Nó. i. AMSTERDAMSCHE e n LEYDSCHE POS T-\V A AGEN, 71%tT\ lGëerde Correspondente, om dat G. L. mij ia vr en, Pn £ïï?*V.*f« a"e bij te gelijk zulje zegge' ja vrienden , bang ZIJt)de dat mijn Kne^t de Weegen niet fk-TL 7eten' e» mijn Calantjes niet zou vinden , ben 7cZTJfreertte m«e ofear. want het zo uw mij fpijten zoo hij bij verkeerde luijde fiing Ui is er te knappe vent toe , cn hij heeft een ftem als een klok , je zeld hem wel eens hooren zingen . en hlSKg,MRa-VT0^rdMZal.=ie zegSen dat ik niet geloógen heb NB. Na dat ik mijn Valies reeds geflooren had is ons ter hand gekomen Wagtlied voor de Wijk No. 13. te Amterdam, dat we hem toekomende week eens helder zullen laatcn opdeunen als meede het Verhaal van de Lugtbal die daar den 10 Aug. is na de laagte en weg gegaan. Maar ik moetje met eene zegge dat ik een Ri js heb geÏÏÏV,n,,f J m mT Kleeren nietzal S»™ zitten, zo nf"nS, w'ge en Onzakelijke lange Weg, en die nieuwe Waagen heeft gepiept ,. dat mijn hooren en 2S*°* H,J moet zekerlijk niet wel gefmeerd Maar nu nog voor het laaft een woordje G E A G T E CoRRESPOND EN TEN Moetje nu niet zeggen dat ik een Kaarel ben dieeeen a^Zet^^V^v016" *mn]> dat ^daar maar om fen? altemets, als de Vragt over de hand komt mee te rijden daar voor zo een fplikfplinter nieuwe Waagen heb laatem* JPftEtf? 31 ik,daar V°0r 'l eerft mec W rijden op t 13de> Jaar na dat onze veel Geliefde £rf-Prins hpt Leevens.Ligt aanfchouwden. *  O) Egter verzoeke wij ons geen Pakke of Brieven te zenden (fchoög we met twee Waagens rijden ,3 die een lelijke ftanYbij' zig hebben , gelyk men ons 'er een , hef zij uit onnozelheid, het zij uit kwaadaardigheid gezonden heeft, die dan mooi nk de Weegluizen ftinkt, ik zal mijne Leezers als ik tijd heb wel 'er eens iets van verhaaien , zoo dra de occalie prefenteerd „ treede we tot ons oogmerk. Naauwlijks waare op een friffe morgen mijne oogen ontlooken of ik treede op het zoete Vogelgezang na buiten, ik treede in mijn Hof, en kwam door het wandelen bij mijne Visrijke Wateren , alwaar de Eenden kwekten , de Haane zijne gorgel liet hooren , terwijl de Vogelen eenen lieflijke Melodij te faamén uitmaakten , ik iloeg mijne oogen na den Azuure Heemel, na de lieflijke Bloemen, na de Chriftaale Wateren, en na de cierlijkGroenende Oranje-Boomcn: Aanzien doet Gzr ï3enken. Dat ondervond ik nu; deeze Kroonende en wel befnoeideBoomen , deed mij denken om onze Vorst en Vader, den geduldige W. D. V.; ik gedagt op dit ogenblik hoe het Neeiiandc. su..l. Godt behaagd had, tot Vreugde van den Vorst, beneeveus dien Grooteen Sleeden Onjlerfelyke Held FREDERIK , en alle die het met Land en Vorft welmeene; Zijne Koninglyke Gemalinnen frits gezond en wel gemoed, het 35 Jaar tes zien intreeden. Ik gedagt verder hoe dat we eerlang dien blijde tijd, dien heuglijke ftond , ja dien gelukkige dag zoude (zoo de Heere het beliefde) zien , dat onze geliefde Erf-Prins zoude Verjaaren, niijne gedagte zóude verder uitgebrijd zijn, maar op het onverwagft hoorde ik eene Item me , dre mij een goede morgen toewenfte, ik wende mij en cn zag dat het mijne goede Buur, en Vriend Florentïus was. 'Hoe mijn Vriend zoo vroeg in 't Veld zeide hij , ja Buur Antw. ik. Florentius. Beeter mijn Vriend'dat ik u hier als in.de plaats der Zotten, of Geweldenaars vind. Hier heb ik een Courant van die Patroon van de Kruijer, lees eens eenige ro gels uit dezelve, en gij zuid met mijn wel Willen bekennen dat al gaf men u duizend Gis. gij geen uitgeever van zo een Brief zou durve weezen. Voerman. Tuffen my en Verkin is een groot on lerfcheid, ik zie liever de prizon van buiten als van binnen ,  c' nen , en Verlem zou mogelijk al weer willen dat hij 'er in zat. ' ' j . Florentius. Hoe zou Verlem het dan zoo plaifïerig in de Gevangenis hebbed, gehad. I ocrman. Neen mijrf Vriend het is niet op het plaïff r fnnar op het Geld daar ik op zie,- het is u immers flret onbekend, de Calieét'ens die irpHnnn iA\n n<4W_ Dingen gefchonken, en tot Honde-:,eët]en , tkWv^Vzegw i;.nuuuiam; livzugu , van vwjucurvcrciruKiser* minne 'oi-pfe a'angenoomeiï , nu zal gij fttijh MiRve Floren'ttofe wel begrijpen wat weg ik wil, het flPa^feérlfik'1 Wel te denken 'dat dien Vorfte -Lasteraar, 'nu mveiïë Half; en zo hij nu nog eens in de prizon gerokte, hëcl'Rijk'fctrti weczen; en wie zou dan van zulk zóbit1 van "Supplianten , daar voor nog niet eens eenige 'dagën: 'v&ft willen, zitten,' .' 1 i'' " Florentius. 'Gij heb gelijk mijn' Vriend' ;gij; begrijpt het wel. '•■ P'oerman. Ik begrijp mijn Meer Sat <3at Tralietje zó'd goed is, of men het gevangenhuis voorde Boeven open zet, of' het treurtoneel demoijeerd ; tot-teeken dat men nu geen ftraf meer' hwfl- tc vreezen, dat men1 de "boete Vóór dc Kranteman en de Kruijc-r had 'betaald, daar had ik niets teegen , zulks kon men aanmerken als een daad: van liefde tót zijn evenmensen, maar Coleftes voor hmi te doen , en daar een groot geguil van te rneaken eh het z'élVe (ten minne, zo een ophef is 'er van gemaakt") met Kruiwagens thuis re brengen, hun fe prijken te Toeni.ën', onfehuldig te'v'crkkaren; en, 'zo'als hcrwaare de Regcering in 't aanzigt te fpugen , gij onregtveerdi«e Rigters , gij ftraft den onfchuldigcn, G. /.. pleegt *e.Wc'd en Godloosheid , en daar en booven hu'n tot Spitsbroeders aan të neemen , Eerpenningen te ichonken; is mijns bedunkens niet veel beeter dan dat nicifBoos'docn» "ders opruit, en omkoopt tegens hunne Regeering, eh als 't w-aare- toeriep gij 'hebt geen nood ,' fpaard uwft penne niet, wij'zullén ü wel wederom loiTe , ja gij heh't gezi n hoe veel geld men u alrecde bezorgd heeft Florentius. Ik moet zegge Huurman dat ik hooid had gedagt dat gij uwe gedagten zoo verliet gaan, maar mij 'dunkt zulke zaaken Waare te wenfchë'dat nooid in Neerland plaats liadde, gevonden. Voerman. 'Geen wonder Florentius; 't is bulten bedenke ! dat zulks geen goed maar wel kwaad in 't Land verwekt, en dat God die zoo'dikwcrf'getoond heeft een itraffër'te zijn, van diegeene die zijne gezalfde gëweH A a aan  <4> aan doen , aan Ee.dbreeksrs , Schenders van Geheiligde en bezwoeren Wetten , en diergelijke: Wanneer zijn •taai geduld ten einde is geloopen , zijne bezoekinge op Neerland za: thuis brengen ; des Heeren bezoekinge zijn veelen, als Pelt onder Vee en Menfchen, Ho.uersiioode en Diere Tij'en , en wel daar ik zeer voor dugt, dat verderfelijke Zwaatd des Ooiiogs , welk laaflc een Rad .is, dat al de vqorige Straffe kan met zig brengen. . Florentius. Wasrlijk ik moet zegge dat gij nuttig redeneerd , jammer,is het maar dat Zijne Hoogb. de Agting van zoo veelen Neederlanders verlpore.i heeft. Voerman, Ik geloof dat gij dit uit de Nederlanafch? Verlemfche Courant hebt onthouden; wonder is 't dat uwe daar niet uit git papier bijvoe.gd , dat Zijn Höogh. die zoo gaare deAgting der Natie tragt tc herwinnen , &c. net eeven of hij de Agting bij Neerlands braave Burgers verlooren had, maar wij begrijpen dat Zijn Hoogb. de Agting niet verlooren , maar binnen k6rt fterk gewonnen heeft, ien dat zu'.ks zoo is mijne waarde Florentius zal ik de Eer hebben u te- bewijzen, en dan zullen wij -daar deze leering uit opmerken , dat 'er geen kwaad zo groot is of.daar vloeit m<*>.^ndee& nog al iets goed uit, 't is beetf.r bcNijl) als beklaagt zegt let Spreekwoord. Nu om ter zaaken.te koomen ; 't Yzer, zonder aangeroerd te werden, roeft; het Water, 'ftil Maand e, begin et te Hinken', oubakke koft fmijt men gaarne weg: 't Schuim, van Neerlands Volk word de Prins teoubakken, zij wilxlen hem gaarne weg fmijten , daar zij iutuffchen vergeeten dat,dit ommogelijk is, de Plaats is Erflijk, Cn dus zullen 'er komen , welke mceuen dit hun. toe te . komen , al kwamen zij van de einde d"s Aardboodems: Egter zagen zij hem gaarne aaneen kant, even als Spanje gaarne Willem den Eerste had gezien; en om die reeden-wil men hem zwart en als verdagt bij de ,Natie , waare het mogelijk doen dóórgaan. Hier door geraakt .de Nederlander, daar de rcedelijkheid plaats vind , gaande ; hij begind te wjkke en te weegen, hij bcfehouwd 's Prinfe Brieven cn Memoden , hij ovcrwcegd de leugene , op leugene van Pojlen, Kruijers, Bataviers, Snappers, &c. En hierdoor geraakt den Vorst, die men van te vooren onverfchillig aanzag, fchoon men hem in 't mfhft niethaaten, bij den Volke in medelijden , en geen wonder; zo dra hetkleinfte gedeelte van 's Menfchen Lichaam, wee word'aangedaan , treure aüedeLeeden. Zoude dan nu daar het hoofd, jammer en.fmerte lijd de Leeden niet treure; zoude zij nu niet'hunne licf-  C5) ie, die door het geduurig aanftooken wakker word dun Vorst bewijzen; zoude zij hem nu niet dank en liefdé Altaare , in hunne harte opregten. En wat behoeve ik verder te gaan , laat ik van me zelve fpreeken , wij die den geduldige Vorft, om zoo tè fpreeken dagelijks Zaagen, hadden op die tijden toen men nog van geen partijfchappen wist, geen de minfte aandoening, wij befchouwden hem niet anders als een ander van onze Evenmensen, en wat behoeve ik meer te zeggen, wij zaagen op 't laatft niet meer na denYorft; maar nu volgen wij met zoo veelen, wanneer wij het geluk hebben van den Vont te zien , zijne gangen en voetftappen , even of wij hem nooit gezien hadde ; en had men in die voorfz tijd mij eens gevraagd, zoud gij u leeven voor dien Vorft wel willen opofferen , door de lauwheid van niet kout of warm in liefde tegens den Vorft te zijn, geloof ik, ja ik twijffel daar niet aan , of mijn Antwzoude geweeft zijn — neen. — Maar vraag men-het ons nu , wij zoude met veelen duizende zeggen — ja — I\B. Onnuttig: Spreekt van zeiver komt niet te pas, ctrter moeten wij het aanroeren om onzer Vijanden willen., En wie twijffeld daar een ogenblik aan , of die liefdedringt den Vorft tot wederliefde, en dus konne wij zonder groot fpreeken , op ons en den Vorft toepaffen. Daar Liefde tvoond is Godt. En zonder te oordeelcn of veroordeelen, hetfpreekt van zelver, op de Vorften Haaters daar Haat woond, is de Duivel. Florentius. Houd dog op mijn Vriend , fehoon uwe leffe zoo noodzakelijk als nuttig zijn, wij vreezen dat ons Huisgezin ons zal wagten, maar toe lees nog eens gauw die Courant, of die Brief maar, die hem nog een Patriot teekend te zijn , het is een Brief die tot den Hee, mei roept, het is in deMaandagfche van den 15 yluguflus. Voerman. Toe zeg de inhoud mij maar eens gauw want ik moet mee voord. Florentius. Wat hij van den Hertog zegt gaa ik fti?zwijgende voorbij, maar die Briefis kwalie van SlmJlerdam'nan een Vriend in 't waggelend Ctrccbt , over de Brief van Zijn Hoogb. gezonden aan de Regeerders van boveng. Stad; hij zegt al zijn hoop, die hij gevoed had door die laatftc Volks-Stem, is nu door dien 3ricf . van Zijn Hoogb. vefdweenen , en hij fchijr.t 'er mizerable pijn in zijn lijf over te hebben , bidden, fineeken, foebatten , Requeften en al zulke fantekraam kan niét helpen zegthij, maar dat het Godloofte is ; het Regeerings Reglement moet weg zegt hij, al was het met duizend A 3 eeden  (dienft zoo wel als de Regeerings Form 't oncerfte boven te keeren. 3. Dat de Nederlanders een vrij en onafhankelijk Volk Zijn , en daarom niet verpligt om zich aan Overheeden of liever hunne Reprefentanten , Boodfchaploopers té onderwerpen , maar. dat in tegendeel die Reprefentanten (want het woord Regeering of Overheeden is te oud en afgefleeten , en klinkt te flaafsch in de Ooren van die Bastaard-Zooncn der Vrijheid) hunne nieuwe Souverainen , dat is het Majeftieufe Volk, naar de oogen moeten zien ;.en in alles.hunnen zin volgen , of anders wee hun- ■ ner ! Dat men geene Schattinge behoeft te betaalen waar in het Volk met bewilligd, en. dat de Reprefentanten reekening en verantwoordinge van 'sLands Penningen behooren te doen : Dat men nog wel bidden ma» voor Pa. triottifche Regenten , dat zijn zulke welke uit eigen belang, en om een onbepaald defpotismus, op de puinhoopen van de jeegenswoordige Rugeeringsvorm op te richten , zich voor de Vrijheid , de bandelooze Vrijheid des Volks verklaaren en die veelal de ftookebranden der heedendaagfehe beroettens zijn , maar voor Regenten welke zich voor de Achtbaarheid , de Souverainiteit en Majefteit der Wettige, en van God zelfs ingeftelde Regeexing in de bres ftellen , die de rockelooze floutheid en Godtergende losbandigheid van de woeste fchreeuwers die Neo Patriotten met verachting , met verontwaardiging befchouwen , en dus Vijanden van oproer zijn daar behoeft men met voor te bidden, die mag men in Pasquillen en andere Prulfchrlften en Couranten opentlijk iaiteren , Ichelden en blamecren, zonder eens te denken B 2 dat  ( 120 dat 'er een Alwe'eteiid God is die alles' ziet en t'huis zoeken zal. 4. Dat men vrijelijk alzulke Regenten en Magiftraaten ma Met eerbied, en ontzag, wi& Vaders, daar, bericht! Verband oproerigheid ; maar kzvyt U van uw plicht, Zijn Privilegiën en Hechten U ontnoomen , Zo het uw ernft is zij zullen wederkomen. t_ Aanffraak aan de Burgers van Wijk bij Duurflede, zie Staatsman 1783, pag. 473. en 474. WAGT-LIED, ,' Voor Wijk No. 13. Op de Wijs: X'Wat is ons al vreugd gegecven, &c. &c. Wat word ons al Vreugd gegeeven, In vermaak? lyk Burger-Leven ! 't Ademt Vrijheid; . . . Bato's moed,S . Alles wat Wijk Dertien doed. J b,s- Vrij van tfeerscbzugt, dwang, of kommer, Smaken, wij .in Vrijheid''s lommer, 't Nut' der. Wapen - Oefening, Waar dan Neerlands Glorie hing.} 1S" 4 .' vmV.Av>.\8.v.:\- v. i ■ ■/.>V ^vaWl,;... Held van Son ! door uwe Straalen , Licht ge ons vóór in 't roem bebnalen; • 't Strekt, ons tot uitfteekende eer,-) , . U te volgen in 't Geweer. J ' ... 4- Jonkheid.' die in 't Pril/? der dagen, Vrijheid's lojlijk doel zeilt febraagen ; Voeg u bij de Krijgs banier, ~\ , . Van deez1 braaven Batavier. J . [ ■ . 5-, * Burgers! hoord de Vrijheid fpreeken , {Daar ze u groet uit hooger flrcken:') „ Waaktfroept zijuif) voorfpeer, enboed;~\ , . „ Duur gekogt voor Helden bloed. J ' 6. „ Vegt voor Haardfiêen en Altaar en; „ Laat geen Meroz u ver va ar en, „ Die zig aan uw kring ontrekt; -\ .. „ Lafheid word met feband'' bedekt. J • B 3 „ Zijn  C '4 ) • ■ - • 7- • s . * Z>^nJ-e,r,die van mi"tzugt vlammen, ,, Wi lt hunn' vuift terflond verlammen' „ Doodt ; . . verdelgt dat Korans Rot' -\ „ t Is de wil van Neêrlands God. j bis> 8. „ Dat uw batfijn nimmer hukken " Onder Monarcbaale Jukken! „ IMoch 't Aristocraat's gezag -\ j» Immer u bebeerfcben mag ! j bls< „ Dreigt ooit Dwingland a te fcbenden, » -Irapt bemfier op borfi en lenden; * loont hem uw ontgijzeld Staal, -w . „ lot zijn' val! . . uw zegepraal!} blsio. „ ^tnftel's Burgers! trouwe TVagters < ' c L g*e" ^et' seen Roctoverkr'aoten • m Scbuuwt tn uwe vrije Ve/l 'u*le™> „ Zulke Monjlers als de Pefl. J bis- - tó'^i^aOjj^lJ-"JJj'/i '\ . » ••;.-,'*¥. Schat, Schathoog uwe Overheden ; Daar ze in 't Spoor der Wetten treden ■ Pleng Os't nood O voor. hun uw bilti \ Zo behoudt ge uw Speer en Hoed. » } bis, 12. J God der Vrijheid! Eeuwig Wezen ' Zon , en Schild;- voor die Ü vreezen > Vader van ons Vaderland' Houd bij ons uw haard in brand, J bi$* 13. Heersch Heerscb in der Burgeren Harten' Doe hen hjl en moedwil tarten" JJartett-' Zegen, Opper- Majejleit' -n Burgerij en Overheid, j b,s14- Eendragt fnoer, de Stadsgenooten ' toendragt woone op V Veldt 1 „a . t Eendragt beerfcbe £ Lrk fn s'taat Eendragt blijve. ... a/s >t alle Srëaat! ] bis- Komt  C *5 5 15. Komt nu Burgers! zaam gedronken; En den Beeker vol gefcbonken ! Deeze teug zij de agting Blijk, -v Voor Oranje en de Wijk .' L bij. Voor van Son en gansch zijn Wijk > J 16: Zweeren we onzen Hopman trouwe! „ Hij mooge op Wijk dertien bouwen.' Op ons Sulfer, Staal en Lood.' -\ 't Zij ten leven; 't zij ten dood! J bis- Burgervriend.' NB. Dit Stuk is aan de Burgers prezent gedaan, met order dat zij het moeten van buiten Ieeran en zinVcn maar geen Oranje Liederen. Een echt en omflandig Verhaal van een Fransman en zijn Windbal, welk op den io Augufius 1785* te Amflerdam op 't Drilveld, na de laagte is neder, en weg gegaan. Op gefield in een Brief door een Heer, aan zijn Vriendi M Y N HEER, Neem doch niet kwalijk, dat ik mij in deeze mijne Misfive , eens dus uitdruk. „ Ik heb al lang aan u be„ fpeurd, dat je een Man ben, die wat heel goed zien „ kan , door een plank waar een gat in is. " — Dus zoo wilde ik u nu eens vraagen of u Ed. die Overgroots en bijzondere Lugtbol, welke den 10 Augtifltts te Amsterdam zou opgelaaten worden, ook na de hoogte heb Zien vliegen, met de FranfeHeQV Romain 'eronder aan hangende? want kijk, ik moet u dat wel vraagen, vermits ik in de uitterfte verleegendheid 'er over ben. ' Wie ik 'er ook tot heeden toe nog na gevra-igd heb, geen va % alle hebben die Ariflocra ... ik wil zeggen , Jlrifiotife Bal in de hoogte zien gaan. —- En om je de vvaarlu'ii onder twee oogen te fchrijven, heb ik, wijl ik op dien dag in Amflerdam maakte te zijn, nog zoo opgepall, dat ik haait zoo veel te beklaagen ben , als omtrent 80 '1 90 duizend Menfchen , die op de been gew.eclt zijn , en van gins en her Amfterdam 'er om zijn komen bezoeken , om dat wonder Franfe Konftfmk met eigen oogen, zo wel als Amftels Inwooriders , te zien en na te oogen. Alleenlijk zal ik op Stads Exercitie^ Veld, op eene andere njd,  'C iff > tijd, (als men den Heer Romain nog eens zo veel geil ter band fteld , om Zijne Franfc Exercitie al weder re hervatten) vooraf een plaats dienen te huuren , dat heb ik nu gezien, kan je'tdoen, eu dan benjebij de■faizosnelijke Lui, ik heb 'er zelfs Dominees, die ik'kon, ook Priesters gezien. Want ik zal je zeggen hoe ik nu gewurmt heb, en heb doch de Bal in de hoogte niet zienzeilen. Ik hal mijn Logim'ent Noord Wejhvaarts van 't Exercitie Veld, dat 'gij 'weet dat Zuid Zuid'- Ooft van de Stad ligt. Al peinfende en murmureerende, of ik de Fransman wel zoo zou kunnen zien , en wenfehende dat alle Menfehcn mij zeer- ernftig na de Franje Mode zoude zien kijken , want ziet daar was 't mij, tegens jou in vrijjeghcid gezcid , maar.alleen om te doen, ,gij weet wel dat ik de Franfe Wind, al lang in de neus gehad heb, maar men kan thans geen Patriot heeten, als men niet wat voor de Franfe Wind \i\ zoo alle Menfchen mij niet zagen , dagt ik, dat zij mij naderhand een Engelsgezinde zoude noemen. Dus verzogr ik dan, aan de Vrouw van *t huis, alwaar ik Logeerde, of ik boven, hoog op 't dak mogt klimmen. Zij was een braaf Mensch , zei tegens mij van ja, zo ik maar voorzigtig was , ik klom dan boven op Sé Vorflen van 't dak, dog pruttelde in mij zeiven om dat ik mijn Verrekijker niet bij mij had. {Het Vervolg in No. 3.) NAAREEDEN. Zie daar Vrienden mijn Vragtje befteld , en nu ga ik na huis; maar mijn Meefter heeft mij belaft aan elk en een iegelijk te mélden , als dat hij aanftaande Zaturdag een Egt Verhaal zal meede brengen , van het voorgevallene den 29 jfulij te Sas van Gent, bij gelegendheid van het gelukkig aankomen van Zijne Door/. Hoogb. aldaar. Eene Misfive welke alle weldenkende de traane van vergenoeging uit de oogen perfen ; want Zij 11 Hoogb. is op de Markt door 4 Maagden geftrooid, zijnde 1 Geref. en 2 Roomïche ; hier uit kan men het verdere wel afneemen. Dit Weekblad wort weeklyks a een cn een halve (luyver mVecreevea by j. P. Kraefft. te Rotterdam; alwaar de 's Gravenhaai-iche en Rotrerdamfche Poll-Waagen word uirgegeeyeu , en by zyne Correfpondtneen in behalven al die onnoemelijke onderffanden , welk dicrl Vorst dagelijks aan Armen Menfchen , en vervallen C Hand»  C 18 5 Handwerken in 's Hage doed ; fchoon Zijn Hoogheid dat in de Couranten niet uit laat brallen ... Eij dacht ik, dat is ook waar, laat ik dan ook, tegen de Vreemdelingen -wel vriendelijk zijn , en geen haater van hun Konft, zo lang ik het ydelén of onnutten noch nietten vollen ontdekt heb, zo denken ook de Amsterdamsche Regenten, hadden dit geval met de Lugt-Bol, anders wis niet toegelaaten, de Haagsche en Rotterdamschs Magistraat heeft zeeker ook zo gedagt, laat ik mij dan ook maar vernoegen, om aanfchouwer te zi jn, en zo ik geld misfchen kan, laat ik dat aan mijne geringe en eige Landgenooten liever befteeden , om de Handwerken , welke zo kwijnen, te helpen opbeuren. —— Alle deeze gedagten , waren nog niet volkomen in mijn omgegaan , of ik vernam , dat een van de duizende , welke na de Schouwplaats gingen , een fles met Franfche Roode tVijn in zijn zak had, om onder het opwaards kijken, iets voor het uitdroogen in te kunnen neemen, maar een Timmermans Jongen , een plank op zijn Schouder hebbendeftoot tegen de zak, dat de Franfche PVijn met de Franfche Lugt de zak uitliep. Eij, eij, dagt ik, ik dagt dat het Exercitie-Genootfcbap alhier,' geteekend had om geen Fransch Goed meer te gebruiken. Maar, toen ik het Drilveld naderde, beefde ik, want offchoon ik zag ,aat de Overheid alle goede voorzorg" gemaakt had , om alle ongelukken voor te komen , hoorde en zag ik, de panne van de daken, en de fteenen uit de Straat, zo grouwelijk gooijen en flaan , dat mijn hart 'er van beefde, en de Franschman hoorden ik, van veeIe , die gaarne zo wel als de Rijkdom wenschten te zien, zo vervloeken, dat ik wel gewenscht had , dat die Dronkelap, welke de PVeeklijkfe Samenfpraaken van Louvy en Kj-elis fchrijft, met al die Sinjeurs, die hem alle weeken twee maaien de Pap ingeeven, bij mij waren geweeft, om dat zij zo van Oproer gefchreeuwd hebben , en Commofte, en Samenrotting van Menfchen , toen Jan Verlem, op den 8 Maart, drie Oranje Prenten op de hoek van de Molftecg gekogt had, en dat zelve tot de bij een brenging van Volk, toen gebruikten, alwaar toen zulk een gefchreeuw over was. Niet tegenftaande in alle ftilheid en bedaardheid, na dat 'er de Man uit de Molfleeg, bijna tien weeken om in de gevangenis, gezeeten had, naderhand 3000 gulden is betaald , fchoon zommige denken , dat de Franschman, die nu duizendmaal grooter geweld met zijn wind verwekt heeft, den Bie&ter wel ful ontfnappen zal, ook dagt ik, hier op de Offe--  ( 19) Ofi'emarkt fchijnd nü dat zoort van Vrijheid , daar Louw en Krelis, met hun Maats, zo na verlangen, In vollen top te zijn , ik zal mijn gat bergen, eer mij deSteenen , daar verfcheide Menfchen al gaaten in 't Hoofd meede gegooid zijn, mij ook treffen. Waren de Pap-ingeevers van Louw en Krelis zijn oproerige Prullen bij mij gekomen , had ik die Spinnekoppen wel willen vragen wat zij »er nu van dagten ? wijl zij in hun No. 27. zulk een pijn in de buik hadden, om dat zij in de Couranten zaagen, dat de Heere Prinse van Oranje in September over Amfterdam na't Jubel-Fee/l in Vriesland, bij welzijn dagt te gaan. Het fcheen dat Krelis van gedagten was dat 'er te veel Volk na dien Vorst in Amflerdam zou komen kijken, en daarom zegt dat fenijnig'Monfter dat het wel zou kunnen gebeuren , als Mtn Heer den Stadhouder aan de Magistraat verzogt, om door den u4mftel te vaaren , en andere Gragten in Amfterdam door, om zo in 't Y te komen, daar dan wel verlof toe zou krijgen, evenwel niet geloofde, dat het zal gebeuren! zo voorzigtig meendKrelis te zijn, om vooral geen Menfchen op de been te zien; zie hier nu lafteraars! op de Vorst en de Magiftraaten, ó ja! misfehien 100' duizend Menfchen! om eene Franschman, met een Sak vol wind op de been; daar gunter vallen de Menfchen van de hoogte , daar vliegen honderde van Pannen, daar rinkinken de Glaazen; wat zou jeLafterzieke Ploeg zeggen , zo een honderite part, bij't doortrekken van Neerlands Luisterrykste Personagie eens plaats had , ofgebeurden ? Wat ftonk die Lugt, die de Franschman in dat ding wou blaazen ; ik wou dat ik Oranje Snuif bij mij gehad had, om de kwaaije Patriottifche Lugt te verdrijven. Ik zie uit de Couranten dat men In 't geheel geen Leuze meer mag draagen, hoe ook genaamd; docli de Zwarte Cocarde , die ik ongeftraft met de Pluhne voort zie draagen, mogen dan gewis de oude Patriotten ook draagen, dat hen dan in 't vervolg niet af tc raaden is, doch zij behoeven geen groot zoort te draagen, als het zo maar wat Nieuwerwets gelijkt. Ik ben &c. Myn Heer van di Post waagen. Ik heb al zo eenige tijd aan u befpeurd, dat gij 's weekIijks ophoud , met ons zo wat Nieuws en Staatkundige Waarheeden te vernaaien, en dat wel om de Lafteraars en Volkberoerders in onzen tijd de mond te floppen. Je •tf erk is ook niet gantsch Vrugteloos mijn Heer! en dat C 2 z o u,  (20) zöü Ik u beeter met de mond kunnen zeggen, als dat het nuttig is, om u dat met de Pen uit te leggen. Dan, het zou ondankbaar zijn, indien ik , die even zulk een Vijand van 't liegen en lafteren ben als gij en alle braave Nederlanders, u Ed. nu en dan niet meededeelde, zodanige waaragtige waarheeden, als met u goed oogmerk overeenkomftig, en een wit herijkende zijn. En dus gaan ik U nu iets vertellen dat gij hooren zult dat alle Kenmerken van waarheid met zig voerd. Weet dan! Dat offchoon ik weekelijks met geen Poft» waagen rij, ik evenwel eene groote Liefhebber van reizen ben, te meer wijl mijne affairen mij noodzaaken om geduurig van de eene Plaats na den ander te trekken, bijzonder ben Ik veel IrvAtnfterdam, en ik bevond mij nog onlangs in die Stad , en nu wil ik u gaan verhaalen wat voor bijzonderheeden ik daar al op gedaan hebbe. Voor Gerit, was ik daar op een plaats daar de Courant van Verlem gebragt wierd, ik keek die even in, daar zag ik dat de Natie aangekondigd werd, dat de Overleedene Baron van de Capellen tot den Pol, zijn Vrouw aan de Oever van de dood lag , en dat wel aan eene uitteerende Ziekten. Ach dacht ik wie weet of zij niet een braaf Mensch is , Vrouwe kunnen al zo wat hartzeer aangedaan werden, en kunnen altoos niet helpen wat haare Mannen doen. En ziet, kort daar op, las ik ook in de Leidfche Courant dat deeze Vrouw dood was. In mijn een¬ zaamheid zittende, dacht ik bij mij zelve , wij alle zijn hier op reis na de Eeuwigheid, en worden, als God ons opeift, even als een Blom afgemaaid , ons leeven is een hand breed, en 't is ons nuttig zig geduurig voor te Hellen dat 'er niet gewiffer is, als dat wij ook zullen fterven en voor Gods geduchten Ricbtsrfloel moeien verfcheinen.envoor ons niet onwiifer is als de tijd wanneer. Verder dacht ik, is deeze Vrouw nudood ! haar Naam brengt mij te binnen dat zij van een oud Edel en Braaf Geflagt is. Schoon de Deugd geen Erf-Goed is, wijlen haar Man was ook wel van een braave afkomft. ö Dacht ik wat wurmt en zwoegt een Mensch niet al in deeze Waereld, en wij moeten alle na de Dooden. Daar is nu die Man dood , een Jaar te vooren ftond in de Courant van Verlem dat zijn Advocaat, die hem zo geholpen had. NB. Dat na de Courant, even zulk een Patriot als van de Capellen was , dat die Advocaat Hubert toen al dood was. Kort daar op las lk Capellens dood, ook de Pati iottifche Lijkreeden van Do. Du Pu ij; vervolgens nog geen half Jaar, maar vier Maanden daar na las ik al weder  ( 21 ) der In Verlem zijn Courant, datDo.DuPuij ook al dood was, kort daarop alweer een Kruidenier van Zwol, eene Tegelaar, die ook al een Boefem Vriend van Van de Capellen geheeten was, en wiens Zoon, omtrent verbeeld dat hij Burgemeefler van Jlmfterdam is , die ook zo ieverig waakten, dooraanritzing van zeekerMan, datdeLeugenachtigc Diemermeerfe Courant in de Waereld bleef. Toen ze uit de Diemermeer werd uitgeroeid , dat hem na alle waarfchijnlijkheid tot zijn ongeluk ook gelukt is, zelfs heeft die oude toen twee jongen geteeld ! en wijL dat dan Tweelingen zijn, draagen zij (iets dat nogthans bijzonder is) beide eenenaam, maar de Moeder is dood. Schoon de jonge Nederlandfche Courant hcete , weeten wij dog dat de Moeder Diemermeerfe en de Groot-Moemoer Noord-Hollandfche genaamd was , wijl deeze laatfte wel te Amlierdam is uitgebroeid , maar evenwel te Buiklloot gebakerd wierd! op dat zulk een Hoere Kind in Zuid-Holland haare afkomft niet te zichtbaar ontdekken zou. Ondertusfchen is J. Verlem van alle de opgenoemde Overleedcne Menfchen, de Aanfpreeker en de Bidder of de Bekendmaker gewceft, en offchoon het waarheid is , dat alle die geftorvene Menfchen Proteftanten heeten, zo kan ik bij deeze gelcgendheid niet voorbij om aan te merken, dat men zelden, eene Janfenifte Aanfpreeker ontmoet, en nog zeldzamer is , dat een Janfeniftvijf keeren agter een Bekendmaker is , en Dooobriefjes bezorgd van Överlcedenen , welke zig in der tijd voor Proteftanten uitgaven. Nu , die Hiilorie is uit. En , nu zal ik u nog van eene wandeling vertellen , die ik door Amflerdam gedaan heb. U Ed. zal zeker wel weeten , dat, als men van Gouda ra Amfterdam vaart, wij dan aan de zogenaamde Beerebijt aankomen. En vervolgens dê Utrechtfche Poort te Amflerdam ingaande , regt toe regt aan loopende, zoms wat lings af, wanneer wij een bogt ontmoeten , men dan eindelijk in de Kalverflraat komen. Dat zag ik was eene mooije Straat, maar ik vond 'er ontzaglijk veel Franfche woonen, 't was fchier of zij de gantfche Straat in pagt hadden , 'er was iemand , daar ik tegen fprak , die zij het krielt hier van de Franfche, en gij ziet „ In zoat Huize „ dat zij bier zvoonen , en welk een front zij flaan , „ maar ik zvou dat gij eens zag zvat miferabel en po„ ver kaal goed het doorgaans is, als zij hier komen, „ kunnen meefltijds geen "woord Hollands fpreeken, de c 3 » ty 'ü-  ( 22 > „ Wijven hebben een vuile hooge muts op, zij huur en een Huis , worden vertrouwd om dat zij met de mo„ den zo vers uit Parijs komen , &c. &c. En ik kan „je alles niet zeggen , maar veele groote die zie- Pa„ tnotten noemen, helpen dat Volk voord en bren4 gen de Hollandfcbe Ducaaten bij dat vreemde goed » al was het ook maar om weder te vertrekken met w een Lugtbol. . Ik kon dat niet tegenfpreeken , onder weg ben ik een Weeshuis dat 'er wel uitzag, voorbij gekomen , en een huis tien of twaalf verderop nog voorbij een Steeg, daar zag; ik: een Banketwinkel, in een groot Huis en daar las * de Naam van Cersier aan de deur, 6 dacht ik, woond dre vend hier , ja knaap gij heb de Patriotten in je Politike Hollandois al een miflelijk Banket gekneed en gebakken , woonne jy nau zoo waare , inne zulke kroote huis . Maar op t onverwagts, zag ik hem in zijn Japon ftaan, m zijne Winkel , en keek mij met twee fcneele oogen zo fterk aan , dat ik een lach kreeg en voorbij ging. Maar ziet niet meer dan twee huizen voorbij daar vond ik Holtrop aan de deur, met groote Letters'' ei kijk dacht ik, 't is of dat goed kort bij malkaar woond" wel zoo Man! heb gij 'er al zulk een mooije Voorreevel van kunnen laaten maaken , maar waarom hebje 's morgens niet wat vroeger opgeflaan , om de Nederlandfche Courant uit te geeven , dan had dat vetje Schuurman immers niet gekreegen ; foei zo lang flaapen , dat de dingen verloopen , wel je behoorde je wat te fchaamen En ik geloof dat ik over Holtrop fierker aan 't denken zoude geraakt zijn , was het niet eewe.eft dat ik onmiddelijk naaft zijn deur, nog een Boeken-w'inket had gezien, daar Gartman aan de poft der deur ftond. He dat is aardig Cersier , Holtrop., Gartman, zo bij elkander. 6 Mijn daar zie ik Gartman zelve, zou de Enge'.fche tijrannij hem zo veel windeijeren gelegd hebben dat zijne verzonne Schoolboekjes, die hij zo dikwils als' aan de Vorftelijke Kinderen opgedraagen , in de Kraam ik wil zeggen in de Courant liet zetten. Toe Jongens* wie koopt 'er nog een Tijrannij bij de Man, als je lui Meefters 'er vijf-en-twintig willen hebben , kunnen zij. een Koopje krijgen en wel eenige toe, hij moetze anders doch maar voor Scheur-papier gebruiken.' Maar wat zet die Keerel een lip . had ik Lavater hier, zou dien Heer verzoeken , om Monfieur Cerfier en Gartman hunne troonie eens ter deegen te bekijken. Alpeiufende raakte ik fchuins over Gartman een Steeg in,  C 23 ) In , dat ik nu weet dat de Gaperfteeg genaamd word; to daar is de Beurs dacht ik, gong deeze over, kwam twee yzere hekken door, en zag toen dat ik mij voor eene Boekverkoper zijn Huis bevond , alwaar ftille Menfchea in fcheenen te woonen, welk ik niet kon zien dat Pasquillen verkogten, maar in eens fchoot mij in de gedagten hier heeft Maheut immers gewoond, die nu na zi'm Apenland is. Wel koftelijk ! Dat Broeineft van Lafterfchriften en Spotprinten is vort, Maheut ook: En 't vervolg hier na. Wijl ik nu blijf Mijn Heer u Ond. Dw. Dien. Wij verzoeken onze geëerde Correspondent voor ditmaal ten goede te houden , dat wij zijne Stukken niet eerder hebben bezorgd; wij zullen (wijl wij nog eea Waagen hebben aangelegd) in 't vervolg fpoedigcr helpen , en wel zo dat u Ed. volkomen vergenoegd zuid zijn. 's Hage ia Aug. 1785. Monjieur de Poftmeejler, Ik heb lang in beraad geftaan om u Ed. eens te vraagen of het draagen van Oranje Rotting-Bandjes , dfa> Halsdoeken of Zakdoeken, en dito Horologie-Bandjes of zulks ftrljdig is tegen den Placaaten van de Heeren Straten van Hol/and, indien zulks 'er tegen ftrijd zal ik her niet doen , maar anders ben ik van voorneemens om zulks ook te doen of te laaten. Ik verzoek hier vriendelijk ora eens op te antw., en dan zal ik je nog meer vraagen hoor Sinjeur. filijve na groeten is, * Joris Vraagziek. ANTWOORD. Heeft u Ed. lang in beraad geftaan om te vraagen wiï insgelijks om te antw., wij zijn dan eindelijk gerefolveerf en zegge, zal u Ed. den Voerman genoegen geeven das* en zuid gij al het opgenoemde niet draagen ; lioe, zal tx Ed. mogelijk zeggen zijn het dan Leuzen, en wij Antw" zo het van de Oranje Couleur is , van ja , want wat is of beteekend het woord Leus, fchoon wij in de geleerde woorden der Schribenten niet geftudeerd zijn ,° zal her woord Leus beteekenen een teeken of kenmerk, h et w«rd ook wel genoomen voor een Woord of Krijgswoord. Nu is het woord Leus een teeken of kenmerk te "beduiden, dan fpreekt het van zelve dat men de bovengenoemde teekenen niet draagen zal, want OranjeRotÏM*of Horologie-Bandjes, Hals- of Zak-Doeken, zijn immer*  ( 24) mcrs tekenen, ja waarachtige kenmerken, dat alle dieZö draagen geen Haaters maar Beminnaars van het OranjeHuis zijn: Daar nu zekerlijk , om wijze redenen , alle Leuzen van Partijfchappen verboden zijn, doordeHooge Magten in en van Neerland, en hijzonder die van de Oranje Couleur, (a) is het een vatte wet dat men dezelve niet kan draagen, zonder gevaar te loopen van in de grootite ongenade te vallen. Zuid gij den Voerman verder genoegen geeven dan en zal u Ed. de bovengenoemde zaaken vooral niet draagen, om het hartenleed van Zijn Hoogh. niet verder te vermeerderen en te verdubbelen: O) En zegt eens wat zou het tog baaten al klceden zig alle,de Inwóondörs, van 't hoofd tot de voeten in 't Oranje , en ze waare allei&■itams Kinderen, vloekende, en verfmadende den Vorft in 't binnenfte. Is 't dan niet beeter de Hooge Overheid te gehoorzaame , geen Oranje Leuzen te verwonen , en den Vorft in 't binnenfie met hart cn ziel te lieve, en te blijven volftandig tot den einde beminnen; wanneer de treurigheid zal veranderen in rijë , cn het weenen in lachen. Maar mogelijk werpt u Ed. mij toe'alle Leuze van wat Couleur zij zijn , zijn verboden , en egter worden'er thans helaas nog zo veelen vertoond , voornaamcntlijk Zwarte; hier moeten wij op Antw. om zo veel doenlijk is, met den een of ander in geen onmin te raaken , dat wanneer men zig in navolging, een voorbeeld voorfteld , men zig geen voorbeeld ten kwaade, maar een voorbeeld ten goede moet voorflellcn ; het zou immers de dwaasheid zeiver zijn, zig den voorbeeld voor te flellen van een Dief of Dronkaard, om die na te volgen ; alzo ook van een ongehoorzaam Onderdaan , neen het tegendeel, field , en volgt het Exempel van een gehoorzaam Onderdaan , en merkt altoos op de Les van Salomon: Vreesd God en Eerd de Koning. O) Zie den laatfl gedaane Publicatie van den 23 Febr. • zied^ publicatie van ZijnHoogh. zeiver van den jongfl gepaffeerden 31 Januarij. Dit Weekblad wotc^ weeklyk, a een en een halve finyver uirgegeeven  Nd. 4'i amsterdamschê E N leydsche POS T-WA A G E N. M t n Heer de Voerman, "L ïeJWjJl U Ed' e*n. ^"S* r-a ^mjïerdam doed, zal te.^b.d. dan zo goed zijn m de Prinfeftraat aan mijns Ted ergeliefd js Echtgenoot, Na dat ik u niet zonder aandoening verlaate en mij od reis begeeven had, kwam ik aan dat zo veel than? gerugt maakende.FM of Dorp, den Leidfendam • Het eerft dat ik hier zag was een aankomendeGaft meteenPlair of een ftuk Blik voor deszelfs Lijf, daar hij wakker (met een foort die na trommelftokke zWeemde) op trommelde , ik vroeg aan de Schipper wie die Jonge was hij had een Zwarte Leus op zijn Hoed , en was na her fcheen in het Bommezijn gekleed, vraagt het hem maar eens zeide de Schipper, ik deed zulks, en hij antw een Pa\r}°l.\ waarom zeide ik bent gij een Patriot, toènzwee" hij ml en keek mij onnozel aan, benje D Ck* zij de Schipper tegens mij, vraagt dat aan al' de' zo^d naamde Patriotten , die de naam hebben dat ze hun vol verlland bezitten, en geen eeneLeuzedraager kan u een voldoend Antw. geeven, laat ftaan dan een Tongc die geheel en gantsch onnozel is. Ik gaf den longen ceni°e duiten, en zeide daar Patriot, ja mijn Heer, zWde' hifi dit moet ik zeggen, Bol heeft mijn hier voor eenKamit fooi cn Broek gegeeven ; ik meende hem verder te vraa gen , maar den Schipper zeidc kom maar voort mijn//W jk-zal u de Navigatie wel vertellenden zie daar nU Li liefde wr.drrhnHr n*>* ,rorAnr*. n„r„...i. _ f-i rr wwipixn , i\ zaï net totgs- U „,„1, ui hik  C 26 ) mak u in mijne Misfive op de navolgende manier verhaaien. Schipper, bij wien zullen wij gaan om eenOranie-Bittertje te neemen. J Ik, bij P. Bonekamp, daar ben ik bekend Schipper, bij die vend , bij die vend , neen ' mimHeer ik bedank u yoor zijn gezelfchap, die Vijnzaard is mijn geen Brabands Oortje waard om bij hem te verteeren • die vend waaid met alle winden, hebje een Goudsblom in u mond hij zal een Vorften Vriend fchijnen hebie een Kray, Kray, Krayje Neft op je Vrijheids - Ho'ed , hij «al dan, gelijk hij ook wezentlijk is , het tegendeel Vertonen: Zijn eene Zoon gaat in kort m Parijs om wat ™f Geeftej.jk Verftand te krijgen, en de tweede is Onder-Officier onder de Weldenkende Pryh; ik heb mijn over een poos haalt te boriten moeten lachen onze Vrijheids-Zoon die was in zijn volle Montuur', en ■nij liep toen met de Melkkan — om , — een , — oortje , — Melk. Een Onder-Officier om een Ooitje Melk dg^\. ik dat's hef, lat is Memmetjes-agtig, en ik had hem «aalt geraaden om de Kan met het oor aan zijn Hontsvotje te hangen , nou dat is tot daar aan toe hij is to°een lieve Jongen, dathij zo zijn Moeders bood-ichaoies doed, ik hoop maar niet dat zijn Soldaaten van zijn Compagnie van 4 Man, hem de naam zullen geeven van Oortje—Melk. Keeren wij ons weer tot den Ouwe die zegt hij moet met alle Menfchen mee praaien om dat hij van alh Menfchen leeven moet, en daarom wil ik bij dien Hipokriet niet gaan, dit Versje waarfchouwd mij 'er teegen: Betrouwd geenHypocryt of Vriend op valfr Gronden ', D,e anders_ ts m 'tHert, en anders in 'den Monde?/. Van vooren is hu wit - pn h,i>d „ 7s,*;.„jr-r.~~ Pan agteren is hij zwart, met Haat en Nijd belaan. Maar wild gij ergens gaan laaten wij dan bij Altijd T^°A \/WAl2effgen Treur^ gaan, en daar raaden ik alle Vorften Beminnaars ook te gaan dat zijn Opregte, die volgens hun hart fpreeken; de Rijzigers moeten maai.zien na het Huis welkers Voorgeevel in plaatfe van Le Roi dAngletterre of Koning van En^land met een Gefchilderde Oranje-Boom is verderf oTder velli-zit lmer bij dCeZe braave Luiden fiil en • Zij die VriJheids-Schreeuwers als de Pelt, mi* » verhaald, maar heb het niet gezien, als dar over éeni- ga  ( 27 ) ge weeleen eenige Raaven met Kraaijen-Neften in zijn Voorhuis waren, Treurn... met een Beezem kwade begon te veegen, onder deeze woorden, ik heb mijn Huis zo vol met Weegluizen dat ik ze met geen P.eezems uit het zelve kan vcegen; daar heb gij nu de Man zeive, goeden dag Heer Treurniet , vaard gij nog wel, geef eens een bittere Oranje Borrel. Treurniet. Nog al redelijk hoe vaaren de Vrienden, wel bekom het u. Na eenige reedenwisfelingen, en onze Borrel uitgedronken te hebben , gingen wij weer fcheep, na hartelijk en niet zonder groote vergenoeging affcheid van den Vorften Vriend Treurniet te hebben genomen; zo dra wij weer fcheep waren gekomen begon de Kapitein weder op de volgende manier te redeneeren. Schipper. Mijn Heer hoe klein dat dit Leidfendam u toefcheind , zo is 'er de partij-zugt al heel groot. De goede en getrouwe Burgers , volgens eed en pligt, beminnaars van het Vorftelijke Huis , kunnen in haare oogen niet zonder aandoening veelen, datze bun Dorp met zo veelen Leuzendraagers en Sabbath- Schenders befmet zien , en dus de Placaaten van den Souverein, uit een Vaderlijke Zorg genomen, zo boos als kwaadaardig en ongeftraft zien vertreden • Ik zal u mijn Vriend eens een ftuk daar van vernaaien van die beroemde, berdgte, befaamde Frans Bol. Maar mijn Heer eer wij verder gaan , Xi Ed. moet ons gefprek, zo veel mogelijk annoteeren , en zende het aan deVoerman van de Rott. Poft-Waagen , want ik weet niet wat 'er aan mankeerd , dat de Leidfen.dammers zo lang niet eens mee hebben gereeden ; zij zijnderal puur boos om , van gekkum Velthuyze die heeft al lang een ftuivér willen verleezen , als deVoerman hem maar eens had laaten weeten , dat hij wifl dat hij met een Mal'.ebois Muts opzijn Jen Hoofd, als zot over den Dam had gekrooijen ; maar zagt , daar nou kanje Oortje-Melk eens zien , daar komt de Keukeklouwer aan ; dag Bonekamp. Ik, Schipper je bent een Snaak, ik meet drommels oni jou lachen , zo hij wift dar gij hem Oortje - Melk Doopte , hij zou zo vriendelijk zijn hoed niet voor ü af neemen. Schipper. Ik wou dat al die Snaaken haar hoed voor mij maar op hun Vrij-Hoofd gefpijkerd was , dan zou ik 'er mij niet om ergere, want ik'kan dat Volk zonder ontroering niet aanzien. Maar laat ik » we nadere al mooitjes ; daar heb gij tot nog toe het ftille Dorp VoorTi 2 burg,  C *8 ) burg, verder de kloen van de Bolze Hiftorie ontrollen • je moet dan weeten die F. Bol is Meefterknegt van die' Berugten en Weldenkende Collonel Pryn oAer Veur zieR0tt.P0ftw.N0.14. Nu die Hiftorie is* nog niet genoeg , daar moet nog meer bedreven werden om waare het mogelijk , de Beminnaars van het Vorfteliikè Huis m ümerte en Lijden te brengen. , Voorfchootfe Marktpraate, op een Huis dat het Huis met de Trapjes werd genoemd; een .Braaf Burger' Man Van Voorichooten, die het zijn poft was dien dag daar te weezea, met een Overfchienaar; Judas was agter hen kon hunne reeden in zijn bedorve Ooren niet wei aanhooren , vloog als een Leeuw agier hun van daan en zeid-^Oodd. .. een Overfchienaar Oranje Onder : Ven flurger B ziende hem van zo een Oproermaker geattaqueerd , en hoorde woorden welke hem als een Uondorilag op het hart vielen , wierd hier door driftig en, zeicie dat zal gij nooid gedaan krijgen , ik zeg Uranje zal nog eens boven zijne Vijanden Zeegenpraaien , nier op verdubbelde de woorden en daar kwam zo gij denken kund een groote Confternatie. v Ik. Het is goed dat die Boi mij niet voor had ik vrees dat ik ook haaronder zou gefpeeld hebben , met mijn vuiltjes, op zijn knikker, want het paft zulk'vee niet als ik zonder iemand te misdoen met een vriend over 's Lands toeftand fpreeken of iets dat gebeurd is verhaal mij te attaqueeren en omruilen , want fchoon bij Piacaat, net roepen van Oranje Boven op ftraffe verboden is zo is het niet getoilereerd Oranje Onder uit te gillen' want dat zelve Piacaat zegt en verbied ook uitdrukkelijk alles dat ftrekken kan tot flooring van de yJlgemeene Kujt, en al was het dat die Lieden iets gefprooken hadden dat met was zo het behoorde , dan zegt het Piacaat zulks ter kennisfe te moeten brengen daar het behoorlijk is, maar niet zeiver zulks te vermeerderen met Oranje Onder te roepen , en dat met Godd te binden. Schipper. Gij hebt hier goed praatcn in de Roef, maar gij zoud 'er nog «immer afgekomen zijn als dien Burger js...... die zijn vuiften niet gebruikt heeft, en egtcr ncctt deeze Man nog groote onaangenaamheeden , moeten ondergaan,die,metzonder moeilijkheeden en bedrijgjn°-èn zijn verzeldgeweeft, waar door zi jnVrouw in groote verlegendheiJ geween: is. uit liefde tothaaren Ega. Heel wel weetende welke tijden wij thans beleeven. Dog den Braave n Burger wel weetende niets misdaan te hebben , en hier door een gerufte Conchentic bezittende, vreesde i,.et; ir° was was  (29) was moedig , als een Leeuw. » Daar wij thans van Vóorfchooten aan 't rèdeneeren zijn , kan ik niet voorbij n Ed.meede te deelen. Als dat men zegt als dat veele Lieden welke menigvuldig, met Aardfche Schatten, gezegend zijn, als de Pr. B. te L. Preekt na deszelfs gehoor toegaan , waar door de Voorfchootfe Kerk en Armen veel fchaade komt te lijden ; die hier oorzaak van is, is een nadeelige kanker voor den Armen Kas, want die veel hebben koniien ook veel geeven. ■ Ik. ja maar wie wou hier oorzaak af weezen, ieder gaat waar hij wil. Schipper. Wel die het rond laat zeggen , die en die tijd Preekt hij, gaat gij dan mee. Ik. Dat is zeeker, maar wie is de Balliuw van Vóorfchooten. Schipper. De Heer Boers geloof ik, die heeft een Zoon te Leiden liaan als Domine of Profeflbr daar wil ik af weczen. Ik. Maar daar valt mij iets te binnen , de geene die dat bovenftaande doed kan hier Kerk cn Armen wel voor tc goed komen. Schipper. Dat moet gij maar geloven, dat was goed als de Kerk met al de Armen Patriotten waren; maar laaten wij hier maar afftappen en keeren tot ons voorig geval. Gij fprak daar zo ftout, maar weetje wel dat de Patriotten en Vrij-Corpfen zulke zoete Kindertjes zijn. 6 Die doenen geen Mensch kwaad cn daarom krijgen zij altoos gelijk, en hebben , tot nog toe, geen nood; al doed zig het onkruid overal op zoekende het goede kruid te verdrukken , dat kan geen kwaad , al gooid men rijs een Vrouw in hun eige huis door hun Winkel, al verbrand men kleine Kinderen haar Goed, ja al zoekt men een Boetgezant het leeven te benecmen , dat brengt al te maal de Vrijheid mee ; en dat fchcind de Voorrcgten te zijn van alle die den Vorft haaten , zij zijn altoos onfchuldig; hunne Leeraars of Advocaaten , hoe zal ik die Krantemannen tog noemen, maaken daar tog dagelijks texten en toepasfingen van. Heeden den Leg denaar, Nederlanders, IVoerdenaar, en al dat gefnor, bennen immers alweer beezig om de onfchuld van die mishandelde VrijCorpfen , in 's Hage op den 4 Septemb. op het breeds uit te meeten , beeter behagen icheppen wij in het geene den Haagfche Weldenkende Courantier zegt. „ NamentUjk, dat de gerugte zo verfchillende zijn, dat men met zekerheid daar niets van kan melden, 'en dit Is zeeker, want gaat maar 1 ft. zoopje bij Everze drinken, dan zal je hooren dat die Vrouw al de Patriottifche Courantiers tot Leugenaars maakt, want zii zegt dat hun Neefje , dat D 3 jonge  C 30 ) jonge Vrij-Corpsje, de eerfte moeilijkheid heeft ondergaan en toen men die heeft willen befchermen. dat wen het Canaalje op die Befcherm-Engels gevallen zijn Hoe zal men dit nu overeen brengen met die Couranten " die zeggen dat het alleenig maar gekomen is om datzé met hunne Monteering op de Parade verfcheenen en het geene ik daar van gehoord heb accordeerd ook niet met de Courantiers , ik heb een Officier bij mij fcheep gehad en fchoon hij mij onbekend was Telteen hi'jmijtoe een geloof baar en bedelt Heer te zijn, deeze verhaalde mij als dat hij voor die tijd , 2 Spitsbroeders van te vooren ftad ontmoet m de Pooten, die hem een lange Spaanfe Peeper door hun even te vooren geplukt, lieten zien; wegens deszelfs groote en hij zo wat een aangenaam! Couleur hebbende, hadden die Hoeren gezegt dat het jammer was dat deeze Couleur thans in zo een minag«ng was, dat wierd zekerlijk vameenigc Supplianten ge- nT ' e" deeZe A1adden de beleefdheid om een deezer Oflicieren als een Os tegen het Lijf te loopen , daarwoordewisfel.ngen op volgden , en door de onvriendelijkheid der roeden ligten de Officier deszelfs Rotting op en floee na hun ; dit begreep doezen Heer dat zulk/de aanleiding tot de onaangenaamheeden, die hun zijn overgekomen , zijn geweeft. Ik kan der niet van zeggen . ik ben der niet bij geweeft, het komt mij dog evenwel wat wonderlijk voor, dat deezen Heeren zonder in het minft daar toe aanleiding gegeeven te hebben, zulke onaan«enaamheedeu Zijn overgekomen ; zo het hinkende Paard maar niet agter aan komt , en bevonde werd daar der twee kijven ze alle beide fchult hebben Deeze Heer verzekerde mij verder als dat hij bij de Wel Ed Gefïr Heer de Heer B , Heere van N was ge- weeft, en dezelve de zaak had gecommuniceerd. De Heer voegde er verder bij dat het voor zulke Lieden niet noodig was het Zijdgeweer te trekken , naardien deeze Lieden even als de Struikrovers met het Hartsvangertje onder de Rok liepen, dog de tijd zal alles wel ontwikkelen en ae Regters zullen door een Cordaat en Onpartijdig Onderzoek de zaak wel ontwikkelen , en wie ziet niet aireede het onderfcheid en is dus overtuigd van de vigclantie der Loffelijke Haagfchc Regeering , want wie heeft genoord dat na de Godvergeetene Mishandeling aan den Evangelie Booden Elojfteeden en andere braave Lieden, te Utrecht, eene van dicSnaaken loon na werken hebben ontvangen: — welkom in den Haa"- mijn Heer Ik jou ook zo Schipper, het fpijt mij dat wij "nog niet 1 halfuurtje moeten vaaren , wantik val wat nieuwsgierig Schtpper. Geen zwarigheid mijn Heer, ik zal de vrijheid  C 31 ) held neemen van aan u Logement te koomen , om een uurtje nog te praaten, ik heb u nog veel te zeggen van dïaFraaS Bol en die Patriottifche Tambour met zyn blikke trommel. Ik. Goet Kaptein UE. zal mij plaizier doen. Zie daar beminde Huisvrouw al het geene ik UE. kaa melden, zoo dra de Schipper aan mijn Logement is geweeft, zal ik door den Brenger deezes ons gefprek UE. laaten toekoomen. Ik ben ULiefhebbende Man. Is Ha ge den 8 September 1785. V. P. D. V. Myn Heer de Postmeester! Ik had al lang eens een Vragtje met umeê gegceven zoo ik niet gewagt hadde, dat mijn vriend mij de dagvaarding van Prijn zou zenden; ik heb ze nu gekreegen en gaat hier nevens, en toekomende week zal'iku. de eonclufie van Eijfch ook zenden. OndertuiTchen kan ik niet voorbij UEd. te melden, hoe wonderlijk ik uit mijn droom ben geholpen, wat de roeden is, dat de Weegluizen, of datfoort van volkje , dat zig Patriotten wil noemen, zoo gebeeten zijn op de Oranjekleur,daar heb ik meenigmaal om gedagt, en meenig mensch naar gevraagt , maar nu ben ik 'er agter; gij moet dan weeten, dat niet ver van Leiden een Herberg is, aan 'tHaap-fché Schouw; de Hospes, die gemeenlijk ook Kees van 'r. Schouw genoemd word, zal van daag over 8 dagen om een Zweep laaten draaven, en daar van had hij Biuietjes laaten drukken , en overal heen gezonden , onder anderen ook te Leiden, en alzoo daar geen Billietten mot>en aangeplakt of opgehangen worden , of zij moeten geftempcld zijn in het Weeshuis en word daar voor van ieder Billiet een ftuiver betaald, zoo had hij zulks ook laten doen. Ik kwam bijna nergens door de geheele Stad, of ik hoorden van die Billietten fpreeken, op verfchcide plaatfen waaren ze afgefcheurd , in 't Paauwen en Externeft hadden ze dezelve ook niet M'illen gedoo^en; wel dagt ik, wat of die onnofele Billietten dog gedaan hebben; ik kuijerde de Poort uit, en Jas met al mijn aandagt of ik'er ook iets aanftotelijks in kon ontdekken, maar alles was als ordinair; ondertusfehen ontmoet ik een oud vriend van mij, die mij de zaak geheel uitleide; daar zijn, zcidehij, in 't kort verfebeideHarddraverijen geweeft, en nog aanftaande, om nu onderfcheid van Billietten te hebben , word de een op zulk een couleur van papier gedrukt, cn de andere op zulk een• Arij van Pruiffen te Nooddorp heeft het laaten drukken" op geel papier, en Kees Avefaat op rood papier; nu hebben die Weegluifen haar oogen al zoo blind gevuurd, dat zij al rood voor Ora?ije aanzien, of't moeit zijn uit de vrees  < 32 ) . vrees voor Oranje,'die hun zoo benaauwd, en daarom hebben zij die Billietten willen weg hebben; ja zij zouden zelfs de Vader uit het Weeshuis wel willen geeffelen, dat hij zulke vervloekte,Billietten heeftgeftempeld. want, vervolgde hij, behalven hunne knagende confeientie, is nog een andere angil, die hun op 't hart leid; gij ziet meenigmaal een Advertentie in de Courant van een fecuure remedie voorde.Weegluifen, en waar in die bellaar, weet ik niet, maar dit "weet ik zeeker, dat nog geen grooter vergift is uitgevonden voor dat Ongedierte als Operament, en dat heeft volmaakte Oranjekleur; en daar zij gewoon zijn aan den donker en in hoeken, (enduren en gaaten huls te houden, verkiezen ze ook een Zwarte Cocarde; nu, dat haar die niet verboden worden te draagen, daar ben ik zeer blij om, want nu kan men ze precies kennen, en zig voor hun wagten, daar ik en andere onnozele Luiden ons anders al eens ligt konden verpraaten. Vaart weh-Poftmeefter, tot de toekomende Week. Ondertuffen blijve ik Leijden UE. DW. Vriend den 7 September A t t a m e n, 1785. Copie Citatie van N; C. de Stoppelaar, EiJJcber in li. A. en in cas van hijurie, contra J. A, Frijn • Gedaagde. ' De Geregtsbode der Hooge en Vrije Heerlijkheid Veur, zal zig uit den naam en van wegens mij ondergereekende Nicolaas Corneliusde Stop, pelaar, Vrijheer der Hooge, Vteije en Laage Boeckhorft, woonende in 'sHage, vervoegen aan den Perfoon of ter Woonfteede van J. A, Prijn , Koopman in Veur bij den Leidien Dam , en rfenzelveu wel cn wettHijk Dagvaaren te compareeren of Gemagtigden te zenden voor de Edele Agrtrnre Heeren Schout en Scheepenen van Veur voornoemd , in derzelver lusthuis aan den Lcidfendam , jegens Dlngsdag , die ziju zal den 13 September 178Ï. des Namiddags ten 1 uuren precies, of als dan geen Rejidag zijnde, bij continuatie jegens den eeiftvolgende Regrdag, omme te aanhocren zoodanigen Eifch en Conclufie, als ik Ondergetekende als dan je»ens hem zal willen doen en neemen, ter ziake, brceder gemeld bij de Infinuatie . door u Getehtsbode uit mijn naam op den 6 Junij dezes (aars aan hem Gedaagde behoorlijk gecxploiaeerd, daar jegens tc antwoorden, en voorts te Pcocedeeren als naar tegten. Bode! doet de v'onrfz. Dagvaarding naat bchooten, laar ten behoeven van den Gedaagden Copie dezes, als mede van de voorenaem. Conclufie van Eifch . waar van ten Regtda>:e jegens hem bij mij zal worden gediend en relateerd uw' «edervaaren In Gefchrifte. Aftum in Voorfchooten den i9 Augullus 1785, (was geteekend ) N. c. de Stoppelaar, van de Boeckhorft. ( Volgd het Relaas ) De Geanexeerde Afte van Ciratie, heb ik ondergereekende Geregrsbode van Voorfchooten en Veur, naar zijn Forme en Jnhoude geëxploiteerd aan de Huisvrouw van de Heer J. A. Prijn , mits zijn abfenrie, en Ccpie van dien en van de Conclufie van Eifch ovirgi Ieeverd. waar op tot antwoord bekwam: mijn Man is nietrhuis; ik,i*l~'t aan mijn Mangeevenah hij t'huif komt; 't welk ik relareere mij re zijn wedervaaren, op heeden den %4 Auguttus 1785 , ( was geteekend ) J. Stuntzi.  No. 5. AMSTERDAMSCHE E N LEYDSCHE POST-WAAGE N. Myn Heer de Postmeester; T7oIgens belofte bekomt u Ed. hier nevens de Cöncluv "e van Eisch, waar van heeden namiddag aan den Leidiendam tegens Pryn zal worden gediend ; van tijd tot tijd zal jk u Ed. de verdere Stukken toezenden • Pecker is partije Procureur, maar wie zijn Advocaat is weet ik nog niet; God beziele Scheepenen van.Veur met de eigen Sentimenten, als Schepenen van Amft rdam , om regt te doen tuffchen den Man en zijne Naasten, zonder aanzien van Perfoonen , en herinnere hun derzelver duur bezwooren belofte , bij den aanvan°-hunner bedieningc gedaan, om zulks niet te zullen nalaaten, nog om lief, nog om leed , giften nog gaaven i vnendfchap nog maagfchap, nog om geenrehande zaal ken!! en dan heeft mijn vriend een zeekere triumph te wagten ten fpijt van Laage Zielen. Ik had nu nog wet eenige kleine pakjes, maar de Vragt zal evenwel zwaar genoeg zi)n, daarom zal ik die zo tuffchen beiden eehs meede geeven ; en eindigen met mijne grocteniffe en b,ljve., . UE. DW. Vriend Leiden den 13 Septemb'. 17S5. Aitamïn. Edele Agtb. Geregte Copie Concïufie van Eisch ™ „?n„VEUR- de Ziake vart Mr. W. Bildersdyk, N. C. De Stoppelaar Ad"- Eijsfr. in R. A. en in' Cas van Injurie. Contra J: A: Pryn, Ged. Compareerde voor dq Edele Agtb. Heeren Schout eri Schepenen der Hooge en Vrije Heerlijkheid Veur NicoË lats  (34) laus Cornelius de Stoppelaar, Vrijheer der Hooge en Vrije en Laage Boeckhorft, woonende in 's Hage , Eijlfr. in R. A. en in Cas van Injurie , ter eenre , Op ende jegens J. A. Pryn fc Koopman in Veur, bij den Leidfendam, gedaagde ter andere zijde. Art. i.En dede zeggen , 2. dat de Ged. in dezen , zig niet ontzien hebbende , omme 3. op den I4en. November des voorleeden Jaars 1784, in den gemeenen haard van den Herberg, genaamd Scbakenbascb, gelegen onder deze Jurisdiaie , 4. ter gelegenheid van zeekere Printjens , die aldaar aan den Schoorfteen gefpeld waaren , 5. verbeeldende , en geinferibeert: „ De Begrafenis „ van Prins Willem den Vierde, " en (dezelve) „ Zijn Hoogheid liggende op het Paradebed , " 6. op het hooren leezen van deze inferiptien , zich ten aanhooren, en bijwezen van diverfc Perfoonen; 7- Uittelaten in zeer ongefchikte , lage, honende en mfolente bewoordingen , tot welgemelden Zijne Hoogheid (glorieufer gedachtenisf.) reiatif, • ».zulks aanleiding gegeeven heeft, dat de Eifcher in dezen, 9- van dit voorval uit den mond van geloofwaardige Lieden geinftruëert, en van de waarheid van het zelve genoegfaam geperfuadeert zijnde , 10. het zelve op diverfe ftonden en plaatfen , ter goeder trouw als een factnm heeft voortverhaald. 11. Dat ondertusfehen , op Vrijdag den i8en Maart daar aanvoïgende, indenzoogenaamden Leidfchen Courant No. 33. van dit lopende Jaar 1785, 12. is geparaisfeert een ten naame van den Ged. (taande , en door denzelven geadvoueert Advertisfement, van den navolgenden woordelijken Inhoud: 13. » De ondergeteekende, zederd eenigen tijd met „ de uiterfte verontwaardiging vernoomen hebben„ de verfcheiden valfche en verdraaide Geruchten; 14. „ als offik ondergeteekende mij in den Herberge, „ genaamd Schakenboscb, onder Veur geleegen , ' 15.,, (offop eene off andere plaats) 16. „ te veel uitgelaaten had het zij in daden off in „ ongepermitteerde gezegdens, te laag om ze te „ noemen, 17. „ Schoon door flechtdenkende Lieden, evenwel „ verzonnen en verfpreid; 18.  ( 35) Art.iS.w zeker om dat ik mij gedrage als een recht ge„ aart Nederlander, 19.» zo vindc ik mij verplicht, alle brave Vaderlan„ ders en weldenkende Lieden de onwaarachtig„, heid van die valfche, infame en verzonnen ge„ rugten bekend'te maken, 2o.,-, en houde die uitftroojers van bovengem. geruch„ ten, voor Eerrovers en Lafteraars, 21. „ en beloove bij dezen een prasmie van dertig Du„ ten, zoo 'er iemand is, die mij daar. van kan overtuigen. " 22. Staande onder hei zelve AdvertifTemcnt: „ { -aas „ gei.') J. A. Prijn, Koopman in Veur bij den „ Leijdfchen Dam, " 23. Dat het zelve Advcrtiffement, als rouleerendeover Geruchten van het te veel uitlaten van den Ged. in den Herberge, genaamd Schakenbofcb onder Veur gelegen, {of op eene of andere plaats) in het algemeen, 24. en alzoo noodwendiglijk comprehendeerende het hier boven gememoreerde voorval van het onbehoorlijk uitlaten van den Ged. in denzelve Herberg op den 14e Nov. 1784 gebeurd, en tij den Eifcher meer dan eens verhaald, 25. op de overtuiging (of wel de mogelijkheid van over. tuiging) van het welke alzoo de voorfz. premie van dertig Ducaten gefteld is, 2Ó. de Eifcher ten dezen , derwijze bij het zelve Advertiffement geproftitueerd wordt voor elk, aan wien het bekend is, dat hij het zelve voorval publiquehjk of privatelijk heeft verhaald , 27.niet alleen als verteller en (voor zoo verre het voortvertellen van iets onder de benaming van uitftroojen begrepen kan worden ) als uitftroojer en verbreider van een gerucht, .28. het welk de Ged. heeft kunnen goedvinden publicquelijk met de qualificatie van valfcb, verdraaid , verzonden en infaam te beftempelen 29. maar zelfs publiquelijk onder de Eerrovers en Lasteraars gefield : 30. het welk notoirlijk is eene grievende en atroce injurie, den Eifcher tegens de waarheid aangedaan, en welke denzelven niet te lijden fraat. 31. Dat de Eifcher op de leftuur van het zelve Adverliffement, 32. (als de voorfz. hem aangedane atroce injurie ad E 3 ani-  anlmum revoceerende, en alzoo bij de waarheid en verificatie van het meergem. voorval ten hoogfte geintereffeert) ? Art.33.nader op het zelve geinquireert en deswegens volkomen en convincante bewijfen bekomen nebbende , 34. dezelve bewijfen bij Gerechtsbode dezer Heerlijkheid reeds op den 6e Jünij dezes laars 1785 , behoorlijk aan de Ged. heeft gedaan iniinueeren; 35. met aanzegging, dat hij Ged. met den eerften zoude hebben te herroepen de hier voorgemelde Advertentie , 3d. en ( bij ontflentenls »van dien.) proteftatie van atroce injurie, onder anderen ook den Eifcher aangedaan ; 37. als mede van koflen , fchaden en Intreffen , reeds bij den Eifcher gehad en geleeden, en nog verder te hebben en.te lijden, 38. mitsgaders, van alles, waar van naar rechten kan en mag geprotefteert worden ; 39. örrme deswégens zijn actie te inftitueeren, daar en zoo 't zoude behooren: 40. gelijk ookal wijders met aanzegging, dathijGed. binnen den tijd'van driemaal vierentwintig uuren, onder den Gerechtsbode, 't exploict doende, 41. zoude hebben te configneeren en jegens behoorlijke quitancie , en vifie van den voorgem. Leidfchen Courant, als mede van de voorfz. origincèle bewijfen i. 42. mitsgaders een Copie authenticq derzelve, zoo hij die ten zijnen koften mocht requireeren , 43. te voldoen en te betaalen eene fomma van dertig Ducaten, bij de gem. Advertentie door hem uitgelooft, 44. omme daar over bij den Eifcher ten behoeven van de .Armen, of zoodanige andere particuliere bèhoeftigen te worden gedifponeert, als hij Eifclier zoude goedvinden: 45. bij ontflenteniffe van dien , al meede met proteftatie van koften, fchaden en Intreffen. 46. Dat hoe zeer de Ged. behoord hadde , aan de voorfz. inftnuatie en aanzegging te voldoen, 47. en mitsdien, als van zijn te veel uitlaten in den Herberg genaamd'Scbakenbofcb onder Veur gelegen , overtuigd, 48. (immers overtuigd kunnende worden) ■ ■ ■ • 1 * Art. 49. J  ( 37 ) 49- "iet alleen aan den Eifcher de voorfz. uitgeloofde premie van dertig Ducaten te voldoen, 50. maar ook, van zijne leviteit en infolence ten aanzien van den Eifcher poeniteerende , 51. door zijne voorgem. publicque Advertentie ten minfte publiquelijk te herroepen , 52. aan den Eifcher'eene bereidwillige reparatie en betering van den 'hem in het openbaar aangedanen •hoon en proftitutie, te geven, 53. hij Ged. nogtans zoo van het een als het ander tot heden in gebreken gebleven is, 54- betoonende alzoo, bij zijne gedaane injurie te perfevereeren, 55- en de Eifcher dien volgende wel genoodzaakt geworden is, zijn goed recht, eer en reputatie bij wegen van rechten te vervorderen en te vindiceeren. Mits welke en andere middelen in tijd en wijle nader te allegeeren of te deduceeren, de Eifcher , Eifch doende, concludeerde, dat den Ged. bij vonnilfe van dezen Ed.' Agtb. Vierfchaare zal worden gecondcmneerd aan hem Eifcher, jegens overgift van behoorlijke quitancie' op te leggen en te betalen de foimne van dertig gouden Ducatxn, door den Ged. bij advertiiTement in den Leidfchen Courant van den 18 Maart d zes Jaars 1785, publiquelijk tot een premie uitgelooft, ingevalle 'er iemand ware, die hem Ged. konde overtuigen , zich in den Herberge, genaamd Schakenbofch , onder Veur géleegem, \ of op een of andere plaats , te veel te hebben .uitgelaten , en zulks ter zaake, dat hij door den Eifcher daar van behoorlijk is overtuigd geworden, of heeft kunnen worden, en wijders verklaard, bij het voorfz. Advertifi'ement den Eifcher, onder anderen , atrocelijk te hebben geïnjurieerd; cn dien volgende gecondemneerd om dezelve injurie honorabel en profirabelxe beteren' bono-abel, door te compareeren in den openbaareti Vierfchaar dezer Hooge en vrije Heerlijkheid, en aldaar , ter prefentie van hem Eifcher . indien hi j mógt goedvinden daar'bij tegenwoordig te zijn, re verklaaren ,dat hij Ged. door het in den Leidichen Courant van den 18 Maart 1785, op'zijn naam geplaatOe AdvertilTement, den Eifcher onder anderen , ain.celijk, kwaadaartighjk \ en tegen de waarheid heeft geïnjurieert: dat hem^Ged! zulks ten uiterfle leed is, dat hij het zelve AdvertilTement herroept, en den, Eifcher erkend voor een braaf eerlijk en veridicq man , tegen welken bij niets weer! E 3 in  C 38 ) \ in tg brengen; en dat hij cqnfenteert, dat deze zijne vergaring en herroeping ten zijnen kofte ia de pubiicquc Couranten ichnftelijk geplaatft worden: profitabel door ten behoeven van de publique Armen dezer Heerlijkheid te betaalcn eene fomma van een duizend Zilveren Ducatons, of zo veel meer of minder, als bii deeze Ed. Achtb Vicrfchaar naar den aart en atrociteit van de gemelde Injurie zal geoordeeld worden te behooren, alles met de koften hier omme gedaan ofte tot anderen &c. • Zijnde den Eifcher bereid en te vreedeu om des gerequireert wordende, onder folemneelen eede te verbaren dat hij om gelijke of meerder fomme «'.et weder eene foortgclijke injurie zoude willen' ondergaan. (-> geteekend) i N, C./of. Stop.-elaar van de Boeckiiorst. My"n Heer de Pos tweester! ' - Ik had u al over een dag drie vier dienen te fchrijven, verzoeke wel vriendelijk Excus, dat ik niet eerder u liet weeten, dat ik'er nog Was, zoo gij 't een en ander in aanmerking neemt, dan kunt gij, zoo wel begrijpen als ik, dat ■Confuse omftandigheedèn , en geruchten imant de lust tot fchrijven wej eens e-ene korten tijd beletten kunnen , want de verfchrikkelijke beweeging in Amersfoort eer daar Melifie was, cn de tivist oï ruefïe Choe zal ik het noemen) in den Haag, ik geloof tusfchen Burgers en Leden van diverfe Vrij-Corporiften, hebben mij zoodanig aangedaan , dat ik het u niet zeggen kan. Ondertu.iïchcn, wat is dat goed, dat de Overheid terftond zorgt, om de Ruft te hec<eo,; wantik heb van daag in de Haagje Courant Ne ic8 zulk een mooije Brief van de Heeren Staaten van de Provincie C/trecbt, aan onze Eo. Gr. Mog. de Heeren Staaten Holland en PVeflvrtesland , gelecz.en, daar ik tot mijn genoegen, de aart der zaak in 't juifte daglicht zag Hellen , met veroordeeling van alle La/leraars en Oproermakers, en let 'er eens op, mijn Heer Posti/eester, ik w-dde om een Blokmaat oud Luiks Bier, dat de oproerige Courantiers deeze Miffive, van de Souverain van Utrecht m haar geheel, op eene keer niet zullen plaatzen; want zij raakt de Lafterzieke Courantiers te veel, zij zullen na mijn gedachten, de korte inhoud qua;i zoo wat ter loops melden , de Leidfe heeft 'er zig vandaag door 't plaatfen van de zoogenaamde UtrechtJe Volksflem al tegen geprepareerd, nu dat is tot daar aan toe, ik, ben blij, dat de Overheeden in tijd van nood,  ( 39 ) nood, defïerke arm gebruiken, dat heb Ik fa Wijbo Fitwje zijn Detjfe Courant geleezen, dat nu ook in den Hna* gebruikt is. Wat zullen di i Leeden van 't Exercitie Genoodfchapi (mogelijk tekenaars van Requefien) nu blij ge weeft zijn , dat zij met een Wagen door de flerke arm of Mehtie, veilig n,a huis zijn gebragt»; En niet zonder reeden , want had ik in hun plaats geweeft ik zou met genoegen gedacht hebben, b wat 'is dat giet dte Melitie bewaarden bejebermt ons'. t En dat heb* ik ook in de Delffe Courant geleezen , dat de Iterke hand hen bewaard en befebermt heeft. Ik denk dat alle Pa- trtotten blij zullen zijn , dat den Haag ook dat geluk heelt, om Melitte, die zoo wel te pas komt te hebben ik ben 'er altans_ blijde om. En de menfchen zeggen zoo dikwils, — Be-waard en bejebermt ons.'.'/ Wij be- hooren dan ook dankbaar te wezen als dat gefchied. In de Haarlemmer Courant No 107 las ik van de Heere Evertse! Zoo dagt ik, dat is de Hospes uit de Zalm, qic onlangs in de Courant bekent maakten dat hij de eer had om meer dan in een Fr ij ■ Coor te weezen , moet die Knaap nu den Heer genaamt werden in de Courant? dat lijkt 'er na! Maar mijn lieve Pof meester, ik weet nog niet hoe die Heeren rueiie gekregen hebben, zouden zij dan in der daad met Leuzen op°de Paraden verfcheenen hebben, dat zou gewis onvoorzichtig zijn geweeft, want als zij te Leiden, of Schiedam op hunne Paraden zijn, en 'er kwaamen eenige met Oranje Leuzen, dan zr-ude zij gewis met hunne gewoone Vrijheids en Vaderlandslievende vriendelijkheid zulke Heeren aanvallen, en twijffelt 'er maar niet aan* zij hebben zelfs Eerwaardige Mannen, als bij voorbeeld: Prof. Hofsteede, te Utrecht wel aangevallen zonder dat dien braave Hooggeleerde en PFelEerwaarde Man, iets het allerminlleu, dat na eenig Leus, of Fr ij Corps Pakje geleek, aan had , wat is 'er toen'vaa gekomen ? openbaare Sporprinten ov r al publiek uitgehangen, om dien Regtgeaarde CbriRen te verguizen en openbaar te befpotten; en dan zijn de menfchen no<^ al verwondert, dat het Land met oordeel op oordeel be- zogt word. Hoe zou 't gaan, als nu eens overal Spotprinten van de Leidfe Jannever Brander, en van de Schie.lammer bij alle Boekverkopers op deze Haagde Hiftorie wierden uitgehangen? Zou dat niet wederom een nteuw Oproer heeren? En bij dit alles weet ik nu nó» niet, wie in den Haag de eerfte aankiden.de oorzaak of aanvaller is geweeft. Want  ( 4° ) Want al is 't zoo, dat alle Leuzen verbooden zijn,zoo weeten de egte Omverwetje Patriotten wel, dat zoo lang als de Souverain het roe' tt, dat de zoogenaamde Patriotten de Vrij--' kenen draagen , zij maar wijs doen, om maar bc "i het'einde van alles af te wagten. De / Ivc, daar wij eeven van fpraaken, heeft de gegeeven aan dien die alles oordeelt ^ en voorv, -ar; ^acis edelmoedig, ik weet zelfs niet eens of dien Heer, wel immer e.ritge ftrafoeffening op zijne Vijanden verzogt heeft; fchoorr ik wel wil gelooven, dat, indien de Leeden der Hoogé Vergadering van Heeren. Staaten te Utrecht, fpoedig eene volle Vergadering, in dien tijd hadden konnen beleggen, Hoogftdezelve dan ook een wettig befluit uitgebragt hadden, om de Militie, of zoo als de Deljfe Courant het r ei d , de Jlerke hand te ordineeren., om deze waar Gryzaa^d, de woede der geweldenaaren te ontrukk t, overmits Schouten Dienaars toen niet toerijkende waren. — Maar God zelve heeft zijn KnegT toen wonderdadig gered, en braave Raadsbeeren als middelen gebruikt. Hier in den Haag zal nu wis fpoediger Staaten Vergadering kunnen belegt zijn, want ik heb nu pas uit de Patriottife Couranten geleerd, dat 'er geen Militie in Burgertwijlen of bezveegingen, behooren gebruikt te worden , en althans niet, zoo de Souveraine Vergadering 'er niet eerft te minfte met vijf Leden over Zit, &c. &e Nu hier is dan de Militie gebruikt , zelfs om des avonds twee Heeren met hun Vrouwen De G. en V. B. van de Schuit te halen, (doch 't is haaft te denken dat dit een drukfout In de Lcidfche Courant is, want hij field die Heeren als gehaate Lui voor, die men daarom vreesde dat kwaad gedaan zoude worder), — dus zullen dat wis ook al Vrij-Corpfen zijn, die niet van, maar na de Schuit, door de flerke hand gebragt zi jn ) wie ik uit De G. en V. B. fpellen moet, is voor mij althans een Raad fel, en laat het dan geweeft hebben wie het ook wil, mij dunkt, dat de Leidfe Courant ons liever vertelt moeft hebben , hoe veel Leeden 'er in den Haag vergadert geweeft zijn , om tot het gebruik van Melitie wettig te refolvecren , om Burgertwiften te ftillen , &c. &c. Dit Weekblad worc weeklyks h een en een halve ftuyver uirgegeevea byj. P. Kraefft . re Rotterdam; alwaar de *s Gravenhaagfche en Rot«erdamfche Poft-Waagen wotd uirgegecven , en by zyne CorrefpoBdenten in de Buicsnlteeden,