dezelven , zonder zich te mogen abfenteeren , terdond zullen overgaan om dc nominatie van acht te verminderen op vyf perfoonen. XXXII. Wyders zullen op gelyke manier weder 12 Kiezers geloot worden, die dit vyftal, 'twclk hun als vooren zal bekend gemaakt worden, terdond verminderen zullen tot een tweetal. XXXIII. Op het vyftal zullen niet gelyktydig gebragc mogen worden meer dan twee zulke bloedverwanten of vermaagfehapten, welke niet gelykrvdie Leden van de Vroedfchap kunnen zyn; ö H \ ter~  C ISO ) terwyl op het tweetal in *t geheel geene zodanige vermaagfchapte gelyktydig geplaatft zullen mogen worden. XXXIV. De invoege voorfz. geformeerde nominatie van twee gequalificeerde perfoonen in gereedheid gebragt zynde, zullen de 30 Kiezers ten vierdemale door boontrekking twaalf uit hun midden uitlooten, welke, na dat de 18 anderen vertrokken zyn, op de Vroedfchapskamer zullen blyven, zonder zich van daar te abfenteeren. En zullen, zo dra dit gefchied zal zyn, de Heeren Raden en Vroedfchappen, daar toe expresfdyk befchreven , en zich in één der vertrekken van het Stadhuis bevindende, verzocht worden ter Vroedfchapskamer te compareeren , en zich aldaar gelïdeerd hebbende, uit de pradent zynde Leden van de Vroedfchap, msgclyks door boontrekking , twaalf Heeren uitlooten ; welke twaalf uitgelootte Vroedfchappen , na dat de overige Heeren zich van de Vroedfchapskamer zullen hebben "cretireerd, met de laatfte twaalf Kiezers op gemelde Kamer zullen blyven, cn aldaar formecren een gecombineerd Collegie van vier-cn-twintig Leden. — Deze vier-en-twintig Heeren zullen eindelyk door eene laatfte boontrekking uit hun midden uitlooten negen Boonheeren; aan welke negen Heeren , na dat de overigen zoo Vroedfchappen als Kiezers vertrokken zullen zyn door den Heer Secretaris het geformeerde tweetal,  C ) cal, 't welk tot op dit oogenblik diptclyk gefecreteerd zal wezen, zal worden gecommuniceerd; cn zal als dan, ter prefentie van de drie Burger-Gecommitteerden, en van den Secretaris, uit dit tweetal door de gemelde negen Boonhecren, by befloten billiettcn, één Heer tot Raad en Vroedfchap geëligeerd worden. XXXV. Van deze Electie zal door den Heer Secretaris, uit naam van dc negen Boonhecren, aan Heeren Burgemeederen ten eerden kennis worden gegeven, ten einde de Vroedfchap tegen zekeren bekwamen dage moge worden geconvoceerd tot indallatie en beëediging van den nieuw geëligcerden Vroedfchap. XXXVI. Intusfchen zal men wel hebben toe te zien, dat niemand van de 30 Kiezers op één der voorfz. nominatien van een te verkiezen Vroedfchap gcdcld moge worden. XXXVII. De nominatie van Heeren Burgemeederen jaarlyks by de gewoonc verandering der Re* geering, of van de tusfehentyds openvallende Burgemeedersplaatzen, door overlyden of anderzins, zal insgelyks geleideden door dertig U 5 Kie-  C 122 ) Kiezers. Zullende ten opzichte van de qualilicatie der Kiezers, derzelver benoeming, en de wys waarop zy de nominatien zullen formecren, hetzelfde geobferveerd worden, als hier voorcn , omtrent de vervulling van vacante Vroedfchapsplaatzen bepaald is. XXXVIII. Dicnvolgcnde zal by de ordinaris verandering der Regeering, qp den 7 September, of zo dezelve invalt op een Zondag, dan daags te voren, het nomineeren van Burgemeederen gefchieden. XXXIX. Uit zodanige Heeren , welke ten minden acht jaren Leden van de Vroedfchap geweed: zyn, zullen de eerde twaalf Kiezers eene No minatie maken van acht Heeren, welke dooide tweede twaalf Kiezers zal verminderd worden op een zestal, en door de derde twaalf Kiezers op een viertaL XL. Dit viertal zal door de zes oudde Kiezers, uit iedcren wyk één, aan de Heeren Raden en "Vroedfchappen worden geprafenteerd , ten einde daar uit door Hun Edele Achtb. , op eene befchrevene Vroedfchap, den 9 September , twee Heeren te worden geëligeerd, welke op den 10 September zullen worden beëe- digu'  C 1=3 ) digd cn geïndalleerd, om geduurende den tyd van twee jaaren als Burgemeederen te fungeeren ; zonder dat, na het eindigen van het eerde jaar, de twee aanblyvcnde Heeren op nieuws zullen behoeven genomineerd cn geëligeerd te worden. XLI. Wanneer 'er tusfehen tyds een vacature eener Burgcmeedersplaats cxdeert; zullen de Officieren van de Schuttery, binnen acht dagen na die vacature, van Heeren Burgemeederen vernemen de bepaling van den dag, om gemelde vacature conform dit Reglement te vervullen. XLIL Ten gcdelden dage zullen dertig Kiezers, benoemd als vooren, cn op dezelfde wys formecren eene nominatie eerd van vier, dan van drie, en eindelyk van twee Heeren, waaruit den volgenden dag op eene daar toe befchrcvene Vroedfchap één Heer geëligeerd zal worden, om den tyd der vaceerende Burgcmeedersplaats tc vervullen. XLIII. Wanneer de plaats van één der Heeren Re- gee-  ( 124 ) geerende Burgemeefteren, in het eerfte jaar van zynen dienft, doch binnen de veertien da-en voor den tyd der ordinaris verandering vai^de Regeering komt te vaceeren, zullen die zelve 30 Kiezers, welke toe vervulling van de plaatfen der twee afgaande Burgemeefteren op den 7 September de refpeclive nominatien gemaakt hebben, vervolgens ook, na dat de twee nieuwe Burgemeefteren geëligeerd zullen zyn , formecren een vier , drie, en tweetal, om daaruit door de Heeren Raden cn Vroedfchappen te laten eligeeren één Heer tot Burgemcefter, ten einde te fuppleeren den dienft van de tusfehentyds vacant gewordeue Burgemceftcrsplaats. XLIV. In allen gevallen zal de Vroedfchap iemand, die driemaal achter den anderen boven aan op een tweetal, of één van de twee bovenftc op een viertal geplaatft geweeft, doch telkens by de Elecne gepasfeerd is, voor de vierdemaal op gelyke wyzc geplaatft zynde, niet wederom mogen pasfecren; maar zal de zodanige voor de vierdemaal achter den anderen invoege voorfz. genomineerd zynde , als dan per fe gehouden worden voor geëligeerd, en vervolgens dadclyk worden geinftalleerd. En zal, in het formecren van dc voorfz. nominatien, ten aanzien van de plaatfing der genomineerden, in aanmerking genomen worden het getal der demmen, zullende de voorrang gegeven wor-  c m ) worden aan den genen, die de meede (remmen heeft, cn, in cas van geiykheid van demmen , aan den Heer die de oudde in rang in de Vroedfchap is. XLV. Wanneer by de Heeren Raden en Vroedfchappen mogtcn bevonden worden tot Burgemeefteren genomineerd tc zyn perfoonen, welke uit hoofde hunner relatie van bloed of affiniteit, met eikanderen, of met dc aanblyvende Burgemeederen, niet eligibel waren, zal daar van aan de 30 Kiezers of zelf, of aan de op het Stadhuis prxfent zynde zes Kiezers, mits daar toe door de dertig behoorlyk gequalificeerd, kennis en reden worden gegeeven; en zullen deze Kiezers in zodanigen geval die gene van de genomineerden, welke in de voorfz. relatie zich bevindt, of welke van de genomineerden in zodanige relatie zich bevindende, de minde Hemmen heeft gehad, doen vervangen door den genen, die in de (lemming naad hem volgde, tcrwyl in cas van geiykheid van demmen , omtrent dezelven herdemming door cle Kiezers zal moeten plaats hebben. Welk een en ander ook geobfe-rveerd zal worden ten aanzien van zodanige genomineerde Heeren, die wegens het beklccden van Commisfien volgens dit Reglement niet eligabelzyn.  C i£6 ) XLVI. Zo dra de Electie tot Burgemeederen gefchied is, zal daar van aan het eerde prsefent zynde Lid van het Collegie van Burger-Gecommitteerden hy billiet kennis worden gegeven , met opgaaf van de namen der Geëligeerden. XL VII. Wanneer een of meer Gecommitteerden uit de Burgery in een wyk aangedcld moeten worden, zullen de Officieren der Schuttery, daartoe door het Collegie van Burger - Gecommitteerden aangezocht, de Stemgerechtigden van zodanigen wyk doen convoceeren in hunne gewoone Vergaderplaats, aldaar de directie hebben over de verkiezing , met adddentie van vyf Sergeanten, en by die gelegenheid zelfs obferveeren, en door anderen doen obferveeren de nodige formaliteiten, zo als hier boven omtrent de benoeming van Kiezer bepaald is. Zullende aan de Stemgerechtigden didindelyk worden voorgelezen een lyd van de Perfoonen, die gequalificeerd zyn, om tot Burger-Gecommitteerden te worden aangedeld , ten einde daar uit directelyk door de Stemgerechtigden zelf, zonder voorafgaande nominatie , de electie gefchiede. XLvin. | 'j dra de verkiezing gefehied is, zal daar van  ( 127 ^ van door dc Officieren, die de directie gehad hebben, aan hét Collegie van Btfrger*Gecommitteerden, tot dat einde byeen vergaderd, kennis worden gegeven, om te beoordeclcn, of de rcfpectivelyk verkozenen, wegens eenige relaticn van bloed of verwantfehap onderling, te linnen fesfie zouden kunnen nemen; en ingeval door onderfcheidene wyken tc na aan elkander verniaagfehaptcn mogtcn geëligeerd zyn, zal conform het 8. artieul van den IV. Titul, door de gemelde Officieren de plaats van hem, die van dc electie vervalt, aangevuld worden, met den genen, die naad hem de meede Hemmen gehad"" heelt. XLIX. Wanneer de gedane verkiezing door de Burger-Gecommitteerden geapprobeerd is , zal van dezelve een behoorlyke Acte opgemaakt, door de Officieren die dc direétie gehad hebben, en den Scriba van de wyk ondertcekend, en aan den Geëligcerden, zoo hy aldaar prsefent is, overgegeven, of ingevalle hy abfent is geweed, door gemelde Officieren, zo dra mogelyk, ter hand gedeld worden: gelyk mede door gemelde Officieren van de gedane electie aan Heeren Burgemeederen kennis worden gcgceven, en bewerkt, dat de beëediging binnen acht dagen na de electie voortgang hebbe. L. Al het gene tot het doen der omfchrj. ingen, en  C ) cn convocatien zal moeten bekostigd worden, zal gebragt worden ten lade van dezer Stads Kasfe; zullende het drukken der qualificatielyden, en de bezorging der noodwendigheden van wege de Stad geleideden; en voorts jaarlyks aan den Krygsraad ter voldoening van de onkosten voor de omfchryvingcn worden goedgedaan eene fomme van veertig guldens ééns; als mede nog wegens iedere convocatie, die tot eenige verkiezing, conform dit Reglement zal moeten geleideden, voor iedere wyk acht guldens. AD-  ADVERTENTIE. J)e Hceret) Raaden en Vroedfchappen der Stad Haarlem aan de goede Burgery van dezelve Stad, doen te weten: Alzo wy door onze Propolitic op den 30 January laatllleden, ter Vergadering van de Heeren Staaten van Holland, cn Welt - Friesland gedaan, welke door het ganfche Land met eene algemeenc goedkeuring vereerd is, getracht hebben, al wat in ons vermogen was aan te wenden, om aan alle de Ingezetenen dezer Provincie te doen genieten dien invloed, en die rechten , welke hun uit hoofde der ware en oude Conftitutie onzer Regeeringsform wetrig en noodzakelyk toekomen ; cn alzo dc goede Burgery dezer Stad, welker vryheid en rechten onze eer.ftc zorg vereifchen, en welker beproefde braafheid eene dubbele mate onzer liefde verdient, waardig is het gedillingueerdc voorrecht te genieten, om, voor zo veel het Stcdelyke aangaat, binnen hare muuren de eerfte vruchten onzer heilzame bedoelingen te fmaken, en den wederkeerigen invloed te gevoelen van die eensgezindheid, welke hier zo gclukkiglyk plaats grypt, en welker beveiliging en voortduuring, na de goedkeuring des Allerhoogfteu, onze aangenaamile belooning zyn zal. Zo is 't, dat wy, ter bereiking van dit gewenschte doelwit , hebben doen formeeren een Concept Reglement op de Regeering dezer Stad, waarin (zo wy vertrouwen) de billykc invloed der Burgery alhier op hare Vertegenwoordigers zodanig is gereguleerd, als niet alleen met hare rechten en vryheden, en met de ware en oude Conftitutie onzer Regee/ ring,  C 130 ) ring, maar ook met de vvezentlykc belangen dezer Stad, bevonden is,meest overeenkomiti"te wezen: Wordende by deze aan de goede Burgery geadverteerd, dat een bekwaam getal afdrukfels van 't voorfchreven Reglement met het Rapport van dc Heeren onze Gecommitteerden daartoe betrckkelyk, van heden af tot pingsdag, den 21 dezer eerftkomende, ter vifie zal voorleggen op de Schutters - Doelen; mitsgaders inde Gouden - Leeuw, en in de vertrekken van het Prinfen-Hof, ten einde de Burgery in ftaat moge zyn , om hetzelve Keglemcnt aldaar te examineeren , en haar verlangen deswegens te doen blyken. En, ten einde dit aan een icgelyk kennelyk zy, zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is zodanige publicatie en affixic tc doen. Aldus gearrefteerd by de Heeren Raaden en Vroedfchappen der Stad Haarlem, den iq Auguftus, 1787. In kennijje van My, O. van SCHUYLENBURCH. En den 14 derzelve Maand, na voorgaande Klokkegeflag, ter Puye van den Raadhuize der zelve Stad gepubliceerd, tenöverftaan van de E. E. Heeren Mr. Ifebrandus Johannes Faber van Riemsdyk, Hoofdofficier; Mr. Conrado PeflalÖzzi CamerIing cn Mr. Johan Herman de Lange, Schepenen der gemelde Stad. By My, C. A. TE START.  C w ) Misfive aan de Heeren Staten. EDELE GROOT MOGENDE UEERENt y hebben gemeend , overéénkomdig het recht en belang van onze Stad en Burgery, eenige Stcdelyke fchikkingen te moeten maken, welke hoofdzakelyk hierin zouden bedaan; dat 'er by ons zal wezen een Collegie van Gacommitteerden uit de Burgery; voorts dat de Burgery, door middel van Kiezers zal formec-r ren de nominatien, cn ook concurrceren tot het doen der elecben van de leden onzer VroceIchap; en eindclyk dat dezelve Burgery op gelyke wys zal formecren de nominatien van Burgemeederen: — alle zaken, welke niet alleen uit haren aart mere domeflicq zyn , cn daar voor gehouden worden , maar waaromtrent ook tot hiertoe niemand buiten deze Stad zich beroemen kaneenigen invloed te hebben. By het maken van deze fchikkingen, is onze aandacht ook gevefligd op de elecbien van Burgemeederen cn Schepenen; cn, offchoon wy tot dus verre van begrip zyn, dat alles, wat tot de aandelling van Schepenen betrekkclyk is, zo in het nomineeren als eligeeren, oorfprongkclyk tot het recht der Hooge Overheid behoort, en wy ook uit dien hoofde voorneemens zyn , ons daaromtrent diptelyk tc / 2 hou-  C 130 ) houden aan het voorfchrift van het laatfte Octroy, zo'meenen wy nochtans, dat integendeel de electie van Burgemeefteren , volgens het oorfprongkelyk recht der Burgery, aan de Stad competeert; en dat daarenboven, al ware het dat men ons zulks wilde betwiftcn (waartoe wy nochtans geen gegronde redenen weten ) dan evenwel, uit krach te van het zo even bedoelde Octroy van den 22 Juny 1651, het recht der Stad omtrent de electie van Burgemeefteren en van Schepenen beide, boven alle tegenfpraak is geftcld. • Wy zyn derhalvcn, met bewilliging en overeenkomftig het verlangen onzer Burgery, voornemens om dc electie van Burgemeefteren en Schepenen voortaan zelf tc doen; waartoe wy ons niet alleen gerechtigd maar verplicht achten , om dat dit recht niet aan onze perfoonen, noch aan de perfoonen onzer voorzaten, als een byzondere gunft, maar aan de Stad en Burgery, als een recht competeert. Wy hebben echter dit ons voornemen niet willen ter uitvoer brengen, zonder daar van alvoorens aan Uw Edel Groot Mog. kennis te geven , uit aanmerking dat wy dc gewoonte gehad hebben, om jaarlyks de nominatien van Burgemeefteren cn Schepenen aan den Heer Stadhouder ter electie te zenden; terwyl het ons niet onbekend is, dat zodanige gewoonte door gemelden Heer Stadhouder weieens is aangemerkt, als een grond voor deszelfs ge- fufti- \  C 133 ) fudinccrd recht tot diergclyke eleclien. Wy achten het ten ecncmaal onnodig, om thans het recht der Stad tegen dit gcfuitincerde breedvoerig te bewyzen, maar zullen allecnlyk ten overvloede remarqueeren, dat onze voorzaten in den jare 1651 aan Uw Edel Groot Mog., cn in den jare 1578 aan zyneExcellcntic Willem den L zonder eenige tcgenfpraak , gedeclareerd hebben , dat onze Stad cn Burgery een Privilegie plagten te hebben, volgens het welke de vier-en-twintig Raden ( die toen het Collegie van dc Vroedfchap Uitmaakten ) jaariyk uit de Burgeren eligeerden vier perfoonen tot Burgemeefteren en zeven tot Schepenen, doch welk Privilegie haar in den jare 1492, met meer anderen was afhandig gemaakt; welke verklaring volkomen bevcdigd wordt door het onbetwidbaar getuigenis van Maximiliaan van Ooftenrylc, enVrouw Maria van Bourgondie, welk in eenen brief van den 6 November 1480, fpreken van de vier - en - twintig perfoonen, die nair i nhout der privilegie VU 11 Otljtr StC- de jabiyex gewoonlyk zyn te kiesen dat c» e r e c n t derjèlver onfer Stede. — Het is dit oude recht, Edele Groot Mogende Heeren, 't welk als dc eerde oorzaak en grond van het gemelde Octroy van den 22 Juny 16)51, by deszelfs pramisfen wordt opgegeven. — Envermits dit oude recht der Stad,het welk zclhv in Graafelyke tyden had plaats gehad, zo wel m Stadhouderlyke als Stadhouderlooze: tyden ƒ 3 kou  C 134 ) Icon plaats hebben, zo vertrouwen wy, dat dfi vernieuwing van het Stadhouderfchap niet heeft kunnen vernietigen het effect van 't Octroy, om dat de eerfle oorzaak van het zelve, namelyk het' oude recht en de Privilegiën» daar door niet vernietigd zyn. Doch wy allegeeren dit alleeenlyk ten overvloede , daar wy meenen te mogen voldaan, met de gifre van den jare 1651 , en het onlangs gedeclareerde begrip van Uw Ed. Groot Mogende te reclameeren. Wy zeggen refpectucufclyk te reclameeren de aan onze Stad en Burgery gedane giftc van Uw Edel Groot Mog., déwyl uit Hooddcrzelver rechte weten/bhap, fauvereine magt en authoriteit, en dus uit hoofde van geen minder recht en gezag, dan dat van de Graven, wy tot de electie van Burgemeederen en Schepenen , volgens dc expresfe woorden van het Octroy, geo&roijeerd en geprivilegieerd zyn, niet voor een bepaalden tyd, of in bepaalde gevallen , of tot wederzeggen , maar onbepaald, en met lap? aan een iegelyk, om ons het efe& daar van te laten genieten. — En, gelyk de exidentie van dit Privilegie en de bevoegdheid van Uw Edel Groot Mogenden, die het zelve gaven , niet kan in twyfel getrokken worden, zo is het zelve ook nimmer door eenige expresfe renunciatie of contrarie Octroy gecasfeerd of vernietigd; terwyl integendeel, toen de laattt voorige Heer Stadhouder in den jare  ( W ) jare 1748 de Regcering dezer Stad veranderd had, zyn Hoogheid zelf opentlyk deed declareeren , dat zulks gefchiedde zonder eenige prcejudicie of confequentie voor het toekomende^ ten aanzien van de Privilegiën, Fryheden, of Gerechtigheden, deze Stad en derzelver Burgers conïpeteercnde. En offchoon Uw Edel Groo: Mogenden aan den Heer Stadhouder, by deszelis Commisfie, gegeven hebben de faculteit tot het veranderen van de Rcgeeringcn , uit den ininhoud nochtans van die Commisfie zelfs blykt, dat deze faculteit zich bepaalt tot zulke gevallen , waarin de Stadhouder de Rcgeeringsvcrandcringen achtervolgende de Privilegiën doen kan , en dus bepaaldelyk in die Steden en Plaatfen , alwaar geen contrarie Privilegiën exiteerden, cn alwaar Uw Ed. Groot Mog., volgens Hoogftdcrzclver Refolutie van 8 December 1650 , zelf dc Magiilraatsbeftelling hadden cn exerceerden. — Zynde het inconteitabcl, dat dc Commisfie van den Heer Stadhouder op zuikc gevallen kan applicabel gemaakt worden , cn even daarom op dezelven alleen behoort geapplicecrd te worden, om dat hier geen exteniieve interpretatie ten nadeele van Privilegiën gelden mag, en omdat Uw Edele Groot Mog. ( het zy met refpeét gezegd) aan den Heer Stadhouder niet konden 'geven iets , het welk Uw Edel Groot Mogende niet bezaten, maar reeds aan dcStad hadden weggegeven,en uit hoofde vanllooglt1 4 der-  C 136 ) derzelver fouvereine raagt op eene wettige en onwederroepelyke wyze waren kwyt geworden. — Terwyl ook, volgens de gronden onzer conftitutie, als zynde op de confervatie onzer vryheden gefundeerd , en volgens de gronden van het Rapport, nopens de Magiftraats-befteUing tc Heusden , op den 6 April laatstleden ter Vergadering van Uw Ed. Groot Mogende uitgehragt , geen privilegiën door een commisfie of dispofitie, ten faveure van een derden gegeeven of genomen , maar allecnlyk door eene expresiè en fpeciale vernietiging, kunnen cesfeeren, en hun effect verliezen. En het is dit gedeclareerde begrip van Uw Edel Groot Mogende, het welke wy reclameeren ; zonder ons ook uit dien hoofde verder in te laten in eene rescontre van die redenen, welke dc Heer Stadhouder in foortgelykc gevallen heeft geallegcerd, cn welke ten onzen opzichte hierop zouden neerkomen, dar zyn Hoogheid is geweest in eene langduurige posfesfie, welke Hy opentlyk, met dadelyke goedkeuring van Uw Edel Groot Mogende, met onze concurrentie, cn met ftilzwygende bewilliging onzer Burgery, heeft geëxerceerd: alle welke redenen, by het gemelde Rapport van den 6 April, op eene zo bondige en bellisfcnde wys wederlcgd zyn, dat wy ons daar door van alle verdere discusiie gedispenfeerd houden; tc meer, dcwyl Uw Ed. Groot Mog. de gronden van het gemelde Rapport, by Iloogft-  C !37 ) Hoogdderzelver Refolutie van den n Mey laatstleden, geadopteerd en dus by eene plegtige Staats Refolutie gedecideerd en uitgemaakt hebben, dat alle zodanige redenen in prejudicie van der Steden Privilegiën niet gelden mogen. Wanneer wy derhalvcn in aanmerking hebben genomen, dat de exidentie van ons privilegie van 1651 niet kan geloochend worden,