559 E 80     b e ADVOCAAT DER NATIONAALE VRIJHEID^ . N°. iö. VERVOLG DER AANMERKINGEN OVER DE SCHA* DELOOSSÏELLING TOT WELKE DE ORANJEREGENTEN VERPLIGT ZIJN. ij hébbén in ons voorig hommer begonnen, om eenigé aanmerkingen op te geeven, rakende de middelen , om irt den nood onzer Financiën te voorzien door de fchavergo fruitig, diè wij met recht Van de hoofden en leden van het Ofanje-bewind te vorderen hebben» En waarlijk, daar de belasting der 6. perCento door dé Patriotten , die door de gevolgen der Pruilifche omwenteling van 1787. reeds zo zeer vermagerd en verarmd waren, —■ daar die belasting door de Patriotten zoo wel als door de Oranje-Vrienden, die geduurende zeven of agt jaren zich, in alle voordeelige ampten, commisfien en bedieningen hebben kunnen verrijken, is moeten 'opgebragt worden, is het meer dan waarfchijnlijk, dat de eerstgemelde, in'evenreedigheid van hun vermogen veel meerder hebben betaalt, dan dé aanhangers van Oranje, die uit de lafheid en verregaande toegeevlijkheid, waarmede deeze Revolutie is begonnen, tot de zwakheid van het Patriottisch beduur beliooten, en zich geheel niet gehaast hebben, om hunne fchuldige pligt in dé geforceerde geldleening te kwijten. Deeze Oranje-Hoofden zullen veel liever géiden hebben verzameld en bewaard tot tijd en wijle dat onze fraaije ExStadhöuder dezelve eens noodig mochte hebben om eeneCon Deeze taal is hard, en zal onaangenaam klinken in de ooren der Amfterdamfche Municipalen, maar zij is de waarachtige cn op de principes gegrond. De Municipaliteit van geen ftad heeft het recht, om afgevaardigden te zenden ter Provinciale .Staats - Vergadering. De afgevaardigden aldaar behooren onmiddelijk uit den fchoot der Burgerijen verkooren te worden , en kunnen door de Municipaliteit niet anders dan op uitdrukkelijken last van de Burgerij met een credentiaal van ftadswegen voorzien worden. Maar de Municipaliteiten hebben geen recht om die Leden te verkiezen. En nooit zoude de Municipaliteit van Amfterdam zig hebben aangematigd de praïtenfe qualiteit van te zijn Volksvertegenwoordigers , nooit zoude zij in haare Publicatien, die politieke ketterij gezegd hebben , dat zij de Souverainiteit voor zoo veel het Stedelijke betreft, uitoefenden;— indien niet de Provilioneele Repraefentanten van liet volk van Holland in Februari) 1795. de zwakheid gehad hadden, om het hoogst ontijdig , ja geheel onwettig Placaat van kwijtfchelding en vergeeving der Oranje-zonden , op naam der provifioneele Municipaliteit van Amfterdam uitgegeven, met ftilzwijgen voorbij te gaan , in plaats van hetzelve , als tegen recht en ftaatkunde aandruifchende , terftond te annulleeren. Dan genoeg hier van; wij vertrouwen van de braafheid en van de verlichting van Amftels Edele Burgerij, dat zij de oogen fteeds gevestigd zal houden op de taal , die men in haren naam fpreekt, en dat zij zal begrijpen , dat het thands oproepen van Hollandsen Ingezetenen, over de vraag, of er een Provinciaal Regeerings Reglement zal plaats' hebben , eeven zoo veel zoude te weeg brengen , als of men geene Nationaale Conftitutie begeerde , en dus met de daad de werkzaamheden der Nationaale Vergadering, bij voorraad, wenschte te verlammen. Wij keeren van dien uitftap te rug ! Wij beginnen nu met aan te merken , dat niet dezelve geest, de in ons voorig Nummer aangehaalde D^creeten van 14 April en 22 Junij heeft gefchreeven; ja; dat het laatlte eigenlijk de waare meening van de bedoelde , en zoo regtmatig gevorderde fchavergoedering onmogelijk, of ten mïnften illufoir, heeft gemaakt. K 2 Bij  C 84 ) , Bij liet eerstgemelde Decreet toch was ïh het'algemeen, 'als eene grondregel bepaald, dat de hoofden en minillers van het voorig bewindfchavergoeding zouden doen , dat is, dat uit hunne goederen zoude verhaald worden een gedeelte der groote geldfomme, die aan Vrankrijk moest betaald worden, alzo zij, door hun verkeerd en trouwloos itaatkundig gedrag j dit ons Vaderland in dien jammervollen toeftand hadden ge-> bragt , dat'het zelve ziih vrijheid en onafhangelijkheid, door bet afftaan van Maastricht, Fenlo, en geheel StaatsVlaanderen, en eindelijk door honderd Mill.ioenen fchats had moeten ko.open., Maar bij dat tweede Decreet van 22 Junij word bepaald een voorloopig onderzoek na bet financieel en politiek gedrag deiOranje Regenten ,, ten einde door middel van dat onderzoek eerst te kunnen bepaalen wie hetaalen zouden en wat zij bekaaien zouden ? Maar dit was, in de daad , de fiaat van de zaak geheel en Til van gedaante veranderen 1 Bij het eerde Decreet waren ds Leden en Minifters van het voorig bewind, als notoire bewerkers der nationaale rampen voorgedragen; en bepaald, dat de fchavergoeding door hun , zo dra mogelijk, zou worden gegeven. Maar bij het-tweede Decreet , wil men eerst zeekere onbekende , dog geprafumeerde malverfatien , en ftaatkundig» vergrijpen, onderzocht hebben, om den onfchuldigen Oran-i je-Regent met den fchuldigcn. niet te verwarren. Intusfch'én kon men, gemakkelijk vooruitzien , dar de terieele bewijzen van malverfatien of misbruiken ya.i ma.nc zeer zelden zouden gevonden worden , :•, wij ba rit zeer, of het Rapport van de volijverige CÓtnqifcfic, zal door ieder onbevoordeeld befchouwer yoorfgeld. , gqv vollen, bevestigen. In onze oogen zijn de daadzaaken notoir, c 1 aan een i I bekend; in-onze gedachten, zijn die daadzgakeu 1 rzaaken van. onzen tegen\vookd"ioen r/. v z 1 101 n TÓ.Bn stand; van bet verlies onzer wéèrlpo» Cojoniéii, en v:vi den val van ons nationaal, crediet.. Nu oordeeren wij, dat alle Regenten en Minillers, die onder,  C «5 5 |éf het voorig beduur gefungeerd, ofte aandeel in de: Regee* ring hebben gehad, tot fchavergoeding gehcmfcth jWtfgj zij dezelve notoir bekend zijn geweest voor de ïanuarii 1795. of wel door. behoorlijk protest in de Registers Smt en S tad , hunne a fkeuring aan den dag gelegd te hebben van die geweldig maatregelen, die den tegenwoordigcn: rampzaligen toeitand" van ons Vaderland ten gevolge geuadhebben. Nu komt de groote vraag , hoe is die fchavergoeding uitvoer! ijk ? Wij' andwoorden, dat dezelve ons zeer eenvoudig toefchijnt, en op gronden van billijkheid gebouwd te kunaen worden. Zie hier onze gedachten ! ' De omwenteling van 1787. U door de Pruisfifche bajonetten daatgéfteït; Deeze kwamen in het land , door middel der binnenlandlche verRandhouding. Onze Gelderfche hondgeuooten zettedeu , met openlijke verkrachting van de Unie van Utrecht, hunne Frontier-Steden-voor dezelve open, en gaven hen allen nooddruft, en ververfchingen. De wettig aangelichte Regeeringen wierden afgezet, veele mishandeld, fommige geplunderd en weggejaagd, üe goede Bur-eenieri wierden ontwapend , en hunne geweeren gewelddadig afgenooméh, veele zelfs na Wezel gevoerd; eindelijk véele "oede Ingezetenen zo in de Steden als ten platten lande moesten hunne Vaderlandsliefde met het verlies van. hunne goederen , van hunne vrijheid , en van hun keven boeten. liet waren dus , over het algemeen, zeer laage en verach-' telijkc zielen, die zich, door de Commisfarisfeu van mijnHeer'de Prins, op eene feitelijke wijze in de Regcenng en op het kusfen lieten plaatfen. Wij zeggen , over het algemeen, om dat wij eenige weinige oude'Regenten kennen en eerbiedigen, die door edeler grondbeginfels gedreeven , met weerzin na Februari] in de Regeerinff zijn gebleeven, voornamenlijk om hunne Burgerijen , zoo veel mogelijk, voor de Oranje vervolging te behoeden ! Dan, deeze weinige zijn gering in getale; zij zijn ten volK 3 Ien  C «O 1en bekend , en hebben zij eene eerzuil in de harten dcS dankbaaren Nederlanders gedicht! Maar wij fpreeken van her groote gros dér Oranje-Regenten, en van alle zonder onderfcheid, die onder dat beduur lucrative ampten hebben gekreegen na den 15 September 1787. Deeze, oordeelen wij, dat alle befoldingen, tractementen, voordeden aan hunne ampten , bedieningen of commisfien ver» knogt, daaruit voortvloeiende, ofte daarvan genooten, zedert dien dag tot op den dag dat zij zijn bedankt geworden , aan den Lande behóoren te rug te geeven, en dat zij daartoe, hoofd voor hoofd, en ieder hunner in folidum, ofte voor het geheel, gehouden zijn, en door middelen van Contrainte, bij voorbeeld, door parate exfecutje, genoodzaakt moeten worden. Het zijn gelden en voordeden, nuJlo jure, zonder eenig recht, of bevoegdheid, alleen door geweld genooten; en de tijtel, waarop "zij die ampten bezaten, en die inkomden trokken, is niet beeter of rechtvaardiger, dan die, waarop een druikroover ons op reis van onze beurs ontzet. Zij wierden immers Regenten, door louter geweld van vreemde krijgsmagt, en veel al met verkrachting van de Stedelijke of Plaatf'elijke Plechten en Privilegiën. Alles derhalven, wat zij in hunne onderfcheidene betrekkingen genooten hebben, behoord onmiddelijk in de Nationaale Schatkist gellort te worden , onder zodanige bepalingen en voorbehoedzelen, als recht en billijkheid zullen aan de hand geeven. Maar. zegt men, welk een gevaar voor de Patriotten, dis tilt in het bewind zijn; als er eens eene Contrarevolutie komt, dan zullen ze ook moeten terug geeven al wat zij van hunne, zo talrijke, als welbetaalde, Committës en Commisfien getrok* kin hebben! Wij antwoorden, dat Juist om die reden de fchadeloosdelling, ten opzichte der Oranje-Regenten noodzakelijker moet worden afgevorderd. Deze onze Revolutie is, tot hier toe, met zeer weinig energieën ernst doorgezet; van daar die onbefefbaare en alles té bovengaande domheid, en brutaale ombefchaamdheiJ van die fchurken, die Ons Vaderland ongelukkig gemaakt hebben! Van daar die moeite, om volk voor den Zeedienst te krijgen ; van daar die lauwheid van veele Patriotten, die onverschilligheid der meede; van daar, eindelijk, die misnoegdheid van de beste Vaderlanders. liet word tijd dit alles te doen ophouden 1 Laat  C 37 3 Laat men beginnen, om, ten minden van de Leden vaj» het voorig Bewind, de ten onrecht genootene gelden terug te vorderen! Zij mogen zich zeer gelukkig achten, indien alle hunne boosheid met eene zoo geringe boetprijs werde afgekogt. Is hunne boosheid niet boven allen maat en paal geweest? Wie durft daar aan twijlfelen? . Heeft niet een Staring, Zee-Kapitein, aan een braven Jongen, thands Lieutenant in 'sLands Zeedienst, So dagen doen geeven, op eene onmeedogende wijze, omdat hij de verdoemenis der Patriotten niet wilde drinken; daar zijn brave Oom zich onder de uitgeweekene Nederlanders bevond? Hebben niet de Staaten van Holland, in de laatfte oogenblikken hunner zieltoogende Magt, bij Placaat van 8. January 1795. de ftraff'e des doods bepaald tegen alle die geene, die dooroESP re kken zich tegen die fraaije wa* pening der Oranje - Landzaaten zouden verzetten ? Neen! dat zij nu bloeden uit de goudaderen, opdat zij een* maal bceter worden! En aan de Leden van het tegenwoordig Beduur moet deeds voor oogen gehouden worden, dat er voor ons geen achterdeurtje meer open is; de fcheepen zijn verbrand, wif zijn aan land; en wij moeten, of derven, of de Vrijheid vestigen op de puinhoopen van Oranje-overheerïching en Aridocratifche dwingelandij! Dit voorbeeld is door de brave Stichtenaaren reeds gegeven , en zou de Provinciaale Financien van deeze Provincie niet weinig dijven. Er zijn nog andere bedenkingen over dit zelve onderwerp, die wij in een volgend Nommcr aan onze leezeren zullen meliedeelen. ANECDOTE. In de voorgaande week hebben wij de volgende Anecdoté •Vernomen, die wij aan onze lezeren willen mededeelen-, omdat wij gelooven , dat dezelve aan den eenen kant de waare beminnaars van hun Vaderland verheugen, en aan den anderen kant dezulken befchaamen zal, welke ftceds den mond vol hebben van Vrijheid en Vaderland, maar nimmer eenige opoffering willen doen, ter verkrijging der eerde, en tot behoud des laatden. Toen de Pioviüoneele Rcprefentanten van het Volk van Holland, in de maand Juny des voorleden jaars, eene vrijwil»  willige Geldheffirlg hadden geopend, hebben twee ZusterS ^ woonende'te Leyden, welke van haarer handen arbeid flechts fober befiaan , al het geen zij federt veele jaaren door naarftigheid en zuinigheid hadden beipaard, zijnde de fomma yan honderd guldens, blijmoedig, bereidwillig en ongevergd in 's Lands Schatkist gebragt. Edele Zielen! Gij zijt verre verheven boven onzen lof — Gij hebt dien ook niet nodig, daar Gij de belooning uwer braafheid in U zeiven vindt. Zo allen , die in Nederland den naam van Patriotten willen dragen, flechts een gering gedeelte van uwe belangelooze zucht voor het Vaderland en de Vrijheid bezaten, dan zou de wanhoop onzer uit - en inwendige vijanden hunne fnoodheid evenaaren l Wij zijn verzocht, van wegens den Minister van deezen • Staat te Parys, jacob blauw, de navolgende Advertentie in ons Weekblad te plaatfen: „ De ondergeteekende verklaard géén Auteur te zijn van hei „ Stuk jen, onlangs in V licht gegeeven, onder den titul ,<, van Probleme Politique, ou queflïon a refoudre par le ,, Peuple Batave, zedert in 't Eollandsch overgezet, en te „ vinden in dé Advocaat der Nationaale Vrijheid, No. 8. ,, 2.0 ah verkeerdelijk onderfield word in de Haagfche Cou~ p, rant van den 22. J'anuary 1796. ( Was geteekend) parys, 'den 29. January 1796. J. BLAiI W« TE LEYDEN, bij JOHANNES van T1FFELEN, jtn alomme in de voornaamfte Boekwinkels deezer Republiek^ a i{ Stuiver,