A D i E S AAN DE PROVISIONEELE MUNICIPALITEIT VAN AMSTERDAM, DOOR COMMISSARISSEN en LEDEN DERVOLKS-SOCIETE1T FELIX LIBERTJTE; den 27^en Maart 1795 overgegeeven. Met de VOORDRsJGT der Burgers M. S. jlSSER en J. C. HESPE, als ook een ulDRES van eenige Joodfche BURGERS tegen de voorgewende qualificatie van den Koster CHJ11M MOSES COHEN. Zijnde eenige der (lukken die onder de naam van eens Memorie in het DAGBLAD der Zitting van de Municipaliteit van Maandag namiddag den 3often Maart 1795 vermeld worden, en nevens de Bijlagen reeds uitgegeven , dienen ter wederlegging van de ongegronde asfertien van Rabbijnen en gemelde Koster omtrend de Wapctting der Jooden zelfs op den Sabbat. Te AMSTERDAM, bij HENDRIK GARTMAN, 1795. Het eer/ïe Jaar der Bataaffche Vrijheid.   C 3 ) vrijheid, gelijkheid, broederschap! I Je Burgers m. s. asser en j. c. hespe , leveren aan de Municipalkeit een Adres in, door een aantal Burgers van dePortugeefche enHoogduitfche Joodfche Gemeente ondertekend , met de daar aan geannexeerde Bijlagen A. B. en U. en C H i en a en zulks ter voldoening aan derzelver' belofte bij Declaratoir door de Sociëteit Fetix Libertate, in de Maandagavond zitting van den a3t van hunnen pligt in >t algemeen, en in »t bijzonder die Leeden van voornoemde Sociëteit, volgends hun gedaane belofte bij »t Declaratoir^ door hunne Commisfarisfen en Secretaris aan de Municipalkeit, op den 23(1 én dezer in dc Avondzitting overgeleverd, te vinden in 't Dagblad van derzelver handelingen bladz. 29 , waarbij zij zig verbinden, om binnen drie dagen de geheele Burgerij daar omtrent te eïucideeren , om aan gemelde belofte te moeten voldoen. Het komt hun voor, dat men voor Axiomata, of algemeene kundigheden bij *t afhandelen dezer zaak, het volgende dient aan te nemen. I. Het 5de Articul van de gedeclareerde en algemeen aangenomen Rechten van denMensch, dat zegt, dac een ieder Mensch het recht A heeft  C s ) Reeft om God zodanig te dienen, als hij wil of niet wil, zonder daarin op eenigerlei wijze gedwongen te kunnen worden. Een artikel, dat weldegelijk altoos plaats gehad heeft, doch dat alléén door Kerkelijke vervolging en Staatkundige onderdrukking ia tegengewerkt, als die de Menfchen tot huichelen en bedriegen noodzaakte. %. Dat 't Maatschappelijk verband tusfchen Mensch en Mensch is gemaakt, en niet tusfchen menfchen, die bevorens in Godsdienftige begrippen overeenkomen. Daar nu deze Axiomata door geen Mensch van een vrijen Staat, alwaar de voortreffelijke Rechten van den Mensch de grondzuilen van >£ groot Gebouw zijn, miskend kunnen worden , vermeenen de Ondergetekenden hunnen opgenomen Taak reeds veel verminderd te hebben. Nogthands willen de ondergetekenden, volgends hunne belofte deze zaak nu eens weder gaan befchouwen, als deze algemeene kundigheden ; ja zelfs , als of de Rechten van den Mensch nog niet bekend waren , als dan zou eerst deze vraag kunnen plaats vinden : Zijp de Joodm al of met bevoegd tot de wapening, of ■wel? Kan het Vaderland, van de Jooden dts zslfde dienpen vtrwagten, als van andere Menfdm? A a Deze  C 6 ) Deze vraag Schijnt, fchoon niet in zijn geheel door de Burgers g. h. de wilde en n. breukelaer, in hun rapport geopperd te worden, in de bedenking of een Jood zig verbinden kan , volgends de Wet van Mofes tot dienden die hij vooraf reeds weet, dat op Sabbat en plegtige dagen kunnen gerequireerd worden ? Doch deze bedenking kan geenszins opgelost of beantwoord worden, door de afvraaging aan de Rabbijnen, of t ge'óorlofd is, dat de Jooden zig wapenen al of niet x>p den Sabbat ? Wanneer deze afvraging , zo als de bedenking geopperd is, was gedaan, zoude mogelijk het Lantwoord anders geweest zijn. Dan de ondergeteekenden laaten zich niet in Theölogifche fpitsvondigheeden , maar dienen zich te justificeeren nopens 't door hun gezegde , dat zij met bevreemding gezien hebben, dat zig Rabbijnen benevens een pr&tenfen gequalificeerden. Koster (zij zeggen prtetenfesi) om dat hij zal vermeenen, dat 't misdadig addres aan 't Committé van Waakzaamheid alhier gepra:- fenteerd, en alwaar 't origineel is berustende, zijne quaïificatie is; zij , die zich teegen de Rechten van den Mensch verzetten , om die niet in H geheel niet te verbreiden, zijn misdaadig in een vrijen Staat. Deze vraag aan-een Rabbijn gedaan, is zeekerlijk aan verfcheide bepaalingen onderhevig. De  C 7 ) De Rabbijnen, die dog Leeraars, Vertroosters van hunne Geloofsgenooten dienen te zijn, wier eerfte pligten het is de waare belangen hunner m onderdrukking, en in verachting gedompelde Medebroeders te overweegen, dienden bij zo eene afvraaging, waarvan zij,zo den Ondergeteekenden ter zijde uit >t even gemelde Rapport voorkomt, niet ten eenemaale onbewust zijn geweest; doch de Ondergeteekenden laaten dit aan hun eigen geweeten over; de Rabbijnen dienden de Mo- • tiven daar van te hebben onderzogt; zij miskennen dus die waare belangen, omniet te zeggen, dat zij die trachten te verfmooren, wanneer zjj door een zo beflisfend antwoord, hunne Medebroeders als geheel onnuttig tot de dienften van >t Vaderland durven verklaaren; want die geen, die onbekwaam is , de algemeene zaak te kunnen helpen verdeedigen, verliest veel van zijn aanfpraak om derzelver voorrechten te genieten. Deze zo ingewikkelde vraag is aan veele bepaalingen onderhevig ; veele Geleerden hebben daar over gefchreven , zo als door bijgaande eerfte Misfive van den Burger bromet, fub L\ A. blijkt. Wijders vind men' in Duitschland in een zo vermaard Periodiek Gefchrift in de Hebreeuwfche Taal, genaamd Barnafeph of Verzamelaar, cene uitvoerige Verhandeling door de A 4 Chack-  ( * ) Chachne Triest de wijze van Triest , waar uit de evengemelde Burger bromet, bij eenen tweede Brief hier bij gevoegd, fub L'. B. de Uittrekfelen en andere nadere bewijzen aan den dag legt. Hier nu wordt dan Waarlijk door een geheel Corpus beweezen, dat volgens de laatfte aangenomen Wetten , de waapèhing van Jooden voltrekt geoorloofd is; deze alom zo bekende en, vermaarde Theölogifche Verhandeling, kan noch mag aan Rabbijnen niet onbewust zijn; te meer, daar zij op dit ogenblik daar op wel bijzonder acht moesten geflaagen hebben', en wanneer zij dan al een antwoord hadden willen uitbrengen over een zo gew igtig Poin&, dunkt het den Ondergeteekenden, dat zij Rabbijnen, hoeverdandig, hoe geleerd zij ook mogen zijn of waanen te zijn, zulks op hun zeiven niet kunnen of vermogen te doen; — hadden zij ten minden 'c zo genaamde Corpus Theologicum plegtig geconfulteerd, en dit poinét met dien nadruk, die eene 10 belangrijke zaak verëischt verhandeld; dan, fchoon de Ondergeteekenden niet durven zeegen, of het antwoord minder beflisfende zou geweest zijn, dan hadden zij ten minden eeniger maate zich doen'eerbiedigen, en getoond, dat zij de belangen van circa dertig duizend menfchen in deze Stai gehandhaafd hadden, De ondergeteekenden vermeenen zich nu ten vol-  C P ) vollen gejustifkeerd te hebben, over 't door ons aangevoerde wegens de onbepaalde asfertien. Nu zullen de Ondergeteekenden tot >t hoofdzaakelijke overgaan, dat is, dat zelfs in de veronderftelling van de Rabbijnen , dewelke over zijn geheel die der Ondergeteekenden niet is, de Jooden niet onbevoegd zijn tot de Wapening, en dat 't Vaderland van de "Jooden die zelfde dienpen kan verwagten, als van alle andere Menfchen ; de Jooden kunnen buiten tegenfpraak, wel degelijk de Wapenen op den Sabbatdag opvatten, ja zelfs op den plegtigen Verzoendag, wanneer 't Land of Stad in gevaar is , als dan volgens onze Grondwetten zijn zij zelfs verpligt de wapenen op te vatten; dit kan noch zal door geene Rabbijnen, hoe Spitsvondig zij ook zijn, tegengefprooken kunnen worden; hier door nu is de grooté zaak ontegenzeggelijk beflist , en de kwestie van het al of niet wapenen op den Sabbat, vervalt ten eenemaal; want, voor zo verre de dagelijkfche dienden betreft, is 't immers des noods om 't even, en een ieder heeft de vrijheid om met zijne Medeburgers zulke fchikkingen te maaken, wegens zijne wagten , als 't best met zijn geweeten, ja zelfs met zijne bezigheeden overeenkomt; maar wanneer 't moet in cat van nood moeten de Jooden, even als de Christenen de wapens opvatten, zoo dat onze Godsdienst, hoe onbepaald en fpitsvondig dezelve ook geer ora-  *omfflentariëefd[is, geen hindernis aan de groote zaak van >t Vaderland, kan noch mag te wege brengen. De Ondergeteekenden vermeenen nu 't misbegrip van de Rabbijnen, ten klaarften blijkbaar gemaakt te hebben. 1. De zaak isaangroote bepaalingen onderhevig ; de Theologifche meeningen van den wijze van Trieste zijn daar omtrent verfchillende van die der Rabbijnen. 2. Dat de Rabbijnen deze zaak beter dienden overwogen te hebben. Een particulier kon dat antwoord geven; dan een Rabbijn, die een zeker pubhek en eerbiedig karakter heeft, moet het belang van dertig duizend menfchen niet zo fchielijk beflisfen. 3. Dat zij twee Rabbijnen, zelve in hunne onbepaalde verönderftelling, die belangen konden gehandhaafd hebben , door aan de Burgers de wilde en breukelaer. , de zaak zo als de Ondergetekenden voor te dragen en hun te bewijzen , dat men de Jooden wel kan wapenen; doch dat mehdie bij ordinaire tijden op den Sabbat en plegtige dagen, van den dienst zoude kunnen bevrijden;ten minften als 't dan eens noodzaaklijk was, waren de Jooden geöeffend, dan hadden de Ondergetekenden in den perfoon van daniel cohen d'azevedo en moses saul , onze Rabbijnen ,  ( l« ) nen, onze Leeraars, onze Vertroosters moeten erkennen; dan hadden de Ondergeteekenden gezien, dat hun (volgens hunnen phgt) niets dierbaarer ware, dan de waare belangen hunner Geloofsgenooten. Dit nu afgehandeld zijnde, zullen de-Ondergeteekenden hunne Axiomata inroepen, en de geheiligde Rechten van den Mensch weder daar ftellen, dan immers kan en vermag geen Rabbtpi het geweeten, of ae Godsdienjlige begrippen van zijne Medeburgers bepaalen, en daar door veele Burgers, die hun bloed voor't lieve Vaderland veil hebben, van die voor hun zo aangenaamen pligt uitfluiten ; nu zoude 'er nog flegts eene bedenking overblijven , namelijk : of men aan de Jooden over >t algemeen de JVaapenen kan toevertrouw* , en wie kan dan de Staatkundige Dispofitie van alle die Lieden? Maar ook voor deze bedenking hebben de Ondergeteekenden reeds als waare Vaderlanders gezorgd, door de mede hier bijgaande Misfive aan de Commisfie, ter organifatie van de Nationaale Garde dezer Stad en Jurisdictie, geletterd L\ C Nu Burgers vermeenen de Ondergeteekenden hunnen opgenoomen Taak vervuld te hebben ; zij twijfelen nu geenzins of gijlieden, allen immers die daaraan nog eenigzins mogten gehegt zijn, zult van deze ongelukkige vooröordeelen te rug koomen , de ongekreukte handhaving van de rech-  ( ia ) Rechten van den Mensch, die aan de Burger Reprefentanten van >t Volk van Amfterdam , bijzonder is toevertroouwd, zal nu deze zaak in »t geheel buiten kijf ftellen en de Ondergeteekenden , vertrouwen opregtelijk, dat gij, volgens de door u aangenomen beginfels van Gelijkheid , VnjheiJ en Broederfchap ! geene Refolutie zuit neemen of gedoogen, dat genomen worde , ten naadeele van die Jooden, die als braave Burgers, volgens Eed en plicht, de Waapenen ter verdediging van 't Vaderlanden ter bevvaaring van de Rust willen opvatten en hun Bloed ten allen tijden voor *t lieve Vaderland veil hebben ; zij verlaaten zig daaromtrent volkomen op de rechtvaardigheid hunner zaak, die geene de minfte uitfluitende bijzondere bepaaling, als die ook ten opzichten van alle kvvaalijk denkende Christenen moet plaats hebben , kan of mag admitteeren of men zoude hier, met eene opzettelijke volftrekte misdaadige fchennis van de Rechten van den Mensch en te kortdoening van de Maatfchapplijke Wetten , die daarop zich moeten vesten , eene ongelijkheid uitöeffenen, die voor dit en de navolgende geflagten ten eeuwigen enonuitwischtbaare fchandvlek zoude verftrekken, en niet dan,door het recht des Sterkften, op eene geweldaadige wijze, zouden kunnen gerugfteund worden, ja eene onderdrukking ea «verheerfching in eene vrije Burger Maatfchap- pij>  ( i3 ) pij, zoude aan den dag leggen, die de verfoeijelijke Arriftocratie, welke alle braaven met Wortel en Tak zoeken uit te roeijen, op nog veel gedrogtelijker wijze,dan hier toe heeft plaats gehad, wederom zou op den Troon helpen en waaromtrent deOndergeteekenden,indiengantsch onverwagten gevalle bij dezen voorGod en het gantfche .Volk van Nederland, zich zo zeer buiten verantwoording willen Hellen, als zij als dan zich verpligt zullen reekenen , als geene de minfte miskenning en fchending van de Algemeene en elks bijzondere rechten in de vrije Burger Maatfchappij vermeenden te moogen toelaaten , dit hun notoir en onwederfpreekelijk recht langs alle mogelijke en betaamelijke efficacieufe middelen , bij het gantfche Volk en deszelfs cordaate Vertegenwoordigers te doen weedervaaren, -waar van wij tot hier toe reeds elders zulke gefignaleerde blijken hebben mogen ondervinden en wij althands van onze brave Amfterdamfche mede Burgers, en derzei ver, ook onze, provifioneele Verteegenwoordigers geene mindere cordaatheic kunnen noch moogen verönderftellen. Amfterdam den 45$» Maart 1795. Het eerjle Jaar der Bataaffche Vrijheid. NB. Dit Addres was door een aantal braave Lieden, zo Leden als geene Leden der Sociëteit getekend. VRIJ-  VRIJHEID, GELIJKHEID en BROEDERSCHAP. De ondergeteekende Joodfche Burgers opoonende binnen deeze Stad, aan de Propifönee/e Reprefentanten der Stad Amjierdam. BURGERS ! Wij hebben met verwondering , ja zelfs met verontwaardiging gezien, bij de gedrukte Extracten uwer Notulen van den 2ofte Maart 179.5* pag. 278, dat de Koster chaim moses cohen pretenfelijk zich noemt van de Hoogduitfche Joodfche Natie te zijn gequalificeerd om te desavoueeren het verzoek van de Volks Sociëteit Fe/ix Libertate, nopens de wapening der Jooden aan Ulieden gedaan;zoo verklaarenWij Ondergetekenden , hoe zeer leeden van de Joodfche Natie zijnde, hoe genaamt geen last te hebben gegeeven tot het doen van zodanigen inciviquen Sap, maar bereid zijn om alle Burger-pligten, nevens alle andere braave Burgers deezer Stad te presteeren, verzoekende, op dat onze intentie alom bekend Avorde, dat dit Declaratoir in Uwe Dagbladen moge worden gedrukt. Amfierdam den 27 Maart 179S\ 9t Etrfle jaar der Bataaffche Vrijheid. Was Geteekend door de voI-NATH.BENJAMINdkJONGH gende: JOS. BENJAMIN de JONGH AB. ISAAC SALOMON. JACOB JOCHEM JACOBS. LEHMAN SALOMON HAAS. MOSES JOEL FLES. AB. LEVIE HOLLANDER. X.. CALIS. MIJER JACOB HEIJMANS. J. ZACHARIAS JACOBS. A. E. DAVIDS. SAMÜEL LEHMANS. MIJER ISRAELS. MOS. EMAN. van EMDKN, D. E. DAVIDS. LEVIE GODFRIED. SIM ON DAVID COHEN. AB. SALO. SIMON EMANUEL COHEN. ELIAS van LAUN. LEVIE MOSES COK. JACOB SALOMON LEVDX. MACHIEL M^OSES cok. M. l, b£ JONGH.