NA LEZING VAN STUKKEN T O T D E MILITAIRE JURISDICTIE BE TREK K EL Y K DOOR FR. ADR. FAN DER KEMP, By Te UTRECHT, B. WILD, Boekverkoper MDCCLXXXV. TWEEDE DEEL.   NALEZING VAN STUKKEN TOT DE, MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK. i MISSIVE van den Gouverneur van Breda J. de Nasfau aan den Raad van Braband, dato 29. Aug. 1613, Édele , hocchgekerde, ivyze, voofft'énige dUchi'i Heer en ! Ïk heb uwé Ed. brief van datë déi. MU defer lopende maand, eerst op Mtiydefi rtenxxix. dèrielver ontfangert, met fekere ingeilotén Requefte, van Johart Baptiita Vogelfanck, wonende alhier'tot Breda,; door handeri van Mr. Claes van Dyek, Deurweerder van Uwe Ed., waer wt ik met verwonderinghe verftaan hebbe, het onwaarachtigh inhouden der voormelde requéfte, d'Welck gani'chelyk ftrydende is tegens des v0ornoempde \ogeïianx ende Mag. X. Deel. A *P  2 NALEZING van STUKKEN. zyns faligen Zoons clare quitancie,waer van ick Uwe Ed. copie authenticq hier mede zeynde, in welcke defelve fulleu connen üen, dat de volle vier duifend Rynsguldens Cooppenningen, by my voor de goeden ,in de requefte gercert, over langhe zyn voldaen, ende betaald, Ende foude die nog wel eer betaald hebben , gelyck ik dikwils geprefenteert hébbe gehadt, ten waer geweest , dat ick ten eernftigen verfoeck van des voorfz. Vogelfanx zone (op wyen; overmits d'affterven fynder moeder, de voorfz. goeden,leen wefende,waren gefuccedecrt) my aen den Leenhove van Bredaheb moeten verbinden, van de voorfz. penningen niet te fcheyden , zonder des voorfz. zoons expres confent en de toelatinghe, die ook fonderlingen, in de eerftebetaelinge der fes hondert Rynsguldens , by den Suppliant voor ontfangen bekend, heeft ingewilligt 't felve te gefchieden, wanthy foone proprietaris van de voorfz. leengoeden ende fyn Vaedcr alleen Erftochtenaar was, van welcke verbintenisfe noot wefende, by fpeciale Acie voor Stadhouder ende leenmannen gepasfeert, blycken zal, Ende hoewel onder in de voorfchrevenquitantie gefeyt wert, dat ten tyden van 't verkenen derfelver, de voocht ende toefienders van den Weeskint, Mr. Henricxvan Vogelfanck, de refteerende fes hondert Rynsgulden pretendeerden te ontfangen , zo zyn defelve aen hen ook al by my voldaan, naer luyt der fchepene quitancie, daar af zynde, fulcx  tot de MILIT. JURISD.. &c. 3 ïulcx dat de volle vier duifend Rynsgul* dens betaelt zyn als boven verhaelt is. Ontkennende voorts by my eenige vyftich Rynsgul. meer oft yet boven de voorfz. vierduyzend Rynsguldens gelooft te fyn, daer van de Vcrcoopcedulle ook niet en mentioneert, rnaer expresfelylc diéïeert, vry goet, vry gelt,proteitere daerom voorUwc Ed. van de grote injurie endeongelyck , my by des voorfz. Vogelfanx valsch ende caiümniciix te kennen geven aengedaen, daer van ick oorfaecke hebbe, myaanUEd. te beclaegen .ende mede te verfoecken over* fulx,aen defelve regt ende Juftitie,tcn ein* de fulcke een eervergetene perfoon om fyit valsheyt ende leugencn behoorlycken mag geftraft worden een ander ten exempelc Hier mede deze belluytende, fal ick God almachtig bidden. Edele, Hoochgeleerde, wyze, voorficnige discrete Hceren, UEd. te verleenen een lanck ende gelucfalich leven. Wt Breda den 29. Augufti 1613. ÜWe Ed. feer dienstwillighe (Get.) JUSTINUS de NASSAU. Het opfchrift was: Edele, h ooch geleerde, wyze, 'voorfienige discrete Heeren, Myn Heeren d EerIe ende andere Raeden vsn Brabant,on . der de geünieerde Provintïen. A 3 II.  4 NALEZING van STUKKEN II. Brieven van P. C. Hooft Er. 490. U. 373 MISSIVE aan Jacob Wytz, Majoor Generaal, ende Preüdsnt van den Krygsraadt der Vereenigde Nederlanden, Gouverneur der Stad Amftcrdam, enz. Wel Edele, ge ft renge , hoogwyze, zeer. voorzienige Heeren ! Onder de Geappoin&eerden op den huize te Muiden, is een genaamt George Chalmer, oud omtrent 44 jaaren, gebooren in Vrankryk van eenen Schotfche Vader ende opgevoedt in Schotland. Dezelve, naa ver. fcheiden bewys van eenen onruftigen en querelleufen geest, ende naa 't desbaucheren van een' fraay een voor henen eerlyk geachte Vrouw van eenen Matthys; Verhelsr, meede geappoinéteert, heeft zich vervorderdt, overmits zy,metberouwhaarderfaute weigerde daar in te continueeren, haar te dreigen met een bloot mes, ende zulx te quetfen, dat zy gevaar loopt van te verliefen 't gebruik haarder flinkerhandt , en telfens 't middel om de kost voortaan te winnen, gelyk zy plag, met fpelwerken. Als nu op 'troepen van haar enhaarenMan, die zeer oudt en onvermogende, de gebuiren t'hunner hulpe kwaamen, en den voorzeiden George met ftokflagen van daar dreven, is  * TOT DE MILIT. JURISD. &c. s hy gegaan naar huis; ende wederkeerende met een' piftole en lank roer, elk wel fterk geladen met ganzen haagel, heeft beftaan groot geweld te doen aan de deuren en glaazen van haar huis. Zulx ik , op *t fchreeuwen der gebuiren , ben van 't kaftecl gekomen des avonds ontrent tien nuren, ende. hem, dreigende mynen Schout (die meede op 't gerucht daar gekomen was) te doorfchieten,hebbe geapprehendeert. Hoorende voorts murmureren, by deeze occafie, dathy eertyds tot Zwol een' manflach zoude hebben geperpetreerd, ende noch eenen te vooren in Vrankryk, hebbe hem geëxannneert ten overftaan van twee Schepenen. Zyne confesfie gedraagt, dathy dienende in den jaare 1618 tot Zwol, voor ruiter onder den Ritmeefter Wiljam Horry, aldaar queftie gekregen heeft met eenen John G\iÜi% Soldaat onder Capitem Ser Archebel Biton, met denzelven buiten gegaan is, in duel gevochten ende hem zulx getroffen heeft, dat hy daar aan,doch meer (zoo de perpetrant zeide gehoort te hebben, door zyn ongereegeltleven, dan door de zwaarte der Wonde in zich zclven,)gcftoryen is, waar over hy perpetrant geloopen is naar Campen,en voorts na Oldenzeel by den Vyandt, denwelken hv omtrent 9 maendengediendheeft, ende zich thans begeeven naa de Palts in dienst der Koninklyke Majefteit van Boheemen, ende daarna weeder gekoomen is, in't landt te Gulich, enden dienst dezer landen onder Capitein Wiljam Hutfon, a 3 wy-  t 4 ' 6' NALEZING van STUKKEN. Wyders beleent hy , cenige jaaren te vcoren in Vrankryk ontrent Havre de Grace ter nedergeleidt te hebben eenen Monfr. de Pcromare , doch in rencontre, ende uit noodtweer zyn lyfs ende zeidt geaccordeert te zyn met den zoon van den nedergeflaagen, zulks om die zaaken geen vervolg aan rechten zoude gedaan zyn, en hy federt aldaar ongemolefteert verkeert hebben. Nu waare wel dienftig te hebben de informatien genomen op de voorzeide twee feiten. Maar om die uit Vrankryk te bekoomen, zieikkleenc apparentie. Om te recouvreeren d'informatien op 't feit gefchiedt by Zwol, waare noodig te weeten, by wiefl althans de Compagnie van den Ritmeefter Horry te Paarde, en die van Beton te Voet, gecommandeert worden, ende waar zy jeegenwoordelyk zyn leggende, 't welk my onbekent zynde, ben benoodigt myn toevlucht te neemen t'uwer Ed. Geftr. ende Iiaarjt'mynen leedtwezen, moeilyk te vallen, met ootmoedige beede , dat Uw Ed. Geftr. gelieve orde te geven , dat my de gemelde informatien mooren worden toegefchikt. Waar voor de Juilitie zelf Uwer Ed. Geftr. verplicht zal zyn, ende ik zoo veel te meer Wel Edele, Geftrenge, hoogwyze, zeer voorzienige Heer om alrydts te blyven Uit Amfterdam Uwer Ed. Geftr. On- den 3 van Sprok- dard. Ootm. Dienaar kelmaand 1636. P. C. HOOFT. " III.  tot de MILIT. JURISD. &c. 7 III. BI. 377 Brief 494. MISSIVE aan Jacob Wytz, Majoor ende Prefident van den Krygsraad. MYN HEER E! Ïk hebbe niet getwyffelt, off de getmgenisfen beleidt op de Manflagt bedreeven buiten Zwol door raynen Gevangen, zoude traaglyk te bekomen zyn , overmits 't lang verloop van tydt, en de veranderingen feedert gevallen onder de Bende; nochte aan UEd.'Geftr. goede genegenheidt tot hulp der rechtsvorderinge. &c. IV. Br. 499. Pag. 380. Aan denzelven.' Naa dankzegging voor de moeite , genoomen in 't nafpeuren des doodflags begaan by Joris Chalmer, die daar over, ten aanzien 'des verloops van tyde , ende om zyn laatfte misdryf, aan den lyve doch niet aan 't levemgeftraft is, is deze Sec. A 4 V.  I NALEZING van STUKKEN V. ADVIES van den Advocaat Fiscaal vaat Braband, ter zake van eene verzogte Remisfie van een Doodllag aan Z. H., door zekeren Ruyter te Maafiricht gecommittcert, en waar over dezelve by Schepenen van Maafiricht was gecohdemneert den 10 Nov, 1644. EDELE MOGENDE HEEREN J. ezieu by 't Officie Fiscaal van Brabaut ^JpvdeRequefte met te bygaandeftucken, aan zyn Hoacaeytgepréfanteert by ofte van wegen Jan Cappoens, alias Bocx, Ruyter ondsr 4e Ritmee fier $tfy,ge vtf0 ond hebbende totMaeftricht, tendèerende, omme geremitteerd te hebben den nederilach , by hem Suppliant pegaenin denperfoon vanLaurens Cheelen, waer over hy by fententietwz Schepenen van Bïaefirieb:,\an wegen haarHoog Mogende geWe fen en gepronuntieert den 23611^25 Junv. 1644. refpeétive, is gecondemneert, dooiden Scherpregter te werden geexecuteert metten fwaerde, dat die doot daer naer volehde, en mits hy was vluchtig, datbj provifie fyn vonniste door den Scherpreg ter in het aenfien van een yegelick foude ppgeflaegen worden op deGalge.Gefien UEd, ♦<"; - - * ' Mo?,  tot de MILIT. JURISD. 9 Mog. apoftille op de margine van den voorfz. Requefte, gefield in date den 30 Augufti 1644. omme &c. Dunckt (onder Correctie) nademael de Suppliant over den voorfz. NederÜach, by den Officier van de plaetfe in recht aengefproken zynde, hy daer tegens fyne defensie heeft gehad, uytwyfens voorfz. (lucken , ende dat, na dat de faecke volfcreven ende voldongen was, by de voorfz. Schenen, opalies gelet hebbende, metkennisfe van faecken, het ?voor verhaelt vonnisfe tegens hen is gegeven,ende vuytdevoorf. bygevoegde ilucken niet en blykt, dat het zelfde qualyck zoude zyn gewefen, ofte daar inne eènig abuys, misverftandt ofte anderfints gecommitteert, dat hem Suppliant zyn verfoeck van remisfie behoort te ■werden ontfeyt, en het voorfz. vonnisfe ter executie geftelt. Aldus geadvileert in % Gravenhage defen 10. Nov. 1644. Was get. C. van CUYCK. A 5 Vi  io NALEZING van STUKKEN VI. MISSIVE van de Magittraat van de Stad Grave aan den Raad v. Brabant in dato i(5 Dec. 164.1., omme voorziening tegen de oeffening van Civile Jurisdiétie door den Krygsraad aldaar. Edele, Hooghgeleer de, wyze, voorfieftige , [eer discrete Heeren'. Den volmachtiger van Michiel Douckum, erffgenaem ab Inteftato van fynen broeder wylen den Capiteyn Edowaert Douckum, in zynen leven alhier guarnifoen houdende, Impetrant van Brieften van Beneficie van Inventaris, heeft ons te kennen gegeven, hoe dat hy in gevolge van defelve Brieven de Muebele Goederen, achtergelaten by den voorf. Capiteyn Douckum , geruftelyck heeft doen inventarifeeren ende verfegelen, om voerders met de folemniteyten, daar inne gcroert, te procederen tot?executie ende vercoepinge toe, gelyck oock de brieften van Beneficie van Inventaris, naer haere teneur,mit proclamatien, affixien, ende citatie van de Crediteuren, fyn in 't werek geftelt: ma'er foe ondertusfchen den Heere Gouverneur, ofte wel die vanCrighsraedtalhier,bovende verfegeling, ci-  TOT DE MILir. JURISD. 11 pivilyk gefchicdt, de camer, daer defelve Goederen in bewaeringe waeren geftelt, oock heeft doen verfegelen, fuftinevende, dat defelve Goederen nyet den civilenrechter, dan wel den Militairen fouden fubjecTr weien, willende daer doer eenige andere (onaengefien deBrieffen van Beneficie vaninventaris ende gerichtelyke gedaene arreften) p/reféreeren, belettende daer doer , dat defelve MuebeleGoederen vorts gerichtelyk, totvoldoeninge van de Greditueren, nyet en connen vercocht worden, nyettegenftaende aen Crighsraedt verfocht is , haere fegelen te willen affdoen, die daer op geantwoert hebben, dat fy den Gouverneur dezer Stede, tegenswoirdich in 's Gravenhage fynde, eerst daer van moften adviferen, alles ftreckende tot nadeel van Uwe Ed. auét-horiteyt, verminderinge van defer Stads Privilegiën ende prejuditien van de Greditueren, verfochte derhalven de voorf. volmachtiger onle voorfchryvens aen Uwe Ed. Waer omme fo is 'tj, dat wy tot mainctenementvan deler Stadts Privilegiën, ende voorftant /anonieBorgers, mits dergelycke faecken hier meermaelen voorvallen, Uwe Ed. hierby ganschdienftelyck fyn verfoeckende, dat de fel ven gelieven lukken voorfieninghe te doen, daer door de Militaire Segelen moegeu affgedaen, ende voerders in viguer van defelve Brieften van Inventaris , tot voldoeninge van de Creditueren , ende fuyveringe van 't felve Erff huys, mach geprocedeert worden doer den Civilen Richter tot  12 NALEZING van STUKKEN tot vercoepinge van de meergemelte Goe* deren, waar op vertrouwende Edele &c. fullen Uwe Ed. in de protectie Godts be-, velen. Grave delen 16 December 1641. Uwe Ed. Diensbereyde Dienaers Borgemrs., Schepenen ende Raed der Stadt Grave Ter Ordonnantie van delelven '(wasget.) A. SCHEERS.. 'tOpfchriftwas: Aan Myne Heeren d'Eerfte en andere Raeden van 't Hoff van Brabant, refideerendein's Gravenhage. VII. MISSIVE van den Raed van Staten aan H. H. M. nopens de Judicature van den Krygsraad te Bergen op Zoom over zekere civile zaak tusfen den Commis Schilperoort en den Commislaris Soetens, in dato 6 Febr. 1655. HOOGH MOGENDE HEEREN! Uwe Hoogh Mog. hebben by appointement van den 31 Dec. lestleden aan ons, als ook aan den Raedt van Brabant ge-  tot de MI LIT. JURISD. &c. 13 gefön|den, om t'advifeeren op de ftucken van een qineftie, tot Bergen op den Zoom voorgevallen, daer in beftaende, dat de Commis Schilperoort over pretenfie van een erfenisle heeft in befettinge genomen voor de Magïftraat aldaar, de Huyfinge, Hoff, en Gronden van Erven, aencomende de Ccmmisfaris Soetens, binnen defelve Stad, die fiiftineert, fo ook de Crygsraedt aldaer doet, dat hy niet convenibelenis,alsfynde Militair, als voor denfelven Crygsraedt. Wy hebben defe faecke geëxamineerd en moeten U. Ho. Mo. te gemoet voeren, dat alle Arreften ofte befettingen fyn geadmitteert om twee redenen: d'eerfte, foo wanneer iemand fufpeft is de fuga, ofte van infolventie, om door dat middel fyn achterwefen te verfekeren, endegelyckuyt die redenen d'Arrelten worden toegelaten, foo behooren fonder foodanige redenen d'Arreften geenzints te werden getolereert, voornamentlyk en behoort fodanige evocatie van den ordinaris Competenten Regter geen plaats te hebben tusfehen twee Perfonen, die in een en defelve Stadt en onder eenen Reghter woon en en gehoren, alwaar de ratio facilioris conventionis van felven compt te corrueeren, en in cafu fubjedo werdt van den voorf. Schilperoort niet eens geallegueert, dat daer eenige vreze van vlucht ofte infolventie van den voorf. Soetens foude fyn, waerom oock daer op geen reguardt behoort genomen te worden, want een Militair, gelyk Soetens is, can naer Reek-  14 NALEZING van STUKKEN Rechten voor geen politycque Mogiftraet trocken worden , maer wel voor om ofte den Crychsraet , het zy dat hy civiliter, ojte criminaltter geconvenieert werde; om* me welcke alle redenen ons foude duncken, onder correétie, dat de befettinge ofte arrest, by den voorf. Schilperoort op de Huyfinge , Hoff , ende Gronden van erven, des voorf. Soetens toebehorende, gedaen doen, behoort te werden affgedaen , en Parthyen gerenvoyeert voor den Crvgsraet aldaer ofte voor defen Rade, ende dat in het toekomende het felve, in faken van gelyke nature, alfo behoord te werden geobferveert en onderhouden; ons gedragende niet te min tot uwer Ho. Mo. difpofitie. In den Hage den 6 Febr. 1655. VIII. EXTRACT uit het Regifier der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Martis den 10 February 1655. Ontfangen een Misfive van den Raedt van State, gelchreven alhier in den Hage den 6 deze-s, houdende, tot voldoening© van H. H. Refolutic van den 31 Decemb. lestleden advies op fekere queftie, tot Bcr» gen  tot de MILIT. JURISD. &c. 15 gen op den Zoom voorgevallen, daer inne beftaende, dat den Gommis Schilperoort, over pretenfie van een erffenisfe, in befettinge hadde genomen, voor de Magiftraet aldaer, de huyfmge, Hoff en Gronden van erven, aencomende de Commisfaris Soetens binnen defelve Stadt, denwelken,fuftineert, gelyck oock de Krygsraedt aldaer, dat hy niet convenibel en is, als fynde Militair, als voor denfelven Crygsraedt, waer op gedelibereert fynde, is goedgevonden ende verftaen, dat de voorf. Misüve fal werden gefeponeert ten tyd en wylen toe, dat het gerequireerde Advies van den Raedt van Brabant op 't felve fubjecb fal wefen ingecomen. Accordeert met 't voorf. Regifter etc. IX. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Raden van Staten der Ver eenigde Nederlanden. Dynsdag den 23 O&ob. 1668. Ontfangen eene misfive van Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Grave, gefchreven aldaar den 20. dezer, houdende; dat niettegenftaande de Creditueren van den gewefen Ritmefter Voller, ter  i6 NALEZING van STUKKEN ter zake van Huishuur geleverde Waren} op desfelfs Meubilaire en andre Goederen, door den Rigter der voorfz. Stade by forme van beflag hadden geprocedeert, egter die van den Krysgraad, den voorf. boedel aangevaard, geinventarifeert ende by Trommefïag hadden doen publiceeren, omme denzelven tenprofytevande gewefen Officieren enRüyteren van dezelve Compagniepublicq te verkopen, alles ftrydende tegens de privilegiën der voorf. Stad ende jegens Haar Ëd, Mog. Refolutie in dato den n. Octob. 1659. Waar op gedelibereert en naargefien zynde de gem. Haer Ed. Mog. Refulutie, mitsgaders gepraefupponeert, dat het eerfte Arrest is gedaan door den civilen Rio-ter ,is goedgevonden enverftaan,mits deferfden voorn. Krygsraad te ordonneeren, en te belaften, haar met den voorf. boedel niet te bemoeyen, maar die te laten aan den civilen Regter, omme daar uit zodanige Creditueren te betalen, als daar toe naar rechten fullen bevonden wordenbevoegdte fyn Onderftond W. v. Haerfolten yti Lap-erftond Accordeert, met het voorf. Re» giller en was get. G van Slingeland;  tot ds MILIT. JURISD. &c lf j X. EXTRACT uyt het Regifter der Refolutien van de Hooch Mogende Heeren Staten Generaal der Vereenigde* Ne* aëriandèni Jovis den if July 1655-» Nochmaels ter Vergaderinge voortgebracht fynde het Rapport by de Heeren van Raesfelt ende andere Heeren haere Ho. Mo. Gedeputeerden tot de faeckeu van de Meyerye den 9 defes gedaen, op de Reqneftc ende verfoeckby deMagiftraetvan Bergen op den Zoom aen hae'f Ho. Ma gepreienteert, ter oorfake van 't different tus« fchen defelve Magiftraet ende die van den Crygsrade aldaer ontftaen, over de Judica* tuere van feeckerProces voor Burgemrs- ende Schepenen der voorfz Stede aengevangen by Robbrecht van SchilperoortXommis' van \s Lants Magafynen, tegens Jacob Soetens, Commisfaiïs van dè' Mor.fteringe aldaer, raeckende feeckere Erffenisfe van Goederen foo wel meuble als immeuble, aldaer gelegen. Waer op gedelibereert fynde , is goetgevonden ende verftaen de voorf faecke mits defen te laten ter juaicatuere en decifie Dan den Politycquen Rtcbter aldaer, tot wekken eynde aen dé voornoemde Magiftraet ende Ciygsraet Extracl" van defe NaL II, bed.' B haere  18 NALEZING van STUKKEN haere Ho. Mo. Refolutie gefondcn fal werden omme te ftrecken tot derfelver narichting. Ünderftont accordeert mett voorf. Regifter. XL EED voor den Commandeur der Stad Zutphen. *trk N. N. belove en f\veere,datikals ComJj. mandeur, deze Stad en Magiftraat van dien, gehouw & getrouw zal wezen, en die felve getrouwelyk dienen, in 't geene haar Ed. en Eerfame my tot onderhoudinge van rust en vrede derzelver Stad, & voornamelyk tot weeringe van alle oproer ende feditien zullen bekend maken; houdende het Guarnifoen in goede orde, Wachtende Cryschs Difcipline , Tonder te gedogen dat zy die Burgeren en Ingezeetenen dezer Stad ende Schependome eenige fchade, of overlast aandoen , voorts in alles met de Magiftraet goede Correfpondentie te houden, en des verzogt zynde hare politique beveelen te helpen uytvoeren. Op den ii Oct-ob. 1659. Heeft de Heer Ritmeefter Alexander Schimmelpenninck van der Oye als Commandeur, in pleno fenatu der voorfchreven Eed met opgeftreckte vingers gedaan. XII.  tot de MI LIT. JÜRISD. &c i "ick Rofenboom als Advo* caet Fiscael Militair, jegens een yeder der voorfz. fes Borgeren gevoechdens in defen, voor ende van de voorfz. Gedaechdens, ende Herdaechdens in defen geentameert , ende • geobtineert refpeétive , met allen den gevolge, ende aenkleven van dien, als notoir incompetenter ende fulcx nulliter, mitsgaders qualyck ende t'onrechten gedaen , Verklaert alle defelve te wefen nul, egeen,ende van onwaerden, Decreteert wyders de interdictie païnael, interdiceert dienvolgende de Gedaechdens, Herdaechdens, ende Defaillianten op pasne van hondert goude Realen, henluyden mette voorfz. Proceduren, ende Vonnisfen te behelpen , direcielyck ofte in-  tot de M1LTT. JURISD. &c. $i indiredtelyck, noch defelve eeniger maten tev executie te ftellen of te doen ftellen, mitsgaders oyt in het toekomende voor henluyden gelycke Proceduren jegens eenige Borgeren, ofte Politycque Stantsperfoonen in de Stadt Grave aen te matigen ofte Vonnisfe te wyfen, ende condemneert den voorfz. Gedaechdens, Herdaechdens ende Defaillianten in de kollen van den Procesfe, ter taxatie ende moderatie van den voorfz. Rade, Aclum in den Relde, den twintighften December xvjc. vyf en feventig, ende alfoo ten felven dage gepronuntieert, ende was onderteekent, N. van der Haera Gelyke Sententie is in defe zaak gewefert tegen M. Fredrik Rofenboom als Advocaat Fiscaal Militair , mede Gedeputeerde en Herdaegde byEdi&e, en Defaileant; waar by defelve tevens is gecondemneert de voorfz. pratenfe Proceduren en Vonnisfen kost en fchadeloos af te doen en te repareert. V 2 &ÉI.  5a NALEZING van STUKKEN XXII. QU1TANCIE van den Fiscael Militair Fredr. Rofenboom, wegens de betaalde Amende en Proceskolten. Bekenne ik ondergefchr. van wegen Arnoldus Verheyen,Licentiaet,ontfangen te hebben de fomma van twee duyzend, fes hondert en vyftich gulden,ende dat ter faecke van deamende, waer inne den voornoemde Verheyen by Sententie van den Crygsraedt van dato den 14. Nov. 1674. was gecondemneert, dan vermits den voorn. Verheyen heeft verclaert, ende ick oock onderricht ben, dat door deinvafie der Franfchen en de belegeringe der Stad Grave , fyne Goederen meest fyn geruineert , ende bygevolge hem onmooglyk fcude fyn , de voorf. Sententie in 't geheel te voldoen, foo verclaere ick in 't reguarde van de voorf. amende , met de voorf. fomme cdntentement te nemen. Gedaen tot Arnhem den ai. Febr. 1675. ende was ondertekent Fredrick Rofenboom. Ter fyde aldus: Nota hier onder is niet begrepen de Amende voor de Kerck. Bekenne ick ondergefchreven van de coften en mifen van Juftitie, waer inne Arnoldus Verheyen by Sententie van den Crygsraede van dato den 14. Nov. 1674. was gecondemneert,voldaentefyn. Gedaen tot  tot de MILIT. JURISD. &c 53 tot Arnhem den ai. Febr. 1675. ^ende was sndertekent Fred. Rofenboom. ( Onderftond ) Naar gedane Collatie tegens fyn Origineele is defe Copie bevonden te accordeeren. Quod atteftor. (Get.) PET* van HAPS. Nots. Publicus. Nota. De Quitancien deswegens aan Ludolff de Haen gegeven, fyn woordelyk van defelfden inhoud en mede door den Notaris P. vaa. Haps geauthentifeert. d 3 xm  44 NALEZING van STUKKEN XXIII. EXTRACT uit 't Regifte* der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staten Generaal der Vereenichde Nederlanden. Mercurii den 15 January 1676. °0*s gehoort het Rapport van de Heeren de Ja. Ruyter ende andere Hare Ho. Mo. Gedeputeerden tot de Militaire zaken, achtervolgens derfelver Refolutie Conunisforiaal van den a en 4 dcfes, gevifite-ert ende geëxamineert hebbende, twee diftinéte Misfiven van de Eerfte Preüdeerende ende andere Raden van Brabant, endede bylagen, daer nevens overgezonden, houdende in efiecT: notificatie van 't geene het Officie Fiscaal van den gemelten Rade tegens de Proceduren van den Crygsraedt der Stad Grave, mitsgaders desfelfs Fiscael Militair, Mr. Fredrick Rofenboom , hadde geëntameert, raeckende fes Burgers ende Inwoonders der voorfz. Stad Grave, ende 't gene naderhand daar op was gevolgt, oock dien aengaendc met eenige Gecommitteerden uit den welgcmelten Raet van Brabant in conferentie geweest,mitsgaders vervolgens gehoort ende ingenomen de hoochwyfeConfideratien ende 't Advis van fyne Hoocheyt, den Heere Prince van Oraigne; Waer op gedelibereert ende  tot de MILIT. JURISD. &c. 55 ende in achtinge genomen fynde, dat in dezen geen quxftie is over de }urisdictie,die de Militairen haer zouden mogen willen asfumeeren over eenige Burgeren of politiecke Perfonen , maer alleen over de executie van de voorf. Sententie by den voorfz. Militaire Crygsraed binnen de Stad Grave, over Burgeren ende Ingezetenen van de voorfz. Stad, binnen dewelcke do en ma els geene ordinaris off dagelycxe Rechter en was, Ende dewelcke haer voor den fel ven Crychsraet ingelaten, de voorfz. Sententie gcacquiefceert, ende die oock t'eenemacl, uytgenomen alleen voor zo veel aengingh de Amende daer by ten behoeven van de Kerck geappliceert, voldaen hadden, meer als drie Maenden eer van, ofte by, den gemelten Rade van Brabant eene provifie van Juftitic was verfocht öff verleent, Is goedgevonden verftacn , dat de voorf/. Sententie van de voorfz. Militairen Crychsraet binnen de voorfz.Stad Graeve fyn executie zal hebben, ende die van den gemelten Raet van Brabant buiten executie zal gehouden worden , fonder dat nochtans deze Hare Ho. Mo. Refolutie fal mogen worden geallegeert ; en daer door te luxeren eenige voorigeReiblutien by dezelve op 't voorfz. fubjeci: genomen, off aen de voorfz. Militairen te attribueeren eenich gefach off. authoriteyt over eenige Burgeren off andere Politicque perfoonen , ende fulcx fonder dat de voorfz. Refolutie dienaerigaende fal mogen worden getrocken D 4 in  gö NALEZING van STUKKEN in eenige confequentie; fullende hier van, aen welgemelten Raet van Brabant, ende aen de voorfz. Crychsraet extracl toegezonden worden tot derzelver refpeétive narichtinge, ende om haer daer naar te reguleeren. Onderflond: L. ALTING vt. Lagerftond: Accordeert met 't voorfz. Regifler. Was get. H. FAGEL. XXIV. MISSIVE van den Raad van Braband aaa Z. D. H. Doorlugtige Hooggeboren Forst! Maria La Porte, voor 't Mof van Holland in rechten hebbende betrocken den Heer van Walenburgh, Gouverneur van de Stad Grave, ten einde zyn Ed. aan haer zoude voldoen fekere fomme van Penn. over verdiend loon , costgeld en anderfints,heeft geobtineerd gehad Sententie tot haren voordeele , en alfoo gemelde, Heere van Walenburgh geen Goederen hadde . onder het Resfort van hooggem. Provincie, waer op de voorfz. condemnatie cofle werden ter executie gefield, zo heeft he; SC'.  tot de MILIT. JURISD. &c. & «cmelde Hof by hare Misüve van den 1 Tanuary lestleden, ter requifitie van de voorfz. Maria La Porte , defen Rade verfogt, dat defelve in faveur van Juftitie de voorfz. Maria La Porte foude willen accordeeren en doen expedieeren Brieven van attaché, uit crachte van welke de voorfz. Condemnatie van het Hol van Holland mochte werden gefteld ter behoorlyke executie aan de goederen van gemelde Hcere van Walenburch , op welk verfoek ingevolgen vandemutueele correfpondentie de brieven van attaché, welke nooit in faveur van de Juftitie worden geweygert, geëxpedieert fynde, heeft fig een van onfe Deurwaerders met onfe brieven van executorien op 't verfoek van partyen, getranfporteert binnen de Stad Grave, en aldaer, fchoon hy wel vermochte fonder perfoneele fommatie de fa&o de executie te voltreckcn aien de goederen van gem. gecondemneerde, echter uit beleefdheid denfelven gefommeert, om binnen 14 dagende condemnatie van den Hove van Holland te voldoen, -waer op of wel voldocninge van de Sententie hadde bchooren gevolgt te hebben , zo heeft ter contrarie de Heer gecondemneerde de fommatie niet begeren aen te nemen, zo dat de Deurwaarder genootfaeckt is geweest Copye van fyn gedaen Exploict te leggen in desfelfs voorhuys, fynde daar op gevolght, dat den Majoor van'tGuarnifoeu des avonds is gekomen in fyn Logement, leggende, dat den Deurwaarder met hem D 5 m°g-  58 NALEZING van 'STUKKEN mogte gaan, alfoo de Gouverneur hem weder wilde fpreken, alwaer comende feer ftraf is bejegend en fyne origineele Papieren afgevordert, welcke overgegeven zynde, wierdt denfelven door den Gouverneur gcvankelyk met twee Soldaten gefondentotden geweldigen in een ftinckende plaetfe, met fcherp verbod hem Pen ofte Inckt te behandigen, alwaer des nachts is gebleven, en lyn hem des anderen daegs door den Auditeur Militair fyne afgevorderde origineele Papieren gereftitucert, cn des namiddags, naar dat hem door bedreyginge van langer gevanckenis een relaes naer den fin van den Gouverneur was afgeperst, weder los gela» ten, Wy hebben dienftig geacht, van 't geene vo jrfz. is Uwe Hoogh. kennisl'e te doen hebben, op dat gemelde Heer van Walenburgh daar toe mocht werden gebracht, en gehouden, van de Juftitie over het gepasfeerde convenable fatisfactie te doen hebben, en in het toecomende yerfekert, dat derfelver gefach door de fouges van den Hr. van Walenburgh niet werde geoutrageert en onder de voet geworpen. En alhoewel het de ordinaire wegh van alle Hoven van Juftitie is, in diergelyken cas van feitelyke refiftentic de fitereke hand van den Souverain tot intominge van. födanige onftuymigheden te imploreeren, fo hebben wy egter goedgeagt, U Hoogh.! alvorens van 't gepasfeerde kennis te laten toecomen, verhopende, dat door desfelfs hoogh-  tot de MILIT. JURISD. &c. 59 hooghwyze directie verdere inconvenienten lallen werden geweert. Waer mede lullen wy etc. U Hoogh. onderdanige Dienaren d'Eerfte Prefiderende en andere Raden van Brabant. Hage den 3. Febr. 1677. XXV. MISSIVE van fyn Hoogheid aan den Heer van Walenburgh , in dato 11 Febr. 1677. Edele, Gefïrenge, Vrome, Lieve, Btfonderel Wy hebben niet zonder veel ongenoegen vernomen, dat zekere Deurw. van den Racde van Brabant komende in de Graeve , om ter executie te leggen zekere Condemnatie in UE reguard gedecerneert by den Hove van Holland, over een particuliere ende civile Schuit, uit kragte van brieven van attaclie, by welgemelde Raede van Brabant verleent, door UE onbeboorlyke bejegeninge heeft ontfangen; ende alfoo wy defelve actie niet anders konncn opnemen ais gefchied zynde tot vilipendh var. de Juftitie ende injurieus tegen dtn Raede van Brabant, voornoemt, hebbende in de voorlz. zaeke betracht het geene van desfelfs funilie was 3 Is hier  6o NALEZING van STUKKEN hier mede ons begeeren, dat UE'daar 'over fonder uitviel aan denfelven Raede fal geven behoorlyke fatisfaétie ende verfekeiïnge van fich in het toekomende van diergelyke manieren van Proceduren te zullen wachten ende onthouden, fonder daer van te blyven in gebreken,waer toe ons verlatende,beveelen UE hier mede &c. XXVI. EXTRACT uit het Regifrer der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staten Generaal der Vereenigde Neder, landen. Jovis den 13 October 1678. TTf ynde ter Vergaderiuge gelezen de Pve/L4 quefte vanHenrietteBeyhaerts,Weduwe ende Boedelhoudfter van wylen Henry Graham, in fyn leven Collonel ten dienfle defer Landen , rakende de fake, die fy Suppliante voor den Raet van Brabant, refideerende alhier in den Hage, hangende heeft, op ende jegens den Collonel Kirckpatnek, Gouverneur tot 's Hertogenbosch, als erfgenaam van wylen zyn Zoon Johan Kirckpatrick, in zyn leven Capitein, Is naar deliberatie goedgevonden ende verllaen, de Suppliante te renvoyeeren, gelylc zy gerenvoyeert wert mits dezen, aen den wel  tot de MILIT. JURISD. &c. 6i we'lgemelten Raet van Brabant, ende wert denfelven Raet geauthorifeert, om met de begonneproceduyren jegens den voornoemde Collonel Kirckpatrick voort te gaen,zullende Haer E. ten dien eynde hier van extracl toegefonden werden. Accordeert met 't voorfz. Regifter. XXVII. EXTRACT uyt het Regifter der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staeten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Sabbathi den io December 1678. Ontfangen een Misfive van de eerfte Prefiderende ende andere Raden van Brabant, gefchreven alhier in den Hage, huyden dato defes, relatyf tot hare voorgaande Deductie, vervattende diverfche poincfen, waer door de ordinaris Juftitie wort benadeelt, ende daer inne Haer E. Vermynen, by den Raet van State vercort te worden, ende voornamentlyck in de faecke van de Weduwe Maes tegens den Heer van Ileeswyck, ende dat in die faecke fo verre was geprocedeert, dat de Heerl.yckheden van Heeswyck en Dinter, tot 's Hertogenbosch by provifie waren vercocht, ende by  6*a NALEZING van STUKKEN by de Executanten naer gewoonlycke Proceduren voor den welgemelten kade van Brabant ftonden vercochc te worden, om het felve gedaen fynde, by de geinteresfeerde Crediteuren by preferentie en concurrentie gedisputeert te werden, als naer behoren; dat voorleden Woensdagh, als wanneer de faecke diende, om by de Executanten het verfochteDecreet, als naer fiyle,totde voorfz te houdene Vercoopinge te hebben geinterponeert, was voorgevallen, dat den Advocaet Schaep, van wegen den Raet van Staten , verfocht hadde, ten eynde den Raet van Brabant haer met de voorfz. Proceduren niet verder wilde bemoeyen, alfoo haer E. verftonden diergelyke faecken haer privativelycken ten refpecte van Militaren te competeeren, ende bevoecht te fyn fodaenige Mandementen van Inductie te verteenen, behoudens aan Haer E. het recht van appel of reformatie naer gelegenheit van faecken; waer op gedelibereert fynde,is goedgevonden ende verftaen,dataen den gemelten Raat van Brabant fal werden gerefcribeert, dat Haer E. met de voorfz. Proceduren, van de WeduweMaes jegens den Heer van Heeswyck, ende 't geene daer van aff en aen dependeert, fullen hebben voort te varen,ende te laten voortvaren; ende dat Copie van de voorfz. Misfive van den Raat van Brabant gefonden fal werden aan den welgemelten Raet van State, ende denfelven Raet daer nevens verfocht, gelyck haer E. verfocht werden mits defen, haeï  tot ce MILIT. JURISD. &c. 63 haer met de voorfz. faecke, ende andere meer van dis natuyre, niet te bemoeyen, maer den Raet van Brabant, als Rechter competent, daer mede ruftelyek ende vredelyck te laten gewerden, tot voorcominge van Confufieinde Ordinaris Juftitie. Onderftond: L. ALTING vt. Lagerftond: Accordeert met 't voorfz. Regifter. Was get. H. FAGEL. XXVIII. MISSIVE van den Raed van State aan H. H. M. in dato 17 Dec. 1678. HOOG MOGENDE HEEREN ! Soo als wy op heden befig waren met en nevens fyn Hoogh. den Heere Prince van Oranje, met het dresfeeren van den Staet van Oorlogh, word ons behandigt U Ho. Mo. Refolutie, genomen den 10 dezes op een Misfive van d'Eerfte Prefideerende ende andere Raden van Brabant, gefchreven alhier in den Hage ten fel ven dage, relatyff tot hare voorgaande Deductie, vervattende diverfche poincten, waer door de Ordinaris juftitie wiert benadeelt , en daer inne haer E. vermeyadeu, by ons vercort te wer-  $4 NALEZING van STUKKEN werden, en voornamentlyck in de faecke van de Weduwe Maes, tegens den Heervan Heeswyck, houdende dat in die faecke fo verre was geprocedeert enz. enz. (vergelyk de vorenftaende Refol. van H. H. M. van 10 Dec. 1678.3 Wy moeten bekennen Ho. Mo. Heeren, dat de voorf. Refolutie ons zeer onverwagt is voorgekomen, ende over den inhoude van dien ten hoogliften fyn gefurpreneert geweest, kennende fyn Hooch. en wy ons niet genoech verwonderen, dat U Ho. Mo. op een fimpel Vertooch van den Raet van Brabant, zonder eenige kennisfe van faecken, en ons ongehoort, hebben gelieven te definieeren een Poincb, 't welck ons wetens hier te Lande tot noch toe by niemant is gecontroverteert, en't welck wy mitsdien niet konnen verftaen, dat by den gemelten Raet- aen ons vermach gcdisputeert te werden; weshalven wy ons verplicht houden, aen U Ho. Mo. te verfoecken, dat U Ho. Mo. niet vreemd gelieven te vinden, dat wy V voorfz. point ongefcbent en ongekreuckt trachten te conferveeren jegens alle nieuwicheden en indrachten, en namentlyck dat wy maintineren het Mandament van induclie voorn,, by ons wel competenter en naer fiyle verleent, tot fodaenigen effecle, als aen gelycke Mandamenten voor de Hoven van Juftitie wort geattribueert', en ingevallen den meergemelten Raet buiten vermoeden foude onderftaen daer jegens en in prarjuditie van dien ietwes te ondernemen , dat fyn Hooeh. en wy fulcx by wettelycke mid-  tot de MIL1T. JURISD. &c. 65 middelen , tot vtorcominge van confufie in de "Juftitie, naer behoren ten dienfle van den Lande, zullen beletten, Ende naerdemael de Misiive van den Raet van Brabant (dewelcke aen ons tot noch toe niet is gecommuniceert) geleght word relatyff tefyntotfekere hare voorgaeade Deductie , foo fullen wy onbefvvaert fyn tot beantwoordinge van 't voorfz. libel, ende den meergemelten Raet ter faecke van dien te bejegenen naer derfelver m'riien, met vertrouwen, dat Ü Ho Mo. onwederfpreeklyk daar uit fulleri kunnen afnemen, dat wy, en niet den Raet van Brabant, in verfcheiden poincten, rakende de Adminiftratie van de juftitie,ende fpecialyk ten reguarde van 't verleenen van Mandementen van Inductie aen Militairen in 't Diftricl van de Generaliteit, worden benadeelt, by een pure vermetelheid, jegens Inftructien, Ordonnantiën, fondamenteele Refoliitien , en contrarie de conftante Pratycq van defe Landen, fonder eenige de minfte interruptie, en fo wy vertrouwen, felfs buyten eenige conteftatie, tot noch toe, ruflelyck ende vredelyck geobferveert. Hoog Mogende Heeren enz. In deri Hage 17 Dec. 1678. Nal. IL Deel. E XXIX^  66 NALEZING van STUKKEN. XXIX. EXTRACT uit 't Regifler der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staten Generaal der Vereeniehde Nederlanden, dato 26 July 1704. Ontfangen een Misfive van de eerfte Preefideerende en andere Raden van Brabant houdende bericht op den Requefte van Jacques Durfort de Montplesfy, Majoor Commandant van de Willemftad, verfoeckende intrekking van een Mandement Poenaal en Surcheance van Procedures, met renvoy aan den Raad van Staten. ■ I Waer op gedelibereert zynde, is goedgevonden , de verleende fürcheance mits defen weder in te trekken, en de voorfz. zake te laten aan de Ordinaris Juftitie, en zal extract van defe Haar Ho. Mo. Refolutie gefonden werden aan den Raad van Brabant om te ftrekken tot derfelver naricht. XXX.  ■toT de MILIT. JURISD. Sec. 67 XXX. MISSIVE van den Raed van State aan den Raad van Braband, in dato 29 April 1713. " Edele, Erntfefle, Hooggeleerde, Wyze, Voorzienige Heeren.' De Cryghsraed te 's Bosch heeft aen ons gefonden Copye van een Mandement Poenael door UEd. tegens haer verleent, den 6 defer aen den Drosfaerd der TIeerlyckheyt Dinter, en aen den Heer met hem gevoegt: verfoeckende onfe ordre hoe figh daer omtrent te gedragen. Waer op geconfidereert hebbende dat de Cryghsraden niet gefubordineert fyn aen de Ordinaris Juftitie, maer aen defen Raed; hebben wy die van den Cryghsraed te s Bosch geordonneert figh in geene Proceduren tot het voorfz. Mandement Poenael in te laten, als incompetenter verleent fynde. Maer alfoo wy gefieh hebben niet alleen üyt het Mandement maer iiifonderheytmede Üyt de Misfive van den Cryghsraed dat het Delict,door eenen Richard Fuisfer begaen, welck occafie gegeven heeft tot het verfoecken van het poenael, een gemeen Uelict is begaen buyten het Guarnifoen , en waer over de Delinquant geapprehendeert is in loco delicti, door den Ordinaris Regter in E 2 het  68 NALEZING van STU KKEN het concurreren van hoedanige circumftantien de preventie kan verftaen worden plaets te hebben: Hebben wy ter felver tyd geordonneert aen die van de Cryghsraedt, Schout en Schepenen van Dinter met de faeck te laten geworden, fonder aen defelve te doen eenigh belet in de Proceduren tegen den Delinquant. Wy hebben geoordeelt aen UEd. te moeten kennis geven, foo van het een als van het ander, en verfoecken dat UEd. voortaen willen, figh onthouden van het verleenen van foodanige Mandementen, latende aen ons de voorfiening tegen de abuyfen en excesfen, welcke foude begaen worden door de Cryghsraden &c. In den Hage den 29 April 1713. Get. J. H. V. WASSENAER, vt. Onderftond: UEd. Goede Vrienden De Raad van Staten der Vereenigde Nederlanden Ter Ordonnantie van defelve Was get. S. van SLINGELANDT. XXXI  tot de MILIT. JURISD. &c. 69 XXXI. RESCRtPTIE van den Rade van Braband op de voorfz. Misfive, in dato 15 May 1713. EDELE MOGENDE HEEREN! Wy hebben den 4 dezes ontfangen Uwer Ed. Mog. Misfive van den 29 der voorl. Maand, rakende een Mandement Poenaal by ons verleend tegens den Krygsraad van 's Boseh, ten verzoeke van den Drosfaerd der Heerlykheid Dinther en den Heer met hem gevoegd. Wy hebben uit dezelve met veel genoegen vernomen, dat UEd. Mog. gezien hebbende, dat het Delict by eenen Richard Fuisfer begaan, 't geen occafie tot het verzoeken van het Mandement Poenaal had gegeven, was een gemeen Deliét, ook van die Juftitie waren geweest, van te erkennen, dat de Ordinaris Regter van Dinther in die zake was competent, en derhalven aan die van den Krygsraad te'sBosch wel te interdiceeren,van Denzelven eenig belet in die Proceduren te doen ; wy vertrouwen en verzoeken, dat UEd. Mog., aan wien wy vastftellen de refpeétive Krygsraden gefubordineert to zyn, in het toekomende zodaenige voorzieninge tegens derzelver abuizen en excesfen zullen gelieven te doen, dat de Cours van de Ordinaris Juftitie daar door niet meer E 3 ge'  7o NALEZING van STUKKEN. geftremd of belet moge worden, wanneer UED. Mog. verzekert kunnen zyn, dat by ons gene beveelen Pcenaal tegens dezelven zuilen worden verleend; en vertrouwen wy te gelyk van de xquiteit van UEd. Mog., dat dezelven niet vreemd zullen vinden , wanneer onverhoopt eenig hinder of belet (door wie het ook zy) aan de Cours der Ordinaris Juftitie mogte gefchieden, wy als dan daar tegens zodaenige voorzienige doen , als wy zullen meenen volgens onzen eed en pligt te behoren. Waer mede • Edele Mogende Heeren zyt Gode Almachtig bevolen. In 's Gravenhage den 15 May 1713. UEd. Mog. Dienstw. d'Eerfte Prefideerende ende andere Raden van Brabant. Was geparaph. M. LE LEU DE WILHEM. Ter Ordonnantie van dezelven Was get. B. van der HAER. XXXIL  tot de MILIT. JURISD. &c 71 XXXII. MISSIVE van den Raad van Staten aan den Raad van Braband, in dato 18 May 1713. r Edele, Erntfefte, Hooggeleerde, Wyfe, Voorfienige Heeren! Wy hebben, niet zonder verwondering, gezien uit UEd. Refcriptie op onze Misfive van den 29 der voorleden Maand, rakende zeker Mandement Poenaal, by UEd. verleend aan den Drosfaard van Dinther, dat UEd. daar in zeggen, met veel genoegen vernomen te hebben, uit onze Misfive, dat wy gefien hebbende, dat het Delicl, welk occafie gegeven heeft tot het verzoeken van het Mandement Poenaal, was een gemeen Delicl, erkend, hebben, dat de Ordinaris Regter van Dinther in die zaak was competent: daar wy nogtans alleen gezegd hebben, dat, alfo het voorfz. Delicl een gemeenDeUB was,begaan buiten hetGuarnifoen,en waar over de Delinquant geapprehendeert was in loco delicli door den Ordinaris Regter , in het concurrteren van hoedanige circumftantien de preventie kon verftaan worden plaats te hebben, wy gesrdonneert hebben &c. Het geen zo veel van malkander verfcheelt, dat wy niet E 4 heb-  fa NALEZING van STUKKEN hebben konnen afzyn van UEd. te informeeren, dat den uitleg , die UEd. aan onze Misfive geven , geênzints overeenkomt met de klaren zin der woorden. En dewyl UEd , zig niet genoegende met de voorzieninge, welke wy in deze gelegentheid gedaan hebben, en welke wy in de Misfive tonen te willen doen in toekomende voorvallen tegen de abuifen en excesfen , welke zouden mogen begaan worden door de Krygsraden, niet duifterlyk te verftaan geven in geenen deelen af te zien van het verkenen van Mandementen Poenaal tegen de Krygsraden, fchoon die aan UEd. niet zyn gefubordineert, zoo zullen UEd." niet moeten vreemd vinden, indien zodaenige Mandementen Poenaal niet gerefpeéteert worden: alzo wy niet zouden kunnen toeftaan, dat de Krygsraden zouden aan UEd. rekenfchap geven van haar doen, of fubjecl wefen aan UEd. beveelen, het zy poenale of andere. EdeleErentfefte &c. Wy beveelenUEd. in Godes Heilige Protectie. In den Hage den *8 Mey X7I3. xxxni  TOT DE MILTT. JURISD. &c. 73 XX.XIH. MISSIVE van de Magiftraat vaa's Bosch aan i ï H. M. over 'den Boedel van den Major van Poelgeest, dato 5 jan. 1714. HOOGH MOGENDE HEEREN! Wy vinden ons verpligt Uw Ho. Mo. in alle onderdanigheid te remonftreeren , dat offichoon het eene conftante waarheid is, dat tot voorcominge van confufie en verwarringe van Jurisdiétie tusfehen de Politycque en Militaire Juftitie, de Crygsraden geene andere JurisdiStii in déze Landen is gedefere;rt als over Militaire Zaken, 't fy dan C rimineel of Civiel, vermits dcfelven alleen is gegeven privilegium perfonale absque ullo territorio, en alfo regt, om perfonen , die actueel ten dienfte defer Landen zyn militeerende , te ftraffen, wanneer defelven eenigMilitairDelict komen te begaan, als Defertie &c. of wel m 't Civiel, wanneer over der zei ver Gagie &c. difpüit mogte zyn, invoegen, dat in alle andere zaken, fy fyn dan Crimineel, of Civiel, die Militaire Perfonen apprehenfibel of convenibel zyn by den Civilen off Politicquen Reghter, gelyk dit onder anderen nader by Uw Ho. Mo. iterative Refolutien van den 26 Febr. róag, van den 05 Maert 1651, van den 17 Jan. 1674, van E 5 den  ?4 NALEZING van STUKKEN den 22 Dec. 1703, van den zi Jan. 1704 is coufteerende, Defen niettegenftaende zo isfulks,datden Ed. Geftr. Krygsraad binnen defe Stad de judicature van den Geabandonneerden Boedel van de Heer van Poelgeest, gewefcne Major van 't Regiment van den HeèrGraeve van Wasfenaer, figh heeft willen aanmaatigen, ten fuiken effecte, dat Haer Ed. Geftr. fuftineeren te fyn privative ende alleen geregtigd tot het aanftellen van een Curateuroverden voorf. Boedel ,hethouden van het Judicium van Concurrentie en Preferentie, ende verders al 't gene tot het voltrecken van een formeele Curateele is fpecteerende, 't welk niet anders, dan inconvenienten en disordres fal veroorfaken, alfo de Militairen geen fixum domicilium zyn hebbende, ende dagelyks ambulatoir zynde, de direétien van fodaenige Sterfhuizen, voor het meerendeel fullen blyvcn ongeëfient ; dat ook de treckende Crediteuren van fodaenige infolvente Boedels, dik wils volgens Regten en Praétique gehouden fynde te pasfeeren gelofte van reftitutie, in cas Crediteuren, meerder gepriviligeert, als den Trecker, figh in toecomende mogten comen op te doen, fodanigc anterieure en meerder gepriviligeerde Crediteuren daar van zullen zyn verfteken , vermits de Krygsraden geen Protocollen, Regifters van Verbintenisfen of Geloftens, off kennisfe van Coftuymen Locael zyn hebbende, daer het Sterfhuis is vallende, fufks  tot de MILIT. JURISD. &c. 75 fulke alle 't zelve fal ftrecken totmerckelyke prejudicie, niet alleen van veele menfchen, Crediteuren zynde van Infolvente Militaire Boedels, maer ook de ruine van veele onmundige en andere Geinteresfeerden, zal komen te occafioneeren. Waeromme wy Uw Ho. Mo. met alle eerbied verzoeken, dat den Ed. Geur. Krygsraad binnen deze Stad, mogte werden geordonneert, van de pourfuites der Curatele van de voorf. geabandonneerden Boedel aff te z'en, niet alleen, maer zig in toekomende punctueel te reguleeren na de hooggemelte Uw Ho. Mo. voorgeallegeerde Reiblutien, op dit en gelyke' gevallen genomen, en dienvolgende maer Jurisdictie fullen hebben te plegen over faeken, die meré Militair,fo in cas Crimineel , als Civiel , zyn, en vervolgens defe en alle andere faken, te laten aan den Politiquen en Ordinairen Regter, fynde Schepenen van 's Bosch. Waer op Uw Ho. Mo. fpoedige en favorable Refolutie tot voorkominge van verdere oneenigheden, fullen afwagtemomme allezints in ftaat te fyn, een iegelykkorten onvertogen recht te doen wedervaren en promte expeditie van Juftitie te doen erlangen. Waer mede &c. *ê Bosch den 5 Jan. 1714. XXXIV.  76" NALEZING van STUKKEN XXXIV. EXTRACT uit het Regiftar der Refolutien van de Ho. Mo, Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Sabbathi den 6 January 1714. Ontfangen eene Misfive van de Magiftraat van 's Bosch , gefchreven aldaer den 5 houdende, &c>, (fiat infertio - uit de voorgaande Misfive.) Waer op gedelibereert fynde, is goedgevonden en verftaa'n, dat Copie van voorfz. Misfive gefonden fal worden aan den Krygsraad der Stad 's Bosch, om derzelver bericht daar op aan Haer Ho. Mo. te, laten toekomen. XXXV. MISSIVE van den Krygsraad in 's Bosch aan den Raad van Staten. EDELE MOGENDE HEEREN! Gerard van Poelgeest, in fyn leven Major in 't Regiment Cavallerie van de Heer Generael den Grave van Wasfenaer, Heere van Obdam, alhier binnen. 's Her-  tot de MILIT. JURISD. &c. 77 's Hertogenbosch Guarr.ifoen houdende,en op den 24 O ét. 1713 ten huize vaneenen Arnoldus Begero overleden zynde, en geene Bloedvrienden alhier hebbende, foo hebben die van de Militie des Oveiiedenes Effeéten, die in desfelfs Quartier en elders binnen deze Stad gevonden wierden, by proviüe laten verfegelen, tot fecuriteit van des Overledenes Erfgenamen, 't zyabinteftato, vel ex teftamento, of wel van die geenen, welke bevonden mogten worden daar toe geregtigd te zyn , hebbende verders by Misfive daer van kennisfe laten geven aen des Overledenes Moeder', en andere Vrinden , ten einde ordre geliefden te Hellen en zorge dragen, dat liefdode lichaam ter aarde wierde beftelt, Edogh daar op geen antwoord komende, nogte iemand daarna uitziende, veel min tot de Begrafenis ordre ftellende, foo fyn die van de Militie alhier , na dat het dode lichaam al by de 10 dagen boven de aerde hadde blyven ftaen, genootzaakt geworden,daartoe de nodige ordres te ftellen, hebbende middelerwylen verfcheiden Burgers en Ingezetenen dezer Stad haer geadresfeert aan den Commandant defes Guarnifoens, en aan den zei ven overgeleverd verfcheiden Rekeningen van 't geene zy tot laften van des Overledenes Nalaetenfchap vermeinden te pretendeer en te hebben, verfoekende, datter forgemogte werden gedragen, dat de nagelatene Effecten wierden gefecureert, om in tyden en wylen het haere daer aen te connen confequeeren, waer op dan de ge-  ;8 NALEZING van STUKKEN gemelte Effecten, ten overftaen van twee Capiteins defes Guarnifoens, ook zyn opgefchreven, en geinventarifeert geworden op den 31 daaraan volgende. De faak in den voorf. ftaat wefende , zo is het gebeurd, dat den voorn. Arnoldus Begero, ten wiens huize gemelten Major Poelgeest was overleden, op den 10 Nov. daer aen volgende fig by Request heeft geadresfeert aan Schepenen dezer Stad, verfwygende het voorgepa£feerde,verfoekende by fyne voorf. Requefte authorifatie, van de voorf. Magiftraat op een Groenroede of Stads Bode, omme de Paerden en andere Goederen van den gefeyden Major Poelgeestpubliecquelyk adopus jus habentium te verkopen , welk verfoek by die van de Magiftraat geaccordeert wefende.fonder den Commandant defes Guarnifoens dienaangaande alvorens eens te verwittigen, off gehoort te hebben, foo heeft den Groenroede off Stads Bode de Vercopinge der voorf. Effecten willen doen, 't gene ter oren van den Commandantdefes Guarnifoens gekomen wefende , fo heeft denfelven eerst den voorf. Groenroede off Stads Bode, en daer naer de Magiftraat beleefdelyk laten waarfchouwen, en verfoeken,datmet die faeke niet alleen geliefden te fupercederen, maer daer van ook geheel en al af te zien, dewyle die was gehorende aan de Militairen Regter. Als wanneer met malcanderen is geconvenieert, dat men by provifie (fonder praejudieie nogtans van iemants regt) ten overftaau van wederzydfche Gommis farislen, fiöude ver-  tot de MILIT. JURISD. &c. 79 vercopen des overledenes Paarden, meteen Chaife en 't Rygetuigh, op dat de Paarden by langer uytftel haer in 't voeder niet 't ecnemaal quamen te confumeeren, dat men de Cooppenningen daer van provenieereude foude laten blyven onder den Coper oft'Copers, en daer na als dan met malcanderen verders in conferentie treden, over het principael pointin queftie, namentlyck het Conflict van Jurisdictie, En 't felve (was het mogelyk) in den minne fien afF te doen, waer op de voorf. Paerden fyn vercogt, fynde verders met de Magiftraet daer over in conferentie geweest; Hebbende die van de Magiftraet in die conferentien, tot het principael Fondament van haer gefuftineert Regt, geallegeert en ge» produceert, eerftelyk eene Refolutie van den 25. Maert 1651., genomen by degefamentlyke Bontgenoten, op de grote Saai,ftatuerende onder meer andere in verbis : Dat de voorf. Commandeurs met de Crygsraden der voorgemelte Steden de Militaire Jurisdictie niet verder zullen mogen gebruiken nog extendeeren , als over nalatigheyd en overtredinge inTogten en Wagten, overgaan aan den Vyand, defertie van deCompagnien, over verloop van de tene Compagnie in de andere, fonder Paspoort, mitsgaders ovsr de excesfen en delicten, de Officieren en Soldaten onderlinge, off d'een tegens d''andere fullen comen te. begaen, en vorders niet, in voegen, dat over alle andere faken, fy fyn dan crimineel off civiel, de Militaire Perfonen Jpprehenfibel, Convsnibel, Jufliciabel en Executabel fullen fyn by den civilen off poli- tyc*  8o NALEZING van STUKKEN tycquen Rcgter, wiens Sententien mede ever Schulden vrt anders gewe/en. by gebrek van gei ede off" ongerede Goeaeron, op de agies van den (ifconat mneerde, naer de ordre van V Land, ter Executie gtflelt zuilen noorden Ten tweden, eene Misfive van fyn Co* nincklyke MajèfteytVan Groot Brittagnien, Willem den derden, Ho. L. M. op den 19. Mey 1675. gefchreven aan"t Hof van Holïant. Ten derden eenige Refolutien vanHaerHo. Mo. de datis 96 Febr. 1649. 17 Jan. 1674. relatif tot die van den 22 April 1670. -tem van den 23 Dec. 1703 en van den 21 Jan. 1704. Waer op wegens defen Crygsraed aan die van de Magiftraat is toegevoegt en gefegt, foo ten opzigte van de voorgeallegeerde refolutie van den 25 Maert 1.65Ï.., als ten opzigte van de Misfive van fyne Conincklyke Majefteyt van Groot Brittagnien van den 19 Mey 1675. Dat die alleenlyk maar fagen , en niet verders plaats hadden, nogte extenfibel waren, dan op en tot de refpective Crygsraden der Guarnifoenen, dewelke waren in de Steden, die ftem in Staat hadden , maar gcenzints tot de Crygsraden der andere Steden, en infonderheit niet op die van de Generaliteit, en onder defelven wel voornamentlyck niet op die van defe Stadt, als dewelcke van alle oude tyden tot dato defes daer van altyd in goede en deugdelyke continueele posfesfie en exercitie waren geweest, en gebleven, adftrueerende en juftificeerende het felve met vcrfebeken en me-  tot de MfLIT. JUR.ÏSD, &c. 81 menigvuldige exempelen, ja zelfs ookfpecirké met gevallen, als waer over nu ten defen het dispuyt is, dat hetfelve ook conform was Uwer Ed. Mog. Refolutie van den q. Febr. 1703 en 23. April no6. Verders dat aen defen Crygsrade niet en conde nogte vermogte te pra:judicieeren de andere,byde Magiftraat hier vorens geallegueerde, Refolutien, door dien defelve .maer waren genomen in particuliere voorvallen, op het fchryven en verfoeck van de Hoogh en Laagh-Schouten defer Stad en Meyerye, mitsgaders van andere, fonder dat dietian defen Crygsrade daar op ofte over eens fyn geboirt gemeest, behoudens ende behalven dat het niet eens confteerde, dat men figh, naer de Refolutien in de voorf particuliere gevallen, heeft gereguleert gehad. Wy hadden vertrouwd, en verhoopt gehadt, alle het voorgededuceerde van foodanig effect loude fyn geweest, dat die van de Magiftraat van haar pretens gefuftineerd regt fouden hebben afgefien, en ons verders fouden hebben laten geworden en, begaan, met de diredlie over den geabandonneerden Boedel van den overledene Major Poelgeest. Dog wy hebben onverrigter fake van den anderen moeten fclieyden, hebbende alleenlyk met malcanderen verfproken, dat men van wedercanten, ieder van het gebefoigneerde , rapport foude doen aan fyne Principalen, derfelver goedvinden en andere Inftructien afwagten, en dat men als dan Nah II. Deel. F tot  82 NALEZING van STUKKEN. tot onderhoudinge van de goede harmonie» die daar altyd geweest is, tusfchen defen Crye&rade ende die van de Magiftraat, de voorf. affgebroke Conferentie nog eens fouden hervatten, en fien off men met malcanderen als dan beter foude cunnen veruaen. Welke Conferentie hervat wefende, is defelve vrugteloos affgelopen, door dien die van de Magiftraet by haer voorf. gefu flaneerde bleven perfifteeren. Waeromme en geconüdereert, dat wy defe fake met alle foetigheyt hebben behandelt, fonder eenige opfchuddingc off verwyderinge tot nog toe, in het alderminfte gemaeckt te hebben, daer wy anderfints (onder ootmoedige correctie; tot maintien van ons oudt indisputabel n:gt, de Militaire hand wel fouden hebben connen gebruyken, omme de Effecten van den Geabandonneerden Boedel van den overledene Major Poelgeest, uit desfelfs Quartier te laten halen, en ad opus jus habentium te Vercopen, ende dat wy nu onderregt fyn geworden, dat die vaii de Magiftraat van intentie fyn, haer daer over te adresfeeren aan Haer Ho. Mo. de Heeren Staten Generael der Vereenigde Nederlanden , en dat aldaer misfchien fouden connen befolliciteeren, en obtineren eene Refolutie, dewelcke foude connen ftrecken tot groot nadeel van de Militaire Jurisdictie, UEd. Mog. en de fubalterne Crygsraden van alle oude tyden tot nu toe gecompeteert hebbende. Soo  toï de MILIT. JURISD. &c. 83 Soo vinden wy ons verpligt, om UEd. Mog. - van allen 't gene voorf. by defe kennisfe te gcven.en te verfoeken,dat wy van ÜË d Mog. by ons oud regt en continueele daer op gevolgde posfesfie mogen worden en blyven gemaintineerd, agtervolgens derfelvcr Refolutie van den 9 Febr. 1703 immers foo lange geen andere ordre by de gefamentlyke Bondgenoten op deMilitaireJuftitie fal wefen geftelt, en dat UEd. Mog. vervolgens ons gelieven te laten toecomen derïelver goedvinden en ordres, hoedanig wy ons in dit fpeciael en andere diergelyke voorvallen verders fullen gedragen, 't welck met alle refpect affwagtende, fullen wy enz. 's Bosch den 8 Jan. 1714. XXXV', EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Raden van Staten der Vereenigdc Nederlanden. Saturdagh den 13 January 1714. Ontfangen eene Misfive van die van den Krygsraad te 's Bosch , gefchreven aldaer den 8 defer, houdende een omuandig Relaes van het gepasfeerde tusfeheh de Magiftraat en den Krygsraad aldaar, over de J.nventarifatie en Verkopinge der Effecten van wylen den Sergeant Major Gerard van F 2 Poel-  84 NALEZING van STUKKEN Poelgeest, met verfoek van ordre, hoedanig fy figh fullen gedragen in dat en andere diergelyke voorvallen. Waer op gedelibereert fynde, is goedgevonden enverftaan, da" de Misfive fal gefonden worden aan de Magiftraat der Stad 's Bosch, ten einde om daer op te dienen van berigt, en dit aengefchreven fal worden, fo aan de Magiftraat, als aan den Krygsraedt, alles te houden in fiate, hangende de de deliberatien van Haer Ed. Mog. Enz. XXXVIL MISSIVE van de Magiftraat van 's Bosch aan den Raad van Staten, in dato 3 Febr. 1714. EDELE MOGENDE HEEREN! TT7"y hebben ontfangen by Refolutie van _ J;^. UEd' MoS- van den 13 Tan- 1714 de Misfive van die van den Chrygsraad binnen defe Stadt, houdende omftandig verhael van de Difputen , die waren voorgevallen tuslchen de Regeering defer Stad en Crygsraad voorf., over den Geabandonneerden Boelen van wylen GerardPoelgeest, gewefen Majoor van 't Regiment Cavallery van de Heer Grave van Wasfenaer, ten einde wy daer op fouden dienen van berigt; doen aangefien wy defen aangaande, al op den 5 January en fulx agt dagen te voren, aan Haar  tot db MIL1T. JURISD. 85 Haar Ho. Mo. de Heeren Staten Generaal, hadden gefchreven,gelykUw Ed.Mog. by de : Copy derfelve, hier nevensgaende, fullen j fien, die ook by Refolutie van Hooggemelte \ Haer Ho. Mo. van den 6 daer aen volgende 1 was geftelt in handen van den Crygsrade i voorf., ten fine van berigt, fulx wy de i difpofitie daer over van Haer Ho. Mo. fyn afwagtende , foo fullen wy met alle eerbied ; ons tot de peremtoire redenen en motiven tot adftruétie van onfe fuftenue in defen,en l gelyke gevallen geavanceert, refereeren; i alleenlyk fullen wy daar by voegen, dat de f Refolutien van Haer Ho Mo., waar van de I Regeering defer Stadt tot Confort van de £ Politique Jurisdictie aan den gemelten Crygsrade hadde kennis gegeven, en die I breder in de voorf. Misfive fyn genarreert, j nooit fodaenige explicatie door de Praétycq off interpretatoire Refolutie van Haer Ho. j? Mo. hebben gehadt, als de Crygsraedt binnen i defe Stadt gratis komt te allegeeren, voorI namentlyk dat de difpofitie der Refolutie ' van den 25 Maart 1651 te verftaen foude i fyn privative van Steden Hem in Staat hebbende ; een evidentbewysis daer van, dat den [ Politiquen Regter binnen de Stad Steenbergen,gelegen in de Provincie vanHolland,geen ftera in Staat hebbende, van 't effect, der voorgeallegeerde Refolutie van 1651 in alle fyne deelen heeft gejouisfeerd,gelyk daer van eene ample verclaringe in den jare 1669 by haer is gegeven ;en inreguard van't voorval in quceftie is decifoir de Refolutie van Haer F 3 Ed.  86 NALEZING van STUKKEN. Ed. Groot Mog. de Heeren Staten van Holland, van den 25 Febr. 1678, waer by is verftaan, dat alle Infolvente Boedels privative fullen worden bellist by de Magiftraet, daar de Infolventie is gevallen; dat dienvolgende de Magiftraat aldaar fal ftellen Curateurs, ende Pra;- en Concurrentie houden; dat mede in defe Landen geen Verbmtenisfe van Erff off Meuble Goederen cunnen werden gepasfeert, ten fuiken effeften, dat daar uit een reëel regt foude volgen , als voor de Wet der refpective gefitueerde Goederen; welk univerfeel gebruik in 't particulier ten reguard van defe Stad nader is geconfirmeert bv KeyzerKaerle Ao. 1531.; fulx niet te bedenken is, hoe de Crygsrade binnen defe Stad can fuftineeren, de directie te willen hebben van een GeabandonneerdenBoedel,want de treckende Crediteuren gehouden fynde te geven fcabinale Quitancie, dat ingeval mewder gepriviligeerde en beter regt hebbende Crediteuren in toecomende figh comen op te doen, dat in fulcken geval de Penningen weder fal reititueeren, daer voor verbindende desfelfs Goederen. Is verders abufivelyk by den Krygsrade voorf. geallegeert de gepra^tendeerde posfesfie, terwyl daer van contrarie Producten fouden cunnen werden voortgebracht, ge= Iyk mede abufivelyk is de allegatie , dat de gereclameerde Refolutien van Haer Ho. Mo. 'by fub en obreptie, en den Krygsrade ongehoirt, fouden fyn genomen, terwyl hy  tot se MI LIT. JURISD. &c. 87 ' by ledture van de Hooggeraelte Refolutie Uw td. Mog. aanftonds het tegendeel fal blyken; waer mede wy wederfenden de ; Misfive van de gemelte Krygsrade aan Uw Ed. Mog. gefchreven , en na eene voorfpoedige Regeeringe toegewenscht te hebben, fullen blyven enz. (a) *S Bosch den 3 Febr, 1714. xxxviir. EXTRACT uyt het Regifter der Refolutien van de Ho. Mo. I feercn Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Veneris den «3 Meert 1714 "TTs gehoort hetRapport van de Heeren van Broukhuyfen, en andere haere Ho. Mo. Gedep. tot de Militaire faeken hebbende ingevolge, ende tot voldoeninge van der felver Refolutie Commisforiael van 5, 16 en 42. Feb. jongstleden met en nevens eenige an« (a) Op den 12 Febr. 1714 is vervolgens wegens dit geval door den Raad van State eene Mislive aan Haer Ho. Mo. gefchreven, te voren reeds in het Magazyn gcinfereert II. Deel pag. 316. Waaromtrent zie 00& het III. V. p. 228. pasfm. F 4  83 NALEZING van STUKKEN Sn6'?, ïCeïn Gecommitt- uyt den Raad van State Geexannneert de Misfiven, foo yan de Magiftraet van 's Bosch, als van den Crygsraad van het Garnifoen aldaer, over het different tusfchen gem. Magiftraet en Crygsrade over de direétie van geaban' donneerden Boedel van Gerrit van Poelgeest, in fynleven Major van het Regiment van Wasfenaer, ieder fuftinerende, de voorn, direéhe aen hem competerende, en nog gel ITZT hebb,endede Misfive van Hd yan State, yan datoden isFeb. laastleden houdende derfelver berigt. en adv 7 nn het voorf. Subject. Waar 0p gedeHbereel Te%l " g°edf V°ndenen vefftaw direBievan voor/, geabandoneerden Boedel fal arrnfoen van », Bosch, ende dat hier van Sï^, , ygSmdaldaer' om haer daer naer voorf ÏJL mderftont Accordeert mett voori. Kegilter en was get. F. Fagel. XXXIX.  tot de MILIf. JURISD. 89 XXXIX. MISSIVE van de Magiftraat van 's Bosch aan H. H. M., in dato 3 Febr. 1715. HOOG MOGENDE HEEREN! Ons is by refolutie van Haer Ed Mo. de Heeren Raden van Staten van den 13 Jan. 1714. tocgefonden een gecircumftantieerde Misfive van den Krytsiade alhier guarnifoen houdende, over de directie van den geabandonneerden Boedel van Geraid van Poelgeest in fyn leven Majoor van 't Regiment van de Heer Graye van Wasfenaer tusfchen Schepenen defer Stad er, den gemelten Krygsrade in difpuut, volgens Copie hier neffens gaande van welk difpuut wy den 5 Jan. te vorens by Misfive aan Uw Ho. Mo. hadden kennis gegeven, tendeerende de gem. Refolutie van HaerÈd. Mo., ten einde wy daer op fouden berigten, en want wy vermeenen de ingrediënten van de voorf. Misfive des Crygsrade feerabufieff te fyn, eensdeels om dat by clare befcheyden foude connen werden aangetoont de aldaar geallegeerde posfesfie niet te wefen aan den Crygsrade, maar aan de fyde van de Schepenen defer Stadt, ten andere'n dat de Refolutien van Uw Ho. Mo. vantyd tot tyd op fulke gevallen genomen, niet by fanen obreptie, maar cum plena caufaj cognitione, en na verhoor van 't Gouvernement, }yn genomen; dat ook ten derden Uw HoJ F 5 Mo.  90 NALEZING van STUKKEN Mo. fullen fienuit deMisfive van gem. Crygs • rade, dat aldaar wierde gepofeert, dat de Refolutien van Uw Ho. Mo., in onfe vorige misfive gemelt, op defe en gelyke gevallen genomen, foude ftrecken tot groot nadeel van de refpective Crvgsraaden en Haar Ed- Mog. de Heeren Raden van State,nier duifterlykte kennen gevende, dat het geval in quaafti niet alleen concerneerde de refpective Crygsraden, maer ook Haer Ed. Mog. boven, gemelt, fulx. het ook ligtlyk te begrypen is, dat gemelte Haer Ed. Mo. op den 3. Febr. 1703. en 22. April 1706. fodanige interpretatien hebben gegeven van Steden ftem in Staet hebbende en Steden, die geen ftem hebben; en waarlyk foude het een harde faak fyn, om dat defe Stadt niet wert gehandelt ingevolge den 7. Art. der Capitulatie, waer by belooft is^ dat Uw Ho. Mo. geen andere geregtigheid en Jurisdictie fullen plegen, als de vorige Hertogen hebben geexerceert: en gelykde Hoofdlieden vanBrabant werden ge traéteert, die niet alleen ftemmende lieden , maer medeleden der Provinciën fyn geweest, dat daarenboven nogh foodanige confiderable Hoofdftadt foude werdengepriveert van een Jurisdictie, die foo notoirlyk haer is competeerende; maer off en hoe verre de refo-'•lutien van Uw Ho. Mo. by Haer Ed. Mo. de Heeren Raden van State, defen aangaande, connen werden geinterpreteert, en dat ten fuiken effecle , dat daar door de politigue Reghter ongehoort foude indragt wer-  "tot de MIL1T. JURISD. &c. 91 werden toegebragt in hare notoire Jurisdictie, laten wy aen het wyfer oordeel van Uw Ho. Mo., in die hope fynde, dat Uw Ho. Mo. favorabel en eequitabel reguard nemende op de perentoire middelen hier en by onfe vorige Misfive geavanceert, ons lullen doen hebben het effed van Uw Hq. Mo. Refolutie, op het poinct vanjunsdicr tie tusfende politique en Militaire Regter, foo iteratieft' genomen, en dienvolgende den Krygsrade binnen defe Stad ordonneeren, van de directie van den geabandonleerden Boedel van gemelte Majoor Poelgeest, niet alleen aff te lien, en Schepenen defer Stad daer mede te laten gewerden, maer daer nevens gelaften fighpunftueel te reguleerenna de Refolutie van Uw Ho. Mo van den 25. Maert 1651. en opgevolgde confirmatoire Refolutien. Waer mede enz.'sBosch den 3 Febr. 1715. XL.  9* NALEZING van STUKKEN XL. MISSIVE van den Raad van State aan den Raad van Brabant, in dato 29 Getob. 1715» Edele, Erentfefle, Hooggeleerde, Wyfe, Foorfienige Heeren! Die van den Krygsraad van hetGuarnifoen van's Bosch hebben aan onsgefonden Cupie van een mandament poenaal, door UEd. verleent den 11. dezer, aan den Procureur Generaalvan Brabant, tegen de Proceduren van preferentie en concurrentie, hangende voor de gemelte Krygsraad, over de nagelaten effecten van wyle Gerard van Poelgeest, in fyn leven Sergeant Major ten dienfte defer Landen, en verfogt onfe ordre. Waer op wy aan den Krygsraed gerefcribeert hebben, fig in geene proceduren voor UEd. in te laten, maar voort te varen met de preferentie en concurrentie foookn andere redenen, die het niet nodig is, alhier optehalen als infonderheid meede, om dat de Magiftraat van 's Bosch fig mede geoppofeert hebbende tegen de voorf. proceduren, de faak rypelyk geëxaminesrt, en vervolgens de Refolutie, hier nevens gaande, daar op door haar Ho. Mo. genomen is: waar (*) Van den 23 Maart 1714. Zie hier voren bi. 87.  tot ds MILÏT. JURISD. &c. 93 waar van wy niet hebben willen afwezen, kennis aan UEd. te geven, met verfoek, van het voorf. mandament poenaal te willen intrekken, en geen verder belet toetebrengen aan de van ouds gerecipieerde Jurisdictie der Krygsraden in de Steden geen ftem in Staat hebbende Édele enz. in den Fkage den^. Oétob. 1715. XLI. MISSIVE van den Krygsraad te Bergen op Zoom aan Hun Hoog Mog. van 21 July 1716. HOOG MOGENDE HEEREN! Ter obediëntie en tot voldoening van Uw. Ho. Mo. Refolutie van den 11. deler, houdende ordre, om te berigten op fekere memorie, .door het officie Fifcaal van den Raad en Leenlfove van Braband aan Uw Ho. Mo. overgegeven, klagende dat den Krygraad defes Guarnifoens eene faakewegens de nalatenfchap van eenen Joachim Smids, in fyn leven Lieutenant in het Regement Cavallery van den Generael Major van Regteren, hadde aangematigd, waer van nogthans de dire&ie foude competeren aan den Geregte defer Stad enz.; Waer op Uw. Ho. Mo. met alle onderdanig refpecï gelieven berigt en gedient te zyn, dat ^gem. Fiscaal fiig merkelyk abufeert, van dien boedel te comprehendecren onder in- fol-  o4 NALEZING van STUKKEN folvente off geabandonneerde Boedels, tti-\. demaal defelve daar voor nooit is verklaard, |v als fynde genoegfaam iirbonis, en felfs by de erfgenamen ab inteftato al verfcheide penningen getrokken, en alle fchulden,die men heeft konnen weten, betaald, fynde alleen by den executeur van des overleden teftaments, uyt oorfake, dat desfelfs erfgenamen in en omtrent Haverberg in het mark Branienburgh, en fulks buiten defe Landen, fyn wonende, en om eenmaal feeuur daer van af te wefen, aan den Krygsraad verzoek gedaan, dat alle die geenen, die vermeynden tot de voorf. nalatenfchapgeregtigdte wefen, of eenige pretenfien daar op fuftineerden te hebben, omalfoniemand ie verongelyken, fouden worden gedagvaart, ten einde omme haar voor den 20. July li 16. met behoorlyke atteftatie ter audiëntie Militair te komen aangeven, op poene van verfiek, en haar geinterponeert te worden een eeuwig fi'ilfwygen, enfilentium, gelyk dan daar op vier proclamatien van 14 tot 54 dagen by trommelHag en affixie van billettenfyn gedaan, item den auditeur daar van ook kennisfe gegeven aan den Syndicus van het Dom Capittel totHavelberg voorn, met verfoek, hy hetzelve wilde laten inlinueeren aan alle de genen , welke vermeinden erfgenamen te fyn, gclyk dan gedaan is, en bereids al eenige van .defelven ten einde voorf. hier fyn gekomen, fo dat vertrouwd werd, daar in gehouden te fyn een regtmatige en onpartydige procedure : ' Nu  tot de MILIT. JtJRISD. &c. g§ Nu gelieven Uw Ho. Mo. te fien, hoe verre dat dit verfcheelt van een infolventen of geabandonneerden boedel daar nog praeferehtie nog concurrentie wegens crediteuren te pas komt; ende of het al eens een in d . enre of geabandonneerde boedel was, fd is ue Krygsraad (onder reverentie) geheel van gedagten en verfekert, dat daaromtrent directie niemand competeert, dan den voorn. Krygsraad, en by vervolg in appel aan de Ed. Mog. Heeren Raden van State, als opperregters der Militaire perfonen en hare goederen concernerende, in welke vrye posfesfie , buiten alle geheugenisfe van tyd, de Krygsraden in de Steden , onder de Generaliteit reforteerende , fyn geweest; daar en boven gelieven Uw Ho. Mo. eens in confideratie te nemen, dat het foude ftrecken tot ruine van de Militie, wanneer hare faken voor een politiquen Regter fouden moeten ventileren, uit oorzake dat tot grote koften en langdurige tyd de procesfen , naar de trein en manier van procedeeren ter rolle, moeten werden uirgevoert, 't geene by haer onmnoglyk kan worden gefuppediteert en afgewagt, en daar ter contrarie by den Militairen Regter kort en onvertogen Regt, ja dat by de policie jaren duurt, daarin twee cl drie weken word a/gedaan, buiten merkelyke koften; want gem. HaerEd. Mog. de Heeren Raden van State, nog verder, tot faciliteringe van de Juftitie en wegneminge van \ alle abuyfen, foo in civiele als crimineele fa-  96 NALEZING van STUKKEN. laken, by der fel ver Refol. van dato 28 Juny 1711. hebben verllaan, dat de Officieren niet fullen mogen trecken tot lallen van partyen over hare adfiftentie in den Krygsrade, en befoignes, daar uit refulteerende, daar in tegendeel alles by de policie moet werden betaalt, ende belangende het verfoek van gem. Fiscaal, omme te hebben difpofitie op fyn ingegeven memorie tegens den Krvgsraad van 's Bosch , ten reguarde van de nalatenfchap van Gerrit Baron van Poelgeest, en bygevolge ook in defe, ten einde het gem. Officie foude mogen weten, waar na het felve fig, tot maintien van Uw Ho. Mo. Refol., fal moeten reguleeren,foo vermeinen de ondergefchrevcne (onder reverente correctie) dat het voorn. Officie Fiscaal daar in genen deele te pasfe komt, dewyle de Auditeurs in de Guamifoenengehouden fyn, omtrent de Militie en in alle faken,daar aan dependeerende,Uw Ho.Mo.Regr. en dat van gem. Haer Ed. Mog.de Heeren Raden van State, aan dewelke fy verantwoor ding moeten doen, te maintineeren endoen maintineren , foo vertrouwen wy, dat Uw Ho. Mo. alles overwogen hebbende, en confidereerende, dat den Militairen Regter fo wel van Uw Ho. Mo. als Souverainen van den Lande, getrouwe onderdanen en afhanklyk fyn, als wethouders in de Steden, geene bedenklykheid fullen maken , omme de refpecfive Krygsraden te laten in haar oude Posfesfie en Regt, en vervolgens den voern. Fiscaal en alle anderen te ordonnee- ren  tot de MI LIT. JÜRISD. &t. jff ren,van de voorf Krygsraden in'ttoekomende ' niet alleen in defe, maer ook in alle andere faken ongemolefteert en ongeturbeert te I laten , foals Uw Ho. Mo. na derfelver gewone wys en regtmatigheid lullen bevinden te 'behoren , 't geene de ondergefchreven feer onderdanig verfoeken ; waar mede wy vertrouwen aan Uw Ho. Mo. beveelea te hebben voldaan, en verbly ven enz. Bergen op Zoom den 21 July 1716. (was geparapheert) Doetinchem (en get.) L. van Sambeek, Aud. Mil. XLII. EXTRACT uyt het Regittef der Refolutien van de Ho, Mo. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Sabbathi den 25 July 1716*. Ontfangen een Misfive van den Krygsraad van "t Guafnifoen van Bergen op Zoom, gefchreven aldaar den si defer, houdende, ingevolgen en tot voldoeninge van H. H. M. Refolutie van den 11 daar te voren , derfelver berigt op de Memorie van her Officie Fiscaal van den Rade en Leenhove van Braband klagende, dat de voornoemde Krygsraad een faak wegens de nalatenfcbap van Joachim Smits,in fyn leven Lieutenant ia Nal. Il Deel. G 't  $8 NALEZING van STUKKEN. 't Regiment van den Generaal Major Baron vanRegteren,fig hadde aangematigd,waervan egter de directie competeeren foude aan den Geregte der voorn. Stad Bergen op ten Zoom. Waer op gedelibereert fynde, is goedgevonden en verftaen, dat Copye van de voorf. Misfive geilek fal worden in handen van de Heeren Ham en andere H. H M. Gedeputeerden tot de Militaire Saeken, om met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad vanState,en uitdenRaadvanBraband, by haerE.felfs te nomineeren, te vifiteeren examineeren , en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen. XLiir. ADVIES van den Advocaat Fiscaal van Brabant W. van Erpecum op 't Subject, van de Jurisdictie van de Krygsraden in Braband, in materie van gemeene Delicten- in dato 19 Sept. 1719. Aan den Ed. Rade van Braband, EDELE MOGENDE HEEREN! Ïngevolgen van het Appointement van defen Ed. Rade in dato den 5 Sept. deles jaars 1719, fo is in handen van den Advocaat Fiscaal van defen Ed. Rade gefield eene Relblutie van Haar Ho. Mo. de Hee-  tot de MTLIT. JURISD. &c. Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden van den 28 Auguft. 1719 beneffens Copie van zekere Misfive , aan H. Ho. Mo. gefchreven door den Prefident en andere Schepenen der Stad Breda op den 24 van de voorf. Maand Auguftus, welke Copie Misfive by de voorf. Refolutie van H. H. M. verdaan was, dat gefonden zoude worden aan UEd. Mog., om derfelver berigt daar op aan H. H. M. te laten toekomen; houdende de opgemelde Misfive en Refolutie, dat den Heer vanDuyvenvoirde in qualiteit als Drosfard en Schout der Stad en Baronnie van Breda voorn, aan gemelde Prefident en Schepenen op den 22 van de maand ]uly voorleden hadde verthoont, dat op den 17 daar te voren Matth. Gregoïius Stoot, Scherpregter der voornoemde StadBreda, door N.Matthei, Cadet onder de Compagnie van den Capitein Holtman, DirkSent,GranadierindefelveCompagnie,en door Theodorus Emmerik, Cadet in de Compagnie van den Collonel de Bringues,allé drié in het Regiment van gem. Collonel Bringues, aldaar in Guarnifoen leggende, zeer moorddadig was gewond, foodanig dat defelve aanlïonds daar aan was overleden, verfoekende, dewyl de voornoemde Perfonen waren gevlugt, haar decreet, om defelven daar over by edicte te mogen indagen, en voorts tegens defelven crimineellyk te procedeeren, hebbende ten dien einde aan haar door desfelfs Stadhouder Pieter van Bernage doen verthonen de G z in-  ïo» NALEZING van STUKKEN ingenomcne informatien, mitsgaders fekere Misfive van den opgem. Advocaat Fiscaal gefchreven, door ordre van UEd, Mog. in dato den 5 July 1719 , in fubllantie houdende, dat de Commandeurs met den Krygsraden in de Steden de Militaire Jurisdictie niet verder mogen gebruiken en extendeeren, als over nalatigheid en overtredinge in Togten en Wagten, overgaan tot de Vyand, deferteeren van de Compagnien, overloop van de eene Compagnie in de andere fonder Paspoorten , mitsgaders over de excesien en delicten , die de Soldaten onderlinge, of den een tegens den anderen fouden begaan, en dat verders 0ver alle laken, hetzy crimineel, of civiel, de Militaire Perfonen fyn apprehenfibel, convenibel, jufticiabel en executabel by den civilen off politicquen Regter; dat de gemelde Schepenen derhalven ook geene fvvarigheid hadden gemaakt, om het voorn, decreet van indaginge 'te verleenen. Dat daar op den Raad van State by derfelver Refolutie van 11 Aug. 1719 haar hadden aangefchreyen,datzy Schepenen welgemelde Raad van Staten zouden hebben te informeeren van de redenen, die haar bewogen hadden tot het verleenen van dagvaardinge tegens Militaire Perfonen, daar by, alsmede by derfelver Refolutie van den 25'july 1719 aan den Generaal Major de Villegas op dat fubjeft gefonden, niet duyfter te kennen gevende, dat welgem. Raad van Stateoordeelde, de judicatuyre en indaginge van  tot de MILIT. JURISD. &c. 101 van Militaire Perfonen in deSteden, onderde Generaliteyt reforteerende, teCompeteeren aan de refpective Krygsraden, en niet aan den politicquen Regter, voornemens fynde alle nieuwigheden, daaromtrent ondernomen werdende, tegen te gaaneneflicacieuslykte beletten. Dat wyders gemelde Schepenen over het point van jurisdictie niet gaarne fouden handelen tegens de Placaten van den Lande , of daaromtrent incurreeren de indignatie van een der beiden voornoemde R.aden5 verfoekende dat H. H. M. als Vaders, Wetgevers en Souverainen, derfelver fpoedige Refolutie aan haar geliefden te laten toekomen , hoedanig fy zig voor jegenswoordig in het voorf, geval en voor het toekomende in diergelyke andere gevallen fouden hebben te gedragen. En omme derhalven in de voorf fake tot nakominge van UP2d. Mog. opgém'èlte appointement den Raad te die'nen y$n fyne fchriftelyke confideratien en advys ; foo foude de opgemelte Advocaat Rsca I in defelve fake, onderreverente correctie, van advys fyn: Dat by de opgemelte Schepenen van Breda wel en te reghte geprocedeert is, als zy in het voorf. geval aan den Meerevan Duyvenvoirde, in quaïïteit als Droèfard en Schout derStad enBaronnie vanBreda,hebben verleend het voorn, decreet van indaginge;en dat het eene wenfchelyke faak voor de Juftitie fal wefen., foo wanneer Haar Ho. Mo. by defe occafie nader foude gelieven te G 3 y&ï-  ioa NALEZING van STUKKEN. yerftaan, hoe verre de judicatuyre en indaginge van Militaire Perfonen, onder de jurisdictie van defen Ed. Rade in Braband, aan de refpeétiveKrygsraden of aan den politiquen of civilen Regter is competeerende. De redenen, Ed.Mog.Heeren, waaromme de gem. Advocaat Fiscaal, onder reverentie, van gedagten is, dac door Schepenen van Breda in het voorf. geval wel en te reghte is verleend het voorf. decreet van indaginge,beftaanhierinne :Eerftelyk,dat in het felve geval buiten alle conteftatie is, dat de opgem. Moord door de voorn, drie Soldaten aan den Scherpregtcr Matthseus Gregorius Stoot, die geen Soldaat was, gepleegd, niet en is een delict um Militare, maar een commune deliclum, Sande in decif. Frif. Lib. i. 'Fit. i def.^.en uytwyfende fulks onder anderen feer uitdruklyk ae Refolutie genomen by de gefamentlyke Bondgenoten , op de grote Saai alhier in den Hage op den 05 Maart 1651, alwaar geipeciiiceert wordende al het geene tot de Militaire Jurisdictie is behorende, niet gewaagd word van een Manflag , door een Soldaat aan iemand, die geen Soldaat is, gepleegd, maar alleen gemeld worden defe navolgende faken : alsnamelyk nalatigheid en overtredingen in togten en wagten , overgaan pan den Pyand, defer tien van de Compagnie», pverloop van de eene Compagnie tot de andere fonder P'aspoort,mitsgaders excesfen endeliclen, die de Soldaten onderlinge, of den , een tegens den anderen fullen komen te begaan, en Nota vor4.ers nleu " Waar  tot de MILtT. JURISD. &c. 103 Waar by komt in de tweede plaats, dat gelyk het wel regtens is, quod milites rations delicli, qutd militiam concernit , apud magidrum militum funt conveniendi, Carpzov. in Praxi crim. Part. 3 quaft. 10 num. 7y. L. 6. Cod. de Jurisd. onmn. jud. & Sande in duif. Frif loc. fupra cit., het zelve regt ook dicteert, quodmiles, fi quid gravius admiferis t in ea Provincia, in qua repertus est, ibi potna plecli debeat, ubifacinus est admisfum, L. 3 in pr. D. de re Milit., en gelyk gefegt word in L ui. D. de accufat. alterius Provincie reus a' pud eos accufatus & damnatus ,apud quoscrimen contraStum oflenditur, quodetiam in milituius esfe obfervandun, vptimi Principes noflri generaliter refcripferunt; en dat tegens het voorf. regt aan, door H. H. M. aan de Krygsraden in de GeunieerdeProvincien nergens is gegeven demagtenfaculteyt,omSoldaten voor haar te regt te ftellen, die geen Militair, maareen gemeen delict hadden begaan. Dat wyders fyne Majeiteyt van GrootBrittannien Hoogloff. Memorie, 't geene alhier voor een derde reden van het voorf. geadvifeerde bygebragt word, ten uiterftenkundig van al het geen de difcipline Militair was concemeerende, tot een nadre preuve, dat de Krygsraden het regt hier te Lande van H. H. M. nooit gehad hebben, om over Militairen, die een gemeen deliét begaan hebben, te oordeelen, wel van die gedagten is geweest. Dat als een Soldaat een gemeen delict hadde gecommitteerd, defelve daar over by Preventie fo wel voor den G 4 Mi-  ï<»4 nalezing van stukken Militai ren, als voor den ordinaris Regter, behoorde geoordeelt te kunnen worden gelyk daar van'blyken kan uit een brief door Hoogstgedagte fyne Maj. in den Tare 1675 aan de Heeren Staten der Provincie van Utrecht gefchreven , dewelke geallegeerd word by den Heer Voet ad Tit k de judic. n. 104. maar dat felfs niet komt te conlteeren, dat fodanig een Preventie in het voorf. geval by eenige Wet, of Refolutie van den Souverain foude fyn geaccordeert en toegeftaan. Dat in de vierde plaats uit de voorf. ge allegeerde pasfage van Sande in fyne Deciji. en , en uit Groenewe?. ad L. 6. C d? jurisd. omn jud. wel te fien is , dat in den jare 16^3. door het Hof van Friesland, en in den jare 1640 door het Hof van Holland ^.v - an' dat in twee gevallen, daar een Militair een gemeen delict: hadde begaan Preventie plaatfe behoorde te hebben; maar dat, als wanneer gereflecteerd werd op het gene rakende de gemecne Delicten, door Militairen gepleegd, te meermalen by H. H. M. gerefolveert is, als dan fal bevonden 7r£eVi,dat als *«Mren een gemeen deliét hadden begaan , en dat die faken gebragt wierden ter kennisfevan H. H. M. de Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, in fulke gevallen iterativejyK , en ielfs in feer ampele en generale termen is gerefolveert en veritaan, dat de potttcqueRegters waren decompetenteRegters van alle Militaire Perfonen in materie van delhen, die niet  tot de MILIT. JURISD. 105 niet Militair ?;y»;gel y k daar van onder and eren is eene notable Refolutie van H. H. M. in daro 17 Jan. 1674, genomen op 't fubject., dat eenige Soldaten binnen 's Hertogenbosch aan Martinus Ackersdyck, Stadhouder van den Hoogfchout van de Stad en Meyerye van's Hertogenbosch, ïnhetftoren van een Pausgezinde Vergaderinge of Conventicul, hadden gedaan eene feitelyke refiftentic, in welke voorf. Refolutie nog gemeld word van eene voorgaande Refolutie van H. H. M. van den 22 April 1670, op diergelyk fubjeet genomen, en gelyk op dat refpeót mede klaar fpreekt eene andere Refolutie van de Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden van dato den 26 Febr. ió^q, by dewelke verftaan is, dat twee Soldaten van het Guarnifoen tot Roermonde, onder drie of vier perfonen geweld en huysbraak hebbende gedaan in feker huys tot Diefen, en in het felve huis dief Hal hebbende gepleegd, daar over fy geapprehendeert waren , en Hoogfchout der Stede 's Hertogenbosch de voorf. deiinquanten en gevangenen foude te regt {lellen voor den politiquen Regter , fülks en daar het behoord , en jegens defelven te famen, en in het byzonder, prócedeereri en doen procedeeren, ende defelve vervolgens doen rlraifen. Kunnende voor een vyfde reden , tot confirmatie van het voorf geadvifeerde, mede genoteerd worden den inhoud van de Refolutie op den 25 Maart 1651. by de gefa. G 5 ment-  106 NALEZING van STUKKEN. mentlyke Bondgenoten op de grote Saaie in den Hage genomen , dewelke hier voren aangehaalt is, om aan te tonen , welke faken tot de Militaire Jurisdictie zyn gehorende of niet, en in defe termen is leggende: dat de Commandeurs, met ae Krygsraden in de voornoemde Steden, de Militaire Jurisdiclie niet verder fullen mogen gebruiken, nog extendeeren , als over nalatigheid en overtredinge in togten en wagten , overgaan aan den Fyand, defertien van de Compugnien, overloop van de eene Compagnie in de andere fonder Paspoort, mitsgaders over de excesfen en deliSten, die de Soldaten onderlinge of den eene tegens den andere fullen komen te begaan, en 'vorder niet; invoegen, dat over alle andere faken, fy fyn dan crimineel of civiel, de Militaire Perfonen apprebenfibel, convenibel ,jufticiabelen executabelfullen fyn by den civilen of politicquen Regter; En daar by wydcrs gevoegd werden, dat als gereflecteerd werd op de vooraangehaalde Refolutien van Haar Ho. Mo. en byfonderlyk op de voorf. Refolutie van 17 Jan. 1674., daar uit niet fonder fundament mag werden geconcludeert, dat de voorgemelde Refolutie van 25 Maart 1651 fprekende van Steden, of, gelyk daarin ftaat, van de voorn, of voorgemelde Steden, generaal fonder onderfcheid van eenige Steden in de Geünieerde Provinciën moet verftaan worden , en dat vervolgens de voorf. Refolutie, gelyk op dit refpecf het begrip is van Haer Ed. Mog. de Heeren Raden van State der Vereenigde Nederlanden, niet alleen moet  TOT DE MILIT. JURISD. &c. 107 moet opgevat worden te fprekeu van Steden ftem in Staat hebbende, dewyle immers de Steden in Braband geene ftem in Staat hebben, en dat H. H. M. nogtans by hare ophemelde Refolutien genomen by occaue vïn gevallen, binnen *s Bosch gebeurd en fpeckal by de voorf. Refolutie van den 17 Tan. 1674, pofterieur aan de getuelde Refolutie van den 25 Maart 1651 , fo duydelYk en in 't generaal hebben verklaard dat de politicque Regters zyn Regtersvan alle Militaire Perfonen in materie van dehtlen, ate niet Militair zyn . , Behalven dat als de woorden m de voorn, of voorgem. Steden geinflueert mde voorf Refolutie van den a5 Maart 1651 ftriftelyk op het geene m antecedent^ gefield was , foude moeten geapphceeit worden, dan door defelve voorn, of voorgemelde Steden alleen fouden moeten verftaan worden de Steden daar te voren van f^ktn was; het geene H. H. M. bevinden zullen te wefen de flemmende Steden m * ^SS van Gelderland , en mitsdien met feeluiie van alle andere, het zy ftemmenae of geen Hemmende Steden, in de Geünieerde Uq vincien, waar inne de krygsraden vei volgen eene ampelder en breder Junsdiche fouden mogen exercecrctu, alsinde vomf Refolutie ftaat uitgedrukt, t geene Qflder reverentie vermeynd werd de uuentie yan de gefamentlyke bondgenoten 8W»Wg geweest te zyn, en het welka met ioveel w meer redenen mag gemeent women, aL mt u  io8 NALEZING van STUKKEN voorf. pofterieure Refolutien van H. H. M, komt te blyken van wat gedagten H. H. M. omtrent de Jurisditie van de Krygsraden in pofterieure voorvallende faken geweest zyn. Waer mede fo vertrouwd word, geallegeerd zynde, het geene ter materie diend, om aan te tonen, dat door Schepenen van Breda wel en te regt is verleend het opgem. decreet van indaginge, fo fpreekt het nu wyders van felve, dat het eene wenfchelyke fake voor de Juftitie fal wefen, fo wanneer II. II. M. by defe occaue nader fouden gelieven te verftaan, hoe verre de j udicatuyre en indaginge van Militaire Perfonen in de Steden, resforterende onder de Jurisdictie van defen Ed. Rade, aan de refpeclive Krygsraden of aan denpoliticquen of civilen Regter is competeerende, niet alleen, om dat als fodanige zaken quaeftieus worden , de Juftitie daar door in haar loop belemmerd word, ende misdadigers niet naar behoren konnen vervolgt worden ; nemaar mede om datdeKrygsraden figonderhetresfort van defen Ed Rade in Braband, onaangefien de boven geallegeerde redenen en Refolutien, van tyd tot tyd in allerly zaken hebben getragt eene Jurisdictie aan te matigen, die fig meerder extendeerde, als aan haar uitgegeven was, in lo verre felfs, dat by Refolutie van H. H. M. van dato den 21 Jan 1704. gedeclareert, goedgevonden en verftaan is: dat nademaal by experientie bevonden voierd, dat zelfs veele civile faken, tot as ordinaris Juftitie fpec-  tot de MILII. JURISD. 109 ,fpe&eercnde, door abuis of oosjuykinge van den ordinaris Regter van defelve wierden afgetrokken , en gelragt aan den Krygsraad, alle civile faken, waar in da Inge jet enen defer Landen fyn geconcerneerd, moeten gsbragt worden voor den ordinaris en compeienten Rcghter, en niet voor den Krygsraad, die in defe faktn geen Jurisditlie heeft. En dat bovendien, als wanneer den Krygsraad ook. daar toe hadde kunnen komen van in den Jave 1705 binnen *s Hertogenbosch voor haar te regt te willen ftellen fokeren Joost Canters, Borger van defelve Stad, die befchuldigd fynde, van een Partifan uit den dienst van den Staat te hebben willen debaucheeren, daar over in appreheniie genomen en by den geweldigen Pro"oost, binnen de voorf. Stad van 's Hertogenbosch gedetineerd was, H. H. M. by dei fel ver Refolutie van den 3 July 1705 hebben goedgevonden en verftaan , dat gem. Joost Canters fouae moeten worden te reght gefield veor wetbouderen van 's Hertogenbosch; behalven dat tot confirmatie van het voorf. geadvifeerde op het felfde refpect dit advies daar mede in de laatfte plaats kan beiloten worden,dat de Krygsraden onder het resfort van defen Ed. Rade mede telkens in voorvallende occafien fig felven aanmatigen de directie en beforginge over geabandonneerde en infolvente Boedels van militaire Perfonen, die in de refpeétive Guarnifoenen in Braband, onder de Jurisdictie van UEd. Mog. „ gcabandonneert worden en infolvcnt vallen. Welke materie ins-  iio NALEZING van STUKKEN insgelyks op eene Memorie van het Officie Fiscaal van defen Ed. Rade, aan H. H. Mog. overgelevert, by derfelver Refolutie van den 17 Dec. 1715 commisforiaal gemaakt en tot nog toe ongetermineert gebleven is. Aldus geadvifeert binnen s Gravenhage defen 19 Sept. 1719. (get.) W. van ERPECUM. XLIV. ËXTRACT uyt de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Raaden van Staten der Vereenigde Nederlanden. Donderdag den 7 Juny 1731. Ïs gehoort het Raport van de Heeren' Jonk en andere Haer Hoog Mogende Gedeputeerden tot de Militaire faaken, hebbende ingevolge en tot voldoeninge van derfelver Refolutie Commiforiael van den 19de der voorleede Maand, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uyt den Raed van Staaten geëxamineert de Misfive van de Magiftraed der Stad Grave van dato den 15 daar te voren aan Haer H. Mog. kennis gevende hoe dat fekeren Wenfel Kleyn, Soldaat in het Rcgement van Haerfolte, in de Compagnie van den Capitaia Hen-  tot be MILIT. JUR1SD. &c. 111 Hengel, fig geenguageert had, en genegen was, fig in den Huwelyken Staed tebegeeven met een Maria Catryn Haaft, daar toe den Capitain geen confent had willen geeven , om redenen in de voorfz. Misfive ter neergefteld, dat de infchry vinge voor den Krygsraede gefchiedt zynde, door den Major van het Regement uyt hoofde van het gebreck van den Capireins confent' de voortgang der Proclamatien waeren geftuyt ; verfoekende gemelde Magiftraed, Haer H. Mog. Refolutie hoe haar in dit en andere diergelyke gevallen te .gedragen breder in voorfz Misfive en in de hotorialen van den 19 laatstleden vermeld. Waar op gedeiibereert is goedgevonden en verftaan dat volgens het 39 Articul van het Eghtreglement gearrefteerd den ï8 Maart 1656, den Capitain gehouden is aan gemelden Soldaat Wenfel Kleyn Confent te geevcn om te mogen trouwen of goede reeden te gee'ven van fyn weygeringe, het oordeel daar over latende aan de geene daar by de infchry vinge gedaan word , dat dog foo veel het toekomende aangaat, aangefien ten tyde als het voorf Eghtreglement gemaakt is niemand tot Soldaat mogt worden aangenomen als voor fyn geheele leven en integendeel federt het emaneren van het voorl. Reglement by Refolutien van Haar H Mog. van den r 3 November 1726 is gepermitteerd om briefjes te mogen geven, voor den tyd van fes jaeren. En bovendien by Refolutie van den Raad  lis NALEZING van STUKKEN Raad van Staaten van den i Maart 1745» I 25 November 1726 en den 14 Febr. 1736 onder anderen is vastgefteld, dat aan geen Soldaat fes jaaren gedient hebbende affcheyd fal mogen werden geweygert, wanneer hy in fyn plaats prefenteerd een ander bequaam perfoon, of in den tyd van Vreede 20 Rixdaalders en in tyd van Oorlog 25, ter keufe van den Officier is goedgevonden en verftaan dat by provifie en alleen ter tyd toe, dat de voorf. Refolutie i fullen bly ven ftand grypen, geen Officier in j de plaetfe, daar het voorf. Eghtreglement j geobferveert moet worden genootfaakt fal 1 kunnen worden reden te geven van het * weygeren van het vereysde bleyk om te mogen trouwen aan een Soldaat die geen fes jaaren ónder defelve Compagnie fal ge- \ dient hebben , en fal extract van defe 1 H. Hoog M. Refolutie gefonden werden aan den Magiftraat der Stad Grave,alsmede s aan den Krygsraad aldaar, om haar daar j naar te reguleeren. Én fal gelyk ' extra& t gefonden werden aan den Raad van Staten 1 om te ftrekken tot derfelver naerightinge, en te doen aghtervolgen. F. FAGEL. Was geparapheert ut M. L. SINGENDONK, XLvJ  tot de MILIT. JURISD. &c. k£ XLV. RESOLUTIE van H. Hoog. Mog. omtrent 't aannemen der Roomfche Religie. Op ,dato den 21 Maart 1738 heeft den Commandeerenden Officier van 't ReIgiment van den Colonel van Keppel, een (Refolutie ontfangen van Haer H. Mogende. I Waar op gedelibereert zynde is goedgepvonden en verftaan, dat als een Generaale len Permanente Wet geftatueerd en vastgefteld fal werden,fooals geftatueerd en vastgefteld werd mits defen , dat alle Militaire | Officieren, zynde in eed en dienst van Haer H. Mog. welke ten tyd van haere aenftellinge als Officieren, Profesfïe gedaan [hebben van de waére Gereformeerde of Proteftanfche Religie , of defelve toegedaan, en daar in opgevoed fyn geweest,en welke naderhand haer Religie verfakende : komen aan te neemen de Roomfe Religie, 1 of fig in Huwelyk te begeven met Vrouwen van de Roomfe Religie, met de daar fullen , vervallen wefen van de Militaire Charges, welke fy bekleden. Was geparapheert T. van AYLVA ut. En getekent F. FAGEL. NaL II. Deel II XLVI.  ïi4 NALEZING van STUKKEN XL VI. EXTRACT uyt het gebefoigneerde \l. van 't Gecombineerde Collegie binnen I Zutphen. Martis den 30 September 1738. Maer Ed. Mog. hebben ter occafie van voorf. beright, en daar van gegeeven informatien, fchoon by Refolutien van den 29 April 1738 waer vastgefteld, dat alle Regimenten ter repartitie defer Provintie alle twee jaeren foude moeten monteereri, goedgevonden dat wanneer de refpective Regimenten ingevoJge de'voorn- refolutie foude moeten monteren, de Hooftofficieren en Capitains fig by Requefte addresfeerende aen de Cameren binnen welke Quartier haar monteringe moeten beftellen , ten eynde de monteringe tot en met expiratie van derde half jaar compleet foude mogen doen en leveren, dat de refpective Cameren yder in I haar vry fal itaan fulx te mogen accordee-1 ren , foo noghtans alle op eene egale'1 voet , te weeten , dat de monteringen!; vaardig en uytgegeven moeten weefen, met I expiratie van twee jaar en een half , en | dat de refpective Hooftofficieren op haeren 1 Eed aen den Lande gedaan, fullen hebbenI forge te dragen dat 't profeyt van dien I werkelyk werde geimployeert-tot dienst en i nut van de Soldaten. XLVIL 1  TGT DE MI LIT. JURISD. &c. lts XLVII. ÉXTRACT uyt het gebéfoigneerde van 't Gecombineerde Collegie binnen Zutphen. Lunte den 6 O&ober 1738. Ïngekoomen en ter Vergadering geleefen zynde de 3 Maandelykfe Lyften van de res« pective Regimenten ter repartitie deferPro» vintie en by examinatie van defelve bevonden, dat in conformité vanHaerEd.Mog.laafie gegeven ordres, defelve Regimenten Compleet waeren, en daarop geen manquerent Manfchapliet vinden, als die binnen voorn. 3 Maanden gedeferteert,geftorven of gelicentiéerd waeren, edog'tformeeren van dieLyllen by alle Regimenten niet se gaal waar gedaan,en datfommige by de prefente Hooftofficieren ai. leen en andere meten neffens prefente Officieren waren;ondertekent. Datookde Lyftenby hetRegiraent van den BrigadierHaerfolte van Yers in een nette diftincle order waer gefteld. Hebben Haer Ed. Mog. naai vorens genoegen genomen te hebben in 't accuraat nakomen van derfelver ordres, omtrend het Compleet houden van de Regimenten goedgevonden* dat deLyften voortaen by alle Regimenten en Compagnien op een agaalen voet en order fullen worden overgefondenaandereipeetiveCameren|alle3Maenden,en dat die felveLy. ften fullen moeten onderteekent weien door H s dg  i\6 NALEZING van STUKKEN deprefenteHooftofficieren enCapitaïns ofCapitain Lieutcnants en niet door mindere Officieren fchoon de Capitains van de Compagnien abfent moghten weien. Dat te dien eynde een Copye van de overgefondene Lyst van 't Regiment van den Bregadier Haerfolte aan ieder Regiment fal werden gefonden, met ordre om dien conform haar Lyften in 't gevolg te formeeren, met byvoeginge daar en boven in de Lyfte tegen ieder Compagnie den Datum wanneer een Soldaat of Ruyter gedeferteert, gelicentieerd of geftorven is, als meede van de Paarden wanneer verkoft of geftorven fyn , en dat de verklaring op de voornoemde Lyfte gefteld mede lullen hebben te volgen, en daar op de ondertekening als vooren hebben te doen, en hebben Haar Ed. Mog. mede verftaan, dat op de tweejarige Lyften na de monteringe mede fal moeten gefteld ■worden, wat tyd de monteringe hebben gedaan en op wat Quartier. XLVIII  tot de MILIT. JURISD. &c. 117 XLVIIL EXTRACT uyt het gebefoigneerde van het Gecombineerde Collegie op den Ordinaris Landdag binnen Aernhem. Jovis den 18 Oétober 1739. Maer E. Mog. by Refolutie van den 3 Mey 1733 gereguleert hebbende het Compleet houden van de Compagnien foo te Paerd als te Voet, ter repartitie defer Provintie ftaande, en uytVerlecfmg van de Requefte van den Coionel von Keppel en Major Menther gebleeicen zynde, dat omtrend het remplaceeren en aenkoopen van Paerden in plaetfe van die welke komen te fterven of door gebreken verkoft worden geen vafte ordre was beraamt , is nae deliberatie goedgevonden en verftaan,dat een Ruyter in de Maande» April of Mey fyn Paerd komende te fterven of door ouder-dom en andere gebreken te verkoopen, tot aankoop van een nieuw Paart door den Ritmeefter fal gecontribucert werden tien Rixdaalders, en door ieder gemeen Ruyter een halve Rixdaaïdcr, dat den Ruyter fal werden gehouden te Voet tot den 25 Maert daar aan volgende, en de Gage daer vooringehouden wordende, als mede het Montant van de Cooppenningen van het verkofte Paerd insgelyks befteed worden tot betaclinge van het nieuwe aengekofte Paerd, H 3 voort*  i 18 NALEZING van STUKKEN! voorts het geene daer aen nog mogte ontbreeken op rekeninge tot lafte van den Ruyter gefteld worden, foo noghtans, dat wanneer immediaet voor de 3 Maendtlyke Lyst van den 1 April een Paerd moghte komen te fterven , fodane manquerende Paerd in dat voorf. geval voor den 1 July daar aen volgende fal moeten geremplaceert fyn, en fulx alles by pcene in Haer Ed. Ivlog. Refolutie van den 3 Mey 1738 geftatueert, en fal Extract van defe Refolutie gefonden werden aan den Colonel von Keppel, ten einde fyn onderhebbend Regiment fig daer nae fal hebben te reguleeren. Pro vero Extractu. D. V. RUYVEN, XLIX. EXTRACT uyt de Refolutien van de Edele Mogende Heeren Raeden van Staate der Vereenighde Nederlanden. Donderdag den 31 Maert 1740. ^Ts gehoort het Rapport van de Heeren n van den Broek, Bodel Thefourier Ge- e ne'rael de La Basfecour en Secretaris van der ! Hoop, bi  tot de MUIT. JURISD. &c. 119 Hoop , hebbende ingevolge van haar Edele Mog. Refolutie van den 11 defer geëxamineert een Misfive van den Prins van Holftevn Generaal van d' Infanterye en Gouverneur van 's Hertogenbosch, gefchrecven aldaer den 8 daer te vooren , houdende fyne Confideratie op wat weyfe foude kunnen v/orden voorgekomen de excesfen cn moetwilligheeden, die voornaementh 1c den Platte Landen door de Soldacten met verloff uyt haer Guarnifoen fig abfenteerende werden begaen. Waer op Gedelibcreert zynde is goedgevonden en vertlaen, dat in. de Pasfen, welke aen de Soldaaten werden gegecven, om fig eenigen tyd uyt haeren Guarnifoencn te bcgeevcn, voortaen fal moeten werden uytgedrukt; ;de naam van de Stad of Dorp, waer nae toe den felven voorneemens is fig te bcgeevcn; ten anderen dat van nu voortaan de Soldaaten met verloff fig abfenteerende van haareRegementen , gehouden fullen fyn by haer aenkomst in de Dorpen of andere Flaetfen ten Platte Lande over te geeveri haere Pasfen in handen van den Drosfaerd, of Schout, die gehouden fal fyn de voorfchreeve Pas van den Soldaatby fyn aenkomst over te neemen, en aen den felven by fyn vertreck de pas aanftonsjteReftituééren ,[fonder daer voor ietwes hoegenaamt te genieten, en fal Ex; tract van defe Refolutie werden gefonden aan de Hoog enLage Schout der Stad en Meierye van 's Hertogenbosch , aan den Drosfaerd der Stad en Baronnye van Breda en H 4 de  ibo NALEZING van STUKKEN de Refpective Drosfaarden van het Marquifact van Bergen op Soom, metLastom dele Refolutie te doen publiceeren daar fulx noodig en gebruikelyk is; en fal gelykExl traét van deefe Refolutie worden gefonden aen de Refpe&ive Colonellen vandeCavallerye,Dragonders en Infanterye van den Staet als meede aen de Gouverneurs Commandeurs, mitsgaeders aen de Auditeurs Militairs, foo in de Steeden van de Bariere, als in de Frontieren, om te ftrekken tot naerightinge, en fig daer nae te reguleercn, mee recommandatie aen de voorn. Gouverneurs, Commandeurs. Collonellen en Auditeurs Militair, om op de informatien, welke door de Refpective Drosfaarden enSchouten, haar lullen werden toegefonden wegen de Miscomportementen der Verloffgangers behoorleyk reflectie te maeken. Was geparapheert J. A. CRAP, ut. Onderftond Accordeert met het Regifter. En getekent A,. VAN DER HOOP;  TOT DE MILIÏ. JURISD. «CC !2Ï L. EXTRACT uyt de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Raaden van Staate der Vereenigde Nederlanden. Dingsdag den 7 Maert 1741. Is gehoort het .Rapport van de Heeren Vereist, Thefourier Generael de La Basfecour, en Secretaris van der Hoop, de Heer van Pallant jhaer Meedecommis faris abfent zynde, hebbendeingevolga van haer Edele Mogende Refolutie van den 28 der gepasfeerde maend February, geëxamineert een Memorie van Willem Mouiits Grave van Nasfouw, Lieutenant Generael van de Cavallerye, houdende in fubftantie, dat in het gepasfeerde jaer 1740 tot Zwol een Ruyter van het Regement van wylen den Lieutenant Generael van Nasfouw la Lek geflraft is geworden met defpitsroeden, door een gecombineerde Parade van Ruyter s en Soldaten, dat het felve ftrydig is met het oude gebruyk en niet anders kan verwekken dan twist, tweedragt, en verbittering onder de Militie, dat dit ook foo fchyndt begrepen te fyn met relatie [tot de Dragonders, als zynde by Refolutie van haer Ed. Mog. van den 27 Juny 1716 verftaan, dat de Dragonders fullen worden geftraft met de fpitsroeden door Dragonders alleen, en niet H 5 door  13 2 NALEZING van STUKKEN. door haer en de Infanterye gefamentlyk, en devvyl de Cavallerye veel minder betrecking heeft op de Infanterye, als de Dragonders, hy Lieutenant Generael vermeent dat de gemelde wyfe van ftraffoeffening ook foo veel tc minder kan plaats hebben onder de Ruytcrye, geevendc in bedenking, of niet haer Ed. Mog. foude gelieven vast te Hellen en te ordonnecren dat voortaan geen Ruyters fullen geftraft werden dan door Ruyters alleen. Waer op Gedeliberccrt zynde is goedgevonden en verftaan, datRuytersgecondemneert werdende omteloopen, door de Steegriemen, de executie fal gedaen worden door de Ruyters alleen, en niet door haar e» door de Infanterye gefamentlyk, het welk van gelyke fal geobferveert werden onder de Infanterye. En fal Extract van deefe Refolutie werden gegeeven aen den Prins van Hesfen, Generael van dc Cavallerye en aen den Prins van HolfteynBeek, van Pallant enColyear, Generaels van de Infanterye, om te ftrecken tot haer naerighte, alsmede aen de Refpec > tive Gouverneurs en Commandeurs van de Stceden in dc Barrière en Frontieren van den Staat, om fig daer naer te reguleeren. Was geparapheert A. van der DUYN, ut. Onderftond Accordeert met het Regifter. En geteekent A. van der HOOP. I ï,  tot de MILIT. JURISD. fcc. 123 LI. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Jovis den 29 Auguftus 1740. De Heer Schimmelpeuninck van der Oye, heeft ter Vergadering bekend, dat op gifteren avond by zyn Ed. nog het Parool gevraagt, nog ook de Raportcedul gebragt" was, dat zyn Ed. in ervaring was gekomen, dat zulks beydewaregefchied aan de H. H. Gecomitcerdens uyt den Raad van Staten tot het vifiteeren der Magazynen hun alhier bevindende, weshalven zyn Ed. hier omtrent was verzoekende de nodige voorzieninge. Waar op gedelibereerd zynde hebben Hun Ed. en Agtb. goetgevonden,vooreerstin den Raad t'ontbieden den Adjudant van het Guarnifoen, dewelke dan daar over gehoort zynde, heeft verklaart, dat het voorgemelde door de Commandant van het Guarnifoen op gifleren avond de Heeren van den Raad hebbende opgewagt civiiiteytshalve was gefchied. En is daar op vervolgens gem. Adjudant gcordonneert , om nu nog op heeden het Parool op nieuw by den Heer Schim penninck te gaan vragen, voorts de Capitain van  H4 NALEZING van STUKKEN van de Hoofdwagt aan te zeggen, om de Raportceduls aan niemand dan aan de Heer Schimmelpennink als oudfte Heer uyt de Magiftraat als na gewoonte toe te zenden. En eyndelyk om dien onvermindert wyders aan den Commandant van't Guarnifoen aan te zeggen, van op morgen ten tien uuren in den Raad te willen komen. LH. EXTRACT uit dc Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Veneris den 30 May 1749. De Heer Burgemeefter Schimmelpen* ninck van der Oye heeft ter Vergadc* ringe voortgebragt, hoe dat de Ondermajor van der VVal even voor de Vergaderinge zyn Edele hadde gezegd; Dat nu voordaan het Parool door den Commandeur zoude worden uytgegeevert,gelykfulks reeds dezen morgen gelchied was. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Haar Ed, en Achtb. goetgevonden door den Ondermajor aan den Commandeur van Lintelo te laaten vragen , dat Haar Ed. en Achtb. wel wenschten te weeten , op wat voet en wiens ordres hy Commandeur het Parool hadde uytgegeeven 5 waar op een wey.  tot de MILIT. JURISD. &c. 195 :| weynig daar na namens den Heer van : I Lintelo gerapporteert is, dat fulks gedaan hadde als Commandeur, doordien luiks m alle de Sreeden alwaar Staten Guarnifoen lag gebruykelyk was. Waar op door den Ondermajor Haer Ed.eu Achtb. aan hem Commandeur hadden laten antwoorden, dat Haar Ed. en Achtb. in die verwagtinge waren, dat de Heer van Lintelo daar in geen veranderinge foude willen maken, al/o het geeven van Parool mop alhier door den Commandeur gefebied was. En is wyders goetgevonden dat Vergaderinge van de Magiftraat, tegens morgen vroeg om tien uuren op den Scheepens Eed zal worden belegd, om op 't gunt voorf. nader te delibereeren. Zullende ondertusfchen daar over een Brief aan Z. Hoogheid worden opgefteld. lui. MISSIVE van de Magiftraat der Stad Zutphen aan Z. H. over 't geven van 't Parool en bewaren der Sleutels. Doorlugtigen Furstl Genadige» Heere Erfftadbouder! Moe zeer wy ook hebben voorgenomen gehad, Uwe H. in deze tyds omftaudighedeu, voor zo veel ons aangaat, te laven buyten interruptie, en met voorbrengen  ia6 NALEZING van STUKKEN gen van affaires niet moeylyk te vallen, zo worden wy nogthans onwillens daartoe genootzaakt, door het geen ons van wegens den Generaal Majoor van Lintelo, oplaast. leden Vrydag, den 30 des gepasfeerden maands Mey, is ontmoet en voorgekomen, hier in beftaande. Dat zyn Ed. als doen, zyne van Uwe H. fub dato den 6 Feb. dezes Jaars verkregene Acte of Commisfie als Commandeur dezer Stad, door den Onder Majoor aan ons in den Raad hebbende doen vertoonen. Wy ter dier occalie wierden geinformeert, datzynEd.heeft kunnen goedvindembereyds dien Morgen zelfs, zonder eenige prealabele Communicatie of Advertentie, het parool uit te geeven ( gelyk dan ook nader hand ter zelveredage, van voor het Huis van den oudften Burgemeeftér Schimrnelpinnink van der Oye, als 't Gouvernement in name van de Magiftraat vertredende, den aldaar ftaande Schildwagt, metremotie van het Schilderhuis, te laten intrekken. Waar op dan het na zig nemen , en bewaren der Sleutels dezer Stads Poorten énwat dies meer is gevolgt. Gelyk wy als nu minst esfentieel Confidereerende, de voorf wyze van vertoninge der Commisfie (zo dog voor dezen door de Commandeurs in perfoon plagt te gefchieden, ook wel met aflegginge te gelyk van des Commandeurs Eedt, van ouds daar toe ftaande) daarom niet gehefiteerd hebfcen zyn Ed. Perfoon voor aangenaam te ■ ver-  tot de MILIT. JURISD. &c. 127 verklaren , en in die qualiteyt te erkennen. Als zullen wy ons ook abftineren.by deezen daarop eenige verdere reflexien te maken, maar liever 't zelve pasfeeren,'t geen zig egter zo wel niet laat doen omtrent het poinct,, „ vandenEedt, als wezende van vry wezent„ lyker belang voor de Securiteyt van de „ Stadt, voor ons, en alle Ingezetenen van „ dien, hoewel zulks om redenen kortheydt lialven, zonder verdere uitbrydinge, aan 't lioogwyfe discernement.en goedvinden van Uwe Uoorl. Hoogh. zuilen laten daargeftelt. En alleenlyk maar de vryheid nemen, van voor te dragen het ftuk, waarop het thans principalyk aankomt zynde het gezven van Parool en bewaaren der Sleutels. Een zaak van zo veel importantie, en waar toe wy van oude tyden of zyn beregtigt, datwy, ontdekkende, daar in te zullen worden geturbeerd, niet hebben vermogen ltille te zitten, nogte het zelve als ongemerkt kunnen laten voorbygaan. 't Was dan om die redenen, dat wy terftond den Commandeur, in wiens acte, wy niet ter waereld hadden gevonden , 't geen hem tot ietwes vorders, dan vorige Commandeurs hebben gehad, ofte geëxerceert, kwam te magtigen , lieten verfoeken ons te willen informeren, op wat fundament of fpeciale ordre zulks kwame te doen. Waar op, zonder eenige demonftratie, door dezelfde onder Majoor ons niet anders tot  ia8 NALEZING van STUKKEN tot antwoord liet toekomen, dan dat zulks gebruikeiyk was, in alle plaatfen alwaer Staten Guarnizoen was liggende. Gelyk wy nu als door den Schepens Eed, tot yoorftand onzer Stads Rechten en Privilegiën wezende verbonden, en deswegens voor onze Burgeren en Ingezetenen, ook voor de Pofteriteyt refponfabel, hier op niet hebben kunnen acquiesceren,zozyn wy onvermydelyk geobhgeert geworden, dezen aangaande onze refpe&ueufe Remonftrantien aan Uwe Doorl. Hoogheid te doen, en 't nodige redres daar omtrent te verzoeken. Wy betuigen Doorl. Hooggeb. Furst, dat het zo verre daar Van daan is, dat wy dezen door Uwe Hoogheid aangeftelden Commandeur, t'eeniger tyd, of in eeniger maaten, zouden zoeken te contrecarreren, ofte hem de minfte ftrèrnminge in de exercitie fyner functie toe te brengen, veel min daar omtrent ietwes ondernemen, 't geen aan Uwe Doork Hoogheid zou konnen onaangenaam voorkomen, dat wy integendeel , vaardig, en ten vollen bereyd geweest zyn, en ons al nog vaardig en genegen vinden, met denzclven, dien wy hadden gewenscht, dat daar toe by het aanvaerden zyner Bedieninge, meer occafie hadden gelieven te fourneren, te leeven in alle harmonie, en onderhoud van goede Correfpondentie, ten eenemaal nootzakelyk, zo wel voor den Militairen, als voor den Burgeren en Ingezetenen, onderling in eene Stad moetende verkeeren. Ge-  xöt de MI LIT. JURISD. &c. 120 Gelyk wy niet minder zo veel in ons is, altoos* de hand zullen houden, aan 't geen van wegens Uwe Doorl. Hoogh.,tot dienst en welwezen van Land en Stad, zal worden geordonneert. Edog leven wy daar en teegens ook in die hoope dat het Uwe Hoogh. zal behagen niet toe te laten, 't geen tot krenkinge der Voorregten, waar van deze Stad van ouds af in posfesfie is, en tot welker confervatie , op alle mogelyke wyzen, wy ons vinden geadftringeert, zoude kunnen ftrekken. Dat dien ten gevolge Uwé Hoogh. verhopentlvk met ons zal gelieven te begry pen, dat het generale argument of reeden, by den Commandeur genomen , uit een gebruik zo in alle plaetfen, alwaar Staten Garnizoen ligt, zou vigeeren , niet altoos, ofte in alle opzigten, dus ook niet in het fubjefte cas, op de Stad Zutphen appHcatie kan vinden. Wanneer maar alleen word aangemerkt, dat dezelve is de Ilooftftad eener Graaffchap, na haer den naam dragende, welke voor dezen op zig zeiven is geweest, eene van de 17 Yereenigde en Integrerende Provintien, hoewel zig naderhand by ontrekkmge van onder het Spaanfche Juk en nadere Unie van agt Provintien, vrywillig heeft gevoegt by die van 't Hertogdom Gelre, en daarmede als tot eene Provintie is gecombineerd. Nal. II. Deel. I Dat  i3o NALEZING van STUKKEN. Dat het vooren gezeyde van den Commandeur Lintelo , kan en mag plaats hebben, niet alleen in Steeden van de Generaliteyt, maar ook wel in anderen, welke van zulken Voorregt ofte Posfesfie niet gauderen, maar geenzints in deze Stad, welks van oude tyden af is geweest in dat regt van bet geven van Parool en bewaren der Sleutelen, zonder dat ons is voorgekomen, zulks ooyt door Militaire Commandeurs te zyn betwist. Vermeenende wy veel eer uyt oude aantekeningen, voor zo veel die in de kortheyd des tyds, hebben kunnen nazien, te mogen opmaken, dat wy by dit Regt zyn verbleeven, ook zelfs in tyden, dat 'er Militaire Gouverneurs, binnen deze Stad zyn geweest, en gefungcert hebben, het geene by onze Voorzaaten altoos zorgvuldig is behartigt en geconferveerd geworden. Immers is ons niet gebleeken, dat 'er voor den Jaare 1607 daaromtrent eenige bedenkingen gevallen, nog oppofitie gemaakt is, als wanneer allereerst, den Heer van Dorth, als by den doenmaligen Heer Stadholder Prince Maurits Hoogl. Mem. aangeftelden Gouverneur,zig willende aanmatigen, 't geven van 't woord, en bewaren der Sleutelen, fchoon NB. maar voor de helfte , onfe Voorfaaten hun tot defenfie van Stads Prcerogatyf in dezen met alle magt daar tegens hébben aangekant, deswegens, zo aan Hooggemelde Heere Stadholder als aan de Heeren Staaten Ge-  tot de MILIT. JURISD. &c. 131 Generaal en anderen gefchreven , en van hun recht, voorts conftante ufance, en oude gebruik van dien gedoceerr. Dat of wel, om eyndelyk wegens den bekommerlyke toeftand , waar in deze Stad en Graaffchap was gefteld, gelyk uit de Biftorien vandietydblykt, een af komst dezer discrepantien te hebben, en het Gemeene Land daar by niet te pericliteeren , die zelve by een provifioneel accoord van den 2.2 Febr. des gez. Jaars 1607 door mediatie van Haar Hoog Mogende, en met goedvinden van Hooggedagte Heer Stadhouder zyn vereffent, gelyk wy de eer hebben Copy vAuthentiecq van dien hier by in te fluiten. - Zo zyü dog ('t geene ten deele uyt d'eygen bewoordingen van 't accommodemeut felve , ten deele uyt die ter dezer occafie gefchreven en gewisfelde Brieven en Stukken of andere aantekeningen, te lang om te ailegeeren, men gezwyge te produceeren, zig hervoor doet) in dezen zeer notabel de Volgende poinélen: t. Dat dit differend over .het geven van *t woord, en bewaren der Sleutelen heeft gevêrfêert, niet met een Commandeur, gelyk als nu, maar met een Gouverneur. 2. Dat het zelve word gezegt, als toen eerst te zyn gerezen, gelyk't waarlykdoor de voorn. Heer van Dorth eerftelykis gemoveert, fonder dat blykt's Magiftraatsregt,in dezcn,ooyt te voren in difpuyt getrokken te zyn geweest-. ' 3. bat by de Magiftraat is geamplecfeerd, 1 2 tot  132 NALEZING van STUKKEN. tot preventie van alle nadeel, omtrend den dienst en weldaad van den Staat, van den Lande in 't generaal en van de Graaf'fchap' Zutphen in het particulier, ten blyke van de toenmalige perplexe fituatie van zaken in, en om welke men deler zyds wel wat toegevende heeft moeten zyn. 4. Dat daar by evenwel niet meer dan de helft der Sleutelen aan den Gouverneur is toegedaan , dog de wederhelft e by de Magiftraat gelaten. 5. „ Dat des niet te min alle de Sleutelen ., te famen des nagts hebben moeten wezen „ op het Stadhuis, oyèrzulks gedurende ,, dien tyd, zynde die van de meefte „ bedenkelykheid , genoegzaam onder de ,, bewaringe van de Magiftraat verblyven. 6. Dat Stads Poorten , niet anders dan met goede Correfpondemie wederzyds, over» zulks metconcurrentie,en medegoedvinden des Magiftraats, hebben mogen en moeten worden geopent en gefloten. 7- Dat wel fpeciaal by de Magiftraat vastgehouden , en het daar op ook ingewilligt is, dat by Gouverneurs abfentie de Sleutelen by de Magiftraat zullen gebragt en bewaard en eok het woord iy die zelve zal gegeven wérden, en zulks wel, b ö 8. Met de nadrukkelyke byvoeging aldaar, van de woordjes, naar gebruik, welk S/ndCrS ZCggen' dan "a den\uden fyke! V°rigC Ufance> of diei'ge- 9- En laaftelyk dat de Magiftraat dit ac- coord  tot be MILIT. JURISD. &c ic3 coord niet heeft willen ingaan, als onder expresfe atle de non prajudicando, welk dan ook te gelyk daar by aan Haar word gegeven, en wel in deze fignificante termen: Dat deze accommodatie is gelchicd, „ onvermindert der Stad Zutphen Recht en „ Gerechtigheden , zonder dat dezelve „ accommodatie haar hiernamaals in eenigen ,) manieren, in 't Gouvernement van dien „ zal mogen prarjudiceren, ofte m conie,, quentie getrokken worden. Uyt welk laafte woorden notanter elucesfeert, dat aan dc Magiftraat dezer Stad een Gouvernement geftendigt word. Bovenal het welk, uytwyzens Stukken en Annotitien buiten gez. accoord gevonden, dog welker produttie om de kortheyd word nagelaten, nog remarquabel is: Dat dit Accoord maar is geweest provt/to» ^Dat het zyngrondftagheeftin^g^^ tydsomjïsndiiheyd, waar door de Magiftraat tot behoud harer Stad is worden gepermoveert voor dat maal, iets te relacheeren. Gelvk wy dan ook mets anders vinden,dan dat die criticque tyden gepasfeett zynde.de Magiftraat wederom in het bezit van haar 5 is getreden, en daar by verbleven. Dat het zelve accoord is gemaakt, met vooriennisfc en goedvinden van meergedagte tieer Stadhouder, zo ah het zelve niet te mm van stadswegen** gefchied met communicatie en a veu der. gem eenslied en 1n name der geheel* bwrgery , ten blyke aan ae 1 3 eeQC  134 InAJL/£/Z(liNLr VAN iS TUKKEN eene zyde, hoe fchoorvoetende dezelve j daar van voor die tyd, maar in 't minde heeft afgezien. Om alle welke, voorts andere gronden, motiven en blyken , wy van de hoge ïequanimiteyt van Uwe Doorl. Hoogh. verzoeken en reeden hebben om eerbiedigst te mogen verwagten, dat het Uwe Hoogh behage de Stad, by haar voorf. gededuceerde aloude Recht en Posfesfie, tot het bewaren der.Sleutelen en geeven van 't Parool te maintineren. Waar mede Doorlugtigjïen Furst! Genadigen Heer Erjjladbouder!'. Wy God almagtig vieriglyk zullen bidden dat hy Uwe Hoogh. dierbare Perfoon houde in zyn heylige Protectie. Gefchreven te Zutpben den 2 Juny i?A9. Uwe Doorl. Hcogh. Onderd. Dienaven ■Burgermeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen. Ter Ordonnantie van Diezelve. LIV.  tot de MILIT. JURISD. &c. 135. LiV. ARTICULEN, makende dc Subordinatie onder de Officieren van ieder Regiment. r*tf vne hoogheid heeft met ongenoegen /fjverdaan, dat veeltyds geen goede harmonie onder de Officieren in de Regimenten gevonden word, en dat daar uit facties ontdaan , ftrydig tegens de Subordinatie, waar door den dienst van den Staat, en het welweefen van de Regimenten, vee! nadeel werd toegebragt. Ook is Zyn Hoogheid ter kennisfe gekooroen, dat wanneer den \ Chef van een Regiment aan den Commandant van het zelve, en den Commandant aan de Hoofdofficieren, en de Capiteinen aan haar fubalterne Officieren iets ordonneeren , fulks niet met Lever en fchuldige obediëntie werd agtetvolgt, ja felfs dat eenige Officieren fi> niet ontüen, wanneer iets bevoolen word , voor en tegen te difyuteeren , en veel raifonnementen by te brengen of het wel of kwalyk is. Zoo heeft Zyne Hoogheid noodig geoordeelt, diergelijks by zyn hoogde indignatie te verbieden, en aan alle erndelijk te ordonneeren dat de Subordinatie door de Officieren van de Regimenten, van den Generaal af totden jongden Vaandrig toe, op het nauwkeurigde fal werden geobferveert. I 4 Ar.t I,  136 NALEZING van STUKKEN Art. I Wanneer den Chef van een Regiment iets belast, dat het Regiment of den dienst van den Staat aanbelangt, en dat den Commandant van het Regiment begrypen mogt, dat TEEGENS DE INTENTIE OF ORDRE VAN DEN J>ouverazn of van Zyn Hoogheid strydende was , zal den Commandant een beleefde vertooning moogen doen aan den Chef maar wanneer den Chef'erby blyft, dptzvne ordres zullenfgeëxeuteert worden, 'zal zulks zonder teegenlpreeken gefchieden, maar evenwel aar. den Commandant van het Regiment vry liaan, Zyne Hoogheid van het gepasfeerde te _ onderrigten: en wanneer ïe Commandant in de zaak gelijk heeft, zal den Chef zig daar over voor Zyn Hoogheid moeten verantwoorden "t"tia Als iets belast Avord,' wanneer het Re-i- ZatTtTt ^ WapCnen 18 ' moet ^ OP flaande vott geexecuteert worden , en de reprefentatmnNrETTEvooREN^naarLLde ordres volbrant zyn irerl^» i dat het Ktf SfcSd"„' £ en Gemeenen van het Regiment, de ?e P? vene ordres wierden tee|engefprooS II.  tot de .MILIT. JURISD. &c. 137 II. Gelyk de Commandant van hetR egiment de ordres moet ontfangen van den Chef, [onder daar over te raijfbmeeren , en defelve aanftonds moet executeeren, zoo moeten de andere Hoofdofficieren doen wat de Commandant van het Regiment haar ordonneert, de Capiteinen het geen de Hoofdofficieren haar ordonneeren,en de Subalterne op gelyke wyfe executeeren, het geen haar door de Capiteinen werd gecommandeert. III. * En vermitsZyneHoogheid met ongenoegen ter kennisfe gekoomen is, dat bezonderlijk de fubalferne Officieren de Subordinatie niet behoorlijk obferveeren jegens haare Capiteinen, tot zoo verre dat zig geoffenfeert houden wanneer de Capiteinen haar vermaanen tot haar pligt; zoo ordonneert Zyne Hoogheid aan de Capiteinen,haare fubalterne Officieren inrefpeft te houden,en wanneer een Subalterne zig niet ontfiet den Capitein teegen te fpreeken, wanneer hy hem iets belast, zal zulk een Capitein den Officier aanftonds in arrest zetten, en daar van kennis geeven aan den commandcerende Officier van het Regiment of van het Battaillon, die dan verder daar van kennis zal geeven aan den Gouverneur of Commandant van de Plaats , zullende gemelte Subalterne ondertusfchen zoo lang in ar15- rest  i38 NALEZING van STUKKEN rest bly ven, tot dat den Commandant van het Regiment daar op ordre fal hebben ge Helt... b IV. Wanneer de zaak van belang is, waar in den Officier zig teegens den Capitein heeft geopponeert, moet den Commandant van het Regiment informatie en Krygsraadlaaten houden, en van het gepasfeerde aan Zyne Hoogheid kennis geeven. In gevalle den Overfte of Commandant zulks"zelfs kan afdoen, zal hy zoodanigen Officier, zoo hy het gemeriteert heeft, als Arreftant voor veertien daagen, vier weeken, of langer in de Hoofdwagt in arrest houden, en hem zyn dienst daar laateu doen. V. Wanneer den Capitein zyne fubaltcrne Officieren niet in de Subordinatie houd, nog tot het geene den dienst van den Staat en het opzigt over de Compagnie aanbelangt, en zulks met de uiterfte feveriteit , van 's gelyken zoo hy de Officieren die negligent zyn, of teegens de Subordinatie aangaan, niet in arrest in de Hoofd wagt zet , zal den Commandant , daar van verwittigt zynde, den Capitein fcherpelijk reprimendeeren en Zyne Hoogheid daar van kennis geven. VI.  tot de MILIf. JURISD. 139 VI. De fubalterne Officieren zullen aan haare Capiteinen, in al het geen den dienst van den Staatbelangt,defelve gehoorfaamheid en refped bewyl'en, als.zy aan den Commandant van het Regiment jverfchuldigt zyn. VIL Indien de Hoofdofficieren teegens den anderen , en de Capiteinen teegens de Hoofdofficieren , zig zoo verre mogten vergeeten, van teegens de Subordinatie aan te gaan, zoo kan den Overfte Lieutenant, als den Overfte niet by het Regiment is,den Major in arrest zenden , en den Major, wanneer den Overfte Lieutenant niet prefent is, den Capitein, waar van kennis zal moeten gegeeven worden aan den, Chef of Commandant van het Regiment, die dan verder ordres zal ftellen hoe men handelen zal met het arrest van zulk een Hoofd-Officier of Capitein. VIII. Als een Capitein teegen zyn Hoofdofficier, en een fubalterne Officier teegen zyn Capitein de Subordinatie niet heeft geobferveert, zoo kan den Hoofdofficier den Capitein in arrest zetten, en den Capitein _ den fubalterne Officier, zonder voorgaande ordre van den Commandant, mits dat hy, na dat het gefchicd is, van het gedaane ar-  i Ao NALEZING van STUKKEN arrest aan den Commandant kennis geeve voornamentllijk wanneer zulks onder de Waapens gefchied. f£ Wanneer een Hoofdofficier onbehoorlijke expresfien teegens zyn Officier mogt gebruiken, (het geen Zyn „Hoogheid wel fcherpelijk verbied) waar zulks onder de Waapens gefchied. en uit iever voor den dienst, zal den Officier zig daar over niet offenceeren , en 'er ook niet over klaagen zoo lang hy niet in zyn eere gelcdeert is, maar dit zynde, kan hy fig addresfeeren aan den commandeerenden Officier , en zig daar over bezwaaren. X. Wanneer een Capitein een Officier in arrest heeft gezet om dat hy teegens dc Subordinatie gepexeert heeft, en dat den Officier ontflaagen zynde, daar over explicatie aan den Capitein vraagt, zal den Capitein , in plaatfe van hem de gevraagde explicatie te geeven , op flfiande voet hem weeder tn arrest zenden. XI, Alzo het gebeurt dat de Onderofficieren en Soldaaten teegens de Officieren raifonneeren, en zig met woorden vergeeten, zoo is het ernftig bevel van Zyn Hoogheid, dat zulks met de uitterfte rigeur en zonder de min-  tot de MILIT. JURISD. &c. 141 minde toegeeventheid werde geftraft; en zal ook niet geleeden worden dat deSoldaaten te faaméh rotten en troupswyze zig bezwaaren: als zulks gefchied zal. den Belhamel fcherpelijk daar over geftraft werden. xir. Wanneer een Soldaat zig door den Drank onbekwaam heeft gemaakt, zal geen Officier of Onderofficier zig in woordenwisfeling met hem inlaaten, veel min hem liaan tjf imsriandèierl', alzoo men veel exempelen heeft , dat een Soldaat by zulk een gelegentheid, dronken zynde, zyn leeven verfpeelt heeft; maar zoodanigen dronken Soldaat zal men in arrest of op de Hoofdwagt of in de Quartierwagt moeten brengen om 's anderen daags nugteren geworden zynde, voor de begaane excesfen dubbelt eeftraft te worden. 6 XIII. De Hoofdofficieren moeten een byzondere attentie hebben op deconduites endifcipline van de nieuweOfficieren enOnderofficieren,en dezelve ophetalderfcherpfte tothaarpligten applicatie tot den dienst houden, op dat uit die jonge Officieren bekwaame Sujetten moogen voortkoomen XIV. En op dat ook naauwkeurigagtgegeeven werde op de conduites der Soldaaten, zal de Cor-  14» NALEZING van STUKKEN Corporaal, wiens orderweek het is, des morgens om agt uuren, na dat op die morgen de Quartieren der Soldaaten gevifiteert heeft, aan den Sergeant van zyn Compagnie, wiens orderweek het is, rapporteeren het geene des avonds en 's morgens by de vifitatie is voorgevallen, of de Soldaaten op haar tyd in de Quartieren zyn geweest of niet, endiegemanqueerthebben by naamen opgeeven de Sergeant beneevens den Corporaal moeten hier op gaan by den Officier van de Compagnie wiens week het is, en aan denzelven rapport brengen, en die Officier met de beide Onderofficieren naar de Capitein van de Compagnie, rapporteeren het geene voorgevallen is, en de Capitein rapport doen aan de Major van het Regiment op d»' Guarnifoensparade, en de Major aan den Collonel of commandeerende Officier va.n het Regiment, en die aan den Gouverneur of Commandeur, of commandeerende Officier van het Guarnifoen. Op de Regimentsparade moeten de Sergeanten welkers orderweeke het is aan den Adjudant van het Battaillon rapport doen,van het geene by ieder Compagnie is voorgevallen , en den Adjudant weederom op de Guarnifoensparade aan den Lieutenant Collonel, als alle de drie Hoofd-Officieren prefent zyn. Gelijk ook de Sergeanten van ieder Compagnie aan de Officieren van haare Compagnien. Een-  tot na MI UT. JURISD. MS Eenmaal ter weeke fullen door een Officier per Compagnie die van de week is, by zig hebbende een Sergeant en Corporaal, om hem aanwyzinge te doen, deQuartieren van de Soldaaten gevifiteert worden, om te examineeien het gedrag derzelve, (of de ongetrouwde Soldaaten chambrée met malkanderen doen, zoo niet, haar hier toe aan te maanen) of zy haarQuartiergeldbetaalen. alle weeken, en of de geene daar zylogeeren ook eenige klagten teegens de Soldaaten hebben in te brengen, en watdies meer is, en des anderen daags op de gewoone uur des rapports, aan den Capitein van de Compagnie rapport doen van het geene by de vifitatie der Compagnie bevonden heeft, den Capitein weederom aan den Major en zoo vorders als hier booven van het dagelijks rapport gezegt is. De Soldaaten Leeninge zal voortaan uitgegeven worden in prefentie van de Capitein en Officieren van de Compagnie , en des Soomers niet voor agt uuren 's morgens, en des Winters niet voor neegen uuren. Aldus by zyne Hoogheid gearreiteertden 35 JulY x749Was geteekent, PRINCE D'ORANGE & NASSAU. Onderftond, (L. S.) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. En gecontrafigneert, J. de Back. LV.  144 NALEZING van STUKKEN LV. EXTRACT uit de Refolutieö van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en VroedIchap der Stad Zufcphen. Vcneris den 25 July 1749. Hendrik jan Winkeler en Mathasus de Haas Medeparticipanten van de Lymery buyten de Marspoort ftaande hebben na verzogte Audiëntie ter Vergaderinge geproponeert, hoe dat Thomas Roeloffen Meefterknegt op de gez. Lymery op hceden aan hunl.hadde bekend gemaakt dat ontboden zynde geweest om dezen morgen by den Heer Commandeur van Lintelo te komen van zynEd. vernomen hadde,dat hetHuys van de Lymery jwilde laten afbreken , als te naeby de werken ftaende, en dathy Thomas Roeloffen moeite bezorgen dat den Aak uyt de Gragt wierde weggehaald, voorts dat dc Beelten gaande in de Weyde by en omtrent de Lymery daer uyt wierden gedreven of datHyCommandeur anderfints de heeften zoude laten fchutten, ten ware de Eygenaren van defelve by zyn Ed. wilden komen om die Weyde te pagten, fuftineerende dat hem in qualiteyt als Commandeur die felve toekwam. Waar op Gedelibereerd zynde, hebben HaerEd. enAchtb. approberende de conduite hier  tót de MIL1Ï. JUIUSD. Stc. 145 hier omtrent by Hunl. gehouden, met recommandatie van de ordres van den Commandeur vau Lintelo fo deferi aangaande in 't vervolg mogte komen te geeven niet te i refpeétiéeren, maar haar aanftonds wederom te adresfeeren by H. W. Ed. en Achtb. enz. Wol ter Ploegman Pagter van dezer Stads i Bleeke buyten de Nuiftadspoor.t heeft na [ verzogte audiëntie ter Vergaderinge voorin gedragen, hoe dan denzelven op gilleren I by den Commandeur van Lintelo ontboden ! was, zyn Ed. aan hem heeftafgevraagt aan wien, én hoe veel Pagt van de Bleek voorn, kwam te betalen , en na dat daar op geant woord hadde datHyJaarlyks 36 Guldens aan de Stad betaalde, vervolgens hem geordon» neert, dat voortaan niet meer die Pagt aan de Stadmaaraan zyn Ed. geven foude, dat fyn ÏEd. qq. die Bleek als onder de Fortificatiën j leggende was competeerende, en dat by verweygering van dien Hy Commandeur foude beletten dat daar op door hem niet meer gebleekt wierde. Waar op Gedelibereerd zynde , hebben H. Ed. en Agtb. gef. Ploegman geordonneerten gelast de Bleek verders te gebruyken en deswegens de ordres van den Commandeur niet te obedieeren. Nal. II. Dal K L%  145 NALEZING van STUKKEN LVL EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Jovis den 31 July 1749. Door de Heer Prefideerendc op heedert "j aan Haar Ed. en Achtb. Gecommuni- j ceerd zynde, hoe dat aan defen Stads Gerichte < fig geaddresfeert hadde, de Ondermajor van de Wall jen namen de Commandeur van » Lmtelo verzogt dat aan zyn Ed. in die ^ qualiteyt, de Sleutels van beyde ^Sluyfen E mogten worden ter handen gefteld l hebben \ haar Ed. en Achtb.zo uitConfideratie,datdeze \ Sluyfen niet alleen tot nut der Fortificati» - en, maar ook van defe Stad felve waren 1 aangelegt, als mede en wel in 't byfonder % uyt hoofde van de nadeeligen gevolgen - welke daar uyt voor de Stad en "derfelver k Burgeren zouden kunnen refulteeren, na i deliberatie goedgevonden en verftaan in > 't gelibelleerde verzoek van den Comman- 1 deur immers by provifie te dilficulteeren. ■ LVII-I  -1 ïot de MILIT. JUR1SD. &c. j4f LVir. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Sabathi den 6 September 1749. De Heer Burgermeefter Schimmelpcnninck van den Oye ter Vergaderinge Gecommuniceert hebbende, hoe dat op gilleren desfelfs Knegt Gcrrit Jan Hnrmïeii nevens de Scheepstimmerman Gerrit van Arien en Chriftiaen van Dapperen, door zyn Ed. gezonden zynde om zyn Aak zo aan deze zyde van het Hoornwerk buyten de Vispoort gelegen was te vifiteeren, daar in door den aldaar {laanden Schildwagt waren belet geworden, is by H. Ed. en Achtb. goetgevonden, voorn, drie Perfonen aan den Ed. Gerichte opheeden te ontbieden, en daar 0 ver hare verklaringe af te geeven, welke door de Secretarien by de andere Hukken van befwaar tegens den tegenswoordigen Commandeur tot nader deliberatie zullen gefepoueert en bewaard worden.  148 NALEZING van STUKKEN LVIII. EXTRACT uit dc Refolutien van de fcd. Achtb. Heeren Borgeniceïïeren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Mercurii den 5 November 1749. De Kribbebaas Jan Kemper op heeden na het fcheyden der ordinaire Vergaderinge aan een Edelen Gerichten kennis gegeeven hebbende, dat een van desfelfs Arbeyders ingevolge 1L Ed. en Achtb. ordres willende houwen het Hout op de willegen bomen eeven buyten de Vispoort, langs denHof van den oudllaadsvriendÜp ten Noort beneeden aan de Binnengragt ftaande om tot het repareeren derKribben gebruykt te worden , daar in niet alleen door den Schildwagt was belet, maar ook naderhand door een Sergeant uyt ordre van den Commandeur was afgevraagt geworden, wie van de Heeren hem daar toe last hadde gegeevem; hebben H. Ed. en Agtb. na deliberatie goetgevonden en verftaen de fleer Generaal Major van Lintelo als Commandeur dezer Stad alvorens door een der Secretaricn daar omtrent te doen onderhouden en zyn Ed.te remonftreeren, dat H. Ed. en Agtb. op goede gronden fuftineerende aan Haar den eygendom en posfesfie van die gelibelleerde Boomen privative te compe- tea-  tot de MILIT. JURISD. &c. 149 teer en , by nader vervolg ook vermeynden met regt bevoegd te zyn om tot het houwen derfelve wettige ordres te mogen geeven,en over zulks van Hem Commandeur te verwagten, dat door desfelfs contraire mandamenten daar aan geene verhindering kome toe te brengen. L1X, EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeeitcren en Vroedfchap der Stad Zutphcn. Jovis den 25 Juny 175c. De Heer Raadsvriend van Lathum heeft als prefiderende aan haar Ed. en Agtb. voorgedragen, dat zyn Ed. op eergilleren den Ritrneefter Cattenburg, by het vertoonen des Patents voor 't Regiment Cavallerie van den Heer Generaal Veltmaarfchalk Grave van Nasfau geinformeerd hebbende van den Eed welke de Commanderende Officier verpligt was aan handen van de Heeren Rigterenin der tyd af te leggen, eer èn alvorens men zyn onderhebbend Corps deezer Stads Guarnifoen,kwame te betrekken, zyn Ed. uit het antwoord van gemelde Ritmeefter Cattenburg niet anders hadde kunnen opmaken, ofte den Commandant zoude daar aan werkelyk voldaan hebben, dan K 3 ge-  j5o NALEZING van STUKKEN gemerkt den Heer Generaal Major en Gommandeur van Lintelo fig deswegens op gilleren even naa het fcheyden van den Raad, aan zyn Ed. geaddresfeerd, en in plaats van dien vermeind hadde, dat het prjefteren van gemelten Eed fedcrt 't aanHellen van zyn Hoogheid den Prince van Orange Nasfau tot Erffiadhouder enCaptein Generaal van de Unie niet meer geprjefteerd wierde, hy Heer Prjefiderende fig niet had 'kunnen dispenfeeren het geen voorf. ter kennis en deliberatie van haar Ed. en Achtb. te brengen. Waar op dan Gedelibereerd zynde hebben haar Ed. en Agtb. deeze manier van handelen, als een point van de uitterfte confeqüentie confidereerende , goedgevonden alvorens den Heer van Lathum ter occaliq van deszelfs aanftaande vertrek nae 's Gravenhaage, te verfoeken, om zig aldaar, tgn zy by de Raad van S'eaaten , ten zy by de Minifrers van zyne Hoogheid den Prince Erfftadhouder, of waar zyn Ed. het van eenige vrugt zal oordeelen deeze aangaande te willen informeren, om als dan naingekomen Rapport daar over met meerder fondament te kunnen befoigneren. En wordt mits deezen den Secretaris Sehomaker gelast, om niet alleen by de Secretarien der Steden Nymegen en Arnhem te vernemen hoedanig het gunt voorn, hedendaags aldaar geobferveerd wordt , maar ook , om daar van aan den Secretaris Coelman kennisfe te geeven, ten einde, "'•!'"-*"' " '/'*' dee-  tot de MILÏT. JURISD. &c 151 deeze ter occafie van deszelfs tegenwoordigheid in de Provintie van Overysfel gelyk als de nodige informatien ten reguarde der Overysfelfche Steden deswegens zal zoeken te bekomen. LX. EXTRACT uyt de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemecfteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Veneris den 17 December 1751. f*tj^er Vergaderinge voorgebragt en gelefen t||T zynde, d'informatien, lbo by dc Heeren van den Gerigte van Stadswegen, als door den Auditeur Militair, terpreferitie van eenige , daar toe Gecommitteerde Officieren des Guarnifoens alhier genomen, concernerende't'geval, het welk tnsfehen Willem Winterink r>urger en Inwoonder defer Stad , wefende van zyn Ambagt een Metfelaersknegt, en Hendrik Twentman, dienende als Grenardier onder'tRegiment van den Lieutenant Generaal de Guy, op den 29 Novemb. laastleden,des Avonds tusfehen 10 en ir uuren is gebeurt met en nevens het geene daar op verders is gevolgt. Is daar uyt, en wel infonderheid uyt de beëedigde verkiezingen van diverfe onpartydige Perfoonen gebleeken , niet alleen K 4 dat  ¥5* NALEZING van STUKKEN dat den voorn. Grenardier H. Twentman (denwelken Hy W. Winterink wegens fufpicie van ongeoorloofde verkeeringe met zyn Vrouw, al voor lang üyt het Quartier had doen vertrekken, en zyn huys verboden,) daar door geirriteert zynde, nevens een Musquetier van 't zelve Regiment Willem Kimmel genaamt, dien Avond reeds ten huyfe van eenen Jan Maurits hun quaad opzet tegens gcmelte W. Winterink hebben doen blykan, en vervolgens van daar tegens voorn, verbod , nae het huys en by de Vrouw van W. Winterink begeeven, dat korten tyd daer nae hy Winterink , zynde op gedaane waarfchouwinge wegens gevreesde onheylen, door een Klapperman verfclt, voor zyn huys komende, ziende altoen die beyde Soldaaten daer uytgaan, vervolgens tegens haer feggende, wat zy aeeden aangezien hy hun fulks hadde verboden, en geen vergang van Militairen aan zyn huys hebben wilde, werkelyk op dat feggen heeft moeten ondervinden, dat den Soldaat Kimmel dèer op bereyds fyn Sabel tot op de helft had uytgetrnkken , edog door den Klapperman in 't verder uyttrekkeri van dien was verhindert geworden, dat IL Twentman daar op W. Winterink hebendc uytgedaegt, immers zy beyden weggegaan zynde, te famen hebben gevogten wanneer den Grenadier Twentman door Wentrink was geblesfeert geworden, maar is ook daar en boven en wel voornamentlvk zelfs mede uyt de eygenedepofitien der Militairen , hoe zeer.  tot de MILIT. JURISD. &c. 153 zeer ook deefezaakpoogcn te bewimpelen, en waer het mogelyk anders te doen apareeren, edog evenswcl door haere variatien en contraciictien zig klaarlyk ontdekken, genoegfaam evident voorgekomen , dat den Vaandrig van de Hoofdwagt, heeft kunnen goedvinden, terftond op de ontfangene tydinge, dat een Soldaar door een Burger was gekwetst, een Onderofficier met vier Grenadiers te zenden aan 't huys: van gez. Burger, om 't felve te bezetten, en te Zien hem te krygen, en aan de Hooftwagtte brengen , dat die zelve Militairen, als toen de Deur van 't Huis hebben moeten geforceert en opengebrooken of geftooten hebben, volgens blyk daar van zynde, fpeciaal mede by relatie van twee defer Stads Boodens, op haar Eed gedaan, houdende, dat de planke waar aan't Slot zit, was afgebroken , dat vervolgens naa dat twee van de vier Grenadiers in 't huis waaren gecommandeert, en het felve op eene violente wyfe hadden doorfogt, voorts meergemelte Willem Winterink van den Zolder , werwaars hy op het vernemen van 't Militairen Commando , en gepleegde violentie, uyt angst was gevlugt , de Ladder nae fig getrokken hebbende, hadden doen afkomen, denzelven daer op met geweld hebben aangetast , en ongeagt zyn beroep op de Burgerwagt, vermits hy Burger was, in tegenswoordighcid en ten aanhooren van den Klapperman nae de Militaire Hooftwagt gebragt, ook hem alK 5 daar  154 NALEZING van STUKKEN daar fonder de minfte kennisgevinge aan den Prefident Burgemeefter , gedetineert tot 's anderendaags morgen tusfchen 10 en 11 uuren wanneer allereerst aan den Officier van de Burgerwagt is overgegeven geworden, waarop Gedelibereerd en in ferieufe deliberatie genomen zynde, dat fodanige bezettinge en vifitatie der huyfen , van dezer Stads Burgeren en Ingezetenen, met derzei ver apprehenfie , wegvoeringe en detenfie, door Militaire Wagten, is een zaak van verre uytzigten, als continerende eene notoire violatie van 't territoriale Regt,eninfractiein de Jurisdictie Haer Ed en Achtb. over derzei ver Burgeren en Ingezetenen indisputabel competerende , over fulks tot abfolute vilipendie van Hun Ed. en Achtb. gezag [en auétoriteyd {trekkende,, daar en boven de Burgeren en Inwoonde» ren, aan zulke of diergelyke ontruftingen, feytelyke invallen der Militairen, wanneer zulks wierde geconniveert, ten eenemaa.1 exponerende , ftrydig tegen de nodige veyligheyd, welke de Burgeren voor hunne perfooneu. en befonder binnen haere huyfen behoorden te genieten, hebben Hun Ed. en Achtb. deefe zaak niet ongemerkt kunnen pasfeeren , maar in tegendeel fig amptshaivert verpligt gevonden, om dusdanige handelwyfen op het nadrukkelykfte te desaprobeeren , en derhalven goedgevonden en verftaan, dat wegens het voorn, apprehenderen, weghaalen en detineren van haaren Burger, faf worden gevordert, gelyk Haer & Ed.  TOT DE MILIT. JURISB. &c 155 Ed. en Achtb. vorderen by en kragt deefcs eene convenabele reparatie, en eclatante fatisfactie, terwyl Haar Ed. en Achtb. niet te minder van haere zyde, nae behooren zullen weeten te corrigeren , niet alleen Willem Winterink als haaren Burger, voor zoo verre denfelven in deefen escesfen heeft begaan, maar ook zodanig tegen zyne Huvsvrotiwe. wegens haar iüfpect gedrag, en gecontinueerde verboden omgang met meer gcz. Grenardier Hendrik Twentman, doen procedeeren, lbo en als In goede Juftitiazullen oordeelen te behooren. Levende Haer Ed. en Achtb. in die billyke en vaile verwagtinge,dat denHeerGeneraal Majoor en Commandeur van Lintelo , niet alleen de vereyschte fatisfactie , en reparatie aan Haer Ed. en Achtb. fal doen hebben, maar ook verder van zyn kant, foodane mefures nemen, en ordre ftellen, dat foo veel het prefente geval betreft, de Militaire Perfonen, welke in 't felve zyn gemeleert, nae Merites mogen geftraft worden. En in "t algemeen voor 't toekomende wel willert alfulke efficacieufe voorzicninge doen , dat tot prsventie van alle eollufien en onaangenaamheden, dusdanige en diergelyke gebeurtenisfen moogen worden verhindert. Ten welken'eynde extract- defes, als mede Copie auctentkpie der beëedigde en nader genomene informatien aan welgemelde Heer Commandeur zullen worden ingezonden en ter hand gefteit. LXL  156 NALEZING van STUKKEN. LXI. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphcn. Jovis den 17 February 1752. Ïn deliberatie gelegt zynde, dat den Heer Commandeur van Lintelo tot nog toe in gebreeken blyft, die by Refolutie van den 17 Decem. 1751 gevorderde fatisfactie foo wegens het violeren van 't huys van W. Winterink , als het wegvoeren en detineeren van denfelven, nae en op de Hooftwagt, door Militairen gedaan , aan Hun Ed. en Achtb. te bezorgen, ongeagt daar toe nader by Refolutie van den 27 Jan. 1751 laestleden is geiequireert geworden, hebben haer Ed'. en Achtb. de Heeren Schimmelpenning van der Oye en Schomaker, onder wiens Rigterampt deefe zaak is gépasfeert, verfogt om den Ondermajoor van de Wall, aan den Gerigte te willen ontbieden, en door hem, voornoemde Heer van Lintelo te laaten kennis geven, dat Haer Ed. en Achtb. als nog in die verwagtinge zyn , dat zyn Ed. tot die gelibelleerde fatisfactie, ten allereerften de nodige ordres gelieve te ftellen ende daar van aan HaerjEd. en Achtb. als dan Communicatie te geven. Al  tot de MILIT. JURÏSD &c. t$7 Al het welk dan ook, door welgedagte Heeren nog dien felven Morgen is verrigt geworden. LXII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Veneris den 18 February. 1752. Mr. G. Haefebroek, Aud. Milit. des Guarnifoens alhier , nae verfogte audiëntie binnen geftaan zynde, heeft aan Haer £d. en Achtb. voorgedragen hoe dat den Heer Commandeur van Lintelo gifteren door den Ondermajoor van de Wall verftaan hebbende Haer Ed. en Achtb. inftantien om aan dezelve die by Refolutie van den 17 Decem. 1751 en 27 Jan. defes jaars gevorderde fatisfactie wegens het violeren van 't huys en wegvoeren van den perfoon van W. Winterink, Burger defer Stad, te bezorgen, hem, als Audit. gelast hadde, lig deswegens op heden aan Haer Ed. en Achtb. te adresferen, en kennis te geven, dat zyn Ed. daer aan al eerder foude voldaan hebben, by aldien niet nodig geagt hadde, dienaangaande den Coll. Cafenbrood, welke des tyds by desfelfs abfentie het Guarnifoen gccommandeert hadde , voor-  158 NALEZING van STUKKEN vooraf te moeten onderhouden, dat fulks' niet eerder dan gifteren hebbende kunnen gefchieden, gemelde Heer van Lintelo, hem Auditeur al verders in mandatis hadde gegeven, aan Haar Ed. en Achtb. bekent te maaken , dat zyn Ed. zedert gebleeken was dat den Corporaal ter dier tyd 't Commando over het Detachement gevoert hebbende , die aan hem gcgevenc ordres was te buitengegaan , dat overfulks den Heer Commandeur beflooten had, denfelven of aan handen en voeten gefloten zynde, by de Provoost te zetten, of hem als Soldaat met de Snaphaan op fchouder te laaten fchilderen, byde foo lang als Haer Ed. en Achtb. fouden gelieven goed te vinden ten welken eynde hy Auditeur last hadt fig daar van bydeefen te acquiteeren en te verfoeken, van daar omtrent met Haer Ed. en Achtb. Refolutie te mogen gehonoreertworden, met verder byvoeginge dat fig al mede gelast vond, om voor den tweeden by deefe occafie te vernemen, w^HacrEd.en Achtb. begreepen, door de periode in defelve laatfte Refolutie van den &7 Jan. jongstleden ervintelyk en houdende, dat by bet begrip van veom. Commandenr foude fyn geallegcert fodanige Refolutien welks op V Cas in quaflie niet zouden applicabel zyn gelyk hy dan ook ten derden HaerEd. enAchtb.verzogtomgeelucideertte worden, of wanneer het gebeurde dat de Militaire Wagt, in Burgerluiyfen geroepen, wierdc , defelve als dan daer in zoude mogen gaan of niet ? waer op gedelibereerd  TOT DE MIL1T. jUPJSD. &c. 159 zynde, hebben Haer Ed. en Achtb. voorn. Aud. thefebroek voor antwoord op zyne gedaane Propoütien toegcvoegt en wel eerftelyk ten reguardffi van die geoffereerde iatisfactie dat ïlaer Ed. en Achtb. daar unie genoegen namen, overfulks aan den Heer Generaal Majoor van Lintelo overlatende het decerneren van fodanige der voorengemelde ftraffen, als zyn Ed. zal oordeelen in deefen het meest applicabel en eclatants te zyn, wordende voor het overige de twee andere voorftellen voor als nog in advys gehouden. LXIII. EXTRACT uyt de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeeftercn en Vroedfchap der Stad Zutphen. Mercurii den 17 April 1754. De Heer Raadsvriend Schomaker namens de Opperbrandheeren,op heden omftandig Rapport gedaan hebbende , van het geene gifteren nagt ter occafie van den Brand in des Officiers Corps de Garde , boven deNieuwftadspoort alhier is voorgevallen.en door haar Edele tot blusfinge van dien verrigt geworden, heeft onder anderen mede in 't breede kennisgegeven, van de iafultes en quade bejegeningen, den Heer Raads-  i6o NALEZING van STUKKEN. Raadsvriend Verftege in fyne quaïiteyt van Opperbrandheer, by die gelegenheid ont. moet, en aangedaan, van en door fekeren Lieutenant Collonel onder de Zwitferfe Guardes dienende en Matty genaamt, hebbende fig feedert eenigen tyd binnen deefe Stad met 'er woon ter nedergezet. Waar op gedelibereerd fynde, hebben Haar Ed. en Achtb. ten regarde van 't eerfte point , welgedagte Opperbrandheeren , voor hunne gepleegde vigilantie en gefielde ordres in defen bedankt, en ten aanzien van het tweede goedgevonden en verftaan, dat deswegens over gez. Lieut. Coll Matty by Misfive aan haar Koninglyke Hoogheyd, Mevrouw de Princesfe Gouvernante fal worden gedoleert , en hoogst [defelve daar by in behoorlyke termen verfogt, om wegens de merites defer zaak, ten dien eynde by voorz. Brief omftandiglyk te detaille,en , die voorzieninge te willen doen, dat Haar Ed, en Achrb. daaromtrent een eonvenable fatisfactie komen te erlangen, zoo en als by Misfive zelfs, in 't Boek van afgaande Brieven geregiftreert, en nog op heden verfonden , met meerderen ftaat uitgedrukt. LXIV.  tot ds MILIT. JURISD. &c. iii LXIV. MISSIVE van Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen aan Hare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe Gouvernante, in dato 17 April 1754. Doorlugtigfte Koninglyke Princes en Vrouwe! Moe zeer wy ons altoos zorgvuldiglyk en zoo veel maer eeuigzints mogelyk is geweest, gemenageert hebbende , Uwe koninglyke Hoogheid laftig te vallen met het voorbrengen van zaken, door welker onderzoek Uwe Koninglyke Hoogheid in Hoogst Deszelfs hoogwigtige occupaticn zoude kunnen geinterrumpeert wórden. Zoo hebben wy ons egter by dezen niet kunnen difpenferen, om ter kennis van Uwe Koninglyke Hoogheid te moeten brengen navolgend geval, 't geen op gifteren alhier gefchied is. Het ongeluk heeft dan , Doorlugtigfte Vorftin en Vrouwe, gewild, dat gifteren avond omtrend tien uuren, in de Corps de Garde boven de Nieuwftadspoort, waar in ter occafie van de doormarsch van het tweede Nal, II Dtel. L . B**  i6z NALEZING van STUKKEN Bataillon van den Heer Generaal van ilirzel, eenige Mafifchappen van dien gelogeert waren, Brand ontllaan is. Dat, dit Gebouw, het Gemeene Land iooreude , tusfen en naby twee Kruyu-magazynen geütueert zynde, overdaar door onze Stad en Burgerye, in roote cnnilernatie en tellens gevaer is gebragt geworden. I >at ingevolge van het Reglement, door ons op 't nuk van Brand al voorlang gee> maneert ver\ olgens met den Druk gemeen ikt en Jaerlyks op nieuws wordende gepubliceert, zig onder anderen aanftonds meei e daer heenen hebben begeven die Leden uit het midden van ons, aen wien in hoedanigheid van Opper-Brandheeren by dat Reglement de directie is gedemandeert, ten eynde door hunne prrcfentie daaromtrent de nodige orders te {lellen: Dat, of het nu, wel aen niemand betaemd hadde, om in dit exterend cas van nood en gevaar de gevorderde byiland te weigeren,en zig die, deswegen gemaekte , fchikkinge der Opper Brandheeren t'onttrckkeu, veel weiniger eenig impediment in en aan Derzelven beveelen toe te brengen, het nogtans tegens alle vcrwagtinge is gebeurd, dat onder de meenigte van menfehen derwaerds totblusfingetoegefchoten, zig mede heeft bevonden den Lieutenant Collonel Matty, hem federteenigentydmet'er woon alhier hebbende ter nedergezet en zodanig ge-  tot de MILl'f. JURISD. ócc. iéi gekleed WeZendë, dat men aan denzelven geene de minfte kenmerken van een Militair ofte Officier op die tyd heeft kunnen b'efpeuren. Dat welgedagte Opper - Brandheeren beezig zynde, om inmiddels d'aanfchouwers, op dat dies te fpoediger het water in : d'emmers fou kunnen worden aangegeven,in ryen te rangeren,onzen Mede-Raadsvrind,de Heer Verftege, in qualiteit, als OpperBrandheer gez. Lt. Collonel Matty $ welken zyn Edele des tydsniet kende, hoewel op eene befcheidene wyze by den arm heeft gevat en wyders in betamelyke termenaandenzelven benevens veele anderen ook een post aangeweefen, ten einde met d'overigen mede de liehulpfame hand te bieden : Dat, in plaets van daar aan te voldoen ofte zig toen ter tyd bekend te maekeh, voorfz. Lt. Collonel Matty heeft kunnen, goedvinden, om, niet alleen op prÉtëxt cu met toeduwing, dat hy van niemand éehigj ■ orders verwagtede, zulks rond te decline- [ Ten* Maar ook zelfs door 't aangrypeh Va/1. "t gevest zyns zydgeweers movementen te maeken, van daar mede welgemelden Heer | Verftege te willen attacquecren i Niettegenftaande zyn Edele, naaf inhoud van't aangetogene Reglement * met een lange brandftolc, aan welkers hoofd deezer Stads Wapensgefchildertftaat, als'tteeken fyner functie, was voorzien en hem daar en L <£ ba-;  i64 NALEZING van STUKKEN boven nog van deze zyne qualiiïcatie mondelyk geinformeert hadde. Dat eenigen tyd daer na meergezeide Lieutenant Collonel Matty, in ftede van zig, tot voorkominge van verdere confuiie,te retireren ofte Uil te houden , by continuatie aldaar gebleven is, en vervolgens aan den Heer Verftege , op Deszelfs vraege, zyn naera heeft opgegeven, waar na hy allereerst by zyn Edele is bekend geworden; Dat welgemelden Heer Verftege zig hier op by den Heer Raadsvrind van der Capellen en den Secretaris Schomaker, hun mede, als Opper Brandheeren by dien Brand bevindende , heeft begeven: Dat, Haar Edele by den anderen ftaande en nog by zig hebbende den Secretaris Couleman, die, ten fine van informatie, door d'overige Leeden van ons, ten dien eynde, naar ouder gewoonte, in het Raadhuis vergadert zynde, naar de plaats van den Brand gecommitteert was, als toen wyders is voorgevallen, dat voornoemden Lieutenant Collonel Matty, hem datelyk en uit eigen beweging by Hun Lieden heeft vervoegd ende in disrefpecfueufe en driftige Bewoordingen meergemelden Heer Verftege over 't gepasfeerde aangefprooken, Jae zelfs nog daar en boven van zig kunnen verkrygen, om heden morgen den Heer Verftege, ten zynen huize, daar over nader te komen onderhouden en Hem by die gelegenthcid af te vragen , of zyn Edele hera  tot be MI LIT. JURISD. &c. 165 hem gifteren avond niet gekend hadde, met nogmalige herhalinge, dat hy onder zyn orders niet ftonde. Zonder , dat de Heer Verftege ofte yemand der andere Opper, Brandheeren tot dit rencontre eenige de mmfte reden gegeven, maar in tegendeel door haar moderat gedrag en het weggaan van den Heer Verftege geprsevenieert hebben de nadelige gevolgen, dewelke anderzints hier uyt by mogelykheid zouden hebben kunnen refuïteeren: „ . , Wanneer vvynu,DoorlugtigftePnnces,deze o-ebeurtenis in hare om Handigheden komen te befchouwen en daar by teffens in ferieule confidentie te neemen, dat de Hr. Verftege in dezen heeft gefungeert niet als een privaat Perzoon, maar als een Regent van deze Stad, ende dat gevolgelyk dinjune, hem door den Lt. Collonel Matty, aangedaan, niet zoo zeer moet gerekent worden aan zyn Edele in 't byzonder, dan wel aan ons in 't algemeen gefchied te zyn. Zoo willen of kunnen wy met ontveinzen, datwy daer over ten uiterften zyn getoucheert en deze zake aanmerken te wezen van die dangereufe verre uitzigt. Dat, by aldien het aan yemand, fchoon al mogte vermeinentotdiergelykeadfiftentie niet gehouden te zyn, zoude vryftaan, om deswegen de geene daar over het bewind hebbende, in hunne bedieningen te turbeeren en te miszeggen , het als dan L 3 ze~  \Ó6 NALEZING van STUKKEN. zckerlyk zou moeten verftrekken tot een, kwaad exempel voor andere en verdere gequalificecrde ingezetenen, niet zonder vilipendie en Irene van d'aucloriteit, ons Indisputabel competerende, voornamentlyk in zaken van aard, als deze, waerin , tot preventie van alle verwyderinge, de ftricte beveelen ( die ter occafie van d'cngte der avenues naar plaatz, daar de gementioneerde Brand geweest is, in cas fubject dies te noodfakelyker waren) dienen geobferveert te worden en dewelke zelfs andere Militairen en Perfonen , zonder pnderfcheid van ftaat ofte rang , zig niet onttrokken hebben in alle deelen naar te komen. En vermits wy nu ten vollen geperfuadeertzyn, dat Uwe Koninglyke Hoogheid om deze en meer andere redenen van noodzakelykheid, het algemeen belang tot haar doelwit hebbende, mede wel zal gelieven te disapproberen de conduite, door voorfz. Lieutenant Collonel Matty dezen aangaande gehouden. Zoo hebben wy ons genoodperst gevonden , ons hier over tot maintien van ons gezag , aan Uwe Koninglyke Hoogheid hier mede te moeten addresferen, gcenzints twyffelende , of Uwe Koninglyke Hoogheid zal , wegens de merites dezer zake , wel die voorzieninge wil len doen , dat wy daar omtrent eene convenabele fatisfactie komen te erlangen, waar toe Wy de vryheid gebruiken Uwe  tot de MILIT. JURISD. &c. 167 Uwe Koninglyke Hoogheid mits dezen op 't ijlerkragtigfte te verzoeken: Waar mede Doorlugtlgfle Koninglyke Princes en Vrouwe! Wv God Almagtlg bidden, dat Hy Uwe Koninglyke Hoogheid lange Jaren by eene voorfpoedige Regeringe wil bewaren. Gefchreven te Zutphen den iTa van April des Jaars 1700 vier en vyftig. Uwe KoninglykcHoogheids onder, danige en gehoorzame Dienaaren. Burgemeeftcren, Schepenen ende Raad der Stad Zutphen. Onderfiond. Ter Ordonnantie van dezelve Was getekend. HERM. SCHOMAKER. L 4 LXV  16S NALEZIN G van STUKKEN LXV. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemee fleren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Sabathi den 20 July 1754. Goedgevonden dat Haar Koninglyke Hoogheid Mevrouw de Princesfe Gouvernante, over de infultes en quade bejegeningen door den Lieut. Coll. Matty den Heer Raadsvriend Verftege in qualiteyt als Opperbrandheer, ter occafxe van den laetlïen Brand aan deNieuwftadspoort toegebragt, en breeder by Refolutie, en daar op gevolgde Misfive by de van den 17 April laastleden vermeit, wederom in convenabele termen fal gefehreven en daar by als nog op een behoorlyke fatisfaftie aangedrongen worden, foo en als met meerderen by die Misfive zelfs , in 't boek van afgaande brieven fub hoe dato geregiftreert, vevaten uytgedrukt is. L3ÉVI.  tot db M1L1T. JURISD. Sec. i6g LXVI. MISSIVE van Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen aan Ha* re Koninglyke Hoogheid Mevrouvve de Princesfe Gouvernante, in dato 20 July 1754- Doorlugïig/ïe Koninglyke Princes en Vrouwe.' Wy hebben de vryheid genomen van aan Uwe Koninglyke Hoogheid by onze Misfive van den ijden van April jongstleden in 't brede kennis te geven en daar by teffens klagtig te vallen van en over de kwaede bejegeningen en infultes, door den Lt. Collonel Matty aen onzen Mede-Raedsvricnd, den Heer Verftege , in Deszelfs qualiteyt en functie , als Mede - Opperbrandheer , toegebragt ter gelegentheid van den Brand, des nagts te voren in de Corps de Garde boven de Nfeuwftadspoott alhier ontftaan-, met verzoek, dat het Uwe Koninglyke Hoogheid behaegen mogte, van ons dieswegen eene convenabele fatisfactie, te willen doen hebben : L 5 Edog  7o NALEZING van STUKKEN. Edog daer van tot heden toe geen effect gezien hebbende, en inmiddels gezeide Lt. Collonel Matty uyt zyn Guarnifoen binnen deze Stad geretourneerd zyn* de , zonder aen ons mede de minfte blyken van eenige voldoeninge dien aangaande te hebben gegeven , t geen ons doet fupponeeren , dat Uwe Koningiylyke Hoogheid door Hoogst Deszelfs hoogwigtige en meenigvuldige occupatien en opgevolgde abfentie zal verhindert zyn geworden , daer op voor als nog de nodige attentie te Haen , zoo hopen, Wy , dat Uwe Koninglyke Hoogheid ons niet kwaelyk zal duiden, dat wy cns hier over wederom op nieuws aen Uwe Koninglyke Hoogheid komen te audresferen. Niet twyfelende, of Uwe Koninglyke Hoogheid zal , met ons deze zaeke in haere omftandigheden en gevolgen befchouwende , daar op wel gelieven te rellecteren , en overzulks aen ons die Juftitie te doen , dat wy daer omtrent eene genoegzaeme en , naer de importantie van dit ft uk , geproportioneerde fatisfactie ten allereerften mogen erlangen , waar op wy nogmaals met alle eerbied, dog te gelyk met het uiterfte empresfement zyn infterende: op dat wy ons by diergelyke onverhoopte gevallen in ftaet mogen bevinden, ons gezag te kunnen maintineren en ten dien eyn-  tot de MILIT. JURISD. &c. 17. t eynde daar toe met behoorlyke zekerheid de vereischte orders te Hellen. Waer mede Doorlugtigfie Koninglyke Princes en Prottvoe! Wy God Almagtig bidden, dat Hy Uwe Koninglyke Hoogheid lange Jaren by eene voorfpoedige Regeringe wil bewaren. Geichreven te Zutphen den 20en van July des Jaar 1700 vier en vyftig. Uwe Koninglyke Hoogheids onderdanige en gehoorzame Dienaren. ■ Burgemeefteren, Schepenen ende Raad der Stad Zutphen. Onderflend Ter Ordonnantie van dezelve Was getekend. HERM. SCHOMAKER. LXVII.  ï72 NALEZING van STUKKEN. LXVII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Joris den 15 Auguflus 1754. De Heer Raadsvriend Verftege heeft ter Vergadering voorgedragen, dat gepasfeerde Zondag agtdagen geleeden, zynde geweest den vierden defer lopende maand, ter occafie, dat heen en weder van zyn Buytengoed in de Stad gekomen was , des middaags nae dePredicatie, by hem had laaten vifite vragen , den Lieut. Coll. Matty denwelken door hem Heer Verftege geaccepteert wefende, by die gelegentheyd fyn Ed. over het geene tusfehen hun beyde,by de laaften Brand aan de Nieuwftadspoort, was voorgevallen , hadde onderhouden, en als toen, onder deefe en geene proteften van verontfchuldiginge, in fubftantie betuygt, dat zulks door hem niet was gedaan, met intentie om hem Heer Verftege te beledigen, of de oïdres van Hun Ed. en Achtb. in diergelyke omftandigheden gegeven,  TÓT DE MILIT. JURISD. «Sec. 173 yen,als't welk hy begreep,dat aan hem,als een inwoonder niet pafte, te willen vilipendeeren maar dat dit fou gefchied fyn uit onkunde, en op een pretext, dat hy nog den Heer Verftege, nog te imand der andere Heeren aldaar de direefie hebbende, had gekent, nog te ook iets geweeten van den inhout van 't Reglement, op 't ftuk van Brand geëmaneert,met verder allegatie van meer andere redenen , die hy tot fyn verfchooninge in deefen quam by te brengen , dat nae eenige woordenwisfelingen, , welgem. Heer Verftege hem daar op had geantwoord en te gemoed gevoerd, dat indien hy Matty, fig aldus des anderen daags, in plaatfe van hem Heer Verftege, daar over te rede te ftellen, hadde geëxpliccert, zyn Ed. niet twyfelde of Haer Ed en Achtb., i fouden fulks favorabel opgevat, en daar 0\ ver geen doleances gedaan hebben , met by voeginge, dat de zaak tans uyt fyne handen was, en vermits haer Ed. en Achtb. als in fyn Perfoon en Caracter fuftinerende gela> deert te weefen, fig die hadden aangetrokken,overfulks aan defelve dieswegens moefte ïatisfaét-ie, gegeven worden en dat by nader gevolg, gez. Lieut. Coll. Matty foo hy fyn oogmerk in deefe wilde beryken hem daar over konde en moest adresferen aan den R.aadsvriend Barthold van Hasfelt, als in de tyd prcefiderende , welke als dan deefe zaak, fekerl vk in den Raad foude brengen, en daar omtrent hun Ed'. en Achtb. Refolutie in-  174 .NALEZING van STUKKEN innemen, dat echter voorfz. Lieutenant Collonel daar van 't contrair foutenerende, en vermeynende fulks, alleen ten opzigte van hem Heer Verftege genoeg te zyn, ten dien eynde aan zyn Ed. een en andermaal hadde gevraagt, of hy hier mede Content was, dog dat hy Heer Verftege telkens by fyn voorig antwoord hadde geperfifteert, ende hem by repetitie aan Haar Ed. en Achtb. felfs gerenvoyeert hebbende , daar op meergez. Matty zonder fig hier over verderte verklaren, was opgeftaan , en in civiele termen van zyn Ed. affcheyd genomen hadde: dat hy Heer Verftege van dit gepasfeerde, aan de prefente OpperBrandheeren,hebbende kennisgegeven, hun Eds. te famen hadden noodig geoordeelt, ende daar by teffens hem Heer Verftege verfogt, fulks ter tafel van Haer Ed. en Achtb. tc brengen, waar van hy fig by deefe quam te acquiteren. Waar op Gedelibereerd fynde, hébben Haer Ed. en Achtb. de Conduite van den Heer Verftege in deefen approberende , het geen voorfz. voor notificatie aangenomen, en ter gevolge van dien verklaart, dat daar meede voor als nog geen genoegen kan genomen worden. LXVIIÏ.  r de MILIT. JÜRISD. &c. 175 Lxyiii. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefleren en Vrocdfchap der Stad Zutphen. Sabbathi den 17 Auguftns r/54- Haer Ed. en Achtb. hebben goedgevonden , en verftaan, de Heeren RaadsVrienden Bartholt van Hasfelt, cn Fredrik Robbert van Lathum als tans uyt hoofde, van 's Landfchaps Commisfie van den 15 Juny laastleden in 's Hage fynde, te verfoeken en te committeren fulks doende hier mede, Kin by deefe occafie Haer Koninglyke Hoopheyd Mevrouw de Princcsfe Gouvernante over het geval tusfchen den Heer Raadsvriend Verftege, in fyn functie en qualiteyd van Opper-Brandheer , en den Lieut. Coll. Matty, by den Brand aan de INieuwftadspoort , gepasfeert, en breder by Refolutien foo van den 17 April en to July beyde van dit jaar , als van den 15 defer lopende Maand, vermeld, meen particuliere audiëntie, met en onder een compliment ter materie dienende, op te wasten, ende daar by als nog op eene convenabele fatisfactiedieswegente mfteren l foo en als by de Misfive felfs , aan 'welgem. Heeren, op heden verfonden, en in"'t Boek van afgaande Brieven overge- bragt-,  i?6 NALEZING van STUKKEN bragt , met meerderen vervat, en uytgë-drukt is. LXIX. MISSIVE van Heeren Burgemeeireren Schepenen en Raad der Stad Zutphen, aan dc Heeren Burgemeelteren Barth. van Hasfelt en Fr. Robb. van Lathum, thans in 's Hage in commisfie van de Landfchap zynde, in dato 17 Auguflus 1754. £.,' ij Edels, Erentfefle, Wyze, Voorzienige en zeer Discrete Heeren en Medebroederen. Alzoo wy tot nog toe van Haere Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe Gouvernante geen antwoord hebben ontfangen op onze fuccesfive Misfiven, beide tenderende, tot erlanginge van een behoorlykc fatisfactie wegens de injurien en infultes, ons in de Perfoon van onzen Mede-Raedsvrind, den Heer Verftege in zyn qualiteit en funcfte van Opper - Brandheer door den Lt.. Collonel Matty aengedaen, ter gelegenheid van de bewufte Brand, voor ongeveer vier maanden in de Corps de Garde boven de Nieuwftadspoort alhier voorgevallen. Ende Uwe Edel Erntfefte weten, wat federd onze laetfte Brief van den 20 der voorleden Maead op d;tfubjeU, volgens de j ope- I  t©t de MILIT. JURISD &c t.ff 'openinge en het Rapport, daer van door welgemelden lieer Verftege op gifteren aen ons'in den Raed gedaen tusfen zyn Edele en gez. Lt. Collonel Matty is gepasfeert, waer door zomwylen zou kunnen worden gedebiteert, als of wy naemens ons Collegie, waer van nogthans 't contrair aen Uw Edele en Erentfefte bewust is, daer mede zouden genoegen genomen hebben. Zoo hebben wy confiderende, dat wy deze zaeke voor den Heer Verftege hebben opgevaren dus daar by, voorbehoudens onze authoriteit.niet wel 'kunnen acquiesceren, overzulks tot voorkominge van deze en diergelyke verkeerde illatien vermëind, het niet ondienftig, maer zelfs noodzackelyk te zullen zyn, dat Uw Edele en Erentfefte als uit hoofde van de tegenswoordige Landfchaps commisfie zig thans in s Haege bevindende,uit onze naem Haere Koninglyke Hoogheid mondelyk daar over kwaenien te onderhouden. Ten welke einde Wy Uw Edele en Erentfefte dan verzoeken, en teffens hier méde committeren, om ter deezer occafie in eene particuliere audiëntie aan Haere Koninglyke Hoogheid voorfz. geval (waervari aen Uw Edele en Erentfefte de omstandigheden bekend zvn en naeder uit de copie van onze eerfte Misfive.die Wy tot faciliteringe van UWer Edele en Erentfefte' geheugen hiernevens voegemkunnen vernomen worden) tc willen rememorereu, en daer by, meteen compliment, ter materie dienende en aen- Nal. II. Deel. M vee<  i73 NALEZING van STUKKEN voeringe van zoodacnige redenen,als dewelke UwEdele enErentfefte meest ftringent zullen oordeelen, en wydersaan derzelver goede direftie en prudentie overgelaten worden, als nog op 't allerkragtigfte te infteren, dat wy hier omtrent ten allerëerften eene convenable,en, naer het gewicht van deze zaeke geproportioneerde,voldoeninge mogen bekoomen: _ _ Waer op ons verlatende bevelen Wy Uw Edele en Erentfefte in Godes heilige pro- •tertie. . Gefchreven te Zutphen den zeventienden van Auguftus des Jaers iroo vier en vyftig. Edele, Erentfefte, Wyze, Voorzieninge en zeer Discrete Heeren en Medebroederen f Uwer Edele en Erentfefte Goede Vrinden en Medebroederen. Burgemefteren, Schepenen ende Raad der Stad Zutphen. Onder ftond. Ter Ordonnantie van dezelve Was getekend HERM. SCHOMAKER. LXX,  tot de MILIT. JURISD. &c. 179 LXX. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Sabathi den 31 Auguftus 1754. De Heeren Raadsvrienden Battholt van Hasfeit en Fredrik Robbert van Lathum by Refolutie van den 17 dezer lopende Maand, verfogt en gecommitteert fynde, om ter occafie van hunne tegenswoordigheid in 's Gravenhage haare Koninglyke Huogheyd,Mevrouw de Princesfe Gouvernante , over het geval tusfchen den Heer Raadsvriend Verftege in qualiteyt als Opperbraud* heer, en den Lieut. Coll. Matty by den laaften Brand aan de Nieuwftadspoort alhier gepasfeert, op te wagten, hebben daar van heeden ter Vergadering-- gerapporteert, dat fy Heeren Gecommitteerdens , op den ontfangst van hunner Ed. en Achtb. Misfive , breder by voorn. Refolutie vermeit, fig hadden begeven nae 'c Huys in den Bosch , en aldaar in . eene particuliere audiëntie, aan haare Koninglyke Hoogheyd voorgeftelt, het geene aan haar, door haar Ed. en Achtb. by derfelver aangetogene Brief op dat fubjet was gedrmiudeert geworden; dat haare Koninglyke Hoogheyd haar Heeren Gecommittcerdens op een feer M 9 gta-  ïSo NALEZING van STUKKEN. gratieufe wyfe hadde ontfangen, en de conduite door gez. Lieut. Coil. Matty dezes aangaande gehouden , geenfin ts geapprobeert, met byvoeginge onder anderen, dat hoogst desfelfs intentie was,dat de Militairen aan de refpeétive Magiltraten in de Steden zouden bewvfen hetrefpeét, aan defelve verfchuldigfy'clat fy Heeren Gecommitteerdens bv deefe gelegentheyd niet hadden nagelaten, aan hoogst gedagte haare Koninglyke Hoogheyd, voorlz. zaak op 't nadrukkclykfte voor tedraagen, en daarvan aan Hoogstdefelve de fchaadelyke gevolgen voor oogen te ftellen , dat hier mede Seefe audiëntie geëyndigt, en fy Heeren Gecommitteerdens naar hun Logement gekeert zynde, des anderendaags by hun Ed. had laaten vifite vragen, den Heer Lieut. Generaal Roufe, haare Koninglyke Hoogheyds eerflen Adjudant Generaal , denwelken,door haar Heeren Gecommitteerdens gerecioieert wefende, aan hun Ed. (nae eenige discourfcn , over deefe materie gewisfeit, en mede nae iterative betuygingen, dat niet quam, ofte voornemens was, om 't gedrag van gemelte Matty, waar van wel eer het tegendeel waar was, te willen juftificeeren) hadde geavanceer't, wel te wenfchen, dat die zaak uyt de wereld was,en dat gevolglyk haar Ed. en Achtb. voor defe keer de goedhcyd geliefden te hebben, van genoegen te nemen met het excuus, zoo meergez. Lieut. Coll'. Matty volgens zyn Voorgeven dieswegen voor eenige daagen aan  tot tje MILIT. JURISD. &c. 181 aan den Heer Verftege , zoude hebben gemaakt,teffens,meer dan eens.nietduyfter te kennen gevende , dat fulks aan haare Koninglyke Hoogheyd, mede niet onaangenaam foude weefen, daer by doende, dat zorge zoude worden gedraegen, dat diergelyke voorvallen in het toekomende niet wederom exteerden, en dat ook uyt lafte van haere Koninglyke Hoogheyd aan hem Matty, in feer ernftige termen hier over was gefchreven; dat fy Heeren Gecommitteerdens, op eene nadere fatisfactie aanhoudende, en daar van de noodfakelykheyd demonftrerende , hy Heer Pvoufe nogmaals en telkens by repetitie, zyn verfoek van de gementionneerde zaak, niet verder te willen pousfeeren, hadde geinhsereerd, en defelve nog in 't weggaan, op 't favorabelfte aan haar Heeren Gecommitteerdens gerecommandeert, dat fy Heeren.Gecommitteerdens 't een en ander, ad referendum, overgenoomen hebbende , fig daar van by deefen quaamen te acquiteeren, in hoope, daar mede aan Hun Ed. en Achtb. oogmerk voldaan te hebben, Waar op gedelibereerd,enmoverweginge [genomen zynde, dat haare Koninglyke Hoogheyd het gedrag van voorn. Lieut. ! Coll. Matty, in 'deefen gehouden geenfints komt té approbeeren, hebben haer Ed. en | Achtb.,mede gelet hebbende, op de fterke \ inftantien en daar by gedaane verfekeringe, I van welgemelten Heer Lieut. Generaal Rou- fe, mitsgaders, en welinfonderheid, op de M 3 ia-  i8s NALEZING van STUKKEN inclinatie van hoogst gedagte haare Koninglyke Hoogheyd, dat voor deeze keer met de excufe door gez. Lieut. Coll. aan den Heer Verftege gemaakt, mogte genoegen genomen worden, overfulks goedgevonden,voorfz. zaak niet verder te pousfeeren,en fyn daar op welgedagte Heeren van Hasfelc en vanLathumvoorderfelvergenomenemoeyte en gedaan Rapport van Stadswegen bedankt. LXXI. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeelïeren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Martis den 18 May. 1762. De Heer Praïfiderende heeft in fenatu voorgedragen, dat den Horologiemaaker Ghriffoffeï Venderbosch, Burger en Inwoonder defer Steede, fig by fyn -Ed. hadde geadresfeert, over en ter zaake hy ze~ dert eenigen tyd, verfcheyde Klederen van zyn Vrouw, nevens een ftukNeteldoek, en nu nog onlangs een filver zak Horologie hebbende gemist, en over ditlaafte Judith Jordens, die ruym een jaar by hem als Thenstmeyd heeft gewoont, hebbende onderhouden, het daar op was gebeurt, dat voorleden Zondag die Meyd, wanneer fy melk fou-  TOT DE MILIT. JURISD. &c. 183 foude haaien, is uytgeblevcn, en volgens bekomene informatie is gevlugt nae haar Vader wefende Soldaat onder het Regiment van den Generaal Majoor van Randwyk, thans alhier Guarnifoen houdende ; dat hy wegens fterke fufpicie, die uyt dit wegbly ven tegen haar had opgevat, haar hier over nader ten huyfe. van haare Ouders hadde gefprooken, met dat dieft, dat zy in prefentie van gez. haare Ouders reeds bekent heeft, het gemelte Horologie gebragt te hebben in de bank vanLeemnge, endaar op gehaaltfes Gulden,verfoekende tenens dat die voorfieninge moge worden gedaan, dat fy werde geapprehendeert, en haar gelast om de vermifte Goederen, aan hem te reftitueeren. Dat hy Heer Frauderende hg hadde verpligt gevonden, over dit geval extraordinaire Vergaderinge te laaten beleggen, ten eynde bv Haer Ed. Achtb. hier omtrent fodauigworde gerefolveert als defelve oordeelen fouden te behooren. Waar op Gedelibereert fynde , is goedTevonden'de Heeren van den Gengte te verfoeken', en auctonfeeren,gelyk gefchied bv deefen, om aanftonds die ordres te {lellen dat gemeste Judith Jordens werde geapprehendeert, vervolgens in gyfehnge gebrast,en inval Hun Ed. ontwaarmogten worden, dat meergedagteDienstmeyd figby Militairen quam te verbergen, als dan dooiden Ondermajoor den Heer Generaal Majoor van Lintelo als Commandeur defer Stad, of bv desfelfs abfentie den commanderenM 4 de  *34 NALEZING van STUKKEN. de Officier van het Guarnifoen. te laaten verfoeken, om haar te doenapprehenderen, en Haer Ed, en Achtb. als wefende in defen competente Rigters overtegeven. LXXII. EXTRACT uit deRefoIurien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeelteren en Vrocdfchap der Stad Zutphen, Mercurii den 19 May 1762. De Heeren van den Gerigte hebben op heden gerapporteert, dat lig geen apparentie hebbende opgedaan om Judith Jordensbuyten't huis vanhaar Ouders te doen apprehendeeren}hunEd.vermogens het tweede lid, van Haer Ed. en Achtb.Refolutie, gilleren avond op dit fubject genomen, de Heer. Coll. Ruysch als Commanderende Officier van,'t Guarnifoen alhier door den Ondermajoor nog laat in den avond hadde laaten verfoeken, om gez. Vrouwsperfoon op te ligten, en vervolgens aan Haer Ed. en Achtb. over te geven, Dat daar op wel dadelyk, nae ontfangen berigt van den Nagtfchout Langenberg, die apprehenfie gevolge was, maar dat het gemelteVrouws- f perfoon door de Militairen nae de Provoost \ was gebragt, hebbende voorn. Coll. Ruysch, by abfeutie van den Generaal Majoor van' | Lin- (  tot de MILIT. JURISD. &c. 185 Lintelo en alfoo buyten fyn ordre, in die óvergifte fvvarigheyd gemaakt, fonder dat egter tot hier aan toe, zy Heeren van den Gerigte deswegens door den Ondermajor hadden ontfangen, Waar op Gedelibereerd fynde., hebben Haer Ed. en Achtb. eer, en bevorens hier over verder te refolveren goedgevonden, het voornoemde Rapportaf te wagten. LXXIII. EXTRACT uit de Refolutie van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Veneris den 21 May 1762. De Heer Prsfiderende heeft op heeden voorgedragen, dat de Heer Generaal Majoor van Lintelo, als Commandeur defer Stad, by zyn Ed. gekomen fynde, verklaart i hadde, dat wel geene bedenking zoude dra[gen, om 't bewufte Vrouwsperfoon, als rtydes van haar begaane delict woonende < ais Meyd by een Burger en ingezeten, alhier ter judicature van Haer Ed. en Achtb. té extraderen, indien niet de ordres 'van f wvlenZyneDoorlugtigellooghcydden Heer ; ErfftadhouderGlor.Mem. hem toegezonden, houdende onder anderen dat Militaire Kinde* ren deïinquerende,mede voor den Militairen Reg. M 5 ter  i85 NALEZING van STUKKEN ter moeten te regt ft aan, hgen in zulke generale termen, dat defelve hem buyten Haat fielden, om fonder nader explicatie van voorfz. periode, aan de requifitie aan Haer Ed. en Achtb. te konnen voldoen, dat daarom tot zyne decharge, ten eerden hier over by Mifiive, niet alleenjzig foude adresfeeren, hy zyne Hoogheyd den Heer Hartog van Brunswyk,als reprefentant van den minderjarigen Heer Erfftadhouder, maar daar by ook te gelyk de redenen der fuflenue van de Heeren van de Magiftraat, die hem mede feer gegrond voorkwamen, zoude allegeren, en nader aandringen, verfoekende over fulks, dat Haer Ed. cnAchtb.met hunne inftanticn wegens voorfz. overgifte, tot het inkomen van refcriptie, van hoogst denfelven geliefden te fup'erfederen met verdere betuyginge, dat het hem feer onaangenaam foude zyn, by aldien met Haer Ed. en Achtb. welkers Vriendfchap hy altoos eftimeren zal, omtrent deefe zaak onverhoopelykin eenig contest mogegeraaken. Waarop Gedelibereerd'fynde, hebben Haer Ed. en Achtb. tot Voorkominge van alle verkeerde interpretatien en explicatie, goedgevonden om het voorfz. geval, met allegatie van deferfydfe fuftenue, in aanzien van 't ftuk van Jurisdictie, Haer Ed. en Achtb in deefen, buiten alle conteftatie competeerende, te brengen ter kennisfe van den Heer Hartog van Brunswyk, als Reprefentant van zyne DöorlUgtige Hoogheyd, den  tot de MILIT. JÜRISD. &c. 187 , den Minderjarigen Heer Erfftadhouder in qualiteyt als Capiteyn Generaal des E urftendoms Gelre en Graaflehaps Zutphen by een Misfive, foo als defelve ?e ver afgaande brieven , Jub hoe dato te ver nemen. LXXIV. MISSIVE van Heeren Burgemeefteren, * Schepenen en Raad der Stad Zutphen, aan den Heere Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel, repraefenteerende zyne Doorluchtigfte Hoogheid, den Heere Prince van örange en NasGiu, m quaiïteit als Capitein Generaal des Furftendoras Gelre enGraaffchapsZutphen, m dato ai May 1762 Doorluchtige Hooggeboren Furst en Heer! /T^hriftofTel Venderbosch , wezendes een ï j Horologiemaker en Burger dezer Mad, iVft zig voor eenige dagen by ons kiagefyk geaddresfeert, ter zake hy zedert eemJen tyd verfcheidene Kleederen van zyn Hnysvrouw nevens een ftuk Neteldoek en Znog onlangs een Zilvere Zakhorologue  188 NALEZING van STUKKEN. hebbende gemist, en over dit laat ft e zeker Vrouwsper loon, judith Jordens genaamt, die ruym een jaar als meyd by hem had gewoond, hebbende onderhouden, het daar op is gebeurt, dat dezelve, wanneer door hem was uitgezonden om melk te halen, is weggebleven, cn volgens bekomene informatie , gevlugt na haar Vader zynde Soldaat onder 't Regiment van den Heer Gene • raai Major van Randwyk , tans alhier Garnifoen houdende, wcrwaarts gemelte van der Bosch wegens fterke fufpicien,die uyt dit weggaan tegens haar niet ongegrond had opgevat, zig mede heeft begeven, om haar hier over nog nader te fpreken,'t welk ook van dat effeét is geweest, dat zy aldaar ter prcefentic van hare Ouders , reeds heeft bekend 't voorn. Horologie te hebben gebragt in de Bank van Leeninge, en daer op gehaald zes guldens. Wy hebben aanftotids die ordres gefteld , dat het gedetineerde Vrouwsperibon mogte werden geapprehendeert, en in gyfelinge overgebragt, maar by die occafie vernomen, dat zy zig by Militairen kwam te verbergen, waarom wy, byabfentie van den Heer Commandeur van Lintelo, den Heer Collonel Ruysch als commauderenden Offtciervan 't Garnifoen, daar toe hebben laten verzoeken, en als dan haar aan ons te extraderen. Hier op is wel datelyk de apprehenfie gevolgt, dog Judith Jordens is na de Provoost gebragt, alwaarzy nog is zittende, om datde Heer  ;;t de M1L1T, JURISD.&c. i8p Heer Commandeur in die overgifte zwarigheid maakte uit hoofde der ordres van wylen zyne Dooiiuchtigfte Hoogheid, den Heere.Prince Erfftadhouder glorieufer memorie hem toegezonden, m£t betrekkinge tot delicten, by Militaire Kinderen mede werdende begaan, lagen in generale termen, en mitsdien hem buiten ftaat Helden,: om zonder naedere explicatie van die periode en fpeciale ordres van Uvve Hoogheid, aan onze requifitie te konnen voldoen, hoewel zyn Ed. ons betuigd heeft, datde redenen van onze fuftenue hem zeer gewigtig waaren voorgekoomen, en die wy voor Uwe Hoogheid ook niet willen verbergen, maar de vryheid neemen dezelve meede te deelen, hier in beftaande; Dat aangemerkt het voorfz. Vrouwsperfoon, of fchoon een Soldaaten Kind nog* thans door haar dienstals Meyd van een Jaar lang by onzen Burger hier ter Steede te hebben geprefteert,buiten alle conteftatie, geconfidereerd moet worden onder zyn huisgezin mede te gehooren, en zy het gez. delict gedurende dezen haren dienst aldaar hebbende gecommitteert ook aan dien Rechter, daar de overige Leeden, van dat Huisgezin onder gezeten zyn, gevolgelyk aan onze Jurisdictie privativelyk en alleenlyk mctfeclufie van die der Militairen, Subjeél is, en by verdere confequentie wegens haere begaene fait voor voor ons zal moeten te [ rechte ftacn; En het is dan op deze gronden, dat wy door  iqo NALEZING van STUKKEN door welgem. Heer Commandeur, als die de vryheid zou neemen, om zig hier over ten fpoedigften by Misfive aen Uwe Hoogheid te addresferen , cn daar by teffens onze aangevoerde redenen zelfs allegeren en nog nader aan te dringen, verzogt'zyn geworden om met onze bovengemelte inftantien zoo lang te willen fuperfederen, tot dat zyn Ed. met refcriptie van Uwe Hoogheid zoude wezen gehonoreert; Hoe zeer, Doorlugtige Furst en Heer, wy nu zyn geconvinceertvan'de rechtmatigheid van ons fentiment, zodanig, dat wy wel gefundeerde redenen hadden , om met meerder empresfcment op de extraditie te infteren, hebben wy egter, zoo tot confervatie der goedej verftandhoudinge tusfchen ons en den Heer Commandeur, alstotvoorkominge van alle eventuele onaangenaame fuites , aan zyn Ed. verzoek wel willen defereren, des niet te min ons mede verpligt gevonden van onze zyde ook deze zaak te brengen ter kennis van Uwe Hoogheid, in dat; vertrouwen , dat Uwe Hoogheid, pondereerende de kragt van onze gementioneerdc redenen , zal om dezelve en wegens andere opzigten voor 't Militaire weezen nadelige gevolgen, die wy vast {lellen, dat door den Heer Commandeur zullen worden gedetailleert, die prompte en efficacieufe ordre gelieven te {tellen, dat aan onze Requifitie tot overgifte van meergemelde Vrouwsperfoon werde voldaan, ten einde in ons regt van Jurisdictie, diewy verbonden  tot de MILIT. JUPJSD. &c 191 den zyn allerdings te maintineren en te coni ferveren, geenatteinte of prejudicie werde toegebragt. Waa* mede, Doorluchtige Hooggeboren Fatst en Heere ' Wv Godalmachtig bidden, dat Hy Uwe Hoogheid houde in zyne heilige Proteéhe. Gefchreven te Zutphen den 21 May 1762. Uwe Doorluchtige Hoogheids Dienstwillige goedeVrienden. Burgemeefteren, Schepenen ende Raad der Stad Zutphen. Onderjïond Ter ordonnantie van defelve Was getekend H. A. TOEWATER. LXXV  i5>2 NALEZING Van STUKKEN LXXV. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Mercurii den 26 May 1762. Ïs terVergaderinge ingekomen en verleefen Misfive van Zyn Hoogh. den Heer Hartog van Brunswyk, als Reprefentimt van Zyne Hoogh. den Heer Prince Erfftadhouder als Cepiteyn Generaal van deefe Provincie, gefchreven in 's Hage den 25 deler lopende maand , houdende antwoord op Haer Ed, brief van den 21 daaar te vooren, met betrekkinge tot de Perfoonevan Judith Jordens, door de Militairen, defer fydfe requiiitie geapprehendeert, en tans by de Provoost zittende, luydende defelve van woord tot woord als volgt. EDELE ACHTBAARE HEEREN! Ik heb wel ontfangen Uwen Ed. Achtb. Misfive gefchreven te Zutphen den 21 deefer maand, waar by UEd. en Achtb. my voor te dragen, een geval, betrekkelyk tot fekere Judith Jordens , Dogter van een Soldaat in het tweede Bataillon vanBrakel, welke als Dienstmeyd wonende ten huyfe van Chriftofel Venderbosch, Ilorologiema- ker  tot de MILÏT. JÜPJSD. &c. 103 i 'keren aldaar fig aan diefftal hadde fchuldig : gemaakt, en vervolgens ter requifitie van UEd. en Achtb. geapprehendeert wasgewor1 den,dog ten aanzien van welker overgifte eenige bedenkelykheyd,by den Generaal Majoor en Commandeur van Lintelo gemoveert wordende, UEd. Achtb. ter confervatie der goede harmonie, en voorkominge van onaangenaame gevolgen, op verfoek van ;voorn. Commandeur wel hadden willen faper federen, met de verdere inftantien, tot dat defelve myue refcriptie daar op foude hebben bekomen, met verder by voeginge van Iredenen, waarom UEd.en Achtb.vertrouwden, dat door my de nodige ordres, tot de 1 voorfz. overgifte fouden worden gcfteltó I Het voorfz. geval door voorn.Commandeur terfelver tyd tot myne kennisle zynde gebragt, te gelyk met de bedenkelykheden, \ waarom defelve in meergemelte overgifte , hadde gedifficulteert, alleen voortfpruytende uyt fekere ordres door wylen Zyne Doorl. Hoogh. den Heere Prince ErflladhouderGl. \ Ged. gegeven , ten aanzien van delicten ; door Kinderen van Militairengepleegt,heb [ ik gemeent, fonder te treeden in eenige [ discusfie der redenen by UEd. en Achtb. jredetailleert,het genoeg foude fyn te melden, dat nae examinatie van hoogged. ordres, het my is voorgekomen,dat de intentie van wyïe Zyne Doorl. Hoogh. geenfins geweest kan zyn, defelve mede relatief te maaken, rot foodanige een, als in het voorhanden zynde geval van de voorn. Dienstmeyd Nal. II Deel N Ju-  jp4 NALEZING van STUKKEN Judith Jordens. Bienvolgertde , foo heb ik dan ook ter beantwoordinge van UwEd. en Achtb. dien my ten hoogden aangenaam is geweest, en om mede te Contribuecren, tot berykinge van defelve heylfaarae oogmerken, van UwEd. en Achtb. tot confervatie van de goede verftandhoudinge tusfchende Burgers en Militairen. Ik tweyfelc niet of hier mede fal aan de intentie van UwEd. en Achtb. volkomen voldaen zyn, wacromme na UCd. ca Achtb. in de Heylige Protectie Godes te hebbenaanbevoolen, ik d' eerhebbe met allehoogagtiug teblyven. EDELE en ACHTBARE HEEREN. In 's Gravenhage Uwer Ed en Achtb. den 25 May 1762. Dieastw.Dienaar. Was getekend L. HERTOG van BRUNSWYK. Het Opfchrift was, Édele en Achtbaere de Heeren Burgemeefteren Schepenen en Raad der Stad Zutphen. Waar op Gedelibereerd zynde, hebben Haer Ed. en Achtb. het gunt voorfz. voor notificatie aangenomen, en wyders goedgevonden, dat foo dra den Heer Commandeur van Lintelo, van die in boveiiftaande Misfive-  tot nit Ml LI T. JÜRJSD. &c. 195 five, vermelde ordres tot cxtraditievanhet. gez. Vrouwspcrlbon aan de Heeren van den Gerigte, lal hebben kennis gegeven, defelve fal geleideden, in defer voege , dat het voorn. Vrouwsperibon, nae het optrekken van de Wagt, door een Commando van [ Militairen uyt de Provoost, tot aan 'tStadI huys fal worden gebragt, en aldaar door den nagtfehout o^ergelevert, ten eynde in defer Stads gevankenisfe te worden geinhalleert. LXXVI. EXTRACT uit dc Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Rorgcmee (leren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Jovis den 27 May 1762» ! TT%8 Heer Praefiderendc heeft op heden. \J). voorgedragen, dat den Heer Commandeur van Lintelo even voor dc Verga- . deringebylyn Ed. was geweest, én berigt ' had, dat ordres, tot uytleveringe van het bewuilc vrouwsperloon , heeft bekomen, wenfchendc te mogen weeten wanneer, en hoe defelve gcfchieden foude dat lyn Ed. san welgemeltc Commandeur heeft geant woord, dat de overgifte in conformité der [ llefolutie, gilleren agt'er middag, op dit i ubjecl genomen, foude moeten worden geN 2 daan.  396" NALEZING van STUKKEN daan, het welke dan ook in dier voegen verrigt is Waar op Gedelibereerd fynde, hebben Haer Ed. en Achtb voorn. Heer Prafiderende voor fyne gen'omene moeite, en gedaan Rapport bedankt vervolgens Heeren van den Gerigte verfogt, om van de geinhafteerde Judith Jordens, en wyders ibdane informatien in te winnen, als vermeenen fullen te behooren, ten eynde defelve nader ten fine van Deliberatie voor te brengen, LXXVII. MISSIVE van Louis Hertog van Brnnswyk aan de Magiftraat te Arnhem. EDELE AGTBARE HEEREN. Moe zeer ik in allevoorkoomende geleegentheden niets meer verlange, en ook dagelix butere alles zorgvuldig te vermeiden al het gene tot onaangenaame discusfien, die uyt voorkomende conflicten van Jurisdictie tusfen den Politiquen en Militairen Regter refulteeren moeten, aan leiden geven kan, vinde ik my egter in die onvermydelyke noodzakelikheid gebragt, om myne hoogfte furprife aan UEd. Agtb. te moeten te kennen geeven , aangaande de behandeling van het geval het welk de Major  tot de MILIT. JURISD. Sec. 107 tor van Nyvenheim, als Commandeerende het Guarnifoen van Arnhem tot myne kennis komt te brengen , concerneerende feker Perfoon,geen Borger zynde, welke door die van het Guarnifoen bezig bevonden zynde met het losflaan en fteelen van Palisfaden op de Glacis buiten de St. Janspoort in Arres: genoomen is binnen _'s Lands Fortificatiën en egter op requihtie van UEd. Agtb. door de voornoemde commanderende Officier aan UEd. Achtb. fonder uitftel heeft moeten overgegeeven worden, offchoon voornoemde Officier de permislie verzogt om den gem. Gedetineerde in de Hoofdwagt alleenlyk foo lang te mogen bewaren, totdatmyne ordres met de eerfte Post dien aangaande zoude ontvangen hebben. Gelyk ik niet nagelaten heb weegens de voorfz. gedaane overgifte myn ongenoegen aan voorn. Majoor van Nyvenheim te kennen te geeven, foo kan ik ook aan de andere kant my niet dispenfeeren my weeeens het voorfz. geval aan UEd. Agtb. te addresfeeren, en foo uit hoofde van de qualiteit die ik de Eer heb te bekleden en in welke ik alle de Prceeminentien van den minderjarigen Heer Capitain Generaal cuftodieren en lbeke te couferveeren als van wegens den aard en de omftandigheden yan het tegenswoordige delict, het welke,gelyk alle violatie van 's Lands Fortificatiën Werken ten allen tyde, als een Militair Delict is geconfidereert geworden, denvoorM 3 ^  s9% NALEZING van STUKKEN. melden Delióquatft voor den Militairen Regter te reclameeren; ik Vbhde my deste meer daar toe noodzakelik vcrpligt, vermits aan my wel ipeciaal is gedemandeert by het derde Articul van myne lnftructie als Keprveientant van den Heer Capitain Generaai van 't Furftenclom Gelre en Graaffchap Zutphen forgvuldig het oog te houden , op de Fortificatiën van den Staat, met relatie tot de Stenen van de gemelde Provinciën, ten einde cue altyd in goeden ftaat van defenfie gehouden worden , en fiatteeren dienvol"ende dat UED. en Achtb. uit confideratievandat alles geen fwarigheid fullen vinden, om tot de Rcflitutie van den meergem. Delinquaht aan cien Commandeerende Officier van het Guarmlocn te refolveeren en my daar door in ftaat Hellen om behoprlyke Juftitie doen adrmmftreren over de befchadigers van de Fortificatie der Stad, die aan myne voorzorg lyn gedemaiideert. Ik hebbe de eer in die vêrwagtihg met waare hoogagtmgan attachement te blyVen, ,EDELE AGÏBARE HEEREN. 'sGravenhageden Uw Ed. Agtb. soDecemb. 1763. Dienstw. Dienaar. {Was getekend) L, HERTOG van BRUNSWYK. LXXVTiL  tot de MILIT. JURISD. &c. 19) LXXVIIÏ. MISSIVE van de Magiftraat van Arnhem aan Z. li. Louis Hertog van Brunswyck 30 Dec. 1763, Doorlugügfte Hoogstgcboore Furst en Fleer! Bv onfe refcriptie van den 21 defes waar bv de eere hadden U Doorlugtige Hoogh. voorlopig kennisfe te geeven van de receptie van hoogstdesfelfs Misfive waar bv U Doorlugtige Hoogh. ons quam te verfoeken , dat wy aan den commandeerende Officier van het Guarnifoen alhier fouden reftitueren fe-fcer Perfoon, welke zig foude fchuldig gemaakt hebben aan het losmaken en ftcelen van Palisfaden buiten de St. JansPoort, hebben wy teffens gemeld dat wy zoo ras onfe abfcnte Medeieeden weeder geretourneert fouden fyn, wy deefe faak welke wv voor ons van feer veel confideratie en gevolg oordeelden in ferieufe deliberatie fouden neemen. Wy hebben ten gevolge van dien voort na de te rug komst van gemelte onfe Medeieeden defelve in een bedaarde overweginge genomen, en met de vereischte attentie gepondereert de redenen welke U Doorl. Hoogh. oordeelde te konuen ftrekken om ons van onfe fuftenuen te doen afzien. . , . Wy kunnen niet af zyn U Doorlugtige Hoogheid voor af te betuigen dat hoe. ö q ■ zeev  £oo NALEZING van STUKKEN zeer wy niet anders dan ten uiterften konnen loueeren de attentie en forge van U Doorlugtige Hoogh. om geduurende de minderjarigheid van den Heere Prince Erfftadhouder de faaken concerneerende den Militairen dienst by de vastgeftelde regels te maintineeren, en hoe feer wy ook geneegen fyn aan de eene fyde om alle Conflicten van Jurisdictie tusfehen ons en den Militairen Rigter foo wel als al 't geene daar toe eenige aanleidmge mogt konnen geeven, iöigneufelyk te vermyden, wy echter aan de andere kant ons onbevoegd agten om de exercitie van een ftuk van regtsoefening, het welke wy by gebrek van kennis van een ter contrarie vastgeftelde regel in deele Provincie in ons gemoed overtuigt fyn van onfe privative competentie te weefen, aan ceiien anderen Rigter over te laten , en daar door over te geeven een Privilegie van onfe Stad, Borgeren en Ingefetenen welkers hewaaringe ons is aanbetrouwt , en altyd met zoo veel forgvuldigheid door onfe Voorfaaten is gehandhaafr, geworden. Wy verhoopen mitsdien dat Uw Doorlugtige Hoogh. ons wel fal willen toelaaten om de Principes waaruiteri degronden waarop wyin deefen werkfaam fyn geweest met eene refpectueufe vrymoedigheid te reprefenteeren en voor te drageu. Wy verfoeken dat U. Doorl.Hoogh. ten dien einde in confideratie gelieve te nemen, dat de Jurisdictie der Steden in het generaal, en byzonder in deefe Stad.welke de_ eer heeft mee-  TOT BE MILl'f. JURTSD. &C. 2QI meede. ftem in Staat te hebben, van die natnur is, dat dezelve gaat over allerley fport van Perfoonen en faeken, niets daar van uitgezondert, als het welke fpeciaal aan die Jurisdictie word bevonden onttrokken te zyn, en dat integendeel de Jurisdictie der Militairen is een gelimiteerde Jurisdictie, waar onder niets gehoort, als het geen aan defelve fpeciaal gedemandeert geworden. Dat mitsdien ook de effecten en gevolgen van dien feer fyn verfchillende, terwyl onder de eerfte altyd blyft het geen niet word beweeien geëxcipieert te fyn, en onder de tweede niet kan getrokken worden het geen niet fpeciaal aandelelve is overgegeven. Sulkx dat ter cas fubject alleenlyk maar overbyvende deeze eene vraag, of de Judicature ;over het geval van een Ingefeten befchuldigt wordende een gemeen delict van diefftal aan eenige Palisladen begaan te heb* ben , aan de Krygsraden in de Steden ftem in Staat hebbende is geconcedeert, wy vermeenen bevoegt te zyn ons foo lang op het defect van foo een concesfie te mogen beroepen, tot dat een wet of order door ds Legiilative Magt geëmaneert en fulx expresfelyk dicte erende door de Krygsraaden werde geproduceert, fonder welk 7.00 een geval blyft ouder de generale jurisdictie de Steeden competeerende. Hoe feer wy nu ook met alle opletten : heid op alles hebben gerellecleert, konnen wy echter ter goeder trouw verklaaren te N 5 igno-  202 NALEZING van STUKKEN. ignoreeren, dat ooit een fodanige wet of order met betrekkinge meede tot deefe Stad gepromulgccrd of ergens voor handenis. Wy moeten in tegendeel de vryheid neemen U Doorl. Hoogh. te informeeren, dat van alle ouden tyden felfs van 't begin der erectie van deefe Kepublicq tot deeien huydigen dag de Magiftraat deefer Stad de cognitie heeft gehad over alle Delicten van natuur als het geval in quaiftie, Dat ook op die gronden door onfe Pnedecesfeuren verfcheide Publicatien teegens het fteelen van Palisfaden fyn geé"maneert,en daar by fwaare poenaliteiten teegens de Contraventeurs van dien geftatueert geworden, waar van onder anderehtot voorbeelden konnen verftrekken de Publicatien, welke op den 4 December 1675. 29 Dec.1676 en 6 January 1679, en dus op een tyd wanneer deefe Republicq het geluk, genoot van een Stadhouder en Capitain Generaal a%n Haar Hoofd te hebben, op order van de doenmalige Magiftraat deefer Stad gedaan fyn geworden, fonder dat ooit daar op eenige de minfte bedenking is gevallen, of door ymand eenig contest omtrent de competentie der Jurisdictie ten deefen opfigte gemoveert is. Dat wy ook uit dien hoofden in den Jaa1710 een deefer Stads Ingefetenen over't beklimmen der Wallen en diverfe andere by die gelegentheid begaane euveldaaden publicq aan den Lyvc hebben doen ftra'ffèn, en  tot de MILIT. JUR1SD. &c. 203 en vervolgens buiten deProvintie gebannen. Dat wy in het byfonder ook na die gronden fyn re werkgegaen in twee gevallen , 'tecne in denjaere 1758 en het andere in den Jaare 1756 en gevolge!yk in een tyd dat wy het genoegen hadden de Vrouwe Gouvernante Hooglolf. Memorie aanhet hoofd der Regeeringe van deefe Provintie te zien, wanneer de Militairen in 'teerlte géval een ingefeetcn defer Stad over het beklimmen der Stads wallen by nagt, en in het tweede geval wanneer defelve een onfer Borgeren ter oorfake van gepra:tendeert geweld aan een der Barrières by deefe Stads Poorten en dus aan 's Lands Fortificatiën hadde geapprehendeert, fyn voorgevallen, welke niet alleen aan ons overgegeven fyn, maar waar over ook de Cognitie aan ons onverhindert is overgelaateu geworden. Het zy ons geoorlooft Doorl. Vorst hier nog by te voegen, dat verfcheidene andere reedenen,welke wy vermeenen uit de natuur der faaken hetdelict felve voort te vloeyen, ons van foo veel gewigt fyn voorgekoomen , dat die alle bedenking fchynen wég te neemen. Wy verfoeken mitsdien dat U Doorl. Hoogh. in de eerfle plaats gelieve te reflecteeren dat het regt van een Univerfeele Jurisdictie komt te fpruyten ex. jiïrè Umverfdi Taruorli, waar van het gevolg is, dat van welke natuur het delicl; ook mag weezen, endoor welke Perfonen het zy Borgers,' Ingefeeienen of Vreemden (terwyl met hetBor.gerregt waar de Inwooning en 'temporairc Op-  2c-4 NALEZING van STUKKEN ophoudinge binnen onze Jurisdictie den xegtsdwang geeft) het zelve gepleegt mogf zyn foo lang blyft by den Territorialen Rigter tot dat het contrarie door een andere Wet geftatueert word. Dat gelyk het nu aan de eene fyde geen bedenkinge fchynt te konnen lyden dat de grond tot aanïegginge der Fortificatiën door de Stad ten behoeve van het gemeene Land wel is gccedeett, dog nooit het urri. toriale regt, lbo fal 't ook geen fpeculatie onderhevig konnen zyn , aan de andere kant dat de Delicten, welken aan defelve worden begaan , geen wet ter contrarie fig voordoende, aan onfe Judicature fyn gebleevcn. Op welke gronden dan ook U Doorlugtige Hoogheid niet onbekend zal zyn, dat dc gefamentlyke Bondgenootcn al ia den jaare, 15S8 by 't formeeren van de Inftructie voor den Raad van Staaten Art. 43 en den 50 Art. van derfelver nadere Inftructie van den jaar 1651 hebben verftaan, dat alle faaken den Staat, Politie en Juftitie van de voorfz. Landen, Steeden en Lceden van dien, in 't generaal, en in 'f particulier aangaande, ter dispofitie van den Raad niet expresfelyk gefteld, fullen bly ven ter dispofitie van de Staaten Generaal, de Staaten van dc particuliere Provinciën, de Magiflraten van de Steeden en andere wettelyke Overheeden elx in haar regard. Wy moeten in de tweede plaats onder het oog van U Doorl. Hoogh, brengen, a dat  tot de MILÏT. JURISD. &c. £05 dat het delict waar van den Gedetineerde befchuldigt wordt, niet is begaan door een Militair maer door een Ingefetendezer Stad welke meer als dartig Jaaren hier gewoond heeft en dat de Militaire Jurisdictie nogtans niet anders kan verftaan worden te zyn dan eenprivilegium perfonale't welke fig alleen bepaald tot Militaire perfoonen en over fulx geenlints kan geëxtendeert worden tot Ingefetenen of Borger ftands Perfoonen, omtrent welke nooit de Judicature aan ymand buiten den Ordinaris Rigter verleend of geconcedeert is. Waar by nog voor een derde zoude konnen gevoegt worden, dat het voorwerp waar aan het delicl: begaan Is niet verandert de natuur van het delict, en dat dewyl U Doorl. Hoogh. felfs gelieft te melden dat de misdaat welke in deefe fou fyn gecommitteert is een Diefftal, ook mitsdien den eigendom van 't geen in deefe geltoolen foude fyn niet verandert den aart van delict, en over fulks ook de Jurisdictie en erkentenisfen over het felve niet fchynt bepaalt te kunnen worden na den eigendom van het geene ontvreemt is , maar na maate die Perfoon , die het gepleegt heeft aan deeze of geene Jurisdictie onderhorig is. Behalven dat voor een vierde het uit alle omftandigeedenevident is, dat zoo de misdaat waar van de accufatie gedaan is, door den gedetineerde al mogt begaan fyn, hoewel denfelven by fyne cofnesfie ftaande houd, dat op het land buiten de Fortifica¬ tiën  io6 NALEZING van STUKKEN. tien heeft gearbeid en aldaar geapprehen- i deert is geworden , en fig alfoo op fyn on- f fchuld feer komt te beroepen, het felve | gepleegd is, met een oogmerk om lig felve I te verryken en geenfmts hoftili animo om I daar door de defenfie van de Stad te verminderen. Waar uit by nader gevolg proflueert dat dit geval nooit als een Militair delict geconfidereert fal konnen worden , maar in tcgcnttelling als een gemeen delict over welke de Cognitie aan den Ordinaris Rigter is competeerende en by gevolg ten opfigte van het geval in quKftie aan ons die volgens onfe Privilegiën de Judicature over onfe Ingefeetenen alleen is aanbcvoolen. Want offchoon wel de bewaaringe, toefigt en gelag over de Fortificatiën aan de Militie is toevertrouwt, lbo verre dat die geene die fig verftout daar teegen yts te doen of ondcrneemcn, daarin ne door defelve metwaapenen of ook anderfints kan worden verhindert, foo vertrouwen wy nogtans U Doorl. Hoogh. met ons wel fal willen begrypen, dat de Militaire Jurisdictie geen gevolg van deeze toebetrouwde bewaaringe is gelyk dat danookalzoo fchyntbcgreepen te zyn in een nabuurige Provincie wanneer in den jaare 1658 de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland by derfelver Refol. van den n Aprildesfelven jaarshebben geoordeelt, dat de Judicature over het feval, dat ymaud by nagt de Stads Wallen foude hebben beklommen, en het welk ge- fn-  tot de MILIT. JURISD. &c. 207 fuftineert wierd aan de Cognitie van den Militairen Krygsraad ex natura delifti te gchooren, aan den Ordinaris Rigter foude moeten gelaaten worden. Wy moeten eindelyk by dit alles by herbaling nog voegen de betuiging van ons leedweezen over het ongeluk dat wy hebben van ten deefen opfigte met U Doorlugtige Hoogheid in verfchillende denkbeelden tc fyn. , . , Wy hadden wel gewenscht, dat wy in dc onaangenaame gefteldheid niet waaren gebrast geweest om daar over in discuslie te treeden dog wy verfoeken U Doorlugtige Hoogh. om die goedheid te willen hebben van lig eens voor oogen te Hellen en te repra:tenteeren de fituatie van Burgemeefteren, Scheepenen enRaaden van eenStad, aan wien in een Republicq toevertrouwt is de befcherming van alle haare Ingefetenen ,ten einde om door geen ten hunnen opfigte vreemt gerigt geoordeelt te kunnen worden, wanneer wy ons vleyen dat U Doorl, Hoogh. volgens desfelfs edelmoedige wyle van denken, aanftonds fal ontdekken en overtuigt worden, dat het nergens anders als uit een coniideratie van onbevoegdheid oV'dc Jurisdictie over de Perfoon vaneen lngefeete te konnen afftaan , fpruit, dat wy ons genoodfaakt vinden om in deezen vaii ü'Doorl. Hoogh. opinie, waarvoor anderfints met alle promptitude , indien het'aan ons gepermitteert was om onfe eige perfoneeleincliuatiete volgen,alle deference fou-  ao3 NALEZING van STUKKEN foude betoonen, en waar van felfs met een volkome gerustheid fouden willlen acqui. teeren, eenigiints te difcrepeeren. Waarom wy ons dan ook flatteeren, dat U Doorl. Hoogh. van dit alles geinformeert zynde de faak in een nadere confideratie fal neemen, ons verfeekert houdende, dat hoogt dezelve ons niet qualyk fal afnemen, dat wy op die gronden voortgaande aan den gedetineerde foodanig Regt en Juftitie wee. dervaaren, als wy na merites en bevind van faaken fullen oordeelen en meen na goede Juftitie te behooren. Inmiddels lullen wy. Doorkgtigfïe &c. God Almagtig bidden om U Doorlugtige Hoogh lange Jaaren in] fyn' Heilige hoede en befcherminge te bewaaren. Gefchreven te Arnhem den 30 December 1763. U Doorl. Hoogh. goede Vrienden. B. S. en R. der §. A« Ter Ordonnantie van dezelve LXXX'  tot de MIL1T. JURISD &c. 209 LXXX. MISSIVE van Louis Hertog van Bruns* Wyk aen de Magiftraet van Arnhem , 6 jan. 1764. EDELE ACHÏBAARE HEEREN! De beide Misüvens door UEd. Achtb. op den ai. en 30 December van het afgelopen Jaar 1763 aan my afgezonden, opzyntyd my wel geworden zynde, heb ikuit den inhoud van delaetfte derzelve gezien, dat UEd. Achtb. goedgevonden hebben niet alleen tt> declineeren het verzoekby myne misfive van den 19 bevoorens gedaan totreititutieaan den Militairen Rechter van den Perfoon, die zich aan het losflaan en befteelen van Palisfaden hadde fchuldig gemaakt,maar ook finaal te declareeren (hoe zeer te gelyk mynevoorzorge : voor de confervatie derMilitaireJurisdiche en myne gewoone oogmerken in het «viteeren van alle occafien tot onaangenaame verfchillen loueerende) zelfs vooorneemens te zyn met de berechting van den gem. Perfoon, van het delict waar aan hy zich fchuldig gemaekt heeft, te zullen voortgaan. Wanneer ik met naeuwkeurigheid geexamineert heb de refpeftive gronden by de voorfz. laatfte Misfive tot weigering van het voorfz. verfoek geallegueert heb ik een ampel ' detail gevonden van die gewoone en zoo dikwils tegens de Militaire Jurisdictie inhet geNal. II. Deel. Ö ne-  2;o NALEZING van STUKKEN neraal(hoe zeernimmer met minder effect dan in tyden dat de Republicq een Stadhouder en Capitain Cenerael aan het Hoofd gehad heeft) gedaene allegatie, van eene gelimiteerde Jurisdictie der Militairen, zich alleen bepalende tot het geen fpeciaal aan dezelve is gcconcedeert, en van een Privïkgium Perfotwle, zich aileen ovex Militaire Perfoonen extendeerende, deels in een onderricht aangaande de natuur van de Jurisdictie der Steeden in 't generaal en' die der Stad Arnhem in het byzonder, met eene bygevoegde verhandeling over het Jus Unkerfale territorü en van dc verpligting der Magiflraten, om voor de confervatie der Privilegiën van derfelver Borgers en ïngezeetenen , alle nvigelyke zorg te dragen; deels in het bybrengen van anterieurc gevallen by UEd. Achtb. van gelyken natuur gereekent als het tegenwoordige dat tot deeze discusfien aanleiding gegeeven heeft, en wyders in differente reflexien van dien zeiven aard. Ik zalmy niet inlaten in eene Particuliere rescontre van alle de voorfz. alleguatien, hoe zeer zich daar toe materie genoeg voordoet; maaralleen remarqueeren, dat gelyk alle Militaire delicten eoipfo, omdat zy denMilitairenRechter fpecteeren,alle fpeciale concesfic van Jurisdictie, die men zich imagineert noodzakelyk te zyn als meede alle extentie van het zoogenaamde Privilegium Perfonale omtrent dezelve ten cencmaal komt te cesfeeren,en dienvolgcnde ook geene der Privilegiën van Borgeren of Jngefetencn , in die gevallen eenige atteinte lyden konnen,  tot de MILIT. JURISD. &c. ■ wufte fatisfactie gevraegd hebben, en de t welke mede door den Heer van Lintelo on- i der de oogen van Uwe Hoogheid gebracht i i is , de in dezen gehoudene conduite vanon- ( zen Koopmansbode berispelyk enftrafwaer- i dig hebben geacht, en daerom ook niet i gemanqueert gehad, van door onzen Secre- ( taris welken wy tot dat eynde aen welge- i dagten Heer van Lintelo, en by|zyne ab- i fentic aan den Commandeerenden Heer Offi- ! cier van het Guarnizoen gezonden hebben, j te doen declareren, dat wanneer by de daar ; over te nemene informatien, die wy des tyds !: wel voor zaegen dat door deJMilitairen zouden worden getrokken, en aen ons gefup- !■ pediteert, kwacmen te bevinden, dat gez. ; Koopmansbode zig in deeze ofte geene'onbetaemelyke bewoordingen mochte gela- j cheert, ofte hem ergens i:i vergrepen heb- ! < ben, Wy als dan niet naelaeten zouden, l denzelven daer over zoodaenig te corrige- i ren, als wy, naer exigentie van zaeken, zouden oordeelen te behooren. Zoo hebben wy, gelyk wy in allen gevallen aen Uwe Hoogheids intentie met alle promtitude zullen trachten te voldoen, dan ook, als nu de nadere bewyzen daer van ontvangen, en uit dezelve, het igeen daer by ten zynen laften gebleken is, met meerdere vernomen hebben, in dit geval datelyk aan Uwe Hoogheids hoogstgevenereerde requifitie gedefereert: Dog, hebben wy tevens moeten beiluitcn, dat  tot de MIL1T. JURISD. &c. 233 dat Uwe Hoogheid, gewild hebbende, dat de nadere fatisfactie, welke wy nog verder zo aden komen te vorderen ten aanzien van den Officier, de gelibelleerde apprehenfie en detenfie geordonneert hebbende , zal moeten wezen gemefiureert en geproportioneert naar die , dewelke men voor het Guarnizoen van ons zal komen te erlangen, te gelyk gewild en verftaan heeft, dat deze fatisfacfien over en weder behoren te gefchieden, en dat zoo wel als wy onzen Koopmansbode daar toe zullen houden ook alzoo gemelde Officier verpligt is, om dezelve aen ons te geven. Wy hebben overzulks, zoo tot preventie van alle eventuele oneenigheeden en verwyderingen die daer uit zomwylen tusfen onze Burgerye en de Militie zouden kunnen ontftaan, als en wel inzonderheid mede tot confervatie der goede harmonie en intelligentie , welke tusfen ons en den Heer Commandeur zoo gelukkiglyk fubfifteert, en die wy voor foo veel in ons is , by continuatie zullen zoeken te onderhouden, vermeind, ter bereikinge dier twee groote oogmerken , best te zyn, daaromtrent met den Heer van Lintelo, de concert te gaen, en mitsdien de Heeren, uit het midden van ons het Gerechte bekledende, te committeren , om daer over en over de manier der aangetogene fatisfaclien met zyn Edele in conferentie te treeden, en dezelve te reguleren. Die Heeren hebben zig daer van ook zoo P 5 ras  234 NALEZING van STUKKEN ras niogclyk gekwecten, en wyders op dit fubjeét aen ons geraporteert. Dat Hun Edele, dies wegens met voornoemden Heer van Lintelo in het breede geabóucheert, en by deeze occafie zyn Edele gefondeert hebbende aengaande de qualiteit der fatisfactie, welke wy voor de Militairen zoude willen eisfchen, als toen, nae eenige discourfen, aen denzelven hadden geavanceert en voorgeflaegen, Of men deze zaek niet onderling in der voegen zoude kunnen fchikken en termineren, dat de Koopmansbode, wegens die by hem gebezigde expresfien en gedaene be • fchimpingen , gereprimendeert, en hem voorts gelast wierde om daer over aan den H eer Generael Majoor en Commandeur van Lintelo, het zy in onze Vergade.ünge , ofte ook ten huize van zyn Edele, ter zyner keuze, in prsfentie van twee ofte meer Oiïïicieren des Guarnizoens, welke, indien daer op ftond, wy wel mochten lyden, dat daar by rnede adfifteerden behoorlyke verfchoninge te verfoeken, en dat dan ter zei ver tyd de Lieutenant Jacob aan ons in onze Raedsvergaderinge van 's gelyken kwaeme te vraegen excuis, voor zoo veel wy gemeend hebben, en alsnog meenen, in ons gezag en rechteoeffeninge over onze Burgeren en ingezetenen gelcedeert en gevilipendeert te wezen. Dat de Heer van Lintelo daer op aen Haer Heeren van den Gerechte in zeer obligeante termen geandwoord en betuigd hadde,  tot de MILIT. JURISD. &c. 235 hadde, dat, hoe veele attentie en achtinge hy ook voor ons hadde, en hoe zeer hy ook in alle deelen poogde te cultiveren de goede veritandhoudinge, tusfchen ons reciproquelyk refideerende zyn Edele echtei in dit cas,tot zyn leedwezen,de handen gebonden waeren, om dezen aengaende yets, zonder Uwe Hoogheids voorkennis en last , met effect te kunnen en mogen arrelteren. Dat derhal ven verzochte, dat wy, het geen wy hier omtrent voor te dragen hadden, by Refolutie vervatten, en die aen Hem clan meede deelen wilden, wanneer niet in gebreken blyven zoude , daer over Uwe Hoogheid by een Brief op te wachten, en hoogst deszelfs goedvinden in te neemen. Wy waeren, Doorluchtige Hooggeboren Furst en Heere! in de verbeeldinge, als of de Heer van Lintelo daer toe by Uwe Hoogheids aengehaelde Misfive reeds genoegzaam was geauthorifeert, en hadden daerom ook wel gewenscht, dat wy dit poinét met hem hadden kunnen afdoen, zonder nodig te hebben.Uwe Hoogheid daer over door eenige verdere remonttrantien laftig te vallen', en in hoogst deszelfs gewichtige occupatien alzoo te interrumperen. Edog, denzelven daer in blyvende zwarigheid maeken, hebben wy ons daer van ook niet kunnen, nog mogen dispen feren , en hopen dienvolgende niet, dat Uwe Hoogheid ons ten kwaede zal duiden, dat wy ons hier over, hoewel met alle reverentie, aen Uwe Hoogheid door dezen mede komen teaddresferen. Het  itf NALEZING van STUKKEN Het is in het geheel ons voornemen niet, onzen Koopmansbode voor te ipreeken, ofte deszeivs gedrag eenigzints te palheren. Wy zullen ook Uwe Hoogheid by herhalinge niet incomodeeren met een ampel recit van het gebeurde, en het geen daer toe zou kunnen aenleidinge gegeven hebben. Wy bebben, ten opzichte van het eerfte, daaromtrent, zoo wy ons flatteeren, onze fentimenten hierboven duidelyk genoeg geuit, en, met relatie tot het laatlle, repoferen wyons daer op voikomenlyk, dat de Heer van Lintelo Uwe Hoogheid van alles ten vollen zal hebben geinformeert: Maar wy kunnen nochtans niet onaangeroerd voorbygaen, en het is, in een refpectueufe fuppofitie 'van Uwe Hoogheids welnemen, dat wy de, vryheid gebrüyken , Uwe Hoogheid dien aangaende nog met weinigen te moeten rememoreren. Uat wy van den beginne af aen dit {tuk altyd hebben geconfidereert, en confidereeren het zelve alsnog, dat ter dezer materie zig opdoen twee feparate en differente voorvallen. 't Een heeft zyne betrekkinge tot de onbetaemelyke en injurieufe uitdrukkingen en handelwyze van den Bode, en is by naedere confequentie reflectyf tot de doleances van den Heer Commandeur; En het ander heeft tot eene fequele een notoire verfmaedinge en violatie van onze authoriteit en Jurisdictie, het welk gevolgelyk ons toucheert. Wy  tot de MILIT. JURISD. &c. 237 Wy zien met blydfchap, en het {trekt ons tot geene geringe voldoeninge, dat Uwe Hoogheid het aldus ook begrepen, en ten gevolge van dien mede bevolen heeft, dat meergez. Lieutenant Jacob daeromtrentzeer onvoorzigtiglyk en te voorbaerig heeft ge. procedeert, en dat dienthalven daer over aen hem Uwe Hoogheids uiterile ongenoegen door den Heer van Lintelo -zoude te kennen gegeven worden: Wy willen, nog kunnen ook, niet ontveinzen, dat ons de behandelinge van dezen Officier dies te onverwagter voorgekomen is, daer hy van 's avonds te voren tusfen tien en elf uuren tot des anderen daags morgen tusfen zeven en acht uuren,, tyds en gelegenheids genoeg gehad heeft om, deswegen in plaets van de faéto den Bode te arrefteren, en naer de Hoofdwacht te transporteeren laeten, rapport te hebben kunnen doen. als wanneer , daer van aan ons eenige klachten voorgebracht zynde, wy Uwe Hoogheid kunnen asfureren, dat wy daer op alle egards zouden geflaegen, en terftond daar over onzen Koopmansbode, naer merites geftraft hebben gehad, en dan zou dit geval zekerlyk dien onaengenamen naefleep niet gehad hebben. Wy zullen niet ophaelen de verre uitziende gevolgen dewelke uit eene demarche van die natuur zouden kunnen, en ook noodwendiglyk moeten refulteren, en wy zullen ook niet entreren in een onderzoek der redenen en motiven, dewelke de Lieutenant Jacob  238 NALEZING van STUKKEN Jacob by zyne verandwoordiginge tot des « zelvs disculpatie komt by te brengen. Uwe Hoogheid kend immers deze zaek overvloediglyk, en heefts bereyds Hoogst deszelfs gedachten daeromtrent by Uwe Hoogheids Misfive aan den Heer van Lintelo geëxpliceert gehad. Wy zullen derhal ven (om Uwe Hoogheid niette verveelen, ofte eenigen misbruik te maeken van de gunltige aendagt, die wy ons vleyen dat Uwe Hoogheid op deze onzevertoogen wel zal gelieven te veftigen) dan hier mede eindigen : In dat eerbiedig, dog tevens rechtmatig, vertrouwen, dat, gelyk wy aan onze zyde den Koopmansbode ten eenemaal in het ongelyk gefteld hebben, en ook zorge zullen draegen, dat door denzelven wegens 't gunt voorfz. de vereischte fatisfactie, in voegen en op die wyze, als door de Heeren van onzen Gerechte aen den Heer Commandeur is geproponeert, gegeven worden, Uwe Hoogheid ook alzoo, volgens hoogst deszelfs alom beroemde equiteit en edelmoedigheid, de goedheid wel zal willen hebben, van te ordonneeren, en overzulks den Heer van Lintelo, van zyn kant inftaet te ftellen dat den gez.Lieutenant Jakob,nopens deze zyne onderneeminge, in'onze Vergaederinge, (zoo en als meermaals in zoortgelyke zaeken geuleert, en wy daar van ook in da Jaeren 1759. en zoo vervolgens nog een en ander exempel gehad hebben) aan ons , metverklaèringe, dat dit door inadvertentie is  tot de MILIT. JURISD. &c. sjo is gefchied en hy daar meade geen oogmerk gehad heeft, ons in onze authoriteit en rechtsgebied te ladderen en te vilipenderen insgelyks excuis kome te verzoeken, en. aldus aen ons mede te geven die naedere fatisfactie, welke Uwe Hoogheid {belast heeft dat aen ons, dezelve requirerende,zal gegeven worden en die wy, naer maethe, aat niet zoo zeer de Coopmansbode, maer wy daer door op eene eclatante wyze zyn gemeptifeertgeworden, onzes bedunkens, dan ook niet wel minder, ofte niodycquer, hebben bepaelen kunnen. Terwyl wy ons niet kunnen onthouden , van by!deze gelegenheid te moeten obtefteren, en Uwe Hoogheid te vezekeren, dat wy daer omtrent, en in het generael omtrent diergelyke zaeken, alle faciliteit en toegevenheid, voor zoo verre maer eenigermaeten van ons zal knnnen gevergd worden, zullen tonen, en voor het overige dievoorzieninge doen, dat,zoo veel mogelyk alle oorzaeken tot aigreur en disfenfie tusfen ons en den Militairen Ktygsraad benoomen worden, waar van wy ook meer, als eens, preuves gegeven hebben, en de Heer Geral Majoor en Commandeur Lintelo, zig van zynentwegen altoos ook, nae behoren, en tot ons genoegen , conform Uwe Hoogheids hoge recommandatie ten onzen reguarde heeft geacquiteert gehad. Waar mede. Boor-  S40 NALEZING vam STUKKEN Doorluchtige Hooggeboren Furtt en Heer! Wy God Almachtig bidden dat HyUwe Hoogheid houde in zyne Heilige protectie. Gefchreven te Zutphen den 24" van Maert des Jaers 1700 vier en zeftig. Uwe Doorluchtige Hoogheids Dienstwillige goede Vrienden. Burgemeefteren, Schepenen endeRaedder Stad Zutphen. Onder jlond. Ter Ordonnantie van dezelve Was getékend HERM. SCHOMAKER. LXXXVH.  tot de MILIT. JÜPvïSD. 5cc. 24! LXXXVII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefleren en Vroedfehap der Stad Zutphen. Mercurii 28 Maart 1764. Ïs ter V?rgnderinge ingekomen en gelefen, een Misfive van Zyn Hoogheid, dert Heer Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel, reprczenterende Zyn Doorlugtige Hoogheid den Heer Prince van Urange en Na slau in qualiteyt als Capiteyn Generaal defes Fur. flendoms en Graaffchaps, gefchreven in's Gravenhage op gifleren, houdende refcriptie op die van Haer Ed. en Achtb. van den 24 dezer lopende Maand, concernerende het geene den eerflen en tweeden daar te ' voren, met betrekkinge tot de Coopmansboode Gerrit(Heuvelman, alhier is gepasfeert. Volgens voorfz. Misfive hier nae geinferreert. EDELE AGTBARE HEEREN. My vereerd vindende met UEd. en Achtb. Misfive van den 24 defer lopende Maand, concernerende het geval van den Coopmansboode Heuvelman, in 't beginne van gem:1 te Maand te Zutphen gebeurt, en de fchikkinge door UEd. en Achtb. voorgeflagen, om wegens het felve wederfyds de Nal. II. Deel. O ver  a4a NALEZING van STUKlCEN. vereyschte fatisfaftie te beraamen, en interigten, is het my tot het uyterfte genoegen geweest, uytden inhoud van voorfz Misfive te hebben mogen vernemen, de verfekeringe van hereydwillighcid , tot het cultiveren der goede verflandhoudinge , en het prevenieren van oorfaaken, vanaigreur en disfentie tusfchen UEd. en Achtb. en den Krygsraad van het Guarnifoen, by de voorfz. UEd. en Achtb. Misfive in foo obligeante termen aan my gedaan. Gelyk even het felve heylfaam oogmerk, ook in alle Guarnifoenen aan myn zydc word gebuteert, en my niets onaangenaamer is,dan egter fomtyds daar in door gearripieerde occafien hier en daar te werden gcfruftreert, en te leur geftelt, lbo kan ik insgelyks reciprcquelyk d' eer hebben, UEd. en Achtb. ten aanfien van 't Guarnifoen binnen UEd. en Achtb. ftad van myne continueerehden intentie te verfekeren, om, alles wat niogelyk is , by aanhoudentheyd t* contribueerèn, toteenonverbreekelyke Confervatie van de bovengemelte zoo noodfakelyke harmonie, en om ten dien eynde tot fyn pligt te houden een iegelyk, die van my dependeert. En het is dan ook ten preuve daar van Ed. en Achtb. Heeren, dat ik met betrekkinge tot het geval , hetwelke tans tot deefe discusfie aanleydinge geeft, boven en behalven de blyken van myn ongenoegen reeds aan den Lieut. Jacob, gelyk aan r:; Uwtl 1  tot de MIL1T. JURISD. &c. 243 Uwel Ed, cn Achtb. kennclykis, wegern fyn gedrag., betoont, agreëre den voorilag door Uwel Ed. cn Aghtb. gedaan, omme den voorn. Lieut. aan Uwel Ed. en Achtb. ook te doen vragen excuis, voor foo verre Uwel Ed. en Achtb. gemeynt hebben in desfelfs gezag en regtsoeffeninge over derfelver Burgers en Ingezetenen gekedeert cn gevilipendeert te zyn, met verklaring, dat hy in fyn gehouden gedrag, zoodane oogmerken in geenendeele gehad heeft, en fulks alles, nae dat de meergemelte Coopmansboode vooraf, wegens by hem gebefigde expresfien, en gedaane bcfchimpingen van het Guarnifoen, en het dry ven van de fpot met defelve door Uwel Ed. en Achtb. feer feherpelyk gereprirnendeertzal zyn, en behoorlyke verfchooninge deswegens verfogt fal hebben, aan den Generaal Majoor en Commandeur van Lintelo ten zytien Huyfe, in prefentic van een of twee Officieren van het Guarnifoen. Alleen wenschte ik wel, tot voorkominge van verder eclat, (het welk defe laak reeds meer dan te veel gemaakt heeft) dat even, als aan het Huys van welgemelte Commandeur van Lintelo,en nietin de vergaderinge van een volle Krygsraad de bovengemelte fatisfactie van den Coopmansboode Haat gegeven te worden, UEd. en Achtb. ook foo geliefden te agreeren dat den voorn. Lieut. Jacob niet op het Stadhuys in Uwel Ed. en Achtb. Raadsvergaderinge, maar ten huyfe van den Heer Prxfideut BurgemeQ 2 fter.  244 NALEZING van STUKKEN fier, in prefcntie van een of twee leeden , van de Magiftraat het bovengemelte excus kome te verfoeken; my van Uwel Ed. en Achtb. Vriendelykheidverfekert houdende, dat UEd. en Achtb. daar in geen fwarigheid fullen vinden, ik vertrouwe dat op deefe wyfe dit different op de minfteombrageufe wyfe tot onderling genoegen fal getermineert weefen,terwyl ik opden bovengemelte voet ook heden aan den Heer Generaal Majoor van Lintelo fchryve, om dien conform hergunt voorfz. is, in het werkte doenftellen. Voor het overige heb ik d' eer met alle agting te blyven. EDELE AGTB ARE HEEREN. Onderftond In 's Gravenhage Uwer Eden Achtb den 27 Maart 1764. Dienstw. Dienaar. IVat getekend L. HERTOG van BRUNSWYK. Het Opfchrift was, Edele en Achtbaare de Heeren Burgemeefteren Schepenenen Raad der Stad Zutphen. Waar op Gedelibereerd fynde, hebben Haer  tot de MILIT. JURISD.&c. 245 Haer Ed. en Achtb. goedgevonden en verliaan. Dat of fchoon Haer Ed. en Achtb. wel redenen fouden hebben, om daar op te blyven urgeren, dat den Lieut. jacob, wegens de Iseiie en vilipendie door het arrefleren en detineren van den Coopmansboode in hunner Ed. en Achtb. gezag en regtoetfeningc over derfelver Burgeren en ingefeteuen toegebragt aan Haer Ed. en Achtb. in den vollen Raad quame excufe te verfoeken, Haer Ed. en Achtb. egter terbetooninge van hunne waare hoogagting en defferance voor de betuyginge van de hooge inclinatie van hoogstgcdagte zyne Hoogheid den Heer Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel by hoogstdesfelfsaangetogene Misfive,op eene zoo obligeante, als gratieufe wyfe, gedaan, daar mede ten aanlien van dit finguiiere geval, in foo verre fullen genoegen nemen, dat het verfoeken van bovenflaande verfchoninge door gez. Lieut. Jacob kome te geleideden, niet in den Raad maar in het Huys van den Heer PraMiderende, ten overfhan van zyn Ed. en desfelfs Heer mede Rigter in der tyd, benevens den Secretaris Hunner Ed. en Achtb. Vergaderinge tans refpicierende, dewelke over luiks daar toe, uyt het midden van Haer Ed. Achtb. by deefen worde gecommitteert. Dat daar tegen den Koopmansboode Gerrit Heuvelman, op morgen aan den Gerigte zal ontbooden, en aldaar door de Heeren Rigteren zoo over die by hem in defen geQ 3 be-  24ö NALEZING van STUKKEN bezigde Expresfien en gedaane befchempin» gen der Militairen, als overliet dry ven, van den fpot met de Wagt, zeer ferieufelyk gereprimendcert worden, metaanduydinge, van fig daar voor, of iets diergelyks in het toekomende te menageren , of dat Haer Ed. en Achtb*. daar in anderfmts met meerdere nadruk fullen weeten te voorzien. Dat wyders fulks voorgegaan zynde, voorn. Coopmansboode fal wordengelast, gelyk gelast word hier mede, om op fodanigen dag en uur, als hem daar ofte namens de Heeren van den gerigte nader zal werden aangefegt en geordonneert, fig ten Huyfe van den Generaal Majoor van Lintelo, als Commandeur defer ftad, te begeven, en daar ter pbatfe aan fyn Ed. in prefentie van een ofte twee Officieren van dit Guarnifoen , over het gunt voorfz. excufe te vragen, met en onder verklaringe, dat het felve in een haeftigheid, en door onbedagtfaamheid was gefchied, en-dat hy daar mede geen intentie gehad heeft, het zy den Heer Commandeur ofte het Guarnifoen eenigerhande manier te beledigen. En dat eyndelyk de Heeren van den Gerichte zullen worden verfogt, foo en als verfogt worden mits deefen, om daar van aan den Heer van Lintelo kennis te geeven, by die occafie met hem den tyd, defer onderlinge fat.isfacf.ien te reguleeren, en van alles ter Vergadering rapport te doen. LXXXVIIL  tot de MILTT. JURISD. &c. 447 LX XXVIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeeftercn en Vroedfehap der Stad Zutphen. Sabathi den 31 Maart 1764. De Heeren van den Gerichte hebben ter Vergaderinge gerapporteert, dat Haer Edelens ingevolge en ter voldocninge van Haer Ed. en Achtb. Refolutie van den sü defer lopende Maand , den Coopmansboode Gerrit Heuvelman des anderendaags aan den Gerigte ontboden, en hem al dien Conform , over het voorgevallene van den éerften, daer tevooren, teroccafie, dat hy by fyn aankomts van Amfteldam destyds alhier de Poort voor den felven was geopent geworden, ferieufelyk gereprimendeert hadden, met last om lig ten Huyfe van den Heer Generaal Majoor van Lintelo, als Commandeur defer Stad, te begeven, en aan fyn Ed. in prefentie van een of twee Officieren van dit Guarnifoen, dieswegens excufe te verfoeken. Dat in middels den Heer van Lintelo fig aan den Gerichte geaddresfeert, en aan Haer Ed. gecommuniceert hadde een diergelykeMisfive by hem mede op dat fubjeéfc van fyn Hoogheid den Heer Hertog van Brunswyk W olfenbuttel, reprefenterende * Q 4 fvne  348 NALEZING van STUKKEN. fyne Dooilugtige Hoogheyd , den Heer Prince van Orange en Nasfau in qualiteyt als Capiteyn Generaal des Furflendoms en Graaffchaps, ontfangen, by welke gelegentheyd fy Heeren van den Gerichte met zyn Ed. den tyd van het geven van de onderlinge fatisfaclien , zoo aan zyde van den Coopmansboode voorn, nopens deMilitairen, als aan die van den Lieur. Jacob met betrekkinge tot Haer Ed en Achtb. hadden gereguleeit. Dat ter gevolge van dien, de Coopmansboode Heuvelman,zig ook op gifteren nademiddag ten Huyfe vanden Heer Commandeur van Lintelo, vervoegt, en daar ter phtfe aan ; denfelven , integenswoordigheid der Heeren Collonellen Ruysch en Rohwedel de bewufte verfchooninge gevraagt hadde. Dat den Lieut. Jacob mede dien felven nademiddag aan het Huys van den Heer Burgemeftev Bartholt van Hasfelt; als prefi. derende, gekomen was, en aldaar tenoverftaan van zyn Ed, den Heer Raadsvriend Huinink, desfelfs mede- Rigter, benevens den Secretaris Schomaker, daer toe van Stadswegen gecommitteert, van's gelyken aan Haer Ed en Achtb. wegens het gepasfeerde, en voor foo verre Haar Ed en Achtb. gemeent hebben, in derfelver gezag en regtsoeffeninge over hunner Burgeren en Ingezetenen geltedeert en gevilipendeert te zyn, excufe verfogt hadde, met verklaringe, dathy in zyn, daeromtrent gehouden gedrag* zoo--  tot DtMILIT. JURISD. &c. 249 zoodanige oogmerken in geenen deele gehad hadde. Waar op gedelibereerd zynde , hebben Haer Ed. en Achtb. welgemelte Heeren Gecommitteerdens voor haer genomene moeyte , en gedaan rapport van Stadswegen bedankende, het gunt voorfz. voorNotificatie aangenomen, en wyders goedgevonden,dat hier van nog op heden by refcriptie, aan hooggedagten Heer Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel , met een 'Compliment ter Materie dienende, fal worden kennis gegeven, zoo en als met meerderen by Misfive lelve, in het Boek der afgaande Brieven van woord tot woord geregiftreert vervat e"ft\uytgedrukt Itaat. LXXXIX. MISSIVE aan den Heere Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel, reprefenterende zyne Doorluchtigfte Hoogheid, den Heere Prince van Orange en Nasfau, in qualiteit, als Capitein Generaal des Furftendams Gelre en Graafïchaps Zutphen. Doorlugtigfïe Hoogstgeboore Furst en Heer ! Wy hebben ons laastleden Woensdag gehonoreert gevonden met Uwe Hoogheids zeer gerefpecteerde refcriptie van O k den  250 NALEZING van STUKKEN den zeven en twintigften dezer loopendc Maend, waer by het Uwe Hoogheid behaagt heeft, genoegzaam in alle deelen te aggreeren de fchikkinge , nopens de wyze van het geven der onderlinge fatisfaelien, zoo aen de zyde van den Lieutenant Jacob, als aen die van onzen Burger en Koopmansbode, Gerrit Heuvelman, door de Heeren van onzen Gerechte aen den Heer Generael Majoor en Commandeur van Lintelo voorgetiteld', en by onze daer over aanUwe Hoogheid gefchrevene Brief van den vier en twintigften , bevorens, met meer dezen we zen de gedetaiileert. Wy zyn ten uytterften gevoelig over de zeer obligeanteengratieufeexpresfien ,waar mede Uwe Hoogheid zig, ten aanzien vin ons, en onze manier van denken, daarby, heeft gelieven te expliceeren, e n hebben overzulks, ter betoninge van onze waere Hoogachtinge, die wy in dit geval hebben, cn in alle andere gevallen altoos zullen couferveren, voor de hooge inclinatie en intentie van Uwe Hoogheid, dan ook geen zwarigheid willen maeken , onfe betrekkinge tot den Lieutenant Jacob, te amplecteren de modificatie, door Uwe Hoogheid dieswegen aen ons voorgeilaegen, Wy hebben thans d' eere Uwe Hoogheid te informeeren,dathet vraegen der bewulte verfchoninge, zoo door den Koopmansbode aen den Heer Commandeur van Lintelo ten zynen Huyze, alsdoorden LieutenantJacob aen ons,ten Huyze van onzen Heere Praifi- dee-  tot de MILIT. JURISD. &c 251 deerende, op gifteven, dien Conform, is gefchied, en dus daar mede deze zaek getermineert geworden: Wy danken dan Uwe Hoogheid voor de moeite en gunftige reflexien, dewelke Uwe Hoogheid, in dezen, ten onzen reguarde en op onze remonftrantien, wel heeft gelieven te neemen, en, gelyk wy by onze voorgaande Misfive reeds hebben betuigd, alzoo betuigen wy nogmaals, dat wy van onze kant alle occafien tot aigreur en disfenfie tusfchen ons en die van het Guarnifoen dezer Stad by continuatie zullen trachten te pree. venieren, endathetniet, dan fchoorvoetende, en in de hoogfte noodzaekelykheid, zal zyn; indien wy zomwylen in die onaengenaeme lituatie mochten worden gebracht, om ons daer over aen Uwe Hoogheid te moeten addresferen. Waer mede. Dooriugtigfie Hooggeboore Furst en Heer! Wy God Almachtig bidden, dat Hy Uwe Hoogheid houde in zyne Heilige protectie. Gefchreven te Zutphen den 31 van Maert des Jaers i"oo vier en zeftig. Uwe Doorluchtige Hoogheids dienstwillige Goede, Vrinden. Burgemeefteren, Schepenen ende Raed Stad Zutphen. Onderbond Ter Ordonnantie van dezelve IVas getekend. HERM. SCIIOMAKER XC.  ±£2 NALEZING van STUKKEN. XC. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb'. Heeren Burgemefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Mercurii den 28 Aug. 1765. De heer PraTiderende Verftege heeft ter Vergaderinge bekent gemaakt dat geinformeert was geworden , dat eergifreren een Tamboer in de Compagnie van den Capiteyn Mosburger onder het fwemmen in de KolH van een weyde aan den Ysfel, kort aan de Marsch, en alfoo in 't Schependom gelegen, zynde verdronken, desfelfs lig.haam buyten voorkennisfe van een Ed. Stadsgerigte, door een Chirurgyn Majoor of Doctor, geadfifteert met gewapende Manfcnappenuyt dit Guarnifoen foude fyn gefchout, en vervolgens weggehaalt._ Dat fyn Ed. fig verpligt oordeelde, dit ter kennisfe van Haar Ed. en Achtb te brengen, ten eynde, hier ontrent by Haar Ed. en Achtb. foodanig mag worden gerefolveert, als totconfervatie van'tPoinftvan Jurisdictie defer Stad fouden meynen te behooren. Waar op gedelibereerd en in agting genomen fynae, dat voorfz. Tamboer verre buyten de Fortificatiewerken, in dit Schependom, is verdronken, ook niet tot dit Guar-  tot de MILIT. JURISD. &c. 353 Guarnifoen behorende, hebben Haar Ed. en Achtb. deefe daad niet ongeremarqueert konnende pasfeeren , goedgevonden de Heeren van den Gerichte te verfoeken,om den Heer Commandeur van Lintelo daar over te onderhouden, en fyn Ed. af te vragen, of fpeciale ordre tot het gunt vooriz. heeft ontfangen, als mede op welk fundament fyn Ed. eygener autoriteyt uyt dit Guarnifoen gewapende Manfchap buyten deeze Stad kan zenden, vervolgens hiervan ter Vergadering rapport te doen. XCI. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemeelteren en Vroed» fchap der Stad Zutphen. Mercurii den 4 September 1765. De Heeren van den Gerichte hebben op heden gerapporteert, dat ingevolge Haar Ed. en Achtb. Refolutie van den 28 der voorleden Maand den Heer Generaal Majoor van Lintelo als Commandeur defer Stad den inhoud van voorfz. Refolutie hebbende voorgehouden,cerstden 31 daaraan volgende, en den 2 defer, hier op tot antwoord van fyn Ed. bekomen hadden, dat tot het fchouwen en weghaalen van het verdronken lighaam door de Militairen, geen fpe-  254 NALEZING van STUKKEN fpeciaale ordre was hebbende, maar dat vermeynde hier toe bevoegt te zyn, vermogens de generaale ordres van wylen zyne Hoogheyd den Heer Erfftadhouder, Glor. Mem. ontfangen, en mede by Haar Ed. en Achtb. bekent, uyt de toegefondene Misfive van het Hof van Gelderland, deefe materie concernerende, waar by Hoogstdenfclvtn gewilt heeft, dat de Militairen fouden exerceeren er. hebben eene feparate Jurisdictie, en wel in alle gevallen, foo wel ontrent het Civile als Crimineele. Dat hy Heer Commandeur uyt dien hoofde verpligt was, om forge te dragen, dat die ordres agtervolgt wierden, foo als buyten het geval in quaïftie reeds twee Schouwingen van verdronkene Militairen lighaamen hadde laaten doen. Dat hier tegens door de HeerPrxfiderende wierd gerepliceerd, dat het Schouwen van 'tbewuftedoodlichaam, was gefchied op een plaats verre buyten de Fortificatie Werken en het Schependom deefer Stad , het welk een aélus jurisdiétionis fynde, uyt dien hoofde fulks deMagiftraatcompeteerde,ende diensvolgens verwagt hadden, dat den gemelte Heer Commandeur hier toe geen ordres fou gegeven hebben gehad ; dat fyn Ed. hier op repliceerde, dat uyt kragt der generaale ordres, van Hooggedagte fyne Hoogheyd by repetitie fouteneerde,hiertoe geregtigt te fyn, felfs foe verre het Canon lig extendeert, cn fonder refleifie op de Fortificatiën te flaau, foo als met de twee voorfz.  tot de MILIT. JÜRISD &c. «55 voorfz. gevallen toen 'er in de Witte Kolk op Veluwe een. Soldaat, en te Warnsvekhn de lierkei een Conftapel, verdronken waaren; dat bovendien fultineerde, dat de plaats , alwaar dit lighaam gevonden was, onder de Fortificatie-Werken mede behoorde, dewyl in vorige tyden, een gedeelte van de Marsch of Stadsweyde, door het opftuwen van de Polbeek tot het formeeren van een inundatie, en alfoo tot defenfie van deefe Stad was dienende, waarom ook voor deefen by de Herberg den Pol tot dekkinge van dien, een Fort gelegen hadde. Gevende egter niet onduyfter te kennen, dat, by aldien deefe Schouwinge, eerst op ordre van den Gerigte gedaan, en hem Heer Commandeur als dan het lighaam overgegeven was, fyn Ed. fulks niet qualyk foude genomen hebben. Dog vermits twee jongens circa agtien jaaren oud, van het verdrinken van meergemelte Tamboer, aan de Wagt hadden kennisfe gegeven, men des tydsniet weten konde , of fulks met voorkennisfe van het Gerigte gefchied was, en of het felve de voorfz. twee Perfoonen, nae de Militairen gerenvoyeert hadde. Dat van het zenden van gewapende Manfchappen uyt 't Guarnifoen, om by de voorn, fchouwinge en weghalinge van den verdronken Tamboer te aslifteren betref c,den Heer Overfteu Ruysch in fyn abientie een Corporaal met twee gewapendeManfchappen derwaars had gezonden, met geen ander in- ten-  2S6 NALEZING van STUKKEN tentie, dan om 't gez. lighaam te bewaaren, offchoon hy Heer Commandeur in dusdanige gelegentheyd gewoon was, om geen oog te geven, een Onderofficier fonder geweer mede daer nae toe te zenden. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Haer Ed. en Achtb. welgemelte Heeren van den Gerigte voor haar genomene moeyte en gedaan rapport bedankt, en fonder het gepofeerde van den Heer Commandeur, fpeciaal met relatie tot de extenfie derFortificatie Werken eeniglins te avoueeren of geflendigen goedgevonden by provifie bet hier byte laaten verblyven , terwyl Haer Ed. en Achtb. deefe zaak aan de Landfchap,mede lullen voorbrengen, foo drae de Heeren Staaten defer Provintie iets finaals ontrent diergelyke gevallen, door het Hof Provin. ciaal aan de Landfchap in April 1764binnen Nymegen gehouden, by Misfive ter kennisfe gebragt, met betrekkinge tot het ftuk deiMilitaire Jurisdictie mogten refolveeren en arrefteren. XCII.  tot de MI LIT. JURISD. &c. Ê57 XCII. MISSIVE van Heeren Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen aan Z D.H, Willem de V. 10 April 1767. Doorlugtigfle Furst! Cenadigen Heer Erfjladhouder'. Den tydelyken Pagter van defer Stads Impost op de Kraan,heeftfig laatstleden Saturdag, fynde geweest den vierden defer lopende maand, aan ons geadresfeert, en klaaglyk te kennen gegeven , dat den Collonel Pallardy , commanderende het tweede Bataillon van het Regimentlnfanterie van fyne Hoogheyd, den Heer Hertog van Holfteyn Gottorp, den volgenden dag nae Schoonhoven fullende uyttrekken,aan hem weigerde te betaalen het Kraangeld van eenige de Kraan fubjeéte Goederen, in Kiften, Koffers, en Manden beftaande en geladen in een Schip , door die van het gemelte Bataillon afgehuurt, om defelve te water derwaarts te tianfporteren , verfoe« kende derhalven, dat wy hem by fyn regt van Pacht daaromtrent wilden gelieven te maintineren, en tot dat eynde die voorfiening te doen, dat voorfz. Gerechtigheyd aan hem mogte worden betaalt, in conformité mede van voorgaande gevallen, volgens dewelke dat Kraan geld bydiergelyke occafien van het vertrek der Militaire Guarnifoenen van hier, altoos, en felfs nog on IS al. II. Deel. ' R langs  ■ 258 NALEZING van STUKKEN langs door het uyt'gemareheerde Escadren Cavalleriê van den Heer Lieutenant Generaal Grave van Regteren naer Breda, fonder eenige óppofitié, en fonder ondetfcheyd of de Kraan daar toe gebruykt was, dan niet, was voldaan geworden. Gffchoon nu de Pacht van de Kraan is een Financieel Middel fpeélerehde tot de bifondere Financien van deefe Stad. En wy mitsdien niet fonder redenen gemeent hebben, dat de Regtsoeffening daar over gehoorde aan ons, als den alleen Competenten Regter in deefen. nae inhoud felfs , van de uytdrukkelyke MisfiVen , door wylen Uwe Doorlugtiglte Hougheyds, Doorlugtigfte Heer Vader, Gloriënfer Gedagtenis , onder anderen ook aan den Commanderenden Officier van de Militie alhier, den 6 van Maert, des jaars 1750 gefchreven , en op hoogstdesi'elfs expresfe last, door den Heer Lieutenant Generaal van Lintelo, als Commandeur defer Stad, aan ons gecommuniceert, waar by Hoogstgedagte zyne Doorlugtigfte Hoogheyd in Generale termen, alle contraventisn en fraudes die ontrent de gemeene miudelen door Militairen fouden mogen noorden gepleegt , met , en benevens al bet geene daar toe eenigfms betrekkelykis, van de Militaire jurisdictie heeft geexcipieert, en goedgevonden, datde Judicature van alle MilitairePerfonen in dat fhik fal worden overgelaaten, aan den Politiquen,met feclufie van den Militairen Regter. Soo hebben wy cgter dien Pagter niet aan- ■  tot de MI LIT. JURISD. &c. 250 aanftonds ten órdinaireri regten gerenvoyeert , maar hebben wy denfelven ten overvloede, en, ora foo veel in ons was,alie . aanleydinge tot onderlinge Difputen , en eventueele conflicten te pravenieren, geordonneert, alvorens daar van den Heer Lieutenant Generaal en Commandeur van Lintelo te adverteren , ten eynde fyn Ed. het daar henen wilde dirigeren , dat hy Pagter , wegens defe fyne Financieele praeterdie, in der minne klaagloos gefteltmogte worden. Hier op heeft de Heer Prrefkierende ons geinformeert, dat vermits, ingevolgeu van liet verdag , dienswegen door den Pagter aan fyn Ed. gedaan, welgedagte Heer van Lintelo van gedagten waare geweest, dat van bovenitaande Goederen geen Kraangerechtigheyd foude behoeven te worden betaalt, hy Heer Vtk&dëiètióè overfulks aan dien Pagter, op fyn aanhoudent verfoek, confent tot Citatie tegen den Collonel Pallardy , het welke hy.,als een ordinaire próvifiè van Juftitie peïièüïo partis peteutis, niet had mogen verweigeren, nog dienfelven nademiddag om vyf uuren had geaccordeert, en deefe Citatie voorbedagtelyk foo fpoedig belegd, om daardoor gelegentheyd te geven, dntditdiiferent,nae verhoor van voornoemde Collonel, nog |voor den uytmarsch, van dat Bataillon de plano konde worden gedecideert. Die Citatie is ook nae gewoonte-, en ftyl van onfen Gerechte, door een van R a on-  z6o NALEZING van STUKKEN. onfere Stads Roedendrageren, wier post dat is, ter inftantie van den Pagter, des nademiddaags ten twee uuren aan den Collonel Pallardy voorhoofds gefchied , en heeft voorts den Roedendrager gedelateert, dat van den Collonel Pallardy tot antwoord bekomen hadde, ,, dat hy die Citatie nietaannam,en „ niet foude compareeren, en dat hy aan ,, de Heeren van den Gerigte loudefeggen, „ dat hy ordre van Uwe Doorlugtiglle „ Hoogheyd had, om morgen, fynde ge,, weest den dag daar aan volgende, te marcheren, en dat hy niet manqueren ,, foude, om daar van kennis te geven, „ daar het behoorde. Den Collonel Pallardy ophet geprefigeerae uur, nog in perfoon, nog door iemand fynent wegen gecompareert zynde, fouden wy Doorlugtiglle FurstenHeer ,wel redenen gehad hebben, om, op verder aanhouden van den Pagter aan denfelven te hebben laaten wedervaren wat recht is. Maar neen ! wy hebben integendeel om alle mogelyke toegeventheyd wyders te gebruyken, welgemelte Heer van Lintelo door een onfer Secretarisfen daar over doen onderhouden , in dat vertrouwen, dat fyn Ed.,tot voorkominge van alle onaangenaerne gevolgen, wel die ordre foude hebben willen Hellen, dat meergez. Collonel Pallardy den Pagter defen aangaande.genoegen kwam te geven, ofte anderfints fuftinerende redenen ter contrarie te hebben, aan de gedaane Citatie als nog te defereren, op dat  tot db MLLIT. JURISD. &c. 261 dat wy in ftaat mogten wefen, om over datdifferentiaele point een volledig vonnis, het fy tot condemnatie, het f y tot abfolutie,te kunnen vellen. Onfen Secretaris heeft ons daar op gerap« porteert, dat hy het gunt voorfz. in fubftantie, aan den Heer Lieutenant Generaal en Commandeur van Lintelo voorge. houden had, dog dat zyn Ed. hier op aan hem hooftfakelyk hadde gedeclareert,dat,hoe veel egards hy ook voor ons had, fyn Ed. nogtans in dit cas, de handen waaren gebonden, en daarom fig verpligt foude vinden, daar van aan Uwe Doorlugtigfte Hoogheyd rapport te moeten doen, foo om dat hy van gevoelen was, dat den Pagter tot het vorderen van dat Kraangeld, ter oorfaak , die van het gementionneerde Bataillon, de Kraan niet zouden gebruykt, maar tot de infchepinge der aangetogene goederen, haar eygene Manfchappen geëmployeert hebben gehad, ten eenernaal onbevoegt foude zyn, als om dat het fyn Ed. voorkwam, "datde hoogtsgerefpe&eerde brief van Uwe Doorlugtigfte Hoogheyds, Doorlugtigfte Heer Vader, Ontfterfelyker Memorie van den 6 Maart 1750 alleen moefte verftaan worden te fpreeken van fodanige algemcene Landsmiddelen, welke door de Heeren Staaten defer Provintie of wel door, of namens de Heeren Staaten der refpecfive Quartieren, het geene, nae desfelfs opinie, de, daar in geinfereerde woorden van Gemeene Middelen genoegfaam R 3 mede  g62 NALEZING vam STUKKEN. mede foude indigiteren , verpagt , en geheven wievden tot preftatie of fournisfementen van haare gcdragene Co;ifentcn , en andere Latten , edog geenfins van befonderc Stads Impoütien en Domeynen, dewelke door particuliere Reglemcnten.en Refolutien van de Magiftraaten in de Steeden waaren geintroduceert en gevolglyk ook alleen haare privative Burgery fouden concerncren. Wy wiïlenDoorlugtigiteFurstenMeer.'niet ontveinfen, dat ons defe behandeiinge van den Collonel Pallardy, en de declaratie van den Heer Lieut. Generaal enCommandeur van Lintelo, beyde feer hebben gefurpreneert,en wy hadden mitsdien wel gewenscht, dat wy dit geval hadden kunnen tpasfeeren, fonder nodig gehad te hebben, Uwe Doorlugtigfte Hoogheyd met remonftrantien en klagten van aart ais deefe laltig te vallen,en in hoogstdesfelfs hoogwigtige occupatien,. daar dour te interrumperen. Maar vermits wy uyt het gedeclareerde, foo van den Collonel Pallardy als van den Heer Lieut. Generaal en Commandeur van Lintelo, hebben moeten veronderstellen, dat fig hier over mogelyk aan Uwe Doorlugtigfte Hoogheyd reeds hebben geadresfeert, ofte nog fullen adresferen. En wy daar benevens de confequentien van dit gebeurde foo feer apprehenderen, dat defe fuftenue doorgaande, dienvolgende daar door een foo importante nadeel aan onfe Stads Financien fal worden toegebragt dat  tot de MILlf. JURISD. &c. 265 dat wy daar aan niet dan metbekommeringe kunnen denken Dewyl dit heden, aangaande de Kraan gepraétifeert wordende, morgen, en in 't vervolg tot een quaad voorbeeld foude kunnen ftrekken, om op dienfelveri voet en grond, fulks mede ten aanfien van de overige Stads Gemeene Middelen , en Accyfen, als daar fyn , die van de VVynen , Bieren, het Gemaal, de Waag en foortgelyke meer, waar van delmpoften dadelykmoeten gefourneert worden, in 't werkte Hellen,en ' fig op dat fubject onfeFinancieele Judicature vansgelyken te onttrekken , foo hebben wy, verpligt fynde, onferStads Financyen, en Domeynen, met de gevolgen van derfelven erkentenis, foo veel doenlyk te conferveren, ons niet kunnen, nog mogen difpenferen, van deefe geheele zaak, foo en als Cg die in alle haare omstandigheden heeft ° toegedragen , en hierboven met meerderen gedetailleert is, mede ter kennis en onder het oog van Uwe Doorlugtigfte Hoogheyd by deelen te brengen. Wy fullen tans tot dat eynde in geene discustien treden of en hoe verre, die van dat Bataillon van de aangeroerde Goederen , defer Stads Geregtigheyd van de Kraan te betaalen fchuldig is geweest, dan niet? aangefien de bepaalinge daar van allereerst foude kunnen in aanmerkinge komen, wanneer defelve nae verhoor van Partyen, door ons ter decifie foude voorgenomen weefen. R 4 Wy  a54 NALEZING van STUKKEN Wy fullen daarom maar alleenlyk by het point van Judicature biyvendedn eerbiedige fuppofitie van Uwe Doorlugtigfte Moogheyds hooggunftige welnemen, tot een algemeene grondilag van deefe onfe ftellinge leggen. Dat de Magiftraaten, foo wel van deefe Stad, als van alle andere, fonderlinge Stem in Staat hebbende Steden, van ouds af hebben gehad, en als nog hebben haare eygen patrimonieele Goederen, en privative Financien, hebbende daar en boven de Steden, foo wel haare laften, als de refpecfive Provintien, en Quartieren, en welke laften niet kunnen worden goedgemaakt, byaldien haare Domeynen, dewelke voor het grootfte gedeelte uyt Impofitien op diergelyke gemeene middelen bellaan, niet behoorlykin ftaat geftelt worden,defelvo te kunnen fupporteren, en te maintineren, waar uyt dan by een noodfaakelyk flotgevolg moet profluercn, Dat de invorderinge en executie der gemeene middelen, nae de Conftitutie van onfe Republiek aan de gefamentlyke Leeden en Steden van de Provintien toevertrouwt fynde, geene Krygsraden, die hierom ook, door Uwe Doorlugtigfte Hoogheyds Onfterfelyken Heer Vader, daar van oplettelyk fyn geëxcludeert, omtrent defelve iets te zeggen, ofte te difponeren hebben. Wy worden in dat denkbeeld dies te meerder gefterkt, naardemaal Uwe Doorlugtigfte Hoogheyds Doorlugtigfte Heer Va-  tot de MILIT. JURISD. &c. 265 Vader den Commanderenden Officier van dit Guarnifoen niet foude hebben gelast gehad, om defe fyne Hoogheyds intentie, by hoogstdesfelfs tot meermalen aangehaalde misfive, op een foo duydelyke wyfe verklaard, mede aan ons kennis te geven, foo fyne Doorlugtigfte Hoogheyd niet tevens was geconvinceert ge weest,en begrepen had, dat de Magiitraten van de Steden defer Provincie , en dus ook wy, van alle tyden herwaarts, en fonder eenigeinterruptie iusgelyk hebben regt gedaan over alle zaken, de Financien en Gemeene Middelen haerer Steden rakende , op die felfde manier,als de Heeren Gedeputeerde Staaten van de bcfondere Quartieren gewoon fyn regt te doen, over deFinancieele zaaken,en Gemeene Middelen, de Quartieren toucherende, want de redenen van deefe privative Judicature, foo wel in de Steden, als in de Provinciën en Quartieren defelfde fyn, en onfer Stads Financien en Gemeene Middelen te gelyk dienen tot betalinge van ons Contingent in de gemeene 's lands laften, en verfcheyde andere Stads onkoften, welke daar uyt dagelyks moeten vallen. Ditalles fouden wy Doorlugtigfte Furst en Heer! nog breeder kunnen aandringen, indien wy ons niet verbeelden dat deefe geavanceerde Confideratien , tot provifioneele Deductie, en JultiScatie van ons recht, van notoire competentie in deefen, het welke buyten dat uyt de natuur der zaake vloeyt, genoeg waaren, en wy daar en boven R 5 niet  s66 NALEZING van STUKKEN niet vreesden bereyds, veel te lang Uwe Doorlugtiglle Hoogheyds hooge attentie te fullen hebben gevergt. Wy fullen derhal ven het voorhet tegenswoordige hier by laaten beruften , en nemen dc vryheyd Uwe Doorlugtiglle Hoogheyd met alle reverentie te verfoeken: Dat UweDoorlugtigfteHoogheyd uythoofde van deefe en meer anderen in dit opfigt voor ons militerende redenen cn motiven de goedheyd gelieve te hqbben om den Collonel Pallardy te gelaften, van denPagter van defer Stads Impost op de Kraan, wegens het gevorderde Kraangeld, contentement te geven, ofte anderfints de redenen waarom hy oordeelt , daar toe ongehouden te fyn, nae behooren aan ons te doen voordragen , ten eynde daar over by ons. 'fodanig fal kunnen worden erkent, als wy, nae exigentie van zaken, en in goede .juftitie lullen bevinden te gehooren, en o.n wyders den Lieut. Generaal van Lintelo als Commandeur defer Stad aan tefchry ven, om de behandeliuge en regtsoeffeningc van, en over deefe en diergelyke Stads Financieele zaaken en .gemeene middelen, conform de hooge beveelen , van wylen Uwe Doorlugtigften Hoogheyd Heer Vader by hoogstdesfelfs Brief van den 6 Maart 1750 vervat,aan onfe^Cognitie en Decifie voortaan te laaten. Met verfoek, dat indien Uwe Doorl ugtigfte Hoogheyd nopens deefe onfe gefuftineerde Judicature onvermoedclyk , nog eenige bedenkinge hebben, het als dan aan Uwe Door-  tot de MILIT. JURÏSD. &<5. a6> : Doorlugtigfte Hoogheyd goedgunftig be« haagen mag, ons hier over nader te willen f hooren, wanneer wy niet nalaten fullen, I daaraan op Uwe Doorlugtigfte Hoogheyds eerfte requifitie, dooreen meer gedetailleerde adftruct-ie met allen refpect te voldoen. Waar mede Doorlugtiglle Furst! Genadige n Lieer Erf/ladbsuderf Wy God Almagtig bidden, dat hy Uwe Doorlugtigfte Hoogheyd by eenlangduurige en voorfpoedige Regeringe genadiglyk wil bewaaren. [Gefchreven te Zutphen den 10 van April 1700 leven en zeftig. Onderf.ond Uwe Hoogheyds gehoorfaame en onderdanige Dienaren, Burgemeefteren, Schepenen ende Raed der Stad Zutphen. Lager floed Ter Ordonnantie van dezelve IVas getekend HERM. SCHOMAKER XC1I.  268 NALEZING van STUKKEN. XCIII. MISSIVE van zyne Doorluchtige Hoog- | heid, den Heere Prince van ürange en t Nasfau, in qualiteit, als Capitein Ge- i neraal des Furltendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen 27 April 1767. Edele, Erentfefte, Wyze, Voorzienige, Discre- ■ te, By zonder e goede Vrienden! Wy hebben wel ontfangen de Misfive U door UE. op den 20 dezer lopende . Maand aan ons geaddresfeert, waar by UE. |l om redenen by dezelve in 't breede gedetailleert verzoeken , dat wy den Collonel Pallardy zoude gelieven te gelaften van de i< Pachter van de Stads Impost op de Kraan I wegens het gevorderde Kraangeld contente- t ment te geven ofte anderzins de redenen f waarom wy oordeelen mocht daar toe onge • h houden te zyn naar behoren aan U£. te ftdoen voordragen, ten einde daar over by ld UE. zodanig zoude konnen worden erkend. Als UE. naar exigentie van zaaken en in 1 goede Juftitie zouden bevinden te ge- j horen, en dat wy wyders den Lieutenant l Generaal van Lintelo als Commandeur der Stad geliefden aantefchryven om de i behandeling en rechtoeffening van en over deeze en diergelyke Stads finantieele s zaaken, en^gemeene middelen conform de i feeveelen van onzen Heer Vader by hoogst ta des- ï  tot de MILIT. JURTSD. &c. 269 deszelfs brief van den 6 Maart 1750 vervat aan UE. cognitie en decilie voortaan te laten. Wanneer wy geexamineert hebben op hoedanige gronden de voorfz. verzoeken byUE aan ons werden gedaan, kunnen wy niet anders conlidereren , dan dat het eerfte, concernerende de verzochte ordres aan den Collonel Pallardy, omme den Pagter van de Stads Impost op de Kraan contentement te geven wegens het gevorderde Kraangeld, op die fuppofitie berust, dat voorn Collonel tot de voorfz. betalinge gehouden en verpligt zoude zyn, nadien wy,buiten zodanige verpligting, niet konnen vermoeden, dat UE. de voorlz. ordre aan gem. Collonel om den Pagter wegens het gevorderde Kraangeld te contenteren van ons konnen vorderen terwyl wy ten aanzien van het tweede verzoek in fubftantie tenderende om de cognitie over de voorfz. afvorderinge van voorn. Collonel in gevalle van contradictie gelyk ook over (diergelyke Stads fmancieele zaaken, en in 't vervolg ook ten aanzien van Militaire Perzonen voortaan aan UE. overtelaten bevonden hebben dat UE. hetzelven daar op funderen dat de voorhanden zynde zaak van gemelden Collonel en alle andere van diergelyke natuur fpecteren of betrekking tot de gemeene middelen, welke van de Judicature van den Militairen Rechter zyn geëximeert. Wy vinden geene zwarigheid vooraf te declareren dat wy nimmer van intentie zyn de zaaken tot dé gemeene middelen elfectivelyk lpec-  &7o NALEZING van STUKKEN fpecterende aftetrekken van defpeciale Rechters aan wien dezelve reipe&ivelyk alomme 2yn gedemandeert, eu dut wy dien volgende zeer gaarne aan den Rechter daar over in Uwe proviutie enQuartier gelteld(zonder daar toe echter de Magiltraat van Zutphen bevoegd te rekenen) zouden overlaten de cognitie over de afvordering van het qute* ftieufe kraangeld van den Collonel Pallardy, indien wy maar geperfuadeert waren, dat het zelve tot de gemeene middelen, inde aangehaalde Misfrve vermeld , behoorde; maar gelyk bet zeer verre daar van daan is, dat wy het voorfz. middel van de Kraan als zodanig zouden kunnen aanmerken, als het welk UE. zelfs definiëren te zyn een financieel middel, fpecterende tot de byzondere iinantien van de Stad, hetwelk 'ook niet gelykelyk op enen egalen voet van een ygelyk gedragen wordende derhal ven ook niet als een middel over alle gemeen kan worden geconlidereert, en dat daarenboven niet geheven word volgens den inhoud van enige generaale en bekende ordonnantiën zo als andere gemeene middelen, maar alleen volgens particulier reglement, dat niet blykt immer gepubliceert te zyn, en waar van den inhoud zo wel als de tyd van deszelfs invoering van een ygelyk geignoreert, en zo het fchynt ftudieuslyk verborgen gehouden word, met verbod zelfs van daar van vifie te geven of overgavete doen,zo zullen UE. iigtlyk begrypen, dat wy de cognitie over differenten over dat kraan?cld ontdaande.  tot na MILIT. JURISD. Stc. 271 deen anderen van diergelyke natuur voor zo verre daar inMilitairePerzonen zyn geconcerteerd niet aan den Regter over de gemeene middelen gelteld, en die zekerlyk niet zyn de Magiitraten van de Refpective Steden in L'E. Quartier, ma3r alleen de gedeputeerde Staaten konnen overlaten , maar dat wy allezins moeten diffic uiteren in de verzoeken door UE. deswegens aan ons gedaan in het voorhanden zynde geval van denCollonelPallardy ons genoodzaakt zien te declareren, dat by aldien daar over een geregtelyk onderzoek zoude moeten gaan , wy geene redenen zien, waarom dezelve van zynen ordinairen en dagelykfehen Regter zoude moeten afgetrokken worden. Dan nadien de zaak ons zo evident voorkoomt, dat daar over generly procedures nodig zyn , en ook zelfs geene geregtelyke citatie hadde behoren toegelaten te worden, hebben wy gemeentin ditparticuliere geval best te zyn, ook tot affnydinge van alle verdere onnodige discusfien deze zaak zelve door onze uitfpraak te termineren en te beflisftn, en te verklaren gelyk wy doen by dezen,, dat de Collonel Pallardy geenzins „ gehouden ofverpligtis tot de betalinge „ vanhetgevosderdeKraangeldindeezen"en wy maken geene zwarigheidhier by te voegen de redenen die wy daar toe hebben, en welke aan de eene kant daar in beftaan, dat noch de gem. Collonel noch iemannd van het Battaillon , zich tot infeheping van hare bagagic bediend heeft gehad van de Kraan, ge-  272 NALEZTNG van STUKKEN gelyk de Pagter zelfs heeft gedeclareerd, en het ene ongehoorde zaak zoude zyn, iemand te verpligten tot de betalinge van ietwes,waar van hy geen gebruik en dus noch nut noch voordeel gehad neeft, en dat aan de andere kant ook by UE.niet kan worden geignoreert, dat de Bagage der marcheerende *s LandsMilitie (over de hoedanige alhier de qii3elHeis)op verroninge van onsPatent op alle Comptoiren en Tollen vry pasfeert en geëximeerd is van dieBagagie, welke particulierelngezetenen aldaar gehouden zyn te doen, zulks het ons heeft moeten furpreneren, dat men niettegenftaande deze zo peremtoire redenen noch een Proces heeft willen toelaten of echter dit uitmarcherendBataillon niet bezwaardbehoorde te worden met het voorfz. quxftieufe Kraangeld , terwyl wy veeleer ver wagt hadden dat UE.op vertoon van deze zelfde redenen welke de Lieutenant Generaal en Commandeur van Lintelo niet nagelaten heeft aan UE.intyds voor te dragen,deeze zaak in hare origine zouden geftuit en buiten onze tusfenkomst alle procedures deswegens geprsevenieert hebben. Waar mede Edele, Erentfefte, Wyze, Voorzienige, Difcrete, byzondere goede Vrienden ! wy UE. beveelen in Godes heilige protectie. In's Gravenhage UE. goedwillige Vriend den 27 April 1767. (get ) W. Pr. V. ORANGE. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. (Getekend; T. J. de LARREY. ^ XCLV.  tot de MILIT. JURISD. &e. 473 XCIV. Op deklagten nopens het maken der Monteeringe d<'or de Militairen voor het Guarnizoen door die van hec Gilde aan de Magiftraat gedaan, welke zich aan den Heer Prince van Orange enNasfau hadden geaddresfeert, was van wegens gemelde Zyne Hoogheid aan de Magiftraat toegekomen de volgende Misfive Edele Erntfefïe Vom'ftsnige Discreete onze Lieve Byfondere Op de Repraïfentatien door UE. in faveur van die van het Kleermakers Gilde bim en UE. Stadt aan ons gedaan, goedgevonden hebbende de nodige ordres te doen afgaan , dat die van het Guarnifoen in 't toekomende, by occaue van het maken van nieuwe Monteeringe, gebruyk zullen hebben te maken van die van het Kleermakers Gilde binnen defelve Stad, des dat de Balen van het zelve Gilde gehouden zullen zyn in zodanige gevallen , wanneer 'er nieuwe Monteeringen by hunlieden beitelt worden, ter requifitie van den Gouverneur op derzelver Winkels tot Knegts te admitteeren fondanige Perfoonen van het Guarnizoen welke in ftaat bevonden worden het Kleermakers Ambacht te konnen exerceeren cn mits dat de voorfz ordre niet van applicatie zal zyn op de reets in gereetheid zynde JSal. II. Deel. S nieuwe  274 NALEZING van STUKKEN. nieuwe Monteeringen van het teegenwoordige Guarnizoen hebben wy nier kunnen af -zyn UE. daar van by deeze kennis te geven (a). Waar mecde. Edele Erentfefte Voorfienige Discrete onfe Lieve Eyfondere. Wy UE. beveelen in Gods Heilige proteétie UE. goedwillige Vriend. (Was getekend.) W. P. V. ORANGE. (Lagerftond) Ter ordonnantie van Zyne Hoogheid by abfentie van den Geheim Secretaris. (Was getekend) D. COOLHAAS. Op het Loo den 2» Aug. 1767. Vide de Documenten dezes in bet Gilde Kistje. (0") ! en/vergelyke hier de Misfive vanZ. H. Willem 7V in het Magez. van St. tot deMil. Jurisd. betrek. V. , D. II. bl. 6-8. XCV.  tot de MILIT. JURISD &c. 273 XCV. MISSIVE van Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau Edde Geftr enge Vroomen onze Lieve Getrouwe! Wy hebben niet zonder verwondering gezien uyt het Raport door den Collönel van der Hoop aan ons toegezonden, dat aan den Ritmeefter van der Bruggen die hy na Utrecht gezonden had om het Patent voor de Exquadrons van ons Lyi'~ Regiment, door hem gelyd wordende, aen de Heeren Gedeputeerde Staaten aldaer te vertoonen, aengezegt is , dat hun Edele Moogende verwagten, dat hy nog eens een Officier voor uyt zoude zenden, ten eynde hun Edele Moogende van denpreciefen tyd der door marsch geinformeert zynde hei?, te gemoet zoude konnen komen tot Hermeien om den Eed aldaar van hem af te neemen. Wy confidereeren deze begeerte als een volftrektc nieuwigheid, in cas van doormarfcheeren niet gebruykelyk geweest zynde, ook in geene der andere Provintien tyde van een Capiteyn Generael gepractileert wordende, en dus ftrydig aen het Regt van het geven van Patenten aen ons competeerende, Wy vinden derhalve goed dat wanneer die zelfde verging aen UE. zal mogen gedaen worden L'É.zig van dezelfde,als zyndeeen S 2 nieu- (a) Zie de ZamcnTpr tüs/cheti H. A. WtteWaal,B. «JeGrukcr cnj. F. Roëil,i782. bl.43. en indeBylp.i.  S7ó' NALEZING van STUKKEN nieuwigheid beleefdelyk excufeere, voor het overige alle behoorlyke egards voor de Heeren Gedeputeerden Staaten en Magiftraaten van de Steeden obferveerende cn ingevalle men aen UE. foude komen te alegeeren exempelen van den een of anderen Collonel, die geenSwarigheid gemaakt mogten hebben diergelyken Eed te prefteefteeren, zal UE. kunnen declareeren, dat zulks zeekerlyk zonder onze kennisfe moet zyn gefchiet, daerby voegende, hoe byhet doormarfcheeren van orsEsquadronGuardes du Corps niet diergelyks gevergt geworden is. Waar meede. Edele Geflrenge Vroome onfe Lkve Getrouwe. Wy UE.beveelen in GodsHcylige Protectie In 's Gravenhage UE. goedwillige Vrind, den i April 1770. (getekend) W. Pr. V. ORANGE. (Lager) Ter ordonnantie van Zyn Hoogheid. T. J. LARREY. XCVI.  tot de MILIT. JURIST). &c XCVI. MISSIVE van den Auditeur Militair W. Bekol te Heusden. MYN HEER! Alfoo UEd. zig onthoud buiten de Jurisdictie van den hogen Krygsraad dezer VereenigdeNederlanden,zoo beKoint UEd. hier ingellooten CopyeAéte van dagvaardinge met de Claufule van Edicte met de onderflaande Acfe van Exploit by mv in qualiteit als Provoost Militair der Stad Heusden uit den naam en van weegens Zyn Hoogheid op heedenden :4 Auguftus 1773 naa voorgaande Trommelroering by openbaane Edléïe van en aan de Puye van de geweldige aan UE, als mede Crediteur yan E. L. Schnitzér gedaan engeëxpfbi#eétt,bni dat UE. hier va i géén ignorantie fó.ude mogen of konnen prete-; iééren foo fende hier nevens de bovengemelde Copye Acte van dagvaardinge om daar na te konnen reguleren. Waar mede blyve met agt'ng. MYN HEER. Heusden UED. Dw. Dienaar. 24 Auguftus 1773. fJVas getekent) W. BEKOL, Het Adres was; MYN HEER De Heer . . . te Heusden. S 3 XCVIL  ??8 NALEZING va* STUKKEN XCV1I, D A G V A A RDINGE. *tr Tyt kragte van zekere opene Brieven van d^J Benentie van Inventaris met de Claufiue van Edifte enCommittimus aan de Krygsraad des Guarnifoens der Stad Heusden in dato den 26 July 1773 van den Hooge Krygsraad der Vereenigde Nederlanden geimpetreert by ofte van weegens Anna Elizabeth Spittel, wediivvcen geinftitueerde Erfgename van wylen Ernst Ludwig Schnitzér in leven Chiurgyn Major van het eerfte Battaillon Walen van het Regiment van den Lieutenant Generaal Smisfaert, Inipetrante en ter haren verfoeke foo is 'tdatik ondergefchreve Provoost Militair der Stad Heusden uyt den name ende van wegens Zyne Hoogheid by openbare edicte dagvaer binnen deefe Stad als mede Crediteur en fchuld eysfer van de voorn. Ernst Ludwig Schnitzér om te komen en te Compareeren ofte gemagtigden te fenden voor den voorfz, Krygsraad des Guarnizoens der gemelde Stad op Vrydag den 3 September dezes Jaers 1773 omme ten overftaan van Commisi'arisfen en Auditeur Militair ten fterfhuife te fien maaken goede en deugdelyke Inventaris van alle de goederen door voorn. E. L, Schnitzér nagelaten dezelve volgens den Inhoud van de voorfz. Brieven van beneritie van Inventaris te zien aftimeeren en Cautie te zien Hellen,als na behooren en voorts omme  tot de MÏLIÏ. JURISD. 5cc. £7p omme ten zeiven dage voor den Praïfident en verdere leden van den Krygsraad des Garnifoens te Heusden voornoemt te Compareren oftegemagtigdente zenden ten eynde de vöorfchreve Brieven van benefitie van Inventaris te zien interineren of defelve te debatteren met inthimatie, indien den gedaegde compareert iof gemagtigde zend dan niet dat egter by de voorfz. Krygsraad zoo wel tot inteviriatie van de voorfz. Brieven als anders voort geprocedeert zal worden als na regten. Aldus gedagvaart mitsgaders defe geaffi* geert na voorgaande Trommeroerwg by openbare ediete van en aan de Puye van oe geweldige op den 24 Auguftus 17';3 ("onderftond) by my Provoost cn IVas geieekent W. Bekol. Uytgegevcn voor Co» pye na de origineele Acte van Dagvaardinge cn defelve Copye onder bellotene Misfive aan den voornoemde Gedt. op dato den voorfz. 24 Auguftus 1773 toege» zonden en geinfinueert. By My (JVas getekent) W. BEKOL. S 4 XCV1IL  2$0 NALEZING van STUKKEN XCVIII. Sententie jegens jan Hermanus Jonckers, gevonnist in den Krygs- Rade des Guarnifoens van 's Hertogenbosch den 22 Auguftus 1774. Alfoo aan denKrygsraadedes Garnizoens van 's Hertogenbosch, zoo uyt de Schriftuure van tigt en aanfpraak ende venhcatoire ftukken daar toe relatief, over. gegeven by Johan Versfeld Auditeur Militair Ratione Officii Eyfcher en aanlegger ter eene, op ende jegens Hermanus Jonckers, Zoldaat in 't 2 Batt. van het Regent, van den Liivtenant Generaal van Oyen in de Compagnie van den Collenel by d'Armee F. Hooft, inGarnifoen te Breda, en gevangen by den Provoost Geweldiger alhier, beklaagde ter andere zyde , als uyt de vrywillige Confesfie van den beklaagde is gebleeken. Dat hy bekl. zynde tot Leydengebooren, en hebbende den Ouderdom van %% Jaaren berykt, in den Jaare 1770 zig als Soldaat voor 8 Jaaren en omtrent 5 Maanden in 't voorfz. Regiment heeft geëngageert, om den Lande getrouw te dienen. Dat of fchoon hem bekl. was bewust, dat het in deefen Militairen diensteen zeer ftraf baare misdaat zy, zoo wanneer een Soldaat zig deguifeerd, als by aldien hy buyten voorweeten van zyn Capiteyn een Huwel yk  TOT DE MILIT. JUPvISD. &c. 281 welyk contracteerd, hy bekl. nogtans heeft durven beftaan, op den 9 der Laastleeden Maand July, van Heusden (alwaar hy met verlof voor vier weeken geweest en zig opgehouden heeft, ) gekleed ia Borgere kleederen binnen dit Garnifoen te komen: En vervolgens buyten voorkennisfe cn't vereyfte blykvanzynen Capiteyn, en voer al zonder toeftemminge , en 't volftrektnodige confent van zyne Ouders, met zekere l lendrina Duper, Inwoonderfe der gemelde Stad Heusden, te begeeven voor Commisfarisfen der Huwelyke Zaaken alhier, ten eynde te zalmen in Ondertrouw te worden opgenomen. Dat hy bekl. al meede van zig heeft konnen verkrygen, op de door gem. Commisfarisfen gedane vragen, teegens de waarheid en dus valschelyk te antwoorden en voor te wenden. Voor eerst, dat hy geen Ouderen meer in Leeven had. Ten anderen, dathy jegenswoordig niet in dienst en daar in nooyt geweest, was. En eyndelyk, dathy bekl. een Jaar en voorn. Hendrina Duper, anderhalf Jaar binnen deefe Stad had gewoont. Dat Meergem. Commisfarisfen daar mede genoegen genomen hebbende, hy bekl.met defelve Hendrina Duper in ondertrouw is aangeteekend, en de drie Huwelyks gebooden alleen binnen deefe Stad gegaan zynde, op den 24 daar aan volgende in Borgere S 5 Klee-  c82 NALEZING van STUKKEN Klcederen gekleed, voor de Wet alhier is getrouwt. Zaaken derhal ven die ten eenemaal zvu ftrydende met het Egtreglement van Hun Hoog Mogende myn Heeren de Staate Generaal der Vereenigde Nederlanden, in dato i8 Maart 1056', en andere Wetten en Placaaten van den Lande op het Trouwen van Soldaaten geëmaneert, en die dus tot voorkominge van pernitieufe gevolgen, niet konnen worden geieeden, maar daar in moet worden voorfien en den bekl. omtrent zyne begaane misdaaden rigoureufelyk geftraft. Zoo is 't dat die van den voorn. Krygsraade, geilen hebbende den Eysch en conclufie door voorn. Auditeur Muit. Amptshalven teegens den bekl. genomen, waarop den zeiven in de Vergadering nader in zyne defenfie is gehoon, en voort gekt op 't geen waar op in deefen te letten ftonde, en wel fpeoiaalyk Reguart genoomen op 't 43 Articul van voorfz. Egt Reglement, doende regt, verklaaren den voorn. Ondertrouw, en "t daarop gevolgde Pretenfe Huwelyk, door den beklaagden Jan Hernianis Jonckcrs, met HendrinaDuper in voege voorfz. gedaan en voltrokken, te zyn iml ende van geender waarden, Interdiceerenden Bekl om met voorn. HendrinaDuper meer te cohabiteeren, voor en aleer hy met haar volgens 't voorfz. EgtReglement, en Placaten van den Lande behoorlyk zal zyn getrouwt, condemneeren den Bekl. ter zaake van 't voorfz. clande- fteyn  tot deMILIT. JUPvISD. &c. 28 ftcyn trouwen, verregaande dcsobedientien bedrogen mislcydingc, om door de Manfchappen van een dubbelde Nationale wagt Parade, ter discretie van Commisfarisfen uyt deefen Kvygsraade met fpitsroeden te worden afgeftraft; en om voorts na desfelfs Compagnie gefonden te worden, ten eynde daar by |e bljven, zonder in de tyd van twee Jaaren daar van met verlof te mogen gaan, Condemneeren den Bekl. wyders, in de kofte van Regt en mife van Juftitie als meede in die van den procesfa ter Tauxatie en moderatie van defen Krygsraade, Aldus met unanimc ftemmcn gevonnist inden Krygsrade d&s Garnifoens van 's Hertogenbosch den 22 Augufti 1700 vier en Zeventig, by de Leeden den Lieutenant Coilonel Grothe Prefident, de Capiteinen Pofen, en Engelburg, den Lieutenant Bruyn en de Vaandrig PendzMontanus, en Heiwig Was getekent J. W. Grothe Qnderftond , ter ©rdonnantie van den Krygsraad em is getekend T0h. Versfeld Audit. sMiiit. in Capite ftaat Zyne Hoogheid, gefien en geexamineeit hebbende het onderftaande vonniste, heeft goetgevonden het zeiven by de den teapprobeeren. Gedaan op het Loo den 23 Auguftus 1774 was geparapheert W. Pr. V. Ora. 1 ge 0«<&rftond, ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid in abfentie van den geheim Secretaris en geteekend G. A. V. Riel in Pede (laat, Fiat Pronuntiatio et Executio defes, ten Over- ftaan m  284 NALEZING tan STUKKEN. ftaan van de ïCapiteinen Pofen en Fngelburg als Commisfarisfen en is getekent L. H. V. Brunswyk Nog lager /laat, op huyden den 55 Auguftus 1700 vier en Zeventig is deefe ten overftaan van voormelde Cornmisfarisfen op de Parade plaats gepronuntieert, en behoorlyk ter Executie gefteld Onder, fiond quod Atteftor en is getekend Joh. Versfeld Audit. Milit. XCIX. EXTRACT uit het Boek van uitgaande Brieven der Stad Campen. Doorluchtigs Hooggeboren Furst en Heere! De Lieut. Col. Fricke, in het Regiment Cavallery van den Generaal Major de Famars, thands alhier in Guarnifoen,op den r>9 December des afgeweekenen jaarsbinnen deeze Stad zynde overleeden, is, gelyk wy daar na ontwaar zyn geworden, deszelfs Inboedel immediaatelyk daar na door order van den Commandeerende Officier van 't Guarnifoen geinventarifeerd geworden. Dewyl nu onder deszelfs nagelaatene Kinderen en Erfgenaamen , zynde de Moeder reeds te vooren overleeden,zich bevinden Meerderjaarigen en Minderjaarigen van beide. Sexen, zyn wy in die verwachtinge geweest, dat deeze Meerderjaarigen geadfi- fteerd  tot de MILIT. JURISD. &c. 285 fteerd met de verdere naastbeftaan.de Vrienden, die buiten deeze Stad woonachtig zyn, zich, by Requefte, aan ons, gelyk't behoord , zouden hebben geadresfeerd, met verzoek, dat door ons tot Voogden over de Minderjaarigen mogten worden gequaliiiceerd en aangefteld zodaanige Perfoonen van de Naastbeftaanden en anderen, als bevonden zouden worden daar toe in deezen de bekwaamfte te zyn : dan wy zyn federt van ter zyden ontwaar geworden, dat deeze meerderjaarige Erfgenaamen, in de plaats van aan ons, zich by Requefte, hebben geadresfeerd aan den Hoogen Krygsraad in *s Hage, en dat ook gemelde Hooge Krygsraad heeft kunnen goedvinden twee Perfoonen van de naastbeftaandé Vrienden, zynde beide Militairen , tot Voogden over deeze onmondige Kinderen te nomineeren en aan te ftellen; ttrwyl een derde van die Naastbeftaanden, een Politicq Perfoon zynde, verklaard heeft zich daar aan niet te kunnen onderwerpen. Hier door geturbeerd in de exercitie van de wettige rechten , die ons van alle tyden privativelyk hebben gecompeteerd , en zonder infpieringe van iemand,by ons tot den huidigen dag zyn geoefend, hebben wy niet kunnen nalaaten dit geval ter kennisfe van Uwe Hoogheid te brengen, ten einde daar van behoorlyk redres te mogen erlaii' gen. Wanneer wy,DoorluchtigfteVorst,ons dan nader op dit geval hebben gcioforsneerd,en van  286 NALEZING van STUKKEM. van de waarheid van dien zyn verzekerd geworden, heeft ons zulks niet weinig moeten furpreneeren ; cn wanneer wy voorts de zaak zelve in haaren aarr en natuir, met deszelfs omftandigheden, benevens de gewigtige gevolgen van dien, nader in overweeginge hebben genoomen, hebben wy nietkunnen bevroeden op welken fundament dezelve Hooge Krygsraad zich hebben kunnen aenniaatigen, het Hellen .van Voogden over miriderjaarige Kinderen van een binnen deeze Stad met de woon gezeeten en afgeftorven Militair, en over dezelve alzoo een Acte van Jurisdictie te pleegen, daar de Militaire Perfoonen dit hun aangenoomen Cara éter ,'t welk blootelyk aan hunne Perfoonen en zoomede, geduirende derzelver leven, aan hun Gezin gehecht is,te gelyk met het leven afleggen, even als men 't zelfde nog, geduirende "t leven, door verkreegen demisfien van den Militairen dienst ziet gebeuren; en wier Kinderen, door het vallen van dit hun Hoofd,datmeteen Perfoneel Privilegie bekleed is, en waaraan dezelve Kinderen by 't le^en van dit hun Hoofd en Principaal wel mede participeeren , alle rechtelyke relatien met den Militairen Stand verliezen, cn ftraks weder vervallen in den gemeenen of burgerlyken Hand, en vervolgens mede onder het opzicht en Rechtsgebied van den gemeenen Richter van de plaats; alzo het in rechten overbekend is dat geene aangenoomene er* wandelbaare perfoneele privilegiën ( ter diftinetie van aan-  tot de M1LIT. JURISD. &c. 287 aangeboorene en die aan 't géflacht verknocht zyn,) tot de Kinderen enErfgenaamen overgaan, en wel voomaamlyk, niet zulke privilegiën, welken aan een zeker foort van meniehen, cents perf011 ar-urn gentribus, en waar onder de Militairen met naamen geteld worden, competeeren, gelyk zulks by alle voornaame Rechtsgeleerden, waar ouder, by voorbeeld, Antonius Faber, David Mevius, Johan Nicolaas Hertius, en anderen meer, geroemd worden, eenpaarig geleerd wordt,met welker verdere allegatien wy Uwe Hoogheid niet zullen laftig vallen. Gelyk het dan alzoo , Doorluchtigfte Vorst, aan de eene zyde vast ftaat, dat ten opzichte van het perfoneele privilegium, de Kinderen van Militairen, na 't affterven van hunnen Vader, geen Militaire Privilegie meer competeerd, ofte genieten mogen, maar dat dezelven immediaat weder vallen onder het burgerlyk beftier, en dat aldus geene Voogdftellinge over derzelver perfoonen, anders dan door den Politiccpien Rechter, waaronder die zeiven behooren,kan gedaan worden, zal Uwe Hoogheid, aan de andere zyde, mede gelieven geïnformeerd te zyn , dat de aart en natuir van verftorvene Erfhuizen, zonder onderfcheid van welke Perfoonen die ook nagelaaten mogen zyn, in deeze Stad en Provincie medebrengd , dat dezelven onder geen ander, dan onder den ordinairen en burgerlyken Richter behooren, en daar van onaffcheidelyk zyn, gemerkt een Erfhuis, voor  28S NALEZING van STUKKEN voor zo ver liet zyn beftaan in rechten heeft, geconfidereerd wordt, als iets dat reëel, en even gelyk als andere vafte Goederen in het Territoir van den Souverain, gefundeerd is, en daar aan vastgehecht ; zodaanig, dat gelyk in deeze Provincie en in de Steden van dien, in reëele actiën met in- en uitleidinge, die voormaals op de plaatzen zelve gefchiedde, moet geprocedeerd worden, naar 't Landrecht, part. I, rit.. 8, art. i, alzoo ook in Erf huis-zaaken met inleidinge en niet anders , al is't, dat'er geene onbeweeglyke Goederen in den Boedel, of Erfhuizen worden bevonden , moet worden geproce* deerd; d. part. I» tit. 8 , art. 4 en 7 ; en zulks, vermits alle Goederen, gereede en ongereede,roerende en onroerende,waar die ook gelegen zyn, ofte tot wat recht die itaan,daar in dieOverleedene is verftorven,en die hy ftervende heeft nagelaaten, daar onder behooren; Stadr. van Deventer, part. II, tit. 6% art 1. Alïe deeze zaaken nu, en alle proceduiren daaromtrend plaats kunnende vinden, zyn zodaanig aan het Grondgebied van den Souverain geannecteerd, en als vereenigd, dat niemand buiten den Souverain, en den Richter van de Plaats, aan wien de Jurisdictie aldaar competeert, zich dezelve mag onderwinden; want het is de Souverain, ofte de Richter die zyn plaats bekleed, die de Gerichtelyke in- cn. uitleidingen auctorifeerd, ea het zyn ten platten Lande de Drollen en andere Hoofd-  tot de MlLIf. JURISD. &c. 28g Hoofdofficieren der Provincie, die in zaaken van posfesfie» zo van Erfhuizen, als van andere Vafte Goederen, 't hoogüre vonnis wyzen, en in cas van wederftreevigheid , het zelve mede met de daad ter executie Hellen; en voorts tegen dien üccupateur als tegen een Geweldenaar procedeeren. Landr. part. i , tit. 15 , art. 1 en part. i , tit. 21 , art. 3; en in de Hoofdlieden de Magiflraaten. Gelyk nu dit recht van Erfhuis tot de reëvle zaaken behoord; zoo is het in deeze Provincie en de Hoofdlieden van dien,med<3 buiten alle twyfel gefteld, dat'er geen het minfte onderfcheid gemaakt wordt, en mede naar de gronden van rechten geen onderfcheid gemaakt kan worden, tusfehen Erfhuizen van perfoonen van den Burgerlyken ofte van den Militairen Stand, devvyl het Militaire privilegie, een perfoneel, en geen reëel privilegie is , gelyk dan ook het geen reëel is, naar rechten, reëel blyft,ten waare het door een privilegie van den Souverain uit de gemeene Clasfeder reëelen worde geëximeerd, Ende hier aan, te weten, dat hetperfoneele privilegie van een Militair perfoon , zyn door de dood nagelaaten Erfhuis, niet raakt ofte aandoet , nochte het zelve daar toe, als van een gantsch byzonderen aart geworden zynde, kan worden uitgeftrekt, zal Uwe Hoogheid minder kunnen twyfelen, wanneer Uwe Hoogheid in aanmerkinge gelieve te r.eemen, dat by de Nal. ff Bed. T Ha  99o NALEZING van STUKKEN algemeene Land-en byzondere Stad-wetten deezer Provincie uitdruklyk word gemeld en vastgelteld,dat de Sterfhuizen van Militairen mede aan deeze orders fubject zyn, wanneer deeze Militairen niet elders hunne vafte woonplaats hebben; want het Landrecht, part. 2, tit. 8, art. 5, fpreekt diftin&elyk: dat het Erfhuis, met den gevolge van dien, gehouden z.ü worden, niet ter plaatze, daar de val gefchied, maar daar de Üvcrleedene zyn vaite woonplaats en domicilie gehouden heeft; doch dat onder Studenten, Koopluiden, Soldaaten, (Milites, Militairen) Knechten en Maagden en andere perfoonen, geen zeker domicilie hebbende, de val het Erfhuis zat maaken ; *t welke men alzoo mede geftatueerd vindt in'tStadr. van Deventer, part. 11, tit o, art. 3. Alzo ons nu niet bekend is, dat wylen de Lieut. Col. Fricke een ander vast domicilium, dan zyn tydelyk Guarnifoen gehad heeft, kan het geen twyfel lyden , dat zyn affterven binnen deeze Stad en in zyn Guarnifoen zynde voorgevallen , het Erfhuis mede alhier is, en het zelve dienvolgens, met den gevolge en aankleeve van dien, fubject: aan onze Jurisdictie is geworden. Het geen wy , Doorluchtigfte Vorst, hier avanceeren van het Sterfhuis, met den aankleeve en gevtlge van dien, is woordelyk in onze Land- en Stadrechten ter aangehaalde plaatzen begreepen, en ftrekt zich,behalven de ordinaire zaaken van in en uitfchuldeu enz.  tot de MILÏT. JURTSD. &c. 291 enz. tot een Erfhuis gehoorende , mede uit tot zaaken van Testamenten, Erfmaakingen, Erffeheidingen, cautien van evictie en diergelyke ; en die zal Uwe Hoogheid kunnen dienen tot byzondere illuftfatie omtrend het geval, waarin Wy hier verfeeren. Het is, naamlyk, by algemeen geruchte, bekend, en 't wordt voor ontwyfelbaar gehouden, dat denagelaatene boedel van den Lieut. Col. Fricke met zwaare fchulden bezet is, zoo dat, naar Ons berigt wordt, de meerderjaarige Kinderen en Erfgenaamen zvvaarigheid maaken, deezen Boedel pure teadieeren, en deezen derhalven, nevens de Voogden der minderjaarige Kinderen, het beneficie van Inventaris zullen moeten imploreeren. Dit zoodanig adres ter bekoominge van dit Beneficie, behoord, naar de hiervoor gededuceerde gronden van rechten en dcco'nftante praétyeque mede nergens anders gedaan te worden, dan aan d.e Drollen en verdere Hoofdofficieren ten platten Lande , en aan de Magiftraaten in de Steden, men zieLandr., Part. 2 tit 7. Art. 3. Ende wanneer Uwe Hoogheid hier by, in het eerfte refpect, te weeten, in casvan geimpetreerd beneficie van Inventaris, in aanfehouw gelieve te neemen, welke fcrupuleufe cauteelen, tot conlervatie van het recht den crediteuren competeerende, aan den eenen kant, en tot voorkoominge van alle mooglyke mishandehnge des Boedels, aan den anderen kant, daar by moeten worT 2 den  2qï NALEZING van STUKKEN. den geobfervcerd, waarvan, by voorbeeld, 't Landr. van Overysiel, Part. 2, en't Stadr* van Deventer Part 3, en in beiden den geheelen 7dcn Titel doorgezien kan worden; en in het tweede refpect, te weeten, incas van 't vervolg en explicatie van zodaanige onder beneficie van inventaris aangevaarde Erfenis, met al den verderen omllag engevolge van dien; als, naamlykde Gerichtelyke Vcrkooping van de gereede en ongerede Goederen van den Boedel, de disputatien der Creditoren, de defenfie van het interesfe des Boedels daar by voorkoomende naar den aart en de rechten der Goederen daar in behoorende, de vonnisfen daar ever te vellen de diftributie der Penni-ngen onder dezelven en de cautien daarover te prsefteeren , het doen van finaale lleekeninge enz ; zal Uwer Hoogheid verlicht oirdeel weldra penetreeren, hoe weinig 't met het Krygswezen zoude kunnen overéén koomen, zaaken van zulk een differente natuir, en van zulke uitgeftrektheid te beheeren, ofte behoorlyk daar optelctten ; waarom het by de Roomfchc Rechten in 't generaal verboden is geweest, Militaire Perfoonen tot Voogden aan te Hellen , zelfs niet over Kinderen van hunne naastbeftaanden ofte van hunne Mede-Krygslieden; ende hoe weinig het met de gronden van den Staat, met de vastgeftelde order van Regecringe, en met alom gerecipieerde forme en manier van procedeeren, in alle deeze zaaken overéén gebragt zoude kunnen worden eene zodaa- niff«  tot dk MI LIT. JURISD. &c. 293 nige geheele vernietiginge in de van ouds gewoone maniere van Voogden te Hellen, met den aankleeve van dien, teziengebeuren; een zaak, waarin het algemeen belang der Bufgerlyke Maatfchappye , en de aanzienlykfte familien binnen deeze Landen, met relatie tot den Staat en de geheimen hunner geextendeerde Boedels en Familien, cn byzonderlyk dat van onmondige Kinderen, en derzelver Goederen voornaamlyk in tyden van Oorlog plaats heeft•, Uwer Hoogheid pernntteere Ons, tot meerdere illuttratie van dit alles, hier nevens Uwe Hoogheid nog onder het doorziend oog te brengen het gewigtig point van't verleenen van venia atatis aan minderjaarigen, hetwelk by gelegenheid van erfhuizen zeer dikwyls 't zy om het Hellen van Voogden voor te koomen ,'tzy om derzelver adminiftratie te verkorten en te doen cesfeeren, voorkoomt, wanneer, naamlyk, der minderjaarigen gedrag zulks favorabel maakt, en de naastbeftaande Vrienden of Voogden van den Souverain, waar onder de minderjaarigen domiciliecren, ofte van die gecnen, aan wien door den Souverain zulk'een magt fpeciaalyJc is gedemandeerd, behoorlyk verzoeken ; dan , alzo naar onze Land- en Stad Wetten het domicilium der minderjaarigen is, ter plaatze , daar 'tScrf* huis gevallen is, zoo kan ook die Beneficie ten platten Lande niet dan van Ridderfchap Steden, en in de Hoofdlieden van de refpective Magiflraaten worden geobtineerd, T 3 gelyk  294- NALEZING van STUKKEN gelyk alzoo mede het Beneficie van Refiitutie, • den minderjaarigen, zoo wel in 't Ampel adieeren van een fchadelyke erfenisle , ais 1 in 't repudieeren van een voordeelige, en £ generaalyk in alle andere zaaken, naar Rechten, competeerende, bevonden word l aan het Hooggezag der ïleeven Staaten en \ Magi'ftraateh reipeclivelyk te zyn verknoei!!.', liaar dan, Doorluchtigfle Vorst en Heere! binnen deeze Stad en Provincie gene- |J raalyk het donuciliura zo wel van perfoonen van den Militairen, als van den Burger- jj üand, het fterfhuis maakt, daar deminderjaarige Kinderen tot het Erfhuis fpefteeren, 11 "daar het beneficie van Inventaris en mede " 1 van Reftitutie in integrum wordt verleend, daar verder de Boedel tot liquiditeit wordt ,; gebragt, en ter verantwoordinge blyft tot 1 iinaale afreekeninge van dien, en daar men, ! eindelyk.het veniam aïtatis voor minderjaa- 1 rigen obtineerd: Daar, zeggen Wy, dit ^ alles naar onze grondwetten vi territorii, : en volgens oude wel herbragte collumcnen 1 ufancyen den Souverain, en denpolitiquen } of civilen Richter privaüvelyk toekomt; ' die alleen magtig is die te verleenen: En daar in 't tegendeel de Militaire Richter c nochre eenig recht van territoir bezit nochte met eenige magt is bekleed om eenige 1 van de voorfchreevene aften van Souverai- ( niteit te kunnen pleegen :kun nen wy hier uit ' geen ander befluit opmaaken, dan dat de ' Hcoge Krygsraad niet bevoegd is, of kan ] zyn, tot het fteilen van Voogden over de i min-  tot de Ml LIT. JURLSD. &c. 295 minderjaarige Kinderen van wylen denLieut. Col. Fricke, binnen deeze Stad zyn Guarnifoen en domiciliurn hebbende gehouden cn daar in mede overleeden. Wy kunnen dan ook Uwe Hoogheid ter goeder trouwe verzekeren , dat Ons geen Geval bewust is, dat ooit eene hooge ofte laage Krygsraad Voogden over minderjaarige Kinderen, vaneenig Militair Perfoon groot, of klein, pingendeeze Stad overieeden ofte weder hertrouwd, hebbe gequalificeerd, maar in tegendeel leveren Onze Boeken van Momberiteilingen overvloedige voorbeelden uit van Voogden door ons over diergelyke minderjaarigen aangeftejd ; waar van een versch bewys voor handen is, terwyl Wy nog onlangs, te weeten, op den 28ftenüclober 1772 , de Perfoonen van jan Reynherst en Hendrik Knobel tor. 'v oogden over de onmondige Kinderen van jacob Scheid, Wagtmeefter m het Regiment van den Lieutenant Generaal Prins van Hesfen, entoen ter tyd alhier in Guarnifoen liggende, by wylen zyne eerfte Vrouw in egte verwekt, hebben geauctorifeerd. Wanneer Uwe Hoogheid,die de conflitutie der Regeeringe van deeze Stad ten vollen bekendis, en weet, dat al'.eHooge Rechten,hier voor befchreeven, aan Onsprivativelyk zyn competeerende ; en dat Wy alle deeze rechten indiftinctelyk,zo omtrent minderjaarige Kinderen van Militairen , als van anderen, van alle tyden af, zonder infpreekinge van iemand, hebben geëxerceerd, ennogdageT 4 lyks  »oó NALEZING van STUKKEN lyks excrcceren; dit alles naar deszelfs hoo* ge wysheid gelieve te overweegen ; en daar nevens te confidereeren, aan welke moeiclykheden, en confufien en zwaarigheden het beftellen en verder dirigeeren van Voogdyen van minderjaarige Kinderen, (voor een oogenblik eens gefteld zynde , dat het qualiticeeren van Voogden een hoogen ofte ■laage Krygsraad konde worden aanbevoolen,) onderhevig zyn, cn hoe zulks alles zoude moeten uitloopen tennadeele zo der weefen zelve, als van de gemeene Ingezetenen, waarvan het onderhavige geval zelve ten bewyze kan Strekken, al zo, naar Wy verneemen , de zaaken van het Sterfnuis van wylen den Lieutenant Collonel Fricke zicii nog bevinden, op die onzekeren voet, als die by des deszelfs affterven ftonden tot achter weezen der Creditoren; twyfeïen Wy niet of Uwe! I oogheid zal wel willen biilyken.dat Wy, die Ambts-en Eeds-halven, verpligt zyn Onze aloude en welharbragte rechten, coftumen , en ufancieu ,getrouwlyk te moeten voorftaan,en dezelven aan Onzenazaaten overteleveren; Ons medein 't bezit van dezelve mainteneeren, en dat Wy niet kunnen toelaaten daaromtrend in 't geringfte deel te worden geftoord ofte verkort. En het is in dit eerbiedig vertrouwen, dat Wy Uwe Hoogheid by deezen hebben moeten verzoeken , dat Uwe Hoogheidden hoogen Krygsraad gelieve te gelaften, om zodaanige dispofitie, als de zelve op 't verdoek ten Requefte van de meerderjaarige Kin-.  TOT DE MILIT. JURISD. &c 297 Kinderen van wylen den Lieutenant Collonel Fricke gedaan, ten fine van het Hellen vanVoogden over de minderjaarige Kinderen van den zei ven Lieutenant Collonel Fricke , mógte hebben verleend , weder intetrekken, cn de Supplianten te renvoieeren aan Ons, als den competenten Richter in deezen, ten einde Wy op derzei ver verzoek als voorfchreeven, met allen gevolgen en aankleeve van dien zodaanig moogen disponeeren, ais Wy ten meeften nutte van de minderjaarigen en het interesie van den Boedel zullen oirdeelen te behooren. Waar mede deeze eindigende, beveelen WyfUwe Doorluchtigfte Hoogheid, in Gods Heilige protectie Doorluchtige Hooggeboren Furst en Heere! Uwer Doorluchtigfte Hoogheid zeer Dienstwillige Vrienden en OotmoedigeDienaaren. Campen 22 Burgemeefteren, Schepenen April 1779. en Raadem [der Stad Campen. Ter Ordonnantie (get.) C. ROLDANUS, Secret. T 5 C.  098 NALEZING van STUKKEN C. E XTR ACT uit het Boek van Inkooinende Brieven aan de Stad Campen. Edele, Erentfefte, Wyze, Voorzienige, Discreete, By zonder e Goeds Vrienden! Geëxamineerd hebbende UE Misfive van den i% April laatstleeden, waar by dezelve hun bezwaar voordraagen, nopens de aanftellinge der Voogden over de minderjaarige Kinderen van wylen den Lieutenant Colonel Fricke, te Campen overleeden, hebben wy goedgevonden UEby deezen te refcribeeren: Dat wy wel mogen lyden, dat, voor zo verre onder dc nagelaatene Kinderen van wylen den voorn. Lieut. Col. gevonden zouden mogen worden, zulke, welke geen Militairen zyn , door den Politicquen Rechter alrtog Voogden over dezelve worden aangefteld, gelyk wy ook aan den Hoogen Krygsraad der Vereemgde Ne. derlanden hebben aangefchreeven, om de Voogdye, door denzelven gcdeccrneerd, tot de zodaanigen niet te extendceren : belettende zulks echter niet, dat wy allezins vermeenen, dat de gedecerneerde Voogdye by welgemelde Hoogen Krygsraad , in deezen Boedel, haar volkomen effect forteeren moet, voor zo verre daar in minderjaarige Militairen zouden mogen zyn geconcer- ncerd,  tot ds MILIT. JU1USD. &c. 299 I ncerd, welke wy niet gezind zyn aan de Voogdye van den Politicquen Rechter te onderwerpen, gelyk wy ook van begrip zyn , dat independent van deeze benoenunge van Voogden, de Boedel vanmeergemelden Lieutenant Coloncl Fricke , buiten alle tegenfpraak, alleen voor , en door den I Krygsraad van het Guarnifoen tot liquiditeit moet gebragt worden, gelyk zulks, nog niet zeer lang gelëeden, ook heeft plaats gehad in den Boedel van den geweezen Lieutenant van de Wal, verwachtende niet, dat daar over eenige oppofitie vallen kan , en vindende ook geen grond, om daar van eenigzins te giisfeeren. Waar mede * Edele, Erentfefte, Wyze, Voorzienige Discreets , Byzondere Goede Frienuenl\ Wy UE beveelenin Gods heilige protectie. In 's Gravenhage UE Goedwillige Vriend den i7dcH September 1779. (Geteekend) W. PR. v. ORANGE. Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid . ; . (Get.) T. J. DE LARREY. CL  3©o NALEZING van STUKKEN. CL EXTRACT uit het Boek van Refolutien der Stad Campen. Den 25 Oftober 1770. lp%y refumtie gedelibereerd op de Misfive j^ji van zyne Hoogheid, den Heere Prince Erfttadhouder,gefchreevenin 's Gravenhage den 17 September jongstleedén, in antwoord van dc Misfive van Schepenen e:i Raaden, van den 2a April daar te vooren, raakende het Hellen van Voogden over de minderjaarige Kinderen van wylen den Lieutenant Colonel Fricke, binnen deeze Stad overleeden, en waarby Hooggemelde Zyne Hoogheid heeft gelieven te verklaaren,wel te mogen lyden, dat, voor zo verre 'er onder de Kinderen van voorfchrecven Lieutenant Colonel Fricke gevonden zouden mogen worden , zulkeu , welke geen Militairen zyn, door den Politycquen Rechter alnog Voogdcnover dezelve worden aangefteld,eu dat ook Hoogstdezelve den Hoogen Krygsraad der Vereenigde Nederlanden had aan. gefchreeven, om de Voogdye door dezelve gedecerneerd , tot de zodaanigen niet te extendeeren, met uitzonderinge dan nog van de Minderjaarigen, welke Militairen zouden mogen zyn; en geconfidereerd, datfedert het afzenden van voorfchreevene Misfive van Hun Wel Edele Hoog Achtbaare, door het  tot db MILIT. JURISD. &c. 301 het repudieeren van den Boedel van voorfchreeven Lieut. Col. Fricke, door de meerderjaarige Kinderen en Erfgcnaamen,en door de praten fe Voogden van de Minder-, jaarigen , en door het daar op gevolgde daadelyk diftraheeren van dien alzoo gerepudieerden Boedel , door den Militairen Krygsraad binnen deeze Stad, het point nopens het aanvaarden ofte repudieeren van voorfz. Boedel, met den aankleeve van dien, zo als het zelve anders, wanneer de voorfchreevene minderjaarige Kinderen op zyn tyd cn,gelyk't behoorde, door Schepenen en Raaden van Voogden waaren voorzien geweest, plaats zou gehad hebben, is koomen te vervallen, zo dat 'er thands niet anders over is, dan alleen het Hellen van Voogden over de voorfchreevene Minderjaarigen : Is goedgevonden en verftaan,uit voorfchree ven hoofde in dit finguliere geval, en zonder hier mede het recht, Hun Wel Edele Hoog Achtbaare competeerende, om generaalyk en zonder onderfcheid, van welken ftaat de Perfoonen ook mogen zyn, over alle minderjaarige Kinderen, welken zich in Sterfhuizen, binnen deeze Stad koomende te vervallen , bevinden , Voogden te ftellen, te willen hebben gepraïjudicieerd, het aanftellen van Voogden over de voorfchreevene minderjaarige Kinderen, alleen te bepaalen tot dezulken, welken bevonden zullen worden geen Militairen te zyn: En worden overzulks de Heeren Hoofdhuiden van het Broeder Quaftier mits deezen ge*  302 NALEZING van STUKKEN. gequalifïceerd om zich op voorfchreevene minderjaarige Kinderen nader te informeeren , en eenige bekwaame Perfoonen tot Voogden over dezelven aan Hun Wel Edele Hoog Achtbaaren voortedraagen;terwyldan nog met relatie tot die minderjaarige Kindefen, welken bevonden zullen worden, Militairen te zyn, Hunne Wel Edele Hoog I Achtbaare zich wel expresfelykreferveeren het Hooge recht, dat Hun, "als Overmombers, over deeze pupillen competeerd en blyft competeereu,en fpeciaalyk dat waar' an mentie is gemaakt in de MLfive van Hun Wel Edele Hoog Achtbaare aan Zyne Hoogheid , in 't hoofd van deeze Refolutie gemeld. En worden de verdere poin&endrt Hooggemelde voorfchreevene Misfive ver* vat, al nog gehouden Commisforiaal. Pro vero Êxtracbu. J. A. de MIST, Secret* Cl!  tot de M1LIT. JURISD. &c s©3 CII. EXTRACT uit het Regifter der Refol. van de Ed. Mog. Heeren Raden van Staate derVereenigdei\'ederlanden« Vrydag den 24 Maart .780. Ontfangen eene Misfive van Schepenen, Gezworene en Raden der Hoofdftad 's hertogenbosch, gefchreven aldaar den 22 deezer, houdende, dat haar Ed. Mog. by het Reglement van den 28 Mey 1745, waar na de Militie van het Guarnifoen der gemelde Stadt, in de Barakken gelogeert worden. Waar op gedelibereert en gelet zynde op den inhoud van haar Ed. Mog Refolutie van den 15 July 1748 is goedgevonden en verftaan Copie van de voorfz. Misfive te fteilen in handen van Zyne Hoogheid den Heere Hertog van Brunswyk in kwaliteit van Gouverneur der Stad 's Hertogenbosch, ten einde de nodige voorzieninge te doen, dat de pretenfie daar by vermeit, door het eerfte Bataillon van den Vorst van Waldeck voor deszelfs vertrek uit 's Bosch geadfifteert werde , en vervolgendspromptelyk voldaan, het geen het zelve deswegens zal bevonden worden fchuldig te blyven. En zal hiervan by Extract: dezer aan de Magiftraat der Stad *s Bosch worden kennis gegeven, om te ftrekken tot derzclver narigting. Was gepnrapheert A. du Tour van Warmenhuyfen. Qnderflond Accordeert met't Regifter. Getekend T. ï. van Hees. cm,  304 NALEZING van STUKKEN Cl II. BRIEF van gemelde Heere Hertog- Edele Achtbare, Erentfefte, voorzienige Heeren en Lieve Byzondere! Met alle aandagt overwoogen hebbende al het geene, zoo van de zyde van Uhd Achtb. als van die • van 't Eerlte Battaillon van den Vorst van Waldek aan ons is voorgedragen geworden by de wederzydfche Memorien , concerneererlde de bewufte pretenfie van 't Fonds der Barakken, tot laften van 't gemelde Battaillon aan ons ingedient, en welke wy als Schrifturen van Eisch,Antwoord, Re-en Duplicqhebbeii geconfidereert , vinden wy ons thans in ftaat gefteld, na den ontfangst van de laastgem. Schriftuur deezerdagen by ons ingekomen, te verklaren, dat wy geen grond vinden , om het gem. Bataillon andermaal te doen betalen de quaïftieufe Contributien zeedert den a8 July 1778 tot den 11 Auguftus 1779; waar van wy niet hebben willen afzyn UEd. Achtb. by "deezen kennis te geeven, encle voords Uw Ed. Achtb. in Godes heilige protectie beveelénde, blyven wy met alle aanklevenheid en vriendfehap Edele, Achtbare, Erentfefte, Voorzienige Heeren en Lieve Byzonderel Uwer Edele Achtb. Dienstwillige en wel geneden Vriend (Get) L. II. van BRUNSWYK. CIV  tot de MILÏT. JURISD. &c. 305 CIV. EXTRACT uit het Memorie en Refolutie Boek 's Hoves van Gelderland. Mercurii den 29 Novb. 1780. Ingekoomen en geleezen de Requefte van Anna Maria Boon,geboortig vanZutphen, en aldaar woonachtig, daarby te kennen gevende, hoedatHeiidrikHendrikfen, Soldaatonder het Regiment Infanterie van den Generaal Major Stuart in de jaaren 1775 en 1776, wanneer tc Zutphen in Guarnifoen lag naa haar Suppliante verkeerd, en dezelve gefolliciteert hadde,om zig met hem in den Huwelyken Staat te verbinden. Dat het gemelde Regiment vervolgens uit Zutphen naa Philippine, en van daar naa Bergen op Zoom, om Guarnifoen te houden, vertrokken zynde, opgemelte Hendrik Hendrikfen in den jaare 1777 zig met verlof uit de laatstgenoemde Plaats na Zutphen terugbegeeven hadde,en haarSuppliante op nieuw,en door fterke inftantien gezogttepermovceren, om met hem een Echtverbintenis aan te gaan, voorgeevende,tenweynigftenaande Suppliante doende hoopen, datdesfelvs Capitain 't Huwelyk voltrokken zynde, zulksligtelyker zoude aggfeëeren, dandathydaar toe tevorenConfentof eenBrief je van permisfie zoude kunnen obtineeren. DatdeSuppliante zig hier door tot haar ongeluk al te ligt hebbende laten feduceeren, gerefolveerthadde, omme" voorfz. Hendrik Wff/. //. Deel. V Hen-  3c6 NALEZING van STUKKEN HendrikfennaaLochemtegaan, en zigaldaar met hem in ondertrouw te laaten aantekenen, gelyk. zy dan ook werkelyk gedaan en aldaar op den 29 Juny 1777 hetHuwelyk voltrokken hadden. Datgemelte Hendrik Hendrikfen, naa expiratie van deszeivs verlof, gedeekelyk te Groningen doorgebragt, zig naa zyn Guarnizoen te Bergen op Zoom begeeven hebbende, daar op in den Jaare 1778 wanneer zyn gehouden gedragen Huwelyk buiten Confent van desfelvs Capitein met de Suppliante aangegaan, i rugtbaar was gevvorden,uit vrees van zware ftraffedesweegenste ontfangen, uit laatsteemelde Guarnifoen gedeferteerd, en nae eenen geruiroen tyd elders vertoefd te hebben, in den j aare 1779 wederom zig te Zutphen by de Suppliante vervpegd, en in vrywillig Arrest begeeven hadde. Dat dtMilitaireRigterteZutphen,die zaak i in onderzoek genoomen hebbende by Sententie van den 15 Febr. ^779 verklaard hadde het opgemelteHuwelvk van voorfz.HendrikHen • drikfen met haar Suppliante ingegaan,te weezen nul en van geener waarden, condemnerende wyders denzelven uithoofde van gecommitteerde Defcrtie,om geduurende zyn leven lang met boeyen aan de benen vastgeflooten te moeten werken aan's Lands Förtificatien,enz. En welke Sententie door Zyne Doorluchtige HoogheyddenHeerePrince Erfftadhouder op * den i9February daar aan volgende was geconiirmeert geworden, met remisile nochtans van I de gedecerneerde ftraffe ad opera publica,welke in eene poene van twee agter een volgende da-  tot re MÏLIT. JURISD. flrc 307 dagen ftrengelyk metSpitsroedenafgeftraftte worden wasgealtereerd, alles raet meerderen uitdeCopielykeSententiederRequeftc geanUecteerd, te verneemen. Dat voorfz.vonnis.invoegen gemeld geëxecuteerd zynde voorfchr.HendrïkHendrikfen zig wederom naa zyn Guarnifoen begeeven hebbende, naderhand ingegevolge bekoomene informatien op nieuws gedeferteerd was. Dat dus hetvoornoemdeHuwelyk van haar' Suppliante metmeergez. Hendrik Hendrikfen by voorfz. Sententiegeanulleerdzynde, de Suppliante vermeend hadde een ander H uwelyk te kunnen en te mogen aangaan. Dat zy Suppliante ook ten dien eynde een engagement ingegaan hebbende met eenen HendrikllberinkteZutphen woonachtig,zig op Vrydag den270ctober dezesjaars 1780 geaddresfeert hadde aan den Predikant van der Bank teZutphen en naa informatie der omftandigheeden van haareerfte,dog geannulleerde Huwelyk gegeven te hebben, by zyn Wel Eerw. geinfteerd en verfogt hadde, om haar Suppliant met laatstgemeldeH Hendrik Ilberink in ondertrouw te willen aanfehryven, doch datdeSuppliantetothaar furprife ondervonden hadde,dat by welgem. Predicant, daar in zwarigheid wierde gemaakt, zoo dat onverrigter zaake hebben moeten heengaan. Dat de Suppliante uit hoofde der meergem. annullatie van haare verbintenis met dukgemHendrik Hendrikfen by Sententie van do Krygsraad te Zutphen gedaan , en door Zyne DoorluchtigeHoogheid geconfïrmeert, alleV 2 zints  So8 NALEZING van STUKKEN zints vertrouwende vryheid bekoomen te hebben,om z ig wederom op nieu w in denEcht te konnen en temoogen begeeven,endat overzulxmeerged. Predicantvan der Bank onbevoegd was geweest om de gementioneerde intekening te verweigeren, ofte daar in eenige zwarigheid te maaken,de vrymoedigbeid nam zig met voorige onderdanigheid aan deezen Hove te addresfeeren, en oodmoedigst te verfoeken^aftdeezenHove goedgunftiglykbehagen moge aan meergem, Predicant van der Bank te gelaften, om de gelibelleerde aantekening in ondertrouw van haarSuppliante met voorfz.Hendrikllberinkverzogt,zondereenigen verderen oponthoud te verrigten, ten eynde dezelvede perfecteeringe van die hunnen voorgenoomenEcht vervolgens naa ordre van den Lande zouden konnen en moogen bekoomen daarop en over 's Hoves favorabele difpofitie verfoekende. Enhierop,ter voldoeninge van's HovesRe* folutie van den 17 deezer,gehad hebbende't bericht van Rudolph Wildrik Predikant te Zutphen, als tegenswoordig gecommitteert zynde, tot de infchry vingen der Huvvelyken aldaar, is naa deliberatie verftaan,dat'tHoff zich ten allen deele laat welgevallen 't geen in deezen door Ds. Henricus van der Bank is verrigt,deszelvs voorzigtigheid in deezen betoond laudeerende, en wyders goedgevonden indesSuppliantes verfoek te difficulteeren,gelyk daar in gedifticuïteerd word by deezen. .En zal exrraftdeezes mede by Misfive wordeii ter hand gefteld aan dePredicanten, en die van  tot de MILIT. JURISD. 8cc. 309 van den Kerkenraad te Zutphen, teneyndete ftrekkentot derfelver narigt. Accordeert met voorfz Memorie en Refolutie Boek. CV. BEKENDMA IC ï N G. Zvne HooGHEiDlast en ordonneerthier mede alle Gouverneurs, Commandeurs of Commandeerende Officieren van Stecden en Plaatzen, metTroupes van denStaat befet,om in hunne onderhebbende Guarnifoenen te doenPubliceeren,datalle gemeene Militairen, in dienst van denStaat, die eenige redenen van aanbelang tot klaagen zoude vermeenen te inoogen hebben,na alvoorens Redres aan hunne Officieren verfogt, dog hetzelve niet bekoome te hebben zich zullen moeten adresfeeren aan den ^udïteurMilitairvarth'uh Guarnifoen, die als dan gehouden zal zyn daar van aanftonds kennisfe te geeven aan den Gouverneur, Commandeur of Commandeerende Officier van het Guarnifoen. Ten einde den klaager prompt en goedRegt gefchiede en dat alle gemeene Militairen die zich voortaan uyt hun Guarnifoen, zonder verlof zullen begeeven op praetext van te koomen klaage als Deferteurs zullen worden geconüdereerden geftraft, al waare het ook dat hunne klagten volkoomen gegrond bevonden wierden, en v 3 :,zy  3io NALEZING van STUKKEN zy zich vrywillig in Arrest hadden be. geeven. Gegeeven in 's Gravenhagen den n Juny Getekent XV. PR. van ORANGE. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. Geeontrafigneerd F. J, de LARREY, CVI. RFQUEST van Drosfaard, Schouteth, Bürgemeefteren, Schepenen en Raaden der Stad Bergen op Zoom (a\ Aan de Hoog Mog. Heeren Staten Gene* raal der Verenigde Nederlanden. Ge ve metSch uldjgR efpect te kennenDros» faard, Schouteth, Bürgemeefteren, Schepenen en Raaden der Stad Bergen opZoom,dat op den 29 November dezes Jaars 1782 eenen Coenraad van Nispen, Inwoonder der Heet- lyk- OO De Commandant van 't Guarnifoen te Bergen op Zoom hadt een Perfoon,die geen Militair was, doen vanen; de Raed van Staeten belafte, op order van de Staeten Generael, om den Gevangen aan de Magiftraat van Ber en op Zoom, die deswegens geklaegthad, over te geven; op ;t weikbyH.H.M.gerefolveerdwas.omdien Perfoon van Z. D.fH.teverzoeken.eninmiddelsmetde executie te furcheren.  tot se MILIT. JURlSD.&c. 311 lykheid Noordgeest, gelegen inditMarquifaat van Bergen op Zoom, door de Militaire Wagt van deSteenbergfche Poort binnen deze Stad in arrest is genomen endoor ecnDetachement van dezelve Wagt opgezonden naar de Hoofdwagt, ter zake. zoo zy Supplianten onderligt zyn ,|jdat dezelveCoenraad van Nispen met eenSoldaat van hetalhierleggendeGarnilben queftie zou gehad hebben en met denzelven zou hebben willen buiten de Stad gaan om te vegten , dat dezelveCoenraad vanNispen eenigen tyt in de Hoofdwagt in arrest zynde gehouden, van daar is getranfporteert in ftricte Hegteaisfebyden Provoost Militair alhier en overgegevenaan den Krygsraad van ditGarnifoen, ten einden,foo fySupplianten geinformeertfyn, door den AuditeurMilitair voor derzelver Krygsraad tegen hem fou worden geprocedeert ter zake dat dezelve Coenraad van Nispen, zig zoude fchuldig gemaakt hebben aan het debaucheerenvaneen Soldaat van ditGarnifoen, dat de Lieutenant Drosfaard dezer Stad, van dit alles kennis bekomen hebbende, niet heeft nagelaten , zig terftond te vervoegen by den Heere Lieutenant Generaal Deutz, Gouverneur van deze VeuHng, endenzclven feerinftantelyk teverzoeken dat dezelve Coenraad van Nispen, als zynde eenBurgerlykPerfoon en geenzins fubjeet- de Judicature van ditGarnifoen,uit de Militaire gevangenis mogt worden ontflagen en aan hemLieutenantDrosfaard mogt worden overgegeven, benevens de bewyzen van het geene door denzelven mogte zyn gedelinqueert, ten einden dezelveCoenraad van NisV 4 pen  3ia NALEZING van STUKKEN. pen deswegens voor zynen Competenten en Burgerlyken Rigter mogt worden te regt geftelt, en zodanige geftraft, als in goedejuftitie zou bevinden worden te behoren : dan dat dezelve Heer Lieutenant Generaal en Gouverneur Deutz niet alleen volftrektheeftgewdgert denzelven Coenraad van Nispen aan voorn. Lieutenant Drosfaard over te geven, maar felfsigedeclareerd, dat dezelve door den Krygsraad alhier zoude worden te regt geftelt, en dat fy Supplianten dan ook dien volgende hebben vernomen, dat de procedures tegen denzelven Coenraad van Nispen voor den Krygsraad werKlyk worden gepousleert dat het onder reverentie notoir is , dat door foodaanige handelwyfe een alderfterkfte infraclie word toegebragt aan de regten Hen Supplianten als Burger]yke en plaatfelyke Regters alhier competeerende alzoo daar gelaaten Hoog Mogende Heeren! hoe verre de Militie hunne Regtsoeffening omtrent Militaire Perfoonen met regt zoude kunnen extendeeren, het ten minften onderreverentie, van zei ven fprcekt, dat in conformité van de Refolutie by de Hooge Bondgcnooten, in de groote Vergadering genomen den 44 Maart 1651, de Militie geene Regtsoeffening hoegenaamd kan exerceerenomtrent Burgerlyke of zoodanige Perfoonen,welke niet direételyk tot de Militie of het Garnifoen behoren, en dat over fulks de Regtsocffeningen over zodanige Perfoonen met betrekking tot der Supplianten Stad alleen com. peteerd aan de Supplianten als plaatfelyke Rt-gters, en ook door niemand dan de sup-  tot deMILIT. JURISD. &c. 313 plianten , kan en mag geëxerceerd worden. Dat onder reverentie hier tegens niet kan iïeexcipieerd worden , dat dc gearrefteerde Coenraad van Nispen zig zoude fchuldig gemaakt hebben aan de Misdaad van deba ucheeren van een Soldaat en daar over als zynde qualie een Militair delict dooiden Militairen Regter zou behooren te regt gefield en gevonist te worden, want men zoude met regt kunnen twylfelen Hoog Mogende Heeren, ja zelfs onder reverentie dadel yk ontkennen, of een eigentlyk Militair delict wel door een Burgerlyk Perfoon, geen Militair zynde , zou kunnen begaan worden , dewyl een Militaire misdaad, !- ;e iü\maar alleen kan genoemd worden zodanig eene misdaad die door een Militair • hocdanij jïi eid als Militair en tegens ' lyzondere discipline Militair, waaraan iemand als Militair verbonden is, bedreven word en dc misdaad van debaucheeren van Soldaaten daarentegen ook kan bedreven worden door een Perfoon geenMilitair zynde, gel] k 'nlykt in het voorhanden zynde geval, enmitsdien dan eigentlyk voor geen Militaire misdaad kan gehouden worden, behalven Hoog Mogende Heeren! dat wanneer men de aart} van deefe misdaad van debauche inziet, dezelve niet meer voor eenMilitaire misdaad kan gehouden worden dan alle gemeene delicten, welken tegens de gemeene rechten en 's Lands Placaaten tegens of omtrent een Militair of het Militaire weezen konnen begaan worden , wyl dezelven niet en raakt de bvzondere disciplire V* Mi-  314 NALEZING van STUKKEN. Militair,welke onder het Krygsweezen plaats heeft, maar inderdaad niets anders is dan eene gemeene misdaad, welken even zeer tegen 's Lands gemeene wetten en Placaaten als tegen ofomtrenthei|Viilitairetabliiement begaan word als alle andere gemeene misdaaden tegens dezelve gemeeneLands wetten , tegen of omtrent andere publique inftellinge of byzondre Perfoonen worden bedreven, waarom dan zodanige misdaad van debauche, onder reverentie,even als andere misdaaden ook tot de cognitie van den ordinairen en plaatfelyken geftelden Rechter moet behooren, en waarom dan ook onder re verende,een Burgerlyk Perfoon zig aan zodaanige misdaad van debauche fchuldig gemaaktf hebbende daarom niet meer, dan om eenige andere misdaad, van zynen ordinairen en Burgerlyken Rechter kan onttroken en aan de ftrafoeffening van de Militie onderworpen worden ende Supplianten nogte zyne Cheurvorftelyke Doorlugtigheid van de Paltz, Hertog van Opperen Neder Beyeren in wiens naam zy de Eere hebben de Juftitie alhier te exerceeren, onder reverentie, onder zodanig voorwendzel niet kunnen geturbeert en ontzet worden, van de regtsoeffening, Hen Supplianten als plaatlelyke Rechters alhier competeerende. 'Er is ook te meermalen verftaan Hoog Mogende Heeren! dat Burgerlyke Perfoonen, welke aan de misdaad van. debaucheeren van Soldaaten fchuldig o-ehouden wierden , en bereids deswegens |oo;- dc Militie in deteufie waven genomen, san  tot db MILIÏ. JUIUSD &c. 315 aan den Burgerlyken Rechter moeften overgegeven worden en felfs raet relatie tot de Supplianten in de Maand October van den Jaare 1753 als wanneer Abraham Vonk en David Heer d'eene Burger en de anders Inwoonder dezer Stad door de Militie van dit Garnifoen , wegens debaucheeren. van Soldaaten in detentie fynde genomen na ^.cdaane reclame cn remonftratien van wegens de Supplianten op ordre van Haare Koninglyke HoogheidMevrouwede Prinfes van Orange en Nas lauw GL Mem., aan de Supplianten zyn overgegeven en door den Gerechten alhier zyn gevonnisten geftraft geworden, de Supplianten nemen de Vryheid zig te keerem tot Uw Hoog Mogende* ootmoedig verfoekende, dat Uw Hoog Moogende den Heer Lieut. Generaal en Gouverneur Deutz en den Krygsraad van het Guarnifoen alhier gelieven te gelaften den voorn. Coenraad van Nispen uit de Militaire Gevangenis te ontflaan, cn hem beneftens de bewyzen, welken ten zynen laften zouden mogen zyn, over te geven in handen van den Drosfaard dezer Stad, ten einden over denzelven Juftitie moge gedaan worden, zoo als bevonden fal worden te behoren , en dat Uw Hoog Moogende hier over gelievende te delibereeren , aan voormelden Heere Lieutenant Generaal en Gouverneur Deutz en den Krygsraad van dit Guarnifoen gelieven aan te fchryven om,hangende Uw Hoog Moogende Deliberatien , de Procedures tegen denzelven Coen-  3i6" NALEZING van STUKKEN. Coenraad van Nispen, te houden in ftaate en furcheance. Het welk doende tnz. Drosfaard, Schoutheth, Bürgemeefteren, Scheepenen,én Raaden derStad Bergen opdenZoom. Ter Ordonantie van dezelve. Was get. J. F. de BOET, Secretaris. CV1I. EXTRACT uit het Regifter der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Véreenigde Nederlanden. Mart is den li February 1783. *fl"s gehoord het rapport van de Heeren van Lynden van Hemmen en andere haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de militaire Zaaken, hebbende ingevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commisloriaal vanden 11 December, metennevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate , geëxamineerd de ^.equeste van Drosfard, Schouteth, Burgemeesteren, Scheepenen en Raaden der Stad Bergen op den Zoom, houdende, dat op den *o November daartevooren eenen Coenraad van Nispen, Inwoonder der Heerlykheid Noordgeest , gelegen in de Marquifaat van Bergen op den Zoom, door de militaire Wagt aan deSteenbergfche Poort, binnen de voornoemde Stad in  tot de M1LIT. JURISD. &c. 317 in arrs.st was genoomen, endoor een detachement van dezelve wagt opgezonden naar de Hoofdwagt, terzaake, zoo zy Supplianten onderrigt waren , dat dezelve Coenraad van Nispen met een Soldaat van het aldaar liggend Guarnifoen quaestie zoude gehad hebben, en met denzelven zoude hebben willen buiten de Stad gaan, om te famen te vegten. Dat dezelve Coenraad vsmNispen, eenigen tyd in de Hoofdwagt in arrest zynde gehouden, van daar was getransporteerd in ftrictefhegtenisfe by de Provoost Militair te Bergen op den Zoom voornoemd, en overgegeeven aan den Krygsraad van dat Guarnifoen, ten einde, zoo zySupplianten geinformeerd waren, door den Auditeur Militair, voor denzelven Krygsraad tegens hem zoude worden geprocedeerd, ter zake dat denzelven Coenraadvan Nispen zich zoude fchuldig gemaakt hebben aan het debaucheeren van een Soldaat van het gemelde Guarnifoen. Dat de Lt.Droslard der voorn. Stad, van dit alles kennis bekoomen hebbende, niet had nagelaaten, zich terftond te vervoegen by den Lt. Generaal Beut&, Gouverneur van die Vesting, en denzelven zeer inllantig te verzoeken(, dat dezelve Cuenraadvan Nispen, als zynde een Burgerlyk perfoon, en geenfints fubject. de judicature van dat Guarnifoen, uit de militaire gevangenis mogt worden ontflagen, en aan hem Lt. Drosfard overgegeeven, beneevens de bewyzen van het geen door denfelven mochte zyn gedelinqueerd, ten einde dezelve Coenraadvan Nispen deswegens voor zynen compe- ten-  3i8 NALEZING van STUKKEN tenten en'Burgerlyken Rechter mogt worden te recht gefteld, en zoodaanig geftraft, als in goede Juftitie zoude bevonden worden te behooren; dat dezelve Lt. Generaal Deutz niet alleen volftrekt had;geweigerd, denzel. ven Coenraad van Nispen aan voorn. Lt.Drosfard overtegeeven, maar zelfs gedeclareerd, dat dezelve door den Krygsraad aldaar zoude worden te recht gefteld. • en dat zy Supplianten dan ook dienvolgende hadden vernomen, dat de (procedures tegens den zei ven Coenraad van Nispen voor den Krygsraad werkelyk waren gepourfuiveerd. Dat het notoir was, dat door zoodaanige handel wyze eene aller fterk ft e [infra&ie wierd toegebragt aan de rechten , hun Supplianten, alsBurgerlykeenplaatfelykeRechters aldaar, competeerende; verzoekende de Supplianten, om redenen, in de voorfz Requeste gealleguëerd, dat Haar Hoog Mogende den voornoemden Lt. Generaal en Gouverneur Deutz, ea den Krygsraad van het Guarnifoen aldaar gelieven te gelasten , den voornoemden'Coenraadvtn Nispen, uit de Militaire gevangenisfeteontflaan, en hem, beneveas de bewyzen, welke ten zynen lasten zouden mogen zyn, overtegeeven in handen van den Drosfard der voornoemde |Stad, ten einde over denzelven Juftitie mogte werden gedaan; en dat haar Hoog Mogende, hier over gelievende te delibereeren aan den voornoemden Lt. Generaal en Gouverneur Deutz, en den Krygsraad van dat Guarnifoen zouden gelieven aantefchryven, om, hangende haar Hoog Mogende deliberatien , de  tot de MILIT. JURISD. &c. 319 de procedures tegens denzelven Coenraad van Nispen te houden in ftate en furcbeance; — mitsgaders ter voldoeningge van haar Ho >g Mogende Refolutie van den %\ften der gemelde maand December 1782, de nadere Requeste van voornoemden Drosfard,Schouteth. Burgemeesteren, Schepenen enRaaden der Stad Bergen op den Zoom, daar by aan Hun Hoog Mogende praefenteerende een Memorie tot nadere adftructie van het verzoek, dooï hun, met opzichte totdeovergaave van Csenraad van Nispen, by Requeste op den ii December 1782 gedaan , en verzoekende , dat Haar Hoog Mogende de voornoemde 'Memorie gelieven te voegen by voorfz. Requeste, ten einde om by het decideeren der voorfz. zaake, daarop zodanig reguard moge worden genomen , als Haar Hoog Mogende zouden vinden en oordeelen te behooren. Waar op gedelibereerd en ingenomen zynde de conüderatien en het hoogvvys Advis van zyneHoogheid, en in agting genomen zvnde, dat de voornoemde Coenraad van Nispen geen Burger of Ingezeten van Beroem op den Zoom is, maar aldaar, ah Vreemdeling is gearresteerd geworden , zynde destyds woonachtig geweest op de Noordgeest, eene Heerlykheid , onder het resfort vbii de Generaliteit, en jouisfeerende van Hooge, Middelbaare, en Laage Jurisdi&ie, — Is goedgevonden en verftaan, dat in het verzoek, by de Magiliraat van Bergen op den Zoom gedaan, niet kan worden getreeden , en mitsdien het zelve geweezen van de hasd dat  32o NALEZING van STUKKEN dat hooggemelde'zyne Hoogheid zal worden verzogt, zoo als verzocht word mits deezen, om met terugzending van httvonnis ende (lukken, tot de:zaakvan den voornoemden Coenraad van Nispen fpectecrende, den Gouverneur en Krygsraad van Bergen op den Zoom aanteichryven?, dat zy van het voorf. geval zullen kennis geeven aan den Bailliuw en Geregte van de Heerlykheid Noerdgeest , met aanbieding van den voornoemden Perfoon van Coenraad van Nispen, en de informatien tegens denzelven in verwachting van goede Juftitie tegens denzelven naar bevindieng van zaaken. En zal extract van deeze haar Hoog Mogende Refolutie, ten dien einde worden gezonden aan Hoog gemelde zyne Hoogheid, om te [trekken tot Hoogst Deszelfs informatie , als mede aan den Drosfard enGerechte van Noordgeest voornoemd, \tot derzelver narigt en om zitb daar na te reguleren, — met recommandatie , om , naar bevinding van zaaken , bet recht van de hoge Overheid, volgens de placaaten van den Lande , tegens meergemelden Ctenraad van Nispenwzzxtcnt' men. IN-  INHOUD VAN 'T TWEEDE DEEL VAN DE NALEZING VAN STUKKEN TOT DE MILITAIRE JURISDICTIE BETRERKELY K. ï-ïtflSSIVE van den Gouverneur van breda J. de Nasfau aen den Raed van Braband , 29 <-\ug. 1613. BI, i U : \\ C. HOOF r aen Jacob Wytz, Majoor Generaal ende Preefident van den Krygsraed der Vereenigde Nederlanden, Gouverneur der Stad AMSTERDAM, 3 van Sprokkehn. 1636. 4 JU. 7 IV. - 7 Nal. IJ. Detl. X V. AD-  3^2 INHOUD van't TWEEDE DEEL. VADV.lS van de:i Fiscaal van Braband, ter zaeke van eene'verzoete . rernisfie van een DoodlLg van Z. H.i door zekeren Ruiter te Maftricht gecommitteerd, en waer over dezelve by Schepenen van Maeliricbt was gecondemneert, 10 Nov. 1644. BI.% VI. MISSIVE van de Magiftraet van de Stad Grave aen den Raed van Braband, omme voorziening tegens de oefening van Civile Jurisdictie door den Krygsracd aidaer, \6 Dec. 1641. IO VIL —— Raed van Staeten aen H. H. Mog. nopens de Judicature van den Krygsraed te Bergen op Zoom over 'zekere Civile Zaak tusfehen den Commis Schilperoort, en den Commisfaris Soetens, 6 Febr. 1655. I3 VIII. EXTRACT uit het Regifter der Refolutien van H. H. Mog. de Staeten Generael der Vereenigde Nederlanden, 10 Febr. 1655. ï + IX. ■ der Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Raeden van Staeten der Veraenigde Nederlanden, 23 Oftober 1668. 15 X. ■. 't Regifter der Refolutien van H M Heeren Staeten Generael der Vereenigde Nederl. , 15 July 1655. I7 XI. EED voor den Commandeur der Stad Zutphen, 11 October 16*0. 18 XII. EED  INHOUD van 't TWEEDE DEEL. 323 XII. EED voor den Burger-Major. BI. 19 XIII. SENTENTIE van den Krygsraed te Grave tegens Jan Meyer, 14 November «674. 19 XIV. ■— tegens Egbert van der Geest, 14 November 16'4. ai XV. — ■- • Arnoldus Verheyen, ;4 November T674. 24 XVI. —- ~— F. Bloem- marts, 4 November 1674. 26 XVII. ~ — Ludolph de Haen, 14 November 16-4. 29 XVIIL * A. de Meyer, 14 November 1674. 3* XIX. CORT VERHARL van de onbehoorlyke en onlydelyke Procedure, door den Heer van Walenburg , Gouverneur der Stad Grave, en den Fiscael Militair, tegens den Perfoon van den Advocaat Arnoïd Verheyen en anderen fyner Medeburgers gepleegd. 33 XX. MEMORIE ofte VERHAEL van 't geene omtrent de inicqae Proceduiren , door den Gouverneur der Stad Grave, en den Fiscael Militair, tegens den Perfoon van Ludolph de Haen ende anderen fyner Medeburgers der voorn. Stad gepleegt, is gepasfeert. 40 XXI. SENTENTIE. 49 XXII. QUITANCIE van den Fiscael Militair Fr. Rofeboom,wegens de betaelde amende en Proces koften. 52 X 2 XXIII. EX-  Sa4 INHOUD van 't TWEEDE DEEL. XXIII. EXTRACT uit 't Regifter der Refolutien van de H. Mog. Staeten Generael der Vereenigde Nederlanden, 15 January 1676. BI. 54 XXIV. MISSIVE van den Raed van Braband aan Z. D. H. Willem UI., 8 Febr. 1677. 56 XXV. -Z. D. EL aan den Heere van Walenburg, 11 Febr. 1677. 59 XXVI. EXTRACT uit het Regifter. der Refolutien van de H. Mog. Heeren Staeten Generael der Vereenigde Nederlanden, 13 Ocfober 1678, 6c XXVIL-— — ioDcc. 1678 61 X\Vlll.MISSIVE van den Raed van Staeten aan H. H. Mog. 17 December 1678. 63 XXIX. EXTRACT uit het Regifter der Refolutien van de H. M. Heeren de Staeten Generael der Vereenigde Provintien, 2.6 July 1704. 66 XXX. MISSIVE van den Raed van Braband, «29 April 1713. 67 XXXI. RESCRIPTIE van den Raed van Braband op deze Misfive, 15 May 1713- 69 XXXII. MISSIVE van den Raed van Staeten aen den Raed van Braband, 18 May 1713. ' XXXII. MIS»  INHOUD van 't TWEEDE DEEL. 3&5 XXXIII. MISSIVE van de Magiftraet van 's Bosch aan H. H. M. «• ver den Boedel van den Major van Poelgeest, 5 jan. 1714.Bl.73 XXXiV. EXTRACT uit 't Regifter dei Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staeten Generael der Vereenigde Nederlanden, 6 Jan, 714- 76 XXXV. MISSIVE van den Krygsracd in 's Bosch aen den Raed van Staeten. 8 jan. 1714 ?6 XXXVI. EX rRAGTmt de Refolutien van de Ed. Mog, Heeren Raeden van Staeten der Vereenigde Nederlanden, 13 Jan. 171.4 83 XXXVU.MISSIVE van de Magiftraet van 's Bosch aen den Raed van Staeten, 2 Febr. 1714 84 XXXVIII EXTRACT uit het Regifter der Refol. van de Ho. Mo. Heeren Staeten Generael der Vereenigde Nederlanden, 23 Maert 1714. 87 XXXIX. MISSIVE van de Magiftraet van 's Bosch aan H. H. M. 3 Febr. 1715 89 XL. 1 Raed van Staeten aen den Raed van Brabant, 29 Ocdober 1715- 9S XLI. - Krygsraed Bergen op Zoom aen H, H. Mog. 21 July 1716. 93 X 3 XLH.EX  3*6 INHOUD van 'tTWEEDE DEEL. XLILEXTRACT uit:;,t Regifter der Reirdutién" van' de Ho Mog. - Heeren Staeten Generael der "Vereenigde Nederlanden, 25 july 1726. BI. 97 XLIlI.ADViS vart den Advocaet Fiscael van Brabant W. van Er; ecum op 't fubject van de jur.sdictie van de Krygsraeden in matené van gemeene Delicten, 1 '1 9 Sent. 1719. p8 XLIV, EXTRACT int Me Refolutien 'van de Ed, Mag Raeden van 'Staeten der Vereenigde Nederlanden , 7 Junv. 1731. 110 XLV.RESOLUTIE van H. H. Mogende omtrent het aannemen der Roomfche Religie. 113 XLVI.EXTRACT uit het gebefoigneerde van het Gecombineerde Coliegie binnen' Zutpncn, 30 Sept. 1738, 114 XLVII; — 60a.i?38. ii5 XLVUf. op den Ordinaris Landdag binnen Arnhem , i3 October 1'39. rif XLIX. -Refolutien van de Ed. Mog Heeren Raeden van Staeten der Vereenigde Nederl. 31 Maart 1740. 118 L. ; 7 Maart 1741. 121 LI.- uitdeRef. van deEd. Achtb Heeren Burgem. cn Vroedf. der Stad Zutphen, 29 Aug. 1748. 123 LIL EX-  INHOUD van't TWEEDE DEEL 3*7 LII.EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Acht. Heeren Burgemeeft. en Vroedfchap der Stad Zutphen , 30 May 1749. Bl. 124 LI11 MISSIVE van de Magiftraat der Stad Zutphen aan Z. H., Willem de IV. over 't geven van hét Parool, en bewaren der Sleutels, 2 Juny 1749- I!i5 LIV. ARTICÜLEN riekende de Subordinatie onder de Officieren van ieder Regiment, 25 July 1749' !35 LV. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Acht. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen, 25 July 1749- *44 LVI. 31 July 174* 146 LVII. 6 Sept. 1749. 147 LVIII. 5 Nov. 1749. 148 LIX.— 25 Jun. 1750 149 LX.- 17 Uec. 1751. 151 LXI. 17 Febr. 1752- 156 LXif ï'è Febr. 1 752- «57 LX [II. — 17 April 17 pp »59 LX1V.M1SSIVE van Bürgemeefteren, Schepenen en Raed deiStad Zutphen aen Haere Koninglyke Hoogheid Mevrouw de Princesfe Gouvernante, 17 Sept, 1754. 1 tTi LXV.EXTRACT uit de Ref. van deEd. Acht. HeerenBurgem.enVroedf. der Stad Zutphen, 20 July 17^4- «68 X l LXVI. MI'S-  «28 INHOUD van 't TWEEDE DEEL. LXVI. MISSIVE vanBurgem., Schepenen en Raed derStadZutphen aan Haere Koningl. Hoogh. Mevrouwe de Princesfe Gouvernante, 20 July 17*4. BI. 160 LXVII. EXTRACT uit de Ref. van de Ed. Acht. Heeren Burgem. en Vroedf. der Stad Zutphen, 15 Aug. 5754. I7a LXVIII. ———17 Aug. 5754. i7s LXIX. MISSIVE van Heeren Burgemeelteren, Schepenen en Raed der Stad Zutphen aan de Heeren Bürgemeefteren Barth. van Hasfelt en Fr Robb van Lathum , thans in's Hage in Commisfie van de Landfch. zynde, 17 Aug. 175 4. 1 *>6 LXX. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Acht. Heeren Burgemeeftcron en Vroedfchap deiStad Zutphen, 31 Aug. 1754. 175 LXXI. iZ May 1762. 18» LXXI1. r~ 19 May 17Ó2. 1^4 LXXill. — ci May 1762. 18c LXXi V. MISSIVE vanHeercnBurgem. Schepenen en Raed der Stad Zutphen.aan denHeereHertog van Br un s vv y c k Wol f e 11 b u 11 el, reprefenteerende zyne Doorl. Hoogh., den Heere Prince van Orange en Nasfau,inqualiteit als Capitain Generaal des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen, 21 May 1*62. 187 LXXV. EX-  INHOUD van 't TWEEDE DEEL. 329 LXXV.EXTRACT uit de Refolutien van dc Ed. Achtb. Heeren Bürgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen, 2.6 May 17Ó2. BI. 19a LXXV1. RESCRfPTIE van den Hartog van Brunswyk Wolfenbuttcl, 25 May 1762. 193 LXXVIÏ. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemeeftcreii en Vroedfchap der Stad Zutphen, 27 May 176.1. 195 LXXVm. MISSIVE van LOÜiS Hartog van Brunswyk aan de Magiftraat te Arnhem, co 'Dcc. 1763. 596 LXXIX. . de Magiftraat te Arnhem aan Z. H. LuUlS Hartog van Bruns. wyk, 30 Dcc. 1763. 199 LXXX. LOUIS Hartog van Brunswyk aan de Magiftraat van Arnhem, 6 jan. 1764. 209 LXXXI, dc Magi¬ ftraat van Arnhem aan Z. 11. LOUIS Hartog van Brunswyk, 18 Tanuarv 1764. 215 LX'C II. J Z H.LOUIS Hartog van Brunsw\k aan de Magiftraat van Aruiiem, aö lanuarv 1764. 2'7* X 5 LXXXUI. EX-  33o INHOUD van 't TWEEDE DEEL. LXXXIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Bürgemeefteren en Vroed!chap der Stad Zutphen, 3 Maart 1764. BI.219 LXXXÏV. 17 Maart 1764. aa5 LXXXV. — * 24 Maart 1764. 220 EXXXVL MISSIVE aan den Heere Hartog van Brunswyk Wolfenbuttel , representerende zyne Doorl. Hoogheid , den Heere Prince van Orange en Nasfau , in qualitcit als Capitein Generaal des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen, 24 Maart 1764. 2*1 LXXXVII. EXTRACT 'uit de Refolu- J tien van de Ed. Achtb. Heeren Bürgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen, 28 Maart 1764. -4I MISSIVE van Z. H. den Heer Hartog van Brunswyk Wolfenbuttel, zynde een Refcriptie op de voorige Misfive, 27 Maart 1764. 241 LXXXVIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Bürgemeefteren Vroedfchap der Stad Zutphen, 31 Maart 1764. 347, LXXXIX. MIS-  INHOUD van 't TWEEDE DEEL. 33» LXXXIX. MISSIVE van Bürgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen aan den Heer Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel, reprefenterende zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau, in qnahteit als Capitein Generaal des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen 31 Maart 1764. BI. 349 XC. EXTRACT uit* de Refolutien van de Ed. Achtb. Hteren Bürgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen, 28 Aug. 1764. 252 XCI. • 4 Sept. X764. 253 XC1I.MISSIVE van Heeren Bürgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen aan Z. D H. Willem V, 10 April 1767 257 XCIII. zyne Doorlugtige Hoogheid , den Heere Prinee van Orange en Nasfau, in qualiteit als Capitein Generaal des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen , 27 April 1767. 268 XCIV. op de klagten nopens het maken der Monteringe door de Militairen voor het Guarnifoen door die van het Gilde aan de Magiftraat gedaan , welke zich aan den Hee  33£ INHOUD van 't TWEEDE DEEL; Heere Prince van Orange en Nasfau hadaen geaddresfeert, 22 Auguftus 1767. BI. 273 XCV. — 1 April 1770. 276 XCVI r '~ ■ 1 van den Auditeur Militair W. Bekol te Heusden, 24 Auguftus 1773. -77 XCVIL OAGVAARD1NGE. s78 XCVIII SENTENTIE tegens Tan Hermanus Jonckers gevonnist in den Krygsraade des Guarnifoens van 's Bosch, den 21 Auguftus 280 XCIX. EXTRACT uit het Boek van uitgaande Brieven der Stad Campen, 22 April 1779. 284 C. i?Septemb. 1779. 298 CL — van Refolutien der Stad Campen, 25 Oct. 1779. 300 CU- uit het Regifter der Refol. van de Ed. Mog. Heeren Raaden van Staaten der Vereen. Nederl. 24 Maart 1780. 303 CHL MISSIVE van Z. H. Louis Hartog van Brunswyk Wolfenbuttel aan de Magiftraat van 's Bosch. 304 CIV. EXTRACT uit het Memorie en Refolutieboek 's Hoves van Gelderland. 29 Nov. i7èo. 3of CV BEKENDMAKING van Z. D. 11 Willem V n Junv 300 CVI REQUESTvan Drosfaard,Schouteth, Bürgemeefteren, Sehepenen en Raad der Stad Bergen op Zoom. 310 CVJI, EX-  INHOUD van 't TWEEDE DEEL. 333 CVIL EXTRACT uit het Regifter der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, 11 February 1783. BI 316   ONDERZOEK, O F D E BESTALTBRIEF VOOR DE MILITIE van den STAAT van den laatsten february 1579 kracht van wet gehad hebbe? MET OPHELDERENDE BYLAAGEN, waar onder eenige stukken van staat, die te vooren niet gedrukt zyn geweestj DOOR Mr. j, G. van OLDENBARNEVELT, genaamt TULLINGH, advocaat- fiscaal van de generaliteit e n lid van het groningsche genootschap PRO EXCOLENDO JURE PATRIO. Te UTRECHT, Bv Bartholome Wild, MDCCLXXXIII»   VOORREDEN. et werktuig van Staat van het Vereenigde Geineenebest wordt door zoo veele verfehillende raderen be- wuugcu, u;a nui zeer iuoeijeiyK is, een volkoomen denkbeeld te krygen van het Staatkundige famenftel of de waare Conftitutie der Republiek. Veelen ontbreekt het aan lust en tyd; veeleri aan het noodige oordeel en kunde; en zeer veelen aan de gelegenheid, om de oude Staats-Regifters, zoo van de Generaliteit, als van iedere byzondere Provintie, na te gaan; en uit die bronnt n eene genoegfaame kennis van Nederlands waare Staats - gefteldheid te erlangen. In tyden van rast legt men zich ook doorgaans minder toe op een naauwkeurig onderzoek van Staacszaaken; die deel hebben aan de Wetgeevende, Uitvoerende en Gerechtelyke magten, houden zich dan meer bezig met de daadelyke nakooming hunner plichten, dan met byzondere nafpooringen van het geene met betrekking tot thans vastgeftelde Staatszaaken voorheen heeft plaats gehad; en zy, die geen deel hebben aan het openbaar beftuur, berusten dan ook volkomen in de handelwyze der Regeerderen, en A % hou-  4 VOORBERIGT. houden zich onledig met de zaaken van hun beroep, Koophandel of handtering. Maar in tyden van verdeeldheid gaat een ieder aan het nazoeken, opfpcuren en opdelven van zoodanige zaaken, dewelke reeds lange in de vergetenheid begraven lagen; een ieder zoekt naar wapenen, om zyne gevoelens te verdedigen, en de tegcngeftelde kracht" daadig te beftryden; en fomwylen werken de gefchillen onder veel kwaads noch iets goeds uit, wanneer zy naamelykoorzaak geeven tot eene byzondere nafpooring van eenig betwist gedeelte van het Staatsrecht; tot ontdekking van oude en onbekend - geworden Stukken van Staat; en ter verkryging van een meerder licht en grondiger kennis nopens eenig gedeelte van de Staatkundige gefchiedenisfen van het Vaderland. En die goede uitwerking heeft ook gehad de hevige twist over de Militaire Jurisdictie; aan beide zyden heeft men herhaalde pogingen gedaan, om zyn gevoelen op nieuwe en onwrikbaare gronden te veftigen; aan beide zyden heeft men de Staats - Regifters door* fnuffelt; en men heeft daar in ook gevonden aanmerkelyke Stukken, die thans in het algemeen onbekend waren; zoo dat de nako- me5  VOORBERIGT. 5 mclingen veel beter over die ftof zullen kunnen oordeelen, dan wy voorheen hebben kunnen doen. Onder alle de Stukken, die hier of daar met betrekking tot de Militaire Jurisdictie in de Regifters van Staat gevonden zyn, is zekerlyk één der aanmerkelykften de Beftaltbrief voor de Militie van den Staat, die dooide Hooge Bondgenooten van de Utrechtfche Unie op den laatftcn February van den jaare 1579. is gemaakt. De eerfte , die van dat ftuk gebruik heeft gemaakt ten aanzien van de queftien over de Militaire Jurisdictie, is de Heer van de spiegel, Secretaris van Staat der Provintie Zeeland, in zyne Pro-memorie, dienende tot onderzoek, hoedanig het Staatsrecht zy der Provintie van Zeeland, omtrent de Militaire Jurisdictie, zoo in het crimineel als civiel, ge föhn eert op het verzoek der Leden . van het Befoigne, uit Hun Edel Mogende Vergadering tot examinatie van die materie gecommitteert by Refolutie van den 12, December 1782, Het is my gelukt, een naauwkeurig affchrift van dien Beftakbrief te bekoomenzoo A 3 &  6 VOORBERIGT. als dezelve gevonden wordt in een oud Regiller ter Staaten Griffie van Zeeland, getekent met de letter B, ftaande aldaar van folio 57. tot 61. De Heer bondam, Hoogleeraar in de Rechten aan de Hooge Schoole tc Utrecht, heeft dien Beftaltbrief insgelyks gevonden in een oud Regifter van het Kwartier van Veluwe; en niet alleen dien Beftaltbrief, maar ook bovendien eene Ordonnantie van der Oirloghe, en eene Inftructie op de Monfteringhe; welke twee laatfte onder dc Bylaagen achter deeze Verhandeling te vinden zyn, hebbende den Hoogleeraar my die drie en eenige andere ongedrukte Stukken niet alleen gulhartig medegedeeld, maar my ook goedgunftig toegedaan, dezelven door den druk te mogen gemeen maaken, De Heer van de spiegel in zyne gemelde Pro - Memorie noemt dien Beftaltbrief de eerfte wet, op welke de geünieerde Provintien 'Troupes in Haaren dienst hebben aangenomen; en wat verder, de eerjle Grondwet voor de Militie; en die Staatsman redenkavelt ook uit dien Beftaltbrief, als uit eene Wet, welke eene volkomen kracht heeftgeihad, en als zoodanig is achtervolgt gewor- Onder-  VOORBERIGT. 7 Ondertusfchen heeft de Heer van der kemp, Predikant in de Geneente der Mennoniete te Leiden, dien Beftaltbrief onlangs uitgegeven in het laatfte deel van Zyn Magazyn van St tikken, tot de Militaire Jurisdi&ie betrekkelyk, in het Aanhangzel, bladzyde 134. en volgende; doch tenens beweert, dat die Beftaltbrief niet anders zoude zyn geweest, dan een bloot ontwerp, het welk nimmer in eene wet was veranderd; in welk gevoelen de Heer van der kemp mogelyk geraakt zal zyn, doordien Hem even als aan veele anderen de Ordonnantie van der Oirloghe, de Inftructie op de Monfteringhe en eenige andere Stukken, die in de Bylaagen achter deeze Verhandeling gevonden worden, onbekend zullen zyn geweest. Daar evenwel die Beftaltbrief diend terbyzondere opheldering van dat gedeelte van Nederlandfch Staatsrecht, hét welk betrekking heeft tot den Gerichtsdwang over de Krygslicden; en dewyl de goedheid van den HeeI re bondam my heeft medegedeeld eenige Stuk, ken, die ik noodig had, om te beterover dat ft uk te kunnen oor deelen, zoo heb ik gemeend, het myne temogen toebrengen, om , een ieder, dien het lust, of die 'er eenig belang by heeft, in ftaat te ftellen, om zelf A 4 na  * VOORBERIGT. na te gaan, wat men van dien Beftaltbrief, te denken hebbe. Voor het overige was het geenszins myn voorneemen om door de uitgaave deezer Verhandeling en van de daar toe behoorende Bylaagen my in te laaten in de gefchillen over de Militaire Jurisdictie; maar alléén om myne bedenkingen nopens de hoedanigheid van den Beftaltbrief op te geeven; en daarna een ieder zelf te laaten oordeelen, B E-  BESTA LT BRIEF. zoo als dezelve gevonden wordt in een oud gefchreven Register,berustende ter Secretary van de Stad Arnhem, bladzyde 177. en volgende; op den rug van welk Register ftaat, Lcindzaaken , A. ï5?8, i5?9- A 5 B £-   BESTALTBRIEFF. adenmael by dye van den Furftendomme Gelre mitten Graefffchappe Zuti phen, Graefffchappen ende Landen ; van Hollandt, Zeelandt, Utrecht, dye Vriel'che Ommelanden tuffchen dye Eems ende Lauwerts die ftadt van Gendt ende den Heeren Stadthouders van dien O) bevonden is nodich te weefen voor als noch een merckelicke getallë van Venlen (£) Voetknechten in den diende aentehouden tot verfekertheyt ende befcherminghe van die voorf. Landen ende tot wederftandt van de Spangaerden ende andere vremde nationen ende heuren Aenhangeren Vianden des gemeynen Vaderlands &c. Ende willende, dat zoedaene Knechten in goede geregeltheyt ende cryfchs difcipline onderhouden worden, omme mitsdien voortecommen ende beletten alle geweit berovinghe ende vnyteeringhe zoe binnen den lieden als ten platten Lande foe' es by dye van den Furtstendome Gelre mitten Graefflchappe Zutphen, Graefffchappen ende Landen O) In het Exemplaar van Zeeland ftaat hier tusfchen hec woord noodich. (Jf) Dit woord Fenlen is uitgelaaten in het Exemplaar,dat de Heer van df.r kemp heeft laaten drukkken in het aan~ hangfel achter het achtfte deel van Zyn Magazyn van ftttkken tot de Militaire Jurisdictie èetrekketyk, bladzyde 134?» volgende van hetzelve aanhangfel.  ia BESTALTBRIEF. den (O van Hollandt, 2eelandt, Utrecht, dye Fnefche Ommelanden tufchen dye Eemfch ende Lauwerts dye Stadt van Gendt ende den Heeren Stadthouders daerop gemaect ende gellooten deefe tegenwoirdige Ordonnancie ende Befteltbrieff, dwelcke alle bevelhebbers endecrysJhuydcn, Edelen ende Onedelen, dobbelfolders ende anderen gemeyne Knechten gehouden fullen zyn te befweeren ende punétuelicken te achtervolgen ende in alle manieren te doen achtervolgen. J. 00 Sullen dan voor 'teerde beloven ende fweeren dye van den Furllendomme Gelre mitten Graefffchap Zutphen mitsgaders den Staeten van de Landen van Hollandt, Zeelandt, Utrecht ende Vriefche Ommelanden tusfehen die Eemfch ende (e) Lauwerts ende Stadt van Gendt wel ende getrouwd, te dienen hueren belleken Overllen Hopluyden Vendrichs ende Bevelhebbers, oick tgundt by anderen in haerl. naem fal worden bevolen (/) in alle CO I" 't gedrukte Exemplaar van den Heere va^ per kemp zyn alhier uitgelaaten de woorden, foe es by dye van den Furflendome Gelre mitten Graefffchappe Zutphen, Graefjehappen ende Landen. Het Zeeuwfehe Exemplaar is niet gearticuleert; ook fchynen de Cyffers der Artikelen in dit Arnhemfche Exemplaar door eene andere oude hand, dan waar mede het Exemplaar zelve gefchreven is, op den kant gezet te zyn. f» ln dit Arnhemfche Exemplaar zyn de woorden Lauwerts en de Stadt van Gendt met een ftreep onderhaalt; en achter het woord Gendt ftaat een renvooy ; en zyn voorts op den kant door eene andere oude hand daar by gefchreven wd hyfunder die Stadt ende Qiiartier van Arnhem. Cf) In djt Arnhemfche Exemplaar heeft eerft geftaan in alle crysvolcke, doch welk woord vokke is doorgefchrapt en daar boven gefteld het woord faecke; vervolgens is achter het  BESTALTBRIEF. 13 alle crysfaecke onderdanich ende gehoirfaem te zyn , altyts naer henren uyterften vermogen tnutlickde ende tbefte vorderen allen ichade ende naedeel van den voorf. Landen ende Provinciën mitsgaders van die onderfaten ende Vrunden van dien atftekeeren ende fcluuten ende alle die gemeene Landen vianden (g), dye nu zyn ende naemaels weefen mochten , egeene uytgefondert, ten bevele van heuren Oerheyt hinderen krencken ende daer tegens tal? lerftondt hem laeten gebruycken te Water ende te Lande binnen ofte buyten de vorfz, Provinciën, tzy in flachten, ftormen, wachten, oif tochten, in rotten, Veulen, heele, ofte halve, in allerhande getale, ende aen allen oirten, Lyff ende Leven öngefpaert, ende zoe wie anders ofte tegens eenige van deefe poinclen dede, dat defelve fal gefiraffc worden aen Lyff ende Leven fonder eenig verdrach. II. Dat zyluyden den naeme Goodts nyet ydelich, lichtverdich, ofte te vergeeffs en fullen gebruycken in blasphemeren, ende zweren, (Z>) vloeken, off andere fchelde ende onnutte woorden, od rtraffe naer gelegentheyt van de faeke. * III. het woord alle een s geplaatst, het woord crysfaecke doorgefchrapt, en itrét een renvooy op den kant in de plaats gezet wes crycbslude gebuerlick zy ; zoo dat 'er nu eigenlyk (Jaat, in alles wes crycbslude gebuerlick zy; en die verandering is gemaakt met dezelfde hand , waar mede het geheele Exemplaar is gefchreven. (g) In het gedrukte Exemplaar van den Heere van der. kemp ftaat ende alle de ghemeenen Vrienden, in plaats van ende alle die gemeene Landen Vianden. (<&) Dit woord zweren is in het gedrukte Exemplaar var,. $en Heere van der kemp uitgelaaten.  14 BESTALTBRIEF. III. Dye geene dye eenige woorden in fpyt off fpot van het woirdt Goidts ende den Leeraars des Evangelis Ipreeckt, zal voor d'eerite reyfe drie daghen te waeter ende te brode gefet ende voorde tweede reyfe zyne wapenen verbueren ende gebannen oft naer exigentie van der laeke aen den Lyve geftrafft worden. 1111. Alle moetvvillighe dootflagen, dieveryen, brandtftichtinge, lïraetfchenderye, overfpel, vrouwencracht, fortfe, gewelt, valfchheyt, ende andere gelycke^ boofe daden ende openbaere quade feyten, ende misbruycken, fullen aen 't Leven ge•ftrafft worden met oordel van den cryfchs Overften, Capiteynen ende Bevelhebberen naer crysgebruyck, off fuicke ordonnantie, als by de voorf. Provinciën ende hun Stadthouders daerop gemaect es, off gemaect fal mogen werden, ende fullen in gelycke fchult ende misdaet gehouden worden allen den geenen, dye alfulcke misdadigen wetende toeflaen, aenhouden, verfteken, ende verbergen in eeniger wys. V. Item fullen (0 alfulcke misdadigen, oick alle foldaten, die fich aen eenige Borgers, oft Ingefetenen van den Steeden, ende Landen der voorfz. Provinciën (k) ende andereneegenefoldaten,nochte onder 't cryfchs Regiment weefende ontgaen, misdoen, off yet misbruycken, by den Officier van der CO Dit woord fullen is in 't gedrukte Exemplaar van den Heere van der. kemp uitgelaaten. CO Dit woord Provinciën is in het Arnhemfche Exemplaar met een fchrap onderhaalt, en wederom op den kant met eene andere oude hand gezet und byfunder dit Stadt ew dc Qiiartier van Arnhem.  BESTALTBRIEF. Ï3 der plaetfen mogen aengetast ende in hegtenis gehouden worden, zoe verre dye Prevost nyet tegenwoordich ofte van fulcx (7) te doen verfuymelyckes, behoudelicken, dat men dfelve gevangenen binnen XXilII. uren naer date van de apprehentie in handen van den Oeverften, oft hopman, over fal leveren, fonder dat yemant van de foldaten den voorf. Officier daer inne enich belet ofte daeromme eenige injurie ofte lett doen fal op Lyffftraff. VI. Dye contrarie zynen eedt van gehou ende getrouw te fyn eenige Conlpiratie oft opfet maecl ofte voortitelt in 't heymelyck oft in 't openbaer tegens die voorf. Provinciën, den Heeren Stadthouders ofte dye Staedten des Lants, Steden, ende Leden van dien (m) ofte oick dye faecken van den Landen, oick tegens zynen Oeverften, Capiteyn , ende Bevelhebberen, oick den geenen, dye daer aff weet ende tfelve nydt aen de voirfchreven Provinciën Heeren Stadthouders, Staten flandts, zynen Overften ofte Capiteynen nyet te kennen geeft, zal fonder genaede geftrafft worden als vooren. VII. GeJyckerwys oick geftrafft zullen worden dye geene, dye eenich verftandt metten vyandt hebben, ofte vaft eenigen heuren aenflach wetende , d' felve nyet te kennen geven als boven, ofte dye in fteden, fterkten, belegernisfen, ende befettingen, ofte daer vuyt, mitten vyanden fpraecke hou- (J) In plaats van deeze woorden van fulcx, ftaat in het gedrukte Exemplaar van den Heere van der kemp, everfukx. (;«) Achter de woorden van dien ftaat in 't Arnhemfche Exemplaar een renvooy, en is daar by wederom op den kant met eene andere hand gefchreven ende den Stadt endeQuarUer van Arnhem*  if5 BESTALTBRIEF. houden, aen die felffden deur brieven, booden, ofte andersiins, eenïge^contfchap doen, yet overfchryven, ontbieden, ofte van daer yet ontfangen fonder voorweeten ende bewillinge van zynen Overicheyr. VIII- Dyevuyt oft in eenige ftadt («), fchanfe, fteréte, ofte befettinge gaet, ofte wederkeert, dan door dye gemene poorte, inganck, ofte wech (o) ofteeenige vremde, oft onbekende, inne laet gaen, ofte commen, fonder te beletten off aen te geven, fall aen tleven geftrafft worden. VIIII. Den foldaten, dye zynen waard of waardinne, dienaer oft dienstwyff, borgers oft Landtluyden dreycht oft zmyt, zal voor d'eerde reyfe drye dagen te waeter ende broot geftelt worden, ende zoe verre datter bloetftortinge gefchiet, ïn (p) Lit ofte Leden gecrenckt, ende gemengt (q) zyn, zal zyn rechte handt affgehouden, endevoirts vuyt den Regimente gebannen worden, oft aent leven geftraeft worden alles naer exigentie van de faeken. X. Den geenen, dye den Vrinden, Cooplnyden, reyfende Luyden, egene vyanden fynde, eenige heure goederen, waaren, viéhiaille, oft andere Coopmanfchappen, op eenige palfagien, by- fonder («") Achter dit woord Stadt ftaat in het Arnhemfche Exemplaar een renvooy. en al wederom op den kant met eene andere oude hand gefchreven, ofte bifunder die Stadt ende Quartier van Arnhem. (o) De Heer van der Kemp getuigt in eene noote ondeï Zyn gedrukt Exemplaar, dat in plaats van de woorden oft'. •wech, in Zyne Copie ftaat ofte weersch. (p) In het Zeeuwfche Exemplaar ftaat is. (?) In het Zeeuwfche Exemplaar ftaat geminckt*  BESTALTBRIEF. . ï$ fonder gaende nae den Veltleger, ofte naer Steden ende Landen, zynde in de onderdanicheyt ende vruntfchap, off alliantie van de voorf. Landen, ende Provinciën, by fortfe neemt ende aentast, het zy te Water, oft te Lande, ofte dye zelffde aen haere perfonen ofte goederen befchadigen, ofte aen haeren reyfe beletten, het zy in 't gaen, ofte wederkeren, ende dat onder dexel van gebreclc ofte quaade betalinge, oft andersfins fonder expres . bevel, confent oft last, van de voorfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders (r) Oeverften, ofte Capiteynen, fal fonder genade gehangen wor-». den. XI. Desgelycx fal nyemandt den foetelaers, dya eenige toevueringe fullen doen, ydt fonder betaelinge ontweldigen, ofte meer als twee weeken Lemnge oft betalinge mogen aflborgen, ende fal eenen yegelycken zynen waerdt tzy in deurtrekken oft ftille liggen benoirlicken betaelen ofte te vreden ftellen ende fich dier maeten fchickcn (s) datter geene waarachtige dachten over hem commen, op peyne van rigoureufelick geftrafft worden tot difcretie van de Oeverheyt. XII. Soe_zullen hem oick alle ende een ygelicken vernuegen laeten metten Logyfe, dwelck hem aengewefen zal zyn, ofte met alfulcke betalinge in gelde, als een yder in de plaetfe van dien toegevouden (;) is by zeekere andere Ordonnan- cis (r) In plaats van Heeren Stadthouders ftaat In het gedrukte Exemplaar van den Heere van der kemp beuren Stadt" houders. (s) In het gedrukte Exemplaar van den Heer van deA Kemp ftaat, dier moeten fchikken. CO In het Zeeuwfche Exemplaar ftaat toegevoeghh B  18 BESTALTBRIEF. cie ende zoe wye eenige van de vlecken ofte dorpen onder tgebiet van de voorfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders zynde, intgemeen, oft eenige huysluyden ten platten Lande onder eenige coleur ydt afffchatt oft affdruckt voor eenige behoufte op den naem van Service, oft anders, in wat manieren dattet zy ofte denfelven met moetwille overlaftich es, hem aendoende onbehoirlicke coften, oft eenige fchaede in zyne huyfinge, goederen , haven, ofte beelten, daermede hy de Landen ende acker moet bouwen, beweyden, ofte tot nutichappe bringen, fal gehangen ende geworcht, oft anders aen zyn Lyff geftrafft worden naer gelegentheyt van der faeke, alls oick gefchieden fal! van allen den geenen, die fich buyten heuren quartiere, fchanfe, oft Legeren, begeven omme te moescoppen , ende te teeren op den boer, fonder Ordonnancie van heuren Overften ofte Capitayn. XIII. Alle, dye fich in der voorfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders befchermenisfe (v) begeven , tzy geestelick oft waerlick, zal eenen yegelickenfchutten ende handhaven endenyemant en lal dies aengaende paflèpoorten oft andere brieven van verfekertheyden van de voorfchreven Provinciën ende Heeren Stadhouders ofte derfelver Gecommitteerde gegeven, in't minfte affwerpen, fchenden, oft overtreden, op lyffftraff, maer indien f» Tot daar toe zyn de woorden van het twaalfde Artikel in het Arnhemfche Exemplaar onderhaalt; en op den kant ftaat met de meergemelde andere oude hand van den Service. O) In het Zeeuwfche Exemplaar ftaat pretentie ende bi* feiermsmfsf  BESTALTBRIEF. 19 dien daér inne by yemant eenige fraude bevonden zal worden, fal tzelve te kennen geven. XIV. Dye foldaten nochte yemandt van hem en fullen vervorderen omme geenderhande faeken raedt te flaegen, VerfameJing te maeken, nochte gemeene Qzv) houden noch beginnen te houden fonder weete ofte wille van den Overften, ofte Kopman (x) op Lyffftraffen; maer indien daer eenig gemeen gebrecke, ofte ydt feelt, zal tfelve fonder rinckflagen , beroerten , muterye ofte rumoer te maeken, reverentelyk aen d'voïrfchreeven Provinciën ende Heeren Stadthouders, ofte hun Gecommitteerden by een, twee, ofte drye, daer toe vuytgefchickt, verthoontende aengedient worden Jomme in alles naer beboeren ende billicheyt voornên te mogen werden ; welverftaende, dat wefende dye Landen in benautheyt ende noot van den gelde, een yegelyk hem met redelicke Leeninge, ofte victuaille tot redelyken pryfe, fall laeten contenteeren ende te vreden zyn j, des zal naer ende van alle vier (y) maenden van de refterende penningen afrekeninge gemaeckt, oick verfekeringe ofte verfchryving gegeven worden. XV. Men fal nergens egeen alarme maeken fon¬ der (w) Dit woord gemeene is in het gedrukte Exemplaar van den Heere van der kemp uitgelaaten. (.r) Die woorden fonder weeten ofte willen van den 0verften ofte Hopman zyn in het gedrukte Exemplaar van den Ilcere van der kemp uitgelaaten. Gy) In het Zeeuwfche Exemplaar ftaat mede vier; en het is zigtbaar, dat het cyffer getal m, dat in bet Arnhemfche Exemplaar boven het woord vier is gezet, gemaakt is met dezelfde andere oude hand, welke te meermaalen op den kant van dat Exemplaar gezet heeft, bifunder die Stadt endt Qyartier van Arnhem, B 3  EO BESTALTBRIEF. der groote noot, ten waere tfelfFde by den Oeverften, Hopman, ofte Bevelhebbers,tegenwoordich zynde, ten dienfte van de voirfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders ende den gemeenen Landen belast worde, noch nyemant fal, wanneer allarme gemaeckt worden, fonder grooteLylfs noot, ofte cranckheyt, in zynLogemente blyven oft hem verfleeken by Lyllïlraffe. XVI. Ende naedemael alle Verraders, ende muytmaekers , geen beter geleegenheyt hebben haer fchelmerye ende verraet in 't werck te ftellen, dan wanneer men op tocht ende wacht treckr, ofte den vyandt voor handen is, fal nyemandt op de tocht, inde flachordene, ofte werwaerts hy gelieft wordt, geen geit roupen, op verlies van zyn Lyff ende Leven, ende dye geltroepers fullen gehangen*, ende geworcht worden. XVII. Dat oick nyemandt, der voirfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders foldye ontfangen off hem onder eenig Vendel begeven hebbende , vaif t felfde fal mogen vertrecken, ofte fich onder een ander begeven, fonder oirloiï ende Confent van den Oeverften, off Commilliiris van de monfleringe, op Lyff ftralf. XVIII. Wanneer men in ofte vuyt den Velde ofte van d'een in d'andere plaetfe in befettinge ende garnifoen ter ordonnancie van de voorfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders vertrecken moet, zoe fal nyemandt den Inwoonders ofte Landtluyden heure wagens, peerden, ofte fchuyten, ontweldigen , ofte aff hendich maeken, ten waere omme merckelicke oirfaeke , dye by de oevericheyt bevolen worde te gebruycken, in wekken gevalle den meefter ofte eygenaer van dien eenen redelic- ken  BESTALTBRIEF. *r. ken loone toegevoecht ende betaelt fal worden, of onder de handt van den Oeverlten, off Capiteyn een fchriftelick fchynfel, ende bekenteniilè daer aff gegeven, omme betalinge van dien te erlangen. XIX. Noch foe en zal nyemandt eenige jonge dogter, gehoude off ongehoude vrouwen, noch oick eenige Craamvrouwen , egeenfins bezwernisfe, ofte eenige overlaft, doen, eenige quaede orrtichtige woorden geven , oneerlicken aentaften , noch oick eenig gewelt, fortfe, ilaen, liooten dreygen off anderslins tot haerlieder ondanck aendoen in wat manieren dattet zy, op peyne van gecasfeert te worden, fonder geit ofte paspoort, oick ■ aen den Lyve geftrafft worden naer gelegentheyt der faeke. XX. Den foldaet, dye fonder confent van zynen Overften, ofte Capiteyn, van zyn Vendel, vuyt zyn garnifoen,ofte quartier, vorder dan denfchoet van een der cortauwe vertrecken, ofte dye overnacht fonder confent van zynen Hopman van 't Vendel blyft, fal aen 't Lyff, ofF anderüins naer erkenteniffe des Overften geftraft worden. XXI. Den geenen, dye zyn Vendel verlaet, als 't felve treckt deur 't Landt naer d'oorloge, ofte vyande, ofte van daer wederkerende, ofte anders* fins, fal aen zyn leven geftraft worden fonder genade. XXI h Daer en fall oick nyemandt op eenige tochten by den tros ofte bagagie blyven, off achter aen volgen, ten waere hy van grooter lieckte nyet voort en mochte, by verliefinge zynre eere, ende fonder paffepoort, off betalinge, van 't Vendel gewefen te worden. XXIII. Den geenen dye vuyt zyn Vendel off B 3 flac^s  22 BESTALTBRIEF. flachordre, zynde voor den vyandt, affwyckr, en« de naederhandt weder becommen wordt, fal gehangen, ende geworcht worden, maer indien hy nyet gecregen en wordt, zal hy openbaerlick tot een fchelm gemaect worden. XXIV. Den foldaet, dye zyn wacht nyet gaede en llaet, ofte hem felven vol opte wacht vyndt, ofte van de wachte, daer hy by zyn Bevelhebbers verordent is, vertreckt fonder behoirlicke oirloff, die ooick nyet volbrengt, tgundt hem by zyn Oeverften, Capiteyn, olf Bevelhebber, diesaengaende bevolen is, zal aan 't leven geftrafft worden. XXV. Den geenen die men vyndt op de fchiltvvacht flaepen, off dat hy zyn loofe off wachtwoort vergeeten heeft, off van zyn fchiltwacht affgaet, alleer hy affgevuert wordt, zal fonder eenich genade aen lyff ende leven geftraft worden. XXVI. Een yegelick zal in zyn eygen perfone waecken, ende nyemandt van de wachte ontfchuldicht blyven, dan by crencle oft fieckte, twelck hy zynen Hopman fall moeten aengeven, off doen aengeven, ende dye hem abfenteert, ofte verheft vuyt zyn wacht buyten confent van zyn Corporael ofte Rotmeyfter, fal fonder foldye, indien daer eenich is, van zyn Vendel gecalfeert, gebannen ende geholden (z) worden. XXVII. Den geenen, dye men bevyndt fpelen, ofte tuyffchen mit taerlingen, ofte carten, zyne wacht geduyrende, zal voor 't eerfte zyne Wapenen verliefen, ende voor de tweede reyfe gebannen worden. XXVIII. Dye geene, dye twift maeckt, offye- mande t CO In het Zeeuwfche Exemplaar ftaat gefcbolden.  BESTALTBRIEF. 23 mandt binnen dye wacht injurieert, ofte beliecht, fal voor d'eerfte, naer vuytfpraeke van de Bevelhebbers van 't Vendel eerlicke boete doen aen den perfoon, hem vyndende tonrecht miffeyt te zyn, ende voor de tweede reyfe zal hy van zyne wapenen gebloot, off anders nae eyfch van de faeke geftraft worden, maer dye eenige fchult off aenfeggen op yemandt heeft, zal zyn aanclachte mogen doen, ende 't felve rechtelicken vorderen (ad) nae? crysgebruyck, XXIX. Item en fal nyemandt fonder bevel van . zynen Hopman off Bevelhebbers eenich hantroer oftgefchut, naert befet der wacht, ofte by nachte, afffchieten off eenich teycken doen, fonder confent van zynen Hopman op lyffftraffen, ten waere yemanden onder zyn wachte wilde commen fonder 't woordt, off dye lofe te. geven, off datter bem van buyten eenich onraet (bb) openbaerde. XXX. Den geenen, dye in 't twift maecken ofte kyven fich rotten, eenige natie tot zynen hulpe roept, ofte brengt, ofte anders oproert ende onruft maeckt, zal met zynen medehulpers aen 't leven geftraft worden, XXXI. Den geenen, dye rappier oft geweer binnen eenige wacht, veltleger , ofte ftadt, daer, men wacht houdt, vuyttreckt omme jegens yemandt anders, dan d'openbare ende gemeene vyanden ta vechten, zaf zyn rechte handt verliefen, ende gecaffeert worden (cc). XXXIL (ad) Tn plaats van rechtelicken vorderen , ftaat in het Zeeuwfche Exemplaar, moghen vorderen. (bb~) In het gedrukte van den Heere van der kemp ftaat verraet. (cc) Dit 31. Artikel is in het gedrukte van den Heere" van der kemp geheel uitgelaaten.  *4 BEST ALTBRIE F. XXXII. Den foldaet, dye eenen anderen vuytdaecht, ofte beroept omme te vechten fonder confent van zynen üeverften oft Capiteyn, fal fonder paffepoort, oft betalinge, gecailèert worden, ende indien die beroeper zyn partbye, ofte de eene den anderen dootflaet, feil dye dodtflaeger dootby den dooden geleyt worden, maer indien yemandt met gewelt overvallen wordt, fal hem dye overvallene zyn Lyff verweeren moegen. XXXIII. Ende wanneer hem eenich foldaet bevint tonrecht geinjurieert, ofte miffeyt te zyn, fal hem felven by zynen Oeverften, Gouverneur van de ftadt, ofte ten minften by fynen Hopman vynden, dye welcke een van allen (dd) verftaen hebbende- dye redenen van beyden, fal by (ee) den geenen dye onrecht heeft, dye reparatie, doen doen naer billicheyt, ende gelegentheyt van der faecke , ende getuycheniilè der geener, die men vyndt weetende van der faecke, ende twift off geichille, te fpreeken; ofte fal den Oeverften, Gouverneur, ofte Hopman zyn befte doen, omme beyde parthyen in fyn prefentie te veraccordeeren, indien hy bevyndt dye materie fulcx te vereyfchen, ende zoe (/') zy tot geene vermaninge ofte redenen willen verftaen, fullen beyde vuyt den Vendel gebannen worden. XXXIV. Dat oick geen Rotmeyfter ofte Corporael ofte andere Bevelhebbers geene £)ldaeten van de wacht fullen laeten vuytgaen omme metten anderen te flaen ofte te vechten, op peyne van zoe wel den (dd) In het Zeeuwfche Exemplaar ftaat eer ft van allen. (ee) De woorden fal by zyn iu 't gedrukte van den Heera tan der kemp uitgelaaten. (f) In 't gedrukte van den Heefe van ber kemp ftaat & by.  BEST ALTBRIE F. 25 den Rotmrss:, Corporaels oft Bevelhebbers , ah dye foldaten, fonder betalinge gecaffeert, van zyne wapenen gebloot, ende boven dien naer gelegentheyt der faecken geftraft te worden, ende zoe wye in 't vechten ofte balligen gelampt oft gecrepelt wordt, dat hy des Heeren befoldinge nyet langer verdienen can, fal dye felve vuyt het Vendel gemonftert worden. XXXV. Dye geene, dye fonder voorgaande behoorlicke bevel ofte conlent, eenige Cloofteren, Kerken, Leprofenofte Armenhuyfen £gg), Lanthuyfen, Muelens, ofte Backouens befchadigen , branden, breeken ofte nffwerpen, oick het Vlieger oft eenige hutten in brandt fteeken fullen aen 't lyff geftrafft worden. XXXVI. Wanneer yemandt den vyandt eenen affbrueck doet, ende den Veltheer ofte eenige Overften vanget, zal defelven terftondt in handen van de Provinciën, Heeren Stadthouders Qhb), of hunnen Gecommitteerden overleeveren, ende van dien, als oick van anderen gevangenen, die dfelve begeeren aen hem te nemen, zal met hemlieden naer billicheyü ende crychs ordre gehandelt worden, ende alle brantfchattingen, ofte verdingen, fullen d'voorfchreven Provinciën ende Landen (4i) alleene toecommen, ende zullen zy luyden hem mee (gg~) In plaats van armenhuyfen ftaat in het gedrukte van den Heere van der kemp andere huyfen. (bh) Achter dit woord Stadthouders is in dit Arnhemfche Exemplaar wederom een renvooy gezet, en door de gemelde andere oude hand wederom op den kant gefchreven Stadt van Arnhem. (//) Hier ftaat in het Arnhemfche Exemplaar mede een renvooy, en op deu kant Stadtt voirf. B 5  45 BESTALTBRIEF. met baerlieder betalinge laeten genuegen fonder eenige brantfchattinge te mogen doen, dan daer denfelven fulcx fonderlinge toegelaeten, ende bevolen zal zyn by de Overicheyr. XXXVII. Den foldaet, dye hem jegens den Wachtmeyfter wederfpannich maeckt, 'ofte thoont mitwoorden, ofte wercken in't bedienen van zyne officie, ende weygert te volbrengen zyn bevel, zal geflrafft worden aen zyn leven. XXXVIII. Nyemandt en fall dye Juflicie wederllandt doen, ofte verhinderen , ofte pogen te verhinderen, nochte den Proovooft ofte Dienaeren van der Juflicie in haeren ampt ende.dienft eenichfins beletten, misdoen, off miffeggen, met woorden, dreygementen, ofte feytelyke werken, op Lyfftrafte maer zullen alle, ende een yegelick foldaat by eede (kk) ter vermaninge van heuren Oeverften dye Juflicie te helpen voorftaen, vorderen, ende dye hand houden, dat recht gefchiet, oick alle affiftentie doen den Oeverften , Capiteynen, ende Bevelhebberen, dat naer 't gewysde ende oordeel der rechters alle quaet ende boosheyt naer inhoudt defer articulen geftrafft ende Jufticie vuytge^ richt worde. XXXIX. Dye foldaten fullen tot allen tyden tzy by de Staeten, by de monfterheer, endeCommisfaris, ofte yemandt anders, daertoe gecommitteert, fonder eenich wederïpannicheyt hem lae< ten monfteren ende egeene heure jongers , ofte Jcynderen by hem houden , ofte naer voeren, noch fal egeen foldaet op de monfter plaetfe commende zyn roer (kk) Ir het Zeeuwfche Exemplaar ftaat by Eede gehouden  BESTALTBRIEF. &7 roer met fcherp geladen moge hebben ofte daer weefendenochte nyet (//) aftrecken,fal mogen laeden veelmin aldaer mit eenich fcherp fchieten ^alles op peyne van daerover geftrafft te worden aen zyn lyff off anders naer gelegentheyt der faecke. XL. Sullen in geenerhande monfterfhge (mm), ofte overfichte, dye op hem gedaen fullen worden, den verordonneerden Monfterheer, oft Commiffaris , fchamperlicken toefpreeken , denfelven verachten, ofte in eenige manieren aen hem vergrypen, maer denfelven alle behoorlicke eere ende obediëntie bevvyfen, ende wanneer denfelven Oeverften, Monfterheer, ofte Coramiflaris,yet heeft voor te houden, zullen dye zelfde denfelven vry, vranck ende onbehindert by hen laeten commen, gehoir geven, ende denfelven tot zynen wel believen ongemolefteert laeten weederomme vertrecken fonder hem te bekommeren , ofte aentehouden , omme geit, betalinge, off eenige andere faeken; maer fullen die foldaeten nopende haere voorgewende gebreecken hem dragen ende voegen als vooren verhaelt is, op peyne van aen lyff ende leven geftrafft te worden fonder alle genade. XLI. Ende fal een ygelick foldaet by de Monfterheer affgevraecht zynde, wat befoldinge ofte leeninge hy van zynen Hopman ter weeke, ofte maenden, ontfangt, by zynen eede gehouden zyn die waerheytdaervan te verclaeren, fonder eenige fraude ofte bedroch op peyne van gefcholden te worden. XLIL (//) In plaats van dit woord nyet ftaat in het Zeeuwfche Exemplaar in V. (mm) Achter dit woord ftaat ia het Zeeuwfche Exemplaar fCVftCtt,  BESTALTBRIEF. XLII. Item en fall egeen foldaat in eenige derfelve monfteringe ofte revuen, van wat qualiteyt ofte,conditie hy in diende zy, nyemandt vuytgefondert, eenige valscheyt daerinne laeten plegen, ofte hem.gebruyken dan zyn kerftelicken naem, ende dye plaetfe van daer hy is, noch op geenen anderen naem deur dye monfteringe gaen, dan op zynen eygen naem , nochte oick yemanden tonrecht verantwoirden, ende met geen ander Janck, cort (»n), en-de zytgeweer, deur dye monfteringe gaen, dan dat hem felffs toebehoirt, off dat hy van den Heer ontfangen heeft, op lyffsltraiTe, ende zoe men yemandt in de tegenwoordige monfteringe bevyndt gedaen ende toegelaeten te hebben, als voorf. es, ende men 't felve naemaels met dye waerheyt can bevynden, zal 'tallen tyden geftrafft worden (o><). - XLIII. Item en fal nyemandt van de Crysluyden, van wat gefteltenifie dye zyn, zyn geweer oft ruftinge , daermede hy in dienfte gecommen is, hem ofte den Heeren toebehoorende , mogen te pande fetten, vercoopen (pp) vervremden, ofte verfpelen, op de verbuerte van den Lyve, maerzal een yegelick zyns geweers mogen verbeteren, ende nyet verargen, ende den foldaet, dye (qq) zyn geweer geen acht en heeft, nochte ree, nochte veerdich, houdt, zall dye Commiffaris dye befoldinge des felven moegen verminderen, ende aen eenen (nu) In het Zeeuwfche Exemplaar ftaat ofte hals. (eo) In het Zeeuwfche Exemplaar ftaan hier achter de woorden als voorcn. (pp) Dit woord vercoopen is in het gedrukte vandenHeeie van der kemp uitgelaaten. (qq) ln het Zeeuwfche Exemplaar ftaat die op zyn geweer.  BESTALTBRIEF. 25? eenen anderen, dye beter in ordre (rr) is, mogen hefteden. XLIV. Den foldaet, die hem voor den vyandt op tocht, wacht, ftorm, ofte fchermutfe laet vynden, fonder zyn bcboirlicke geweer veerdich ende gereed te hebben, oft fonder cruyt,londt ofte loot, zal aan 't leven geftraft worden. XLV. Zullen oick alle dye geene, dye voor deefe tydt (ss) defen nyet befwooren zullen hebben, maer hier naemaels in dienftecomen, ende der voirf. Provinciën geit ontfangen, all evenwel tot den inhoudt ende peyne van deefe articulen mede verplicht ende verbonden ftaen, ende off hy dye mede befwooren hadde, des hem oick op die Infchry vinge, oft eerfte monfteringe, vermaen gedaen lal worden. XLVI. Ende zullen dye Oeverften, Capiteynen, Bevelhebberen, ende foldaeten, by Vendelen rotten, heele off halve, totter gemeenen beften gevalle, ende der Landen meefte prouffyte, fonder wederfeggen hem laeten affdancken, allwaer't oick, dat men hem heure betalinge ten vollen nyet op en brochte ofte verftrecte, maer alleenlicken van heuren reftant hem verfekertheyt dede op alfulcke redelicke termynen, als dye geftelteniffe der Landen eenichfins mogen dragen off Lyden. XLVII. Alle welcke articulen die voorn. Overfte, Hopluyden, Amptluyden, Bevelhebberen ende foldaeten, elcx m zyn regard, zullen zweeren te (rr) Die woorden in ordre zyn in het gedrukte van den Heere van der kemp uitgelaaten. O) De woorden deefe tydt zyn in 't 'gedrukte van den Heere van der kemp uitgelaaten.  3o BESTALTBRIEF. te onderhouden, ende jegens dfelve nyet te doen, noch te weygeren,tgeene hemlieden naer gelegentheydt des rydts, ende tot dienfle van de Provinciën, ende Stadthouders, binnen ofte buyten dye bepalinghe derfelver anders opgeleyt ende bevolen foude worden. Ende fullen dye voirf. Provinciën deefe .Articulen nae der zeiver gebefte mogen doen vermeerderen oft veranderen naer gelegentheyt der faeken tvveJck d'voirf.Oeverfte,Hopluyden,Amptluyden, Bevelhebberen ,„ende foldaeten, elcx in zyn regard gehouden zullen zyn te achtervolgen, en naer te commen. XLVIII. Zullen mede gehouden weefen byfonder eedt te doen van den onderhout der voorf. articulen ende van getrouwicheyt aen allen ende elcken van de Geünieerde Provinciën ende Steeden (tt) daer inne zy luyden by advys van de Heeren Stadthouders van defelve Provincie, off Stede geleyt fullen worden (««), zoe wanneer fulcx van defelve Provincie ofF Stede aen hemluyden verfocht zall zyn. XL VUIL Ende alle het geene, dat in deefe articulen nyet geftelt, off daerinne nyet begrepen is, zal naer ouder gebruyck des crychs berecht worden. L. Ende op dat nyemandt van deefejegenwoirdige articulen eenige onweetenheyt off ignorantie mach voorwenden, om hem daermede te behelpen , zoe zal t' vuytfchrift off de Copie derfelver on- (tf) Tot hier toe zyn de woorden van het 48. Artikel van dit Arnhemfche Exemplaar met fchrappen onderhaalt. (uit) In het Arnhemfche Exemplaar ftaat hier wederom een renvooy, en met een andere hand op den kant gefchreven ah bifunder in de Stadt van Arnhem.  BESTALTBRIEF. 31 onder allen Hopluyden blyven, ten eynde een yegelick daervan tallen tyden openinge gedaen mach zyn, ende des te beter hem daernae heeft te reguleeren. LI. Wy beloven ende zweeren wel ende getrouwelick dye van den voorf. Furllendome Gelre met den Graefïfchappe Zutphen, die van de Graefffchappen, ende Landen van Hollandt, Zeelandt, Utrecht, ende die Ommelanden tufchen dye Eemfch, ende Lauwerts, dye van de Stadt Gendt, ende Heeren Stadthouders, met heure Vrundeti ende Bontgenoten, zoe wel dye Generale Staeten van den Nederlanden , als andere (yv) gehou ende getrou te zyn, ende alfulcx dfelve ende heuren Beftalten Overften, in der tydt zynde, te dienen ende gehoirfaamen ende voirts ons te gebroycken ten dienfte van de voorf. Geünieerde Provinciën ende Bontgenoten derfelver daer 't hem gelieven fal tegens alle heurluider Vyanden , tot allen plaetfen tzy in Steden, ofte Steréten, te Waeter ofte te Lande, alfo den tydt ende faeken vereyfchen zullen moghen, ende beneven dien ons te dragen ende houden in allezedicheyt,vromicheyt, volgende d'Articulen , ons ■Qivw') allreede voorgehouden, ofte dye naemaels \xx) ons noch voorge- hou- (vv~) Deeze woorden, zoe wel dye Generale Staeten van den Nederlanden, als andere, zyn in het Arnhemfche Exemplaar door de meergemelde andere hand doorgefchrapt , en is wederom met een renvooy op den kant gezet, ende bifonder die Stadt Arnhem. (ww) In plaats van dit woord ons fiaat in het gedrukte van den Heere v < der kemp ende. (xx~) In het ^drukte van den Heere van der kemp nogfnaal;.  32 BESTALTBRIEF. houden mogen werden, tot alle goede crychs discipline dienende; ende voirts alles te doen, wat vrome ende getrouwe Overften, Capiteynen, Be* velhebberen, Amptluyden, ende Soldaaten, toebehoort, ende beftaet.te doen, fonder eenige faeken ter contrarien. Zoe waerlich als (yy) ons (ss) Godt Almagtig helpen ende zynheylige woordt. Aldus gedaen t'Utrecht den lesten February 1579. Ter oirconde van dien tZegel der Stadt Utrecht ter begeerte van den Gedeputeerden, van de Geünieerde Provinciën voirf. hierop gedruct, ende ter Ordonnancie van defelve defen by my onderteykent. Naar 't Exemplaar, te vinden ter Secretary der Stad Arnhem, in J een MS. Regifter, van buiten getekend, Landzaaken, A. 1578. 1579., Fol. 177. (yy~) Dit woord als is in het Arnhemfche Exemplaar door- [ gefchrapt, en door de gemelde andere hand het woord moet I op den kant gezet. (22) Dit woord ons is in het gedrukte van den Heere I van der kemp uitgelaaten. ONDER-  ONDERZOEK OF DE BESTALTBRIEF voor de Militie van den Staat van den laatften Fèbraary 1579, kracht van Wet gehad hebbe? W anneer eene Refolutie, Ordonnantie, Jns ftructie, of eenig ander Stuk van Staat ten bewyze van eenige zaak wordt bygebragt, is het zekerlyk wat vreemds, indien men daar tegen hoord inbrengen, dat zoodanig ftuk niets anders zoude wezen dan een bloot ontwerp, doch geenszins eene Wet, welke openlyk bekend gemaakt, en door da onderhoorigen achtervolgt is geweest. In het algemeen immers koomt het by niemand op, om, wanneer ten betooge van eene zaak in verfchil eenige Wet wordt bygebragt, te twyfelen, of te vraagen, is die Wet wel eene Wet geweest ? is zy wel ooit openlyk bekend gemaakt? iszy Wel immer achtervolgt? En geen wonder! want nimmer zoude 'er een einde des twistens zyn, vooral niet in de Rechts-1 gedingen, indien men, zonder reden, zonder grond , in twyfel kon trekken, of eene Wet Van den Souverain kracht van Wet hebbe, of gehad C lieb-  ONDERZOEK hebbe; kon zoodanige ongegronde twyfeling in aanmerking koomen, zoude daar van immers het gevolg zyn, dat hy, die zich op eenige Wet beriep, zoude moeten opleveren de overtuigendfte bevvyzen, dat zoodanige Wet openlyk was bekend gemaakt, en daadelyk achtervolgt was geworden, een ieder voelt, hoe moeyelyk, ja veeltyds volftrekt onmogelyk, het opleveren van zoodanige bewyzen zyn zoude; vooral ten opzichte van oude Wetten, Privilegiën en Coltumen; en hoe kostbaar en langduurig de meeste Rechtsgedingen door zulk eene onredelyke verging zouden moeten worden. Mogen wy daarom niet wel tot een ftelregel aanneemen, dat alle Wetten moeten worden gehouden kracht van Wet te hebben gehad, den volke openlyk bekend gemaakt te zyn geweest, en daadelyk achtervolgt te zyn geworden ; tot zoo lange, raamelyk, dat hy, die het tegendeel wil ftaande houden, op de overtuigendfte wyze doe zien, dat die bygebragte Wet nimmer geweest is eene openbaargemaakte wil van den Wetgever, maar flechts een bloot ontwerp door denzelven alléén ter nadere overweging te boek geflagen ? Zouden wy derhal ven in het onderzoek, of de Beftaltbrief van 1579. kracht van Wet gehad hebbe , niet volkoomen kunnen voldaan, met eenvoudig ter toets te brengen deredenen, welke bygebragt zyn ter llaaving van het gevoelen, dat die Beftaltbrief Hechts een bloot ontwerp zoude zyn geweest? immers ja; want waren 'ergeene gegronde redenen vóór die laatfte Helling, zoude immers by wettige gevolgtrekking daar uit van zeiven moeten voortvloeyen, dat die Beftaltbrief even zoo wel  oir de BESTALTBRIEF, enz, 35 Wel als veele andere gelyktydige en ouder Ordonnantiën kracht van Wet gehad heeft. Edoch by het onderzoek naar de gegrondheid der redenen van twyfeling, zullen wy het niet behoeven te laaten; maar, na die redenen eerst te hebben getoetst, zullen wy vervolgens ook trachten te betoogen, dat die Beftaltbrief waarlyk eenÉ gepromulgeerde Wet is geweest. Tot nochtoe heeft niemand, onzes weetens, in openbaaren druk ftaande gehouden, dat de Beftaltbrief niets anders zyn zoude dan een bloot ontwerp of Concept-Ordonnantie; uitgezonderd alleen de Heer Predikant van der kemp, die den Beftaltbrief heeft laaten drukken achter het achtfte deel van zyn Magazyn van Stukken tot de Militaire Jurisdictie betrekkelyk, in het Aanhangzel^ bladzyde 134. en volgende; en in eene aantekening onder dien Beftaltbrief, bladzyde 134, 135. en 136. heeft opgegeven den grond, en de zwaarigheden, waarop zyn oordeel dien aangaande berustede; welke aantekening wy noodig geoordeeld hebben in haar geheel te doen drukken onder de Bylaagen achter deeze Verhandeling, Nommer Li ten einde een ieder zoude kunnen oordeelen, of wy s'Mans grond en zwaarigheden in derzelver kracht hebben voorgeftelt. De Heer van der kemp, zegt in die aantekening , dat zyn vóornaame grond vóór de gedagte s dat deeze Beftaltbrief voor niets meer dan voor een Concept des Articulbriefs kan worden gehouden, fieitnd op de vergelyking der beide plukken ; het welk zyne Eerw. verder zegt, gedeeltelyk in den Beft alt* brief te hebben aangewezen. C a 'fis  36 ONDERZOEK - Tis waar, dat de Heer van der kemp in eenige korte nooten onder den Beftaltbrief de artikelen van denzelven vergeleken heeft met de artikelen van den Artikelbrief van den jaare 1590; een werk, waar toe wy ons ook reeds verledigd hadden; gelyk wy de artikelen van den Beftaltbrief en daar tegen over die artikelen van den Artikelbrief van 1590, die, onzes bedunkens, met eikanderen kunnen vergeleken worden, mede geplaatst hebben onder deBylaagenNommer XLI1.; om dat ons oordeel dienaangaande zoo veel met dat van den Heere van der kemp verfchild, dat, onzes erachtens, in plaats dat uit de vergelyking dier beide (lukken moest voortvloeyen de gedagte , dat de Beftaltbrief voor niets meer dan voor een Concept des Artikelbriefs kon worden gehouden, juist integendeel uit de vergelyking dier beide ftukken noch te meer moet worden opgemaakt, dat de Beftaltbrief eene gepromulgeerde Wet is geweest; de reden van welk ons gevoelen wy zoo llraks zullen moeten aanftippen. Maar welke redenen geeft de Heer van der kemp vóór zyn tegengeftelde gevoelen aan de hand ? op de vergelyking van den Beftaltbrief van 1579. met den Artikelbrief van 1590. fteunt, zegt die Heer, zyne gedagte; die vergelyking is zynvoornaamen grond; maar hoe fteunt zyne gedagte op de vergelyking dier beide ftukken? hoe moet uit die vergelyking volgen of afgeleid worden, dat de Beftaltbrief voor 'niets meer dan voor een Concept des Artikelbriefs kan worden gehouden? Zyne Eerw. maakt die lluitreden niet op, en wy betuigen ter goeder trouwe, zulks mede niet te kunnen doen. Zoo  of de BESTALTBRIEF, enz. 37 Zoo wy daaromtrent mogen gisfen, fchynt het ons toe, dat de Heer van der kemp heeft willen te kennen geven , dat er eene groote overeenkomst is tusfchen de beide ftukken, welke overeenkomst uit derzelver vergelyking biykt; dat die overeenkomst natuurlyker wyze moet doen onderftellen, dat de Opftellers van den Artikelbrief vandenjaare 1590. den Beftaltbrief van den jaare 1579. onder hun oog hebben gehad, en veele artikelen van den Artikelbrief met eenige veranderingen uit den Beftaltbrief hebben overgenomen; al het welke wy met Zyne Eerw. mede denken; maar het befluit, dat de Heer van der kemp daar uit fchynt op te maaken; het gevolg, dat Zyne Eerw. uit die pramijjèn fchynt te trekken, te weeten, dat daarom de Beftaltbrief voor niets meer dan voor een Concept van dien Artikelbrief kan worden gehouden; dat gevolg, zeggen wy, kunnen wy zoo gemakkclyk niet toeftemmen; om deeze eenvoudige reden, dat het ons voorkoomt, dat zoodanig gevolg redeneerkundig niet voortvloeit uit zoodanige pramisfen, Laaten wy het met een voorbeeld ophelderen; de Artikelbrief van den jaare 1705. is buiten tegenfpraak voor het grootfte gedeelte genoomen uit den Artikelbrief van den jaare 1590; de vergelyking dier beide Artikelbrieven toond zulks op eene ontegenfpreekelyke wyze; waarom het (lot van den Artikelbrief van den jaare 1705. ook begind met deeze woorden, Aldus gedaan, geamplieert en gerenoveert; kan men nu evenwel uit de vergelyking en overeenkoomst dier beide Artikelbrieven wel opmaaken dit gevolg, ergo kan de Artikelbrief'van 1590 voor niets meer, dan voor C 5  38 ONDERZOEK een Concept des Artikelbriefs van i7o<$. gehouden worden? immers neen; en de Heer van der kemp zelf fteld uitdrukkelyk het tegendeel. Maar, zal men denken, de Artikelbrief van 1705'. is eene ampliatie en renovatie van dien van 1590; dat zelfs toond ,• dat de laatstgemelde kracht van Wet gehad heeft; doch op die wyze isshet niet gelegen met den Beftaltbrief; want in den Artikelbrief van 1590. wordt van geene ampliatie en renovatie gefprooken. Dat één en ander ftemmen wy gereedelyk toe; doch men neeme acht op het gevolg; de overeenkoomst tusfchen den Beftaltbrief en den Artikelbrief van 1590. is wel zoo groot, dat daar uit met grond kan worden befloten, dat de opftellers van dien Artikelbrief, dien Beftaltbrief onder het oog hebben gehad; maar tenens blykt uit de vergelyking dier beide ftukken, dat de Artikelbrief niet kon worden aangemerkt als eene ampliatie en renovatie van den Beftaltbrief; om dat de veranderingen, by den Artikelbrief gemaakt, te groot en te menigvuldig waren, en 'er te veel nieuwe Artikelen wierden bygevoegd; want, daar de Beftaltbrief volgens de ruimfte verdeeling, Hechts beftaat uit één en vyftig Artikelen, heeft de Artikelbrief 'er twee en tachtig, welk laatfte getal ook hetzelfde |s gebleeven in den Artikelbrief van 1705. Blaar is nu het onderfcheid tusfchen den Beftaltbrief, en Artikelbrief van 1590. zoo groot, dat de Jaatfte voor geene ampliatie en renovatie van den eerften kon worden gehouden; zoo is dan immers $aar van teffvns het noodzaakelyk en wettig gevolg 9 dat de Beftaltbrief, nooit een ontwerp of concept yan den Adelbrief van 1590, heeft kunnen zyn. fil  of de BESTALTBRIEF, enz. 39 En de ftelling, dat geene oude Ordonnantiën immer kracht van Wet zouden hebben gehad, 'c en zy dezelve naderhand geamplieert en gerenoveerd waren geworden, is te ongerymd, dan dat zy aan eenig redelyk menfch zoude kunnen worden toegeiihreeven. Daar mede laaten wy dan ook aan het oordeel van anderen, of wy den voornaamen grond voor de gedagte van den Heere van der kemp ten aanzien van den Beftaltbrief al of niet ontzemiuwt hebben; en wy gaan dus over tot zyne geopperde, zwaarigheden, om te beproeven , of wy misfibien dezelve mede zouden kunnen wegneemen. Zyne Eerw. vraagt dan voor eerst, hoe boomt bet, dat deeze pretenfe eer ft e Wet (Zyne Eerw. meend daar mede den Beftaltbrief) zmder ondertekening is ? Maar ons dunkt, dat die vraag niet moeyefyk valt te beantwoorden; de Beftaltbrief is door den Heere van de spiegel, gevonden in een oud Register ter Staaten - Griffie van Zeekind; maar worden nu alle Ordonnantiën, Reglementen, en Refolutien, welke in de Regifters van Staat geplaatst worden, elk inhetbyzonder, telkens ondertekend? een ieder, die ooit Staats-Regifters doorbladert heeft, zal immers die vraag met neen moeten beantwoorden ; of gefchiedde zulks dan in den jaare 1579? in een tyd, dat de Republiek noch maar even gebooren was, en Haare grondleggers hunnen aandagt meer veftigden op de verdediging van het Vaderland, dan op de wyze, waarop de StaatsRegifters wierden gehouden ? Zekerlyk moeften toen, gelyk nu en altyd, de Wetten behoorlyk ondertekend worden, wanneer zy aan den Volke C 4 wier-;  4 o ONDERZOEK wierden bekend gemaakt, of toegezonden wierden | aan de geenen, die dezelve ter uitvoer moeiten brengen; maar die ondertekening zoude overtollig geweest zyn met opzicht tot de afïchriften van zoodanige Wetten, Ordonnantiën of Refolutien, als in de Regifters van Staat ter bewaaring geplaatst wierden; genoeg was het immers voor de Authenticiteit dier ftukken , dat zy geplaatst wierden in de Registers van Staat, die door de Secretariffen of andere Staatsminifters gehouden of verzamelt wierden. Houd men nochtans dit antwoord op de eer ft e Vraag niet voor overredende, zoo zal men by het vervolg deezer Verhandeling ten dien opzichte noch naader worden gerust gefteld. De Heer van der kemp vraagt al verder, ,, hoe koomt het, geilek zynde, dat dit Stuk „ door de Bondgenooten gefaamentlyk is vastge„ fielt en bekrachtigt, tot het welk echter de Heer '„ van de spiegel geen enkel bewys heeft by„ gebragt; hoe koomt het, dat dezelfde Bondge„ nooten in 3. Auguftus 1590. uit hoofde der me„ nigvuldige disordren onder den Volken van oor„ logh, ft rekkende tot groote fchade van den Lan„ de, en freejuditie van de Re geer in g van dien, „ die nochthans alomme bevonden werden niet zulks geftraft te worden, als zuelbehooren zoude, ter „ oorzaake op zulke en diergelyke poinc„ ten geen vaste ordonnantie of artikel„ brief gearr es teert en gepubliceert „ was, den Articulbrief (in welkers hoofd geen „ zweem, is van eenige renovatie of ampliatie) byna van denzelfden inhoud, eerst vast geftelt „ hebben"?  of de BESTALTBRIEF, enz. 41 Die vraag behelst in zich eene ontkennende onderftelling, te weeten, dat de Beftaltbrief door de gezaraentlyke Bondgenooten niet is vastgeftelt en bekrachtigt; en wat de Heer van der kemp met die ontkennende onderftelling eigenlyk bedoeld, blykt uit het geene zyne Eerw. te vooren reeds heeft aangetekend, te weeten, dat 'er in de Registers geene blyken fchynen voor handen te zyn, dat de Bondgenooten hunne Gecommitteerden tot het vast fielten van deezen Beftaltbrief, zoo ah die legt, uitdrukkelyk gevolmagtigt, of naderhand denzelven bekrachtigt hebben. Maar gefteld, dat 'er geene blyken van zoodanige byzondere volmagt, en bekrachtiging in de Registers voor handen zyn, het geen Wy niet hebben kunnen nagaan; zoo is de vraag, of de Gecommitteerden van de Hooge Bondgenooten zoodanige byzondere volmagt tot het maaken van dien Beftaltbrief hebben noodig gehad? was eene algemeen* last der Bondgenooten op Hunne Gecommitteerden , om al dat geene te doen en vast te ftellen, hetwelke de Unie betrof, dan nietgenoegfaam , om een Beftaltbrief of Artikelbrief voor de Militie van die Unie te maaken ? vooral, daar in het zevende artikel van de Unie van Utrecht reeds gefprooken was van een Artikelbrief voor de Militie, en van een byzonder point, hetwelk indien Artikelbrief gefteld zoude worden; en dus het maaken van zoodanigen Artikelbrief door de Bondgenooten by die Unie reeds was onderfteld ? en was 'er ook wel eene byzondere bekrachtiging der gezamentlyke Hooge Bondgenooten noodig omtrent eene Ordonnantie voor Hunne Militie, welke Qrdonnantie door de Gecommitteerden der gezaC S ment-  42 ONDERZOEK mentlyke Hooge Bondgenooten was gemaakt ? wy meenen, dat zoodanige onderftelling van de noodzaakelykheid eener byzondere volmagt tot het maaken van eenen Beftaltbrief en van eene opgevolgde byzondere bekrachtiging van denzelven zeer bezwaarlyk vallen zoude, in een duchtig bewys te veranderen. Immers zoude men, op die wyze redenerende, ook teffens moeten vastftellen, dat alle zoodanige Ordonnantiën, Inftructien, Refolutien, en wat dies meer is, als federt de Unie van Utrecht tot nu toe door de Gecommitteerden of Gedeputeerden van de Hooge Bondgenooten ter Vergadering van de algemeene Staaten zyn gemaakt of genoomen, voor niets meer dan voor bloote ontwerpen of Concepten zouden moeten worden gehouden, indien men omtrent elke van dezelve niet kon bewyzen, dat de Gecommitteerden of Gedeputeerden tot het maaken of neemen van zoodanige Ordonnantie of R efolutie eene byzondere volmagt hadden gehad; en dat zoodanige Ordonnantiën of Refolutien , ieder in het byzonder, daarna door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten uitdrukkelyk waren bekrachtigt geworden; eene Helling, die zekerlyk door niemand, der zaaken eenigzins kundig, zal worden beaamt; immers in dien tyd door niemand kon worden gevoert. Genoeg moet het derhalven, onzes erachtens, zyn, om eene Ordonnantie te houden voor eene Wet, welke in der tyd is vastgefteld en achtervolgd geworden, dat die Ordonnantie in de Regifters van Staat gevonden wordt; indien maarniet blyke, dat zoodaanige Ordonnantie alvoorens dezelve in train was gebragt 9 wederom uitdrukkelyk is  of de BESTALTBRIEF, enz. 43 is afgekeurd; van hoedanige afkeuring ten aanzien van den Beftaltbrief geenen fchadinve van eenig blyk voorhanden is, en het tegendeel te willen vast houden, fchynt alle bewys van vroegere gebeurteniffen, van oude Wetten, Handvesten, Privilegiën en Coftuumen, onmogelyk te maaken; want kunnen Registers van Staat of Steden dien aangaande niet meer bewyzen, welke ftukken zullen dan eenige kracht van bewys hebben ? Maar bovendien, zoo men zich met eene bekrachtiging van den Beftaltbrief, in algemeene bewoordingen vervat, wil vergenoegen, dan zyn de bewyzen van zoodanige bekrachtiging niet verre te zoeken; onder de Bylaagen deezer Verhandeling JMommer IV. koomt voorde Aéte, waar by de Gedeputeerde van het Arnhemfche Quartier op den 9. Maart 1579, en dus na dat de Beftaltbrief reeds gemaakt was, de Unie van Utrecht heeft geapprobeert; en uit die Acte blykt, dat die Gedeputeerde toen niet alleen heeft geadvoyeert, geapprobeert ende geratiliceert de Unie van Utrecht zelve, maar ook 't gene in cracht van dien verder is gebefoigneert gciveest; en met die Acte komen, mutatis. mutandis, woordelyk over één eene diergelyke Aéfe, door de Gedeputeerden van de Steden Leeuwaarden, Sneeck, Franecker, ende van zee* kere Grietmans ende Grietenyen, met eenige particuliere Edelen van de landen van Vrieslantop den 23. Maart 1579. ondertekend; dus ook eene gelyke Acte der Gedeputeerden van de Stad Venlo van den 11. April 1579; nocïl eene gelyke Acte der Gedeputeerden van de Stad Amersfoort van den 10. juny 1579: al verder eene gelyke Acte van de Gedeputeerden der Stad Yperen van den  44 ONDERZOEK 10. July 1579; als mede eene gelyke Acte van den Grietman en volmagt van Utingeradeel van den 15. Auguftus 1579; en welke vyf Aétes onlangs gedrukt zyn in het vierde deel van het Groot Placaat-en Charter - Boek van Vriesland, bladzyden 12, 20, 37, 52 en 67. Ook koomt op bladzyde 29. van dat zelfde vierde deel, noch voor eene Acte, waarby de Unie van Utrecht op den 2. Juny 1579. geapprobeert is door de Volmagten der Steden Franeker, Leeuwaarden, Sneek, Bolsward, Ylst, Slooten, Worckum en Stavoren, toen vergaderd zynde in het Klooster van de Jacobynen op den Landsdag binnen Leeuwaarden; de inrichting van welke Acte met die der voorgemelde Actes verfchild; om dat dezelve Acte niet even als de voorigen verleden en ondertekend is in de Vergadering van de Bondgenooten te Utrecht; maar uit die Acte blykt teffens, dat de voorgemelde woorden, 't gene in cracht van dien verder is gebefoigneert geweest, geenszins moeten worden gehouden voor bloote formulier-woorden, maar als met ryp overleg in de voorgemelde Actes geplaatst zynde; want, offchoon dezelve niet voorkoomen in de laatstgemelde Acre der Volmagten van de Vriefche Steden, zoo leest men in plaats van dien in dezelve Acte, ende een yder poinct van dyen (fee zvel van tghene dat hyer inne te voren gedaen is, ende noch vuit cracht e van defelvige gedaen fal worden) by fonder t' onder* houden, nae te gaen, ende f achtervolgen. Wy durven derhalven nugeruftelyk zeggen, de Beftaltbrief van den jaare 1579. is door de gezamentlyke toenmaalige Hooge Bondgenooten vastgefteld; en het bewys van dit ons gezegde is eenvoudig  of be BESTALTBRIEF, enz. 45 voudig en klaar; het ftaat met zoo veele woorden in het hoofd van dien Beftaltbrief, zoo als dezelve in de Staats - Registers geplaatst is; en daar is geene fchaduwe van bewys, dat dén ofander der Hooge Bondgenooten zulks heeft afgekeurt en tegengefproken; en het moet mitsdien, als op die wyze in de Registers van Staat gelezen wordende, ook voor waarheid worden gehouden. Daar mede van de onderftelling, welke in de tweede vraag, van den Heere van der kemp was ingevlochten, afftappende, zullen wy nu de vraag zelve wat nader moeten befchouwen; na vooraf te hebben aangemerkt, dat die Heer zich nopens het gebeurde vergist heeft, wanneer Zyne Eerw. heeft gefchreven, dat dezelfde Bondgenooten in 3. Auguftus 1590. den Articulbrief, byna van denzelfden inhoud, eerst vastgeftclt hebben; dewyl uit de Refolutien van den Raadevan Staate der Vereenigde Nederlanden, van 25. Juny en 12. November 1590, te vinden onder de Bylaagen Nommers XL. en XLL, blykt, dat Hooggemelde Raad, opeen byzonderen last van de Heeren Generaale Staaten zich naar Arnhem begeven hebbende, aldaar' te Arnhem dien Artikelbrief heeft gearrefteert. En in hoe verre gezegt kan worden, dat die Artikelbrief van den jaare 1590. byna van denzelfden inhoud zoude zyn met den Beftaltbrief van den jaare 1579, zulks zullen wy overlaaten aan het oordeel van de geenen, die dezelve ftukken naauwkeurig met elkander vergelyken; om welke vergelyking gemakkelyker te maaken de Bylaag onder Nommer XLIL kan worden nagegaan. Maar hoe koomt het dan evenwel, dat de Raad van Staate in het hoofd van den Artikelbrief van i59°<  4 vonden is by zeekere ander Qrdonnan.; nu is by het ! XXL Artikel van de Ordonnantie van der Oirloghe \ het logiesgeld bepaalt. By dat zelfde twaalfde Artikel van den Beftaltbrief wordt alle berovinghe der Huislieden opftraf- , fen van de galge verboden; en by het veertig/ie E è " Ar-  67; ONDERZOEK Artikel van de Ordonnantie van der Oirloge worden de Hopluyden ten fterkften verplicht, om te verhoeden, dat de Huislieden by hunne Knechten niet berooft en worden. In het veertiende Artikel van den Beftaltbrief worden geleezen de navolgende woorden, welverflaende, dat weefende dye Landen in behautheyt ende noot van den gelde, een yegelyck hem met redelicke leeninge oft victuaille tot redelicken pryfe fal laeten contenteren ende te vreden zyn, des fal naer ende van alle vier maendcn van de re/lerende penningben affrekeninge gemaeB ende verfekeringe ofte verfchryvinge gegeven worden; en Artikel negentien van de Ordonnantie van der Oirloghe luid dus, ende off het gebeurden, dat die voirfz. omme enige accidenten ofte groten noot de voirfz. betalinge nyet op elcke XXXII. dagen ten vollen conden fumeren fullen als dan den Hopluyden Bevelhebberen ende Soldat en hun mit eene redelycke leninge ofte victuaille ofte andere goede zuaeren, als lakencn ende diergelyke , tot behoirlycke pryfe laeten contenteren, ende te vreden zyn, welver flaende dat by denfelven Staten van tgundt enichfins te cort Joude mogen comen, naer ende van alle vier maenden behoirlycke affreeckeninge gedaen fal vjorden. Het zes en dertigfle Artikel van den Beftaltbrief en het vier en dertigfle Artikel van de Ordonnantie van der Oirloghe brengen beide mede, dat een Hopman of Soldaat, die eenige gevangenen van den vyand bekoomt, gehouden zal zyn, dezelve over te leveren aan de Staaten van de Geünieerde Provintien , Heeren Stadtholders of Derzelver Gecommitteerden. Dus wordt by het negen en dertigfle Artikel van den  cf de BESTALTBRIEF, enz. en, ende hun enichfins met een roer behelpen. Dus wordt by het tweede Artikel der Ordonnantie van der Oirloghe ook vastgefteld, dat niemand , die onder een ander Vaandel geweest is, zal mogen worden aangenoomen, ten zy hy hebbe behoirlycke pajfpoort van zyn voorgaenden Capiteyn, twelck mitten perfoon den Commiffaris eerst vertboont fal worden ; en by het dertiende Artikel der Inftructie wordt den Comrniflarillèn gelast, ii.fonderheyt goet regard te nemen op den ghenen, die vuyt deene Vendel in d ander hopen fonder paffeport van haar en Capiteyn. Volgens het twaalfde Artikel der Ordonnantie \2x\ der Oirloghe is ook de Hopman gehouden v E $ zyn.  H ONDERZOEK op de Monftering, of Revue te'adverteren, indien 'er eenige zieken of gekwetften te bedde Jeggende zyn, waarop de Commiiïaris gehouden is, dezelve te doen vifiteren, en zich op alies naar de waarheid te informeren 5 en, volgens het achtte Artikel van de Inftructie, moet de Commiffaris, zoodra hy gekoomen is op de plaats van de Monftering, de naamen en toenaamen van de kranken en gekwetften afvraagen en by gefchrift overneemen, en dezelven aanftonds doen vifiteren. Het volgende negende Artikel dier Inftructie luid al verder in deezer voege, „ Ende fullen, voor ende aleer zy de Mcnfte„ ringe beginnen de Capiteynen, ofte in Heurl. „ abfentie Heurl. Lieutenanten den eedt affneemen, „ dat alle perfonen, in Heurl. overgeleverde rolle „ begrepen, onder hun Vendel behoiren, fonder „ dat daer enich bedroch inne gelegen geplegen s „ ofte andere daer onder begrepen ofte gemengelt „ is, als breder in de Ordonnantie van de Capü „ teynen'' Welke is nu al wederom die Ordonnantie van de Capiteynen? is 'er eenige andere bekend dan de Ordonnantie van der Oirloge ? luidt den titel dier Ordonnantie niet dus, 5, Ordonnantie van der Oirloge, beroerende den „ Overften, Capiteynen ende Bevelhebberen over. „ t Cryftchvolck te voete, wefende in den dienfte „ van de Staten van den Furftendomme Gelre met „ den Graefffchap Zutphen, Graefffchappen ende „ Landen van Hollandt, Zeelandt, Utrecht, ende „ die van de Friefche Ommelanden tusfchen die „ Eemfch ende Lauwerts, mitsgaders die Stadt „ van Ghendt, onlancx mitten anderen Geunieert „ wefendenj" vmdK  of de BESTALTBRIEF, enz. 75 wordt by het zeven en twintigfie Artikel dier Ordonnantie dien Eed by het doen der Monftering ook niet aan de Hopluyden opgelegt; te gelyk dien Eed breeder omfchfeven; en daar by teffens vastgefteld, dat de geen, die daar omtrent eenige fraude pleegt, zal worden gecasfeert, en als falfaiis of als meineedig zal worden geftraft ? Wy meenen hier mede nu op de overtuigendfte wyze betoogt te hebben, dat de Ordonnantie van der Oirloghe, de Inftructie voor de Commiftarisfen van de Monftering en de Beftaltbrief zoodanig een naauw verband en volkomen overeenkomst of harmonie met eikanderen hebben, dat, indien één dier drie ftukken, die alle drie op den laatften February van den jaare 1579. gedagtekend zyn voor een bloot ontwerp moet worden gehouden, de twee andere ook noodzaakelyk niets anders geweest zyn, dan bloote ontwerpen; en zoo min als één dier drie ftukken eenig kenmerk draagt van flechts een bloot ontwerp te zyn geweest, even min draagen de beide andere ftukken zoodanig kenmerk; niets is 'er in die drie ftukken het welk eenigzins zoude aanduiden, dat dezelve flechts bloote ontwerpen zouden zyn, integendeel is daarby alles op eene ftellige wyze ter nedergefteld, en achter alle drie de ftukken ftaat dusdaanig flellig flot; „ Aldus gedaen tot Utrecht den leften February 9j 1579. Ten oireonden van dien t'Zegel der Stadt 3, Utrecht, ten begeerte van de Gedeputeerden 3, van de Geünieerde Provinciën voorfz. hierop ge„ druét, ende ter Ordonnantie van dezelve defen 3, by my ondertekent." ' Koomt nu het ftellen van zoodanig flot achter een  76 ONDERZOEK een bloot ontwerp we] te pas? en waren die drie Stukken als bloote ontwerpen aan een ieder der Hooge Bondgenooten ter nadere deliberatie gezonden, hoe kon de dagtekening van den laatften February 1579. dan ooit in dat flot geplaatst zyn ? en hoedanig de bloote ontwerpen van de Gedeputeerden der naarder Geünieerde Provinciën ingerigt waren, blykt ook uit de Bylaag achter deeze Verhandeling Nommer V.; want dat ftuk begind, „ Concept van fekere puncten, gemaect bydeGe„ deputierde van de Geünieerde Provinciën, die „ een ieder van defelve Provinciën onder correclie „ fal believen te infereren in de Inftructie van de „ Gedeputeerde, die gefonden fullen worden te„ gens den 26. Martii 1579, volgende 't fchryveq „ van den Ertzhertogen Mathias, in date den 28, „ Februari Ao. 79. nae Antwerpen." en de woorden onder correctie, die in het hoofd van dat Stuk voorkoomen, zyn vervolgens mede geplaatst in het Stuk zelve. Maar zoo men evenwel wil ftellen, dat alle die drie Stukken flechts bloote ontwerpen zyn geweest, dan moet daar uit wederom noodzaakelyk volgen, dat de Bondgenooten van het begin van den jaare 1579. af, tot in Auguftus van den jaare 1590. toe, en dus meer dan elf jaaren lang, verfcheiden Vendelen Voetknechten, zoo als ook Capiteinen en Bevelhebbers over het Krygsvolk te voet, in dienst der Geünieerde Provintien hebben gehad, zonder eenigen Artikelbrief vóór die Voetknechten, zonder eenige Ordonnantie vóór Derzelver Capiteinen en Bevelhebberen te hebben gemaakt; ja dat de Hooge Bondgenooten, van den jaare 1579. af, en vervolgens, dat Krygsvolk hebben doeE  of de BESTALTBRIEF, enz. 77 doen Monfteren en daartoe Commiffarisfen hebben aangefteld, zonder eenige Inftructie vóór die Commisfarisfen te maaken; want dat de Hooge Bondgenooten van den jaare 1579. a^ *n Hunnen dienst gehad hebben verfcheiden Vendelen Voetknechten , met derzelver Capiteynen en Bevelhebberen ; dat de Hooge Bondgenooten van dien tyd af die Vendelen Voetknechten te meermaalen hebben doen Monfteren, door Commiflariffen, daar toe benoemt ; van dat alles zyn de bewyzen in de Registers van Staat van dien tyd menigvuldig; waar van wy er eenige in de Bylaagen achter deeze Verhandeling geplaatst hebben, onder Nommers VIII. Xf, XII, XIII, XIV, XV, XX, XXII, XXIII en XXIV. Edoch uit die zelfde naauwe betrekking, welke de gemelde drie Stukken tot eikanderen hebben, vloeit, onzes bedunkens, mede dit gevolg, dat, indien één dier drie Stukken kracht van Wet gehad heeft, de twee andere mede kracht van Wet moeten gehad hebben. Laaten wy derhalven beproeven, of wy kunnen bewyzen, dat de Ordonnantie van der Oirloghe en de Inftruéiie vóór de Commiftarifl'en van de Monftering, of ten minften één van beide, kracht van Wet gehad hebben; want kunnen wy daarin flagen, zullen wy teffens bewezen hebben, dat de door den Heere van der kemp beftreden, Beftaltbrief insgelyks kracht van Wet heeft gehad. Op bladzyde 101. en 102. van het Arnhemfche Register hebben wy gevonden eene minuute Milïive, door Bürgemeefteren, Schepenen en Raaden der Stad Arnhem op den 10. April 1579. aan de Gedeputeerden van de Staten van Geünieerde Provintien, binnen Utrecht verfamelt, gefchreven, waar-  jé ONDERZOEK waarvan een Extra'ct te vinden is onder de Bylaagen Nommer IX; by die Miffive geeft de Regering van Arnhem aan de Gedeputeerden van de Staaten kennis, dat, wanneer de Conuniffarilïèn van de Monftering aan de Knechten van Hopman van Tellicht hadden voorgehouden van de zes ftuivers van het Logiesgeld, die Knechten zich daarop niet hadden willen inlaaten, maar gezegt hadden, dat zy zich daarop niet en konden onderhalden, ter zaake zy 32. dagen vóór een maand dienen moejieniy en dat men hun derhalven by provifie acht ftuivers voor Servies had moeten toezeggen 5 op welk verflag die Regering laat volgen deeze aan merkelyke woorden, foe om dan buyten die generale Ordonnantie niet en fteyt toe treden, hebben wy nyet wyllen laten U Eerw. E. W. L. ttnd G. hier van toe verflendigen, begerende derfelver Advys9 umb volgenten ons daemae toe richten. Welke is nu die generaale Ordonnantie ten aanzien van het Logies-geld, waaromtrent de Regering van Arnhem zegt, dat Haar daar buiten niet ftond te treden? geene andere, dan de Ordonnantie van der Oirloghe; want by het een en tzvintigfle Artikel dier Ordonnantie wordt het Logies-geld van den Hopman af tot den mïnften Soldaat toe gereguleert, en wel ten aanzien der gemeene Soldaaten op vier en twintig ftuivers ter maand, en dus op zes ftuivers ter week. Wy voelen wel, dat men daar tegen al wederom zoude kunnen inbrengen, dat ftuk is flechts eene minuute Miflive? wie weet, of zoodanige Brief ooit gefchreven is? Maar het origineele antwoord op dien Brief, door den Secretaris lamzweerden eigenhandig onder-  of de BESTALTBRIEF, enz. 79 Ondertekend, wordt gevonden bladzyde.in. en . 112. van het Arnhemfche Register, waar van mede een Extract, te vinden is onder de Bylaagen Nommer X; en juist ftaat in dien Ongineelen Brief, dat de Gedeputeerden der nader Geünieerde Provintien, binnen Utrecht vergadert, hetfchryvens der Regering van Arnhem van den 10. April 1579, den 12. derzelver maand ontfangen hadden; en het antwoord op dien Brief bewyst dan ook volkoomen, dat die Ordonnantie geene andere was, dan de Ordonnantie van der Oirloghe; alzoo de Gedeputeerden zich daar by in deezer voege uitbaten , „ dat ons bedunckens U E. ende H. L. fich van „ der faecke qualich moeten onderricht zyn, zoe „ wy nyet en verftaen, dat men tfelve Logysgelt „ den Soldaten mer den Burgeren ende Ingefete„ nen der Steden, daer die Soldaten geleyt wor„ den, verftrecken fall, volgende het Extract van '< „ de Ordonnancie van den Crychsvolcke hier by„ gaende, tenzyzaecke, die voorfz. Soldaten felffs „ eenige huyfen ofte Logyfen hebben ofte thuerert „ ofte foucken willen, in fulcken gevalle ende an- ■ „ ders nyet denfelven Soldaten het Logysgelt bo,-, ven hun Soldye meer betaelt worden, waerom„ me Uwe E. ende H. L. ordre fal gelieven te ftel- ; „ len, dat dvoorfz. Ordonnantie daarinne gevolcht „ ende geobferveert mach worden, infonderheyt „ ge merci: by de XXV. Vendien van de Staten van | „ Hollandt ende Zeelandt in Brabant wefende, ,, ende alle andere-in heuren dienfte wefende geen : „ zwaricheyt daer inne maeckende zyn." Men vergelyke nu dat antwoord met de één en ; twintigfte en drie en izvintigfte Artikelen van de Ordon-  oo ONDERZOEK Ordonnantie van der Oirloghe; men leeze in daf één en tzvintigfte Artikel, Logysgelt tvvelck by den Magiflraten van den „ Steden den Burgers tot wiens huife enige Hop„ man, Bevelhebbers ofte Soldaten gelogeert ful- len zyn, in forme als volcht betaelt fullen wor„ den;" men leeze verder in het drie en twintigfte Artikel, „ Mits dat indien enich Officier ofte Soldaet mit „ enige Burgers ofte Inwoenders voor zyn Logys „ ofte Kamerhuyr betercoops aan zyn geappoinc„ teert Logysgelt can overcomen, dat als dan ,, tfurplus tot nut ende proulfyt des Soldaets fal „ welen;" en men oordeele zelf, of de Ordonnantie, waarvan in die beide Brieven gefprooken wordt, niet waarlyk is de Ordonnantie van der Oirloghe V of het dus niet is de Ordonnantie van der Oirloghe, waarvan de Regering der Stad Arnhem zegt, dat het Haar niet en fteyt buyten defelve toetreden; en waarvan de Gedeputeerden der naerder Geünieerde Provintien een Extract aan dien Magiftraat toezenden , met verzoek, dat die Magiftraat ordre fal gelieven te ftellen, dat dvoorfz. Ordonnantie daar inne gevolcht ende geobferveert mach worden; en met deeze aanmerkelyke byvoeging, infonderheyt gemerct by de XXV. Vendien van de Staten van Hollandt ende Zeelandt in Brabant wefende, en alle andere in heuren dienfte wefende geen zwaricheyt daar inne maeckende zyn. Men oordeele, herzeggen wy, of die Ordonnantie van der Oirloghe, waar buiten het der Regering der Stad Arnhem niet ftond te treden; welke  op de BESTALTBRIEF, enz. Bi ke gevolgt ende geobferveert moest worden, en in welker obfervantie zelfs geene zwaarigheid gemaakt wierd by de Vendien, die toen in dienst waren van de Staten van Hollanden Zeeland, en die toen nog geen Eed gedaan hadden aan de Geünieerde Provintien; of die Ordonnantie van der Oirloghe flechts een bloot ontwerp zy geweest, dan of dezelve een volkomen kracht van Wet gehad hebben. Maar is door een Origineelen en Ondertekenden Brief boven allen tegenfpraak bewezen, dat de Ordonnantie van der Oirloghe waarlyk kracht van Wet gehad heeft, zoo is, uit hoofde van het hier voor reeds betoogde, even daar door mede bewezen , dat de lnftrudiie vóór de Commiflariflen van de Monftering en de Beftaltbrief insgelyks kracht van Wet gehad hebben. Beproeven wy nu al verder, of wy insgelyks betoogen kunnen, dat de Inftructie vóór de Commiffariflen van de Monftering, op haar zelve, en in het afgetrokkene van de beide andere plukken befchouwt wordende, kracht van Wet gehad heeft; en flaan wy daartoe het oog op het Extracl uit de Befoignes van de Gedeputeerden der Naerder e Geuni* eerde Provintien van den n. Mey 1579, onder de Bylaagen Nommer XII; daar by wordt pompejus upkens aangenomen tot Commiffaris van die Monfteringhe der Soldaten, die aangenomen fyn, ofte noch in dien/Ie van de Naerder Geünieerde Provintien aangatomen ende in den Lande van Vrieslant en andere plaatfen onder tgebiet van de Welgeboeren die Grave van Rennenberch Stadtholder &c. r refirterende gebruycl ende geemployeert zullen worden ; en in het laatst dier Refolutie wordt gezegt* F «3>  32 ONDERZOEK op alfulcke Inflruclie als hem mede over gefonden en* de gelevert zal zvorden ; daar was derhalven toen op den ii. Mey 1579. reeds eene Inftructie van de Gedeputeerden der Naarder Geünieerde Provintien vóór de Commiffariffen van de Monftering; want anders kon er niet gerefolveert worden, zoodanige Inftructie over te zenden; maar wel, om er eene te concipiëren; gelyk zulks ten aanzien van den Beftaltbrief vóór de Ruiteren van den Ritmeester pieck had plaats gehad. Edoch een klaarer bewys, dat 'er op den 19. Auguftus van den jaare 1.579. reeds eene Jnftruftie óp de Monftering door de Gedeputeerden van de Naerder Geünieerde Provintien was gemaakt, wordt aan de hand gegeven door de Ordonnantie ofte In* ftruclie, gemaect op de Vergaderinghe van de Bontgenoot en binnen Utrecht, welke onlangs naar het Origineel gedrukt is in het vierde Deel van het Groot Placaat - en Charter • boek van Vriesland, en waar van een Extract te vinden is onder de Bylaagen Nommer XIX; in het zes en twintigfte Artikel dier Ordonnantie leest men deeze woorden, „ item zullen andere Gecommitteert worden — die „ kenniifen dragen zullen op 't getal van de Ruy„ teren ende Knechten by goede ende behoirly„ ke Monfteringe naer d'Ordonantie daer van zyn* „ de;" daarby getuigen nu de Gedeputeerden der Naarder Geünieerde Provintien met zoo veele woorden, dat er toen, te weeten op den 19. Auguftus 1579, eene Ordonnantie op de Monftering was; is dat nu eene andere Ordonnantie, dan de Inftructie voor de Commiffariflen van de Monftering van den laatften February 1579? of hebben de Gede- puteet? * ■ s  of de BESTALTBRIEF, enz. 83 pureerden der Naarder Geünieerde Provintien ook noch eene andere Ordonnantie op de Monftering gemaakt? wel aan! men toone dezelve. In dat zelfde vierde Deel van het Groot Placaat* en Charter-boek van Vriesland, zyn mede gedrukt de Handelingen van een Landsdag, begonnen den 8; April 1589, waar van een Extraét te vinden is onder de Bylaagen Nommer XXXIX, en by de Refolutie, door de Heeren Staaten van Vriesland op het vierde Artikel van de daar by voorkoomende poincten genomen, laaten Hoogstdezelve zich aldus uit; „ De Staten ordonneren hun Gedeputeerden, fcher„ pe regard ende opficht te hebben ende nemen op ,, Monfteringe, ten eynde defelve by den Mor.„ ftercommiflkris ende Schryver, volgende de In* ,, ftruclie, op het Stuck van de Monfteringe ge„ maeckt, ende noch te maecken, ftrictelyck ge,, volcht ende onderholden worden;" welke is nu die Inftruétie op de Monftering, waaromtrent de Heeren Staaten van Vriesland getuigen, dat dezelve gemaakt was; wy weeten ter goeder trouwe niet, dat er eenige andere van dien tyd voor handen is, dan de Inftruétie vóór den Commiftariflèn van de Monftering van den laatften February 1579; en zoo lang 'er geene andere Inftructie op de Monftering, welke door de Heeren Staaten van Vriesland in dat ftuk kan bedoelt wezen , voor den dag wordt gebragt, meenen wy by wettige gevolgtrekking te mogen befluiten, dat in die Refolutie gefproken wordt van de Inftruétie van 1579. Daar mede insgelyks voor genoegfaam betoogd houdende, dat de evengemelde JInftruétie op de' F a Moii-  »4 ONDERZOEK Monftering, op haar zelve en in het afgetrokkens van de Ordonnantie van der Oirloghe en van den Beftaltbrief befchouwt wordende, wel degelyk kracht van Wet heeft gehad; zullen wy nu noch hetzelfde ten aanzien van den Beftaltbrief trachten aan tc toonen, waartoe zich noch meerder en krachtiger bewyzen opdoen. Onder de Bylaagen Nommer V, is geplaatst een Extract uit het Concept van zeekere punclen; gemaeckt by de Gedeputierde van de Geünieerde Provinciën; hier vooren reeds aangehaald. In dat Concept koomen voor deeze woorden, mits dat men 't felve.exprejfelyk fal infer er en in hunnen Artikelsbrief; dus was er reeds een Artikelsbrief voor het Krygsvolk van de Geünieerde Provintien in de maand Maart van den jaare 1579, toen die punclen geconcipieerd zyn, maar welke andere Artikelsbrief dan de Beftaltbrief van den laatften February 1579? In een Memoriaal voor de Landfchap , te weeten, een Memoriaal van den Stadhouder van Gelderland , het welk onder de Bylaagen te vinden is Nommer XVII, en gedagtekend den laatften Mey van den jaare 1579, begeert zyn Genade van den Crychsraden fchriftlic antwoord ende declaration, om eenen ordentliken voet te nemen in defen itz by der Landtfchap ende der Geünieerde Provinciën genomene refolutien op den Crychshandel; die refolutien op den Crychshandel itz, dat is, tegenwoordig te weeten, in Mey 1579, by der Landtfchap ende der Geünieerde Provinciën genoomen, kunnen immers geene andere zyn, dan de Ordonnantie van der "Oirloghe en de Beftaltbrief, en zulks blykt noch nader uit de Refolutie van de Krygs- raaden.  of be BESTAL TBRIEF, enz; 85 raaden, daar op genoomen, en in dat zelfde Memoriaal vervat; alzoo zy daar by gebruiken deeze woorden, om de famptlike Knechten, die eensdeels ongemonftert, de andere omvillich, in den Eedt te brengen, ende volgent s daer mede willicb te maken; want wy hebben te vooren reeds aangemerkt, dat by het doen van de Monftering den Soldaaten de Artikelbrief wierdt voorgehouden, en hun den Eed wierdt afgenoomen, onder anderen ook, om den Artikelbrief te onderhouden; en welke Eed by den Beftaltbrief is voorgefchreven. Diergelyke woorden, te weeten, de Veenlen onder de Monfteringe ende Crychseedt te brengen, als mede, de Soldaten te Monfteren ende onder den behoirlicken Crychseedt ende discipline te brengen, vinden wy ook in een Brief van de Bondgenooten, den 6. September 1579. aan de Ontfangers van de Convooyen en Licenten te Arnhem gefchreeven, en onder de Bylaagen geplaatst Nommer XX.; welke konde nu die behoorlyke Crychseedt zyn, dan zoodanige Eed, die by eene Krygs-Wet was voorgefchreven ? en by welke andere Krygs-Wet van de Gedeputeerden der Naerder Geünieerde Provintien was den Soldaaten zoodanige Eed voorgefchreven, dan by den Beftaltbrief? Hoe konden die Gedeputeerden ook op den 23.' Oclober 1579. refolveren, ,, dat men onder ofte in den Artyckelbrief zal „ ftellen, dat de Hopluyden voortaen nyemant en „ fullen moegen voor Soldaet ontfangen, ten wae„ re defelve eerst verthoonde behoorlycke paspoort „ van zynen Hopman daer hy lest onder gedient „ heeft; &c." gelyk Zy nochtans, blykens de Bylaag Nommer F 3 XXV.,  «6 ONDERZOEK XXV., gedaan hebben ? hoe konden Zy eene Refolutie neemen, om iets onder ofte in den Artikelbrief te ftellen, indien er toen nog geen Artikelbrief der Geünieerde Provintien was; die kracht van Wet had? en welke andere zoodanige Artikelbrief was er dan toen behalvea den Beftaltbrief"? Het Placaat der Gedeputeerde van de Nadere Geünieerde Provintien, omtrent het overlopen der Ruyteren en Soldaeten van de eene Compagnie onder den anderen van den 22. September 1580. levert geen minder krachtig bewys op, dat de Beftaltbrief waarlyk kracht van Wet gei had heeft; want by dat Placaat, (het (welk onlangs gedrukt is in het vierde Deel van het Groot Placaat- en Charter-boek van Friesland, en dat wy gemeend hebben mede onder de Bylaagen Nommer XXVI. te moeten plaatfen) gebruiken de Gedeputeerden onder anderen deeze woorden, vergetende alle difcipline Militaire, oock den Eedt, by henluyden volgende den Artickelbrieff gedaen ; nu was den Krygsluiden hun Eed voorgefchreven by den Beftaltbrief; ook was 'er in den jaare 1580. geen andere Artikelbrief vóór het Krygsvolk van de Naader Geünieerde Provintien, dan den Beftaltbrief; derhalven wordt in dat Placaat van den Beftaltbrief gefprooken. Dus wordt ook in de Artikelen en Poin&en, verdragen en geaccordeert by den Lieutenant Gouverneur van Merode, ter eenre, ende de Stat en, van Vriesland ter andere zyde, Artikel elf, duidelyk gezegt, dat de Soldaaten zullen worden geftraft, volgende d''Articulen, opt ftuck van den Crychshandel dienaengaende gemaeckt. Die Artikelen en poinclen zyn onlangs mede ge-.  of de BESTALTBRIEF, enz, :87 gedrukt in het vierde Deel van het Groot Placaaten Charter-boek van Vriesland; doch vermitSjeen ieder dat groot en koftbaar werk niet by der hand heeft, hebben wy gemeend, een Extratct uit die Artikelen te moeten plaatfen onder de Bylaagen, Nommer XXVII. Zoo als wy ook onder Nommer XXVIII. gedaan hebben, ten aanzien van het provifioneel Reglement van Prins willem den eersten , op het ftuk van de Regeringe in Vriesland gemaakt den 5. April 1581.; welk Reglement mede in zyn geheel gedrukt is in het zelfde vierde Deel van het even gemelde Charter-boek; by het zes en twintigfte Artikel van welk Reglement die Vorst zi-h dus uitlaat, „ Ende aengaende het onderhoudt van de Crychs„ discipline binnen den Lande van Vrieslandt; al„ zoe Syne Excellencie nyet lievers en begeert, tot meerder rulle ende welvaren van denzelven Lande, dan dat de Crychsluyden, alhier fyn„ de, ofte dyen naemaels zouden moeghen coe5, men , in alle goede ordre, regie ende discipline gehouden , ende de Innewoonderen van den ,, Lande, foe binnen den Steden als ten platten „ Lande, van alle overlaft, concudien ende ge,, welt bevrydt moeghen worden ende blyven :löe verftaet Zyne Exelencie, dat de Heere van Rum„ men zal de bovengenoemde Crychsdiscipline alhier reftaureren, ende dyen volgens de twee nyeuwe Ordonnantiën, opt Peert ende Voetvolck gemaect, ende binnen desen eande ghepu„ bliceert , in treyn brenghen , ende dezelve „ van punéte tot puncle by eenen yderen wel „ ftricktelyk ende fchcrpelyck doen onderhouden ; F 4 » pro:  P ONDERZOEK „ procederende tegens den Overtreders by execn„ tie van den penen, by defelve Ordonnantiën ver* „ meldt'" Mogen wy hier ook niet wel byvoegen eene Re* folutie van den 21. September 1582., welke aangehaald is by den Schryver eener gedrukte Verhandeling, onder den titel, antwoord op de Miftive van een Regent in eene der Zuid- Hollandfcha Steden aan een Lidt der Regeering van een Stad in Noord-Holland, bladzyde 26.; by welke Refolutie door Heeren Gecommitteerde Raaden van Holland pardon wordende gegeven aan een Soldaat, die gedeferteert was, teffens gezegt wordt, hoewel zulks volgens den Articulbrief, aan den lyven zoude behooren geftraft te werden. De Schryver dier Verhandeling tekend daar op. wel aan, „ dit is zeekerlyk de Artikulbrief by de Staaten „ van Holl. op den 21. Nov. 1581. voor het Krygs„ volk in hareProv.gearrefteert, zoeven gemelt;" doch hoe zeer die Schryver zich daaromtrent vergift heeft, blykt uit de Refolutie van de Heeren. Staaten van Holland van den 21. November 1581. onder de Bylaagen achter deeze Verhandeling geplaatft Nommer XXXII.; als waaruit ieder kundige aanftonds zal ontwaar worden, dat dc Artikelen , door den Graave van hohenloo , als Lieutenant Generaal van Prins willem den eersten over het Krygsvolk van Holland en Zeeland, toen gemaakt, niet anders zyn dan eenige Garnifoensordres, en geenszins een volledigen Artikelbrief, die door de Heeren Staaten van Holland voor het Krygsvolk in Hoogftderzelver Provintie zoude wezen gearrefteert. On:  of de BESTALTBRIEF, enz. 89 Onder Nommer XXXIII. van de Bylaagen koomt al verder voor een ExtracT: uit de Commiftie op Gedeputeerden van Vrieslandt, gedagtekent den 28. July 1582.; en welke Commisfie in haar geheel insgelyks'gedrukt is in het meergemelde vierde Deel van het Groot Placaat- en Charter-boek van Friesland ; in welke Commiffie al wederom gelezen worden deeze woorden, „ gevende infunderheyt defelve Gedeputeerde ex„ prelfe last ende bevel, omme metten welge„ meiten Stadtholder ofte Zynen Lieutenant Gou„ verneur, de fado ende fonder eenich vertoch „ met alder ernfl te reftaureren ende weder op te „ richten de vervallene Crychsdifcipline; befon„ derlinge te procureren, dat de twee Ordonnan- „ tien , by zyne excellentie ende die gene* ,, rale staten op 't fiuck van de Crychshandel, „ zoe Voet als van Peerdevolck gemaccl, ende „alhier gepubliceert, ende in alle punéten ,, effectuelyck onderholden worden." Dus worden al mede in de Inftru&ievoor de Gedeputeerdenvan Gelderlandvan den 28. Maart 1583. onder de Bylaagen Nommer XXXIV., geleezen de navolgende woorden, „ Daar beneffens allen Crychslieden hier in Gar„ nifoen liggende, oft comende, oer en Artikels„ £w/fcherp ende onverbrekelyck te doen onder„ houden." Zoo wordt ook by eene Refolutie van dc Gedeputeerden der Geünieerde Provintien van den 11. Mey 1583., onder de Bylaagen Nommer XXXV., alle 't Crychsvolc belaft, hen onweigerlyc volgens de Patent te reguleren; en voorts gerefolveert, dat F g ten  9d ONDERZOEK ten dien einde daar van een Artikel in den Artikelsbrief fal worden ge fielt. Het Reces der Gedeputeerden van de Geünieerde Provinciën aan döoftzyde der Maze, tof Utrecht vergadert, gedagtekend den 12. Mey 1583., welk Reces de Heer faulus heeft iaaten drukken achhet derde Deel zyner Verklaaring der Unie van Utrecht hylaage A, geeft al mede een verder bewys aan de hand; alzoo in het tzuee en dertigfle Artikel van dat Reces geleezen wordt, „ Op alzulcke pene ende ftraffe, als in haere „ Artyckels-brieff geinfereert es, oft noch fal voor„ den." In het voorgemelde antzvoord op de Miffive van een Regent, bladzyde 27., is ook geplaatst een Ex-traêï uit de Refelutien van de Staaten van Overyjfel, gedagtekend Deventer 15. Mey 1583., waar by den Landraad gegeven wordt de pote/tas gladii, „ dan alleene over het Chrygsvolk, in deezer ,, Lande dienfte zynde , voorbeholden dan nog „ eynen yderen Overigheyte haare jurisdictie over het Chrygsvolk, foo up eenige euveivaden, den „ Chrygs-Overfte by haren Articulbrief mtt gede„ f er eert, betreeden, of daar meede befchuldigt „ werden." De Bylaag Nommer XXXVI, toond al mede ten klaarde, dat de Beflaltbrief van den jaare 1579. tusfchen de jaaren 1581. en 1583. eene volkomen werking heeft gehad; alzoo uit dezelve toen ontworpen is een Artikelbrief voor eene Compagnie Arnhemfche Land-Militie, en dat de Beftaltbrief toen , mutatis mutandis, door de Ritterfchappen en  of de BESTALTBRIEF, enz. 91 en Stede gezanten des Velufchen Quartiere is overgenoomen; dat nu zulks gefchied is tusfchen de jaaren 15.81. en 1583., blykt daar uit, dat de Graaf van den berg daar by voorkomt als Stadhouder van Gelderland, Die, zoo als men weet, in den jaare 1581. Stadhouder is geworden, en in den jaare 1583. die waardigheid heeft nedergelegt. De Qimmiffie voor Graave wjllem lodewyk van nassau tot Lieutenant Gouverneur en Colonel over Friesland, welke Commiffie in haar geheel gedrukt is in het meergemelde vierde Deel van het Groot Placaat- en Charter-boek van Friesland, en waar van een Extract, onder de Bylaagen Nommer XXXVII. geplaatst is, behelst al mede de navolgende woorden, „ goede ordre , regie , ende Crychsdiscipline „ onder den Crychsvolcke aldaer, het zy in Ste., den, Stercten ofte ten platten Lande zynde, te „ houden ende te doen houden; ende by denzel- ,, ven te doen onderhouden de Ordonnantie ende In,, ftruclie op 'tftuck van den Crychshandelgemaeckt, 3, ofte als noch te maecken." De Schryver van het gemelde Antwoord op de Misfive van een Regent, bladzyde 30., brengt ook noch by twee Hollandfche Refolutien van 21. February en 24. Maart 1587., by welke beide van de Artikelen en Ordonnantie van Oorloge gefproken wordt, zoodanig, dat in de eerstgemelde Refolutie (welke in haar geheel gedrukt is in het Aanhangzel achter het achtfie Deel van het Magazyn van den Heere van der kemp, bladzyde 13 en 14.) aan een Capitein gepardonneert wordt, het geen hy tegen de Articulen cn Ordonnantie van Oorloge had misdaan; en by de andere Refolutie aen  $z ONDERZOEK aan een Capitein geordonneert wordt tegen zya Lieutenant te procederen volgens de Artikelen en Ordonnantiën van Oorlogen. Eindeiyk wordt by het Derde Artikel van een Placaat, door den Stadhouder en Gedeputeerden Staaten in Vriesland op den 14. November 1588. gearrefteert, uitdrukkelyk gezegt, „ zullen arbitraelyck nae eyfch der faeken, vol„ gende het ArtikulbrieJF, zonder eenige oochluyc„ kinge geftraft worden." Dit Placaat is in zyn geheel gedrukt in het meergemelde vierde Deel van het Groot Placaat- en Charter-boek van Vriesland; en een Extract van dien is te vinden onder de Bylaagen Nommer XXXVIII. Mogen wy uit alle die bewyzen , gehaalt uit Hukken van Staat van vóór den jaare 1590., nu niet met allen grond befluiten, dat wy al mede volkoomen betoogt hebben, dat de Beftaltbrief van den jaare 1579.5 al wordt die op zich zeiven, en in het afgetrokkene van de Ordonnantie van der Oirloghe en van de Inftructie voor de Commiftariften van de Monfteringhe, b efc houwt, kracht van Wet heeft gehad, en door het Krygsvolk in dienst van de Geünieerde Provintien heeft moeten worden nageleeft? Lieden, die meerder gelegenheid dan wy gehad hebben, om de Staats Registers en Oude Stukken, die in de byzondere Provintien bewaard worden, te doorbladeren , zullen mogelyk noch anderen aanmerkelyke Stukken gevonden hebben , die in deezen ten meerderen bewyze zouden kunnen dienen; de gefchreven Notulen van de Befoignes der Gedeputeerden van de Nader Geünieerde Provintien  of de BESTALTBRIEF, enz. 93 ïien, welke wy onder het oog hebben gehad, beginnen eerftmet den 25. Maart van den jaare 1579., zoo dat wy niet hebben kunnen nagaan, welke befoignes er by die Gedeputeerden hebben plaats gehad met opzicht tot het concipiëren en arrefteren van de Ordonnantie van der Oirloghe, de Inftructie voor de Commisfarisfen van de Monftering, en den Beftaltbrief, alzoo die drie ftukken gedagtekend zyn den laatften February 1579. Daar wy evenwel in zoo veele Stukken vóór den, jaare 1590. van een Artikelbrief vóór het Krygsvolk van de Geünieerde Provintien gewag vinden gemaakt,moeten wy betuigen,met den Heere van der kemp niet te kunnen inftemmen , en met zyne Eerw. niet te kunnen ftaande houden, dat de Artikelbrief van 1590. in de daad de eerste Wet van dezen aert is, welke de Bondgenoten gemaakt hebben; in tegendeel die Stukken; het naauwe verband tusfchen dien Beftaltbrief en de Ordonnantie van der Oirloghe en Inftructie voor de Commisfarisfen van de Monftering; de bewyzen, dat de twee laatstgemelde ftukke waarlyk kracht van Wet hebben gehad; de blyken, dat de Hooge Bondgenooten van den jaare 1579. af Krygsvolk in Hunnen dienst hebben gehad, en hetzelve van tyd tot tyd hebben doen monfteren; en dat Zy dus geduurende den tyd van elf jaaren geen Artikelbrief voor dat Krygsvolk en geene Inftructie op deszelfs Monftering zouden hebben gemaakt, indien de Artikelbrief van 1590. de eerfte Wet der Bondgenooten van dien aart was; —r- het gemis van ee»ig kenmerk, dat de drie gemelde ftukken flechts bloote ontwerpen zouden zyn ge weeft; en ein- delyk het bewys, dat de Hooge Bondgenooten als dan  94 ONDERZOEK, &c. dan elf jaaren zoude hebben laaten verloopen, alvoorens te voldoen aan eene belofte, by het zevende Artikel der Unie van Utrecht gedaan, en dat Hoogstdezelve eene andere belofte, by dat zelfde zevende Artikel der Unie van Utrecht mede gedaan, in het geheel niet zouden hebben nagekoomen, ■— zyn de gronden, waar op wy van gevoelen zyn, dat de Beftaltbrief van den jaare 1579* kracht van Wet gehad heeft. Of wy nu zulks boven allen tegenfpraak bewezen hebben,laaten wy aan het oordeel van verftandige,kundige en onzydige lieden; verfchillen eenige met ons van gedagte, zonder ons door duchtige bewyzen van dwaaling te kunnen overtuigen, zullen wy ons bevlytigen om, zoo wel ten aanzien van verfchillende gevoelens, als met opzicht tot alle menfchelyke handelingen,die verdraagzaamheid, welke het echte kenmerk is van eene waare menfchenliefde, naar behooren uit te oeftenen. JUSTINIANUS, In praefatione de Conceptione digeftomm ad THbonianum §. 6. Sed neque ex multitudine auétorum, quod me* lius&aaquius eft, judicatote: cum poffit unius forfitan & deterioris fententia & multas 6c majores in 3liqua parte fuperare. B Y-  BYLAAGEN ( A ) I.   t AANTEKENING van een eeere VAN DER KEMP: op den B E S TALTB RIEF; Zie Magazyn van Stukken tot de Militaire Jurisdiétie betrekkelyk, achtfte deel, Aan* hangzel, bladzyden 134, 135. en 136. f^indelyk is 't my gelukt dezen Beftaltbrief, op welken de Heer van de spiegel zulken grooten prys fchynt te ftellen in zyne Pro Memorie, magtig te worden, en ik heb 't genoegen, by deszelfs herhaalde leezing, my in myn opgevat denkbeeld omtrent dit ftuk, in 't welk ik door meer dan een kundig Regent, die dit ftuk nauwkeurig gewikt hadden, was gefterkt, volkomen te zien beveiligd, dat namelyk dit ftuk, omtrent 't puncl van de Militaire Jurisdictie NIETS afdoet, zolang men buiten ftaat is de bewyzen tegens dezelve ( A % ) in.  \ BYLAAGEN. in 't algemeen, en in V bizonder tegen den Arti*> \ kulbrief geopperd te verzvrikken. Ik wil de echtheid van het ftuk, onder de Archiven van Middelburg, onder andere acten, volgens rapporten gevonden, in zo verre men hier door verftaat, dat 'er in 't jaar 1579. zulk een opftel vervaerdigt en onder de Aden van Middelburg bevvaerd is gebleeven, niet betwisten; maer ben van oordeel, dat 't genoeg is dit ftuk te lezen, om overtuigd te zyn; 1.) dat dit ftuk, op't -fioogst, voor een Concept Ordonnantie moet worden gehouden, e.) dat 'er in de Regifters geene blyken fchynen voor handen te zyn, zo ver wy uit het ftilzwygen van den Oudheidkundigen Heer van de spiegel mogen opmaeken, en my van elders is verzekert, dat de Bondgenooten hunne Gecommitteerden tot 't vastftellen van dezen bestaltbrief, zo als die legt, uitdrukkelyk gevolmagtigd, of naderhand denzelven bekrachtigd hebben. 3.) Dat deze bestaltbriep in dezelfde fmaak als de Concept Unie, van welke ons de Heer van de spiegel 'er eenige heeft medegedeeld , voor een Concept des Artikulbriefs moet gehouden worden, en dat de Artikulbrief van 1590. in de daad de eerfte Wet van dezen aert is, welke de Bondgenooten gemaakt hebben. Daar my verzekerd is, dat een Man van Naam en Verdienften zich zal verledigen, om dezen bestaltbrief naauwkeurig te ontleden, en 't my alleen te doen is om de waarheid, zal ik my vergenoegen myne gedagte beknoptelyk medegedeeld, en den grond op welke dezelve ruften, met eenige zwaarigheden, te hebben aengeweezen, welke laatfte misfcbien weggenomen, welke eerfte ontzenuwd  BYLAAGEN. .3 zenuwd zouden zyn geworden, had de kundige Heer van de spiegel kunnen goedvinden , dit ftuk in zyn geheel te geven, en dan de bedenkingen , welke Zyn Hoog Edele by deszelfs lezing en vergelyking met den Artikulbrief waarfchynelyk zullen zyn voorgekomen, uit den weg te neemen. Myn voornaame grond voor de gedagte, dat deze bestalt brief voor niets meer dan voor een Concept des Artikulbriefs kan worden gehouden, fteunt op de vergelyking van beide ftukken, 't welk ik gedeeltelyk in den bestaltbrief hebbe aangewezen. Maar hoe koomt 't, dat deze pratenfe eerfte Wet zonder Ondertekening is? Hoe koomt 't, gefteld zynde dat dit ftuk door de Bondgenooten gezamentlyk is vastgefteld, en bekragtigd, tot 't welk echter de Heer van de spiegel geen enkel bewys heeft bygebragt, hoe koomt 't, dat dezelfde Bondgenooten in 3. Auguftus 1590. uit hoofde der menigvuldige disordren onder den Volke van Oorlogh, ftrekkende, tot groote fchade van den Lande, en prcejuditie van de Regeering van dien , die nochtans alomme bevonden werden niet fulks geftraft te ivorden, als wel behooren foude, ter oorzaaken op zulke en diergelyke poincten geen vaste ordonnantie of artikulbrief gearresteert en gepubliceert was , den Artikulbrief, (in welkers hoofd geen zweem is van eenige Renovatie of Ampliatie,) byna van denzelvden inhoud , eerst vastgefteld hebben ? En om welke reden heeft zich Prins Maurits in zyne twist met de Zeeuwfche Steden nims»ier op dezen bestaltbrief beroepen; ik voor (43) nvy,  f, BYLAAGEN, my, zie geen kans deze vraegen voldoende voox my zelve te beantwoorden, en zal gaerne zien, dat de Heer van de spiegel zyne wel befnedenepen bezige, om myne twyfelingen uit den weg te neemen, en het poinét, der Militaire Jurisdictie verder toe te lichten, door dezen bestaltbrief zoo 't mogelyk is, als een Wet der Geünieerde Provintien boven alle tegenfpraak te ftellen; en dan eerst kan 't onderzoek te paskomen, wat uit denzelven ter verdediginge eener meer uitgebreide Jurisdictie, dan welke naderhand de Bondgenoten ftandvaftiglyk geoordeeld hebben den Militairen tc moeten vergunnen, kan uitgelokt worden» 12;  BYLAAGEN. ft I I. Ordonnantie van der Oirloge beroerende den Overften , Capiteynen ende Bevelhebber en over t Cryscbvolck te voete, wefende in den dienft e van den Staaten van den Furllendomme Gelre met den GraefFfchap Zutphen, Graefffchappen ende Landen van Hollandt, Zeelandt, Utrecht ende die van de Friefche Ommelanden, tusfchen die Eemfch ende Lauwerts, mitsgaders die Stadt van Ghendt, onlancx mitten anderen Geunieert wefende. Op dat voirtaen by allen Overften , Hopluyden, Capiteynen, ende Bevelhebbers onder haere Knechten ende Soldaten op als geregeltheyt ende goede crychsdifcipline gehouden worde, ende d'voorn. Landen ende 'd'Ingefetenen van dyen , buyten ende binnen den Steden, van alle berovinge ende vuytteringe bevryt ende des te beter ordre zoe opte betalinge der knechten, als opte monfteringe, ende tgetal van dien, geftelt ende onderholden mach worden tot verhoedinge van alle g*. breecken, misbruyken, bedroch, dachten, ende zvvaricheyden aen allen zyden; Soe is met voirweten ende believen van den voorfr. Geünieerde Provinciën by den Staten derfelve Landen, ende Heeren Stadtholdèrs, verordent, ende mitten Overften ende Hopluyden overcomen ende verdragen.  | BYLAAGEN. L O) Eerft, dat zyluyden ende elck van hem ten dienfte ende verfeekertheyt der voirfz. Landen ende Provinciën haeren Vendels altyt by provifie, ende tot anders fal worden geordonneert, vol fulJen holde van hondert vyftich hoofden, geweert, ende in ordre, als hier naer volcht, tè weeten XXX dobbelde foldenaers, XXVII mit ruftingen hellebarden ende lange ipieffen, mit noch d'rye fchoot vrye Rondaffiers, zynde te famen XXX hoofden, ende mitten Hopman ende XIII Bevelhebbers XLI1II perfonen, ende voor het refterende^getal tot hondert vyftich hoofden toe, fullen CXXXVI. goede wel gerufte Schutten ende Soldaten onderholden worden, waerinne begrepen zullen zyn drie Jongers, te weten voor den Hopman, Lieutenant, ende Vendrich, elck een, ende nochtans foe cloecke, dat zy hun Mrs. byftaen connen. II. Ende fal nyemandt van den Hopluyden anders dan mit weten ende confent van den Overften ende Commiffaris van de monfteringe ter ftont in de piaetfe van den geftorven, verlopen, ofte mit paffeport vuyt haer Vendels vertrocken zynde, aennemen eenen anderen bequamen, voJftandich, ende machtig omme die Wapenen te dragen, ende te handelen; ende indien fulcx by die Overften. in affwefen des Commiffaiis gedaen, ende den foldaet voor bequaem erkent, hem oick den eedt van getrouwicheyt ende den Artyckel-Brieff ^onderholden _ (a) Het Arnhemfche Exemplaar deezer Ordonnantie, is piet gearticuleert; doch tot meer gemak in 't vinden der aanhaalingen, heb ik gemeend, de verdeeling in Artikelen te moeten behouden, zoo als ik dezelve vond in het Affchrift, het welke my is medegedeeld.  BYLAAGEN. f den affgenomen is, zal als dan den Overften den Soldaet een Cedulle gheven, inhoudende, dat denfelven Soldaet op alfulcken dach aengenomen, enden eedt by hem, als voren, gedaen is; welcke Cedulle by den Soldaet den Commiffaris van de monfteringe binnen drie ofte vier dagen, ofte ten lancxften op deerfte Reveue ofte monfteringe, fal worden overgelevert, omme tfelve by den Commiffaris op de rolle aengeteyckent te moegen worden , dwelck defelve Commiffaris geholden wordt oprechtelyck te doen, ende fal den nye uwen aengenomen Soldaet egeen foldye moegen genyeten, dan al advenant van de tyt hy in dienfte geweeft . ende op de rolle geyonden fal worden ingefchreven te zyn, fonder ymandt aengenomen te moegen worden, die onder een ander Vendel, noch vliegende, ende in dienfte zynde, geweeft is, ten zy hy hebbe behoirlycke paffepoort van zyn voirgaenden Capiteyn, twelck mitten perfoon den Commiffaris eerft vertoont fal worden. III. Ende foe verre hy een Vreemdelinge is van buyten deefe Geünieerde Lande, ende in de dienft alhier noyt geweeft zynde, fal die Commiffaris, hem ondervragen van zyn leven ende Converfatie, ende denfelven voirts affnemen den behoirlycken eedt van getrouwicheyt, ende onderhoudinge van de Ordonnan. ende Articulen van Crychshandel by den voirgen. Geünieerde Provinciën ende Heeren Stadtholdèrs gemaeckt, ofte te maecken. IV. Ende fal den Hopman den voorn, vreemden Soldaet, ofte vuyt een ander Vendel mit paspoorte vertrocken zynde, in zyn rolle nyet hoger moegen fetten dan in zyn nederfte plactfe, avancerenJe altyts mette weeten des Overften ofte Comrais- (^5) faris  io BYLAAGEN, faris tot hoger befoldinge eenige van den ouden f beften ende gefchickften, die onder zyn Vendel dienende zyn. V. Maer indien den Staten van de Geünieerde Provinciën ofte Heeren Stadtholdèrs, foude gelic- I ven eenige Capiteynen, Bevelhebberen , Ampt- | Iuyden, ofte Edelluyden vuyt eenige goede infichte verfien , fullen die voirf. Staten defelve moegen ftellen onder alfulcke Capiteyn, als hem goetduncken fall, mits dat hy in de hondert vyftich hoofden begrepen zy, ende onder tgebiet van den Capiteyn fal ftaen, ende fullen hem die voorf. Staten ofte Heeren Stadtholdèrs alfulcke Voordeel moegen toeleggen, als hem gelieven zall. VI. Ende ofter eenige Soldaten van den yyan? den overquamen om dienft by eenigen Hopman te hebben, lal denfelven Hopman egeene der Soldaten onder zyn Compaignie moegen nemen, fonder eerft ende alvorens de voirf. Staren de Heeren Stadtholdèrs ofte heure Gedeputeerden t'adverteren, op dat diefelve eerft geondervraecht, ende op haer luyder geftelteniffe goet regardt genomen worde. VIL Den Commiffaris fal van allen rollen ende reveuen dobbelt holden, ende fal geen Hopman vermoegen eenige Soldaten te cafferen, licentieren, ofte oirloff geven iónder advys des Overften ofte Commiffaris nochte oick egene nyeuwe Knechten aennemen anders dan als boven gefeyt is, omme tfelve pertinentelyck op de rolle aengeteyekent te worden op peyne van gecaffeert, ende zyne betalinge geconfisquiert te worden tot prouffyte van de gemeene faecke. VUL Ende veel min fal den Hopman eenige Sol-  BYLAAGEN. iï Soldaten moegen vuyten dienft verlaten,ten zy dat hy den tyt, daervan betalinge gedaen is, vuytgedient heeft, ende dat onder paflèpoort van zynen Overften, ende met wettige oirfaecke (waer onder nyet begrepen en is die gheene, die hem begeeft onder een ander Vendel, daer hy tot meerder en hooger ampt geroupen wordt, ofte hem verbeteren mach,) welcke oirfaecke den Hopman gehouden fal wefen den Commiflaris te kennen te geven, ende in de paspoorte te doen ftellen. IX. Sal oick egene Hopman, de eene den anderen, zyne Soldaten by enige wegen van aenfoucken, beloften, ofte andere practycken, int heimlyck ontrecken, oft doen ontrecken in eniger weyfe, nochte oick d'eene des anders jongers ofte Dienaers van haere Heren ende Meesters, daervan alvoren behoirlyck verwitticht zynde. X. Ende als een Soldaet overleden ende verlopen is, fal den Capiteyn, ofte Schryver, terftondt ende mitter daet den voirsf. Commiffaris daervan adverteren met genoechfame blycke ende bewys van de plaetlè ende dach van fynen overlyden ofte verlopen, omme oick op de rolle aengeteyckent te worden. XI. Ende offer enige Bevelhebbers, Adelborsften, ofte Soldaet overlede, ofte gecaflëert worde, die meer tracfements, dan die ordinarife befoldinge, genyet, fal den Hopman den Commiffaris daervan verwittigen, omme by de voirf. den voirf. Staten, Heeren Stadtholdèrs, ofte haere Gedeputeerde, indient noet zy, mit advys van den Hopman , ofte Commiffaris, een ander bequaem perfoon vuyten felven Vendel, ofte van buyten, in de plaetfe geftelt te moegen worden» I XII  ** BYLAAGEN. XII. Ende indien daer enige fiecke, oftegequetfte te bedde leggende zyn, fal den Hopman gehouden wefen den Commisfaris op de monfteringe, ofte reveue, daervan te adverteren, de welcke vernemen fal laeten naer de plaetfe, daer zy leggen, ende defelve doen vifiteren, ende fich op alles naer de waerheyt informeren. XIII. Sullen de Hopluyden op de monfteringe eghene Knechten nochte namen mogen doen, nochte by haeren weeten laeten pasferen onder haer Vendel,dan die daeronder behoiren, ende byeede verplicht zyn , ende die haer eygen, off der Heeren geweer hebben, fonder eenige te lenen, op arbitrale correctie naer gelegentheyt der faecken. XIV. Maer fullen altyt in de rolle elcken Soldaet op zynen rechten naem ende toename ftellen mitten namen van den Steden, ofte Plecque haerl. gebokte, mitsgaders haerl. bynamen in de wandelinge ofte onder den Knechten, fonder nochtans eenige fchandaleufe ofte ontichtige bynamen toe te laeten. XV. Sullen die Knechten fonder behoirlycke paffepoirt vuyt haere Vendels verlopen zynde, mitsgaders enige andere Soldaten, die hem van d'eene monfteringe totten anderen laeten gebruycken, ende onder ander Vendels monfteren, gehangen worden, ende indientfelve by ymandt, egheene Soldaat zynde, worde, gedaen, fal openbaerlyck gegeeffelt, ende die Capiteyn, die alfulcx wetende toelaet,fal gecaffeert, ende arbitralyck geftraft worden. XVI. Ende omme de Knechten te beter in goede geregeltheyt ende difcipline t'onderholden, foe fullen die Hopluyden en Officieren geholden zyn COfH  BYLAAGEN, t$ continuelyck by de Knechten te blyven, fonder hun daervan 'tabfenteren ten waere by bevel! , voirweten, ofte Confent van den voirf. Staten , Heeren Stadtholdèrs, oft heuren Overften op peyne van verlies van haerluyder betalinge tot prouffyte van de gemeene faecke voor deerfte reyfe ende voor de tweede reyfe van neffens tvoirf. verlies gecasfeert te worden. XVII. Ende belangende het vervolgen van haere betalinge, daer van men bevonden heeft den Hopluyden veel tyt becommert geweeftt te zyn, fullen daer toe gebruycken heure Schryvers, ofte andere heure dienaeren. XVIII. Welcke betalinge op datfe tot onderhoudt van den Soldaten op haeren behoirlycken tyt gedaen ende gecontinueert worde, fullen die voorf. Staten nu voirtaen voor elcke Compaignie fterk zynde hondert vyffiich hoofden, betalen voor den tyt van XXXII dagen de fumme van XVC LIIIL Carolus gulden, ende noch hondert XCIIII gulden xi in. fts. voor tlogysgelt, mits oick dat aen alle betalinge den hondertften penning aftgetrocken fal worden, welverftaende, indien de Schryvers, ofte Gecommitteerde van enige Overften, ofte Capiteynen, mits dongeregeltheyt van den gelde enigen tyt mochten folliciteren ofte vervolch doen om de voirf. betalinge, fall hem voor d'oncoften ften van dien behoirlycke recompenfie ende verfet gedaen worden. XIX. Ende off het gebeurden, dat die voirf. omme enige accidenten ofte groten noot de voirf. betalinge nyet op elcke XXXII dagen ten vollen conden furneren, fullen als dan de Hopluyden, Beyelhebberen, ende SoJdaeten hun mie eene rede- lycke  14 BYLAAGEN, lycke leninge, ofte vicluaille, ofte andere goede waaren, als Lakenen ende diergelycke, tot behoirlycke pryfe laeten concenteren,ende te vreden zyn; welverltaanden dat by denfelven Staten van tgundt enichfins te cort foude mogen comen, naer ende van alle vier maenden behoirlycke affreeckeninge gedaen fal worden. XX. Ende indien de Vendels van fulcken getale van C. vyftich hooffden nyet vol en waeren, fal den Hopman voor elck hoofd , daeraen ontbreekende, als van den minden Soldaat van acht gulden aff, tien Carolus gulden, ende foe opwaerts naer advenant van hogeren foudye, affgetrocken ende gecort worden, ende nochtans gehouden wefen hun getall van Officiers, Bevelhebbers ende geappoincteerde vol te hebben^ XXL. Ende fullen die voirf. XVCLIII1. gulden fouldye, ende insgelycx de hondert XCII1I. gulden xiin. flrs. voor tlogysgelt onder die Compaignie verdelt worden,fulcx hier naer volcht Logys-gelt, 't welck by den Magistraten van de Steden den Burgers, tot wiens huyfe eenige Hopman, Bevel- - hebbers, ofte Soldaaten gelogeert fullen zyn , in forme als volcht, betaelt fullen worden. Soldye. Den Hopman ter maent. - lxxx. gl. vi. gL Lieutenandt - - xlv. gl. - - - • nu. gl. Vendrich - - - - xl. gl. - - - - - v. gf. Twee Serganten elck - xxim.gl. fcn - - XLviu.gl. elckxxxini.fts./f/aii.gl.viii.fisj Vyf  BYLAAGEN. ij Soldye. Vyf Corporalen elck xvi. gl. fit. - - lxxx. gl. elck xxx lb. fit.vn. gl. x.fts. Fourier ofte Clercq* xn. gl. - - - xxvm. fts* Chirurgyn. - xu. gl. - xxvm. fts. Twee Trommen elck xn. gl. elck xxvin. fts. ter maent. fit. tfamen. - xxim gl. fit. • n gl. xvi' fts, Somme den Hopman met xiii Bevelhebbers - mc xli. gl. t Logysgelt. - fit. xüexi. g!. Noch voor twee Edelluyden elck xvm. gl. fit. xxxvi. gl. Noch voor twee elck xv. gl. fit. - - xxx. gl. Noch voor acht, elck xn. gl. fit. - - xcvi. gl. Noch tvvintich elck tien gl. - fa. - ■ ntgi. Noch negentien elck negen gl. fil.' - - clxxi. gl. Ende lxxxv. van de alder- minfte Soldaten elck vm gl. fft. VlC lxxx. gl. Somma van de Soldye van Ende 't Logysgelt voor de hondert vyftich hoofden be- bovengemelte hondert zes endraecht ter maendc xvcliiii de dertien Hooffden deen deur gulden. d'ander ter maent xxnn fts, fa. clxhi gl. mi fts. Ende't logysgelt ter maendï cxciiii gl. xim fts. Somma totalis, zoe van de Soldye als Logysgelt , hier boven gefpecificeert, bedraecht XVIlc.XLVIII gl. XIIILfts. XXII. Van welcke Logysgelt die voirf. Staten vry ende los fullen zyn tot allen tyden als die knechten in enich Veltleger fullen leggen, ofte fal wan«  Ï6 BYLAAGEN. wanneer zy luyden den felven van een bequarhé logys fullen weten ofte willen accommoderen endé geryven tzy in Steden ofte Dorpen binnen enige van de voirf. Geünieerde Provinciën. XXIII. Mits dat indien enich Officier ofte Soldaet mit enige Burgers ofte Inwoenders voor zyn Logys, ofte Camerhuys, beter coops dan zyn geappoincteert Logysgelt can overcoomen, dat alsdan tfurplus tot nut ende prouffyt des Soldaets fal wefen. XXIV. Des fullen alle Capiteynen heurluyder Compaignien in vollen getale houden van hondert vyfftich Hooffden, ten waere by den voirn. Staten belast worde tfelve getall te vermeerderen ofte verminderen , waertoe de Overfte ende Hopluyden respective hem by eede verbinden fullen omme heurl. Bevelhebbers hen daernaer te doen reguleren , fulcx zy luyden tfelffde hier namaels (van dies aengefproken zynde) by eede fullen begeren te verantwoirden. XXV. Op dat in alles te beter ordre ende crychsdifcipline onderhouden worde, hebben de voirf» Staten mit advys van de Heeren Stadtholdèrs goet gevonden, dat men voirtaen de voorf. Geünieerde Provinciën over alle ende elcke zes, acht ofte tien Vendels ordonneren fal eenen Overften, ofte Coronell, den vvelcken Overften mede over een van defelve Vendels als Hopman fal wefen, daer voor genyetende als Capiteyn hondert Carolus guldens, ende voirts van eicken een der anderen Vendels onder zyn Regimente XX Carolus gulden , als Overfte van dien; des fullen die voirf. Staten by advyfe van de Heeren Stadtholdèrs die Regimenten van meer ofte min Vendels t'allen tyden moegen  BYLAAGEN. 17 gen maecken, genyetende den Overften van elck Vendel evenwel altyt de XX. g). als voren; te verflaan^fol lange als den dienft geduyrt binnen de voirfz. Geünieerde Provinciën; dus anders, endé ingevalle den dienft daeren buyten gedaen mofle worden, foe fullen de Coronnel ofte Coronnels getraéteert worden in alle manieren, als d'ander Oyerften ende Coronnels, aldaer dienende , ende foe behouden oick mede die Staten tot heuren lafte den Overften Lieutenant, een Sergeant Major, ende den geweldigen Provoefl foe wanneer defelve ofte enige van dien Ampten onder die voirfz. Regimenten van noode fal hebben, twelck ftaen fal ter Ordonnan. van de voirf. Staeten der Geünieerde Provinciën ende Heeren Stadtholder vari dyen. XXVI. Als de betalinge van de Soldaeten gefchiet, fullen de Capiteynen gehouden wefen dié van de Magiftraten te vooren daer van taTI verteren, op dat die Borgers ende Inwoonders van den Stéden , mitsgaders die Provianders ende Soetelaers^ daer die Soldaten fchulden hebben gemaeét, betaelt moegen worden. XXVII. Item fullen die Hopluyden op alle monteringen , des verfocht zynde, eedt doen in handen van den Commiffaris , ofte andere, by de Geünieerde Provinciën , ende Heeren Stadholders< daer toe gecommitteert, dat die Soldaten in haren rollen geregiftreert, die Zyluyden den Commiffaris ofte andere, alsboven , fullen prefenteren, onder hun Vendels zyn, ende fulcke foldye genyéten,als elck achter zyn name op de rolle genoteert ftaet, fonder enige ontleent, ofte fraude datrinnè gepleegt t'hebben op peyne, indien contrarie be^ C B ) Van"  i8 BYLAAGEN. vonden wordt, gecaffeert, ende als falfaris, ofte menedich geftraft te worden. XXVIII. Sullen de Hopluyden, Bevelhebbers, ende Soldaten tot allen tyden, des verfocht zynde, hem gereet houden, omme te laeten monfteren, ende oick foe dickmaels als die Staten der voirf. Geünieerde Provinciën by anderen, heuren Gecommitteerden, fullen willen doen monfteren, van dies in egeene gebreecke ofte weygeringe zyn, op peyne van een maendt befoldinge te verbeuren, ende gecaffeert te worden. XXIX. Item foe en fullen de Overfte, Capiteynen , Lieutenanten, Vendrichs, Bevelhebbers, ende Amptluyden, den Heere egeene tochte ofte wachte alïïlaen , nochte weygeren onder dexel van gebreck van gelde ofte betalinge, ten minfte wanneer hem ende voor heuren Knechten neffens die nootlycke^Amnmnitie van oirloge gelycke behoufte van Victuaille toegeftelt fal worden. XXX. Nochte en fullen, op den tocht wefende , nyet mogen verletten nochte ter nederflaen, ofte logeren, dan in der plaetfen ofte quartieren hem geordonneert, fonder enige Steden, Dorpen, ofte Vlecken binnen de voirfz. Provinciën ende Heeren Stadtholdèrs voorn, op peyne van geftraft te worden aen den Iyve (#). XXXI. Ende fullen egene Overften ofte Hopluyden hem onderwinden enige faecken van Sauvegarden, Paffepoorten, ofte Brieven van verfekertheyt te verlenen aen eenige Vlecken , Dorpen, ofte Gehuchten, nochte voir enige Cloofteren, Cafte- (b~) De zin van dit 30. Artikel is onvolkoomen; doch het ftaat op die wyze in het Arnhemfche Exemplaar.  BYLAAGEN. j9 Cafteïén, Edelen, ofte andere particuliere Luyden ,Perfoonen, ofte goederen, roerende ende onroerende, nochte oick daerop mit ymandt enich accordt ofte verdinge te maecken , ofte ymandt van heur Knechten te bevryden &c. Maer dat zyluyden alleenlyck Palfeporten fullen moegen geven onder den Soldaten ofte enige Vivandiers onder heure Regiment ofte Vendel wefende. XXXII. Den Hopman, ofte ymandt anders,fal hyet vermoegen enige Soldaten vuyt te feynden om beuyt, ofte elders om enige particuliere prouffyt, fonder confent van de voirfz. de Staten, Heeren Stadtholdèrs, den Overften, ofte Commiffaris by de voirfz. Staten ende Heeren Stadtholdèrs daer toe geordonneert, maer fullen heure Knechten alleenlycken gebruycken tot crenckingeende wederftandt der Vyanden , befchut ende befcherminge der Vrunden, Quartieren ende Plaetfen, hem bevolen, ende daer zy luyden geleyt, ofte befcheyden fullen zyn, fonder heure Knechten voirder te verfeynden, of te laeten lopen, ten waere by beveele, voirweten, ofte bewillinge van de voirf. Staten, ofte Heeren Stadtholdèrs, op peyne van aen hem Luyden ende aen haeren Perfonen ende goederen verhaelt te worden allen fchaden ende misbruyck, contrarie defen by heur Knechten gedaen, ende nyet te min geftraft te worden naer gelegentheyt der faecken. XXXIII. Maer indient gebeurde, dat enich Soldaet aen fyn Hopman verfochte oirloff ofte content, omme in enige zyne nootelycke affairen oftè faicken enigen tyt te vaceren, ende ter oirfueckö van dyen in een ander Quartier, Stede ofte Landtfchap, daer de Soldaet fulcx te doen mochte, heb- ( B 2 ) ben  uo BYLAAGEN. ben fal den Hopman, indien hem tverfouk zyn3 Soldaets redelyck dunckt, denfelven voor eenen corten^bequamen tyt daer toe teveroirloven,onder zynen pafieport, daer inne vuytgedruckt den tyt, mits dat hy by zynen Scryver, ofte denfelven Soldaet in perfone, den Commislaris daeraff verwitticht. XXXIV. Ende oft gebeurde, dat by den Hopman ofte Soldaeten, enige gevangens becommen worden, fullen gehouden wefen defelve over te leveren aen de voirfz. Staten van de Geünieerde Provinciën , Heeren Stadtholdèrs, ofte den geenen, die by hemluyden daertoe gecommitteert fal worden omme by denfelven gehoirt, ende gevraecht, ende nyetemin in behoirlycke bewaernillè geftelt te worden. XXXV. Ende fullen oick den voirf. Staten, ofte den Heeren Stadtholdèrs, daer beneffens doen goede verclaringe van de qualiteyt der gevangenen, omme by hem gedisponeert te worden, oft men denfelven fal executeren ofte rantfonneren. XXXVI. Wel verftaen de indien de gevangen geexecuteert wordt, den Hopman ofte Knechten alleenlyck daervan genyeten fullen een maent folts voor een fimpel Soldaet, ofte fulckefoldye,als den gevangen by den vyant hadde. XXXVII. Ende indien defelve wordt gerantfonneert ofte gereferveert tot de Heeren Staeten ofte Stadtholdèrs, fullen daer van genyeten, tgene by defelven in der redelykheyt bevonden fal worden te behoiren nae de qualiteyt van de gevangenen Perfonen. XXXVIII. Twelck oick onderhouden fal worden in alrehande gevangenen Perfonen in egene dienfte  BYLAAGEN. ai dienfte ofte foldye der vyanden wefende, mits dat in allen gevalle die Capiteynen ende Soldaten, die alfulcke gevangen aengaen, daerop alvoren volcomelyck lullen worden gehokt, all eer op enige rantfoen, ofte ontflaeckinge derièlve gevangen, fal worden gedisponeert. XXXIX. Ende fullen in allen gevalle de Capiteynen ende Soldaten van de goederen ende beuyten, van den vyande genomen, ende verworven, verantwoirden ende laeten volgen zynen gerechticheyt naer d'Ordonnan. daerop by de voirfz. Staeten ende Heeren Stadholder gemaeckt, ofte te maecken, op peine van geftraft te worden naer gelegentheydt van der faecke aen den lyve. XL. Die Hopluyden fullen gehouden wefen goede Crychsdifcipline onder heure Knechten te houden , ende verhoeden, dat die Huysluyden by hunne Knechten nyet berooft en^worden van heure menblen, nochte beftiael, als daervan dependerende het principael welvaert der Landen; ofte dat defelve Huysluyden ende Ingefetenen der voirfz. Geünieerde Provinciën , nochte heure Vrunden, ofte Bontgenoten, eenichfints geexaciioneert, ofte befchadicht en worden by aenhoudinge van den Perfonen ofte Goederen, Schepen, Schuyten, ofte Wagenen, ofte, foe fulcx gebeurde, fullen de Capiteynen alle fchade beteren , ofte doen beteren, by den genen, die die fchade aengedaen lullen hebben , ofte fal die fchade tot eftimatie van goede mannen by den voirfz. Staten heml. gecort worden van de maentlycke befoldinge der Knechten tot voldoeninge der befchadichden, by foe verre geprobeert can worde dy berovinge ende fchade, by de Soldaten onder tfelve Vendel gefchiet te zyn, (^3) «fe  32 BYLAAGEN, alhoewel men fpecialyck, ende by namen, nyet en j weet te doen blyken , by wie van de Soldaten tfel- I ve gedaen is geweest, ten waere die hantdadige in I handen van de Provoest van 't Regiment gelevert worden, omme defelve behoirlyck te ftraffen naer 't rnisbruyck. XL1. Daer beneffens fullen alle Overften ende Capiteynen, Officieren ende Bevelhebbers van elcken ende alle Compaignien gehouden wefen den Provoest gnael. taffifteren, ende denfelven ftercken, als hy by de voirfz. Staten ende Heeren Stadtholdèrs op enige Monfteringe gefonden fal worden, omme te apprehenderen ende ftraffen die geenen, die fonder paffepoht vuyt haer Vendels verlopen mochten zyn, ofte andere fchelmen, muytmakers, geltroupers, ofte quaetdoenders, onder enige Regimenten ofte Compaignien wefende; ende concernerende die Onderprovoeften, fal dairvan ordre geftelt worden naer behoiren ende gelegentheyt der faecken. XLII. Item dat zy voirtaen mit alle vlyte volcomen ende achtervolgen fullen, tgundt heml. by de Commisfariffen van de Monfteringe dien aengaende, ende des lafthebbende, bevolen fal worden, in alle fchyn, oft tzelve by de voirfz. Staten , ofte Heeren Stadtholdèrs, aldaer felfs prefent zynde, bevolen worde. XLIII. Ende ingevalle enich rumoer onder den Soldaten reefe, tenderende tot meuterye,oftecom motie, om geit roupende, oft anders doende contrarie heuren eedt ende Artyckel , fal tlelve comen tot last van den Hopman, Lieutenant, Vendrich • ende andere Officieren, als vuyt heurluyder vicitatie ende oichluyckinge comende, indien tfclfde by, hem nyet en worde geftraft. XHV.  BYLAAGEN. 23 XLIV. Oick fullen die Hopluyden ende Bevelhebbers, die heure Soldaten onwillich maecken, fonder genade aen tleven geftraft worden. XLV. Sullen oick egeene ongeregelde , ofte fmadelycke woorden, fpreeken tegens den Commiifarillën van de Monfteringe, off ymandt anders van wegen die voirfz. Staten, ofte Heeren Stadtholdèrs, daer toe gecommitteert, noch denfelven moegen houden ofte arrefteren om geit ofte betalinge te hebben op lyffftraffe. XLVI. Dan indien zyluyden aen heurl. betalinge ten afteren quamen, fullen tfelve fonder rinck te flaen, of rumoer te maecken, by een, twee off drie van den heuren onderdanichlyck ende reverentelyck aen de Staten, ofte heuren Stadtholdèrs verthonen fonder enige foulle, befchadinge ten Platten Lande, ofte aen den perfonen ofte goederen van enige Ingefeten van de voirfz. Geünieerde Provinciën aen te rechten, of te laeten gefchieden in enige wyfe. XL VIL Van gelycken fullen de Hopluyden, ofte Officiers, in egene debat ofte querelle comen tegens de voirfz. Commiffariffen, ofte heurl. affiftenten, ter caufevan dat zy enige Soldaten gecasfeert, ende nyet gepaflëert mochten hebben, maer zy fullen den Commiffariffen daer van met goede redenen onderwys doen, ende zoe verre zy malcanderen nyet en connen verftaen, fullen tfelve different aen de voirfz. Staten ofte Heeren Stadtholdèrs rapporteren, omme daerop gedisponeert te worden naer behoiren. XLVIlf Sullen voirts alle Hopluyden generalyck beloven ende fvveren alle die poincten ende articulen, hier boven geroerc, getrouweJyck ende ( £ 4 ) vol2  n BYLAAGEN. volcomelyck t'achtervolgen ende te doen onder^ houden, fonder daervan eenichfins in gebreecke te blyven. *. Aldus gedaen tot Utrecht den leften February 1579. Ter oirconde van dyen tzegel der Stadt Utrecht ten begeerte van de Gedeputeerden van de Geünieerde Provinciën voorfz. hier op gedruct. Ende ter Ordonnantie van der felven defe by my Wderteyckent. ■ Gecopieert uit een Oud Regifler, be-? rustende ter Secretary der Stad Arahem , op den rug van welk Regifter ftaat, Landzaaken, A. 1578.1579.5 en aldaar te vinden van bladzyde 159 tot 175. ingefloten.  BYLAAGEN. 25 I I I, Jhftructie voor den Commisfarisfen van de Monfte-* ringe, waer nae Zy luyden voirt aen hem fullen re' guleren. t W Jn den eerften, zoe haest die Commiffariflèn ende elck van hen luyden, heure beflotene mifliyen ende opene brieven ontfangen hebben, om enige Compaignien te Monfteren, fullen hen terilondt daernae transporteren ter plaetfe, daer die Compaignie, die zyluyden monfteren fullen, in Garnifoen is leggende, ofte gefchickt fal wefen. II. Ende indien de monfteringe in eenige Stadt gedaen fal worden, fullen die Commisfarisfen, indien 't hen goetdunckt, den Magiftraten aldaer haer coompfte preadverteren, op dat zy den Commilfarilfen aflifteren, ende Capiteynen van heure fchutterye, ende Fouriers derfelver Stede, indient nodich is, doen aflifteren, de welcke by defen daertoe worden geauthorifeert* III, (d) In bet Arnhemfche Exemplaar is deeze Inftru&ie rnqde Sliet gearticuleerc.  2.6 BYLAAGEN. III. Sullen terftondt de Capiteynen, ofte in heurl. abfentie, de Lieutenanten, ofte Vendricbs, die best te becommen zullen zyn, ontbieden ende belasten van wegen den Staten van de Geünieerde Provinciën, ende den Heeren Stadtholdèrs, dat zy binnen een ure ofte twee naer t' bevel (b) haere compagnie doen comen ter plaetfe, die de Commiffariffen hen verclaeren fullen fonder enige Monfteringe te doen ofte te laeten gefchieden op ten avondt, maer altyts voor de middage, ten waere den noot anders mochte vereyfchen. IV. Die rollen fullen gemaect worden in forme ende maniere, hier nae volgende; te weten, dat daerinne geftelt werde den Capiteyn Lieutenant, Vendrich, de twee Serganten, Schryver, ofteFourier, den Chirurgyn ofte Veltfcheerder, ende twee Tromflagers, elcx by zynen name, diezy aen een zyde fullen ftellen, ende dat ter halver blat; daernaer de Corporaelfchappen, elck by den anderen, beginnende eerst den Corporael, daernae ftellende de Lantspaffaden, ende Adelborften, altyts de hoogfte befoldingen bovenaen, ende foe voirt, in elcker zyde nyet meer dan tien mannen ter halver blade, als voren, ende fullen zoe wel die Knechten ende Bevelhebberen, als die Capiteynen ende die Amptluyden bovengem. oick daerinneftellen by heure namen ende toenamen, mitten namen van der Stadt, oick zynen byname foemen hem in de wandelinge heet, V. (b~) Deeze in curfiev-gedrukte woorden zyn in'tArri" bemfche exemplaar tweemaal gefchreven.  BYLAAGEN, 27 V, Ende indyen ymandt bevonden worde zynen naem verandert te hebben, fullen, denfelven doen ftraffen naer gelegentheyt van der faecke, achtervolgende de Ordonnan. daervan gemaeckt zynde fullen moegen ontfangen. VI. Sullen die Scryvers die rollen altoos maecken zulcx als voren, volgende de namen fulcx in de lefte voirgaende rollen gelleld zyn; ende indien enige Soldaten verlopen, geftorven, mit ofte fonder confent vertrocken moegen zyn, fullen die Commilïariffen daervan op haerl. plaetfe mentie maecken mitten dach van haerl. verloop, vertreck ofte overlyden, ftellende daeronder den ghenen, die in haerl. plaetfen gecomen zyn, mit verclaeringe van den dach haerluyder aencompfte, ende vuyt wat Compaignie defelve fullen zyn gecomen. VIL Ende fullen alfulcke nyeuwe aengecomen Knechten gehouden wefen op de Monfteringe den Commiffaris hun paspoort daeraff te verthonen, omme gevifiteert te worden, ende fal de Commisfaris op defelffde pasport aenteyckenen, dat alfulcken een op alfulcken dach onder alfulcken Compaignie gecomen ende in de Monfteringe gepasfeert is. VIII. Ende gecommen zynde ter plaetfe van de Monfteringe, ende die Knechten aldaer totter Monfteringe verfamelt zynde, fullen terftondt affvragen, ende by gefchrifte overnemen de namen ende toenamen van Crancken ende gequetften, omme defelve by de Fouriers van der Stede, ofte enige andere, by den CommiffarifTen mitten Magiftraten daei  s3 BYLAAGEN. daer toe gecommitteert, te doen vifiteren terwylen men doende es raitte Monfteringe. IX. Ende fullen voor ende aleer zy de Monfteringe beginnen, de Capiteynen ofte in heurl. abfende heurl. Lieutenanten den eedt affnemen, dat alle perfonen in heurl. overgeleverde rolle begrepen onder hun Vendel behoiren, fonder dat daer enich bedroch inne gelegen, geplegen ofte andere daer onder begrepen, ofte gemengelt is, als breder in de Ordonnantie van de Capiteynen, X. Sullen die voirfz. Commiffariffen in de Steden ende Dorpen, daer zy die monfteringe doen fullen, eenen perfoon vuyt die Magiftraten, ofte Wetten van der plaetfen, tot hun nemen, die in de Monfteringe de contrerolle holden zall, omme te fien, off daer enige fraude ofte bedroch, inne gepleecht foude moegen worden, wekken perfoon de Commifïaris^voorzyn moeyte van elck Vendel hy monfteren lall, twaelf ftuvers fal moegen toeleggen. XI. Ende fullen tfamen goede ende neerftige toeficht nemen op de Soldaten, mitsgaders op heure wapenen, ende off zy defelve wel connen handelen, ende indien daer noch enige faulte is, fullen tfelve in de rolle noteren mit laste, dat zy op de naefte aenftaende Monfteringe beter gewapent fullen wefen, op peyne van gecaffeert ende geftraft te worden. XII. Sullen caffeeren den ghenen, die zy nyet fuffifant en vynden, achtervolgende het inhouden van huere coramiffie, die zy van de Staten van de Ge- unieer*  BYLAAGEN. 39 tinieerde Provinciën, ende den Heeren Stadtholdèrs hebben, omme de wapenen te dragen, ofte te handelen; vuytgefondert dat op den jongersvan den Capiteynen, Vendrichs, ende Lieutenanten, regard genomen fal worden, dat defelve zoe clouck zyn , dat zy heurl. Meefters affiftentie connen doen ende hun eenichfins met een roer behelpen. XIII. Ende infonderheyt Tullen zy goet regard riemen op den ghenen, die vuyt d' eene Vendel in d' ander lopen fonder palfepoirt van haeren Capiteyn, omme defelve te doen ftraffen naer behoiren, ende luydt des artyckel brieffs. XIV. Ende indien enige nyeuwe Soldaten tusfchen beyde de Monfteringen aengenomen zyn, denzelven aff te vragen , van waer zy gecommen zyn, ende vuyt wat oirzaecke zy hem in dienfte onder een ander Vendel begeven hebben, ende wanneer zyluyden daer onder gecomen zyn, doende daervan aenteyckeninge in de Monfterrol. XV. Sullen egheene abfenten pafferen, ten waere defelve mit kennillë ofte confent van den Staten van de Geünieerde Provinciën, off den Heeren Stadtholdèrs, ofte weeten van den Commiffaris, ofte wettich verloff des Hopmans (den Commisfariffen daervan verwitticht zynde) vuytgefonden waere, ende daervan blycke. XVI. Ende daer zy eenen nyeuwen aengenomen Soldaat in de plaetfe van eenen overleden vynden, fullen ondervragen, off hy van fieckte ofte van quetfure, van den vyandt gecregen, geftorven is, ende  gö BYLAAGEN. ende off hy Wyff ende Kynders achter gelateti heeft, ende tfelve daerby aenteykenen, ot- dat daerop zonderlinge regard genomen mach'worden. XVII. Ende fullen infonderheyt goede toelicht nemen, dat die Capiteynen hun getal van Officieren , ende geappoindteerde, vol hebben volgende d'Ordonnancie daerop by de Staten van de voorfz, Geünieerde Provinciën ende Heeren Stadtholdèrs gemaeckt. XVIII. Die Monfteringe gedaen zynde, fullen die Commiffariflèn die rollen vergelycken, ende apoflilleren, leverende daervan den Capiteynen eenen, geteyckent by hem beyden, op dat die Capiteynen moegen weeten, waermede zy luyden tegens d'aenftaende Monfteringe belast zyn, omme tfelve te moegen naercomen, ende insgelycx eenen aen den Staten, die zyluyden Commiffariffen aen denfelven Staten,offheureGecommitteerde, eerstfdaechs nae de Monfteringe overbrengen , ende verthonen fullen met rapport van heure wederfaren. XIX. Ende fullen defelve Commiffariffen doen alle vier maanden een generale Monfteringe over allen Vendels, ende den eeds ende Artyckelbrieff vernyeuwen, ende den Hopluyden, Bevelhebbers ende Soldaten voorholden oft doen voorholden, op dat jeder menichlick te beter wete, waernae hem te reguleren. XXl Sullen oick over defelve behoirlycke Re- veue  BYLAAGEN. 3t yeue by name bytoename doen alleraaenden, ende alfoe dickwils, als hen noodich, ende goetduncken fall, ofte belast fal worden, gelyck oick gedaen fal worden in 't voorhouden ende vernyeuwen van den Artyckel - brieft", als tfelve oir» boirlycxt ende geraetfaem bevonden fal worden. XXL Ende fullen van plaetfe tot plaetfe, daer zyluyden trecken, goede ende fecrete informatie nemen, foe wel in Steden, als platten Landen s op't weldragen, beleyt, ende Regiment der Capiteynen , Bevelhebbers, ende gemeene Soldaten, ende in cas van eenige faullen, ofte dachten, fullen die Capiteynen tfelffde voorholden, ende daerinne remediëren naer behoiren, ende in cas van merckelycke ende urgente zwaricheyden, fullen die Staten ende Overften dier tyt zynde daervan adverteren, omme vorder daer inne verfien te moegen worden naer behoiren. XXII. Ende van de Monfteringe wederomme gecomen zynde, fullen zy aen die voirfz.Staten van de Geünieerde Provinciën ende Heeren Stadtholdèrs goet ende gheen nydich oft partial, maer oprecht rapport doen in wat State zy die Compaignie, by hemluyden,Gemonftert, gevonden hebben, ende wat henluyden voorts in de Monfteringe bejegent is. XXIII. Omme al twelck naer fyne forme ende inholden wel ende getrouwelycken re volcomen, fullen die Commiiïariflèn den behoirlycken eedt doen aen handen van de voorfz. Staten den Heeren Stadtholdèrs oft haere Gedeputeerde. Aldus  Ba BYLAAGÈK Aldus gedaen t'Utrecht den lesten February 1579- Ter oirconde van dien tZegel der Stadt Utrecht ter begeerte van den Gedeputeerden, van de Geünieerde Provinciën hierop gedruct, ende ter Ordonnancie van defelve defen by my onderteykent. Gecopieert uit een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Regifter ftaat, Landzaaken, A. 1578. 1579.; en aldaar te vinden bladzyde 177, en volgende*  BYLAAGEN* 33 I V, A&e van Alexander Bentinck, wegens de onder ie\ kening der Unie van Utrecht. O p huyden den 9. Martii 1579, is geconipareerc in de Vergaderinge van de voorfz. Gedeputierden binnen Utrecht Vergadert de Gedeputierde van de gemeine Ritterfchap, Hooft ende Cleine Steden des Arnhemfchen Quartiers, ende heeft verclaert, dat hy gevifiteert heeft de Planéten en Articulen van de voorfz. Unie, en 't gene in cracht van dien verder is gebefoigneert geweest, 't felve goet gevonden, ende heeft defelve al fulcx in cracht van fyne brieven van credentie in dato den 18. en van fekere Inftruétion in dato den 16. February 79, beyde met des Stadts van Arnhem Secreet Zegel bezegelt, nae lange en rype deliberatie geadvoyeert, geapprobeert ende geratificeert, advoyeert , approbeert en ratificeert mits defen. Belovende in qualité als voren, als d'andere Bontgenoten defelve, ende ieder punct, van dien byfonder te onderholden , nae te gaen ende te achtervolghen. Des t' oorconde heeft de voorn. Gedeputierde des gemeinen Ritterfchaps, Hooft en Cleyne Steden des Arnhemfchen Quartiers, fyn. handt hier onder geftelt ten dage, jaere ende CC} maent  % BYLAAGEN. maent als boven, ende was onderteikent Alexandef) Bentinck. (Onderltond) Gecopieert uyt 't 310. bladt des Boecx der Stadt: Arnhem, geteikentNo. 10. Gecopieert uit het MS. Tomas van Landzaaken, de annis 1579.-* 1581, by een verzamelt en afgefchreven door Wylen den Prefident des Hofs van Gelderland Van der hell, folio 34. V.  BYLAAGEN. 35 Extract uit het Concept van fekere Puntlen, ge* maect by de Gedeputierde van de Geünieerde Provinciën , die een ieder vaji defelve Provinciën onder correctie fal believen te infereren in de Inftruétie van de Gedeputeerde, die gefonden fullen worden tegens den 26. Martii 1579, volgende '£ fchryven van den Ertzhertogen Mathias, in dato den 28. Februarii Ao. 79, nae Antwerpen, QPoft alia. ) t^"ïï~^ 1 en anderen foude nootlyck dunckenConder correctie) dat de Geünieerde Provinciën folden gefteld worden (boven de Garnifoenen, die fy ordinaerlyc folden behoeven tot befettinge van heur Frontierlieden ende defenfie derfelver) op feker getal van Ruyteren ende Knechten, die fy t'haren lafte ende coften tot des gemeinen Vaderlants dienst, ende wederftant des algemeinen Vyants onderhouden fouden, alletyts op conditie, by alfo verre de Vyant op eenige van de Geünieerde Provinciën eenige inval foude willen doen, dat in al fulcken geval defelve Ruyteren ende Knechten gehouden fullen zyn te comen ter aiïiftentie ende defenfie van defelve Geünieerde Provinciën, mits dat men tfelve expreflelyk fal infereren in hunnen Artikelsbrief. Mits dat fulcx by de G^oerale Staten reciprokelyc (Cs) gt*  36 BYLAAGEN. gedaen fal wórden; waer mede men onder corree* tie fa] mogen verftaen folucie te geven op 't verfoec van Quorifatie, de Geünieerde Provinciën refpective voorgehouden. (Onderftond) ,, Aldus gecopieert uyt 't 107. tot hetno.bladt „ incluys des Boecx derLantdachsreceffendeannis " 7?: ende 79- geteickent A. beruftende in de „ Griffie des Hoves van Gelderlant." Naar de Copie, te vinden in het MS. Tomus van Land/aken de Annis 1579.—-1581., by een verzamelt, en afgefchreven door Wylen den Prefident des Hofs van Gelderland van der hell, Folio 19. En nu onlangs gedrukt in het tweede deel van den Bundel van Onuitgegeeven Stukken van den Heere van de spiegel, bladzyde4* en volgende; en zulks uit het Register C. ter Griffie der Heeren Staaten van Zeeland, Folio 69* Verfo.  BYLAAGEN. 3? V I. Extract uit de Bcfoigne van Gecommitteerde der Naerder Geünieerde Provintien in Martio en Aprili 1579. Den 1111. Aprilis 79. JTs gerefolveert met Joncker Anthonis Pieck,' Ritmr. over hondert peerden te handelen, waer toe by myne Heeren Gecommitteert is die Heere van Opdam, denwelcke mitten zeiven Ritmr. int lange gefproocken hebbende is eyntelick mitten felven overcomen op de achthien gulden ter maent op yder peert, op conditiën zoe verre myn G. Heere die Stadtholder van Gelderlant verclaert tzelve te weynich te weefen dat men denfelven Ritmr. by advys van Zyn G. meer toeleggen fall, ende genomen zyn G. zeyde tfelve te veell te fyn fal men hem evenwell die voorfz. xviij. Gul. op yder peert ter maent betalen, is mede overcomen, dat denfelven Ritmr. amptshalven ter maent fall hebben hondert Carolus Gulden, den Luytenant amptshalven xxiiij. Gul., die Cornette xij. Gul., den Schryver xvi. Gul., den Trompetter xxiiij.Gul., mitsgaders vier Rotmrf. amptshalven op yder peert een halve Keyfers Gul. ende dit mede opt behaegen ende feggen van zyn G. ende conditiën boven yerhaelt, verfouckende die voorfz. Ritmr. ordonn. ( C 3 ) ende  5$ BYLAAGEN. ende Beftellbrieff omme defelve den Ruyteren mogen voorholden , om dewelcke te concipieeren Myn Heeren daerthoe enige comitteeren fullen. Uitgefchreven uit de bovengemelde befoignes, zoo als dezelve liaan in een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register gefchreven Haat Landzaakcn J, 1579-9 bladzyde 139. Verfd, VIL  BYLAAGEN. 39. V I I. Extract uit de Befoigne van Gecommitteerde der naerder Geünieerde Provintien, in Martio en Aprili 1579. Den 9. Aprilis 1579. Soe hebben die Gedeputeerden gerefumeert ende gevifiteert zeeckere Beftallbrieff, daer nae dat men Joncker Anthonis Pieck tot-Ritmr. IC. peerden aannemen zall ende naer dat die in prefentie van de voorfz. Anthonis Pieck gelefen is geweest, hebben die goetgevonden ende belast dzelve alfoe, alf te veerdigen. Uitgefchreven uit de bovengemelde befoignes, zoo als dezelve daan in een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register gefchreven ftaat Landzaaken A* l-5?%- Ï579-» bladzyde 142. ( C 4 ) VIII.  ^ BYLAAGEN. vin. Extraét uit de Befoigne van Gecommitteerde der naeder Geünieerde Provintien, in Martio en Aprili 1.579; Den 9. Aprilis 1579. Des Naenoens. O p de doliantie by de Coroneli Hegheman geproponeert, omme te hebben zeeckere leeninge ofte betalinge voor fyn Knechten ende Soldaetenj is gerefolveert, dat men hem voor zyn vier Vendele zall doen leeninge voor een weecke ingaende den Min. Aprili tot IHC, Gl. ter weecke voor ydell Vendell ende dat men tzelve hem zall continueren van weecke ter weecke ende insgelycs die Garnifoenen van het Overquartier ende Arnhem vuyt de VIII™. Gul. van Amfterdam gecomen, dat oyck die Vendelen jegens het eynde van Mey ofte int erefte van Junius toecomende hare Gedeputeerden zullen moegen affveerdigen met volcomen last ende Commiffie, omme mit die Heeren in affreeckeninge te treden van tgene zy ten achteren moegen wefen ende mette zelve overcomen zynde zal men hen als dan goet contentement ende verfeeckeringe doen. Uitgefchreven uit de bovengemelde befoig* nes, zoo als dezelve ftaan in een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register gefchreeven ftaat Landzaaken A. 1$78- 1579-1 bladzyde 144.  BYLAAGEN. 41 I X. Sxtraét uit een Brief van Bürgemeefteren, Schepenen ende Raedt der Stadt Arnhem aan de Gedeputeerden van de Staten van de Geünieerde Pro* vintien, binnen Utrecht verfamlet. J^erweerdighe Edle Hoechgeleerte Erentfefte ende zeer Discrete Heeren und guede Frunden nae dat die Knechten van Hopman Sander van Tellicht gemonftert, ende in die Stadt Arnhem gekomen zyn, hebben die Commiflarifen innen onder die Monfteringhe van de fes ftuvev van 't Logysgelt mede vuergeholden daer op fy fich niet en hebben wyllen inlaten, feggende dat fy fich daerop niet en konden onderhalden, ter faecken fy 32. daegen vuer een maendt dienen mosten hebben derhalven innen vuer een fervys moeten by provifie loesfeggen acht ftuver, foe ons dan buyten die geiende Ordonnantie niet en fteyt toe treden, heb» bm Wy nyet wyllen laten U Eerw. E Wl. und G hier van toe verftendigen, begerende derfelven .sd'ys, umb volgenten ons daernae toe richten. JVeiders foe U Eerw. E. W. L. und G. ons ( 0 0 ) deq  4a BYLAAGEN. den 3. hujus toefchryven van de XXXm. G. &c, Gefchreven den 10. ApriJis 79. Uitgefchreven uit den bovengemelden Brief, zoo als dezelve ftaat in een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register ftaat, Landzaaken A. 1578. 1579., en welke Brief in dat Register geplaatst is Folio ioj» £h 102, X  BYLAAGEN. 43 Extract uit een Brief van de Gedeputeerden van de Staten van de Gelinieerde Provintien, binnen Utrecht verfamelt aan Burgermeesteren, Schepenen ende Raedt der Stadt Arnhem. JCdle Erentfefte frome wyze und voorfienige Heeren, Wy hebben U E. ende F, F. L. fchryvens van den x. defer maent den xn. derfelver ontfangen, ende cn cunnen dfelve daerop voor guete andtwoirt nyet verhalden, ende ten eerften belangende dat Ü E. fchryven, dat die Soldaten van Alexander van Teilicht, feggen fich op 't Logysgelt van VI. ft. nyet te connen onderhouden 6tc. dat ons bediinckens UE. ende F. F-L. fich van der faecke qualich moeten onderricht zyn, zoe wy nyet en verftaen dat men tfelve Logysgelt den Soldaten, nier den Burgeren ende Ingefetenen der Steden daer die Soldaten geleyt worden, verftrecken fall volgende het Extract van de Ordonnancie van den Crychsvolcke hier by gaende, ten zy zaecke die voorfz. Soldaten felffs eenige huyfen ofte logyfen hebben ofte thueren ofte foucken willen in fulcken gevalle ende anders nyet fal denfelven Soldaten het Logysgelt hoven hun foldye meer betaelt worden, waerommeUweE. ende F. F. L. ordre fal gelieven te ftellen, dat dvoorfz. Ordonnantie daar inne gevolcht ende geobferveert mach worden? infonder-  44 BYLAAGEN» heyt gemerct by de XXV. Vendien van de Staten van Hollandt ende Zeelandt in Brabant wefende, ende alle andere in heuren dienfte wefende geen zwaricheyt daer inne maeckende zyn. Aengaende die XXXra. Gl. die by manier van anticipatie opgebrocht zoude worden &c. Gefchreven tUytrecht den xin. Aprilis 1579. ( Onderftond) Uwe E. ende F. F. L. guede Vrunden. Die Gedeputeerden der Naerder Geünieerde Provinciën binnen Utrechï vergaedert. Ter Ordonn. derfelver (Was Geteekent) LAMZWEERDEN, üitgefchreven uit den Origineelerj Brief, zoo als dezelve ftaat in een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register ftaat Landzaaken A. 1578. 1579., en welke Brief in dat Register geplaatst is Folio in. en 112.. XI,  BYLAAGEN. 45 X I. Extract; uit de Befoignes van de Gedeputeerde Ree* ren Staten der naerdere Geünieerde Provintien van 12. Aprilis 1579. tot den 20. May daer aen volgende. Den xxvm. April 1579. Xs gelefen zeeckere miffive Van den Crychsraet des Furftendoms Gelre by den Schryver van Hopman Stuper, overgelacht en is gerefolveert die zelve voor antwoordt te fchryven, dat men aen den Eerfamen Raedt van Arnhem gefchreven hadde ten eynde zy die weeck leeninge voor die Zoldaeten in der zeiver ftede liggende van de Impoften der generale middelen zouden verftrecken, namentelyk het Vendell van Tellicht ende zoe veel belangt Hopman Stupers Vendell verclaertden nyt geweeten te hebben nochte oick als noch te weeten dat hy tot dienfte van de Generalite beftalling hadde dat die Heeren daeromme daer nyet met allen in en konden doen voor en alleer Zyn G. weder gecomen waer. Uitgefchreven uit de boven gemelde Befoignes, zoo als dezelve ftaan in een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register ftaat Landzaaken A. 1578. 1579. en welke Befoignes in dat Register geplaatst zyn Folio 184. en volgende. xn.  t$ B Y L A A G E N. X I I. Extract uit de Befoignes van de Gedeputeerde Heeren Staten der naerdere Geünieerde Provintien van 12. Aprilis 1579. m ^en 20. May daer aen volgende. , Den ir. May 1579. Is gearrefteert, dat den Edelen Erenfeften Porapeius Upkens Lieutenant van den Lande van Gr. en eenigen der Ommelanden, aennemen zal tot Commiffaris van die Monfteringhe der Soldaten die aengenomen fyn, ofte noch in dienfte van de naerder Geünieerde Provinciën aengenomen ende in den Lande van Vrieslant en andere plaetfen onder 't gebiet van de Welgeboeren die Grave van Rennenberch Stadtholder cVc. reforterende gebruyct, ende geè'mployeert zullen worden ordonnerende, dat men een commiffie daer toe overfchiken ende den Eedt afnemen zal, omme dvoorfz. naerder Geünieerde Provintien als Commiffaris van der Monfteringhe dienen, op alfulcke Inftructie als hem mede overgefonden ende gelevert zal worden. Uitgefchreven uit de bovengemelde Befoignes , zoo als dezelve ftaan in een Oud Register, berusten ter Secretary der Stad Arnhem , op den rug van welk Register ftaat, Landzaaken A. 1578. 1579., en welke Befoignes in dat Register geplaatst zyn Folio 184. en volgende. XIII.  BYLAAGEN. 4? X I I L Extract, uit de Befoignes van de Gedeputeerde Heeren Staten der naerdere Geünieerde Provintien van 12. ApriJis 1579. tot den 20; May daer aen volgende. Den tl. May 1579. Des Naenoene. JFs gerefolveert dat rnen voortaen onder yedef Vendel van hondert vyftich hoofden in dienfte van de Bontgenooten zynde ter maent tzestich pont buspulver vuytreycken ende verdeylen zal, ende van minder hooffden zyntie naer advenant. Uitgefchreven uit de bovengemelde Befoignes, zoo als dezelve ftaan in een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register ftaat, Landzaaken A. 1578.1579.; en welke Befoignes in dat Register geplaatst zyn Folio 184. en volgende. XJVJ  48 B Y L A A G E M X I V. Extract uit de Befoignes van de Gedeputeerde ïfeeren Staten der Naer der e Geünieerde Provintien van 12. Aprilis 1579. tot den 20. May daer aen volgende. Den xn. May. Is daer naer in de Collegie gecommen Joncheet Jonan van Holthuyfen, verthonende zekere Inltructie by den Gouverneur ende Hopluyden leggende binnen Venloe geconcipieert opt beleydt ende onderhout van de Soldaten aldaer dewelcke gelefen zynde is denzelven voor antwoort gegeven, dat men diens aengaende foude fcryven aen dé voorfz. Hopluyden en maecken dat zyl. een goet benoechte hadden gelyck oock tfelve alfoe gedaen es. Uitgefchreven uit de bovengemelde Befoignes, zoo als dezelve ftaan in een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register ftaat Landzaaken A. 1578. 1579.; en welke Befoignes in dat Register geplaatst zyn Folio 184. en volgende. XV;  BYLAAGEN, 49' X V. Extract uit de Befoignes van de Gedeputeerde Heeren Staten der naerdere Geünieerde Provinciën van 12. Aprilis 1579. tot den 20. May daer aen volgende-. Den xnii May. Is in de Vergaderinge gecommen de Cappiteyri Bocholt, voordraggende den Collegie, hoe dat op den Quartierdach gehouden in den Graefffchappe Zutphen op den vm.May lestleden beflooten was t dat indien de Soldaten onder fyn Vendel ende het Vendel van Appel en Berch aldaer leggende binnen den tyt van vier ofte vyff daghen nyet en vertrecken, die van Zutphen voorfz. dezelve met gewelc van daer zouden doen vertrecken overleverende tot dien fyne Copie van de Refolutie diens aengaende op den Quartierdach voorfz. genomen, mitsgaders zekere mifiyve gefcreven by die van den Chrychsraet des Furftendoms Gelre ende Graefffchappe Zutphen verfouckende daer omme dat de voorfz* Soldaten eerstdaechs gemonftert mochten worden „ ende dat de Heeren daertoe gelieven foude eenen zeekeren dach te prefigeren, Gehoort wekken verfouck mitsgaders de voorfz. Refolutye ende mifïïve geiefen, es gerefolveert dat men van ftonden aen foude fcryvcn aen die van de Crychsraet voorfz. ten evnde Zyluyden voorfz. fcreven aen hielde aen y (£>) m  50 BYLAAGEN. die van Graefffchappen Zutphen, datZyliededoch mit haer voornemen wilden fuperfideren totte we dercompfte van myn Heere den Stadiholder omme alle inconvenienten ende beroerten te vermyden, ende belangen de verfochteMonfteringhe is denzelven voor antwoort ghegheven, dat men daer toe geen prefizen dach ofte tydt en conde nomineren overmits d'abfentie van zyn Gen. daer de voorfz. Bockholt ende andere Hopluyden haeres beftellinge van hadden te min overmits men als noch nyet en en wiste waertoe Zyne Gen. de voorfz. Soldaten begheerde te gebruycken. Uitgefchreven uit de bovengemelde Befoignes, zoo als dezelve Haan in een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register ftaat Landzaaken A. 1578.1579. '•> en welke Befoignes in dat Register geplaatst zyn, Folio 184. en volgende. XVL  Bylaagen. 51 XVI. Extract uit de Befoignes van de Gedeputeerde Heeren Staten der Naerdere Geunieerden Provintien van 12. Aprilis 1579. tot den 20. May daeraen volgende-. Den xix. Maf. Des Nanoens. "j"s noch ten felven tyde voorfz. Johan de Groot, ghecommitteert totte Monfterighe van de hondert vyff en twyntich Ruyteren ende Revuen van dien. als noodich zyn zall legghende onder den Ritmeefter Pieck ende denfelven daer van gedepecheert te worden acte van commilïïe in forma. Uitgefchreven uit de bovengelde Befoignes, zoo als dezelve Haan in een Oud Register, berustendeter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register iiaac Landzaaken A. 1578. 1579.5 enwelke Befoignes in dat Register geplaatst zyn Folio 184. en volgende.i  5» BYLAAGEN. XVII. Memoriaal voor de Landfcbap. ^Begeren zyn G. van den Crychsraden feh'riftliö antwoord ende declaration, om eenen ordentliken voet te nemen in defen itz by der Landtfchapende der Geünieerde Provinciën genomene Refolutien op den Crychshandel, ende nootwendigefecours, ofte ontfetten der ftadt Maeftricht, mits ooc dat alle Ampten, daertoe dienlyck, .nomineert worden mogen. Daer op de Crychsraden refolveert, in aenfiehtmg de naerdere Geünieerde Provinciën nu meer met defe Landtfchap veraccordiert zyn , dat nochonfen G. Heeren Stadholder, ooc defe Lantfchap in "t particulier, tot defe generale faken, nichtes Och in 't clein oder groot fal onderwinden, dan met voorgaende rade ende advys der Gedeputierden obgemelter Geunieerder Provinciën. Ende naedemael de last des Chrychs itzond defen Furftendom obligt, fal fyn G. fich behelpen (doch alles onder Correétien) met 4. perfonen uyt defen Furftendom ende Graeffchap, endeuytjeder Provinciën een , vier Crychsraden ende Monfterheeren; buyten dewelke in faken defes Crychshandels niet geadvifeert ofte voorgenoomen fal worden, te verftaen overdeCrychslieden, foo ten laste yan de Naerdere Geünieerde Provinciën fyn zal. Ende  BYLAAGEN. 53 Ende dat tot dien einde aenftondt fullen afgeveerdicht worden op Utrecht 3. Gefanten nanientlyk ... . om te bevorderen, dat fodane Deputierden fich aenftondt alhier, oder in Leger by onfen Gen. Heeren Stadholder met volcomener macht und Commiflïon vinden laten. Dat ooc de felvige Heeren Gedeputeerden binnen Utrecht its verfamkt, aenftont etlikevoornaemlike Perfonen op Antwerpen afveerdigen, om te Solliciteren , dat ihnen aldaer gelieve over dat Crychsvolc, fy tot oeren laste hebben, gelyc andere te ftellen, ende alfulke verfieninge te doen, daer met geenfins confufie in den Leger overcome, dat ooc de bovengenoemde Gefamen met allen vlyt aenholden om aldaer in aenfiehung dit Furftendom Gelre den gantfchen .last des Crychshandels met een foo grooten aental van Ruyteren ende Knechten beladen, geit te becomen, om de famptlike Knechten, die eensdeels Ongemonftert, de andere onwillich, in den Eedt te brengen, ende volgents daer mede willich te maken waer toe voor eerst nodich ongeveerlic fal moeten zyn 18000 Gl., dan fonder fulke middelen dat leger niet fal connen geflagen ofte eenige Knechten voortgebracht worden. Hierom by fyn G. aen te houden, om de Gefanten volcomene Inftruction neffens die van der Landtfchap te geven. Dat ooc onfe genedige Heer Stadholder macht hebbe met advys fyner G. adjuncten alle hohe Ampten ten Crychshandel dienende, te befetten en te vergeven. Ende wort ooc goet erachtet fich te gcbueren , datonlè Genédige Heer Stadholder met ge beurjike ( D 3 ) chargie  $4 BYLAAGEN, chargie ende last over 't Cryehsvolc foo te peerde als te voetc tot goetbedenken der Heeren Gedeputeerden moge verfien ende authorifeert worden. Alfoo de Gedeputeerde van de Naedere Geünieerde Provinciën alhier op den Lantdach erfchenen , % aengenomen hebben op defe ende meer andere pui.cten met het Collegium t' Utrecht te communiceren ende aen te holden, dat did felve Collegium ofte ten weinichften eenige van dien fich alhier by onfen genedigen Heeren Stadholder te willen voegen , ende in allen voorvallenden Crychsfaken fyn G. byredich te zyn, daerop betrouwende denfelven naegecomen worden fal, daerom de aencompst te verwachten, op dat id een tegens t'ander niet gedaen worde. Aétum den lellen Maji 1579. Opdert. HAVE, Secretarihs. Naar een Copie, te vinden in het MS. Supplement op de Boeken van, Landzaaken deannis 1576.--1580. by een verzamelt en gefchreven door Wylen den Prefident desHofs van Gelderland v. d. hell, FoL, 123, verfo en 124. XVHL  BYLAAGEN. 55 XVIII. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland. Den 10. July 1579. j(\jfoo de Staten van Hollandt nodigh bevonden Lebben, eenige Corapagnien ende Vendele op te rechten tot dienst ende verfeeckertheyt derfelve Landen, overmidts de goede kenniffe ende feeckerheydt wefende van de Perfoon van Jacob Auguftynsz Steyn, van fyn getrouwigheyt, bequaemheyt ende experientie die defelve in dienst van den Landen heeft bewefen, hebben denzelven Jacob Steyn, wederom geftelt ende gecommitteert als Capiteyn, gevende denfelven overfulcx volkomen last, om een Compagnie van 113.Perfoonen, foo Officieren als Soldaten, getrouwe, experteende ervaren Nederlandtfche Knechten wefende, in alder diligentie opterechten, ende voorts onderden Eedt, die by hem Syn Exc. ende de Staten fal worden gedaen, de voorfz. Knechten in goede gehoorfaemheyt, Kryghsordre ende discipline te ftellen ende te onderhouden, achtervolgende d'Ordonnantie ende Inftruétie by Syn Excell. ende de Staten daer op gemaeckt; lasten ende ordonneren daerom de Staten voorn., allen ende een ygelyck, ( D 4 ) den  56 BYLAAGEN, den voorn. Capiteyn daer voor te houden, gehoon famen ende reipecteren. Gecopieert uit het gedrukte Re-* gister van den jaare 1579, blad. zyde 159.  BYLAAGEN. 5/ X I X, Extract uit de Ordonnantie ofte Inilructie, ge- maeckt op de Vergaderinghe van de Bontgenoten binnen Utrecht waer naer die Provinciën ende Gedeputeerden derzelver ben zullen reguleren in beleydinge ende expeditie van de gemeene zake, die dzelve Bontgenoten ende baren Provinciën , Steden, ende Leden van dien eenichlyk, achter* volgende d'voerfz. Unie, betreffen. Art. XXIV. JEnde omme alle zaken met meerder ordre, iörchvuldicheit, voorlicht, ende kenniffe, beleyï ende vuytgevnert te worden, fall 't vverck van de voorfz. Vergaderinghe onder die Gedeputeerde van dyen verdeylt werden, te weten dat eenige lpecialyck gelast zullen zyn te voorderen, te doen voorhouden, refolveren, ende expediëren de zaken, beroerende de behouften ende fournilfement van penningen, die tot 't onderhout van de Staten der Geünieerde Landen ende Steden innegewiliich zullen zyn, op dat die in tyts opgebracht ende geinnet worden. ( Poft alia. ) C D 5 ) Art;  5& BYLAAGEN. Art. XXVI. Item zullen andere Gecommitteert worden, die toelicht hebben zullen op 't belegt van de Crychshandelinge, te meesten befcherminge van de Landen ende Luyden, ende crencte der vyanden, die kenniffe dragen zullen op 't getal van de Ruyteren ende Knechten by goede ende behoirlyke Monfteringe naer d'Ordonantie daer van zynde, ende op de befettinge ende garnifoenen van de Steden ende Sterckten , ende op alle Crychsbevelhebberen, Commiffarien ende de perfoone, dezelve Ampten ende Oftkien, ende oick Commiffien bedienende op jaerlycxs tractement;opheymelyckeaenllaghen, condtfchappen, onderhoudinghe van de verfpyers, met 't gundt daer aen cleeft; insgelycke op devorderinghe van de Fortificatie ende diergelycke. Ende zyn om 't zelve te voorderen ende te beneerftigen gelast een van Gelderlant, een van HoJlant, een van Zeelant, een van Antwerpen, ende een van Ghendt. ——— ( Poft alia. ) • Art. XXVIU. Item fall die Prefident die zaken, die dagelyexvoorvallen, diftribueren ende renvoyeren aen den gheenen, daer dess behoeren fall, ende aen den gheenen, die totte voorfz. zake Gecommitteert zullen wefen achtervolgende de voorgaende verdeelinghe. Énde dit all by provifie, ende dat die van de Provin*  BYLAAGEN.*. 59 Provinciën ende Bontgenoten defe jegenwoordige Ordonnantie zullen mogen veranderen, vermeerderen ende verminderen naer de gelegentheyt der zaken ende tyden. Aldus gedaen ende beiloeten den xix. Augufti 1579- Naar eene Oude en gelyktydige losfe Copie van de gemelde Ordonnantie, medegedeeld door den Heere Profellbr a. kluit. En nu onlangs ook gedrukt in het vierde Deel van het Groot Placaat - en Charter - Boek van Vriesland, bladzyde 71, 72, 73 ^ 74; met by voeging (was ondertekend) Radelant, die geweest is eerfte Secretaris der Heeren Gecommitteerden derNaerde Geünieerde Provintien; en onder welk gedrukt ftuk ftaat, naar het Origineel &c. Ook noch gedrukt in het tweede Deel van den Bundel van Onuitgegeven Stukken van den Heeren van de spiegel , bladzyde 221. en volgende; met dit onder» fchrift, uit de authentyke, door den Secretaris Radelant, geteekende Copie ter Griffie der Heeren Staten van Zeeland*  Cc BYLAAGEN. X X. Brief der Bondgenoten , om in Monftering en Eed te brengen eenige Vendelen te Nymegen, om alle oproer aldaer te vermyden, JEi'fame, Difcrete, Wy houden U wel bewoft, hoe dac binnen de Stadt Nymegen tegenwoordelic liggende zyn fekere 4. VeenJen Knechten, waervan de 2. noch Ongemonftert zyn, ende hoe wel men verhoopt hadde, dat de generale middelen ende Convoyen binnen Nymegen wel foo veel uytgebracht fouden hebben, dat men de voorfz. Veenlen daermede onderhouden ende betaelt hadde, foo wort nochtans metterdaet bevonden defelve middelen ende Convoyen daertoe nergens nae te flrecken oft baftant te zyn in der voegen, dat men de voorfz. Soldaten hun leeninge niet en heeft connen verftrecken, noch ooc de voorfz. Ongemonfterde Veenlen onder de Monfteringe eride Crychs Eedt te brengen, gelyc men wel onlancx gem gedaen foude hebben, fulcx dat by faute van de voorfz. leeninge ende Monfteringe onlancx aldaer fekere desordre ende Commotie verrefen is, in der voegen, dat het gefchapen was dat de Knechten ende Borgeren onderlinge overhoop gelegen ende malcanderen geflagen fouden hebben, ende ooc naeby was, dat de Burgermr. Huekelom (foo wy bericht worden) niet doorfchoten en worde, waer- Offl  BYLAAGEN. 6ï om ende ten einde fulke ofte diergelycke disordren ende inconvenienten in toecomende tyden geprecaviert mogen worden, ende op dat de voorfz. Stadt daer 'door in geen alteratie en valle, wy derwaerts afgeveerdicht hebben Joncker Bariholomeus van Wael Monfterheer Generael, om op 'talier fpoedelycxt de voorfz. Soldaten te Monfteren ende onder den behoorliken Crychseedt ende Üifcipline te brengen. Ende allo noodich is tot Leeninge ende Monfteringe der voorfz. Soldaten promptelyc ende fonder eenich vertreck te furneren ten allerminften de fomme van 2600. gulden; foo hebben wy by gemein advife befloten ende gearrefteert, dat voor defe reyfe de voorfz. penn. fullen betaelt worden uyt de Convoyen binnen de Stadt Arnhem vallende, mits dat 't felve in rekeninge geleden ende gepafleert fal worden-, oft by indien aldaer foo veel penningen in voorraet niet en waren (des verhoopt wort jae) dat Gy lieden als dan ten minften die van Nymegen laet volgen 't gene aldaer gereet , ende van de voorfz. Convoyen geprocedeert is, mitsgaders 'tgene als noch daervan fal mogen procederen , tot dat de voorfz. fomme ten vollen gefurneert fal zyn, fonder dat ooc eenige penningen daervan aen jemant anders handen betaelt fullen mogen worden, voor ende aleer 't voorfz. furniffement gedaen fal zyn. Willende ende U Lieden wel ernftlyc bevelende fich hier nae te reguleren, fonder des ooc in gebrecke te zyn, hier mede den Almogenden bevolen. Gefchreven t'Utrecht den 6. Septerabris 1579. Onder-  62 BYLAAGEN. Onderftont gefchreven LT Goede Vrienden, des Gedeputierde der Naerder Geünieerde Provinciën, ter Ordonnancie van defelve, Ondeneikent RADELANT. Naar de Copie, zoo als dezelve gevonden wordt in het MS. T^mus van Landzaaken de Annis 1579. — 1581. door Wylen den Prefident van der hele by een ver» zamelt, Fol. 50, Dat  BYLAAGEN, 63 i#ë 0$k 0êk Mk 0& 0tk . Dat deeze voorenjlaande Brief door de Utrechtfche Bondgenooten gefchreven is aan de Ontfangers der Convoojen en Licenten binnen Arnhem blykt uit een Brief van de Bondgenooten aan den Magiftraat van Arnhem, zynde van den volgenden inhoud; , „ J^dele, Erentvefte, Erfame, Wyze, Voor, „ fichtige, feer discrete Heeren, ende weerde „ Bondgenoten. Wy fenden U E. ende L. over „ Copie van fekere Miffive, gefchreven aen de , „ Convooymrs. aldaer, begerende wel ernfteliken, „UE. ende L. de goede hand te willen honden, „ dat den inhouden van dien aenflont geëfrectueert „ worde, foo het welvaren der goeder Stadt Ny. „ megen daer aen genoechfaem dependeert. Voorts , „ &c Gefchreven t'Utrecht den 6. „ Septemb. 1579. Onderftont U E. ende L. goede „ vrunden, De Gedeputierden van de Naerder Ge„ unieerde Provinciën. Ter Ordonnantie van de,,, felve. Radelant. Het Opfchrift. Edele Erent„ fefte, Erfame, Wyfe, Voorfichtige, feer dis„ crete, Bürgemeefteren, Schepenen ende Raed „ der Stad Arnhem." Deeze twee Brieven had de Prefident v. d. hell , volgens zyne aantekening, Gecopieert uyt het Boeck der Stadt Arnhem, get eikent No. 10. XXL  64 BYLAAGEN. XXL Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvrieslant. Den 14. September 1579. ^j^^lfoo de Staten uyt het fchryvens van Lonck veritaen hebben dat Capiteyn Johan van Cunincham den laft als Lieut. Generael over t' Regiment van 10 Vendelen van Graef Willem van Nalïauw hadde aenghenomen onder het Tractement van 200 ponden van xl. grooten ter maendt, die by die van de Nader Unie is geaecordeert, hebben de Staten verftaen ende verklaert, dat het Tractement van denfelven Cunincham alhier in Hollandt voortaen fal cefleren, ende niet meer worden betaelt tot 100 ponden ter maent. Gecopieert uit het gedrukt Register van den jaare 1579. bladzydeais. XXII.  B Y L A A G Ë N. Z$ X X I L Éxtract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland. Den 18. September 1579» Naèrnoëné» js gerefbïveert op de poincten van de Propofittè van de Gedeputeerden der Nader Geunieerde-Proyincien, op de Inttructie van den Edelen, Erentfeften Louf van der Haer, ende Pieter van Dillen , Raedt tot Niminegen, fulcx als hier na volght. (Poft aUa.) Op 't verfoeck dat alle de Guarnifoenen in Hollandt leggende, in den Eedt van de Naerder Geünieerde Provinciën mede ghebracht fouden worden^ als andere Soldaten in dienst van defelve Provinciën wefende, verklaren de Staten te vreden te zyn dat de Guarnifoenen binnen Hollandt mede de Nader Geünieerde Provinciën Eedt doen fullen, fod wanneer defelve met confent van de Staten voornoemt uyt den Lande van Hollandt fullen ghetroeken worden. Gecopieert uit het gedrukte Register van den jaare 1579, bladzyde 216.en 217. ( E } XXIII3  66 BYLAAGEN. XXIII. Extract; uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland. Den 26. September 1579. Naernoene. Js geordonneert te fchryven aen die van de Naerder Unie, dat Jonckheer Daniël van den Boetzelaer heeft geremonltreert, dat de Vyandt met Ruyteren ende Knechten hem fchynt te willen begeven in den Lande van Heusden, en daerom van noden was, tot confervatie van den Huyfe van Louvefteyn, 't felve met behoorlyck Guarnifoen te voorfien, 't welck de Staten oock nodelyck bevonden hebben, ende fouden daerom goet ende raedtfaem vinden, dat men den voorn. Heere van de Merwede fyn Compagnie foude laten vervullen tot 113. Hoofden, om daer mede 't voorn. Huys tegens den gemenen Vyant te mogen defenderen , of in gevalle 't felve foo haestelyck niet foude moghen gefchieden, als de noodt is vereysfehende, dat de Gedeputeerden van de Naerder Ünie in fulcken gevalle ghelieven, op den voorfz. Huylè te fchicken een van de Vendelen in haren dienst wefende, ende in de reparatie tot laste van die van Hollandt ftaande. Gecopieert uit het gedrukte Register van den jaare 1579, bladzyde 235. XXIV,  BYLAAGEN. 6? XXIV. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland. Den 20. September 1579. Is geordonneert te fchry ven aen de Gedeputeerden van de Naerder Unie, midtsgaders ReynierCant; dat alfoo den Vyandt hem tegenwoordigh genoegh met fyn gantfche gewelt thoonende is in den Lande van Heusden, de Langeftraet, ende foo voorts na St. Geertruydenbergh, ende te beduchten is, dat hy hem noch vorder foude willen begeven, de voorfz. Gedeputeerden daerom 2, 3, of 4. Compagnien binnen Hollandt fchicken willen die in de repartitie van die van Hollandt zyn begrepen, om alle Frontieren tegens den vorderen inval derVyanden te mogen befchermen. Gecopieert uit het gedrukte Register van den jaare 1579, bladzyde 236. (£2) .XXV.  68 BYLAAGEN. XXV. Extract uit de Befoignes van de Gedeputeerden der Naerder Geünieerde Provinciën, van den 22. September \S79-» tot den December daeraenvolgende. Den xxiii. Octobris 15/9. Is gerefblveert dat men onder ofte in den ArtyckelbrieiF zal ftellen dat de Hopluyden voortaen nyemant en fullen moegen voor Soldaet ontfangen, ten waere defelve eerst verthoonde behoorlycke paspoort van zynen Hopman daer hy left onder gedient heeft, ofte foo hy in geen dienfte. van eenygen Hopman geweest en heeft dat hy als dan gehouden fal zyn te thoonen behoorlycke atteftatie van den OfEcier daer hy onder gefeten is van dat hy hem wel ende eerlick gedragen heeft op peyne van dat by gebreke van dien den Hopman fal worden gecasfeert, mitsgaders gepriveert van zyne foldye dewelcke hy aen de Heer oft aen de Landen ten achteren fouden moegen zyn. Uitgefchreven uit de bovengemelde Befoignes , zoo als dezelve ftaan in een Oud Register, berustende ter Secretary der Stad Arnhem, op den rug van welk Register ftaat Landzaaken A. 1578. 1579 ; en welke Befoignes in dat Register geplaatst zyn, Folio 244. en volgende. xxvi;  BYLAAGEN. 69 XXVI. Placaat der Gedeputeerden van de Nader Geunieerde Provinciën, omtrent het overlopen der Rulleren m Soldalen van den eene Compagnie onder den anderen. Zoo als hetzelve gedrukt is in het vierde Deel van het Groot Placaat - en Charter - Boek van Vriesland, bladzyden 206. en 207. Den 22. September 1580. w y Gedeputeerden van de Naerder Geünieerde Provintien, als van den Furftendommen Gelre ende Ghraeffchap Sutphen, Graefffchappen ende Landen van Vlaenderen , Hollandt, Seelandt, Vrieslandt, Utrecht, die Vriefche Ommelanden tusfchen die Eems, ende Lauwerts , ende van Drenthe, mitsgaders die Steeden van Antwerpen, Breda, Lier &c. doen condt allen den genen, die deefe jegenwoordighe fullen fien ofte verthoont zal worden. Alfoo aen ons dagelicx groote dachten comen, ende Wy int feker onderricht zyn dat veele Chrychsluyden, zoo te Peerde als te Voet, in dienfte ende befoldinge van defelvigeProvinciën zynde,vergetende alle difcipline militaire, oock den Eedt, By henluyden volgende den Artickelbrieff gedaen, ( E 3 ) fich  fo BYLAAGEN. fich dagelicx vervorderen, jegens alle oude Crysgebruyck, haer Vanen ende Vendelen te begeven, waer door diverfche inconvenienten verrefen zyn, voörnaemptlycken als men die Vanen ende Vendelen voor den Vyant zal gebruycken, ende men als dan diezelve volgende die beftellinge meynt vol te hebben, romwylen die helft van de Hoofden daer «iet jegenwoordeiick en zyn; waer door men mit groo t leetweefen gefien heeft menighe Vendelen in 't verloop gebracht ende verftroyt te zyn, ende noen meerder desordre daer uit ogenfchynelyk zal ftaen te verryfen, zoo daer inne niet promptelick geremedieert ende voorfien en wort. Soo is 'i, dat Wy Gedeputierden, begherende zoo veel moeghelick hier inne te voorfien, ende alle voordere desordre ende inconvenientien tevoorcomen, ten eynde eens weder goede difcipline ende regement onder den Chrychluyden mochte opgericht worden, wel ernftelick geordonneert, belast ende bevolen, ordonneren, belasten ende bevelen by defen allen Ritmeefieren ende Capiteynen, enighen Ruyteren oft Soldaten, die onder enige andere Vanen ofte Vendelen gedient hebben, inne te fchryven, ofte onder haer Vanen ofte Vendelen te ontfangen, ten zy hun eerst gebleken zy van de paspoort ende oorlof van den Rithmeefter ofte Capiteynen, daer fy left onder gheweest zyn, of ten minften van den Monfter Commisfaris, wefende defelve paspoort ten langften niet older als een maent; noch oock enigen overgeloopen Knechten in dienst te nemen, op pene van mitter daet afgeftelt ende verlaten te zyn, ende over fulcks haer Ritmeefterfchap ende Capiteynfchap impetrabel te wefen. Ver-  BYLAAGEN. 71 Verbiedende ende interdicerende wel expreffelick oock by deefen alle Crychs-Knechten, Ruyteren ofte Soldaten, in dienfte van de voorfz. Provintien zynde, haeren Ritmeefteren, Capiteynen, Vanen ende Vendelen, daer onder fy dienen ende ingefchreven zyn, van nu vooaaen te verlaten, dfelve te veranderen, ofte hen onder enighen anderen Ritmeefteren, Capiteynen, Vanen ofte Vendelen te begheven, fonder oorlof ende palfepoort van hunnen eerllen Ritmeester ofte Capiteyn, op lyfftraffe; ende zo daer aireede eenighe Crychsluyden, Ruyteren oft Soldaten haer Vanen ofte Vendel mochten verlaten hebben, ordonneren ende bevelen Wy wel ernftelick by defen, aenftont ende datelick fich weder onder haer Vanen ende Vendelen te begeven, op pene, dat men die zelve alomme waer men die zal weten te becomen, als meynedige fchelmen, anderen ten exemple,aen den lyve zal doen flratFen, naer luyt den Artickelsbrief, by hen gemaect ende befwooren. Ende zoo wy beduchtende zyn, dat niet jegenftaende defen onfen bevel, vele vagabonden, 't zelve cleynachtende, al evenwel volgende haer gewoonlick gebruyek, in tyde van noot hare Vanen ofte Vendelen fullen verlaten, ofte defelve airede verlaten hebbende , fich niet aenitonds weder onder defelve haere Vaenen ofte Vendelen begeven,ten eynde fy egeene ignorantie en pretenderen; ontbieden, verfoucken ende ordonneren Wy allen Drosten, Amptluyden, Schortellen, Oflicieren ende Jufticieren, onder die voorfz. Naerder Gheunieerde Provintien reforterende, ende haeren Geasfocieerden, defen aenflont doen uytcondigen ende publiceren, alomme daer toen gewoentlick is uitroepinge ende pu( E 4 ) blicatie  ?d B Y L A A G E N. blicatie te doen; ende diensvolgende dat zy, mitsgaders oock allen Colonellen, Ritmeefteren, Capiteynen, Provoeften generael ende particulier van enigeRegementen,alle alzulckevagebonden, waer zy defelve enichfins weten te becomen, apprehenderen, fonder enige gonfte ofte diffimulatie, ten eynde defelve, anderen ten exemple als vooren, naer luyt des ArtickeJsbrief ende geleeghentheyc der faecke, geftraft mogen worden, waer toe wy allen Officieren geauctorifeert hebben ende authorifeeren by defen, zonder dat alfulcke vagabonden haer mit eenig Crychsrecht zuilen mogen behelpen ofte imploreren, ende zal den Vaderlande hier aenne dienst, ende ons een aenghename faeke gefchieden. Ghegheven binnen der Stadt van Campen, onder Onfen Cachette, den XXII. Septembris XVC. tachtentich. Onder de principale van deefen, in papier gefchreven , met een opgedruickte Segele van roeden waflè, was ondergefchreven: Ter Ordonnantie van de Gedeputierden der Naerder Gheuniëerde Provintien voorfchreven. (ende geteyckent) G. JAN. SÜYLEN, (onder ftondt gefchreven) Accordeert metten originale. By my, Ter Ordonnantie van den Hove. (geteeckent T. HEERE&> Na het Origineel, in het 3. Leeuwaarden Placaat-Boek No. ipS, XXVIL  BYLAAGEN. 75 XXVII. Extract uit de Articulen en Poin&én, verdragen en geaccordeert by Bernardt, Vry en Baanderheere van Merode &c., Lieutenant Gouverneur van wegen zyn Furftelyke Doorlugtigheid den Prins van Orangen, Stadhouder Generaal over Vriesland, ter eenre, ende de Staaten deszelven Lands' ter andere zyden, betreffende 't Gouvernement. Welke Articulen en Poin&en in het geheel gedrukt zyn in het vierde Deel van het Groot Placaat en Charter- Boek van Vriesland, bladzyden 238, en 239. In February 1581, Art, L ^J_^en eerften &c. {Poft alia.") X. Ten tienden, zoe wanneer die Soldaten met den anderen toe doen fullen hebben, oft dat zy tegens den anderen hun vergrepen hebben, zullen zy ende hun zieken by den Capiteynen ende Crychs( E 5 ) raedj.  74 BYLAAGEN. raede gejuflificeert, gedecideert ende geexecuteert worden. X I. Soo verre oeck eenige Soldaten hen vergrepen mogen hebben tegens die Ingefetenen van de Landen, geene Soldaten wefende, zullen by den Bevelhebberen ende Chrysraet geftrafft worden ; welverftaende, zoe verre dvoorfz. Crychsraet die justitie ten behoorlicke tyde nyet en doet, dat dvoorfchreven Soldaten, hun vergrepen hebbende, by zyn Genaden ende 't Hoff oft Magiftraet geftraft zullen moegen worden , volgende d'Articulen, opt ftuck van den Crychshandel dien aengaende gemaect. X I I, Ten twaelfden &c. (Poft alia.') Naar het Origineel, ter Secretarie der H. H. Gedeputeerden Staaten van Friesland berustende. xxvm.  BYLAAGEN. 75 XXVIII. Extract uit het Provifioneel Reglement van Prins Willem van Orange, op het Stuk van Regeeringe in Vriesland gemaakt, met de AdvyJ'en der Heere Edelen daerop gegeven. Welk Provifioneel Reglement in zyn geheel gedrukt is in bet vierde Deel van het Groot Placaat - en Charter- Boek van Vriesland, bladzyde 241. en volgende. Den 5. April 1581. Art. I. M yne Heeren &c. (Poft alia.) XXIII. Nopende den Crychshandel binnen defen Lande van Vrieslandt, hoewel t beleydt desfellfs zyne Excelentie alleene als Stadthouder van den voorfchreven Lande is competerende, ende dat dyensvolgens den Heere van Rummen, als Lieutenant Gouverneur, oick we] vermochte, in ahweefen van den Stadthouder, hem dies aengaende te regulereren volghens d'inhouden van de Commiffie, hem by Zyne Excelencie ghegheven: Nochtans 3 cm  ><5 BYLAAGEN. om foe wel in defe als andere faecken alle goede eendracht ende correspondentie te houden, verltaet Zyne Excelencie &c. (Poft alia.1) XXVI. Ende aengaende het onderhoudt van deChrychsdiscipJine binnen den Lande van Vrieslandt; alzoe Syne Excelencie nyet bevers en begeert, tot meerder ruste ende welvaren van denzelven Lande, dan dat de Crychsluyden, alhier fynde, ofie dyen naemaels zouden moeghen coemen, in alle goede ordre, regie ende discipline gehouden, ende de Innewoonderen van den Lande, foe binnen den Steden als ten platten Lande, van alle overlast, concusfien ende gewelt bevrydt moeghen worden ende blyven : Soe verflaetZyne Exelencie, dat de Heere van Rummen zal de bovengenoemde Crychsdiscipline alhier reftaureren, ende dyen volgens de twee nyeuwe Ordonnantiën, opt Peert ende Voetvolck ghemaect, ende binnen defen Lande ghepubliceert , in treyn brenghen , ende dezelve van puntte tot punéte by eenen yderen wel llricktelyck ende fcherpelyck doen onderhouden; procederende tegens den overtreders by executie van den penen , by defelve Ordonnantiën vermeldt; om 't welk te moegen effectueren, de bovengenoemde Heere van Rummen, Lieutenant Gouverneur, des te beter ende bequaemer middel hebben zal, evenverre die Staten van den Lande en heure Ghedeputeerde, behoorlycken op de betalinghe van den Crychsvolcke doen verfien. XXVII»  BYLAAGEN. 77 XXVIL Ende hoewel &c. (Poft alia.') Aldus ghedaen by Zyne Exelencie binnen det Stede Harlingen, den v.dach Aprilis, AnnoXVc. een en tachtentich. „ Hopende die van Adelen te correspondeeren „ met die goede genegentheyt ende vermaninge „ van zyn Exelencie, in defen geroert." Actum den vi. Aprilis, Anno XVC. een ende tachentich. Naar drie tegens eikanderen gecollationeerde Affchriften, berustende onder de oude papieren van Wylen den Hoog Wel Gebooren Heer T. JE. J. H. van Eyfinga, Grietman over Rauwerderhem. Zie mede 5. Leeuwaarder Placaat Boek No. 19. En Winfemius, Chronyk van Vriesland pag. 697.  78 BYLAAGEN. XXIX. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland. Den 26. Mey 1581. D e Staten van Hollandt willende behoorlyck voorfien tot dienfte, bewaernisfe ende verfeeckertheydt der Stede van LIarlingen, ten minften laste ende quetfinge van de Ingezetenen derfelver Stede: Hebben geaccordeert, verklaerdt ende geordonneert, accorderen, verklaren, ende ordonneren by defen, dat de twee Compagnien Knechten, die onder de Capiteynen Jr. Willem van Dorp, ende Harman Rodenburgh, binnen de voorfz. Stede in Guarnifoen zyn gheleydt, ende gehouden fullen worden, ftaende aldaer tot lafte van die van Hollandt, ten eynde defelve in goede ordre ende discipline mogen gehouden worden, ende dat op de betalinge van dien by die van Hollandt, foo wel van haerluyder Soldye als Logys-geldt worden voorfien als na behooren; dat voorts defelve Stede met de voorfz. twee Compagnien, elcks ghebracht ende verfterckt zynde tot hondert en vyftigh hoofden, in goede bewaernisfe ghefteldt ende ghehouden fal mogen worden , ende dat fulcks die van Harlingen voornoemt (op het believen van Syne Excellentie) van de derde Compagnie van Jr. Adam  BYLAAGEN. 79 Adam van Nyvelt, flaende onder het Regiment van Graef Willem van Nasfau, fullen mogen werden ontlast, alhoewel defelve Compagnie niet en is flaende tot laste van die van Hollandt, fonder dat oock de Staten voornoemt verflaen , dat den Sergeant Major binnen Harlingen, by die van Hollandt betaeldt fal worden; is voorts by de Staten voornoemt verftaen ende verklaert, dat de Compagnie, leggende tot laste van die van Hollandt binnen Harlingen, Kampen en Bommel, mitsgaders tot Thiel, in alle betalingen gehouden fullen worden, als andere ordinaris Guarnifoenen binnen Hollandt. Gecopieert uit het gedrukte Register van den jaare 1581, bladzyde 214. xxx;  8o BYLAAGEN, XXX, Extracl: uit de Refolutien van de Heeren Staateti van Holland ende Westvriesland. Den 30. Mey 1581. 21yn Gecommitteert den Heere van MathenesV eene van Dordrecht, Gornichem, ende den Advocaet, omme Syne Excellencie voor te houden, dat de Staten (op het believen van Syne Excellencie) wel fouden verftaen, dat den Collonel Michiel Caulier buyten dienst van den Lande foude ontflaghen werden, alfoo alle Capiteynen onder fynen Regimenten niet langer en behooren te dienen, ende den voornoemden Collonel hem in fyrien dienst niet en heeft gedragen als naer behooren; dat mede de Ruyteren van den Rithmeester Holfteyn met den eerften naer Heusden ghetrocken foude mogen worden, aldaer defelve feer noodigh bevonden worden , ende dat met advis van de Nader Unie , als niet wefende in dienft van die van Hollandt. Gecopieert uit het gedrukte Re-' gister van den jaare 1581, blad* zyde 225. xm  BYLAAGEN. 81 XXXI. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland. Den 25. Augujii 15 81. Naernoene. Ïs gerefolveert dat de Compagnie Ruyteren van Ciptceyn Thily getroeken fal worden in Guarnifoen binnen der Stede van Heusden, ende de Compagnie Ruyteren van Capiteyn VVierich van Byftraten, in Guarnifoen binnen Geertruydenberge midts dac defelve Eedt in het particulier doen fullen tot dienfte van die van Hollandt, ende de betalinghé daer af by die van Hollandt'gedaen fal worden, foo langhe de voornoemde Ruyteren in Hollandt fullen gehouden worden, ende dat achtervolgende haer luyder beftellinghe, op de Soldye met haer luyden gemaeckt, leggende in Guarnifoen binnen de Steden, midts dat het Hoy ende Stroo tot behoef van defelve Ruyteren ten redelycken pryfe fal gelevert worden, op afkortinge van haer luyder Soldye, doende daer af de Huysluyden betalinge als naer behooren; dat mede de Compagnie van Swieten uyt Heusden binnen Dordrecht in Guarni° foen geleydt fal worden ; ende is gecommitteert Batenburgh, omme het felve te effectueren, ende naer dat den felven Commiffaris behoorlycke Re( F ) vene  Ü2 BYLAAGEN. vene over de Ruyteren ende Knechten in defen fal hebben gedaen, fal de Staten daer af doen volkomen rapport, met overleveringe van de Rollen daer toe dienende. Gecopieert uit het gedrukte Register van den jaare 15 81-, bladzyde 454. XXXII.  BYLAAGEN. 83 XXXII Éxtract uit het Register der Refolutien van de Hei* ren Staaten van Holland ende Westvrieslatid. Den 21. November 1581. Naernöene. De Staten voorgehouden zynde feeckeren Articulen, by den Grave vanHohenloo gemaeckt, tegens alle disordre ende abuyfen in den Kryghshandel; hebben de Sceden defelve feer goedt ende noodigh bevonden, ende verklaerdt ende geordonneert, dat defelve Articulen fullen worden geregiftreert, ende daer af dubbelt overghefonden fal worden aen alle Collonellen , Capiteynen, ende Magiftraten van de Steden , ten einde de voorfchreve Articulen aïomme eenpaerlyck mogen werden onderhouden, fulcks als hier naer volght. Alfoo myn Heere den Grave vanHohenloo, Heere van Langenbergh,&c. Lieutenant-Generael van myn Heere den Prince van Orange , over het Kryghs-Volck van Hollandt ende Zeelandr, &c; met'erdaedt bevindt de groote disordre ende abuyfen , die dagelycks foo langs foo meer onder 't Kryghs-volck de overhandt nemen, en begerende Syne Genade op alles te voorfien, foo veel in defelve is, heeft goedtghevonden ende geordonneerd vinden goedt, ende ordonneren midts defen, de ( f 2;  34 BYLAAGEN. volgende Poincten in fyn volle vigeur op hooghfte ilraffe en arbitrale correctie onderhouden en achtervolght te worden. In den eerften, dat geen Capiteyn eenige Soldaten van den Vyandt gewilligh overghekomen, ofte gevanckelyck ghebracht zynde onder fyne Compagnie fal mogen aennemen, ten ware ten volle bleecke defelve om groote ende merckelyke oorlaecken van daer vertrocken te zyn, alfoo diverfche tyden eenighe van den Vyandt overkomende, ende de Forten en Plaetfen van Guarnifoenen befichtight hebbende, a'foo balden weder naden Vyant verlopen. Dat foo verre eenige Soldaten aan defe zyde in dienft, ende naderhandt by den Vyandt geweest zynde, alhier wederom overkomende, ofte gevanckelyck gebracht worden,fonder genade en terftont woiden^ge-executeert. Dat geen Capitein eenige Burgeren binnen de Plaetfen van Guarnifoen en fal mogen aennemen, laten infchryven, nochte tegens eenige Monfteringen onderhouden, op hoogfte^ftraffe, want fyne Gen. geenlints wil verdragen, dat door fulcke middelen haer eygen Huyfen bevrydt, ende de medeBurgeren daer door te meer belast worden. Dat geenen Capiteyn fyne Soldaten om Buyt, ofte eenige Entreprinfe op den Vyandt fal mogen uytfënden fonder expreife last, wil en bevel Van fyne Genade, ofte der fel ver Gecommitteerden , in wekken gevalle ook elcken Capiteyn gehouden fal zyn de namen van defelve Soldaten, by hem onderfchreven, in handen van fyne Gen. ofte de voornoemde Gecommitteerden over te leveren. Alle foulen, foo wel op de platte Landen als in de  BYLAAGEN. 85 de Steden bedreven, ende naer voorgaende advertentie wettelyck by de Capiteynen , ofte eenige Officieren gedooght, ende niet alfoo balde met der daedt gheftraft, fullen op hare Perfoonen ende Goederen verhaeldt worden. Geenen Soldaet ofte Officier fal den anderen de Wachten ,Sentinelle, ofte Ronde mogen afkoopen op lyfitraf, ende indien hetfelve by eenigh Officier gedooght werdt, fal het op fyn Perfoon verhaelt worden. Ende fullen foo wel de Adelborften als de Bevelhebbers, fonder eenige weygeringe, de ordinaris Ronde voorfien, ende by haer Corps deGuarde blyven, ende 's morgens in 't opdoen van de Poorten met haer Geweer prefent wefen. Sullen oock geene Soldaten uyt haer Corps de Guarde gaen, fonder conlènt van den Corporael, cp lyf ftraffe. Sullen oock de Soldaaten fonder confent haers Capiteyns niet wyders buyten de Plaetfe van haren Guarnifoen mogen begeven, dan foo verre men met een Kartouwe fal mogen fchieten op lyf-ftraffe; ende ingevaHe de Capiteynen eenige van hare Soldaten ergens uyt te gaen, fouden willen verloven , fullen de Biljetten ende Namen van de uytgaende onder de Capiteyns handt, aen elckePoorte, in handen van den Corporael, ofte den genen, die aldaer wacht houdt, overghelevert worden, op dat men, indien eenige foulen van buyten gefchiedende, ende de Namen van deuytgegane wetende, defelve te beter fal moghen achterhalen ende ftraffen; wel-verftaende, dat defelve Soldaten gehouden fullen zyn by daegh weder inne te komen op lyf-ftraffe. ( E 3 ) Geen  86 BYLAAGEN. Geen Capiteyn fal den anderen fyne Soldaten mogen ontrecken, noch eenige fonder paspoort aennemen , op hooghfte ftraffe en verlies van fyn Gagien. Ende fullen de Capiteynen vooral ghehouden zyn ende forghe dragen, dat haerluyder Soldaten met goedt zydt-gheweer voorfien zyn. Als de kloek in de Winter acht, ende in de Sqmer negen fal gellagen hebben, fullen de Soldaten ende Guarnifoenen van de ftraten, ende uyt de Herbergen in haerluyder Logyfen begeven op lyfftraf. Sullen oock by daegh ofte nachte tot geene Honden, geene Schantfen, Bolwercken, ofte andere Plaetfen daer men ghewoonlyck is wacht te houden , fonder Schildtwacht ofte Sentinel laten op lyfftraf. Nochte oock by daegh ofte nachte eenige Poorten ofte Portalen te openen , fonder merckelyke oorfaecken, ende met kennisfe van den genen die over de Guarnifoenen bevel hebben , met den Wachtmeefter, oock met haer geweer van te vooren wel uytfeynden, alle de Plaetfen befichtigen, ende reguardt nemen dat die van buyten in het uytgaenofteingaen niet ftereker dan die Wachten zyn. Ende indien de uytgegane weder ftereker fouden willen inkomen, dan fy van te voren uytgegaen zyn, fal hun luyden hetlèlve in eeniger manieren niet geconfenteert ofte toegelaten worden. Alle Inkomende fullen in de Poorten hare namen laten infehryven, mitsgaders de plaetlèn van haer Logys, tot welcken eynde voortaen aen elcke Poort eene die fchryven kan, by de Magiftraten geftelt ende gehouden fal worden, Den  BYLAAGEN. 'èy Den Wachtmeefter fal alle nachten de Herbergen ende Logyfen belichtigen, ende mogen vernemen wat Volk daer logeert, ende indien hy eenighe fwarigheydt vindt, het felve den genen die over het Guarnifoen bevel hebben aendienen, omme in alles geremedieert te worden als naer behoren , en van gelycken het inkomen van de Schepen , en onderfoeckinge derfelver, goet reguard nemen. Alle Soldaten, die droncken op hare wacht komen , fullen anderen tot exempel in d'Yzer geflagen worden; ende die gene, die na befette wacht, of oock binnen de Plaetfen van den Guarnifoene met malkanderen balgen, Haen en vechten, fullen fonder eenige genade aan het lyf geftraft worden. Ende alwaer het dat by wylen de betalinge niet foo pr£efix,ende op fynen gefetten tydt aenquamen als het behoordt, fal hem niemandt vervorderen eenige muyterye aan te ftichten, Monfteringe weygeren, of de Burgeren eenigen overlast doen, ofte tot onbehoorlycke faecken te conftringeren. Aldus by Syne voornoemde Genade geordonneert, ende de Capiteynen, ende principaelfte Bevelhebbers voorgehouden, ende te onderhouden belooft. Binnen Heusden den 10. November 1581. Onderteeckent. PHILIPS, GRAVEN ZU HOHENLOO. Gecopieert uit het gedrukte Register van den jaare 1581 ,bladzyden 575. 576. en 577( F 4 ) XXXIIL  88 BYLAAGEN. XXXIII Extract uit de Commiftie op agt Gedeputeerden, om met den Stadthouder te handelen over zaaken, betreffende het welzyn van den Lande, uitgezonden Civile en Crimineels Juftitie. Welke Commiftie in zyn geheel gedrukt is in het vierde Deel van het Groot Placaat- cn Charterboek van Vriesland, bladzyde 302. en volgende. Den 28. July 1582. w y gemene Staeten ende Volmachten van den platte Landen ende Steeden van Vrieslandt, op ten tegen woordigen Landtsdach , begost binnen Leeuwarden den XXVI. Juny 1582., vergadert zynde, ende continueerende in de Naerder Unie, fonder ons daer aff eenichfins te fcheiden; doen condt: Dat wy tzamenderhandt ende eendracht^ lyck hebben geordonncert ende gecommitteert, ordonneren ende committeren mits deefen de Edele, Erentfefle, Hoicbgeleerde, Eerbare, Wyfe, Voerfienighe zeer Discreete Heeren Kempe van Doenia tot Jelfum, Siurdt Fockens, Jelger van Feytsma, D. Orck Doeyen, Abel Franckena, Meester Meyne.Lyckles, Douwe Sycxma, ende Willem Ar entzoon, omme metten Deuiluchtigen Vorst ende .Heeren, Heeren Wilhelm, Prince van Orangien, Grave  BYLAAGEN. 89 Grave tot Nasfau &c., als Stadtholder van Vrieslandt, oft in zyn Forstelycke Genade abfentie, metten Welgebooren Heeren, Heeren Bernardt, vry Baenreheere van Merode, Heere tot Ruinen &c. Lieutenant Gouverneur zynder Excellentien, in den name desErffguberneurs des lleyligen RoomfchenRycx over Vrieslandt voorfchreven, opt fpoedelicxt ende ter eerfter gelegentheyt aiï te doen ende repareren, alle tgene by yemanden tegens den Tractaten, Privilegiën , Vrybeyden, Lofflycke Ordonnantiën, Coftumen, Acten ende Rechten, by den Landtfchappe verworven ende vercreegen zynde, zoe wel int particulier als int generael denièlven competerende, eenichfins gedaen ende geftatueert ende als noch gedaen en geftatueert mach worden; ende dfelve Tractaten , Privilegiën , Vryheyden , Lofflycke Ordonnantiën, Coftumen, Acten ende Rechten voorfchreven in haeren Olden Lofflycken ftaet te ftellen, ende tegens alle perfonen, ende op alle plaetzen daert nodich zal wefen, te befchermen ende bewaren; oeck metten zeiven Stadtholder ofte zynen Lieutenant als vooren,oft int affwefen des welgedachten Stadtholder, ofte zynen Lieutenant, alleenich raeden, adviferen ende lluyten op alle veurvallende zaecken, waer deur de gemeene Welvaert ende Vryheyt gevordert ende wel bewaert zal moegen worden ; alleene uytgefondert de faecken van Civile ende Crimineele Juftitie, welcke gedaen ende gedecideert zullen worden van de Stadtholder ofte zynen Lieutenant, met die Provintialen Raedt, ende in abfentie van den Stadtholder ende Lieutenant voorfcreven, by den voorfz. Provincialen Raedt allee( -F 5 ) nich3,  po BYLAAGEN. nich, fonder dat die Gedeputeerden heur daer aff yets fullen mogen annemen ende bemoeyen; als van gelycken die van den Provincialen Raet zig niet fullen moegen ende bemoeyen met eenige Landts-Saecken. Gevende infunderheyt defelve Gedeputeerde expreife last ende bevel, omme metten Welgemelten Stadtholder ofte Zynen Lieutenant Gouverneur, de facto ende!fonder eenich vertoch met alder ernst te restaureren ende weder op te richten de vervallene Crychsdiscipline; befonderlinge te procureren dat de twee Ordonnantiën, by Zyne Excellentie ende die Generale Staten op 't Stuck van de Crychshandel, zoe Voet als van Peerdevolck gemaeckt, ende alhier gepubliceert, ende in alle puncten effectuelyck onderholden worden, ende tot dien fine alle onbequameHopluydeu ende andere Bevelhebbers, met adfifientie ende advys als voren, gedeftitueert, ende andere bequaemer ende weerdiger in hun plaetfe geftelt worden, oft by faute van dyen, dat fy voortaen geene tractamenten oft gagien laeten volgen den geenen, die buyten hoerluyder advys ende voerwillige geftelt moegen worden; mits nemende goede informatie van alle die gene, die van Crychsluyden ende Soldaten eenighe Perfonen gevangen, getravailleert, onbillyckengerantzoneert,oft andersfins onbehoorlyck geexactioneert moegen zyn; conftringeerende dfelve tot behoirlycke refufie van dyen aen de geledeerde partyen, ende aen te houden dat defelve geftraft worden, als den Crychsoverften, tot onderhoudinge haerdere Crychsdiscipline, fullen beyynden te behoeren. &c. Aclum  BYLAAGEN. 91 Actum binnen Leeuwarden den XXVIII. July 1582. (Ondergeteeckent) SCIPIO VAN MECKEMA. S1BET SCHELTUMA &c. (onder ftondt gefchreven.) Nae gedane Collatie jegens den Principalen van defen, zynde getekent als voren, is daer mede bevonden t'accordeeren. By my. (geteeckent.) E. ISBRANDI. (noch ftondt ondergefchreven.) Gecollationeert mit gelycke Copie, ende bevonden daer mede den 22. Augufti 1582. te Concorderen. By my, (was geteeckent.) L. DE VEEN. Naar de Authentique Copie, in het 5. Leeuwarder Placaat Boek No. 31. XXXIV  92 BYLAAGEN. XXXIV. Extract uit de Inftruétie voor den Gedeputierden der Staten des Furftendoms Gelre ende Graaffchap Zutphen, alles op behagen. j\.!foo men met grooter fchade ende bederfnifs defes Furftendoms ende Graeflchaps bevonden heeft, dat, als Landt, Quartiers dagen, oder andere gemeine bycompften geholden, ende daer in affcheit genomen, derfelver Refolutiones vast merendeel fonder, wyder naedencken ende executie blyven liggen; daer her dan verncr inconvenienten ende fulc verloop ervolcht, als wy nu etlike jaer vernomen ende gevoelt,ende noch je langer je meer te beforgen zyn. Ende dan denfelven voor te comen, ende hier in te remediëren, foo hebben Bannerheer, Ritterfchappen, ende Steden voor goet aengeiien, ende eene hooge nootdruft eracht eenige aenfienlike, ernfthaftige, des Landtsgetrouwe ende oprechtige Perfonen in der felver plaetfen aen te ftellen, denfelvigen de voorfz. Refolutiones ende wes funst de gemeine fake aenlangt, oder wat meer defes Furftendoms ende Graeffchaps heil welvaert aengelegen te bevelen. Ende hebben dem nae opgericht ende ordiniert, oprichten ende ordineren in craft defes een Collegium van negen Heeren, als eenen van wegen den Banner-  BYLAAGEN. 93 B&nnerheer ende dan noch 8. uyt den 4 Quartieren , eensdeels uyt de Ritterfchappen, anderdeels uyt der Steden defes Furftendoms ende Graeflchaps refpeétive genomen, reprefenterende de Staten defer alinger Landtfchap; noch eenen Treforier Generael ende Griffier by de Landtfchap te nomineren, ende neven hem eenen ofte meer Clercquen tot discretie van de Heeren; enen Deurvvaerder ende twee Boden, by den Gedeputeerden te nomineren. (Poft alia plural) Verner fullen welgemelte Heeren Gedeputierden daer aen wefen, dat goede Crychsdifciplyn in defen Furftendom ende Graeffchap geholden, de ingebroken onordeninge ende moetwil geftraft ende afgefchaft, ook niemant der onderdanen van denfelven Crychslieden langer befchadet ofte verwaltiget worde. Item dat alle inlegeringen verhoedt ende afgefchaft, ooc geen Durchtochten, dan met fyn Genades ende meergemelter Gedeputierden voorweten ende bewilliginge gefchiede, oder geftadet;toe dem in den nootwendigen ende bewillichten deurtochten daer aen zyn, dat alle billetteringe afgefchaft, de armelieden met fware costen ende afvorderinge eeniger penningen, ook have, beesten, &c. ende met hoeren doortrecken den Ruyteren ende Knechten onwillicheit in't voortrucken, dreigementen , oder andere practiken niet befwaert ofte belast, fonder dat hier in de oude goede Crychs* ordeninge ende disciplyn, ooc de Articulen defes LantdachsRefolutions fchriftlyc geholden endenae- comen'  94 BYLAAGEN, comen worde; ende foo jemant defen te weder befwaert, oder befchadicht mochte worden, fullen welgemelte Gedeputierden de befchadichten na genomener information tot goeder discretien fonder eenige entgeltenilfe allen fchaden reftitueren laten ; funften fal het defen Furftendom ende Graeffchap aen oere contribution te goede comen, oder van de Generaliteit erftadet, ofte van de penningen desfelven competerende ontfangen ende reftitueert worden , ende fal fulcke bevorderinge infonderheit den Gedeputeerden belast zyn. Daer beneffens allen Crychslieden hier in Garnifoen liggende, oft comende oeren Artikelsbrief fcherp ende onverbrekelyc te doen onderhouden. (Poft malta alia.) Aldus op eenen gemeinen Lantdach binnen Arnhem den 28. Martii Ao. 83. beraemt ende gefloten. (Onderftond) Gecopieert uyt 27. 28. 29. 30. 31. 32. en 35. bladt des Boecx der Stadt Arnhem, geteickent No. 13. Naar de Copie, te vinden in het MS. Tomus van Landzaaken de annis 1582.—1585. Fol. 69. 70. by een verzamelt en gefchreven door Wylen den Prelident des Hofs van Gelderland van der hell.  BYLAAGEN. 95 XXXV. Exract uyt de Refolutien, by den Gedeputierden der Geünieerde Provinciën aan de Oostfyde der Maas genomen. Binnen Utrecht. Den 21. Aprilis Anna 1583. Stylo novo. Pmftntibus Op 't verfchryven van die van de LantMunfter. raet aan ^ Oostzyde der Mafe in dato d'Heer van den 29' Martii ]estleden uvt Campen geNoord- daen, zyn alhier binnen Utrecht erfchewyck. nen, ende op huiden by den anderen •Brasfer. verfamelt, ende gecompareert de GedeÏÏB ^er putierde van Zutphen, Hollandt, Utrecht, Cant? Vrieslandt ende Overysfel, in margine Dnven- van defen aengeteickent. vorde. Ende alfo de Gecommittierde van den Zuylen. Furftendom van Gelre, van Zeelant, Moers- ende de Vriefche Omlanden noch niet berge. eR waren gecompariert, is by den Heeren Foeyt, Gecommittierden goetgevonden die van Druenen. den Landtraat te doen verfoecken , dat Franci-eraa ^ *n düigentie den Heeren Stadholder, WerrndöT' Ganceler ende Raeden des Furftendoms Dorre. ' Gelre ende Graeffchaps Zutphen van de aencompst der Heeren Gecommitteerden willen  96 BYLAAGEN. willen adverteren, met vermaninge, dat Syn Gen. ende heur L. willen bevorderen , dat de Gecommitteerden van den Furftendom van Gelre over nacht ende dach op de verfamelinge alhier mogten geichikt worden; dat van gelyken aan de Gedeputierde van Zcelatn, in de vergaderinge der Staten van Hollant zynde, mochte worden gefchreven, foo fy van wegen der Staten van Zeelandt last hadden alhier te erfchynen, dat in fuiken geval fy in aller diligentie folden willen herwaerts comen. ( Puft multa aha. ) Dm ii. Maji Anno 1583. Prefideren- In 't refumeren van 't Reces is onder de Vries- anderen by den Heeren Gedeputierden De Heer verftaen> dat den Heeren Generale Sta-Franckena. ten, Syn Princelyke Extie, ende den Lodingius. Heeren van den Landraet fal toeftaen PaMunfter. tenten te verlenen, waerop het CrychsKreynck. V0]C;j f00 RUyteren a]s Soldaten, tot alBemfack. Plaetfen, als de noot folde mogen Arnhem.' vereisfehen, fal mogen pafferen, endeby Ommeren, den Provinciën daer in geen fwaricheyt Koorcwyck.rnogen gemaect worden. Welverftaende Cmt- dat de Provinciën, alwaer het felve BuL ' Crychsvolck nootwendich fal moeten pasBrakel. feren, daer van, foo de tydt fulcx eenichMoersber- fins lyden mach, fullen worden geadverfi6'1, teert, ten einde fy eenige heure Gecom- mitteer-  BYLAAGEN. 97 Wermelo. muteerde het Crychsvolc mogen tegenïlorr5*, fenden, om die ter minfter quetfwge deur v^rrmius. de Pt°vincien te conduiferen; in allen geval fal denfelven Crychsvolc een Commilfaris worden geadjungeert, om die volgens de Patente, daer men de namen der Dorperen, daer het Chrychsvolc fal vernachten, fal exprimeren, te conduiferen: Ende wordt alle 't Crychsvolc belaft hen onweigerlyk volgens de Patent te reguleren; ten wekken einde hier van een Artikel in den Artikelsbrief fal worden geftelt. (Op het einde van deeze Refolutien, welke eindigen op den 12. Maji Ao. 1583. des nanoens^ onderftond) Aldus gecopieert uit het 75. tot het 126. bladt incluys des Boecx der Landlaken der Stadt Atnhem van den jaare 1583, geteikent D. Naar de Copie, te vinden in het MS. Tomus van Landfaken de Annis 1582. —1585., by een verzamelt, en gefchreven door Wylen den Prefident des Hofs van Gelderland van deb. hell, Folio 79. en 90.  93 BYLAAGEN. XXXVI. ARTICULSBRIEF, Van den lesten Februarii 1579. Cc)« "aedcmael by die van den Furftendom Gelre met de Graeffchap Zutphen, Graefjc happen ende Landiti van Hollandt, Zeelandt, Utrecht, de Vrie* Dit Stuk ftaat in het Manufcript van den Heere van der Hell, gefchreven op dezelfde wyze, als hetzelve alhier gedrukt is; zoodanig, dat tittels ftaan boven alle de woorden, die nu in Curfieve letteren zyn gedrukt; en dat onderfchrapt zyn alle de woorden, die nu met Capitaale letteren gedrukt zyn; de woorden , boven welken in het affchrifc van den Heere van dek. Hell tittels zyn geplaatst, zyn die van den Beftaltbrief, doch die niet behooren tot den Artikelbrief voor de Compagnie Arnhemfche Land - Militie; zoo dat, wanneer de woelden, die nu met Curfieve letteren gedrukt zyn, in het leezen worden overgeflagen, men den Artikelbrief voor de Compagnie Land Militie in zyn geheel leezen kan; zoo als men ook den Beftaltbrief van 1579, in zyn geheel kan leezen, wanneer men de woorden, die met Capitaale Ietteren gedrukt zyn, overflaat; voor het overige zyu 'er in dit exemplaar van den Beftaltbrief eenige woorden verkeerd gefchreven en uitgelaaten; doch het welk wy onnoodig geoordeeld hebben in het byzonder aan te vvyzen , alzoo een ieder, dien het lust, zulks zelf kan nagaan , door dit exemplaar te vergelyken, met den Beftaltbrief uit het Arnhemfche Register, die vóór deeze Verhandeling gedrukt ftaat.  BYLAAGEN. 99 Vriefche Omlanden, tuffchen de Eems ende Lauwerts, de Stadt van Gent, ende de Heere Stadholderen van dien is. Naedemael by de Rir- terschappen ENDE StEDEGESANTEN DES Ve- luschen Quartieren, by den welgeboren onsen Gen. Heere Stadtholder GrAef toe den Berge, endede Ritter schappen ende Stedeges anten des Arnhemschen Quaruere tot noch toe boven eenige andere provinciën ende Quartieren hooch noodich te wefen al noch een mercklyke getal van Veenlen Voetknechten, eenige jonge gesellen uyt den Steden ende Platten Landen van Veluwe boortich in den dienst aen te houden tot verfekerheit ende befcherming van dtvoorfchr.Landen, selve Veluwe , ende tot wederftant van de Spaenjarden, ende andere vreemde natiën ende oeren aenhangeren Vyanden des gemeinen VaderlantS; Ende willende dat fodane knechten, jonge gesellen in gelde geregeltheit ende Crychsdisciplinen onderhouden worden, om mitsdien voor te comen ende beletten de genige die sonder Ordonnancie in de Veluwe souden willen vallen, allegewelt, berovinge, ende vuytteringe foo binnen den Steden, als ten Platten Lande des voorschr. Quartieren. Soo is hy die van den Furftendom Gelre mette Graeffchappe ende Landen van Hollandt, Zeelant, Utrecht, de Vriefche Omlanden tujjchen de Eems ende Lauwerts, de Stadt van Gendt ende de Heere Stadhouder en, soo is Stf den Heere Stadholder ende de RittersChappen ende Stedegesanten des voorschr. Quartiers van Veluwe met consent endebewilliging onses Gen. Heeren Stadholöe( G 2 ) bJ?»  iuo BYLAAGEN. ren Grave toe den Berge, daer op gemaecl ende gefloten defe iegenwoordige Ordonnantie ende Beftaltbrief dewelcke alle Bevelhebberen ende Crychslieden, Edelen ende Onedelen, Dobbelfoldeners, andere gemeine knechten gehouden fullen zyn te befweren ende puncïueliken te achtervolgen, ende in alle manieren te doen achtervolgen. Sullen dan voor eerst beloven ende befweren die van den Furftendom Gelre mette Graeffcbap Zutphen, mitsgaders de Staten van den Lande van Hollant, Zeelant ende Vriefche Omlanden tusfchen de Eems ende Lauwerts ende Staat van Gent, (de Steden ende platte Landen , Ritterschappen en Steden van Veluwen sampt allede- selve inwonneren) (b) de RlTTERSCHAPPEN ende Steden van Veluwen sampt alle de inwooneren van dien wel ende getrouwelyc te dienen, heuren belleken Overften, Hoplieden, Veendrichs, en Bevelhebberen, ooc 't gene by anderen in heurlieder naem, hun by de Ritterschappen ende Steden, ofte derselver Gedeputeerden fal worden bevolen in alles wes Crychslieden gebeurlycis onderdanichendegehoorfam, te zyn, altyt nae oeren uyterften vermogen 't nutlicfte ende befte vorderen, alle fchade ende naedeel van de voorfchr. Landen en Provinciën, Quar- (JA Deeze woorden in een parénthefis gezet, zyn in het Exemplaar van den Heere van der Heli. van boven en van onderen onderfchrapt; het fchynt, dat die woordenen de daar op volgende, die met capitaale letteren gedrukt zyn, beiden in het ontwerp van den Artikelbrief voor de Compagnie Arnhemfche Land-Militie zyn geplaatst, teneinde vervolgens eene dier beide periodes te verkiezen.  BYLAAGEN. 101 Quartieren ende Landen mitsgaders van de Onderlaten ende Vrienden van dien af te keeren ende fchutten, ende alle der gemeiner Landen Vyanden die nu zyn ende naemaels wefen mochten geene uytgeibndert ten bevele van oere Overicheit, Hoplieden hinderen, crencken, ende daer tegens 't aiier ftont hun laten gebruycken te water ende te Lande binnen of buyten te voor febr. Provinciën, de Veluwe tot kennis ende Ordonnancie van onsen G. Heeken Stadholder ende de Gedeputeerden van den Quartiere, 't zy in flachten, ftormen, wachten ofte tochten in Rotten, Veenlen, heelen ofc halven in allerhande getale, ende aen allen oorten lyf ende leven ongefpaart, ende foo wie anders oft iegens eenige van defen punéten dede, dat defelve fal geftraft worden aen lyf ende leven fonder eenige verdrach. Ende sullen insonderheit mede goede toeversicht dragen, soo veelmogelyc op den gemigen die op stegen en straten comende van den vyanden loopen ende deselve dootslaen, I. Dat fy lieden den name Godts niet ydelick, lichtveerdich, ofte te vergeefs fullen gebruycken , ofte blafphemeren fweren , vloecken, ofte andere fchelde ende onnutte woorden op lïraffe nae gelegenheit van de fake. II. De gene die eenige woorden in fpit of fpot van het woort Godts ende den Leeraers des Evangelie fpreect, fal worden de eerfte reyfe 3. dagen te water ende te broode gefet, ende voor de 2. reife fyne wapenen verbeuren, en gebannen, ofte ( G 3 .) nae  |da BYLAAGEN, nae exigentie van de faken aen den lyve geftraft worden. III. Alle onwetlike dootflagers , dieveryen , brandftichtinge, ftraetfchenderie, overlpel, vrouwe-cracht, fortfen gewelt, en andere gebreken, buofe daden ende openbare quade feiten en misbrujcken fullen aen 't leven geftraft worden met orde! van den Qhrychsoverfien, Capiteinen ende Bevelhebberen nae Crychsgebruyck oft fulcke Ordonnancie als by den voorfchr. Provinciën ende hare Stadhouders van den Quartilre daer op gemaeét is of gemaeéi: fal worden. Ende fullen in gelycke ïciïult ende misdaet gehouden wefen alle de gene die alfulcke misdadige wetende toeltaen, aenhoudenverfteken ende verbergen in eenige wyf=. Sullen ooc geene Bevelkeeberen ofte gem2ene knechten uyt andere veenlen comende aengenomen worden, ten zy dat sy genoechsame ende deuchdelike paspoort vertoont sullen hebben. IV. Item fullen alfulcke misdadigen, ooc alle Soldaten, die fich aen eenige Borgers oft ingefetenen van de Steden ende Landen der voorfchr. Provinciën, onderdanen der voorschr. VELUWE, ende andere geene Soldaten, nochte onder 't Chrychsregiment de Veenlen wefende, ontgaan, misdoen, ofte misbruycken by den Officier van de plaets mogen aengetast ende in hechtenis gefonden worden, loo verre de Provoost niet iegenwoordich ofte van fulcx te doen verfuymelyc is: Behoudelyc dat men defelve gevangenen binnen 24. uren nae date vnn de apprehentie in handen van den Over-  BYLAAGEN. id3 ften oft Hopman over fal leveren, fonder dat iemand van de Soldaten den voorfchr. Officier daer in eenich belet oft daerom eenige iniurie oft leet doen M op lyfs ftraf. V. Die contrarie fynen Eedt van gehou oftegetrou te zyn eenige confpiratie ofte opfet maect oft voorftelt in 't heymelick oft in 't openbaer iegens de voorfchr. Provinciën eenige Provinciën den Heeren Stadholder ofte de Staten des Laudts, Steden en Leden van dien, voornamelic iegens de RlTTERSCHAPPEN steden van VeLUWEN ofte de Onderdanen van dien, oft ooc de faken van den Lande ooc iegens fynen Overften Capiteynen, oft Bevelhebbers, ooc den geenen die daer afweet ende 't felve niet aen de voorfchr.Provinciën, Heeren Stadholderen, Staten 's Lants U L. oft de Gedeputierden des Quartiers iynen Overften ofte Capiteinen niet te kennen en geeft, fal fonder genade geftraft worden als voren. VI. Gelyckerwys ook geftraft fullen worden, de genige die eenich verftant met den vyant hebben, oft van eenigen heuren aenilach wetende defelve niet te kennen en geven als boven, of die in Steden, Stereken, Belegernisfe ende befettingen oft daer uyt met den Vyandt fprake houden, ende felfden* door brieven, bode of andersfins eenige condfehap doen in 't overfchryven, ontbieden, oft van daer ieet ontfangen fonder voorweten ende bewilliginge van fyne Óverheit. VIT. Die uyt oft in eenige Stadt , Schanfe , Stercke oft Befettinge gaat oft wederkeert, dan deur ( G 4 ) de  ïP4 B Y L A A G E N, de gemeine poorte, inga nek oft wech, oft eenige vreemde ofte onbekende in laet gaen of comen foude aen 't leven geftraft worden. VIII. De Soldaten die fynen Weerdt oft Weer-, dinne, Diener oft Dienstwyf, Borgers oft Landlieden dreicht of fmyt fal voor de eerfte reyfe 3. dagen te water ende brode gefet worden, ende foo verren datter bloetftortinge gefchiet, in lidt ofte lede gecrenckt ende gemener zyn, lal fyn rechterhandt afgehouwen ende voorts uyt den Regiment Veenlen gebannen worden, alles nae exT^entie yan de fake. IX. Dengenen, die de Vrunden, Cooplieden, reifende Lieden geene vyanden zynde eenige hare' goederen, waaren, victuaille oft andere coopmanfchappen op eenige paliagien, byfonder gaendenae den Veltleger ofte nae Steden oft Landen zynde in de onderdanicheit ende Vrientfchap ofte alhancie van den voorfchr. Landen ende Provinciën by forsfe neemt ende aentaft het zy te Water oft te Lande, oft defelve aen heuren perfone ofte goederen befchadigen, oft aen haer reife beletter, het zy in 't gaen ofte wedercomen, ende dat onder 't decxel van gebreck oft quade betalinge oft anderfins fonder expres bevel, confent, ott Jast van de voorfchr. Provinciën ende Heeren Stadhouders 0verften Quartieren oft Capiteinen fal fonder gebade gehangen worden. X. Desgelycken fal niemant den Soetelaeren die eenige toevoeringe fullen doen iet fonder betalinge ontweldigen, oft meer als 2. weeken leninge ofte beta-  BYLAAGEN, 105 betalinge mogen afborgen, ende fal een iegelyc soo wel Hoplieden , Bevelhebberen als gemeine Soldaten zynen Weerdt ende Huyslieden daer sy op den platten Landen comen moogen 't zy in deurtrecken of ilille liggen behoorlijken betalen, ofte te vreden ftellen, ende fich dermaten fchicken, datter geene waerachtige dachten over hem comen, op pene van rigourefelyc geftraft te worden tot discretie van de Overicheit. XI. Soo fullen ooc allen ende een iegelyken hen vernoegen laaten metten Logieste 't welck hem aengewefen fal zyn, oft met alfulcke betalinge in gelde als een ieder in de plaetfe van dien toegevonden is by fekere andere Ordonnantie. Ende foo wie eenige van de Vlecke ende Dorpen onder 't gebied van den voorfchr. Provinciën ende Heeren Stadholders in Veluwe zynde in 't gemeen ofte eenige Huyslieden ten platten Landen onder eenige couleur ieet affchat oft afdruct voor eenige behoeften op den name van Schryver oft andere in wat manieren dat het zy, oft denfelven met moetwille overlastich is hem aendoende onbehoorlyke coften oft eenige fchade in fyneHuyfinge, Goederen , Haven ofte Beeften, daer mede hy den Lande ende Acker moet bouwen, beweiden oft tot nutfehappen brengen, fal hangen 'ende geworcht oft anders aen fyn lyf geftraft worden nae gelegentheit van de fake als ooc gefchieden fal van allen den genen die fich buyten oeren Quartieren, Schanfe ofte Leger begeven om te moefcoppen, en te teeren op den Boer fonder Ordinantie van haren Capiteinen, Quartiere, ofte oeren Gedeputierden. XIL.  io6 BYLAAGEN. XII. Alle die fich in de voorfchr. Provinden ende Heeren Stadholders ende des Quartiers befchermenisfe geven hy zy geeftlyc oft werltlyc fal eenen iegeliken fchutten ende handhaven , ende niemant fal dies aengaende patfepoorten oft andere brieven van verfekerheit van de voorfchr. Provinciën j.nde Heeren Stadhouders des Quartiers oft derfelver Gecommitteerde gegeven in 't minde afwerpen,fchenden oft overtreden op lyfftraf,maer indien daer in by iemant eenige fraude bevonden fal worden, fal 't felve te kennen geven den Quar- tiere oft oere gedeputierden. XIII. De Soldaten noch iemant van hen en fullen vervorderen om geenerhande faken raetteflaen, verfamelinge te maken, nochte gemein houden, nochte beginnen te houden fonder weten ofte wille van den Overften oft Quartier oft derselver Gedeputierden, ofte Commissaris van dien oft Hopman op lyfllraf, maer indien daer eenich gemein gebreck oft ieet feelt, fal 't felve fonder rynflagen, beroerten, muiterie oft rumoer te maken re veren tlyc aen de voorfchr. Provinciën ende Heeren Stadholders Quartier oft hun Gecommitteerden by een, twee ofte drie daer toe uytgefchickt vertoont ende aengedient worden. XIV. Welver■ flaende, dat wefende de Landen in benautheit ende noot van den gelde een iegelyc hem met redelike leeninge, oft victuaille tot redelike pryfe fal laten contenteren ende te vreden zyn; des fal nae einde van alle 3. maenden van de resterende penningen afrekeninge gemaect, ooc verfekering ofte verfchryvinge gegeven worden. Welver- staen-  BYLAAGEN. 107 staende dat dte quartier oft gedeputier- benselver macht sal hebben den hoflieden, Bevelhebberen; ende gemeine Soldaten alle drie maenden aftedancken , oft in den dienst te contin uieren nae oere goetduncken, ende soe de landen wesende in benaut- heit ende noot Qc). XV. Men fal nergens geen alarm maken fonder groote noot, ten ware 't felfde by den Overften Hopman oft Bevelhebbers iegenwoordich zynde ten dienfte van de voorfchr. Provinciën ende Heeren Stadhouders ende den gemeinen Landen Quartier belast worde, noch niemant fal wanneer alarm gemaect wort, fonder groote lyfsnoot oft cranckheit in fyn Logement blyven,oft hen verfteken by lyfftraf. XVI. Ende naedemael alle verraders en meutmakersgeen beter gelegenheit hebben hare fchelmerie ende verraderie in 't werck te ftellen, dan wanneer men op tocht ende wacht treckt, oft de vyant in de flachorden, oft werwaerts hy geftelt wordt, geen geit roepen op verlies van lyf ende leven, ei:de de geltroepers fullen gehangen ende ^eworcht worden. XVIL (V) Deeze woorden met Capitaale letteren gedrukt, welverstafnde, dat id Quartier &c., moeten, als gefchikt zynde voor den Artikelbrief van de Compagnie Arnliemfcbe Land-Militie, den aanvang' maaken van dit 14. Artikel, in plaats van de woorden, welverftaenden, dat wefende dc Landen in benautheiten noot, die in Curfieve letteren gedrukï 2yn, en tot den Beftaltbrief van 157P. behooren.  io8 BYLAAGEN. XVII. Dat ooc niemant der voorfchr. Provintien en Heeren Stadholders Quartiere Soldie ontfangen , ofte hem onder eenich Veendel begeven hebde, van 't felve fal mogen vertrecken oft fic onder een ander begeven, fonder verlof ende confent van den Overften Quartiere oft oeren Gedeputierden, ofte Commisfaris van de Monfteringe op lyfftraf. XVIII. Wanneer men in oft uyt den Velde, oft van d'een in d'ander Plaetfe en Befettinge en Garnifoen ter Ordinantie van de voorfchr. Provinciën ende Heeren Stadholders ende Quartiere vertrecken moet, daer toe sicii niemant sal verweigeren al waer t schoon in eenige andere Provinciën oft Quartieren, foo fal niemant den Inwoonderen oft Landtlieden hare Wagens, Peerden ofte Schuyten ontweldigen oft afhandich maken, ten ware om merclike oorfaken, die hy de Overicheit den Quartiere oft den MonsterCommissaris bevolen worden te gebruycken; in wekken gevalle de Meefter of Eigener van dien eenen redeüken loon toegevoecht ende betaelt fal worden, ofte onder de handt van den Overften Capitein , Capitein oft Hopman een fchriftlyck fchynfel ende bekentenisfe daer af geven om betalinge van dien te erlangen, XIX. Noch foo en fal niemant eenige Jongedochteren, gehoude ofte ongehoude Vrouwen, noch ooc eenige Craemvrouwen, geenfins befwaernisfe oft eenige overlast doen , eenige quade ontuchtige woorden geven , oneerlyc aen tasten , noch ooc eenig gewelt, forsfe, Haen, floten, dreigen oft an;  BYLAAGEN. 109 anderfins tot huerlieder ondane aendoen , in wat maniere dat het zy op pene van gecasfeert te worden fonder geit ende paspoort, ooc aen den ly ve geftraft worden nae gelegenheit der faeken. I XX. Den Soldaeten die fonder confent van fynen Overften oft Capitein Hopman van fyn Vaendel uyt fyn Garnifoen ofte Quartier verder dan een fchoot een der Cartouwen vertreckt, oft die overnacht, ende fonder confent van fynen Hopman van 't Veendel blyft, oft anderfins, nae erkentenisfe des Overften Hopman geftraft worden. Den geenen die fyn Veendel verlaet als 't felve trect deur 't Landt nae d' Oorloge oft Vyanden, oft van daer wederkerende oft anderfins fal aen fyn leven geftraft worden fonder genade. XXI. Daer en fal ooc niemant op eenige tochten by den Tros ofte Bagagie blyven , ofte achter aen volgen, ten ware hy van grooter liecte niet voort en mochte by verliefinge eeres ende fonder pasport oft betalinge van 't Veendel gewefen te worden. XXII. Den genen die uyt fyn Veendel oftSlachordezynde voorden Vyandt afwyctende naderhant wederkomt fal gehangen ende geworcht worden, maer indien hy niet gecregen en wort, fal hy openbaerlyc tot een fchelm gemaect worden. XXIII. De Soldaet, die fyn wacht niet gade en flaet, ofte hem felven vol op de wacht vindt, oft van de wacht daer hy by fyn Bevelhebbers verordent is vertreckt fonder behoorlyc oorlof, die ooc niet  iio BYLAAGËN. niet volbrengt 't gene hem by fyn Hopman Over» ften Capiteine ofte Bevelhebberen dien aengaende bevolen is fal aen 't leven geftraft worden, XXIV. Den genen die men bevindt op de Schildwacht flapende, ende dat hy fyn loofe ofte wachtwoort vergeten heeft, oft van fyn Schildwacht afgaet, aleer hy afgevoert wort, fal fonder eenige genade aan lyf ende leven geftraft worden. XXV. Een iegelyc fal in fyn eygen Perfoon wa* ken, en niemant van de wacht onfchuldig blyven, dan by crancte of fiecte 't welck hy fynen Hopman fal moeten aengeven, ende die hem abfentiert oft verliest uyt fyn wacht buyten confent van fynen Corporael oft Rotmr. fal fonder Soldye, indien daer eenich is van fyn Veendel gecaffëert gebannen ende geholden worden. XXVI. Den genen die men bevindt fpelen ofte tuisfchen met worplingen ofte caerten fyn wacht geduerende , fal voor de eerfte reife fyn wapen verliefen , ende voor de tweede reyfe gebannen worden. XXVII. Den genen die twist maect, of iemant binnen de wacht iniurieert oft beliecht fal voor de eerfte reife nae de uitfprake van de Bevelhebbers van den Veendlen eerlike boete doen aen den Perfoon hem vindende 't onrecht misfeyt te zyn, ende voor de tweede reyfe fal hy van fyne Wapenen gebloot, oft anders nae eisch van de faken geftraft worden: maer die eenige fchult oft aenfeggen op iemant heeft fal iyn aenclachten mogen doen , ende  BYLAAGEN. in de 't felve rechtelyc vorderen nae Crychsgebruyck. XXVIII. Item en fal niemant eenich Hantroer oft gefchut nae id befet der wacht ofte by nachte affchieten, oft eenich teken doen fonder confent van fynen Hopman op lyfïfcraf ten ware iemanden onder fyn wacht wilde comen fonder 't woort ofte de loofe te geven , oft dat ter haer van buyten eenich onraet openbaerde. XXIX. Den genen die in 't twist maken of kyven fich rotten, eenige natie tot fyn hulpe roept, ofte brengt, oft anders oproer of onrust in weder- weerdicheit van (d) eenige provinciën ofte desen Veluschen Quartiere maeckt, fal met fyne medehulpers aen 't leven geftraft worden. XXX. Den geenen die rappier oft geweer binnen eenige Wacht, Veltleger, ofte Stadt, daer men wacht hout, uyttreckt om tegen iemant anders dan de openbaare ende gemeine Vyanden te vechten, fal fyn rechtehand verliefen ende gecasfeerd worden. XXXI. Een Soldaet die eenen anderen uytdaecht, oft beroept om te vechten fonder confent v%n fynen Overften ofte Capitein Hopman fal fonder paspoort ofte betalinge gecasfèert worden : Ende indien de beroeper fyn partye oft d'een den anderen dootllaet, fal de doodflager doot by den dooden geleyt worden; maer indien iemant met gewelt 00 Hier ftaat een wosrd in het MS., het welk men niet heeft; kuueu leezen.  na BYLAAGEN. Welt overvallen wordt, fal hem de overvallene fyn lyf vervveeren mogen. XXXII. Ende wanneer hem eenich Soldaet bevindt t' onrecht geiniiïrieert of misfeyt te zyn, fal hem felven by fynen Overften Gouverneur van de Stadt, ofte ten min ft en by fynen Hopman vinden, Hopman ende Bevelhebberen voegen, dewelcke een van allen verftaen hebbende de reden van beyden, fal by den genen die onrecht heeft de reparatie doen nae billickheid van der faken, ënde getuychnisfe der gener, die men vindt wetende van der faken twist ofte gefchil te fpreken, ofte 't fal den Overften Gouverneur oft Hopman met de Bevelhebberen fyn befte doen om beyde partyen in fyn prefentie te veraccorderen, indien hy bevindt de materie fulcx te vereisfchen, ende fy tot geene vermaninge ofte reden willen verftaen, fullen beide uyt den Veendel gebannen worden. XXXIII. Dat ooc geen Rotmeefters ofte Corpo* raels ofte andere Bevelhebbers geene Soldaten van de Wacht zullen laten uitgaen, om met den anderen te llaen, ofte te vechten, (op pene van foo wel de Rotmeefters oft Corporaels oft andere Bevelhebbers geene Soldaten van de Wacht fullen laten uytgaen om met anderen te llaen ofte te vechten) (e) op pene van foo wel den Rotmeefters, Corporaels ende Bevelhebbers als de Soldaten fonder betalinge gecasfeert, van fyne wapenen gebloot, ende boven dien nae gelegentheit der faken geftraft te (f) Deeze woorden tusfchen een paren'thefis gefteld, zyH zekerlyk door.onopletteaheid in het MS. geflopen.  BYLAAGEN. 113 te worden. Ende foo wie int vechten oft balligen gelempt ofte gecroepelt wort, dat hy des Heeren befoldinge niet langer verdienen can, fal defelve uyt het Veendel geraonftert worden. XXXIV. De gene die fonder voorgaende behoorlick bevel ofte confent eenige Cloofteren, Kercken, Leprofen, ofte Armenhuyfen, Landthuyfen, Molens ofte Backovens befchadigen, branden breken oft afwerpen, ooc in 'tveltleger, ofte eenige hutten in brandtfteken, fullen aen 't lyf geftraft worden. XXXV. Wanneer iemant den Vyandt eenen afv breuck doet, ende den Veltheer oft eenige Overften vangt, fullen felven terftont in handen van den Provinciën, Heeren Stadholders, Quartiers; ofte hen Gecommitteerden overleveren, ende van den als ooc van anderen gevangen, die defelve begeren aen hem te nemen, fal met hen lieden nae billickheit ende Crychsorden gehandelt worden ; ende alle brandtfehattinge ofte verdingen fal den voorfchreven Provinciën en Landen Quartieren alleen toecomen. Ende fullen fy lieden hen met haerlieder betalinge laeten genoegen, fondar eenige brandtfehattinge te mogen doen, dan daer den felven fulcx fonderlinge toegelaten ende bevolen fullen zyn by de Overhiït van den Quartier ofte oere Gecomluittierden. XXXVI. Een Soldaet die hem iegens den Wachtmeifter wederfpannich maect oft toont met woorden ofte wereken in t bedienen van fyn officie, en- ( H ) de  114 BYLAAGEN. de weygert te volbrengen fyn bevel fal geftraft worden aen fyn lyf. XXXVlf. Niemant en fal de Juftitie wederftant doen oft verhinderen oft poogen te verhinderen, noch den provoost oft dienaer van de Jufticie haer ampt ofte diensteenichfinsbeletten, misdoen, ofte misfeggen met woorden dreigementen, ofte feitelike wercken op Jyfftraf, maer fulJen alle ende een iegelyc Soldaet by eede ter vermaninge van heuren Overften Hopman de Jufticie te helpen voorftaen vorderen, ende de handt houden, dat recht gefchiet, ooc alle afliftentie doen den Overften Capiteinen en Bevelhebberen , dat naer gewysde ende oordeel der Richters alle quaet ende boosheit nae inhout defer articulen geftraft ende Juftitie uytgelicht worde. XXXVIII. De Soldaten fullen tot allen tyden 't zy by den Staten by den Monfteerher ende Heeren Stadholder Quartiere ende Commiffaris , oft iemant anders daer toe gecommitteert fonder eenige wederfpannicheit hun laten monfteren, ende geene hare jongers ofte kinderen by hen houden ofte met voeren: Noch fal geen Soldaet op de Monfterplaets comen, fyn roer met fcherp geladen mogen hebben, ofte daer wefende, nochte in 't aftrecken fal mogen laden, veel min aldaer met eenich fcherp fchieten alles op pene van daer om geftraft te worden aen lyf ofte anders nae gelegentheit der faken. XXXIX. Sullen in geenerhande Monfteringe ofte over»  BYLAAGEN. iï$ overfichte, die op hen gedaen fullen worden, de verordeneerde Monfterheer ofte Commiffaris fchamperlyc toelpreken, denfelven verachten, of in eeniger manieren aen hem vergrypen, maer denfelven alle behoorlike eer ende obediëntie bewyfen; ende wanneer derfelven Overften, Monfterheer ofté Commiffaris ieet heeft voor te houden, fullen deelfde denfelven vry, vranck, en onbehindert by hem laten comen, gehoor geven ende den felven tot fynen wedercomen ongemolefteert laten wederom vertrecken, fonder hem te becommeren ofte aen te houden om geit, betalinge, oft eenige andere faken, maer fullen de Soldaten nopende haré voorgewende gebreken hen dragen ende voegen als vooren verhaelt is op pene van aen lyf en leven geftraft te worden fonder alle genaden. XL. Ende fal een ieder Soldaet by de Monfter= heer afgevraecht zynde, wat befoldinge ende leninge hy van fynen Hopman ter weeke ofte maende ontfange by fynen Eedt gehouden zyn de waer* heit daer van te verclaren fonder eenige fraude oft bedroch op pene van gefcholden *e worden. XLT. Item en Cd geen Soldaet in eenige derfelven Monftering ofte Reveu van wat qualiteit ofte conditie hy in dienfte zy, niemant uytgefondert eenige valfcheit daer in laten plegen of hem gebruycken, dan fyn kerftelike naem, ende de plaetfe van daer hy is, noch op geenen anderen naeni deur de Monfteringe gaen, dan op fynen eygen naam, noch ook niemant 't onrecht verantwoor» den, ende met geenen anderen lanck cort ende fydtgeweer deur de Monfteringe gaen, dan dat hem ( ü % ) £elfj  n6 BYLAAGEN. felfs toebehoort, oft dat hy van den Heer ontfangen heeft op lyfftraffe. Ende foo men iemant in de tegenwoordige Monfteringe bevindt gedaen ende t egelaten te hebben als voorfchreven is, ende men tfelve naemaels met de waerheit can bevinden, fal t' allen tyden geftraft worden aen lyf ende leven. XLIL Item en fal niemant van den Crychslieden , van wat geftaltenis die zyn, fyn geweer ofte ruftinge, daer mede hy in dienst gecomen is, hem oft den Heere toebehoorende mogen te pande fetten, vercopen, vervreemden oft verfpelen op de verbeurte van den lyve: Maer fal een iegelyc fyns geweers moogen verbeteren ende niet verergeren, cn den Soldaet die fyn geweer verergert, geen acht en heeft, noch rede oft veerdich holdt, fal de Commisfaris de befoldinge den felven mogen verminderen, ende aen eenen anderen die beter in ordre is mogen hefteden. XLIII. Een Soldaet, die hem voor den Vyandt op tocht, wacht, ftorm, ofte fchermutfel laet vinden fonder fyn beboorlike geweer veerdich ende gereet te hebben, oft fonder cruyt, lont ofte loot, fal aen 't leven geftraft worden. XLIV. Sullen ooc allen de gene die voer defe tyt defen niet bezworen fullen hebben, maer hier naemaels in dienfte comen, ende defe voorfchr. Provinciën Quartieren geit ontfangen, al evenwel totten inhout ende peine van defe Articulen mede verplichtende verbonden ftaen, als of hy die mede befworen hadden, die hem ooc op de eerfte  BYLAAGEN. n7 fte infchryvinge oft monfteringe vermaen gedaen fal worden. XLV. Ende fullen de Overfte, Capiteinen, Bevelhebbers ende Soldaten by Veenlen, Rotten, heelen oft halven totter gemeen beften gevalle ende der Landen meefte profyt fonder wederleggen, hen alle 3. maent laten afdancken al waer 't ooc dat men hen oere betalinge ten volle niet op en brochte of verftreckte, maer alleenlyc van heuren reftant hem verfekerheit dede op alfulcke redelike terminen , als de geftaltenis der Landen eenichfins moegen lyden oft dragen, fonder eenich wederleggen. XLVI. Alle welcke Articulen de voorgemelde Overfte, Hoplieden, Amptlieden, Bevelhebberen ende Soldaten, elcx in fyn regard fullen fweeren te onderhouden, ende iegen defelve niet te doen , noch te weigeren 't gene hen lieden nae gelegentheid des tyts, ende tot dienst van den Provinciën ende Stadholders Quartiere binnen ofte buyten de bepalinge derfelver anders opgeleit ende bevolen foude worden. Ende fullen sal de voorfch. Provinden Quartiere defelve articulen nae derfelver geliefte mogen doen vermeerderen ofte veranderen nae gelegentheit der faken, 't welck de voorfchr. Overfte, Hoplieden, Amptlieden, Bevelhebberen ende Soldaten elcx in fyn regard gehouden fullen zyn te achtervolgen ende nae te comen, XLVII. Sullen mede gehouden wefen befonder Eedt te doen van den onderhout der voorlchr. Articulen en van de getrouwicheit aen allen ende elcken ( #3 ) ™  u8 BYLAAGEN. van de Geünieerde Provinciën mede Steden ende Dorpen, daer in fy lieden by advys van den Heere Stadhouders van defelve Provinciën ofte Steden geIeit fullen worden, foo verre fulcx van defelve Provincie , Quartiere ofte Steden aen hen lieden verfocht fal worden. XLVIII. Ende al 't gene dat in defen Articulen niet geftelt, ofte daer in niet begrepen is,1! fal nae ouden gebruyck des Crychs bericht worden. XLIX. Ende op dat men niemant van defe tegenwoordige Articulen eenige onwetenheit oft ignorantie mach voorwenden om hem daer mede tte behelpen , foo fal 't uytfchrift oft de copie derfelver onder allen Hoplieden blyven, ten einde een iegelyc daer van 't allen tyden openingen gedaen mach zyn ende des te beter hem daer naer heeft te reguleren. Den Eedt. Wy beloven ende fweeren wel ende getrouwelyc die van den voorfchr. Furftendom Gelre mit ter Graeffchap Zutphen, die van de Graeffchappen ende Landen van Hollandt, Zeelant, Utrecht ende de Ommelanden tusfchen de Eems ende Lauwer s die van de Stadt Gent, ende haren Stadhouders met heure Vrienden ende Bondgenoten gehouzv ende getrouw te zyn; Ritterschappen Steden ende Onderdanen van Velüwen gehouw ende getrouw te zyn, ende alfulcx defelve ende heure beftelten Overften, Hopman in der tyt zynde te dienen, ende gehoorfam te zyn. Ende voorts ons te gebruycken ten dienfte van de voorfchr. Geünieerde  BYLAAGEN. 1x9 eerde Provinciën ende Bontgenoten derfelver Quartiere daer id hen gelieven fal, iegens al heurlieder vyanden tot allen plaetfen, 't zy in den Steden oft Sterckte te Water of te Lande, alfo de tydt ende faken véreifchen fullen moegen. Ende beneven dien ons te dragen ende houden in alle zedicheit ende vromicheit volgende de Articulen ons alrede voorgehouden mogen worden tot alle goede Crychsdisciplyn dienende. Ende voorts alles te doen wat vrome ende getrouwe Overften, Capitetne, Capiteine, Bevelhebberen, Amptlieden en Soldaten toebehoort ende beftaat te doen, fonder eenige fake ter contrarien, foo waerlyc moet ons Godt Almachtich helpen, ende fyn heylich woort. Aldus gedaen t* Utrecht den lellen Februarii 1579. ter oorconde van dien 't zegel der Smdt Utrecht ten begeerte van de Gedeputierden der Geünieerde Provinciën voorfchr. hier op gedrucr, ende ter Ordinantie van defelve defen by Onderteikent (f). Gecopieert uyt 't 293. tot 1 307. bladt incluys des Boecx der Stadt Arnhem, geteikent No. ic. Naar de Copie, te vinden in het MS. Tomus van Landzaaken de annis 1579.—1581. by een verzamelt en afgefchrevên door Wylen den Prefident des Hofs van Gelderland van der hell. Fol. 20« en volgende, (/) Het onderfehrift, Aldus.gedaen ?Utrecht &c, fe m het MS. van den Heere v.un dek. Hell met drie fyne dwaife fchrappen doorgehanlt. ( n 4) xxxvii..  iao' BYLAAGEN. XXXVII. Extract uit de CommiJJie voor Graaf Willem Lodewyk van Naffau, tot Lieutenant Gouverneur en Collonel over Vriesland, in plaats van Bernard van Merode. Welke Commijfie gedrukt is in het Groot Placaat* en Carter-boek van Vriesland, JV. Deel bladzyden 426, 427. en 428. Den 11. February 1584, X^iïhejm, by der gratiën Godts Prince van Orangien, Grave van Nasfauw, ócc. Gouverneur ende Capiteyn Generael van Brabant,HolJant,Zeelant, Vrieslant ende Utrecht, ende Admiraal Generael van der Zee defer Nederlanden &c. Naedemael den Welgeboren Heere, HeereBernardt, Vryheere van Merode &c. Doen te wetene; dat Wy &c. hebben den Welgemelten Onfen Neve verordent, geftelt ende gecommitteert, verordenen, ftellen ende committeren by deefen tot onzen Lieutenant Gouverneur van Vrieslant, ende Coronnel over den Crychsvolcke, aldaer fynde, oft dat namaels aldaer noch gefonden mochte worden; hem gevende volcomen macht j  BYLAAGEN. xaï macht, auéloriteyt ende funderlynge bevel, om't voorfchreven Lieutenant Gouverneurfchap, ende Couronnelfchap van Vrieslant, voortaen te houden, exerceren ende bedienen, het zelve Landt ende die goede Ingefetenen van dien te befchudden, voorftaen, bewaeren ende befchermen van alle fortfe, cracht, overdaet endegevvalt; goetende neerftich toelicht te nemen tegens alle vergaderynge van Ruyteren, Knechten, Crychsvolck ofte andere, die int zelve Landt, buyten weete ende oirloff van Ons oft van de Staten van denzelven Lande, fouden willen comen, om eenigen oploop, invalie ofte aenflach aldaer te doen; ende tot dien eynde , tot bewaernisfe ende verfekertheyt van de Steden, Huyfen, Slooten ende Sterckten van Vrieslant , goede waecke te doen houden by daege ende by nachte, ende daer toe te bedwyngen ende doen bedwyngen allen den genen dyent behooren fal, naer gelegentheyt van den tyde, goede ordre, regie, ende Crychsdiscipline onder den Crychsvolcke aldaer, het zy in Steden, Stercten ofte ten platten Lande zynde, te houden ende te doen houden ; ende by denzelven te doen onderhouden de Ordonnantie ende Inftructie opt ftuck van den Crychshandel gemaect ofte als noch te maecken; ende dyen volgens nyet te gedoogen, dat den Ingefetenen van denzelven Lande,het zy binnen den Steden ofte ten platten Lande, eenich hynder, moeyenisfe,gewalt oft overlast by den Crychsvolcke, ten dienfte van den Lande flaende gefcheyde; &c. (Poft alia.) ( H 5 ) Gedaen  tas, BYLAAGEN. Gedaen in der Stadt van Delft, op ten elfften dach February des jaers XVC. vier ende tachtich. (volgens als dan de onderfchriften) Naar de Authentique Copie, in het 5. Leeuwarder Placaat Boek No. 103. XXXVIII.  BYLAAGEN. 12$ XXXVIII, Extract uit het Placaat tot goede wachthoudinge tegens de Knevelaars, Straatfchenders of andere 's Lands Vyanden, om dezelve niet te Herbergen of onderhouden, nog 'vry te laatenpafteren, maar te weder paan en apprcehendeeren, en hunne naburen in allen overlast aanftonds byftand te doen; voorts eenige Articulen tegens het hopen der Soldaten uit hunne Guarnifoenen en het noemen van Sauvegarden van den Vyand &c. Welk Placaat in het geheel gedrukt is in het vierde Deel van het Groot Placaat-en Charter-boek van Vriesland; bladzyde 719, en volgende. Den 14, November 1588. ^i^ilhelm Ludwich, Graeff tot Nasfau, Catzenelleboge, Vianden, Dietz &c. Stadholder ende Capiteyn-Generael, mitsgaders de Gedeputeerde Staeten in Vrieslandt. Doen te wetene &c Art  ^24 BYLAAGEN. Art. L In den eerften &c. {Poft alia.~) Art. I I L Van geIycken,a!zoe nyet tegenftaende verfcheyden voorgaende menichvuldige verboten, die So'ldaeten daegelix uit hun Garnifoenplaetfen by cleyne ende groote getal aitemet raet al lilleken menichte uytloepen, dat men den Garnifoen plaetfe gans gebloetet liet, aendoende den gueden Ingefetenen ten platte Landen alderhande fortfen ende gewalten, behalven die dagelicxe exadien ende extorfien hoerluyder guederen, werdt by deezen wel exprelfelyck geinterdiceert ende verboden, interdiceren ende verbieden by deezen alle Soldaeten, tfamentlyck ende een yder befunder, voortaen nyet te moegen gaerden ofte uytloepen, met verlatinge van hoerluyder Guarnifoen plaetfe, by poena, foe voel het flechte gaerden aengaet, voor deerlle reyfe van vyff daegen te waeter ende broodt, voor d'andermael thien daegen, ende ten dardenmael aan t lyff geftraft te worden; ende indien dzelve eemghe groote exaftien ende extorfien, ofte andere moetwille gedaen te hebben bevonden mochte zyn, zullen arbitraelyck nae eyfch der faecken, volgende het Articulbrieff, zonder eenige ooduyckinge geftraft worden. ( Poft dia. ) Aclum  BYLAAGEN. 125 Aclum den xiln. November 1588. (Ondergeteeckent) WILHELM LUDWICII, GRAFF SU NASSAU &c. (Wyders volgen de Ondericluiften.) Naar de Authentique Copie, in liet 3. Leeuwarder PlacaatBocli, No. 20-. XXXIX.  iaS BYLAAGEN. XXXIX. Extract uit de Handelingen vaneen Landsdag, be« gounen den 8. April 1589. Welke Handelingen in haar geheel gedrukt zyn in het vierde Deel van het Groot Placaat • en Charboek van Vriesland, bladzyden 728. en volgende. f^efolutien by de Heeren Volmachten, ftaatswylë op den tegenwoordigen Lantsdach binnen Leeuwarden vergadert, genomen op de Poincten van zyn Genaede, en de Heeren Gedeputeerde Staeten. Art. I. De Staeten &c. ( Poft alia. ) I V. Dat in 't Munfteren van Soldaten, oock in de betaelinge aan denzelven te doen, met bequaeme middelen verfien mach worden, omme daer mede den menigvuldige abuifen weg te nemen. » De  BYLAAGEN. 127 „ De Staten ordonneren hun Gedeputeerden, „ fcherpe regard ende oplicht te hebben ende ne„ men op de Monfteringe, ten eynde defelve by „ den Monftercommifl'aris ende Schryver, volgen„ de de inftructie, op het ftuck van de Monfte„ ringe gemaeckt ende noch te maecken, ftricte,, lyck gevolcht ende onderholden worde; autho„ rilèrende ende ernftelyck bevelende, hunne Ge„ deputeerden teeghens allen ende eenen yderen, „ 't zy Monftercommilfaris , Monfterichryver , ,, Hopluyden ofte yemant anders, die in eenighe ,, fauten bevonden zullen worden, te procedeeren „ met casfatie, ofte anderen alzulcken rigeur ende ,, ftraffe, als de gelegentheyt des misdaets zal ver„ eysfchen, fonder eenighe diffimulatie." V. Word mede «Sec. ( Poft alia. ) Aldus ghedaen ende geflooten by den Staeten, op ten Landtsdach binnen Leeuwarden, int Jaa> binen Clooster den 12. May 1589. (Ondergeteeckent) Voor Oostergoe. RITSKE RINSES. JAN CORNELIS. Voo?  12b BYLAAGEN. Voor de Sevenwolden. F. TATMANS. GOSSE CLAES SYLING. Voor de Steeden. W. JOH. ROMCKES. TZIERCK JELGERS. Uir eene Copie Staats Refolutie Boek. XL.  BYLAAGEN. 129 X L> Extract uyt de Refolutien van de Edele Mogende Heeren Raden van State der Vereenigde JNedef» landen. Maandag den 25. juny 1590. 2^yn naderhand in den Rade gekoomen de Heeren Generalen Staten , ende weeder voorgenoomen zynde j het geen op gisteren door Doétor Uylenburgh , van weegen de Heere Grave Wilhem Ludowyck van Nasfauwe ende die Gedeputeerden Staten van Vriesland was geproponeert, nopens het verzogte fecours, naar eenige communicatien daar op gehouden; Is eindelyk door de Heere van der VVercke van weegen de Heeren Generalen Staten verklaerd, dat by haar E. op 't gunt voorfz. ende wes vorders generalycken tot 's Lands meesten dienst zoude mogen (trekken, gelet zynde, na» demaal den Rade het beleid van de Crygs-Zaaken eygentlyk is bevoolen, haar E. goed zouden vinden ende nodig achten, dat den Raade haar metter aldereerften zouden begeeven binnen Arnhem, om aldaar naar occurentien van zaken met advys van Zynder Exellentie van Naifau ende andere Hee/ ) een  130 BYLAAGEN. ren Crygs Overftens, te moogen advifeeren ende refolveeren't geen tot 's Lands meeflen dienft noo. dig zal bevonden worden. Accordeert met het Register. XLI.  BYLAAGEN, i3r XL L Extract uyt de Refolutien van de Edele Mogendè Heeren Raden van Staten der Vereenigde Neder* landen. Maandag den 12. November 1590= Ïs gerefolveert,dat men den Artikelbrief'hier voorens nu lest 't Arnhem zynde, gearrefteert, zal doen drukken, ende als dan met brieven aan de respective Gouverneurs van de Provinciën en Steeden 't overzenden, waar in den Fiscaal zyn advys genomen zal zyn om de brieven te concipieeren. Den Fiscaal binnen ontboden, is belast, dat hy allen Crimineele zaken daar af hy kennisfe genomen heeft, gereed by hem zal houden, om in tyden ende wylen dezelve te neemen by der hand ende de Juftitie ter geleegender tyd vorderen tot maintiennement van de anthoriteit van den Lande, zoo bevonden zal worden te behooren; dat hy meede beneerftigen zal, dat den voorfz. Articulbrief worde gedrukt ende aan de Gouverneurs gezonden met brieven zo voorfz. is. Zal den Heer Van Orsmale belast Worden zyn reife te haaften naar Breda, ende den Rade verad* verteeren by den eerften, hoe hy de zake geleegen zal vinden, ora tot de Monfteringe te komen, ( 1 a ) navol*  I3ü bylaagen. navolgende voorgaande Refolutie, dat men daar naar Claas de VVael tot zyner adfiftentie zal kunnen naar zenden. Accordeert met het Register, xlil  BYLAAGEN. 133 XLII Vergelyking der Artikelen van den Beftaltbrief van 1579» met zoodanige Artikelen van den Artikel» brief oa» 1590, ais daartoe betrekkelyk kunnen worden gemaakt. Beftaltbrief van den laatften February 1579. Art. L Sullen dan voor 't eerfte beloven ende fweeren, dye van denFurftendomme Gelre mitten Graefffchap Zutphen, mitsgaders den Staeten van de Landen van Hollandt, Zeelandt, Utrecht ende Vriefche Ommelanden , tufchen die Eemfch ende Lauwerts ende Stadt van Gendt wel ende getrouwd, te dienen hueren beftelten Overften, Hopluyden , Vendrichs ende Bevelhebbers , oick 't gundt by anderen in haerl. Artikelbrief van den 13, Auguftus 159c-. J aaern  ¥34 BYLAAGEN, naem fal worden bevolen, in alle Crygsfaecke orderdanich ende gehoirfaem te zyn, altyts naer heuren uyteriten vermogen tnuthckfte ende tbefte vorderen , allen fchade ende naedeel van den voorfz. Landen ende Provinciën, mitsgaders van dieünderfaten endeVrunden van dien aftekeeren ende fchutten, ende alle die gemeeneLandenVianden, dye nu zyn ende naemaels vveefen mochten , egeene uytgefondert, ten bevele van heuren Overheyt hinderen, krencken ende daer tegens tallerftondt hem laeten gebruycken te Water ende te Lande binnen ofte buyten de voorfz. Provinciën, tzy in Slachten, Stormen, Wachten, off Tochten, in Rotten, Venlen, heeJe ofte halve,in allerhande getale, ende aen allen pirten , lyff ende leven ongelpaert, ende zoe wie anders ofte tegens eenige van deefe poincten dede, tfgt defelve fal geftrafft j Worden  BYLAAGEN. 135 worden aen lyff ende leven fonder eenig verdrach. Art. II. DatZyluyden den naeme Goodts nyet ydelich, lichtverdich ofce vergeeffs en fullen gebruycken in blasphemeren, ende zweren, vloucken, off andere fchelde ende onnutte woorden, op ftraffe naer gelegentheyt van de faeke. Art. I. JEerftelycken de geene die den name des Heeren ydelycken voert, ofte die biasphenieert, fal voor de eerde reyfe een. honnorable amende doen, en drie dagen in de gevanckenisfe te water ende te broodt geiteldt werden , en voor de tweede reyfe fyn Tonge met een gloejend yfer doordeken, en voorts gedevalifeert werden tot opfynhembde, ende gebannen uyt de Vereenighde Provinciën. Art. III. Dye geene, dye eenige woorden in fpyt _ off fpot van het woirdt Goidtsende denILeeraars I des Evangelis fpreeckt, zal voor d' eerfte reyfe drie daghen te waeter ende te brode gefet ende ( / Art. II. In gelycke poenen fullen mede vervallen voor de eerfte en tweede reyiè de geene, die yets fullen doen of feggen tot fpyt ofte fpot van het woordt Godts, ofte de Kerckendienaers. 4 ) voor  ï36 BYLAAGEN, voor de tweede reyfe zyne wapenen verbeuren ende gebannen oft naer exigentie van der faeke aen den lyve geftrafft worden. Art. IV. Alle moetwilJighe dootflagen, dieveryen, brandtftichtinge, ftraetfchenderye, overfpel, vruuwencracht, fortfe , gewek, valschheyt, ende andere gelycke boofe daden ende openbaere quaede feyten, ende misbruycken, fullen aen 't leven geftrafft worden met oordel van den Crychs-Overften,Capiteynen ende Bevelhebberen naer Crychsgebruyck, off fulcke Ordonnantie, als by de voorfz. Provinciën ende hun Stadthouders daer opgemaecE es , off gemaect fal mogen werden, ende fullen in gelycke fchultende misdaet gehouden worden allen den geenen, dye alfulcke misdadigen wetende toeftaen, aenhou- Art. IIL Alle moetwillige doodtflagen, Vrouwekrachten, overfpel, brandtftightinge, dieveryen, flraetfchenderyen, force, gewelt, valsheyt, ende andere geleycke boofe daden , en openbaare delicten , ofte onnatuyrlycke misbruyken, fullen met de doodt geftrafe werden. den;  BYLAAGEN. 13* den, verfleken ende verbergen in eeniger wys. Art. V. Item fullen alfulcke misdadigen , oick alle Soldaten , die fich aen eenige Borgers, oft Ingefetenen van den Steeden ende Landen der voorfz. Provinciën ende anderen eegeene Soldaten, nochte onder 't Crychs-Regiment vveefende,ontgaen, misdoen, ofF yet mis- , bruycken, by den Officier van der Plaetfen mogen aengetast ende in hegtenis gehouden worden, zoe verre dye Prevost nyet tegenwoordich ofte van fulcx te doen verfuymelyck es, behoudelicken , dat men dfelve gevangenen binnen XXIIII. uren naer date van de apprehentie in handen van den Oeverften oft Hopman over fal leveren, fonder dat yemant van de Soldaten den voorfz. Officier daer inne enich bekt-"nfrf» dapromme peni- (I$J ge.  IJS BYLAAGEN. ge injurie ofte lett doen fal op lyffftraffe. Art. VI. Dye contrarie zynen Eedt van gehou ende getrouw te fyn eenige confpiratie oft opfet maect ofte voorftelt int heymelyck ofte in 't openbaer tegens die voorfz. Provinciën, en Héeren Stadt- j houders ofte dye Staedten des Landts, Steden ende Leden van dien, ofte oick dye faecken van den Landen, oick te-, gens zynen Oeverften, Capiteyn, ende Bevelhebberen, oick den geenen , dye daer aff weet ende t felve nydt aen de voirfchreven Provinciën, Heeren Stadthouders, Staten 's Landts, Zynen Overften ofte Capiteynen nyet te kennen geeft, zal fonder genade geftraft worden alsvooren. Art. VIL Gelyckerwys oick ge- Art. V. i Die yet gedaen ofte • geconfpireert heeft tegens - de Heeren Staten, het t Landt, Steden , ofte ■! Plaetfe desfelfs, ofte r I eenige Gouverneuren, ■. ofte Capiteynen van dien, ■jwaer door de gemeene • Landen in eenige fchade, ofte pericul fouden mogen komen, mitsgaders die daer toe fullen j confenteien, fullen fonj eenige genade gehangen worden. Art. VI. In gelycke ftralfe fullen vervallen alle de geene , die yet fulcks geweten , ende hare Capiteynen ofte Overften dat niet te kennen en fullen gegeven hebben. Art. XIL Niemant en fal, het ftrafr  BYLAAGEN. 139 ftrafft zullen worden dye geene, dye eenich verHandt metten Vyandt hebben, ofte van eenigen heuren aenllachwetende, d felve nyet ie kennen geven als boven, ofte dye in Steden, Sterkten, Beïegernisfen, ende befettingen, ofte daer vuyt, miuen Vyanden fpraecke houden, aen diefeffFden deur brieven, booden ofte andertfins, eenige contfchap doen, yet overfchryven, ontbieden, ofte van daer yet ontfangen , fonder voorweeten ende bewillinge van zypen Overicheyt. zy uyt befette ofte belegerde Plaetfen, ofte anderfints, eenige fpraecke of gemeenfchap hebben met den Vyandt, nochte aen hem boodtfchappen, nochte brieven fenden, ofte van hem ontfangen , noch aen yemant van fyne Bontgenooten, het zy heymelyck , of openbaer, fonder voorgaende confent van fynen Gouverneur ofte Capiteyn ofte henluyden het felve terftont daer na te (kennen gegeven te hebben, ten zy hy daertoe geauthorifeert zy, ofte oock de Vyandt toevallen, ofte eenige hulpe doen, alles op lyflraffe. Art. XIII. ; Niemandt en fal mede fpreecken, of gemeenfchap houden met eenige Trompetters ofte Tromflagers van den Vyandt, ofte andere, dieinboodtfchap is gefonden, dan Idie geene daer toe verordineert is, op lyfftraffe. Att.  Ho BYLAAGEN. Art. VIII. Dye vuyt oft in eenige Stadt, Schanfe, Stercte, ofte Befettinge gaet, ofte wederkeert, dan door dye gemene poorten , inganck, ofte wech, ofte eenige vremde oft onbekende inne Jaet gaen, ofte commen, fonder te beletten off aen te ge ven, fall aen t leven geftrafft worden. Art. IX. Den Soldaten, dye zynen Waardt oft Waardinne, Dienaer oft Dienft- ■ wyff, Borgers oft Landt kyden, dreycht oft fmy t, zal voor d' eerfte reyfe drye dagen te waeter ende broot geftelt worden, ende zoe verre datter bloetftortinge gefchiet, in lit ofte leden gecrenckt ende gemengt zyn, zal zyn rechtehandt affgehouden , ende voorts. vuyt den Regimente gebannen worden, oft aen. t leven gelfraefft worden, 11 Art. XLVI. Den Soldaet of Bevelhebber, die uyt het Leger, Stadt of Fort fal I gaen, ofte langhs eenen ianderen wegh inkomen, dan door de Poorte en ordinarisfe wegen, fal gehangen ende geworghï werden. Art. XVIII. Den Soldaet ofte Ruyter, die fynen Waerdt of Waerdin ne, Knecht ofte Maeght fal geftooten ofte geflagen hebben, fal voor de eerfte reys drie dagen te water ende te broodt geftelt werden , ende voor de tweede reyfè een honorable amende doen, ende in de volle Vergaderinge van de Wacht gedevalifeert Werden, ende gebannen uyt de Compagnie. En by zoo verre dat 'er eenigh Lidt verminckt is, alles  BYLAAGEN. 141 alles naer- cxigentie van de faeken. Art. X. Den geenen, dye den Vrinden, Coopluyden, Reyfende Luyden, egene Vyanden fynde, eenige heure goederen, waaren, victuaille, oft andere Coopmanfchappen, op | eenige paifagien, byfonder gaende nae den Veltleger, ofte naer Steden ende Landen, zynde in de Onderdanicheyt ende Vruntfchap, olFalliantie van de voorfz. Landen ende Provinciën, by fortfe neempt ende aentast, het zy te Water off te Lande, ofte dye zelffde aen haere perfonen ofte goederen befchadigen, ofte aen haeren reyfe beletten, het zy in 'tgaen, ofte wederkeren, ende dat onder dexel van gebreck ofte quaade betalinge, oft andersfins fon der expres bevel, confent oft last van de voorfchre- of bloed geftort, fal hem de handt afgehouwen werden. Art. XIV. Niemant en fal mede inhetaentrecken, aftrecken, ftitle leggen, monfteren, ofte in befette plaetfen, den Inwoonderen der Geünieerde Provinciën hare Toeftanders, of Bondtgenooten verdrucken, of berooven, of eenige Eetwaaren, Geldt of anderfints afdringen, fonder eetbare waren, of andere behoorlycken te betalen, noch oock nederwerpen of bederven eenigen Watermoolens ofte Waterwercken, ofte defelve, of andere huyfen, ofte oock in het optrecken het Leger aen brandtfleecken, fonder fpeciael bevel van den Generael ofte andere Hoofcofficiers, alles op lyfftraffe. veiï  §4è BYLAAGEN. ven Provinciën ende Heeren Stadthouders, Oeverften , ofte Capiteynen, fal fonder genade gehangen worden. Art. XI. Desgelycxfü nyemandt den Soetelaers, dye eenige toevueringe fullen doen, yet fonder betaelinge ontweldigen, ofte meer als twee weeken leninge oft betalinge mogen affborgen, ende fal eenen yegelycken zynen Waerdt tzy in deurtrekken oft ftille liggen behoirlicken betaelen ofte te vreden ftellen, ende fich dier maeten fchicken , datter geene waarachtige dachten over hem commen, op peyne van rigoureufelick geftrafft wor- Art. XIX. j Soo wie eenige vivreS ofte andere waren, komende na het Leger, Guarnifoenen ofte eenige Steden ofte Phutfen,onder het Gebiedt van de Generale Staten ftaende, fal afgeworpen ofte be< rooft hebben, die fal ge-* hangen worden. Art. XX'. j Niemant en fal mede mogen aen vallen buyten | het Leger ofte Guarnifoen, ofte voor opkoopen eenige vivres of waaren aldaar komende, al eer defelve ter behoorlycke Verkoopplaerfe gebraght ende gefchat fullen zyn, of oock beroven eenige VVinckel, Tente, Soetelaer ofte Koopman, die tot hulpe van het Leger ofte Guarnifoen aldaer zyn, alles op lyfftraffe. der)  BYLAAGEN. 143 den tot discretie van de Oeverheyt. Art. XIL Soe zullen hem oick alle ende een ygelicken vernuegen laeten metten Logyfe, dwelck hem aengewefen zal zyn, ofte met alfulcke betalinge in gelde, als een yder in de Plaetfe van dien toegevouden is by zeekere andere Ordonnancie, ende zoe wye eenige van de Vlecken ofte Dorpen onder'tgebiet van de voorfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders zynde , in 't gemeen, oft eenige Huysluyden ten platten Lande onder eenige coleuryet afffchatt oft affdruckt voor eenige behoufte op den naem van Service, oft anders, in wat manieren dattet zy, ofte denfelven metmoetwille overlaftich es, hem aendoende onbehoirlicke colten, oft eenige fchaede in zyneHuyfinge, Goederen, Haven ofte Art. LVII. laatfte gedeelte. Gelyck oock mede geltraüfal werden, die hem niet en fal laten genoegen met het Quartier ofte Logis, dat hem by den Quartiermeester ofte Fourier fal toegevoeght zyn, ofte oock eenen anderen in het fyne verflooren. Art. XIV. Niemant en fal mede in het aentrecken aftrecken , ftilleleggen , Monfteren, ofte in Befette Plaetfen, den Inwoonderen der Geünieerde Provinciën, hare Toefianders of Bondtgenooten verdrucken of berooven, of eenige eetwaren, geldt, of anderfints afdringen, fonder eetbare waren, of andere behoorlycken te betalen , noch ook nederwerBeeften,  144 BYLAAGEN. Beeften, daer mede hy de Landen ende Acker moer. bouwen, beweyden, ofte tot nutfchappe bringen, Fal gehangen ende geworcht, oft anders aen zyn lyff geftrafft worden naer gelegentheyt van der faecke, alls oick gefchieden fall van alien den geenen, die fich buyten heuren Quartiere, Schanfe, oft legeren begeven, omme te moescoppen, ende te teeren op den Boer, fonder Ordonnancie van heuren Overften ofte Capitayn. Art. XHL i Alle, dye fich in der voorfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders befchermenisfe begeven , 't zy geeftelick oft waerlick , zal eenen yegelicken fchutten ende handhaven , ende nyemant en lal dies aengaende paffepoorten oft andere brieven van verfekertheyden van de voorfchreven Provinciën ende Hee- pen of bederven eenige Watermoolens ofte Waterwercken, ofte defelve ofte andere huyfen, ofte oock in het optrecken het Leger aen brandt fteecken, fmder fpeciael bevel van den Generael, ofte andere Hooftofficiers. alles op lyfftraffe. Art. XV. Niemant en fal mede yetwes mogen doen , nochte aenrechten, tegens eenige Perfoonen, Steden, Vlecken, Dorpen, Sloten, Havenen, ofte anderen goederen, die met Paspoorten, Sauvegarden, ofte andere verfceckertheyt van wegen de Generaliteit voor» fien zyn, op lyf ftraffe. rer»  BYLAAGEN. ren Stadthouders ofte derfelver Gecommitteerde gegeven in 't minfte affwerpen, fchenden , oft overtreden, op lyfftraff, maer indien daer inne by yemant eenige fraude bevonden zal worden, fal tzelve te kennen geven. Art. XIV. Dye Soldaten nochte yemandt van hem en fullen vervorderen omme geenderhande faeken raedt te flaegen, verfameling te maeken,nochte gemeene houden, noch beginnen te houden fonder weeten ofte wille van den Overften ofte Hopman, op lyffifraffen; maar indien daer eenig gemeen gebreeke; ofte yet feelt, zal tfelve fonder rinckflagen, beroerten, muterye ofte rumoer te maeken , reverentelyk aan d'voorfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders , ofte hun Gecommitteerden by een. twee, ofte drye, daer toe ( Art. VII. Niemandt fal eenige muyterye verwecken, ofte maken onbehoorlycke vergaderingen, op heymelycke, bedeckte, ofte eenige andere voornemen , omme wat faken dat het oock zyfonder bevel van fynen Overften ofte Bevelhebberen: op poene van gehangen te werden. Art. VIII. | Van gelycken fullen : mede geftraft werden alle de geene, die haer onder fu'cke Vergaderingen vinden, ofte yemanden aenroepen, opkloppen, ofte verwecken lullen, K ) vuyt:  146 BYLAAGEN. vuytgefchikt, verthoont ende aengedient worden, omme in alles naer behoeren ende billicheyt voorfien te mogen worden; welverftaende, dat wefende dye Landen in benautheyt ende noot van den gelde, een yegelyk hem met redelicke leeninge, ofte vicftiaille tot redelyken pryfe, fall laeten 'conten teren ende te vreden zyn ; des zal naer ende van alle vier maenden van de refterende penningen afrekeninge gemaeckt, oick verfeke-1 ringe ofte verfchryving gegeven worden. om onder fulcke Vergaderinge te komen; welverftaende, dat de Officiers , die haer in fulcke Vergaderingen fullen vervoegen , voor alle de andere Soldaten (die geen Autheurs daer van en zyn) fullen geftraft werden. Art. XXXV. ' Dat mede de Soldaten ofte Ruyteren , fonder expres bevel van hare Overften, Capiteynen of Bevelhebberen, geen Gemeente en fullen mogen houden, of vergaderinge maken, het zy om geldt ofte yets anders te eyfchen, of hem daer onder laten vinden, op poene van alles metter dood geftraft te werden: wel verftaende, dat de Capiteynen ofte Bevelhebberen , diefulcks buyten tydt, ofte onbehoorlycker wyfe fullen laten gefchieden, andere ten exempel met de doodt voor  BYLAAGEN. itf i I /oor alle de Soldaten fulen geftraft werden. Art. XXXVII. Item, of het geneurie, dat de maendt gagie 3p de verfchyndagh niet ïB quamen ofte betaeldt vierde, ofte den Solda:en of Ruyteren om eeftgerhande oorfake, het jy door belet des Vymdts ofte anderfints, niet ;n konde toegefchickc verden, zoo en fal nienant daeromme eenigen oproer maaken, of op•oerige woorden fpreecicen, of fynen Capiteyn tot betalinge van dien pogen te dwingen, ofte des :e weyniger fyne tochten Dfte wachten doen enda ivaernemen, maer hem :ontenterende met een redelycke leeninge, tot dat het geldt kome ofte magh komen, ende alles doen, dat goede Soldaten en Ruyteren fchuldigh zyn te doen, en zo wie ter contrarie doet, ofte hem daer onder laet a ) vinden,,  Ï4& B Y L A A G E N, Art. XV. Men fal nergens egeen alarme maeken fonder groote noot, ten waere tfelffde by den Oeverften, Hopman, ofte Bevelhebbers, tegenwoordich zynde, ten dienfte van de voirfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders ende den gemeenen Landen belast worde, noch nyemantfal, wanneer allarme gemaeckt worden , fonder groote lyffsnoot, ofte cranckheyt in zyn Loge'mente blyven oft hem verfteeken byi lyffftraffe. J vinden, fal aen het leven geftraft werden. Art. XXXI. Niemant en fal fonder wettelycke oorfake, eenige oploop of alarm maken, ofte een roer by naght affchieten , ofte groot getier maken, ofte yets anders doen, daer door fulcks fonder oorfake foude mogen ontftaen, op lyff -ftraife. Art. XLVIII. Als alarm gemaeckt wordt, fal een yegelyck tot fyn Vaendel ofte Cornet ioopen, en zoo wie daer niet komt buyten merckelycke lyfsnoot ofte elders loopt, buyten confent en fpeciael bevel fynes Overdens, ofte oock zoo haest daer niet en is, als zyn Vaendrigh, fal aen het leven geftraft werden. Art'  BYLAAGEN. v& Art. XVI. Ende naedemael alle Verraders ende muytmaekers, geen beter gelegentheyt hebben haer fchelmerye ende verraet in 't werck te ftellen, dan wanneer men op tocht ende wacht treckt, ofte den vyandt voor handen is, fal nyemandt op de tocht, in de flachordene, ofte werwaerts hy geftelt wordt, geen geit roupen, op verlies van zyn lyff, ende leven , ende dye geltroepers fullen gehangen ende gevvorcht worden. Art. XVII. Dat oick nyemandt.der voirfchreven Provinciën ende Heeren Stadthou¬ ders Soldye ontfangen off hem onder eenig Vendel begeven hebbende, van 't felfde fal mogen vertrecken, ofte fich onder een ander begeven , fonder oirloff ende conlènt Art. XXXVI. Soo wie om geldt fal roepen, als men voor den Vyandt of op eenigen aenflagh treckt, fal metter doodt fonder genade geftraft werden. Art. XVI. Die uyt de eene Compagnie in de ander of elders fal willen vertrecken, of hem van het Vaendel begeven, fal gehouden zyn daertoe behoorlycke paspoort van fynen Capiteyn ofte Hopman te nebben, en anders doende fal met da van den Oeverften, off 1 doodt geftraft werden,. ( K 3 ) Com^  i5o BYLAAGEN, Commiffaris van de Monfteringe op lyffitraff. Art. XVIII. Wanneer men in ofte vuyt den Velde ofte van d'een in d'andere Plaetfe in befettinge ende garnifoen ter Ordonnancie van de voorfchreven Provinciën ende Heeren Stadthouders vertrecken moet, zoe fal nyemandt den Inwoonders ofte Landtluyden heure Wagens, Peerden, ofte Schuyten, ontweldigen, ofte alfhendich maeken, ten waere omme merckelicke oirfaeke, dye by de Oevericheyt bevolen worde te gebruycken , in welcken gevalle den Meefter ofteEygenaer van dien eenen redelicken loone toegevoecht ende betaelt fal worden , of onder de handt van den Oeverften, off Capiteyn een fchriftelick fchynfel, ende bekenteniffe daer aff gegeven , omme betalinge van $ien te erlangen. i ArtJ  BYLAAGEN. 151 Art. XIX. | Noch foo en fal niemant eenige jongedogter, gehoude of ongehoude Vrouwen, noch oick eenige Craemvrouwen, egeenfins bezwernisfe, ofte eenige overlast doen, eenige quaede ontuchtige woorden geven, oneerlicken aentasten, noch oick eenig gewelt, forsfe, flaen, ftooten, dreygen off andersfins tothaerlieder ondanck aendoen in wat manieren dattet zy, op peyne van gecasfeert te worden fonder gek ofte paspoort, oick aen den lyve geftraft worden naer gelegenheyt der faeken. Art. XX. Den Soldaet, dye fonder confent van zynen Overften ofte Capiteyn van zyn Vendel, vuyt zyn Garnifoen-ofte Quartier, vorder dan den fchoet c Art. IV. Niemandt en fal eenige Weduwe, gehouwde of ongehouwde Vrouwen, Kraemvrouwen, ofte bevrughte Vrouwen, ofte jonge Kinderen, eenige overlast doen , flaen , ftooten ofte dreygen, ofte oock oneerlycken aentasten, op poene van gecaffeert te werden, fonder geldt of paspoort, of oock aen den lyve geftraft, naer gelegentheyt 1 van de faken. Ende fullen mede alle gemeene Hoeren, voor de eerfte reys met fchanden uyt het Leger gedreven, en voor de tweede reys daer bevonden zynde, ftrengelyck gegeeifelt ende gebannen werden. Art. XXI. Die uyt het Quartier van fyn Vaendel ofte Guarnifoen fal gaen,verder als een fchoot van een Canon draeght, fonder verlof van fynen CaK 4 ) van  Ï5» B Y L A A G E N. yan een der Cortauwe vertrecken , ofte dye overnacht, fonder confent van zynen Hopman van 't Vendel blyft, fal aen 't lyff, off anderfins naer erkentenisfe des O^erflen geftraft worden. Art. XXI. Den geenen, dey fyn Vendel verlaet als tfelve treckt deur 't Landt naer d' Oorloge ofte Vyanden, ofte van daer wederkerende, ofte andersfins fal aen fyn leven geftraft worden fonder genade. Art. XXII. Daer en fall oick nyefliant op eenige tochten by den Tros ofte Bagagie blyven , off achter aen volgen, ten waere hy van grooter fieckte nyet voort en mochte, by verlieSnge zyner eere, ende| piteyn, fal aen het leven geftraft worden. Art. XL. Die geenen, die men vinden fal by dage ofte by naghte uyt het Leger ofte Belegerde Plaetfe, fonder verloft van fyn Capiteyn , fal aen het leven geftraft werden. Art. XXIV. Den geene die marcherende teLandtnaden Oorlogh, ofte in het wederkeren, fyn Vaendel ofte Cornet lal verlaten, fal fonder alle genade met de doodt geftraft werden. Art. XXV. Ende de geene die hem buyten merckelyke fieckte, fynen Hopman of Bevelhebberen wel bekent, fal begeven onder den Tros of Bagagie, of op wagens, fal in de volle Vergaderinge van de fonder  BYLAAGEN. 153 iönder paffe port. ofF betalinge van 't Vendel geweien te worden. Art. XXIII. Den geenen, dye vuyt fyn Vendel offSlachorde, zynde voorden Vyandt, affwyckt, ende naederhandt weder becommen wordt, fal gehangen ende geworcht worden, maer indien hy nyet gccregen en wordt, fal hy openbaerlyc tot een fchelm gemaect worden. Compagnie gedevalifeert, ende fonder Geldt en Paspoort uyt de Compagnie gebannen werden. Art. L. Soo wie fonder noodelyke oorfaken, en die den Officier te kennen gegeven te hebben, fal breken uit de ordre ofte het gelit, daer in hy geftelt is, die fal aen het lyf geftraft werden. Art. LI. Die eerst eenige vlught maeckt in een flagh of ftorm, die fal vryelyck op de daedt van een yeder mogen doodt geflagen werden, en ontkomen zynde, fal vooreen fchelm verklaert, ende aen lyf en leven fonder eenige genade geftraft werden. Art. XXVI. Art. XXIV. Den Soldaet, dye zyn. Die fyn wacht ofte eewacht nyet gaede en | nige dienst hem bevo( K 5 )  j54 bylaagen. flaet, ofte hem felven vol op te wacht vyndt, ofte van de wachte, daer hy by zyn Bevelhebbers verordent is, vertreckt fonder behoorlycke oirloff, die ooick nyet volbrengt, tgundt hem by zyn Oeverften, Capiteyn, off Bevelhebber dies aengaende bevolen is, zal aen 't leven geftrafft worden. len, fal verfuymen, fal met der doodt geftraft werden. Art. LXVI. Die op den dagh van fyne Wacht droncken fal wefen, falgecasfeerr, en uyt de Compagnie gebannen werden. Art. XXX. Die hem abfenteren fal uyt de Corps de Guarde of'Waghthuyfen, boven de twee uyren des daeghs, ofte fonder verlof van fynen Corporael ofte Rotmeefter, ofte des naghts eenigfints, fal aen het leven geftraft werden. Art. XLVII. Den Soldaet die weygeren fal het bevel van fynen Capiteyn ofte andere, over hem ten dienst van de Staten Generael commanderende en hetfelve niet nakomen, falaen  BYLAAGEN. 155 Art. XXV. 1 Den geenen, die men vindt op de fchildwacht flaepen, off dat hy zyn loofe off wacht woortvergeeten heeft, off van zyn fchiltwacht affgaet, alleer hy affgevuert wordt, zal fonder eenich genade aen lyff ende leven geftrafft worden. Art. XXVI. Een ygelick zal in zyn aen het leven geftraft werden ; gelyck mede fullen geftraft werden, die eenigh bevel met Trommels of Trompetten, by den Generael gedaen ommeflaen, overtreden fullen. Art. XXVII. Den Soldaet, die op fyn fantinel of fchildtwacht flapende gevonden wert, fal aen het leven fonder eenige genade geftraft werden. Art. XXVIII. Den Soldaet, die van fyne fchildwaght by dage ofte by naghte fal gaen, daer hy by fynen Corporael ofte Rotmeefter geftelt fal fyn, fonder by den felvigen daer af geroepen ofte verlost te zyn fal met der doodt geftraft werden fonder genade. Art. XXX. Die hem ablènteeren eygen  156 BYLAAGEN. eygen perfonen waecken, ende nyemandr van de wachte ontfchuldicht blyven, dan by crencfe off fieckte, t welck hy zynen Hopman, fall moeten aengeven, off doen aengeven, ende dye hem abfenteert ofte verliest vuyt fyn wacht buyten confent van zyn Corporael ofte Rotmeyfter, fal fonder Soldye, indien daer eenich is, van zyn Veendel gecaffeert gebannen ende geholden worden. j fal uyt deCorps deGuarde of Wachthuyfen, boven de twee uyren des daeghs, ofte fonder verlof van fynen Corporael ofte Rotmeefter, ofte des naghts eenighfints, fal aen het leven geftraft werden. Art. XXVII. Den geenen, dye men bevyndt fpelen, oftetuyfchen mit taerlingen, ofte carten, zyne wacht geduyrende , zal voor 't eerfte zyne wapenen verliefen, ende voor de tweede reyfe gebannen worden. Art. XXVIII. Dye geenen, dye twist cnaeckt, off yemandt bin- Art. XLIV. Den Soldaat, die met woorden ofte wercken te nen.  BYLAAGEN. x.tf nen dye wacht injurieert, ofte beliecht fal voor de eerfte, naer vuytlpraake van de Bevelhebbers van 't Vendel eerlicke boete doen aen den Perfoon, hem vyndende t' onrecht misfeyt te zyn, ende voor de tweede reyfe zal hy van zyne Wapenen gebloot, off anders nae eysch van de faeken geftraft worden, maer dye eenige fchult off aenfeggen op yemandt heeft zal zyn aenclachten mogen doen , ende tfelve rechtelicken vorderen naer Crysgebruyck. kort fal gefchieden, fal hem voegen by den geenen, die in het Quartier fal commanderen, die na aenhooren van de redenen van parcyen, fal doen repareren het ongelyck den Geinterelfeerden gefchiedt, met blooten hoofde en in de tegenwoordigheyt van de volle wacht. Ende indien de redenen daer toe dienen, den ongelyck doende, uyt kracht van defen doen devaliferen, van fyne wapenen, ende gebannen uyt de Compagnie. Art. XLV. En zoo verre daer geen Getuygen zyn van de querelle, fal die geene die daer commandeert, partyen doen vereenigen en veraccorderen in fyne prefentie, en zoo fy niet en willen vereenight zyn, fullen beyde, ofte die geene die weygerigh is, de wapenen afgenomen en uyt de Compagnie gebannen werden. Art,  i& BYLAAGEN, Art. XXIX. Art. XXXI. Item en fal nyemandt fonder bevel van zynen Hopman off Bevelhebbers eenich hantroer oft gefchut, naer befet der wacht, ofte by nachte afffchieten, off eenich teyken doen fonder confent van zynen Hopman op lyffftraffen, ten waere yemanden onder zyn wachte wilde commen fonder 't woordt off dye lofe te geven , off datter hem van buyten eenich onraet openbaerde. Art. XXX. Den geenen dye in 't twist maecken ofte kyven fich rotten, eenige natie tot zynen hulpe roept ofte brengt, ofte anders oproert ende onrust maeckt, zal met zyïie medehelpers aen 't leven geftraft worden. Art. XXXI. Den geenen, dyerap- Niemant en fal fonder wettelycke oorfake eenige oploop of alarm maaken, ofte een Roer by naght affchieten, ofte groot getier maaken, ofte yets anders doen, daer door fulcks fonder oorfakefoude mogen ontftaen, op Jyf-ftrafFe. Art. XXXIX. Die geene die in eenigen twist of geveght, ofte anderfints, fyn Natie fal te hulpe roepen, ofte Vergaderinge maken, fal gehangen en geworght werden. Art. XXXII. De geene, die hem verpiet  BYLAAGEN. 159 pier off geweer binnen eenige Wacht, Veltleger, ofte Stadt, daer men wacht hout, vuyttreckt omme jegens yemandt anders , dan d' openbare ende gemeene Vyanden te vechten, zal zynrechtehandtverheien, endegecasfeerd worden. Art. XXXII. Den Soldaet dye eenen anderen vuytdaecht, ofte beroept omme te vechten fonder confent van zynen Overften oft Capiteyn, fal fonder paslèpoort oft betalinge gecasfeert worden, ende indien de beroeper zyn parthye, ofte de eene den anderen dootllaet, fall dye doodllaeger doot by den dooden geleyt worden, maer indien yemandt met gewelt overvallen wordt, fal hem dye overvallene zyn lyff verweeren mogen. vorderen fal binnen beilooten Leger, Stadt ofte Quartier ofte Plaetfe, daer hy in Guarnifoen leght, of oock naer befette wacht fyn geweer uyt te trecken, fal het lyf verbeuren: desgelycks buyten het Leger, Steden ofte Plaetfen, by zoo verre hy het felve doet, fonder verlof van fyne Overigheyt. Art. XLII. Den Soldaet die een ander fal beroepen om te flaan, fonder verlof van de geene, die in het Quartier commandeert, fal aen het leven geftraft werden.  i6o B Y L A A G E W. Art. XXXIII. Ende wanneer hem eenich Soldaet bevindt t onrecht geininrieert, ofte misfeyt te zyn, fal hem lèlven by zynen Oeverften, Gouverneur van de Stadt, ofte ten minften by zynen Hopman vynden, dye welcke een van allen verftaen hebbende dye redenen van beyden, fal by den geenen dye onrecht heeft, dye reparatie doen naer billickheyt, ende gelegentheyt van der faecke, ende getuychnisfè der geener, die men vyndt weetende van der faecke, ende twist off gefchille te fpreecken, ofte fal den Oeverften, Gouverneur ofte Hopman zyn befte doen, omme beyde parthyen in fyn prefentie te veraccordeeren , indien hy bevyndt dye materie fulcx te vereysfbhen, ende zoe zy tot geene vermaninge ofte redenen willen verftaen, fullen Art. XLIV. De Soldaet die met woorden ofte wercken te kort fal gefchieden , fal hem voegen by den geenen , die in het Quartier fal commanderen, die na aenhooren van de redenen van partyen,fal doen repareren het ongelyck den Geintereffeerden gefchiedt,mctblooten hoofde en in de tegenwoordigheydt van de volle wacht. Ende indien de redenen daer toe dienen, den ongelyck doende uyt kracht van defèn doen devaliferen van fyne wapenen , ende gebannen uyt de Compagnie. Art. XLV. En zoo verre daer geen Getuygen zyn van de J querelle, fal die geene die daer commandeert, partyen doen vereenigen en veraccorderen in fyne prefentie, en zoo fyniet en willen vereenight zyn, beyde  B Y L A beyde vuyt den Vendel gebannen worden.1 Art. XXXIV. Dat oick geen Rot'meyfter ofte Corporael ofte andere Bevelhebbers geene Söldaeten van de Wacht fullen laeten vuytgaen, omme metten anderen te llaen ofte te vechten, op peyne van zoe wel den Rotmeyfters Corporaels oft Bevelhebbers, als dye Soldaten, fonder betalinge gecasfeert, van zyne wapenen gebloot, ende boven dien naer gelegentheyt der faecken geftrafft te worden, ende zoe wye in't vechten ofte balligen gelampt oft gecrepelt wordt,, dat hy des Heeren befoldinge nyet langer verdienen can, fal dye felve vuyt het Vendel gemonftert worden. A G E W; i6i fullen beyde, ofte dié geene die weygerigh is, de wapenen afgenomen, en uyt de Compagnie gei bannen werden. Art. XLIIL Den Corporael of andere , commanderende over de wacht, die twee Soldaten fa] laten uytgaen om te vechten,fal fonder genade aen het leven ge2 ftraft werden.  16*2 B Y L A A G E N. Art. XXXV. Dye geene, dye fonder voorgaende behoorlicke bevel ofte confent eenige Cloofteren, Kerken, Leprofen, ofte Armenhuyfen , Landthuyfen , Muelens ofte Backovens befchadigen , branden breken ofte affwerpen, oick het Veltleger ofte eenige hutten in brandt fteken, fullen aen 't lyf geftrafft worden. Art. XXXVI Wanneer yemant den Vyandt eenen affbreuck doet, ende den Veltheer ofte eenige Overften vanget, zal defelven terftondt in handen van de de Provinciën, Heeren Stadholders, ofte hunnen Gecommitteerden overleveren , ende van dien, als oick van anderen gevangenen, die dfelve begeren aen hem te nemen, zal met hemlieden naer billickheyt ende Crychsordre gehandelt worden, Art. XIV. laatfte gedeelte. Noch oock neder werpen of bederven eenige Watermoolens, ofte Waterwercken, ofte defelve of andere Huyfen, ofte oock in het optrecken het leger aen brandt fteecken, fonder foeciael bevel van den Generael, ofte andere Hooft - Officiers, alles op lyfftraüe. Art. LIX. Een ygelyck, van wat conditie hy zy, fal van ftonden aen en voor den avondt by den geenen die in het Quartier commanderen fal, te voorfchyn brengen al fulcke gevangen, als van den Vyant gevangen genomen fal zyn, op de verbeurte van den felven, ende aen het leven geftraft te werden. Art. LX. Ende indien yemant ende  BYLAAGEN. ït?j ende alle brandtfchattingenofte verdingen fullen d' voorfchreven Provinciën ende Landen alleene toecommen, ende zullen zy luyden hem met haerlieder betalinge laeten genuegen, fonder eenige brandtichattinge te mogen doen, dan daer den felve pg% Art. LXVIII. Den Capiteyn ofte Sol-' daet, die de monfteringe of reveue fal weygeren te doen, fal gecasfeert werden.  paer gelegentheit der Art. XL. Sullen in geenerhande Monfteringe ofte overfichte, dye op hem gedaen fullen worden, de verordenende Monfterheer, oft Commiffaris fcharnperlicken toefpreeken, denfelven verachten, ofte in eeniger manieren aen hem vergrypen, maer denfelven alle behoorlicke eere ende obediëntie bewyfen, ende wanneer denfèlvenOeverften , Monfterheer , ofteCommiffaris yet heeft voor te houden, zullen dye zelfde denfelven vry vranck ende onbehindert by hen laeten commen, gehoir geven , ende denfelven tot zynen welbelieven ongernplefteert laten wederomme vertrecken, fonder hem te bekommeren ofte aen te houden omme gek, betalinge, off eenige andeje faeken; maer fullen Art. LXXV. Die hem vervorderen fal, een Commisfaris van de Monfteringe of anders aen te taftcn , ofte hem met woorden, ofte met der daet te kort doen, die fal aen het leven geftraft werden.  die Soldaaten nopende haere voorgewende gebreecken hem dragen ende voegen als vooren ver? haelt is, op peyne van aen lyff ende leven geftraft te worden fonder alle genade. Art. XLL Ende fal een ygelick Soldaet by de Monfterheer affgevraecht zynde, wat befoldinge ofte leeninge hy van zynen Hopman ter weeke ofte maende ontfangt, by zynen Eedt gehouden zyn de waerheyt daer van te verelaren , fonder eenige fraude ofte bedroch op peyne van gefcholden te Worden. e Art. XLII. Item en fall egeen Soldaet in eenjge derfelve Monfteringe ofte Reveuen, van wat qualiteit ofte conditie hy in dienfte zy, nyemandt vuytgefondert, eenige val- Art. LXIX. Niemant en fal hem op de Monfteringe met een verkeerde ofte andere naem, als fyn rechte, laten, infchry ven, of met geleende paerden ofte. wapenen door de Mon- (Ls) fcheyt  BYLAAGEN. fcheyc daer inne laeten plegen ofte hem gebruyken, dan zyn kerftelicken naem, ende dye plaetfe van daerhy is, noch op geenen anderen naem deur dye Monfteringe gaen, dan op zynen eygen naam, nochte oick yemanden tonrecht verantwoirden, ende met geen ander lanck , cort ende zytgevveer deur dye Monfteringe gaen , dan dat hem felfs toebehoirt off dat hy van den fleer ontfangen heeft, oplyffsftraffe, ende zoe men yemandt in de tegenwoordige Monfteringe bevyndt gedaen ende toegelaeten te hebben als voorfchreven es, ende men t felve naemaels met dye waerheyt can bevinden, zal 't allen tyden geftrafft worden. Art. XLIII. fteringe pasferen, ofte yemant op de Monfterdagh yets fuleks leenen, op poene van de wapenen gedevalifeert, en voor fes maenden uyt de Compagnie gebannen te werden. Art. LXXI. Item en fal nyemandt van de Crychsluyden, van wat gefteltenis dye zyn, zyn geweer oft rus- J Niemant en fal fyne wapenen of geweer, fuleks hem die by fynen Capitein geordonneert tinge,  BYLAAGEN. 171 ïinge, daer mede hy in dienst gecommen is,hem oft den Heere toebehoorende, mogen te pande fetten, vercoopen, vervremden, ofte verfpelen, op de verbeurte van den lyve, maer zaleenyegelick zyns geweers mogen verbeteren, ende nyet verergen , ende den Soldaet dye zyn geweer geen achten heeft, nochte ree nochte veerdich houdt, fall dye Commisfaris dye befoldinge desfelven moegen verminderen, ende aen eenen anderen dye beter in ordre is, mogen belleden. Art. XLIV. Den Soldaet, die hem voor den Vyandt op tocht, wacht, Itormofte fchermutfe laet vynden, fonder zyn behoirlicke geweer veerdich ende j gereet te hebben, oft fonder cruydt, londt ofte loot, zal aen 'tleven geftrafft worden. 1 zyn, mogen krencken ofte verminderen, ofte te pande ftellen, op poene van gedevalifeert, en voor fes maenden uyt de Compagnie gebannen te werden. Art. LXXIII. Niemant en fal fyne wapenen of geweer verfpeelen, ofte afhandigh maken, maer het felve altoos reyn ende dienstbaar houden, op poene van fonder pasport van de Compagnie gecasfeert te werden. Art. LVIIL Den Soldaet, wefende van de wacht, die hem niet en fal in fyn volle geweer laten vinden , by hetVaendel, omme naer | de plaetfe te marcheren met de andere, fal voor de eerfte reys drie dagen geftelt werden te water iende te broodt, voor de l tweede reys gedevalifeert Art.  *?s B Y L A A G E R Art. XLV. Zullen oick allen dye gene dye voor deefe tydt defen nyet befwooren zullen hebben, maer hier naemaels in dienfte comen , ende der voorfchreven Provinciën geit ontfangen, allevenweltot den inhoudt ende peyne van deefe Articulen mede verplichtende verbonden ftaen, ende off hy dye mede befworen hadden, des hem oick op die infchryvinge, oft eerfte monfteringe vermaen gedaen fal worden o i. Art. XLVI. Ende zullen dye Oyey-1 van fyne wapenen, en den tydt van drie maenden gebannen uyt de Compagnie, en voor de derde reys met de wapenen geftraft werden. Art. LXXXIL Ende of'er eenige Sol-' daten waren, die by het voorlefen defes Articulbriefs niet en waren, die fullen even gelyck de andere, die daer prelènt geweest zyn, verbonden zyn.. Dan op dat niemandt hier van en pretendere ignorantie, ende elck te beter kennisfe hier af krygen magh, hebben de Generale Staten voornoemt geordonneert, defe op de Monfteringe- alomme gepubliceert te werden; endeden Commisfariuen belast, defelve by alle Kryghsvolckeren tedoenbefweeren3 als na behooren. ften.;  BYLAAGEN, i?» ften, Capiteynen, Bevelhebberen ende Soldaten by Vendelen, Rotten , heele ofte halven, totter gemeenen befte gevalle ende der Landen meefte prouffyte, fonder wederfeggen hem laeten afdancken, allwaer 't oick, dat men hem heure betalinge ten volle nyet op en brochte ofte verftrecte, maer alleenlicken van heuren reftant bem verfekertheyt dede op alfulcke redelicke termynen, als dye gefteltenisfe der Landen eenichfins mogen dragen off lyden. Art. XLVII. Alle welke Articulen die voorn. Overften, Hopluyden, Amptluyden, Bevelhebberen ende Soldaten, elcx in zyn regard, zullen zweeren te onderhouden, ende jegens dfelve nyet te doen, nochteweygeren, 't geene hem lieden naer gelegentheydt des tydts, Art. LXXXIL Ende of'er eenige Soldaten waren, die by het voorlefen defes Articulbriefs nieten waren, die fullen even gelyck de anderen, die daer prefent geweest zyn, verbonden zyn; dan op dat niemandt hier van en pretendere ignorantie, ende elck te beter kennisfe ende  Ï 7\ B Y L A A G E N. ende tot dienste van de Provinciën ende Stadthouders, binnen ofte buyten dye bepalinghe derfelver anders opgeleyt ende bevolen foude worden: Ende fullen dye voorfz. Provinciën deefe articulen nae derzelver geliefte mogen doen vermeerderen oft veranderen naer gelegen theyt der faeken, 't welck d' voorfz. Oeverften , Hopluyden, Amptluyden, Bevelhebberen ende Soldaaten, elcx in zyn regard gehouden zullen zyn te achtervolgen en naer te commen. hier af krygen magh* hebben de Generale Staten voornoemt geordonneert, deefe op de Monfteringe alomme gepubliceert te werden: ende den Commisfarisfen belast defelve by alle Kryghsvolckeren te doen befweeren als na behoo* ren. Art. XL VUL Zullen mede gehouden weelèn, byfonder Eedt te doen van den onderhout der voorfz. Articulen ende van getrouwicheyt aen allen ende elcken van de Geünieerde Provintien ende Steeden , daer inne zy luyden by advys van de Heeren Stadthouders van defelvé  BYLAAGEN. i># defelve Provincie oft Stede geleyt lullen worden, zoe wanneer fulcx van defelve Provincie off Steden aen hemluyden verfocht zall zyn. Art. XLIX. Ende alle het geene, dat in deefe Articulen nyet geftelt, off daer inne nyet begrepen is, zal naer ouder gebruyck des Crychs berecht worden. Art. L. Ende op dat nyemant van deefe jegenwoirdige Articulen eenige onweetenheyt off ignorantie mach voorwenden, omj hem daer mede te behel-1 pen , zoe zal 't vuyt- j fchrift off de Copie der-1 felver onder allen Hopluyden blyven, ten eynde een yegelic daer van t allen tyden openinge gedaen mach zyn, ende Art. LXXXI. Alle andere mefufen ende delicten niet gelpecificeert in deefe Ordonnantie , fullen geftraft werden volgens de dispoiitie van de Placaten, Rechten, ende Coftumen van den Oorlogh. Art. LXXXII. laatfte gedeelte. Dan op dat niemandt hier van en pretendere ignorantie, ende elck te beter kenniffe hieraf krygen magh, hebben de Generale Staten voornoemt geordonneert, defe op de Monfteringe alomme gepubliceert te werden; ende den Commiffariffen belast, defelve by alle Kryghsvolckeren des  rt76 BYLAAGEN, des te beter hem daer nae heeft te reguleren. Art. LI. NB. Is de Eed. te doen befweeren, als na behooren. NABE'  NABERICHT. J^^a dat myn onderzoek aangaande den Beftalt* brief en een groot gedeelte der Bylaagen reeds waren afgedrukt, is my ter hand gekoomen een mi onlangs gedrukt Werk, onder den titel: Brief van een Heer in Holland, gefchreven aan een Heer vat Regeering in Zeeland, betreffende de Pro-Memo* rie^ dienende tot onderzoek, hoedanig het Staat sregt zy der Provintie van Zeeland, omtrent de Militaire Jurisdictie, zoo in het Crimineel als Civil, geformeerd door Mr. Lourens Pieter van de Spiegel, Secretaris der Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland. De Schryver van dien Brief heeft natuurlyker wyze Zyne gedagten over den Beftaltbrief mede moeten uitten, en fchynt van gevoelen te zyn , dat hetzelve ftuk een Cartabel zoude zyn zonder eenige authenticiteit; ten bewyze van welk gevoelen bladzyden 56, 57, 58 en 59. vier redenen worden opgegeven; maar gelyk ik meene, dat ik by myn onderzoek, en door de daar by gevoegde Bylaagen genoegfaame bewyzen heb aan de hand gegeven , dat de Beftaltbrief geenszins een ondergedoken, maar een Echt ftuk is, zoo verbeelde ik my, dat ik een overtollig werk zoude CM) doen^  J?8 NABERICHT. doen, met noch nader te treden in een byzondef onderzoek der evengemeide vier redenen; alleen moet ik ten aanzien van de tweede en derde dier redenen ééne aanmerking maaken, welke my by het famenllellen van myn onderzoek ontilipt is; te weeten, dat in het Hoofd der Ordonnantie van der Oirloge (welke Ordonnantie in de Bylaagen onder Nommer II. te vinden is) geieezen worden de navolgende woorden: „ Soe is met voirweten ende believen van den „ voorfz. Geünieerde Provinciën by den Staten der„ felver Landen ende Heeren Stadtholdèrs veror„ dent &c." Moet nu, zoo als het my vooikoomt, uit die Woorden worden opgemaakt, dat die Ordonnantie van der Oirloge verordent is met voirweten ende believen van den voorfz. Geünieerde Provinciën; en is by myn onderzoek genoegfaam getoond, das die Ordonnantie, de Inftru&ie voor den Commiftthrijfen van de Monfteringhe, en de Beftaltbrief eene volkoomen betrekking tot elkanderen hebben, en als tot eikanderen behooren; dan geeve ik den Lezer in bedenking, of uit de evengemeide woorden van de Ordonnantie van der Oirloge niet fchynt te volgen, dat zoo wel de Beftaltbrief en de Inftructie voor de Commiftari(fen van de Monftering als de Ordonnantie van der Oirloge verordent zyn met voirweten ende believen van den voorfz. Geünieerde Provinciën ? De Heer Schryver van den gemelden Brief, Held bladzyde 59, 60. en 61. alverder, dat, indien de Beftaltbrief geen ondergeftoken Stuk is, daar uit dan alleen zoude volgen, of dat de Beftaltbrief geen legaliteit ter weereld heeft, of , alleen  NABERICHT. 179 alleen zal zyn een Concept - Krygs - Ordonnantie. Dat de Beftaltbrief geenszins een Concept of bloot ontwerp is geweest, maar dat dezelve eene kracht van Wet of eene verbindende kracht gehad heeft, ten aanzien van het toenmaalig voetvolk in dienst van het Utrechtfche Bondgenoodfc hap (want verder heeft myn onderzoek zich niet uitgeftrekt) heb ik, myns bedunkens, mede genoegzaam aangetoond. Maar of de Beftaltbrief een ftuk is, dat geen legaliteit ter weereld heeft, om dat dezelve in zyne effent ie is nul en van onwaarde; omdat het nog nimmer in de hersfenen van iemand is opgekomen, om ftaande te houden, dat Gedeputeerde van Provinciën, zonder f pedalen en uitdrukkelyken last van hunne Principalen, zouden vermogen Regt en, Wetten of Privilegiën van hunne Provincie in het gemeen, of van de Leden van dezelve in het by- < zonder, te vernietigen, te verminderen, te ver andere::, of met anderen gemeen te maaken, of aan anderen over te doen; maar integendeel, dat alle z wdanige daden zyn nul en onbef aanhaar, zonder eenige verbindende kracht te hebben, ten opzigte van die geenen, die daar over nimmer gekend, veel min daar over geraadpleegd of daar in toegeftemd hebben; zoo als de Heer Schryver van den gemelden Brief, bladzyde 60. en 61. zich in die bewoordingen uitlaat; zulks is eene zaak, in welker onderzoek ik niet treden kan, om dat het geheel buiten myn ookmerk en beftek is, om na te gaan, of uit den Beftaltbrief ietswes ten voordeele der Militaire Jurisdictie zoude volgen; veel min, Of dat fttjk zoude ftryden tegen eenige Rechten % l M O Wtt*,  'x8o NABERICH T. Wetten of Privilegiën van eenige Provincie in het gemeen, of Vün de Leden van dezelve in het byzonder; hoedanig onderzoek ik, rayns bedunkens, alleen zoude kunnen doen dan, wanneer ik verplicht wierdt, myne gedagten over de Militaire Jurisdictie te moeten uitten; zoo veel meen ik nochtans daaromtrent te mogen zeggen, dat ik met den Heere Schryver van dien Brief volkoomen eens ben, dat de Beftaltbrief geene de minfte aanmerking verdienen zoude, indien bewezen mogt worden , dat dezelve ftrydig was met de Rechten, Wetten of Privilegiën van eenige Provincie in het gemeen, of van de Leden van dezelve in het by. zonder; vermits het groote, ja het eenige oogmerk der Unie van Utrecht zekerlyk geweest is de handhaaving van alle die Rechten, Wetten en Privilegiën; en dus alle Stukken, die daar tegen ftryden, in derzelver effende nul en van onwaarde moeten zyn; een gevoelen het welk alle rechtgeaarde Nederlanders met den Heere Schryver van den Briefen met my volkoomen eens moeten zyn; dan het welk, myns erachtens, niets gemeens heeft met een eenvoudig en belpiegeiend onderzoek, of de Beftaltbrief van den jaare 1579, kracht van Wet gehad hebbe ten aanzien van het toenmaah'g Krygsvolk, in dienst van het Utrechtfche Bondgenoodfehap. Intusfchen is het my aangenaam geweest, in bet tweede Deel van den Bundel van Onuitgegeven Stukken, door den Heere van de spiegel (welk tweede Deel my mede eerst ter hand gekomen is, na dat myn Werkje reeds ter Drukperfe was bezorgt) gevonden te hebben onder Nommer VL ?en Vertoog van redenen. waarom de Bondgenoo- M  NABERICHT. i8r ten van Utrecht niet raadzaam oordeelden te tree* den in de nadere Generaale Unie, door den AartsHertog Mathias te Antwerpen voorgeflagen; waar door ik ben verfterkt geworden in myne gedagten, dat een Beftaltbrief of Artikelbrief in den jaare 1579. befchouwt wierdt als eene Capitulatie, welke met het Krygsvolk wierdt gemaakt; want by dat Vertoog wordt, bladzyde 57. van het gemelde tweede Deel, ten aanzien van eenige woorden, die voorkwamen in het einde van het zevende Artikel der Concept-Unie van den Aartshertog Mathias, gemaakt deeze Aanmerking, „ Welcke woorden geheel impertinentelick in „ een generale ende eeuwige Unie geftelt worden, „ zoe men gezuoenlick es zulcke ende diergelycke by „ den Articule brieft", die de Soldaten bezwoeren, „ te Capituleren." Maar noch aangenaamer was het my, toen ik na het ter Drukperfe bezorgen van myn Werkje ontdekte, dat door de Hiftorie van dien tyd volkomen beveiligt wierdt myn gevoelen, dat de Beftaltbrief, de Ordonnantie van der Oirloge en de In ftruclie voor de Commiftarisfen van deMonfteringhe, alle drie van den laatften February 1579, toen zyn gehouden voor echte ftukken, by de toen'vereenigde Provinciën ingeftcld; en dat die ftukken toen als de zoodanige daadelyk zyn in trein gebragt en achtervolgt geworden; ten bewyzevan welke Hiftoriefche waarheid ik hier zal laaten volgen eene aanmerkelyke plaats uit den Hiftoriefchryver Bor , voor zoo verre dezelve tot de drie gemelde ftukken betrekking heeft. Die naauwkeurige en allezins geloofwaardige ïïiftoriefchryver doed in het dertiende boek vanzy( M 3 ) ne  rSs NABERICHT. xe Hiftorie der Nederlandfche Oorlogen, tweede, Deel, folio 90. van den druk van den jaare 1621, het navolgende Verhaal, „ Als nu de voorfchreven Unie gelyck Wy ver„ haelt hebben tot Utrecht ghearrefteert is ghe„ weest, foo is daer een Collegie ghemaeckt die „ tot Utrecht relideren fouden, defe hebben dage,, Jycx op alle voorvallende faecken ghebefoigneert, „ voor eerst hebben zy by der handt ghenomen, „ omme de Soldaten in Ghelderlandt zynde toï „ lafte van de Generale Unie aan te nemen ende „ in den eedt van de Gheunieerde Provinciën te „ brenghen, tot welcken eynde voor eerst ghecom„ mitteert zyn gheweest Jonckheer Gysbrechtvan ., Duvenvoorde, Heere van Opdam &c, enjonc„ heer Alexander van Tellicht tot Commijfarijfen ,, Generael van de Monftetinghe 6fc. „ De voornoemde Heere van Opdam ende Alex„ ander Tellicht hare injiructie ontfangen hebber^ „ de, ende den Eedt daer toe gheconcipieert zynde t „ ghedaen hebbende, zyn naer den Lande van Gel„ derlandt getoghen, &c. met ghelt, om elcke „ Compagnie na zy in den Eedt ghebrocht ende „ Monfteringe ghepasfeert fouden zyn, een halve „ maent op te handt te gheven, ende den Capi„ teynen te verfeeckeren , dat men henluyden binnen drie weecken ofte een maent foude afreec„ kening doen van de voorgaende dienflen, diezy „ aen den Furftendom Gelre ende Graeflchappe „ Sutphen ten achteren mochten wefen, endehen„ luyden toefegginge te doen, dat menlè alleveer„ thien dagen behoorlycke leeninghe doen foude, „ ende alle vier maenden afreeckeninghe: de voor?, fchreven Commislarisfen van de Monftennghe  NABERICHT, 183 hadden oock commifïïe, omme met advys van „ den Stadthouders van de Provinciën te mogen „ afdancken ende casferen alfulcke Vendelen , als „ zyluyden raedtfaem vinden fouden. Zy hadden „ groote moeyte in het Overquartier van Gelder* landt, want gecomen fynde den neghenthienden „ Meert binnen Venlo, hebben de Capiteynen ende „ Bevelhebberen voor eerst fwaricheyt ghemaeckt „ de Ordonnantiën ende Artyckelsbrie„ ven, by de Provinciën inghestelt, te bc5, fweeren, feggende, dat foo verre fy luyden die befwoeren Zyluyden maar jonghens van de Sol„ daten wefen en "fouden, maer als defelve daerop onderrichtinghe ende contentement ghedaen was , „ foo en hebben die Soldaten den Eedt niet be„ gheeren te doen noch haer willen laten Monfte„ ren op de nieuwe Ordonnantie, voor en al eer „ zy van haer voorgaende achter wefen betaelt fou„ den wefen, ende 't fcheen datfe alle foude ghe,, mutineert hebben &c. Ik laat aan den Lezer beflisfen, of die nieuwe Ordonnantie, waarop de Soldaaten moeiten worden gemonfterd; of die Ordonnantiën en Artyckelsbrieven, by de Provinciën ingefield, welke door de Capiteinen en Bevelhebberen moesten worden bezwooren; of de Inpru&ie aan twee Commiffariffen generaal van de Monferinge gegeven, en waarop die Commisfarisfen den Eed, daar toe geconcipieert zynde, gedaan hebben; en waar van Bor in zyn zoo evengemeide verhaal lpreekt, andere kunnen zyn, dan de Infru&ie voor den Commisfarisfen van de. Monfleringhe, de Ordonnantie van der Oirloge en de Befaltbrief, alle drie van den laatften February 1579; en- of uit dat zelfde ver;  i84 NABERICHT. verhaal van Bor teffens niet nader blykt, dat die Ordonnantiën en Artyckelsbrieven ter dier tyd mede wierden befchouwt als capitulatkn, welke met het Krygsvolk of de Capiteinen en Bevelhebberen van dien wierden gemaakt, als waaromtrent aan dezelve onderrichtinge en contentement gedaan wierdt.