C 32 ) 1748 3tYJ-o 1749 1750 1751 1752 l|t!„ J— iwimster in Vrankrvk 2S4r9Jlo'o 27580 •S4S4 1526*. 1753! 106S1 1754 1755 I75Ó 1757 1758 1759 13 9 10 o 15 '5 S:«4 8ÏÏÏ6 o I1820IJ3I0 9443|lojo 1768 1709 177° 1771 1772 1773 S3®7 16 425I|I3 4336 2 Ö523 13 Ö108I 1 949* J5 7544, * HC92 14 7104 10 o iccSti 11750 I155I !3376jl4'o 8923 o o Bv de Troupes ny de Troupes Na Zeeland Na de Oratige Zaal ■6: 9 19621 13449 27057 21541119'c Na 't Loo Na Rruniwyk, Berlyn, enz. iNa'tLoo Na 'r Loo !N» 't Loo Wegens reizen by zyn Hoog heid te Breda, 's Bosch Maaftiicht en Namen, en? Nog van 't Loo. Dieren , Leeu 1Vaar.-i.Tl rn Hrnnlnnen I,-, zynHoogheios verblvf aldaar van soestays en t 1,00 Van ': Loo Ven 't Loo Van 't Loo Van 't Loo Van 'r Loo Reizen betaald uit 't verhoog n01 reiden ra ft. Pcier.hiir met de ieg.agen der Postil.J jors, vanjuiyi7tio tot April i/oi 3259 227 <2 18194 S457 715 s 5 o 2,0 18 1138 3455 834 1.1 öl 869 2533 1017 533 655 113» tl 419 424 «968 8081 6 a 3j° 2I0 12 » IÖI» 5 M o o O O o'o 10,0 50 «I IVnn 't C 32 ) I i llBy>..den H2cr cx'taordinaris q „ I Minister i,. Vrankryk - -,250 -<0 I/.3 3r6-o| 9 c :Bv de Troupes \ . f° 1749 234.9jto'o By de Troupes . . ülol 1750 2758o,j3io 1 IBI9+ 2 0 1751 15414 9 0 Na Zeeland - . „,„ „„ «758 15363 jojo '4S7 18 o 1753! loCSl 15:0 17541 S:»4!i5!o 1755 8«S6| 00 I75ó| 66:9 13J0 1757 11820130 Na de Orange Zaal . 7rJ „ 1758 5562! 00 7 5 t° 0 '759 9443llo O I 1760 3307 ió 0 376i 4251/13 o 1762 4S36 2 D 1763 6523 13 o 1764 61081 il0 17651 p49v J5!0 1766 7544 jj Q . 1767 12092 14 o 'Na'r Loo - . ,,3S ,J NaRrunïwyk.Eerlvn.enz. . o.rr u 1768 7,04 ,0o .Na'tLoo ' . S|" » J769 10288,11 0 Na 'c Loo - . „6? 2° I770 1,756 11 o N« 'r Loo - . 'EI '3 ° *77i 11551/ 8 o Wegens reizen by zyn Hoog- 121 !i I heid te Breda, 's Bosch. I Maaftiicht en Namen, enz. - .< I3376II4 o I 5o3 16 * 8923 o o |Nog van'cLoo.Dieren ,Leeu- j j 1 r waarden en Groningen , by | |f zynlloogheidsverblyf aldaar- ,oï7 f, J774| 10052 16 o' Van Soestdyk en 'c Loo - .,-<, '"1 1775 13219 ia o IVan ': Loo - . 5 ° 1776 10194 00 Van 't Loo - . „'! °\° 1777 8556 i? o Van 't Loo - - £?, °|° 1778 8 61 90 jVan 't Loo - . * ' °.° 1779 1088, rj o 4 9jio o 1780' 13828 60 Van'r Loo 1781 1*372 19 oj Reizen betaald uit 't verhoog s° ne Last en Veylgeld - tg5s j Noj reiden ra ft. Petersburg, < met de legiiagen der Posril.j lors, van July 1780 tot April ■ 1w2! „ca, j.| 1781 ■ ' - 8t?8' 61» 1783 13449 *jo'l ■ 1784 27057 8 o| | 1785I 21541 Ii9'c| Van 't Loo - - 3II . Il) ten volgende. Wnjrrln Mpdol-mt-rrart. T nooren! zullen wy eens fpreeken over de keus dfècv mogelyk wel zoude willen hebben, om voor de daarbv gevoegde gelden, zu ke rejsjens te doen. ' ' ' Te AM ST E R D A M, ~~ By J. van GliENEN «n H. van KESTEREN,  C S5 ) uw O iperhoofd , die zo veele jaaren aan de fpietfe des heirs door 't welk onze welvaart verilonden is, geftaan heeft; zoekt hem op by zyne vloekverwa nten in wier boezem hy zig heeft geworpen, om, met hun lagchende over onzen' jammerflaat , den donder van onze rechtvaardige gramfchap te ontkomen of, zyn uwe zielen nog va;baar voor de waarheid; kan uw verbeisterd verlto.nd nog eenigzins beieffen? beseft dan in welken roeüand gy gebragc zyt door hen d:e gy aanbidt; befeft het, en keert te rug van uwen dwaalweg; valt den Almag'igen in de roede; omhelst de Leere van zynen Zo m , en wordt waardig den nu weder vrygemaakten Bataviichen bodem te blyven bewoonen. Zoudt gy twyfe'en aan het Godloos beftunr van uwe doemwaardige Afgoden? herinnert u het gebeurde van voor maar weini/e weeken; onze alwaardige Reprefentanten hebben 't reeds voor de ooren van allen gezegd: ,, Toen men de fpreekende wil van den ,, Alm igrigen niet meer kon Lchenen, en het indringen ,, van onze verlosfers mee meer beletten, toen éven- wel (telde zy," ('onze bedervers,) „ nog geen order „ op het afdanken van matroozen, karroonniers, en ,, andere ligte troupen, ter verdediging, quafie, van „ een gehaat gouvernement geligr, en dat, terwyl „ men zeer wel wist dat de kasfen ledig waren, en het „ duidelyk in 't oog viel, welke verligting, aan de ,, noodelooze uitgaavcn. zodanige afdanking zoude te weeg brengen." Hoe is'er geadminiftreerd ? — de kas van het Collesie ter Admiraliteit op de Maas, kan Hechts 6 a 7,000 Guldens opleveren; en 't is onder ons niet eens een ryk burger die drie ja vier maal zo veel alleen heeft! de fchulden dier kas aan traclementen enz., bedraden intusfehen ƒ55,000; de löidyen van 1793 zvn no~ mec geheel, en van die van 1794 is nog geen penning betaald; de kostpenningen beloopen een geheele fom; de prrmiëu voor de aanwervingen in het laatlte halve jaar moeten nog betaald worden; de renten loopen; 'er is voor omtrent 150,000. Guldens aan Ordonnantiën gellagen Bejammerenswaardig volk van Nederland! welk eene bajert van verwarring! en hoe zyt gy te redden 1 £ a Slaan  Slaan wy het oog op onze Vaderftad; dat Am^leU dam 't welk wel eer de eernaam van li'ereld- Koopftad gegeeven werd! dan opent zig voor onzen geest nog een veel akeliger tooneel — de Bank, de Bank van A'üftelaamX die fteuu van den Koophandel, wiens credjet zo zorgelyk had moeten bewaard worden, als aan het welk den buiteulandfchen Correfpondent zo veel gelegen ligt; ja,, in de balans dier Bank is geen de;lcit; pp'ze provifloiieele Reprefentamen hebben dezelve doen opmaaken ; zy hebben ons, als eerlyke mannen , als vrienden der deugd die met opene deuren wandejeif., verzekerd, dat de bïlatis accoord is, en wy geloven hen, zy zyn aden vertrouwen waardig; maar. goede God! ficeïïahig is de aart van dat ac- coord? (ie gelden zyn uit de Bark geligt, tegen thans niers waardige Papieren ; tegen Obligaten ten laste van de Qost-Indifche Compagnie ter Kamer alhier, (een ligchaam waarin geheé) geen leven meer is;) oneer guaramie van de Siaaten deezer Provincie, (Staaten met eene fc:iuld van vyf "honderd Miltioenen guldens U zwaard! Ichoone "guarandeurs J) de Obiigatien zyn 76 fluks ieder a f rco.oco, rentende 3 per Cent, 1 — a ƒ 50 000, waarop aan interesfen nog onbetaald [taan ƒ 249,000. yeèze gelden zyn aan de Stad opgefchoten, want haare Theforieftaat 'er op de balans der Bank voor gedebeteerd met ƒ 6,273,000 Banco ; die gelden iniusfchen zyn verteerd , zyn weg , met al het dierbaar zweet der ny vere burgeren 't we k daar en boven afgeperst is gewonden Aan de vStads Ëeleenkamer heeft de Bank opgefchoten eene iomma van f 838857 : 1 : - Banco, tegen vyftig fluks Obiigatien, ieder 'k ƒ 24,000, ten laste van Slollana en IFesiyriealand; wy hebben reeds gezien wat deeze papieren waardig zyn; o. k is aan de interesfen daarvan nog te goed etn fomraa van ƒ 30 000 courant; behalven dat is deeze Stads Kamer aan de Bank rrog fchuldig eene fomraa, v.an ƒ 171500a : . : - Banco; G3 1 hefaurie der Stad is in '1 geheel aan 'de Bank rchuldig njetminder dan /' 193,072 : 8 : 8 Banco, behalven dat de Stad nog ƒ 227,204 : 2 : S fchuldig H : Hemei! hemel! zo \eeie vorderingen, van zul-  ( 37 ) zulke totaal arme en met zwnarefcbtiden beladen voorwerpen! — welk eenen ftaat, welk een deplorab kn Haat! hoe komt dezelve inviier op een tffen bodera! — en waar toe zyn alle die enorme fommen gebruikt ? — zy zyn gedeeltelyk der Dwingela; dye geofferd , op dat Zy byftand zoude bieden om ons op den nek te trappen* gedeeltelyk zyn zy aan verflindende amptenaaren en amptenaaresfen uifnerei'-t, op dat zy bunnen trots zoudai kunnen (laande houden, en hel volk ook door hen te zien, doen belc-ffen dat het flechts verachtelyk gewormte is, hage wezens,die, in linc\en jciÊL£N op de oogwenken van deszelfs tirannes moesten dr;:a\ in, en voor alle haare afhangelingen moesten ridderen als voor 1'chrikgeesten uit den afgrond opgé löndërd — Vraagt gy, burgers van Amlleldam\ Waar"uwe gelden gebleven zyn? vraagt hei de Dievery en zy zal 't u zeggen; vraagt het de Ttosheid en zy zal u toeroepen; ik moest gevoed! vraagt bet de töfiddè en de Wellust en zy zullen u lagchende antwoorden, wy vergenoegen ons niet met weinig] 'er zyn smoren gemaakt om alle die hehche geesten te vergenoegen; ampten die geenoo arbeid vorderen en Ichatten inbrengen; Secretaraaten van duizende guldens 's Jaars, tervvyl in derzei ver waarneeming mogehk geen twee pennen in 't jaar kunnen verfleeten worden — kamers vol bedienden van welke het grootfle gedeelte a's wasïèn beelden zig werkeloos zitten te verveelen — met één woord het geld is verteerd gelyk het roofgedierte de vruchten des velds veniidr. Am met by alle mogelyke gelegenheden, de nog plaatshebbende aanhangers aan het voorgamd beduur, waardoor wy op den oever van een onheritelbaar bederf gebragt zyn, te beftryden; trscht met redenen te overtuigen , en die redenen zullen u ui? de befchouwing van bet geheel van alle kanten toevloejen: wy zouden een wyden ftap naar den tempel van ons beiten'dig geluk gedaan heb'nen, zo wy de bedoelde dwaalers te rejht gebragt hadden: laat dan niet af, braave Vaderlander^l met uwe poagingen tot de bevordering van éénsdenkendheid , van de algemeene omhelzing der leere van de rechten van den menseri; tracht dat gelukkig tydftip te beryken, dat geheel Nederland, met zekeren waardigen Vryheidszoou, die weikelyk, in zynen kring, onvermoeid aan het gebouw der algemeene fiendra^t arbeidt, als uit éénen monde roept: Wyk, vuige tweedragt! wyk van hier, Verwyder u van 't Staatsbetlier, Verlaat der burgren zamenleeving. Dien gy vervult ftiet fiddring, beeving; Ziek, zink in d' afgrond waar ge ontfproot, Zoek daar uwe offers asn den dood, Huk daar uw hoofd met ktonkelflangen, Pryk daar met opgereten waDgen, Spuw daar u*r giftig zwadder uit, Maak daar all' wat gy wilt ten buit, »h Tracht  (43) Tracht daar het oproer asntekweeken j Doet daar mv moordtrompetten fteekeu, Zet daar met uw bebloede hand, Het all' wat u omringt in brand, Blyft voords daar eeuwiglyk gekluifterd. Op dat ge ons Land nooit wéér omluifttrt, Nooit onze welvaart wéér vendelt, Nooit eenig burger weêr ontzielt. Leert hun de Eendragt in alle haare bevalligheden kennen , op dat men ook eens voor een algemeen volkslied hoore zingen: Minlyke Eendragt! hemelfpnric! Englen wellust! voorfpoeds bruid! Krachten fchenktler! Twistverbreekller! Vredehoudller! Liefde kweekier! Schoone! die het til' verblydc, Waar men u is toegewyd; Zch! verhoor ohs bidden, fmeeken, Keer van daar gy zyt geweken! Keer weer in ons Vaderland, Voormaals u geheel verpand; Wil het eeuwig lagchend wenken, Eeirwig uwe gunden fehenken, Zo lang tlreelen met uw zoet, Als de zon deeze Aard begroet* Om aan het gemelde groot. en hoogst nuttige werk andermaal de hani te liaan, Sad- en Land*genooten ! heb ik gemeend het volgende op 't papier te moeten brengen, verzekerd zynde dat 'er nog zulken onder u gevonden worden, dien het hoognoodig is 't in ernttige overweeginge te neemen. Het vereenigd Committé van omwenteling, reirdeeren le te Amjitldam, heefc. door r-iddel van de voor-s handen zynde dagbladen , hunne medeburgers in dit C^. F a me«i*  (44) meenebest bekend gemaakt, dat het noodig oordeelt, de heilryke revolutie met alle vermogen doortezetten, ook in elk dorp en in elk gehucht; (tellende dat hen werkelyk verrichtte in deeze ilechts aangezien moet worden, als een enkele fieen tot een groot gebouw; het vermaant daartoe a'ie onze landgenooten die nog onder *t juk van door geweld , overheersing of list, ingevoerde regenten, zuchten, aan die onwet ige onderdrukkers te verklaaren, dat ty, overeenkumltig de rechten van den mensch, vry en onafhangrlyk zyn; dat zy hun uit dien hoofde van hunne posten moeten ontzetten, terwy! zy daadlyk anderen, hun vertrouwen waar.ig, provifioneel in hunne plaatzen moeten aanitellen: het vereenigd Committé vermaant voords alle burgers de wapenen optevattèn, om door hunnen donder, den geweldenaar die zig met dvvang, tegen hunne pogingen zoude willen verzetten, te vermonden, enz. De droevige ondervinding nu heeft ons doen zien dat Nederland nog zulke ingezetenen heefc, die de bovengemelde aanmoediging van *c vereeni?d Committé meergemeld befchouwen als rechtfheeks ftrydende met de waare vryheid; cf eigen'yk, (gelyk zy moesten zeggen,) met de vryheid zo als zy. dwaalende, zig een denkbeeld van dezelve vormen: duizenderleie gedrochtelyke drangredenen brengen zy ter ftasvtnge van dat hun gevoelen by; en waaronder dezulke gebonden wor. den,'die den zwakken zeer gevaarlyk zouden kunnen weezen: het geval in questie is derhalven van 't hoogl'te belang, en verdient wel dat wy de onge.rondheid deibedoelde drangredenen duidejyk doen zien: wy zullen echter gemelde valfche argumenten, (om gewigtige redenen,) niet opgeeven, om dezelve ftukswys te wederleggen, maar trachten te bewyzen dat eene algemééns revolutie loflyk, ja piip/lyk, en Gode welbehaagelyk is; dat daarom het Committé meergemeld in deezen het rechte pad heeft ingefjagen, elks byval waardig is, en Zekerlyk den zegen des Eeuwigen op de aangewet.de pootjng mag verwachten; dit bewezen zynde, ven-al1 n I.atuurlyk a'le tegenwerpingen, en heeft de zwakke de wapens in handen, om de bedoelde gevaarlyke betfryc^rs te keer te gaan. El-  C 45 ) Elders hebben wy reeds met een enkeli woord aanflipt, hoe het onwederl'preekelyk is, dat daar, alwaar eene revolutie plaats kan hebben, twee partyen moeten beftaan: in geheel ons Land zyn het de paity der Vaderlanders, en die van de aannangers van 't huis vnn Oranje, beftaande uit zulke domme of belangzuchtige dwaaiers , weiken gelooven geboren te zyn om dwingelanden te gehoorzaamen, en de roede te kusfchen, waarmede de tiranny goed vindt hun te teisteren, op gronde van de (telling, dat alle regent, alle prins, alle koning, van God geroepen is, en de burgers zig met hunne fchikkingen niet mogen bemoejen : indien men nu de bekende denkwyzen der vryheidsgezinden met de gezegde grondftdlingen der ftadhoudersgezinden vergelykt, zal men duidelyk befeffen, dat het niet anders kan weezen of 'er moet eenen wyden afitand tusfchen beide partyen plaats hebben, en het derhalven onmogelyk is dat die partyen gelyklyk te vreden zouden weezen; want het heerfchen van den eenen,(men hechte hier, wat de Vaderlandfche party betreft, geen verkeerd denkbeeld aan het woord heerfchen f) moet zekerlyk het bedwang van de andere ten gevolge hebben — beide partyen kunnen te gelyk niet de wet (tellen; derhalven is de vraag, welke party heeft het recht om de andere tot zwyge-i en onderdanig zyn te noodzaaken ? — zeker eene vraag van het uiterfte gewikt, en 't antwoord op w^lke, in onze dagen van revolurie. alle de openbaare verrichtingen moec doen goed- of af ke ren. De party die haar gezach door geweld ftaande houdt, kan de waarheid en het recht niet aan haare zyde hebben; want geweld doet den denker zwygen; doet hem, (hoewel knarfemandende,) gehoorzaamen, om dat de zucht tot zelfbehoud hem voor 't gewigt van den toorn des overweldigers doet vreezen ; die party dan welke door onwedencreekelyke redenen bewyst dat zy gelyk heeft, die ieoer de vryheid geeft om ltaare daadenen gezmningen te beoordeelen, heefc ongetwyfeld reeds eene voorkeur verworven, die ha.tr ten hoogften rootdeelig is — eene en andere party legt haare gronden bloot; de eene ontleent dezeKen aan eens aehoorzaamheid van den eenen mensen voor den andjren, welke F 3 al-  C 4« ) wy leefden daarom in eene maatfcbapy waarin het onrecht en de onderdrukking op den troon zat; wy zuchteden inboejens; wy kromden onder het jok van despoott n; wy zagen God door dagelykfche bedtyven onteeren; wy zagen ons berooven van die fchatten welken Hy ons by onze geboorte medegegeven heeft, op dat wy in ons aardfche leven gelukkig zouden zyn, en eenen voorfmaak van het eeuwige leven, waarvoor Hy ons gefchapen heeft, zouden genieten; dit dus te fieÜen zyn geene hyzondere gevoelens, geene meeningen, geene hartstoguyke dryvingen ; neen 't zyn waarheden, bewezen door de endervinding, en die haaren grond hebben in de kennelyke volmaaktheid Gods, en de noodzaakelyke uitvloeife!en van dezelve, zo wel als in den geopenbaarden Godsdienst do r Je.'us van Nazaretfi verkondigd. Dit alles zo zynde, gelyk niets meer waar kan weezen , is het uitgemaakt dar onze tegenwoordige revoiutje niet alleeniyk lofiyk en deugdzaam. maar zelfs pligtmaatig is; en even zeker is het dat zy die tegen dezelve aandruisfen , gerangfehikt moeten worden, in de clasfe van die wezens, welken hun eigen geluk verroekeloozen, en den Almagtigen in zyne werken hoonen ; deezen moeten daarom tekeer gegaan worden, zy moeten gedwongen worden tot reden te komen, of zy moeten de maatfehapy waarin zy zig bevinden vcrlaaten. op dat niet het onkruid het goede zaad verdikke, en belette wortelen te maaken, en optel'chieten. (Het flat in onze eerstvolgende.') Te AMSTERDAM, By J. van GEENEN en H. van KESTEREN,  D E POST AAN DEN AM STEL. N». 7. Vervolg van N°. 6. W'e zou , na al het voorgaande ryplyk overwogen te hebben , nog willen (tellen , dat zulk eene handelwyze onrechtvaardigheid en dwang genoemd mag worden ? — Zoudt gy, die zulks tegen het licht der reden aan., nog zoudet willen (tellen, zoudt gy in uw midden ioffim ge krankzinnigen hebbende, die door hunne onbezunnene bedryven gevaar liepen van niet alleen zig zeiven te bederven; maar ook om uw huishouden, dat gy op de beste voet ing richt haddet, allerlei kwaad toe te brengen , als bederf van goederen, ongelukken, brand, enz. zoudt gy de orde in uw welgefchikt huishouden, zoudt gy den welftandvan u en de uwen, zoudt gy uwe bezittingen, uw geluk, uw vermaak, zoult gy alles ten prooje geeven aan die onzinnigen, alleenlyk om dat gy den fchyn niet wildet hebben van hun in hunne natuurlyke vryheid te benadeelen? Immers zoudt gy zeggen: 't is bewezen dat wy in onze huishouding de voorfchriften van het gezond verlland volgen; derhalven dien raadgeever volgen welke God ons tot ons heil op aarde heefc medegegeven; cn daarom fpreekt het van zelf dat de krankzinnige of door krachtdaadige middelen geneezen, of zo dat onmogelyk bevonden wordt te zyn, geheel uit de huishouding verbannen moet worden; zyn nu de krankzinnigen de 'meerderen in getal, ja zyn zy het die het duur van 'c huishouden in handen hebben, dan is eane revolutie van de andere leden die wel by 't hoofd zyn een deugd, eene G ° lof  ( 5° ) Irfiyke daad, eene daad die allen byftand verdient, een daad rot zelroehoud, een daad derhalven die God verbe>r'ykr, om dat men daar mede gehoorzaamt aan de neigingen door dat eeuwig heilig Wezen zelf hem ingeprent» De Republiek bcichouw ik als een fchip, de menfchen zyn de manfehap waarmede het in zee gedoken is; 't is hun gelykhk toebetrouwi; zy hebben alleenlyk onderling te zorgen da" zy behouden ter beftemde haven aankomen; maar eenige mylen verin zee zynde, ondervinden zy dat 'er geene orde binnen boord heerscht, vermids de bodem te bepaald is, om door ieder in 't byzonder naar zyn eigen genoegen bewoond te worden; derhalven komen zy zamen, en beraadflagen, hoe deeze ongeregeldheid best te verbeteren; zy kiezen dan drie, vier of meer uit hun om op alle gedragingen acht te geeven , dezelven naar vooraf bepaalde wetten te beoordeelen, en de noodige fchikkingen 'ten beste van het algemeen te maaken; dan , deezen, eenigen tyd in dat bewind geweest zynde, maatigen zig eene fooit van oppergezag aan, en om daarin ftaande te blyven, gebruiken zy allerleie foort van drogredenen, zelfs arm den Godsdienst ontleend, en weeten het zo verre te brengen , zo wel door de gezegde redenen, als door het uitdeelen van gunden , dat zy aanhangers krygen; emdelyk bemagtigen zy geheel den bodemen handelen in alle gevallen als dwingelanden; ja verwaarloozen het welzyn van fchip en volk, om zig ztlven te verryken, hunne sunftelingen te vergenoegen, en meer anderen te verkregen — wat dunkt u waarde Landgenooten! Zoudt oy het lydelyke gedeelte van de Equipagie wel belchuldi^en van kwalyk gedaan te hebben, zo gy hoorder dat zv gerevolteerd hadden; tot hun eigen heil, en ter behoud van geheel den bodem waren opgedaan; hunne overweldigers hadden genoodzaakt alle bewind neder te leggen, en zig te gedraagen naar de oorfpronglyke Wetten, onderling bepaald V — Geen uwer zal dit met ja beantwoorden. . Dit ondertusfehen is het welgetroffen zinnebeeld van onze Republiek — juichten wy allen dan hun toe die het werk der Revolutie op zig genomen hebben, /y  C Ü J trachten de onderlinge overeenkomften te herftellen; zy trachten ons onze rechten weder te doen genieten; zy trachten ons gelukkig te maaken; zy eeren God. Kunne Hellingen zyn die van het gezond verftand; zy komen overeen met den aart van 't Opperwezen; de geopenbaarde Godsdienst hangt 'er zyn zegel aan; daarom zyn de woelingen van de tegengeftelde party deugdloos, Godönteerende, en de maatfchappy bedervende; 'c is om die reden noodzaakelyk dat zy tegengegaan, dan zy geweerd worden, dat men hun noodzaake te zwy. gen, en dille te zyn; dat men hun overal opzoeke, gelyk een arbeidzaam Hovenier het ongedierte in zynen welgeregelden Hof alomme , en ten allen tyde vervolgt — zo gy in uwe hui.-houding een roover ontdektet, zoudt gv aan dien boozen de welvaart van uw huishouden opofferen, opdafhy de vryheid hadde van doen, en van u tot den bedelzak te brengen; neen dat zoude gy niet; maar wel zoudt gy dien roover uit uw midden weren , of hem zodanig onder bedwang leggen, dat gy voor de gevolgen van zynen boozen aart niet meer haddet te vreezen. Lof zy derhalven de L^den van het vereenigd Commité Revolutionair, dat zy ieder uitnoodigen om eenflemmig met hun te werken; wy hebben gezien dat zy aan de herftelling der Ichikkingen Gods arbeiden, en derhalven ook Zynen zegen, op hunnen arbeid kunnen ver-vachten. ó Alle gy die aanhangers van de bedervers onzes dierbaaren Vaderlands zyt, leest en herleest het geen ik u gezegd heb; bepeinst, beoordeelt, en fchaamt u niet met uwe daaden te belyden dat gy gedwaald hebt. Aan den Schryver van de Post aan den Amftel. Burger! Ik geloof dat het in onze dagen, met opzicht van de gebeunenisfen die nog aanllaaude zyn, van goed gevolg kan weezen, dat men de waare aart der natuurlyke vryheid van den mensch, en de daar uit afgeleide, of liever zyne G a daar  ( 53 ) aan elkander gepleegd worden ; zo zoude men volgends het bovengemelde recht der Natuur derhalven dagelyks twistpartyen, geweldige verdedigingen , ja menigvuldige doodïlagen zien gebeuren, geheel ftrydig met de goede orde , die in eene maatichappy plaats moet hebben, zal zy welgeregeld genoemd mogen worden; om die orde dan te bewaaren moet de mensch uit den ftaat der Natuur in eene Maatichappy overgaande, onder anderen ook het gemelde recht afïtaan; maar, hy moet 'er ook vergoeding voor hebben; de befcherming die hy anders in zyne eigene krachten vond, moet hem nu door de Wetten geworden, dan blyfc hy die hy was, ja dan verbetert zyn ftand zelfs; want de kracht der Wet is fterker dan zyne eigene, om dat de Wet de onverwinnelyke Juititie ter dienaresfe heeft: dit alles is als de dag zo klaar, en bewyst hoedanig de tydgenoot moet handelen in het aangaan van overeenkomften, waaraan ook de nakomeling onderworpen zal worden: die nakomeling heeft geen recht om tegen de Wetten der maatfchappy waarin hy geboren wordt te rebelleeren, wanneer hy door diezelfde Wetten in zyne natuurlyke rechten niet verkort wordt, en verkort wordt hy niet wanneer hy voor 'tgeenhy af moet ftaan het zelfde, en wel het zelfde van beteren aart, weder bekomt. Dit dan moet zekerlyk by hat vormen van eene nieuwe Confti'iuie, by hetzamenftellen van een nieuw Wetboek in 't oog gehouden worden, of men vestigt de rust en welvaart der maatfchappy niet op onwrikbaare gronden. Hoe verachtelyk wordt, uit dit oogpunt befchouwd , het aangemaatigu gezach van, by voorbeeld, de Gtaaven ouder wier yzeren Scepter ons dierbaar Vaderland in vroeger eeuwen gezugt heeft: de Visfèhery endejagt, om ons by deezen Hechts te bepaalen, zyn gaven van G~od aan het menschdmn over 'c algemeen gefchonken, en ieder heeft \rderhalven gelyk rechtop; maar de Graaven zig die algemeene goederen benaderende fchonken dezelven ter vergeldinge van eenige dienften, uit blindlings geplaatfte gunst, of voor het oplchieten van penningen, aan hy rondere gedachten uit, enber lofden derhalven den een om den ander te verryken ; en oolc al ware 'c datg-ï. O 3 heel  ( 54 ) heel het volk dat recht aan zekere huizen afgeftaan had* de, zoude het zeer onrechtvaardig geweest zyn; zode nakomeling op het Register der Privilegiën dezulken vindt. mag hy met reden daartegen rebe'leeren; want zyn Voorzaat heefc hem een natuurlyk recht deen afliaan , zonder hem daar voor ook eene gelyklonrtige vergoeding te doen erlangen; hy heeft aan den eenen kant verloren , her geen men hem aan den anderen kant niet weerom doet vinden, en derhalven is hy te kort gedaan — het geheugt my gelezen te hebben hoe het bovengemeld gedrag van de Graaven vergeleken kan worden, by fommige meefters, die zig eerst de lekkernyen der kinderen benaderen , en hen dan als zy naar hunne gedachten wèl opgepast hebben, een gedeelte van hun eigen goed, als een mild gefchenh toereiken. In alle Conftitutie, in alle Wetboek, dat gemaakt ftaat te worden moet geen naam van Privilegie voor handen zyn. Toen onze Vaders het Stadhouderfchap, Capitein-, Admiraal -Generaali'chap, enz. in het huis van Oranje eiflyk verklaard hebben, hebben zy ons hunne kinderen beroofd van't maatlchappylyk recht, omons zeiven Regenten te verkiezen; dit recht fteunt ook op ons natuurlyke recht; volgens dat recht zyn wy aan "niemand onzer medemenfehen eenige gehoorzaamheid verkhuldigd, wy befchermen als dan ons zeiven; maar in eene maatfehappy overgaande liaan wy van dat recht, om der goede orde willen, af; mids dat wy dan ook door anderen die wy al ons vertrouwen durven ichenken befchermd worden, ingevolge voorhanden zynde Wetten of eigen gemaakte fchikkingen: maar hier u:t volgt nu onwederfpreekelyk dat wy die onze befchermers zelvën moeten verkiezen; 't had mogelyk kunnen weezen dat onze Vaders den gewezen Erfitadhouder al hun vertrouwen waardig gekeurd hadden, maar-zulks fluit niet in dat wy hunne Zoonen, daarom ook zyn Zoon, of hem zeiven ons vertrouwen meenen te moeten fchenken; wy zeiven moeten over dat vertrouwen belchikken, derhalven hebben onze Vaders ons van ons recht ben ofd, en wy mogen tegen hunne Ichikking in deezen rebelleeren; 'c is des oriberispelyk da: wy den Jix- Stadhouder hebben af- ge-  C 55 ) gezwooren; ja ook a! ware hy zo groot eene booswicht niet geweest, als by werkelyk is, z >uden wy hem evenwel hebben mogen afdanken — geene vaardigheid mug erflsk verklaard warden. s Op de voorgemelde gronden is het ook onwederfpreekelyk dat de Regenten, of Wethouders, of Vertegenwoordigers des volks, hoe men dezeiven ook zoude mogen wilbn noemen, welken, gelyk getoond is, door'het volk zelf verkoozen moeren worden, niet voor eenen landen tyd in het bewind mogen blyven ; want hier uit kan groot gevaar gebooren worden; die Jangen tyd aan het bewind is, Haat in de plaats der verzoeking tot wangebruik van zyn vermogen; hy verzamelt zig een al te gruote kring van vrienden om zig; het volk wordt te veel aan zyne gedragingen gewoon, hun vertrouwen wordt minder waakzaam, zo dat men hun de deur tot het misbruiken v;in zya vermogen opent; maar behalven dat aUes ftrydt dat lang aanbiy ven, ook weder met de na-uur!yke rechten van den mensch; de jongeling die dit jaar, wegens zyne onmondigheid geen lfem moet hebben in het verkiezen van de vertegenwoordigers des Volks, kan over weinige jaaren een man geworden weezen , en derhal .-en ook aanfpraak mogen maaken op zyn recht om zig zelf Regenten te verbiezen ; men mag hem van dat recht niet berooven; maar men berooft 'er hem van als men hem by ^worden van man, Regenten doet vinden, waarmede hy nog jaaren lang te vrede moet weezen. Hoe kort men intusfehen het aanbiy ven, (gelyk men 't noemt,) van de verkorene Reprelëntanten bepaale, moet het volk onvermoeid waakzaam blyven op derzelver gedraaging; herminite misbruik dat zy van hun gezach maaken, moet hun in 'c aangezicht voorgeworpen worden; het volk moet 'er zig tegen verzetten, met ai het vermogen van deszelfs majejleit; en vinden hunne bezwaaren geen gehoor, dan moeten de wapenen hunne vorderingen kracht byzetten; het zorge derhalven dar het altoob gewapend biyve, en wel het oververmogen benoude over die gewapende huurlingen, welke men zoutje mogen goedvinden, ter verrichtinge van eenige dieniten, in ioldy te houden; want de droevige ondervin-  C 56 ) vinding heefc geleerd dat zulke lieden , tot 's volks dwang , de bevelen van hunne Opperhoofden volgen, blindeling volgen , zonder de biliykheid of onbillykheidderzelven teoverweegen — hadde het voik van Nederland niet toegedaan dat hunne, nu onttroonde, dwingelanden de fteden zo vol militie gepropt hadden, zy zouden zo geweldig niet hebben behoeven te ly. den; de Regenten zouden zo dwingelandisch niet heb» ben durven weezen ; en dat dvvingelandifche is indedaad tot eene onmaatige hoogte geftegen geweest — Voorbeeld ten ilotte — Ik fchreef de Vriend der Na~ tuur, en plaatfte in dat blad het Charakter van een waar Oorlogsman — Burgemeefteren van Amfteldam ontboden, kort na 't in het licht verfchynen van het blad, myn Uitgeever; zeide hem, (hoe dom!)dat hy het plan des Werks, eene befchryving van de Natuur te buiten ging ; tot die befchryving hadden zy verlof gegeven, maar niet tot het fchetfen van een waar Oor» logsman; myn Uirgeever het gedrochtelyke van dat argument gevoelende, verzocht dat ik, zyn Schryver. myne zaak mogt komen bepleiten; maar 't antwoord was dat hy niet ontboden was om over't verdedigen van 't gefchrevene te fpreeken; neen! Hy was aüeenlyk ontboden om den wille van burgemeesteren te hooren — en die wil was dat het Werk niet verder uitgegeven zou worden — welke eene dwingelar.dy! welke eene veroordeeling zonder bewys van fchuld! '— zulk een Regentlyk gedrag is het eerlyk voordeel van een nuttig Lid der Maatfchappy fteelen — dan men moest toen nedervallen en de ichoenen van booswichten kusfchen — de wapens waren door dezelfde roovers ook geftolen, en de ftad was opgepropt van Krygsvolk. Zo gy deezen in uw Weekblad plaatst, Burger! ge« loof ik dat ik iet nuttigs verricht zal hebben. Ik ben, enz. Te AMSTERDAM, By J. van GEENEN en H. van RESTEREN,  D E POST AAN DEN AM STEL. N°. 8. Js het door de Wysgeeren van onzen tyd bewezeh daÊ ue leer door de braave en dappere Ftanfcha volmondig, verkondigd , voor het oor van geheel Europa, en in fpyc der dwingelanden, die voor de gevolgen van het al-e* meen omhelzen en uitoefenen derzelve fidderdenals voor de üemme eens fel ratelenden donders de ]eer die de Franfchen in hunne Staatsvergaderingen kloekmoedig hebben gellaafd, en in het oorlogsveld met hunne on* verwinnelyke armeen als onver!chrokkene Batavieren hebben verdedigd; de leer die één der gekroonde des* pooteu zo gevaarlyk voorkwam, dat hy zyne onder* daanen, op üraiTe des doods, verbood dezelve te leeraaren; is het, zeg ik door de Wysgeeren van onzen tyd bewezen, dat die leere alleen de waare bron van aardfche zaligheid voor het menschdom is; de gevolgen der' uitoefeninge, of der practyk van dezelve , overtuig daar, van nog fterker dan de becoogen der Wysgeeren —a dit, inwooners van Nederland J ondervinden wy dagelyks, door de veranderingen die lër in ons Staatswezen gemaaltè worden, dagelyks ondervindeh w y derhalven tevens hoè! gelukkig wy ons mogen noemen, verlootte zyn gewdrdeü H ü  ( 58 ) uit de k'uifters die wy verpligt waren met ons om te draagen, en van het jok waaronder wy gebukt gingen; roc fv gels hadden ons als weerelooze ouiven in hunne klaauwen bekneld; hadden ons, naar de dorre woeftyiien van her gebied der tieranny heen gevoerd; ha üden on? daar nedergefmakr, zieltoogende laaten liggen, om het genoegen te fmsaken van ons van tyd tor tyd martelende te karnen verfiinden; dan, God heeft ons nog vóór dat wy geheel veiflonden waren aan hunne martelingen onttrokken; Hy heefr onze wonden door de zoetlyk tlreelei dc hand der Vryheid d en geneezen; de Gelykheid heeft, op zyn bevel, onze levensgeesten verüerkt, en wy genieten thïns weder een vrye en ongeltoorde vlugt. De leere der Ge'ykheid ftelt, dat in alle welgeregelde maattchappyen het volk de vryheid heeft van hunne Reprefentamen rekenfehap en verantwoording te vorderen, van de ; enningen die het, terinllamdioudinge van de Maa'lcbapry pligtmaatig opfchiet: de gegrondheid van dat point di< r leere , behoef ik u, waarde L ndgenoo. tenl' niet te betoogen; zulks is reeds overvloedieiyk gedaan ; zelfs toen wy no; onder de verdrukking zuchtten, en door mismoedigheid over onzen akeligen toeftand als kwynende wezens door de ftraaten der lieden onze verzwak e ligchaamen heen fleepten; ja toen, in dien tyd van benaauwdheiJ, totn hebben onze Wyzen de grondflagen van de leere der Gelykheid reeds voor onze oo^en bi'>otgelleld — wy zyn dan overtuigd dat wyhet recht hebben rekenfehap van onze aangebrngte penningen temogen vorderen — onder het voorgaand beiluur, onder het belluur van onze tirannen, konden wy aan die vordering niet denken zotter fiddering; want de natuurlyke zucht tot zelfbehoud maalde, op hetzelfde oogenblik, voor onzen gee.-t en allerakelige fcudery, geil ffeerd met gal enenradtren, met garden en brand-, zers, en ander marteltuig door de dwingtlardy uitgevonden — onze tegenwoordige Reprderiianten , in tegendeel, komen ons daarin vóór, en toonen dat vy voorneemens zyn hunne med. bur eren alle derzelver rechten te laaten genieten — éatzv zukstedoen voorneemens waren, hebben zy reeds by  ( 62 ) zullen zweepen ; gaat bun, zo onmerkbaar mogelyk, na, en zyt gy getuige van hunne vervloekte genegenheid, van hunne landverdervelyke neigingen: grypt ze aan, en fleept ze met eigene handen voor de Wet, op dat zy her loon voor hunne God-on-eer-nde poogingen ontvangen, en onze nu vry gemaakte Republiek eenmaal verlost worde van de zaaden des verderfs. waaruit gevaarlyke planten kunnen voortkomen — ik heb u in myne voorgaande bladen beweezen , dat de vrienden van Willem 'den Vyfden , van zyn doemwaardig Wyf, en van zyn helsch conlort, onder u niet geduld kunnen noch mogen worden, niet dat ik tegen da gemaatigdheid, tegen de verdraagzaamheid ben; maar u boobw.chten mogen niet geduld" worden; vertrouwt 'er niet op Landge. nooten, als zy door het doen van een eed , (om hun belang.) hun helsch opperhoofd af/weeren ; 1 andbedervers fpet*n met de heiligfte eeden ; gy moe' hun overal opzoeken om oorgetuigen van hunne Wo rden-, ^n ooggetuigen van hunne daaden te weezen; hunne zamenkomfteri moeten urtgerdeid worden; die. zamenkcmflen zyn de fpelönken'waarin zy de gevloek Ite ontwerpen fmeeden. Zo immer, heden moeten Wy toonen de bovengemelde uitvaagzeis van het menschdom, van harten afgezworen re hebben; zyt gy daarvan overtuigd j behandelt ze dan als wedergekeerde dwaa'ers; Ib-tk dan uwe liefde armen uit; drukt ze dan hartlyk tegen uwen borst, en verflerkt bun door alle mogelyke middelen in hunne bekeéring — zo immer, zeg ik, heden moeten wy ooneri Willem dén Vyfden en geheel zyn Iandverwoestenden aanhang van dieven en verraders, van harten afgezworen te hebben; heden zyn ons de beweegredenen" daartoe klaarlyk voorgehouden; allen die niet willens blind zyn, kunnen met een orflag van een oog zien, dat zy ons bfftoien, dat zy ons tot den bedelzak gebragt, en voor geheel hef Vaderland een po l van verderving gegraven h bbèn: die zogenoemde Land'vaderen hebben met geheel hunnen aanhung cp den lchoot eer Weelde zitten ie dartelen, rher uw goed en bloed, Landsenootenl hebben zy zig vetgemest, uwe zo zuur ge. b won-  C ^3 ) wonnene penningskens hebben zy in hunne danszaalen met hunne hoeren' verteerd; het overige hebben zv gedeeltelyk in hunne nesten gefleept, en gedeeltelyk aanhunnebuitenlandlche complicen uitgekeerd, opdatdezelven hun de hand zouden blyven leenen in u telkens met nog zwaarder ketenen re beladen — en wat hebben wy intuschen gedaan, myne brueders? — wy hebben beweend en gezucht ; wy hebben worftelende te^en de woedende baaren van den Oceam des tecrenfooedi opgeroeid; wy hebben veelen van onze lieve Verwanten en getn uwe Vrienden onder die worftelingen zien bezwyken; wy zyn terwy! de armoede tegengefneld derwaards voordgezvveept wordende door onze tirannen — wy zyn intusfchen vo'ltrekt rampzalig geweest. Over den deplorabelen ftaat van de bank van Arrfteldam, (de ziel van geheel 'sLands commercie,) heb ik u in myne voorgaanden reeds onderhouden; wy hebben ook reeds gefproken over de ichu'd waarmede Hollani alleen bevonden is bezwaard te weezen; een fchuld naamlyk van niet minder dan jio millioenen guldenswy hebben nu ook gefproken over de fchuld van het eertyds wereldberoemde Am(le!dam ; #en fci;uid zo fchandelyk a!s drukkende, eene fchuld van dertien mi/, hoenen, viermaal honderd drie- en- zeventig dxizerd agthonderd zes- en- tagtig guldens, vier fluivtrs ' thans weeten wy, Landgenooten! dat onze bedervers federt 1787, federt dien tyd dat ?y door de Pruis Ten op bewerkmg van het w\f van Willem den V\r den, zo jammerlyk mbhandeld zyt, met buiten<*ewoc ne heffingen } behalven de jaarlykfche inkomften *die zo onbedenkelyk veel .yn eene fom van 80 millioenen verfpild hebben, tot emdens die de hand des Aimagpgen zichtbaar tegenftonden, en zonder dat 'er de b°zwaa en die het Land drukken door verligt zyn gewor den — en, niettegenftaande deezen bekenden akeligen toel ftand, zonden zy B^antsen en Repelaar naar^m met het aanbod van weder 80 millioenen, zo de Franfcheh ons in het verderf wilden laaten fteeken; want de vrede mogt niet gt floten worden dan met behoud der voorin onbelemmerde uitoefening van het Staahouderlyk alver. me.  ( H ) mogen — waar zoude men die 80 millioenen gebeurd heb* ben ? — men zoude ze metgeweld geroofd hebben uit uwe beurzen; want dan waart gy zonder heul en toevlugt geweest; dan waart gy nog vaster bekneld geworden tuc* fcnen de k'aauwen dier fchelmen, welke, ter uwer py» niginge, uit de hel opgedonderd zyn. —- Landgenooten! tot de bei aaiing dsr interesfen die Holland alleen moet opbrengen, zyn jaarlyks 12 millioenen guldens noodig — om de O. I, Compagnie, die corporatie w ke almede zo fchandelyk ten val gebragt is, nog voor eenigpn ty' by haare kwyning te bewaaren, heefc Wolinnd zig met weder 70 andere millioenen bezwaard h e zoude ik het zwart tafreel van onzen jfirnine*ftaat voor «we oogen kunnen feheffèn, zó dat gy 'er een volledig denübeeld vankbifdêt vorderen ? De verontwaardiging beroert myne hand;" myn pén weigert myne- woorden op», t'etekfnen — myn hart verheft zig'intusichen ;ot God, én bid om uitkomst. > Landrenooten ! draagt de annhanger-; van 't gevloekt Oranje Huis deeze myne aantekeningen voor; marr, ze2'er hun vooral by dat onze Provincie bolland nog a%nzien'yke prereufiëti heef, onder ; a. deren ook van Kunnen Afgod WiLLtM, voor opgef ho ene c pitaalen;da- dezelve niet minder beloopendari 13 miük'enen , endat dés i iëttegerftaande die zelfde Wilt.k v > nier alleen geen. duit van de ichatten die hy' voor zyhe ambten trok, aan het bezwaarde Vadeiland heeft afteüaan; neen maar zeg 'ér hun vooral by, dat hy nog vier. en ebn halve mili ioen dukaaten, in fpecie, te London heeft medege*. bra.-.t — God doeme den fchelmfrhen Jluikmoordenaar. van g> heel het volk van Nederland! Landgenooten ! draagt dit alles de aanhangers van O ' an fa , die u bekend worden, vóór, en blyven zy dan ring vasthouden aan hunne ongerechtigheid; zo sis ge. ze_d is, grypt ze aan , fleept ze voor de Wet, op dat ze overtuigd worden dat zy iar>dverraders zyr>. In een volgende, z God wil en wy leeven, bedaar* der over dit zelfde onderwerp. Te A M ST E R DAM, By J. van GEENEN en H. van KESTEREN,  ■   556 J 88     D & P O S T AAN DEN A M S T E L. N°. i. H ebben wy den tyd beleefd, waarde La\i>genoote»1 dat wy over de belange-s van hec Vaderland durlden fpreeken , dat fpreeken evenwel kwam ons dikwy's ook zeer duur te ftaan ; wy werden, voor het waarheid zeggen, aiet zelden grouwelyk gellraft; wy hebben ondervonden, by voerbeeld, dat het verkondigen van de leere, die nie* t _ A. flecht»  co (fechts alle wyEea, var. de vroegrte tyd'n af, geffediW Hebber»', maar die ook door fisüs rin Nweth, en zyne Apostel » is verkonl-gJ, opgronden van de oogmerken Gorls, in bet voord^rengen van redelyke, en, tóalfen, vrye fchepfeïen; wy werden voor h t Verkondigen van die te?re , de zaüge leere v»n VrYhmd in Gelykueid , met boei èn ban gekaft; onze fchoonfte berfenvfucbten werden door beuls hanJen op een bloedtooneèl verbrand j wy werden fbms wel gedaagd , masr aflèeMyk om o s de iuquificieufe uitpraak 'e doen hoeren; gy zyt fchuldlg, en wy weden hier van geen" verdediging ; want wy leef. ',cht hebban. Vï9  C 3 ) Vm ** ff»*» S^geuheie, waarde Landgenoot,*! gelegenheid welke wy aan de eeawig wyze ': ^ CodTke te danken hebben, zullen wy een aimig g bruik maaken , en . onze gedachten over den toedragt der tegenwoordige zaaken v.n ons Vaderend medHeeien, niet alleen, maar ook met u over de verbetens gen welken in het Staatswezen, naar onze gedach en te naaken zy. mededeeten; wy beveelen «OJ met dat oog»erk in gunft-ge medewerking; zend ons uwe gedachten, omwepen. enz. toe, wy uilen er ~*>£V geb-uik van maake* ; en is h* dat wy «we kunde er, doorzichtigheid niet „ogten behaagen , pa4 ons uwe bedenkingen, uwe rcfl Xien er op toe, en wy zul en ze g» willig plaatfen, om ze aan bet oordeel van gei** 4« w* reld oveitejaaten. Meermaal, beeft God wonderen voor bet behoud van ons lieve Vaderland latten gefchied n ; het land der Ban. vieren is altoos een voorwerp van zyne liefde geweest, (de Mitorlen getuigen daarvan cvetvloediglyk ;) maat mmKer heeftNed rland, nimmer heeft de Vryheid , zulk een bewya van zyne liefde ontvangen, d»n heden; h de. , mi iet gejuich van VryhtidX rryuW. alomme en eendragng. lylt wordt gehoord ?*« WV oiet o: der * 8 °U' welykfle verdrukkingen te zuchien? werd wy niet belast boven vermog n; en belast om verdingen te «Joen waarvan niet alleen geene vri.chen, geene anj re *„ ve-Hervelyke , «e verwar, hten waren, maar waarvan men zeil* ook geene rekenfchap mogt noch dor.v?aam ve l Heien voarihati; doch zy vergaren God, gétyk zy hem ook alty.) vcr.e'e., ten, ol" liefst zyne kenb/aire éigenfchapj>?;n niet roDr oo. gen houden ; wart riuane ceredienst is of d im of ge-, veinsd; God is eau God van vrynefd en liefde; en zy zy!» dienaars erï vrienden d r (Lnverny en der onderdrukking, hoe zouden zulke weezens dan zulk eenen God waariyk kunnen dicnuu! -—.— da gezegde inundatie zoude indedaad veel afgedaan hebben; dan, zie daaj de óhftagcige zig betoonen Nederland goed te zyn, en oêszelfs verlos- ' fing te bejeefen; de Prctifc'ien zyn ('oor het htoed \r\ öe men chvsrdmkkcrs tot óp de grenzen van Neder'..",id gekomen; zy liaan t>jp ue üwtjiden onzer ruieren; de inupdarie fpiegelt in hunne ; ''Qt een winier al; de Iaa stvoorgaande, nog zulk een flappe whner, en Ne. derland ïod welligt vcor altyd aan betidein gelegen; nnar neen, Cod lotende het wel mee 6f»; de boosheid der Grooten , de gruwelen der or.J ;.1 ukking vvatêB ten hoogden top geklommen •——~ Hy ziet ons ondermende aan Hy verhef: zyne (lemjna ■ Ys! is het bèvel des A'mn^'! :en, ca zie daar alle ds WatéA 3 ren  co fi» p)p7loeï(?, zo fterk bev! erd, dat de beiflegen rag zy-e begunftigde kinderen, van «je dsppce Franfchtn , •er overtr.kken als over vi>t land; zy trekken over ea wy worden Vry ■ de despootcti fldderen; vlugtea voor den hlikfem der wraake van God en van die eens en. derdrnkten Volks; zy vlugten naar hunne medelanders, en, bnave Landgenoot I zy wachten aldaar hun eindejyke lot af ■ p! het z«l verfchrikkelyk weezen I ■ ' Landftenooten! het geluk dat wy genieën, de Zflgen die ons zo onverwachts totkonjt, moet recht befeft worden , moet onuitwischhaar in o~s geheugen geprent weezen , en wy moetee 'er immer van fikeekésj Qw huisgezang zy Eenig eeuwig God en Vader! dank zy uwe liefde en raagt, Die oei uit een zee van lyden op het droog: hebt gebragt: Gy onifloegt ons uit de banden der vervloekte (laveruy; Eeuwig zy uw naam gezegend, Gy alleen , gy maakte ons vry„ God vai liefde, God van goedheid, Keer niet weder van ons af; Dwingelanden dolven Neerland, Dan weiligt een ecuwig graf. Ja , waarde Landgenooten I deesa rang zy uw huis- ge- i Ja , waarde Landgenooten I decsa rang zy uw huis- I*-  ( 7 ) l^sl £a Utve kinderen, op dat colt de Batav^ fche jeugd Gods lof verkondige. Myne lieve Landgencoten! Vrye Medeburgeren ! ik meen te kunnen bewyzen, dat de voorra->me oorzaak van onze rampen gelegen is in de ver'iind nimfen, welke» wy met het huis van Obakje hebben aangegaan; niet all-en, raanr ook in die vcrbindenUfen, welken dat huis met bul- tenlandfche d»sponten heeft aangegaan ik geloof Bi«t reden dst ik niet ncodig heb zulki voor n opente» leggen; gy allen moet er ycjkqjnen van overtuigd wee* ;,en nu dan/'btaave Medeburger.» J blyft vsn no af altyd wa-ken, dst zulke verbSndenisfen nimmer c,der ons weder plaats go pen ; wie van ons ook eenig voortiaam bewind in handen gegeven worde , nimmer raoaen er huwelyks - verbindenisf n met buitenlanders' worden geUiten , want deez n zyn zo vecle ketenen om uwe na weder v-y^en-iaakte halzen. Denkt over dit onderwtrp eens ernftig door, en deelt my, zodra mogelyk, uwe gedsch.n desaangaande mede; meld my hoe gy gelooft dat onze nienwe Regeer! gsvorm moet ingericht worden , om ons vry te w?a en voor de b.vengem.lde gevolgen; gy begr>pt ligtlyk, dat iet huis van Omnge niet uit het oog vei laren moet worden; het moet by ons voor eeuwig om verre gehaald; of, blyft het, daa . . . . ik bid ein uwegedact». üeeze Vertoogen 2ullen alle Maandasen altgegepvei worden, te Am;lerd»m by IV^mwós, IFege, Brengen, van Ctenen, vat Ketteren, B-iei, enz. Rotttrd. P. en Ut ijl tin, Fis, Meijer, v, 4. Dries, Hêndrikfen, 11'f. Lut  C 3 ) maf, dra kei. Pels, Danfer.veg en Carnet; Dordrecht, $tu*f& en Zoon, van Braam, Morks, de Ftrgf en de fkèufr} Haarl. iwi Brtisfel, Tci.'mans, Ietsjes', Bonn, Plaat tn Bects ; Leiden, llerdirg , du Mortier en '7.»sn , vï T'nir, v. Tifi.'en èri Onnckink; De\ü, de Fries va Rodofhvaard; Gouda, Burfa, Pe'r&tdhuw en Schiedam', Bakkeren Poolman; 's Wage, Leeu'ivorjlein'. Plaat en y/. twn Drecht; Msasfluis, t>*» f ~ ':k; Bergen- op -Zoom, Rian-dyk en JSró»*- iBW; { Breda, va» Bergên ; Ütreclit, Wed. ter Feen en "7o'in, y; d. Schroef, G. T. 'vin Paddenburg en Vhch; Schoonhoven, 'ïcfiïëke'; Alkmaar, llartemlr.k, H. Coster, Ihr.dt, hikman en Corp Zaandam, Tolk, Keoli 'van Aakcv., en Qj;.akkelfcin \ Hoorn, Pénnande en J. B: e: baar: ; EtffcrSuizW, Franx; Carnpcn , Brok ,-WoeriIlii, Evhtsi Z.vo!, Tfiyt en Zoon en F. Clement; Devèrïter, Bióuivtr; Nymegen, v. Goor;'s Bosch, Pallieri ' Arnhem , Nyksf, Zurphen, van El Uk; Midd. treiters, Wrd. IF. /1bra';.i:ns en Keel-; Vlisungen , Corbelyn; Ba'fd. tt** K/isteele; Gron. Oomker.s, Zaidema en Z?«fh.v7,- Leeuwarden, Cfikais, -;an der Haak en va» Sli'lt; Harl: -öVr /V*/«s en Stuurman; Franeker, Rotuar; üockum, Wed. Brouwer; Sneel:, Bransma ; Bclsward, IP'ellivga : Flerenvecn , Roorda, ea verder" -tJuo- gélrtW Nee'erkirjd in eïte de Boekwinkels.  D E POST AAN DEN A M S T E L. Np. 2. M EB F. BURGER! SCÏIEYVER VAN DE FoST AAN DEN AMSTEL. In uw eerfte Vertoog uw oogmerk mat her aanleggen van uw Weekblad gezien hebbende, zoude ïfc u te kort doen, zo ik u'niet betuigde dat het gezegde oogmerk mvne hoogfie goedkeuring wegdraagt; als, naar'myn inzien, daarheen (trekkende om uwe tydgenooten met den waaren ftaat van hun Vaderland, nu door de cnwederftaanbaare Franfchen var» kluisters bevryd, bekend te maaken; om hun te doen zien waardoor zy tot dien vernederenden ftaat, waarin zy zig bevonden, gebragt zvn—door dit te doen zult gy de liefde voor de Vryheid, de haat tegeri de despooten aanmoedigen, en hunnen yver, om t Vaderland tot zynen ouden luister wederrebrengen, voedfel verfchaffen — zulks te doen, zeker, verdient den hoogften lof, voegt een waar Batavier, en zal de gewigtige post, welke zy die de zaak der herftelïing van onze Vryheid ter hand genomen hebben, hun meer draagelyk maaken ; wanc niets is zekerder dan dat die herftel ing gemaklyksc zyn vollen bcflag zal bekomen, en dat'de Vryheid, nu gevestigd zynde met algemeene krachten verdedigd zal worden, wanneer de Natie weet langs welke wegen zy ongelukkig gemaakt is; hrt kenneu van die wegen,het li ba-  befef van derzelver gevaarlykheid, zal dezelven in het vestigen var! eene nieuwe contlirude doen vermyden; en ook zullen door hetzelfde keuneii , zy die nos aan de flaverny gehecht zyn, gevoel voor de beminnelykbeid der ede'e Vryheid verkrygen , derhalven met alle waare Batavieren de Heerschzucht he'pen vervloeken, en ook de hand liaan aan het groote vrerk dat nu, op het voorbeeld van de Franfche R.fpubliek ondernomen moet worden ——»» {fe beloof u met eene oudhollandfche oprechtheid, dan ik u yverig zal byllaan. en, mogelvk ben ik wel in ftaat om u het een en ander medetedeelen, dat niet in eiks handen is. In uw eerfte VeTtoog fpreekt cy van de huwelyken dier £eenen welken in 't hooge bewind geplaatst zyn; ik geloof met u, dat die huwelyken een point van hooge confiderade moeten zvn,by een Vulk dat voortaan vry wil blyrai, en niet wil vreezen voor de belangingen der gekroonde d-spooten, welken echter mogelyk niet lang meer op onzen aardkloot beftaan zullen; drie althans, en wel drie van de grootRe geweldenaars, de Duitfche Keizer , de Koning van Pruisfen en de Koning van Engeland, zitten reeds re waggelen op hunne troonen ; de bedoelde huwelyken, zeg ik, zyn zekerlyk by zulk een Volk een point van hooge confiderari, en des wel waardig dat eene dcorzichrige Vryheidszo ,n zyne gedachten daarover in het openbaar mededeeld; aan die huwelyken hebben wy zekerlyk een groot gedeelte van onze nu geëindigde rampen te danken; hadde Willem de Vykde, wel niet onee Vorst, maar echter het eminent hoofd onzer Republiek, (en metzuik een eminent hoofd, ware hy Hechts goed, verftandig en dapper geweest, laadden wy waadyk gelukkig kunnen blyven,) hadde, zeg ik, Willem de Vvfijk, geene Köningiyke Prinfes van Pruis/en getrouwd , wy zouden in 1787 het Parriotismus op den ingenVen weg met groote fchreden hebben zien voordgaau ,öen mee hebben zien ftuicen in zynen loop door haaren gekroonden broeder, die door haare flaaven , de dienaars en uitvoerders va 1 haaren list, in het Land geroepen is, om burgers, die de vryheid verdedig- den,  ( £1 ) den, re floten, en dus de zogenoemde gef-toonde» ne eer onzer tierarnes, zyne zuster, fatisfacie te bezorgen, welke onuicwischbaare rchenddaa i hrm echter nimmer gelukt zoude weezen, ware het niet dat de Vryheidszoonen in hunne dappere verdediging niet gefluit waren geworden , door laffe of liever verraderïyke bewindslieden: ik zou e myn eigen wee ten lo • genfbaffen, zo ik het gevvigt van 't point der bedoelde huwelyken niet bekende mtezien; gaarne ook fprake jk 'er over, voor de ooren van alle myne bandgenooten , door middel van uw Weekblad, van welks opgang gy u ongetwyfeld verzekerd kunt houden, zo gy het llechts nanr behooren handhaaft, en niet het oor leent aan laffe fpotzucht, die wel eens de lever doet fchudden, maar nimmer iet toebrengt tot eene verbetering van de groote zaak , dat is, tot de verbetering van 's Lands heil; gaarne, zeg ik, fprake ik op dien toon, maar ik twyfel niet of 'er zullen vernuften opttaan die het gezegde point der hooge huwelyken, gelyk men ze noemt, in uw Weekblad zullen verhandelen, derhalven bepaal ik my thans tot een ander poiiit, niet minder gewigtig dan het aangeroerde, en over 'c welk ik my thans meer gefchikt vind re handelen. Ik zal u van tyd tot tyd mededeelen myne opgaven over de posten, waaraan, onder andere verfpillingen, 's Lands gelden zyn vermorst, op zulke eene grouvvzaame wyze zyn \crmorst, dat bet met recht hemeltergende mag >;enoemd worden; ik zal, gelyk gezegd is, doormiddel van uw Weekblad, die Opgaven voor onze tydgenoo:en bloot leggen, en hen daardoor doen zien, op welke poiuten zy acht moeten geeven, en aan de verbetering van vve;ken zy ernflig moeten denken , willen zy niet dat ook vervolgends, als weleer, en tot nu 10e, de gelden die zy zo zorglyk vergaderen om ze in 's La^ds Schatkist te ftortm, weder verfpild worden, en zy derhalven wel onder een ander, maar geen ligtcr juk blyven veizuehten -■— God zy getuige dat ik de waarheid zal Ipreeken, en ik zweer by zyneo heiligen naam, dat ik my niet zal outrekken, zo 'i immer het geval moge worden van ter verantwoordinge geroepen ie worden. E 2 Üu-  C » ) Onze Conrfitutie moge ingericht worde, op wat wy.e wy, (de Nederlanders in 't algemeen,) zulks ook mogen goedvinden ; aboos zullen 'er onderlcheidene vergaderingen plaats hebben, want dit is een gevolg van de onderfcheidene hoofdzaaken welken verzorgd moeten worden: voords is het eene vordering van het gezond verltand en de liefde tot eigen welzyn, en 't welzyn van 't algemeen, dat zy, die geroepen zyn en vergaderen om voor dat tweevotfSig welzyn te waaken, wèl geplaatst en verzorgd worden; dat zy door koude niet huiveren; dat de vallend" regen niet door de zolderingen van hunne vertrekken diinge, met één woord , dat zy in alles naar be« hooren verzorgd worden; maar '■ en dit is een maar van groot gewigt, de Ichikkingen dienen ook zodanig eemaakt te worden, dat de verzorgers der vertrekken, ler vergaderinge van or.ze beftuurdcs ge* fehikt, niet meer ontvangen dan hun verdiend loon , en niet inftaat zyn het hunne t06tebrengen om's Lands gelden te rooven, in hun eigen nest te fleepen, en door die dievery verrykt, zig boven hunne medeburgeren te verheffen, met eenen trots die voor alle denkende, eerly'or het bezuinigen^" 's Lands penningen, en des by uwe verminderd opbrengingen zullen! welvaaren. ]n den jaare 1740, verdiende de voorgeniet timmerman, aan het onderhoud van de bewus; emmers, die maar weinigen, niet alleen, maar ook » haaren aanleg hecht en fterk zyn . . ƒiJ2 : - : - In 1741 a8o : - : - — 1742 -1125 : - : - — 1743 • • • • '733 : " *• * — »P44 . . , * 2026 : - : ' — 174^ . 1618 : - : - — 1746 . . , - 860 : - : — 1747 . . - 603 : - : - — 1748 . . , - 6aa : - : - / 11067 : - : -. B 3 ¥ — 1743 .... iagi '744 2826 — 174* ... - 1618 : - 3 «*- 1746 . . . - 860 : - : — i?i7 . . - 603 : - : ~ — 1748 . . , - 6aa : - : - / 11067 : - : -. B 3 ¥  C H ) Transport f 11967 : - : * In 1749 • • - 553 : - : — 1750 • . • - 580 : - : . — 1751 ♦ i . . . - 1250 : - : i— 1752 * « 610 : - : - — 1753 • > • * 337 : - : - Totaal VJn 13 Jaren ƒ 14397 : - : Zie daar Burgers ! eene inkomst, jaar door jaaf, (en niet zuinig gerekend) van ƒ1107 a'leen voor liet timmermans werk, aan de kamers, die tot de vergadering van uwe, door de Vryheid verbannene Hoog Mogenden behoren ■ dit geringe artykel- tjen alleen, (ik bewaar myne icherper pyien tot afweering van eenen mogelyken aanval ,) overtuigd u airede, dat 's Lands penningen, door beguiiftiging van de zit htbaarfte oneerlykheid veglpild zyn — hebt gy er evenwel niet voor moeten werken? — hebt gy er uwe lieve vrouwen en kinderen niet voor moeten bekorten in het vo doen van de genoegens uws levens? — gy hebt bet gewonnen; want gy hebt het gegeven ; gy hebt het opgebragt; en ^e daar hoe 't verfpild is! — gy had er in uwe Vnningen zalige uurtjens voor kunnen beleeven — de\lr'. timmerman is nimmer ter verantwoording ge. roei?n — zorgt gy dan , myne Medeburgers.! dat zulke VrfpilHngen voortaan geene plaats kunnen hebben. Zo*it gy, de u voorgeflelde berekening overwegende ,ren, gelyk gezegd is, God zy getuigen van myn Woten en van myne oprechtheid.) zoudt gy niet al ht overgehaald kunnen worden om te den ■ ken, dat ;e zogenaamde Hoog Mogenden, in plaats van over o beiangens van het lieve Vaderland te delibereeren.als dronkene dollemannen door hunne kamers gevlogn zyn, om alles wat hout was, (want wy blyven b\, den timmerman ,) te ruineeren ? —— Zeker zo gy, ^ Het inzien van de gedaane opgaave, op die wys» dacht, zoudt gy u niet zeer belagchelyk gedragei en zaa^t gy de documen¬ ten, die ik voor ny heb, over 't geheel bedaardlyk in, dan zoude \\e gezegde uwe gedechte, nog meer voets verkrygei.; dan zoudt £y al l^t denken, dat  C «5 ) dat uwe Landsvaderen in de bedoelde hooge verga* dering gewoon zyn geweest met hunne zirplaatfen , (de floelen,) te kaatfen , als de reuzen, uit de fa. belhistorie, met de bergen, waarmede zy den hemel beflormden ; ('t blyft waar dat zy, HHM., uwen vryheidshemel beftormd hebben;) de rekeningen van den ftoelenmaker, in de natenoemene jaren en voor de reeds gemelde vertrekken, was als volgt: In 1742 . . . ƒ 214 : 8 : - — 1744 (*) . . . - 91 : 3 : - — 1749 • • • - 74 : - : - — i75i • . . - 39 : - : - — 1753 • » • - 100 : - : - Totaal voor denStoelemaker in 11 Jaren ƒ518:11 : Maar of onze Landsvaderen aan de ftoelen niet genoeg hadden kunnen bederven, fchynt het dat zy op de muuren en gewelfzeis hunne krachten hebben beproefd; (f) want van dezelfde 13 Jaarenis de volgende de rekening van den Metzelaar: In 1740 . . ƒ 2Q2 : - : - — 1741 • • . - 780 : - : - — 174^ • ♦ - 546 : - : - — 1743 • • • - 467 : - : - — 1744 . . . - - 552 : - : - — J745 . • • - - 759 : 15(S) — i74r' de goede wiegden menigmaal wel een boekjen of wat over, gelyk ailen die vrienden onder de Ciercquen by de Compagnien, de Admiraliteiten ,of b>zondere kamers van het aig.meene beftuur hadden, nooit gebrek aan kostelyk Papier behoefden te hebben—rwy moeten intusfehen recht doen , en ook zeggen dat men op die comptoiren niet fchryfe zoo sis ik myn Post laat drukken;veel letters voor weinig geld; neen' daar was 't aityd weinig letters voor veel gild; (dit zullen wy u in een volgende ook ordentelyk voer oogen Hellen ,) zie en dat verflindt veel Papiers. üehalven al dat Papier hebben in dezelfde bovenge- mel»  (=9) melde Jaaren, dezelf 'e Clerrqnen , rog verflonden eene menigte Boeken Papiers van ale leie ibort, zo groot mediaan, klein mediaan, groot quarro, enz. ten deele ook vergui; ja ja! *t prj*g niet zonder hoviardy: het getal dier Boeken is zekorhk niet minder dan 1400» Voords ten minften 700 f§ Lak. Omtrent i^oi Bos bes e f ennen. En dan verder alles wat o/> een comptoir gevonden wordt, in eene ont^acelytte menigte, alles zo veel dat ik geen plaats heb om 'er opgaave van te doen: maar 't "mooist is dat die Heenjens in gezegde Jaaren niet minder noodig gehad, of ten minfteiY ontvangen hebben, dan 142 Pennemesfen; (zy zullen tus chen beiden wat veel gefi oept hebben , mogelyk r.oo jens gepild cf appeltjens gelchild;) en' dan nog 128 Scharren goede hemel! die S haaren moeten zekerlyk van flecht ltaal geveest zyn; of tot geweldige dingen gebruist weezen. De Deurwaarder van de Griffie van Hunne Hoog Mogenden, heeft in dezelfde gemelde jaaren gebruikt, om by onze laatst genoemde artykels te blyven, 115 Pennemesfen; (zy moeren nog al knapjens verilecteti weezen; maar 't fcheelt 'er ook aan hoe zy gebruikt worden:) en 4a Scbasren; intusfehen zyn deeze zaaken nog :.an flytagie onderworpen; maar vouwbenen! (begryp , vouwbeenen! die men levenslang kan gebruiken",) daarvan zyn aan gezegden deurwaarder in meergemelde jaaren geleverd 38, en daar by 5 Priemen;deeze zullen zekeriyk wat ruwelyk behandeld zyn geworden;men heeft ze ongetwyfeld niet voor menfchen tongen gehouden , waarmede men anders tog, in hoedanigheid van priemen, wel b.'kend was; want door die priemen in die hoedanigheid, is menig braaf burger ter dood toe bedroefd en bedorv n om nu van de inktkokers en andere langduurende tuigen te zwygeu , die men almede in getale beeft gehad, zuilen wy nog een ander poit bezien. De Commisfarisfen van Hun Hoog Mogende uttheemfche depêches, hebben in 't jaar 1741 gehad driemaal 1 riem Papier, i riem mediaan, 6 boek 410, 1 £g Lak, vier bosfen Pennen, 1 Pennemes enz.: van 1763 tot 1785, eiken jaare 3 riem Papier ordinaar, li riem D 3 me.  mediaan, ifr boek groot «ito, 6 ffi Lak t, u^r Pennen, o ffi Waslicht, enl ook ee^e geLVle kan^ De oudtte kamerbewaarder van Hun Hoog Mogenden {begrypt, burgers! de kamerbewaarder Hechts H Ö in 1741 verllonden *o riem ordinair Papier: 80 boeken groot 4to; 44Co fchachten, (wat dukt mV^e Jeezers» kan daarmede met nog al wat gekladderd worden ?ï en 100 Hokken Lak; dit was, 8elyk gezeedYüZll voor den oudften kamerbewaarder f^Xi 1^5 boven dten ten zelfden jaaren ., riemen 2K* SS pier 107 boeken groot 4to, 5*00 Pennen en i0o Hokken LaK: de eerstgemeide, (>amlvk de oudfte kamerbewaarder,) heeft van I763 tot ,>8j , e° d«! halven den tyd van 25 jaaren lang gehad fnaamlvlde jaaren dooréén gefiagen ,) 2o riem% ordinV PaS 150 boeken groot 4to, 6000 Pennen, en 4?o pype» vveegeno"2611 Z° tM by 30 ponden ™™ Vis byna niet te befeffen wat de menfchen die voorheen voor ons aan de zaaken van 't Land hebben gearbeid met de Pennemesfen gedaan hebben; de oudfte kamerbewaarder van den Raad,heeft van den Jaare 17 J tot l?Sj, met minder Pennemesfen gehad dan 39 , voorts 41 Scnaaren, ao Vouwbeenen, 9 Priemen; en dan boven dien de jo.igsfte kamerbewaarder nog, 2Ö Schaaren, £8 Pennemesfen, 12 Vouwbernen en 8 Priemen ■ Pe lyk ik u gezegd heb leezer! deeze zyn wel kieinijeden; maar gy kunt 'er van tot de grootere befluiten want die zyn op gelyke roekelooze wyze behandeld' alles wat ik u voornaamiyk heb aantebeveelen is aan' dacht te neemen op hoe men gehandeld heeft om uwe zuur gewonnene penningskens te verfpillen . ^oe vreezelyk brutaal met uwe gelden gehandeld is, blykt nog voornaamiyk uit het geen men, de bodens voor hunne reizen betaald heeft; zie 'er hier een lystjen van, betreffende de Jaaren tusfchen 17™ tot 1785, en zyt andermaal overtuigd dat men u ten grouwelykften heeft geplonderd. .Inden jare 1730 was het bedrag der bodenreizen; |/"9784|ioio b denjare 1734I/79211 00 i73i 9396|lo|o 3735| 8865I1C0 m*t 968311510 1736 9708100 1733l 94ió| ojo j737| 82Ó6| 0 0 1734 indenjare 1730 was het bed'rag der bodenreizen, i/Yi-78,11 r^./m.r_ • r 1731 17? 2 *733 1/9784 9390 96S3 9416 b den jare 1734 3735 173° 1737 ƒ7921 886 9708 8266 1734  Indenfaare ïudejaare 1758 ƒ8052] o o| 17621/8423 17 O 1739 8504:00 ]763[icoio 14 o 1740 14018. 00. 17641 S651 100 174111891 00' i7Ó5'ioi37 60 1742 12757 11 o 1766 13313 13 o 1743 7247 15 o 1767 16324 7 o 1744 uS68 100 176812846 00 1745 11986 7 o 1769 18399 o'o 174Ó 11972 60 1770 15433 0 o 1747 22059 11 o I771 20497 '8 o 1748 15126 o o 1772 12839 7 o 1749 10689 T9 o 1773 L8is6 9 o 1750 12072 17 o 1774 20131 16 o 1751 8923 I5 o 1775 25273 5 o 175211249180 177624520 39 1753 H2-.2! 10 : 1777 18660 130 1754 8463 1 01 1778 17390 18 o 1755 8867 '5° 177915084 00 1756 9+52 8 o| 1780 23880 o o 1757 12794 120; 1781 31261 70 1758 8840 4 o 1782 16552 6 S 1759 12243 2 o| 1783 18582 14 o 1760 9938 14 or 1784 42356 2 o 1761 10570 18 o\ 1785 42864 10 o Nu zyn wy in een winkel waarin veel te koop is Leezerl — hoor eens wat de postreizen van 1730 tot 1785 incluis, gekost hebben. Ordinaire. Extraordinaire. Ao. J7SOI ƒ3355 40- Na Soislons - - ƒ8483 ij|0 173M 5'95 9 o, Na Soislons - - 2193 o 1732 3693 'o o I 1733 49*4 80 1734 27571910 Na Weenen en Parys - 1104 0 0 1735 36S4 11 o NaParys - - S39 10 o 1736 S73S Iffo I 1737 3S17 s • 1733 3656 o'o Na,Parvs en Antwerpen • 425 1; o 1759 3731 'i9'o Na Compiegne - cüg io|o 1740 5341 13(0 Na de Barriero - ■ 389 1310 1741 5722 '7 o 1742 5195 19 0 1743 SS13 5|o 1744 9'-54 4 ° |By de Auxiliaire Troupes - 765C s|o 1745 10525 17 oi |I5y de Auxiliaire Troupes - 17501 rj:o 1741S 8513 i6]oi jBy de Aux'Iiaire Troupes • 11426 4I0 1747 225S6 10 o!|By de Troupes r - 12477 17,0 ' 1 Aan extraordinaire Bosterycn - 1798 5:0 I \m buitcnlanëfclie Postmees- 1 II ters. - - 1515 19'° v 1743 ( 3i ln de jaare 17S5 incluis, gekost hebben. urcunaire. Extraordinaire. 1.-43  D E POST AAN DEN A M S T E L. N». 5. -tVIet verbazing waarde Lardgenooten! zult gy ze« kerlyk vernomen hebben, hec beloop der fchuld waarmede de Provincie Holland is bevonden bezwaard te weezen — ik twyfel niet of die verbazing zal dat beloop zo fterk in uw geheugen hebben geprent, dat sy het niet ligtelyk zult vergeten. —■ Grouwzaame ('chul I! — en my wordt van alle kanten verzekerd dat dezelve niet flechtS vyfiiONDiRD millioenen , maar VYFHO j:'er tien guldens uwe behoeften of lusten niet kunt voldoen, neemt gy twintig, en zo niet voor twintig, neemt gy honderd — kimt gylieden eindelyk aan uwe eigene kas te kort, dan zyn *er nog andere bronnen voor u open, waaruit gy uwe benooJigdheden kunt vervullen; al ware her. ook dar gy de kasten van anderen zoudt aanfpreeken. gy. lieden weet uwe grootheid altyd ftaande te houden'; maar wy, f.i.ias! wy bnrgers; hoe zeer wy bekwaamer zyn om duizend te winnen als gy, en uws gelyken, op uwe eigene wieken diyvend'e, niet een eenig penningiken zoudt kunnen beuren; wy zyn door uwe bevelen wel ongelukkig te maaken, maar gy gevoelt'er de last niet van.... ponftum, — het overige is euas bekend—dit is zeker dat ik hem gaarne in mynen ftand zoude zien, zonder ander middel van beftaan dan zyne eigene talenten; dan zoude hy gevoelen, wat by my heeft doen gevoelen, en hy zoude befeffen hoedanig by my behandeld heeft. Te A M ST E 11 D A Mt By J. van GEENEN en H. van RESTEREN,  (40 alleenlyk berust op dwaalingen, op verkeerde begrippen van G d en zyne oogmerken, als gevolgen van zyne bekende eigenfchappen : de flelling van die party is, gelyk wy gezegd hebben, dat de beheerfchers deezer aarde gezalfden des Hoeren zyn, wien men derhalven blindlings moet gehoorzaamen ; zy hebben geene andere drangredenen dan die zy ontleenen van aloude overleveringen, welken, juist omdat zy overleveringen zyn, alle •crediet verloren hebben — maar de rmdere, de tegengeftelde party, handelt geheel anders; zy raadpleegt den God van al 't gefchapene, zo wel in ue Nabuur a's in de openbaaring: de Natuurlyke Godsdienst leert haar, dat die God, ("omdat Hy volmaakt is, en derhalven alle zyne werken ook volmaakt zyn,) geen meer noch minder in de gewrochten zyns adems heeft kunnen doen plaats hebben; dat ali.e wezkcs, ('t is ruim gezegd, maar zeer bewysbaar.) voor Hem gelyk waardig zyn; dat derhalven het ééne wezen zo veel rectr heefc op de gefchenken door Hem in 't algemeen uitgedeeld, als de andere, en dat derhalven hy die zyn naasten van het gekozene gedeelte daarvan tracht te berooven, een overweldiger is, die zig, als dwingeland, bloot Helt voor de gevolgen van meerder kraehis , waartoe hy aanleiding geeft, om dat hy het recht van zyn' natuurgenooc verkracht: hiertoe behoort voornaamiyk de vordering; van onderdaanig te moeten weezen • want, in den tiaar deiNatuur; in den ftaat der waereld, zo als dezelve uit de handen van onzen Schepper gekomen is, kan niemand zeggen bevoorrecht te weezen, met het bevei over zynen broeder; konde dit plaats henben dan waren niec alle gewrichten gelyk waardig in de oogen van onzen Schepper — de Natuurlyke mensch die ik thans op 't < og heb, onderzoekt nu de openbaaring, en vindt dezelve volmaakt overeenkomfiig met zyne natuurlyke denkbeelden; hy ftemt volmondig, hy Remt met geheel zyn hart toe, dat men zynen naasten moet doen, gelvk men zeiven gedaan wil weezen, en de leere van jeusos is indedaad, in deezen, gclykftemmend met de gronden van den Nauurlyken Gocbdienst — maar nu — nu paat de natuurlyke mensch over, in het maatïcharplyke leven; dan die loort van leven, moet hem van zyne na-  ( 47 ) nstrütiHyke rechten niet bcrooven, of dit zelfde leven zoude God onteerénde zyn : hy maakt dan in het maatfchaplyke leven wetten, gegrond op de wetten van de Na'uur, od de fehikkingen Gods, die zekerlyk goed zyn, om dat hy zelf beweezen is oneindig goed te weezen; het mantlchaplvke leven moet zyn geluk op aarde vergroeien, of hy mag zig beklagea door dat zelve leven onderdrukt rs worden in zyne natuur'yke rechten: volgends die rechten is geenig mensch meer dan de andere; die derhalven wil gebieden, moet zyn gelach ontleenen aan algemeene overeenkomften: maar in die overeenkomften, zal en kan niemand afdand doen van zyn natuur yk recht, dat is, zal en kan niemand zig den willekeur van eenen anderen onderwerpen , of hy zoude zyn ei^en heil haaren, en derha'ven zyne roeping verzaaken, en in den kring der krankzinnigen gefield mogen worden — m:a fjhaplyke wetten derhalven die met de na'uurlyke rechten imtemmen , zyn hem aangenaam; zy la.iten den mensch in zyne oorfprong!yke waarde, en dienen isr verheerely Icing van God. Die dan zyn de gronden van de andera pary: gron* den, op welken, gelyk gezegd is, de mensch in zyne oorfpronilyke waarde blyft, en G id in zyne noodzaaVelyk algemeene liefde en goedheid erkend wordt; daar de andere party de eene mensch tot een flaaf van zynen natuurgenoot maakt, en derhalven God zeiven miskent. Zie daar, waarde Stad- en L.and-genooten, zie daar de gronden van beiden partyen u naakt voor oogen gefield: wie zou nu, meent gy, het recht hebben om te trachten zich te doen gelden? — zekerlyk die party welke de vrvheid van den mensch, en derhalven de ter van het Opperwezen ten grondflage heefc: de tep-engeftelde party fielt de fchepfelen onwaardig om°gewrochten te weezen van God, ciie zy tevens daardoor vernedert. Thms moeten wy verder gaan: nu leeven wy, voor een oogenblik gefield, ....neen! wy Nederlanders mogen zeggen, nu leefden wy, in eene maatfehapy, waarin de party die den overheerfcheren wierook toezwaait; die den mensch zyne rechten ontzegt; die der. iiaiven God in zyne fc'.iep'.èlen onteert, de w;t gaf; wy  daar op gebouwde Burgerlyke Vryheid, met aandacht overweege; 't is myns bedunkens onbetwistbaar waar, dat men de tweevoudige Vryheid in aüe haare hoedanigheden kenne, op dat dezelve in het aanftaande vormen van onze Conttitutie niet gefchonden worde, het geen voor den nakomeling van het grootfte gevaar zonde kunnen weezen; want ingevolge de eenmaal bevestigde kracht dier Conftitutie zoude hv mogelyk verpHgt weezen tot het gehoorzamen van Wetten die met zyne natuurlyke rechten ftreeden, en men zou hem daardoor het zwaard der Revolutie in handen geeven — immers blyft het ook eene uitgemaakte waarheid, dat wy den nakomeling niet kunnen verbinden aan fchikkingen waartegen hy gegronde aanmerkingen kan maaken; en die aanmerkingen kan hy ontwyfelbaav maaken, als hy zig, gelyk gezegd ij, door de bedoelde fchikkingen in zyne natuurlyke Vryheid bekott ziet ; nu ziet hy zig daarin bekort, als dat gedeelte van dezelve het welk in de Burgermaatichappy , aan de orde daarvan moet opgeofferd worden, niet door de Wetten, in die maatfchappy plaats hebbende, vergoed wordt — laat ons dit met een voorbeeld ophelderen. — Een der natuurlyke rechten van den mensch is het recht van zelfverdediging, wegens eigen perfoon en goederen; wanneer ik eenig eigendom verkregen heb, of door talenten die ik, voor de belooning met het een of ander, ten diende van myne tydgenooten, te wetk gefield heb; of als ikmy iet benadeid heb het welk nog niemand toek wam, (want daar toe heeft de mensch inden Staat der Natuur recht, en het benaderde wordt zyn onbetwistbaar eigendom ,) wanneer ik dan bezittingen heb , en een ander wil my dezelven ontrooven, heb ik her recht van de Natuur t m myne krachten tegen dien roover te beproeven, en ben ik fleiker, hem, zelfs ten koste van zyn leven, van myne bezittingen te doen afzien — maar indien de menfchen zich in eene maatlchappy, dat is in nauwere verbondene zamenleeving gaan woonen, waardoor zy meer met elkander te doen hebben, waardoor derhalven ook elkanders eigendommen meer ais door één gemengd, en de eene dikwyls de goederen van den anderen onder zyne berusting heeft, waarvan 't natuurlyk gevolg is dat ook meer onrechtvaardigheden aan  ( 59 ) by den aanvang van hun wenfchelyk en zegenffk pro. vifioneel beltuur reeds ge'oond; toen hebben zy reeds eene beknopte fchers van de rechten van den mensch nlomme doen aanplakken of afkondigen , op dat niemand van dezelven onkundig zou'e weezen; haduen zy uitzichten op dwingelandy gehad, het ve-bergen van die rechien zoude alsdan zekerlyk hun eerfte werk, en v hun aanhoudend poogen geweest zyn —• door den Wurger zyne rechten te doen kennen hebben zy hun, om zo te fpreeken, gemagtigd om hun te knr.nen dwingen hintten de paaien van hunne pligten te blyven. Thans, ftadgenooten! hebb-n wy weder een bewys voor oogen van de vvenfchelyke gevolgen der uboefeninge van de Leere der Gelykheid; ik bedoel het ProvifiO 't'l en algemeen Raport vm het Commité der, Finanticn van de Municipaliteit der Stad Amfteldam, wegens den flaat ven het Finantiewczen derzelver Stad; daarin wordt voor onze cogen blootgelegd het geen ons van tyd tot tyd moest vertoond zyn geworden, doch altoos vo ir ons verborgen is gehouden; daardoor „ worden wy nu in ftaat gefield, om te be ordeelen, hoedanig ond'r het beleid der voormaalige R geering, ,, het belang deezer ftad, het geen niet ander; is of ,, zyn kan dan het belang der geheele Barg'-ry, is ge,, admini'beerd geworden" — byhet inzien an het gezegde verflag dier adminiftiatie, gaat zekr-riyk uit den mond van alle vrye en weldenkende A'nlhltaaren een vloek, over hun die geadmhdftreerd hebben, en door die hunne adminiftratie ons hebben gebragt op den boord van eenen poel, waarin wy met fiddering neder/ien. Na alles aangerekend te hebben, is bevonden dat de fchuld der Stad Amftélddm , eene f«mme van f 8^6 :4: — ^>J moet niet, by het naden¬ ken" vande waarde dier lomme, in O'.zen tyi, vevftommen over de onbe'èffelyke fhoodheid drer bedervers welke . niettegenltaande de bewa>theid van den ake'igen toeltand der ftals kasfè, hunne trotsheid, en de trotsheid van een gantfchr devry'neü uit hunne zet-ïs gebonk zvn- draaien hun deel aan de ichuU van or.zen iammerlyken tosftan I — ik liatoecat zy er den gron- niei van geleg I hebben; maar ie ;er za» my ook moeten toeftaan, dat zy geerde pooging hoegeunam; hebben aangewend om *e icruild. te verminde, ren- zy hebben alle verlervelyke gewoonten, alle onBeregel e en verfpiilemie uitgaaven op e-en ouden yoet Kefli ^ hebben geenig plan beraamd, of trachten te heraamen om de Üads cas van eenige uitgaaven te ontheffen- is nit derhal en niet het bezwaar dage yks coen aanwasfet? ? Is dit niet zig ichul lig maaken aan dezelf ,e mis aad, w. araati zy zig hebben Ichul .ig gemaakt, cie den gron t gelegd hebb,n tot het te kuit waarover wv thans fpreeken? - jaaiiyks zagen zy at zy te *ort kramen, en des met te min lieten zy alles op den ouden voet; zy fielden zig daarin g lyk met die voorwerpen van eene losbandige levenswys, welken dagehks zien en on ( rvinden dat een fchandelyk bankeroet hurvge-. val zal moeten worden, en evenwel van hunne losbandigheid niet afttaan, maar zich ten ko>te van alles wat hun nog overig is, ja ten koste van alle de goederen hunner evennaasten welken zy Hechts magag kunnen worden, in een zee van weelven blyve baaden, zig on den febooi der wel ust blyven vermaaken; den allesvermanden uachus. blvven aanh ingen . en de oudermyie ViWsmti&V bordeeieubiy ven volgen— jk zeg  ( éi ) hy d'<* eerefchuld maakt;, en hydie denzelven vergroot, daar nee zyn pjigt was te trachten dien te verminderen, zyn gelyklyk f-huldig: ik ftel derhalven de Regenten van Amifeitlam van voor zesden of meer Jaaren geiyk met d e geen n weik n wy door onze revolutie hebben A< en öddereo * en die wy van hunne zo averechts bekleedde posten ontzet hebben. . Maar mpgelyk heb ik onder myne L jezers dezulke, flie twyfjlèn of de pointen in het bovengemeld p>ov.fioticei en algemeen Raport opgegeeven , al- rite geenen waaraan de inkomlten der ftad verfild zyn, wel bezuinigingen va» aaubelan s j kunnen veelei? i— Bezuin-gtngen van aanbelang Leezersl — waartoe dat woord van aanbelang? —Ja, zekerlyk kunnen 'er bezuinigingen y.an aanbelang gemaakt worden: maar ai ware zulks ook bet ceval met: al w re het Hechts geringe fommen die men h«d kunn»-n bezuinigen; het oude Hollandfche fpreekWOQid zegt niet te vergeefsch, veel kkin'jens m .aken éé ■ groote. naar de geiïngf.e bezuiniging is niet omgezien; men heeft flech s her oude hazepad blyven benydeu, het einde mogte dan Hen iast draagen. ^5 JLd aden *er , niettegen (taande alle de voorhanden zynctcbewyzen, datwy, voordeheilryke revolutie, gefield zyn geweest in nar-den van landbederver- en dieven, zuiper> van 't /.wee en bloet der burgeren; zouden *er des niet egenftaande ouder u no^ dezulken gevonden worden, welken die fchelmen blyven aanhangen, hun trachten te verdedigen, en hunne braave haaters met verachting be'chouwen; fpant dan alle uwe vermogens in om die a eriinnen, indien zy, na gy nog eene pooging hunner bek eringe gedaan qebt, halflarrig blyven Volharden in hunne liefde voor den o 'dergang van het dierbaar Va Ierland, om hun uit uw midden te weeren; w nc ?y zyn de engelen des verderfs die u altoos, op alie mögèlyke verborgene wy^en met hellche geesfels zul- ('t Ve